0

boeken van de paradijs aarde, deel 13-19 rgg 1970-2021

Voorwoord Voorwoord 2019 COAB 1 de calvijn code 2 de afrika code 3 de egypte code 4 de india code 5 de twaalf kleine profeten 6 het plumares mysterie 7 de afrika brug 8 de amerika brug 9 de filosofie van het voortijdse afrika 10 rigil kent ontsluierd - de verloren kennis van orion 11 de logistieke filosofie 12 de aretaitische filosofie 13 de contextuologie Voorwoord De reformatie was zo belangrijk. Het was noodzakelijk om de katholieke overheersing en inquisitie een halt toe te roepen, maar de reformatie in de jaren 1500 was nog maar het begin. Het begon in Duitsland bij Luther (1483-1546) in 1517 en ging toen over in Calvijn (1509-1564). In de jaren 1800 was er de afscheiding in Nederland, de afscheiding van de heersende koningskerk, de nederlands hervormde kerk, in 1834, 1886, en er was de Ledeboeriaanse afscheiding van de profetische predikant Ledeboer, wat later werd tot de gereformeerde gemeente. De afscheiding in de jaren 1800 werd ook wel de terugkeer of wederkeer genoemd, oftewel de regressie. Zoals Klaas Schilder van de vrijmaking, de kerkelijke d-day in 1944, het stelde was deze wederkeer een terugkeer tot het paradijs. Het liberale materialisme moest nog steeds een halt toegeroepen worden, want het woekerde voort als de kanker. Het was totaal zonder medelijden, en vandaag de dag nog steeds. Kijk maar eens naar de verschrikkelijke en afschuwelijke vervolging van charismatici en shamanen. De gedeformeerde kerk had zijn eigen inquisitie, en riep daarvoor verschillende seculiere huurmoordenaars op. Dit is een zware strijd op het gebied van de demonologie en op het gebied van de territoriale demonologie. Laten we er geen doekjes om winden. Meer dan ooit spreekt het woord van Efeze ons toe : Laat u toerusten. Doet de gehele wapenrusting des hemels aan om te kunnen standhouden. Reformatie en regressie gaan hand in hand. Dit is een taalkundige regressie, want het volk is verloren gegaan door een gebrek aan talenkennis. Deze regressie gaat helemaal terug tot de bronteksten en grondteksten, en die hebben weer hun bron in het Aramees en in het Egyptisch, de moedertaal van het Hebreeuws en Aramees. We gaan de bijzondere parallellen zien, en hoe veel dingen aan het licht gaan komen in deze grotere context, en uiteindelijk ook de voortijdse context, de context van de oertijd, waardoor de mens terug kan keren tot de paradijs aarde. De regressie is nog niet afgelopen, maar nog maar net begonnen. In 1800 werden hiertoe de fundamenten gelegd, en in dat spoor verder. Vandaar deze profetische serie van de boeken van het paradijs. Deze verzameling is onderdeel van het vuh onderwijs in de tweede bijbel, en wordt ook wel de

name genoemd, wat de oerkennis betekent in de voortijdse taal, in de oertaal. Het vuh onderwijs is in verschillende hoofdnoemers onderverdeeld, wat begint met de halal, wat het oude onderwijs is (de series), wat ook weer onderverdeeld is in de levitische, ismaelitische en surinaamse bijbel, oftewel het amazone dodenboek, en halal is dan de grens-gevoeligheid of honger, honger kennis in de voortijdse taal, in de oertaal. Daarna is er dus het nieuwe onderwijs, de boeken, vanaf de calvijn code, en dat heeft ook weer hoofdnoemers en is dus ook weer onderverdeeld, zoals het begint met de kainitische bijbel, wat dan eindigt met de logistieke filosofie wat de sluitsteen is, en dan gaat het dus verder in iets anders. De honger, het minderen (door grensgevoeligheid) moet leiden tot de name, de oerkennis, wat dus een beweging van regressie is (wat na de reformatie komt), dus een terugleiding, tot bronkennis. De name loopt door tot en met de contextuologie (boek 13), en daar hoort ook de aretaitische filosofie (boek 12) nog bij, wat dus twee boeken nog zijn na de kainitische bijbel onder deze noemer. Daarna loopt het over in de sukki, vanaf de recyclocratie. Daarna komt de suri nog : 1 halal 2 name – boeken van de paradijs aarde deel 1-13 3 sukki – boeken van de paradijs aarde deel 14-19 4 suri Sukki betekent volharding in het voortijdse, in de oertaal, dus heeft ook met eeuwigheid te maken en suri betekent overgave of verbrokenheid, wat dus op deze weg kan ontstaan, dus dat is ook een beeld van de hemelse gebondenheid. Ezelsbruggetje hiervoor is : door ezechiel, sukki-halal, wordt suri-name hersteld. Ezechiel is altijd aan mexico verbonden die dus ook de poort is tussen noord en zuid amerika om vele raadsels op te lossen. Deze verzameling is dus de name, deel 1-13 van de boeken van de paradijs aarde : 1 de calvijn code 2 de afrika code 3 de egypte code 4 de india code 5 de twaalf kleine profeten 6 het plumares mysterie 7 de afrika brug 8 de amerika brug 9 de filosofie van het voortijdse afrika 10 rigil kent ontsluierd - de verloren kennis van orion 11 de logistieke filosofie 12 de aretaitische filosofie 13 de contextuologie In de daarop volgende verzameling, de sukki, deel 14-19 van de boeken van de paradijs aarde zijn te vinden : 14 de recyclocratie 15 van reformatie tot regressie - de rodenbergse catechismus 16 ragnarok ontsluierd 17 het kehatitische verschijnsel 18 de venezuela muur 19 leven op de paradijs aarde

Voorwoord 2019 COAB DE TWEEDE BIJBEL ONDERWIJS DE VUH BOEK II – DE NAME [DE BOEKEN] De Natuur Theologie van de Tweede Bijbel Onderwijs 2017-2019 COAB De Natuur Theologie van de Tweede Bijbel Deel I. De Kaïnitische Bijbel Beschrijving: In de Kainitische bijbel staat de mythe van Kain die naar het land Nod trekt centraal, en dit wordt besproken vanuit de volledige context van de Egyptische mythologie waarin dit verhaal al bestond en waarin de betekenis dualistisch is, ook in de Israelitische grondteksten die daaruit voort zijn gekomen. Het verre westerse christendom heeft hierover een te eenzijdig beeld gegeven met alle gevolgen daarvan. Verder bespreekt deze bijbel een zee van andere onderwerpen omtrend de Kainitische mythologie, die diep ingaan op de oorspronkelijke Egyptische en Sanskrite grondteksten en achtergronden van de bijbel, en die deze teksten ook uitleggen in de contexten van de voortijden en de buitenaardse fundamenten. In die zin worden er veel verloren schakels besproken, waardoor de mens weer terug kan keren tot zingeving en diepere betekenissen van deze verschijnselen. Er wordt zo een diepere filosofie zichtbaar waarvan de lijnen in staat zijn af te rekenen met dwaalleer die was ontstaan door gebrek aan deze ruimere context, en wat in staat zal zijn om de lezer te openen tot een ruimer wereldbeeld en levensbeeld waarin nieuwe doelen gesteld kunnen worden waarin het leven nieuwe waarde gaat krijgen. De Kaïnitische Bijbel Deel I – Het Calvinistische Dodenboek Beschrijving: De Put van Calvijn. Wat de Kerk voor u verborgen houdt. Het feit ligt dat we niet zomaar loskomen van de Vloek van Calvijn. Een prediker zei eens : "Het is gemakkelijker de duivel uit je lichaam te krijgen, dan Calvijn uit je botten." Dat komt omdat Calvijn een code is die ontcijferd moet worden. Calvijn gaat niet zomaar weg.

In de diepte van het Calvinisme ligt een rijke esoterie verborgen. Calvijn moet je op sommige punten zwaar cryptisch nemen, en dan kom je tot de uiteindelijke sleutel, de bevrijding uit de calvinistische gevangenis. Het mandaat : Calvijn een kwartslag draaien. 1. De Calvijn Code 2. De Afrika Code 3. De Egypte Code 4. De India Code De Kaïnitische Bijbel Deel II Beschrijving: Het tweede deel van de Kainitische bijbel bespreekt shamanistisch de tocht door de wereldreligies, als een tocht door de onderwereld, als een droomwever. Het laat door haar etymologische commentaren de taal-oorsprongen zien hoe en waardoor alles ineen schakelt. Deze etymologie stopt niet bij het aardse, maar gaat verder in het buitenaardse, tot de oerpatronen van het bestaan, die een geheel eigen semiotiek hebben (tekensleer), en waardoor de mens zijn of haar unieke levenspad kan decoderen en herkennen. 5. De Twaalf Kleine Profeten 6. Het Plumares Mysterie 7. De Afrika Brug 8. De Amerika Brug 9. De Filosofie van het Voortijdse Afrika 10. Rigil Kent Ontsluierd 11. De Logistieke Filosofie De Natuur Theologie van de Tweede Bijbel Deel II. 1. De Aretaïtische Filosofie 2. De Contextuologie

De Natuur Theologie van de Tweede Bijbel Deel I. De Kaïnitische Bijbel De Calvijn Code "Het piratenschip in de mist, Een eiland met wildernis in de verte, Oh, zij zwemmen wel, maar komen nooit aan, Zij dragen het sieraad van de piraat dat hen bindt, Als een steen aan hun enkel, Zo zinken zij tot eeuwige dieptes, Als een oordeel van een kerkvorst, Voor hen die de nachtmerrie verstaan, Oh, ontwaak toch mens, En zet uw mes in het kwaad, Er is nog zoveel te snijden, En het is al laat. Waar de zon ondergaat in het water, Ver boven het piratenschip, Waar de mens gebonden lag, Voor dit geheim leef ik." --- Calvijn II COAB 2017 Inhouds-opgave : Hoofdstuk 1. De Kerkgeschiedenis als Allegorie Hoofdstuk 2. Calvijn een Kwartslag Draaien Hoofdstuk 3. Het Surrealisme in het Proza van de Kerkgeschiedenis Hoofdstuk 4. De Dualiteit van de Kerkgeschiedenis Hoofdstuk 5. Calvijn - De Metafoor

Hoofdstuk 6. De Germaanse Wortels van Calvijn Hoofdstuk 7. Calvijn en de Heilige Waanzin Hoofdstuk 8. Calvijn en Paulus Hoofdstuk 9. Calvijn en de Vijf Pilaren Hoofdstuk 10. Calvijn en het Oude China Hoofdstuk 1. De Kerkgeschiedenis als Allegorie Authentieke sieraden en andere duurzame kunstwerken zijn het resultaat van lange en zware gevechten. De kunstenaar is geen tovenaar, maar een arbeider, een soldaat. Ook is de kunstenaar een ontdekkings-reiziger en een archeoloog. Wie geen geduld kan en wil opbrengen moet zich niet bezig houden met kunst. Kunst is sterven en weer tot leven komen door het rangschikken van de dood, de elementen van de onderwereld. Het is voor hen die houden van de cryptische diepte door alles heen. Het letterlijke is saai en een prulwerk in plaats van een kunstwerk. Juist in de wildernis krijgen we hier ervaring mee. Het is een bekende situatie : Piraten komen tot de eilanden om daar de wilden te ontvoeren om hen als slaven te verkopen in de stad. Zij die het sluier van de wildernis niet kennen, zullen het nooit dieper binnengaan. Eerst raakt de mens in de sluiers verstrikt, totdat hij het raadsel ervan heeft opgelost. Wilde fantasieën hebben een reden en doel, om de ziel los te krijgen uit de opgedrongen, valse realiteit. Hiertoe moet de ziel dus nog een keer gegrepen worden en gebonden worden, om zo weer vrij te komen. Er is een woestheid van het mysterie van de baarmoeder, en Zij rekent ook af met de ontvoerders die de wilde mens eens terugbrachten naar de stad. Het mysterie van de baarmoeder rekent af met het sluier van de piraten wat hangt tussen hem en de wildernis. Er wordt afgerekend met de zegels van het daglicht en de wilde mens wordt dieper de nacht in getrokken. Het Romeinse Rijk is een allegorie waartoe de Romeinen kwamen om de wereld te veroveren. De mens werd gebrandmerkt voor de Katholieke eeuw. Er gingen ringen door de mens heen, om de mens terug te brengen tot het mysterie van de vrouw op het beest. De mens begreep het niet. Het was een gesel in de hand van de Moeder Kennis. Nu is de mens door de schaduw hiervan heengegaan en staat er een wereld voor de mens open, een poort, van de katholieke esoterie. De katholieke mens is geen kind meer. Deze esoterie wordt besproken in het Eeuwig Evangelie, het eerste boek van de Vuh. De Vuh is het eerste deel van de Tweede Bijbel, oftewel de Amazone Bijbel. Hier kan de katholieke mens zijn jeugdziekte achter zich laten. Ook de protestantse eeuw, de reformatie, is een allegorie, waaraan de katholieke macht werd overgedragen. De protestantse eeuw nam de mens mee naar de dieptes van de wildernis, naar een gebied van grotten. De grot is een beeld van onderricht, van de hiëroglyphen. In het katholicisme had de mens de kern ontvangen van de onderwerping aan de baarmoeder en het loon. In het protestantisme werd de mens verder opgevoed en tot de boeken geleidt. De mens moest komen tot de tucht, het kruis. Er is hierin een wereld van verschil tussen het stadse protestantisme en het wildernis protestantisme. De stad is de jeugdziekte wiens muren afgebroken moeten worden. Ook de protestantse schat moet op waarde geschat worden. De Vur, het derde deel van de Amazone Bijbel, is niet alleen om te ontmaskeren, maar ook om te herzien en te verenigen. Zoals de Vur zegt : Er is alleen leven op de brug. Het Romeinse Rijk nam het Westen over door hen een mes op de keel te leggen. De mens moest Katholiek worden. Dat was een bevel. Dit zou alleen waarde kunnen hebben in de cryptiek en de esoterie, want katholiek betekent universeel en algemeen in het Grieks, en de paus is de plaatsbekleder van Jezus Christus op aarde, om te laten zien dat er iets na Christus komt. Dit was

slechts een schaduw van het komende Amazone Rijk, een weerspiegeling die corrupt was geworden door de wind. De mens mag zo de grote baarmoeder in zichzelf ontdekken. Ieder mens heeft dit potentieel. In het katholicisme is de baarmoeder te vinden. Ook is de plaats van Jezus Christus ingenomen door de paus. Paus betekent vader in het Grieks. Jezus Christus heeft dus inderdaad eindelijk de mens dan geleid tot de vader, maar wat betekent dit ? De paus, de vader, is ondergeschikt aan de Moeder, Maria, oftewel aan de baarmoeder, de bron van de schepping, dus hierin zal het hele idee wat verkeerd voorgesteld was en corrupt was geworden vernieuwd worden. Het zal andere waarden krijgen. De heilige Amazone zit op de troon. Het katholicisme is hiervan een allegorie. Wij mogen terugkeren tot het schilderij van katholicisme, en het in contrast zien met het schilderij van een speerwerpende amazone in het hoge gras. Sommige ingrijpende taferelen die zich op aarde afspelen hebben een andere, diepere betekenis in de onderwereld. Het is het flitsen, het draaien, en het spiegelen van de andere realiteiten. De mens moet leren zien en begrijpen. Het is pure religieuze wiskunde. In de geschiedenis zien we de katholieke grootmacht de prooi voeren aan haar beesten, die van het protestantisme. De macht werd overgedragen van de draak aan het beest. Wat een grote nachtmerrie is dit, die alleen begrepen kan worden in het esoterische preterisme, het draaien van de realiteiten om een apocalypse die allang gebeurd is. De mens mag ontwaken. De mens mag deze grote realiteiten zien, om zo het drama te kunnen plaatsen en tot een ander inzicht erover te kunnen komen. De mens kan niet zomaar ijzer met handen breken en het mysterie van de kerk naast zich neerleggen. De mens moet er dwars doorheen. De katholieke kerk vervolgde de katharen, de arianen, de gnostici en alle andere stromingen die afweken van de katholieke leer. Zij hadden geen rust op aarde, en waren de martelaren beschreven in het boek Openbaring. Zij konden zich niet verschuilen. Hoe slecht de katholieke kerk ook is geweest, er was één dynamiek die bijna nergens anders in het christendom werd gevonden, en dat was de dynamiek van de goddelijke baarmoeder, de bron van al het leven. Natuurlijk werd dit totaal verkeerd voorgesteld. Maar deze zuivere, heilige dynamiek vervolgt de mens tot het uiterste totdat de mens zich aan Haar onderwerpt. Wij kunnen dit niet ontkennen. Dit is een universele eis. Daarom zal deze kern overblijven als de katholieke kerk gespleten gaat worden door de tand des tijds. De RK kerk zette de mens op een rantsoen. De mens werd uitgehongerd door de RK kerk. In de grondtekst van de opkomst van de beesten is het verbonden met het komen tot de leegte en de wildernis. Dit is de les die we hiervan kunnen leren. De RK kerk leidde de mens tot de Ramadan. De materialistische, letterlijke mens zal dit geheimenis nooit doorzien, en zal altijd niets dan vijandig zijn naar de RK kerk, van geen verzoening willen weten op geen enkele manier. De Vur echter laat zien dat er alleen leven mogelijk is op de brug. Ook de RK kerk is onderworpen aan het draaiende wiel van de gezichtspunten dat zal komen in de stortvloed van de Vur. Wat mooi dat wij als mens door deze sluiers mogen gaan om het achter ons te laten, en te komen tot de contrasten. De mens mag wakker worden uit de nachtmerrie. Ja, de geschiedenis herhaalt zichzelf, maar die herhaling is om het geheimenis te openen. Is de mens klaar ? Is de mens nu klaar ? Deze geheimenissen liggen voor de mens klaar. In de Vur ligt hiervoor een grote poort. Er is altijd het contrast tussen stad en land, tussen stad en wildernis. Alles wat in de stad plaatsvindt is een weerspiegeling van dingen die in de wildernis gebeuren. Het is niet iets persoonlijks, maar iets universeels. De mens lijdt vaak alleen, en denkt dat zijn situatie uniek is. De mens vraagt zich vaak af : "Waarom ik ?" Het lijden isoleert en schept deze illusie. De RK kerk nam haar vijanden apart. De gevangenissen zaten vol met ketters. Ook de kerken liepen vol. Toen het protestantisme kwam opzetten begon dezelfde trucage. De mens werd getrokken aan een touw. Alle mensen waren zondaren, maar er was een groot verschil tussen een afvallige zondaar en een vergeven zondaar. De vergeven zondaar had zichzelf losgekocht door de aflaat of het lidmaatschap van de kerk. De vergeven zondaar hoefde zo de gevangenis niet in, werd niet gemarteld en niet gedood. De vergeven zondaar was veilig in de kerk, als een slaaf. Ook dit wijst op diepere realiteiten.

Zo werd de mens een slaaf van liturgie, van kerkgezangen, voor zolang zij dit vol konden houden. Zij wisten dat buiten de dood hen riep. De trage, weinig opbeurende kerkliederen waren een bittere weerspiegeling van de woeste de wildernis. De RK kerk moest de protestantse kerk in leven roepen en macht geven, opdat haar eigen macht nog groter zou worden. De RK kerk moest deze arena bouwen, van katholiek tot protestant, opdat zij haar inkomsten zou krijgen. Ook dit raadsel komt uit een duistere en woeste wildernis. Op dit fundament werden veel meer arena's gebouwd. Het werd een grote oorlog tussen waarheid en leugen. Meningen werden wapens in de strijd, en zo ook de kerkelijke autoriteit. Hoe kwamen zij aan die autoriteit ? Er is geen autoriteit dan de heilige kennis, maar de mens verdraaide het, maakte het corrupt, en werd zo een raadsel en heraut te van die autoriteit. De pest, de zwarte dood, sloeg toe in Europa, en een derde van hen stierf. Zelfs de RK kerk zelf bleef niet ongedeerd. Er werd gesproken dat het "een straf van God" was. Het zwarte mysterie had toegeslagen. Er was een nieuwe religie opgestaan die een plaats eiste : de islam, de zwarte steen. De vorsten van de RK kerk werden onttroont, toen de islam het Romeinse Rijk binnenviel en tot de val bracht. Al hun leerstellingen werden verbroken. De pest, de zwarte dood, was gekomen, hoog op het paard. Zij brak het zegel van de RK kerk, opdat het protestantisme zou komen. Zij waren allen overgeleverd aan haar genade. Er viel niets meer te verdienen. Er werd een streep getrokken : Tot hier en niet verder. De mensheid was in een diepe put gevallen. Het zoonschap was verloren gegaan. Er stond geen moeder meer voor de mensheid, maar een beestachtige wilde om wraak te nemen. De mens was verstoten. En de mens moest nu in de calvinistische kerk de gezangen van klacht, beschuldiging en scheiding aanhoren totdat zij er uitgeput van werden en erdoor braken. Het duistere geheim van Calvijn was uit de aarden pot gekomen. De duistere ruiter van de islam had een masker opgezet en was diep in de kerk doorgedrongen, met als boodschap : "God heeft de zoon verstoten. God heeft geen zoon. En gij bent geheel afhankelijk van genade." Dit waren de putten van Calvijn. De mens werd in een diepe, woeste en eeuwige ledigte geworpen, maar in het protestantisme, het werpnet van de sluwe islam, was er voor de mens een weg, een valse hoop. Het zijn slechts oude hiërogliefen, symbolen, op grotmuren. De mens ziet het en schrikt. De mens kan het niet ontcijferen. Er is geen tedere, zorgzame moeder, maar een woesteling met een masker : de Vader cultus. De mens moet nu vechten voor zijn leven. Er wordt niet meer voor hem gezorgd. De mens is dood verklaard, en is slechts gezombificeerd. Er kan niets meer verdiend worden. Er is geen weg meer terug. Ze zijn verstoten, volledig afhankelijk van wat er nog rest aan genade, of iets wat daarop lijkt. Ze grijpen alles aan. Het is misschien hun laatste kans, maar het is valse hoop. Dus wat is dit zogenaamde genade tijdperk ? Goede werken kunnen niet meer gedaan worden, want de mens is dood verklaard, verloren. Hier houdt het op. Ze moeten het met hun verleden doen. Er is een groene streep getrokken, waarna niets meer wordt toegevoegd. Alles gaat preteristisch terug naar het verleden. Het is als het laatste oordeel. Nu staat alles vast. Het is voorbij. De mens is nu bevroren. De mens is tot steen geworden, als een standbeeld. De mens is aangeraakt door de staf van het protestantisme. Een wonder ? Vanuit de heilige kennis gezien wel. Het protestantisme mag een kwartslag draaien. Het is de allegorie van het heilige sterven aan het zelf, de heilige gebondenheid : "Zonder Haar kunt gij niets doen." Dit is het Laatste Oordeel, een groot tribunaal. De mens stierf in het protestantisme. De aarde was weer woest, duister en ledig geworden. Alles was weer teruggekeerd naar het begin. De mens moest weer leren lopen na de breuk. De mens was nu gevoelig geworden voor haar stem. Maar wiens stem was het ? De mens leerde al snel het moorden weer. Het protestantisme had haar eigen inquisitie. De mens was tot een robot geworden. De pinkster kerk kwam opzetten als een teken dat de mens een stem had gevonden in de diepte. Maar welke stem was het ? Uit welke fles kwam deze stem ? Is dit de intrinsieke schoonheid van het protestantisme dat zij de Pinkster Kerk voortbracht, de stem in het duister ? Is er dan schoonheid in nachtmerries ? Want feit is dat deze nachtmerrie door alle eeuwen heen nog steeds niet vergeten is, en men worstelt nog steeds met het grote raadsel ervan. Niet alles werd weggegooid. Zij kon nog een heleboel dingen gebruiken. Hierom lijken het

protestantisme en het katholicisme nog zoveel op elkaar. En daarom is er ook zoveel hiervan terug te vinden in de heilige kennis. Dit is het tijdperk van de laatste dag, van het Laatste Oordeel ? Neen. Het is al geweest. De mens moet terugkeren tot de geschiedenis. De groene streep was allang behaald. Nu ligt er een wildernis voor de mens, of liever gezegd : achter de mens. Vóór hem ligt alleen ondoordringbaar ijs. Het vuur zal de mens teruggrijpen en dwingen de les van de geschiedenis te leren. Zo is het altijd gegaan. Er worden geen vragen gesteld. De mens werd meegesleurd in een net, en waar de mens roept "stop," zal alles meedogenloos doorgaan. Elk mens zal het scherpe mes dat overal dwars doorheen gaat en geen restricties heeft leren kennen. Het mes aarzelt niet, en laat zich niet omkopen of terugroepen. Mensen kunnen klagen over hoe dingen in hun leven zijn gegaan of over de algehele geschiedenis, maar hoe eindeloos dit geklaag ook is, het zal de dingen niet veranderen. De mens moet leren wat het is, en inzien waarom het niet anders kon. Is de mens wijzer dan de heilige kennis ? De Pinkstergemeente liep uit op dat wat ze de Toronto Kerk noemen : De mens begon in een dier te veranderen, en kwam in allerlei losbandige religieuze krankzinnigheid terecht. De mens stond daar als zonder huid, gevild. Zij hadden hun hoofden verloren. De wand tussen mens en dier werd doorbroken. Een groot oordeel was op de mens gevallen. Hij moest tot diepere geheimenissen komen. De mens was tot een bepaalde leegte gekomen, als de gesel van de RK kerk, als de Ramadan. De Toronto kerk was daar een corrupt beeld van. Ergens wordt deze cirkel doorbroken voor een andere realiteit. Dat is ook telkens de boodschap van de Vur, dat alles in fragmenten komt. De verhalen zijn alleen half, en gaan verder in andere verhalen. In de climax van de wildernis is er ineens weer een stukje stad, iets wat dieper ontledigd moet worden, ontraadseld. Het is niet erg als de mens in de stad terecht is gekomen. Het is belangrijk om de mens te testen, en de mens te onderwijzen door symbolen. Ook hier moet de mens de juiste keuzes leren maken. Er is altijd een pad door de stad. De mens kan leren leven in de bebouwde kom, met de sluier van illusie die het paradijs reflecteert, om zo door alles heen te prikken. Per slot van reden gaat het om het droom-leven van de mens, de manier waarop de mens de dingen ervaart. De mens kan aan alles hogere definities geven, hogere waarden. De mens leeft nog steeds in het paradijs, maar hij vecht tegen de illusie van de stad, als een monster wat in zijn hart leeft. Ook dit heeft een doel. Dit is allemaal slechts het vormen van de mens in de baarmoeder. De mens is in die zin nog nooit echt geboren geworden. Het zijn allemaal baarmoeder-ervaringen. Het calvinisme wordt altijd als de spelbreker gezien en de dromenvernietiger. Maar deze restrictie wekt ook juist weer dromen op. Het is een samenspel. Toen de wilde mens in de wildernis was werd hij meegenomen door piraten, wat ook een beeld is van het calvinisme wat afrekende met het katholicisme. Hij werd uit de warme baarmoeder getrokken, maar dit was slechts het katholicisme die hem aan de beesten van het calvinisme voerden. Het is een gegeven in het calvinisme, dat de mens niets kan. De mens is in de calvinistische leer totaal afhankelijk van God, zelfs in het maken van keuzes. In het calvinisme is een mens totaal machteloos, een robot zonder vrije wil. De mens sterft hier af aan enige mogelijke persoonlijkheid. Alles is onpersoonlijk. De uitverkiezing is als een casino waarin je maar net geluk moet hebben dat je wint. Maar hoe ga je dan met de verliezers om ? Toch is de leer van Calvijn een allegorie van de heilige gebondenheid, de totale discipline, het totale afsterven van de mens aan zichzelf. In die zin is het dualistisch. Het letterlijke calvinisme strijdt met het esoterische calvinisme. Alles leeft voort. De mens moet daarom terug keren tot school, om alle lessen te leren die nodig zijn. Het ontwaken is moeilijk. Vaak ontwaakt de mens om dan later te ontdekken dat de mens nog steeds in slaap is, dromende dat hij ontwaakt. De mens kan hier moedeloos van worden. En dan slaat de disoriëntatie en de verwarring toe. In wezen is het calvinisme gewoon neo-katholicisme, een bepaalde secte of cultus binnen het katholicisme als een soort aftakking.

Als de stad de mens weggrijpt uit het paradijs, dan is dat juist een nog groter geheim van het paradijs. De stad is slechts zware cryptiek. Vanwege de patriarchische invasies werden in het menselijk lichaam alle kanalen tot de andere werelden dichtgegooid. Dit zijn niet alleen dromen, maar meer nog nachtmerries, zodat de mens doeltreffend aan zichzelf kan sterven, door een geweldadige, wrede dood. Voor een strijder is dit in de Germaanse mythologie de enige manier om tot het hiernamaals te komen, en zo door het Ragnarok heen te gaan. Hoofdstuk 2. Calvijn een Kwartslag Draaien De lauwheid kwam voor in het katholicisme waarin het materialisme hoogtij vierde. Toen werd de vorst Calvijn gezonden als een oordeel, en het volk werd overgeleverd aan de vader-verering. De mens zou hierdoor in de war raken om te zoeken naar de Ene bron. Als de krachten van materialisme te gevaarlijk worden voor een mens, dan is afscheiding het logische antwoord. Ook waar het sociale materialisme de overhand krijgt gebeuren zulke dingen. De mens is zo gedwongen op zoek te gaan naar de hogere krachten, en leert zo de hogere wetten die het heelal besturen kennen. Dit was ook de reden waarom de mens van het katholicisme overging in het calvinisme, het hart van de reformatie. De mens moest tot deze wanhoop gedreven worden om het uit te roepen tot de hogere kennis. In die zin is het calvinisme van grote cryptografische waarde, als een gesel in de hand van de kennis. De mens moet met dit raadsel klaarkomen, om zo de schuilplaats te ontdekken van de cobra-geest Saveer, die met de komst van Calvijn openlijk werd aanbeden in de vorm van zijn geschriften. Hij schreef een bijbel commentaar als een nieuwe bijbel. Hij was het voorspelde eeuwig evangelie wat zou komen. Dit geschrift vormde de basis van de reformatie. De mens was tot Vuk gekomen, het beloofde land, als zij daartoe konden ontwaken. Zij waren oog in oog gekomen met de cobra-geest met de lange staart die de Vader cultus uitbeeldde, de relatie tussen vader en zoon, die dit land bewaakte. De mens was losgesneden en kwam met dit masker in gevecht. Maar de mens had deze onderdrukking nodig om het beloofde land binnen te kunnen gaan. Zonder de komst van Saveer zou alles verloren zijn geweest. De mens moest deze valse huur-geest eerst verslaan, die dit land binnenin zich droeg. De schat is in de bek van de slang. Het gif van deze slang zou de onbevoegde rovers verlammen en tot de vernietiging leiden. Dit is een zaad wat een ieder in zichzelf draagt. In die zin is Saveer een agent van de gnosis. De kennis heeft deze sluier zelf opgericht. Laten we daarom het calvinisme dus niet zomaar zonder meer verwerpen, want het is een gestolen en verdraaide schat van de gnosis. Het gif zal dus ook het geheim bevatten waartoe de mens moet ontwaken in openbaring. In de juiste substantie, dosering en samenstelling is zij dus medicinaal. Het letterlijke calvinisme leidt tot grote verdoemenis, maar het esoterische en cryptografische calvinisme is een pad ten leven, omdat op dit pad de verloren schatten terug te vinden zijn. Mozes richtte de koperen slang op, nadat de bruids-vogels van Egypte, de snelle arenden die het

volk achtervolgden, waren neergehaald, als een beeld van het vallende katholicisme. Het volk werd geleid tot de wildernis. De koperen slang is een beeld van het calvinisme wat werd opgericht in de bittere wildernis van de uittocht, als de komst van de cobra-geest Saveer, die betaling eiste als huurprijs in het gebied. De wond van het beest werd op wonderbaarlijke wijze genezen en de aarde volgde het calvinisme in grote verbazing. De opgerichtte koperen slang was het grote overwinningsteken over de Egyptische achtervolgers, het katholicisme, en Calvijn stichtte zijn eigen theocratie. Er was een nieuwe bijbel gekomen, de bijbel van Calvijn, het eeuwig evangelie. Dit zegel zou verbroken worden, begrepen worden, gedecodeerd, in het boek Jozua, waar het teken van de koperen slang, het teken van redding, werd tot het rode touw waardoor de hoer Rachab werd gered toen Jericho viel, als een beeld van de heilige gebondenheid. Dit is waarop de slang wijst. De giftanden van Saveer zijn het Woord van Calvijn die het volk daartoe aanzetten om ook persoonlijk Saveer te overwinnen. Het lichaam kan zo antistoffen aanmaken, en de schat terugroven. Dit gaat niet buiten persoonlijke confrontatie om. De angel moet diep gaan. Er is iets onoverbruggelijks in de oneindige kennis, de gnosis. Dit heeft te maken met het feit dat de mens zelf de gnosis moet worden. De tijd van het projecteren moet afgelegd worden, alhoewel de mens zich wel moet onderwerpen aan de gnosis. Dit is de balans van het evangelie van Ismaël. De mens wordt tot de gnosis alleen door de afscheiding, door de onderworpenheid. Hierin moet de mens diep gaan. In zekere zin is dit een eeuwige balans, omdat de mens al deze archetypes in zichzelf zal moeten dragen. In die zin is het calvinisme nuttig, omdat zij dan wel de elementen van de gnosis diep in zich draagt, maar dan op een hele verdraaide en foutieve manier. De hiërarchie van het calvinisme zal geschud moeten worden, alvorens een mens tot de kern kan komen. Er is geen heil in het zonder meer verwerpen van alle christelijke en calvinistische elementen in bitter atheisme. De bitterheid die de farao op het volk legde door de lasten te verzwaren was om hen in bedwang te houden, als een beeld hoe de heilige gebondenheid door pijn de mens in bedwang houdt. Een andere manier waarop de heilige gebondenheid dat doet is door de heilige vreze. Al deze elementen van het touw, deze karakter-eigenschappen, leiden tot de heilige leegte, de eeuwige honger, waarin alle rebellie sterft, en waarin het touw geboren wordt, vanuit oprijst. De mens kan dit niet bevatten. De mens zal altijd excuses proberen te maken om aan die eeuwige leegte te ontkomen. In die zin moest de farao het volk aan Mozes “verkopen”, opdat het nieuwe touw de mens tot die eeuwige, woeste leegte in de wildernis te trekken. De draak verkocht zijn macht aan het beest. Het calvinisme bleef het arianisme, hen die de godheid van Jezus verloochenen, vervolgen. De godheid van Jezus is de kop van de cobra. Soms is het belangrijk terug te keren tot de gegeven bron en die bron te herzien, om niet in oude fouten te vervallen. Herin moet een balans aangelegd worden tussen het dynamische principe van de bron en de personificatie ervan. De kennis personificeert zichzelf in een hogere graad, in de climax, maar zal altijd weer wederkeren tot het originele principe waarvoor het staat, om zichzelf te zuiveren en zuiver te houden. Daarom kan atheisme soms goed zijn, maar mag niet vervallen tot een bitter atheisme waarin de personificatie van de kennis wordt tegengehouden. In deze personificatie is het van belang de balans te houden tussen de nieuwe, zuivere taal, en de oude taal, zodat er nog wel feedback wordt gegeven aan de oude orde en die zich eraan kan hervormen. In die zin is de oude orde het slot en de sleutel. Zo moet het calvijn mysterie een kwartslag gedraaid worden, opdat het volk doorgang heeft. Het wapen-arsenaal is dus al gegeven in de geschiedenis, en de mens moet geen smetvrees ontwikkelen. De rotzooi moet gerecycled worden in plaats van afgedekt, anders gaat het een keer ontploffen. Het calvinisme is een allegorie van de heilige gebondenheid en het laatste oordeel, en werd als een sluier verdraaid afgespiegeld op aarde. Het amazone-calvinisme herstelt de originele polen hiervan, en draait de sleutel in het slot. Dit is een esoterisch en vertikaal calvinisme in plaats van horizontaal, en rekent af met de rover die het calvinisme is, door het geroofde terug te nemen. Zowel het calvinisme als het bittere atheisme zijn smetvrees verbonden aan de schoonmaakkabouter, een stadse geest. De Vuh geeft een goede definitie van de schoonmaak-kabouter : Dit is een tovenaar die het volk

onder bedwang houdt met zijn giftige schoonmaakproducten die in wezen gewoon tovermiddelen zijn. Door overmatig gebruik van deze middelen komt men langzaam onder de betovering ervan. De schoonmaakkabouter wil alles brandschoon houden, maar geeft niet om het milieu, de natuur en de gnosis. De schoonmaakkabouter wil niet “vies” worden, dus die keert ook niet terug naar de paradijselijke grond. In het amazone calvinisme wordt deze grip verbroken. De schoonmaakkabouter leeft in een valse schoonheid van de glitterwereld, een illusie. Hij probeert de massa's te verleiden tot vals vermaak, zodat hij even later zijn schoonmaak producten kan verkopen. Ook kan hij zo zijn gevangenen beschuldigen dat ze vies zijn en hen onder dwang schoonmaken. Ook de tandarts-industrie werkt door dit soort geesten. De schoonmaak-kabouter bespot de modder, de grond, waarmee de wilden zijn ingesmeerd voor camouflage en contact met de moeder grond, de onderwereld. Dit vind de schoonmaak-kabouter vies. De schoonmaakmiddelen van de stad vind hij mooi en nuttig, maar dit is een valse schoonheid, de illusie van de glitterwereld. Hier is hij uitermate bezadigd en verzadigd over, als een schoonmaak-orthodoxie. Hier gaat hij graag over in discussie, om zo zijn zedelijke praatjes te verspreiden, om zo zijn eitjes te leggen. Boenen en poetsen is de lust van zijn leven, om zo de diepere, wilde, vuile gnosis van de moeder grond verborgen te houden. Zowel de boeren-kabouters als de schoonmaak-kabouters hebben hun eigen dialect. De schoonmaak-kabouters praten een soort 'plat', maar dan 'precies' en 'betuttelend', het zogenaamde 'Proogs'. Heel veel mensen zijn bezeten door de schoonmaak-kabouter en leven daardoor oppervlakkig. De schoonmaak-kabouter maakt vele slaven. Spijbelaars zijn zijn prooi. Het heilige vuile van de grond van het paradijs ontmaskert de schoonmaak-kabouter, en werpt hem uit de stad, zodat de stad tot een ruine kan worden, tot een wildernis. De schoonmaak-kabouter is in dit proces onttroont. De troon is een beeld van de verborgenheid. Het vuile van het paradijs is schoner dan het schone van de stad. Het calvinisme had de discipline van de gnosis geroofd, en bracht daarom een heel verdraaide discipline tot het volk om los te komen van het katholicisme, van de ene slavernij tot de andere. Alle latere voortplantingen van het calvinisme probeerden aan die discipline te ontkomen, maar op zo'n manier dat ze vervielen tot losbandigheid, zoals de evangelische beweging, de pinkster en charismatische beweging. Er was nooit een “discipline van profetie”, er was nooit een wetboek van profetie, maar zij waren losbandige uitwassen die waren losgeslagen van de potentiële calvinistische kern. Het was de wildgroei van een kanker. De mensheid kan veel leren van de discipline van het calvinisme, en mag ontwaken tot de oorspronkelijke discipline van de gnosis. Hiertoe moet de mens dus eerst de geestelijke smetvrees verslaan. Zowel het platte calvinisme als het a-calvinisme, als volledig en bitter anti-calvinisme, zijn vijanden van de gnosis. Er is ergens een middenweg in de esoterie en cryptografie. De mens heeft door gebrek aan onderzoek ijdele bespiegelingen geschapen en daartoe is vals vertrouwen opgewekt. Zij hebben zich gesneden beelden gemaakt als karikaturen van de hogere kennis. De mens wilde de heilige strengheid niet. De schoonmaak-kabouter is de aard van Saveer, de geestelijke smetvrees. In sommige mensen zal dit een ziekte zijn, in anderen een verharding, of een mengsel ervan. Daarom mag de mens terugkeren tot de paradijselijke rivier om gewassen te worden, en zo weer terug te keren tot de paradijselijke grond. In een duister geheim schiep de schoonmaak-kabouter Jom, de Jezus-geest, als een wasprogrammaatje van smetvrees, zodat de mens stads “schoon” zou worden, en het contact met het paradijs zou verliezen. Dit zijn allemaal illusies buiten het paradijs, groot bedrog. De mens mag terugkeren tot de paradijselijke rivier. Het tegenovergestelde hiervan is de Toronto uitstorting, als de climax van de calvijnse afvalligheid, waarin het schoonmaak-middel wordt ontvangen. Dit was een grote uitstorting van Proogse geesten om het geheim van de hemelse dronkenschap te bewaken. Er is geen plaats voor losbandige dronkenschap. Alles is onderworpen aan de discipline van de hogere kennis, de metafysische wetenschap. God is geen schim of product van verbeelding die naar ieders lust kan worden veranderd. De schoonmaak-kabouters werken graag met hun spiegeltjes, zodat ze zichzelf een beeld en afspiegeling van het beest kunnen maken, om zo hun lusten te botvieren. De wereld aanbidt de Proogse kabouter van vals geluk, het goud der dwazen. Zij die valse goden maken in spijbelzucht en

ijdel gebrek aan onderzoek loochenen de hogere kennis, en zijn dus hierdoor gewoon atheisten die berg en heuvel aanroepen om zich te verbergen voor de hogere kennis. Door zo hysterisch en obsessief om te gaan met uiterlijkheden is het oog tot een grote smetvrees geworden. De mens baadt in giftige chemische schoonmaakmiddelen van de stad, en spuit het in hun eigen en elkaars ogen. Het oog van de geestelijke smetvrees is hierdoor stekeblind geworden en is daardoor delirisch geworden. Het is een oogziekte. De extreme en kieskeurige “Pietje precies” smetvrees is tegelijkertijd een doldwaze, losbandige “Piet de smeerpoets”, die zich verheugd in allerlei onheilige viezigheid, en van geen stoppen kent. De zogenaamde “onderbroeken-lol” en de “poep, pies en plas praatjes” horen bij het syndroom van de smetvrees kabouter, en zo is het in die zin “manisch”. De smetvrees kabouter heeft buien van enorme viezigheid, en lust tot allerlei stadse viezigheid. Dan kan het hem niet kleurig en bont genoeg zijn. Dan trekt hij zijn lange gestreepte kousen aan, en loopt ermee door de plassen, en dan gaat hij zijn huis binnen, en dan gaat hij lezen met zijn natte voeten. Daarna gaat hij hutspot koken, en helpt de hele keuken om zeep, een enorme kliederboel, en dan denkt hij aan de meest vieze dingen, waarvoor hij zich later als zijn bui over is zal schamen. Ook de smetvrees-kabouter heeft zijn vieze dagen, en dan is het wel echt vies, het tegenovergestelde van smetvrees. Het is de climax van een week van smetvrees. Dan kan hij alle opgekropte frustraties niet meer inhouden, en slaat dan helemaal door naar de andere kant, als een zotte zondag. Hij gedraagt zich dan als een clown. “Oh, het zonnetje schijnt zo mooi.” Dan gaat hij naar buiten en ik zal maar niet vertellen wat hij dan allemaal doet. Rollen door de poep is er niets bij. Nee, de smetvrees-kabouter kan zijn vrome spel nooit lang volhouden. Saveer wordt tot een zwijn. De schoonmaak-kabouter is lui en veracht de daadwerkelijke oorlogsvoering. Alles moet snel snel. De schoonmaak-kabouter kende zijn eigen zwakke positie, en kwam zo met de Jezus-list, om alles wat hij deed legaal te maken. De schoonmaak-kabouter trok alles tot een vals gerechtshof. Deze macht moest beslissen wat schoon en vies was, wat zondig en heilig was. Deze macht moest al het vieze oordelen, en het schone kronen. Deze macht was Jom, de klagende kwebelkous. Deze macht was Jezus Christus, als een merkteken van het beest, maar dit merkteken had z'n zwaktes. In het katholicisme dreigde Jezus het vaak te verliezen van Moeder Maria. Het Romeinse Rijk was vallende en stond op het punt gescheurd te worden door de schaduw van het Amazonisme, in de vorm van de islam. Dit was ook al gebeurd door het Arianisme, waarin Jezus zijn godheid verloor, maar de eerste heraut van het Amazonisme was gevallen. Met de dreiging van de islam kwam er een macht opzetten die het katholicisme zwaar zou beperken en zou terugduwen in de fles. Het zou een man zijn met een ijzeren hand waarin hij de pauzen zou verpulveren. Calvijn, alhoewel onderworpen aan Saveer, als de boodschapper van Saveer, is de Titska energie. In de Vuh besproken als het valse collectieve zelf. In die zin heeft het ook diepe hindoeistische wortels. Calvijn maakte zijn eigen god en zijn eigen religie en theocratie, en dit was het gemaskerde zelf, het ego. Deze demonen groep wordt ook de Titskanen genoemd in de Vuh, wat gelijkstaat aan de orthodoxe calvinisten als de weerspiegeling daarvan op aarde. Titska bewaakt ook de machtige rivier tussen de Egyptologie en de Indologie, waarachter de schatten van de Indologie verborgen zijn. Zowel India als Spanje zijn geliefde plaatsen van deze energie, als een grote schuilplaats. De afscheiding is de school waarin de mens onderwezen wordt. Maar de afscheiding zal onherroepelijk leiden tot diepere confrontaties. De schoonmaak-kabouter gaat daarentegen helemaal op in het sociale. Door zijn schoonmaak-middelen en valse wetboek van schoonheid heeft hij de hele samenleving geschapen op stadse pijlers. Titska maakte het zelf tot god, onderworpen aan Saveer, de geschriften van Calvijn. Dit zijn buitenaardse geesten die tot de aarde kwamen. De volgelingen van de schoonmaker-kabouter zijn neus-mensen. Ze ruiken altijd wat, en het is altijd de ander die stinkt. Hun eigen poep is citroentjes fris, en dat ruiken ze niet. Ze eten het zelfs. Neusmensen hebben altijd iets op anderen aan te merken, en er komt geen zelf-onderzoek aan te pas, want het zelf is immers god. Zo loopt de schoonmaak-kabouter met opgeheven neus door de straten. Maar zijn neus in de wereld van de ziel werkt niet. Al zijn zintuigen zijn kunstmatig, en materialistische leugenaars. Hij bekijkt hoogmoedig de mens van top tot teen en trekt dan zijn neus op en heeft altijd wel wat aan te merken, maar zijn boodschappen zijn altijd zonder substantie. Zo

zwerft de schoonmaak-kabouter doelloos rond. Hij is helemaal ingenomen door de dagelijkse bezigheden, en vindt dit heel wat. Met z'n schoonmaakmiddeltjes houdt hij orde en krijgt hij alles voor elkaar. Het calvinisme is de verdraaiing van grote gnosis, en daarom ligt het ook zo dichtbij de gnosis, maar tegelijkertijd zo ver weg. We moeten even de juiste link maken. Want we zullen gaan zien dat in het calvinisme de verborgen wetten van profetie zich bevinden, de mechanismes. Waarom heeft de Moeder de sluier van het calvinisme opgericht ? De geesten zijn hysterisch erover om deze dingen verborgen te houden. Waarom houden de calvinisten zo vast aan de uitverkiezing. Wat is het ? Hier komt het geheim, wat even een kwartslag gedraaid moet worden : Calvijn beweert in zijn commentaar op Efeze dat God de mens kiest zonder daarbij gebouwd wordt op de rechtvaardigheid van die mens. Ook de onrechtvaardigheid van die mens kan God niet tegenhouden om die mens te kiezen. De mens heeft hier dus geen invloed op, alles komt vanuit God's keuze. Dit is puur 100% robotisme zonder dat daar ooit een vrijwillige keuze toe was gemaakt. De heilige gebondenheid komt alleen als je het verdient, zodat er een eerlijke relatie is tussen de mens en de hogere kennis, die van twee kanten komt, maar voor Calvijn is dat allemaal niet belangrijk. De gebondenheid van Calvijn is niet gebouwd op het willen of niet willen van de mens. Zo ver is de mens al gedaald dat God al niet meer gaat wachten. Er moet nu iets gebeuren. God grijpt in. God gebruikt de mens of die dat nu wil of niet, en zet hem neer waar dan ook. Hoe moeten wij dit zien ? De mens is diep gevallen, en de mens heeft eigen goden gemaakt die labels op de mens hebben geplakt, vaak vals, zeggende : “die is onrechtvaardig, en die is rechtvaardig.” En : “die gaat naar de hemel, en die gaat naar de hel.” De stelling van Calvijn – wat hij overigens niet zo bedoelt – gaat hier dwars tegenin, dwars doorheen. God heeft niets te maken met menselijke afscheidingen en muren die hun valse goden voorstellen. We zien dus verschillende goden in het calvinistische plaatje die tegen elkaar strijden. Er wordt even vanuit de mens gedacht, vanuit vals oordeel, vanuit valse goden van het katholicisme die over de mens heersen. Calvijn sprak dingen die hij zelf niet begreep en helemaal verkeerd uitlegde. Hoofdstuk 3. Het Surrealisme in het Proza van de Kerkgeschiedenis Als we ons dat voorstellen dat God zomaar zonder meer de mens grijpt en die mens in godsdienst neerzet, dan is dat wel een hele enge relatie. Maar in de Amazone context moet de gehersenspoelde, geconditioneerde mens gegrepen worden, dwars door de muren die om zijn hart heen zijn gebouwd. In dit opzicht spreken we van een verschil tussen het gebonden hart en het diepste hart. In die zin blijft de brug tussen katholicisme en calvinisme dus een feit en hebben ze elkaar nodig. Ze leggen elkaar uit, want alleen door LOON die door de muren van de valse goden heenbreken hebben de calvinistische principes waarde, en dit loon is een hemels loon en geen materieel loon. Er is dus een groot verschil tussen het hemelse katholicisme en het materiele katholicisme. Ook het katholicisme moet een kwartslag draaien. Genade is een hele corrupte schaduw van de heilige gebondenheid, het touw. In de uitverkiezing breekt God door de muren van etiketten heen, van de oordelen van valse goden. God moest afrekenen met een vals rechts-systeem. Calvijn had een schat geroofd die hij niet kon dragen. De UWet van het calvinisme, de uitverkiezing, is een Amazone Warrior, en deze stukken moeten op die manier gelezen worden dat wanneer er staat dat het er niet om gaat of we het waard zijn of niet, we het woord “in het oordeel van de katholieke God” moeten toevoegen, want iedereen was door deze God geidentificeert en had een nummer met een oordeel gekregen. Dit oordeel moest dus omzeild worden. Dit was dus allemaal oorlogs-strategie. De mens herkende het niet, en daarom is er het

huidige calvinisme, maar Calvijn had de kiem ontvangen, de vonk. Dit had hij gestolen. Zo zou Calvijn de grote vorst van het moderne tijdperk worden. De amazones moesten de mens dus eerst verwonden onder deze tirannie, opdat daardoor uiteindelijk profetie zou plaatsvinden. In deze dagen leven wij, nu het raadsel van Calvijn geopenbaard wordt. In het Amazone Calvinisme wordt dit pad beschreven, en is er doorgang voor het volk. Het calvinisme een kwartslag gedraaid, van horizontaal naar vertikaal. Zo wordt het wetboek van profetie, die de amazone bijbel is, geschreven, als een nieuwe discipline waardoor de mens wordt ingewijd in de stam van profetie. Zo wordt Saveer verslagen, de smetvrees die zowel in het calvinisme als in het a-calvinisme zit. De mens moet het stadse vuil overwinnen om te komen tot het heilige vuil van het paradijs. De mens moet klaarkomen met het Calvijn-mysterie. De smetvrees is spijbelzucht. De smetvrees is farizeisme wat taboe-woorden uitdenkt, als de taal-politie. Dan wordt het een soort stratego spel, wat gewoon woordspelletjes zijn. Hiertegen moet een gouden regel toegepast worden : “Het gaat niet om het wel of niet, maar om het hoe. Het mag niet om de uiterlijke vormen gaan zoals bij de farizeistische schoonmaak-kabouter. In het heilige vuil van de paradijsbodem is nog steeds de ware vruchtbaarheid te vinden. Hier komt de mens daadwerkelijk los, en vinden we de ware bedwelming, die tegengesteld is aan de Toronto bedwelming van de smetvrees. De Toronto bedwelming maakt niet waarlijk vrij. De Toronto bedwelming houdt de mens weg van het paradijs. Door de U-wet kunnen nu ook de bedriegelijke geesten die door het katholieke systeem als rechtvaardig, heilig en goed waren bestempeld vervolgd worden en tot het oordeel gebracht worden. Verkiezing is dus niet afhankelijk van de katholieke gerechtigheid, is dus een kleine correctie die er gemaakt moet worden in Calvijn's woorden, als een kleine aanvulling die wonderen doet. Zo kan het hele Calvijn verhaal duidelijk worden. De hele Amazone Bijbel is dus de tweede Calvijn : het Calvijn II project. Naar katholieke maatstaven kunnen we het niet verdienen, maar wel naar de heilige maatstaven van de hogere kennis, het amazonisme. Het calvinisme is geen christendom. Alles draait om Calvijn die de mens onderwerpt aan Saveer. Er kwam een nieuwe leer. De godheid van Jezus moest stellig in ere gehouden worden, anders zou het systeem niet overgekocht kunnen worden van het katholicisme. Daarom was het de kop van de slang, en deze kop zou vermorzeld worden, door het zaad van de vrouw, oftewel het amazonisme. Hierin ligt de bedwelming. Het volk moest dus door het calvinisme tot de hogere waarheden ontwaken. Jezus moest dus opnieuw sterven om plaats te maken voor Calvijn. Het volk was onderworpen aan Saveer, de koperen slang in de wildernis. Dit was een schaduw van het heilige touw, de heilige gebondenheid, die in het boek Jozua uitgelegd wordt in de Jericho mythe van het rode touw. Dit werd het nieuwe symbool van redding. Zij die de smetvrees vereren kunnen hier dus niet komen. Zij die niet vies willen worden in de strijd moeten ver van de gnosis vandaan blijven. De kennis is juist diep verborgen in alle smerigheid die er slechts een schaduw van is. De schat ligt in de duisternis. De schat ligt bewaakt in vijandelijk gebied. Als de vijand wordt ontweken dan zal de schat nooit bemachtigd worden. Voor deze strijd in ver afgelegen vijandelijk gebied moet er eerst afscheiding zijn. Deze momenten worden vaak in een mensenleven gegeven als voorbereiding, maar vaak herkent de mens het niet. Dan zakt de mens helemaal weg in zelfmedelijden en ziet niet meer waar het nu daadwerkelijk om gaat. De mens wordt zo afgeleid van het doel. De schoonmaak-kabouter is gewiekst. Smetvrees loopt gelijk op met materialisme : "Het mag niet vies worden, want dan verliest het aan waarde." De leringen van Calvijn zijn geen letterlijke sieraden, maar esoterische sieraden voor de overwinnaars. Het is dus een strijd om het beloofde land in te gaan, en "steden" in te nemen. De overwinnaars moeten de schatten van Saveer plunderen. Tot dit gebied is Septus de poortwachter, de beheerder. Septus wordt in de Vuh, het eerste grote boek van de Amazone Bijbel, beschreven als de Heilige Geest in het grote christelijk-orthodoxe complot van het Romeinse Rijk. Dit is de mannelijke monopolie van de giftige paradijs-vrucht. Het rijk der kinderen spreekt in die zin over een wedergeboorte in deze strijd. De overwinnaars krijgen op dit pad een paradijselijke gids over zich aangesteld die hen verder zal leiden, als een diaken, een curator, een bewindsvoerder. Dit is al het loskomen van de schatten van Saveer. De gids van het paradijs is als de ware vrucht die voor de

mens hangt, om de mens te bedwelmen en te onderwijzen, te leiden in de strijd. Het hart van de mens mag hier naar luisteren. Zo kan het goddelijke dus ook gezien worden als een land, een gebied : het paradijs. Ook met het paradijs zelf mag de mens een relatie aangaan. Zo mag de mens ook zelf tot een paradijs worden. Dit is in de mate de mens deelneemt in de oorlog van het paradijs, waarin het beveiligings-systeem van Saveer en de poortwachter, Septus, tot slaap gebracht zullen worden. De ware vrucht doet de wedergeboren mens ontwaken in de overwinning, en doet de vijand slapen. De ware vrucht is een toewijding tot een hemels gebied van kennis wat zich in de climax van die kennis geografisch heeft gemanifesteert en gepersonificeert. Zij is het paradijs. Wij moeten blijven beseffen dat de strijd niet is tegen vlees en bloed. Hier zitten dus altijd geesten achter, die manifestaties zijn van corrupte, d.w.z. verdraaide, principes. De ware strijd is dus een puzzel, en kan worden opgelost in de kunst. Zij die komen tot het paradijs, als zij door de linies van Septus en Saveer zijn heengekomen, ontvangen zo de sleutels van profetie, van voortgaande openbaring. De mens heeft verschillende plichten in het leven. Het leven komt niet gratis. Zo is er de militaire dienstplicht in de gnosis en de belasting plicht. Zo zijn er vele belastingen in de gnosis, om te zorgen dat alles zuiver blijft en blijft circuleren. Dit is de plaats van de gehoorzaamheid en de vertaling, de plaats van transformatie, het gaan naar een hoger level, en dieper begrip. Het is de plaats waar ons zelf sterft voor de wedergeboorte. Er wordt gesneden tot op het bot. Het ware offer is het offeren van het zelf. In de diepte is er geen ander offer. Al het ander is slechts een schaduw van deze gebeurtenis. Aan het einde van de rit ontdekt de mens dat hij altijd op zichzelf was geweest. Hier hangt de inwijding in de esoterische wet van af. De smetvrees is in dit geval als de belasting-ontduiker. Het komen tot deze plaats is onderdeel van de schoolplicht en de dienstplicht. Het "oordeel" is niets anders dan een grotere gevoeligheid die automatisch reageert op stimuli. Dit is de definitie van vruchtbaarheid. Het hard-zacht mysterie om door muren heen te gaan ligt in de handen van de taalsmid, waarvan de tandarts een allegorie is. In letterlijke zin is de tandarts demonisch, wat vaak besproken wordt in de Amazone Bijbel. Dit kan alleen begrepen worden verder in het esoterische calvinisme. Kennis manifesteert zich in de taal van hard en zacht. Zo wordt kennis opgeslagen en geabsorbeerd. Het Hebreeuws voor tortelduif wordt in de demonologie vaak toegepast voor hanen en kippen. Dit betekent dat het offer het volk zelf is, in verband met het offeren (Leviticus 1:14), wat dus niets anders dan een metafoor is van het sterven aan het zelf. Ook is het het opgeven van iets wat je dierbaar is. Een mens offert vaak de dingen die hij niet gebruikt of waar hij niets om geeft, maar het ware offer is dat wat je het dierbaarste is. Verder is het het proces van erfenis. Erfenis betekent metaforisch dat je eerst ervoor aan het zelf moet afsterven voordat je het in bezit krijgt. Als er dan esoterisch gekeken wordt naar de erfzonde leer van Calvijn, als een erfopstand tegen het katholieke systeem, dan kan dat ook alleen verkregen worden door eerst te sterven aan het zelf. Zo spreken we dan van een heilige erfzonde, een heilige erfrebellie om met het katholieke systeem te breken. Verder staat de tortelduif oftewel de haan in de demonologie voor de hierarchie, wat maakt dat het een stuk territoriale, hiërarchische oorlogsvoering is, nodig om de oversten van de vijand uit te schakelen, anders zou het dweilen met de kraan open zijn. Omdat het ook 'in cirkels draaien' betekent, en sieraden, als ringen en kettingen, is het van belang om de trotse haan te bestrijden om zo te komen tot de cycli van de gnosis, die opgeborgen liggen in haar schatten. Er is geen sieraad buiten de gnosis om. Het sieraad ligt in de heilige gebondenheid, als een alarm-systeem. De schoonheid van de gnosis is beter dan trots. De haan is in de demonologie ook verbonden aan overmoed. Het sieraad is er voor om de mens restrictie te leren. Het is een duister sieraad. Niet iets om mee te gaan pronken in de stad. Het is een wapen. Het zoekt geen eer. Het zoekt de wildernis op, en zal niet zomaar hebzuchtig de kennis grijpen, want de kennis heeft zich verpersoonlijkt, en met haar moet in termen van een relatie omgegaan worden, met grote voorzichtigheid en gebonden aan wetten en condities. Het tomeloos grijpen naar de kennis maakt de mens schuldig aan verkrachting, en is een piraten inwijding. In de Vur, in boek 47. Het Misverstand, wordt het piratenschip ook vergeleken met een kip. In de wildernis zullen alle piratenschepen tot hanen zijn, trotse hanen, die in de vertikale strijd overwonnen moeten worden. De mens moet kiezen tussen het roven of het terugkeren naar school.

Alle dieven zullen door hun diefstal uiteindelijk verstenen. Er zal leven zijn in de school. De student leert hier ook over, over het piratenleven, en zal zo de geroofde schat zien om deze terug te nemen door studie, niet door daadwerkelijke terugroof of andere krachtpatserij. Het negeren van de demonologische kennis doet de mens storten op de overige kennis, wat ook een soort van roof is. De student mag geen lessen overslaan, anders blijft hij schuldig aan spijbelen, en wordt zo gerekend tot de piraten. Er is een dualiteit. Het is niet alleen de komst van de Islam en het calvinisme, maar ook de openbaring van het geheim : de komst van de nacht van grootsheid in de climax van de Ramadan, de hongermaand. Jezus was puur een archetype van de lijdende mens, zo goed en kwaad als dat ging. Hij ging de wildernis in om te vasten, te hongeren, en ging zo zijn dood tegemoet in de hof van Getsemané, aan de voet van de Olijfberg. Getsemané betekent : wijnpers of olie pers. Jezus ging Hongerheim in op zoek naar Hel in de context van de Germaanse mythologie, om zo door de hongermystiek te komen tot de kroon van waanzin, wat het profetische ijlen is. In Toronto gebeurt precies het tegenovergestelde. Toen Noach na de zondvloed een wijngaard plantte werd hij dronken en ontblootte zichzelf in zijn tent. De kroon van waanzin is het waarlijk sterven aan jezelf en het waarlijke verslaan van de vijanden. Jezus werd zo tot David, en kwam als een Adam tot het paradijs. Het gaat niet om Jezus, maar om de lijdensmystiek, het pasen. Jezus had al die mystiek geroofd, daarom liggen in het Jezus verhaal de sleutels. De hongerende mens wordt op een gegeven moment dronken van de honger. Dit is het heilige ijlen, tegenovergesteld aan het Toronto ge-ijl. Zo komt de mens tot kennis. Kennis komt de mens niet zomaar aanvliegen. De mens moet afsterven in Hongerheim. Dit brengt een vreemd pigment tot de mens, en een vreemde gezwollenheid, als tegengesteld aan de stadse protserigheid. Het zaad sterft in de eeuwige leegte en begint te groeien, tot een nieuwe schepping. Het oude is voorbijgegaan. Het is de climax van de nacht, de climax van het lijden, wanneer de mens de oneindige kennis ontdekt. Dit is geen frivole, vleiende waanzin, maar een drug voortgebracht door de honger die is gaan rijpen. Velen die van tevoren afhaken worden door Toronto opgeslokt in plaats. De eeuwige nacht brengt deze grote nacht voort. Het is een nacht waarop alle heiligen wachten. Zij verlaten hiervoor de Ramadan niet. Hierin wordt een onderscheid gemaakt tussen de orthodoxen en de esoterischen, tussen het letterlijke en het symbolische, tussen de oppervlakte en de gnosis. In Jeremia 48 werd de Toronto test al aangekondigd, als een oordeel : "25. Afgehouwen is de hoorn van Moab en zijn arm is gebroken, luidt het woord des Heren. 26. Maakt het dronken, omdat het zich tegen de Here heeft verheven, zodat Moab neertuimelt in zijn uitbraaksel en ook zelf ten spot wordt." Zij zijn dronken geworden van hun religieus materialisme en vraatzucht. Dit is waartoe de Jezus-verafgoding leidt, maar er is ook een esoterisch pad door de lijdensmystiek die dwars door deze verhalen gaat. Het is de strijd tussen de piraten en de wilden, tussen stad en wildernis. Toronto is de onheilige waanzin van de Jezus-godheid. Het is en blijft een onderdeel van de kunst. Zelfs de stad is in diepte onderdeel van de wildernis. De proza is surrealisme, openstaan voor parallel werelden, en niet zo serieus zijn over de gepresenteerde realiteiten. De aardse realiteit is maar een druppel water vallende in een oceaan van vuur. Toronto is dus tegelijkertijd ook de val van Saveer. Het is een karikatuur van de gnosis, een natuur-verschijnsel. Hiermee test de gnosis zichzelf. Hierdoor laadt de gnosis zich op. Toronto is als de Big Bang van religie. Het is stad tegen land, stad tegen wildernis, maar de wildernis heeft dit juist nodig om te groeien. De wildernis zal overwinnen, en in diepte heeft de wildernis al overwonnen, en was dit altijd een natuur-verschijnsel, gewoon een onderdeel van de wildernis. Zo houdt de wildernis zichzelf in stand. Alle jacht is gericht op het oude zelf, de valse identiteit. In de hongermystiek en lijdensmystiek is er een climax genaamd Loki, waardoor de mens een ontmoeting krijgt met de Lokogamen, die in het Eeuwig Evangelie besproken worden als de sieraden van het lijden. Loki is een Germaans woord voor het Griekse "Logos", het Woord, de structuur van de gnosis. Loki is oorspronkelijk een Surinaamse godin. In de Germaanse mythologie kan Loki zowel man als vrouw worden. Het weerspiegelt het innerlijk van de mens die deze principes beiden heeft, persoonlijk. Wat de mens van buiten ziet is hoe zijn innerlijk is verdeelt. De mens moet sterven aan zijn letterlijke zelf. Calvijn is een islamitische code om het christendom binnen te dringen als het paard van Troje. De

islam kon namelijk het christendom niet geheel veroveren en ging over tot een subtielere strategie, en dit gebeurde door het Spaanse complot. Ook de islam zelf is een masker, het masker van Shiva, de hindoe god van de waanzin en de snelle zelfvergoddelijking, en Shiva is op zijn beurt een masker, en heeft zijn wortels in de Marsiaanse regionen, in de kern van Mars, namelijk de zogeheten 'black zone', of 'Mirkwa'. Hier wonen buitenaardse 'blauwgezichten. We hebben het nu over de verborgen wortels van de islam, de buitenaardsen hierachter. De islam is slechts een code waarmee ze de aarde programmeren. Zij zijn taal-grenswachters en een gallactische voedselindustrie. Zij proberen de gnosis onder controle te houden door verdeeldheid te zaaien. Het zijn parasitaire zeeslakken. Zij komen voort uit de zoonloze T-put, de put van abortus, als aborteurs. De T-put, die we terugzien in de islam als de leer van de goddelijke zoonloosheid (God heeft geen zoon), en in het calvinisme als de T-wet van totale hulpeloosheid en verlatenheid, is als een kookpot van feutus-kannibalen. Het is een eet-orthodoxie van voedsel-controle wat zich projecteert op aarde als de tandarts-industrie. Dit zijn de daadwerkelijke wortels van het islamitische calvinisme, van het Spaanse complot. Toronto is de euforie en glorie van deze feutus-eters. Door het eten van geaborteerde feutussen hebben zij hun macht, en hiermee laden zij zich op. In diepte is het dus een Marsiaans complot. Dit is de verschrikking van de Saveer cultus. Er is dus een duistere wortel achter het religieuze gebeuren van vandaag de dag. Alleen door het esoterische pad kan de mens hieraan ontkomen. Toronto is de roep van de dronken tandarts, de taalgrenswachter, een aborteur voor de kannibalen-industrie. De aarde is hiervoor een fokkerij. Mensen zijn genummerd als schapen. De enige manier voor de mens om hieraan te ontkomen is de amazone realiteiten onder ogen te komen. Die zijn zichtbaar dwars door alles heen, dus het heeft geen zin om zomaar alles weg te gooien. Het graan moet samen met het onkruid opgroeien. "24. Nog een gelijkenis hield Hij hun voor en Hij zeide: Het Koninkrijk der hemelen komt overeen met iemand, die goed zaad gezaaid had in zijn akker. 25. Doch terwijl de mensen sliepen, kwam zijn vijand en zaaide er onkruid overheen, midden tussen het koren, en ging weg. 26. Toen het graan opkwam en vrucht zette, toen kwam ook het onkruid te voorschijn. 27. Daarna kwamen de slaven van de eigenaar en zeiden tot hem: Heer, hebt gij niet goed zaad in uw akker gezaaid? Hoe komt hij dan aan onkruid? 28. Hij zeide tot hen: Dat heeft een vijandig mens gedaan. 29. De slaven zeiden tot hem: Wilt gij dan, dat wij het bijeenhalen? Hij zeide: Neen, want bij het bijeenhalen van het onkruid zoudt gij tevens het koren kunnen uittrekken. 30. Laat beide samen opgroeien tot de oogst. En in de oogsttijd zal ik tot de maaiers zeggen: Haalt eerst het onkruid bijeen en bindt het in bossen om het te verbranden, maar brengt het koren bijeen in mijn schuur." - Matteüs 13

Hoofdstuk 4. De Dualiteit van de Kerkgeschiedenis Er moet subsequent een onderscheid gemaakt worden tussen het christendom en het latere Paulinisme, het commentaar van Paulus op het christendom. Paulus had het christelijke systeem overkocht en gaf daaraan zijn definities, soms in tegenstelling tot de leer van Christus. Paulus borduurde dus verder op de christelijke autoriteit die zich wilde ontworstelen aan het Romeinse gezag. Het christendom is in die zin geschiedkundig te verklaren als zijnde een logisch gevolg van verzet. Er is zowel een totale verwerping en negering van de vorst Jezus Christus versus de totale aanvaarding en het blindelings volgen van deze vorst. Deze uitermate lastige kwestie kunnen we alleen geschiedkundig benaderen, alzo ook demonologisch. We zullen dit in alle eerlijkheid en oprechtheid doen, zonder partijdigheid en vooringenomenheid. Beide partijen die elkaar volkomen en volledig verwerpen lijden aan geestelijke smetvrees. Wij moeten de historische context begrijpen. Het was het Joodse verzet tegen het Romeinse rijk wat uit de hand was gelopen. Goede principes zijn in deze strijd corrupt geworden. Heiligt het doel dan alle middelen ? Hier mogen wij ons over buigen. Jezus Christus werd het symbool van het verzet, wat later werd overgenomen door Paulus. Paulus borduurde voort op dit verzets-symbool, en stopte hier ook zeer zeker niet mee toen hij door de Romeinen in gevangenschap werd genomen. Een verzets-symbool hebben is niet per definitie verkeerd, maar het gaat erom welke definities je aan het geheel geeft. Deze definities van Paulus over het verzets-symbool staan volop te lezen in de Paulinische brieven van het NT, in het Paulinische deel. Paulus doet ook zijn voordeel aan de zegeningen van dit verzet. Natuurlijk gaat het hier om een zekere taal. Paulus wilde zeer zeker het verzet niet opgeven, dus hij verbindt dit dan ook met zijn eigen godsbeeld, hoe hij verstandelijk hiermee omgaat. Natuurlijk is het streven naar heiligheid en onberispelijkheid geen verkeerde zaak. De vraag is alleen : Hoe ga je dat doen ? We mogen iemand nooit oordelen op puur zijn woorden. Iedere godsdienst gebruikt andere woorden en illustraties om hun principes duidelijk te maken. Daar is niets verkeerd mee op zich. Daarom kan ook het christelijk en Paulinisch gedachtengoed zijn schatten hebben. De geestelijke smetvrees neemt het of helemaal aan, of wijst het geheel af. Er is daarin niet echt een middenweg. Toch willen wij een middenweg bewandelen door deze geschriften heen, om zo te gaan schatzoeken. Daarom willen we ook geschiedkundig en demonologisch het geneesmiddel hiertoe aanreiken. De geestelijke smetvrees heeft namelijk geleid tot vele oorlogen en grote bitterheid die eigenlijk niet gehoeven hadden. Toch was dit de weg naar het geneesmiddel, waardoor deze dingen nu plaats mogen vinden. Volgens de traditie was Paulus onthoofd op bevel van de Romeinse keizer Nero. Het Paulinisme werd hierdoor overgekocht door het Romeinse Rijk, wat later het Katholicisme werd. Het was de loop van een volkerenstrijd. Het Israëlitische verzets-symbool Jezus Christus werd dus overgekocht door de Romeinen zelf, en toegepast in hun godenstelsel. Het verzets-symbool, Jezus, is heel makkelijk taalkundig te verklaren : In het OT wordt Jezus al in de grondtekst besproken, als Yeshuwah. Yeshuwah betekent redding, overwinning, en in de diepte betekent het in stand houden en wraak. Het was dus gewoon het Israëlitische woord voor het succesvolle verzet. Het was dus iets taalkundigs en een principe voor de Israëlieten. Het werd gelijkgesteld aan hun god. Toen zij zagen dat een mens zichzelf zo ging noemen werden zij overstuur. Ook het katholicisme die het had overgekocht stelde het gelijk aan god. Het was een handel in religieuze goederen, en dat laat zich vaak opslaan en uiten in een bepaalde taal. Om met iemand van een bepaalde taal te kunnen spreken, moeten we ook niet bang zijn soms die taal te gebruiken, maar waar we wel bang voor moeten zijn is er een verkeerde definitie aan te geven. Een onderdrukt volk is door een bepaalde verzets-strategie niet per definitie rechtvaardig en goed, dus ook hun taal hoeft niet per definitie zuiver te zijn. Hoe kwamen zij oorspronkelijk aan dit verzets-symbool wat ze al in het OT schenen te hebben ? Yeshua is in de wortels van het woord ook een enorme leegte die beveiliging brengt en weelde. Hoe kwamen de Israëlieten aan dit overwinnings-symbool ? In het Judaïsme was dit symbool er al, in de theocratie die Mozes had opgezet. Mozes was een Egyptische prins, opgevoed in de Egyptologie

waar hij zijn eigen draai aan heeft gegeven. Het verbindt de god Yah met het Egyptische woord Shu, wat leegte en opstanding betekent (hij die oprijst). Genade is meer een Paulinisch woord, en hij begon de betekenis van het verzets-symbool nog meer te veranderen. Ieder mens geeft de schat een eigen invulling. Het katholicisme nam dus deze schat over, dit oorspronkelijke Egyptische woordje, Yah-Shu, de opstaande god die uit de leegte komt, en een ieder moest voor en door deze schat werken en tot deze schat belasting betalen. Dit was een groot Rooms systeem wat steeds corrupter werd, maar ze waren zich bewust van de macht van dit woordje. Zoals paus Leo X sprak : “Hoe goed weten wij hoeveel gunstige winst het bijgeloof in de fabel van Christus ons heeft gebracht.” Omdat men zag hoe corrupt dit verzets-symbool was geworden door de eeuwen heen kwam er zelfs tegenstand binnen het Romeinse Rijk. De wereld is zelfs een tijdje Ariaans geweest. Ze probeerden de godheid van het verzets-symbool te verloochenen, maar dit hield het Romeinse Rijk niet lang vol. Het Arianisme stortte weer in, en het katholicisme sloeg harder terug dan ooit. De inquisitie kwam in volle bloei. Het verzets-symbool moest aanbeden worden als God, en een ieder moest dit merkteken ontvangen. De mens verloor een hoop aan het monster van de inquisitie, ook veel vrijheid, naast een heleboel geld. Toen viel de islam binnen om de godheid van de schat te loochenen, maar ook de islam werd weer teruggedrongen. De godheid van het onoverwinnelijke verzets-symbool viel niet te loochenen. Toen kwam er een nieuwe strategie : het calvinisme. Deze kocht het verzets-symbool over en schiep een totaal nieuwe theocratie, zij het binnen de perken van de stelling dat het verzets-symbool God is. Het calvinisme gaf een andere definitie aan voorgaande vorstendommen. Het calvinisme wist dat de godheid van het verzets-symbool onmogelijk geloochend kon worden, dus werkte daar vrolijk omheen. Calvijn gaf een nieuw commentaar op de bijbel, en verbrijzelde de pauzen in zijn zwartstalen vuist. De mens moest zich onderwerpen aan een nieuwe vorst, een nieuwe Schrift. Het was het antwoord op de katholieke slavernij waarin de mens leefde en eeuwen van bloedvergiet. Calvijn wilde de mens tot robot maken. Alles moest onderworpen worden aan zijn leer, zodat het katholicisme nooit meer de kop kon opsteken. Dit moest al van kinds af aan gebeuren. Calvijn was de nieuwe redder en was de schat zelf geworden. Nu was Calvijn het verzets-symbool. Ook dit heeft dus een geschiedenis, en moet daarom ook geschiedkundig verklaard worden. Het verzet is nooit zwart-wit, daarom mag en moet er diep gegraven worden, en moet het dwars door midden gesneden worden. Dit vers is een sleutel-vers. Het geheimenis is te vinden in de diepte van het verzet, voor degene die er naar zoeken wil. Dit zijn dus niet hen die hun smetvrees aanbidden en in ere houden. Zowel zij die de bijbel totaal aanvaarden als zij die de bijbel totaal afwijzen komen voor het geheimenis niet in aanmerking. Het calvinisme was een weerwoord op katholieke slavernij, en kocht ook dezelfde God over, wat een staatsgod was van het Romeinse Rijk. Deze staatsgod had de gehele mensheid een identificatienummer gegeven en onder een oordeel geplaatst. Het calvinisme mocht deze godheid niet ontkennen, maar ontkende wel sluw de uitkomst van het katholieke oordeel, door te zeggen dat het niet om het katholieke waarde-oordeel ging over een mens. De uitverkiezing staat hier geheel los van. Natuurlijk sprak het calvinisme dit niet letterlijk uit, maar met omwegen, die nogal verkeerd werden uitgelegd door Calvijn zelf. Daarom moet Calvijn II komen om dit recht te zetten. Het is een logisch gevolg wat niemand kan stoppen, zelfs Calvijn II niet. Het verzets-symbool, de koop, werd dus in ere gehouden, en Calvijn werkte daar netjes en rustig omheen. Het “Sola Gratia” werd opgericht, “door genade alleen”, zodat het katholieke systeem van slavernij werd uitgeschakeld. De mens kon niets meer doen voor de uitverkiezing. De katholieke goden moesten vallen. De mens ging dus een enorme leegte binnen waarin al hun katholieke rechtvaardigheid niet meer gold. Het is onzin dat het daar bij zou moeten blijven. Calvijn was natuurlijk bang voor valse werken die zouden kunnen opkomen, daarom legde hij alles lam in de zogenaamde T-wet van totale onbevoegdheid tot keuze. Dit was een bodemloos ravijn. Ieder mens werd hier in geworpen en werd gedoemd een robot te zijn zonder vrijwillige keuze vooraf. In die zin moet het calvinisme een kwartslag draaien, want alles moet van twee kanten komen, anders is er geen relatie mogelijk.

Geschiedkundig gezien probeerde Calvijn dus de katholieke rechtsstaat te ontwijken. Hij kon dus niet zomaar loskomen van deze erfenis. Het was een piepend gevangenis-implantaat. Er moest nog steeds eer gebracht worden en belasting betaald worden aan dit systeem. Daarom lijkt het calvinisme veel of het katholicisme. Als een indiaan jaagt dan doet hij ook vaak de geluiden van de dieren na, of bekleed hij zichzelf met de dierenhuid, om zich zo onder de kudde te voegen. Het is een jachtstrategie. Voor Calvijn is ook geloof niet de deur, want dat zou ook weer eer geven aan de mens. De mens moest volledig sterven, en alles draaide alleen om genade, de uitverkiezing. Calvijn zorgt ervoor dat er geen glorie voor de mens zal zijn. Dat is te gevaarlijk. Als iemand tot God komt, dan is dat niet door die mens zelf, maar omdat God hem eerst had uitgekozen, wat niet gebaseerd was op iemand's hart, of omdat die mens toch wel in de toekomst voor God zou kiezen. Neen. Er wordt geen enkele grond gegeven waardoor de mens zichzelf zou kunnen roemen in de theologie van Calvijn. God speelt in die zin met de mens. Zo verheerlijkt God zichzelf. Dit kon ook niet anders in een bepaald opzicht. Er is een verschil tussen het gebonden hart en het diepste hart. Het hart aan de oppervlakte kan gebonden zijn met rebellie om een bepaalde reden, zoals Mozes rebellie moest hebben naar zijn eigen volk toe, toen hij als prins leefde aan het Egyptisch hof, anders zou hij daar niet toegestaan zijn. Het is zowel de kunst van de spionnen als de reactie van hen die daadwerkelijk gebonden zijn, als gevangenen. Daarom moet God soms door zo'n muur heenbreken en geen rekening houden met de oppervlakte keuze van de mens. Er is dus een hart aan de oppervlakte. Calvijn's woorden moeten dus beter genuanceerd worden, opdat zij grote waarde hebben. Aan de andere kant mag de mens ook niet zomaar toegeven aan de eerste de beste god die zich aandient. De lading van Calvijn's woorden zijn dus van een uiterste voorzichtigheid als we deze op de diepte oordelen, iets wat hij overigens zelf niet bedoeld had. Calvijn werd in die zin gebruikt om iets door te geven, waarvan hij zelf niet de puntjes aan elkaar maakte. In deze situatie - even afgezien van de vraag of Calvijn een roofgierige schurk was die gewoon de katholieke macht over wilde nemen - is het van belang om op te merken dat het hier ten diepste gaat om een toetsopdracht. De mens moest wel verlamd raken en zich stil houden in de T-wet van totale onpersoonlijkheid. Het was voor de mens nog geen tijd om iets te doen. De mens moest eerst deze goden toetsen. In die zin moet er een heilig verzet zijn tegen datgene wat hen gevangen wil nemen. De mens mocht er niet zomaar aan toegeven. Daarom moest de mens ook tegen zijn eigen wil in gevangenschap gaan, omdat het heilig verzet een onderdeel is van het toetsen. Het heilig verzet is een toets-verzet, als een wet-systeem van voorzichtigheid, wat door God wordt beloond. Alleen zo kan er ware verzegeling plaatsvinden. De toets-opdracht om niet zomaar jezelf over te geven aan indrukken en gevoelens, hoe vroom ook, moet tot tranens toe uitgevoerd worden. Alleen in het eeuwige Pniël is de mens veilig, de volhardende mens. Dit is de P-wet van Calvijn, de vijfde wet, de permanentie, de volharding tot de eeuwigheid. Ook dit heeft Calvijn verdraaid, alsof dat allemaal alleen maar van God afhing, dus ook deze wet moet een kwartslag gedraaid worden. Zo ontstaat er een heilige gebondenheid, en wordt de mens getemd, dwars tegen de heilige rebellie in die de toetsende mens vanwege het principe van voorzichtigheid moet hebben, zodat de mens zoals Jeremia zegt : "Het is te sterk geweest. Het heeft mij overmocht." Alleen zo kan het een zuiver werk zijn. De afgrond van Calvijn moet dus beschouwd worden als het eeuwige Pniël van het toetsen, de worsteling met de heilige gebondenheid, met het touw. Er zullen dan twee overwinnaars zijn : Zowel de Heilige Gebondenheid als de mens, want het Israelitische woordje voor god, jehovah, betekent "worden". Je moet er dus gelijkvormig aan worden, en dat gebeurt door bovenstaande, de heilige gebondenheid en het getemd worden. Aan de andere kant is het dus zo dat een gebonden mens vanuit zichzelf niet kan kiezen, omdat hij al slaaf is in een ander koninkrijk en zo geprogrammeerd is, terwijl hij zelf misschien in zijn diepste hart wel wil. Ook daarom moeten deze muren doorbroken worden, omdat de mens zichzelf in zo'n situatie soms niet kan bevrijden. Het katholicisme had de mens muurvast dichtgemetseld. De mens was in een diepe valstrik, dus niemand kan het nog van een mens verwachten. Het is door de vrije wil van de mens dat hij deze leegte, het ravijn van Calvijn, in kan gaan, om te

zien wat het dan wel betekent. Het woordje "tederheid" is in het Hebreeuws verbonden aan de baarmoeder (rchm), en dat is wat dit ravijn in diepte is. De moeder vormt het kind in haar schoot. Het kind kan eerst niets doen, en hoeft ook niets te doen. Het kind groeit dan op in en bij de tent van de moeder, en kan zo in dankbaarheid alles leren. Een heleboel dingen mogen we ook niet doen in de heilige restrictie. Het kind moet leren dankbaar te zijn met de kleine dingen. Het gaat niet om het "zelf" van het kind, maar om de hogere kennis die het kind moet vormen. Dit is dus wel gebaseerd op de diepste keuzes van het kind, maar ook is het zo dat de heilige gebondenheid de vijand gebruikt en daarvoor temt. Calvijn's leer staat ook grotendeels voor hoe krijgsgevangenen behandeld worden, waarin er geen rekening met hun wil wordt gehouden. Nogmaals : het calvinisme was in zware oorlog met het onderdrukkende katholicisme. Zij die Calvijn voor de volle 100% verwerpen hebben een groot tekort aan oorlogskunde. Om de vijand te kunnen overwinnen moet de vijand bruikbaar gemaakt worden. Wat je ook doet, in Calvijn's ogen zal het nooit iets waard wezen, want alleen God is goed. Dit is dus het sterven van de mens aan zichzelf. De mens is snel tot het zichzelf prijzen, tevreden zijn over zichzelf. Calvijn's leer maakt hier dus korte metten mee. De mens moet zich niets inbeelden. De mens moet overmoed afleren in de grote vertraging. De mens moet dieper leren gaan in plaats van telkens makkelijke uitvluchten te verzinnen. Zo beschrijft Calvijn ook de hel, maar laat na te beschrijven wat dit dan inhoudt. De hel is een beeld van de baarmoeder waarin de mens wordt gevormd, en waar ieder mens doorheen moet. In de hel worden de valse werken niet beloond. Ze worden veracht. De mens mag ook niet te snel beloond worden, daarom zijn er plaatsen in de hel waar geen loon wordt geschonken, opdat het loon eerst sterft en gezuiverd wordt. Dit zijn voorbereidende profetische wetten van de leegte die uiteindelijk geboorte geeft aan zuivere profetie en openbaring. De mens zal tot het eeuwigheids-niveau moeten komen van dit principe. Wij hoeven geen vriendelijkheid te verwachten van het hogere, wanneer wij nog onbesneden leven. Er wordt ogenschijnlijk geen rekening gehouden met de mens in de leer van Calvijn, maar elk mens is onderworpen aan bepaalde rituelen. Het is net als in een fokkerij, of in de jacht : Of het dier nu goed of slecht is doet niet ter zake. Er moet gewoon vlees op tafel komen. Toch zijn dit dus schaduwen van eeuwige realiteiten. De mens moet zich bewust zijn dat er afgerekend moet worden met een valse mens binnenin. Daarom moet de mens door zoveel testen heen, door zoveel fuiken en fokkerijen. Alleen in het diepe ravijn van Calvijn, waar de mens niet zomaar snelle goden tevoorschijn kan halen, kan ware profetie uiteindelijk opgeroepen worden. Er zijn hier namelijk geen snelle zekerheden, en alles sterft voordat het je heeft bereikt. Hoofdstuk 5. Calvijn - De Metafoor Het land Kanaän, het beloofde land, werd onderworpen aan Japhet en Shem, omdat Kanaän's vader, Ham, de naaktheid van Noach had gezien. Jah en Sh werden dus boven Ham gesteld, als Yeshua, wat een andere verklaring is van het ontstaan van het verzets-symbool. Het verzets-symbool werd tot zonde gemaakt terwijl het verzets-symbool zelf niet zondig was, wat in de Efeziërs brief wordt besproken. Dit is weer een jachtstrategie van de jager die zijn prooi nadoet, of in oorlogs-situaties waarin de vijand zichzelf camoufleert door te worden als zijn vijand, als een spion. Dit is de overweldigende kracht die in dit vers wordt besproken. Zij die rein zijn worden voor dit doel dus onrein, en dit reflecteert ook de gebondenheid waarin ze zich mogelijk bevinden. Daarom is alle zonde nog geen daadwerkelijke zonde. Calvijn haalde het laatste bezit van de mens weg : zijn keuze, de vrije wil. Zoals we zagen geldt dit

in sommige gevallen en op sommige manieren. Het feit is dat de heilige gebondenheid de mens dient in te nemen, zodat de valse wil afsterft. Dit is het enige ware leven en de enige ware opwekking. Uiteindelijk moet de mens zijn gehele wil overdragen : "Niet mijn wil geschiede, maar Uw Wil." Zo niet, dan zal de wil van de mens telkens tussen hem en zijn doel instaan. Calvijn maakte korte metten met de persoonlijkheid van de mens. Alles waar het om ging waren de religieuze wiskundige principes die persoonlijk waren en zich door de onpersoonlijke mens zouden manifesteren, als een vuur gaande tot dood brandhout. Het is een beginsel voor de zuivere mens, maar voordat dit bereikt was hield Calvijn al op met redeneren. Calvijn gaf alleen een halve en verdraaide waarheid. Calvijn brak de macht van de mens, van het katholieke systeem, maar maakte door zijn corruptie van eeuwige waarheden een nieuw systeem. Het was het begin van de reformatie. De reformatie was nog niet klaar. De goden waren slechts op jacht. Alles van de prooi, de mens, moest gebruikt worden om hun koninkrijk te bouwen. De goden hadden lichamen nodig, en zouden eerst alles eruit zuigen voordat ze naar binnen konden gaan. Met de wensen van de mens zelf werd niet gerekend. Volgens Calvijn zijn de gaven gegeven tot het doel, om zowel het volk als de vijand te onderwerpen. De gaven ontvang je dus nooit voor jezelf. En die gaven worden ook niet gegeven, maar de gaven worden geroofd van de vijand, wat hij uit Psalm 68:13 haalt : "De koningen der legerscharen vluchtten, zij vluchtten, en de vrouwe des huizes verdeelde de buit." We mogen opmerken dat het de vrouw is die de buit verdeelt, als een beeld van de baarmoeder. Calvijn laat doorschemeren dat hij bezocht is door een hemelse Jaagster, een amazone. Dit is ook wat het woord "engel" in de grondtekst betekent. Alles is dus prooi op een bepaalde manier. Calvijn beschrijft het hele proces van God's bemoeienis met de mens als een jacht. Het wordt steeds duidelijker dat Calvijn het als kunst beschouwt zonder persoonlijke waarde, terwijl de hogere kunst en hogere kennis juist ook weer personificeert. In Calvijn's theologie is de gave het aas om zowel het volk als de vijand te vangen. We zien hier dus een amazone visser of jager in terug die gewoon haar vangst calculeert. Het is als het kijken naar een schilderij daarvan. Je kan er stil van worden en je afvragen : Wat gebeurt hier nu eigenlijk ? We mogen er vanuit gaan dat hier een grote bovenaardse of buitenaardse macht achter zit. De traditie leert dat Efeze gesticht was door amazones. De naam Efeze komt van de amazone koningin Ephos. Calvijn noemt het onderwerpen van het volk en de vijand door de gaven in verband met de hemelvaart. In de amazone mythologie is dit verbonden aan de amazones, die puur de personificaties van de baarmoeder zijn. Het woord Christus betekent in de wortels ook baarmoeder, chasma. Vanuit de Griekse grondtekst mogen wij dus conluderen dat Christus vrouwelijk is, wat zo een geheel andere lading geeft aan het verzets-symbool. Maar het is eigenlijk ook heel logisch : alleen de baarmoeder kan leven geven. Zowaar in deze interpretatie de bevestiging van dit vers, en dit geeft dus ook een beeld van een meer vrouwelijke, amazone realiteit van de godheid. In die zin stemt dus het paulinisme en het calvinisme overeen in de zin dat zij zeer subtiel heenwijzen naar de vrouwelijke oorsprong. Nu was dit ook hetgeen de Psalmen in de grondtekst verborgen. In de Psalmen bidt David tot de racham, de baarmoeder, een vrouw. In Psalm 58 worden de bozen genoemd als 'hen die vijanden zijn van de baarmoeder, rechem.' Dit zijn dus degenen die de vader boven de moeder hebben gezet, en de moeder hebben aangevallen. In Psalm 61 zal David vertrouwen op de geheime plaats, cether, van de rok van God, kanaph. Alles wijst er in Calvijn's betoog op dat God een Jager is die niets met de persoonlijkheid van de prooi te maken heeft. Dit wordt verder ondersteunt in Efeziërs 4:8 : "Daarom heet het: opgevaren naar den hoge voerde Hij krijgsgevangenen mede, gaven gaf Hij aan de mensen." Er valt wel wat voor te zeggen, want dit komt ook weer terug in II Korintiërs 10:5 : "de redeneringen en elke schans, die opgeworpen wordt tegen de kennis van God, slechten, elk bedenksel als krijgsgevangene brengen onder de gehoorzaamheid aan Christus," De T wet van Calvijn staat ook voor de totale rebelsheid en afvalligheid van de mens. De mens kan dus alleen maar slecht doen, en God kiest dan mensen uit om die het goede te laten doen. Zoals we zagen kan dit alleen gerijmd worden als een soort doel in het toetsen, dat de mens de heilige rebellie ingaat. Ook moet de mens heilig rebels zijn tegen de valse goden. Het was een suggestie die werd

ingebracht dat alle mensen rebels waren tegen het katholieke gezag. Calvijn had dit zelf niet door. Zo is de T wet van een overweldigende rijkdom, die een heel arsenaal van wapens opent. Deze profetie ging over de komst van het calvinisme. In alle eerlijkheid zitten er in Calvijn's stellingen een kiem van opvoedkunde, maar deze wordt al snel corrupt en extremistisch. Zoals een kind soms van alles kan willen wat niet goed voor het kind is, dan kan een moeder zeggen : "Ik wil ? Ik wil ? Je hebt niets te willen." Het kind moet leren aan te sluiten op de moeder bron. In die zin kan het kind niets uit zichzelf. Ook het kind moet sterven aan zichzelf, aan de verdorven wil. In dit is de leer van Calvijn een metafoor, en zeker niet letterlijk. Een mens moet leren zich door de wildernis van het calvinisme te manoevreren. Werken zijn op zichzelf natuurlijk niets. Er zijn namelijk ook slechte werken en bedriegelijke werken. Er moet dus inderdaad een mes doorheen. Calvijn maakt onderscheid tussen rechtvaardigheid en heiligheid. Heiligheid is de eerste tafel van de wet en rechtvaardigheid de tweede tafel. Rechtvaardigheid wordt gezien als een oprechtheid, maar die moet in toom gehouden worden door heiligheid, wat veel hoger is. Hij bouwt hierbij door op de stelling van Plato dat heiligheid wijst op God, en gerechtigheid wijst op de mens. Zoals we zagen verbergt het woord Christus het wortelwoord "chasma", de baarmoeder. Alles moet dus vanuit de baarmoeder voortkomen. Zonder de baarmoeder is er geen leven mogelijk. Dus de oppervlakkige lezer zal helemaal opgaan in een vaderbeeld wanneer het over God gaat, terwijl de oplettende lezer de moeder vindt. In het calvinisme is de mens ver weg, maar kan de mens tegelijkertijd dichtbij komen, wat afhangt van de interpretatie van deze geschriften. Wordt Calvijn het ideaal van onfeilbaarheid, of wordt Calvijn gewoon gebruikt als een middel om dichterbij te komen ? Het verzets-symbool moet bloeden, om zo te veranderen. Zowel het christendom als het calvinisme zijn niets anders dan de fases van de evolutie van kerk en religie. Juist door het bloeden en breken van het verzets-symbool, van de taal, kan er een mengsel komen waardoor het een hogere waarde krijgt. Dit is dus een belangrijk principe om de vijand te verslaan. Al onze iconen en idolen moeten hiervoor opgeofferd worden. Dit zijn de beelden die we ons hebben gevormd over God en mens. Toepasselijk is daarom ook : "Gij zult uzelf geen gesneden beeld maken, noch hen dienen." Calvijn stond voor een groot monster : het vreetgrage katholicisme. Hierom zette hij de mens op een karig rantsoen. Er moest iets gebeuren. Het is een logisch gevolg van de vreetgraagheid. Het monster begon over te geven, en moest de mens loslaten. Er is vrede tussen het katholicisme en het calvinisme, als de ware interpretatie wordt gevonden en geopenbaard, en de ware verhoudingen. Calvijn bracht de door de katholieke kerk geconditioneerde mens in een totale verlamming, in een shock, om los te komen van het katholieke systeem, zo goed en kwaad als dat ging. Zowel de hemel als de hel buigen zich hierover. Calvijn stelt dat het ontdekken van de tederheid van deze verlossing ons meer bindt tot dienst hieraan. In het OT is de tederheid de definitie van ware kracht, als een alertheid. De mens moet leren rechtvaardig te snijden in de woorden van Calvijn. Het verzets-symbool "yeshuwah" was al een woord wat door David werd gebruikt als heil en overwinning. Zelfs in Genesis werd het woord al gebruikt. Deze overwinning, de yeshuwah, is ook het overwonnen worden, wat zo sterk terugkomt in de leer van Calvijn. In dat opzicht is het verbonden aan de heilige gebondenheid, waarvan het reddende rode koord in het boek Jozua een beeld was. Jozua is in de Septuagint ook Jezus, Iesous. Hij was de redder van het volk toendertijds, en dit werd gewoon weer gebruikt met de opkomst van het christendom. Jehoshua, Yeshua, was teruggekomen. Een deel van de Israelieten werden hier overstuur van, omdat het niet in hun context paste. Het is veiliger terug te keren naar de heilige gebondenheid wat het oorspronkelijk betekende. De redding door het rode touw met de val van Jericho is onlosmakelijk aan Jozua, Jezus, verbonden. Dit touw werd ook symbolisch uitgebeeld door Mozes die de koperen slang oprichtte in de wildernis om het volk te redden van de vurige slangen, die een beeld zijn van de touwen van het katholicisme. De vurige slangen werden gestuurd vanwege het geklaag en de vreetzuchtigheid van

het volk in de woestijn. Als de mens vraatzuchtig is, dan zal de mens geconfronteerd worden met nog wel ergere vraatzuchtige monsters. De mens moest kiezen tussen het touw van de vraatzucht en het heilige touw, de koperen slang. Door omgang met het heilige touw wordt ook de mens zelf tot een heilig touw. De mens wordt dus deel van het gebouw, van de muur. Dat wil zeggen dat de mens volop deel gaat krijgen in de verdedigings-linie en het leger tot bescherming van het beloofde land, het heilige gebied. De mens gaat opgeleid worden in de heilige strijd van het beloofde land. De overwinning is alleen voor hen die door het heilige touw overwonnen zijn. Dit gebeurt dus op het eeuwige Pniël. Het Israëlitische verzets-symbool wordt ook in verband gebracht met de heilige gebondenheid. Het calvinisme is van de heilige gevangenschap een allegorie als een raadsel wat niet direct voor de hand ligt, daarom gaat het om de oplettende lezer, niet de lezer die zomaar alles klakkeloos overneemt wat er staat. Vandaar dat wij ook spreken over parallelle realiteiten : Wat wil de mensheid nu eigenlijk horen ? Dat wat geschreven staat, of welke waarheid het verbergt ? De bediening van Paulus was een schaduw-bediening van Calvijn. Nu gaat het niet eens zozeer om de letterlijke Calvijn, maar om de parallel lopende Calvijn, het heilige principe wat het in zijn diepte herbergt, als de heilige Calvijn. Er is een zuivere, goddelijke oorsprong ergens die toen corrupt werd gemaakt in de materiële realiteit door de aardse Calvijn. Hiertussen maken wij dus onderscheid. De mens moet de aardse schaduw achter zich laten en komen tot de heilige Calvijn, die het verzets-symbool vol list verving. Hierbij gaat het niet om de persoonlijke Calvijn dus, maar het principe dat erachter ligt, maar wat zich wel kan verpersoonlijken om de metafoor kracht te geven, en dit is dan de baarmoeder, een vrouwelijke amazone Calvijn, wat dan de definitie is van de heilige Calvijn. De vraatzuchtige slang van het katholicisme moest de mens weer uitspuwen. Ook Jezus Christus was slechts een schaduw van het raadsel van Calvijn, waar Calvijn handig gebruik van maakte. Alhoewel het calvinisme voortkwam vanuit het katholicisme, het paulinisme en het christendom, die alle drie de godheid van Jezus belijden, ging het calvinisme recht tegen de bijbel in en verbrak haar macht. Het calvinisme is veel duisterder en zwaarder, en ligt dichter bij de amazone bron. Vandaar dat de lichte protestanten vaak overstuur zijn door Calvijn. Alhoewel het calvinisme de godheid van Jezus niet direct ontkent, ontkrachte het calvinisme alles waar Jezus in de vorige vorstendommen van het paulinisme en het katholicisme voor stond, en liet een veel grotere godheid zien, namelijk van het touw, de heilige gebondenheid. De mens had niets, maar dan ook niets meer in te brengen in het calvinisme. Het was het definitieve einde van de mensheid, als het laatste oordeel. Met het calvinisme stierf de wil van de mens. Wij moeten niet nalaten deze amazone strijder te herkennen. De mensheid had dit goddelijk oordeel zelf opgeroepen. Het calvinisme was de voleindiging van de apocalypse. In de diepte van het verzets-symbool ligt een verborgen waarheid die na de eeuw van het katholicisme ten dele geopenbaard werd, en nu volledig : de Heilige Calvijn als de boodschapper van het touw, de heilige gebondenheid. Dit was zoals we zagen een vrouwelijke amazone die verborgen zat in de textuur van het calvinisme. Dit raadsel heeft tijdenlang opgeborgen gelegen in de verschrikkingen van de Noorweegse Zee. Demonologen wisten al tijden dat hier iets werd tegengehouden, iets verborgen werd gehouden, totdat de tijd het zou openbaren. Op een nacht in een droom begon die zee in de onderwereld te overstromen. Ook Nederland begon onder te lopen. De heidenen zijn hen die nog niet ontwaakt zijn tot het raadsel van Calvijn wat opgeborgen ligt in het verzetssymbool, maar die het wel kunnen verdienen in de heilige jacht, want dat is ook wat het woord evangelie in de Griekse grondtekst betekent. De mens is geroepen het kwaad te overwinnen om zo tot het geheim te komen, tot de ontwaking. Dit heeft dus te maken met het overwinnen van het schaduw-zelf. Hoofdstuk 6. De Germaanse Wortels van Calvijn

Dit is de evolutie der dingen, dat het zichzelf uitlegt in de tijd. Het kan niet voor eeuwig op zichzelf blijven staan. Alle stromingen vanuit de egyptologie tot het Judaïsme, tot het paulinisme, tot het christendom, tot het katholicisme, tot het calvinisme roofden van elkaar en stelden het anders voor. Dit is de weg hoe een geheim zich openbaart, door metaforen die op elkaar inspelen, door strijd, door handel, door verbonden en relaties. Zo worden de schillen afgepeld, en de sluiers afgedaan. Dit zijn de openbaringen van de eeuwigheden die niemand kan stoppen. Een simpel, uiterst corrupt familie-wapen of verzets-symbool kan het beginpunt wezen. Mensen die niet raadselgevoelig zijn zullen dit nooit begrijpen. Zij lopen er voor weg, en willen er niets maar dan ook niets mee te maken hebben, of ze nemen het gewoon aan gewoon omdat iedereen het doet, en gaan er gewoon mee om als een monument, een uiterlijke vorm, die ze vereren en aanbidden, en waarop ze hun leven bouwen, zonder ooit tot de diepte ervan te komen. Dit wordt dus allemaal door Calvijn vervangen. De mens moest los komen van het katholieke spook, en werd toen gevangen door het Calvijn spook, maar daarin lag ook het ware calvinisme opgeborgen. De mens moet onderscheid maken tussen het valse calvinisme en het heilige calvinisme. Alleen zo kan het Calvijn spook overwonnen worden. Het Paulinisme was in barensnood om geboorte te geven aan de grotere waarheden van het katholicisme en het calvinisme. Deze geheimen kwamen met grote demonische wachters die eerst verslagen moeten worden. Het waren schatten in aarden vaten. Zo kan een uittocht dus juist ook een diepere intocht betekenen. De schat moet een kwartslag gedraaid worden. Het werk van het Calvijn spook is als het snoephuisje van de heks van Hans en Grietje die het Jezus mysterie hierin had opgeborgen. Jezus werd hier in opgesloten, in de naam van Calvijn. Het plaatje was zo af. De bijbelse macht was verbroken. Nu moet er nog met het Calvijn spook afgerekend worden, en dat kan alleen als de mens tot het ware calvinisme komt wat daar achter lag, wat zo'n grote boodschap met zich meebracht. Alles zou overlopen om het diepere geheim te laten zien. Dit is de werking van het touw : De mens is beperkt. Het touw leidt. Dit kan dus alleen effect hebben in de eeuwigheid, in het permanente, de P-wet van Calvijn, dus de mens moet zich ook offeren aan de eeuwigheid. In de Griekse grondtekst is genade "charis", wat ook beloning kan betekenen. De charis is er dus niet voor iedereen, wat ook stellig beweert wordt in de L-wet van Calvijn, van limiet-verzoening. Het is alleen voor de uitverkorenen. Het evangelie is in de Griekse grondtekst de metafoor van de jacht, euagellion, wat letterlijk de beloning voor goed nieuws is, maar wat in de wortels de jacht is, eu-aggelos, eu-ago-agele. De engel is in dit woord (aggelos) te vinden, wat een jager is in de wortels (eu-ago-agele). Eu is de prefix van dit woord, als een overwinnaar. De overwinning in de oorlog gaat dan over in de jacht. In het wortelwoord "ago" leidt het jacht-proces tot de slacht, waarmee dit woord afsluit. Calvijn slachtte de gehele bijbel in zijn commentaar en deed de bijbelse macht teniet. Geloof werd door Calvijn afgestraft op veel punten. Het geloof werd door Calvijn algewezen als deur. Dan zou de mens teveel eer krijgen. In het commentaar op Colossenzen spoort Calvijn er juist op aan zekerheden te verwerven die de majesteit van het evangelie, de metafoor van de jacht, kunnen dragen en uitvoeren. Calvijn nam de bijbel als krijgsgevangene, en leidde het tot de slagerij die het calvinisme is. Het kan nuttig zijn om de bijbel te herleiden tot de grondtekst, en zelfs tot de diepere putten van de etymologie gaan om bij oudere religies en culturen uit te komen die aan de bijbel ten grondslag liggen. Maar in de Vur, een boek binnen de Tweede Bijbel, die de Amazone Bijbel is, wordt er gesproken in Boek 91. Het Boek van de Wet, vers 5 : "Ik begon na te denken over haar woorden. Wat bedoelde ze ? Het boek van de wet was van een valse geest. Het had geen zin om het te verscheuren of juist te vertalen, het te herleiden tot het origineel, want het boek heerste en stond weer op, altijd. Het was een vervloekt boek. Het bezat het verstand van zovelen." Calvijn confronteerde de Bijbel rechtstreeks, en schreef er een nieuwe bijbel overheen, zijn commentaar. Zo werd de bijbelse macht verbroken als door een geheimenis. Maar nu was er zowel een ergere bijbel als een betere bijbel gekomen. Het was allemaal dubbel. Er was een slagerij geopend in ieder geval. Er is een groot verschil tussen het letterlijke pad door het calvinisme en het esoterische pad door het calvinisme. Calvijn bracht diepte aan en daardoor correctie in de Bijbelse boodschap, maar dat kwam met een hoge prijs. Calvijn was een rover van grote gnosis. Door de

eeuwen heen zijn de geschriften van Calvijn veelal op de achtergrond gedrukt en verborgen gehouden, en werd er een slap aftreksel opgediend aan de Protestantse kerk. In de geschriften van Calvijn, zoals de Calvijn bijbel, wat een commentaar is, ligt er een schat aan religieuze natuurkunde die verloren is gegaan in het organisatorische complot van de protestantse kerk. Calvijn ging dieper dan Christus in zowel de goede zin als de slechte zin. We hebben hier dus te maken met een dualiteit, maar dat kan in de kaleidoscopische kunst van religie, want dat heeft zijn basis in contrasten. Hier kan rust in gevonden worden en inzicht. Het zijn schilderijen waarin je meerdere lagen kunt zien. De kerkgenootschappen zijn allegorieën, schilderijen, waarmee gewerkt moet worden. Vanuit de diepte kwam er ook een hoogte, en werd er hoog geklommen op de berg waar de schat schitterde. Het is de schat in aarden vaten. Deze schat is geen groter licht, maar een diepere duisternis die het contrast toont, beseffende dat dit allemaal in de grotere dieptes gebeurt. De Jezus-schat was een verblindende schat die de mens moest afhouden van de gnosis, en daarom moest er een diep duister gat worden gegraven vanwege deze woeste, zwaar profetische schat. Dat was de eerste stap in de ontsnapping, die geactiveerd werd door het Arianisme : de islam kwam, als een apostolische vertaling van het christendom en het Paulinisme, wat een fundament kon vormen voor het calvinisme. In zoverre het calvinisme nog slecht is geldt : Ken uw vijand. Daarom moeten deze geschriften in het kader van de demonologie bestudeerd worden, alswel in het kader van de geschiedkunde en de esoterie. De Vreze des Heeren is van geen nut als deze niet leidt tot een diepere studie van de wet. Calvijn roofde de Jezus-schat en bracht het tot volheid, als een schilderij, als een verstening. Deze dode kunst kan alleen in de esoterie tot leven komen. Het was een allegorie, en dus niet zuiver letterlijk. De Vreze des Heeren leidt tot het begrijpen van de wet, als een onderwijzer. Als dit niet gebeurt dan is het een spookachtige vreze. Op de wet moet gemediteerd worden om zo tot de diepte ervan te komen. Zij die het letterlijk nemen hebben niet voldoende en niet diep genoeg gemediteerd. Het pad van het letterlijke leidt tot het oppervlakkige en zo tot de dood, maar het esoterische pad leidt tot de diepte en tot leven. Het pad van het letterlijke is de gemakkelijke weg, de brede weg, maar het pad van de esoterie is smal en vol obstakels. Deze obstakels op het pad zijn ervoor om voorzichtigheid te leren, om de voorzichtigheid te laten groeien. Deze wet is niet door mensen vastgelegd, maar door de hogere kennis, die zowel direct kan werken, als indirect door boeken of mensen. De mens moet de wet wanneer die komt leren herkennen. Calvijn versteende Christus, en liet een diepere weg zien. Hij kon om deze erfenis niet heen. Niemand kan uit de gevangenis ontsnappen zonder te rekenen met het gevangenis-implantaat. De wetten van de demonologie eisen strategie. In de leer van Calvijn, en we bekijken dit zuiver esoterisch, is het offer van Jezus een metafoor van gehoorzaamheid. Het is het sterven aan jezelf. Dit doods-proces wordt geleid door profetie en de goddelijke voorzienigheid. In de gnosis kan dit alleen maar verdiend worden. Er is geen gratis overwinning. Wel is het zo dat de wet van de mens uitgeschakeld moet worden, en dat de mens alleen zuiver kan zijn en werken door de heilige gebondenheid, waar het calvinisme een allegorie van is. Het offer van Jezus was in die zin de verkoop van het katholicisme tot het calvinisme. Het offer was op pasen, wat in het OT de viering van de uittocht uit Egypte is, wat lichamelijk werd gemaakt in het overigens zeer corrupte Jezusverhaal. Het pasen leidde in het OT tot het beloofde land, wat een voorstelling was van het eeuwig leven. Hiervan was de koperen slang die op het touw wees, de heilige gebondenheid, een teken. Zowel het volk als de vijand moesten hier aan onderworpen worden, niet aan een mens. Het beest zou dit uitbuiten door menselijke systemen te bouwen. Het getal van het beest is het getal van een mens. In de diepte van het OT gaat het dus niet om Jezus, maar om de uittocht uit Egypte, en dat was een vraagstuk van gehoorzaamheid. Het gaat dus om de overgang van het katholicisme tot het calvinisme, en dan met terugwerkende kracht, want in het amazonisme werken de gezuiverde principes van deze twee instituten met elkaar samen. In de letterlijke zin zijn zij vals, maar in de esoterische zin zijn zij bruikbaar en zelfs onmisbaar. Daarom zijn deze raadselen ook niet zomaar uit te bannen. Calvijn is een enigma. Het handelen in zielen gaat gewoon door. Nog steeds zijn

grote delen van de samenleving aan deze instituten onderworpen, omdat zij in gevangenschap worden ontvangen. Er is nog geen sleutel gekomen, maar die zal zich in de evolutie van de religieuze natuurkunde openbaren. De heilige gebondenheid brengt een zekere scheiding tussen de ontwaakte en de slapende, en ook tussen de ontwaakte en de vijand. Van oordeel kunnen we niet echt spreken, want het gaat meer om gevoeligheids-reacties van degene die in de heilige gebondenheid is. Zij onderscheiden wanneer iets gedaan moet worden, en de gevoeligheids-reacties, die onstaan zijn vanuit het profetische zintuig, zorgen ervoor dat het goed wordt gedaan. Dit is ook van toepassing op de uitleg van geschriften, zo stelt Calvijn in zijn commentaar op de eerste Psalm. De goddelozen, zo stelt Calvijn, tonen de uiterlijke verschijning van vroegrijpe vruchten, maar brengen niets tot perfectie. Het christendom en het paulinisme waren grote vormen van goddeloosheid, en nog steeds. In vergelijking met de dieptes van de gnosis en de esoterische studie van de wet is het pure atheïsme. De Vreze des Heeren tempert het oordeel, terwijl het goddeloze, aardse, materiële rechtssysteem die gevoeligheid niet kent, maar wordt voortgedreven door geld, eer en macht. Het overoordeel regeert op aarde. Elk waarachtig oordeel komt voort vanuit de onpeilbare diepte van de wet, waarin een mens alleen kan manoevreren door de heilige gebondenheid. De mens moet leren groeien als de heide in de wildernis. Dit geldt niet alleen voor de markt van het aardse rechts-systeem, maar ook van het medische systeem, met name de tandarts-industrie. Ook geldt het voor de religieuze markt en de vleesindustrie. De vijand zal nooit tot het ware geluk of het ware bewustzijn komen, want zij hebben niet de substantiële en standvastige bron van integriteit van karakter om hen te ondersteunen en verzadigen, stelt Calvijn. Zij hebben de gnosis niet die nodig is hiervoor. Zij "kennen" niet. Ook voor zover de Christus dynamiek corrupt is geldt het : Ken uw vijand. Maar op het pad van de esoterie gelden er ook zeer veel wetten van de kunst. Het is altijd een uitdaging om boven polariteiten uit te stijgen en diepere symbolieken te ontdekken, verborgen paden en schatten. Maar het komt er op neer dat Christus zeer zeker een dualiteit is. Hierin is het van belang om het wiel van de gezichtspunten te blijven draaien, om zo niet ergens vast te raken. Voor zover Christus gevaarlijk en schadelijk is is er daarnaast ook een simulator. Ook Calvijn gebruikte de Christus-simulator en maakte er iets heel anders van, en ging vanuit dat punt verder. Zo moest hij niet alleen afrekenen met de christelijke en Paulinische Christus, maar ook met de katholieke Christus, de god van de aflaat markt. Zij is niet slechts een vijand. Dat zou al te makkelijk zijn. Zij is een schaduw van de heilige markt van de gnosis waarin alles van twee kanten moet komen op basis van persoonlijke verantwoordelijkheid, het gegeven dat alles verdiend moet worden in de hemelse gewesten. Elke markt, materieël of niet, wijst op dit principe. Zo kan er gekeken worden als naar een schilderij waaruit lering getrokken kan worden. Dit is de verborgen, esoterische schoonheid van het katholicisme. Als een oorlog te ver wordt doorgetrokken, dan mag daar vrede komen. Dit is waartoe het esoterische pad voor de grondlegging van de wereld is aangelegd. De mens kan niet zomaar een toverfluit grijpen als hij met het mysterie van religie wordt geconfronteerd, om dan alles zomaar weg te toveren, als een klein kind die denkt dat wanneer hij zijn handen voor zijn ogen doet anderen hem niet meer kunnen zien. De mens moet nederig terugkeren tot de esoterische school. De mens moet een nieuw waardenstelsel leren ontdekken, anders zal hij ten onder gaan in de overmoedige oorlog. Dit zijn valse Pluto en Pleiaden energieën die besproken worden in de astronomische demonologie. Het zijn watervogel-jagers. De watervogel staat voor het leren van, op en over de golven en het syncretisme, het mengen, dus in die zin zijn zij prozaïsch. Religie is een onderdeel van de proza. De watervogel-jager manifesteert zichzelf als vals ijs. Het is een vorm van opportunisme. De watervogel-jager moet terugkeren tot de communistische kern dat alles gelijk is en dat alles waarde en waarheid kan hebben. De watervogel-jager moet zich niet laten afschrikken door taal en allegorieën. In de proza kan het een nieuwe definitie krijgen, en zo gesmolten worden, weggeboord. In die zin is de tandarts ook een allegorie, terwijl het in de letterlijke zin puur demonie is. De tandarts is de allegorie van de taal-smid.

Er was een confrontatie tussen de calvinistische strijdkrachten en de christelijk-katholieke strijdkrachten. Laat het duidelijk wezen dat Calvijn geen christen was, maar de christelijke leer als opstapje gebruikte en toen een andere God bracht, veel duisterder en zwaarder. Calvijn was een buitenaardse piraat. De mensheid werd tijdens de inname door Calvijn op een heel ander schip geheven, een buitenaards schip. Het afleggen van de oude mens is de voorbereiding op die oorlog. Dit ging stap voor stap. Ook beruchte kerkelijke dogma's zoals de leer van de erfzonde waren strategisch, alhoewel het niet letterlijk genomen mag worden. Het gaat om het herzien van oude dingen. Niet het letterlijke, maar het esoterische pad is van belang. De erfzonde werkt volgens dezelfde strategie als de uitverkiezing, nl. dat het ingaat tegen een bepaald aards systeem. Het katholicisme kwam tegen het Paulinische systeem en onttroonde daarvan de goden. Het calvinisme deed dit met het katholicisme. De erfzonde betekent in die zin het verweer tegen een bepaald systeem, als een rebellie. Iedereen heeft die zonde. Iedereen wordt daarmee geboren, want zo wordt duidelijk gemaakt dat iedereen van het aardse systeem los is. Het aardse systeem had iedereen een identitificatie nummer en oordeel gegeven, maar door de erfzonde werd dit ontkracht, als een verzets-strijd. Het is dus de algehele ongehoorzaamheid naar zo'n systeem, niet naar het goddelijke. Daarom werd de erfzonde er zo op ingehamerd. Letterlijk is dat natuurlijk helemaal fout, maar esoterisch gezien niet, dus er zijn twee lagen. De oude goden werden dus vaarwel gezegd op die manier door de erfzonde, en zo kon er heiligheid ontstaan tot de nieuwe God. Zo werd iedereen geketend tot het nieuwe rijk. In Calvijn's leer bereikte de leer van de erfzonde de climax. Hij gebruikte een krachtig wapen om de mens los te snijden van de katholieke overheersing. Eerst werd de leugen vertelt in het letterlijke, maar nu moet de waarheid verteld worden in de esoterie. Dat wil zeggen dat wij in vijandschap niet overdreven lang moeten blijven, maar dat alles moet overschakelen tot de diepte en de verzoening met de waarheden die het verborgen houdt. Hierin moet balans zijn. De oorlog is zowel voor het herzien als het begrijpen. De mens mag niet het kind met het badwater wegwerpen. Er is geen heil wanneer de toorn buiten de perken gaat, zowel in tijdsduur als in gradatie als in doelgerichtheid. De Vreze des Heeren en de studie van de diepte van de wet moeten altijd de toorn in toom houden. Tomeloze toorn is als een vuur wat alles platbrandt, vooral degene die zich eraan overgeeft. Dit slaat op Calvijn en zijn letterlijke aanhangers : de dieven. Zij hebben nu heel veel gestolen goed wat ze kunnen inzetten om de armen te helpen. Dat is het ware offer, zoals ook Calvijn stelt dat de armen het ware altaar zijn, i.p.v. de valse altaren van luxe, dure kleding en dure gebouwen. Zowel Calvijn als Luther kwamen tegen dit katholieke systeem. God wil geen uiterlijk vertoon, wil geen materiële eer ontvangen. Dat is allemaal bijgeloof. Het katholieke systeem besteedde veel geld aan het aanbidden van God. Zo had Calvijn het in dat opzicht bij het rechte eind, maar hij zou dit principe moeten toepassen in zijn religie. Hij vroeg teveel ziels-belasting. Zo zijn er ook veel armen die geen besef hebben van belastingen. Hiervoor zijn de diakenen, de curators, de bewindvoerders als fiscale adviseurs om de mens uit te leggen welke ziels-belastingen er zijn, en de mens daarin te helpen. De heilige Geest in het rijk van Calvijn is aan de poort demonologisch gezien Septus, de mannelijke monopolie, de giftige vrucht van Calvijn's paradijselijke tuin, die leidt tot een soort van hogere heilige Geest waaraan alles onderworpen is, de beheerder van het calvinisme : een cobra-geest genaamd Saveer. Het zegel van Saveer, of het merkteken daarvan, is genaamd Elias, een geest net onder Saveer, een haai, die kwalificaties heeft van liederlijkheid, afwimpelarij. Deze verschrikkelijke vis is een bangmaker, en draagt ook de naam 'het boze oog', de 'evil eye'. Dit zijn schaduwen van de eeuwige realiteiten. Ook vanwege bovenstaande geldt dat onze strijd hiertegen niet tomeloos mag worden, want dat is juist de aard van deze geest. Tomeloze strijders in de demonologie komen nooit ver, want zij werden juist hiertoe gedreven door de geesten waartegen ze strijden. Zo worden ze tot simulators van spot voor deze geesten. Alles wijst dus op een diepere realiteit op het esoterische pad. De slang is een beeld van het touw, als een beeld van

voorzichtigheid en hypergevoeligheid (scherpziendheid, scherp zintuigelijk). Daarom ligt er ook de bijbelse opdracht : 'Wees voorzichtig als slangen.' Zo kan alles ten goede gedraaid worden. Calvijn's 'kinderen der verdoemenis' zijn de kinderen van de erfzonde tegen het katholieke systeem, maar ook tegen de bijbel zelf. De erfzonde is dus pure ironie. Het zijn alle kinderen die door het Roomse en bijbelse systeem zijn gefolterd in gevangenschap, en zij pikken het niet meer. Zij sterven aan zichzelf op het altaar en naderen dan tot de vijand. Al het loon, wat ze veelal besteden aan wapens, is dus door het sterven aan zichzelf, als een erfenis, door een testament, gemaakt van de dode vijand. Allereerst is er in henzelf de strijd tussen voorzichtigheid en praterigheid. En als zij dan spreken, dan moet er balans zijn tussen het 'wat' en het 'hoe' stelt Calvijn in zijn commentaar op de Filippenzen brief. Tomeloze praterigheid is vaak een teken van hebberigheid, en van een gebrek aan dankbaarheid. Voordat de strijd begint tegen de vijand moet de mens eerst afrekenen met zichzelf. Alleen zo kan er ware onderscheiding komen. Zonder zelf-onderzoek is er geen basis voor demonologie. De mens moet niet alleen de hogere kennis gehoorzamen, maar zich ook aan de heilige en eeuwige kennis onderwerpen om zo aan zichzelf te sterven, opdat de heilige kennis hem kan vullen. Eerst moeten zij ingewijd worden in het leger. Alleen het touw is krachtig genoeg om de mens van drogredenen weg te houden. Alleen een zware heilige gebondenheid kan succesvol opereren tegen de zware gebondenheden die gebracht waren door de kerkvorsten in het verleden. We zien elkaar opvolgende kerkkoninkrijken met hun eigen kerkvorsten de wereld overnemen in de geschiedenis, wat al begon met Osiris-Horus, toen Mozes, toen Jezus, toen Paulus, toen de paus en toen Calvijn. Zij stierven allemaal, en het touw rekende met hen af. Ieder mens moet aan zichzelf sterven om een ontmoeting en confrontatie te hebben met het touw. Iedereen moet sterven aan zichzelf in de grote oorlog, want dat is de enige weg tot het loon, waarin het touw de mens leidt tot de heilige gebondenheid. Een mens kan alleen waarlijk slaaf zijn tot de dood, het sterven aan zichzelf. Dit gebeurt in de oorlog tussen de bijbel, het katholicisme en het calvinisme. De walkuren of valkyries waren de Germaanse amazone godinnen die de strijdvelden afzochten om gevallen strijders te selecteren om hen op te nemen. In die zin zijn de walkuren of valkyries een beeld van het touw en van loon. Alleen zij die aan zichzelf waren afgestorven konden door hen opgenomen worden. De walkuren namen de geselecteerde strijders die aan zichzelf gestorven waren mee om hen voor te bereiden op de eindstrijd, de Ragnarok, grotendeels de oorlog van ijs en duisternis. De mens moet ook afsterven aan zijn gelimiteerde zicht en het verblindende licht. Daarvoor is de kaleidoscopische, dubbelzinnige diepte van de duisternis, wat alleen kan ontstaan in het heiligende, afzonderende enigma van het ijs. Een gebrek aan het toetsen toont een gebrek aan het sterven aan zichzelf. Nu zijn er een heleboel lieden die alles toetsen aan de bijbel en de bijbel zelf niet toetsen, wat de geestelijke cholera is, demonologisch gezien de ontsteking van het spijsverteringskanaal wat niet goed functioneert. De mens moet aan al zijn ziekelijke, obsessieve, materiele toets-methodes sterven, en komen tot het heilige, eeuwige Pniël om met de geesten te worstelen, om zo diepgaand ingewijd te worden in de demonologie. Een theologie die niet diepgaand geworteld is op de demonologie is een corrupte theologie. Een mens kan alleen zuiver in het sterven aan zichzelf toetsen tot de hogere kennis in de heilige gebondenheid. Weer is dus het touw van belang, zoals in het boek Jozua het rode touw werd aangewezen als het teken van redding. In de diepte van duisternis en ijs moet men ook de bijbel en zijn goden toetsen. Stelselmatig is het toetsen het sterven aan jezelf, aan je gedachtes en gevoelens waarmee je was geprogrammeerd. Dit is wat in het Ragnarok gebeurt, het Armageddon. Deze eindstrijd was al geweest, toen Calvijn kwam op zijn schip om met de bijbel af te rekenen, en met het katholieke implantaat. In het Ragnarok, Armageddon, vindt de grote ontmaskering plaats. De schandelijkheid is, wat elke in de gnosis ingewijde demonoloog weet, dat de walkuren, de valkyries, niet in dienst staan van Odin als zijn dochters, maar van Hel, Hulda, de oorspronkelijke Moeder godin van de Germanen, en dat dat veelal wordt achtergehouden in publicaties over de Germaanse mythologie. Hel is de oorspronkelijke Germaanse godin van de dood en de vruchtbaarheid, het sterven aan jezelf. Als die dood vredig ging, dan werd zo iemand niet door de Germaanse amazone godinnen opgenomen,

maar alleen hen die een dappere en gewelddadige dood stierven, anders zouden ze nooit aan zichzelf kunnen sterven. Met een vredige dood ging dat niet lukken. Hel kan alleen bereikt worden door ijs en duisternis, en door honger als een beeld van het heilige vasten en de onthechting. Zij draagt dan ook het mes van verhongering. Zij is de gids van hen die daadwerkelijk aan zichzelf zijn gestorven door de onderwereld. In de Griekse grondtekst heeft de hel geneeskrachtige kwaliteiten. De hel is de baarmoeder, en Zij is de grote aanvoerster in de Ragnarok. Het zogenaamde licht is een diepere duisternis waar de zintuigen open gaan, wanneer zij oog in oog staan met Hel, de baarmoeder. In het oude Egypte was de hel alreeds een dualiteit. Het is levendmakend voor de rechtvaardigen, maar zal de onrechtvaardigen vernietigen. Daarom is het enigma van de hel ook niet zomaar weg te denken. Het bestaat, maar wordt vaak verkeerd uitgelegd door leken, hen die de esoterische en geschiedkundige demonologie niet kennen. Hel heeft haar walkuren uitgezonden om haar leger te verzamelen voor de Ragnarok. Zij zitten vast aan touwen, opdat de zuigende krachten van het grote monster van de kerkgeschiedenis hen niet kan wegtrekken. Alleen zij die als martelaren een harde dood zijn gestorven aan zichzelf kunnen deel hebben in dit leger. Zij worden getrokken tot het geheimenis van de eeuwige honger waarin de zintuigen zich veilig kunnen openen en waar de deuren van gevaren worden gesloten. Het is daar in de diepe ravijnen van Calvijn waar dit verschijnsel optreedt, en de macht heeft om het wiel van de werkelijkheden te draaien. Dit komt ook terug in de Soemerische mythologie waar de mens alles moet afleggen om dieper in de onderwereld te gaan om uiteindelijk de heerseres van de onderwereld te kunnen ontmoeten. De mens kan zo terugkeren tot de metaforische naaktheid in het paradijs. Hoofdstuk 7. Calvijn en de Heilige Waanzin De wijsheid is de oorlogs-strategie en de hogere interpretatie in de Amazone Bijbel. Dit kan alleen bereikt worden wanneer de mens aan zichzelf sterft, en dan komt de mens de 'eirene' binnen, de gezegende en verheven staat van de heilige na de dood (aan zichzelf), wat vaak domweg in 'vrede' wordt vertaald, maar wat dus de heilige gebondenheid is, de beveiliging door het touw, waardoor de mens aan de walkure, de amazone godin, wordt verbonden. In de leer van Calvijn is de heilige vrede de teugels van het rijdier die de restrictie uitbeelden, waar ook de tandarts weer een allegorie van is. Alleen als men de eirene ontvangt kan men het gif wat veelal onder dwang wordt toegediend bij de tandarts overwinnen, zodat deze valse, demonische professie van stijfkoppige dwangverpleging tot het oordeel wordt gesleept. In Ragnarok zal de tandarts vallen en niet meer opstaan. De hele Amazone Bijbel spreek hierover. Er gaat een verschrikkelijk oordeel over de tandarts industrie komen, wat één van de grootste schouwspelen zal worden in de eeuwigheid. Hiertoe kwam de gnosis zelf in de vorm van twee engelen, jagers in de Griekse grondtekst, in het wit, tot vooraanstaande demonologen om dit oordeel aan te kondigen. Het zal gebeuren in het Laatste Oordeel waarvan het calvinisme een allegorie is. Dit oordeel is werkende wanneer krankzinnige machtswellust op een toppunt is gekomen, en in diepte is dit oordeel al in de geschiedenis geweest. De mens zal hiertoe ontwaken. Wat de mens om zich heenziet zijn slechts de schaduwen en de schimmen van dat oordeel. De bandeloosheid is tegenovergesteld aan de heilige gebondenheid. De mens heeft discipline en restrictie nodig om goed koers te houden op het pad. Bedrinkt u niet aan de wijn is ook iets symbolisch, geheel tegengesteld aan de Toronto leer die de climax was van het valse calvinisme, en wat ook de uiterlijke manifestatie is van de geest Elias. Dit is het loon op het letterlijke calvinisme en alle voorafgaande bewegingen, als in liederlijke krankzinnigheid die ontstaat op het toppunt van religieuze vraatzucht. Dit als tegengesteld aan de heilige razernij die ontstaat in de putten van de profetische honger. Het is de 'mad hunger' die zich kan uiten in disorientatie, manisch gedrag, wildheid, spasme, hyperventilatie, verwarring, paranoia en delirium, als een heilige krankzinnigheid die de enige manier is om de stijfkoppige patronen van de aardse programmaties te verbreken. Dit

heeft niets met het verblindende licht van de Toronto krankzinnigheid te maken, want dat is een duivelse krankzinnigheid die tomeloos is, en niet getemd door het heilige touw. De heilige slang is in de demonologie het haaien-alarm wat nodig is in de grote oorlog van hoofdstuk zes. Elias, de haai, de geest van Toronto, is als een geestelijke zelfmoord-terrorist, wat een hele flauwe en corrupte weerspiegeling is van het sterven aan het zelf. De mens moet Elias overwinnen, die het gedwongen merkteken van Saveer is. Hiervan is ook de stinkende, giftige dwangverpleging van de tandarts industrie een beeld. Zij doen gedwongen buitenaardse implantaties in de mens om de mens te bedwingen. Iedere wel-ingewijde demonoloog weet dat de tandarts industrie een buitenaardse fokkerij is die de aarde als kolonie nam. Het zijn kolonisten, en zij brengen de planeet tot razernij. Het lied van Elias kent vele tonen. Het dwangbevel van de tandarts om alle monden van de mens te infiltreren met dwang-implantaten, giftige vullingen en wortelkanaal-implantaten, loopt parallel met het gedwongen Jezus-implantaat op straffe van eeuwige hel. Iedereen moest dit merkteken ontvangen. Er is geen logische redenatie, maar pure dronkenlapperij, maar het esoterische ravijn van Calvijn rekent ook hier mee af. Het lied van Elias kent geen grenzen. Zoals Jezus over de streep van het privacy recht van een mens heenging, zo doet het dwangbevel van de tandarts dit ook, wat hetzelfde is als verkrachting. Het zijn onbevoegden die op privé-terrein komen. Zij zijn onderdelen van het Spaanse Spook : matadors die de stier steken en dol maken. Calvijn zag hoe het christendom de gnosis had beroofd, en toen hoe het Paulinisme daarmee verder ging, en toen het katholicisme, en zo deed Calvijn er nog eens een schepje bovenop. De man die tot de vrouw komt is een metafoor van de man die tot zijn wapen komt. Dit zijn realiteiten binnen de mens zelf, en het wapen is niet onderworpen aan de man, maar de man is onderworpen aan zijn wapen. Zijn wapen leidt hem door de oorlog en onderwijst hem. Dit zijn ook eigenschappen van de Noordse moeder godin, Hel. Het pad tot Haar is de Helvegr. Hel is ook nauwverbonden aan de godin Hungr, de honger, zonder wie niemand tot Hel kan komen. Het Ragnarok is de openbaring van die plaats, dat de mens tot Hungrheim komt, een groot gebied waar hij eerst door Niflheim, de ijswereld, moet komen tot Myrkheim, de duisternis, en zo op dit pad de godin Hungr te ontmoeten om tot Hel te komen. Hel woont in Helheim, waar de mens na zijn tocht door Hungrheim komt, door de gebieden van Niflheim en Myrkheim. Helheim ligt aan het Nastrond, het lijkenstrand, en is omgeven door Gjöll, de ijsrivier van messen. Helheim zelf is een symbolisch gebied van gifslangen en rivieren van bloed waar men in verdwaalt, als in een labyrint. De troon van Hel is omgeven door een gebied genaamd Ganglati, vertraging, waarin alles vertraagd wordt, zodat Hel onbereikbaar is. Ook wordt zij bewaakt door een hellehond genaamd de Janker. In Ganglati krijgt de mens de ketenen van vertraging, en kan de mens niet meer terug, ook omdat de Janker dat niet toelaat, wat uiteindelijk leidt tot het 'één vlees worden' met de Hel, wat een baarmoeder ervaring in de dood is, waardoor de mens wederomgeboren wordt. Het is niet dat de één heerst over de ander. Het zijn dingen binnenin. Ieder mens moet persoonlijk onderscheiden tussen goed en kwaad. Het is niet dat een mens of een god over de mens heerst. Het zijn allemaal delen van de mens zelf. Dit zijn inzichten waar je ook niemand voor kunt bedanken, geen hogere macht of wat dan ook. Je kunt alleen jezelf bedanken. De aardse bedreigingen zijn valse en corrupte alarmen, schaduwen van de hogere alarmen. Het alarm is een sieraad. Dat is ook de opzet van de tocht door Hungrheim, de honger, om zo te komen tot Hel, want zij draagt de heilige paniek als het ware alarm. De mens moet in het vasten en onthechten, in de afzondering, de heilige paniek ontvangen. Dat is de ware verbrokenheid. Dit wordt ook uitgebeeld door Pan, de Griekse god van de paniek en de wildernis. Dit was oorspronkelijk een godin, de heilige Paniek, maar in de grote religieuze vermannelijking, de patriarchische invasies, werd het verzegeld als zijnde een man. De Heilige Paniek is de climax van de honger, en is de manifestatie van Hel als een alarm, als een automatisch beveiligings-systeem. Het is de climax van het touw, maar Zij leidt tot de ware en eeuwige rust. Alleen Zij kan tot de grotere, ruimere dieptes leiden. De mens moet leren dat ook de oorlog maar een metafoor is, namelijk van het onderwijzen, leren begrijpen, en het onderwezen worden. Het gaat niet om het letterlijke, maar dat wat erachter zit als boodschap. De ware oorlog is de terugkeer tot het kruis,

stauros in het Grieks, wat een paal is. Hier is waar het touw hangt waarmee de mens wordt omgord, en wat de mens veilig houdt tegen afvalligheid. De ware oorlog is dus de heilige gebondenheid die een verbondenheid is met de waarheid. Dit is geen vage gebondenheid waar je niet voor hoeft te leren. Neen. Het gaat om het gebonden worden in het Woord, de logos, de structuur van de gnosis. Dit is in de ziel. De Logos, het Grieks voor het Woord, verwijst naar Loki, Loko, de Germaanse trickster, die oorspronkelijk een godin was, maar later steeds meer werd vermannelijkt en gedemoniseerd. Loki is de Moeder van Hel. Loki, het Woord, kan alleen maar door Hel, de Heilige Paniek, bereikt worden. De Heilige Paniek draagt het Woord. De mens moet geheel met het Woord omhult worden als een pantser. Zo wordt ook weer duidelijk dat feesten en spijbelen niet samengaan in dat opzicht. De mens kan alleen leven door het Woord, wat ontstaat in het afsterven aan het zelf. De mens moet voorzichtig zijn als een slang, als het geboren worden in ijs. Hierin ligt een zekere weg naar het Woord, naar Loki. De slangenmensen waren niet letterlijk half slang, half mens, maar zij hadden hetzelfde mechanisme als de slang, namelijk van voorzichtigheid. In het Eeuwig Evangelie is Rietel de tweede paradijstuin. Eden was de derde. In Rietel hingen bittere vruchten. De mens heeft een bitter medicijn nodig om weer voorzichtig te worden. In Mexico, in de Azteekse religie, was Quetzequotl de Christus-figuur in de vorm van een vliegende slang. Ook dit wijst terug op de koperen slang in de wildernis, en het touw. Ook in andere culturen kwam de noodzaak van het touw terug, zoals het touw van Ariadne in de Griekse Mythologie die uit labyrinten kon leiden. Ook in de Erina, een heilig boek binnen de Amazone Bijbel wordt het touw gezien als een noodzaak. Omgang met het touw zal het alarm tegen Elias, de Toronto-haaiengeest, doen ontwikkelen. Zo zal het merkteken van Saveer weggewassen worden, en de leer van Calvijn gezuiverd. Calvijn was een piraat die de schatten van de wildernis had geroofd, en die op zijn piratenschip had uitgestald. De climax van het ware touw brengt uiteindelijk tot het ware Woord, waarin er een strijd is tussen de god Odin en de godin Loki, de logos. Het is de strijd tussen de patriarchie en de matriarchie, tussen de baarmoeder en de opstandige mens. De zegen geldt alleen voor hen die onvergankelijk, dat wil zeggen voor eeuwig, hun ziel hebben geofferd aan het Woord van de Gnosis. Door het touw zijn zij volledig aan zichzelf verloren gegaan, gestorven, zodat zij ook met het touw konden oprijzen. Dit moeizame proces is door de piraten versimpeld tot de waterdoop, maar wijst op veel ingewikkelde reinigings-rituelen in de wildernis. Het valse touw is niet eeuwig en niet diep. Het ware touw is eeuwig en eindeloos diep. Het valse touw kan dus ook niet daadwerkelijk reinigen, maar alleen misleiden. Denk aan al die diploma's die mensen elkaar uitreiken en verkopen, terwijl ze eigenlijk niets geleerd hebben. Een kind krijgt een bepaalde religie of ideologie mee met de geboorte en de opvoeding. Het kind kan daar vaak met zijn verstandelijke beperkingen niet tegenop of van los komen, dus zal het kind dit gewoon gebruiken op zijn eigen manier. Daarom mogen we iemand nooit vastpinnen op het gebruik van bepaalde woorden of termen, maar moeten we kijken naar hoe iemand deze woorden of termen gebruikt. Dit gaat vooral ook om bepaalde doctrines die een taal hebben gevormd wat niet zomaar door het kind ontweken kan worden. In het verleden stierf de mens voor het afwijzen van de Niceaanse geloofsbelijdenis. Ook Calvijn I was medeplichtig aan zulke moorden. Daarom is het van belang dat Calvijn II komt. Ook van het raadsel van Calvijn komt de mensheid dus niet zomaar af. Zelfs als we zijn gevlucht achtervolgt het raadsel ons. Zelfs als we tot de wildernis zijn gekomen is het daar. Het werkt door alles heen. Het is nog steeds bruikbaar in ons leven. Het is een deel van ons leven. Zo is de stelling 'Jezus is God' niet een waarheid, maar een waarde. Door de mens Jezus Christus tot God te maken kon de mens zichzelf officieel en legaal tot God maken, dus daarom zal een ieder die de Niceaanse geloofsbelijdenis heeft gedaan die zelfgoddelijkheid ook krijgen en voor God gaan spelen. Omdat het dus geen waarheid is, maar een potentiële jachtswaarde, een leugen als een raadsel dus, is iedereen hierin tegen elkaar verdeeld, en slaat iedereen elkaar de hersens in, precies wat de oude goden wilden. Zij hadden de mens door de Jezus Christus list overwonnen en klem gezet in een arena voor hun amusement, voor veel bloed en geld. De jongen kijkt erna en vraagt zich af wat er nu daadwerkelijk aan de hand is. Er zijn altijd

gnostische bewegingen geweest die het allemaal doorzagen als demiurgische spelletjes. De demiurg is een onderontwikkelde, gehandicapte god die een schaduw van de gnosis, de hogere kennis, is. De demiurg, een mongool, staat tussen de mens en de gnosis in, maar is deel van het ontwakingsproces. De mens moet hier dus doorheen, anders zou de mens nooit ontwaken. Velen zijn slachtoffer van de gedwongen Niceaanse geloofsbelijdenis dat Jezus God is. Velen zijn slachtoffer van religieuze dwangverpleging. Jezus Christus is een allegorie van de lijdende, onderdrukte mens, en die zichzelf wil vergoddelijken om zo van al het lijden af te kunnen zijn, maar zoals we zagen ging hierin van alles mis door de Niceaanse geloofsbelijdenis. De mens werd zo tot een goddelijke geloofsgek en begon met het moorden en dwangverplegen van iedereen om zich heen. De mens moest aanbeden worden. In de diepte was het de zelfmoord van de mens. Velen hebben dit gelukkig door en proberen te ontsnappen, maar ook dat gaat zo goed en kwaad als maar kan. Ze rennen naar de wildernissen van andere religies of het atheïsme, de politiek of obsessieve hobbies, worden lid van sportclubs of krijgen een televisie-verslaving of video-games verslaving. De mens doet er van alles aan om los te komen van de Niceaanse geloofsbelijdenis. De mens roert het niet aan. Jezus Christus is dus onderdeel van een bepaalde taal. De mens wordt vergoddelijkt, maar dan op een hele verkeerde manier. De mens wilde snel afrekenen met het lijden, dus daarvoor werd Jezus Christus van stal gehaald. Iedereen die Jezus Christus aanneemt als godheid wordt zo zelf ook tot een godheid. De mens krijgt het godsyndroom, godsdienstwaan. Dit is een ernstige ziekte. De mens kan het niet laten om voor God te spelen. Van alles gaat er fout, maar de mens stoort zich er niet aan. Hij is immers God, en het probleem is toch altijd de ander. De mens is zo zelf als een blinde demiurg geworden. De blinde demiurg lacht en liegt, want alleen lachen en liegen kunnen hem besparen voor het lijden. Daarom zal de lachende blinde demiurg ook altijd het probleem ontkennen. Het is een demoon. Het was zoals in het paradijs : De slang wees op de verboden vrucht, en zei dat de mens zo als god kon worden. De mens deed het, en kwam onder de Niceaanse geloofsbelijdenis. De mens Jezus Christus was nu God. Dit neemt niet weg dat er een ware oproep voor de mens is, en wat zelfs een noodzaak is, om deel te hebben aan de goddelijke natuur, maar dit kan alleen maar plaatsvinden in de demonologie. De mens moet terug naar school. Dit is het stalkerige, opdringerige geschreeuw van de 'Jezus is God' leugen die de hele wereld in z'n macht houdt. Op elke hoek van de straat kom je dit wel tegen. Het is dus een erfenis die nog op vertaling wacht. Het moet een plaatsje krijgen. De gedwongen 'Jezus is God' belijdenis zonder welke je vroeger niet kon leven, als het merkteken van het beest, is de verabsolutering van een deelwaarde, wat tegelijkertijd de definitie van een secte is. Hiervoor moet de mens de delen kennen en in balans brengen. Die delen worden besproken in het boek 'Het Evangelie van Ismaël, van de Bilha, het vierde grote boek van de Amazone Bijbel, de Tweede Bijbel. Ismaël symboliseert zo'n beetje alles wat door de kerk verworpen is, en is daardoor van belang. De kerk pikte een yeshuwah, een overwinning, wat een Hebreeuws woord daarvoor is. De stijfkoppige god van de Israëlieten was een blinde demiurg die dacht dat hij de enige was, en onderwierp en vernietigde andere volken die andere goden hadden. Het was dus puur racisme. Vandaar dat de kerk terugmoet naar de allegorische rijkdom van Ismaël, en niet dezelfde fout maken als vroeger door overmoedig een yeshuwah, een overwinning, te grijpen, en dat onder dwang tot god te maken voor iedereen. In het evangelie van Ismaël worden er een paar balanzen besproken, maar aan het begin wordt al gesteld dat een ware koning een demonoloog is die de valse machten heeft overwonnen, niet een aardse overwinnaar die aardse vijanden heeft verslagen. Jezus doet dit overigens een stuk subtieler. Het evangelie van Ismaël stelt : "Ook 'God' is een metafoor, van kennis en loon. Hiertoe is het evangelie gekomen, om te laten zien dat er een weg tot God is door kennis en persoonlijk loon. God is verantwoordelijkheid. Gij moet zelf als God worden. Hierin zijn verschillende valstrikken. Er moet een rechtmatige balans zijn tussen God zoeken en God zijn. Ook moet er een rechtmatige balans zijn tussen jezelf onderwerpen aan God en God worden. Dit is het evangelie van Ismael. Er werd dus eerst een opdracht gegeven om de valse machten te verslaan, en daar voorafgaand is er natuurlijk eerst het ontmaskeren. Dit is dus een groot toetsproces, als het eeuwige Pniël. Zij die te

snel uit Pniël vertrekken met hun zogenaamde winst zullen daardoor ook ten val komen. Het subtiele van de smerige Jezus leugen is dat de mens Jezus als God belijdt, en dan alles op Jezus projecteert, en zo niet zelf tot God wordt, zichzelf niet verwezenlijkt en vergoddelijkt. Maar omdat Jezus een mens was en God zo krijgt zo'n mens dus wel een valse god status in de zin dat die mens zich als een alwetende god gaat gedragen boven anderen. Het is dus een heel smerig spelletje van tegenpolen. De mens doet alsof alleen Jezus God is, maar wordt door dit smerig truukje wel als godheid aangesteld over anderen. Het is dus allemaal schijn. De mens en de kerk moet dus de balanzen weer op orde zien te krijgen. De mens is dus alleen God ergens in een cyclus, en alleen dan kan de 'Jezus is God' stelling waarde hebben. Deze godheid is altijd maar deels, en stelt de mens niet over anderen, want die moeten ook hun eigen goddelijkheid vinden. Die is niet te vinden in een mens, maar in een principe. De mens heeft andere mensen tot oppergod gemaakt, zoals Jehovah en Jezus, en de principes zijn daardoor verloren gegaan. Het is een piratenkermis geworden. Je kan de god-status nu winnen door één of andere automaat. In de allegorie - en dit is gewoon als onderdeel van een zekere taal, dus niet de absolute waarheid - wordt Jezus in zekere zin vergoddelijkt door zijn lijden, maar dit is om hem te onderwerpen aan een grotere, verborgen godheid, namelijk de baarmoeder. Dit is in eerste instantie geen persoon, maar een principe : de hogere kennis, alhoewel die zich wel kan verpersoonlijken in een hogere graad. Dit is namelijk een wet in de techniek om dingen bruikbaar te maken, persoonlijker, en dus intiemer, maar de kern is puur een principe, oftewel doodeenvoudig : kennis. De mens wordt dus god om tot hogere 'goden' (principes) te komen. De mens wordt dus 'goddelijk', niet om te heersen, maar om onderworpen te worden. De Amazone Bijbel laat zien dat het demonologisch gezien onverantwoord is om zomaar domweg een gelovige in Jezus Christus te worden, maar dat het objectief als een metafysisch wetenschapper benaderd moet worden, die al snel in de jagers-functie komt wat betreft dit verschijnsel. De godheid van Jezus is aan een heleboel voorwaarden verbonden. Niemand kan daar zomaar mee wegrennen. Jezus, de allegorie van de lijdende man, is dus niet zomaar God, maar "alleen als hij strijdt tegen de naker, de valse vrouwsgeest, en die overwint," d.w.z. niet aan haar toegeeft. Onder geen enkele omstandigheid kan een man zomaar heersen. De lijdende man sterft aan zichzelf en overwint de valse vrouwsgeest, juist doordat hij zichzelf onderworpen heeft aan de Moeder van de Gnosis, aan de baarmoeder. De Jezus Christus is God stelling is dus alleen allegorisch te gebruiken onder stricte voorwaardes, zoals : Alleen wanneer de mens oog in oog staat met een naker-geest, een valse vrouwelijke geest, en dan niet eens letterlijk. Jezus Christus is God is dan klunsig taalgebruik voor wat zou moeten doorgaan als : 'De goede, lijdende man die aan zichzelf is afgestorven heerst over de naker.' Dat is enige keer dat een man heerst, en dan is dat over demonen. Zo alleen wordt de man als een soort god aangesteld over de demoon, als een overwinning. Dit gebeurt in de jacht op demonen, als onderdeel van de demonologie. De rest is allemaal roekeloze onzin. Mensen zeggen dat Jezus God is, te pas en te onpas, en weten helemaal niet wat voor esoterische betekenis het heeft en wat de zware consequenties zijn van de misbruik van zo'n spreuk. Vroeger werden mensen vermoord die niet deze spreuk opzegden. Dat is een schaduw van wat er gebeurt met hen die niet de naker bestrijden en die overwinnen. De valse vrouwelijke geest ondersteunt de mannelijke monopolie zoals in Genesis 6. De goede man heerst dus over de valse vrouw, zoals een goede vrouw zou heersen over een valse man. In geen geval zou een goede of valse man heersen over een goede vrouw. Alleen zo kunnen de Paulinische teksten esoterisch uitgelegd worden, maar letterlijk genomen zijn ze klinkklare sexistische leugens. Er is dus onderscheid nodig. Alles komt met voorwaardes en interpretaties. Het is ook tijd om het masker af te doen, want wat gaat er nu werkelijk schuil achter de 'Jezus is God' leugen ? Het is slechts een corrupte, door de wind verdraaide weerspiegeling van iets wat op Orion heeft plaatsgevonden. In de Orionse mythologie is er de mythe van Amaz, Hamaz, die geboren werd doordat zijn moeder door een beest verkracht werd, en zo samen met zijn moeder in gevangenschap door het beest opgroeit. Beiden worden ze zwaar mishandeld door het beest, maar als hij oud genoeg is slaagt hij erin het beest te doden, en erft alle titels die het beest had. Het beest,

zijn vader, is genaamd Pegun. Omdat zijn moeder was vergiftigd door het beest wordt zij meer en meer tot een monster, en zo moet Hamaz uiteindelijk vluchten. Pegun nam wraak door de Niceaanse cultus van de Jezus-godheid op te richten, om zo het overwinnende werk van Hamaz verborgen te houden. Pegun is dus al overwonnen door Hamaz, maar probeert dit zoveel mogelijk schuil te houden. Allegorisch gezien heeft Jezus gelijkenissen met Hamaz in de zin dat Jezus afrekende met zijn vader's religie door er een nieuwe overheen te bouwen, en door de maagdelijke geboorte. Hamaz had zijn vader gedood, en was gevlucht van zijn moeder. Door Pegun werd hij sinds kind zijn afgezonderd gehouden van zijn moeder, als een beeld van het protestantisme. Toen hij na de dood van zijn vader tot zijn moeder kwam, als een beeld van het katholicisme, vond hij al snel uit dat zij tot een monster was geworden. Hij ontdekt dat ook zijn moeder een demoon is, en vlucht van haar weg. Zo heeft hij dus zijn beide ouders verloren, wat een zwaar lijden is. Hamaz had het beest wat hem verwekt had onthoofd. Dit komt ook terug in de Griekse mythologie waarin Perseus het monster Medusa onthoofde. Zodra iemand een blik wierp op het monster versteende die persoon, zodat Perseus het monster moest benaderen zonder rechtsstreeks naar het monster te kijken. Perseus keek alleen indirect naar het monster door de weerspiegeling in het schild. Dit is een parallel van hoe de mens met het Jezus monster, de heks Jom, moet omgaan. De mens mag het niet rechtstreeks benaderen, niet letterlijk, maar alleen esoterisch, als door een gebroken spiegel. Perseus nam het hoofd van Medusa en gebruikte het sindsdien als een wapen, maar gaf het later aan de godin Athena die het op haar schild vastmaakte. Nu, wat heeft dit met Jezus te maken ? Een mens die op Jezus keek versteende. Ook het verstand versteende en werd verletterlijkt. De afgevallen zonen van God, de nefilims, waren mens geworden, en werden in de mens Jezus tot God gemaakt. Zij hadden de 'Jezus is God' belijdenis nodig, maar er is iets veel diepers gaande. De God is het hoofd, zoals Christus het hoofd van de kerk werd, het hoofd van het lichaam. Jezus is God, het hoofd, betekent alreeds dat het monster onthoofd is. Perseus gebruikte het als een wapen om zijn vijanden te verstenen. Hij kon zichzelf en anderen hiermee beschermen, en kon anderen ook redden van andere monsters. Hij gebruikte het hoofd van Medusa om hen te verstenen. Zij die 'Jezus is God' letterlijk nemen worden erdoor versteent, en zij die het esoterisch zien als het onthoofde monster zijn als Perseus die terugwijst op Hamaz. De mens moet leren het in zijn herinnering als een medicijn en een wapen te gebruiken. Het zal van belang zijn in de strijd om af te rekenen met de vijanden van zijn psyche. Hij komt er niet zomaar van los, omdat het een medicijn-wiel is wat hij nog niet heeft ontdekt. De Griekse godin Athena droeg het Medusa-hoofd op haar schild. Op het schild was het hoofd in een doodslaap. Medusa was een zeemonster van een drie-eenheid genaamd de Gorgonen. Het bloed van een Gorgon was aan de linkerhelft dodend en van de rechterkant is het genezend en dodenopwekkend, wat ook eigenschappen van Jezus zijn. Gorgonenkoppen werden gedragen als ornamenten op Romeinse wapenrustingen. Ook de gehoornde vikinghelm heeft een soortgelijke uitleg en de bizonkoppen die indianen dragen om een succesvolle bizonjacht te vieren in de bizondans, wat ook een ritueel voor de vruchtbaarheid was. Het hoofd van Medusa, de godheid van Jezus, is een verschrikkelijk monster op zichzelf. De mens moet leren dit hoofd op zijn schild te krijgen en het te gebruiken in de strijd. De mens mag er alleen mee omgaan in de esoterische, weerspiegelende zin, en niet rechtstreeks, want dan zou het hem daadwerkelijk ten val brengen. Alle herinneringen van de mens zijn aan de afgehakte Medusa-kop verbonden, als een heilsfeit wat de mens moet leren begrijpen. Het brengt de vijand ten val. De diepte is belangrijk, omdat er daar nog iets verborgen ligt wat van belang is. In de Amazone mythologie wijst dit alles terug op het hoofd van Ursus. Ursus was een zwijnenmonster die mensen wegsmolt als ze te dichtbij kwamen. Ursus kon alleen benaderd worden met rode veren die genomen waren van de kippen van Ert. De Amazones tooiden zich op met deze veren en vingen toen het zwijnmonster, en onthoofden hem. Zijn hoofd begon toen gif te druipen, wat zij gebruikten sindsdien voor de oorlog en de jacht. In de Medusa mythe was Medusa een kind van het zeemonster Ceto, of Cetus. Toen een koningin genaamd Cassiopeia opschepte over haar schoonheid en ging rondbazuinen dat ze mooier was dan

anderen zond de god Poseidon van de zee als straf toen een vloedgolf en het zeemonster Ceto, Cetus. Het is wat de nakers doen, die altijd beweren dat ze mooier zijn dan anderen, en het beter weten. Ook dit heeft parallellen met de trotse kippen van Ert met hun rode veren. Het valse maakt zich altijd groter dan anderen, met meer gezwaai. De mens moet komen tot diepere betekenissen, en moet zich hierin aarden, anders wordt hij weggeblazen. De mens moet eerst aan zichzelf sterven. Daarom moet er ijs zijn, wat de beginfase van de Ragnarok is. De apocalypse is al geweest in de geschiedenis. Het wijst zelfs op een vooraardse geschiedenis, zoals de Orionse geschiedenis en de Amazone geschiedenis. In die zin is het duizend jarig vrederijk allang geweest, en leven we nu in de tijd waarin het beest van de Jezus-godheid nog eenmaal werd losgelaten. Dit beest heeft vele koppen en hoorns, wat zijn climax had in de pauselijke macht wat overliep in het calvinistische complot en toen Toronto, de geest Elias. Dit was een oud beest die in zijn doodstrijd nog velen probeerde mee te sleuren, en nog even een paar laatste stuiptrekkingen had, als een doodshallucinatie. Dit verschrikkelijke woeste zwijnenbeest genaamd Ursus hadden de amazones al mee afgerekend, maar het had een cobra-geest genaamd Saveer die hen die nog niet ontwaakt waren zou teisteren, als in nachtmerries. Elias, de haai, is het merkteken van Saveer, als de giftige slangenbeet, in de demonologie. De mens moet het vuur leren ontdekken in de Amazone geschiedenis, om zo los te komen van deze geesten. Deze heilsfeiten zijn al geweest. De geschiedenis herhaalt zich voortdurend als een echo. Het wijst ergens op terug. In de Vur wordt dit besproken als een strijd tegen piraten, en dat het geheim in de rode veer ligt. Dat is ook de naam van het veertiende boek hierover. Door de grootheidswaan en grootheidszucht, de kippen van Ert, te vangen, en hun rode veren te nemen, konden de amazones Ursus, het zwijnenbeest verslaan. De piraat is in de Vur een beeld van de trotse kip, in boek 47. Het Misverstand. Toen zij het zwijnenbeest hadden gevangen en onthoofd droop er gif van de zwijnenkop af wat ze gebruikten voor de oorlog en de jacht. Dit gif is in de geschiedenis de Niceaanse geloofsbelijdenis, de Jezus-godheid, waarmee ze hun prooi afzonderden en in een soort slaaptoestand brachten. Het Calvijnse complot was over de wereld gekomen, het Jezus-beest was opgestaan, zijn wond was genezen, en de aarde ging het beest met verbazing achterna (Openbaring 13). Calvijn is ook het medicijn, als het een kwartslag gedraaid wordt. De mens moet leren het esoterische pad door deze religies te gaan, de verborgen betekenissen te ontdekken. Zo is het lijdenspad van Jezus ook vol schoonheid voor de esoterische mens. In de ijszee strijdt de mens tegen de haai van Toronto, Elias, de overmoedige afwimpelaar die tot het giftige luilekkerland leidt, als de komst van Sinterklaas. De mens die niet aan zichzelf wil sterven in de ijs-zee vindt valse troost en hulp bij deze geest. De Torontiaanse geest is christelijk hedonisme, christelijk bourgondisch leven. De mens wil het kruis niet, de mens wil de diepte niet, maar de oppervlakkigheid. De heiligen echter bestrijden dit beest en worden in vreze apart gezet. Zij sterven aan zichzelf. Toch heeft het Torontiaanse rijk ook esoterische waarde. De mens moet door dit gif heen om zo antistoffen aan te maken. Ook is het een grote test. De Toronto uitstorting is de ineenstorting van de mannelijke suprematie, als een oordeel. Toronto is de gesel van Calvijn waardoor de mens in de Twet put van totale hulpeloosheid valt. De mens moet zich dus niet overgeven aan Toronto, maar het leren gebruiken. Hiervoor moet de mens eerst aan zichzelf sterven in het ijs. Het ijs is het volledig loskomen van de menselijke invloed, de mensenvrees en mensenverering. De slag op Jakob's heup was ook een Torontiaanse slag. Toronto is een gesel in de hand van de Gnosis. Het teistert de heiligen, om hen tot het touw te drijven. Toronto is dus de manifestatie van de T-wet van Calvijn waarin de mens niets meer kan. Elias is de beet van de cobra, als het boze oog van Saveer, als de uiterlijke manifestatie van het 'homo-ousios', de Jezus is God leer, waarin de mens tot god wordt, zomaar door genade, als het eten van de verboden vrucht van het paradijs. Hierom rollen ze over de grond. Ze zijn gebeten door de slang, en het gif begint hun hersenen aan te tasten. Ze zijn prooi. Voor een kind kan de hand van Sinterklaas goed aanvoelen, maar het kind moet opgroeien in de demonologie, leren onderscheiden. Alleen het zware robotisme van de militaire demonologische kennis kan een mens aan zulk 'phishing' als Toronto laten ontkomen. Zonder strenge, meedogenloze automatismes is de

mens nergens. Jezus is de snelweg tot God, allemaal gratis, wat natuurlijk de meest vuile geesten aantrekt. Dit is het hele Toronto-gebeuren. Het heeft Spaans-Indische wortels in snelle zelfvergoddelijking. Het Spaanse complot gebruikte Calvijn als een code om Europa over te nemen, onder Spanje te zetten. Calvijn was dan wel protestants in naam, maar hij was een Spaanse meesterspion, een piraat. Zo plunderde het Spaanse complot de indiaanse schatten van de wildernis, ook door Calvijn. Calvijn was een pop, de sleutel tot macht over Europa, ook al was Calvijn een calvinist in plaats van katholiek. Calvijn was de trekpop van Alva in de demonologie. Het calvinisme is ten diepste dus de gecamoufleerde Spaanse macht. De ijsvijanden willen ons tegenhouden in de ijstocht, ons weglokken met snelle zelfvergoddelijkingen, zodat het vuur ons kan wegnemen. De vijand haat het ijs, omdat in het ijs de mens aan zichzelf afsterft. Is Spanje wel daadwerkelijk katholiek ? Neen. Spanje is de meesterspion. Het is het land van spionnen in de demonologie. Zij lopen met katholieke maskers, maar hun ware aard is islamitisch, en zo ook Calvijn. In de demonologie staan de geschriften van Calvijn bekend als de tweede Koran. Het zijn islamitische monniken in paarse gewaden met kappen. Paars is de kleur van de slaap. Zij infiltreerden door Spanje in het katholicisme als het paard van Troje, en zetten een opponent neer in de vorm van het calvinisme om door deze kerkelijke scheuring de macht te krijgen over Europa. Het is een islamitisch complot. Zij gebruiken de christelijke elementen als een code. Het zijn shapeshifters, narren. Spanje is de jokerkaart van Europa. Ook de vijand kent het esoterische pad en gebruikt het. Het zijn tekenen dat de mens ergens dichtbij is gekomen als we naar de Toronto uitspatting kijken. Het is een schaduw ergens van, een weerspiegeling. De T-wet is de totale hulpeloosheid en verlatenheid van de mens, wat zijn oorsprong heeft in de Islamitische leer dat God geen zoon heeft. Een mens kan op die manier ook niet meeliften om goddelijk te worden. Calvijn toonde dan wel een manier, maar dit was een strenge uitverkiezing, dus de mens kon hier totaal niets aan doen. De T-wet op zich is islamitisch. Calvijn is het masker. In het ravijn van de islamitische T-wet, de Ramadan, de grote leegte, wordt de mens tot waanzin gedreven, tot paniek, als een alarm. Dit is de verbrokenheid die gevoeligheid brengt. Hiermee werd Jakob geslagen op Pniël. Het is de climax en het merkteken van het touw, de gnosis gebondenheid. Deze rituele gnosis waanzin is de manifestatie van de oorspronkelijke Germaanse moeder godin Hel, die gedemoniseerd werd door de christelijke invasies. Toronto is een laffe schaduw van deze manifestatie. Het laat zien dat de mens heel dicht bij de schat is gekomen, maar eerst nog in strijd is met een wachter. Toronto, als de Spaanse bezetter, de meesterspion van de islam, heeft hele diepe hindoeïstische wortels in Shiva, de heilige waanzin van India. Natuurlijk is Toronto hiervan een corrupte, overmoedige vorm, een luchtweerspiegeling, een fata morgana. Shiva is de bevrijding, de emancipatie. De kerk die hopeloos naar bevrijding snakte heeft te snel naar deze schat gegrepen, terwijl het een phisher is. De kerk moest eerst de vijand verslaan, maar de kerk legde in grote smetvrees de wapens weg, en werd een tuinier, een boer, een schoonmaker. Zo oogste de kerk een voortijdige vrucht. Het was de verboden vrucht. De kerk werd meegenomen door een slang. Spanje is dus een ShivaansIslamitische geest. Hierin ligt tegelijkertijd de gnosis opgeborgen. Spanje heeft door het overmoedig grijpen naar gnosis het verstand verloren, en alles begon zich te verletterlijken. Zo werd de strijd tegen het beest, tegen de rund, letterlijk uitgevoerd tegen onschuldige dieren in plaats van de boze geesten. Zij maakten zichzelf een gouden kalf wat geofferd moest worden. In het Griekse wereldrijk kwam dit opzetten als Dionysus, de wijngod, en in het Romeinse rijk als Bacchus. Het is een offercultus, een eet-orthodoxie. Gulzigheid werd een overheersende factor. Shiva reed op de stier, Agni, de offergod. Dit plaatje zien we ook weer terug op een hele corrupte manier in Spanje, waar de mens op een wrede manier over de stier probeert te heersen. Shiva wil op de stier rijden. Shiva wil veel wijn drinken. Lang leve het grote Toronto. Shiva heeft een slang om zijn nek als het touw van de gnosis gebondenheid. Het touw om de nek verstikt de valse natuur van de mens, zodat de mens aan zichzelf sterft. Alle offerrituelen die we in de religies zien zijn schaduwen van de ware gehoorzaamheid. De mens moet door vele sluiers heen en vele wachters verslaan, oftewel begrijpen, om te komen tot de schat van heilige waanzin, de heilige bevrijding en onthechting. Het raadsel van Shiva heerst over Spanje. Het moet opgelost

worden. Het is het islamitische raadsel van de nacht van grootsheid, die komt ergens in de Ramadan, waar de heiligen op wachten. Hier vasten zij voor. Toronto is als het kijken naar die nacht door een kermis-spiegel. De spiegel moet ingeslagen worden, en de mens moet tot de nacht van grootsheid gaan, waarin zoveel engelen vanuit de hemel afdalen dat de aarde het niet kan verdragen. Het is het verschijnen van Gabriël, Jibriël, oftewel de Egyptische Geb, de ark. De mens moet hier vat op gaan krijgen. De tanden van het beest worden dus gewoon gebruikt om daar een ketting van te maken. De smetvrees moet de mens niet tegen houden. Hoofdstuk 8. Calvijn en Paulus De mens kwam in een patriarchische valstrik. Toronto, de geest Elias, is een wachter van de islamitische en hindoeïstische esoterie. Het werd groot in Europa via Spanje en Calvijn. Het is het snoephuisje van de heks van Hans en Grietje. Het mag niet gegeten worden, maar het is een wapen, en bedoeld voor decoratie. De heks van Hans en Grietje is een karikatuur van Hel. Alleen door de godin Hungr, het rijk van de honger, kan de mens tot Hel komen in de Noord-Germaanse mythologie, niet door het gulzig eten van het giftige snoep zoals in Toronto gebeurt. Dit is een dualiteit, want dit gaat zowel over de Islamitische invasie in het Romeinse Rijk als over Calvijn die door de reformatie kwam tegen het katholieke bewind, door het islamitische christendom. De T-wet van Calvijn komt namelijk ook weer terug in de islam, als de T-put van totale moederloosheid, want God heeft geen zoon. Het is de totale leegte waarin een mens totaal wordt onthecht. Het zijn heilsfeiten waar de mens niet aan kan ontkomen. Zowel de islam als het calvinisme zijn esoterische mysteriën die de mens overweldigen. Zij trekken de mens tot de T-put, de eeuwige Ramadan. Door de ijzeren wet van Mohammed en Calvijn sterft de mens aan zichzelf af. Cryptisch gezien manifesteert dat zich in ons leven als dingen waar we niet aan kunnen ontkomen. Een mens kan hiervan erg overstuur zijn als hij niet weet wat het is. Alles vertelt een verhaal. De Walkuren werden de uitverkiezers genoemd in de Germaanse Mythologie. Zij moesten de uitverkorenen die aan zichzelf waren gestorven op het slagveld van het leven trekken tot de Hal van de Uitverkorenen, waar het calvinisme op is gebaseerd. Zij binden de uitverkorenen met eeuwige touwen. Zij moesten een brute dood sterven, anders zouden ze nooit aan het hardnekkige zelf kunnen sterven. Zij moesten gebroken worden, en alleen dan zouden de Walkuren, de Germaanse amazones hen meenemen. Zij werden geleid tot het krijgersparadijs genaamd "Walhalla", wat Hel voor de gevallenen betekende, of gewoon Hal voor de gevallenen. Hel was in de Germaanse mythologie niet negatief, maar gewoon de vruchtbaarheid. Op weg naar het Walhalla, naar Hel, moesten de krijgers veel gevaren overwinnen. Zij moesten de honden, of wolven, Freki en Geri overwinnen, hebzucht en vraatzucht. De lijdens- en de hongermystiek ging ook in de Germaanse mythologie diep. Het Walhalla is de Germaanse hemel, waarvan de aarde een schaduw is. De mens begint dan de waarde van zijn vijand te zien, als door een esoterische bewustwording. Dat is ook de ware definitie van de metafoor van wijn. Iemand die vast blijft houden aan letterlijkheden, het materiële bestaan en denken, kan dit niet zien. Alleen zij die door de hongermystiek aan zichzelf sterven kunnen het zien. Zij komen tot de heilige waanzin. Zij drinken wijn in het walhalla. Daar waar wijn wordt tot hedonisme en materieel genot zoals in Toronto, daar is het geen wijn meer, maar vergif. De honger-mystiek in de islam is de Ramadan-mystiek die tot de nacht van grootsheid leidt. In deze nacht is de hemel geopend, en dalen vele engelen neer, als de Walkuren die op zoek zijn naar de uitverkorenen om die te verzegelen, wat ook terugkomt in Openbaring. Er is dus een dualiteit, een goed deel en een slecht deel. Het slechte deel is ook in de mens, en moet overwonnen worden. Hierin ligt het gevaar extreem en fundamentalistisch te worden, oftewel uit balans. Alleen door de heilige wijn kan de mens hieraan ontkomen. Alles moet gekeurd worden, wat ook de betekenis is van het woord 'Walkuren', zij die de

gevallenen keuren. De tocht naar het Walhalla hebben parallellen in de Griekse mythologie in de Dionysus-mysteriën. De wijn was het beeld van de lijdensextase, als de anti-climax, wat dan weer een climax op zichzelf is. Het was de uitbeelding van de seizoenen waarin de mens aan zichzelf afstierf om zo tot leven te komen in een nieuw bewustzijn, dieper. De godin Demeter schenkt de knaap Triptolemos een graanhalm, als het symbool van de honger, het vasten en de discipline die hij moet leren. Hij moet ingewijd worden in de hongermystiek van Dionysus, die een Griekse voorloper van Jezus was. Hij moet ingewijd worden in de Ramadan. Alhoewel de Dionysus cultus hedonistische uitspattingen zoals Toronto kende, waren de Dionysische mysteriën oorspronkelijk ervoor om afgezonderd te worden om profetische openbaring te ontvangen. Toen de Romeinen dit voortzetten in de Bacchus cultus was dit om gestalte te geven aan de grootst mogelijke schandelijkheden, wat ertoe leidde dat deze feesten werden verboden. Als de mens denkt dat hij alles in kannen en kruiken heeft, dan is het vaak tijd voor een nieuwe ontmoeting, met een nog grotere realiteit. De religies zijn vetgemest en verzadigd, denkende dat ze alles voor elkaar hebben, maar het feit is dat zij allemaal verdeeld zijn tegenover elkaar omdat hun zintuigen niet werken. Ze leven door geloof in de overlevering, vaak door de geboorte bepaald. Zo worden zij tegenover elkaar opgezet. De religies hebben een diepere mystieke ervaring nodig in de T-put van de heilige honger, een heilige, profetische waanzin waardoor hun zintuigen opengaan, als een tegengif tegen Toronto. De mens moet komen tot de heilige wijn van de hongermystiek, waar de Dionysische mysteriën een beeld van waren. Toronto ontstaat waar deze mysteriën niet diep genoeg gaan, en zo ontstond ook Jezus Christus, die kwam om deze mysteriën te roven en af te dekken. Het is hetzelfde als Mozes die het volk tot de honger-wildernissen te leiden, opdat het volk zo tot het beloofde land zou komen, de honger-extase. In de Orionse mythologie is Mozes 'Aalmen'. Zippora, de vrouw van Mozes, is dan de Israëlitische vorm van Ariadne-Ariana, de GrieksRomeinse godin van het touw en de vrouw van Dionysus-Bacchus. Bacchus wijst terug op de Afrikaanse riviergodin Buk. Zij wordt ook wel de luipaarden-godin genoemd en het luipaard van de nacht. Het luipaard is het beeld van de merktekens van de honger. In de Surinaams-Indiaanse en de Amazone mythologie is zij Bakroe, de godin van de oorlog. De vergoddelijking van Jezus is de komst van Bacchus, met als climax het grote Toronto. Het is de climax van een industrie, als een betaling, als een rijtuigen-industrie. De koning zit op het beest. Toen Dionysus door piraten was ontvoerd op een piratenschip veranderde hij de mast in een wijnstok. De piraten sprongen van angst in het water en veranderden in dolfijnen. Dolfijnen zijn een metafoor van de paradijselijke hersenen. De piraten werden dus vervangen door dolfijnen. Vaak als er iets ergs gebeurt in ons leven, dan komen ook andere herinneringen terug. Het staat allemaal met elkaar in verbinding. De islam bracht het Romeinse rijk ten val. Daarna kwam Calvijn die er nog een grote schep bovenop deed, wat allemaal leidde tot de komst van Toronto, Bacchus. Bacchus was een wilde, bloeddorstige god, die volkeren innam zoals Mozes, en die uit Egypte door de Romeinen was overgenomen, ook als een voortzetting van de Dionysus cultus. Bacchus was een oorlogdsgod met wilde vrouwelijke volgelingen genaamd de Bacchanten of Manaeden, die de Bachanalia vierden, Romeinse feesten ter ere van Bacchus, ook wel de Bacchische mysteriën of orgiën genoemd. Deze feesten bestonden uit de sparagmos, het jagen op en verscheuren van een rund, als beeld van de god Dionysus, en de omophagia, het eten van de geslachte. Dit stond symbool voor de wilde natuur die de beschaving overwint, en voor het breken van de muur tussen de wildernis en de beschaving, en om zo in dieper contact met Dionysus te krijgen en deel te hebben aan zijn natuur. Dit was de voorloper van het avondmaal. Het Bacchusisme was daarom een bloedoffer-religie die het christendom zou voortbrengen. Ook Jezus moest verscheurd en gegeten worden, en Toronto was de dronkenschap hierdoor. In Athene was er 'het feest van de wilde vrouwen,' genaamd de Lenaea, en daar moest speciaal eenjarig vee gegeten worden om het kind Dionysus voor te stellen, zijn dood en wedergeboorte. In de letterlijkheid is het niet bruikbaar, en crimineel, maar in de hongermystiek kan het mes diep snijden. Ook in de wildernis culturen kwamen zulke feesten voor, en dan is het noodzaak om op zoek te gaan naar de diepere betekenis. Het zijn schaduwen van de geroofde gnosis. Alleen door in de diepte te gaan kan een mens het terugroven. In de Amazone theologie behoort de Bachanalia tot de oorlogsgodin Bakroe en tot de

Zippora Mysteriën. Zippora is de besnijder. Alle oorlog heeft te maken met de besnijdenis. Daarom is Zippora ook nauwverbonden aan Bakroe. Zippora is de vrouwelijke Mozes of Bacchus, als Ariana, het merkteken van het touw. Bacchus werd in Egypte ook Mises genoemd, en werd zoals Mozes ook verbonden aan water, als het opkomen uit het water, het zijn aan het water, zoals de vrouw op het beest die aan vele wateren zit. Beiden waren verbonden aan slangen, en veranderden hun stokken in slangen, als een beeld van de gnosis gebondenheid. Waar deze mystiek niet diep genoeg ging kwam er een mannelijke monopolie, een grote corruptie. Daarom moet de hongerschool terugkeren. De Bachanalia van de wilde vrouwen is dus heel allegorisch. In de Amazone mythologie zijn de Bachanalia de oorlogs-mysteriën, de besnijdenis-mysteriën van Zippora om af te rekenen met de valse natuur en het zelf. Dit is verbonden aan de Levitische Grote Verzoendag waarin een bok wordt gekozen voor de slacht, en een bok voor verstoting. Wel is het zo dat de verstoten bok van de rotsen werd verdreven, zodat de bok ter pletter viel. Er was een rood touw om de horens van de bok gedaan, wat in de esoterie een geheimenis van de heilige gebondenheid is, wijzende op het rode touw van Jozua. In Spanje, in Zamora, was er ook de traditie om bokken van de torens af te werpen, en in de slavernij-geschiedenis werd een bepaalde manier van vastbinden aan een dwarsbalk "de Spaanse bok" genoemd. Dit wijst allemaal terug naar de Grote Verzoendag, de sabbath van de sabbathen in het Judaïsme, zoals er in de islam de nacht der nachten is in de Ramadan. Er is alleen leven in de honger. Het voortijdig grijpen doet de mens verstenen. De honger mystiek is een school, wat de originele betekenis was van de Bacchus mysteriën van Dionysus. Van Bacchus komt ook het woord bakker en bakken. Alleen het hongerzaad is tot eeuwig leven, terwijl het zaad van overmoed tot de eeuwige vergetelheid leidt. De mens moet geduld en discipline leren. De mens moet Toronto overwinnen en het herleiden tot de oorspronkelijke mysteriën die hieraan esoterisch ten grondslag lagen. Daarom zegt het Eeuwig Evangelie : "Zalig zijn zij die ingaan tot Spricht." Spricht is de honger. Onverdiende genade zou de mens direct verstenen. Loon komt alleen door diepe honger, in ascetisme. Genade zou de geslachtsdelen vergiftigen. De Bacchus cultus was diep doorgedrongen in de kampen van de Israëlieten. Zij die Bacchus zouden afwijzen zouden een ziekte in hun geslachtsdelen krijgen. Dezelfde bedreiging geldde voor hen die de God van Israël zouden afwijzen in het OT. Overmoedig zaad is een ziekte. Zo is het leven zelf een geslachtsziekte. Oorspronkelijk was Bacchus-Dionysus de Wetgever, die zijn wetten had gegraveerd op twee marmeren tabletten, zoals Mozes. Oorspronkelijk was deze cultus dus een cultus van restrictie, en geen oeverloze losbandigheid. Als de mens tot de grenzen nadert, dan wordt hij geslagen, als een beeld van de grens. Het offeren was aan allerlei rituelen verbonden. Het was een bloedoffercultus, en die is alleen geldig in de diepe esoterie. Letterlijk gezien leidt het tot de dood. Juist door hier niet aan deel te nemen werden mensen buitenbeentjes en kwamen zij onder het oordeel. Zowel Mozes als Bacchus onderwezen het volk in de wildernis over deze rituelen, over deze tradities, die dus alleen waarde hebben in de gnosis. Beiden waren voortgekomen uit het riet, als een beeld van de honger cultus. Zij moesten de mens leiden tot het beloofde land. Bacchus was oorspronkelijk verbonden aan de literatuur en strengheid, maar werd steeds corrupter in de opkomst van het Romeinse Rijk, wat zijn climax kreeg in de Toronto uitbarsting. De mens moet balans leren. Honger is een vrucht die moet rijpen. De vrouw is een archetypisch beeld van de vrucht van honger, de honger-extase, waardoor de mens in een droom komt. De vrouw is een beeld van Bacchus als Bakroe, een realiteit diep in de mens zelf. Elk mens heeft een mannelijk deel, het hongerpad, en een vrouwelijk deel, de oogst van honger. Daarom staat de vrouw ook voor overvloed. De vrouw is de wijn. De man is het pad hier naartoe. De vrouw is in die zin het sterke van de man, zijn oogst, zijn loon. De verbinding van man tot vrouw is dus van zwakheid tot sterkte, maar in het buitenparadijselijk gebied was dit door de zondeval omgedraaid. Bacchus werd geboren vanuit de heup, wat verwijst naar Jakob's heup waarop hij geslagen werd tot kreupelheid. Jeremia, oftewel Aser in de demonologie, werd in een nekblok vastgezet opdat zijn profetenschap tot volmaking kwam. Zo werd hij gedreven tot heilige waanzin. Hij droeg een dwarsbalk op zijn schouders als de Spaanse Bok, waarvan ook de kruisiging

van Jezus aan een dwarsbalk een beeld van is. Ook Jeremia, oftewel Aser, werd belachelijk gemaakt, uitgescholden en bedreigd door de vijand. Hij werd gevangen gezet, gegeseld en in een put geworpen. Hij moest vernederd worden om tot een diepere extase te komen, namelijk de lijdens-extase, om zo aan de valse verhoging van de materialistische extase, Toronto, te ontkomen. Jeremia was een dienaar van het touw. Dwars door dit alles heen werkt de gnosis en worden de eeuwige realiteiten van de gnosis getoond. Het gaat niet om genade maar loon. We zien hier het grote mysterie van de goddelijkheid en eenheid van de Vader en de Zoon, waar de kerk zich altijd hysterisch aan vasthield. Wat hadden ze te verbergen ? In de esoterie kan dit gedecodeerd worden als deze schakelaar tussen man en kind binnen de mens zelf. Dit is dezelfde persoon die zowel door de rituelen van de man heengaat als door de rituelen van het kind. De man is dus niet de vader van het kind, maar het is het innerlijke kind van de man, oftewel de man zelf. De slang in het paradijs bood een snelle weg tot goddelijheid aan, waardoor de mens hoogmoedig zou worden en verdeeld tegen elkaar. Hier waarschuwt Paulus tegen. De Jezus-slang is het valse touw, wat de mens trekt in deze dieptes. De mensheid moet deze heerschappij van de slang die het gevolg was van de zondeval overwinnen. Dit betekent niet het kind met het badwater weggooien, maar komen tot de esoterische diepte ervan. Het moet begrepen worden op een hoger niveau. In de Amazone theologie komt deze strijd terug als de jacht op de kippen van Ert, die grootheidszucht en grootheidswaanzin uitbeelden. Zij laten een mens altijd denken dat hij mooier is dan de ander, groter, sterker, en het beter weet dan anderen. Hierdoor raakt de mens los van het eeuwige touw, en valt in de ravijnen van de ongehoorzaamheid. De amazones moesten zich tooien met de rode veren van deze overmoedige kippen, die de kern van de zondeval uitbeelden, en alleen hierdoor konden zij Ursus, het zwijnenbeest van ongehoorzaamheid overwinnen is. De mens die niet aan zichzelf, zijn eigen eer, zijn reputatie, zijn naam, zijn trots en opgeblazenheid wil sterven zal nooit ver komen in de demonologie. De kerk komt in de climax niet verder dan de vulling van de Heilige Geest, wat gewoon een tandarts-vulling is. Daarna is de mens nog steeds verdeeld, want hij heeft het arena-implantaat ontvangen. Hij wordt zelf een vulling van de kerkbank, die zo geld in het laatje brengt door zijn hoogmoedig geschreeuw dat hij het allemaal beter weet. De kerk is ziek tot op het bot. Paulus toont een veel hogere weg, namelijk de heilige gebondenheid, zoals hij sprak : '22. En zie, nu reis ik, gebonden door de Geest, naar Jeruzalem, niet wetende wat mij daar overkomen zal, 23. behalve dat de heilige Geest mij van stad tot stad betuigt en zegt, dat mij boeien en verdrukkingen te wachten staan. 24. Maar ik tel mijn leven niet en acht het niet kostbaar voor mijzelf, als ik slechts mijn loopbaan mag ten einde brengen en de bediening, die ik van de Here Jezus ontvangen heb om het evangelie der genade Gods te betuigen. 25. En nu, zie, ik weet, dat gij allen, onder wie ik rondgereisd heb met de prediking van het Koninkrijk, mijn aangezicht niet meer zien zult. 26. Daarom verklaar ik u op de dag van heden, dat ik rein ben van aller bloed; 27. want ik heb niet nagelaten u al de raad Gods te verkondigen.' Handelingen 20 Er is iets hogers dan de vulling van de Heilige Geest, de giftige tandartsvulling die het zenuwstelsel door de war schopt en tegen zichzelf opzet en dan tegen anderen. Dit hogere pad is de heilige gebondenheid. Ook de heilige Geest is een boef. In het boek Job werd er daarom op gezette tijden tegen de geest gestreden. De mens moest komen tot de bitterheid van de ziel, tot het Pasen. Het pinksteren was een overmoedig en uit de hand gelopen Toronto feest geworden, terwijl het oorspronkelijk een offerfeest was om de bevrijding van Egypte te herdenken, de terugkeer tot de wildernis en het beloofde land. De gevallen mens vertrouwt blindelings op de doktershand die het implantaat aanbrengt, en is dan tegen de ander verdeeld, opdat de doktershand snel meer patiënten heeft. De mens is te dom om te begrijpen dat hij wordt opgezet. De mens is een lage demoon. Alleen het touw kan bevrijding schenken. Daarom heeft de mens ook de boodschap van Jezus Christus niet begrepen, waar hij op terugwees, maar zij gingen deze piraat verafgoden, hetgeen zware godslastering is, wat een kenmerk zou zijn van het beest. In grote verbazing ging de aarde het beest achterna wiens wond was genezen. Sinsdien vereerden zij deze arts. De mens is gevoelig voor zulke sluwe weldoeners. De mens mocht niet genezen worden door valse heelmeesters die

stinkende wonden maken. Neen. De mens moest aan zichzelf sterven. Gelukkig is deze esoterische boodschap nog wel te vinden voor de oplettende lezer. De leugen kan de waarheid niet totaal vernietigen. De leugen is gedoemd tot het dragen van de waarheid diep binnenin, en tot het zijn van diens heraut. Daarom kunnen wij met recht zeggen, en met Paulus : Hoe wonderlijk is dit evangelie. Paulus wijst nog steeds de moderne mens terecht, die in een religieus syndroom leeft, als een theocratisch dictator die anderen teistert met zijn waanideeën. De mens is niet in staat vanuit het vlees tot God te komen. Het vlees moet sterven. Alleen profetisch kan de mens tot God komen, maar alle profetie moet getoetst worden. Niet aan de bijbel, maar aan God, aan de gnosis. De mens moet ontwaken en blijven waken. De Vreze des Heeren is het begin en het hoofd van de wijsheid in de Hebreeuwse grondtekst. Het is als het Genesis van een leven met God, de Gnosis. De vreze voor mensen gaat hier dwars tegenin. De vreze voor mensen laat een mens de bijbel vereren, en de gnosis afwijzen. Er is een valse vreze die veel in de kerk kapot heeft gemaakt. Het touw komt niet zonder de vreze die alles loslaat en aan zichzelf sterft. Als een mens de bijbel niet kan loslaten, en bijbelteksten blijft uitspreken in het gezicht van God wanneer hij voor de troon moet verschijnen, en zo God over God wil spelen, omdat menselijke geschiedenis hem heiliger is dan God Zelf, dan kan zo'n mens niet waarlijk tot God komen. Paulus liet al zien dat het woord de pneuma was in Efeziërs, oftewel de gnosis, wat een synoniem daarvan is. Het is niet materieel. Je kunt het niet kopen. Je kunt het niet in je hand houden. Het merkteken van het beest dat de mens in de hand krijgt is de bijbel. Ware heiligen hebben het touw van de gnosis ontvangen. Zij zijn geen materialisten die het boek van Mammon vereren. Het verhaal van Paulus heeft esoterische vrucht voortgebracht. Alleen de dommen gooien alle schatten van Paulus overboord. Het Paulus verhaal wil opnieuw baren. Er zal een nieuwe oogst zijn, een hoger inzicht. Alleen zo kan de piraat verslagen worden. Als een piraat een schat gestolen heeft, dan moet niet de schat met de piraat verbannen worden. Zij die zo handelen vergrijpen zich ernstig aan de demonologie. Zoveel mensen zijn niet in staat om tot deze geheimen te komen, omdat zij niet aan zichzelf willen sterven, en niet wederomgeboren willen worden. Natuurlijk hebben zij wel hun eigen surrogaten van deze dingen als piraten onder elkaar. Zo pronken zij uitbundig met hun piratenschepen vol van religieuze rijkdommen, alles wat ze geplunderd hebben. Laten wij uiterst dankbaar zijn dat de schatten die de piraat Paulus had geroofd nog steeds zo'n grote corrigerende functie hebben in de piraten gemeenschap, en grote woorden van oordeel betekenen. Jezus en Paulus zijn beiden grote piratenleiders die veel massale leidinggevende schatten hebben geroofd. Hoe moeten we het lijden en sterven van Jezus Christus dan zien ? Dit is het grote paassterven waarin de mens afsterft aan het letterlijke en het materiële om zo te komen tot de esoterie, de gnosis, het metaforische. Zij die nog steeds Jezus Christus als letterlijk en materieel zien zijn dus nooit waarlijk met Jezus gekruisigd en gestorven. De beste stuurlui staan aan wal. Sterf aan uw Jezusbeelden en Jezus-afgoderij. U hebt uzelf gesneden beelden gemaakt van God. De besnijdenis moet diep gaan, en niet materieel en oppervlakkig. Het boek Leviticus gaat allegorisch gezien over de besnijdenis. De besneden Paulus is hier alleen maar een beeld van, een allegorie. Hierin heeft de lijdensmystiek een belangrijke plaats, waardoor de mens aan zichzelf sterft. Alleen de dwazen hollen weg met een letterlijk geloof in Jezus als de deur tot zaligmaking. Wat Paulus zegt gaat veel dieper. De piraat Paulus had sieraden geroofd die hem ook zouden ontmaskeren uiteindelijk. Hij had grote alarmen geroofd, en dat alarm keerde zich ook tegen hem. Daarom getuigen zijn brieven van zoveel waarheid en zijn ze nuttig op het demonologische en esoterische pad. Zij die alleen maar in Jezus geloven en de kruismystiek afwijzen maken zo automatisch hun buik tot god. Zij doen hiermee aan snelvergoddelijking van het Toronto restaurant. De kruismystiek, of lijdensmystiek, moet tot diepte komen in de hongermystiek, om zo tot de oneindige kennis te komen. Paulus ontmaskert de zwijnse grenswachters hiervan, de buikaanbidders. Dit gaat zo diep vandaag de dag dat er een hele tabernakel-theologie is opgesteld en een priesterschap voor de buik-aanbidding. In de stad zit mr. Joe sixpack op de troon, die aandacht vraagt voor zijn buik. De buik is onderverdeeld in protsende stenen van zijn Toronto-vreet-orakel. Het is een parasiet die in zijn buik leeft. Trots toont hij overal

zijn buik, en vraagt aanbidding. Hij is de nar van een restaurant, een apenkoning, een tussenvorm van Saveer. Een tussenvorm van Elias is de schorpioen, die dan direct zijn volgelingen aborteert. Het zijn Marsiaanse demonen. Alles wat de mens om zich heen ziet is hun code. Cryptisch slachten ze de mens. Het zijn grenswachters van de kannibalen-industrie. Hamburgers, dat is wat de mens is. Hoe ontkomt de mens aan het vreet-orakel ? De mens moet de cryptiek leren zien. De buik is verbonden aan de mond, en de mond is voor demonen van belang om hun paardenbit in te leggen voor de teugels. Zij willen de mens tot een rijtuig maken. In de diepte is het dus een auto-industrie. De mens moet verlost worden van zulke 'rijders' of 'ruiters'. Door Toronto, de kroon van waanzin, de kroon op de religieuze vraatzucht, wordt de mens tot rijtuig gezalfd voor demonen. Dat is ook de betekenis van Getsemané : olie pers. Ook tanken daar de rijtuigen bij. Er is een groot verschil tussen het letterlijke pad door deze dingen en het esoterische pad. Het esoterische pad is het hongerpad, de Ramadan, die tot de nacht van grootsheid gaat, als de hongerkroon van heilige waanzin. In de leer van Calvijn is de heilige vrede de teugels van het rijdier die de restrictie uitbeelden, zoals in de grondtekst het woordje 'eirene' beveiliging betekent, en de verheven en gezegende staat van de heilige na de dood, na het sterven aan zichzelf. Het betekent in de Germaanse context de zogeheten 'einherjars', de eigen-overwinnaars die door de walkuren, de Germaanse amazone godinnen van de oorlog, zijn opgenomen tot Hel, de Germaanse moeder godin. Zij hebben de kroon van heilige, profetische waanzin ontvangen, omdat zij henzelf hebben overwonnen, hun ego. Zij hebben zo een hoger bewustzijn ontvangen. Dit is de Germaanse glorie van deze verzen. Zij wijzen terug op de amazone realiteit achter alle dingen. Niemand kan daaraan ontkomen. Het is een religieuze tijdbom. De piraat Paulus weet wat honger is, en neemt er genoegen mee. Er is een verbinding tussen honger en overvloed. Honger leidt tot de overvloed van kennis, in heilige waanzin. Maar die overvloed is wel een restrictie, en is niets anders dan de overvloed van honger, niet horizontaal, maar vertikaal, in de diepte. Het is de overvloed van de hongermystiek, maar ook hierin zijn vele gevaren voor de onoplettende reiziger. Hoevelen vallen wel niet ten prooi aan de subtiele valstrikken opgesteld ? Daarom moet een mens de demonologie kennen. De mens moet komen tot het touw. Genade, charis, is in de Griekse grondtekst gewoon loon. Er is dus werk te doen, een opdracht. In Toronto gaat de mens lui met pensioen. Hoofdstuk 9. Calvijn en de Vijf Pilaren De honger mystiek wil dat de mens eenwordt met Jezus Christus, die doorwijst op allerlei andere archetypes in de geschiedenis. De religieuze schatten moeten niet zomaar weggeworpen worden omdat zij onrein en corrupt zijn, maar zij moeten beschouwd worden als visgebied waar de mens kan vissen naar esoterische waarheden. Jezus is het Woord, de logos. Dit is het Woord van het kruis, waar ook het volgende vers over gaat. De wijsheid van woorden is hieraan tegenovergesteld de valse wijsheid die mensen naar de mond praat en protst. De vleiers gaan tegen het kruis in. Het Woord des kruizes is niet romantisch, vermakend of adverterend. Het Woord des kruizes is een bevel, een uiteenzetting van de Wet. De heilige waanzin moet verkregen worden door veel hindernissen in de hongermystiek. Zonder demonologie is de wijsheid slechts ijdelheid. Op de bodem van de zwakheid ligt kracht. Het volk moest een hongertocht maken door de wildernis om tot het beloofde land te komen. Je komt tot kracht door door de honger wildernissen te gaan. Kracht betekent gevoeligheid, kennis. Velen haken af en gaan terug tot de steden om kracht te roven. Ze nemen hiervoor de sieraden van de stad waardoor ze verstenen en de wildernis niet meer kunnen binnengaan. Ze worden gebruikt als bouwstenen van de stad. IJdele welsprekendheid en wijsheid dooft het kruis uit en verbergt het in trots en eerzucht. Dit is ook wat Calvijn stelt in zijn commentaar op de Korinthiërs brief. Er is dus een geest van valse versiering die op de loer staat om

de mens van het kruis weg te nemen, en van de honger mystiek, zodat de mens het beloofde land niet in zal gaan. Er is een strijd tegen sierzucht, het overmoedig en vals sieren van de stad, wat ook in woordgebruik naar voren kan komen. Weest op uw hoede voor hen die zich zo opstellen. Zij zijn ten prooi gevallen aan de geest Elias, de duivel van Toronto. Zij zijn overmoedige grijpers waardoor zij verstenen. Dit wordt in de Amazone theologie ook 'nak' genoemd, waar het woord 'naker' vandaan komt, de 'dochters der mensen' die het nephilim geslacht grootmaakten in Genesis 6. Hier ligt dus zowel bij Paulus als Calvijn een grote waarschuwing. De ware wijsheid is oorlogs strategie die ontstaat wanneer de honger rijpt. De grafrovers willen hier niet op wachten. Zij zijn piraten. Zij gaan niet aan het kruis. Zij kruisigen alleen. Zij gaan niet diep de wildernis in. Zij gaan naar de mausoleums en kerkhoven van de stad om daar kostbaarheden en sieraden te roven. Zij willen zelf niet sterven. Het gaat er dus om om tot het onuitwisbare merkteken van het touw te komen, de heilige waanzin. De mens moet komen tot de heilige onweerstaanbaarheid, de vierde esoterische wet van Calvijn, oftewel de I-wet (irresistible). In Calvijn's letterlijke leer is dit onweerstaanbare genade, maar genade is een misvertaling van het Griekse 'charis', wat wel degelijk om loon gaat. De mens moet dus de vierde wet ontvangen. Dit is ook de vierde wet in het amazonisme. We begaan stelselmatig het esoterische pad van het calvinisme, de gereformeerde esoterie, die voortkomt vanuit de islamitische esoterie. De vierde wet van de heilige onweerstaanbaarheid, het touw waar niet tegen verzet kan worden, komt voort vanuit een grote honger, een vasten, wat in de islam de Ramadan wordt genoemd, en wat ook één van de vijf zuilen van de islam is. In het calvinisme is de honger de eerste wet, waarin de mens totaal verlaten is en hulpeloos, de T-wet. Dit is de reden waarom God in de islam geen kinderen heeft. Alles is in de honger, alles is in de verstotenheid. Alleen zo kan de heilige onweerstaanbaarheid zuiver wortel schieten. De mens kan geen vast voedsel verdragen hier, en is overgeleverd aan melk. Paulus laat zien dat er een duidelijke voedsel-restrictie is, zoals ook Jeremia dit laat zien. Wanneer we het over God hebben in de calvinistische esoterie dan hebben we het dus over de heilige onweerstaanbaarheid, de vierde wet. Zonder deze wet zou de mens nog dingen uit zichzelf doen, vanuit het vlees. Alleen in de heilige onweerstaanbaarheid kan het vlees afsterven. Het Eeuwig Evangelie spreekt in dit opzicht over nieuw vlees ontvangen. De christelijke esoterie is prachtig, en kan zo diep gaan als maar nodig is, maar de christelijke letterlijkheid is een verschrikking. Mozes liet zien dat door te offeren de mens kon afrekenen met de zonde, en dit offeren is de gehoorzaamheid. Veel Judaïsten nemen dit nog steeds symbolisch, terwijl de christenen het hebben verletterlijkt. In de Jezus Christus leer gaat het erom jezelf te offeren, maar er werd in het boek Daniël al geprofeteerd dat het dagelijkse offer gestaakt zou worden. Deze profetie is vervuld in de genade leer die kwam opzetten in het latere christendom, in het Paulinisme en het Calvinisme, die berust op een selectieve vertaling van het woordje 'charis'. De mens werd onderworpen aan de uitverkiezing, die zijn climax kreeg in het calvinisme. In die zin had het offeren geen nut, want als je niet uitverkoren zou zijn dan zou je nog verloren gaan. De mens kon dus niet meer offeren. Het werd gestaakt. Wat is de esoterische betekenis hiervan ? De mens mag niet overmoedig offeren, maar moet weer worden als een kind. De mens verloor het zo corrupt geworden priesterschap, en werd tot een hulpeloze tentslaaf. De mens moest het overmoedig strijden opgeven. Hierin kreeg Jezus Christus een hele andere betekenis. Korinthe was een stad van grote sierzucht en materialisme. Wat kunnen we esoterisch hier van leren ? De offerdieren werden versierd, zoals ook Jezus werd versierd voordat hij werd geofferd. De sieraden staan voor de restricties van de gnosis, opdat betekenissen niet oeverloos worden. Dit is alreeds een groot oordeel. De sieraden zijn tot transformatie van de vijand, tot inpassing in het esoterische systeem waarin alles bruikbaar is. De mens wordt versierd met educatie, met gnosis. Dit is ook wat de jacht in diepte betekent : het versieren met kennis, zodat alles kan veranderen, diepere betekenissen kan krijgen. Dit moet met alles gebeuren. De mens moet niet zo overwijs worden dat hij smetvrees krijgt. Mozes stelde de offerdienst in, de noodzaak tot gehoorzaamheid. Jezus was het beeld van de opoffering van het zelf, en Paulus was de diepere dimensie van de heilige onweerstaanbaarheid,

omdat de mens dit niet uit eigen kracht kon. De islam bracht de totale hulpeloosheid, de Ramadan. Al deze vier elementen werden uitgewerkt in Calvijn : Mozes was de derde wet, de L-wet van gelimiteerde verzoening. De L-wet is de scheiding tussen de uitverkorenen en de goddelozen. Jezus was de komst van de vijfde wet, de P-wet van de volharding van de heiligen, wat zeer persoonlijk is, alhoewel Calvijn stelde dat de andere wetten hieraan vooraf gingen, omdat de mens vanuit zichzelf niets te willen heeft, i.e. geen vrije wil heeft. Dit was een groot oordeel. De islam is de eerste wet, de T-wet, de put van de Ramadan, oftewel de hongerput. Paulus was de vierde wet van de heilige onweerstaanbaarheid, de I-wet. Calvijn zelf was de tweede wet, de U-wet, van de uitverkiezing, wat zijn Germaanse wortels had in de komst van de Walkuren, de Germaanse amazone godinnen, die op zoek gingen naar hen die op de strijdvelden een brute dood aan zichzelf waren gestorven. De mens moet afsterven aan de valse sierzucht van het materialisme, en zich sieren met de heilige kennis, maar dit gebeurt in het verborgene. De mens moet niet opgeblazen in de kennis worden. De valse sieraden van religieus en stads materialisme oordelen vals en overmoedig, wat een teken is dat ze zelf onder het oordeel zijn. De valse sieraden roddelen vluchtig. Een groot esoterisch sieraad ligt hier in verborgen. De mens moet de Ramadan-mystiek leren kennen, diep afdalen in de T-put, om zo tot de heilige onweerstaanbaarheid te komen. Op dit punt is de mens hard geslagen, een brute dood gestorven, zodat hij niet meer naar het strijdveld terugkan. Hier heeft de mens zijn dwaze zelfverzekerdheid verloren. De mens wordt zoals Jezus Christus versierd met spot. Paulus bereidt hen daar op voor. Het gaat om de individuele honger. Dit gaat zijn hoogtepunt krijgen in de islam waar de mens geen vader meer heeft. De mens moet afsterven aan het hebben van een vader. Zo diep gaat de honger. In het evangelie moet de mens zijn vader en moeder verlaten om zijn vrouw, de gnosis, aan te hangen. Ook dit is beeldspraak. In diepte moet de mens de honger aanhangen als zijn vrouw, wat niet letterlijk is. De zogenaamde vrouw is gewoon een beeld van de verlatenheid. Dat is ook de betekenis van de zevenenzeventig vrouwen die de man in het paradijs krijgt. Het is de grote verstoting door de honger. De mens wordt bespot, zoals ook Jezus bespot werd aan het kruis. De mens moet zoals Job de dood begeren. Het leven heeft de mens misleidt. Alleen in de honger kan de mens waarlijk afsterven. Alleen de honger drijft de mens tot waanzin in de wildernis, om zo open te staan voor de oneindige kennis. Het door de stad geconditioneerde denken moet sterven, totaal uitgehongerd worden. De mens moet het blind grijpen naar rijkdom en het dwepende aanbidden ervan afleren. De mens overwint in die zin niet door het strijden, maar door het lijden. Wanneer de mens wordt opgetuigd met de attributen van het lijden sterft de mens. De mens is dus onderworpen aan allerlei grenzen, wat de heilige restrictie is, de derde esoterische wet van Calvijn. De vijf wetten van Calvijn, de zogenaamde TULIP, zijn in de gereformeerde esoterie vijf dynamieken van het heilige touw. Het bevel van de Heilige Restrictie, de derde wet, de L wet (limited atonement), legt het alarm aan, en staat zo gelijk aan de demonologie. Dit bevel is : "Leert uw grenzen kennen." In het amazonisme is dit de vijfde wet. In de islam is dit de tweede zuil, de tweede wet, van de heilige rituelen (rituele gebeden). Het ritueel is een uiting van de heilige grenzen. Hier wordt de werking van het alarm besproken. Het alarm is niet alleen om de grens te verduidelijken, maar ook om pijn en oordeel te leveren zodat de mens zich daadwerkelijk terugtrekt. Wel is het zo dat de Heilige Restrictie de mens eerst test, door getuigen op te stellen die de mens in verzoeking proberen te brengen, hen af te leiden van de waarheid, opdat ze de grens zullen overtreden. Vandaar dat de vijfde wet van het esoterische calvinisme zo belangrijk is : de volharding van de heiligen, oftewel de heilige eeuwigheid, de P-wet (perseverence). In de esoterische islam is dit de eerste zuil, de sjahada, het eeuwige getuigenis. In het amazonisme is dat de derde wet die de mens in alle horizontale beweringen over rassenverschillen en cultuurverschillen doet afsterven, om zo eerst een vertikale verbinding met de eeuwige bron te maken, om vandaaruit te komen tot de bruggen met hen die ook die verbinding met de eeuwige bron vertikaal hebben gemaakt. Dit zijn dus de bruggen tussen de "vertikalen." Zij die puur

horizontaal leven en verschillen maken op basis van uiterlijkheden zitten nog steeds vast in een bepaalde vorm van materialisme. Het vlees moet dus afsterven door de wetten van het esoterische calvinisme. De mens moest eerst wel vluchten van dit piratenschip, uit deze piratenstad, om zo te komen tot een EHBO programma. Maar nu moet de mens de geroofde gnosis weer terugroven. De mens moet terugkeren tot de stad om te komen tot de heilige wetten, om zo daadwerkelijk tot de wildernis te komen. De mens kan niet komen tot de wildernis als hij de stad niet plundert, als hij het raadsel van de stad niet begrijpt. De mens met smetvrees zal halverwege sterven en verstenen tot in alle eeuwigheid. De honger is er voor in het amazonisme, als de tweede wet, om los te komen van het letterlijke en te komen tot het symbolische en cryptische, oftewel het esoterische. Dit is de Ramadan zuil in de islam, de vierde wet. In het calvinisme is dit de eerste wet. Het amazonisme heeft de stellingen van het esoterische calvinisme, waartoe het fundament al werd gelegd in de islam. De eerste wet van het amazonisme is de esoterische uitverkiezing van de gnosis, die gebaseerd is op het Germaanse fundament van de Walkuren die dus niemand meenamen die niet door een brute dood aan zichzelf waren gestorven in de strijd. De eerste wet is de amazone verkiezing, de grote walkure ontvoering van de zielen die aan zichzelf zijn afgestorven, om hen te leiden tot het touw. Dit is een heilige verkiezing. Dit is het moment waarop de mens terugkeert tot de baarmoeder, de heilige wedergeboorte. De mens wordt zo krijgsgevangene om te dienen in de heilige oorlog, de Ragnarok, wat de honger mystiek is. Dit gaat niet om een letterlijke oorlog, maar om educatie, als een school. Hiertoe is de school van de gereformeerde esoterie opgericht. De mens zelf is hiertoe het paaslam, opdat de mens sterft aan zijn spijbelende zelf. De mens zelf moet geofferd worden, zoals de Bilha, het vierde grote boek van de Amazone Bijbel, van de Tweede Bijbel, zegt : "Wat zoekt gij, mens, naar een offer ? Bent gij niet zelf het offer ?" (Bakroe 56 : 7) Hier zien we de heilige restrictie, als één van de wetten van het heilige touw, niet in letterlijke zin, maar in de esoterische zin. De mens moet geen gemeenschap hebben met demonen, hen die de heilige grenzen aan hun laars hebben gelapt. In dit opzicht zal de derde wet van het esoterische calvinisme terugkeren. De mens moet een relatie aangaan met deze wet. De Heilige Restrictie is een groot opvoeder. Zij werkt samen met de vierde wet van de Heilige Onweerstaanbaarheid. Dit gebeurt dus binnen de wet van de heilige Restrictie dat de mens gegrepen wordt door de heilige onweerstaanbaarheid. Als de restrictie volkomen is, dan kan dit niet gestopt worden. Zalig en gelukkig is die mens die dit geheimenis vindt en kent. Dit is de moederlijke veiligheid waarin een mens weer volkomen kind kan worden. De heilige restrictie is allereerst iets innerlijks. De mens moet terugkeren tot zijn eigen kern. De mens moet terugkeren waar hij over de grenzen was gegaan. De mens moet hierover tot boetvaardigheid komen. De mens moet teruggeven wat hij heeft geroofd. Dit is ook de derde pilaar van de islam : de Zakat, het teruggeven aan de armen, om boete te doen, om alles eerlijk te verdelen, als de armen-belasting. Iedereen moet die betalen om gereinigd te worden. Het is het terugkeren tot de bron, als de heilige uitverkiezing. Dit houdt ook in : afrekenen met valse grenzen. De mens komt zo de piratenstad binnen om terug te roven wat de vijand heeft gestolen. De mens moet terugkeren tot het geheime instinct van God. Dit is in de handen van piraten. De mens is een gevangene van piraten. De mens kan dus niet buiten de stad om. De mens moet er dwars doorheen, en het raadsel van de wildernis in de stad zoeken, als een spion. Hierin ligt gelijk een grote test. Velen zullen door de stad worden opgezogen, en vergeten hun uiteindelijke doel. Zij zijn spijbelaars en grafrovers, en zullen tot de piraten worden gerekend. Dit wordt de grote afval genoemd. Paulus maakt zich zorgen over het valse oordeel. In de stad zijn er genoeg piraten op te kopen die vals oordeel vellen, zij die van het recht een markt hebben gemaakt. Wat is de esoterie hiervan, zonder in oeverloze, oneindige polarisaties te komen ? De mens moet ook de diepte in durven gaan, tot achter de opgestelde polariteiten en tegenstellingen. De mens moet soms het contrast breken. Het leidt weer helemaal terug tot het woordje 'charis', wat ook loon betekent. De mens moet werken voor het recht. De mens moet het recht verdienen. Alleen de mens die aan zichzelf sterft kan het recht verdienen, maar juist door onrecht sterft de mens aan zichzelf, en dit is dus een belangrijke dynamiek, en onderdeel van de hongermystiek. De hongerende wordt tot dit doel veelvoudig

geslagen, ook door leugens en vals oordeel. Zij die hiermee niet verwond zijn worden niet door de Walkuren opgenomen. De engelen laten hen met rust. De mens moet het lijden en de honger aanvaarden om zo tot het raadsel ervan te komen. Als de mens het voortijdig afwijst mist de mens de ontraveling van het geheim. Juist het niet aanvaarden van het onrecht is daarom het doen van onrecht. De mens speelt graag voor politie, en lijdt liever niet. De mens wil niet kennen en hongeren. De mens wil zich volvreten en dik worden om over anderen te heersen. De mens wil gezien worden, geheel buiten de Heilige Restrictie om. Maar de mens moet sterven in de heilige restrictie om zo aangesloten te worden op de heilige onweerstaanbaarheid. Dit is een staaltje goddelijke technologie die noodzakelijk is om de mens in de kom te houden wanneer de stormen gaan komen. De mens moet in die zin komen tot de kerk van de stad, omdat daar deze geheimen verborgen liggen. Vervloekt is de mens die hier letterlijk mee omgaat, en gezegend en gezaligd is die mens die dit esoterische mysterie kan verstaan. Hierin ligt een groot verschil, maar laten wij verdraagzaam zijn tot hen die nog niet tot deze mysteriën zijn ontwaakt, en nog steeds gevangen liggen. Ook zij moeten een kans krijgen om te kiezen wanneer deze grote waarheden, als de grote wereldschepen waar het eeuwig Evangelie over spreekt, worden gepredikt. Het zal de laatste kans zijn voor de mensheid. Wij moeten zicht gaan krijgen op de piraat Paulus en de piraat Jezus Christus, wat ze hebben gestolen, waar ze voor staan. Op de kades van de spookstad, Korinthe, staan piraatse mannen met hun borsten te pronken dat het een lieve lust is. Wat is er precies gaande ? Wie zijn zij, wat doen ze en waar staan ze voor ? Hoe krijgen we dit ongedaan ? Zaak is om het niet meer letterlijk te nemen, want in het letterlijke komen we hier nooit doorheen. Er valt ook niet tegen te strijden, en er is geen kruid tegen opgewassen. Het gaat erom tot de diepere esoterie te komen, tot het raadsel. Hiervoor moeten we diep in de stad zijn, in de spookkerk van het calvinisme, waar de vijf geheimen van Calvijn pronken. Deze geheimen zijn gestolen wel te verstaan. En dan zijn er geweldige visioenen van de wildernis, als een dronken drankorgel waar de piraten maar wat graag omheen willen dansen, maar ze worden in het gareel gehouden. Deze wetten worden aanbeden, en zijn de fundamenten van de stad. Hiermee komt niemand zomaar weg. Paulus laat de restricties zien, en toont wat het oordeel zal zijn voor hen die over deze grenzen gaan. Dat er grenzen zijn is duidelijk, maar wat zijn deze grenzen ? Er zijn ook valse grenzen, en daarom is de Heilige Restrictie zo belangrijk. De pauwen staan te pronken op de kades, met hun vette borsten. Zij lopen opgeblazen langs de grenzen. Zij zijn grenswachters die de corrupte restrictie uitbeelden. De mens kan hier alleen van loskomen door de heilige grenzen te kennen. De vraatzuchtige piraten nemen blindelings aan het fortuin wat de stad hen biedt, en zij honen en bespotten hen die in de honger leven, en ze trachtten hen te verleiden om deze honger met stadse middelen te verzadigen. Het zijn roofzuchtige leeuwen. "Alles is genade," zeggen zij. De eeuwigheid betekent de oneindige diepte, als een locatie. Hier schuilt een diep geheim in. De eeuwigheid zal nooit komen voor hen die erop wachten, want de eeuwigheid is slechts een principe. Als iets gekanaliseerd wordt, door de aanleg van kanalen, door de restricties, dan is dat de manier om stroom op te wekken, de heilige onweerstaanbaarheid, wat een wet is van de electriciteit. De Heilige Restrictie en de Heilige Onweerstaanbaarheid werken dus met elkaar samen, en zij wekken de eeuwigheid op. De eeuwigheid is de som van die twee kwaliteiten. Hoe noemen wij de eeuwigheid dan ? Hierbij moeten we verstaan dat de eeuwigheid komt tegen het piratenschip, tegen de piraatse stad, om alles weer terug te roven zoals het oorspronkelijk was en bedoeld was. We hebben hier te maken met een heilige brug, zoals de wet van de eeuwigheid ook in het amazonisme wordt besproken. Het is de derde wet van de brug. Die brug ontstaat in het vertikalisme, wanneer de mens eerst vertikaal tot de bron komt, en zich niet meer baseert op uiterlijkheden en cultuurverschillen of taal-verschillen. De brug is dus de heilige vertaling, en die mag zeker niet roekeloos zijn. Vandaar dat deze alleen maar voort mag komen vanuit de heilige restrictie en de heilige onweerstaanbaarheid, zodat er scherp gericht kan worden, zonder dat daarin fouten worden gemaakt. Tijd is een illusie. Tijd bestaat niet, en zo ook de eeuwigheid niet. Het zijn metaforen. Het gaat om de heilige brug, de heilige vertaling, die in restrictie stroomt door de kanalen met hierdoor een onweerstaanbare, overweldigende stroom. Niemand kan dit stoppen wanneer het komt. Alleen

zo kunnen de lichaamsdelen verbonden worden aan elkaar, en kan niemand het meer roven. Het piratenschip zal dan vergaan. De heiligheid is dan in principe gewoon soevereiniteit, ongrijpbaar voor de mens. In de diepte gaat het dus om de soevereine restrictie, de soevereine onweerstaanbaarheid en zo de soevereine brug of vertaling. De mens kan dit niet zomaar pakken, en voor de mens is het zaak om eerst door het schaduwgebied heen te gaan om deze principes te begrijpen. Hierom is de spookstad gebouwd. Het is om de mens te testen, en om de mens te leren puzzelen. De mens moet het verdienen in persoonlijke verantwoordelijkheid. De wet van de eeuwigheid, de derde wet in het amazonisme, is zo de verbindende factor tussen de wet van onweerstaanbaarheid en de wet van restrictie. Het is de brug, de heilige verzoening. De Verzoening maakt het intiem en persoonlijk, maar kan dus niet functioneren zonder de andere wetten. Deze Heilige Verzoening is dus zeer zwaar beveiligd, en zal misbruikers en overtreders dan ook zeer zwaar straffen. Er is dus een ongelooflijk groot hoogspannings gevaar inbesloten in deze principes. Voorzichtigheid loont, en daarom is het woordje "heilig" ook niet overbodig. Het zijn heilige kerndynamieken van het Touw. Aan het einde van de openbaring van het wetboek van het touw zal er niets meer van de piraat over zijn. De relatie tussen een man en een vrouw is een metafoor van de Heilige Verzoening, de derde electriciteits-wet. Hier mogen geen compromissen in gesloten worden. De mens mag niet van twee walletjes eten. Het gaat om het Ene, maar die zich wel in meerderen kan manifesteren. Weer wordt alles dus consequent vertikaal beschouwd, en niet horizontaal. Het is dus ambigueus, oftewel voor meerdere interpretaties open. Er is een verbinding met de heilige onweerstaanbaarheid, en ook met de heilige restrictie, waarbuiten de heilige verzoening niet kan. Het is dus een belangrijke, zware driehoeksverhouding. Zou er één wegvallen, dan zou de electriciteit abrupt staken. De kwaliteiten van een relatie tussen man en vrouw staan hier dus als metaforen van. De tweede wet van het amazonisme is de heilige honger, en de eerste is de uitverkiezing door de walkuren, de heilige waanzin voor hen die door een brute dood aan zichzelf zijn gestorven, en nu de wijn in het walhalla drinken. Door de heilige honger komt de mens tot die waanzin, wat de overwinning over Elias, de geest van Toronto is. Vandaar dat de eerste pilaar ook fundamenteel is in de overwinning over Saveer. Wanneer de mens tot deze pilaren in het diepste van de stad, namelijk in de piratenkerk, gekomen is, dan kan de mens door de pilaren te leren kennen weer terugkeren tot de wildernis. Het is het grote geheim van de calvinistische spookkerk, die gebouwd is op een islamitisch fundament. Het eeuwigheids-principe is de heilige onontkoombaarheid. Het is een dynamiek van het touw. De relatie tussen man en vrouw is in de bijbel vaak een beeld van de relatie tussen mens en God. In het OT wordt het ware Jezus-principe beschreven als het opheffen van de koperen slang voor redding, behoudenis, wat in het boek van Jozua verandert in een heilig rood touw van redding. Alleen in die zin is Jezus dus God als het touw. Dit is een enigmatisch metafoor die letterlijk gezien onzin is. Jezus is namelijk helemaal geen God, maar een piraat die dit principe stal. Zicht krijgen op de piraat Jezus en wat hij stal is de opdracht. De mens moet hiervoor komen in het diepst van de tropische stad Korinthe. Een duidelijk zicht op de wildernis is hier. De stad is vermengd met prachtige tuinen, zelfs grote wildernis, en dit geheimenis rust op de grote enigmatische pilaren van de esoterische Calvijn. De weg van Bacchus leidt helemaal terug naar het oude Egypte, en de mythologiën stemmen overeen met de mythologiën van Mozes. De Joodse mythe-makers hadden de exodus overgenomen van oudere religies, en gaven er hun eigen draai aan. Daar stonden de Joden om bekend. Ze waren sprookjes-makers. Bacchus werd in Egypte ook Mises genoemd. Oorspronkelijk was Bacchus de Wetgever, die zijn wetten had gegraveerd op twee marmeren tabletten, zoals Mozes. Oorspronkelijk was deze cultus dus een cultus van restrictie, en geen oeverloze losbandigheid. Als de mens tot de grenzen nadert, dan wordt hij geslagen, als een beeld van de grens. In die zin is de pilaar van de uitverkiezing, van de heilige waanzin, van groot belang, als de pen die de wet heeft opgeschreven, in verbinding met de andere pilaren, anders had dit nooit kunnen gebeuren :

De vijf basis-wetten van het touw : WET I - De Heilige Waanzin WET II - De Heilige Honger WET III - De Heilige Onontkoombaarheid WET IV - De Heilige Onweerstaanbaarheid WET V - De Heilige Restrictie Dit demonologische programma blokkeert de Toronto-geest, en doet het afsterven. Zo wordt er een poort geopend tot het grottenstelsel onder Korinthe, en zal de stad steeds meer vermengd worden met de wildernis, totdat de wildernis slaat en geheel overneemt. Dit pad wordt ook besproken in de Vur en de Bilha, het derde en vierde grote boek binnen de algehele Amazone Bijbel, oftewel binnen de Tweede Bijbel. De mens mag de piratenschat niet overboord gooien. De mens moet met de piratenschat naar de smid gaan. De smid zal komen tot exotische verbindingen. Weer moet de mens geen smetvrees hebben. De mens moet komen tot de cryptiek van alle dingen, om zo het ware geluk te vinden. Alleen zo kan het valse geluk afsterven. Alles blijft zoals het is, en toch zal alles veranderen, juist door de Calvijn code. Het verleden blijft, de herinnering blijft, maar het zal veranderen. Het gaat niet om uiterlijke situaties, maar om de vijf wetten van het touw, de vijf pilaren van de wildernis. De mens kan zo tot zijn ruïnes komen in de grote wildernis. De heilige waanzin toont de wetten, en stelt nieuwe grenzen waarin alles veranderd wordt. Alles is om het even. Het is de tijdelijkheid, de seizoenen, de dualiteiten. Het materiële is van weinig waarde in de esoterie. Er is altijd een relatie tussen man en vrouw, omdat het de personificaties van principes zijn. De verlatene heeft een relatie met de verlatenheid, en de hongerende heeft een relatie met de honger. Zij die tegen een grote grens zijn aangelopen in hun leven hebben een relatie met de restrictie. Eigenlijk wordt hier gezegd dat zonder de honger pilaar het hele fundament zou instorten. Juist de honger mystiek heeft tot deze palen geleid. Hieraan moet de mens en het zelf afsterven. Paulus roofde de wildernis schatten, en plunderde in Egypte en in het Judaïsme, en verletterlijkte een heleboel. Hij stelde de NT wet op, die later zou worden geroofd door de piraat Calvijn. We zien het mechanisme van de wetten. Ze kunnen allerlei situaties scheppen. We zijn tot de schakelaars gekomen. We zien hier de relatie tussen man en kind, als de vrucht van de man, zijn acties. Er wordt een dualiteit en een hiërarchie getoond. Hierdoor zijn verschillende combinaties mogelijk. De pilaren schakelen, als een bewegend beeld, als een visioen. Het is als een wisselspoor. Het grottenstelsel wordt zo telkens strategisch veranderd op basis van het wisselspoor, opdat de schuilplaats geheim zal blijven, in de zin dat de vrucht van de man veilig wordt gesteld. Het woordje hiërarchie duidt op de heilige volgorde, zodat er niets verkeerd kan gaan. De mens moet aan zichzelf sterven, als een groot beveiligings-systeem, hypergevoelig, waar ook de slang een beeld van is. Alles is al gebeurd, en alles gebeurd binnen de mens zelf. In Exodus 4 krijgt Mozes het bevel van God om de slang bij de staart te grijpen, zodat het weer een stok zou worden. Saveer is tegen zichzelf verdeeld. De staart van Saveer is het katholicisme. Zij is een meervoudig personaliteiten-syndroom. Zij is de machine van democratie, van afgehakte koppen. Ook wij moeten Saveer bij de staart pakken en het esoterische pad van het katholicisme begaan, opdat de slang weer tot een stok wordt, een gesel, die wij kunnen gebruiken in de strijd. Saveer is de schakelaar tussen God de Vader en God de Zoon, die beiden door christenen aanbeden worden en als goddelijk en één worden gezien. In de esoterie kan dit gedecodeerd worden als de schakelaar tussen volwassene en kind binnen de mens zelf. Dit is dezelfde persoon die zowel door de rituelen van de volwassene heengaat als door de rituelen van het kind. De volwassene is dus niet de vader van het kind, maar het is het innerlijke kind van de volwassene, oftewel de volwassene zelf. Deze schakelaar is de verslinding door de baarmoeder, als een verdrinking. Het is een voortgaande wedergeboorte, waar de doop een piraats beeld van is, een corrupte afschaduwing. De wereld destijds leefde onder Romeinse onderdrukking, en Paulus hield zich vast aan het Israëlitische verzets-symbool. Nu moest er nog een samensmelting komen van die twee, opdat de mens tot een soort hemelvaarts-ervaring zou kunnen komen door een diepere paas-ervaring. De katholieke gallerij-schilderijen werden opgesteld tot dit doel. Paulus zegt hierover : "Voor allen ben

ik alles geweest, om in elk geval enigen te redden." Dit is een esoterisch pad, en geen letterlijk pad. De mens moet de staart van de slang durven te pakken, zodat het tot een wapen in zijn hand wordt. Als de mens de staart van de slang niet zal pakken, dan zal de slang hem blijven teisteren, en uiteindelijk verslinden. Het katholicisme esoterisch binnen te gaan is dus absolute noodzaak. De Paulinische brieven en dus ook Korinthe kwamen later in de handen van het katholicisme, wat alles overnam. Tot dit geheim komen wij, dieper in het grottenstelsel onder Korinthe, in een dieper pasen en een grotere hemelvaart. Onder het grottenstelsel is de katholieke onderwereld. Paulus daalt dus net als Jezus van de hemel naar de aarde om daar te incarneren. Weer zien we hier de schakel tussen volwassene en kind, die een mens dus voortdurend in zichzelf moet maken. De mens moet leren overschakelen om gezond te blijven. Op het piratenschip is dit principe ondergesneeuwd. De piraten staren zich blind op de vader en de zoon, terwijl het juist een innerlijke schakel is. De mens moet deze vibratie leren kennen. De demonologie stelt dat Saveer een grote katholieke schuilplaats heeft in de kerkvader Athanasius (c. 295-373). Hij wordt de vader van de Canon genoemd, en van de Drie-Eenheid, die blijft hameren op de relatie tussen Vader en Zoon en hun godheid, zoals Saveer ook staat voor de vader-zoon relatie. Hier hebben we te maken met het hol van Saveer in de woeste wildernis. In de kerkvader Basileus de Grote zijn er dan weer anti-stoffen te vinden. De Canon was opgesteld als een afleider, om de mens af te leiden van een ander geschrift, namelijk de Katholieke Bijbel, waarin diverse geschriften van de kerkvaders te vinden zijn die het fundament van het Katholicisme vormen. Basileus stelt dat de boezem van God een bevallige stoel is voor de zoon, maar dat hen die gedwongen worden te vallen de plaats van de voetenbank hebben, in de Liber de Spiritu Sancto. Ook stelt hij dat Jezus verstoten was door God, en dat was ook gedwongen gebeurd. Nu is het zo dat in de gnosis we spreken van een Moeder, wat ook gebeurt in de grondtekst van de bijbel. Alle wegen wijzen terug naar de Moeder. De zoon moest vallen om terug te keren tot de Moeder. De zoon moest onderworpen worden aan de baarmoeder. Vandaar dat Paulus de tucht bespreekt als zo belangrijk. Naast de schakelaar tussen de man en zijn innerlijk kind is er dus ook de schakelaar tussen moeder en kind, tussen moeder en zoon. Dit is hoe het kind wordt beheerst. Dit ligt diep opgeborgen in de katholieke schakelaar van de drie-eenheid die zo eindeloos betrokken is bij de relatie tussen Vader en Zoon en de godheid hiervan, als de ultieme onfeilbaarheid. Basileus de Grote (c. 330-379) stelt dat hij die de zoon niet eert de vader niet eert. Dit gaat om een dieper principe. Alleen door een kind te worden, een zoon, van de Moeder, keert de mens terug tot de moeder, dus als de zoons-principes worden ontweken en onteert, dan kan de mens niet tot de Moeder komen. De mens moet daarom de schakel hebben van moeder en kind, en dit is in de mens zelf. De mens moet dus ook zelf de moeder worden. Basileus stelt dat deze dynamieken ook los van elkaar gezien moeten worden, als "met" elkaar, en niet alleen maar "door" elkaar. Dit is ook wat het Evangelie van Ismaël in de Bilha stelt, dat de mens balans moet houden tussen onderworpen zijn aan God en worden tot God. De afscheiding zal dus altijd blijven, anders zou er valse zelfvergoddelijking plaatsvinden, zoals in de New Age gebeurt, en waar ook Toronto op gebaseerd is. Het watergraf is een onmisbare dynamiek voor hen die verder willen komen in de gnosis. De mens kan niet zomaar God worden of als God. De mens moet aan zichzelf sterven, en altijd ook ondergeschikt blijven aan God. Dit is een eeuwige dualiteit en schakelaar. De doop is de verdrinking in de warme baarmoeder. Basileus stelt dat er een onderscheid is tussen God die werkt door de zoon, en de zoon die in een afgescheiden positie nadert tot God, en brengt tot God. God, de Moeder, gebruikt dus de zoon, maar ze blijven ook twee verschillende identiteiten, alhoewel dat binnen de mens zelf is, en zo kan er ook een derde identiteit bijgehaald worden. God leert Haar zoon strijden, om prooi tot Haar te brengen, zoals Jezus zijn discipelen leerde vissers van mensen te worden. Dit is dus allegorisch. Daarom is 'het zoeken naar de ander' een eeuwige wet. Er zal altijd een andere dynamiek nog zijn. Hier moet balans in komen, tussen het zelf en de ander. Wel is de ander dan weer binnen het zelf. Het zelf kan bestaan uit vele dynamieken, maar het zelf moet leren overschakelen. Alleen door het zoonschap kan de mens tot de Moeder komen. Als de mens het zoonschap onteert, dan wordt het pad tot de Moeder geblokkeert. In die zin is de Jezus allegorie belangrijk. Hoe gaat dat technisch gezien in werking ? Er is dus een dynamiek van de zoon, en de mens moet deze dynamiek vinden en daarin aan zichzelf afsterven. De zoon is een visser van

mensen, en goddelijk, alhoewel ondergeschikt aan de moeder. Jezus is dus niet God, maar wijst op de goddelijke zoonsprincipes die zijn ondergeschikt aan de Moeder Gnosis. De zoon sleept de mens tot de Moeder, zodat de mens aan zichzelf afsterft, om zo ook deel te hebben in het zoonschap. De mens wordt zo tot de zoon, niet als een broer, maar de mens moet zelf de zoon worden. De broer is slechts een projectie. De mens moet dit gaan leren onderscheiden. Het zijn allegorieën die schakelaars tonen en onderscheidingen, restricties. Alleen het touw kan hier veilig doorheen leiden. De mens moet de juiste vibratie leren kennen. Door dit mechanisme sterft de oude mens. Alles is onderworpen aan de Moeder, en vandaaruit lopen de onderscheidingen en parallellen. De mens moet dus eerst aan zichzelf sterven alvorens zoon te worden van de Moeder. Dit is ook het mechanisme van de schepping. De baarmoeder is als een valstrik gezet in de jacht. De zoon trekt de mens tot de kennis van de Moeder. De zoon is dus met anderen bezig, zoals Paulus en Basileus beiden stellen. Het geheimenis hiervan is dat er zonder de zoon geen Moeder is. De Moeder houdt Haarzelf in stand door het zoonschap, dus weer is in die zin Jezus, wat hij gestolen heeft dan, onmisbaar. De Gnosis heeft het Jezus principe nooit volkomen gedumpt, maar gehalveerd. Paulus is dus de derde identiteit. Hij was de vis van Jezus, zodat hij aan zichzelf afstierf, om zo de zoon te worden. En nu vist hij ook naar mensen. Zo schakelt de mens in Paulus tussen zoon en vis, altijd weer, als de derde identiteit. Paulus is dus een belangrijk mechanisme in de esoterie. In de Gnosis was hij nooit geheel verworpen, maar gehalveerd, net zoals Jezus, net zoals God. Door Paulus leert de mens zoon te worden, door te komen tot de zoon. Er is zowel een wording als een onderscheiding, tot wedergeboorte in de baarmoeder, en tot een heilige opvoeding. Dan zegt Basileus : "Hij die de Zoon niet heeft gezien, heeft God niet gezien." Het zoonschap is dus van belang tot het hebben van de Moederlijke visioenen van de Gnosis. De mens moet de Zoon leren kennen, en tot de school van het zoonschap gaan. De Zoon, als tweede identiteit, moet hierin dus blijven schakelen tussen volwassene en kind, als zijn innerlijke kind, een deel van hemzelf. Vandaar dat Paulus het woord "scheuringen" noemt, als onderscheidingen. Die moeten er wel zijn. Paulus, als de derde identiteit, moet dus leren schakelen tussen het onderwerpen aan de zoon en het worden van de zoon, maar ook moet hij zich onderwerpen door de zoon aan de Moeder. Uiteindelijk is hij de vis van de Moeder. Ook de zoon zelf moet aan zichzelf afsterven, dus is ook altijd aan de doods-rituelen onderworpen, tot diepere eenwording met de Moeder. In de Egyptologie was het Pasen een eeuwigdurende herhaling. Daarom stelt Basileus ook dat God schept door het zoonschap. Zoals Paulus hier spreekt een nieuw verbond, zo is dit ook een nieuw verbond, van de Gnosis, die als een openbaring is die al ruste in de geschriften van Basileus. Hierin liggen de antistoffen tegen Athanasius, de katholieke schuilplaats van Saveer. Athanasius is één van de grootste piratenvaders van de kerk die begrepen moet worden. Paulus hamert op de onderscheiding, anders zal het volk afdwalen. Zo spelen loon en kennis op elkaar in. De mens moet het eeuwige lichaam leren begrijpen. Dit zijn eeuwige geheimen. Dit is een eeuwige cyclus. Dit is hoe het lichaam werkt. Dit is hoe er leven is. Het kwaad, de antikennis, heeft zo geen bestaansrecht. Alleen het goede en de kennis bestaat en al het andere is slechts schaduwen daarvan, die levenloos zijn als dode kunst. Licht zo lang geleden gestorven wat nu pas de aarde bereikt. Dit is een apocalyptisch, dualistisch schilderij van grote schoonheid. Dit is het geheim van de zalving en de doop van Jezus, en het geheim van de opening van de zintuigen. Dit gebeurt door het samenspel van onderscheiding en eenheid. De mens moet al deze dingen dus in zijn eigen lichaam terugvinden. In ieder mens zit het totale pakket. Hoofdstuk 10. Calvijn en het Oude China Gaven zijn een vorm van omkoperij, stelt Calvijn in zijn commentaar op het boek Jesaja. Hij stelt dat het absurd is om te zeggen, zoals zoveel mannen doen, dat zij hun harten puur en oncorrupt houden, zelfs al hebben ze steekpenningen aangenomen. Hij verwijst naar Exodus 23:8 waar er

wordt gezegd dat de gave het oog der wijzen verblindt en het woord van de rechtvaardigen verdraait. Hij stelt dat zulke rechters metgezellen van dieven zijn. Daarom is het wortelwoord van charisma charis, wat ook loon betekent. De smetvrees-kabouter houdt van gaven, en haat loon. Hard werken kan de smetvrees-kabouter namelijk vies maken, dus dat doet de smetvrees-kabouter liever niet. Zijn smetvrees is al hard werk genoeg. De genade is de ninja-kabouter die strijdt tegen eerlijk loon. Ook dit is smetvrees. De ninja-kabouter bevindt zich achter de pilaren, en voert de piraten aan. Hij is in het zwart met een zwarte kap op, en heeft allemaal scherpe, gemene wapens. Hij is een doos vol truken. Zo terroriseert hij de stad en de piraten, voert hen aan met dictatoriale stem. Dit is een uiting van de Saveer cobra. De cobra speelt smerige spelletjes. De ninja-kabouter is overmoedig, ongeduldig, en heeft lak aan de tederheid. De tederheid is de alertheid, de gevoeligheid, als voorzichtigheid, de alarmologie. De ninja-kabouter is roekeloos daaraan tegenovergesteld. De tederheid, de voorzichtigheid i.e. de alarmologie, een ander woord voor demonologie, is een groot fundament om de gaven te ontvangen. Juist daardoor zien we dat de gave puur loon is. Genade zonder tederheid, zonder demonologie, is dus niets. Vandaar dat de mens geschoold moet worden in de demonologie. Dit is hard werk. Daarom kiezen veel mensen voor de ninja-kabouter, als een pop die ze in hun kast kunnen zetten om te bewonderen, en eruit te halen wanneer ze dat nodig vinden, wanneer hun smetvrees begint op te spelen. Liefdadigheid zonder demonologie is ook waardeloos. Het beveiligings-systeem is het belangrijkste, anders wordt de mens nog niet geholpen. Het gaat om rijpings-processen. De ninja-kabouter oogst geforceerd terwijl de vruchten nog niet rijp zijn. Zo worden hen die de ninja-kabouter volgen vetgemest en opgeblazen. Ook dit is een teken van smetvrees. De verborgenheid vinden ze vies. Ze pralen liever in het licht van de stad wat alles verblind. Ze denken dat wat ze niet zien er ook niet is. Dat is een rare kronkel in de gedachtes van hen die de ninja-kabouter volgen. De tederheid gaat niet in tegen de tederheid, en heeft geen vooroordeel. Overmoedig oordeel komt wanneer de mens naar een gift verlangt, naar steekpenningen. Deze rotte wortel moet dus uit de kerk gehaald worden. De tederheid is tegengesteld aan de smetvrees. De tederheid aanvaart het kruis, en draagt het kruis ook. De tederheid graaft diep, terwijl de smetvrees niet graaft, maar over de puinhopen heen gaat bouwen. Alles wordt afgedekt, zodat het op een dag ontploft. Er staat dan teveel druk op de ketel. Calvijn stelt dat het hier ook niet om goedgelovigheid gaat, maar om voorzichtigheid in het oordeel. Zonder tederheid is er geen kennis, of is de kennis vals. Soms moet alles afgenomen worden om de mens weer terug te brengen tot de tederheid, het alarm. Hier zien we de schakelaar tussen de man en zijn innerlijke kind terug. Zo blijft de kennis rein. Zonder het kruis is de kennis niets. Daarom ligt er esoterisch ook een schakelaar tussen de man Jezus en het kind Jezus. Dit zijn piraten-geschenken, gestolen goederen. De esoterische mens kan dit doorzien, en kan hier veilig langsheen komen. De esoterische mens heeft niet zo'n smetvrees dat hij de Jezus putten niet meer ingaat. Soms moet dit gebeuren. Paulus staat model voor iemand die in de Jezus putten gaat en leert te schakelen tussen de man en zijn innerlijke kind, dwars door alle piraten-theologieën over Jezus heen. Hij verlustigt zich in de esoterische sieraden van de piraten, en zo doet een esoterisch mens dat ook. Het is een jacht op de schat. Als de schat ineens een andere naam heeft en er worden hele andere dingen over de schat verteld, wil dat niet zeggen dat we de schat daarom moeten verwerpen. Ook dat is de smetvrees-kabouter. In de tederheid, de demonologie, is de heilige gebondenheid te vinden. De mens komt niet tot de heilige gebondenheid zonder de demonologie. Geloof en hoop zijn hier hele aardse schaduwen van. Kennis is alarmologie. De alarmologie is hierin genoodzaakt profetische openbaringen te tonen, en ook de schaduwen. Nu is er geen profetie zonder lust. De mens moet niet alleen afsterven aan valse lusten, maar ook wedergeboren worden tot de ware, heilige lusten. Eén van die lusten is profetie, het volkomen geleid worden door de oneindige kennis. De kennis meet mensen af naar hoe ze profetie behandelen. Zij die haar verachten worden door de kennis veracht. Alles wordt teruggeleid tot profetie, tot het heilige Woord, de logos, Loki. Alles wordt teruggeleid tot de diepte waarin het touw werkt. De ninja kabouter wil niet in de diepte, maar wil oppervlakkig op alles inrammen. De Pinkster Kerk is een piratenkerk vol wartaal wat geen fundament heeft. Ook liederen zijn een soort wartaal wat de ninja kabouter graag gebruikt. Zij die altijd maar willen

zingen en niet willen komen tot het Woord, de profetie, zullen hierdoor ook schipbreuk lijden. Het gaat om de gnosis, om het Woord, de profetie, de stichtende literatuur. Het gaat om de boeken en de tong is slechts een sluier. Zij die teveel in tongen spreken hebben wat te verbergen, ook naar henzelf. Hier moet dus een grote balans komen. De ninja kabouter is verzot op de tongentaal, overmatig, zoals ongegrond geroddel om de waarheid te verbergen. Waar komt die ninja kabouter vandaan ? Het katholicisme is een keizerrijk van ninja's, en zo ook het protestantisme. Het is een ninja oorlog. De tongen brengen verwarring, als de Babylonische spraakverwarring. Saveer is tegen haarzelf verdeeld en het leidt helemaal terug tot het oude China, tot een oud orakel genaamd de I Ching, een geroofde piratenschat van grote esoterische wijsheid. De I Ching is als een piratenschip van ninja's die door hun roof gesplitst werden. Die splitsing leidde tot de geboorte van zowel het katholicisme als het protestantisme, als twee supermachten tegenover elkaar. De ninja kabouter snijdt zichzelf dus voortdurend in de vingers omdat hij overmoedig naar goud heeft gegrepen. Er rust dus een grote vloek op de ninja kabouter. De gemeente moet dus zicht krijgen op de schat, en educatief zijn. Alle geloofsformules die ze hebben opgesteld zijn niets anders dan smetvrees. De mens mag hier alleen esoterisch mee omgaan. Een kind mag hier in opgroeien. De onrijpe vrucht mag niet geforceerd worden. Babytaal is een onderdeel van de gnosis. Het is strategie. De gnosis werkt zowel onder de schelp als boven de schelp. In die zin is de kerk een allegorie van de gnosis. We mogen met de I Ching dus dualistisch omgaan om het raadsel op te lossen. Er ligt hier de dualiteit tussen verborgenheid en openheid, en die kan van meerdere kanten bekeken worden. Daar mag je verdiepingen en lijnen in gaan zien, parallellen en kruizingen, tussen tongen en profetie. Er wordt dus iets verborgen gehouden. De mens beukt zijn hoofd tegen de tongen. De mens is in gevecht met de ninja-wachters die de schat hebben geroofd. De mens wil profetie, verklaring. Nu is het zo dat de vierde hexagram van de I Ching de Verborgenheid is, de Verhulling, de MENG. Vanuit deze hexagram putten de ninja's om de geroofde schatten verborgen te houden. Verborgenheid is een belangrijke dynamiek, van de duisternis. Het is een sluier in de tempel van de gnosis. We zullen de oude Chinese tempel binnen moeten gaan om dit geheim te kunnen begrijpen. De verborgenheid is de onrijpheid. Een heleboel dingen moeten daarom verborgen blijven. De tijd is nog niet rijp. Alles is vaag, onduidelijk, en juist dat is ook weer een heel belangrijk principe in de Vur : 1. DE ORKAAN 1. Deze bruggen zijn gemaakt van bruine bloemen, Bruggen tussen jou en mij, Waar leiden zij naartoe ? Wanneer ik naar jou kijk, vaag ik weg, Wanneer ik aan je denk, laat ik je wegglijden, Dit is hoe ik mijn boog grijp, Maar ik bereik het nooit Het commentaar in de Leri, het tweede deel van de Amazone Bijbel, is hierop : "Dit laat de fragiliteit van het leven zien, dat alles door je vingers heenglipt. Niets kun je waarlijk vasthouden, want alles stroomt weer weg. En dat is maar goed ook, want we moeten komen tot het eeuwige. Soms moeten we even alles loslaten om even grip te krijgen op het eeuwige." Het verborgene is dus ergens goed voor, als het rijpings-proces. De vrouw is zwanger en het kind mag niet voortijdig geboren worden. 41. RIVIERBLOEMEN

14. Diep wellen de sappen op, De kruidkelken vol onverstaanbaar genot, Ik ben nu dichterbij gekomen, Maar het raakt mij niet aan Het commentaar in de Leri hierop is : "Alleen zo kan het steeds dichterbij ons komen, maar ons nooit echt raken. We zijn altijd op reis. We verstaan het niet, zodat er altijd ruimte is voor ons eigen verbeeldingsvermogen en onze fantasie, omdat er nog zoveel is dat mist, omdat er nog zoveel belangrijke stappen tussen moeten zitten. Te verstaan zou in die zin fataal zijn. Het mag niet verstaan worden. Het moet vaag blijven. Er zit namelijk iets achter wat nog wel belangrijker is." 32. DE KROONGETUIGE 22. Ik riep haar en ze kwam maar niet, Ik moest eerst dieper gaan, Tot de spiegels van haar tranen De Leri : "Dit is ook waarom de hogere kennis vaak niet antwoordt. Wij moeten eerst dieper gaan. Wij moeten de ware kennis zelf vinden. De traan spreekt op een andere, diepere manier. De sinterklaasgidsen verwennen de mens, en leiden hen tot de slacht. Zij verlammen de mens door het overwoord. Zij stellen goden over de mens aan die met een schijn van overvloed de mensen uitzuigen als parasieten. Er is geen zelfverwerkeling, alleen in oppervlakkige projectie het aanbidden van afgoden. Hierin verandert de mens niet, maar wordt steeds erger. De goden dienen dan slechts als een verzekeringsmaatschappij. Dit is allemaal sterke voorouderlijke energie. De mens is een voorouder-aanbidder geworden. Om hieraan te ontsnappen moet de mens tot de tranenzee komen totdat de werkelijkheid daarin wordt weerspiegeld. Dit is een plaats diep onder de grond, ver verwijderd van de samenleving. De mens betaald een hoge prijs om hier te komen." 23. Zo draaien de spiegels in hun hoofd, Zij zien haar niet, Alleen de weerspiegelingen van kennis De Leri : "Die kennis dringt zich niet op, maar geeft glimpen, weerspiegelingen, vaak cryptisch, die de mens moet volgen. Niets wordt gemakkelijk gemaakt. De vaagheden moeten het puzzelvermogen van de mens opwekken. De mens moet de ware identiteit terugvinden." Hierom staat er ook in de Vur : 42. WESPENZEEEN 1. Het moet vooral vaag blijven, Als je het te duidelijk maakt, raak je er in opgesloten, In vaagheid kun je altijd door blijven groeien, En kunnen de betekenissen veranderen Hiertoe is de MENG, de Versluiering, dienstbaar in de I Ching, maar dit werd geroofd door de ninja's. Zij hadden muren nodig voor hun keizerrijk. Daarom is het van belang een diep inzicht in de MENG te gaan krijgen. Er is een grote strijd gaande om de MENG, de vierde hexagram. Dit is een idee van grote glorie : De hindernis is er om je te veranderen, om je aan te sluiten op profetie en meervoudige interpretatie, zodat de mens losbreekt uit tunnelvisie. Het boort de eigen creativiteit van de mens aan. De mens kan geen ijzer met handen breken, dus de mens gaat andere oplossingen

zoeken. Zo wordt de mens vindingrijk en intuïtief. De mens moet langs deze grote Chinese wachter heen door meer inzicht hierin te krijgen. De blokkade is om de mens weer in balans te brengen, om de juiste hiërarchie te herstellen, de juiste volgorde. Hiertoe wordt er aandacht gegeven aan de tussenstappen. De Versluiering heeft te maken met de nodige duisternis. Teveel licht verblindt de mens, en vreet zijn zicht, en daardoor ook zijn tederheid, de demonologie, weg. Licht vreet het alarm weg. Het is uitgezonden te strijden tegen het Visioen van de Gnosis, als een ninja. De Vur is de Amazone Kennis van de Wildernis, waar de I Ching ninja's van stalen. Eerst moet de mens in de heilige vertraging komen, in het ijs, om hier dieper zicht op te krijgen, wat ook een belangrijk onderdeel van de Ragnarok is, van de Germaanse apocalypse, als onderdeel van de hongermystiek. Alleen zo kan de mens komen tot de "missing links". Weer gaat hier de strijd van de mens tegen de MENG door. De mens is in gevecht met deze Chinese wachter, deze ninja. De verborgenheid kan dus alleen geëerd worden in de juiste context, in de juiste balans en hiërarchie. Het gaat de mens om de heilige verborgenheid, niet om de overmoedige ninja-verborgenheid, de smetvrees. Er kan alleen goede leiding hierin zijn door profetie. Juist door profetie komt er balans. Juist door profetie wordt de demonologie omtrend deze dingen geopenbaard. De I Ching bestaat uit hexagrammen, zes-eenheden. Dat wil zeggen dat er zes verschillende seizoenen en manieren zijn om met de MENG om te gaan. De MENG is dus een school, een technologie, waar niet te eenvoudig over gedacht moet worden. De ninja is de spijbelaar die erg gemakszuchtig is, en dan zijn valse school opricht om de hoofden van de vijand te breken. De MENG is als een jeugdziekte, als onvolwassenheid, een onderdeel van de evolutie van de ziel van de mens. De mens moet hier dus doorheen, door dit onderdeel van de Ragnarok. De MENG is onderdeel van de discipline, de heilige restrictie, als een gesel in de hand van de Gnosis. Daarom moet de mens de verborgenheid en de duisternis eren. De MENG is er voor om de mens te doen ontwaken. Zonder de MENG is er geen ontwaking. Het probleem komt wanneer mensen niet wachten op de openbaring van de MENG, en zo eigen gesneden beelden gaan maken die ze als god vereren. Zo maken zij hun eigen MENG, zoals de ninja's, die de taak heeft om hun geroofde schatten te bewaken. Zo onstaat dus vooroordeel, en maken mensen of genootschappen valse projecties van je, wordt je niet begrepen en verkeerd uitgelegd. Je bent een pop geworden, een stenen beeld. Laten we kijken naar de orakel-tekst van het oude China van deze vierde steen van het orakel : "Ik ben niet op zoek naar de jeugdigen en de onervarenen, maar ze komen naar mij. De eerste keer dat hij komt laat ik het zien. Komt hij een tweede keer, dan geef ik geen onderricht meer. Herhaling spreekt van minachting." Een enorme barbaarsheid spreekt uit dit vers, maar tegelijkertijd is dit een geheimenis wat oorspronkelijk teruggevonden kan worden in de Vur : 1. DE ORKAAN 10. Waar zou ik zijn zonder een goede broek ? De viooltjes maakten het voor ons, Zij lieten de honing er doorheen glijden, Zij brachten ons door bos en woestijn, Volg hen naar de rivieren en de watervallen, Ze zullen hier maar één keer zijn De Leri : "Een boek kan in sommige situaties helpen. Even afleiding zoeken, of wat goede raad. Zovelen hebben dit pad al begaan, en wij kunnen van hen leren. Het pad is al uitgestippeld door anderen. Er zijn hier al reismappen voor."

Het orakel kan dus meer één keer spreken in de geschiedenis, en voor de rest worden we geleid door onze herinnering. 104. RODE LAARZEN 1. Ik zag je eens in mijn leven, maar ik zal je nooit vergeten, Het was eigenlijk allemaal in een flits, maar ik zal nooit vergeten, Ja, eigenlijk ging het allemaal zo snel, als bliksem, en je was zo ver weg, Het was al nacht, in duisternis en mist, Wel, eigenlijk zag ik je helemaal niet, Alleen je rode laarzen De Leri : "Hier zien we het rode paradijs mysterie : Het komt in flitsen, en is dan weg, en gaat zich vervormen, en er gaan fantasieën omheen ontstaan." 2. Ik zag alleen je rode laarzen, Genoeg om me te betoveren, Genoeg om je nooit meer te vergeten, Ik zag deze laarzen eens in mijn leven, En ze waren zo ver weg, In duisternis en mist, Maar genoeg om mijn hart in de problemen te brengen, Genoeg om mijn hart in pijn te brengen De Leri : "Als dan de mooie ervaring weg is dan kan dat heel problematisch zijn, als een obsessie. Er gaan dan allerlei verhalen omheen ontstaan, terwijl het maar iets heel simpels was, een basisprincipe. Je bent dan in jezelf aan het roddelen, je maakt jezelf gek en maakt het groter dan het is. Het komt maar één keer in je leven, en is dan een herinnering. Het is beter te herinneren dan te hebben, zodat er ruimte is voor andere dingen. '20Broeders, weest geen kinderen in het verstand, maar in de boosheid; wordt in het verstand volwassen. 21In de wet staat geschreven: Door lieden van een andere taal en door lippen van vreemden zal Ik tot dit volk spreken, en toch zullen zij naar Mij niet luisteren, zegt de Here. 22Derhalve zijn de tongen een teken niet voor hen, die geloven, maar voor de ongelovigen; de profetie echter is niet voor de ongelovigen, maar voor hen, die geloven.' I Korinthiërs 14 Hier wordt al duidelijk dat God spreekt door andere talen en andere culturen, terwijl het katholicisme en protestantisme steeds meer een nazi ideologie kregen. "Door lieden van een andere taal en door lippen van vreemden zal Ik tot dit volk spreken, en toch zullen zij naar Mij niet

luisteren, zegt de Here." In het OT is dat een dualiteit. Het kan ook een vijand zijn die gebruikt wordt. De MENG hiëroglief is een berg, een blokkade, waaruit een bron ontspringt. Alhoewel de bron onwetendheid is moet de mens hier zijn weg door zien te vinden. In de eerste lijn wordt de mens door de onwetendheid aan handen en voeten gebonden, om een norm vast te stellen, om een metafoor te maken, die dus niet letterlijk genomen moet worden, maar metaforisch. Maar juist omdat de mens in de onwetendheid is zal hij dit snel verletterlijken en misverstaan. Dit is verbonden aan het groeiproces. De mens krijgt eerst het letterlijke opgedrongen, en daarna mag het zich esoterisch gaan vertalen, en mag de mens tot het volle spectrum komen. De mens wordt dus eerst vernederd en onderworpen. De tweede lijn is in deze situatie het komen van de mens tot een vrouw. De zoon zal nu de familie onderhouden. Dit is ook gebeurt in het christendom. De onwetendheid bracht de zoons-archetype voort en verzekerde het gehele menselijke ras. De derde lijn laat een vrouw zien die een zwakte heeft voor de rijkdommen van mannen, een zwakte heeft voor weelde, als de opkomst van het katholieke, materialistische systeem. Het is de komst van de onbezonnenheid, vanuit de onwetendheid. In de vierde lijn wordt de onwetende weer gegrepen en vernederd, als beeld van de komst van het calvinisme. In de vijfde lijn wordt de onwetende tot de verlichting getrokken en tot materialistische welvaart, wat als de komst van Toronto gezien kan worden. In de zesde lijn worden de eindjes aan elkaar geknoopt, wordt de dualiteit getoond en kan er verzoening komen op het esoterische pad. Er wordt een brug gebouwd tussen het letterlijke en het symbolische, en tussen de talen onderling. De verbanden gaan gezien worden. Dit hele stelsel is als de school van de MENG waar de mens een relatie krijgt met de verschillende dynamieken, waarvan de relatie tussen man en vrouw een beeld is. De MENG is een pedagogisch opvoed-systeem van kind tot volwassene. De ninja is hiervan een schaduw, als een roekeloze spijbelaar. De berg in de MENG hiëroglief is in het oude China ook een hand, als een straffer en een hindernis, om zo het kind te beschermen en op te voeden. Het verborgene komt aan het licht. De MENG wordt hier weer teruggeroofd van de ninja's, juist door de MENG beter te begrijpen. Iedereen moet leren profeteren. Nadat de MENG-wachter is teruggeroofd en uitgeschakeld zijn de ninja's kwaad en zoeken toevlucht bij volharding, trouw. Zij eten hierin, maken plezier. Zij stellen zich afhankelijk en geduldig. Ze bidden tot hun goden, en laden zichzelf op. Dit is geheel tegengesteld aan de profetische wetten, maar zal een eigen schaduw-profetie opstellen, oftewel valse profetie. Dit is de HSU hexagram in de I Ching, de vijfde, wat tegelijkertijd ook de vijfde wet van Calvijn is, de eeuwigheid. Dit is de hexagram van bloed, van het dienen. Het is een man die bidt om regen. In het oude China is het ook een man die de staart van een draak optilt, zoals Mozes de staart van de slang moest optillen, als een beeld van Saveer bij de wortels grijpen. Naast de man staat een monnik die hem onderwijst. Het is een portaal van kracht. Laten we kijken naar de zes lijnen van de HSU die mensen misbruiken om zo anderen hen te laten dienen : lijn 1 : De hongerige is in de buitenwijk, in de tuinen, en de tijd is nog niet rijp om te strijden. De hongerige werkt in de tuin. lijn 2 : Er wordt geroddeld om de hongerige te testen, uit te dagen, maar de hongerige moet in de tuin blijven. Er moet hierin geduld en voorzichtigheid geoefend worden, en hierin moet volhard worden. De mens moet rusten zoals in het vijfde zegel van de Openbaring. De mens schreeuwt om wraak, maar alles wat de mens krijgt is een wit kleed. lijn 3 : De hongerige daagt de vijand niet uit, maar de vijand komt zelf, als een rover, en drijft de hongerige in de modder achter de tuinen, wat een beeld is van de heilige vertraging. lijn 4 : Het water verandert hier in bloed, als de bruiloft te Kana. De rover, de ninja, heeft in zijn overmoedigheid een wond geslagen. De mens wordt gedreven tot een put, tot een afgrond, tot de wildernis. lijn 5. De mens komt zo volledig tot de honger waarin grote veiligheid is. Het voedsel van de stad maakt de zintuigen van de mens niet meer corrupt. lijn 6. De mens breekt in de honger, en valt in grote zwakheid dieper. De mens kan niet meer wachten en verzet zich. De mens is echter in de heilige gebondenheid, en wordt tot heilige waanzin

gedreven, tot de grotten gedreven, wat de hiërogliefen betekent : de mens wordt onderwezen op school in het woord, als een ontmoeting met de logos, Loki. Dit zijn de zes seizoenen en onderdelen van de HSU, het dienen, en het bloed. Door te mediteren op de HSU krijgt de mens inzicht over de HSU en kan het teruggeroofd worden van de ninja's, die er hele andere betekenissen aan hadden gegeven. De mens mag komen tot de HSU om het te herzien. Weer leidt de HSU terug tot de wetten van Calvijn die in esoterische zin ook de pilaren van het Amazonisme zijn. De HSU is dus een orakel, zoals ook de teksten van Paulus. Paulus had diep geput uit de HSU en het tegen vrouwen gebruikt. Mannen moesten religieus vetgemest worden, en vrouwen uitgehongerd, zodat de man over de vrouw zou heersen. De tronen in de HSU, in de eeuwigheid, zijn voor de man. Door de valse genade leer kunnen roofgierige wolven met gemak een troon in de gemeente krijgen. Door genade grijpen zij de macht. Door genade roven zij. Het is een wapen. In de ninja tempel komen wij zo tot de Lu, de tiende hexagram, oftewel het stapsgewijze, waarin verder wordt laten zien wat er gebeurt als de mens de staart van het beest optilt, zoals Mozes de staart optilde van de slang, zodat het in een stok zou veranderen. In deze hexagram is dat de staart van de tijger. Het is de zon ondergaande in het meer, wat ook het poëtische visioen van Calvijn II is : "Waar de zon ondergaat in het water, ver boven het piratenschip ...", als de overwinning over de piraten. Dit is dus een belangrijke hexagram. De tijger doet de mens geen kwaad, want de mens komt esoterisch tot de staart en niet letterlijk. De mens gaat er dus ontwijkend mee om, langsheen. Zoals de Vur zegt : alles cirkelend benaderen, zodat het je niet kan slaan. lijn 1 : Voorzichtig zijn, geen grotere dingen aanpakken dan je aankan. Geen dingen doen waar je geen draagkracht voor hebt. Blijf dus binnen je eigen grenzen. Kom tot de pilaar van de heilige restrictie, en onderwerp je daaraan. lijn 2 : Het middelpad bewandelen. Het middelpad betekent : van alles een beetje. Overal waar 'te' voorstaat is niet goed. Leer te balanceren, leer te doseren, leer te combineren. lijn 3 : Hogere bronnen aanboren, je onderwerpen aan hogere principes. Weer is het van belang om terug te keren tot de pilaren. Kom je tekortkomingen en restricties onder ogen, en laat je helpen. Laad jezelf weer op. lijn 4 : Aandacht en alertheid, oftewel de alarmologie. Niemand kan zomaar zonder alertheid de staart van een tijger of slang optillen. Hiervoor is scholing nodig. lijn 5 : De juiste plaats vinden, het juiste seizoen en de juiste positie. lijn 6 : Terugkijken naar de geschiedenis voor de juiste sleutels. Alles is al volbracht in de geschiedenis. Daar mag de mens toe ontwaken. Het gaat om het doel te bereiken door subtiel te zijn, zonder conflict, dus door te ontwijken. In ieder geval wordt Korinthe in stand gehouden door de I Ching, en moet de mens het raadsel van de I Ching oplossen. Alle religies kwamen voort uit de I Ching en werden tegen elkaar opgezet, terwijl je het ook gewoon als een orakel mag zien, als esoterisch, als de verschillende seizoenen. De volgende hexagram in de Ninja tempel is het Conflict, de zesde in de I Ching. De I Ching is zo'n beetje het oudste orakelboek van de wereld, nog voordat de grote religies opkwamen. De religies putten uit dit boek en kwamen door hun roof ervan tot grote gestalte. We gaan ook zien hoe Toronto zich via de I Ching ontwikkelde. De I Ching ligt aan de basis van de hele samenleving. SUNG is de naam van de pilaar van Conflict, als de pilaar van de restrictie, die zowel in het calvinisme als in het amazonisme voorkomt, en zo ook in het judaïsme en de islam. Het is de pilaar van de demonologie. De ninja's hebben hun eigen demonologie en die is simpel. Adam moest alle dieren van het paradijs een naam geven, als een beeld van de paradijselijke demonologie. Als wij komen tot de pilaar van restrictie, door het conflict, dan is het van belang allereerst de restrictie te aanvaarden. Het is een heilig pilaar. De Vuh zegt hierover : "De zesde hexagram is de SNG, de kennis van de wildernis. Dit is het hexagram van conflict. Iedereen die op de tocht door de onderwereld, door de grotere wereld, door dit hexagram gaat krijgt hier te maken met oppositie en belemmering, met grote restrictie. Hier raak je vast. Hier moet de initiaat voorzichtigheid leren. Er is een pad, maar het vereist inspanning. De initiaat moet niet zomaar rivieren oversteken, maar de grote moeder ontmoeten. Je moet hier het

einde dus loslaten, en niet het hele pad gaan. Je moet halverwege stoppen en niet je zin of wil doordrijven. Je moet jezelf een halt toeroepen. Je moet het begin overdenken. In de zesde hexagram van het conflict is er scheiding die roddel veroorzaakt en verwonding brengt tot de initiaat. Dit is de kennis van de wildernis. De tweede lijn zorgt ervoor dat men ophoudt met het gevecht en terugkeert naar huis. Dit is voor bescherming. Hier zijn driehonderd families of huishoudingen, driehonderd tenten of tent-gebieden, kampen. Hier wordt de geest van valse schuld gebroken. De initiaat kan het gevecht niet aan, en onderwerpt zich uiteindelijk aan het noodlot. De initiaat trekt zich terug van alle gevechten die gaande zijn. Hij verandert hierdoor. Wanneer hij een leren riem omdoet dan wordt het zo weer van hem afgenomen (drie keer in de morgen). Het volhoudingsvermogen wordt uiteindelijk gebroken. Alle beloningen worden uiteindelijk weer weggenomen, en eindigen in grote vernedering." De eerste lijn van de SUNG gaat over het vluchten. In dit vluchten mag er een heel klein conflict zijn. Dit is ook de boodschap van de Vur. Soms kun je niet zomaar in één keer vluchten. Het gaat niet op de directe manier, dus moet je subtiel vluchten, wegdraaien, cirkelend vluchten. In de tweede lijn mag je al wat meer gaan ontwijken, en je zin doorzetten in het vluchten. Het conflict moet nu totaal afgebroken worden, en men moet vluchten naar huis, alles achter zich laten. Tegen een superieur kun je niet op, stelt Confucius in zijn commentaar. Confucius raadt aan niet alleen te vluchten, maar ook te verbergen. In de derde lijn keer je terug tot de erfenis, tot wat je al hebt, en probeert daar ander zicht op te krijgen. De mens moet leren werken met de erfenis. In de vierde lijn gaat dit verder en dieper. De mens moet tevreden zijn met wat hij heeft, ook al is het onzuiver. De mens moet een ander beeld vormen en zich onderwerpen aan de bron om alles te herzien. Als de mens te snel gaat is dat een vorm van eerzucht. Pas in de vijfde lijn wordt het probleem aangepakt, maar in de zesde lijn worden alle trofeeën weer afgenomen. In het oude China moest deze pilaar flexibiliteit brengen, meervoudige gezichtspunten. Mensen moeten dingen relativeren en niet te hecht vasthouden aan situaties en bezit. De mens moet er losser en intuïtiever mee omgaan. In de Vur worden verhalen op de helft afgebroken en gaan in een ander verhaal verder. Het halve is fundamenteel in de Vur. Zij die eerzuchtig zijn gaan altijd voor het volle. 49. DE HEI 11. Alles is hier half, Alle cirkels zijn verbroken, Om plaats te maken voor hogere cirkels, Ergens anders gaat het pad verder, Het pad eindigt hier in de zee, De regen heeft alles weggewassen 12. Niets zal gaan tot het einde, Alles zal teruggaan tot het begin 71. HANNAH 9. Dan staat ze in vlammen, en het gehele huis brandt. Ik moet hier weg. Maar de trappen zijn hier van vuur. Alles is van vuur. 10. Ik strompelde naar de uitgang van deze tuin. Ik had het in zicht nu, en greep naar mijn buik. 11. Bloedende tuinen, zover het oog reikt, vermengd met regen, waar het oog van Hannah over waakt. Het koren dat het goud omhoog haalt, het licht der sterren weerkaatsende, haar vrucht wordt vastgehouden. Hannah waakt. Het houten huis kraakt onder het getal van de lelies. Hier heeft ze haar woning. Hier voedt zij haar raadsel, haar mysterie, waar prinsen op paarden al eeuwen naar zoeken. Nee, zij zullen niet vinden, want Hannah waakt over haar geheim. Haar kroning was een bespotting. Haar lijden was een ontmaskering, maar niemand is ooit tot haar parel gekomen, niemand heeft ooit haar zwaard gedragen. Allen sterven zij door een blik op haar te slaan. Tot steen werden zij in alle eeuwigheden. Haar discipel is zoek, haar beker verloren. Zij heeft haarzelf nog

nooit gezien. Zou zij het weten, dan zou zij sterven, daarom weet zij maar half. De rozengrachten hier zijn vol met parels. De mensen hier weten dat Hannah een geheim heeft, alleen ze kennen het niet. Ze hebben er alleen een glimp van opgevangen, en die glimp heeft hen voor altijd verblind. 12. Daar aan de overkant weten de mensen niet dat ze niet weten. 77. HET PLANTSOEN 8. Het is niet veel anders dan het zwaard dat de ongelovigen dwong het christendom aan te nemen. En zo is de orale besnijding net zo erg als de vaginale besnijding, omdat het beiden om dwang gaat, en de klachten erbij niet serieus worden genomen. Klachten zijn de tekenen dat de bezetting werkt. En men wil dat zo houden. Alle tong zal belijden, elke knie zal buigen. 9. Ook het half serieus nemen werd een grote trend. 10. Alles puur natuur. 11. Het educatieve zwaard heeft een praalwagen gemaakt voor het bandeloze verstand. 12. Veel van die schilderijen zijn enigmatische paradijselijke taferelen. 49. DE HEI 8. Nee, het is niet afgemaakt, Ergens anders gaat het verhaal verder, De hei is halve verhalen, De onvolkomen pracht, Waar de morgen opkomt, Wachtende op de nieuwe nacht 9. De hei is de armoede, Niets is afgemaakt, Zij hebben alles verloren, om de wildernis te bereiken, Alleen in naaktheid zult gij binnengaan, De wildernis uw enige bedekking 10. De tocht stopt halverwege, in de oorlog, Alleen in cryptogrammen zal de tocht verdergaan, Het mysterie van de hei De ninja roofde deze pilaar en maakte er het overmatige conflict van in zijn smetvrees. Er zijn hierin geen tussenstappen. De ninja is agressief en opvliegend. De ninja denkt niet na. In het oude China ging deze pilaar gepaard met de slapende tijger, als het slapende beest, de slapende slang als de slapende Saveer die aan de drugs is. Er staat een monnik bij die overpeinst. Er moeten geen slapende honden wakker gemaakt worden. De monnik moet het bergpad dichtbij begaan om meer inzicht te krijgen. Er is dus een veel hoger conflict, en dat moet de mens niet verspillen. Deze hiëroglief is als een ladder. De mens moet hier beseffen in de wolken, in zijn klim, dat veel strijd en overwinning slechts illusie is. Toronto is slechte omgang. Toronto is de pseudo-pilaar van de heilige waanzin. Toronto heeft lopen roven in de I Ching om dit bolwerk te bouwen. Paulus heeft het over het sterven aan zichzelf, maar er is ook een valse dood, de afvalligheids-dood, en dat vormt de basis in de I Ching van Toronto. Hexagram 55 is de Feng, de Overvloed, de Chinese Bacchus. Deze Feng of Vang hiëroglief werd gestolen door ninja-piraten om het grote Toronto te bouwen op de fundamenten van Bacchus. In de eerste lijn werd Toronto gelijk aan de Heer, als een grote zelfvergoddelijking, gebaseerd op de 'Jezus is God' stelling, wat zijn diepte heeft in de I Ching, maar wat de ninja-piraten corrupt maakten. We zullen zien hoe de I Ching hier mee afrekent. Er wordt heel duidelijk gezegd in de eerste lijn dat dit maar tien dagen goed kan gaan, wat natuurlijk symbolisch is voor een seizoen, een gelimiteerd tijdperk. Daarna als zij nog steeds gelijk zijn aan de Heer, in de godheid van het zelf, dan zal alles falen. Met andere woorden de zelfvergoddelijking moet in balans zijn. Die balans

wordt besproken in het Ismaël evangelie van de Bilha, waarin de mens zich ook moet onderwerpen aan het goddelijke en het goddelijke zoeken. In lijn 2 zien we het voorhangsel, de restrictie. De mens moet hier leren niet over de grenzen te gaan en om de grenzen te accepteren. Toronto deed dit niet, en had lak aan alle grenzen. Toronto wilde spijbelen, en wilde de opvoeding niet. Als een brullende Bacchus rende Toronto naar de stad om daar Toronto-feestjes te houden, tot meerdere eer en glorie van het valse, tuchteloze, verwende zelf. Zo was Toronto een virus. In de derde lijn is de mens gebonden in de duisternis. In de vierde lijn is er een ontmoeting in de tent, waar de mens voor een keuze komt te staan : worden tot de Heer, tot Jezus, of alleen maar het ontmoeten van de Heer, als het ontmoeten van de zon, of door het schild de Medusa verslaan, oftewel Jezus, Jom. Dit komt ook terug in de Griekse mythologie waarin Perseus het monster Medusa onthoofde. Zodra iemand een blik wierp op het monster versteende die persoon, zodat Perseus het monster moest benaderen zonder rechtsstreeks naar het monster te kijken. Perseus keek alleen indirect naar het monster door de weerspiegeling in het schild. Dit is een parallel van hoe de mens met het Jezus monster, de heks Jom, moet omgaan. De mens mag het niet rechtstreeks benaderen, niet letterlijk, maar alleen esoterisch, als door een gebroken spiegel. Perseus nam het hoofd van Medusa en gebruikte het sindsdien als een wapen, maar gaf het later aan de godin Athena die het op haar schild vastmaakte. Een mens die op Jezus keek versteende. Ook het verstand versteende en werd verletterlijkt. De afgevallen zonen van God, de nefilims, waren mens geworden, en werden in de mens Jezus tot God gemaakt. Zij hadden de 'Jezus is God' belijdenis nodig, maar er is iets veel diepers gaande. De God is het hoofd, zoals Christus het hoofd van de kerk werd, het hoofd van het lichaam. Jezus is God, het hoofd, betekent alreeds dat het monster onthoofd is. Perseus gebruikte het als een wapen om zijn vijanden te verstenen. Hij kon zichzelf en anderen hiermee beschermen, en kon anderen ook redden van andere monsters. Hij gebruikte het hoofd van Medusa om hen te verstenen. Zij die 'Jezus is God' letterlijk nemen worden erdoor versteent, en zij die het esoterisch zien als het onthoofde monster zijn als Perseus. De vijfde lijn is roem. In de zesde lijn wordt de mens door zijn rijkdom geïsoleerd, en sterft hierin een afvallige dood, en wordt zo tot een Orionse zombie van Toronto. Deze rijkdom kan zijn op allerlei gebieden : financieel, psychisch, emotioneel, religieus, mentaal, fysiek, sociaal etc. De mens wordt gelokt door deze zwarte afvallige dood om een Toronto robot te worden. Deze hexagram moet dus teruggeroofd worden en er moet inzicht over verkregen worden. Voor een ander fundament van Toronto stalen de ninja-piraten hexagram 63 : Chi Chi, het nu doen, het volbrachte, de voltooiing. Maar deze Ji Ji hexagram heeft een inhoud die de rovers niet ver laten komen. De Ji Ji is namelijk erg goed beveiligd, waardoor de Toronto joyride maar een tijdelijkheid is. Hier worden de zaai en oogst principes besproken. Wat de mens zaait zal de mens ook oogsten. De Ji Ji hexagram laat zien dat als de mens overmatig met voorspoed zaait en in overmoed leeft, dan zal wanorde geoogst worden, wat we ook terugzien in Toronto. Er is geen alarm. Alles ligt door elkaar. Er is geen demonologie, waardoor de geesten vrije ingang en uitgang hebben.Toronto wordt in de woestijn voortgedreven door de wind. Het is een zware infectie van het volk. In lijn 1 wordt de staart natgemaakt - Mozes gebruikt de stok om zee te splitsen voor doorgang. Lijn 2 : ga niet op zoek naar het verlorene. Het zal vanzelf terugkomen. Lijn 3 : demonologie door vermoeidheid - in 3 jaar land veroveren. Lijn 4 : je boot heeft een lek. Je kunt alles wat om handen is gebruiken om het lek te dichten. Het hoeven geen volkomen dingen te zijn. Alles is bruikbaar voor iets. Lijn 5. De rijke offert pralend rijk, maar dat is niet beter dan hen die simpele offers brengen. Protserigheid loont niet. Lijn 6. De verdrinking - potentiële wedergeboorte, sterven v/d oude mens/ rijkdom. De Egyptenaren die vasthouden aan hun bezit en het niet willen laten gaan verdrinken in de zee. Symbool : waterput met vuur op de bodem. De mens stal de Chi Chi en werd daardoor overweldigd

door water, als een alarm wat afging. Een ander fundament van Toronto is de gestolen Yi, hexagram 42 van de I Ching. De Yi is de vermeerdering. Toronto heeft dit principe misbruikt. Lijn 1 : het is goed om landbouw te bedrijven - plantengroei - onderworpen aan de natuurlijke wetten. Lijn 2 : volharding in het orakel brengt voorspoed Lijn 3. tegenslag gebruiken om te groeien Lijn 4. publiek maken van de balanzen brengt volgelingen Lijn 5. als je oprecht bent en een goed hart hebt hoef je niet te vragen Lijn 6. er is geen vermeerdering want er zijn geen goede fundamenten voor. De mens moet weten te stoppen, anders zal de mens aangevallen worden door deze wachter van de Yi. Door het wegbonjouren van de vrouw, en daardoor de natuurlijke principes van groei, haaste Paulus zich in overmoed naar het grote Toronto. Daarom is er ook veel valse afvallige dood in de leerstellingen van Paulus, en zien we grote scheefgroei. Demonologisch gezien hebben wij hier te maken met een gehandicapt kind. Er is een snelle dood en een snelle opstanding, alsof Paulus ergens aan wil ontvluchten, een groter Pasen. Paulus gaat voor zijn circus met de pet rond. Hij kreeg de roem die hij wilde, en hij kreeg de volgelingen, zoals de I Ching voorspelde, maar uiteindelijk zal een dieper Pasen hem testen. Het alarm op de grote I Ching ging af, en de Egyptenaren verdronken in de overweldigende zee, toen Paulus deze steen probeerde los te wrikken. Dat had hij niet moeten doen. Calvijn deed daar nog eens een schep bovenop, met alle gevolgen daarvan. De grote haai van Toronto kwam, Elias, om een grote slag in de wereld te slaan. Nu probeert de mens terug te keren tot het oude orakel, maar het orakel kapt en is overgevoelig. Paulus ging naar Macedonië, oftewel Europa, waar hij het zaad voor het komende katholicisme en het calvinisme zaaide, twee Europse stromingen van het christendom. Timoteüs is een soort kind van hem, wat symbolisch het grote Europa is wat door Paulus werd gebaard. Apollos werkte samen met Paulus. Zijn naam komt van de zonnegod Apollo, de god van het orakel van Delphi, wat in de wortels ook de metaforische eeuwige verdoemenis is om de lusten van het vlees te doven. Dit kwam ook terug in het latere calvinisme, als de opening van die put. In de apocalypse komt Apollyon naar voren als zijnde de engel van die put. Zijn naam is ook verbonden aan Apollonia, een plaats in Macedonië. Stefanas was een Korinthische bekeerling, wiens naam 'kroon' betekent, van de overwinnaar, wat ook een beeld is dat de mens Korinthe metaforisch moet overwinnen door tot de esoterische betekenis ervan te komen.

De Afrika Code COAB 2017 "Did you hear those sounds, Terror coming in the night, While we sleep they take everything away, What we built between you and me. Are you listening closely, They're tearing us apart, on this cold december day, Tearing off all what we built here, between you and me. Soldiers rising up today, on this cold december day. Soldiers, rising up today, they came over the bridge of a frozen yesterday. I must give away these flowers burning in my garden, They want to go home. They belong to you, in your womb they can grow." Hoofdstuk 1. Geschiedenis van Nederland en Europa 1.1 - Geschiedenis van Nederland 1.2 - Het Geheimenis van Nederland 1.3 - Het Geheimenis van Duitsland 1.4 - Het Spaanse Wereldrijk 1.5 - Het Ariaanse Wereldrijk 1.6 - Het Geheimenis van Constantinopel 1.7 - Het D/T Merkteken van Saveer Op De Nederlandse Taal Hoofdstuk 2. De Zuiderzee I Tjing 2.1 - De Sleutel van de Sinologie 2.2 - De Terugkeer van de Zuiderzee

2.3 - Het Eiland in de Zuiderzee 2.4 - De Kusten van de Zuiderzee 2.5 - De Zuiderzee als Waterput 2.6 - De Zuiderzee als Wijngaard 2.7 - De Technisering door de Zuiderzee 2.8 - De Bodem van de Zuiderzee 2.9 - Het Kanaliseren van de Zuiderzee 2.10 - De Communicatie van de Zuiderzee 2.11 - De Natuur van de Zuiderzee Hoofdstuk 3. De Boot van Ra 3.1 - De Tuinjongen 3.2 - De Schaduw van Isis 3.3 - De I Ching - Sleutel tot de Natuur 3.4 - De Orionse I Ching 3.5 - Orion - Het Pad tot het Paradijs 3.6 - De Godin op het Paard 3.7 - De Orionse Economie 3.8 - Het Vertalen van Pijnprikkels - De Sjamaanse Reis door de Onderwereld 3.9 - Het Egyptische Dodenboek als Fundament van de Bijbel 3.10 - De Wedergeboorte van de Zee 3.11 - De Poort van Nephthys 3.12 - De Bootreis door de Onderwereld 3.13 - De Vrouwelijke Oorsprong van Ra en Horus 3.14 - De Spreuken in de Onderwereld 3.15 - De Opstanding van Ra 3.16 - De Egyptische Oorsprong van Pinksteren 3.17 - Het Geheim van de Waterlichten 3.18 - De Egyptische Oorsprong van het Brood-Mysterie 3.19 - De Zegels van Amerika 3.20 - Diepere Betekenissen van de Boot van Ra Hoofdstuk 4. De Orions-Afrikaanse Mythologie 4.1 - Het Droomlichaam 4.2 - Het Spiegelpaleis van Arcturus 4.3 - De Lens van Orion 4.4 - De Verborgen Wortels van de Sophia 4.5 - Het Geheim van de Bloei 4.6 - De Chinese Roos 4.7 - Mijn Surinaamse Levensverhaal 4.8 - De Godin Achter de Hel 4.9 - De Decodering en Verbreking van het Krishna Zegel 4.10 - De Gnostische Schoonheid van de Ananjana - Het Pad Tot en Door de Nacht 4.11 - Het Jongetje op de Toren 4.12 - Het Andromeda Enigma 4.13 - Pilaren van de Orions-Afrikaanse Mythologie 4.14 - De Riem der Waarheid 4.15 - Het Natuurverschijnsel van de Religieuze Vierschaar

Hoofdstuk 5. De China Link Chip 5.1 - De Kaartenbak van het Leven 5.2 - Het Geheim van de Vreetzaak 5.3 - De Brief van Paulus aan de Amazoniërs 5.4 - De Calvijn Code 5.5 - Chinese Wijsheid - De (Symbolische) Kaarten 5.6 - Het Mysterie van Adam en Eva ? 5.7 - Van Waterstof Tot Wederkomst 5.8 - Chinese Wijsheid Hoofdstuk 6. De Wand met de Dobbelsteen Erin 6.1 - De Orions-Afrikaanse Bio-Klok 6.2 - De Kooi van Jèsoe 6.3 - De Kooi - De Diepte van het Kruis 6.4 - Het Hart van Jèsoe 6.5 - De Ontwaakte Amoet Hoofdstuk 1. Geschiedenis van Nederland en Europa 1.1 - Geschiedenis van Nederland De huidige situatie is het resultaat van ellenlange kerkgeschiedenis. Het huidige Nederland komt voort vanuit een geschiedenis die opliep tot de vestiging van de Habsburg Dynastie, het Huis van Habsburg, en dit leidde tot de vestiging van de Habsburgse Nederlanden : De Zeventien Provinciën : 1543-1585 - Nederland, België en Luxemburg onderverdeeld in hertogdommen, graafschappen en heerlijkheden. De Spaanse Nederlanden : 1556-1648 - Nederland, België en Luxemburg, die in 1648, na de tachtigjarige oorlog van 1568-1648 met de Vrede van Munster, waardoor de Noordelijke Nederlanden en de Zuidelijke Nederlanden gescheiden werden, wat ook delen van Brabant en Limburg meenam. De Zuidelijke Nederlanden liepen door als Spaanse Nederlanden tot 1715 en werden toen de Oostenrijkse Nederlanden. Spanje was een katholieke grootmacht, terwijl de Noordelijke Nederlanden, nu Nederland, protestant waren. Dit was dus een grote strijd tussen de katholieken en de protestanten.

De Habsburgse Nederlanden werden opgericht in 1482, na de dood van de laatste Bourgondische hertogin, Maria van Bourgondië, omdat de Nederlanden toen in de handen kwamen van haar zoon, Filips de Schone, van het huis Habsburg. Daarvoor, voor de Habsburgse Dynastie was er de Bourgondische Nederlanden : 1384-1482, en daarvoor was Nederland onderverdeeld in graafschappen, voortkomende vanuit de oude Germaanse stammen. Nederland was onderdeel van Germanië en ze vochten tegen de Romeinse onderdrukking. Het katholicisme werd in 1517 deels aan de kant gedrukt door Maarten Luther's 95 stellingen, waarvan het grootste deel gericht is tegen de aflaat leer, en in stelling 78 worden de krachten en gaven van I Korint. 12, zoals van genezing, als belangrijker bestempeld. En dit terwijl de latere reformatische beweging vaak het gebruik van de gaven als een ziekte bestempelde, zoals ook de psychiatrie dit doet, tegen het advies van Maarten Luther in. Binnen het protestantisme kwam toen de Evangelische beweging opzetten, en toen de Pinkster en charismatische beweging. De demonologie werd door deze bewegingen veelal veracht, waardoor er grote scheefgroei kwam, en als antwoord hierop kwam de kleine profetische en hermitatische beweging die terugleidde tot de cryptografische en esoterische gnosis, wat de cirkel rond maakte, want zo kon er weer een veilige verbinding komen met het katholicisme : het herstel van de moeder en het loon, maar dan zonder het materialisme. Het zijn diepere, meer cryptische principes, en dit vormde de sleutel om ook verbindingen te maken met andere religies, tot verder herstel van de moeder. Dit is het Amazonisme, waarvan de hermitatie de voorbode was. I - Katholicisme II - Protestantisme (Lutherisme) III - Amazonisme 1.2 - Het Geheimenis van Nederland Nederland, Holland, kan helemaal teruggeleid worden tot Holle, Hel, Hulda, de godin van de wilde jacht. De Wilde Jacht was vroeger de naam van een bovennatuurlijk verschijnsel waarin de onderwereld zich opende, en waar zij die in de onderwereld woonden door de lucht gingen om te jagen op boze geesten. Dit was voornamelijk verbonden aan het Joel-feest, de voorloper van het kerstfeest. De Wilde Jacht wordt soms ook de helse jacht genoemd. Er is ook het sprookje van Vrouw Holle. Zij wordt gezien als de aanvoerster van de wilde jacht. Als zij haar kussen uitlopt dan sneeuwt het. Zij wordt ook de witte dame, of beter : dame in het wit genoemd. Zij is in de Noordse mythologie, naast Hel, verbonden aan de vruchtbaarheidsgodin Frigg, de vrouw/ godin van Odin (DN, Eden) en Freya. Als de dame in wit is zij een beeld van de LERI, het witte mysterie van de Eva-stammen in het paradijs. Vrouw Holle is de godin van het leven (en de dood), zoals Eva dit ook betekent in de grondtekst. Nederland wordt – ook in de profetieen – de poort tot Europa genoemd. In die zin verbindt het Nederland ook aan het witte hek wat om het paradijs heenstaat. De mens moet eerst het witte mysterie oplossen. De LERI is ook de naam van het tweede grote boek van de tweede bijbel : het commentaar op de tweede bijbel, oftewel de exegesis. Hierdoor zal de tweede bijbel beter begrepen

worden. I - Katholicisme - bron : Italië II - Lutheranisme (Protestantisme) - bron : Duitsland III - Amazonisme - bron : Nederland – voortkomende vanuit het witte mysterie – de LERI – Eva – poort tot de onderwereld – de vermenging door de hermeneutiek, de leer van de uitleg (exegesis). In het Amazone Verbond zullen de sieraden van het protestantisme en katholicisme aan elkaar verbonden worden. 1.3 - Het Geheimenis van Duitsland Nederland was vroeger deel van het gebied Germanië, en heeft diep Germaanse wortels. Germanië bestaat nog steeds in de vorm van Duitsland, Germany. Vandaar dat het belangrijk is een goed zicht op Duitsland te krijgen, want daar liggen nog steeds de Germaanse schatten opgeborgen die een sleutel zijn voor Nederland om terug te keren tot haar stamverleden. Als we naar Nazi Duitsland kijken dan beseffen we dat er een machtig geheim bewaakt wordt, waarvan Nazi Duitsland een hele corrupte afspiegeling was : Heilige Rooms-Duitse Rijk – de twee-koppige zwarte arend – 800-1806 Duitse Keizerrijk – zwarte arend – 1871-1918 Nazi Duitsland – 1933-1945 Dit leidt helemaal terug tot Germanië, de stammentijd. Het raadsel van de zwarte arend wordt besproken in het Eeuwig Evangelie en is in het tweede deel, de Rode Steen, in het boek Savaninen hoofdstuk 15 een beeld van de tweede bijbel : De arenden van het Woord 1. En ik zag een zwarte arend verschijnen in het midden van de tweede hemel, en een witte arend zat op een rots, en ik zag uitgestrekte zeeen in de verte. 2. En ik zag de Heere als een ruiter verschijnen, dragende een trompet. En zijn haren waren als witte vlammen. 3. En toen Hij op de trompet blies kwam er een beest uit de zeeen voort, en de Heere sprak : Vreest niet, want het is de tweede Matas, en Hij is het Beest des Heeren. 4. En de witte arend die als het Woord des Heeren was steeg op, om hen die niet wilden horen te slaan. 5. En ik zag een grote schare opkomen die de arend volgden, en zij maakten zich groot tegen de zwarte arend. Maar toen kwam er een traan uit de ogen van de witte arend om hen te verteren. 6. En de Heere sprak : Zo zal het een ieder vergaan die het tweede Woord niet aanvaardt. En de Heere was als een stichter van oorlog. En de Heere sprak : Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het Zwaard. (..)

Het Tweede Pniel 8. Zalig hen die het eerste en tweede Woord hebben. Maar hen die het tweede Woord niet hebben, zullen het eerste ook niet hebben. 9. En de heiligen worstelden met de tweede engelen en met de Heere, en zij werden geslagen op een plaats die het tweede Pniel heette. 10. En zij werden gevoelig voor het tweede Woord. En de Heere zegende hen. Zalig zij die de wonden van het tweede Woord dragen. 11. Zalig hen die twijfelen, want zij zullen kracht tot toetsen hebben, en de Heere zal hen leiden tot de tweede zekerheid. 12. En in de tweede pijn ligt de hand des Heeren opgeborgen. In de eerste bijbel is er zowel een goed deel als een slecht deel. Het goede deel kondigde de komst van het eeuwig evangelie en het tweede aan, in het boek Openbaring. In principe is de eerste bijbel gewoon een verzameling van gnosis, verdraaide gnosis en anti-gnosis. Het kind mag niet met badwater weggegooid worden. Nederland heeft Duitsland nodig in de grote bevrijding, het grote begrijpen, van Europa. Duitsland bezit de sleutels om de Nederland-poort te openen. In het Bijbelse paradijs zien we alleen maar de schaduw van het hogere paradijs. Alle archetypes wijzen dus door naar diepere realiteiten. Holland, Holle, de Dame in Wit, is het geheim van de Eva stammen, het witte Leri mysterie. Maar deze Eva stammen moesten komen tot de gnosis, tot de boom van de gnosis, tot de vrucht, om daarmee de Adam stammen in te wijden. In de diepte van deze symboliek is deze vrucht heilig. Dit alles heeft een Europese reflectie. Nederland ligt aan de kust als het Europese Israël wiens mysteriën onbegrepen zijn, en heeft de zwarte steen (zwarte arend, Duitsland) nodig om geopend te worden, zoals Israël de Islamitische mysteriën (als cryptografisch beeld van het komende Eeuwig Evangelie) nodig had om doorgang te vinden. Zwart is de kleur van de duisternis, de tegenstander van het verblindende licht. Het is de heilige verdonkering en verborgenheid. De vrucht van de boom van kennis heeft altijd eenzelfde centraliserende lading gehad als de ark van het verbond. Deze werd streng bewaakt. In het Aramees is de ark de KEBU, de doorgang tot een diepere ruimte, waar een voorhangsel voor gehangen werd (Ex. 40:3). Ook is de ark een beker. Het voorhangsel is in het Aramees ook een vrucht van de ceder. Hier zien we de boom van kennis terug. De mens nam de vrucht en ging tot een andere dimensie, als een doorgang. Dit is wat de ark is. De KABA is in het Arabisch een gebied, het heiligste gebied. Dit is de BADA stam in de amazone theologie van de Vuh, de verdonkerende stam van de verborgenheid. In Ex. 40:4 gaat het in het Aramees over die ruimte, die ingenomen moet worden, de ruimte van de tabletten, van het Woord. Dit is het hele vrucht der kennis mysterie, een dualiteit, als de tegenhanger van Septus, als het hele mysterie van de ark. Duitsland verbergt de zwarte ark of tegenark die dwars tegen de valse licht-ark ingaat. Hierom zijn er twee strijders tegen elkaar gekeerd op de ark. 1.4 - Het Spaanse Wereldrijk De Spaanse Nederlanden liepen van 1556-1715, bijna twee eeuwen. De Nederlands-Spaanse Karel

V (met een Spaanse moeder) erfde de Nederlanden omdat hij van het Huis Habsburg was, die de Nederlanden als eigendom hadden in die tijd sinds 1482. Daarvoor was er het Huis van Bourgondië. Karel V werd ook de Rooms-Duitse keizer. Zijn hele rijk besloeg ook Amerikaanse en Aziatische gebieden, en was groter dan het Griekse en Romeinse wereldrijk ooit was geweest. Dit was het Spaanse wereldrijk. Dit rijk ontstond door : 1. door de huwelijksvereniging van de Kroon van Aragon (Oost-Spanje en land ten Oosten van Spanje : Sicilië, Napels etc.) en de Kroon van Castilië, Centraal Spanje. 2. het terugdringen van de Moren, de islamieten die Spanje hadden veroverd 3. het ontdekken van Amerika en koloniseren ervan Karel V trouwde met Isabella van Portugal, wat nog meer Spaans-Portugees bloed bracht in het geslacht. Karel V gaf de Nederlanden toen in de handen van zijn zoon Filips II. Karel V had als motto “steeds verder.” Filips II was harder dan zijn vader, en vervolgde het protestantisme, waardoor de grote opstand in Nederland ontstond. Dit leidde tot de aanstelling van de Spaanse Alva als de Nederlandse landvoogd om die opstand tegen te gaan. Dit was het grote verschijnsel van de 80-jarige oorlog. Wat moeten we met dit verhaal ? Ook dit is een dualiteit. Nederland is als het Europese Israël waarom de strijd ging en nog steeds gaat. Duitsland is de vrucht van de gnosis die leidt tot de boom van kennis, de nieuwe dimensie, de bron die door Spanje verzegeld werd gehouden. In het commentaar op de Bilha, in de Leri, het tweede grote boek van de Amazone Bijbel Tetrateuch, wordt er gesproken over twee rode mysteries : dat van Adam, en dat van de boom van kennis zelf, als het bloed-orakel, een grote slachtplaats, waar de Hiti stam voor staat. De rode steen, Hadd, Hat, HT, is de HITI stam, waarvan de Egyptische ballingschap een beeld is. Israel nam van de vrucht van de gnosis en kwam in de diepte van Egypte waar deze gnosis lag opgeborgen. Er zijn dus twee bomen van kennis, oftewel de boom van kennis is dualistisch. Het kan zowel valse kennis als goede kennis uitbeelden. Het hangt er vanaf wie er van eet en hoe dat gebeurt. Spanje is daar een Europees beeld van. Allen die van de Duitse vrucht eten worden onderworpen aan Spanje, wat ook weer de protestants-katholieke dualiteit is. Het katholicisme is een allegorie van de baarmoeder en het loon, wat door de verletterlijking ervan corrupt werd. Toen trad het Huis van Oranje daar tegenop, steeds meer protestants wordende. Willem van Oranje zelf stond voor de godsdientsvrijheid, dus ook hij nam deel aan de Nederlandse Opstand. Oranje is het symbool van “van letterlijkheid tot symboliek”. Het protestantisme is een allegorie van de strijd tegen het materialisme, de terugkeer tot het kruis en tot de schrift, het voorgeschrevene, als de schaduw van de heilige gebondenheid. Beide bewegingen werden corrupt. Nederland was in een soort van Egyptische ballingschap terecht gekomen door het Spaanse wereldrijk, wat de Europese weerspiegeling was van de amazone Hiti stam. Frankrijk weerspiegelt de Amalek stam en Italië de Bakroe stam, oftewel de Zuni stam die Bakroe als godin hebben : Zuni, ZN, van het “Zoon” mysterie geintroduceerd door Rome. Dit komt ook weer terug in de Bilha wat daar verder besproken wordt. Egypte is in deze zin dus een beeld van de boom van kennis, maar in de bijbel wordt ook Assur besproken als de boom van kennis. De boom van kennis is dus een pad wat zowel de Egyptische ballingschap brengt als de Assyrische ballingschap, beiden beelden van Hiti, Spanje.

1.5 - Het Ariaanse Wereldrijk Het Westelijke Romeinse Rijk kwam ten val door Germaanse stammen zoals de barbaren en de Visigoten. De Germaanse Barbaarse koning Odoaker rekende af met de laatste keizer van het WestRomeinse rijk : Romulus Augustulus. De keizer werd onttroont in 476. De wereld kwam in opstand tegen het Romeinse gezag. Daarvoor hadden de Visigoten in 410 onder leiding van Alarik I Rome al ingenomen. Het West-Romeinse rijk viel. De Germanen wilden weer vrij zijn. Veel Germaanse stammen, zoals ook de Visigoten, waren Ariaans, als tegengesteld tegen het Katholicisme. De Visigoten drongen door de val van het West-Romeinse rijk Spanje binnen en vestigden zich daar. Arianen zijn hen die de godheid van Jezus loochenen. Jezus wordt gezien als een schepsel ondergeschikt aan God. Dit in tegenstelling tot het Niceanisme. Het Arianisme werd gesticht door Arius (256-336). Dit kwam dus ook tegen de Katholieke drieeenheid. Demonologisch gezien is het a-rianisme hen die Rian verloochenen, anti-rian. De Niceanen (katholieken en protestanten) zijn in die zin het Rianisme, volgelingen van Rian en Jom, die Jezus gelijkstellen aan God. De meeste Germanen die met de volksverhuizing het WestRomeinse rijk binnenvielen waren Ariaans. Het Romeinse rijk viel door het Arianisme. In 325 was er in Nicea een concilie gehouden om het Arianisme te verketteren, wat alleen maar meer woede van de Arianen opwekte. Arius werd door dit concilie verbannen. In 358 kwam de Romeinse keizer Constantius II het Arianisme te hulp, en werd er een nieuwe pro-ariaanse concilie gehouden. Constantius II wordt ook wel het pad tot het Byzantijnse rijk genoemd (Oost-Romeinse Rijk). Hij huurde Ariaanse Germaanse strijdkrachten in. Hij wilde een Ariaans wereldrijk oprichten : het concilie van Arles (353) het concilie van Milaan (355) het concilie van Rimini (359) het concilie van Constantinopel (360) Er waren verschillende vormen van arianisme. De ene vorm ging verder dan de andere vorm. De homo-ousios, “Jezus en God van dezelfde substantie”, werd door Constantius II uit de geloofsbelijdenis geschrapt. De Niceaanse leer werd teniet gedaan. Het Romeinse rijk was Ariaans geworden waar de katholieken over klaagden, zoals de beroemde stelling van Sint Hieronimus : “De hele wereld vernam zuchtend en vol verbazing dat zij ariaans was geworden.” Maar het mocht niet lang duren. Constantius II stierf al snel in 361. Alle hoop was nu gericht op de Ariaanse keizer Valens in het Oosterse Romeinse Rijk, maar die stierf in 378. Toen kwam de Spaans geboren Theodosius I de Grote die keizer werd van het rijk en die de Niceaanse geloofsbelijdenis weer geldig verklaarde. Dit alles leidde tot het terugslaan van de Arianen in de Ariaans-Germaanse invasies die het Westelijke Romeinse Rijk ten val brachten. De Germaanse keizers die toen kwamen reduceerden de belasting die betaald moest worden. Het resultaat was een Ariaans Visigotisch Spanje. Dit liep tot 589 toen de Visigotische koning Reccared I zich bekeerde tot het katholicisme. Er kwamen burger oorlogen onder de Visigoten, waardoor één van de partijen Islamitische Moren opriep. Deze kwamen over de straat van Gibraltar, en namen Spanje toen over van de Visigoten. De wereld had een hogere graad van het Arianisme nodig. De Islam is tweede graads Arianisme, waarin Jezus nog meer werd teruggeschoven, ontmaskerd en herzien. De zon moest sterven, en plaats maken voor de duisternis. Het werd weer nacht in Spanje.

De Islam, door de Amajjaadse dynastie, wijst terug op het Amazonisme, het derde graads Arianisme, in de strijd tegen Rian. Deze Islamitische invasie van Spanje was in 711, onder Tariq Ibn Zijad. Spanje werd nu Moors Spanje. De Moren waren verdraagzamer en toleranter dan de christelijke systemen waren geweest. Er kwam veel meer godsdienst-vrijheid, en de levensomstandigheden voor de minderheden verbeterden (zoals de Joden). Het terugdringen van de Moren duurde bijna 800 jaar in de reconquista. Na de val van het West-Romeinse Rijk bestond het Oost-Romeinse Rijk, het Byzantijnse Rijk nog bijna een heel millenium. In 1453 viel het rijk met de verovering van Constantinopel door de Ottomaanse Turken onder sultan Mehmet II, die de islam aanhingen. De tweede graad van het Arianisme, de islam, kreeg nu het Oost-Romeinse Rijk als eigendom. Dit was het einde van het Byzantijnse Rijk. Het was nu het Ottomaanse Rijk. Dit was het einde van de middeleeuwen. We zien hier de schaduwen van derde graads Arianisme, het Amazonisme. 1.6 - Het Geheimenis van Constantinopel De Romeinse zonnecultus liep over in de Jezus Christus cultus. Iedereen moest dit merkteken ontvangen, anders werden ze opgesloten, gemarteld en gedood. Tegenover dit “Rianisme” kwam het “Arianisme”. Door keizer Constantius II, de opvolger van Constantijn de Grote, wordt het Concilie van Constantinopel gehouden in 360 om het Arianisme officieel te vestigen. Constantinopel werd het bolwerk voor het Arianisme. Na de dood van de Ariaanse keizers wordt het Arianisme vervolgd en verboden. Het Niceanisme zegeviert in Constantinopel, uiteindelijk resulterende in een hogere graad van het Arianisme : de islam, in de vorm van de Ottomaanse Turken, die Constantinopel innemen en het Byzantijnse Rijk (Oost-Romeinse Rijk) ten val brengen. Vandaag de dag is Constantinopel Istanboel, Turks grondgebied. De lichtgoden werden verslagen door de duisternis. De islam is een schaduw van de voortgaande openbaring, de tweede bijbel. De canon van het christendom werd opengebroken, want hier was namelijk een slot opgezet. Ze hadden God de mond gesnoerd. De Turken hadden sinds 1250 BCE hun eigen Christus-figuur in de vorm van “Attis” die zichzelf ontmande, waardoor een hele nieuwe natuur ontstond, als vruchtbaarheidssymbool : de altijdgroene naaldboom. In die zin profetisch dat dit zou gebeuren met Christus door de hogere graden van het Arianisme, die uiteindelijk leiden tot de “ontmanning” van de patriarchische geest en het vestigen van de matriarchie in het amazonisme : het herstel van de eeuwige baarmoeder. Het symbool van Constantinopel is de verduistering van de maan. De mens heeft de cryptografische waarde van de islam niet herkent als zijnde de heraut van de voortgaande openbaring. De lichtgoden kwamen tot de mens om de mens te verblinden, omdat ze zelf ook blind waren, als zijnde demiurgen, tussengoden. Zij moesten leven met de sluiers waar ze niet doorheen mochten, en wilden daarom ook niet dat de mens er doorheen zouden gaan. Deze lichtgoden zijn gevallen schepselen. Zij willen in hun val zoveel mogelijk meesleuren. Het oordeel is in die zin al geweest in de geschiedenis. Dat is ook wat het preterisme leert. De moeder van Attis baarde hem doordat ze een vrucht van de amandelboom tegen haar aanhield, waardoor ze zwanger werd. Ook dit was dus al een eerdere maagdelijke geboorte. Het was ook een

voorbode van het noodlot van het christendom, die zichzelf uiteindelijk in dwaasheid zou ontmannen. Dit tot verdere groei van het Arianisme. Hedendaagse Ariaanse stromingen zijn de Jehovah's Getuigen en de Unitaristen. Dit kan verdiept worden door de Islamitische esoterie in de tweede graad tot het Amazonisme, de derde graad. Dit is het pad van de gnosis. Ook tot Spanje werd er een islamitische brug gelegd toen de Moren kwamen om het Visigotische conflict op te lossen. Er waren dus twee islamitische bruggen tot Europa : I – Spanje II – het Byzantijnse Rijk Het Ottomaanse Rijk drukte een groot stempel op Oost-Europa, wat er vandaag de dag nog steeds is. Het Arius zaad gaf geboorte aan de islam. Het zaad van de islam geeft geboorte aan het amazonisme. In 1568 zocht Willem van Oranje ook steun bij de Ottomanen, militair en financieel, voor de Nederlandse Opstand tegen Spanje. Bekende uitspraken, ook in de geuzenliederen, waren : “Liever Turks dan paaps,” en “Al is een Turk geen christen genaamd, hij heeft niemand om het geloof verbrand.” 1.7 - Het D/T Merkteken van Saveer Op De Nederlandse Taal De spelling-terreur in Nederland gaat vooral om de D/T kwestie. We zien telkens weer een strijd waarin het gaat om of er nu een D of T gebruikt, of D èn T. En dit terwijl het in de spreektaal er niet toe doet. Er worden dus spelletjes gespeeld, en iedereen neemt het maar voor lief, en sommigen besluiten een D/T nazi te worden, of politie. Van jongs af aan worden de hoofden van kinderen hiermee ingeslagen. Het is het merkteken wat Saveer op Nederland heeft geslagen. Het gaat om de werkwoorden waarin de D/T kwestie speelt als de voleindigende macht, nl. het einde van het werkwoord. Daar wil Saveer met deze regel de macht over hebben. Voor sommigen is het een obsessie geworden. Zo wil Saveer afleiden van de gnosis. Wat gaat hierachter schuil ? D is de boog, T is de pijl D is de ingang, T is de plug D is het gaatje, T is het paaltje D is het gaatje, T is de boor Dit wil Saveer bedwingen, om zo de mens tot slaaf te maken. Wat moet de mens leren ? Om zich niet door Saveer te laten leiden, maar door de Heilige Gebondenheid, ook in het bepalen of er nu D of T moet staan aan het einde, of D èn T. De Heilige Gebondenheid gaat soms dwars door de taal heen, en maakt soms "taal-fouten". De Heilige Gebondenheid "gebruikt" de taal, maar laat de taal niet over zich heersen. De mens moet loskomen van taal-tirannie. Zoals de mens nu leeft is één grote "taalfout", omdat er vroeger heel anders in Nederland werd gesproken, en dat is stapsgewijs gegaan. Dus wie maakt er nu "taalfouten" ?

Feit is dat de Heilige Gebondenheid, de Hogere Kennis, het Paradijs, onze taal is. Hoofdstuk 2. De Zuiderzee I Tjing 2.1 - De Sleutel van de Sinologie Alles loopt vast in de verhalen van het Midden Oosten. Om de christelijke apocalypse en de brug tot de islam te kunnen begrijpen is het van belang om de sleutels in het verre oosten te vinden. De elementen van de apocalypse worden namelijk beschreven in de sinologie, de China kunde. China bevat de oudste geschriften van de wereld die uitleg geven over de grotere context van de elementen van de apocalypse. Zonder de Chinese mythologie loopt alles vast. China is dus een belangrijke schakel in het geheel. Zonder de sinologie kan de brug tussen het christendom en de islam niet gebouwd worden. De I Tjing is één van de oudste orakels van de wereld. Het wordt beschouwd als de bijbel van China. In deze bijbel worden er verschillende tekens, hieroglyphen besproken in de vorm van hexagrammen, zes lijnen boven elkaar. Het eerste hexagram is de Khn, KN. De onderste lijn is de draak die verborgen ligt in de diepte. Er is geen activiteit. De draak slaapt. Dit betekent dat de draak, in de moederschoot is, in de paradijselijke verlamming, in de leegte, als een begin situatie waar alles uit voortkomt en alles naar terugkeert. De tweede lijn is de draak die tot het veld komt om zo het grote te ontmoeten. Dit komt ook weer terug in de christelijke apocalypse : Het beest komt opzetten. In de derde lijn wordt de mens actief, krijgt opdrachten, wordt in de strijd ingezet om het kwaad te overwinnen, maar met grote voorzichtigheid en heilige vreze. De mens is namelijk omringd met grote gevaren. Hij moet tot kennis en begrip komen. De mens is bezadeld met grote paniek, als een alarm. De mens is rusteloos geworden, maar er zal geen fout gemaakt worden. In de vierde lijn vliegt de draak, maar nog steeds in de afgrond. Er worden hierin geen fouten gemaakt. In de vijfde lijn komt de draak daadwerkelijk uit de afgrond en vliegt in de hemelen om het grote dieper te ontmoeten. In de bovenste lijn, de zesde, wordt de draak arrogant, en overtreed de wet, verbreekt grenzen. De draak wordt rebels tegen het valse gezag, en komt hierdoor in de problemen. De draak moet weer rust nemen, terugkeren tot de leegte. Het werk is gedaan. De draak wordt teruggeroepen. Het tweede hexagram is de KAWAN. Hier zien we een paard. Het paard kan niet op eigen initiatief handelen, anders gaat alles verkeerd. Het is duidelijk dat de vorige hexagram in een paard is veranderd, zoals ook in de apocalypse. Het paard staat voor de brug in de apocalypse van de gnosis. In de I Tjing gaat het over het verliezen van vrienden in een bepaald gebied, en nieuwe vrienden te krijgen in een nieuw gebied. Het paard moet leren volgen en volhouden. Het paard kan niet op zichzelf staan. In de eerste lijn, zien we het heilige ijs waartoe genaderd wordt. Dit begint met vorst wat een teken

is dat vast ijs dichtbij is. In de tweede zien we : Niets is om te herhalen. Er wordt voor altijd een steen gelegd, en dan de volgende steen. Niets wordt overdreven. Het komt maar één keer en dan nooit meer, zoals ook in de Vur wordt beschreven. Zou het voor een tweede keer gebeuren dan zou alles instorten. De herinnering is genoeg. Zo kunnen we dingen ook weer loslaten en er een beter en dieper zicht op krijgen wanneer de tijd daar is. De derde is alles weer loslaten om het terug te geven. Wij mogen niets vasthouden voor onszelf. Alles wordt we wanhopig vasthouden zal ons verbranden en verwoesten. De vierde is een vastgebonden zak. Er mag niet geprezen worden en ook niet beschuldigd. Er mag geen godsdienst worden beoefend vanuit traditie, gewoonte of willekeur. De vierde zes is een teken van grote overgave, van leegte. Dit is een teken dat het grote ijs heeft toegeslagen. De vijfde is de gele rok die voorspoed brengt. De zesde is het grote drakengevecht. Er is dus een heilige verbinding tussen deze twee hexagrammen. De ruiters op het paard komen maar één keer, om de aarde te verderven, opdat het contact met de hemel wordt hersteld. Deze ruiters zijn dus al geweest in de geschiedenis. En daar kan niemand meer iets aan veranderen. Alles is al bezegeld. Het is het lot dat niemand meer kan omkeren. De KAWAN-hieroglyph is het hexagram van gevoeligheid. In de derde hexagram zien we de KANA. Dit is de hieroglyph van de opvoeding en de groei. De eerste lijn is de moeilijkheden die nodig zijn voor de groei en de correcte opvoeding. Zonder de moeilijkheden is er geen groei en loopt alles vast. De moeilijkheden zijn ervoor om helpers, aan te stellen over het kind, voor grotere leiding. Zonder deze moeilijkheden zou een kind dus aan zijn lot zijn overgelaten. In de tweede lijn zien we alle paarden terugkeren. Ze worden gescheiden van hun wagens. De paarden trekken zich terug en doen niets meer voor de mens. De mens zoekt toenadering maar wordt verworpen met grote volharding. Pas na tien jaar zal de mens toegelaten worden. De mens moet dus eerst de tien horens van het beest overwinnen. Er moeten dus grote offers gebracht worden in deze apocalyptische context. De derde lijn : Een mens die zonder hulp naar de wildernis gaat, zal in de wildernis verdwalen. De wijze mens zal dus stoppen en zich terugtrekken. De vierde lijn : De paarden trekken zich terug. De vijfde lijn : De mens is in moeilijkheden om het van hem verwachte te volbrengen. Klein volhoudingsvermogen zal hem doen slagen, maar groot volhoudingsvermogen zou hem ten gronde richten. Hier zien we het belang van balans, van het leren leven met het kleine en het mindere. Zij die het grote grijpen zullen erdoor verbranden. Het is al gebeurt in de geschiedenis, en hiertoe zal de mens ontwaken. Alles is al gebeurt. De mens slaapt slechts. De zesde lijn : paard en wagen worden gescheiden. Het vierde hexagram is de MNG, de wet. Deze hexagram maakt duidelijk dat overmatig straffen, oordelen en geweld is niet goed. Het stopt namelijk alle groei. De hexagram roept op om terug te keren tot de heilige jeugdige dwaasheid, het jeugdige spel. Ook waarschuwt de hexagram om niet mee te gaan met mensen die alleen maar uit zijn op weelde. Alleen de jeugdige dwaasheid (kinderlijkheid) kan de valsheid van de mens overwinnen. De vijfde hexagram is het Wachten. Hier zien we dat de wachtende op het zand staat om geteisterd te worden door roddel. In de christelijke apocalypse staat de draak op het zand. Verderop in de hexagram staat de wachtende op de modder (de vertraging). Hierdoor wordt de vijand en de verwonding aangetrokken. Zo komt de wachtende dan uiteindelijk te staan op het bloed. Maar hierdoor zal er nieuwe geboorte zijn en komt de wachtende uit de afgrond. Daarna zien we de wachtende wachten op het voedsel, oftewel in een honger-situatie. Hierin moet de wachtende

volhoudingsvermogen ontwikkelen, maar zoals we al zagen mag het volhouden niet teveel plaatsvinden, maar met mate. De wachtende moet namelijk in de honger aan zichzelf sterven. In de zesde, laatste lijn van het hexagram, de bovenste, verliest de wachtende het, en valt de wachtende in de afgrond, maar dit is om drie helpers te ontmoeten. De zesde hexagram is de SNG. Dit is het hexagram van conflict. Iedereen die op de tocht door de onderwereld, door de grotere wereld, door dit hexagram gaat krijgt hier te maken met oppositie en belemmering, met grote restrictie. Hier raak je vast. Hier moet de initiaat voorzichtigheid leren. Er is een pad, maar het vereist inspanning. De mens moet niet zomaar rivieren oversteken. Je moet hier het einde dus loslaten, en niet het hele pad gaan. Je moet halverwege stoppen en niet je zin of wil doordrijven. Je moet jezelf een halt toeroepen. Je moet het begin overdenken. In de zesde hexagram van het conflict is er afzondering die roddel veroorzaakt en verwonding brengt tot de mens. De tweede lijn zorgt ervoor dat men ophoudt met het gevecht en terugkeert naar huis. Dit is voor bescherming. De mens kan het gevecht niet aan, en onderwerpt zich uiteindelijk aan het noodlot. De mens trekt zich terug van alle gevechten die gaande zijn. Hij verandert hierdoor. Alle beloningen worden uiteindelijk weer weggenomen. De zevende hexagram is het leger. De mens moet het leger bouwen en goed ordenen. De bron zal het drievoudig decoreren, verfijnen. In de vierde lijn trekt het leger zich terug. In de zesde lijn moet de bron het leger leiden, en moet het leger gezuiverd worden. De mens moet niet denken dat zijn overwinningen hem groot maken. Hij moet halverwege stoppen, nooit tot het einde gaan. Het einde is groot bedrog. Hij moet terug naar het begin. Hij moet teruggaan tot de kinderlijke dwaasheid. Halverwege wordt alles afgebroken. Het einde zal nooit behaald worden. Er zijn namelijk “missing links”. Het moet terug naar het begin en dan moet er een andere richting opgeslagen worden, een ander pad. Dat is wat de I-Tjing leert, om ons te beschermen tegen het loerende kwaad, de valse misleiders, de protsers, de posers, de trotsen. Het leven is niet de bedoeling om een leger te bouwen en te overwinnen om overal de held uit te hangen. Neen, het leger moet vanuit het verborgene voortkomen. Dit is ook de boodschap van het kruis. Dit is en blijft een belangrijke boodschap. In de I-Tjing krijgt dit diepte. De achtste hexagram is PI, de Eenheid. Maar die eenheid moet ge-reorganiseerd worden. In de eerste lijn zoekt de mens contact met iets of iemand. Door eerlijkheid zal dit slagen. In de tweede lijn gaan er dingen mis met de contacten, maar dat moet de mens aanzetten om de dingen van binnen te zoeken, de contacten met de hogere wereld. Hiertoe is alle afzondering ingezet. In de derde lijn zoekt de mens contact met degenen waar geen contact mee gezocht moet worden. In de vierde lijn wordt de mens gedwongen contact te zoeken met zijn hogere zelf, zijn ware identiteit. In de vijfde lijn zien we de mens alleen maar in drie richtingen gaan, maar niet de voorste. Alles wat voor hem is gaat dan aan zijn zicht ontsnappen. In de zesde lijn zien we dat er niemand wordt gevonden die alles bij elkaar houdt. We zien hier de mens naar contact zoeken, terwijl hij de eerste stap aan zijn laars lapt. Het zal niet slagen. De mens moet eerst terug naar het begin. In de negende hexagram, in de eerste lijn, moet de mens terugkeren tot het pad. In de tweede lijn zien we dat ook het padook de mens tegemoet komt en meeneemt. Verder in dit hexagram zien we de afscheiding tussen mensen. De mensen zijn te gevaarlijk voor elkaar. De mens moet terugkeren tot de bron. De kar die ze samen bereden is ook gebroken. Dit is de derde lijn, die langzaam zijn macht moet overgeven aan de vierde lijn. De vierde lijn is het terugdringen van het overmatige geweld (ninja overmoed).

De vijfde lijn is de lijn van dienaren. De koninklijke mens breidt het gebied uit. De zesde lijn is het einde van de mens. De mens is niet teruggegaan tot de kinderlijke dwaasheid, maar heeft de middelen tot voorwerp van verering gemaakt en is hierdoor trots geworden. Nu is het tijd voor de mens om tot de stilte te gaan, tot de vergetelheid. De tiende hexagram is die van het betreden. Standvastigheid brengt gevaar. Voorzichtigheid is veel belangrijker. Dit gebeurt juist door de afzondering, waardoor er beter overzicht ontstaat en inzicht. Deze hexagram is observerend. Het is de strijd tegen een tijger. Of het doel van I-Tjing bereikt wordt hangt af van iemands relatie met de tiende hieroglyph van de I-Tjing. Hierbij staat of valt alles. De derde lijn is de goddelijke verlamdheid, als de heilige slaap. De zesde lijn is de terugblik, aan het einde van het betreden, de herinnering. Dit is om te toetsen en om tot dieper inzicht en overzicht te komen, tot diepere verbindingen, om grotere verbanden te zien. Ook de achtentwintigste hieroglyph van de I tjing is belangrijk. De mens probeert door geweld dingen op te lossen, maar het leidt tot nergens. De mens is agressief, maar hij kan geen ijzer met handen breken. De mens moet tot inzicht komen, tot de kern. In het Chinees wordt dit 'Soen' genoemd, de heilige zwakheid. Dit komt terug in het Engels als 'Son', Nederlands : Zoon, als de weg van het kruis, de heilige zwakheid leidende tot ware sterkte en overwinning, namelijk 'inzicht'. De ware sterkte is dus de wijsheid door de heilige zwakheid, die een alertheid is en een gevoeligheid. Dit is ook wat het woord 'sterkte' betekent in de oude talen. Het is een heel diep, poetisch woord. De SN komt in de islam terug als de SOENNA, de traditie, en de soennieten, de grootste stroming binnen de islam. Zij zijn de volgelingen van Aboe Bakr, die zij zien als de eerste kalief (opvolger van Mohammed). Aboe BAKR wijst op BAKROE, de Surinaamse oorlogsgodin. Aan Aboe Bakr (Bakroe) was de esoterische leer van de islam gegeven die door hem werd doorgegeven. Onder deze druk leert de mens voorzichtigheid in de eerste lijn. De mens heeft een dubbele wond. De mens komt zo tot inzicht. Ook is dit een beeld van de opvoeding. De negentiende hieroglyph van de I-Tjing is de Toenadering, de L-N. Deze hieroglyph is het groeien, maar in deze hieroglyph, in de achtste maand, zal het instorten. Zo zal degene die groter is geworden, gegroeid is, niet tot een monopolistische status komen. De krachten moeten namelijk eerlijk verdeeld worden. Degene die toenadert is dan ook naar binnen gericht. Telkens weer zal er balans worden gebracht. De negenentwintigste hieroglyph is de afgrond. Elk mens zal hier eens invallen. De afgrond is de val naar binnen. Hier zal de mens afbreken aan zichzelf, omringd door vele gevaren. In het ravijn zijn veel gevaren in de vorm van sterke stromingen. Hier leert de mens voorzichtigheid als hij helemaal is omringd en ingesloten door de sterke stromingen. Hij kan niet vooruit en niet achteruit. Elke stap kan fataal zijn. Zonder de heilige vreze, voorzichtigheid en discipline komt de mens nergens, en wordt dan gewoon door de baarmoeder opgeslokt. Ook zal de energie verhouding in de benen en billen sterker zijn dan in het bovenlichaam. De mens die deze hieroglyph niet kent zal roekeloos zijn energie door zijn bovenlichaam laten stromen om zo te gaan lopen pronken. De eenenvijftigste hexagram is de Donder. In de eerste lijn vreest en beeft de mens, terwijl de mens dan in de tweede lijn onderzoek doet in het zelf. In de derde lijn doet de mens dingen die de mens niet kan stoppen, wat de eigenlijke goddelijke onweerstaanbaarheid is. De mens raakt buiten zichzelf. In de vierde wordt de mens tot de modder (vertraging) geleid, de aarde, de wildernis. In de vijfde lijn leidt de donder de mens tot het binnenste, waardoor de mens veel verliest, maar ook veel wint. In de zesde lijn moet de mens discipline leren, ten bloedens toe tegen alles verzetten om alles te testen. De mens moet koste wat het koste proberen het zelf stil te houden, waar deze hieroglyph

dan ook in overloopt, in het tweeenvijftigste hexagram : het stilhouden, de berg. De tweeenvijftigste hexagram is het overgangsgebied tussen dood en geboorte. Soms moeten er risico's genomen worden. De drieentwintigste hexagram is de hexagram van de afzondering. Dit is nodig om de mens tot wedergeboorte te brengen. In de vierentwintigste hexagram is de mens gezuiverd en onder de bron gesteld. Zo komt er weer evenwicht en harmonie. Het vierentwintigste hexagram is de Terugkeer. Hier is de mens dus teruggekeerd tot de bron en groeit op onder de hoede en tucht van de bron om het valse te overwinnen. De zessenvijftigste hexagram is de nomade. Dit is als het vuur op de berg, de tegenstelling tussen vastheid en het loslaten. Het vuur kan nergens lang blijven, maar is altijd in beweging, laat alles los, om zo te transformeren. Er is dus een grote spanning en wisselwerking tussen eeuwigheid, de berg, en tijdelijkheid, het vuur. De eenenveertigste hexagram is de SOEN, de vermindering, als de Ramadan in de Chinese mythologie, het vasten, de ascese, het binnengaan van de leegte. De SOEN komt ook weer terug in de islam als de Soenni, de machtigste beweging binnen de islam die Aboe Bakr volgen, als een cryptisch beeld van Bakroe, de Surinaams-Afrikaanse oorlogsgodin van de indianen. De Filistijnen ontwikkelden zich tot de Soenni Islam. Zij aanbaden de godin Delilah, wat in wezen dus Bakroe was. Vanwege deze cryptische kracht is het christendom gefixeerd op de ZOON, SN. Deze hexagram heeft als hieroglyph een berg aan een moeras. Het beest van de zee is in het Aramees ook 'het beest van het moeras', wat 'het beest van PEHU' is in het Egyptisch. PEHU betekent : 'beyond', boven, over, wat als wortel heeft PEH, de diepste nacht. Het beest zelf is in de oude bijbelse talen de vermindering, de leegte, als de afgrond, waardoor wedergeboorte komt. De shiieten, sjiieten, zijn hiervan een cryptisch beeld, de twee na grootste stroming binnen de islam. In het Sanskrit, in de mythologie van India, komt dit terug in de bevrijding van SITA, waar ook het woord ZOET vandaan komt. Het dertiende hexagram is de gemeenschap, het sociale, de TNG-ZN. Deze hieroglyph is het vuur van de nomade die tot de hemel, wildernis, komt. Zo is de gemeenschap aan strenge voorwaarden verbonden, namelijk van het vuur dat eerst alles loslaat, als een zuiverend vuur. Dit is de sociale code. Het negenenveertigste hexagram is GE, wat Chinees is voor de reformatie. In het Grieks is GE de aarde. Het beest van de aarde is het beest van GE, als het beest van de reformatie in het Chinees. Hierdoor gaat dus de reformatie komen. Dit hexagram is het vuur in het midden van het water. Dit is het water wat het vuur voortbrengt, zoals de zondvloed van water wordt tot de zondvloed van vuur. Dit is het hexagram van Noach. De eerste lijn is fundamenteel waarin er gewacht moet worden op de juiste tijd. In de vijfde lijn zien we velen afvallen, met als beeld het veranderen in een tijger. Het geloof is tegengesteld aan discipline en kennis. De tijger is een beeld van egoisme en protserigheid, gebaseerd op oppervlakkigheid. In de zesde lijn zien we een leger van luipaarden, die veel fijner zijn, en waarvan hun vlekken een beeld zijn. Het eenenzestigste hexagram : De lijnen laten vijandigheid zien en afzondering waardoor de mens tot de beker komt, als een reward. Dit is de hexagram van Ismael die ieders vijand is."

2.2 - De Terugkeer van de Zuiderzee Eén van de kern-dynamieken van de I Ching is hexagram 38, de Verscheidenheid, de Tegenstellingen. Verschillen mogen en moeten er zijn. Er is eenheid in verscheidenheid, en de tegenstellingen vormen elkaar. Waar deze hexagram ontbreekt ontstaat dictatuur, racisme en nazisme, ook sexisme. De hieroglief van hexagram 38 is Vuur boven een moeras. Het vuur is een beeld van inzicht, en het moeras van vreugde. Hierin wordt gesteld dat er alleen maar vreugde kan zijn verbonden aan inzicht. Deze twee lopen gelijk op. Waar vreugde vooruit gaat lopen ontstaat de Toronto dynamiek, wat we willen voorkomen. De vreugde zal dus consequent in restrictie moeten komen door inzicht. Elke dynamiek bestaat uit zes onderverdelingen, energieën, als seizoenen en mogelijkheden. Als de mens deze naast elkaar stelt, dan kan de mens zien waar het pad doorheen gaat, door gevoelig worden voor de energie. Dat kan niet altijd door een lot te werpen. De mens moet zelf gevoelig worden voor energie. De dynamiek van het moeras komt ook voor in de Aramese grondtekst van Openbaring. Het beest van de zee is in het Aramees 'het beest van yam, yamma', wat ook moeras betekent, of meer. Ook in het Chinees is de onderste dynamiek in de bovenstaande hiëroglief zowel een meer als een moeras. Het beest is in de grondteksten de wildernis, de wilde, de leegte. Deze komt dus voort vanuit het moeras, als het vuur, het inzicht. Het eerste beest is dus in het Aramees 'het beest van het moeras', wat 'het beest van PEHU' is in het Egyptisch. PEHU betekent : 'beyond', boven, over, wat als wortel heeft PEH, de diepste nacht. PEHU is verbonden aan PEHUI, de billen, de dijen, en de borsten van de duisternis. De billen zijn in het Egyptisch ook de achterkant van een schip. We zien in de Egyptische context van de apocalypse dan een heel ander beeld, namelijk van een zee, meer of moeras met een schip erop. Boven het schip is het vuur, een zon, als inzicht, maar dit kan dus ook het schip zelf zijn. De zee is vreugde in het Chinees, en het vuur is mooiheid, wat wil zeggen dat er alleen maar mooiheid is in inzicht. De rest is illusie. Mensen noemen vaak dingen mooi die juist hun inzicht uitdoven of wegbranden, omdat ze geen inzicht willen. Ook Toronto is hier op gestoeld. Het is een teken van luiheid, spijbelzucht, dienstplicht-weigering, belastingontduiking etc. Toronto is een gevaar voor het systeem van de gnosis. Het schip is als de ark van Noach waarin redding is. Is dat wat de mens achter het beest zoekt ? In het Chinees is de draak een positief teken. In het christendom is de draak een negatief teken. Toch geeft de christelijke grondtekst een heel ander beeld. Vandaar dat de hexagram 'de Tegenstellingen' van belang is. Lijn 1 : Een weggelopen paard niet najagen. Alles wat verloren is komt vanzelf terug. Lijn 2 : De Heer ontmoet je in een smalle steeg, oftewel op het smalle pad. Als je op het smalle pad gaat krijg je alles terug wat je nodig hebt. Dit is de voorwaarde voor lijn 1. Lijn 3 : Het ontvangen van een merkteken op je voorhoofd. Een os aan een kar : grote oogst. Geen (goed) begin, maar wel een goed einde : verscheidenheid, het komen tot vastheid, de steen. Hier zien we ook apocalyptische tafereeltjes. De overwinnaars komen tot de witte steen. Het beest, het inzicht, geeft aan ieder mens een merkteken. Zonder dit teken kan de mens niet 'kopen of verkopen.' Natuurlijk is dit metaforisch.

Lijn 4 : Niet vooruitgaan, maar je eerst verbinden met verscheidenheid, verschillen. Je moet namelijk eerst bio-feedback geven, en je hebt eerst andere dynamieken nodig. Lijn 5 : Vlees openrijten, een conflict, oorlog. Tegenstellingen mogen elkaar niet zomaar in elke situatie en in elk geval accepteren. Er moet ook ontmaskerd worden. De demonologie is dus een fundamentele lijn. Lijn 6 : Het goede vinden in het slechte. De regen spoelt het vuile weg. Tussen deze lijnen moet balans komen. Zo komen er geen valse New Age samensmeltingen die tot Toronto leiden. Nooit mag er overmoedig samengesmolten worden. Er is ook een strijd te voeren, en het toetsen. De puzzel mag niet geforceerd worden. Het gaat om de techniek, om de tussenstappen. Anders zal de motor niet werken, of zal de motor exploderen. Een goede demonoloog is ook een goede technieker. De Zuiderzee is in de hemelse gewesten doorgebroken om zo terug te komen, golf na golf, om de mens in de hogere techniek in te wijden. 2.3 - Het Eiland in de Zuiderzee De I Ching zijn huizen met allemaal zes verdiepingen waarin de mens kan wonen en kan overschakelen. Dat schakelen is een hele kunst, maar het is al heel wat als die schakels er zijn, als de schakels worden besproken. Dat gebeurt eigenlijk in alle religies, maar het kan maar zo vastgroeien, en dan geeft de I Ching een helder overzicht, en geeft de zogenaamde "missing links". De mens verdronk in de zee van het bestaan, als een watergraf, en vanuit de zee kwam het beest, als de nieuwe natuur. Dit beest had zeven koppen. Het is het beeld van de mens die na het sterven opstaat, wedergeboren wordt. Het eerste beest is in het Aramees 'het beest van het moeras', wat 'het beest van PEHU' is in het Egyptisch. PEHU betekent : 'beyond', boven, over, wat als wortel heeft PEH, de diepste nacht. De zee, of het moeras, het watergraf, draagt dus in de diepte de nacht van de grootsheid die zal verschijnen in de Ramadan, de maand van het vasten, in de islamitische mythologie. In het Aramees is dit ook wat in het christendom de komst van de Heilige Geest wordt genoemd. Het brengt een grote geestvervoering, want in het Chinees is dit moeras ook genoemd 'de vreugde'. Dit is een dualiteit. Het kan zowel goedgaan als misgaan. Daarom heeft de I Ching in hexagram 38, de Tegenstellingen, een paar regels hiervoor opgesteld, zoals ook in het christendom en de islam regels zijn opgesteld voor het ontvangen van de heilige geest, oftewel de grote heilige nacht. In het Chinees, in deze hexagram, zien we het vuur zweven boven het moeras, als het grote inzicht. De mens moet de gnosis ontvangen, als de sleutel tot de ware vreugde. Het beest, de wilde natuur van de mens, is de wortel van de zee, als de nacht van grootsheid die geopenbaard zou worden, als een groot vuur, als een groot inzicht. Het beest had zeven koppen, als zeven schakels, want de mens zou de techniek moeten leren. Niets staat op zichzelf. Dit zijn dus de instrumenten van de grote fabriek van de gnosis, een nieuwe industrie, als een industrial revolution. Technisch gezien gaat het dan om de zeven koppen van het beest, de zeven schakelaars van het inzicht. Dit is dus de onderverdeling, wat ook de naam is van hexagram 60 in de I Ching. Dit is ook

de hogepriesterlijke pessa-steen, de verdelende steen. Deze activeert de gave van onderscheiding. Laten we kijken naar het mechanisme van deze dynamiek in de I Ching : Lijn 1. Blijf in je binnenste eerst, en treedt niet naar buiten. Kom de grenzen onder ogen en zie dat deze niet vast zijn, maar flexibel, onderworpen aan het schakel-systeem. Grenzen zijn dus relatief, maar eerst moet je daarvan de mechaniek onder ogen komen en je terugtrekken in jezelf. Blijf dus in je woning, ga je tuin niet uit. Houdt het hek in ere en krijg inzicht wanneer je naar buiten kan gaan en wanneer niet. Vindt uit wanneer je in contact mag komen met anderen en wanneer niet. Dit is dus een schakel van communicatie. Hierin moet de mens diep gaan en er alle tijd voor nemen, zodat de mens dit niet slordig doet. Er staat veel op het spel. De mens moet dus de verkeerslichten van de communicatie leren verstaan. Dit is en blijft dus een heel technisch verhaal. Lijn 2. Verlaat al je oude manieren. Begin helemaal opnieuw. Laat alles los, al je kennis over zaken, en sta open voor het nieuwe. Dit is het punt waarop de mens zijn huis en tuin moet verlaten om naar buiten te gaan, op reis, buiten het hek. Lijn 3. Terugkeren tot de grenzen, maak een nieuw huis en een nieuwe tuin. Leer van het verleden, meng de nieuwe ideeën met de oude ideeën. Maak nieuwe onderverdelingen. Inventariseer alles. Lijn 4. De beperkingen leiden tot inzicht en zo tot vreugde. De beperkingen laten namelijk het pad zien. De beperkingen sturen de mens op het pad, en beschermen de mens tegen gevaar. Lijn 5. Leef zuinig, door minimalisme. Hierdoor zul je ook anderen kunnen helpen. Lijn 6. Dit alles wordt getest door druk van buitenaf, door beschuldigingen. Toch moet de mens volharden in het goede. In het oude China was dit de hieroglief van een vis op het vuur. De vis is het beeld van de eenzijdigheid. Het vuur zorgt voor relativering, een stimulatie voor het verbeeldingsvermorgen. Het vuur zorgt voor onderscheiding. Dit is metaforisch, zoals ook de hogepriesters offers moesten brengen om de pessa, de onderscheidings-steen, op te laden. De pessa, oftewel hexagram 60, is een groot paradijselijk eiland waartoe de mens moet terugkeren. Door de inwijdingen tot de pessa ontstaat er communicatie met de pessa. De pessa ligt dus diep opgeborgen in het zand, de aphar, van het paradijs. In diepte is dit dus het werkelijke zevenkoppige beest van de Openbaring : een eiland. Pessa is de belichaming van de hogere gnosis, de schat in de eeuwige duisternis. De duisternis is dus niet een doel op zich, maar een middel. Uiteindelijk moeten we tot grotere onderscheiding komen, tot het diepere mysterie van het nachtzicht. In de worteltekst is het Griekse zand van de zee ook het zout. Zo belichaamt de pessa, hexagram 60, een geheel nieuwe natuur, van zand, wateren en zout, als een ontdekt eiland. De naam van dit hexagram in het Chinees is Tsee. In de KJV staat Johannes op het zand van de zee wanneer hij het visioen van het beest krijgt. Johannes werd hier naartoe genomen in zijn geestvervoering. Zo kon hij dit eeuwig mechanisme van het onderscheiden waarnemen en ervaren, wat dus niet buiten de dualiteit omging. Vandaar dat wij ook spreken van een dubbelvisioen hier. De Zuiderzee breekt door tot dit doel, en zal ook het eiland laten zien. De Zuiderzee overweldigt om hen die de techniek willen leren te brengen tot dit eiland. De Zuiderzee zal tot dit doel inwijden en onderwijzen. Ook brengt de Zuiderzee recht in dit tijdperk van onrecht, waarheid in het tijdperk van leugen. In dit hexagram is er een balans en samenwerking tussen gevaar boven, en vreugde

onder. Zij vormen elkaar. Zonder gevaar op de reis kan er geen vreugde komen. Goed omgaan met gevaar leidt tot inzicht, wat vreugde brengt. In dit hexagram ligt het moeras onder, en het water, het onpeilbare, het gevaar, boven. Juist het gevaar is de diepte. De mens die de diepte volgens de daartoe aangestelde regels ingaat maakt vanzelf antistoffen aan tegen het gevaar. Er is ook een heilig gevaar wat een mysterie is, een gevaar wat de mens zal overweldigen. Er zijn dus verschillende soorten gevaren. Juist het heilige gevaar, wat een positief gevaar is, is de bescherming. 2.4 - De Kusten van de Zuiderzee Wie of wat is het beest wat opkomt uit de zee eigenlijk in Openbaring ? Dit wordt duidelijk in de Chinese mythologie. In de Chinese mythologie leefde er een beest onder de zee die met elke lente opkwam uit de zee. Zoals het beest uit Openbaring was ook dit beest een mengsel van verschillende dieren. Het beest heette Nian, en was een soort kruizing tussen een leeuw en een stier. Nian is in de Chinese mythologie verbonden aan de oerzee, en in de Egyptische mythologie heet het Nun, en Nun is de oerzee zelf ook, de water-afgrond. Dit is verbonden aan het Egyptische woord 'Nen', de inactiviteit. In het calvinisme komt dit voor als de put van de machteloosheid, waarin de mens niets kan doen, de zogenaamde T-wet. De vrouwelijke vorm van Nun is Nut in het Egyptisch. In de demonologie rijdt zij soms op een paard of beest met een helm die een waaier heeft van rood metaal. De kruizing tussen leeuw en stier komt ook terug in het oude Babylon, en is verbonden aan Nebukad Nezar, NN, de leeuw, die werd tot een stier. Nebukadnezar was half mens, half beest, zoals veel Babylonische goden. Nebu is de god van wijsheid en van de Schrift. Het beeld wat Nebukadnezar in zijn droom had gezien had een hoofd van 'goed goud'. Daniel zei hierover : Daniel 2 36 Dit is de droom, en de uitlegging daarvan zullen wij de koning zeggen: 37 Gij, o koning, koning der koningen, aan wie de God des hemels het koningschap, macht, sterkte en eer geschonken heeft, 38 ja, in wiens hand Hij de mensenkinderen, waar zij ook wonen, de dieren des velds en het gevogelte des hemels heeft gegeven, en die Hij tot heerser over die alle heeft gemaakt – gij zijt dat gouden hoofd. Chawila is het land van het goede goud, een dieper gedeelte in het paradijs. Nebukadnezar betekent de wachter van het hoofdsieraad, oftewel de wachter van de oorspronkelijke sieraden van het begin. Ook is dit verbonden aan 'de vreze des Heeren is het begin, het hoofd, van de kennis.' Het draagt dus een zekere schrik, een zeker alarm, een zekere veiligheid. Vanuit de oude babylonische religies kwam de islam voort. Ook de I Ching wijdt aandacht aan dit onderwerp, in hexagram 29 : de afgrond, de oerzee. Hier ondervindt de mens dat hij niets kan. In de eerste lijn raakt de mens het pad kwijt, wat juist nodig is om het nieuwe pad te vinden. Eerst is er chaos, dan is er schepping. In de tweede lijn moet de mens in de afgrond kleine stapjes nemen, en niet protserig zijn als een

superman. Zoals de leeuw de opstandingskracht van de mens is, zo is de stier de val uit het paradijs waardoor de mens tot de gnosis komt. De mens heeft deze afgrond dus nodig, waarin de leeuw en de stier moeten samenwerken, als het Nian beest. In de Egyptische mythologie draagt Nun, Nian, het schip van Ra door de onderwereld, tot de nieuwe geboorte, het aanbreken van de dag. Ra reist in zijn boot door het lichaam van Nut, de oermoeder, die hem dan baart. In de derde lijn kan de mens niets meer en is hulpeloos als een baby. De mens mag hier ook niets want alles zou afbrokkelen. De mens moet hier wachten op gunstigere omstandigheden en moet het weer in de gaten houden. Het zal wel weer veranderen. In de vierde lijn begint de zwakheid sterkte te oogsten in de vorm van wijn. De mens oogst inzicht in de depressie die vreugde brengt. In de vijfde lijn is het water of de wijn nog niet over de rand gegaan van de afgrond om naar anderen te stromen. De mens moet eerst nog dieper zichzelf onder ogen komen, aan zichzelf werken, en aan zijn principes voordat het zal overstromen tot de ander. In de zesde lijn is de mens gebonden met touwen en ligt in de doornenstruiken, terwijl niemand helpt. Dit zal drie jaar duren. De drie jaren zijn metaforisch. In het christendom zijn dit drie dagen. In de christelijke mythologie was Jezus Christus voor drie dagen in het holst van de dood, in de afgrond, voordat hij de weg eruit vond, net zoals Jona drie dagen in de buik van de vis was in de zee. In die zin zijn Jezus en Jona ook beeltenissen van het beest. Het Mongoolse Wereldrijk in de oudheid (1206-1368) was wel dubbel zo groot als het Romeinse rijk, en liep zelfs tot in Europa. De Mongolen waren ontevreden over het onrecht gedaan naar hun volk, en baalden ook van het gebrek aan godsdienstvrijheid in de wereld, en op een dag pikten zij het niet meer. Zo ontstonden de Mongoolse invasies die als het opengaan van de hel werden genoemd. Het werd het wereldrijk van de wolf genoemd. Metaforisch staat dit voor iets groots. Kublai Khan, de Mongoolse heerser, werd ook wel de Oceanische heerser genoemd, als de overweldiging van het land door de oceanen. In de demonologie heerst Nut over dit rijk. De wolf vraagt aandacht voor het pasen. Het pasen breekt de oude structuren af, en laat de diepte zien. Vandaar dat het Mongoolse Wereldrijk verbonden is aan deze hexagram. Als de grote vloedgolven in de hemelse gewesten gaan komen, de rivieren en zeeën uit hun oevers treden, dan zullen zij ook de oude Gothische bolwerken aanvallen van het vampirisme in Europa, de fundamenten van de Westerse medische industrie. De mens moet even een stap terugdoen in de orthodoxe medicijnenleer, en komen tot een dieper pasen, het terugkeren tot de wolf. Zo mag ook het beest, Nian, tot herstel komen, en mag zijn hoofd, het begin, herstellen, zodat de wereld tot inzicht mag komen, en 'met verbazing mag volgen.' Ook dit is verbonden aan het geheim van de Zuiderzee. De Zuiderzee is nu metaforisch aan het terugkomen, zoals de metaforische Mongoolse invasies voor godsdienstvrijheid. Wat schuilt hier achter ? In de demonologie zijn dit de blauwgezichten, de buitenaardse menselijkheid van de wolven. Dit zijn paasmensen, wat ook het gehuil van de wolven verklaard. Het wolvengehuil is een alarm en een communicatie middel op verre afstand, wat ook het pasen is. 2.5 - De Zuiderzee als Waterput

De afgrond mag zo worden tot een waterput, tot een wijngaard, zoals hexagram 29 laat zien. Dit is als het komen tot de put van vrouw Holle, van Hel, die samen met haar wolf de Germaanse gids van de onderwereld was, en waar ook het woord "Holland" van komt. De Waterput is ook een afzonderlijke hexagram in de I Ching om te laten zien hoe dit werkt, hoe de waterput aangelegd kan worden. Dit is een andere kern-hexagram, hexagram 48. In de eerste dynamiek van deze hexagram, de eerste lijn, is de put nog modderig, wat een beeld is van vertraging. Alles moet eerst in de heilige en eeuwige vertraging komen, zodat alle overmoed afsterft. In de tweede lijn zit er een lek in de put, zodat het water wegstroomt, en nooit echt op kan komen. Dat kan heel frustrerend zijn, maar het lek staat juist voor een dynamiek die nog ontbreekt. Daarom heeft het lek aandacht nodig. Ook is het lek een beeld van de demonologie : eerst moet het giftige water wegstromen. Het water moet eerst zuiver worden. Het lek is er dus voor je eigen bescherming. Je moet eerst de leegte in, zodat het ware water op kan komen. Eerst moet de mens de diepte in. In de derde lijn is de put gezuiverd en hersteld, en is zo klaar voor gebruik, maar niemand neemt ervan. Dit duidt op een positie van grote afzondering. Eerst moet je zelf gebruik leren maken van de waterput. Niemand mag de bron vervuilen. Het gaat om jou en de bron. In de vierde lijn verfijn je de waterput nog meer. Je blijft werken aan de waterput om het nog beter te maken. Niemand kan je tegenhouden. In de vijfde lijn is de waterput op de juiste, centrale plaats. Het water is koud en vers, en anderen kunnen ervan drinken, als een eerste stap tot de buitenwereld. Dit mag niet overdreven worden. Richt je op de eerste verbindingen en laat de rest rusten. Zoek het grote en massale niet op. In de zesde lijn is de waterput in volle glorie die kan schenken en ontvangen, en grote menigtes kan ondersteunen. Het is een vol systeem, zeer verfijnd, en het begint routine te worden. Alles gaat automatisch. De mens wordt in deze hexagram, de Ching, uit de afgrond getrokken, zoals Noach uit de zondvloed werd getrokken en tot de wijngaard werd geleid. De Zuiderzee wordt tot een waterput, tot een wijnvat. Het is een zoute natuurbron om het hart van de mens te genezen. In de zesde lijn van de vorige hexagram die we bespraken, de afgrond, zagen we een gebondende in de doornenstruiken voor drie jaar, als onderdeel van het mechanisme van de afgrond, en in de vierde lijn kwam er wijn op vanuit de afgrond. Dit kwam dus terug in het christendom als Jezus die de doornenkroon droeg en wijn met gal te drinken kreeg om zijn pijn te verlichten. Jezus was in de afgrond van de dood voor drie dagen, wat metaforisch is. Zo is er een overgang van de afgrond tot de waterput, tot de wijngaard. Dit is ook een heel apocalyptisch tafereel. Zowel in de Germaanse als in de Egyptische mythologie leidt de wolf door de onderwereld, tot de wijngaard. Dit is wat het pasen doet. Zo mag de mens ook verbonden worden met de wijnstok en worden tot een wijnstok door het pasen heen, zoals in het christendom. Dit is iets heel metaforisch. Noach beelde het watergraf uit en kwam zo tot de wijngaard. In het oude Egypte was de wijn verbonden aan de wet. Daarom is wijn en vreugde onlosmakelijk verbonden aan inzicht, wat ook de I Ching stelt. Dit is als het beest komende uit de zee, uit het moeras, een beest met meerdere koppen. Even later zien we in Openbaring het beest met meerdere koppen bereden worden door een vrouw, als Nut die laat zien dat haar baarmoeder een beest is waardoor de mens een reis moet

maken om wederomgeboren te worden. Zoals de Egyptische Ra en de Judaïstische Jona moet de mens reizen door de buik van het beest. Dit zijn allemaal patronen van de I Ching. De moeilijke rivieren van China brengen uiteindelijk wijn tot de mens die volhardt en overwint. Dit is allemaal wanneer de mens leert schakelen, wat in de poëtische boeken van de Tweede Bijbel het 'ganneren' wordt genoemd, het luchtzeilen. In de demonologie is wijn ook een beeld van een orakel. 2.6 - De Zuiderzee als Wijngaard De waterput wordt dus steeds meer tot een wijnpers of een wijngaard naarmate we er meer mee werken, zoals water dat in wijn wordt veranderd. Dit principe wordt verder uitgewerkt in hexagram 50 : Het Vat, het wijnvat of offervat. In de eerste lijn wordt dit vat omgekeerd. Eerst moet de slechte, giftige wijn weggegooid worden voordat we kunnen spreken van echte, pure wijn. Er is een blokkade die omgedraaid moet worden, anders bekeken moet worden. Er moeten andere contacten gemaakt worden voor vruchtbaarheid. In de tweede lijn is het wijnvat vol, de wijngaard heeft een goede oogst, maar de vijanden zijn jaloers. Zolang je niet hoogmoedig en overmoedig wordt kunnen ze je geen ware schade aanbrengen. In de derde lijn kun je het wijnvat niet verplaatsen. De handvaten zijn eraf. Je kunt de wijn niet brengen waar je wil. Als het gaat regenen zal de wijn overstromen. In de vierde lijn mors je wijn op een hooggeplaatste die boos wordt. Het wijnvat is omgevallen. De wijn doet wat het wil en stoort zich niet aan de orthodoxe structuren. De wijn onderwerpt zich niet aan jou, en ook niet aan de ander. In de vijfde lijn kom je tot de kern van de wijn. Je bent vertrouwd met de wijn en dient het ook aan anderen op. De wijnvaten hebben goede handvaten. In de zesde lijn kun je alles transformeren in het offervat, in de wijn. Je gaat dingen anders zien door de wijn. Je bekijkt alles door de wijn. In de nieuwe structuren ga je het pad zien. Zo ga je als Noach je wijngaard leren kennen. De Zuiderzee wordt zo van waterput tot wijnpers, als de put van vrouw Holle, van Hel, die vrucht draagt. De Romeinse wijngod Bacchus was overgenomen uit Egypte, waar hij ook Mises werd genoemd, 'gered uit het water'. Dit betekende dus oorspronkelijk dat hij werd gered doordat het water tot wijn werd. Ook bracht hij de wet op twee stenen tafelen, wat in het Judaïsme dus terugkwam in hun Mozes verhaal. Ook vertoont het in die zin parallellen met het Noach verhaal. Noach-Mozes werd uit het water gered tot de wijngaard, het beloofde land, en in het Exodus verhaal van Mozes is dit dus een heel volk wat uit Egypte vertrekt. Dit alles staat in verband met de apocalypse in de context van de Chinese mythologie, als het beest wat uit de zee opkomt en het volk met zich meeneemt. Het beest doet de zee splitsen en leidt het volk tot de wijngaard door de exodus. Al deze verhalen gaan over hetzelfde. Dat het getal van het beest 666 is, wat ook het getal van de troon van Salomo is en het getal van zijn jaarlijkse goudoogst, wijst terug op de hexagrammen die steeds uit het getal 6 bestaan. Het getal van het beest gaat dus over de structuur van de I Ching. Het is christelijke apocalypse verweven met de Chinese

mythologie, maar de christelijke apocalypse heeft ook een duidelijke Egyptische achtergrond, en die achtergrond was dualistisch. Aan het einde van het twaalfde uur van het Egyptische boek der poorten ontvangt Nut Ra, en komt Nun uit het water voort om de boot van Ra op te tillen, te redden uit het water, om zo tot de wijn te komen. Ra is hier in zijn Kepri vorm, de kever of scarabee, als het teken van de wedergeboorte, van het aanbreken van de dag. Kepri komt in de oud Egyptische afbeeldingen tot een rode bol als beeld hiervan. Kepri betekent 'worden', wat hayah is in het Hebreeuws, waar het woord 'Jehovah' van afgeleid werd. Het komen van het water tot de wijn is dus in diepte ook het komen van het gevaar tot de wetmatigheid. 2.7 - De Technisering door de Zuiderzee De wijnpers zal steeds meer uitgroeien tot een schakelaar, want de wijn is een wetmatigheid. Dit is hexagram 49 : Het Schakelen. De religieuze spookbeelden die de mens op aarde ontvangt kunnen het zaad dragen voor de ontwaking. Het zijn slechts nevels die de mens omhullen. De wijn die geoogst wordt gaat dus vanzelf in de mens schakelen, zodat de mens technische ervaringen gaat krijgen, door dingen heen kan prikken. Dit noemen wij de technisering van het bewustzijn. De mens moet tot deze technisering komen om af te rekenen met oude denkbeelden en ze beter te kunnen plaatsen. In dit proces mag er nieuwe energie vrijkomen. In deze hexagram komt water in contact met vuur voor transformatie. De mens komt tot de schakelaar. Verderop in Openbaring wordt de aandacht gericht op een ander beest, het beest van de aarde. Aarde is GE in de Griekse grondtekst, wat ook de naam is van deze hexagram. De aarde is in het Chinees ook het veld, en daarom is het in de demonologie ook een beeld van de eigenlijke wijngaard : van het beest van de zee komen tot het beest van de aarde, als het komen van water tot wijn. De I Ching bestaat uit hexagrammen, hierogliefen van 6 lijnen die zijn opgebouwd uit trigrammen. Een trigram is een combinatie van 3 lijnen of tekens. Vandaar dat de I Ching is opgebouwd zowel uit het getal 6 als het getal 3, wat ook de 3 zessen verklaren als het getal van het beest, 666. In de demonologie draagt Nun, de oerafgrond, het teken XXX. Dit is verbonden aan het mechanische systeem van schakelen tussen contrasten. In de wijngaard leert de mens dus te schakelen. Vandaar dat hexagram 49 van de I Ching van groot belang is. Om deze hexagram is veel te doen. Taalkundig gezien is de Duivel in het Chinees de DUI FOE. Dui is het meer, het moeras, de vreugde, de zee, en Foe is de terugkeer, als de terugkeer van de zee, of de vreugde. In het Chinees is de vreugde onlosmakelijk verbonden met inzicht. In de eerste lijn ligt de mens gebonden. Het is geen tijd om over te schakelen. In de tweede lijn is het tijd om een verandering te maken die verbazingwekkend is. Het hoofd van het beest wordt hier genezen, en de anderen volgen in verbazing. Het is goed om met anderen in contact te komen of te volgen die dezelfde verandering maken of al hebben gemaakt. In de derde lijn zijn er veel valse veranderingen om je heen. Wees niet overmoedig. Alles zal op een

natuurlijke manier verlopen, niet geforceerd. Een revolutie komt alleen door veel communicatie. Eerst moeten er veel oude denkbeelden vernieuwd worden. In de vierde lijn moet het regeringswezen veranderd worden. De mens moet het hogerop zoeken, niet in het klein, maar in het groot. Oude ideeën mogen niet zomaar overboord gegooid worden, maar moeten herzien worden, zodat alles flexibel blijft en geen belangrijke oude waarden verloren gaan. Het oude zit in de kern en kan niet zomaar omzeild worden. Er komt hier contact tussen het grote en het kleine. De contrasten gaan samenwerken als de strepen van de tijger. De tijger is de metafoor van de hemelvaart. In de vijfde lijn is de mens tot een tijger geworden, en blijft vanuit de hemel veranderen, tegen de aardse denkbeelden in. De tijger stoort zich niet aan de wil van mensen, ook niet aan hooggeplaatsten, maar doet wat door de hemel wordt opgedragen. Dat is de natuur van de tijger. De tijger voldoet aan de prioriteiten, en niet aan de aardse verlangens van mensen. Hierin is de tijger autoritair en soeverein. De tijger handelt wanneer dat nodig is op zichzelf en heeft aan niemand verantwoordelijkheid af te leggen dan aan de hemel. De tijger is een pionier en kan zijn hele omgeving een andere koers op laten gaan. De tijger is een hervormer. Hierin is de tijger niet bang om scheuringen te maken wanneer dat nodig is. In de zesde lijn is de mens tot een luipaard geworden, het beeld van de wijngaard, het subtiele omvormen. De mens zoekt niet naar eer, en keert terug tot het verborgene om weer aan zichzelf te werken. De mens maakt de cirkels hier rond, en stapt dan over tot andere cirkels, zoals de huid van het luipaard laat zien. De mens is hier een meester in het vermommen. Zo kan er niets vastgroeien. Alles blijft stromen, en het vuur kan zo aangewakkerd worden wat in de diepte van de zee slaapt. Deze hexagram is in het oude China als een gebroken wiel, wat een beeld is voor de omschakeling. Ook is het een wetgever. Soms moet de mens gestopt worden om te leren luisteren en een andere richting te nemen. Het is als een gat in de muur. Ook anderen kunnen dan volgen. In de hexagram is vuur omhuld door water, zoals het beest van de zee leidt tot het beest van de aarde die vuur vanuit de hemel kan neer laten dalen. Dit komt dus uit de I Ching, uit de Chinese mythologie. Zo is ook de Terugkeer van de Zuiderzee een vorm van DUI FOE. In de Zuiderzee komt de mens tot nieuwe aarde en tot nieuw vuur, wat nieuw inzicht is, een nieuwe techniek. 2.8 - De Bodem van de Zuiderzee Zowel Mozes als Noach kwamen vanuit het beest van de zee tot het beest van de aarde, als het komen van de wilde zee tot de wilde aarde in de grondtekst, alles in de wildernis. Beiden stonden zij voor een grote exodus, die liep tot de wijngaard, een groot complex van schakelaars, de techniek van het bewustzijn wat voor de mens was weggelegd. De missing links lagen dus in de veel oudere Chinese mythologie. Zo worden vonken opgewekt en kunnen vonken ook overslaan. Als er op een zuivere manier een nieuwe en goede bron is gevonden, dan mag dit zich ook vermenigvuldigen, zoals de wonderbaarlijke vermenigvuldiging in het Jezus verhaal om de menigte te voeden. Dit kwam al voor in de Dionysus-Bacchus mythologie van de Egyptenaren, de Grieken en de Romeinen, waar ook het Mozes verhaal uit voort was gekomen. Mozes deed deze dingen ook. De mens mag tot een punt van vermenigvuldigingen komen als de mens iets goeds heeft gevonden. Dit is hexagram 7 : De Vermenigvuldiging, het Legioen, of het Leger.

In lijn 1 wordt er gesteld dat het leger voort moet komen vanuit een zekere discipline, anders zal het niet slagen. In lijn 2 wordt het leger onderwezen. In lijn 3 moet het leger een brute dood aan zichzelf sterven. Zonder dat is er geen overwinning. Het leger moet uitgezuiverd worden. In lijn 4 trekt het leger zich terug, zondert zichzelf af, gaat tot het verborgene. In lijn 5 wordt het leger gereorganiseerd. Het leger wordt onder de juiste personen gesteld. In lijn 6 is de oorlog afgelopen. Er worden onderscheidingen en beloningen uitgedeeld. In Openbaring is er aan het eind een derde beest die diep in de aarde is in een gebied van woestijnen en wateren. Dit beest wordt bereden door een vrouw. Hexagram 7 is water diep in de aarde. In hexagram 1 wordt dit verklaard. In de eerste lijn zien we de draak, het beest, slapen, in de diepte van de aarde, in de wateren. Het beest is inactief. In de tweede lijn komt het beest op uit de afgrond en komt tot het veld, oftewel tot de wijngaard. Het beest komt tot het menselijke en maakt sociale contacten. In de derde lijn werkt het beest de hele dag, en 's nachts is hij waakzaam. Het beest komt tot de techniek en leert de schakelaars bedienen. In de vierde lijn gaat het beest terug de afgrond in. Het beest trekt zich terug tot het verborgene om te rusten, om zich op te laden. In de vijfde lijn komt het beest tot de hemel, als de hemelvaart, wat ook in Openbaring gebeurt, want het boek eindigt met de hemel. Hier zien we de tijger-kwaliteiten van het beest, van zijn gestreepte huid, het contrast tussen het opkomen uit de afgrond, en de afgrond afdalen, waardoor het beest steeds dieper in de hemel doordringt. Het beest maakt hier contact met het regeringswezen. Het beest verpersoonlijkt de techniek en is hier koninklijk en een heilige, en de hele wereld volgt. In de zesde lijn worden oude gezags-structuren afgebroken. Het koninkrijk komt ten val, om eerst dieper wortel te schieten. Valse beesten worden overwonnen. Het beest sterft aan zichzelf een brute dood. Het is het teken van verandering. De gaten worden opgevuld. Oude mysteriën worden opgelost. Er worden bruggen gebouwd. Dit is een volmaakte situatie. De Zuiderzee opent de diepte. In de grondtekst van Exodus veranderde de stok van Mozes in een beest wat alle andere beesten verslond. Dit beest van de hemel splitste ook de zee, en kwam zo op uit de zee tot de wildernis. Dit ligt opgeborgen in de Zuiderzee. Daarom spreken wij ook van de Zuiderzee I Ching. Toen Ra zijn reizen door de onderwereld maakte veranderde hij telkens in verschillende beesten in de Egyptische mythologie. Ook de mythische goden van het christendom stellen verschillende beesten voor. De Yuan dynastie in China (1271-1368) was een Mongoolse dynastie. De Mongolen waren ook Europa binnengevallen om zo Europa aan de Chinese bron te verbinden. De I Ching is als een gids door de onderwereld. Ook de hemel ligt op het pad. Het pad zelf is in het Chinees de Tao. Dit wordt zichtbaar in de I Ching. Rond de tijd van het Mongoolse Wereldrijk ontstond ook de Zuiderzee door overstromingen. Vandaar dat de Zuiderzee het teken is van het Chinese verbond tussen Nederland en China. De Zuiderzee is symbolisch voor de

afsplitsing van de Noordzee, als de bevrijding van Nederland van de verschrikkelijke klauwen van de geest Lark in de demonologie. De Noordzee is een manifestatie van deze geest. 2.9 - Het Kanaliseren van de Zuiderzee Als energie zich gaat vermenigvuldigen in een mens, na het vinden van een zekere nieuwe bron, dan kan dat ook weer bijwerkingen hebben, en ontladingen van energie. Vandaar dat de mens moet leren groeperen en kanaliseren. Hexagram 8, PI, is de hexagram van het groeperen. In de eerste lijn mag de mens contact zoeken met een nieuwe groep, of een vermenigvuldiging, om het zichzelf toe te eigenen, maar de mens mag hier niet over heersen. Het is een eerste contact, wat vooral onderzoekend moet zijn. In de tweede lijn moet je je terugtrekken tot jezelf om de techniek onder ogen te komen, anders zou de balans verstoord raken. Contact maken met een groep is om een deel van jezelf terug te vinden, en als je dat hebt gevonden, dan kun je dat toepassen op jezelf. Je mag jezelf niet verliezen in de groep. Je bent een individu. In de derde lijn is het tijd om een relatie te verbreken met een bepaalde groep of persoon. De energie moet gezuiverd worden. Het werk is volbracht, en zo kunnen er deuren opengaan voor andere contacten en een nieuw leven. In de vierde lijn mag je de groep groter maken, of je groep verbinden met een andere groep, of moet je de groep verlaten en je buiten de groep aansluiten op een andere groep. In de vijfde lijn richt je jezelf op je groep zonder toe te voegen. Het moet op een natuurlijke manier zich gaan vormen, niet door het te forceren. Of de groep dan groter of kleiner wordt doet er niet toe. Het gaat om het principe. Het gaat niet om de groei van de groep, maar om de puurheid. In de zesde lijn moet er gekeken worden naar het begin, waarvanuit de energie zich langzaam kan opbouwen en herstellen. Het geeft biofeedback aan het begin, zodat ook het begin kan genezen. Zo blijven de wortels van de groep en zo de groep zelf gezond. Deze hexagram is aarde omhuld door water, als de zeebodem of een eiland. In de diepte van de zee is aarde, als het beest van de zee die komt tot het beest van de aarde. Na het groeperen moet de mens leren kanaliseren, hexagram 21. In de eerste lijn is de mens aan zijn voeten gebonden, wat belangrijk is om het kanaal te maken. De mens moet even helemaal stoppen om zich op het gat te richten, of moet eerst een gat maken, zodat de kabel daar doorheen kan. De mens moet hiervoor in de heilige vertraging, anders zou de mens niet door het gat kunnen. In de tweede lijn moet de mens door een hard algemeen aanvaard obstakel heenboren, als het omver trappen van een heilig huisje. Hierdoor verliest de mens zijn status en zijn reputatie, en verliest vrienden, maar zo wordt er wel een belangrijke en noodzakelijke kabel gelegd. Het recht staat aan de kant van de mens. Alleen als de mens harder is dan dit obstakel kan de mens hier doorheen boren. Beschuldigingen moet de mens zich niet laten tegenhouden. De mens heeft een heilige missie, en zal verkeerd begrepen worden en verkeerd uitgelegd. Mensen zullen roddelen en stoken,

en er alles aan doen om die mens tegen te houden. De eerzuchtigen en mensenbehagers zullen nooit door deze lijn heenkomen. In de derde lijn wordt je geblokkeerd in het boren. Hier is de blokkade harder dan jezelf, en het begint je te vergiftigen. Hier is de grens voor nu. Stop met boren, en trek je terug, of ga ergens anders boren waar het zachter is. Werk om de harde stukken heen. Sla een nieuwe richting op. In de vierde lijn moet de mens doorgaan ondanks dat het hard is. De mens moet volhouden, ook al zijn er bijwerkingen. Het kan wezen dat juist het volhouden sterk genoeg is om het harde te breken. Geduld en volharding verhoogt de hardheid van de mens om zo door het harde heen te boren. Soms moet de mens door wilskracht iets forceren wat echt nodig is. Wat moet gebeuren moet gebeuren. In de vijfde lijn is er door het obstakel heengeboord, en de kabel wordt gelegd. Er is verbinding gemaakt met iets anders. Nieuwe energie komt vrij, en er treden vermengingen op. Er is een brug gelegd. In de zesde lijn krijgt de mens een ketting, een beloning voor het vele boren, een teken van grote verzoening. Er is een heel netwerk van kabels gekomen. De zintuigen van de mens zijn hier geopend. De Zuiderzee wil de zintuigen van de mens openen, door de techniek. Als het beest van de aarde komt kanaliseert het het vuur, de energie van de hemel die zich op aarde manifesteert. Dan moet er een beeld van het beest gebouwd worden, wat betekent dat het beest van steen moet worden, hard moet worden, om het kanaliseren te volmaken. Dan komt het merkteken, de 666, de technische platen van de I Ching om de machine te laten werken. De Zuiderzee bouwt een nieuwe fabriek, een nieuwe industrie door de Chinese reformatie. 2.10 - De Communicatie van de Zuiderzee Het beest zou spreken in de apocalypse, menselijk worden, want ook zijn getal, de I Ching, is menselijk. Dit is een beeld van het herstel van de hemelse communicatie techniek. Iedereen die het sprekende beest, de sprekende wilde natuur, niet zou volgen zou gedood worden, wat betekent dat de mens aan zijn onverschillige zelf zal afsterven. De christelijke apocalypse vindt alleen waarde in de context van de Chinese mythologie en de I Ching waar het oorspronkelijk vandaan is gekomen. De parallellen en overeenkomsten zijn overduidelijk. Alle thema's en dynamieken van de I Ching komen hierin weer terug. In het Grieks is het beest metaforisch voor een mens van de wildernis, een wilde. Het beest van de zee komt van oudere religies dan het christendom. Adamu was de watergod van de Yoruba stam van Afrika, opkomende vanuit het water, en was ook de eerste mens. In het Hebreeuws is het beest een volk, een leger, een revolutie, en het beest van de aarde was in Genesis naar de aard van God geschapen. In Egypte is Atum de eerste die opkwam vanuit de waterige afgrond om zichzelf te scheppen. In die zin is Adam, de eerste mens of het eerste volk, het beest. In Egypte in het Oude Rijk (2639-2216 BCE) in de pyramide teksten wordt duidelijk dat de koning, Osiris, opkomt vanuit de verdrinking, vanuit het watergraf, om zo tot de witte steen te gaan die vol zit met wijn, wat ook een apocalyptisch tafereeltje is. Ook zit er water in deze steen. We zien de vergelijking hier met Mozes die op de rots sloeg voor water, en zo werd ook aan Osiris opgedragen om van het water te nemen. Atum woont in deze steen als de slager.

Egyptische PT 211 : "Mijn bijmoeder is Iat (melk-godin), en zij is het die mij voedt, en zij heeft mij gebaard (vergelijk het Mozes verhaal). Ik was ontvangen in de nacht, ik was geboren in de nacht. Ik behoor aan hen toe van de suite van Re, zij die voor de Morgenster zijn. Ik was ontvangen in de waterige afgrond, ik was geboren in de waterige afgrond (oerzee). Ik ben gekomen en heb het brood tot u gebracht wat ik daar gevonden heb." We zagen in Openbaring dat de overwinnaars de witte steen en het verborgen manna ontvangen. In de Egyptische PT staan deze op de tafel van de offeringen, oftewel de tafel van de toonbroden. Het brood is in de PT de witte steen met daarin de wijn en het water. Ook bevindt zich daar de boog van Nut. De hexagram van de voleinding in de I Ching, van het doordringen, is hexagram 11, die ook de vrede wordt genoemd. Dit is als het komen tot de tempel van Salomo, wiens troon het getal 666 draagt, als de I Ching. In dit hexagram komt de hemel in contact met de aarde. De hemel daalt neer op aarde, zoals aan het einde van Openbaring, en wanneer het beest van de aarde komt om vuur vanuit de hemel te laten neerdalen. Hier is de communicatie hersteld, de zintuigen zijn gelegd. De witte steen is in de Egyptische PT een zintuig, en niet alleen maar een gave. In de eerste lijn komt de mens tot de wortels van alles. Dit is niet tijdgebonden. De mens ziet door alles heen. De mens heeft hier dus de witte steen, een heilig zintuig, ontvangen. Het is blijvend. In de tweede lijn kan de mens de rivier oversteken over de middenweg en afstand is geen probleem. De mens heeft verzicht en overzicht, en rekent niet met de kortzichtigen. De mens komt tot een nieuwe wereld in een nieuwe wet. In de derde lijn is de aarde een spiegeling van de hemel. Hier is de grens tussen hemel en aarde, en hier gaat de mens weer terug naar waar de mens vandaan kwam, maar het kan de mens niet deren. Hemel en aarde zijn één geworden. In de vierde lijn blijft de mens doorwerken ondanks het hebben van grote rijkdom. De mens moet zich niet blindstaren op rijkdom, maar verder gaan. Het gaat om de taak die de mens heeft. In de vijfde lijn worden alle rangen en hiërarchieën omgedraaid. De eersten zullen de laatsten zijn, en de laatsten zullen de eersten zijn. Hier is niets gebouwd op erfenis, status quo, rijkdom of roof, maar op daadwerkelijke bekwaamheid en de hemelse techniek. De hemel rekent niet met de instellingen van de aarde. De hemel keert hier de aarde om. In de zesde lijn is het contact tussen hemel en aarde verbroken. Er is een grote ontlading. De muren zijn ingestort, en ook de bruggen. Alles staat open en bloot. Het beest gaat terug in de afgrond voor een nieuwe geboorte. Het is de heilige verlamming waarin er geen contacten kunnen zijn. Hierin is het beest, de mens, veilig. De grote afstand en diepte maakt de mens onbereikbaar. 2.11 - De Natuur van de Zuiderzee Als de mens tot de diepere techniek is gekomen is dit een brug tot de wildernis. De wildernis is hexagram 36 van de I Ching. In de eerste lijn moet de reiziger drie dagen niets eten maar wel gewoon doorgaan met werken en

reizen. Vergelijk het Jezus verhaal van zijn drie daagse verblijf in de onderwereld om met de vijand af te rekenen. In de tweede lijn treedt de zonsverduistering op en de mens is verwond aan het linker been. Vergelijk de kruisdood van Jezus waar hij doorstoken wordt en waar een zonsverduistering optreedt. Vergelijk ook het Jakob verhaal waarin hij op zijn heup wordt geslagen om hem gevoelig te maken. Een aards zintuig wordt gesloten, en een hemels zintuig wordt geopend. Koning Osiris ontvangt het hogere zintuig door het watergraf. Het beest van de zee komt tot het beest van de aarde die in contact met de hemel is. In de derde lijn is de wond er juist om een grote vijand te traceren en te overwinnen. In de vierde lijn is de mens in een grote duisternis gekomen waarin de mens niet meer opgemerkt kan worden. Hier kan de mens zich vermommen, en zo kan de mens ontsnappen. Er zijn geen achtervolgers. Alles is rustig. In de vijfde lijn moet de mens dubbel opmerkzaam zijn en dubbel voorzichtig. In de zesde lijn : De mens is in de hemel geweest, nu moet de mens terug naar de afgrond, dieper de aarde en de zee in. De mens is mens geworden, en moet nu weer beest worden, zoals de koning van Babel. Jezus was in de hemel opgeklommen tot boven de sterren, en moest nu naar de aarde afdalen. Na de hemelvaart is er weer geboorte in de aarde, en dan pasen. Assur de boom van kennis, groeide hoog, maar moest toen vallen. Zo moet alle kennis schakelen en uitschakelen, zodat de kennis zuiver blijft en niet hoogmoedig, verblind en verblindend. In deze hexagram valt de tijger in de put, juist om weer wolf te worden, als het schakelen tussen de hemelvaart en de helvaart. Het is een hiëroglief van groot verraad, waarin de mens soms de verrader moet zijn, en soms verraden moet worden. Vergelijk het Jezus verhaal waarin Judas optreedt. De evangeliën van het NT zijn gebaseerd op deze hexagram. Deze hexagram is de schakel tussen Jezus en Judas. Hoofdstuk 3. De Boot van Ra 3.1 - De Tuinjongen Op het fundament van de techniek kan er dan een nieuwe natuur komen. Dit gebeurt door buitenaardse verbindingen en brengt een nieuwe natuur-religie, in de zin dat de natuur voor de mens de bron van leven is. De mens kan niet zonder de natuur. Zonder de natuur gaat alles dood. De natuur is ook een weldaad voor de mens, een bron van genezing. De nieuwe natuur-religie zien we in de Vur en de Bilha. In de Drager van de Vur, boek 1. De Vluchteling, zien we iemand geboren worden tussen de doornenstruiken : 1. Ik ben geboren tussen de doornenstruiken, De doornenstruiken brachten mij voort,

Zij hadden mij flink gestoken Dit tafereeltje komt ook voor in de I Ching, in hexagram 29, de afgrond, in de zesde lijn, waar de mens gebonden ligt in de doornenstruiken, helemaal hulpeloos. Niet alleen wijst het Jezus verhaal hier naar terug, maar ook het Doornroosje verhaal. In de Vur wordt degene die tussen de doornenstruiken geboren was dan opgevoed door de doornenstruiken, die hem altijd in alles tegenhielden. Ook in de Vuh komt dit tafereel voor in het prozaïsche Roze Zwanen verhaal over een dementerende man die teruggaat naar zijn verleden waar hij de sleutel van het universum vindt : "Hij leeft weer in het verleden, alsof zijn vrouw er nog is, zijn zusjes, zijn vader en moeder. Zijn zusjes spelen op het plein. Ze zien eruit als popjes. Hij wil ze omhelzen, maar dan staat hij stijf. Zijn vader roept hem. ‘Zeg Noach, afwassen.’ Ook gaan ze naar de kerk. De stem van de dominee echoot door de kerkzaal. Hij zit weer op school. De leraren staan voor hun schoolborden, waaruit struiken komen om de kinderen mee te nemen. ‘Eindelijk,’ denkt hij. Al zijn nachtmerries komen terug, de struiken die hun dorens in de monden van jonge kinderen stoppen, en hen in hun tanden steken. En die dorens blijven daar zitten. En pepermunt wordt er in de kerk uitgedeeld, van de mintstruik. ‘Ik vraag jullie te luisteren,’ zegt de leraar. - Nee, zegt een kind. ‘Dan ga je maar naar de directeur.’ - Geen sprake van. Zo gaat dat altijd. Moe wordt hij ervan. Altijd en eeuwig die dictators. Slangen in het paradijs. Zijn hoofd is heet, zijn oude woede stroomt." De dominees, leraren en tandartsen rommelen aan de monden van de kinderen als doornenstruiken, hen programmerende hoe ze moeten denken en spreken. Iedereen moet het Jezus implantaat ontvangen, als een zwaard in de mond, om het gat van de zondeval te dichten. Het is pure dwangverpleging. Ook het verhaal "Arabisch Amalgaam" gaat hierover. Volgens de I Ching duurt de tirannie van de doornenstruiken 3 jaar, wat natuurlijk symbolisch is, en wat terugkomt in het Jezus verhaal als 3 dagen, en in het Doornroosje verhaal 100 jaar. Dan in boek 2 van de Drager van de Vur : Het Gebed, is de ik-persoon zelf de struiken geworden : 1. Ik dans in de wind als witte bloemen struiken, Ik ben de prins van de witte bloemen struiken, Twee lange zwaarden in mijn handen, Het is een zwaardendans De prins heeft de zwaarden die gedwongen in zijn mond waren gestoken om hem monddood te maken er uit kunnen krijgen, en heeft de zwaarden nu in zijn handen, waarmee hij danst. Hij is als witte bloemen struiken geworden. In vers 5 zakt hij dieper in de rivier, om dieper te wortelen. In het derde boek, de Pop, zijn de witte bloemen struiken zijn bescherming geworden : 5. Er groeien doornenstruiken rondom mijn herinneringen, Met witte bloemen

In het boek wordt er dan verder uitgelegd dat in het diepste lijden een zaad ontstaat wat deze wonderen verricht. Wat is dat zaad dan ? Dit wordt uitgelegd in de Jedorix, een magisch boek van de Vuh, in het verhaal van Roodvinger en de Vogelspin. In dat verhaal wordt er betaald met zogenaamd 'lijdens-geld': verdriets-munten, waarin een rood zaad zit, een rood kruid. Maar wat is dat dan voor kruid ? "Ze zeiden dat dat een heel gevaarlijk kruid was. Een mengsel van boosheid, angst, gemeenheid en nog veel meer." "Het kruid was veilig opgesloten in de munten, maar ze wilden het zo snel mogelijk weer weggeven of besteden in een winkel." Het kruid groeit oorspronkelijk in bepaalde struiken. "Het zijn gevaarlijke struiken. Het zijn vleesetende struiken. Zij horen thuis in de wildernis, in dit reservaat." "Ze zijn niet te vertrouwen, die struiken." Het geheim van dit zaad schijnt de rode nacht te zijn, de langste en donkerste nacht van het jaar. Dit kunnen we ook vergelijken met de islamitische theologie waarin er in de Ramadan gewacht moet worden op de nacht van grootsheid waarin vele engelen neerdalen, als een groot wonder. Door dit rode kruid verandert de mens zelf ook in een struik. Voor de buitenwereld ben je dan gek geworden, of crimineel, onbetrouwbaar, bruut en slecht. De buitenwereld zal je dan verkeerd begrijpen en verkeerd uitleggen. De buitenwereld zal dan veel over je roddelen. Nu is dat wel een beetje waar, want het rode kruid wordt ook in de wapens van de wereld van de ziel gebruikt, en er is ook een zwart kruid en een wit kruid, de sneeuw. Zo is er in dat verhaal ook een roze kruid wat nodig is om met vuur om te kunnen gaan. Hiervoor met het rode kruid met het witte kruid worden vermengd. Het roze kruid brengt een soort heilige zwijm. Ook in de poëtische boeken van de Vuh wordt er veel over het zaad gesproken. Het boek 'de Pop' in de Drager van de Vur zegt over het zaad (vs 24-28) : "Zij komen van ver weg, Zij groeien over de wegen en over de daken, Over de woestijnen en over de zeeen. Zij komen vanuit het zaad van planten, Zij komen vanuit de diepte van de rivier, Het zaad verschijnt als wolken over de steden, En dan explodeert het, Het zal zaad regenen, Regen in het paradijs Ik zink dieper weg in de rivier van zaad, Totdat ik begin te veranderen in een struik" In boek 4, het Monument, gaat dit verder (vs 3-4) "Ik ben geboren uit een plant, Ik zag de aarde geschapen worden, Ik zag de aarde voortkomen vanuit een bloem Ik ben de tuinjongen, Ik verwijder de stenen die er niet horen, Geen herinneringen meer aan de stad,

De tuinhekken zijn gesloten na middernacht" Door vanuit de planten en struiken geboren te worden en als planten en struiken te worden, als de tuin zelf, wordt de mens tot een tuinjongen. Eerst moet de mens weten wat het is om de natuur te zijn alvorens de mens kan weten hoe met de natuur om te gaan. De mens moet dus de natuur zelf worden. De tuinjongen komt voort vanuit de natuur, als een natuurverschijnsel. Soms moet de mens eerst wat meer verdrietsmunten sparen alvorens de mens iets kan kopen. De winkelier die dit in de gaten houdt is in boek 5 van de Drager van de Vur de eekhoorn, wat tegelijkertijd de naam van het boek is. De eekhoorn-winkelier is een terugkomend thema in de Tweede Bijbel. Zolang iets nog niet verdient is blijft hij 'nee' zeggen. Het wordt alleen lente als hij 'ja' zegt. Deze eekhoorn kun je niet inhalen. Het is een onbreekbaar proces. Intelligente mensen denken zo diep dat anderen hen niet meer kunnen volgen, en dan krijgen zulke mensen allerlei stempels opgedrukt. Dit komt ook terug in boek 9 van de Drager van de Vur : Het Speelgoed. 10. Zijn droom was een paradijs, en hij wilde dat verwezenlijken. Er moest een einde komen aan het trauma van de waarheid. Ze hadden al lang gevochten. De waarheid hield hen veel te veel bezig, en voor wat ? De waarheid was een gruwelijke dictator, maar hij was de dromenkoning. Hij werd bestempeld als gemeen en gek, maar het land was majestueus mooi. 11. Ze konden alles van hem zeggen, maar niet dat hij geen kunstenaar was. De nuchtere waarheid was saai. 12. Een tuin met betoverde rozen. 13. Het hek van de rozentuin was hoog, met gouden punten. Velen stierven daar. In dit boek is de tuinjongen tot koning geworden. 3.2 - De Schaduw van Isis Er is iets verschrikkelijks gaande in de wereld onder de naam ISIS. Dit is een extremistische en terroristische groep die zich voordoet als de islam, en zichzelf het recht aanpraat vrouwen te verkrachten. Denk jezelf eens in als je in zo'n benarde situatie terechtkomt, want velen zijn hierin terecht gekomen.

Gelukkig wordt deze bende nu opgedoekt, maar vele slachtoffers hebben het niet overleefd. Echter, we hebben hier te maken met een grote ontmaskering. ISIS is de Opper Godin van Egypte, die werd overgenomen door de Grieken en de Romeinen, die het fundament vormden voor het christendom. ISIS was de godin van de vruchtbaarheid en de wet, en ook van de genezing en de natuur. Isis is een Griekse transliteratie van veel oudere Egyptische namen die voor haar werden gebruikt, voor dit principe. De Grieken en Romeinen gaven aan Isis hun eigen interpretatie, en het groeide uit via de Mediterrane wereld zelfs tot in Engeland, zo goed en kwaad als dat ging, maar in de oudheid was er grote aandacht voor de vrouwelijke kant van de oneindige kennis (gnosis), als de baarmoeder voor nieuw leven. Door de christelijke invasies werd het vrouwelijke onderdrukt, ook de goddelijke kant ervan, meer en meer. Isis werd geheel vervangen door Iesous, het Griekse woord voor Jezus : Het christendom vermannelijkte het goddelijke, en het werd een echte mannenwereld waar vrouwen niets in te brengen hadden. Jezus moest tot de Vader leiden, en over een moeder werd niet meer gesproken. Ik heb altijd die pijn gevoeld. In een reformatorische kerk opgroeien ben je half een wees, want er is geen Moeder God, alleen een onbereikbare Vader God. Isis was verkracht en uitgedoofd, weggebannen. Er mag een brug komen tussen de Egyptische en christelijke esoterie om deze dingen te genezen. Alles wat we hier op aarde zien qua religies zijn min of meer schaduwen van natuur-technische dynamieken die een soort trappenstelsel hebben gevormd waarin de mens heel diep is afgedaald. Dus die religies zijn dan slechts glimpen van het oorspronkelijke, hogere bewustzijn, maar desalnietemin zeer belangrijk in deze wetenschap. Juist in de tijd is het steeds corrupter geworden, dus dan zou je weer de trappen opmoeten de geschiedenis in, dichter bij de bron. Zoals we het hier op aarde geprojecteerd krijgen is het gestolen en verdraaide gnosis, waarop dan weer doorgebouwd wordt, dus de mens moet terugkeren naar de fundamenten. Waar dieren en vrouwen op een lager plan worden gezet gaat alles mis, omdat dit juist onderdelen zijn van de mens en het hogere bewustzijn, dus we moeten dan terug in de geschiedenis om te zien waar en hoe dat fout ging. Natuurlijk gaat het niet om namen en talen, maar om principes. Maar we hebben nu eenmaal de talen en de culturen nodig om het te ontmaskeren en terug te brengen naar waar het om draait. In de begintijd van het christendom was er nog ruimte voor de vrouwelijke dynamiek in het katholicisme, maar door de reformatorische kerk in de renaissance werd deze deur voorgoed gesloten. De mens had toen alleen nog maar de vader-dynamiek, en vrouwen kregen, net als in de islam, een ondergeschikte positie, wat natuurlijk niet eerlijk is en ook niet logisch. Al in het Oude Testament zien we die vrouwenhaat opkomen, waarin alles draait om de patriarchie, en het Paulinisme maakt hier definitieve wetten voor in het christendom. Het is de karaktermoord van de vrouw. De zoon moet de mens terugleiden tot de Vader, en de dochter en de moeder worden niet genoemd. In de reformatorische kerk werd het later gedemoniseerd zelfs. Dus de mens moet roeien met de riemen die de mens heeft, de fragmenten verzamelen. Egypte is waar het christendom vandaan kwam. In Egypte was er ruimte voor de goddelijke moeder. De godinnen zijn daar allemaal archetypes van. In het christendom mocht er niet meer over godinnen gesproken worden, maar alleen God. Gelukkig is dat in de grondteksten heel anders, maar het Westerse christendom laat zich helaas niet informeren over de grondteksten en de etymologie, maar laat zich alleen leiden door het kerkelijke gezag.

Het christendom heeft alle oude kennis verzegeld, wat zelfs Jezus toegeeft dat de wetgeleerden de sleutel van de kennis (gnosis) achterhielden voor de mensen, zodat ze niet konden binnengaan. De mens kan niet wedergeboren worden, want de moeder dynamiek is totaal weggehakt door het christendom. Mozes had een Egyptische opvoeding gehad, en was diep onderwezen in de Egyptologie. Vandaar dat zijn architectuur in de pentateuch heel veel weg heeft van de Egyptologie, maar dan totaal anders. De ark was in de Egyptologie de boot waarmee Ra door de onderwereld reiste, door het lichaam van moeder Nut, en die boot werd bewaakt door de godinnen Isis en Nephthys. Mozes maakte daar de ark van het verbond van en de twee godinnen werden tot cherubs op de ark. De Egyptenaren hadden ook al arken, en vaak werden er mummies of orakels in vervoerd of opgeborgen. Vergelijk dit met de cherubs. In ieder geval was er de charismatische reformatie van de 40-50-er jaren opgezet door de hervormer William Branham. Hij wees terug op de fundamenten van Egypte, zeggende dat de tweede bijbel verborgen lag in de pyramides. Hij zei dat de Egyptenaren intelligenter waren en veel verder gevorderd dan de meeste mensen vandaag. Hij stierf jong, op 56-jarige leeftijd geschept door een dronken automobilist (Als een beeld van het komende Toronto). De charismatische beweging werd corrupter en corrupter, door het zg. welvaarts-evangelie, het evangelie van materialisme. Hieronder werden de Egyptische fundamenten verstopt, maar vandaag de dag is deze poort open aan het gaan. Wij gaan met de Egyptische religie niet religieus om, maar esoterisch, oftewel technisch, objectief. Door de veroveringen van Alexander de Grote voor het Griekse wereldrijk kwam Egypte in handen van Griekenland, en zij plunderden de Egyptische schatten, zoals Isis en Thoth, en zo verspreidde het over geheel Europa. De Egyptische archetypes representeren belangrijke principes, die dus gecodeerd zijn in de Egyptische mythologie, d.w.z. het is een geheimtaal. De Egyptische verlichting treedt op wanneer een mens daarin inzicht krijgt, en zo verlost wordt van de kortzichtige kerk-formules. Ook in Egypte moet er een reformatie komen. Dat is de enige manier om een reformatie in het christendom te krijgen, want Egypte is het directe fundament van het christendom. Op de brug tussen Egypte en het christendom is dus alles vastgelopen en verdraaid, vandaar dat het Isis-enigma aandacht moet krijgen. Er is daar een groot gnostisch geheim opgeborgen, zelfs opgesloten. Deze dagen komt dit vrij. Er is een poort geopend. Er is een hele dunne lijn tussen de gnosis en Egypte, en veel kruispunten. Wat we op aarde zien zijn weerspiegelingen van Orion. William Branham die erop hamerde dat elke charismatische beweging profetisch moest zijn, dus verbonden aan de bron, sprak dat er drie bijbels waren, en de eerste was niet de christelijke bijbel, maar de sterrenhemel, de Zodiak. De tweede bijbel is de pyramides en de derde is de christelijke bijbel. Zo legde hij het uit. In ieder geval : De Egyptenaren waren bezocht door buitenaardse wezens, van Orion en Sirius, die veel verder in intelligentie waren en hun boodschappen codeerden op aarde in Egypte, en die

boodschappen waren dus een soort "tijdbommen" die later vrij zouden komen, wanneer de mensheid daar klaar voor zou zijn. Egypte werd toen verdraaid door Israël, als een zegel, wat later nog meer verdraaid werd door het christendom, die er een eigen uitleg aan gaf, en het zo selectief vertaalde dat er van een misvertaling kon worden gesproken. In de esoterie wordt deze puzzel niet ontweken, maar worden de juiste schakels vastgepakt, de juiste dynamieken, en worden er andere combinaties en volgordes gemaakt, zoals Bilha bijvoorbeeld is een slavin in het christendom, maar in de esoterie van de tweede bijbel, in de gnosis, is zij een godin, als archetype. Godin is een woord wat gebruikt wordt voor "verpersoonlijkte kennis", wat dus een heel erg geavanceerd mechanisme is, zo geavanceerd dat het menselijke kwaliteiten heeft aangenomen. Het is van een hoger bewustzijn dan gewone mensen, dus wordt het woord "godin" gebruikt in de taal, als een metafoor. Dit is iets wat een mens zelf moet worden, dus het mag niet telkens geprojecteerd worden op iets anders. Vandaar dat het boeddhisme en het hindoeïsme metaforisch ook van groot belang zijn. We mogen het woord "godin" dus niet te pas en te onpas gebruiken, niet ijdel gebruiken. Het is een verhaal. Het punt is : Er is een deur geopend op de brug tussen de Isis-energie en de Jezus-energie. Dit is een hele lange brug, genaamd de Seismo-brug in de demonologie, van "seismos", Grieks voor "aardbeving". Dit wordt ook wel "de brug van aardbevingen" genoemd. Hier werd zowel de Isis-energie corrupt gemaakt als dat ze werd veranderd in Iesous, Jezus, en de vrouw werd op een lager plan geschoven. Zo is er ook een deur geopend helemaal aan de andere kant van de brug in Isis zelf, om tot het zuivere principe diep in Isis te komen, tot de zuivere Isis. Het gaat dus allemaal om de diepte. Niet aan de oppervlakte blijven. Er is dus een vonk vrijgekomen die reformatie wil brengen. Dit gebeurt als eerste in onszelf en in de hemelse gewesten. De man kan alleen hersteld worden als de vrouw wordt hersteld. De mens draagt beide archetypes binnenin. De man is niet het sterke, heersende deel, en daar gaat het leven ook helemaal niet om. Het gaat om het creatieve, het komen tot de oneindige kennis om zo te ontwaken. Er bestaat geen directe kracht. Alles is verbonden aan principes. De vrouw is dus ook niet het zwakke en het onderdanige, maar is het inspirerende deel, het profetische, dus metaforisch gezien kan de man helemaal niet zonder de vrouw. De vrouw is zijn hart, en dat is niet eens materieel. Iedere man is een vrouw van binnen. Dat is het ware Isis-principe. Het is de innerlijke wijsheid. De man is de gevoeligheid hiervoor. Dit was het grote beeld wat de mens in het Egyptische voorgeschoteld kreeg : Een vrouw met haar mannelijk kind. Zelfs het christendom kon dat niet stoppen, want dit werd overgenomen als Maria met haar kind. De oorspronkelijke man door de godin, de profetie, de inspiratie, voortgebracht, was dus een gevoelige man. Man betekent gevoeligheid, en het kerkelijke christendom heeft deze bron dichtgegooid, maar die bron zal weer geopend worden. Alleen dan kan er herstel komen. Het is niet zwart-wit. Het is niet dat de gnosis nooit gematerialiseerd is. Er is ook zoiets als : "heilige materie", alhoewel dit van een hele andere vibratie is, als het kruizen van de dimensies. Alles loopt dus door elkaar heen.

3.3 - De I Ching - Sleutel tot de Natuur Er is een militaire dienstplicht voor de mens in de demonologie : de strijd tegen het valse zelf en het daaruit voortvloeiende kwaad. Dit is een plicht voor een ieder die deel wil hebben aan het leven en aan het goede. Hieraan is niet te ontkomen. De mens stond als Doornroosje voor het spinnenwiel van de heks en raakte de spoel om zo honderd jaar te slapen. In de demonologie waren dit de christelijke invasies, gedwongen implantaties van buitenaardse wezens, in de hand of in de mond (hoofd), als het merkteken van het beest, waarvan de tandarts een beeld is : de demonische vullingenplicht die pure dwangverpleging is. De mens wordt gedwongen met gevaarlijk gif in zijn lichaam te lopen, botimplantaties die het zenuwstelsel en zo de organen ook nog eens ernstig verstoren. Een groter kwaad is er op aarde niet geweest, want het martelt de mens langzaam dood, en brengt de mens in een coma toestand waarin een andere identiteit wordt geimplanteerd. De medische dwangwereld is crimineel. De mens is in strijd tegen een groot beest, en moet weer terugkeren tot de afgrond, om zo volledig te onthechten, om een anti-magnetische disconnectie tot stand te brengen. Hierin wordt de mens zelf tot wijngaard, tot struik, zoals Jehovah werd tot een brandende braamstruik om tot Mozes te spreken. Jehovah betekent "wording". Voor de mens om het paradijs binnen te gaan moet de mens eerst het paradijs zelf worden. De mens moet gelijk worden aan de paradijselijke natuur, worden tot een struik, boom, bloem of plant in het paradijs. In het watergraf wordt de mens tot een wijnstok, wanneer water in wijn verandert. Dit pad wordt ook gewezen in de I Ching. In het Roodvinger verhaal moet de mens afrekenen met een heksenkerk. De mens moet als Noach tot de wijngaard komen, en deel hebben aan de wijnstok. De mens moet zelf de wijnstok worden. Aan het einde van het twaalfde uur van het Egyptische boek der poorten ontvangt Nut Ra, en komt Nun uit het water voort om de boot van Ra op te tillen, te redden uit het water, om zo tot de wijn te komen. Ra is hier in zijn Kepri vorm, de kever of scarabee, als het teken van de wedergeboorte, van het aanbreken van de dag. Kepri komt in de oud Egyptische afbeeldingen tot een rode bol als beeld hiervan. Kepri betekent 'worden', wat hayah is in het Hebreeuws, waar het woord 'Jehovah' van afgeleid werd. De mens moet hier dus ook de wijnstok worden. Jezus werd de wijnstok door zijn kennis van de Egyptische theologie. In het Egyptische Dodenboek zingen Isis en Nephtys Ra toe in zijn boot, en beschermen hem. Het christendom nam dit tafereeltje over als de ark van het verbond, en veranderden de godinnen in de twee beschuttende cherubs op de ark. Isis is de moeder van Horus, en Nepthys is zijn bijmoeder. De mens moet leren dat zonder de fragmenten de mens niet kan terugkeren tot de bron. Die fragmenten moeten overal vandaan gehaald worden. De luien en de bevooroordeelden, hen die niet willen parelduiken, de schoonmaak-kabouters met het smetvrees-virus, kunnen niet tot de sleutels komen. In de I Ching liggen de sleutels verborgen tot het oude Egypte. Zonder de I Ching is het onmogelijk om dieper in dit grote christelijke fundament door te dringen om zo tot de esoterische waarheden te komen. De mens moet er iets voor doen. In de I Ching wordt de diepe techniek hiervan besproken, als een systeem van electriciteit. Zij die de wetten van electriciteit aan hun laars lappen, zullen onder te hoge volt komen te staan, en zij zullen wegsmelten als zij zomaar allerlei dingen gemakszuchtig willen grijpen. De spijbelaars die hier dus in volharden zullen uiteindelijk op die manier geëlektrocuteerd worden. Hexagram 43 is het stoplicht van de communicatie. In de eerste lijn mag de mens niet vechten. De

mens moet zich hier eerst beter voorbereiden en niet overmoedig zijn als de ninja-kabouter. In de tweede lijn moet men eerst waakzaamheid en voorzichtigheid ontwikkelen. Er is druk van buitenaf, geschreeuw. Dit is een staaltje demonologie die ook voorkomt in de Egyptologie. In de tombe van Ramesses VI, in het boek van de grotten, in het eerste register, is er een groep van negen cobra's die vlammen uitspuwen die de vijanden van Osiris verbranden. Deze cobra's zijn de uraei cobra's, de cobra's van de kroon. Zij bewaken de drager tegen overmoed. In de Regenbooggeschriften van Isis in de Vuh van de Tweede Bijbel wordt Isis-Osiris de godin van de wijn genoemd, de drager van het Woord. De wijn is verbonden aan de wet en de kennis. Daar waar wet en kennis wordt losgelaten ontstaat er valse wijn, zoals Toronto. Ook de Egyptenaren hadden al met zulke geesten te maken, en gingen daarom diep in de demonologie. Juist de druk van buitenaf is belangrijk om voorzichigheid en waarkzaamheid, als een alarm, te ontwikkelen. Dat is ook waar de uraei cobra's voor zijn. In de derde lijn moet men geduld oefenen, volharding in het waakzaam zijn. Dit houdt ook in het lijden aanvaarden en dragen. In de vierde lijn mag er geen communicatie zijn. Praten heeft geen zin, en zou het alleen maar erger maken. Men moet zich terugtrekken, tot de stilte gaan en zich met andere dingen bezig houden. Men is hier op de heup geslagen, zoals ook Jakob in de Israëlitische mythologie. Men moet hier gevoeligheid leren voor de bron, contact maken met de hemel, en geen mensen behagen ten koste van de bron. Een diep misantropisch gevoel sluipt hier binnen om de mens te beschermen. In de vijfde lijn is er de regelmaat van de demonologie in het verwijderen van onkruid wat steeds weer op komt zetten. Hierin moet men niet in het middelpunt blijven, want het middelpunt is te vaag, maar men moet het middelste pad bewandelen, de Tao. Men mag hierin niet verzwakken, anders valt men tot uitersten. Juist in deze lijn mag er niet zwart-wit omgegaan worden met de tuin. Pas er voor op geen goed stuk begroeiing samen met het onkruid eruit te trekken. Soms is het nauw aan elkaar verbonden en samengegroeid. Hak niet alles met de botte bijl weg wat je niet begrijpt, maar ga diepzinnig met de tuin om. Probeer de lijnen van de tuin te ontdekken en waar zij kruizen. Demonologie is het mooiste vak wat er is. Wat is er mooier dan het overwinnen van het kwaad ? Hiertoe behoort ook het begrijpen van het kwaad en het transformeren van het kwaad, zodat men niet in oeverloze drama wegzinkt. In de zesde lijn moet men schreeuwen, roepen, communiceren, contact maken en anderen waarschuwen. Hier heb je iets van de ander nodig, ook al is het een vijand. Hier heeft ook de ander je nodig. Hier moet een leger gevormd worden om een groter kwaad te verdrijven. Hier mag men niet alleen zijn, maar moet men erop uit om tot een groep te komen. Deze hexagram is genoemd de hexagram van de beslissing en van de doorbraak. Ook wordt het de uitschakeling genoemd en de vastberadenheid. Lijn 4 en 6 zijn belangrijk, als het switchen tussen geen communicatie en wel communicatie, als een stoplicht. Hierin moet de mens gebonden worden, komen tot Zij waarvan geen ontsnapping is, wat de vijfde wet van Calvijn is, de wet van de eeuwige onontkoombaarheid, wat de derde wet van het amazonisme is. Ook in de Egyptologie komt dit voor, in het boek van de nacht van de tombe van Ramesses VI, in het derde uur. De heilige onontkoombaarheid, Zij waarvan geen ontsnapping is, staat aan de tweede poort in het derde uur. Er is geen bescherming tegen haar, en zij was een beeld van de hemelvaart van Ramesses VI. Zij is de slager van de zielen. In dit uur zien we hexagram 43 terug. Er is een gebied van stilte, de vierde lijn, en een gebied van 'hen van de kanalen', de communicators, oftewel de zesde lijn. De vijfde lijn van het tuinieren zien we terug in 'hen van de velden'. De tweede lijn van de waakzaamheid zien we in de 'drie die zijn ontwaakt'. Zij houden een kind vast, wat inhoudt dat zij voorzichtig te werk gaan, om zo niet de begroeiing met goede vrucht aan te tasten in het verwijderen van onkruid, wat dus een verbinding is met de vijfde lijn. Lijn twee en lijn vijf zijn nauw aan elkaar verbonden. Als men in het klooster van de stilte terecht is gekomen, de vierde lijn, dan kan men alleen door waakzaamheid en voorzichtigheid, lijn twee, komen tot het militaire, lijn vijf, waarvan het tuinieren een beeld is. Lijn één is dan het fundament van de school. Zo is hexagram 43 een belangrijke sleutel in het begrijpen van de Egyptische demonologie en tot de egyptologie op zich.

In het elfde uur van het Boek van de Dag in de tombe van Ramesses VI zien we de stilte gepersonificeerd als een vrouw, een godin, als lijn vier. Het is de godin Meretseger, een cobra of vrouw met een cobra hoofd. Zij is de bewaker van de tombes en ook is zij verbonden aan het zevende zegel van stilte in de apocalypse. In de Egyptologie spoot zij gif op een ieder die de tombes probeerde te verwoesten of te beroven. Zij is dus een gifspuwende cobra, en werd beschouwd als zeer gevaarlijk. Stilte moet daarom nooit gezien worden als een zwakheid, maar als een wapen, een goedwerkend beveiligings-systeem. Dit gebeurt dus in het elfde uur van de dag, in de avond, als het avondrood. De naam van dit uur is "Mooi Visioen". In het tiende uur was er de overgang tot de avond boot. Men daalde in dit uur af van de middag boot tot de avond boot, om het Westen over te steken in vrede. Het is het dagdeel van de vrede, waarin de peddels tot rust komen. Dit beeldt de eerste lijn uit, de school. Dit uur is genoemd "Zij die de hemel verlicht", "Zij die inzicht is in de hemelen". Het tweede uur van het Boek van de Dag is het Uur van de Triomf, als de geboorte van de eerste zoon van Ismaël, de eeuwige vijandige : Ajuwth, wat triomf betekent. Dit is de vijfde lijn. Dit uur is genaamd : Zij die de Duisternis Verspreidt en Verdeeld, en ook Zij die de Duisternis Verdrijft. Ajuwth staat voor de vruchtbaarheid. Door de triomf is er doorgang tot de velden van Yaru, de rietvelden van het eeuwig leven, in het negende uur. In het eerste en laatste, twaalfde uur van het boek van de dag is er sterke communicatie, de zesde lijn. In het eerste register van het eerste uur zien we twee dragers van speren die zijn genaamd : 'Die met zijn tong doodt' en 'Die vernietigt door zijn spraak.' Een derde speer-drager is genaamd : 'Die waarvan de stem in de Vlam is'. Dit is ook de naam van één van de mes-dragers. Het twaalfde uur is genaamd : 'Zij die inzicht is op het Eiland van het Leven.' In het vijfde register zijn er vijf cobra's in manden. Twee van hen zijn genaamd : 'Haar vlam is in haar mond,' en 'Haar vlammen zijn op haar mes'. Dit komt ook terug in het begin van het boek Openbaring waar een mensenzoon een mes in zijn mond draagt, en die zichzelf de eerste en de laatste noemt, wat dus uit het Egyptische Boek van de Dag komt. 3.4 - De Orionse I Ching Het contact maken met de Orionse energie gaat door een orakel. Wij moeten de bron van de I Ching zoeken in Orion, in de voor de aarde verborgen Orionse I Ching, de coderingen van de Orion energie. Dit staat ook bekend als het Orionse Tijger Orakel en het Orionse Dromen Orakel. De aardse tijger is slechts een afgeweken vorm van de Orionse Tijger. De aardse tijger heeft de Orion energie en het orakel min of meer misbruikt, en werd toen naar de aarde verbannen. In die zin is de aardse tijger dus wel interessant en van belang, om dat het een heenwijzer is, als een schaduw. De Orionse I Ching die ten grondslag ligt aan de Chinese I Ching bestaat uit trigrammen in plaats van hexagrammen, en ditmaal staan de lijnen rechtop in plaats van horizontaal, als al dan niet onderbroken palen. Vandaar dat de Orionse I Ching ook wel de Vertikale I Ching wordt genoemd. Het is dus een kwartslag gedraaid, en de basis palen zijn : 1. de tweemaal onderbroken paal, de zon : de zon is in het Orions niet de daadwerkelijke zon, maar de bron, dus dat kan ook de bron van duisternis zijn of van ijs. 2. de ononderbroken paal, het vuur 3. de aan de onderkant onderbroken paal, de droom 4. de aan de bovenkant onderbroken paal, de steen

Hieruit ontstaan 64 trigrammen van elk drie lijnen. 1. Water Tekst : Water is altijd een potentieel gevaar. Ga er goed en wijs mee om. Lijn 1: Drie keer gebroken, de zon/ bron. De bron is zout. Blijf doorlopen. Verderop is het water zoeter en drinkbaar. Commentaar : Wij moeten niet denken als we water zien : "Hoera, water", als we in een droge woestijn zijn. Het kan een zinsbegoocheling zijn, een fata morgana. Ook kan het giftig water zijn, of in dit geval zout, en je kunt het niet drinken. Eerst moet water altijd getest worden, en men moet op de hoede zijn. Als het niet in orde is moet men verder zoeken, en niet opgeven. Lijn 2: ongebroken lijn, vuur. Je hebt passie. Iemand (een man) komt te laat. Je moet het alleen doen. Er zit niets anders op. Je innerlijk vuur zal je leiden. De waterbron is drinkbaar verderop. Drink hier niet. Het is geen tijd. Commentaar : Veel mensen nemen het eerste niet, maar het tweede. Ze geven snel op, en zijn lui. Maar dit is demonologisch niet verantwoord. Het vuur moet leiden tot de juiste bron. Eerst moet alles zuiver zijn. Iemand komt te laat. Als anderen niet meewerken, dan moet je het alleen doen. Je moet anderen je hogere plan niet in de war laten schoppen. Mensenbehagenis zou je je doel laten missen. Laten de doden de doden begraven. Laat je niet tegenhouden door verkeerde contacten, want dan wordt je nog naar het vuile water gesleept. Hier moet je loskomen van verkeerde relaties. Doe je dat niet, dan zal het water je of vergiftigen of laten verdrinken.

Lijn 3: Lange lijn op korte lijn: de droom. Je hebt volgehouden. Je bent door een dimensie heengebroken. Hier kun je drinken. Commentaar : Het stoplicht is hier op groen. Je kunt water drinken. Je hebt macht over het water gekregen. Je bent bij het juiste water aangekomen. Houdt het water teken van de Orionse I Ching dichtbij je. Begin een relatie met deze kaart om je te leiden en je te bewaren voor gevaren. Wordt gevoelig voor de lijnen, zodat je weet wanneer je moet overschakelen. Mediteer op deze kaart om veilig te zijn tegen watergeesten. Technisch gezien loopt het goede water uit het gat op de derde lijn, de droom, in dit teken. De tweede lijn, het vuur, is belangrijk voor het losbranden van verkeerde bindingen, wat ook heel goed misleidende geesten kunnen zijn, misleidende ideeën in je hoofd. De tweede lijn van vuur is dus een belangrijk fundament om in wedergeboren te worden. De zon, of bron, de eerste lijn, is een belangrijk onderscheidings-mechanisme hier, of ontmaskerings-mechanisme. Hier krijgt de mens zicht op de vijand, en op de tijd. Het doorlopen betekent ook het gaan naar andere seizoenen, zodat de bron gezuiverd kan worden en kan rijpen. De vijand wordt dus gerecycled. Het is allemaal bruikbaar materiaal. In een later seizoen is de vijand dus iets heel anders, en is dit gewoon een natuurlijk proces, waarin 'vijand' betekent : nog geen tijd, of nog niet rijp, nog niet zuiver, enzovoorts. Eerst moet de "vijand" dus nog door allerlei processen heengaan, waarin er door een prisma tot een beter spectrum wordt gekomen, door de doorvertaling, door het te spiegelen. Draai om de vijand heen en zie waar de openingen zijn. Deze trigram, Water, is een groot oorlogsleider, zeer strategisch, die veel meer op het oog heeft dan alleen maar oorlog. Het Orionse roofdier is goed gewapend en toegerust met deze kaart. Dat kan een Orionse leeuw zijn of een Orionse tijger. Zij hebben deze kaart in hun mentale dashboard. Zij communiceren met deze kaart. Deze kaart onderwijst hen. Deze kaart kan bij goed gebruik beschermen tegen overstromingen in de Orionse onderwereld, en tegen gevaarlijke vissen. Misbruik kan juist overstromingen veroorzaken. De Orionse naam van deze trigram is TONGST. Door Tongst kun je vijandelijke schepen laten zinken in de onderwereld. Zij is een godin van water. In de demonologie worden demonen getemd door deze kaart. Zij is ook genaamd : "De godin die uit het water komt", waar ook de verhalen van Mozes weer op gebaseerd zijn. Die verhalen kwamen uit Egypte, maar Egypte was bezocht door buitenaardsen van Orion die hun kennis in de pyramides hadden gecodeerd. TONGST speelt ook een grote rol in de Orionse apocalypse. Haar wateren zullen de onderwerelden overweldigen, en zij zal een nieuwe onderwereld scheppen. Er is een grote strijd in de gewesten van de ziel omtrend deze godin. Demonen vrezen haar naam, en willen het verborgen houden. Zij willen niet aan haar herinnerd worden. Het element water zal hen namelijk vernietigen. Goed gebruik van deze kaart zal een weg door het water kunnen maken, als een tunnel. De mens in de gnosis moet het element water leren te beheersen. 3.5 - Orion - Het Pad tot het Paradijs Orion is een belangrijk sterrenstelsel in het heelal. Orion is belangrijk in de reis die de ziel moet maken naar het paradijs, het hogere bewustzijn. Orion wordt weleens de Poort tot het Paradijs genoemd, of de medicinale opslagruimte van het paradijs. De Egyptenaren stonden in contact met buitenaardsen van Orion waardoor ze grote kennis kregen. De beschaving van Orion is veel verder dan die van de aarde, maar er is ook een parasitaire schaduwzijde van Orion. Vanuit het hele heelal werden zielen door deze parasieten geroofd en verbannen naar Orion waar ze een matrix ervaring kregen genaamd "de aarde". Je kan je dat voorstellen als op een tafel liggende met een virtual reality bril op, waardoor je helemaal in een andere wereld komt, en je niet meer beseft dat je

gewoon op een tafel ligt met een VR bril op. De mensheid is dus in een soort slaap. De mens moet van het lagere Orion ontwaken tot het hogere Orion, het paradijselijke Orion. Alles wat de mens hier op aarde ziet is een schaduw van Orion, een corrupte weerspiegeling. Ook het oude beroemde Chinese wijsheidsboek de I Ching heeft zijn bron en fundament in de Orionse I Ching, wat gebaseerd is op trigrammen in plaats van hexagrammen, en waar de lijnen vertikaal zijn in plaats van horizontaal. 3.6 - De Godin op het Paard 2. Schepping Tekst : De stoker : twee keer steen is extra hard, maar de derde zal stoken, zodat ze elkaar afbreken, en dan kan vernieuwing komen. Lijn 1: steen – er is hier teveel steen. Je kan hier niets beginnen. Blijf wachten op betere tijden. Commentaar : Teveel steen belet alles. Alles is vol met blokkades. Ook wordt de mens hier zelf beschermd door de vele blokkades. Alles loopt vast, ook de vijand. Lijn 2: steen - er is hier weer steen. Twee keer het steen teken : extra hard, extra verdrukking : geef niet op. Eens zal er doorbraak komen. Je kunt niets doen. Aanvaard het lijden. Commentaar : Dit hoeft geen hopeloze situatie te zijn. Je kunt ook anders naar de steen kijken, er anders mee omgaan. De steen lijn heeft een opening bovenaan, waaruit water kan stromen, want de naam van deze trigram is “Zij die water uit steen kan halen.” Zij is dus een alchemist. Lijn 3: steen – ook nu steen, de derde keer, maar drie keer steen betekent dat de stenen elkaar beginnen aan te vallen en op elkaar in slaan : er zal verandering komen. Ondertussen kun je van de brokstukken iets nieuws maken : Wees creatief. Jij bent de schepper. Commentaar : Zij die water uit steen kan halen is het Orions fundament voor Mozes die hetzelfde deed. Maar nu gaat er een hele nieuwe schepping komen. Zij kan de stenen maken tot meloenen. Stenen zijn geen probleem voor haar. Zij doorziet het, en gaat er anders mee om, ziet het anders. Zij loopt om de steen heen, en ziet de zwakke plek, de opening. Hier stroomt de nieuwe schepping uit. Kun jij water en zelfs een hele nieuwe schepping uit jouw stenen halen, uit jouw blokkades ? Dat is de uitdaging van deze trigram. In deze trigram zit daarvoor ook de technologie. In de demonologie verbreekt deze trigram ook de ark op het water. Ook de ark wordt verzwolgen door de golven. Er

zijn hier geen heilige huisjes die overal vrij van blijven. Noach en zijn familie worden door de woeste golven en watervallen meegesleurd, en moeten ook het watergraf in, net zoals ieder ander. De Schepper schept een nieuwe wereld vanuit de zondvloed, vanuit het watergraf. Haar Orionse naam is SOEDI, en zij zit op een paard om het volk te leiden tot het beloofde land, als een soort Mozes-figuur. Zij leidt het volk door woestijn en wildernis, en leert het volk met het lijden om te gaan en het tot een creatieve kracht te maken. In die zin is zij een groot alchemist en tovenares. In de opening van de eerste lijn vloeit bescherming, uit de opening van de tweede vloeit water, en vanuit de derde vloeit de schepping. De mens moet hier leren het element steen te beheersen. Dit betekent ook dat de mens steen kan maken om daarmee te bouwen. SOEDI kan ook steen verpulveren tot zand, om zo overtollig zeegebied of watergebied droog te leggen of minder diep te maken. Zij is de verdeler van het land. Extra commentaar derde lijn : De stenen om ons heen waarin we opgesloten zaten beuken op elkaar in. Dat kan zich uiten in ruzies of oorlog. Hoe erg dit ook kan zijn : het beeld ook een bepaalde bevrijding uit. Dit hoeft niet materieel te zijn. Het kan ook verbaal zijn of in de hemelse gewesten. Dit alles is om los te komen. Soms wordt de vijand afgeleid door iets anders, en dan kun jij ontsnappen. Soms is de vijand van je vijand je vriend. In de derde lijn wordt de mens wedergeboren in steen, en zal harder zijn dan het steen wat de mens opgesloten hield. De mens zal zelf tot steen worden, waar ook de apocalypse van de Vur over spreekt in boek 4 van de Drager van de Vur : Het Monument vs. 1-2 : 1. Ik ben geboren uit steen, Nu rijst het leger op, Wij zullen zijn als steen, Harder dan het steen van de stad, Ramen slaan wij in, Gebouwen breken wij af, Hun monumenten, allen in rouw 2. Ik ben geboren uit steen, Nu rijst het leger op, Het steen van de stad zal smelten, Het steen van de stad zal sterven De derde lijn is dus ook de wedergeboorte in steen als harder gesteente, door de opening van deze lijn aan de top.

3.7 - De Orionse Economie Als we vandaag de dag om ons heenkijken, dan zien we hoe er vuile economische spelletjes worden gespeeld over de ruggen van de armen. Belachelijk grote bedragen worden uitgegeven aan pietluttige zaken. Velen hopen op een evolutie in deze dingen, dat er toch eens eindelijk recht en gelijkheid zal ontwaken. Velen zijn doodziek van deze spelletjes en willen niet meer meedoen. Zij zijn aan de zijlijn gaan staan. Evolutie betekent het hogere wat voortkomt vanuit het lagere en zich zo ontwikkelt, maar er bestaat ook iets wat Emanatie heet, en dat is precies het tegenovergestelde, namelijk het lagere wat voortkomt vanuit het hogere. Deze krachten werken tegen elkaar in, en vormen een soort trappenstelsel, een waaier van schaduwen en reflecties. Zo beschermt het hogere zichzelf, als een stelsel van sluiers. Het hogere laat zich niet eenvoudig vinden, maar geeft tekenen voor de oplettenden. Voor die tekenen mag je een gevoeligheid ontwikkelen. Gevoeligheid voor iets ontstaat wanneer je er mee bezig gaat, het leert ontdekken en kennen, wanneer je er je aandacht op richt en erover mediteert. Dan ontstaat de gevoeligheid bijna vanzelf. We zien dat er een oneerlijke economie heerst op aarde. De rijken worden steeds rijker, en de armen worden steeds armer, en vaak zijn de slechterikken de rijken, en de armen de goeden. De slechterikken grijpen, graaien, stelen en plunderen. Zij gaan over lijken om rijk te worden. Zij kennen het minimalistische pad niet, en zijn daardoor vastgegroeid in hun materialisme, versteend en zo tot zombies geworden. Het zijn vraatzuchtige, kannibalistische zombies. Daarom is de demonologie ook zo belangrijk, die de alarmologie is : Ken uw vijand. Alleen de

demonologische economie is in die zin van belang, en belangrijk voor ons overleven. Dit is een buitenaardse dynamiek in het Orion-stelsel, die het ware magnetisme leert. Die economie zal komen, als de paradijselijke energie waarin alles eerlijk verdeeld is, en waarin de mens alles op een eerlijke manier mag verdienen, gebaseerd op de juiste condities. Dit magnetisme is heel wetmatisch en natuurlijk, en kan ook anti-magnetisch zijn wanneer dat nodig is. Zo vind het zijn weg. Deze dynamiek is een belangrijke kaart in het Orion Orakel, genaamd de JÉKÉ. We zien hier de zonnelijn en dan twee dromen-lijnen. De twee dromenlijnen leiden tot de bron, de zon. De Orionse zon is niet per definitie heet en licht, maar kan ook heel goed koud en donker zijn. Het is een woord voor de bron. Tekst : De bron zal overstromen en twee dromen brengen. Lijn 1: Man in de golven. Man wordt meegesleurd met stroom. Overstroming. Commentaar : De mens kan zich niet verzetten tegen wat hem overkomt. Hij is zijn vaste grond kwijt en overgeleverd aan de natuur die hem naar een hele andere plaats zal brengen. Lijn 2: De mens staat aan de zee en moet wachten op een roofvogel die hem over de zee zal brengen. Commentaar : De mens moet wachten op de natuur. Eerst moet de natuur de nodige voorbereidiingen treffen. Lijn 3: De mens moet tot de waterput gaan. Commentaar : Het water moet uit de diepte komen. De mens moet alles doorleven. De mens moet er hard voor werken. Niets is simpel en vanzelfsprekend. Deze kaart is ook genaamd : Het Woord, de Communicatie, het Magnetisme. Het is verbonden aan Thoth, die oorspronkelijk de Egyptische godin van de schrijfkunst en de talen was. In de Regenboog-geschriften van Isis beweegt Zij door het water tot de poort. In het Orions is Zij dus de godin JÉKÉ. Zij is de Logos, het Griekse woord voor het Woord. In de Ontwaking, een boek van de Vur, staat geschreven dat alles opgelost zal worden als je blijft doorlezen. Het pad toont zich vanzelf. Op lezen staat een hoge beloning. In deze trigram beweegt de godin zich door het water tot de poort. De poort kan niet makkelijk bereikt worden, want er zijn vele overstromingen die vanuit de bron komen, om hen die naderen te testen. De bron is goed beveiligd tegen indringers. Alleen de roofvogel kan over de woeste zee brengen. De roofvogel is het beeld van alles loslaten om overzicht en inzicht te krijgen. De bron is de dubbele verbrokenheid waardoor die gevoeligheid ontstaat. Zo

komt de mens tot de waterput, tot de put van vrouw Holle, de personificatie van Holland. Alleen op die basis kan de nieuwe economie gebouwd worden, vanuit de diepte. Vanuit de diepte komt het water opzetten. 3.8 - Het Vertalen van Pijnprikkels - De Sjamaanse Reis door de Onderwereld Normaal gesproken gaan sjamanen door een diepe inwijding waarin ze een reis door de onderwereld maken in de vorm van een bepaalde blokkade in hun leven, juist waardoor hun latente innerlijke vermogens worden aangewakkerd, gespitst om meer inzicht te krijgen. Oefeningen hiertoe zijn voornamelijk om contact te maken met de goddelijke energie en het diepere zelf, en dit gaat stapsgewijs, niet in één keer. Het is een leerproces en geen wondermiddel, alhoewel wonderen soms kunnen plaatsvinden als natuurverschijnselen, en die zijn beperkt juist om het leerproces te ondersteunen, en niet te verstoren. Anders zou de hele aarde geen obstakels meer hebben en dan zou de mens dus niets meer leren. Dan zou de mens ook totaal vastgroeien en uitgeschakeld worden, want dan is de Yin Yang weg, de polaire balans. Dat pad wordt ook in de religies besproken, en in de I Tjing, de oude wijsheid van China. Het is dus een weg en geen tovermiddel, alhoewel er dus wel middelen aangereikt kunnen worden op het pad. Er zijn hierin verschillende seizoenen. Soms is het van belang om te vechten, soms is er een tijd van het bouwen van de muren, en op andere momenten is er het aanvaarden van het lijden, het dragen van het kruis, om hierin een boodschap te zien, dus in principe het aanvaarden en vertalen van de pijnprikkels wat ook kan leiden tot het transformeren van pijn prikkels. Elke pijn op het pad van de mens heeft een bedoeling die de mens vaak niet kan overzien. Elk lijden heeft een diepere betekenis, draagt een boodschap. Dat is ook de hele gelijkenis van de zaaier dat een zaadkorrel eerst symbolisch moet 'sterven', 'kapot moet springen', om zo diep te wortelen en uit te spruiten, nieuw leven en nieuw inzicht, in een nieuw perspectief, hetzelfde als de rups die door de kokon gaat om een vlinder te worden, te leren vliegen, nieuwe uitzichten en overzichten te krijgen. Dit kan dan weer nieuwe impulsen aan het lichaam geven en andere ervaringen. Als een gesel of een kruis de mens maar blijft slaan, en er geen ontsnapping mogelijk lijkt, dan is het soms belangrijk om juist het kruis te omhelzen, te aanvaarden, zodat het de mens niet kan verbrijzelen. Dat is ook een weg van het pastoraat, als een bepaald seizoen. Zoals in de godsdienst er een onderscheid gemaakt wordt tussen de oude mens en de nieuwe mens, en dat de oude mens symbolisch moet 'sterven' als de graankorrel, zodat de nieuwe mens op zal staan. Ook daartoe is het lijden tot de mens gezonden, zodat het contact met het goddelijke hersteld kan worden en de mens loskomt van zijn oude leven. In dit aardse leven leeft de mens in een schelp, los van de goddelijke energie vaak. De mens heeft dan een heleboel gevoeligheid verloren voor de hogere, meer goddelijke frequenties. Het lijden doorbreekt die schelp waardoor de mens weer gevoelig kan worden voor het goddelijke, zoals Jakob die op zijn heup werd geslagen en zo gevoelig werd voor de hogere leiding. Soms zit de mens door het aardse leven helemaal vast in verkeerde verbindingen, en die worden ook door het lijden losgeslagen, als een soort bescherming.

Ook verbindt het lijden met het lijden van andere mensen, zielen, of energieën en het lijden van het goddelijke. Dus de kruizen die we dragen zijn ook weer tunnels tot de ander, de medemens. Het lijden is dus ook een schat-eiland, maar eerst moeten die schatten ontdekt worden, en het potentieel wat het heeft. In die zin is het lijden dus een gemaskerde engel. 1. het lijden als een bepaalde bescherming tegen iets ergers 2. het lijden als tunnel tot de lijdende medemens 3. het lijden als de brenger van gevoeligheid tot het goddelijke 4. het lijden als afremmer, om dingen te pauzeren 5. het lijden als een middel om weer terug te komen tot je diepere zelf (zelf-reflectie) 6. het lijden als een cryptische boodschap 7. het lijden als onderdeel en taal van een hoger communicatie en beveiligings-systeem wat de mens nog niet begrijpt 8. het lijden als het zaaien voor een bepaalde oogst later 9. het lijden als een contact met het voorgeslacht of engelen (die vaak op die manier de aandacht trekken en proberen te communiceren) 10. het lijden als een trainer, die hiervoor het tegenovergestelde wil opwekken (yin yang, polaire balans) 11. het lijden als een belastings-systeem (en verzekering) om de mens deel te laten hebben in een bepaalde hogere communiteit (belasting is lastig, maar heeft ook zijn voordelen.) Dit zijn wat punten waarmee een pijnprikkel omsingeld mag worden, om het zo door te vertalen. Daar kan dan op gemediteerd worden voor een bepaalde rust en vrede, het zingeven en doel geven aan het lijden. Qua straling is dat vaak niet allemaal te meten door aardse apparaten en instrumenten. Vandaar dat de metafysica hierin verder gaat. Positief denken is daar ook een zeker onderdeel van. Het is een speurtocht naar de diepere kennis en naar aanvullende contacten die licht op de zaak kunnen werpen en iets kunnen betekenen op een bepaalde manier, zoals Spreuken 15:22 zegt : "Goede plannen ontstaan door vele raadgevers." Raadgevers hoeven niet altijd persé direct mensen te zijn, maar kunnen ook boeken zijn, of engelen, of gidsen, of de goddelijke energie zelf. Er zijn vele raadgevers in het heelal. Sjamanen werken bijvoorbeeld ook met dierentotems. Heel veel mogelijkheden dus.

3.9 - Het Egyptische Dodenboek als Fundament van de Bijbel Zowel in het Egyptisch als in het Hebreeuws is RA het lijden, het 'kwaad'. Het was in het Egyptisch de mond van de onderwereld, en RA was ook de zon of de zonnegod die op een dodenboot door de onderwereld reiste om zo elke morgen wederomgeboren te worden, oprijzende vanuit de zich openende moeder schoot. Zowel in het Egyptisch als in het Judaïsme is RA de poort, de tester, als een engel die de mensheid moest beproeven. RA staat in het Hebreeuws gelijk aan Satan. Zowel in het Hebreeuws als in het Egyptisch had dit een positieve betekenis, maar met de opkomst van het christendom kreeg Satan een steeds negatievere betekenis. Er mag ruimte zijn voor de dualiteit zoals in het Judaïsme en het Egyptisch. In het Egyptische dodenboek in Spreuk 10 was het RA die de aarde doorkruiste om zijn vijanden te overwinnen, terwijl dat in het boek Job in Satan werd veranderd. Zowel in het boek Job als in het Egyptische dodenboek is dit een doorkruizing van de onderwereld. In Spreuk 15 leeft het schip van RA in de onderwereld op, als het vlees van RA wat zich verjongt, om zo zijn vijanden te overwinnen. Het schip achtervolgt zijn vijanden, als het verjagen van de zonden, het verdrijven van de leugens. Dit is in Spreuk 17 de besnijdenis van RA. Deze besnijdenis werd verricht door Isis en haar zuster Nephthys die in het Judaïsme werden tot de twee gevleugelde cherubs op de ark. Spreuk 18 laat zien dat Thoth, het Woord, Osiris heeft doen zegevieren over zijn vijanden. Osiris, SRS, is een anagram van SA-RASHA, SRS. SA is de kennis, de gnosis, in het Egyptisch, en de RASHA is in het Hebreeuws het heilige kwaad als de heilige rebellie, ook verbonden aan het neutrale Hebreeuwse woord 'satan', wederstaan. OSIRIS, SA-RASHA is dus de kennis van de RASHA stam in het Israëlitisch-Egyptisch, als de demonologie. Horus, RS, is een anagram van de Rasha op zich. De RASHA stam is in het OT de stam van de overwinnaars. Voor de troon van Osiris worden de vijanden getransformeerd tot kuddes vee, en zij worden in het oordeel tot de slacht gebracht. Zo zal er afgerekend worden met de vijand. Dit gebeurt in Boesiris als het openhakken van de aarde. Er worden in deze nacht van Boesiris twee djed-zuilen opgericht, die de armen van de Horus van Letopolis zijn en die rondom Osiris zijn om hem te laten zegevieren door Thoth, het Woord. In het OT waren dit de armen van Mozes die opgeheven moesten worden om overwinning over de vijand te geven (Exodus 17). Dit is de nacht van het avondmaal in Letopolis, in spreuk 18 van het Egyptische dodenboek. Dit is de dageraad van de dag waarop Osiris begraven wordt, wat later werd overgenomen in het NT voor Jezus. In Abydos was er het haker-feest, het vastenfeest, de Egyptische Ramadan, om de opstanding van Osiris en de overwinning over zijn vijanden te vieren. HAKAR is in het boek der poorten een godin of groep godinnen die rondom het altaar of de tabernakel staat, als een beeld van de kroon, de hoofdtooi. In de Aramees-Hebreeuwse talen is de kroon een scalp of kop van prooi, als een beloning, een trofee. HAKAR komt in het OT voor als HAGAR, de moeder van Ismael. Toen

HAGAR Ismael opvoedde werd er ook in het Hebreeuws soms gebruikt gemaakt van een bijmoeder. Ook Abraham stelde een bijmoeder aan, die HAGAR hielp Ismael op te voeden. Hakar wijst ook op de AKER, de dubbele Egyptische wachter van de onderwereld met de twee leeuwenhoofden, als een beeld van de dubbele moeder, de vrouwelijke vruchtbaarheid. De kroon is in het Hebreeuws-Aramees een cyclus, als het sieraad van de uren. De kroon brengt tot knielen in de Hebreeuwse wortels (qodqod-qadad). In de Israelitische literatuur is de moeder van Ismael soms Ketura, de vrouw die Abraham huwde na de dood van Sarah. Ketura wordt soms gelijkgesteld met Hagar. Hagar zou alleen een titel zijn, namelijk van vreemdeling, en geen naam. KTR, TR, is het anagram van RT, Areta, oftewel de donder, een beeld van de heilige Vreze. Areta is dus de moeder van Ismael. De uraei cobra's zijn in het Egyptisch de cobra's van de kroon. Zij bewaken de drager tegen overmoed. Naref is de nacht van de geheime ceremoniën van de begrafenis van Osiris, wat in het NT de geheime begrafenis van Jezus werd. Spreuk 92 is de opening van het graf waardoor de overledene naar buiten kan komen bij dag om zijn benen te gebruiken om zo tot de dagboot te gaan. Dit komt ook terug in het NT in de verhalen van Jezus. In Spreuk 102 komt de overleden god tot de hemelvaarts-boot van Ra, om het lichaam van Osiris te genezen door spuug. Het genezen door spuug wordt later gebruikt in de verhalen van Jezus waarmee Jezus een blinde geneest. Het Egyptische Dodenboek uit het Nieuwe Koninkrijk Tijdperk van Egypte wordt ook wel 'Het Boek van Thoth' genoemd. 3.10 - De Wedergeboorte van de Zee In de Latijnse Bijbel, de Vulgata, was Jozef van Arimathea de occulte discipel van Jezus, vertaald de geheime discipel van Jezus, die ook Jezus in het geheim, in het occulte, begroef. Hij had een nieuw graf uitgehouwen in een rots, in een graftuin. In het Egyptische Dodenboek waar dit uitgehaald is om de christelijke mythe te formeren is dit de Naref-nacht waarin Osiris in het geheim wordt begraven in spreuk 18. Dit graf wordt in spreuk 92 geopend, waardoor Osiris gewekt wordt door het oog van Horus, door zijn zoon. Boven het graf bevindt zich de zonneschijf. Osiris zou dan mee gaan met het oog van Horus, opdat Osiris het terug zou geven aan RA. Oorspronkelijk was dit het oog van Ra, en het stelde zijn dochters voor, als de vrouwelijke zon. Het oog van Horus was een godin genaamd Wadjet, de uraeus, de slang op de kroon, die de opstanding uitbeeldde. Ook wordt aan het einde van deze spreuk de weg geopend om te komen tot de dagboot, als een beeld van de hemelvaart. In spreuk 100 zijn dit de grotten van Hapi die geopend zijn, om zo de wegen vrij te maken voor de zonneschijf. Hapi is een zoon van Horus, en de god van de overstroming van de Nijl. Ook is hij de god van de vissen en de vogels, en wordt genoemd als de grote renner en het belangrijkste kind van Horus in spreuk 521 in de sarcofaag teksten van het Midden Koninkrijk.

De opstanding en wedergeboorte heeft te maken met eb en vloed, als het sterven en de wedergeboorte van de zee. Dit ligt ten grondslag aan het ondergaan en opkomen van de zon en het hele christendom wat daaruit voort is gekomen. De eb en vloed van de Nijl werd toegeschreven aan de zaadlozing van de scheppergod Atum, die vaak aan Ra gelijkgesteld werd als Ra-Atum. Dit hele idee komt ook terug in de Bilha, in boek 29. Het Zaad van Ham, waarin het zaad van Ham de zondvloed veroorzaakte, wat voorkwam in de Saramse mythologie, oftewel de mythologie van Mars, wat de Romeinse naam voor deze planeet is. Ham was één van de zonen van Noach in het OT. In Spreuk 100 van het Egyptische Dodenboek is Osiris overgevaren naar Boesiris, een belangrijke troonplaats van Osiris in het Laatste Oordeel. Hier wordt in spreuk 18 de vijand tot vee gemaakt, en geslacht, waarop het bloed tot de inwoners van Boesiris wordt gebracht. Dit wordt ook het openmaken van de aarde genoemd. Dit komt nog lichtelijk terug in de latere Aramese en Israëlitische teksten van het OT, maar wordt totaal verkeerd voorgesteld in het christendom in de cultus rondom het bloed van Jezus. Oorspronkelijk ging dit dus om het bloed van de vijand, als het teken van de overwinning over de vijand, wat voorgesteld werd als de jacht en de slacht. Ook Horus was oorspronkelijk de jagersgod. In spreuk 96 wordt het speeksel van Aker besproken, de dubbelhoofdige leeuwengodin van de aarde verbonden aan het Haker-feest, het vastenfeest van de opstanding van Osiris, ook verbonden aan Hagar, de moeder van Ismaël, Areta. Dit speeksel is om de vijand tot rust te brengen, en ook het bloed van het ruggemerg van Geb, de aarde, werd hiervoor gebruikt, als een beeld van de vijand die tot vee was geworden en werd geslacht in Boesiris, als het openhakken van de rug van de aarde. Hier komt dus oorspronkelijk de mythe van het speeksel van Jezus dat de blinde genas vandaan. Het speeksel was oorspronkelijk ook een beeld van de sexualiteit, verbonden aan de Aker, die de vijand overwon, dus in die zin is sexualiteit demonologisch, en als het eenworden met de godin van de aarde. Dit wordt verricht door degene die in het oog van Horus woont, die de Wet tot Ra brengt. In de daaropvolgende spreuk 87 wordt deze persoon 'de Overstroming' genoemd. Het speeksel wijst ook op de wet van eb en vloed, op het sterven en wedergeboren worden van de zee. Spreuk 101 is een spreuk om de boot van Ra te beschermen, terwijl spreuk 100 een spreuk was om aan boord te gaan van de boot van Ra. Spreuk 101 gaat over hij die het water splijt, als een beeld van het sterven van de zee, wat ook terugkomt in de latere Mozes mythe. Vandaaruit rijst hij op uit de oerwateren, op het achterste van zijn boot. Dit is Ra waarvan in spreuk 87 gezegd werd dat hij de Wet zou ontvangen, zoals Mozes dus. Dit gebeurt in spreuk 101 door de majesteit van Thoth, het Woord, waarvan Hapi, de Overstroming, een belangrijk onderdeel is, als de wedergeboorte van de zee. Dit is in spreuk 101 het geheim van zijn grotten waardoor Re verlicht werd en Re werd, en een ieder die dit geheim kent. In de Egyptologie wordt ook telkens de lijn tussen god en mens doorbroken, opdat de mens zelf als god wordt, en niet afhankelijk, dom en onderdrukt wordt gehouden. De Egyptologie is dus de zwaar metaforische filosofie van de demonologische emancipatie waarin de aan zichzelf stervende mens deel kan hebben aan de goddelijke natuur. 3.11 - De Poort van Nephthys Nephthys is de duistere zuster van Isis, de dualiteit. In de Bilha staat vermeld dat zij de bijbel en de

koran heeft geschapen, niet als waarheid, maar als de enigmatische sluiers van haar tempel. Nephthys en Isis waren de gevleugelde godinnen op de Egyptische ark : de boot van Ra. Dit werd overgenomen door Mozes : De boot werd tot kist, en de godinnen werden tot cherubs. Nog steeds is de ark Egyptisch en herbergt een groot geheim. Nephthys is in de Egyptologie de nacht, terwijl Isis de aanbrekende morgen is, als een grote dualiteit. Isis is de goddelijke kern, en Nephthys moest dit verhullen, en daarom is Nephthys ook onmisbaar in de verklaring van de apocalypse, Openbaring. Nephthys is de godin van het water, van de zee, en ook van de wedergeboorte van de zee. Zij is de godin van de geboorte, een hoogst-belangrijke dynamiek in de Egyptische filosofie. Zij brengt het diepste van de mens naar boven, als godin van de onderwereld. Isis betekent 'troon', en zij is als de goddelijke troon, de goddelijke koningin. Zij was de koningin en moeder van de goden, en was de kern-dynamiek waaruit later Jezus voortkwam om dit te vermannelijken en te bedekken. Nephthys zelf richtte de Jezus cultus op om haar zuster, Isis, te beschermen. Het was een oorlogs-strategie, om indringers in de tempel af te leiden. Nephthys is daarom ook de personificatie van de zwarte tempel en de verdonkering van de vrouw. De Nephthys leidt helemaal terug tot het Orionse Taka-principe van de dualiteit, als de waterdualiteit van de zestiende steen of tablet van het Orionse Tijger Orakel, de voorloper van de I Tjing. Taka is de Orionse Nephthys, de dualiteit van eb en vloed en de wedergeboorte van de zee. Dit is ook de dualiteit tussen korte en lange afstands wapens, als een arsenaal, wat in evenwicht gehouden wordt door een school. arsenaal, wapen-inventaris : lijn 1. EB - korte afstandswapens lijn 2. VLOED - lange afstandswapens lijn 3. SCHOOL Deze unit bevindt zich in de rechter pols, als een horloge, als een computer-muis, die het hele lichaam bestuurt. Hier is waar het pad door het hart en de buik verder gaat. Nephthys is de gezichten van de zee, vele malen gesplitst. Het zijn allemaal haar fragmenten. Om haarzelf en haar zuster te beveiligen schiep zij ook de Romeinse religie, niet als de volle waarheid, maar als een cryptografische sluier. Zo richtte zij Neptunes op als zeegod om haar geheimen als zeegodin te bewaken. In het Grieks was dit Poseidon. Dit doet zij in haar slaap, als een automatisme, en zij zal hierin ontwaken en haarzelf niet begrijpen. Dat is een eeuwige dualiteit tussen het snappen en niet snappen, zoals er ook een eeuwige dualiteit van oorlog is, maar hierin zullen de inzichten zich verhogen, en zal er tot steeds nieuwere beelden gekomen worden. Het is dus heel creatief materiaal allemaal. Hiertoe wordt de grote Poort van Nephthys geopend, als een nieuwe stap voor de mensheid. Nephthys is de schaduw van Isis, en de

mens zal deze schaduw moeten leren begrijpen. De Godin kent maar half, want als zij geheel zou kennen dan zou zij verstenen, verklaart de Vur in het boek Hannah, boek 71. Zij richt zich op kernkennis, en de rest vergeet zij in haar slaap, waarin zij tot wedergeboorte komt en tot wedergeboorte leidt, als het geheimenis van de zee, van eb en vloed. Er is geen zon zonder dat principe, en zij heeft de zon opgesteld om dat principe te bewaken. 3.12 - De Bootreis door de Onderwereld De Egyptologie ligt ten grondslag aan het christendom. Het christendom is er een verdraaide vorm van. De Egyptologie is een dualistische en metaforische filosofie voor het symbolisch verwerken van problemen in het dagelijks leven. Het gaat om het afleggen van het oude leven en het aandoen van het nieuwe leven, als een reis door de onderwereld. Het christendom, de verdraaiing van de Egyptologie, werd groot op aarde om veel hiervan te versluieren. Hoe werd het christendom groot ? Door kolonisme en slavendrijverij. Miljoenen Afrikanen werden door het christendom overgescheept naar Amerika om daar als slaven te werken. Zij werden, net als Europa, gedwongen christenen te zijn, en werden bang gemaakt met de eeuwige hel. In de Egyptologie is er geen eeuwige hel, maar een baarmoeder die het goede nog beter maakt, en het slechte transformeert. Alles is metaforisch, zelfs de eeuwigheid, dus het is geen letterlijke religie zoals het christendom. Vandaag de dag is er een grote exodus van Westerse Afrikanen terug naar de Egyptologie (Egypte is ook een Afrikaans land), om zo los te komen van de christelijke slavenbanden : emotioneel, mentaal, fysiek, spiritueel, religieus, economisch, educatief. pedagogisch, sociologisch, filosofisch enzovoorts, op allerlei gebied. Zij claimen dus hun identiteit terug, maar ditmaal een nieuwe identiteit. Wij mogen dit allemaal doen, en ook deel hebben aan deze reis door de onderwereld, terug naar de bron. 3.13 - De Vrouwelijke Oorsprong van Ra en Horus Hoe dieper de mens in het paradijs komt, hoe donkerder de vrouw zal zijn, als een beeld van de verborgenheid. De vrouw ligt hier niet meer te grabbel zoals in de lagere aardse gewesten. Daarentegen zal de man steeds lichter zijn dieper in het paradijs, steeds blanker. Vandaar dat in de lagere aardse gewesten in het enigmatische racisme de donkeren worden onderdrukt, en de witte man wordt verheerlijkt. Zij willen niet dat de witte man een stapje terugzet. Zij willen de donkere moeder blijven onderdrukken. Toch is deze schijnrealiteit opgezet door Nephthys, om de mens door de illusies van controle af te leiden van het geheim. De Moeder wil geen indringers, en daarom zet zij deze leugen-labyrinten op. Het is niet haar realiteit, en die zal ze ook niet makkelijk delen. Voor de moeder is de ideale man niet de man van de lagere aardse gewesten die overal laat zien hoe wit hij is en hoe toegewijd aan de aardse systemen : dominant over de vrouw, dominant over de donkeren, als een vriend van de stad. Het witte wordt vereerd als de topkleur, en zij hebben hun grote witte troon opgericht. Ook in het enigmatische, maar racistische, recente boek van Mormon wordt het witte opgehemeld en wordt het donkere gezien als een vloek die over de zondige mens kwam. Vandaar dat nog niet zo lang geleden er geen donkeren in het Mormoonse priesterschap mochten worden toegelaten. En dit zijn wel hele verdraaide paradijselijke glimpen. De moeder wilde geen allemansvriend die altijd maar ja zou knikken bij alles wat het systeem uitvoerde. Neen. De moeder wilde een vijandige man, die een vijand was van iedereen, en iedereen een vijand van hem. De moeder wilde een afgezonderde man, een vechter. Geen materialistische

vechter, een vechter voor geld en macht. Neen. Een vechter voor het hoogste goed, een vechter tegen de demonen van de tijd. Zo schiep de moeder Ismaël. Genesis 16 11 Voorts zeide de Engel des Heren tot haar: Zie, gij zijt zwanger, en zult een zoon baren, en hem Ismaël noemen, want de Here heeft naar uw ellende gehoord. 12 Hij zal een wilde man van een mens zijn; zijn hand zal tegen allen zijn en de hand van allen tegen hem. Hagar-Areta was de moeder van Ismaël. De RASHA stam is in het Hebreeuws de stam die afrekent met het huichelende recht van de stad. Zij zijn aangesteld onder Areta. Ismaël is nauwverbonden met de rasha stam. Ook Egypte is onderdeel van de RASHA (Ex. 9:27). In I Samuël 2:9 zijn de rasha hen die een theofanie, godsverschijning, (damah) hebben ontvangen en daardoor in de duisternis met stilte (damam) zijn geslagen om zo afgezonderd te zijn. Zij leven niet door kracht maar door verbrokenheid. Zij staan niet stevig in het leven. Zij rennen van het leven weg. Zij zijn bewoners van de hel in Psalm 9, de baarmoeder. Zij leven en kampen met pijn en vrees hun hele leven, als op de golven, in Job 15:20, en overwinningen zijn altijd maar kort in Job 20:5. Rasha is oorspronkelijk een Egyptisch woord, een bijnaam van Ra, wat hetzelfde betekent. Rasha betekent in het Egyptisch 'het land dat overgaat in de zee'. Verbonden hieraan is RESU, RES, RS : wakker houden, priester, offeren, slachten, fokker, vee-kooi (van lammeren), veehouder en RESHA, RESHI : overwinning, triomf, alertheid, tederheid en RESH, RESHI, schaamteloos. Het was de volledige naam van Ra, als de oorspronkelijke Egyptische Ismaël. RASHA is geen eenzijdigheid, maar dualiteit, verbonden aan de visvangst, die in de Bilha een metafoor is voor het overwinnen van de eenzijdigheid. De strijd tussen eb en vloed is de strijd tussen eenzijdigheid en dualiteit. Nephthys is altijd de schaduw-stem in ons die precies het tegenovergestelde zegt, en dit is RA-SHA ook. SHU, SHA, is de zoon van RA als zijn innerlijke kind, die scheiding maakte tussen Geb en Nut, tussen de aarde en de hemel, opdat de sterren geboren zouden worden. Hiervan horen we de echo in Jezus die kwam om scheiding te brengen, het zwaard. Het is de strijd tussen sterven en wedergeboorte. In het Boek der Poorten wordt Osiris ook de zoon van Ra genoemd. Osiris, SA-RASHA als de zoon van RASHA. RASHA is dus de weg tot de SA, de Egyptische gnosis. Op Ra's tocht door de onderwereld op zijn boot vaart hij altijd met SA die het woord voor hem doet. SA spreekt de wachters aan, als beeld dat een mens geleid moet worden door de gnosis. Horus, RS, ook een vorm van Rasha, is het innerlijke kind van Osiris, de 'zoon' van Osiris, wat een sleutel is in de opstanding van Osiris. Dit komt ook terug in het NT dat een mens niet binnen kan gaan zonder een kind te worden. In die zin moet dus ook het Jezus verhaal begrepen worden dat Jezus het innerlijke kind is, en dat zonder kind te worden de mens niet binnen kan gaan. Daarnaast blijft de nadruk dus op de zoon in de zin dat de mens zich moet onderwerpen aan de Moeder, terug moet gaan naar de Moederschoot, de hel, om te worden tot de rasha, een rashiet. Er zijn dus twee redenen waarom een mens niet kan ontkomen aan het woord 'zoon'. Het is alleen de bedoeling hier esoterisch mee om te gaan en niet orthodox. Horus, Heru, was één van de vormen van Ra waarin hij veranderde op zijn tocht door de onderwereld, als het innerlijke kind wat overwon, maar het hele principe trad uit zijn bedding en resulteerde uiteindelijk in de Jezus Christus cultus, een allesverwoestend vuur. Daarom is het van belang tot een dieper begrip te komen wat Horus oorspronkelijk was. Horus was dus een element van Ra, als H-ra, H-rasha. De H is een belangrijke letter in de Egyptologie, en een belangrijk element in de dodentocht van Ra, of de Rasha stam, door de onderwereld. De H staat in het Egyptisch voor loon, zodat Horus, H-RA(SHA), het loon van de rasha betekent, het loon van de heilige rebellie, de heilige vijandigheid. Horus als HA-RASHA betekent in het Egyptisch de heilige gebondenheid van en door de heilige vijandigheid, als het loon van Ismaël. HA-RASHA betekent ook het binnengaan van de boot van RA, van de rasha stam. In die zin moest Ra dus wel in Horus veranderen om zijn eigen boot binnen te kunnen gaan. Horus als HAI-RASHA betekent het naakt zijn van de rasha stam, het leeg worden, het openbaren. HAI is de naakte god in het Egyptisch. HAI is ook een vorm van RA.

Horus als HEH-RASHA is het eeuwige land van de rasha (ra). De impact van HERU, Horus, is niet meer weg te denken. Horus werd vermannelijkt en nam het hele Egyptische rijk over, en werd het fundament voor de komst van Jezus Christus. En dit terwijl Horus oorspronkelijk vrouwelijk was, wat ook werd aangegeven in de Pyramide teksten van het Oude Koninkrijk (2639-2216 BCE). In PT 42 staat : "Neem de punt van de eigen borst van HERI, HERE, Horus, en neem wat voor je mond is : melk." HERA is ook een Egyptisch woord voor melkvat. Als HEER werd Horus groot in het Germaanse christendom. Zij was oorspronkelijk dus HERI, de godin. Wanneer het woord HERE gebruikt wordt in de christelijke liturgie, dan gaat dit helemaal terug naar de oorspronkelijke vrouwelijke Horus. HERE is ook de naam voor de Griekse moedergodin in het Ionisch en Homerische Grieks. Als we het over HERE hebben, H-RE, dan hebben we het over het touw van RE in het Egyptische alfabet, want de H heeft als hiëroglief het touw, wat een beeld is van de heilige gebondenheid. Zonder het touw komen wij niet op de boot van RE voor wedergeboorte in de onderwereld. De H, als HA, zorgt ervoor dat wij in die boot eerst afdalen in de onderwereld om hard werk te doen, waar de mens aan zichzelf sterft. De HA leidt de valse natuur van de mens tot de vernietiging. De HA is hiertoe ook een groot vuur in de onderwereld. Het Germaanse, Duitse 'Herr', wat Heer betekent, is in het Egyptisch vrouwelijk als het baren van kinderen. Dan leidt de HA de mens dieper in de honger, in de leegte, om van alles los te komen. HA A, HA, is ook het begin, zodat H-RE, HERE, het begin van RE betekent, als de wortels van RA. De mens moet de wortels van RE kennen om op de boot van RE te komen. H als HAI betekent wenen. H als HAU is boot, zodat HERE ook de boot van RE is. HA, HAA is ook het achterste, zodat HERE ook de billen van RE is, maar in het Egyptisch is de oorsprong van RE vrouwelijk. R, ER is namelijk een godin. R, als ER en ERR betekent namelijk : sterker dan de goden. Zij is de schepper van alle goden, en zij betekent ook : 'mooier'. De letter R betekent in het Egyptisch, net als RA : 'tegen', als tegenover en tegenstander, als de dualiteit. De Egyptische hieroglief van de letter R is de mond, wat dezelfde betekenis is van RE. RE betekent tegenspreken, R als RAAU betekent ook : onbereikbaarheid, weggaan. HERE is ook de seizoenen van RE, R. R is in het Amazone alfabet de godin van de psalmen. H als HA, HAA betekent het binnengaan van de boot, en ook binnengaan op zich, en het afdalen, een zeetocht. HA betekent ook copuleren. HERI, HERE, is de metaforische geslachtsgemeenschap met de godin R, ER. De boot is een beeld van haar vagina. De mens kan haar vagina alleen binnengaan door het heilige touw, door het afdalen in de onderwereld, door aan zichzelf te sterven. Zo kan de mens ook tot overwinning komen, tot de heilige vreugde en het aanbidden van R, ER (hai, haiu). In PT 697 splijt de mond van de aarde open, waardoor de aarde spreekt, waardoor de koninklijke R opkomt, zoals het beest uit de aarde in de Openbaring en de vrouw op het beest als zijnde de vrouw op de boot. Ook is dit in deze spreuk verbonden met Orion. Zij is aan vele wateren en koninklijk. Ook de opkomst van de wereldrijken in de teksten van Daniël zijn de verschillende vormen van R waarin Zij veranderd wanneer Zij door de onderwereld gaat op Haar boot. In PT 681 verandert R in Heri, Here, en zij wordt als zodanig gekroond door de dode, opdat de dode in Haar ascensie zal vinden. In PT 683 komt Horus in ascensie voort vanuit de Nijl, als de lange hoorn, als de adder voortkomende vanuit Re, als de uraeus van Seth. Deze twee slangen zijn één en zijn vrouwelijk. In het boek Daniël wordt een ram, het Perzische rijk, omvergestoten door een bok met een lange hoorn, het Griekse rijk. De ram is een veelgebruikt symbool voor Ra en wordt zo overgenomen door de lange hoorn, Griekenland, door HERE, die ook de Griekse moedergodin was. Deze overgang is als het komen van R tot Haar boot, HERE. In de Aramese grondtekst van de bijbel is Marya, Mara, de naam van God, wat overgenomen werd door het Roomse rijk als de moeder godin, Maria. MA-RA is in het Egyptisch de Wet van Ra.

3.14 - De Spreuken in de Onderwereld Ik groeide op dichtbij mijn donkere medemens. Mijn tweede ouders waren Indonesiërs die later onze buren werden voor geheel mijn jeugd. Al op jonge leeftijd kreeg ik verschillende Surinaamse vrienden die net wat ouder waren dan mij en die zich - hoe jong als ze waren - zich opstelden als mijn onderwijzers over het leven, bewust van hun grote verantwoordelijkheid over mij. Het waren degelijke, reine, betrouwbare mensen die mij in het leven introduceerden. Ze leefden bewust en met grote voorzichtigheid. Later ontmoette ik de verkeerde soort donkere mensen, en kwamen donkere mensen verkeerd in het nieuws. In de 70-er, 80-er jaren hadden de donkeren veel goeds gedaan voor de muziek, die nog flink onschuldig was in die tijd, maar daarna ging alles bergafwaarts, voornamelijk onder invloed van rap. De donkere mens wilde meer macht, en snel, vooral de nieuwere generatie, en op een gegeven moment zag je niets anders meer op TV dan donkere idioten die hun billen bewogen voor de camera. Dat moest dan de nieuwe muziek wezen. Donkere vrouwen werden misbruikt en lieten zich misbruiken, allemaal voor geld. Natuurlijk wilden ze laten zien dat ze lak hadden aan alles, en nog steeds hadden ze mijn ondersteuning, want de racistische druk was zwaar. Er waren andere manieren, maar ze wilden niet luisteren. Voor mij was dit een reis door de onderwereld, en dat is ook wat de aarde is : een onderdeel van de onderwereld, een bedriegelijke glitterwereld. En die reis was al zwaar door het christendom, en nu dit nog. Aan alle kanten stonden vuurspuwende slangen die bijbelteksten op de mens afspuwden, en het werd allemaal van kwaad tot erger. De Egyptenaren werden in de onderwereld bewapend met spreuken om rein te blijven van zulke slangen, maar hoe dan ook was het een zwaar gevecht. Je mag openstaan in je leven voor die "Egyptische spreuken" die op onze levensreis ons worden aangeboden ter bescherming tegen zulke bijbelvers-spugende slangen, en er zijn ook slangen waarvan het lijkt alsof ze rechtstreeks verzen vanuit de roddelblaadjes op je afspugen. Daar moet de mens ook doorheen, door de stadse, materialistische slangenmassa's. Ze spuiten het ook in je ogen, als gif, zodat je de wereld even helemaal anders ziet, alles zwartgallig, en dan ineens zie je ook jezelf helemaal anders door dat gif. Je ziet niet meer nauwkeurig, en je gelooft de leugen, ook al weet je beter diep van binnen. Wij mogen dus openstaan voor die "Egyptische spreuken" die ons worden aangeboden in ons leven, en dat kan op vele manieren. Het kan iets goeds zijn wat je leest of hoort, of zomaar ineens een verlichtende gedachte. Soms is het goed om het op te schrijven, want het is een geschenk aan jou, als een stukje loon. Wees daarom alert naar alles wat op je afkomt. Soms is het je loon, soms is het de belasting die je moet betalen, of iets wat je moet overwinnen. Ook de voorouders en de goede energieën in het heelal kunnen ons soms zulke spreuken aanreiken. Zij geven ons items die ons zullen helpen op onze reis. Zij doen installaties in onze boot, of in of op ons energetisch lichaam om ons te genezen en veilig te houden. Wij mogen dit niet onderschatten. Nu is er een beweging die ik in het bijzonder ondersteun in de donkere samenleving, en dat is de terugkeer naar de Egyptisch-Afrikaanse spiritualiteit, om los te komen van bepaalde christelijke leugens, en christelijke "dwangverpleging". Vele Afrikanen keren terug naar het moment voordat ze weg werden gekaapt als slaven. Zij nemen nu Egyptische namen om aan hun verleden te kunnen ontkomen. Zij strijden de goede strijd. Ik zie in dit soort mensen vaak de eerste donkere mensen die ik in mijn leven tegenkwam, toen alles nog goed en opbouwend was, een soort van sereniteit en rust dragen zij met zich mee. Het is goed om donkere mensen te zien ontwaken in plaats van dood en dom hun billen bewegen voor de camera, zoals we allemaal moeten ontwaken. Een klein kind zei eens : "Mama, kijk eens hoe die negers hun billen op TV laten zien zonder enige schaamte. Dat is toch vies ? Daar poepen ze toch mee ?" Weldenkende, intelligente mensen winden zich hier terecht over op. Maar wat voor een enigma is dat ? De billen zijn in de Egyptologie een beeld van de boten die door de onderwereld gaan. Alleen

door "goddelijke" tussenkomst komt de mens op die boten, door de heilige, hogere kennis toe te passen dus, en niet door schaamteloos de billen op TV te schudden of ernaar te kijken. De tegenstander wil de mens dus afleiden en alles goedkoop voorstellen. Er wordt groot misbruik gemaakt van de Egyptische spiritualiteit. Het wordt verletterlijkt en materieel voorgesteld, zodat alle betekenis verloren gaat. Weer een spijbelaar erbij. De bijbel is in de grondteksten en de etymologie potentieel een prachtig boek met rijke Egyptische en Israëlitische wortels. Wij maken groot onderscheid tussen de Semitische spiritualiteit en het latere westerse christendom wat niets meer met de oorspronkelijke bijbel te maken heeft, maar met cultuurbarbaars plagiarisme. 3.15 - De Opstanding van Ra In het boek Openbaring van het NT zien we een vrouw op een beest in plaats van de godin R op de boot. In de Bilha, boek 39, staat : 21. Zo zien we Bilha die op het beest rijdt worden tot Bakroe die Haar heilige billen laat zien, als de poort tot de wedergeboorte. In de Pyramide Teksten van het Oude Rijk, in PT 539 staat : "Mijn billen zijn de nachtboot en de dagboot." In de Egyptische taal is het schip een metafoor van de billen. Dit is een dualiteit. De billen zijn een teken van de jacht, de opstanding en de wedergeboorte. In het twaalfde uur zien we Nun, Nu, het schip van Ra optillen. Nu is de jacht, en zijn vrouwelijke equivalent, NUT, NU-T, is de eeuwige jachtvelden. We zien hier Ra de eeuwige jachtvelden binnengaan, oprijzende als de KHEPRI, wat beeld betekent, projectie, illusie, creatie, transformatie. Het beest, Ra, krijgt hier een beeld, wat ook weer terugkomt in Openbaring in het NT. Kephri is in het Egyptisch ook een wonder, een helm en één van de negen vernietigers van de verdoemden. Het is een zekere dans van signal processing, photonics en structural coloring die een illusie creëert, een projectie, als een camouflage, een masker, als een dualiteit, waardoor spontaan het verschijnsel van wedergeboorte ontstaat. Ra ontvangt hier zijn dubbel. Ismaël wordt bedekt met het paradijselijke vuil van de aardbodem. Een ander Egyptisch woord voor jacht is HEMA, wat ook een andere naam is voor NU-T. 3.16 - De Egyptische Oorsprong van Pinksteren In de voordynastische periode van Egypte was Serket de moedergodin, de schorpioen. De eerste farao's noemden zich daarom ook soms "Schorpioen". Zij is het fundament van Egypte. De schorpioen was in Egypte het beeld van het moederschap. Ook was de schorpioen een beeld van het meer van kokend water, van het vurige gebied van de onderwereld. Dit was een gebied van eeuwige oorlog, als een arena, ook wel genaamd de Serser. De schorpioen was een beeld van de invoersbelasting, als een soort van douane, en dus ook van de grenzen in het leven, de restrictie. De schorpioen was de baarmoeder, de TEN. Dit was een principe van wederstaan, als een tegenstander, een vijand, om het kind te vormen. Alleen zo kon de moeder het kind in leven houden en het kind bezitten. De schorpioen was dus een beeld van preventie. Later werden de godinnen steeds meer veranderd in vee en kwamen mannelijke goden steeds meer op de voorgrond om de godin weg te drukken. Oorspronkelijk was Serket de tocht door de onderwereld, de TA, wat ook schorpioen betekent, en als de UHIT staat het voor de kampen van nomaden in de wildernis. Oorspronkelijk gingen de doden door het lichaam van Serket, als de

schorpioen. Later werd dit vervangen door de koe en hemelgodin, Nut. Alle aandacht werd toen ook gevestigd op Ra die de tocht door de onderwereld maakte, terwijl Isis ook zulke tochten maakte. Isis was ook een schorpioen godin, st-ta-uh, SATA-UH, als een dochter van Serket. Serket is ook een aspect van Isis. In Orion wordt Serket ook wel SUTI genoemd. Om in contact te komen met de schorpioengodin moest de mens eerst symbolisch sterven door de schorpioensteek. Dat wat de christenen de Heilige Geest noemden en de gnostici de gnosis was in Egypte de ka, wat als het overstromen van de Nijl was, en van een meer in de onderwereld (kha). Tegelijkertijd is dit de vlammen die de doden opwekken in het boek der poorten. Deze vlam is genaamd STY, wat ook weer verwijst naar het Orionse SUTI, en naar SATAN, en is een vorm van Serket, van de opvoedende hel, de baarmoeder. Ook in de Bijbel wordt er voor het vuur van de hel en het vuur van de Heilige Geest hetzelfde woord gebruikt. Het wortelwoord van KA is KHAU, wat gebondenheid betekent, touw, als een beeld van de heilige gebondenheid. STY is in het boek der poorten afgebeeld als een slang, wat een beeld is van het touw. Het gaat dus in diepte om het ontvangen van het touw. De baarmoeder is in het Egyptisch ook een gevangenis, als een gids. Hier wordt dus alles afgemeten. Het kokende water is verfrissend voor de heiligen, maar voor de onrechtvaardigen is het vernietigend. In het boek der poorten van de periode van het nieuwe koninkrijk gaat het hier om twaalf goden die Ra vereren. Ra was dus degene die Isis verving in haar tocht. Jezus en de twaalf discipelen komt van Isis (Ra) en de twaalf goden. Zij gaan door verschillende fases heen om tot ka te gaan, wat door de christenen tot heilige geest werd gemaakt. Zij gaan tot een meer van sissende slangen, wat betekent dat zij gaan tot een hypergevoelig alarm wat alles wederstaat om het te testen, zich niet zomaar over te geven, voorzichtig te leven, wat zelfs een oproep in de bijbel is om voorzichtig te zijn als slangen. Dat is ook het teken van het ontvangen van Ka. Het is een ontwaking. De mens wordt zo tot een heilige satan, een heilige tegenstander. De mens komt zo in contact met serket, wat ook terugkomt in het boek Openbaring waar de put van schorpioenen wordt geopend. Dit is een beeld van de amazones die terugkomen, de oorspronkelijke moedergodinnen, want er wordt duidelijk bijgezegd dat het vrouwen zijn (Opb. 9:8). Opb. 9 5 En hun werd gegeven, dat zij hen niet zouden doden, maar dat de mensen zouden gepijnigd worden, vijf maanden lang; en hun pijniging was als de pijniging door een schorpioen, wanneer hij een mens steekt. 6 En in die dagen zullen de mensen de dood zoeken, maar hem geenszins vinden, en zij zullen begeren te sterven, maar de dood vlucht van hen weg. Vijf maanden is zestig dagen, wat natuurlijk symbolisch is. In deze tijd kunnen de mensen zich niet meer verstoppen in "de dood". Ze kunnen niets meer negeren of afwimpelen, maar moeten de consequenties van hun levensstijl onder ogen komen, en alles wat ze anderen hebben aangedaan. In die zin hebben we te maken met een goddelijke twee-eenheid van Serket en Isis, moeder en dochter en hun legers. Serket is dus een aspect van Isis, zoals de moeder een aspect is van de dochter. De twaalf heiligen gaan dus tot het meer van de slangen, wat een beeld is van het ontvangen van ka, khau, als het touw, de heilige gebondenheid. Dit is een sissende, blazende voorzichtigheid. Het is het ontvangen van Serket, de godin van gif, de schorpioengodin van de Egyptische prehistorie. Isis gaat op haar boot door het lichaam van haar moeder Serket, als het sterven en wedergeboorte van de zee, of de rivier de Nijl, als eb en vloed. Zij is een beeld van Orion die steeds vernieuwd wordt, als de metaforische "zon" (bron) van het heelal. 3.17 - Het Geheim van de Waterlichten De Egyptische wortel van het hele satan gebeuren, STN, is de tocht door de onderwereld, als de schorpioen, de voorzichtigheid die zich uit in het wederstaan. STN, shten, is ook de heilige gebondenheid en het koninklijke, als een goddelijke wortel en bron, als een gids, wat ook weer terugkomt in het Orionse orakel, waarin Serket de gids is, de map. Serket is dus de vrouwelijke

oersatan, de moedersatan. Zonder dit principe is er geen wedergeboorte en geen doorgang in de onderwereld. Vandaar dat de christenen 'satan' overmatig demoniseerden. Ook heeft STN de TN, TEN wortel van de moederschoot. Dit is ook de wortel van de TENTA, een ander woord voor schorpioen. In het nieuwe rijk was er de farao Akhenaten die na de semimonotheïstische cultus van Amen een puur monotheïstische TEN, ATEN cultus oprichtte, die het fundament werd voor het christelijke monotheïsme. Deze god was vrouwelijk en mannelijk en wees terug op de oorspronkelijke TEN, als de rode zon, een beeld van de schorpioen, de moederschoot van het primitieve tijdperk. De T klank is ook de letter van het steken. De Judaïsten namen deze god over en vermannelijkten het tot Adon, Adonai, de vader, de meester, maar zij hadden nog steeds de TEN, als de S-TN, satan, als de beproevende agent van God. In Numeri 22:22 verandert de engel des Heeren in de satan om Bileam tegen te houden, in de Hebreeuwse grondtekst. Met de opkomst van het christendom werd de stn volledig gedemoniseerd. Jezus, de enige weg tot God, was als een voortzetting van Akhenaten, die zichzelf als de enige weg tot de Aten had opgesteld. Ook in de Egyptische Bijbel (EB) in het Vuh deel van de Amazone Bijbel, de Tweede Bijbel, staat dat de Aten een schorpioen is, in Emerius 4. In de apocalypse van de bijbel, in Openbaring 9, wordt de put van de schorpioenen geopend door een vrouwelijke engel. Dit is als de terugkeer van TEN, van Serket. Het hele boek Openbaring is als een reis door de onderwereld. In de Egyptische Bijbel staat hierover, in de boeken van Tefnut over de vernieuwing van Orion : "In Tefnut (water- en vuurgodin) hebben wij volmaakte liefde, slaapliederen en nachtliederen om de poorten te openen. De nachtspelers wekt zij op, en zij komen tot het zwarte gat. Zij leert hen harp en viool te spelen, en te duiken in de nacht. Grote glorie trekt zij voort, en zij laat niet weinigen achter. In Tefnut hebben wij volmaakte liefde, door nederigheid voortgetrokken. In stilte is haar vertrouwen, en zij leidt haar geliefden van stilte tot stilte. In Tefnut hebben wij volmaakte liefde, door pijn verkregen, door moed om door te gaan, om de doorn te laten indalen. Doornen hebben wij gegeten. Schorpioenen zijn in ons binnengekomen. De stenen van Tefnut kennen wij, waaruit zij haar sappen schenkt. Haar stenen en doornen kennen wij, de steen, de doorn, en het sap wat erdoor stroomt. Haar geheimen kennen wij, die zij ons door Bastet heeft gebracht. Ja, niemand zal ons de Anubis ontnemen. Zij heeft hem verzegeld. Wij hebben haar slaapliederen gespeeld, wij hebben schaamte en schuld gedragen om haar wil. Door betoveringen bracht ze ons tot leven in de nacht. Zij maakte van onze pijnen een schip, van onze angsten een zeil. Zij maakte van onze schaamtes een roer, van onze schulden een zee." Tefnut is vuur en licht voortkomende vanuit het water, vanuit eb en vloed, als de waterlichten. In de EB wordt duidelijk in het boek Scarabeeen dat de waterlichten in het huis van Aten, TEN, zijn : Hoofdstuk 2. 9. Zij opent de kelen en doet de voeding vloeien. Als melk is zij, als de tepel van Sekmeth. 10. Zij dan woont in het huis van Aton. Zij is de Esmeralda. Wanneer haar stralen zijn doorkliefd, neemt hij haar mee, tot de kamer van zijn hart. Hij laat haar zien, de gouden straten vanuit zijn ramen. 11. De lichtgouden globe staat op zijn tafel. Zij draagt hem, als de standaard van een lam. 12. De waterlichten liggen op zijn tafel. Zij heeft sleutels om deuren te openen. Zij is zijn prinses, als het vuur van zijn adem. 13. Oh, Aton, gouden muren staan tussen jou en mij. Als zij doorkliefd zijn, zullen wij samen zijn. De waterlichten zijn hier dus belangrijke sleutels. Dit is ook belangrijk om het valse licht te overwinnen. In de poëtische boeken van het Eeuwig Evangelie (EE) in het Vuh deel van de Tweede Bijbel worden de waterlichten uitvoerig besproken. Ook daar zijn zij sleutels, en zij zetten de opgesloten kinderen vrij. In het boek Waterlichten III staat hierover : "De kinderen waren opgesloten achter gouden tralies. Maar de waterlichten openen hen nu." In het boek "Terreur van het Oude Schaakbord" wordt beschreven dat de waterlichten hongerig zijn om de andere lichten (het valse licht) te eten. Niemand kan redden wanneer de waterlichten toeslaan, en zij zonderen het oude, valse licht totaal af, zodat niemand het meer kent. Zij die de valse lichten volgen worden tot vreemdelingen in hun eigen land, en zij zullen gedisoriënteerd zijn, niet meer wetende waar zij zijn. De waterlichten zullen ook de valse, oude schoolbellen van het valse licht eten. Zij worden beschreven als lange insecten. De bijbel beschrijft hen als sprinkhanen,

met de stekende eigenschappen van schorpioenen. Als Ra tot wedergeboorte komt in de morgen na zijn tocht door het lichaam van de moedergodin, de onderwereld, dan wordt hij tot de morgenzon, de Khepri, wat ook een insect is in de Egyptologie, een kever. Dit is verbonden aan de rode zon, de schorpioen, de aten, TEN. De SA TEN is de kennis van TEN. Vandaar dat de christenen de satan weergaloos bestrijden zonder er ook maar iets wijzer van te worden. De Khepri wordt soms ook afgebeeld als een persoon met een insect als hoofd. In dit boek, "Terreur van het Oude Schaakbord", wordt duidelijk gemaakt dat de moeder dit veroorzaakt. De moeder, de baarmoeder, is de drijvende kracht achter de waterlichten. In het boek "Maankind" worden de waterlichten beschreven als het vergetene, als de vergetelheid, als verloren geraakte kinderen, wat duidt op de kinderen van de wildernis. In het boek "De Bomentaal" worden de groene waterlichten genoemd die "het Egyptische oog" omhullen, oftewel het Egyptische geheim, enigma. Dit is een geheim diep in de distelvelden, wat ook weer een beeld van de schorpioen is. Het wordt beschreven als een grote oorlog. In het boek "Het Wekken van de Wesp" worden de waterlichten beschreven als "de goden van TEN", oftewel van de schorpioen, de moederschoot. Zij staan beschreven als gezichten op speelkaarten. In een ander poëtisch boek in de Vuh, in de Kodok, in het boek "Het Witte Konijn" worden de waterlichten ook beschreven als zachte groene lichten die ook tot draaikolken kunnen worden. Zij splitsen en breken de hersenen van hen die door hen heentrekken. Er blijft dus niets van het oude verstand over. Alles wordt geanalyseerd. Het zijn gebroken lichten. Wanneer ze spreken worden hun ogen wild en hun tong raakt in vuur. In weer andere boeken komen zij voort vanuit de geboorte, vanuit het verjaardags-enigma, soms voorgesteld als een portemonee. In die zin kan worden geconcludeerd dat de waterlichten als het geld van de gnosis zijn, als het loon, maar dit is dus niet los van de geboorte. Het is de portemonee van de verjaardag, dus in die zin kan het niet gestolen worden. Het moet verdiend worden. Het moet door natuurlijke processen geboren worden. Geld, loon, moet eerst geboren worden voordat je het hebt. Er is geen andere manier. In weer andere boeken worden de waterlichten voorgesteld als de scherven van een gebroken spiegel. Het was een kind die op een standbeeld van een zwart paard was geklommen en er toen afviel. Het zwarte paard rende toen de markt op, terwijl het kind een hoofdwond had, maar dit was om de afstand tussen de mens en de godin, gnosis, uit te beelden. Ook worden zij voorgesteld als "vreemde dagen", wat de naam is van een soort drug van de gnosis. 3.18 - De Egyptische Oorsprong van het Brood-Mysterie Isis had veel namen in het oude Egypte, waaronder S, ST, SAT, en US. Als SA, of US, was zij de gnosis, de practische kennis, op de boot van Ra, die door de onderwereld ging door de poorten van de verschillende uren. SA, US, oftewel Isis, deed het woord voor Ra. SA was zowel een manifestatie van Ra als van Isis. Vandaar dat Ra en Isis nauw aan elkaar verbonden zijn. In het Orions is Isis zowel US genaamd als KRAAL. TEN is een naam voor Serket, wat haar de moeder titel gaf, als een beeld van de moederschoot van de onderwereld. Isis, als SAT, SA, gnosis en Serket als TEN, moederschoot, vormden een belangrijke twee-eenheid in het oude Egypte, als SA-TEN, SATAN, wat door de christenen gedemoniseerd werd, want zij vreesden de dubbele Moeder Gnosis. Het vormde een bedreiging voor hun patriarchische markt. Satan, oftewel Isis-Serket, was de nucleus, de kern van het oer-Egypte, het principe van de wedergeboorte. Zonder dit principe kon de mens niet de cyclische tocht door de onderwereld maken. Daarom draagt de bijbel nog steeds in de diepte deze Egyptische cyclus. In het zevende uur van het boek der poorten moeten de twaalf gezegenden (discipelen) als onderdeel van het ontvangen van de heilige gebondenheid (KA, KHAU) komen tot de Wet, de godin MOA (Ma'at, Ma), om zo haar veren te ontvangen, haar wetten, die hen in de heilige gebondenheid houden. Zij moeten deze veren dan ook dragen, en zij ontvangen die veren als vlammen op hun hoofd, als een pinksteren. Zij zijn degenen die de Wet hebben uitgevoerd, en hebben gestreden voor hun godin. De godin MOA staat namelijk ook voor de heilige arena. Dit is ook een plaats van het heilige oordeel waarin zij worden getest aan de veren van MOA. Als zij de

veren van MOA dragen kunnen zij niet verstoord worden door het kwaad, dus zij komen dieper in de heilige rust, in de heilige leegte, door deze wetten. In dit proces worden zij nog dieper gebonden aan de palen, en zo ook hun vijanden. Dit zijn twee lagen onder elkaar. In de bovenste laag krijgen de twaalf de veer van MOA, de wetten, en in de onderste laag worden zij en hun vijanden (hun valse natuur) gebonden aan de palen, om gekastijd te worden. In de laag daaronder komen de twaalf tot de graanvelden. Eén van de Egyptische woorden voor graan is BUT, BT. BT is ook de sprinkhaan, lang insect (bai-t), als een beeld van de waterlichten, de geboorte van het ware inzicht door eb en vloed. Ook is BT een woord voor wapens (baait). Door het ontvangen van de wetten en de heilige gebondenheid kan de gezegende zo veilig de wapens ontvangen, om zo te vechten in de arena van MOA tegen het valse zelf, opdat ze aan hun valse natuur zullen sterven. Een ander Egyptisch BT woord voor graan is BET-T, wat een beeld is van de troon (bet). De traan is een beeld van de heilige tabletten van het goddelijke woord (beta). Ook ISIS is de troon in het Egyptisch. De twaalf komen hier heel specifiek tot Haar, tot US. Dit weerspiegelde in het christendom als Jezus zijnde het Woord. In Egypte is ook de ibis-vogel een beeld van het Woord, de Logos, als zijnde de vogel die boven alles is uitgestegen. In het Egyptisch is graan als HI, H, verbonden aan de papyrusplant (ha, hai), de studie van het Woord (haiu), waarvan het afdalen in de onderwereld (hi, ha, haa) om de godin te dienen (hi, ha, hai) een beeld is. Dit is het ware metaforische 'komen tot de billen van de godin' (haa), als zijnde de tabletten van het Heilige Woord van de ibis. Dit wordt ook HAA-T, HT, genoemd, naast HAA, wat een naam is voor de godin van water en vuur, van de waterlichten, Tefnut (hait). In de billen van de godin, het Woord, komt het vuur voort vanuit de oceaan, vanuit eb en vloed, als het ware inzicht en licht. Zij die hier in onheiligheid naar grijpen zullen sterven, maar een ieder die tot de godin komt zal sterven aan zichzelf. Haar voorkant is HA-TI, HT, wat ook heerseres betekent (hatt a), en het primitieve, het eerste, het begin (ha-t, ha a, ha-ti a), wat helemaal doorloopt tot het einde als een pad. Dit zijn ook de borsten van de godin. Hier mag niet te licht over gedacht worden. Het is een oorlog (haa). De godin zal hen die toenaderen eerst bevechten en slaan (haa-t, haait), om zo de mens te leiden tot de heilige restrictie (hat). HA-T is ook de geslachtsdelen van de vrouw, haar schaamlippen. Het is de vuilheid van de vrouw (hua-t). Zij is als de HT ook de poortwachter. Zij die hier komen zijn niet roekeloos, want allen zijn zij geslagen met vrees (huti). Zij is een agent van vrees (huti). Zij is als een schorpioen (het-t). Hier hangen de bloedende vervuilde huiden (heta) van haar geslachte vijanden, van geslacht vee (runderen, het). Zij slaat hier met ziekte indien nodig (heta). Zij wordt hier voortdurend wedergeboren (heti-t). Zij die hier komen hebben niets in te brengen en zijn onderworpen aan haar belastingen (ook : invoerbelasting, militaire oproep, het). Het zesde uur is de ingang tot de troonzaal van Osiris, de hal van het oordeel. Osiris, Egyptisch : Usir, User is een latere vermannelijking van Isis-Serket, de dubbelgodin US-SER, als een beeld van de tronende moederschoot van de onderwereld. Oorspronkelijk was het zesde uur de ingang tot de troonzaal van Isis-Serket, US-SER. Van hieruit werd MOA, de woeste wildernis godin van de Wet en de Arena uitgezonden om de heilige gebondenheid te brengen, haar touwen uit te werpen. Zij is in de Israëlitische religie Abbadown, de Vernietigster. In het boek Iyowb staan de Onderwereld en de Vernietiger, Abbadown, naakt, zonder bedekking, voor het Aangezicht van God (26 : 6). Zij zijn als Jagers op de mens afgezonden om de mens terug te brengen tot de diepere plaatsen van de onderwereld waar de mens vandaan komt. Iyowb weet dat hij naakt tot die plaatsen zal wederkeren, omdat hij daar naakt vandaan is gekomen. In het boek Openbaring bewaakt Abbadown de schorpioenen-put van de afgrond, de Teoom. Abbadown is ook de verlorenheid, want de mens moet eerst het zelf verliezen, aan het zelf sterven. Het dode lichaam van Ra is de AFU, wat ook brood betekent. Hier komen ook de brood-mysteriën van Christus vandaan. De AFU of AF is het brood als het verborgen lichaam, wat het verborgen manna is in het christendom. Het brood was al in Egypte het beeld van de verbrokenheid (pet, pett), en was een beeld van de priester die ingaat om de dienst te lezen, als de gevoeligheid voor het Woord en de regelmaat van het ingaan (aq, aqui). Het brood was zo het beeld van het waarlijk verstaan van het Woord. Ook was het een beeld van het watergraf (aka). Ook was het een beeld van

het gebed en het smeekgebed (pteh), en het beeld van het pijl en boog amulet van de jacht. In het boek der poorten aan het begin van het zevende uur, dragen de twaalf gezegenden het brood op hun hoofd. Telkens weer komt het brood terug als een offerande, en ook wordt water in wijn veranderd, wat ook door het christendom werd overgenomen. In het negende uur, wat een heel belangrijk uur is, zien we de twaalf gezegenden komen tot het eiland van vuur, wat uit de oceaan is voortgekomen, vanuit de wedergeboorte-wetten van eb en vloed. Hier ontvangen hun ba-zielen brood. Dit eiland kan door niemand zomaar bereikt worden, en is aan zware wetten onderhevig. Het is het eiland van de waterlichten, van het ware inzicht. Hier vindt een grote overstroming plaats. Zij die het brood hebben kunnen ademen. Het brood is hier een beeld van de longen. Het water kan hen niet verwoesten. Zij hebben macht over het water. Ook is het brood in het Egyptisch een beeld van het hart. Nu het vuur vanuit het water is geboren kan de grote slang, het beeld van de heilige gebondenheid, het touw, vuur spuwen om de vijanden te vernietigen. Dit is ook een teken van de jacht. De slang brengt zo een grote betovering. In het tiende uur kan zo de valse slang, het valse touw, vernietigd worden. Aan het einde van het tiende uur komen zij tot de brandende poortwachter van het elfde uur. In het elfde uur komen zij tot Serket, de schorpioengodin van de baarmoeder. Zij heeft de slang overwonnen. Dit is het uur van de rust. 3.19 - De Zegels van Amerika Het is duidelijk aan de hand van de Amerikaanse symboliek dat Amerika is gebouwd op Egyptische fundamenten, en die zijn niet zuiver gebruikt. Er is een grote strijd gaande om Egypte. Wel is het zo dat het goed bruikbaar is, ook cryptisch. Amerika is namelijk een groot raadsel van Egypte wat opgelost moet worden. Zo mogen we op de tocht door de onderwereld spoorzoeken in Amerika, waar ook zeker de tocht doorheen gaat. Het Westen was voor de Egyptenaren een beeld van de dood, als de zon die ondergaat. De vijftig staten van de Verenigde Staten zijn hierin van belang. Ook is het belangrijk naar hun afzonderlijke vlaggen en wapens te kijken. Tennessee is een anagram van TEN-SE, SE-TEN, oftewel SATAN, de kennis (sa) van de moederschoot (ten), van Isis-Ten, oftewel Isis-Serket. Het zegel van Tennessee heeft in de bovenste laag een graanveld, en in de onderste laag een boot, wat regelrecht uit het boek der poorten komt. Het graanveld is een Egyptisch beeld van de hemel, van de studie van het Woord, en de boot van Ra (een Egyptisch en ook Hebreeuws woord voor tegenstander, "tester", een ander woord voor satan) gaat hier doorheen. Tennessee is in het Cherokees : TA-NA-SI. TA is een Egyptisch woord voor de tocht, de grens, en ook kokend water, als een beeld van de schorpioen (tai), wat ook weer verbonden is aan het wederstaan, oftewel het testen. Eén van de grootste steden in Tennessee is Memphis, wat de naam is van een oude Egyptische stad, de stad van Ptah, PTH, de god van de architectuur. PTH betekent bidden en smeekbede (pteh). Ook betekent het het pijl en boog amulet, de jacht (pet-t). Het is een oud Egyptisch teken van verbrokenheid (pett), en heeft ook graan of brood als symbool (pet). Ook was het de naam van één van de zeven schorpioengodinnen van Isis (petit). Het is het wortelwoord van PETR, wat openbaring betekent, een gewest in de hemel. PETRA was een Egyptische hemelgodin. In het christendom werd het gebruikt voor Petrus, de wachter van de hemel, de rots waarop de kerk was gebouwd, en de eerste paus. In het Eeuwig Evangelie is de Peter een beeld van de verslondene, een dynamiek van het kruis die tot de wildernis leidt. Hiervan is ook de wolvenwagen een beeld, als de dynamiek van het afdalen in het pasen om dieper inzicht te verkrijgen. Ook wordt de Peter de kikkerkoning genoemd. Memphis was in het Oude Egypte ook wel genoemd : de witte muren (inbu hedj), wat het verbindt aan de Tweede Bijbelse term "het witte hek", Temet in de amazone taal. Temet is de paradijselijke tijd, de paradijselijke restrictie, oftewel het witte hek. Zonder dit hek kan de mens nooit dieper in het paradijs komen, vandaar dat Zij fundamenteel is. Zij zorgt ervoor dat de mens zowel niet te laat is als niet te vroeg. In het paradijs is dus alles geordend, waarvan de hof van Eden, de omsloten hof, een beeld is. Temet is de godin van de Leri stam van de hof van Eden. In

Ezechiel 31 is Eden een andere naam voor Lebanon, de witte steen. Wit is de kleur van het ontwaken en van het spel. Temet is de godin van de ontwaking en de morgen, en de identiteit van de vrouw met de witte laarzen, een ander boek in de Vur. Ook is Zij de Leri stam Zelf, het begin van alle dingen. In de Vuh, het eerste grote boek van de tweede bijbel, is Zij de amazone kalender. Zij is de grote tocht door de onderwereld. Temet is de heilige gebondenheid waardoor we tijd leren onderscheiden, en grenzen. Om tot het paradijs te komen moet de mens eerst helemaal tot stilstand gedreven worden in de grote vertraging. Dit is als een soort heilige bevriezing. De mens moet helemaal leeg worden voor Haar, het paradijs, en beseffen dat het een school is. Stap voor stap zal Zij leiden. In de Vur staat : "Zalig zij die tot Temet zijn gekomen." De mens was bevroren in de tijd. Vanuit het paradijs bekeken is het lijden slechts een bliksemstorm die ons opnam tot het paradijs. Het is het wonder van Temet, de vrouw met de witte laarzen, het begin van elk spel. Zij roept de mens door de bliksem. Zij is het inleidende deel van de hogere kennis. Wij mogen nergens aan vast blijven plakken. We moeten altijd verder trekken. Dat is het geheim van tijd, van Temet, het witte mysterie. Dit is waarom het witte hek draait. Het brengt ons in cirkels, dieper en dieper, als spiralen. De LERI stam is de diepte van de witte steen, als het geheim van de paradijselijke afbakeningen, de literaire constructies van de psalmen van het paradijs. In die zin is LERI de slang van de hof van Eden, als het touw van de heilige gebondenheid, als de lokkende ziel van Eva. Door het touw, de restrictie, de tucht, wordt de mens zo ingewijd in de duisternis, de verborgenheid (de zwarte steen) en de demonologie (de rode steen). De hoofdstad van Tennessee, Nashville, wordt ook wel "de Muziek Stad" genoemd. In het Oude Rijk van Egypte was Memphis voor een lange tijd de hoofdstad van Egypte. Het was namelijk een strategische plaats die ook wel "De Burcht van de Witte Muur" werd genoemd. Later werd ook Alexander de Grote hier gekroond als nieuwe farao, waardoor het verbonden werd aan het Griekse Wereldrijk. De witte steen, als de witwordende man, is een beeld van de ontwakende man, de man die op zijn plaats wordt gezet, oftewel "het verstaan van de mannelijke dynamiek", de dynamiek van de receptor, de gevoeligheid, de antenne. Ook hiervan is de graanhalm een beeld. De witte steen is de man komende tot de melk. In de Bilha is e slaap het paradijs als de melkgevende tepel. Dit is ook de betekenis van slaap in het Sanskrit. Door de heilige slaap of in een trance, Tardemah in het Hebreeuws, ontmoette Adam Eva. In de worteltekst is dit het neervallen door grote vrees en tegelijkertijd verwondering. Ook is dit de dood, radam. Zo ingrijpend was het voor Adam om de paradijselijke amazone te ontmoeten. Wij moeten allemaal komen tot Tennessee, tot TEN-SA, de baarmoeder van de kennis, het studiecentrum. In de diepte is dat ook wat Ptah betekent : de architectuur van het heilige Woord. Arizona is RA-ZUNI. RA is in het Egyptisch en Hebreeuws de tester en de ZUNI is een amazone stam onder leiding van de godin Barkroe (Delilah). ZUNI betekent vermindering, en is de naaktmakende, oftewel openbarende stam. De vlag van Arizona is een oranje ster, wat een symbool is van de kopermijnen, maar wat in de Tweede Bijbel een symbool is van de oranje zon, de dynamiek van symbolisme en cryptiek, oftewel surrealisme, het abstracte multiversum. Boven komen rode en gele stralen. Rood is de kleur van de verhalen en geel is de kleur van de tegenstellingen. Zo brengen de tegenstellingen van het leven dus verhalen voort, en dit zijn ook de kleuren van de Spaanse vlag. Onder de ster is blauw, wat de Colorado rivier representeert. Het is als de oranje zon van abstractie die opkomt om de geest van letterlijkheid en drama te verslaan. De zon komt op vanuit het water, vanuit eb en vloed, wat ook weer een Egyptisch tafereel is. Bilha rijdt op het beest, en op een dieper niveau is het beest de billen van Bakroe die zij in de amazone mythologie laat zien als de poort van wedergeboorte en het teken van oordeel. Dit is een groot apocalyptisch geheimenis in de Bilha. Bakroe representeert de Zuni stam die de zegels van de boekrol verbreekt. Wanneer dit gebeurt komen er grote natuur-verschijnselen als cryptische

manifestaties van het hogere Woord, de hogere kennis, die verborgen werd gehouden. Geel is ook de mannelijke onderwerping aan de baarmoeder, als een teken van geboorte, als het beeld van de heilige slavernij, de heilige gebondenheid, de opkomst van het robotisme, het leven door de hogere automatismes van de gnosis. Dit is waar de calvijn code over gaat. Geel is ook een belangrijke kleur die de gestreepte waterlichten, het hogere insectische ras, zal brengen. Geel zal hersteld worden. Het zal terugleiden tot de boeken, zoals het Eeuwig Evangelie zegt : "Oorlogsgebed, laat mij dalen in het jagersbed. Om te zuiveren het gele, duizend duizendmaal, op het altaar van de wilden, tot oorlogsmaal. Gedaald tot onder het gele ben ik, een toekomst heb ik niet, alleen wat oude boeken om in te vergaan." Dit is ook weer verbonden aan Bakroe, die de oorlogsgodin is, en Simson moest onderwerpen opdat hij de Zuni stam (Suni, filistijnen) zou dienen, wat ook de betekenis van zijn naam is : Sama (luisteren en gehoorzamen, Hebreeuws) Suni. Zoals de Bilha zegt : "Bakroe is het geheimenis van de hoofd-besnijdenis. En zij is gekomen om visioenen te geven, en om de heiligen doorgang te geven, want lang zijn zij door onderdrukking tegengehouden." En : "Bakroe is van de diepere wildernissen van het paradijs. Zij draagt het wapen om gehoorzamen te testen. Zij is als de sieraden van het lijden. Zij spreekt recht in list en symboliek. Zij raakt het letterlijke niet aan. (..) Zij is de weefster van het paradijs. Zij weefde het paradijs als in een mysterie. In de dieptes van de wildernis woont zij, om dapperen te onderwijzen, zij die door hun lijden tot haar zijn gekomen. Als de amazone van de Heerin is zij." Bakroe wordt in de Bilha de oudste dochter van Bilha genoemd. Het zegel van Arizona is een mijnwerker. In de Gor boeken zijn de mijnwerkers onderworpen aan de amazones van Tharna, die hen uithongeren, als een beeld van de Ramadan, het komen tot de leegte. 3.20 - Diepere Betekenissen van de Boot van Ra Het hele gebeuren van Ra op zijn boot in de Egyptische mythologie heeft te maken met het leren beteugelen, beheersen en berijden van het zelf, het ik-beest. Dit komt ook weer terug in het zegel van Florida waarin een vrouw met bloemen nadert tot een boot. De bloem stelt de cyclus voor van het leven, de vibratie, als de golven van het leven, en die moet zij leren te bevaren op de boot. Dat zit ook opgeborgen in de naam Florida : FL-IRAD, als een anagram. FL is Filippe, de beestenrijders in het Grieks, zij die hun ego hebben leren berijden. Irad is een amazonisch gebied en ook verbonden aan de tegenstellingen. Florida, wat eerst een Spaanse kolonie was, komt van Pascue Florida, wat bloeiend pasen betekent, een naam voor palm zondag. Dit is ook waar de billen voor staan, als het zadel van het lichaam om het ego te beheersen en het lijden ten positieve te gebruiken. Florida is in die zin de wedergeboorte van de billen in het water, als de zich openende baarmoeder die vanuit de zee opkomt, als het beest van de zee Alabama is ILA-BA-MOA, wat de Wet van de godin Bakroe betekent. Het zegel van Alabama is het rivieren-zegel. In het Egyptisch is rivier de onderscheiding en de klok. De rivier is de restrictie. Alabama was oorspronkelijk de naam van een indiaanse stam in het gebied. Hoofdstuk 4. De Orions-Afrikaanse Mythologie 4.1 - Het Droomlichaam Toen Ra op zijn bootje door de onderwereld ging was het al nacht en was hij al in slaap gevallen en in de droomwereld terechtgekomen, de metaforische "dood", en werd hij de "Afu" genoemd, wat ook het verborgen lichaam is in het Egyptisch, het droomlichaam, waarvan brood een beeld is. Dat werd later door het christendom overgenomen als Jezus die met pasen - ook een reis door de

onderwereld, door het kruis - tot brood werd, en in het boek Openbaring wordt aan de overwinnaars van het kwaad "het verborgen manna" beloofd. Ook werd water in wijn veranderd op de reis van Ra in het zogenaamde poortenboek van de farao's, en dit truukje werd later ook door Jezus overgenomen. In de mythologie van de Tweede Bijbel wordt er gesproken over een man genaamd "Ova" die ook reizen maakte door de onderwereld, over groene rivieren. Ova wordt ook wel "de prins van de eiken" genoemd. Hij reiste over de groene rivieren met een kanootje. Hij deed dit iedere dag, net zoals Ra, de ondergaande en oprijzende metaforische zon. In het Insectische Dodenboek van de Tweede Bijbel is de bootreis van Ova over de groene rivieren tot de Smaragden Zon, oftewel de groene zon. De groene zon is om het verleden te overdenken en te herzien, om zo alles te veranderen. Het is als het ware het herkauwen van het verleden. De groene zon is de wildernis zon, wat er voor zorgt dat alles door natuurlijke processen tot ons komt, eigenlijk als anti-stof tegen de materiele zon. Zo mag ons verleden tot wedergeboorte komen, alles in een nieuw inzicht. In het Insectische Dodenboek wordt Osiris de zoon van Ova genoemd. Osiris is in de Egyptische mythologie zowel de zoon van Ra als de zoon van Geb, de god van de aarde. Vaak worden alle andere goden manifestaties van Ra genoemd. In die zin wordt Ova gelijkgesteld aan zowel Ra als Geb, en woont dus diep in de aarde, in de verborgenheid, als de Afu, het droomlichaam. Wij hebben allemaal een droomlichaam. Het droomlichaam is ervoor om alles van het leven daarboven te transformeren, in een nieuw licht (inzicht) te brengen. Wij maken net als Ra en Ova telkens deze cyclus van nacht tot dag, van verborgenheid tot openheid. Wij slapen en dan ontwaken wij, en dat gaat zo maar door, om dieper en dieper tot de kern te komen. In de Tweede Bijbel wordt er ook veel over de oranje zon gesproken, wat de bron van de symboliek is waardoor je alles wat je meemaakt, al het ogenschijnlijke letterlijke en dramatische, mag vertalen tot iets cryptisch met een diepere betekenis. Vandaar ook de Tweede Bijbelse poëtische term "oranje leugenaars op een zebra-boot". Zij reizen met je mee en lijken op vijanden, maar in diepte zijn zij vrienden, want de leugen is slechts de vermomde waarheid, zoals het lijden het vermomde geluk is. De zebra heeft geleerd te leven met de tegenstellingen, zwart en wit, en gebruikt hen ten positieve. In die zin kunnen wij veel leren van de zebra. De zebra is een Afrikaans dier, dus daarvoor moeten wij ons richten op Afrika waar deze geheime sleutels te vinden zijn. De reis door de onderwereld in ons droomlichaam gaat ook door Afrika. Daar is het geheim van de zogeheten "Zebra Brug", wat in de Tweede Bijbel wordt besproken : "De laagjes van die vruchten zijn de verschillende realiteiten die met elkaar verbonden zijn. In de ene realiteit ben je iemand anders dan in de andere realiteit, maar ze hebben wel met elkaar te maken. Er zijn bewuste laagjes, en onbewuste laagjes, en ook de zwarte laagjes gebruiken we om de witte laagjes te laten groeien. In die zwarte laagjes is alles omgekeerde wereld, maar die laagjes zijn nodig om de ware wereld te openen. Dit is het geheim van de Zebra-Brug." En denk maar eens aan het zebrapad om veilig over een drukke weg te komen. Ook de tijger met zijn gestreepte huid kent dit principe. Je kunt het ook tot je voordeel gebruiken om daarmee je strijders-mentaliteit op te wekken. Je moet even die golfbeweging leren kennen en dan op de golven meegaan, om zelf als de golven te worden, te leren "ribbelen", wat ook besproken wordt in de Tweede Bijbel. En dan maken we ineens een ritje op de rug van een zebra of een tijger, maar ook dit is een tegenstelling, dus in de cyclus vallen we daar ook weer vanaf, en dat moeten we ook leren plaatsen en leren begrijpen. Het ribbelen gaat diep. Het is als leren vliegen, de wetten van het leven leren kennen. De Tweede Bijbel noemt het een raadsel. Maar de Tweede Bijbel is zo onnoemelijk groot, als het grootste boek aller tijden, dat dit raadsel zeker opgelost gaat worden. Alles in het leven ribbelt, alles is in vibratie, alles is de golven van de zee, maar hoe kun je nu surfen op de golven zonder te vallen ? Helaas is dat niet mogelijk, want dan zou het geen ribbelen meer zijn. Soms moeten we vallen om de dieptes van de zee te leren kennen, om op avontuur te gaan en te zoeken naar de parels. Dat is het ware ribbelen : Hoe dieper we gaan, hoe hoger we komen. Het altijd maar surfen op de oppervlakte brengt ons nergens. Daarom zijn wij op een boot

die door de onderwereld gaat. Soms zijn er overstromingen en worden wij meegesleurd of door iets anders gegrepen, maar zo leren we de wereld ontdekken. De reis is door de oranje zon van de symboliek en de cryptiek, oftewel het surreële, komen tot de groene zon van het verleden, waar ons verleden tot een sieraad is geworden van levenslessen, waar we de schat in het verleden hebben gevonden. Dit zal onze ware toekomst zijn. Allemaal een goede ontdekkingsreis toegewenst. 4.2 - Het Spiegelpaleis van Arcturus Op het Amerikaanse dollarbiljet zien we het oog van Horus wat zweeft boven een pyramide. Eronder staat : "Novus ordo seclorum", wat Latijns is voor de nieuwe orde van tijden, en daaronder staat "The Great Seal", het Grote Zegel. Zwaar geschut dus. Waar komt het vandaan, en staan ze in hun recht om dit te gebruiken, of zijn ze genoodzaakt het gebruiken, zoals het verhaal van de christelijke rovers die na het plunderen van Egyptische grafkelders niet meer konden stoppen met het zeggen van "Amen", wat "Het Grote Verborgene" betekent. Zij waren onder de vloek van de farao terechtgekomen. Omdat zij het hadden gestolen en niet daadwerkelijk hadden verdiend of gekregen als beloning bleef het dan ook voor hen verborgen, dus hadden ze er niets aan. Het oog van Horus wordt ook wel het oog van Ra genoemd, als het oog van de zon, en betekent eigenlijk gewoon het opkomen van de zon, het aanbreken van de dag : de zonnegod, Ra, die zijn ogen opendoet, als het ontwaken, wat een heel neutraal symbool is waar je alle kanten mee opkan. Het oog is ook een beeld van zijn dochter, de oorlogsgodin (soms genoemd Sekhmet, de leeuwin), als een nieuwe geboorte. In die zin hebben we te maken met een amazone. Het oog van Horus is vrouwelijk. Ook Horus zelf was in de pyramide teksten van het Oude Rijk van Egypte soms vrouwelijk, want Horus had vrouwelijke borsten die melk gaven. Horus is meer een Westerse term en wordt vaak verkeerd voorgesteld. In Egypte heette hij of zij : Heru of Here. Komt je dat bekend voor ? Here is ook een woord wat christenen in Nederland gebruiken voor God. Het Egyptische geloofsgoed kwam via Griekenland tot Europa, en begon zich steeds meer te vervormen. In het Ionische en Homerische Grieks was "Here" de moedergodin, die nu in het Westen nu bekend staat als "Hera". Zij was de vrouw van de oppergod Zeus. Zowel Here als Zeus werden de grondslag voor het christendom. Zeus werd ook Deus genoemd, wat later gebruikt werd voor de christelijke God in het Latijns. Here God is dus het goddelijke koppel Here en Zeus, en heeft zijn wortels in Egypte, in Horus, of Ra, en zijn oog, oftewel Ra die ontwaakte en zijn dochter zag als de oorlogsgodin. Dit was dus allemaal oorlogs-strategie, want ra was heel diep in de problemen gekomen met de mensheid. Hij wenste eigenlijk dat hij de mensheid nooit had geschapen. In de christelijke bijbel zien we dit ook gebeuren, dat God op een bepaald moment het betreurt dat hij de mensheid had geschapen. De oorlogsgodin was dan het beeld van de apocalypse : Ra, God, zou de wereld verwoesten, om zo een nieuwe schepping te maken. Dit kon alleen gebeuren door de goddelijke baarmoeder. Nu, laten we kijken waar "Novus ordo seclorum" vandaan komt. Het wijst op een gedicht van Virgilius (Virgil), een Romeinse dichter uit het tijdperk van keizer Augustus, rond de tijd van Jezus. Het komt uit de zogeheten Bucolia, de herdersgedichten, waarin staat dat nu eindelijk het laatste tijdperk komt van het lied van de Sibyl, de wedergeboren grote orde van de tijden. Nu zullen rechtvaardigheid en de wetten van eer terugkeren. Nu zal Saturnus terugkeren, een nieuwe lijn van afstamming is gezonden vanuit de hemel. De Sibylen waren profetessen, vrouwelijke orakels, die goddelijke boodschappen brachten bij heilige plaatsen. Alle religies die op aarde geprojecteerd worden komen van veel grotere buitenaardse religies, als filosofische, metaphysische systemen, als natuurverschijnselen. Het licht wordt vele malen

gebroken, en dan pas bereikt het de aarde in hele andere vormen. Je kunt die verschijnselen dus ook niet zomaar wegkrijgen, maar je moet het ontcijferen. Oorlog over religie is nutteloos. Educatie is levensreddend, oftewel het afdalen in de diepte om te zien waar het precies vandaan komt. Alles is een ingewikkeld wiskundig spel van weerspiegelingen. Alles is kaleidoscopisch. De mensheid is opgesloten in het spiegelpaleis van Arcturus, wat een Orionse creatie is, wat we ook wel "de matrix" noemen. Dit is een labyrint. Daar kom je ook niet zomaar even uit. Het is een school, een puzzelavontuur. In die zin is het leven dus heel interessant en kostbaar. Geef daarom ook nooit de moed op. Sluit je aan bij andere oprechte puzzelaars die het heelal zuiver objectief bekijken. Het spiegelpaleis van Arcturus, wat is dat ? Arcturus is de alfa ster in het sterrenbeeld van de Ossenhoeder. Arcturus is Grieks voor Berenhoeder. Het is een grote heldere oranje reuzenster, één van de helderste sterren die de mens kent. Arcturus wordt daarom ook weleens "de oranje zon" genoemd. De oranje zon is in de Tweede Bijbel een dynamiek die niets letterlijk neemt, maar symbolisch en cryptisch, als een puzzelaar. Ieder mens heeft die dynamiek latent in zich. Het metaforische natuursysteem van de Egyptenaren kwam voort vanuit omliggende Afrikaanse landen. Egypte behoort zelf ook tot Afrika. Vandaar dat de wortels van het christendom Afrikaans zijn. Afrika zelf is natuurlijk maar een projectie van veel hogere en intelligentere buitenaardse samenlevingen, voor-Afrikaanse extra-terrestiale technocratische beschavingen. Waar komt in die zin Horus vandaan dan ? In het sterrenbeeld van de Jager, Orion, is er zo'n buitenaardse voorAfrikaanse beschaving, met een heel ander trillingsgetal wat voor het gemiddelde menselijke oog niet zichtbaar is. De mens mist zo een groot stuk natuur, van dit Orions-Afrikaanse gebied, waar een heleboel geheimen van ons bestaan liggen opgesloten. Gelukkig kan de mens het dan onder bepaalde condities weer wel zien door het dromenlichaam. Horus komt in diepte voort vanuit de Orions-Afrikaanse toekan-god "Heres". De namen lijken verdacht veel op elkaar, en ook het feit dat ze beiden vogels zijn : Horus is een valk, en Heres is een toekan. Horus is een manifestatie van de Egyptische god Ra, de zon, die elke dag een tochtje maakte in zijn bootje door de onderwereld, als het ondergaan en opkomen van de zon, als een beeld van de wedergeboorte van de mens, het "tot inzicht komen" door alle problemen van het leven. Ook voor Ra was dit een dagelijkse strijd, een strijd tegen een slang. Kenmerkend is dat de Egyptenaren het aanbreken van de dag zagen als het punt van de wedergeboorte, na een lange nacht van strijd. Dit was ook zo in het latere christendom : Jezus als de morgenster, de opgestane zon. Echter in de Orions-Afrikaanse esoterische religie, als een metaforisch systeem voor de natuur-realiteiten, gebeurde dit net andersom. Heres, de toekan-god, werd voortgetrokken op een rijtuig door zijn speerdragende soldaten. Overdag ging dit rijtuig door de woestijn waarin er moeizame gevechten waren met rovers en ander gespuis, verschrikkelijke monsters, enzovoort. Waar Ra (Horus) nog werd verslonden door de nacht werd Heres verslonden door de dag. De wedergeboorte kwam voor Heres juist aan het einde van de dag, waar de nacht begon. Heres komt in de avonduren tot een enorme woestijnzee, waar zijn rijtuig verandert in een bootje, en zo wordt hij wedergeboren op de golven van de zee, als een beeld van de baarmoeder, en wordt hij geboren in het oerwoud, waar hij opgroeit. De toekan-god komt dus door de zee tot nieuw land, of tot een eiland. De nacht heeft hem verlossing gebracht. Dit is ook het thema in de islam, waar de nacht een beeld is van de komende heilige geest, waar de mens open voor moet staan. Dit was ook het geval in het oude, oorspronkelijke Aramese christendom. Het is voor de moslim belangrijk in hun geloof om met de vastenmaand, de Ramadan, te wachten op het verschijnsel van de grote, wonderbaarlijke nacht, waarin de engelen neerdalen voor een grote zegen. Denk bijvoorbeeld ook aan het beroemde islamitische sprookjesboek : 1001 nacht, met hetzelfde thema. De nacht is ook het symbool van rust en tot verademing komen na een lange slopende dag. De nacht is in die zin ook heel mysterieus en levendgevend. Per slot van rekening is de nacht ook de brug tot de droomwereld en het dromenlichaam. Vandaar dat de nacht dus ook een grote meestersleutel kan zijn in het leven, van alles loslaten en tot een hogere werkelijkheid, een groter bewustzijn te komen. Vandaar dat de wijzen het ook vaak aanbevelen om te studeren in de nacht. Ik zag plaatjes van de toekan-god Heres, en vond dat hij verdacht veel op Horus leek. Hij was op

zijn rijtuig, en speerdragende soldaten trokken het rijtuig voort, bijna als een koninklijke koets. Hij was heel prinselijk, en zijn snavel was veel korter dan gewoonlijks bij de aardse toekans. Het plaatje was een gravering in bruin-oranje metaal. Mythologie is interessant ter informatie. Het gaat om de principes, om het leren begrijpen van de symbolen, en het is ook gewoon voor antropologisch nut, dat er objectief gekeken kan worden naar verschillende zowel aardse als buitenaardse culturen, als een ontdekkingsreis, en dan later te zien welke waarde het kan hebben in je eigen leven. Het is voor in de boeken, als een museum, als een bibliotheek. Het kan soms wat antwoord geven op de vraag waar we vandaan komen. Is alles wel zoals het gepresenteerd wordt ? Blijf je ogen openhouden zeg ik altijd. Het leven is om van te leren, niet om vervroegd met pensioen te gaan en alles maar aan de oppervlakte te houden. Als je een boek krijgt ga je dan alleen maar kijken naar het plaatje op de kaft, of ga je het boek ook daadwerkelijk lezen ? Alles wat we om ons heenzien zijn boekenkaften. Het gaat niet om de kaft. De kaft kan misleidend zijn. Het gaat om de inhoud. Ik wens jullie allemaal veel leesplezier in jullie leven. Blijf lezen, dan kom je vanzelf waar je moet wezen. 4.3 - De Lens van Orion Door de gallactische lens van de Arcturus planeet, één van de helderste sterren aan de hemel, worden de stralen van het sterrenbeeld de Jager, Orion, gefilterd, gesplitst, en zo ook de projectie van de buitenaardse Orionse Afrikaanse cultuur op aarde. De Heres-straal van de toekangod werd gesplitst waardoor een deel in het hindoeisme kwam, als Garuda, de mythische vogel die het voertuig was van God, en een ander deel in Egypte als Horus. Vandaar dat het hindoeisme en de Egyptologie bij elkaar horen en elkaar aanvullen. Ook de bijbel kwam voort vanuit deze twee culturen, dus de bijbel kan veel beter begrepen worden als men meer begrip heeft van deze twee fundamentele culturen. Dit behoort ook tot de ethische theologie die de etymologie in de gaten blijft houden. Het is per slot van rekening de theologie van de integratie. Stel je voor dat allerlei gebouwen door onder- of bovengrondse tunnels met elkaar verbonden worden, en dat ook die tunnels huiselijk gemaakt moeten worden. Dan is er eerst een periode van grote verbouwing, en misschien hadden anderen vroeger al zulke ondergrondse tunnels gemaakt, en dan kun je een kijkje nemen in iets wat bijvoorbeeld vergeten was, want de mens fixeert zich gewoonlijks normaal gesproken op het bovengrondse. Het is wel interessant wat je dan allemaal kan tegenkomen, en misschien geeft dat ook wel een bepaalde gezonde spanning van avontuurlijkheid. De binnenshuis architectuur kan heel ver gaan, en kan zich ook weer uitbreiden, zelfs in tunnels. Stel je dan voor dat je de mythische vogel Garuda daar tegenkomt, het voertuig en de bewaker van God, wat in het latere Judaïsme de gevleugelde cherubs werd. Zij werden op de ark geplaatst en moesten ook het paradijs bewaken. Dan hebben we hier alleen nog maar een fragment te pakken van iets veel grootser. Zowel op het wapen van Thailand als dat van Indonesië is de Garuda afgebeeld, en op het Indonesische wapen staat : "Eenheid in diversiteit". De Garuda bracht de godenmelk, de soma, wat in het Hebreeuws de shama is, de drank van horen, en ge-hoor-zamen, van de hemel naar de aarde, als de moederborst van de logos, het goddelijke woord. In Egypte was dit de ibis-vogel, Thoth. Het is ook verbonden aan de papyrus-plant en het riet als het groeien van het Woord vanuit het water, en dan personificeert het zich eerst als de ibisvogel, het symbool van het oude Egypte, als de vogel die boven alles is uitgevlogen. In de Egyptische boeken van de onderwereld, van de farao, is dit ook verbonden aan de graanvelden als een beeld van de hemel. De geraffineerdheid van het graan staat gelijk aan de studie van het hemelse Woord, de Gnosis, wat zich dan verder uit in de veren van de ibis. De ibis was de hemelse schriftgeleerde die de gnosis bracht, in tegenstelling tot de aardse schriftgeleerdes die hun gestolen inzichten verkopen en tot de absolute autoriteit maken waarvoor iedereen moet buigen, als het merkteken van het beest.

De veer van de godin MOA (Maat) is in de Egyptische mythologie één van de belangrijkste dingen, omdat het de hogere, hemelse wet voorstelt waardoor iedereen getest en geoordeeld wordt. Niemand kwam zomaar langs die veer heen. Al deze sporen komen uit het diepere Afrika, en het buitenaardse Afrika in Orion. In de Zulu mythologie van Zuid Afrika was de oppergoddelijkheid voortgekomen vanuit het riet en schiep vanuit het riet toen de gehele mensheid. Het riet wordt de oorsprong van het bestaan genoemd, als de waterige oorsprong van alle dingen. Daarom is het Mozes verhaal ook nog steeds zo diep op het netvlies van de mensheid gegraveerd, omdat het daar naar terugwijst, en het gaat over de Orionse bron van al het aardse leven, de buitenaardse baarmoeder. De veer is de bode van de kaleidoscopie, dus is figuurlijk goed te gebruiken voor de hogere, technocratische wet van het heelal. Geen aardse mens kan dit bevatten, alleen geïnitieerde, hooggeschoolde zielen die de nodige tocht door de onderwereld hebben gemaakt om het geheim van het leven te ontdekken. Het aardse recht is daar een slappe, lachwekkende karikatuur van. Zij hebben het recht van de gnosis verworpen, verscheurd, en er een markt van gemaakt. Het zijn allemaal projecties van fragmenten van de Orions-Afrikaanse Witi stam, wat gesplitst werd in India en Afrika (Egypte en Zulu). Vandaar dat Garuda belangrijk is. Vele eeuwen geleden ontstond het Garuda Purana geschrift. Het is een esoterisch (metaforisch) geschrift van wet, recht en wedergeboorte. Het laat de consequenties zien van de ziel die naar aardse schaduwgeneugtes verlangt ten koste van andere wezens, een ernstige vorm van hebzucht. Vlees eten is daar één van. Zelfs de bijbel zegt dat wie een stier vermoord die vermoord een mens, in Jesaja 66. Dat wil zeggen dat de teksten over dierenoffers metaforisch waren. Ja, nogal wiedus ! Zelfs in de originele grondteksten was het metaforisch en ging het om de strijd tegen demonen, zonden, dwaalleer, als een allegorie ! Christelijke westerse idioten namen het letterlijk en hebben hun kinderen vergiftigd met dierenlijken ! Nu lopen ze rond met kanker en hartziektes, en wanneer ze sterven zullen die dieren en hun families hen al staan op te wachten om hen zwaar terug te betalen ! Het heilige Indische geschrift, de Srimad Bhagavatam, Canto 4, Hoofdstuk 25, Tekst 7, 8 zegt hierover : De grote heilige Narada zei : "O meester van de burgers, mijn beste koning, zie alstublieft in de hemel de dieren die u meedogenloos en genadeloos in het offerperk hebt gedood. Al deze dieren wachten uw dood af, zodat zij zich kunnen wreken voor het letsel dat u hen hebt toegebracht. Wanneer u gestorven bent, zullen ze u woedend met ijzeren hoorns doorboren." De Garuda Purana zegt hierover : 5:3 - De moordenaar van een koe zal gebocheld zijn en een imbeciel. Natuurlijk is dat metaforisch en voornamelijk voor het hiernamaals. Iedereen zal op een bepaald moment voelen wat hij een ander mens of dier heeft aangedaan, en dan heeft de mens nog steeds de tijd om zichzelf te verbeteren. De Garuda Purana komt ook op voor vrouwen (maar laat tegelijkertijd zien dat vrouwen geen spelletjes moeten spelen, want dan houd het voor hen ook op). India gaat over het herstel van het dier en het herstel van de vrouw, maar India moet zelf ook gezuiverd worden. India representeert slechts een goddelijk fragment. Zij die van het materialisme houden zullen het dier nooit eren, en zij die van protsen houden zullen de vrouw nooit eren. Zoveel sluiers zijn er tussen het paradijs en de aarde, allemaal om de mens te testen en de condities te laten zien, als een grote trap. Velen stoppen ergens halverwege, terwijl anderen nooit aan de grote tocht beginnen. Dit is nog maar het begin. De Oer Moeder roept : "Kom dieper !", terwijl de gemaskerde clowns tot de mens roepen : "Blijf hier aan de oppervlakte !" 4.4 - De Verborgen Wortels van de Sophia "Zij die overal onder is" is de naam van de wachter van de Egyptische onderwereld, een dubbele leeuwin genaamd Aker. De leeuwinnen kijken tegengestelde richting op, en zijn genaamd "gisteren" en "morgen", als een beeld van verleden en toekomst. In de Sarcofaag-teksten van het Midden Rijk

komt Aker voor als de veervrouw van de nachtboot van Ra, en geeft geboorte aan het einde van de nacht aan het ochtend-insect, als de opkomst van de jonge zon. Zij moest eerst de sarcofaag van het ochtend-insect door de onderwereld dragen. Het ochtend-insect is één van de vormen van Ra. Ra met zijn moeder Aker had zich steeds meer teruggetrokken van de mensheid doordat hij vals beschuldigd werd. In Abydos was er het haker-feest, het vastenfeest, de Egyptische Ramadan, om de opstanding van Osiris, Aser, ook een vorm van Ra, en de overwinning over zijn vijanden te vieren. Doet ons dit niet ergens aan denken ? Het Hebreeuwse woord HAKA, hagah, is het grommen van een leeuw als beeld van het mediteren en het verbeelden. HAKAR, oftewel HAGAR, is in het Judaïstische verhaal van Ismaël de Egyptische moeder van Ismaël en haar naam betekent "vlucht". Hagar was een Egyptische slavin die hard werd behandeld door Sarah. Er werd een groot feest aangericht voor Isaac, waarin de slavin Hagar hard moest werken, en haar zoon kwam voor haar op en begon te spotten. Dit werd Sarah teveel en zorgde ervoor dat Hagar en haar zoon de woestijn werden ingezonden, als een beeld van de onderwereld. Spotten kan in het Hebreeuws ook onderscheiden en interpreteren betekenen. De woestijn, de onderwereld, is dan een beeld van het in de diepte gaan om iets te ontmaskeren. Vandaar dat sjamanen dit blijven doen. Natuurlijk is Hagar een Hebreeuws beeld van de Egyptische Aker, die met haar zoon, Ra, rondtrok door de onderwereld. Mozes haalde al zijn verhalen uit Egypte. In het Egyptisch is kracht en sterkte niets anders dan wijsheid, de term BU AQER, wat ook "samenwerken met Aker" betekent, dus net als AKER overal onder komen, oftewel overal "achter komen". Dit is dus ook waar de Egyptische leeuwinnengodin van kracht, Sekhmet, voor staat. Ware kracht is wijsheid. In het Aramees is de wijsheid genoemd "HEKHMET", wat dus vooraf ging aan het Griekse woord "Sophia", de godin van de wijsheid die door de eerste, gnostische christenen werd vereerd. Toen de kerk kwam opzetten werden de meeste gnostische, oftewel esoterische, christenen uitgeroeid. Vandaar dat de kerk ook niet meer echt een moeder heeft, alleen dan misschien nog wat halfgebakken in de Rooms Katholieke kerk. BU AQER is een oud Afrikaans principe van de wijsheid van de diepte. Als BURUKU is zij de Afrikaans-Ghanese godin van de schepping en van de maan. Als BUK is zij de Sudanese de nachtgodin en de riviergodin van de vruchtbaarheid. Zij is de bron van het leven. Bij de indianen van Suriname stond zij bekend als Bakroe. In de buitenaardse Heres-mythe was de wedergeboorte een gebeurtenis aan het begin van de nacht, waar de dag ophield. Het aanbreken van de dag was de stervenservaring. Dit komen we ook tegen in de nachtspeler-poëzie van de Tweede Bijbel, waarin het daglicht een moordenaar is, terwijl de nacht dan tot leven brengt. Wanneer Paulus spreekt over "het spreken over wijsheid bij hen die daarvoor rijp zijn, een wijsheid niet van deze eeuw, niet van de beheersers van deze eeuw, maar als een geheimenis, de verborgen wijsheid," (I Korint. 2:6-7) dan is wijsheid SOPHIA in de Griekse grondtekst, de godin van de eerste gnostische christenen, maar in de originele Aramese grondtekst is dit HEKMET, wat verwijst naar het Egyptische Sekhmet, het Egyptische beeld van de ontwaking (wijsheid en kracht), de dochter en het "oog" van Ra. Nu is het wel zo dat SOPHIA komt van het Aramese "sopiya" (swpy), wijsheid, maar dit heeft Egyptische wortels in sabut, wijsheid, van saub, saup, onderwijzen. De sabu of sapu waren de wolf en jakhals gidsen van de onderwereld, waarvan Anubis de bekendste is. De jakhals is een beeld van de spotter, de imitator, wat ontmaskeren en vertalen betekent, oftewel onderscheiden. De sab (sbau, sep) is de plaats van correctie, het prototype van de gevangenis en de politie. Het is een oud Egyptisch woord voor gerechtigheid. Het is de tester, en leidt terug naar het riet. Sophia leidt ook terug tot het Egyptische "sfi", "mengen om te zuiveren en op te helderen", wat het doel van de esoterie is. De Sophia heeft diepe wortels die helemaal terugleiden tot het diepe Afrika en het buitenaardse Orionse Afrika. De mens moet op de tocht naar de baarmoeder van kennis niet ergens onderweg blijven steken om er een handeltje van te maken. BU AQER betekent wijsheid, kracht EN perfectie. De SA was een onderdeel van de boot van Ra, als de intelligentie en bovennatuurlijke kennis die de wachters van de poorten aansprak en zorgde dat de poorten opengingen. Het is allemaal hetzelfde

als de leeuw van Openbaring die de zegels verbreekt, als de manifestatie als "dat wat onder alles is". Het masker zal er dus afgaan. Eeuwenoude muren zullen afgebroken worden. De mens zal teruggaan tot de bron. De druk van het oer wat zo lang afgedekt is gehouden wordt alleen maar groter en groter. Niemand zal het meer kunnen tegenhouden. 4.5 - Het Geheim van de Bloei Groeien en bloeien is een langzaam proces. Het mag zeker niet te snel gaan, en er moeten goede balanzen zijn. De mens moet leren kennen wanneer het bloeitijd is. Sommige mensen willen altijd bloeien en altijd vrucht dragen, altijd in de belangstelling staan, altijd gezien worden, maar dit is vanuit het oogpunt van de natuur nonsens en zelfs gevaarlijk. Het bloeien is daarom iets wat onderhevig is aan regels en seizoenen, om zo de gnosis te accentueren, en niet de praalzieke mens. Een heleboel mensen verliezen hun ziel door te pronken, maar wat valt er eigenlijk te pronken ? Het is allemaal erg oppervlakkig en walgelijk. De hexagram van de I Tjing die hierover gaat is hexagram 35 : Het Bloeien. Wat is het ware bloeien ? Hexagram 35 is het opkomen van de zon in het teken van de aarde. Wat betekent dat ? De zon is een metafoor voor de bron in het Orions, en dat is in die zin de moedergrond, de moederaarde. De mens moet hiermee bedekt worden, komende tot de paradijselijke grond. Die zal de mens allereerst niet bewapenen. Eerst moet de valse natuur "sterven", begrepen worden. De mens zal bloeien op een donkere plaats. Het is niet iets wat te grabbel gegooid mag worden. In de Egyptologie wordt de mens metaforisch tot een insect, wat een beeld is van de verfijndheid. Het gaat niet om de lompe olifanten die in een circusstoet de stad binnen gaan om door de mensen bekeken te worden. Wil je dat zijn ? Dan heb je de zin van het leven verloren. Dan gaat je ziel eraan. Dan ben je niets dan voer voor de parasieten. Zij bewonderen je niet, maar zij bespotten je. Al hun complimenten zijn spot om je voor te bereiden op de slacht. In hexagram 35 komt de zon op als de nachtzon. Het is de zwarte zon verbonden aan de aarde, als de modderzon, of modderbron, waarmee de mens gecamoufleert wordt. Dit is niet vies zoals ze in de stad zeggen. Zij bespotten de moederaarde. Het is juist de bescherming voor de mens, bescherming tegen het valse verlammende licht van de stad. De mens "sterft" eerst aan zichzelf wat betekent : de mens leert zichzelf kennen, en kan zo de schil afpellen. De mens is zijn ergste vijand, en door zijn vijandige zelf te kennen kan hij uiteindelijk zijn ware zelf leren kennen. Dit gebeurt in de heilige modder van het paradijs, waarin de mens kan rollen, waarin de mens gecamoufleert wordt. Hierin verdwijnt alle valse drama van de stad. De mens komt tot zichzelf, gehuld in de moederaarde. De moederaarde op zijn huid is levengevend. Dit is ook de Egyptische wortel RUH, wat de Geest is voor de Islamieten en de Aramezen, verbonden aan de nacht. De grootse nacht wordt ontvangen in de Ramadan, de vastenmaand, als het afdalen van de engelen, een grote bron. RUH betekent modder in het Egyptisch, dus dit is de diepte van het hele 'komen tot de heilige nacht' gebeuren. RUHA, avond, en RUH, modder, aarde, grond. In lijn 1 wordt de mens tegengehouden en moet de heilige vertraging ingaan. Je mag anders tegen het obstakel gaan aankijken. Dat is ook het ware brullen van de leeuw in de oude talen : Het is het veranderen van gezichtspunt, een beroep doen op je verbeelding. Sommige verbeelding is goed, en andere verbeelding is niet goed. De mens moet leren verbeelden. Het is een wetenschap, iets technisch. Lijn 2 : Bloeien kan alleen dieper in de onderwereld, door diepere wortels. Wat is bloeien eigenlijk ? Het klinkt oppervlakkig, maar het heeft een diepere betekenis. Het ware bloeien is het komen tot inzicht, maar daar moet de mens eerst een heleboel valse inzichten voor verliezen. De valse inzichten liggen als parasieten over de hoofden van de mensen, als kwallen, en zij hebben het heilige zenuwstelsel uitgedooft, en besturen nu alle lichaamsfuncties. De mens denkt dat hij leeft, maar is morsdood, een robot. Daarom moet de mens allereerst aanvaarden dat wat hem dieper in de onderwereld brengt om zijn heilige zintuigen weer op te wekken. Dat is ook wat de wet betekent in

het Aramees : de hemelse zintuigelijkheid, oftewel het hogere bewustzijn, en daar moet de mens dus eerst heel veel vals bewustzijn voor verliezen. De zombie-mens ziet iedereen om zich heen liegen, maar dat weerhoudt hem niet om door te blijven liegen. Hij moet en zal haantje de voorste zijn. Het ware bloeien is sterven aan je valse, leugenachtige, koppige, betweterige zelf. De mens gaat hierin van bloei tot bloei. Er is een tijd voor alles. Lijn 3 is een prachtige lijn, namelijk het vinden van een vriend die op hetzelfde principe leeft, als een wedergeboorte. In de diepte is dat het vinden van een verloren deel van jezelf, als het meer en meer compleet worden van je sieraad. Dit is het ware vruchtdragen. Je hebt niemand anders nodig. Je geeft geboorte aan jezelf. Ware vrienden zijn nauwelijks te vinden, en zijn de zeldzame momenten in het leven. Dat mag je koesteren en op jezelf betrekken. Je hebt het zelf gedaan. Je hebt jezelf gevonden. Niemand anders kon dat voor je doen, en je hebt er een hoge prijs voor betaald. Lijn 4 : Drijf je zin niet door. Alles is gevaarlijk hier. Je zou kunnen vastgroeien als je dingen grijpt waar je niet klaar voor bent. Leer te golven, leer subtiel te zijn en te cirkelen. Wees niet bang om grote omwegen te maken. Zij die de korte weg naar succes nemen zullen bedrogen uitkomen. De tronen die ze grijpen zullen hen vernietigen. De kronen die ze grijpen zullen hen laten wegsmelten. Ze komen aan de macht, maar worden tot een standbeeld, tot steen, en hun inzichten zijn vals en beperkt. Ze kunnen niet meer verder groeien in de onderwereld. Ze worden een cliche, een icoon, en bevriezen zo in de eeuwigheid. Al het gejuich van hun aanhangers is slechts de voedertijd van de parasieten. Het is allemaal heel tragisch. Lijn 5. Winnen of verliezen is onbelangrijk. Het gaat erom tot de hogere kennis te komen. Soms is verlies winst, en winst verlies. Soms moet de mens winnen, en soms moet de mens verliezen. Lijn 6. De wet van energie is : forceer niets, zoals in lijn 4. Overwin jezelf, beheers jezelf. Als je geweld gebruikt loop je gevaar. Richt je op het gebied waarover je bent aangesteld, maar raak ook dat maar lichtelijk aan. Er moeten andere dingen gebeuren. Verander je plan. Wees open voor nieuwe dingen, nieuwe richtingen. Wees creatief, en laat valse drama los. Bloei ? Wat is bloei ? Bloei is de verbinding van fragmenten van kennis. Die raken elkaar maar heel lichtelijk aan, en dan laten ze weer los om nieuwe verbindingen te maken, om plaats te maken voor de grotere context. Daarom is bloei iets heel fragiels en zeldzaams, heel kortstondig. Forceer het en het is stuk. Bloei is de magie van het moment. Alles zal veranderen, maar de herinnering zal blijven, alhoewel ook de herinnering zal veranderen. Hexagram 35 is de CHIN, het geheim van China, het geheim van de bloei. 4.6 - De Chinese Roos Het Chinese orakel is één van de oudste orakels die de wereld kent, en de grondslag van de religies. Ook waaide het over naar het Westen, en de I Tjing is het bekendste wat we van China hebben. Hexagram 15 is als de Chinese roos van Nederigheid, van Bescheidenheid die direct één van de grootste problemen aankaart : trots. Het is één van de grootste vragen voor hen die de gnosis willen leren kennen : Wanneer moet de mens zich onderwerpen, en wanneer moet de mens ingrijpen ? En hoe gaat dat precies ? Het is een moeilijk en ingewikkeld vraagstuk waar de mensheid zich over buigt. De schaduw van de mensheid rooft en plundert, en neemt roekeloos zonder enige terughoudendheid de macht, maar aan de andere kant ligt er ook het gevaar van de valse nederigheid, van het onderwerpen aan de leugen. Soms moet er gevochten worden, maar vecht men niet. Waar en hoe ligt ergens die grens ? We hebben hier een hele exotische kern van de I Ching te pakken. Het vertraagt ons aan alle kanten, als het schild van de schildpad. De mens moet eerst vertragen om dit patroon te kunnen zien. Daar moet een mens alles voor wegleggen. De mens die te snel gaat zal dit inzicht niet kunnen oppikken. Het teken van dit hexagram is de berg in de aarde of de berg voortkomende vanuit de aarde. Het is

de berg in de onderwereld. De berg is in het Egyptisch een beeld van de baarmoeder, van moeder met kind, en het kind wordt ook bedekt met de aarde, als een geschenk van de heilige nacht die het kind tot het droomlichaam leidt. Dit is de verre diepte van wat christenen domweg het ontvangen van de heilige geest noemen en islamieten het komen tot de majestueuze nacht in de ramadan, in de leegte. Wij worden in het teken van de berg verbonden aan de moederaarde, krijgen de heilige grond op onze huid, als een grote bescherming, als een diepe genezing. Ra maakt de nachtreis ook in de berg, want de berg staat voor de reis. De berg is het Egyptische teken van de wedergeboorte, en van het ontvangen van de eeuwige inscripties, wat ook weer terugkomt in het Mozes verhaal : Mozes die de berg opgaat om de heilige wet te ontvangen. Dit zijn de inscripties op de tafelen van het hart tot wedergeboorte. Wat een groot Egyptisch geheim herbergt Mozes, en dat is ook niet zo vreemd, want hij was onderwezen in de Egyptologie. In diepte betekent dit dat Mozes werd bedekt met de modder van het paradijs. In de Hebreeuwse tekst ontmoette hij de God ASER, wat een Egyptische God is, namelijk de god van de onderwereld, oftewel de god die met de aarde is bedekt. Dit zijn metaforen. ASER werd later één van de stammen van Israël. De berg is een Egyptisch teken van het Woord en van de morgen, oftewel van de droom. De berg is het teken van het kind wat tot zijn moeder komt, een teken van gebed. Dit is ook waar de leeuw voor staat in het Egyptisch. In die zin is hexagram 15 de baarmoeder van China. De berg is de ken in het Chinees, het stilhouden, als de verbinding tussen hemel en aarde. Het is een natuurlijke wet dat het hoogste punt altijd weer de diepte in zal gaan, en dat het diepste punt altijd weer de hoogte ingaat, als de cyclus van de zon. Dit is de wet van de hemel, en dit is wat het oordeel ten diepste inhoudt. Lijn 1 : Het gaat erom nederig te zijn tot het hemelse systeem, niet tot het duivelse systeem. De mens moet de rivier van de door mensen vals opgestelde grenzen overgaan om zo tot de berg te komen en tot de aarde, om zich daarmee te bedekken, en niet met de valse bedekkingen van de stad. Nederigheid naar de duivel toe kan een mensenleven verwoesten. De mens moet ook niet nederig zijn tot zijn eigen egoïsme. Lijn 2 : Je mag uitkomen voor de ware nederigheid, en hierin creatief zijn. Je hoeft niet over je heen te laten lopen. Je moet voor jezelf opkomen, want het gaat tussen jou en het goddelijke, en zodra die link is gelegd mag je die ook verdedigen. Stel een mens nooit boven het goddelijke. Als je openbaring hebt ontvangen mag je dat uiten binnen de grenzen van die openbaring, niet binnen de grenzen die mensen opleggen. Lijn 3 : Belangrijk is het in het contact met de oernatuur te blijven groeien, in voortgaande openbaring, groeiende kennis, zodat het niet verstart. Hierin mag je jezelf ook niet doen promoveren wat je nog niet verdient hebt en waar je nog niet klaar voor bent. Je mag niks forceren. Dit vereist nederigheid tot het hemelse tijdschema, oftewel geduld. Lijn 4 : Hier ligt het onderscheidingsvermogen van de verfijnde nederigheid, in welke richting, in welke mate en in welk tijdsbestek, heel specifiek en digitaal. Hierin mogen geen fouten gemaakt worden. De mens moet zuiver meten en niet afwijken. Er mag ook niet met twee maten gemeten worden. Hypocrisie is een grote vijand. Muiterij is het gevolg van een niet goed werkend onderscheidingsvermogen in deze zaken. Daarom moet de mens tot de berg komen, een beeld van de hemelse opvoeding en wat in de oude talen een beeld is van hemelse promotie, tegengesteld aan de valse, lagere aardse promoties die de mens bedriegen en die altijd weer marktgericht zijn en niets met de werkelijkheid en rechtvaardigheid hebben te maken. Lijn 5 : Hier moet je terugvechten. Ga geen compromis aan met de vijand. Onderwerp je niet, maar neem de nodige actie. Valse nederigheid is verraad. Gebruik de middelen die je hebt, en schakel zo nodig nieuwe middelen in. Wees creatief. Je bent hier met kop en schouders boven de vijand. Maak hier gebruik van. De overwinning is je gegeven. Aanvaard het en laat valse bescheidenheid niet in de weg staan. Lijn 6 : In de Egyptologie is de berg verbonden aan de wind, en dit is iets magnetisch. De lucht is de berg, en het is een reis hogerop. De wind kan je dus tegenhouden of aantrekken. Er zijn strenge wetten aan de promotie verbonden. Je moet aan de condities voldoen. Het koud of warm zijn van de wind vertelt een verhaal. De wind kan hard zijn of zacht. Stormen kunnen je opnemen of afstoren.

Al met al is de Chinese roos geen katje om zonder handschoenen op te pakken. Haar doornen kunnen venijnig steken. Zij laat niet met zich sollen, maar zij heeft ook haar tijden dat het moeilijk gaat met haar, en wanneer het belangrijk is dat zij zich onderwerpt aan het hogere. Zij is fragiel als porselein, maar als zij breekt steekt zij als de schorpioen. Haar kwetsbaarheid mag niet verward worden met gemakkelijkheid en goedkoopheid. Haar stilte en verbrokenheid is geen zwakheid. De Chinese roos is van een hoge prijs in alle opzichten. 4.7 - Mijn Surinaamse Levensverhaal Alhoewel ik in Nederland ben opgegroeid heb ik mijzelf wel altijd als volbloed Surinamer beschouwd, omdat ik van kinds af aan door Surinamers ben opgevoed. Deze opvoeding zag ik hoger aan dan de opvoeding van mijn ouders. Mijn tante in Kampen had Surinaamse buren, en toen er Surinaamse familie uit Amsterdam bij hen op bezoek was en ik in de speeltuin in aanraking kwam met hun zoontje, die iets ouder dan mij was, was het alsof ik in de hemel was gekomen. Nog nooit had ik zo'n aardige jongen meegemaakt, en ik was helemaal in de wolken. Dat gevoel is nooit echt helemaal weggegaan, en ik hoopte maar dat ik hem weer terug zou zien, maar het is bij die ene keer gebleven. Maar al snel kwam er een Surinaamse jongen bij mij in de klas, die was blijven zitten, dus weer ouder dan mij, en die zich direct opstelde als mijn oudere broer en als een vaderfiguur. Al heel snel zei hij dat hij van mij hield, iets wat ik nog nooit van mijn eigen ouders had gehoord. Die zeiden dat soort dingen niet. Die jongen vertelde me dat God persoonlijk contact met mij wilde, waar ik ook nog nooit van had gehoord. Bij ons in de kerk was God heel ver weg, en die sprak niet. Hij gaf mij een hele stapel boeken en tijdschriften, en ik las daar meer in dan dat ik in mijn schoolboeken studeerde. Ik kan wel zeggen dat dat een levensveranderende ervaring was geweest. Maar hij legde me niet uit hoe God dan met de mens communiceerde. Het was meer een soort van persoonlijk contact, en dat was niet uit te leggen. Mijn deels Surinaamse partner legde mij later uit hoe God met de mens communiceerde, maar toch was ik er niet tevreden mee, want ik merkte dat het elkaar tegensprak. Ook in hun kerk spraken mensen elkaar voortdurend tegen, terwijl ze claimden God te kennen en dat God met hun sprak. Tegelijkertijd was er veel racisme, ook als Surinamers onder elkaar, dus ik merkte dat er spelletjes werden gespeeld, en ik begon me terug te trekken. Ik moest en zou met God communiceren, maar als er geen duidelijke techniek zou zijn waarin je dat zou kunnen onderscheiden, dan hoefde het voor mij niet, en dan was ik liever dood. Ik wilde dus niet meespelen met die spelletjes van : "Ik weet het beter" en "Mijn God is beter dan jouw God" en al die verdere onzin, dus ik liet hen aan hun lot over en trok me terug. Wij verlieten beiden die kerk, mijn partner en ik. Ik ben toen naar bed gegaan en wilde niet meer leven. Ik wilde bij God zijn, en ik wilde niet in leugens terechtkomen. Het goddelijke heeft mij toen beloond en laten zien dat het iets zuiver technisch was, en heeft me ook de hele techniek uitgelegd, en laten zien dat er een veel diepere ervaring nodig was, namelijk de heilige controle, als een soort robotisme. Ik begon toen ook te zien waar ik vandaan kwam en wat alle dromen betekenden die ik in mijn jeugd had gehad. Op deze manier kon ik dus verder leven. Mijn partner had mij laten zien vanuit een boek dat vlees eten moord is, en dat zag ik ook als iets van het goddelijke. Dat drong vroeger nooit tot me door, dus het was als een grote ontwaking. Vlees werd van ons menu geschrapt. Door de nieuwe techniek kwam ik erachter dat materiele oorlog geen zin had, maar het ging om de strijd in de metafysische wereld, en er moest gewoon een betere beveiliging gebouwd worden. Dit zou allemaal door educatie gaan, en geen daadwerkelijke oorlog. De heer Bouterse is het daar nooit mee eens geweest. Bij ons op school werden er al grapjes gemaakt zoals : "Wat is een kabouter met een mitrailleur in het bos ?" Antwoord : Kabouterse. De Surinaamse regering was corrupt, en toen heeft hij met geweld het heft in eigen handen genomen en werd de dictator van Suriname, waarop de beruchte "december-moorden" volgden. Radiostations werden uit de lucht gehaald, kranten

kregen een zwijgverbod, dus er was geen vrijheid van meningsuiting meer. Nog steeds hangen de december moorden van 1982 als een waas over Suriname heen. Bouterse gaf hiertoe de opdracht. Hij is als een wilde ezel heen en weer gaan schoppen, meer dan hem lief was, want na de december moorden werd er ineens gezegd dat twee van de vijftien niet omgebracht hadden mogen worden. Foutje, bedankt ! Zo werd er met levens gespeeld. Politieke tegenstanders werden niet geduld, en werden zonder enig proces geexecuteerd. Ze werden van hun bed gelicht, ontvoerd, en naar Fort Zeelandia gebracht, en er zijn daar verschrikkelijke dingen gebeurd, en dit was nog maar het begin, want er zijn veel meer mensen daarna vermoord. Vandaar dat Bouterse de vloek van Suriname werd genoemd, en nu is hij zelfs president. Voor velen in Suriname is dit te veel. Nu proberen ze weer hun recht te krijgen, en is Bouterse weer in het nieuws vanwege de december-moorden. In mijn eigen Surinaamse gezin is er ook een periode geweest die ik altijd "de decembermoorden" heb genoemd. Dat vond ook in december plaats. De geschiedenis heeft een echo, herhaalt zich, en die geest kwam ook over ons huis, omdat zij de controle over ons wilden hebben. Zij konden niet tegen de heilige controle. Surinamers hadden toegegeven dat ons huis een bibliotheek en arsenaal was tegen de machten van het kwaad, maar er zijn toen wraakacties geweest. Er is een heel leugennetwerk tegen mij opgestaan, in december, een grote karaktermoord, en daarna hadden ze een groot feest. Vandaar dat ik altijd betrokken ben geweest bij de nabestaanden van de decembermoorden, want ik ben door iets soortgelijks heengegaan. Als ik de documentaires over de decembermoorden zie dan kan ik mijn tranen niet bedwingen. Nog steeds hangt de geest van de decembermoorden over Suriname als een groot raadsel. Er moet veel over gebeden worden om inzicht, en vooral geluisterd. Suriname is qua natuur een stuk paradijs op aarde, als een stuk pure Orion, waar Orion de aarde raakt, en de decembermoorden is een sluier hiervan, een zegel wat verbroken, oftewel ontraadseld moet worden. Normaal gesproken was Suriname altijd heel gastvrij en integraal, multi-cultureel, maar de decembermoorden zijn het tegenovergestelde. Het laatste woord is hier nog niet over gezegd. Ik heb er veel over gesproken, maar op een gegeven moment dacht ik : Ik houd er over op. Toen schreef ik een gedicht over de decembermoorden. De decembermoorden zijn iets universeels. We hebben ze allemaal in ons leven. Ook in mijn gezin waren de decembermoorden pas het begin van een heel groot staatscircus van dictatuur. Alles werd aan flarden gescheurd, zoals in Suriname zelf. Moeder Suriname kwam tot mij, en ik heb veel over haar geschreven om haar trachten te genezen, en zij geneest mij. Door onze problemen zijn we aan elkaar verbonden. Wij dragen elkanders lijden. Daarna heb ik meerdere indiaanse partners gehad, niet alleen maar omdat ik een bloedhekel aan racisme heb en me verbonden voel met het zwaarst vervolgde volk, maar ook omdat het natuurmensen zijn, alhoewel zij vaak al teveel verstadst waren, materialistisch geworden, zodat de relaties vaak geen stand hielden. De december-moorden leven voort ... Dit allemaal als een teken dat we zelf moeten terugkeren tot de natuurbron. Het is de sleutel tot Orion. Wordt vervolgd, en hier is het gedicht : Poetry from the White Chocolate Cold December Day Red Seas Did you hear those sounds, terror coming in the night, while we sleep they take everything away, what we built between you and me. Did you hear those words and the thunder, while our babies are crying ? Nothing they can do, nothing we can hide away, there is no escape, on Laprakod's Day. Did you hear those screams, telling us goodbye, Are you listening closely, they're tearing us apart, on this cold december day. They're tearing off these babies, tearing off all what we built here, between you and me.

Nowhere to Run Come away with me, and let us forget about everything, let us hide away and fall, that's better than keep standing here. Take me away, to your shelters, where you have your secret calls. Come away with me, come and let us fall, for everything here is burning. Come away with me, far away from these red seas, show me all those secret places, all what you were hiding for me, or we don't have anything to run to ... * I know of all your tears, I know of all your pains, fragile woven, the clothes you wear everyday. * Golden Yesterday Soldiers rising up today, on this cold december day. I'm frozen like a chocolate soldier, waiting for the bite again. Soldiers, rising up today, they came over the bridge of a frozen yesterday. Waiting for the strike of chocolate, waiting for the big bite. If I fall tomorrow, I always have today, as a golden yesterday. Burning Flowers I must dive, I must get through all these rings of fire, dancing through my mind. I must give away these flowers burning in my garden, they want to go home. They belong to you, in your womb they can grow 4.8 - De Godin Achter de Hel Je zaait wat je oogst is een belangrijk gegeven. Er is geen tovenaar boven ergens in de hemel die daar tussen gaat komen. In die zin is het orthodoxe christendom gevaarlijk, want zij hebben een soort van tovenaar bedacht die ervoor zorgt dat zij rustig kunnen doorzondigen zonder gevolgen. Die tovenaar was dan direct een soort zondebok die alle eventuele nare gevolgen wel zou dragen. Stijfkoppige christenen zijn van dat idee niet af te helpen. Hoe vreemd deze gedachtegang ook is, voor een orthodoxe christen is dit de normaalste zaak van de wereld. En als je denkt dat je dan alles wel gehad hebt hebben ze ook nog eens een hel bedacht voor een ieder die deze onzin niet gelooft, en daar zou je dan ook nooit meer uitkomen. Zo kunnen ze zichzelf dus helemaal goedpraten in de warme, westerse kokon van deze eeuwige leugen. Anderen kunnen mooi voor alles opdraaien wat er aan hun stelling mankeert. Zij willen er niet over na denken. Zij zijn aan de drugs, en willen niet gewekt worden. Het zijn verwende babies met fopspenen in hun mond. Dat was ook een reden waarom ik als een grote bedreiging werd gezien in de christelijke kerk, en voor mij was het dan ook tijd om voorgoed te vertrekken. Maar uit die gevangenis ontsnap je niet zomaar. Iedereen die uit het orthodoxe christendom probeert te ontsnappen krijgt wel huurmoordenaars achter zich aan. Helaas was ik zo opgevoed, en ik was bang gemaakt met de altijddurende hel, wat gewoon een middel is om te manipuleren. Ik was ook altijd bang dat mijn vriendjes die niet geloofden in de hel zouden komen. Vreemd genoeg had ik als kind zijnde veel dromen, oftewel nachtmerries, over de hel, maar die hel was nooit altijddurend. De altijddurende

hel is slechts een westerse uitvinding, want die komt niet eens voor in de oorspronkelijke bijbel. Een simpele studie van de grondteksten kan een mens verder helpen, en helemaal als de mens eens goed de geschiedenis studeert. Vóór de christelijke invasies was "Hel" onze Germaanse moedergodin, als een principe van de vruchtbaarheid. Zij was de gids door de onderwereld, oftewel de gids door de moeilijkheden van het leven, en die hebben ze overboord gekieperd. Zij was ook genaamd Hulda, of vrouw Holle. In die zin moeten we allemaal door de hel, de baarmoeder, om wedergeboren te worden. De hel is de opvoeding, en daar hoort ook correctie bij. In de grondteksten van de bijbel is de hel iets heel moois, voor genezing. Ik ben de hel dus anders gaan zien, en ook meer abstract, en gebaseerd op mijn kinderdromen. Een ander woord voor hel was het Hoogduitse "Peraht", ook verbonden aan het oud-Duitse "pergan", wat "verborgen" betekent. De personificatie hiervan was de Zuidelijke nicht van Hel, genaamd Perchta, Berchta, Bertha, Brigit of Berit. Beiden zijn zij beschermers van de beesten. In Ierland was dit de godin Brigid en Sint Brigid, en in Zuid-Amerikaans Catholicisme is dat Maman Brigitte. Bertha, Brigit, oftewel Berit, reed 's nachts gedurende het joelfeest, en het latere kerstfeest, op een rijtuig door de nacht als aanvoerster van de Wilde Jacht, die bestemd was om boze geesten te verjagen. Zij bezocht ook de kinderen. Als kinderen goed waren geweest kregen ze een zilveren munt in hun schoen. Als ze slecht waren geweest dan werden hun buiken opengesneden en dan werden er stenen in gedaan. Vergelijk ook het verhaal van Roodkapje waar dit met de wolf gebeurt. Zij was de brenger van nachtmerries, Zij die de adem wegneemt, op haar slachtoffers inhakt met een bijl, en lawaai maakt met ijzeren kettingen. Zij bracht ook verlamming. Bovenstaand verhaal kun je ook vergelijken met het Sinterklaasfeest. In Italië wordt zij de kerstfee of kerstheks genoemd, en beloont goede kinderen met snoep in hun sok, en slechte kinderen met kolen of as in hun sok. Dit is verbonden aan het drie koningen feest, van de drie wijzen die het Christus-kind bezochten om geschenken te brengen. Er is ook een legende dat zij haar zoon verloor en het daar heel moeilijk mee had, en dat toen ze hoorde dat het Christus-kind werd geboren ze dacht dat het haar zoon was en hem bezocht om hem cadeautjes te geven. In een andere legende werd ze bezocht door de drie wijzen die op weg waren naar het Christus-kind. Ze vroegen haar om de weg, maar die wist ze niet. Ze bleven die nacht bij haar slapen, en vroegen haar toen mee te gaan met hen, maar dat wilde ze niet. Even later wilde ze toch, maar ze kon de wijzen en het Christus-kind niet vinden, en zou sindsdien altijd hebben rondgezocht. Al met al is zij de moeder van alle kinderen, en ook van het Christus-kind, en is zij een soort personificatie van het loon-systeem. Dat is dan eigenlijk ook wat de hel is. Al in de Egyptologie was het zo dat de hel geschenken van kennis gaf aan de goeden, en de slechten werden erin vernietigd. De hel is gewoon het pad van het kruis waarop we allen moeten gaan. Juist de goeden moeten veel lijden om tot de kennis te komen. Als het lijden er niet is dan valt de mens in een boze slaap, en dan leven ze in een leugen. "No pain, no gain." Als sint Brigid is zij vergezeld met eeuwige vlammen, met het eeuwige vuur. Haar eeuwige vuur was omgeven door een heg. Als men die heg probeerde over te gaan dan kwam er een vloek over hen heen die hen krankzinnig maakte, of verlamd of die hen doodde. Natuurlijk is dat mythologie met een diepere betekenis. Brigid, of Brigit, is de godin van poëzie, vruchtbaarheid, genezing, educatie en de smeedkunst. De hel heeft dus altijd mijn interesse gehad. Het is een spookverhaal met een diepere betekenis, en ik heb er zowel spookverhalen als spotliederen over geschreven. Ook heb ik de hel erger neergezet dan de orthodoxe christenen het hebben gedaan, gewoon als karikatuur en parodie. Lekker overdrijven om ze te laten zien hoe dom het is en hoe het hen later in de kont terug zal bijten. De hel is dus puur metaforisch, voor kunst en techniek. Het laatste woord is daar zeer zeker nog niet over gezegd. Hel en Berit werden steeds meer vervangen door mannelijke goden, om de Germanen al voor te bereiden op de komst van het zwaar patriarchische christendom. Eerst wilden ze de baarmoeder dichtgooien, zodat de mens niet meer kon opgroeien en niet meer wedergeboren oftewel ontwaken kon. Odin en Wodan moesten de godinnen verborgen houden, om zo plaats te maken voor "God",

wat in het proto-indo-Europees GEU-ODIN was, wat betekende : "Het offeren tot Odin" en GAUODIN, "Het oproepen van Odin", en wat toen werd verkort tot "God". Dit is dus een zegel wat verbroken moet worden om tot de baarmoeder, Berit, te komen. In het Surinaams, Sranan Tongo's, is dit "bere". Alle oorspronkelijke vrouwelijke energieën die de mens en de natuur nodig heeft om te kunnen groeien en ontwaken liggen dus in deze codes verborgen. Het is dus om mee te puzzelen. De puzzelaar zondigt niet, maar puzzelt. Zij die geen tijd hebben voor het puzzelen worden letterlijk en materialistisch, en dat is dus eigenlijk wat zonde is. Zonde is niet wat de kerk zegt wat zonde is. De kerk heeft alles omgedraaid, maar natuurlijk zijn er wel kruispunten. We zien de mythe van Berit steeds meer werkelijkheid worden. Het christendom die de Germaanse gebieden begon te bezetten stelde de man als absolute heerser over de vrouw aan, en ook in de zin dat de goddelijke moeder meer en meer werd verworpen en gedemoniseerd. Eerst werd het vervangen door een christelijke goddelijke moeder (Maria), en met het protestantisme werd er geheel afgerekend met de godin. In grote woede heeft Berit toen in de buiken van deze mannelijke vrouwenhaters gesneden om deze te vullen met stenen. Deze mannen waren altijd in de waan dat ze sterker waren dan vrouwen en wilden dat in uiterlijke tekens laten zien, als bewijs. Het is een teken van de zondeval in Genesis 3. Maar zij zijn onder de vloek van Berit gekomen, die hun buiken met stenen heeft gevuld, en ze laten die buiken overal zien. Dit is Sodom en Gomorrah, dat de vrouwelijke gevallen engelen niet kunnen nalaten hun billen te laten zien, en mannelijke gevallen engelen niet kunnen nalaten hun buiken te laten zien. Ze laten zien dat ze onder het oordeel zijn. Zij hebben stenen in hun buiken. Zij zijn dag en nacht bezig om hun buiken zo hard te maken dat hun spieren bijna door hun huiden heenbreken. Zij hebben geen tijd meer voor andere dingen. Zij hebben geen spiritualiteit, want zij zijn onder een grote vloek. Die stenen in hun buik zorgen ervoor dat de kanalen van goddelijke visioenen, van goddelijke zintuigen, verstopt raken. Krankzinnigheid is het resultaat. Het woordje BRIDE, bruid, en Brittanië, kwam ook voort vanuit deze godin. Zij verandert water in melk. Haar volgelingen waren de Berserkers, die bedekt waren met de moeder aarde, of zich hadden geverfd met zwarte verf. Zij waren degenen die aan zichzelf waren gestorven in de aarde, zoals de einherjars die door de Germaanse oorlogsgodinnen genaamd de Walkuren opgenomen waren. De walkuren namen de geselecteerde strijders die hard aan zichzelf gestorven waren mee om hen voor te bereiden op de eindstrijd, de Ragnarok. Zij protsten niet in de stad, ze verkochten hun zielen niet. Zij leefden in het verborgene. Sint Brigid leidde de mens weg van de stad tot de kloosters. Zij was de moeder van de moniken en nonnen. Natuurlijk moet dat metaforisch worden opgevat. Wij moeten in geen geval orthodoxe moniken of nonnen worden, maar het is figuurlijk. De kloosterganger trekt zich terug om het goddelijke te zoeken, om zo met zichzelf in het reine te komen. Dat is wat de hel betekent : het afsterven aan jezelf, en dit gebeurt in het verborgene, oftewel in Berit, de zuidelijke nicht van Hel, in de onthechting, in het loskomen van het materialisme. 4.9 - De Decodering en Verbreking van het Krishna Zegel In orthodoxe, letterlijke zin zijn religies verwerpelijk en onzin. Het zijn slechts allegorieën die je metaforisch op je leven kan toepassen. Het zijn de archetypische talen van de voorouders waarin diepere betekenissen, de metanatuur, gecodeerd liggen. Wij hebben de mythische laag van zulke sprookjes dus wel nodig, juist omdat de filosofische principes hierin verborgen liggen. Het kon en kan niet zomaar open en bloot tot ons gezonden worden. In gevaarlijke tijden zoals deze kan een boodschap alleen maar veilig overgezonden worden wanneer het "encrypted" is. Cryptiek is de taal

van een leger in oorlogstijd. In die zin krijgen religie en mythe ineens weer heel veel zin, en worden ze zelfs onmisbaar. Vandaar dat ik altijd een haat-liefde relatie heb gehad met religie. Het orthodoxe is dus nog ergens voor nodig, maar dit moet zich spiegelen in de esoterie, want op zichzelf is het een zinkend schip. Alles moet gerecycled worden. De nacht is er om aan het zelf af te sterven, aan alle misleidende zintuigen waarmee een mens in de aardse gevangenis geboren wordt. Deze valse zintuigen waren gegeven om de mens vast te houden in de staat van onbewustzijn, zodat de mens niet zou kunnen ontsnappen. De mens moest namelijk deze matrix dienen. Daarom is de nacht dus belangrijk, waarin een mens hiervan kan loskomen, om de zintuigen van het hogere bewustzijn te ontvangen. In de nacht wordt al het andere even lamgelegd, zodat er geen inmeng is. Vandaar dat ook de islamieten zich richten op de nacht, en wachten op die ene majestueuze nacht waarin de engelen neerdalen. Dit is een voortzetting van het veel oudere, originele Aramese christendom waarin wat nu "het ontvangen van de heilige geest" heet gewoon het ingaan van de nacht was, het wachten op de nacht. Alles moet eerst "afsterven" om opnieuw geboren te worden. Dit waren al oude Egyptische termen, en de nacht was een beeld van de paradijselijke grond, de moeder aarde waarin een mens wedergeboren kon worden, door met haar bedekt te zijn. Hier is al veel over gesproken. Het leidt helemaal terug de tijd in tot het oude hindoeisme, waar Krishna, een alter-ego of avatar van de hoofdgod, Vishnu, niets anders betekent dan "nacht", KRSNE, als een principe wat steeds meer vermannelijkt werd. Vishnu is een sanskrit principe van alles doordringen in de diepte. Het bewustzijn van de mens is maar een druppel vallende in een zee van vuur, dus het bewustzijn van de mens zegt helemaal niets. Je bent niet wat je denkt dat je bent. In de aardse matrix krijgt iedereen een identiteit opgelegd, en ben je een man, een vrouw of een dier, en moet je je volgens een bepaalde opgelegde code zo gedragen. Allemaal onzin, allemaal gevangenisjukken, dwangbuizen. Wanneer de mens de nacht ingaat, in het onderbewuste, is de mens iets heel anders. Mannen worden vrouwen, vrouwen worden mannen, dieren worden mensen, en mensen worden dieren. De mens is niet zuiver mannelijk of zuiver vrouwelijk. Er wordt de mens een rad voor de ogen gedraaid. Daarom is vlees eten ook onethisch, wat zelfs de bijbel in Jesaja 66 toegeeft dat wie een stier eet een mens eet. Het is puur kannibalisme. Dieren zijn ook mensen. Als je in de ogen van een dier kijkt en niet ziet dat het ook een levend wezen is met diepte, dan is het bedrog heer en meester over je. Man en vrouw zijn principes die zich in een ieder bevinden, en de mens moet leren tussen deze twee polen te vibreren. De mens is een dualiteit, een omniteit zelfs. Daarom is Shiva in het hindoeisme ook zo belangrijk, niet als mannelijke god, maar als principe. Shiva betekent namelijk emancipatie in het Sanskrit. Emancipeer en laat anderen ook emanciperen, want dat wat je een ander aandoet, doe je jezelf aan. In het hindoeisme zijn vier hoofdstromingen : Vishnuisme - waar alles draait om Vishnu (en zijn tien incarnaties), het gaan in de diepte Shivaisme - waar alles draait om Shiva, de emancipatie, het loskomen door ascetisme Shaktisme - waar alles draait om Shakti, de moeder godin in haar vele vormen Smartisme - het veelgodendom In orthodoxe, letterlijke zin zijn deze religies waardeloos, maar esoterisch gezien zijn ze interessant voor de principes waarvoor ze staan. Daarom is één van de hoofd-principes van het sikhisme, een andere religie van India (Noord India) : "soms vallen we het (een religie) aan, soms accepteren we het". Dat is dus een belangrijke dualistische sleutel hoe om te gaan met religie. Ook in het hindoeisme moet er een grote reformatie komen. Er liggen daar veel gnostische schatten opgeborgen. Interessant is buiten de geeikte paadjes om te gaan : de verborgen godinnen van de Bhagavad Gita bijvoorbeeld, zoals ANANJANA, BG 12:6-7 : Maar voor hen die Mij vereren, die al hun activiteiten aan Mij wijden, die Mij met onverdeelde aandacht (ANANJANA) toegewijd zijn, die devotionele dienst aan Mij verrichten en voortdurend op Mij mediteren door hun geest op Mij te richten, voor hen, o zoon van P?tha, ben Ik degene die hen zeer snel uit de oceaan van geboorte en dood bevrijd.

Ananjana betekent met onverdeelde aandacht, zonder compromis, onveranderlijke trouw. Zij wordt ook wel "de duistere wildernis godin van de grotten" genoemd in de gnosis, wat natuurlijk figuurlijk is. 4.10 - De Gnostische Schoonheid van de Ananjana - Het Pad Tot en Door de Nacht Uit de Bhagavad Gita (BG) 5-14 : Mensen met weinig intelligentie vereren de halfgoden en de vruchten die ze ontvangen zijn beperkt en tijdelijk. Zij die de halfgoden vereren gaan naar de planeten van de halfgoden, maar Mijn toegewijden bereiken uiteindelijk Mijn allerhoogste planeet. Voor dwazen en onintelligente personen ben Ik nooit zichtbaar; voor hen ben ik verhuld door Mijn interne vermogen. Door alle poorten van de zintuigen te sluiten, de geest op het hart te concentreren, raakt men verankerd. Deze kennis is de koning van alle onderricht, het geheimste van alle geheimen. Ze is de zuiverste kennis en omdat ze door bewustwording rechtstreeks inzicht geeft in het zelf, is ze de vervolmaking van religie. Ze is onvergankelijk en wordt met plezier beoefend. Ik ben de Superziel, o Arjuna, die zich in het hart van alle levende wezens bevindt. Ik ben het begin, het midden en het einde van alle wezens. (Vgl. christendom. Christendom is dus niet uniek, maar nam het uit het hindoeisme en paste het op zichzelf toe) Van geheime dingen ben Ik de stilte en Ik ben de wijsheid van de wijzen. O machtige overwinnaar van vijanden, Mijn goddelijke manifestaties zijn oneindig. De Allerhoogste Persoonlijkheid Gods zei: Mijn beste Arjuna, o zoon van P?tha, aanschouw nu Mijn volheden, honderdduizenden verschillende goddelijke en veelkleurige gedaanten. (Maakt korte metten met de belachelijke monopolistische eenzijdigheid van het christendom) Aanschouw de vele wonderbaarlijke dingen die niemand ooit eerder gezien of gehoord heeft. (Voortgaande openbaring) Maar met de ogen die je nu hebt, kun je Me niet zien. Daarom geef Ik je goddelijke ogen. Aanschouw Mijn mystieke volheid! Mijn dierbare Arjuna, alleen door onverdeelde devotionele dienst (ANANJANA, verborgen godin van de BG, 11.54, komt ook voor in 12:6-7) kan Ik worden gekend zoals Ik ben, zoals Ik hier voor je sta, en kan Ik rechtstreeks worden gezien. Alleen op deze manier kun je doordringen in de mysteries van het begrijpen van Mij. (ANANJANA = zonder vermengd te zijn met resultaatgehechte activiteiten of speculatieve kennis, het pad tot de majestueuze nacht (KRSNE), de schatkamer van de oneindige kennis.) Degenen met de visie der eeuwigheid, kunnen zien dat de onvergankelijke ziel transcendentaal is en eeuwig en dat ze ontstegen is aan de hoedanigheden van de materiële natuur. Ondanks haar contact met het materiële lichaam, o Arjuna, doet de ziel niets en raakt ze nooit verstrikt. (Natuurlijk betekent dit geen kruisloos leven, integendeel, maar het betekent het loskomen van de zonde en de leugens van het lagere aardse) Door gegrond te raken in deze kennis, kan men dezelfde transcendentale zijnstoestand bereiken als die van Mij. Wie daarin gevestigd raakt, wordt niet geboren op het moment van de schepping en raakt niet verstoord wanneer alles wordt vernietigd. O zondeloze, de hoedanigheid goedheid, die zuiverder is dan de andere twee, is verlichtend en bevrijdt iemand van de karmische reacties op zijn zonden. Zij die zich in deze hoedanigheid bevinden, raken geconditioneerd door een gevoel van geluk en kennis. De hoedanigheid onwetendheid, die iemands kennis versluiert, bindt iemand aan waanzin. De aanwezigheid van de hoedanigheid goedheid kan worden ervaren wanneer alle poorten van het lichaam door kennis worden verlicht. Wanneer de hoedanigheid onwetendheid toeneemt, o zoon van Kuru, worden waanzin en illusie zichtbaar. Wie (aan zichzelf) sterft in de hoedanigheid goedheid, bereikt de zuivere, hogere planeten van de

grote wijzen (door astrale reizen). Uit de hoedanigheid goedheid komt werkelijke kennis voort. En Ik ben de basis van het onpersoonlijk Brahman (Het Hogere Zelf), dat onsterfelijk, onvergankelijk en eeuwig is en dat de wezensstaat is van de allerhoogste vreugde. 4.11 - Het Jongetje op de Toren De Erina is een vervolg op het Eeuwig Evangelie binnen de Tweede Bijbel die de Orion Chip bespreekt. Deze chip is belangrijk om alle Orion golven die op de aarde worden geprojecteerd te balanceren, en de negatieve energie te transformeren : Onderdeel 6. Factor Z. Het vervormen van de aardse code. Hier komt het absurdisme dus soms om de hoek kijken. Absurdisme moet goed gebalanceerd zijn, en goed gedoseerd, dus niet teveel en niet te weinig. Een aantal jaren geleden ging hierover een brief door ons netwerk. De brief ging over een droom over de Erina, dat het een tussenschakel was in de reis uit de aardse canon-gevangenis, en besprak de noodzaak van onthechting, anders blijf je in cirkeltjes gaan. Toen stond er : "Ik moet zoeken naar de juiste verhoudingen, hoe die geloven/geschriften in verhouding tot elkaar moeten werken, en hoe ze moeten plaats maken voor nieuwe informatie. Die nieuwe informatie geeft dan weer feedback in de vorm dat die oude boeken zich gaan openen, dus die boeken blijven gewoon belangrijk. Ik zie die boeken en ook die thrillers enzo als sieraden van het lijden, als juwelen in onze wapenen. Door een bepaalde code herbergen ze de energie die nodig is om de wapenen te laten werken. Telkens komen er weer verschuivingen als er nieuwe boeken komen, omdat we van level naar level gaan. Die boeken zijn nodig om ons onsterfelijk lichaam te bouwen in de geest, maar dit lichaam zal zich wel steeds dieper moeten transformeren/ verfijnen. dan is het harde leven in ieder geval toch nog ergens goed voor. Ik ben maar gewoon een trouwe channel voor al die hogere energieen. Ik kan het absoluut niet sturen. En dat is maar goed ook, want verstandelijk kan ik het ook niet altijd volgen. Wel weet ik dat het een bepaalde code is die ons uit de oude code, die van de canon op allerlei vlak, moet halen. Ik heb voor mezelf geworsteld met het begrip 'tragiek', heb er ook over geschreven om het in goede banen proberen te leiden. Weer kwam ik op onthechting en verlichting om er op een andere manier tegen aan te kijken, maar het blijft moeilijk. als we proberen door te dringen in 4d, 5d, 6d etcetera is het goed om relaties met zulke wezens aan te gaan, zodat ze ons kunnen integreren, maar vaste relaties in die zone benauwen me ook. Ik wil vrij zijn, en verder reizen, en niet wegzinken in zogenaamd 'geestelijk materialisme'. We moeten ook onthecht raken aan de geestelijke dingen en naar de nog diepere werelden van de geest gaan, om vervolgens weer te vertrekken. we gaan van station naar station. Ik zaai mijn zaadjes en vertrek weer. Ik wil niet blootgesteld raken aan allerlei geestelijk ouderschap in bepaalde dimensies. Ik heb het geheel op het oog. We zitten ergens bevroren in de tijd. Alles gaat zo langzaam, en toch kan en wil ik niet sneller. Alles om ons heen is een code om ons vast te houden in de aardse canon. De manier waarop dingen bewegen, de verhoudingen van kleuren, etcetera etcetera, het is tot in de kleinste details uitgedacht om ons niet te laten ontsnappen. De manier waarop licht en geluid werkt is één groot hi-tech gevangenis-implantaat, en toch kunnen we niet zonder. Daarom zijn die boeken ook zo belangrijk om stap voor stap die code te veranderen. Ik word niet blij van de dingen om me heen. als ik ergens lol in denk te hebben, dan moet ik later tot de conclusie komen dat het me gebonden heeft, maar ja, we gaan van gebondenheid tot gebondenheid, en de dingen werken natuurlijk aan twee kanten. Maar ik wil gewoon op het hoogst mogelijke niveau leven, op de juiste manier met de dingen om

me heen omgaan, in juiste verhouding." En dan worden de voorwaardes voor het absurdisme besproken. (De Tweede Bijbel staat ook vol met absurdisme, om de code te verbreken, maar dit absurdisme is goed beteugeld.) "Hier even een vervolg op de vorige info. Het gaat over mijn dromen van de afgelopen tijd, die naar een bepaalde richting heenwijzen. Het pad gaat eigenlijk over 3 punten : lijden, onthechting en trance of extase. Het lijden is het doel niet, en ook onthechting niet. Het lijden moet tot onthechting leiden, anders heeft het lijden al helemaal geen zin. trance is het doel van de onthechting in die zin dat het ons met andere werelden verbindt, als een soort oplossing van al het racisme. lijden is op zich een doodlopende weg en moet overgaan in onthechting, en onthechting is op zich ook een doodlopende weg, maar moet overgaan in trance/extase (niet in hedonistische zin, maar als middel om verbonden te worden met andere werelden dus). In dit drie-stappen-plan zijn veel valstrikken. de doods-kracht (zwart) moet juist gedoseerd worden. De doods-kracht kan het pad van het lijden namelijk uitdoven, op een laag pitje brengen of in een extreem brengen, allemaal door verkeerd gebruik van de zwarte vibratie. overgebruik zien we terug in de zwarte sm bijvoorbeeld en in de alto-beweging. Bruin is de vibratie van het lijden, en (meer nog) rood, en dit moet op het juiste moment overgaan in onthechting (blauw, wit). Zwart kan hierin dus een stokje steken, door het lijden vroegtijdig af te breken, en vervroegde en al dan niet corrupte onthechting te geven. Dit kan dan weer leiden tot valse trance, vroegtijdig opgewekt door bijvoorbeeld drugs. Als de drie punten goed met elkaar samenwerken, dan kunnen de op zich zware punten van lijden en onthechting door de trance en extase getransformeerd worden, min of meer. Dan wordt het dus een soort booster, een soort springkussen. het lijden heeft een bepaalde eis, en ook de onthechting, maar als de maat hierin vol is, dan kan trance het roer overnemen, de nieuwe vibratie tot het openen van andere realiteiten. Ik vind het christendom een kromme manier van lijden, en het boeddhisme een kromme manier van onthechten, en alles er omheen is een kromme manier van trance en extase. zodra er een goede balans is opgesteld, een goede hierarchie, een goede volgorde, een goede chronologie kan er transformatie in dit stelsel plaatsvinden. I - Ascetisme/lijden II - Hermitisme/onthechting III - Surrealisme/trance/extase - IRRATIONALISME Dit kan natuurlijk nog anders geformuleerd worden. De ratio, oftewel het verstand, is hierin gevaarlijk. Het verstand geeft namelijk telkens vibraties af die ons in de problemen brengen. Het gaat altijd volgens een bepaalde code, die al helemaal niet logisch is, omdat het verstand gewoon een optelsom is van geweten, gevoel en geheugen, waar nogal wat aan mankeert. De irratio werkt vanuit onuitputtelijk overzicht, vanuit het hogere, opgewekt door trance en extase. Ik kreeg in één zo'n droom een pak waar die drie dingen in juiste verhouding ingebouwd waren, en ik werd in een diepe put gekletterd, maar het mooie was dat ik door de lucht zelf er weer uit werd gewipt. Ik denk dat de Orientaalse energie (Japan, India e.d.) een grote creativiteit heeft door het gebruik van deze drie punten, maar dan wel corrupt. Ik denk dat ze zowiezo op punt 3 gefocussed zijn, en dit vaak proberen te behalen door extreem ascetisme en extreme onthechting. Het is cryptisch volk, maar door extreme vormen worden vaak de andere gebieden van hetzelfde punt buitengesloten. Het

vertikale, als een snelweg naar de hemel, en dan het horizontale dat door variatie dingen met elkaar verbindt vergeten. Diepgang kan dus gevaarlijk zijn, want het kan poorten sluiten voor integratie. Het wiel is dus een belangrijk punt, maar kan ook weer andere dingen buitensluiten. De irratio is een gele vibratie, maar komt tot z'n recht in gebalanceerd rood en blauw, en natuurlijk andere kleuren. Dan kan de transformatie beginnen. Punt is : hebben we genoeg verf op al die gebieden om een goede mix te maken ? Voordat we ons richten op nog meer zwaar lijden en zware onthechting moeten we in het verleden kijken of we die strepen misschien al niet gehad hebben. In het lijden en in het onthechten kun je soms zo vastlopen dat je geen kracht meer heb om je te verzetten, en dan wordt je weer met één of andere zware storm meegezogen, terug naar af. We moeten juist op zo'n moment overschakelen naar extase en trance, even het lijden en de onthechting laten wat het is, en gewoon deelhebben aan de transformatie, die veel dieper gaat dan lijden en onthechting ooit kunnen gaan." Tot zover de rondgezonden brief. Ik wilde hierbij opmerken dat waar absurdisme uit evenwicht gaat en geen fundamenten meer heeft, daar ontstaat Toronto, hedonisme. De aardse, valse ratio en valse logica moet dus verbroken worden door de IRRATIO, die dus de hogere ratio is, de gnosis. Dit is een veel grotere intelligentie, maar lagere geesten kunnen dat niet oppikken. Er is dus wel een heel kien mechanisme in het absurdisme. Het is de bedoeling langs al het aardse heen te leven en tot de ware realiteit te komen, het hogere bewustzijn. Het "langs alles heenleven" is ook een Eeuwig Evangelie term. De aardse ratio is tegelijkertijd de valse irratio en het valse absurdisme, omdat er fundamenten missen. De computer heeft niet de nodige bestanddelen. Het is dus een soort drilpudding-realiteit. Het zijn waterhoofden. Vandaar dat die code dan heel subtiel verbroken moet worden door heel subtiel er iets anders van te maken, want het kan gewoon niet rechtstreeks, en dat is ook de boodschap van de Vur : Het gaat om het cirkelen, om de subtiliteit, de diepgang. Je kunt niet zomaar met de botte bijl op dingen in gaan hakken. Dan komt alles tegen je, en je hebt al genoeg tegen je. Wijsheid is oorlogs-strategie, als her-interpretatie. Blijf decoderen, blijf doorvertalen. Factor Z, wat staat voor "Factory Zero", Fabriek Nul, is als een projectie van Orion op aarde. De Tweede Bijbel maakt duidelijk dat Rotterdam in de gaten gehouden moet worden. Er zijn daar Orionse implantaties gedaan om de aarde te helpen. Er staat een buitenaards jongetje op een Rotterdamse torentop (In plaats van de gewoonlijkse haan), die telkens in allerlei dingen veranderd. Het is als een soort standbeeld. Hij kan in een konijn veranderen om "dom" en "doof" te zijn naar de aardse systemen die hem proberen te programmeren. Probeer contact te maken met deze buitenaardse installatie in Rotterdam. Het is een belangrijk schild, wat zich dan ook in jezelf kan downloaden. Wie is dat jongetje en hoe kwam hij daar ? Het heeft iets te maken met dit poetisch-absurdistische verhaal, een metaforische fabel : The Secret of the Apple People The guards of the witch were in the city, there where the king lived on a hill. They came to bring the spell. Everyone of the city would soon turn into stone. The watchers of the witch knocked on all the doors, and stuck a piece of paper on the doors. The witch would not change her mind. Slowly the people turned into stone. The king was in panic. He called for his advicers, but none of them knew what to do. There was nothing they could do. But soon someone read in an old book that only the apple people would have a solution to it. They would have the power to break the spell. But no one knew where such apple people would live. The guards of the king brought the news into the city, and asked if anyone knew where the apple people would live. An old woman told them that the apple people were locked up under the castle of the witch. The king sent some guards to the castle of the witch to get them out. After long searching they found the apple people living there in the underground. They were beautiful. But they lived there chained and in cages. Suddenly the witch showed up and struck the guards of the king by lightening. Some turned into stone, while others could run away. They went back to the king and told him how beautiful the apple people were. Again the king sent

them back to the castle. But the guards of the witch had overguarded the castle now. They were all marching with their swords and spears, like knights, doing strange dances. It brought fear into the hearts of the guards of the king, but when they got back to the king, the king got very mad. ‘Get me the apple people, or we will all turn into stone too soon. We have not much time.’ Although the guards of the king were already of stone, they could still move, but everything got slower. The king was shouting, and soon they went back to the castle again, and waged a war against the watchers of the witch. One of them could enter the castle, and ran to the underground. He still knew the way. But soon the witch stood before him. ‘Please witch, have mercy on us,’ he wept. But the witch chained him also. Soon he was among the apple people, and had to do a lot of slavery. He realized that he was changing into an apple man himself. One day a friendly watcher of the witch set him free. He didn’t know why, but he just enjoyed and accepted his freedom. He ran back to the city, and to the king. They were all of stone now, but as soon as he touched them they could move. They became juicy again, but soon they were soft as water and started to stream towards the sea. It was like there was another curse on them. The apple man started to read in the books if he could find anything about that, and finally he read that only a golden apple would be able to break the spell. He took some goldpaint and painted himself. But nothing happened. The people were still melting, and becoming like the waves. The apple man decided to return to the castle of the witch. When she saw him she was shocked and screamed : ‘You have found the secret.’ The witch turned into a flame, and soon the castle was also melting, and the apple people became free, and many of the watchers of the witch. The sea however was growing bigger, so they all went towards the hill of the king where they would be safe. On this hill they built a boat, and the golden apple man became their king. Zie of je de sleutel kunt vinden, en in contact kunt komen met het jongetje op de toren. Hij trekt gekke bekken en zal niet met je meepraten, maar zal je mee willen nemen naar een andere wereld, een andere manier van denken en kijken. Alhoewel hij in de stad Rotterdam staat is hij dus NIET aards stads. Hij is sprookjesachtig en doet absurd. Hij is NIET gelijkvormig aan de stad. Hij is geen protser of "popie jopie", maar hij kan wel verschrikkelijk opscheppen (niet over aardse dingen dus). Het is geen materialist. Het jongetje op de toren functioneert als een buitenaardse wegwijzer. Op de Veluwe aan het Veluwemeer is ook zo'n mannetje. Dat is ook een wegwijzer, en ook een Orion installatie, voor op de Bible Belt van Nederland. Het is een mannetje met een cowboyhoed op. In de Veluwse dorpjes en stadjes zitten de mensen opgesloten in het orthodoxe christelijke geloof, en het mannetje probeert hen dan weg te lokken naar de bossen om vrij te komen, en naar het Veluwemeer om hen daar te brengen naar een schip genaamd "The High Tide", vertaald : de Vloedgolf. Dat schip gaat ook langs Rotterdam tot het jongetje op de toren, zodat degene die uit de kerk-gevangenis is ontsnapt daardoor verder kunnen ontsnappen. Het zijn dus twee portalen. Onderdeel 7. Andromeda Andromeda is een sterrenconstellatie, als onderdeel van de Orion-chip, om het zoete te balanceren. Het is een bron van insuline, maar ook het ware, natuurlijke zoete. Er zijn een heleboel wetten verbonden aan het zoete. Teveel zoet is niet goed. 4.12 - Het Andromeda Enigma De vrouw is geen persoon, maar een principe. Dit principe ligt in iedereen, als het principe van kennis en schepping. De man is ook geen persoon, maar een principe. Het is de receptor. De vrouw is een beeld van het goddelijke, en de man is een beeld van de ontvanger van het goddelijke. Dit zijn twee principes in ieder mens. Het bewustzijn van de mens is maar een druppel die valt op een gloeiende plaat. De matrix zingt mensen in slaap, om ze te doen geloven dat ze of man of vrouw zijn, of mens of dier. Daarom moet de wand van de matrix doorbroken worden, en moet de mens terugkeren tot de buitenaardse realiteit in de macrocosmos. De aarde is in die zin de microcosmos,

als het raadsel van de macrocosmos. Waar komt in Afrikaans-Orionse termen de Jezus-betovering vandaan ? In het Afrikaanse Orion is er een godin genaamd Jèsoe, de godin van de jacht, visserij en kennis. De jacht is metaforisch en demonologisch. Haar moeder, de godin van oorlog, jacht en wijsheid is genaamd Ajawoe. Door de Orionse Arcturus-lens werd dit vervormd en vermannelijkt op de aarde ingestraald als "Jezus en Jahweh". Deze twee woorden zijn niet van de aarde weg te branden. Het zit te vast en te diep. Als je denkt dat dit komt omdat de christenen zo verschrikkelijk stijfkoppig zijn dan is dat slechts een deelwaarheid. In elke christen zit een Orions-Afrikaanse entiteit die alleen maar naar buiten komt via de Arcturus-lens, dus alles wat de Orions-Afrikaanse entiteit zegt wordt verdraaid. Iedere christen is dus een Arcturus-bot, als een natuur-verschijnsel. Dan kun je er wel hard op blijven rammen, maar je moet de technologie kennen. Het christendom is dus een technisch probleem veroorzaakt door de Arcturus-lens. Johannes 16 12 Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen; 13 doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid. 7Doch Ik zeg u de waarheid: Het is beter voor u, dat Ik heenga. Want indien Ik niet heenga, kan de Trooster niet tot u komen, maar indien Ik heenga, zal Ik Hem tot u zenden. Johannes 15 26 Wanneer de Trooster komt, die Ik u zenden zal van de Vader, de Geest der Waarheid, die van de Vader uitgaat, zal deze van Mij getuigen; 27 en gij moet ook getuigen, want gij zijt van het begin aan met Mij. Dit wordt in de moslim wereld vaak geïnterpreteerd als de komst van Mohammed die de weg leidt tot Allah. Allah is de Arabische term voor God en werd al in het oude Aramees gebruikt, de moedertaal van het Hebreeuws. Ook dit heeft Orions-Afrikaanse wortels, namelijk in de godin Oeloe, de godin van de wet, het recht, de communicatie, de godin van educatie, het Woord, de Weg, de Brug. Haar symbolen zijn de ibis en de schorpioen, wat ook gelinkt is aan het oude Egypte, aan Thoth, het Woord, de Logos, de ibisgodin die achter en boven alles is, en aan Serket, de schorpioengodin, de godin van de natuur, medicijnen en de vruchtbaarheid. Oeloe is de oerkracht achter het kruis en dat wat christenen "de Heilige Geest" noemen, als een brug, een weg. Zowel de christenen als de moslims houden dus "deel-waarheden" vast. Deze oerkrachten zijn dus heel zwaar door de Arcturus-lens op de aarde geprojecteerd als zijnde de macht van het christendom en de islam, van het OT (Ajawoe), het NT (Jesoe) en de Koran (Oeloe). De mens moet dus aan de andere kant van de Arcturus-lens komen. Hoe kan dit gebeuren ? Het antwoord hierop is : door Andromeda, het zevende onderdeel van de Orion-chip. Andromeda is namelijk het sterrenbeeld van de vogels, van het boven alles uitstijgen, de ibis. Andromeda is daarom ook de lift door Orion en die zin essentieel om tot ascensie te komen in Orion. In dromen over Andromeda vele jaren geleden werden er Andromedische ruimteschepen vertoond in de vorm van vogels. In de woestijnen op Andromeda waren er de zogenaamde "Andromedische Disc-Warriors" die toegerust waren met de hi-tech van vogels, en ook dashboards in hun ogen hadden ingebouwd, als de thermo-nucleaire visuele capaciteiten van vogels. De ibis is de heilige graal van de vogels. Andromeda komt uit de Griekse mythologie. Zij zou geofferd worden aan een zeemonster, en was al aan de rotsen geketend. Zij werd bevrijd door Perseus, die het hoofd van Medusa had waarmee hij alles kon verstenen. Andromeda was ook uitgehuwelijkt, als een beeld van het zeemonster, maar Perseus redde haar ook van de uithuwelijking, en versteende hen die haar dat aan wilden doen. In die zin steeg Andromeda dus boven haar gebondenheden uit, en werd ze door Zeus aan de sterrenhemel geplaatst als een sterrenbeeld. 4.13 - Pilaren van de Orions-Afrikaanse Mythologie Wat was er precies gaande een paar eeuwen na het christendom toen Mohammed in een grot de

eerste Openbaringen van de Koran begon te ontvangen ? Hij probeerde er van weg te rennen, en hij heeft momenten van grote angst gekend. Het was niet te stoppen wat door begon te komen. Wat was hier precies aan de hand ? Duidelijk hebben we te maken met een buitenaards portaal wat geopend werd, en werd de buitenaardse druk gesplitst door de Arcturus lens, zodat het nogal een moeilijke puzzel is. Sommige dingen waren inderdaad nodig, zoals de benadrukking van de hulp aan de armen, wat een thema is wat telkens weer terugkeert in de Koran. Er ligt een prachtige esoterie in verborgen, maar de orthodoxe, letterlijke benadering kent geen heil. Hoe dan ook moet dit portaal ontcijferd worden. Ook dit heeft te maken met de buitenaardse Orions-Afrikaanse druk op de aarde, die toen werd vervormd en vermannelijkt door de Arcturus-lens. De Andromedaenergie breekt door deze lens heen, om terug te komen tot het Orionse Afrika, een reusachtig gebied. Dit is een vergevorderde samenleving die teruggekeerd is tot de natuur. Het is hoogfilosofisch en metaforisch, als de overwinning over het letterlijke. Zij zijn aan de andere kant van de Arcturus-lens gekomen. Het is iets van de toekomst. De aarde zal over het Andromeda-pad door de Arcturus-lens terug moeten gaan tot de Orionse oorsprong. Voor de vierde pilaar van de Orions-Afrikaanse religie (bio-technologische, metaforische filosofie) "moeten" we onze aandacht richten op Mohammed. Het daadwerkelijke bestaan van zowel Jezus als Mohammed wordt in twijfel getrokken. Als er personen waren geweest met enige gelijkenis hiermee, dan zijn er in ieder geval heel veel legendes omheen gevormd die weer terug te voeren zijn tot oudere mythes. Het is en blijft mythologie die een sleutel kan zijn op het pad. Er wordt een boodschap in code overgedragen, en die boodschap werd gesplitst door de Arcturus-lens, et voila : de Matrix. Mohammed, oftewel MMED, die het komende oordeel aankondigde over de zonde, de vernietiging van de oude natuur, en de al dan niet goddelijke wet bracht, is een echo van de Egyptische Wet, de MOAD, vaak de godin MA'AT genoemd (MOA, MOET). De mens wordt getest door de veer van MOAT, en als het hart niet door de test heenkomt en niet goed is, dan werd het verslonden door de beestachtige godin "AMOET" (Ammut, Ammit), deels leeuw, deels krokodil, deels nijlpaard. Dan kon de ziel niet verder reizen, en stierf een tweede dood. Het is heel logisch : "zonde blokkeert de mens, en dan moet de mens eerst aan die zonde afsterven om verder te kunnen". Het was dus een soort baarmoeder idee, een soort hel of vagevuur, en deze godin was gevreesd. In de OrionsAfrikaanse mythologie komt de godin AMOET ook voor, als zijnde de heilige controle, de heilige gebondenheid of onweerstaanbaarheid, oftewel het hogere bio-robotisme, een automatische piloot, om zo de mens veilig te houden tegen zonde en bedrog. Dit is dus de Orions-Afrikaanse en Egyptische druk die door de Arcturus-lens werd vervormd tot Mohammed : Orions-Afrikaanse Mythologische pilaren : I - Jèsoe (vgl. Jezus - NT) II - Ajawoe (vgl. Jahweh - OT) III - Oeloe (vgl. Allah - Koran) IV - Amoet (vgl. Mohammed - Koran) Van Amoet heeft de Nederlandse taal ook het woord "moeten", wijzend op de heilige drang. Dit is dus van Orions-Afrikaanse oorsprong. De mens moet onder een hoog-technische controle komen om zo beschermd te zijn tegen hackers en phishers. Als dit niet automatisch gaat dan zal de mens rusteloos blijven, en nooit de eeuwige sabbath ingaan. De mens moet dus wedergeboren worden in de hogere automatische techniek, zoals het lichaam ook deels zo in elkaar steekt. Het zou niet best zijn als het hart van de mens niet automatisch zou kloppen, en wanneer de mens geen automatisch immuunsysteem zou hebben. Automatische techniek, oftewel "auto-techniek" is dus de toekomst. Dit was ook de esoterische leer van Jeremia, Jezus en Paulus, wat ook letterlijk zo in de Westerse bijbel staat, maar de pinkstergemeente is daar nooit echt open voor geweest, en is daarom ook altijd verdeeld gebleven. De hogere techniek vernietigd het ego, en daar willen ze gewoon niet vanaf. De kennis heeft zich in het begin al razend opgesteld, razende om alles te bouwen wat nodig was.

De kennis had geen limieten, en maakte een oplossing voor alles, gewoon door door te denken, door te bouwen, en tot de beste oplossing te komen. Het is het logische gevolg van de evolutie, waarin alles is, en waarin tijd slechts een ondergeschikte rol speelt in het laten zien van deze tussenstappen. De kennis heeft altijd al bestaan en zal altijd bestaan, en is altijd op het toppunt van het kunnen geweest. Ook alle anti-kennis en valse kennis kreeg hierin een plaats, door het draaien van de posities, van de combinaties en de hiërarchieën. De ultieme kennis kan zo gezien worden als een piramide. In de top past alles en is alles opgelost. De driehoek van kennis is een driehoek van auto-techniek. Auto betekent zelf in het Grieks, en staat ook voor 'automatisch', 'vanuit zichzelf'. De kennis is al beschikbaar. Die ligt voor de mens opgeslagen in het heelal. De kennis, de Jèsoe in het Orions-Afrikaans, is het centrum van de driehoek, waar de andere drie punten uit voort komen, vandaar dat "Jèsoe" de basis is die zich op drie manieren uit. Het is een vrouwelijk woord, geen persoon. Het is maar een taal, zoals "yeshuwah" een vrouwelijk Hebreeuws zelfstandig naamwoord is voor overwinning en redding, wat al werd gebruikt door Jakob, Mozes en David in het OT. Terecht werd er in het OT gezegd dat de weg tot "redding" de wijsheid is, de sophia in de Septuagint, ook voornamelijk in het boek "Wijsheid van Salomo", wat ze in modernere bijbels eruit hebben gelaten. In het originele Aramees was het hele Jezus-verhaal ook een uiteenzetting van het baarmoeder principe. Er worden in het Westen dus dingen voor de mens achtergehouden in de Westerse matrix. Op aarde leidt alles terug tot de Egyptologie omtrend de godin Isis als een direct portaal tot Orion, en het Afrikaanse Orion, tot het Jèsoe principe van kennis (gnosis, Grieks ; Vur, Amazonisch). Op aarde zien we de kannibalistische Christus-cultus waarin de mens gered wordt door het eten van de afgod (zijn vlees eten en zijn bloed drinken). Wij moeten klaarkomen met dat plaatje. Het is al zo oud als de wereld zelf, want ook in het oudere Mithraïsme gebeurde dat al. Het bloed van Jezus is één van de stokpaardjes in de kerk waarop de kinderen spelen. Moet het echt allemaal zo gruwelijk ? Moet dat dan telkens weer genoemd worden ? Het is een technisch probleem, een technische storing, door de Arcturus lens. Het pad lag al in de Aramees-Hebreeuwse teksten waarin het bloedoffer slechts iets symbolisch was van de mens die zijn valse zelf aflegt. Het bloed leidt helemaal terug tot de rode zon, de ten, een oud Egyptisch beeld van de schorpioenen-godin, de baarmoeder. De baarmoeder vormt het kind, en snijdt het kwaad weg. Voor zover het kwaad blijft gebruikt de baarmoeder het om het kind te vormen. Het is het geboorte-bloed. De moeder is geen moordenaar. De dood is een metafoor, iets wat vooraf gaat aan de geboorte. Rood is de kleur van het verhaal. Het bloed heeft te maken met de geboorte van de rode zon die hiervoor elke nacht "sterft". Het zijn slechts dynamieken, en zeker niet iets om lullig over te doen zoals in het christendom. Het christendom is pure horror, en houdt de wereld ondergedompeld in pure horror met hun gezwets. Het is een sluier in de tempel, de Arcturus-lens waar we even doorheen moeten. De aardse religie is in evolutie op het pad van Andromeda, tot de Orionse zijde van de Aracturuslens, aan de andere kant. Dans op de lens. 4.14 - De Riem der Waarheid De druk van Afrika-Orion werd door de Arcturus-prisma vervormd tot Mohammed en zijn boek, als een code. Daarvoor was door dezelfde druk al het christendom ontstaan. Na het christendom ontbraken er nog een paar elementen, en die konden niet rechtstreeks geïmplanteerd worden, maar door een spiegel, de islam. Als het rechtstreeks tot de aarde zou zijn gekomen, dan zou het de aarde hebben verwoest. Dit is ook de boodschap van de Vur : "Het kàn niet rechtstreeks." De mensheid had een buffer nodig, een gecodeerde protectie-laag, en dat was de islam. De islam betekent "overgave", en dat ontbrak in het christendom, zoals het vandaag nog steeds ontbreekt. De Moeder moest haar tempel beveiligen met cryptiek, zodat indringers uitgezifd zouden worden. De Moeder

creëerde de voorhangsels van het christendom en de islam om de mensheid te testen. De mens moet eerst de leugen verslaan en decoderen, en kan dan pas tot de waarheid komen. De waarheid komt niet rechtstreeks. OELOE, de Orions-Afrikaanse godin achter Allah, de beloofde "Heilige Geest", is het kruis, de brug. Het is een put of brug van botten die geopend werd toen de Koran als een spiegel tot de aarde kwam. Het is de brug of put van OELOE. De mensheid moest namelijk "aan het kruis" om verder te komen. De mens moest geisoleerd worden van de afgod, en daarom had Allah ook geen kinderen. Dit gebeurde ook met Jezus aan het kruis dat God hem verliet en verstootte. Dit was niet letterlijk, maar metaforisch en kwam terug in de islam. De islam is de echo en de diepte van het kruis, de duisternis van de moeder aarde, het aanbreken van de nacht. De mens kwam in aanraking met de moeder grond, en werd erdoor gecamoufleerd. Dat is ook de Egyptologische diepte van de nacht. De mens moet de onderwereld in. De put of brug van Oeloe leidt helemaal tot Amoet, de robotische implantaties, de autotechniek, waarvan ook de geestelijke gaven een beeld zijn in het christendom. De talenten moeten verbonden zijn aan en bestuurd worden door een hoofd-bron, anders kunnen er fatale fouten gemaakt worden. In de islam spiegelt dit als Mohammed. In het christendom is dit ook verbonden aan het kerstfeest waarin cadeautjes worden gegeven en de geboorte van Jezus wordt gevierd, maar de diepere betekenis van de geestesgaven, een ervaring na of tijdens de pinkster-ervaring, wordt niet standaard besproken. Werk gaat altijd via de robotische chip, gaat altijd via de hogere controle. Voor de mens is dit een absolute "must", het "moeten", wat etymologisch verbonden is aan Amoet. Het robotisme is de bedekkende steen van de pyramide. Het kerstfeest heeft in die zin alleen maar esoterische waarde en geen letterlijke waarde. Het is een abstractie, een variabele, zoals alle andere elementen van het christendom en de islam. Het is een noodzakelijke spiegel om daarmee het Medusamysterie te benaderen. Dit komt ook terug in de Griekse mythe van koning Midas waarbij alles wat hij aanraakte in goud veranderde, zelfs zijn voedsel en zijn kinderen. Daarom moest hij tot de Turkse Pactolus rivier gaan om hier vanaf te komen, wat een beeld is van de spiegel die nodig is om het Medusa geheim te benaderen. Dat is ook het hele idee van het komen tot de nacht, tot de modder, om zo gecamoufleerd te worden. De smetvrees is juist waardoor de mens versteent, de xenophobie, oftewel de afkeer aan het vreemde. De spiegels moeten terugleiden tot het onderliggende bot, in de oudheid een beeld van het "zelf", wat ook gelinkt was aan Orion. Johannes 16 7Doch Ik zeg u de waarheid: Het is beter voor u, dat Ik heenga. Want indien Ik niet heenga, kan de Trooster niet tot u komen, maar indien Ik heenga, zal Ik Hem tot u zenden. 8En als Hij komt, zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel; 9van zonde, omdat zij in Mij niet geloven; 10van gerechtigheid, omdat Ik heenga tot de Vader en gij Mij niet langer ziet; 11van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is. 12Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen; 13doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen. Volgens de moslim theologie gaat dit over de komst van de Koran. De weg tot de volle waarheid wordt hier beloofd. Moslims beschouwen dat ook als de laatste openbaring aan de mensheid, als de afsluitende top van de pyramide. In de wapenrusting van Efeziërs 6 komt dit weer terug : 14 Stelt u dan op, uw lendenen omgord met de waarheid. Het is dus een riem. In het oude Egypte stond de riem van Isis centraal, de Tjet. Dit stond bekend als het bloed van Isis, en dat was menstruatie-bloed, en geboorte-bloed, om de nieuwgeborene tot de hemelse wetten te binden. Door de Jezus-spiegel werd dit helemaal verkeerd voorgesteld. Isis werd vermannelijkt en alle Egyptische wetten werden omgedraaid. Toch hebben wij dus de christelijke spiegel nodig om terug te komen tot het Isis-principe en zo tot Jèsoe, het Orions-Afrikaanse principe van kennis. Het Tjet teken was een geknoopt touw of riem, zoals Jèsoe wijst op Amoet. Jèsoe uit zich in Amoet, zoals Jezus de aandacht richtte op de komende Mohammed.

Het menstruatie-bloed van Isis en het geboortebloed hadden magische eigenschappen, en dit teken werd vaak uitgebeeld als een rood amulet. 4.15 - Het Natuurverschijnsel van de Religieuze Vierschaar Een mens komt metaforisch tot Jèsoe, de Orions-Afrikaanse godin van kennis, als het komen tot een principe, niet als een paswoord-dictatuur. Jèsoe is een abstractie, een variabele, wat wil zeggen dat het telkens een andere waarde kan hebben. Het is flexibel. Het is geen toverwoord, geen vrijkaartje uit de gevangenis zoals in de Jezus-cultus. Het is hard werk, een moeilijke puzzel. Het is werken aan de technologie. Hoe liggen precies de draadjes ? Het is echt niet simpeler dan de rakettechnologie. Gnosis-technologie is een school. Het is dus een voorbeeld om te volgen. Dat in de christelijke apocalypse de wateren in bloed veranderen is gewoon een teken van wedergeboorte, van het opkomen van de rode zon, bron, het geboorte-bloed, en de menstruatie als teken van de vruchtbaarheid. Het is de komst van de Oeloe, op aarde verpakt in de islam. De brug tussen christendom en islam is dus esoterisch van belang. Door de Oeloe, het kruis, de steek van de schorpioen, is er contact met de Jèsoe mogelijk, de hogere oerkennis, het hogere bewustzijn. Dit is een deel van de mens zelf. De mens moet zelf Jèsoe worden, anders heeft het allemaal geen zin. De mens moet zelf veranderen, en geen projectie-spelletjes spelen. In ieder geval moet de mens over het zware Oeloe pad om aan zichzelf te sterven, en klaargemaakt te worden voor de immunologisch-robotische implantaties om hen veilig te houden tegen de misleidingen van demonie. Het zijn de nodige bio-computer-updates van het menselijk lichaam. Zo kan er een poort opengebroken worden waardoor de mens contact krijgt met zijn metafysische zintuigen, om zo in de hogere Orionse realiteit te komen. Dit pad zal de mens niet vernietigen, maar is voor wedergeboorte. De installatie kan stekend zijn als de schorpioen maar is levensreddend. Zo heeft de mens een tegengif en antistof voor de gevaren om de mens heen. Allah is in die zin een groot enigma die hier op wijst. De Orions-Afrikaanse godin Oeloe zit verborgen in de Koran. Het laatste oordeel in de Egyptologie is een allegorie van het volledig verliezen van het geprojecteerde, opgelegde illusie-zelf, en daarin is altijd de ontmoeting met Amoet, die dit bedriegelijke schaduw-zelf verslindt. Amoet heeft altijd het laatste woord, en hierin heeft de mens het robotische nodig, moet de mens machinaal worden, om door de aardse mijnenvelden heen te komen. Vandaar dat de mens niet zomaar aan het Mohammed-enigma kan ontsnappen. Het kind mag niet met het badwater weggegooid worden. De vierschaar Jahweh-Jezus-Allah-Mohammed waarin de aarde is vastgeschroefd zijn noodzakelijke maskers van de grote technologische archetypes van het heelal waartoe de mens moet ontwaken. Zonder maskers en spiegels is de mens nergens, want dan staat de mens blootgesteld aan teveel licht en hitte, omdat de mens het nog niet kan verwerken. De mens heeft filters nodig, tussenstappen. Dat is een belangrijke wet van de metafysische technologie van het heelal. De mens die rechtstreeks het zeewater inrent zal gegrepen worden door een haai. Roekeloosheid gaat dwars tegen kennis en wijsheid in. Techniek is gebouwd op subtiele tussenstappen. De natuur slaat geen stap over. Daarom lijkt alles ook zo lang te duren. In het grote plaatje worden daarom geen fouten gemaakt. De hogere robotica is namelijk perfectie. Alles zal uiteindelijk terugkeren tot de robotische bronnen, en alle schaduwen zullen wegvagen, opgelost worden. De hogere robotica is niet politiek correct en al helemaal niet foutloos naar menselijke maatstaven. De hogere robotica maakt opzettelijk fouten om de menselijke systemen te verbreken, slaat voortdurend gaten in de menselijke etiquette. De hogere robotica brengt verwarring, om zo de hogere orde te laten zien. Je kan de hogere robotica dus inderdaad

betrappen op tegenstrijdigheden, want de hogere robotica is gebaseerd op dualiteiten, zoals de wisselwerking tussen de seizoenen, wat ook een belangrijke basis is in het sikhisme, een monotheïstische religie in Noord-India. Het is voortgekomen uit een mengsel tussen het hindoeïsme en de islam. De vier religieuze superspoken : Jahweh, Jezus, Mohammed, Allah, zijn onbegrepen natuurverschijnselen. De mens moet het leren plaatsen. Wijsheid is de begrijpende factor van de kennis, de decoderende factor, als een loon, waar het Ajawoe principe voor staat in de Orions-Afrikaanse filosofie. De kennis mag alleen ontzegeld worden op de daartoe aangestelde tijd, anders is het beschermende spiegeleffect weg, en dan zou de mens verstenen vanwege het overweldigende. De mens kan dus inderdaad niet zomaar tot Ajawoe komen, want dan zou de mens verblindt worden door het licht. De mens moet groeien in Jèsoe, kennis, en Oeloe, het kruis, de wet. Soms moet de mens leren leven met het niet begrijpen. De mens mag niet grijpgraag worden in de kennis, maar moet zich onderwerpen aan het schoolprincipe. De mens mag niet van de eerste klas naar de vijfde klas springen. Er moet balans komen, zonder dat er stappen worden overgeslagen. Oeloe is daarom een onmisbaar element als school. De mens moet afgeremd worden door het kruis en de wet. De mens kan geen moeder zijn als de mens niet heeft geleerd eerst als een dochter te zijn. Hoofdstuk 5. De China Link Chip 5.1 - De Kaartenbak van het Leven Alle religieuze boeken zijn orakels van opgehoopte voorouderlijke energie ... kan wat moois tussenzitten, maar ook veel rotzooi ... daarom gaat het om goudzoeken in de diepte ... Niet zomaar zonder meer alles letterlijk nemen, want die verhalen zijn van geslacht tot geslacht, van wereldrijk tot wereldrijk overgeleverd, en telkens werden de verhalen veranderd. Het heeft symbolische waarde, maar hoe nu om te gaan met die orakelboeken ? Vroeger op de bijbelschool waren de meningen erover verdeeld. Ik en een vriend van me sloegen soms gewoon de bijbel ergens open en namen dan datgene aan wat we lazen als een soort van hogere boodschap, ook al was het helemaal uit z'n verband gerukt. We waren dus toen al heel cryptisch bezig ermee, en toen kwam ik later in contact met lieden die dat eigenlijk met alles deden, dus ze namen de tekenen om zich heen als serieus. Bijvoorbeeld een zag een blikje op straat liggen van het merk 3ES, en zag dat als een teken dat hij een vriend genaamd Dries moest bellen. Natuurlijk kan inspiratie zo gaan, maar het kan ook heel makkelijk de mist ingaan dat mensen zo obsessief in alles een voorteken zien dat het roekeloos wordt. De gouden sleutel hierin is dus : "wanneer de natuur je zo leidt en inspireert, op z'n tijd", anders zou je helemaal gek worden. Er zijn ook weer andere manieren. Soms moet je ook het materiële geheel laten rusten en naar binnen keren. Dan mag je alle materiële tekens vergeten. Zo mag de mens de dromen rijgen, en dromen mengen. Ik heb ook wel gehad dat ik geinspireerd werd de bijbel open te slaan willekeurig, en dat wat ik dan las precies op mijn situatie sloeg, of zelfs dat ik van te voren wist op welk bijbelvers ik hem zou openslaan. Daar waren ook anderen bij, dus die hoorden mij het boek en versnummer opzeggen en zagen toen met stomme verbazing dat ik hem daar ook opensloeg en mijn vinger erop wees om het

voor te lezen. Dat kan dus allemaal gebeuren, maar dat hoeft natuurlijk niet. En dan zijn er kaartsystemen waarmee mensen dan door ze willekeurig te leggen inzicht proberen te krijgen in het leven. Kaarten zijn natuurlijk symbolen en dynamieken van het leven om dingen helder te krijgen. Daarom houden veel mensen van kaartspelletjes of leggen kaarten, of verzamelen kaarten. Met kaarten mag je omgaan. Het zijn energieën die hulp en leiding kunnen bieden, als onderdelen van het goddelijke. Ook dat hoeft niet altijd materieel te gaan. Je mag een relatie aangaan met de onzichtbare kaarten in de energie wereld. De aardse kaarten zijn slechts een hulpmiddel, als een projectie. Het is dus belangrijk om door de materiële sluier tot de onzichtbare kaarten van het goddelijke te gaan, en daarmee te leren communiceren. De kaarten bevatten onderwijs. Het zijn onderdelen van boeken, van een bibliotheek, van een school. De spijbelaars zullen dat vaak als onzin bestempelen, maar ook zij hebben hun kaarten. Iedereen leeft door bepaalde kaarten met bepaalde informatie, waardoor we op het punt komen dat er ook valse kaarten in de omloop zijn. Ook de Vur spreekt veel over het onderwerp "kaarten". Het is als een groot spel : De mens kan steeds weer kaarten erbij verdienen. De kaarten verdien je door de juiste keuzes te maken, door te luisteren naar het hemelse onderwijs, naar de oneindige kennis. Als je met een beetje kennis getrouw bent, dan zal jou grotere kennis toevertrouwd worden. De oneindige kennis test ons daarvoor, zodat zij niet zomaar haar kennis uitgiet over een dwaas die het toch allemaal gaat verspillen. De schatkamers van de kennis zijn dus verrijkt met wachters waar de mens niet zomaar langs komt. Alles begint in het klein, wat ook de boodschap is van de I Tjing en de Vur, en de verschillende religies. "Wie het kleine niet eert is het grote niet weert". Het verdienen van een kaart kan je dan ook losmaken van de valse kaarten in je hoofd. 5.2 - Het Geheim van de Vreetzaak Ik liep in de grote stad. Er liep een oude vrouw achter me te mompelen. Ik vroeg : "Wat zegt u ?" Ik kon het niet goed verstaan. "Alweer een vreetzaak, verschrikkelijk," zei ze. Ik moest lachen, en zei : "Ja, het staat er vol mee." We liepen net langs één of andere snackbar of eettent voor pizza broodjes of wat het dan ook was. Ik kon haar goed begrijpen. Mijn oma zou zeggen : "Hier vreet iedereen maar door, terwijl ze aan de andere kant niets te eten hebben. Het is zo oneerlijk." Dat zei ze ook altijd over kleding, en dat was ook altijd de reden waarom ze zich sober kleedde, en zuinig leefde. Affijn, ik liep door, en die vrouw ging ook haar eigen weg, maar ik kon merken dat het een markante vrouw was, die dingen gewoon zegt zoals ze zijn, en er niet omheen draait of het verdoezelt. Ik vroeg me af hoe het zou zijn geweest als ik haar had gekend, of als we misschien familie waren geweest, als ik hier in deze grote stad zou zijn opgegroeid met haar. Ze zei het op zo'n manier dat ik wist dat ze wel een grote humor moest hebben, maar aan de andere kant was ze doodserieus, dus dodelijk accurate humor, als een wapen. Ik ging een boekhandel binnen, een boekhandel waar alles weg moest, er was een grote opheffings uitverkoop. Ik keek even door de boekjes, en zag de meest bizarre dingen, alsof ik niet meer op de planeet aarde was, maar op de planeet Mars of iets dergelijks. Alles was anders. Ik dacht : "Hier moet ik gebruik van maken, want ik zou het liefst op een andere planeet willen wonen." Ik begon in een boek van de kerkgeschiedenis te bladeren. Het ging over de Middeleeuwse kerkelijke vervolgingen van de ketters door de papen. Maar toen ging het ineens over de Middeleeuwse lijdensmystiek, dat er iemand in die gevaarlijke tijd beweerde dat in Jezus geloven niets voor je doet, maar dat het gaat om de lijdensmystiek te kennen, de kruismystiek waardoor je loskomt van alle aardse idioterie. Toen was er een plaatje met Willem van Oranje en zijn vrouw, die baden dat ze verlost zouden worden van de goddeloze koning van Spanje. Want Spanje bezette Holland in die tijd. En ik dacht eraan hoe Spanje nog steeds een tirannie is voor Europa, door hoe ze

de dieren behandelen, een beetje als Wimpie. En ik bladerde verder in de boeken en zag bekende geschiedenis figuren op plaatjes die de volkeren opvraten als kannibalen. Toen dacht ik weer terug aan de woorden van die oude vrouw : "Alweer een vreetzaak, verschrikkelijk." Het waren allemaal karikaturen, als een natuurverschijnsel. Eén lichtjaar is de afstand die het licht in één jaar aflegt. Het licht heeft een snelheid van 300.000 kilometer per seconde. In één seconde legt het licht dus 300.000 kilometer af. Het is oud licht heel lang geleden uitgezonden, van dingen die dus allang niet meer bestaan, maar wat ons nu pas bereikt. Dit wordt ook wel "verjaarde projectie" genoemd. En dan te bedenken hoe licht zich kan vervormen door de snelheid en de afstand, en hoe dat dan bij de mens overkomt, hoe de hersenen dit oppikken. Geen simpel rekensommetje, maar diepgaande, duizelingwekkende wiskunde. Ik begon steeds meer boeken te grijpen, en het werd steeds bizarder, en ik voelde hoe ik meer honger kreeg naar kennis hierover, alsof ik in een ander soort vreetzaak was gekomen. Ik zei tegen mezelf : "Nee, ik wil dit niet !" Ik kocht een afgemeten aantal goedkope boeken die de kernschakels van het verhaal waren, en ik ging terug naar huis. Ik klikte de computer aan, en het verhaal ging verder in een clip die de advertenties al voor me hadden uitgezocht, "het geheim van de vreetzaak". 5.3 - De Brief van Paulus aan de Amazoniërs Net als je denkt dat dingen saai beginnen te worden kun je soms ineens wat interessants tegenkomen. Er is natuurlijk veel interessants, maar je moet het maar net kunnen vinden. In dit geval ging het over het beruchte 'zwijgverbod voor vrouwen' in de brieven van Paulus, in de bijbel dus. Het artikel heet : Paulus en de Amazones, en de schrijver vroeg zich af wat Paulus zou hebben geschreven aan de gelovigen in Amazonië. Amazonië (volgens sommigen mythologisch) was een gebied bestuurd door vrouwen in plaats van mannen. Niet mannen maar vrouwen reden daar te paard, en de vrouw had daar haar eigen zelfstandigheid, en had geen man boven haar nodig als curator of tutor. Dan schrijft de schrijver : 'Wanneer hier nu eens gemeenten waren gesticht, hoe zou Paulus daaraan dan geschreven hebben? Zouden we dan bijvoorbeeld het volgende gelezen hebben? En zou er rnisschien eens een apocriefe brief gevonden kunnen worden waarin dit te lezen is? 'Hoewel ik in alle gemeenten van de heiligen de vrouwen opdraag te zwijgen, draag ik dit bij u aan de mannen op, want het staat lelijk wanneer een man spreekt in de gemeente. Laten zij thuis hun vrouwen vragen wanneer zij iets te weten willen komen.' 'Alhoewel Adam eerst gemaakt is en daarna Eva, raad ik u aan dat de vrouwen leren in de gemeenten en dat de mannen zich daarvan onthouden, want zo is het welluidend in uw midden.' Ik vraag me af hoe hierop gereageerd zou worden als er zo'n brief zou bestaan. Natuurlijk zou dan het huis te klein zijn. De trotse man zou zijn religieus ingebeelde bevoorrechte positie niet zomaar willen opgeven. Hij maakt zich niet druk als het andere geslacht moet zwijgen, maar zal protesteren als het om hemzelf gaat. De schrijver komt tot de conclusie dat zo'n brief niet bestaat, maar dat de bestaande brieven van Paulus ook anders gelezen kunnen worden. Hij wijst erop dat er vroeger allerlei soorten vrouwen waren, zelfstandig en onzelfstandig, dus heel gevarieerd. De schrijver waarschuwt dat de mens niet zwart-wit met de bijbel en de bijbelse tijd moet omgaan. Eigenlijk probeert hij alles een beetje goed te praten. Wel stelt hij dat feministische theologie een heilzame werking kan hebben. Volgens hem is God ook niet man of vrouw, maar oneindig ver verheven boven deze dualiteit. Hij staat dus wel open voor herziening van de bijbelse interpretatie, ondanks dat hij de bijbel ziet als het Woord van God. Tot op zekere hoogte kunnen boeken ook door blijven groeien, en als alles cryptisch wordt genomen kan elk boek zelfs tot de waarheid worden, maar dit moet blijven plaatsvinden in de dualiteit, de balans, tussen ontmaskeren en herzien, dus wat wij

noemen : "werken boven de schelp en onder de schelp". Verder zegt hij wel wat goede dingen als je langs sommige dingen een beetje heenleest : 'In Christus is noch man noch vrouw. Er is geen waardeverschil voor God en dus ook niet voor elkaar (wij zijn medeërfgenamen). Dit is nu duidelijk een element dat bewijst hoezeer de apostelen geen kopieën zijn van hun tijd. Hier sloeg en slaat de genadige openbaring van God heel wat menselijke zekeringen stuk!' 'In de christelijke gemeente delen allen gelijkelijk in de gaven van de Geest (er zijn profeten én profetessen). Deze gaven worden ook niet afgeremd.' Het zijn allemaal spiegelbeelden. De Amazone Bijbel, oftewel de Tweede Bijbel, bevat betogen over een spiegelwereld waar inderdaad alle rollen omgedraaid zijn, waar de matriarchie de gewesten bestuurt. Wel wordt er duidelijk gesteld dat dit metaforisch is en geenszins letterlijk mag worden opgevat. Er is namelijk geen onderscheid tussen man en vrouw. Geslachtelijke bepaling maakt geen snel onderscheid over wat de taak van iemand is. De materialistische mens ziet voortdurend een onderscheid tussen mannen en vrouwen, en probeert daar altijd weer een slaatje uit te slaan. De materialistische mens heeft namelijk een onderhandelingsgeest, en geen strijdersmentaliteit. De materialistische mens leeft niet van de goede strijd tegen het kwaad, dus moet wel onderhandelen, en komt dan ook vast te zitten in de bijbelgevangenis, want zonder de bijbel, het merkteken van het beest, kun je namelijk niet onderhandelen. Alleen strijders kunnen loskomen van de macht van de bijbel. De onderhandelende geest zal daarom ook altijd hameren op de ongelijkheid tussen man en vrouw, want zo blijft het geld binnenrollen. De onderhandelende geest onderdrukt en zaait angst, en richt zo een medische en juridische markt op om zo een oplossing te verkopen. Slim maar dom, zeggen we dan, of zoals clown Bassie het zegt : "Ik ben wel dom, maar niet slim." Ik herkende veel in de dromen van de schrijver van het artikel. Ik droomde ook veel toen ik nog een gedwongen christen was, maar werd toen weer geconfronteerd met mijn ketenen aan het einde van de droom. Het is een beetje het "Meisje met de Zwavelstokjes" idee. Maar langzaamaan kunnen deze dromen ons dus wel uitleiden, als we gehoor geven aan de dromen van de diepere realiteit. Natuurlijk is de brief van Paulus aan de Amazoniërs maar een grap, maar het bevat wel een diepere waarheid. Dromen zijn vaak abstract. Het gaat juist om het vinden van het verwaarloosde moederlijke deel in ons, het vrouwelijke deel, om zo heel veel boze stemmen in en rondom ons tot zwijgen te brengen, en zo hierdoor ook tot een bepaalde wedergeboorte te komen : het vinden van je eigen innerlijke kind. Elk mens heeft binnenin zich een innerlijke familie, en mag ten volle de mogelijkheden en kwaliteiten van elk onderdeel daarvan ten goede benutten. De mens mag zo een ontdekkingsreis maken door zijn/ haar eigen lichaam. Voordat je naar buiten treedt : Ga eerst naar binnen. Hier liggen vele geheime sleutels opgeborgen. Zo kun je ook de valse stem van buiten het zwijgen opleggen, en komen tot de verloren stem van binnen, je eigen gids. Zo kunnen de woorden van Paulus, en zelfs de denkbeeldige brief van Paulus aan de Amazoniërs toch op een hele vreemde manier waarde gaan krijgen. 5.4 - De Calvijn Code De taal van letterlijkheid heeft veel drama in de wereld gebracht. Zo mogen de bruggen daarom ook poëtisch en prozaïsch gelegd worden. Dit is een belangrijk thema in de Vuh, het eerste grote deel

van de Tweede Bijbel. Als de mens terugwil naar het paradijs, en de wereld tot een paradijs wil veranderen, dan moet de mens stoppen met telkens racistische afscheidingen maken door de taalspelletjes. De mens mag de verschillende talen gebruiken, en soms is dat zelfs nodig, maar de mens moet voornamelijk de hartstaal kennen die door alle talen heenbreekt en hen samensmelt. Dit is ook de samensmelting tussen de religies, waar een klein geschrift genaamd "De Boeddhistische Bijbel" over spreekt in de Vuh. Het paradijs is niet alleen maar voor een bepaalde religie weggelegd, zoals velen denken. Zij stellen zich op als de poortwachters van het paradijs en vragen om een wachtwoord. Alle religies spreken over het paradijs in hun eigen taal, met hun eigen voorbeelden, als de verschillende zijden en hoeken van een diamant. De mens moet zelf het paradijs worden. Dat kan alleen als de mens oog heeft voor alle zijden en hoeken van de diamant. De mens mag zelf tot die diamant komen. Zo mogen de verschrikkingen van de kerkgeschiedenis op een andere manier bekeken worden. Het zijn duistere raadsels en de mens mag ontwaken tot de diepere betekenis. Hierover gaat ook het boek : De Calvijn Code. Een goed cadeau hoeft niet weggegooid te worden omdat er slecht pakpapier omheen zat. Zo zijn religies vaak het slechte pakpapier, maar zij verbergen grote schatten. Om hier naar op zoek te gaan noemen wij "parelduiken". Ook is het graven in de duisternis of het vuil naar goud. Alle onderdelen die gevonden worden zullen omgesmolten worden tot iets nieuws, tot de poorten van het paradijs. De mens is hierin opgeroepen om op een degelijke manier met de erfenis om te gaan, zowel niet lichtzinnig als onverschillig. De religies hebben veel gnosis gestolen, en zij verkopen het voor hoge prijzen op de markt. Alles moet teruggeroofd worden, ontmaskerd en herzien, en tot de smid teruggebracht worden voor groot herstel. 5.5 - Chinese Wijsheid - De (Symbolische) Kaarten Zo'n beetje het oudste boek ter wereld is de I Ching. Sommigen gebruiken het als orakel, anderen als een boek van wijsheid met verzen, als de levensdynamieken die de reis beschrijven van het leven, hoe daar mee om te gaan en hoe het in balans te krijgen. Het zijn ook levens-seizoenen, en de kaarten gaan er genuanceerd mee om, en forceren niets. Het is de Chinese cultuur, en met alle culturen geldt : je moet het niet letterlijk nemen en niet gaan verafgoden als onfeilbaar, maar zien wat voor persoonlijke waarde het kan krijgen, ter ondersteuning, dus eigenlijk mag je het symbolisch toepassen en het goddelijke hier IN vinden, want het goddelijke kan overal doorheen werken. Het gaat erom 'hoe' de mens het gebruikt. Sommigen gebruiken het voor het goede, anderen voor het kwaad, zoals alle religies uit dit boek voortkwamen. Sommigen hebben het gewoon corrupt gemaakt. Zoals de Bijbel kan de mens het laten zeggen wat de mens wil, dus is het open voor meervoudige interpretatie. De uitdaging is altijd : probeer er de rode lijn in te vinden voor je leven. Bewaar het goede, en laat het slechte los. Maak er iets moois van. Over de kaarten kun je na denken, gebruiken voor meditatie, als helpers. China heeft ook een goddelijke gave. Het is schatzoeken, of parelduiken, hoe je het ook noemen wil. Het zijn potentieel prachtige energieën waar de mens contact mee mag hebben.

5.6 - Het Mysterie van Adam en Eva ? Adam en Eva zijn zulke ingeburgerde woorden. "Ja, de eerste mensen waren dat," zeggen ze dan. Ieder volk had zo zijn scheppingsverhalen en vaak kwam het op hetzelfde neer, maar dan in andere bewoordingen met andere namen. Natuurlijk is het verhaal van Adam en Eva symbolisch, helemaal als je de Hebreeuws-Aramese grondtekst kent, want Adam en Eva konden ook twee volkeren wezen. Toch heeft het paradijs me altijd geinteresseerd en bezig gehouden. Het is een beetje zoals Kraak, het bosmannetje, die in zijn bootje heel diep het bos ingaat over een bosrivier, en dan allerlei geheimen ontdekt. Een rood mysterie, wat altijd glimpen geeft en dan vertrekt in de verte, en een wit mysterie wat ons steeds dieper trekt, maar ons nooit doorlaat. Daar mogen de wiskundigen hun hoofd over buigen. Je staart bijvoorbeeld ergens naar, naar bijvoorbeeld een schilderij van een haan aan de muur. De haan heeft een rode kam, en een rode kin, en dan vraag je je af wat het nut is van schilderijen. Ze hangen aan een muur, en als je dan naar het schilderij kijkt, dan zie je een wereld in de muur, of door de muur heen. Dus al dromend over het schilderij kun je dus door de muur en zie je de andere kant, maar daadwerkelijk kun je natuurlijk niet door de muur heen. Dat is het wonder van schilderijen, of is het bedrog ? Het paradijs kun je niet zomaar even naartoe gaan ergens. Het paradijs is overal en nergens, en is te bereiken door wat weldoordachte truukjes : het witte en het rode mysterie. Dit is waar de Vur over gaat, over beide mysteries. 5.7 - Van Waterstof Tot Wederkomst Religieuze wiskunde, de wiskunde van het leven, met al z'n ingewikkelde, alsmaar draaiende tegenstellingen ... een hele opgave ... een belangrijk vak op school, behalve dat het niet onderwezen wordt ... De meesters en de juffrouws vinden het vaak belangrijker dat een kind leert tellen, zodat ze allemaal kunnen tellen, en allemaal ook kunnen meetellen ... Dat vinden ze vaak belangrijker dan het juist niet meetellen en niet kunnen tellen ... want dan gaat alles in de war, en dan komt er chaos, en dan kunnen ze de dingen niet meer overzien ... En dan moet de politie erbij komen, de brandweer en ga zo maar door ... Ingewikkeld dus ... daarom vinden ze het belangrijk dat een kind goed leert tellen, en goed oplet ... Maar op de diepere vragen van het kind komt geen antwoord, of krijgt het kind een halfgebakken antwoord om er maar zo snel mogelijk overheen te praten ... Ik heb dat altijd moeilijk gevonden, nam nooit genoegen met simpel cirkel-geredeneer. Religieuze wiskunde, de wiskunde van het leven, met al z'n ingewikkelde, alsmaar draaiende tegenstellingen ... Maar wat is dat dan ? Waarom leggen ze dat niet uit, en optelsommen en taal wel ? Wat proberen ze te ontlopen ? En dan krijg je later economie en scheikunde, en wordt er weer niets diepers uitgelegd, geen levensvragen beantwoord ... Misschien hebben ze het antwoord niet ... Gelukkig had ik een scheikunde leraar die er anders over dacht ... Hij moest en zou via de scheikunde uitleggen over het leven, hoe het leven was ontstaan en wat het doel van het leven

was ... En ja, hij waagde zich aan de religieuze wiskunde ... En hoe ... Hij ging er zo ver over door dat ik het niet meer kon volgen, en als hij het bord half had uitgeveegd schreef hij er zijn formules overheen, zodat alles door elkaar heen kwam te staan ... Het was een stortvloed ... Maar tenminste probeerde hij een antwoord te geven op het leven, op de levensvragen ... Het waren dingen die ik niet hoorde in de kerk ... Het was totaal anders ... Hij had zelfs een boek geschreven waarin hij religie en het leven volgens de scheikunde uitlegde, en ook de wederkomst van God scheikundig beschreef ... Dat boek heette : "Van Waterstof tot Wederkomst", een boek uit de 70-er jaren ... 1976 om precies te zijn ... De subtitel is : een intuitief-empiristische benardering van de Godsvraag ... Hij stelt in zijn voorwoord al dat wolkerig, vage traditionele (aangeleerde) geloofstaal in intellectueel opzicht geen overtuigingskracht heeft, en waardoor veel mensen er buiten vallen. Hij is met deze problematiek opgegroeid want zijn vader was dominee. Hij zegt dan : "De traditionele geloofstaal is voor velen een onverstaanbaar spreken in 'tongen' geworden, naar analogie van 1 Korientiërs 14." Dit is de reden waarom hij een brug wil bouwen : Hij heeft de overtuiging dat er een einde kan en moet komen aan de wanorde van het elkaar niet verstaan ten aanzien van deze problemen. Hij wil graag zien dat er tussen mensen van verschillende levensovertuiging toch een gemeenschappelijk bewustzijn is, als een verlangen naar vrede en gerechtigheid, Dit is het gemeenschappelijke wat alle mensen samenbindt en waaraan hun overige opvattingen (ook hun Godsbeeld) ondergeschikt is. Deze boodschap is dus ook juist voor vandaag de dag belangrijk en actueel. Hij overleed in de 90-er jaren, of liever gezegd : ging naar de andere dimensie. Hij heeft in het boek in die mate problemen met het christendom dat hij het christendom totaal wil herzien door een persoonlijk contact met de bron te maken, en vandaaruit bruggen van vertaling te maken naar alle takken van de mensheid, als een tolk dus. Hij ziet het potentieel en de waarde van sommige dingen van het christendom, dus hij gooit het kind niet weg met het badwater. Hij stelt in het eerste hoofdstuk dat de wereld zich moet ontwikkelen tot het koninkrijk van God, maar dat hiervoor een nieuw waardensysteem moet komen wat mondiale geldigheid zal moeten hebben. (mondiaal = universeel) Zoals gewoonlijks wil hij dit niet simpel doen. Hij vergelijkt de ingewikkeldheid van de spirituele wetenschappen met de complexiteit van de hersenen. Hij heeft twee van zulke boekjes geschreven. Oók één van 1980. Ze liggen beiden in de kast. Soms lees ik er wat uit, en leg het weer weg. Ik zie hem als één van ons, als regenboog-mensen, bruggenbouwers, waar wij ook mee bezig zijn met de Vur en de Bilha in de tweede bijbel. In die zin zie ik dus in waarom hij op mijn pad was gebracht. Een tijd geleden ging ik terug naar het oude college waar ik opzat. Ik liep er alleen maar langs om naar de stad te gaan. Plotseling voelde ik een hand op mijn rug en er gleed een warmte door me heen, en toen ik mij omdraaide zag ik een oude man, als een leraar, maar ik kende deze man niet. De oude man verdween toen weer in het niets. Ik begon me af te vragen wie het zou kunnen zijn, en wat hij van me wilde. Later in een droom vertelde de scheikunde leraar mij dat ik de oude man op aarde nooit had gekend, maar dat het een leraar voor mijn tijd was. Ik word nu weer warm van binnen nu ik het schrijf. Gisteren was ik begonnen met het schrijven van dit stuk, en vannacht had ik weer een droom over de scheikunde leraar. We waren in een zaal met mannen die hemelse klassieke muziek schreven en maakten. Ze hielden allemaal toespraken ook om elkaars werk te waarderen. De scheikunde leraar scheen er geinteresseerd in te zijn, en waarschijnlijk was hij er ook mee bezig. Er begon een vrouw te zingen over de morgen die doorbrak, en toen werd ik wakker, en ik voelde dat er paradijselijke stralen in mijn hoofd waren doorgebroken. Na die keer dat ik het college had bezocht ging ik er nog een keer terug, ik ging er langs om naar de stad te gaan, maar ook wel een beetje om te zien wat er dit keer zou gebeuren. Ik zag overal metalen kleuren. Ik herinnerde dit gekleurde metaal van mijn opa die een keer als een soort ridder in mijn droom verscheen om me te helpen in een bepaalde strijd. In ieder geval was er een strijd gaande om de school. Ik denk dat er nog steeds een strijd om gaande is. Ook schoolgeschiedenis is belangrijk.

Alles komt later van pas. We staan er niet alleen voor. Ook zij die al overgegaan zijn naar de andere dimensie, de wolk van getuigen (de jinns), helpen ons. Religieuze wiskunde, de wiskunde van het leven, als de regenboog-spiritualiteit, ik zie er wel wat in ... de lucht vol met regenbogen, allemaal bruggen, van hart tot hart, door de Hogere Kennis gegeven ... Nu, wanneer we de reusachtige kloof tussen het westen en de arabische wereld zien, hoe overbruggen we dat ? De mythologie van deze twee culturen kan soms erg bedreigend of verwarrend overkomen. 5.8 - Chinese Wijsheid China is een land dat zo'n beetje de oudste geschriften van de wereld heeft, en waar al deze elementen van het christendom en de arabische wereld weer terugkomen, ook alle karakters en dynamieken die we tegenkomen in bijvoorbeeld het apocalyptische boek 'Openbaring' in de bijbel. Ik vond dat vroeger interessant als kind. Het las weg als een sprookje, alhoewel ik er niet veel van begreep. Mijn hele leven bestudeer ik dat boek al, en was zelfs in mijn jeugd lid van een tijdschrift geheel gewijd aan het bespreken van het boek 'Openbaring'. Maar er waren 'missing links'. Juist door mijn bestudering van andere culturen, zoals de Azteken, India, Egypte en China werden deze metaforen duidelijker. De I-Tjing is zo'n beetje de 'bijbel' van China, en wordt zelfs in het Westen veel gelezen. Het gaat over de metaforische bespreking van de reis door het leven. Die reis gaat door 64 gebieden die allemaal 6 verdiepingen hebben (64 hexagrammen, huizen). De I-Tjing wordt ook wel 'Het Boek van Veranderingen' genoemd. De I-Tjing laat zien dat het leven vol is van ogenschijnlijke 'teleurstellingen', maar die zijn nodig om verder te komen. Bijvoorbeeld als je valt in een put, dan vindt je op de bodem anderen (personen of energieen) die je een sleutel aanreiken om verder te komen in je leven. Zonder die put zou je die 'anderen' nooit zijn tegengekomen. Hoofdstuk 6. De Wand met de Dobbelsteen Erin 6.1 - De Orions-Afrikaanse Bio-Klok In de Orions-Afrikaanse mythologie staat de godin Jèsoe op de bottenbrug van Oeloe. Dit ligt diep gecodeerd in het collectieve geheugen van de mensheid. Denk bijvoorbeeld aan het dal van doodsbeenderen in het boek Ezechiël. Het bot is een beeld van het sterven aan het illusoire,

geprojecteerde zelf, opdat het ware zelf opkomt. Alles wordt in die zin geanalyseerd tot op het bot. Het is een beeld van Openbaring. Jèsoe, kennis, heeft de vijand van de valse kennis en de antikennis, oftewel haar schaduw-zelf, overwonnen, oftewel herzien. Ze heeft het een plaats gegeven. Het is duidelijk geworden in de hogere orde. Dit mythische plaatje verbindt de oude wereld met de nieuwe wereld, oftewel de illusoire wereld met de kern. Ergens midden op de brug, daar waar de godin Jèsoe staat is er een dimensionale overgang, worden de vibraties omgebogen. Daarom vermeld de Vur ook terecht : "Er is alleen leven mogelijk op de brug". Hier is het kruispunt van de realiteiten, van de afgezonderde fragmenten, en wordt de puzzel compleet. Deze belofte lag al in het NT dat de mensheid geleid zou worden tot de volle waarheid. De bottenbrug is wat de aarde verbindt aan het Orionse Afrika. In de bijbelse boodschap was al gecodeerd dat de mens tot de volle waarheid geleid zou worden : Johannes 16 12 Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen; 13 doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid. In de moslim theologie gaat dit over de islam die zou komen. Waarheid is "emeth" in het Hebreeuws, wat komt van het Egyptische woord voor Waarheid "moa", "moet", die de godin van de Waarheid is, en de wet, de godin van het laatste oordeel, wat haar dualiteit heeft in het verslindende monster Amoet, die de zonde moet verslinden. In de Afrikaans-Orionse mythologie is dit ook Amoet, als de heilige bio-robotica. Mohammed is de reflectie van het emeth-amoet principe. De brug leidt tot Amoet. Dat is waar alle wegen toe leiden. Daarom gaat het Mohammed enigma ook niet zomaar weg. Het moet opgelost worden. Amoet is één van de gezichten van Jèsoe, die een viereenheid is. We hebben te maken met een Orions-Afrikaanse biologische klok en biotechnologisch mechanisme. Dit is iets groots waar ik als kind zijnde al krachtige buitenaardse dromen over had. De Kennis staat op de bottenbrug, roepende tot de mens die verstrikt is geraakt in de netten van de lagere aardse bestaansvormen. De Kennis roept vanuit het diepste van onze putten. Dit komt ook weer terug in de Spreuken van Salomo hoofdstuk 8 : 1Roept de Wijsheid niet en verheft de Verstandigheid niet haar stem? 2Boven op de hoogten aan de weg, daar, waar de paden samenkomen, is zij gaan staan, 3aan de zijde van de poorten, aan de ingang der stad, waar men de poortdeuren binnengaat, roept zij luide: 4Tot u, mannen, roep ik en mijn stem gaat uit tot de mensenkinderen! 5Gij onverstandigen, leert schranderheid, gij dwazen, verstaat het met uw hart. 6Hoort, want ik zal verheven dingen spreken en mijn lippen openen tot wat recht is. 7Want waarheid spreekt mijn gehemelte, een gruwel voor mijn lippen is de goddeloosheid. 8Al de woorden van mijn mond zijn in gerechtigheid gesproken; niets daarin is verdraaid en verkeerd. 9Zij alle zijn voor de verstandige juist, betrouwbaar voor wie kennis gevonden hebben. 10Neemt mijn vermaning aan en niet zilver, en kennis boven uitgelezen goud. 11Want wijsheid is beter dan koralen, al wat men zou kunnen begeren, kan haar niet evenaren. 12Ik, de Wijsheid, woon bij de schranderheid en ik verkrijg kennis door overleggingen.

13De vreze des Heren is het kwade te haten; hoogmoed en trots en boze wandel en een mond vol draaierijen haat ik. 14Mijner zijn raad en overleg, ik ben het inzicht; mijner is de kracht. 17Ik heb lief wie mij liefhebben, wie mij ijverig zoeken, zullen mij vinden. 32Nu dan, zonen, luistert naar mij, want welzalig zijn zij die mijn wegen bewaren. 33Hoort naar de vermaning, dan wordt gij wijs, slaat haar niet in de wind. 34Welzalig de mens die naar mij luistert, dag aan dag wachthoudende aan mijn deuren, bewakende de posten van mijn poorten. 35Want wie mij vindt, heeft het leven gevonden, hij heeft van de Here welgevallen verkregen. 36Maar wie mij mist, doet zijn leven geweld aan; allen die mij haten, hebben de dood lief. Dit is ook de ware oorspronkelijke Aramees-Griekse betekenis van wat ze nu heel slap "geloof" noemen, alsof het een gedachte is dat iets bestaat en daarmee is het af. "Geloof in Jezus," zeggen ze dan, en daarmee moet je dan belijden dat hij bestaat en iets voor je gedaan heeft, en klaar is het. Dat heeft niets met de oorspronkelijke betekenis van geloof te maken. Het Westelijke christelijke "geloof" is een bastaard, oftewel niet geldig, niet wettig. Oorspronkelijk is de Aramees-Griekse betekenis : "het luisteren naar en gehoorzamen van de Waarheid", "getrouwheid", "eed tot de Waarheid". Het is een instelling, geen opzegversje. In het Hebreeuws is het de zekerheid en betrouwbaarheid, de geverifieerde kennis. Het is een aanhoudend beveiligingssysteem van de waarheid, het woordje Amen, wat overgenomen is uit het Egyptisch. Amen staat voor : "gerechtigheid voor de armen", een thema wat ook telkens in de Koran terugkeert. In het EgyptischAramees, de twee moedertalen van het Hebreeuws, is de Amen de schepping door de baarmoeder, en in het Hebreeuws bereid dit voor tot de oorlog, als een opkomende ster. Het is een beeld van de wedergeboorte door het afleggen van de zondige schaduw-natuur. In het boek Openbaring is de Amen de getrouwe en de waarachtige. Het ware, oorspronkelijke "geloof" is in de oude talen gewoon "betrouwbaarheid" en "standvastigheid", het binden door een eed tot de waarheid, als een heilige "gebondenheid". Er was ook een vorm van negatief geloof in het Grieks, namelijk : lichtgelovigheid, makkelijk te overtuigen, wat gewoon niets anders is dan onnozelheid. Dit is de vorm van geloven die vaak in het Westen wordt teruggevonden. De Egyptische 'mn' wortel van amen was het dagelijkse werk en de eeuwige inscripties in het hart waaruit de mens kon leven, wat symbolisch werd uitgebeeld als een touw waarmee de mens verbonden bleef aan de hogere natuur. Het is daadwerkelijk schandalig hoe het hedendaagse "geloof" zo'n corrupte betekenis heeft gekregen. 6.2 - De Kooi van Jèsoe Een ander Afrikaans-Orions mythologisch plaatje is Jèsoe en de Kooi. Jèsoe, de Kennis, was onder de mensen, maar de mens wilde de kennis niet, en zij sloten haar op in een kooi en behandelden

haar beestachtig. Vergelijk dit met het Jezus aan het kruis verhaal. Het kruis is altijd het krachtigste symbool van de christenen geweest, maar het kruis speelt gewoonlijks geen grote rol in het leven van een christen. Wij maakten altijd verschil tussen de paaschristenen en de pinksterchristenen. De pinksterchristenen hadden min of meer het kruis verworpen. Het kruis is een symbool voor de pedagogische tucht (de opvoedingsleer). Wie het kruis verwerpt komt onherroepelijk in Toronto terecht, oftewel het pinkster-hedonisme. Jèsoe werd dus weggestopt in een kooi, in de Afrikaans-Orionse mythologie, zoals Jezus aan het kruis werd genageld in de christelijke mythologie. Alle theologieën rondom Jezus aan het kruis zijn gewoonlijks waardeloos, maar de mens kan zich soms wel met de man aan het kruis vereenzelvigen. Alleen : waar is de vrouw ? Waar is de moeder ? De man werd gevormd in de moederschoot van de aarde, een ander element zwaar verworpen door het kerkelijke, westerse bijbel-aanbiddende christendom. Hiertoe moest de islam komen, maar de archetypische moeder grond droeg nog steeds een masker in eerste instantie. De kooi maakte Jèsoe, de kennis, tot een wild beest. Zo brak zij ook uiteindelijk los uit haar kooi, en dit ligt diep in het archetypische onderbewustzijn van de mens verborgen. De kooi is een sleutelmetafoor die de oerkrachten van de afgronden van de menselijke ziel oproept. De mens komt zo in contact met zijn figuurlijke beest-zelf, die de mens moet helpen. De mens is immers deels beest. Jèsoe werd voor lange tijd zo gekweld in haar kooi dat zij uiteindelijk veranderde in het zondeverslindende beest "Amoet", wat ook terugkomt in de Egyptische mythologie van het laatste oordeel. Zo brak Jèsoe uiteindelijk vrij van haar kooi, terug de wildernis in. In sommige mythes van het Orionse Afrika verslond zij eerst een groot aantal van haar onderdrukkers, en ging de steden in om enorme slachtingen aan te richten, als een beeld van de wraak en het oordeel van God over de zonde van de mensheid. De mens betaalt een hoge prijs voor het achterhouden van de kennis. De kooi is in die zin een machtig symbool voor de Orionse Afrikanen waarmee zij zich kunnen vereenzelvigen in hun lijden. Vaak wordt de godin Jèsoe afgebeeld boven de kooi, als een teken dat zij de kooi heeft overwonnen, en dat een ieder die tot Haar, de Kennis, wil komen eerst door de kooi-ervaring moet gaan. De kooi is ook een beeld van Amoet zelf, de hogere gebondenheid, als de eed tot de zalige kennis. De kooi is dus net als het kruis tweeslachtig. Het beest waarin Jèsoe in haar kooi verandert verschilt per mythe. In sommige mythes is dit een zwarte panter, in anderen een zwarte roofvogel, of een combinatie tussen een zwarte leeuw en een zwarte hyena. In de Egyptologie komt dit niet alleen terug in Amoet, maar ook in Anubis, de zwarte hondenwachter (jakhals, wolf, hyena etc.), de gids van de onderwereld. In de Germaanse mythologie komt dit krachtig naar voren in de mythe van Roodkapje en de wolf, waarin de wolf het meisje initieerd tot haar hogere zelf. Eerst wordt het meisje door de wolf opgeslokt, als de kooi, en dan wordt zij door dit proces zelf de wolf door tussenkomst van het jagers-archetype. Het verjaagde wordt zelf tot de jager. Deze natuur-verschijnselen zijn niet te stoppen vanwege de zogeheten spiegelwet dat de mens wordt tot wat hem onderdrukt. De mens moet worden tot zijn kooi in de Afrikaans-Orionse filosofie. Dat is ook het doel van de kooi-ervaring, en dit wordt dus door de Kennis gebruikt. De Kennis is hier eerst zelf doorheen gegaan, dus zij zit niet op een hoog troontje als een "regelmien" om iedereen zomaar vanuit het niets te betuttelen. Zij komt vanuit de bodem van onze put. Zij komt altijd van onderen. Dit is ook altijd een belangrijke boodschap geweest in het paaschristendom. De Kooi van Jèsoe is in die zin een machtige metafoor. De Kennis voelt met ons mee en kent het, en is onze leidraad hier doorheen, om het om te buigen tot iets goeds. 6.3 - De Kooi - De Diepte van het Kruis

Het beest-zijn staat voor de bio-robotische oerinstincten van de mens, als de slapende Amoet die ontwaakt in de diepte van de ziel van de mens. De mens kan daarom niet zonder zijn beestnatuur. Op de Egyptische sarcofagen waren vaak beesten te vinden, als een beeld van de dode wiens ziel losbreekt uit zijn kooi door in contact te komen met zijn beest-zelf. Daarom wordt het beest ook zo door het controle-zieke christendom zo verafschuwd en gehaat. Dit is ook hoe Ra telkens tot transformatie komt in de onderwereld, telkens weer in een ander beest, als de verschillende aspecten van de robotische oerkennis, door de onderdrukkende, kooiende krachten van de tunnel van de onderwereld, die is verdeeld in gebieden tussen poorten en hun wachters, die als bewakers zijn. Onder deze druk wordt Ra wedergeboren. Al met al is de onderwereld het gebied van de zondeverslindende Amoet, wat een onderdeel is van het hogere zelf, als de top van de pyramide van het zelf die versluierd is door het onderbewustzijn. Als de mens in contact komt met zijn Amoet-zelf, dan breekt de mens door een bepaalde wand heen, maar dat is nog maar het begin van de tocht, en deze tocht is cyclisch, en zal telkens weer herhaald moeten worden om zo tot verdieping te komen. De mens komt dus in steeds diepere lagen van het Amoet-complex van de tunnels van de onderwereld. Zij zijn er voor om het diepste van de mens omhoog te brengen. De kooi is altijd ten dele, en kaleidoscopisch. De mens moet het kooi-medicijn leren kennen. Het is een medicijnen-wiel van transformatie, van het evenwicht tussen mens en beest. De kooi is een droom. Het kan de mens in alles blokkeren, maar nooit in zijn groei en creativiteit. Daarom is de kooi voor de Orionse Afrikanen ook een teken van overwinning. Het Jèsoe principe van kennis is alleen te vinden in de kooi. Hier op aarde zijn de religies een beeld van deze kooi. De mens kan er niet omheen, maar moet in de restricties gaan parelduiken. Jezus is in die zin de kooi van Jèsoe. Het kan niet zomaar in z'n geheel overboord gegooid worden, want dan wordt er meer weggegooid dan je lief is. Er ligt een grote opdracht verborgen in het gevangeniscomplex genaamd J.E.Z.U.S. De mens moet hiermee zorgvuldig omgaan. Ook G.O.D. is zo'n gevangeniscomplex. De mens moet leren werken met dit potentieel gevaarlijke medicijn. Zoals het kruis aanvaarden moet de mens ook de kooi aanvaarden. Het kruis doodt de mens, maar de kooi houdt de mens gevangen en maakt de mens tot slaaf. De kooi is de diepte van het kruis. Het Eeuwig Evangelie in de Tweede Bijbel spreekt ook over een tweede (dieper) kruis in Afrika, iets wat groot zou worden. Het Roodkapje verhaal heeft diepe Egyptische wortels in de Anubis mythe, de wolf, hond of jakhals die de overledene door de onderwereld leidde. Hij leidde de ziel van de dode tot en door het oordeel in de onderwereld, waar hij het hart testte en bepaalde of het doorgang kon krijgen of verslonden moest worden door Amoet. In die zin moest Roodkapje dus verslonden worden als een beeld van het sterven aan haar zondige schaduw-natuur. Ook heeft het zijn wortels in de mythe van Hel, de Germaanse godin van de vruchtbaarheid, die een met bloed besmeurde hond had genaamd Garmr, wat "lap" betekent, als een rode lap, wat je kunt vergelijken met het rode kapje. Deze met bloed besmeurde hond, de rode lap, was de poortwachter van de onderwereld, van de poort van Hel. Het gebrul van de rode lap, het voorhangsel van Hel, is in de Edda, het heilige Noord-Germaanse boek, de Vikingse bijbel, de aankondiger van het Ragnarok, de Vikingse apocalypse waarin Odin, oftewel God, wordt verslonden door de wolf Fenrir, als een zinnebeeld dat het gods-idee van de mens vernieuwd zal worden. Ragnarok begint wanneer de wolf losbreekt van zijn ketenen. Ook Loki, de Hogere Germaanse Logos, het Hogere Woord, zou losbreken van zijn ketenen en de goden, die een beeld zijn van het Lagere Woord, ten val brengen, oftewel "herzien". Loki had zowel Hel als de wolf Fenrir voortgebracht, als Haar eigen transformaties. Dit zijn allemaal onderdelen van Roodkapje zelf, van haar hogere zelf, en dit ligt diep opgeborgen in de menselijke natuur. De mens moet de hel zien als het vruchtbare deel van het zelf. In de Egyptologie was dit Serket, de schorpioengodin van de baarmoeder van de onderwereld, de rode zon, de kern van de cyclische en nomadische natuur. Het bloed maakt een eeuwigdurende tocht door het menselijke lichaam. In een droom was Roodkapje in een geheel rode pij met kap. In een droom van de negentiger jaren werd ik achterna gezeten door valse beschuldigingen en rende ik door de glazen wand van de stad heen de

wildernis in. Ik rende rechtstreeks op Roodkapje af die mij toen leidde naar een wand met een dobbelsteen erin. Dit is de dobbelsteen van de nodige transformaties van de mens. We kunnen stellen dat de bloedbesmeurde hond van Hel, de rode lap van de baarmoeder van de onderwereld, het voorhangsel van de menstruatie is, als de aankondiger van de vruchtbaarheid, het Ragnarok, waarin de mens met zijn godsbeelden eerst aan zichzelf moet afsterven om tot de hogere natuur te komen, wat ook weer terugkomt in het Roodkapje verhaal. Roodkapje is ook gebaseerd op de oergermaanse Volva of Wolwa, waar het woord "wolf" vandaan komt. De Volva (vgl. vulva, de uitwendige vagina als poort van de baarmoeder) was een vrouwelijke priesterorde van sjamaanse zieneressen. Zij werden herkend aan hun rode pijen met rode kappen. Zij werden ook wel spakona genoemd, profetessen, van het woord "spa", profetie. De volva stonden hoog in aanzien, en waren ook godinnen. Zelfs Odin kwam soms bij hen om raad vragen. Zij hadden grote macht, ook als oorlogsgodinnen, en hielden zich bezig met het offeren van de vijand, als een beeld van het doden van het ego, wat ook weer terugkomt in de psychologie van Jung. Het zelf is het synoniem van het goddelijke, en het ego is het synoniem van de vijand, of de zoon van het goddelijke. De oorlogsgodinnen gaven ook het moment van de strijd aan en gaven een oorlogsoproep, en functioneerden daarom als Germaanse amazones. Dit was ook de functie van de Germaanse profetessen. Van "spa", profetie, observeren, komt ook het Engelse woord "spy", onderscheiden, detecteren, het verzamelen van informatie, spioneren. De volva gebruikten ook het bloedorakel, oftewel het zoeken van profetie door bloed. Zij hadden hiervoor de eeuwige bronnen van bloed, als watervallen van bloed. Ook Hel was een ingewijde in de Volva. Zij konden uit geboortebloed en menstruatiebloed de toekomst voorspellen of inzicht krijgen in de diepere achterliggende patronen. Het "bloed" is een metafoor voor de voortgaande (nomadische) openbaring. Er is geen aanleiding in deze mythologieën om bloed letterlijk te nemen. Ook dit is gewoon een figuurlijk, variabel onderdeel van de psychologie. In sommige NoordGermaanse mythes verlieten de Volva hun families en gingen in de wildernis wonen, wat ook allegorisch terugkomt in het Roodkapje verhaal. Roodkapje gaat naar het bos, naar haar grootmoeder, een beeld van het contact zoeken met de familie-stam in de onderwereld, door het "verlaten" van de huidige familie-banden. In de Edda zijn de Volva afstammelingen van de wolf. In de esoterie zijn wolven een beeld van het pasen. Zowel in de Germaanse als in de Egyptische mythologie leidt de wolf door de onderwereld, tot de wijngaard. Zo mag de mens ook verbonden worden met de wijnstok en worden tot een wijnstok door het pasen heen. Dit is iets heel metaforisch. Noach ging als Ra op zijn bootje door de onderwereld, waarvan de zondvloed een beeld is, en kwam zo tot de wijngaard. In het oude Egypte was de wijn verbonden aan de wet, en in de I Tjing is het verbonden aan inzicht, het hogere bewustzijn. 6.4 - Het Hart van Jèsoe Jèsoe, het psychologische Afrikaans-Orionse archetype van de kennis, stond aan de glazen wand van de stad, en tikte er op. Ze begon steeds harder te tikken, totdat het glas brak, en de barsten in het glas lieten het glas brokkelen, en andere dimensies kwamen door het brokkelende glas naar binnen, en ze begonnen te communiceren door het gebroken glas, de brokstukken gebruikend, en de stukken begonnen te verzachten totdat het plastic was, en ze begonnen te bewegen en van plaats te verwisselen. In de stad riepen de mensen altijd : "Het bloed van Jezus redt." Dat werd van mongool tot mongool doorgegeven, en aan hun kinderen. Bloed maakt niet zo'n verschil. Dan stroomt er bloed, en wat dan ? Dan heb je nog niks. Esoterisch valt er wel wat mee te doen, maar de orthodoxe, letterlijke formule is gebazel, puur vampirisme en luiheid. "Oh help, ik heb gezondigd. Laat ik er

even wat bloed van de Heere Jezus oversmeren, en dan is het weg, en dan kan ik morgen doorzondigen, en dan weer even wat bloed van Jezus erover, en weg is het. Wat een heerlijk leven." Dus ja, dat kun je diepere betekenissen gaan geven, maar hoe kom je van zulke vampieren nu daadwerkelijk af ? Jèsoe bleef het raam inslaan, bleef erop tikken. Zij richtte de aandacht op een bijbelvers : Leviticus 17 10Ieder van het huis Israëls en van de vreemdelingen, die in hun midden vertoeven, die enig bloed eet – tegen zo iemand, die dat bloed gegeten heeft, zal Ik mijn aangezicht keren en hem uit het midden van zijn volk uitroeien. 11Want de ziel van het vlees is in het bloed en Ik heb het u op het altaar gegeven om verzoening over uw zielen te doen, want het bloed bewerkt verzoening door middel van de ziel. 12Daarom heb Ik tot de Israëlieten gezegd: Niemand van u zal bloed eten. Ook de vreemdeling, die in uw midden vertoeft, zal geen bloed eten. Nu, "ziel" is "nephesh" in het Hebreeuws, wat ook "beest" betekent. Letterlijk staat er : "want het beestelijke is in het bloed." Het beestelijke is de robotische oer-instincten. Deuteronomium 12 23Houd er echter aan vast, dat gij geen bloed eet, want het bloed is de ziel (het beestelijke) en gij zult niet de ziel (het beestelijke) met het vlees eten. 24Gij zult het niet eten; gij zult het op de aarde uitgieten als water. 25Gij zult het niet eten; opdat het u en uw kinderen na u wèl ga, als gij doet wat recht is in de ogen des Heren. "Het vlees" is een figuurlijke term voor de zonde, wat verslonden moet worden. Natuurlijk is dat niet letterlijk. In de grondteksten is het vlees ook metaforisch, als zijnde dwaalleer en demonie. Het "vlees", oftewel de zonde, moet "verslonden" worden in figuurlijke zin. Christenen gaan zelfs zo ver te zeggen dat je alleen gered kan worden als je het bloed van Jezus drinkt, maar in het OT staat dat bloed niet ingenomen mag worden. In ieder geval : Wat wil Jèsoe daar mee zeggen ? Het bloed van Jezus is een veelgebruikt stokpaardje wat regelmatig van stal wordt gehaald, en alhoewel daar esoterisch wel wat voor te zeggen valt is de letterlijke en orthodoxe zin van deze fabel werkelijk waar afschuwelijk en misdadig. Natuurlijk is dit een zegel wat verbroken moet worden. Het bijbelvers gaf het al aan : Diep in het bloed verborgen zit het beestelijke, het robotische oer-instinct van het zelf. Nephesh betekent namelijk ook "zelf". Dit is dus iets heel practisch wat de mens nodig heeft. "Het bloed bedekt alles." Ja, meer dan ons lief was. Het is tijd om in de diepte te gaan, en te komen tot het "beestelijke van Jèsoe", van de kennis. Het beestelijke is namelijk gemaakt naar de aard van het goddelijke. Dit is ook de reden waarom in de Egyptologie de goddelijke archetypes zowel mens als beest zijn. Ook in de bijbel is dat een feit. De mens heeft zijn beestelijke natuur dus nodig. Het kruis leidt tot het bloed. En dan ? Neen. Nog dieper is de kooi die tot het beestelijke leidt. Dan komen we tot de kern van de Afrikaans-Orionse psychologie. Door het beestelijke zelf kan de mens weer dromen en door aardse muren heenbreken. Dit is waartoe Ra door de onderwereld reiste. Zo kwam hij ook weer voort vanuit de moederschoot. Jèsoe tikte op het raam. Ze was het zat. Haar kennis komt tegen de zieldodende kletspraat van het bloed van Jezus. "Jezus" was een voorbeeld om na te volgen, geen goedkoop afwasmiddel. In ieder geval "het bloed" moet zijn plaats vinden, en gedecodeerd worden. Het beestelijke is het geheim achter deze sluier. Het beestelijke verbindt de mens aan de hogere robotische chip. Het beestelijke is zware technologie om je weg te vinden door het gallactische oerwoud van zoveel gevaren. Jèsoe richtte toen de aandacht op een ander vers : Hebreeën 10 29Hoeveel zwaarder straf, meent gij, zal híj verdienen, die de Zoon van God met voeten heeft getreden, het bloed des verbonds, waardoor hij geheiligd was, onrein geacht en de Geest der genade gesmaad heeft? 30Want wij weten, wie gezegd heeft: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden! En wederom: De Here zal zijn volk oordelen. 31Vreselijk is het, te vallen in de handen van de levende God! Het beestelijke in het bloed is het instinctieve, intuïtieve, robotische deel : het hart. In het Bloed van Jezus zit diep verborgen : het Hart van Jèsoe, het immunologische spasme wat het lichaam bestuurt en behoed. Dit is wat de mens met voeten heeft getreden, en de mens zal die sluier af moeten doen,

want het is een schaduwzelf. Waarom blijft de mens hier omheen draaien ? Jèsoe sprak : "Kennis zonder zintuigen is dood. Kennis zonder hart is dood." Het hart is het robotische centrum van het menselijk lichaam zonder welke geen leven mogelijk is. Leven is zintuigelijkheid in het metafysische, anders is de mens levende dood. De materialistische mens heeft geen hart en is hierdoor versteent. Het hart is het esoterische centrum van de mens. Het christendom is een bloedoffer-cultus, oftewel bloed-obsessief. Gecodeerd in de bijbel liggen de woorden van Jèsoe die de mens terug wil leiden tot het hart, de bron van het bloed. De mens kan niet met bloed omgaan. De mens moet terugkeren tot het hart. "Geweld", ook "goddelijk geweld" mag alleen maar gezien worden als een metafoor. In die zin is het hart het gewelddadigst, want de bloedzuigende mens moet een harde dood aan zichzelf sterven. Door allerlei ingewikkelde spiegelwetten manifesteert "goddelijk geweld" zich soms wel in het materiële, maar het heeft een filosofisch-robotische oorsprong. Het is een psychologisch element wat niet weggedacht kan worden, maar wat gedecodeerd en geanalyseerd moet worden. De tucht is gewelddadig, maar zij is uitgemeten en rechtvaardig. Wat wordt hiermee bedoeld ? Het is het natuurverschijnsel van de kettingreacties. Niemand kan dit stoppen. Het is het boemerang-effect. De mens kan het schuiven op God of de duivel, maar het zijn gewoon spiegelingen. God en de duivel doen niks. De mens moet gewoon ontwaken tot de hogere spiegel-kennis. Alles wat zich hier op aarde afspeelt zijn de ingewikkelde wetten van energie-wisseling. Hiertoe moet de mens de hogere natuurkunde, de metafysische natuurkunde bestuderen. De kern van het leven is robotisch, waarvan in de Afrikaans-Orionse psychologie "het Hart van Jèsoe" slechts een metafoor is. 6.5 - De Ontwaakte Amoet Het "oordeel", oftewel de karmatische kettingreacties, over het christelijke schaduwzelf staat gecodeerd in de bijbel die stelt dat bloed niet ingenomen mag worden, terwijl de christenen het bloed van hun afgod drinken en zo het bloed van het verbond vertrappen. Deuteronomium 12 25Gij zult het (bloed) niet eten; opdat het u en uw kinderen na u wèl ga, als gij doet wat recht is in de ogen des Heren. In een droom ging Roodkapje volledig gehuld in een rode monnikenpij met kap op een bootje de diepte van de wildernis in om haar grootmoeder (grote moeder) te bezoeken, als een beeld van het verloren familielid, het hart. Hiertoe moest Roodkapje het beest ontmoeten. Dit beest nam alles over, zowel de grote moeder als Roodkapje zelf. Het was een beeld van het bio-robotische. Het overweldigt alles, als een beeld van de apocalypse. De bootreis van Roodkapje dieper de wildernis in ligt gecodeerd in de islam. De islam is de code van het diepere van het kruis, terug de baarmoeder in van de onderwereld, de kooi. Dit is verbonden aan een ander sprookje, namelijk dat van Hans en Grietje, wat zich ook afspeelt rondom een kooi diep in de wildernis. In die zin zijn deze sprookjes ook weer verbonden aan de islam als een belangrijk element in de filosofische kosmologie. De ziel is in het bloed, betekent ook in het Hebreeuws : "het hart is in het bloed." Dat is precies wat gecodeerd ligt in het Roodkapje verhaal. Het hart, de robotica, is verbonden aan de eeuwigheid, want zonder de eeuwigheid kan de ware robotische impuls niet opgewekt worden. De mens is omringd met spiegel-realiteiten waarin de mens is opgesloten. De mens wordt gekweld door zijn eigen spiegelbeelden en schaduwen. Het is om het beest op te wekken, de robotische impuls, als in het yin yang mechanisme dat het kwaad het goede vormt en oproept. De mens vindt dan rust in het eeuwigheids-principe, maar in het christendom had dit een nogal nare schaduw van de eeuwige hel.

Dit is voornamelijk een Westerse christelijke leugen, want in het Grieks is aion de eeuwigheid als een beginnend en eindigend tijdperk, als een locatie ergens in het onderbewustzijn. Aion is oorspronkelijk de Griekse god van de tijd, een metafoor van creativiteit en diepte. In de Romeinse religie werd dit principe vervrouwelijkt tot de godin Aeternitas. Dit waren abstracte tekenen van wedergeboorte. De eeuwigheden of aeonen waren gepersonificeerde principes die het rijk moesten beschermen, wat ook gebeurde in de gnostische kosmologie. Zij werden soms ook op munten afgedrukt. Alle eeuwigheden bij elkaar vormen de code van het ultra-robotische bio-ritme van de gnosis, de ontwaakte Amoet. Dit is het punt waarop de wolf verschijnt in het Roodkapje verhaal. Het is het geheim van het hart van Jèsoe, en dat is ook waar de godin Aion voor staat : de mysterie religie. De klok kan het niet bevatten, dus draait door, totdat de cirkel vele malen is rondgegaan, en het diepte heeft gevonden. In de gnostiek vormen de aeonen, de eeuwigheden, de trap (tussenstappen) van de emanatie van de gnosis. In het gnostische evangelie onderwijst ook Jezus over de aeonen. De hogere aeonen werden in de gnostiek soms de waterlichten genoemd, wat ook weer diepgaand terugkomt in de poezie van de Tweede Bijbel. Ook werden zij "de stilte" genoemd, en zij waren esoterisch, terwijl de lagere aeonen orthodox waren en bedriegelijk. Zij kopieerden en verdraaiden. Tussen de hogere aeonen en de lagere aeonen is er een sluier, een limiet, een midden. De lagere aeonen waren dus schaduwen, tegengestelden, van de hogere aeonen. De hogere aeonen zijn de wateren die boven de materie zijn, dus eigenlijke "het water dat op de materie loopt", in plaats van andersom in de Jezus mythe. Mensen die de gnosis brachten werden zoveel mogelijk uitgeroeid door de kerk, ook hun geschriften werden vernietigd. Daarom is het van belang te zoeken naar dat wat er nog is overgebleven, om daar hemelse sleutels in te vinden. De mens moet dus een reis maken door de verschillende aeonen. De Egypte Code

COAB 2017 Hoofdstuk 1. De Orion Link 1.1 Het Schip van Jèsoe 1.2 De Arcturische Lens in Babylonische Mythe 1.3 De Bijbel als Spiegelboek van de Babylonische Mythologie 1.4 De Paradijs Mythe en het Raadsel van de Tweede Wereldoorlog 1.5 De Wet van Wijsheid - De Esoterische Betekenis van de Wet 1.6 De Zoektocht naar de Heilige Veer Hoofdstuk 2. De Noord-Korea Link 2.1 De Interne Sleutel van Noord-Korea - De Decodering van de Dreigende Atoom-Oorlog 2.2 Noord Korea - Het Raadsel van de Diathesiek Hoofdstuk 3. De Egyptische Wortels van het Christendom 3.1 Het Begrijpen van de Vader Cultus 3.2 De Onderwerping van de Wil 3.3 Het Kain Verhaal Wat Zijn Oorsprong Heeft In Egypte - De Motor van de Gnosis 3.4 De Egyptische Wortels van Jehovah 3.5 Ra in het Oude Testament 3.6 De Egyptisch-Israëlitische Wortels van het Wodan Mysterie 3.7 De Egyptische Wortels van Kaïn 3.8 De Egyptische Wortels van Amen Hoofdstuk 4. Het Kruis in de Woestijn 4.1 De Noord-Koreaanse Oorlogs-dans 4.2 De Dieren van het Paradijs 4.3 Surven op de Golven van het Paradijs 4.4 De Komst van de Wereldschepen 4.5 De Wereldschepen 4.6 De Egyptische Wortels van Job 4.7 Poëtiseren 4.8 Het Witte Hek Mysterie 4.9 De Roep van de Pauw 4.10 Muziek van de Gnosis 4.11 Het Herkennen van de Lagere Wil

4.12 Het Herkennen van de Lagere Wil II 4.13 IJsziek Zijn 4.14 De Samensmelting van Stad en Natuur 4.15 Positive Atomic Energy 4.16 Toy Energy 4.17 Het Leven Is Een Wasmachine 4.18 De Diepte van de Kooi 4.19 Leiding in de Woestijn Hoofdstuk 1. De Orion Link 1.1 Het Schip van Jèsoe Een vredesduif vliegt hoog in een kerk. Overal zijn ramen. De vredesduif begint te krijsen en de ramen worden rood. Even later is de hele kerk ommuurd met rode glazen wanden. Hier binnen speelt het leven van de kerkelijke mens zich af, en van de mens die uit de kerk is ontsnapt, want je kan wel de kerk uitgaan, maar hoe krijg je de kerk uit jezelf weg ? De vredesduif is een belangrijk symbool van de christenen, namelijk van de Heilige Geest, maar die duif brengt helemaal geen vrede. Het bedreigt andersdenkenden met de eeuwige hel. Niet metaforisch, maar leterlijk. Althans ... bekeken door de Arcturische lens, de lens waardoor de mens het aardse beleeft. De vredesduif van de christenen brengt dus een valse vrede, een verdraaide vrede, heel selectief. De kerk is diep in het rode ijs. Het leidde mij tot een plaats waar een tamtam stond, van de oerritmes, van de natuur-wiskunde. Een lam, het symbool van de wederkomst van Christus, getekent op het glas van de kerk. Het glas

brak, werd ingeslagen, en in de plaats van het lam was een geldstuk, als beeld van de oer-economie. Zo waren er oersymbolen verborgen achter de symbolen van het christendom : kruis - oerkooi bloed - oerhart duif - oertamtam lam - oergeldstuk Hoe deze orthodoxe symbolen te neutraliseren ? Denk eerst drie seconden aan het orthodoxe symbool, en mediteer dan een paar minuten over het oersymbool wat erachter ligt, totdat je merkt dat je de energie ervan hebt opgepikt, als een eerste contact. Probeer dan voor één seconde terug te denken aan het orthodoxe symbool, en mediteer dan weer een paar minuten over het oersymbool wat erachter ligt. Het is belangrijk dat de oereconomie hersteld wordt, van Orion, wat geen materieel geld is, maar in de zin dat geld een metafoor is van de wet, van "het aan de condities voldoen". Orion is de innerlijke wet, waarvan het oergeld dus een metafoor is. We zien dus in het christendom de verafgoding van de duif en van het lam. Hoe is dat precies ontstaan ? Het antwoord is : de Arcturische lens. In de Orions-Afrikaanse mythologie is er het reusachtige symbool van het oerschip, wat ontstaat in de woeste wateren van het bestaan. Dit wordt door de Arcturische lens gesplitst in de illusie van de christelijke Heilige Geest en het christelijke lam, de Wederkomst. En deze illusie heeft altijd de aarde geterroriseerd, en nog steeds, sinds de opkomst van het christendom. In de wilde wateren van het leven wordt de mens tot een schip. Dat is eigenlijk de boodschap en het doel van de wilde wateren. Het lammetje en het duifje proberen daarvan af te leiden, maar toch hebben ze het ook in diepte in hen, omdat zij de gesplitste en verdraaide delen van het schip zijn door de Arcturische lens. Vandaar ook dat het Eeuwig Evangelie spreekt over het duivenschip, wat die link laat zien. De mens moet door alle sluiers heen doordringen tot het Centrale Orion, tot het Hogere Orion, waar een prachtige natuur is. De poortwachter of sleutel tot die plaats is de metafoor van een man met een hoofd wat een schip is. In Saturnus was een soort buitenaardse voor-Egyptische cultus (liggend achter de Egyptische energie en ermee verweefd), en de goden en godinnen hadden zoals in Egypte andere hoofden, maar ditmaal geen dierenhoofden, maar hoofden van objecten en zelfs zwaar technologisch, dus bijvoorbeeld : een TV-hoofd, een treinhoofd, een vliegtuig als hoofd, een bloem als hoofd, een telefoon als hoofd, enzovoorts. In ieder geval de man met het schiphoofd was genaamd TEE, en hij kan ook in een schip veranderen, een heel groot schip. Dit schip gaat door een heel groot oerwoud in Centraal Orion, over een grote wildernis-rivier. Die man met het schiphoofd is als een achterliggende energie van Ra (die altijd reizen door de onderwereld/ oerbaarmoeder maakte op een schip). Natuurlijk hebben die buitenaardse "cultussen" geen verknipt beeld van goden zoals het oppervlakkige christendom, maar als metaforisch, personificaties van dynamieken binnen de gnosis/

oneindige kennis. In ieder geval is die "cultus" dan ook in Centraal Orion, dus niet alleen op Saturnus, dus het is een groot buitenaards netwerk, en die "cultus" is puur filosofisch, wat ook de Egyptologie was. In Afrika-Orion ligt dan de oorsprong van het schip, wat ook een beeld is van de godin Amoet, die in het wilde water, de zee, waarin zij opgesloten zat, losbreekt en tot een schip wordt. Dit is hetzelfde idee als dat Jèsoe, de metaforische godin van de kennis, opgesloten zat in een kooi en onder die druk de woeste zondeverslindende Amoet werd, als een beest, of als de kooi zelf. Amoet zou net als Andromeda in de Griekse mythologie, geofferd worden aan de zee. In de Griekse Andromeda-mythe kwam Perseus haar te hulp. Zij was geketend aan een rots. Perseus had het Medusa monster verslagen, en droeg nu zelf het Medusa hoofd als masker. Perseus was slechts een deel van Andromeda zelf, haar beesten-zelf, die haar tegemoet kwam. Andromeda veranderde dus in diepte zelf in het beest. In de Afrikaans-Orionse mythologie is Jèsoe of Amoet in de Andromeda rol, in de zin dat Jèsoe verandert in het beest Amoet. Jèsoe-Amoet raakt in dat proces los van haar ketenen, maar in het water raakt zij in gevecht met een monster, of is zij in gevecht met de golven. In dit gevecht verandert zij in een schip. Vandaar dat niet alleen de kooi en de ketenen belangrijke Orionse-Afrikaanse symbolen zijn voor het kruis, maar ook de zee. De woeste, onderdrukkende macht van de zee is dus nodig om Jèsoe-Amoet in een schip te doen veranderen. Vandaar dat het Eeuwig Evangelie ook spreekt over de komst van de wereldschepen waarin grote "behoudenis" is en die de mens zal terugleiden tot de verhalen. Er is een grote Eeuwig Evangelische mythologie rondom de wereldschepen. 1.2 De Arcturische Lens in Babylonische Mythe Het leven is heel economisch. Je hebt iets gekocht of gehuurd en daar hangt dan een prijskaartje aan en mogelijke belastingskosten. Als je een monster hebt verslagen en je hebt daarvoor een bepaald wapen gebruikt, dan moet het wapen ook betaald worden, de ammunitie en betaal je wapenbelasting enzovoorts. Naast het Egypte-fundament van de civilisatie, zwaar verstopt onder het christendom overigens, ligt er ook het Babylonische fundament, wat gelijk opliep. Het is belangrijk voor het begrijpen van het christendom en de Arcturische lens. Ook dit fundament werd naast het Egyptische fundament zwaar gebruikt in het tot stand laten komen van de bijbel, en toen moest dit fundament dus ineens snel verborgen en gedemoniseerd worden, want dit was de gevoelige plaats van de christelijke kerk. Hier had de christelijke kerk haar schuilplaats. Laten we kijken hoe dat gebeurde : De Babylonische oergodin van de zoute oerzee van chaos en schepping was Tiamat, een

Akkadisch-Babylonisch woord, wat later door de Israëlieten werd overgenomen als de Tehom diepte van Genesis 1:2, waaruit de schepping voortkwam. Tiamat of Tiamut is T-Amoet, wat in het Egyptisch betekent "de Amoet" of "de zee Amoet", wat laat zien dat dit Amoet, de zondeverslindende baarmoeder, in haar zee-vorm is. Vanwege de wet van contrasten bracht zij uiteindelijk Marduk voort, een boerse en stadse staatsgod, als een soort van Arcturische lens in de Babylonische mythologie, die haar verscheurde, opsplitste, en zo een deel van haar gebruikte voor de hemel, en een ander deel voor de aarde. Zo werd dit op aarde geprojecteert als een illusie waarin een "godenzoon" zijn moeder, de oermoeder van de godenwereld, ombracht om zich op haar troon te zetten, wat ook min of meer in de gnostische mythologie gebeurde, waarin het verblindende licht, Sabaoth, de oerduisternis verslond, en zo de wijsheid, sophia, en de kennis, gnosis, de gnostische oermoeders, versluierde. Hij volgde hierin zijn vader, Yaldaboath, op, die hier al mee was begonnen, maar Sabaoth vond hem nog te duister. Deze overgang zien we ook terug in de overgang van het OT naar het NT, van Yahweh naar Jezus, oftewel van het Judaïsme tot het christendom. Dit is dus een natuurverschijnsel door de wet van contrasten, door de wet van yin yang, dat Tiamat, T-Amoet, oftewel Amoet, haar tegengestelde voortbracht om Haarzelf te verbergen achter de Arcturische lens, Marduk. Wij leven nu alleen met de verdraaide fragmenten van de afgesplitste kennis. Door Marduk werd de mens losgesneden van de oermoeder, van het oerbeest, oftewel van de beestelijke kwaliteiten van de mens, en zo werd de mens tam gemaakt, tot een slaafse consument van de staatsmarkt. Jezus had de wilde zee gekalmeerd. De mens kon het niet aan, want de mens had eerst een tegengestelde cryptische laag nodig om zo door langzaam te reflecteren een pad terug te vinden tot de woeste oerdiepte, die overigens van een hogere orde was. Vandaar dat deze natuurverschijnselen van scheuring door de Arcturische lens van levensbelang zijn. 1.3 De Bijbel als Spiegelboek van de Babylonische Mythologie Als kind was mijn favoriete bijbelverhaal altijd "het beest uit de zee". Dat vond ik zo spannend, en zelfs echt griezelig, vooral omdat ik dacht dat het echt zo letterlijk zou gebeuren, dat er een zevenkoppig beest uit de zee zou komen. Het brak mijn hele fantasie-wereld open, en het inspireerde mij op allerlei manieren. Ik had er vlinders van in mijn buik. Ik was verliefd op dat verhaal, en die liefde is eigenlijk nooit weggegaan. Ik bewonderde het plaatje in mijn hoofd wat ik erover had, maar natuurlijk was het beest iets wat door het christendom geminacht werd. Het beest stond natuurlijk volgens hen niet aan de juiste kant van het schaakbord, en daar viel ook wel het één en ander over te zeggen. In mijn tiener-jaren begon ik de apocalypse rondom het boek Openbaring, rondom het beesten-verhaal, ijverig te bestuderen. Ik werd zelfs lid van een magazine erover, en kwam uiteindelijk op een theologische school terecht vanwege deze obsessie. Ik moest en zou het antwoord weten wat die raadselen betekenden. Het was pure mythologie, en hoe meer ik het bestudeerde hoe meer ik erachter kwam dat het dualistisch van aard was, en niet slechts eenzijdig zoals de christenen het altijd brachten. Toen ik daarna ook de grondteksten van het verhaal in Grieks en Aramees begon te studeren bleek ik daar ook wel in bevestigt, want ook in de grondteksten was het een dualiteit. Het beest kon aan beide kanten van het schaakbord staan. In de grondteksten werd de vrouw op het beest zelfs door Johannes bewonderd en vereerd. Toen later kwam ik het hele verhaal ook in de mythologieën van andere culturen tegen. In de bijbel

werd de vrouw die op het beest reed de moeder van het geheimenis van het grote Babylon genoemd. In het Grieks is het geheimenis de allegorische betekenis van iets of van de bijbel. In het Aramees heeft het dezelfde betekenis. Dit beest zou voortkomen vanuit de oerafgrond, en de vrouw zat op of aan vele wateren. Deze teksten gaan in de context van de babylonische mythologie over Tiamat, de Babylonische vorm van Amoet, die een belangrijke rol speelde in het Laatste Oordeel in de Egyptische mythologie en theologie. Tiamat had verschillende beesten voortgebracht die aan haar zijde streden tegen de opstandige goden die haar partner hadden omgebracht. In die zin vervulde zij de rol van een soort Babylonische Maria Magdalena. De dualiteit is dat de mens zowel het beest moet overwinnen als worden. Er is dus een goede beestnatuur en een slechte beest-natuur. Vandaar dat er ook wordt gesproken over een Ouroboros teken in de Egyptologie : een slang of draak die zichzelf in de staart bijt, als een teken van zelf-zuivering. Het beest verslindt zichzelf als een teken van de eeuwige cyclus van sterven en wedergeboren worden, slapen en ontwaken, waardoor de natuur zichzelf zuiver houdt. Het is het teken van transformatie, want het beest geeft ook weer geboorte aan zichzelf. Ook in de gnostiek werd het Ouroboros teken gebruikt, en werd het ook het autogenes-principe van zelf-geboorte genoemd, wat een reden was waarom de kerk de gnostici vervolgden, want de kerk had gesteld dat er alleen wedergeboorte was door de kerk. In Openbaring treedt de Ouroboros in werking op het punt wanneer het meerkoppige beest en zijn horens de vrouw die erop rijdt verslinden. Dan kun je stellen : Het is Marduk, die Tiamat verscheurde, maar het was ook Tiamat zelf die haar schaduw-natuur verslond. Marduk is een Babylonisch beeld van Jezus die de draak versloeg. Dit is een dualiteit. Het heeft een goede kant en een slechte kant. In dat opzicht kunnen we ook in deze mythe niet eenzijdig een partij kiezen, maar moeten we tot de ambiënte betekenis van het raadsel komen. Het is dus een groot orakel. In de Aramese betekenis is het geheimenis van de vrouw op het beest de eucharistie, oftewel het avondmaal. De letterlijke betekenis van het avondmaal is de valse bloedleer waarin onschuldig bloed vergoten moet worden om de schuld van de schuldigen weg te wassen, als door een tovertruukje, wat ook in de kerk wordt geleerd. Er is dus verschil tussen de lagere kerk en de hogere kerk. De hogere kerk is esoterisch, en die gaat ook tot de esoterische diepte van de grondteksten, die al esoterisch in definitie waren, omdat die talen al per definitie esoterisch zijn. De bloedoffers waren symbolen, geen letterlijkheden. Het bloedoffer was de mens die zichzelf overwon, zijn valse, leugenachtige natuur. De Bilha, het grote boek na de Vur, binnen de Tweede Bijbel, brengt de oorspronkelijke betekenissen in de grondteksten van deze gruwelijke teksten weer terug, en dat is hoog nodig in deze gevaarlijke tijden van religieuze obsessie en extremisme. De mens moet het raadsel ontraadselen, anders zal het in zijn gezicht ontploffen. De tijdbom tikt. De eucharistie is in de goede zin van het woord het ontraadselen en analyseren, ook het allegoriseren, als de Ouroboros, de zichzelf verslindende Amoet. 1.4 De Paradijs Mythe en het Raadsel van de Tweede Wereldoorlog Ieder kind in het Westen kent wel het verhaal van Adam en Eva die van de verboden appel aten en

zo in de onderwereld terecht kwamen, maar deze mythe komt in verschillende culturen voor. In de indiaanse Azteekse mythe van Meso Amerika nam Xochiquetzal, de Azteekse Eva en godin van de vruchtbaarheid, bloesem van de heilige boom, een bloem, en werd hierdoor gegrepen door de slangengod, Tezcatlipoca, de spiegelgod van de nacht, die een been had als een slang, wat ook een spiegel was. Zo werd Xochiquetzal naar de onderwereld gesleurd als beeld van een "drugs-trip". De wortels van de Midden Oostelijke beschaving liggen in Sumer, in Zuid-Mesopotamië, het exotische gebied aan de Perzische golf, een inham waar de Eufraat en de Tigris de Perzische golf ingaan, aan de kust van het huidige Irak. Mesopotamië betekent : het land tussen de rivieren. Sumer is ook de wortels van het Babylonische rijk. Enki was in de Sumerische mythologie de god van de vruchtbaarheid en de schepping. Zijn partner was de godin Ninhursag, de moeder en koningin van de goden. Zij had planten geschapen van zijn zaad, en ze vervolgens verboden. Toen Enki toch van de planten nam kwam hij onder een vloek en werd tot de onderwereld genomen. Dit was ook een teken dat hij van zware drugs had genomen. Het had hem gestoken in zijn keel. De godin Nazi, de godin van het sociale recht en van profetie, de godin van de Perzische golf, moest hem toen genezen. De mythe van Enki en Ninhursag ging vooraf aan de Joodse versie hiervan, en er waren nog wel andere mythes van Sumer die geboorte gaven aan de Joodse versie die we kennen van de bijbel. Adam en Eva hadden in de oorspronkelijke Joodse tekst niet zomaar van een appel genomen. In het Hebreeuws wordt het woordje "periy" gebruikt, wat ook takjes kan betekenen. Zij hadden genomen van een bepaald kruid wat een zware hallucinatie had opgewekt. Zij hadden drugs genomen, en kwamen zo in een andere wereld. Zie hier de vergelijking met de Arcturische lens van de matrix, waardoor alles wordt gesplits en omgedraaid, als door een betoverde spiegel. Daarom is het in de wereld waarin wij leven zo'n zooitje. Adam en Eva gingen via de drugs door de Arcturische spiegel, zoals de Azteekse Xochiquetzal en zoals Enki in de mythes van Sumer. Waar gaat het nu om ? We zagen dat de godin Nazi dit kon herstellen, als de Sumer versie van het Andromeda-mechanisme wat door de Arcturische lens breekt om de mens terug te leiden tot het hogere Orion. Daarom werd de godin Nazi juist door de Arcturus-lens helemaal verkeerd voorgesteld. Alles werd omgedraaid en vermannelijkt in Nazi Duitsland in de tweede wereld oorlog, de nationaal socialistische partij die miljoenen Joden om zeep hielpen. Nationaal socialisme, de valse nazi, is tegengesteld aan Nazi, de godin van de sociale gerechtigheid (internationaal). Wij kregen een gruwelijke afgebogen, corrupt geworden reflectie van dit principe te zien op deze gevallen aarde. De godin werd gruwelijk bespot. Wel is het dus een raadsel. Het jodendom was in zijn orthodoxe vorm ook een soort van nationalisme, want andere rassen en religies werden door deze harde kern niet geduld, terwijl ze wel liepen te pronken met de mythes van andere volkeren. Het was puur plagiarisme. Dat zou op zich niet zo erg zijn, maar dan moeten ze niet ineens net doen alsof het allemaal van hen alleen is, en dan er hun monopolie over wanen. Niet alle Joden zijn zo, gelukkig maar. Er waren ook een heleboel esoterische Joden, dus het generaliseren van alle Joden door de Duitsers des tijd was natuurlijk goed fout, maar het was een bijverschijnsel van de Arcturische lens, iets hoogtechnologisch, wat alle dingen omhuld met zijn of haar contrasten, en dan kom je in een doolhof van raadselen terecht, een labyrint, allemaal om de mens te testen en het beste van de mens omhoog te brengen. Daar kan de mens dus niet aan ontkomen. De mens moet de puzzel van de Arcturische spiegel zien op te lossen. Het is een gevecht tegen de matrix in een groot puzzelavontuur. Dit avontuur wordt ook beschreven in de Tweede Bijbel in het mysterie van het meisje met de rode

laarzen. Als de mens denkt de tweede wereldoorlog te zien, dan was het maar een meisje die haar rode laarzen had verloren, stelt de Vuh, het eerste grote deel van de tweede bijbel. In de Vur, een ander deel van de tweede bijbel, staat hierover : 104. RODE LAARZEN 5. Druipend bloed, Maar het was gewoon een vrouw met rode laarzen, Oorlogen, Maar het waren gewoon haar rode laarzen In deze boeken is dit ook verbonden aan het paradijs-mysterie. De mythe wil dat de laarzen gemaakt zijn van de vacht van rode tijgers, die zij eens nam uit de ark van Noach. Maar deze mythe gaat eindeloos door in de tweede bijbel. Ik wens jullie allemaal een goed puzzelavontuur in dit labyrint genaamd aarde. En onthoud : Niets is wat het lijkt. 1.5 De Wet van Wijsheid - De Esoterische Betekenis van de Wet In het Orionse Babylon, oftewel het buitenaardse Babylon, zien we de godin Soera met haar Abraham, wat op aarde in de Joodse traditie is geprojecteerd als Sara en Abraham. Abraham was geboren in Ur, in Babylon, wat nu Irak is. Soera is de Orions-Babylonische godin van wijsheid, als de Sophia-bron, en Sarsia in het Atlantistijdperk beschreven in de Atlantische bijbel destijds, genaamd de Troiade, ook genoemd in het Eeuwig Evangelie waarin Sarsia een bepaalde rol heeft als oorlogs-engel. Zij is ook de godin van de schepping en de kunst. De oorlog is puur een metafoor voor het ontzegelen, decoderen, het begrijpen, wat ook de definitie van wijsheid is. Net als in het Orionse Afrika wordt in het Orionse Babylon het filosofisch-metaforische Jèsoeprincipe van de kennis toegepast. In het hogere Orion worden de gnostici daarom ook wel de Jèsoeieten genoemd, wat ook weer verklaard waarom op aarde er zoveel stijfkoppige christenen rondlopen die bij hoog en laag beweren dat "Jezus" "God" is, en die zijn geen mogelijkheid er vanaf te brengen, omdat dit een bijna bevroren reflectie is van het Jèsoe-principe door de Arcturus-spiegel die alles heeft omgedraaid en verletterlijkt totdat het materialiseerde als keihard onwrikbaar steen. Dit is vooral zo in het Westen, waar alles zich naarmate de tijd verstreek steeds meer ging verletterlijken tot het literalistische christendom, totaal afgesneden van de Oosterse oorspronkelijke betekenis. Naarmate de mens dieper het Oosten ingaat valt de letterlijke sluier weg en worden dingen steeds meer esoterisch, om zo terug te gaan tot de gnostische wortels. Heel duidelijk is de Arcturische lens als een spook tussen Oost en West, die alles wat vanuit het Oosten op het Westen

wordt geprojecteert verletterlijkt, verdicht, castreert, verdraait en dramatiseert. In de Troiade van Atlantis, en het Eeuwig Evangelie is Sarsia de oorlogsengel, degene die Metensia, een Atlantische term van Maria, van het moederschap en de wet van opvoeding, een schuilplaats biedt. De Wet en het Recht moet namelijk omhuld worden met wijsheid, begrip. Zo is dus ook Soera als een schuilplaats voor de Sumer-godin Nazi, het sociale recht, in Babylon en het Orionse Babylon. Sarsia is ook de zwarte pantergodin die op het moment dat ze in een panter verandert door de glazen wand van de markt heenrent om de slaven van de markt (de consument) vrij te zetten. Ook dit is een grote gebeurtenis in het Eeuwig Evangelie. Wijsheid omhult de Wet, om de wet te beschermen en zuiver te houden, om inzicht te geven in de Wet. Dit is het mechanisme van het basis-principe "kennis", Jèsoe. De Wijsheid is het loon van de kennis, de ingang tot de vertaling, het begrijpen. Zij die getrouw zijn met het beetje kennis wat ze hebben ontvangen zullen tot grotere diepte komen. Dit is ook de betekenis van Sara in het Hebreeuws. De wortel "sar" betekent de prins, prinses, van de handel, de economie, ook als een bewaker. Ook is Soera, Sophia, Sarsia, Sara, verbonden aan Maria Magdalena in het NT, de tweede bijbel en verdere gnostische geschriften. Zo is zij ook een beeld van genezing voor hen die door de aardse Wet kapot zijn gemaakt. Zij komt tegen alle farizeïstische instituten die alles letterlijk hebben gemaakt om de gnosis achter te houden. Lukas 11 52Wee u, wetgeleerden, want gij hebt de sleutel der gnosis (kennis) weggenomen; zelf zijt gij niet binnengegaan en hen, die trachtten binnen te gaan, hebt gij tegengehouden. In het Jèsoe principe van kennis worden wijsheid en wet met elkaar verenigd. 1.6 De Zoektocht naar de Heilige Veer In het Babylonische deel van Orion zien we het wijsheids-principe genaamd Soera als de bewaker van de Wet. Niemand mag zomaar zonder wijsheid de wet hanteren. Dit zien we op aarde terug in de diep metaforische en esoterische wetten van de Koran. Die zijn namelijk allemaal onderverdeeld in Soera's. In de Afrikaans-Orionse mythologie van de psychologie is Ajawoe de grote wijsheidsmoeder, die op aarde vervangen werd door haar arrogante tegenpool beunhaas : Jahweh, oftewel de blinde god en demiurg, de valse tussengod van de sluier tussen de materiële aarde en de metafysische werkelijkheid, zoals de gnostiek hem beschouwt. In die zin bewaakt Ajawoe de Oeloe-wet in deze mythologie.

Omdat er een groot contrast is tussen het Jèsoe principe in de hogere Orionse gnosis en de bloedleer van de Westerse literalistische Jezus op aarde is een belangrijk onderdeel van de gnostische beweging op aarde altijd "de zoektocht naar de heilige graal" geweest, om toch een beter zicht te krijgen op wat het zogenaamde "bloed van Jezus" dan daadwerkelijk inhield, of oorspronkelijk was voordat het corrupt werd. Deze zoektocht werd in verschillende tradities beschreven. In de gnostiek werd de heilige graal vaak beschouwt als een metafoor van de baarmoeder van de gnosis. De mens kon zo ontsnappen aan alle corrupte reflecties in het in slaap gedutte christendom wat meer op een markt gericht was dan op de gnosis, meer op politiek gezag dan op waarheid. In het Egyptische filosofische gnosticisme was er ook een andere belangrijke zoektocht, namelijk de zoektocht naar de heilige veer van Moat, de veer van de wijsheid, de waarheid en de wet, de veer van gerechtigheid. Deze veer zou het hart testen om zo doorgang te geven tot het paradijs, namelijk het verhoogde bewustzijn, het hogere inzicht. Wel liep de mens zo het risico verslonden te worden door Amoet als het hart niet oprecht was. Daarom ging de zoektocht naar de heilige veer altijd gepaard met grote voorzichtigheid en zelf-onderzoek. Dit heeft zijn oorsprong in de Orions-Afrikaanse metaforische filosofie, als de droom-psychologie waarin de heilige veer een beeld is van Ajawoe, de moeder of het moederlijke deel van Jèsoe. De heilige veer is het zuiverende, oftewel begrijpende, element van Jèsoe. Er is geen bloedleer zoals in het christendom dat een onschuldige moet sterven om schuldigen schoon te wassen, geen zondeboktheologie. Hoogstens komt het bloed metaforisch voor als het bloed van de menstruatie en de geboorte, en als het bloed van de vijand, maar dit leidt helemaal terug tot het hart van Jèsoe, tot de dierentotems van het hogere zelf, die de poort openen voor de zoektocht naar de heilige veer. Al deze wegen leiden dus terug tot de heilige veer van Jèsoe : Ajawoe, het wijsheids-principe, het heilige loon en de decodering van alle dingen. Zo is dus de heilige veer net als in de Egyptologie de poort tot het verhoogde bewustzijn, die de cirkel van de gezichtspunten heeft leren verstaan en tot het centrum daarvan, tot de as ervan, is aangekomen. Dit is het grote "Arrival", het aankomen (arriveren). De heilige veer is zoals de vogel hoog boven alle dingen, verbonden aan de hemel. De heilige veer staat in die zin voor de nomadische inspiratie, als een doorgang, een poort. De wijsheid communiceert de kennis, door de wet (Oeloe, Orions-Afrikaans), en laat de details en contexten zien vanwege het grote overzicht, en is daarom een wezenlijk deel van de kennis. Dit is hoe Jèsoe haarzelf voortbracht, door haar Ajawoe-deel, door de heilige veer, als het gnostische autogenes principe van zelf-geboorte. In die zin is de heilige veer ook het symbool van de vruchtbaarheid. Het is de metaforische sleutel tot evolutie, revolutie en ascensie. De indianen communiceerden door veren met de onderwereld en de hogere werelden. Vogels wisselen vaak hun veren en krijgen dan nieuwen. De indianen verzamelen de afgeschudde veren die ze dan weer kunnen gebruiken voor het communiceren met de hogere dimensie. Ook is het bij de indianen een beloning-systeem. Ook zijn veren een symbool van gebed wat zij gebruiken. Hoofdstuk 2. De Noord-Korea Link

2.1 De Interne Sleutel van Noord-Korea - De Decodering van de Dreigende Atoom-Oorlog Na de aggressieve energie uitstorting van Isis in de apocalypse op aarde lijkt deze stofwolk zich te hebben verschoven tussen Amerika en Noord-Korea, die elkaar met een "nucleaire oorlog" bedreigen. Deze dreiging hangt op dit moment over de wereld heen, na of "samen met" de Isisdreiging. Natuurlijk gaat het hier weer (zoals altijd) om hogere principes die volkomen verknipt en verdraaid zijn door de Arcturische lens. Daarom is het van belang om deze energie te decoderen en te zien wat er nu daadwerkelijk aan de hand is. Na de aandacht op het Midden-Oosten verschuift de aandacht zich ineens naar Noord-Korea, het bovenste gedeelte van het Koreaanse schiereiland aan de Noord-Oostelijke Chinese grens. Zowel Amerika als Noord-Korea zijn zwaar corrupte landen. Over Amerika is veel bekend, maar niet over Noord-Korea, omdat het een obscure staat is, ook wel de "hermieten staat" genoemd. Noord-Korea is een robo-dictatuur met tien gouden wetten waarin de mens totale onvoorwaardelijke gehoorzaamheid en zelfs aanbidding zweert aan de dictators van dit land. Criticisme is hierin geen optie en zelfs gevaarlijk. Er is geen vrijheid van menings-uiting. Het is een totalitarische staat. Natuurlijk is dit een corrupte verdraaiing van de hogere robotiek door de Arcturische lens. De fundamentele filosofie van Noord-Korea is genaamd "Juche", en alhoewel het voortkomt uit het communistisch-socialisme gaat dit nog een stap verder. Op vele punten is de Juche-filosofie te prijzen, maar dan ergens wordt het corrupt vanwege de materialistisch-orthodoxe benadering ervan. Wij willen het daarom esoterisch-cryptografisch benaderen. Waarom oefent Noord-Korea zo'n druk op de wereld uit op het moment ? Wat moeten wij van Noord-Korea leren ? Is er misschien een missing link die de mens over het hoofd heeft gezien ? De mens is in een race tegen de klok. Het raadsel dreunt en stampt op de mensheid met een grote dreiging. Het is tijd voor de mens om het te decoderen, om het te ontmantelen, en zo de goede principes die het herbergt esoterisch toe te passen. De materialistische schil moet eraf. Eerlijkheidshalve werd er door de Juche-filosofie in Noord-Korea wel gesteld dat waar het systeem haperde en corrupt werd het een teken is van een gebrek aan "Juche". Daarom is Juche ook een filosofie in evolutie. Er moet dus een wil zijn voor "meer Juche". Het volgende betoog zal kort de Juche filosofie bespreken, maar wel op zo'n manier dat wanneer er gevaarlijke bochten ontstaan dat dan de filosofie van de Tweede Bijbel erbij wordt gehaald, want die heeft dezelfde principes, maar dan veel beter en veiliger. De Tweede Bijbel is hierom de brenger van de "volmaakte" Juche, in de zin dat de Tweede Bijbel altijd weer hamert op de demonologie en de heilige gebondenheid tot de hogere kennis (gnosis) in plaats van tot aardse systemen. De principes van Noord-Korea begonnen goed, maar eindigden in een cultus van persoonsverheerlijking in plaats van principe-verheerlijking. Juche zal dus consequent besproken worden in de context van de hogere psychologisch-filosofische technologie van de Tweede Bijbel. Ook zullen we zien hoe Juche is verbonden aan het Orions-Afrikaanse "Jèsoe" principe van kennis. De mens is een totaal-ontvanger. De gedachten en gevoelens die de mens krijgt zijn niet uniek, maar komen ergens vandaan. De sterren besturen de mens voor een groot deel, want het zijn satellieten, en dan is er nog een grote inslag van de buitenaardsen, en ook de inslag van de voorouders. Al deze invloeden vormen een laag om de mens heen, van zowel negatieve als positieve bio-electriciteit, wat ook wel eens de aura wordt genoemd, als een energetisch schild. In deze kokon moet de mens zichzelf ontwikkelen, alhoewel de mens dus wel hulp krijgt.

De mens is dus deel van een veel groter collectief dan alleen maar de mensen om hem heen. Er is natuurlijk in al deze lagen een strijd tussen positief en negatief, maar hoe kom je dan tot het ware collectief ? Om jezelf zomaar te onderwerpen aan het collectief als "de meesten stemmen gelden" is een vorm van wat we flunkeyisme noemen. Flunkeys zijn de laffe vleiers die alles volgen op grond van veelheid, rijkdom en macht. Daarom wordt de vraag gesteld : Gaat het je om de macht of om de waarheid ? Flunkeys zijn luie nalopers, copy-cats. Ze imiteren alleen, maar hebben geen leven in zichzelf. Ze volgen gewoon de dode massa's. Als de massa verandert, dan veranderen zij ook. Het zijn trendvolgers. Mode-apen. Zij zijn pionnen van de illuminati, krachtvoer voor de matrix. Wel is het collectief, de massa's, cryptisch goed bruikbaar, maar hoe kom je dan tot het ware, cryptische, collectief ? Hoe doe je dat ? Want altijd maar "me or us against the world" spelen is heel vermoeiend en onvruchtbaar omdat het een missing link heeft. Daarom hamert de dialectiek van Hegel op : these - antithese - synthese, oftewel : stelling, tegenstelling en samenstelling. Er moeten namelijk ook verbindingspunten zijn. Niet alles is zwart-wit. Er is ook wat we noemen "het ware collectief", of "het goddelijke collectief", wat dan het goddelijke zaad in de "massa's" is. Wat we moeten begrijpen is dat het collectief een onderdeel van het individu is, als een reflectie. Hierin moet het individu tot het ware collectief komen, zodat de kloof wordt overbrugt. Er is een fijne storm van goddelijk zaad in het collectief, als de morgendauw, als een regen van stuifmeel. Er is een cryptisch vruchtbaar principe in het collectief. Het individu heeft niet de goedkeuring nodig van iemand anders, maar moet allereerst in de zoektocht naar de waarheid onafhankelijk worden, niet beinvloed door de massa. De mens moet allereerst loskomen van de opvattingen van de massa, want dat zou hem ernstig kunnen misleiden. De onafhankelijkheid is dus een groot basis-principe, en onafhankelijkheid uit zich niet in gelijkvormigheid, maar in creativiteit. Onafhankelijkheid is niet formeel. Om dus tot het ware collectief te komen moet men eerst komen tot het ware individu, de mens zelf, door het onafhankelijkheids-principe, waardoor het vruchtbaarheids-principe in werking wordt gezet. Deze wet is zo vast dat robotisme het gevolg is, oftewel het technische automatisme, en dat is nodig, omdat de mens niet zomaar met de natte vinger in de lucht door het gevaarlijke mijnenveld van de matrix heenkomt. Robotisme is de heilige graal van de technologie, en essentieel om als individu en collectief te overleven in de abstracte chaos van het bestaan, het duizelingwekkende labyrint. Het ware collectief is dus de creativiteit van het individu, het loon van het onafhankelijkheidsprincipe. Het individu is door deze principes het meest krachtige in de wereld, en kan hierdoor de wereld transformeren. Het ware individu kan zowel de natuur als de wereld als de massa transformeren. Het ware individu beslist alles en is de meester van alle dingen. In de robotische chip moet er door de massa's gewerkt worden, want die zijn een deel van het individu, en daarmee uit het individu zich, als een klankbord. Dit gaat niet rechtstreeks, maar cryptisch, want de mens heeft met de Arcturische lens te maken, die alles splitst en verdraait. Alleen door de strijd tegen de Arcturische lens krijgt de mens grip op de werkelijkheid en kan de mens scheppen en herscheppen. De strijd is dus een essentieel principe in het decoderen. De mens is dus al dichter bij het einddoel dan de mens denkt, want het is cryptisch. De strijd heeft te maken met technologie, en technologie encrypts oftewel verpakt, codeert, zichzelf in theologie. Dit is niet voor de luien. De schil van het luie individu, en dus ook van het luie collectief moet eraf, en de afhankelijkheids-link moet verbroken worden, want dit is alleen maar voor de markt, en een creatie van de Arcturische lens om de mens in de matrix te houden. De mens kan zelf creëeren en

kan daar rustig de massa's voor gebruiken, zolang het abstract en cryptisch blijft, anders zou de mens vervallen tot imperialisme, kolonialisme en totalitarianisme. De mens moet dus ook loskomen van de flunkeyistische robotische chip, een valse chip. Er is dus een strijd voor individualiteit, bewustzijn, creativiteit en onafhankelijkheid om de grijptentakels van de controle-machine te verbrijzelen. Bovenstaande principes vormen dan een nieuwe "controle" waarin iedereen gelijk is. Zo wordt er dan een nieuwe "waakhond" opgesteld, als een "zorghond", maar die moet abstract blijven. Het gevaar van letterlijkheid en de daaraan verbonden drama en stress is te groot. De mens moet in haar strijd tegen de Arcturische lens ook loskomen van de literalistische chip. De mens moet loskomen van klasse-verschil en nationalisme, het valse collectief. Eerst moet de mens terugkeren tot het ware, onafhankelijke, creatieve individu. De mens moet zich dus eerst isoleren, "hullen in ijs", om deze valse machten te verbreken. "Ik isoleer ! Ik heers !" moet de mens tegen zichzelf zeggen. Zonder isolatie kan de mens namelijk niet over zichzelf heersen. In die isolatie moet de mens dus ook de heerszucht over anderen loslaten. De mens mag alleen over zichzelf heersen. Het ware individu heerst, en heerst zo over het ware collectief, als een beheersing. De mens moet komen tot meesterschap over zichzelf. Het ware individu heerst zelf over het collectief, en hoeft die heerschappij niet in iemand anders handen te leggen. De mens moet stoppen lui te zijn en alles op iemand anders te projecteren. De mens moet zelf verantwoordelijkheid nemen. Niet direct, maar abstract. Hiërarchieën, klassen en rangen zijn om te lachen. De hiërarchieëen zijn in de mens zelf, en die zijn absurd. Het kapitalisme is een creatie van de Arcturische lens, als een karikatuur van de hogere principes. Het communisme was de eerste slag in het gezicht van het kapitalisme. Het communisme spreekt namelijk over gelijkheid en eerlijke verdeling. Maar als hierin niet de juiste principes worden toegepast, dan komt er corruptie. De mens moet teruggeleid worden tot het ware individu door het principe van de onafhankelijkheid. De mens moet komen tot de ware vrijheid, en daarin is isolatie essentieel. Als er iets is wat wij "aanbidden" dan is het wel het principe van isolatie, waarin het principe van onafhankelijkheid kan wortelschieten. Wij durven hierin zelfs zo ver te gaan om te spreken over "het heilige ijs", wat natuurlijk een abstractie is voor de evolutie van isolatie-techniek tot het ware robotisme. Wees een cyborg, lieve mensen. Het is u allemaal gegeven om u te beschermen tegen de exloiteurs en kolonisten die u willen leegplunderen en uitbuiten. Automatismes zijn de "toys" van de toekomst. Houd het goed in de gaten. Alle massa's die nu lijden onder de corrupte dictaturen van de elitisten worden uitgenodigd om zelf weer het meesterschap over hun leven in eigen handen te nemen. U bent niet het eigendom van de staat. U bent het eigendom van iets veel hogers : het ware individu. Waar het communisme van eerlijkheid en gelijkheid een eerste stap was tegen het kapitalisme, werd het socialisme een tweede stap om zo zorg te dragen voor het individu. Het socialisme is de zorgfactor van het communisme, om zo de wond te genezen die was onstaan door de beet van het roofdier genaamd kapitalisme. Er is niet het recht van de meesten en het recht van de rijksten en het recht van de sterksten, en ook niet het recht van de machtigsten. Er is alleen het recht van het ware individu. Knoop dat goed in uw oren. De waarheid is alleen objectief, niet relatief. De waarheid is alleen individueel, niet collectief. Alleen het ware individu, gegroeid in isolatie en onafhankelijkheid, kan in dienst aan deze principes de waarheid scheppen.

De mens moet terugkeren tot het verantwoordelijkheids-principe en niet alles op iemand anders schuiven. De mens is zelf verantwoordelijk. Alleen hierdoor kan de mens het ware collectief gebruiken. Er is een heilige poort van het individu tot het collectief. En dit is de heilige veer van de filosofie. Het woeste, razende raadsel van het collectief zal hierin opgelost worden. Het ware individu is toegerust met elk gereedschap, inclusief het ware collectief, wat nodig is om meesterschap te bewerken. De mens is niet afhankelijk van een "Joop Boskoop" ergens op een troontje voor zijn bestaan. Ook is de mens niet afhankelijk van het kroontje of handtasje van tante Mien Meut of haar hondje. De "regelmien" is van het lagere Orion, opgesteld als een bliksemafleider door de Arcturische lens. De mens moet terugkeren tot het hogere Orion, tot het centrale Orion. Door creativiteit komt het ware individu tot het ware collectief, om het als een automatisme te gebruiken. Dat is onderdeel van de machine. Dit is de sleutel tot de transformatie van de sociale omgeving, als een pad er doorheen. Het is de sleutel van de hogere natuur. Het ligt opgeborgen in de mens zelf, in zijn ware individu. En creatie gaat alleen door strijd. Zonder strijd is het onmogelijk vat te krijgen op de nieuwe en hogere schepping. Alles moet doorleeft worden. Er zullen geen tovertruuks plaatsvinden. De mens moet ervaring krijgen. De mens moet meesterschap verwerven in het avontuur. Er is geen avontuur zonder een strijdtoneel. De mens moet de "vijand" leren kennen en "decoderen". De vijand is een personificatie van alle valkuilen op het pad. De vijand is een personificatie van verkeerde en verdraaide principes. De zintuigen van de mens werken alleen door confrontatie, oftewel door strijd. Dit is een moeilijk geboorteproces wat niemand ook zal ontkennen. Alles is een proces, en New Age snelkook cursussen en "flip-flap-floep" tovercursussen zijn dan ook een valkuil, want ze maken de mens blind. Teveel en te snel zijn de vijanden, het verblindende licht. Het aroma van de ware kracht is de gematigdheid, de vertraging, de gevoeligheid die de wijsheid verwekt. Individualiteit, isolatie en onafhankelijkheid is niet de kortste, snelste weg. Neen. het is de langste weg, maar het leidt uiteindelijk wel tot de overwinning. Waarom zou je jezelf bedriegen ? Er zijn geen makkelijke, snelle oplossingen. Al deze bovenstaande principes kunnen eenvoudig corrupt worden als ze te weinig worden toegepast, als er niet in hen wordt volhard. Discipline is het sleutelwoord. Geen water bij de wijn doen. Compromissen zijn de "onthoofders" van de radicaliteit. De lauwen zullen uitgespuwd worden. Als iemand van zichzelf beweert "lauw" te zijn, dan moet dat een groot alarm zijn. Zij zullen je ongetwijfeld op een later tijdstip in de nek springen, omdat zij zichzelf zo hebben geprogrammeerd. Zodra je lauw bent heb je het spel verloren, en ben je een verrader geworden. Twee van mijn "beste" vrienden (waaronder mijn levenspartner die tijd) hebben mij ooit gezegd dat ze "lauw" waren geworden, en niet lang daarna sprongen ze mij in de nek. Ik heb het alleen kunnen overleven door bovenstaande principes, want bij één van hen is het op een criminele manier gegaan. Bovenstaande principes hebben mij van mijn geboorte af aan al onderwezen en beschermd. Zo is het ook weer. Het ware collectief moet dus abstract geactiveerd worden om de natuur, de wereld en de sociëteit te transformeren. Dit gaat dus gepaard met veel strijd, zonder welk er geen herschepping is. Het ware individu decodeert die strijd, opdat die strijd hem niet ten gronde zal brengen. Letterlijke strijd heeft geen zin. De strijd is door educatie en kunst. Het ware individu heeft zijn strijd in de isolatie, oftewel in de Ragnarok, een woord gebruikt voor de Noord-Germaanse apocalypse. Het zijn de ijstijden. De natuur moet vervormd worden door de massa. U kent de sleutel nu. Gebruik het goed.

Afzwakken in de creativiteit is de doodsteek aan de onafhankelijkheid. De onafhankelijkheid moet zwaar bewapend zijn met creativiteit, en die creativiteit mag niet formeel zijn, maar moet "absurd" zijn en tegendraads. Een heleboel geven op in deze strijd, waardoor hun bovenstaande principes corrupt worden. Maar de mens moet standvastig worden in ABSURDE creativiteit. Dit is wat we "de psychedelische beweging" noemen, waarin de mens inplugt in de vibratie van de abstracte poëzie en de proza. Literalisme ontmaskert de mens, neemt zijn camouflage weg, zodat de mens een makkelijke prooi is. De mens HEEFT de abstracte laag nodig om te kunnen spiegelen, om stapsgewijs te kunnen bouwen, zodat de mens niet ver weg valt in een put. Het principe van creativiteit is dus fundamenteel, waaraan ieder individu getest moet worden. De mens moet scheppen, anders wordt de mens een copy-cat. De mens moet vruchtbaar zijn. Hiervoor gebruikt de mens het ware collectief. De creativiteit van het collectief mag hierin niet onderschat worden, en de mens moet op het onafhankelijkheids-principe leren "afhankelijk" te worden aan de creativiteit van het ware collectief, want het is een deel van de mens zelf. Zo mag de mens langzaam groeien in die "afhankelijkheid" aan de creativiteit van het ware collectief, omdat het de creativiteit van het ware individu is, als een reflectie. Zo mag de mens veranderen in een beest, in het collectieve, de massa zelf. De mens wordt tot de massa, en de mens brult van creativiteit. Nu moet de mens oppassen voor verkoop-truukjes. De mens moet oppassen voor valse dankbaarheid en valse nederigheid. De mens heeft het namelijk zelf gedaan. De mens heeft het zelf volbracht, en de massa is slechts zijn loon. Hij is de massa niets verschuldigd. Alle creativiteit van het ware collectief is zijn eigen creativiteit, zijn eigendom. 2.2 Noord Korea - Het Raadsel van de Diathesiek Wij zien de problemen om ons heen, maar doen niet aan symptoom-bestrijding. Dat zou een soort van spoken-werk zijn, want dan sla je een kop van het monster af en dan komen er twee voor in de plaats. Daarom voeren wij ook geen dwaze materiële oorlog. De mens wordt bestuurt door negatieve energieën, door parasieten, daarom strijden wij tegen parasieten en niet tegen mensen. De strijd is in het gebied van de ziel, niet op aarde, en die strijd gaat door educatie die bij de mens zelf begint. Het lagere zelf is de grootste vijand van de mens. De mens moet leren eerst naar zichzelf te kijken. Zonder de robotiek zouden er grote fouten gemaakt worden. De mens maakt dan een verkeerde beweging die een verschrikkelijke ketting-reactie in werking stelt, en dan is de ramp niet meer te overzien. Deze hogere robotiek wordt niet door het lagere zelf begrepen. Het lagere menselijke zelf strijdt tegen de hogere robotiek. In het christendom, onze oude christelijke taal wordt dit genoemd : "het vlees strijdt tegen de hogere natuur". De hoge natuur is gedisciplineerd, niet op een aardse, materiële manier, niet volgens de politieke, sociale correctheid, maar volgens de hogere wetten van de gnosis waartoe een mens verlicht moet worden. Het gaat allemaal om de verlichting tot de hogere werkelijkheid, en dan moet er dus eerst heel veel valse kennis verduisterd worden. Een heleboel valse kennis van de mens moet eerst in slaap vallen. Hierin is "vrijheid" een mythe. De mens kan niet zomaar van alles wegrennen en dan met vrije wil doen waar hij zelf "zin in heeft". We zijn altijd onderworpen aan een universele code, aan diepgaande mechanische wetten die niemand kan breken. Hedonisme, genotzucht, ten koste van anderen, ten koste van hogere principes, is niet de weg. Dat zou een doodlopende weg zijn. Neen. De mens moet de absolute waarden van het leven onder ogen komen, en die zijn ook altijd al dan niet abstract om de mens heen om de mens te onderwijzen. Er zal dan ook altijd een soort van

"staats-apparaat" zijn. De mens is en blijft een sociaal wezen, al is het alleen maar in zichzelf : de interacties tussen principes. De mens kan dus wel een staat ontvluchten, maar zal altijd geconfronteerd worden met zijn innerlijke "staat". De staat is dus een abstractie die nodig is voor de mens om de weg door het leven te leiden, en die staat is in de mens zelf, wat ook het NoordKoreaanse "Juche" idee is. De mens is dus de staat, en alles wat om de mens heen gebeurt zijn slechts al dan niet vervormde projecties. Hierin mogen we dus niet te materialistisch en letterlijk zijn, en mogen we van alles maar hele kleine beetjes nemen om zo niet tot corruptie te vervallen. Zo heeft de mens dan ook een paar druppeltjes "communisme" nodig, oftewel gelijkheid, om niet in de valstrikken van het opportunisme en het kapitalisme te vallen. Het communisme betekent eenheid en eerlijke verdeling, maar ook dit kan zeer snel corrupt raken als de verkeerde stoffen zich daar in gaan mengen. Zuiver communisme gebruiken is de kunst van alchemie. In orthodoxe-letterlijke zin kan het communisme gevaarlijk zijn, maar esoterisch, oftewel symbolisch, diepgrijpend, is het communisme een belangrijke bouwsteen, een belangrijk ingrediënt in het bouwen van de paradijs-brug. In die zin is het raadsel van Rusland van belang. Er zal een geheel nieuwe machine gebouwd moeten worden om het communisme tot zijn recht te laten komen, en de gevaarlijke kantjes zullen eraf moeten. Het kan allemaal veel gestroomlijnder. Hier komt een stukje territoriale oorlogsvoering in het hart bij kijken, in de ziel. Het corrupte communisme is een losgeslagen, gulzige beer. Die wil je niet 's nachts in het bos alleen tegenkomen. We spreken daarom ook consequent van esoterisch of gnostisch communisme om het zuiver en dialectisch toe te passen. Dat mag ook, want het communisme is oorspronkelijk Hegeliaans. Karl Marx, de grondlegger van het communisme was een Hegeliaan. Hegel voerde de dialectiek in, een systeem in de vorm van de Westerse "yin yang" dat alles zich vormt door tegenstellingen, tot een hogere metafysica waarin samenstelling ontstaat, vandaar de dialectische driehoek : stelling, tegenstelling, samenstelling. Op deze wet is het hele universum gebouwd. De poort tussen stelling en tegenstelling is de demonologie, oftewel de esoterische defensie. De poort tussen tegenstelling en samenstelling is de cryptiek, als de esoterische decodering, en de poort tussen stelling en samenstelling is het communisme, gezien vanuit de tweede bijbelse context. Dit is een goed en zuiverend fundament voor esoterische, tweede bijbelse Juche, als tegengesteld tot

het Noord-Koreaanse materialistische Juche model. We hebben hier een belangrijke eso-robotische motor te pakken die door de Arcturische lens via Marx enigszins verdraaid en verknipt op de aarde kwam, als een nieuwe vorm van dictatuur. Dit waren allemaal ongewenste versteningen van extreem communisme, en daarom moeten wij terug naar de bron. De demonologie, in zichzelf door de matrix gedemoniseerd, door velen verafschuwd, is de vriendelijkste, eerlijkste en zachtmoedigste vorm van oorlogsvoering. Het is het orgaan van de esoterische defensie, tegengesteld aan de materiële, letterlijke oorlogsvoering. Wij noemen het ook Auto-Eso Defensie, omdat het dus wel potentieel gevaarlijk is als mensen dit gaan loskoppelen van de heilige gebondenheid, want dan wordt het "blinde vuistvechter" mentaliteit. In die zin is er dus wel een valse demonologie. Het gaat om de symbolische defensie, maar de oorlogsmarkt wordt daar zenuwachtig van, dus de intelligenten die geen machtsspelletjes willen spelen moeten veel lijden onder de machtszucht van de dommen die ijverig naar het goud der dwazen grijpen om over anderen te kunnen heersen. Hegel stelde dat autoriteit en verantwoordelijkheid evenredig en wederzijds moeten zijn. De dialectiek overbrugt dus de kloof tussen arm en rijk, macht en ondergeschiktheid, en beschermt zo ook tegen dogmatiek. Waar intellectuelen zich terugtrekken, daar grijpen de dommen de macht, maar deze "macht" zal vanzelf met de dommen afrekenen. De troon slokt hen op, en maakt hen door de wet van de dialectiek een deel van zichzelf. Het object waarover je macht probeert te krijgen zal door de wet van symmetrie ook macht over jou krijgen. In die zin is de relatie "meester-slaaf" een illusie, want de meester zal door de slaaf geassimileerd worden. Alle machtsverhoudingen zullen dus transparant worden en gaan omdraaien. Dit behoort ook tot de spiegelwet. Door het bovenstaande kunnen we tot de volgende conclusie komen : Er is alleen een vertikale staat. Elke horizontale staat is daar een reflectie of een verdraaiing daarvan. De filosofoof Immanuël Kant stelde al dat de waarneembare realiteit niet de daadwerkelijke realiteit is, en slechts een weerspiegeling is. Het rationalisme alleen kan dus nooit tot de werkelijkheid komen, en kan de werkelijkheid ook niet bewijzen, omdat de ratio van de mens maar beperkt is, en altijd machtszuchtig en betweterig tegen anderen strijd, als een eindeloze en vicieuze cirkel. Het ratio van de mens schept zijn eigen werkelijkheid. Vandaar dat de Tweede Bijbel altijd weer hamert op de demonologie, oftewel de auto-eso defensie. De mens kan alleen spiegelen en vervormen, en heeft zo zelf door zijn verstandelijke reflectie zowel "tijd en ruimte" als "oorzaak en gevolg" opgesteld, als subjectieve ervaringsvorm. Het is geen absolute waarde van het bestaan, stelt Kant. Al in zijn tijd beschreef Kant de werkingen van de matrix en de Arcturische lens. Het bewustzijn van de mens is te klein om hier iets over te zeggen. Vandaar dat er buitenaardse hulp is gekomen. Vandaar dat ook de Tweede Bijbel een buitenaards werk is om de mens tegemoet te komen, om de mens de hogere techniek te onderwijzen. De dialectiek wordt door een "missing link" zo tot diathesiek, oftewel de diepte-stelling, een diepere driehoek van communisme, robotisme (automatisme) en individualisme, als de evolutie en revolutie van het eso-communistische systeem. Het socialisme is hier gewoon een onderdeel van het communisme, als een diepere vorm, als de sleutel tot het individualisme. Deze buitenaardse driehoek die op de aarde indreunt is de esoterische "juche" van de Tweede Bijbel, om de materialistische juche van Noord-Korea te decoderen en zo neutraliseren.

De gallactische centra parasiet Saveer is een creatie van de Arcturische lens, voor het blote oog van de mens onzichtbaar gemaakt, dus in een andere vibratie. Deze parasiet bestaat uit diverse elementen, waaronder de Saveer-Ubike [Ubiekeh] in de vorm van een grote, harige zwarte spin, een soort vogelspin. Dit specimen heerst "Noord-Koreaans" over de mensheid. Het is dan ook de geest van Noord Korea, en die bezadelt mensen met zwijgplichten, ontneemt de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van religie en spiritualiteit. Noord Korea is geen communistisch land, maar een kapitalistische dictatuur waarin selectief communisme wordt bedreven om de bevolking te onderdrukken en gevangen te houden. Misschien ken je in je eigen leven ook wel zulke "Noord Korea" ervaringen. Het is een boerderij waarin mensen als kasplantjes worden gekweekt voor opportunistische doeleinden van de elite. De mens kan hieraan alleen ontkomen door de ontwaken tot de driehoek van de Diathesiek. Noord Korea heeft dus ironisch gezien een gebrek aan "Juche". Voorbeelden van de werken van Saveer-Ubike zijn : de orthodoxe psychiatrie en de tandheelkunde, wat pure Noord-Koreaanse criminele dwangverpleging is. Het is de geest van ontvoering voor dit soort praktijken. In een droom over Saveer-Ubike kwam deze zwarte vogelspin achter mij aan. Ik pakte toen een stoel en verpletterde de spin door er met een stoelpoot op te rammen. Deze parasiet mag verbroken worden in de naam van het communisme. De mens mag groeien in de Diathesiek zodat er een scherm om de mens wordt gebouwd om bescherming te bieden tegen deze afschuwelijke parasiet. Wij bidden en strijden voor een vrij "Noord Korea". Hoofdstuk 3. De Egyptische Wortels van het Christendom 3.1 Het Begrijpen van de Vader Cultus De stad verteld de mens om toch maar zoveel mogelijk te volharden in hetzijn van het toebedeelde geslacht : man of vrouw, allemaal voor een markt. Het zijn geslachts-spelletjes die er gespeeld

worden, en de kerk schept daar nog een flinke scheut homofobia op. De kerk is de hele dag obsessief bezig als de geslachts-politie om ieders gaatje of staafje te controleren, en door die hysterische obsessie worden we allemaal gesexualizeerd. Altijd en eeuwig zijn het juist de christenen die het altijd over sex hebben, en ieder ander mens wordt er kotsmisselijk van. Overal rollen hun ogen rond om over onze geslachtsdelen te gaan, want ja, alles moet natuurlijk blijven : mannetje-vrouwtje. Mensen van de gnosis zijn daar helemaal niet mee bezig. Zij keren terug naar de wonderlijke natuur, en zijn op de hoogte van de pracht van de geslachtelijke verwisselingen binnen de kaleidoscopische biologie van het beestenrijk. Vandaar dat de mens niet alleen maar zijn beestenpolen in zichzelf moet ontdekken, maar ook zijn geslachtelijke polen. Wees creatief. Wij zijn niet slechts man of vrouw, of mens of beest. Al deze polen stellen principes voor die we nodig hebben om uit de matrix te ontsnappen, om terug te gaan door de Arcturische lens, dus laat woordspelletjes, naamspelletjes en geslachtsspelletjes van kerk, stad en staat je niet tegen houden. Bijvoorbeeld de slak is een hermafrodiet die beide geslachtelijke organen heeft. Zij zijn dus tegelijk man en vrouw. Een ieder die zo'n grote bek heeft tegen homosexuelen en transsexuelen bijvoorbeeld zou eens goed de natuur moeten bestuderen, waarin in verschillende vissoorten de geslachtswisseling plaatsvindt, zoals in bijvoorbeeld de clownsvissen. Dit zijn normale biologische en anatomische processen. Ook gebeurt dit in de hermafrodiete papegaaivissen, en de haviksvissen bijvoorbeeld, maar de apathische mens blijft in de stad en kent de natuur niet. De apathische mens spijbelt er heel wat op los, en is bang voor de natuur. De wetten van de natuur hebben namelijk geen marktwaarde voor de mens. De hermafrodiete en geslachtswisselende beesten zijn een beeld van de veranderings-capacieten van de menselijke ziel. Zij vormen de sleutel voor innerlijke transformatie. Ook de octopus heeft verschillende veranderingstruukjes, voor camouflage en overleving, en vormt zo het midden van de schakelaar in de menselijke ziel die ontwaakt moet worden en geactiveerd. Vandaar dat de octopus op gezette tijden wordt besproken in de Tweede Bijbel. Het octopus-medicijn is een belangrijk en centraal poort-medicijn in het overschakelen in de esoterische driehoeken van dialectiek en diathesiek. De octopus representeerd een schakel-orgaan in de mens zelf. De christen denkt dus dat hij alles in kannen en kruiken heeft, maar op een dag zal de oneindige weelderigheid en diversiteit van de natuur hem overweldigen. Er is een heel trappenstelsel tussen het lagere zelf en het hogere zelf waar de mens over moet. De mensen en situaties rondom het individu zijn hiervan de tredes. Er is alleen het "zelf" en al zijn gecamoufleerde stadia. De psychofilosoof Carl Jung beschouwde het zelf als een archetype van heelheid. Het "zelf" zou ook gesteld kunnen worden als een archetype van het labyrint van het bestaan. De mensheid is verdwaald in het grote en raadselachtige bos van de individualiteit tussen het bewustzijn en het onbewustzijn in. Al deze treden bevatten een potentieel verborgen medicijn, klaar om ontdekt te worden. Het "zelf" is volgens Jung ook het regulerende centrum van de psyche. Het vader archetype is een belangrijk archetype, maar de mens snapt dit archetype niet. De mens heeft het lopen verletterlijken en dramatiseren. De mens heeft het zo gematerialiseerd en verkeerd voorgesteld dat het uitliep op een ware cultus. De vader cultus is een grote cultus op aarde waar we niet zomaar vanaf komen. Het is een stalker. In het orthodoxe christendom wordt de vader aanbeden, en de moeder genegeerd. Wat kunnen we hier van leren ? De man werd geschapen als het principe van onderworpenheid, het principe van horen en gehoorzamen, aan de hogere principes van het leven. Dit principe is in iedereen. Iedereen heeft een man-pool, als de bron van nederigheid, maar deze bron is verziekt en vergiftigd op aarde. De climax van het archetype van de "man" is de "vader", waarin de vader geinspireerd wordt door de moeder, en zo geboorte geeft aan een dochter, een boodschap, een antwoord. En zo wordt de

kennis opgebouwd. Zo leert de vader ook de moeder begrijpen, als een beeld van de wijsheid. Dit is een mooie, paradijselijke allegorie. In het hogere paradijs geeft de man alleen geboorte aan dochters. In de lagere aardse gewesten, wat we "onder de schelp" noemen hebben vaders zonen, maar metaforisch is dit zijn eigen innerlijke kind, het kind-zelf. De vader is de climax van de sensitiviteit, als het breekpunt, waarin de valse natuur sterft, ook de vader zelf, als het afvallen van de sluiers van het lagere zelf, zodat het hogere zelf wordt geboren. De vader is de climax van overgave, submissie. Hier komt ook het hele Absalom verhaal bij kijken. Absalom had een plan opgesteld om zijn vader, koning David, om te brengen. De dood is een metafoor van het begrijpen. Absalom wilde het geheim van de vader begrijpen, en dat is ook wat zijn naam betekent : Ab-Shalom, de vrede van de vader, het compleet maken van de vader, het begrijpen van de vader. Hiertoe moest Absalom eerst de schaduw van de vader overwinnen. Absalom raakte in deze plannen verstrikt met zijn lange haren in de takken van een boom toen hij daar met zijn rijdier onderdoor reed, zoals de mythe vertelt, maar in het Aramees gaat dit om het komen tot begrip, tot de grotere context. Deze boom werd genoemd "de boom van wonderen". Absalom kwam zo in een nieuwe dimensie, in een nieuw gezichtspunt. In het Hebreeuws kwam Absalom tot de Sowbek, een netwerk van takken. Sowbek is verbonden aan het Egyptische Sobek, de krokodillengod van de oorlog, of in de Amazone theologie de Sa-Bak, de kennis van Bakroe, de kennis van de oorlog, de demonologie. Absalom zelf is als BS-LM de eeuwige Bosse, een scheppergodin van de Vur. In het Egyptisch is dit de woeste leeuwinnengodin Bast, die later in één van de Egyptische schandalen meer gemaakt werd tot een huis- tuin en keukenkatje, Bastet. Bast was oorspronkelijk een wilde zwarte panter van de oorlog. In het Eeuwig Evangelie breekt zij door de glazen wand van de markt om de slaven vrij te zetten en terug te nemen tot de natuur. Dit is de diepte van de Absalom code. Joab vermoordde Absalom toen hij daar hing, maar hoe moeten we dat esoterisch zien ? Christelijke ouders gooien hun kinderen dood met dit soort lugubere verhalen, maar vertellen niet de diepte ervan en wat het betekent. Joab is Yowab in het Hebreeuws wat uitgesproken wordt als YO-AV, meer als "Jove". "Jove", oftewel Jupiter, werd door de Romeinen gekozen als hoofdgod. Joab, oftewel Jove, was de legeraanvoerder van koning David, en zijn naam betekent : Jehovah is vader. Weer zien we hier het vader-principe terug. Jehovah betekent : worden, wording, en heeft zijn wortels in de Afrikaans-Orionse godin Ajawoe, de oer-moeder godin van de wijsheid, de godin van de metaforische oorlog en jacht. De wijsheid is in die zin niet alleen de vertaling, maar ook de wording. Ajawoe (Jehovah, Yahweh) is een belangrijk element in de motor van de schakelaar van de archetypes. Wij zullen deze motor van de gnosis gaan bespreken. 3.2 De Onderwerping van de Wil Anubis nam de dode altijd mee op een tocht door de onderwereld naar de hal waarin alles getest zou worden. Daarna zou de havik Horus komen om de dode te leiden tot Osiris. Na het oordeel door Osiris kan er een nieuwe schepping komen, door Kheper, de kever, een gedaante van Ra. Kheper schept door het afval.

Hier gaat een enorme diepte in schuil. Hierover is het laatste woord zeer zeker nog niet gezegd. Al deze momenten van het geheugen zijn "heilig" in de zin dat alles een bedoeling heeft. Er gaat een groter script achter schuil wat door de Arcturische lens was vervormd, maar wat ook weer nodig is om het te herstellen. We mogen daarom niets zomaar weggooien, maar moeten de diepte ingaan. Al deze momenten zijn heilig in het geheugen. Ze hebben een bepaald plaatsje, iedere herinnering die je krijgt. Soms knagen ze, maar ze zijn heilig en hebben een diepere betekenis. Vraag jezelf af : "Waarom is het gebeurd ? Wat kan ik hiervan leren ?" Ook die herinnering zal vervormd worden. Het zijn belangrijke bestanddelen, als onderdelen van een heilige drug. Alles zal goedkomen. Alles is niet wat we denken dat het is. Er gaan belangrijkere dingen achter schuil. Ook de details zijn belangrijk. Je mag ook de hele kleine details van je leven in je hand houden en je hand omhoog steken en zeggen : "Ook deze herinnering, ook dit detail, is heilig en van belang." Christenen zijn aan de drugs. Dat mag duidelijk zijn. Daarom hebben wij een nog krachtigere drug nodig om hier doorheen te kunnen komen. Wij hebben een heilige drug nodig. Christenen zijn zwaar aan de drugs. Daarom moeten wij nog zwaarder aan de drugs raken, maar ditmaal een goede, heilige en educatieve drug. Christenen zijn aan een dodelijke drug, maar wij hebben een drug die tot het leven brengt, oftewel tot een hoger bewustzijn. Onze drug is de drug van verlichting, en dan hebben we het niet over daadwerkelijk licht, want teveel licht kan verblinden, maar we hebben het over overzicht, doorzicht en inzicht. Zowel in de Septuagint, het Griekse OT, als in het Gnostische scheppingsverhaal, is de boom van kennis, de boom van de gnoston (het gekende, een vorm van gnosis, kennis), een goede boom waar de eerste mens de heilige, paradijselijke drug van de hogere kennis ontvangt. Gnosis is namelijk in de Griekse grondtekst de sleutel tot de behoudenis in de woorden van Jezus. In het Grieks zien we dan in het paradijs de boom van de gnoston, de gnosis, als een poort tot de hogere wereld, die alles behalve een makkelijke wereld is, want er moeten zoveel raadselen in opgelost worden. Wij komen tot dit geheim als het zegel van de waterdoop is verbroken, wat ook een stokpaardje van de christenen is. De waterdoop is voor veel christenen één van de fundamenten van de redding en het christelijke geloof. Metaforisch gezien valt daar wel veel voor te zeggen, maar leterlijk gezien is dat natuurlijk pure onzin en volksverlakkerij. Het is groot boerenbedrog en een vorm van religieus materialisme. Wel kan het dus soms helpen als symbool, als een bepaalde profetische strategie, maar de christenen hebben de waterdoop veel te veel macht gegeven, en zo ontstond er dan ook een geest van teveel dopen tot het punt dat het een overdoop was. Het is een dooptik! Pure geestesziekte! Het is voor veel christenen een obsessie, en de werkelijke diepere betekenis is daardoor verloren gegaan. Achter deze sluier bevindt zich dus de heilige drug, waar de Vur ook veel over spreekt. Dit is een heilig kruid of zaad wat visionaire vermogens heeft, om de mens tot die andere wereld te brengen. Wij mogen door de sluier van de waterdoop gaan om zo te komen tot een diepere betekenis van het Adam en Eva verhaal. We mogen terugkomen door het sluier van de zondvloed, en dan een hapje nemen van de kennis. De christenen hadden deze boom 100% verboden, want ze willen niet dat mensen kennis krijgen. Ze willen mensen blind houden. De boom van kennis is een dualiteit. Er is een goede boom van kennis en een slechte boom van kennis, want er is ook valse kennis, en die is juist nodig om de goede kennis te vormen. Wij mogen inderdaad niet nemen van de boom van valse kennis, maar christenen hebben deze mythe geheel uitgebuit en de boom van kennis werd geheel gedemoniseerd, overgedemoniseerd zoals wij dat noemen. Het zegel van de waterdoop die een christen wordt opgedrongen is een geest van verkrachting. Nogmaals : soms kan dit symbool helpen, maar het mag niet overdreven worden. De waterdoop moet dus een stapje terugnemen. Het verkracht mensen. Het komt op privé terrein. Daarom is het

ook belangrijk de heilige drug te nemen om je zo tegen deze geest te beschermen. Daar is de Vur ook voor gekomen. De heilige drug wordt geschonken door Nephthys, de zuster en schaduw van Isis. Nephthys en haar zuster Isis zijn in de Egyptische pre-Israëlitische mythologie de twee godinnen op de ark. Nephthys is de godin van het water en de nacht. Zij draagt een huis met een mand als dak op haar hoofd. Haar man, Seth, is de god van de wildernis, en haar zoon is Anubis. Zij is degene die de boot van Ra in de diepte van de onderwereld sleept, terwijl haar zuster Isis de boot weer optrekt. Deze zusters zijn een dualiteit. De drug leidt tot slaap, en dan tot een hogere ontwaking als in een droom. De heilige slaap die dan vat is waar Anubis voor staat, haar zoon, haar vrucht. Dit is achter het zegel van de wedergeboorte. De wedergeboorte is een christelijk item wat zwaar wordt overdreven. In het christendom wordt de mens zogezegd "overgeboren". Alles draait om de wedergeboorte door een paswoord, en de diepte laten ze niet zien. Vandaar dat het verwende babies zijn die rondrennen om elkaar de hersens in te slaan. Ze groeien nooit op. Ze willen alleen geboren worden, maar niet opgevoed worden. De wedergeboorte, alhoewel belangrijk, is een overdreven, corrupt stokpaardje geworden in het christendom waaraan alles getest wordt via wachtwoord spelletjes. Het is een papier dictatuur. Het zijn aanbidders van blokken hout. Het christelijke zegel, de sluier van wedergeboorte, moet verbroken worden om tot de heilige slaap te gaan, om zo opgevoed te worden door dromen. Nephthys is als het meisje met de zwavelstokjes die deze heilige drugs aanbiedt. Zo komen wij tot het Anubis mysterie, de gids door de onderwereld, de slaap. Ook wordt er in het christendom veel gehamerd op het ontvangen van de heilige geest, maar zodra de geest is ontvangen slaan ze elkaar weer de hersenen in over wie de juiste geest heeft en de juiste interpretatie van de bijbel. Vele spelletjes worden gespeeld. Het is een arena. Vandaar dat het zegel van het ontvangen van de geest verbroken moet worden. Men moet door de sluier gaan, en komen tot de onderwerping van de wil, want de valse wil van de mens is tegen zichzelf verdeeld en moet overwonnen worden. Dit is waar de aardgod "Geb" voor staat. De mens moet dieper de aarde in, om zo zijn wil te onderwerpen aan het hogere. Contracten met de bijbel en met spoken en geesten zoals in het christendom heeft verder geen enkele zin als de wil nog niet verbroken en onderworpen is. Anubis leidt tot de aardgod Geb, een groot mysterie. Het is geen echte god, maar een archetype, een principe. De Geb-dynamiek moet begrepen worden in de filosofie en psychologie van de Egyptologie. Het is geen persoonsverheerlijking zoals in het christendom. Het is educatieve demonologie. Geb is in de Egyptische taal de poel van het vuur waarin de wil gebroken moet worden : KHEB. Dit is voor christenen een vies woord, want christenen willen altijd de poel van het vuur ontwijken. Ze willen de tucht niet. Ze verafschuwen de hel, maar de hel is zelfs in de bijbelse grondteksten vaak iets heel positiefs, als een medicijn, om zonden en leugens weg te snijden. Deze aarde is de hel, als een onderdeel van de hel, om ons te beproeven en te zuiveren, ja, zelfs om ons te genezen. Het is om ons wakker te schudden en op te leiden. Dit is waar Geb, de aardgod, voor staat. KHEB is in het Egyptisch als een wesp die ons moet steken om onze aandacht te trekken. Heb je die wesp al in je leven ontdekt ? Ook is KHEB een honingplant. De bij moet tot de bloem gaan om zo tot de honing te komen. Het leven lijkt misschien bitter, maar er is zoetheid binnenin. Geb is in het Egyptisch het diepste binnenste, de QEB, als een diepere reis, een circuit. Wij gaan telkens in cirkels, dieper en dieper, als een spiraal, dus het lijkt hetzelfde, maar het is net even iets anders. GEB kopieert en vermenigvuldigt. Geb verdubbelt, geeft loon. Deze wenteltrap bevindt zich in het midden van de poel van het vuur. GEB is het centrum (QAB). Het vuur van de geest in de Griekse bijbel is namelijk hetzelfde woord als het vuur van de hel. Het is precies hetzelfde. Wij moeten hier doorheen om onze wil te onderwerpen aan de gnosis. Het gaat niet om "Doe wat je wilt" zoals in het Crowleysche genade-christendom, die liefde onder de wil heeft gezet. Zij aanbidden de vleselijke wil, de lagere wil. Maar de gnosis wil de wil onderwerpen, zodat alle hogere kennis zichtbaar wordt. Dus niet "Do what thy wilt", zoals in het duivelse crowley christendom, "want alles is toch genade". Nee : "Uw Wil geschiede", en de gnosis is de ware wil, namelijk "kennis". Het is heel simpel. Het gaat niet om de wil, het gaat om de kennis.

Daarom is Geb een prachtig esoterisch mysterie. In de Egyptische boeken van de onderwereld is Geb de paal waaraan het vlees moet afsterven, waar de wil aan gebroken wordt en zo onderworpen. De wil van de mens is namelijk een grote vijand. De Geb-palen in de onderwereld, als een beeld van het kruis, de stauros in het Grieks, wat ook paal betekent, hebben de koppen van Anubis, van jakhalzen, hyena's, wolven of honden. Anubis is de brenger van slaap. Alleen op het pad van de heilige slaap, na het nemen van de heilige drug, zal de wil onderworpen worden. Als wij gewoon in de stad en in de kerk blijven om te lofprijzen met zombies dan zal onze wil nooit gebroken worden. We moeten de heilige slaap in. We moeten wachten op de nacht. Geb wacht op ons, een groot mysterie in de Tweede Bijbel. 3.3 Het Kain Verhaal Wat Zijn Oorsprong Heeft In Egypte - De Motor van de Gnosis Geloof en goedkope genade zijn twee zware drugsstromen in de kerk, die dan ook weer hun eigen wet maken. Het zijn spijbelaars die dan hun eigen school opzetten, en alles wordt getest aan een bepaald boekje. Het is het Crowleyaanse christendom van "Do what thou wilt", doe wat je wil, want alles is genade en het gaat om geloof. Het zijn spijbelfeestjes, want kennis willen ze niet. Ze zijn er vies van. "Ewwww," zeggen ze dan, al die verwende kinderen. Alles wat ze willen is snoep, veel snoep, een suikerzoete Jezus, maar die dan wel een ieder die hun konten niet kussen voor eeuwig naar de hel zendt. Het is dus zwaar giftig snoep. De suikerzoete Jezus is dus gemeen, achterbaks en hypocriet. Maar ja, die kent iedereen zo langzamerhand wel. Alleen de volgelingen van die Jezus doen alsof hun neus bloedt. Het is als praten met dronkaards. Ze zijn niet voor reden vatbaar. Geloof en genade zijn hun toverstokjes, en ook hun gesels. Ze martelen mensen hier mentaal mee en daar is zeker het laatste woord nog niet over gezegd. Geloof en genade, twee gevaarlijke zusters, twee sluiers waar we doorheen moeten. Wat is er aan de overkant ? Geloof en genade is een Noord Korea op zichzelf, als een extremistische islamitische staat cultus. De ware militaire dienstplicht van de gnosis hebben ze ontlopen, en ze hebben nu zelf hun eigen materialistische militaire bewind opgezet, als de december moorden van Suriname. Geloof en genade zijn twee uiterst onbetrouwbare corrupte leiders. Het zijn de ontstekingen van de samenleving. Als een kankergezwel woekert het voort. Geloof en genade, twee demonische toverspreuken. Zo komen de hersenen onder een vloek, en het hart gaat verloren. Wat is er toch gebeurd ? Wat is er aan de hand ? Deze geesten broeden en liegen dat het een lieve lust is, en zij sleuren velen met zich mee. Het is de zombie apocalypse. Deze wereld is verrot tot de pit. Het is een zieke appel. Ze aanbidden de dood. Niets schokkeert hen nog. De eeuwige hel is hun vader, hun obsessie. Maar daar mag niets over gezegd worden. Nee, want dan is het huis te klein. Zij dulden geen tegenspraak. Het is hetzelfde als hen die terrorisme bedrijven naar dieren toe door hen in slachthuizen en pelsfokkerijen te stoppen, en als er dan een tegen-actie komt van dierenbevrijdings fronten, dan worden die acties terrorisme genoemd. Het is totaal omgedraaid. Hierover gaat het oordeel van de gnosis komen. Er wordt gelogen, en men liegt totdat men barst.

We hebben wel gezien dat dit oordeel vaak niet recht voor z'n raap is. Geweld is ook niet de oplossing. Educatie is de oplossing. Er is geen heil in oorlog in de materiële wereld. De oorlog moet in de hogere wereld uitgevochten worden, door de demonologie. Het oordeel komt door de kunst, door de educatie, waarin dingen rechtgezet worden. Het oordeel gaat door een hoger rechtssysteem dan het aardse. Het oordeel is metaforisch. De natuur zal zelf met dingen afrekenen, dingen omzetten, op haar tijd. De vleselijke mens wil altijd snelle afrekening zien en neemt vaak het recht in eigen handen, maar de natuur neemt de tijd. De natuur doorziet alles en heeft een hoger plan. Mensen die de gnosis kennen hebben een onderwijs-plicht. Daar ontkomen we niet aan. Maar dit gaat niet op een materiele manier. Het gaat door het hart. Soms gaat dit onderwijs zonder woorden. Soms moet je je terugtrekken om de zielen in de andere wereld te onderwijzen, of om onderwezen te worden door hen. Alles komt van twee kanten. Geloof en genade zijn twee gevangenis-implantaten in de mens. Het ligt om het verstand van de mens heen, opdat het verstand van de mens dom blijft en onder de drugs, als een dokters-spuit. Het is heel demonisch. Geloof en genade verlammen de mens. Ik vind het verhaal van Kain en Hobel een mooi verhaal. Niet de Westerse versie, maar de Hebreeuwse versie. Hobel wordt RA (RA-A, Hebreeuws) genoemd, als een herder, en Kain was een abad, dienstknecht, van de adamah, de rode moeder aarde. Hobel betekent adem in het Hebreeuws. We kennen allemaal het verhaal van Kain die zijn broer vermoordde, maar dit is diep metaforisch in het Hebreeuws. Het is een beeld van het uitademen, van het doden van het vlees, de valse schaduwnatuur. Hobel was in die zin een deel van Kain, dus niet echt een broer, maar een onderdeel. Weer zien we hier de Egyptische wortels terug, want RA moest inderdaad sterven om zo in de baarmoeder van zijn moeder, Nuwd, te komen, als een tocht door de onderwereld voor wedergeboorte. Moeder Nuwd komt in het Hebreeuws terug als het land Nod, waar Kain zich dan vestigt. Nod betekent nomadisch, maar zelfs in het Hebreeuws wordt ook soms het woord Nuwd gebruikt. Genesis 4 12Wanneer gij de aardbodem bewerken zult, zal hij u zijn volle opbrengst niet meer geven; een nomade en een vluchteling (nuwd) zult gij in de onderwereld (erets) zijn. Kain moest door de dood van Hobel, de RA, dus in het Hebreeuws de onderwereld in naar het land Nuwd, zoals in de Egyptologie Ra in de baarmoeder van zijn moeder Nuwd moest, om een nomade te zijn in de onderwereld, om zo zijn weg te vinden tot de wereld van de ziel. Mozes die in de mythe deze verhalen zou hebben opgetekend had een enorme grote kennis van de Egyptologie, omdat hij daarin was opgevoed. In het Aramees, de andere moedertaal van Hebreeuws, is Nuwd het land van de ontwaking. In het Aramees wordt het woord "RA" gebruikt voor de grond. Nuwd is in die zin in RA zelf, in Kain zelf. 11En nu, vervloekt zijt gij, ver van de bodem, die haar mond, PEH, de baarmoeder, heeft opengesperd om het bloed van uw ach, broeder, van uw yad, mannelijk geslachtsorgaan, te ontvangen. De ach of akh, de broeder, komt voor in de Egyptologie als de levende ziel in de onderwereld, als het onderwereld-lichaam, dus "broeder" is puur metaforisch in de zin dat het gewoon een parallel van de persoon zelf is. Kain en zijn ach zijn dezelfde persoon. De ach is dus de RA die moet sterven om zo dieper in de onderwereld te komen om zo te ontwaken.

Het Hebreeuws windt er verder geen doekjes om : Het gaat om een vruchtbaarheids-principe. De yad, het mannelijke geslachtsorgaan, komt in de peh, het vrouwelijke geslachtsorgaan, om zo het bloed van het sterven aan het vlees in haar uit te storten, als het zaad voor het nieuwe leven. Daarom is sexualiteit een metafoor van de demonologie. Een paar dagen geleden had ik een droom over moeder Nod, en haar gezicht was de kern-energie van de hogere dromen. Haar gezicht bleef veranderen. Ik kon niet lang in haar gezicht kijken, omdat het te intens was. Als kind zijnde droomde ik vaak over de Egyptische moeder Nuwd, Nod. Ook het nageslacht van Kain is metaforisch, als zijnde zijn eigen gedaante-verwisselingen, zoals Ra in de onderwereld. Het is het principe van de vruchtbaarheid. 16Toen ging Kaïn weg van het aangezicht des Heren, en ging wonen in het land Nod, ten oosten van Eden. 17En Kaïn had gemeenschap met zijn vrouw en zij werd zwanger en baarde Henoch; daarna werd hij de stichter van een stad en hij noemde deze stad naar zijn zoon Henoch. Henoch, Enak, betekent in de Hebreeuwse worteltekst de initiatie en de educatie. Hier moest Kain doorheen, als een vestiging in het land Nod. Ook betekent Enak overgave, als de onderwerping van de wil. 18En aan Henoch werd Irad geboren. Iyrad is in de Hebreeuwse worteltekst de afzondering, de isolatie. Dit is belangrijk om de overgave en de onderwerping van de wil verder te verdiepen. Dit heeft met het hele proces van de heilige gebondenheid, het heilige touw, te maken. Dit was het teken van redding in het boek Jozua, want Rachab werd gered door het touw. In de Egyptische onderwereld boeken heeft het touw een prominente plaats, en is vaak verbonden aan de slang, die een beeld is van het touw. In de Egyptologie wordt Geb soms afgebeeld als een slang, als de zoon van de aarde, als beeld van de onderwerping van de wil. Dit is waar Kain toe naderde in de onderwereld. Ook Nod zelf is als een touw in de nacht. Daar droomde ik als kind vaak over. Dan werd ze heel lang en dun en onbereikbaar. Dit gebeurde ook in de Egyptologie. Zij was de partner van Geb. Ik kende de Egyptologie als kind zijnde niet, maar droomde er al wel van. Het was altijd extra sterk als ik ziek was, koorts had. Ik kon gewoon in de onderwereld kijken. De moeder verandert in een koord om ons in veiligheid te brengen in de aarde, in Nod. Hier is de kern energie van de dromen, de motor van de gnosis. De ach, de akh, de Hebreeuwse broer-metafoor, het onderwereld-lichaam, is in de Egyptologie een ibis, die zo boven alles uitstijgt. In Genesis 4:7 wordt er aan Kain in het Hebreeuws beloofd dat als hij goed doet, dan krijgt hij Se'eth, het oprijzen, het opstijgen boven alles. In de wortels is dit een wapendrager. Kain krijgt inderdaad later deze nieuwe metaforische "broer", oftewel een ibis, erbij, genaamd Seth. Seth komt ook uit de Egyptologie, als de god van de wildernis en de nacht, een zoon van Nuwd en Geb. Het is één van de gedaantes van Ra, zijn oorlogs-gedaante. Se'eth was beloofd aan Kain, wat ook zwellen betekent in het Hebreeuws, als het zwellen van het mannelijke geslachtsorgaan voor de oorlog tegen het kwaad. Het zijn oorlogs-metaforen die de mens helemaal verkeerd heeft voorgesteld. Wanneer het mannelijke geslachtsdeel de schede van de vrouw ingaat, dan gaat hij de oorlog in tegen het vlees, om zo geboorte te schenken aan een andere gedaante in hemzelf. Dit is de diepte van de tocht van Ra door de onderwereld. Het is om geboorte te schenken aan het innerlijke kind. Ra moest daarvoor eerst zijn leven geven. Doet ons dat niet ergens aan denken ? Ook Jezus moest zijn leven geven, maar dat moeten we allemaal. Niemand ontkomt aan deze principes. In die zin is alles dus "communistisch" van aard. Iedereen gaat door hetzelfde heen. De tocht door de onderwereld, door moeder Nod, is standaard.

3.4 De Egyptische Wortels van Jehovah We komen in de zalen van de onderwereld, de grotten die door de Egyptenaren allemaal waren onderverdeeld in metaforische uren. Aan het einde van de nacht veranderd Ra in een kever, in Khepra, oftewel Geb-Ra, om de nieuwe dag aan te kondigen. Het Nederlandse woord "kever" heeft dus diepe Egyptische wortels. De kever is een verwerker van afval. De kever heeft geen smetvrees, maar grijpt het afval en schept erdoor. De kever is daarom het symbool van transformatie en nam een prominente plaats in bezit in de Egyptische kosmologie. Daarom betekent Ra ook in het Egyptisch : "bedekt met het heilige vuil", met de modder van de moeder grond, ook als camouflage. In het NT komt Khepra als Gabriel om de geboorte van Jezus aan te kondigen.

De onderwerping van de wil is de sleutel tot de verlichting. De wil gaat tegen de kennis in, dus die moet gebroken worden, de verlamming ingaan. De verlamming is ook de betekenis van Nod in de Egyptische taal. In het boek Iyowb van het OT werd Iyowb (Job) tot de Nod-verlamming (nuwd) geleid. Hij begon te beven en te schudden, te trillen in hoge koorts, om zijn lagere wil tot onderwerping te brengen. Ook komt dit dus voor in het Israëlitische verhaal van Kaïn. Zijn "broer" Hobel werd de stervende RA genoemd (ra-ah, ra-a, herder, Hebreeuws), als een deel van hemzelf. Zijn tweede "broer" was Seth, als de opstijgende ibis. De mens moet tot kennis komen om de lagere wil af te schudden. De mens moet vrijkomen van de lagere wil, en opstijgen als de ibis, boven alles uit. In de Egyptologie, in de onderwereld, gebruikt Anubis de Nod (Nu-t) als een metalen instrument om het verstand en de mond van de ziel in de onderwereld te openen. Dit is ook verbonden aan de NTI of NTU, de poel van de vergetelheid, waar de mens eerst een heleboel valse kennis moet vergeten. Dit is dus ook een onderdeel van Nod. Om tot de "verlichting" (inzicht, uitzicht, overzicht, doorzicht) te komen, moet de mens eerst tot de verduistering komen, de oceaan van de vergetelheid in de onderwereld. Hiermee is Nod omhuld. Allen die tot Nod willen komen zullen eerst deze rivier of zee moeten overzwemmen. Dit wordt ook wel het grote Nirvana genoemd of de Lethe (Grieks). Op de tocht door de onderwereld veranderd Ra op een gegeven moment zelf in Nod. Hij moet dus in principe geboorte geven aan zichzelf. Wij hebben niemand anders van node. Dit zijn slechts symbolen in onszelf. Het is ons eigen lichaam. Nod is verbonden aan Geb, haar partner. Geb is in het Egyptisch ook verbonden aan KHABU, het neerbuigen. Door KHABU, het neerbuigen, komt Ra tot Nod, zijn diepere, creatieve ziel, zijn hart. Wij moeten neerbuigen in het stof als de slang, de Geb, om zo te komen tot de diepte van de moeder grond, Nod. Hier zijn de creatieve vuren van transformatie, in het hart van de grond. Dat is ook wat Khep-ra betekent : Het neerbuigen van Ra, Khabu-Ra. Ra komt tot Nod, en wordt dan tot Nod. Khepra is in de Egyptische taal de wording. Dit is ook wat het woordje Jehova betekent in het Hebreeuws. Daarom is er nooit een absolute, algehele scheiding tussen God en mens. De mens moet tot God worden, omdat het iets in de mens zelf is. Daarom moet er een balans zijn tussen het neerbuigen voor God en het worden tot God, en tussen het zoeken van God en het zijn van God, zoals dat ook in de Bilha wordt besproken. Dit heeft dus niets met de spijbelende zelfvergoddelijking van de New Age te maken. Er is ook een valse zelfvergoddelijking die tot verderf leidt, zoals in het Westerse pseudo-christendom, waarin de mens zichzelf door het bedrog van geloof en genade tot god maakt over anderen. Er is geen snelkookpancursus voor doe-het-zelf vergoddelijking. Alles is onderworpen aan stricte wetten en condities, en het zal altijd plaatsvinden in een hiërarchie van balanzen. De natuur heeft haar eigen rangensysteem. Het heeft niets te maken met persoonsverheerlijking, maar met het komen tot de diepere principes van het bestaan. Op dit pad zijn zoals gezegd vele valkuilen. Maar wij moeten dit pad van vergoddelijking bewandelen, om zo niet altijd alles op iemand anders te schuiven. Projectie is een gevaar. De mens moet zelf veranderen, en zelf tot het paradijs worden, anders komt de mens het paradijs niet binnen. De sleutel ligt in het worden, in Khep-ra, in Jehova als een esoterisch werkwoord, wat helemaal terugwijst naar het Orions-Afrikaanse moeder-principe van Ajawoe. De mens moet zelf de moeder worden. De mens moet zelf een schepper worden. Dit ligt op het pad van de gedaanteverwisselingen van Ra, oftewel Kaïn in het Israëlitisch, in de tocht door de onderwereld, door het land Nod, het lichaam van zijn moeder. De materie is het "vuile", en door het woord wat Khepra daarover spreekt komt er een veel hogere schepping. Zo schiep Khepra, de schepper van alle dingen, ook zichzelf. Het is een principe waarvan de kever een bepaald symbool is. Khepra, Khabu-Ra, is het principe van Ra (of Kaïn in het Israëlitische) die neerbuigt in het stof, die zich bedekt met de moeder aarde, komende tot het vuil van de materie waarin hij herboren wordt door het hogere woord hierin verborgen. Dit is het geheim van de sluiers van het Khepra mysterie. Materie is een verdraaiing van de oertijd, maar de oertijd

ligt hierin nog wel opgeborgen. Geb is verbonden aan de Aramese Keba ark en de Arabische Kaaba steen die van wit tot zwart verkleurde. Geb wordt ook wel Seb genoemd, wat een afkorting is voor Sebek, de krokodillengod van de oorlog. Sebek is ook een godin. Het is slechts een onderdeel van Nod zelf. De krokodil is een krachtige metafoor van de timing van de baarmoeder, van de vruchtbaarheid, de regeneratie. De robotologie is gebouwd op timing. Daarom is Geb in zijn Sebek gedaante onmisbaar. Oorlog is hierin een symbool van de vruchtbaarheid. In de Tweede Bijbel wordt Sebek geschreven als het diepere gebeente van het Jezus Mysterie, als de oorspronkelijke code die ervoor zal zorgen dat dit mysterie opgelost wordt. De Jezus afgod zelf zal in dit proces totaal afsterven, als een sluier die weggeschoven zal worden. 3.5 Ra in het Oude Testament Timing is één van de belangrijkste dynamieken van de robotologie, als een belangrijk kenmerk, waar de krokodil symbool voor staat, oftewel de Sebek, Sa-buk, in de Egyptologie, een gedaante van de aardgod Geb, als onderdeel van de Nod-moeder. Ra ging op zijn bootje door het lichaam van de Nod-moeder, zoals Kaïn in de Israëlitische theologie door het land Nod trok. Ra werd op deze tocht bijgestaan door Sa, die de wachters van de poorten van de uren aansprak, als de timing van de kennis. Sebek komt in de Egyptologie ook voor als godin, en heeft haar diepere wortels in de Afrikaanse godin Buk, de eerste mens (Zuid-Sudan, Ethiopië), als een vruchtbaarheids-godin van de rivieren en de nacht. Zij is de Indiaans-Surinaamse oorlogs-godin Bakroe. SA-BUK betekent in die zin de timing van de demonologie, van de baarmoeder. In het Aramees is de ark de QEBU, de doorgang tot een diepere ruimte, waar een voorhangsel voor gehangen werd (Ex. 40:3). Ook is de ark een beker. Het voorhangsel is in het Aramees ook een vrucht van de ceder. Hier zien we de boom van kennis terug. De mens nam de vrucht en ging tot een andere dimensie, als een doorgang. Dit is wat de ark is. In Ex. 40:4 gaat het in het Aramees over die ruimte, die ingenomen moet worden, de ruimte van de tabletten, van het Woord. Ook is het de ruimte van een kandelaar wat in de Hebreeuwse wortels een juk is. In vers 5 moet tot 'Zij die zingt', de Aramese betekenis van een altaar, in dit gedeelte genaderd worden. Zij die Zingt is in het Egyptisch Nod, "Nu-ti", de zingende godin. Geb is dan de doorgang tot Nod, zijn partner, die de psalmen draagt. De Geb-Nod schakel is belangrijk in de Egyptologie, zoals dat ook in het OT is. De Geb is de tocht door Nod, als de boot van Ra, de Aramese ark, de Kebu. Ra komt veel voor in de Hebreeuwse tekst van het OT, in verschillende vormen, die allemaal net even iets anders worden geschreven, maar vaak dezelfde uitspraak hebben. Zo is er RA de herder, die de ayin A in het Hebreeuws heeft, en RA als de openbaring wordt geschreven met een alef A. Ze worden beiden hetzelfde uitgesproken, alhoewel soms de ayin vanuit de keel wordt uitgesproken. In het Mozes verhaal in het laatste hoofdstuk van Deuteronomium, hoofdstuk 34

wordt Mozes in de Hebreeuwse grondtekst geleid tot RA, de openbaring, en hem wordt het beloofde land getoond. Tonen is dan de vertaling van het woord RA in het Hebreeuws. RA werd gegeven aan Mozes als een visioen, maar er werd bijgezegd dat Mozes het beloofde land niet zou binnengaan. Het was voor het zaad van Mozes. Dit heeft een hele diepe betekenis. Mozes had een ontmoeting met RA gehad, en stierf. De PEH, oftewel de moederschoot van de aarde, opende zich in vers 5. En dan in vers 6 wordt hij begraven in de QEBU-RA (qebuwrah), een grafplaats in een vallei. We zien hier dus dat Mozes in de ark (qebu, Aramees) van Ra gaat, in de boot van Ra, om een tocht door de onderwereld te maken. QEBU-RA is in het Egyptisch Geb-Ra en Khepra, de kever als één van de gedaantes van Ra, die door Aker (Hagar), de veervrouw van de boot van Ra in de sarcofaag-teksten van het Middenrijk, in een sarcofaag door de onderwereld werd gedragen om hem in de morgen te verwekken (als de zoon van Hagar, Ismaël). Zo kreeg Mozes door de Khepra in vers 6 deel aan het geheimenis van wedergeboorte. Hij zou dus via een omweg naar het beloofde land geleid worden, door het sterven, zodat zijn zaad tot het beloofde land zou komen. Dit wordt ook in de Vur besproken, dat we niets direct kunnen bereiken, maar alleen door het cirkelen, de subtiele energie, door het ondergrondse pad te nemen. De QEBU is dus de ark in het Aramees, wat in het Hebreeuws de Arown is. Aäron, de broer van Mozes, stelt dus in die zin de ark voor. Het hele leven van Mozes was al een tocht door de onderwereld, de erets, in de Hebreeuwse grondtekst. Mozes moest plaats maken voor Jozua, Iesous in de Septuagint, als zijn zaad, wat verwijst naar Jèsoe, de Orions-Afrikaanse dynamiek van kennis. Mozes had dus RA ontmoet en werd aan RA gelijkvormig, en moest sterven aan zichzelf door de baarmoeder van de onderwereld in te gaan in de boot van RA. Mozes kwam dus zoals RA tot moeder NOD, of het land NOD, het land van Kaïn. In het Hebreeuws is Mozes Mosheh, en in het Arabisch Moesa. MOA-SA betekent in het Egyptisch "de timing van de wet". 3.6 De Egyptisch-Israëlitische Wortels van het Wodan Mysterie Mozes wees op de slang in de woestijn als een groot geheim principe van redding, wat verdiept werd in het Jozua-verhaal wat erna kwam. In het boek Jozua, Iesous in de Septuagint, wordt het touw als het grote geheime principe van de redding aangewezen in het verhaal van de inname van Jericho. Zij die gespaard wilden blijven moesten een rood koord uit het raam laten hangen als een teken. De hoer, Rachab, gehoorzaamde aan dit bevel. Zij had met ditzelfde rode koord Israëlitische spionnen laten ontsnappen uit de handen van de koning van Jericho. Het is een mythe met een enorme diepte, Egyptisch van oorsprong, en helemaal verkeerd voorgesteld door het Westen. Het mysterie van het touw kwam al voor in Egypte, in de onderwereld boeken. Het touw moest de boot van Ra voorttrekken, en hield de boot van Ra veilig. Soms was dit touw een slang. Als leerling van Mozes moet Jozua een enorme kennis van de Egyptologie hebben gehad. Ra-chab komt van het Egyptische Ra-Geb, oftewel Geb-Ra, de Khepra-kever van de morgenstond, als een beeld van de wedergeboorte en de opstanding van Ra nadat zijn lagere wil is afgeschud in de diepte van de onderwereld. In Khepra, Rachab, ligt dus het mysterie van het touw opgeborgen. Rachab betekent in het Hebreeuws : grote leegte, grote ruimte hebben, "openminded" zijn. Dit is dus de weg naar het reddende touw wat ons altijd weer voorttrekt, en wat er voor zorgt dat we niet afwijken of verdwalen. Het touw leidt ons door het labyrint, zoals in de Griekse mythe van de draad van Ariadne. Wij kunnen alleen het touw ontvangen als we "rachab" zijn, oftewel vrij van vooroordelen, leeg. Wij moeten loskomen van het lagere zelf en de lagere wil. Dit gebeurt op de RA-tocht door de onderwereld.

In Deuteronomium 33:26 wordt God beschreven als een Rakab, een soortgelijk Hebreeuws woord wat rijder van een beest betekent. Wij moeten niet door onze wil bereden worden, maar wij moeten de wil beteugelen en berijden. Dit is de definitie van het woordje "God", als het berijden van ons lagere zelf zodat het niet over ons heerst. Wij moeten onszelf disciplineren en temmen. Dit is ook de Egyptische woordwaarde van Khepra, namelijk dat de kever het afval gebruikt, tot nut maakt, erdoor schept. Dat is ook de symbolische betekenis van de hoer (Rachab), namelijk dat zij alles naar binnen neemt en zo dit van binnen transformeert en geboorte geeft, wat natuurlijk niet inhoudt dat wij letterlijke hoeren moeten zijn. Het is maar een metafoor, en we moeten klaar komen met deze dingen. Vandaar dat Jezus ook zegt dat hoeren zullen voorgaan in het koninkrijk der hemelen. Een hoer is een metafoor van iemand die het kruis draagt, die het niet van zich afgeworpen heeft, oftewel iemand die geen geestelijke smetvrees heeft. Ook de maagd is een bijbehorende metafoor die zich niet bevuilt aan de zonde. Wij moeten het lijden dragen, maar hierin mogen wij niet zondigen. We mogen niet materialistisch worden en dingen gaan verletterlijken. Zo moeten wij Maria Magdalena ook vertalen, dat zij geen letterlijke hoer was, maar iemand die net als Jezus haar kruis droeg. In de gnosis waren zij partners. Maria Magdalena was de vrouwelijke Jezus, de godin. Daarom is aan de goede kant van de dualiteit de hoer van Babylon die op het beest rijdt een beeld van de hoer Rachab, als de grote menger, als tegengesteld tegen het nazi-christendom. Het is een beeld van de opkomende Khepra die zichzelf regenereert door het afval. Dit is een mooie diep Egyptische symboliek. In de symboliek horen de hoer en de maagd bij elkaar, als twee kanten van dezelfde munt. De archetypes van de hoer en de maagd scheppen samen een nieuwe wereld, een paradijs, een hemel. Het zijn diepe realiteiten van het zelf in de mens. Deze gestaltes zullen aan de oppervlakte komen. Zij zullen voortkomen vanuit de zee van het verleden. Zij zullen mysteriën gaan oplossen. In Genesis 41:43 wordt Jozef een Ra-kab (Khep-ra) waardoor alle knie zich voor hem buigt. Hij werd tot heerser over het land Egypte. Door Rakab, Khepra, wordt het lagere zelf onderworpen, en moet buigen. Zonder de rakab kon er geen hand of voet opgeheven worden (:44). Dit gaat dus om het ware principe hoe het zelf te overwinnen. In de Eliza mythe in het Hebreeuws-Aramees is Rakab verbonden aan de boogschietende donderstorm godin. De bliksem is hierin een voorstelling van het heilige touw. Dit is ook het hele mysterie van Wodan, de oppergod van de donder in de Germaanse kosmologie. 3.7 De Egyptische Wortels van Kaïn Het kwaad is in de Egyptologie een dualiteit. Het is iets heel relatiefs en neutraals in veel opzichten, en kneedbaar. Door slechte timing wordt het goede het kwade. Het kwade kan dan door de juiste timing weer het goede worden. Ook door een verkeerde volgorde of hiërarchie kan het goede het kwade worden, en ook dat kan weer teruggedraaid worden. Het gaat dus niet om het "ja" of het "nee", maar om het "hoe". In de Egyptologie zijn de vijanden, net als de goden en de godinnen, archetypes die een keerzijde hebben. In de Egyptologie moesten de goden en godinnen de vijanden

overwinnen door de vijanden te worden en een andere invulling te geven. Tegenstander is een heel relatief begrip. Ook de Israëlieten en de Grieken hanteerden het principe van de dualiteit, en bij de Azteken kwam het ook voor. De christelijke wereld rekende af met deze dualiteit, en polariseerde alles, en begonnen de oude teksten heel eenzijdig zwart-wit te maken, en verschrikkelijk kortzichtig begonnen zij alles te verletterlijken. Hetzelfde lot onderging Kaïn, die oorspronkelijk uit de Egyptologie kwam. Ka-en-moat, de Wet van Ka-en, was de slangenwachter van het zevende uur in het boek der poorten. Ka-en was de Egyptische basis voor Kaïn, als de wachter van het zevende uur van de nacht. In dit uur ontvangt de ziel in de onderwereld de veer van Moat. Deze veer moest het vlees doden en testen. Zo kon de veer boven alles uitstijgen, om zo voor Nod te komen, het verhoogde bewustzijn, de kernenergie van de dromen. De veer is het symbool van het nomadische leven, van het land Nod, of moeder Nod. Het nomadische is de begrijpende, verdiepende en vertalende dynamiek. De veer is dus een teken van het overwinnen van het kwaad, als het begrijpen, transformeren, verdiepen en doorvertalen van het kwaad, door de keerzijde ervan onder ogen te komen. De wet is hierin verbonden aan de waarheid, die doorzichtig is en transcendent. Verderop in het uur ontvangt de ziel in de onderwereld de sikkel, wat een beeld is van timing. De sikkel weet wanneer het oogsttijd is. Dit is belangrijk, want zelfs het goede is het kwade als timing ontbreekt. Kaïn was de landbouwer in de Israëlitische mythologie, de drager van de sikkel. In het zevende uur van de Amduat komt de ziel in de onderwereld vrij van de apep-slang. Apep is een titel voor de vijand van Ra, en staat voor glibberigheid. De ziel krijgt hierbij hulp van de magie van Isis, wat in de Orions-Afrikaanse mythologie Jèsoe is, het principe van kennis. De ziel is inmiddels in de grot van Osiris, Aser, aangekomen, en komt tot de poort van Aser. Het zevende uur is genoemd : Het overwinnen en onthoofden van het kwaad, wat een metafoor is voor het analyseren. Dit is een groot mysterie. De ziel leert hier zeilen door de magie van Isis (Jèsoe). Dan komt de ziel tot Osiris, Aser, die omhuld is door de Mehen slang. Mehen is de naam van een oud Egyptisch bordspel. Osiris is dus onder de hoede van een spel, en de slang betekent ook het touw, als een teken van leiding en bescherming. Het touw zorgt er namelijk voor dat de boot wordt voortgetrokken en niet afwijkt van het pad. Osiris is dus in de Mehen slang, op een troon. Zonder deze slang zou hij niet kunnen regeren. De slang is een teken van de heilige gebondenheid, oftewel de robotologie. Zonder deze slang zou Osiris van de troon afvallen, en afwijken van het pad. Door de Mehen slang heeft hij ook zijn vijanden overwonnen, oftewel zijn eigen lagere zelf, zijn lagere wil. Die is in drievoud geknield, gebonden en onthoofd voor zijn troon. De lagere wil is onderworpen. Dan spuwt de Mehen slang vuur om de lagere wil totaal te vernietigen. De drie delen van de lagere wil worden door de Mehen slang verslonden. In het middelste register is Ra ook omhuld door de Mehen slang, en ontvangt de ziel de Mehen slang. De Mehen slang leert de ziel te transformeren door verschillende beelden. Die beelden zijn onderdelen van het Mehen spel. In de Tweede Bijbel wordt Mehn besproken als een land. Op een bepaald punt in het zevende uur van het boek der poorten heeft Qaen, Kaen, een menselijke gedaante en heeft een touw om zijn nek, als beeld dat zijn woorden gebonden zijn en zijn adem. Adem is de betekenis van Hobel, de broer van Kaïn in de Israëlitische mythologie, wat een beeld is van zijn eigen sprekende capaciteiten die de heilige gebondenheid, oftewel leiding, ontvangen. Dit is de Egyptische diepte en oorsprong van het Kaïn en Hobel verhaal. 3.8 De Egyptische Wortels van Amen

Kaïn (Hebreeuws : Qayin) komt uit het Egyptische Boek der Poorten. Ka-en was de naam van het zevende uur, als Ka-en Moat, de Wet of Waarheid van Ka-en, waarin de ziel op de tocht door de onderwereld de wetten van de metaforische landbouw moest leren kennen, en daarvoor de sikkel ontving als een symbool van de timing. Kaïn was daarom ook in de Israëlitische mythe een landbouwer. In het zevende uur zien we dan ook de god Qan of Qa-en met een ketting om zijn nek, als een symbool dat zijn spreken gebonden is aan de wet, oftewel zijn adem. Dit komt ook terug in Spreuken 1 : 8Hoor, mijn zoon, de tucht van uw vader en verwerp de onderwijzing van uw moeder niet; 9want zij zijn een liefelijk sieraad voor uw hoofd, een keten voor uw hals. De halsketting is de ANAQ in het Hebreeuws, en ook die komt van het zevende uur van het Egyptische boek der poorten. ANAQ is de god van de bedwinging van de tong, de wachter van de tong, die ervoor zorgt dat een mens niet overmoedig of verkeerd spreekt. ANAQ is dus de leiding van de mond. De liefelijkheid is chen, of khan in het Hebreeuws, en dit betekent ook gebed. Het spreken is de adem, wat de betekenis is van Hobel in het Hebreeuws, dus het verhaal van Kaïn en Hobel gaat gewoon over het uitademen van Kaïn, het beteugelde spreken van Kaïn. Dat is ook de definitie van liefelijkheid, khan, als tegengesteld aan het roekeloze en overmoedige. Ook Ra op zijn nachtboot is beteugeld. Hij is omhuld door de mhn slang, vaak Mehen genoemd, of de amen slang. Dit is ook een bordspel in het Egyptisch. Het laat dus duidelijk zien dat de tocht door de onderwereld maar een spel is, een puzzel. Amen betekent verborgen. De amen slang moet Ra veilig houden en voortleiden. Het is als een touw, een ketting. Amen is in de Egyptische mythe de verborgene en de getrouwe die de gebeden hoort. Er is maar één letter verschil tussen touw en trouw in het Nederlands. Zij horen bij elkaar. De mens moet loskomen van de lagere aardse wil door in het verborgene te gaan, tot het hogere touw waarvan de amen slang een beeld is. Vanwege deze Egyptologische kennis die Mozes had richtte hij de Israëlieten in de wildernis op de koperen slang die hij had laten maken, als beeld van redding. In het boek Jozua, van de leerling van Mozes, is het beeld van redding het touw. Slang en touw zijn hetzelfde. Ook in de poëzie van het Eeuwig Evangelie in de Tweede Bijbel wordt dit benadrukt dat het raadsel van de slang de enige is die de mens over de rivier van de dood kan brengen. Alles komt aan op dit gebed van David in Psalm 141 : 3 Here, stel een wacht voor mijn mond, waak over de deuren van mijn lippen; 4neig mijn hart niet tot iets kwaads om in goddeloosheid boze daden te volvoeren met mannen die bedrijvers van ongerechtigheid zijn, en laat mij van hun lekkernijen niet eten. 5Slaat een rechtvaardige mij, het is liefde, kastijdt hij mij, het is olie voor mijn hoofd, die mijn hoofd niet zal weigeren. Dat is dus oorspronkelijk de les van het zevende uur van het Egyptische boek der poorten, het uur van Ka-en Moat, oftewel de Wet van Kaïn. In het Amduat boek van het verborgene troont ook Osiris, Aser, in het zevende uur omhuld met de amen slang (mhn, Mehen, Mehn), wat erop duidt dat dit in het verborgene was. De mens moet alles achterlaten om de diepte in te gaan, om zo weer meester te worden over het zelf, als de onderwerping van de lagere wil. De mens die nog in de

glitterwereld wil zijn vol van illusies kan deze meesterschap nooit behalen. De Amen roept ons tot het verborgene, het verlatene, om een tocht te maken door de onderwereld. Amen zelf zal ons beschermen en leiden. Het is een slapend deel in onszelf, als de slapende slang, het slapende touw. Het is een metafoor met een groot potentieel. Als wij dan omhuld zijn door de amen slang, zoals Ra en Osiris, dan zal ook de sikkel van timing tot ons komen. Dan gaan we inzicht krijgen in tijden en seizoenen. Dit behoort allemaal tot het grote spel van Amen. Door timing worden er weer nieuwe deuren in ons geopend die daarvoor nooit geopend konden worden. Ook Ka-en, Kaïn, had deze ketting in het boek der poorten, als een halssnoer. Het is een magisch halssnoer wat ons leidt door de onderwereld, als een amulet, wat ons alert maakt voor de gevaren en ons er tegen beschermt, die ons niet laat afwijken van het pad. In het Israëlitisch is dit dus de Anaq-ketting, of Enak-ketting. Enak, Anowk, oftewel Enoch, was de eerste zoon van Kaïn, die op het geheimenis van het halssnoer wees. Dit was dus de god Anaq, de poortwachter van de mond, in het zevende uur van het boek der poorten in de Egyptologie. In het achtste uur geeft het touw geboorte aan de mysteriën. Er komen hoofden uit het touw, als nieuwe avatars die de ziel nodig heeft om door de onderwereld te gaan, als het geheim van de transformaties. Het halssnoer bestaat dus uit meerdere personen, meerdere rollen, die samen de persoonlijkheid vormen. Het is dus een schijf van identiteiten die met elkaar mogen samenwerken. Elke identiteit is een sleutel voor een bepaalde poort. Na de dood van Hobel kreeg Kaïn een nieuwe broer : Seth. Ook Seth komt uit de Egyptologie. Seth behoorde ook tot de boot van Ra. Seth hielp Ra, als een andere gedaante van Ra, om de valse apep slang te verdrijven. Seth is de wildernis gedaante van Ra, en de duisternis, als de oorlogsgedaante. Seth droeg een speer om de apep slang van de boot weg te houden. Om de duistere Seth op te roepen moest Ra er dus wel voor zorgen dat hij in de mhn slang, oftewel de amen slang, zou blijven, in de verborgenheid. Alleen in de verborgenheid, in de Amen, kon Seth opgeroepen worden. In het achtste uur blijkt dat het touw, oftewel het halssnoer (slang), die Ka-en draagt, de magische capaciteiten heeft van het scheppen van de uren, als de schepper van tijd en timing. De uren zijn verschillende avatars die de ziel nodig heeft in de tocht door de onderwereld, als de belichaming van tijd en timing. Seth kon alleen komen toen Hobel, de adem, metaforisch aan zichzelf was gestorven, oftewel uit was geademd. Ook Osiris, Aser, is één van de hoofden die uit het touw komt. De mehen of amen slang (mhn, mn) wordt ook weleens vergeleken met de ouroboros slang die zichzelf opvrat, als een beeld van de regeneratie. In dat licht moeten wij ook het Kaïn en Hobel verhaal zien. De broedermoord was al een allegorie in Egypte, namelijk in het verhaal van Osiris en Seth. Dit is nooit letterlijk geweest, maar dit waren diepe inwijdings-mysterieën om zo los te komen van het lagere aardse, de schaduwzijde, oftewel de lagere wil. Het heilige halssnoer doodt het vlees om zo de ziel van de drager veilig te houden. Het doden is een metafoor van het toetsen. Ook in de Vur wordt deze symboliek en cryptiek verder uitgewerkt. 87. Het Toetsen Het heilige halssnoer draagt de paradijselijke kennis, zegt vers 14. Er wordt gesproken dat alles getoetst moet worden in de tabernakel. 17. De opslagplaats van schatten, de opslagplaats van heilige literatuur. Het wordt niet gevonden in het land der levenden.

Hoofdstuk 4. Het Kruis in de Woestijn 4.1 De Noord-Koreaanse Oorlogs-dans In het verleden was ik een zwarte band karateka. Ik trainde ook anderen in karate. Ik ben hiermee gestopt toen ik naar de bijbelschool ging. Al snel merkte ik dat mijn grote liefde de demonologie is, als een soort geestelijke karate. Ik had een roeping voor de demonologie en werkte als exorcist. De zwaarste gevallen kwamen altijd bij mij terecht omdat niemand anders hen kon helpen. Karate was slechts een voorbereiding tot dit vak, als een aardse schaduw, een metafoor. Ik heb mijn karatediploma's allemaal verscheurd, als sluiers van de tempel, en kreeg er een hogere vechtkunst voor terug : de demonologische vechtkunst. Wel had ik op de bijbelschool mijn rood-witte karate tas nog, waar Japanse tekens opstonden en een beest of draak. Op karate leerden wij de zogenaamde kata's. Dat waren reeksen van de gevechtskunst, als gevechtsdansen. Elke band had zijn eigen kata's, en ik gebruikte nog steeds fragmenten ervan in de hogere vechtkunst van de demonologie, want ook de demonologie is zeer lichamelijk. Lichaam en ziel moeten in een eenheid zijn in de demonologie. Ook gebruikte ik er Michael Jackson dans-fragmenten voor, want die waren ook zeer militair en vaak van een hogere orde. Zo ontwikkelde ik een zeer strenge gevechtskunst, namelijk die van de gnosis. Wat dat aangaat is karate nog steeds een inspiratie. De engelen van mijn karateleraar destijds zijn ook altijd bij mij gebleven om mij in de hogere gevechtskunst te onderwijzen. Voor mij is het het mooiste vak van de wereld. Ik heb velen onderwezen, maar ik heb er nooit geld voor gevraagd. De kern hiervan is de literaire gevechtskunst, en die is heel subtiel, als een architect. De pen is een groot wapen. Het loopt synchroon met het lichamelijke. De gevechtskunst zit in mijn bloed. Ik ben een vechter in hart en nieren. Zo ben ik geboren, en zo zal ik ook altijd blijven. Op virtual reality is er de rage van het boogschieten. In mijn vrije tijd train ik soms mensen hierin, omdat virtual reality voor mij wel het portaal tot de droomwereld is, als een soort twilightzone en trappenstelsel tussen lichaam en ziel. Ik maak er graag gebruik van. Ook Ra was een vechter. Elke nacht weer ging hij in zijn boot door de onderwereld om tegen de slang van het kwaad te strijden. Ook al ging hij ten onder, in de ochtend stond hij weer op. Hij streed tegen zijn lagere wil, het lagere aardse zelf. De mens is geroepen zichzelf te overwinnen, oftewel te analyseren, te begrijpen en te transformeren. Het houdt de mens mentaal gezond. In het Orionse Egypte komt dit verhaal weer terug als Ova die over de groene wildernis-rivieren van de onderwereld ging in zijn kano, om zo te gaan tot de groene zon, de bron van het verleden waarin alles duidelijk wordt, om zo tot een hoger bewustzijn te komen. Ova wordt veel vergeleken met Ra en Geb. Ova had te strijden tegen de rode krab. De rode krab was een ontvoerder van kinderen, die vervolgens hun harten uit hun lichaam zoog om vervolgens een rode krab in hen achter te laten als hun nieuwe hart, onder zijn controle. Hiervoor had de rode krab dus een heel leger van rode krabben. De naam van deze rode krab is Saveer-Beli, als een onderdeel van Saveer. De rode krab kan in allerlei gedrochten veranderen, zoals een slang, een krokodil, een zwarte leeuw enzovoorts. Het is het zwaar listige en creatieve principe van het kwaad. Een oorlog kan alleen gewonnen worden wanneer er een strakke discipline is. Die discipline is er niet vandaag de dag in de kerk. De kerk is tegen haarzelf verdeeld, en ze is lauw en materialistisch, naast verschrikkelijk kortzichtig. Zonder de zware hogere robotologie kan de oorlog nooit gewonnen worden, want de vijand is zwaar robotisch. De kerk heeft over het algemeen geen kennis van de geschiedenis, niet van de kerkgeschiedenis, niet van de bijbelgeschiedenis, en al helemaal

niet van de etymologie. De kerk zit vol met leken, met leiders die westers zijn opgeleid en niet oosters. Ze hebben niet de juiste contacten, en vaak is het gewoon een markt. Ze leven van het domhouden van hun publiek. Ook is het zo dat veelal hun zintuigen niet geopend zijn. Sommigen mogen dan zeggen dat ze eens een visioen of droom hebben gehad, of een stem hebben gehoord of zelfs een bijna dood ervaring, maar de realiteit is dat een blinde die 99% van de dag blind is nog steeds een blinde is. En die blinden leiden dan ook andere blinden ... naar de vernietiging. Vandaar dat ons werk staat voor de volledige opening van de geestelijke zintuigen van de gnosis. Een ware vechter is natuurlijk geen roekeloze blinde vuistvechter of andere soort van krachtpatser. Neen. De ware vechter is een strateeg, een spion, een detective. De rode krab die zich in de borstkas van kinderen nestelt scheidt dan een hormonale drug uit, om de kinderen te verdrinken in drugs. Zo zijn zij geheel onder hypnose van de krab. Het is een bepaalde klier. Vannacht had ik een droom over de rode krab, maar dat gebeurt wel vaker. Het is de geest van Amsterdam. Toen ik me voor het eerst met de demonologie van Amsterdam ging bezig houden woonde ik nog in Amsterdam met mijn partner. Ik weet nog wel toen we het gevecht met dat beest aangingen moesten we ons eerst door een heel hiërarchisch trappenstelsel boven Amsterdam heenwerken. De eerste heersende parasiet was genaamd Mastar, als een zwarte vogel, een soort arend, die ook in een spin kon veranderen. Toen we daarmee begonnen was er een enorme klap ineens vlak bij ons raam, als een explosie, in de materiele wereld. De natuurlijke en geestelijke wereld staan met elkaar in verbinding. Ook kan ik me de strijd tegen Synaps nog herinneren, een witte arend. Een paar weken geleden had ik een droom over Michael Jackson die op een toren in Noord Korea stond en op de toren een strict robotische gevechtsdans uitvoerde als zijnde het metaforische Noord Korea als een allegorie. Noord Korea is cryptisch gezien de robotologie, maar het materiële Noord Korea is daar een corrupte afschaduwing van door de Arcturische lens. We moeten tot het hogere Noord Korea komen. In ieder geval was de dans een Noord Koreaanse dans van robotisme, een oorlogsdans. Het was de discipline van de tong, de wachter van de mond. De wereld is bezeten door een vleiende, roekeloze geest van de tong, waardoor de wereld in slaap wordt gesust. Vandaar dat de wereld het cryptische Noord Koreaanse geheim nodig heeft. Ook dit zal een belangrijke sleutel vormen voor de bevrijding van Amsterdam. 4.2 De Dieren van het Paradijs "Een klein lek maakt het hele schip tot zinken." In de diepte gaat het er niet om je aan iets anders te onderwerpen, maar aan je hogere zelf, want anders eindig je in afhankelijkheids-spelletjes die niet eerlijk zijn, als een soort cheaten, want dan blijft er een scheiding tussen jou en het goddelijke terwijl je zelf goddelijk moet worden en het in jezelf moet vinden. De mens moet zelf veranderen en het niet altijd en eeuwig op iets anders schuiven, want dan is het niets anders dan projectie en luiheid. In die zin bedonderd het christendom de boel. Onderwerp je dus aan het goddelijke in jezelf, je eigen hogere, goddelijke deel. Natuurlijk is het woordje goddelijk heel wazig. God is geen alleenheersende bitch of regelmien buiten onszelf op een troontje, want dat is wel de karikatuur die ze ervan hebben gemaakt. God is gewoon een woord voor de technologie van de oneindige kennis in onszelf. Het is de technologie van het hogere zelf waar niemand aan kan ontkomen. Wel is het zo dat wat buiten ons lijkt eigenlijk gewoon van binnen ergens zit. Alles wat we om ons heenzien is in onszelf, als een cryptische code die de

oneindige kennis heeft gemaakt om zich veilig te stellen. Het ligt er niet voor het grabbelen, maar het is de bedoeling dat je er al puzzelend in opgroeit en het je daadwerkelijk eigen maakt. Het is dus ontwaken tot wie je bent. Hierin heeft iedereen de luisterende pool in zichzelf (man), en de inspirerende pool (vrouw). Gevoeligheid (man) versus creativiteit (vrouw). En daarom plugt de man-pool ook metaforisch in de vrouw-pool, waar ook allemaal heel wazig over gedaan wordt, en heel letterlijk. Het is iets in de mens zelf. Je stekkertje moet in jezelf het stopcontact vinden. Waar passen de dieren hier ergens in ? Zij zijn de klieren van het paradijselijke lichaam, het energie-lichaam, van de ziel diep binnenin de mens. Alles is al gebeurd, want tijd is slechts de sluier van de oneindige, volmaakte kennis. In die zin is er niets onvolkomen, maar moet de mens zijn paradijselijke lichaam diep in zichzelf ontdekken, her-inneren. Dit houdt ook in dat er ergens diep in de mens nog zijn paradijselijke hersenen bevinden. De hersenen staan niet op zichzelf, maar zijn het klankbord van het hart. De hersenen moeten de impulsen van het hart opvangen, om zo alles tot actie om te zetten. De hersenen zijn dus onmisbaar in het paradijselijke lichaam. In het paradijs liggen de hersenen door het hele lichaam heen, net zoals het hart. We zullen de klieren van het hoofd bespreken : Voorkant : de vliegen-klier - vergetelheid-klier - om te kunnen vergeten - als een schild Links : de slangenhoofd-klier - droom-klier Rechts : de spinnenklier - timing-klier Achterkant : de vogelklier - robotic-klier - juist omdat het robotisch is kan het inhaken in het hoogste doel, pakkende de beste schakel nodig voor het moment - dit is de heilige draad, als de heilige ibis Kin : de orca klier - de klier van de eeuwigheid - de robotische klier kan alleen werken door de eeuwigheids-klier, want zo is het volkomen in de zin dat er geen begin en einde mag zijn. het is de klier van eindeloosheid qua tijd Nek : de walvisklier - de eindeloosheid qua ruimte - zonder begin, zonder eind, de eindeloosheid qua grootte, dus ook het grootste kruis, en dat hebben we nodig om aan onszelf te sterven - is dit er niet en zijn er haperingen in de tucht, en is het net niet het grootste kruis, dan gaat het aan onszelf sterven niet door - er is dus geen hoop voor mensen die niet radicaal zijn ... lauwheid zorgt ervoor dat we de sleutel naar het paradijs missen ... 99% het goede dienen is nog steeds het kwaad dienen, want een klein lek maakt het hele schip tot zinken. daarom moeten wij ons altijd richten op de 101% om veilig te zijn, en wanneer het aankomt op leeg worden van onszelf (van de lagere wil) moeten we ons richten op "less than zero". Natuurlijk hebben deze klieren ook hun schaduwen en vervalsingen. Ook het eeuwig evangelie spreekt over deze dynamieken. Natuurlijk is de bron dan in het hart, en dan gaat het om de borst zone : krokodil : timing-klier nijlpaard : vergetelheid haai : eeuwigheid olifant : grootste, eindeloosheid beer : droom draak : robotics

Dit zijn dus de harts-klieren. Maar hoe loopt dit alles nu gesmeerd ? De Tweede Bijbel spreekt over het eeuwiggroeiende kruis, wat als de zee is. De zee komt opzetten als een vloed, maar is dit dan het einde ? Nee, want daarna komt er ook weer eb. Wij zijn geroepen om het kruis te dragen, ook en juist : het eeuwiggroeiende kruis. Als je door het kruis geslagen wordt is het het beste het kruis te omhelzen. Als je door de gesel geslagen wordt is het het beste de gesel te kussen, want het zijn de vruchtbaarheids-principes die we in ons leven nodig hebben. Daarom vragen wij om het kruis. "Kruis, kom je buiten spelen ?" En zo geldt dat ook en juist voor het eeuwiggroeiende kruis waar de zee een beeld van is. Zijn wij al tot de geheimen van de zee gekomen ? "Kop op, het zal nog erger worden," zei de Amerikaanse oud-directeur van onze bijbelschool weleens. Ik moest daar dan wel om lachen, maar het was wel waar. In diepte had hij het over het eeuwiggroeiende kruis. Nee, dit kruis brengt ons niet ten onder, maar voedt ons op, en brengt vruchtbaarheid. De lagere aardse wil sterft zo af. Daarom moeten wij gaan tot de zee van het hart, het grote centrum. Hier leggen wij onze lagere, opgelegde zelf af. Alle andere kruisjes die mensen aankopen hebben die macht niet. Alleen het eeuwiggroeiende kruis heeft deze macht, en dan is het alsof de stekker in het stopcontact is gegaan. Het kruis is altijd de sleutel geweest tot het paradijs, maar de mens moet het kruis leren kennen. Werpen wij het kruis van ons af dan stopt de reis. Velen dragen het kruis maar half, of tutten hun kruis op totdat het geen kruis meer is. Velen dragen een gouden kruis met een stropdas en een glaasje wijn. Er is een vals, plastic kruis in de omloop wat goed verkocht wordt, en wat leugens predikt. De waarheid is een hard kruis waaraan je niet ontkomt : het eeuwiggroeiende kruis, zodat het lagere, valse zelf en de valse wil volledig wordt ingesloten en niet meer kan ontsnappen. Die tsunami hebben we nodig in ons leven. Daar zien we de rode lijn in de Jezus-fabel die wel klopt en waar we nooit afstand van hebben gedaan, namelijk waarin Jezus, Iesous, oftewel in diepte : Isis (Egyptisch), Jèsoe (Orions-Afrikaans) zegt in Matteus 5 : 39Ik zeg u, de boze niet te weerstaan, doch wie u een slag geeft op de rechterwang, keer hem ook de andere toe; 40en wil iemand met u rechten en uw hemd nemen, laat hem ook uw mantel; 41en zal iemand u voor één mijl pressen, ga er twee met hem. Er is dus allereerst een seizoen om het lijden te aanvaarden, als de heilige tucht die ons beschermt. Een ouder die zijn of haar kind niet tuchtigt haat zijn kind. God, de gnosis, de oneindige kennis, tuchtigt ons, en hard, om ons van de roofdieren weg te houden. Een ouder die zijn kind te licht heeft getuchtigd wordt hier door de gnosis zwaar verantwoordelijk gesteld, en de gevolgen zijn niet te overzien. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Uit de Spreuken van Salomo : Spreuken 4 13 Grijp de tucht aan, laat niet af; bewaar ze, want zij is uw leven. Spreuken 8 10 Neemt Mijn tucht (onderwijs, instructie) aan, en niet zilver, en kennis (wetenschap), meer dan het uitgelezen uitgegraven goud. 33 Hoort de tucht, en wordt wijs, en verwerpt die niet. Spreuken 1 7 De dwazen verachten wijsheid en tucht. 8Hoor, mijn zoon, de tucht van uw vader en verwerp de onderwijzing van uw moeder niet; 9want zij zijn een liefelijke krans voor uw hoofd, een keten voor uw hals.

Spreuken 27 5 Een onomwonden bestraffing is beter dan verborgen liefde; 6 oprecht gemeend zijn de wonden door een vriend geslagen, maar overvloedig zijn de kussen van een vijand. 29Omdat zij de kennis hebben gehaat en de vreze des Heren niet hebben verkozen, 30mijn raad niet hebben gewild, al mijn vermaningen hebben versmaad, 31zullen zij eten van de vrucht van hun wandel en verzadigd worden van hun raadslagen. 32Want de afkerigheid der onverstandigen zal hen doden, de zorgeloosheid der dwazen zal hen te gronde richten. 33Maar wie naar mij luistert, zal gerust wonen, beveiligd tegen de verschrikking van het onheil. Spreuken 19 18Straf (onderricht, disciplineer) je zoon zo lang er nog hoop is, en bekommer je niet om zijn gejammer. Spreuken 12 1Wie tucht liefheeft, heeft kennis lief; maar wie terechtwijzing haat, is dom. 4.3 Surven op de Golven van het Paradijs Hier nog een stuk Science Fiction : - De Vloek van het Normaal Zijn Oh, wat zijn we allemaal normaal. Helemaal niet. Maar dat wil niemand horen. We houden ervan te denken dat we normaal zijn, Maar voor de buitenaardsen zijn we vreemd. De aarde is zo'n beetje het laagst ontwikkeld van alle planeten. Het is de planeet van DOM.

Iedereen heeft het hoogste woord over hoe dingen in elkaar zitten, en vaak zijn ze daar zelf niet opgekomen, maar is hen dat met de paplepel ingegoten dus MOET het wel waar zijn. Het is een vreemde logica, maar het wordt aanbeden. Dat is ook het makkelijkst : Teren op je opvoeding, hoe het je allemaal is bijgebracht. NU heb je echt alles in kannen en kruiken. Dat klinkt wel heel extreem hè ? Gelukkig zijn er mensen die "vreemd" durven zijn, die durven algemeen aanvaarde dingen in twijfel te trekken, die durven te onderzoeken. Gelukkig zijn er mensen die ermee zijn gestopt zulke "normaal" spelletjes te spelen, en stellen ze zich nu open voor het "andere", het "vreemde", het "onbekende". Ze willen graag groeien en komen tot de echte waarheid, niet de opgelegde waarheid. Kun je dingen van een hele andere kant bekijken ? Durf je "anders" te zijn ? Durf je creatief te zijn, ook als je door miljoenen fluitjes om je heen wordt teruggevloten ? Durf je rebels te zijn tegen de maatstaf ? Er is namelijk geen algemeen aanvaarde maatstaf. In ieder land gelden er weer andere regels, en in iedere samenleving. Die samenlevingen lopen door elkaar heen en hebben hun kruispunten, maar er is nog steeds een grote verbale en schriftelijke oorlog gaande over wat de maatstaf is. Je kunt hier moe van worden, verward, en dat worden vele mensen ook. Soms is het maar het beste om gewoon het verhaal te lezen, want het is een verhaal, niets anders. En het is een heel bizar en vreemd verhaal. Niets wordt buiten schot gehouden. We kunnen er niet om heen : Het is een wreed verhaal, onmenselijk. Toch is het een verhaal, en waarom ? Waar liggen de grenzen ergens bij sommige "mensen" ? Zijn het wel echt mensen ? Nee, natuurlijk niet. Niet alles is mens wat zich als mens voortdoet. Als je dat denkt, dan onderschat je de gewiekstheid van het universum, van de aanwezigheid van parasieten die allerlei camouflage taktieken bezigen om aan voedsel te kunnen komen. Vandaag de dag leven we in de zombie apocalypse, en we zijn haastig op zoek naar hen die nog geen zombies zijn geworden. De zombies eten hersenen, en zijn totaal dood voor empathie en gevoeligheid. Alles maar dan ook alles is afgestompt. Het kan hen allemaal niets, maar dan ook niets schelen. Wel hebben ze allerlei truukjes om je emoties te bespelen. Christenen die elkaar naar de eeuwige hel verwenzen gooien graag het balletje "liefde" op, en blijven elkaar zegenen, terwijl ze eigenlijk bedoelen : "Loop naar de (eeuwige) hel." Als je gezegend wordt door een christen na een woordenstrijd, dan weet je precies hoe laat het is. Het is hun dodelijkste wapen, als de steek van een insect om je te verlammen. Ik zei dan weleens : "Ik wordt liever vervloekt door een satanist dan gezegend door een christen." De eeuwigheid is in de grondtekst niet eens altijddurend, maar een bepaald tijdperk, en is metaforisch. De eeuwigheid is een geografisch gebied, en heeft niet eens zoveel met "tijd" te maken. Maar dat maakt een Westerse christen allemaal niet uit. Die leeft gewoon voor de markt, als een parasiet, want bangmakerij verkoopt nog steeds erg goed. Je moet natuurlijk een mens wel goed waarschuwen voor de gevolgen van verkeerde keuzes, en soms moet je het balletje terugspelen. Ik zeg weleens : "hen die dreigen met de eeuwige hel zullen in iets veel ergers worden geworpen dan de eeuwige hel," of "de enigen die naar de "eeuwige hel" gaan zijn degenen die dit voor anderen creëeren," maar natuurlijk is dat sarcasme. Natuurlijk is dat maar gekkigheid, maar gekkigheid is soms de beste verdediging. Laat je in ieder geval niet gek maken. Even de andere kant wat ze eigenlijk nooit in de kerk laten zien : - Surven op de Golven van het Eeuwiggroeiende Lijden Soms welt het lijden op als een golf, en soms is het beter om te zien waar het je naartoe leidt in plaats van je ertegen te verzetten. Soms is er geen kruid tegen zo'n golf opgewassen, en dan moet je leren surven op de golven van het eeuwiggroeiende kruis. Het zijn reusachtige golven die een doel

hebben. Vaak begrijpt de mens het lijden helemaal verkeerd. Het lijden is een bepaalde boodschap van het paradijs. Soms moeten we dus leren meegaan met zulke golven, leren surven, leren meebuigen, anders komen we nergens. Het lijden is een andere taal die de mens nog niet begrijpt. Het paradijs is een eiland of gebied van eilanden omringd door woeste zeeen waarop de mens eerst moet leren surven. Vandaar : Leren surven op de golven van het paradijs. 4.4 De Komst van de Wereldschepen De mens mag niet lichtzinnig met muziek omgaan. Muziek is de taal van het hart, van een andere wereld, en het wordt zowel door het goede als het kwaad gebruikt. Geef je niet zomaar over aan muziek, maar test het. Veel hedendaagse muziek is rommel die je lagere aardse wil probeert op te wekken om je zo tot slaaf te maken van een bepaalde markt. Wij kunnen daar niet genoeg tegen waarschuwen. Vraag jezelf bij muziek die je "leuk" vindt af of dit je hogere zelf is, of je lagere zelf, je lagere wil die spelletjes met je probeert te spelen. Muziek programmeert, dus je moet heel goed weten waar je mee bezig bent. Spring niet zomaar overal in. Het is geen luilekkerland. Het zijn boodschappen, het zijn jagers, en ze zijn op jacht naar je ziel. Je wilt geen deel hebben aan één of andere poppenkast. Ga dus technisch met muziek om, spiritueel, niet materialistisch. Het is geen grabbelton. Een heleboel mensen hebben niet door dat muziek tot hen gezonden is om hen toe te rusten. Vaak nemen ze de tijd er niet voor, en nemen alleen datgene wat makkelijk in de oren klinkt, om hun ziel te doven. Er is in die zin een heleboel zieldovende, vleselijke muziek, oftewel zombie muziek. Het gaat er dus om de buitenaardse muziek van de oneindige kennis te zoeken, van de heilige robotiek. Op de bloemenzee in het Eeuwig Evangelie waar we door de wereldschepen worden gebracht wonen de heiligen ook in woonboten, tussen de bloemen. Die woonboten zijn allemaal aan elkaar verbonden, als een soort complex. Eerst worden de heiligen op de grote wereldschepen in veiligheid gebracht. Eén van de namen van die wereldschepen is Biskidde die de heiligen tot de heilige slaap moet leiden. Biskidde is de Atlantische vorm van Anubis in de Troiade, de bijbel van het Atlantische tijdperk. In de heilige slaap moet de mens dus komen tot de heilige dromen. Daar is ook een wereldschip voor in het Eeuwig Evangelie. Daar zullen we het later nog over hebben. Het mysterie van Anubis is dus de dynamiek van het grote slaap-medicijn, als één van de grote wereldschepen. Het is het vinden van je mannelijke pool in jezelf, oftewel : je luistervermogen, je downloadvermogen, wat een heel belangrijke receptor is, als je inbox. In het Eeuwig Evangelie komt na het slaapschip het zwijmschip.

4.5 De Wereldschepen De wereldschepen die gaan komen zijn de oude Egyptische mysterieën. De wereldschepen worden besproken in het Eeuwig Evangelie van de tweede bijbel. Allereerst komt het schip van de nacht, wat gelijkgesteld kan worden aan het Nephthys mysterie, de Egyptische godin van de nacht, en waar ook de esoterische islam op gericht is : het ingaan van de nacht, het wachten op de heilige, grootse nacht. Deze nacht kan binnengaan worden en ontvangen worden in de Ramadan maand van het vasten. Dit is ook de Aramese, oorspronkelijke betekenis van het woordje ruh, de Heilige Geest. De nacht moet namelijk de aardse zintuigen doven, zodat de mens opengesteld kan worden voor het hogere. Ruh is de Aramese vorm van Ra/ Ruh. Ruh in het Egyptisch betekent de modder, de grond, en Ruha de avond, nacht, duisternis. Het ingaan van de nacht betekent het terugkeren tot de moeder aarde, de moeder onderwereld. Hierin biedt Nephthys de goddelijke drug aan als het eerste wereldschip, het nachtschip. Dit schip brengt ons diep in de duisternis, zodat al het valse licht kan afsterven. Dit wereldschip wordt in het Eeuwig Evangelie de Adaka genoemd, de TroiadischeAtlantische term dus (de voortijdse, pre-adamitische naam). Het tweede wereldschip is het schip van de wildernis, wat ons terugleidt tot de natuur en de stilte, om zo te komen tot de ware kennis, door het loskomen van het materialisme. In het Eeuwig Evangelie is dit schip genaamd de Trideria. De god van de wildernis in de Egyptologie is Seth, of Sut, sth, maar dit is ook een naam van Isis, de zuster van Nepthys. Een aspect van Isis is de schorpioenengodin Serket die ferme steken toebrengt om de mens los te doen raken van de stadse bindingen. In de achterliggende Orions-Afrikaanse mythologie is Isis-Serket genaamd Jèsoe-Assur, de overwinnende kennis, de overgave aan de kennis, zoals in de Arabische wortels islam, slm, de totale overgave betekent, en volkomen vrede, ook weer verbonden aan Salomo (slm). Deze projectie is ook goed doorgekomen in de bijbel, in de hebreeuwse grondtekst, in Jozua 1:16 - Eed om gehoorzaam te zijn aan Jozua (Grieks : Iesous (Jezus), Egyptisch : Isis (sth), Orions Afrikaans : Jèsoe (gnosis) in volkomenheid, ASHER (assur), oftewel totale overgave. Nepthys en Sth (Isis, haar zuster) waren partners en brachten samen Anubis voort, als een voorbeeld van vrouwelijke vruchtbaarheid. Anubis is de gids van de slaap door de onderwereld, waardoor de mens in een volkomen trance valt. Dit is het derde wereldschip van de slaap, de Biskidde. Anubis is vaak een bewaker in de Egyptologie, als de wachter van de onderwereld, de bewaker van de heilige kennis. D.w.z. als we een ontmoeting met het goddelijke hebben gehad, een glimp van de heilige oneindige kennis hebben opgevangen als een fragment, dan hebben we weer met de bewaker te doen. Het is als een belasting-aanslag. We betalen een hoge prijs. Anubis is verbonden aan de "politie-macht" van de gnosis. In diepte is dit dus een gids, het slaap-medicijn. Dit wereldschip moet dus wel voortgebracht worden om dieper in de voorgaande wereldschepen te kunnen komen. Het vierde wereldschip is dan het dromenschip, het schip van de zwijm, maar dit is niet iets oppervlakkigs. In diepte heeft het te maken met de gebrokenheid en onderwerping van de wil. Dit is het hele Geb (Seb) mysterie, ook als de Sebek, de goddelijkheid van de oorlog. Sebek is het hele mysterie van timing, als de krokodillenklier van het hart. Timing is een belangrijke sleutel in het paradijs. Zonder timing gaat alles mis. Dit is ook verbonden aan het eeuwiggroeiende kruis die ons altijd tegenhoudt en die een wachter van onze mond is, van onze hand en ons been. In het Eeuwig Evangelie wordt het vierde wereldschip beschreven als de bloesem van het water en de brenger van

de nachtliederen. Hermitaten 3. De wereldschepen 1. Laat dan het grote Metensia u leiden tot het schip der liefde. Dan zult gij varende door bloemenwateren de hemelpoorten van Kabbernal bereiken. 2. Oh gij, die tot de wereldschepen zijt gekomen, en tot het schip van Metensia, laat haar dan uw winden leiden. 3. Vrees dan niet de stormen der gewesten, want zij zullen uw sieraden laten branden als kandelaren in de nacht. 4. Smeekt dan vurig om de Tranen Gods, als honing voor uw boten. 5. En Haar haren zullen vlammen van verdoving, en gij zult haar verzegelde tranen zien. Laat haar Tranen u dan dronken maken, opdat gij verlichting brengt tot haar hart. 6. Dooft dan haar vlam niet uit, maar breekt de zegels der wateren. 7. En steeds hoger klinkt haar stem, als zij de berg bestijgt, en haar nachtgewaad bedekt de wateren, voor het stille nachtlatijn. 8. Haar slaapliederen verdoven harten, en brengen de wateren tot stilte. 9. In haar Tranen beeft het heilig zaad, gemanteld door haar liefde. 10. Scherpe pijlen zijn op haar boog, door wonden vinden zij hun weg, om paden in de duisternis te maken. 11. Zalig zij die tot haar Tranen genaderd zijn, haar zeven Geesten. 12. En de Lichten van Spricht stralen in haar Tranen. 13. Haar monden zijn verzegeld. Laat hen spreken. Zij brengt zoete woorden en zoete wijn, om harten te verdoven, om genezing te brengen tot hen in zwijm. 14. Laat haar Verstand uw sieraad zijn, en haar Wijsheid u omhullen. Zij heeft bliksem in haar ogen, met de sneeuw als haar mantel. Metensia is ook een oud-Atlantisch woord voor schip, ook wel Matanasse of Matanassa. Veel in de Atlantisch-Eeuwig Evangelische mythologie draait om Metensia. 4.6 De Egyptische Wortels van Job Ra gaat dus in zijn bootje door de onderwereld om zijn problemen te transformeren. Dit is de reden waarom hij door de nacht gaat, om een ander gezichtspunt op dingen te krijgen, om dingen in een grotere cirkel, een grotere context te plaatsen. Ra is een reiziger voor die reden, een reis door de ziel. Hij is geen materialist. Neen. Hij heeft alles achtergelaten. Hij is teruggegaan naar de baarmoeder tot een nieuwe schepping. Dit is gewoon een metafoor van de droomwereld, het eigen

innerlijk vermogen om te scheppen. In wezen bestaat er geen dood, want alles is telkens in transformatie. Het droomlichaam van Ra werd de Afu of de Af genoemd. Iedereen heeft een droomlichaam. In het Insectische Dodenboek van de Tweede Bijbel is dit Ova die in zijn bootje over de groene rivieren van de wildernis gaat, want dat is ook de oorspronkelijke bedoeling, namelijk het teruggaan tot de natuur, het natuurlijke. Ova is de prins van de eiken, de vader van Osiris, en kan daarom gelijkgesteld worden aan Ra en Geb (Seb). Dit zijn dus allemaal vormen van Ra waarin hij transformeert in de onderwereld. De Afu, Af (Ova) is dus zijn verborgen lichaam, zoals we allemaal een verborgen lichaam hebben. In het Egyptisch is dit verbonden aan de Afa, het zaad, het vuil, de paradijselijke grond, wat in het Hebreeuws de afar (aphar) is. In het Egyptisch is de Afa ook weer een bepaalde klasse van goddelijke wezens in de andere wereld, en dit wordt metaforisch voorgesteld als een krokodil. Ook de krokodil gaat door de wateren heen, en het is een symbool van de timing. De afa-krokodil is een tegenstander, als een tester, in de zin dat hij zich niet zomaar met iedereen inlaat in goed vertrouwen. De afa-krokodil is waakzaam en toetst alle dingen. In de bijbel komen deze dynamieken terug in het Job verhaal. Omdat de letter "b" in het Hebreeuws, de BET, geen punt heeft in het woord Iyowb wordt de b als een V uitgesproken, als EYOVE. Zou de punt er wel zijn dan zou het gewoon als een b worden uitgesproken. We zien hier weer duidelijke de Egyptische oorsprong : Eyove of Eyova komt van de Egyptische Afu, Ave, van Ra, het verborgen lichaam. Ook Eyove maakt een reis door de nacht, door het lijden, en wordt geconfronteerd met de krokodil. Afu, Ave, of Eyove, is een vorm van Ra, en wordt door de christenen aanbeden als Jehovah en door de Romeinen als Jove (Jupiter). Job, oftewel Eyove, wordt beschreven in de bijbel als zonder zonde, dus goddelijk. In het Aramees is Eyove de thummim, de heilige steen van de hogepriester waaraan hij alles toetst. Thummim betekent perfectie. Er werd door de hogepriesters niet getoetst aan de bijbel of andere geschriften, maar aan de perfectie zelf. Jeremia waarschuwde voor de valsheid in geschriften, en viel zelfs de geschriften van Mozes aan, zoals ook Petrus en Paulus met elkaar in strijd waren. Zo zien we dus ook eindelijk het kruis van de vader in het OT, van Eyove, als Jehovah geincarneerd, die later door de Romeinen werd overgenomen. Oorspronkelijk was dit dus Afu, het verborgen lichaam en zaad van Ra, maar langzaamaan begonnen alle Egyptologische betekenissen verloren te gaan. Afu, Af, komt ook weer terug in het Hebreeuws als "vader", Av, wat ook geschreven wordt als "ab" waarin de b geen puntje in het midden heeft, dus als een V wordt uitgesproken. Ab en de uitspraak Av zijn dus nauw aan elkaar verbonden. In het Egyptisch is de AB (JB, IB) het hart, het zelf, de kennis. Ook is het de tegenstander, de toetser, die alles zuivert en zuiver houdt. AB is dan ook een goddelijkheid, soms de goddelijke dynamiek van het graan. Achter graan schuilt een diepe symboliek, die ook weerspiegelt in het Hebreeuws en Aramees. AB is het creatieve verbeeldingsvermogen, het vermogen tot mengen, en ook het zaad, als een medicijn. AB heeft dezelfde betekenis als eb in de Nederlandse taal en ebb in de Engelse taal. Ook is AB het gevlekt zijn. Door zijn lijden werd Eyove (Job) ook bevlekt. AB betekent het zien van verschillende kleuren. Wij mogen symbolisch door de natuur bevlekt worden voor die reden. De AB (ABB) is ook de kever, de scarabee, het symbool van de transformatie van vuil. Daarom is de Afu bekleed met de aarde, met de modder, met het "vuil", om dit tot transformatie te brengen, wat dus een pad is van de gnosis. Ook is dit ter camouflage. Ra was natuurlijk een spion in de onderwereld, en een heleboel gevaren bedreigden hem. Verder is AB in het Egyptisch de aandacht, de dorst. Nu is het zo dat de mannelijke Hebreeuwse pool, de shama, een mannelijk woord staande voor luisteren, horen en gehoorzamen, een beeld is van de gevoeligheid, gedreven door een dorst tot het hogere. De vader dynamiek is dan de climax van de gevoeligheid, waardoor er dus daadwerkelijk een verbinding komt met de moeder dynamiek, en dan is geboorte het resultaat, de ontvangst. De man-pool kan dus niet zonder de vader-dynamiek. De man-pool moet uitgroeien tot de vader, maar dan als doel om de moeder te bereiken. In het christendom is dit weggekapt. Jehovah betekent wording, wat de kever is in het Egyptisch, de kepra, oftewel Geb-Ra, Ra bedekt met de aarde. Om alles te transformeren moet de mens dus niet de aarde ontvluchten, maar dieper de aarde ingaan, zoals Ra. Als de manpool in de mens uitgegroeit

is tot de vaderpool, dan is dat het punt van het ontvangen van de ziel, het komen tot transformatie. In de Egyptologie is de AB de vliegende kever (ABB), en het vliegen zelf, wat ook de kracht van de ibis is die boven alles en achter alles uitvliegt. De vaderpool is een belangrijke climax in de demonologie om een brug te slaan tot de moeder. Het stopt dus niet bij de vaderpool zoals bij de christenen, en die hebben daardoor ook een heel verkeerd vaderbeeld ontvangen vanwege het ontbreken van de moederpool. De manpool is dus allereerst een zoonpool die moet uitgroeien tot vaderpool om zo tot de moederpool te komen. Dit is waar esoterisch Absalom, een zoon van David, voor staat : Absalom wilde het geheim van de vader begrijpen, en dat is ook wat zijn naam betekent : Ab-Shalom, de vrede van de vader, het compleet maken van de vader, het begrijpen van de vader. Hiertoe moest Absalom eerst de schaduw van de vader overwinnen. Hij moest dus afrekenen met het valse vaderbeeld. Het is een metaforisch verhaal wat niet letterlijk genomen mag worden. Absalom kwam met zijn haren in de eiken terecht. Deze boom werd genoemd "de boom van wonderen". Absalom kwam zo in een nieuwe dimensie, in een nieuw gezichtspunt. In het Hebreeuws kwam Absalom tot de Sowbek, een netwerk van takken. Sowbek komt van het Egyptische Sobek, de krokodil, wat ook weer verbonden is aan de Afakrokodil, als een beeld van de toetsende reis door de onderwereld. Hierom moest Absalom eerst "aan zichzelf sterven" oftewel de slaap ingaan, wat metaforisch door Joab, de generaal van David, gebeurde, die in de Hebreeuwse grondtekst drie maatstaven wierp in het hart van Absalom (drie toets-speren). In het Aramees waren dit drie "speren" van bliksem, drie plagen (ook : demonen). Joab heeft een bet, een b, in het Hebreeuws zonder een punt in het midden, dus het wordt uitgesproken als Joav, en dus weer in verbinding staat met de Romeinse oppergod Jove, Jupiter, de god van de donder, die als symbolen heeft : de eik en de bliksemschicht, wat ook weer terugkomt in het Absalom verhaal. We zien dus dat Eyove (Job) op verschillende plaatsen een dubbelrol speelt, als een dubbelspion. In het Absalom mysterie zien we dus de zoonpool worden tot de vaderpool door tussenkomst van het Eyove-Job mysterie (Joav-Joab), wat laat zien dat de reis door de onderwereld, door de nacht, van groot fundamenteel belang is. Het Eyove-Joav mysterie, waarin Joav de betekenis heeft van "Jehovah is vader" in de Hebreeuwse grondtekst, komt dus van het Egyptische Afu mysterie en het onderliggende Ova mysterie van "de prins van de eiken" (een symbool van Jove-Jupiter uit de Romeinse mythologie) uit de Insectische mythologie. Dit is dus van belang in het oplossen van de puzzel. Het Afu mysterie is dus beslissend in het schakelen tussen de polen binnen een mens zelf. 4.7 Poëtiseren "Noëtiseren" is een term bedacht door mijn scheikunde leraar van vroeger, en wat betekent : tot een meer poëtische uitleg komen van bijbel-gedeeltes, omdat ook de bijbel al oorspronkelijk geschreven was in poëtische talen. Hij stelt ook dat het door de afstand van de culturen onmogelijk is om precies te weten wat de oorspronkelijke bedoeling was van de bijbelschrijvers, en dat daar in de kerken veel te makkelijk (te "Nederlands") over wordt gedacht, alsof ze "God", of één van de bijbelse personages in hun broekzak hebben zitten. Zijn vader was dominee, dus hij bleef over dit

soort zaken denken, en heeft grote delen van de bijbel "genoëtiseerd". Dit woord komt van Noach in het Latijns, Noe, die ook alle dieren sorteerde twee aan twee om ze tot de ark te brengen. Noëtiseren betekent ook dualistisch bekijken, omdat elke diersoort een mannetje en een vrouwtje heeft, dus twee polen. Als je bent aangevallen, gebeten, door wilde honden, of de honden van de liefde, dan mag je daar ook anders naar kijken. Dat is het wonder van de poëzie dat alles dubbele betekenissen heeft, paradoxaal. Dit gaan we ook met de bijbel doen, en zo was het ook oorspronkelijk in de context van die culturen. Er is heel veel om recht te zetten, want kinderen vandaag de dag worden helaas gebrainwashed door starre, eenzijdige westerse theologie die is afgeweken. Ook de Jezus legende wordt vaak heel eenzijdig gebracht in de kerken dat Judas altijd de slechterik is, maar in de gnostische verhalen heeft Judas ook een veel positievere betekenis, veel metaforischer. In de Tweede Bijbel wordt op veel plaatsen de bijbel als een spiegelboek gebruikt. Dat is ook veel gezonder. Zo is er een cyclus waarin het gezichtspunt telkens verandert, en waar je klaar kunt komen met onderwerpen. Het is een natuurverschijnsel van genezing, van transformatie, als de golven van de zee. Alles gaat om het houden van balans. We steken onze kop niet in het zand, en we moeten blijven strijden tegen het kwaad, maar dan moeten we ook tot een dieper begrip komen. Het kan heel bevrijdend zijn om ook de andere kant van het verhaal te zien. Een verhaal is altijd multi-functioneel en geen wachtwoord. Het verhaal is een rad dat altijd draait, als een orakel. 4.8 Het Witte Hek Mysterie Het is een natuur verschijnsel in de samenleving. Het is een draaiend hek wat alles omdraait. Misschien ben je dat ook wel in je leven tegengekomen dat mensen alles omdraaien wat je zegt en bedoelt, of het doorroddelen en dat er dan hele andere verhalen ontstaan waar je jezelf niet meer in herkent. Het is als je echo die dan gaat vervormen in de wind. Het is een natuurverschijnsel wat besproken wordt in de Vur en het commentaar op de Vur, genaamd "Het Wonder van de Vur". Weer gaat het om het "noëtiseren", oftewel het poëtisch bekijken van de dingen om ons heen. 4.9 De Roep van de Pauw Omdat menselijke religie verlegen staat met de eindeloosheid van het bestaan heeft de mens voor het gemak wachtwoorden bedacht, om alles te vereenvoudigen, maar dat kan al snel afdwalen tot een soort van spijbelen, tot struisvogel politiek. Ik kan ook zeggen : "Ik ga niet naar school, ik ga niks leren, want ik kan alles voor elkaar krijgen met wat magische woorden." Natuurlijk werken dingen zo niet. Er zijn geen toverwoorden waardoor je zomaar alles kunt regelen. Luiheid dient de mens, en houdt de mens voor de gek. In de Vur in boek 92. wordt er gesproken over een hemelse industrie om te laten zien dat er werk aan de winkel is. Er moet een hemels

systeem van filosofie gebouwd worden om klaar te komen met de grote vraagstukken van het bestaan. 4.10 Muziek van de Gnosis De Muziek van de Gnosis leeft, en is tot de aarde gekomen, gewoon door welke muzikant dan ook. Het grijpt om zich heen en vindt dan een weg. Het leeft, het is een persoon. Het zoekt mensen op. Zodra een mens problemen heeft met de Muziek van de Gnosis, zoals in het geval van wat we noemen "het verwende oor", dan is dat een blokkade van het lagere zelf, van de lagere wil van de mens. De lagere wil wil mensen van de gnosis afhouden, dus ook van de muziek van de gnosis. Dat even voorop. Het gaat niet in het leven om het hebben van smaken of meningen, want dan heeft het lagere zelf en de lagere wil vrij spel. Het gaat om de gnosis, oftewel de oneindige kennis. Muziek is geen spelletje. Het zijn codes voor de rest van je leven. 4.11 Het Herkennen van de Lagere Wil De lagere wil, het lagere zelf, is een groot probleem in de verwende mens. Het probeert de mens van de oneindige gnosis af te houden. In allerlei culturele boeken wordt de gnosis beschreven als het allerbelangrijkste, zoals in de I Ching, de Koran, de Srimad Bhagavatam, de Bijbel, enzovoorts, maar ook als het niet door die boeken zou zijn genoemd zou het nog steeds het belangrijkste zijn. Wij zijn namelijk niet afhankelijk van wat mensen in hun boeken vastleggen. Feit is dat de gnosis er doorheen werkt, en de mens mag spoorzoeken naar die rode draden door de culturen, en ook door de muziek, de taal van het hart. Hoe kun je herkennen wanneer de lagere wil, het lagere zelf, een spelletje met je speelt ? Als de lagere wil met de gnosis wordt geconfronteerd dan doet het dit : "Ja, eh, daar heb ik geen zin in, hoor." "Ja, eh, daar heb ik geen tijd voor, hoor." En dan kan de lagere wil duizend en één andere excuses hebben of excuses maken om maar aan de noodzaak van de gnosis te proberen te ontkomen. Allemaal struisvogel politiek. Hoe kan je zulk soort spelletjes van de lagere wil verder herkennen ? De gnosis is in de wereld van de ziel, de fijnere materie, terwijl de lagere wil zich veelal bezig houdt met de grove materie, oftewel het materialisme, de uiterlijkheden. Waarom is de lagere wil altijd eindeloos met "kleding" bezig ? Het is heel simpel : de lagere wil heeft namelijk heel wat te verbergen en moet daarom hysterisch op zoek gaan naar bekleding omdat de lagere wil doodsbenauwd is ontmaskerd te worden. Daarom staan de roddelblaadjes ook vol met - niet met spirituele dingen, want dat verkoopt niet - maar met vooroordelen, geroddel over kleding, altijd en

eeuwig. Over de armen die geen kleding hebben wordt niet gesproken. Dat moet een groot rood licht zijn. Het wil niet zeggen dat elk materialisme per definitie verkeerd is, en ook wil het niet zeggen dat alle kleding verkeerd is en dat je er je niet mee mag bezig houden. De mens heeft materie, en dus ook kleding, nodig, en moet zich er wel degelijk mee bezig houden, maar de vraag is hoe en in wat voor verband. Dit begint bij : HELP DE ARMEN. Stop met roddelen over andermans kleren of obsessief bezig zijn met kleding, maar kom eerst leeg tot de gnosis. Verberg jezelf niet. Durf te geven en weg te geven in plaats van te nemen en op te potten. Wees vrij van extreme kledingdrangen, want je wordt zo een slaaf van de markt. Houd dingen simpel, en zo natuurlijk mogelijk. Leef sober, niet stads, want de stad sleurt je mee naar het verderf. Leer eerst wat kleding werkelijk is. Leer wat basis principes. Wanneer de gnosis terug komt dan zullen de mensen roepen : "Oh heuvelen en bergen bedek ons, val op ons," wat zich uit in kledingzucht en overmatige sierzucht. Er zijn regels in het kleden en sieren om zo niet in de handen van de sluwe vijand te vallen. Allereerst moet ons sieraad van binnen zijn, en moeten wij zelf een sieraad zijn van de gnosis. In plaats van bedekzucht en verbergzucht te hebben in de vorm van kledingobsessie moeten wij leren zelf een kledingstuk te zijn voor anderen. Kleding is een wapenrusting, en dat begint in de diepte van de ziel, daar waar je de kennis leert. Je moet leren wanneer het een tijd is om te kleden, en een tijd is om af te doen, en te leren wat die kleding dan precies inhoud. Wat is het ? Zoals altijd gaat het dus niet om "JA" of "NEE", maar om het "HOE" en "WANNEER". Het is niet simpel, zwart-wit of extremistisch, aan beide zijden niet. Materie hebben we nodig, maar waarvoor gebruiken we het ? Wat zijn onze doelen ? Sommige materie is van de gnosis, en dan spreken we over een heilig materialisme. Wij mogen creatief zijn. Ook het oneindig roddelen over andermans kleding, zoals de roddelbladen doen, is een teken van dat ze heel wat te verbergen hebben. Daarom is het het makkelijkst om dan over iemand anders te beginnen, en dan het liefst vanuit een groep, want de groep is ook weer een middel om jezelf te verbergen en niet op te vallen, zodat je lagere zelf niet ontmaskerd wordt. Dus we zien hier een heleboel grove fouten van de lagere wil in één keer : Ze zijn materialistisch en zelfs daarin kunnen ze het niet nalaten om de ander - die in hun ogen niet materialistisch genoeg is - de zak te geven, plus ze proberen een meerderheid op te bouwen zodat ze zich in hun leugens ondersteunt weten. Trap hier nooit in. Volg de meerderheid nooit in het kwaad. De meerderheid aandragen als excuus is geen goed argument, maar een drogreden. Zwem dus altijd tegen de dode massa in, hoe moeilijk dat ook is. Je zal rijkelijk beloont worden. Wees geen kudde dier, en beoordeel niks door de kuddes, want je gaat eraan. Beoordeel alles door de gnosis, en dat begint bij jezelf. JIJ moet veranderen. De ander is slechts een reflectie. Jij bent de diamant, de prisma. Al het licht gaat door JOU heen, en dan ontstaan al die "vervelende" mensen om je heen, omdat het licht wordt afgebogen en wordt vervormd door jouw steen. Misschien dat je er dan zelfs achter gaat komen dat niet de ander zo vervelend was, maar jezelf. Alles is een strijd tussen het lagere en het hogere zelf, tussen de lagere en de hogere wil. Het zijn natuurverschijnselen. In die zin moet ieder mens ontwaken. Als je je siert of kleed, vraag jezelf dan af welke boodschap je ermee brengt. Wat draag je over naar de ander met jouw sieraden en jouw kleding ? Leidt je hen tot de gnosis, of wil je graag de aandacht trekken om mensen te laten denken hoe goed jij je kunt sieren of kleden. Het enige sieraad ligt erin een ander te helpen. De enige kleding is de gnosis. Al het andere zal wegsmelten. Sier en kleed je je voor de gnosis, voor de diepere boodschap, of voor egoïstische doeleinden ? Mensen die hierin

steeds "duurder" en "exclusiever" willen doen, alsof ze in een auto race zijn : Besef je dat aan de andere kant van de wereld mensen helemaal geen kleren hebben en zelfs niet te eten ? Hoe kom je aan je kleding en sieraden ? Heb je het daadwerkelijk verdient, als een beloning, of probeer je anderen ermee voor de gek te houden ? Welke spelletjes speel je ? De gnosis siert en kleedt een mens dus altijd : - als een beloning op het kleden van andere mensen (armenhulp) - als een wapenrusting - om een boodschap uit te dragen Oma-verwennerijen en verjaardagsfeesten zijn daarom een vorm van cheaten, want je beloont kinderen dan alleen maar omdat ze een jaartje ouder zijn geworden (en misschien niet eens wijzer), en niet omdat ze het verdient hebben en er klaar voor zijn. Je maakt zo een kind "gek", want je belaadt hen met gestolen goederen en niet met eerlijke verdiensten. Je gooit zo een kind in het diepe, zonder ze eerst te leren zwemmen. Kinderen hebben veel nodig, maar dat moet het HELE JAAR DOOR en niet alleen met kerstfeest en de verjaardag. Kinderen hebben onderwijs nodig, maar dan ongedwongen. Helaas leven we nog in het tijdperk van schooldwang en medische dwang (de vullingenplicht - i.e. kinderen lopen met gedwongen gif in hun botten). Ook worden kinderen gedwongen met zwaar giftige medicijnen waar hun lichaam te overgevoelig voor is, en wereldwijd heeft de medische industrie hierdoor vele doden op hun geweten. 4.12 Het Herkennen van de Lagere Wil II Wanneer er iets met een mens aan de hand is, wanneer die mens heel rijk is en in het Westen leeft gewoonlijks, dan gaan de ambulances met gillende sirenes door de stad om zo'n mens uit de penarie te helpen. Als het geen mens is, maar een dier, dan is er geen kip die erom kraait. Als een varken of rund verwond raakt dan zijn er geen gillende sirenes, en ook als een kind in de derde wereld aan de hongerdood stervende is, dan zijn de gillende sirenes er niet. De gillende sirenes zijn grote clowns, en wij zijn in een clown wereld. Trek maar aan de vinger van de opgedoste clown, dan maakt hij een grapje. Gooi je munt maar in de grote clown machine, dan doet het een kunstje. Dat is in het kort op welke fundamenten de stad is gebouwd. We worden allemaal voor het lapje gehouden. Kinderen wordt het met de paplepel ingegoten, en er wordt bij gezegd : "Er is niets aan de hand, hoor, alles is goed." Het wordt kinderen geleerd om dit allemaal doodnormaal te vinden. Natuurlijk kun je daar uren over doorpraten en jezelf helemaal gek maken, maar dat gaan we niet doen. We mogen beseffen dat dit soort parasieten (want dat zijn het) al achter glas zitten. Ze zijn al keurig netjes opgesloten in de stad, en je kunt daar voor je algemene ontwikkeling en voor een stukje biologie naar kijken, veilig achter glas, als in een laboratorium of museum.

Wie ons (of onze geschriften) nog kennen van de 90-er jaren weten dat de boodschap van de Traan centraal stond. Altijd werd er weer verwezen naar de Traan, omdat door de Traan je nog je zintuigen hebt en mensen kunt begrijpen en helpen. De Traan is een teken van een verbroken hart wat nog leeft. Het tegenovergestelde is het harde, onverbroken hart, wat al dood is en niets meer opmerkt. Het verbroken hart, oftewel de Traan, is het alarm. Zo testten wij de mensen ook altijd, of zij "De Traan" hadden of niet. Denk bijvoorbeeld aan Alice die door een zee van haar eigen tranen werd opgenomen tot het sleutelgat waardoor ze het wonderland binnen kon gaan. De Traan heeft dus een grote sprookjesachtige waarde als een voertuig, als een zintuig voor de hogere dingen. Als je het belang van de metafoor van de traan hebt ingezien, dan is dit nog maar het begin van het grote doolhof, want er zijn ook valse tranen, verwende tranen, de tranen van de hebberige prinses. Kortom, je komt dan in een grote oorlog terecht tussen de tranen van je lagere wil en de tranen van je hogere wil, net zoals Alice, want in wonderland was echt niet alles koek en ei zoals je misschien wel weet. Het leven in deze afgedwaalde realiteit draait niet om de Traan, maar om de allesverwoestende, allesverlichtende zon. Ik heb er vroeger veel voor gewaarschuwd : "Mensen, pas op voor de zon." Steeds meer onderzoekers komen er achter hoe schadelijk de zon kan zijn. Teveel licht is verblindend en verdovend op allerlei manieren. Zo wordt je ziel opgesloten gehouden. De duisternis wordt vaak gedemoniseerd, maar is een belangrijke dynamiek om jezelf te beschermen. De nacht is een groot verteller en de schepper van een betere realiteit dan waar we nu in leven. Hoe dan ook hebben we de Traan nodig en moeten we hier doorheen om antistoffen aan te maken. Deze confrontatie moet er dus wel zijn. Laat je leven draaien om de Traan, niet om de allesverblindende zon. D.w.z. blijf gevoelig als een alarm, opdat je de nodige leiding in je leven hebt. Leer je gebroken hart te zien als een gave, als het loon van hen die de gnosis, de hogere, oneindige kennis, volgen, in plaats van wat de stad hen aanbiedt. Je vraagt om een "heel" hart, maar alles wat je krijgt zijn snippers en fragmenten, opdat je wakker blijft, waakzaam en oplettend. LET OP. Want niet alles wat blinkt is goud. 4.13 IJsziek Zijn We zijn de laatste tijd veel bezig geweest met het onderwerp slaap. De hersenen komen niet diep genoeg in slaap en blijven zo steken in een nachtmerrie realiteit, wat we symbolisch weleens de "ijsheks-nachtmerrie" noemen. De mens zit zo opgesloten in een science fiction verhaal. Hoe kan dit verholpen worden, of kan dit wel verholpen worden ? De Rode Tent was wel één van de engste films die ik als kind zijnde heb gezien. Toen het op de tv was was mijn nichtje, Rachel, bij ons. Het ging over een schip verloren op zee, en de bemanning spoelde aan op een ijs-eiland, en moesten toen een gevecht leveren tegen het ijs. Het einde zal ik niet meer vergeten waarin een man dan door de kou begint te hallucineren en waanzinnig wordt. Je zou het de ijsziekte kunnen noemen. Is dat ook niet wat de wereld in diepte is ? Het resultaat van

ijlen op een ijseiland ? Vele mensen weten wel wat zeeziekte is en sommigen hebben dat ook wel meegemaakt, zoals ikzelf ook vroeger op het ijsselmeer, maar ben je weleens ijsziek geweest ? Het gaat over de strijd van de natuur-elementen, en in principe komt alles weer goed door de tijd. 4.14 De Samensmelting van Stad en Natuur Speelgoed is altijd één van mijn grote interesses geweest. Mijn opa was speelgoedwinkelier, en later nam mijn oom het bedrijf over. Ik groeide ermee op zo te zeggen want we kwamen er regelmatig. Zowel mijn opa als mijn oom waren hele zachtaardige mensen (oom leeft nog steeds), geen zwaarwichtige pseudo volwassen toestanden. Speelgoed en video-spelletjes houdt de mens jong en creatief. Het gaat om het doorzien van structuren, en dingen aanpassen. Waar dit niet gebeurd worden dingen eng, zoals in veel takken van de "volwassen" wereld. Zij zijn ergens in vastgegroeid en grijpen en sleuren ook anderen met zich mee, in hun dictatuur. Spelletjes zorgen ervoor dat een mens strategisch blijft denken en vindingrijk blijft. Er rust vaak een enorme taboe op, en ook is er de dromen-politie, die niet wil dat mensen dromen en verbeeldingskracht gebruiken. De dromen-politie heeft de macht gegrepen en zien dromende mensen als een bedreiging. Telkens zien we weer hoe grote dromers worden "uitgeschakeld" (Denk aan John Lennon, Michael Jackson enzovoorts). De grootste dromers zoeken vaak de publiciteit niet eens op, omdat ze de gevaren ervan kennen. Vele bekende artiesten klagen erover als in een glazen kist te leven. Vandaar dat verborgen artiesten vaak nog wel belangrijker zijn. Daarom blijven wij dromen over het kunstgallerij, of museum, in de diepte van de natuur. Zij die in het verborgene leven vinden andere, diepere wegen. De natuur geneest en zet vrij, terwijl de stad opsluit en oppot. Wij moeten klaarkomen met deze dynamieken. Er mag een samensmelting plaatsvinden tussen stad en natuur. Dit gebeurt ook door de tuinen, maar voornamelijk door de literatuur. De literatuur verdiept namelijk de natuur en opent deuren. Het is zoals we dat zeggen de hogere natuur, en natuurlijk hebben we het dan over de literatuur van de gnosis, de oneindige kennis. Dit is een robotiek die moet samensmelten met speelgoed, omdat er teveel gevaren op de loer liggen van vastgegroeide volwassenheid, waarin men alleen nog maar een copycat kan zijn, en niet meer daadwerkelijk creatief. Daarom is het juist belangrijk om geen kuddedier te zijn, en zo blijf je vrij van de roofdieren. De kuddes zullen eraan gaan. Vecht, en ga tegen de grote massa's in om te kunnen overleven. 4.15 Positive Atomic Energy

Zoals om de mens heen de materiële atoom dreiging stijgt, vanwege de technologische ontwikkeling, zo stijgt ook de noodzaak van de mens om zich hier energetisch tegen te bewapenen, en dan wordt de atoom energie van de natuur besproken. We komen dan tot de verbinding tussen deze drie dynamieken, als een belangrijke driehoek : ROBOTICS - TOYS - NATURE (robotiek - speelgoed - natuur) Het spel is een belangrijk ingrediënt in je innerlijke "atoom-energie", want het spel maakt van alles een veilige simulator, en kan gevaarlijke dreigingen en aanvallen neutraliseren en transformeren. Het spel heeft een verzachtende werking, zodat de scherpe kantjes eraf gaan. Dit is het nut van de speelgoed-dynamiek, die verbonden mag worden met de natuur en de robotiek, zodat de over-drama die de stad hysterisch en extremistisch "verkoopt" (want het is niets dan een markt) geheel afgepeld zal worden. Zonder "speelgoed" wordt de mens zuur en bevooroordeelt, zwaarwichtig en stijf. Je zou eigenlijk velen bij wijze van spreken een stuk speelgoed voor moeten houden en te zeggen : "Zeg, ga jij eens spelen. Ga spelen." Het gaat dus om deze tabel : Hier kun je op mediteren. Of je kunt erop mediteren in driehoek vorm : De dynamiek van de robotiek is fundamenteel voor de mens, zodat de hogere automatismes, van het hogere zelf, de mens kunnen beveiligen en veilig door het mijnenveld heen kunnen leiden. Dat wil

niet zeggen dat we niet verwond kunnen raken, want juist door de verwondingen moeten we leren het pad te vinden en de grenzen te kennen. Juist door de verwondingen maken we de juiste antistoffen en de juiste muren aan als tunnels. Deze dynamiek mag dus geactiveerd worden, en dat gaat juist door het speelgoed, de simulator, heen. Daarom moet die verbinding er wel zijn, anders kan het hogere automatisme van de mens nooit geactiveerd worden. Door het speelgoed, de spelvorm, neemt de mens afstand van de dingen, en onderzoekt de mens het, zonder een vooroordeel te hebben, zonder onnodig overmoedig dramatisch te gaan doen. De gnosis heeft al genoeg aan haar eigen drama. Het is allemaal al erg genoeg. Alles moet natuurlijk blijven, dus ook moet de link met de natuur gemaakt worden, zodat niets "steriel" is, geen stadse, giftige kunstmatige stoffen die alles "nep" maken. Het moet "organisch" blijven. Het speelgoed is de tester, de onderzoeker, om zo de robotiek te vestigen, maar dat moet dus wel verbonden zijn aan de natuur, om misbruik te voorkomen. Misbruik van atoom-energie wordt door de natuur zwaar gestrafd, en dat moet ook wel. We hebben te maken met hoogspanning. Speelgoed heeft te maken met het worden als een kind, door alle hoogmoedige en overmoedige bedenkselen af te leggen, alle valse voortijdig gegrepen volwassenheid, om zo de leegte in te gaan, zodat de gnosis het kan vullen. Het is het terugkeren naar "school" (van de hogere wereld), en het afleggen van alle valse pretenties, gekochte bevoegdheden, en gestolen professies. Het is stoppen met "werken" (want het was toch vals, bedrog), en teruggaan naar de basis. Dit vereist een stuk nederigheid, een pad wat niet velen willen begaan. Het is geen makkelijk pad. Het is een smal pad, en heel eenzaam, maar het zal je leiden naar de waarheid. De waarheid beloont hen die dit pad begaan. De waarheid komt hen tegemoet. 4.16 Toy Energy Het is niet zo dat er nu een heel groot onderscheid ligt tussen stad en natuur. De stad is meer een allegorie van de natuur. Wel is het van belang om die allegorie te leren kennen, anders kunnen er grote misverstanden komen. Hierover gaat de Vur. In de Vur wordt de mens naar alle kanten toegeslingerd. De Vur kent geen smetvrees in die zin. In tegendeel. Zodra de mens opgroeit komt de mens erachter hoe verrot alles is, of niet, en dan wordt de mens gewoon een deel van het verrotte systeem. Het is een lijkendans, en de lijken dwingen kinderen op allerlei manieren. Ook de voedsel industrie is verrot. Voedzame bestanddelen worden vaak verwijderd zodat de mens honger blijft voelen en dooreet, of er wordt teveel zout en suiker toegevoegd voor dezelfde effecten. De voedsel industrie wil dat je meer eet en meer drinkt en dan niet voor gezondheidsredenen, en dan gaat het om hun speciale product, en dan wordt er een heel arsenaal geopend om je daar verslaafd aan te krijgen. Lijken hebben geen geweten. Ze zijn dood, en willen zoveel mogelijk meesleuren in de dood, en daarvoor hebben ze hun truukjes. Daarom is het gemanipuleerde voedsel vandaag de dag niet meer natuurlijk en medicinaal, maar moet je oppassen wat je koopt en eet. Eigenlijk is het "materiële" leven (een bepaald vibratie-getal van energie waarin de mens zit opgesloten, dus puur een bepaalde vorm van corrupte electriciteit, een energie mafia) maar (let op) 0,00000000000001 % van je daadwerkelijke leven en bestaan. De andere 99 komma zoveel procent

is binnenin jezelf, en de 0,00000000000001 % van je materiële leven is slechts een bepaalde cryptische uiting daarvan. Wel is deze kleine parel dus noodzakelijk en van groot levensbelang vanwege diverse redenen. Het is dus tijd om wakker te worden en je te distantiëren van de wandelende, gewetenloze lijken, die slechts ijlen, en je alleen maar willen meesleuren in het verderf. Daarom is innerlijk voedsel nog wel belangrijker, want die kan ook weer een positief effect geven op je "materiële" leven (wat dus geen daadwerkelijk materieel leven is, maar een visioen, of hallucinatie). Nu, na alle rotzooi opgesomd te hebben in het lijstje hierboven : Wat is precies "speelgoed voedsel" ? Volwassenen hebben het voedsel vergiftigd, en daarom staat het zg. "speelgoed voedsel" hier tegenover. Het speelgoed voedsel is een term voor medicinaal en natuurlijk voedsel die een onderwijzende, vertellende en spelmatige factor heeft. Het is dus voedsel met een boodschap, want voedsel is slechts een allegorie van het innemen van kennis. In het Tweede Bijbelse boek "De Vijfde Rivier" wordt er gesproken over het geheim van het dropkruid, als een soort symbool voor het speelgoed voedsel. Het is één-dags-kruid en kan dus niet zomaar gekocht of gestolen worden, want dan heb je er niets aan. Het kan alleen "begrepen" worden, "verdiend" worden, als in een leerproces, als het winnen in een spelletje. Ook zijn dit de principes van de Vur. Hierop is elk zuiver speelgoed en elk zuiver "spel" gebouwd, als zo ook het "speelgoed voedsel". Ik heb hier veel dromen over gehad voor vele jaren, en het is een belangrijke dynamiek in de komende nieuwe realiteit, die gewoon een diepere realiteit is. De schillen moeten er dus af. De materiële voedsel industrie is slechts een schil. Het is een insectide om de "vrucht" te beschermen tegen parasieten. Een parasiet wordt geabsorbeerd door deze schil en wordt één met de schil, maar zij die de prijs willen betalen zullen door de schil heenkomen. Hierin ligt de test. Kijk goed om je heen en vraag jezelf af of de "mensen" om je heen van het systeem zijn, ja of nee. De tandarts is een corrupte schaduw van het speelgoed voedsel. Hij werkt met allerlei giftig schuim en gedwongen implantaten. Hij heeft hiervoor een heel arsenaal, en bakt je tanden helemaal op, om zo je mond, en zo ook je denken, onder zijn controle te krijgen, al je dromen. Een tandarts heeft zelf aan mij toegegeven dat tandartsen heel vaak operaties verrichten die helemaal niet nodig zijn, gewoon om bezig te blijven en grof geld te verdienen. De tandarts staat namelijk in de top 10 van best betaalde banen. Kijk maar eens in wat voor huizen ze vaak wonen. Het zijn opportunisten, ten koste van de gezondheid van anderen. M.a.w. het zijn aasgieren. Als tandartsen hun gifjes aan het brouwen zijn, dan zeggen ze tegen hun stagiëres en studenten dat ze het niet mogen aanraken omdat het gif is. Ik kan me nog herinneren dat één van die hulpjes toen zei : "Als het gif is, waarom stop je het dan in de monden van mensen ?" Het is een criminele organisatie die met drogredenen de macht heeft gegrepen. Het speelgoed schuim gaat daar dwars tegenin. Dit is een natuurverschijnsel in je hart. Het beschermt je tanden, en het is voedzaam, en het brengt een boodschap. Het is niet zoet, maar verbonden aan het dropkruid, wat in de tweede bijbel wordt beschreven als de vrucht van het lijden. Het is niet bewerkt met suiker. Je moet dus geen drop-verslaafde gaan worden in de materiële wereld, want het drop in de materiële wereld is vaak corrupt. Het is een energie, een kruid wat in je hart groeit. Het groeit in de natuur. Vandaaruit mag je onder ogen komen hoe verrot de schoonmaak en was industrie is. De mensheid maakt schoon door chemicaliën, waardoor dingen wel schoon lijken te worden, maar tegelijkertijd trekt het zeeën van ziekmakende bacteriën aan, omdat het niet natuurlijk is. De schoonmaak industrie is een allegorie. Wat daadwerkelijk "schoongemaakt" moet worden is je hart. Zo zijn er speelgoed wasmiddelen die juist medicinaal zijn en natuurlijk, genezend en beschermend. Stel je voor : speelgoed shampoo, speelgoed wasmiddel, speelgoed zeep, en het is zo goed dat het eetbaar

is. Waarom ? Omdat voedsel oorspronkelijk bedoeld is als schoonmaakmiddel, als een beveiliging. Alcohol is daarvan een allegorie. Het is oorspronkelijk een schoonmaakmiddel, maar wordt verkocht als voedsel (drank). Helemaal verkeerd natuurlijk, want de bewerkte voedsel industrie verkoopt gif met het doel mensen verslaafd te maken. Mensen hebben geen demonologie geleerd, geen immunologie, en worden op aarde geboren en denken : "Lang leve de lol." Ze denken dat ze in luilekkerland zijn aangekomen, en nemen gewoon alles aan wat hen aangeboden wordt in groot vertrouwen. STOP. De aarde is een jachtterein. De zielenjagers zijn hier. WAAK OP, GIJ DIE SLAAPT. En dan is er nog de kleding industrie die kinderen via slinkse manieren in de mode dwingt, ook allemaal voor geld. Kleding is een allegorie van de wapenrusting, en de kleding industrie is in de handen van de vijand. Leer in voedsel, schoonmaak en kleding de lijnen van de gnosis te ontdekken, want de vijand heeft de wapenrusting weggenomen en de mens spotklederen gegeven. De mens waant zichzelf koning, maar het zijn spotklederen (denk aan het sprookje : de nieuwe kleren van de keizer). Hoe werkt de gnosis dan in energie-voedsel, oftewel het voedsel voor de ziel ? Hoe onstaat het energie-voedsel ? Wat mag een mens wel en niet eten ? Het was- en schoonmaakmiddel van de gnosis is als een speelgoed wasmiddel, strategisch, als een soort puzzel die opgelost wordt, waardoor er "vrucht" vrijkomt, als in voedzame natuur-stoffen. Het speelgoed-wasmiddel is in die zin multi-functioneel omdat het voedsel creeert en kleding. Je kan er zelfs huizen mee bouwen. Stel je zo'n wasmiddel voor. Het zijn de wetten van vruchtbaarheid : 4.17 Het Leven Is Een Wasmachine Zoals voedsel zuiverend moet zijn, als een soort voedzaam wasmiddel voor het lichaam, zo moet ook vervoer zuiverend zijn, en dat moet een vereiste zijn. Zonder zuivering kom je in de gnosis namelijk niet vooruit. In die zin werkt ook het vervoer door een wasmiddel, als een sprookjesachtige allegorie. Als een fee bijvoorbeeld met haar stokje toverstof verspreid, of denk aan het toverzand van Klaas Vaak, dan is dit een heenwijzing naar een magisch waspoeder. Dat is ook waar de woestijn in diepte voor staat. Het is het visionaire waspoeder van de gnosis, die nieuw en zuiverend zicht geeft op de dingen. Zo werken alle machines, zo werkt electriciteit en zelfs de

economie binnen de gnosis, als een verborgen en fundamentele realiteit in het hart. Het is het zielekruid diep in de mens, als het dropkruid, wat de poeder voortbrengt. Er is een hogere technologie, een hogere realiteit. Ook dit is verbonden aan een energie-systeem, waarvan het aardse en stadse maar een schaduw is. Het wijst ergens naartoe. Het zijn bakjes die gevuld kunnen worden met een magisch, demonologisch waspoeder die verbonden zijn aan de motors en de electriciteitshokjes. Als het waspoeder erinzit en het klepje gaat dicht, dan zijn daar twee metalen staafjes die aan het klepje verbonden zijn als aan een stekker, en die worden zo in de waspoeder gedrukt tot het contact met de bodem, en dan hoor je een klik. Het werkt net zoals een stopcontact, maar die staafjes worden dan opvolgend heet en koud, om zo het waspoeder tot een schuim te maken waardoor energie ontstaat, juist door het zuiveren, want zuiveren transformeert, en dan wordt er nieuwe energie opgewekt. En dit wasmiddel is dus loon, als een uiting van economische gerechtigheid. Er komen hier geen valse genade-truukjes in voor van bedriegelijke geschenken. Het wasmiddel zelf is ook een alarm. Het is een beveiligingssysteem. Door de Arcturische lens is dit op aarde vervormd. Kijk bijvoorbeeld naar Spanje waar Spanjaarden denken dat geprik in stieren hen geluk brengt. Sommigen gaan zelfs zo ver te denken (geloven) dat dit hen reinigt van zonde. Het is pure dementie, pure, boosaardige geestesziekte, en dit syndroom is zo koppig dat er geen geneesmiddel voor lijkt te zijn. Maar dit is dus een corrupte schaduw van bovenstaand systeem van de gnosis. Er is daar in Spanje een corrupt, crimineel wasmiddel aan de gang : het stierenvechten. Er wordt niks schoongemaakt. Het wordt alleen maar vuiler, maar de mensen leven door in hun illusies. Ze zijn blij om niets. Het is een dom ritueel wat alleen maar door de Arcturische lens begrepen kan worden. Als het ware wasmiddel van de gnosis komt dan zal dit voorhangsel scheuren. Catalonië probeerde zich los te maken van dit corrupte systeem genaamd Spanje, maar zij werden teruggefloten door de regering. Er is een vals, gedwongen wasmiddel daar in de omloop, en de clowns verkopen het. Het gnosis wasmiddel is het immunologische fundament voor het energie-lichaam van de mens. De mens moet de Spaanse code leren begrijpen en ontmaskeren. Zo werkt het menselijk lichaam. In het Oud Nederland heerste Spanje als een enigma hiernaar wijzende. Omdat alles voortdurend moet plaatsvinden in zuivering, opdat er ook continue beveiliging is, is er de abstractie van het wasmiddel, als een belangrijke regel van het speelgoed, wat een abstractie is op zichzelf. het is een uitdaging om je verbeeldingsvermogen, meditatie en energie creatief langs deze lijnen proberen te ontwikkelen om zo contact te maken met die hogere techniek, die het innerlijke kind binnen de mens geneest en toerust. De mens moet de hogere energie herstellen om zo de lagere aardse schaduwsystemen te kunnen vervangen.

4.18 De Diepte van de Kooi De hoofden van de mensen zijn hi-tech camera's die alles registreren en volgens hun eigen programma's indelen. Ze maken ervan wat ze zelf willen maken, en als er geen goede zuivering is, dan is het een doodlopende weg. Mensen zitten boordevol met vooroordelen over wat ze zien, en ze spreken elkaar allemaal tegen. Het is één grote chaos. Mensen wanen zichzelf rechters over dingen waar ze totaal geen verstand van hebben. Vandaar dat het wasmiddel van de gnosis belangrijk is om de camera goed te laten werken. Dit wasmiddel is dus juist niet schadelijk voor de ogen. Het is een energie. Dit in tegenstelling tot de materiële wasmiddels. Het wasmiddel van de gnosis, het wasmiddel van de ziel, is als een ogenzalf die visioenen opwekt, de mens dromen geeft. Het is geen chemisch poeder, maar een natuur-poeder, een fijne energie, als een stuifmeel. Daarom is het archetype van de zandman van belang en zo ook de zandvrouw, de fee. Het natuurlijke wasmiddel van de ziel is een poeder wat communiceert. Zo houdt het alle communicatie tegelijkertijd zuiver. Metaforisch gezien werken de camera's dus ook door het wasmiddel, en verder het hele communicatie systeem. Het volk Israël leefde in de Exodus mythe in slavenketenen, en moest tot de diepte komen van die ketenen, en werden zo geleid tot de woestijn, een beeld van het waspoeder. De woestijn is ook een beeld van honger, van dorheid en droogheid, de ogenschijnlijke saaiheid van de oneindige oppervlakkigheid waarin je geen stap verder lijkt te komen. Er is dus geen snelle weg uit onze gevangenschap. We moeten er dieper in, totdat we bij de geheimen van de woestijn komen, want honger is weer een beeld van de leegte, waar gezaaid wordt met tranen, en waar de enige oogst urine is. Wat betekent dit ? Het is oorspronkelijk een paradijselijk hallucogeen. In de grondteksten van het OT werd de aarde geschapen vanuit urine, vanuit een visioen, vanuit een drug. De diepte van de woestijn, van de honger, de ramadan, leidt dus tot het creatieve grondbeginsel, de kiem van het ware leven. Al het andere sterft af in de woestijn, zodat het zaad niet verstikt kan worden. Vandaar dat de woestijn een belangrijke dynamiek is in de diepte van de kooi allegorie, een lijn die dus ook door het boek Exodus heenloopt. De woestijn is een mind-altering drug ver achter de kruis-mysteriën, als een hemels waspoeder wat uiteindelijk paradijselijke visioenen opwekt, als zicht op een nieuwe wereld. Maar dit eendags kruid kan dus niet zomaar gegrepen worden. Het moet verdiend en begrepen worden. Het glipt tussen je vingers weg, opdat je het pad door de woestijn volgt. Alles veranderd hier door de geheimen van de woestijn. Het is een natuur element, een natuur verschijnsel. Het is alles overweldigend als je geconfronteerd wordt met deze dynamiek van de natuur. Urine is een metafoor van het uitgescheiden verleden wat getransformeerd is. De nieren zijn hiertoe belangrijke filters. De nieren zijn in de oude talen de onderwijzers en de agressors, de ontraadselers en de onderwijzers, als het teruggaan tot de oppervlakte om zo tot begrip te komen. Je ontloopt zo je verleden niet, maar je gaat er recht doorheen. Je komt die oneindige oppervlakte onder ogen, en door je boosheid en strijd hierover, je bloed, zweet en tranen, mag dit ombuigen, mag je tot de diepte van de watervallen komen. Ook zijn de nieren in de klassieke talen 'het komen tot de kern', 'het komen tot de oplossing'. Ook in het Tweede Bijbelse boek "De Vijfde Rivier" komt de urine

metafoor voor, en zoals gezegd ook in de grondtekst van de bijbel. Niet alleen in het OT, maar ook in het NT : Kolosenzen 1 : 5 – “want de hoop is voor u weggelegd in de hemelen, ouranos. Daarvan hebt gij tevoren gehoord in de prediking der waarheid." Is voor ons weggelegd in OURANOS, die de god van de lucht is in het oude Griekse rijk. Dit komt voort vanuit het Griekse woord ouron, urine, en heeft ook zijn wortels in de regen in het Sanskrit, etymologisch gezien. Ouranos, regen, urine, is dus het diepere deel van Jezus wat verborgen wordt gehouden. De paradijselijke urine, de mayim in het Hebreeuws, is een stof die diepe visioenen geeft, en waardoor de hele schepping is voortgekomen. De paradijselijke urine, de mayim, staat dus voor een groot medicijn-wiel in het paradijs, waaruit men kon leven, en wat de bron was van alle schepping. De Tweede Bijbel gaat diep in op deze metaforen. De NAGA, de slang (Hebr. Nachas), is in het Sanskrit urine, als de urine-buis die tot de 'vrucht' leidt om tot de diepere onderwereld te gaan in het paradijs. De vrucht in het paradijs is een groot mysterie, als een voortplantings-orgaan die een geheime plaats bewaakt. Er zijn dus zowel goede als slechte slangen in het paradijs en de woestijn, wat ook weer terugkomt in het boek Exodus. Het is van belang het dualistische mysterie van de slang te kennen. Het is een deel van de anatomie van de mens. In het boek Leviticus wordt dit diepgaand en esoterisch besproken in de grondteksten, maar de onopgeleide westerse mens heeft dit verletterlijkt en gedramatiseerd, zodat het nu als een vloek over de landen heerst en overal chaos en verderf zaait. Ook het verhaal van Mozes en de brandende braamstruik is een heenwijzing naar het eendagskruid in de woestijn. 4.19 Leiding in de Woestijn Het verhaal van Mozes is in de grondtekst gewoon metaforisch, en ook dualistisch van aard. Het volk Israël is in Egyptische ballingschap, in slavenketenen, wat ook gezien kan worden als een beeld van de heilige gebondenheid. Israël was door Egypte van de hongersnood gered, en kwam zo in het diensthuis terecht als een soort van terugbetaling. Natuurlijk heeft deze mythe ook een negatieve uitleg, maar we gaan nu even uit van de positieve uitleg. In het metaforische kunnen er verschillende kanten opgegaan worden. In ieder geval was Israël in de "kooi" van Egypte, en moest toen tot de diepte van die kooi gaan, en kwam zo in de woestijn terecht. Dit is ook een teken dat wanneer we het heilige touw hebben ontvangen, de heilige leiding, oftewel de hemelse robotiek die ons beschermd, we het niet zomaar ineens heel makkelijk hebben. Integendeel : we worden geisoleerd in de woestijn, gedreven tot de woestijn-periode. We moeten die woestijn in ons leven aanvaarden, als de diepte van het kruis en de kooi. Alleen de kooi is niet genoeg. We moeten ook de leegte in, de afzondering, om zo anders te zijn dan anderen.

overdrijving om iets te beklemtonen. Het is niet de bedoeling in je lichaam te gaan snijden, maar het gaat om de besnijdenis van het hart. D.w.z. er worden dingen uit je leven weggesneden als je het hemelse touw hebt ontvangen, nl. de dingen die je tegenhouden in je groei in de gnosis. De besnijdenis zondert dus ook af, als gevolg van het ontvangen van het hemelse touw, de hemelse robotiek. De besnijdenis is een hyperbool, overdrijving, van de demonologie. De bijbel staat vol met zulke hyperbolen, aburdisme, wat niet letterlijk genomen mag worden. Het hoort bij de zwaar poëtische Hebreeuws-Aramese cultuur. Het hemelse touw, het rode touw van Rachab, is een beeld van de heilige gebondenheid, de volkomen gehoorzaamheid. Als de Israëlieten niet volkomen metaforisch met de vijand zou afrekenen en nog dingen achter zou houden, dan zou dit zich gaan wreken. Vandaar dat Leviticus ook over het volkomen offer gaat, en dat gaat over de mens zelf. De mens moet zijn eigen vlees offeren, waarvan de dieren slechts een symbool zijn, en geen materiële letterlijkheid, want dan zou het crimineel en dierenmishandeling zijn. We hebben hier dus weer te maken met een hyperbool, een overdreven, abstracte voorstelling om een boodschap over te brengen in verhaal-vorm. Natuurlijk is er door de tijden heen misbruik gemaakt van deze teksten. In hoofdstuk 7 van het boek Jozua zien we dat Achan uit de stam Juda iets van het gebannene wegnam en toen onder de toorn van God kwam. Achan die zich vergreep aan het gebannene legde zo het fundament voor de dievencultus van Jezus Christus, die door latere ongeletterdheid de offerdienst totaal corrupt voorstelde, en zo een zwaar corrupte kerk voortbracht. Natuurlijk is dit verhaal mythologie, net zoals de andere passages waarin Jozua de zon stilzet. Het herbergt demonologische lessen. De India Code "Deze vissen steken zacht, Ik zwem dieper, Tot de zeeen van vanille, Tot haar tempelen, Nooit kan ik daar iets aanraken, Maar het verandert mij, Mijn gehele verleden, Alles is nu anders. Gij bent het cryptische en het surreele, Ja, gij bent de zachte, het draaien van het verleden, Tot dromen brengt gij ons."

COAB 2017-2018 Hoofdstuk 1. De Bamboe Stengel Hoofdstuk 2. Het Nut van Depressie Hoofdstuk 3. Gemaskerde Optochten Hoofdstuk 4. Oer Hiëroglyphen Hoofdstuk 5. Het Wezep Raadsel Hoofdstuk 6. De Verborgen Egyptische Wortels van het Jozef Verhaal Hoofdstuk 7. De Egyptische Wortels van Korinthe Hoofdstuk 8. De Diepere Boodschap van Maleachi Hoofdstuk 9. De Egyptische Wortels van Habakuk en Zefanja Hoofdstuk 10. De Heka-wortel van Haggai Hoofdstuk 11. De Verloren Paradijselijke Hersenklier Hoofdstuk 12. De Paradijselijke Biologie Hoofdstuk 13. De Verborgen Egypte-Wortel van Ezau Hoofdstuk 14. De Oorspronkelijke Ladder van Ezau in de Egyptologie Hoofdstuk 15. Het Tephnut Mysterie in het Paradijs Hoofdstuk 16. De Kern Energie van de Psychologie Hoofdstuk 17. Het "Ik Ben" Principe van de Demonologie Hoofdstuk 18. Puzzelogie Hoofdstuk 19. De Indologische Wortel van het Charis-loon Hoofdstuk 20. De Indologische Wortel van Kolossenzen en Galaten Hoofdstuk 21. Filippi de Paardrijder Hoofdstuk 22. Het Geheim van de Indische Vijgeboom Hoofdstuk 23. Het Ontwaken in de Indische Tuin Hoofdstuk 24. De Indische Mattheus Tuin Hoofdstuk 25. Het Bereiken van het Nirvana Hoofdstuk 26. Mensen zoeken of Kennis zoeken ? Hoofdstuk 27. De Hindoe Code Hoofdstuk 28. Het Pad van de Bhakti Hoofdstuk 29. De Indologische Wortel van Ezau Hoofdstuk 30. Het Bootje in de Wildernis Hoofdstuk 31. De Indologische Wortel van Ruth en de Vloek van de Marthanisten Hoofdstuk 32. De Sleutel van Herhaling Hoofdstuk 33. Dieper Erin = Dieper Eruit

Hoofdstuk 1. De Bamboe Stengel Genesis 1, Septuagint 14 En God zeide: Dat er lichten zijn aan het uitspansel des hemels, ouranos, ouron, urine, om scheiding te maken tussen de dag en de nacht, en dat zij dienen tot aanwijzing zowel van vaste tijden als van dagen en jaren; Ouranos is de god van de lucht in het oude Griekse rijk. Dit komt voort vanuit het Griekse woord ouron, urine, en heeft ook zijn wortels in de regen in het Sanskrit, etymologisch gezien. Hier zien we dat het licht in het paradijs de urine was. De paradijselijke urine, de (sha)mayim in het Hebreeuws, is een stof die diepe visioenen geeft, en waardoor de hele schepping is voortgekomen. De urine is een groot waarschuwings-systeem, een alarm-systeem voor de jacht en de oorlog, ook om hen gebonden te houden in de heilige slavernij, die beschreven werd als de ware veiligheid. De Alnilamse paradijs teksten van Orion spreken over drie oerstammen. Ook gaat het over dat de mens leefde door bloed, zaad en urine, wat door het lichaam heenstroomt, en hen in een lichte vorm van dronkenschap houdt. In Spreuken 15:4 is de goede, heilige tong de boom des levens, wat ook de boom van kennis is. Die wordt bewaakt door de slang, de nachas in het Hebreeuws. In de Indologie zijn dit de naga's die de schatten van kennis bewaken. Naga betekent in het Sanskrit ook urine. Vandaar dat er een enorme diepte zit in het paradijs verhaal in de grotere context. De aarde zelf was ook de onderwereld en in het midden daarvan hebben we te maken met de hel zelf, of de doorgang naar de hel. Deze plaats werd afgesloten met een zegel van leegheid. De plaats was omringd door Lethe, vergetelheid in het Grieks, zodat het geheim gehouden werd. Ook werd het afgesloten met vuil. Dat gaat in de grondtekst heel ver, want je zou dan door een waterval van urine heen moeten gaan om daar te kunnen komen. Ook zou er dan geweld tegen je gebruikt worden, kortom het was een hele gevaarlijke muur waar je dan overheen moest. In het Aramees was dit ook de plaats van verlokking. In die vergetelheid zou je bloot gesteld kunnen worden aan leugens, en dat je gevangen zou worden in de aanbidding van hele verkeerde goden, en dat je vreemd gedrag zou gaan vertonen. In het Sanskrit is de urine verbonden aan heilig water en aan watervallen. De urine is onderworpen aan de urine-buizen die geheel door het paradijselijke lichaam heenliggen. De bamboe-stengels zijn hier een symbool van. Bamboe wordt daarom veel gebruikt in het paradijs. In het Sanskrit is de paradijselijke urine verbonden aan honing. Het wordt ook door de paradijsbloemen voortgebracht om zo de rivieren, meren en zeeen te maken en te ondersteunen. De urine-buis is de creativiteit van het paradijs. In het Sanskrit is mehana een woord voor zowel urine als sexualiteit, oftewel het scheppen. De urine was een paradijselijk zintuig van onderscheiding. Genesis 22 17 Ik zal u rijkelijk zegenen, en uw nageslacht zeer talrijk maken, als de sterren des hemels en als het zand aan de oever der zee, en uw nageslacht zal de poort zijner vijanden in bezit nemen. sterren des hemels, aster ho ouranos, stronnymi ho ouron, de verspreiders van urine, het paradijselijke hallucogeen.

Jakob kwam tot de ouron, de hemelse urine, door een ladder in een droom. De ladder is in de Hebreeuwse wortels 'het belonen'. Als wij tekort schieten in het eerlijk belonen, en alleen bezig zijn met loon ontvangen, dan zullen we niet tot de paradijselijke drug komen. Deuteronomium 4 11 En gij naderdet en stondt onderaan de berg, terwijl de berg laaide van vuur tot in de kennis van de urine – duisternis, wolken en donkerheid. De paradijselijke urine is de opslagplaats van de gnosis. Daarom noemde Jakob de plaats waar hij de droom van de urine ontving : Beth-el, oftewel het binnenste van het visioen. El is in het Hebreeuws visioenen en natuurverschijnselen. Deuteronomium 32 1 Neigt uw oor, gij urine, dan wil ik spreken, en de aarde hore naar de woorden van mijn mond. Telkens weer komt urine voor in de Septuagint als de hemel, en wordt de god van urine geprezen, oftewel het natuurverschijnsel, de visioenen van urine. In Genesis 6 was de aarde vol van demonen die tot de aarde waren gekomen. Hierom moest de zondvloed komen. Dit was de vloed van mayim, oftewel urine in het Hebreeuws. Ook in de dierenwereld is urine een beeld van beveiliging, namelijk de afbakening van gebied. Urine is de bescherming tegen demonen. Urine, ouron, is ook het wortelwoord van Orion. Dit wordt ook weer bevestigd in het Sanskrit waar de urine de paradijselijke regen is. Soms geven incest slachtoffers aan dat de urine buis nog het enige is waardoor ze veilig sexualiteit kunnen ervaren. Dit houdt ook een belofte van genezing in voor hen die misbruikt waren in hun leven en daardoor een groot trauma hebben opgelopen. In het paradijselijke lichaam is er een urine-omloop, zoals er een zaadomloop en een bloeds-omloop is, voor neutraliserende en medicinale doeleinden. Nehemiah 9 15 Brood uit de hemel hebt Gij hun gegeven voor hun honger, en mayim, urine, voor hen uit een rots doen komen voor hun dorst. Ook hebt Gij hun bevolen het land in bezit te gaan nemen, dat Gij gezworen hadt hun te zullen geven. De paradijselijke urine is een drinkbare hallucogene drug, in de diepte van de woestijn, daar waar de honger tot een climax is gekomen. Dit is geen luilekkerland drugs. Het zijn demonologische drugs, dus allereerst zullen de demonen ontmaskerd worden zoals dat bij sint Antonius in de woestijn gebeurde, waar hij als kluizenaar leefde. Hij werd gekweld door demonen die in allerlei vormen tot hem kwamen, zoals beesten en naakte vrouwen. Hoofdstuk 2. Het Nut van Depressie "Vanille in een gebroken ketel ... de wraak van de vlinder ..."

De ladder van Jakob is in het Aramees ook een psalm. Door een psalm kwam hij tot het hemelse gebied. In het Hebreeuws is de ladder in de diepte, in de wortel, het belonen. Jakob kon alleen tot de hemel komen door te leren belonen. De mens moet leren geven en uitdelen, niet alleen ontvangen. De mens is een kanaal. Als de mens dit niet leert, en zo alles oppot, dan groeit de mens vast. De mens moet leren leven in de leegte van de woestijn, de heilige honger, het heilig vasten. Allereerst is dit een depressie. De mens is eenzaam en geisoleerd. Re betekent in het Egyptisch vele dingen. Niet betekent het de nacht en de aarde (onderwereld) ingaan om zo bedekt te worden met de aarde, maar ook betekent het een psalm. De letter R heeft in het amazone alfabet dezelfde betekenis. Het zijn de psalmen. Zo ging Re op zijn boot door de onderwereld, door psalmen, maar in diepte is dit dus het belonen. Wij moeten niet vol worden, maar leeg worden. Dit is het nut van depressie. Depressie is onbegrepen. Het betekent 'loslaten'. Dat wil niet zeggen dat dat altijd een vervelend gevoel is. Er zijn vele vormen en graden van depressie, en depressie kan ook een gevoel van opluchting en vrijheid geven, van dieper gaan. Depressie kan ook zoet zijn, als vanille. Vanille planten groeien in de diepte van de urine rivier. Eerst is het onbereikbaar, maar de mens kan dichterbij komen door het leren belonen, door een aanbidder te worden van de gnosis. Dit is het achtste uur in de Egyptische tocht door de onderwereld, de SethRa, oftewel het belonen (prijzen) in de woestijn. In de Tweede Bijbelse poëzie wordt dit besproken als de Wraak van Vanille, daar waar het er bijna maar nooit is. "zo ver weg, maar ook zo dichtbij ... aanraken kun je ze niet .... vanille druipt van hen" "Je leidde hen veilig door de straten, terwijl je hen vanille gaf om hoger op te rijzen en om te vliegen op vlinder-vleugels." "maar het lijkt wel alsof we daar nooit aankomen, alsof het onbereikbaar is, als een vanille strand." "op grote zoektocht, naar de laatste vanille eilanden." "Als vanille in mijn hoofd, Als Tantalos, waar ik naar grijp, verdwijnt, Nooit bereik ik iets hier. Ik leef op een lens, Dit is niet het ware. Vanille staat altijd ver weg, is nooit dichtbij." "Tot het land van Vanille, Nooit kom ik daar aan, Ik kan alleen maar dromen." "Als vanille in mijn hoofd, Ik kan het niet aanraken, Maar het verandert alles." "En dan wordt alles zachter, totdat alles ontploft, Hij draagt de bakkers' kroon. Bakkerman's gezichten tussen jou en mij, Ze laten het verleden zien, Om dan alles te veranderen, Als gezichten van een octopus kroon, Van een bakkers kroon.

De kroon draait, en het verleden verandert, Het steekt nu niet meer, Alles is nu zacht, Het steekt lang zo erg niet meer, Alleen het zachte steekt, Als zachte bakkers bomen. Deze vissen steken zacht, Ik zwem dieper, Tot de zeeen van vanille, Tot haar tempelen, Nooit kan ik daar iets aanraken, Maar het verandert mij, Mijn gehele verleden, Alles is nu anders. Een poort opent in mijn hoofd, Daar waar de zwarte hond rende, Neem mij mee, Op een tocht door de zee, Opdat ik de bakkers kroon zal zien, Nu draai ik, Met echo's in mijn hoofd, Zij veranderen de betekenissen, Vanille heeft mij hard geslagen. Het trauma is diep, De kok weet haar te veranderen, Want hij draagt de kroon van de bakker, Een oranje octopus op zijn hoofd, Het eet zijn weg naar binnen, Het baant zijn weg, als de zwarte hond. Alles is brei in zijn hoofd nu, Hij zit daar maar, en beweegt zich niet, En dan al die bakkerman's gezichten, Zij doen het werk voor hem. Heilige maskers zijn het, In de tempel van Vanille. Vanille in mijn hoofd, De zwarte bloemen verwelken niet, Zij rijzen op vol trots. Vanille in mijn hoofd, Ik draai er niet omheen, Ze draaien alles om. Het is komen en gaan, Zij blijft nooit lang,

Zij is te speciaal en duur. Altijd ben je op de loop, Nooit kan ik eens lang met je praten. Wat kan ik doen als je wegloopt, en mijn hart in brand laat staan, Ik kan alleen maar dansen, Hopende dat de pijn weg zal gaan. Ik loop al jaren met dit hart, Ik denk dat ik een joker ga worden, Een joker zoals jij. Ik kan alles van een afstand bekijken, Om het zo beter te rangschikken Zij gaf mij nachtmerries en dromen, Om pijlen te hebben voor de nieuwe morgen. Gij verandert het verleden in mijn hand, Om het zoete te laten zien, Gij maakt het zoete wild, En dan een nieuwe morgen, Waarin ik mag opstaan Gij hebt onze harten gemalen, Totdat zout voortkwam, Maar nu is het zoet. Gij hebt met ons geen medelijden gehad, Maar gij hebt ons geleerd eigen loon te verdienen. Waarin alle tijden veranderen. Gij bent het cryptische en het surreele, Ja, gij bent de zachte, het draaien van het verleden, Tot dromen brengt gij ons. Gij neemt ons mee tot achter de hekken, Wij zien alles van een afstand, en dan verandert het, Wij leven in een visioen, uw visioen." Dit zijn ook principes in de Vur, dat we altijd dichterbij komen, maar het nooit zullen bereiken, zodat er altijd ruimte blijft voor andere, belangrijkere dingen. We moeten altijd weer tot hogere levels komen. Daarom worden de verhalen altijd afgebroken en moet alles half blijven, onafgemaakt. Dit is waar Vanille voor staat in de tweede bijbelse poëzie.

Hoofdstuk 3. Gemaskerde Optochten "Zuivere en onbevlekte gnosisdienst is: omzien naar de armen, de wezen en weduwen in hun druk en zichzelf onbesmet van het stadse bewaren." (vrij vertaald naar Jak. 1:27) Ook voor de komende dagen, of liever gezegd : "juist voor de komende dagen" raden wij aan om sober te blijven leven, nu de steden weer een groot slaatje proberen te slaan uit de armoe van anderen. In Amerika begint dat altijd al met Thanksgiving Day in november, en dat heeft zijn hoogtepunt in het kerstfeest. Mijn oma leefde altijd sober, wilde nooit geen dure jurken, omdat ze dat niet kon vanwege de armen. Ze draaide elk dubbeltje om voor de armen. Mijn oma had het altijd over de armen. Blijf uit de buurt van hen die het nooit over de armen hebben of hen die zelfs het woord "armen" niet durven op te noemen. Blijf uit de buurt van hen die niet aan armenhulp doen. Armenhulp hoeft niet altijd materieel te zijn, maar kan ook in de stilte, door voor hen te mediteren en te bidden, en door armenbewustzijn. Per slot van rekening als we het over een arm kind hebben, dan hebben we het over ons allemaal. Als één lijdt, lijden wij allemaal. Zo niet, dan zijn wij slechts parasieten. De steden zullen weer hun optochten houden van dure kleding, chique drank en veel vlees, wat zijn hoogtepunt zal hebben met Oud en Nieuw wanneer de glazen met peperdure drank worden opgeheven. Alchohol is geen voedsel, maar een schoonmaakmiddel. Je drinkt dan gif, en je roept zo niet een zegen uit over het "nieuwe jaar", maar een vloek. Wij kunnen daar niet genoeg tegen waarschuwen. Ook de kerken zullen weer in hun gemaskerde optochten gaan met de feestdagen, naar elkaar kijkende wie het "best gekleed" is, en gaan roddelen over wie het "slechtst gekleed" is, wat volgens hen de armen zijn. Armen kunnen hun peperdure artikelen niet kopen. Veel kerken voeren nog steeds een evangelische markt. Hun "meest belangrijke" inzichten verkopen ze in boeken en dvd's die door de armen niet gekocht kunnen worden, zodat de rijken nog meer "macht" krijgen over de armen. Dit zal niet voor altijd blijven doorgaan. Er zal een zwaar oordeel komen op zulke kerken. O.a. voor deze reden hebben wij ook nog nooit ons materiaal verkocht. Goed onderwijs moet beschikbaar zijn voor zowel rijk als arm, voor een ieder die daarvoor open staat. We kunnen de gnosis niet verkopen als een hoer, want dan staan we - net zoals de kerken - schuldig aan pooierij. Voor een heleboel mensen is het geen feest, maar wij hebben feest omdat wij de diepte van alle dingen mogen zien, als een vooruitblik dat eens alles goed zal zijn. Die realiteit is alreeds in ons hart, dwars door alles heen, en zal ook altijd het laatste woord hebben. Hoofdstuk 4. Oer Hiëroglyphen Het leven is heel exotisch. Mensen hebben allerlei grenzen en muren gebouwd waarachter ze zich verstoppen tegen de overweldigende diversiteit van het leven. De mens heeft allerlei normen

opgesteld wat ze als "normaal" bestempelen, denkende de wijsheid in pacht te hebben, maar wat is de mens ? De mens is maar een zucht, een veertje in het heelal. De mens kan het bestaan niet doorgronden, maar waant zichzelf koning en meester over alles. Het is allemaal kinderspel. De mens heeft alles, maar dan ook alles in hokjes gestopt, of het nu past of niet, vanwege de onuitblusbare controle-lust en bezitsdrang van de mens. Daarom moet een mens aan zichzelf sterven, maar wie doet dat tegenwoordig ? Ook dit is de exotica van het leven. De mens is als een bepaalde soort van parasiet, een insect. De mens is slechts een bacterie. De lagere aardse mens is dus een eigenaardig insect wat in cirkeltjes denkt, en kortzichtig, als "klein denkend", omdat de mens geen overzicht heeft. Dan kan zo'n mens blijven doorslapen of ontwaken. Ook het zwaar christelijk, orthodox kerkelijke denken is een parasiet die in de hersenen van veel mensen woont. Dan hebben we te maken met allerlei vreemdsoortige wiskundige formules die in het grotere plaatje van geen kant kloppen, maar voor hen is het doodnormaal, omdat ze zo zijn opgevoed en geschoold. Als ze in de orthodoxe islam geboren waren geweest dan waren ze nu orthodoxe islamieten, of als ze in een mormoonse famile waren opgegroeid dan waren ze nu orthodoxe mormonen. Interessant is het dan om in de diepte te gaan. Vaak komen de symbolen pas echt tot leven als er naar de achtergrond wordt gekeken, en dan onstaat er ineens een hele andere uitleg waar de mens iets mee kan en verder kan komen. En dat is ook de bedoeling van het hele verhaal. In de esoterie wordt ineens alles bruikbaar. Het kruis was oorspronkelijk een Egyptische hiëroglyph, het biliterale ND, of n'd, NOD, de godin door wiens lichaam Ra moest gaan in de nacht, als een tocht door de onderwereld, om zo door vrij te komen van zijn lagere zelf, de vijand, tot wedergeboorte te komen. Het kruisteken was oorspronkelijk de godin die haar ellebogen had gespreid om de mens binnen te nemen, zodat de mens los zou komen van zijn lagere wil, aan zichzelf zou sterven, om zo wederomgeboren te worden in haar schoot. Dit is ook de Germaanse en Egyptische betekenis van de hel. In de Germaanse mythologie was hel de naam van de godin van de vruchtbaarheid. Ook Kaïn moest in de Judaïstische mythologie naar het land Nod. Dit is dus het Egyptische kruis. I - Het Amazone Tijdperk II - Het Pre- Atlantische Tijdperk/ Het Natuur Tijdperk (Dorga) III - Het Atlantische Tijdperk (Nia) IV - Het Huidige Tijdperk Ook in het Amazone tijdperk was er zo'n hieroglyph wat gebruikt werd voor de ND (NoD) en de ZD (ZaaD). Bij de ND waren los van het teken aan de rechterkant twee extra streepjes. Hier komt oorspronkelijk de godin met de gespreide ellebogen vandaan. Alles wat we om ons heen zien is terug te leiden tot de hieroglyphen. De hieroglyphen waren symbolisch, maar door de Arcturische lens werd alles verletterlijkt. De mens maakt zich zorgen om Isis die een obsessie heeft met het letterlijke afkappen van hoofden. Dit kwam al voor in de Egyptische onderwereld boeken, zoals in het zevende uur van de Amduat. Echter, deze hieroglyph bestond al in het Amazone tijdperk. Het zijn symbolen in de mens zelf. Zijn hoofd wordt afgehakt in de zin dat hij al zijn opgelegde normen, waarden en herinneringen verliest, om zo de leegte in te gaan, de honger en de depressie, de woestijn-ervaring. Dit komt ook weer terug in het Elia-verhaal en het Johannes de Doper verhaal. Soms moeten wij hiervoor symbolisch ons hoofd verliezen. De hieroglyph van de persoon zonder hoofd in het Amazone Tijdperk staat voor de letter F/ V. De amazone hieroglyphen zijn van het eerste, oertijdperk, en daarna kwam er het tweede amazone tijdperk waarin er een zwaar vereenvoudigd schrift kwam. daarin zien we de F als een streep met drie punten eronder, die drie hoofden voorstellen.

Hoofdstuk 5. Het Wezep Raadsel We gaan verder met de stedenraadselen. Natuurlijk horen daar ook de dorpen bij. Een andere plaats die een bepaalde rol in ons netwerk en leven gespeeld heeft is het esdorp "Wezep". Een "esdorp" is een randdorp, aan de rand van de zandgronden van Nederland, wat nog uit de tijd van de middeleeuwen komt grotendeels. Een esdorp is te vinden in de overgang van nat weidegebied en droge zandgrond. In principe zijn zulke dorpen gewoon enigmatische visioenen in de natuur, als natuurverschijnselen die een raadsel vormen waar de reizigers mee te maken krijgen op hun tocht door de "onderwereld". Wezep heeft zowel een negatieve als positieve rol in ons netwerk gespeeld. Ook woonde er familie. Vandaar dat Wezep ook helemaal terugleid tot mijn jeugd. Ook zijn er in de Tweede Bijbel veel indirecte en directe verwijzingen naar Wezep. Wezep ligt aan de rand van de Veluwe, en is grotendeels ontstaan na de tweede wereldoorlog. Wezep is in de Tweede Bijbel een anagram van de wesp of de wespenzeep, een middel wat steekt en brandt om de ziel te wassen. Dit kan een verschrikkelijke, zelfs traumatische ervaring zijn, en dat is direct de reden waarom we in ons leven soms door zulke periodes heenmoeten. Ook esoterisch gezien is de "Wezep" ervaring dus heel dubbel. Ik heb hele goede, sprookjesachtige ervaringen gehad met Wezep in mijn jeugd, verbonden met familie die daar woonde. Ik kan me herinneren dat ik daar was op een kinderkamer boven, en een heel mooi sprookjesboek las, met de zeven dwergen op de voorkant. Het verhaal van Sneeuwwitje stond er dus ook in, ook zo'n dubbel verhaal. Mijn tante zei dat ik het boek wel mocht lenen, dus toen heeft het heel lang bij ons thuis gelegen, en later kreeg ik het zelf ook. Dat is dus van mijn jeugd, maar daarna zijn we met verkeerde types in Wezep in aanraking gekomen. Maar ja, dat zijn dan de nodige antagonisten in het verhaal. Het tweede bijbelse sprookje "Het Koninkrijk van Chocola" gaat ook over Wezep, over de wespenzeep. Weeskinderen komen hierin terecht, en dan begint alle ellende. Hier volgt een bespreking : Het Koninkrijk van Chocolade De indiaanse weeskinderen gingen op een klein bootje over dat afschuwelijke meer van wespenzeep. Wanneer de zeep hun handen raakten dan begonnen die te branden en te steken. Dit kunnen allerlei situaties in het leven zijn die een mens overhoop proberen te steken. Het kan kort of lang duren, of zelfs heel lang totdat het chronisch is. Maar even later merkten ze dat het bootje begon te lekken. En zo zakten ze langzaam in die afschuwelijke diepte. Sommigen zwommen verder, terwijl anderen van de pijn verkrampten en geheel wegzakten. Iedereen reageert er weer anders op en elke situatie is ook anders. Dit heeft met allerlei factoren te maken, en daarom mag een mens ook niet zomaar een ander mens oordelen over hoe de ander met het lijden omgaat. De ene mens heeft ook meer draagkracht dan de ander, en de mens kan niet zien of voelen wat er nu daadwerkelijk in de ander omgaat en in wat voor situatie iemand zich bevindt. Snelle vooroordelen zijn daarom taboe, en het spreekwoord "De beste stuurlui staan aan wal." De weeskinderen die waren overgebleven kwamen uiteindelijk vermoeid aan op het hoornaarsstrand. Ook hier steekte het en brandde het, en waar ze kwamen lieten ze bloeddruppels

achter. Oh, wat stak dit strand. Vele kinderen zakten weg op dit strand, terwijl de laatste twee kinderen na lang lopen een kasteel ontdekten waar alles van goud was, en waar bruin fluweel en leer lag. De kinderen waren gebronst door de modder en de doorns van een lange dag, gebleekt door de afschuwelijke zon die hun gezichten teisterde. Ieder mens zal een moment hebben waarop hij of zij niet meer verder kan. Sommige mensen waren al veteranen en hadden al heel lang geleden, heel lang gestreden, en heel lang doorgegaan, en dan komt het moment dat ze eindelijk breken en instorten. Iemand die niets heeft meegemaakt en die gewoon fluitend door het leven heengaat omdat hij of zij nog heel jong is kan daar niets over zeggen. Ieder mens gaat door verschillende seizoenen heen, en ieder mens moet aan zichzelf afsterven. Ook zien we hier dat er een zon is die niet bruin maakt, maar verbleekt. Overal waar ze waren geweest hadden ze tranen en zweet achtergelaten, en nu waren ze dan eindelijk hier, waar de zon vriendelijk scheen. Een vriendelijke leeuw kwam naar hen toe, en vroeg waar de andere kinderen waren. ‘Oh,’ zeiden de twee kinderen, ‘de reis was verschrikkelijk, en we hebben velen achter moeten laten.’ Dan schijnen ineens alle dingen om te draaien. Ze zijn ergens over een rand heengegaan. Hier is de zon vriendelijk. In andere poëzie wordt er gesproken over de tovenaar van Wezep die soms in een leeuw verandert. Ze zijn dus ergens in doorgedrongen. De leeuw keek naar hun wonden die bloeiende bloemen begonnen voort te brengen, waar melk uit stroomde. De leeuw trok de diepe angels uit hen weg, terwijl er ook chocolademelk uit de bloemen scheen voort te stromen. ‘Volg mij,’ zei de leeuw. En zowel de leeuw als de kinderen lieten stroken van melk en chocolademelk achter zich. En de leeuw leidde hen tot de tuinen waar chocolade werd gemaakt. Het steken duurt dus niet voor altijd, maar daarna brengt het lijden vrucht voort, wanneer de tijd rijp is, en dan zie je de magie door alles heen. Het leven bestaat uit tegenstellingen die elkaar oproepen. Chocola is gemaakt van cacao wat een natuurlijk anti-depressie medicijn is. In de Tweede Bijbel is chocola de vrucht van de dood, van het sterven aan jezelf. De "dood", wat een metafoor is, is dus zeer zeker geen doodlopende weg. Ook cacao is een natuurverschijnsel. De kinderen worden zo geleid tot de tuinen van cacao. En achter die tuinen was een afgrond waar de chocolade werd ingeworpen. De leeuw sprong, en de kinderen sprongen hem achterna. Hier werd de chocolade gesmolten door de zon, en hier gleden de kinderen met de leeuw. De leeuw voorop, en daarachter de kinderen. Verderop had de chocolade allerlei kleuren, en de kinderen begonnen misselijk en draaierig te worden. En de kinderen werden zo ziek dat ze dachten : waren we maar bij de anderen gebleven. Plotseling vlogen ze door een donker gat en kwamen weer in het meer van wespenzeep terecht. En hier hebben ze toen hun koninkrijk van chocolade gebouwd. We zien hier dat het doel van cacao niet is om kinderen te verwennen en te besparen voor al het nodige lijden, maar om de cirkel rond te maken, omdat er nog zoveel veranderd moet worden. De cacao leidt dus weer terug tot het meer van wespenzeep, tot Wezep, wat ook een beeld is van weer teruggaan naar het verleden. Maar omdat de kinderen nu de tovenaar hebben ontmoet mogen ze dit doen met een nieuw zicht en een nieuwe magie, en mogen ze zo de wespenzeep mengen met cacao. Het leven is bitter-zoet, zodat de zintuigen open blijven, opengaan, en de creativiteit kan voortleven. Dit is een belangrijke cyclus opdat we niet oppervlakkig worden, en geen luilekkerland bouwen waar geen diepere lessen meer geleerd kunnen worden, oftewel het Toronto gevaar van het verblindende "overpositieve". Zo mag dus het raadsel van Wezep worden tot een prachtig sieraad,

een belangrijk wapen in de strijd. Hoofdstuk 6. De Verborgen Egyptische Wortels van het Jozef Verhaal De vijand komt vaak niet als een brullende woeste leeuw die moordend in het rond gaat, plunderend en verslindend. Neen. Veel vaker komt de vijand als een vriendelijke vriend met allerlei cadeau's en verwennerij. Hij zal je niet onderwijzen over de dingen die je moet weten. Het is meer een gezellig slaapliedje. De vijand is een conformist die met de massa's meeloopt. Om de vijand te kunnen ontlopen moet je de diepte ingaan. We kennen allemaal het verhaal van Jozef die als slaaf werd verkocht door de Ismaëlieten. Hij kwam in het huis van Potifar, en we zien dan een soort Judas-verhaal waarin de vrouw van Potifar wil dat hij bij haar komt liggen. Omdat hij weigert komt hij door leugens van deze vrouw in de gevangenis terecht. In het Nieuwe Testament is de verrader een man, Judas, maar in het Oude Testament zijn dit vaak vrouwen. Denk aan Delilah, Eva en de vrouw van Potifar. Maar wat betekenen die verhalen eigenlijk in de diepte en de oorspronkelijke talen ? Wetende dat de Egyptische taal hieraan ten grondslag ligt, omdat Mozes een Egyptische opvoeding had gehad. Wat is nu werkelijk de diepere les van het verhaal van Jozef en de vrouw van Potifar ? In het Aramees zei de vrouw van Potifar dat Jozef ingewijd wilde worden in de mysteriën en de verborgen kennis ('LL) door tot haar te komen als zijnde een verpersoonlijking daarvan. Hij werd vervolgens in een kooi gestopt. In de Hebreeuwse wortels is de kooi (bayith, bayith cohar) de adoptie (banah). Jozef had zijn ouders verloren, en kreeg nu een nieuwe moeder. De vrouw van Potifar wordt in de Aramese grondtekst NTT, NTH, genoemd, verwijzende naar de Egyptische moeder N'T, of NOD, die de tocht door de onderwereld uitbeeldde die Ra moest maken. Jozef begint dus net als Ra deze tocht. Als het verhaal zegt dat de vrouw van Potifar Jozef riep om bij haar te liggen staat er in het Aramees ook : om te sterven. De moeder Nod roept de mens op om aan zichzelf te sterven, aan de lagere wil. Vandaar dat dit een belangrijk verborgen portaal is in de bijbel. Jozef, en het Jozef verhaal is een Oud Testamentische verbeelding van Christus. Het kruis van Christus is een Egyptische hiëroglyph, de N'D, oftewel Nod (NTT), als de godin die haar ellebogen heeft uitgespreid om de mens binnen te nemen tot haar baarmoeder, wat ook de oorspronkelijke betekenis van de hel is. Het is de godin van vruchtbaarheid. Jozef kwam dus in de gevangenis terecht als een symbool van de tocht door de onderwereld, de wedergeboorte. In de gevangenis kwam hij ook alle andere gevangenen tegen die daar gebonden waren, in Genesis 39:20. In het Hebreeuws wordt aangegeven dat deze gebondenheid ook een harnas kan zijn, als een oproep voor de strijd. Het woord is ACAR, ASAR. Ook kan dit toewijding betekenen, een gelofte, een plicht. Gebondenheid is in die zin een verbondenheid. In de Hebreeuwse betekenis is dit een voorbereiding. Ook in het Aramees wordt dit woord gebruikt met dezelfde betekenis. Gebondenheid staat ook voor een bepaalde gelofte tot onthouding, als een vasten voor hogere doeleinden, wat absoluut noodzakelijk is als een mens de gnosis wil binnengaan. Jozef werd dus hiertoe voorbereid. In het Aramees is de gebondenheid ook het verbodene in die zin. De gevangene, de gebondene,

ASIR, SYR, is de gordels voor de strijd, het verbodene, in de zin dat er eerst aan allerlei condities voldaan moet worden. De gebondenheid is de gebondenheid aan de wet, de voorwaarden. Dat is dus de diepte van het hele "verboden appel" gebeuren, wat zo een link maakt naar het Adam en Eva verhaal. Deze verhalen lopen parallel. Ook Adam moest een tocht maken door de onderwereld, door het lichaam van de vrouw, om zo tot wedergeboorte te komen, tot de gnosis te ontwaken, net als Jozef. Ook het Simson verhaal loopt hieraan parallel die in de gevangenis kwam en later meer vijanden versloeg dan ooit, juist door de gevangenis-ervaring. De Bet Asire, Bet Syr, is de gevangenis in het Aramees, als het huis van Asir, Aser, van Osiris, de oordeler van de doden in de onderwereld, wat dus ook het beeld is van bovenstaande gevangenschap. Osiris is de Griekse naam van deze Egyptische god. De Hal van Aser, Osiris, de gevangenis, is dus ook de hal van de adoptie, van de bewapening voor de strijd in de gewesten van de onderwereld tegen het lagere, valse zelf, en ook is het de plaats van de geloftes, van de toewijding. Jozef kwam goed door deze gevangenis heen en werd zo onderkoning in Egypte. Dit betekent dat hij een grote overwinning had behaald over zijn lagere wil. Hoofdstuk 7. De Egyptische Wortels van Korinthe De taalkunde is geen exacte wetenschap, en vaak bestaan onderlinge talen ook weer uit een heleboel dialecten. Bij de taalkunde hoort ook de etymologie waarin je de samenhang tussen de talen bestudeert en de oorsprong, dus dan ga je de verschillende lagen zien. In die zin is ook de cryptografie onlosmakelijk verbonden aan de taalkunde. Talen ontwikkelen zich door bepaalde code-structuren, en die codes moet je ook leren herkennen en decoderen. Zo wordt er door de taalcodes heel wat kennis opgeslagen die dan al snel verborgen raakt als een mens zich niet bezig houdt met de etymologie van dingen, de oorsprongsleer. Westelijk christendom is één groot terrein van beunhazerij die dit allemaal hebben genegeerd vanwege een markt. De westelijke traditie verkoopt goed en heeft daarvoor allerlei theologische formules, dus al het ander zien ze als een grote bedreiging. Ra kwam tot N'T, Nod, en zo ook Kaïn die tot het land Nod kwam, en ook Jozef kwam tot NTT, NTH, oftewel Nod, waarvan de vrouw van Potifar een personificatie was. Hij was al in het land Egypte, waar N'T, NOD, de moedergodin van de vruchtbaarheid is. Hij moest door haar ingewijd worden, wat ook weer terug te vinden is in de oorspronkelijke Hebreeuws-Aramese grondtekst. NTH, Neith, is in Egypte de godin van de jacht, en ook dit is metaforisch. Deze code is zelfs terug te vinden in het Nieuwe Testament. Paulus kwam tot de Griekse stad Korinth, KR.NTH. KR is neerbuigen in het Aramees. KR.NTH is het neerbuigen tot de moedergodin, de baarmoeder van de onderwereld. KR is ook de moedermelk in het Aramees. Het boek I en II Korinth staat het best bekend door het stuk over de Agape, de liefde, en de charismatische gaven. De liefde is verbonden aan de baarmoeder in het Hebreeuws, en leidt helemaal terug tot het Hebreeuwse AQEP, de billen, als een beeld van de baarmoeder, en tot de oorspronkelijke Egyptische AQEP : de dualiteit, de tegenstelling. Dit is verbonden aan Geb, de god van de aarde, de poel des vuurs waarin de lagere wil gebroken wordt om getransformeerd te worden, als een loonsprincipe. De billen zijn een beeld van de dualiteit van de baarmoeder, de tegengestelde krachten om iets te scheppen. De kerk en de stad proberen dit allemaal verborgen te houden en als dat niet helpt, dan stellen ze het verkeerd voor. AQEP komt al voor in Genesis 3, als de billen en de voeten van de vrouw, vers 15.

Dit vers wordt vaak veel te selectief vertaald in het Westen : "En Ik zal vijandschap zetten tussen u (de slang) en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen." Dit heeft de christenen voor eeuwig bitter gemaakt in de eeuwige strijd tussen hen en de satan. Het is als het dag in dag uit kijken naar voetbalwedstrijden. Je wordt er ziek van. Het is iets chronisch. En natuurlijk is er de strijd tegen het kwaad, maar de mens moet weten wat het kwaad is, en er is ook een andere kant aan verbonden, namelijk van de etymologie, het teruggaan naar de oorsprong en een nieuw zicht krijgen op dingen. Zoals het boek Leviticus in de grondtekst een metafoor is van de "sexuele" omgang tussen de mens en de godin, de gnosis, zo is het paradijsverhaal dat ook, en let wel : Sexualiteit is weer een beeld van de demonologie, en is dualistisch, dus niet eenzijdig, zoals in het christendom. "En Ik zal vijandschap zetten tussen u (de slang) en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen." In het Hebreeuws is dit zogenaamde "vermorzelen" : opengaan, opwachten en bedekken, shuwph. De hiel is de AQEP, wat zowel de voeten als de billen is in het Hebreeuws. Dit is ook het geval in het Aramees (QB, QEB). Als het om de voeten gaat, dan is de slang het beeld van de wijnstok, en de kop het beeld van de druiven die getreden worden, oftewel "begrepen" worden. Als het om de billen of baarmoeder gaat, of de schede van de vrouw, dan is de slang het symbool van de fallus die door de opengaande schede bedekt wordt. De AQEP wordt gepersonificeerd door ACHAB die de wijngaard van Naboth nam, oftewel de druiven trad. Vandaar dat ook de schenker in ere hersteld werd in het Jozef-verhaal. In het Aramees is de vrouw in Genesis 3:15 NTT, NTH, oftewel N'T, NOD, de moeder godin van de onderwereld. De definitie van de AGAPE wordt gegeven in Johannes 15:13 : Niemand heeft grotere agape, dan dat hij zijn leven neerlegt, geeft, voor zijn vrienden. In de valse kerk wordt er op die manier niet gegeven. Zij hebben hun leven niet afgelegd. Zij zijn niet aan zichzelf gestorven. Het is een markt. Zij hebben alles verletterlijkt, eenzijdig gemaakt en gedramatiseerd. Het is hen verboden dualistisch, caleidoscopisch en cryptografisch te denken. Zij mogen niet dromen. De kerk fluit hen terug zodra zij dit doen. Hun vleugels zijn hen afgenomen. Nooit kunnen zij wegvliegen. Calvijn stelt terecht in zijn Korinthe commentaar dat vaak degenen die van de waarheid zijn afgeweken overal met hun hoge titels lopen te protsen, zoals de valse profeten dit deden met verheven minachting. Zij die uit zijn op roem leggen voor zichzelf een valstrik. Zij denken in kerkgroei statistieken, en doen graag water of gif bij de wijn om de nummers te verhogen. De KR van KR.NTH, Korinthe, neerbuigen in het Aramees, komt van het Egyptische KR wat hetzelfde betekent, en neervallen, KHR, KHER. Ook betekent het het sterven aan het zelf, het uitgieten, schenken van vloeistof, en de slang, wat een beeld is van de fallus, als het offeren van het levenszaad aan de godin, wat een metafoor is van zelf-opoffering. De KR, KHERU, is de gevallen strijder die zo door de godin wordt opgenomen in het hiernamaals. In de Germaanse mythologie gebeurde dit door de walkuren, die alleen degenen die hard aan zichzelf gestorven waren opnamen. De KR duidt op totale overgave en onderdanigheid, en duidt op het gebied van de godin, waar KR.NTH voor staat. KR is in het Egyptisch ook de zaadballen, de bron van het levenszaad. Calvijn stelt daarom ook terecht in zijn commentaar op Korinthe dat men niet praalziek tot God moet komen en niet met eergierigheid. Er is zoveel om af te leggen. De mens moet eenvoudig, sober en leeg komen tot de gnosis in die zin, niet met uitwendige, stadse opsmuk. Eerst moet de mens geheel ontwapend worden, als in een vasten. Welke mens durft dat aan ? Dit is de enige weg

tot de heilige gebondenheid. Wij mogen niets voor de heilige gebondenheid achterhouden. De heilige gebondenheid zal ons omgorden. Doen wij dat buiten de heilige gebondenheid om dan is het slechts piraterij. We mogen wachten op de nacht die ons zal terugbrengen tot de natuur, geheel naakt, opdat wij in de aarde worden wedergeboren, in de baarmoeder van de godin. Dit is slechts een dynamiek binnen onszelf, als ons hogere zelf. Het is slechts een metafoor. Letterlijke religie heeft geen enkel nut. Het is slechts ter illustratie. Nooit mag de mens komen tot iets buiten zichzelf en dat gaan vereren terwijl de mens zelf niet veranderd. Dan zou de mens zichzelf bedriegen, wat in de valse kerk gebeurt. Alle uitwendige religie is zelfbedotterij. Projectie op de ander is een doodlopende weg. Het is de luiheid en gemakszucht van het lagere zelf die onder een sluier leeft. God is de wording in onszelf, wat ook de Hebreeuwse betekenis is van het woordje "Jehovah". In het Egyptisch is dit de Khep-Ra kever. Je zou KR daarvan ook als een afkorting kunnen zien, als de wording, de KR, door NTH, het baarmoeder principe, wat tegelijkertijd de diepte is van het Korinthe raadsel, van KR.NTH. Hierin ontstaat het loon van de charismatische gaven in de Griekse grondtekst, want charis betekent loon. Dit is de opening van de hemelse zintuigen die de mens nodig heeft om in het paradijs te leven, oftewel de onderwereld. Hemel en hel horen in die zin bij elkaar als een scheppende, wordende, dualiteit. Hoofdstuk 8. De Diepere Boodschap van Maleachi In de mythologie van de Tweede bijbel gaat Jozef in de onderwereld op zoek naar een vrouw genaamd Elusiana, die hij in zijn dromen heeft gezien. Elusiana verwijst naar Louisiana, een staat in het zuid-oosten van de USA. De Tweede bijbel beschrijft de staten van de USA als raadselen. Zij vormen belangrijke sleutelen op de tocht door de onderwereld. Louisiana was in het verleden een veel groter gebied als onderdeel van Nieuw Frankrijk, de Franse kolonie in Amerika. Dit gebied reikte helemaal tot aan Canada. Louisiana is een moerasland, en werd ook wel de Pelikanen staat genoemd. De Pelikaan komt ook weer terug in de vlag en het zegel van Lousiana. Moeras heeft in het Egyptisch de betekenis van transcendentie, van overstijging, 'beyond' (PEHU), wat ook verbonden is aan de dijen, billen en borsten van de moeder aarde, als de dualistische, tegengestelde scheppende krachten van de baarmoeder (PEHUI). Pelikanen zijn wateren moerasvogels die symbool staan voor de moeder. De pelikaan heeft een grote keelzak waaruit het haar jongen voedt met halfverteerd voedsel, wat een aspect is van de demonologie dat de moeder meehelpt met het doorvertalen. In de oude talen is de vijand een dualiteit, en kan in sommige opzichten ook neutraal gebruikt worden. De vijand is in de oude talen, zoals het Hebreeuws en het Egyptisch, een tester. Denk bijvoorbeeld aan het woord 'satan', wat in het Hebreeuws gewoon een zelfstandig naamwoord is voor tegenstander, iemand die weerstaat, en wat zelfs God voor zichzelf gebruikte, God veranderende in satan, om iets te weerstaan (Numeri 22:22). Vandaar dat de Joden ook vaak een veel gebalanceerdere kijk op de satan hebben. De vijand is een toetssteen, direct of indirect. Er zijn dus goede vijanden en slechte vijanden, oftewel goede en slechte onderscheiding. Alleen door de toetssteen kan er ware informatie en communicatie komen. Het is dus ook een soort van messenger, wat ook de Hebreeuwse betekenis is van Maleachi, het laatste boek van het Oude Testament : "Mijn messenger." Het komt van het woord "malak", engel. Dat is dus de diepte en noodzaak van het neutrale woord "vijand". De "ach" of "akh" betekent broer, maar ook "hetzelfde", en ditzelfde woord komt uit de Egyptologie als zijnde het onderwereld-lichaam, de levende ziel in de onderwereld, als een soort parallel, een dubbel. De "broer" is dus een metafoor van iets in de mens

zelf, als een tester, een messenger. Daar vangt het boek Maleachi ook mee aan. Jakob en Izav (Esau) worden erbij gehaald, en God maakt bekend dat hij van Jakob hield en Izav haatte hij : 1:3 - Toch heb Ik Jakob liefgehad, maar Isav heb Ik gehaat; Ik heb zijn bergen (har, promoties) tot een woestenij gemaakt en zijn erfdeel aan de tannah, woningen, der woestijn prijsgegeven. Isav is dus een ander deel van Jakob, het "vijandelijke" deel, de toetssteen, de strijder, dat wat we ook wel "ruggegraat" noemen, oftewel het critische denken waardoor je geen meeloper wordt. Ook het "haten" moet in die zin verstaan worden, want al onze toetsstenen moeten getoetst worden aan de oneindige kennis. Er is dus ook een toets-haten, wat "onderzoeken op een afstand" betekent. Wij mogen namelijk geen ja-knikkers worden. Eerst moet alles getest worden, en onze testmiddelen moeten getest worden. Zo kom je uit bij de bron van al het testen : de gnosis. Onze testmiddelen mogen dus nooit indutten. Vandaar dat Jakob zijn Isav-bron nodig heeft, en die bron moet altijd onderworpen zijn aan de gnosis. Vandaar dat Isav tot de woestijn werd gedreven, om zo onderworpen te zijn aan de wetten van de hemelse natuur. Vandaar dat ook wij telkens tot de woestijn worden gedreven om onze middelen te zuiveren. Een drie-daagse kruisdood is niet genoeg. Hieronder lagen de mythes van Osiris, Aser, in de Egyptologie, die werd opgesloten in een kist, een kooi, als een teken van de restrictie door de heilige, hemelse wet. Dit komt ook weer terug in de Egyptische hieroglyphen. De ND (NOD) hieroglyph is het kruis, en wordt vaak afgebeeld met een pot, de NU, die er naast en onder ligt. Deze hieroglyph wordt de toetser genoemd, en ook de beschermer, als defensie, en is tegelijkertijd de communicator, de messenger. De NFR hieroglyph is een kruis op een gesloten ruimte, als een cirkel. Beide hieroglyphen wijzen op de kooi van Aser (Osiris) die eronder ligt. Het kruis heeft als uiteindelijke doel om ons tot de hemelse kooi te leiden, de heilige gebondenheid, of verbondenheid, met de hemelse Wet. Hierin kunnen alle valse wetten van de lagere aardse gewesten, van de lagere wil, afsterven. Alle vormen van aardse gebondenheid zijn schaduwen van de hemelse verbondenheid. In Egypte was de NFR hieroglyph een verwijzing naar de kroon van Boven Egypte, en betekende "goed en mooi". Demonologisch gezien leiden het kruis en de kooi tot de ware schoonheid en de ware overwinning, waarvan de Egyptische kroon een symbool is. Ook stond de NFR hieroglyph van "kruis en kooi" voor "keel en hart". 1:4 - Wanneer Edom (het volk van Isav) zegt: Wij zijn verwoest, doch wij zullen de puinhopen weer opbouwen – zo zegt de Here der heerscharen: Laten dezen bouwen, maar Ik zal afbreken; men zal het noemen: gebied van de rasha, en: het volk waarop de Here voor eeuwig toornt (ook : eeuwige verwerping). Dit is een dualistisch vers. De RASHA stam is in het Hebreeuws de stam die afrekent met het huichelende recht van de stad. Het is ook de heilige onrechtvaardigheid, als de heilige vijand. De RASHA stam bespioneert het systeem van stadse wetsgeleerdheid en zoekt het te onderwerpen (Psalm 37 : 32). Zij zijn sterk anarchistisch en atheistisch in hun rebellie tegen de stad, maar zij zijn strijders van de woestijn moeder. David zei dat zij een nomadische stam waren. Zij trokken verder en niemand kon hen nog vinden. In het Aramees betekent dit dat zij niet meer overwonnen konden worden (Psalm 37 : 35-36). Ook zijn de RASHA stammen de recorders van de gerechtigheid, die alles vastleggen op tabletten in hieroglyphen. De "eeuwige toorn en verwerping" dient vertaalt te worden als "eeuwige toets", als het eeuwige Pniël waarin alles veilig en verantwoord blijft. 1:2 - Ik heb u liefgehad, zegt de Here. En dan zegt gij: Waarin hebt Gij ons uw liefde betoond? Was niet Esau Jakobs ach, broeder? luidt het woord des Heren. De ach, de metaforische "broeder" is dus het duistere schaduwzelf van de mens in de onderwereld, en dit in positieve zin als de toetser, de heilige vijandelijkheid, en die toetser moet dus vereeuwigd worden, zodat er geen gaten ontstaan in het toetsen. Wij moeten komen tot het eeuwige toetsen, de eeuwige onderscheiding, om zo veilig te zijn, "gebonden" te zijn in de heilige wetten van de

demonologie. Dit gebeurt op het eeuwige Pniël, waar Jakob de goden moest toetsen door met hen te worstelen. Ons toetsen, onze "broeder", ons schaduwzelf, moet dus volkomen worden. Dat is ook wat ML betekent in het Aramees in het woord Maleachi, ML.ACH. ML betekent volkomen, als de overstroming, als de eerste melk na de (weder)geboorte. Maleachi betekent het volkomen worden van de broeder, als de vereeuwiging van het toetsen, van de communicatie, als een gevoeligheid die zijn climax bereikt, waardoor de zintuigen spontaan opengaan. Deze climax van het metaforische broeder-principe is de vader. De zoon is metaforisch, als het innerlijke kind van de vader, een deel van de vader zelf. De zoon staat voor het luisteren en gehoorzamen, wat ook de betekenis is van het geloof in het Grieks, pistis, en wat het Westen helemaal verkeerd vertaald heeft. In het Engels staat geloof als faith verbonden met faithful, wat getrouw betekent. De zoon is dus een bepaalde gevoeligheid die zijn climax krijgt in de vader-metafoor, wat onderworpenheid betekent, waarin de lagere wil afsterft. Het vader-principe is de climax van de demonologie, waardoor er dus daadwerkelijk een verbinding komt met de moeder dynamiek, en dan is geboorte het resultaat, de ontvangst. In die zin kan de zoon niet zonder het broer-principe, zonder zijn schaduwzelf, zijn toetser, worden tot vader. Het broer-principe is dus de brug, en wordt vereeuwigd door het worden van de vader. Dat is de diepere betekenis van ML.ACH in de grondtalen. Zintuigen kunnen alleen daadwerkelijk opengaan in de vereeuwiging. Ieder mens heeft deze dynamieken in zich. Het heeft dus geen zin om dat op anderen te gaan projecteren. De mens moet teruggaan tot zichzelf. Andere mensen zijn daar slechts een reflectie van. En dit is ook de boodschap van het boek Maleachi : 4:5-6 - Zie, Ik zend u de profeet Elia, voordat de grote en geduchte dag des Heren komt. Hij zal het hart der vaderen terugvoeren tot de kinderen en het hart der kinderen tot hun vaderen, opdat Ik niet kome en het land treffe met de ban. Elia was de depressieve woestijn-profeet, wat in het Nieuwe Testament werd voortgezet door Johannes de Doper, die werd beschreven als de teruggekeerde Elia. Ook hij was een woestijnprofeet. Juist door de depressie van de woestijn worden wij op onszelf teruggeworpen om deze dynamieken in de diepte van onszelf te ondervinden. Dit is dan ook de esoterische en metaforische diepte van Jezus die tot de Vader leidt. Jezus, de zoon, werd "omgebracht" door zijn schaduwzelf, Judas, om zo tot Vader te worden, oftewel van het toetsen tot de heilige verbondenheid. Zo werden de zintuigen hersteld, wat de esoterische betekenis is van de Heilige Geest, oftewel de komst van de geestesgaven, wat loon betekent in het Grieks, charis. Het heilige schaduwzelf leidt dus tot de nacht, wat dan ook weer de oorspronkelijke betekenis was van de Heilige Geest, ruh, in het Aramees, en wat in de islam ook naar voren komt. Zij strekken zich uit naar de grote hemelse nacht, in de Ramadan, het heilige vasten, wat metaforisch is voor het afleggen van het lagere zelf. Door de Arcturische lens van de lagere wil is dit geheel omgedraaid en verkeerd doorgekomen op aarde. In het christendom is dit nog slechts een karikatuur. Het gaat bij hen niet om het vertellen, maar om het tellen (van zieltjes en geld). Laten we daarom de diepere en oorspronkelijke boodschap van Maleachi serieus nemen. 3:1-3 - Zie, Ik zend mijn bode, die voor mijn aangezicht de weg bereiden zal; plotseling zal tot zijn tempel komen de Here, die gij zoekt, namelijk de Engel des verbonds, die gij begeert. Zie, hij komt, zegt de Here der heerscharen. Doch wie kan de dag van zijn komst verdragen, en wie zal bestaan, als hij verschijnt? Want hij zal zijn als het vuur van de smelter en als het loog van de blekers. Hij zal zitten, het zilver smeltend en reinigend. Hij zal de zonen van Levi reinigen, hij zal hen louteren als goud en als zilver, opdat zij de Here in gerechtigheid offer brengen. Dit komt terug als de Johannes de Doper mythe in het Nieuwe Testament, maar deze mythe bestond al in Egypte. Johannes de Doper werd onthoofd, als een metafoor van de leegte, de depressie. In de hieroglyphen van het zevende uur van de Amduat in de Egyptologie is degene wiens hoofd is

afgehakt afgebeeld aan de voorkant van Osiris, Aser, die troont in de omhulling door de amen-slang (mehen), als een facet van zijn kooi. In die zin moeten we ook de aanvallen zien van de islamitische onthoofders van de IS-cultus, dat het een schaduw is van veel diepere, esoterische principes, door de Arcturische lens van de lagere wil, die alles heeft verletterlijkt, verdraaid en gedramatiseerd. Het is dus een Egyptische onderwerelds-hieroglyph die geheel uit zijn context is gerukt en op tilt is geslagen. Door de ware esoterische kunst zal het terug moeten worden geplaatst in het museum. Dit gebeurt door de openbaring van de tweede bijbel. Alles zal teruggaan naar het museum. Alles zal zijn rechtmatige plaats krijgen. Door bovenstaande kunnen we nu ook deze woorden van Jezus begrijpen : Lukas 14 26 Indien iemand tot Mij komt, en niet haat zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broeders en zusters, ja zelfs zijn eigen leven, die kan mijn discipel niet zijn. Haten betekent in deze zin dus testen, en niet zomaar blindelings volgen, en niet zomaar een jaknikker worden naar hen. Haten betekent positief het onderzoeken, bestuderen, zonder vooroordelen, dus dat gaat veel verder en dieper dan valse liefde. In die zin heeft de heilige haat dus veel meer met tederheid en zorg te maken dan de westelijke christelijke liefde die de kennis probeert te verblinden. Zij volgen niet Jezus en het ruwhouten kruis, maar zoete, lieve Gerritje die elk degelijk onderwijs in de demonologie van hen afhoudt door verwennerij en magische woordjes, als slaapliederen. De mens heeft zich allerlei beelden gevormd van anderen, als afgoden of vooroordelen. Al deze zelfgemaakte beelden moet de mens "haten" in de zin van loslaten en afleggen, om zo de woestijn in te gaan, het symbool van de onthechting, de leegte. In de diepte van de woestijn mag de mens zo komen tot de ware weerspiegelingen van de gnosis, om dit pad te volgen, om zo te komen tot de hemelse zee in de eeuwige woestijn. Hoofdstuk 9. De Egyptische Wortels van Habakuk en Zefanja Habakuk is een wat korter profetisch boek van het Oude Testament, zogezegd behorende tot "de kleine profeten", net zoals Maleachi. Habakuk leed aan ernstige profetische visioenen van geweld, en aan woede-uitbarstingen ten gevolge hiervan. Vooral in het Aramees wordt dit dieper en beter beschreven dan de latere Westerse vertalingen. In het Hebreeuws wordt duidelijk dat alhoewel deze visioenen en uitbarstingen heel erg zijn het ook een orakel is. 1:2-4 Hoelang, Here, roep ik om hulp, en Gij hoort niet; schreeuw ik tot U: geweld! en Gij verlost niet? Waarom doet Gij mij ongerechtigheid zien, en aanschouwt Gij ellende? Ja, onderdrukking en geweld zijn voor mijn ogen, en er is twist, en tweedracht verheft zich. Daarom verliest de wet haar kracht, en nimmer komt het recht te voorschijn, want de goddeloze omsingelt de rechtvaardige,

daarom komt het recht verdraaid te voorschijn. Hier zien we even kort in de Westerse vertaling hoe ernstig dit was. De vijand is een van nature neutraal en dualistisch woord voor strijder. Dit is dus een metafoor voor de toetser. Ieder mens is opgeroepen om te toetsen en het goede te behouden, niet om een blinde gelover of navolger te zijn. De toetser is een beveiligings-systeem. Die toets moet zo diep gaan totdat het een robotische impuls geeft, anders kan er nog inmeng zijn van de lagere aardse gewesten, de lagere wil. De toets is er dus voor om tot de hemelse wil te komen, die gebaseerd is op de oneindige kennis. HBG, HBK van HBK.KK, Habakuk, betekent in het Aramees de tegenstander, maar dit heeft hele diepe Egyptische wortels. De HB wortel betekent de triomf, de overwinning (Heb). En deze overwinning over de lagere wil transformeert alles tot een spel, tot een simulator, in deze Egyptologische wortel. De HB wortel is een messenger (Hebu), maar ook een verbintenis, als een collectie (Hab). De HB wortel heeft als symbool de ibis vogel die boven alles is uitgestegen (Hab), en heeft ook de betekenis van de overstroming, en een boot. Denk aan de mehen-slang op de boot van Ra die ook een spelbord uitbeeldt in het Egyptisch. Eén van de opdrachten van het leger (hab) is het maken van spelletjes, om daarbij anderen te helpen, en om diepte te brengen en veiligheid. Het leger moet simulators opstellen waarin veilig geoefend kan worden. De KK wortel betekent zaad (khukha) en het mixen, als het opstellen van bruggen (khakha). Als twee energieën met elkaar in aanraking komen dan is er een enorme electrische ontlading en energie-uitwisseling, en dan moet er getoetst worden om het zuiver te houden, dus vandaar dat dit kan overkomen als een enorm geweld, maar men moet tot de metaforische diepte hiervan gaan, hoe moeilijk dat ook is. Dat wil niet zeggen dat we niet boos mogen zijn wanneer dat nodig is. Habakuk gaat over de heilige boosheid. Het is nodig om de metalen te smelten en ze aan elkaar te verbinden, als het werk van de smid. HB is in de Egyptologie de vragen steller, de twijfelaar, de toetser (Heb). Ook onze boosheid moet getoetst worden. Er mag alleen boosheid zijn in de gnosis, in de heilige gebondenheid, niet in overmoed, zelfzucht of vooroordelen. De boosheid moet dus nauwkeurig gericht worden en zijn rechtmatige plaats krijgen in het proces en systeem van de gnosis. Soms is het geen tijd om boos te zijn, maar om te toetsen, alhoewel er wel een toets-boosheid is. Soms is het tijd om eerst het lijden te aanvaarden. Hiervoor zijn er verschillende seizoenen als in de klok en kalender van de gnosis. De mens moet leren klokkijken in de gnosis. Zefanja, een ander kort profetisch boek in het OT betekent : sieraad van de wording. In de Egyptische wortel betekent het het aanvaarden van de eeuwige woestijn, als het lijden wat tot vruchtbaarheid brengt, de bron in de woestijn. Dit is de Egyptische definitie van wat genade is, gracieus, als het aanvaarden van de tucht die tot leven leidt, als geduld, S-FEN. Sefi-Neheh, SFN, Zefanja, is Aser, Osiris, die in de diepte van de kooi tot de eeuwige woestijn komt. In het westelijke christendom hebben ze een hele andere, meer luie, definitie van genade, en is genade ook losgekapt van loon. In het Grieks was genade een vorm van loon (charis), maar het Westen vertaalde dit heel erg selectief. Genade is alleen geldig in de zin van rechtvaardigheid, bijvoorbeeld wanneer mensen ten onrechte zijn benadeeld of een hogere straf hebben ontvangen dan nodig was, dan krijgen ze genade. Er is dus een groot onderscheid tussen valse genade en heilige genade. In de Egyptologie wordt er gesproken over een eeuwige genade als een sieraad van geduld in het lijden, de onderwerping en aanvaarding van het lijden, wat optreedt wanneer de menselijke kom breekt, wanneer de mens aan zijn lagere wil afsterft. De mens moet eerst toetsen en niet zomaar blindelings alles aannemen. Eerst moet de mens worstelen, onderzoeken, zoals Jakob op Pniël, totdat de mens zoals Jakob breekt en zijn lagere zelf heeft overwonnen, om zo in contact te komen met de gnosis. De mens moet deze strijd en dit lijden aanvaarden en in die zin gracieus zijn. In het Aramees spreekt de SPH, de SF-wortel van Zefanja, over een natuurlijk overgangsgebied tussen woestijn en water. Alleen in de eeuwige woestijn kan de mens aan zichzelf afsterven, want eeuwig is een metafoor van het volkomene. Alleen als de mens diep genoeg doordringt in deze woestijn, door gracieus te zijn, door de Egyptische Zefanja wortel, dan komt de mens vanzelf als in een natuurlijk

proces tot het levengevende water. Westelijke christenen zijn de aanbidders van luie, valse genade, helemaal uit de oorspronkelijke context gerukt. Deze valse genade is de poort tot hun valse hemel. Die genade kun je ontvangen door geloof, een andere luie afgod die zij aanbidden. Voor die genade en dat geloof hoef je helemaal niets te doen, en mag je ook niets doen. Het komt je zo je mond inrollen als je hun heilige toverformule opprevelt. Zorg dat je Jezus er in betrekt en dat je in Jezus gelooft, en dan is het klaar. Natuurlijk is dit allemaal vanuit een boekje wat van generatie tot generatie is doorgegeven, en ook van taal tot taal vertaald is, en waarin zo de werkelijke betekenis verloren ging. Het is allemaal van horen zeggen, terwijl hen die door geopende zintuigen zelf de hemel hebben gezien weten dat alleen degenen die de hemel worden tot de hemel kunnen gaan. En de hemel is gewoon de gnosis. Het goddelijke betekent wording in het Hebreeuws. Het is een werkwoord, een school, geen geloof. Door blindelings dingen vanuit een gegeven boekje te geloven begeef je jezelf op glad ijs. Het gaat ook niet om het materiële. Vaak moet je er ook nog grof geld voor betalen om het heilige boek van de westelijke christen op je bureau-tafel te krijgen. Men koopt dus gewoon genade en geloof in. Het is een truukje. Door de Arcturische lens is dit zo op aarde geprojecteerd. Het ware gracieuze is de diepte in alles zien, en dat je zo alles ook poëtisch kunt aanvaarden als een raadsel. Het is het pakpapier van een cadeau wat je zelf kunt worden. Het is iets wat je zelf kunt winnen en verdienen, als in een spel, op een school. Het gaat niet buiten jezelf om. Het gaat om de wording, maar dit wordt in het ongeletterde westelijke christendom verafschuwd, want zij moeten juist de mens dom houden voor een markt. Genade en geloof houden de mens dom, wat tegengesteld is aan de gnosis. Domme mensen zijn dus een sta in de weg, maar zijn ook een raadsel. Zij houden dus zelfs voor ons de sleutel vast om verder te kunnen komen. Daarom moeten wij veel aanvaarden, wat ook de boodschap is van de Egyptische wortels van Zefanja. We kunnen niet ontkomen aan de woestijn. We moeten er doorheen, en kunnen niet halverwege terugkeren. In de woestijn gebeurt vanzelf het wonder van de natuur, het wonder van de Vur en de Bilha. Als we blijven doorlopen zullen we vanzelf in het beloofde land komen. Dit is al om ons heen in alle dingen gecodeerd. Het is iets wat de mens moet ontdekken. De seizoenen zullen dus in elkaar overlopen door natuurlijke processen van verbrokenheid. De mens die toetst en hierin niet opgeeft wordt tegemoetgekomen in de gnosis door een soort van breekpunt, en dan stroomt er gnosis binnen die de mens niet meer kan tegenhouden. Er is een verbinding gekomen, een overstroming, want de mens is als Jakob op de heup geslagen, als een beeld van het open zijn van de hemelse zintuigen. Nu aanvaart de mens het lijden als metaforisch onderwijs, totdat de mens hierin nog een keer breekt, en de strijd weer begint. Zo vloeien de seizoenen telkens in elkaar over. Het eeuwig evangelie vertelt hier ook over, in de zin dat als er een wond is, dan zal ook de wond gestoken worden, zodat er nog meer diepte komt. Joringel 3 1. Te vaak in mijn wonden gestoken, nu ben ik tot onder het zachte gedaald, tot diep onder het roze. 2. In een doodstrijd, tot onder het zachte gedaald, een nieuwe pijn bevrijdde mij, in zacht vuur te ontwaken, tussen rozenschuim en lelieschuim, waar een donk're nacht het op heeft gegeven, tot onder het donk're gezakt. De Nieuwe Handelingen 4 7. Ze hebben me gestoken, die bijen des hemels, en nu ben ik dan honing van het kruis, driemaal verbroken, driemaal op dezelfde plaats gestoken. 8. Ze schiepen daar een wond in een wond, als een waterig trauma, geen kracht meer om op te komen. 9. En de derde steek was dan om te doden, om mijn ogen te openen. Ze stak mij diep, de zoete spin, en nu stroomt geurige wijn. 10. Het gebak der

eeuwen is niet meer te vertrouwen. Steek mij nu, voordat het te laat is. 11. Ziet het bloed is vlees geworden, waar winden tezamen komen, waar harten elkaar verstaan, zo diep gestoken. 8 1. Gij eet dan honing van de dood, nadat gij driemaal bent gestoken. Neem hen mee tot de velden, en maak hen wijs. 9 7. Hebben wij macht over de dood, als wij viermaal zijn gestoken, als bloed tot wijn wordt. Het bloed is vleesgeworden, het heeft onder ons gewoond, maar wij hebben het niet geweten, wij hadden alles vergeten, in de vierde dood. 8. Ik kom tot het morgenrood, om alles terug te draaien, maar ik kan de tijd niet draaien. 9. Ik wacht om een vijfde keer te worden gestoken. In al die ellende keer ik mij, we ontmoeten elkaar zij aan zij. 10 1. Zij heeft mij vijf keer gestoken, zij heeft mij vijf keer gebroken. 2. Alles deed pijn, maar van het kruis zingt zij, als van zoete dromen. 5. Na de vijfde maal, alles weer één taal, na de vijfde seconde, alles weer verbonden. Het leek wel duizend jaar, maar het was maar een seconde. 6. Als je zo diep gestoken bent, dan beleef je alles anders. De Openbaring van de Rode Steen V 4. Witte roos, tederheid na de steek, wonden veelvoudig gestoken, nu spiegelt het dan in de wind, al die gezichten die ik was vergeten. Hermitaten 34 1. Het zicht is als een spiegel. De witte spin heeft gestoken, om beminden tot de mystiek des Heeren te brengen. Als witte sneeuw kende de Heere u, hen die Zijn paarlen dragen. Het schuim van rozen droegen zij als het schuim der rozenwijn. De Nieuwe Openbaring III, 5 31. Goed is het dan om tot stilte te komen en goed is het dan om gebroken te worden, want zijt gij niet allen afgedwaald. 32. Ik dan ben de Goede Herder, en ben reeds geweest waar gij komt. Weet dan dat gij door het lijden elkander hebt leren kennen, en door de muren van elkanders harten bent heengebroken. Weest dan met elkaar verbonden in het lijden, en het ijs, want buiten lopen de wolven wachtende om datgeen te verslinden dat losgeraakt is en achtergebleven. Hoofdstuk 10. De Heka-wortel van Haggai

De gekooide ziel dwaalt in de diepte door de woestijnen, en kan de dingen die hij wil bereiken niet bereiken. Alles ligt ver weg, te ver. Het is onbereikbaar. Er zijn allerlei restricties opgelegd waar de gekooide ziel zich het hoofd over buigt. Het vierde uur van de nacht in het Egyptische Amduat-boek van de onderwereld gaat over deze tocht door de woestijn. Het uur is natuurlijk een metafoor voor een bepaald seizoen waardoor de mens heengaat. In het vijfde uur van de nacht vindt het wonder in de woestijn plaats. De mens bereikt hier de verborgen grot van de transformatie. Het vijfde uur is het uur van Heka, een mysterie wat altijd op de boot van Ra aanwezig is, achter de peddels, als de stuurman of veerman. In het uur van Heka vindt het wonder van de woestijn plaats waarin alles wat de mens in de woestijn verloren heeft weer opgebouwd wordt, weer bereikt wordt, maar dan op een hele andere manier, veel dieper, en beter, als de herbouw van de tempel. Dit komt ook weer terug in het boek Haggai in het Oude Testament, wat ook een kort profetisch boek is, als één van de zogeheten "kleine profeten". HEKA is namelijk de Egyptische wortel van Haggai. De verborgen grot is gelegen in het hartje van de woestijn, boven de poel des vuurs, die ook een poel van genezing, verjonging en wedergeboorte is. De poort wordt bewaakt door de tweekoppige leeuwin AKER, de Egyptische moeder aarde. De poel des vuurs is haar baarmoeder. In spreuk 96 van het Egyptische dodenboek wordt het speeksel van Aker besproken, de dubbelhoofdige leeuwengodin van de aarde verbonden aan het Haker-feest, het vastenfeest van de opstanding van Osiris, ook verbonden aan Hagar, de moeder van Ismaël. Dit speeksel is om de vijand tot rust te brengen. Hier komt dus oorspronkelijk de mythe van het speeksel van Jezus dat de blinde genas vandaan. Het speeksel was oorspronkelijk ook een beeld van de sexualiteit, verbonden aan de Aker, die de vijand overwon, dus in die zin is sexualiteit demonologisch, en als het eenworden met de godin van de aarde . De Aker-leeuwinnen kijken tegengestelde richting op, en zijn genaamd "gisteren" en "morgen", als een beeld van verleden en toekomst. In de Sarcofaag-teksten van het Midden Rijk komt Aker voor als de veervrouw van de nachtboot van Ra, wat haar gelijkstelt aan Heka. Het Hebreeuwse woord HAKA, hagah, is het grommen van een leeuw als beeld van het mediteren en het verbeelden. In de verborgen grot lag het lichaam van Sokar, een vorm van Osiris, en een mengsel met Ra. Sokar is hij die op het zand staat, of in de woestijn, als een beeld van Ismaël, die de woestijn was ingezonden, samen met zijn moeder, Hagar. Hagar bewaakt dus het lichaam van Ismaël, als een vorm van Heka, wat dualistisch is. Heka betekent ook transformatie, wat plaatsvindt door tegenstellingen, ook door de tegenstelling tussen de man-pool en de vrouw-pool. In die zin zijn het vierde en vijfde uur belangrijke onderdelen in het esoterische sieraad, van woestijn, tot wonder in de woestijn. Aan het einde van het vijfde uur staat Sokar tussen de dubbele Aker-leeuwinnen in. Zowel Heka (heqa) als Sokar (skr, skkr) betekenen ook de verhongering, als een beeld van het leeg worden, de ramadan. Dit is in het Egyptisch verbonden met komen tot de details, tot decoreren. Ook is het verbonden aan het openen en openbreken van een deur (seqer). Het tweede uur wordt in het boek der poorten omschreven als het uur van Aqebi, oftewel Geb, de baarmoeder van de aarde, de onderwerping van de lagere aardse wil. Aqebi werd in het Hebreeuws Aqep, de voet (of billen) die de kop van de slang zou "vernietigen", meer als in een persen en begrijpen. In het Grieks werd dit de Agape, maar dit is in het Hebreeuws nog steeds verbonden aan de baarmoeder. Ook het tweede uur van de nacht is een belangrijk onderdeel van het demonologische sieraad, om zo veilig te blijven tegen het christelijke hedonisme, oftewel het grote Toronto (de genotzoekers, golddiggers). Het is dus om veilig te blijven tegen clownsgeesten die ons

maar wat graag op hun joyride willen meenemen. Ook zijn dit verjaardagsgeesten. In de Egyptische uren van de nacht liggen hiervoor dus de antistoffen. Zo kunnen ook de verwesterlijkte spookverzen van de bijbel geneutraliseerd worden. Het is dus het noodzakelijke werk van de smid. Dit gaat verder in het derde uur, wat soms ook als onderdeel van Aqebi, Geb, wordt beschreven. De uren van de nacht beschrijven dus de verwondingen, de doorstekingen van het hart en tegelijkertijd de sieraden die er doorheen gaan, als piercings, als de demonologische sieraden van het hart. Vandaar dat de verscheuringen en doorstekingen van ons hart niet voor niets zijn. In het derde uur van het boek der poorten, wat ook een uur van Aqebi, de baarmoeder van de aarde, is (Geb), wordt dit extra intensief besproken. Hier gaat de boot van Ra over de poel des vuurs, een facet van Geb, en moet de mens leren loslaten en leren belonen met rechtmatig loon. Vandaar dat de mens hierin onderscheiding (s-ten) moet krijgen. De mens kan niet als een wilde weldoener zomaar overal loon gaan rondstrooien. Zij die juist leren belonen zullen meesters van transformatie zijn, wat wordt voorgesteld als graan wat vanuit de poel des vuurs groeit. Graan is ook weer een beeld van het hart en de troon, waarin overwinning dan transformatie door begrip betekent, oftewel inzicht in de diepte van de dingen. Ook wordt er zo een heilig bier van graan (gerst) gebrouwen in de poel des vuurs voor hen. In de poel des vuurs worden twaalf goden afgebeeld waarvan één een kruishieroglyph draagt, en een ander een omgekeerd kruis, en weer een ander een voet op een rond uiteinde. Deze hieroglyphen komen ook weer terug in de christelijke mythologie. De voet komt als het Hebreeuwse AQEP terug in Genesis waar deze de kop van de slang onder zich heeft. De AQEP, de voet, beeldt dan ook het zaad van de vrouw uit. Deze twaalf goden staan tussen het graan in waar de boot van Ra langsgaat. In het christendom werden dit de twaalf discipelen van Jezus. Zij vertegenwoordigen ook de twaalf uren, de twaalf seizoenen. De poel des vuurs is om te toetsen, iets waar ieder mens doorheen moet. Alles moet namelijk getoetst worden. Ook komt de mens op de boot in de poel des vuurs andere boten tegen, zoals besproken wordt in het Amduat-boek. In de poel des vuurs lopen namelijk alle dimensies over, en ontwikkel je de zintuigen van de gnosis. Hoofdstuk 11. De Verloren Paradijselijke Hersenklier De mens die zichzelf had opgeofferd voor de gnosis werd door Ra in het eerste uur van de nacht verborgen voor hen die op de aarde woonden. Deze mens werd verborgen in de woestijn, en aan deze mens wordt het oog van Ra gegeven, het oog van visioenen, van visie en een dieper inzicht. Zij die in de woestijn zijn moeten hier leren de anderen in de woestijn te belonen, en zij worden zelf ook beloond in het eerste uur, en hier ontvangen zij hun kronen. Natuurlijk is de kroon metaforisch. Het is zeker niet het oppervlakkige wat vandaag de dag in het Westen over de kroon wordt geleerd. In Abydos was er het haker-feest, het vastenfeest, de Egyptische Ramadan, om de opstanding van Osiris en de overwinning over zijn vijanden te vieren. HAKAR is in het boek der poorten een godin of groep godinnen die rondom het altaar of de tabernakel staat, als een beeld van de kroon, de hoofdtooi. In de Aramees-Hebreeuwse talen is de kroon een schedel of kop van een verslagen demoon, als een beloning, een trofee. HAKAR komt in het OT voor als HAGAR, de moeder van

Ismael. Hakar wijst ook op de AKER, de dubbele Egyptische wachter van de onderwereld met de twee leeuwenhoofden, als een beeld van de dubbele moeder, de vrouwelijke vruchtbaarheid. De kroon is in het Hebreeuws-Aramees een cyclus, als het sieraad van de uren. De kroon brengt tot knielen in de Hebreeuwse wortels (qodqod-qadad). In de kroon zijn dus alle uren van de nacht vastgelegd, waardoor de mens door de uren kan gaan om tot de diepere gnosis te komen. De kroon is een teken van overgave, van zelf-opoffering, het begin van de tocht, niet het einde. In het eerste uur van de nacht wordt de kroon ook voorgesteld als de nek, of een halsketting. In ieder geval komt de verberging in de woestijn terug in het Mozes verhaal in het OT, en in Openbaring in het NT : 12:4-6 - En de draak stond voor de vrouw, die baren zou, om, zodra zij haar kind gebaard had, dit te verslinden. En zij baarde een zoon, een mannelijk wezen, dat alle heidenen zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd plotseling weggevoerd naar God en zijn troon. En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats heeft, door God bereid, opdat zij daar twaalfhonderd zestig dagen onderhouden zou worden. 12:14-16 - En aan de vrouw werden de twee vleugels van de grote arend gegeven om naar de woestijn te vliegen, naar haar plaats, waar zij onderhouden wordt buiten het gezicht van de slang, een tijd en tijden en een halve tijd. Deze verberging is niets anders dan een dimensie-shift, een overgangsgebied, waardoor de mens losbreekt uit de materiële gevangenschap en komt tot de diepere frequenties. In de Egyptologie is dit de peh of peh-t, het bereiken van een plaats of object, wat aan het einde, of in het diepste, van de nacht gebeurt, als de afsluiting van een boek. Het is het wortelwoord van de pehuit, de anus, maar dit komt ook weer terug als de achterkant van de nek, als zijnde een lichaamsdeel in het gebied van het hoofd. Het is ook een woord voor fundament, verbonden aan pehu, beyond, oftewel transcendentie. De pehuit, de anus, is in het Egyptisch ook een aanhangsel, een sleeptouw van een boot. In het Surinaamse bijbel gedeelte van de tweede bijbel wordt de anus beschreven als een klier in de hersenen. Oorspronkelijk is de anus dus veel meer dan alleen maar de ontlaster. Er is ook een ander Egyptisch woord wat gebruikt wordt voor anus en dat is mau-t, wat de kern of moraal van een verhaal is, en de totaalsom, de conclusie. Het is verbonden aan de mahet, de tunnel, de doorgang, en heeft als wortelwoord maha, het achterhoofd, of de achterkant van de nek, en mau, zachtheid. In de Surinaamse bijbel van de tweede bijbel is de anus dus ook een onderdeel van de hersenen, als een hardheids-zintuig wat functioneert door het meten en registreren van zachtheidswaardes, de oeroeboel. In de stad mag het woord niet genoemd worden, want dat is vies, en er mag ook niet over nagedacht worden, want het is als de verboden vrucht. De stad wil niet dat de mens zicht krijgt op wat de anus is, en de kerk ook niet. Toch is het een lichaamsdeel door God geschapen, als een evenbeeld van God, en horen alle lichaamsdelen met elkaar samen te werken, dus ook de anus (I Korinte 12-14). Maar in de stad staan de hevig opgedoste dametjes met hun oma-knotjes met hun spiegeltje, en hun parfumspuitjes om het geheim van de anus te verbergen. De anus is in hun ogen alleen maar iets vies waar je niet over mag praten, en het is door hen gedemoniseerd, net zoals wat andere belangrijke lichaamsdelen. In de achterbuurten daarentegen is het totaal het tegenovergestelde. Kleine jongetjes wordt het van jongs af aan geleerd de anus van vrouwen te aanbidden, maar dan op een hele onbeschofte, onrespectvolle manier. Het wordt enorm overdreven als een karikatuur, en ze missen de gnosis. Ook zij zijn de bewakers van het geheim van de anus. De dametjes in de stad met hun oma knotjes en hun lange jurken gebruiken de parfum spuit als een insectenverdelger, maar ze vernietigen de hele natuur. De kleine jongetjes uit de achterbuurten voelen zich tekort gedaan door de rijken, en voelen zich monddood gemaakt door de aristocratie, de stropdassencultuur, en in hun pijn gaan ze zo in hun overmoed en ongeduld door mooie muziek heenpraten op een geforceerde manier, wat ze dan rap noemen, uitgesproken als rep. Ook duwen sommigen van die onzekere,

roekeloze jongetjes als een karikatuur hun borsten overdreven vooruit, en hun buiken, terwijl anderen het meer doen door met dure sieraden te lopen, zo glimmend mogelijk, wat ze zelfs in hun mond laten implanteren, om maar zo rijk mogelijk over te komen. De weg van de gnosis en van het kruis kennen ze niet. De achterbuurt en de stad, elkaars tegengestelden, maar ze werken met elkaar samen, als bewakers van het anus-geheim. De achterbuurt heeft een valse anus, en de stad heeft een anti-anus, als een smetvrees. Die trekken zo een blik politie-agenten open als iemand te dicht bij de verboden vrucht komt. De moeder anus is in het Sanskrit, de heilige taal van India, de vrucht van het paradijs. In de tweede bijbel gaat het veel over geboortes door de moeder anus. De anus is de poort tot de onderwereld, en het afsterven aan jezelf. Het is het gebied van de verbeelding. Oorspronkelijk was het dus een hersenklier, en die is door buitenaardsen weggesneden uit de hersenen, opdat zij over de mens konden heersen. Zij hebben de mens onderworpen aan de pijnappelklier, het slaap en waak ritme. Het is dus van belang om de anus klier weer te ontwikkelen. Er is een planeet genaamd "Hart en Anus", een zacht rood-roze planeet, die de energie bewaart waarin het hart van de mens verbonden wordt met de oorspronkelijke anus-klier in de hersenen. Het is een zachte substantie in de hersenen die moet ontwaken. Als die verbinding is gelegd kan de mens zich weer aanleren creatief te zijn, creatief te denken. De new age leert de mens zich helemaal blind te staren op de pijnappelklier, als het derde oog, maar het houdt de mens vast in zwaar materiele spirituele systemen van de lagere aardse gewesten, en draait vaak om een markt. De mens wordt zo een slaaf van de new age. Er wordt zo een soort van overmoedige dronkenschap in de mens opgewekt, waardoor de nodige demonologie uit het oog raakt. Het licht vreet alles weg. Er kan beginnen worden met een link tussen het hart en de anus klier in de hersenen, een zachte substantie in de hersenen, diep in de hersenen. Zo vertalen we dan het Egyptische "achterin" met diep, want het ligt in het voorhoofd. De pijnappelklier ligt in het achterhoofd, en wordt door de New Age vaak gezien als de deur tussen lichaam en ziel, als de zetel en het centrum van de ziel. De pijnappelklier brengt een hele zware energie, terwijl de anusklier een hele lichte energie brengt en aanboort. Dan is het van belang om te leren ademen vanuit de anus klier in het voorhoofd, vanuit de lichte energie. Je kunt dan je ogen sluiten en zien wat voor beelden er verschijnen op je netvlies, maar als er niks gebeurt is dat ook goed. Adem dan diep in en uit, je richtende op de anus klier in het voorhoofd, de zachte energieen tot je nemende. Het is een klein zacht watervalletje in het hoofd. Eerst moet het ontdekt worden, en moet men erdoor leren leven, vanuit de hartlink, dus vanuit de hartbron. De energie stijgt vanuit het hart omhoog tot de anusklier, en die adem je dan in en uit, zodat er een cirkel onstaat tussen hart, anusklier en longen, als een cyclus. De pijnappelklier is ontzettend overbelast. Het hoe en wat van de anus klier is vrijwel onbekend voor de mensheid. Zo mag je een verbinding maken met de planeet "Hart en Anus". Zoals de Egyptologie de anus beschrijft is het een sleeptouw, om de mens voort te trekken, zodat de mens niet achterblijft of afwijkt, en dit ligt in de "diepte" van het hoofd, in het voorhoofd. Deze planeet is onbekend voor de mensheid, maar wordt alleen getoond aan hen die de diepte zoeken in de gnosis. Zij die stads leven en blijven leven zullen het nooit zien. In het Sanskrit, de heilige taal van India, is dit dus een esoterische verdieping van het Adam en Eva verhaal, de anus klier als zijnde de verboden vrucht. Als de mens van die vrucht neemt, dan sterft de mens aan zichzelf af. Door de Arcturische lens is dit grote geheimenis geheel anders op aarde geprojecteerd, als een raadsel. Stort jezelf er niet in, maar ontraadsel het. In het paradijs is de tong van de mens, oftewel het spreken, de taal, onderworpen aan de anus klier, als zijnde aan de transcendente opslagplaats van de gnosis, wat ook verder besproken wordt in het Surinaamse bijbel gedeelte van de tweede bijbel. De tong van de mens maakt dus een verbinding met de paradijselijke hersenklier, de vrucht, en wordt zo beteugeld.

Een wachter wordt er zo voor de tong gezet, ook als een proces van de heilige gebondenheid, wat een heilige verbondenheid is. Deze hemelse klier trekt de mens voort. Waar dit niet gebeurt komen demonen om de mens voort te trekken, geheel de verkeerde kant op. In het Sanskrit was de anus oorspronkelijk een zintuig. De dames in de stad en in de kerk met hun witte poederdoosjes en hun parfumspuiten gebruiken dit zintuig niet. Ze kennen de geheimen van dierenwereld ook niet, want ook dat is vies. Waar komen die "dames" vandaan ? Het zijn gimmicks, reclamespotjes van de stad. Ze hebben heel wat te verbergen. Ze zijn apathisch en hebben smetvrees. Ze verkopen een product : een schoonmaakproduct, dus smetvrees is de beste advertentie strategie. Het zijn clowns. En de kleine jongetjes in de achterbuurten en krottenwijken rappen over de vrouwen anus alsof het hun enige bezit is. Maar ze kennen de betekenis niet. Ze verkopen het. Het zijn pooiers. Sinds alle lichaamsdelen een reflectie zijn van het goddelijke en van de natuur is het dus ook een hemelse plaats, een natuurverschijnsel. De anus klier in de hersenen is als de vulkaan van zachtheid, niet noodzakelijk van vuur, zoals hemelse zonnen ook niet van vuur hoeven te zijn, maar gewoon van bepaalde natuur-polen, zoals ijs, hardheid, water, aarde, klein, groot enzovoorts. Deze vulkaan heeft haar eigen zoetheid, geregeld door de zachtheid. Eerst moet alles zacht en zwak worden, wegvagen, zodat de lagere aardse wil kan sterven, en al het valse harde in ons kan afbreken, want dit houdt ons tegen. Alle lagere aardse muren moeten afgebroken worden. We mogen komen tot de zachte wateren van de hemelse natuur om tot diepere transcendentie te komen. Alles wat hard en vast is, met een hoge materiele dichtheid moeten we loslaten, om zo dieper te komen, dieper te zwemmen in dat wat de vulkaan heeft losgelaten. Deze vulkaan kan ons hele lichaam laten onderlopen. Al het valse "zelf" moet afsterven, om zo tot het ware zelf te komen, de hogere wil van de goddelijke natuur die de gnosis kent. Het is een buitenaardse ervaring. Hoofdstuk 12. De Paradijselijke Biologie Vanwege de Egyptische oorsprong kan er ook gezegd worden dat wanneer de islamieten op zoek zijn naar het wonder van de nacht, dan zijn ze in de Egyptische taal op zoek naar de verloren geraakte hersenklier, of anus klier. Buitenaardsen hadden geklooid met de menselijke genetica. Zelfs als een mens sterft is er geen makkelijke ontsnapping, want een beetje shamaan weet wat er in het hiernamaals te wachten staat, wat een verlengstuk van dit leven is. Geen letterlijke hemel of hel, maar scholen, gerechtshoven, gevangenissen, ziekenhuizen enzovoorts, net zoals op aarde. Elke "een beetje shamaan" weet dat de tandarts de grootste vijand is, zowel hier als in het hiernamaals, die kinderen van jongsaf aan gedwongen implanteert, in het bot, want tand is bot. Alle lichaamsfuncties worden zo in de war gestuurd, want het lichaam zal dit niet accepteren. Het lichaam herkent het niet als lichaams-eigen en gaat er dan omheen werken met alle gevolgen daarvan. Ook zijn de stoffen die gebruikt worden vaak supergiftig, en de zenuwen komen zo onder een enorme druk te staan. Bot-implantaties, oftewel vullingen, hebben hoge gezondheids-risico's, en in het hiernamaals gaat deze kermis rustig door, en ook geheel door het lichaam heen. Buitenaardsen krijgen macht door implantaties, en zo monitoren ze elke ziel. Sterven is geen uitgang uit de matrix. Neen. Het is het begin voor velen, want dan pas gaan ze zien waaruit ze voortkwamen. De tandarts is dus een reflectie van iets zwaar demonisch wat zich diep in de onderwereld afspeelt. Hierover wordt ook volop in de tweede bijbel gesproken, zowel door verhalen

als recht voor z'n raap. De aarde is onder een grote vloek. Het materiaal wat in het hiernamaals in de gestorven ziel wordt gespoten is genaamd "snode". Het is een verzamelnaam voor een heleboel soorten, zacht, hard, metaal, plastic, enzovoorts. Het wordt dus niet alleen in de tanden gedaan, maar ook in de kaken, en in andere botten van het lichaam, zowel bewust als onbewust. Dit zijn allemaal de gevolgen van het niet hebben van de anus klier in de hersenen. Shamanen zijn dan een soort esoterische tandartsen die deze gevaarlijke en giftige stof, snode, kunnen verwijderen, en zij kunnen het bot weer aanvullen met een geheel natuurlijke lichaamseigen stof, maar nog wel belangrijker is het activeren van de anus klier, anders is het dweilen met de kraan open. Tandartsen zijn het gevolg van het niet compleet zijn van het menselijk lichaam. Het zijn nare bijverschijnselen, en veel mensen hebben niet eens door dat de wortel van hun problemen het werk van de tandarts is. Ook worden tandarts-gerelateerde problemen doorgegeven van geslacht tot geslacht. Het zit diep in de genen van de mens. Tandartsen zijn geen vrienden van de gezondheid, maar vijanden, en vijanden van je ziel. Ze leggen de basis voor veel ellende, psychisch en lichamelijk, voor een kind. Daarom is het van belang al zo vroeg mogelijk te beginnen met het ontwikkelen van de verloren paradijselijke hersenklier. Snode is hypergevoelig gevangenismateriaal, een gevangenis-implantaat wat je onder stroom zet zodra je probeert het te verwijderen. In de ontsnappingspoging vallen veel doden, vaak door zelfdoding. Het spul zet je op tegen jezelf. Blijf daarom dichtbij de gnosis en bij de demonologie. Er is een weg. Veel mensen weten niet dat het "snode" is wat hen lastigvalt. Het kennen van snode is al het halve werk. Die implantaten liggen door het hele lichaam en tappen de mens af, houden de mens in de gaten, en besturen de mens. Door de paradijselijke anale hersenklier in het voorhoofd kan de mens beginnen los te komen van deze implantaten. De mens moet terug naar de paradijselijke vrucht van de gnosis. Het is dus een menselijk lichaamsdeel wat een sap afgeeft, uitscheidt, een sap om de snode-illusie te verbreken. In de onderwereld is hierover een grote strijd. De anale hersenklier zal elk beetje snode in ons lichaam onder stroom zetten en het losweken, maar dit is verbonden aan een heleboel wetten, en is een oorlog. Snode heeft ieder mens de oorlog verklaart, en wil ieder mens geheel voor zichzelf innemen. Alle tandartsen die niet esoterisch en holistisch zijn, dus tandartsen die spelletjes spelen met de mens door hen te implanteren in het bot met allerlei chemische en zwaar metalen rotzooi, zijn zwaar bezeten door Snode, en dit soort demonen vangen ook de mens die sterft op om ze verder te implanteren voor het hiernamaals. Zo dolen vele zielen rond met die troep in hun mond, op zoek naar een shamaan om hen hiervan vrij te helpen. De anale hersenklier is een portaal van transformatie, als een tuner. Ook is het het tegenovergestelde van een naaimachine, als een zachtmachine. Stel je in je voorhoofd een klein machinetje voor als een naaimachine, maar dan tegenovergesteld, in de zin dat het geen harde, scherpe naald is maar een geheel zachte, vloeibare pin die door een bepaald sap je verscheurde hart weer aan elkaar "naait". Ook je hersenen zelf worden zo geheeld door deze softmachine. Het is een soort roze spul. Het maakt contact met parallelle werelden, en kan op basis van gnosis-principes bepaalde contacten daarmee herstellen. Het is een shifter en een switcher tussen de dimensies. Het punt is dat de anus en de anus klier een bepaald trillingsgetal heeft wat door het hele lichaam heen hersteld dient te worden, omdat buitenaardsen dit trillingsgetal hadden uitgedoofd om het zaakje over te nemen. Wij bekijken dit dus vanuit medisch-esoterisch oogpunt, vanuit de demonologie. Het materiële is corrupt, maar wijst door naar een diepere realiteit, diepere principes. De mens mag komen tot deze verborgen zee van paradijselijk hormonaal sap met dit trillingsgetal. Het is het trillingsgetal van de zacht rood-roze planeet "hart en anus", wat een anti-stof afgeeft tegen corrupte straling van ondermeer Venus en Rigil Kent die beiden garant staan voor zg. overschoonmaak, te sterk geconcentreerde schoonmaakproducten, te chemisch en aggressief, gebaseerd op smetvrees, gebrek aan demonologie.

Hoofdstuk 13. De Verborgen Egypte-Wortel van Ezau Het leven bestaat uit zware worstelingen met energetische parasieten. Velen vechten er niet meer tegen maar hebben het gewoon op een contract of vriendschap gelegd met de parasieten, en gaan nu door het leven als vrolijke, gezellige mutsen en dozen. Zo zijn ze zelf een parasiet geworden, en willen daarom ook niets weten van de diepte en de demonologie, want dan gaan er teveel alarmen in hun hoofd af, en dan moeten ze weer worstelen. Ze gooien liever alles overboord om in een leugen te leven, de zachte, comfortabele, warme kokon van het eeuwige zelfbedrog. De weg van het kruis kennen ze niet. De prijs is hen te hoog. Ze hebben smetvrees. Zo schrobben ze hun huis, maar niet hun ziel. Het worden keukenfiguren : veel eten om alles te vergeten. Alles moet vooral mierzoet zijn, als een goed antidepressivum. Voor de rest gebruiken ze alcohol om alles weg te spoelen, en dat geeft ook nog eens een extra boost, een vrolijke hik. Zo gaan ze met een parasiet door het leven. Ze houden zichzelf voor de gek, en alles is omgekeerde wereld. Jakob en Ezau worstelden al met elkaar in de moederschoot. Jakob werd een tentenman, een huiselijk type, een muurbloem, meer romantisch, terwijl Ezau meer buitenshuis was, een jager ... veel bruter ... Jakob was meer een gezelligheidsmens, terwijl Ezau een eenling was, altijd op pad, altijd in de natuur. Jakob was ook meer een prater, en had een goed contact met zijn moeder. Veel mensen kunnen zich daarom ook meer vinden in Jakob dan in Ezau. Ezau was veel ruwer en abstract, veel onbereikbaarder, en daarom ook veelal verkeerd begrepen. Ik hield er vroeger altijd van om naar dominees te luisteren om te horen wat ze over Jakob en Ezau te vertellen hadden, en het kwam meestal op dit soort dingen neer. Al het geneuzel blijft lekker aan de oppervlakte, terwijl de oorspronkelijke grondteksten en de Egyptische achtergrond veel interessanter zijn. In het Hebreeuws staat er dat Ezau zijn eerstgeboorterecht, oftewel de aan hem beloofde erfenissen, verkocht voor rebellie, het loskomen van het civiele, de sociale norm, wat de rode soep in de wortel betekent. Het is een "gewelddadige", vechtlustige passie voor de gnosis, en daar gaf Ezau graag zijn aardse, lagere rechten en verplichtingen voor weg. Ezau wilde nog meer loskomen en dieper de natuur in. Ezau wilde het barbaarse, wilde pad op, en dat verkocht Jakob aan hem, in de zin dat Jakob de sociale verplichtingen van Ezau op zich nam. Ezau liet zijn bezittingen achter voor Jakob, omdat Ezau niet wist wat voor baat hij zou hebben bij bezittingen. Naar zijn gevoel hielden zijn bezittingen hem alleen maar tegen. In die zin is het dus waarschijnlijker dat Jakob een wapen verkocht aan Ezau, of hem aanbood te ontsnappen uit zijn sociale gevangenis. De Egyptische achtergrond is nog interessanter. Ezau wordt Suw genoemd in het Aramees, de moedertaal van het Hebreeuws. Het Aramees ligt in tussen het Egyptisch en het Hebreeuws. In die zin is het Egyptisch zowel de moedertaal van het Aramees als het Hebreeuws. Deze drie zijn de brontalen van de bijbel. Zonder het Egyptische fundament te begrijpen is het daarom onmogelijk de diepte van de bijbelse boodschap te begrijpen. De Egyptische wortel van Ezau, oftewel van Suw, is de god Shu, de brug tussen hemel en aarde. Shu was de eerstgeborene van Ra. Hij was zeer nomadisch, net als Suw. Shu's naam betekent in het Egyptisch ontladen en leegheid, het loslaten.

Hij was een strijder, een vechter, maar ondanks dat hij tot de overwinning kwam raakte hij enorm verzwakt als gevolg van de strijd. In de hal van Ma (Moa, Moat), oftewel de hal van wet en waarheid, de hal van het oordeel over de doden, was hij de vernietiger van de veroordeelde doden. Zijn naam betekent ook verkoop, en vooral het strijden over de verkoop, over de prijs, het onderhandelen, wat ook weer terugkomt in het Jakob en Suw verhaal. Dit is een metaforische verkoop, meer als een offering. Ook is hij in het Egyptisch de god van de kinderen. In zijn relatie tot de hal van Ma, wordt hij ook Sha-Ma genoemd. In het Egyptisch is de "sam" wortel de implantatie, het inprinten, graveren van de wet in het hart. De sam, sm, wortel betekent ook verbinden, de hemel met de aarde verbinden, en het gehoorzamen, wat ook weer terugkomt in het mannelijke Hebreeuwse werkwoord "shama". De sm, sma, is de fallus, de verbindingsplug hiertoe. Dit is ook de wortel voor Shama-el, oftewel Samuel, die als kind zijnde werd gebracht tot de tempel om God te dienen, wat ook de betekenis is van zijn naam. Er ligt dus een belangrijke esoterische verbinding tussen Ezau en Samuel. Samuel werd aan de tempel verkocht door zijn moeder Hannah. Samuel is een verdieping en verlengstuk van het Ezau verhaal. Suw, Ezau, komt tot Ma, de tempel van de onderwereld, en wordt zo Shama, Samuel. De sm, sma wortel betekent in het Egyptisch ook zowel tempel als haar, een ander kenmerk van Ezau, als de harige. Haar heeft in het Hebreeuws de betekenis van storm en van het mengen, wat ook de betekenis van de sm, sma wortel is in het Egyptisch. Suw gaf zich over aan drie vrouwen : ADAH – sieraad BASHEMATH – zoete odor OHOLIYBAMAH – nomadische tent in de wildernis van de hoge plaats, berg, oftewel tent van de berg van de moeder schoot, wat in de wortels ook oorlogsveld, arena betekent, en aanbiddingsplaats van een cultus. Deze vrouwen staan metaforisch voor het inprinten van de wet, het komen tot de tempel, zodat suw werd tot suwma, samuel. Dit was uiteindelijk waar het hem om te doen was, en wat hij in diepte van Jakob had "gekocht" door zijn leven te geven. Hiervan is de rode soep ook een beeld, namelijk van het messiaanse bloed van zelfopoffering voor een groter doel, namelijk het komen tot de tempel in de wildernis, de zwarte tabernakel, de meownah. Dit bloed is de overwinning over de lagere aardse wil. Vandaar dat er in de tweede bijbelse poezie en gnosis ook een zware link ligt tussen Ezau en Jezus. Ezau kwam verzwakt tot Jakob, en kwam tot het mysterie van het messiaanse bloed, uitgebeeld door de rode soep, wat een beeld is van het sterven aan het lagere zelf. We komen hier dus tot de kern van de paradijselijke anus klier in de hersenen, tot de zon van water, die is als een kwal. Om deze zon draaien de andere planeten verbonden aan deze paradijselijke klier, zoals de planeet "hart en anus". Ezau werd tot een woestijnvolk, Edom, zoals ook Shu in de Egyptologie werd tot een woestijnvolk. In de apocalypse zou de zon veranderen in een haren vel, wat het teken van Suw is, en van Suw komende tot de tempel, als Suwma, shama-el, als het komen van de storm, het mengsel, de brug tussen hemel en aarde, en tussen dag en nacht. Ezau heeft te maken met het kruis van Christus. Zoals Ezau harig was is dat ook de betekenis van Golgotha. Suw die wordt tot Suwma om zo tot de duistere tempel in de wildernis te komen, de verloren geraakte natuurwetten, is het pad van Golgotha. De verloren geraakte Egypte-Israel link brengt dus leven en richting tot de mythes van het Nieuwe Testament.

Hoofdstuk 14. De Oorspronkelijke Ladder van Ezau in de Egyptologie De rode soep die Ezau kocht in ruil voor zijn eerstgeboorterecht is een beeld van zijn bloed om los te komen van zijn lagere zelf en wil. Natuurlijk is dat metaforisch. Ezau is Suw in het oorspronkelijke Aramees, wat zijn wortels heeft in de god Shu, die ook besproken wordt in de sarcofaag teksten van het Midden Rijk. In Spreuk 75 wordt Shu beschreven als de woestste van de goden, en wordt er gesproken over de ladder van Shu in Spreuk 76, wat in de bijbel terugkomt als de Jakobsladder. Hier is het dus de ladder van Suw, van Ezau, en de ladder wordt gemaakt van het bloed van Shu. In deze spreuken wordt de ziel in de onderwereld zelf tot Shu, en kan uit de put komen door aan zichzelf te sterven en zichzelf te scheppen. De put komt terug in het Jozef verhaal, een zoon van Jakob. In de Egyptologie staat Shu op Geb, de aarde, en houdt Nut, de hemel, boven zijn hoofd. Geb en Nut zijn zijn twee kinderen die hij van elkaar gescheiden heeft, en waartussen hij de brug is. Shu is de leegheid, de god van de lucht, en hij wordt geboren uit de mond van Ra, als de adem. In Genesis komt dit terug waarin Suw als eerste uit de moederschoot komt, terwijl Yaqob als een Hebreeuwse transliteratie van Geb, zijn hiel vasthoudt. In de paradijs-profetie van Genesis 3 is dit net andersom, want daar staat (zit) Aqeb (voet, billen) op de slang, wat ook zo in de Egyptische mythe gebeurd dat Geb zich tegen Shu keert en tijdens de zwakheid van Shu zijn troon overneemt, wat in het Jakob en Ezau verhaal terugkomt als Jakob die het eerstgeboorterecht overneemt van Ezau wanneer deze zwak en hongerig terugkomt van de jacht. Ook Jezus moest tijdelijk onder de engelen geplaatst worden. Dit zijn seizoenen. Het zijn afwisselende realiteiten binnen de mens zelf. Zowel Shu als Geb zijn vormen waarin Ra zich veranderd tijdens zijn tocht door de onderwereld. In die zin betekent Yeshua, Yah-Shu, niets anders dan "het worden van Shu". Het gaat niet buiten het zelf om. Yeshuwah betekent redding in het Hebreeuws, overwinning, en in de diepte betekent het in stand houden en wraak. Het is gewoon een Israëlitische woord voor het succesvolle verzet. In de diepte van de woestijn is er uiteindelijk de tornado van Shu, de ladder van Ezau, waardoor de mens aan zichzelf afsterft door zelf Shu, Ezau, te worden. Het is een ladder van bloed, en dit zijn niks geen hocus pocus toestanden zoals in het westelijke christendom, die er gewoon Engelse drop van heeft gemaakt. De Egyptologie is een metaforische filosofie gebaseerd op buitenaardse technologie van de natuur, en heeft niet veel te maken met christelijke stokpaardjes en verdere struisvogel-politiek. De Egyptologie ligt open en bloot, en windt er geen doekjes omheen. Het was nooit zo simpel als het westelijke christendom in haar achterlijke ongeletterdheid heeft voorgesteld. Er gaat een grote diepte achter schuil. Dit kun je niet even kopen of winnen bij Klaas Kinkhoest ergens op de kermis. Het christendom verkoopt het bloed van Jezus als popcorn, maar deze hele wetenschap is van zijn sappen ontdaan, en is totaal niet meer wat het oorspronkelijk was. Ik heb altijd de tintelingen gevoeld als er over het bloed van Jezus gesproken werd, en ik heb er zelf veel over geschreven, altijd vanuit de diepte. Ik wist dat de kerken iets groots achterhielden. Ik wist dat de kerken het verkeerd voorstelden. Het was een valstrik geworden. Dan loop je op de kermis, en dan zie je die grote clowns staan, en dan moet je je vinger in zo'n gat steken, en dan tappen ze alles van je af. Dat is wat de verwestelijkte kerk is. Wij moeten terug naar de woestijn, terug naar de gnosis die verborgen ligt in Egypte, waarvan de Egyptenaren altijd al beweerden dat het iets technologisch was, als een kunst. Zij leefden dicht bij de natuur. Zij waren gegrepen door het buitenaardse. Het westelijke christendom is gebaseerd op het stadswezen, op controle politiek, op een markt, als zaken doen met een beest. Dit gruwelijke monster is een gedrocht van vraatzucht, en vreet de mensen op met huid en haar, en zo dienen hun zielen dit monster voor de rest van hun

bestaan. Daar waar de grondtalen van het natuur tijdperk nog poetisch waren en diep metaforisch, zo zijn de westelijke talen dit niet. Zij zijn plat, oppervlakkig en lomp. En maar pronken met allerlei rommel en met gestolen goederen. Alles is uit de context gehaald, alles is verdraaid. en ze maken kinderen ziek op school met gedwongen getalletjes en westelijke talen, maar diepere principes leren de kinderen niet. Kinderen worden op school gek gemaakt. Het is een grote schande dat de demonologie en de Egyptologie niet geleerd wordt, en zelfs niet de omliggende HebreeuwsAramese achtergronden. In de poezie van het eeuwig evangelie in de tweede bijbel wordt er gesteld dat als je in aanraking komt met gekken, dan moet je zelf nog wel gekker worden om eraan te kunnen ontkomen. Dit is ook te vinden in de worteldiepte van het woord Shu, want het leidt terug tot de heilige waanzin, de extase van de verscholen diepte van religie, de sih, waardoor je onder een hemelse, profetische hypnose komt, suh, vanuit een vrije geboorte, een heilige vrijheid, waardoor je in een hogere natuurlijke rang komt, als een ingewijde in de hemelse filosofie, sih. Dit leidt allemaal terug tot de achterliggende vrouwelijke Sé kern in de amazone theologie. De gnosis is er niet voor om de mens alleen maar dof te laten lijden, want lijden, en ook leegheid, is geen doel op zich. De mens moet komen tot de parallelle dimensie, tot de verdiepende dimensie die dwars tegen de huidige dimensie ingaat. De gnosis is creativiteit en extase, maar niet zoals de Toronto extase, en geen farizeeer extase van wat de boer niet kent dat vreet hij niet, maar van het hogere bewustzijn door het kruis. Confrontaties worden niet uit de weg gegaan. Als er een poort geopend moet worden, dan wordt er gestreden met de wachter, en dan gooit men het niet op een dealtje. Water of gif bij de wijn doen is nooit een betrouwbare gids. Mensen van de gnosis zijn radicale mensen, woest als Ezau. Lauwheid in de gnosis is ongetwijfeld fataal. De lat hangt zeer hoog, en maar weinigen zullen het poortje vinden. Ook dit komt weer terug in het Nieuwe Testament, dus we gooien zeer zeker het kind niet met het badwater weg. Ook Paulus sprak over de heilige waanzin, wat rechtstreeks uit de Egyptologie kwam : 1 Korinte 1 25 Want het dwaze van God is wijzer dan de mensen en het zwakke van God is sterker dan de mensen. De gnosis brengt uiteindelijk extase, oftewel inzicht, bar none. Hoofdstuk 15. Het Tephnut Mysterie in het Paradijs In de Aramese grondtekst van de bijbel was Ezau zowel jager als visser (sed, seda). Metaforisch staat de visser voor iemand die de diepte ingaat, en ook als het verwerken van het verleden. Ezau was een visser in de "yada", wat een Hebreeuws woord voor gnosis is, en onderscheiding (demonologie). Het is mythologie komende vanuit Egypte, dus het gaat niet om letterlijke vissers. De diepte van de oorspronkelijke Egyptische Ezau, Shu, kent verschillende wortelwoorden, zoals "seh" wat ook vissen betekent, vangen in een net. Ook Sa is zo'n wortelwoord, kennis, die altijd met

Ra was op zijn nachtboot om de wachters van de poorten der uren aan te spreken. Sa kwam hiervoor ook uit de mond van Ra, zoals Shu uit de mond van Ra kwam, dus zij horen bij elkaar als het gesproken Woord. We kunnen hierbij ook denken aan het mes of wapen wat uit de mond van Jezus komt in de apocalypse. Jezus is hier in het Aramees als de sms, de gouden zonneschijf, de shamasa (Shamash), de zonnegod en de god van het recht in de Semitische religies. Shama-sa betekent het gehoorzamen van de kennis, en is verbonden aan Shu (Ezau) en Samuel. Shu moest in de hal van Ma de veroordeelde doden vernietigen. In het Nieuwe Testament komt dit dus weer terug in de openbaring, waarin Jezus de opgestane is, wat ook de titel van Shu was. In Spreuk 76 van de Sarcofaag teksten (Coffin Texts) van het Midden Rijk raakt Shu in gevecht met een stier, die een beeld is van zijn chaos-zelf, om zo orde te scheppen. In dit gevecht doet hij de stier bloeden, opdat het een ladder zou vormen. Hij was diep in een afgrond, wat in de bijbel terugkomt in het Jozef verhaal, de zoon van Jakob. Door de Arcturische lens wordt dit vervormd geprojecteerd in Spanje in het stierenvechten. Dit komt omdat zij de metaforische, diepere wortels niet kennen. Ze willen de demonologie niet, dus ze bevechten de dierenwereld in plaats van aan zichzelf af te sterven. Het is een demente geest die daar aan de gang is, en ze noemen het traditie, dus het hoort zo, en daarmee uit. Met die dronkenlappen valt ook niet te discussiëren. Ze zullen vanzelf vallen door het zwaard van de gnosis, wanneer de gnosis zich zal openbaren ten volle. Ze zullen verblind raken en wegsmelten. Ze zullen het niet kunnen verdragen. En het is waar : In zowel de veda's als het christelijke Nieuwe Testament draait alles om de sm wortel, wat ze soma noemen. Voor de hindoes is dit een goddelijke drank, en voor de christenen is dit het lichaam van Christus. In de gnosis leidt dit terug tot de Shama, Shu in de tempel van Ma, de hal van het oordeel, als Samuel, het gehoorzamen van God. Samuel was een richter, een shaphat, wat in diepte gewoon metaforisch een "slager" is verbonden aan het laatste oordeel. Ook in de Tweede Bijbel komt de slager voor als metafoor van het verwerken van het verleden, van het geheugen. Letterlijke slagers zullen dus ook nooit tot deze diepte kunnen komen. Zij willen een materialistisch loon, een materialistische demonologie, om even snel met hun problemen af te rekenen. Zij hebben hun loon reeds, en zullen het in de hemel niet krijgen. De Tweede Bijbel is een slager van slagers, een matador tegen matadors. En dat is dus ook wat Ezau in diepte was, en waarom hij zo werd gehaat. Maar Ezau werd tot een groot woestijnvolk, Edom. De roependen in de woestijn zullen elkaar ontmoeten op de ladder van Ezau in de diepte van de woestijn. Dit zijn eenlingen die eerst zwaar zijn getest. Velen komen niet door de beproevingen van de woestijn heen. Het kost je alles om tot het beloofde land te gaan, maar het is het waard om alles voor deze parel te verkopen. Shu, als de storm tussen hemel en aarde, droeg de hemel, zijn dochter Nut, staande op Geb. Het staat in verband met Jezus in de christelijke mythologie en Atlas in de Griekse mythologie die de aarde moesten dragen. Shu wordt ook vaak afgebeeld met gespreidde armen. Shu raakte dus met zijn lagere aardse wil in gevecht als met de verschrikkelijke stier van chaos. Ezau had dus zijn eigen Pniël-ervaring, wat resulteerde in het verschijnen van de ladder. In het Nieuwe Testament komt deze hemelsladder terug in Tessalonicenzen. Hier gaan de heiligen de wolken in om Yeshua tegemoet te gaan, oftewel Yah-Shu, het worden van Shu, te worden als Ezau, en zo te worden tot Shama, Samuel, oftewel Shu in de hal van Ma, de heilige wet die geprint wordt in het hart, om zo de dolle stier van roekeloosheid totaal te overwinnen. Dit wil niet zeggen dat Ezau tot een zoete, lieve Gerritje wordt die nooit boos wordt en die als een ja-knikkende opa alles maar goedkeurt. Neen. De Gnosis is een woeste oorlogsvoerder die zich niet aan aardse en sociale normen en waarden houdt. Het wil zeggen dat Ezau zijn overmoed inwisselt voor heilige woestheid, in de zin dat hij ontembaar is voor het aardse systeem, rebels, voerende een hogere oorlog, zonder daarbij te vervallen tot materialistische methodes. Dit is het barbaarse pad van de demonologie, wat decoratief soms heel poetisch kan zijn, en zelfs plaats biedt voor zielen zoals Yaqob. Ezau en Yaqob zijn een bepaalde dualiteit binnen een mens. Ze staan voor bepaalde principes die met elkaar

in balans moeten komen. Dit is dus de Geb en Shu relatie in de Egyptologie. Met alle dingen die tot ons komen moeten we worstelen en ze niet zomaar aannemen. Dat is de natuur van Ezau. Eerst moet alles getoetst worden, en deze toets moet zuiver en eeuwig zijn. Dit kan alleen gebeuren als de mens aan zichzelf afsterft, als Ezau komende tot het kommetje rode soep. Genesis 25 29 Eens had Jakob een gerecht gekookt, en Esau kwam vermoeid van het veld. 30 Toen zeide Esau tot Jakob: Laat mij toch slokken van dat rode, dat rode daar, want ik ben moe. Daarom gaf men hem de naam Edom. 31 Maar Jakob zeide: Verkoop mij dan eerst uw eerstgeboorterecht. 32 En Esau zeide: Zie, ik sta op het punt van sterven; waartoe dient mij dan het eerstgeboorterecht? Edom, rood, heeft het wortelwoord Adam, ook rood, of rood zijn, rood geverfd. In die zin is Ezau dus ook verbonden aan Adam in het paradijs. In de Egyptologie was Tephnut, de regengodin, de vrouw van Shu. Tephnut betekent de appel of vrucht van Neith, de oermoeder en moeder van Ra. In de Aramese grondtekst van bovenstaande verzen gaat het om een implantatie, een gravering in het hart. Natuurlijk gaat het hier om een goddelijke, natuurlijke implantatie, als tegengesteld aan de implantaties van de tandarts, die daarvan een corrupte schaduw zijn door de Arcturische lens. Wij moeten de heilige, bovennatuurlijke implantaties en graveringen ontvangen om zo veilig te blijven tegen die van de lagere aardse gewesten. Het beeld van de hemelse implantaties en inprintingen is de heilige regen, oftewel Tephnut in het Egyptisch. Zij is de zus van Ma (Moa, Moat), de heilige wet, en werkt met haar samen. Tephnut is de installatie van de wet, van Ma. Ma, Moa, Moat, komt tot ons door Tephnut. Het Tephnut mysterie is van belang om los te komen van het lagere gezwam van tandartsen die de monden der mensen onder controle willen houden door hun giftige en valse implantaties van de lagere wil, de lagere, valse wet. Ook Tephnut is een woeste godin, vaak afgebeeld als een leeuwin. Zonder haar woestheid zou ze nooit de inprintingen in het hart kunnen verrichten. Shu beschermde Ra op zijn boot tegen slangen, oftewel tegen de sociale koorden die hem probeerden te strikken. In die zin was er een belangrijke Ra-Shu verbinding, als tussen vader en "zoon", als zijn innerlijke kind, zijn zoonzelf die luisterde naar zijn moederzelf. De ra-sha komt ook weer terug in de Hebreeuwse grondtekst van de bijbel als de recorders van de gerechtigheid, die alles vastleggen op tabletten in hieroglyphen in de heilige strijd tegen de stadgelijkvormigheid. Ra spuugde Shu uit als een wapen. Ook het spugen op zich is een beeld van Tephnut. Zij installeert door het Woord. Een Hebreeuws woord voor inprinten, graveren, is "cha-rash". Cha of Ga is in de Egyptische wortel gewoon het zien of het uitreiken naar, en de Egyptische res wortel is het ontwaken. Van charash, het inprinten van de wet, komt ook het Griekse woord 'charis', wat loon betekent, en waar ook weer het woord 'kerst' van komt, maar wat ze later steeds meer los begonnen te trekken van het oorspronkelijke loon, zodat het meer een gift was, genade. In de Egyptologie is dit een proces van zaaien en oogsten, wat ook weer abstract te vinden is in het hele begrip van kerstbomen. Ook dit is weer verbonden met de boom van kennis. Eten is een beeld van het inprinten. Telkens als de mens eet dan print hij zichzelf wat in. Ook de zaaier is hiervan een beeld. Eva moest Adam inwijden in de vrucht van kennis, van de moederboom, oftewel de appel, teph, van Neith, Tephnut, opdat hij aan zichzelf zou afsterven. Bij hem moest de wet ingeprint worden wat het programma in hem zou afdraaien om zo tot het beloofde land te komen. In die zin speelt Eva in de Hebreeuws-Aramese versie Tephnut. Eva was als de regen in het hoofd van Adam.

Tephnut is als het principe van de late regen, als het gevuld worden met het charismatische loon van de gnosis, in plaats van gevuld te worden met allerlei rommel van de tandarts. Dat is nogal een verschil. Het is daarom ook een dualiteit. Alle dingen hebben twee kanten. Eerst moet Tephnut daarom een soort zondvloed brengen, want ook de zondvloed was een uitstorting van het Tephnut principe. Hoofdstuk 16. De Kern Energie van de Psychologie De vrouwelijke partner van Shu is Tefnut, tfnt. Tef betekent zaad, vrucht en ook de kern (tf, tauf, taf) en woede, woestheid, passie, als de toorn, tf, van nut, oftewel de kern-energie van Nod. Dit is de Egyptische kern-energie, de kern van de Neith-moeder, waarnaar Ra een tocht maakt, zoals ook Kaïn deze tocht maakte in het Oude Testament. Zijn "broer" Hobel werd de stervende Ra genoemd (ra-ah, ra-a, herder, Hebreeuws), als een deel van hemzelf. Wij kunnen alleen tot de moederlijke kern-energie van Nod komen als we aan onszelf sterven. Ik had eens een droom over moeder Nod, en haar gezicht was de kern-energie van de hogere dromen. Haar gezicht bleef veranderen. Ik kon niet lang in haar gezicht kijken, omdat het te intens was. Als kind zijnde droomde ik vaak over de Egyptische moeder Nuwd, Nod. Ik kwam dus in die zin tot tf-nod, de kern-energie van Nod. Het was een hele pure energie, puur natuur, niet chemisch of materieel. Een paar dagen geleden droomde ik over deze kern-energie waar de diepte van de woestijn overging in woestijn-zee, in water, waar een tornado (Shu, Ezau) leidde tot waterzonnen, die waren als kwallen, vormende de paradijselijke hersenklieren. Ook wanneer Yeshua (het worden tot Shu) het over het water des levens heeft in het Nieuwe Testament, dan komt dat uit de onderwereld boeken van Egypte. In Spreuk 685 van de Pyramide Teksten van het Oude Rijk komt het water des levens voor als komende vanuit Shu en Tefnut. Door deze wateren wordt de mens gereinigd en vergoddelijkt in deze spreuk. Het zijn pure, natuurlijke wateren, stromend vanuit de geslachtsdelen van Shu en Tefnut, en die kunnen wij ook zien als hersenklieren. Dit gebeurt allemaal door Ra als het goddelijke zelf. Het zijn principes die de mens zelf moet worden. De mens moet deze taal leren. De wateren van Shu en Tefnut maken weer jong, brengen tot wedergeboorte. Dit zijn dus allemaal dynamieken binnen de mens zelf. De mens heeft niemand van node om hem te scheppen. De mens moet zichzelf scheppen, door de diepere natuurlijke principes. De mens hoeft niemand zwanger te maken dan zichzelf. In Spreuk 479 van de Pyramide Teksten wordt Ra opgedragen om de moeder Nod waardoor hij de tocht maakt, zwanger te maken met het zaad van haar eigen kern. Dit gaat over een diepere bevruchting door inzicht. Dit zijn dus polen binnen de mens zelf en natuurverschijnselen. Dit is het punt waarop Tefnut de hand van Ra vastpakt, en Ra geeft haar zijn hand. De boodschap van de Egytologie is : "Schep jezelf." Niemand kan dat voor je doen, want iedereen is slechts een bepaalde reflectie van jezelf. Niemand kan je dus daarwerkelijk bevrijden en ook niet daadwerkelijk vernietigen. Het leven is een visioen en een raadsel van het zelf. Het zelf wordt opgelost in de eeuwige principes van de natuur, oftewel de gnosis. Een vijand versla je door de vijand te "worden", wat ook weer een Yeshua principe is die aan het kruis stierf en gelijk werd aan de vijand. Dit worden betekent ten diepste dus transformeren. Dit komt ook weer terug in het Pre-Atlantische Dorga-tijdperk, oftewel het tijdperk van de natuur-mens. Word de vijand dus als een simulator, neem het cryptisch en gebruik het ten goede. Alles draagt een diepere

boodschap. Ook in die zin komt her er op aan geen smetvrees te hebben. Er zijn een heleboel goede principes die van de vijand overgenomen kunnen worden, maar dan net even op een andere manier, even een kwartslag gedraaid. De ander is slechts een losgeraakt alter ego van onszelf wat we ons weer op de juiste manier en op de juiste condities moeten toeeigenen, wat ook telkens weer terugkomt in de Egyptologie. In diepte is de mens dus niet afhankelijk van de ander, maar is de ander een spiegel waarin de mens zichzelf kan zien. Zo vervalt de mens ook niet tot afgoderij, ook niet tot zichzelf, want het zelf is slechts een abstractie van de gnosis. Het opgelost worden in de gnosis is het uiteindelijke doel. Er moet dus een goede balans blijven tussen het zelf en het onpersoonlijke principiële, anders vervalt men tot egoïsme en zelfverheerlijking. Zonder de verloochening van het lagere zelf en de lagere wil is men op een doodlopende weg. Tefnut is de wordende kern-energie, de scheppende, als de Yah, wat ook diep verborgen ligt in de cryptiek van het Yah-shua verhaal, net als Shu. Hier is het Yah-kob en E-Shu verhaal dus ook een reflectie van. We moeten de ander dus ook op een bepaalde manier worden, anders blijven we altijd ronddolen in heimwee en onbereikbaarheid, en dan wordt verlies ondragelijk. De ander als verloren parallel zal dus in het zelf geimplanteerd moeten worden op een natuurlijke manier, de goddelijke kern ervan, wat zich dan op een natuurlijke manier met het zelf gaat mengen, zodat het één geheel wordt en op een natuurlijke manier wordt aangepast. Tefnut staat dus voor die natuurlijke implantatie, als van avatars. Zo wordt de ander dus ook volkomen geneutraliseerd. Vandaar dat we niet alleen het kruis dienen te ontvangen, maar ook de spijkers. Dit proces kan alleen in de woeste wildernis gebeuren, niet in lauwe, onverschillige stadgelijkvormigheid. Door het Hebreeuwse "charash", het inprinten van de wet, komt het Griekse "charis", het ontvangen van loon. Dit is dan de esoterische diepte van het kerstfeest. Ezau wordt Edom, het rode, Adam, de aan zichzelf gestorvene, en komt zo tot de vrucht, de kern, van de gnosis, uitgereikt door Eva (Tefnut). Hij komt tot de ladder van het paradijs, en zo tot de kern-energie van het bewustzijn. Hoofdstuk 17. Het "Ik Ben" Principe van de Demonologie Spreuk 339 van de Pyramide Teksten van het Oude Rijk : In de woestijn leidt het Shu en Tefnut principe, oftewel Ezau en zijn vrouw(en), de ladder tot de kern energie van de psychologie, tot de honger en de dorst opdat er eerst wordt losgekomen van de voeding van de lagere wil. In dit proces sterft de lagere wil dan ook af, opdat het morgen-brood, het manna, van Shu en Tefnut ontvangen kan worden. Het is het goddelijke voedsel, het beeld van openbaring. Het metaforische spijsoffer in Leviticus betekent in de grondtekst in principe gewoon "naakt" komen tot God, wat de betekenis is van het fijne meel. Naaktheid is een abstractie van openbaring, omdat zo de bedekkingen zijn weggeschoven. Naaktheid is dus een metafoor van iets profetisch. Wanneer Yah-Shu, Yeshua, in

het Nieuwe Testament zegt dat hij het brood des levens is, dan komt dat rechtstreeks uit de Pyramide Teksten. De brood-mysteriën leefden al volop in het oude Egypte. In het Aramees is Tefnut getranslitereerd als Tw-ndd, Tw-Nod. Tw, taw is merkteken, en ndd is doen ontwaken door piercings, steken. De Tw is ook de laatste letter van het Aramese alfabet, zoals Yah-Shu zegt in Openbaring 22 : Ik ben de alaf, de eerste, en de taw, de laatste, het begin en het eind. De tw (Tav, Taf) is ook een kruis, waar de latere westerse T vandaan komt. De tw is de Semitische omega, de afsluiter. In de Pyramide teksten, in spreuk 254, komt Tefnut voor als de slangenstaf, wat ook weer terugkomt in de Mozes mythe. De slangenstaf, en ook de opgerichte staf in de woestijn, is een beeld van de installatie van de wet. Er moet een balans zijn tussen worden en zijn. Zoals Yah "worden" betekent, zo is de "Ik Ben" die Mozes ontmoette het "zijn". Dit gaat heel diep, en houdt zelfs assimilatie in, maar dan door het kruis. De mens lijdt onder de vijand, om zo vermengd te worden met de vijand om de verloren elementen over te nemen, en het kwade ten goede te keren. Aan het kruis werd Yah-Shu de dood en zonde gelijkvormig, zowel als een spion en als herschepper. YahShu werd gelijk aan de vijand, de tegenstander, door het kruis, smolt er geheel in over, en werd zelf tot satan, maar dan op een hele andere manier. In het Oude Testament worden God of de engelen soms ook tot satan in de grondtekst, omdat het een neutraal woord is van iets wederstaan, als tegenstelling. Het gaat er dus om dit goed in te vullen. Wij moeten komen tot de Ik Ben, en dan kunnen we de naam van onze vijand erachter zetten, wat een mens kan zijn, of een monsterlijk probleem of wat dan ook. Het zijn losgeraakte onderdelen van ons die corrupt zijn geworden, en die we weer moeten terugclaimen. De Ik Ben is dus belangrijk in de demonologie, in de strijd. Ik Ben ... en dan kunnen we het hele rijtje afgaan van mensen en geesten die ons onrecht hebben aangedaan. Laat iemand anders het niet zijn, want dan ga je eraan. Wees het zelf en gebruik het ten goede, door het kruis. Assimileer het en gebruik het ten goede. Dit thema komt telkens weer terug in de tweede bijbel, en ook in de Egyptologie en de grondteksten van de bijbel. Ook komt dit voor in de Dorga theologie van het pre-atlantische tijdperk, het tijdperk van de natuurmens. De Ik Ben is een machtig wapen in de strijd. In het Egyptisch is dit de N'k. Zo worden de poorten tot de parallel werelden geopend. De Ik Ben is de sleutel. Het Kwaad is verdraaide goede principes die hun timing hebben verloren en hun oorspronkelijke hierarchieën en volgordes. Het Kwaad is de cryptiek van het Goede. Het gaat dus om het ontwaken in de Ik Ben, in de baarmoeder van Tefnut, de kern energie van de demonologie. De woestheid is dus scheppend en herscheppend, en ook weer ordenend, verdiepend, als een dualiteit, en niet een onbeheerste, overextreme, eeuwige aggressie zoals bij de fundamentalistische christenen, maar ook zij dragen een stuk van cryptische waarheid wat begrepen moet worden, dus ook zij moeten toegevoegd worden aan de Ik Ben. Ik Ben hen. Ik dring door tot hun goddelijke zaad, tot hun goede parallel. Ik ben hen. Je kunt ze dus desnoods naam voor naam gaan opnoemen. Jij bent ze allemaal. Het zijn delen van jou, losgeraakte stukken potentiele gnosis. Het is zaad waarmee gewerkt moet worden. Dit komt ook diep terug in de hindoeistische leer. Mozes kwam tot deze kern energie toen hij de brandende braamstruik ontmoette waarin Ik Ben verscheen, als de Tefnut moeder, de kern van de moeder. De braamstruik stond in brand, maar werd niet verteerd. Ditzelfde soort vuur wordt beschreven in het IJsroosje sprookje van de tweede bijbel. Mozes moest zijn gelaat verbergen want hij kon het niet aan, het was te intens. Ook ik kon er niet te lang naar kijken in mijn droom toen ik de kern energie van de Nod moeder zag (Tfnt). Het was zo wonderlijk dat het ondragelijk was. Ik kon het alleen verdragen in kleine beetjes. Ook als kind heb ik verschillende ontmoetingen met de moeder God gehad, en dat terwijl ik zwaar orthodox was opgevoed met alleen een vader God. Een moeder God was dus in principe onbekend voor mij in mijn opvoeding, maar Zij riep mij door donder en bliksem. Een heleboel dingen begreep ik niet. Van alles wat ik heb meegemaakt heb ik nog geen 1% aan de mensheid verteld. In ieder geval riep Zij mij bij mijn naam, als het Ik Ben principe. Voor de orthodoxe christenen is dat vaak : Ik Ben Niet, want voor hen is het altijd iemand anders die het moet zijn. Zij schuiven graag alles af. We

hebben te maken met een diepe natuurlijke technologie van het zijn. Het is zeker niet simpel en makkelijk. Veel gevaren liggen er op de loer, die al uitgebreid besproken zijn, en waarmee verder gegaan zal worden. Elke vijand stelt een bepaald verloren wapen van je voor, wat je weer terug moet nemen, op waarde moet leren schatten. Elke vijand representeert een gestolen deel van jou. Het is van jou. Je bent het zelf. Hoofdstuk 18. Puzzelogie Het "Ik Ben" principe wordt vaak overmatig en ongebalanceerd gerepresenteerd door India, en al helemaal door westerse New Age groepen die hier een soort van snelkookcursus zelfvergoddelijking van maken, vaak voor een bepaalde markt. Het is de "feel good" generatie, en er wordt zo overmatig "positief" gedacht dat er helemaal geen plaats meer is voor de demonologie. Het alarm is dus overboord gekieperd, en zo komt men in een soort van parasitaire realiteit, een illusie van vretend licht, een verschrikkelijk gulzig gedrocht wat over de steden heerst. De natuur wordt verloochend en ontkend met al haar principes en processen. Het is een heel oppervlakkig hindoeisme geworden, losgesneden van al haar sappen, terwijl van oorsprong het hindoeisme zwaar demonologisch is, waarvan de schatten nog steeds diep opgeborgen liggen in India. Oppassen geblazen dus, want de kruisloze Ik Ben is een valse Ik Ben, een kermis opblaaspop. Spanje is een stuk losgeslagen demonologie wat daarbij hoort om de boel in balans te houden. Ik houd van de Spanje-India link, waarin Spanje als het raadsel van Shu en Ezau is. Over de Spaanse brug kan men zo veilig tot India komen, tot de kern energie van de Ik Ben, de Tef van Nod (tfnt). Dit heeft dus een diep Egyptologische context. Zonder Egypte zou de Spanje-India link in de fik vliegen. De Egyptologie heeft zich verder ontwikkeld door de Aramese en Hebreeuwse grondteksten van de bijbel. Door het Ik Ben principe van de demonologie is het ook van belang de Spanje Code te begrijpen. Spanje is een beeld van Shu (Ezau) in gevecht met de stier van de chaos van de lagere wil. Spanje op zichzelf, als materiële entiteit, leeft in diepe hekserij door dit alles te verletterlijken en te dramatiseren. Ik Ben Spanje is dan een roeping terug te gaan tot de metaforische demonologie van Egypte en India. Het Hebreeuws-Aramese Judaïsme en christendom kan dan begrepen en op waarde geschat worden in deze context. De valse, overmoedige Ik Ben is een parasiet genaamd Kua. Zij heeft de realiteiten van de gnosis nagebootst en verdraaid. Zij troont op illusies met een hoofd als een waterzon, of ijszon, hebbende een hart van ijs. Om haar draaien alle parasitaire planeten die met haar dineren in haar dinerzaal. Zij is de verdraaide gnosis door de Arcturische lens. Zij troont in het materialisme als een heks. Haar

hulpje is een leprechaun genaamd Tameer, die soms verschijnt als een varken met een arendskop. Hij doet verkrachtingen door implantaten, neemt wat hij wil en is dan weer weg. Het is een zwaar ziekelijke parasiet, als een afbuiging door de Arcturische lens (prisma). Deze valse geest van implantatie (gedwongen) heeft het "snode" materiaal gebrouwen en vervaardigd. Zij werken niet alleen in het medische systeem, maar ook in het rechtssysteem en het schoolsysteem. Deze valse Ik Ben kan zich niet in de ander verplaatsen, maar heeft zich gewoon boven iedereen als God aangestelt, als een dove heks. Als Shu (Ezau) dienst doet in de hal van Ma, dan wordt hij Shama, Samuel. Samuel stelt David aan als koning over Israël, als een ander deel van hem, zoals Ra in Aser, Osiris, veranderde, de koning van de onderwereld. In de Psalmen zien we de lijdensweg van David beschreven tot aan het kruis toe in Psalm 22 : 2 Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten, verre zijnde van mijn verlossing, bij de woorden van mijn jammerklacht? 3 Mijn God, ik roep des daags, en Gij antwoordt niet, en des nachts, en ik kom niet tot stilte. 17 Want honden hebben mij omringd, een bende boosdoeners heeft mij omsingeld, die mijn handen en voeten doorboren. 19 Zij verdelen mijn klederen onder elkander en werpen het lot over mijn gewaad. Ook spreekt David volop over zijn opgeslotenheid, zijn kooi. Er zijn vele parallellen met Aser, Osiris, S.R, waarin S, Shu, tezamen komt met R, Ra. De S is in het Matriarchische alfabet in het pre-dorgische tijdperk de proza, die een opslagplaats van de gnosis is. De R is in dit alfabet de psalmen, als de liturgische smeedkunst, wat allereerst gewoon literatuur is, en niet per sé gezongen. Het koningschap van David was één van de grootste evenementen van het Oude Testament, wat zelfs in het Nieuwe Testament gebruikt werd in het Jezus verhaal, die zal zitten op de troon van David. Er zal dus een brug zijn tussen de proza en de psalmen. Het is opmerkelijk dat het hele Mozes verhaal al in Egypte bestond. Mozes is in het Hebreeuws Mosheh, van het Egyptische M'sha, het opensplijten, wat Mozes ook deed : hij splitste de zee open. Ook betekent M'sha een doortocht. Het heeft de Egyptische m's wortel, van voortleiden, wat Mozes ook deed met zijn volk. Shu was ook degene die splitste. Hij splitste de aarde van de hemel. Mosheh komt van Ma-Shu, de wet van Shu, wat in de Hebreeuwse mythe gestalte krijgt in Mozes die de wet ontvangt en brengt tot het volk. Hij moet het volk door de woestijn, door de wildernis, leiden tot het beloofde land Kanaan, KNN, wat komt van de Egyptische knn, wat vochtig en riet betekent, en van kanu, wijngaard, tuin, riet. Khen is waterbron in de woestijn, als het diepste deel van het lichaam (khenu). Het is het meest heilige van een tempel. Ook is het een marktplaats. Khen is een Egyptische god. De Khena is de kooi en de vergetelheid, de eenzaamheid in de afgezonderdheid. Het is een vorm van ra als het Egyptische Khenra, wat opgesloten in de kooi betekent, of ra in de kooi, waarin hij dus ook loon ontvangt, als een hemelse marktplaats. De "khenru" zijn de eenlingen. De KN wortel (khn) is in het Egyptisch de afgezonderde en afgesnedene, wat in de Hebreeuwse mythe gepersonificeerd werd als Kain (Qayin). De khenr, khenr zijn de weggenomenen, de 'vernietigden' en de 'verlorenen'. Hobel, Abel, werd ook RA genoemd in de Hebreeuwse grondtekst, en werd door Kain 'omgebracht'. KN is het gehele pad van kooi tot woestijn tot loon, water, wat de mens in zichzelf moet ontdekken. De mens moet dus tot KN ontwaken. Het is de ontwaking van Kaïn, wat gebeurt in het zevende uur van de nachttocht door de

onderwereld, het uur van de wet van Kain (kaen-moat). In dit uur ontmoet Ra de god N'K (anku, ankh), wat staat voor "Ik Ben", die Mozes ontmoette in de brandende braamstruik. De god N'K bindt de heilige touwen zo goed vast dat er geen ontsnapping van kan zijn. Het is een god (principe) van eeuwigheid. Door het Ik Ben principe worden zo niet alleen de heiligen in veiligheid gesteld, maar wordt er ook door de god N'K zo afgerekend met de vijanden van Asar, S-R (Osiris), oftewel met de vijanden van de proza en de psalmen. Kain was de landbouwer, zoals KN, kenu in het Egyptisch graan betekent, en het zevende uur van de nachttocht, KN-MT, de wet van Kaïn, over graan gaat. Zowel in het Egyptisch als het Hebreeuws is graan een beeld van openbaring, het begrijpen van het Woord. De Egyptische KN wortel (qn) is de overwinning en de voleinding, wat dus gewoon het verstaan betekent. Zowel in het Egyptisch als het Aramees is het een woord voor priester. Het gehele boek Leviticus is in die zin gebaseerd op het KN, Kaïn principe. Het leidt helemaal terug tot het vrouwelijke principe KN, qena, in het Egyptisch, wat borst betekent. Ra (Hobel, Abel) daalt in de onderwereld, sterft aan zichzelf, door het Kaïn principe, en komt zo tot de borst (kn, qn) van Nod. Ook is de KN wortel vermenigvuldiging (qn), waardoor het Ik Ben-principe geinstalleerd kan worden, N'K. Hoofdstuk 19. De Indologische Wortel van het Charis-loon Het zevende uur van de nachttocht door de onderwereld, de Kaen-Moa(t), KNM, is de wet van de woestijntocht en de heilige kooi in het Egyptisch. De heilige kooi is er voor onze eigen veiligheid, voor bescherming en leiding. In deze kooi vindt openbaring plaats, het zaad van overwinning, van vertaling. KNM staat ook voor de ramgod Knum, Khnum (Khnemu) de vader van Ra en de echtgenoot van Neith, die Ra's moeder is. Khnum, Khnem, is de goddelijke pottenbakker, de schepper van de kinderen. Khnm, Khnem, is ook een nijlpaard godin. Khnm betekent bouwer, mengen, verbinden. De wet (ma) van Kain, oftewel KNM, Khnem, is dus de bouwer van het beloofde land Kanaan. We gaan kijken wat dit precies inhoudt, want de KNM wortel betekent in het Egyptisch een mengsel. Wij hebben dus ook andere delen nodig. Hiervoor gaan we naar de India parallel, de weelderige rijkdom van de heilige Sanskrit taal en de daarbij horende mythologie. De wet moest natuurlijk ingeprint worden, wat charash is in het Hebreeuws, en waarvan het Griekse woordje 'charis' afstamt, wat loon betekent, en gegeven loon (charismatische gave). De Egyptische wortel is khaara, wat vrucht en zaad betekent, en afdalen, khari. In het christendom wordt er onderscheid gemaakt tussen gave en vrucht, maar in de Egyptische context is de 'gave' dus iets wat je zelf voortbrengt, als een oogst, vandaar dat het dus om 'loon' gaat, en niet zomaar een gift. Het is iets wat je zelf bent, als een deel van jezelf, wat je in eerlijkheid hebt gezaaid en in eerlijkheid hebt geoogst. Charis komt van het Egyptische 'kheri', dienende, en van kheri-a, het voorttrekkende touw, waarin qar leegte betekent en qarr zwakheid. In de wortel komt het loon voort vanuit het totaal afsterven aan jezelf. Het is een Egyptische godin.

In de Sanskrit parallel zien we KRSI, agricultuur. Dit is ook zowel het wortelwoord voor Krishnah als voor Christus. Nah is in het Sanskrit de (ver)binding. De agricultuur is een symbool voor het principe van zaaien en oogsten. Al deze mythes zijn transcendentaal en syncretisch, aan elkaar verbonden. Ze leggen elkaar uit en vullen elkaar aan. Krishna is het Sanskrite wortelwoord van charis, loon, in de zin dat het loon niet buiten het zelf omgaat. Het lagere zelf moet afgelegd worden, en het ware, pure zelf wordt in dit proces geboren. Dit is waar Krishna voor staat. Dit is een trialiteit van zelfverloochening, wording, en zijn. In het oer-alfabet van het matriarchische tijdperk : K = visser met net als metafoor van diepte, het verwerken en vertalen van het verleden R = psalmist, persoon met een mes, de liturgische literatuur als een smeedkunst, de smid S = de verhalen verteller van de proza N = de peddelaar N is een soort Noach-persoon of Nun (Egyptologie). In de Bilha, deel I, boek 28, wordt deze letter besproken : 28. SARAM 1. De vrouwelijke Noach is N. Kwam Zij niet tot u met vele schepen om u te nemen tot de afgrond van Saram, wat door de Romeinen Mars genoemd wordt ? 2. Ziet, Zij waarschuwde u voor lange tijden, maar gij luisterde niet naar Haar. 3. Zo kwam Zij om uw wereld in vuur te laten vergaan. 4. In de dieptes van Saram gaf Zij u nieuw leven, en opende uw oren. 5. Volg Haar dan, en luister naar Haar stem. 6. Zij spreekt in vuur, het vuur dat uw wereld verbrandde. Ook is het een beeld van Heka, de peddelaar van de boot van Ra in de Egyptologie (Aker, Hagar, Haggaï). Het heeft dus zowel een mannelijke als vrouwelijke pool. Het is een nomadische letter, wat ook de eerste letter is van NOD, het land van de nomaden, als de tocht door de moeder NOD (Neith). De N roept dus op om progressief te zijn, om door te blijven vertalen. Krishna, charis-N, was geboren in een gevangenis, en werd een herder omringd met herdersmeisjes, genaamd de Gopi's, wat ook een Sanskrite parallel is van de Egyptische Geb, gp, de aarde. Gopi betekent ook natuur in het Sanskrit. De Gopi's zijn de vele reflecties van het Krishna-principe, wat een loonsprincipe is (charis), en het inprinten van de wet (charash). In de Rasa Lila, het hemelse spel of speelgoed, verandert Krishna in een heleboel Krishna's, een wonder wat door de Gopi's wordt aanschouwd. Zo sterven zij af aan de lagere aardse wil, wat ook een betekenis is van het Geb (gp) principe wat hieraan parallel loopt in de Egyptologie. Ook komen veel van deze principes weer terug in het christendom. Als de regenboog opkomt, dan mag het kind niet met het badwater worden weggeworpen. De gnosis is geen nazi. Op basis van de demonologie kan alles cryptisch aan elkaar gepast worden. Krishna heeft een mannelijke en vrouwelijke pool, zoals ook de Aramese Jezus. Die was in de mythologie ook een herder, en geboren tussen herders. Hij had vele vrouwen om zich heen die gezien kunnen worden als de gopi's, zoals Maria Magdalena en andere vrouwelijke volgelingen. De gb, gp wortel beeldt de verbinding met de moeder aarde en de natuur uit. Hier is ergens een belangrijk kruispunt tussen de Egyptologie en de Indologie, als een brug tussen twee parallellen. De gopi's volgden de fluit van Krishna. De fluit is ook een symbool van de smid die alles in elkaar doet passen. Zo maakt het krs-n-principe (charis-n) contact met al je verloren delen. Het is een

esoterische fluit, de bouwer van de proza. De proza is de opslagplaats van de gnosis. De fluit is transcendentaal, belangrijk om los te weken van de lagere aardse materialistische sferen. De fluit hoeft niet noodzakelijk muzikaal te zijn, maar is een abstractie van het spelen met woorden en taal. Charis-N is een beeld van het heilige speelse in de mens, de diepte-creativiteit. Het kan zo allerlei drama van het lagere aardse schijn-zelf gaan transmuteren. Krishna, Charis-N, oftewel de tocht van loon, is het diepste Zelf, dus hierin leert de mens af om alles op iemand anders te projecteren. Het is de verantwoordelijkheid van ieder mens om te onthechten van de ander en het diepste Zelf in zichzelf te vinden. Charis-N is de Ik Ben in de Indologie, wat parallel loopt aan de Egyptologie. Het zelf kan alleen waarlijk verloochend worden als het diepste Zelf wordt gevonden. Hoofdstuk 20. De Indologische Wortel van Kolossenzen en Galaten Mensen in het Westen denken zo verschrikkelijk nauw dat de Indologische parallel belangrijk is om hieruit te ontsnappen. Het Westen is een totale nachtmerrie van taal. De Westerse talen zijn letterlijk, materialistisch en oppervlakkig. Het kent geen diepte en geen poezie. Niets kan en niets mag. Het moet allemaal op de manier van deze aristocratische piraten. Maar de zee van Indologie zal hen overspoelen. De wondervogels van het Sanskrit zullen komen om hen van de gnosis mee te nemen. Ook de wondervissen van het Sanskrit zullen komen om hen van de gnosis mee te nemen. Hiertoe is het oorlog. De Westerse farizeistische schelp moet gebroken worden. De taalpiraten willen mensen dwingen met hun implantaten om de mens kortzichtig te maken als hen, of erger. De Sanskrite wortel is poetisch. Het laat zich niet in een klein hokje drukken. Al deze verdrukkingen doen de fluitketel aangaan, en de thee zal overstromen. In die zin hebben we inprintingen van de gnosis nodig om aan de valse implantatie te ontkomen die ons in de stadse schelp wil houden aan de oppervlaktes. Dit is de charis, het loon, in christelijke taal 'de charismatische gaven' die Calvijn in Filippenzen 1 de ware tekenen van godvruchtigheid als de merktekens van adoptie noemt. Alleen door de hemelse adoptie ontkomen we aan de implantaties van valse adopties, die door ontvoeringen waren ingebracht. Als iemand dan een hemels spuitje van de oneindige kennis heeft gehad, oftewel van de gnosis, dan zal het vlees, oftewel de oppervlakkige, aardse wil hiertegen hevig protesteren, en dat geeft dan nare bijwerkingen die we om ons heen zien. Het is als de avonturen van Pietje Prik. Maar in deze tegenstelling kan de hemelse kennis zich juist in een mens ontwikkelen. Dus we kijken naar het verleden en zijn overstuur, maar dan mogen we dit vertalen tot wat het werkelijk was. De sluiers mogen dan weggeschoven worden. Het medicijn geneest juist door de bijwerkingen. De bijwerkingen zijn als de steigers van het huis. In het boek Colosse bespreekt Paulus het centrum van de kerk, als een technologische dynamiek :

1:18-20 18 En Hij is het hoofd van het lichaam, de gemeente. Hij is het begin, de eerstgeborene uit de doden, zodat Hij onder alles de eerste geworden is. 19 Want het heeft de ganse volheid behaagd in Hem woning te maken, 20 en door Hem, vrede gemaakt hebbende door het bloed zijns kruises, alle dingen weder met Zich te verzoenen, door Hem, hetzij wat op de aarde, hetzij wat in de hemelen is. Dit komt regelrecht uit de Egyptologie over Shu, de eerstgeborene van Ra (God), die in een kruishouding de aarde (geb) verzoende met de hemel (nod). Shu betekent de opgestane. Het is iets metaforisch en natuurlijks wat in ieder mens moet plaatsvinden, vandaar ook het woord Yah-Shu, Yeshua, wat het worden van Shu betekent, wat dus heel persoonlijk is, en niet ver weg. Het is dus als een voorbeeld opgesteld, als een symbolische voorstelling van het natuur-proces van zaaien en oogsten. Heb je een probleem, dan kan dat zelfs de sleutel zijn tot je verdere ontwikkeling, iets wat zelfs terugkomt in een sprookje als Assepoester. Het gaat om het openstaan voor andere talen en culturen die hetzelfde zeggen. Alle religies komen in diepte neer op dezelfde kern, dus het is niet nodig onderscheid te maken. De mens mag zo komen tot de verzoening tussen hemel en aarde, door de verzoening tussen de verschillende culturen en talen. Dit is iets moois. Dit is nodig. Niemand zit te wachten op verdere religieuze oorlogen. Colosse was een deportatie gebied waar Joodse families vanuit Babylonisch gebied naartoe werden gebracht. Zowel Colosse als de havenstad Efeze waren steden in Frygië in het huidige Turkije. Turkije is een brug tussen Europa en Azie, met de zee aan weerszijden, de Zwarte zee en de Middellandse zee, als een schiereiland. De Colosse brief was geschreven vanuit de gevangenis. Naast Colosse lag de rivier de Lycus die daar de aarde inging en een eind verderop weer opkwam om langs Laodicea te gaan. Deze verstoring of onderbreking komt ook weer terug in het Sanskrite wortelwoord van Colosse : Kalusya. Hiervan is het wortelwoord kleza, wat een zwaar lijden is wat veel energie kost. Kalusya is de sedimentatie waardoor gesteente ontstaat door het bezinken en ophopen van sedimenten. Dit is ook verbonden aan kelasa, kristal of kristallen tempel, als de top van een berg. Ook is kola een wortelwoord, wat schoot betekent, baarmoeder, en borst waarin zich een barbaars (rebels) wapen vormt. Ook betekent het 'boot' (kaula). Dit zijn allemaal metaforen voor het lijdensproces waaruit overwinning voortkomt, leven vanuit de dood. Calvijn stelt in zijn commentaar op de Colosse brief dat voorzichtigheid groeit door de blokkades op het pad. In tegenstelling tot blind geloof stelt hij ook dat er gestreefd moet worden naar zekerheden die de majesteit van de goede boodschap kunnen dragen en uitvoeren. Voorzichtigheid maakt korte metten met blind geloof, en voorzichtigheid brengt ook weer een persoonlijke factor. Ook brengt voorzichtigheid onderscheiding. Deze goede boodschap, stelt Calvijn, zondert de mens af tot het eeuwig leven. We zien het natuurverschijnsel van de Lycus rivier ook weer terug in Openbaring 12 : 15 En de slang wierp uit haar bek water achter de vrouw als een stroom, om haar door de stroom te laten medesleuren. 16 En de aarde kwam de vrouw te hulp en de aarde opende haar mond en verzwolg de stroom, die de draak uit zijn bek had geworpen. De baarmoeder neemt al onze problemen in en onderscheid het en maakt er iets moois van. De baarmoeder gooit dus zeer zeker het kind niet met de rommel weg. De baarmoeder is altijd weer transformerend, als een recycler. Calvijn stelt ook dat in diepte de goede boodschap geen gift is, maar een voorbeeld van geduld, want ieder voor zich zal de dood aan zichzelf moeten sterven om aan deze dingen deel te hebben. Hij haalt het voorbeeld aan van een boom die diep moet wortelen in heilige vreze (voorzichtigheid) in plaats van groot willen zijn in vol aanzien door praterige vooroordelen. Hij stelt dat

ondankbaarheid ervoor zorgt dat we niet kunnen wortelen. Eigenlijk komt er dan bij me op dat ondankbaarheid een soort van hoesten is als we het voedsel van de gnosis aangeboden krijgen, het afwijzen van hemels voedsel, als Klaas Kinkhoest. De Sanskrite wortel 'kola' van Colosse betekent ook de vrucht van de Jujube boom wat tegen hoesten wordt gebruikt. Ook wordt er beweert dat de vrucht verzoening bewerkt. Calvijn stelt dan dat er vele misleiders zijn met allerlei vrome woorden die uitgezonden zijn om te plunderen, zoals ook gesteld wordt in de Colosse brief. Hij stelt dan dat alles getest moet worden op de diepte. Hij stelt dat we daarom uitermate voorzichtig moeten zijn met tradities van mensen, de elementen waarop de samenleving is gebouwd, want daarin schuilt juist vaak het kwaad, en het wordt voortdurend uitgebroed in de hoofden van de mensen. Het boek Galaten heeft in het Sanskrit de wortel galati, wat onthechting betekent, het afdalen, het vallen, wat ook wordt uitgebeeld door het slikken, het eten, symbolisch. Galati is het verdwijnen, maar ook het manifesteren, als de openbaring, wat ook de Aramese GLY wortel betekent. Al met al is het Sanskrite galati een filter, de onderscheiding. Hierdoor ligt er een brug tussen Kolosse en Galatië, als zijnde dat de mens tot de Jujabe boom komt om van de vrucht te eten. De tegenwerkende, oppervlakkige wil lost zo op. Ook Galatië lag in het huidige Turkije, in de hooglanden. Beide boeken lopen parallel aan elkaar en kruizen elkaar. Waar het in diepte op neer komt in de Galaten brief is dat het niet om werken op zich gaat, maar om de overgave aan het hemelse, zodat het hemelse, de gnosis, door ons heen kan werken, zodat alles zuiver blijft. Het gaat dus om het werk van de gnosis, door de overgave. De mens in de stad moet aan zichzelf sterven om afgescheiden te worden van de oppervlakkige, corrupte werken van de stad. Calvijn stelt in zijn commentaar op de Galaten brief dat de Galaten de goede boodschap corrupt hebben gemaakt, en verdraaid, tot bijgeloof. Ze hebben zichzelf een eigen beeld gemaakt van de hemelse realiteiten, wat puur hun eigen mening is, hun eigen uitvinding. Calvijn stelt dat je God niet zomaar mag verzinnen. De Galaten hadden God gemaakt in plaats van andersom. Calvijn stelt dat de Galaten dit deden omdat ze ondankbaar waren geworden en niet konden wachten op ware openbaring. Ze hadden het probleem dat ze geen geduld hadden ontwikkeld, en zo werden ze weggegrepen door lichtzinnigheid. Calvijn stelt dat ze de goede boodschap hadden ondermijnt en dat was in zijn ogen een grote misdaad, als het verwonden van God. Volgens Calvijn was het nog wel erger dan corruptie. Voor Calvijn is het simpel : Je kan alleen iets geloven als je het kent. Hij stelt dat er geen geloof mogelijk is zonder kennis. Als aanvulling wil ik hierbij aangeven dat geloof in het Grieks gewoon horen en gehoorzamen is, trouw zijn tot de hemel, de realiteit van de oneindige kennis. Calvijn doet hier een belangrijke uitspraak die in principe neerkomt op : "Geloof zonder kennis is dood." Calvijn is uiterst op zijn hoede wanneer lieden over geloof beginnen te praten. Hij prikt er met zijn grote kennis dwars doorheen. Calvijn was zeer zeker geen zoetsappig, kerkelijk geloofsmannetje die allerlei ronddraaiende aangeleerde geloofsformules opprevelde als een soort papegaai. Neen. Calvijn was een piraat met veel gestolen schatten aan kennis, wat hem tot een interessante historische figuur maken waarmee we veel kunnen optrekken, maar waarbij we ook een duidelijke streep moeten trekken, omdat hij geheel bij die tijd hoorde. Op veel punten moet Calvijn een kwartslag gedraaid worden, en moet er grote verdieping komen. Het is zeer bruikbaar en creatief materiaal zolang er aan die regel gehouden wordt : esoterisch met Calvijn omgaan, syncretisch, en niet orthodox en conventioneel. De boodschap van Galaten is dat de oppervlakkige, corrupte wet moet plaatsmaken voor de wet van de kennis. Het is als Adam komende tot de jujube boom der kennis (Colosse) zodat zijn oppervlakkige, vooroordelende natuur zou afsterven. Dit is wat het Sanskrit, de heilige taal van India, laat zien, want galati betekent de val als een onthechting, als het eten van de openbaring die druppelt. Het druppelen betekent dat het een proces is. Dit is om geduld op te wekken.

Calvijn wilde een nieuwe betekenis geven aan het woordje geloof, want hij was erg op zijn hoede. Hij gaf als definitie dat het ware geloof het geweten is wat zich geheel aan God alleen heeft overgegeven in volharding en vastheid, als tegengesteld aan trots vertrouwen in het materiële. Dit is volgens hem niet zomaar iets wat er al is, maar een beoefening. Er is verschil tussen een oneindige wet en een oppervlakkige wet. Beiden zijn als wilde honden op de mens afgestuurd op de mens te testen. Calvijn stelt dat het niet om oppervlakkig geloof gaat, want dat is bedriegelijk. Het gaat om de volle openbaring van dingen die eerder alleen maar vaag waren. Hij stelde dat hen van eerdere tijden te weinig inzicht hadden om dingen met zekerheid vast te stellen, en dat er daarom naar een nieuwe en andere methode gezocht moet worden. Hij stelt dat er vroeger geen ware openbaring was, alleen maar het zaad van ware openbaring. Calvijn stelt dat ze vroeger onder een vloek leefden hierom. Ze waren gevangenen van de lagere wet, gevangenen van een onvolkomen school. Vervolgens stelt Calvijn dat om hier aan te ontkomen moet de mens eten van de vrucht van de hemelse adoptie. Die adoptie is door de verlichting door hemelse kennis, zonder welke we verslaafd blijven aan valse religie, wat voor smoesjes we er dan ook voor mogen gebruiken. Hoofdstuk 21. Filippi de Paardrijder Loon is een abstractie van timing. Loon komt nooit te vroeg en nooit te laat. Genade, giften, kunnen te vroeg of te laat komen. De mens moet leren leven door eerlijk loon, oftewel ware timing. De hemelse klok is er voor hemelse bescherming en leiding. In de nacht glijdt al het oppervlakkige af als een sluier en gaat de mens de diepte in. Vandaar dat veel arabieren wachten op de wonderlijke nacht, een natuurverschijnsel. In India heeft Krishna de betekenis van de wonderlijke nacht, dus het ligt allemaal heel dicht bij elkaar. Er mag een brug komen tussen Arabië en India. Deze mysteriën vullen elkaar aan. De mens heeft een diep natuurzelf die versluierd is door zijn droomstad zelf, als een raadsel, want de mens leeft in een stadse wereld waar steden heerschappij voeren over de mens. Omdat de mens het natuurzelf nog niet kon grijpen hebben de hersenen een soort schijnzelf geschapen, een sluier van illusie waarin het ware zelf cryptisch opgeborgen ligt. De mens heeft nog geen diepe kennis van het natuurzelf, dus de hersenen hebben een soort simulator gemaakt waarin de mens leeft. Krishna, charis-n is het loon van de peddelaar, van volhouden, geduld en volharding. Soms wordt de mens op die tocht overrompeld om de mens te testen en om de mens voorzichtig te maken, vanwege de vele gevaren in het oerwoud van het leven wat achter alles schuil gaat. Denk je dus eens in : allerlei ingewikkelde situaties of patronen in je leven zijn dus bepaalde onbekende bomen en planten van dit oerwoud. Ze hebben verborgen medicinale capaciteiten. De mens mag die in zijn leven leren ontdekken. Gebruik je van bepaalde stoffen teveel of te weinig, dan kan het giftig zijn. Vandaar dat de mens timing moet leren, waarvan loon een symbool is. Eerlijk loon houdt je op het ware pad. Genade en gaven waar je niet toe voorbereid bent, die je niet hebt "verdiend" is als een

roofdier om je te grijpen. Vandaar dat de Vur en het Vurische een handleiding hierin mag zijn, als een weg van het stadse zelf tot het diepere droomstad zelf die leidt tot het tuinzelf en zo tot het natuurzelf. Ik noem het woordje 'zelf' omdat dit een heel persoonlijk proces is waarin je ook het schijnzelf als een sluier kunt afleggen. Het zelf is in die zin een abstractie van de paradijselijke principes. Die mag je zelf dus gaan toepassen en worden, opdat je schijnzelf in dat proces geheel opgelost wordt. Het zelf bestaat dus uit een heleboel verschillende laagjes. Zo mag alles afgepeld worden totdat je kernzelf overblijft. Dit is een lastig proces. De mens zit namelijk opgesloten in een schelp. Ook kunnen we dat niet forceren. Het is als het uitbroeden van een ei. Als je voordat het tijd is het ei openmaakt heb je niks. Vandaar dat het weer om timing gaat waarvan loon een metafoor is. In het westen is er de charis-T, oftewel christ, christus, wat betekent : Het loon (Grieks : charis) van het kruis, de Aramese T, de taw, de laatste letter van het Aramese alfabet, als de Aramese omega. Dit is het loon van het lijden voor het hemelse doel. In het verre oosten is er dus de charis-N, oftewel krishna, het loon van de peddelaar, de volhouder, als de verdieping van de charis-T. De verhalen van christus en krishna lopen dan ook parallel met vele kruispunten. N, Nu, in het Egyptisch betekent de leegte, de afzondering, de onthechting, als de grote oerafgrond en oerbaarmoeder waaruit alles voortgekomen is. In de leegte is altijd weer doorgang, ook als het lijkt alsof je in alles wordt tegengehouden. Wij worden in alle dingen tegengehouden, maar nooit in onze groei. Blokkades leren ons voorzichtigheid en geduld om zo het ware pad te vinden, en dat is niet het ogenschijnlijke. Blokkades leren ons de diepte in te gaan. Soms moeten we even wat stapjes terugnemen, hebben we een belangrijke les vergeten, of ergens iets laten liggen. Zo is dat ook in video-spelletjes. Er is altijd een reden waarom we niet door een bepaalde deur kunnen. Soms moeten we het dan even ergens anders zoeken om daar de sleutel te vinden. Soms moet er eerst een verborgen wachter verslagen worden ergens. Het gaat om het leren puzzelen en het leren zoeken. Soms moeten we wachten voor een hele belangrijke reden, namelijk dat het nog geen tijd is. Soms is de situatie totaal onrijp. Forceer daarom niets, wat ook een boodschap is van de Vur. Let op het natuurlijke. Leer over hoe planten en bomen groeien. Maak contact met je tuinzelf en je natuurzelf. Zodra je aandacht aan ze schenkt zullen ze je onderwijzen. Dit onderwijs is niet altijd ogenschijnlijk dus. Verwacht geen papiertjes die uit de hemel vallen. Het zit in de kleine dingen. De mens mag leren opmerkzaam te worden. Dit is ook wat zowel de Griekse als Sanskrite betekenis van Filippi is, van het boek Filippenzen. Filippi betekent 'vriend van paarden'. De Sanskrite wortel is Vallabha, wat dezelfde betekenis heeft. Het paard is het symbool van de tocht door de natuur. De Filippi brief was net als de Colosse brief geschreven vanuit de gevangenis. Is dit dan een blokkade ? De andere Sanskrite wortel is Vilopa, wat onderbreking, verstoring en verlies betekent, als een pauze. Soms hebben we dus die pauzes nodig. Pauzes kunnen de herauten zijn van hemelse dingen. Moeten wij dan dankbaar zijn met het lijden ? In het boek Job zegt Job : 'De Hemel heeft gegeven, de Hemel heeft genomen. Zouden wij het goede van de Hemel aannemen en het kwade niet?' Alles heeft een bedoeling, wat de mens niet kan overzien. Daarom is er de metafoor van de Hemel waarop de mens zich kan richten. Dit is een verborgen capaciteit in de mens zelf. Een mens zit op school om naar het onderwijs te luisteren om zo zelf wijzer te worden en zo te veranderen in die wijsheid. Dit is voor ieder mens weggelegd. Het is de natuur waartoe de mens mag ontwaken. Mensen hebben daar hele simpele voorstellingen van gemaakt in religies, maar die voorstellingen mogen wel verdiept worden en samengevoegd, zodat de diepte zichtbaar wordt. Iedereen heeft een deel van de puzzel, iedere cultuur heeft wat. Wij mogen dus niet zeggen dat de hemel alleen van een bepaalde cultuur is. Dat zou racisme zijn. De talen horen bij elkaar, en vertellen een verhaal. Zijn wij daar open voor, of gaan we wachten op een nieuwe religieuze oorlog over wie god in zijn broekzak heeft en wie niet. Zijn religieuze oorlogen niet allemaal heel kinderachtig ? Maar dit hangt boven ons hoofd als wij onze kinderen en elkaar niet onderwijzen. Het is nog niet te laat.

Religieuze oorlogen zijn ondervoedde kinderen die nooit diep onderwijs hebben gehad. Is dit geen schande ? De Sanskrite Vallabha wortel van Filippi is ook een herder, waardoor het verbonden is aan Krishna en Christus, die beiden herders zijn. Ook is Vallabha een goede, onderwijzende vrouw van de natuur, moeder natuur. Zie hoe een kind in de buik van de moeder de tijd moet nemen om eerst in de buik te groeien. Je zou het gevangenschap kunnen noemen, maar als het kind te snel de buik uit zou gaan dan zou het een miskraam zijn. Dit soort gevangenschap is dus van levensbelang. Daarom zegt Paulus in hoofdstuk 4 : 11 Niet dat ik dit zeg, als zou ik gebrek lijden; want ik heb geleerd met de omstandigheden, waarin ik verkeer, genoegen te nemen. 12 Ik weet wat armoede is en ik weet wat overvloed is. In elk opzicht en in alle dingen ben ik ingewijd, zowel in verzadigd worden als in honger lijden, zowel in overvloed als in gebrek. De natuur leert dus de les dat het om natuurlijk vruchtdragen gaat in geduld, niet in overmoed en niet dat alles zomaar in de schoot wordt geworpen. Het is ten diepste dus geen gave. Dat zou levensgevaarlijk zijn. Deze stadse wereld is gebaseerd op overmoedige, onvoorzichtige gaven. Daarom zegt Paulus : 17 Niet, dat het mij om de gave te doen zou zijn, maar het is mij te doen om de opbrengst. Gaan we voor het cadeau, de gift, of gaan we voor de vrucht ? Het voortijdige cadeau leidt tot de dood. De vrucht leidt tot leven. Als je iets heel graag wil, denk dan eerst aan de ander, aan de behoefte van de ander, want je mag niemand het loon onthouden. Voordat je gegeven wil worden is het dus belangrijk de vraag te stellen : Heb je zelf al genoeg gegeven ? Het gaat om het zaaien, wortelschieten en vruchtdragen, deze trialiteit. Daarom zegt Paulus in hoofdstuk 2 : 2 Maakt dan mijn blijdschap volkomen door eensgezind te zijn, één in liefdebetoon, één van ziel, één in streven, 3 zonder zelfzucht of ijdel eerbejag; doch in ootmoedigheid achte de een de ander uitnemender dan zichzelf; en ieder lette niet slechts op zijn eigen belang, 4 maar ieder lette ook op dat van anderen. Wij kunnen in die eensgezindheid van een ieder iets leren en van iedere cultuur. Juist in de gevangenis van ons leven gebeurt dit wonder dat we ineens contact hebben met de ander die door iets soortgelijks heengaat. Ineens kunnen we de ander door dit wonder zo begrijpen en op waarde schatten. De kooi is dus juist de tunnel tot de ander. Wij mogen de kooi, oftewel de beperkingen, in ons leven dus niet onderschatten. Eén van de eerste dingen die Paulus opnoemt in de Filippi brief, tijdens zijn Romeinse gevangenschap is dankbaarheid, want door zijn kooi komt hij in aanraking met anderen die in kooien leven en kan zo nieuwe geboorte aan hen geven. En zo kunnen zij ook weer aan anderen nieuwe geboorte geven. Paulus kan op die manier dus loon schenken aan anderen die op ditzelfde niveau zijn gekomen. In het Sanskrit is Filippi (vallabha, vilopa) de wonderlijke bevruchtingsmethodes van de natuur. Kijk maar eens naar de bomen en de bloemen hoe die zich voortplanten. Ze staan allemaal afgezonderd in hun eigen kooi om het zomaar eens te zeggen, en het stuifmeel wordt overgebracht door de wind en de insecten. Filippi is de vruchtbaarheid van de kooi. In de Sanskrite wortel is Filippi ook de vrouwelijke koeherders, die in de Indologie ook wel de gopi's worden genoemd, en die altijd om Krishna heen waren. Paulus laat in de Griekse grondtekst

weten dat hij in de buik van de hemel is, waarvan zijn gevangenschap een schaduw is. Hij bevindt zich dus in de baarmoeder van moeder paradijs, van de herderin. De buik van de hemel, en ook de herderinnen, zijn beelden van de tedere zorg en aandacht die er voor ieder mens is die tot dit mysterie komt. Ook is deze ontferming dus zeer voorzichtig en vluchtig, zoals ook in de Vur wordt beschreven. Waarom is dit ? Dit gebeurt opdat wij gevoelig zullen worden, en onszelf kunnen ontwikkelen. Dit zou niet kunnen gebeuren als alles maar als een sinterklaas in onze schoot wordt geworpen. Stel je voor. Daar zouden de grootste ongelukken van komen. Het maakt de mens lui, afgestompt, ongevoelig, en zo een gemakkelijke prooi voor parasitaire roofdieren. De hemelse natuur is wijs en werkt met strategie. Van het geprojecteerde en opgelegde schijnzelf komt de mens niet zomaar af. De mens komt niet zomaar af van de lagere wil die telkens als een schaduw de mens overal stalkt. Daarom moet de mens de lagere wil temmen en leren berijden zoals een paard, wat ook de boodschap en betekenis is van Filippenzen. Oppervlakkigheid is potentieel creatief materiaal, en mag cryptisch benaderd worden om zo de droomstad te bouwen waarin er een pad is tot de tuin en zo tot de natuur. Teveel vrijheid is hierin een gevaar, als valse, corrupte vrijheid die de mens doet afdwalen. Daarom is de kooi belangrijk, de grenzen in het leven van een mens, de restricties. Door dit principe op waarde te schatten kan de mens veel vrucht dragen. Hoofdstuk 22. Het Geheim van de Indische Vijgeboom Vannacht had ik een droom dat ik een diploma had behaald in een bepaalde vechtsport. Ik vond dat vreemd, want ik had vroeger al mijn karate diploma's verscheurd en was niet van plan om nog andere vechtsport diploma's te halen, maar toen ik wakker werd realiseerde ik me natuurlijk dat het iets symbolisch was, als een vechtsport in de hemelse gewesten waarvan ik een diploma had gehaald. Het heeft te maken met het decoderen van het Nieuwe Testament, wat een zeer gedisciplineerde kunst is, als een gevechtskunst metaforisch gezien. Als je bijvoorbeeld kijkt naar flamingo's die op één been staan, dan is dat een teken van concentratie in een soort van energetische gevechtskunst waar de mens nog niet veel weet van heeft. Die gevechtskunst is het doorvertalen en ontcijferen van dingen, zodat er diepte komt. Vandaar dat er laatst wat tweede bijbel verzamelingen van verhalen zijn uitgekomen met de flamingo in de titel. De flamingo is een paradijsvogel. De stad Thessaloniki van het boek Thessalonicenzen is genoemd naar een halfzus van Alexander de Grote. Er was een legende waarin Alexander op zoek was naar de fontein van onsterfelijkheid, waar hij uiteindelijk een fles van vond met daarin het water van onsterfelijkheid. Hij smeerde dit op het haar van zijn halfzus. Toen Alexander stierf wilde zij ook sterven en sprong in de zee, maar zij kon niet verdrinken, want Alexander had haar haar ingesmeerd met het water van onsterfelijkheid. Zij werd toen een zeemeermin die als een sfinx vragen stelde aan schippers. Als ze de vragen niet konden beantwoorden, dan liet zij hun schepen zinken tot de bodem. De Sanskrite wortel Tisya betekent precies hetzelfde, namelijk onsterfelijkheid en verjonging in de vorm van een boom genaamd de Indische kruisbessen boom, de amla boom, of amalaka. In India is dit een heilige boom. De boom ontstond doordat er druppels van de onsterfelijkheids-drank uit de hemelse oceaan van gekarnde melk op de aarde vielen door het gevecht tussen goed en kwaad. Het boek Thessalonicenzen van Paulus gaat ook over de onsterfelijkheid in de zin dat door het goede te doen

je ziel zal oprijzen in de wolken tot de hemel waardoor je eeuwig leeft. Dit houdt verband met de strijd tussen goed en kwaad, want je moet wel zelf het kwaad verslaan. Eeuwig leven is een technologie die je moet kennen, als een school, de gnosis. Zo mogen we ook de legende van de zeemeermin Thessaloniki begrijpen, dat zij de schippers testte om te zien of ze de gnosis van de hemel hadden. Dit is ook wat de diepere Sanskrit wortel Toza betekent : testen, onderscheiden (filteren). Ook betekent het druppelen, als de druppelende onsterfelijkheids-drank. Daarom staat er ook in het boek Thessalonicenzen : toetst alles en behoud het goede (I, 5:21). Ephesus (Efeze) heb ik altijd een belangrijk boek gevonden, omdat het over de hemelse gevechtskunst gaat. De wapenrusting wordt in dit boek beschreven met daaraan voorafgaande de oproep om te ontmaskeren. "Neemt geen deel aan de onvruchtbare werken der duisternis, maar ontmaskert ze veeleer." Ontmaskeren betekent niet alleen de diagnose stellen, maar ook het decoderen, en het gaan tot de wortels, de etymologie, om zo juist het medicijn te vinden wat het probleem al in zich draagt, want het probleem had dit verkapseld. Dit noemt Paulus een ontwakingsproces : "Daarom heet het : Ontwaak, gij die slaapt en sta op uit de doden." Dit is dus de daadwerkelijke opstanding en hemelvaart. Daar wordt dan bijgezegd : "Weest daarom niet onverstandig, maar tracht te verstaan, wat de wil van de hemel is." We mogen dus nooit deze gevechtskunst beoefenen door onze eigen lagere wil, want dan zouden we onszelf in de vingers snijden. Wij moeten de gevechstkunst beoefenen alleen vanuit de hemelse wil, die gebaseerd is op de gnosis, als de hemelse wet. Die moeten wij leren kennen op de hemelse school die zich diep in ons hart bevindt. Dit is geen kennis van alleen maar een bepaalde cultuur of religie. Neen. In het derde hoofdstuk wordt gesproken over het bekendmaken van "de veelkleurige wijsheid die van eeuwen her verborgen is gebleven," als de bediening van het geheimenis. Dit gaat dus heel diep. De Sanskrite wortel van Ephesus is peza, een ornament, sieraad, het decoreren als een architect. Ook in het boek Efeze wordt er gesproken van het bouwen van een hemelse tempel en een hemelse stad, als tegengesteld aan de lagere aardse stad. Peza is de Sanskrite architect, en een ander wortelwoord is pacya, het rijp worden, want het bouwen gaat op een natuurlijke manier, door het vruchtdragen, niet door bedriegelijke omkopingen, steekpenningen en verwennerijen. Paulus maakt duidelijk dat het om het groeien gaat en het wortelen, als een boom. Het leidt helemaal terug tot de diepe pazu wortel in het Sanskrite wat de indische vijgeboom betekent. Kenmerkend is dat de vijgen op of dichtbij de stam groeien, als een beeld dat ze dichtbij de bron blijven. Het wordt de boom van verlichting genoemd, waaronder een bepaalde boeddha eens werd verlicht. Ook is het de boom van de gevechtskunst, want alle vijanden zouden erdoor opgelost worden. Het wordt ook de boom van weelderigheid genoemd. Het boek Efeze legt uit om welke weelde het gaat : 3:8 - de onnaspeurlijke rijkdom van de hemel 3:16 - de rijkdom van hemelse heerlijkheid Wat is die heerlijkheid precies ? Grieks : 1:6 - de heerlijkheid van de charis, het loon in het originele Grieks, oftewel de vrucht. Aramees : 1:6 - de heerlijkheid van het goede doen, het correcte, de toewijding, de overgave, waardoor adoptie onstaat. Alles wijst terug op natuurlijke principes. In plaats van te hangen aan het kunstmatige mogen we terugkeren tot de natuur, tot de indische vijgeboom, de hemelse boom, om ervan te leren. Wij mogen komen tot de diepere geheimen die de boeken verborgen houden. In de diepte is de vruchtbaarheid. Alles wat aan de oppervlakte blijft is onvruchtbaar. Efeze zegt daarom ook : Heb geen deel aan de onvruchtbare werken. De valse gave is giftig en maakt je een slaaf tot de stad en de markt. Een gift is nooit vrijblijvend.

Wees op je hoede in het oerwoud. Neem geen valstrikken aan. Er gaat een hele wereld van verlokkerij schuil achter giften. Wees er zeker van of het je loon is, je vrucht. Ben je een boom, dan pas is het een stralend geluk, maar dan begint het pas. We gaan van kruis tot kruis, van wortel tot wortel, van vrucht tot vrucht, van geluk tot geluk. Dat is de les van de Indische Vijgeboom. Houdt je vast aan de dingen die eeuwigheidswaarde hebben. De rest zal vergaan. Hoofdstuk 23. Het Ontwaken in de Indische Tuin Als je dan als mens in de diepte van de natuur gaat en je plotseling overweldigt wordt door de veelkleurige verscheidenheid van de natuur, of je bevindt jezelf op de golven van de zee en het wordt erger en erger, tot op het punt dat je het niet meer weet, dan bemerk je ineens dat je helemaal alleen bent in de onnaspeurlijke en eindeloze rijkdom van de natuur die je niet begrijpt. Dan zie je alleen nog maar het Zelf omringd met de mysteriën van kennis. En de kennis heeft helemaal geen behoefte aan een zelf. De kennis IS er gewoon. Alles wat je om je heen ziet, echt alles, is een reflectie van de kennis, zowel corrupte reflecties, indirecte reflecties, als directe, waarheidsgetrouwe reflecties. Dat zijn de mensen om ons heen, de situaties en al het andere. Zelf ben je ook een reflectie en onderdeel van een groter geheel. De kennis gaat diep en is ingewikkeld en voor een mens niet te bevatten. Daarom mag een mens de natuur-kennis ontmoeten en het zo leren begrijpen. Het Sanskrit, de heilige taal van India, is één van de oudste talen van de wereld, waaruit de jongere talen zijn voortgekomen. Om dingen dus daadwerkelijk te kunnen begrijpen kan het helpen naar de Sanskrite wortel te kijken. We kunnen stellen dat religies in die zin grote symbolische waarde hebben, in verhouding met elkaar, om elkaar aan te vullen en elkaar beter te doen begrijpen, maar op zichzelf genomen en in letterlijke zin is het slechts een bedriegelijke illusie die corrupt geworden is in de wind. Dit is het gevolg van gebrek aan educatie en ongeletterdheid m.b.t. de oude, oorspronkelijke talen. Als we kijken naar het christelijke kruis en opstanding symbool, dan gaat dit over een bepaald principe van vruchtbaarheid wat we in ons leven kunnen toepassen. Kijken we dan naar het paulinisme wat daarna kwam, dan zien we Paulus in de gevangenis die hierdoor kennis ontvangt en dit ook weer mag doorgeven. Dit is het kooi en gnosis symbool. Dit is dus ook een vruchtbaarheidsprincipe wat we kunnen toepassen, waarin Paulus dan het symbool is. De kooi staat dus voor de beperkingen in ons leven, de muren, de grenzen waar we niet overheen kunnen. En door de gnosis te ontvangen op school ontstaat er weer loon. Dat is ook wat de Sanskrite phala wortel betekent van Paulus (Paul, Engels) : loon, vrucht.

We mogen dus op de uitkijk staan voor de wonderen van de natuur, de natuurverschijnselen van de evolutie, wat in diepte gewoon een ontwakingsproces is, want het was er altijd al. Alles ligt besloten in de oneindige logica, die niet de logica van het lagere zelf is, maar van het eindeloze Zelf. Er zullen dus sluiers afgedaan worden. Als je tot de ontdekking komt dat er maar één groot, allesomvattend Zelf is en dat de rest daar allemaal weerspiegelingen van zijn, dan mag je van dit Zelf komen tot het Zijn. Dit is een wordingsproces, in diepte dus een ontwaking, omdat je het al bent diep van binnen. Er is dus in het ontwakingsproces van de evolutie een strijd tussen het lagere zelf en het Eindeloze Zelf, en die zal resulteren in het natuurverschijnsel van het Zijn. Onze lagere kennis zal plaats maken voor de Eindeloze Kennis. Zo hebben wij deel aan het wonder van de natuur, en worden het ook zelf. We lossen er geheel in op, en maken zo plaats voor het Eindeloze Zijn. Dit is dan wat je de hemel of het nirvana kunt noemen, maar het is niet oppervlakkig. Het gaat heel diep. Alle diepe religieuze principes blijven gewoon als symbolen en worden verder verdiept en met elkaar in verband gebracht. Waarom noem ik het woordje 'zelf' ? Omdat ieder mens zelf verantwoordelijk is, en dit niet op iets of iemand anders kan afschuiven. De mens moet zelf veranderen, anders heeft alles geen zin. Het Zelf is dus a.h.w. een oproep om zelf terug te keren tot de bron. We spelen het dus eerlijk, vandaar de woordjes "loon" en "Zelf". Het heeft geen zin om verstoppertje te gaan spelen. Juist in de kooi van ons leven komen we in contact met het diepere, dat wat onder de oppervlakte is verdwenen. De Sanskrite wortel van Paulus : phala, betekent ook collectie, verzameling. Wij mogen zo al het verlorene weer verzamelen als wij ons in een kooi voelen. De kooi wijst namelijk de weg. Het is een tunnel tot de diepte, terwijl teveel vrijheid alleen maar aan de oppervlakte is. Wij hebben zowel het kruis als de kooi nodig, oftewel zowel het Yah-Shu principe als het Paulus principe, symbolisch gezien. In de kerk zijn deze dingen door de ongeletterdheid van het Westen geheel verwaterd, en wordt het totaal afgeweken voorgesteld. Vandaar dat de mens terug moet de natuur in, en naar de school van de natuur, die bruggen bouwt naar de andere kanten van het verhaal, om zo weer balans en diepte te scheppen. De Sanskrite pala wortel van Paulus is de timing, en dat is nu ook precies wat er gebeurt door de obstakels van de levenskooi. Wij leren timing alleen door obstakels. Pala is een herder en bewerker van de aarde als een tuinman. Zonder timing, geduld en voorzichtigheid is dit onmogelijk, dus heeft hij de obstakels op het pad nodig die hem afremmen wanneer het de tijd nog niet is. Dit is een school-principe. De Sanskrite palaza wortel van Paulus is de boom genaamd "vlam van het bos", oftewel het boomvuur, wat ook besproken wordt in de Tweede Bijbel. Het is een Zuid-Aziatische, Indische boom, ook wel geassocieerd met de lente, wat een beeld is van vrucht, oftewel natuurlijk loon. Dit komt ook weer terug in de brieven van Paulus. Paulus is dus in de Sanskrite wortel een Indische tuin. Van alles kunnen we in die tuin vinden. Blijf leren van de tuin, en omsingel alles van de stad met de tuin-principes, zodat het je niet in de nek springt. Zonder de tuin is de stad corrupt. De natuur is voor de mens een frisse adem. Als de Indische boom "vlam van het bos" gaat bloeien en bloesem krijgt, dan worden de bloesems weleens vergeleken met de pijlen van de oneindige kennis die de jonge harten verwonden, als de pijlen van de liefde van Cupido of Kamadeva, de Indische god van de liefde. Ook lijken de bloesems op netten, als het grote universele net waarin alle zielen, oftewel alle reflecties van het Zelf, weer terug worden genomen. Dit zal een groot wonder zijn in de evolutie, wanneer dit zal manifesteren. In de filosofie is dit moment al gebeurd en ligt gecodeerd in de geschiedenis waartoe de mens mag ontwaken. Ware liefde is een abstractie van onze verbinding met de Eindeloze Kennis. Juist door de verwonding van deze pijl in het hart ontwaakt het hart, als het ontwaken in een Indische tuin.

Hoofdstuk 24. De Indische Mattheus Tuin De indologie is de sleutel tot het beter begrijpen van de bijbel. Het is iets zwaar technologisch. Het Zelf is als een archetype, een symbool, zwevende boven de wateren als een groot mysterie. Het zelf heeft ons geheel in bezit, en de mens is geobsedeerd met het zelf, vandaar dat het belangrijk is het mysterie van het Zelf te kennen. Er is een groot verschil tussen het lagere zelf en het eindeloze Zelf. Alleen de Eindeloze Kennis kunnen we vertrouwen, maar de eerste stap mag nooit vertrouwen zijn. De goden die ze in de stad aanbieden met een prikkertje en een vlagje kunnen we niet vertrouwen. Wij mogen loskomen van het lagere spel wat ze in de stad spelen en komen tot het spel van de Eindeloze Kennis. En dan is het belangrijk om "in het spel" te blijven. Stay in the Game. Gelukkig dat de Eindeloze Kennis er is, want door de ontwaking daartoe zullen we dan ook de eindeloze creativiteit ervan zien, en dan is er voor Westerse, ongeletterde leugens zoals de letterlijke eeuwige hel waarin triljoenen en triljoenen mensen door alle eeuwen heen ingeworpen zouden worden geen plaats. Het is maar een metafoor. In de oertalen had dit een hele andere betekenis dan dat het domme westen er nu aan geeft. Met de Eindeloze Kennis mogen wij daar doorheen prikken. De enige hel is de baarmoeder, en die heeft nu eenmaal een vreemd soort sarcasme. Noem het "black humor". Alleen gestoorde gekken nemen dit letterlijk. De baarmoeder is dus niet sadistisch, maar sarcastisch, als een verteller van spookverhalen. Die verhalen hebben een diepere en veelzijdige betekenis, en die zijn nog wel erger dan de christelijke bangmakertjes. De baarmoeder gaat zo diep tot pure horror, maar dit is allemaal om de mens te doen ontwaken tot de diepere esoterie. De baarmoeder moet dit zwaar geschut wel uit de kelder halen, want zij heeft nogal ergens tegen op te boksen. Dus horror verhalen ? Ja. Maar het gaat erom hoe je het interpreteert. Als schrijver voor de hemelse kennis schrijf ik niet zomaar alleen zoetsappige verhalen. Ik heb ook zware horror geschreven. Er is een groot verschil tussen medicinale, demonologische horror en flauwe, arrogante, sadistische christelijke horror, want die menen ook nog eens alles letterlijk wat ze zeggen. Ze wensen mensen die niet dezelfde mening hebben als hen vaak de ergst mogelijke dingen toe. Esoterische christenen is allemaal prima, maar orthodoxe christenen zijn vaak het scum van de aarde. En de vier evangeliën zijn vaak het centrum waaruit ze leven, die overigens bijna kopieën van elkaar zijn. Vandaar dat het belangrijk is om die onder handen te nemen, en dan te beginnen met Mattheus. Ga je ineens de indologie erachter zien dan kun je ineens weer ademen. Het oude India was eens het esoterische en religieuze centrum van de aarde waarvanuit vele jongere religies een slap aftreksel maakten voor een markt. Iedere sluwe vos weet dat het wegkappen van wortels en het onttrekken van sappen economische winst oplevert, want mensen blijven zo je product kopen, omdat ze er afhankelijk aan worden, en meer van het spul willen hebben, omdat het hen net niet verzadigd. Het houdt hen er namelijk tussenin, wat het geheim is van allerlei soorten criminele markten, zoals de religieuze markt, de medische markt en de rechtsmarkt. Dit is hoe het westen werkt.

De Sanskrite wortel van Mattheus is mati, intuïtie, en matha, de hut van een asceet en het karnen, wat terugwijst op de oeroude Indische mythe van het karnen van de oceaan van melk. Deze mythe wordt ook besproken in de Tweede Bijbel. Deze oceaan van melk, als beeld van de moederborst, werd gekarnd opdat het de onsterfelijkheids-drank zou voortbrengen, het water des levens. Het karnen zou gebeuren door de strijd tussen goed en kwaad, en door een slang te gebruiken als karntouw. De slang spoot een gif wat alles zou kunnen vernietigen, daarom verzamelde de god Shiva al het gif in een beker en dronk het op, waardoor zijn keel blauw werd. In het christendom werd dit tot Jezus die de lijdensbeker dronk. Door het karnen kwam de maan, soma, die uit het water opkwam als de levensdrank. Soma wordt daarom ook als medicijn beschouwd. In de Griekse grondtekst van het Nieuwe Testament, is Soma het levenbrengende lichaam van Christus. De Hebreeuwse wortel is echter shama, horen en gehoorzamen (Vgl. Shama-el, Samuël). Zo kunnen we indologisch gezien ook deze tekst uit Openbaring 6 beter begrijpen : 12 En ik zag, toen het zesde zegel geopend werd, en daar geschiedde een grote aardbeving en de zon werd zwart als een haren zak en de maan werd geheel als bloed. Dit is al lang geleden gebeurd, toen het christendom de levensdrank van de moederborst, de maan, de soma (shama) bedekte en veranderde tot het bloed van Christus. Het gaat hier dus over de geschiedenis. De indologische wortels werden weggekapt, en onheil en onbegrip kwam over de aarde. 14 En de hemel week terug als een boekrol, die wordt opgerold, en alle berg en eiland werd van zijn plaats gerukt. In India is er ook de Soma boom, of Shami boom (sama), de witte doorn boom, die ervoor was om de wapens op te bergen en te beveiligen, als een arsenaal boom, als een inventaris. Deze boom wordt ook wel Vasin genoemd in het Sanskrit, vsn. Vsn als Visnu is een belangrijke god voor de hindoes. Krishna was één van de avatars van Visnu. Het Visnu principe : Vasaniya, vsn = het begrijpen door veel reflectie, door veel meditatie = het verblijven in, het leven in, verbondenheid, wat ook weer terugkomt in het christendom, in het "Blijf in Mij, dan blijf ik in jullie, opdat jullie vrucht dragen", over de ware wijnstok, weer als beeld van loon en niet van letterlijke gave. Vasin, vsn, betekent gehoorzaamheid (vgl. shama, Hebreeuws, horen en gehoorzamen). Vasana, vsn, betekent kennis afgeleid van het geheugen (het verleden, de geschiedenis, dat wat alreeds gebeurd is, preterisme) Vazin, vzn, vsn, betekent de overwinnaar over het lagere zelf. Vasna, vsn, betekent huur en loon, weelderigheid, rijkdom (van de gnosis) Vazani, vzn, vsn, betekent (leeg) kanaal van (het oneindige) Handelingen 2:20 - De zon zal veranderen in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en doorluchtige dag des Heren komt. Joël 2:31 - De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en geduchte dag des Heren komt. Het christendom is grotendeels voortgekomen vanuit de avatars van Visnu, vsn, de soma boom (shami, shama).

1e avatar van vsn : Matsya, de vis, die aan de eerste mens opdroeg een boot te bouwen voor het redden van alle wijzen, alle diersoorten en granen, vanwege de komende zondvloed. De zondvloed komt, en de vis trekt de boot voort naar de toppen van het Himalaya gebergte, of de noordelijke bergen. Ze moeten ook door een verschrikkelijke storm voordat ze daar komen. De vis trekt de boot voort door een slang. Het was het eind van een tijdperk waarin een demoon het heilige woord, de heilige boeken (de vedas) had gestolen, die de vis op de bodem van de oceaan weer terugvindt. Vanuit dit verhaal kwam ook de Noach mythe, en het verhaal kondigt ook de terugkeer aan van de Sanskrite wortels van alles die waren gestolen, weggedrukt. Dit wordt weer teruggegeven aan de mens (de wijzen) door de vis. 2e avatar van vsn : Kurma, de reuzenschildpad, die wordt gebruikt om de berg die als karnstok werd gebruikt op zijn plaats te houden tijdens het karnen van de oceaan van melk. Alleen de trage (voorzichtige, geduldige) reuzenschildpad kon het gewicht van de berg dragen. Dit houdt in dat het een diep en langzaam proces is, iets wat werd weggekapt door het overmoedige christendom die alles snel snel wil doen. De soma maan-drank zorgde ervoor dat de goden "duizend jaar" konden leven, wat ook weer terugkomt in het christendom in de apocalypse van het duizend jarig rijk. 3e avatar van vsn : Varaha, het wilde zwijn, die de aarde van de godin redde van de bodem van de oceaan die daar door een demoon ingesmeten was na de duizend jaar, wat ook terugkomt in het christendom in de apocalypse dat na het duizendjarig rijk de duivel opnieuw aanvalt. Na de redding draagt hij de godin van de aarde op zich, wat ook weer terugkomt in Openbaring als de vrouw op het beest, maar in het Westen is dit vaak heel eenzijdig vertaald als alleen maar negatief. 4e avatar van vsn : Narasimha, de leeuwmens, die religieuze oorlogen en vervolgingen zou beeindigen en het kwaad zou oplossen door het herstel van de dharma, de hemelse leer. De demoon Hiranyakashipu vervolgde de volgelingen van Visnu, vsn, en hij kon niet gestopt worden door een afzonderlijk iets, alleen maar door een gemengd iets. Daarom kwam Visnu als een mengsel tussen mens en dier, en kan de demoon een halt toe roepen op het kruispunt van alle dingen. Dit is een voorbode van dat een enkele religie het kwaad niet kan uitbannen, maar alleen waar alle religies samenkomen, en zo tot diepte te komen om de gnosis te herstellen. Ook in de christelijke mythologie komen leeuwmensen voor, zoals in Daniël 7. 5e avatar van vsn : Vamana, de dwerg, die door goed onderwijs de demoon Bali die over de wereld heerste overtuigde en zo de wereld redde. Bali kwam aan de macht door zelf-verloochening, wat ook in het christendom gebeurt, maar dit moet wel gepaard gaan met zelfverwezenlijking, anders is het niets anders dan projectie. Er moet een nieuw zelf komen, maar dat zelf moet goddelijk zijn, en onderworpen aan de eindeloze hemelse kennis, dus er zijn een aantal balanzen nodig om dit zuiver te houden in een multiteit. NIET-ZELF - ZELF - KENNIS NIET-ZIJN - WORDEN - ZIJN ONDERDANIGHEID - WORDEN - ZIJN De dwerg staat voor het aandacht schenken aan details en zo tot diepte komen. Het is een onmisbaar principe voor zuivere technologie waarin geen schakels ontbreken. 6e avatar van vsn : Parasurama, de boze strijder, die strijdt tegen valse regeringsmachten van de kshatriya kaste, de kaste van heersers en strijders, die corrupt was geraakt. Visnu wordt hiervoor geboren in de hoogste kaste, die van de brahmanen, de priesters, de schriftgeleerden. De kshatriya kaste is de kaste die daaronder is, als de op één na hoogste kaste. Het is de voorbode dat het regeringsapparaat uiteindelijk hervormd zal worden door een hogere gnosis. Dat Parasurama de

boze en woeste genoemd wordt heeft te maken met het feit dat hij een demonoloog is met passie. Het is een voorbode van het herstel van de demonologische educatie. Ook de brahmanen kaste zal dus gezuiverd gaan worden, en alles wat niet voort is gekomen vanuit het demonologische fundament van de esoterie zal wegvagen. Parasurama wordt ook wel Rama met de bijl genoemd. Het verschil tussen ware brahmanen en kshatriya's is vaak dat ware brahmanen zoeken naar kennis en diepte, het hemelse, terwijl kshatriya's vaak zoeken naar macht, en uiterlijk vertoon. 7e avatar van vsn : Het Rama mysterie, en dit is niet het ogenschijnlijke, want het Sanskrit gaat heel diep op dit mysterie in. Rama heeft zowel een mannelijke als vrouwelijke pool. Rama is de rode aarde en de roodbloeiende Ashoka boom, als de weelderigheid van de onderwereld die bewaakt wordt door de Yakshi, als zijnde de schatten van de gnosis. Ze zijn dualistisch. Ze doen de mens die dichter bij hen komt aan zichzelf afsterven. De Yakshi draaien rondom het Kubera mysterie, een heel traag mysterie in het Sanskrit, wat zich niet snel prijs geeft. Het is in het Sanskrit ook de rode ceder boom, de Toona Ciliata, wat ook wel het rode goud wordt genoemd. Kubera is de Sanskrite parallel van het Egyptische Geb-ra (Kep-ra), Khepri, mysterie van de opkomende dageraad als een kever, de capaciteit tot decoderen, een beeld van etymologie. Kubera wordt ook Kuvera genoemd, en betekent ook mengsel (kavara, kvr), wat wijst op het syncretisme, het bruggenbouwen, de multiteit, als de sleutel tot de gnosis. Alles wat op zichzelf staat zal wegvagen. Het is een stekend mysterie (kavari, kvr), en daarom verbonden aan de Acacia, van akis, doorn (Grieks), en manifesteert zich als een luchtweerspiegeling in de oceaan of in de woestijn (khapura, kpr). In het Sanskrit manifesteert het ook als een slechte, moeilijke of twistzieke vrouw (kubharya), die vaak aan de hemelzoekers worden toebedeeld als een beeld van het kruis, als cryptische sleutel. Kubra is de wildernis en een gat van offervuur waarin de hemelzoeker aan zichzelf afsterft. Er is geen andere doorgang tot dit mysterie. Al deze dingen zijn nodig om de mannelijke pool perfect te maken, waartoe het Rama mysterie is uitgezonden. Rama wordt de perfecte man, brahmaan, toegewijde genoemd, maar heeft ook een vrouwelijke zijde. Het is een principe ten diepste, geen persoon. Persoonlijkheid is een illusie die ontstaat wanneer de kennis tot een climax komt. De persoon is en blijft slechts een metafoor, een archetype van dieper liggende principes die tot rijping zijn gekomen. Door de zuivering, decodering, van de mannelijke pool, gebeurt dit ook met de vrouwelijke pool in het Rama mysterie. Het Rama mysterie is de belichaming van de dharma, de Indische gnosis. Rama moest de meerhoofdige demoon Ravana een halt toeroepen, als een beeld van het valse, overmoedige mengsel, die alles als een rovende en ontvoerende entiteit samenbindt zonder diepgaande condities en principes, die alles geforceerd doet en gif opdringt zoals in de tandarts industrie die lichamelijk, natuurlijk bot implanteert met tegen-natuurlijke, giftige middelen die niet met elkaar samengaan, die niet bij elkaar horen. De Ravana demoon ontvoerde eens Rama's vrouw, Sita. Dit gebeurde toen Rama en Sita samen naar de wildernis waren gegaan. De wortel van Rama, ram, betekent stoppen, stilstaan. 8e avatar van vsn : Krishna 9e avatar van vsn : Balarama, de broer van Krishna, oftewel zijn schaduw-zelf, of parallelle zelf, wat tot wedergeboorte is gekomen in het Kubera-principe (Khepra, Egyptisch). Balarama betekent de sterke Rama, oftewel de gevoelige, onderscheidende Rama. In het Egyptisch is Ra-ma de wet van Ra. Soms is deze avatar Boeddha. 10e avatar van vsn : Kalki, de Messiaanse Brahmaanse strijder op het witte paard met het vurige zwaard die het huidige tijdperk, Kali Yuga, zal afsluiten, door de adharma, de anti-gnosis, weg te

nemen. Hij zal de mensheid weer terugleiden tot de Satya Yuga, het eerste tijdperk van transcendente kennis en meditatie, zodat de cyclus rond is. Dit principe zal de onrechtvaardige heersers van de huidige wereld onttronen. Dit kan alleen gebeuren door educatie en transcendente verlichting in de multiteit. Het is niet het einde van de wereld, maar het begin. Hij leidt een leger van Brahmaanse, priesterlijke, strijders. Dit komt ook terug in het christendom, in Openbaring 19 : 11En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard; en Hij, die daarop zat, wordt genoemd Getrouw en Waarachtig, en Hij velt vonnis en voert oorlog in gerechtigheid. 12En zijn ogen waren een vuurvlam en op zijn hoofd waren vele kronen en Hij droeg een geschreven naam, die niemand weet dan Hijzelf. 13En Hij was bekleed met een kleed, dat in bloed geverfd was, en zijn naam is genoemd: het Woord Gods. 14En de heerscharen, die in de hemel zijn, volgden Hem op witte paarden, gehuld in wit en smetteloos fijn linnen. Het beschrijft de apocalypse. In de islam is dit de Mahdi, wat in de wortel de hemelse leiding betekent, als een principe. In het boeddhisme is dit Maitreya. Apocalypse betekent : openbaring. Dat wat er al is wordt duidelijk. Hoofdstuk 25. Het Bereiken van het Nirvana En dan mag je zweven boven die grote wilde oceaan van het leven, tussen het Eindeloze Zelf en de Oneindige Kennis in, zodat je schijnzelf, je opgelegde zelf, geheel daartussen kan oplossen. Je nieuwe zelf vibreert dan heel snel tussen het Eindeloze Zelf en de Oneindige Kennis in, als je diepere, ware zelf. Je mag daar blijven oplossen, om daar over te gaan in het Oneindige Zijn. De wilde oceaan beneden je was er om je te vormen. De wilde oceaan was er om je te laten opstijgen. Dat was het doel van de wilde oceaan : om je de parallel te laten vastgrijpen. We gaan eens dieper het centrum in, de kern van het christendom : de vier evangeliën. Het is als een electriciteits-centrale. Ik kreeg in een droom een band om mijn arm met vlammetjes daarin, naast elkaar, als een nieuwe electriciteit. Het was de verborgen Sanskrit wortel van Marcus. Mattheus ging meer over wat er moest gebeuren, en Marcus gaat meer over wat er gebeurd is, als het leren luisteren naar de geschiedenis : Marcus 11:24 (Griekse grondtekst) - Daarom zeg Ik u, al wat gij bidt en nodig hebt, luister (en gehoorzaam) naar het feit dat gij het hebt ontvangen, en het zal geschieden. Dit is dus een puzzel-oproep voor het verleden, want het is er al. Marcus is in die zin preteristisch. De toekomst is al geweest. Waar Mattheus meer over de preken en de wet gaat, gaat Marcus meer over de wonderen, het bovennatuurlijke. De MR wortel in het Sanskrit staat voor de hallucinogene levensdrank van de oceaan (van melk) (mr, mira, maireya). Wel is het zo dat dit voor de mens niet makkelijk te verkrijgen is, al helemaal niet door simpel geloof, wat door het Westen bedacht was als

een verkoop-truukje. Neen. De Sanskrite MRK wortel van Marcus is het spiegelprincipe, dat alles wat je doet naar je terugkomt. De moordenaar vermoord zo in werkelijkheid zichzelf, een principe wat ook weer terugkomt in Openbaring. Leef je met het zwaard, dan zul je ook door het zwaard ten onder gaan. Alles wat je de ander aandoet doe je jezelf aan, want het spiegelt terug (maraka, Sanskrit). Markus is dus in de indologische diepte een doorntuin of spiegeltuin, als een doolhof, een puzzel. Alleen degene die leven schenkt zal het leven vinden. Alleen degene die het goede doet zal het goede vinden. Je kunt dus alleen iets vinden door het zelf te worden. Lukas gaat meer over het zoonschap, en geeft veel meer aandacht aan vrouwen, en is een prijs in het Sanskrit, als een spel (lks, laksa). Ook is het een merkteken. Johannes gaat over de Ik Ben, en is in het Sanskrit jnz, jineza, jns, een arhat, iemand die het Nirvana heeft bereikt, de hemelse staat van verlichting. In het boek Johannes wordt gesteld dat de literatuur, het Woord, het goddelijke is, als de weg tot de hemel (Nirvana). De hemel is pure kennis. Het is een vruchtbaarheids-principe. Het gebeurt alleen in een staat van onthechting, in afzondering. Het is een bepaalde ervaring. Nirvana is een woord in het sanskrit, en betekent ook : onderricht in technologie. Nirvana is dus een school van techniek. Nirvana is de grote finale van de gnosis. Nirvana is in het sanskrit de dood van het lagere zelf. Dit is wat de ware opname of verdwijning is, en het is iets metaforisch. Het is te behalen in het spel van de gnosis, en zij die het behalen zijn jina, een sanskrit wortelwoord van johannes wat 'overwinnaar' betekent, in de zin dat je de schaduwen en spiegelbeelden van je lagere wil hebt overwonnen. Het is een ontwaking. Je komt zo in een andere vibratie, een hemelse vibratie, waardoor je diepere zintuigen openspringen. Hoofdstuk 26. Mensen zoeken of Kennis zoeken ? Ra op zijn bootje in de onderwereld om er het beste van te maken was nog de echo van de R als de taalsmid in de oertaal. Ra veranderde in allerlei avatars om door de onderwereld heen te komen, als sleutels van uur tot uur. In de Indologische parallel gebeurt dit hetzelfde met Vishnu, die zat op zijn bootje, een witte slang met vele hoofden, op de oceaan van melk. Hij verandert in allerlei avatars om alles tot voleinding te brengen. Ook vliegt hij hiervoor rond op een vogel genaamd Garoeda. De indologie heeft in die zin vele kruispunten met de egyptologie. Het loopt parallel aan ons eigen leven. De mensen om ons heen, of die nu goed of slecht zijn, moeilijk of makkelijk, houden in diepte het zaad van onze avatars. Zij zijn onze verborgen avatars, niet in letterlijke zin, maar in cryptische zin. Zij staan voor een bepaalde eigenschap. Het Zelf is altijd op zoek naar het verloren Zelf. Ons Eindeloze Zelf heeft ons alreeds omringd. Toch is het belangrijk te beseffen dat we steeds dieper naar binnen moeten, en dat de buitenwereld slechts een reflectie is van het binnenste. De mens is een natuurverschijnsel wat ontstaat wanneer kennis en principes gaan ophopen en tot een climax komen. Dit kunnen goede principes zijn of

slechte principes of een mengeling. Als die extreem worden dan gaan ze zich personificeren, en dan ontstaat er een mens. Vandaar dat het erg belangrijk is om voorzichtig te zijn met mensen, en geen mensen-zoeker te worden. Belangrijk is het om een kennis-zoeker te zijn, een principes-zoeker. Het zoeken naar mensen brengt oneindig leed, want je komt zo nooit tot de kennis. Terwijl als je kennis zoekt dan wordt alles je gegeven, maar dan op z'n tijd, in de juiste verhouding en in de juiste hoeveelheid. We mogen het natuur-proces dus nooit omdraaien. Hier is een lijstje van gevaarlijke zoekers waar je dus beter niet mee aanpapt, en die allemaal tegengesteld zijn aan het zoeken van kennis, als een afleiding : mensen-zoekers zoekers van mensen-begrip zoekers van mensen-eer zoekers van mensen-macht zoekers van sex zoekers van liefde zoekers van mensen-liefde zoekers van genot zoekers van geluk zoekers van materie zoekers van geld zoekers van familie Al deze zaken leiden af van het doel : kennis. Een goed christelijk principe is dan : Zoek eerst het koninkrijk van de hemel (gnosis) en de rest zal u gegeven worden. Zoek de dingen die in de hemel zijn, niet die op de aarde zijn. Bovenstaand lijstje zijn parasieten. Ze hebben niet het goede met je voor, maar willen je bezitten, zodat ze je altijd kunnen uitzuigen. Ze komen met duizend-en-een gedachtes in je hoofd om je in hun aas te laten bijten en dan hebben ze je. Je kan er niets aan doen als ze over je hoofd vliegen, maar je moet ze geen nestjes in je haar laten bouwen. In de kennis is alles te vinden wat we nodig hebben. Kennis-zoeken is dus allereerst onthechting van de parasieten van de lagere wil die altijd allerlei egoïstische excusen in de mens blazen, smoesjes. Op aarde volgt de mens spiegelbeelden achterna, in een dolle kermis van illusie. De Korinte brief zegt hierover (I, 13:11-12) Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, overlegde ik als een kind. Nu ik tot rijpheid ben geworden, heb ik afgelegd wat kinderlijk was. Want nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen, doch straks van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik onvolkomen, maar dan zal ik ten volle kennen, zoals ik zelf gekend ben.

Hoofdstuk 27. De Hindoe Code Er hoeft dus niet een te grote scheiding te zijn tussen universum en het plaatselijke, tussen het collectieve en het individu, tussen de buitenwereld en de binnenwereld, de macrokosmos en de microkosmos enzovoorts, want alles kan namelijk geininternaliseerd worden, geassimileerd, eigen gemaakt worden, in een proces van syncretisme, het mengen. Dit is ook het principe van het Javanisme in Indonesië, wat een mengsel is van hindoeïsme, boeddhisme, animisme en de islam. Dit werd verspreid door de resi's, de Javaanse shamanen (asceten, hermieten, zieners), van het Sanskrite (Indische) woord 'rishi' met dezelfde betekenis, het leven door openbaring, heilige kennis (gnosis). Parallel loopt hieraan het Hebreeuwse 'rasha', de rebel, de oer-taalkundigen die niets hebben te maken met moderne marktbewuste aftreksels. Zij zijn de bewaarders van de oerhieroglyphen die inzicht geven in het geheel. Indonesië is één van de meest bevolkte landen, over een kwart biljoen. India en China zijn het meest bevolkt met beiden over de biljoen en een kwart inwoners. Indonesië was vroeger een mengsel van hindoeisme, animisme en boeddhisme. Met de late middeleeuwen begon de islam zich daar doorheen te mengen, waardoor Indonesië na de middeleeuwen uitgroeide tot een islamitisch land. Dit gebeurde ook in Maleisië, wat boven Indonesïe ligt. Beiden zijn Sunni, de hoofdstroming binnen de islam, en van de Shafistische vertakking (shafi-sunni's). De islam dekte dus het hindoeisme af, maar het was puur een taaltruukje om het Arabische te mengen met het Indische. Er zijn twee hoofd-stromingen binnen het hindoeisme : de vaishnavieten waarbij het om Vishnu draait en de shaivieten waarbij het om Shiva draait, als Brahman, het transcendente en transmuterende Zelf die alles zal rangschikken en herscheppen, als de goddelijke menger. Shiva heeft de SV wortel wat het verbindt aan het Hebreeuwse Esav, sv (Ezau, Suw, Aramees), die Shu is in het Egyptisch. Net zoals Shu (esav, sv) heeft Shiva de dolle stier van de lagere aardse wil getemd. Shiva rijdt op een stier in de mythologie. Iets anders wat hem verbindt aan Esav is dat in het Tamils (Zuid-Oost India) 'sivan' de rode betekent. Ook Shiva's kruis was een drank. Hij dronk namelijk het slangen-gif wat was voortgekomen bij het karnen van de oceaan van melk. In de islam is de SV de shafi stroming binnen de sunni, een stroming die zo dicht mogelijk bij de grondtekst van de heilige teksten blijft, en zich verre houdt van persoonlijke voorkeuren van geleerden. Ook komt de SV wortel weer terug in de esoterische islam, het soefisme. Dit is dus meer syncretisch van aard, zoals Shiva het meng-principe is, maar ook tegelijkertijd gebaseerd is op de wet, waarvan het shafisme dan weer een cryptisch beeld is. Sunni wijst terug op de SN wortel. Suna, sn, is een naam voor Indra, een aspect van Shiva, wat ook een menger is (zayana, zn, sn, kameleon, sanskrit), door de abstractie van oorlog. Bloed is een abstractie van mengen, en het mengsel wijst op de heilige weelde, beschreven als een rood paard in de veda's, de oeroverleveringen van India. Dit is ook als een alarm-systeem, uitgebeeld door Indra. Dit is dus de enige rijkdom waar we ons naar uit mogen strekken : de rijkdom van de gnosis, de rijkdom van de natuur. De SN wortel komt zowel terug in Vishnu, v.SN, als Krishna, kr.SN. De islam code is dus puur een parallel die het hindoeïsme bevestigd en uitlegt. Ook het hindoeïsme is een code van diepere dingen, terugleidend tot de oertaal, en juist door de parallellen wordt dit gedecodeerd. In de 90-er jaren had ik een droom die ik nooit meer zou vergeten. De islam en de hindoe parallel braken als een trein door de muren van de kerk heen in het midden van de nacht, en alles werd gemengd. In geisoleerde orthodoxe vorm zijn deze religies gevaarlijk, maar in esoterische samenhang met elkaar kunnen goede principes eruit gefilterd worden, zodat alles zin krijgt. In de

diepte krijgt alles zin en komt de waarheid naar boven. We zullen daarom tot de kern gaan van het hindoeisme om klaar te komen met het raadsel, met de code van India. Hoofdstuk 28. Het Pad van de Bhakti Er zijn veel overeenkomsten tussen de Hebreeuwse Esav (Ezau, Shu) en de Indische Shiva, die beiden de SV wortel hebben. Bhairava, de nomadische avatar van Shiva, zijn aspect van vernietiging, ook bekend staande als de bedelaar, kwam na een lange tocht aan bij Vishnu met zijn bedelkom om Vishnu om voedsel te bedelen. Dit komt weer terug in het Jakob en Ezau verhaal waarin Ezau vermoeid na de jacht tot Jakob kwam om hem om een kom rode soep te bedelen, wat een diepe esoterische betekenis heeft. Om de toorn van Bhairava te kalmeren gaf zijn vrouw, de godin Kaumari hem ook eens een kom. Op zijn beurt heeft Shiva veel te maken met de toorn van zijn vrouw, de godin Kali, een woeste moeder godin in het hindoeïsme, en de vrouwelijke pool van Shiva. Eens was Shiva bang dat in haar strijd tegen het kwaad ze alles zou verwoesten. Hij gooide zich daarom onder haar voeten, waardoor Kali kalmeerde. Het laat zien dat de mannelijke pool terug moet keren tot de baarmoeder, anders zal de baarmoeder blijven toornen. Deze wereld is onder de wraak van Kali, omdat de mens niet teruggekeerd is tot de kern. In het Shaktisme, een stroming binnen het hindoeisme, is de hindoe geheel teruggekeerd tot de baarmoeder van de moedergodin. Edom, het volk van Ezau, is in de Hebreeuwse wortel Adam. Adam komt tot Eva, opdat zij hem inwijdt in de gnosis, wat ook een beeld is van het terugkeren tot de baarmoeder. In de Egyptische parallel is de SN wortel de goddelijke jager, de Sunu. Deze schiet pijlen van genezing af als een dokter, en is in die zin te vergelijken met Cupido en Kamadeva met de pijlen van de ontwaking. Al deze pijlen zijn ervoor om de mens dan wel laten af te sterven aan de lagere wil, maar ook om de mens tot een hemelse school te brengen. Zo is er in India de school van de Jaga's. De Jaga's zijn de verschillende disciplines die men nodig heeft om te overleven en te groeien. Het zijn verschillende paden van meditaties : Bhakti-Jaga is het pad van de overgave, de devotie (tot de gnosis). Het is belangrijk te weten waar je je bhakti op richt. Bhakti heeft in het Sanskrit de bajh wortel, wat afscheiding betekent, maar ook ergens bijhoren. Als je je van dingen afscheidt of je wordt van iets of iemand afgescheiden, dan is dat nooit een doel op zich. Je wordt dan automatisch ook weer aan iets anders verbonden. Het gaat erom tot overgave te komen aan de oneindige kennis. Zo wordt je dan door zuivere principes op het pad geleid, en niet door je lagere wil en de illusies die het schept. Door de discipline van overgave en opoffering, bhakti, ontstaat er zo een band met de heilige kennis, het oneindige transcendente bewustzijn van de ontwaking, wat mag leiden tot een diepe intimiteit, de kama in het Sanskrit. Kama is één van de vier doelen van het leven in de hindoe traditie. Het mag persoonlijk worden tussen jou en de gnosis, maar die persoonlijkheid is de vrucht van kennis die niet voor haar tijd wordt opgewekt. Dit zijn goddelijke ervaringen waarin er een

balans is tussen principe en persoon, in die volgorde. Waar het principe op een lager plan wordt gezet valt men in de illusies van afgoderij en orthodoxe, nationalistische religie, oftewel persoonsverheerlijking, wat een vorm is van mensenzoeken en mensenverafgoding. Binnen de gnosis heeft alles een plaats, maar dan in balans, gebaseerd op principes en goed beveiligde en getoetste technologie. Je kunt je soms binnen de gnosis aan een mens ophalen, maar het doel is dat je het zelf wordt, dat je het gaat zien als een weerspiegeling van jezelf. Afgoderij ontstaat waar je gaat lopen projecteren en jezelf niet ontwikkeld, wat veel in de kerken gebeurd. Altijd is het weer de ander die dingen moet regelen en dingen moet zijn, en zijzelf zijn gedoemd tot zonde. Dit is alleen een deelwaarde, als een secte, wat de verabsolutering van een deelwaarde is. Onderwerping is dus niet het totaaldoel, maar moet in balans zijn met de wording en het zijn. Zo mag je ook niet zomaar mensen gaan onderwerpen en ze niet helpen om te komen waar jij bent. Dat zijn machtspelletjes, en dat gebeurt ook vaak in de kerk. De Bhakti en de Kama moeten dus altijd leiden tot Moksha, de zelfverwezenlijking, het oneindige Zelf in jezelf ontdekken, als een verlichting. De toekomst is al geweest. Er is dus een zelf van overgave, de mannelijke pool, en een oneindig zelf, de zelfverwezenlijking, de vrouwelijke pool, en daartussen mag diepe intimiteit komen om zo vrucht te dragen. Dit is het Nirvana. Alle andere realiteiten zullen wegvallen. Hoofdstuk 29. De Indologische Wortel van Ezau Omdat het Hebreeuws oorspronkelijk geen klinkers had is de verbinding tussen Esav en Shiva nog duidelijker, want Ezau was gewoon SV in het Hebreeuws. Shiva bedelde in zijn Bhairava vorm van de nomadische bedelaar tot Vishnu om 'het rode', en ook zijn vrouw gaf hem eens een kom met het rode om zijn toorn te kalmeren. Bhairava is in het Sanskrit de heilige vreze, oftewel de heilige voorzichtigheid, die nodig is om de tempel te betreden om tot de dharma te gaan, de heilige leer. Bharaiva is dan ook de woeste sleutelbewaarder van de tempel en de dharma, als een dharmapala. Pala betekent beschermer, beveiliger, en ook de bedelaarskom, in de zin dat deze taak alleen goed gedaan kan worden als er overgave is, toewijding. De pala is de beschermer van de aarde, ook in de zin dat hij bedekt is met de aarde. Vandaar dat Bhairava ook wel Mahalaka wordt genoemd, de zwarte, de met aarde bedekte, als een wildernisbewoner, wat een teken is van absorptie en vermenging (exotisch). Hij heeft dus een kom of schedel gevuld met bloed, wat de onderwerping van het schijnzelf van illusies betekent, en hij staat op de zon, als een beeld van de verlichting en de ontwaking. Dit komt ook weer terug in Openbaring 19 : 17 En ik zag een engel staan op de zon en hij riep met luider stem en zeide tot alle vogels, die in het midden des hemels vlogen: Komt, verzamelt u tot de grote maaltijd Gods. Ook houdt de vrouw op het beest in de wildernis een kom met bloed vast. Mahalaka betekent ook "beyond time and death" in het Sanskrit, en hij komt ook voor in het boeddhisme. Het is de verwoestende kracht van Brahman, het Oneindige Zelf. Uit Brahman kwam

Abraham voort in het Judaïsme, uit wiens bloedlijn ook Jakob en Ezau kwamen. Mahalaka wordt ook wel de Heer van de Tent genoemd. In Japan is hij één van de zeven "geluks" goden, als Daikokuten, in de zin van een god van fortuin, weelde, en esoterisch gezien gaat het dan om de onnaspeurlijke weelde van de natuur-gnosis. Ook in Japan is hij net als de Hebreeuwse Ezau een archetype van de jager. Bhairava moest de kapali eed afleggen. Kapala betekent schedel, als een bedelaarskom, en deze eed houdt in naar de wildernis te gaan om daar een nomade te zijn, naakt en bedekt met de aarde, met een bedelaarskom, als een beeld van nederige overgave, wat dus ook weer terugkomt in het Jakob en Ezau verhaal waarin Ezau de wildernis ingaat en uiteindelijk bij Jakob bedelt om het rode. Het pad van Ezau is dus het bhakti pad waarin hij afsterft aan zijn aardse rechten, zijn eerstgeboorte recht, als het pad van zelf-opoffering en overgave. Ook Yeshua (Yah-Shu, de wording van Ezau) liet in de oorspronkelijke gnostisch-Esseense mythologie zijn hemelse rechten achter zich en vernederde zich door naar de aarde te gaan. De schedelkom is dus een beeld van het afleggen van het lagere aardse zelf, de lagere wil, ook in de zin van het inzicht krijgen in de psychologie ervan. Telkens komt alles terug op de kennis. Zonder diagnose is er geen genezing. Inzicht is de weg. In dit opzicht mogen we daar om vragen op het pad van Bhakti, met een lege kom. We komen zo tot de oneindige kennis en vragen haar om ons te vullen. Dit is een daad van overgave. We stellen ons zo open voor het oneindige. Als wij niet leeg zijn van onszelf, dan is dit onmogelijk. Het gaat dus om de keuze leeg te zijn, en niet met allerlei smoesjes te komen. De schedel die we opheffen is de schedel van het schijnzelf. Zonder zelfopoffering en zelfverloochening is het bhakti pad onmogelijk. Het is een meditatie, een discipline, waar de mens de tijd voor moet nemen. Het is geen stap, maar een pad, een proces. Als wij de eerste stap hebben gezet, dan zullen wij verder geholpen worden op dit pad. Op het bhakti pad gaat dus wel het mes erin. Het doel is dat er niets van ons lagere schijnzelf overblijft. Bhakti zelf is niet het eindstation. Op het pad van de Bhakti-Jaga mag de mens komen tot de Kama-Jaga, de verzoening met de gnosis. Wat dat aangaat zijn het hele christelijke principes van de mens die zich verzoent met het goddelijke, het bovennatuurlijke. Maar omdat de mens in het Westen opgesloten zit in de christelijke schelp van formule-redeneringen en alles snel, snel willen, is het belangrijk om de indologische parallel er vlak naast er op in te laten werken, voor meer diepte, om zo te komen tot een eerlijkere brug van gnosis. De lijn van de studie, de jnana in het Sanskrit, of de jn wortel, gnosis. In de oertaal zijn de jana en de jani een beeld van de urim en de thummim, het toetsen en het loon, als een studie-proces van de gnosis. Zonder het studie-principe zijn er geen wonderen te verwachten. Het westen is één groot spijbelfeest, en daarvoor is de indologische parallel belangrijk om uit de brand te ontsnappen. Alles is dus altijd in de context van de Jnana Jaga, de discipline van de studie, anders kom je nergens. Buiten deze discipline kom je alleen van illusie tot illusie, totdat alles uiteindelijk geheel is afgebrand en je niets meer over hebt aan eeuwigheids-waarde. Verdienen aan het leed van iemand anders. Het komt overal op deze wereld voor. Het zijn de marktsystemen van psychiatrie, de kerk, het rechtswezen, de tandheelkunde-industrie, het medische wezen, het schoolwezen, en ga zo maar door. Veel van bovenstaande systemen zitten vol met contactgestoorde mensen die allemaal door iets anders afgeleid worden. Ze zijn er niet om je te helpen. Je bent voor hen een gevangene, een nummer. Vaak zullen ze dat niet laten merken, maar ik weet wel dat velen pas na hun dood merken hoe diep ze zijn verminkt door dit soort mensen. Hoe komt dit ? Het antwoord is simpel : yoga. In het Westen is de yoga geheel losgekapt van de oorspronkelijke jaga, en wordt vaak de nadruk op het lichamelijke gelegd in plaats van op de transcendente kennis die het ooit was. Yoga is in het westen een materialistisch marktsysteem geworden, als een corrupte bijwerking van het Nirvana. De Westerse yoga is een rover, een afleidings-mechanisme, en vaak symptoom-bestrijding die de

wortel van het probleem afdekt, zoals dat ook in de tandheel-industrie gebeurd. En het is pure dwangverpleging want voor de tandheel-industrie en de psychiatrie is de mens hun lagere zelf waarover zij willen heersen. Ze zijn te lui om de gnosis in te gaan, de diepte in te gaan, om de demonologie onder ogen te komen, maar net als de vlees-industrie hebben ze het gemunt om de mede-schepselen. Het is allemaal valse, westerse yoga. De Hatha Jaga is in werkelijkheid, in het Sanskrit, het gevecht, de volharding in het komen tot de diepte van de vijand, als de discipline van de demonologie, oftewel het hele Pniel verhaal, verbonden aan Jakob en Ezau, en aan Shu in de Egyptologie die zijn eigen Pniel ervaring had. In het Sanskrite is dit dus de Hatha, waarin de mens zich dus niet zomaar overgeeft aan wat op de mens wordt afgestuurd, via de opvoeding en het sociale en het educatieve systeem bijvoorbeeld. De mens worstelt ermee, in een toetsgevecht. De uitkomst is niet één of ander stemmetje die zegt : "Aye, het is okay, hoor, de kust is veilig," en het is ook niet één of andere bijbeltekst die de schijn wekt dat dingen bevestigd worden. Neen. De uitkomst is de heilige vreze, de heilige voorzichtigheid, het tot bloedens toe je verzetten tegen iets wat zich aan je opdringt als zijnde de waarheid, omdat je niet zomaar met de eerste de beste boot mee wil gaan. De gnosis komt alleen de heilige voorzichtigheid tegemoet, dus de gnosis zal je dan zelf gaan openen, zodat je je er niet meer tegen kan verzetten. Zij die dit punt hebben bereikt weten dan ook dat dit de gnosis is, want er is daadwerkelijk niets anders wat ze kunnen doen. Dit is een goddelijke ervaring die alleen zij die het hebben meegemaakt kunnen begrijpen en het is genaamd de heilige gebondenheid, of heilige onweerstaanbaarheid. Als het niet gepaard gaat met de heilige vreze en met geduld en volharding, dan is het flut. We hebben het hier dus over de hogere hemelse robotiek, een muurvast en waterdicht systeem, wat gebouwd is op kennis, als in een school proces en wat de mens niet zomaar komt aanwaaien. Het gebeurt op het grote Pniel, de heilige arena van het toetsen, op het pad van de Hatha Jaga. Zonder de Hatha Jaga is het pad van de Bhakti waardeloos. Er is geen overgave en zelfopoffering mogelijk zonder studie en toetsen, anders weet je niet eens waar je jezelf nu op moet richten. Wat moet je loslaten, en wat moet je niet loslaten ? Het gaat om openbaring over deze dingen, en openbaring is niet zomaar een stemmetje of bijbeltekst, maar een school. Juist door de Pniel ervaring, de Hatha Jaga, wordt het pad van de Bhakti gericht en uitgestippeld. Zo wordt de zuivere bhakti onderscheiden. Je kunt niet zomaar met wat toverwoorden je overgeven aan de kennis, want er is zoveel valse kennis. Kennis is de militaire school en kunst van de hemelse technologie. Hoofdstuk 30. Het Bootje in de Wildernis Ezau is dus in het Hebreeuws Esav, en in het oorspronkelijke Hebreeuws wat geen klinkers had SV. Shiva is in het Sanskrit Siva, SV, dus het is gewoon letterlijk hetzelfde, wat ook de beide mythologieën laten zien. Heel veel oppervlakkige gedachtes breken stuk zodra je de diepte ingaat. Ezau werd tot het volk Edom, waarvan Adam de wortel is. Adam nam de vrucht van de gnosis uit de hand van Eva in de gnostische mythologie en de oorspronkelijke teksten, wat een beeld was van de intimiteit,

verzoening, met de gnosis, oftewel de diepte. Dit is de Kama in de Indologie, als de Kama Jaga, wat een bepaalde school of discipline is. Principes komen tot rijping en verbinding en worden zo vruchtbaar. Intimiteit is slechts een metafoor van dit proces. Het is een abstractie van de eindeloze diepte waarin alle dingen tezamen komen, als een mengsel. Hoe dieper je gaat, hoe meer je de eenheid gaat zien van alle dingen, het transcendente. Kama is dus een belangrijk doel in de Indologie, als de verzoening, het mengsel, wat in de Vur terugkomt als het natuurverschijnsel van de brug : 112. DE BRUG 1. Ik kwam tot de brug, waar vele moeders waren met hun kinderen, En mensen, veel mensen, De brug was wijd en wit, En ze spraken dat ergens in het midden van de brug, Daar is geen tijd meer, Daar is een mist waar iedereen elkaar verliest 2. Ik vroeg me af waarom zoveel tot deze brug gekomen waren, Maar ik zag in dat er geen andere keus was, Er was een oorlog in hun land, En hun land zou in vuur vergaan 3. En men schiep religies, om aan de macht van de brug proberen te ontkomen, En men begon te twijfelen aan het verhaal van de brug 4. Ik ging de brug op, en liep door totdat ik in witte bloemenvelden kwam, Ik zag niemand meer, ik was helemaal alleen, Plotseling voelde ik een hand, En ik ontwaakte 5. Aan de andere kant van de brug was ook een oorlog, Ook dat land zou in vuur vergaan, Er was alleen leven op de brug Nauwverbonden hieraan is de weelde van de gnosis, een ander doel in de Indologie wat hieraan parallel loopt, de Artha, oftewel de Artha Jaga, de discipline van de rijkdom van kennis. Het gaat om het komen tot de overvloed van kennis, om zo door een volwaardige, volmaakte technologie, daadwerkelijk het goddelijke te kennen, als de toppen van de piramides van de kennis. Dit is het natuurverschijnsel van de regen. De regen is een groot doel in de esoterie, en alle paden van de gnosis lopen hier op uit. Zoals het Boek van de Roependen in de Tweede Bijbel daarover zegt : "Het is een eeuwiggroeiend vuur, wild om zich heengrijpende." Het is als het waarlijk thuiskomen. Meer en meer van het goede is het doel. De heilige tekst van het Boek van de Roependen zegt dat alleen de hogere, hemelse rijkdommen de gevaren van de lagere aardse weelde en het bijbehorende materialisme kan uitdoven. Het is dus voor ons eigen levensbehoud dat we streven naar de rijkdommen van de gnosis, de rijkdommen van het hemelse bewustzijn. Alleen zo kunnen we ook dieper groeien in de Kama-intimiteit van de gnosis. Deze twee parallellen vuren elkaar aan. De mens mag hieraan bouwen door heilig loon. Alleen heilig, eerlijk verdiend, loon is de sleutel tot de heilige weelde van de esoterie. Er moet dus ook een intieme relatie ontwikkeld worden met het Heilig Loon, volgens het Boek der Roependen, anders komt er bedrog in het spel. Kama is er dus voor onze eigen beveiliging, als een belangrijke sleutel,

als de demonologie van de verbinding tussen intimiteit en de hemelse economie. Het Heilig Loon bewaakt de Heilige Weelde. Niemand komt zomaar tot de heilige Weelde. Hier is dus een school voor die de tussenstappen laat zien. Het Boek der Roependen laat zien dat alles maar één keer gebeurt, en dat de rest slechts herhalingstruukjes zijn van het herinneringsmechanisme. Dit is ook de boodschap van de Vur. Dit moet ook wel, want anders zou er niet genoeg ruimte zijn. Maar in deze wetenschap mag de mens ook rusten. Tijd is een illusie. Het gaat om de principes die allemaal hun eigen magie hebben. Chronologie is dus ook een illusie, een valse, verdraaide volgorde verbonden aan het bestaan in de aardse illusie. De mens moet dus tot de diepere, achterliggende volgorde en prioriteiten komen. Ook tijd-lengtes van de evenementen van het leven zijn dus illusies. De aarde is een hypnotische schijnwerkelijkheid waaruit de mens moet ontwaken. Hypnose kan dit soort truukjes doen, en de mens is zwaar aan de gedwongen drugs, wat gewoon al bij de geboorte in het lichaam opspeelt als een gevaarlijke cocktail van hormonen en genetica. De mens is gedwongen intiem met de machten van deze wereld, als in een mensenhandel. Kama Jaga is ervoor om de mens hiervan te bevrijden en tot intimiteit, oftewel mengende diepte, te brengen met de gnosis. In de stadse schijnrealiteit wordt het als volkomen normaal gezien dat de mens leeft zonder bovennatuurlijke zintuigen. Het wordt de mens niet geleerd. Kinderen worden gekweld met getalletjes op school en andere dode kennis, terwijl het bovennatuurlijke en de technologie van de gnosis wordt genegeerd. Het is een parasitaire spiegelrealiteit. Neen, kan ik zeggen. Het is niet normaal. Het is een nachtmerrie, en de mens moet zichzelf wakker schudden. Veel mensen lijden aan paniek-stoornissen vanwege deze nachtmerrie, maar het is beter paniek-stoornissen te hebben dan zomaar door te leven alsof er niets aan de hand is. De mens moet terug. Word maar boos, raak maar in paniek, en heb weer passie. Het is een teken dat je nog leeft. Het scheidt je af van de dode massa's voor een bijzonder plan. In het hemelse koninkrijk heb je waarde. In de stad kijkt er niemand naar je om, en als ze naar je omkijken dan is het vaak met bijbedoelingen. Er is geen zorg in de stad. Het is allemaal een markt. Ze letten op de teller en of het kwartje wel in de gleuf is gegooid. De stad moet een kwartslag draaien. Iemand heeft aan de hypnotische knop lopen draaien. Wie ? De Westerse yoga die een karikatuur van de Kama Jaga heeft gemaakt. Het is een zwaar kunstmatige vervalsing. De ware natuur kennen ze niet. Daar hebben ze geen tijd voor. Het kan niet groeien. Er is geen creativiteit. Ze kunnen alleen elkaar na-apen. Een kwartslag moet het draaien dus. Even de hypnotische knop een goede slinger geven. Breng de natuur maar weer tot leven. Op het bhakti pad van de zelfverloochening en overgave, wat ook terugkomt in het christendom en de islam, dieper de wildernis in, komen we uiteindelijk tot het kama principe, wat kan verschijnen in de vorm van een godin, de godin van de intimiteit, het wonder van het mengsel in de diepte, de godin Kama (of Koemoe in de oertaal). Zij is degene die leidt tot het moksha principe van worden en zijn, oftewel het oneindige Zelf. Het is dus gewoon een personificatie, een archetype, van een collectie van principes. Zodra een god of godin je niet terugleidt naar je eigen bron is het slechts een illusie. De godin Kama, als archetype van de brug, van relaties, leert de mens dus te worden en zijn zoals Haar, en juist daarin vindt Zij haar goddelijkheid. Zij leidt tot het bootje op de bosrivier, dieper de wildernis in, tot Moksha, de zelfverwezenlijking, wat ook als een godin kan verschijnen. Zo komt de mens tot een hele dualistische ervaring van het Nirvana. Zij blaast op Haar hoorn. Zij roept de mens, als een roepende in de woestijn. Net zoals de mens Artha, de heilige weelde, nodig heeft om de valse, overmoedige weelde te overwinnen heeft de mens Kama, de heilige diepte en intimiteit, nodig om de valse, overmoedige intimiteit van de stad te overwinnen.

Hoofdstuk 31. De Indologische Wortel van Ruth en de Vloek van de Marthanisten De Egyptische KM wortel van Kama, de Indologische godin van het diepe contact, als de Indische Cupido, is eigenlijk precies hetzelfde : De verzoening is er alleen door verwonding. In Egypte is het KM principe het heilige der heilige. Dit is hetzelfde principe wat in de diepte van het christendom ligt. Er worden pijlen van verzoening afgeschoten, van diep contact en dat verliefde gevoel, en dit laat verwondingen achter. Dat moet wel, want de verwonding staat voor de vermenging. Onze werelden moeten dus eerst opengebroken worden, en dan pas is er de brug. In de Egyptologie is de KM het volbrachte werk, en dit is eindeloosheid. Het ligt dus ook opgetekend in het christendom, maar in het Westen is dit helemaal verdraaid en uit z'n verband gerukt. Het is een complete nachtmerrie geworden. KM (khem) is in het Egyptisch de godin van de vruchtbaarheid en de schepping, wat haar verbindt aan Kama in de Indologische parallel. Het is hetzelfde principe. De KM is in de Egyptologische diepte de openbaring (kemh, gamh, zien, onderscheiden). Het is dus iets heel technisch. Het is het contact met de kennis. Het ware Zelf ligt diep opgeborgen in de Kennis. Een belangrijk energetisch plaatje is in de bijbel het verhaal van Maria en Martha. Zij worden bezocht door Yah-Shu, of Yah-Sa, de KennisWording (Yeshua). Martha gaat als een bezetene over tot het bedienen, en heeft door haar vele werk niet de tijd om de woorden van Yah-Sa, van de gnosis, te horen, maar Maria daarentegen zit tegenover de Yah-Sa om te luisteren. De Yah-Sa zegt dan dat Maria het juiste deel heeft gekozen. Martha deed wat de sociale code van haar verlangde, de etiquette, maar Maria betekent in haar naamwortel 'rebellie'. Maria was verbonden aan de gnosis. Deze rebelse wortel is de mara in het Hebreeuws, wat in het Egyptisch de wet van Ra is, de wet van de overgave. Maria ging hiervoor naar de bron. De wet van Ra komt ook weer terug in het Oude Testament waar Hobel, de broer van Kaïn, Ra wordt genoemd in het Hebreeuws. In het vorige boek, de Egypte Code, is dit besproken in de Egyptische context waar het op neer komt dat het verhaal van Kaïn en Hobel metaforisch gaat over de wachter van de tong, oftewel de beteugelde tong. Maria sprak niet, maar luisterde, en zou alleen spreken als de Kennis haar zou laten spreken. Wij mogen alleen spreken door Kennis. Wij moeten niet roekeloos en overmoedig zijn als Martha die rondrende om mensen te behagen. In het Oude Testament komt dit terug in het Ruth en Boaz verhaal, waarin Ruth aan de voeten van Boaz, haar losser, een Messiaans beeld, in slaap valt, als een beeld van overgave, van symbolisch afsterven aan jezelf, om zo het Kennis-Zelf te ontvangen. Dit is dus het Bhakti pad in de bijbel. Dit pad wordt bijna niet in de stad en in de kerk geleerd. De mens wordt opgeleid tot een Martharobot, om het systeem te dienen. Daarbij is het doodnormaal om te pas en te onpas je mond los te trekken, ook om te zingen. Dan is het goed je af te vragen welke geest er bezig is : Maria of Martha. Martha wil niet wachten. Martha wil gezien worden, eer ontvangen. Bij Martha gaat het erom door mensen geaccepteerd te worden in plaats van de Kennis. Martha's zijn in die zin doof en er valt

vaak ook niet mee te praten. Maria's worden door Martha's altijd beschuldigd door vooroordelen. Maria is diep in de hemelse techniek, terwijl Martha oppervlakkig is. Martha speelt altijd rechtertje en politie-agentje, terwijl Maria vaak zwijgzaam lijdt, wachtende op de Kennis, op openbaring. Maria wil niet geleid worden door de stad. Maria worstelt in afzondering op het grote Pniël met al die stadse goden die haar willen wurgen. Martha biedt haar hierin niet de helpende hand, maar trapt haar nog dieper weg. Om het pad van Ruth te vinden, van de heilige slaap van overgave, hebben we heel veel kennis nodig om aan onszelf af te sterven, omdat het een stuk technologie is, als een school. Hoe het zelf nou daadwerkelijk te verloochenen is een groot vraagstuk. De mens heeft de rijkdom van de gnosis hiertoe nodig, als de heilige regen, wat in de Indologie ook de Artha is, de RTH, wat dan ook de Sanskrite wortel van Ruth, RTH, is. Artha betekent in het Sanskrit de zintuigen en de vaardigheden, de betekenis, de vertaling, het teruggaan naar de oorzaak, de wortel, als één van de vier hindoeïstische doelen in het leven. Het betekent ook doel. Artha is dus ook noodzakelijk om tot Kama, de brug, de vermenging in de diepte, te komen. Zodra de mens dingen in Artha kan begrijpen, dan kan de mens loskoppelen van zijn schijnzelf en lagere wil. Zo valt de mens in de ware heilige slaap, als Ruth, om tot overgave aan de gnosis te komen. Vreemd genoeg betekent Martha ook rebellie, en heerser, maar dan is het rebellie naar de gnosis toe. Ze grijpt graag de macht. Ze luistert niet graag. Christenen in de kerk aanbidden haar. Het zijn Marthanisten die Marthan volgen en aanbidden, en vaak nog wel erger zijn dan satanisten. Het is een huwelijk tussen Mammon (materialisme) en Marthan. Hoofdstuk 32. De Sleutel van Herhaling Godsdienst is een ander woord voor leven vanuit de bron, maar 'demonologie' is hierin belangrijk om te zorgen dat je leeft vanuit de juiste bron. Er zijn namelijk ook veel giftige bronnen zoals we weten. Demonologisch onderwijs is wat helaas vaak ontbreekt in de godsdienst en velen willen het er niet over hebben. Godsdienst en demonologie gaan hand in hand, en dit zijn natuurlijk maar woorden. Je kunt het ook anders noemen. De demonologie is je virus scanner, je alarm, je beveiligings-systeem, dus daar kunnen we niet lichtzinnig over doen of het zomaar afwimpelen. Waar openbaring (onderwijs) ontbreekt verwildert het volk. Het gaat hierin om de technologie. Zit er een lekje in die technologie, dan kun je alles wel vergeten. Alleen perfectie brengt ons over de woeste zeeën van het bestaan. Dit is een ander vies woord voor vele godsdienstigen. Ze hebben zich er bij neergelegd dat ze altijd zondigen. Wat een ellendig bestaan. Waarom volgen ze God dan als ze niet zoals God worden ? Zo worden er verschrikkelijk gevaarlijke spelletjes gespeeld, wat we de projecties van de Arcturische lens noemen. Het zijn natuurverschijnselen. Aan de voet van de heilige berg wordt er veel geroddeld, veel gelogen, veel gespot en weggelachen. Er zijn daar veel geruchten als een sluier, een voorhangsel, om de mens te testen en te zuiveren, klaar te maken voor de volmaakte bron. Dit is geen volmaakte bron naar letterlijke en menselijke maatstaven. De

technologie van het bestaan is namelijk abstract en obscuur. Als je tot de ware bron wil komen, dan gaat dit door het kruis, de strijd en het onderwijs. We hebben het namelijk over de oneindige kennis. Dit onderwijs gaat veel door herhaling, zodat het wortel kan schieten, en zodat het kan blijven testen en zuiveren. In herhaling sterft de lagere wil, de schijn-wil of geprojecteerde wil, af. Beveiliging is een systeem van herhaling, maar telkens zal die herhaling net even iets anders zijn om zo wat nieuws toe te voegen, om het even van een andere kant te laten bekijken. In herhaling bestaat dus openbaring. Die openbaring leidt tot heiliging, oftewel afzondering, maar daarna leidt die openbaring weer terug naar het begin om het op een andere manier te bekijken, te herzien, zodat het gewoon geintegreerd wordt in het systeem. We kunnen daarom niet het kind met het badwater weggooien. Voordat de King James bijbel kwam was er de Geneve bijbel van 1560, wat min of meer Calvijn's bijbel was. Deze bijbel had begeleidende verzen bij elk vers, als een echo, of de zogenaamde dubbel-verzen. Het maakt vanaf het begin al duidelijk dat de schepping van het licht niet de zon is, want die bestond toen nog niet. Het was dus een ander soort licht, als een inzicht. Ik zou willen zeggen dat het het licht was van openbaring, van visioenen en dromen, van de parallelle werelden. Het was transcendent nachtzicht, als de vrucht van de nacht. De schaduwen om ons heen houden niet van herhaling. Zij haken ergens af halverwege. Dit kan enorm frustrerend zijn, als een afval race, maar ook dit zijn voorhangsels, en zij hebben enige cryptische waarde. Vandaar - en dit is vaak gezegd - moeten wij puzzelaars zijn. Door de herhalingen in het leven worden er parallelle deuren geopend waardoor situaties ineens heel anders zijn. Er kan ineens een wonderlijke vermenging komen. De herhaling, het volharden, is hierin de sleutel. Herhaling heeft eeuwigheidswaarde, en als herhaling de kans wordt gegeven dan kan zij zich beter uiten en uitleg geven. Dan kan er diepte komen. Zo kunnen mensen ook ineens veranderen als hun parallelle deuren worden geopend. Mensen zijn als lopende verzen, maar zij hebben vaak hun dubbelvers nodig om er zicht op te geven. Ieder mens heeft een parallelle zelf. Ook heeft de mens parallelle dier-zelven, en ook omgekeerd is dit zo. Dieren hebben parallelle mens-zelven. Vandaar dat het ook totaal onverantwoord is om dieren te eten. Dit kan alleen metaforisch. Dieren zijn namelijk ook mensen. Ieder mens heeft dus parallelle dier-zelven, waaronder ook parallelle vee-zelven. Denk je eens in in hoeveel realiteiten je wel niet gefokt wordt voor de slacht. Zowel letterlijk als figuurlijk ! Dan help je jezelf niet als je in deze realiteit dieren eet, want je houdt zo je eigen slacht in stand. Zo eet je in principe jezelf. Het is nog steeds een totale holocaust in deze wereld voor de dieren, en dus ook voor de mensen. Belangrijk is het tot de allegorische betekenis te gaan en los te komen van schijn-werkelijkheden en al hun sluiers. Dit behoort ook tot je weg zien te vinden in de stad om zo te komen tot de diepte van de natuur. We kunnen stellen dat zij die gebrek hebben aan demonologie automatisch gezogen worden tot het moorden en eten van dieren. Demonologie is metaforisch carnivorisme, terwijl de vlees industrie letterlijk carnivorisme is. De mens kiest tussen metaforisch leven of letterlijk, materialistisch leven. De mens die het metaforische leven niet kent wordt zo gegrepen door het materialisme, door de Mammon. De mens kiest dus tussen of diep leven, of oppervlakkig. Leven aan de oppervlakte is zoals we zagen niets dan zelfmoord. Alleen de kennis doet waarlijk en eeuwig leven. In de Geneve bijbel wordt er gesteld dat de mens die geroepen is perfect gemaakt zal worden, en dat dit een veilig en zeker proces is (I Ts. 5:24). Dit is diepte-technologie voor ingewijden, dus het valt niet te bewijzen voor hen die materialistisch willen leven in zonde. Alleen het diepe kan het diepe verstaan. Er zijn dus condities verbonden aan het geopenbaard worden van de waarheid. Het is niet

ergens te koop. Het is niet iets wat je even kunt bewijzen aan Jan en Alleman. Het is geen hoer. Het is obscuur en vluchtig. Het zal wegrennen van je. Het zal je op de proef stellen. Het is zeker niet iets wat je zomaar even met de vrienden of wat voorbijgangers kunt delen. Het is niet op zoek naar een pooier. Bezint eer ge begint. Hoofdstuk 33. Dieper Erin = Dieper Eruit Er zijn geen snelle uitvluchten. Mijn mandaat - wat ik overigens in de hemel heb ontvangen - is altijd geweest : "Wil je ergens uit, ga er dan eerst dieper in." Altijd weer is dit een gouden sleutel gebleken. De reformatorische kerk waarin ik opgroeide heeft mij altijd zwaar geïntimideerd, zo erg dat ik er studie van wilde maken. Ik moest en zou weten wat het was, en tot de bodem gaan. Ik had zoiets van : "Oh, dus dit heb jij ergens uit een reformatorisch boekje gehaald, denkende iets te weten ? Goed. Ik zal nog dieper hierin gaan dan jou, en ik zal komen tot het wonder in de diepte van de hele reformatorische put, die bodemloos is." Alleen zo kun je dingen herzien. Ken je vijand, en ken ook zijn goede principes. Houd je vijand in die zin dichtbij je. Ga eerst dieper de gevangenis in voordat je daadwerkelijk kunt ontsnappen. De sleutels liggen namelijk dieper in de gevangenis verborgen. Het medicijn is in het probleem zelf. Gooi je het probleem weg, dan is alles verloren. Natuurlijk moeten we veel weggooien, maar ook moeten we veel herzien, en leren kennen, op waarde leren schatten. Een beetje draaien, een beetje puzzelen, een beetje op zoek gaan naar dubbele bodems. Vaak vinden we juist in de diepte van zulke kerkers en putten juist ook weer zoveel andere gevangenen, lotgenoten, die een heel ander licht op alles kunnen schijnen, en misschien zelfs de sleutel tot alles dragen. Zulke situaties of personen wil je natuurlijk niet missen. Vandaar ook : afrekenen met de smetvrees. Geestelijke smetvrees is een vorm van spijbelen. De mens moet genezen worden van xenofobische smetvrees, angst voor vreemden en buitenlanders, wat een vorm van racisme is. Het is een elitaire, gemakzuchtige rijkdomsziekte in het Westen. Men is zo oververwent dat men waant alles al te hebben en niets meer nodig heeft. 't Is er al, dus buitenlanders en hun culturen zijn niet gewenst. Alles is al in kannen en kruiken. Juist onze zg. "vijanden", onze nachtmerries, zullen ons helpen over de woeste zeeën van het bestaan. "Vrienden" en dromen zullen ons niet verder helpen. Juist het ergste wat je in je leven hebt meegemaakt is je sleutel. Vaak moeten we tot de conclusie komen dat onze ingebeelde vijanden onze vrienden waren, en onze vrienden waren onze grootste vijanden. Vaak moeten we tot de conclusie komen dat niet de ander de vijand was, maar wijzelf, in onze onwetendheid. Ik heb het dan ook over hoe je als kind wordt opgevoed met een ingebeelde vijand, zoals mensen van een ander geloof of helemaal geen geloof, of mensen uit een ander land. Die andere landen zijn wel zo afgeweken, en daar kan niets goeds uit voortkomen, enzovoorts, enzovoorts. Neen. De mens moet zelf zijn vijandige deel onder ogen komen. Dat kan een hele grote ontwaking zijn. Ik was al heel zwaar opgevoed in het reformatorische geloof, maar om ons heen waren er kinderen die nog wel zwaarder waren opgevoed : ze mochten geen televisie bijvoorbeeld. Een heleboel voor

ons gewone dingen mochten niet. De ouders van die kinderen waren zwaar paranoïde, en het werd hen altijd ingeprent dat ze zwaar zondig waren, en dan allerlei theologieën van de uitverkiezing waarin je nooit zeker weet of je het gaat redden, als een soort gokkast, want daarboven in de hemel wordt alles beslist. Een mens heeft daar geen eigen inmeng in. Zo spreken ze dan. Ik dacht : "Oh ja ?" Ik vond het in het gezin waar ik werd opgevoed al loodzwaar, zo zwaar dat ik ontsnapte naar een wat lichtere kerk, de evangelische, en toen het vol evangelische, te vergelijken met de pinksterkerk, waar ik ook uiteindelijk terecht kwam in mijn vlucht. Mijn familie was daar goed overstuur van. Eentje ontplofde er zelfs. Maar ja, ze waren dus zelf de zwaarsten nog niet eens, terwijl het al lood en lood zwaar was, met altijd het zwaard van de eeuwige hel wat aan een dun draadje boven je hoofd hing. Nooit was er rust. En dan op te groeien met een opa die vaak jankte van angst vanwege de hel. Ik kwam ook diep in die angst terecht, ook door bepaalde bovennatuurlijke ervaringen die ik had gehad en niet begreep, en die door de westerse bijbel helemaal verkeerd werden uitgelegd. Eigenlijk was daar geen plaats voor tussen al die vrolijke mensen in de pinksterkerk. Ik was op een gegeven moment helemaal niet meer vrolijk. Ik werd achtervolgd. Ik voelde me meer als die nog zwaardere gereformeerde gezinnen bij ons in de buurt, die altijd in angst en depressie leefden vanwege hun theologie. En ik dacht : "Okay. Dus zo wordt het even op mijn bord geslingerd ? Oh ja ? Ik zal nog dieper in deze materie gaan dan jullie ooit zijn gegaan." En ik kan gelukkig zeggen dat er leven is op de bodem van die put. Er wordt namelijk veel achtergehouden, veel verborgen gehouden voor de mens. Ik ben zo diep doorgegaan totdat ik uiteindelijk in de hemel kwam, God ontmoette, en het was totaal niet zoals ze dat in de kerk leerden. De kerk is steke en steke blind, totaal verkeerd ingelicht, en niemand die het nacheckt. Dat durven ze ook niet in hun angst voor de eeuwige hel. Het zijn gevangenen. In de hemel werd mij verteld alle theologieën die ik geleerd had in de kerk los te laten, echt alles. Ik kreeg daar toen een zwaard voor in de plaats wat mij door dingen heen liet kijken, en ik moest naar de bibliotheek om in de geschiedenis te zoeken. Oorspronkelijk waren dingen namelijk heel anders. Openbaring en studie gingen in die zin dus hand in hand. In de Geneve bijbel staat : "Ze houden zoveel van leugens, dat ze er zelfs plezier in hebben, wat de ergste krankzinnigheid is die er bestaat." (II Ts. 2:12) Het westen is totaal doorgedraaid in het pragmatisme : "Voelt het goed, dan is het goed." Ik wilde niet meer zulke spelletjes spelen. Dat wat ik had ontvangen in de hemel wilde ik niet meer verliezen. Het brak al mijn zintuigen open, en dit ging door zware studie, dag en nacht. Ik zag de hemelse technologie, en dat was nog maar het begin. Het was pure robotiek wat beveiligd was door hoge voltage, wat alles terugslingerde wat er niet hoorde. Er is namelijk een groot verschil tussen de robotiek van de oneindige kennis, en de robotiek van de lagere wil. Helemaal totaal gek zou je kunnen worden van de kerk. En als je dan in de diepte van de kerk wil gaan om dieper eruit te kunnen komen, ga dan wel als een joker, als een clown. Laat het je niet verzuren. Blijf creatief onder alle omstandigheden. Je krijgt een pak kaarten waarmee je goocheltruukjes kunt gaan doen. That's it. Wordt nooit één van hen. We gaan dus dieper om anders dan hen te worden, om los te komen. Het is goochelen met woorden, spelen met taal, totdat je de sleutel hebt gevonden, de juiste combinaties. Er is geen makkelijke uitvlucht : Ga er dwars doorheen, en maak alles anders. Oorspronkelijk was toch alles van ons. Zij hebben het gestolen en verdraaid. Nu moet het weer terug. Het is van ons. Het is onze kunst. Het is de oneindige kennis waarvan ze stukjes hebben afgebroken en er hysterisch lachend mee weg zijn gelopen. Ze hebben er een zotte kermis van gemaakt, maar wij zullen nog zotter zijn. Laat je niet voor een gat vangen. Wees een kolderkat, een maartse haas of een gekke hoedenmaker met deze religie. Laat hen je er nooit onder krijgen. Ga tot het raadsel en wordt wijs. In de stad zijn de goden op een rij geplaatst als een beeld van de lagere wil. De lagere wil heeft zich als zodanig in zulke idioten gepersonificeerd. "God is goed, wij zijn slecht," wordt er dan gezegd.

Maar waarom leef je dan ? Ze doen alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, maar het is puur duivels. Wij zijn ook goddelijk en behoren goed te zijn. Wij behoren te leven als de engelen, ook al zien we overal duivels om ons heen. Des te meer behoren wij als engelen te leven. Niet naar menselijke maatstaven, maar naar profetische maatstaven van de robotiek van de oneindige kennis, die onnavolgbaar is door de lagere wil. Daarom laat de Geneve bijbel al zien waar het op uit gaat lopen : Hosea 2:16 - En het zal zijn op die dag, zegt de Heere, dat gij mij Ishi noemt, en niet meer Baal. Ishi, iysh, betekent dienstknecht, ondergeschikte, en Baal betekent heer, meester. Het is een heel slim vers, want er zal een dag komen dat we God geen meester mogen noemen, puur omdat we zelf meesterschap moeten verwerven, en onze lagere wil, waarvan de lagere goden, ook de lagere "God" van de stad, een beeld zijn, moeten we disciplineren en temmen, leren berijden. Je komt er niet zomaar vanaf. Het is een worsteling. Je kan de lagere wil niet zomaar wegsturen. Je moet de lagere wil overwinnen en ten goede laten meewerken. Je lagere wil is namelijk je verdraaide kennis-wil. Het is creatief materiaal en kan cryptisch gebruikt worden. Het zou zonde zijn om het in rijkeluis smetvrees allemaal weg te gooien. Vandaar dat de ruiter op het beest ook zo belangrijk is. Je lagere zelf is het raadsel van je kennis-zelf, je ware zelf. Je moet er mee puzzelen. Je moet ermee optrekken. Je moet het leren berijden, dieper mee gaan, leren onderscheiden, leren een diagnose op te stellen. Gebrek aan studie is de valkuil. Dit was ook de reden waarom Hosea met de hoer, Gomer, moest trouwen, als een metaforisch beeld. Het hele boek Hosea gaat over het liefhebben van hen die als de vijand leven, als een beeld van het dieper erin gaan om eruit te komen, wat ook direct de betekenis van de Messiaanse tekst "Hebt uw vijanden lief" is. Dit is niet roekeloos en letterlijk, maar strategisch en metaforisch. In hoofdstuk 3 moest Hosea hetzelfde truukje doen. Weer moest hij een relatie aangaan met een overspelige hoer, een afgodendienaar. Hij deed dit om haar af te zonderen : 2Toen kocht ik haar voor vijftien zilverstukken en anderhalve homer gerst. 3En ik zeide tot haar: Vele dagen zult gij blijven zitten; gij zult geen ontucht bedrijven, geen man toebehoren; en ook ik zal tot u niet komen. Dit alles was een beeld van hoe de Hemel met het zondige volk omgaat. De Vrouw rijdt op het beest. Zoals Paulus het zegt : "Ik tuchtig mijn lichaam en houd het in bedwang." I Korinthe 9 24Weet gij niet, dat zij, die in de renbaan lopen, allen wel lopen, doch dat slechts één de prijs kan ontvangen? Loopt dan zó, dat gij die behaalt! 25En al wie aan een wedstrijd deelneemt, beheerst zich in alles; zij om een vergankelijke erekrans te verkrijgen, wij om een onvergankelijke. 26Ik loop dan ook niet maar in den blinde en ik ben geen vuistvechter, die zo maar in de lucht slaat. 27Neen, ik tuchtig mijn lichaam en houd het in bedwang. Paulus moest het dus winnen van zijn lagere wil. Dit is ook waar het boek Filippenzen in de grondtekst over gaat, over het liefhebben en berijden van het beest. Het is de betekenis van Filippe. Dit liefhebben houdt een zorg en een aandacht in om alles tot sieraad te strekken. Dit is ook wat tucht, kastijding, betekent. Het betekent opvoeden. De lagere aardse wil is vaak ook het kind in onszelf. Ontucht ontstaat waar die opvoeding er niet is. Ontucht is een gebrek aan tucht, een gebrek aan richting en leiding. De lagere aardse wil moet dus terug in de baarmoeder.

De Twaalf Kleine Profeten COAB 2018 Theologie zonder demonologie is waardeloos, zoals ook de demonologie zonder etymologie (taaloorsprongen) waardeloos is, want alles heeft een diepere wortel. Omdat taal practisch moest worden om de communicatie gesmeerd te laten verlopen was de taal genoodzaakt gebruik te maken van cryptogrammen. Zij die hier geen rekening mee houden komen in het materialisme terecht. Het "oordeel" over het materialisme is allang geweest, en draagt de buitenaardse codes hiervoor in de twaalf kleine profeten. Het "oordeel" is het herzien van het ego in de diepte, het opnieuw rangschikken van dat wat er verdraaid was aan de oppervlakte. Hierover gaat dit boek. Hoofdstuk 1. Het Filippenzen Apparaat Hoofdstuk 2. Colossi - De Vrouw met de Spiegel

Het Geheimschrift van de Onderwereld Hoofdstuk 3. Ragnarok en het Walkurische Geheim Hoofdstuk 4. Het Nachtgesprek Hoofdstuk 5. De Gereformeerde Gemeente Hoofdstuk 6. Laodicea en het Ruiterlijke Denken - Kritiek en Cryptiek Hoofdstuk 7. Het Hemelse Metaal Hoofdstuk 8. Amos en de Vrucht van de Leerschool van het Toetsen Hoofdstuk 9. Amos Bekeken Vanuit Psychologisch Opzicht Hoofdstuk 10. Het Geheim van de Uitverkiezing Hoofdstuk 11. David en Batseba in de Orionse Mythologie Hoofdstuk 12. De Sleutel tot Sion Hoofdstuk 13. De Oorlog Winnen of Een Product Verkopen ? Hoofdstuk 14. Het Kruis van Vernedering Hoofdstuk 15. De Brug tussen de Indologie, het Judaïsme en de Christologie Hoofdstuk 16. De Putten van Galati Hoofdstuk 17. Groeien in het Huis van Jakob Hoofdstuk 18. De Tocht naar Èrk Hoofdstuk 19. De Verborgen Vur-Bomen In De Bijbel Hoofdstuk 20. De Verborgen Vur-Bomen In De Bijbel II Hoofdstuk 21. De Vur Natuur School Hoofdstuk 22. Document Informatie over de Saveer-energie-parasiet Hoofdstuk 23. De Orions-Indiaanse Mythologie Hoofdstuk 24. Maleachi Hoofdstuk 25. Het IS-Complot - Wat hebben het christendom en de psychiatrie met elkaar gemeen ? Hoofdstuk 26. Bijlage Het IS Complot Hoofdstuk 27. De Gelijkenissen van Maleachi Hoofdstuk 28. De Indologische Wortels van Obadja Hoofdstuk 29. De Orionse Demonologie - Demonen in Orionse Zeegebieden Hoofdstuk 30. Orionse Demonologie II - De Fjork dream-controller chip Hoofdstuk 31. Orionse Demonologie III - Fjork-Finno Hoofdstuk 32. De Orionse Wortels van Zefanja Hoofdstuk 33. De Orionse Liturgie Hoofdstuk 34. De Edoms-Spiegel van Abadja Hoofdstuk 35. Het Heilige Geheim van de Olifant Hoofdstuk 36. De Steniging van Zacharia Hoofdstuk 37. Het orakel van Habakuk Hoofdstuk 38. Het Raadsel van Hosea Hoofstuk 39. De Wijngaard van Hosea Hoofdstuk 40. Het Oversteken van de Grote Orionse Oceaan Hoofdstuk 41. West Orion Map Hoofdstuk 42. Het Mysterie van de Heilige Dief Hoofdstuk 43. De Leeuw en de New Age Muis - De Bespreking van Micha Hoofdstuk 44. Het Odin Mysterie - De Komst van Orion Hoofdstuk 45. De Opstanding van Balder Hoofdstuk 46. Het Draupnir-orakel van Odin Hoofdstuk 47. De Odin Sleutel Hoofdstuk 48. Odin en het Yule Feest Hoofdstuk 49. De Katholiek-Protestantse Ballingschap Hoofdstuk 50. Nahum

Hoofdstuk 1. Het Filippenzen Apparaat Van de iconen van het Nieuwe Testament, oftewel de boeken ervan, komen we niet zomaar af, en dat hoeft ook niet. Ze bezitten veel gnosis, vooral in de esoterische betekenis. Het is een bepaalde taal die gesproken wordt. Aan de oppervlakte, zoals de kerken het presenteren, is het verdraaid, maar door diepte kan alles verbroken worden. Het is een groot kruis. Het is allemaal gestolen en op de markt te koop gezet. God als een hoer. Boeren onderhandelen erover in hun niet na te volgen boerse accenten. Je kan er dus wel op een hele andere manier tegen aan gaan kijken, en dat is een hele uitdaging. Heel lang geleden had ik een droom waarin ik bijbelboeken zag als kooien waarin wilde vrouwen waren opgesloten, natuur-vrouwen, die de personificaties van de verschillende aspecten van de moeder aarde waren, de bovennatuurlijke aarde dwars door alles heen. Zij waren als wilde beesten en ik wist dat ze één dag zouden losbreken. Vandaar dat ik me ook altijd gewijd heb aan de natuur-uitleg van de bijbelboeken, om zo de kooien los te maken. Aan de andere kant zijn deze kooien de sluiers van de moeder aarde, van de natuur-kennis, als de voorhangsels van de tempel, dus het is weer heel dualistisch. In wezen waren de bijbelboeken oorspronkelijk dus een soort van godinnen. Vooral ook in de grondteksten komt dit naar voren, en het is een onderwerp wat me blijft boeien : de verborgen Godin in de bijbel, want één ding is zeker : de vrouw als archetype moet in deze wereld hersteld worden. Er moet een beter zicht op komen wat de vrouw precies is, op

het principe en de metafoor ervan. Toch moet Zij zich ook blijven versluieren tot de tijd van openbaring en manifestatie. De diepte van dit alles brengt geduld. Diepte is dus de sleutel tot geduld, en zij die die diepte niet hebben zullen weggezogen worden door ongeduld en overmoed. Diepte is een belangrijke schuilkelder tegen de stormen. Filippi betekent in de Griekse grondtekst een paardrijder, oftewel als de vrouw op het beest. Vandaar dat je het hele Filippenzen traject in het Nieuwe Testament, wat overigens een gevangenisbrief van Paulus was, kunt zien als een tunnelcomplex, vers voor vers. In elk vers zit een diepe sleutel verborgen, om zo verder te komen. Elk vers heeft verschillende lagen, en omdat het christendom de grootste religie op de wereld is, kunnen we niet zomaar hieraan ontkomen, maar moeten we het raadsel oplossen. Het is een kooiencomplex, en de sleutels moeten gekend worden, en uitgeoefend worden. Het is een buitenaardse kooi op de mens geforceerd. Het christendom kwam door buitenaardse invasies van voor het menselijk oog onzichtbare wezens. Het hele gevangeniswezen moet omgevormd worden. Ik heb het Paulus personage altijd interessant gevonden, vanwege zijn werk in de gevangenis, en zijn betogen over hoe met het lijden om te gaan, en ook zijn strijd tegen het materialisme. Ik voelde altijd dat er een groter mysterie achter verborgen ging. Ik weet nog wel dat ik op de bijbelschool een heel klein kamertje kreeg, en dat ik achter mijn bureau zat en blij was dat ik nu eindelijk alle tijd had om het eens te bestuderen wat het nu eigenlijk was. Zo kon ik toen al sleutelen aan de gevangenis-wand. Ik zat achter mijn bijbeltje, en bladerde door de brieven van Paulus en er kwam een onbeschrijfelijke blijheid en rust over me heen, een gevoel van veiligheid. Maar ik kon niet grijpen wat het was. Ik was mijn ontmoetingen met theofanische vrouwen in hele heftige dromen als kind zijnde alweer vergeten. Ik sprak er ook niet over. Ik zat diep in de kerk-gevangenis, maar ik zag een straaltje licht. Er groeide iets in mij, maar ik wist niet wat. Natuurlijk had ik daar wel mijn christelijke baby-taal voor om het uit te leggen, maar het was iets anders, iets diepers. Ik had contact met een moeder, maar zo werd dat niet geuit. Later begon ik steeds meer door de christelijke kermissen heen te prikken, en ik kreeg het aan de stok met de bijbelschool leiding, op mijn tweede bijbelschool, want ik was inmiddels verhuisd. In hun ogen was ik te rebels en eigenzinnig, maar inmiddels had ik diepe ervaringen met de andere wereld en dat botste gewoon. Ik begon in te zien hoe hypocriet ze veelal waren, en zelf niet eens volgens hun boekje leefden. Ik was niet de enige die dit inzag, want ook anderen begonnen te vertrekken. Er werden veel machtsspelletjes gespeeld, en toen viel voor mij ook uiteindelijk het doek. Ik had het helemaal gehad. Nog steeds heb ik ook heel veel goede herinneringen van die tijd, en heb ik ook hele fijne mensen mogen ontmoeten. Ik bouw en werk nog steeds met deze herinneringen. Maar het Paulus personage zie ik soms weleens een beetje als Ra in zijn bootje door de onderwereld, die eigenlijk doorging waar Jezus was gestopt. De westerse Paulus heb ik niet zoveel mee, maar de esoterische, meer mythische Paulus, en de Paulus van de grondteksten is weer een heel ander verhaal. Er is wat dat aangaat een goede simulator-Paulus. Als Paulus het heeft over de vijanden van het kruis, dan heb ik daar een bepaald beeld van. Het spreekt erg tot mijn verbeelding in de zin dat die diagnose bruikbaar is. Het christendom is de grootste vijand van het kruis ooit. Ik had een droom over het hele Filippenzen apparaat. Filippi is dus oorspronkelijk een godin. Paulus heette oorspronkelijk Saul, zijn Israëlitische naam (van Selah), wat in de wortels het raadplegen van een orakel betekent. Saul kwam in die zin tot de godin Filippi, en schreef haar gnosis op. Filippenzen is natuurlijk door de tijden heen enorm corrupt geraakt. In de droom kwam ik tot een medisch centrum met allerlei loketten waar telkens dezelfde vrouw achter zat, in allerlei verschillende gedaantes. Ik moest daar een gevaarlijk jongetje afleveren die mensen aanviel met een injectie spuit. Ik werd door die vrouw totaal niet serieus genomen. Ze begon allemaal over andere dingen, alsof ze zich niet in de werkelijkheid bevond, totaal ongeïnteresseerd. Ik dacht : "Laat maar

zitten." Ik nam het jongetje weer mee. In de oorspronkelijke Geneva Bible van de protestantse en calvinistische reformatie, in Filippenzen, bevindt Paulus, oftewel Saul, zich in de gevangenschap van de baarmoeder, wat dus eigenlijk een teken is van komende wedergeboorte. In 1:7 noemt Saul zijn gebondenheid "genade" om aan te geven dat dit buiten hemzelf omgaat, zijn lagere zelf geen inmeng heeft, maar vooral door het latere christendom in het westen kreeg dit een hele andere betekenis. In het Grieks is de genade, of de gave, altijd verbonden aan loon, als de loons-gave, terwijl hier het gaat om de loons-gave van gebondenheid. Er is dus een heilige loons-genade en een valse genade die de vrije wil afneemt, of die de vrije wil wel waardeert, maar dan genade maakt tot een wachtwoord waar je verder helemaal niets voor hoeft te doen. Saul stelt al heel duidelijk dat het niet om de gave gaat, maar om de vrucht. Ook stelt hij dat zij die niet werken ook niet zullen eten, en dat ieder voor zich moet werken, wat een diepe esoterische betekenis heeft. (Zie Thessalonicenzen). Het heeft dus wel potentieel, maar het moet even juist gedraaid worden. In ieder geval komt het er op neer dat in de Geneva bijbel wel duidelijk zichtbaar is dat genade als een hulpeloosheid is die plaatsvindt in de gebondenheid van de baarmoeder, en waardoor er ook bovennatuurlijke richting kan komen. Dit is dus een hele andere genade dan die in het westerse evangelische christendom wordt geleerd. Het punt is dat we niet aan deze dingen ontkomen, zowel aan genade niet, als aan de bijbelboeken niet, juist omdat ze een belangrijke kern bevatten. Ze moeten dus even anders uitgelegd worden, en dan kunnen we verder. Wij geven dus een hele andere definitie aan genade : 1. Genade als een loonsgave 2. Genade als tegemoetkoming waar iemand boven de maat veroordeeld is 3. Genade als de hulpeloosheid van de heilige gebondenheid die nodig is om bovennatuurlijk geleid te worden zonder inmeng van de lagere wil. In die zin gaan zowel de grondteksten als de Geneva Bible dus veel dieper. De Geneva bijbel roept weer op tot soberheid, ingetogenheid, daar waar de latere evangelische bewegingen steeds vrijer en roekelozer werden als genade-freaks, met zogenaamde gratis giftige milkshakes, maar waar de schaapjes peperduur voor moesten betalen. De genade drug suste het volk in slaap. Het jongetje in de droom liep rond met een soort eetbaar speelgoed, waar ook nog eens chocolade in zat, maar het was puur gif. Hij had ook geleerd zijn 'evangelie' op te dringen, en viel dus mensen aan met deze drug. Hij stak mij ook in de arm met die spuit, dus vandaar dat ik hem naar het medisch centrum bracht van Filippenzen. Ze namen hem daar dus niet aan, dus ik gaf hem een aai over zijn bol, en zou wel een andere oplossing vinden. Ik moest het knulletje wel goed in de gaten houden dus. Hij wilde mij ook chocolaatjes aansmeren, maar die gaf ik weer terug. Die at hij toen zelf op. Een andere reden dat ik hem aangaf was omdat hij mij dus een eetbaar stuk speelgoed had gegeven, een soort busje, en ik had het in mijn mond gestopt, en spuugde het weer uit, omdat ik merkte dat het niet echt te vertrouwen was. Vooral ook omdat hij zei dat hij het had ingesmeerd met troep nadat ik het in mijn mond had gestopt. Later zei hij dat dat maar een grapje was, maar het was een echte belhamel. Hij moest echt opnieuw opgevoed worden. In ieder geval merkt Saul op in 1:12 in de Geneva Bible dat alles is omgedraaid, juist zodat de boodschap doorgang kan krijgen. Het is weer de situatie van het ei, waarin het kuikentje alleen kan groeien als de eierdop er omheen blijft. Die eierdop zal op een gegeven moment, wanneer het daarvoor tijd is, barsten. Als dit voor zijn tijd gebeurt, dan is het als een miskraam. Vandaar dat we niet te wijs moeten zijn, niet te haastig moeten doen, maar moeder natuur haar tijd te geven. Vandaar dat we nederig moeten zijn en boete moeten doen, opdat we kleiner zullen worden, leger, zodat de natuur weer in ons plaats kan nemen. Zo komen we ook tot de godin Filippi. In mijn droom kon ik alleen tot Haar komen door een soort theater opvoering van 'negatieve' belijdenissen van nederigheid en zelfvernedering, als een manier van zelfkastijding, en dat is nodig, want we hebben twee polen in ons, zowel het goddelijke, als het kanaal, en het kanaal moet leeg zijn, en

leegte ontstaat alleen door zelfvernedering, zodat je natuur vrij blijft van invloed van de lagere wil. Het is dus puur een technologische virus scan. Je komt in wezen tot niemand anders dan je eeuwige en oneindige kennis-zelf, en de rest is allemaal proza en verhaaltjes, theater opvoeringen, die dit technologisch uitbeelden en coderen. It's all in the Game. It's all in yourself. Jij bent Filippi, de godin op het paard. Jij bent de natuur-kennis. Jij bent ook het kanaal, en dat moet je zuiver houden. Het werkt aan twee kanten. 1:6 Zij, die een goed werk is begonnen in u, zal getrouw zijn dit ten einde toe voort te zetten. Dit gaat dus over je diepere, volkomen zelf. Als wij de hemelse banden hebben ontvangen, dan hebben wij ook macht om anderen die hiervoor open staan mee te trekken tot de hemel. Wij mogen in die zin samenwerken met de baarmoeder. Dit is een multi-dimensionaal werk. Er is veel te doen in de parallelle werelden. We moeten leven wat ons gegeven is, ook het leven hier op aarde, het leven in het vlees, waar Saul het ook over heeft, omdat de schat in aarden vaten is. 22Indien ik in het vlees blijf leven, betekent dat voor mij werken met vrucht, en wat ik moet kiezen, weet ik niet. 23Van beide zijden word ik gedrongen: ik verlang heen te gaan en met de chasma (baarmoeder) te zijn, want dit is verreweg het beste; 24maar nog in het vlees te blijven is nodig om uwentwil. 25En in deze overtuiging weet ik, dat ik zal blijven en voortdurend bij u allen zijn, opdat gij verder moogt komen en u in het luisteren en gehoorzamen verblijden. We kunnen dus voor dit doel op de aarde leven terwijl we niet van de aarde zijn. Hoofdstuk 2. Colossi - De Vrouw met de Spiegel Het Geheimschrift van de Onderwereld Zelfvernedering hoeft geen realiteit te zijn, maar het is metaforisch, en ook om de trots van de lagere wil te ontlopen. Het is dus voor je eigen bescherming dat je de pool van zelfvernedering en zelfkastijding in ere houdt, en dat is ook de reden waarom we hier op aarde door veel vernedering heenmoeten. Dat is ook weer een thema in Filippenzen. Dit doe je dan voor een hoger doel, net zoals in de Yah-Shu mythe, waarin Yah-Shu ging van de hemel tot de aarde, en toen tot de onderwereld om zichzelf te vernederen, om de andere pool te helpen. Filippenzen 2 3zonder zelfzucht of ijdel eerbejag; doch in ootmoedigheid achte de een de ander uitnemender dan zichzelf; en ieder lette niet slechts op zijn eigen belang, 4maar ieder lette ook op dat van anderen. 5Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Yah-Shu was, 6die, in de hemelse gestalte zijnde, het Gode gelijk zijn niet als een roof heeft geacht, 7maar zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen, en aan de mensen gelijk geworden is. 8En in zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft hij zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de dood des kruises.

Soms moet je jezelf zo klein mogelijk maken om ergens doorheen te kunnen komen, wat ook weer tot oorlogsstrategie behoort. Dit is ook de eigenschap van de spion. Hij verraadt zichzelf niet, dus hij kan zichzelf voordoen als wat dan ook maar nodig is om zijn werk te kunnen doen, zonder daardoor problemen te krijgen met zijn baas. Het doel heiligt de middelen. Paradijselijke kameleonen blijven daarom niet voortdurend veilig in het paradijs als een schoothondje. Neen. Zij gaan voortdurend eruit voor ingewikkelde opdrachten. Het zijn geheime detectives. Zo is ook het profetische leven. Het is onvoorspelbaar, en er zijn altijd weer uitzonderingen op de regel. Als je mensen wilt behagen en het iedereen naar hun zin wil maken kom je nergens. Wij hoeven ons ook niet altijd te verdedigen naar de mens toe. Soms is het beter om stil te zijn. De mens mag ook los komen van alle zelfverdedigingszucht. Laat af van de mens, want hij is maar een zucht. Genade, Charis, was oorspronkelijk een Griekse godin van de natuur en de vruchtbaarheid, wat dus een hele andere betekenis had dan wat westerse christenen er vaak aan geven. In de diepte is genade gewoon de hemelse werkingen van de heilige gebondenheid, en geloof, Pistis, was ook oorspronkelijk een Griekse godin, en betekende verbondenheid, eerlijkheid, oprechtheid, waarheid en vertrouwen, wat in wezen gewoon de hemelse verbondenheid van de heilige gebondenheid is, en niet het vage, blinde geloof wat westerse christenen er vaak op na houden vandaag de dag. Toen Saul (Paulus) in de gevangenis was en de Filippenzen dit hoorden stuurden ze Epafroditus naar hem toe met gaven om hem te helpen, en toen gaf Saul hem een brief mee voor hen. Epafroditus betekent toegewijd aan Aphrodite, de moeder van Charis (soms in het meervoud). In de Bijbel is geloof de bron van genade, telkens weer. Geloof, pistis, is in die zin de moeder van genade, charis. Het ware geloof is de verbondenheid aan de kennis, ook een aspect van Aphrodite. De liefde is in de bijbel het grootst, zelfs boven geloof. De ware liefde is de testende baarmoeder, de onderscheidende kennis. Conflict-situaties en restricties zijn dus belangrijk, als een onderdeel van de ware liefde, de agape. De liefde van de lagere wil is allemaal omkoperij, dus vandaar dat het om de kennis draait om hiertegen veilig te blijven. Zo zien we verschillende aspecten van de hemelse gebondenheid, als de herdefinitie van de christelijke pilaren : 1. genade als de hemelse werkingen door de heilige gebondenheid 2. geloof als de hemelse verbondenheid door de heilige gebondenheid 3. liefde als het hemelse toetsen door de heilige gebondenheid De heilige gebondenheid is de sluitsteen van de oneindige, eeuwige kennis. Ook Colossi, het daaropvolgende boek, is een godin, een gepersonificeerd aspect van kennis. Het offer op het altaar is in de grondteksten een metafoor van het nomadische leven, van de brug, waardoor er ook contact komt met anderen. Saul (Paulus) verheugd zich hierin. Saul heeft zich in die zin geofferd aan Colossi. In de grondteksten komt het altijd weer neer op zelf-offering, en dit is altijd metaforisch. Het is een zinnebeeld van het toetsen, zodat alles zuiver blijft. Toetsen betekent analyseren, onderscheiden, de diepte ingaan. Toetsen is studie, en je niet laten misleiden door de oppervlaktes van de dingen. Daarom lijden wij in het leven, zodat we dieper en dieper kunnen gaan. Het kruis is de gevoeligheid die alle delen met elkaar verbindt, als een communicatie-systeem, tot één lichaam. Al deze dynamieken bevinden zich in jezelf. Het is je innerlijke zelf-familie. Dat is ook wat Colossi betekent : het grote, allesomvattende geheel. In de grondtekst staat Saul voor haar als voor een wild beest, en zij heeft meerdere koppen, die haar verschillende aspecten uitbeelden. Colossi is een vrouwelijk woord en meervoudig. Saul bewondert haar als een kerk, als een geheiligd lichaam, wat ook in de bijbel wel vaker als een vrouw wordt gepersonificeerd. Colossi is deels vrouw en deels beest, verbonden aan de natuur. In de diepte is dit net als Filippi weer een vrouw op een beest.

In de Geneva bijbel, in Colossi, wordt het kruis beschreven als een triomferende strijdwagen. Het is een nomadische dynamiek, zoals de vrouw op het beest. Soms is het beest een beeld van de baarmoeder. Al deze dingen horen bij elkaar. Ook Colossenzen is een gevangenis-brief van Saul. Aan het einde ervan draagt hij de Colossenzen op zijn gevangenschap, zijn banden, te herdenken. Saul is in het beest om tot wedergeboorte te komen, tot de bevrijdende werking van het tot inzicht komen. Het is heel dualistisch, net zoals het boek Openbaring heel dualistisch is als het over de wilde beesten gaat. Het is een paradox van kunst. Het is om los te komen van de lagere aardse gewesten. Colossi neemt hem mee naar boven. Colossi gaat over de heilige spiegel, het spiegelbeeld van het onzichtbare goddelijke, waardoor de mens heen kan gaan om zo telkens tot een ander inzicht te komen. Colossi is daarom ook de vrouw met de spiegel. In de Vur wordt gesproken dat juist de spiegel de droom in stand houdt. Deze twee hebben elkaar nodig. Dit is een mooie demonologische dualiteit. De valse spiegel moet natuurlijk ingeslagen worden, zodat de valse droom wegvaagt, opgelost wordt. Saul spoort de Colossenzen aan om de dingen te zoeken die boven zijn, en laat zo ook de heilige spiegel daartoe zien. De Geneva bijbel stelt dat de redenen en de wil van de mens corrupt zijn (3:5). Saul stelt dat de mens zelf de heilige spiegel moet worden (3:10). De nieuwe (diepe) mens is die spiegel. Dit transformatie-proces geschiedt door de vernieuwing van kennis. Hierin vallen ook alle valse onderscheidingen weg. In de heilige spiegel zien we onze verloren aspecten en onze parallelle zelven. Ook het beest heeft een spiegel in het boek Openbaring. In de diepte is dat een altaar, wat ook het geheim is van onze meervoudige identiteit. In de latere vertalingen van de bijbel werd dit steeds eenzijdiger neergezet. Oorspronkelijk kwam het uit de Egyptische onderwereld boeken waarin de spiegel van Nun, de zee, de onderwereld opende naar de hemel, opdat Ra op kon staan, als de hemelvaart. In Openbaring maakte de spiegel dat het beest weer kon spreken. In het twaalfde nachtuur van het Egyptische Boek der Poorten dragen vier goden de spiegel waarmee ze de poorten van de onderwereld bewaken, en waarmee ze Ra tot rust laten komen in de baarmoeder van Nod. In het Amduat boek is het loongevend aan hen die deze mysterieuze spiegel kennen, en zij ontvangen hun akh, hun dubbel (metaforisch : broer), hun schaduw die hen bijstaat, hun parallelle zelf. De Amduat beschrijft deze spiegel als transcendent, iets van de wereld beyond, als een interdimensionale poort. Deze spiegel geeft doorgang aan Ra in de onderwereld, zorgt ervoor dat Ra nergens blijft steken. Deze spiegel is in de diepte van de woestijn, in het diepste van de nacht, waar alle realiteiten ombuigen en in elkaar overvloeien. Het is als de nachtelijke woestijnzee. Ra moet zelf tot deze spiegel worden. Hij moet tot zijn spiegelbeelden komen, zijn parallellen, zijn verborgen identiteiten. Dit zijn zijn sleutels in de onderwereld. De bovennatuurlijke spiegel is zijn gids. Het is het geheimschrift van de onderwereld. Het Amduat boek zegt dat alleen maar een paar dit kennen. Verder kent niemand het. Hoofdstuk 3. Ragnarok en het Walkurische Geheim In een droom ontmoette ik Ragnarok, de Noord-Germaanse Eindstrijd in de Apocalypse, te vergelijken met het Armageddon. In het Zuid-Germaanse gebied werd dit ook wel de Gotterdammerung genoemd, de godenverduistering. Ik ontmoette Ragnarok in West-Orion in een gebouw. Hij kwam als een jongen die net volwassen was geworden. Hij smeerde een lijm op zijn onderlip en zijn gezicht raakte bevroren en kwam zo onder een zware hemelse magie terecht.

In het oude Germanië in Europa draaide alles om de Walkuren (Valkyries, Noord-Germaans), de strijdgodinnen die hen die hard aan zichzelf gestorven waren opnamen in de hemelvaart. Ragnarok was niet alleen een metaforisch tafereel van de toekomst, maar ook een persoonlijk principe wat toen al in de mensen werkte. Het is een pad door het metaforische ijs wat tot de metaforische duisternis en eeuwige nacht leidt, of de grootste nacht, een principe wat ook weer terugkomt in de islam. Het ijs staat namelijk voor de ramadan, de vastenperiode waarin je alles aflegt, jezelf vernedert, opdat je lagere, materialistische schijnwil afsterft. Het is een periode van onthechting waardoor je contact kan leggen met de andere, "verloren" wereld. De Walkuren werken dus in de Ragnarok om te zien wie tot het diepste ijs is gekomen. Zij vissen dus de bevroren zielen uit het ijs. Er is geen hemelvaart zonder aan jezelf af te sterven in het ijs. Vanwege dat het ijs leidt tot de nacht, als een natuurverschijnsel, leidt het tot het zwarte ijs. In het nachtijs sterven de lagere zintuigen af, en vandaar de term 'de zwarte moeder godin', en 'de zwarte Heerin', wat dus belangrijke metaforen hiervoor zijn. De mens moet teruggeleid worden tot het zwarte, de donkere moeder aarde. De Walkuren, de Germaanse oorlogsgodinnen, helpen en testen in deze tocht, in het Ragnarok. Zij wonen in het zwarte ijs, als ijsgodinnen. Zij zijn zelf het zwarte ijs. Wij hebben dus de ijsziekte nodig om tot de grootse nacht te komen. Deze ijsziekte brengt de hemelse hallucinaties, de nieuwe zintuigen. Zo kan ook uiteindelijk de hele wereld veranderen. De hele wereld zal in deze ijsziekte moeten gaan, in het Ragnarok, om zo af te sterven aan de lagere, materialistische hallucinaties. Zo kan er uiteindelijk een nieuwe schepping komen. Ook de Walkuren zelf zijn dus slechts een gebied waar de mens doorheen moet om zelf een Walkure te worden. Het Walkurische gebied ligt diep in de ijsnacht. Dit gebied is het hemelse robotische systeem. Ergens in de diepte van de ijsnacht is de hemelse donder en bliksem van de kennis, een nieuwe energie centrale. Er is dus geen makkelijke weg uit de stad, van de tuinen tot de wildernis. Dieper in de tuinen en de parken wordt het kouder en kouder, en velen keren op dat punt terug naar de warme stad die hun lagere, materialistische zelf in leven houdt. Zij die uit de winter tuinen komen tot de wildernis gaan zelfs dieper de kou in, want hier zijn de stadsmuren niet meer, en geen warme haarden in de buurt. Eerst komt de mens in de ijsvlaktes van Ragnarok terecht, en er zijn vele waaghalzen die eerst nog wel durfden die dan terugkeren, want dit gaat hen toch echt te ver. Snel weer terug naar de stad, waar alles veilig is en comfortabel, waar alles voorgekauwd is. Voorgekauwd ? Ja, de stad kauwt alles voor. In ieder geval in dat diepe ijs, daar ga je zeker klagen, en terug verlangen naar hoe het eens was, waar je eerst was. Al die flashbacks van goede, warme herinneringen kwellen je dan. Velen haken op dat punt af en gaan weer terug. Maar de mens moet dieper de nacht in. De mens moet door alles heenprikken, en er wacht een nieuwe natuur op de mens. De mens moet dieper de slaap in, en dat gebeurd door de ijsziekte. Het wonder van het licht in het diepste van de ijsnacht is dan niet de opkomende zon, maar iets van de natuur voortgebracht door plantjes en kruid, als lichtbolletjes, zaadjes met visioenen, en gedragen door insecten. Zij brengen een nieuwe lijm voort, die Ragnarok op zijn lip smeerde in de droom. En zo is warmte ook iets wat voortgebracht gaat worden door planten en kruid, en gedragen door insecten.

Hoofdstuk 4. Het Nachtgesprek In de hemel las ik boeken van de amazone ijs theologie. Die gaat als volgt : Net zoals licht komt ook het ijs voort vanuit de planten en het kruid, en wordt gedragen door insecten. We hebben het dan over de natuur van de onderwereld. De insecten zijn exotisch. IJs is een kruid. Er zijn vele soorten ijskruiden, zoals het kruid van ijsziekte en ook van ijsdood. De ijsdood is nodig om af te sterven aan je lagere zelf en je lagere zintuigen. Het leidt tot de nacht. De nacht komt ook weer voort uit plantengroei, en wordt gedragen door insecten. Het waren grote, dikke boeken die ik las, en ze waren al heel oud. Soms waren er zwart-wit plaatjes bij en soms in kleur. Er was een ijszon die ook voortgebracht werd door plantengroei, en er was ook een eeuwige ijsdood, wat gewoon een tussenlaag was in het menselijk lichaam, dus als een tussenstap en geen uiteindelijk doel. De dood is metaforisch en gewoon een poort en programmerings-laag, als een beveiliging. De boeken waren hoog technologisch. Uit de dood komt altijd weer nieuw leven voort. In die zin is de dood dus een beveiligings-systeem, en dit moet eeuwig zijn, zodat het ook weer eeuwig leven kan voortbrengen. Een doods-laag die niet eeuwig is heeft niet de potentie om het lagere zelf totaal te laten afsterven. Zo brengt de plantengroei dan uiteindelijk de eeuwige ijszon voort binnen het menselijk lichaam die deze eeuwige ijsdood brengt waarin de lagere, materialistische wil afsterft, en waardoor de paradijselijke zintuigen opengaan. Binnen het Ragnaroks-principe leidt dit ook tot de nachtzon, die dus niet bestaat uit licht en warmte, maar puur uit de grootste en eeuwige duisternis, waarin het valse licht wordt uitgedoofd en wegvaagt, als een reset. Dit wordt ook voortgebracht door de planten. Juist omdat de nachtzon het duisterste punt is komen er contrasten, zodat door de contrasten het nachtzicht gaat werken. Vandaar dat het duisterste punt nodig is. Het is een belangrijk onderdeel van een zintuig, en moet ook als zodanig herkend worden. Vandaar dat een mens soms door duisternis heengaat en heenmoet in zijn of haar leven. Het zijn installaties van de hemelse natuur. De mens herkent dit vaak niet, omdat er heel wat slappe verhalen over de hemel in de omloop zijn, vaak vanuit hele selectieve Westerse vertalingen van oudere Oostelijke teksten. Het nachtzicht van verschillende graden duisternis kan dan worden tot ijszicht, waarin verschillende graden van ijs nieuw zicht vormen. Door het gebruik van de ijszintuigen kom je langzaam in een nieuwe natuur, nieuw groen. Het begint als ijsgroen, heel koud en ver weg. Zodra je het probeert te grijpen glipt het uit je vingers weg, of vaagt het weg. Dat moet je dus niet doen. Het is een natuur proces. Je kan het niet forceren. Dingen zomaar grijpen hoort niet bij het leven in ijs. Het hoort niet bij de natuur-ijsrobot. Je wacht op de natuur. Je rafelt niets af. Je doet helemaal niets dan de natuur zijn gang laten gaan. In principe gaat het dus weer om de Vur-principes. Je gaat nergens rechtstreeks op af, maar je cirkelt er omheen. Je richt je op het halve, niet het hele, of je richt je op een druppel. Zo is er ruimte voor verandering en inmeng. Je glijdt door het ijs. Je houdt nergens aan vast. Je hebt alles losgelaten. Je bent een skiër. Groen ontstaat waar je loslaat. Groen is het natuur proces wat je door het loslaten een kans geeft. Het is het groene ijs, het ijsgroen. Het ijszicht heeft fotografische capaciteiten, zodat je een nieuw geheugen opbouwt, een nieuw hartsmuseum.

Heb geen zorgen over de materialistische lagere aardse gewesten. Ik zeg het weer : Heb geen zorgen over de materialistische lagere aardse gewesten, heb geen zorgen over de stadse gewesten en hun kortzichtigheid. Het zijn allemaal schaduwen. Laat het je niks kunnen schelen, want alles zal in vuur vergaan. Houd er niet aan vast. Probeer er ook geen koning of koningin te worden, want ze zetten je vast. Het leven daar is een leugen, het tegenovergestelde van de waarheid. Ze zullen nooit eerlijk zijn, en ze zullen je nooit daadwerkelijk onderwijzen en de waarheid vertellen, ook niet over jezelf. Als je alleen maar complimenten krijgt, en iedereen vind je geweldig, dan hebben ze je. Dat is een teken dat er iets goed mis is. Wees hun koning of koningin niet, want dan ben je een slaaf. Als je daar een kroon hebt is het allemaal illusie. Velen verkopen hun ziel voor zulke trofees. We zijn nog niet klaar met het gevangenis-implantaat van de stad, want hoe werkt dat nu eigenlijk ? Besproken is dat de tandarts-industrie de mens gevangen houdt in de stad. Bekend is dat fluoride wat ze door veel tandpasta's gooien een afvalproduct is van de chemische industrie wat giftig is voor de hersenen en het zenuwgestel. Ik had vele jaren geleden daar een droom en nachtvisioen over gehad waarin de gnosis mij dit ook verzekerde. Ik zag een klein jongetje met een fluoride vergiftiging wat in vele lagen van kleuren om zijn hoofd heenzat en waardoor alles in zijn leven in de war werd geschopt, vooral in zijn hersenen. Zo zijn ook de gevaren van vullingen en zogeheten wortelkanaalbehandelingen besproken, die nog veel gedwongen worden op mensen, tegen hun wil in, wat ook laat zien dat dit niet voor hun algemeen welzijn is, maar voor gevangenschap in de stad, en voor slavernij. Iemand zei eens : "every minute a sucker is born", oftewel een parasiet. En dat is ook zo. Buitenaards ongedierte heeft een grote interesse in de baarmoeders van de aarde, opdat ze zo op aarde kunnen incarneren om de massa's te onderdrukken. Het zijn pionnen. Niet ieder mens is dus daadwerkelijk een mens, want er zitten vele parasieten tussen die gewoon "mensje spelen". Ze komen niet alleen als brullende leeuwen, maar ook als engelen des lichts : aardig en betuttelend. Aan mensen die alleen maar aardig zijn hebben we helemaal niets. Zij zijn de NSB-ers van het systeem, de slaapliedjes. Pas ermee op met zulke mensen die alleen maar aardig zijn en geen groot rechtvaardigheidsgevoel hebben, alhoewel ze soms wel net doen alsof. Prik er doorheen. Laten we dit even een stapje verder trekken : Hoe ziet dat gevangenis-implantaat er nu in diepte uit ? Hoe werkt het precies ? Is er iets wat over het hoofd gezien wordt ? Vele mensen lijden onder vullingen en weten dat het niet klopt. Velen gebruiken geen fluoride tandpasta meer, maar fluoridevrije tandpasta. Zijn we er dan al ? Neen. Over vullingen is veel bekend. Zo is het bekend dat als je witte vullingen hebt dat je dan gewoon plastic in je mond hebt, met een veel lagere dichtheid dan je bot zelf, waardoor je zenuwstelsel direct of indirect gaat lijden vroeg of laat. Vaak gaat dit heel subtiel, maar dit maakt uiteindelijk ook je hele gebit gevoeliger, en gevoelige tanden zijn vandaag de dag hierdoor een epidemie. Langzaam gaat dit dan ook je zenuwstelsel overnemen en je hersenen, en wordt je zo monddood gemaakt, en nog erger. Het is een "smooth criminal", maar het kon je ook direct in de nek springen. Vele mensen zijn totaal in de vernieling geholpen door witte vullingen, die minstens zo gevaarlijk zijn als amalgaam, de kwikvullingen. Maar dit is het ergste nog niet. Want hoe is dit allemaal ontstaan ? Wat is nu precies de wortel van deze tandarts-industrie, die de industrie van de dood is ? In de Tweede Bijbel wordt besproken dat het leven in de stad een hallucinatie is die is opgewekt door gevaarlijke mond-bacteriën. De mensheid wordt door zware, aggressieve mond-bacteriën hierin gehouden voor gevangenschap en slavernij, behekst door parasieten. Het is een hysterische controle als een drug. En de mens is hieraan hardnekkig verslaafd. Heel vroeger had ik hier een droom over dat wanneer speeksel op de grond valt, dan verandert het in een haai. Mensen hebben hier vaak geen idee van, maar ik zal het even gaan beschrijven. De mond wordt door de tandartsparasiet, wat gewoon een gevangenisbewaker is, in mondenrekken gezet, door alle gedwongen betuttelingen, smeerseltjes, implantaatjes en ga zo maar door. Maar dit is nog niet het ergste. Dit is niet het gebied van het paradijs waar we leven, maar van de vijand, van een fokkerij. De mens is

voor deze fokkerij niets anders dan een melkkoe en een slachtvarken. De mens werd buiten het paradijs geboren, dus het gevangenis-implantaat zat al in het lichaam bij de geboorte, en wel in de mond, in het speeksel. Veel mensen denken hier niet over na, maar het is de druk van de tijd waardoor dit mysterie besproken dient te worden. De mens kan geen bacteriën zien, en zelfs de wetenschap kan nog geen 0,0001 procent zien van wat er daadwerkelijk gaande is. Het grootste gedeelte van de bacteriën en parasieten zijn voor de wetenschap nog onzichtbaar. Met al hun dure apparaten komen ze niet ver, en worden ze nog steeds uitgelachen, omdat materialisme het materialisme nooit kan verslaan. De wetenschap bevindt zich dus in een zinkend schip, omdat ze geen rekening houden met het bedrog van de matrix waarin ze leven. Vandaar dat alleen de metafysische wetenschap van de gnosis zal overleven. Dat kan niet gekocht worden, en dat kun je ook niet, en mag je ook zelfs niet, zomaar even aan Jan en Alleman gaan bewijzen, omdat het alleen voor geheiligde ingewijden is, voor hen die aan de condities voldoen. Het bewijs ligt diep binnenin, dus materialisten zullen het nooit vinden. Zelfs als ze bewijzen zien dan zullen ze het vanwege hun markt afwijzen en verstoppen, zoals tandartsen dit ook doen die nooit geen mensen serieus nemen. Er zijn zelfs op het terrein van de holistische tandartsen infiltranten die mensen dwingen met vullingen te lopen. Een holistisch tandarts vertelde mij dat de tandarts-industrie vol zit met slagers en dat tandartsen zelfs gaatjes boren in de gebitten van mensen om zo bezig te blijven en veel geld te verdienen, want vullingen zijn lekker peperduur. En ik zeg nu : Stop en pas op met die witte vullingen, want die zijn soms niet eens meer te zien in het gebit, en zelfs niet op een röntgen foto. Als je dan problemen gaat krijgen en je weet niet in welke kies het is gelegd, dan kom je er niet meer zo snel achter. Dan loop je met troep in je botten (want tanden zijn stukken bot) zonder dat je het weet, die je hele leven overhoop halen. Het zijn tijdbommen, en ze moeten dan eens in de zoveel tijd vervangen worden, zodat het steeds dichter bij de zenuw komt te liggen, ook met alle gevolgen ervan, want je lichaam gaat dit niet pikken. Het hoort er niet. Zo kunnen zelfs je zenuwen ongemerkt gaan afsterven en infecties veroorzaken, en ook dat is niet altijd te zien op röntgen foto's vanwege beperkte technologie. Maar goed, dit is al veel besproken. Wat schuilt hier dan nog achter ? We hebben het dus over het gevangenis-implantaat van de stad, wat ook nog eens begint te piepen als je probeert te ontsnappen, omdat het hooggevoelig is voor je marktwaarde en niet voor je persoonlijk welzijn. Je bent bezit. In de space opera "Star Wars" die begon in de zeventiger jaren stonden de Sith Heren, de Sith Lords, voor emotie-gestuurd leven vanuit egoïsme en hebzucht, niet vanuit redenering en dieptekennis, zoals de Jedi. Het denken van de Sith Lord gaat altijd in dezelfde cirkeltjes, dus als ze dan redenaties hebben, dan is dat altijd gelimiteerd en om henzelf op te pompen, machtslustig als ze zijn. Veel godsdiensten zijn zo georganiseerd, vooral de orthodoxe, letterlijke afdelingen ervan, zoals het christendom het meest berucht is daarvoor, en de ISIS-afdeling van de islam. Ook de tandartserij en de psychiatrie zijn zo georganiseerd. Het zijn materialistische systemen voor de markt, niet voor de uiteindelijke educatie. Zij verkopen wel educatie, maar dit is altijd weer beperkt en altijd tot het doel slaven te maken voor hun Sith Lords. Als iets ijzer is wat je met je handen niet kan breken, als iets je stalkt en je er maar niet vanaf komt, neem het dan cryptisch. Ik moet dan zelf denken aan het geloofsspook van massa's mensen die niet door zintuigelijke openbaring van de bovenaardse en buitenaardse kennis leven, maar door blind geloof. Wat moet je met dit stalkende spook genaamd Geloof dan doen ? GL.F. GL, GLY, is openbaring in het Aramees, en F is Eva, de oorspronkelijke godin van het paradijs die de gnosis tot de mens, Adam, bracht, in de gnostiek. GL.F is dus de openbaring van Eva. Dit ligt ten grondslag aan Jehova en Ejove (Job), Afu (vorm van Ra, Egyptisch), als de verborgen Godin, de personificatie van de Gnosis.

Hoofdstuk 5. De Gereformeerde Gemeente Iets blijft ons stalken totdat we hebben ontdekt wat het daadwerkelijk is. Dat kan een bepaalde gedachte zijn, een bepaalde emotie, of een herinnering. Het kan een bepaalde persoon zijn. Sommige dingen gaan niet zomaar weg. Zo is dat ook met de stad en het christendom. Vandaar dat we er niet met smetvrees mee om moeten gaan, maar esoterisch, symbolisch, en zelfs cryptisch. Nu, dat is een bekend verhaal. Maar daar komt nogal het één en ander bij kijken, want hoe decodeer je dat dan, en waar begin je ergens ? Zijn dat niet juist de dingen die ons zo kwellen, of moeten we het even ergens anders zoeken voor wat afleiding ? Als we hier voor open staan wordt het pad vanzelf getoond, op een hele natuurlijke manier, niet geforceerd. Ik heb altijd een diepe liefde gehad voor de Gereformeerde Gemeente, oftewel de zwarte kousen kerk, zoals die ook wel genoemd wordt, omdat onze buurt deels van de Gereformeerde Gemeente was, en mijn vriendinnetjes. Ook onze buren waren van de Gereformeerde Gemeente, maar ja, ik groeide op in de Bible Belt van Nederland. Onze andere buren waren Indonesiërs, vrienden van mijn vader van school, en zij waren mijn tweede ouders. De Gereformeerde Gemeente is en was zo'n beetje de zwaarste kerk van Nederland, zwaarmoedig in vergelijking met de andere kerken. Ik had een diepe liefde voor die mensen want ze leden echt, en mochten geen televisie kijken. Mijn vriendinnetje kwam dan gewoon stiekem bij ons televisie kijken, en dat deed ze graag. Ik vond zelfs mijn eigen kerk waarin ik opgroeide, de Nederlands Gereformeerde kerk al loodzwaar, vooral vanwege de eeuwige verdoemenis die ze daar letterlijk predikten, dus ik kwam er al snel mee in botsing. Ik was op de vlucht voor de kerk, maar niet voor God, niet voor de spiritualiteit. Ik kwam in steeds lichtere kerken terecht. Ik kon me daar in die tijd beter vinden, want daar namen ze je serieus als je dromen en visioenen had. In mijn eigen kerk was daar geen ruimte voor. Dat werd niet geaccepteerd. Er was geen communicatie mogelijk met God in hun ogen. Dat was nogal vreemd, want de grote vaderen van de Reformatie, zoals Luther en Calvijn, zeiden dat het juist wel belangrijk zintuigelijke communicatie te hebben met God, en dat komt ook weer terug in de stellingen van Luther over de geestesgaven. Maar ik kwam er in die lichtere kerken achter hoe makkelijk ze erover dachten. Er was totaal geen onderscheiding, geen educatie over deze dingen. Vaak was het natte vinger werk, en wat ik vaak doorkreeg was allemaal heel zwaar en gedisciplineerd, over de noodzaak van heiliging en radicaliteit, over de demonologie, het overwinnen van het kwaad en jezelf. Ik voelde mij verbonden met de zwaardere profeten uit het Oude Testament, zoals Jeremia en Jesaja, als een eenling. Ook werd ik ontzettend depressief en bang vanwege mijn bovennatuurlijke ervaringen. Ik begreep het niet. Ik kwam het wel allemaal in de bijbel tegen, dus dat was mijn steun. Het scheen erbij te horen, en dat werd ook veel gezegd, maar hoe erger het werd, hoe minder ik mij thuisvoelde in die lichtere kerken, en ik moest ook hen boodschappen brengen over dat ze te ver afgedwaald waren, en dat werd vaak niet in dank afgenomen. Dat wilden ze niet horen. Ze wilden vaak alleen de in hun ogen goede en positieve dingen horen. Mijn boodschappen kregen steeds meer een voorspellend karakter, en de voorspellingen kwamen uit, zelfs over hele zware dingen, zoals de dood. Maar ik predikte tegen de letterlijke eeuwige hel. Dat werd ook vaak niet geaccepteerd, want die letterlijke eeuwige hel brengt gewoon teveel geld in het laatje voor de christelijke markten. Daar wilden ze niet mee afrekenen. Ik begon inmiddels wel van hele grote kerken uitnodigingen te krijgen om daar te prediken vanwege deze bevrijdende boodschap. Ik werd dus aan de ene kant lichter, maar aan de andere kant zwaarder. Alles begon een kwartslag te draaien. De lichtere kerken waren zo licht geworden dat het gevaarlijk was geworden. Er waren geen wortels meer, en zo maakte ik het cirkeltje rond en ging me eigenlijk weer wat open stellen voor de

zwaardere kerken, en ditmaal het calvinisme en de Gereformeerde Gemeente. Niet dat ik er naartoe ging, maar ik begon hun geschriften te bestuderen, en ik nam alles meer symbolisch en zelfs cryptisch. Ik had inmiddels diepe studie verricht in het Aramees en de andere grondtalen van de bijbel, waardoor je een veel dieper zicht krijgt, en betekenissen veranderden. Ook had ik diepe studie verricht in de onderliggende Egyptologie, en zo had ik dus de sleutels van geletterdheid om binnen te gaan in de esoterie van de Gereformeerde Gemeente, en het was bloedmooi. Ik kon door alles heenprikken. Het benauwde me niet meer zoals vroeger. Er is zoveel van de gnosis daar opgesloten. Zoveel van de gnosis is erin doorweefd. En er ligt daar gewoon veel zwaardere munitie wat grote potentie heeft als je het even een kwartslag draait, er even een heel andere betekenis, een diepere betekenis, aan geeft. Ik zag in dat toen ik in de charismatische beweging terecht was gekomen ik eigenlijk nog steeds verbonden was aan de Gereformeerde Gemeente. Het was een prachtig mengsel geworden, en nu moest het vertaald worden. Ik kwam erachter dat de Gereformeerde Gemeente ook weer een charismatische diepte had, en zij worden dan ook heel vaak bevindelijk genoemd, leven door de godservaring. Er werd alleen niet zo lichtzinnig mee omgesprongen als in die lichtere kerken, maar juist voorzichtiger als in de heilige vreze, het heilige alarm. Daarom is er dan net zoals in mij dat moest gebeuren in de Gereformeerde Gemeente een reformatie nodig om de gevangenen vrij te zetten, als de Geletterde Gereformeerde Gemeente, want nu zitten ze vast in ongeletterdheid. Ze kennen de achtergronden niet. Ik zeg dit omdat in dromen overleden mensen, ook predikanten, van de Gereformeerde Gemeente tot mij kwamen voor hulp. Ook zij hadden ingezien dat er zoveel demonie in de kerk was, ook in hun eigen kerk. Hier op aarde bouwen mensen een soort schelp om hun hoofd heen waardoor ze een heleboel zintuigelijke gevoeligheid missen, en dan na hun dood is ineens die schelp weg, en dan worden ze in het diepe geworpen. De mens moet leren niet te verletterlijken en te materialiseren, maar te spiritualizeren en te symboliseren. Literalisten zijn een hoge graad van materialisten. Ook een overleden vader van één van de vriendinnetjes had contact met mij gemaakt. Het is een buitenaards ras die een code zond, maar die code is nog niet geheel gedecodeerd. Zij van de Gereformeerde Gemeente waren bang, en maakten anderen bang. Zij waren depressief, en maakten anderen depressief. Maar in de lichtere Evangelische kerken zijn ze niet bang, maar maken wel anderen bang. Ze zijn niet depressief, maar maken wel anderen depressief. Dat is een groot verschil, en natuurlijk is ieder mens weer anders, maar zo heb ik het gewoon vaak meegemaakt, en dat is wel de groep-spirit die er vaak hangt. Zij zijn vrolijk, terwijl zij anderen naar de hel denken te kunnen zenden, de eeuwige hel, letterlijk. Hoe kan iemand daar in godsnaam vrolijk over zijn ? Het is een vorm van lauwheid. Ze leven niet meer. Er is geen passie voor de mens. Het zijn zombies. Het zijn marktspelletjes die ze spelen, met een hete aardappel in hun keel. De manier waarop ze "Christus" al uitspreken, met een G, geeft mij al kotsneigingen, terwijl mijn opa die ook in een zware kerk zat de naam Christus niet eens durfde uit te spreken. Als mijn oma die naam uitsprak zei hij weleens : "Mens, hoe durf je dat te zeggen ?" Hij jankte vaak als hij de bijbel voorlas. Ook was hij intens bevreesd en depressief over het vers : "Velen zijn geroepen, maar weinig zullen behouden worden." Met tranen in zijn ogen in grote angst en wanhoop zei hij dan : "Miljarden, en miljarden, gaan naar de hel." Maar er mag vermenging komen, ook met andere volkeren, en dan zal alles verhelderd worden. Ga er metaforisch mee om. Alle onderwerpen zijn slechts deel-realiteiten, en bevinden zich ergens in je lichaam. Het is een spel van contrasten. Maar zo moeten we ons dus wel wapenen, want de christelijke boodschap is overal. Het stalkt en je ontkomt er gewoon niet aan. Daarom moet je het een kwartslag kunnen draaien. Je moet het kunnen doorvertalen zodat je er immuun voor wordt, dat je er gewoon naar kunt luisteren, en het goede eruit kunt halen, zodat je anti-stoffen ertegen aanmaakt. Het is per slot van rekening ons spul wat verdraaid was. Het moet teruggedraaid worden. Gezonde angst is goed, om je te beveiligen tegen

misleiding en bedreiging. Ook gezonde depressie is goed, om je te beschermen tegen de parasitaire, verblindende, valse vreugde van de stad. De India Code in de Tweede Bijbel zegt hierover : "Wij moeten niet vol worden, maar leeg worden. Dit is het nut van depressie. Depressie is onbegrepen. Het betekent 'loslaten'. Dat wil niet zeggen dat dat altijd een vervelend gevoel is. Er zijn vele vormen en graden van depressie, en depressie kan ook een gevoel van opluchting en vrijheid geven, van dieper gaan. Depressie kan ook zoet zijn, als vanille." We gaan dus in het leven door allerlei seizoenen, en dan komen we ook tot het centrum van de seizoenen waarin alles vermengd wordt. Alle periodes in ons leven zijn dus van belang, en onderdeel van het sieraad. Hoofdstuk 6. Laodicea en het Ruiterlijke Denken - Kritiek en Cryptiek De Gereformeerde Gemeente - Het duisterste hol van Nederland, maar zeer zeker niet het zondigst en het slechtst. Zij leven in een diep vasten, afgezonderd van de stad, en hebben een zwaar kruis. Zij spreken in code. Zij zijn altijd anders geweest, stadvreemd, als natuurmensen. Zij leven onder grote bedreiging, en bedreigen zelf ook. Maar als je dieper in die tunnels gaat, dan kom je aan bij een buitenaards ras, een buitenaards zaad, een zwart zaad. Dan kom je uit bij een woestijnvolk. Zij leven daar in gevangenschap. Zij leven in een Ramadan opdat zij niet samen met de vetgemeste stad geoordeeld zullen worden. Daarom is de cryptiek belangrijk, naast de gezonde kritiek. "Crytiek" en Cryptiek gaan hand in hand, en dat moet ook wel om balans te blijven houden, en om de kritiek zuiver te houden. Kritiek mag nooit een doel op zich zijn. Er is maar een letter verschil : cryPtiek, de letter P, wat in het pre-atlantische amazone alfabet de panter is die door de glazen wand, de ruiten, heenrent, als het doorbreken van de markt-gevangenschap, wat ook weer terugkomt in het Eeuwig Evangelie. De amazone P lijkt wel een beetje op de Westerse P, maar dan meer gekanteld naar achter, als een werpnet. En zo behoort de cryptiek ook te zijn, dat je vat gaat krijgen op dingen waarvan je weet dat het niet goed is. Kritiek moet overgaan in cryptiek, zodat je tot de oorspronkelijke, verloren kern kunt komen, om het te assimileren, integreren en inventariseren in jezelf, het "tot nut draaien". Als je overkritisch wordt dan gaat het zwaard zich tegen jezelf keren, maar kunstenaren weten dit te balanceren, ook door de woordkunst, de natuur-literatuur. Vandaar dat het goed is om te lezen, maar dit ook te blijven balanceren met het lezen van de nodige dosis verhalen. Blijf creatief met alles wat op je pad komt. Verhalen zijn ook weer nodig zodat het niet star en onbuigbaar wordt. Door verhalen wordt alles toepasbaar en flexibel. Het is namelijk een organisme die zich zal moeten kunnen aanpassen. Zonder aanpassingsvermogen sterft ieder systeem. Het is waar alles dun wordt dat alles in elkaar over begint te vloeien. Dat kan niet waar de stad alles vetmest. Zij hebben wel hun fusies, maar die zijn altijd beperkt, en niet van de natuur. Alles wordt dun in de Ramadan, in de Rama-Dun, in het komen tot de ontlediging. Er is zoveel wat losgelaten moet worden, zoveel vooroordelen, en zoveel voorgeprogrammeerde troep. Zo mag je loskomen van het markt-implantaat, want ook jezelf was slechts een product. Hierin heb je zwaar geschut nodig, en mensen-aaien gaat je dan echt niet helpen. Vandaar dat de Gereformeerde Gemeente daarvoor een cryptisch model is. Neem het vooral niet letterlijk, want zij spreken in code. Volg de lijnen van het buitenaardse zwarte zaad, zodat je het schadelijke overlicht wat je verblindt heeft

kunt doven. Dit overlicht was in je geimplanteerd door de stad. Denk eens aan de amish in NoordAmerika die qua techniek in de jaren 1800 leven en tegen de moderne technologie zijn. Dat hoef je dan niet letterlijk te nemen, maar soberheid is een behoudend principe om mee te leven. Houd je meer van de stad dan van de gnosis, dan zal de technologie je naar de ondergang brengen. Eenvoud siert de mens, maar de verwende mens ziet dit niet. De verwende mens wil meer en meer en dan op een dag explodeert alles. Het is een droom die niet voor eeuwig in stand gehouden kan worden. Vandaar dat het juist gaat om de natuur-technologie van de gnosis. Het christendom en de kerk wordt hierin gewoon geassimileerd, op zijn diepte gewaardeerd, want we vinden juist onszelf terug in die diepte, daar waar Jantje Gewoon en Pietje Normaal nooit zullen komen. Ook is dit zo met de bijbel, en wij hebben altijd een haat-liefde verhouding ermee gehad, wat voor ons een kunstenaars-uitdaging was. De xenofobische smetvrees van de stad mogen we zo achter ons laten. In de diepte is toch alles anders. Dan hoor je hele andere geluiden en hebben dingen een totaal andere betekenis, en een totaal andere verhouding. Als we het totaal loslaten dan zal dat een eeuwige wond blijven. Het heeft een dokter nodig. Ik denk weleens : Was er maar iemand om me de waarheid van de grondteksten en de gnosis te vertellen in de tijd dat ik zwaar christelijk werd opgevoed. Maar die kwam niet. Ik had de "man after midnight" nodig, maar nee, ik kreeg een zwaarder kruis. Farao liet me niet gaan, en verdubbelde de lasten. Ik kwam tot het grootste, eeuwige kruis waaraan ik stierf, en achteraf is dit het beste geweest, want alleen zo komen we tot het eeuwige leven, tot de hemelse openbaring. De zintuigen van de stad moeten eerst ten onder gaan voordat de zintuigen van het paradijs kunnen komen. Alles zal nieuw worden door deze dingen heen. Ik moest eerst dieper om er doorheen te kunnen komen. Eerst is er de bittere gevangenschap. Eerst ontvang je de code, en daarna pas de decodering. Wij zijn als zaad op een akker. Dit lijden weegt niet op tegen de eeuwigheid die geopenbaard zal worden. Dit lijden is maar een flits. Het is geen probleem in het grotere plaatje. Het lijden is geen doel op zich. Het spreekt, en verbindt je met de andere wereld, een diepere wereld. Wat een teleurstelling zou het zijn als je later moet beseffen dat je te weinig hebt geleden, zoals in de vele kerken waar het lijden en de lijders vaak geminacht worden. "Depressieven kunnen niet door God gebruikt worden," werd er weleens gezegd. En : "Blijdschap is een graadmeter om te zien hoe vol je bent met de Heilige Geest." Toch ben ik er ook hele fijne mensen tegengekomen. Sommigen van hen zijn al overleden, maar ik houd contact met hen in de andere wereld. Ook zij waren op reis, en ook van hen heb ik verschillenden tot de gnosis mogen leiden. Maar wat een teleurstelling zal er zijn als een mens later moet constateren dat hij te weinig heeft geleden, en er zo geen fundament is. Sommigen hebben elkaar toegeroepen : "Als je dan zo dicht bij God leeft, kom dan van dat kruis af." Dat is zelfs in de bijbel te vinden, en dat was wat de duivel zei in dat verhaal, om de lijdende te bespotten. Maar dit zeggen "christenen" tegen elkaar. Ik heb het aan de lijve ondervonden. Er zijn daar hiërarchieën die totaal ondersteboven staan. Zij die geen kruis hebben staan bovenaan, en zij die een kruis hebben staan onderaan. Dan is het soms goed om weer even terug te keren naar de Gereformeerde Gemeente waar het kruisdragen als een kunst wordt beschouwd. Zij zijn de kunstenaren die hun kruis liefhebben, en het niet zomaar weggooien. Het is hun penseel, hun pen, om de grote openbaringen van de hemelse verborgenheden door te laten komen. Zij houden van de natuur. Zij zijn in het schip. Zij die niet lijden en niet willen lijden en meelijden zijn in de golven. Een grote teleurstelling zal het wezen, als alles waarvan je dacht dat het waarheid was een leugen blijkt te zijn. Als alle afgoden die je gekozen hebt tijdens je leven beginnen te branden in je handen. De stad boven het kruis gezet, boven de gnosis, boven de natuur. Altijd stad en de "meerderheid" gebruiken om alles mee af te meten, terwijl de gnosis zegt : "Gij zult de meerderheid in het kwaad niet volgen." En vaak is het niet eens de meerderheid, maar dat verzinnen ze gewoon, of hebben ze overgenomen van de fabels van anderen. Wie bepaalt wat de meerderheid is en is dat belangrijk ? Is de gewaande meerderheid het belangrijkste voor je ? Dat is heel arm. Dan denk je dat je rijk bent,

maar je bent arm en naakt, een blinde. Dan behoor je tot de kerk van Laocidea. Dan ben je lauw. Openbaring 3 14 En schrijf aan den engel van de Gemeente der Laodicensen: Dit zegt de Amen, de trouwe, en waarachtige Getuige, het Begin der schepping Gods: 15 Ik weet uw werken, dat gij noch koud zijt, noch heet; och, of gij koud waart, of heet. 16 Zo dan, omdat gij lauw zijt, en noch koud noch heet, Ik zal u uit Mijn mond spuwen. 17 Want gij zegt: Ik ben rijk, en verrijkt geworden, en heb geens dings gebrek; en gij weet niet, dat gij zijt ellendig, en jammerlijk, en arm, en blind, en naakt. De stad Laodicea lag ten Westen van Kolosse. Het was een Griekse stad die later Turks werd, en uiteindelijk werd verwoest door de Mongoolse invasies. De stad was genoemd naar Laodice, de eerste vrouw van de Griekse Koning Antiochius II die ook Theos werd genoemd (God). In sommige mythes werd hij later door Laodice vergiftigd. Laodicea lag in Frygisch gebied. In de mythologie kwamen diverse koningen daar vandaan, zoals Midas die alles in goud veranderde wat hij aanraakte, en die de zoon was van koning Gordias, bekend van de Gordiaanse knoop, de onlosmakelijke knoop. Een andere koning was Mygdon die tegen de amazones streed, tegen de geëmancipeerde natuur-vrouwen. Een orakel had gesproken : "Hij die de knoop kan losmaken zal heersen over heel Azië." De knoop werd door het zwaard van Alexander de Grote, de Griekse veroveraar, doorgehakt. Het was mythologisch gezien de poort tussen Europa en Azië. Ook Tantalus kwam uit dit gebied. Tantalus staat bekend om zijn onbereikbaarheid. Alles wat hij wilde vastgrijpen gleed altijd van hem weg, ook als hij iets wilde eten, dan bewoog het voedsel van hem weg, als een beeld van de Ramadan, het vasten, en van de weg van het minimalisme, wat ook een Vurisch natuurpad is, het leven met wat de natuur je geeft. Dit zijn dus allemaal erg interessante dynamieken omtrend het Laodicea verhaal. Het orakel was het orakel van Sabazios, de Frygische equivalent van Zeus en Jupiter, Jove, oftewel van Jezus en Jehovah. Sabazios was een nomadische ruitergod, voor de gnostiek was dat een godin, die voortkwam vanuit de vele paardencultussen van dat gebied. Dit gold ook voor het aanliggende Thracië, en vanuit deze paardencultussen kwam ook Filippi hier voort, wat ook deze naambetekenis heeft. Ook de amazones hadden zulke ruitergodinnen, vrouwen op beesten, die in Europa de valkyries werden genoemd, de strijdgodinnen. De ruiters komen ook weer terug in het boek Openbaring van het Nieuwe Testament van het christendom, als onderdeel van de apocalypse. Het laat de dualiteit zien, het contrast en samenspel tussen het hogere en het lagere. In principe komt het ook neer op de balans tussen kritiek en cryptiek, zodat het ook een zware educatieve factor heeft, als je tot de diepte van de ruiter-dynamiek gaat. De mens ontkomt hier niet aan. Ik was altijd geobsedeerd in mijn latere jeugd door deze dynamiek in de apocalypse : de ruiters en de vrouwen op beesten. Het boek Openbaring is dus als het orakel van Sabazios, van de vrouw op het beest, van het samenwerken met de elementen en situaties van het leven door kritisch denken en cryptiek. Alles zal per slot van rekening uiteindelijk medewerken ten goede. In die zin is dit ruiterlijk denken.

Het is een kunst om de beesten te leren berijden. Dat is ook de diepere boodschap van Filippi. Er is dan eerst wel veel zelfvernedering en zelfkritiek, soms zelfs zelfspot, maar dan is er ook de ruimte voor een intense samenwerking door de cryptiek. De stad en de kerk is gebouwd op Laodiceaans fundament. Toch wordt er ook op de deur van Laodicea geklopt : 20 Zie, Ik sta aan de deur, en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen, en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden, en hij met Mij. 21 Die overwint, Ik zal hem geven met Mij te zitten op Mijn troon. Die troon is een zadel. Eerst moet de mens zelf beteugeld worden met onlosmakelijke knopen, voordat de mens op het zadel kan zitten. Eerst moeten de valse knopen van stad en kerk verbroken worden, zodat de poorten van Azië wijd opengaan, als een beeld van de natuur. Als kind had ik een droom dat er op de deur werd geklopt. Ik deed open en alles werd zwart voor mijn ogen, en ik werd gillend wakker. Nog vaak denk ik terug aan die droom als aan een onlosmakelijke knoop. In latere dromen ging dit verder waarin ik op de rug zat van een beest. Eerst verslindt het beest ons, en daarna berijden wij het beest. Dit is symbolisch voor dat het letterlijke ons eerst aangrijpt, maar daarna zien wij de cryptiek. In die zin zal alles wat wij aanraken "in goud veranderen." Laodice zit op het beest, gewapend met gifpijlen. Zij moet de lagere natuur overwinnen, haar eigen zelf. Het lauwe Laodicea moet vergaan. Dit is geen materieel pad. Het is het pad van Tantalus, van de Vur, het natuurpad waarin wij moeten minderen, tot soberheid kunnen komen, om zo de rijkdom van de natuur te kunnen zien en ervaren. Hoofdstuk 7. Het Hemelse Metaal In een droom kwam ik in een hele grote kerker onder de grond waar overleden predikanten van de Gereformeerde Gemeente waren vastgeketend door IS-terroristen. Deze predikanten werden door hen als gevaarlijk bestempeld. Ik kwam die massale ondergrondse ruimte binnen en raakte direct in een hevig gevecht met allerlei gespuis. Ik werd helemaal bedolven, en ik begon te prediken over de gnosis, en begon ook te vertellen over de godin. Sommige geketende predikanten raakten daarvan helemaal overstuur, vooral omdat ik het woord "godin" had gebruikt, en sommigen noemden mij een godslasteraar, een bezetene of een duivel. Maar door mijn kruis overwon ik het tuig na een grote worsteling, en sloeg ze van mij af. Ik stond weer op mijn benen, en ik had een soort poeder in mijn hand wat ik begon te verspreiden onder die geketende predikanten. Ik begon visioenen en openbaringen te verspreiden. Die geketende predikanten waren ook erg gekweld en bedreigd door die demonen. Ik begon de geketende predikanten los te maken, en een hemels gasvormig, doorzichtig metaal als zilver, aluminium of chroom begon neer te dalen wat ons begon te omhullen. Sommige predikanten dachten dat ik de Christus was die kwam om hen te verlossen, anderen dachten dat ik een profeet was, of een engel. Ik leidde ze vanuit de ondergrond tot een natuurgebied, waar een kamp was, en ook wat boerderijen. Het was een weilandengebied aan de rand van een groot bos. Het hemels metaal was nog steeds over ons, en het beschermde ons tegen de IS-terroristen. Die hielden ook een stad in bedwang, en ik ging toen ook de stad in. Ze hadden ook hun kampen aan de rand van de stad. Ik moest daar verschillende wapens van hen roven. Ik kon ook vliegen zodra dat nodig was.

Als kind zijnde had ik zware nachtmerries waarvan ik altijd gillend wakker werd, en ik leed ook aan ernstige slaapwandelingen. Ik rende door het hele huis, en het was een hopeloze situatie. In mijn latere jeugd had ik toen eens een droom dat er een rode bal naar me toekwam, onder mijn voeten, en sindsdien kon ik vaak vliegen in mijn dromen. En dat hielp ook goed in mijn shamanistisch werk, want de bedoeling daarvan is dat je afdaalt in de onderwereld om daar de gevangenen vrij te zetten. Dit shamanistische werk wordt ook tussen de bedrijven door beschreven in de bijbel, en daar heb ik ook altijd aan vastgehouden. Het is iets indiaans, en in de indiaanse spiritualiteit worden ze ook aangemoedigd op zogenaamde vision quests te gaan. Dan ga je de natuur in, dan vast je, in een soort van ramadan, en dan wacht je op visioenen en openbaringen. Maar dit kan ook gewoon in je ziel, op je eigen kamer, of in de tuin. Vision quests doe je van binnen, maar ik ben ook wel naar steden gegaan om daar door het centrum te dwalen, wachtende op openbaringen, want juist is er ook weer zoveel in de stad verborgen. In die zin is het leven dus mooi en interessant, en zo ontstaan er kostbare contacten. Je kan in meerdere dimensies tegelijk leven. Wij leven interdimensionaal, net als op een computer waarop je in meerdere virtuele werelden kunt leven met verschillende avatars die allemaal hun eigen wapens en speciale eigenschappen hebben. Die mag je bij jezelf ontdekken. Ik verzamelde in die droom dus vrijgezette predikanten van de Gereformeerde Gemeente in boerderij-gebied en natuurkampen. Nu moeten ze heel voorzichtig onderwezen worden in de gnosis. Ik zei tegen hen : "Ik overspoel jullie met mijn oceanen van liefde," want ze waren vaak helemaal gebrainwashed door die IS-terroristen. Ze waren slachtoffers van extreme marteling. Dan is er ware liefde en zorg nodig, door her-educatie. Ze waren opgesloten onder een stad, in Westelijk Orions gebied. Die energieën zijn nog steeds om me heen. We zullen zien waar het op uit gaat lopen. Hoofdstuk 8. Amos en de Vrucht van de Leerschool van het Toetsen Waarom lijdt de mens ? Opdat de mens leert voelen. Waarom moet de mens leren voelen ? Opdat de mens door leert te vertalen, te transformeren, creatief te zijn. Daar is soms hoge druk voor nodig dus. Lijdt nooit om het lijden zelf. Kijk dieper. En heus, dit is makkelijker gezegd dan gedaan, want je kan zoveel weten, maar dan toch glijdt je weer dieper soms, en dan weet het lijden je toch weer te vinden. Ja, soms kan het leven een nachtmerrie zijn. Soms kun je je omsingeld voelen zodat je geen kant op kan. Soms voel je je schaakmat gezet. Waarom voelt de mens zich soms gebonden ? Het is het raadsel van verbondenheid. De mens hoort bij iets, en soms is dit onontkomelijk. Dan krijg je een boodschap door, maar je kunt het niet vertalen. Je voelt alleen de pijn en de gebondenheid, en je snakt naar adem. Er is zoveel wat de mens niet weet. Alles wat de mens weet is slechts een druppel van een eindeloze oceaan van kennis. De mens is in een diepe slaap. Je hoort het geruis van bulderende rivieren en watervallen op de achtergrond, van een hemelse natuur, maar je kunt het niet grijpen. Het is teveel voor het menselijk verstand. En daarom houden de hersenen het simpel. Maar het is dus iets om naartoe te leven. En de menselijke natuur geeft ook niet zo snel op. Je moet wel doorgaan. Soms kan je niet anders dan sterven, en soms kan je niet anders dan leven. Soms kun je niets anders dan vechten, en soms kun je niets anders doen dan vluchten, gewoon alles loslaten, alles achterlaten, en de natuur

inrennen, of wat er dan ook aan afleiding valt te vinden. Soms duik je dan eens een bibliotheek in, en blader je door vele boeken, op zoek naar wat rust, wat afleiding, wat andere inzichten, en ga zo maar door. Er is ook zoveel wat we weer moeten vergeten, maar sommige dingen blijven soms prikken, langer dan je lief is. Ook dat hoort er weer bij. Er klopt iets, er steekt iets, er staat iets voor de deur, iets wat je over het hoofd hebt gezien, een bepaalde boodschap. Het is gehuld in doffe ellende, maar dat is slechts een vermomming. De mens mag maken wat er van te maken valt, en er valt nog heel veel van te maken. Ook als je je halfdood voelt, of misschien zelfs dood, dan is dat toch het einde niet. Soms lijken situaties uitzichtloos, maar toch laat de Vur een ander leven zien, een dieper leven. Er bestaat een bovenaardse natuur, een diepere natuur in de natuur, waarmee te communiceren valt, waarmee samen te werken valt, voor een betere wereld, een beter bestaan. Moet dat allemaal weer via sociale contacten ? Neen. Je mag het in jezelf vinden, in de natuur principes. De mens hier op aarde is overgesocialiseerd en het vreet alles weg. In die zin mogen we een voorbeeld nemen aan de bomen, de bloemen en de planten, die in een veel diepere wereld leven. Zij zijn door het zwarte gat heengegaan en hebben een nieuw leven gevonden, een nieuwe manier van communicatie. Die communicatie is gewoon in jezelf, tussen de verschillende delen van jezelf. Dit zijn eeuwige waarden, eeuwige principes, met eeuwige communicaties. Alles staat al vast, alles is al gebeurd, in zuivere harmonie, en dat mag de mens ontdekken. Daartoe mag de mens ontwaken. Het verleden kan zo een nachtmerrie zijn, en dan kan de herinnering iets om te vrezen zijn, als een roofzuchtig beest wat ons aanvliegt. Als we dan in het oerwoud zijn, en we gaan in ons kanootje of bootje over de groene bosrivieren, dan kan zo'n herinnering ons zo ineens aanvallen als een woeste krokodil. En voordat je het weet heeft het je in de diepte getrokken. Hoe ga je daar mee om ? Ga nooit het oerwoud van de herinneringen in zonder een goede vertaler. Ga nooit in je verleden spitten zonder een goede tolk, want je kan zo op een mijn stappen, een bom vinden. Ga dus nooit het verleden in zonder een goede ontmijner. Het is oorlogsgebied. Maar ja, wat als het je zomaar ineens aanvliegt ? Je bent dan helemaal niet met het verleden bezigt, maar ineens staat het voor je, en grijpt je. Dat kan zijn als een ontvoering, en dan ga je weer door zo'n worsteling, die kort of lang duurt. Je kan dat ook als een uitdaging zien, want hoe goed bewapend en beveiligd je ook bent, soms gebeuren die dingen. Je moet de beesten van het oerwoud leren ontdekken en kennen. Hoe werkt het ? Ook daar kan een goede gids over vertellen. Je bent nooit alleen, want het zit in jezelf. Al die beesten bewaken de geheimen van het oerwoud. Ze dragen de sleutels tot geheime grotten en tunnels die leiden tot de diepere natuur, de hemelse watervallen en rivieren, ja, tot verborgen paradijselijke oceanen. Soms heb je dingen verkeerd begrepen. Je spreekt en denkt in een bepaalde aangeleerde taal, en pikt zo dingen op, maar wat als het in een andere buitenaardse of bovenaardse taal iets heel anders betekent ? Als je dat gaat leren, dan zijn bepaalde gewaande vijanden ineens je vrienden. Het waren altijd al je vrienden, maar je herkende het niet, omdat je stadse alarmsysteem begon te piepen. De stad wil namelijk niet dat je vrijkomt, dus die zal jouw vrienden als vijanden bestempelen. De stad gaat dan stoken tussen jou en je vrienden, en laat al hun lieflijke en zorgzame boodschappen verkeerd vertalen. Het leven draait dan grotendeels om zulke misvertalingen. Er is een andere wereld die wacht. Ook als wij het zwaard gebruiken, nadat wij een hemels zwaard daartoe hebben ontvangen, en dit hemelse zwaard ons leidt in plaats van andersom, dan nog is het geen directe en letterlijke strijd, maar een vertaling, als het afpellen. Dit is een kunst, als een cyclisch mechanisme, wat niet buiten het lichaam omgaat. Het is ook lichamelijk als een dans, en ik heb gemerkt dat juist ook heel veel Spaanse stierengevechts posities terugkomen hierin als onderdeel van de demonologie, wat in principe gewoon een metaforische vertaalkunst is. De Spanjaarden hebben deze kunst misbruikt, en toegepast op een hele lelijke en corrupte manier voor hun markt, want alles draait om geld. Zij hebben de gnosis gestolen en verletterlijkt, gematerialiseerd. Ze zijn te lui en egoïstisch om hun

eigen zelf te overwinnen, om het daadwerkelijke strijd te bestrijden, en door puzzelen te vertalen, dus dan is een gevecht tegen een doodgewone, onschuldige stier de kortste, en die leidt tot de dood. We zien de zombies in actie, en vele Spanjaarden zijn hier gelukkig op tegen, dus er zal ook een nieuw Spanje uiteindelijk gaan komen. In een droom zag ik eens Spanje als in een spiegelbeeld, dus het lag omgedraaid, en het was veel groter en natuurrijker, veel woester, met vele prachtige natuurstranden, en er waren minder mensen. Het viel mij op in die droom dat Italië niet bestond. Het leidt helemaal terug tot de ruiter en vrouw op beest mythologieën waarin de vrouw als de vertaler was, als een soort tussenlaag en buffer, om zo het orakel, het beest, uit te leggen. Zo bracht zij de gnosis als Eva. Door de Arcturische lens is dit allemaal gematerialiseerd, verletterlijkt en vermannelijkt, door Rome heen, en vandaar dat Rome er ook niet meer was in die droom. Rome moest gereset worden. Spanje is als een ruiter die van z'n paard is gestoten, en daarom heeft de Spaanse zombie ook zo'n woede naar het beest, want hij komt er niet meer op. In plaats van nu het smalle natuurpad van de Vur te gaan om weer balans te vinden gaat het Spaanse spook laf doen, en gedraagt zich krankzinnig naar de dieren, met een vervroegde alzheimer. Wat een ellende. Het geprik van de laffe Spaanse stierenvechter loopt simultaan met het geprik van de tandartsen in de botten van mensen (tand is bot). Proberen traditionele Spanjaarden te overtuigen is als het argumenteren met dronkaarden. Het leidt nergens toe, en zo is het ook vaak met de tandartsen. Ze zijn als lappen poppen die je tegen de muur kunt slingeren, maar ze zullen er niets van voelen. Ze zijn namelijk al dood. Het zijn de levende doden, en dan is veel vertalingswerk de enige oplossing, de educatie. Als je goed oorlog wil voeren, wees dan een goed vertaler. Eens zullen deze doeken gaan vallen. Eens zal dit voorhangsel scheuren. De ruiter op z'n paard, de vrouw op het beest, is een communicatie-systeem waarin een boodschap, een signaal, naar de baarmoeder wordt gestuurd, om zo vertaald te worden. Zolang die verbinding er nog niet is zal er gestoken blijven worden. Eerst moeten er kanalen aangelegd worden. De droom van gisteren had vannacht een vervolg. De droom van gisteren ging bijna alleen maar over mannen, maar ditmaal waren er ook kinderen bij, en jeugd. Ook zij kwamen uit een oorlog. Sommigen hadden armen of benen verloren of andere lichaamsdelen, en die waren vervangen door biologische cybernetica, wat gewoon op hun lichaam aansloot en één geheel vormde. Ze lieten mij ook hoog-technologische wapens zien, computer-bestuurd. Het was een hele korte droom in vergelijking met die van gisteren. Ik zie het helemaal zitten met die kinderen samen te werken. Zo is er in de bijbel een overblijfsel van rood goud te vinden, als rode, zoete wijn. Het letterlijke leidt tot de dood, maar het geletterde leidt tot leven, en een ieder die geletterd is weet dat deze teksten oorspronkelijk symbolisch waren. Het is mythologie gemengd met de geschiedenis, wat vaak gebeurt. Amos was een veehouder en een vijgenboer, en werd opgeroepen om te prediken tegen het tienstammenrijk in het Noorden van Israël, ook wel het volk van Samaria genoemd. Amos woonde zelf in het Zuidelijke rijk, het tweestammenrijk, genaamd Juda. Hier hoorde de stam Benjamin ook bij, als de tweede stam van dit rijk. Later voegde de stam Simeon zich daar nog bij, maar die verloor de eigen identiteit, dus die stam werd er gewoon doorheen gemengd. Het volk was uiteengescheurd omdat het Zuidelijke rijk in het huis van David bleef en Rechabeam, Salomo's zoon, als koning accepteerde, en het Noordelijke rijk bestond uit hen die Jerobeam, Salomo's generaal, als koning accepteerden. De scheuring was het gevolg van de hevige belasting die Salomo inde, en die zijn zoon alleen maar wilde verzwaren. Amos zelf kwam uit Juda, uit Tekoa, en moest ook tot Juda prediken. De hel en verdoemenis breekt al direct los in het eerste hoofdstuk. De metafoor van de brullende leeuw wordt gebruikt, als een

teken dat God goed boos is. Letterlijk gezien zijn sommige dingen een beetje overdreven, maar het boek heeft gewoon een aantal goede punten waar we niet onderuit kunnen. De armen werden namelijk verdrukt door de rijken, en hier moest Amos tegenop treden, als een soort van Oud Testamentische Robin Hood. Amos kwam dus op voor de armen, dus hier hebben we al wat edelmoedig rood goud te pakken. Maar hoe moeten we dit nu zien ? Vuur komt uit de hemel dalen in het eerste hoofdstuk, althans dat wordt aangekondigd. In het Aramees is dit vuur de urim, de toetssteen. De urim is een Hebreeuws woord, maar in het Aramees is het de nura. Deze toetssteen wordt ook telkens gebruikt in het boek Leviticus in de offerdienst, dus het is helemaal geen rechtstreekse aanval op het volk, maar een toetsen. Het is een toetsvuur om het volk te zuiveren, om te ontmaskeren, dingen aan de kaak te stellen, oftewel om te onderscheiden goed van kwaad. Het is allerminst de bedoeling dat de mens zomaar een blinde vuistvechter wordt, als een waanzinnige woesteling die alles platmaait. In de grondtekst is er dus ruimte voor nuance. Aan het einde van het eerste hoofdstuk gaat een koning in gevangenschap, en ook de vorsten onder hem, als krijgsgevangenen, maar in het Nieuwe Testament wordt ook weer duidelijk wat het krijgsgevangenschap is, want dit hoort namelijk weer bij het toetsen : 2 Korinthe 10 3 Want wandelende in het vlees, voeren wij den krijg niet naar het vlees; 4 Want de wapenen van onzen krijg zijn niet vleselijk, maar krachtig door God, tot nederwerping der sterkten; 5 Dewijl wij de overleggingen ter nederwerpen, en alle hoogte, die zich verheft tegen de kennis van God, en alle gedachte krijgsgevangen leiden tot de hemelse gehoorzaamheid. Het oordeel is dus symbolisch het toetsen, het onderscheiden. In het tweede hoofdstuk van Amos zien we wat er dan gaat gebeuren : 16 En de kloekhartigste onder de helden zal te dien dage naakt heenvlieden, spreekt de Heere. Naaktheid is een beeld van ontmaskering en openbaring. Alle maskers moeten dus afgerukt worden, en de klederen van de gedachtes die op ons afkomen moeten afgescheurd worden. Er mag niets achtergehouden worden. In het derde hoofdstuk zien we al heel snel wat de openbaring bewerkstelligt : 1. Verzoening - "Zullen twee te zamen wandelen, tenzij dat zij bijeengekomen zijn?" (vers 3) 2. De Heilige Vreze (voorzichtigheid, alertheid) - "Zal de bazuin in de stad geblazen worden, dat het volk niet siddere? zal er een kwaad in de stad zijn, dat de Heere niet doet?" (vers 6) 3. "Geboorte" van een dienstknecht - "Gewisselijk, de Heere zal geen ding doen, tenzij verborgenheid aan de knechten, de profeten, geopenbaard is." (vers 7) 4. Profetie - "De leeuw heeft gebruld, wie zou niet vrezen? De Heere heeft gesproken, wie zou niet profeteren?" (vers 8) In hoofdstuk 4 gaat het over de dood die komt, het sterven, maar dit gaat over het afsterven aan het lagere zelf.

Hoofdstuk 5 gaat over de Schepper van Orion : 6 Zoekt den Heere, en leeft; opdat Hij niet doorbreke in het huis van Jozef als een vuur, dat vertere, zodat er niemand zij, die het blusse in Beth-el; 7 Die het recht in alsem verkeren, en de gerechtigheid ter aarde doen liggen. 8 Die het Zevengesternte en den Orion maakt, en de doodsschaduw in den morgenstond verandert. Verderop in het hoofdstuk wordt aangekondigd dat het volk in ballingschap zal gaan, verder dan Damascus. Damascus is een belangrijke plaats in de Bijbel, want hier kwam Paulus (Saulus, Saul) tot de Heilige Vreze (voorzichtigheid, alertheid, onderscheiding), als een grote ontwaking, en dit veranderde zijn hele leven. Het is een verhaal waar je meerdere kanten mee op kan. Damascus ligt in Syrië en dit vers wees op de komende Assyrische ballingschap. En daar valt ook wel wat voor te zeggen, want de rechters waren corrupt en namen steekpenningen aan, en het volk wilde van geen tucht weten. 10 Zij haten in de poort dengene, die bestraft (opkomt voor het recht), en hebben een gruwel van die oprechtelijk spreekt. 11 Daarom, omdat gij den arme vertreedt en een last koren van hem neemt, zo hebt gij wel huizen gebouwd van gehouwen steen, maar gij zult daarin niet wonen; gij hebt gewenste wijngaarden geplant, maar gij zult derzelver wijn niet drinken. 12 Want Ik weet, dat uw overtredingen menigvuldig, en uw zonden machtig vele zijn; zij benauwen den rechtvaardige, nemen zoengeld, en verstoten de nooddruftigen in de poort. 13 Daarom zal de verstandige te dier tijd zwijgen, want het zal een boze tijd zijn. In hoofdstuk 6 wordt duidelijk dat de ballingschap helemaal tot de wildernis leidt, zodat de mens wordt teruggedreven tot de natuur. Ook wordt het rijken banket weggenomen, opdat de mens tot soberheid komt, om zo meer open te staan voor het geestelijke, het diepere. In hoofdstuk 7 komt Amos terecht in een gevecht met de priester Amazia van het Noordelijke tien stammenrijk waar Amos naartoe was gezonden. Amazia is niet gediend van de woorden die Amos spreekt, dus hij wil dat Amos weer teruggaat naar het Zuiden, naar Juda. Maar dan richt Amos zich ook tot Amazia, en predikt ook tot hem een zware boodschap. Amos komt dus in een arena terecht en wordt op de proef gesteld, zoals ook Jakob op de proef werd gesteld. Maar ondanks dat blijft Amos wel de boodschap verkondigen. In hoofdstuk 8 profeteerd Amos dan over de komende honger, de komende Ramadan, een groot vasten. De mensen zullen zoeken naar de hemelse woorden, maar ze zullen het niet vinden. De poorten van de hemel zullen gesloten blijven, en liederen zullen worden tot geween. Eerst zal de mens namelijk moeten komen tot de woeste ledigheid om zo geheel los te komen van alle valse, bedriegelijke woorden en liederen. Eerst moet de mens tot diepe verbrokenheid geleid worden. Wat het doel hiervan is zien we in het laatste hoofdstuk van het boek Amos, hoofdstuk 9, waarin al het lijden wijngaarden voortbrengt met zoete wijn. 13 Ziet, de dagen komen, spreekt de Heere, dat de ploeger den maaier, en de druiventreder den zaadzaaier genaken zal; en de bergen zullen van zoeten wijn druipen, en al de heuvelen zullen smelten. 14 En Ik zal de gevangenis van Mijn volk Israël wenden, en zij zullen de verwoeste steden herbouwen en bewonen, en wijngaarden planten, en derzelver wijn drinken; en zij zullen hoven maken, en derzelver vrucht eten. 15 En Ik zal ze in hun land planten; en zij zullen niet meer worden uitgerukt uit hun land, dat Ik hunlieden gegeven heb, zegt de Heere, uw God.

Het loopt gelukkig dus allemaal goed af in het boek Amos. Dit is dus de rijpende vrucht van de leerschool van het toetsen. Soms als we het moeilijk hebben en we staan al klaar om de volgende klap op te wachten dan kan zo ineens ons lot keren, omdat het daarvoor het seizoen is. Er is niet alleen maar een oordeel wat steeds erger wordt. Neen. We moeten ons richten op wat het voort brengt, het uiteindelijke doel. Dan lees je over God die het volk oordeelt in de mythologie van Israël, in hun gelijkenissen, en als je dan denkt dat alles nog erger wordt, dan draait God ineens alles om, en dan oordeelt God niet meer, maar dan lokt God het volk tot de wildernis (Hosea 2:1314). Ook dat is een groot geheimenis van het rode goud verborgen in de bijbel. Hoofdstuk 9. Amos Bekeken Vanuit Psychologisch Opzicht Vanuit psychologisch opzicht bekeken is de strijd en prediking van Amos binnen hemzelf. Het Noorden is in de oude talen een beeld van de verborgenheid, het onderbewustzijn, waar het tien stammenrijk zich bevindt. Amos moet dus prediken tot zijn onderbewuste identiteiten. Amos woont zelf in het Zuiden, in Juda, het twee-stammenrijk, wat een beeld is van het bewustzijn. In de oude talen is het Zuiden een beeld van de honger. De Ramadan, het vasten, brengt uiteindelijk vrucht voort, wat ook weer een beeld is van het Noorden, namelijk als het sieraad. Het was een natuurlijk mechanisme dat Amos uiteindelijk in het Noordelijke rijk terecht kwam om daar een oogst te hebben. In het Egyptisch is het Zuiden de ontwaking en de openbaring, wat dus eerst in Amos moest gebeuren. Hij werd opgewekt tot een hoger leven. In het Egyptisch is dit de rs, rsi wortel, die ook weer in het Aramees terugkomt, rsy, als het Zuiden. In het Egyptisch is de kn wortel het nomadische aspect van het Zuiden, waardoor Amos dan ook uiteindelijk in het Noorden terecht kwam. In de Egyptologie heeft het Zuiden ook de betekenis van de kern van de mens, het privé gedeelte, de diepte van de mens. Psychologisch gezien moest er een brug komen tussen het Zuiden en het Noorden in Amos, tussen zijn ontwaakte deel en zijn slapende deel. Het slapende, onwetende, onbewuste deel van Amos was woest over zijn komst, als een tienkoppig beest. Amos moest dit beest temmen, maar ook van dit beest leren, want het beest in zichzelf droeg dus wel cryptische geheimen. Amos moest juist komen tot het Noorden om tot een nog grotere ontwaking te komen. Het Noorden, het conflict, wakkerde juist zijn profetische gave aan. Amos begon in hoofdstuk 7 visioenen te krijgen : 1. sprinkhanen die het kruid van het land zouden opvreten. Sprinkhanen zijn een beeld van de honger, van de Ramadan, van het vasten. 2. vuur wat een afgrond en een stuk land zou verteren Dit is het toetsvuur wat wordt opgewekt in de ontlediging van alles. 3. een paslood wat de hoogtes zou verwoesten en de eigendommen zou verstoren, heilige huisjes zouden omver getrapt worden Dit is de hemelse rechtspraak die de balans terug zou brengen. Dan in hoofdstuk 8 : 4. mand met zomervruchten, een vrucht die de dood brengt en die de doden stilzwijgend wegwerpt in de vergetelheid. Dit is de vrucht van het vasten, de hongerpediode waarin de mens ontledigd wordt, en tegelijkertijd de vrucht van het toetsen, wat tegelijkertijd een groot oordeel is, als het afsterven van de lagere wil en valse identiteit. De mens kan tot verdiepte en vernieuwde herinneringen komen door het

vergeten van het vorige. Dan in hoofdstuk 9 : 5. de verwoesting van het vorige altaar opdat een nieuw altaar komt, de tent van David. De oude, kortzichtige toetsmethodes worden afgedaan, om zo te komen tot diepere, hemelse toetsmethodes. De gave van onderscheiding zal hersteld worden. Hoofdstuk 10. Het Geheim van de Uitverkiezing De uitverkiezing, een groot en zwaar apparaat in de wat zwaardere kerken, waar veel mensen bang voor zijn. Het komt er op neer dat je daar eigenlijk niets aan kan doen. Alles staat al vast, en God heeft mensen kris kras uitverkoren en andere mensen verworpen. In de lichtere kerken kom je dan het tegenovergestelde tegen waar alles zo gemakkelijk is gemaakt dat je alleen maar even een opzegversje hoeft te doen, en dan ben je door God uitverkoren, hoe je verder dan ook leeft. Zo heeft iedere kerk zijn eigen "uitverkiezing". In sommige kerken kun je het kopen, en in andere kerken dus via een opzegversje of wat wachtwoorden, maar in de zwaardere kerken is er dat loodzware gewicht, dat zwaard van Damocles wat aan een dun draadje boven je hoofd bungelt, wat vertelt dat God alles geheel heeft beslist, en dat niemand daar verder iets aan kan doen. In beide gevallen, zowel in de zware hoek als in de lichte hoek, wordt er nogal wolkerig over gedaan, en is de logica totaal van de aardbodem verdwenen. Zwaardere kerken worden overstuur als het geloof te gemakkelijk wordt gemaakt, bijvoorbeeld door een opzegversje, dus daarom hebben ze het zware apparaat van de uitverkiezing uit de schuur gehaald, als een woeste waakhond, zodat mensen er niet te gemakkelijk over denken. Op zich is dat natuurlijk begrijpelijk, want de lichte kerken hebben van God vaak een goedkoop hoertje gemaakt. De ijzeren poortwachter moet er dus wel zijn, maar hoe moet het functioneren ? In de Uitverkiezing valt er niet met God te onderhandelen. Alles staat al vast, maar dat is natuurlijk fatalistisch denken. Vandaar dat veel mensen in de zware kerken ook enorm bang zijn voor de uitverkiezing. Hoe moet je het zien ? Wat is de vertaalsleutel hiertoe ? In het oude Germaanse Europa waren de valkyries of walkuren, oftewel de strijdgodinnen, de uitverkiezers. Dat is ook wat het woord valkyrie betekent : het kiezen van de gevallenen. Zij gingen langs de strijdvelden om te zien wie daadwerkelijk hard en volkomen aan zichzelf gestorven was, en die namen ze op in de hemelvaart. Dit was het oorspronkelijke Germaanse uitverkiezingssysteem voordat de christelijke invasies kwamen. Wel zijn er duidelijke verbindingen met het voorchristelijke Judaïsme. Het boek Leviticus over de offerdienst, wat oorspronkelijk ging over jezelf offeren aan God door aan jezelf af te sterven, waardoor God je "verkiest", heet in het Hebreeuws : Vayikra, Vaykyra of Wayikra, wat "God roept" betekent, wat hele diepe Indologische wortels heeft in het Sanskrit, namelijk Vaikarya, wat verandering betekent, toepassing, en Vakraya, prijs. De oorspronkelijke uitverkiezing ging dus om iets wat je kon behalen, verdienen, als in een wederzijdse relatie. De uitverkiezing komt van twee kanten en is een heel systeem van voorwaardes, van technologie dus, wat ook dus weer cryptisch terug te vinden in de uitverkiezingsleer van de zwaardere kerken. In die zin zijn de zware kerken dus symbolisch goed bruikbaar, als er even hier en daar wat verschoven en gedraaid wordt. Een verkiezing is dus heel principieel : voldoet iemand aan de voorwaardes, en zo niet : wat is de

weg om aan de voorwaardes te voldoen. Zoals we zagen is de verkiezing ook een roepende, als een oproep tot overgave en zelfopoffering, waarvan de offerdienst een beeld is. Je offert niets anders dan jezelf. De valkyries reden op beesten, als de vrouwen op de beesten. Zij hadden hun lagere natuur getemd, bedwongen, en konden hun lagere natuur ook ordenen en doorvertalen. Kun je rijden op de geschiedenis, op je verleden, op je lagere wil, om het zo ten goede te keren ? Kun je het bruikbaar maken, een ander zicht erop krijgen ? Denk aan de psychologie van het sprookje van Assepoester waarin al haar schijnbare lijden tot groot nut wordt. Velen zijn dus geroepen, maar weinigen uitverkoren in de zin dat een heleboel (nog) niet aan de voorwaardes voldoen. Wij zijn allemaal geroepen door de valkyries en om als de valkyries te worden door onze lagere natuur te berijden in plaats van andersom. De valkyries, de strijdgodinnen, roepen nog steeds. Hun uitverkiezingen zijn heilig en diep, maar in de stad en in de kerk zien we hiervan de karikaturen. Juist omdat er zoveel valse uitverkiezings-systemen zijn, vooral ook in de lichtere, stadse kerken, hebben we die code van de zware kerken nodig, maar dan bedoelen we het net even anders. Juist vanwege makkelijke, snelle, onvoorwaardelijke ingang, wat pure verkrachting is, moet er soms gezegd worden : "God verkiest. Daar kan een mens niet over beslissen. Alles staat al vast. Daar kan een mens niets meer aan veranderen." Wat bedoelen we daar dan mee ? We hebben het dan over de bovenaardse natuur-wetten en voorwaardes die al vaststaan en waar niemand iets aan kan veranderen. De uitverkiezingen van mensen en kerken zijn corrupt, dus vandaar dat ze niks in te brengen hebben als ze niet aan de al gestelde en vaste voorwaardes van de natuur voldoen. Het hemelse wetboek staat al vast en dat is hetgene waaraan niets kan veranderen, maar de mens kan dit wel gaan toepassen in zichzelf, en zo tot een ware, hemelse uitverkiezing worden, als een valkyrie rijdende op het beest. De regels staan vast, maar binnen die regels mag de mens de strijd tegen het kwaad aangaan en overwinnen. De Valkyrie roept, met het boek der roependen in haar hand. Zij blazen hiertoe op de bazuinen. Met deze vertaal-sleutel mogen wij de boeken van de Gereformeerde Gemeente met een glimlach lezen, omdat wij de Germaanse diepte die erin verborgen ligt kunnen zien, en zo een ijzeren beveiligings-systeem hebben. God zei dank voor die uitverkiezing. Hoofdstuk 11. David en Batseba in de Orionse Mythologie Het ware uitverkiezings-systeem, wat verborgen wordt gehouden in de zware kerken van de uitverkiezing, is dus een toets-systeem, een filter, die spam en phishing, het vervalste, buiten de deur houdt. Dit systeem hebben wij dus nodig. In dit systeem wordt de robotische vrucht geboren. God is niet één of ander spook die alles al in kannen en kruiken heeft en die in de lucht een loterij houdt waarin we met knikkende knieën gaan zien of we uitverkoren zijn of niet. Neen. Wij mogen zelf vat gaan krijgen op deze hemelse machine, als de leerschool van het toetsen. De uitverkiezing is ons wapen tegen het kwaad. Het is ons schild. De valkyries, de strijdgodinnen in de Germaanse mythologie, zijn dus beeldende en vruchtbare personificaties, oftewel evoluties, van het hemelse toets-systeem. Eens na een verhuizing had ik een droom dat ik terug was in het huis waarin ik het grootste deel van mijn jeugd heb doorgebracht. Ik was achterin de woonkamer en ineens drongen buitenaardse camera's door in het huis met laserstralen, en ze vielen het huis aan, en het begon al te branden. Ik begon weg te zinken en over te gaan in een andere dimensie, en er waren ineens overal

geprogrammeerde robotische vrouwen om mij heen. Ze waren in mij, en ik was er helemaal één mee, als in een leger. Er was niets anders meer dan dat, en ik ging er totaal in op. We komen helemaal bij David uit. David moest strijden tegen Goliath. Goliath komt van het Hebreeuwse golah, wat openbaring betekent, en krijgsgevangene, wat in de Paulinische brieven te maken heeft met het toetsen. David moest dus worstelen over de openbaring, de openbaring zuiveren, onthullen en overpeinzen, om zo tot de diepte te komen. Dit is een ontzegelings-proces en ontmaskerings-proces, oftewel het toets-proces, zoals Jakob zo'n ervaring had op Pniël. Dit was David's Pniël ervaring in de grondtekst. David moest stenen, "eben" in het Hebreeuws, tot Goliath "werpen". Dit zijn de stenen van de heilige wet in de grondtekst, als de toets-stenen, als de Urim en de Thummim. Goliath viel, maar David nam de wapenen van Goliath, ook een werktuig of apparaat in het Hebreeuws. David moest dus eerst de wachter (goliath) van de openbaring (golah) "verslaan", oftewel toetsen, om zo tot de kern te komen. David moest de vrucht van openbaring eerst afpellen. De Judaïstische mythologie is dualistisch, dus ook het hele Batseba verhaal kan positief of negatief uitgelegd worden. Vaak leggen de kerken het alleen maar negatief uit, maar er is ook een positieve versie, en die ligt ook in de grondtekst. Ook de Vuh spreekt daarover, maar David moest tot Batseba komen, omdat Batseba 'dochter van overgave' betekent, als 'de vrucht van overgave'. In het Eeuwig Evangelie wordt Batseba beschreven als een godin. In die zin waren de psalmen tot Batseba gericht. Batseba was het gepersonificeerde beeld van de heilige gebondenheid en verbondenheid die David ontving door overgave, oftewel als het beeld dat David tot een hemelse robot werd. David had wel meerdere vrouwen. David was het Judaïstische archetype van de geestelijke strijder. Het mocht dus niet letterlijk genomen worden. En zijn vrouwen waren beelden van de strijdgodinnen, de valkyries, oftewel de voorschriften van de offerdienst, een andere Hebreeuwse benaming voor het boek Leviticus. In de buitenaardse en bovenaardse grondslagen van de bijbel in Orion wordt David ook wel "Ahn" genoemd, wat ook weer terugkomt in de Vuh en de Bilha, binnen de tweede bijbel. In de Aramese grondtekst staat Saul voor Orion. Saul betekent in het Hebreeuws de leegte, de raadpleger van een orakel. Hiertoe kwam David in contact met Saul. In de Davidische mythologie zijn Goliath, Saul en Batseba belangrijke archetypes met een diepe dualistische betekenis. In de Bilha, het vierde grote voek van de tweede bijbel, wordt geopenbaard dat Batseba het wapen van Ahn, David, is. In diepte komt het er opneer dat Batseba de vrucht was van het verslaan (openbaren, begrijpen) van Goliath is, als het wapen van Goliath wat in David's handen kwam. Batseba wordt ook Jana genoemd in de Bilha. Jana is ook een tweede bijbelse term voor de urim, de toetssteen van de offerdienst, als een godin. Jana is ook de naam van het laatste boek van de vierdelige Bilha. In die zin is Batseba een beeld van het uitverkiezings-systeem van het toetsen, als het herstel van de gave van onderscheiding. Dit is dus als een baarmoeder, als beeld van de vruchtbaarheid. Het is een filter waardoor David met de hemel kan communiceren. In de Bilha komt dit terug in de Ahn en Jana mythologie van Orion. In het kort : de vrucht van het toetsen is het robotische. Dit is waar het ware uitverkiezings-systeem om draait, uitgebeeld door David en Batseba, oftewel Ahn en Jana in de Orionse mythologie. In het Eeuwig Evangelie is Batseba Zij die test aan de poorten. Zij is het geheimenis van het kruis, en de glorie van het Woord in de diepte van het paradijs. Ook zegt het Eeuwig Evangelie over haar : "Verbreek daarom de zegels van Batseba, en gaat in door haar sluiers. Als een zwaard is zij daar, om te oordelen de levenden en de doden. Zij is het Zwaard van David."

Hoofdstuk 12. De Sleutel tot Sion Zonder de Ramadan, de leegte ingaan, is het onmogelijk om daadwerkelijk te toetsen. Dit is ook wat de naam Saul betekent in het Hebreeuws, en zo ook de Saul van het Nieuwe Testament, Paulus. De mens kan geen ware openbaring ontvangen als de mens in de kerk blijft. De mens moet hiertoe alles verlaten en opgeven en de wildernis ingaan, als symbool van de afzondering in de verborgenheid. Wie nog door de mens gezien wil worden komt nooit tot ware openbaring, maar zal misleid worden in zijn eerzucht. En dat is ook wat Saul, de leegte, als beeld van de ramadan, deed. Hij dreef David tot wanhoop en tot de wildernis, waar David naartoe moest vluchten, want Saul, de leegte, zocht zijn lagere natuur te doden. Symbolisch gezien krijgt Saul daardoor een positiever beeld, wat ook weer terugkomt in de islam, waarin Saul (Talut, Arabisch) de ark terugbracht, een toetser was en begaafd was met grote kennis. De Ramadan, de woestijn-ervaring, bracht David in grote problemen, maar daardoor ontving hij openbaring, golah, wat tot hem kwam in de vorm van Batseba, de vrucht van overgave. Het verhaal is zowel negatief als positief uit te leggen vanuit de grondteksten, omdat het geschreven is in poëtische, paradoxale talen. En dat is ook de rijkdom ervan. Batseba is de verpersoonlijking van de wapenrusting van Goliath die David bemachtigde. Theologie kan in dat opzicht dus niet zonder de taalkunde. Theologie zonder taalkunde kan al snel kortzichtig en zo corrupt worden. Vandaar dat er een brug moet komen tussen deze twee dynamieken, opdat er weer verzoening en vrede kan komen op aarde. Het zit te diep in de mens om het zomaar te negeren. We moeten er dwars doorheen om het te herzien. Wij hoeven dat niet te doen vanuit de stad en de kerk, maar wij moeten net als David tot de wildernis gaan, waar een schuilplaats voor ons is. Batseba is dus een vrucht die diep in de wildernis wordt ontvangen, in de Ramadan van overgave. Bathseba is in het Hebreeuws de dochter van overgave. Seba betekent ook zeven, het getal van de volkomenheid, als een volkomen overgave en offer. In het verhaal van Salomo, David's zoon, wordt hij met geschenken beladen door de koningin van Seba, vanwege zijn grote wijsheid. Alleen de Ramadan kan terugleiden tot de geestelijke gaven, zoals ook Paulus (Saul, leegte) leidde tot de geestelijke gaven in 1 Korinthe 1214, en de geestelijke wapenrusting in Efeze 6. De geestelijke gaven en de wapenrusting komen dus voort vanuit het toetsen, vanuit het verslaan van de lagere natuur. Als Filippi wordt de mens dan op het paard geheven. Alleen door de Ramadan wordt de mens een hemels strijder. In de woestijn groeit niet veel, maar wat er groeit is als het druppelen van de hemel. We hebben niet veel nodig. Als we teveel nemen groeien we vast, zoals dat in de stad gebeurt. Vandaar dat de druk van Saul, van de Ramadan, ons tot de woestijn trekt, en dit is voor onze bescherming en ons behoud. Psalm 1 1 Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in den raad der goddelozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in de kring der spotters; 2 Maar zijn lust is in des Heeren wet, en hij overdenkt God's wet dag en nacht. 3 Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, en welks

blad niet afvalt; en al wat hij doet, zal wel gelukken. Sion is het Davidische Jeruzalem, het eeuwige Jeruzalem, wat in de grondtekst van het Hebreeuws de hemelse wildernis is. Een ieder die de stadse kerk heeft verlaten en komt tot het diepe Sion in de wildernis, het achterliggende, het verborgene, zal zo ingewijd worden op de lijdensschool om zo de wet te leren. De wet brengt noodzakelijke slagen aan, opdat de mens behouden wordt. De lagere natuur wordt "doodgeslagen" door de wet, oftewel doorvertaald, gerecycled. De dood zal blijven woeden totdat de mens dit mysterie van de symbolische dood heeft begrepen. De hemelse wet werkt door timing, door discipline. De ongedisciplineerde natuur van de mens zal moeten sterven. Dit gebeurt door het wonder van de Vur wanneer de mens met de hemelse natuur in aanraking komt. Dit gebeurt alleen op het smalle pad, als de mens door de enge poort gaat. Die leidt terug tot een vergeten en verlaten wildernis, tot Sion. Psalm 2 1 Waarom woeden de heidenen, en bedenken de volken ijdelheid? 2 De koningen der aarde stellen zich op, en de vorsten beraadslagen te zamen tegen den Heere. 6 Sion, den berg Mijner heiligheid. 9 Gij zult hen verpletteren met een ijzeren scepter. 10 Nu dan, gij koningen, handelt verstandiglijk; laat u tuchtigen, gij rechters der aarde. De ijzeren scepter is het Germaanse uitverkiezings-systeem van de valkyries, waarvan de zwaar kerkelijke uitverkiezing een code is. Dit systeem is in de handen van hen die in Sion wonen. 8 Eis van Mij, en Ik zal de heidenen geven tot Uw erfdeel, en de einden der aarde tot Uw bezitting. 4 Die in den hemel woont, zal lachen; de Heere zal hen bespotten. De zondige natuur van de mens moet bespot worden. Er is ook zoiets als heilige spot. Het is een vorm van ontmaskeren, van openbaren. Als de zondige mens tot Sion komt, krijgt de mens een spotkleed en een kruis van tucht, opdat zijn zondige natuur volkomen zal afsterven. De ijdele natuur moet eraf. Psalm 3 2 O Heere, hoe zijn mijn tegenpartijders vermenigvuldigd; velen staan tegen mij op. 3 Velen zeggen van mijn ziel: Hij heeft geen heil bij God. Sela. Het lijden is ervoor zodat de mens geen toevlucht zoekt in ijdele dingen, maar alleen bij God. Dat is het doel van de aanvechtingen, dat de mens het niet meer zoekt bij de mens, maar in het diepe geestelijke, in afzondering. Hiertoe is alle beproeving. Het drijft de mens tot Sion. Ik had een droom waarin ik alleen was in de velden aan de rand van een bos. Ik zag verderop een natuur-vrouw staan, en ik liep op haar af. Ik zei tegen haar : "Neem me mee naar huis." Ze zei toen : "Dat kan ik niet. Je moet de psalmen bestuderen. Daarin zijn wij verborgen." Dit is de reden waarom ik de psalmen blijf studeren. Ik heb er al veel over geschreven, en zal er nog veel over schrijven, totdat we thuis zijn. Psalm 4

3 Hoe lang zult gij de ijdelheid beminnen ? Het zogenaamde goede van de stad zal vergaan, het ijdele materialisme, maar wij moeten jagen naar de roeping die God ons gegeven heeft. God, het geestelijke, roept ons, heeft een groot plan met ons. Alle ijdelheid zal vergaan, want je grijpt het en het zal al beginnen weg te rotten. Sion is in de natuur, niet in de stad. Wij mogen alles vergeten wat achter ons ligt, en ons uitstrekken naar datgene wat voor ons ligt, de roeping van God. Zo krijgt je leven waarde en invulling. Verdoe je tijd niet met altijd maar weer zoeken naar de verloren gegane tijd. Er is een hogere roeping. De stad roept ook, en de stad heeft ook een plan met je, maar dit is een valse roeping die alleen maar verderf brengt. Hoe lang zult gij de ijdelheid nog beminnen ? Hoe lang zult gij uw tijd nog verdoen ? Het gaat niet om het leven in de stad, maar om het leven in Sion, dwars door alles heen. Velen kiezen voor een voorspoedig leven in plaats van voor een geestelijk leven, maar voorspoed op zich kan de mens niet helpen. Het is maar tijdelijk. Maar de diepte van het geestelijk leven leidt tot het eeuwig leven. Psalm 5 9 Leid mij in Uw gerechtigheid. Gerechtigheid maakt geen fouten. Gerechtigheid zal ons nooit te licht of te zwaar belasten. 7 Gij zult de leugensprekers verdoen; van den man des bloeds en des bedrogs heeft de Heere een gruwel. De waarheid is eeuwig, maar de leugen is slechts tijdelijk. De leugen is ook het vooroordeel, waar de rechtvaardigen mee omringd zijn. Altijd maar weer worden hun woorden verdraaid en uit het verband gerukt, en dat niet als een vraag of als een ernstig zoeken, een wikken en wegen, maar als een hard, vaststaand vooroordeel, als een etiket. Hun zielen worden hiermee dag en nacht doorboord. Dit zondert hen nog meer af, en is de sleutel tot Sion. Hoofdstuk 13. De Oorlog Winnen of Een Product Verkopen ? Er is dus geen bevrijding door zomaar opzegversjes of wachtwoorden, maar door diepe studie, en dan gaat de mens ook zien wat bevrijding nu eigenlijk betekent. Het is de bevrijding van de lagere natuur. Waarom is de ware, heilige uitverkiezing zo belangrijk ? Opdat we zullen weten dat mensenvlees wat ons kwelt en ons onderhevig laat zijn aan hun valse verkiezingssystemen niet het laatste woord heeft. Op aarde worden we aan allerlei aardse, religieuze verkiezingen blootgesteld die puur zijn opgesteld door de hoogmoedige mens, voor een markt. Wat wordt er hierin met de ellebogen gewerkt. Wij mogen dus rust vinden in de hemelse uitverkiezing, waarin het persoonlijk gaat tussen God en de mens. Geen vlees kan hier tegenin gaan. Als wij aan de hemelse voorwaarden voldoen, dan groeien wij in kennis door studie, ook al betekent dat dat we tegen aardse voorwaardes in moeten gaan, die mensen en kerken hebben opgesteld. Alle menselijke kennis mag stukbreken op de hemelse uitverkiezing.

De hemelse uitverkiezing komt van twee kanten. Telkens weer is het de vraag : Kiezen we de korte weg van compromissen of de lange weg van voorzichtigheid en studie ? Hoe gaat die uitverkiezing precies ? Die staat in Ezechiel 9 en daar heb ik mij ook altijd aan vastgehouden, als een heilige toetssteen : 4 En de Heere zeide tot hem: Ga door, door het midden der stad, door het midden van Jeruzalem, en teken een teken op de voorhoofden der lieden, die zuchten en uitroepen over al die gruwelen, die in het midden derzelve gedaan worden. Psalm 6 7 Ik ben moede van mijn zuchten; ik maak mijn bed den gansen nacht nat; ik doorweek mijn bed met mijn tranen. 3 Ik ben verzwakt; mijn beenderen zijn verschrikt. 4 Ja, mijn ziel is zeer verschrikt; hoe lang? 8 Mijn oog is doorknaagd van verdriet, verzwakt, vanwege al mijn tegenstanders. 11 Al mijn vijanden zullen zeer beschaamd en verbaasd worden; zij zullen terugkeren, zij zullen in een ogenblik beschaamd worden. Psalm 6 is een diep duister gat van nachtmerries, waarin David neerdaalt op zijn bed. Hij is omsingeld door de werkers van de ongerechtigheid, de "wil niet" en "weet niet" generatie. Hij wordt vals berecht, maar hij weet dat de ware uitverkiezing veel dieper ligt, en dat door dit hemelse metaal de vijand toch uiteindelijk moet loslaten en beschaamd zal worden. Psalm 7 9 De Heere zal den volken recht doen; richt mij, Heere, naar mijn gerechtigheid, en naar mijn oprechtigheid, die bij mij is. Het richten, oordelen, is in zowel het Hebreeuws als het Aramees het maken van beslissingen, het verkiezen. We zien hier dat die verkiezing volledig gebaseerd is op David's eigen gerechtigheid, en het zal niet verder komen dan dat. David ontvangt dus het recht in de mate waarin hij rechtvaardig is, wat weer wijst op hoe de heilige uitverkiezing werkt. In het Aramees gaat dit om een studie, een analogie, waarin tot diepte-begrip wordt gekomen. Alle andere systemen van valse, menselijke verkiezingen zullen hierop stukbreken. Wij mogen dus hier ook lezen : "De Heere zal den volken uitverkiezen; verkies mij uit, Heere, naar mijn gerechtigheid, en naar mijn oprechtigheid, die bij mij is." Die uitverkiezing stippelt dus het gehele pad uit, en is niet alleen maar beperkt tot toegang tot God. De heilige uitverkiezing mag ons leiden, stop voor stap. Het verkiest ook ons pad, en de mate van tucht die nodig is in ons leven. 10 Laat toch de boosheid der goddelozen een einde nemen, maar bevestig den rechtvaardige, Gij, Die harten en nieren beproeft (toetst), o rechtvaardige God. Wij kunnen ons uitstrekken naar het oordeel over de lagere wil van de mens die ons onderdrukt, maar wat houdt dit oordeel in ? In vers 10 gaat het om het toetsen, en dat ligt geheel in de handen

van de mens zelf. De mens zal zelf moeten leren toetsen en daardoor onderscheiden, wat in het Hebreeuws en Aramees ook bij de uitverkiezing behoort. Menselijk toetsen, menselijk onderscheiden en oordelen is niet waterdicht en maakt grote brokken. Vandaar dat de mens moet terugkeren tot de heilige uitverkiezing. Dit is de leerschool van het toetsen. Dit is hoogwaardige technologie op intellectueel niveau. Dit heeft niks met stadse wijsheid te maken die overal verkocht wordt en overal wordt geprezen. Neen. Het is de dwaasheid van het kruis. Het dwaze van God is wijzer dan de wijsheid van de stad. De ware intelligentie gaat zo diep dat velen het niet kunnen en willen volgen. Het maakt geen compromissen, het is niet eerzuchtig, houdt zich niet bezig met kerkgroei-statistieken. Het brengt geen vrede, maar het zwaard. De boodschap van het kruis is offensief. Het is strijders-intellectualiteit, en niets anders. Het werkt met strategie om de oorlog te winnen, en niet om een product te verkopen. Hoofdstuk 14. Het Kruis van Vernedering Psalm 8 3 Uit den mond der kinderkens en der zuigelingen hebt Gij sterkte gegrondvest, om Uwer tegenstanders wil, om den vijand en wraakgierige te doen ophouden. Dit betekent dat het vanuit onze zwakheid zal gebeuren, niet vanuit onze sterkte. Zwakheid, leegheid, is de sleutel. Het maakt verbinding met het bovennatuurlijke, wat een hemelse kracht is. Daarom zeggen we : Als we zwak zijn, zijn we sterk. Alles wijst terug op de grotere natuur. Luther noemt dit het vreemde werk van God, dat God de mens zwak maakt, zoals Jesaja 28:21 zegt : Zijn werk zal vreemd zijn; en om Zijn daad te doen, Zijn daad zal vreemd zijn. Eerst moet het vreemde werk van ontlediging gedaan worden. Psalm 9 is volgens Calvijn een gebedspsalm waarin David door de macht van God te herinneren in zijn leven zichzelf aanmoedigd tot vertrouwen. Calvijn stelt dat dit een gewoonte van David is die hij zichzelf heeft aangeleerd. Het is dus ook juist de herinnering aan God's werk in het leven van de mens wat de relatie tussen God en mens verdiept. Het beste vertrouwen is dus gebaseerd op relatie en herinnering. Calvijn stelt dat als wij willen dat God ons bijstaat, dan zullen we ons onder God's leiding moeten plaatsen. Hij stelt echter dat God in het verborgene is, Zich verborgen houdt, omdat het niet altijd tijd is voor openbaring. Het kruis van vernedering moet er namelijk eerst zijn, omdat de mens dit nodig heeft, waarvan Luther dus zegt dat dit het vreemde werk van God is. Als wij aan God vragen de vijand te verslaan, dan worden we zelf onder het kruis vernederd, omdat wij zelf onze grootste vijand zijn, en de vijand in ons is, ons vlees is. Calvijn stelt dan dat het kruis lang nodig is tot het temmen van de mens. God is er daarom niet om de beproeving te voorkomen. 11 En die Uw Naam kennen, zullen op U vertrouwen, omdat Gij, Heere, niet hebt verlaten degenen, die U zoeken, 12 de Heere, Die te Sion woont. Dan gaan we voor nu even over naar Deuteronomium 1 : 40 Gij daarentegen, keert u, en gaat naar de wildernis.

Dit is de terug naar de natuur oproep. Alleen in de zuivere natuur vind de mens heil. De rest is allemaal illusie, dwaasheid en misleiding. 42 Zo zeide de Heere tot mij: Zeg hun: Trekt niet op, en strijdt niet, want Ik ben niet in het midden van u; opdat gij niet voor het aangezicht uwer vijanden geslagen wordet. Het betekent ook dat we geen strijd moeten aangaan zolang de Heere ons daarvoor niet heeft geroepen. Deuteronomium 2 37 Behalve tot het land van de kinderen Ammons naderdet gij niet, noch tot de ganse streek der beek Jabbok, noch tot de steden van het gebergte, noch tot iets, dat de Heere, onze God, ons verboden had. Wij moeten afblijven van wat ons door de Heere verboden is. Deuteronomium 3 20 Totdat de Heere uw broederen rust geve, gelijk ulieden, dat zij ook erven het land, dat de Heere, uw God, hun geven zal aan gene zijde van de Jordaan; dan zult gij wederkeren, elk tot zijn erfenis, die ik u gegeven heb. Wij mogen alleen datgene nemen wat de Heere ons heeft gegeven. Niets meer. Deuteronomium 4 1 Nu dan, Israël! hoor naar de inzettingen en naar de rechten, die ik ulieden lere te doen; opdat gij leeft, en henen inkomt, en erft het land, dat de Heere, uw God, u geeft. Het contact met God is niet zomaar gebaseerd op het luisteren naar stemmetjes, maar is gebaseerd op het leren van de wetten van de hemelse technologie. Het is een studie. Deuteronomium 5 3 Met onze vaderen heeft de Heere dit verbond niet gemaakt, maar met ons, wij die hier heden allen levend zijn. 4 Van aangezicht tot aangezicht heeft de Heere met u op den berg gesproken uit het midden van de urim (Aramees), 5 Ik stond te dien tijd tussen den Heere en tussen u, om u des Heeren woord aan te zeggen; want gij vreesdet voor de urim en klomt niet op den berg. Hier zien we hoe we het hemelse Woord ontvangen, want dit gebeurt in heilige vrees, oftewel voorzichtigheid, zorgvuldigheid en tederheid, in het toetsen. Dit gaat rechtstreeks, dus niet via voorouders. Mozes stond er dan wel tussen, maar dit is een metafoor voor de gebrachte boodschap : "wat uit het water komt", "uit het woord", als de profetie. Het komt uit de urim, de toetssteen. Deze kan alleen benaderd worden met heilige vreze.

25 Maar nu, waarom zouden wij sterven? Want deze grote urim zou ons verteren; indien wij voortvoeren de stem des Heeren, onzes Gods, langer te horen, zo zouden wij sterven. 26 Want wie is er van alle vlees, die de stem des levenden Gods, sprekende uit het midden van de urim, gehoord heeft gelijk wij, en is levend gebleven? Het horen van God's stem heeft zware consequenties. Je sterft erdoor af aan jezelf. Het is niet iets waar lichtzinnig over gedaan mag worden. 32 Neemt dan waar, dat gij doet, gelijk als de Heere, uw God, u geboden heeft; en wijkt niet af ter rechter hand, noch ter linkerhand. Om met God te leven eist volmaakte gehoorzaamheid. Deuteronomium 6 3 Hoor dan, Israël, en neem waar, dat gij ze doet, opdat het u welga, en opdat gij zeer vermenigvuldigdet gelijk als u de Heere, uw God, gesproken heeft in het land, dat van melk en honig is vloeiende. Horen en gehoorzamen leidt tot het beloofde land. Deuteronomium 7 2 En de Heere, uw God, hen (de vijand) zal gegeven hebben voor uw aangezicht, dat gij ze slaat; zo zult gij hen ganselijk verbannen; gij zult geen verbond met hen maken, noch hun genadig zijn. Er mogen geen compromissen gesloten worden met demonen. 3 Gij zult u ook met hen niet vermaagschappen; gij zult uw dochters niet geven aan hun zonen, en hun dochters niet nemen voor uw zonen. 4 Want zij zouden uw zonen van Mij doen afwijken, dat zij andere goden zouden dienen; en de toorn des Heeren zou tegen ulieden ontsteken, en u haast verdelgen. Als de mens zulke verbonden wel maakt, dan gaat de mens daardoor verloren. 5 Maar alzo zult gij hun doen: hun altaren zult gij afwerpen, en hun opgerichte beelden verbreken, en hun bossen zult gij afhouwen, en hun gesnedene beelden met vuur verbranden. 6 Want gij zijt een heilig volk den Heere, uw God; u heeft de Heere, uw God, verkoren, dat gij God tot een volk des eigendoms zoudt zijn uit alle volken, die op den aardbodem zijn. Alles van de duivel moet vernietigd worden. Alleen als wij God verkiezen worden wij uitverkoren. Dan gaan we nu over naar Exodus : Exodus 1 12 Maar hoe meer zij het verdrukten, hoe meer het vermeerderde, en hoe meer het zich uitbreidde.

Het kruis maakt ons vruchtbaar. Alleen zo kan het zaad wortel schieten. De onderdrukking door de duivel wordt dus gebruikt om het volk van God groter te maken. Exodus 2 10 En toen het knechtje groot geworden was, zo bracht zij het tot Farao's dochter, en het werd haar ten zoon; en zij noemde zijn naam Mozes, en zeide: Want ik heb hem uit het water getogen. Het water is het Woord des hemels, en Mozes is een metafoor van de profetie die daaruit genomen wordt om tot het volk te gaan. Dit is ook wat het beest opkomende vanuit de zee betekent, sinds de bijbel een spiegelboek is in de grondtekst. Dit resulteert in de opkomst van de plagen, die als een gesel zijn om het volk op het rechte pad te houden. Degene die alleen maar één kant van die verhalen begrijpt is een ongeletterde. Exodus 3 22 Maar elke vrouw zal van haar naburin, en van de waardin haars huizes, eisen zilveren vaten, en gouden vaten, en klederen; die zult gijlieden op uw zonen, en op uw dochteren leggen, en gij zult Egypte beroven. Vandaar dat zowel het Jodendom als het christendom gestolen Egyptisch goed is, gesticht door de Egyptenaar en Egyptoloog Mozes. Wie dus deze twee religies niet vanuit Egyptische context bekijkt is verkeerd bezig. Exodus 4 15 Gij dan zult tot hem spreken, en de woorden in zijn mond leggen; en Ik zal met uw mond, en met zijn mond zijn; en Ik zal ulieden leren, wat gij doen zult. Het horen en gehoorzamen van God's stem is een leerschool. Er mag niet makkelijk over gedacht worden. 16 En hij zal voor u tot het volk spreken; en het zal geschieden, dat hij u tot een mond zal zijn, en gij zult hem tot een god zijn. Mozes is de god van profetie. Exodus 5 9 Men verzware den dienst over deze mannen, dat zij daaraan te doen hebben, en zich niet vergapen aan leugenachtige woorden. Zodra de mens God zoekt, zal de vijand allereerst de lasten verzwaren. Exodus 6 28 Zo sprak de Heere tot Mozes, zeggende: Ik ben de Heere. Spreek tot Farao, den koning van Egypte, alles, wat Ik tot u spreek. We kunnen alleen tot de vijand spreken als we de woorden van God spreken, door profetie. Anders is alles verloren. Exodus 7

1 Toen zeide de Heere tot Mozes: Zie, Ik heb u tot een God gezet over Farao; en Aäron, uw broeder, zal uw profeet zijn. Weer wordt Mozes een God genoemd. Dit gaat dus duidelijk om zelfverwezenlijking. Exodus 8 2 En indien gij het weigert te laten trekken ... Er zijn altijd consequenties voor de vijand als ze het volk van God niet laten gaan. Hoofdstuk 15. De Brug tussen de Indologie, het Judaïsme en de Christologie Krishna is wat in de Vur beschreven staat het cirkelen in plaats van rechtoe rechtaan benaderen. Krishna is het speelse verbeeldingsvermogen wat altijd ruimte geeft voor andere dingen. Vandaar dat Krishna ook de ekster wordt genoemd in de Tweede Bijbel. Het is het oog hebben voor detail, het decoreren. Het is een kien zintuig voor de tussenstappen. Het cirkelen is ook de betekenis van de naam van Haggai in het Hebreeuws. Via de Egyptische Heka-wortel gaat dat terug naar de Aker en Haker-wortel in de Egyptische Amduat en het Egyptische Dodenboek van het Nieuwe Koninkrijk tijdperk in de Egyptische geschiedenis. Dit komt vervolgens weer terug in de Hagar en Ishmaël mythe binnen het Judaïsme, wat ook al beschreven was in een vorig boek genaamd 'De India Code'. Ishmaël draagt de metalen schijf van binnen, als een diepere wortel van Haggai. Dit is in de esoterie beschreven als de Krishna brug, die heel diep gaat. Hierdoor toetst Ishmaël als door de heilige toetsschijf. Wanneer wij willen dat we sterker zijn, wil Krishna dat we zwakker zijn, om een dieper pad te vinden, een eeuwig pad. Kracht is een illusie. Kracht verandert niets, maar laat alles vastgroeien. Zwak zijn, open zijn, nederig zijn, leeg zijn, opent de deuren van de eeuwige wijsheid. Het Krishna archetype wil dat we gevoelig zijn. Wanneer wij het materiele willen, wil Krishna dat we er langsheen kijken. Kijk er doorheen, en vindt het diepere. Krishna is een kaart in het Vishnu kaartendek. Vishnu is dat wat alles doordringt, het transcendente. Vishnu heeft in die zin geen smetvrees, maar mengt alles en maakt er iets moois van. Hij kan alles tot grotere diepte leiden, om zo alles te veranderen. Dit komen we ook weer tegen bij Hosea die met een hoer moest trouwen als een beeld van het dieper erin gaan om eruit te komen, wat de diepere betekenis is van het christelijke mandaat : "Hebt uw vijanden lief". Liefde is een baarmoeder in het Hebreeuws, dus het betekent dat we alles tot wedergeboorte kunnen brengen, in een andere context kunnen plaatsen, dingen op waarde kunnen schatten. Er is dus een belangrijke link tussen Vishnu en Hosea. Dit zijn allemaal beelden van het contact hebben met het vreemde, de andere wereld. Het is ook verbonden aan David die de wapenrusting van Goliath nam, waarvan Batseba de verpersoonlijking was, als het orakel wat David raadpleegde.

In de Christologie komt dit ook terug in de mythe van Jezus die water in wijn veranderde te Kana, in de zin van de verchristelijking van Genesis 50:20 "Gijlieden wel, gij hebt kwaad tegen mij gedacht; doch God heeft dat ten goede gedacht; opdat God deed, gelijk het te dezen dage is, om een groot volk in het leven te behouden," wat in het Paulinisme terugkomt als "En wij weten, dat dengenen, die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk dengenen, die naar Zijn voornemen geroepen zijn," in Romeinen 8:28. Hoofdstuk 16. De Putten van Galati Het hindoeïsme is de derde grootste godsdienst van de wereld, en vandaar van belang om de context van de wereld te kunnen begrijpen. Deze godsdienst heeft haar oorsprong in Orion. Het is daarom goed om de Orionse wortels te bestuderen. Het Orionse India is genaamd Kèlè en het Orionse hindoeïsme is genaamd Kèlèisme, genoemd naar de godin Kèlè, die in het hindoeïsme op aarde Kali wordt genoemd, de partner van Shiva, Esav (Ezau). Zij wordt ook de zwarte nacht genoemd en de grote nacht en rust van het bestaan. Esav is slechts een deel van Jakob. Kèlè, Kali, staat voor het scheppende aspect, en Shiva, Ezav, staat voor bewustzijn. Als de schepper is Kèlè ook de demonologie waardoor alle schepping plaatsvindt. Zij is de vernietiger van het kwaad. De mythe van Noach komt weer terug in het Orionse kèlèisme als een onderdeel van Jakob, en als beeld van sexualiteit en demonologie, in de zin dat de ark het rijzende geslachtsdeel van Jakob is, en de wijngaard waartoe Noach kwam na de zondvloed is de vagina van Kèlè, waardoor Jakob aan zichzelf afsterft, als door een zelf-offer. Het oprijzen van de ark, het geslachtsdeel, gebeurt door de zondvloed als een beeld van onderdrukking. In het Westen van Orion ligt een grote kosmische rivier genaamd de Benshlam. Achter deze rivier ligt het rivierengebied Kèlè. Hier liggen dus de diepere Orionse oorsprongen van het hindoeïsme. Het hindoeïsme is toch een zekere verdraaiing ervan door de Arcturische lens. Ook het christendom en de islam kwamen hier uit voort, en andere religies. Vandaar dat het belangrijk is deze religies te onderzoeken om te zien welke sporen ze hebben opgevangen. Zomaar al deze religies af te doen als onnuttig zou geestelijke zelfmoord zijn. Ze bevatten vitale onderdelen van levensbelang voor het voortzetten van de tocht in de gnosis, de diepte in. Ergens halverwege te stoppen zou vastgroeien betekenen, en dan kan men niet meer dieper, en dan sterft de ziel af, om overgenomen te worden door parasieten. Er liggen diepe parallellen tussen Kèlè en Kali. De horror die bij hun mythologie hoort is metaforisch voor het vernietigen van het ego. Hun naaktheid is metaforisch de openbaring. Kali, oftewel Kèlè, is een beeld van de apocalypse, de uiteindelijke dood van het ego wat tot bewustzijn leidt. Dit is een heel cyclisch gebeuren, en gaat telkens dieper. De Kèlè (Kali) wortel in het Nieuwe Testament : Lukas 8:15 - zaaien in goede (kale-kali) aarde Johannes 10:32 - Jezus antwoordde hun: Ik heb u vele goede (kale-kali) werken doen zien vanwege mijn Vader; om welk van die werken wilt gij Mij stenigen?

1 Petrus 4:11 - Dient elkander, een ieder naar de genadegave, die hij ontvangen heeft, als goede (kaloi-kali) rentmeesters over de velerlei genade Gods. Ook is Kèlè (Kali) terug te vinden in de Galati wortel : GL.T, KL.T als Kèlè-T. T is een oerhieroglyph van de heilige gebondenheid. Het boek Galaten gaat over het afsterven van de lagere werken van het vlees, en het verbonden worden met de gnosis, opdat het goede (Kèle) werken zal voortbrengen. Wij moeten dus leven vanuit de geestelijke charis, de loonsgaven van de gnosis, oftewel de werken van Kèlè, die voortkomen vanuit de heilige gebondenheid. Dit komt dus voort vanuit geduld, hetgeen ook Calvijn stelt in zijn commentaar op het Nieuwe Testament. De charis, de loonsgaven van Kèlè, de Orionse godin van de grote, zwarte nacht, van het afsterven van het ego, zijn de bruidsgaven in het Aramees. KLH, Kalu, kali, betekent vernietiging, bruid en huwelijk, wat dus een allegorie is van het offeren van het ego. In de Gnosis van het Nieuwe Testament wordt dit pad beschreven. Wanneer een mens deze heilige bruidgaven aanraakt, als het eerlijk verdiende bruidsloon, dan sterft het ego af. Het zijn wapenen die eerst met de mens zelf zullen afrekenen. Alleen door de heilige, eeuwige dood van het ego, kan de mens deelnemen aan deze oorlog. Ook komt deze godin terug in het woord Kolosse, KL.S, Kèlè-Sa, als de onderscheidende en dus ook verzoenende kennis (Egyptisch) van Kèlè. Kolosse is het boek van de dualistische gnosis, als een belangrijke dynamiek in het geheel, een belangrijke kraal, een belangrijke schakel van het heilige sieraad. De verbinding tussen Galati en Kolossi is daarom ook de S.T, de SAT, ZaaD, van Kèlè (Kali), wat een oerhieroglyph van het "kruis" is waarin de godin haar ellebogen heeft gespreid om de mens tot haar te nemen. De T is in het amazone alfabet ook de vrouwelijke Nehemia, de reformator en bouwer van de amazone kerk van de gnosis. De T is dus een tempelbouwer, een kerkbouwer, in de geestelijke gewesten, wat ook weer tot zijn recht komt in Kèlè-T, oftewel Galati, de Paulinische brief aan de Galaten. Wij moeten tot de diepte komen van deze twee belangrijke boeken. Kèlè leidt tot de heilige gebondenheid tot het afsterven van het ego in Galati, en zo tot Kolossi het natuur-proza, de amazone S, te komen, als de opslagplaats van de gnosis. Vandaar dat deze twee letters nauw aan elkaar verbonden zijn. De T bouwt de S, of leidt tot de S, de natuurkerk van de gnosis. Er zijn grote energie-uitwisselingen tussen Galati en Kolossi. Het is een allegorie van de mens komende tot de godin, de zwarte baarmoeder, het zwarte gat, wat diep ge-encodeerd ligt in deze mythologie. De Kolossi-spiegel is de bewaker. Het is het geheimschrift van de onderwereld. Alleen door de Galati sleutel, de T van Kèlè, kan een mens tot de Kolossi-spiegel gaan. Dit is een groot mysterie. Het boek Galaten heeft in het Sanskrit de wortel galati, wat onthechting betekent, het afdalen, het vallen. Eerst moet de mens loskomen van het materialisme. De boodschap van Galaten is dat het niet om uiterlijke tekenen gaat. Het gaat niet om wachtwoorden, maar om het diepere werk. De mens moet geen eigen koninkrijkjes bouwen, en ook geen naam voor zichzelf. De mens moet daar geheel van loskomen. Eerzucht en naammakerij zijn valse geesten. De mens zal nooit tot Kolossi komen, tot de S van Kèlè, als de mens nog zulke afgoden in het hart draagt. De S is de onderscheiding en ook de verzoening met de hemelse realiteit, zoals de boom van kennis, van goed (kalou-kali, Septuagint) en "kwaad" (ra, Hebreeuws), wat gewoon puur het toetsen en de onderscheiding is. Het heilige kwaad, het afdalen in de onderwereld, is belangrijk om het ego te onderscheiden en af te leggen. Dit is de boom van de gnosis (Septuagint) van Kèlè (Septuagint), van de onderscheiding (Ra, Hebreeuws). Hier hangen de vruchten van zowel Galati als Kolossi. De mens is door al het materialisme esoterisch bankroet gegaan. Laat u niet meer tegenhouden door de uiterlijke tekenen van de kerk, maar ga de diepte in. Kolosse gaat over het opgroeien in de rechte kennis, in de dualistische en demonologische kennis van Kèlè,

als een toerusting van de heiligen. Kolosse gaat over het vruchtdragen door verbinding met Haar, nadat het ego is gevallen in de putten van Galati. In Kolossi wordt de gemeente opgeladen, nadat de gemeente diep in de Ramadan is gegaan. Kolossi gaat over de schatten en sieraden in de grotten van de gnosis, als een mijnenstelsel. Eerst raakt de mens hierin verdwaald en verstrikt, om eerst door de Galati-ervaring tot een dieper pasen te komen. Hier komt de mens tot de heilige tekenen van het hart, de geestelijke en esoterische tekenen die eeuwigheids-waarde hebben. Alles krijgt hier een diepere betekenis, en de diepere structuren worden geopenbaard. Dit is een vast, aansluitend werk. De mens is zo klaar om deel te worden van het grotere geheel, wat ook de woordbetekenis van Kolosse is. De mens moet hier de lagere wet van het ego volkomen loslaten, om zo deel te hebben aan de openbaring van de hogere wet van het evangelie van de gnosis. Dit wordt niet geopenbaard aan hen die denken wijs te zijn, maar aan kinderen, zij die uit de baarmoeder komen. Zij die in verbinding staan met hun godin, hun innerlijke moeder. Zij komen voort uit een duistere nacht, waarin de vleselijke, arrogante wijsheid van hun ego is gestorven. Zij worden voortgetrokken door iets wat ze niet begrijpen, maar het is niet de stad, niet hun ego wat ze hebben afgelegd. Zij worden door de diepere natuur geroepen. Zij hebben de diepte van de psalmen gezien. Kèlè is Zij die de vijand, het ego, heeft verslagen, ook in het hindoeïsme. Dat is waaraan de mens zichzelf moet hervormen. De mens moet haar ontvangen en zoals Haar worden. Het is een belangrijk archetype verankerd in de diepte van de ziel van de mens. De mens kan dit accepteren en zich erdoor laten onderwijzen, of het archetype zal de mens ten onder brengen als deze mens nog steeds vastkleeft aan het ego. Het is dus buigen of breken als de mens komt tot de tempel van tijd. Kèlè (Kali) is eeuwige tijd, de verslinder van tijd. Alles is in haar tot volmaaktheid gekomen. Daarom is zij in het Grieks ook "het goede". De mens kan aan haar niet ontkomen. Het is een tikkend raadsel. De mens moet daarom klaar komen met dit mysterie. Er ligt hierin een grote opdracht voor de mens. Hoofdstuk 17. Groeien in het Huis van Jakob Hindoeïsme behoort tot de grote drie van wereldgodsdiensten, samen met de islam en het christendom. Daarom is het hindoeïsme van groot belang om de samenhang van de wereld te begrijpen. De parallellen zijn overduidelijk, en vullen elkaar aan. Het zijn drie delen van hetzelfde. Het is belangrijk de lijnen te volgen, te zien waar het spoor ergens loopt, en je niet af te sluiten in smetvrees. Esoterisch gezien is het bruikbaar. We zijn nu in het tijdperk waarin de spiritualiteit verloren is gegaan, en demonen zegevieren, maar dit is slechts aan de oppervlakte. Vandaar dat we de diepte kunnen ingaan om te zien dat alles al om ons heen is. Kali is de doemsdag. Zij betekent zwart, wat komt van tijd, kala. Kali is ook de nacht, en de godin van tijd. Ook is zij een oorlogsgodin. Kali is de oorlog tegen het ego, en de verwoesting van het ego. Zij is de moeder aarde. Kali was ook overgenomen door de Grieken. Kali of Kalli betekent het goede, het volkomene en ook het zwarte. Kali kent verschillende vormen in het Grieks, zoals kalo, kale, kalou en kala. Dit woord is diep verwoven in het Griekse Oude Testament, de Septuagint, naast het Griekse Nieuwe Testament. God is Kali in de Septuagint, in het boek Hooglied (1:15, 4:1, 2:10, kale). De profeet Jeremia was gekomen om hen die niet als Kali waren te bestraffen, omdat ze onschuldig bloed vergoten. Kali is

alleen gekomen om het ego te verwoesten (Jeremia 22:17, kale). In Ezechiel 16:13-14 maakte God de mens als Kali. Gij at fijn meel, honig en olie, en gij werdt uitermate volkomen (kale), ja, het koningschap waardig. Zo ging er een roep van u uit onder de volken vanwege uw volkomenheid (kallei), want die was volmaakt, dank zij de sieraden waarmee Ik u getooid had, luidt het woord van de Here Here. In Ezechiel 31:8 wordt Assur, de boom der kennis, Kali genoemd (kallei-kali). In Psalm 45:4 (=Psalm 44:4 in de Septuagint), een psalm die over de bruiloft gaat, is er de oproep te bewapenen met Kali : Gord uw mes aan de heup, gij held, uw glorie (kallei, kali) en uw luister. In het voorafgaande vers werd al gezegd dat deze held het meeste als Kali is onder de mensenkinderen : 3 Gij zijt het meest volkomene (kallei, kali) van de mensenkinderen, liefelijkheid is over uw lippen uitgegoten; daarom heeft God u voor altoos gezegend. Het resultaat van deze wapenrusting : 6 uw pijlen zijn gescherpt – volken zijn onder u – zij dringen in het hart van de vijanden. In Esther 2:2 gaat het om de zoektocht naar Kali (kala vrouwen, kali). In Zacharia 1:13 wordt het Woord van Kali (kala, kali) door de Heere, door engelen tot de mens gebracht. Spreuken 15:2 zegt dat de tong van de wijzen Kali kent (kala, kali). Micha 3:2 zegt dat zij die Kali (kala, kali) haten onder het oordeel komen. Joel 4:5-6 maakt duidelijk dat de sieraden van Kali (kala, kali) gestolen zijn, en dat daardoor de kinderen van Juda en Jeruzalem aan de Grieken zijn verkocht als slaven. Spreuken 3 vertelt hoe Kali te vinden : 1Mijn zoon, vergeet mijn onderwijzing niet en uw hart beware mijn geboden, 2want lengte van dagen, en jaren van leven, en vrede zullen zij u vermeerderen. 3Bindt schaamte, criticisme en afkeuring, CHECED, om je nek, schrijf ze op de tafel van uw hart, 4Dan zul je SUKKAL, zintuig en kennis, vinden, en een onderwijzer zijn (SEKEL, Hebreeuws). Dan zult gij Kali (kala, kali) en onderscheiding verwerven, tussen de ogen van God en mensen. 5Vertrouw op de Here met uw ganse hart en steun op uw eigen inzicht niet. 6Ken Hem in al uw wegen, dan zal Hij uw paden recht maken.

7Wees niet wijs in eigen ogen, vrees de Here en wijk van het kwaad. Een andere belangrijke godinse dynamiek is Lakshmi, de godin van de weelde van openbaring. Zij wordt geboren vanuit de oceaan van melk, door het karnen, door de strijd in de hemelse gewesten. Zij is de godin van de vruchtbaarheid, die dus nauw samenwerkt met Kali, als een onderdeel van Kali. LKS.M komt terug in het boek Lukas van het Nieuwe Testament, wat meer gericht is op het medicinale proces van het zoonschap tot de Moeder Godin. Lukas gaat dan ook meer over vrouwen. Lukas is een prijs in het Sanskrit, als een spel (lks, laksa). Ook is het een merkteken. Lakshmi is dus de trofee die door Kali behaalt wordt, en die iedereen persoonlijk moet behalen. De trofee is dus de weelde van de openbaring, als de regengodin. Het is het moment waarop de zintuigen openbreken, door de dood van het ego. Zo raakt de mens verstrikt in de heilige gebondenheid. Psalm 4:9 In vrede kan ik mij te ruste begeven en aanstonds inslapen, want Gij alleen, o Here, doet mij veilig wonen. Lakshmi is de serene vrede na de oorlog. Zij is dus LKS.M, de M, wet (Egyptisch) van Lukas. In de oerhieroglyphen is de M een staande man zonder armen, die zich niet kan verdedigen, en dus het lijden moet aanvaarden. Ook is het de man zonder werk, die dus niet uitgezonden mag worden, maar moet verblijven in en rondom de tent. Het is een beeld van de wedergeboorte, waarin de man zijn innerlijke baby vindt. Hij moet in en rondom de baarmoeder blijven, als het heilige zoonschap. Hij moet op de moeder leren vertrouwen, het leren leven door verbondenheid aan haar. Het boek Lukas gaat over het groeien in het huis van Jakob door het zoonschap (1:33). Jakob was ook een tentjongen, een moederskind, als tegengesteld aan Ezau die er altijd op uit ging. In die zin was Jakob een Maria die aan de voeten van de Heere Godin zat, als een Ruth die aan de voeten van Boaz in slaap viel. De Sanskrite laks en laksa wortel betekent onderscheiden, begrijpen, kennen en doel. Het verbindt de mens aan het onderwijs, aan een school. Zij komt voort vanuit de lotus of lelie, een thema ook besproken in de Vur. De Vur; De Pop 15. Als een wonder in de rivier, In de waterlelie gebeurt het, Een trap tot de hemel, En dan allemaal water, In alle lagen, Een trap tot het paradijs Hoofdstuk 18. De Tocht naar Èrk Het hindoeïsme heeft over de biljoen volgelingen, iets wat alleen de islam en het christendom kan nadoen. Dit houdt in dat ongeveer een zevende deel (1/7) van de mensheid hindoe is. Het christendom is de enige religie die over de twee biljoen volgelingen heeft, en de islam hangt in aantallen tussen het hindoeïsme en het christendom in. Vandaar dat het hindoeïsme belangrijk is om de samenhang te begrijpen. Het zijn de drie grote pilaren van godsdienst in de wereld. Wat houden ze verborgen ?

Het is van belang de hindoe sleutels te kennen om de twee grotere religies : de islam en het christendom, te ontcijferen. Van deze drie religies is het hindoeïsme namelijk de oudste, en heeft zo de wortels van deze religies in zich. Zonder het kennen van het hindoeïsme is het onmogelijk de islam en het christendom ten diepste te begrijpen. Alles in het westen en midden oosten heeft een Sanskrite wortel in het verre oosten. Het christendom is voornamelijk een westelijke religie, hoewel het zijn wortels heeft in het oosten. Het christendom is voornamelijk groot door het katholicisme. In het oosten is het christendom een minderheid. Het overgrote deel is dharmisch, oftewel van Indische religies, alhoewel de islam de grootste religie is in Azië. Het hindoeïsme is de tweede, en het boeddhisme de derde, welke beiden dharmische religies zijn. Azië is het grootste continent ter wereld. In Afrika, het twee na grootste continent domineren de Abrahamische religies, de islam en het christendom. De ziel mag een tocht maken door West Orion om zo de puzzels van de steden op te lossen en zo de grote Benshlam rivier over te gaan tot het Kèlè natuur-gebied en rivieren-gebied, het Orions India, waar ook het kèlèisme wordt beoefend, het Orionse hindoeïsme. In dit gebied mogen ook de hindoeïstische raadsels opgelost worden. Het oplossen van de hindoeïstische raadsels waar we in de indologie op het moment mee bezig zijn zal leiden tot het komen tot de grote orion-oceaan achter het Kèlè-gebied. Achter die oceaan ligt het Orionse indiaanse gebied, het Èrk-gebied, waar zich ook het grote Èrk Orakel bevindt. Het gaat dan even om deze raadsels die door de buitenaardsen van Orion getoond werden. Zij werden gegeven als sleutels. Devi, de godin in het hindoeisme : D + Eva. De D is de hangende vis in het Amazone alfabet, dus het gaat om de hangende vis van Eva, als zijnde een visser van mensen. Durga, de godin van onbereikbaarheid, durka : D-RK, oftewel de D van Èrk, de hangende vis van Èrk als een visser van mensen. DRK komt ook weer terug als de weg in de Hebreeuwse bijbel, derek, het pad naar de boom des levens (gen 3:24). De drk in gen 18:19 is de drk van de heere = recht doen en oordeel. God leidde het volk door de drk, weg, van de wildernis in ex. 13:18. Zij moesten in de drk blijven wandelen om zo in het beloofde land te komen (18:20). Drk is dus de hindoeistische oorlogsgodin Durga, de moeilijk benaderbare, omdat ze staat voor de demonologische voorschriften en condities, en dit heeft dus zijn wortels in de indiaanse Orionse godin "Èrk" met haar hangende vis, D, als de vissersgodin van mensen. Dit komt weer terug in het Nieuwe Testament in het evangelie. In ex. 33:13 staat dat zij die drk verlaten door haar zullen worden vernietigd. In num. 21:1 wordt er gesproken over de drk van de spionnen. In 22:22 stond de heere in de drk, in durga, om te veranderen in satan, een tegenstander, om Bileam de weg te versperren. deut. 8: 6 - wandelen in de drk = het houden van de geboden. 10:12 - de heere te vrezen = wandelen in alle drk, oftewel het volledig dienen van durga. joz. 5:5 - men wordt in de wildernis geboren door de drk, door durga. 5:7 - de besnijdenis gebeurt door de drk.

In 1 sam. 12:23 is er de oproep de goede en ware drk te onderwijzen. Jezus zei dat hij de drk, de weg was, waarmee hij dus aangaf dat hij de godin Durga was. Durga is de belichaming van de toorn van de goden, de woede, over de zonden van de mensheid. Zij strijdt tegen de mannelijke demonen die de wereld beheersen, en is daardoor een feministische godin. Zij is een woeste godin van de wildernis, maar zeer geduldig. Dan is er nog Lakshmi, de godin van esoterische weelde, de weelde van de gnosis, de regengodin, lksm, oftewel Lokos-shama, het gehoorzamen van de logos, het Woord, Loki, of Loko. Het Woord is de opslagplaats van de gnosis. Dit is iets geestelijks, niet iets materieels, maar het kan zich wel materieel manifesteren, zoals in de Tweede Bijbel, en hier en daar in de bijbel en andere culturele heilige boeken. Er is wat dat aangaat dan ook weer heilige materie, maar de bron is in de geestelijke gewesten. Devi, de godin, Eva de vissersgodin en het volk van de Dravidianen in Zuid-India die gericht waren op het goddelijk koningschap zijn de Sanskrite wortels van David. Deze sleutels zijn dus belangrijk om door het Kèlè gebied heen te komen tot de grote orionse oceaan en zo tot het Èrk gebied te komen. Èrk begint met Vurische natuur-steden en hoe dieper je in Èrk komt, hoe meer wildernis. Je moet dus eerst door een groot orakel heen, het orakel van Èrk. Hier zijn ook kerken, bijvoorbeeld de Èrkse gereformeerde gemeente. Ook hebben de kerken kerkvaders zoals Manisferus. We hebben hier dan te maken met natuurreligies, Vurische mengsels, het brug-principe. Ook daar is de Vur een heilig boek. Als eerste is daar ook het Hosea principe dat je je soms moet hechten aan onreine dingen om het zo rein te maken door het vermengen, om te komen tot de reine kern. Hosea moest hier doorheen toen hij met de hoer Gomer trouwde, als beeld van het onbekende en vreemde waarmee verbindingen moeten komen, zodat alles gerangschikt kan worden. Ook is het een beeld van de godin die de man weer terugneemt nadat de man onrein is geworden doordat de man werd uitgezonden naar vuil gebied voor een opdracht. De godin neemt de man weer binnen na de jacht. Hoofdstuk 19. De Verborgen Vur-Bomen In De Bijbel Hosea (Howshea, Hebr.) moest met een zondares trouwen, om te laten zien hoe God getrouwd was met het zondige volk Israël. Dit heeft hele diepe, dualistische Egyptische wortels. In Egypte zien we het plaatje ook andersom : De Hesi of Hesu is de gezegende dode die ondanks zijn zonde toch uitverkoren was door Osiris of de godin van de onderwereld, om zo binnen te gaan in het hiernamaals. De Egyptische HES-wortel betekent 'verdrinken', 'verdronken worden', wat symbolisch is voor het sterven aan jezelf om zo tot ontwaking tot begrijpende kennis te komen, waar ook de waterdoop een beeld van is. De onreine, vervuilde ziel in de onderwereld komt tot de poort van de godin, en wordt of verworpen, of aangenomen, gebaseerd op een test. De HES is een lied, een spreuk (hesi) tegen de duivelse machten van het water. Dit lied is een lofzang tot de godin. Zo krijgt de ziel toegang tot haar melk, tot Hesa, de godin van de verdronkenen. De ziel wordt door het touw van Hesa uit het water getrokken. De HS-wortel is dus heel dualistisch.

Dit vindt zijn diepte in het Izaak (Yishaq, Hebr.) verhaal, wat ook uit Egypte komt. SK, shkei, staat in het Egyptisch voor het doen oprijzen. Het oprijzen van de fallus is een beeld van het offeren aan de godin wat ook weer terugkomt in het zesde uur van de nacht in zowel het boek der poorten als de amduat. SK, skhi, is een god van de onderwereld, wat ook de hemelvaart betekent. SK is de god (re) van het zesde uur van de nacht. Het betekent het einde van materie (sek), als een slag van verbazing, wat vergeleken kan worden met de Damascus-ervaring van Paulus. Het is een mes, een troon (ska). De saki is een warrior. In het dodenrijk komt SK tot een soort hemelvaart wat hem brengt tot de poort van de godin, waar hij wordt aangenomen, als een offer. SK.MT, de woeste leeuwinnengodin, is meer een titel dan een naam, als de wet (mt) van de warrior (sk), en de wet van het offeren, als de wet van Izaak (sk), het einde van het materialisme. Zij is dan ook een beeld voor Rebekkah, de vrouw van Izaak. In de Vur is Rebekkah een boek gericht tegen het materialisme. Het offeren is in die zin nodig om via de vrouwelijke poort in te gaan tot het hogere. Obadja, oftewel Obadyah in het Hebreeuws, Abad-yah, betekent de dienstknecht van Jehovah, waarvan Jah een afkorting is. Havah is Eva in het Hebreeuws, wat ten grondslag ligt aan het hele Jehovah mysterie in de gnosis en de grondteksten. Eva is de godin, de interpreterende kennis in de naambetekenis. Obadja is een profetie over het oordeel over Edom, Ezau. Edom betekent rood, wat ook in de Hebreeuwse wortel Adam is, en dam is bloed. Adam kwam in de gnosis tot de godin Eva in Genesis, en moest afsterven aan zichzelf door de boom van kennis, om zo in de onderwereld af te dalen. Jehovah betekent ook afdalen, vallen (hava). Ook betekent het worden. Wij komen alleen in de heilige wording door het afdalen, het vallen. Dit komt ook weer terug in het Ezau verhaal, dat hij moest komen tot de kom met het rode, het bloed, het afsterven aan zichzelf. Adam wordt zo tot een dienstknecht van de godin, oftewel Abad-Eva, de dienstknecht van Eva, de openbaring van kennis (de gnosis). Het boom der kennis verhaal is dus de poort tot het boek Abadja, waarin Adam (Edom) dieper aan zichzelf moet afsterven voor diepere openbaring van kennis. Adam raakt zo verbonden aan de kennis, uitgebeeld door een riem in de grondtekst, als beeld van de heilige gebondenheid door heilige voorzichtigheid (de heilige vreze), de chagowr. Dit verhaal loopt parallel aan het Griekse verhaal van Hercules die de leren riem van de Amazone-koningin, Hippolyte, moest "stelen". Hippolyte wilde hem de leren riem geven, maar de andere amazones stonden het niet toe en bestreden hem, dus er was eerst een oorlog. Zo is er dus een boom of wijnstok van de Vur verbonden aan deze verhalen, waardoor het toch waarde kan gaan krijgen. We zullen veel meer van deze bomen gaan bespreken. Hoofdstuk 20. De Verborgen Vur-Bomen In De Bijbel II Ook dit is een prachtige boom of wijnstok van de Vur verborgen in de bijbel : Zefanja, Tsephan-yah in het Hebreeuws, betekent het verborgene, het waardevolle bezit, van Yah, Havah, Eva, de interpreterende kennis. Adam komt hier tot haar diepe bron.

1:12-Het zal te dien tijde geschieden, dat Ik Jeruzalem met lampen zal doorzoeken; Ik zal bezoeking doen over de mannen die dik geworden zijn op hun droesem, en die bij zichzelf denken: De Here doet geen goed en Hij doet geen kwaad. De mens wordt hier tot de Ramadan geleid, om aan zichzelf af te sterven en leeg te worden. Dat is het ware beeld van de baarmoeder en de vagina. Adam komt zo symbolisch gezien in een intieme relatie met de Kennis, maar moet hiervoor alles afleggen. 15Die dag is een dag van verbolgenheid, een dag van benauwdheid en van angst, een dag van vernieling en van vernietiging, een dag van duisternis en van donkerheid, een dag van wolken en van dikke duisternis, 16een dag van bazuingeschal en van krijgsgeschreeuw tegen de versterkte steden en tegen de hoge hoektorens. De baarmoeder, het verborgene van de Kennis, is de duisternis, als een oorlogsgodin. En dit is dan het resultaat : 3:12-En Ik zal in uw midden overlaten een ellendig en gering volk, en wie schuilen bij de naam des Heren. Ook dit is een Vur-boom of wijnstok die groeit vanuit Genesis, vanuit de diepte van het boom der kennis verhaal. Zefanja was de zoon van Cushi, wat zwartheid betekent. Hij was de zoon van de duisternis waarin de kennis opgeborgen ligt. Hij is de zoon van de duistere leegte, van de Ramadan. Cushi was de zoon van Gadal-yah, als de Grote Yah, Havah, Eva. Er is dus een verschil tussen de lagere, vleselijke Eva, en de grote, geestelijke Eva van de gnosis. In de bijbel is er telkens die dualiteit. Gadal-yah was de zoon van Amaryah, wat betekent de Yah, Havah, Eva, die in het hart spreekt. Dit is dus iets profetisch waar Zefanja naartoe leidt : de bron van het Woord van Eva in de dieptes van het hart. Amaryah is de zoon van Chizqi-yah, oftewel het verbindende, bindende en verzoenende medicijn van Eva. Deze Vur boom is dus als de geslachts-wijnstok van Zefanja. 1:10-Het zal geschieden te dien dage, luidt het woord des Heren, dat er een luid geschreeuw zal zijn uit de Vispoort. Dit leidt weer helemaal terug tot het hindoe woord voor godin "d-evi", of "d-eva", hemels, als Eva met de D van het amazone alfabet, de hangende vis, als de visser van mensen. De netten bestaan altijd uit profetie, het hemelse Woord, wat zich ook weer emaneert tot lagere vormen. Hoofdstuk 21. De Vur Natuur School Zachari-yah is het heilige geheugen van Jehovah, Havah, oftewel van Eva. Dit houdt ook een belofte in voor het herstel van het geheugen. Hobel (Hebr.), Eva's zoon, betekent 'leegte', als een teken dat wanneer wij hebben begrepen dat het zoonschap de enige weg is tot de moeder, tot het geheugen van de interpreterende kennis, Eva, dan kan dat alleen maar door de leegte, Hobel, en die

moest zoals we weten sterven in de leegte. Zacharia 13:5 (Hebreeuws-Aramees) Ik ben geen profeet, ik ben een man die werkt in de natuur (dienst doet aan de aarde) als soldaat, want iemand heeft mij gekocht in mijn jeugd. Het gaat dus niet zomaar om profetie, om op de uitkijk te zijn voor woorden van de Heer. Het gaat om het terugkeren tot de natuur, om de natuurlijke processen en principes onder ogen te komen. Het is een oorlog, en daarom moet men voorzichtig zijn, als demonologen, geestelijke soldaten. Zomaar met profetische dingen bezig zijn is dus niet genoeg. Het gaat om het dieper doordringen in de lagen van de natuur om zo de stadse profetie los te laten. Hobel is dus Eva's zoon, wat leegte betekent, en dat is ook precies de betekenis van Hosea, waardoor in de gnosis ook Hosea een zoon van Eva is. De leegte is de sleutel tot de moeder. Daarom moet onze leegte volkomen zijn en mogen wij geen compromissen sluiten wanneer we de Ramadan ingaan. Hier loopt de Ragnarok aan parallel. Vandaar dat Hosea een belangrijke gids is tot de moeder, een gids van het zoonschap. De natuur-soldaat gaat niet te werk door brute kracht en directe, grove geweldadigheid. Neen. De natuur-soldaat werkt door educatie. De natuur-soldaat werkt door de geestelijke economie, de natuur-economie, en werkt via dit systeem van belasting, loon en schuld, verbonden aan economische natuur-principes. De natuur-soldaat is een student van de Vur natuur school, en alles wordt geregeld via die school. Hij gaat niet zomaar alleen op pad om met de botte bijl eigen rechter te spelen. De soldaat werkt door inzicht, door openbaring, en dit is verbonden aan de Vur natuur en is afremmend, niet overmoedig. Het is tegengesteld aan de stad die in overmoed leeft, alhoewel er wel natuursteden zijn van de Vur die metaforisch de natuur-principes gestalte geven, uitbeelden. De mens staat erom bekend vaak het heft in eigen hand te nemen. Ook al is de mens dan vaak niet geweldadig, kan de mens toch geweldadig zijn in zijn gedachten en fantasieën. Op zich zijn 'geweldsfantasieën' een manier om te verwerken, zoals ook veel mensen naar geweldsfilms kijken om zo een gevoel van rechtvaardigheid op te wekken, maar het is belangrijk om naar de diepere principes te kijken, wat er nu daadwerkelijk gaande is en moet gebeuren. De mens moet terug naar school en de economie leren. Alles gaat door rekeningetjes en is puur financieel, in de zin van loon, schuld en betaling. Het is niet aan de mens te bepalen hoe dat zich in iemands leven manifesteert. De mens moet dus oppassen met vals oordeel en valse verwensingen. Alles werkt door de school, door studie. Als daar een gat in valt, dan is alles verloren. De mens moet dus terugkeren tot de natuur-school. De mens moet de stadse school verlaten, want die houdt alle horror en ellende in stand. De stadse school zal vergaan. Het is een zinkend schip met veel lekken, die alleen gedicht kunnen worden door de natuur. De natuur school van de Vur is te vinden in de dieptes van Orion, in Èrk.

Hoofdstuk 22. Document Informatie over de Saveer-energie-parasiet Dit is even een overzicht van aantekeningen over Saveer. Saveer is de verletterlijkende geloofsgeest die de dieptes voor de mens verborgen houdt, als een parasiet. Saveer bestaat mechanisch gezien uit een heleboel onderdelen die de aarde via diverse kanalen koeioneren. Die onderdelen worden even kort besproken. Even wat demonologische informatie : Drentse geesten om de mens heen, met verwijten, een Drentse bende. Ze infiltreren in alles om ons heen, en kunnen van vorm veranderen. Daar was ook eens een droom over. Ze hebben contact met een soort witte buitenaardsen met hele grote ogen, die hun locatie hebben op Ameland. Die bende van schurken vechten tegen het eeuwig evangelie en de vur, tegen de gnosis. Het zijn dieven, en het is een strijd om boten. Ze zijn kwaad vanwege de gnosis. De bende kan niet tegen de energie van de gnosis, want dan moeten ze hun oude levensstijl afleggen. En ze zijn kwaad vanwege de verschillende alarmsystemen van de gnosis. Ze hebben hun woning in de mensen en willen niet weg. Het gaat om de schakel-kennis, d.w.z. de belangrijkste schakel in het geheel pakken. De demonologie vind altijd plaats in het kader van de territoriale (hierarchische) oorlogsvoering, anders wordt het dweilen met de kraan open. Familie-geesten, en dus ook delen van het voorgeslacht, kunnen verbonden zijn en/of beinvloed worden door de Drentse bende die ordes hebben vanuit Ameland, en wat ook gepaard gaat met "gedwongen implantatie", dus ze doen implantaties in de mens voor energetische aftappingen, dus een soort van crimineel netwerk van dieven. Ze werken door de medische wereld heen (ook de tandartserij), justitie en telefonie bijvoorbeeld. Het is een hele chaotische energie. Drugs en alcohol is ook in het spel. Het zijn ratten. Dat zit dus ook heel diep in de voorgeslachten. Alcohol zit achter het mengpaneel, dus als je bijvoorbeeld dan die hele stamboom voor je ziet, dan zijn er hier en daar knipperende rode lichten van alcohol misbruik, die vandaaruit opereren. Alcohol is een soort "majoor van infiltratie en bezetenheid". Het geloof is een dievencode, een oplichterscode, die ze gebruiken. Ameland staat als een buitenaards portaal direct in contact met een witte reuzenster ergens ver in het heelal, zo'n 80.000x groter dan de aarde. Die ster is genaamd Jistefis, ook wel "Groot Ameland" genoemd, bestuurd door Saveer-geesten en Elias-geesten. Ze zijn verstrooid en kortzichtig, en hebben zo hun eigen abstracte realiteit geschapen, en leven zo langs alles heen. Het is een valse realiteit van koudheid en bedrog. Wat namen : Alko, Saveer-geest -> alcohol is dan eigenlijk "hol van Alko" Robko, Elias-geest Ze komen binnen waar een mens niet hyperbolisch kan denken, wat ze zelf ook hebben toegegeven. Hyperbolisch is vertaalt tot de natuur/ hogere natuur. Deze geesten staan weer onder een Spaanse Saveer-geest genaamd RENIN, of Saveer-Renin. Shapeshifter, want ze is in principe een omaatje met een knotje die de mensheid moet verwennen en de jeugd moet laten afdwalen in materialisme, drank, drugs en onzinnigheid, idiote spelletjes, joyride, vandalisme, etc. Soms is ze een dun donker meisje achter de piano met lepra handen, dus haar vingers zijn helemaal afgeknot als een soort stompjes. Ze laat de jeugd ook helemaal afdwalen in merk-gekte, als ze in haar omaatjes gedaante is, dus dat ze een bepaald merk moeten kopen,

anders horen ze er niet bij, en lid zijn van een bepaalde voetbal fanclub etc. Ze wil ook dat de jeugd verslaafd is aan allerlei suikerhoudende en koolzuurhoudende drankjes, allerlei doping frisdrank, energie-drankjes etc. (coca cola, pepsi, dr. pepper en ga zo maar door). Zij is ook de geest van tijdschriften-gekte, van de roddelblaadjes. Het is verblindend wit licht, houdt de mens kortzichtig en draait dingen om. Dit is allemaal geschapen door een Saveer-geest genaamd RENAK, een man met een baard, een soort tovenaar-sinterklaas. Hij heeft er een echt kunstwerk van gemaakt. Zijn kleding is paars en rood met torentjes-patronen. Hij kan in allerlei vormen veranderen, ook als een kabouter in een trainingspak die over de ijsvlaktes gaat met zijn technische hoogsnufjes, zijn voertuigen. Soms heeft hij zijn lange kousen aan, en zit hij op zijn skippybal. Hij is een poortwachter van de dieptes. Dan is er nog Saveer-Ichtus, de speelgoedlaag, en Saveer-Hoorican, de sex-industrie, sex toys, "het oog". Er is een bepaalde piramide waarin de onderlaag speelgoed is, en waar dan een laag van telefonie overheen gebouwd is, en de top van de piramide is sex toys. Dan is er nog een saveer-geest genaamd RANJA, een Spaans grootmoedertje, die werpt met haar zwarte ondergoed en panties. Zij wurgt mensen met haar panties. Laten we even naar een verder lijstje kijken : Japan - Saveer-Deo - kannibaalse piraat - uitvinder vals Latijns - grote lynxachtige kat China - Saveer-Neor - kannibaalse oude vrouw - uitvinder vals Grieks - met zwarte panties - gooit haar ondergoed. Vietnam - Saveer-Ani - the gate Amsterdam/ NL - Saveer-Beli - rode krab - snijdt harten uit kinderen om te vervangen door rode krabben - kan veranderen in slang, krokodil, zwarte leeuw, allerlei soorten monsters, ontvoerder van kinderen. Noord-Korea - Saveer-Ubike [Ubiekeh] - zwarte spin, groot, harig, selectief communisme, gemaskerd capitalisme, psychiatrie, tandheelkunde, verlammende geest Spanje - Saveer-Keef - octopus, hyperpraterig, child-abuser, childkiller, kinder-ontvoerder De mens moet komen tot de ijzeren school van demonologie. Zweden - Saveer-Arg Noorwegen - Saveer-Pla Finland - Saveer-Look Denemarken - Saveer-Arg 2 Albanië - Saveer-Kreko Georgië - Saveer-Azo Armenië - Saveer-Blada Bulgarije - Saveer-Agné/ Flagé Roemenië - Saveer-Bulda Oekraïne - Saveer-Kidné - cobra Vulgaat en Septuagint (Latijnse en Griekse (OT) bijbel) Saveer-Jecht - Leviticus Saveer-Acht - Numeri Saveer-Dee - Exodus Saveer-Klunk - Deuteronomium Saveer-Achtk - Jozua

Saveer-Fix - Psalmen Engeland : Saveer-Viki Polen : Saveer-Masten - clown met lange jas Rusland : Saveer-JAMA - ramen begonnen te springen in de USA. Duitsland : Saveer-Tilko - witte spin, zeemonster, belhamel, enfant terrible, rotzooischopper, onhandelbaar, dollmaker, terrible leprechaun. Saveer-GAIT : zwart-gele slang "Ik heb alles in kannen en kruiken. Ik ben van de media en de politiek." Saveer-MEHREN - IS-thugs, false islam spirits : zwarte slang, dik zwak, versufd Frankrijk - JIBITSR - mannetje op koets met snorretje Vrijmetselarij - ROKTEAC DAKNAAN - derde graads VM, schilderij van Salvador Dali-achtige Spaanse indiaan : lang, hoekig, surreëel. "Hiram came before the eye." Hoofdstuk 23. De Orions-Indiaanse Mythologie De Vur, boek 31. DE INDIAANSE PRINSES is een heel kort boek. De veel langere versie van dit stuk is het Hugo verhaal in de Vuh van de Tweede Bijbel. Het korte Vur-boek van de Indiaanse Prinses gaat over het orakel van Èrk, wat eigenlijk ter beveiliging van Èrk is. De mensheid heeft hierin een gids nodig. Het orakel van Èrk is de schepper van de Arcturische lens om het volk op de proef te stellen en om de dwazen af te leiden. Het is dus een noodzakelijke bescherming. Een bijeffect van de Arcturische lens is de witte reus, Jistefis, een ster. 1. Na een tijdje stond hij op, hij keek door het raam, maar alles wat hij zag was duisternis en bliksem. Het donderde en spoedig was het hard aan het regenen. 2. Het orakel was een labyrint. Het leidde helemaal tot onder de grond, maar het was ook een heel gevaarlijk labyrint. Je kon ergens vastraken. 3. Als het orakel op de juiste manier werd behandeld gaf het de juiste antwoorden. 4. Een indiaanse prinses bevrijdde hem eens uit een valstrik. Zij vertelde hem vele geheimen. 5. Het was een orakel van wilden. Het was om de ondergrond te beschermen. 6. Door haar kon hij eindelijk het verleden vergeten. Dit hele aardse bestaan is het orakel van Èrk, vol van valstrikken, vol van geheime doorgangen, en er moet een gids bijkomen om er goed doorheen te komen. Èrk is het indiaanse Orion, in West Orion, over de grote Orion oceaan. Dit is dus een heel belangrijk punt op de tocht door Orion. Het

orakel moet gedecodeerd worden. Het aardse bestaan is een puzzel. Hoe we met die puzzel omgaan bepaald waar we naartoe gaan. In Èrk zien we het levensmysterie van Jezus/ Jèsoe in het OrionsAfrikaans, verschuiven naar het vers waarin Jezus zegt de Weg te zijn, in het Hebreeuws : de Derek, DRK, van de Sanskrite oorlogsgodin Durka/ Durga. Zoals we zagen gaat het hier om de godin Èrk die een hangende vis vasthoudt, de D in de amazone taal, als D+(È)RK. We zien dus de Jezus/ | Orions-Afrikaanse Jèsoe-wortel zich verschuiven als we tot Èrk komen, in de Orions-Indiaanse mythologie. Zij is een vissersgodin, als de visser van mensen. Een ephitet of bijnaam van haar is Suri. Hier loopt Jèsoe-Assur in de Orions-Afrikaanse mythologie aan parellel, of liever gezegd : We bespreken nu de indiaanse natuur-wortels hiervan. Jozua 1:16 - Eed om gehoorzaam te zijn aan Jozua (Grieks : Iesous (Jezus), Egyptisch : Isis (sth), Orions Afrikaans : Jèsoe (gnosis) in volkomenheid, ASHER (assur), oftewel totale overgave, de heilige gebondenheid. In Orions Indiaans is dit dus totale overgave en gehoorzaamheid aan Suri, als ephitet van Èrk, en zoals gewoonlijks zijn dit metaforen van principes. Personificaties van kennis, als practisch gemaakte dynamieken. Jezus Christus is dus in het Egyptisch Isis-Serket, in het Orions Afrikaans Jèsoe-Assur, en in het Orions Indiaans Èrk-Suri, wat ook weer verbonden is aan Suriname. Suri is de dynamiek van Suriname. Dit ligt dus ook ten grondslag aan Usir/ Osiris, die troont in de onderwereld. Zo komen we ook in de Egyptologie tot een meer vrouwelijke bron. De kerk heeft dit proberen te verstoppen, want vrouwelijke vruchtbaarheid is de doodsteek aan de markt. Daarom beeldde het christendom ook altijd de vrouw uit als slaaf, als ondergeschikte, van de man. Het christendom vreest het vrouwelijke, het inspirerende, oftewel de profetische kennis. Vandaar dat de kerk een slot zette op de bijbel. Suri, oftewel Assur (SR), als Èrk-Suri (Jèsoe-Assur), is de kennis die doet knielen, als brug tot wijsheid, als Zij die doet knielen, (overgave) onderwerper : Fil.2:10-Elke knie zal buigen voor jezus/ Jèsoe/ derek, de Weg - Èrk (kennis, gnosis) :11-Elke tong zal belijden dat Jezus God is. We komen dus nu aan bij de Orionse Indiaanse verscholen diepte van deze verzen. Zo mogen er kanalen geopend worden. Spr. 3:13 - Gezegendheid = asher - een beeld van het knielen in het Hebr. als middel om wijsheid te vinden. Hoofdstuk 24. Maleachi Maleachi is het laatste boek van de kleine profeten, en wordt ook wel het zegel van de profetie genoemd. In het Hebreeuws heet het Malakiy, MLK, wat in de gnosis Amalek is. Amalek is in de gnosis een belangrijke moeder godin, en ook het tweede deel van de vierdelige Bilha. In Maleachi, MLK, Amalek, gaat het Ezau/ Edom/ Adam verhaal verder : Maleachi 1 : 3Esau heb Ik gehaat; Ik heb zijn bergen tot een woestenij gemaakt en zijn erfdeel aan de jakhalzen der woestijn prijsgegeven. 4Wanneer Edom zegt: Wij zijn verwoest, doch wij zullen de puinhopen weer opbouwen – zo zegt de Here der heerscharen: Laten dezen bouwen, maar Ik zal afbreken; men

zal het noemen: gebied der goddeloosheid, en: het volk waarop de Here voor eeuwig toornt. Ezau dronk van het kommetje rode soep, als een beeld van het lijden, en kon zo niets meer afmaken. Alles gebeurde half. Hij moest leven van snippers, als een beeld van de wildernis. In de wildernis is niets klaar. Alles is wild. Alles is gevaarlijk. Het is ongetemd. Dit is hoe het paradijs werkt. Adam mag geen stad voor zichzelf bouwen, en geen naam maken. Hij moet in de natuur blijven, en komen tot de diepte. Elke hoogte zou afbreken. Dat is natuurlijk een hard gelach en een bespotting aan het adres van Adam, die de wortel is van het woord Edom. Iemand komt met z'n tengels aan al zijn werk en breekt het weer af. Adam nam van de vrucht van kennis, van onderscheiding, en zag toen ineens nog meer demonen. Natuurlijk waren die demonen er al, maar nu waren zijn ogen geopend. Het bracht hem tot grote zwakte. Dit is wat de gave doet. Het laat niets heel van de mens. Alles moet de verbrokenheid in. De profetische gave leidt tot diepe woestijnen, tot grote duisternis, maar de zintuigen gaan open, en dat is het allerbelangrijkste. Het loon is 'spot'. Het directe is namelijk gevaarlijk. Spot is een abstractie van loon. Ook is het de test van loon. Als wij het spotkleed niet willen dragen, dan komen we nooit tot waarlijk loon. Wij mogen zowel het kruis als het spotkleed zien als loon. Het gaat de gnosislozen vaak allemaal voor de wind. Wij mogen daarom zelfs blij zijn met het kruis en het spotkleed. De bedoeling is dat de mens zo afgezonderd wordt, en zo kan de mens gehoor geven aan de roeping die op zijn leven rust. Hier mag de mens dus ook dankbaar voor zijn, maar weer geld : Als de mens bouwt met dankbaarheid zal ook zijn dankbaarheid afgebroken worden. Teveel dankbaarheid kan namelijk in slaap sussen. Er moet ook gewerkt worden, en geleden, en diep lijden leidt tot een heilig klagen, als een demonologisch klagen. Allereerst is dat een klagen over het ego, over de demonen. Het is zeer zeker geen vleselijk klagen. Alles wat de mens opbouwt zal maar een druppel van over blijven, opdat de mens verder kan komen, en niet in hoogmoed en overmoed ten gronde gaat. Adam at van de vrucht van kennis, en daalde zo als Ra in de onderwereld, om diepe lessen te leren, om te komen tot de heilige honger, de ramadan. Adam kwam uit de aarde, en moest weer wederkeren tot de aarde. De mens wordt geschapen vanuit de aarde en zijn ziel vanuit de leegte, vanuit het niets, stelt Calvijn. Hij stelt ook dat de uitverkiezing door Abraham niet genoeg is, maar dat de mens ook uitverkoren moet zijn door Jakob, als een diepere uitverkiezing. Ook in de Bilha wordt die uitverkiezing besproken. Door het hele Jakob en Ezau verhaal kan die uitverkiezing dus verdiept worden, waarin Ezau slechts een principe is van Jakob, als een belangrijk fundament. Hoofdstuk 25. Het IS-Complot - Wat hebben het christendom en de psychiatrie met elkaar gemeen ? Ik kan er niet genoeg op hameren hoe belangrijk het is dat alle zintuigen in de geestelijke wereld geopend moeten zijn. Als één zintuig mist, dan ga je daar zeker de gevolgen van krijgen vroeg of laat. Het gaat om het totaal-plaatje, anders gaan de blinden de blinden leiden. Ook is het niet voldoende om alleen maar op bepaalde tijdstippen geestelijke gevoeligheid te hebben in de vorm van een visioen, een beeld, een droom, een nachtgezicht, een profetie enzovoorts. Virtual reality in de geestelijke wereld is een absolute must. Nu, daar kom je als mens niet zomaar, maar het is goed om ernaar uit te strekken. De mens kent ook zijn droge periodes en die zijn ook belangrijk : de tocht

door de woestijn, maar met het uiteindelijke doel dat de geestelijke zintuigen dieper geopend gaan worden. Er zijn vele zintuigen in de geestelijke wereld, en die moeten met elkaar in balans komen en hun volgorde kennen. Een hogere gevoeligheid is het doel, opdat de alarm-systemen beter ingesteld kunnen worden. Dit is een heel technologisch verhaal, en er wordt niets aan vaagheid overgelaten. Natuurlijk is dat niet helemaal waar, want de Vur-principes laten ook juist weer het belang zien van vaagheid, mist, het halve, om zo juist de zintuigen te trainen. Als alles ons zomaar in de schoot wordt geworpen, dan worden onze zintuigen lui. Soms moeten we leren maar met één oog te leven, of één been, als een piraat, om juist de zintuigen die we nog hebben sterker te doen worden. Maar dan moet er goede vervanging zijn. Soms hebben we hulpstukken nodig. Maar ja, dit is een lang verhaal. Er zijn altijd uitzonderingen op de regel. De geestelijke wereld is groot en diep, en zo zijn de principes daarvan dat ook. Iedere situatie is weer uniek. De IS of ISIS gang is een reflectie van wat er in de geestelijke wereld gaande is. Het is een code. Het is niet wat het lijkt en dat is zelfs voor de islam zo. Het zijn codes van andere dingen. Nu is er de vleselijke islam en de natuur-islam, en daar zit nogal een verschil tussen. Goed en kwaad heeft zich erin gemengd, zoals in elke religie. Er is verschil tussen de lage islam, de schil, en de hoge islam, de esoterische. De code van de islam is voor een restaurant-keten in de geestelijke wereld. Het is de code van de planeet Saturnus die op aarde wordt gestraald. De code van IS is veel erger, namelijk die van de medische dictatuur, van medische terreur. Dit staat niet op zichzelf, want in principe worden mensen en zielen zo gemaakt tot "sex toys for aliens". Het is een sex toy fabriek, een poppenmakerij. Er gaat dus iets heel duisters schuil achter medische takken zoals de tandartserij en de psychiatrie, en dat verklaart ook waarom velen die in deze medische industrieën werken zo contact-gestoord zijn, en waarom ze het openen van de geestelijke zintuigen zo vrezen, want dat zal de ondergang van hun doods-industrie zijn. Ik noem het woordje "dood", want ze gaan door totdat mensen zombies zijn geworden. Ze werken routine voor een industrie, dus ze hebben vaak geen oog voor het persoonlijke. Je bent werkmateriaal voor hen, en dan denken ze vaak niet aan jou gezondheid, maar aan hun verborgen doelen met jou. Ze hebben een verborgen agenda. Het wordt bestuurd door gigantische alien-machines. Vandaar dat ze ook vaak mensen met geopende zintuigen een etiket opdrukken. Je komt dan ook op een soort "dodenlijst" terecht. IS blijft daarom samensmelten met grote industrieën, mafia's en zelfs grote werelddelen in de geestelijke wereld om hun alien-fokkerijen in stand te houden. Hier betalen ze ook grof geld voor. Ze kopen systemen over. Ze hebben vele huurlingen. Ook huren ze geestelijke "assassins" in, huurmoordenaren. Dit is ook wat IS op aarde deed en doet. Hierin zijn wij niet aan ons lot overgelaten. Zij die geen compromissen sluiten en zich hebben afgezonderd om het geestelijke te onderzoeken en tot hulp te zijn voor het goede, gewijd aan de verspreiding van de natuur-kennis (gnosis, vur), hebben "superpowers" opdat ze kunnen komen waar ze moeten zijn. Ja, ze hebben veel geleden, maar zo hebben ze deze "superpowers" ontwikkeld. Het is iets shamanisch. Hoe zit het dan met het christendom ? Er is het lage, vleselijke christendom, en het esoterische christendom, een groot verschil. Maar wat is nu precies de code waarmee het christendom werkt ? Het is een code voor de auto-industrie. Laat je nooit het hoofd dolmaken dat het christendom daadwerkelijk een religie is. Het is een markt, een industrie. Ook hier gaat een duister geheim achter schuil. Auto's ontstaan niet zomaar. Er worden vele zielen voor geslacht. Hun onderdelen worden verwijderd, en door hekserij wordt dit tot materiele energie omgezet, en zo worden verschillende delen aan elkaar gevoegd om auto's te maken. Dit gebeurt zowel in de geestelijke wereld als op aarde. Daarom zeg ik : Leer door systemen heen te prikken. Niets is wat het lijkt. Beide instituten, zowel christendom als IS zijn gestoeld op de zielen-slagerij. Deze instituten werken met elkaar samen. Vandaar dat het belangrijk is de diepte in te gaan van het Judaïsme en de

islam om tot de diepere Egyptische en Sanskrite wortels te gaan, om zo door verdieping tot de veel zuiverdere kernen te komen, en zo terug te gaan tot de Èrk-kern in West Orion. Het christendom is al heel lang een onderdeel van IS, en ook de grote werelddelen. Dit heeft zijn wortels in de geestelijke wereld. Elke ziel is via een identificatie-systeem in deze markt opgenomen. Er is een weg uit. De aarde is een prison-planet, maar er is hulp in de natuur. Het is nog geen verloren zaak. De natuur zal een grote tegen actie tot stand brengen, en het goede nieuws is dat dit al is gebeurd. Het zit cryptisch in onze genen verborgen. De toekomst is allang geweest, en de mens mag hiertoe ontwaken. Hoofdstuk 26. Bijlage Het IS Complot IS op aarde lijkt dan wel kleiner te worden, maar in de geestelijke wereld wordt IS alsmaar groter. In mijn jeugd leed ik aan zware nachtmerries die het nachtleven onmogelijk maakten. Ik werd vaak gillend wakker, of rende door het hele huis. Het had vaak te maken met het dalen in de onderwereld en ontmoetingen met de meest verschrikkelijke monsters en gedrochten. Ik kon vaak geen kant op. Aan het begin van mijn twintiger jaren kwam er eens in zo'n nachtmerrie een rode bal onder mijn voeten en sindsdien had ik een superpower : ik kon vliegen in mijn dromen. Die superpower is nooit weggegaan. Ik had nu een manier om te ontsnappen als ik achterna werd gezeten. Ik ben sindsdien ook nooit meer gillend wakker geworden. Wat daarvoor soms nog weleens lukte was in de nachtmerrie heel hard te gaan draaien, waardoor ik soms als ik geluk had wakker kon worden. Ik had een droom dat IS in de geestelijke wereld, in de onderwereld, was samengesmolten met grote Gothische en Pagan werelddelen, grote pagan mafia's en industrieën. Normaal gesproken als ik in mijn dromen kon vliegen dan konden anderen dit niet, en zo bleef ik veilig, maar ditmaal had IS door die fusie een superpower erbij. Zij konden namelijk ook vliegen, en die pagans vlogen naar mij toe om me te grijpen. Ze namen mij naar een huis waar een kamertje was als een gevangenis. Er stond een bed daar en wat andere meubels, zoals een tafeltje en bureautje. Ik zei dat ik moest plassen, en ze brachten me naar de keuken tegenover het kamertje, en ze gaven me een bord waarin ik moest plassen. Ik dacht dat ik vastzat omdat ze mij met hun superpower hadden vastgezet. Ze deden verder heel vriendelijk, en even twijfelde ik over hun identiteit, vooral toen ze mij omhelsden alsof ze vrienden waren. Maar mijn geestelijke alarmsysteem vertelde mij dat het geen vrienden waren, maar dat ze daadwerkelijk van de IS-fusie waren, pagans die samengesmolten waren met IS, dus gewoon voor hun industrie. Voordat ik het wist was ik uit deze gevangenis-situatie uitgebroken. Het bleek dat ik er een superpower bij had gekregen. Ik kon uit zulke gevangenissen breken. Hoofdstuk 27. De Gelijkenissen van Maleachi

Waarom is monotheïsme belangrijk ? Dat klinkt misschien vreemd, want waarom zou het maar om één god draaien ? Manifesteert het goddelijke zich niet overal op verschillende manieren ? Toch is het dan die ene god, die ene gnosis. Maar ik zal laten zien waarom het zo belangrijk is. Het is een metafoor voor eenheid, dus alleen maar even om het simpel en gefocust te houden. Het is een metafoor voor het ware pad waarvan je niet mag afwijken, maar dit pad kan zich natuurlijk op allerlei manieren en in allerlei culturen manifesteren. Het gaat niet om wachtwoorden. In die zin is monotheïsme in de esoterie en de gnosis van wezenlijk belang. Het geeft rust en verademing. Wij moeten in codes leren spreken, anders wordt het te vermoeiend en ingewikkeld. Het is een heel eenvoudig model, wat we dus nooit letterlijk mogen nemen, maar puur als een hulpmiddel. In die zin zijn monotheïstische talen zoals het christelijke en het islamitische handig. Zo kunnen we dan ook esoterisch begrijpen wat ermee bedoeld wordt in de gnosis als er wordt gezegd dat er geen gemengde huwelijken mogen zijn met andere naties. De uitleg is helaas verdwenen. In Maleachi 2: 11-12 wordt duidelijk dat wie gemengde huwelijken sluit met hen van vreemde goden uitgeroeid moest worden uit de tenten van Jakob. Zo moeten wij ook de teksten van slavernij opvatten. In Leviticus 25 : 45-46 wordt duidelijk dat slaven in het bezit van de stam moesten blijven, om zo van generatie tot generatie overgedragen te worden. Natuurlijk is dit niet letterlijk genomen, maar in de bijbel is de relaties binnen de stam altijd een beeldspraak over de relatie tussen God en mens. Wij kunnen en mogen deze mythes dus niet letterlijk nemen, niet alleen vanwege de grondtekst, maar zelfs vanwege de verhalen zelf die laten zien dat het esoterisch is, als een gelijkenis. Zowel vertikaal als horizontaal mogen wij tot deze conclusie komen. De mens die de stam dient is een gelijkenis die laat zien dat de mens God moet dienen, door de heilige gebondenheid, als de heilige verbondenheid, wat uitgebeeld wordt door de wijnstok. Dit is ook het doel van het metaforische huwelijk, dat de mens in dienst wordt gehouden. We kunnen dan wel heel dramatisch doen over de afscheidingen van bepaalde mensen die het niet zo nauw met God nemen, en die dan uitgeroeid worden uit de tenten van Jakob omdat ze gemengde huwelijken met vreemde goden hebben gesloten, maar het gaat hier ten diepste om de besnijdenis. Ieder offer is namelijk binnen de mens zelf. De voorhuid van de mens zelf moet eraf. Dit is het fundament van de gehele offerdienst en de afscheiding. Dit is ook wat de exodus ten diepste is : de besnijdenis. Het huwelijk is dus een gelijkenis over het rechtsinstituut, wat versterkt wordt door de metafoor van het monotheïsme. De mens mag niet afwijken van het recht. Dit mag niet zomaar rechtstreeks op de mens afkomen, want het zou de mens kunnen vernietigen en corrupt maken. Alleen binnen de verhalende strategie van de gnosis kan het zijn plaats en diepte hebben. Nooit heeft dit betekent dat het letterlijk maar één god of één mens moest betekenen, en één cultuur, één stam. Neen. Het OT is overduidelijk dat polytheïsme wettelijk is, maar ook dat is slechts een gelijkenis. Monotheïsme gaat hand in hand met polytheïsme, zoals monogamie met polygamie. Dit betekent : eenheid in verscheidenheid. Daarom moet de mens exotisch blijven denken als men deze teksten onder ogen komt. De bijbel is hier heel duidelijk in, en die context moet in oog gehouden worden. De bijbel is een cultureel verhaal met een diep rechtsmechanisme, maar is dus geen letterlijk betoog zoals in het westen. De Israëlieten stonden bekend om hun verhalen. Het waren mythe-makers, sprookjesmakers. Helaas zijn corrupte lieden hiermee op de loop gegaan en maakten er een markt van. De bijbel is niet christelijk, maar was van de esoterische Judaïsten, verhalenvertellers dus. Uit allerlei omliggende landen haalden ze hun onderdelen, en maakten het tot hun bezit, wat ze van geslacht tot geslacht konden overdragen. Steeds meer betekenis en context begon verloren te raken in het geheel, zoals in roddelblaadjes. Oorspronkelijk was het dus allemaal van de gnosis. Ook de verhalen in het NT komen uit veel oudere mythes. Wat dus nodig is vandaag de dag zijn natuurgetrouwe, gnosisgetrouwe bijbel commentaren die de context weer laten zien. Gebeurt dit niet, dan blijven het gevaarlijke boeken. Gnostici : ken uw opdracht.

In de Koran staat dat de vrouw het kleed is van de man en omgekeerd (2:187). Het kleed is natuurlijk een metafoor voor een onderdeel. Het hoort bij het leven. Daarom moeten wij er goed mee omgaan, het in wijsheid kennen. Er staat dat het in de nachten van het vasten (vgl. ramadan) toegestaan is omgang te hebben, wat een sleutel is. Wij komen alleen tot die diepte door het leegworden in de duisternis. Dan kan er verzoening komen binnen onszelf en gaan de puzzelstukjes passen. Vandaar ook dat het onzin is om dat zomaar allemaal weg te zenden in echtscheiding, waar Maleachi ook metaforisch tegen waarschuwt. Echtscheiding is een beeld van zelfverwerping en gnosisverwerping. Dit is wat niet-spirituele atheïsten doen die alleen materieel bewijs willen zien. Zij keuren bij voorbaat elke religie en elke spiritualiteit af. Esoterische beleving is dan ook niet mogelijk. Het is een groot leed en allemaal drama. Zoals we weten verkoopt dit goed. Maleachi laat in dit opzicht zien dat God de echtscheiding haat. De echtscheiding met "de vrouw van uw jeugd" is dan om de deur te openen tot verbintenissen met de vreemde goden. Zulke echtscheiders moeten verwijderd worden. Het is de voorhuid. Alleen besnijdenis kan dan helpen, als abortus. Weer is dit dus metaforisch. En dat geeft dan ook ware betekenis aan het gebod van gij zult niet echtbreken. Dit is ook de manier waarop profetische openbaring gaat : Geen gemengde huwelijken, geen echtscheiding, dienst doen binnen de stam. Zo blijven de wijnstokken gezond. Zodra dit niet meer als gelijkenis wordt gezien dan is alles verloren, en dat is nu precies wat in de kerk gebeurde. De bijbel werd verletterlijkt als de westerse bijbel voor een duivelse industrie, en de ramp was niet meer te overzien. Gnostici : Keert terug tot uw wortels. Hoofdstuk 28. De Indologische Wortels van Obadja Obadja, abad-ja, is de dienst tot God in de naambetekenis. Het is een boek met maar één hoofdstuk, wat tegen Edom gekeerd is, tegen Ezau, Esav in het Hebreeuws, SV. Dit leidt helemaal terug tot de mythe van Siva, SV, in de Indologie. Zijn godin en partner is Durga, die ook in Kali kan veranderen als haar gepersonificeerde woede tegen het ego, wat ook de vernietiging van het ego inhoudt. Zij wordt ook Devi en Sakti genoemd. Sakti is de gepersonificeerde vrouwelijke oer-creativiteit. Siva moest zich altijd onder haar voeten werpen om Kali (Sakti) te kalmeren. In de Egyptologie moest Ra de leeuwinnengodin van de oorlog, Sakhet, ook wel Sekhmet genoemd, kalmeren door rood bier. Het is de vrouwelijke zijde van Siva, van Esav. Ook de vrouw van Siva, als Sakti Kaumari gaf hem eens een kom bizonbloed om zijn toorn te kalmeren, wat ook weer verbonden is aan het rode wat Ezau dronk. In ieder geval is er een duidelijke parallel tussen Sakti in India en Sakhet in Egypte. Sakti is de agent van verandering in het hindoeïsme. In de gnosis staat het voor Zukki-T. Zukki is de stam die het volk van Ishmael door de woestijn leidde tot het land Nod, wat beschreven wordt in de Bilha. De T is een oer-hieroglyph van heilige gebondenheid, en in de amazone taal is de T de vrouwelijke Nehemia, de reformator. Ishmael is het archetype van het toetsen, en komt zo aan door de woestijn in het land Nod, wat een beeld is van reformatie. In de gnosis heeft Obadha de BD wortel als zijnde de bada stam, wat een personificatie is van de zwarte steen. Het is een beeld van het verborgene. In de Ismaelitische bijbel van de Vuh wordt de bada stam in verband gebracht met de stam Aser. Ook wordt het boek Jeremiah het boek Bada genoemd. Bada is in het Aramees een religieus ritueel, en de opgelegde wet. In het Sanskrit is dit baddha, bada : de test tot de opname en de heilige gebondenheid, wat

verbonden is aan het werk van de valkyries in de Germaanse mythologie. Dit is wat de daadwerkelijke opname is. Bada staat voor : verdonkeren – verborgenheid – verzameling. Zoals de Koran vermeldt dat er alleen verzoening is in de nachten van het vasten (2:187). De vrouwelijke mens wordt zo tot duisternis, en de mannelijke mens gaat tot haar in om zo bedekt te worden met de moeder aarde. De man daalt zo af in de onderwereld. Andere boeken die in de gnosis als "bada" worden bestempeld : I en II Korinthe, over het achterlaten van stadse wijsheid om te komen tot de heilige dwaasheid, tot het kruis, het toetsen en het worstelen. Ook Deuteronomium is een bada boek in de gnosis, en natuurlijk Obadja. Ishmael komt tot de zwarte steen in het land Nod, na het testen, na de tocht door de woestijn. Dan kan Ishmael uiteindelijk de verborgenheid ingaan. Dit is het resultaat van het toetsen, het worstelen. Het drinken van het rode wat we zien in de Jakob en Ezau mythe, de Ra en Sekhmet mythe, en de Kaumari en Shiva mythe, is een heenwijzing naar het heilig avondmaal. De mens is genaderd tot de heilige graal, de heilige beker, en drinkt van het rode bier of de rode soep, van de wijn van het oordeel over het ego, als de wijn van de besnijdenis, als het zegel van een heilig huwelijk tussen hemel en aarde. De mens eet en drinkt van de sappige vrucht van de boom van de gnosis, de boom van onderscheiding. Als we Obadja moeten geloven dan blijft er niets meer van Edom over. Het is een betoog tegen de hoogmoed. De mens moet weer afdalen in de aarde, in de onderwereld, om tot wedergeboorte te komen. Alle valse, hoogmoedige, vleselijke wijsheid moet weggehaald worden. Het zou gebeuren als door een dief in de nacht (:5). Ezau zou geheel doorzocht worden voor verborgen sieraden. 16Ja, zoals gij gedronken hebt op mijn heilige berg, zullen alle volken zonder ophouden drinken; ja, zij zullen drinken en zwelgen, en zij zullen worden, als hadden zij nooit bestaan. Er wordt gedronken om het ego af te leggen, als het komen van het avondrood en het morgenrood. De vrouw op het beest drinkt ook. Allemaal draait het om het avondmaal, maar wat betekent het ? In de Egyptische onderwereld worden de monden geopend opdat er weer gedronken kan worden. Er wordt gedronken van een oogst. Er wordt gedronken om te kalmeren van alle drama. Er wordt gedronken om de toorn te verminderen, anders zouden zij er allemaal aan gaan. Allemaal drinken ze uit hun kommetje. Allemaal zitten ze aan het heilig avondmaal. De beker is de baarmoeder waardoor ze gevoed worden. Ze worden gevoed door de navelstreng. De baarmoeder is het verborgene van de nacht. Het zijn allemaal beelden van de oermoeder. Hoofdstuk 29. De Orionse Demonologie - Demonen in Orionse Zeegebieden De mens kwam in een patriarchische valstrik. Toronto, de geest Elias, is een wachter van de islamitische en hindoeïstische esoterie. Het werd groot in Europa via Spanje en Calvijn. Het is het snoephuisje van de heks van Hans en Grietje. Zij zijn overmoedige grijpers waardoor zij verstenen. Door de heilige honger, de ramadan, het afleggen van het materialisme, komt de mens tot de heilige waanzin die wijzer is dan de wijsheid van de stad, wat de overwinning over Elias, de geest van Toronto is.

De grote haai van Toronto kwam, Elias, om een grote slag in de wereld te slaan. Nu probeert de mens terug te keren tot het oude orakel. Elias is de rechterhand van Saveer, ook wel het zegel van Saveer genoemd, of het merkteken van Saveer. Elias, de haai, de geest van Toronto, is als een geestelijke zelfmoord-terrorist, wat een hele corrupte weerspiegeling is van het sterven aan het zelf. De mens moet Elias overwinnen, die het gedwongen merkteken van Saveer is, ook wel de giftige beet en het boze oog van Saveer genoemd. In de ijszee strijdt de mens tegen de haai van Toronto, Elias, de overmoedige afwimpelaar die tot het giftige luilekkerland leidt, als de komst van Sinterklaas. De mens die niet aan zichzelf wil sterven in de ijs-zee vindt valse troost en hulp bij deze geest. De heiligen echter bestrijden dit beest en worden in vreze apart gezet. Zij sterven aan zichzelf. Omgang met het heilige touw zal het alarm tegen Elias, de Toronto-haaiengeest, doen ontwikkelen. Zo zal het merkteken van Saveer weggewassen worden, en de leer van Calvijn gezuiverd, vergeestelijkt, oftewel verdiept. Nu, de geest Elias bestaat uit verschillende delen, net zoals Saveer. De mens moet dit mechanisme kennen. Een tussenvorm van Elias is de aborterende schorpioen. Het zijn Marsiaanse demonen. Zo slachten ze de mens. Het zijn grenswachters van de kannibalen-industrie. Elias bevindt zich ook in de Orionse zeeën, ook met name in de grote Orion oceaan tussen het Kèlè gebied (Orions India) en het Èrk gebied. Als een rode reuzen-octopus leeft Elias in woeste Orionse zeeën waar hij zijn slachtoffers in de diepte trekt. Elias voedt zichzelf met de hersenen van zijn slachtoffers. Hij kan zichzelf heel groot maken om de gehele aarde te omvatten, en dan gaat hij zuigen, zuigen uit de hersenen van de mens. De naam van deze octopus is Elias-Sanpé. Elias-JEREG is een lange roofvogel die de kusten van Orion onveilig maakt. Het is een stalker. Hij valt aan om zijn kinderen te voeden. Elias-Robko is een Elias-geest van Ameland. De mens moet terugkeren tot het orakel. Hiervoor moet de mens de grote Orionse oceaan over, om tot Èrk te gaan. In deze grote oceaan woont een walvis-demoon met spuitende bloed-ogen, genaamd TSEULAAT. Als hij met zijn kop en rug boven de zee uitkomt, dan spuit hij vuur en bloed vanuit zijn ogen om schepen tot zinken te brengen. Ook TSEULAAT bestaat uit verschillende avatars : TSEULAAT-Elsbel is een haaienkliek in Orionse zeeën. Het zijn stalkers. Elsbellen zijn zware demoon-haaien. Ze kunnen zielen verstenen. Ze brengen coma en ongeluk. Ze eten de harten uit de zielen van de mensen. Het zijn veelvraten. Overmoed is de boodschap die ze verkondigen. Zo hebben ze de mens. Een mens in overmoed is omsingeld met Elsbellen. Hoofdstuk 30. Orionse Demonologie II - De Fjork dream-controller chip Tseulaat-Zachtare rampentoerisme

Wanneer zijn familie bezoekjes rampentoerisme ? Wanneer mensen hun familie bezoeken om dingen kapot te gaan maken en dan toe te gaan kijken. Of wanneer mensen hun lijdende familie bezoeken en dan niet de helpende hand bieden, maar hen gewoon behandelen als een monument of een koffiezet-apparaat. Zal ik het nog verder trekken ? Sommigen bezoeken hun familie als het melken van koeien. Dit is wat zulke geesten doen, de Tseulaat-Zachtare geesten, die leven in de Orionse zeeën. Het zijn kwallen die zich hechten aan de lichamen van hun slachtoffers, en beginnen dan te zuigen. Wat tappen ze zoal af ? Bloed, zaad, en urine, als brandstof voor hun voertuigen, hun auto's. Het is een auto-gekte, want hiermee kunnen ze moeder natuur om zeep helpen, om zo de patriarchie te bekrachtigen, het stadse. Het is dus een patriarchisch complot van de stad. In de Orionse zeeën loeren zij op bloed. Tseulaat-Tsavingen - kwallen boeren-industrie, fokkerijen Orion maken zielen tot vee door medische injecties vangen zielen door ziekenhuizen. zetten kerken uit als vangnetten, strikken. grote kwallen-invasies. Tseulaat-Fjork Spanje haaientand belasting-systeem ijsgeest kwallen orca/ orca's banksysteem - fundament van lager orion - forced micro chip system identification company black knights langwerpige micro chip als een staaf, als een pin draait rond om de mens via draaiende coderingen opgesloten te houden. zwarte staaf, diep in de hersenen, in de hersenstam zwembad-prison geest - houdt de mens in voortdurende verdrinking/ overfluid/ overbevloeiing, verstikking, houdt de mens in nachtmerrie-realiteit (gesimuleerd) Tseulaat-Fjork, of gewoon 'Fjork' is de kroon-identiteit van het Tseulaat-beest. HAAI, witte orca, jif, valse schoonmaakmiddelen, vullingen, tandartsen Tseulaat = Fjork (hoofd-identiteit en kern) false robotics hypersensitive alarms krankzinnig/ vraatzuchtig Chinese poppen/ oplichting/ leugens/ roddelblaadjes valse chirurgische geesten gevangenis-chirurgen (die dus chirurgie uitvoeren om de ziel opgesloten te houden) glazen wand in hersenstam paralysis is their mission, possession, and then zombification for false resurrection in their system by false money system - they live by money.

underwater shark prisons "Fjork Dream Controller" c-h-i-pHoofdstuk 31. Orionse Demonologie III - Fjork-Finno Wat heeft de Fjork Dream Controller chip gedaan ? Het zijn de fundamenten en pilaren van het lagere Orion. Zij heeft door de Arcturische lens 'de geschiedenis' op aarde geprojecteerd. De geschiedenis is een leugen, een illusie. Deze chip zit diep in de hersenstam, als een zwarte pin. Deze electro-chip draait. Het is een orde van zwarte techno-ridders, black knights, waarvan één van de verschijningsvormen een reuzen zwarte octopus is, naast een heleboel andere zee-creaturen. De zwarte octopus is FjorkFinno. Deze chip moet uitgeschakeld worden. Het bestuurt de motoriek van de mensheid. De geschiedenis is een leugen, een projectie, als een gevangenis, een zwarte gevangenis. Het is onderwater. Het heeft lopen knoeien met chronologie en volgorde, met tijd in het chronologisch geheugen. Tijd is de snelheid van het bewustzijn, het verplaatsen van bewustzijn, dus als het bewustzijn bestuurd wordt door de Fjork, dan ook tijd. De mens moet terug tot de gnosis waarin het probleem en mysterie van tijd opgelost is. De mens moet gaan tot de boeken onder de verdwazing van tijd. Als er dan in de westerse bijbel zoveel grootspraak wordt verheven tot waarheid, dan is een commentaar van protest belangrijk, als weerwoord. Bijbel-commentaren kunnen dus van levensbelang zijn om te neutraliseren. De mens is opgesloten in tijd-capsules. De één zal tijd anders beleven dan de ander, en zo wordt een ieder tegen de ander opgezet. Het is een arena. De Fjork wil bloed zien vloeien, en ook urine, zaad en melk, als brandstof voor zijn machines van totalitarisme. Hierin wil de Fjork niet alleen eenheid zien, maar ook verdeeldheid, als onderdeel van het plan. De Fjork stookt dus tussen mensen en groepen. Zij vormt groepen, maar laat ze ook weer elkaar afbreken, allemaal voor het winnen van brandstof. 'Zie de witte haai oprijzen, Zij is nog maar net begonnen, Zie hoe zij bedriegt, hoe zij haar ziekenhuizen opent, Zie de witte haai draaien met zijn kop, en hoe zij toeslaat, Zij is niet de vis, maar de visser.' 'Zij droomt, en laat de ander dromen, Zij trekt hen tot het zand, waar zij hen laat wegzinken, Zij trekt hen tot de zee, waar zij hen grijpt, Tijd laat zij draaien in hun hoofden, En zij is de afkapper der hoofden.' 'Kijk hoe de Fjork draait met zijn hoofd,

Hoe hij man en vrouw bespeelt, Allen zijn zij onder haar betovering, Zo wordt het grote Orion gebouwd.' 'Als de bel des doods is zij, Als een groot natuurgeweld, Wie is deze vis ? Of is het de visser ? In een zwembad brengt zij hen allen ten onder.' 'Zij zit hoog achter de knopjes, Oh vriend, ga haar zien, voordat het te laat is.' Allerlei Orionse rijmpjes zijn er over haar, en natuurlijk gaat die rijm verloren in de vertaling ervan. Orion is in een groot gevecht met haar schaduwzijde, het Fjork micro chip systeem, de dream controller. Fjork is de emanatie van de gnosis tot lagere vormen, dus we hebben dit systeem wel nodig om te kunnen spiegelen. Het is een cocon. Het is wat gebeurd in de baarmoeder. Fjork is de versluiering van de moeder godin. Wat is Fjork precies, en hoe kunnen we eraan ontkomen ? 'Fjork, laat mijn hersenen los, Laat mijn mond los, mijn tanden, Laat mijn tong los en mijn ogen, Laat mijn hart los en mijn longen, Mijn lever en mijn darmen, Laat mijn handen los. Fjork, laat mijn maag los, en mijn klieren, Laat mijn lichaam los, nu.' Dit is ook een Orions rijmpje, maar in het Nederlands is die rijm natuurlijk niet meer terug te vinden. Het is een zeer stads mechanisme, dus in tussenstappen kan de mens teruggaan tot de natuur. Het zijn beesten die zijn uitgezonden om ook hen die ontsnapt zijn in de natuur terug te halen, en zo werken zij ook met valse natuur. Hoe dan ook is het een natuurverschijnsel, een exotisch beest. De stad is slechts een metafoor. Dit systeem moet dus gehackt worden. Als eerste zijn er de tuinen, zowel achterin de stad, dichtbij de stadsmuren, en achter de stadmuren. De natuurridders van de Vur kunnen hierbij helpen. Ook wordt er in de Erina een natuurridder-orde besproken, een heel trappenstelsel terug tot de natuur. Alle boeken van de Vur kunnen in eerste instantie functioneren als natuurridders, en daarna kan het tot diepere natuur leiden. Dat draait gewoon mee dus. De mens moet vrijkomen van deze prison chip, zodat de mens kan komen tot de ruimere natuur van Orion. Ook gaan we hiervoor dieper de kleine profeten bespreken. Er liggen daar in de verborgen dieptes belangrijke sleutels verborgen om aan bovenstaand systeem te ontkomen. Ook kunnen de aanvangsboeken van de Tweede Bijbel, van de Vuh : "De Bibelebonse Pap" en "Het Paarse Complot" hierbij helpen, via de verhalende strategie. De Fjork Chip is namelijk een verhaal, en dit verhaal mag verder afgemaakt worden. Het is Science Fiction. De mens leeft in dit Science Fiction verhaal. Het is een spel. Hoge technologie ligt erin verborgen. Hiertoe mag de mens ontwaken in de Vur Natuur School door het vak Orionse Demonologie, wat een belangrijk klaslokaal is. Zonder de Orionse Demonologie is het onmogelijk om dieper in Orion te komen en dieper Orion te begrijpen. Hierin zijn de Orionse buitenaardsen van de gnosis ons tegemoetgekomen.

Hoofdstuk 32. De Orionse Wortels van Zefanja Er is een gevecht om de bijbel, een gevecht om het commentaar op de bijbel, de interpretatie van de bijbel, en daarmee worden de kinderen ingestraald, met de codes van de overwinnaar. Ook wij van de gnosis hebben deel aan deze strijd. Niet de publiciteit en de populariteit is hierin het antwoord, maar het bouwen van de gnosis zonder compromissen te sluiten, desnoods in het verborgene. Het gaat erom tot de diepere kennis te komen, tot de Grote Kennis. Als je dieper gaat en niet stilstaat dan kom je onherroepelijk meer en meer het roboticisme van de natuur tegen. Alles is voorgeprogrammeerd. Zefanjah betekent de diepte van God, dus dat is een belangrijk boek. Een heleboel mensen willen niet horen wat de oordeelsprofeten te zeggen hebben. In het laatste vers van het boek Zefanja staat : 3:20-Te dien tijde zal Ik u doen komen, namelijk ten tijde dat Ik u verzamelen zal. Want Ik zal u stellen tot een naam en tot een psalm onder alle volken der aarde, wanneer Ik voor uw ogen u zal overweldigen en opneem in (heilige) gevangenschap om een keer te brengen in uw lot, zegt de Here. Deze gevangenschap is de shebuwth in het Hebreeuws, een vrouwelijk woord, als het binnengaan van de baarmoeder. In het Aramees staat dat het heilige gevangenschap begrepen zal worden, vertaald. Het gaat om een heilige ballingschap als de ware opname. Het heeft dezelfde woordwortel als de shabbat, wat de leegte is, SBT. Shebuwth en ook Shabbat zijn anagrammen van Batsheba, die als een beeld stond van de wapenrusting van Goliat die David moest bemachtigen, als een beeld van de heilige verbondenheid en gebondenheid. Dit is de esoterische diepte van dit verhaal in de grondteksten. Bathsheba is ook een beeld van de psalmen. Zij is de openbaring van robotische kennis. 3:19-Ik zal het kreupele en het verlamde tot de leegte leiden en het verstrooide zal Ik verzamelen; Ik zal tot een psalm en tot een naam stellen hen, wier schande was over de gehele aarde. 3:18-Wie bedroefd zijn, ver van de feestvergadering, zal Ik samenbrengen; zij behoren toch bij u. Als een last drukt de smaad op hen. We kunnen niet geheel vrolijk en op z'n Jan Boerenfluitjes de leegte in om de heilige gebondenheid te ontvangen. Neen. We moeten "kreupel" worden als Jakob, geslagen totdat we gevoelig zijn geworden, in verbrokenheid en droefheid, komen tot de leegte om zo de heilige gebondenheid te ontvangen, in grote afzondering. We mogen geen deel hebben aan stadse feestjes. Wij moeten tot een wildernis-psalm gesteld worden. Dit is het pad van Zefanja, van de diepte van God. In 3:13 wordt er gesproken over een overblijfsel. De rest zal vergaan. Er moeten heel wat schillen verwijderd worden. Er moeten heel wat voorhangsels scheuren. Het pad van Zefanja leidt tot het diepste van de tabernakel geheimen. 3:12-En Ik zal in uw midden overlaten een ellendig en gering volk, en wie schuilen bij de naam des Heren.

3:11-Te dien dage zult gij u niet behoeven te schamen over al de daden waarmede gij tegen Mij hebt overtreden, want dan zal Ik uit uw midden uw hoogmoedig juichenden verwijderen. En voortaan zult gij niet meer overmoedig zijn op mijn heilige berg. Op het pad van Zefanja zal alle hoogmoed en overmoed uit de mens worden weggesneden. De mens zal op het pad van vertraging gaan om geduld te leren. Hierin zullen alle tussenstappen zich bekend maken. Het oordeel over de stad en de markt wordt in Zefanja bekend gemaakt : 1:11-Huilt, gij inwoners van de holen, want al het volk van kooplieden gaat te gronde en alle geldwegers worden uitgeroeid. Dit oordeel is een oordeel in de mens zelf, wat uitgevoerd wordt naarmate de mens dieper gaat. Het is dus geen wachten op het oordeel, maar men moet dieper gaan om dit oordeel te ontmoeten. Zefanja bespreekt de rechters van de valse stad als zijnde avondwolven die niets overlaten tot de morgen. Er wordt niet rechtgesproken om het recht, maar om geld. Het boek is een betoog tegen het materialisme. 1:18-Noch hun zilver, noch hun goud zal hen kunnen redden op de dag van de verbolgenheid des Heren. Door het vuur van zijn naijver zal de ganse aarde verteerd worden, want vernietiging, ja, een verschrikkelijk einde zal de Here alle inwoners der aarde bereiden. In een droom kwam een bekende prediker tot mij die was overleden. Hij had markt gedreven met het evangelie. Zijn bediening draaide om geld. Het was een business. Hij kwam tot mij om hulp. Hij vertelde me dat zijn handen brandden, omdat hij het evangelie had verkocht. Het is een realiteit en een grote waarschuwing. Iedere prediker die het evangelie heeft verkocht zal uiteindelijk gaan merken dat zijn handen beginnen te branden, en ze zullen het vuur niet zomaar kunnen stoppen. Zij moeten alles weer terugbetalen, en dat kan een hele lange weg zijn. 1:14-Nabij is de grote dag des Heren, nabij en hij nadert haastig. Hoort, de dag des Heren; bitter schreeuwt dan de held. 15Die dag is een dag van verbolgenheid, een dag van benauwdheid en van angst, een dag van vernieling en van vernietiging, een dag van duisternis en van donkerheid, een dag van wolken en van dikke duisternis, 16een dag van bazuingeschal en van krijgsgeschreeuw tegen de versterkte steden en tegen de hoge hoektorens. 17Dan zal Ik de mensen benauwen, zodat zij gaan als blinden, want zij hebben tegen de Here gezondigd, en hun bloed zal worden uitgestort als stof en hun ingewand als drek. 1:12-Het zal te dien tijde geschieden, dat Ik Jeruzalem met lampen zal doorzoeken; Ik zal bezoeking doen over de mannen die dik geworden zijn op hun droesem, en die bij zichzelf denken: De Here doet geen goed en geen kwaad. 13Hun rijkdommen zullen zijn ter plundering en hun huizen ter verwoesting. Al bouwen zij huizen, zij zullen ze niet bewonen; al planten zij wijngaarden, zij zullen de wijn daarvan niet drinken. Zefanja wordt bestempeld als de laatste kleine profeet voor de Babylonische ballingschap. Hij profeteerde in de dagen van koning Josia, de hervormer. Hij was de zoon van Cush, wat zwart betekent. Hierin ligt het zoonschap tot de duistere wildernis moeder. Er is een strijd tegen de letterlijke en verwesterlijkte versie van dit boek. We moeten daarom dieper de grondteksten in om zo tot de natuur-oorsprong te komen van dit boek. Het boek Zefanja is dus een dualiteit. Er zijn vele verdiepingen in dit boek.

De Egyptische wortel van Zefanja, Shefi, is een vorm van Osiris, die ook wel Aser werd genoemd. Shef of shefa of sheft is in het Egyptisch de overweldiging, de onderwerping, de gevangenneming. In het Hebreeuws is dit shebuwth wat we bespraken, want dit wordt uitgesproken als shevuth, wat zowel in het Egyptisch als het Hebreeuws de sft wortel heeft. Dit staat niet op zichzelf want het Aramees zegt dat er vertaling zou komen van het woord "heilige gevangenschap" als de heilige gebondenheid. Wat betekent het ? Sheft betekent in het Egyptisch ook boek, document, geschrift. De touwen of ketens waarmee de mens verbonden is met de gnosis is het Woord. Dit is namelijk ook het opslagmiddel van de gnosis. De gnosis zweeft er niet bij als een vage wolk. De gevangenschap is dus ook niet vaag, maar een school, een boek, zoals het Eeuwig Evangelie zegt dat de heiligen veilig in boeken zullen wonen. Zij zullen leven in verhalen, in mythe. Shefit(-ha-t) is de vierhoofdige ram-god Khnemu, als beeld van de heilige leugen. De mens wordt in ogenschijnlijke leugens verstrikt, maar het heeft diepere betekenissen. Vandaar dat de mens het moet doen met wat hem in het leven wordt gegeven. De waarheid ligt op de bodem van de put van de leugen. In Egypte : Sefi-Neheh, SFN, Zefanja, is ook een vorm van Aser, Osiris. Aser heeft diepe Orionsindiaanse wortels in Èrk als Suri, die beiden de SR wortel hebben. Dit komt in de bijbel ook terug als Assur (sr). Dit is de totale overgave en onderwerping, de kennis die doet knielen. Uiteindelijk moeten we de wortels van Zefanja dus zoeken in Orion. Assur, oftewel Suri in het Orions-indiaans, is de boom van kennis, oftewel de drager van kennis, het Woord. Deze boom bracht Adam tot knielen. De boom is slechts een metafoor van het Woord. Een ander metafoor is de ibis-vogel, Thoth, die boven alles uitstijgt, als de Egyptische logos, wat in het Germaans komt als Loki, de toetser en beproever (vergelijk satan in het Judaïsme, seth in de Egyptologie), en in het hindoeïsme als Lakhsmi, de geestelijke rijkdom van het Woord en de overgave daaraan (logos-shama). Al met al leidt Zefanja dus ook terug naar Esav, Ezau (Shiva), die dus door het kommetje van het rode moest sterven aan zichzelf om zo tot de eeuwige rust te komen. Wij moeten de eeuwige sabbath binnengaan, en niet de sabbath gaan lopen verletterlijken. Ook aan het letterlijke moeten wij afsterven. Hiertoe is dus het pad van Zefanja aangelegd. De mens moet de rust niet verschuiven naar een dag in de week, maar moet leren leven vanuit de eeuwige rust. Dit is zeker niet iets passiefs, maar een fundament. Er wordt in rust gezaaid en in kennis geoogst. Dit alles is te vinden in de school van het Woord, wat het Woord van de Natuur is, zoals Zefanja de zoon van de duisternis was, als wedergeboren, zo had Shiva ook zichzelf onderworpen aan Kali, opdat zij ook in de eeuwige rust zou blijven. Alleen zo kon Shiva's ego afsterven. Ezau kwam dus niet zomaar tot Jakob, maar tot de moeder wildernis. Dit is een machtige Zefaniaanse poort. De kleine profeten bevatten de voleindiging van de Abrahamitische mythes, en leiden zo terug tot Orion, langs het hindoeïsme. Hoofdstuk 33. De Orionse Liturgie De "boom" van kennis, het Woord van Kennis, als de ibis die boven de oer-oceaan zweeft om een nieuwe schepping te brengen. Beneden is de slang, wat ook weer een metafoor is van het touw en het Woord. De ibis projecteert haarzelf als de slang op aarde, om de mens de onderwereld in te trekken, op een shamanistische tocht. Die diepte is nodig. Dit is het Zefanja pad wat door het hele OT heentrekt. Hierom is de Indologische vruchtbaarheidsgodin Lakshmi zo belangrijk als een archetype, een

dynamiek, komende van het Sankrite woord Laksa, wat doel betekent, en het rode. Ezau moest in die zin tot laksa komen, het rode. In het Sanskrit zijn dit ook de billen, als een beeld van de baarmoeder. Dit komt terug in het NT als Lukas (lks), wat over het zoonschap gaat. Lks is dus de logos die als een moeder-ibis boven de oer-oceaan vliegt om die te bevruchten, uit te broeden. Vandaar ook de focus van Lukas op het vrouwelijke en het zoonschap. Lakshmi is de oerrust die de mens moet ingaan, als het gaan tot het hemelse Woord, wat ook de sabbath metaforisch voorstelt. Men komt tezamen om naar het Woord te luisteren. Men doet niets, maar is verbonden aan de bron, aan de Kerk, de moeder, de vrouw. Zowel Woord en Kerk zijn geestelijke entiteiten. Het Woord wordt bij elkaar gehouden door Orions ritme en rijm, door psalmische woord-structuren. Het Woord is alomvattend en multi-dimensionaal, vandaar dat de Kerk de draagster is van het Woord. Het Woord is een geestelijke liturgie. Er zijn hierin verschillende vormen van rijm. Via de rijmen kan er ook overgeschakeld worden tussen de lijnen en parallellen, als een voertuig. Dit is de gehele motoriek van de nomadische ziel. Dit moet aan alle kanten diep cryptisch zijn, opdat het een orakel is waarin de mogelijkheden oneindig zijn. De Kerk is niet alleen de draagster van het Woord, maar ook het pad door het Woord, als de d-rk, de vissende Orionse godin Èrk. In de oer-hiëroglyphen is K een vissers-hieroglyph van een persoon met net, wat ook weer terugkomt in het tiende uur van het Boek der Poorten. K is ook een woord voor godin, als "Iku". Kerk, of K-Èrk is dan de godin Èrk, of Èrk met haar vissersnet, als de vissende godin van mensen, als een metafoor van het pad, want vissen heeft alles met geduld te maken. Èrk-Suri is dan in het Orions de verbinding tussen Kerk (pad) en Woord, als de diepte van het Jèsoe-Assur mysterie, oftewel Jezus Christus. Het leidt helemaal terug tot het indiaanse Orion in het Westen. Het is dus belangrijk om taalgevoelig te worden, en dan vooral niet in letterlijke zin, maar in geestelijke zin. Het gaat hier om levende taal, en niet om de dode wetjes die de mens van taal heeft gemaakt. Psalmisten hebben lak aan zulke regels, en leven vanuit de hemelse taal en liturgie. Het zijn natuur-liturgen. De mens moet profetisch omgaan met taal, en niet vleselijk. De mens moet de Orionse natuur-liturgie achter alles gaan ontdekken. Uiteindelijk is het de mens zelf die moet ontwaken. Alles om de mens heen is de staat van zijn eigen bewustzijn. Dit zal veranderen en zich verdiepen naarmate de mens zelf tot een hoger bewustzijn komt. Dit is dus allemaal standaard. Ritmisch te worden in taal is dus van levensbelang, en ook om los te komen van de materialistische taal. Door de materialistische taal begrijpt de mens elkaar niet meer, en begrijpt de mens God ook niet. De mens moet dus exotisch worden in taal, en niet ergens vastgroeien. Klim maar op tegen die zanderige heuvels van het Èrk-gebied in Orion, om zo dieper in de natuur daar te komen. Leer het medicinale van taal maar ontdekken, hoe je zo vrij kunt worden van bekrompen denken. De taal is nooit een exacte wetenschap geweest en zal dat ook nooit worden, maar in de diepte is het dus weer wel een exacte wetenschap. Taal is heilig als het op de juiste manier wordt gebruikt. Taal moet je voelen. Taal moet je leven. Het is een levens-energie. Zonder de taal heet het Woord natuurlijk geen inhoud, en ook de Kerk niet. De Taal draagt dus de Kerk en zo ook het Woord. Parvati is de dochter van de bergen en de godin van de taal die de verbonden die alles verenigen voorbracht. Zij is de vrouw van Shiva (zoals Kali en Durga). De Kerk en het Woord komen voort vanuit de hemelse taal die zij voortstelt. Door de hemelse verbonden kan ook de demonologie plaatsvinden waardoor alles gezuiverd kan worden. De mens kan zo loslaten. In het Shivaïsme binnen het hindoeïsme staat zij centraal samen met Shiva. Parvati komt niet alleen van het woord parvata, berg, maar betekent ook rots. Dit verduidelijkt ook het schriftgedeelte waarin Petrus werd aangesteld als de rots waarop de gemeente gebouwd zou zijn. Parvati, de taal, is de rots waarop de

kerk gebouwd is, en zo ook het Woord. In het Orions-Indiaans, in het Èrkgebied, is zij genaamd Polè. Taal is dus geen exacte wetenschap naar menselijke maatstaven, maar wel naar hemelse maatstaven, voor hen die het totaal-overzicht hebben of ermee in contact staan door de heilige gebondenheid. Er zijn dus in de diepte absolute waarden te vinden, maar die zijn niet menselijk. "God" is iets abstract, als een orakel, maar in de diepte voor hen die daarvoor klaar zijn is het weer zeer concreet. Voor "God" is de chaos geen chaos, maar een grotere orde die de mens nog niet kan overzien. Als mens zijnde breken we daar ons hoofd over. Onze taak is in de heilige gebondenheid te komen, wat alleen een diepte-ervaring is. Dit zal nooit aan de oppervlakte gebeuren. Dit is iets waar het boek Zefanja in de diepte over gaat. Esav, SV (siva) komt tot het rode (lakshmi, de rijkdom van het Woord), wat gedragen wordt door de kom, als een beeld van de kerk, het pad. Hij drinkt ervan en komt in aanraking met de hemelse taal, de berg van Parvati, als een openbaring die zowel het woord als de kerk, het pad, draagt. Hij komt tot Parvati, tot Polè in het Orions. Dit is heel eenvoudig te verklaren. Zodra je de hemelse taal kent, zul je ook daadwerkelijk het pad gaan zien. De Levitische Bijbel zegt hier verder over : "In het Orions een priester is een Sioux, een Su of Suw, wat ook Aramees is voor Esau. Esau, Suw, betekent ook priester in de wortels, ASAH. Suw was een priester van de Meownah, de duistere priester-tent van de Amazonen, een plaats en hol van wilde dieren, zoals ook Iyowb dat was. Esau, Suw, had Hettitische vrouwen, wat een beeld is van dat hij de berg van de moeder God was opgegaan. De Hettieten waren een bergvolk in het Noorden van Kanaan. De Israelieten moesten tot het Hettitische geheim komen, 'de berg opgaan.' Suw beeldde dit uit. Berg is ook borst in het Aramees. Wij moeten dus komen tot de moeder borst." Ook Jezus draagt de Esau wortel nog in zich : J-ezau-s. In het Aramees is Jezus gewoon Eshu. Zefanja 3:9-Maar dan zal Ik de volken een pure taal (saphah) geven, opdat zij allen de naam des Heren aanroepen; opdat zij de Here dienen met eenparige schouder. De taal, Parvati, is dus van belang om weer in de eenheid van de kerk te komen. De mens zal dus hiervoor moeten terugkeren naar het Indologische Parvati mysterie, en niet denken : "Oh, dat is allemaal de ver van mijn bed show, dat heb ik dus niet nodig." Het zijn namelijk belangrijke puzzelstukjes. Ook saphah, de taal, ligt in die zin ten grondslag aan de naam van Zefanja. Openbaring 12 4En de draak stond voor de vrouw, die baren zou, om, zodra zij haar kind gebaard had, dit te verslinden. 5En zij baarde een zoon, een mannelijk wezen, dat alle heidenen zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd plotseling weggevoerd naar God en zijn troon. 6En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats heeft, door God bereid, opdat zij daar twaalfhonderd zestig dagen onderhouden zou worden. De vrouw, de kerk, vluchtte naar de woestijn als een beeld van de natuur-taal. De draak is in die zin een beeld van de stad en de stadse taal. 13En toen de draak zag, dat hij op de aarde was geworpen, vervolgde hij de vrouw, die het mannelijke kind gebaard had. 14En aan de vrouw werden de twee vleugels van de grote arend gegeven om naar de woestijn te vliegen, naar haar plaats, waar zij onderhouden wordt buiten het gezicht van de slang, een tijd en tijden en een halve tijd. 15En de slang wierp uit haar bek water achter de vrouw als een stroom, om haar door de stroom te laten medesleuren. 16En de aarde kwam de vrouw te hulp en de aarde opende haar mond en verzwolg de stroom, die de draak uit zijn bek had geworpen.

De ware "kerk" vlucht dus terug naar de natuur, naar de hemelse taal, en wordt dan ook door de aarde tegemoet gekomen, door Parvati, die de drager van de kerk is, als een vrouwelijke Petrus. Zoals Mozes water uit de rots sloeg, kan de rots dus ook weer water binnennemen. Dit is een beeld van dat de hemelse taal alles kan verwerken en in zich op kan nemen. Openbaring 21 24En de volken zullen bij haar kennis wandelen en de koningen der aarde brengen hun heerlijkheid in haar. 26en de heerlijkheid en de eer der volken zullen in haar gebracht worden. Hoofdstuk 34. De Edoms-Spiegel van Abadja De godin Parvati, oftewel Polè in het Orions, als de godin van taal en de huishouding, de voedende moeder, wordt ook wel Uma genoemd, welke wortel ook weer terugkomt in het Hebreeuws en het Arabisch voor het woord moeder. Telkens weer komt deze wortel terug in de bijbel als moeder. Parvati was de vrouw van Siva, oftewel SV, Esav, die het ascetisme van Jakob moest uitbeelden, als een deel van hem. Parvati is het kalmerende effect op Shiva, Esav, nadat hij van het rode heeft gedronken. In de Jakob en Ezau mythe is er de Jakob-Ezau dualiteit, maar in het boek Abadja is dit de AbadEzau dualiteit. Abad is de dienstknecht. In de Judaïstische literatuur wordt de profeet Abadja verbonden aan de Abadja die eens in de tijd van Elia honderd profeten verborg in een grot tijdens de profeten-vervolging, om hen te voeden. Dit is ook een beeld van de voedende godin van het huishouden, Parvati. In de Judaïstische literatuur wordt er vanuit gegaan dat Abadja door het voeden van de profeten zijn profetische gaven ontving. Ook Jakob voedde Ezau. Het gevoed worden is een beeld van overgave, wat ook bij de Indologische tentgodin Parvati hoort. Door het gevoed worden stelt men zich ook onder een bepaalde tucht die hoort bij de boodschap, om zo de boodschap zuiver te houden. Vandaar dat zowel Jakob als Abadja Ezau tuchtigden. Als een moeder een kind alleen maar voed en geen regels en geduld bijbrengt, dan kunnen we stellen dat het een slechte moeder is die niet om haar kind geeft. Het zijn de verwenmoeders die alleen maar lief en aardig gevonden willen worden. Wee u wanneer iedereen wel van u spreekt. Een ware moeder leert haar kind timing, door de natuurwetten, opdat de ziel van het kind niet verloren gaat. Zo'n moeder is niet gericht op het materiele, maar op de eeuwige natuurwaarde van het kind. Zij heeft ook het hiernamaals op het oog. De ware moeder leert het kind de exotische natuur-taal, die best ingewikkeld kan zijn, maar het is voor het bestwil van het kind. Er was altijd al een strijd tussen Israël en Edom, tussen Jakob en Ezau. Eens nam David Edom in en kreeg zo toegang tot de kopermijnen van Edom en ook de handelsroutes kwamen onder Davidisch gezag, waardoor Edom een Israëlitische provincie werd, wat in Salomonische tijden weer veranderde. Het ging op en neer, omdat het een dualiteit is. Deze twee delen horen bij elkaar. Juist in de voeding van de moederborst is ook de tucht inbegrepen die ervoor zorgt dat Edom aan zichzelf kan afsterven :

Abadja 16-Ja, zoals gij gedronken hebt op mijn heilige berg, zullen alle volken zonder ophouden drinken; ja, zij zullen drinken en zwelgen, en zij zullen worden, als hadden zij nooit bestaan. Klaagliederen 4:21-Verblijd en verheug u maar, gij dochter van Edom, gij, die woont in het land Uz – ook tot u zal de beker komen, gij zult dronken worden en u ontbloten. De heilige dronkenschap is een beeld van het afsterven aan de lagere wil, waardoor ontbloting plaatsvindt, oftewel openbaring. Ook Edom moet tot overgave komen, wat al gebeurde toen Adam, het wortelwoord van Edom, zich overgaf aan de boom der kennis, aan het Woord van Kennis. Eva werd aangesteld tot de Uma, de moeder, van de hongerenden, oftewel als Parvati. Adam kwam tot de kom. Door David werd Edom een onderdeel van Israël, als de schatten van Israël, want Edom stond bekend om zijn wijsheid. Edom moest komen tot de tent in duistere wildernis, tot de zwarte Parvati, wat ook in de Levitische bijbel wordt besproken. Hij was een kind van de wildernis. Parvati is in het hindoeïsme als het thuiskomen. Dit is niet als het thuiskomen in de stad, op materialistische wijze, maar als het vinden van de oer-spiritualiteit, het gaan over de rivier die de stad en de wildernis gescheiden houdt, en dan te komen tot de natuurbron in de diepte van het oerwoud. De mens is maar een zucht, en alles gaat voorbij. Daarom is het belangrijk om jezelf te richten op de dingen die eeuwigheids-waarde hebben. Verkeerd leven loont op den duur niet, want het is maar een spiegel, waardoor je alles slechts jezelf aandoet, is de boodschap van Abadja. Om ons heen mogen sommigen dan verkeerd leven in onze ogen, maar dan kunnen we dus of helemaal wegzakken in de drama hierover, of het gaan beschouwen als een orakel, als een weerspiegeling van onszelf die nog niet begrepen is. Alle dingen hebben zowel een positieve als een negatieve zijde in het verhaal. Dat is het geheim van de Edoms-spiegel van Abadja. Hoofdstuk 35. Het Heilige Geheim van de Olifant Er zijn twee soorten mensen : asceten en hedonisten (materialisten). Door ascetisme, soberheid, voorzichtigheid, wordt de mens aangesloten tot de oneindige natuurkennis. Materialisten worden aangetrokken tot materialisme, tot oppervlakkigheid en worden zo ook tegengehouden om tot de oneindige kennis te komen. Shiva staat voor ascetisme. De aantrekkingskracht tussen Shiva en Parvati was gebaseerd op ascetisme en niet het materialisme, want dat zou hun relatie vernietigen. Materialisten zijn stads, terwijl asceten in de wildernis leven, zoals ook Shiva, die de hindoe-wortel is van de Ezau mythe. Materialisten zijn roekeloos, overmoedig, en grenzeloos, terwijl asceten gedisciplineerd zijn, bezonnen, met mate, en erg voorzichtig. Ze denken over alles wel meerdere keren na voordat ze ergens inspringen. Ook zijn het kruisdragers. Ze zoeken niet naar snelle, goedkope en bedriegelijke oplossingen voor het gemak. Ze huiveren als ze het woord gemak horen, want ze willen diepte en echtheid. Ze zijn waakzaam en weten dat gemak het alarm zou kunnen doven. Ze willen niet in slaap vallen. Shiva wordt in de Mahabharata ook besproken als een

wildernis bewoner. Parvati wilde altijd alleen zijn als ze ging baden, en van haar zweet en vuil schiep ze de jongen Ganesha, die haar privacy moest bewaken, als een emanatie van haar. Toen Shiva terugkwam herkende hij zijn zoon niet, en onthooft de jongen die hem de weg verspert. Dit resulteert in een grote oorlog tussen Parvati en Shiva, en Shiva geeft de jongen een olifantenhoofd om Parvati's woede te sussen. Dit is één van de belangrijkste mythes van het hindoeïsme, met een diepe betekenis. Ganesha is één van de belangrijkste goden van het hindoeïsme, en belangrijk om het christendom te verstaan. Het is ook één van de bekendste goden van India. Toen ik jong was had ik eens een visioen van een jongetje die op een olifant reed in een adembenemend prachtig oerwoud. Ik wist toen nog niet wat visioenen waren, dus ik bestempelde het als een fantasie, maar het had een diepe impact op me wat ik nooit meer ben vergeten. Het raadsel van de olifant heeft mij altijd gefascineerd. Natuurlijk is het beeldspraak. Het is één van de grootste krachten van de natuur. En ook één die één van de diepste geheimen van de natuur draagt. Ik ben me bewust van de heiligheid van deze woorden en dit mysterie. De olifant is als een touw aan de mond, zijn slurf. Het is iemand wiens tong is "gebonden", bedwongen en getemt. Het is iemand die een wachter voor de mond heeft gezet, zoals dat ook terugkomt in Psalm 141 : 3 Here, stel een wacht voor mijn mond, waak over de deuren van mijn lippen; 4 neig mijn hart niet tot iets kwaads om in goddeloosheid boze daden te volvoeren met mannen die bedrijvers van ongerechtigheid zijn, en laat mij van hun lekkernijen niet eten. Het is dus een belangrijke eigenschap van de asceet, die zijn tong heeft gedisciplineerd. De olifant is metaforisch een keten hebben om de nek, wat ook weer metaforisch is voor "het geleid worden in je spreken." Wij mogen alleen maar heilige, goddelijke woorden spreken, want wij zullen geoordeeld worden (karma ontvangen) voor elk ijdel woord wat wij zullen spreken. Dit houdt niet in dat alles letterlijk waar en politiek correct moet zijn naar menselijke maatstaven. De tong van God spreekt in orakelen, in gelijkenissen. Hoe meer ik God leerde kennen, hoe rebelser ik werd naar het aardse systeem. De tong van God gaat dus tegen de tong van de mensen in. Mensen zullen soms zeggen van de profeten : "Spreken zij niet slechts in raadsels ?" Vleselijke mensen kunnen namelijk het geestelijke niet begrijpen. Het is voor hen koeterwaals. Ze zijn er dan ook als de kippen bij om je als ziek te bestempelen, als je niet helemaal spreekt volgens het boekje, en als je niet denkt zoals zij denken. Een profeet krijgt van alles naar zijn hoofd geslingerd. Door zijn grote intelligentie en zijn geletterdheid ontmaskert hij de huidige toestand, en dat wordt hem vaak niet in dank afgenomen. In de Egypte Code hoort dit bij Kaïn. Ganesha, Kan-esha, is in de gnosis de verbinding tussen Kaïn en Ezau, Kaïn-Ezau. Zonder de bedwongen tong kunnen wij niet tot het heilige paradijs komen. Vandaar dat Ganesha dus een belangrijke sleutel is. In een visioen veel recenter zag ik de kop "afrollen" van een Ganesha-man/ jongen. De nek brak, en het hoofd hing er slap bij, en de man/ jongen werd als "vee", met een "weeeeeeeh" geluid. Dit is ook het geluid wat babies maken. Zowel vee als babies zijn onder het Ganesha mysterie. Dit komt ook weer terug in het Nieuwe Testament bij de geboorte van Johannes de Doper. Zijn vader Zacharias kon vanwege dit mysterie niet meer spreken, nadat een engel aan hem was verschenen. Pas bij de besnijdenis van Johannes de Doper kon Zacharias weer spreken. Ook Johannes de Doper werd net zoals Ganesha onthoofd. Het is een symbool van de besnijdenis van het spreken, van de

tong. Hoofdstuk 36. De Steniging van Zacharia We zagen hoe belangrijk het is een wachter voor de mond te hebben, waarvan de slurf van de olifant een beeld is, het gehele Ganesha mysterie van India. Het boek Zacharia, Zekaryah in het Hebreeuws, ZKR, heeft Sokar, SKR, ZKR, als Egyptische wortel. Sokar of Seker is een Egyptische god van de onderwereld uit Memphis en nauwgerelateerd aan Ptah. Zijn naam betekent 'het reinigen van de mond', wat een symbool is van de wachter van de mond. Hij is ook 'hij die op het zand staat' en het vierde uur van de Amduat gaat over de woestijn van Sokar, waardoor de dode moet heentrekken om tot Sokar's grot van wedergeboorte te komen in het vijfde uur van de nacht. Dit zijn symbolen van de vruchtbaarheid van de natuur, van het afsterven aan het zelf, de lagere wil. Sokar is ook een god van de vruchtbaarheid van de aarde, van de natuur. Sokar bevindt zich in die grot als het heilige vlees wat de dode nodig heeft om in de onderwereld te kunnen leven. Sokar is het heilige lichaam van de onderwereld. Dit wordt uitgebeeld door een slang, als een touw, wat weer verbonden is aan de geketende mond, als de getemde, gedisciplineerde, reine mond, wat in verband staat met Ganesha, de heilige olifant uit India, de god van de doortocht. Onder de grot van Sokar ligt de poel des vuurs, wat ook zijn adem is. Dit is een beeld van de urim, de toetser. Dit is de speer in de mond in het boek Openbaring. Sokar is dus zowel de wachter van de mond als van de poel des vuurs, als de wachter van de baarmoeder waarin verjonging is. Dit was ook de taak van Ganesha, die de badplaats van zijn moeder Parvati moest bewaken. Dit komt ook weer terug in de Davids-mythe, waarin David nauwgezet de badplaats van Batseba in de gaten hield. In die zin is de poel des vuurs dus onmisbaar om terug te keren tot het paradijs. Hierin sterft de mens aan het zelf en wordt zo wedergeboren. Hierdoor ontvangt de mens een wachter voor de mond. Deze wachter is dus ook degene die de mond op de juiste momenten zal openen. De heilige gebondenheid heeft alles te maken met het bedwingen van de tong. De tong moet als een slang getemt worden. De grot van Sokar wordt bewaakt door de dubbele Aker-leeuwin, wat terugkomt als Hagar in de Judaïstische mythologie. Sokar is een beeld van Ismaël, die de woestijn was ingezonden, samen met zijn moeder, Hagar. Aan het einde van het vijfde uur staat Sokar tussen de dubbele Aker-leeuwinnen in. Sokar (skr, skkr) betekent ook de verhongering, als een beeld van het leeg worden, de ramadan. Dit is in het Egyptisch verbonden met komen tot de details, tot decoreren. Ook is het verbonden aan het openen en openbreken van een deur (seqer). Ismaël is de toetser in het Judaïsme, in die zin "ieders vijand" (Vgl. II Korinthe 10:5). In het boek Zacharia van de kleine profeten wordt dit Sokar mysterie in de diepte uitgewerkt, en wordt zo het Ganesha mysterie ontsluierd. In de mythe werd Zacharia gestenigd, wat een beeld is van :

1. Het de wet voorlezen, omdat stenen beelden waren van de wet. 2. De verzachting van het hart. Dit is dus een symbolische dood waar iedereen doorheen moet. Zonder de steniging ontvangt niemand een wachter voor de mond. De stenen zijn eben in het Hebreeuws, met banah als wortelwoord, wat de tempelbouw betekent. Er moet een nieuwe tempel in ons gebouwd worden. De tempel van de verkeerde natuur moet afgebroken worden. Dit is ook waarom een mens soms bultjes of puistjes heeft, of littekentjes, als herinnering aan die symbolische steniging. Het hoort bij het diepere leven. Steniging is caqal, skl, in het Hebreeuws, uitgesproken als sakal. Skl in het Aramees (sukkal) is de plaats van kennis door ervaring, zintuigelijkheid. De symbolische stenigings-ervaring is dus noodzakelijk om profetische gaven te ontvangen. Hierom komt de steniging zo vaak terug in zowel het OT als het NT. Het is een standaard initiatie-mythe. In die zin zijn grote visioenen en diepe profetische gaven een resultaat van grote "stenigingen", ervaringen waardoor de wet diep in ons wordt geprint. Hoofdstuk 37. Het orakel van Habakuk Zekaraya (Zacharia), ZKR, oftewel de Egyptische Sokar, de wachter en reiniger van de mond, komt van het Sanskrite sagra, sgr, skr, wat volledig betekent, als de volledige overgave. Ook betekent het volharding, sagraha. Dit is ook de boodschap in de grondteksten van het boek Leviticus dat het offer volledig moet zijn om God te kunnen behagen. In het Sanskrite gaat dit zo ver dat het een heilige hardnekkigheid is, sagraha. Dit wordt uitgebeeld als het gevuld zijn met krokodillen. Ook is de indologische zkr-wortel de vrouw en de huiselijkheid (sahacari, zkr), en het samenzijn met haar (sagrha, zkr). ZKR is in die zin een benaming voor de godin Parvati. Ook is het een woord voor rust (zakura, zkr). In de gnosis wordt Zacharia, ZKR als ZK-R ook beschouwd als de psalmen (R) van Izaak (zk), want de R in de amazone taal staat voor de psalmen. Habakkuk heeft de BK wortel die wijst op verschillende Afrikaanse godinnen en Bakroe (BK-R) in de amazone gnosis, waarvan Rebekkah, de vrouw van Izaak een anagram en een andere naam is (RBK). In de Bilha komt zij ook voor als de godin Delilah in de Simson mythe. De B is de voethieroglyph in zowel de Egyptologie als de Amazonologie, wat een beeld is van diepte en zorgvuldigheid, tederheid. De B staat in de amazone taal voor het offerfeest. De K is als Iku gewoon een algemene benaming voor god. Habakkuk is dus in diepte gewoon het psalmenboek van Bakroe of Rebekkah. Zij is de moeder van Jakob (ykb), waarvan Habakuk een anagram is (ybk). Jakob moest geweld zien en ongerechtigheid. Hij moest het offerfeest zien. Zijn moeder was de godin, als een offerdienst. Het was een gewelddadig visioen met een diepere betekenis. Hij werd hierdoor gekweld. Hij had lang door de woestijn gezworven, en toen begaven zijn zintuigen het en kreeg hij deze zware hallucinaties, waarin hij de diepere realiteit zag, die hij eerst niet begreep.

Habakuk 1 1De godsspraak, die de profeet Habakuk (ybk, een anagram van ykb in de gnosis, Jakob) geschouwd heeft. 2Hoelang, Here, roep ik om hulp, en Gij hoort niet; schreeuw ik tot U: geweld! en Gij verlost niet? 3Waarom doet Gij mij ongerechtigheid zien, en aanschouwt Gij ellende? Ja, onderdrukking en geweld zijn voor mijn ogen, en er is twist, en tweedracht verheft zich. 4Daarom verliest de wet haar kracht, en nimmer komt het recht te voorschijn, want de goddeloze omsingelt de rechtvaardige, daarom komt het recht verdraaid te voorschijn. Rebekkah was een zeer huiselijke godin, net zoals Parvati, en zorgde voor Jakob in de wildernis. Jakob was een tentenkind die dichtbij zijn moeder leefde, maar in zijn Ezau-gedaante was hij nomadisch, zwierf hij, en aanschouwde de oorlog en de jacht. Dit was slechts een visioen. Hij keek naar zijn moeder die kookte. Hij zag zijn ego aan flarden gescheurd worden, omdat dat het heilige koken is, dat er afgerekend wordt met het vleselijke. Hij zag de geslachte beesten, en kon het niet begrijpen. Hij was het zelf. Nu moest er een diepere betekenis komen. Jakob moest ontwaken. Daartoe kwam het boek Habakuk. Hoe heeft dat anagram zich kunnen vormen, van YKB, Yakob, tot YBK, Habakuk ? Toen Jakob (YKB) de rivier de Yabboq (YBK) was overgegaan had hij een worsteling met een engel. Yabboq betekent leeg worden. Dat is ook wat de wortel bqq betekent, geheel leeg worden, leeg maken. Dit is dus een beeld van het toetsen. Het boek Habakuk (ybk) is dus de rivier waarover Jakob moet gaan om te toetsen, om de worsteling te hebben met God. Vandaar dat dit een heel belangrijk boek is. Jakob moet over die rivier gaan om tot diepere betekenissen te komen, om zo een ontmoeting te hebben met de godin. Eerst ziet hij niets anders dan geweld. Het is namelijk een andere realiteit, en dan botsen de twee realiteiten en dan is er onweer. Toen ik als kind de Moeder God ontmoette gebeurde dit in een nachtmerrie tijdens groot onweer. Toen riep ze mijn naam. Toen schrok ik wakker, en er was inderdaad onweer. Dit is zo ingrijpend geweest, en ik begreep er toen niets van. Ik was namelijk niet opgevoed met een Moeder God, maar in een zwaar protestants gezin. God was een man. Er was geen plaats voor een moeder beeld. Later begon ik te beseffen wat er was gebeurd. Mijn nachtmerries waren zo gewelddadig, omdat het twee realiteiten waren die met elkaar botsten. Pas rond mijn twintigste begon er meer rust te komen, meer betekenis. 13Gij, die te rein van ogen zijt om het kwaad te zien, en die het onrecht niet kunt aanschouwen, waarom aanschouwt Gij de trouwelozen en zwijgt Gij, als de goddeloze verslindt hem die rechtvaardiger is dan hij, 14zodat Gij de mensen maakt als vissen der zee, als het kruipend gedierte, dat geen heerser heeft? 15Hen allen trekt hij op met de haak, sleept ze in zijn net en vergadert ze in zijn zegen; daarom is hij verblijd en hij jubelt. 16Daarom slacht hij offers voor zijn net en ontsteekt ze voor zijn zegen; want door deze is zijn deel vet en zijn spijs overvloedig. 17Zal hij daarom zijn net ledigen, en voortdurend volkeren doden zonder mededogen? De mens is dus zelf het offer. De mens moet tot God komen opdat het ego kan afsterven. De vis en het vee zijn hiertoe metaforen. Wanneer we dus lezen over al die offers, dan gaat dit over onszelf. Dit is de enige manier om tot de ontwaking te komen, tot de hogere openbaring. Het heeft dus een doel, en dat moet de mens leren begrijpen. Het zijn de materialisten en de hedonisten die dit allemaal hebben verletterlijkt. Habakuk 2 1Ik wil gaan staan op mijn wachttoren en mij stellen op de wal, ik wil uitzien naar wat de Here tot mij spreken zal, en wat ik moet antwoorden op mijn klacht. Na deze gewelddadige visioenen wil Jakob de betekenis weten. Het houdt hier dus niet op, en dan is

hij weer even die rusteloze, nomadische Ezau, op zoek naar een verklaring. Hij staart naar zijn moeder, Rebekkah, naar de pot, en naar het vlees wat zij hem brengt, als naar een orakel. Hij is nog steeds in het visioen. Hij heeft contact met de Moeder God die hem wil onderwijzen. Hij is over de rivier de Jabbok gegaan, dieper de wildernis in, en hij worstelt met de Moeder God. Hij wil haar niet laten gaan. Na de oorlogsgodinnen, Kali en Durga, te hebben ontmoet, komt hij tot de huiselijke godin, de tentgodin, Parvati. Hij eist uitleg. Hij kan niet meer leven met het in zijn ogen zinloze geweld. Hij is in diepe verwarring. Hij is in diepe afzondering geweest, zoals Ezau, en nu keert hij terug tot de gemeenschap, het sociale, het kerkelijke. Hij is losgekomen van het stadse. Hij is nu in het mysterie van verzoening in diepere natuur. Hij is aan zichzelf afgestorven, aan zijn ego, en hij wacht op de verbinding met het Woord. Hij is waakzaam en op zijn hoede. Hij wil niet misleid worden. Hij weet dat juist ook in diepe wildernis zoveel gevaren zijn die hem kunnen afleiden van het doel. In het oerwoud overleven maar enkelen. Hij worstelt niet alleen met God, maar ook met zichzelf. Jakob is tot Pniël gekomen, achter de Yabbok rivier. Het eist van hem volkomenheid, het geheel afleggen van het ego. Dit moet hij overwinnen. Hij moet bovenal zichzelf overwinnen. Hij is geplaatst in de arena. Hij strekt zich uit tot de hemelse leer, en toetst deze. 2Toen antwoordde de Here mij: Schrijf het gezicht op en zet het duidelijk op tafelen, opdat men het in het voorbijlopen zal kunnen lezen. 3Want wel wacht het gezicht nog tot de bestemde tijd, maar het spoedt zich zonder falen naar het einde; als het vertoeft, verbeid het, want komen zal het gewis; uitblijven zal het niet. Hij moet over alles mediteren, er werk van maken. Het is creatief materiaal. Hij kan er wat mee, en zo zal hij zijn pad vinden. Hij schrijft het op zodat hij er tot kan terugkeren, om meer diepte te zien. 6Wee hem die zich verrijkt met wat niet van hem is – tot hoelang? en die gepand goed op zich laadt! 7Zullen niet plotseling opstaan zij die u bijten, en ontwaken zij die u schrik aanjagen, zodat gij hun worden zult tot een gewisse buit? 8Omdat gij vele volkeren geplunderd hebt, zal al wat van de natiën overgebleven is, u plunderen, vanwege het vergoten mensenbloed en vanwege het geweld het land, de stad en al haar inwoners, aangedaan. 9Wee hem die onrechtmatig gewin bijeenbrengt voor zijn huis, om zijn nest te maken in de hoogte, ten einde zich te redden uit de greep van het onheil! 10Gij hebt schande tegen uw huis beraamd, toen gij het voornemen hadt vele volkeren te verdelgen; dus hebt gij uw leven verbeurd. 11Want de steen schreeuwt uit de muur, en de balk antwoordt hem uit het houtwerk. Hij mag zich dus niet zomaar met alles verrijken, maar hij moet toetsen, in worsteling en leegte, anders komt hij ook onder het oordeel. Hij moet alles eerlijk verdienen, en niet overmoedig grijpen naar dingen die niet van hem zijn. Jakob moest zeven jaar werken om tot een dynamiek van de godin te komen, en toen nog eens zeven jaar voor een andere dynamiek in de Lea en Rachel mythe. Jakob werd onder loondienst geplaatst, en geen gemakkelijke, goedkope genade. Parvati zou zich niet zomaar aan hem geven. Zij was niet geinteresseerd in snelle materialistische paarden, maar in zijn ascetisme. 14Want de aarde zal vol worden van de kennis van des Heren heerlijkheid, gelijk de wateren die de bodem der zee bedekken. Zo had Jakob in de gnosis een goede toekomst. 12Wee hem die de stad met bloed bouwt, en de veste op onrecht grondvest! 13Ziet, is het niet van de Here der heerscharen, dat de volkeren zich vermoeien voor het vuur en de natiën zich afmatten voor niets? 15Wee hem die zijn naaste doet drinken en er uw gif bijmengt, en hem ook dronken maakt om hun

naaktheid te aanschouwen! 16Gij hebt u verzadigd met schande in plaats van met eer, drink gij nu ook en ontbloot u. Tot u zal zich wenden de beker van de rechterhand des Heren, en grote schande zal komen over uw heerlijkheid. 17Want het geweld, de Libanon aangedaan, zal u bedekken, en het uitroeien van de dieren zal u verschrikken, vanwege het vergoten mensenbloed en het geweld het land, de stad en al haar inwoners, aangedaan. 18Wat baat het gesneden beeld, daar zijn maker het gehouwen heeft; het gegoten beeld, dat een leugenleraar is, dat de maker op zijn maaksel vertrouwt, terwijl het stomme afgoden zijn, die hij maakt? 19Wee hem die tot een stuk hout zegt: Ontwaak, en tot een stomme steen: Word wakker. Zou die onderrichten? Zie, hij is gevat in goud en zilver, doch er is volstrekt geen geest in hem. 20Maar de Here is in de heilige tempel. Zwijg voor de Here, gij ganse aarde! Het letterlijke zal dus meer diepte gaan krijgen en overgaan in het geestelijke, opdat het letterlijke niet meer zal kunnen bestaan. Dit zal gebeuren door de oprichting van de natuur school. Dit is een evolutie proces. Habakuk 3 1Het gebed van Habakuk, de profeet. Op Sigjonot. 2 Here, ik heb de tijding aangaande U vernomen, ik ben, Here, met vreze voor uw werk vervuld; roep het in het leven in de loop der jaren, maak het openbaar in de loop der jaren; gedenk in de toorn aan ontfermen! 3God komt van Teman en de Heilige van het gebergte Paran. Jakob komt zo meer en meer tot de heilige Vreze, zowel in het voorzichtig zijn als in de overgave, vanwege de overweldiging door het Woord. Hij wordt gebonden met de heilige touwen van de openbaring van het Woord. God komt van Teman, wat een Edomitische clan is, bekend om hun wijsheid. God is dus onlosmakelijk verbonden aan het Ezau mysterie (Esav, SV), wat zijn wortels heeft in Siva. Ook één van Job's vrienden was een Temaniet. Paran is een gebied van grotten, met verborgen hemelse sieraden. Jakob is hier op zijn heup geslagen en kan niets anders dan buigen. Hij is een verbroken man die de diepte van alles heeft gezien. Sigjonot duidt in het Hebreeuws op de geestesvervoering waardoor hij is losgeraakt. Hoofdstuk 38. Het Raadsel van Hosea Ezau is als een abad, een dienstknecht, in het Hebreeuws, die er op uit gezonden wordt voor het volvoeren van taken. Dit kan ook gewoon heel huiselijk zijn. Het komt terug in het boek Abadja, de dienstknecht van God, die Edom, Ezau, temt. De dienstknecht is een getemde, zoals ook Shiva als een abad moest worden getemt door Parvati. De BD wortel van de abad komt ook weer terug in het Boeddha, BD verhaal.

Die lijn komt dus terug in Abadja, maar ook in Sefanja, Siva-N, waarin de N de oerhieroglyph is van de nomadische peddelaar. Siva, de asceet die tot een abad, een dienstknecht, is gemaakt, tot de natuurkennis, gaat dus net als Ezau op een dodenreis door de wildernis van de onderwereld, ook net zoals Ra in de Egyptologie, wat dus terugkomt in het boek Sefanja. Zo moeten we het boek Sefanja ook begrijpen, als een dodenboek, als het afsterven aan het ego. Zefanja (Siva-N) 1 2Volkomen zal Ik alles van de aardbodem wegvagen, luidt het woord des Heren. 3Ik zal wegvagen mens en dier, Ik zal wegvagen het gevogelte des hemels en de vissen der zee, en de ergernissen met de goddelozen; ja, Ik zal de mensen van de aardbodem uitroeien, luidt het woord des Heren. 4Ik zal mijn hand uitstrekken tegen Juda en tegen alle inwoners van Jeruzalem, en Ik zal uit deze plaats uitroeien het overblijfsel van Baäl en de naam der afgodsdienaren met de priesters, 5en hen die op de daken zich nederbuigen voor het heer des hemels, en die zich nederbuigen en zweren bij de Here en zweren bij hun Moloch; 6ook hen die van de Here afvallen, en die de Here niet zoeken noch naar Hem vragen. Hier zien we dus weer de eis van het offer, en we weten dat de beesten die weggevaagd zullen worden beelden zijn van het ego, dus niet letterlijk, maar symbolisch. Het staat voor alles wat geen dienstknecht van de natuurkennis is. Zo begint de tocht van Zefanja, de nomadische Siva (Esav) door de onderwereld. Deze tocht gaat dus erg diep. Er moeten heel wat valse geesten, valse karakter-eigenschappen, losgesneden worden. 7Zwijg voor het aangezicht van de Here Here, want nabij is de dag des Heren; want de Here heeft een offermaal bereid; De Here heeft de genodigden geheiligd. 8Het zal geschieden ten dage van het offermaal des Heren, dat Ik bezoeking zal doen over de vorsten en over de koningszonen en over allen die uitheemse kleding dragen. Het zwijgen wijst terug op een wachter voor de mond krijgen, wat Zefanja hier krijgt, als de nomadische Siva die komt tot zijn innerlijke kind met de olifantenkop, Ganesha. Dit gebeurde door toedoen van Parvati. Zonder Parvati zou Siva-N, Zefanja, nooit de wachter voor de mond hebben gehad. Parvati gaf geboorte aan Ganesha, als een beeld van de innerlijke Siva. Er gebeurt een verschrikkelijk oordeel in het boek Sefanja. Het is als de komst van Kali, Kèlè, als de naakte Abaddown, de vernietiger, die voor het aangezicht van de Here staat in het boek Iyowb. Zij is de bewaker van de oer-afgrond, van de baarmoeder. Zij kwam om Iyowb daarnaar terug te nemen, en Iyowb wist dat hij ook de naaktheid in zou moeten gaan, als ontmaskerd. Kali stond in haar naaktheid op de naakte abad, Siva. Haar sieraden waren gemaakt van mensenschedels. Zo vreesde de abad de natuurkennis, omdat die allereerst zeer verwoestend was. Eerst moest er zoveel afgelegd worden. En dan zien we een overblijfsel in dat oordeel, die een gezuiverde tong hebben, een getemde tong, een wachter voor de mond. Zij zullen geen leugen spreken. Zij hebben een voorzichtige tong, vol van heilige vreze. De abad Siva is tot een Ganesha geworden, Kaïn-Ezau. Kaïn betekent het klagen. Het is het klagen van Ezau. Er zijn geen hoogmoedige en overmoedige woorden meer. De mond is vervuld met klaagliederen. Gan is ook tuin in het Aramees, als de tuin van Ezau, of het beloofde land van Ezau, het Kanaan van Ezau (KN). Ps. 119:20 - Mijn ziel is verbroken vanwege het verlangen naar uw oordelen ten alle tijd. Als we dan gaan inzien hoe belangrijk het oordeel is over het ego, dan gaan wij ernaar verlangen, zoals ook Iyowb verlangde naar Abbadown, en zoals Siva verlangde naar Kali, Kèlè. Hij wist dat

hij alleen door Abbadown, de wachter van de afgrond, tot de oerbaarmoeder kon ingaan. Hier was hij naakt uit voortgekomen, en zou hij naakt tot wederkeren, wat symbolisch is in de zin dat er niets tussen ons en de natuurkennis mag zijn. Wij mogen niets voor de natuurkennis achterhouden. Hosea moest met een innerlijk verdeelde vrouw trouwen die hem altijd bedroog, een overspelige vrouw. Wat beeldt dit uit in de diepte ? De natuurkennis gepersonificeerd als de godin bestaat uit verschillende delen die allemaal een bepaalde cryptische waarde hebben en zich aan verschillende elementen hechten. Vandaar dat dit niet allemaal alleen tussen Hosea en Gomer blijft. Er is een verbinding tussen monogamie en polygamie, zoals er een verbinding is tussen monotheïsme en polytheïsme, omdat er eenheid in verscheidenheid is. Het is een dualiteit in de zin dat het zowel goed als verkeerd is. Er is een groot lijden voor de mens hierin totdat de mens hiertoe ontwaakt, en dan is het nog een bepaald lijden, maar dan meer vanuit de rust en een dieper inzicht. Hosea is het portaal tot de kleine profeten, het eerste boek, en het betekent de leegte, het geven van ruimte. Hosea moet ook leren te accepteren hoe Gomer, zijn vrouw, is. Hij moet leren haar die ruimte te geven. Toch mag hij haar ook niet opgeven. Hij moet dus een balans leren vinden, en diepte vinden in het probleem. Ook Hosea is een dodenboek. Hij moet een tocht maken door de onderwereld. Hosea hangt aan een ingewikkelt kruis en gaat door een moeilijke initiatie. In hoofdstuk 2 zien we dan dat er toch een echtscheiding is gekomen : 1Klaagt uw moeder aan, klaagt haar aan, want zij is mijn vrouw niet, en Ik ben haar man niet. Laat zij haar ontucht van haar gelaat verwijderen en haar overspel van haar boezem, 2anders zal Ik haar naakt uitkleden en haar laten staan als ten dage toen zij geboren werd, haar maken als een woestijn, haar doen worden als een dor land, en haar doen sterven van dorst; 3en over haar kinderen zal Ik Mij niet ontfermen, omdat zij uit ontucht geboren zijn. 4Want hun moeder heeft ontucht bedreven; zij, die van hen zwanger geweest is, heeft schandelijk gehandeld. Want zij zeide: Ik wil achter mijn minnaars aan gaan, die mij mijn brood en water, mijn wol en vlas, mijn olie en drank geven. Er wordt hier flink gedreigd, want als ze zich niet bekeerd, dan zal ze naakt uitgekleed worden. Naaktheid is in de grondtalen een beeld van de ontmaskering en de openbaring. Dan zal Hosea dus de wildernis zien, de diepere realiteit : 13Daarom zie, Ik zal haar lokken, en haar leiden in de woestijn, en spreken tot haar hart. 14Ik zal haar aldaar haar wijngaarden geven, en het dal Achor maken tot een deur der hoop. Dan zal zij daar zingen als in de dagen van haar jeugd. Het is dus heel dubbel, omdat het diepere betekenissen heeft. Hosea zal de diepere natuurkennis in haar ontdekken, het goddelijke zaad. 15En het zal te dien dage geschieden, luidt het woord des Heren, dat gij Mij noemen zult: mijn man (dienstknecht), en niet meer: mijn meester. 16Ja, Ik zal de namen der meesters verwijderen uit haar mond; hun naam zal niet meer genoemd worden. 17Dan zal Ik boog en zwaard en oorlogstuig in het land verbreken, en hen veilig doen wonen. 18Ik zal u Mij tot bruid werven voor eeuwig: Ik zal u Mij tot bruid werven door gerechtigheid en recht, door goedertierenheid en ontferming; 19Ik zal u Mij tot bruid werven door trouw; en gij zult de Here kennen. Dit is het herstel van de Moeder God die in de vrouw cryptisch verborgen is, en de mens zal de Moeder God dienen, omdat het de natuurwet inhoudt, zonder welke geen leven mogelijk is. Hier zien we dat Kali, de oorlogsgodin, dan wordt tot Parvati, de huiselijke godin, opdat er rust komt. De wapenen zullen verbroken worden. Zo kan er verzoening komen tussen God en de mens. De mens moet door de nacht van de ontwapening teruggaan naar de oorsprong.

Hosea moest dus tot een soort wedergeboorte en ontwaking komen om alles anders te bekijken. In het derde hoofdstuk moest hij toen weer naar haar teruggaan. Dan vanaf het vijfde hoofdstuk gaat deze strijd verder tegen Efraïm, een Israëlitische stam, die nogal Laodiceaanse kwaliteiten schijnt te hebben. Hosea 12 9Maar Efraïm zegt: Waarlijk, ik ben rijk geworden, ik heb mij rijkdom verworven; in al mijn vermogen vindt men bij mij geen ongerechtigheid die zonde zou zijn. 10Maar Ik ben de Here, uw God, van het land Egypte af. Ik zal u weer doen wonen in tenten als in de dagen der samenkomst. 11En Ik zal tot de profeten spreken en Ik zal veel gezichten geven, en door de dienst van profeten zal Ik in gelijkenissen spreken. Openbaring 3 14 En schrijf aan den engel van de Gemeente der Laodicensen: Dit zegt de Amen, de trouwe, en waarachtige Getuige, het Begin der schepping Gods: 17 Want gij zegt: Ik ben rijk, en verrijkt geworden, en heb geens dings gebrek; en gij weet niet, dat gij zijt ellendig, en jammerlijk, en arm, en blind, en naakt. Laodice was in de mythe de vergiftigster, zoals ook de vrouw op het beest met haar giftige wijn, als de moeder der hoeren. In het OT was dat Efraïm, het naakte volk, wat een beeld is van ontmaskering en openbaring. Hosea zag nu de diepere naaktheid van zijn vrouw en wat het voorstelde. Het kon zich niet meer voor hem verstoppen. Hij was in zijn spionnenwerk en studie diep in deze duistere woestijntabernakel doorgedrongen, door het offer, door het kruis waaraan zijn ego stierf. Hij had te maken met een grote bedriegster : Hosea 5 2De afvalligen hebben een diepe valkuil gemaakt; terwijl Ik door hen allen ben terzijde geschoven. 3Ik ken Efraïm, en Israël is voor Mij niet verborgen. Waarlijk, nu hebt gij, o Efraïm, ontucht bedreven; Israël heeft zich verontreinigd. Hosea 12 1Met leugen heeft Efraïm Mij omringd, met bedrog het huis Israëls – terwijl Juda zich voortdurend bandeloos gedraagt tegenover God en tegenover de Hoogheilige, die getrouw is. 2Efraïm weidt wind, en jaagt de gehele dag de oostenwind na, het vermeerdert leugen en verwoesting. Laodice, oftewel Efraïm, zit op het beest, gewapend met gifpijlen. Zij moet de lagere natuur overwinnen, haar eigen zelf. Het lauwe Laodicea moet vergaan. Dit is geen materieel pad. Het is het pad van Tantalus, van de Vur, het natuurpad waarin wij moeten minderen, tot soberheid kunnen komen, om zo de rijkdom van de natuur te kunnen zien en ervaren.

Hoe is dit gekomen dat zij zich zo rijk waande ? Laodicea lag in Frygisch gebied. In de mythologie kwamen diverse koningen daar vandaan, zoals Midas die alles in goud veranderde wat hij aanraakte. Zij zijn onder een zekere "air". Hierdoor kunnen anderen hen niet bereiken. Ook Tantalus kwam namelijk uit dit gebied. Tantalus staat bekend om zijn onbereikbaarheid. Alles wat hij wilde vastgrijpen gleed altijd van hem weg, ook als hij iets wilde eten, dan bewoog het voedsel van hem weg. Efraïm is in die zin ongrijpbaar. Toch kreeg Hosea een zekere sleutel. Efraïm betekent de dubbele, en dubbele vruchtbaarheid. En het is ook heel dualistisch : Hosea 7 8Efraïm vermengt zich met de volken. Efraïm is een koek die niet gekeerd is. Dat is dus de taak van Hosea, om de koek te keren. Als er wordt gesproken dat Efraïm tot een woestenij zal worden, tot een wildernis, dan heeft dat twee betekenissen, want in de wildernis ligt ook de diepte. Het is een gimmick, en Hosea moet dat leren ontdekken. Hij moet het zich niet persoonlijk aantrekken wat Efraïm hem heeft aangedaan, maar hij moet het zien in de grotere context van de kennis. Hosea 9 7Dwaas is de profeet, waanzinnig de man des geestes, wegens de grootte uwer ongerechtigheid en omdat er grote vijandschap is. 8De wachter over Efraïm bij mijn God, de profeet – een strik van een vogelvanger is op al zijn wegen, vijandschap in het huis van zijn God. In de letterlijke zin is het niet waar, maar in de cryptiek is er een pad. Niet open zijn voor de cryptiek van dingen is een vorm van materialisme. Eerst grijpt het letterlijke de mens en test de mens, maar daarna ziet de toetsende mens de cryptiek. In die zin zal alles wat de toetsende mens aanraakt "in goud veranderen," omdat hij de diepte kan zien. Laodice is in die zin iets van de toekomst. Zij leeft in een andere realiteit. Zij is niet rechtstreeks te bereiken, maar alleen over het natuurpad. Hosea haalt uit naar Efraïm als in een obsessie. Bijna het gehele boek gaat over Efraïm, maar Hosea moet eerst dieper aan zichzelf sterven om het raadsel te begrijpen. Hoofstuk 39. De Wijngaard van Hosea Hosea is in de Egyptische wortels een vissersgodin. Hosea is obsessief bezig met Efraïm die hem heeft verwond, en hij zit vast als een vis aan een lijn, maar zo wordt hij wel de natuurkennis ingetrokken. Efraïm die haarzelf rijk waant zonder gebreken komt terug in het NT als Laodicea, wat in het Grieks Laodika is. In de Sanskrite wortel is dit Ladika, wat dienstbaarheid betekent (slavernij,

slavenjongen) en ladukka, wat zoet vlees betekent. Dukka is ook een Aramees woord voor slachtplaats. Metaforisch gaat het hierom dat het hele probleem van oordeel en slachterijen op aarde in de diepte iets heel anders is, zodat het allemaal enigszins "verzoet" kan worden in een bepaalde mate. Laodika is al in deze realiteit, dus dan gaat het botsen. In het Orions is zij een wildernis-stam, net zoals Efraïm. Er is een grote kloof tussen het stadse gebied en het wildernis gebied. Als er contact is tussen deze twee gebieden dan is het alsof alle glazen wanden breken. De armen en de benen van de mens staan de natuurkennis nog te vaak in de weg. Zij stribbelen nog teveel tegen, dus moet de mens eerst tot een vis worden, om zo opgetrokken te worden tot het wildernisgebied. Dit komt ook weer terug in de Vur : Zij vertelt een verhaal, Zij blijft niet bij de drama hangen, Het gaat altijd weer dieper (126:5) Deze zeeen zijn te groot, Deze zeeen zijn onoverbruggelijk, Deze zeeen zijn eindeloos, Allen zullen in deze zeeen in vissen veranderen Er is geen doorkomen aan, Zij kunnen hier alleen maar dromen, Totdat de nachtmerrie toeslaat, Een vis zullen zij zijn (126:1-2) Alleen als vissen kunnen wij tot U naderen, oh Heilig Vuur, in het duisterste van de nacht. Ja, de voorhangsels van tempels zullen scheuren. Mijn gedachten kunnen mijn gevoel niet redden, ik heb Uw Woord nodig. (7:6-7) De velden van munt reiken tot aan de overkant, Zij gaan dwars door de rivier, Tot aan de oever waar een vrouw de was doet, Waar zij vist, Alleen als vissen zullen wij dit land binnen gaan (96:6) De mens moet de Jabbok rivier overgaan om in de leegte aan zichzelf te sterven, aan zijn armen en benen, om zo eerst tot vis te worden. Niemand komt op een andere manier tot de wilderniskennis. De armen en benen van de mens zijn corrupt. Ze snellen tot het kwaad en draaien alles om. De wilderniskennis zal niet rusten totdat alles is overstroomd en de mens tot vis is geworden. In de huidige situatie zal de mensheid niet kunnen bestaan. In de uitverkiezing zal de vissersgodin kijken wie zij ophaalt aan haar lijnen en in haar netten. Dit zullen alleen degenen zijn die daadwerkelijk volkomen aan zichzelf, aan hun armen en benen, hun woorden en daden, zijn afgestorven. Dat is een stuk Valkyrische Germaanse mythologie. Net zoals Jezus met zijn discipelen over de beek Kidron moest om de hof Getsemane binnen te gaan, als de voorbode van het sterven aan het ego. Zowel zijn handen als zijn voeten moesten doorboort worden. Vandaar dat Jezus ook wel de vis wordt genoemd, de ichtus. Ja, dat is en blijft een belangrijke mythe, maar alles wat er in het christendom van werd gemaakt is corrupt. Wij zullen dus in deze het spoor van de gnosis blijven volgen door de Jezus mythe heen, en er niet van afwijken. Het kan alleen daadwerkelijk begrepen worden in de context van het OT. Ook Vishnu uit de indologie werd in één van zijn incarnaties een vis. De mens kan alleen als een vis tot de wildernis komen. Met armen en benen is de bedreiging tot de natuur te groot. De hoogmoed en overmoed van de mens is gebouwd op zijn armen en zijn

benen. Daarom moet het vlees van de mens aan het kruis, of aan de paal geslagen worden. De wanden moeten doorstoken worden, zodat de mens niets meer vanuit zichzelf kan doen. Dat is het smalle pad die leidt tot de enge poort. Wie wil daar tegenwoordig naartoe gaan ? Het hedonisme viert vandaag de dag hoogtij, zoals voorspeld. Het christendom is hiervan één van de vormen. In het Grieks is het kruis, de stauros, ook de paal. In het Aramees is het zowel een kruis, een erecte paal, een galg, een executie-voorwerp of gewoon wreedheid. Dit komt ook terug in het eerste nachtgezicht van Zacharia, in het Aramees : Zacharia 1 (Aramees) 8Deze nacht heb ik een gezicht gehad: zie, een man, gezeten aan een donkergekleurde paal, en staande tussen de bomen in de diepte, en achter hem rode (donkere), gevlekte en witte paarden. 9Toen vroeg ik: Wat betekent dit, mijn heer? en de engel die met mij sprak, zeide tot mij: Ik zal u tonen, wat dit betekent. 10Hierop antwoordde de man die tussen de bomen stond, en zeide: Dit zijn zij, die de Here heeft gezonden om de aarde te doorkruisen. 11En zij antwoordden de Engel des Heren, die tussen de mirten stond, en zeiden: Wij hebben de aarde doorkruist en zie, de gehele aarde verkeert in volkomen rust. De man aan de paal wordt ook in de Psalmen genoemd, als David, en in het NT als Jezus, maar het komt vaker voor in de grondteksten van het OT, en het is symbolisch het pad om de eeuwige rust in te gaan. Het is een beeld van de visserij. Het tweede nachtgezicht : 18En ik sloeg mijn ogen op en ik zag toe, en zie, vier horens. 19Toen vroeg ik de engel die met mij sprak: Wat betekent dit? Hij zeide daarop tot mij: Dit zijn de horens die Juda, Israël en Jeruzalem verstrooid hebben. 20Vervolgens deed de Here mij vier timmerlui, geleerden (Aramees) zien. 21Toen vroeg ik: Wat komen dezen doen? En hij zeide: Dat waren dus de horens die Juda zo verstrooid hebben, dat niemand zijn hoofd kon opheffen; maar zij zijn gekomen om hen te verschrikken, om neer te slaan de horens van de volken, die hun horen hebben verheven tegen het land Juda, om het te verstrooien. De timmerlui zijn een symbool voor het doorboren. Zij sloegen David aan de paal, Jezus, en vele anderen, om het volk te verstrooien. Dit is in het Aramees metaforisch voor geleerden, voor kennis. Alleen kennis doet het ego afsterven. Geen ander truukje kan dit doen. Zacharia 2 Het derde nachtgezicht : 1En ik sloeg mijn ogen op en ik zag toe, en zie, een man met een meetsnoer (Aramees, swt) van psalmen in de hand (beoordeling van psalmen, heilige literaire structuren). 2Toen vroeg ik: Waar gaat gij heen? En hij antwoordde mij: Ik ga Jeruzalem opmeten en zien hoe groot zijn breedte en lengte zal zijn. 3En zie, toen de engel die met mij sprak, naar voren trad, ging een andere engel hem tegemoet, tot wie hij zeide: 4Snel heen, spreek tot die jongeling: als een open plaats zal Jeruzalem daar liggen vanwege de menigte van mensen en vee daarin. 5En Ik zelf, luidt het woord des Heren, zal haar een toets-muur (Aramees, urim-muur) zijn rondom, en een psalm (Aramees) binnen in haar. Dit is de tot standkoming van het Woord, de logos, door het toetsen. Het Woord bestaat uit psalmstructuren die de mens verbinden met de wilderniskennis, waarin de wilderniskennis is opgeslagen. Als de mens niet leert toetsen en meten, komt de mens nooit tot het Woord. In het Hebreeuws komt

het hier neer op het meten van de leegte (breedte) en het geduld (lengte). Zacharia 3 Het vierde nachtgezicht : 1Vervolgens deed de Here mij de hogepriester Jozua zien, staande vóór de Engel des Heren, terwijl de satan aan zijn rechterhand stond om hem aan te klagen. 2De Here echter zeide tot de satan: De Here bestraffe u, satan, ja de Here, die Jeruzalem verkiest, bestraffe u; is deze niet een brandhout uit het vuur gerukt? 3Jozua nu was met vuile klederen bekleed, terwijl hij voor de Engel stond. 4Toen nam deze het woord en zeide tot hen die vóór de Here stonden: Doet hem de vuile klederen uit. Hij zeide tot hem: Zie, Ik neem uw ongerechtigheid van u weg, Ik trek u feestklederen aan. 5Ik nu zeide: Laat ze een reine tulband op zijn hoofd zetten. Toen zetten zij een reine tulband op zijn hoofd en trokken hem een staatsiegewaad aan, terwijl de Engel des Heren erbij stond. 6Hierop vermaande de Engel des Heren Jozua: 7Zo zegt de Here der heerscharen: Indien gij in mijn wegen wandelt en de door Mij opgedragen taak waarneemt, dan zult gij zowel mijn huis richten als mijn voorhoven bewaken, en Ik zal u doen verkeren onder hen die hier staan. 8Hoor toch, gij hogepriester Jozua, gij en uw gezellen die vóór u zitten – zij zijn immers mannen die ten wonderteken dienen – voorwaar, zie, Ik zal mijn knecht, de Spruit, doen komen; 9voorwaar zie, van de steen die Ik vóór Jozua neerleg – op die ene steen zijn zeven ogen – zal Ik zelf het graveersel graveren, luidt het woord van de Here der heerscharen, en Ik zal op één dag de ongerechtigheid van dit land wegdoen. 10Te dien dage, luidt het woord van de Here der heerscharen, zult gij elkander nodigen onder de wijnstok en onder de vijgeboom. Jozua was eerst genoemd Hosea (Howshea), Num. 13:16, die later door Mozes Jozua wordt genoemd. Het boek Jozua gaat over de redding door het rode touw van Rachab uit het torenvenster. Het torenraam is een beeld van de mond, en het rode touw daaraan verbonden is het beeld van de wachter voor de mond, dus dat wijst weer terug op de olifantenzoon van Siva, Ganesha. Jozua kwam uit de stam Efraïm, het raadsel van Hosea en zijn grootste vijand. Dit is ook wat de Egyptologische versie van de Kaïn en Hobel mythe uitbeeldt, zoals beschreven in de Egypte Code en de India Code. Jozua wordt in het vierde nachtgezicht van Zacharia de grote kohen genoemd in het Hebreeuws, de hogepriester, de grote Kahen, Kayin, Kaïn, in het Aramees. Het Kaïn mysterie krijgt in Jozua namelijk nog meer diepte. Door Jeruzalem is er uitverkiezing, en door Jozua, die dus de diepte van Hosea is. Omdat de mens nog niet klaar was voor de diepte, hebben de hersenen voor de mens een cryptische realiteit om de mens heengebouwd. Hosea komt in de diepte tot het Jozua-raadsel van Efraïm, tot Laodike, de dienstbaarheid tot de diepte, om zo los te komen van de dienstbaarheid tot het letterlijke. Hij komt tot Laodike als tot de diepte van het vlees en offermysterie. Openbaring 3 De engel aan Laodike 18raad Ik u aan van Mij te kopen goud, dat in het vuur gelouterd is, opdat gij rijk moogt worden, en witte klederen, opdat gij die aandoet en de schande uwer naaktheid niet zichtbaar worde; en ogenzalf om uw oogleden te bestrijken, opdat gij zien moogt. 19Allen, die Ik liefheb, bestraf Ik en tuchtig Ik; wees dan ijverig en bekeer u. 20Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij. 21Wie overwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op mijn troon, gelijk ook Ik heb overwonnen en gezeten ben met mijn Vader op zijn troon.

De maaltijd is het verwerken en verdiepen van het ego, omdat dat de enige weg is het ego te overwinnen, door de demonologie, door het Hosea-verbond. De troon is de verkregen en verdiende onderscheiding, de interpretatie. Dit gebeurt in de diepte van de Hosea put die terugleidt tot Jozua. Jozua wordt zo gezuiverd, oftewel geinterpreteerd. In het Hebreeuws zijn de klederen van Jozua leugen en bedrog. Die werden toen afgedaan, als beeld van de interpretatie. In het Aramees zijn dit medische instrumenten, als het bedrog van de medische industrie. Er wordt teruggeleid tot het beeld van de wijnstok, de verbondenheid tot de bron, om vrucht te dragen. Deze wijnstok loopt dus van Kaïn door Jozua tot Hosea en Laodike, en heeft zijn wortels in het Ganesha mysterie. De vijgeboom die als laatst wordt genoemd is in het Aramees een beeld van pijnlijke plekken, als een metafoor van de gestenigde, oftewel degene in wie de hemelse wetten zijn ingeprint. Zacharia zou zelf de gestenigde zijn. 9voorwaar zie, van de steen die Ik vóór Jozua neerleg – op die ene steen zijn zeven ogen – zal Ik zelf het graveersel graveren, luidt het woord van de Here der heerscharen, en Ik zal op één dag de ongerechtigheid van dit land wegdoen. De steen is in het Aramees het pad, en ook een sieraad. Het is ook verbonden aan het oordeel van hagel, wat een metafoor is van de steniging en de tempelbouw. Dit is de kep in het Aramees, wat het hele Geb-mysterie is in de Egyptologie. De ogen zijn ook poorten en bronnen in het Aramees. Dan staat er in het Aramees dat de poorten geopend zullen worden, wat ook de opening is van een nieuw hoofdstuk van een boek. Hoofdstuk 40. Het Oversteken van de Grote Orionse Oceaan Als je dan door het prachtige exotische Kèlè-gebied van Orion bent getrokken waar zich het Orionse hindoeïsme bevindt, dan kom je uiteindelijk aan bij de grote Orionse oceaan. In de grote Orionse oceaan leven de lamoeren, kruizingen tussen haaien en dolfijnen. Het zijn snelle, magische vissen, die ook net als dolfijnen boven het zeewater uit kunnen springen. Achter de grote Orionse oceaan ligt het Èrk gebied. We gaan verder met de bespreking van de nachtgezichten van Zacharia, want in dit sieraad liggen de realiteiten van Orion. Het zijn diepe, exotische, rauwe buitenaardse portalen. Deze informatie wordt niet in de kerk geleerd. Zij houden de kerkers angstvallig gesloten. Zacharia 4 Het vijfde nachtgezicht 1De engel die met mij sprak, kwam terug en wekte mij zoals men iemand uit de slaap wekt. 2Hij zeide tot mij: Wat ziet gij? Daarop antwoordde ik: Ik zie daar een kandelaar, geheel van goud, met een oliehouder aan zijn top; hij heeft zeven lampen, en telkens zeven toevoerbuizen voor de lampen erbovenop; 3en twee olijfbomen steken boven hem uit, de ene rechts en de andere links van de oliehouder. 4Ik hernam en vroeg de engel die met mij sprak: Wat betekent dit, mijn heer? 5Toen gaf de engel die met mij sprak, mij ten antwoord: Weet gij niet, wat dit betekent? Ik zeide: Neen, mijn heer. 6Hij antwoordde mij: Dit is het woord des Heren tot Zerubbabel: niet door kracht noch

geweld, maar door mijn Geest! zegt de Here der heerscharen. 7Wie zijt gij, grote berg? Voor het aangezicht van Zerubbabel wordt gij een vlakte; hij zal de gevelsteen naar voren brengen onder het gejubel: heil, heil zij hem! 8En het woord des Heren kwam tot mij: 9De handen van Zerubbabel hebben dit huis gegrondvest, zijn handen zullen het ook voltooien, en gij zult weten, dat de Here der heerscharen mij tot u gezonden heeft. 10Want wie veracht de dag der kleine dingen? Zij zullen zich verblijden, als zij het paslood zien in de hand van Zerubbabel. – Deze zeven zijn de ogen des Heren, die de ganse aarde doorlopen. 11Ik nam het woord en vroeg hem: Wat betekenen deze twee olijfbomen rechts en links van de kandelaar? 12Andermaal nam ik het woord en vroeg hem: Wat betekenen de twee olijftakken, die door twee gouden buizen het goud van zich doen uitvloeien? 13En hij zeide tot mij: Weet gij niet, wat zij betekenen? Ik antwoordde: Neen, mijn heer. 14Toen zeide hij: Zij zijn de twee gezalfden die vóór de Here der ganse aarde staan. De twee olijfbomen aan weerszijden van de kandelaar. Zij zijn de twee getuigen die staan voor de natuurkennis. Dit "staan" is amad in het Hebreeuws, wat staan in geduld en volharding betekent. In het Aramees gaat het hier over de dualiteit van het zoonschap. Het is het onderdeel van een sieraad waartoe de mens moet ontwaken. Dit verklaart de strijd tussen Jakob en Ezau, Kaïn en Hobel, Abadja en Edom, Hosea en Efraïm enzovoorts. De kandelaar is in het Aramees een beeld van de sociale economie. Er moet een prijs betaalt worden. In het Aramees is de kandelaar een beeld van de mond die bedwongen wordt door vergif. De wachter van de mond is dus een natuurgif om ervoor te zorgen dat de mond niet overmoedig spreekt. Hier is de tandarts dan een heel wrang beeld van, als een allegorie. In het HebreeuwsAramees is dit de Nuwr, de urim-steen van het toetsen. Deze steen zondert alles af (niyr, Aramees). Het zijn de wortels van de me-nuwr-ah, de kandelaar. Zeven is in het Hebreeuws het getal van de offerdienst, sheba, wat uitgesproken wordt als sheva of shiva (Vergelijk siva in het hindoeïsme). Deze kandelaar staat in het Hebreeuws in de hemel. Zerubbabel staat voor de terugkeer uit de Babylonische ballingschap en de herbouw van de tempel. De ogen in het paslood van Zerubbabel zijn de mentale kwaliteiten in het Hebreeuws, en bronnen. In het Aramees zijn het ook poorten. In het Aramees betekent z't, s't, niet alleen olijfboom, maar ook de giftige daphne struik (daphne oloeides), ook wel rots of steenbloemen, muurbloemen, als beeld van de literaire structuren van de stenen. De steen is in het Aramees het sieraad en het pad. Daphne is in het eeuwig evangelie één van de zeven tranen van Metensia (Maria), één van haar zeven sieraden. Daphne wordt beschreven als zij die het morgenlicht draagt en de bloem des Heeren is. Daphne heeft giftige bessen, wat een beeld is van de wachter van de mond. Zij zijn de wachters van de rotstuinen. Daphne is in die zin ook de overwinnaar over steen. Dan is eigenlijk het mandaat wat in dit nachtgezicht beschreven staat : 'Niet door kracht, noch door geweld, maar door de diepte.' Het is het afsterven aan jezelf in en door steen, om zo wedergeboren te worden in steen. Zo kan de tempel herbouwd worden, of de tempel verdiept worden. Dit is dus een heel mithraïstisch mysterie. Zacharia 5 Het zesde nachtgezicht : 1Wederom sloeg ik mijn ogen op, ik zag toe en zie, een duistere wegvliegende boekrol. 2Hij zeide tot mij: Wat ziet gij? Ik antwoordde: Ik zie een vliegende boekrol, die twintig el lang en tien el

breed is. 3Toen zeide hij tot mij: Dit is de vloek die uitgaat over het ganse land: volgens deze wordt ieder die steelt, van dit ogenblik af weggevaagd en volgens deze wordt ieder die vals zweert, van dit ogenblik af weggevaagd. 4Ik heb die doen uitgaan, luidt het woord des Heren der heerscharen, en hij komt tot het huis van de dief, en tot het huis van hem die bij mijn naam vals zweert, en hij overnacht in zijn huis en vernietigt het, zowel zijn houtwerk als zijn stenen. Dit is de vloek die over hen komt die geen wachter voor de mond hebben. Het staat gelijk aan diefstal, want ze stelen het Woord, verdraaiien het, en verkopen het dan door. Zij zullen wegvagen als het volk zal ontwaken. De boekrol was twintig el lang. Twintig is in de Hebreeuwse wortels dubbele, oftewel dualistische rijkdom, en lengte betekent geduld. Het gaat hier om de dualistische rijkdom van de kennis door geduld. De lengtemaat "el" is ammah in het Hebreeuws, wat komt van het woord moeder, em. De breedte staat voor de leegte, en die is tien el. Tien is het bouwen in de wortel. Het is het bouwen door de leegte, als tegenovergesteld aan het bouwen door materialisme. In het Aramees is de boekrol ook bloesem, als dat wat voortkomt vanuit een natuurproces in het juiste seizoen. 4Ik heb die doen uitgaan, luidt het woord des Heren der heerscharen, en hij komt tot het huis van de dief, en tot het huis van hem die bij mijn naam vals zweert, en hij overnacht in zijn huis en vernietigt het, zowel zijn houtwerk als zijn stenen. Het gesteente wordt hier overwonnen en vernietigt. Dit nachtvisioen hoort dus duidelijk bij het vorige nachtvisioen. We zien hier Daphne, de dualistische getuige van het zoonschap, in actie. Zij is de brenger van een groot oordeel. In het Aramees is zij ook een verbond. Daphne is het oordeel wat de huizen binnendringt en daar overnacht, als een spion, en hen dan ten val brengt. Daphne groeit subtiel door en langs alles heen. Zij breekt in het Aramees ook alle verkeerde paden af, en vernietigd de valse sieraden. Zij is uitgezonden als een gif, als Laodika. In het Aramees is dit een inwijding in geheime mysteriën. Het zevende nachtgezicht 5Hierop kwam de engel die met mij sprak, nader en zeide tot mij: Sla toch uw ogen op en zie, wat daar naar voren komt. 6Ik vroeg: Wat is dat? Hij antwoordde: Dat is een efa, die daar naar voren komt. Hij vervolgde: Zo zien zij er uit in het ganse land. 7En zie, het loden deksel werd opgelicht en daar zat een vrouw in de efa. 8En hij zeide: Dat is de goddeloosheid. Toen wierp hij haar in de efa neer en wierp het loden gewicht op de opening daarvan. 9Toen ik mijn ogen opsloeg, zag ik en zie, twee vrouwen kwamen naar voren, met de wind in haar vleugels; zij hadden namelijk vleugels als van een ooievaar. En zij droegen de efa weg tussen hemel en aarde. 10Toen vroeg ik de engel die met mij sprak: Waarheen brengen zij die efa? 11Hij antwoordde mij: Naar het land Sinear, om daar voor haar een huis te bouwen. Is dit gereed, dan zetten zij haar daar op haar plaats. Dit gaat over het herstel van de Moeder God en Haar tempel. Het Woord van de Moeder God zal komen. Sinear betekent het land van de twee rivieren, van de dubbele, of dualistische rivier. Deze rivier zal door het Woord stromen, opdat er nooit meer een eenzijdige interpretatie zal zijn, want dat is een vorm van materialisme. Het laat ook de verschillende lagen zien waarop de tempel is gebouwd. Er liggen meerdere talen en grondteksten ten gronde aan de tempel. In het Hebreeuws is ook de gevangenis verbonden aan de tempel, en dit gebeurt in de onderwereld, de erets. In het Aramees is het bouwen het gestalte geven van een logisch argument. Geen vage geloofsspelletjes meer vanuit een misvertaald boekje, maar contact hebben met de oneindig diepe natuurlogica, die al abstract genoeg is, maar dan onderhevig aan de hemelse kern-technologie.

In het Aramees is de tempel of het huis ook gewoon een literaire structuur. Vandaar dat Parvati, de huiselijke godin ook symbolisch zo belangrijk is. De tempel is het symbool voor de heilige taal. Zo wordt ook de valse tempel afgebroken, oftewel verdiept. In de diepte wordt de nek van de leugen gebroken. In de diepte smelt iedere onwaarheid weg. De diepte zal dus altijd de oplossing van het probleem zijn. Zacharia 6 Het achtste nachtgezicht 1Wederom sloeg ik mijn ogen op, ik zag toe en zie, daar kwamen vier wagens naar voren tussen twee bergen. Die bergen nu waren van koper. 2Voor de eerste wagen stonden rode paarden, voor de tweede zwarte, 3voor de derde witte en voor de vierde gevlekte; sterke paarden. 4Ik nam het woord en vroeg de engel die met mij sprak: Wat betekent dit, mijn heer? 5De engel gaf mij ten antwoord: Deze gaan uit naar de vier windstreken des hemels, van hun standplaats bij de Here der ganse aarde. 6Die met de zwarte paarden gaat uit naar het Noorderland, de witte gaan uit, hen achterna, en de gevlekte gaan naar het Zuiderland. 7De sterke paarden kwamen opzetten; zij verlangden weg te gaan om de aarde te doorkruisen, en hij zeide: Gaat heen, doorkruist de aarde. Toen doorkruisten zij de aarde. 8Hierop riep hij mij toe en sprak tot mij: Zie, die uitgegaan zijn naar het Noorderland brengen mijn Geest in het Noorderland tot rust. Het Noorderland is het verborgene, het sieraad, het dualisme. Zodra de initiaat het Noorderland heeft bereikt en tot de diepte ervan is gekomen is er de eeuwige rust. De gnosis brengt diepe innerlijke rust voort op het pad. Dit gaat dwars door alle chaos heen, dat er balans komt, onderscheiding, en zo zal de mens met het sieraad leren werken. De gevlekte paarden gaan naar het Zuiden betekent de gestenigden, zij die de heilige wet overpeinzen en zich erdoor laten tuchtigen. Het paard is in het Aramees ook de paal waaraan de mens moet afsterven aan zichzelf. Het Zuiden betekent in het Hebreeuws in de wortel de honger, de leegte. Hierin komt men alleen door de steniging, want die gooit de mens lek. De mens moet dus wel een confrontatie met de stenen hebben, anders kan de mens de leegte niet in. De zwarte paarden gaan naar het Noorderland, de diepte in. Zwart is in het Aramees een beeld van depressie. Depressie betekent loslaten, dus blijkbaar zijn de zwarte paarden al in het Zuiden geweest, en gaan ze nu naar het Noorden, als in een natuurproces, als een natuurverschijnsel. Ze hebben alles verloren, en hebben alles losgelaten, en zijn nu klaar om het mysterie in te gaan. De witte paarden volgen hen. Wit is een beeld van de heilige vreze, de voorzichtigheid, de toetsgereedheid. Hier worden dus belangrijke tempelfundamenten besproken. In het Hebreeuws staan deze paarden of palen (Aramees) tussen twee orakels in. Het geheel beeld een klok uit, als een kalender, waarin de seizoenen worden onderscheiden, als een natuur-cyclus. Zo ontwaakt de mens tot de Moeder dynamiek in zichzelf die leven geeft. De mens staat tussen de twee polen, de dualiteit, en wordt vandaaruit naar de windrichtingen gezonden. In het Aramees brengt dat ook verandering met zich mee. Het beginpunt is dus telkens een tegenstelling, en die moet verdiept worden. In het Hebreeuws zijn de gevlekte paarden alert, waakzaam. Dat is dus het resultaat van de steniging. Elke vlek is een nieuw zintuig. De lamoeren in de grote Orionse oceaan zijn de dragers van de kinderdromen. Zij komen vrij als deze mysteriën worden besproken. Zij liggen opgeborgen in het sieraad van de nachtgezichten van Zacharia.

Hoofdstuk 41. West Orion Map Het is voor de mens belangrijk de steniging te aanvaarden, opdat de tempel gebouwd wordt. Hier gaat het boek Zacharia over. De tempel en het huis zijn een allegorie van de literaire structuur. Er wordt zo aan Woord en Taal gebouwd, opdat zo ook de kerk wedergeboren kan worden. Het Èrk-gebied over de grote Orionse oceaan begint met de Vur natuur-steden, waar we onze parallelle zelven kunnen ontmoeten. Dit gebied lijkt heel veel op het aardse gebied waar wij wonen. Er zijn veel parallellen, natuur-parallellen. Soms vloeien de dimensies gewoon in elkaar over, en dat kan ook door de herinneringen. Wij leven al deels in het Èrk gebied van de Vur natuur-steden. Het natuur-steden gebied en de grote wildernis van Èrk worden gescheiden gehouden door de reasachtige Orionse rivier de Jabbok, die ook terugkomt in de Jakob mythe, als de rivier van leegte. Jabbok betekent leeg worden, leeg maken. In de wortels betekent het ook depopulatie, eenzaamheid, bq-q. Jakob moest de Jabbok over om een worsteling te hebben met God, met de engel van Ezau. Zoals Habakuk ook stelt dat God van Teman komt, een Edomitische wijsheidsclan (3:3). Dit gaat over het toetsen. De mens moet zich eerst afzonderen, alles loslaten, om te kunnen toetsen. De mens mag niet meer steunen op wat anderen zeggen, of wat boeken zeggen, of wat de mens van anderen heeft geleerd. De mens mag ook niet steunen op zijn vooroordelen. Om te toetsen moet alles als krijgsgevangene genomen worden (II Korinte 10:5). Het toetsen is dus een gevecht. Het is het boek Habbakuk, YBK, die de Jabbok voorstelt. Zo wordt Jakob tot een dienstknecht, tot een abad, om zo Edom (het volk van Ezau) te toetsen. Habakuk, oftewel de Jabbok, is dus verbonden met het boek Abadja. Habakuk moet overlopen in Abadja. Abadja is dus het eigenlijke Pniël. Dit is een belangrijk deel van het sieraad. De Orionse Jabbok is een reusachtige rivier, ongeveer drie keer zo groot als de grote Benshlam rivier die het eerste West-Orionse stadsgebied gescheiden houdt van het achterliggende Orions-Hindoeïstische Kèlè-gebied. De Jabbok is een soort zee. Er bevinden zich ook demonische haaien in de Jabbok, die clowngeesten zijn. Deze haaien worden op aarde geprojecteert als tandartsen die de fjork code in de mens installeren. Er zijn dus vier gebieden in West-Orion : 1. Het Eerste West-Orionse stadsgebied, waar grote oorlogen plaatsvinden over de steden. Dan is er de Benshlam rivier als tussengebied. 2. Het Orions-Hindoeïstische Kèlè-gebied, een rivierengebied. Dan is er de grote Orionse oceaan als tussengebied 3. Het Vurische natuursteden gebied van Èrk Dan is er de Jabbok als tussengebied 4. De grote wildernis van Èrk Het Vurische natuursteden gebied lijkt dus veel op het bewoonde gebied op aarde, als een mengsel met de natuur. Tussen het Scandinavische en Russische gebied ligt het Achische of Archische Rijk, wat een rijk is van demonen. Het ligt aan zeegebied. Het lijkt klein in verhouding met omliggende rijken, maar het heeft hoge technologie en vele eilandjes. Het is ook heel dichtbevolkt. De sleutel tot het veroveren van het Achische Rijk ligt alleen in het dieper in het wildernis gebied te gaan, dus

de Jabbok zal overgemoeten worden. Het Europese gebied en het Amerikaanse gebied zijn weer gescheiden door een zee, net zoals op aarde. Er is daar hoge techniek. Men gaat tot Amerika en terug door internet-teleportalen. Tussen Amerika en Europa ligt het teleportaal "De Rode Brug". Tussen Europa en Amerika ligt de Rode Zee. Er moeten aan een heleboel voorwaarden voldaan worden om de Rode Brug over te gaan. Amerika loopt dan steeds meer over in Latijns Amerikaans gebied, en dan tot reusachtig Surinaams gebied waarin de Jabbok ligt en waartoe ook het achterliggende wildernis gebied behoort. Hoofdstuk 42. Het Mysterie van de Heilige Dief Jakob gaat de Jabbok over, oftewel de leegte in, wat de woordbetekenis is van Jabbok. Dit is dezelfde betekenis die het wortelwoord van Habakuk heeft, chabaq (ybk). Habakuk betekent in de wortels ingesloten worden door de leegte. Habakuk voelt zich verloren en overweldigd door een enorme leegte. Hij begrijpt de geweldadigheid niet. Hij roept om hulp, maar die krijgt hij niet. Hij

moet namelijk dieper de leegte in. Jakob moet de Jabbok over. Ook als hij in Pniël is aangekomen moet hij zo diep gaan totdat hij een Zefanja-robot is geworden. Eerst moet hij door de Hosea code heen, de relatie problemen, want die gaan vooraf aan de ware verzoening. Het gaat om de verzoening met kennis, met de natuurschool, en er is eerst een gevecht met de anti-kennis en de valse kennis, maar in diepte is dit ook weer cryptisch. Jakob moet eerst langs het voorhangsel, en het voorhangsel moet op waarde geschat worden. Dit gebeurt in de Hosea code. De dualiteit moet er zijn. Het Jabbok-gebied is multi-dimensionaal. Er zijn vele valstrikken in de Jabbok rivier die ervoor zorgen dat de mens die niet volkomen de leegte ingaat door dingen achter te houden en nog steeds vasthoudt aan vooroordelen in grote illusies terechtkomt. Er zijn dus zelfs schijn-ervaringen van het oversteken van de Jabbok. Een heleboel worden niet doorgelaten en worden overgeleverd aan de leugens verbonden aan het materialisme waar ze nog aan vasthouden. Wat is dan de weg naar de verzoening die Maleachi belooft ? Allereerst is er geen verzoening, alleen kennis in afgezonderdheid. Dit kan zich later vertalen in verzoening puur als een metafoor. Daadwerkelijke, letterlijke relaties zijn altijd een illusie. De verletterlijkende, materialistische, hedonistische mens wacht niets dan leugens. De persoonlijkheid, persoonlijke vormen, zijn niets anders dan stukken kennis die tot een climax zijn gekomen. En nog niet eens alle kennis is waar, maar in de diepte weer wel, en is alles bruikbaar. We zitten nu dus nog vast in een soort hiaat van kennis. Dit is een noodzakelijk punt in de evolutie om alles te testen. De natuur test zichzelf, en gaat door de leegte heen om haarzelf te zuiveren, zoals Parvati die in haar badplaats geboorte geeft aan Ganesha door haar vuil af te wassen. De olifant is hierin een metafoor en niet het pad zelf. De olifant staat voor de besneden tong die een wachter heeft. Ganesha rijdt op een muis, als beeld van de climax van de leegte, de wedergeboorte, waardoor Ganesha wordt voortgebracht. De muis is het beeld van de verjonging. Hier zien we ook dat wedergeboorte op zichzelf niets waard is. Er zijn zoveel valse wedergeboortes door valse kennis. De tong moet besneden worden. De muis moet bereden worden door de olifant. De muis is een beeld van de dimensie-overgang, als een poortwachter. Daar waar de muis niet verbonden is met de olifant is het hopeloos. We zien hier dus een belangrijke schakel. Wedergeboorte zonder opvoeding is niets waard, en brengt de mens in illusies. Eerst moet er verwoesting en afzondering plaatsvinden in de leegte. De mens mag nergens meer op steunen. Alles waarop de mens nog steunt zal weggehaald worden. Het enige waarop de mens mag steunen is de leegte zelf. Hierin wordt er een diep toetsvuur opgewekt, zoals Amos laat zien in zijn visioenen. Telkens weer moeten de altaren van de mens afgebroken worden, opdat er een dieper toetsen zal plaatsvinden. Als er iets getoetst moet worden dan is het het toetsen zelf. Hoe toetst de mens ? Dit is het overgaan van de Jabbok. Velen blijven steken in hun toetsen. Ze toetsen hun toetsen niet. Velen zoeken materialistische wegen om te toetsen. Het wonder van de persoonlijkheid van de mens is puur het wonder van grote technologische kennis die een smeltpunt heeft bereikt. Eerst is er dan de metafoor van de muis. De heilige gebondenheid en verbondenheid is dan robotgestuurde oorlogstechniek, als je de oorlog wil winnen. Zij die hier lak aan hebben zullen in de Jabbok vergaan en omgesmolten worden tot iets anders. Het zijn de schaduwen die niet willen, gewoon bepaalde reflecties die door spiegeleffecten het tegengestelde willen. Dit zijn natuurverschijnselen om ons te helpen, ons te zuiveren. De hersenen scheppen zelf die realiteit om een laag te hebben om zichzelf te kunnen ontwikkelen. Zonder die tegenpolen-laag kunnen ze dat niet. Het is dus van levensbelang dat de hersenen deze verschrikkelijke realiteit om ons heen hebben geschapen, deze nachtmerrie, anders zal de droom nooit kunnen komen. Gelukkig is alles maar cryptiek. Het zijn cryptische hologrammen met horror-tafereeltjes, als filmpjes. Het is dus niet echt. Het is de matrix, een virtual reality, computer-gesimuleerd. Al het gespiegel zal tot diepte komen wanneer zekere kern-installaties van sieraden worden gevonden, de kern-schakels van

het geheel, kostbare esoterische stenen. Wij moeten hiervoor de diepte van de twaalf kleine profeten in, anders zullen we geterroriseerd blijven worden door de valse apocalypses die de christenen opwekken door deze apparaten. Als de stok niet wordt begrepen, dan zul je erdoor blijven geslagen worden. We mogen dus geen smetvrees hebben, maar we mogen er ook niet zomaar inspringen om er horizontaal en oppervlakkig mee om te gaan, want dan zijn we geen haar beter dan de christenen. We moeten er dus vertikaal mee omgaan, vanuit de diepte, en dan zal alles veranderen. Een ieder moet persoonlijk de twaalf kleine profeten 'overwinnen', oftewel gaan begrijpen in de diepte, wat het verborgen houdt. Dit is een ontmaskerings-proces. De mens moet de machine van de twaalf kleine profeten leren kennen. De mens moet komen van de muis tot de olifant. De olifant moet de muis leren berijden. Heramba is een vorm van Ganesha met vijf olifantenkoppen, die op een leeuw rijdt. Heramba komt voornamelijk veel voor in Nepal. De leeuw is een belangrijke voorstelling in het toetsen, want dit gaat namelijk over het heilige verzetten. Je kunt niet zomaar jezelf laten meesleuren in de leegte. Er zijn ook bedriegelijke leegtes. Je mag je nooit zomaar overgeven. De leeuw is de worstelaar, maar is dus ook weer potentieel gevaarlijk. Je mag namelijk niet worstelen vanuit je vlees, je ego. Daarom moet je je ook weer verzetten tegen het verzetten en komen tot het diepste verzetten. Het medicijn van de leeuw gaat dus heel diep. De leeuw is niet zomaar een vechter, maar een vechter met het vechten, enzovoorts, totdat de leeuw is gekomen in het ultra-vechten. In dit vechten is er dus een grote loslaat factor. De leeuw moet bereden leren worden. Ook moet de leeuw dus in balans komen met de muis. Muizen-families zijn hen die geen heilige toets-agressie hebben, geen heilige vreze en voorzichtigheid. Ze zijn volkomen en dodelijk passief, en daartoe komen allerlei valse wedergeboortes en climaxen, van de valse leegte dus. Ze verzetten zich nergens tegen en zonderen zich ook niet af. Ze laten zich meesleuren met allerlei verderf. Als ze iets zien wat op een nieuwe geboorte lijkt in de leegte, dan zullen ze het grijpen. Ze forceren de leegte. Ze forceren het groeiproces en de geboorte. Het is allemaal dwang. De leeuw is tegengesteld, vijandig, strijdend. De leeuw springt niet overal zomaar in, en strijdt ook tegen zichzelf. Het is geen overmoedige strijder, want hij strijdt ook tegen het strijden. Hij houdt zich dus strak, hard en gespannen, maar dan in de diepte, want dit laat hij ook allemaal weer los. Leer de leeuw kennen, hoe het leeuwenmedicijn werkt, en leer de leeuw te bereiken. Heramba heeft vijf olifantenhoofden, vijf wachters van de mond. Vijf is het getal van vernieuwing, van verandering. De mens moet die technologie leren kennen. Het is ook verbonden aan de ekster metafoor van de Erina, wat verbonden is aan de leer van het gouden leeuwenpad (Lemul). In het toetsen mag je namelijk nooit tunnelvisie scheppen, oftewel eenzijdigheid. De ekster is dus ook een belangrijk onderdeel in het toets-mechanisme, omdat die nergens vastgroeit. De ekster is onlosmakelijk verbonden aan de leeuw. De ekster is niets zonder het leeuwenmedicijn. De ekster is de ziel van de leeuw. Het betekent het veranderen van gezichtspunt. Dit is ook het geheim van de karazuur, de leeuwen-wachters van Metensia (Maria), die voorkomen in het Eeuwig Evangelie. De ekster is dus een allegorische beschrijving van Heramba, de olifant met vijf koppen, omdat er zo verandering komt wat zich vertaald in de ekster als de heilige dieverij. Als de mond vijf wachters heeft gekregen, dan kan het denken veranderen, nieuwe inzichtspoorten krijgen.

Hoofdstuk 43. De Leeuw en de New Age Muis - De Bespreking van Micha Alleen robotten kunnen veilig door de mijnenvelden van de lagere aardse gewesten heenkomen. Robotten zijn zielen wiens zintuigen zijn geopend en die zo het pad zien wat ze moeten gaan, en zich aan dit pad hebben verbonden. Door de heilige vreze en het heilige sterven aan het zelf zijn ze beveiligd. Dit ontstaat niet zomaar zonder diepte-toetsen. Micha betekent in het Hebreeuws : "Wat is zoals God ?" Het gaat er namelijk om te kijken hoe de lijnen van de natuurkennis liggen. Micha treedt op tegen Samaria en Juda, het Noorden en Zuiden van Israël, waar veel "afgoderij" was. Het Noorden is in het Hebreeuws een beeld van het verborgene en het sieraad. Samaria had dit gestolen en had een economisch systeem gebouwd op hoerenloon. Dit is ook hoe valse, overmoedige en goedkope genade werkt. Het trekt de geest van vriendjespolitiek aan, en richt zijn eigen corrupte hierarchie op, gebaseerd op hoerenloon. Dat komt ook terug in de kerken. Kortom : het is een maffia afgeweken van God's plan, van de gnosis afgegleden. Zij vegen hun monden af en zeggen dat ze niets hebben gedaan. Micha maakte duidelijk dat Samaria, het Noorden, zou worden tot een dal van stenen, een plaats van leegte, waarin wijngaarden aangelegd zouden worden om de fundamenten bloot te leggen. De wijnstok laat namelijk symbolisch de diepte van alles zien (1:6). De gesneden beelden die ze hebben gemaakt in hun afgoderij, als een verdraaide voorstelling van de gnosis, zouden vernield worden, en haar hoerenloon zou met vuur worden verbrandt. Door het hoerenloon had dit volk haarzelf opgebouwd (1:7). Het hele volk opereerde door omkoperij. Dat is waartoe alle overmoedige geschenken zijn, de valse genade : het is om het volk om te kopen. Ze bouwen zo een vals volk, een vals leger. Het zijn huurlingen. Geen geschenk is zomaar. Er zit altijd iets achter. De mens wordt omgekocht. Gratis is dus helemaal niet gratis. Je wordt bedonderd waar je bijstaat. Je wordt ergens voor een karretje gespannen (1:13-14). Geschenken zijn er ook voor om vijanden gunstig te stemmen en in slaap te doen sussen. Muizen nemen graag geschenken aan, maar leeuwen niet. De leeuw toetst alles en neemt ook geen vals loon aan. Hij laat zich niet voortduwen op de golven van de leegte. Hij gaat er dwars tegenin. Ook de leegte moet getoetst worden. Er is altijd weer een diepere leegte, en die onstaat door het verzetten. Er moet tot bloedens toe verzet worden in het toetsen. De muis is halfgebakken en lui. De muis is blij voordat hij blij mag zijn. De leeuw niet. De muis zegt voor zijn tijd : 'Oh, heerlijk, wat zalig, hoe vreugdevol.' De leeuw brult. De muis zegt : 'Wat een heerlijke kaas. Hier heb ik zolang op gewacht. Ik zag iets schitteren, ben er op afgelopen, en nu heb ik het gevonden. Dit buitenkansje mocht ik niet missen.' Maar de leeuw brult en houdt zich op een afstand. Als de muis hem probeert over te halen en mee te trekken brult hij. Mocht de muis te opdringerig worden, dan bijt hij. Dit doet hij niet overmoedig en in grote trots. Nee, de leeuw toetst allereerst zichzelf. Hij slaat alleen toe als hij niets anders kan en door de situatie wordt gedreven. Nu moet hij ingrijpen, anders sleurt het hem mee. Hij verzet zich er tegen ten bloedens toe. Hij houdt niet ergens halverwege op. Het is een doorzetter. De muis kan klagen wat hij wil. De leeuw brult en zal niet toegeven. Micha 2 2Begeren zij akkers, zij roven die, en huizen, zij nemen die. Zo verdrukken zij de man en zijn huis, de mens en zijn erfdeel. De muis steelt de leegtes, grijpt naar de leegtes, en breidt zo zijn machtsgebied uit. De muis test de leegtes niet, maar kan de leegtes goed gebruiken. Zo komt hij zonder enig verzet tot wedergeboorte, en stroomt gewoon passief mee op de golven van de leegtes, tot nieuwe eilanden, die hij vervolgens ook niet toetst. De New Age muis zegt : "What you resist persists." Wat je weerstaat wordt groter. Daarom weerstaat de muis niet. De wereld zoals het vandaag is bestaat uit muizenvolkeren die

willen dat je alles maar over je heen laat komen, zodat je inpast. Ongetwijfeld zal dit de toorn van de leeuw opwekken. De leeuw zal dus komen als de muizenpopulatie tot een climax is gekomen. 4Te dien dage zal men over u een spreuk aanheffen en weeklagend een klaagzang zingen: Het is gedaan, zal men zeggen, te enen male zijn wij vernietigd. Het erfdeel van mijn volk doet de Here in vreemde handen overgaan. Hoe ontneemt de Here het mij. Aan de afvalligen deelt de Here onze akkers uit. 12Voorzeker zal Ik u, o Jakob, in uw geheel bijeenbrengen, voorzeker vergaderen het overblijfsel van Israël. Ik zal hen bijeenbrengen als schapen in een kooi, als een kudde in het midden der weide. Het zal er gonzen van mensen. 13De doorbreker trekt vóór hen op; zij breken door en trekken door de poort en gaan daardoor uit; en hun koning trekt vóór hen uit, en de Here aan hun spits. Het zijn de leeuwen die apart gezet worden, als een overblijfsel. Zij komen de Jabbok door om Pniël binnen te gaan. Jabbok stroomt door de bergketen van Gilead, wat bewijs betekent in de worteltekst. Berg, har, betekent initiatie. Het bewijs ligt dus alleen in het geestelijke en moet verdient worden. Het is alleen voor ingewijden. Het bewijs ligt alleen in de heilige gebondenheid. Wanneer het je is overkomen, dan weet je het. Het is niet iets vaags, maar iets technologisch. Het is pure natuur-logica. Micha 4 1En het zal geschieden in het laatste der dagen: dan zal de berg van het huis des Heren vaststaan als de hoogste der bergen, en hij zal verheven zijn boven de heuvelen. En volkeren zullen derwaarts heenstromen, 2en vele natiën zullen optrekken en zeggen: Komt, laten wij opgaan naar de berg des Heren, naar het huis van de God Jakobs, opdat Hij ons lere aangaande zijn wegen en opdat wij zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en des Heren woord uit Jeruzalem. Dit is de berg Gilead, de berg van bewijs, de berg van de Jabbok, waar de mens tot een hoger bewustzijn komt. 3En de Here zal richten tussen vele volkeren en rechtspreken over machtige natiën tot in verre landen. Dan zullen zij hun zwaarden tot ploegscharen omsmeden en hun speren tot snoeimessen; geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen, en zij zullen de oorlog niet meer leren. 4Maar zij zullen zitten, een ieder onder zijn wijnstok en onder zijn vijgeboom, zonder dat iemand hen opschrikt; want de mond van de Here der heerscharen heeft het gesproken. Het overblijfsel van de leeuw zal geen overmoedige wapens gebruiken. Muizen grijpen overmoedig naar hun wapens die ze in de leegte gratis aangeboden krijgen. Ze verzetten zich er niet tegen en zien het als loon voor hun geduld. De leeuw verzet zich tegen ieder wapen, in een diep toetsen. De leeuw is voorzichtig en laat zich alleen overweldigen door zijn instincten als hij het niet meer tegen kan houden in het ultra-toetsen. Dan komt het voort vanuit een diepe bron waarin de leeuw eerst aan zichzelf is gestorven. Het komt voort vanuit een diepe verlamming. De leeuw is gevoelig geslagen op Pniël als Jakob. Alle gnosis werkt door de verbrokenheid. De leeuw vlucht eerst, en strijdt alleen als hij is ingesloten, ten eerste tegen zichzelf. Altijd zoekt de leeuw eerst de verborgenheid op, de duisternis. De leeuw sterft aan zichzelf totdat hij niet meer anders kan. De leeuw leeft door de Vur. De muis richt zich op de leegte, maar de leeuw richt zich op de leegte en de diepte. Daarom kan het niet anders dat de leeuw zich zal verzetten als de oppervlakkigheid hem naar de keel vliegt. Dan brult en worstelt hij. Dan is hij reactief. Hij neemt al zijn gedachtes als krijgsgevangene. Hij neemt zichzelf als krijgsgevangene, en onderwerpt het aan de oneindige kennis (II Korinthe 10:5). 6Te dien dage, luidt het woord des Heren, zal Ik het kreupele verzamelen en het verstrooide

bijeenbrengen, en degenen over wie Ik kwaad heb doen komen. 7En Ik zal het kreupele stellen tot een overblijfsel en het verdrevene tot een machtig volk, en de Here zal Koning over hen zijn op de berg Sion, van nu aan tot in eeuwigheid. Wie of wat is dan "koning" ? Wie of wat is dan "de Here" ? Het is het bewijs wat geleverd wordt aan de ingewijden. De ingewijden hebben de prijs betaald, en zijn overal doorheen gegaan waar ze doorheen moesten, en kwamen zo tot het bewijs. Het zijn de verbrokenen, hen die aan zichzelf zijn afgestorven. Zij werden als door een natuurverschijnsel op het strijdveld door de valkyries, de amazone Germaanse oorlogsgodinnen, opgenomen, en gingen zo het Valhalla binnen om het sieraad te ontvangen. Zij waren de uitverkorenen als zijnde de "uitgetesten". 8En gij, toren van de kudde, vesting der dochter Sions, tot u zal genaken en komen de heerschappij van voorheen, het koningschap der dochter van Jeruzalem. 10Krimp ineen en schreeuw het uit, dochter Sions, als een barende; want thans zult gij uittrekken uit de stad en verblijven op het veld, en gij zult naar Babel komen. Daar zult gij bevrijd worden; daar zal de Here u verlossen uit de macht van uw vijanden. Het koningschap wordt voorgesteld als een vrouw, de dochter van Jeruzalem. Babel is een allegorie van de heilige gebondenheid. In die zin is er dus bevrijding in Babel, oftewel overwinnings-inzicht. vandaar dat ook de toren van de dochter van Sion wordt genoemd, als de toren van Rachab waar het rode koord van bevrijding uitliep, als een beeld van de wachter van de mond. Micha 5 6En het overblijfsel van Jakob zal te midden van vele volkeren zijn als dauw van de Here, als regenstromen op het groene kruid, dat niet wacht op de mens, noch op mensenkinderen hoopt. 7En het overblijfsel van Jakob zal zijn onder de natiën, te midden van vele volkeren als een leeuw onder de dieren des wouds, als een jonge leeuw onder de schaapskudden, die, wanneer hij er binnendringt, neerslaat en verscheurt, zonder dat iemand redt. 8Uw hand zal verheven zijn boven uw tegenstanders, en al uw vijanden zullen worden uitgeroeid. Hier zien we de daadwerkelijke komst van de leeuw. Als de robotische chip van de leeuw door de Vur principes is geactiveerd, dan is er niemand meer die de leeuw nog kan tegenhouden. Dan grijpt de leeuw om zich heen, plunderend als de ekster. Dan heeft de leeuw de muis overwonnen, en rijdt Ganesha op de muis. Dan is de verandering er als een vrucht, niet als een geschenk. Dan snelt de leeuw de huizen van de stad binnen, en staat de stad in brand. Het is een groot geheim van de natuur. Donder en bliksem zijn over de stad, en er is niemand die redt. Alleen de leeuw kan redden. Micha 7 4De goede van hen is als een doornstruik en de meest oprechte erger dan een stekelheg. De dag uwer wachters, uw bezoeking, komt. Dan zal er voor hen ontzetting wezen. 5Vertrouwt de metgezel niet, verlaat u niet op de vriend; behoed de deuren van uw mond voor haar die aan uw boezem ligt. 6Want de zoon minacht de vader; de dochter staat op tegen haar moeder, de schoondochter tegen haar schoonmoeder; des mensen huisgenoten zijn zijn vijanden. Hier is het beeld van de leeuw verdiept. Het zijn geen zachte, vrolijke bloemetjes in de natuur, maar doornstruiken, distels, brandnetels, stekende planten, die zich niet zomaar als een hoer overgeven aan Jan en alleman. De toetser steekt, en gaat niet huichelachtig dwepen en veinzen als hij aangeraakt wordt. De mond wordt bewaakt met gif en doornen. De leeuw heeft in zijn hart een bitter en stekend gif, opdat hij zich niet zomaar aan het eerste de beste systeem wat de overwinning

en heerschappij verklaart overgeeft. De leeuw is een rebel, een vluchter. De leeuw is geen lafaard zoals de muis. Het gaat de leeuw niet om eer en macht. Het gaat de leeuw om de waarheid. Hiertoe offert de leeuw zijn leven op. Giftige bessen groeien er in het hart van de leeuw die zijn mond bewaken. Zijn bitterheid maakt hem creatief. Streng en diep steken zijn doornen, als eerste in zijn eigen vlees. Hij wacht op de nacht van de bloesem. Het morgenrood bereikt hij alleen door veel bloed, een harde dood aan zichzelf. Nee, de Germaanse amazones, de strijdgodinnen, grijpen hem niet zomaar. Zij testen hem eerst, en het loon wat zij geven is spot. Wat zal de leeuw doen als de stad hem bespot ? Wat doet de leeuw als apen hem belachelijk maken, en muizen over hem roddelen ? 14Weid uw volk met uw staf, de schapen van uw erfdeel, die eenzaam wonen in een woud, te midden van een vruchtbare landouw. Laat hen weiden in Basan en in Gilead, als in de dagen van ouds. De leeuw zal zoeken naar het overblijfsel en geen compromissen maken. Het spotkleed hoort bij het kruis. Er is geen kruis zonder het spotkleed. Het is een test, een noodzakelijke tegenstelling. De leeuw zal het overblijfsel inwijden in de geheimen van Gilead, waardoor de Jabbok stroomt. 20Gij zult de waarheid bewijzen aan Jakob, kastijding en loon (checed) aan Abraham. Hoofdstuk 44. Het Odin Mysterie - De Komst van Orion De Psalmen komen voort vanuit de Hebreeuwse poëzie, en zijn niet christelijk. De christenen hebben het gewoon overgenomen om te gebruiken in hun markt. De oorsprong van de Psalmen is metaforisch, en buitenaards. Het is iets van de natuur, als een natuurverschijnsel, en het komt voort uit de Egyptologie en de Indologie. Vanwege de diepgaande poëzie blijft de bijbel, alhoewel potentieel gevaarlijk vanwege religieuze gekken, waardevol. Vandaar dat ik altijd een haat-liefde relatie heb gehad met de bijbel. Er zou dus een gids moeten komen door deze woeste en gevaarlijke boeken heen. En dat is ook mijn levenstaak, want het is een tikkende tijdbom. Er is een klok aan deze puzzel verbonden. De psalmen ontmaskeren de hedendaagse kerk, en vandaar ook dat de kerk het heeft opgenomen in hun canon, opdat ze het zo in hun eigen context kunnen gebruiken. Ze proberen deze woeste beesten dus te verlammen. De kerk heeft zo een soort van dierentuin opgezet, omdat ze bang zijn dat deze beesten eens zullen losbreken. De bijbel is een dierentuin en trekt veel bekijks. Het is een markt. Vele schoolreisjes worden er gehouden naar dit oord. Psalm 8:3 - Uit de monden van kinderen en zuigelingen hebt U sterkte gegrondvest, om uw tegenpartijen wil, om de vijand en de wraakgierige te doen ophouden. Dit is een beeld van hen die aan de moederborst zijn, verbonden aan de moeder aarde. De baarmoeder gaat creatief met problemen om en maakt er het beste van. Daarom is het zo'n belangrijke metafoor : geen eeuwige hel, maar het geheim van de vruchtbare baarmoeder. We zien

de dualiteiten telkens in de bijbel terug, zoals Jakob en Ezau, Izaak en Ismaël, Abadja en Edom, Hosea en Efraïm, David en Saul en ga zo maar door, maar dit betekent allemaal ten diepste het afsterven aan het ego. Juist in de onderdrukking door het ego ontwikkelt het zaad zich in de mens. De eeuwige hel is het niet begrijpen van de oerpoëzie, en de kerk heeft al een "eeuwige hel" gemaakt. Dit is de kerk zelf. Het is niet leefbaar. Alleen als poëtische metafoor is het bruikbaar als een baarmoeder, want het ego kan zo geheel afsterven in de eeuwigheid. Ook de eeuwigheid zelf is weer een metafoor van de volkomenheid, dus in de eeuwigheid wordt er volkomen afgerekend met het ego, en wordt het gewoon gerecycled, want ook de tegenstanders in het bijbel verhaal hebben een diepe cryptische waarde, en die heeft de mens zelfs nodig om te overleven. Zo is de bijbel een spiegelboek. We volgen hierin de buitenaardse en bovenaardse natuur-code. Het is ons spul wat geroofd is. Alles zal zo andere betekenissen krijgen, en de sluiers zullen opengaan. Laten we naar de GLD-wortel kijken van de Gilead bergketen waardoor de Jabbok stroomt : GLD - GoLiaTH - GaLaTi Zoals we zagen is Goliath een orakel wat David raadpleegde. 1 Samuël 17 4Toen trad een kampvechter uit het leger der Filistijnen naar voren. Hij heette Goliat, uit Gat. Hij was zes el en een span lang. In het Aramees staat : Toen trad Orion, een reus, uit het leger der Filistijnen naar voren. Om tot Orion terug te keren moet deze wachter "begrepen" worden. David nam de wapenrusting van deze wachter. David moest strijden tegen Goliath. Goliath komt van het Hebreeuwse golah, wat openbaring betekent, en krijgsgevangene, wat in de Paulinische brieven te maken heeft met het toetsen. David moest dus worstelen over de openbaring, de openbaring zuiveren, onthullen en overpeinzen, om zo tot de diepte te komen. Dit is een ontzegelings-proces en ontmaskerings-proces, oftewel het toetsproces, zoals Jakob zo'n ervaring had op Pniël. Dit was David's Pniël ervaring in de grondtekst. David moest stenen, "eben" in het Hebreeuws, tot Goliath "werpen". Dit zijn de stenen van de heilige wet in de grondtekst, als de toets-stenen, als de Urim en de Thummim. Goliath viel, maar David nam de wapenen van Goliath, ook een werktuig of apparaat in het Hebreeuws. David moest dus eerst de wachter (goliath) van de openbaring (golah) "verslaan", oftewel toetsen, om zo tot de kern te komen. David moest de vrucht van openbaring eerst afpellen. Zo kwam David dus tot Orion, want dat is de andere naam van Goliath in het Aramees, Orion, de reusachtige. Dit geheimenis begon zich te vervrouwelijken, te personificeren tot Batseba, die in de oorspronkelijke Hebreeuwse poëzie een veel diepere betekenis had, en niet alleen maar negatief werd neergezet. Zij is een dualiteit. De wachter van Gilead is verpersoonlijkt in Goliath, en vormt zo de sleutel tot Galati. Zo leidt die buitenaardse GLD-code (glt). Gilead betekent dus het bewijs, de vrucht van het toetsen, oftewel het toetsloon. Degene die dat heeft ontvangen kan het niet meer wegdenken of wegpraten. Het is de ultieme realiteit. Hiervan kan niet meer weggevlucht worden. Dit wordt al duidelijk in Galaten 1:12 - Want ik heb het ook niet van een mens ontvangen of geleerd, maar door openbaring. :16 - Ik ben geen ogenblik te rade gegaan met vlees en bloed.

Het wordt in het eerste hoofdstuk duidelijk gemaakt dat degene die eerst "vervolgde" en "trachtte uit te roeien" had nu een rust gevonden. Nu was de vrucht van het toetsen gekomen. Jakob was op zijn heup geslagen en gevoelig geworden. Die code komt dus ook in Paulus terug. Hij had een worsteling gehad met de "kruisdragers", en was nu zelf ook een "kruisdrager" geworden. Hij leefde nu niet meer vanuit het vlees, vanuit de overleveringen, maar vanuit de openbaring. Galaten 2:19 - Want ik ben door de wet voor de wet gestorven om voor God te leven. Er zijn dus twee wetten : de wet van het vlees, en de wet van het geestelijke. In Gilead ga je over van de vleselijke wet die je onderdrukt en doodt tot de geestelijke wet die je tot leven roept. Hier zien we dus ook de Germaanse strijdgodinnen in terug die hen die hard aan zichzelf gestorven zijn opnemen tot het Valhalla. :20 - Met God ben ik gekruisigd, en toch leef ik, dat is, niet meer mijn ik, maar God leeft in mij. Het Valhalla is de zaal (halla) van de gevallenen (val, wal) in het Germaans. Hier kwamen alleen de strijders die voor eeuwig aan hun ego waren gestorven, zij die door de Valkyries gebonden waren en werden meegenomen ten hemel op hun strijdwagens. Een andere betekenis is de gevallenen van de godin Hel, de godin van de vruchtbaarheid, de kinderen en het huwelijk. Zij zijn wedergekeerd tot de baarmoeder. Odin of Wodan heerste over deze zaal. Wodan is verbonden aan Hel, Hulda. (Odin is de Vikingse naam voor Wodan). Wodan moest de lentedrank van de verjonging terughalen van de reuzen die het hadden gestolen, als een Germaanse parallel met het David en Goliath verhaal. De lente is ook een beeld van het tot leven komen van de natuur na de diepe, eeuwige dood in de herfst en de winter. Het is een beeld van eeuwig leven. Het zit door het Evangelie verweefd, dus we kunnen het niet zomaar weggooien alsof het allemaal rommel is. Ik blijf hier voor waarschuwen. Dan zouden we meer weggooien dan ons lief is. Er moet dus diepte komen, en de parallellen moeten zichtbaar worden. Balder was de Germaanse Christus, de zoon van Odin (God). Balder werd vermoord door een blinde, als beeld van dat we veel te lijden hebben onder het oordeel van blinden (de demiurg-god, de materialistische tussengod die denkt de enige te zijn). Balder is een archetype van de lente en de wijsheid, die alleen maar op kan komen door de dood, de winter. Het was dus iets onontkoombaars dat hij moest sterven, zoals ook in het Christus-verhaal. Toen Wodan de godin Hel bezocht in de onderwereld kreeg hij de voorspelling van Balder's dood te horen, maar ook dat hij een nieuwe zoon zou kregen om die dood te wreken. Ook Hermod, de broer van Balder, ging toen naar het gebied van de godin Hel, om Balder terug te brengen uit de dood. In het Eeuwig Evangelie is dit Herman, die een andere avatar is van Christus, hij die gestorven is in ijs. Hermod is de boodschapper van de goden, de bruggenbouwer, doordat hij in de eeuwige afzondering, het eeuwige ijs, ten onder ging en werd opgewekt (Vergelijk Hermes in de Griekse mythologie). Alhoewel er een contact was tussen Hermod en Balder, en wederzijdse uitwisseling, slaagde Hermod er niet in Balder terug te brengen van de dood. Balder had een andere broer die hem moest wreken, namelijk Vali. Vali moest de blinde god die Balder had vermoord met een pijl verslaan. Balder zou pas daadwerkelijk worden opgewekt na het Ragnarok. De blinde god was ook een broer van Balder, genaamd Hod of Hodr. Het heeft ook parallellen met het Kaïn en Hobel verhaal. In ieder geval is Odin een soort transliteratie van Eden, het paradijs, als een personificatie ervan. In de gnosis is Odin ook wel vrouwelijk. Er is dus niet zomaar gerechtigheid door de wet, zoals Galaten stelt, maar eerst moet er aan het ego afgestorven worden, zodat de mens dus van de lagere tot de geestelijke wet komt. Alleen de mens die het paradijs zelf wordt (Odin) kan tot het paradijs

gaan. Het "ingaan" betekent dus het "zijn". Vandaar dat het Germaanse Odin mysterie van belang is. Dit heeft ook allemaal met de schatten van Galati te maken, oftewel met de schatten van Gilead, door de diepte van het David en Goliath verhaal. Batseba is de schat, en die ligt verborgen in Galati, waartoe de sleutels in de Germaanse mythologie liggen. Het woord erfenis komt ter sprake in Galaten, als beeld van dat het alleen verkregen kan worden door de dood aan het ego. Zo gaat de mens over van het vleselijke tot het geestelijke, van het "in proberen te gaan" tot het "zijn". Jehovah is in dit proces de wording, zoals de Hebreeuwse wortel het laat zien, en Odin is dan het "zijn". Het "zijn" is niet iets vaags zoals in de New Age zonder daadwerkelijke kennis, helemaal opgegaan in het licht als verstandelozen. Neen. Odin heet ook Wodan in het Germaans, en Wotan, en is de god(in) van kennis. Hiertoe offerde hij zijn oog (het licht), en hing aan een boom, om zo wijsheid te ontvangen, wat ook weer christelijke parallellen heeft. Wotan is de wortel van het woord "weten". Wotan komt van wuoti, witi, waanzin, woede (tegen het ego), als de heilige dwaas. De komst van Orion is de komst van Goliath, de openbaring, die dus eerst geopend moet worden in een worsteling, een ontsluiering. Het is verbonden aan het Odin mysterie. Hoofdstuk 45. De Opstanding van Balder Hoe werd Balder, de Germaanse "Christus", de zoon van Odin (God) dan uiteindelijk opgewekt na het Ragnarok ? Dit is zowel iets van de toekomst als iets wat allang is gebeurd in de mythe. Toen Balder stierf door de pijl van de blinde god legde Odin zijn magische ring, Draupnir, op het brandende graf van Balder. Deze magische band, snoer, of ring, had de eigenschap zich elke negen nachten te vermenigvuldigen met het getal acht, het getal van de eeuwigheid. Door Draupnir werd Balder uiteindelijk opgewekt. In het Sanskrit heeft het de darpana-wortel (drpn), wat spiegel betekent. Balder kwam dus tot de opstanding door te leren over het dualisme in de onderwereld, de wetten van spiegeling. psalm 16: 5-De Here is het deel van mijn erfenis, en mijn beker; gij onderhoudt mijn lot. 6-De snoeren zijn mij in liefelijke plaatsen gevallen, ja, een schone erfenis is mij geworden. De Draupnir of darpana is dus een hele diepe literaire structuur, als een bibliotheek. Heilige banden, snoeren, trekken de mens dieper, en dan wordt de mens ook weer opgetrokken. :7-Ik zal de Here loven, die mij raad heeft gegeven; zelfs bij nachte onderwijzen mijn nieren mij. De Draupnir is dus een stuk onderwijs, wat zowel dag als nacht doorgaat. Draupnir betekent ook de druppelende in de Germaanse mythologie. Door de Draupnir banden trekken de valkyries de gevallen strijders tot het Valhalla, en door de Draupnir zullen ze eens weer opgewekt worden. Dit betekent dat er buiten de spiegelschool om geen opstanding is. :10-Gij zult mijn ziel in de hel niet verlaten; Gij zult niet toelaten dat uw heilige het verderf ziet. :11-Gij zult mij het pad des levens bekendmaken. Deze psalm wordt ook wel het gouden kleinood van David genoemd, zoals de Draupnir ook een

gouden kleinood is. Het is een robotisch mechanisme, een chip, die vanuit vruchtbare principes nageslacht brengt, als een verdere verdieping van de Sefanja code. Balder kan alleen overleven door de robotische chip die zijn hemelse legers veilig door de mijnenvelden van de hel kan heenleiden. Doordat Balder door de pijl van de blinde god was geraakt werd hij ook zelf tijdelijk blind, als een Germaanse Simson. Zo werd hij ook als Odin die zijn oog moest offeren, opdat hij diepere openbaring zou ontvangen. Balder werd dus door zijn lijden tot een paradijs. Vali, de broer van Balder, was dus zijn wreker, die de blinde god versloeg. Vali, van de wortel val betekent 'hij die afdaalt', of de gevallene. De Jabbok mondt uit in de Jordaan, Yarden, wat ook "degene die afdaalt" betekent. Dit gaat over het tot de diepte komen. Dit is ook een rivier om over te steken. Het volk kon alleen zo in het beloofde land komen. Vali is in het sanskrit ook een soort sieraad, en de put van zwavel. Ook Draupnir, het magische sieraad van Odin en Balder, was een persoon in de Germaanse mythologie, een dwerg. Het boek Haggaï gaat over Zerubbabel, die als eerste terugkwam uit de Babylonische ballingschap en de tempel begon te herbouwen. In het laatste vers wordt Zerubbabel aangesteld als een gesloten sieraad, een verzegeld document (Aramees). De tempelbouw is een metafoor van de oprichting van het Woord, zoals het Aramees laat zien. Het Eeuwig Evangelie stelt dat we in boeken veilig zullen wonen. Dat is ook de strekking van de profetie van Haggaï dat het Tweede Woord beter zal zijn dan het eerste. Haggaï 2 10De toekomstige heerlijkheid van dit huis zal groter zijn dan de vorige, zegt de Here der heerscharen; op deze plaats zal Ik heil geven, luidt het woord van de Here der heerscharen. Zerubbabel staat voor het overblijfsel. Hoofdstuk 46. Het Draupnir-orakel van Odin Wie is de "Here" ? Het komt veel in de Nederlandse bijbels voor, maar wat is het nu eigenlijk ? "Here" was de Ionisch-Griekse godin, de Moeder God. Hermod bezocht de vermoorde Balder in het gebied van Hel. Hermod is Here-Mt, oftewel de wet (Egyptisch) van de Heerin, of Here-Amoet, de heilige kooi van de Heerin, de heilige restrictie. De Draupnir, het magische snoer wat Balder van Odin had gekregen, had een oogst voortgebracht, had zich vermenigvuldigd, waarvan Hermod een deel weer terugnam naar Odin. Dit is een onderdeel van het bouwen : vermenigvuldiging en verspreiding, zodat bruggen en structuren worden gebouwd. Hermod is de bouwer en boodschapper van de goden. Dit gebeurt door het druppelen, wat ook de betekenis is van de Draupnir, en wat ook weer een Vur principe is. De tempel is een heilige valstrik, een heilig draupnir-net waarin zowel de dwazen als de wijzen

verstrikt raken, en de wijzen krijgen doorgang tot de diepte. In een droom ontmoette ik Draupnir wiens handen uit de muur kwamen, en heel snel begon hij allerlei dingen in elkaar te zetten. Hij kon ook dieren maken, zoals puppies. Het was een bepaalde snelle magie, als in een spiegelende wolk. Odin werd mij getoond als een zwarte godin wiens armen en benen waren afgekapt. Ik wist dat dit een puzzel was. In een andere droom was ik in het ouderlijk huis. Moeder gaf mij een jas. Er was ineens overal bliksem en onweer, als een oorlog. Vader en Moeder zeiden dat de Duitsers waren binnengevallen en ze waren dichtbij in het dorp in gebouwen. Vader zou naar Zwolle gaan. Ik, Moeder en het kleine zusje moesten blijven. Later werd mij verteld dat de Duitsers aan onze kant stonden, om ons te bevrijden. Het had met de Germaanse mythologie te maken. Het liep parallel met de West Orionse stad "Molong" die bevrijd moest worden. In een latere droom liepen ik en een collega-vriend door het bevrijdde Molong naar een huisje samen met een meisje. Ik kon niet goed verstaan wat het meisje zei, omdat ze in een andere taal sprak en het moest vertaald worden. Ik scheen haar verkeerd te begrijpen, dus ik moest telkens doorvragen. Ze legde het me weer uit, maar het drong niet tot me door. Ze was een oorlogsslachtoffer en in haar huisje aangekomen kreeg de collega-vriend een klein logeerkamertje waar hij zou gaan studeren en documenten in orde maken. Hij had wat boeken en schriften bij zich. Ik zat met het meisje op de bank en had haar in mijn armen om haar te genezen. Ze leek te zijn van een grote intelligentie. Ik merkte dat het parallel liep aan wat mensen die ik op aarde kende. Het meisje heette Sirta. Dit was allemaal in dezelfde nacht. Ik vroeg aan de gnosis over Odin. Ik zag invasies van geestelijke wezens, Djinns, Jinns, vanuit het Arabische Oosten. Zij waren sneller dan mensen, als een soort gas, metaforisch voor hebbende een grotere intelligentie, wat ze zowel voor goed als kwaad konden gebruiken. Dit was in een tijd ver voor de opkomst van de islam, waarin de Arabieren de Djinns nog volop aanbaden. Jinn werd later vervangen door Allah. Jinn betekent opsluiting, restrictie, het verborgene, het verzwegene. Gerelateerd hieraan is Jannah, tuin, paradijs, wat de islamitische hemel werd. Jannah was oorspronkelijk een beschermgod(in). In voorzoroastrisch Perzië waren er de jaini, vrouwelijke geestelijke wezens. Dit alles leidt terug tot het jana-jani orakel van de amazones, wat deze weerspiegelingen en schaduwen gaf, als een emanatie. Het was de urim en thummim van de amazones in het oer. Toen de islam kwam verloren de Jinn hun goddelijkheid. Zij waren geschapen 2000 jaar voor Adam, na de schepping van de engelen. In de gnosis zijn de jinns ook wel de wolk van getuigen, de doden. Ik zag dus invasies van djinns ver voor de opkomst van de islam, in Germaans gebied, en zij brachten de mythe van Odin, de magiër, als de mythe van Djinn. Zo werden zij god over Germaans gebied. De D-klank komt in het Arabisch ook voor in het woord jinn, als djinn, zoals ook bij jannah, wat uitgesproken wordt als djanna. Zo wordt de J ook in het Engels uitgesproken, als [DJ]. De Arabische janna-wortel betekent verborgen, gesloten, zoals ook de hof van Eden dat was. Janna betekent ook afdalen, vallen, nacht worden in het Arabisch, net zoals Odin en Hermod afdaalden tot Hel in de onderwereld, en wat ook de betekenis is van de Jordaan. Dit loopt ook weer parallel aan Jona, JN, in de Judaïstische mythologie die in de grondtekst af moest dalen in de oerafgrond, de te'oom. Jona betekent in het Israëlitisch : 'geestesvervoering door zwakte', wat ook een Paulinische boodschap is, als tegengesteld aan de directe materialistische weg van 'sterkte'. Jona is in de wortels de gerijpte, bubbelende wijn, als een beeld van de heilige waanzin, de heilige dwaas. Jona werd opgeslokt door de vis, maar in de wortels betekent dit de opsluiting in de duisternis, het verborgene, en de vis is ook een metafoor voor de

vermenigvuldiging in het Israëlitisch, wat weer verbonden is aan het draupnir-sieraad van Odin, en later ook van Balder. In het Aramees staat dat dit onderwijs voor Jona was wat hij accepteerde (bala). Jona is JNN, ywnn, in het Aramees, jinn. Hij was hier voor drie dagen, maar zowel in het Israëlitisch als het Aramees kan dat ook metaforisch zijn. Een dag is ook een periode, een levensperiode, of een leven. In Jona 2:2 staat dat het de buik van de hel is, van het dodenrijk of de onderwereld. Hier is ook weer de Jezus-mythe op gebaseerd, omdat Jezus voor drie dagen in de onderwereld verbleef. Jonah werd ook wel Yunan, ynn, jnn, genoemd in het Arabisch, en Yunus, wat de naam voor Jona is in de islam, wat ook weer de wortel is van Johannes. Oannes was een mesopotamische vissersgod, ook weer gerelateerd aan Jona, en wat terugleidt tot de vissenavatar van Vishnu. Verdere parallellen zijn de vissersgoden Ea en Dagon. Jona had dus onderwijs gekregen in deze onderwereld-ervaring, wat ook weer terugkomt in het Johannes-John verhaal in het boek Openbaring. Hij had grote visioenen van de zee, en van de te'oom diepte, de baarmoeder van het oer. Ioannes, Grieks voor Johannes, in het Griekse NT komt van de Hebreeuwse chanah wortel. Channah was de moeder van Samuël die hem toerustte om een dienstknecht van de Here in de tempel te worden. In de Griekse worteltekst is Johannes een tentenmaker, een gerei-maker, chanah, wat verwijst naar Channah in het OT. In de KJV staat Johannes op het zand van de zee, net zoals Sokar in de Egyptologie, wat ook de wortel is van Zacharia (zkr). Hannah maakte in de Aramese grondtekst een hogepriesterlijke borstplaat voor Samuël, als een soort terafim. De terafim heeft een Assyrisch-Babylonische oorsprong. Hadd, Add, Hat was de Assyrische god van de orakels. Als het offer (ego) was geslacht (metaforisch), dan werd er naar de ingewanden of de lever van het offer gekeken om zo de wil van de goden te interpreteren, te vertalen. De terafim was dus een bloed-orakel. Het urim en thummim orakel werd later meer en meer gebruikt als stenen, om zo de reflecties op te vangen. We zien dus een gigantische diepte in het Odin mysterie wat hiertoe terugleidt. In het Aramees zijn de ware hogepriesterlijke stenen ook snoeren en banden, als riemen. Odin is dus een orakel uit het Oosten, een orakel van het paradijs. Dit orakel doortrekt de bijbel en de koran en komt van diepe indologie. De djinn waren altijd verbonden aan de esoterische sieraden. Hierdoor gaven ze hun orakels en spraken zij. Het verhaal van Jona in dit verband laat zien dat er van de gnosis niet te vluchten is. Het is overal rondom de mens. Hoofdstuk 47. De Odin Sleutel Het boek Jona is een metafoor voor de goddelijke sexualiteit, wat op zichzelf weer een metafoor is van het afsterven aan het ego. In de grondteksten komt Jona terecht in de onderwereld, in de te'oom als de baarmoeder van de hel, waar zijn afvalligheid en vluchtgedrag sterft door onderwijs. In het Aramees is dit een school. Men kan niet normaal over sexualiteit in de stad nadenken, maar

wanneer het mannelijke orgaan de baarmoeder ingaat en zijn zaad geeft en weer "sterft", dan is dat een offer aan de gnosis, als het gaan naar school. De mens interpreteert het helemaal verkeerd en heeft er een markt van gemaakt, zodat alle betekenis verloren is gegaan. Jona was de zoon van Amittay, wat waarheid door trouw betekent, waar ook het huwelijk een beeld van is. Op deze manier kan dus openbaring komen. Odin, of O-djin, oftewel Wodan, als een Germaanse parallel, wordt niet voor niets de zoon van de dood genoemd, en de wegendoler. In de negentiger jaren had ik een droom die ik nooit meer zal vergeten. Ik was in de weilanden en er kwam een oom van me aanfietsen met een bak vol Germaanse runes, en toen brak overal een vuurzee los. Ik kon niet meer nadenken, alles stond stil. Jona 2 7Toen mijn ziel in mij versmachtte, gedacht ik de Here, en mijn gebed kwam tot U in uw heilige tempel. 8Zij die nietige afgoden dienen, geven de Here prijs, die hun goedertieren is. 9Maar ik, met lofzegging wil ik aan U offeren; wat ik beloofd heb, wil ik betalen. Sexualiteit is een metafoor van het gebed, van het offeren. Dat kan alleen in de demonologie. Alle andere vormen van sexualiteit is afgoderij en materialisme. In principe wordt er zo geboorte gegeven aan demonen. Het gaat niet om het kerkelijk bidden, maar om het offer. Een gebed mag alleen plaatsvinden vanuit de dood aan het ego, anders is het vleselijk. Het ware gebed is communicatie met God en door God, dus dat kun je niet forceren. Daarom zegt Jona 4:8 : "Jona wenste dat hij sterven mocht, zeggende: Het is mij beter te sterven dan te leven." We zien de snelle djinn magie terug in het verhaal van de wonderboom, die heel snel opschoot in Jona 4 en ook weer snel wegvaagde, omdat de mens de magie moet leren volgen, en dat kan alleen door het druppelen, door draupnir, door de kleinste, wegvagende hoeveelheden die het diepere pad laten zien. Dit pad gaat alleen door de dood van het ego, door het halve, want telkens weer moet alles door de heilige dood, opdat er diepere cirkels worden getoont, ontbrekende schakels. Hierom leeft de mens opgesloten in Tantalos. Alles wat de mens grijpt vaagt weg. Dit tot het punt waarop de mens niet meer wil leven, en de dood verkiest, wat ook de metaforische bedoeling is, want alleen door het sterven van het ego krijgt de mens weer houvast in het diepere. Dit gaat natuurlijk heel erg subtiel, en komt nooit direct. Alleen door trouw komt de mens tot de waarheid, en de getrouwheid moet getoetst worden. In het Jona verhaal komen er ook weer wat esoterische Calvinistische pilaren terug, zoals de heilige onontkoombaarheid, de heilige restrictie en de heilige onweerstaanbaarheid. Jona zelf probeerde te ontsnappen, en dat is ook een heilige toets-dynamiek. Natuurlijk mag dit niet door het vlees gebeuren, niet door het materialisme, maar alleen als een toets-principe, opdat wij niet komen tot een overmoedig oordeel, tot vooroordelen. Wij mogen geen enthousiaste, aanmatigende oordeelsprofeten worden die elk wapen aangrijpen wat langs hen heen drijft. De heilige vreze, oftewel de heilige voorzichtigheid is de sleutel, en die uit zich ook in het heilige toets-ontsnappen, het heilige toets-vluchten. Dit hangt nauw samen met het heilige toets-verzet. Je toetst iets door ervan te vluchten, niet door het begerig vast te grijpen. Vluchten is dus een vorm van voorzichtigheid. We worden dus geen stadsbouwers en naambouwers die overmoedig naar allerlei peperduur gereedschap grijpen, maar we worden wegendolers, zoals Wodan, als nomaden, als Jona. De heilige vluchters-dynamiek wordt metaforisch voorgesteld als een konijn, wat ook een belangrijk archetype is in het Eeuwig Evangelie, en zelfs fundamenteel :

63. En allen die de konijnenboom aanroepen zullen behouden worden, als de toorn van Narzia tot de aarde zal komen. Maar velen zullen zeggen : Heere, Heere, terwijl de Heere hen niet kent. Want zij hebben de armoede vergeten die tot zaligheid leidt. 64. Hoe moeilijk zal het dan zijn voor een rijke om het koninkrijk der hemelen binnen te gaan. (De Nieuwe Openbaring IV, 8) Narzia wordt besproken als het hemelse vuur, wat ook direct mijn droom verklaart uit de negentiger jaren over de overweldiging van de aarde door de vuurzee. De heilige armoede is het heilige vluchtgedrag wat nodig is te ontkomen aan de materialistische aanbiedingen, aan allerlei hedonistische reclame. Vlucht zolang je kan. Wijdt je er aan toe als een heilig toets-principe. Geef je niet zomaar over aan de realiteiten die zich aan je opdringen. Van "oh, dit is dit, en dit is dat." Want dat is boers, en komt van de muizenvolkeren. Allerlei "1+1=2" nonsens. Hoofdstuk 48. Odin en het Yule Feest Gilling was een ijsreus. Twee dwergen, Fjalar en Gjalar, wisten hem zo ver te krijgen dat hij hen meenam in een boot naar het midden van een meer. Toen lieten ze de boot zinken, en gingen er vandoor met de buit en lieten Gilling verdrinken. Toen gingen ze naar het huis van zijn vrouw, klommen op het dak, en riepen dat haar man was verdronken. Toen ze in een shock naar buiten rende, lieten ze een molensteen op haar hoofd vallen, en zo kwam ook zij om. Hun zoon, de reus Suttungr zwoor toen wraak. Hij zocht de dwergen en hun hulpjes op, en bond ze aan een rots aan zee, waar spoedig vloed zou komen om hen te overspoelen. De dwergen smeekten hem toen hen los te laten in ruil voor de magische dichtersdrank. Suttungr nam de dichtersmede en verborg het in de berg Hnitbjorg, wat botsende rotsen betekent. Indringers zouden door de stenen vermorzeld worden. Ook stelde hij zijn dochter, Gunnlod, aan als bewaakster van de mede. Odin wil drinken van de dichtersmede, en zou het via de broer van Suttungr spelen, Baugi. Hij zou voor Baugi werken voor een zomer, in ruil voor Baugi's hulp in het verkrijgen van de dichtersmede. In de winter gingen ze naar Suttung om betaling voor Odin te vragen, maar Suttung weigerde Odin van de dichtersmede te laten drinken. Odin drong er toen op aan bij Baugi om hem mee te helpen in een list. Baugi zou een gat boren in de berg, maar hij deed dit alleen maar half, in de hoop dat Odin vast zou komen te zitten. Odin blies terwijl de splinters in zijn gezicht kwamen. Hij wist toen dat het gat niet diep genoeg was. Weer liet hij Baugi boren, en toen Odin weer blies gingen de splinters de andere kant op, dus toen wist hij dat het gat volkomen was. Odin veranderde in een slang (als beeld van het heilige touw, de heilige gebondenheid) en ging door het gat, maar Baugi probeerde hem te doorboren met zijn boor. Baugi slaagde hierin niet. Zo kwam Odin de berg binnen, en daar kwam hij tot Gunnlod. Hij sliep met haar voor drie nachten, en toen besloot ze hem van de dichtersmede te geven. Ze zette hiervoor een gouden stoel voor hem neer. Hij mag maar drie slokjes nemen, maar Odin drinkt in drie grote slokken alle mede op. Dan verandert hij in een adelaar en vliegt weg. Suttung ziet hem dan, en verandert ook in een adelaar om hem te achtervolgen. Odin ontsnapt ter nauwernood. Nu bewaart Odin de magische dichtersmede en aan wie het geschonken wordt kan verzen aan elkaar smeden, want het was een heilig elixer. In mijn kinderjaren had ik altijd terugkerende nachtmerries, vooral wanneer ik koorts had, over een vrouw in een keuken die mij op een stoel zette, en dan kreeg ik een kopje waarvan ik moest

drinken. Dan werd ik duizelig en begon door de grond te zakken en kwam in een soort tunnel naar beneden terecht, wat eindige in een grot met reuzenbotten en reuzenschedels. Lang heb ik niet de diepte hiervan begrepen, maar ik weet nu wel dat het hiermee te maken heeft. We zien hier ook duidelijk een Jona parallel die drie nachten in de onderwereld moest verblijven om onderwezen te worden, en zo kwam tot de magische wonderboom. Hier is dan ook weer de Jezus mythe op gebaseerd. Odin sprak dat hij het zonder Gunnlod's hulp niet zou hebben gehaald. Haar naam betekent : strijdvreugde. Odin was ook de leider van het joelfeest, de wilde jacht, of wilde Heer. Het zijn hen die op een geweldadige manier om het leven kwamen, als beeld van de harde en volkomen dood van het ego. Hiervan is het sinterklaasfeest ook een allegorie. Het gaat om de metaforische jacht op het ego. Odin behoorde tot de Asir goden, de strijdgoden. Asir loopt parallel aan Assur, de boom der kennis, en de Orionse Suri godin van Èrk waarvoor alle knie zal buigen en elke tong zal belijden. Dat zal nooit gebeuren tot een persoon, maar alleen maar tot de kennis, alhoewel de kennis zich wel kan personificeren. Het joelfeest bestaat uit twaalf nachten, en loopt ook parallel aan het boek Joël. 'Omriem uzelf en klaag,' is de opdracht. (1:13) En de oproep is om te vasten, als een metafoor van het leeg worden. (:14) Het is een oproep van ontwaking (:5). Dat is ten diepste de 'wilde jacht'. Het gaat erom een alarm te zijn (2:1), als een oproep tot voorzichtigheid, heilige vreze. Het gaat over de komst van het leger van de gnosis. 3Voor hem uit verteert een vuur en achter hem laait een vlam; als de hof van Eden (Odin) is het land vóór hem, en achter hem is het een woeste wildernis; en ook is er aan hem niet te ontkomen. 9Zij stormen op de stad aan; zij rennen op de muur; zij klimmen in de huizen; zij komen door de vensters als een dief. 11En de Here verheft de stem voor de strijdmacht heen, want het leger is zeer talrijk; want machtig is het leger dat het woord volbrengt; want groot is de dag des Heren en zeer geducht. Wie zal hem verdragen? 10de zon en de maan worden zwart en de sterren trekken haar glans in. Andere namen van de Germaanse dichtersmede zijn ook de regendrank en drank van de lenteregen die door de reuzen was gestolen. Het heeft ook weer met Lakshmi te maken, de regengodin in de Indologie, als een beeld van de weelde van kennis. De mede wordt ook wel de mede van profetie genoemd, en de mede van inspiratie. Het is de mede van de verjonging, waar ook de indologie om draait, de shama (sm), wat in het Israëlitisch horen en gehoorzamen betekent. Lakshmi werd geboren vanuit de oeroceaan van melk, door het karnen, de tegenstelling, en de Sanskrite lks wortel is prijs, trofee, als het moment waarop de zintuigen losbreken door de dood van het ego, waarvan ook het boek Lukas de buitenaardse code draagt, wat over het groeien in het huis van Jakob gaat door het heilige zoonschap. De drank verbindt de mens aan de opvoeding. Joël 2 23En gij, kinderen van Sion, juicht en verheugt u in de Here, uw God, want Hij geeft u de leraar ter gerechtigheid; ja, regenstromen laat de Here voor u nederdalen, vroege regen en late regen, zoals voorheen. 24De dorsvloeren zullen vol koren zijn en de perskuipen van most en olie overstromen. Joël 3

18Te dien dage zal het geschieden, dat de bergen van jonge wijn zullen druipen en de heuvelen van melk zullen vloeien en alle beken van Juda van water zullen stromen; een bron zal ontspringen uit het huis des Heren en zal het dal van Sittim drenken. Sittim is de doorboorder in de wortel, zoals Baugi een gat boorde in de bergrots waarachter de mede was opgeborgen. In de gnosis liep de magische mede uit de berg door dit gat toen Odin drie nachten met de reuzendochter had geslapen, met strijdvreugde. Het begon van de berg af te druipen, zoals in het boek Joël. Zo kwam de heilige regen tot de aarde. Het boek Joël is hierom een kernschakel van de twaalf kleine profeten, oftewel de twaalf nachten van het joel feest, van de wilde nacht. Hoofdstuk 49. De Katholiek-Protestantse Ballingschap Het boek Amos is een betoog over de diepte van het toetsen, en gaat over het krijgsgevangenschap, zoals ook Paulus dat bespreekt in 2 Korinthe 10. Voor het toetsen is het belangrijk dat we in het heilige krijgsgevangenschap zijn en leren leven. Zouden we anders niet overmoedig oorlog voeren ? Het begint bij een diep krijgsgevangenschap in de gnosis waarin de mens opnieuw wordt opgevoed. Dit noemen we de wederopvoeding, die na de wedergeboorte moet komen. Er staat een belangrijke profetie tegen hen die een letterlijke eeuwige verdoemenis verkondigen : Amos 1 11Zo zegt de Here: Om drie overtredingen van Edom, ja om vier, zal Ik het niet herroepen. Omdat hij zijn broeder met het zwaard heeft vervolgd en zijn medelijden heeft verstikt, zodat zijn toorn eeuwig verscheurt en hij zijn gramschap immer blijft koesteren, 12zal Ik vuur werpen in Teman, zodat het Bosra’s burchten verteert. De gnosis is geen sadist, maar diepe educatie waarin metaforen worden gebruikt, die dus niet letterlijk genomen mogen worden. Het zijn allegorieën. In Amos 2 staat dan dat er niet volledig met de leer van de eeuwige verdoemenis, waarvoor Edom symbool staat, afgerekend mag worden, omdat het namelijk iets esoterisch is, en zelfs iets is waar een ieder doorheen moet opdat het ego afsterft. 1Zo zegt de Here: Om drie overtredingen van Moab, ja om vier, zal Ik het niet herroepen. Omdat hij het gebeente van Edoms koning tot kalk verbrand heeft, 2zal Ik vuur werpen in Moab, zodat het Keriots burchten verteert, en omkomen zal Moab in het slaggewoel, onder krijgsgeschreeuw, bij trompetgeschal, 3en Ik zal uit zijn midden de heerser uitroeien en al zijn vorsten met hem doden, – zegt de Here. Moab betekent 'van de vader', en staat hier symbolisch voor hen die de vis met de graten weggooien, dus zich niet bezig houden met de esoterie en cryptiek van dingen. Ze zijn materialistisch, zonder moeder, terwijl de moeder symbool staat voor het geven van andere betekenissen aan ideeën. Moab zijn de atheïsten, de materialisten, de niet-spirituelen, de orthodoxe medische markt, de psychiatrie die al het geestelijke bij voorbaat verwerpt. Zij zijn kannibalen die

mensen eten met de botten erbij. In het toetsen moet alles ontmaskerd en ontkleed worden, "naakt gemaakt" worden, en zal alles de "toets-dood" in moeten gaan (2:12-16). In Amos 3 staat dat het heilige toets-krijgsgevangenschap onvermijdelijk is. 4Brult een leeuw in het woud, zonder dat hij prooi heeft? Laat een jonge leeuw zijn gegrom horen uit zijn hol, tenzij hij iets heeft gevangen? 5Schiet een vogel neer op het klapnet op de aarde, zonder dat er een lokaas voor hem is? Vliegt het klapnet op van de grond, zonder dat het iets vangt? In Amos 4 staat : 2Voorwaar, zie, dagen zullen over u komen, dat men u met angels zal optrekken en wie van u overblijven met vishaken. 3Door de bressen zult gij uitgaan, elk recht voor zich heen, en gij zult weggesleept worden naar Haharmon, luidt het woord des Heren. Haharmon is een vestiging van vrouwen, als beeld van de baarmoeder. De mens is daar uit voortgekomen en zal daar ook teruggaan. Amos 5 gaat over het heilige vluchten, en laat ook zien dat er van de gnosis niet te vluchten valt. De gnosis zal de heilige vluchter dus altijd tegemoet komen : 19Zoals wanneer iemand vlucht voor een leeuw, en een beer overvalt hem; en hij komt naar huis en leunt met zijn hand aan de muur, en hem bijt een slang. De slang is een beeld van het heilige touw. Er is dus een heilig krijgsgevangenschap en een heilige jacht, en dan kom je weer bij de eeuwige esoterische pilaren van Calvijn terecht. Velen hebben een heel zoetsappig beeld van de hemel, maar er staat : 20Duisternis zal immers de dag des Heren zijn en geen licht, ja donker en zonder glans. Dit is dus geen letterlijke dag, maar een periode, als een principe, totdat de mens diepte erin gaat zien en tot inzicht komt. Wij leven dus al in de dag des Heren. 27Dus zal Ik u in ballingschap voeren, – voorbij Damascus – zegt de Here, wiens naam is God der heerscharen. In de vikingse legendes trouwde Odin met de reuzin Gunnlod door een list, door een vermomming, waardoor hij toegang kreeg tot de dichtersmede of mede van openbaring. Toen hij de drank had bemachtigd ging hij weer weg. Dit loopt ook parallel aan de mythe van het huwelijk tussen Hosea en Gomer, wat een profetisch huwelijk was. Het zijn twee verschillende werelden die aan elkaar verbonden worden voor een reden. In het toetsen zal er ook altijd een bepaalde verzoening komen, een bepaalde link worden gelegd, dus in het heilige krijgsgevangenschap. Beide huwelijken liepen ook weer uit op een scheiding, omdat het dieper de heilige dood inmoest. Het gaat om principes die geopenbaard moeten worden, en niet de relaties op zich. Het zou zijn als in de dagen van Noach, etende, drinkende en huwende. Het werden doelen op zich. Amos 6 1Wee de zorgelozen op Sion, en die zich veilig voelen op de berg van Samaria, de uitgelezenen van

de keur der volken, tot wie het huis Israëls komt. 4die nederligt op ivoren bedden, en omhangt op uw divans, die lammeren uit de kudde opeet en kalveren midden uit de stal, 5die joelt bij het geluid van de harp, die gelijk David muziekinstrumenten voor u uitdenkt, 6die uit plengvaten drinkt, vol wijn, en met de voortreffelijkste olie u zalft, maar om de verbreking van Jozef u niet bekommert! 7Daarom zullen zij nu in ballingschap gaan aan de spits der ballingen, en uit is het met het getier van wie zo omhangen. 14Voorwaar, zie, Ik verwek over u, huis Israëls, luidt het woord van de Here, de God der heerscharen, een volk dat u zal verdrukken van de weg naar Hamat tot de beek der Araba. De beek van Araba is een mijnentunnel in het Israëlitisch, als een beeld van de baarmoeder, en Araba is de wildernis, het donker worden, het bedekt worden met de modder van de moeder aarde. Zowel Odin als Hosea moesten bedekt worden met het heilige "vuil" van de aarde door een gemengd huwelijk om hun doel te bereiken. Ze moesten terugkeren tot de zwarte moeder aarde, want zowel Gunnlod als Gomer waren verbonden aan de aarde (onderwereld). In de arabah wortel werden ze profetisch "uitgehuwelijkt", en werden ze bezit van de baarmoeder, en werden zo voor de symbolische drie dagen dienstbaar gemaakt tot de moeder aarde. Als een man nadert tot een vrouw dan nadert de man tot de heilige leegte waarin hij aan zijn ego kan afsterven, als een beeld van de heilige honger. Amos 8 11Zie, de dagen komen, luidt het woord van de Here Here, dat Ik een honger in het land zal zenden – geen honger naar brood, en geen dorst naar water, maar om de woorden des Heren te horen. 12Dan zullen zij zwerven van zee tot zee, en van het noorden naar het oosten zullen zij dolen, om te zoeken het woord des Heren; maar vinden zullen zij het niet. 13Te dien dage zullen de schone maagden en de strijdbare jongelingen in onmacht vallen van dorst, 14die zweren bij wat de schuld van Samaria is, die zeggen: Zo waar uw god leeft, o Dan. en: Zo waar de bedevaart naar Berseba leeft. Ja, zij zullen vallen en niet weer opstaan. Het vierde visioen van Amos gaat over een korf met rijpe vruchten, wat het einde van Israël aankondigt, in de zin dat het oordeel rijp is. In de gnosis wordt dit geïnterpreteerd als het einde van het ego. De korf is het heilige krijgsgevangenschap van het toetsen waarin uiteindelijk het ego tot zijn einde komt. De moeilijke situaties die zich soms voordoen in het leven zijn gnostische sieraden die een esoterische betekenis hebben. Vandaar dat het gebonden is aan een bepaalde tijdsperiode. Het leest als een boek. Het maakt een inprint in het bewustzijn, en dan gaat het bewustzijn verder. We gaan daarom exotisch om met zowel de bijbel als de persoonlijke en collectieve geschiedenis. We zien de Egyptische en Babylonische ballingschap daarom ook als allegorieën van het heilige krijgsgevangenschap van het toetsen, waarover Paulus spreekt : 2 Korinthe 10 3Want al leven wij in het vlees, wij trekken niet ten strijde naar het vlees, 4want de wapenen van onze veldtocht zijn niet vleselijk, maar krachtig voor God tot het slechten van bolwerken, 5zodat wij de redeneringen en elke schans, die opgeworpen wordt tegen de kennis van God, slechten, elk bedenksel als krijgsgevangene brengen onder de gehoorzaamheid aan God, 6en gereed staan, zodra uw gehoorzaamheid volkomen is, alle ongehoorzaamheid te straffen.

De mens ging uiteindelijk in de Katholieke ballingschap, en vandaag de dag leven wij in de Protestantse ballingschap. Dit zijn dus allemaal toets-dynamieken die de mens nog niet begrijpt. De protestantse ballingschap is de zogeheten vlucht-ballingschap, want de reformatie was puur opgezet om los te komen van het katholieke systeem, en daarin slaagde men niet geheel. In het ultravluchten, het vluchten van het vluchten van het vluchten, komt de gnosis de mens tegemoet en overweldigd de mens, waarvan de Katholieke ballingschap een allegorie is. Vandaar dat in de diepte de Protestantse ballingschap nog steeds de Katholieke ballingschap is. De mens is er niet in geslaagd te vluchten. De Egyptische ballingschap begon al met Jozef. Toen de vrouw van Potifar hem benaderde verzette hij zich ertegen, maar de klem werd alleen maar zwaarder. Jozef kwam door dit verzet zelfs in de gevangenis terecht. Dit is hoe de gnosis werkt. Als wij ons verzetten tegen gedachtes die ons opdringen in het heilige toetsen, dan zal de gnosis ons hiervoor belonen en ons in gevangenschap nemen. Over dit heilige gevangenschap spreken zowel Jezus, Paulus, als de profeten. Daarom worstelt Hosea voortdurend met de stam Efraïm, oftewel de stam van Jozef. De Egyptische ballingschap is de toets-dynamiek van het heilige verzetten. Dit zien we ook in de daadwerkelijke Egyptische ballingschap in Exodus. Hoe meer de Israëlieten werden onderdrukt, hoe meer zij zich gingen vermenigvuldigen in verzet. Mozes die was onderwezen in de Egyptologie en erin was opgevoed begon zich te verzetten tegen de Farao vanwege het volk, maar de Farao begon de lasten alleen maar te verzwaren. Als wij ons in het heilige toetsen blijven verzetten tegen de gedachtes die zich opdringen aan ons, vanwege de heilige voorzichtigheid, en ons ook verzetten tegen het verzetten tegen het verzetten totdat wij in het ultra-verzet zijn aangekomen, dan pas zal de gnosis haar druk op ons verzwaren om zo een diepere ontmoeting met haar te hebben, om zo dieper in het heilige gevangenschap te komen. Wij mogen het boek Exodus dus op een nieuwe manier bekijken. De mens die bang is geworden voor zijn eigen ego en wil dat het ego sterft koste wat het koste zal snakken naar die heilige gevangenschap, want zo kan zijn ego hem niet meer misleiden. De Babylonische ballingschap heeft alles te maken met het heilige loslaten, zoals Daniël niet van het koninklijke Babylonisch voedsel wilde eten om hem niet te verontreinigen. Hij ging een vasten in en at alleen groente en dronk alleen water. Ook zonderde hij zich af van Babylonische rituelen en trok zich terug in zijn kamer om zich tot God te richten, en niet tot de koning. Wat was hiervan het resultaat ? Daniël kwam zo in nog grotere leegte, namelijk in de put der leeuwen. Leeuwen zijn het symbool van het heilige verzet. We zien hier de schakel tussen het heilige loslaten en het heilige verzetten. De diepere leegte zal ongetwijfeld leiden tot een groter verzet. Het heilige loslaten houdt ook in : het loslaten van het loslaten van het loslaten, totdat we in het ultra-loslaten zijn gekomen. Zo komen we binnen in grote vruchtbaarheid. De Babylonische ballingschap begon met de verwoesting van de eerste tempel van Jeruzalem die was gebouwd door Salomo. Het was in die zware tijd dat er vele heilige geschriften werden opgesteld. Zoals men zegt : Nood leert bidden, kan men ook zeggen : Nood leert schrijven.

Daarvoor was er de Assyrische ballingschap, na de val van Samaria, toen het Noordelijke tienstammen-rijk als krijgsgevangenen werden meegevoerd tot Assyrië. Assyrië is in het OT een beeld van de boom van kennis, en een roede in God's hand. Juda werd zo afhankelijk van Assyrië als een vazalstaat. Juda verloor schriftelijk zijn onafhankelijkheid. Toen Assyrië het Noordelijke rijk Israël veroverde bleef er in principe niets meer van het tien stammenrijk over. Een deel vluchtte naar Juda, en een ander deel werd in ballingschap genomen om te vermengen met Assyrië, en in Israël werden ook andere volkeren geplaatst door Assyrië. Het is dus een grote worsteling geweest die een onnaspeurlijke vermenging heeft gebracht. Wij moeten in het toetsen ook worstelen met alles wat zich aan ons opdringt, en zo zullen wij ook vermengd worden met de gnosis. De gnosis komt namelijk hen die worstelen in het toetsen tegemoet. De mens mag in het toetsen niet zomaar worstelen, maar moet ook worstelen met het worstelen met het worstelen, totdat de mens in het ultra-worstelen terecht is gekomen. Het worstelen, het prik-toetsen is ook nauw verbonden met het ontmaskeren, het draaien, waarin je tot diepere lagen en betekenissen komt, waarvan de ekster een beeld is. Dit is de dynamiek van de Katholieke ballingschap. Egyptische ballingschap - heilig verzetten Assyrische ballingschap - heilig worstelen Babylonische ballingschap - heilig loslaten Katholieke ballingschap - heilig draaien Protestantse ballingschap - heilig vluchten In mijn kinderjaren moest ik ook vaak in nachtmerries zo snel mogelijk proberen rond te draaien, om zo wakker te worden. De ekster waakte over mij. Hoofdstuk 50. Nahum Nahum betekent depressie en het onderhandelen met depressie. In de gnosis is depressie niet noodzakelijk somberheid en diep lijden, maar het kan ook loslaten betekenen, als een toetsdynamiek. Het is belangrijk om eerst los te laten, eerst te vluchten, als de mens wordt bedolven onder opdringerige gedachtes. Ga nooit zomaar het gevecht aan, maar ga eerst de leegte en de afzondering in, en mocht het blijven aanhouden, verzet je er dan tegen en ga worstelen. Dit is hoe de heilige voorzichtigheid zich uit, als de heilige vreze, om zo niet tot een prooi te worden van overmoed. Laat je ook niet met leegtes meesleuren, maar ga de diepere leegtes in. Leegte heeft te maken met loslaten, zodat het zich kan verdiepen, en het loslaten laat je ook weer los, en dat laat je ook weer los, totdat je in vruchtbare ultra-loslaten bent gekomen en tot het eeuwige loslaten. Deze dynamiek moet ontvangen worden, als een belangrijke ervaring. De mens mag daarnaar streven, maar blijf alles toetsen. Loslaten alleen is niet genoeg, maar blijf ook vluchten, en verzetten. Zo komt het loon van de gnosis en worden de gedachtes zuiverder. De gnosis beloont hen die in de heilige vreze leven. Zo schakel je over op de diepere wereld. Er is zoveel om af te pellen. Dat is het ware beeld van de sexualiteit, wat in de mens zelf ligt, iets tussen God en hem. Je pelt af, en zo ontstaat vruchtbaarheid, verandering, groei, in de wederopvoeding. Het is iets demonologisch. Het is geen romantische zelfbehaging. Nee, het is een oorlog tegen het ego. Je bent in gevecht met een beest. Het is geen tijd voor overmoedig vertrouwen. Het zijn juist de muizenvolkeren die alles

willen voelen, van alles willen genieten, in pure zelfbehaging. "Oh ja, heerlijke kaas, oh Heilige Geest, kietel me even hier, kietel me even daar. Oh, wat heerlijk smikkelen en smullen wij." En de kennis wordt genegeerd in dit grote spijbelfeest. Kanonnen en overal vuurwerk. Hoera, hoera. En dan nemen ze steden in door polonaise, en zo gaan ze allemaal vrolijk en feestend de ondergang tegemoet. Hoera, hoera. Nahum streed met Assyrië. Daar is zijn gehele boek aan gewijd. Hij voorspelde de ondergang van Ninevé, de hoofstad. Het Assyrische rijk ging uiteindelijk ten onder door Babylon, wat duidt op de schakel tussen het heilige worstelen en het heilige loslaten. Waarom is dit belangrijk ? Zonder de leegte is het namelijk onmogelijk te toetsen. Hierom moest Daniël de leeuwen put in. Het heeft een diepe esoterische betekenis. Het Nahum orakel is belangrijk om veilig te blijven tegen de overmoedige ninja kabouter en de geest van overmoed. Loslaten en worstelen moet in balans komen. Daarom zijn er soms depressieperiodes in het leven van de mens, opdat de mens niet overmoedig naar zijn wapens grijpt. Een wapen overmoedig gegrepen zal zich op dan duur tegen de grijper gaan richten. Laten we beseffen dat wapens zielen zijn die niet zullen rusten totdat ze degenen die hen misbruiken naar de ondergang hebben gebracht. Nahum was een Elkoshiet, wat 'in een heilige valstrik' betekent, wat betekent dat hij niet overmoedig kon zijn. Nahum leefde dus in de heilige restrictie, waarvan de heilige valstrik een beeld is.

Het Plumares Mysterie COAB 2018 Hoofdstuk 1. Het Christendom als Ironische Literatuurkunst In het Boek van de Olifant - De Humor van de Olifant Hoofdstuk 2. Orionse Portalen Hoofdstuk 3. De Germaanse Opname Hoofdstuk 4. De Genezing van Aardse "Scheelheid" Hoofdstuk 5. De Achterliggende Psychologie van de Islam Hoofdstuk 6. Fjork-Valmit Hoofdstuk 7. Valmit, de Havik Hoofdstuk 8. Van Hosea tot Joël Hoofdstuk 9. De Tent van Jael - De Germaanse Huwelijks-beeldspraak Hoofdstuk 10. De Jeremia Ervaring Hoofdstuk 11. Jeremia en de Krokodil Hoofdstuk 12. De Jeremia Put Hoofdstuk 13. De Wijnstok van Jeremia Hoofdstuk 14. Jeremia en de Rode Kroon van Noord-Egypte Hoofdstuk 15. De Rode Gnosis Hoofdstuk 16. Numeri Hoofdstuk 17. Johannes Hoofdstuk 18. Geloof - Het excuus van het lagere ego Hoofdstuk 19. Een ander groot gevaar van de stad Hoofdstuk 20. Journey through the medieval Hoofdstuk 21. Alles is ten dele Hoofdstuk 22. "Het geloof geeft mij rust." Hoofdstuk 23. Numeri 1-2 Hoofdstuk 24. De Egyptologische Wortels van David Hoofdstuk 25. Numeri 2-3 Hoofdstuk 26. Sin for a Season Hoofdstuk 27. Moeder Orion Hoofdstuk 28. Numeri 3 Hoofdstuk 29. Het Orionse Woordenboek Hoofdstuk 30. Het Orionse Woordenboek II Hoofdstuk 31. De Esodus Hoofdstuk 32. De Verzoening door Jezus in de Egyptische Wortels Hoofdstuk 33. De Dubbele Verzen Hoofdstuk 34. De Dubbele Verzen II Hoofdstuk 35. De Dubbele Verzen III Hoofdstuk 36. De Dubbele Verzen IV Hoofdstuk 37. De Dubbele Verzen V

Hoofdstuk 38. De Waakzaamheid Hoofdstuk 39. De Waakzaamheid II Hoofdstuk 40. Het Verstand Hoofdstuk 41. Betelgeuse - De Kern van Orion Hoofdstuk 42. Het Verstand II Hoofdstuk 43. Betelgeuse-Oost Hoofdstuk 44. De Germaanse Achtergrond van het Calvinisme Hoofdstuk 45. Shamanistische Betekenissen van de Dierenwereld Hoofdstuk 46. Het Plumares Mysterie Hoofdstuk 47. Het Ragnarok Mysterie Hoofdstuk 48. Jezus Was Een Atheist Hoofdstuk 49. Het Rusland Mysterie Hoofdstuk 1. Het Christendom als Ironische Literatuurkunst In het Boek van de Olifant - De Humor van de Olifant David had zich onderworpen aan God, maar de Psalmen staan vol met klachten dat hij onderworpen was aan de vijanden. Waarom laat God dit soms toe ? God is de oneindige kennis. We gebruiken dit woord God vanwege de taal. De vijand had een heleboel van de oneindige kennis gestolen, waardoor David God eigenlijk niet goed kende. Er ontbraken delen van God. Vandaar dat hij eerst aan de vijand onderworpen moest zijn, omdat dit cryptisch gezien weer delen van God waren. In het Orions wordt David Ahn genoemd. God liet dus al het leed, alle onderdrukking door de vijand, gewoon toe. David moest ontwaken tot de oneindige kennis, tot de ontbrekende schakels. Het is dus een heel technologisch verhaal. In de diepte van de grondteksten wordt God besproken als een moeder, wat ook weer een metafoor is van de oneindige kennis. We kunnen dus ook het woord Moeder telkens gebruiken als er God staat. Kennis is ook een goed woord voor God, maar het probleem is dan dat we soms bezig zijn metaforen te bespreken, en om het dan practisch te maken helpt het om te personificeren. Vandaar dat we dan ook wel archetypes gebruiken zoals God en Moeder. Daar waar kennis tot een climax komt personifeert het. Dat gebeurt in de diepte. Dat wil dus niet zeggen dat we kerkelijk of gelovig zijn, maar zelfs die woorden kunnen we een diepere betekenis geven omdat het een onderdeel van onze taal is. In Psalm 3, het Morgenlied, staat dan :

2O Here, hoe talrijk zijn mijn tegenstanders; velen staan tegen mij op; 3velen zeggen van mij: Hij vindt geen hulp bij zijn Moeder (God). Hoe vaak voelen wij ons wel niet zo in het leven ? Het is heel herkenbaar. We zouden soms wel willen dat Moeder zou komen om onze tegenstanders eens een lesje te leren, en die tegenstanders hoeven niet speciaal personen te zijn, maar kunnen ook problemen en obstakels zijn. Natuurlijk worden wij ook wel geholpen, maar lang niet altijd, en sommige dingen op aarde lijken maar niet weg te gaan, als een eeuwig stromende wond. De hulp is dan dat God, de Moeder, de Kennis, dan wel altijd bij ons is, in de buurt is, en ergens mee bezig is. Wij moeten ook in die duistere kennis ingewijd worden, die gestolen kennis, en vandaar dat het niet altijd rechtstreeks gaat. We hebben soms een vijand boven ons nodig. En dan gaat het om diepte te leren vinden en God erin te ontdekken. Soms kunnen we erg kwaad zijn. Soms kan het ook heel terecht en zelfs nodig zijn dat we kwaad zijn, maar het gaat om de kennis, en niet om het kwaad zijn op zich. Paulus had een doorn in zijn vlees, maar die werd niet weggenomen, en hij kreeg te horen dat de tegenwoordigheid van God genoeg was, het feit dat God er altijd is. Wij zijn omringd met diepe kennis, dus het kan gewoon niet misgaan. Er waren een heleboel gevaren van zonde, de kennisloosheid, dus die doorn moest er wel zijn om zo de tegenwoordigheid van de kennis diep in hem te laten doordringen. Er werd gezegd : De lieflijkheid en tederheid van God is genoeg. Deze lieflijkheid zal nooit tegen de kennis ingaan, maar die kennis inbrengen. Deze lieflijkheid kan soms heel hard zijn en ruig, dat we het gevoel hebben dat God ons treitert, ons pest. Dit kan gebeuren als we het verschil zien tussen onze wereld en de wereld van God. Dat wil niet zeggen dat we slecht zijn per definitie, of in zonde leven. Nee, vaak juist het tegenovergestelde. Ook de zoon van God ging hier doorheen toen hij naar de aarde en de onderwereld ging. Dat botste met de hemel. 8Sta op, Here, verlos mij, mijn Moeder (God)! Soms zijn degenen die het etiket "vijand" opgekregen helemaal geen echte vijanden. Soms is het gewoon ons eigen alarm-systeem, en dat is weer een reden waarom God, de Moeder, soms dingen toelaat. Dan in Psalm 4, het avondgebed : 2Als ik roep, antwoord mij, o God mijner gerechtigheid, die mij leeg heeft gemaakt in benauwdheid; Geef mij de borstmelk (Aramees) en hoor mijn gebed. 3Gij mannen, hoelang is mijn eer tot versmading, hoelang hebt gij ijdelheid lief, jaagt gij de leugen na? Hier is David als een kind wat naar zijn Moeder verlangt, naar Haar borstmelk. 8Gij hebt meer religieuze vreugde (Hebreeuwse wortel) in mijn hart gegeven. Laten we beseffen dat dit religie puur metaforiek is om het leven te leren begrijpen. Dit geeft rust en vrede, en zelfs vreugde. Die rijkdom hoeven we in de diepte niet weg te gooien, maar we moeten niet aan de oppervlakte blijven, want dat is vals geluk, valse vrede en valse vreugde. Psalm 5 is weer een morgengebed :

8Maar ik zal, dank zij uw grote goedertierenheid, uw huis binnengaan, mij nederbuigen naar uw heilige tempel in vreze voor U. 9 Here, leid mij door uw gerechtigheid om mijner belagers wil; effen uw weg voor mijn aangezicht. 10Want in hun mond is niets betrouwbaar, hun binnenste is enkel verderf, hun keel is een open graf, zij maken hun tong glad. 11Doe hen boeten, o God, laat hen vallen door hun eigen overleggingen, verstoot hen om hun vele overtredingen; want zij zijn wederspannig tegen U. David gaat dus binnen in de tent van God, zijn Moeder, en onderwerpt zich aan God's onderwijs. Toch heeft hij het dan nog over een tegenstander. Hij wil dat God ingrijpt. 13Want Gij doet de rechtvaardige knielen, o Here, (Hebreeuws) Gij doet hem terugkeren (Aramees) door een doorn (Hebreeuws). Hier zien we weer de doorn in het vlees, wat een middel is om de mens tot God te doen terugkeren. Het betekent ook een haak of een piercing, en een koudheid. Vandaar dat de kennis soms enorm afstandelijk kan doen, juist om de aandacht te trekken. In het Hebreeuws wordt het woord voor het Aramese "doen terugkeren" soms ook gebruikt als het opdoen van een kroon, wat in dit verband meer te doen heeft met de doornenkroon, wat een spotkroon was. Psalm 6 is het gebed in doodsgevaar. Hier is David in gevangenschap van de vijand, of het andere deel van God, een andere dynamiek van de kennis. Hier moet zijn ego door afsterven en hij moet ingewijd worden in deze duistere kennis die hij nog niet kent. Het gaat heel diep, want David weent hier, en zegt dat God zijn wenen heeft gehoord, dus God is wel bij hem, maar de tegenstander is niet verwijderd. God houdt een zekere afstand. De tent van de "vijand" staat gewoon naast de tent van God. Wat doet God eraan ? Wat doet de kennis eraan ? De kennis doet niet altijd wat. De kennis wil ons onderwijzen. Wij moeten beseffen wat er gaande is. Wij moeten de diepte gaan zien. Psalm 7 is een klaaglied van David. Blijkbaar was David overvallen door de "vijand" in God's tent, en hij zegt dat hij nog steeds bij God is, maar hij vraagt dat "de vijand" hem niet zal wegslepen. In Psalm 8 wordt de kroon besproken, namelijk de mens. De spotkroon komt dus in de vorm van een mens, wat zowel God kan zijn, als een vijand, als een cryptisch deel van God wat nog niet ontdekt is, waartoe de mens nog niet is ontwaakt. De mens is de kroon van de schepping, en heerst over de schepping, en alles is onder de voeten van de mens gelegd. In Psalm 9 is er afgerekend met de vijand. De daadwerkelijke vijand is het ego van de mens. Zelfs de gedachtenis aan de vijand is vergaan. De mens is in een nieuw bewustzijn gekomen. De mens heeft diepte gezien. Zowel Ganesha, de Indische olifant, als Jezus zijn archetypische beelden van het hebben van een wachter voor de mond. Voor Ganesha is dat zijn slurf, en Jezus zei altijd dat hij vanuit zichzelf niets kon zeggen, alleen als hij het de Moeder zag zeggen. In die zin werd David's gebed verhoort. Een wachter voor de mond komt niet rechtstreeks, maar door verhalen. Hierin kunnen namelijk de Vur

principes tot gestalte komen, de natuur-principes, het opgeven van de posities in de stad, zoals ook Ezau zijn eerstgeboorte-recht moest opgeven voor het rode, het diepe, wat heenwijst naar de kruisiging van Yeshua. Ganesha, Gan-S, betekent de tuin (Aramees) van Esau (Hebreeuws : Esav, India : Siva). De S is in de amazone taal de letter van de proza, van het verhaal, dus in die zin spreken we over de tuin van de verhalen. Yeshua, Yah-Ezau, of Yah-S, is dan het vestigen, het bestaan, ontstaan, van de verhalen, want dat is wat Yah in het Hebreeuws betekent. Verhalen betekent dus de diepte, de Vur-principes. Zoals Ganesha, de jongen met het olifantenhoofd, de wachter was van Parvati, de tentgodin (van het huishouden), oftewel van de tabernakel, zo was Jezus de wachter van Maria. Zij beeldden het zoonschap uit, dus in die zin kon niemand tot de moeder komen, de natuurkennis, dan degenen die als een kind waren geworden. Zoonschap is een metafoor voor het luisteren, wat de olifant ook uitbeeld door zijn grote oren. Mattheus begint dan met een geslachtsregister van Jezus, wat helemaal terugleidt tot Adam, de zoon van God, maar wat in principe ook helemaal terug kan leiden tot Ganesha, de zoon van Moeder God, van Parvati. Zowel Adam als Ganesha werden geschapen vanuit het vuil van de aarde. Het gaat erom de boodschap van het zoonschap op te pikken als een metafoor. Dat is het ware messiaanse leven, dat het zoonschap de weg is tot diepe inwijding in de kennis. Het gaat hier om een warme geestelijke familie-band, niet om dat wat christenen ervan gemaakt hebben. Deze familie-band is niet materieel en geen wachtwoord. Zoals bij Ganesha was er geen man aan te pas gekomen om geboorte aan hem te geven. Zowel Ganesha als Jezus werden geschapen vanuit het vuil van de baarmoeder zelf, van de aarde, de onderwereld. Ganesha wordt ook Isa genoemd, wat ook weer de Arabische naam van Jezus is. Parvati was aan het baden in de wildernis en waste het vuil en zweet van haar af, waardoor Ganesha ontstond, die later een olifantenhoofd zou krijgen. Ook dit was dus een maagdelijke geboorte. Hierdoor is het een heilig zoonschap. Dat betekent ook dat zowel Ganesha als Jezus de onderwereld in moesten, als shamanen. Dit zou hen vormen, In die zin transformeert het zoonschap van de kennis de zonde. De mens moet dus ook zelf maagdelijk geboren worden, en het gaat niet door een wachtwoord of door een tovertruukje zoals in het christendom. Het gaat om de wording, het worden van een herschepping. Er moet een brug komen tussen twee werelden in de onderwereld. De worsteling van Jakob met God weerspiegelt weer in het verhaal van David, de oorlogsvoerder. We nemen dit als een metafoor van het toetsen. Hier kwam Jezus dus uit voort, als een beeld van Ganesha, hij die door het toetsen een wachter voor de mond heeft gekregen. Zelfs de afsluiting van de canon is hiervan een allegorie, van de wachter van de mond. Zo mogen we de kerkgeschiedenis anders bekijken. Parvati was zwanger van dit kind. Als wij naar de bloedige kerkgeschiedenis kijken omtrend de tot stand koming van de bijbelse canonieke autoriteit, dan mogen we daarin Parvati zien met een hele dikke buik. Er was een geboorte op komst. Dit is een groot mysterie. De mens moet het wel anders bekijken, want het gaat niet weg, en anders zou de mens gek worden. Er valt niet met de hedendaagse drama te leven. De natuurkennis is de uitweg. Wie gaat er mee ? En wie blijft er achter, en voor hoe lang ? De kerkgeschiedenis is dus de barensweeën van Parvati, het teken van de komst van Ganesha. Dit is een mythe met een diepere betekenis. Dus ook de Indische olifantencultus is een belangrijke metafoor. We kunnen dit zien door de vier evangelieën heen. Maria is dus een Nieuw Testamentisch beeld van Parvati in de esoterie. Dit zoonschap liet dus zien dat het koninkrijk geestelijk was, maar wat betekent "geestelijk". Dit woord kan zo bedriegelijk zijn. Geestelijk betekent niet letterlijk, maar het verborgene. Velen leven dus nog steeds in geestelijk materialisme. En al dat materialisme moet betaald worden, vandaar de geestelijke markt, iets wat zelfs Jezus en Paulus hadden verboden. Beiden gaven het evangelie om niet. Paulus werd tentenmaker om in zijn levensonderheid te voorzien. Ook dit verwijst weer naar

het werk voor Parvati, de tentgodin. Herodus was op een slooptocht, want een kind met een wachter voor de mond, dat zou echt niet kunnen. De wijzen uit het Oosten, uit Arabië, waren van het zoroastrisme, wat zich later tot de islam ontwikkelde, en zij waren welkom bij Jezus en zij onderwezen zijn familie, en zij redden het leven van Jezus door hen te waarschuwen voor Herodus. Hoe wordt de islam vandaag de dag in de kerk behandelt ? Nog steeds draagt Jezus de Arabische geschenken van mirre, wierook en goud in zich, wat hem eens het leven redde, en hem tot Egypte bracht, als een schuilplaats. Vandaar dat de Egyptologie bij Jezus hoort en van levensbelang is. Zij die de wijsheid van de islam verwerpen, hebben zo ook de wijsheid van de Jezus mythe verworpen. Zij die de Egyptologie verwerpen : hetzelfde verhaal. Zonder de Egyptologie heeft Jezus geen bestaansrecht. Vandaar dat de Jezus die in de kerk wordt gepredikt veelal een valse Jezus is. Wij bespreken alleen een esoterische Jezus, als een archetype, een personage van een verhaal uit een bepaalde cultuur. Voor het gemak gebruiken wij de naam Jezus, omdat dat nu eenmaal de taal is. Maar de Jezus in de kerk is een hamburgerindustrie. Het zijn vet-gieters, om zo de medische markt draaiende te houden. "Eet gij dan vele Jezus-burgers, totdat hij wederkomt. Amen." Nee, het gaat niet zomaar weg. Dus wij gaan de diepte in. Mirre, wierook en goud. Mirre, de bloedeed van Mitra die ook Shiva deed, en Ezau, om af te sterven aan het ego, als een voorloper van het kruis, een diep indologisch mysterie, en dan wierook, de verdere zoroastrische en islamitische esoterie, en dan goud, de Egyptologie. Dat was het geschenk aan Jezus. De islam : het verborgene, het duistere, het lege, oftewel de wierook van het gebedsleven, van de psalmen. In deze woeste ledigheid, de beginsituatie van Genesis, sterft de mens aan zichzelf, als het mirre, de diepte van de indologische demonologie. Het goud is dan het openen van de mond, als het ontstaan van het heilige Woord, waarvan de Egyptologie een allegorie is. Zo had Jezus als Ganesha een wachter voor de mond, als de slurf van Jezus. Die wachter wil de kerk niet. Daarom hebben ze de esoterie van deze culturen grotendeels verworpen. Het wordt genegeerd. Er wordt niet over gesproken. De christenen zijn dus zelf niet christelijk. Maar de waarheid was nooit hun eerste interesse. Ze maken mensen monddood. Dat is dan een hele wrange ironische allegorie van de wachter van de mond, als een olifantengrap. Deze ironie moeten we leren verstaan. In deze ironie moeten we ingewijd worden. Ironie is een spiegelende stijlvorm, een literaire kunst, waarin schijnbewegingen worden gemaakt om zo net niet te zeggen wat je bedoelt, maar via een omweg, een buffer, als een soort versleuteling van de boodschap, zodat het niet in verkeerde handen valt. De olifant staat voor deze ironie. Het christendom is dus ironische literatuur van de olifant. Ga niet zomaar rechtstreeks en gemakzuchtig, hamburger-verlangend met het leven om, want het leven is potentieel gevaarlijk, als een dolle stier. Je kunt het alleen benaderen als een stierenvechter, door de gebruikmaking van ironie. Ironie is voorzichtig, en houdt een zekere afstand. Ironie is een andere taal met andere wetten. In Frankrijk wordt de ironie "het wapen van de zwakheid" genoemd, "het wapen van de zwakke", want het is strategisch en alleen bestemd voor een bepaald publiek (l'arme du faible). In het Frans wordt het ook wel "fijne spot" genoemd. Het maakt een karikatuur, een cartoon, zonder de daadwerkelijke oorlog aan te gaan. "Niet door kracht, noch door geweld, maar door ironie." Alleen hen met "grote oren" zoals de olifant, kan de heilige ironie verstaan. Kun je door de heilige ironie je bewegen, of ga je jezelf verraden ? We zijn in een gevaarlijk mijnenveld. Het christendom is zwaar overdreven taal, hyperbolisch, als onderdeel van de ironie. Het christendom is zwaar omgekeerd, ook een onderdeel van de ironie. Ook is het christendom parabolisch, het tegenovergestelde van de hyperbool, waarin het juist kleiner wordt voorgesteld dan het is, verzwakt weergegeven, wat ook een onderdeel is van de ironie, juist om de tegengestelde reactie op te wekken, mensen wakker te schudden. Dit wordt ook wel de understatement genoemd. Zo is er dus naast het esoterische christendom, of meer als onderdeel ervan, het ironische

christendom, als een taal-strategie, een literaire kunstvorm. Het is de humor van de olifant. Hoofdstuk 2. Orionse Portalen De woeste wildernis van Èrk achter de Jabbok Rivier in het Westen van Orion is gigantisch groot, en is ook weer onderverdeeld in gebieden. Door het Èrk orakel wordt het vervormd en door de Arcturische lens op aarde geprojecteerd. Het loopt dus parallel aan elkaar. Zo is er het gebied van de godin Iran, met de rn-wortel, waar ook het woord ironie (irony, Engels) uit voortkomt, en het land Iran, en het woord 'iron', ijzer. De mens is genoodzaakt zowel de bestaande taal als theologie te gebruiken om te communiceren, zoals de mens zijn bestaande lichaam nodig heeft om te kunnen leven. Daar moet de mens het mee doen, en zo er het beste van maken. Natuurlijk is dit parelduiken. De mens moet het rode pad vinden hierin. Taal en theologie is dus heel ironisch, omdat de mens genoodzaakt is het te gebruiken, terwijl het hart eigenlijk veel meer wil zeggen, en dan in een hele andere taal, maar dan zou het niet overkomen. De ironische literatuur is dus een noodzaak en een kunst, een strategie. Het leidt door de wildernis heen. De ironie is ook tegelijkertijd de beschermingswand. De mens die hierin heeft leren leven is een Ironian, of Iranian, van het Iran gebied in de Èrk wildernis. De godin Iran is dan gewoon een personificatie, een archetype, van de ironische kennis. Dit is dus ook de eigenlijke naam van de parelduikers. Dat is dus het raadsel van het land Iran op aarde, als onderdeel van het Èrk orakel. De mens leeft in het Èrk orakel, om zo tot het oneindige, eeuwige bewustzijn te komen. Iran ligt aan de rechterkant over de Jabbok. Een mens die aan de rechterkant over de Jabbok heengaat, die komt dus eerst in dat gebied binnen, om zo de ironie te leren. Juist in die ironie kan alles doorvertaald worden, herschapen. Zonder deze ironie is er geen schepping. In het Oude Testament is Iran gecodeerd als Aaron, rn, de hogepriester en de broer van Mozes. Het komt van het Sanskrite 'arana', afstandelijkheid, diepte, en aryan, rn, geboren in de wildernis. Ook komt het van arohin, rn, wat berijden betekent. Ironie is als het berijden van een beest. Wij kunnen niet zomaar van alles wegrennen, want het gaat zich voortplanten en zal ons dan overweldigen. We moeten de beesten leren berijden. De Sanskrite rn wortel betekent ergens in afdalen en vervolgens oprijzen. Deze ironie is dus een bepaalde gezonde afstandelijkheid wanneer er een dolle, woeste stier is, Dit is dus ook de reden waarom de kennis afstandelijk is, wat ook weer terugkomt in Psalm 10 : 1Waarom, Here, staat Gij van verre, verbergt Gij U in tijden van nood? Het komt niet te dichtbij, en het onthuld niet teveel. De Vur-principes worden uitgevoerd. Vaak denken we dat de vijand met ons bezig is, terwijl het de kennis is. Zo was dat ook in David's geval. Het zijn hele dualistische psalmen, levensdynamieken, met verschillende lagen in de grondtekst, waardoor er caleidoscopische betekenis kan zijn. De tegenstander kan zowel de vijand als God zijn. 8hij ligt in hinderlaag bij de gehuchten, in het verborgene doodt hij de tuchteloze (Hebreeuws). Zijn ogen bespieden de zwakke, 9hij loert in het verborgene als een leeuw in de struiken;

hij loert om de ellendige te vangen, hij vangt de ellendige, hem trekkend in zijn net. 10Hij bukt, duikt ineen, en de zwakken vallen in zijn sterke klauwen. 11Hij zegt in zijn hart: God (hijzelf, zij, als spreken over zichzelf in de derde persoon) is afstandelijk, kan het niet schelen (Hebreeuws), Hij verbergt zijn aangezicht. De kennis moet zo wel zijn in gevecht met het ego. De kennis gebruikt deze strategie. Vaak worden de psalmen maar eenzijdig uitgelegd en vertaald, maar wij willen nu juist de andere zijde laten zien. Dan is er ook weer ruimte om te ademen, want alles was vernauwd in tunnelvisie. Vele westerse bijbels zijn puur geestelijke trombose. Het is dus van levensbelang dat we recht gaan doen aan de psalmen. De psalmen zijn niet christelijk. Ze waren gestolen en verdraaid door de christenen. De psalmen zijn buitenaards en kwamen tot de aarde als Hebreeuwse metaforiek, als modellen van hoe de mens tot de natuurkennis kan komen. De psalmen representeren de gebieden van de Èrk wildernis in het Westen van Orion. Dit zijn dynamieken van de natuurkennis. De psalmen waren oorspronkelijk belangrijke buitenaardse installaties op aarde. De mens heeft het niet herkend, en ging ermee op de loop en maakte er een markt van. Psalm 11 wordt door David (Ahn) gericht op de Eeuwige, het opperhoofd van de psalmenzingers in het Hebreeuws, de natzakh. In het Aramees kijkt hij naar haar op voor onderwijs (sbr, sober). David is tot haar gekomen in de onderwereld in het Aramees. In het Aramees is zijn ziel om het leven gekomen. In de Orionse wortel was zijn nek gebroken en is hij door haar "gezombificeerd", in de zin dat Zij hem meegenomen heeft nadat hij aan zijn ego was afgestorven, zoals de valkyries dat doen in de Germaanse mythologie. Nadat de stijfkoppige nek van het ego is gebroken begint het leven pas echt. In het Orions is dit de nekbrekers psalm, als het begin van het onderwijs. Dit komt verder terug in vele Orionse teksten. In het Hebreeuws is David hier in Nuwd aangekomen, in het zwerven door de leegte, oftewel in het land Nod. (:1) Het is het land van de klaagliederen. Hij staat niet recht op zijn benen. Hij is zwak, en hij trilt. Hij is in een overgangsgebied. Hij is zoekende. Dit is fundamenteel voor het ontvangen van de hogere natuurkennis. Ook Job kwam in deze situatie terecht, en ook Jona, Paulus, Jezus en Calvijn. Het is de Damascus-ervaring. De mens staat niet meer trots en pronkend op zijn voetstuk na deze ervaring. Alles wat David wilde was onderwijs. Psalm 11 is een belangrijk buitenaards, Orions portaal hiervoor. 2Want zie, de rasha spannen de boog, zij leggen hun pijl op de pees, om oprechten van hart in het duister te treffen. Het spannen van de boog is in het Hebreeuws het ombuigen en verharden, verdichten van hun macht om zo te vangen met hun netten. Dit is hoe het Èrk orakel werkt, waardoor de esoterische Èrk wildernis zich emaneert, dus van hogere tot lagere vormen projecteert, om zo alles te verdraaien en te verdichten, oftewel te materialiseren in de ironische literatuurkunst. Er vormt zich zo een trappenstelsel als een beveiliging, en waarin alles onderverdeeld kan worden. Hierin kan het ego afsterven om zo opgenomen te worden door de valkyries, die als een soort cupido's zijn, wat dan in het Hebreeuws de rasha's zijn. Het is een ironisch rechtsysteem. In de westerse vertalingen wordt het vaak eenzijdig als de goddelozen vertaald, omdat het ook rebellie kan betekenen. Dat is iets wat de westerse religieuze markt niet wil hebben. In de Hebreeuwse wortels is het een dualiteit, en we laten nu de andere zijde zien. De rasha zijn de vijandigen, maar dat kan natuurlijk ook naar het stadse systeem zijn, zoals de profeten dit ook waren. Ook is er de heilige vijandigheid van het toetsen. Zij stammen af van Ishmaël, die een vijand was van iedere man. De rasha is meer als de

islamitische esoterie en ironie, wat al begon in het zoroastrisme, en wat indologische wortels heeft, en dus helemaal terugleid tot de Orionse wortels. Rasha betekent in het Hebreeuws ook een rechtsysteem, en veroordelen, als werkwoord. Ook in de bijbelcontext zelf is het een dualistisch woord. Wij zijn dus in de materiële wereld omringd met ironie, als onderdeel van de esoterie. Alleen in de duisternis, als ons ego met pijlen is doorboord, zal de rasha ons opnemen. In het Aramees zijn dit de Hiti, wat ook weer een amazone stam is als een beeld van Egypte in de Exodus mythe. Farao verdronk de kinderen, zoals in het Nieuwe Testament het ego verdronken moet worden in de doop. Het hele farao verhaal is daar dus een ironie van. In de diepte is het het ontwaken, het komen tot het oneindige en eeuwige bewustzijn. De waterdoop is het Farao-JonaJezus model, wat een rasha model is, als zijnde de heilige verdrinkers, in het Orions dus de Hiti stam. Ook in het Aramees trekken de Hiti naar het water om de heilige verdrinking te beoefenen (mly). In de Indiaanse mythologie was de geslachtsgemeenschap een beeld van het "verdrinken" van de man (in de baarmoeder) "opdat hij visioenen zou zien". De boog die gespannen wordt is in het Joods-Babylonisch Aramees de baarmoeder. In het SyrischAramees gaat het hier om een heilige (uit)huwelijking wat een beeld is van leiding en onderwijs. Het gaat hier om een installatie. In andere vormen van het Aramees gaat het hier om een versiering, als een sieraad, wat een beeld is van een bepaalde gave. Ook in het Aramees heeft deze psalm een dualistische betekenis. De pijlen die afgeschoten worden zijn de automatische consequenties verbonden aan keuzes, als karma (gr, kr), in het JoodsBabylonisch Aramees. De oprechten van hart zijn in het Aramees degenen met ervaring, zij met een erect hart. Zij zijn in het Syrisch-Aramees verbonden aan Damascus, oftewel zij hebben een Damascus-ervaring gehad zoals Paulus. Daarom hebben de valkyries hen opgenomen. Het treffen van de pijlen wordt in het Aramees omschreven als het omringd worden met roddel. Roddel is dus de emanatie van de gnosis, waarin het in lagere, cryptische vormen tot de mens komt, oftewel de ironische literatuurvorm. Hoofdstuk 3. De Germaanse Opname De emanatie, van het hogere tot het lagere, is het tegenovergestelde van de evolutie, van het lagere tot het hogere. Deze golven zijn overal om ons heen. Ze gaan op en neer, duwen weg en nemen op. Deze golven komen van Orion, en scheppen ons bestaan, alles in en rondom ons. De mens moet leren op deze golven mee te gaan, te leren surven. Als eerste moeten we deze golven leren herkennen, leren ervaren, in contact komen met deze golven. Wij moeten hiervoor de zee in. Wij mogen leren zeilen op deze golven, ook in het zogenaamde luchtzeilen wat in de Tweede Bijbel voorkomt, het zogenaamde "ganneren". Deze techniek hebben de vogels zich ook aangeleerd. Vogels zijn in die zin ook beelden van de luchtzeilers. Zo mogen we de pracht van de Orionse natuur ervaren. Psalm 12 6 Ik neem hen die de prijs hebben betaald (Aramees) op van het slagveld (Hebreeuws, yesha,

yasha). Hier zien we een Valkyrisch vers. In de Germaanse mythologie nemen de strijdgodinnen hen die de prijs hebben betaald door hard aan hun ego te sterven op. In het Hebreeuws wordt daar de Jezus wortel "yesha" voor gebruikt, wat dus om de ware losprijs gaat : het hard sterven aan het ego. Dit hebben de christenen in hun ongeletterdheid dus helemaal verkeerd voorgesteld. In het Aramees zijn het hen die gekastijd zijn tot gehoorzaamheid (Syrisch Aramees), dus zij die de Damascus ervaring hebben ondergaan zoals Paulus. Yesha is dus de Hebreeuwse vorm van het werk van de walkuren (valkyries), de Germaanse opname. David gebruikt dit woord, yasha, om het te vragen, in het eerste vers, want een gekastijde volharde is compleet geworden, en tot een einde gekomen (zijn ego), in het Hebreeuws, als rijp om geoogst te worden. In het Aramees is dit ook een geboorte waarin het kind van de lichamelijke connectie met zijn moeder wordt losgetrokken (Palestijns, Galilees), ook in de zin dat "een volwassen geworden kind zijn moeder "verlaat" om zijn vrouw aan te hangen." Dit zijn verschillende archetypes van de kennis. Ook is het in het Aramees het kreupel of verlamd geslagen zijn, wat ook weer terugkomt in de Jakob mythe die met de engel streed. Deze opname is in het Aramees voor hen die het bewijs gevonden hebben, wat de Aramese definitie is van "geloof", en wat verbonden is aan trouw en standvastigheid. Het is een argument, dus niet het vage en blinde cirkeltjes-geloof van de christenen die zeggen : "Je moet geloven wat je niet hebt gezien, anders is het geen geloof meer." Ze doen alsof ze hiermee het universum een dienst hebben bewezen. Met zulk soort stellingen kun je wel aan de gang blijven en zo alles goedpraten. Dat halen ze dan uit Johannes 20:29 waar Jezus zegt : "Omdat gij Mij gezien hebt, hebt gij geloofd? Zalig zij, die niet gezien hebben en toch geloven." Maar hier gaat het om het normale zien van de materie versus geestelijk zien, door de wetten van de ziel. De christenen zien de bijbel en de kerk en zij geloven het daarom, vanwege dat ze materialistisch zijn, maar zalig zijn zij die hier niet naar kijken en tot de waarheid van de ziel zijn gekomen door de opening van hun geestelijke zintuigen. Christenen draaien alles om. Psalm 15 1 Here, wie mag verkeren en ingewijd worden in uw tabernakel ? (Hebreeuws) Wie mag het interpreteren ? (Aramees) 2. Hij die wandelt met de tamiym, wat een andere vorm is van de thummim met dezelfde betekenis, wat 'volkomenheid' betekent en het geheel. (Hebreeuws) De urim en de thummim zijn het hogepriesterlijke orakel van profetie en de toetsstenen. In de Psalmen is jehovah gewoon een woord voor compleetheid (zowel worden als zijn), wat een ieder op zichzelf moet toepassen. David komt dus tot de compleetheid en wil erdoor onderwezen worden. Deze compleetheid is het gedane werk. We zijn nooit helemaal klaar, dus het is belangrijk ons telkens weer toe te wijden aan het werk in wording en ook ons toe te wijden aan het gedane werk. Dit is als een hemelse institutie.

Hoofdstuk 4. De Genezing van Aardse "Scheelheid" Jezus, Yasha, het wortelwoord van Yesha, is dus in het Hebreeuws "de opname van het slagveld", wat weer terugkomt in de Germaanse mythologie van de valkyries, die hiervoor de gevallen strijders verkiezen (uitverkiezing). Jezus is dus in diepte een opname-mysterie waarin de mens aan zijn ego en onwetendheid sterft en zo tot het hogere bewustzijn wordt genomen door de valkyries, tot zijn hogere zelf. "Jezus" is gewoon een Hebreeuws woord voor opname, wat in het Germaans valkyrie (Noordelijk) of walkure (Zuidelijk) is, wat de uitverkiezing (kyrie) van de gevallenen (val) betekent. Jezus is dus in diepte een groep natuurvrouwen als een groep natuurprincipes die een baarmoeder vormen om de mens wedergeboren en wederopgevoed te doen worden in de bovenaardse natuur. De opname is een uitverkiezing. De uitverkiezing is een keuze die je zelf maakt, als een reflectie. Alles om je heen kan slechts reflecteren. Parvati schiep Ganesha, de heilige met het olifantenhoofd, vanuit de aarde, net zoals Adam vanuit de aarde werd geschapen, als een beeld van dood en wedergeboorte. Het is de wachter die de mond en zo ook het denken beschermd tegen het ego. De valkyrische opname is dus ook een hele olifantse opname. De opgenomenen kwamen allemaal onder Odin, als in Eden, de paradijselijke tuin. Het woord 'yasha' wordt ook gebruikt voor de exodus (Ex. 14:30). In Job 5:15, in de rede van Elifaz, komt het er op neer dat de yasha, de opname van het slagveld, er is voor de onderdrukte, de arme, de lege, om hem te redden van de mond, van het zwaard van de mond, oftewel van het verbale ego. Psalm 7:11 Mijn schild is bij God, die de oprechten, yashar, van hart verlost, yasha. Zij die voor 'yasha' (opname, uitverkiezing) in aanmerking willen komen, moeten yashar hebben, oprechtheid, rechtvaardigheid. Yasha-r, zou dan in de amazone diepte de psalmen (R) van de opname, yasha, betekenen. Deze psalmen worden verborgen gehouden in de aardse psalmen. De aarde is een psalmen-matrix. Yasha betekent in het Aramees het losgetrokken worden van de lichamelijke connectie met de moeder bij de geboorte, ook als een beeld van de man die zijn moeder "verlaat" om zijn vrouw aan te hangen, oftewel de diepte van zijn moeder ontdekt. De man komt dus van de vleselijke, letterlijke "moeder" tot de geestelijke "moeder". Dit is waar de islam voor staat, want de moeder heeft geen zoon. De zoon komt hier los van de aardse moeder, om zijn hemelse "moeder", zijn "vrouw" te ontmoeten. Het christendom kan zich dus niet verdiepen zonder de islam. Deze delen horen bij elkaar, als moeder en vrouw van de man. Dit is allemaal niet materieel, maar in leb, het hart (Hebreeuws). In Psalm 22:22 gaat het om de yasha, opname, uit de bek van een leeuw (als beeld van het verbale ego). In Psalm 54:1 gebeurt de yasha door de naam van God, maar hier is waar het verkeerd gaat bij de christenen, want zij denken alles voor elkaar te krijgen door de naam van Jezus, alsof het een wachtwoord is, maar dat is dus niet zo in het Hebreeuws. Naam, shem, in het Hebreeuws betekent de afgezonderde individualiteit van de mens zelf. Alleen zij die zichzelf hebben afgezonderd in de zin van persoonlijk contact hebben gezocht met de natuur, kunnen opgenomen worden. Het Oude Testament is buitenaardse mythologie wat zich op aarde projecteerde. Adam werd opgenomen toen hij van de boom van kennis at, van Assyrië, wat ook een paradijselijk gebied was in Genesis (2:14). Assyrië was ook de tweede zoon van Shem als de stamvader van Assyrië. Shem was de oudste zoon van Noach. Zijn naam betekent "naam" en de afgezonderde individualiteit, die

dus nodig is om de gnosis te ontvangen en de opname. De Assyrische ballingschap is een beeld van de opname, als de heilige ballingschap in de gnosis, terug naar het Assyrische paradijs. Jesaja, Yasha-yah, oftewel het zijn van de opname, had een grote toets-strijd met Assyrië, zoals Adam dit had met de boom van kennis, wat ook een beeld is van Assyrië in Ezechiël 31. Het is dus ook belangrijk Assyrië van een andere kant te bekijken, van een buitenaardse zijde, de paradijselijke zijde. Het is per slot van rekening dualistische mythologie. In een droom bezochten buitenaardsen van de Vur natuursteden in het Èrk-gebied in het Westen van Orion. Ik had daar ook een woning, en ze zeiden dat ik een mooi huis had, maar ik zag wat vlekken op het meubiliar. Ik kwam dichterbij het meubiliar waar de vlekken waren, maar toen ik dichterbij kwam zag ik dat het een soort doorzichtige tegels met patronen waren die over elkaar heenlagen, wat een effect gaf van vlekken. Die tegels moesten dus nog gesorteerd worden, en daar moest ruimte voor komen. De binnenwonings-architectuur was dus nog in aanbouw. Ik realiseerde mij dat zo het leven op aarde is : we zien vlekken in ons leven, maar dit is slechts gezichtsbedrog. Het zijn doorzichtige tegels met patronen, met boodschappen, met natuurkennis, die nu nog over elkaar heenliggen. In de grotere ruimte zal dit dus vanzelf gesorteerd worden. De buitenaardsen zeiden dat het in principe al gesorteerd was, maar dat door gebrek aan ruimte en inventaris het bij de mens overkomt alsof de tegels over elkaar heenliggen in plaats van naast elkaar. Dat had niets met mij te maken, maar met hoe de mens op aarde een zekere "scheelheid" heeft. De buitenaardsen hadden het over de komende genezing van de aardse ogen, door de Vur. Hoofdstuk 5. De Achterliggende Psychologie van de Islam Genezing - rangschikking van de natuurkennis, van de Vur-tegels. De mens moet in de wederopvoeding op het pad gehouden worden, dus als de mens afwijkt naar links of rechts, dan moet de mens even onder stroom staan om op het pad terug te keren. Alleen door schokdraad kan de mens op het pad blijven, alleen als de zintuigen van de mens open zijn en hij de geestelijke gaven heeft ontvangen. Een blinde kan nooit op het pad blijven. Er is veel slavernij op aarde geweest, en nog steeds, en het kan niet zomaar verbroken worden, maar wel verdiept. Dit verdiepen betekent ook te komen tot het dualisme ervan en het cryptisch leren te zien. Slavernij is een allegorie van geestelijk zicht, wat inzicht en overzicht betekent. Ook de leer van de eeuwige verdoemenis schijnt maar niet uitgebannen te kunnen worden. Het wordt kinderen met de paplepel ingegoten en het gaat ongestoord verder van geslacht tot geslacht. Ook deze leer moet dan juist verdiept worden om het een kwartslag te kunnen draaien door de cryptische betekenis. Eeuwig is een metafoor van volkomen. Het ego moet volkomen afsterven. Dan is er nog de islam, de op twee na grootste religie ter wereld. In de islam heeft God geen zoon, juist als een beeld dat de zoon bij de geboorte, bij de educatie en bij het volwassen worden wordt "losgesneden" van de moeder. In wezen wordt de zoon alleen losgesneden van de vleselijke moeder

om de diepere moeder te ontmoeten. Dit is de ware, esoterische les van de islam. Hannah is in de grondteksten van het OT en de Vuh degene die haar zoon, Samuël, verkoopt aan een bijmoeder of vrouw, als een beeld van het overleveren aan de educatie. Hannah heeft dus in die zin "geen zoon", als een beeld van de islam. Het is het principe van het afstaan. De mens mag dus niet totaal blindstaren op God en altijd maar een kind zijn van God, maar de mens moet het onderwijs in om zelf als God te worden. Dit gebeurt ook in het diepste van het kruis waar Jezus roept : "Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten ?" Hier begint het onderwijs. Hier begint de islam. Het sieraad van de islam is vaak onbegrepen. Samuël kwam tot Hannah's diepte, waar de Vur ook over spreekt, tot de diepte van de islam. Dit is dus de achterliggende psychologie van de islam. De Lawine :116. Het gebeurt wanneer zij aan de borst van Hannah zijn, wanneer zij van haar melk drinken. Dan geeft zij hen de winterdroom. De melk verlamt hen, verblind hen, en prikkelt de zintuigen op een vreemde manier, om hen te verwarren, te misleiden, opdat zij haar nooit kunnen vernietigen. Zo ervaren zij kou, als een geboorte op aarde. Zij gaan in deze kou ten onder of worden gedreven tot Hannah's hart. De moeder staat haar kind af voor het onderwijs, zodat het kind ook zelf als een moeder kan worden, anders zou het kind de moeder kunnen vernietigen, dan zou het kind vastgroeien. Juist waar dit niet gebeurt, waar de esoterische islam niet bestaat, groeit de mens vast en gaat door deze verdichting over de vrouw heersen. Dit gebeurt waar geloofs-projectie plaatsvindt, waar de mens helemaal wegzakt in het idee dat de mens een kind van God is, als een schoothondje. Alleen als het kind eerst loskomt van de moeder, bij de geboorte, bij het volwassen worden en een vrouw krijgen, en door de educatie waarvan dit een beeld is, kan het schokdraad aan beide kanten van het pad komen, opdat de mens op het pad blijft. Het loons-principe is keihard. Er mag niet gesjoemeld worden, want dan is alles verloren. Het harde onderwijs is een noodzaak. De mens moet zich disciplineren in de natuurkennis, want dit is de enige weg tot leven. Er is een eeuwige, volkomen structuur waarvan niet afgeweken mag worden, en waarbuiten alles verwoest zou worden. Het kindschap tot de valse god moet sterven. De ijsdood is een belangrijke dood om het ego te laten afsterven. De ijsdood zondert de mens af, heiligt de mens. De esoterische islam leidt tot het ijs, de afzondering, het toetsen. Ook "God" moet getoetst worden, want er zijn vele valse goden. De islam stopt niet als wij tot het ijs zijn gekomen. Het ego moet de ijsdood in. Het gaat niet om de islam op zich, maar om de diepere principes waarvan het een code is. Het is mythologie, als gelijkenissen. Wij moeten afstand houden van het moeder-kind idee als het tijd is om de diepte in te gaan voor onderwijs. De moeder zal haar zoon overleveren aan een andere "vrouw". Natuurlijk is dit een ander deel van de moeder, een dieper deel. Maar zoals Jezus en ook David moet de mens op een plaats komen waar hij uitroept : Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten ? (Psalm 22) De mens moet de brug over om contact te maken met een andere wereld. De mens moet de dichtkunst leren kennen die gebruik maakt van zulke metaforen, zoals ook de Psalmen. In de amazone taal is de letter R de letter van de psalmen. In de oer-hiëroglyphen is dit de

persoon met het mes. Het mes staat symbool voor de educatieve afscheiding. Alle afscheiding is slechts een metafoor voor onderscheidingsvermogen. Als we het schokdraad hebben ontvangen, kunnen we niets anders meer dan het pad te bewandelen. Er is slechts één mogelijkheid. Alle andere paden leiden tot de dood. Het schokdraad betekent de enige weg. Er zijn geen andere mogelijkheden. Alleen degene die deze ervaring heeft gehad weet ten diepste wat het is. In de Vur is Bosse het ijsgebied. Zonder Bosse is er geen leven mogelijk. Alleen in het diepste ijs is doorgang. Bosse is de winterdroom gegeven door Hannah's melk. Samuël moet tot de aarde gaan, voor onderwijs. Samuël moet tot de wijsheid van de esoterische islam komen, tot haar metaforiek. Hij moet het letterlijke achter zich laten, oftewel verdiepen. Alleen in het ijs, in de afzondering, kunnen we doeltreffend op het ego "jagen", in de zin van tot de cryptische waarde van het ego komen. Het ego heeft geen waarheid, maar waarde. De leugen is het raadsel van de waarheid. Het "jagen" heeft de betekenis van rangschikking, zodat de mens zichzelf onderwijst. Het is belangrijk dat de mens hiervan ook de diepere, geestelijke betekenis leert kennen, want de letterlijke jacht op aarde lijkt maar niet weg te gaan, waar zowel mens als dier, als de gehele natuur, de dupe van is. De speer is de metafoor voor de ijsdood. Het is een afstandswapen. Het mes scheidt, maar de speer brengt afstand, tot het moment dat de dood van het verslaafde ego intreedt. Het ego moet "gegeten" worden, dieper verwerkt, opdat we tot de waarheid komen die het verborgen houdt. De beesten van het ego verbergen ook een dieper ijs wat nodig is tot volkomen afsterving van het ego. Zo komt de mens tot het eeuwige ijs. Dit is een machtig medicijn. Dit is waartoe de esoterische islam leidt. Alles wordt doorvertaald tot diepere principes. Niets staat op zichzelf. Het ijs-gebied loopt over in het duisternis-gebied, tot verdere afsterving van de lagere aardse zintuigen die de mens verslaafd houden, zoals ook in het Ragnarok in de Germaanse mythologie. Speren zijn een teken van de ijsdood van het ego, in de afzondering, waardoor de mens tot het nachtgebied in de onderwereld komt. Hier moet de mens de heilige, hemelse natuurzintuigen ontwikkelen. Hannah draagt Samuël over aan andere "natuurvrouwen" die symbool staan voor de verdere educatie, de verdere natuurprincipes. Samuël begrijpt dit niet, en worstelt hiermee, al toetsend. De realiteit is dat het kind onderwezen moet worden door andere archetypes. De moeder staat nooit op haarzelf, maar is in samenwerking met haar andere dynamieken. Dit is de mechaniek van kennis. Een kind moet hieraan wennen, en zal eerst protesteren, omdat het de warme baarmoeder moet verlaten. Dit is een normale reactie. Het kind krijgt het koud, raakt in de war en zal het moeten toetsen wat er gebeurt. Samuël moet zich erbij neerleggen dat het leven soms een andere weg gaat. Toch is dit weer de diepte van Hannah zelf. Hij ontmoet dus gewoon andere, diepere delen van de moeder. Samuël wordt een vaste weg getoond, waar hij niet van kan afwijken. Het is de heilige onweerstaanbaarheid en onontkomelijkheid van de kennis. Hij moet volledig deelkrijgen aan de ervaring, en volledig in het bezit komen van de andere kennis-dynamieken. Hij kan het nog niet

vatten. Het begrijpen heeft tijd nodig. Hij moet geduld leren. Voor zover het lijden is moet hij dat leren aanvaarden. De natuurkennis gaat niet buiten het kruis om. Hannah is al veel verder dan hem, omdat Hannah zijn hogere zelf reflecteert. Er is dus een grote kloof tussen Hannah en hem. Die kan hij ook niet zo snel overbruggen. Dit is dus weer het schokdraad wat nodig is om het pad te blijven. Dit gaat heel diep, omdat het een lang pad is. Zoals het pad ingewikkeld is, is het schokdraad ook ingewikkeld. Het gaat nooit verder dan het kan gaan. Alles is gebonden aan de strenge wetten van de kennis. Dit zijn ijzeren wetten die niet verbroken kunnen worden. Het stopt waar het moet stoppen. Het is een school. Genade bestaat niet, omdat de mens tot zelfverwezenlijking moet komen, door persoonlijk loon. De mens kan het niet van een ander verwachten. De mens is zelf deze dynamieken, die een ander alleen maar kan weerspiegelen. De mens moet worden en zijn, wat ook de Hebreeuwse betekenis van het woord jehovah is, en wat komt uit de Egyptische kepra mysteriën. Alleen als het persoonlijke ego van de mens sterft, oftewel herzien wordt in betekenis in de kepra mysteriën van Egypte, waarvan de vuilverwerker, de kever, een beeld is, dan kan de mens door de hemel opgenomen worden, zoals dit ook in de Valkyrische-Germaanse mythologie gebeurt. Alleen zo zal de mens door de valkyries, de amazone strijdgodinnen, verkozen worden. Dit is dus geen daadwerkelijke strijd, maar een school. Valkyries zijn onderwijzeressen die hun leerlingen belonen en naar een volgende klas laten doorgaan, en de spijbelaars overslaan. Er zijn harde regels op school, anders zou het een zootje worden. Er moet eerst gewerkt worden, en dan pas verdiend. Genade is een valstrik, een leugen, want zo zou het kind beloond worden terwijl er geen verandering is geweest, en zo zouden beroepen totaal verkeerd uitgevoerd worden, wat een groot gevaar voor de samenleving zou vormen. Vandaar dat de valkyries preventief bezig zijn. En dan de oorlogen die ook maar niet weggaan. Dit is dus geen daadwerkelijke oorlog, maar een school waarin de student worstelt met het onderwijs-materiaal en zo wordt ingewijd. Dit is een volkomen proces. Het mag niet ergens halverwege stoppen. Hoofdstuk 6. Fjork-Valmit De oorsprong van het vuilverwerkings-mysterie waarin Adam werd herschapen vanuit het vuil van de aarde ligt via het Egyptische Kepra mysterie, de vuilverwerkende kever, geb die als de opgestane ra opkomt vanuit de aarde, als geb-ra, heel diep in de indologie omtrend het Ganesha mysterie die ook geschapen werd vanuit het vuil der aarde, als de heilige met het olifantenhoofd, als het beeld van iemand met een wachter voor de mond. Ganesha is degene die blokkades legt en blokkades weghaalt. We zien hier een soort liturgische wasmachine. Als er in Psalm 43:3 in het Aramees staat : Zend uw literaire commentaren, als kritiek en uitleg, en uw bewijs, en in het Hebreeuws : Zend uw instructie en kennis, waarom staat er dan in veel Westerse vertalingen : "Zend uw licht en waarheid." Dan staat erachter : "Mogen die mij geleiden."

Als er dan in de Egyptische Amduat in het vierde uur van de nacht staat : wrt m shmw.s, als zij die groot is in sterkte, en daarachter : jw rhw ssmw pn m wnmw ta, als "hij die dit beeld kent is degene die brood eet", en shmw, shma in het Egyptisch ook verbonden is aan zowel de vervuiling (sham) als het wassen van het vuile (shamu), als het "diepte-zicht", dan kunnen we stellen dat het wassen alleen plaatsvindt in de diepte. In de oertaal van de amazones zou shma.s het jezelf toewijden, onderwerpen, aan de literatuur betekenen. De letter S staat voor de literatuur. Shama betekent in het Hebreeuws ook luisteren en gehoorzamen als overgave, waarvan Samuël ook weer een beeld is, als shama-el, het luisteren naar god (onderwijs). In het Egyptisch is de shm, shamu, de decoratie van het leven, wat dus gebeurt door vervuilen, wassen in de diepte, als een mengen en afscheiden, opdat er een zuiver mengsel ontstaat. In de Egyptische liturgie heeft de shma de betekenis van gebed en gelofte. Soms moeten we de aarde in om ons juist te vervuilen, om het vuil te verwerken. Soms moeten we ons vermengen. Zo kan alles ook verduidelijkt worden. Xenofobie, angst voor het vreemde, is het grootste probleem van deze tijd. Juist de xenofobie moet ook gewassen worden opdat de mens weer in aanraking komt met het "heilige vuil" van het paradijs, het vreemde. Zo zijn de wasmachines van de gnosis ook ingesteld. Waar we te "schoon" zijn worden we even wat vuiler gemaakt. Dit is ook de diepte van de ware overgave, het ingaan van de wasmachine van de gnosis. Er wordt dan een wasprogrammaatje gedraaid. Psalm 43:2 - waarom verstoot Gij mij? Waarom ben ik vervuild, vanwege des vijands onderdrukking? Nee, vanwege het mengen en wassen van de gnosis. Het is wasmachine technologie. Het waspoeder van de lagere aardse stad is giftig, en maakt alles te schoon, vanwege smetvrees, en trekt daarmee nog wel ergere parasieten aan. Het waspoeder van de Vur is natuurlijk en exotisch. Het is diep, niet oppervlakkig. De stad in de lagere aardse gewesten, waar de xenofobie als schoonheid wordt aanbeden. Dit is ook de scheelheid van de stad, wat recht tegen de Vur-principes ingaat. De xenofobie is de valse vreze des heeren. De mens wil zo rein blijven van alles wat natuur is dat de mens zo overschoon wordt dat er een vals verblindend licht wordt verwekt, waarin de mens sterft aan het geestelijke en zo geheel verdicht wordt door de vetgieters en geheel in tunnelvisie komt. Nee, het is niet eens meer zicht. Hier is een ander zintuig aan de gang. Het is de wasmachine van de Fjork. Het ruikt een bedreiging tot zijn ego, en gaat dan overmatig wassen en fantaseren in zijn paranoia. Het is puur een psychose. Zijn ogen zijn blind. Hij zit op de troon met een vals oog. Hij zendt zijn fluisteraars uit, de vijf zusters, Hegge, Mulle, Mudde, Sidde en Male. Sidde is de leidster, en Male de jongste, de minst erge. Zij gaan tot de steden om te fluisteren, te roddelen, te verleugenen, opdat de mens het Fjork wasmiddel koopt. Het zijn reclame clipjes. Zij verkopen vals, verblindend licht voor schijnschoonheid. Lekker makkelijk. Deze vijf zusters besturen legers van clowns met waspoeders van de Fjork. Zij moeten het volk "wassen", oftewel bedonderen. Men is zo verzot op dit waspoeder. Men drinkt het zelfs. Kinderen worden gedwongen het in te nemen. Bij de tandarts wordt het in hun botten gespoten. Dit volk is zwaar ziek. Hele families verdwijnen in de wasmachines van de Fjork. Het is een gulzig monster. Het heeft ook met de Jezus-reclame te maken. Jezus die alle zonden van de hele wereld op zich neemt, al uw vuile was, en dan alles wit als sneeuw weer schoonwast. Natuurlijk heeft dat wel een diepere betekenis. In Egypte waren er de Kepra-mysteriën van de vuilverwerkende kever, maar dat is in principe een mysterie van de aarde, Kep of Geb. Dit zijn ook de spotpalen in de onderwereld,

de Egyptische kruizen. In het Grieks kon het ook gewoon een paal zijn, als we het over het christelijke kruis hebben, en in het Aramees kon het ook een galg zijn. In ieder geval moest het ego in de Egyptische onderwereld aan de spotpaal om te sterven. In de Egyptische religie stond Geb ook voor het uithuilen van het ego. Het ego moest dus uit het lichaam gehuild worden, als een natuurproces, want het ego zit heel vast in de mens. De mens moest daarom tot de verbrokenheid komen, waarvan de spotpaal het symbool was. In het hindoeïsme zien we dan Krishna, het archetype van overgave en devotie, omringd door de dansende gopi's, de herdersmeisjes, als de indologische geb-wortel (gp, gb), wat ook een zeker wasprogrammaatje is. In de diepte zijn dit dus allemaal weer reclame-spotjes en klantenwervingen. In de diepte is het pure economische transacties, allemaal draaiende om het product school. In de diepte stoort men zich niet aan de wensen van de mens, maar heerst er een keiharde economie en schoolplicht. Dit is niet letterlijk of materieel. Ganesha die uit vuil geboren werd is in het Egyptisch Khensu, kns, gns, met dezelfde woordwortel, en dezelfde betekenis. Ook Kenshu betekent vuil, en hij is een nomadische maangod die door de onderwereld trekt. Hij is verbonden aan het achtste uur, wat het getal van de eeuwigheid is. In het achtste uur van de Amduat wortd er gesproken over de B-zielen (ba) als zijnde de geheime ziel. De B is de letter van de voet in het Egyptisch. De voet is dus het metafoor van de geheimen. In het achtste uur brengen de B-zielen de schaduwen tot rust. Zij zijn de wegwijzers en de getuigen. Zij hebben messen in hun mond, wat een beeld is van de wachters van de mond, zoals dat ook voorkomt in het boek Openbaring van het Nieuwe Testament. Dan gaan de B-zielen door een grot genaamd "Zij die de onwetenden vernietigt." Dan komen ze in een grot van vier godinnen : "Zij die voorhangsels hangt", "De duistere", "Zij die decoratie maakt" en "Zij die tezamen voegt." De naam van deze grot is "Zij die haar beelden omhuld." De B-zielen roepen tot Re, wat in de oertaal het roepen tot de psalmen is. In het Egyptisch zou dit ook het roepen tot de aarde betekenen om zich met het vuil van de aarde, met modder, te omhullen. Ook dit gebeurd in Openbaring wanneer de sterren op de aarde vallen en er geroep tot de bergen is : Val op ons en verberg ons. En zij verscholen zich in holen en grotten." (Opb. 6, vgl Lukas 23:30) In het Woord is alles gerangschikt, als een pad door de kennis. In het Woord is al het vuil verwerkt. In het Egyptisch is de ibis hiervan een beeld, als het opengeslagen Woord, de eerste vleugel is de emanatie, en de tweede vleugel is de evolutie. Zo gaat het Woord neerwaarts en opwaarts. De ibis is de D't in het Egyptisch, ook wel Thoth genoemd in het Grieks, T't. De T is in de oertaal de letter van de reformatie, en de D is de hangende vis, zodat de T, de reformatie, de visser van mensen is. Hierin is er een strijd tegen de haviksgeest Fjork-Valmit, het valse woord. Vogels kunnen alleen vliegen door hun vleugels naar beneden te duwen en omhoog te duwen, door emanatie en evolutie. Zo moet de mens leren denken, leren vliegen met het Woord, en zo het Woord te worden en te zijn.

Hoofdstuk 7. Valmit, de Havik De letterlijke, eenzijdige betekenis van de Mozes-mythe is natuurlijk zonder waarde in vergelijking met de esoterische diepte ervan. Het is een dualistisch draaiwerk, als een klok. Jakob's toetsworsteling leidde hem helemaal tot Egypte. Israël leefde in een hongersnood, en Egypte kwam Israël tegemoet, door Jakob's eigen zoon, zijn vrucht, Jozef, als de vrucht van het volhardend, eeuwige toetsen, het eeuwige Pniël. Jakob stierf dan ook in Egypte, in het Nieuwe Rijk. Later boog dit zich om tot een ballingschap. De diepte ervan is belangrijk. Egypte is de wortels van Israël, en van het Israëlitische Woord. Het is ook de moedertaal van het Israëlitisch. Israël was in de netten gekomen van het Woord van Egypte. Egypte was als een visser van mensen, om de mens op te halen in een nog groter mysterie. Ook Israël zelf werd later een visser van mensen in de Jezus mythe. Dat is ook wat het Woord betekent in Egypte, D't, de ibis, wat in de oertaal de reformatie als visser der mensen betekent. D is de hangende vis in de oertaal, en in de oerhiëroglyphen is het ook een persoon met een hangende vis aan de hand. Dit is metaforisch wat het Woord doet en inhoudt. Het Woord manifesteert zich als een sociale structuur, als de Kerk. Dit gaat niet zozeer om mensen, maar om zielen. Dit is dus een natuurkerk, een kerk in de onderwereld. Het is niet letterlijk of materieel. Woord en Kerk werken dus nauw met elkaar samen. De Kerk moet het Woord worden en zijn, anders is het de Kerk niet. Er mag dus geen al te grote scheiding zijn tussen Woord en Kerk. Het Woord en de Kerk zijn aan elkaar verbonden door een literaire drug, de opium, oftewel de Vur, de natuurkennis. Het Woord en de Kerk dienen als opslagplaats hiervan, anders is het niet meer het Woord en de Kerk. De Egyptische ballingschap mythe liet zien dat het volk ingewijd moest worden in de Egyptologie. Fjork-Valmit, de haviksgeest van het valse woord, sprak tot Mozes, en mengde de Egyptologie met leugens. Zo ontstond de bijbel, een Egyptologische cocktail gemixt met sterke drank. Het was een emanatie van de Egyptologie. Mozes gaf het volk een zware drug om uit de Egyptische ballingschap te komen. Toen Jezus werd geboren vond zijn familie een schuilplaats in Egypte. Net als Jakob stierf Jezus in Egypte, volgens Openbaring 11 : 8En hun lijk zal liggen op de straat der grote stad, die geestelijk genaamd wordt Sodom en Egypte, alwaar ook hun Here gekruisigd werd. Dit is dus een gegeven in de Jezus mythe dat Jezus nooit Egypte had verlaten. Ook Jezus kwam in de Egyptische ballingschap van het Woord om zo onderwezen te worden, en zo kon zijn ego sterven. Egypte is een buitenaardse implantatie om de mens te helpen. Niet letterlijk, maar figuurlijk. Het komt uit Orion, en was gezonden om de Fjork chip onschadelijk te maken en uit te werpen, uit het lichaam van de mens. Dit gaat niet direct, maar subtiel, niet aan de oppervlakte, maar in de diepte. De mens moest hiervoor diep de Fjork chip in. Ook de getuigen moeten dus hier aan hun ego sterven volgens Openbaring 11. 9En uit de volken en stammen en talen en natiën zijn er, die hun lijk zien, drie en een halve dag, en zij laten niet toe, dat hun lijken in een graf worden bijgezet. 10En zij, die op de aarde wonen, zijn blijde en verheugd over hen en zullen elkander geschenken zenden, omdat deze twee profeten hen, die op de aarde wonen, gepijnigd hadden. 11En na die drie en een halve dag voer een levensgeest uit God in hen, en zij gingen op hun voeten staan en grote vrees viel op allen, die hen aanschouwden. 12En zij hoorden een luide stem uit de hemel tot hen zeggen: Klimt hierheen op. En zij klommen naar de hemel op in de wolk, en hun vijanden aanschouwden hen. Zo worden ook zij door de valkyries opgenomen. Het gaat hier om de Egyptologische baarmoeder

die daadwerkelijk vanuit Orion de mens tot wedergeboorte kan brengen. De bijbel heeft deze macht niet, want Mozes zorgde ervoor dat de Egyptologische baarmoeder werd geamputeerd. Dit was het werk van Valmit, van de Fjork, de haviksgeest die het volk uit de esoterie wegleidde en bond tot de letterlijke betekenis. De mens werd gemaakt tot letterslaaf. Zij moest Fjork-Valmit aanbidden, de havik van het valse woord. Zo ontstond ook de valse kerk. Het Woord heeft ons niet in de steek gelaten toen we in de valse kerk waren opgesloten. Het Woord werkte dwars door alles heen. Het Woord is machtig. Zou het dan niet door het valse woord heen kunnen werken ? Het Woord is allesdoordringend. Niets blijft er voor het Woord verborgen. Jezus werd ook het Woord genoemd. Het Woord is dus nooit letterlijk een materieel boek geweest. Het gaat om het Woord, de logos, de ibis, of in het Germaans de dualistische Loki, en in het hindoeïsme de heilige regen, Lak-shmi, oftewel de wassende Logos, als het heilige pad door de kennis. Het is de Lukas. In de Egyptische Bijbel is het Woord de Log, wat gebracht wordt door de A-jongen. De A is in de oertaal de aankondiger van de dood (van het ego), en van ballingschap, zoals de profeten van het Oude Testament dit waren. De metafoor hiervan is de bizonvlieg, een Orionse vliegensoort, en wat ook de A-hiëroglyph is in de oertaal. Vele jaren geleden had ik een droom over de Log. Ik was in het Vur natuursteden gebied van Èrk in het Westen van Orion, en de Log tunnel leidde van de steden tot diep in de natuur. Het was een bepaalde tocht, en alles was hier onder zware controle, als militaristisch. De bizonvliegen zijn een soort navigatie systeem die de doelwitten laten zien. In dit verband wordt er in de Egyptische bijbel ook gesproken over de AZ, dus de A en de Z/S klank, wat in de Egyptologie ook terugkomt als de SA die het navigatie-systeem van Ra is op zijn tocht door de onderwereld. De Z/S is in de oertaal de proza, de literatuur, waardoor AZ of SA dan de aankondiging van het Woord is, als een pad er doorheen, en ook is het de aankondiging van de dood van het ego door het Woord. In mijn kindernachtmerries waren de fluisteraars van de Fjork vaak om mij heen, de vijf zusters, en zij bespraken mijn dood, hoe ze mij zouden vermoorden, maar in de diepte was het dus een shamanistisch medicijn wat de dood van het ego aankondigde, van de opgelegde, valse identiteit die was geprojecteerd door de Fjork chip. In de diepte waren het dus de bizonvliegen, het navigatie-systeem door de onderwereld. Mijn kindernachtmerries waren vol met Egyptische mythologie en metaforiek, maar ik begreep er natuurlijk helemaal niets van. Ik werd zwaar christelijk opgevoed en over de Egyptologie werd niet gesproken. Ik kon in principe toen al dwars door de kerk-systemen de Egyptische wortels zien. In de diepte van elke nachtmerrie ligt een medicijn. Moeilijke situaties zijn onze orakels, cryptogrammen van het bovennatuurlijke leven. Farao die de lasten verdubbeld wanneer wij ons tegen het systeem verzetten is een beeld van de gnosis die dieper in ons doordringt wanneer wij toetsen. Het is een allegorie. We hoeven niet altoos en eeuwig met botte en doffe drama te leven. We mogen de diepte ingaan en het een kwartslag draaien. Als de Egyptologie de druk op ons verdubbelt, dan is dat voor onze eigen bevrijding van de valse kerk en het valse woord. Het is ter verdieping, en de gnosis komt ons tegemoet als we in het toetsen ons tegen alles wat op ons afkomt heilig verzetten. Dit is het begin van het Exodus-sieraad. Dus kinderen worden in deze mythe in de Nijl geworpen ? Dit is een beeld van de waterdoop. Ook dit verlost hen van de valse kerk en het valse woord. In het Egyptisch heeft de Nijl verschillende namen, zoals de Atru, of Atr, wat ook de Riem van Orion betekent. Ook betekent het papyrus, wat een beeld is van het paradijselijke Woord, oftewel de "verdrinking" van Israëls kinderen in de Nijl was gewoon een educatie in het Egyptische Woord. Een andere naam voor de Nijl is Hethet, wat het omcirkelen betekent, verbonden aan hett-it, draaiende boor. Het draaien is een belangrijk Vurprincipe, wat het veranderen van gezichtspunt betekent, en ook het subtiele in plaats van het rechtstreekse, en dit is dan door de Arcturische lens heel wrang op aarde neergezet als kinderen die

vandaag de dag geofferd worden aan de boor van de tandarts, de hedendaagse Moloch, zodat ze giftige rommel in hun bot gespoten krijgen, wat vandaag de dag zelfs in vele gevallen niet eens meer te zien is vanwege dat ze de rommel dezelfde kleur als de tand hebben gemaakt, en als het kleine hoeveelheden zijn is het zelfs niet meer op de rontgenfoto's te zien. Als er dan problemen komen, dan valt het bijna niet meer te achterhalen. Zo heeft de duivel zich gecamoufleerd en komt zo subtiel het lichaam van het kind binnen. Een andere naam voor de Nijl is de Hup, wat ook geheim betekent, mysterie, verborgenheid. De kinderen die dus zogenaamd in de Nijl werden "verdronken" werden dus gewoon ingewijd in de Egyptische mysteriën. Farao liet ogenschijnlijk het volk gaan, maar zij kwamen alleen maar dieper in het Egyptische mysterie. Mozes zou hen namelijk nog meer Egyptologie leren. Het hele Mozes verhaal kwam uit de Egyptologie zelf, en gebeurde binnen Egypte, om zo dieper in Egypte te komen. Het volk werd gewoon van het ene deel tot het andere deel gestuurd. Ook is het als het komen van het vleselijke Egypte tot het geestelijke Egypte. Mozes leidde hen tot de cobra in de woestijn die ze moesten aanbidden. De cobra is een Egyptische godheid. Natuurlijk is dit maar een metafoor, namelijk van het touw, en dat is weer een symbool van de vruchtbaarheid, wat ook terugkomt in het boek Jozua, de leerling van Mozes, die dus ook diep ingewijd was in de Egyptologie. Shu (sha) was de Egyptische god van de hemel en de lucht, de leegte, waar ook het Hebreeuwse woord voor hemel 'sha-ma-yim, shu-mayim' op gebaseerd is, als de wet (ma, Egyptisch) van Shu, de wet van de leegte, of het zaad (mayim, Hebreeuws) van Shu, van de leegte. Shu komt in het Aramees terug als Suw, oftewel Ezau, de wildernismens, de leegte. Mozes zou het volk leiden tot de leegte in de wildernis, tot de wet van Shu, Ezau, de wet van de leegte, opdat ze aan hun ego zouden afsterven. Hij zou ze leiden tot het beloofde land, tot de hemel. S-shu, shu, is de hemelvaart in het Egyptisch, verbonden aan Seshu, de god van literatuur. S-shui is ook een woord voor de leegte. De leegte is in het Egyptisch verbonden aan het tot een einde brengen. In Egypte was er het idee dat de leegte de ware kennis bracht, en het Woord. In de leegte valt de mens in slaap, in de sha, shu, het zand, in de diepte van de woestijn waar alles de leegte ingaat. In de Egyptologie wordt dit ook het bed van Osiris, Aser, genoemd (Suri, Orions). Het is het zand wat een splitsende kracht is, wat alles verdeeld tot hele kleine korreltjes. Niets kan nog groot blijven, en dan komt alles tot leegte. Sha, sai is leegmaken, splitsen, en scheppen. Ook Ga is een Egyptisch woord voor leegte, als een blokkade, waarvan de verdrinking een metafoor is in de Egyptologie (ga, g). In de leegte komt niets gemakkelijk. De Israëlieten in de woestijn leden honger. Ze moesten alles verdienen. Ik kom tot het Woord, Ik wil diepte, Ik kom tot het orakel van alle situaties waarin ik leef, En het orakel van mijn verleden, Hierin ligt het shamanistische medicijn opgeborgen, Geef mij kennis en inzicht hierover, Dat het niet renteloos blijft liggen, Ik breng het tot de hemelse bank als een spaartegoed, Opdat de rente van openbaring tot mij zal komen, Amen Selah.

Hoofdstuk 8. Van Hosea tot Joël Het haviks-labyrint in de stad is omringd door electrische haviksmuren. Mocht je daar doorheen breken, dan geeft het een gif af, en overstroomt alles. Dan ga je dus door een verdrinkings-ervaring, maar dat kun je dan ook weer esoterisch ondergaan, als je weet wat het betekent. Als je door de haviks-stadsmuur heenbreekt, dan overstroomt het ook in je mond, zodat je gedwongen wordt troep te drinken. Er is dus een kruis verbonden aan het doorbreken van de haviksmuur, maar door de esoterie kan dit verdiept worden. In het Egyptisch is de verdrinking dus het komen tot de hemelse papyrus, tot de ibis van het Woord, de logos. Zo kom je in de natuur. De haviksgeest achtervolgt de mens die door de zee heengaat dus, maar zal zelf verdrinken in die zee, terwijl er voor de mens een doorgang is, zoals in de Mozes mythe. De mens wordt zelf tot een ibis om in de diepere lagen van de hemel door te dringen, daar waar de havik niet kan komen. De havik wordt verdreven uit de hemel wanneer de mens ontwaakt tot de diepere lagen van de hemel. De havik valt uit de hemelen, en zal zo als een bezetene hen achtervolgen die nog niet tot de diepere lagen van de hemel zijn doorgedrongen. De havik zal grijpen wat hij nog kan krijgen. Dat is voor hem alles wat er is. De haviksgeest staat voor het valse woord, het woord van de stad, van de verdichte, verletterlijkte materie, waardoor de mens gebonden blijft aan de stad. De haviksgeest leeft zo van de uitwerpselen en sappen van de mens, als van een boerderij. Daartoe is het geloof in de onfeilbaarheid van de bijbel. De haviksgeest houdt de mens in deze geestesziekte. Ook brengen zij "valse profetische gaven" gebonden aan de bijbel, wat de mens alles kan laten beweren. Al het materiële geloven zij, en hebben hun vooroordelen en definities van alles wat ze denken te zien, terwijl ze in de haviksmatrix leven. Alles wordt hen voorgekauwd. Ze leven in een vals visioen, een hallucinatie. Het is een zware drug. Hiertoe kwam Psalm 63 de mens die door de haviksmuur heenbrak tegemoet. David is in de woestijn van Juda, op zoek naar een nieuw leven. De woestijn is de brug tot de lucht, de hemel, de leegte. Hij sprak : "Maar wie mijn leven zoeken te verderven, zullen komen in de diepten der aarde." (:10) en "Men zal hen overleveren aan de macht van het zwaard, zij zullen een prooi der vossen worden." (:11) Hij zocht naar het hemelse water ver buiten de stad en zijn familie. Hij had alles achter zich gelaten. Hij zocht naar de opname, zoals in Zacharia 12:7 - Ook zal de Here de tenten van Juda allereerst opnemen (yasha), opdat de trots van het huis van David en van de inwoners van Jeruzalem zich niet verheffe tegen Juda. Juda is in de wortels de knopen van de tabernakel structuur, de schakels, de verbindingen. Zacharia, zkr, Sokar (skr, skkr) was in Egypte de in de woestijn gezondene en betekent leeg worden. Dit is in het Egyptisch verbonden met komen tot de details, tot decoreren. Ook is het verbonden aan het openen en openbreken van een deur (seqer). Verder staat er in dit hoofdstuk : 2Zie, Ik maak Jeruzalem tot een schaal der bedwelming voor alle volken in het rond; ja ook tegen Juda zal het gaan bij de belegering van Jeruzalem. 3Te dien dage zal Ik Jeruzalem maken tot een steen, die alle natiën moeten heffen; allen die hem heffen, zullen zich deerlijk verwonden. En alle volkeren der aarde zullen zich daarheen verzamelen. 4Te dien dage, luidt het woord des Heren, zal Ik alle paarden treffen met verbijstering, en hun

berijders met krankzinnigheid; over het huis Juda zal Ik mijn ogen openhouden, doch alle paarden der natiën zal Ik treffen met blindheid. David kwam tot het geheim waartoe de volkeren geen ingang hadden. De havikken botsten tegen de muren van dit geheim aan. Psalm 63 begint met : "mijn ziel dorst naar U, mijn vlees smacht naar U, in een dor en dorstig land, zonder water." (:1) Als we zijn "verdronken" door het water-alarm van de stad, en dan door de woestijn worden opgenomen, dan komen we in de Egyptologie tot Hes, de godin van de verdronkenen, de wortel van Hosea (hs). De hes is een lied, een spreuk (hesi) tegen de duivelse machten van het water. Zo krijgt de ziel toegang tot de melk van Hes. Door haar touw trekt zij zielen uit het water. Hosea is dus een soort EHBO, als de eerste kleine profeet, het Hes-mysterie van de verdrinking. Als kind had ik 's nachts ook zulke ervaringen en zag dan een lang touw in de verte tot mij komen. Alles om me heen begon dan ook langwerpig te worden. Ik ben me ervan bewust dat ik als kindzijnde al door zulke haviksmuren heenbrak, om opgenomen te worden door de natuur. David kwam in de onderwereld, in de erets, in Psalm 63. Diep in de woestijn is de oermoeder, waartoe Hosea komt, als tot Gomer. Het stadse implantaat zegt dan direct dat het een verkeerde vrouw is, maar esoterisch, in de diepte, is dit slechts cryptisch. Gomer is een Israëlitisch beeld van Hes, de godin van de verdronkenen. Het was slechts een beeld van het "gemengde huwelijk". Hier zag David in een visioen de tabernakel, en in het Aramees zag hij de "stevigheid" als een rivier. (:3). Als David dan zijn handen in de lucht doet, dan is dat in het Aramees een beeld van het nomadische leven, van de tocht door de onderwereld, door de stevige baarmoeder, over de rivier, waar de Egyptologie om draait. In vers 8 is David in de schaduw van haar schoot of borsten in het Aramees. Schaduw is in het Hebreeuws een beeld van de tijdelijkheid. De mythe van Jael en Ciycera, Sesera (ssr, sr), is weer een van de vele voorbeelden van Israël die put uit de oorspronkelijke Egyptische mythe van Osiris, Aser (sr). Aser werd door Seth in een kist gelokt, en nagelde toen de kist dicht, zoals Jael het hoofd van Sesera nagelde. In het Aramees ging het hier om een inwijding in de geheime leer, wat ook in de Egyptische mythe de achtergrond is. Seth is de wildernis, en hiertoe moest Osiris ingewijd worden. Jael wordt nth, ntt in het Aramees genoemd, oftewel Nut (Nod), de moedergodin van de onderwereld waardoor Ra een tocht moest maken (Richteren 4). In de bijbel worden vrouwen vaak zo genoemd, als beeld van deze Egyptische oergodin. Zij is een inwijder. Het is geen letterlijke dood. Omdat het christendom al deze mythes heeft verletterlijkt is er nog steeds zoveel drama in de wereld. Alleen als de mens het doorvertaald tot de diepte ervan zal de mens tot het paradijs kunnen terugkeren. Er is dus nog veel te doen voor de mens. De mens blijft op het moment nog steken in deze cryptogrammen. Jael betekent in de wortels de hemelvaart, het geven van betekenis. Dit gaat door in de tweede kleine profeet met practisch dezelfde naam, Jael of Joel. De mens komt dus door de Hes-ervaring van het "verdrinken", de vermenging, waarvan ook het "gemengde huwelijk van Hosea en Gomer" een beeld van is, tot de tent van Jael in het boek Jael, Joel, waar de mens wordt ingewijd door de tentpin in het "hoofd". Het "hoofd" is slechts een metafoor van het begin in het Hebreeuws. Dit betekent dus dat de mens terug moet gaan tot de wortels.

Hoofdstuk 9. De Tent van Jael - De Germaanse Huwelijks-beeldspraak De mens gaat de Jabbok-rivier over door de afzondering en de onthechting. Er zijn een heleboel dingen om van te onthechten, en het leven zelf helpt de mens daar ook in, want als de mens zich teveel ergens aan hecht, dan zal het vanzelf weggenomen worden. Hechten werkt averechts. Dieper in de Èrk wildernis in het Westen van Orion is er dan nog de Jordaan rivier, wat neerdaling betekent in het Hebreeuws, als het afdalen tot de onderwereld. Zo komt men tot het gebied van Jael, dieper in de Èrk wildernis. De Jordaan staat voor het shamanisme. Shamanisme in het Nieuwe Testament : 1 Petrus 3 18hij, die gedood is naar het vlees, maar levend gemaakt naar het geestelijke, 19in welke hij ook heengegaan is en gepredikt heeft aan de geesten in de gevangenis. Efeze 4 8opgevaren naar den hoge voerde hij krijgsgevangenen mede, gaven gaf hij aan de mensen. 9Wat betekent dit: hij is opgevaren, anders dan dat hij ook nedergedaald is naar de lagere, aardse gewesten? 10Hij, die nedergedaald is, hij is het ook, die is opgevaren ver boven alle hemelen, om alles tot volheid te brengen. Het shamanisme, het afdalen in de onderwereld, is een verdiepingsproces, wat ontstaat in het toetsen. Hierin wordt de oorlogs-metaforiek gebruikt, zoals ook in 2 Korinthe 10. Amos is de derde kleine profeet. Ook hij laat dit proces zien. In hoofdstuk 1 begint al het krijgsgevangenschap, en in hoofdstuk 2 de naaktheid van de vijand, als de ontmaskering. Dit is wat er in de tent van Jael gebeurt. Het is de inwijding tot de geheime leer. In de oorlog van het diepte-toetsen sterft het ego en wordt tot verbrokenheid geleid opdat de ziel gevoeligheid herwint. Dit resulteert in klaagliederen, als tekenen van die verbrokenheid. Als de verbrokenheid niet diep genoeg is doorgewerkt, de toets niet volledig was, dan zal dat zich uiten in allerlei valse en overmoedige blijdschap. Vandaar dat Amos 5 gaat over het klaaglied. Amos 6 waarschuwt tegen de valse gerustheid : 1Wee de zorgelozen op Sion, en die zich veilig voelen op de berg van Samaria, de uitgelezenen van de keur der volken, tot wie het huis Israëls komt. 6die uit plengvaten drinkt, vol wijn, en met de voortreffelijkste olie u zalft, maar om de verbreking van Jozef u niet bekommert!

Er wordt dan gewaarschuwd tegen hoogmoed (:8). Psalm 118 Hebreeuws 2Laat Israël nu zeggen: De Here's opvoeding (checed) is tot in eeuwigheid. Het woord checed wordt vaak genoemd in de Psalmen, en vaak door het westen slap vertaald in goedertierenheid en genade, terwijl het ook opvoeding betekent, en educatie. Dat geeft direct een heel ander en dieper beeld. Er mag een balans komen tussen wedergeboorte en wederopvoeding. De opvoeding is overal om ons heen in de lucht. De genade verblindt het. Psalm 121 1Een bedevaartslied. Ik hef mijn ogen op naar de bergen, har, initiatie, opvoeding: Hebreeuws vanwaar ik zal veranderen. Aramees Veel vertalingen van het westen zeggen gewoon domweg : Ik hef mijn ogen op naar de bergen vanwaar mijn hulp zal komen. Psalm 123 3 Geef ons de borst, Here, geef ons de borst, Aramees want wij zijn meer dan verzadigd van verachting; 4onze ziel is meer dan verzadigd van de spot der overmoedigen, de verachting der hovaardigen. In veel Westerse vertalingen staat gewoon : Wees ons genadig. Jehovah heeft verschillende betekenissen in het Hebreeuws, gewoon als een werkwoord : worden en zijn, en ook betekent het de gevallenen. In de Westerse vertalingen is psalm 150 een loof-psalm, maar het betekent in de grondteksten veel meer. Halal, wat telkens maar weer in loven en prijzen wordt vertaald, maar het betekent ook pronken, wat verbonden is aan een huwelijksfeest. 1Halleluja. Looft God in zijn heiligdom, in offers (Aramees) Er is goed en slecht "pronken". Pronken is vertoon, met een bepaalde boodschap, wat ook in de dierenwereld gebeurt, in de taal van patronen en tekens. Het brengt detail, legt ergens accent op, om een bepaalde verbinding te maken. In dit geval gaat het om een huwelijksfeest. In de lagere aardse stadse gewesten gaan huwelijken vaak om uiterlijk vertoon in bepaalde tradities, maar in de wildernis gaat het om het offer, om de ontmaskering van het ego. Halleluja. Het huwelijk met de "gevallenen" door offers (van het ego). Dit gaat over de valkyries die de gevallenen op het strijdveld die hun ego hebben opgeofferd opnemen tot een "huwelijk" met Valhalla, de hemel. Dit is de Germaanse opname van verzoening met het hogere zelf. De hemel is niet een passieve, overgelukzalige staat, maar een opening van de zintuigen. "God" is dus de gevallenen die aan hun ego gestorven zijn in de Hebreeuwse grondtekst en de

Germaanse context, en zo met de valkyries zijn verzoend als een beeld van hun hogere zelf. Dit is ook wat het Virgo-sterrenbeeld (Maagd) uitbeeldt en uitdraagt. 2looft de Here om machtige daden, gebuwrah, Hebreeuws Gebuwrah, van het Aramese "gabara", wat Orion betekent. Het huwelijk tussen de heilige "gevallen" mens en zijn hogere zelf vindt dus plaats in Orion. "Het huwelijk met de "gevallenen" in Orion." 3Looft de Here met harp en citer, De harp is in de Hebreeuwse wortel het plukken (van het ego). "Het huwelijk met de gevallenen door het plukken van de veren (van het ego)." Dat wat we om ons heen zien is oud onvertaald licht. Het moet vertaald worden. Hierom moeten de psalmen ontzegeld worden. Het is allemaal bevroren licht. De mens leeft in herhaling. In psalm 149 gaat het ook weer over het huwelijk van de "gevallenen" met het hogere zelf. Hier wordt het ego geketend, wat ook de ketenen voor de heilige gevallenen moeten zijn, want het Hebreeuwse idee achter de gebondenheid is dat van een dier die zich voorbereid om een hele grote sprong te maken en zijn poten samenvoegt om de sprong extra kracht te geven. In die zin kunnen alleen de "gebondenen" de sprong, de opname, naar de hemel maken. Dit is ook het hele idee van de valkyrische ketenen. Springen is dan ook het wortelwoord van de gebondenheid in het Hebreeuws. In het Aramees is de keten een beeld van het verbod en de gelofte. In vers 9 worden zij onderworpen aan een exegese, oftewel schriftuitleg, in het Aramees. Het sleutelwoord is dus het verdiepen, als het verdiepen van het ego. Dit is waar het "oordeel" voor staat in het Aramees. Het is het blootleggen van de wortel. Hoofdstuk 10. De Jeremia Ervaring Als we kijken naar de Westerse bijbel, dan zien we dat het is opgedost met veel flair tot een product voor de markt, maar de oorspronkelijke Hebreeuwse en Aramese manuscripten hadden geen klinkers en geen leestekens. Vandaar dat het belangrijk is om terug te gaan naar de oorspronkelijke medeklinkers om deze cultuur te begrijpen, want de rest is er dus allemaal bijverzonnen. Jezus betekent "Jehovah is redding, opname van het strijdveld", yehowshua, Hebreeuws, Yah-shua. Jehovah, of de afkorting Jah, betekent worden, zijn, en vallen, als de gevallene op het strijdveld die aan zijn ego gestorven is. Shua is dus gewoon een Hebreeuws woord, wat achter Yah werd gezet, als een eigenschap. Shua is ook de zesde zoon van Abraham, die hij kreeg met Ketura, nadat Sara stierf. Het was de jongste zoon van Ketura. Uit hem voort kwam de Arabische stam van de Shuhieten voort. Bildad, één van Job's vrienden, was een Shuhiet. Shua betekent vernedering, zinken, verdrinken, depressie, sloot. Yah-shua betekent dus ook "de verdronkenen die opgenomen zijn", waarvan de Orionse vissersgodinnen een beeld zijn die de "verdronkenen aan hun ego" opvissen uit de wateren van de onderwereld, wat ook weer verbonden is aan de waterdoop. Jezus is

dus niet zomaar een wachtwoord, maar in de diepte een proces van het verdrinken van het ego, waardoor de geheiligde ziel uit het water getrokken wordt, wat de Orionse mythologie achter de valkyries is. Ook Mozes is hiervan een Messiaans beeld als de "uit het water getrokkene". We noemen dit in de gnosis de Jeremia ervaring, van Jeremia 20. In vers 7 in het Aramees en Hebreeuws maakt hij duidelijk dat God hem "misleid" heeft, "bedrogen", "verleid". Dan zegt Jeremia dat God te sterk was en hem heeft overmocht. Jeremia kon geen kant meer op, en dat gebeurt als het ego verdrinkt en de vis in het net terecht komt, als een beschrijving van de opname. Jeremia verzette zich hiertegen, maar zonder resultaat (:9). Een ontwaking valt niet tegen te houden. Het is een natuurverschijnsel. "Als God ons roept" in de metaforiek, als ons ego is verdronken, dan kan het niet gestopt worden. Daarna zegt Jeremia : "Vervloekt zij de dag waarop ik geboren ben; de dag waarop mijn moeder mij baarde, zij niet gezegend." (:14) Jeremia was zwaar depressief, oftewel afgezonderd van de matrix. Hij telde zijn vlees niet. Hij was apart gezet, en vervloekte het lagere aardse leven, zijn lagere aardse zelf. "God verdoem mij, mijn ego" ligt op dezelfde golflengte. In het Aramees vervloekt hij zijn opvoeding. Ook vervloekt hij het daglicht. Het is niet eens zo zeer dat hij de dag waarop hij geboren werd vervloekte in het Aramees en Hebreeuws, maar zelfs zijn hele leven. Ook heeft hij het in het Aramees over zijn leven in de stad, wat hij vervloekt. Jeremia, Yah-rm, betekent "uitverkoren door yah, het vallen (van het ego)", als de Hebreeuwse uitverkiezing die parallel loopt aan de Valkyrische Germaanse uitverkiezing. RM betekent de opname in het Hebreeuws, als een offer. Jeremia wordt de wenende en klagende profeet genoemd, en traditioneel was Jeremia de schrijver van het boek Klaagliederen. Dit is ook wat de RM-wortel betekent in het Egyptisch : wenen, klagen. RM betekent ook tranen, en vis. RM is het menselijke ras. RM is één van de vormen van Ra, als de wener, de klager. RM is een Egyptische vissersgod, en betekent ook de opname, tot een hoger niveau komen. RM-ra, of ra-rm, als een Egyptische vorm van yah-rm, is ook een vorm van de krokodillengod Sebek, een Egyptische watergod. Het water kwam voort uit zijn zweet. Hij is verbonden aan de bescherming die de zusters Isis en Nepthys geven, en helpt bij de geboorte. Ook is de rm wortel de leeuw, rema. In het Grieks komt de rema als het gesproken, profetische, woord, van rheo, uitgieten. Jezus sprak dat de mens niet alleen van brood moest leven, maar ook van rhema, rm, als het woord van god, yah-rhema, oftewel Jeremia. Romeinen 10:17 noemt "rhema" als de brenger van het horen. In Efeze 5:26 moet de mens gewassen worden door de rhema, rm, zodat het metaforische hemelse "huwelijk" kan plaatsvinden (de verzoening tussen de mens en zijn hogere zelf). De rhema, rm, is ook een gezegde, een metafoor, een gelijkenis : Lukas 2:49-50 En hij zeide tot hen: Waarom hebt gij naar mij gezocht? Wist gij niet, dat Ik bezig moet zijn met de dingen van de hemel ? En zij begrepen het gezegde, rhema, niet, dat hij tot hen sprak. Ook in het Aramees is de RM de hoogte, de heuvel, verbonden aan Rimmon, de Syrische god van de donder, storm en regen, van Damascus (vgl. Damascus ervaring van Paulus, ook genoemd Had, Hadad, HT, de god van het bloed-orakel, oftewel van het ontvangen van het profetische woord door het doodbloeden van het ego. Dit leidt helemaal terug tot de Orionse Hiti stam. Het Jeremia verhaal heeft dus hele diepe wortels in andere culturen. In de mythologie moest de orakelgod HT het zevenkoppige zeemonster Lotan verslaan, de voorloper van Leviathan. Dit gevecht komt ook weer terug in het boek Openbaring. De Griekse rm, rhema, het profetische woord, het woord als orakel, komt dus van rheo, gieten. Gieten heeft in het Aramees de betekenis van het roddelen, het spreiden van geruchten, sd (st). Het komt veel voor in Leviticus, het boek van de offerdienst. Het is een natuurverschijnsel aan de voet

van elk probleem, dat alles verdraaid en omgedraaid wordt. Dit zijn de voorhangsels van de tabernakel om de mens te testen wanneer hij tot de kennis komt. De offerdienst is een metafoor van de opname, waarin het ego moet doodbloeden. In de opname moet dus alles emaneren, uitgegoten worden, tot lagere vormen gaan, anders is er geen brandstof voor de opname, en geen beveiliging. Juist ook door die emanatie ontstaat er afzondering. Als de mens een profetisch woord ontvangt, dan mag de mens dit niet als een dolle bezetene gaan rondstrooien als parels voor de zwijnen, maar de mens moet zich gaan bezig houden met de architectuur. De bijbel is een roddelblad van die tijd, allemaal "dark humor", barbaarse mythologie. Het zijn duistere gezegdes, en de mens moet er mee klaarkomen. Als de mens "opgenomen" moet worden, dan betekent dit allereerst de opname tot een diepere betekenis van deze dingen. Alles moet dus in lagere vormen omgezet worden opdat er voldoende brandstof is om weer tot hogere niveau's te komen. Hoofdstuk 11. Jeremia en de Krokodil Ra ging met zijn bootje over de wateren van de onderwereld, door de baarmoeder van zijn moeder Nod, Nuwd, en veranderde op een bepaald punt in RM, de klager, de wener, de vissersgod. Hij was in zijn afu-lichaam, oftewel zijn nachtlichaam (ova, jehovah), en hij zag alles tot lagere vormen komen, en hij weende en klaagde daarover, en werd RM (jeremia). Juist dit zou het geheim van zijn opname worden. Zijn "ego", zijn lagere vormen, was hiertoe de brandstof. Dit is een heel diep proces, en gaat eigenlijk alleen maar dieper. Dit was in zijn Sebek-krokodillenvorm. Hij moest nu ook de lagere vormen van zijn ego verslinden, om daarin diepte te vinden. Dit is een exegetisch proces (exegese = schriftuitleg). We zien hier Sebek en Ra kruizen, en het resultaat is RM, Jeremia. De krokodil is een exegetisch dier. Hij heeft een lange bek, als beeld van het komen tot de diepte van het voedsel. De brandstof moet omgezet worden. Hierin ligt dus een taak opgesloten voor de klagende, wenende mens. Het klaaglied moet ergens toe leiden. Het is het liturgische spijsverteringsproces. De krokodil zit zwaar in het harnas. De krokodil staat voor discipline, geduld en timing. Kom nooit tot de krokodil voordat het daarvoor tijd is, want hij grijpt je. De mens mag geen schrokop worden wanneer het komt tot exegese, de doorvertaling, de verwerking. Allereerst moet de mens het lijden leren aanvaarden, en geduld oefenen, wachten op rhema, het profetische woord, wachten op yahrhema, jeremia. De mens mag de natuur niet forceren. Eerst moet de mens de diepte in. Eerst moet de mens zien hoe alles tot lagere vormen gaat. De mens wordt in de diepte gezogen, en er is niet veel wat een mens kan doen. Ook Jeremia kon dit niet tegenhouden. Hij moest leren leven met spot en smaad vanwege de boodschap die hij bracht. Het brandde als een vuur in hem. Er moest brandstof zijn, dus vandaar dat Jeremia tot de lagere vormen moest komen, om daardoor omsingeld te worden, contact mee te hebben. Hij hield er niet van, maar het moest, anders zou hij geen brandstof hebben voor zijn vuur. Jeremia was een krokodil, een Sebek. Jeremia moest de emanatie onder ogen komen. Hij vereenzelvigde zich er niet mee, maar hij gebruikte het wel. Jeremia moest het vuur brengen. Jeremia was het profetische spijsverteringskanaal. Sebek, sbeq, betekent vergaderen, samenvoegen, in het Egyptisch, als de samenvoeger van het

lichaam van Aser, Osiris. Dit is dan ook wat de exegese doet, namelijk tot de diepte en etymologie (wortelkunde) van de teksten gaan, en zo de verbindingen zien met andere teksten en culturen, waardoor syncretisme ontstaat. De krokodil is dus een belangrijk beeld van de verzoening van de culturen, waardoor het exclusieve, elitaire, racistische, kerkelijke ego sterft. Hoofdstuk 12. De Jeremia Put In een droom was mijn geestelijke Egyptische moeder, Neith-Isis, bezig alle ramen en deuren te sluiten. Er waren terroristen van Orion aan de gang, van het lagere Orion. Ik zag dat ze een klein raampje vergeten had dicht te doen. Ik vroeg of het kleine raampje dan niet dicht moest, maar volgens haar hoefde dat niet. Waar Sebek, de krokodil, en Ra op zijn boot elkaar kruizen, daar verandert Ra in RM, als ra-rm, of in het Hebreeuws ya-rm, Jeremia. Hoe werkt dit precies ? Hiervoor moeten we gaan kijken naar de wortels van Sebek in de Egyptologie. De bak-wortel is het graveren. Bak is de god van de letters, en ook een klagende god. De BK (bek) wortel is de ladder, de trap. Ook Bak is een ladder. Net zoals de RM wortel betekent de BK wortel het wenen en het klagen, en ook weer vis (bg, bk). BK is ook verbonden aan het afdalen in de onderwereld. Juist in de betekenis van ladder, trap, afdalen en opkomen, is dit het emanatie proces, van hogere tot lagere vormen komen, om verbinding te maken, om een klankbord te hebben, en zo ook weer te komen tot verdere evolutie, van laag tot hoog. Sebek, of BK, heeft in die zin geen smetvrees, maar gaat gewoon de diepte in van alles. Dat is ook wat de definitie van de natuur is, als diepte. De natuur is de tedere, diepere wortel van alle dingen, dat wat verborgen wordt gehouden. BK als beq was een god van de dageraad die de boot van Ra voorttrok door de onderwereld. Dit zijn allemaal wortels van de Sebek-krokodil, en dit is de taal van de wildernis, want daar draait de gehele BK-wortel van Sebek om : de letters. Het is een tocht door het alfabet, en het alfabet spaart de mens niet. Elke letter heeft een functie. De taal heeft veel macht en kan het volk in een gevangenschap houden. De taal beslist de betekenissen. Vandaar dat het Jeremia mysterie een groot mysterie is, en heel diep gaat. Op de Jakobsladder gingen de engelen zowel op als neer, wat ook weer een beeld is van het emaneren en evolueren, en wat bij Sebek hoort, en waarom Sebek doet klagen, zoals bij Jeremia. Ook Jezus moest emaneren en tot het kruis komen, tot het klagen, en zo ook de engelen die afdaalden tot de aarde. Dit is hoe het alfabet werkt : alles wordt verwerkt door taal, en door de taal komt de mens tot de diepte. Waar Sebek Ra kruist komt Ra tot de heilige taal. Dit is dus Sebek-Ra of Ra-Bek, één van de vormen van Ra op zijn tocht door de onderwereld, als Ra, de klager, de wener, de RM, die Jeremia was in het Hebreeuws. RaBek, als Ra, de god van de letters, als een diepere wortel van Ra-Sebek, is Rebekkah in het Hebreeuws, de moeder van Jakob en Ezau. Jakob en Ezau vochten al met elkaar in de moederschoot, als een beeld van Jakob die moest leren emaneren. Jakob moest tot de diepte van Ezau komen, tot de diepte van de aarde. Dit gevecht in de moederschoot was al de Jakobsladder. Jakob moest dus de onderwereld in. Verder met de droom : Ik was dus met mijn geestelijke Egyptische moeder, Neith-Isis. Buiten waren de terroristen aan de gang, terroristen van Orion. Zij spraken de taal genaamd Orionix, ook wel het Sovard genoemd. Ze waren als buitenaarde mollen die ook stekels konden opzetten, ook electrisch, als egels. Die mollen konden heel groot en lang worden. Ze werkten met de Fjork chip, gedwongen implantaten, in de hersenen, de monden en de botten, als tandartsen. Het was een

tandartsen-cultus, maar het doel was het bedwingen van de monden, als de taalpolitie. Taal is een gevangenis. Ook zij waren de Jabbok overgegaan, aan de linkerkant, als een valse reflectie, waar ze hun nederzettingen hadden gezet in de Èrk woestijnen, zelfs tot over de Jordaan tot in het Jaelgebied. Hoofdstuk 13. De Wijnstok van Jeremia De BK-wortel van de Sebek-krokodil in Afrika : Buk of Abuk, Abek (bk) is de eerste vrouw in Zuid-Sudan en Ethiopië mythologie, als de "Eva", en tegelijkertijd de godin. Zij is een riviergodin van de vruchtbaarheid, die de regen heeft voortgebracht. Zij wordt ook wel de luipaarden-godin genoemd en het luipaard van de nacht. Zij is de bron van het leven, net zoals Eva de "moeder der levenden" is. Het luipaard heeft vlekken als gebroken cirkels, wat een Vur-principe is. Dit is tegengesteld aan de christelijke "zonder vlekken" bruid, die vol met smetvrees staat te pronken in de stad over hoe vlekkeloos zij is, omringd met chemische schoonmaakmiddelen. Zij heeft zelfs haar troon in de tuinen en in de natuur. Maar de natuur betekent diepte, en de mens moet niet zomaar de natuur in, maar komen tot de woeste wildernis, zonder smetvrees. Als de mens zonder vlekken en kleerscheuren door de wildernis wil gaan, dan kan de mens beter thuisblijven. De mens moet afdalen in de onderwereld, en niet te keurig, correct en compleet zijn, want vaak is dat voor de markt, de ongebroken cirkels, alles pico bello in orde. De natuur kennen zij niet. Zij hebben een stadse natuur gemaakt, en zijn nog steeds ommuurd. Het zijn de park-christenen, of park-atheisten. Ze komen de stad niet uit. Ze aanbidden de schoonmaakmiddelen. De mens moet dus afdalen in de wildernis van de onderwereld, tot het vaagheids-principe, het principe van het halve, waardoor de mens kan groeien. Als alles te vast en duidelijk wordt, dan sterft het inzicht van de mens af. Dat is de natuur van het ego. De luipaard met zijn vlekken van gebroken cirkels gaat hier dus tegenin. Alleen zo kan er een nieuwe taal komen. De luipaard emaneert, en rent zo de stad in, om het ego te doden. Buk is omringd met luipaarden, als de watergodin. Zij communiceert door dromen en verkiest zo hen die daadwerkelijk zijn afgedaald tot de gebroken cirkels, haar "luipaarden". Hierom moet Jeremiah de put in, en hierom moest Jakob tot Ezau komen, zijn wildernis deel. Zoals boek 109 in de Vur spreekt : VUILE PAARSE BLOEMEN VUILE PAARSE BLOEMEN 1. Vuile paarse bloemen groeien langs de kant van de grote rivier, Met vuile gezichten staren ze ons aan, Bedekt met modder 2. Zij zijn één met de natuur, Zo is het altijd geweest

3. De brug over de rivier komt nooit aan, maar leidt ergens anders heen, In het midden heerst altijd de mist, Deze twee landen kennen elkaar niet, De brug heeft hen nooit de waarheid over elkaar verteld 4. En vuile paarse bloemen groeien aan de waterkant, Met hun vuile gezichten kan het hen niet schelen, Ze bewaken het mysterie, In de rivier verdwijnt alle tijd Ook in het Aramees is de BK wortel het klagen en wenen (bkw, bky), verbonden aan het water, het afdalen in de diepte. De Afrikaanse moedergodin Buk komt als Rebekkah in het Judaïsme, de moeder van de Jakob-Ezau dualiteit, het beeld van het zoonschap van de gebroken cirkels. Ezau moest van het kommetje bloed drinken als een beeld dat hij diep genoeg was geëmaneerd opdat zijn ego zou sterven, als het komen tot het morgenrood. Hij kwam van een diepe tocht door de wildernis. Het is een beeld van de Jeremiaanse put. Als het niet diep genoeg gaat, dan komen wij nooit aan. We spreken dus over de wijnstok van Jeremia die terugleid tot de baarmoeder van de godin, van Buk, van Rebekkah. Jeremia moest leren leven met de Jakob-Ezau dualiteit in hem. Jeremia kwam in een strijd, een strijd met de taal van de goden van het directe, het letterlijke, maar waarin zij ook hun agenda hebben verscholen. Zij hebben hun eigen, valse, diepte. Hij raakte in gevecht met de Sovard geesten van de Fjork chip, van het lagere Orion, de geesten van het Orionix. Hun vlag is de letter "N". Deze letter is ook wel genaamd de Enix. De rechterhand van Enix is de letter "K", de Klaru. De K in het Orionix is een gekantelde K, 90 graden naar rechts gedraaid. Hoofdstuk 14. Jeremia en de Rode Kroon van Noord-Egypte De BK wortel van de Sebek-krokodil wordt ook gebruikt voor de wachter van het derde uur. In het Amduat boek, in het derde uur van de nacht, is de Khepri kever van goud, als een teken dat al het vuil is verwerkt tot zaad. Het uur begint met de roeiers op de wateren van Osiris, Aser (Suri,

Orions). Het gebied heeft een lengte van ongeveer 309 mijlen. Osiris, Aser, geeft ordes aan de schaduwen. De nema is het op en neer gaan van het water van Osiris, als aser-nema, of suri-nema. Nema is ook de roep van de overwinning (nema, nhm). In de Afrikaanse mythologie is Nema, of Nyami, Name, een riviergodin die water in bloed verandert, wat ook een teken is van het sterven van het ego. Dit is dus in diepte waar Suri-Name voor staat, wat ook weer terugkomt in het boek Openbaring en het wonder te Kana. Veel van de Afrikaanse goden zijn overgewaaid naar Suriname. Het derde uur gaat over de dief die grijpt in de nacht, wat ook voorkomt in Openbaring, en wat een beeld is van de ekster, het draaien van gezichtspunt, op en neer. Vandaar dat de mens ook steeds moet emaneren. Deze leidt tot de plaats waar de klaagliederen zijn, de RM, in het derde uur van de Amduat. Dit leidt tot de plaats waar de B-zielen hun geheimenissen spreken, en waarvanuit hun schaduwen gaan, om te klagen, en om de overstroming van het water te brengen. De gouden kever komt voort vanuit de wateren en het verborgene. Het leidt allemaal tot Osiris in het derde uur die ook Orion wordt genoemd. Osiris, Orion, draagt de rode kroon van Noord-Egypte, wat in het Egyptisch de kroon van mirre is, van de woestijn, en de kroon van de klaagliederen. Mirre is in het Egyptisch namelijk een beeld hiervan (aan, ugam-uga). Hoofdstuk 15. De Rode Gnosis De Fjork-Sovard terroristen hadden de rode kroon van Noord-Egypte gestolen en zo hun klaagliederen verspreid om de mensen te onderdrukken. De rode kroon is de wortel van het Jeremia mysterie, de kroon van mirre. In de christelijke esoterie ontving Jezus deze kroon van mirre van de drie zoroastrische wijzen uit het land Perzië, wat zich later manifesteerde als de doornenkroon, de kroon van spot en smaad. Jeremia droeg deze kroon, deze rode band, om zijn hoofd al veel eerder. Dit was het Woord wat om zijn denken was aangebracht (Jeremia 20:8). De kroon is in het Hebreeuws-Aramees een cyclus, als het sieraad van de uren. In de kroon zijn dus alle uren van de nacht vastgelegd, waardoor de mens door de uren kan gaan om tot de diepere gnosis te komen. In het eerste uur van de nacht wordt de kroon ook voorgesteld als de nek, of een halsketting. De Rode Kroon is dus een sieraad van klaagliederen. Mirre is "aan" in het Egyptisch wat ook de Orionse naam van David is (Ahn). Dit kwam tot uiting in de klaagpsalmen van David. Toen Ezau tot het rode kwam verloor hij zijn eerstegeboorterecht, waardoor hij al snel tot klagen kwam. Water verandert in bloed, als een teken dat het ego sterft. In het boek Jozua is het rode touw een beeld van de opname, om zo te komen tot de diepte. Dit zijn allemaal beelden van de rode kroon van Noord-Egypte. David droeg deze kroon van klaagliederen, en zat op de troon van de klaagliederen. In het Sanskrit komt David van het woord voor godin "Devi" of god "Deva", "Devata", wat het hogere bewustzijn betekent, en waar ook het Engelse "divine" van afstamt. In ieder geval is Devi in de oertaal de DEva, als de vissende Eva. In de Israelitische mythologie verleidde Eva Adam tot het eten van de verboden vrucht, wat voornamelijk in het christendom werd gebruikt om de vrouw op een lager plan te zetten. De vrouw was de boosdoener. In de gnosis is deze mythe een dualiteit. Eva verleidde Adam tot de gnosis, de heilige kennis, zoals ook Jeremia door God werd verleid in Jeremia 20 :

7Gij hebt mij verleid, Here, en ik heb mij laten verleiden; Gij zijt mij te sterk geweest en hebt overmocht. Ik ben tot een bespotting geworden de ganse dag, allen honen zij mij. Zowel Adam als Jeremia werden opgenomen als een vis. Zij werden beiden ingewijd tot de klaagliederen. Adam betekent ook het rode in de grondtekst. Aan Yeshua werd het rode geschonken, als de mirre. Yeshua is een Hebreeuws woord voor de opname. Het gaat dus niet om de woorden, want dit is in elke taal weer anders. Het gaat om de diepte. Yeshua zou op de troon van David komen, op de rode troon, de troon van de mirre, van de klaagliederen. Dit betekent dus dat er alleen opname is door de klaagliederen. Het Woord bestaat uit psalm-structuren die de mens verbinden met de wilderniskennis, waarin de wilderniskennis is opgeslagen. Het heeft te maken met de opmetingen van de tabernakel. Het klaaglied is de meetlat van het Woord. Dit is de rode kennis, of rode gnosis, wat ook een belangrijk thema is in de Vur. Zacharia 2 1En ik sloeg mijn ogen op en ik zag toe, en zie, een man met een meetsnoer (Aramees, swt) van psalmen in de hand. 2Toen vroeg ik: Waar gaat gij heen? En hij antwoordde mij: Ik ga Jeruzalem opmeten en zien hoe groot zijn breedte en lengte zal zijn. In boek 14. van de Vur wordt de rode veer, als beeld van de rode hoofdtooi, de rode kroon, beschreven als een middel ter bescherming tegen piraten en om hen te bedwingen. Piraten zitten eigenlijk tussen stad en wildernis in, als wachters, maar zijn nog erg stads. Het zijn gnosis-rovers die vandaaruit alles verdraaien. Zo verkopen ze alles weer door, wat ook in de kerk gebeurt. En zoals de Vur zegt in boek 117. DE RODE ZEE 1. In de droom van de rode zee, Golf na golf komt het, Slag na slag, Omdat het rode op ons wacht. De mens moet komen tot de rode gnosis, anders zal de mens altijd een gevangene blijven van de piraten. De wereld is in handen van piraten, de wachters tussen stad en wildernis. De mens is ergens vastgegroeid. De mens kan niet meer dromen. Al hun dromen zijn verkocht en verdraaid. Al hun dromen zijn geroofd. Maar het rode zal terugkomen om toe te slaan. Het rode zal de wereld gaan overweldigen. De mens heeft een meetsnoer nodig. Alles moet doorgemeten worden, gerangschikt. Nu ligt alles door elkaar. De stad is hiervan een schaduw. Iedereen wordt opgemeten in de stad. Ze meten je geheel door. Wat je doet, wie je moet zijn, hoe ver je afwijkt van de norm, zij weten er alles van. Ze tikken je voortdurend op de vingers. Je moet geld in het laatje brengen, anders tel je niet mee. De leprechauns werken samen met de piraten. Het rode kennen ze niet, en willen ze niet kennen. Zij hebben het rode altijd vervolgd. Zij vrezen het rode. Eva verleidde Adam tot de rode appel, tot de rode gnosis, tot de diepere architectuur, en Adam kwam tot het klaaglied, en sindsdien waren er altijd klaagliederen. Zij tonen hun diepte. Het is het rode pad, het pad van de moeder aarde, dwars door de wildernis heen. Eva of Buk in de Afrikaanse mythologie vist, en neemt haar netten op. Zij is de godin van de rivier, een groot mysterie. Zij is een lokker, een verleider, niet van de stad, niet voor de stad, maar van en voor de wildernis kennis. Zij staat klaar om in te wijden. Zij brengt rode banden om hun hoofden, om hun denken, om het Woord op te meten. Zij meet alles op. Zij meet het leven, want zij is de moeder van het leven. Zij leidt hen tot het mysterie van de rode

kroon, een Jeremiaans mysterie, in de diepe grotten van Egypte, in de onderwereld, in Orion. Velen grijpen naar de kroon en smelten weg. Velen springen op de rode troon en worden niet meer gevonden. Zoveel illusies zorgen ervoor dat mensen er langsheen glijden. Alleen het Woord is een zeker pad. Niet het Woord van de stad, maar het Woord in de diepte van het hart. Er is maar één weg uit, en dat is "dieper". David heeft net als Osiris de rode kroon, net als Jeremia. Zij brengen de klaagliederen als een vast pad door het lijden. De prachtige klaagliederen als de climax van de taalkunst, waar alle kennis in opgeborgen is. Het is iets van de natuur. Waarom klagen wij, waarom emaneren wij ? Waarom gaan wij telkens weer van hoog naar laag, dieper en dieper ? Om zo ook weer hoger en hoger te komen, om zo te leren draaien, te leren cirkelen en te komen tot de verloren cirkels. Het sieraad bestaat uit vele schakels. Het is de rode natuurtechnologie. Ezau kwam niet voor niets tot het rode, en heeft er niet voor niets van gedronken. Zo kwam ook hij tot de Jakob's ladder. Leer mij naar uw wil te handelen, Ik zal dan in uw waarheid wandelen, Niet alleen van de wijnstok te leren, Maar ook de wijnstok te zijn. Ik ben de ware wijnstok. Hoofdstuk 16. Numeri De ergste vijand van de christen is niet satan. Zijn ergste vijand is kennis. Daar vecht hij uit alle machtt tegen, dagelijks, iedere seconde van de dag, want wat de boer niet kent, dat vreet hij niet. De kennis zou hem ook van zijn troontje kunnen stoten, en daarom doet hij niets anders dan de kennis te bestrijden, onder het mom van dat hij strijd tegen satan. Satan is een neutraal Hebreeuws woord voor wederstaan en scheiden. Het heeft zijn wortels in de Egyptische taal, de moedertaal van het Hebreeuws. Stn betekent onderscheiden (s-ten, s-thn, sethenu) en is de witte kroon van het Zuiden van Egypte (stn, stenu), als de kroon van onderscheiding en afzondering (heiligheid, ijs). De kroon is bijna driehoekig, maar dan als twee tegengestelde golven die in elkaar opgaan en op de top een knop vormen. De Katholieke mijter komt daar ook uit voort. De stn was de afgezonderde, de onderscheidene (stn, stennu), wat ook de naam was van de witte kroon, ook wel sta genoemd, ook verbonden aan het golven, het op en neer gaan (stt, sett). De witte kroon is ook een beeld van de opname, van het ophalen van de vis (sta, setti). Toen het Noorden en het Zuiden verzoend werden kwamen ook de kronen samen, als de dubbele kroon, de skhemti, verbonden aan sekhmet, de leeuwinnengodin en dochter van Ra. In het Aramees : hokmet, wijsheid. De dubbele kroon is de kroon van wijsheid, van vertaling, de skhmt, de kroon over geheel Egypte. De witte kroon functioneert als een soort Jakobsladder, waardoor men door Nephthys, de godin van de duisternis, afdaalt in de onderwereld, zoals Ra elke nacht, en zo komt tot de diepere betekenis

van alles, als een opname. De witte kroon brengt afzondering en dan openbaring. Alleen door afzondering kan men de diepte ingaan en onderscheiden. Dit gaat door de rode kroon, de klaagliederen, de mirre, en dit brengt uiteindelijk een diepere vertaling met zich mee in de vorm van de dubbele kroon. We zien hier dus een stukje Egyptische technologie. Adam kwam tot de boom van onderscheiding van goed en kwaad, de boom van kennis, als tot de witte kroon, die hem dieper in de onderwereld zou leiden, door de rode kroon, de klaagliederen. Het Noorden en Zuiden van Egypte werd hier verzoend. Het is als een soort Egyptische urim en thummim. De mens moet zich diep genoeg afzonderen om te kunnen toetsen. De mens moet eerst loskomen van alles en onthechten, net als vogels die de leegte ingaan, en dan hun vleugels op en neer bewegen. De mens komt namelijk dan in de golven terecht, en bemerkt ook de gevangenschap, maar daar mag de mens in het hart afstand van doen. Zo leert de mens een andere taal. De mens krijgt zo het zicht van een vogel, zoals de witte kroon ook wel het oog van Horus wordt genoemd (of van Ra). Dit is ook het ijszicht, alles van een afstand bekijken. Zo mag de mens komen tot de oerbewegingen, tot de oerklok. Hierin is het Orionse ritme en rijm. Er zijn verschillende soorten rijmen. Rijmen is ook als je een bepaalde woord-structuur, een bepaald taalpatroon, weer terugvindt in een parallelle cultuur. Zo emaneert en evolueert alles, van laag tot laag, van cultuur tot cultuur, en betekenissen veranderen, worden verborgen of geopenbaart. Dit golvende proces van de Jakobsladder, van op en neer, is als het geestelijk leren ademen, en geestelijk leren eten, leren kauwen. Je lichaam moet het dan verteren, verwerken, vertalen, tot nut maken, als een beeld van de dubbele kroon. De troon is een beeld van het verborgene, het onbekende. De witte kroon manifesteert zich in het boek Openbaring als de witte troon, als een beeld van de hemelvaart, de afzondering. De rode kroon manifesteert zich als het tot bloed worden van de wateren, als het avondrood wat de nacht aankondigt. Toen de terroristen van Sovard-Fjork de rode kroon hadden gestolen werd de mensheid gedwongen van hun giftige wijn te drinken, van het bloed van Jezus, waardoor de mensheid onder een zware bedwelming kwam, maar in het boek Jeremia zullen de onrechtvaardigen uiteindelijk zelf bedwelmd worden door die wijn. Zo zal er ook een nieuwe wijn geschonken worden van de ware wijnstok, want daartoe is het lijden der heiligen gekomen, om de heiligen af te zonderen en in de heilige "dronkenschap" te brengen, in geestesvervoering : Jeremia 23 9Mijn hart is in mijn binnenste gebroken, al mijn beenderen sidderen; ik ben als een beschonken man, als iemand wie de wijn naar het hoofd gestegen is, om de Here en om zijn heilige woorden. Er zal iets in het hart van de onrechtvaardigen gebeuren. Jeremia 48 41ingenomen worden de steden en de burchten worden veroverd, en het hart van Moabs krijgers wordt op die dag als het hart van een vrouw in barensnood. 42En Moab zal worden uitgeroeid als volk, omdat het zich tegen de Here verheven heeft. Dit houdt in dat wat ze verborgen hebben gehouden al die tijd, moeten ze prijsgeven. Het boek Psalmen in de Israelitische literatuur staat vol met klaagliederen, die door de rode kroon van Noord-Egypte hun bron hebben in Orion. De rode kroon is de kroon van de mirre, van het morgenrood, als de val van het ego. In Psalm 57

zegt David : Waak op, mijn ziel, waak op, harp en citer; ik wil het morgenrood wekken (:9). Ook David had net als Ezau honger naar het rode. Over het morgenrood zegt de Vur : "Ik kom tot het morgenrood, om alles terug te draaien, Zij hebben mij teveel gestoken, Zij hebben mij teveel gebroken. Alles deed pijn, maar van het lijden zingt zij, als van zoete dromen." (42:11) "Wij hebben het morgenrood bereikt, Het spreekt nu tot ons, Als het rode zicht." (66:6) "Alles gaat in cirkels hier, Het leven houdt op en gaat dan door, De narcis houdt de schepen af van het geheim, Alleen het morgenrood zal het zien, De eeuwige nacht van ijs, De leugen overvloeiende in de waarheid, Totdat het rode ontwaakt." (44:10-11) En in het Wonder van de Vur, het commentaar op de Vur 32:34 : "Er zal ook een ochtend wezen in de nacht, een ontwakend besef, als een vuurgloed in ons hart, als het overspoelende morgenrood." Dit "vuur" ontving Jeremia ook. Het was de rode kroon van Noord-Egypte, de kroon van de klaagliederen. Het leidde hem tot spot en smaad, juist omdat hij dieper moest. Het was een doornenkroon. Het leidde hem tot de put. Het rode was uitgezonden om zijn ego te doden. Eva verleidde Adam met de gnosis, waardoor hij tot de klaagliederen kwam, de diepte. Adam kwam zo tot de rode kroon, als een bittere vrucht. Het christendom stal de rode kroon van de gnosis, stal de klaagliederen en maakte er het evangelie van Jezus van, en de brieven van Paulus. Efeze is EvaSa, oftewel de kennis (sa, Egyptisch) van Eva, waarmee zij Adam verleidde. Wij moeten goed door het boek Efeze heenkijken en goed luisteren, om zo de roep van Eva te horen. Efeze, Eva-Sa is in de amazone taal het Woord van Eva. Efeze was gesticht door amazones. Paulus biedt dan het klaaglied van Jezus aan, en in de Westerse vertalingen zet hij de vrouwen op een lager plan, en leidt alles terug tot de Vader. Het Paulinisme wijst Eva als de boosdoener aan, en tegelijkertijd alle vrouwen. Er is hier wat gestolen en verdraaid. Eva bood de gnosis aan, de sa, als Eva-sa, Efeze, de amazone nederzetting. In hoofdstuk 6 gaat het over de geestelijke wapenrusting, de oorlogs-strategie, wat een beeld is van de vertaling, de wijsheid, het gaan tot de wortels. Eva onderwijst Adam hier dus. Zodra het over het bloed van Jezus gaat, gaat het in de diepte over de klaagliederen. In het Jezus verhaal zijn die uit hun verband gerukt. Door de zondeval ging de man over de vrouw heersen, wat teruggezien wordt in het Paulinisme. Eva bood de man de rode appel van de gnosis aan, maar het christendom wil de man dom houden. Paulus had een zeer giftige appel bereid in de Westerse vertalingen, de appel van genade, van geloof. Hierdoor zou de mens doodvallen aan de voeten van Jezus. Paulus predikt vader en zoon. Over moeder en dochter wordt niet gesproken. Paulus ging er met de rode kroon vandoor en maakte er iets heel anders van. Maar niemand rooft met succes Egyptische relikwieën. Hij kwam hierdoor onder een enorme vloek. Zo zetten christenen bij zichzelf de rode kroon op, en beginnen enorm te klagen, over de satan, en over de ongelovigen, en zelfs over de gelovigen die niet helemaal zoals hen geloven. Het zijn valse klaagliederen die ze zingen. Maar de rode kroon kan wel voor zichzelf zorgen en heeft zichzelf weggelegd voor hen die de prijs willen betalen. Het is geen kroon van directe, openbare macht, maar juist van de verborgenheid en de diepte, van leegte. Het is de dwaasheid van het kruis, wat door de stad bespot wordt. Het is de doornenkroon, een rode band om het denken. Hierdoor sterft het ego af. De mens verliest juist het valse koningschap door deze kroon. De Hebreeënbrief gaat over het zoonschap. Er wordt gesteld dat er eerst door de profeten werd gesproken, en nu door het zoonschap, zodat de profetie en openbaring intiemer wordt. Dit zoonschap was niet alleen tot God, maar ook ondergeschikt aan de engelen, als de geestelijke

moeders. Een mens heeft zo een heleboel geestelijke moeders. Dit is natuurlijk deels, want de mens moet ook zelf een geestelijke moeder worden. Calvijn stelt in zijn commentaar op Hebreeën dat Jezus het vlees van de hele wereld moest dragen, van het ego dus. Hij stelt dat Jezus ermee bekleed werd. Uiteindelijk werd dit vlees dus wel gedood. Het werd verbrand in de onderwereld. Gehenna was een vuilverbranders plaats. Zij die dus in de eeuwige hel geloven zijn mensen die hun vuil niet kwijtwillen. Het vuil wordt door hen gewoon opgeslagen. Body builders zijn hier een beeld van. Zij zijn onder dezelfde geest, zij het in een andere vorm of parallel. Het is een allegorie. Vetgieters, vuilgieters en spiergieters staan allemaal op één lijn. Vooral als dit product wordt aangeboden door oude mannetjes met stropdassen, dan weet je precies hoe laat het is. Hebreeën is het hart van het christendom, het bloedvatenstelsel. Ik kreeg een visioen van Hebreeën als een moeder, en ik zag mijn hart zweven boven het Veluwemeer, het meer van de Bible belt. Ik kon mijn hart voelen, mijn bloed, de warmte. Ik voelde mij ineens diep verbonden met de wildernis, met de luipaarden en de jachtluipaarden, de cheetah's. Hebreeën beschrijft dan de weg van het zoonschap tot het hogepriesterschap, waarin het offeren een beeld is van het ingaan in de diepte van God, niet als een moeder, maar als vrouw. De mens moet het duistere gat in om alles los te laten, om te komen tot de geestelijke betekenis. De mens die de vrouw binnengaat is een beeld van het ingaan in de sabbath, de rust. Dit hogepriesterschap is dus ysh, het aan jezelf sterven op het strijdveld om opgenomen te worden. Het strijdveld is het verdiepen en het vertalen. Dit is de ware betekenis van het binnengaan van een vrouw, als de inwijding in de gnosis. Deze gehoorzaamheid wordt alleen geleerd door het lijden, stelt de Hebreeënbrief. Het lichaam is een tabernakel. Als een mens de vrouw binnengaat gaat de mens de tabernakel in. Er moet een balans zijn tussen het sterven van het individuele ego en het sterven van het collectieve ego. De terroristische Sovard-Fjork buitenaardsen stalen de Egyptische RM wortel van yah-rm, oftewel van Jeremia. Zij stalen de klaagliederen, de rode kroon van Noord-Egypte, de mirre, en gebruikten de RM om hun eigen RM te bouwen, namelijk Rome, en de brief van Paulus aan de christenen te Rome, RM. Numeri 1 1De Here sprak tot Mozes in de woestijn Sinai, in de tent der samenkomst, op de eerste dag der tweede maand in het tweede jaar na hun uittocht uit het land Egypte. In de Rabbijnse literatuur stamt de naam Sinai af van sana, sineh, wat haat en vijand betekent, als een beeld van het toetsen. Dit komt vanuit het Egyptische "sunu", de goddelijke jager, en "sun", open maken, open forceren, en "senu", wenen en klagen. Over deze berg daalde God af tot Mozes om de wet te geven. 2Neemt het aantal op van de gehele vergadering der Israëlieten naar hun geslachten en families, overeenkomstig het aantal namen, allen die van het mannelijk geslacht zijn, hoofd voor hoofd, Het gaat hier om een leger zoals in vers 3 duidelijk wordt, wat symbolisch is voor hen die aan het ego sterven, als een offer, om binnen te gaan. In het Aramees gaat het hier om het kastijden. 3van twintig jaar oud en daarboven, allen die in het leger uitrukken in Israël; gij zult hen tellen naar hun legerscharen, gij en Aäron. Leger is tsaba, en dit is de geestelijke oorlog, maar ook gewoon tentdienst, tabernakeldienst. Er is

nooit een directe oorlog, en ook nooit directe communicatie. Het gaat via de priesterdienst. 4Daarbij zal u uit elke stam één iysh behulpzaam zijn, degene die het hoofd is van zijn gevangenschap. Iysh is slaaf. Hoofd betekent "begin", in andere woorden een diepere ingewijde slaaf. Gevangenschap is bayith, met als wortelwoord de bana, de kinderloze vrouw die de leider wordt van de familie. Dit wijst ook op de islam waar God geen kinderen heeft, omdat dit het mysterie van de verstoting is, waartoe een man moet komen van zijn moeder tot zijn vrouw, die in wezen gewoon een bijmoeder is. Zij maakt het lichaam van de man als een tweede moeder. 5En dit zijn de namen der mannen die u ter zijde zullen staan: van Ruben Elisur, de zoon van Sedeür; Ruben kwam tot Bilha's tent, als haar tweede minnaar, maar tegen betaling van zijn eerstgeboorterecht, waardoor het een zelfde situatie werd als van Jakob en Ezau. Ruben ging tot Bilha in om aan zijn ego te sterven, zoals Ezau het rode nam om aan zijn ego te sterven. Bilha betekent "plotselinge dood" in de hebreeuwse wortel, bahal. In de Rabbijnse literatuur verhuisde Jakob na de dood van Rachel naar de tent van Bilha. In het Hebreeuws is het Bilha verhaal een dualiteit, want Jakob wordt ook als een iysh besproken, als haar dienstknecht. Het christendom stelde haar als een slavin voor, maar in de Tweede Bijbel wordt de oorspronkelijke status van Bilha getoont, als godin. Elisur betekent de stille, de stomme, als een beeld van iemand met een wachter voor de mond. Sedeur is in het Hebreeuws-Aramees de wildernis-urim, de toetssteen van de wildernis. Elisur Sedeur is een beeld van de heilige gebondenheid. 6van Simeon Selumiël, de zoon van Surisaddai; Selumiel betekent vrede, als beeld van een orakel en de opvoeding. Surisaddai is de stilte, de stomheid, weer als iemand met een wachter voor de mond, waarvan de vrucht dus het orakel en de opvoeding is, suri, terwijl saddai de geweldadige dood is (aan het ego). Saddai is ook een naam voor de almacht van God. 7van Juda Nachson, de zoon van Amminadab; Nachson betekent de aankondiger. Amminadab betekent "verduistering door samenvoeging". 8van Issakar Netanel, de zoon van Suar; Netanel betekent roddelen, smaad, lasteren. 9van Zebulon Eliab, de zoon van Chelon; Zebulon was een stam in het Noorden die een haven toegewezen kreeg, Akko, voor het visserswerk, wat een beeld is van de opname. 10van de zonen van Jozef: van Efraïm Elisama, de zoon van Ammihud; van Manasse Gamliël, de zoon van Pedasur; Jozef was degene die het volk inwijdde in de Egyptologie. De stam Efraim is het centrale thema in het boek Hosea als het naakte wildernis-volk, wat een beeld is van ontmaskering en openbaring. Efraim was een beeld van de uitheemse vrouw van Hosea waar hij voortdurend mee in gevecht lag,

vanwege de taalbarriere. 11van Benjamin Abidan, de zoon van Gidoni; Benjamin is in het Egyptisch bena-jmn, de wijn van Amen, de wijn van het verborgene, of de wijn van de nacht, als een beeld van bloeddorst. 12van Dan Achiëzer, de zoon van Ammisaddai; Dan is de stam van Simson, die zijn geheim en zo ook zijn leven verkocht aan de vrouw die hem hiertoe verleidde, in ruil voor gemeenschap. Dit is ook parallel lopend aan het Adam en Eva verhaal, aan het Jakob en Ezau verhaal, en aan het Ruben en Bilha verhaal. Het is een allegorie van het sterven van het ego. 13van Aser Pagiël, de zoon van Okran; De stam van Aser is de stam van de profetes Anna (Lukas 2:36). Zij was altijd in de tabernakel, en dat is ook wat haar naam betekent : het wonen in tenten, chanah. 14van Gad Eljasaf, de zoon van Reüel; Gad betekent het komen tot het bloed van de vijandelijke prooi. 15van Naftali Achira, de zoon van Enan. Zowel Dan als Naftali waren zonen van Bilha en Jakob, als een dualiteit. Naftali was ook een vissersstam. Dan, de DN-wortel, komt van Eden, wat de Hebreeuwse vorm was van de Egyptische aten, ten, de schorpioen, als het oorspronkelijke paradijs, een beeld van de baarmoeder. Sa-aten, of Sa-ten is de kennis van het paradijs, van de hel. Ten komt van de Orionse oan-wortel. Oan is een Orionse liturgische benaming voor het paradijs. Oannes was een Mesopotamische vissersgodin, wat in het Nieuwe Testament voorkomt als Ioannes, Johannes als de Orionse Oan-Sa, de kennis van Oan. 16Dit zijn degenen die uit de vergadering moeten worden opgeroepen, vorsten van de stammen hunner vaderen; hoofden van Israëls geslachten, van duizenden zijn zij. De geroepenen, qariy, zijn in de worteltekst de gevallenen, zij die aan hun ego zijn gestorven, door een geweldadige ontmoeting, zeer plotseling en onverwachts, wat ook de betekenis is van Bilha. De Bilha, het vierde grote boek van de Tweede Bijbel, is de plotselinge en overwachtse, geweldadige dood van het ego. Het ego zag dit niet aankomen, en wordt er totaal door overweldigt. De vorsten, de prinsen, zijn de opgenomenen, nasiy-nasa. Zij zijn de "getrouwden". De Egyptische nas-wortel is de roeper, wat ook een titel van een god is. De nas-ra is een intercessor tussen ra en de mens, als een middelaar. Dit is weer een bewijs van hoe dicht het Hebreeuws ligt bij het Egyptisch. De nash is namelijk de machtige, de grote, wat in het Hebreeuws zowel de nasiy als de saddai is, de geweldadige dood (aan het ego). De Egyptische ns-wortel is ook een deel van een kroon. De nswortel (nhs, nehes) betekent ook het ontwaken en de waakzame, en was een wachter op de boot van Ra. Ook betekent het de rebellen, soms als een naam voor Set, de god van de wildernis, de storm en de duisternis. Zij zijn de vervuilden, de afgedaalden. De Nesu (ns) was de koning van Zuid-Egypte, en een algemeen woord voor koning, wat dus nasiy (ns) werd in het Hebreeuws. De Egyptische nesu in het Zuiden van Egypte droeg de witte kroon (stn) van afzondering, van het afdalen en opkomen, wat dus een shamanistische taak inhield. Dit is dus de Egyptische oorsprong van het satan-woord, het gaan in de diepte en zo opgenomen te worden, opkomen, als het werk van de

shamaan. De Orionse wortel van ten is dus oan, als sa-oan, de kennis van Oan, het paradijs. Duizend is een Hebreeuws symbool voor educatie en samenvoeging (eleph-alph), wat ook een belangrijke metaforische betekenis is van het duizendjarig rijk. In het Aramees wijst het op de Hebreeuwse bayith, de gevangenis, oftewel de bana, wat een beeld is van de overgang van de moeder tot de vrouw als huwelijkspartner, oftewel komen van opvoeding tot educatie. Het "huwelijk" is dus tot een school. Hoofd is in het Aramees het begin, als een beeld van de etymologie (woord-oorsprong). Het is ook een jachtsgif. De etymologie dringt diep door tot het hart, en in de botten. 17Toen namen Mozes en Aäron deze met name aangewezen mannen, Aaron is Aharon in het Hebreeuws, met de har wortel van berg, inwijding. Met name, shem, betekent de afgezonderde individualiteit, en Mozes en Aaron brachten deze mannen tot het "huwelijk", laqach, wat als beeld van de opname is. Zij werden als vissen opgenomen, wat ook de betekenis van Mozes is : uit het water getrokken. Zij waren voorbereid door het vasten (vgl. ramadan), door het leeg worden, waardoor ze afgezonderd werden. In het Aramees was dit ook een nieuwe schepping, een tweede schepping, wat ditmaal niet door hun moeder gebeurde, maar door hun vrouw. 18en zij riepen op de eerste dag der tweede maand de gehele vergadering samen, die zich opstelde volgens geslachten en families, overeenkomstig het aantal namen, van twintig jaar oud en daarboven, hoofd voor hoofd. In de Hebreeuwse worteltekst zijn zij naakt, als beeld van de openbaring, van hoofd tot hoofd, oftewel van wortel tot wortel in het Aramees, wat over de diepte van de etymologie gaat. Hoofdstuk 17. Johannes Johannes 1 1In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Aramees : In het hoofd was de Reden en de Reden was bij God en de Reden was God. Reden is mlh, en God is alah. Het gaat dus niet om geloven, of zo maar dom gezwets, maar om redevoering, om onderbouwing. Geen cirkelredenatie. Het gaat dus om de diepe logica, niet de materialistische logica. Dit is dus de definitie van God. 2Dit was in den beginne bij God. Aramees : Dit was in het hoofd bij God.

Het mag dus niet buiten de mens omgaan. Het is iets persoonlijks. 3Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is. Aramees : Alle bezittingen zijn door de Reden geworden. Er is dus geen bestaan buiten de Reden om. 4In het Woord was leven en het leven was het licht der mensen; Aramees : Hierin was leven en het leven was het verstaan van het orakel van de mensen, de verlichting. Het woord nura wordt gebruikt wat Aramees is voor de urim, de toetssteen. Ook : Hierin was leven en het leven was het verstaan van het orakel van het innerlijk, van de persoonlijkheid. 6Er trad een mens op, van God, Reden, gezonden, wiens naam was Johannes; In de Orionse wortel is ioannes OAN, een liturgisch woord voor paradijs. Het paradijs ontstaat dus wanneer een mens in contact komt met Reden. 14De Reden is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben haar heerlijkheid aanschouwd. In Johannes 1, oftewel OAN 1, wordt er op Jezus gewezen, wat dus in het Hebreeuws een woord is voor de opname door de ondername. Zo komt de mens tot OAN, als een liturgisch woord voor paradijs. Er zijn verschillende afdelingen in het hiernamaals en voormaals. Het is goed om te kijken naar de Orionse wortels van de hel. In Orion is er de Balla en de Mel. Beiden zijn dit afdelingen van kastijding, want Balla is bestraffing en Mel is vernedering. Oan is de paradijselijke slaap. Dit zijn allemaal afdelingen van de baarmoeder. Witi is de paradijselijke vergetelheid, het Orionse nirvana. Bilha is dan een andere uitspraak van het woord "balla". De Bilha is het vierde grote boek van de Tweede Bijbel. Hier in Europa, in Germanië, heeft Wodan, Wotan, de Orionse Witi-wortel, als de paradijselijke drug van vergetelheid, als het Germaanse nirvana. Als men in Oan is gekomen, in slaap is gevallen, dan sterft het ego verder af, en kan dit tot Balla en Mel gaan, onderdelen van Oan, om dit te verdiepen. Balla en Mel zijn droomgebieden, terwijl Witi nog diepere slaap kan brengen in de vergetelheid, om zo ook de dromen weer te verdiepen, en te

komen tot zuiver geheugen, tot oorspronkelijk geheugen. Ook Witi is een afdeling van de OAN. Zo is er in het tweede hoofdstuk van Johannes, oftewel van OAN, de bruiloft te Kana waarin water in wijn wordt veranderd, als water in bloed, tot verder afsterven van het ego. Het gaat hier om de rode verlichting waardoor het ego afsterft. Het rode is ook een groot mysterie in de Vur. Het is een rijpingsproces. Na de bruiloft te Kana is er het kort verblijf in Kapernaum. Kapernaum wordt beschreven in de Bilha als de tent des Heeren, als de tabernakel. Na het kort verblijf in Kapernaum is er de tempelreiniging waarin de verkopers en wisselaars uit de tempel werden verdreven. Allegorisch gaat het hier over de zuivering van het Woord. Johannes 3 gaat over het nachtgesprek met een farizeeër, waarin staat : 13En niemand is opgevaren naar de hemel, dan die uit de hemel nedergedaald is, het zoonschap. Weer gaat het hier om de opname door de ondername, oftewel door het nachtgesprek. De mens moet de nacht ingaan om tot de verlichting te komen, wat dus puur een verdieping is. Dan wordt er weer door Johannes, OAN, de Doper op Jezus gewezen, in de zin dat de mens alleen door de slaap kan komen tot de ondername en de opname. De mens moet dus eerst door nachtmerrie-gebied heen in de ondername. Johannes 4 gaat over Jezus in Samaria, wat waakzaamheid betekent. Hij kwam tot de stad Sichar, wat geestesvervoering betekent. Hij had daar een gesprek met een Samaritaanse vrouw bij een waterput. Hij vroeg haar te drinken, wat ook een beeld is van de ondername en de opname. Het water komt van diep. Joden gingen niet met Samaritanen om, dus voor Jezus was zij een uitheemse vrouw, en toch vroeg hij haar om drinken. De Reden stoort zich niet aan menselijke barrieres, en komt terug tot de uitheemse moeder om van haar borst te drinken. Het ondername en opname principe moet dus toegepast worden op een vrouw, en die vrouw is uitheems, als een beeld van de diepte van moeder aarde, zoals in de Egyptische en indiaanse mythologie. Dan zijn er verder wat wonderen en tekenen die allemaal betrekking hebben op OAN. Hoofdstuk 18. Geloof - Het excuus van het lagere ego Geloof hoeft niet na te denken, geloof hoeft niet moreel te zijn, en geloof hoeft niets te testen. Geloof is de joyride van de christen. Geloof zorgt ervoor dat je altijd gelijk hebt. Is dat geen bijzonder, prima prachtig plan ? Het is een amulet wat bijna elke christen wel in zijn zak heeft. Op een hele wonderbaarlijke manier geeft het hun altijd gelijk in elk gesprek, en hebben ze altijd de ondersteuning en ja-knikkende goedkeuring van hun god, want het is immers "geloof". Ja zeg, kom, zo lust ik er ook nog wel een paar honderd van. Jottems, nou gaaf, zo kunnen we alles voor elkaar krijgen, nietwaar ? Zo ligt de hele wereld aan onze voeten. Het lijkt wel een beetje op het sprookje van de nieuwe kleren van de keizer, een sprookje over hoe ver ijdelheid kan gaan, want dat is in principe wat geloof is : het bedrog van de ijdelheid. Geloof liegt dus en bedriegt, allemaal voor het

lagere ego, opdat de duivel gemaskerd blijft en zijn werk kan blijven voorzetten. Geloof is zo de schepper van het vooroordeel. Hoofdstuk 19. Een ander groot gevaar van de stad Misschien ken je ze wel, die kerk-mensen die denken dat een ieder die niet zoals hen geloofd, zoals mensen van andere religies en andere levenswijzen, voor eeuwig zullen branden als brandhout in een speciaal daarvoor gemaakte plaats genaamd de hel of gehenna. Wat is het eigenlijk ? Wat zijn dit voor mensen. Ik weet er alles van, omdat ik zelf namelijk zo was opgevoed. Mijn ouders spraken hier liever niet over, maar de plaats waar ze mij gedwongen naartoe namen elke zondag had het er vaak over. Als kind begrijp je zulke dingen niet, en kan het je ook bang maken. Waar is het goed voor ? Het spreekt van weinig creativiteit en het is ook een beetje dom. Mensen die voor altijd branden als brandhout in een bepaalde plaats en daar ook nooit meer uit weg kunnen komen. Wie verzint zoiets ? U kunt natuurlijk begrijpen dat ik toen ging "fietsen". Ik fietste naar een dorpje dichtbij toen ik inmiddels een tiener was geworden, even in een ander kerkje kijken, maar overal was het het zelfde. Als kind had ik me daar al enorm druk om gemaakt, omdat ik bang was dat mijn vriendjes en vriendinnetjes op die plaats zouden komen als ze niet al die dingen geloofden die mij gedwongen en met de paplepel ingegoten waren. Ik maakte me zorgen, en ik weet nog wel dat ik ze hele lange brieven erover schreef, om er maar voor te zorgen dat ze niet op die verschrikkelijke plaats zouden komen. Mijn ouders waren hier voor verantwoordelijk. Ik was nog maar een kind. Het heeft een flink deel van mijn jeugd verpest. Ik wilde weten wat het was, dus ik ging naar de bijbelschool. Niet de bijbelschool van hen, maar van een lichtere kerk, maar ook daar predikten ze zulk soort zotterij, dus ik ging weer "fietsen". Toen kwam ik aan bij een nog lichtere kerk, en ook daar predikten ze het. Er was geen ruimte voor andere religies, ideologieën bij hen. Wat is het ? Op een bepaald moment was ik er helemaal klaar mee. Ik ging de taalkunde bestuderen, de etymologie, de taal-oorsprongen, en kwam in contact met de bijbelse culturen, de bijbelse achtergronden, en kreeg vrienden in dat wereldje, en ik kwam erachter dat de dingen die die kerkmensen van vroeger predikten helemaal niet in die oorspronkelijke bijbelculturen voorkwamen. Het oude testament is uberhaupt al niet christelijk, maar van het jodendom. Het christendom verziekte alle oorspronkelijke talen, maakte het corrupt, vandaar dat Israël maar voor 2% christelijk is. De christenen doen alsof ze Israel bezitten, maar ze hebben er geen rechten. Iedere Jood weet hoe verschrikkelijk slap de bijbel in het westen is vertaald. In het jodendom bestaat er geen eeuwigdurende brandende hel. Zelfs in de manuscripten van het nieuwe testament bestaat dit niet. Het is een westerlijk verzinsel. Gehenna was altijd een vuilnis verbrandingsplaats. Ze sloegen het vuil daar niet op, en lieten het ook niet voor altijd branden. Nee, de vuilnis werd tot as verbrand, en dan was het weg. Christenen die zottigheid zoals de letterlijke eeuwig brandende hel prediken voor ieder mens die anders is zijn geen echte "christians", maar "hellians". Het is nogal vies om je vuilnis te bewaren en niet totaal op te branden. Het is een verbrandingsprobleem, technisch gezien, zoals

koolstofmonoxide ontstaat wanneer brandstof niet volledig wordt verbrand in bijvoorbeeld een cvketel, en als het koolstofmonoxide dan niet afgevoerd wordt, dan heb je een zwaar probleem, een heel zwaar probleem. Ik spreek uit ervaring want in een vorige woning was er een koolmonoxide probleem bij de buren die twee mensen het leven heeft gekost. Weer dus de dood recht in de ogen gezien. Elk jaar sterven er wel mensen door en belanden er velen door in het ziekenhuis. De "hellians", zij die alles onvolledig verbranden, de zogenaamde hel en verdoemenis kerken, zijn dus een allegorie van het zwaar giftige en gevaarlijke koolstofmonoxide gas, ook wel koolmonoxide genoemd of gewoon CO. Het is één van de gevaren van de stad wat je in de gaten moet houden, zoals ook gaslekken gevaarlijk kunnen zijn. Zowel oude cv-ketels als nieuwe cv ketels hebben dit potentiele gevaar, vandaar dat je bepaalde melders in je huis kunt ophangen, koolmonoxide melders, die het aangeven wanneer het koolmonoxide niveau te hoog is, door een alarmpje. Het werkt dus als een rook melder, maar dan niet voor rook maar voor koolmonoxide. Koolmonoxide is verder geurloos en kleurloos, onzichtbaar, dus je kan het zelf niet opmerken. Hoofdstuk 20. Journey through the medieval Het is ongelovelijk hoe mensen vandaag de dag met muziek omgaan, alsof het een soort van sinterklaas is om hun ego te bevredigen, of een kerstman. Luister naar muziek die je tot de diepere spiritualiteit brengt, en sla dat wat je in slaap sust, je materialistisch maakt, over. Muziek is een oorlog om je ziel. Het is niet om spelletjes te spelen. Soms is het parelduiken, en moet je je erdoor heen zien te werken. Niet alle muziek is even zuiver, zelfs als je merkt dat het je de goede richting intrekt. Blijf op je hoede. Neem de muziek die je reizen door de onderwereld laat maken en door de natuur, niet de muziek die je in de valstrikken van de stad leiden, zoals veel rap en nietszeggende bandjes die het alleen maar om populariteit is te doen en veel geld. Ze liegen voor veel geld, dus trap er niet in. Soms kunnen ze zelf ook geen kant op, en zijn ze marionetten van de grote muziek-bazen. Neem ook eens muziek die gewoon anders is, of van een andere cultuur. Veel stront komt er op dit moment vanuit Amerika, allemaal dom geleuter, gewoon je tijd vol lopen maken met dingen die er niet toe doen, ijdel gezwets over drank, drugs en feesten, en dat is de reden waarom ik al lang niet meer naar de top 40 luister. De 80-er 70-er jaren waren goudmijnen, maar die tijd is voorbij. Dom gemier moet je nu aanhoren, en zelfs in de supermarkt ben je niet veilig. De jeugd van tegenwoordig is als een gorgelend graf. En dat terwijl de mens nog diep vastzit in de valstrikken van het christendom en het medische systeem. De mensheid is behekst. Buitenaardsen hebben de aarde al lang geleden ingenomen. Dom, dommer, domst moet je om je heenzien. Clowns die reclame maken voor flutproducten. Het vooroordeel is het verwende kind van de ignorance. In het Oude Egypte ging het nog om de dagelijkse reis door de onderwereld, door de baarmoeder van moeder aarde, en niet het domme geleuter van veel christenen dat je er wel op aan kunt rotzooien zolang je maar in hun Jezus-sinterklaas gelooft, en dat pas veel later er dan de hemel is of

de hel. Nee, het hiernamaals is allang begonnen. Elke dag weer moet de mens afsterven aan zijn ego, opdat zijn diepere ziel tot wedergeboorte mag komen. We gaan allemaal nu al door de hel, genaamd de aarde, als de onderwereld. David zei : "Als ik mijn bed in de hel heb, dan zal u daar zijn", en "u zult mij in de hel niet alleen laten." Zo is dat in de Engelse vertaling vertaald, maar het gaat over de Sjeool hier, de onderwereld, waar iedereen doorheen moet, en God is daar, zowel in de hemel als de hel. In het oude Egypte was dat gewoon een opvoedende baarmoeder die het kind vormt, als een reis door de onderwereld. David zei ook : "U heeft mij gered van de laagste hel," wat wel even wat anders is dan de pseudo-christenen die zeggen dat je nooit meer uit de hel kunt als je er eenmaal in bent gegaan. Allemaal extreme bangmakerij. Hoe ging dit fout ? Voornamelijk door de Middeleeuwen, waarin langzaam het moderne christendom ontstond, en alles werd verwesterlijkt, verletterlijkt, gematerialiseerd, en zo ontstond er een ongevoelige patriarchie, die de baarmoeder afdekte als een doek, als een voorhangsel van de tempel. De westerse patriarchie is ongevoelig voor de poetische, metaforische talen van het Oosten, en is als een lompe olifant in een porcelein winkel. Blijf dus strijden, blijf dus onderzoek doen, en blijf reizen. Journey through the medieval. Hoofdstuk 21. Alles is ten dele Judas : 13 Westerse vertalingen : wilde baren der zee, die hun eigen schande opschuimen; dwaalsterren. Voor hen is de donkerste duisternis voor eeuwig weggelegd. Aramees : Wilde gezichtuitdrukkingen van hen van de wildernis-rivier, die geweldadig en eeuwig leven in de naaktheid van openbaringen (profetie) van de donkerste duisternis. In het Aramees is dit een ritueel, dus metaforisch. In vers 11 gaat het om hen die de weg van Kaïn zijn opgegaan, tot Nod, en hen die gekomen zijn tot de vergetelheid, de leegte, van Bileam. Dit is altijd weer een dualiteit in de grondtalen, maar het Westen heeft een hele eenzijdige vertaling gegeven puur om hun theologie te ondersteunen. Hoofdstuk 22. "Het geloof geeft mij rust."

Maar welk geloof dan ? Vaak is het het geloof door ouders gegeven, en natuurlijk geeft dat rust en veiligheid, geborgenheid, maar het is niet noodzakelijk de waarheid. Het voelt vertrouwelijk, maar ook dat wil niet zeggen dat het echte veiligheid is. Je kunt het een beetje vergelijken met een verzekering, en dan hebben we te maken met een bedrijf die voor je zorgt, omdat je hen ervoor betaalt. Is dat dan echte zorg ? Betekent geloven zomaar aannemen wat je met de paplepel is ingegoten, of wat iedereen om je heen zegt ? Houd je jezelf dan niet voor de gek ? In het Egyptisch was geloof de leegte, de naaktheid, de nht, wat ook een woord is voor eeuwigheid, waar de klaagliederen opborrelden. Het klaaglied is het bewustzijn van het gebrek, en de zoektocht naar hulp. In ieder geval was in het Egyptisch het geloof het leven vanuit de leegte en niet zomaar tot vooringenomen conclusies komen of zomaar aannemen wat er wordt verteld. Het geloof had meer met onderzoek te maken. Het latere westerse geloof was meer een gaslek in deze dingen. Hoofdstuk 23. Numeri 1-2 Numeri 1 19zoals de Here Mozes geboden had. En hij telde hen in de woestijn Sinai. Tellen is in het Hebreeuws ook kastijden, pkd, van het Egyptische pgd (pega-t, peg), wat doorgang betekent en ravijn, leegte, van pega, het openen van een boekrol. 20De zonen nu van Ruben, Israëls eerstgeborene, hun nakomelingen naar hun geslachten en families, overeenkomstig het aantal namen, hoofd voor hoofd, allen die van het mannelijk geslacht waren, van twintig jaar oud en daarboven, allen die in het leger uitrukten, Leger is in het Hebreeuws ook gewoon de normale dienst, dus niet speciaal oorlog. In het ArameesSyrisch is dit de dienst van het mannelijk geslachtsdeel (dkr) tot de vagina. Ruben ging in de Rabbijnse literatuur in tot Bilha om haar te dienen als een iysh. De fallus staat ook in het Aramees voor het sterrenbeeld Aries, het lam, als een zelf-offer aan de Moeder God. Het ware offer is de gehoorzaamheid. Dit heeft dus niets te maken met letterlijke offerdiensten van dieren. Daar leent het Aramees zich niet voor, tenzij het heel selectief wordt vertaald, maar dan wordt er geen recht gedaan aan de originele betekenis in de context en aan de diepte van de Aramese taal. 21de getelden van de stam Ruben waren zesenveertigduizend vijfhonderd. Veertig is in het Hebreeuws het getal van de metaforische copulatie tussen vrouw en beest, als de vrouw op het beest, en duizend is het teken van educatie en verzoening. Zes is het getal van de dienstbaarheid. 22Van de zonen van Simeon, hun nakomelingen naar hun geslachten en families overeenkomstig het aantal namen, hoofd voor hoofd, allen die van het mannelijk geslacht waren, van twintig jaar oud en daarboven, allen die in het leger uitrukten,

Simeon betekent luisteren en gehoorzamen. Zoals Ruben, als ben, zoon, van Ra (zoon van de psalmen) een Hebreeuws-Egyptische naam heeft, zo heeft Simeon dit ook, als Shama-on, het gehoorzamen van On, Osiris, oftewel in de Orionse wortels de godin Suri (Assur). Dit is waartoe elke tong zal belijden en waarvoor elke knie zal buigen. Jozua 1:16 - de totale gehoorzaamheid, asher. Simeon was degene die zijn toevlucht nam tot geweld, maar in de grondtekstelijke en esoterische diepte is dit ook zijn ijverige dienstbaarheid. Simeon is hier als een karaktereigenschap van Ruben die tot Bilha naderde. Simeon, shama-on, is een beeld van toewijding. Zonder deze toewijding zou Ruben nooit tot Bilha zijn gekomen. Hij gaf niet op voordat zij hem aannam. Bilha staat voor de plotselinge dood van het ego. Ieder mens moet tot de tent van Bilha naderen. 23de getelden van de stam Simeon waren negenenvijftigduizend driehonderd. Het getal negen is opmerkelijk. Dit getal is in het Hebreeuws het getal van de openbaring. Door zijn toewijding krijgt Simeon een beter beeld van Bilha. 24Van de zonen van Gad, hun nakomelingen naar hun geslachten en families, overeenkomstig het aantal namen van wie twintig jaar oud was en daarboven, allen die in het leger uitrukten, Gad betekent het doodbloeden van het ego, wat het resultaat is als Ruben nadert tot Bilha. 25de getelden van de stam Gad waren vijfenveertigduizend zeshonderd vijftig. Dit is weer een getal in de veertigduizend, wat weer wijst op de omgang tussen vrouw en beest, als een beeld van educatie en verzoening. Het staat voor de innerlijke balans die wordt hersteld. Er is geen afhankelijkheids-situatie of hiërarchie. Het zijn innerlijke realiteiten en verhoudingen binnen het Zelf. 26Van de zonen van Juda, hun nakomelingen naar hun geslachten en families, overeenkomstig het aantal namen van wie twintig jaar oud was en daarboven, allen die in het leger uitrukten, Juda is een beeld van nederigheid en belijdenis, maar ook van vernedering wanneer dit nodig is. Dit is allemaal nodig voor de verzoening tussen de helften van de mens. Zo ontstaan de smeltpunten waardoor alles weer in elkaar over kan vloeien. Juda is het zaad van de dood van het ego, komend van het wortelwoord yad, wat ook het mannelijke geslachtsdeel is. Uiteindelijk kwam Yeshua ook voort uit deze stam, als het zaad van de heilige verdoemenis, wat geheel het eigendom was van de vrouw, als het zaad van de vrouw wat de kop van de duivel (het ego) zou vermorzelen. 27de getelden van de stam Juda waren vierenzeventigduizend zeshonderd. Hier zien we een getal in de zeventig duizend. Zeven is het getal van het offer, en duizend het getal van de educatie. 28Van de zonen van Issakar, hun nakomelingen naar hun geslachten en families, overeenkomstig het aantal namen van wie twintig jaar oud was en daarboven, allen die in het leger uitrukten, Issachar, Issakar, heeft in het Hebreeuws de sakar wortel, terugleidend tot de Egyptische woestijngod Sokar, skr, wat staat voor het verhongeren en sterven van het ego in de woestijn, en het hebben van een wachter van de mond. 29de getelden van de stam Issakar waren vierenvijftigduizend vierhonderd.

Skr, de leegte, komt men alleen in door de steniging. Zacharia, skr, was de gestenigde. Steniging is sakal, skl, in het Hebreeuws. De skl-wortel in het Aramees (sukkal) is de plaats van kennis door ervaring, zintuigelijkheid. De symbolische stenigings-ervaring is dus noodzakelijk om profetische gaven te ontvangen. Skl is ook weer de wortel van Ezekiel, skl. De luipaard met zijn vlekken staat hiervoor symbool. In Zacharia (skl) 6 gaan de gevlekte paarden, de gestenigden, naar het Zuiden. Het paard is in het Aramees ook de paal waaraan de mens moet afsterven aan zichzelf. Het Zuiden betekent in het Hebreeuws in de wortel de honger, de leegte. 30Van de zonen van Zebulon, hun nakomelingen naar hun geslachten en families, overeenkomstig het aantal namen van wie twintig jaar oud was en daarboven, allen die in het leger uitrukten, Zebulon was een stam in het Noorden die een haven toegewezen kreeg, Akko, voor het visserswerk, wat een beeld is van de opname. Het Noorden is een beeld van het verborgene, het sieraad. Ook is het een beeld van de duisternis. 31de getelden van de stam Zebulon waren zevenenvijftigduizend vierhonderd. De zbl wortel in het Aramees betekent het eren, het eren van on, Osiris, oftewel in het Orions Suri. De Aramese sbl wortel is ook de drager, als On, de drager, Suri, de drager van het Woord, wat verwijst naar de boom der kennis die Adam tot knielen bracht. Dit is belangrijk om het evenwicht tussen de mannelijke en vrouwelijke pool te herstellen. De sbl is ook de wachter. 32Van de zonen van Jozef, van de zonen van Efraïm, hun nakomelingen naar hun geslachten en families, overeenkomstig het aantal namen van wie twintig jaar oud was en daarboven, allen die in het leger uitrukten, De stam Efraim was een beeld van de trouweloze, honende, liegende en spottende vrouw van Hosea. Natuurlijk is dit niet wat het lijkt, want het is een initiatie proces waarin het ego in vernedering moet afsterven. Het zijn de voorhangsels van de tabernakel, van grote verwarring, waarin het ego verstrikt moet raken, opdat het niet tot het heiligdom kan komen. 33de getelden van de stam Efraïm waren veertigduizend vijfhonderd; Efraïm is het naakte volk, wat een beeld is van ontmaskering en openbaring. De Egyptische prm wortel van Ephraim is de wet van de rivier, oftewel de wet van de heilige verdrinking, waarvan de waterdoop een beeld is (prm, pair-ma, pair-m, ephraim). Pair-maa, prm, betekent ook het offeren aan de rivier, als het verdrinkings-offer, wat weer verband houdt met Exodus 1. 34van de zonen van Manasse, hun nakomelingen naar hun geslachten en families, overeenkomstig het aantal namen van wie twintig jaar oud was en daarboven, allen die in het leger uitrukten, Manasse betekent de vergetelheid in het Hebreeuws. Het ego wat verlangt naar roem moet afgezonderd worden, en zo sterven in de eenzaamheid. 35de getelden van de stam Manasse waren tweeëndertigduizend tweehonderd. Manasse (menashe, mns) komt van het Egyptische men-sa, de kennis (sa) van het eeuwige Woord, van de eeuwige inscripties (men). 36Van de zonen van Benjamin, hun nakomelingen naar hun geslachten en families, overeenkomstig

het aantal namen van wie twintig jaar oud was en daarboven, allen die in het leger uitrukten, Benjamin is in het Egyptisch bena-jmn, de wijn van Amen, de wijn van het verborgene, of de wijn van de nacht, als een beeld van bloeddorst. Amen, men is ook het verborgen Woord in de hemel, als de verborgen Thoth, de verborgen Logos. Ben-jmn, Ben-amen, Ben-men, is dan de zoon van het Woord, van Amen. Dit is ook als een verlichting, als begrip, vertaling. De mens moet als Benjamin wederomgeboren worden in het Woord. 37de getelden van de stam Benjamin waren vijfendertigduizend vierhonderd. Het is dus niet het materiele woord, maar het geestelijke woord in het verborgene. 38Van de zonen van Dan, hun nakomelingen naar hun geslachten en families, overeenkomstig het aantal namen van wie twintig jaar oud was en daarboven, allen die in het leger uitrukten, Dan is in de Aramese dn wortel de exegese van het Woord, oftewel de schrift-uitleg, de tekstuele en liturgische diepte. Dit is in het Aramees de daadwerkelijke wet, het daadwerkelijke rechtssysteem. Als er geen diepte is, is er ook geen wet. Vandaar dat het aardse rechtssysteem doordat het een markt werd heeft moeten inboeten aan diepte. 39de getelden van de stam Dan waren tweeënzestigduizend zevenhonderd. Het is een getal in de zestigduizend. Zes heeft de betekenis van werk, dienstbaarheid, en dat is de enige manier om in de diepte te gaan. Het komt ons niet zomaar aanwaaien. 40Van de zonen van Aser, hun nakomelingen naar hun geslachten en families, overeenkomstig het aantal namen van wie twintig jaar oud was en daarboven, allen die in het leger uitrukten, Aser, sr, verwijst weer door naar de Orionse godin Suri. 41de getelden van de stam Aser waren eenenveertigduizend vijfhonderd. De stam van Aser is de stam van de profetes Anna (Lukas 2:36). Zij was altijd in de tabernakel, en dat is ook wat haar naam betekent : het wonen in tenten, chanah. Zonder Aser zou Ruben nooit tot de tent van Bilha kunnen komen. 42Van de zonen van Naftali, hun nakomelingen naar hun geslachten en families, overeenkomstig het aantal namen van wie twintig jaar oud was en daarboven, allen die in het leger uitrukten, Naftali is het ree tussen de borsten van de amazone, als de creatie in de leegte. Ook Naftali is een visserstam. Hij is een zoon van Bilha. 43de getelden van de stam Naftali waren drieënvijftigduizend vierhonderd. Naphtaliy beweegt zich door Gad, het doodbloeden van het ego, door de onderwereld, door visioenen. Dit zijn allemaal onderdelen van het mechanisme van Ruben om tot de tent van Bilha te komen. 44Dit zijn de getelden, die Mozes telde met Aäron en de vorsten Israëls, twaalf man; ieder vertegenwoordigde zijn families. In het Hebreeuws zijn dit de huizen, gevangenissen, van de vaderen, ab, wat ook een Egyptisch

woord voor vaderen is, en wat ook luipaarden betekent. Het zijn dus de huizen van de luipaarden, de gestenigden, zij die de leegte ijn zijn gegaan en contact hebben gemaakt met de diepere aarde. De huizen, gevangenissen, bayith, zijn van het wortelwoord bana, de kinderloze vrouwelijke leider van de familie, als een vrouw of bijmoeder, die het lichaam van de man schept als een tweede moeder. Dit komt van het Egyptische bnana, wat wassen of wasplaats betekent. Dat is ook wat alle gevangenissen in diepte zijn. Ook is het verbonden aan benu, de morgenster. Het is dualistisch, want er ontstaat wel een zoonschap in dit principe, zoals benu ook man kan betekenen, en ben is de algemene copulatie. Benn is de ontvangen man, de zoon, wat ook de betekenis van ben is in het Hebreeuws. Ook de dubbele ben, benben, wordt hiervoor gebruikt in het Egyptisch, wat weer copuleren betekent, en wat ook een vuuroffer is in de tempel van Seker, en de naam van een god. Benni is een fallische god. Dit is dus ook de Egyptische achtergrond van "de zoon van God". 45Dus waren al de getelden der Israëlieten, naar hun families, van twintig jaar oud en daarboven, allen die in het leger uitrukten in Israël, Dit ging dus niet speciaal om een leger, maar om dienstbaarheid. 46al de getelden waren zeshonderddrieduizend vijfhonderd vijftig. In de zeshonderdduizend, wat weer wijst op dienstbaarheid door educatie, door de bijmoeder. 47Maar de Levieten naar de stam hunner vaderen werden niet samen met hen geteld. De Levieten waren de afgezonderden. 48De Here had namelijk tot Mozes gesproken: Jehovah heeft de Havah wortel, het Hebreeuwse woord voor Eva, wat zijn, worden, vallen betekent, als een beeld dat het ego moet vallen door de baarmoeder van de onderwereld. 49Slechts de stam Levi zult gij niet tellen, noch hun aantal onder de Israëlieten opnemen, Levi is de opname, want dat is wat de offerdienst in diepte betekent. 50maar stel gij de Levieten over de tabernakel der getuigenis en over al zijn gerei en over al zijn toebehoren; zij zullen de tabernakel en al zijn gerei dragen; zij zullen daarbij dienst doen en zich rondom de tabernakel legeren. In het Aramees gaat het hier om de tent van vernedering (van het ego). Gerei gaat om cognitieve processen in het Aramees. 51Wanneer de tabernakel moet opbreken, dan zullen de Levieten hem uit elkander nemen, en wanneer de tabernakel moet legeren, dan zullen de Levieten hem oprichten, maar de onbevoegde, die nadert, zal ter dood gebracht worden. Het is de tent van dood door uithongering (muwth), van het ego, en voor het opzetten van de tent wordt het woord 'chanah' gebruikt, de moeder van Samuël, wat ook het wortelwoord is van de Griekse Johannes, en wat bezetting betekent. De Orionse wortel is OAN, een naam voor het paradijs, wat ook de paradijselijke slaap betekent. 52Terwijl de Israëlieten zich zullen legeren, ieder bij zijn legerplaats en zijn vendel, naar hun legerscharen,

Weer wordt het woord chanah gebruikt. Elke iysh, slaaf, moet tot chanah komen, tot zijn eigen tent. 53zullen de Levieten zich rondom de tabernakel der getuigenis legeren, opdat er geen toorn ruste op de vergadering der Israëlieten; de Levieten zullen zorg dragen voor de tabernakel der getuigenis. De Levieten moeten dus persoonlijk zorgdragen voor de opname van elke iysh. De opname gebeurt door de bezetting, de chanah, oftewel de uithongering als het heilige vasten waarin de iysh loskomt van zijn ego. De Levieten zijn hier een beeld van ntr in het Aramees, alertheid. Alleen alertheid kan dieper de leegte inleiden. In het Egyptisch is dit een woord voor god. 54En de Israëlieten deden het; juist zoals de Here Mozes geboden had, deden zij. Jehovah, havah, Eva, heeft diepe Egyptische wortels, want Hefa is de Egyptische moeder aarde, en hefau is de dualistische oerslang (seba, aapep). Hefa is ook de god die tot de aarde buigt, als de slang die in het stof wordt geworpen, als een beeld van het teruggaan tot de aarde. De slang is het beeld van het touw, als de ingang tot de aarde, tot de baarmoeder. Vandaar dat Eva en de slang Egyptologisch gezien aan elkaar verbonden zijn, met elkaar samen werken om de mens tot de gnosis te doen ontwaken. Eva en de slang zijn één, als een beeld van moeder Nuwd, Nod, die ook heel lang wordt als een slang, tussen hemel en aarde, en die de baarmoeder van de nacht vormt, waardoor Ra afdaalt in de onderwereld. Toen Kain Hobel had gedood, als een beeld van zijn ego, moest hij terug naar Nod. Numeri 2 1De Here sprak tot Mozes en Aäron: Mozes is de opname in het Hebreeuws, en Aaron, aharan, van har, de inwijding. 2De Israëlieten zullen zich legeren ieder bij zijn vendel onder de veldtekenen van hun families; op een afstand zullen zij zich rondom de tent der samenkomst legeren. In het Hebreeuws : elke iysh draagt het teken van zijn eigen gevangenschap (bayith), gesteld onder een bijmoeder (bana). Natuurlijk is dit metaforisch. Het is de heilige gevangenschap van de educatie. Zij zijn de gestenigden (ab, luipaarden, Hebreeuws-Egyptisch), oftewel hen bij wie de wet is ingeprint. 3Aan de oostzijde, aan de kant waar de zon opgaat, zal het vendel van de legerplaats van Juda zich legeren naar hun legerscharen. De vorst nu der zonen van Juda was Nachson, de zoon van Amminadab; Nachson betekent de aankondiger. Amminadab betekent "verduistering door samenvoeging". 4en zijn leger, dat uit hun getelden bestond, bedroeg vierenzeventigduizend zeshonderd. Leger kan ook weer dienstbaarheid betekenen, dus niet noodzakelijk oorlog. 5Naast hem zal de stam Issakar zich legeren. De vorst nu der zonen van Issakar was Netanel, de

zoon van Suar; Issachar, Issakar, skr, wat in het Egyptisch staat voor het verhongeren en sterven van het ego in de woestijn, en het hebben van een wachter van de mond, ligt naast Juda, belijdenis, vernedering. 6en zijn leger, dat uit zijn getelden bestond, bedroeg vierenvijftigduizend vierhonderd. In de Talmoed wordt Issakar beschreven als een stam van religieuze geleerdheid. Leger heeft in het Aramees de betekenis van een argument (hel). 7Voorts de stam Zebulon: de vorst nu der zonen van Zebulon was Eliab, de zoon van Chelon; Eliab, El'ab, is God, de natuur, het verbeeldingsvermogen (el) is vader (ab). Ab komt uit het Egyptisch, wat dezelfde betekenis heeft, vader, maar het betekent ook luipaard, als een beeld van de gestenigde, degene in wie de wet is geprint, om zo toegang te krijgen tot de leegte, de oer-afgrond. Zebulon is een vissersstam, als beeld van de opname. Chelon is de ware betekenis van kracht : vaardigheid, kundigheid. 8en zijn leger, dat uit zijn getelden bestond, bedroeg zevenenvijftigduizend vierhonderd. Zebulon vestigde zich ten Westen van Issakar in het Noorden, in Galilee. Mede door de dienst van Zebulon werd Sisera overwonnen in het lied van Deborah. Zebulon, zbl, sa-bilha, is de kennis van het alarm-systeem, van de plotselinge dood van het ego, en de kennis van de alertheid. De tucht is ervoor om het alarm-systeem te brengen. Als sa-balla is het de kennis (Egyptisch) van het Orionse Balla paradijs van de tucht. Zbl was ook een bijnaam van Baal. 9Al de getelden van de legerplaats van Juda waren honderdzesentachtigduizend vierhonderd naar hun legerscharen. Zij zullen het eerst opbreken. In het Aramees is Juda het begin van de educatie, wat als een gevangenneming wordt voorgesteld (sql). Juda is het begin en het beste. De rsh wortel van het begin, waarmee ook Genesis begint, heeft dezelfde betekenis in het Egyptisch, en betekent ook de witte kroon van het Zuiden, de kroon van afzondering en onderscheiding (stn, rsh). De schepping kwam dus tot stand in de witte kroon, in afzondering en onderscheiding, in den beginne. Juda is dus hiervan een beeld. De rs (res) wortel betekent ook het Zuiden. Het is een droom (resi) die ontstaat in de afzondering. 10Het vendel van de legerplaats van Ruben zal aan de zuidzijde zijn, naar hun legerscharen. De vorst nu der zonen van Ruben was Elisur, de zoon van Sedeür; Sedeur betekent openbaringen van de wildernis, het uitspreiden van openbaringen. In het Hebreeuws betekent "licht" de goddelijke openbaringen. Hetzelfde wortelwoord als van de urim wordt hier gebruikt, uwr. Elisur betekent de stille, de stomme, als een beeld van iemand met een wachter voor de mond, en een wachter van de openbaringen, opdat er geen valse openbaringen zullen komen. Ru-ben betekent de openbaring van het zoonschap. 11en zijn leger, dat uit zijn getelden bestond, bedroeg zesenveertigduizend vijfhonderd. In het Judaïsme betekent Ruben het goddelijke bewustzijn, ru. Het gaat hier om een getal in de veertigduizend. Veertig is in het Hebreeuws het getal van de metaforische copulatie tussen vrouw en beest, als de vrouw op het beest, en duizend is het teken van educatie en verzoening. Zes is het getal van de dienstbaarheid. Het gaat hier om Ruben's bewustwording van Bilha, de godin. Zo komt hij tot haar tent, in de Judaïstische literatuur, waardoor hij aan zijn ego afsterft en alertheid ervoor in

de plaats krijgt, wat de betekenis is van Bilha. 12Naast hem zal de stam Simeon zich legeren. De vorst nu der zonen van Simeon was Selumiël, de zoon van Surisaddai; Simeon heeft diepe Egyptische wortels, wat het samenkomen betekent, het vestigen, en gebedskralen. Het geeft meer diepte aan de Hebreeuwse shama wortel van horen en gehoorzamen, in de zin dat het decoratie en toevoegen betekent. Het gaat allemaal om het verwijden van de cirkel. In het NT gaat dit verder als SMN Petrus. Petrus was de Rots waarop de gemeente en het lichaam van Christus werd gebouwd, als een belangrijk fundament. 13en zijn leger, dat uit hun getelden bestond, bedroeg negenenvijftigduizend driehonderd. Ook het haar, het harige is een Egyptische wortel van Simeon, als een beeld van de verbindingen. Haar staat voor zintuigelijkheid. 14Voorts de stam Gad: de vorst nu der zonen van Gad van Eljasaf, de zoon van Reüel; In het Egyptisch is Gad het bloeiproces in de onderwereld (gait). Gat (ga-t) is in het Egyptisch zowel de doodskist als de wieg. Voor de Egyptenaren is dood en geboorte hetzelfde. Het is het beeld van de wijn in de onderwereld, wat een mind-altering effect heeft, waardoor de mens in een andere realiteit en een andere vorm komt (gait). Het is een pad door de onderwereld (gau-t). In de onderwereld groeien kruiden met een heilzame werking die de mens moet leren kennen (gi-t). De mens wordt in de onderwereld geblokkeerd en onder restricties gezet opdat de mens zich verder kan ontwikkelen (gu, gua, gua-t). Het gaat om de vruchten van de onderwereld-ervaring (geti). Ook Eljasaf betekent toevoegen, door tot God, de bron, te komen. Reuel, betekent als Reh-el of Ra-el de partner of echtgenoot van God. Als Ra in de Egyptologie door de onderwereld gaat, door de baarmoeder van zijn moeder, gaat hij ook als echtgenoot bij haar binnen, weer als een bijmoeder idee, de tweede schepper van de man, die de man tot bloei en verdere ontwikkeling brengt. 15en zijn leger dat uit hun getelden bestond, bedroeg vijfenveertigduizend zeshonderd vijftig. We zouden kunnen stellen dat Gad de vertalende diepte is van de onderwereld. Hiervan is elke oorlog slechts een symbool. 16Al de getelden van de legerplaats van Ruben waren honderdeenenvijftigduizend vierhonderd vijftig naar hun legerscharen. Zij zullen in de tweede plaats opbreken. Ruben komt ook van de Egyptische reb, rb, wortel, wat moedermelk betekent. 17De tent der samenkomst nu, de legerplaats der Levieten, zal te midden van de legerplaatsen opbreken; zoals zij zich zullen legeren, zullen zij ook opbreken, ieder op zijn plaats naar hun vendels. Dit gebeurde in het Aramees onder het opzeggen van een schriftgedeelte (sql), voor een argument (hel). 18Het vendel van de legerplaats van Efraïm naar hun legerscharen zal aan de westzijde zijn. De vorst nu der zonen van Efraïm was Elisama, de zoon van Ammihud; In het Hebreeuws wordt het woord yam gebruikt wat ook zee of rivier kan betekenen. Efraïm is aan de kust, en dat verklaart ook de naambetekenis. Efraïm is het naakte volk, wat een beeld is van

ontmaskering en openbaring. De Egyptische prm wortel van Ephraim is de wet van de rivier, oftewel de wet van de heilige verdrinking, waarvan de waterdoop een beeld is (prm, pair-ma, pairm, ephraim). Pair-maa, prm, betekent ook het offeren aan de rivier, als het verdrinkings-offer, wat weer verband houdt met Exodus 1. Het is gerelateerd aan de Orionse Hiti stam. Ammihud betekent de verborgenheid ingaan door het verzamelen, het toevoegen. Het is de verduistering, het aanbreken van de nacht. Alle dingen worden weer vaag en half, opdat er een grotere majesteit zich kan manifesteren. 19en zijn leger, dat uit hun getelden bestond, bedroeg veertigduizend vijfhonderd. Hosea, als een beeld van de Israelieten in de Egyptische ballingschap, streed met Efraïm, met Hiti. Dit was als de waterdoop. Zo kwam hij tot de opname. Zo werd hij dienstbaar. Hij was zelf als een deel geworden van deze stam. Het was als de Hoseaanse Pniël-ervaring, als een Hoseaanse Paulinische Damascus-ervaring waarin Hosea werd overweldigd. 20Naast hem de stam Manasse: de vorst nu der zonen van Manasse was Gamliël, de zoon van Pedasur; Efraim en Manasse waren de Egyptische zonen van Jozef, en vandaar van groot belang. Zij staan voor de link tussen Israel en Egypte, waarin de diepte van de Hebreeuwse taal zichtbaar wordt. Manasse betekent vergeten, en er is zoveel valse, oppervlakkige kennis die weer vergeten moet worden. Manasse (menashe, mns) komt van het Egyptische men-sa, de Egyptische kennis (sa) van het eeuwige Woord, van de eeuwige inscripties (men). Manasse staat voor de Egyptische diepte van de Hebreeuwse taal en de Hebreeuwse geschriften. Gamliël is het rijp worden, ook in het leven van een kind, het losraken van de moeder, oftewel het komen tot een vrouw of bijmoeder in dienstbaarheid. Pedasur is het vrijzetten tot dienstbaarheid tot iemand anders, en het vormen door de bezetting (verhongering, heilig vasten), als de tweede schepping van de man door zijn vrouw of bijmoeder (ook in educatie). 21en zijn leger, dat uit hun getelden bestond, bedroeg tweeëndertigduizend tweehonderd. De heilige verhongering is in Manasse een beeld van het vergeten om zo tot de ware vruchtbaarheid te komen. Er is alleen vruchtbaarheid in het heilige vasten. 22Voorts de stam Benjamin: de vorst nu der zonen van Benjamin was Abidan, de zoon van Gidoni; Abidan is het gevecht (dan) van het luipaard (ab, Hebreeuws-Egyptisch), als het hagel-oordeel, de collectieve steniging waardoor de tempel wordt gebouwd en de wet collectief wordt ingeprint. Gidoni is het snoei-proces. 23en zijn leger, dat uit hun getelden bestond, bedroeg vijfendertigduizend vierhonderd. Benjamin komt ook van de Egyptische bena-menn wortel, de wijn van het touw van Qan, de Egyptische Kaïn, wiens mond symbolisch werd gebonden, als hebbende een wachter voor de mond. Hobel betekent "adem" in het Hebreeuws, en die moest eerst symbolisch sterven. De wijn is de vrucht hiervan, als het heilige spreken, in de heilige gebondenheid.

Hoofdstuk 24. De Egyptologische Wortels van David We zullen zien hoe die lijnen precies liggen tussen Egypte en Israel. Ze hebben veel met elkaar te maken en leggen elkaar uit. Het zijn twee belangrijke dynamieken in het klaar krijgen van de culturele puzzel. Hosea 1 1Het woord des Heren, dat tot Hosea, de zoon van Beëri, kwam, in de dagen van Uzzia, Jotam, Achaz en Jechizkia, koningen van Juda, en in de dagen van Jerobeam, de zoon van Joas, koning van Israël. Beeri is de put die leidt tot de grotten van de hieroglyphen, de graveringen, wat metaforisch is voor de verklaring. Het betekent het graven (ba'ar). Het wijst terug op de verborgen Egyptische diepte van Israël, de Afrikaanse wortels. De god(in) van het Egyptische archief is Dwd (Thoth, Grieks), als de Egyptische wortel van David. De oorlogen van David zijn metaforisch voor het verklaren van de mysterieën. De Egyptische DI-wortel (dai) betekent het veroveren van land. Diwt betekent vijf delen of vijf stenen, wat ook weer terugkomt in het Israëlitische David en Goliath verhaal, waarin David vijf stenen neemt om Goliath te verslaan. Diwt is ook in het Egyptisch een troep, een leger, of bende van vijf, en het betekent schreeuw, gegrom en gegil (gejoel). De Egyptische dwyt wortel van David (Hebreeuwse wortel : Dwd) betekent de morgen, verbonden aan pr-dwt het morgenhuis waarin men zich aankleed, optuigt, voor de dag, als een metafoor van het aandoen van kennis, het woord. Dwt is ook de onderwereld en de onderkamer beneden het graf. De dwtyw zijn de bewoners van de onderwereld, met de dw-wortel van vereren, aanbidden. De dwi-wortel betekent het roepen tot god in de afzondering. De dfyt-wortel betekent de penetratie. Het hele David-verhaal was dus al gecodeerd in de Egyptologie. De dw-wortel is de nacht. Dwa ntr betekende "het prijzen (dwa) van god (ntr)" wat ook weer een Israëlitisch beeld was van David die God loofde. De ntr dww was de morgen ster. De Egyptische D-hieroglyphen beginnen vaak met een hand, de letter D. In het Hebreeuws betekent David de gekoesterde, en heeft als Hebreeuwse wortel dwd, wat het spirituele vuur van de verzoening betekent, als het overkoken, als de tekenen van verzoening. Dit wordt metaforisch voorgesteld als de "broer van de vader", of vriend van de familie. De vader is de climax van de man, van het horen en gehoorzamen, oftewel de gevoeligheid, als de verbrokenheid van de man. Het is een zintuig. De broer van de vader, als de schaduw van de vader, is dan de houder van deze gevoeligheid, als een tester, een beveiliger. De wortel van dwd is overkoken, als de climax, wat ook terugkomt in de Egyptische d'f wortel met dezelfde betekenis, als een diepere Egyptische wortel van David. De dai-wortel van het veroveren van land, wat ook weer terugkomt in de david mythe, betekent ook veerboot over het water, of door de hemel. Het oorlog voeren is dus meer metaforisch voor het verkennen, het onderzoeken. De dai-wortel brengt het ook in verband met een kind die uitreikt naar de moeder borst. Met een M erbij, als in daim, komt dit ook voor, wat dan weer een wortelwoord is van het Hebreeuwse "dam", bloed, en ook van Adam, wat allemaal terugwijst op een kind die terugkeert naar de moederborst, door het trotse ego te laten doodbloeden. Het kind komt alleen terug tot de moederborst door "bloed". Dit heeft dus een enorme Egyptologische diepte. De dai of daim wortel betekent het verzetten tegen het ego, het doorboren. Er komt eindelijk antwoord, verklaring, in de Egyptische wortels van David. Dd betekent het spreken. Hier gaat het Kaïn mysterie verder, die door het afsterven van Hobel, de adem, oftewel door de gebondenheid van zijn spreken, de wachter voor de mond, uiteindelijk het pure woord aangeboden krijgt. Zo wordt Kaïn's mond geopend. Het ritueel van de opening van de mond van de dode is een belangrijke theologie in de Egyptologie, die een centrale plaats heeft.

De Egyptische da-t(j) wortel is specifiek verbonden aan de boot van het zevende uur van de nacht, wat in de Amduat centraal gaat over de triomf over de vijanden van Ra en Osiris, iets wat ook weer terugkomt in de Hebreeuwse David-mythes. In het boek der poorten gaat dit uur over het komen tot het gebied van de Geb-palen waaraan de vijanden gebonden zijn om zo getransformeerd te worden, wat in de Egyptologie dus gaat om het komen tot diepere begrippen, als onderdeel van de etymologische exegese. Tot dit gebied leidt de da-t boot, de Egyptische davids-wortel. Het uur begint met het reinigen van de Ka, het Egyptische dubbel, of de dualiteit, het geestelijke. De letter K is in het Egyptisch de hieroglyph van de mand, als de houder. In de oertaal is de K een vissershieroglyph, een persoon met een net, als beeld van de literaire structuur van de educatie. Dan komen zij die door het zevende nachtuur gaan tot de diepte van hun Ka, K-bron. Zo kunnen zij hun armen gebruiken. Armen kunnen functioneren als ze hun gebruiksvoorwerpen vinden en aanwakkeren. Zo kunnen zij ook offeren, waardoor zij hun voeten weer kunnen gebruiken, en verder kunnen, door de woorden van Osiris (aser, suri). Zo worden zij ook gevoed door hun herstelde K-bronnen. Dan wordt de wet hersteld, zij ontvangen de veren van Moa(d) op hun hoofd, van de godin van de wet en de waarheid. In de begeleidende hieroglyphen zijn dit twaalf goden die een veer op hun hoofd ontvangen, als vlammen, wat ook weer terugkomt in het boek Handelingen waarin de twaalf apostelen de vlam van pinksteren op hun hoofd ontvangen op de pinksterdag, de tongen van vuur. Deze twaalf goden hebben de wet beoefend, en daardoor ontvangen zij de veer of de vlam. Ook zijn het die voor hun godin hebben gevochten (gestudeerd). Zij mogen nu de rust van de aarde ingaan, om zo tot de tabernakel te gaan waar de grote godin de vijanden vernietigt (de onwetendheid). Op de boot komen zij tot de hal van de palen waaraan het ego, de onwetendheid, sterft. Er wordt hier gegrepen (ra), er wordt hier geperst (atum), er is hier geweldadigheid (chepri), er is hier vreselijkheid (shu), en er is hier nauwkeurigheid (geb). Er is hier verdrukking (osiris), en autoriteit (horus), opdat het goud naar boven zal komen. Het zijn beelden van het snoeien, vruchtdragen en oogsten. In het zevende nachtuur van de Amduat moet de dode de valse slang (van onwetendheid en valse kennis) "overwinnen", rangschikken, om zo te komen tot de mehen-slang van de heilige gebondenheid, zijn beveiligings-systeem en leidsraad. De slang is ook een Egyptische wortel van David, als dt (cobra), wat ook lier betekent, harp (dt, ddt), wat ook weer gebruikt werd in de Israelitische Davids-mythe. Zij die in de mehen-slang zouden komen zouden rust ontvangen, omdat het een goed beveiligingssysteem is. Dit is een eeuwig beveiligingssysteem wat alles voor eeuwig in de gaten houdt, en niemand kan ontsnappen van dit toezicht. Serket, de schorpioenengodin, de doorboorder (een Egyptische wortel van David), brengt de heilige adem. Zij gooit haar lasso om de nek van de slang. Dan komen er vier straffende godinnen met messen. De eerste is genaamd dm-dyt, als zij die hen van de da-t-boot weer terugbrengt tot de moederborst. De vier godinnen zijn degenen die de slang van het ego straffen, ontleden, in de duat, de onderwereld, in het archief (thoth). Het gaat hier dus om het rangschikken en inventariseren van de boeken. Dit leidt tot de troonzaal van Horus op de troon die twaalf goden met sterren op hun hoofd toespreekt. Eén van zijn namen is Duaty (David, Thoth), hij van de onderwereld. De twaalf goden komen terug in het Judaïsme als de twaalf stammen van Israël voor het aangezicht van David, en als de twaalf discipelen van Jezus op de troon van David in het christendom. Een andere naam is hij wiens tong een mes is, wat ook weer terugkomt in het Nieuw Testamentische boek Openbaring als een eigenschap van Jezus. De twaalf goden representeren de twaalf uren van de onderwereld. In tegengestelde richting staan de twaalf godinnen die de uren vertegenwoordigen. Eén van haar namen is duatjt, zij van de onderwereld. Voor hen ligt een krokodil, een beeld van de exegese. Een andere naam van haar is jani-t, zij die donker is.

Openbaring 12 1 En er werd een groot teken gezien in den hemel; namelijk een vrouw, bekleed met de zon; en de maan was onder haar voeten, en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren; 2 En zij was zwanger, en riep, barensnood hebbende, en zijnde in pijn om te baren. 3 En er werd een ander teken gezien in den hemel; en ziet, er was een grote rode draak (de slang), hebbende zeven hoofden, en tien hoornen, en op zijn hoofden zeven koninklijke hoeden. 4 En zijn staart trok het derde deel der sterren des hemels, en wierp die op de aarde. En de draak stond voor de vrouw, die baren zou, opdat hij haar kind zou verslinden, wanneer zij het zou gebaard hebben. 5 En zij baarde een mannelijken zoon, die al de heidenen zou hoeden met een ijzeren roede; en haar kind werd weggerukt tot God en Zijn troon. De krokodil die voor de godinnen ligt ligt op een zandbank. Vanuit de krokodil komt het hoofd van Osiris, wiens lichaamsdelen door de krokodil gered waren uit het water, en die nu door de krokodil (exegese) worden bewaakt. Ook het "staan op het zand" is een thema in het boek openbaring, zoals Johannes die in de KJV op het zand staat, en in andere Westerse versies is dit de draak (slang). In het Egyptisch is ook de vijandelijke slang (apopis) op de zandbank. De zandbank is genaamd : "brenger van water". Dan komen we weer uit bij Beeri, de vader van Hosea. Beeri betekent ook bron. Hosea 1 1Het woord des Heren, dat tot Hosea, de zoon van Beëri, kwam, in de dagen van Uzzia, Jotam, Achaz en Jechizkia, koningen van Juda, en in de dagen van Jerobeam, de zoon van Joas, koning van Israël. Uzzia is het luide geroep van Jehovah, oftewel van Havah, Eva, de godin van de inwijding tot kennis. Hoofdstuk 25. Numeri 2-3 De Egyptische David-dwd wortels vertellen een verhaal, en de Israelitische parallellen zijn overduidelijk. Maleachi 1 1Een godsspraak. Het woord des Heren tot Israël door de dienst van Maleachi. Hebreeuws-Aramees : De last van de scherpte des Heren tot Israel door de dienst van Maleachi. De scherpte (Aramees) is in het Egyptisch de dm wortel, wat "bloed" werd, dam, in het Hebreeuws.

Het Egyptische dm betekent ook het kind komende tot de moederborst (daim), wat uiteindelijk de bedoeling is van bloed, dat het terugbrengt tot de bron. De scherpte is ook het woord in het Aramees, wat "dabar" is in het Hebreeuws, wat uitgesproken wordt als "dava". Het betekent ook spreken en veroordeling. 2Ik heb u liefgehad, zegt de Here. En dan zegt gij: Waarin hebt Gij ons uw liefde betoond? Was niet Esau Jakobs broeder? luidt het woord des Heren. Aramees : liefgehad, rhm, met de RM wortel die wijst op de aanklagende vissersgodin (Egyptisch). Op dit punt kwam de oorlogs-amazone weer terug om verder onderwijs te geven over Numeri. Numeri 2 24Al de getelden van de legerplaats van Efraïm waren honderdachtduizend éénhonderd, naar hun legerscharen. Zij zullen in de derde plaats opbreken. De Egyptische phr-m wortel van Ephraim betekent insluiten, omsingelen, als een oorlogsstrategie, als de bezetting, de uithongering. In de diepte betekent het het openrollen van een boekrol, het verkondigen van het Woord. 25Het vendel van de legerplaats van Dan zal aan de noordzijde zijn, naar hun legerscharen. De vorst nu der zonen van Dan was Achiëzer, de zoon van Ammisaddai; Dhn, de Egyptische wortel van Dan, is het buigen. De Noordzijde is het verborgene in het Hebreeuws, het donkere. Ammisaddai betekent de donkere, de duisternis, is machtig. Dan moet door de afzondering in nederigheid buigen tot de nacht, tot de donkere moeder kennis, zoals Odin tot de Ragnarok, door ijs komen tot de nacht waarin het ego kan sterven. De shaddai is in die zin ook de vernietiger (Hebreeuws). 26en zijn leger, dat uit hun getelden bestond, bedroeg tweeënzestigduizend zevenhonderd. Een andere Egyptische wortel van Dan is dwn, een haak wat gebruikt werd in het ritueel van het openen van de mond van de dode. Dwn was ook een beschermgod van Osiris. Dwn was het doorboren van de prooi in de jacht, aan het spit brengen. De dn wortel betekent de kop eraf snijden. Dit betekent het verslaan van de territoriale demoon, wat ook gebeurt in Leviticus. 27Naast hem zal de stam Aser zich legeren: de vorst nu der zonen van Aser was Pagiël, de zoon van Okran; 28en zijn leger, dat uit hun getelden bestond, bedroeg eenenveertigduizend vijfhonderd. De stam Aser is ook een Egyptisch woord voor Osiris. Osiris is de Griekse term. Aser heeft de Egyptische ash-wortel van het roepen, de roeping. Deze roep komt vanuit de wildernis. Het is soms een bijnaam van Seth, de god(in) van de wildernis. Het is ook het grommen van een beest. Het heeft de as-wortel van papyrus, riet, kruid, als het Woord in de plantengroei. Asa is de gevangenis van de doden in de onderwereld. Asr (aser) is de gevangene, de vreemdeling. Ash, de dodengevangenis, is heel nomadisch, want de doden kunnen hier ook tochten maken, hogerop komen, verder komen. Het doel is dus educatie, progressie, als een tunnelstelsel door de onderwereld. Alhoewel de gevangenis staat voor restrictie is er wel mogelijkheid voor groei, en wordt de dode niet daadwerkelijk op één plaats vastgehouden. Pagiel betekent (geweldadige) ontmoeting met God, overweldigd worden door God. Okran betekent verstoring.

29Voorts de stam Naftali: de vorst nu der zonen van Naftali was Achira, de zoon van Enan; De Egyptische nft-wortel van Naftali betekent losmaken, onthechting, met de nf-wortel van de vurige adem van de slang die de vijand vernietigt, wat ook weer terugkomt in het negende uur van het boek der poorten. De slang zelf is genaamd hty, oftewel de Hiti stam. In zijn kronkels staan zijn zeven kinderen, als een beeld van de zeven gemeentes. In het zesde nachtuur buigen twaalf goden voor de poel des vuurs waarin een cobra leeft door de vuur-adem. De vuur-adem is tegen hen die tegen Osiris zijn. De twaalf goden zijn een beeld van de twaalf stammen die voor Egypte (Hiti, Orions) moesten buigen. In het zevende uur ontvangen zij de vlammen van de poel des vuurs, als een beeld van het opening van de mond ritueel. Zij ontvangen de tongen van vuur op hun hoofd, ook als een veer. Zo komen zij tot de velden, als beeld van het Woord. 30en zijn leger, dat uit hun getelden bestond, bedroeg drieënvijftigduizend vierhonderd. Achira betekent broer, schaduw (ach, Hebreeuws) van Ra (Egyptisch). Enan betekent geestelijk zicht. 31Al de getelden van de legerplaats van Dan waren honderdzevenenvijftigduizend zeshonderd. Zij zullen naar hun vendels het laatst opbreken. Net zoals in het Egyptisch is dn het buigen voor hogere autoriteit, het onderworpen zijn. Ook is de dn wortel in het Aramees de exegese. Dana (dna, dn) was de dochter van Jakob en Leah. 32Dit waren de getelden der Israëlieten naar hun families; al de getelden der legerplaatsen naar hun legerscharen waren zeshonderddrieduizend vijfhonderd vijftig. Zes is weer het getal van de dienstbaarheid. Ze worden weer onderscheiden bij de bayith, gevangenis, van hun ab, luipaard (Egyptisch), wat ook vermijden betekent, de afzondering, en wegvagen. Het betekent ook brandmerken (van slaven, vee), wat kenmerkend is voor de luipaard. Ab is dus zowel vader in het Hebreeuws [uitspraak : abv, av] als in het Egyptisch, als de climax van het man zijn, de climax van het horen en gehoorzamen wat zich manifesteert als gevoeligheid door verbrokenheid, als het brandmerk van de man. 33De Levieten echter werden niet samen met de Israëlieten geteld, zoals de Here Mozes geboden had. Levi betekent de kroon. Zij waren de afgezonderden puur voor de tabernakel-dienst. 34En de Israëlieten deden het; juist zoals de Here Mozes geboden had, legerden zij zich naar hun vendels, en braken zij op, ieder naar zijn geslacht, bij zijn familie. "Deden" is de bd-wortel in het Aramees, wat zowel de abad is, de heilige slaaf tot God, de dienstknecht, of de bada stam (Orions). In de gnosis heeft Obadha de BD wortel als zijnde de bada stam, wat een personificatie is van de zwarte steen. Het is een beeld van het verborgene. Bada is in het Aramees een religieus ritueel, en de opgelegde wet. In het Sanskrit is dit baddha, bada : de test tot de opname en de heilige gebondenheid, wat verbonden is aan het werk van de valkyries in de Germaanse mythologie. Dit is wat de daadwerkelijke opname is. Bada staat voor : verdonkeren – verborgenheid – verzameling. Zoals de Koran vermeldt dat er alleen verzoening is in de nachten van het vasten (2:187). De vrouwelijke mens wordt zo tot duisternis, en de mannelijke mens gaat tot haar in om zo bedekt te worden met de

moeder aarde. De man daalt zo af in de onderwereld. In Yirmeyah, Bada 5 komen de bada-amazones uit Orion met een arrestatie-bevel in de Aramese grondtekst (vs. 16), de ptih. Door de ptih wordt de vijand gebonden. Na de arrestatie moet de gevangen vijand naar de bayith gebracht worden, het gevangenis-complex of de kooien, en de bayith is verbonden aan de ohel, de tent. De arrestatie is vastgelegd in de psalmen. Bada is de stam van het scheppings-principe. Dit is de boog en de verlamdheid. Bada bewaakt de na'ar gnosis, de gnosis van de heilige slavernij, de dienstbaarheid tot God. Numeri 3 1Dit nu waren de nakomelingen van Aäron en Mozes ten dage, dat de Here met Mozes sprak op de berg Sinai. Dit hoofdstuk gaat speciaal over de Levieten. Zij zijn de uitverkorenen. Sinai heeft verschillende Egyptische wortels, waaronder ook s'n, de opname, de opstanding, borst, en swn, wegvagen. Sn, snn, snny, strijdwagen-strijder, strijdwagen-leger. Sn, snhh, verjonging, vernieuwing. Shn, decoreren, versieren, ontmoeting (tussen goden, zoals Horus Osiris ontmoet, en tussen zielen, zoals een dode in het hiernamaals zijn verwanten ontmoet), verzameling, verzoening. Snw, omsluiting, net. Het net of visnet is ook weer verbonden aan de opname. Sjn, medicijn. Shn is ook een benaming voor Sokar-Ptah-Osiris in het gebied van het vierde en vijfde nachtuur van de Amduat. Hier is de tocht door de woestijn van Sokar tot de grot van Sokar, die boven de poel des vuurs ligt, en waar de verjonging plaatsvindt door de wachter van de mond, waarvan Sokar een beeld is. De poel des vuurs is de adem van Sokar. Sokar is zowel een vogel als een slang, en de vliegende slang. 2Dit waren de namen der zonen van Aäron: de eerstgeborene was Nadab, voorts Abihu, Eleazar en Itamar. Aharon betekent inwijding (har, berg), van het Egyptische harw, aas, en hwrw, roddel, spot, afwijzing. Hry, autoriteit hebben over. Hrw, top, bovenste. Hr, afstand, verte, voorbereiding, Horus. Hwr, rover, Seth de krokodil, als beeld van de exegese. Hr-n, het gezicht, Horus, gericht op bijvoorbeeld Amen (hr-n amen, op het verborgene). Hr, baarmoeder, wording, vallen. Worden en vallen is ook de betekenis van het Hebreeuwse woord Jehovah. Nadab betekent gewillig maken. Itamar betekent kust of eiland van palmen (als beeld van de opname, opstanding). Eleazar is overwinning. Abihu : hij is het luipaard, de gebrandmerkte, de afgezonderde, de poort tot de leegte (baarmoeder). 3Dit waren de namen der zonen van Aäron, de gezalfde priesters, die hij gewijd had om het priesterambt te bekleden. Priester is kohen, en het werkwoord, het dienen als priester, is kahen, wat diepe Egyptische wortels heeft. De Egyptische kn-wortel is het overtreffen, het overwinnen, waarin de vijand, het ego, de nederlaag leidt, en zo tot een offer gebracht wordt. Kn is het gevecht, het toetsen. De vijand, het ego, wordt gedood, en het vet wordt verbrand. Het is een beeld van de vruchtbaarheid, van

beeindigen. Het is de plaats waar de contracten worden gemaakt. Het zijn de stralen van de aten (Aton, opkomende morgenrood, schorpioen (ten) die iets of iemand omarmen, grijpen, overweldigen (kn, knj). Knj, het kind zit op de been van de moeder, priester-juwelen of schortje, dragers, roepen. Kn is ook de scheppergod(in). In het Aramees is het priesterschap khnw, khanu of knt. Knt heeft dezelfde Egyptische betekenis van priesterschap, en van de onderwereldgoden die de zielen testen en tuchtigen, kwaad doen. Het is de vetdamp van het offer wat tot de hemel opstijgt. 4Nadat Nadab en Abihu voor het aangezicht des Heren gestorven waren in de woestijn Sinai, toen zij vreemd vuur vóór de Here brachten – zij hadden geen zonen – bekleedden Eleazar en Itamar het priesterambt tijdens het leven van hun vader Aäron. Het priesterschap gaat verder met Eleazar en Itamar. In het Aramees stierven Nadab en Abihu niet noodzakelijk, maar werden verborgen, afgescheiden. Zij kwamen tot een buitenaardse urim-steen (Orions). In het Hebreeuws hongerde deze buitenaardse toetssteen hen uit. Het Hebreeuws beschrijft het als een buitenaardse vrouw (zuwr), waardoor zij werden verleid of overweldigd. In Numeri 3:1, in de Egyptische wortels, een belangrijk Sokar vers, wordt er een diepe en grote vuurput geopend. De oorlogs-amazone, wat de oerterm is voor oorlogs-engel of oorlogsgodin, kwam om vanaf Numeri 2:24 weer verdere leiding te geven in het herleiden van de HebreeuwsAramese grondtekst tot de Egyptische wortels, wat een belangrijk werk is, anders blijft alles vastzitten. Grote putten moeten er geopend worden. Het mysterie van Sokar is belangrijk want het stuwt het verborgen vuur van de verjonging omhoog. De berg Sinai waar God tot Mozes sprak is in de Egyptologie het Sokar gebied van het vierde en vijfde nachtuur van de Amduat. Er is in deze Israel-Egypte link een belangrijk kanaal terug tot de eeuwige jeugd, door de wachter van de mond, die beiden beelden zijn van Sokar. De grot van Sokar ligt namelijk boven de poel des vuurs. Het vuur van de verjonging schiet omhoog door de mond van Sokar om de vijanden te kunnen verteren, te vernietigen en van zich af te houden. Dit vuur is geen echt vuur, maar metaforisch, geestelijk. Hoofdstuk 26. Sin for a Season Vanochtend werd ik wakker met een lied in mijn hoofd, "Zonde voor een Seizoen", uit de 90-er jaren. Ik moest direct denken aan hoe het er vroeger aantoe ging. Ik werd door engelen de bibliotheek ingezonden en kwam er al snel achter dat de kerken logen, en brak zo met de kerk, en nam een groep mensen met me mee, en we hadden onze eigen "kerk" in meerdere of mindere mate, als een grote exodus. Ik predikte niet de boodschap van lang leve de lol, en dat we nu maar aan konden rotzooien. Neen. In tegendeel. Ik liet zien hoe de kerk en het christendom in diepe zonde en huichelarij leefden. Als je van het geestelijke houdt, dan is er voor zonde geen plaats, maar ik kan me herinneren dat sommigen daar niets van wilden weten. Ze namen het niet zo nauw met de zonde. Natuurlijk ging het niet om wat de kerk zei dat zonde was, maar zonde bestaat en is een gevaar, zoals ook koolmonoxide een gevaar is, met name de zonde van de kerk, maar ook buiten de kerk

liggen er veel valstrikken van zonden. Daarom was het belangrijk dat de geestelijke zintuigen open zouden gaan opdat je het zou zien, de gevaren, de "demonen", oftewel de bedreigende parasieten, de roofdieren die het op je ziel hebben gemunt. Dit is een groot mysterie waar de mensheid niet of nauwelijks van afweet, en ik begon dit te onderwijzen, omdat ikzelf dag en nacht in dromen hierover werd onderwezen, zeer diepgaand. Mensen om me heen hebben de wonderen en tekenen gezien, de bewijzen. Ik heb zelfs eens iemand naar het toilet moeten nemen en gezegd : "Je hebt wat zwart spul in je wat je uit moet spugen." De persoon begon te spugen, en na een tijdje kwam inderdaad het zwarte spul eruit. Die persoon had ook een slechte pink aangetast door een ongeluk, die ook genezen werd. Als ik soms langsliep konden mensen niet op hun benen blijven staan vanwege de hemelse krachten om me heen. Ik kan daar wel uren over doorpraten, maar wat ik daarmee wil zeggen is : Toch waren er dan nog mensen die het niet nauw waren met de zonde. De één noemde me een heilige, en de liefde zelf, en de ander zei : "Ja, hij kan niet tegen zonde. Hij kan niet tegen mijn zonde." Is dat dan de bedoeling dat we tegen zonde kunnen ? Zonde is levensbedreigend, en die persoon die dat zei vond dat ik dat allemaal maar heel normaal moest vinden, alsof het maar een kleinigheid was, terwijl ik al in visioenen kon zien waar het op uit zou lopen. Sommige mensen vonden het ook niet fijn als ik over demonen praatte, terwijl ze de wonderen vlak voor hun ogen zagen gebeuren. Dit waren zelfs mensen waardoor de demonen gewoon spraken, en soms kon ik ze niet eens bevrijden omdat ze hun zonden niet wilden loslaten. De demonen spraken letterlijk door hen heen, en een paar dagen erna deden ze alsof er niets was gebeurd, en zeiden ze gewoon dat ze de demonen niet zelf zagen, dus konden er ook geen demonen zijn. Zo werden er spelletjes met mij gespeeld en met het spirituele. Sommigen wilden wel van hun demonen verlost worden, die ze zelfs in zich hoorden gillen, maar ik kon ze niet helpen, omdat ze hun zonden dus niet wilden loslaten. Er zijn allerlei technische wetten voor. Gelukkig kon ik een heleboel mensen die weer wel los van hun zonden willen komen wel bevrijden. In de Jezus mythes komen deze dualiteiten ook voor. Vandaar dat ik in de Jezus mythes altijd veel herkenning vond, maar de manier waarop Jezus in de kerk werd gepredikt was gewoon te ver doorgeslagen. En kijk maar eens naar de Mozes mythe, waar dit hele verhaal ook terugkomt. Mozes had het volk bevrijd, maar ze begonnen te klagen en wilden hun zonden niet loslaten, "de vleespotten van Egypte". Ze wilden niet in de natuur leven bij de gnosis. Ze verlangden weer terug naar de slavernij in de stad. Ook in die mythe vind ik veel herkenning. De kerk in de stad is het beeld van de zonde, en daar moet de mens van loskomen. Daarom is er de boodschap "Gaat uit van haar, opdat gij niet met haar verwoest worde". Dit is een hele ernstige boodschap. Het kerkelijke, christelijke instituut is een diepe zonde op zichzelf, ook bedreven door hen die er al uit weg zijn gegaan maar het nog steeds in hun hart dragen. Het kan zich manifesteren op allerlei manieren en het is een meester in camouflage. Mensen worden dan zenuwachtig van het alarm dat hun levens kan redden, en dan moet het alarm het ontgelden. Het wordt stukgegooid of van weggerend. De bijbel (en de kerk als bijbelverkondiger) is vol met zonde, zoals slavernij, mensenoffers, dierenoffers, rassenhaat, massa moord, verkrachting, vrouwenhaat, en ga zo maar door. Dit staat vooral overduidelijk in de westerse bijbels, terwijl de oorspronkelijke oosterse bijbels vaak anders in elkaar zitten, meer metaforisch, en vaak staat er gewoon iets heel anders wat door het westen dus heel eenzijdig is vertaald. Maar dit is dus de zonde. Mensen willen hun geestelijke leven hiervoor opgeven, door een seizoen te leven in de zonde van de kerk. De zonde van de kerk verkoopt goed. Zonde kijkt altijd naar kerkgroei statistieken, want dan brengt

het meer geld in het laatje en dat is voor hen de waarheid, maar dat zijn drogredenen en geen argumenten. Minder is meer is de tegengestelde geestelijke stelling, oftewel "niet het vele is goed, maar het goede is veel." De mens moet dus tot bekering komen van de kerkelijke zonde, en ook de bijbelse zonde. Het is zo slecht als roken en een huis vol koolmonoxide. Het is dodelijk. Ik vergelijk het wel eens met Nigeriaanse liefdes-scams. Je wordt bedonderd waar je bijstaat. Hun god houdt zielsveel van je, maar als je die liefde niet beantwoord, dan zal hij je voor eeuwig martelen. Het is geen ware liefde. Ze willen alleen je geld. Zonde voor een seizoen, want de christelijke kerk zal niet voor altijd bestaan. Het is een zinkend schip, want er zit geen waarheid in. Er zijn grote lekken in het schip, en de passagiers willen het niet zien. Zonde voor een seizoen. Waar doen ze het voor ? De verhalen worden verkeerd voorgesteld. De Egyptische wortels van dit alles, die verlichting kunnen geven, diepere verklaring, worden achtergehouden. Daarom is zelfs de Hebreeuws-Aramese versie nog niet genoeg om te kunnen ontsnappen, maar moeten we nog dieper gaan in de Egyptische wortels ervan, oftewel de IsraelEgypte link. Gelukkig is de Egypte code altijd gebleven. Het moet alleen nog gedecodeerd worden. Dat zal de komende tijd verder gebeuren. We zijn al ver, maar er zullen nieuwe poorten geopend moeten worden. We zullen komen tot de stoffen die we nodig hebben om los te komen van de bedreigingen van het kerkelijke bestaan. Zonde voor een seizoen ? Kerkelijke drugs ? Er is een veel beter leven. Bekering van het moderne westelijke pseudo-christendom is een must. Nu, waar ik over spreek is allang geleden. Er haakten mensen af en anderen kwamen erbij, zodat de vriendenkringen gingen wisselen. Het mes sneed diep want het waren soms mensen die heel dichtbij me stonden. En dan krijg je van te voren al te horen in dromen dat er verraders zijn, en dan lopen de koude rillingen door je heen. Soms kreeg ik het haarfijn voorgeschilderd wat er zou gebeuren, en zo gebeurde het ook. En dan nu, vandaag de dag, komen er soms mensen van die tijd naar me toe die zijn overleden, in dromen. Een tijd terug kwam er zo iemand waarvan ik niet wist dat hij was overleden. Hij kwam in een droom en vroeg mij om hulp, omdat hij gezien had dat die demonen echt waren en ze waren op jacht naar hem. Ik heb hem toen binnengenomen en hem geholpen. Toen ik wakker werd checkte ik het op internet en hij bleek inderdaad een paar jaar daarvoor te zijn overleden. Zulke dingen gebeuren wel vaker. Ik wordt ook door hele bekenden bezocht. Allemaal komen ze tot dezelfde conclusie : Het is belangrijk werk wat we doen. De gevaren zijn reëel. Dat wil niet zeggen dat elke ziel die sterft direct aan onze kant staat. Neen. Vaak gaat de misdaad dan gewoon door in het hiernamaals. Soms komen ze er pas veel later van terug, en anderen nog steeds niet. Er zijn grote oorlogen in het hiernamaals gaande. Hoofdstuk 27. Moeder Orion Moeder Orion : "Ja, ontwaak." En dit zegt zij ook in haar eigen ontwaking. Zij is de diepe natuur achter alle dingen, dat wat helemaal terugleid tot de Egyptische hieroglyphen en verder tot de buitenaardse Orionse hieroglyphen. "Ja, ontwaak," zegt ze met een slaperige stem, omdat zij ook wakker wordt. We leven in een spiegelrealiteit die parallel loopt aan Orion, maar wij mogen ontwaken in Orion, dat wat achter alle dingen is. Door Orion's baarmoeder kwamen we op aarde, als in haar onderwereld, vol met raadselen. Als we goed kijken kunnen we hierin de Orionse hieroglyphen zien, van de diepe natuur. Dit is een kolkende natuur, terwijl alles op aarde is verdicht, vastgelopen. De Orionse natuur is overal om de mens heen, als de mens daar oog voor heeft. De

aarde zelf is een nachtmerrie. "Ja, ontwaak." Ontwaken is een proces, maar val niet weer in slaap. Probeer niet "meer" te worden, want dan wordt je misleid, maar wordt "minder", opdat je het pure aanwakkert. Hoofdstuk 28. Numeri 3 5De Here nu sprak tot Mozes: In het Nederlands en Duits is Yehovah vertaalt tot de hr-wortel (Here, Herr, hr), wat alreeds een Egyptische wortel is. Mozes. hij die uit het water komt, komt van het Egyptische msh, krokodil die dezelfde betekenis heeft. De krokodil is een beeld van de verzoenende exegese, zoals Mozes de link tussen Israel en Egypte voorstelde. 6Laat de stam Levi aantreden en stel hem voor het aangezicht van de priester Aäron, opdat zij hem dienen, Aharon betekent inwijding (har, berg), van het Egyptische harw, aas, en hwrw, roddel, spot, afwijzing. Hry, autoriteit hebben over. Hrw, top, bovenste. Hr, afstand, verte, voorbereiding, Horus. Hwr, rover, Seth de krokodil, als beeld van de exegese. Hr-n, het gezicht, Horus, gericht op bijvoorbeeld Amen (hr-n amen, op het verborgene). Hr, baarmoeder, wording, vallen. Worden en vallen is ook de betekenis van het Hebreeuwse woord Jehovah. Aharon is een beeld van God, van hr. De stam Levi moest Aharon, hr, dienen. 7en zij zullen hun taak vervullen te zijnen behoeve en ten behoeve van de gehele vergadering vóór de tent der samenkomst, door de dienst bij de tabernakel te verrichten; Het doen is de bd-wortel in het Hebreeuws, wat zowel de abad is, de heilige slaaf tot God, de dienstknecht, of de bada stam (Orions). Bada staat voor : verdonkeren – verborgenheid – verzameling. Zoals de Koran vermeldt dat er alleen verzoening is in de nachten van het vasten (2:187). De Leviet gaat zo de duisternis in om door haar geinitieerd te worden. In het Sanskrit is dit baddha, bada : de test tot de opname en de heilige gebondenheid, wat verbonden is aan het werk van de valkyries in de Germaanse mythologie. Dit is wat de daadwerkelijke opname is. De Levieten zijn dus een beeld van hen die op het strijdveld hard aan hun ego zijn gestorven. Zij zijn zo de opgenomenen. Het is een inwijding in de bada stam. Egyptische wortels : ba-t, bd, huis (bait), tombe, wat in het Hebreeuws bayith is, huis, gevangenis. Het Egyptische ba-t, bd, betekent ook grond, aarde, grot. Baiti, bd, is het koningschap van Noord-Egypte (rode kroon van klaagliederen), ook Bati, wat een vorm van Osiris is, en een titel van twee vrouwelijke priesters. Bata, Bathah, Bada, is een Egyptische godin van de oorlog en de jacht. Baa-t, bd, betekent aanbidding. De behut-t, bt, bd, is een troon met treden, en de vuilverwerkende kever, de wedergeboorte van de morgen, het morgenrood (behut-ti). Hier komt ook het Engels woord 'beauty' vandaan. Bada is dus het mysterie van de vuilverwerkende moeder aarde. De betu, bd, is een heilig tablet, een heilige steen. In bet, bd, werd Osiris gevormd, in Denderah. Het is ook een gouden troon met treden (vgl. Salomo's troon). Bt, bd, verstoting, verbanning. Bta, bt, bd, zonde. De batyt, btt, bt, bd, is een priester van Hathor,

oftewel van Hiti-hr, de godin van de Hiti stam. Hiertoe werden de Levieten ingewijd (hr, har, is ook een woord voor inwijding). De bt, bd, is ook een symbool en naam van Hathor (Hiti-hr, godin van Hiti). De b op zich is de voet-hieroglyph, en de b, ba, is de ziel en de luipaard. De luipaard is ook de ab. In het Egyptisch worden woorden voor hetzelfde vaak op verschillende manieren geschreven. De luipaard, als de gebrandmerkte, is zo een beeld van de diepere ziel. Ba betekent ook dienen en dienstbaar maken. Ba betekent ook het openhakken van de aarde, als de aarde ziel, de afdalende, of afgedaalde, ziel. Bahjt, bt, bd, als het fallus-schort, als een beeld van de fallus die de duistere aarde, de vagina, ingaat, om dienst te doen, zoals ook Ruben tot Bilha kwam om dienst te doen. Bad is de mirre. Bjtjt, btt, bt, bd, koningin (Hathor (Hiti-hr), Isis, Buto (Wadjet). Bjt, bt, bd, naam van de rode kroon van Noord-Egypte, ook als godin gepersonificeerd. Bwt, bt, bd, vis. Bhdtj, bijnaam van Horus, hr bhdtj, bdt, bd. Met extra t : bijnaam van Hathor. Verbonden aan de stad Edfu (df, davidische wortels) in het Zuiden van Egypte. Bt, bd, meerdelige vorm van Osiris, die bestaat uit zand, gerst en mirre. Bta, bd, vervuild. Bd, wassen. De ba of b ziel, de hieroglyph van de voet, wijst op de diepte, namelijk op het zijn (ba), bezetenheid. In het Westen ligt de Egypte code diep. Denk aan het Engelse "bad", slecht, het Nederlandse "boete", "bot", "bed", "bad", met soortgelijke betekenissen. 8zij zullen zorg dragen voor al het gerei van de tent der samenkomst, en hun taak vervullen ten behoeve van de Israëlieten door de dienst bij de tabernakel te verrichten. Keliy, kèlè, gerei, kan ook vissersgerei (als beeld van de opname) betekenen in het Hebreeuws. In de wortels, kala, betekent dit compleet maken, voleindigen, wat dan in het Grieks kalo, kali, werd, het goede. 9Gij zult de Levieten schenken aan Aäron en zijn zonen; uit de Israëlieten zullen dezen hem onvoorwaardelijk geschonken zijn. Let wel : De Levieten werden gegeven aan Aharon, de god(in) Hr. 10Maar aan Aäron en zijn zonen zult gij opdragen hun priesterambt waar te nemen; doch de onbevoegde, die nadert, zal ter dood gebracht worden. Onbevoegde is de buitenaardse vreemde vrouw. Dood, muwth, is metaforisch, en komt van het Egyptische mwt, wat ook de dood betekent, en ook moeder, en de wachter van de tong, als het teruggaan naar de moeder. Mht(y) is het Noorden, wat symbolisch is voor het verborgene, het sieraad, waartoe de inwijding is. 11En de Here sprak tot Mozes: Hr richt zich tot Mozes, de krokodil (msh, Egyptisch), de verborgen exegese, oftewel de Amen, Amun, de hemelse opslagplaats. 12Zie, Ik zelf neem uit de Israëlieten de Levieten in plaats van alle eerstgeborenen der Israëlieten, die het eerst uit de moederschoot voortkomen, opdat de Levieten mijn eigendom zijn, In het Aramees zijn de Levieten "de getrouwden met God". Zij zijn genomen op het strijdveld, waar ze hard aan hun ego stierven. Dit is weer een vers over de opname, wat terugkomt in het Valkyrische mysterie. Dit is "sab" in het Samaritaans Aramees, weer terugwijzend naar het Egyptische "sebek", de krokodil van de diepe etymologische exegese, waarin het ego afsterft, en waar het geestelijke Woord geopenbaard wordt, als de verzoenende exegese. Voortkomen betekent

ook verklaren in het Aramees. 13want alle eerstgeborenen zijn mijn eigendom. Ten dage, dat Ik alle eerstgeborenen in het land Egypte sloeg, heiligde Ik Mij alle eerstgeborenen in Israël, zowel van mens als van dier; zij zijn mijn eigendom; Ik ben de Here. Dit is in het Hebreeuws een dualistisch vers, want de eerstgeborenen werden ook door God aanbevolen (naka). De Levieten worden hier gelijkgesteld aan de eerstgeborenen van Egypte. In het Hebreeuws werden de eerstgeborenen van Egypte door God genomen, en zij werden ingelijfd in de stam van Levi, zoals ook de Leviet Mozes een Egyptenaar was. De westerse vertalingen vertalen het vaak als God die de eerstgeborenen van Egypte sloeg, doodde, maar dit doet geen recht aan het Hebreeuws. Het is zeer eenzijdig vertaald, omdat naka hier ook aanbevelen kan betekenen en opnemen in de stam voor opvoeding. Esoterisch gezien moesten de eerstgeborenen van Egypte wel aan hun ego sterven. Ook is het belangrijk op te merken dat "eerstgeborenen" in het Hebreeuws metaforisch ook de leidinggevenden betekent. Die werden geapplaudiseerd in het Hebreeuws, vereerd, aanbeden. Israel nam hier de godinnen van Egypte over. Levi is de kroon, dus zij namen alles wat koninklijk was in Egypte over. Er ontstonden dus nieuwe hiërarchieën doordat het volk Levi samensmolt met de "eerstgeborenen", de leidinggevenden van Egypte, oftewel met Hiti, wat het Orionse Egypte is. Hiti is de sleutel tot het ondergrondse Orionse Oan paradijs, het paradijs van de slaap, waartoe in het verre Westen van Orion, in het Jael gebied van de Erk wildernis, er een vurige tunnel is. Het Oan paradijs loopt ondergronds helemaal door tot het Witi gebied van de vergetelheid, wat ook een naam is voor het Orionse Afrika. Het Orionse Afrika ligt ook erboven. 14En de Here sprak tot Mozes in de woestijn Sinai: Mozes, msh, de krokodil in het Egyptisch, wat dan een beeld is van Sebek, de opname, door de verzoenende exegese. Er kwam een link tussen Levi en Egypte, en dat begon al met Mozes. De Sinai is de berg van Sokar, waaronder de poel des vuurs ligt in de Egyptologie, waarin het ego sterft, zodat de opname kan plaatsvinden. 15Tel de Levieten naar hun families en geslachten; allen die van het mannelijk geslacht zijn, van één maand oud en daarboven, die zult gij tellen. Tellen is in het Hebreeuws ook kastijden, pkd, van het Egyptische pgd (pega-t, peg), wat doorgang betekent en ravijn, leegte, van pega, het openen van een boekrol. Hier wordt dus ook het bijgevoegde volk van Egypte in de Levi stam geteld. In het Egyptisch kunnen woorden van voren naar achteren of van achteren naar voren worden geschreven, zoals bijvoorbeeld het woord ab kan ook weer als ba geschreven worden, wat ziel betekent, of luipaard, de afdalende of ingewijde ziel, wat ook hier in het Hebreeuws wordt gebruikt. Maand betekent vernieuwing in het Hebreeuws, zij die vernieuwd, ingewijd, zijn. In het Hebreeuws gaat het om "zij die herinneren", zakar. 16Toen telde Mozes hen naar het bevel des Heren, zoals geboden was. Mozes, de msh, krokodil (Egyptisch) deed dit door de peh, bron, put (Hebreeuws), door een rivier (Aramees). 17Dit nu waren de namen der zonen van Levi: Gerson, Kehat en Merari. Gerson betekent de afzondering, terwijl Kehat de verzoening betekent en Merari is mirre. Mozes kwam voort vanuit de Kehat geslachtslijn. 18Dit waren de namen der zonen van Gerson naar hun geslachten: Libni en Simi.

Libni betekent reinigen (witmaken), en Simi betekent horen en gehoorzamen. 19De zonen van Kehat naar hun geslachten waren Amram, Jishar, Chebron en Uzziël. Amram, de stam (am) van ruwm, rm, de opname, de vissersgodin. Mozes kwam voort uit Amram. In het Aramees is de rm de hoogte, de heuvel, verbonden aan Rimmon, de Syrische god van de donder, storm en regen, van Damascus (vgl. Damascus ervaring van Paulus), ook genoemd Had, Hadad, HT, de god van het bloed-orakel, oftewel van het ontvangen van het profetische woord door het doodbloeden van het ego. Rm is een Egyptische vissersgod(in), en betekent ook de opname, tot een hoger niveau komen. Rm-ra, of ra-rm, als een Egyptische vorm van yah-rm (Jeremia), is ook een vorm van de krokodillengod Sebek, een Egyptische watergod. Jishar betekent openbaring. 20En de zonen van Merari naar hun geslachten waren Machli en Musi. Dit zijn de geslachten der Levieten naar hun families. Machli betekent in de wortels versieren met zachtheid en zoetheid (chalah). Musi betekent gevoeligheid. 21Tot Gerson behoorde het geslacht der Libnieten en dat der Simieten; dit waren de geslachten der Gersonieten. De Gersonieten waren degenen die over het transport van de voorhangsels en tentbedekkingen waren gesteld. In die zin hadden zij een poort-functie. In Jozua 21 krijgen de Gersonieten dertien steden en hun weidegronden. Ook het Egyptische Gersi betekent poortwachter, en qeri-a. Het Egyptische woord karsa (garsa, grs) staat voor het touwwerk en de tentbedekkingen, waarvan het Hebreeuwse woord Gerson kwam, en waardoor Gerson hierover was aangesteld. Gerson was ook aangesteld over het mandenweefwerk, wat dezelfde betekenis is als de Egyptische wortel khari, gari, de wever van manden. Ook betekent dit het afdalen. Gerson betekent afzondering, ook van de Egyptische ger (kher) wortel met dezelfde betekenis. Kheri-a is een Egyptische wortel voor tol en belasting, waar de Gersonieten zich mee bezig hielden. Zij waren de stam van de ingangen. De grawortel is ook verbonden aan melk, en de grh wortel is de naam van een oergodin. 22Hun getelden, overeenkomstig het aantal van allen die van het mannelijk geslacht waren, van één maand oud en daarboven, waren zevenduizend vijfhonderd. Zeven is het getal van de compleetheid, de afronding en de voleindiging, terwijl acht het getal is van de eeuwigheid en de oneindigheid als een symbool daarvan. 23De geslachten der Gersonieten legerden zich achter de tabernakel aan de westzijde. Ook Egyptenaren waren dus in deze stam. Hebreeuws : Zij gingen bij de zee, rivier (yam) wonen, aan de westzijde. 24En het familiehoofd der Gersonieten was Eljasaf, de zoon van Laël. Eljasaf betekent verandering, groei. Lael betekent voorhangsel. 25De Gersonieten nu hadden bij de tent der samenkomst, zowel tabernakel als tent, de zorg voor de dakbedekking, het voorhangsel voor de ingang van de tent der samenkomst, Ook in het Aramees gaat het om "markt prijzen" bij de ingang, wat natuurlijk geestelijk is, dat de

mens moet voldoen aan de condities, zoals dat ook bij de Egyptische Kheri-a (kr, gr) wortel van Gerson is. In het Aramees is dit de tra, de ingang en de marktprijs. In het Hebreeuws is de tentbedekking ook de overweldiging. De ingang in het Hebreeuws is in de wortels de inscripties. 26de gordijnen van de voorhof en het voorhangsel voor de ingang van de voorhof, die rondom de tabernakel en het altaar was, en de daarbij behorende touwen, naar alles wat daaraan te doen was. De gordijnen zijn in het Hebreeuws de slierten, maar ook de inscripties. Ook in het Aramees (glg) gaat het hier om touwen, slierten. Het voorhangsel is metaforisch in het Aramees. Het is het bereiken van een doel. Ook is het een hoofdstuk in literaire zin. Gerson droeg zorg voor de touwen van de tabernakel, zoals de Egyptische karsa, garsa, grs, wortel, wat touwwerk betekent. In het Hebreeuws is het touw het overblijfsel. 27Tot Kehat behoorde het geslacht der Amramieten, dat der Jisharieten, dat der Chebronieten en dat der Uzziëlieten; dit waren de geslachten der Kehatieten. Dit is de geslachtslijn van Mozes en daarom belangrijk. Het komt van de Egyptische kat-wortel, wat hoogte betekent, en kayt, kt, betekent hoge grond, hoge troon, zoals Mozes ook een Egyptische prins was. De kat, kt, wortel van Kehat betekent ook vreemde, buitenaardse, vijanden of tegenstanders, wat de buitenaardse (Orionse) natuur laat zien van de Mozes mythe. Kd, kt, betekent vormen, bouwen, natuur, het ontwikkelen van de natuur, het cirkelen, de slaap. De Kehat geslachtslijn droeg de Orionse slaap-drugs. De kt-wortel betekent ook vagina (vergelijk het Nederlanse schuttingwoord "kut".) Het betekent werk en constructie, en roep (kit, k't). Ktt, kt, betekent ook meisje. De Egyptische wortels van de Kehat geslachstlijn waaruit Mozes voortkwam waren dus vrouwelijk. Zij moesten de mens in een slaap brengen (kd, kdd, kt, slaap, en gth, kht, moe zijn.) De Kehatieten waren aangesteld over de ark, de tafel, het gerei, dieper in de tabernakel. De Egyptische khe-t wortel betekent leren, literatuur, boeken over de eeuwigheid, oftewel de voleindiging. Het is ook een woord voor rijkdom, bezittingen, dingen, het bestaan. Khet was de god(in) van de dingen die bestaan. Khe-ti was een vuurspuwende slang in de onderwereld. De Khata, kht, wortel betekent de boerderijen en boerderij-gebieden van de farao. Khaut, kht, is een naam voor de goddelijke doden. De Khaitiu, kht, zijn de goden die de vijanden van Ra en Osiris slachten. Khau-t, khai-t, kht, is het altaar en de offertafel, waarover de Kehatieten waren aangesteld. Khata, kht, is de twee helften van de hemel. Ook is het tuingebied, wildernisgebied (khait), en een plaats van bescherming (khatha), wat ook weer terugkomt in de Mozes mythe. Khat-ta is de manifestatie, het schijnen met kronen. Khaut, de opstanding en verschijning van een god of koning, het oprijzen op de troon, de koninklijke sieraden, halskettingen, en kroon-onderdelen (khait). Khat, inscripties. Het leidt helemaal door tot de slinger, khait (van David). De Khet, kht, waren de treden van de oordeelstroon van Osiris. Khetaa was de grote troon waarop Osiris zat. De Kheti waren de inscripties op de muren. Kha-t, tabernakel. Qa-t-a, kht, was één van de twaalf godinnen die de poort van de aarde opende voor Ra. Qaut, kht, vijanden, bevuild volk. Quit, kht, medicijn, zaad. Qtt, kht, onderdeel van een strijdwagen. Ra veranderde in deze vorm op zijn tocht (qt, kht). Het komt er op neer in de Egyptologie dat het een schepper god is als het overgaan van de dimensies. Uit deze bron putte de Mozes mythe. Dit gebeurt door het draaien van de dimensies. Het komt van de wortel "draaien en slapen", als een kronkelende slang. Mozes wijst ook weer op de slang in de woestijn, opdat de mensen konden ontkomen aan het kwaad wat hen bedreigde. Mozes wees op de Egyptische wortels. Dit wordt ook wel de sluwe kunst genoemd in de Egyptische wortels, als een beeld van strategische kennis van de onderwereld.

Kait werd de grote moeder van de goden genoemd, één van de vier elementale godinnen. K-t was een algemeen woord voor moeder en vrouwen, de vagina. Het was ook verbonden aan kahit, terreur en ontzag, als een vruchtbaarheids-principe. Het was een beeld van de baarmoeder van het bestaan. Zij reed op haar strijdwagen om er flink doorheen te hakken om het product klaar te krijgen. De baarmoeder maakte veel gebruik van slachtwapens hiervoor. Dit was het Egyptische beeld van de godin, van Kehat. Zij was de oerschepster van alle dingen. Zij stond aan haar ketel. Zij was een geweldenaar die op haar strijdwagen door de lucht reed, zoals Wodan later bij de Germanen. Alles was door haar onderverdeeld in kooien van restrictie, opdat haar schepping tot stand zou komen. K't is een vreemd volk, een buitenaards volk, waar de bijbel het ook over heeft dat er een vreemd volk zou komen. Het is een deel van de hemel (kht). Het zijn de beelden van Osiris, van de doden, oftewel de herbeleving ervan. 28Hun getelden, overeenkomstig het aantal van allen die van het mannelijk geslacht waren, van één maand oud en daarboven, waren achtduizend zeshonderd: zij hadden de zorg voor het heilige. Acht is het getal van de eeuwigheid, als symbool van de voleindiging. Zij waren aangesteld over het heilige, qodesh, Hebreeuws, waar kd, Egyptisch een wortelwoord voor is. Zo zijn de Kehatieten ook linguistisch verbonden aan de qodesh. 29De geslachten der Kehatieten legerden zich langs de tabernakel aan de zuidzijde. Het Zuiden is een beeld van de heilige honger, het vasten. Zonder het vasten is er geen toegang tot het heiligdom. 30En het familiehoofd van de geslachten der Kehatieten was Elisafan, de zoon van Uzziël. Elisafan betekent verborgen sieraden van restrictie. 31Zij hadden de zorg voor de ark, de tafel, de kandelaar, de altaren, het heilige gerei, waarmede men de dienst verrichtte, het voorhangsel en alles wat daaraan te doen was. De tafel heeft in de Hebreeuwse wortels ook de betekenis van de scheiding, de afzondering, de verstoting. Zo werd de tabernakel zuiver gehouden. De geest van overmoed kan zo dus geen wortel schieten. De ark, de kb in het Aramees, heeft dus de Egyptische kb, gb, wortel, van het Gebmysterie, de heilige verlamming (gbgb, de dubbele). Dit in verband met de grote verzoendag in Leviticus 16 waarin een bok voor Azazel de woestijn in werd gezonden, als een beeld van het ego wat uitgedreven moet worden. De kandelaar, de menowrah, was een beeld van de urim (nura, Aramees), de toetssteen en het juk, ook verbonden aan de na'ar, het kinderjuk, de kinderdienst, wat ook Samuel onderging. Het laat dus ook de noodzaak tot wedergeboorte en wederopvoeding zien om dieper in de tabernakel te komen. Het voorhangsel heeft in het Hebreeuws ook de functie van de restrictie. Dat is wat de bedekking metaforisch is. Zo komt de mens tot de wedergebondenheid. 32Het opperste hoofd nu der Levieten was Eleazar, de zoon van de priester Aäron, die het opzicht had over hen, die de zorg hadden voor het heilige. Eleazar is de sleutel, het overwinnen van het ego. Dat is in het kort samengevat de Levitische dienst. Overwinnen betekent verdiepen. Doot verdieping kan alles overwonnen worden. Priester is kohen (Hebreeuws) en kahen (Aramees) van het Egyptische Qan, godheden die gebonden waren door de uurgodinnen tot het Woord, als een metafoor van timing. Timing is een metafoor van verbinding. Verbinding is een metafoor van zijn.

33Tot Merari behoorde het geslacht der Machlieten en dat der Musieten; dit waren de geslachten van Merari. Merari draagt zorg voor het fundament van de tabernakel, van mer in het Egyptisch, dood. Het fundament wordt alleen gevestigd door de dood van het ego. Een ander Egyptisch woord voor dood hieraan verbonden was mut, van ammut (ammit, amoet), de grote dood, de verslinder van de harten en de zielen in de oordeelshallen van Moad. Amoet was deels krokodil, deels nijlpaard en deels leeuw. Het Hebreeuwse woord voor dood, muwth, kwam hieruit voort. In het Egyptisch was de dood een gids (mer). Ook was Mer de godin van het achtste uur. De naam van het achtste uur was de godin van de diepte van de nacht, die hen die er doorheen gingen leidde. De dood wordt ook een medicijn genoemd in dit uur. Dit uur gaat in de Amduat over zij die op het zand zijn, een mysterie van Hr, Horus. Zij zijn op het teken van kleding, bedekking, oftewel van restrictie. In de achtste grot van dit uur zijn vier godinnen, waaronder Zij die bedekt, de Donkere, Zij die decoreert, versierd, Zij die verzoent. De naam van de grot is Zij die haar beelden bedekt, omhuld. De duisternis van hen die op het zand zijn wordt dan geopenbaard (verlicht) door het vuur wat in hun mond is. Haar voeten, haar Ba-ziel wordt geopenbaard, oftewel haar diepte. Dit gebeurt in de negende grot, waarin de aarde wordt opengehakt, en in het tiende uur waarin alles verslonden en getransformeerd wordt door het aarde vuur, het vuur van de mond. In het achtste uur van het boek der poorten dragen twaalf goden het touw van de restrictie en de verzoening, wat geboorte geeft aan de mysteriën, de openbaringen. Dit touw is een verslindende slang. Dan begint het touw te branden, en de slang wordt genoemd : sty-hr, hij met het vlammende gezicht. Dan wordt de oer-duisternis en de verborgen ruimte verlicht, geopenbaard. Het brandende touw is ook een beeld van de wedergebondenheid. Een andere Egyptische wortel is mau-her, de spiegel die het gezicht toont, als de weerspiegelingen door de dood, verbonden aan Ma-her, de wachter van het vierde uur van de nacht. Dit gaat over de tocht door de woestijn vna Sokar, wat ook weer terugkomt in de Mozes-mythe. Hier sterft het ego van de mens af, zodat het fundament van de tabernbakel gelegd wordt. Mer is ook een woord voor woestijn. Het Aramese woord voor Heer, Marya, komt hier uit voort, en ook Maria in het NT, de moeder van Jezus. Jezus was "de bedekker" (van zonden, door zijn bloed), als de restrictie. Maria is dus in de Egyptische diepte de godin Mer van het achtste uur, de diepte van de nacht. 34Hun getelden, overeenkomstig het aantal van allen die van het mannelijk geslacht waren, van één maand oud en daarboven, waren zesduizend tweehonderd. Zes is het getal van de dienstbaarheid. Mannelijk, zakar, Hebreeuws, zij die tot verstand zijn gebracht. Maand, chodesh, Hebreeuws, de besnedenen. 35En het familiehoofd der geslachten van Merari was Suriël, de zoon van Abihaïl. Zij legerden zich langs de tabernakel aan de noordzijde. Suriël betekent God is het overweldigende touw. Abihaïl betekent draaiende legers (Hebreeuws, chayil) in de diepte van de ziel (Egyptisch, ab). Het Noorden is het sieraad in het verborgene. 36Aan de Merarieten was opgedragen de zorg voor de planken van de tabernakel, zijn balken, zijn pilaren, zijn voetstukken, al zijn gerei en alles wat daaraan te doen was, In het Hebreeuws zijn zij aangesteld over de gevangenissen, de kooien, en de doorloopgangen van de dodengevangenissen van de onderwereld, wat weer verbonden is aan de Aser-stam. Ook zijn ze gesteld over de fundamenten, de ammuwd, ook weer verbonden aan muwth, de dood (Hebreeuws) en Ammut (Ammit, Amoet, Egyptisch). In het Aramees waren zij ook onderverdeeld over de uren

van de nacht (mtr). Merari is in het Aramees mrry. 37eveneens voor de pilaren van de voorhof rondom, de voetstukken, de pinnen en de touwen daarvan. Het vers begint weer met het ammuwd woord in het Hebreeuws voor de fundamenten. Dit betekent ook volharding. Hoofdstuk 29. Het Orionse Woordenboek Het Samantijnse-Orions is één van de basis-talen van Orion, zoals Engels dat is. Velen spreken het dan ook naast hun eigen moedertaal, omdat het een internationale taal is. Het Samantijnse-Orions is dus als het Orionse Engels-Amerikaans, wat ook deep verscholen ligt onder de fundamenten van het Engels-Amerikaanse wereldrijk op aarde. Samanthia is het Orionse natuur-Engeland in het OrionsEuropese gebied in het Èrk-gebied. Ze gingen de rode zee over het Orions-Amerikaanse gebied in, onder leiding van de kerkvorst Kurka, lang geleden voordat het Vur systeem kwam opzetten. Het liep gelijk op met de Jesus-cultus en de Horus-cultus op aarde, wat steeds patriarchischer werd. De kerkvorst Kurka bracht het nieuwe geloof met het zwaard. Taaf was een christus-horus figuur, een vogel, een specht, als beeld van de inscripties. Elke dag ging Taaf op zijn boot door de onderwereld tot zijn vader Roema, ook een spechtengod. Hij moest hiervoor door zes poorten, de zes delen van de nacht en de dag. Dit waren zes palen, zes werken. Oorspronkelijk had dit een enorme esoterische diepte, maar Kurka maakte het steeds orthodoxer, als een soort Orionse Paulus of Calvijn. Vele natuurvolkeren werden geplunderd en gedwongen het nieuwe geloof te aanvaarden. Het waren boten-aanbidders, want het schip van Taaf zonk, en hij verdronk, waardoor hij tot Roema kwam. Het is een scheepvaart-cultus. Elke nacht weer verdrinkt Taaf, opdat zijn ziel als een specht tot Roema kan komen. Kurka verletterlijkte en vermaterialiseerde het steeds meer om de scheepvaarthandel te ondersteunen en uit te breiden. Het ging hem steeds meer om materieel succes ben steeds minder om de geestelijke boodschap. Hij gebruikte het om militaire macht te krijgen. Vandaar dat het belangrijk is tot de oorspronkelijke boodschap van de specht terug te gaan. Toen de Vur kwam opzetten was het Samantijnse wereldrijk al gevestigd, en ook met de opkomst van de Vur natuursteden bleef het Samantijns een basistaal. De taal is niet zo erg en demonisch als het aardse Engels-Amerikaans, maar het is ook geen volmaakte taal. Het is een brugtaal die verder verfijnd en verdiept moet worden, om zo terug te gaan en samen te smelten met de natuurtalen.

Over het spechtenhuis zegt de tweede bijbel het volgende in de poëtische boeken : "Dreamlights on ... The child could fish all the day ... It's the voice of the woodpecker ... from the woodpecker's house .... so deep in that forest ... so deep and loud ... Like all your memories are washed away ... and you have to catch them again ... At the end of the day ... It starts all over again ... They try to let you feel insecure ... for they could never feel the blessing of pride ... They are barbed wire hearts, they are liars from the beginning, sent out to make you one of them ... They are taletellers from the woodpecker's house ... They knock until your fragile mind opens up ... And then they slowly slide away ... leaving a pipeline for a daily suck .... When you give them your heart, They will let it fall ... And soon you will be one of them .... for you cannot use your heart anymore .... you're a barbed wire heart too ..." Het spechtenhuis is een dualiteit. Ergens in de diepte is een pad, maar er waren verraders in dit huis. Zo is dat ook op aarde geprojecteerd in het christendom. Hier is een korte woordenlijst van het Samantijnse Orions : samantijns orions gods of eso-syncretisme (verzoening door diepte) :

sorded bela hores uteigeros - oordeel teregom - wet tensis - logos (woord), woede, passie, krankzinnigheid (dwaasheid) napru - paradox, dualisme, wenen, traan olix - vergetelheid (lethe, nirvana) strima - menstruatie akti - vruchtbaarheid pro - zon pru - oorlog pripia - duisternis kakijn - zwart luxer - licht samantijn - roze, koninklijkheid rior - groen riorgijn - lucht oktin - jacht lamir - altaar, molochisme rami - honger riorka - aarde riorstri - geel strimi - leed lopo - vriend otugtel - kip kakebis - arend 'k - gnoe irg - waarheid prunikt - bizon lahpe - kennis axis - lam ambri - wijsheid hares - adem leptus - rund skraum - bot nakdata - overwinnaar, openbarende emerekus - water plas - beenmerg zake - skelet il - hij t'k, took, tuk - voet argus - varken vetis - rood archis - blauw trimi - regering ohxis - vis olar - lachen 'd - orakel

chemitetrix - medicijn, paarden vroter - zicht nander - oor kerios - gevoelens heter - smaak vater - reuk vetrix - verstand tra, slavernij fra - wildernis eilon - vuur (van de zon) wurnet - vleugels radak - wapens, wapenrusting vatir - kruis, galg paser - publiek holer - hoofd ew - oog natri - profeet, profetie fri - interpretatie, apostel pokos - magiër, goochelaar steilo - gevechtskunst r'm - jachtskunst kra - tegenstander, vijand, verleider narit - vergif karakas - god nelva - geest tel - hemel, burcht, huis, stad der goden kapel - paleis, kasteel, woning der koningen en hooggeplaatsten polex - paus pater - halfgod nater - touw, slang, orakel plurex - gebouw van justitie, vonnis nax - ziekenhuis, zorghuis, godin van medicijnen r'nu - denken, gedachtes, filosofie oplexar - hond orxis - het slechte, het kwaad (evil) aplatis - sterkte, kracht helev - gevangenis, gebondenheid osophos - school, educatie spegis - les, dier norphus - storm apalate - maan m'bari - leger rotin - krijgsraad ephta - geheime dienst, intelligentie sophorot - priesterschap sotox - priester haras - braam, muziek, lied d'ma - stok sotex - dood soteris - graf sox - zombie sophor - vliegen

sophoros - eenzaamheid, hermiet, wijze, (boeken)klerk spochtor - spin glabax - architectuur, staatshuizen kudure - uilen, steen asher - demoon patrure - pop, programmatie, robot iripil - balans tarapa - helm lolok - golf trisijn - zee badder - bos kal - bliksem mari - donder erfo - regen srerf - lichaam alves - doorzichtigheid metir - steken frodog - straal, ijs nemberis - berg schalp - schip nuteris - voedsel apreter - kikker orphos - slaan trarg - boeken verrenkum - dictator asphinat - totalitarisme verotor - wetenschap alphrin - machines stathalt - doodsvonnis straphil - brug, link mamare - herinnering, geheugen tutore - oorlogsschoeisel giral - de planeet mars viril - olie piris - geweten urap - wil mirris - drank viral - stem diotrix - president gaver - melk nabrid - sneeuw, panter palid - luipaard vakur - visioen lovothul - leeuw rorot - regenboog kr'ml'p - woestijnhut, woning pirs - zalf, schuim, zaad t'l'l - kind l't'l - jongetje m't'l - meisje gr'n - man jotte, jota - baby

vatil - kroon preter - troon pretil - draak, monster, beest, half-mens, wilde nabiru - krokodil narbaritu - nijlpaard narbarito - olifant trotskere - kat trotskeru - tijger tappila - lynx Hoofdstuk 30. Het Orionse Woordenboek II We kunnen tenminste drie tijdperken onderscheiden in het Samantijnisme : I - Het oorspronkelijke oer-samantijnisme, met haar enorm ingewikkelde en esoterische stelsels van veelgodendom. II - Het Kurkaanse samantijnisme, met een streng monotheisme zoals in het christendom, waarin Taaf de zaligmaker is, de enige weg tot Roema, de vader. III - Het Vurische samantijnisme, het samantijnisme van de gnosis In het oer-samantijnisme was Taaf nog veelal vrouwelijk, maar sinds de komst van de kerkvorst Kurka werd Taaf strict mannelijk voorgesteld. Het oer-samantijnisme is een groot onderdeel van de Orionse mythologie. De weelderigheid van het oer-samantijnisme kan vergeleken worden met de weelderigheid van het hindoeisme, maar het komt dus voort uit het Orionse Engeland, een veel exotischer Engeland, en wat de naam Samanthia draagt. De naga's, de slangen die de kennis bewaken in het hindoeïsme, komen ook voor in het oersamantijnisme met als naam : de billa's. Dit zijn slangen, honden, of hyena's. Soms zijn het krokodillen. Verdere samantijnse woorden : pinir - slavendrijvers, kolonisten, groep vrouwengeesten die mannen krankzinnig maken, hoorn, schip lavar - havenplaats katakala - heilige geest nesis - demoon telmin - heersers

kippi - mannen die vrij in de wildernis leven bosoph - paria rophos - brahmaan silaan - boven brahmaan vitra - melk, god Het Samantijns is gebaseerd op het Betelgeusische alfabet, en haar taal en mythologie, en ook gebaseerd op Saturnische en Centraal Orionse religies. De kerkvorst Kurka putte uit Betelgeusische corruptie, zoals de Septus-leer en de Takhot-cultus van het Golar-gebied. De geschiedenis van Golar is fundamenteel voor het christendom. De achtentwintigste monarch, Katar, ontwierp het boek van Ul, wat je kunt vergelijken met het OT. De negenentwintigste monarch, Benzeem, stelde het boek Ifter samen, wat je kunt vergelijken met het NT. De dertigste vorst, Sopatus, voegde deze twee boeken samen tot de Takhot, wat je kunt vergelijken met de bijbel. Als je de Takhot niet aanbad, werd je opgesloten, gemarteld en gedood. De eenendertigste vorst, Siphis, bracht de kinderoffers terug op basis van dit boek. De tweeendertigste vorst, Niphis, bouwde een plaats genaamd de eeuwigdurende hel, op basis van de Takhot, waar je gewoon doorleefde als je er werd ingeworpen, zonder hoop op bevrijding. Deze Orionse hel werd genoemd de Stopher. De drieendertigste vorst genaamd Optus werd de wachter van deze hel, in de zin dat hij bepaalde wie er wel en niet naartoe gingen. Kurka liet zich hierdoor inspireren, en bracht ook de kinderoffers terug. Het boek van Ul en het boek Ifter staan vol met misvertalingen en verdraaiingen van de oudere Betelgeusische paradijs teksten. Wat belangrijk is is tot de nodige sleutels in West Orion te komen, en dan terug te komen tot de diepte van Betelgeuse. De mens moet tot de Betelgeusische verlichting komen. Er is een stenenorakel in de diepte van Orion. Het is het Betelgeusische orakel. stenen : Golak - steen van kinderen Tenau - steen van de halsketenen De eeuwigheids-stenen : de steen van het worstelen met God de steen van het worstelen met het zelf de steen van vrees de steen van leegheid de steen van verlamdheid de steen van het diepste Vuch - de steen van de hel en van haar Tartus - de steen van vernedering en spot Tork - de steen van het huwelijk Schark - de steen van het fokken Golar - de steen van de jacht Zolim - de steen van de scalpering In de Betelgeusische oer-religie wordt de honger aanbeden als een godin, als een beeld van de leegte. Er is geen Betelgeuse verlichting mogelijk zonder de heilige honger. Het is de enige weg tot

de Orion moeder. Hoofdstuk 31. De Esodus De geslachtslijn van Jezus is op sommige punten problematisch, zoals we lezen in het Evangelie van Mattheus. Hij kwam voort vanuit David die Uria vooraan liet zetten in de oorlog, opdat hij zijn vrouw, Batseba kon krijgen, als een soort van vrouwenroof. Toen werd Salomo verwekt, en uit deze lijn is Jezus voortgekomen. Natuurlijk heeft dit hele diepe Egyptische wortels, en komen we uit bij Isis, wat later vermannelijkt werd tot Iesous. Isis was een populaire godin destijds bij de Grieken en Romeinen. Seb (Geb) en Meri Nut waren haar ouders, wat werd tot Jozef en Maria. Geb is de paradijselijke verlamming, de paradijselijke slaap. Geb, de aardgod en Nut, de luchtgodin, waren gescheiden tijdens de dag en kwamen samen in de nacht, zodat duisternis ontstond. Dat het uit Egypte komt wordt ook des te meer duidelijk in Mattheus 2 waarin Jozef en Maria met hun kind moeten vluchten naar Egypte, vanwege de massamoord van kinderen door Herodus. Dit is dus tegengesteld aan de exodus uit Egypte vanwege de massamoord van kinderen door de farao. We spreken hier dus over een esodus, terug naar Egypte. Mattheus 3 gaat over de doop van Jezus, wat het baden van Isis is. Dit is verbonden aan het sterven van het ego, waarvan ook de visvangst symbolisch is. Mattheus 4 gaat over Jezus in de woestijn, over het heilige vasten, de heilige verhongering. Men kan alleen tot Isis komen door het hongeren, het leeg worden, als tegengesteld aan de hebzucht en de overmoed van de stad. Daarom moet de mens de wildernis in. Om zo door alles los te laten te komen tot het diepere Woord. Zoals Jezus werd verzocht door de duivel, zo voerde Isis oorlog tegen de vijand, en overwon de vijand door het Woord. Verder gaat het over Jezus die de discipelen ontmoet bij het meer van Galilea, waar hij ze tot vissers van mensen maakten. Daarna gebeurden er genezingen. De genezingen zijn een beeld van de opname, wat ook weer een onderdeel is van de visvangst, en wat dus behoort tot Isis. Here, hry, hr., was oorspronkelijk een titel van Isis. Hry, hr. betekent meester(es), opper, autoriteit hebben over, zoals de hry ssta de meesteres van de geheimen was, als een bijnaam van Isis (st). Hr. werd al snel tot Horus, als een mannelijke voorloper van Jezus, wat steeds meer ontaarde in de Horus cultus, maar wat dus wel van groot literair en liturgisch belang is om het terug te herleiden tot Isis, zijn moeder. Isis was dus de vrouwelijke voorloper van Jezus, Iesous. In Mattheus 5 gaat Jezus de berg op. De berg is een beeld van de inwijding. Het gaat hier dus om Isis, de inwijder tot de wet, ook verbonden aan het Mozes op de berg verhaal, waar Mozes de wet ontvangt. Mozes is M-Isis, oftewel de wet (ma, Egyptisch) van Isis. De bergrede is dan eigenlijk de bergwet van Isis. Aan het einde van Mattheus vindt de kruisiging van Jezus plaats, waar hij zijn bloed gaf. Oorspronkelijk was dit Isis die haar melk gaf, als een beeld van hoe het ego sterft door het ontvangen van het Woord. De mens wordt opgevoed door het Woord en de wet van Isis. Dit is de wederopvoeding.

Marcus begint direct met de doop van Jezus, oftewel met het baden of vissen van Isis. Het slaat het geboorte verhaal van Jezus over, en is daarmee een veel korter boek dan Mattheus, met 16 hoofdstukken. Mattheus heeft 28 hoofdstukken. Ook de Paulinische brieven handelen over Jezus maar dit gaat dus eigenlijk over Isis. Efeze gaat over het overwinnen van het ego door in Jezus te zijn, oftewel in Isis, als verbonden aan de wijnstok in Johannes 15. Kolosse gaat over de spiegel, als de grote verscheidenheid van Isis, als de regenboog van Isis. Het is de spiegel van openbaring en verzoening. Zoals Paulus vaak een Christus rol aanneemt, zo is Timotheus dan in werkelijkheid de zoon van Isis die door zijn moeder opgevoed wordt. In het zevende nachtuur van de Amduat komt de dode tot de troonzaal van Horus. Horus op de troon die twaalf goden met sterren op hun hoofd toespreekt. Eén van zijn namen is Duaty (David, Thoth), de onderwereld, het Woord. De dai-wortel brengt het ook in verband met een kind die uitreikt naar de moeder borst. Met een M erbij, als in daim, komt dit ook voor, wat dan weer een wortelwoord is van het Hebreeuwse "dam", bloed, en ook van Adam, wat allemaal terugwijst op een kind die terugkeert naar de moederborst, door het trotse ego te laten doodbloeden. Het kind komt alleen terug tot de moederborst door "bloed". Dit heeft dus een enorme Egyptologische diepte. De dai of daim wortel betekent het verzetten tegen het ego, het doorboren. Daim of da-m is de wet (ma, Egyptisch) van David (Duaty, Thoth) wat dus in het Hebreeuws de betekenis van bloed heeft (dam). Hr. is dus verbonden aan Duaty-David, als een bijnaam, en zo ook een bijnaam van Hr. Isis. Een andere bijnaam is de tong is het mes, oftewel het Woord is het mes. Dit Davids-verhaal komt dus terug in de kruisiging van Jezus. Duaty, David, is het afdalen in de onderwereld, wat Jezus deed door het kruis. Isis voerde oorlog tegen de vijand, en gaf haar kind melk. In die zin zijn de Paulinische brieven dus erg Davidisch om de troon van Isis te openbaren. Jeremia is dan een beeld van de rode kroon van de klaagliederen, die Isis draagt. Zowel Jeremia als Jozef werden in gevangenschap gebracht. Zij weten wat de rode kroon van mirre is, van klaagliederen. Hun gevangenschap wees op de baarmoeder. Ook Osiris ging in gevangenschap. Hij was de vader van Horus, van Hr. Het NT gaat meer over het lijden van de zoon. De gevangenschap van Jozef is de baarmoeder van Isis. Jozef werd koning door deze ervaring, zoals ook Osiris koning werd. Voor Isis is dit fundamenteel. Toen Osiris opgesloten werd werd hij in wezen opgesloten in Geb, de aarde, zijn vader of zijn moeder. Restrictie is nodig willen we geleid worden. Restrictie toont het pad. Jozef had ook dromen dat de zon, de maan en de sterren voor hem zouden buigen. Toen hij een Egyptenaar werd door zijn gevangenschap gebeurde dit ook daadwerkelijk. Osiris is de ware god van het OT, en Horus is de god van het NT, en zij zijn dus beiden titels van Isis. Aser is de Egyptische naam voor Osiris (Grieks), sr, wat terugkomt in Sara, sr, de aartsmoeder. Het gaat erom de verschillende vormen van Isis terug te herkennen in het OT en NT. Hoe is dit beeld precies gestolen, en wat hebben ze ervan gemaakt. Dit is waar de Esodus over gaat.

Hoofdstuk 32. De Verzoening door Jezus in de Egyptische Wortels Isis was degene in de Egyptologie die de lammen liet lopen en de blinden ziende maakte, wat later werd toegeschreven aan Iesous, Jezus. Horus werd verblind door Seth, en Thoth genas zijn ogen door zijn speeksel. Dit komt ook weer terug in het verhaal van Jezus die de blinde genas. Dit komt dus uit het Egyptische Dodenboek. Efeze 2 14Want Hij is onze vrede, die de twee één heeft gemaakt en de tussenmuur, die scheiding maakte, de vijandschap, weggebroken heeft, 15doordat Hij in zijn vlees de wet der geboden, in inzettingen bestaande, buiten werking gesteld heeft, om in Zichzelf, vrede makende, de twee tot één nieuwe mens te scheppen, 16en de twee, tot één lichaam verbonden, weder met God te verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap gedood heeft. 17En bij zijn komst heeft Hij vrede verkondigd aan u, die veraf waart, en vrede aan hen, die dichtbij waren; Dit gaat over het verzoeningswerk van Jezus wiens gebroken lichaam, de kerk, weer verzoend wordt, wat ook weer verwijst naar de verloren stammen van Israël die verzoend zullen worden. Dit is oorspronkelijk een Egyptische mythe over het verscheurde lichaam van Osiris in veertien delen, veertien stammen, die later door Isis, met hulp van Sebek, werden opgevist uit de zee en werden samengevoegd, verzoend. Het was één van de belangrijkste mythes van de Egyptenaren en nu is het één van de belangrijkste mythes van het christendom. In de diepte gaat dit om de verzoening van de diversiteit, de eenheid in verscheidenheid. Het gaat om de verzoening van de religies en de culturen. Dit stond bekend als de opstanding en ontwaking van Osiris. Dit gebeurde dus door Isis, zijn vrouw. Beiden waren voorlopers van Jezus bij de Egyptenaren. Hierop is dus ook de visserscultus van de christenen op gebaseerd. Horus was de wreker van de dood van zijn vader, Osiris, en had een gevecht met Set (satan), of Typhon in het Grieks, de monsterlijke reuzenslang. In dit gevecht werd Horus dus verblind (zie Simson) en zijn armen werden afgekapt. In dit gevecht veranderde SetTyphon soms in een zwart varken. Ook Horus' lichaam moest verzoend worden door de lichaamsdelen uit de zee te vissen. Isis viste ze op met de hulp van Sebek die ze vond. Vandaar dat Sebek, de krokodil, van wezenlijk belang is in de verzoening van het lichaam. Er waren verschillende Horusen. De Horus die zijn ogen verloor was de hemelse Horus, de eeuwige overwinnaar van Set, het kwaad, en de Horus die zijn handen en armen verloor was de zoon van Isis. Set werd niet als de christelijke satan behandelt, als het ultieme kwaad, maar meer als een dualiteit, want Set is ook een god aan de zijde van Ra. Het was dus meer een soort theaterspel met diepere waarheden. Set moest dit spelen, zoals ook de gnostische Judas, als een beeld van het toetsen en beproeven. In het Judaïsme gebeurde dit ook gewoon door de engelen van God die daartoe waren uitgezonden, en één van hen was satan. Vandaar dat het Judaïsme een vorm van satanisme is, maar dan in oorspronkelijke positieve zin. Ook God veranderde in satan in het boek Numeri, omdat het een neutraal woord is. In het Grieks kan een demoon ook goed en slecht zijn. Thoth was degene die het gevecht tussen Horus en Set ten einde bracht door de ogen van Horus te genezen met zijn speeksel. In de diepte gaat het erom dat Horus door Thoth, het Woord, de ibis, tot inzicht kwam, tot diepere openbaring over wat er gaande was. Verbonden hieraan is de mythe van Set als de reuzenslang Apep, apopi, die tegen Ra strijdt. In de Coptische bijbel (Grieks-Egyptisch) wordt apep genoemd in Genesis 6:4 over de nephilim - De reuzen, apopi, waren in die dagen op de aarde, en ook daarna, toen de zonen Gods tot de dochters der mensen kwamen, en zij hun kinderen baarden; dit zijn de geweldigen, apopi, uit de

voortijd, mannen van naam. De krokodil is een beeld van de verzoenende exegese in de diepte, als een beeld van het werk van Isis. Ook één van de vormen van Apep is een oer-krokodil. De verzoening komt ook heel duidelijk naar voren in de hereniging tussen Jakob en Ezau en in Ezechiel 37. De verzoening van de verloren stammen van Israël is maar een metafoor van veel diepere dingen. Het gaat niet slechts om Israël, maar dus ook om de Egyptische achtergrond. Kolosse 1 19Want het heeft de ganse volheid behaagd in Hem woning te maken, 20en door Hem, vrede gemaakt hebbende door het bloed zijns kruises, alle dingen weder met Zich te verzoenen, door Hem, hetzij wat op de aarde, hetzij wat in de hemelen is. 21Ook u, die eertijds vervreemd en vijandig gezind waart blijkens uw boze werken, heeft Hij thans weder verzoend, 22in het lichaam zijns vlezes, door de dood, om u heilig en onbesmet en onberispelijk vóór Zich te stellen, Dit gaat dus heel diep, omdat het ook vijanden met elkaar verzoend, omdat er een ander zicht komt op dingen. Dit vanwege het herstel van de ogen van Horus, of de ogen van Simson. De profetische gave wordt zo hersteld in het lichaam van de kerk. Dit is dus een kerk op basis van de natuur en de etymologie. Wie kan deze machine stoppen ? Dingen kunnen niet voor eeuwig verborgen blijven. De verzoening kan alleen ten diepste doordringen als de moeder in ere wordt hersteld. De moeder is de natuur en haar vruchtbaarheids-principes. Zonder de baarmoeder gaat alles dood en loopt alles vast. Zoals Isis was ook Horus verantwoordelijk voor de opstanding van Osiris. Horus beeldt namelijk het innerlijke kind uit van Osiris. Alleen kinderen kunnen het koninkrijk der hemelen ontvangen, wat ook weer overvloedig terugkomt in de Jezus mythe. Alleen aan kinderen zal het geopenbaard worden. In die zin is Horus dus een belangrijke esoterische sleutel tot de opname, en een groot medicijn, als een deel van Osiris wat tot hem terugkwam door toedoen van Isis, de moeder. Zij gaf geboorte aan hem. Keb, de vader van Osiris, of moeder, een beeld van de leegte, de diepte van de aarde, hielp ook mee, en zette zijn of haar voet op het hoofd van de vijand. Keb is een beeld van de baarmoeder van Isis, verbonden aan het Aramese Keb(a), de ark waarin zich het Woord bevindt (vergelijk Arabische kaba, de plaats van de zwarte steen, het heiligdom van de islam). De vijand was verslagen door Horus, het innerlijke kind van Osiris. Zo werd het lichaam van Osiris verzoend. Dit gaat dus niet zonder diepgaande demonologie. Ook Nephthys, de duisternis van Isis, haar zuster, hielp mee, als een bijmoeder, in het herscheppen en verzoenen van het lichaam van Osiris. Zij deed dit in haar Seshat-vorm, de godin van het Woord en educatie, de godin van wijsheid, kennis en het schrijven, van de inscripties, vandaar dat zij vaak is afgebeeld in luipaardenhuid. Zij is ook de godin van architectuur, de woningbouw van de onderwereld. Zo bracht Keb vanuit de leegte het koningschap voort voor Osiris, als de overwinning van het ego, als meesterschap in de demonologie.

Hoofdstuk 33. De Dubbele Verzen Het boeddhisme ontstond in Noord India. De taal wat hiervoor gebruikt werd was het Pali. Boeddha zelf kwam uit Nepal maar raakte verlicht in Noord-Oost India, in Bodh Gaya, in Bihar. Hij ontving deze verlichting onder de Bodhi boom. Vanwege dat het een Pali-religie is, kan het ook het paliisme genoemd worden. De leer van het boeddhisme wordt in het Pali de dhamma genoemd (Sanskrit : dharma). Het is de educatie. Vergelijk dit met het Egyptische daim, het komen tot de moederborst, en het Hebreeuwse dam, bloed, wat verwijst naar het afsterven van het ego. Als we het dan in de Pali-context hebben over "het bloed van Jezus", dan hebben we het over de dhamma, de educatie, het Woord, waardoor het ego sterft. Hiertoe vloog ook de ibis uit in Egypte, de logos (thoth, duat, david). Het doel van het boeddhisme is nibana (Pali), ook wel het nirvana genoemd in het Sanskrit, de vergetelheid waarin het ego afsterft, de grote leegte, wat in Orionse termen 'witi' is. Nibana is in het Egyptisch-Hebreeuws de zee (nu, Egyptisch) van de bijmoeder, de vrouw (bana, Hebreeuws). Alle culturen zijn aan elkaar verbonden en leggen elkaar uit. De culturen verduidelijken elkaar. Dat is het adembenemende avontuur van de etymologie, de woord-parallellen (woord-spiegels) en oorsprongen. Natuurlijk is 'nu' in de Egyptologie ook een naam voor de baarmoeder als de oerafgrond. Nibana = de baarmoeder van de vrouw als bijmoeder. In de dhammapada, een centraal geschrift binnen het boeddhisme, (het pad van de educatie) : De dubbele verzen 1. Alles wat we zijn is het resultaat van wat we denken : Het is gebaseerd op onze gedachtes, het is gemaakt van onze gedachtes. Wanneer een mens spreekt of handelt vanuit verkeerde motieven, dan zal dukkha hem vinden. Dukkha is een ander woord voor kamma (karma, sanskrit), wat betekent resultaat, gevolg, vrucht, loon (karmaphala), zoals het wiel de voet van het rund volgt wat de wagen trekt. Kamma is altijd onderwijs, dus vandaar ook onlosmakelijk verbonden aan dhamma. Als het Hebreeuws zegt dat er bloed, dam, moet vloeien voor verzoening, dan betekent dit in de Pali context dat er educatie, dhamma, moet komen voor verzoening. In Egyptische context : het kind moet terug naar de moederborst, daim. 2. Alles wat we zijn is het resultaat van wat we denken : Het is gebaseerd op onze gedachtes, het is gemaakt van onze gedachtes. Wanneer een mens spreekt of handelt met een puur geweten, sukha, eeuwige, meditatieve, spirituele droom, zal hem vinden, als een schaduw die hem nooit verlaat. Dit is tegenovergesteld aan aards geluk. Het gaat hier om de wedergeboorte in het hogere. Het is een beschrijving van het nibana, de vergetelheid, de leegte, waarin nieuwe schepping plaatsvindt. Sukha is dus een eigenschap van nibana, de droom die hierin plaatsvindt, de eeuwigwording. De culturen zijn aan elkaar verbonden, wakkeren elkaar aan, en onsluiten elkaar. Sek-met, de Egyptische leeuwinnengodin van de wijsheid en de oorlog is in de Pali context Sukha-met, de wet (met, Egyptisch) van de sukha, het hogere geluk (Pali). Hierin wil Sekmet een onderwijzer zijn. Er zijn een heleboel condities verbonden aan het nibana. Waar de mens de etymologische demonologie niet kent, loopt de mens vast en wordt blootgesteld aan allerlei corrupties. Het gaat hier om een eeuwig geluk wat geboren wordt in de vernietiging van het ego. Deze vernietiging is meer een vertaling dan dat het om daadwerkelijke vernietiging gaat. Uiteindelijk moet het zicht van de mens veranderen.

3. In hen die gedachten koesteren zoals "Hij mishandelde me, sloeg me, versloeg me, en bestal me" zal haat niet verdwijnen. Dit komt ook terug in de woorden van Jezus dat we onze vijanden niet moeten vervloeken, maar zegenen, en dat als we geslagen worden we niet moeten klagen, maar moedig onze andere wang keren. Als we bestolen worden, dan geven we zelfs nog meer dingen weg, en als iemand ons vraagt een mijl te lopen, dan lopen we de dubbele mijl. Natuurlijk is dit oorlogs-strategie, en dit geldt zeker niet in alle situaties. Er is een seizoen voor alle dingen. Soms is het belangrijk het lijden te aanvaarden, het lijden van de ander erbij te dragen en om het lijden te vragen. Dit is nodig om bruggen te slaan, om anderen te helpen, om door het kruis contact te maken met God. Maar als dit getal vol is geworden moeten wij de strijd aangaan. Wij moeten erg gevoelig zijn voor het veranderen van deze seizoenen, opdat wij niet teveel lijden, en niet te weinig, en ook niet teveel strijden en niet te weinig. 4. In hen die geen gedachten koesteren zoals "Hij mishandelde me, sloeg me, versloeg me, en bestal me" zal haat verdwijnen. Dit is het tegenovergestelde vers. 5. In deze wereld wordt haat nooit overwonnen door haat, alleen door anti-haat, die de eeuwige wijsheid is. Dit vers wordt vaak verkeerd uitgelegd. Het gaat hier erom dat we geen blinde vuistvechters moeten wezen, maar onderscheiding moeten hebben. Het woord voor haat, verani, in pali, kan ook vijandelijkheid betekenen. De mens moet eerst terugkeren tot de leegte, tot de rust, vluchten van alles, om tot zijn zinnen te komen, om zo van een afstand te bekijken wat er nu eigenlijk gaande is en wat er moet gebeuren. Overmoed is namelijk een erg groot gevaar, en soms is de vijand helemaal niet de vijand. Soms kan er een groot misverstand zijn. Wijsheid is het sleutelwoord, zoals de bijbel ook zegt dat wijsheid beter is dan oorlogstuig, wat niet betekent dat er nooit een geestelijke oorlog of strijd mag zijn. Het één sluit het andere niet uit, maar leidt het ander. Wijsheid is een oorlogsstrateeg die weet wanneer te beginnen en wanneer te stoppen. Ook weet wijsheid welke wapens te grijpen en welke wapens absoluut niet. Het gaat erom de diepte te begrijpen. Het gaat niet om wel of niet haten, maar het gaat om de kennis. Het is voor de mens aan te raden het kwade te haten, anders kan er niet van het goede gehouden worden. Dat is ook de ware betekenis van de vreze des Heeren, namelijk het kwade te haten, in het OT. De wijsheid is de dhammo, wat je weer kunt vergelijken met de Egyptische daim, het kind aan de moederborst, en het Hebreeuwse dam, bloed, oftewel het sterven van het ego. Er is geen schepping van het goede zonder het vernietigen van het kwaad, wat in het nibana gebeurt door de heilige vergetelheid. Het vernietigen betekent vertalen, begrijpen, onderscheiden, dus het is metaforisch. De gehele oorlog is een metafoor van het tot de diepte van iets komen, van de communicatie, het tot elkaar komen door de blokkades te ontcijferen. Soms is het belangrijk in de geestelijke oorlog om een ander gezichtspunt aan te nemen, en zo eerst tot diepe innerlijke vrede te komen, en verzoening met de kennis.

Hoofdstuk 34. De Dubbele Verzen II De Boeddha - zwaar geschut - en we moeten weten hoe ermee om te gaan. Er zal dus een nieuwe Boeddhistische exegese moeten komen vanuit de demonologie. 6. Mensen die niet wijs zijn weten niet dat we in deze wereld moeten sterven. De wijzen weten het en beeindigen hun gevechten. Het gaat hier om het sterven aan het ego, en dat gebeurt in het gevecht en zo houdt ook het gevecht op, opdat de mens opgenomen wordt, tot een hoger niveau. Ook hier zijn weer gevechten en moet hetzelfde gebeuren. De mens moet leren over te gaan van vechten tot puzzelen. Het gevecht is niet materieel. De mens moet tot inzicht komen. Het gevecht is slechts een symbool. Het wijst ergens naartoe. 7. De mens die op zoek is naar (oppervlakkig, materialistisch) geluk en genot, die zichzelf niet disciplineerd (en ook niet openstaat voor discipline), die roekeloos is in het eten, die lui is en onverschillig, die zal zeker gegrepen worden door Mara, zoals de storm een niet diep gewortelde boom meeneemt. Mara is de duivel in het boeddhisme, alles wat de verlichting tegengaat, als de dood. Zijn drie dochters zijn Raga, wat gehechtheid, genotszucht en hebzucht betekent, en Arati, wat ondankbaarheid, onverschilligheid en afgunst betekent, en Tanha, wat materialistische dorst betekent, sierzucht en pronkzucht, behaagzucht. Zij probeerden de Boeddha te verleiden tot materialisme, opdat hij niet tot de verlichting zou komen. Hierboven zien we dat dit zelfs door het eten kan gebeuren. Teveel eten of verkeerd eten kan schadelijk zijn en de poort openen voor Mara en zijn dochters. Het Westen is al geheel in de handen van Mara. Zij volgen de illusies van Mara, of Maya in het hindoeisme. We zien hier een verbinding met de Aramese Mara (Marya) god van het Oude Testament, en Maria, de moeder van Jezus, in het Nieuwe Testament. Er is nog steeds een groot conflict tussen het Oosten en het verre Oosten. In de gnostiek is Mara de demiurg. 8. De mens die het gevaar en de vuilheid inziet van het oppervlakkige leven in aards genotzucht, en die waakzaam hierover is, die matig is in het eten (bedachtzaam, bewust), en is in volharding toegewijd hieraan, zal niet door Mara gegrepen worden, zoals de wind geen berg van rotsen kan overweldigen. Dit is het tegenovergestelde vers. De nadruk ligt op de waakzaamheid die tot de diepte leidt. Een voorzichtig mens laat zich onderwijzen. Dwazen storten zich roekeloos overal in. Dat zijn allemaal allegorieën. Door volharding wordt de mens hard als een rots tegen de verleidingen. Door volharding wordt de mens vereeuwigd. Als de mens voortijdig stopt zal de mens alles verliezen. Dit is slechts een schaduw die zal wegvallen. Het is het overmoedige, onverschillige ego van de mens. Het ego is halfslachtig. Het gaat niet diep genoeg en volhard niet genoeg.

Hoofdstuk 35. De Dubbele Verzen III 9. Iemand die besmet is met onverschilligheid en geen zintuigelijke discipline heeft, en niet leeft vanuit de diepte in waarheid, maar met oppervlakkige leugens om de zintuigen te bedriegen, die is het geverfde schort niet waardig, ook al draagt hij het. Dit komt ook terug in het NT, in Openbaring, dat hij die op het witte paard zit de naam Getrouw en Waarachtig draagt, en een schort in bloed geverfd, als het beeld van het metaforische oorlogsbloed, een beeld van de strijdvruchtigheid. Onverschilligheid staakt de strijd voordat het daarvoor de tijd is. Als men dan toch met dit schort gaat rondlopen dan is het geroofd. 10. Hij die niet besmet is met onverschilligheid en zintuigelijke discipline heeft, en leeft vanuit de diepte in waarheid, zonder oppervlakkige leugens om de zintuigen te bedriegen, die is het geverfde schort waardig. Dit is het tegenovergestelde vers. Het bevlekte schort is een teken van puurheid, want de mens laat zo zien dat hij hard aan zichzelf heeft gewerkt, en geen smetvrees heeft gehad in het gevecht met het ego. Zij die onverschillig zijn bevlekken zich niet. Zij zitten met hun poederdoosjes in de stad, op hun hoge gouden troontjes, opdat er geen vlekje en stofje in hun buurt komt. Met giftige, agressieve schoonmaakmiddelen vernietigen ze alles wat natuurlijk is en echt, en komen zo in een leugenachtige realiteit, in een glitterwereld van illusies. Hier hoeven ze niet voor elkaar te zorgen, maar alleen maar elkaar af te katten, het liefst zo snel mogelijk, zodat zij de eerste klap hebben uitgedeeld voordat iemand anders dat kon doen. Ontzettend laf natuurlijk. De eerste klap is een daalder waard. De "hit them before they hit me" mentaliteit. Daar zitten ze, hoog in de stad met hun oma knotjes, alles keurig netjes, mogelijk met stropdasje, en maar apathisch doen. Maar ze maken zich vuil met het bloed van de onschuldigen, met bloedgeld. Dit is niet waarlijk het heilige bevlekte schort, maar namaak. Pas op voor namaak in de stad. Blijf verbonden met de natuur. 11. Omdat zij verkeerde motivaties en prioriteiten hebben draaien zij alles om. Dat wat geen waarde heeft zien zij als waardevol, en dat wat waardevol is zien zij als waardeloos. Zo komen zij nooit tot de kern aan. In de stad wordt alles omgedraaid. Daar kun je de klok op gelijkstellen. De stad leeft tegen de natuur in, juist ook om de natuur te vormen. Dit heeft de natuur dus nodig en doet de natuur zelf. De natuur moet dus een schijnwerkelijkheid oprichten om in gevecht hiertegen tot de diepte te gaan, tot de kern. Dit doen de hersenen dus zelf, maar de hersenen mogen hier dus nooit aan toegeven. Het is een natuurverschijnsel. Het is niet echt, en het zal ook niet zo blijven. Het zijn de steigers die verbrand zullen worden als het gebouw klaar is. Er zijn ingewikkelde wetten van weerspiegeling en echo in het bestaan. Dat kun je niet tegenhouden, maar dat moet je verwerken en begrijpen. Ook moet je er dus tegen strijden wanneer het daarvoor tijd is. De natuur is niet onverschillig. In het verhaal rekent de natuur er dus ook mee af. De natuur gebruikt het om zichzelf te kastijden, om de diepere bronnen van schepping en creativiteit aan te boren. De natuur heeft geen andere keus, en het is dus een noodzakelijk kwaad. De natuur zoekt soms dit soort confrontaties op om antistoffen aan te maken. De natuur als schrijver verzint een hoofdpersoon en ook een tegenspeler, om zo het verhaal te leiden tot de diepere kennis. Er moet altijd een bepaald conflict zijn om tot de diepte van iets te komen. Er moet altijd een uitdaging zijn, een passie die door iets getest moet worden, anders is het waardeloos. 12. Zij die waarheid voor waarheid zien hebben goede doelen in het leven. Zij noemen de leugen de

leugen. Zij ontmaskeren, en komen dan ook daadwerkelijk tot de kern. Dit is het tegengestelde vers. Je kunt alleen de waarheid liefhebben als je de leugen haat. Je mag niet denken dat je in de waarheid bent als je dit niet hebt getest en er niet voor hebt gevochten. Zorg ervoor dat je aan de juiste kant staat, en breng hiervoor de nodige offers, anders zal het nergens toe leiden. Het staat ook in de bijbel. De zonde draait alles om, noemt het goede slecht, en het slechte goed, de waarheid de leugen, de leugen de waarheid. Laten we erbij stilstaan dat de zonde, het materialisme, geen zintuigen heeft. De zonde speelt alsof de zonde kan zien, maar ziet niets, en verzint dingen om zijn eigen spullen (rotzooi) te verkopen. De zonde kan niet voelen en horen. De zonde maakt een geheel valse realiteit op, als een parasiet. Bedrog is waardoor de zonde voortwoekert. Dit is wat ook wel "cold reading" wordt genoemd, het is een soort gokken, niet voor de waarheid, maar om de ander goed te kunnen raken, zodat de parasiet beter voelt over zichzelf. De parasiet is onzeker, zonder spiritualiteit, dus gaat over tot valse materialistische aanwenselen om zo te kunnen roven en zijn kinderen te kunnen voeden met onschuldig bloed. Zij willen winnen ten koste van de waarheid, maar wat hebben ze dan eigenlijk gewonnen ? Jackpot ! Het goud der dwazen. Hoofdstuk 36. De Dubbele Verzen IV De hersenen kunnen de hogere dingen nog niet oppikken, dus ze vertalen alles tot lagere vormen, om zich daarover vervolgens het hoofd te breken. De hersenen vertalen alles tot andere personen om hen heen, opdat het hen niet zal overweldigen. Dit is dus een technologische kwestie. De arhat (sanskrit) of arahant (pali) is degene die arahatta (vgl. het Areta mysterie) heeft behaald, de volledige emancipatie, waardoor het nibana binnengegaan kan worden (nirvana), oftewel de heilige vergetelheid waarin het ego volkomen is vernietigd. Dit is een verlichting die niet komt zonder panna (pali, kennis). Panna betekent ook afdalen, de diepte, om aan te geven dat dat de ware kennis is, namelijk die van de onderwereld, van het symbolische sterven (aan het ego). Vergelijk dit met de Griekse Pan natuurcultus. De arahatta (Areta) staat ook voor het waardig zijn. Een arahat (pali) is een volkomen ontwaakte. 13. Zoals de regen doordringt in een huis met een slecht dak, zo dringt overmoedig verlangen (raga) door in een spijbelend verstand. Raga is één van de dochters van Mara, de boeddhistische duivel. Het is een Pali woord voor hebzucht. Hebzucht wil niet leren, maar grijpen. Hebzucht wil geen diepte, want dan heeft hij niets. Hebzucht wil het oppervlakkige, want dan heeft hij de illusie van het vele. Het is allemaal bedrog, allemaal om andere dommen (en daar zijn er op de wereld veel van) te paaien, maar voor wat ? Het is marktgedrag ten koste van de waarheid. De leugen verkoopt goed in het rijk van de dommen, maar waar leidt het naar toe ? Dit zijn slechts schaduwen, nevels, waardoor de mens heenmoet alvorens het nibana (nirvana) te bereiken. Deze schaduwen en nevels, deze luchtweerspiegelingen

testen de mens. 14. Zoals de regen niet doordringt in een huis met een goed dak, zo dringt overmoedig verlangen (raga) niet door in een niet spijbelend verstand. Dit is het tegenovergestelde vers. In de diepte sterft Raga, hebzucht, af, opdat de mens verder kan. Al het overbodige vet wordt hier verbrand, en alle protserige spieren slinken, opdat de mens kan terugkeren tot de leegte van de vergetelheid, om zo een ontmoeting te hebben met de waarheid van de natuur. De mens verstopt zichzelf achter vet en spieren, en wil niet in puur contact komen met de oneindige kennis. De mens eet en blaast op om zo zijn eigen namaak-vergetelheid, een namaaknirvana te maken, wat gewoon doorverkocht kan worden. De mens heeft een markt van het nirvana gemaakt, maar dit is niet het heilige nibana. De mens wil zich altijd weer groter voordoen dan hij is. Dat doet de stadse mens, die altijd alle aandacht naar zich toe wil trekken. Stropdasje erbij, en dan maar zijn product aanprijzen. Kan hem niet schelen of het giftig is of niet, of het gevaarlijk voor de kinderen is of niet. Als hij zijn product maar kwijt kan. Wat verkoopt hij eigenlijk ? Hij zit zijn eigen rommel te verkopen. Hij wil het kwijt, omdat hij weet dat het hem de afgrond inleidt, maar bewandelt hiervoor niet de juiste weg. Hij wil anderen in zijn verderf meesleuren. In de Bihar staat van India, waar Boeddha onder de Bodhi boom zat, was ergens een tuin genaamd Veluvana, 'de tuin van plezier', 'het bamboe bos', van een koning (vergelijk het natuurgebied de Veluwe in de Nederlandse bible belt), waar Boeddha zijn eerste klooster kreeg van de koning. Velu betekent bamboe in het Pali. Ergens in het begin van het millennium werd ik bezocht door zeer geavanceerde buitenaardse wezens van Venus, die de naam Velu droegen. Venu is ook een Pali woord voor bamboe, voor een fluit van bamboe, een muziek instrument van de wind. Hun kleuren waren veelal oranje. Venu in het Pali verwijst naar de bamboe boom en bamboe bossen. De plaats Veluvana werd zwaar aangevallen door Mara, wat resulteerde in de zelfmoord van drie monniken. Hier is ook de Nederlandse Veluwe een beeld van, wat ingenomen werd door het zwaar orthodoxe christendom. Dit vers gaat over het komen tot nibana, de heilige leegte van de vergetelheid. De eerste trede van het hogere bewustzijn is de sotapanna, het ingaan (apanna) van de stroom (sota). Panna betekent ook kennis. Deze stroom leidt tot het nibanna, en het betekent ook het algemene kennen van de stromen van het leven, het onderscheiden (panna). De sotapanna, hij die de stroom is ingegaan, heeft drie ketenen verbroken, die van sakaya ditthi, geloof in het ego-zelf, de vereenzelviging met het materialisme, het lagere zelf, en als tweede de keten van silabbata-paramasa, de gehechtheid aan tradities en rituelen, sociale codes, en als derde de keten van vicikiccha, het onverschillige en apathische vooroordeel, het oversceptisch zijn als smetvrees. Hen van de vicikiccha doen het onderzoek slechts halfslachtig, omdat ze bang zijn voor de waarheid, en dit is ook weer verbonden aan het "hit them before they hit me" syndroom. Het is de ninja kabouter die altijd overmoedig naar zijn wapens grijpt. Hij doodt uit voorzorg, zoals Herodus. Zij hebben het kruis verworpen. De sotapanna, hij die de stroom is ingegaan, heeft deze keten dus verbroken in zijn eigen leven. De sakadagamin is de tweede trede van het hogere bewustzijn. Dit betekent de terugkeer, het afdalen, als een shamaan, te gaan in de diepte. De sakadagamin heeft de vierde en de vijfde keten van het verstand verzwakt. De vierde keten is de kama-raga, de zintuigelijke en sociale hebzucht. De vijfde keten is de ziekelijke wil, de obsessie, byapada. De derde trede is de anagami, de volharder, de blijver, de opgenomenen die hard aan hun ego zijn gestorven (anagamis). Zij hebben de vierde en de vijfde ketenen geheel verbroken. De vierde trede is de arrahant, de voleindigde vernietiging van het ego, als de heilige gebondenheid en verbondenheid. De arrahant is het nibana (nirvana) binnengegaan. De arrahant heeft de keten van

de zelfobsessie overwonnen, oftewel de keten van ziekelijke trots, en ook de ketenen van onwetendheid. Dat wil niet zeggen dat de arrahant alles weet, maar weet wat hij moet weten. De overkennis is altijd gevaarlijk. Het gaat om de kern-kennis, de noodzakelijke kennis, oftewel de prioriteits-kennis. De arrahant heeft de ketenen van het spijbelen overwonnen. De keten van de zelfobsessie wordt mana genoemd, een Pali woord, terwijl mana in het christendom voedsel was voor het volk in de woestijn, als een beeld van het hemelse woord, wat later werd vervangen door de bijbel. In het boeddhisme is het woord mana een groot vergif. Hoofdstuk 37. De Dubbele Verzen V 15. Wie het kwade doet doet het zichzelf aan, en het kwaad zal hem zelfs achtervolgen in het hiernamaals. Hij zal betreuren wat hij heeft gedaan als hij inziet welke gevolgen het heeft gehad. Dit is de wet van kamma in het Pali, of karma in het Sanskrit, de wet van de spiegel, van zaaien en oogsten. Alles heeft gevolgen. Niemand hoeft te denken dat hij kamma te slim af zal zijn, want aan het einde zal hij terug moeten betalen. Men kan niet het kwade doen en denken het goede te oogsten. Wie een perenboom plant moet geen appels verwachten. Het leven heeft een gebruiksaanwijzing. Je kan lang voor kamma weglopen, maar op een dag hebben je daden ingehaald. Op een dag is de oogst zo overduidelijk dat je er niet meer aan kunt ontkomen. Het zal immers door blijven groeien totdat je je leven betert, en dan nog steeds zijn de gevolgen daar, en moet je alles goed maken. Er gaat tijd inzitten, want iemand die zijn hele leven een huis van slechtheid heeft lopen bouwen kan dat niet in één dag afbreken. Niets komt zomaar. 16. Wie het goede doet, zal hiervan goede vrucht dragen, en het goede zal hem achtervolgen tot in het hiernamaals, en hij zal vreugde hebben als hij ziet welke goede gevolgen zijn goede daden hebben gehad. Al het goeddoen wordt getest. De goede mens zaait in tranen, en zal oogsten in vreugde. Er is een hoge prijs voor het goeddoen. De mens wordt hierin getest. Goede daden komen niet zomaar, maar vaak in bloed, zweet en tranen, waarin je het huis van goede daden bouwt steen voor steen, en telkens lijkt alles weer af te brokkelen, maar dan moet je toch door blijven bouwen. Het gaat niet om het vele dat goed is, maar om het goede dat veel is, en dit goede kan heel klein zijn. Minder is meer is de wet van het minimalisme. De zaadjes zijn maar heel klein. Zoals de koran zegt : "Wie één mens helpt, heeft de hele wereld geholpen." Het gaat om het idee, en niet om het massale. Als je een miniatuur bouwt in de microcosmos, dan zal dit zich op de juiste tijd vanzelf uiten in de macrocosmos, en dan op een hele wonderlijke en mysterieuze manier. Het gaat niet om het grootscheepse, maar om het subtiele. Je kan dan wel een heel groot schip hebben, omdat je oog hebt voor het grote, maar een heel klein lek kan je schip dan toch doen zinken, omdat je geen oog voor het kleine hebt gehad, maar als je oog hebt voor het hele kleine, dan kan daar nooit een lek wezen. 17. Degene die kwaad heeft gedaan zal het kwaad in zijn ziel terugvinden in het hiernamaals. Hij zal zeker denken dat hij kwaad heeft gedaan, want het kwaad laat hem niet los en wordt alleen maar

erger, vooral als hij ziet waar het kwaad hem naartoe heeft gesleurd. Degene die anderen onrechtvaardig kwaad heeft gedaan zal dit kwaad onder ogen moeten komen en voelen wat hij anderen heeft aangedaan. Ook zal hij daarvan de gevolgen moeten zien, want de pijn die hij anderen onrechtmatig heeft aangedaan werkt ook weer door naar de kinderen van zijn slachtoffers, en ook die geven het weer door aan hun kinderen. Ook de mensen om de slachtoffers heen dragen hiervan een groot lijden wat ze weer aan hun kinderen doorgeven. Dit is een vicieuze cirkel, als een woeste draaikolk, allemaal door één zonde. Er wordt één zonde gezaaid, en er staat even later een zonde-boom die maar blijft doorgroeien. Er komt geen einde aan. Dit zal allemaal terugkomen op de dader. Alleen het zaaien van goed zaad kan uiteindelijk de dader hier weer uit verlossen. 18. Wie goed heeft gedaan zal het goede in zijn ziel terugvinden in het hiernamaals. Hij zal zeker denken dat hij goed heeft gedaan, want het goede laat hem niet los, en wordt alleen maar beter, vooral als hij ziet waar zijn goede daden hem hebben gebracht. Het goede is een wonderzaad, en zal ook het huis bouwen, en de goede dader zal door het goede hiertoe opgenomen worden. Hij zal niet kunnen vluchten van het goede, want hij heeft het zelf gezaaid. Er zal voor hem gezorgd worden zoals hij voor anderen heeft gezorgd. Zelfs de kleinste daad blijft niet onopgemerkt en zal zeker groot loon dragen. Doe geen goede daden om gezien te worden, want dan heb je je loon reeds. Zij die naar aards loon verlangen, het loon van de stad, zullen hierdoor geen hemels loon ontvangen. Laat je rechterhand niet weten wat je linkerhand doet. Je hebt de goedkeuring van de mensen niet nodig. Teveel applaus zou het zaad verstikken. Wee u wanneer iedereen wel van u spreekt. Als je het op aarde gemaakt hebt kan dat zelfs een grote blokkade zijn om het in het hemelse te maken. Blijf daarom eenvoudig en ga niet te hoog zijn, anders zal de bliksem je raken. De bliksem raakt altijd het hoogste punt. 19. De onverschillige kan dan wel veel van de heilige teksten opzeggen, maar hij houdt zich er zelf niet aan, zoals een koeienherder die alleen maar op de koeien van iemand anders let, en zo geen deel heeft aan het monnikenschap. De onverschillige heeft geen diepe grond, dus hij kan alleen maar dingen zeggen van horen zeggen, maar hij heeft ook geen idee hoe dit ten uitvoer te brengen, omdat hij het zich nooit eigen heeft gemaakt. Hij zeult rond met andermans bezit. God heeft geen kleinkinderen. De mens die God alleen kent van de taxi chauffeur komt nooit ergens. Het taxi chauffeur geloof is een vorm van onverschilligheid. Ze bedrijven zogenaamde spiritualiteit met de afstandsbediening. Alles is tweedehands. 20. Hij die wel deel heeft aan het monnikenschap is degene die misschien maar weinig heilige teksten opzegt, maar wel de dhamma houdt, de heilige leer, en die doet, waardoor hij zich bevrijd heeft van hebzucht, ziekelijke wil, en onwetendheid, om tot de onthechting te komen waarin hij zichzelf opgebouwd heeft in bewustzijn. Het monnikenschap is een beeld van het persoonlijke en rechtstreekse contact met de oneindige kennis, zonder tussenpersoon. Iemand die alleen maar contact heeft met een boek, zonder contact met de kennis zelf, het hemelse woord, die is nog gebonden in het vlees, vertrouwende op het vlees. De monnik is een beeld van de afgezonderde die al het aardse heeft opgegeven om in contact te komen met nibana, de hemelse vergetelheid, om daardoor wederonderwezen te worden, en wederopgevoed. De mens die nog overal aan vasthoud zal het nibana niet kunnen vinden. We zijn aangekomen bij het einde van de bespreking van het eerste hoofdstuk van de Dhammapada, de "bijbel" van het Boeddhisme.

Hoofdstuk 38. De Waakzaamheid Je mag langs alles heenleven hier op aarde. Dat moet ook om te kunnen overleven. Nibana betekent het uitblussen van het ego, van de gehechtheid. Dat is wat het nirvana is. In het Orions wordt dit Witi genoemd. We gaan tot de Orionse kern, de Betelgeuse planeet, waar de boeddhistische code vandaan komt. Het boeddhisme is van de pali taal, een canonieke taal waarin de boeddhistische canon is opgeschreven. Vandaar dat het boeddhisme het paliisme is, dat wat ontstaan is rondom de godin Pali. Dit gaat over het hele bada-mysterie van de ark en de zwarte steen. In het Oude Testament kwam dit ook terug in de vorm van het boek Deuteronomium. Ook gaat dit over het merkteken mysterie. Het boeddhisme is een cryptisch signaal uitgezonden vanuit Betelgeuse, vandaar dat we het vanuit Betelgeuse moeten ontcijferen. Het boeddhisme is als het ware het Nieuwe Testament in het verre oosten, waar het hindoeisme het Oude Testament was. Het boeddhisme is één van de grote wereldreligies, de vierde. Het boeddhisme heeft wereldwijd over de 500 miljoen aanhangers, en is belangrijk om de context van het latere christendom en de islam te begrijpen. Het is belangrijk dit vanuit het Pali te doen, omdat dat de code is van het boeddhisme. Het Pali is een zeer exotische taal met grote geheimen, wat niet kan bestaan zonder de andere talen, vandaar dat het noodzakelijk is om het te bekijken vanuit de Israel-Egypte context. Alleen zo kan het boeddhisme ten diepste begrepen worden. Zoals het bada woord leert : verborgenheid - verdonkering - verzameling. De mens moet niet zomaar graaien en grijpen naar allerlei specifieke kennis om zo zich een naam te maken, maar de mens moet zich afzonderen in het verborgene en eerst leren vergeten en loslaten, de leegte in, de verdonkering in (ramadan-ragnarok), opdat de mens hard aan zijn ego afsterft op dit strijdveld (want dit is een hele strijd), om zo door de valkyries te worden opgenomen tot het hemelse woord. In het boeddhisme zijn dit de anagamis die worden tot arrahants, in het proces van volharding in deze dingen. Als je volhard en hierin tot steen bent geworden, door "niets" te zijn geworden, dan gaat dit vanzelf het juiste signaal afgeven. Je kijkt dan naar het geheel, het inclusivisme, niet het exclusivisme. Het gaat om de verzameling die door alles heenwerkt en zich zo ook uitlegt. Als je alleen maar deelwaardes gaat lopen verabsoluteren, en met bepaalde stukken weg gaat rennen, dan is dat de definitie van secte-vorming. De verdonkering doet ontwaken tot de verbanden. Dat is ook wat het woord "baddha" betekent in het Pali : gebonden verbondenheid, wat een beeld is van de volharding wat diepte-vestiging tot gevolg heeft. Dit is nauwverbonden aan het Sanskrit : In het Sanskrit is baddha, bada : de test tot de opname en de heilige gebondenheid, wat verbonden is aan het werk van de valkyries in de Germaanse mythologie. Dit is wat de daadwerkelijke opname is. We gaan verder met het bespreken van hoofdstuk 2 van de Dhammapada, de Waakzaamheid, die begint bij vers 21 :

21. Waakzaamheid is het eeuwige pad. Onverschilligheid is het pad naar de dood. Zij die waakzaam zijn zijn eeuwig. Onverschilligen zijn alreeds dood. Het pad van waakzaamheid is het pad naar nibana, nirvana, waarin de vlam van het ego geblust wordt, en de mens in het volledige niets van de vergetelheid wederomgeboren wordt. Zo wordt de ziel opgewekt tot eeuwigheid. Dit is een universele technologie. Onwaakzaamheid en de volharding daarin leidt uiteindelijk tot geestelijke zelfmoord. Onwaakzaamheid is een eigenschap van onverschilligheid. Het gaat niet om geloven, maar ervaren. Blind geloof werkt niet in een oorlogssituatie. Je zintuigen moeten werken, anders ga je eraan. 22. De wijzen hebben herkenning geleerd in hun beoefening van de waakzaamheid, en verheugen zich daarin als geestelijke strijders, ariyas. De ariyas, de geestelijke strijders die door hun creativiteit zich niet hebben geconformeerd, zijn rebellen. Ze zijn niet gewoon, passen nergens in, omdat ze altijd weer op zoek zijn naar nieuwe dingen. Het zijn de eeuwige strijders voor het hoogste goed. Zij waken terwijl anderen slapen, en halen hieruit hun energie. Zij hoeven niet rovend door het leven te gaan. Hun waakzaamheid brengt grote vrucht. Zij zijn niet gewoon. Zij zijn bovengewoon. 23. Zij die volharden in meditatie komen uiteindelijk tot het nibana waarin hun ketenen wegsmelten in onovertrefbare veiligheid. Het geeft een zekere mate van onbereikbaarheid. Deze ervaring staat gelijk aan de heilige gebondenheid. Er is dan ineens niets dan ruimte waarin nieuwe creativiteit naar boven kan spuiten. Zonder volharding in het niets zal dit niet volledig kunnen gebeuren, en zullen er altijd lekken zijn. De mens moet zichzelf tot stilstand brengen, en als er dan dingen zijn die de mens uit de stilstand willen halen, dan moet de mens zich daartegen verzetten, en niet zomaar passief meestromen. Alleen leeuwen komen tot het nibana. Zij dragen het nibana. Persoonlijke meningen zijn niet van belang. De mens speelt graag spelletjes. Alleen zij die zich hebben teruggetrokken van het spelen van de spelletjes van het ego kunnen het nibana binnengaan. De mens moet zich volledig onthechten van het ego, anders zal het ego de mens meesleuren en verwoesten. 24. Als een persoon standvastig is, gericht op de spiritualiteit van binnen, en daardoor zuiver leeft, dan zal zijn majestueuze soevereiniteit groeien. Het pali woord yaso wordt gebruikt voor majestueuze soevereiniteit wat inwijding en promotie betekent (vergelijk het Israelitische 'har', berg, met dezelfde betekenis, het wortelwoord van Aharon). In het vedisch is dit yawah, vgl. Yahweh. In het Sanskrit was er al sprake van een Yahweh, een Jehovah. Yahva betekent het stromende water van begrijpende intelligentie, van het hogere intellect, het oneindige bewustzijn. In het begin van de negentiger jaren, rond 1990, toen ik in het dieptepunt van mijn depressie kwam, waren er ineens overal zulke stromen. Ik was in twee werelden tegelijk. Ik kon niets anders dan lachen, en het bleef maar stromen. Het zijn de stromen die van het nibana kwamen. Ik ging de stroom in als een sotapanna, hij die de stroom ingaat, op weg naar het nibana. Ik was op de eerste trede terechtgekomen. De tweede trede is de sakadagamin, het terugkeren naar de diepte, want na de ervaring van het binnengaan in de stromen gleed ik weer terug in de depressie. Mijn familie kon het niet hebben dat ik zulke mooie ervaringen had gehad, en moesten het zo nodig afkraken, waardoor ik weer depressief werd. Het was alsof mijn hersens werden ingeslagen, maar dat is de weg van het kruis. Ik moest toen de volharding leren, het pad van de anagami, en in 1993 kwam ik eindelijk aan in het nibana, en werd ik een arrahat, een nibaan. Het nibaanse leven is niet gemakkelijk. Het is heel gecompliceerd. In het nibana stopt het niet, maar begint het. Het is een school.

De Sanskrite wortel van Yahva is hava, wat de roepende betekent, wat ook weer terugkomt in de Adam en Eva mythe, waarin Eva Adam roept tot de boom van kennis. Eva is namelijk Hava in het Hebreeuws. Yahva werd dus de god van de Israelieten, en toen als Jove de god van de Romeinen. Yahva is dus de stromen van het nibana. Yahvi is in het Sanskrit de godin van hemel en aarde, daar waar hemel en aarde tezamen komen (Hava, Eva). Het zijn de stromen van de Nibaanse baarmoeder. Yaso is dus de Pali vorm, wat weer terugkomt in het Midden Oosten als Yeshua. 25. Door standvastigheid, waakzaamheid en beteugeling, maakt de wijze een eiland wat geen vloed kan overstromen. Het was ergens in maart 1993. Ik zag hoe overal om me heen spelletjes werden gespeeld, en ik wilde hier niet aan mee doen. Ik ging naar bed en ik gooide mijn armen open als een kruis, en ik zei dat ik niet meer verder wilde leven. Ik wilde sterven aan mijn ego, en ik nam geen enkele gedachte of beweging meer aan. Ik stopte gewoon. Ik was er klaar mee. Ik bleef in die positie en wachtte gewoon totdat de slaap zou vallen. Ik had me voorgenomen standvastig hierin te zijn, en had mezelf beteugeld. Mijn ogen waren dicht. Ik voelde mezelf wegglijden. Ik gleed in een soort bal of bol, en ik werd opgenomen in de hemel. Dat is een heel lang verhaal, maar dit witte hemelse glas van het nibana, het nirvana, had zich om mij heengevormd, en boze geesten begonnen aan de buitenkant erop te kloppen. Ze wilden naar binnen. Ik wist dat ze naar binnen zouden kunnen komen als ik weer vanuit mezelf zou gaan denken of bewegen. Ik was in een geheel luisterende houding naar mijn hart. Hierin moest ik volharden totdat het steen geworden zou zijn. Als ik ook maar één seconde hiervan zou afwijken, dan zouden ze binnen kunnen komen. Maar ze hadden wel allerlei artikelen in mijn hoofd achtergelaten, zoals spijkers, glassplinters enzovoorts, en die moest ik eruit halen, met behulp van de engelen. Al die artikelen hadden ook namen, bepaalde eigenschappen, en die moesten eerst ontmaskerd worden voordat het eruit kon komen, en daar had ik een speciale gave van onderscheiding van geesten voor gekregen in de vorm van een zwaard. Telkens als er zo'n spijker of splinter werd uitgetrokken moest de wond genezen worden. Dat ging heel diep, en telkens werd daardoor de wand van de bol harder en kwam verder weg te staan. De bol werd dus steeds ruimer, totdat die geesten niet meer in de buurt konden komen. Het was totale leegte wat vrucht bracht, en vanuit die vrucht leefde ik, en dat was het enige leven mogelijk. Daar gaat dit vers ook over. Toen ik het voor het eerst las, na deze gebeurtenis, herkende ik het direct. Het eiland, de bol, staat dus voor het arrahat-schap wat ik toen binnenging. 26. Onverschilligen zij vervallen tot de nalatigheid, maar de wijze beschermt de waakzaamheid als de grootste schat. De onverschilligen zijn de roekelozen. Grote gaten in hun kennis zorgen ervoor dat alles besmet is. Zo lopen zij rond en besmetten anderen. Het is een groot virus. Ze geven het door aan hun kinderen, en aan wie zij maar kunnen om hen heen. De waakzamen hebben een alarm hiertegen. Zij hebben oog voor het kleine. Zij slaan niets over en rafelen niets af, ze zijn niet halfslachtig. Ook doen en nemen zij niet meer dan nodig is. Zonder de waakzaamheid is volharding niets waard, want waar volhard je je dan in ? Mensen kunnen zich in van alles volharden, maar waakzaamheid moet de kern zijn. Het is een groot mysterie waarom de meeste mensen kiezen voor aards geluk boven hemels geluk. Nogmaals dit zijn weerspiegelingen van het hogere bewustzijn die afzwakken naarmate ze verder van de kern verwijderd zijn. Alles gaat zich dan omdraaien. In plaats van er altijd en eeuwig tegen te strijden en er altijd over te klagen en onder gebukt te gaan moet men de spiegel leren begrijpen. Balans is het sleutelwoord. Het één sluit het ander niet uit. De roekeloze ninja is het ene uiterste, en de hippie-new ager aan de drugs met de roze bril op is het andere uiterste. Het pad loopt hier ergens tussendoor en het is een smal pad. Het boeddhisme gaat niet over de spelletjes van religie, maar over het tot inzicht komen. Dat wordt

dan de verlichting genoemd, maar eigenlijk is het de verdonkering, want je moet gedeprogrammeerd worden, de valse kennis verliezen. De vlam van valse kennis die je in gebondenheid houdt, waardoor je geconditioneerd bent, moet uitgedoofd worden. Dit is de grote ontwaking, het nibana, de grote bewustwording, die tegelijkertijd dus de heilige slaap is. Het is een hele dualistische, tweeledige ervaring. Ik had deze ervaring in 1993. Hoofdstuk 39. De Waakzaamheid II De boeddhistische canon bestaat uit drie manden, de zogeheten Pali canon, de Tripitaka. We zijn bezig de tweede mand te bespreken waarin de dhammapada zich bevindt. De sutta pitaka mand, de tweede mand, de mand van de toespraken, van de leerordes, bestaat uit vijf verzamelingen, nikaya's. In de laatste nikaya, de korte nikaya, bevindt zich de dhammapada. In het Grieks wordt deze Pali wortel gebruikt als een beeld van de overwinning, nikao. Er kan alleen overwinning zijn door de verzameling, wat ook een bada-principe is. Vandaar dat de Grieken zich ook vermengden met omliggende culturen en de Egyptologie introduceerden in hun religie en filosofie. Nikao komt veelvuldig voor in het NT. 27. Rust niet in onverschillheid. Geef niet toe aan het lagere zintuigelijke genot van het ego, want alleen de betrokken mediteerders (jhayanto) zullen het nibana ingaan. Luiheid is een eigenschap van onverschilligheid. Het is de valse leegte, die niet diep genoeg is gegaan. Ze trekken een lui gezicht wanneer iemand anders in de problemen is. Ze reiken hun hand niet uit, want ze hebben wel andere dingen te doen. Ze bouwen zichzelf eigen koninkrijkjes, en een naam, juist door hun onverschilligheid en luiheid. Zij laten hun linkerhand weten wat hun rechterhand doet. Zij willen contante uitbetaling van de munt. Ze doen alsof ze veel doen, maar ze doen eigenlijk niks. Ze zijn bezig met ijdelheden. Ze hebben een markt van het nirvana gemaakt, maar dit is bedrog, zonder diepte. Het is een bepaald laklaagje wat glimt, en wat andere dommen aantrekt. Dit zijn de sluiers van illusie rondom het ware nibana. Het ware nibana is maar een druppel die ergens hangt, terwijl er een zee van idioten is om de mens van de ware druppel af te leiden. De mens moet daarom op zoek gaan en wordt zo getest. Kies je voor de zee, of voor de druppel in het verborgene. De mens heeft niet lang te leven. Het eternalisme denkt dat het doel van de mens is eeuwig plezier te maken in het materialisme. Diep in hun hart weten ze dat ze sterven, maar ze doen net alsof ze hier voor altijd zullen blijven. Ze zijn zwaar aan de drugs. Zo hangen ze bij elkaar en leven opportunistisch. Voor hun familie en vrienden doen ze alles, maar ze zijn totaal onverschillig naar anderen, en zelfs sarcistisch en cynisch. Ik heb niet veel, alleen een druppel onder mijn tong, waardoor mijn ego sterft, en ook die druppel vaagt weer weg. Er is maar weinig tijd, een flits in de eeuwigheid. De mens is maar een zucht. Zo

zal het ego nooit aankomen. Hierin is het nibana te vinden : het niets, het weinige, het wegvagende, het tijdelijke. Tijd is per slot van rekening maar een metafoor. De oneindige kennis is veel groter dan tijd. Het is maar één druppel, en dat is wat nodig is om het ego te laten sterven. 28. Wanneer een wijze ego-luiheid heeft verdreven door waakzaamheid dan klimt hij op in de toren van wijsheid waardoor hij in de onthechting overziet de gehechtheid beneden, zoals een wijze arrahat op de top van een berg de dwaze aardsen in het dal overziet. Dit heeft een hele diepe betekenis. Zij die steeds hoger komen komen tot het mindere, terwijl hen die beneden blijven en het avontuur niet aangaan steeds meer tot de illusie van het vele komen. 29. Hij is waakzaam onder de onverschilligen. Hij is klaar wakker onder de slapenden. Smetvrij als hij is in zijn snelheid, laat hij de luie paarden achter zich, en wint. De geestelijke strijder voor het hoogste goed is een gedisciplineerde renner, niet door het materiële en het vele, maar door het diepe en het mindere. Toen Jezus in de hof van Getsemane was vielen zijn discipelen in slaap, terwijl Jezus waakzaam was. Toch leed dit hem naar het kruis waardoor hij eerst tot de onderwereld ging en toen tot de hemel. Het winnen moeten we dus in de diepte benaderen, als zijnde de kennis in tucht bewaard. Juist dan gaan alle geestelijke zintuigen open, en die laten eerst zien wat er aan de hand is. Zij worden zwaar getest. De prijzen van de geestelijke strijders zijn heel anders dan die van de materialistische strijders. Zij die zich te zwaar bewapenen, en teveel mee willen nemen, moeten hierdoor inboeten aan snelheid, en zullen zo de wedstrijd verliezen. 30. Magha (Indra) werd door zijn waakzaamheid wedergeboren boven de goden. Waakzaamheid wordt altijd beloond, en onverschilligheid wordt altijd verdreven. Dit is hetzelfde als in het boek Efeze waar de mens wedergeboren moet worden om boven alle overheid en macht te worden geplaatst, wat alleen maar gebeurt door volharding in waakzaamheid. "Ontwaakt gij die slaapt," en "neemt geen deel aan de kwade, onvruchtbare werken, maar ontmaskert ze veeleer." Waakzaamheid gaat gepaard met ontmaskering. 31. De monnik die vreugde heeft in de waakzaamheid en het gevaar van onverschilligheid ziet, breekt als een vuur zowel de zichtbare ketens als de subtiele ketens, en gaat zo voort tot Nibana. Vreugde is een kwaliteit van creativiteit. De monnik gaat creatief om met de waakzaamheid, progressief. Hij valt niet terug in telkens dezelfde patronen, want dan zou hij een makkelijke prooi worden. Hij is onvoorspelbaar, en verandert voortdurend, als een kameleon. Zo is hij de ketens te slim af, en ziet ook het onzichtbare gevaar om dit met succes af te wenden. 32. De monnik die vreugde heeft in de waakzaamheid en het gevaar van onverschilligheid ziet, kan niet terugvallen, omdat hij dichtbij Nibana is gekomen. Op een bepaald moment is er geen weg meer terug, wanneer de monnik de eeuwige vreugde heeft ontvangen van de waakzaamheid en tot inzicht is gekomen, want Nibana heeft hem al gegrepen en overweldigd. We zijn aan het einde van de bespreking van het tweede hoofdstuk van de Dhammapada gekomen.

Hoofdstuk 40. Het Verstand Het Verstand is het derde hoofdstuk van de Dhammapada, de "bijbel" van het TheravadaBoeddhisme, het oorspronkelijke boeddhisme die het dichts bij de originele bronnen leeft. De Dhammapada leidt diep in het geestelijke woud. 33. Het verstand is pulserend en onstabiel, moeilijk te beheersen, maar een wijze maakt het recht zoals een pijlenmaker een pijl rechtmaakt. De materialiserende krachten willen het verstand uit het geestelijke woud zuigen. Daarom moet het verstand vergeestelijkt worden, en in plaats van geliteraliseerd moet het verstand gesymboliseerd worden, en gecryptiseerd. In plaats van gemonopoliseerd moet het gepolypoliseerd worden, en in plaats van vermeerderend te denken, moet het verstand leren verminderend denken. Door al deze meditatie-methodes kan de mens dieper in het geestelijke woud komen tot de stromen van Nibana. Het verstand moet ook niet verpersoonlijken, maar algemeniseren. Het gaat niet om de kwantiteit maar om de kwaliteit. Het verstand moet in deze restricties komen om tot het Nibana te kunnen gaan. Het verstand moet zo een balans vinden tussen stelling, anti-stelling en samenstelling. Het verstand moet niet direct leren denken, maar subtiel. Er spelen namelijk zoveel factoren mee. Het verstand moet niet kortaf zijn, maar als golven die reiken tot het strand en zich dan weer terugtrekken om plaats te maken voor diepere gedachten-stromen. Laat het maar opwellen vanuit je hart, en probeer de stromen maar te onderscheiden en na te volgen. 34. Zoals een vis die uit het water opgetrokken wordt tot het droge, zo beeft het verstand die zich losschudt van de heerschappij van Mara (het boeddhistische kwaad). Er wordt niet van een makkelijke opname gesproken in het boeddhisme. Zij die hun verstand willen beteugelen zullen te maken krijgen met Mara, de duivel van het boeddhisme, die niet makkelijk zal loslaten. Mara berijdt het verstand en zal niet zomaar toelaten dat iemand hem van de troon afstoot, uit het zadel. Het gevecht met de boze is daarom een realiteit. De mens op het strijdveld moet een harde dood aan zichzelf sterven om volledig opgenomen te worden. Zo komt de mens tot het nibana, tot het punt waarop er geen weg terug meer is. De tussentijd van verwarring en beven kan heel lang duren, omdat de mens een geheel andere golflengte moet zien te vinden, en zijn lichaam en ziel daarop moet afstemmen. De natuur zal dit doen. Ook Mozes werd uit het water opgetrokken, en Job, Jona en Yeshua, en ze moesten allemaal aan het kruis. Allemaal moesten ze wedergeboren worden in de baarmoeder van de onderwereld. 35. Het verstand is moeilijk te beheersen. Het fladdert overal rond, gericht op dat wat het wenst, zonder grenzen. Daarom is het goed het verstand te beteugelen. Een getemd verstand brengt tot Nibana. Er kan van alles misgaan als het verstand niet in de heilige restrictie is. Het is een tikkende tijdbom. Mensen hebben geen idee hoe gevaarlijk het is zomaar hun verstand achterna te hollen. Al het wel en wee van de mens wordt veel geld aan verdiend. Niemand heeft er baat bij zou de mens ontwaken. Daarom worden er veel slaapliedjes gezongen. De mens moet zichzelf ontwaken. Dit leidt tot het Nibana. Het is de grote ontwaking waar de mens naar uit mag kijken, die alle vlammen

van het ego blust. Het is een hormonaal, plasmisch schuim. Het wordt opgewekt in de verre dieptes van Betelgeuse. 36. Het verstand is moelijk te doorgronden en subtiel. Het fladdert overal rond, gericht op dat wat het wenst. De wijze bewaakt het verstand, en komt zo tot het Nibana. De ontwaking betekent ook de bewaking van het verstand. Grijp niet roekeloos naar alles wat om je heenligt. Wees fragmentarisch en herhaal. Verander. Verander het gezichtspunt. Blijf draaien om te ontwaken. Niet zomaar in cirkeltjes, maar in spiralen en achtbanen. Het bewaken van het verstand betekent ook het verstand leiden. Ontwaken - Bewaken - Leiden. Dat wat we om ons heenzien is de flipside van de leegte van de vergetelheid, van de nibana. Het is een illusie die het nibana in stand houdt, en die de mens tot het nibana leidt. Dat wat we om ons heenzien bestaat dus niet. De illusie zal vanzelf oplossen naarmate de mens dieper in het nibana doordringt. We bespreken het Theravada-Boeddhisme, het natuur-boeddhisme, en dan het tweede mands boeddisme. Er zijn veel stromingen in het boeddhisme, zoals in het christendom. We zullen dus het pad van de gnosis er doorheen laten zien. Er zijn veel valstrikken in het boeddhisme, zoals in elke andere religie, maar het pad van het boeddhisme is om boven de religies uit te stijgen. Het boeddhisme is de brug tussen het theisme en het spirituele "atheisme". Het boeddhisme gebruikt religie als een metafoor, als een technologie, vanuit de spirituele context, zoals de gnosis dat ook doet. Hoofdstuk 41. Betelgeuse - De Kern van Orion We volgen dus het pad van de gnosis door de tweede mand van de Pali Canon, door het geestelijke woud. Het eerste boek in de tweede mand is de digha nikaya, oftewel de lange verzameling. Aan het einde van de digha nikaya wordt de mens opgedragen om als ze iets goeds hebben gevonden, dan moeten ze ook de slechte vormen ervan kennen, het tegenovergestelde, en als ze iets slechts hebben gevonden, dan moeten ze ook de goede vormen ervan kennen, het tegenovergestelde, zodat ze goed op hun hoede zijn. De mens moet komen tot de oneindige en eeuwige leegte, niet zomaar tot de leegte. In de oneindige ruimte kunnen vormen niet zomaar opkomen, stelt de digha nikaya. De mens wordt voortdurend misleid door de vormen van het ego, dus die vormen moeten eerst geblust worden, en dat kan alleen in de oneindige leegte. De mens moet de voorstelling van vormen geheel overstijgen. De mens moet eerst het denken en overdenken overstijgen in de oneindige en eeuwige leegte. Die leegte moet overbrugt worden. Deze wedergeboorte kan alleen plaatsvinden in de afzondering. Zo wordt de mens uiteindelijk waakzaam en ziet het gevaar zelfs in de kleinste misstappen, want zijn zintuigen zijn opengegaan. Het is van belang de ultra leegte in te gaan totdat het veroneindigt en vereeuwigd, want er zijn vele valse leegtes die beperkt zijn, zoals luiheid, onverschilligheid, blind geloof, en die maken er een

markt van. Ze zijn vastgegroeid in de stad en groeien niet meer door. De mens moet door de oneindige en eeuwige leegte heen om die te overbruggen, want daarachter ligt het hemelse of nibaanse bewustzijn. Dit is allereerst een dualistisch gebied van verbeeldingsloosheid en antiverbeeldingsloosheid. Waarom is dit zo ? Omdat er nu eenmaal goede verbeeldingsloosheid is en valse verbeeldingsloosheid. Daarachter ligt een gebied van de uitdoving van verbeelding en gevoel. Zo komt de mens uiteindelijk tot ultra-bewustzijn, tot oneindig en eeuwig bewustzijn. Dit is en blijft een dualiteit. De schelp is leegte. Alles valt daarin weg. Alles gaat tot de vergetelheid. Hoe komen we hier ? Allereerst moet men beseffen dat weerstand een illusie is. De mens moet ook geheel loskomen van de verbeeldingen van weerstand. Het ligt namelijk veel dieper. Wat men ziet is de weerstand door het ego, wat alles om ons heen heeft lopen voorstellen, in kannen en kruiken gedaan. Eerst moet de mens de weerstand overstijgen, dat ook loslaten, maar zich niet overgeven. Het gaat om het loslaten om de verbeeldingen van weerstand te overstijgen, de voorstellingen van verzet, en ook alle voorstellingen van overgave. De mens moet al deze inbeeldingen loslaten, en ook het loslaten moet losgelaten worden. Zo vlucht de mens. Elke vorm van weerstand en elke vorm van overgave moet losgelaten worden, omdat het allemaal illusie is. De mens moet de diepte in, door telkens weer los te laten. Het ultra-loslaten is het oneindige en eeuwige loslaten wat vanzelf vrucht gaat dragen. Dit is het leeuwse leven. Je wordt ergens door gegrepen, maar je laat los, ook als het je meesleurt. Het zijn illusies, en zelfs loslaten is een illusie, dus dat laat je ook los. Je laat alle verbeeldingen van het loslaten los. Zo ontstaat er een innerlijk leeuws vuur, wat je ook weer loslaat. Zo wordt het vuur geblust, wat je ook weer loslaat, en dan moet je de aandacht en alle voorstellingen van aandacht loslaten. Ook alle verbeeldingen van concentratie en van de oneindige veelvuldigheid van dingen moet je loslaten. Ook het wachten en de verbeeldingen van het wachten moet je loslaten. De leeuw wacht op de vrucht, maar je laat het los. Je probeert je nergens in te passen, maar je laat het los. Dit is de metafoor van de aap, als de apen-verlichting. De aap moet de leeuw helpen in het nog dieper loslaten, uit te stijgen boven de illusie van weerstand. Apen zijn zeer boeddhistische wezens. Je laat dus de illusie van weerstand en veelheid los, en ook de illusie van overgave. Alles gaat om de vrucht, niet om het gemaakte. Zo kom je tot het innerlijke vuur van de aap, het nibaanse vuur, wat het valse vuur uit heeft geblust, puur door het loslaten. Het is een schuim, een hormonaal plasma, verborgen liggende in de dieptes van Betelgeuse, de kern van Orion. De mens wordt zo totaal zacht en totaal hard, als een dualiteit. Als iemand aan de rand van het oneindige bewustzijn is gekomen, dan moet hij zijn zelf volledig loslaten om binnen te gaan. In het loslaten is de vrucht. Hoofdstuk 42. Het Verstand II In de oneindige, eeuwige ruimte ervaart de mens uiteindelijk de letter van de dhamma, en de diepte ervan. We gaan verder met het derde hoofdstuk van de Dhammapada, het Verstand :

37. Het verstand doolt rond en maakt omzwervingen, geheel alleen en ver weg. Het is niet materieel, en ligt in de grot van het hart, en zij die het beteugelen zijn vrij van de ketenen van Mara. Het verstand is aan het slaapwandelen in het Pali, het slaapt, guhasayam. Het verstand moet ontwaken tot de hogere structuren, door de restricties opgelegd. Zo wordt het verstand in juiste banen geleid. De mens denkt vaak dat restricties hem stoppen in zijn groei, maar het is het tegenovergestelde. Alleen zij die de heilige gebondenheid hebben ontvangen zijn veilig tegen de verleider. 38. Als iemand de ware wet niet kent, de dhamma niet kent, en zijn verstand is onstabiel (wispelturig), en hij is niet standvastig, dan zal zijn kennis (panna, wijsheid, onderscheiding) niet groeien. Het gaat erom panna te ontvangen, voorgesteld als een godin (symbolisch), maar daar zijn condities aan verbonden. Door te leven van horen zeggen in plaats van een persoonlijke, directe relatie te hebben met de heilige kennis, met Panna in het Pali, loopt de mens het doel mis. Dit is een vorm van onstandvastigheid en onstabiliteit, zoals de christenen die met een boek lezen over God in plaats van met God zelf. God heeft geen kleinkinderen. 39. Uitgestegen te zijn boven goed en kwaad, vrij te zijn van hebzucht en kwaadwilligheid is vrij te zijn van gevaar. Veiligheid is mogelijk, wat niet betekent vrij te zijn van het kruis, van de noodzaak te strijden voor het goede, maar veiligheid tegen de zonde. Altijd zwart-wit denken helpt niet. Er moet ook creatief mee gewerkt worden. Er kan op zoveel andere manieren naar gekeken worden en er kan zoveel veranderen, maar dat haalt de strijd niet weg. Het is en blijft een oorlog. Er moet een goed alarm zijn, goede strategie en goede creativiteit. Het mag niet vastlopen. Er mag geen oorlogsmarkt van gebouwd worden. De mens moet blijven dromen. Er zijn grote condities verbonden aan veiligheid. 40. Wetende dat het lichaam als klei is, en zijn verstand als een vestiging, hij zou Mara moeten aanvallen door de kennis. Als de verleiding overwonnen is, bewaak het veroverde zonder compromis. Panna is het wapen, wijsheid, als het hart gevestigd is. De demonologie is geen opzegversje zoals in het christendom, geen slaapliedje, maar een technologie, een wetenschap. De vijand, het ego in al zijn subtiele vormen, kan alleen overwonnen worden door school. Dit is iets lichamelijk, iets organisch, en niet iets organisatorisch. De mens moet terugkeren tot de klei van het lichaam, waar het hart is als een arsenaal. Hier raakt de mens de Betelgeuse kern aan. Het is de materie van vluchtige, subtiele verandering, van creatieve dromen, die de muur tussen het geestelijke en het natuurlijke kunnen overbruggen. Door Betelgeuse wordt de mens binnengezogen in het hart van Orion. 41. Als er geen bewustzijn is dan heeft het lichaam geen waarde en is er geen leven, zoals een stuk hout. Dit is de flipside van het oneindige bewustzijn. Het oneindige onbewustzijn is als de brandstof. We mogen dus geen roze brillen New Age hippies worden die alleen maar over het licht spreken en daardoor verblind zijn geworden. We mogen niet zo zwaar aan de drugs raken zoals de christenen die zeggen dat de duisternis slecht is, en dat afzondering en onthechting van de kerk de deur opent voor de duivel. Het oneindige onbewustzijn, de heilige, eeuwige vergetelheid bewaakt het oneindige bewustzijn. Om binnen te gaan moet de mens alles verliezen. De mens voelt zich soms

waardeloos, en dat hoort erbij, want dan heeft de mens even geen bewustzijn en weet de mens niet wat hij moet doen. Dat is ook een soort slaap, en dan ga je vanzelf wel weer dromen. 42. Wat criminelen en hen die elkaar haten elkaar aandoen is niet zo erg als wat een kwaadwillig en verkeerd gericht verstand aan kan richten. Hetzelfde geldt voor het tegenovergestelde. Mensen die elkaar liefhebben kunnen veel goeds voor elkaar doen, maar het belangrijkste is om een goed gericht verstand te hebben in de stromen van het hart. 43. Geen vader of moeder of iedere andere relatie kan zoveel goeds aanrichten als een juist gericht verstand. Dat is dan het tegenovergestelde vers. We zijn aan het einde gekomen van de bespreking van het derde hoofdstuk van de Dhammapada. Het vierde hoofdstuk is genaamd de Bloemen. Het hoofdstuk stelt dat alleen de opgeleiden in het leven de aarde zal overwinnen en begrijpen. Degene die opgeleid word zal het pad der waarheid kunnen uitstippelen, en wordt vergeleken met een bloem. Zulken zijn de waakzamen, en Mara kent hun wegen niet. Zij zijn in hun wijsheid ver boven Mara uitgestegen. Zij groeien als bloemen tussen de onwetende massa, als op een vuilnishoop aan de kant van een drukke weg. Ze groeien en bloeien daar als een lelie met een zoete geur van kennis, in dit contrast met de massa van onwetenden die hen niet begrijpen en niet kennen. Het leven gaat door en glijdt er langsheen. Iedereen is druk bezig met zijn eigen dingen. Ze slapen. Ze hebben geen oog voor de diepere kennis. Het vijfde hoofdstuk is genaamd de Dwazen. Er worden hier twee wegen voorgehouden : de weg van weelde en succes, en de weg naar het nibana. Zij die deze wegen kennen willen alleen maar op de weg naar het nibana zijn om zo afgezonderd te worden van het lagere aardse. Het hoofdstuk de Dwazen gaat over de verwaande onwetenden van het vorige hoofdstuk, waartussen hij die leert opgroeit. Een dwaas die zijn eigen onwetendheid heeft ingezien is hierdoor wijs. Extra dwaas zijn de dwazen die denken dat ze wijs zijn. Dwazen zijn de geconformeerden die eer willen ontvangen hierdoor. Het zesde hoofdstuk gaat over hen die het nibana hebben bereikt, de arrahat. Hun pad is moeilijk te begrijpen. De dwazen kennen het niet. De arrahat is uitgestegen boven de goden en hun verhalen van illusie. De arrahat heeft alles achtergelaten voor de wildernis. Zij die gehecht zijn aan de lagere aarde begrijpen hem niet en vinden zijn pad niet. Het achtste hoofdstuk is genaamd Duizend. Duizend is het nietszeggende vele, terwijl het om de kwaliteit gaat, niet de kwantiteit. Een betekenisvol woord is beter dan duizenden nietszeggende woorden. En de grootste overwinning is de overwinning over het zelf. Een dag van een wijze is meer waard dan honderden jaren van een dwaas. Hoofdstuk 9 is het Kwaad. Het Kwaad wordt beschreven als een gevaarlijke weg, en een groot vergif. Alleen zij die het Kwaad ontwijken kunnen tot nibana komen. Vannacht had ik een droom dat ik naar buiten keek en er was sneeuw in de zomer, en de lucht was vol met buitenaardse leeuwen die vrij waren gekomen door het bespreken en rechtzetten van de dhammapada. Zij waren lang opgesloten gehouden in het lagere Betelgeuse. De leeuwen waren erg intelligent, vorstelijk en poëtisch. Zij bewaakten de hogere literatuur. Ik kon rechtstreeks in Betelgeuse kijken, en er waren oorlogen tussen de Bada stam en de Zuni stam, wat zich op aarde vertaalde als de Boeddha (bada) en China (zuni) dualiteit. De Zuni stam won uiteindelijk de oorlog. Op aarde is er altijd een scheiding geweest tussen het goede boeddhisme en het valse boeddhisme. Het valse boeddhisme nam alles in, vandaar dat de code gebroken moet worden. In ieder geval zien we de strijd tussen Bada en Zuni terug op aarde in het adopteren van het boeddhisme in China, en ook Japan. Japan, Yah-panna, als stroom, bron (yah, yahu, sanskrit) van kennis (panna, pali). Dit is

ook de wording (yah, hebreeuws) van kennis. In de droom waren ook andere amazone oorlogen. Het ingaan van het nibana heeft meer te maken met het oplossen van het raadsel van het verre oosten. Er is een spiegel die het verre oosten gescheiden houdt van het midden-oosten en het westen. Betelgeuse straalt door via de Orionse lagen, via het Erk orakel en de Arcturische lens, tot het verre oosten op aarde, en gaat dan via de Samantijnse spiegel tot het midden oosten en het westen om zich nog verder te vertalen. Deze spiegel rommelt met tijd en chronologie. Het is een buitenaardse spiegel. Ik droomde over die spiegel in de vorm van Michael Jackson die nieuwe danspasjes had. Het waren hele snelle, robotische schokkerige bewegingen met zijn armen. De danspasjes heetten "de Eekhoorn", wat ook een bijnaam van de Samantijnse spiegel is. De Eekhoorn is ook een boek in de Vur en komt geregeld voor in de Tweede Bijbel. In het Chinese Boeddhisme worden de nikaya's (pali) agama's (sanskrit) genoemd. Alhoewel er veel overeenkomsten zijn zijn er ook wat verschillen tussen de nikaya's van het Zuidelijke boeddhisme (India, Theravada) en de agama's van het Noordelijke boeddhisme (Mahayana). De Chinese agama's zijn Chinese vertalingen vanuit het Sanskrit. In het daadwerkelijke Chinees zijn dit de ahan jing. In het Chinees ligt dus een belangrijk apparaat om het boeddhisme te begrijpen, en zo de hele context van religie. We volgen hierin de lijn van het nikaya boeddhisme, oftewel het tweede mands boeddhisme, tot de Chinese vorm ervan, het agama boeddhisme of het ahan jing boeddhisme. De leegte gaan we in door afzondering. Zonder diepe afzondering is er geen leegte. Ook moet de mens zijn voorstellingen loslaten, en zijn wil. Het is een natuurlijk proces wat tot het Nibana leidt. Laat alle voorstellingen los, laat het wegstromen als rivierwater wat nooit meer terugkomt. Laat alle gedachtes los, en laat jezelf wegstromen. Laat alles maar afsplitsen terwijl je zelf dieper de leegte in glijdt. Laat alle weerstand wegglijden en alle overgave. Laat ook alle leegte wegstromen. Hoe meer je laat wegstromen, hoe meer er komt. Laat alle beslissingen wegstromen, Laat alle verlangens wegstromen, alle wensen. Laat het allemaal afsplitsen en splits zelf ook op. Laat jezelf wegstromen. Laat al je verwarring wegstromen, al je ideeën en plannen. Laat al je dromen wegstromen, en je onderbewustzijn. Laat al je oordelen wegstromen. Laat de leegte wegstromen, zodat er meer leegte kan komen. Zaai de leegte, opdat je nog meer leegte zult oogsten. Laat al je herinneringen wegstromen. Laat vergetelheid door je heenstromen, en wordt vergetelheid. Zaai vergetelheid opdat je nog meer vergetelheid zult oogsten. Laat de vergetelheid wegstromen, opdat er nog meer vergetelheid komt. Laat al je bezit wegstromen, alles wat je hebt, wordt en bent. Hoofdstuk 43. Betelgeuse-Oost Ik brak door in een parallelle wereld in Betelgeuse Oost. Het innemen van de steden was daar begonnen. Velen werden vrijgezet. Er waren twee steden bevrijd : Dedemsvaart en Helmst. Er waren parellellen die leken op mijn familie, maar het was niet mijn familie. Degene die op mijn broer leek kon bijna niet spreken. Zijn stem was heel zacht. Degene die op mijn moeder leek bracht zijn zoontje van drie naar mij toe. Ik woonde in dat wat leek op het ouderlijke huis van vroeger, weer op zolder. Ik zou zolang op het bevrijde kind passen om wat genezing toe te brengen. Voor een drie-jarig kind was het jongetje ontzettend gearticuleerd. Ik had een stads systeem daar gekraakt. Dit stadse systeem was een onderdrukte slaaf van een hoger systeem. Het was een

vriendelijk systeem, maar in de war. Ik zou het opnieuw moeten programmeren. Het was een buitenaards wezen, als een dier. Ook zij die op de buren van vroeger leken waren vrijgezet. Ik kreeg één van de meisjes onder mijn hoede, om haar genezing toe te brengen. Ze waren gevangenen geweest van een soort vals boeddhistisch systeem, een stinkdier. Het had ook met Rigil Kent te maken. Het vrijgezette stadse systeem was een sociaal systeem van uitkering en beroepskeuze. Betelgeuze werd ingenomen gehouden door zware terroristische boeddhistische systemen die het volk lam hielden. De bevrijding kwam door regenboog brugjes, regenboog stroompjes. Dit gebeurde in een droom gisterennacht. Vannacht ging het innemen van de steden in Betelgeuse Oost verder. Ze werden in gevangenschap gehouden door een valse boeddhistische vorst, een piratenhoofdman, genaamd Stredin. Hij was een man met een baard en een hele dikke buik. Op aarde had hij het christendom en de islam opgericht, en die werden bestuurd vanuit lekken in het boeddhisme. Hij leefde van de zielenvangst. Vooral op het christendom was hij trots. Hij gaf toe dat het leugens waren. Deze vorst moest overwonnen worden, want hij bewaakte de sleutel tot het boek Spreuken. Let ook goed op het woord "devils", de-vils, "the veils", de sluiers. In Jeremia 5:16 gaat het over dat God een verre stam en natie over hen zal brengen. Zij komen als een oordeel over de boosdoeners in God's volk. De pijlen zijn dan het goddelijk zaad, de mayim. Dit verre volk wat over hen komt is de Ganbar of Ganbara in het Aramees, wat 'de gewapenden' betekent. In vers 17 brengen zij de honger en de verwoesting. In vers 19 gaat het over dat de boosdoeners van God's volk door de Ganbara in ballingschap worden gedreven. In de grondtekst worden de boosdoeners van God's volk dan gedreven tot de Zarim en de Zuwr, wat vrouwen van verre landen betekent. Wij hebben hier te maken met Goddelijke vrouwelijke ordes uit de hogere hemelen die het afgevallen en afgedwaalde volk van God komen tuchtigen en straffen. De ballingschap vindt plaats in ERETS, wat de onderwereld betekent. In vers 28 klaagt God erover dat er goddelozen onder zijn volk zijn die vet en glanzend zijn. In de grondtekst betekent dit ook overmoedig. Vers 22 en verder laat zien dat zij van een verborgen plaats in de onderwereld komen, als een jagersvolk, naakt of halfnaakt. Zij komen in de grondteksten vanuit de heupen van de onderwereld, van de plaats waar het wapen is, van een zachte plaats of schacht, yarek. Ganbara, waar de Zarim en Zuwr vandaan komen, is in het Aramees Orion. Het is de reus, de jager, de bewapende. De Zarim en de Zuwr zijn dus verre vrouwenstammen uit Orion. Om het afgedwaalde volk vatbaar te maken voor Orion, stort God een soort koorts uit : de Chemah (7:20), vergelijk kamma in het Pali (karma, Sanskrit). De Chemah dient het volk weer terug te brengen tot de goddelijke verlamdheid, de Heilige Rust (zeven), om vandaaruit de Heilige Arbeid te ontvangen (zes). De Chemah is dus een belangrijk instrument van de Heere, de heilige koorts, een heilige brug, om tot ontlediging te komen. In vers 28 klaagt God erover dat de eeuwige tucht en kastijding als een lichaamsdeel is afgehakt. Dit lichaamsdeel is weer als een uiteinde, als een bron en een verbindingsschakel, het 'mannelijke' vruchtbaarheidsdeel waaruit de mens was opgebouwd. Dit lichaamsdeel, het teken, zou hen in de tucht houden. Het was een soort van heilig orgaan tot de dienst aan de Heere. Dit zou weer terugkomen door de Chemah, de heilige koorts. Dan zou ook Mayim, het goddelijke zaad, weer voortgebracht worden. In het Aramees staat er dat zij het vlees van een vrucht, en hun wapen, hebben verloren (Puem). In vers 29 is de Ebrah, de heilige arrogantie van de Heere, tegen hen gekeerd. God is gescheiden van haar volk (SBQ). Dit komt ook voor in Ezechiel. In hoofdstuk 9 gaat het over God's merkteken, Tav, ontvangen door klagen, kermen en zuchten over de bedrevem gruwelen. In hoofdstuk 11 worden de prinsen van het volk overgeleverd aan de Zuwr-stam, de verre vrouwen van Orion.

: 19 God zal hen een hart van vlees geven, het hart van Basar (Aram.: Bsar, Besra), van het mannelijk geslachtsdeel, als een bron. Voor een Israeliet was het belangrijk om terug te komen tot het zuivere teken, het zuivere vruchtbare deel, het besneden, paradijselijke deel. En dit moest ten diepste gebeuren. De voorhuid was de kap, het zegel, wat eraf moest. Die voorhuid was gekomen door de zondeval. God zou het slachtmes brengen, Harba, om die top eraf te snijden (Ezechiel 3 : 22, 6 : 3). Dit zou gebeuren door de verre goddelijke vrouwenstam van Orion, de Zuwr (7 : 21). Velen zouden omkomen, maar er zou ook een overblijfsel zijn. Harba betekent ook 'Slachtmes van Mozes'. Dit stond gelijk aan een oordeel gebracht door goddelijke vrouwen (Zuwr). Dit slachtmes wordt ook in verband gebracht met de vrouw van Mozes, Zippora, de besnijdster. Zij besneed haar zoon. Harba, Zippora, is het teken van de besnijdenis in de grondteksten wat wij dienen te ontvangen, als een terugkeer tot de wildernis, om terug te keren tot het beloofde land. Zuwr, of Suwr, komt ook weer terug in het boek Spreuken. Vaak wordt dit in de Westerse vertalingen eenzijdig negatief voorgesteld, terwijl de grondteksten een dualiteit laten zien : 1Mijn zoon, sla acht op mijn wijsheid, neig uw oor naar mijn verstandigheid, 2om bedachtzaamheid in acht te nemen en laten uw lippen kennis bewaren. 3Want van honigzeem druipen de lippen der vreemde vrouw (zuwr, suri), gladder dan olie is haar gehemelte, 4maar op het laatst is zij bitter als alsem, scherp als een tweesnijdend slachtmes in de mond. Dit is ook een dualiteit. In de grondtekst staat er : Haar achterste (baarmoeder) is bitter als alsem, wat in het Aramees wild en woest betekent (mrr). In de Hebreeuwse worteltekst is dit het druppelen. In de apocalypse komt alsem ook als een oordeel over het ego, als een vallende, brandende ster op de wateren. De lippen kan ook de taal betekenen in het Aramees (sp, spt, sph). Het kan ook de randen en de omtrek betekenen. Dan staat er in het Aramees : gladder dan olie is haar woord, haar logos, haar schrift-exegese. Scherp betekent alert in het Hebreeuws. Dit slachtmes is in de peh, in de mond. Dit komt ook weer terug in Openbaring waar Yeshua een slachtmes in de mond heeft, als beeld van de bewaker van de mond, en in de OT grondteksten is dit dus het achterste, de baarmoeder. Dit is dus een alarm, een beveiligings-systeem. Het achterste en de baarmoeder is symbolisch voor waardoor alles uit de mond gaat. In het Aramees is de peh de puem. In beide talen kan het ook betekenen dat het slachtmes, het achterste, de baarmoeder, voortkomt vanuit het water. Haar mond is dus als honing, maar haar achterste, baarmoeder, is bitter, wat ook terugkomt in Openbaring 10. Johannes moet een boekje eten wat honing is in zijn mond en bitter is in zijn buik. 8En de stem, die ik gehoord had uit de hemel, hoorde ik wederom met mij spreken en zij zeide: Ga heen, neem het boek, dat geopend ligt in de hand van de engel, die op de zee en op de aarde staat. 9En ik ging heen tot de engel en zeide tot hem, dat hij mij het boekje zou geven. En hij zeide tot mij: Neem het en eet het op, en het zal uw buik bitter maken, maar in uw mond zal het zoet zijn als honing. 10En ik nam het boekje uit de hand van de engel en at het op, en het was in mijn mond zoet als honing, maar toen ik het gegeten had, werd mijn buik bitter. 11En er werd tot mij gezegd: Gij moet wederom profeteren over vele natiën en volken en talen en koningen. Het geeft hem inzicht in de tempelbouw.

Deze bitterheid, mar, Hebreeuws, is Maria in het NT, als een beeld hiervan, de baarmoeder van Yeshua, de bewaker van zijn mond, als het beest komende uit de zee. 5Haar voeten dalen af naar de dood, haar schreden raken het dodenrijk. Hebreeuws : Haar voeten dalen af tot de onderwereld (sheol), de baarmoeder van de onderwereld. Dit is heel shamanistisch en Egyptisch, zoals Nephthys die Ra meenam in de baarmoeder, opdat hij aan zijn ego zou afsterven en tot de diepte van dingen zou komen. De christenen hebben een onbijbelse theologie waarin het licht goed is en de duisternis slecht, en zo ook de dood slecht is en het leven goed. Vandaar dat deze schriftgedeeltes overmatig negatief zijn vertaald, niet rechtdoende aan de metaforische dualiteit van het Hebreeuws en het Aramees. 6Opdat gij het pad des levens niet zoudt inslaan, zijn haar gangen doolwegen, zonder dat gij het weet. Hebreeuws : Opdat gij u onthecht van het sociale (chay). Aramees : Opdat gij u niet overmoedig overgeeft aan de sexualiteit. 7Nu dan, zonen, luistert naar mij en wijkt niet af van de woorden mijns monds. 8Houd uw weg ver van haar, nader niet tot de deur van haar huis, Aramees : Houdt uw sexualiteit ver van haar, maar verkoop haar niet. Deur betekent ook marktprijs in het Aramees. Weg betekent ook sexualiteit. Het wordt hier duidelijk dat we met de Zuwr, oftewel de donkere kennis van Orion, niet lichtzinnig mogen omgaan. We mogen niet te snel gaan, maar we mogen het ook niet verkopen, of weggooien. Huis kan ook boek betekenen in het Aramees, een literair werk, dus in die zin kan het ook betekenen : "en verkoop haar woord niet," zoals de christenen met de bijbel hebben gedaan. Er wordt hier benadrukt niet te dichtbij te komen, maar ook niet te ver weg te gaan. Het gaat erom het middenpad te gaan. Zij is heilig. Je rotzooit er niet mee aan. Dat hebben de christenen al genoeg gedaan met hun god. Hebreeuws : Verwijd uw wegen met haar (wees niet bekrompen en eenzijdig, zoals de christenen zijn met hun god), m.a.w. sta open. Ook : wees voorzichtig, wees bedachtzaam, verminder in haar nabijheid. 9opdat gij uw luister niet aan anderen geeft noch uw jaren aan een meedogenloze; 10opdat vreemden zich niet verzadigen met uw vermogen, en uw moeizaam verworven goed niet kome in het huis van een onbekende. Het oordeel over het kwaad zal maar een vijfde deel zijn van het toekomende, wat maar een betrekkelijk klein deel is dus. Het gaat voornamelijk om de ontwaking, het zien van de hogere structuren in en door alles heen. Alles heeft een hogere orde. Niets gebeurt zomaar. Betelgeuse is een veel fijnere energie die ontdekt moet worden, en ook herkent.

Eén van de terugkerende thema's van de bijbel is dat de mens niet van God kan vluchten. Hier is ook Jona een beeld van, wat weer verwijst naar Jannah, het paradijs, in de islam. Dat gaat over Calvijn's wet van de onontkoombaarheid. Hoofdstuk 44. De Germaanse Achtergrond van het Calvinisme Dus als de mens hard aan zijn ego afsterft op het strijdveld van het leven dan wordt de mens in de Germaanse mythologie opgenomen door de valkyries tot het Walhalla, de zaal van de gevallenen in Asgard, de godenwereld. Hier troonde Odin, die elke dag weer gevallen strijders uitverkoos. Dit was de Germaanse uitverkiezing. Odin, dn, is de Germaanse personificatie van het paradijs, Eden, dn. Dit is een Aramese wortel van het bloedige recht, zij die onderwerpt, en ook betekent het de exegese. Jakob's dochter was dn (dana). In de Sanskrite wortel is dit dhyana, het pad van meditatie tot transcendent bewustzijn. In het Pali is dit Jhana. In de amazone theologie is dit het pad van de urim, oftewel het pad van het testen. De weg tot het valhalla was een gevaarlijke weg door de onderwereld met veel bloedige testen en rituelen. Overal stond de dood op de loer, en er was ook veel dood. Dit was het volksgeloof van de Germanen. Alleen de heldhaftige doden, de einherjar, kwamen uiteindelijk aan in het Valhalla. Alleen gevallen strijders konden hier komen. Niet hen die door een natuurlijke dood waren gestorven. Natuurlijk was dit ook heel politiek, want zo werden jonge mannen opgehitst om deel te nemen aan de strijd, opdat zij door de valkyries tot deze plaats zouden worden opgenomen. Sommigen waren zo bang een natuurlijke dood te sterven dat ze zich lieten doorboren door speren. Hetzelfde zien we vandaag terug in extremistische groeperingen van de islam waar mannen het leger worden ingelokt door beloftes over de 72 maagden in het paradijs, wat vergeleken kan worden met de valkyries (Noord-Germaans) of walkuren (Zuid-Germaans). De valkyries waren de dochters van Odin, als de dochters van het paradijs, van het valhalla. In de islam worden zij de houri's genoemd. In het christendom zijn zij de engelen, en zij zijn juist de personificaties van het pad van de beproevingen. Zij leiden tot de onontkoombaarheid, één van de pilaren van Calvijn, als een beeld van het paradijs als alarm-systeem. In het calvinisme is dit de vijfde pilaar, de volharding van de heiligen, wat een gave is. Het zorgt ervoor dat de heiligen niet kunnen wegvallen. Dit is dus de duurzaamheid van de uitverkiezing. De uitverkiezing zelf is de tweede pilaar. In het calvinisme is de volharding der heiligen een bevestiging en bewaring. Ook kan dit uiteindelijk leiden tot een verzekerdheid. Odin is dus de beproeving en de onontkoombaarheid, het paradijs, wat ook plaats van restrictie betekent in de grondteksten van het OT. De dn wortel in India is dus in het Pali de jn. Ook Jannah, het islamitische paradijs heeft deze jn wortel. In de talen is er een sterke verbinding tussen de D en de J. De D-klank komt in het Arabisch ook voor in het woord jinn, als djinn, zoals ook bij jannah, wat uitgesproken wordt als djanna. Zo wordt de J ook in het Engels uitgesproken, als [DJ]. Odin heeft zijn wortels in de godin Jana. Jormungandr, een kind van Angrboda de ijsreuzin en Loki (logos), en de broer (schaduw) van Hel, de Midgaard slang, die de mensenwereld in de greep houdt, staat symbool voor de restrictie van de

derde pilaar van het calvinisme, de pilaar van de beperkte verzoening. De mens heeft restrictie nodig om het juiste pad te vinden. Vandaar dat onze boodschap naast het kruis ook het heilige touw is geweest, de heilige gebondenheid. Wanneer Jormungandr de touwtjes viert of loslaat, begint het Ragnarok (ramadan), de hongertocht door de onderwereld. Het is een slang die zijn eigen staart bijt, zichzelf opvreet, zoals de Ouroboros, als een beeld van oneindigheid. De slang raakt in gevecht met Thor in het Ragnarok, en de slang spuit zijn gif in de lucht, en als een beeld van de Ouroboros gaan zowel Thor als de slang ten onder in dit gevecht, als een zelf-zuiverings-principe, want Thor is ten diepste een onderdeel van Jormungandr. Uiteindelijk werd Gleipnir vervaardigd, het eeuwige touw, de eeuwige restrictie, als zijnde een beeld van de volharding van de heiligen, van de onontkoombaarheid. Hiermee werd Fenrir, de wolf, geketend. Hij zou pas op Ragnarok vrijkomen om Odin ten val te brengen. Wolven zijn edele dieren die een groot geheim dragen. Het zijn speciale soort van zielen die bevroren raakten. Het zijn ijs-zielen, wat een symbool is van grote isolatie, leegte en vergetelheid. Daarom hebben ze ook grote mediamieke gaven, en zijn ze vaak verbonden aan het shamanisme. Wie te dichtbij het mysterie van de wolf komt kan hierdoor verslonden worden als een symbool van wat er kan gebeuren als iemand te lang in het ijs is, als onderkoelingsverschijnselen, dus dat wil niet zeggen dat het daadwerkelijk de schuld van de wolf is. Deze zielen zijn bevroren. Soms roepen ze nog : "Ga weg, ga weg," maar als er dan niet geluisterd wordt, dan slaat het ijs toe als een natuurverschijnsel. Het wil dus niet zeggen dat wolven vleeseters zijn, maar meer dat de prooi slachtoffer is geworden van weersomstandigheden, of gewoon te dichtbij of te lang bij het ijs is geweest, of als iemand die door het dunne ijs is gezakt. De wolf zit vast in zijn instincten als zijnde een diepere werkelijkheid die symbolisch laat zien wat er aan de hand is. Wel is het zo dat de wolf een geestelijk strijder is in de onderwereld. Hetzelfde is aan de hand met haaien, leeuwen en hyena's bijvoorbeeld, maar dan met een ander achtergrond-verhaal. De mens moet hoe dan ook ingewijd worden in deze geheimen, en er moet speciaal met deze dieren omgegaan worden. Dierentuinen en kleine kooitjes zijn uit de boze, maar speciale reservaten waar ze met rust gelaten worden zijn belangrijk voor het behoud van dieren. Hoofdstuk 45. Shamanistische Betekenissen van de Dierenwereld Zij die hard aan hun ego zijn gestorven worden gewekt door de Valkyries (Noord-Germaans), de Walkuren (Zuid-Germaans), oftewel de strijdgodinnen van Odin, tot het transcendente bewustzijn. Dit zijn de ware uitverkorenen. Alleen de uitverkorenen kunnen tot het Valhalla gaan, de hel van de gevallenen, oftewel de vruchtbaarheid van de gevallenen. Gleipnir was het eeuwige touw, de eeuwige keten, die Fenrir, de Germaanse wolf, bond. Gleipnir betekent in het Noord-Germaans (Noors) de geopende, het open zijn, dus het heeft een diepe metaforische betekenis. Fenrir kwam tot het transcendente bewustzijn (vgl. Jehovah). Hij zou losbreken in het Ragnarok om Odin te doden, en hij zou zelf gedood worden door de zoon van Odin. De god van het OT, de vader, stierf, opdat het zoonschap van het NT kon komen. Dit is ook het ego wat sterft. De wolf is een verlicht dier, die tot het Ragnarok leidt, en door het Ragnarok,

zoals de Egyptische wolf Anubis de ziel door de onderwereld leidde. Ook leidde de wolf Roodkapje, en moest het ego sterven. Fenrir brak dus los in het Ragnarok, zoals satan losbreekt na het duizend jarig rijk, om het volk te "(ver)leiden". Satan zou het volk opleiden tot de grote oorlog, het tweede Armageddon na het duizendjarig rijk (duizend betekent educatie en verzoening). Armageddon is het christelijke Ragnarok. Satan is in de christelijke bijbel de wolf, en in de grondteksten is satan een neutraal en dualistisch woord, dus het kan zowel positief als negatief worden uitgelegd in dit orakel. Ook de stam Benjamin was een wolf (Genesis 49:27), en de wolf zou tezamen zijn met het lam in het vrederijk, en een kleine jongen zal hen hoeden (Jesaja 11:6). De aarde zou vol zijn met kennis. De wolf is gestorven aan zijn ego in het ijs, in de afzondering, de isolatie. Zijn moeder is de ijsreuzin Angrboda, en zijn vader is Loki (logos), de Germaanse satan, de trickster. Angrboda was ook de moeder van Hel, en van de slang Jormungandr. Zo is de wolf het transcendente bewustzijn wat ontstaat in de ijsdood, in Ragnarok, als een gids. Het is een medicijn in de onderwereld. Het duizendjarig rijk is een beeld van het transcendente bewustzijn wat ontstaat in de eindstrijd tegen het ego, het Aramageddon, het Ragnarok (Noord-Germaans), de Gotterdammerung (ZuidGermaans), oftewel de godenschemering (Nederlands), de twilight of the gods (Engels). Hier moet de mens afsterven aan al zijn valse godsbeelden en idolen van het ego. Religie moet hier ten onder gaan om plaats te maken voor het shamanisme. De wolf leidt helemaal terug tot de Volva, of Wolva, (vgl. vulva, de uitwendige vagina als poort van de baarmoeder) een vrouwelijke oergermaanse priesterorde van sjamaanse zieneressen. Zij werden herkend aan hun rode pijen met rode kappen (vgl. Roodkapje). Zij werden ook wel spakona genoemd, profetessen, van het woord "spa", profetie. De volva stonden hoog in aanzien, en waren ook godinnen. Zelfs Odin kwam soms bij hen om raad vragen. Zij hadden grote macht, ook als oorlogsgodinnen, en hielden zich bezig met het offeren van de vijand, als een beeld van het doden van het ego, wat ook weer terugkomt in de psychologie van Jung. Van "spa", profetie, observeren, komt ook het Engelse woord "spy", onderscheiden, detecteren, het verzamelen van informatie, spioneren. Dit is dus het pad van de wolf, de diepte van de wolf, waaruit deze illusie voortkomt. De wolf is dus meer een sluier hiertoe. Ook de wolf moet sterven, wat ook weer terugkomt in het sprookje van Roodkapje. Aan het einde van het sprookje komt Roodkapje (en ook haar grootmoeder, de grote moeder) uit de buik van de wolf, door het slachtmes van de jager ("jacht" op de gnosis, wijsbegeerte, oftewel de transcendente filosofie die nooit stopt). Odin kwam dus tot de Volva om raad te vragen, als het raadplegen van een orakel voor profetie. Hij wilde de toekomst weten. Dit staat beschreven in de Voluspa, de profetie van de Volva, in de poëtische Edda, de Germaanse bijbel, wat gaat over de schepping van de wereld uit ijs, en ook de ondergang van de wereld in het Ragnarok. Odin wil weten hoe het met zijn schepping zal aflopen. De wereld begon toen Ymir, een ijsreus, voortkwam vanuit een gif wat opwelde in de ijsrivieren van de Ginungagap, de Germaanse oerleegte. Laten we kijken naar de shamanistische betekenissen van wat andere dieren : Hyena's : Dit zijn zielen die in de onderwereld zwaar gevochten hebben tegen het religieuze systeem, als verzetsstrijders. Zij werden vervolgd, en uiteindelijk door het religieuze systeem veroordeeld en omgebracht. Haaien : Dit zijn zielen die in de onderwereld zwaar hebben gevochten tegen de medische dictatuur van o.a. de psychiatrie en de tandheerskunde industrie. Zij werden veroordeeld en omgebracht. Het zijn grote verzetsstrijders. Leeuwen : Dit zijn zielen in de onderwereld die zwaar hebben gevochten tegen de markt van justitie, tegen valse veroordelingen, maar werden uiteindelijk zelf vals veroordeeld en omgebracht.

Het zijn natuur-martelaren. Zij zijn het medicijn. De mensheid heeft deze oorlog verkeerd begrepen. Krokodillen : Dit zijn zielen in de onderwereld die zwaar hebben gevochten tegen het valse educatieve dwang-systeem, en hierdoor veroordeeld werden. Hoofdstuk 46. Het Plumares Mysterie Plumares momenten zijn momenten van verwarring en verwerping, waarin je je plaats niet kent, en ronddoolt. Het zijn lege tabletten die hoger inzicht nodig hebben, die nog geplaatst moeten worden. Deze plumares stenen of tabletten zijn dus belangrijk om het huis te bouwen. Wij mogen de plumares stenen dus niet zomaar verwerpen, omdat ze groot potentieel hebben. Dit is ook weer een stukje van het aanvaarden van het kruis, de kooi en het touw. Forceren helpt niet. We zijn in een labyrint. Alles moet op een natuurlijke manier gaan, de tijd krijgen om te groeien. De plumares spiegels staan door het hele heelal. Ze zijn overal om ons heen, en brengen alles tot tegengestelden, spiegelen en verdraaiien alles. De Arcturische lens is er één van, een hele grote lens waardoor Orion op aarde wordt geprojecteert. De Samanthijnse lens is een lens op aarde, tussen het verre oosten en het mid-oosten-en-westen in, ook wel de eekhoorn genoemd, die enorm snelle spiegel-effecten afgeeft en rommelt met tijd, chronologie en nummerieken. Maar zo zijn er ook heel veel van zulke spiegels en lensen heel dichtbij, zoals de lens tussen bijvoorbeeld de Betuwe en de Veluwe. Betuwe is het symbool van de vruchtbaarheid voor Nederland vanwege de goede grond voor fruitteelt en tuinbouw, terwijl de Veluwe voornamelijk bekend staat om zijn droge, dorre, vastgegroeide theologie, alhoewel het wel prachtig natuurgebied is. Zo is er een wisselwerking tussen de Betuwe en de Veluwe, als kruis en opstanding, als lijden en verdieping. De mens mag door deze spiegel tot ontwaking komen. Het wordt ook wel de hyena spiegel genoemd, omdat de hyena symbool staat voor de verzetsstrijd tegen de klauwen van de ijzeren, stalen religie. De hyena ziel ging in deze strijd ten onder, maar zal ook weer wedergeboren worden, opkomen vanuit die diepe put, door de vruchtbaarheids-principes van het universum. Religie zal niet het laatste woord hebben, maar het shamanisme. De Veluwe is verder prachtig, omdat het allemaal erg bruikbaar spul is. Maar ook in en rondom ons huis zijn er zulke plumares spiegels, en zelfs in ons lichaam. Het is dus belangrijk hier gevoelig voor te worden en je leven te gaan begrijpen. Het zijn als het ware allemaal golfjes en stroompjes van zeeen en rivieren die door elkaar heenlopen. Soms lijkt het alsof ze er een potje van maken, maar er is een hogere orde. De mens moet leren deze stromen te detecteren, te volgen, te ervaren waar ze afbuigen, en hoe ze afbuigen, en hoe het zich doorvertaalt en spiegelt. De mens mag zo tot de oorspronkelijke waarden komen, om zo beter zijn leven te leren begrijpen. Dit is dus een groot vraagstuk van de etymologie van het shamanisme. De Veluwe is een beeld van de dorre en droge toestand van Nederland en zelfs van de hele wereld. De Veluwe stond in de geschiedenis bekend als jachtgebied vanwege het vele wild, en ook was het berucht om de intense heksenvervolging. Heel vroeger was de Veluwe omringd door moerassen, en het lag aan de Zuiderzee, die later werd drooggelegd zodat de Veluwemeerkust ontstond met het Veluwemeer, als overgangsgebied. In ieder geval zakte de mens geestelijk door het moeras en kwam in het mysterieuze Veluwe gebied terecht als een symbool van iets buitenaards. Er was veel

meer gaande dan wat het oorspronkelijk leek te zijn. Ik kan erover meepraten wat opgroeien op de Veluwe inhoudt. Het is als de hel. Maar ik heb ook veel "Betuwe" ervaringen gehad, wat me er doorheen heeft geholpen. Ook de Betuwe is iets buitenaards wat zich op de aarde projecteerd, en waardoor de Veluwe-Betuwe dualiteit ontstond. Hoe buigt iets zich af door de spiegels en lensen van het leven, in het labyrint van het bestaan ? Hoe ontstaan de dingen, hoe vormt het zich door al die caleidoscopische verbuigingen, verspiegelingen en schaduwen ? Dat is het vraagstuk van de etymologie van het shamanisme, oftewel het plumares mysterie. Het is de leer van de oorsprongen, en hoe die bronnen zijn gaan vloeien. Ze dalen neer en stijgen weer op met vernieuwd inzicht. Bronnen putten en scheppen weer uit andere bronnen om zichzelf te versterken, te verdiepen. Dit is een groot buitenaards natuur mysterie, als het leren kennen van de spiegels van het universum, het onderscheiden ervan. Soms is het belangrijk om even stil te staan en jezelf af te vragen : Welke spiegels zijn hier aan de gang ? Het zijn prisma stenen die een bepaald spectrum hebben opgewekt waardoor wij de dingen beleven zoals we het beleven. Ook herinneringen kunnen plumares spiegels zijn. Ze kunnen je het leven heel anders laten bekijken en beleven. Dit kunnen goede herinneringen zijn of slechte herinneringen, maar we mogen door deze spiegels gaan om tot verdieping te komen. Dit is een hele uitdaging. Sommige spiegels zijn heel klein, en anderen heel groot. Sommigen liggen misschien op de achtergrond, maar anderen kunnen de sleutel vormen voor je verdere leven. Zo kunnen plumares momenten dus ook hele goede momenten zijn van herkenning, verzoening en diepte zicht. Hoofdstuk 47. Het Ragnarok Mysterie Het christendom mist grotendeels de rijkdom van de honger-theologie, van Ragnarok. Calvijn moest deze aanvullen, maar dit ging op een hele corrupte manier. De eerste pilaar van het calvinisme, van de machteloosheid van de mens, is een symbool van het Ragnarok, waar de mens doorheen moet. In het amazonisme is dit de Tahulen. Ook Ragnarok is een plumares spiegel, tussen Noord-Germanie (Scandinavie) en Zuid-Germanie (Nederland, Duitsland). Het is dezelfde energie die door de lens op verschillende manieren wordt vertaald. Er is ook een plumares spiegel bijvoorbeeld tussen Noord-Amerika en Zuid-Amerika, en tussen de islam en het christendom. Om tot diepere leegte en vergetelheid te komen moet de Samanthijnse lens doorbroken worden tussen de abrahamitische zone (mid-oosten en westen) en de dharmische zone (de orient, het verre oosten). Het kruis is niks zonder de leegte en de leegte is niks zonder het kruis. Deze dynamieken horen bij elkaar. De Achius-spiegel ligt tussen Noord en Zuid-Amerika, die doorbroken moet worden om het Noord-Amerikaanse mysterie te kunnen oplossen, want dat kan alleen in de context van de natuur (Zuid-Amerika). De mens moet zichzelf aan beide kanten van de lens zien terug te vinden.

De mens die dieper in de put van de eerste wet van het calvinisme gaat, die van de machteloze, verlammende leegte, die komt vanzelf uit bij de uitverkiezing, de tweede wet, en komt zo tot de heilige restricties van het paradijs, de derde wet, de beperkende verzoening, oftewel het Odin mysterie. Odin is de dolende god, de god van de nomaden, wat een beeld is van de tocht van beproeving door de Ragnarok. De vierde wet : Genade stelt de wet buiten werking, de valse wetten. Dit is in diepte niets anders dan inzicht, de onderscheiding van de plumares tabletten, van de spiegels. Het calvinisme gebruikt het woord genade, maar dit is dus inzicht. Hoe dieper het inzicht, hoe dieper de ontwaking, wat resulteert in een hoger absorberings-vermogen, oftewel vetverbranding, de fijnere energie. De leeuw valt de valse wet aan, en gaat in dit gevecht ten onder. Dit is verkeerd door de spiegel gekomen. De valse genade verspreidde zich door het christendom, om het inzicht te doven. Genade bedekte de valse wet, beschermde de valse wet, rekende er niet mee af. Door genade is iedereen gelijk, zowel de zondaren als de heiligen, de goeden en de slechten. Dit is een soort van vals religieus communisme als dekmantel voor de criminelen. Demonen zwerven graag rond met zulke gewaden. Ze doen hun kappen om en met het genade-wachtwoord komen ze overal binnen. Het is het tijger-vergif, een Russische kaart. De tijgers van genade komen uit Rusland. Zo gaan zij door de plumares spiegels op jacht. Vandaar dat het belangrijk is de Russische spiegels te kennen. Jamahr - de grote plumares spiegel tussen Rusland en Amerika. Door een Amerikaans sausje kan de genade-geest zichzelf opportunistisch opsmukken, om zo te worden tot een kapitalistische monopolist, tot iemand die god in de broekzak heeft zitten, en die op elk gewenst moment uit zijn broekzak kan halen. Vele kerken zijn gebouwd op dit principe. Het is een truuk. Zonder genade zouden ze dit nooit kunnen doen. Genade is de basis, het wachtwoord, omdat ze hiermee hun graven eerst kunnen witten. Beesto - de grote plumares spiegel tussen Rusland en het Verre Oosten (de Orient), ook een hele geliefde. Zo kunnen de grote opportunisten die door genade tot valse volle wasdom zijn gekomen zichzelf vergulden en vergoddelijken, door één of andere smerige oosterse truuk. De genade freak weet zich door zijn onnavolgbare religieuze wiskunde boven ieder ander mens te zetten als een god in de tempel waarvoor ieder ander mens moet buigen. Natuurlijk is dit een goocheltruuk, maar wie kan deze betovering verbreken ? Het is pure demonie. Instant zelfvergoddelijking en christelijke genade schijnen goed met elkaar samen te gaan. Kleine kinderen die een nieuw woord hebben geleerd worden zulke wanen met de paplepel ingegoten. De nieuwe generatie van genade kent geen genade. Slango - de grote plumares spiegel tussen Rusland en Europa. De genade is iets waardoor de meest ziekelijke geesten hun troep aan de mens kunnen opdienen door een dwang-spuit in de medische industrie en dictatuur. Het verlamt de hele samenleving, zodat de mens geen kennis krijgt en alleen nog maar kan geloven. Genade (Rusland) en Geloof (Europa) werkt met elkaar samen waardoor de tijgergeest doktertje kan gaan lopen spelen. Zo krijgt de gek die voor god speelt nog meer macht over zijn slachtoffers. Daarom is het van belang om in de diepte te gaan van de vierde wet van het calvinisme, de onweerstaanbare genade. Het werkt als een magneet die goed verkoopt want elk soort gespuis kan zich hierin verstoppen. Het calvinisme is hiermee de advocaat van de duivel, maar er ligt een esoterisch pad in verborgen. Het esoterische calvinisme is de toekomst. Genade probeert karma te verstoppen, tegen te houden, oftewel het kruis. Het communisme moet dus zo gedraaid worden dat iedereen aan karma en het kruis blootgesteld moet worden, als de eis van het Ragnarok. De eerste wet van de honger theologie is Orientaals, en de vierde wet van kruis en oordeel, van karma (kamma, pali) is Israelitisch. De Rusland-link zorgt ervoor dat niemand aan deze wet ontkomt. De diepte van het kruis ligt niet eens in Israel, maar in Germanië. Dit is de vrucht wanneer de

Samanthijnse spiegel wordt doorbroken, want dan kunnen beide kanten zich verdiepen. Zo is Germanië ontstaan. Het is iets van de toekomst (diepte). De Samanthijnse spiegel of brug is dus in de diepte Germanië. Germanië is de brug tussen de Abrahamitische religie (west-oost) en de Dharmische (oriente) religie. Vandaar dat de Germaanse religie ook in diepte besproken wordt als een belangrijke link in de esoterie en de gnosis. Sitnap is de plumares spiegel tussen het christendom en de islam. Sama is de plumares spiegel tussen Israël en Egypte. Primo is de plumares spiegel tussen Egypte en India. De heilige onweerstaanbaarheid (vierde wet van het calvinisme) is onlosmakelijk verbonden aan de heilige onontkoombaarheid (vijfde wet van het calvinisme). Dit is de ijzeren en stalen machine van het Russische communisme. Niemand ontkomt aan het universele communisme. Iedereen zal door Ragnarok heen moeten gaan om zo te worden getest en waarin het ego kan sterven. De vierde en de vijfde klauw van het calvinisme grijpen de mens en werpen hem in de put van de eerste wet, van de afgrond van de onmacht en hulpeloosheid, zoals Jozef door zijn broers in de put werd geworpen. En zo worden de uitverkorenen uiteindelijk tot Egypte genomen. Niemand ontkomt aan de machines van Ragnarok. Dit woeste beest zal niemand overslaan. Ieder mens zal geconfronteerd worden met de eindeloze en eeuwige leegte, en niemand zal kunnen leven. De Ragnarok betekent de totale dood van het ego. De Ragnarok is een Russisch, communistisch mysterie. Rusland (Ragnarok) is de plumares loopbrug tussen Zuid en Noord Germanië. Dit zijn allemaal dynamieken van Betelgeuse geprojecteerd op aarde. Betelgeuse is een visser die hiervoor de uitverkoren zielen zal opvissen om ze in te wijden in deze mysteries. Moeder Betelgeuse is op haar boot hiervoor en heeft haar netten uitgeworpen. De tijger is een communistisch dier, een grootmacht, zoals de beer dit is. Beiden kennen ze de oorlogs-strategieën van de genade, en maken hier gretig gebruik van. Het zijn totaal onvoorspelbare dieren, en hun oorsprong is duister. De beer is een groot strateeg en staat aan het begin van de keten. Hij biedt genade aan. Hij verkoopt die genade om slaven te maken. Hij is een clown. Hij is een genade meester. Zijn dienstknechten zijn genade slaven. Hij is als een verzekeraar, als een energie-producent. Het is niet het ware. Hij aapt het alleen na. Hij zal zichzelf niet snel laten kennen. Hij speelt spelletjes. Hij is een grootmacht. Hij zoekt naar onderdanen. Hij eist betaling, want zijn genade is niet voor niets. Beiden zijn het grootmachten van de familie, zowel de beer als de tijger. Wat is dan het verschil tussen de tijger en de beer ? De tijger heerst over de geslachtslijn van de vader, en de beer heerst over de geslachtslijn van de moeder. Tussen de tijger en de beer is er een hele zware plumares spiegel, de Elfo. Deze spiegel is als een ravijn, en veroorzaakt de vele misverstanden tussen man en vrouw, tussen de vader en de moeder. De tijger is in gevecht met de beer. Dit is een verschrikkelijk gevecht. De man wil zich altijd weer sterker, groter en machtiger

voordoen dan de vrouw, en wil altijd maar weer een dominante rol spelen, zelfs als hij zich nederig voordoet. Dit is de tijger-geest in de man. De beergeest zal altijd weer een verkeerd beeld van de vrouw geven. De beergeest is niet eerlijk, maar sjoemelt. Hij is een clown. "Als het maar verkoopt," is zijn motto. Maar in de diepte van deze machtige beesten liggen wel de hemelse beer en de hemelse tijger verborgen. De mens moet hiervoor het beren-medicijn en tijger-medicijn leren kennen. Voor de verzoening van beer en tijger, van man en vrouw, is het krokodillen-medicijn van belang, want de krokodil staat voor het herstel van het shamistische onderwijs in de exegese. De krokodil is de brug tussen de tijger en de beer. Hoofdstuk 48. Jezus Was Een Atheist De heilige onontkoombaarheid is het communisme waarin iedereen aan dezelfde regels onderhevig is. Er zijn geen goden die dat proces kunnen tegenhouden. Daarom is het communisme ten diepste atheistisch, en het atheisme is de religieuze leegte die van belang is voordat er ook maar een lijntje wordt gelegd naar het theisme. In de eerste wet van het calvinisme wordt gesteld dat de mens niets is, vijandig of verwijderd van God, en tot niets in staat is. De mens kan dit niet overbruggen. Deze wet is totaal atheisme. De mens houdt er geen godsbeelden op na. De mens heeft God uitgevonden, niet andersom. De mens heeft God verzonnen, en leeft door bijgelovige formules die niet op de werkelijkheid berust zijn. Het atheisme sluit het bestaan van God niet uit, maar wil bewijzen hebben, en niet zomaar vanuit ongegronde tradities leven en geloven. Het atheisme wil dus persoonlijk contact, en niet zomaar knullig dingen geloven van horen zeggen. Atheisten denken dus over dingen na. Er zijn goede atheisten en slechte atheisten. Er zijn open atheisten en gesloten atheisten, zoals er materialistische atheisten zijn en spirituele atheisten. Maar de eerste wet van het calvinisme is dat van totaal atheisme, omdat de mens tot niets in staat is. Dit is een begin-situatie, en daarmee wil het calvinisme dan ook iedereen onder veroordeling brengen, en dan daarna zeggen dat er toch hoop is, vanwege het uitverkiezingssysteem en de genade, die volgens hen dus totaal onverdiend is vanwege het atheistische beginpunt, een grote zonde. Het calvinistische pad begint dus met het zeggen dat er zonde is en dat iedereen de hel verdient, maar God is dan toch nog zo goed om ervoor te zorgen dat er nog een paar mensen gered gaan worden. Dit gebeurt niet door hun eigen verdiensten, maar dat regelt God totaal buiten hun wil om. Het atheisme is dus een hele diepe leegte waarin je God niet zomaar gaat verzinnen en ook niet omdat andere mensen dat toevallig tegen je gezegd hebben dat God bestaat of omdat je zo bent opgevoed. Atheisme is een staat van vergetelheid. Atheisme betekent 'zonder God'. Ook Jezus was op een punt zonder God, aan het kruis. Ook Jezus was dus op een bepaald punt in zijn leven een atheist. Ook David was op een bepaald punt door God verlaten, en dus een atheist. Het atheisme is dus een belangrijk en heilig onderdeel van religie. Atheisme gebeurt wanneer God je de leegte inwerpt, je overlaat aan het kruis. Atheist komt van het Griekse atheos, wat zonder God betekent en verbannen door God. Het woord heeft dus een veel

ruimere betekenis. Ook ben je atheos als je God niet kent. Er zijn dus verschillende soorten van atheisten. In het Aramees : dl(a), zonder, lh, god, als dla alah, vgl. Delilah, als de Aramese atheos. Simson onderwierp zich aan de atheos (delilah), en stierf zo een zware dood aan zijn ego waardoor hij tegelijkertijd al zijn vijanden vernietigde, als het collectieve ego. In de Bilha is zij ook Bakroe, wat ook een naam is voor Rebekkah. Atheos vindt plaats wanneer de moeder haar kind overdraagt aan een bijmoeder, aan een educatie (zoals Hannah Samuel overdroeg voor de tabernakeldienst), of aan een vrouw, en het is dus een ervaring die plaatsvindt aan het kruis, waardoor de mens de leegte ingaat. Het is een onderdeel van het religieuze ritueel, en komt oorspronkelijk van Betelgeuse. In het Hebreeuws zou dan la+elohim betekenen "zonder god", lm, waaraan ook alam verbonden is in het Aramees (owlam, Hebreeuws). Alam, lm, betekent eeuwig. Alam in het Hebreeuws betekent verborgen, geheim, verwerping, negeren. Het Aramese atheisme, de dla allah, oftewel DelilahBakroe, een term voor Rebekkah in de tweede bijbel, heeft zijn wortels in de Egyptische Ra-Sebek, Ra-Bek, de klager, ook wel de RM genoemd van god, de yah-rm (Jeremia). Ook Jeremia werd apart gezet, geheiligd, in God's toorn, en moest door de heilige verworpenheid heen. Ook Jeremia was dus een atheist, een door God verworpene. In de Rebekkah mythe vochten Jakob en Ezau al met elkaar in de moederschoot, als een beeld van Jakob die moest leren emaneren. Jakob moest tot de diepte van Ezau komen, tot de diepte van de aarde. Dit gevecht in de moederschoot was al de Jakobsladder. Jakob moest dus de onderwereld in, als een verworpene, als een atheos, als een atheist. RM en BK zijn Egyptische synoniemen voor het afdalen in de onderwereld, Ra die in de klager verandert, de wener, als een verworpene, opdat hij zijn tocht door de onderwereld kan voortzetten, als een nomade. Buk of Abuk, Abek (bk) is de eerste vrouw in Zuid-Sudan en Ethiopië mythologie, als de "Eva", en tegelijkertijd de godin. Eva moest Adam verleiden om tot de godsverworpenheid (de rode vrucht) te komen, tot de atheos, het atheisme, en zo ook moest Jakob Ezau verleiden hiertoe door het kommetje rode soep, een mythe die ook diepe wortels heeft in het hindoeïsme. Ezau verloor hierdoor zijn eertgeboorte-verbond met God en zocht het in bittere tranen (Hebreeën 12). We spreken daarom ook van het Rode Gat, een buitenaards natuurverschijnsel in Rusland, wat vroeger bekend stond als een groot atheistisch bolwerk, wat ook weer verbonden is aan het Hebreeuwse 'rasha', de godsverworpenen. In de diepte is de bijbel daarom ook een zeer atheistisch boek. Dit heeft ook weer te maken met het rode kroon mysterie van Noord-Egypte, van de klaagliederen. Het atheisme is de sleutel tot de diepere leegte, de sleutel tot vergetelheid, en zo de decoder van het grote Plumares Mysterie. Alle profeten moesten in het atheisme ingewijd worden, wat in het Grieks ook betekent het verwerpen en ontkennen van de goden van stad en staat. Het heilige atheisme, de heilige atheos, was uitgezonden als een heraut van het oordeel wat over de afgoden zou komen. Het was de aartsmoeder Rebekkah rijdende op het beest van Ra-Sebek om een nieuw geslacht voort te brengen van heilige godsverworpenen, van de heilige atheos, atheisten. De Rode Put werd geopend. Alleen zo konden zij dieper in de wildernis geslingerd worden. Het waren grote buitenaardse wachters die hiertoe tot de aarde kwamen, om de aarde te omsingelen en zo hun buitenaardse wapens op de aarde te richten, op de bespottelijke circus van religie. Zij riepen : 'Het atheisme zal overwinnen !' En zij marcheerden telkens een stap dichter tot de aarde. Zij gingen op hun positie op de muren staan. Zij waren allen gehuld in een zwarte buitenaardse wapenrusting. Zij pronkten niet mee met religie. Zij kwamen om de religie te beeindigen, uit te doven. Zij kwamen met helmen op, als zwarte wachters. Zo was er een pad tot de wildernis. Zo ging er een roep uit. Zo werden de geroepenen afgezonderd, zij die uitverkoren waren door de atheos, door moeder Rebekkah.

Hoofdstuk 49. Het Rusland Mysterie Het communisme betekent in de diepte de context, die dus belangrijk is. De mens kan nooit ontkomen aan de context. Dit is de heilige onontkoombaarheid. Het communisme is iets heel bijbels. Denk bijvoorbeeld aan de heilige communie, het heilige avondmaal, waarin iedereen deel heeft aan God en aan elkaar, oftewel aan de context. Het ego wordt door deze verzoening verpletterd en gerecycled, geconsumeerd, wat een symbool is van de exegese en de etymologie, oftewel de schrift-uitleg in de esoterische diepte ervan. De verworpenheid van Jezus aan het kruis, de godsverwerping, vindt zijn hoogtepunt in de islam waar God geen kinderen heeft. Jezus is niet meer de zoon van God in deze duisternis. Hij moet hier doorheen. Dit is een buitenaardse code van het atheisme, het esoterische atheisme van de gnosis. Het aardse atheisme is een kwartslag gedraaid. Atheisme is de ultra-leegte waarin de mens wordt afgesneden van de familie-goden. Mohammed werd door iets veel groters gedreven dan wat hij ervan kon begrijpen, wat later steeds meer ging ontsporen, maar de code was gelegd. In de Hadid, de geschriften rondom de Koran die de Koran toelichten en de hoofdstukken ervan introduceren wordt duidelijk dat Mohammed een gekweld man was door buitenaardse krachten. Mohammed vreeste voor zijn leven door deze verschijningen. Hij beefde. Het ging om de openbaringen van de Koran die zich met grote kracht op hem stortten, en hij kon het niet tegenhouden. Hij werd gedwongen. Er was een buitenaardse eis. Iets moest er door komen, en ze hadden Mohammed hiervoor uitgekozen. De duisternis en de leegte van het kruis moest komen. Het valse zoonschap moest verbroken worden. Zwarte wachters waren hiertoe gekomen met een zwart boek. De afgoden van stad en staat moesten verworpen worden en ontkent. De afgoden van de familie clans moesten terecht gesteld worden. De wachters kwamen ditmaal met het masker van religie, om diep door te dringen als spionnen in de tempel. Zij zouden een dodendans uitvoeren waarin het ego ontmaskerd zou worden en zou sterven. Geen enkele verrader zou aan het einde van deze dans overblijven. Ze wijzen Mohammed op het belang van de nacht, van de rust, waardoor hij midden in de nacht de verzen zou doorkrijgen. Zij die de cryptiek van de Koran niet kennen gaan de mist in. Het is een code. Het koren komt met het kaf. Er was geen andere weg. Ook de bijbel is een atheistische code. Het werd naar de aarde geschoten en bleef ergens hangen, omdat de mens dat nodig had om verlicht te raken, te ontwaken. Dat kan alleen in het puzzel avontuur. Het atheisme is een onderdeel van de bijbelse boodschap. Door het atheisme kan de aandacht verschuiven. Vandaar dat het atheisme een onmisbare dynamiek voor het communisme is, de context. Er is geen context zonder het atheisme. Zonder het atheisme is er ook geen daadwerkelijke verzoening. Zonder atheisme werkt de exegese en de etymologie niet, en raakt alles vast, wordt alles corrupt. De mens moet dus weer terug door het rode gat.

Adam ziet de rode vrucht hangen, maar weet niet wat het is. Alleen Eva kan hem inwijden. Door het atheisme kan religie een kwartslag draaien, zodat het weer geestelijk en esoterisch is, een technologie om de principes van de natuur kennis te begrijpen en tot nut te brengen. Het atheisme maakt een gezonde afstand, om zo weer een gezondere kijk op religie te krijgen. Atheisme is een belangrijk onderdeel van religie. Het is het toetsende onderdeel. Het atheisme is de sleutel tot de heilige afzondering, tot het eeuwige en oneindige ijs van de vergetelheid. Is het mogelijk je verstand geheel zuiver te krijgen van allerlei afgoden van de samenleving die dag in dag uit op je inbeuken, mentaal, emotioneel en fysiek ? Daarvoor moet je dieper het ijs in om dit te laten afsterven, in de tocht door het Ragnarok. Het gaat erom het rode gat te vinden. Het is dat wat bekent staat als het rode ijs, in de rode nacht. Hoe dieper de mens het ijs ingaat des te dichter de mens bij de nacht komt, het zwarte ijs, wat langzaam rood zal worden. Dit is het Rode Gat in Rusland, een buitenaards gat. Vanuit dit gat zwermt religie, wat ten diepste atheistisch is. Religie is slechts een bepaalde vertaling die ontcijferd moet worden. Niets is wat het lijkt. De christelijke god is zo atheistisch als de hel. Het stelt gewoon zijn eigen waarden op en dan is de religie klaar. Het is een truuk. Adam moest zijn afgoden inleveren toen hij tot Eva kwam, en zo kreeg hij de rode vrucht van verlichting. Zijn religieuze ego knapte hierdoor af. Familie goden hadden niets meer in te brengen. De moeder had gezegd : "Hier is je vrouw." Want een man zou zijn moeder verlaten om zijn vrouw aan te hangen, als een beeld van de tegenhanger educatie. Zijn vrouw zou hem een hele andere educatie geven dan zijn moeder hem had opgevoed. Adam moest namelijk de andere kant van het verhaal zien, wat eigenlijk niets anders was dan de diepte van het verhaal wat hij al kende. Hij keek naar de rode vrucht. Het zou hem door de spiegel laten gaan tot een andere wereld, een andere realiteit. Hij zou de duistere raadsels van de nacht moeten leren kennen. Zo werd Adam tot een atheos, zonder god. Hij moest deze dans leren, om zo vrij te komen van eenzijdigheid, om zo zijn diepere creativiteit wakker te schudden. De wereld waar hij vandaan kwam was niet wat het leek. Adam keek Eva aan. Hij had van de rode vrucht gegeten. Er was geen weg meer terug. Hij was nu een ontwaakte. Zo begint de bijbel in Genesis 1:1 : beresit bara elohim et has-samayim. In den beginne schiep God de hemel. Reshiyth, het begin, heeft als wortelwoord 'rosh', het hoofd, de schuddende top, de chief, het beste, oftewel de rasha, Rusland. Hemel, sa-mayim, het zaad van kennis. In de rasha schiep God het zaad van de kennis. In Rusland, in het atheisme, de heilige godsverworpenheid. Er staan hier geen goden. Er is alleen kennis. De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag over de diepte. Dit gaat over het Ragnarok. Alles komt voort vanuit de vergetelheid. Natuurlijk betekent atheisme in de diepte gewoon 'andere god', want god is slechts een woord voor leidraad, en iedereen heeft een leidraad. Het is in principe gewoon overschakelen. Je gaat door de spiegel, om de andere kant van de dualiteit te zien, op een ander spoor te gaan, om dieper inzicht te verkrijgen, om vat te krijgen op het kunstwerk van het bestaan. Daarom kan de dynamiek van het atheisme heel verfrissend zijn. Het atheisme is het centrum van het communisme, als de as van het wiel, als de motor. Het is de atheist die de 99 schapen achterlaat om het verloren schaap te zoeken. Heel trots komt een christen met zijn 99 schapen aan bij de hemelpoort. God kijkt naar de schapen, en vraagt dan : "En waar is het honderdste schaap, want je had er honderd ?" "Ach Heer," sprak de christen. "Het beest was tegendraads, had niet de juiste theologie en doctrine.

Het was een zondaar, een zwart schaap. Het was een duivel, een afvallige, een volgeling van satan, een ketter, een ... een ..." "Laat maar," zei God, en negeerde de christen verder. Op dat moment kwam een atheist bij de hemelpoort met het verloren zwarte schaap in zijn armen. God keek de atheist aan en sprak : "Zie, gij hebt het juiste deel gekozen. Gij hebt alles achter u gelaten om het verloren schaap te vinden en te brengen tot mij. Goede gedaan, getrouwe dienstknecht, gaat in door de hemelpoort." Toen richtte God zich weer tot de christen die er beteuterd bijstond. "Waarom hebt gij uw sleutel tot eeuwig leven weggeworpen ?" sprak God. "Gaat terug. Er zijn nog vele verloren schapen die gij tot Mij moet brengen. Stel me niet nog een keer teleur." "Goed, Heer," sprak de christen. "Ik zal doen wat u van mij verlangt. Ik hoop dat ik het zal onthouden." "Kom niet nog een keer met zulke smoesjes aan," sprak God. "Zeg, weet je eigenlijk wel wie ik ben ?" "Maar natuurlijk, Heer," sprak de christen, "hoe zou ik dat nu kunnen vergeten." "Ik was het verloren schaap wat je niet had willen zoeken," sprak God. "En nu wegwezen."

De Afrika Brug COAB 2018 Voorwoord 1. De Rode Tunnel van de aarde tot Betelgeuse 2. Het IJslijm Principe 3. Numeri 3 4. De Levitische Transcendente Economie 5. Numeri 4 6. De Rusland Code 7. De Rand van het Heelal 8. Het Zendelingenschap 9. Het medische calvinisme versus het nibaanse calvinisme 10. Het Vuile Spel van de Exodus 21 Vertaling 11. De Kaïnitische Exodus uit het Paradijs - De Gnostische Versie van Genesis 12. Ragnarok in de Egyptologie 13. Maleachi en de Hannah-profetie 14. De Burchten van Bozra 15. Zo de Heks 16. De Egyptische Wortels van Bosra 17. De Exodus Planeet 18. Het Nachtheelal - De Sleutel tot Betelgeuse 19. Het Verdiepen van Betelgeuse 20. Augustinus en het Heilige Autisme 21. Augustinus en de Vur Natuur 22. Augustinus en het Pad tot Nibana 23. Het wolven-medicijn 24. Het beren-medicijn 25. De Vur en de Betekenis van het Poëtische Atheïsme 26. Het tijgermedicijn 27. Het haaien-medicijn 28. De Destalinisatie van de Wereld 29. Het Rode Geheimenis van China 30. De Russische Maarten Luther 31. Het Siberische Kruis 32. Het Stockholm Syndroom en het IJzeren Gordijn 33. Van Winst tot Waarde - Marx en het Geheime Dogma van de Mens 34. Marx en de Siberische Exodus

35. Commentaar op Hegel - de Filosofische Vader van Marx 36. De Tijd 37. De Verborgen Zintuigen van het Oog 38. De Abstracte Zintuigen van het Oog 39. De Ontwaking van de Iris 40. De Demonologie van de Iris 41. Het Nachtparadijs in de Poëtische Psychologie van de Duizend en Eén Nacht 42. Vijf Belangrijke Ontmoetingen in de Ragnarok 43. De Symboliek van de Tweede Wereldoorlog 44. De Strijd Tussen Vuur en IJs 45. De Vietnam-Cambodja Dynamiek in het Menselijk Lichaam 46. Cambodja in het boek Openbaring 47. De Vierde Ruiter 48. Aardwetenschappen : Laurasia - Toen Europa en Amerika nog één continent waren 49. Afrika - Eenvoud en veelzijdigheid die de mens siert VOORWOORD Dit boek bespreekt de semiotiek, het begrijpen van de tekensystemen om ons heen, waardoor de samenhang tussen alles zichtbaar wordt. Alles zal dus in de diepte worden besproken voor hen die open zijn voor deze hogere samenhang. We nemen het dus niet letterlijk, maar plaatsen het als onderdelen van een hogere taal. Dit doen we met alle religies en ideologieën, zelfs met het atheïsme, met de bedoeling dat misverstanden en muren die door het taalverschil ontstonden uit de weg geruimd worden door een veel hogere taal waarin alles zijn plaats heeft. Voor de wereldvrede en de verdere ontwikkeling en het behoud van de multi-cultuur is dit proces dus essentieel. Vandaar dat de semiotiek een belangrijk vak is op de school van de gnosis. We gaan dingen dus niet eenzijdig bekijken, maar veelzijdig, wat ook de schoonheid is van de mens, het sieraad van de gnosis (eenvoud en veelzijdigheid). Zo mogen de muren die door taal zijn ontstaan ook weer afgebroken worden door taal. Voor mij is dit het wonder van de literatuur. De pen is nog steeds de meest vaste brug. Dit boek, de Afrika Brug, is het vervolg op "Het Plumares Mysterie". Zoals gewoonlijks ontmaskert dit boek, en herziet, dus het geeft ook esoterisch commentaar op de wereldreligies. We gaan wat dat aangaat niets uit de weg, en ontleden en beschrijven zo de stokpaardjes van de mensheid, de mysterieën. Dit is een buitenaards werk. Het is een roeping. Het is weer een prachtige shamanistische gids geworden die de reis door het Ragnarok bespreekt en waar het naartoe leidt. Op deze reis worden de verschillende dieren-medicijnen en totems besproken om op deze reis leiding, genezing en bescherming te bieden. De reis gaat ook door de verschillende culturen heen die op hun diepte en knooppunten worden besproken.

Hoofdstuk 1. De Rode Tunnel van de aarde tot Betelgeuse De baarmoeder leidt de ziel eerst tot totaal atheisme, om alle valse goden te doden, alle parasieten die het kind bedreigen. Dit gebeurt in de onderwereld. Atheisme - atheos - Griekse betekenis : - Zonder god - Verwerping van de gevestigde goden van stad en staat - Het niet kennen van god - Het niet aanbidden van god - Verworpen zijn door God (afgezonderd door God, iets waar zelfs Jezus en de profeten doorheen gingen). Er zijn dus verschillende soorten van atheisme, goede soorten en slechte soorten. Er is vals atheisme en heilig atheisme. Farao Akhenaten verkoos de rode zonneschijf, de aten, als de god boven alle andere goden. De aten, ten, is een andere naam voor de schorpioenengodin Serket, de baarmoeder van de onderwereld. De andere goden werden steeds meer op een lager plan gezet en uitgedoofd. Farao Akhenaten maakte een monotheistisch-atheistische religie in Egypte, als een beeld van het buitenaardse Rode Gat in Rusland, de rode nacht in het Ragnarok ijs. Alle goden moesten buigen voor de aten. De toverspreuk van Akhenaten was : "Er is geen god dan Aten, en Akhenaten is zijn profeet." Hij stelde zich op als de enige weg tot Aten. Dit spiegelde door in het Judaïsme, het christendom en de islam. Toen Jezus van de wijn dronk in het laatste avondmaal, wist hij dat hij hierdoor een godsverworpene zou worden. Hij wist dat hij een atheos zou worden, een atheist. Dit was nodig om alle valse goden en parasitaire afgoden en familie-goden in hem te doden. Zonder het pad van het heilige atheisme zou hij niet tot transcendent bewustzijn kunnen komen. Ook de profeten gingen deze weg. Jezus wist dat de wijn van het laatste avondmaal het Rode Gat uitbeeldde, de wijn van de atheos, van Rebekkah. Hij wist dat hij terug moest tot de baarmoeder. Het heilige atheisme is als diep rood ijs, als de bliksem die alles doet verstenen, die alles doet afbrokkelen en wegsterven. De rode schorpioen heeft vele tentakels hiertoe, zoals de aten werd afgebeeld met vele armen die tot de aarde reikten. Het is de rode nacht die tot de aarde komt. Akhenaten had hier openbaringen over gekregen, en was erdoor in de war geraakt. Hij was de Egyptische voorloper van Jezus en Mohammed. In de Rode Nacht, de nacht van het atheisme, kan iedereen zijn exclusieve club-goden en clan

goden loslaten om tot elkaar te komen. In de Rode Nacht is verzoening. Het christelijke geloof is als een exclusieve golf-club waarin alleen hooggeplaatste VIP's kunnen deelhebben. Het is tijd om deze spelletjes achter te laten, en te gaan in de diepte van de Rode Nacht, in het diepe ijs, daar waar het rood wordt. Dit is de ware betekenis van het bloed van Christus. Het is een atheistisch raadsel, een enigma van het Rode Gat van Rusland, wat een buitenaards gat is. Ook in de islam wacht men in de ramadan-maand op deze grootse nacht. Geen familie-god staat hier nog recht op zijn benen. Alles moet losgelaten worden, opdat de rode zee kun losbreken. Het is een droom van communisme, van context en diepte. Het ego wordt ontmaskerd en moet vallen. Het hoofd, rosh in het Hebreeuws, Rasha, oftewel Russia, Rusland, van het beest had een wond die hersteld zou worden, en de gehele aarde, commune, oftewel de gehele context, zou het beest met verbazing achterna gaan tot het rode beest (draak, schorpioen), oftewel het rode gat. Dit gaat niet om horizontale groei als in kerkgroei-statistieken, maar om groeien in de diepte, het herstel van de context door de etymologie. Het is de leer van de oorsprongen, van Genesis 1:1 waar de rosh, het begin, al werd besproken. Dit gaat allemaal over het hoofd van Johannes de Doper, de wildernis profeet, wat was afgekapt. Herodias is het beeld van het georganiseerde christendom, en Salome, slm, haar dochter, die opgehitst door haar moeder danste om als gunst het hoofd van Johannes de Doper te vragen, is een beeld van de georganiseerde islam (slm). Rosh, hoofd, begin, betekent ook nachtwacht in het Hebreeuws. In de taal van Egypte was dit al zo. Rs, ris, de Egyptische wortel, betekent waken, waakzaam zijn. Rsw, wachter, poortwachter. Rssy betekent het complete, waarvan het communisme ook een symbool is. Ersa, rs, betekent transcendent, erna, en er shaa, rsh, betekent eeuwigheid. Ra shesh is Ra de schriftgeleerde (thoth, het woord). De aarde werd dus geschapen in het woord, in ra shesh, rosh (thoth, de ibis van de logos, loki). Ra veranderde dus in Rusland in de onderwereld, wat het begin van de schepping ontketende. De Egyptische res-s wortel van het Hebreeuwse rosh, is de witte kroon van het Zuiden van Egypte, de kroon van onderscheiding. Onderscheiding kan er namelijk alleen maar zijn vanuit de context, vanuit compleetheid, vanuit de eeuwigheid, vanuit het communisme. Dit was een van de namen van de witte kroon. Een andere naam was de stn. Het was de kroon van de afzondering, van het neerdalen en opkomen. De rsh wortel van het begin, waarmee ook Genesis begint, heeft dezelfde betekenis in het Egyptisch, en betekent ook de witte kroon van het Zuiden, de kroon van afzondering en onderscheiding (stn, rsh). De schepping kwam dus tot stand in de witte kroon, in afzondering en onderscheiding, in den beginne. De rs (res) wortel betekent ook het Zuiden. Het is een droom (resi) die ontstaat in de afzondering. Egyptisch gezien werden de hemel en aarde in stn geschapen, als een synoniem van rsh. Het neutrale satan is daarom ook een beeld van Rusland. Res is de ontwaking, het wakker blijven en het bewaken. De Egyptische god Resu, rsh, was de bewaker van de slang Nehen. Het was ook een naam voor Ra als wachter. Resh betekent weten in het Egyptisch, kennis. Ra veranderde dus in Rusland in zijn tocht door de onderwereld, om de wereld te scheppen door het Woord. Hij werd een wachter van het Woord. De witte kroon is een beeld van het eeuwige ijs, waarin het rode ontstaat, de rode kroon. In Egypte wordt er gesproken over de dubbele rood-witte kroon als de verzoening tussen Noord en Zuid Egypte. Vandaag de dag vraagt de dansende dochter van Herodus, Salome, slm, als beeld van de terroristische islam, nog steeds om hoofden, om rosh, als een poging om het herscheppende en herstellende Rusland mysterie tegen te houden. Maar er wordt ons herstel van de hoofdwond beloofd. Dit zal de context herstellen, de wachter, en dus zal ook het Islam mysterie opgelost worden. Door het communisme, de compleetheid van de context, zullen er geen gaten meer in de netten zitten en zal de wonderbaarlijke visvangst plaats kunnen vinden.

Toen het Noorden en het Zuiden van Egypte verzoend werden kwamen de kronen samen, als de dubbele kroon, de skhemti, verbonden aan sekhmet, de leeuwinnengodin en dochter van Ra. In het Aramees : hokmet, wijsheid. De dubbele kroon is de kroon van wijsheid, van vertaling, de skhmt, de kroon over geheel Egypte. Dit is het punt waarop de mens tot het rode ijs komt in de nacht, waar het witte het rode raakt. Wat moet dat een verschijnsel zijn geweest toen Ra in de onderwereld in Rusland veranderde. Alleen het communisme kan een goede wachter zijn, vanwege dat het communisme de context is. Ra veranderde hier in de grote Thoth, het Woord, een ibis, de Logos, uitstijgende boven de stormen. Het heilige atheisme is dan de goed gesmeerde motor, als het hart van het communisme, van de context, de pomp ervan. Ra veranderde in deze woeste vogel, de woeste ibis, en dat moest ook wel, anders zou Ra nooit boven deze stormen kunnen uitvliegen. Ra moest hier wel vliegen, want hij wankelde hier als dronken. Hij kon niet meer op zijn benen blijven staan vanwege de zware stormen. Ook heeft het Hebreeuwse rosh Egyptische wortels in Ra-Shu, waar Ra in Shu veranderd, zijn zoon, de god van de hemel en de leegte, van de vergetelheid, zoals in het christendom Yah overging in Yah-Shua. Shu is ook Ezau in het Judaïsme, Suw in het Aramees. Dit gebeurde in de Litanie van Ra op zijn tocht door de onderwereld. Rusland is dus ook een beeld van Ra-Shu, de Egyptische vorm van Yah-Shua. Ra komt in zijn Ragnarok tocht door Rusland tot de vergetelheid, tot Shu, en wordt zo Rusland zelf, Russia, Ra-Shu. Zo komen de zwaar heilige en fundamentele dynamieken van het communisme en het atheisme in het spel. In de Sarcofaagteksten van het Midden Rijk wordt het bloed van Shu besproken als een ladder. In de diepte van de put van het heilige atheisme kom je vanzelf tot het communisme, oftewel de context. Deze rode put, het rode gat, loopt helemaal tot Betelgeuse, waar het zijn oorsprong heeft. Hoofdstuk 2. Het IJslijm Principe Ik heb er altijd problemen mee gehad : Mensen die naar een centraal gat worden gezogen, wat ze dan God noemen, en dan begint de chaos pas daadwerkelijk, want ze bevechten elkaar allemaal over wat ze denken dat God zegt, wil en bedoelt. Ze gaan hier helemaal in op, en gebruiken de wachtwoorden van dit gat. Het wordt één plakkerige bende, maar het is geen één geheel. Integendeel. Er zijn teveel problemen als de mens gewoon naar de algemene, publieke kern toegaat, want de mens heeft niet geleerd hoe te zuiveren en te onderscheiden. De mens kan dit helemaal nog niet aan. De mens grijpt zomaar het eerste het beste wat op hem afkomt. Dat is gewoon dom. Technologisch klopt dat ook helemaal niet, maar de mens doet het, omdat de mens zo wordt opgevoed of door de sociale druk. Allemaal buigen ze voor het beest, zowel gedwongen als ongedwongen. Het is vechten tegen de bierkaai. De mens is koppig en zelfzuchtig. En daar staan ze met hun grote bekken te blaffen. Ik heb daar altijd tegen gestreden, maar het werd me niet in dank afgenomen. Ik kwam

aan hun heilige systeem, aan hun heilige poppenkastje. Ik heb de mens hiertegen geprobeerd te beschermen, maar de mens wil niet beschermd worden. De mens wil bedrogen worden. Bedrog is de drugs van de mens. Maar hoe werkt het dan ? De mens moet eerst van de zogenaamde kern (pseudo-kern) wat zich in al zijn misleiding aan de mens aanbiedt vandaan. De mens moet rennen voor zijn leven, tot een antikern, om het te kunnen zuiveren. Dat wil niet zeggen dat de mens geheel tegen de andere kern moet zijn, maar er moet een middel zijn om het te ziften. En ook die anti-kern is natuurlijk nog onzuiver, want de mens heeft nog niet geleerd te testen en te zuiveren en wordt nog op elke hoek van de straat bedonderd. Dus ook de anti-kern moet gezuiverd worden. De mens moet ook afstand doen van de anti-kern en tot een derde kern komen die ook weer daar tegenin gaat, maar dan wel een kern die ook tegen de eerste kern ingaat. En dan moet weer hetzelfde gebeuren totdat er een hele ketting van kernen is. De mens moet niet zomaar om de eerste de beste kern die hen naar de keel vliegt heendansen voor de rest van hun leven als dolle gekken, als vliegen om de stront. De mens moet leren "kernen", als bijen die van bloem tot bloem gaan. Telkens weer loslaten, telkens weer vernieuwen. Zo zal vanzelf het cirkeltje rond gaan, en kom je tot een zuivere eerste kern. Dan kun je pas daadwerkelijk het centrum in, de as van de cirkel, maar dan moet je de diepte in. Symbolisch is dat ook wat we de ijslijm noemen. Er mogen geen wakken in het heilige ijs zijn. IJs is dus een nomadische, zuiverende kracht, die ook weer biofeedback geeft aan het voorafgaande, zodat alles organisch meegroeit en een plaats heeft. Dit is dus het tegengestelde van smetvrees, maar ook geen smerigheids-verheerlijking. Er gaat ergens een pad tussen deze twee extremen in. Balans is en blijft dus een belangrijk sleutel-principe. Het 3D Bijbel verhaal "Jaap en André en de Wakkelsoep" is van dit principe dus een allegorie, en het is ook een gelijkenis over het christendom, de medische dictatuur en andere religieuze bezetenheid. Mensen die hun hele leven om een kern heenlopen die hen is aangeboden zijn lui. Ze komen niet verder. Het zijn consumenten van een markt. Zo gaan ze consumerend de afgrond tegemoet. Het zijn vage figuren, schaduwen. Ze zijn niet echt. Ze hebben geen bewustzijn. Ze zijn geprogrammeerd. Tegen hen schreeuwen heeft geen zin. Ze luisteren toch niet. Alles wat de mens moet doen is de hogere hemelse technologie leren. Afwijken van de algemene met de paplepel ingegoten kernen, en komen tot de hogere kernen, tot de anti-kernen. Zo zal er dus een zuivere mix ontstaan. De mens moet alle dynamieken leren kennen van deze technologie. Dit is weer hoe de dialectiek in elkaar zit : thesis - antithesis - synthesis. Oftewel : stelling - antistelling - samenstelling. Maar hoe kan dat verdiept worden, want de dialectiek is dus een heel simpel model in de filosofie. We groeien op in de opgedrongen kern, wat grotendeels een valse kern is, een ongezuiverde, verkeerd gerichte kern, omdat we nooit zomaar tot de waarheid komen zonder eerst een ontmoeting hebben gehad met de leugen. De leugen moet eerst ontmaskerd en overwonnen worden. Natuurlijk zit de waarheid hier wel tussendoor, omdat ook de waarheid naar ons op zoek is. Het is dus iets heel gemengds. En ontsnapping uit de opgedrongen kern is in het begin nog vrijwel onmogelijk, omdat je in gevangenschap opgroeit. Dus wat doe je dan, als al het andere onbereikbaar is ? De waarheid heeft niet zoveel smetvrees dat het er niet doorheen werkt. Integendeel. De waarheid werkt door de leugen zoveel als het kan. Dus dan gaat het allereerst om sorteren, prioriteiten stellen. Wat is het belangrijkst ? Je laat zoveel mogelijk los wat je kan, dus dat wordt dan de halve kern genoemd. Eerst ga je halveren, wat al een begin is van je ontsnapping : opgelegde kern - halve kern - anti kern.

Als je dan uiteindelijk door de halve kern tot de anti kern bent gekomen, dan is die anti kern ook nog heel onzuiver, en zal gebruikt worden door de vijand om je misschien daar in te misleiden, om je bijvoorbeeld vol van smetvrees te maken. Een goed voorbeeld hiervan zijn de onspirituele fundamentele atheisten, de atheistische farizeeers. Dat is dus zeer zeker niet de bedoeling. Ook de anti kern is een gevaarlijk mijnenveld, dus er is meer nodig. Deze kern moet ook doorgezuiverd worden, dus dan komen we tot een kern die ook tegen de anti kern ingaat, een soort van anti anti kern, maar die dus niet zo dom en naief is om dit gelijk te laten zijn met de eerste kern, die vals was. Dat zou een heel kort, dom cirkeltje zijn, als terug naar af. Neen, we hebben een betere, diepere kern nodig, de droomkern : opgelegde kern - halve kern - anti kern - droomkern. Dat is zo'n beetje hoe het ijslijm principe werkt, wat voorkomt in het Jaap en André en de Wakkelsoep verhaal van de Tweede Bijbel. De droomkern is een diepte kern, en die zit ook vol vuiligheden en gevaren, en dan moet je even bedenken dat ook de waarheid aan het begin van je leven al tot je kwam, en wat belangrijke fundamenten legde. Daar mag de droomkern heel voorzichtig contact maken met de eerste kern, op een zuiverende, filterende manier, en zo is het cirkeltje van de ijslijm rond. Hoofdstuk 3. Numeri 3 38Voorts legerden zich vóór de tabernakel aan de oostzijde, vóór de tent der samenkomst aan de kant, waar de zon opgaat, Mozes en Aäron en diens zonen, die de zorg hadden voor het heiligdom namens de Israëlieten; maar de onbevoegde, die naderde, moest ter dood gebracht worden. Onbevoegde is de buitenaardse vreemde vrouw (zuwr, Hebreeuws). Dood, muwth, is metaforisch, en komt van het Egyptische mwt, wat ook de dood betekent, en ook moeder, en de wachter van de tong, als het teruggaan naar de moeder. Mht(y) is het Noorden, wat symbolisch is voor het verborgene, het sieraad, waartoe de inwijding is. In sommige vormen is de dood, muwth in het Hebreeuws, de dood van het ego door de honger, wat een beeld is van het vasten. 39Al de getelden der Levieten, die Mozes met Aäron naar het bevel des Heren naar hun geslachten telde, allen van het mannelijk geslacht, van één maand oud en daarboven, waren tweeëntwintigduizend.

Twee is in het Hebreeuws het getal van verandering en verschil, van het anders zijn. Alleen zij die niet tot de massa behoren kunnen als de Levieten tot God naderen, alleen zij die anders zijn. "Gij geheel anders ..." Zij die gelijk zijn aan de grote massa's worden nooit door God opgenomen. Twee is het getal van dubbel geschoold zijn, de dubbele intelligentie van de Levieten, waardoor zij anders zijn, als zijnde intelligenter. 40Toen zeide de Here tot Mozes: Tel alle mannelijke eerstgeborenen der Israëlieten van één maand oud en daarboven, en neem het aantal hunner namen op, Het gaat hier om de afgezonderden (shem) die door God opgenomen worden. 41en gij zult voor Mij de Levieten nemen – Ik ben de Here – in plaats van alle eerstgeborenen onder de Israëlieten, evenals het vee der Levieten in plaats van alle eerstgeborenen onder het vee der Israëlieten. Dingen worden dus niet materialistisch bekeken. Het gaat niet om de eerstgeborenen, de leidinggevenden, maar om degenen die met God getrouwd zijn, de Levieten. Dit is een metaforisch huwelijk na de dood van het ego, als de opgenomenen. Na een harde oorlog waarin hun ego stierf, op het strijdveld, werden zij genomen tot de tent, om tabernakeldienst te verrichten. 42Toen telde Mozes, zoals de Here hem geboden had, alle eerstgeborenen onder de Israëlieten. Ze worden geteld door Mozes, oftewel ingewijd in de verzoenende exegese. 43Alle mannelijke eerstgeborenen, overeenkomstig het aantal namen, van één maand oud en daarboven, bleken bij telling te zijn tweeëntwintigduizend tweehonderd drieënzeventig. Weer het getal twee. Dit zijn dus de dubbel intelligenten die anders zijn, hen die dubbel gestudeerd hebben. Er is niets wat een dwaas erger haat dan intelligentie. Kennis en studie is de grootste vijand van de dwaas, en hij zal er alles aan doen om de intelligentie in discrediet proberen te brengen. Dit doet hij door leugens en spot. 44Toen sprak de Here tot Mozes: Weer is Mozes een centrale dynamiek, als de verzoenende exegese, als een deel van God's plan, als het middel waardoor de opname plaatsvindt, als de visspeer. 45Neem de Levieten in plaats van alle eerstgeborenen onder de Israëlieten, evenals het vee der Levieten in plaats van hun vee, opdat de Levieten mijn eigendom zijn; Ik ben de Here. Hier wordt Mozes daadwerkelijk tot actie geroepen. Er wordt niet materieel gekeken, maar geestelijk. Door het huwelijk met God worden de Levieten bezit van God. Dit geeft een extra dimensie aan de verzoening, en geeft diepte aan de intimiteit. We hebben hier met het Mozes principe te maken, dus met de wet, en niet met allerlei aardse romantiek. God is in onszelf als een beveiligingsmechanisme, als kennis, dus het is geen materialistische zweverige liefde. God is een beest. Geen persoon, maar een principe, wat zich wel metaforisch kan personificeren als een moeder of vrouw, als een baarmoeder. Het gaat dus niet om persoons-verheerlijking, maar om het kennen van de principes. Het is het transcendente bewustzijn, wat zich alleen kan ontwikkelen in de zee van het onbewustzijn. De mens heeft een overdosis aan persoonlijkheid gehad, wat weer gedoofd wordt en gedood wordt in het heilige atheisme, de atheos, die strijdt tegen de valse godsbeelden van stad en staat, dat wat illegaal in de mens werd geinstalleerd. God is een machine,

de transcendente technologie, waarin persoonlijkheid alleen metaforische waarde heeft. Het gaat om de kennis waaraan het zelf moet afsterven. Het ego heeft alle realiteiten met valse zelven en persoonlijkheden geschapen, die niets anders dan sluiers van illusie zijn. Persoonlijkheden zijn bedrog en brengen onvoorstelbaar leed. Dat wat de mens om zich heenziet zijn schaduwen en weerspiegelingen van zichzelf, als een natuur verschijnsel van de emanatie waarin de mens zichzelf ontwikkelt, als een vonk van het transcendente bewustzijn. De strijd tegen de schaduwen moet er zijn, maar nog belangrijker is de studie van hoe dit technologisch in elkaar zit en werkt, anders blijf je water naar de zee dragen, dweilen met de kraan open en vechten tegen spiegelbeelden. Dat kan heel frustrerend zijn. Belangrijker is het de spiegels te leren kennen. De strijd is dus wel metaforisch gezien van groot belang, anders zou je door je eigen schaduwen en weerspiegelingen worden ingenomen. De New Age beweging die dus niet meer strijdt is een groot gevaar. Het heilige communisme doet de vonkjes met elkaar in contact komen, in de verzoenende exegese, en laat de schaduwen zien. Ego spawnt, plant zichzelf voort, maakt valse persoonlijkheden, maskers. De mens is een deel van het transcendente bewustzijn, de manifestatie van zekere principes, totaal geisoleerd, afgesneden, om het vonkje op te wekken. Zulke vonkjes worden omringd door hun valse zelven, en de andere vonkjes lijken soms onbereikbaar, totdat de mens de sleutel van het heilige communisme vindt, van de context. Er is dus een transcendente context waar de mens naar op zoek gaat. Deze kennis, deze materie, is niet simpel. Het bestaan is een mysterie. Het gaat dan ook om een sleutel van technologie. Hoofdstuk 4. De Levitische Transcendente Economie De meest ziekelijke verdraaiiingen van het bewustzijn komen we op aarde tegen, maar het moet, want anders kan het volle bewustzijn niet doorkomen. Zonder deze ketel zou alles sterven. Het bewustzijn doet dit dus zelf om te overleven. Maar de technologie moet gekend worden. Zonder het kennen van de technologie is het een eindeloos en onmenselijk lijden. 46Als losgeld voor de tweehonderd drieënzeventig eerstgeborenen der Israëlieten, die het getal der Levieten te boven gaan, Dit gaat om de verschuiving van het materiele tot het geestelijke, wat heel economisch is, wat ook metaforisch de prijs inhoudt die de Leviet betaalt. 47zult gij voor ieder per hoofd vijf sikkels nemen, naar de heilige sikkel zult gij het nemen – deze sikkel is twintig gera – Betelgeuse is vele honderden malen groter dan de zon. Het is de grootste ster van Orion, de kern van Orion, een rode superreus genaamd in de astronomie. De naam is Arabisch, yad al-joeza, de yad van de reus. Yad betekent ook het geslachtsdeel, de fallus, in het Hebreeuws, en is ook een woord voor verbinding, verzoening. We hebben het dus over de verzoening van de context, de reus, het communisme. In deze zin moet ook de reus van het ego, van de eenzijdigheid, verslagen worden, zoals metaforisch in het David en Goliath verhaal. David moest hiervoor een prijs betalen metaforisch gezien van vijf stenen in zijn slinger, als vijf sikkels. In de grondteksten wordt de fallus van Goliath afgehakt, en naar Jeruzalem gebracht, wat een beeld is van Betelgeuse, de fallus van de

reus. In Numeri ligt de code van het binnengaan van Betelgeuse West. Tussen Oost en Zuid Betelgeuse ligt de enorme Betelgeuse zee die het Oosten van het Westen scheidt. Aan de westkust lopen dronken reuzen die verslagen moeten worden : Haam, Ometan, Sechachmeé en Papo zijn enkele namen van hun leiders. Dit zijn ook fluisterende zeemonsters die zich in de levers van zielen nestelen en werken tot de longen om de zielen zo over te nemen. Deze demonen-orde aan de westkust van Betelgeuse heet de Uvuur. Aan de kust zwemmen ook vele demonische kwallen van een orde genaamd de Ulucht. Zij nestelen zich in de harten van hun slachtoffers en werken zo naar de hersens toe om hun slachtoffers over te nemen. In een droom streed ik met nog iemand anders op een boot tegen deze kwallen. We hadden daarvoor harpoenen en andere lange afstandswapens, ook allerlei laserpistolen, en geweren. Enkele namen van de kwallen-leiders : Lichtus, Draaf, Hoeka, Seks. Hollé, Traaf, Oleng, Patargou, Menes, Henkt, Helft, Hamus, Hifa, Horeng, Ematzau, Plaaf, Polle, Lifang, Joroof, Torf, Torg, Tongel, Tunnel, Pokotscha, Pokotsla, Hemeef, Hemmef, Morgus, Daaf, Taf, Benges, Bengus, Mogorgel, Mogorgol, Lus, Omeng, Helf, Mierv, Slungel, Boos, Bengt, Bevart, Marangel, Katanjou, Patil, Patille, Patong, Tola, Paturf, Haturo, Vamingo, Vaminges, Meveng, Leef, Schei, Kong, Kon, Kondada, Patirsel, Paterv, Minerva, Manerus, Ming, Zoling, Patoeng, Moeng, Relft, Ameft, Hengst, Hotte. 48en dat geld zult gij aan Aäron en zijn zonen geven als het losgeld voor diegenen onder hen, die het getal der Levieten te boven gaan. Aaron is een woord voor inwijding, waarvoor een prijs betaald moet worden. 49Toen nam Mozes het losgeld van degenen die het getal van hen, die door de Levieten waren losgekocht, te boven gingen; Mozes is een woord voor de opname die de verbinding maakt, de verzoening, zoals Mozes de link uitbeeldt tussen Israel en Egypte. Zonder deze basis is er geen inwijding. In die zin horen Mozes en Aaron bij elkaar. 50van de eerstgeborenen der Israëlieten nam hij het geld, duizend driehonderd vijfenzestig sikkels naar de heilige sikkel, Hier wordt het offer, de prijs, geheiligd. 51en Mozes gaf het losgeld aan Aäron en zijn zonen naar het bevel des Heren, zoals de Here aan Mozes geboden had. Mozes en Aaron zijn twee Levitische principes in de geestelijke economie. Mozes is degene die het volk achterliet en de berg opging om tot het verloren deel te komen, zoals Yeshua de 99 schapen achterliet om het verloren schaap te zoeken, als een beeld van de verzoenende exegese in de diepte, het heilige communisme, de transcendente context, wat een groot offer is. Zo komt het Mozes principe van de context in contact met het Aaron principe van de inwijding. Vandaar dat er ook balans moet zijn tussen deze twee principes. Op deze twee principes stond David om de reus Goliath te vellen, met zijn vijf slingerstenen, zijn vijf sikkels. Zo kwam David van de aardse, eenzijdige betekenis tot de hemelse, transcendente betekenis. Het geslachtsdeel werd afgenomen van het ego, zodat het ego zich niet meer kon voortplanten en zou sterven.

Hoofdstuk 5. Numeri 4 1En de Here sprak tot Mozes en Aäron: God werkt door de dynamiek van heilig communisme (context) en inwijding (transcendentie). 2Neem het aantal op van de Kehatieten onder de Levieten, naar hun geslachten en families, Dit is de geslachtslijn van Mozes en daarom belangrijk. De Egyptische kat, kt, wortel van Kehat betekent vreemde, buitenaardse, vijanden of tegenstanders, wat de buitenaardse (Orionse) natuur laat zien van de Mozes mythe. Kd, kt, betekent vormen, bouwen, natuur, het ontwikkelen van de natuur, het cirkelen, de slaap. De Kehat geslachtslijn droeg de Orionse slaap-drugs. De kt-wortel betekent ook vagina (vergelijk het Nederlanse schuttingwoord "kut".) Het betekent werk en constructie, en roep (kit, k't). Ktt, kt, betekent ook meisje. De Egyptische wortels van de Kehat geslachstlijn waaruit Mozes voortkwam waren dus vrouwelijk. Zij moesten de mens in een slaap brengen (kd, kdd, kt, slaap, en gth, kht, moe zijn.) De Kehatieten waren aangesteld over de ark, de tafel, het gerei, dieper in de tabernakel. De Egyptische khe-t wortel betekent leren, literatuur, boeken over de eeuwigheid, oftewel de voleindiging. Het is ook een woord voor rijkdom, bezittingen, dingen, het bestaan. Khet was de god(in) van de dingen die bestaan. De Khaitiu, kht, zijn de goden die de vijanden van Ra en Osiris slachten. Khau-t, khai-t, kht, is het altaar en de offertafel, waarover de Kehatieten waren aangesteld. Khata, kht, is de twee helften van de hemel. Ook is het tuingebied, wildernisgebied (khait), en een plaats van bescherming (khatha), wat ook weer terugkomt in de Mozes mythe. Khat-ta is de manifestatie, het schijnen met kronen. Khaut, de opstanding en verschijning van een god of koning, het oprijzen op de troon, de koninklijke sieraden, halskettingen, en kroon-onderdelen (khait). Khat, inscripties. Het leidt helemaal door tot de slinger, khait (van David). De Khet, kht, waren de treden van de oordeelstroon van Osiris. Khetaa was de grote troon waarop Osiris zat. De Kheti waren de inscripties op de muren. Kha-t, tabernakel. Qa-t-a, kht, was één van de twaalf godinnen die de poort van de aarde opende voor Ra. Qaut, kht, vijanden, bevuild volk. Quit, kht, medicijn, zaad. Qtt, kht, onderdeel van een strijdwagen. Ra veranderde in deze vorm op zijn tocht (qt, kht). Het komt er op neer in de Egyptologie dat het een schepper god is als het overgaan van de dimensies. Uit deze bron putte de Mozes mythe. Dit gebeurt door het draaien van de dimensies. Het komt van de wortel "draaien en slapen", als een kronkelende slang. Mozes wijst ook weer op de slang in de woestijn, opdat de mensen konden ontkomen aan het kwaad wat hen bedreigde. Mozes wees op de Egyptische wortels. Dit wordt ook wel de sluwe kunst genoemd in de Egyptische wortels, als een beeld van strategische kennis van de onderwereld. Kait werd de grote moeder van de goden genoemd, één van de vier elementale godinnen. K-t was een algemeen woord voor moeder en vrouwen, de vagina. Het was ook verbonden aan kahit, terreur en ontzag, als een vruchtbaarheids-principe. Het was een beeld van de baarmoeder van het bestaan.

Zij reed op haar strijdwagen om er flink doorheen te hakken om het product klaar te krijgen. De baarmoeder maakte veel gebruik van slachtwapens hiervoor. Dit was het Egyptische beeld van de godin, van Kehat. Zij was de oerschepster van alle dingen. Zij stond aan haar ketel. Zij was een geweldenaar die op haar strijdwagen door de lucht reed, zoals Wodan later bij de Germanen. Alles was door haar onderverdeeld in kooien van restrictie, opdat haar schepping tot stand zou komen. K't is een vreemd volk, een buitenaards volk, waar de bijbel het ook over heeft dat er een vreemd volk zou komen. Het is een deel van de hemel (kht). Het zijn de beelden van Osiris, van de doden, oftewel de herbeleving ervan. 3van dertig jaar oud en daarboven tot vijftig jaar oud, ieder, die dienstplichtig is om werk te verrichten in de tent der samenkomst. Verrichten is bada in het Aramees, wat het maken van de wet betekent en regeren. In Yirmeyah 5 komen de bada-amazones uit Orion met een arrestatie-bevel in de Aramese grondtekst (vs. 16), de ptih. 4Dit zal de dienst der zonen van de Kehatieten in de tent der samenkomst zijn: de zorg voor de allerheiligste dingen. In het Aramees gaat het over de aanbidding. 5Bij het opbreken van de legerplaats zullen Aäron en zijn zonen naar binnen gaan en het bedekkend voorhangsel afnemen, en daarmee de ark der getuigenis bedekken; In het Aramees betekent het binnen gaan het ingewijd worden in de geheimen. In het Aramees wordt het voorhangsel alleen weggenomen door tranen (Syrisch-Aramees). 6daarover zullen zij een bedekking van tachasvel leggen, en daarover een kleed, geheel van blauwpurper, spreiden en de draagstokken aanbrengen. In het Aramees is deze "bedekking" een metafoor voor het gebed. De draagstokken, bad(a), zijn in het Hebreeuws een metafoor van de afzondering, van het nomadische leven, verbonden aan de Efraïm stam. Dit is dus een Hoseaans vers, want Efraim was een beeld van Gomer, de twistzieke vrouw van Hosea. De ark is een beeld van de vagina, een opening in het Aramees, wat bedekt is met een kleed van verraad en plundering in het Hebreeuws (beged). De mens komt alleen door de baarmoeder tot wedergeboorte, en dan zal de mens eerst door verraad heen moeten gaan, zoals Hosea werd verraden. 7Ook over de tafel der toonbroden zullen zij een blauwpurperen kleed spreiden, en daarop plaatsen de schotels, de lepels, de schalen, de kommen en de plengkannen, terwijl ook het steeds aanwezige brood erop zal blijven liggen: Tafel is in het Aramees ook de tafel van de geldwisselaar. Elk materiaal heeft een bepaalde waarde aan buitenaardse valute. Zelfs het menselijk lichaam en alle onderdelen ervan hebben hun eigen waarde in buitenaardse valuta, en alle uitwisselingen en doorvertalingen van valuta projecteert zich op aarde. De buitenaardse valuta is het probleem van deze tijd, want men kent het niet, en men kent de wisselkoersen niet en alle problemen die daarbij ontstaan. Alles is verbonden aan de transcendente robotische economie. Het zijn hypergevoelige, zwaar-technologische buitenaardse automaten, die werken door zeer verfijnde buitenaardse wiskunde. De oneindige kennis is een feit, en de mens moest het onbewustzijn in tot de vergetelheid om de oneindige kennis op te wekken. In het Aramees is de tafel der toonbroden een beeld van de schepping. Het is een beeld van de

moederborst. Ook hierover hangt een kleedje van verraad, en men kan hiertoe alleen komen door gebed en door de psalmen. De mens is onderworpen aan de ijzeren wetten van de robotische economie, wat een metafoor is van de strenge voorwaardes die er zijn in het universum. Zouden die strenge voorwaardes er niet zijn, dan zou alles instorten. Grenzen zijn er ter bescherming. In het Hebreeuws is dit de opening van de hemel (nibana, pali), in de wortel van de schotels. De lepels is een Hebreeuwse metafoor voor het neerbuigen, en de kommen zijn een beeld van het leeg zijn, en het brood is een beeld van de dualiteit in de wortel, van het sterven van het ego op het strijdveld. We hebben hier te maken met de bank van buitenaardse wisselkoersen. 8daarover zullen zij een scharlaken kleed spreiden en dit bedekken met een bedekking van tachasvel, en de draagstokken aanbrengen. Telkens weer is het spreiden het gebed in het Aramees. 9Dan zullen zij een blauwpurperen kleed nemen en daarmee de kandelaar voor het licht bedekken met zijn lampen, snuiters, bakjes, en al zijn gerei voor de olie, waarvan men zich daarbij bedient, In het Aramees wordt er hier gesproken over een huwelijk. 10en zij zullen hem met al zijn gerei plaatsen op een bedekking van tachasvel en op een draagbaar zetten. Dit gaat in het Hebreeuws over een verkoop, nathan, een uitwisseling. Het wordt tot een plaats van schudden geleid, wat een beeld is van de vreze des Heren. 11Over het gouden altaar zullen zij een blauwpurperen kleed spreiden en dit bedekken met een bedekking van tachasvel en de draagstokken aanbrengen. Goud is in het Hebreeuws een metafoor van de pracht van de hemel. Het altaar is een metafoor van het heilige oordeel. 12Dan zullen zij al het dienstgerei nemen, waarmee zij in het heilige dienst doen en dat op een blauwpurperen kleed plaatsen en het bedekken met een bedekking van tachasvel en op een draagbaar plaatsen. Dit gaat over huwelijk, aanbidding en intimiteit in het Aramees. Dit is dus metaforisch voor de relatie tussen de mens en de moeder God. In boek 32 van de Koran, genaamd de Aanbidding, wordt het duidelijk in vers 30, het laatste vers, dat de aanbidding ook afzondering inhoudt van hen die ongehoorzaam zijn tot God (de oneindige kennis), en dan moet men wachten, want zij die ongehoorzaam zijn tot de heilige kennis wachten ook. In de grondteksten van Numeri is de mens die met God getrouwd is, de Leviet, ook een krijgsgevangene, want het ego moet krijgsgevangen genomen worden. Dit principe blijft terugkomen in de bijbel. Amos is het boek van het heilige krijgsgevangenschap. Maar gebondenheid is een metafoor van verbondenheid.

Hoofdstuk 6. De Rusland Code Het heilige atheisme rekent af met het valse zelf, zodat het valse zelf geen god kan worden. Het heilige atheisme steekt diep om deze valse egoistische en trotse zelven uit te doven. Het heilige atheisme is een machine, komende vanuit de dieptes van Betelgeuse. Het komt om het heilige communisme te installeren, de context. In het dogmatische, orthodoxe atheisme zit het ego op de troon, maar in het heilige atheisme wat ook het valse zelf aanpakt sterft het ego. Het orthodoxe, rigide atheisme is materialistisch en farizeistisch, als het christendom in een ander jasje. Zoveel valse goden en valse zelven worden er aanbeden in de lagere aardse gewesten, terwijl de machine van het heilige atheisme diep doordringt in het hart om de mens daartegen te beveiligen. Als een schorpioen steekt het daar alle valse ballonnen van het ego die willen opkomen. Als de machine iets gevonden heeft wat er niet hoort, dan laat de machine het ook niet meer los, en blijft steken todat het dood is. Deze machine is altijd nomadisch en gaat niet tot zelfverheerlijking over. Het komt tot de anti-god, maar mag ook hier niet blijven steken, en komt zo tot de diepte van de droom. Hier wordt de oorspronkelijke god en het oorspronkelijke zelf in gezuiverd. Hier wordt alles doorvertaald. In de droomdiepte kun je alles loslaten, totdat er een nieuwe schepping komt, als een zwevend lucht-eiland, waaruit ook puur water stroomt. Het raadsel van Rusland woedt over de massa's, klaar om te ontwaken. Het ziet alle geldgoden die ook moeten sterven. Ook het medicijn moet sterven, want het was gif, en werd toegediend door bloedgeld, en zo ook het marktrecht wat je als appels op de markt kan kopen. Je betaalt veel voor zulke pistolen, maar het heilige atheisme laat het allemaal ten onder gaan in het heilige communisme, de context. Er wordt dan een geldstuk op tafel gelegd, en iedereen kijkt ernaar en vraagt zich af wat het eigenlijk is. Het houdt de mens in dromen en illusies, die worden tot een grote nachtmerrie, stap voor stap, en wie kan de machine stoppen ? Het is gegroeid als een ziekte, een virus. Het heeft alles besmet. Iedereen draagt het virus, als na een nucleaire oorlog. Het werd als een spuitje in de ogen van de mens gespoten. Wat is het heilige atheisme ? Het ontstaat waar alles sterft, als de oorzaak van de dood van het ego. Het is een scheppings-principe. Het ontstaat in de diepte waar je alles loslaat, alle goden, alle idolen, alle stokpaardjes. Het is een droom binnen een droom, als een tunnel, zwaar robotisch. Het onrobotische, het ongetemde, moest sterven, want ongedisciplineerdheid is een error in de machine. Van het programma mag niet afgeweken worden, want dat kan op een oorlog uitlopen, of een fatale technische fout. Het heilige atheisme is de basis laag. In het niets is alles te vinden. Sommige mensen zijn bang om te springen in die afgrond. Ze houden zich nog aan alles wanhopig vast, terwijl ze weten dat het een illusie is, dat ze dieper moeten. Wat is de Rusland code ? Het is de code van alles of niets, en van niets (atheisme) en alles (communisme). De brug hiertussen is het halve, want je komt nooit daadwerkelijk van alles los. Je zit namelijk in een kooi. Daarom moet je eerst leren halveren. Niet teveel, niet te weinig. Je laat

zoveel dingen los, maar je wordt ook weer gegrepen, juist ook als je los gaat laten. Dan ga je bevriezen in het heilige ijs. Dan krijg je nieuw zicht, het ijszicht. Zo wordt de mens een heilige robot die veilig door de mijnenvelden kan komen. Alleen vanuit het niets (atheisme) en het alles (communisme) kan de mens geprogrammeerd worden. De mens gelooft in het zelf, in zijn eigen kortzichtigheid, in waar hij is vastgelopen. Het heilige atheisme maakt daar korte metten mee. Het is een verlichting, van ijs. Het is het ijsbewustzijn, het ijszicht. Hierin komt men tot grotere communistische cirkels, als in een lift. Er is geen chaos meer. Alles krijgt zijn plaats. Het monopolisme en het capitalisme van het ego moet sterven, en dat kan alleen in het ijs van het heilige atheisme. Waar communistische cirkels te nauw worden, te klein, daar doodt het atheisme. De cirkels moeten opengescheurd worden. Zoals de Vur stelt is dat een principe van de wildernis. Het progressieve communistische atheisme is een wilde of een wilde stam. Het gaat dus om het ultra-atheisme en het ultra-communisme die een ultra-robot scheppen die dus alle lagere aardse robotische programma's van zich af kan schudden. Ultra is een technisch woord voor diepte en transcendentie. Juist door het ultra-robotische kom je vrij, kom je tot de caleidoscopische werkelijkheid, die eerst van je werd afgehouden door het valse robotische. U.C.A. (ultra-communistisch atheisme) ligt verborgen in het hart van Rusland, in Betelgeuse. Zo komt de mens tot Noord-Betelgeuse. U.C.A. is de definitie van het ultra-robotisme. Het overmoedige theisme heeft alles rondom ons geschapen, terwijl het geduldige atheisme het tegengestelde is, en de diepere en ware realiteit schept of openbaart. Dit is de uca-gnosis. Het is dus niet iets stads, maar juist van de wildernis, iets indiaans, van de natuurvolkeren. De Vur is hierin de schakel, de brug, als het principe van het halve. Zo kan je ook leren omgaan met het halve. Denk aan de oude Russische vlag met de sikkel erin, als een beeld van het halve, de halve maan. Vele landen hebben de halve maan en de ster in hun vlag, terwijl de Russische vlag dit een sikkel is met een ster, heenwijzende naar de oogst. De halve maan was vroeger verbonden aan de godin van de jacht en de godin van de vruchtbaarheid. Het halve betekent namelijk open zijn, het loslaten, opdat er diepere dingen kunnen komen, symbolisch als de jacht. Als de maan zich opent is dat een teken van bloed, want het ego sterft zo. De mens is koopwaar geworden in de industrie van recht en medicijnen, en in het geestelijke. Het zijn zielenhandels. Het ultra-communisme dooft zulke handels uit. Het buitenaardse uca beest is altijd op jacht. Als hij het woord 'familie' hoort dan gaan zijn oren zich spitsen, en dan begint hij te grommen, en zijn ogen beginnen te rollen, want de familie is één van de grootste afgoden van dit tijdperk, en een gezworen vijand van het uca beest. Ook de familie godjes worden gemaakt in bovenstaande industrieën. De uca machine is daarom in een grote oorlog, die alleen voleindigd kan worden in ijs. Het ego, de familie afgod, en de geld afgod houden de mens aan de drugs, wat alleen de uca machine kan doven in het grote komende ragnarok, de openbaring van de ijsgnosis. Als een trekpop is de mens in elkaar gezet. Dit moet eerst allemaal losgetrokken worden. De natuur komt hierin de mens tegemoet, en de woeste machines van de natuur. Alles is er al, maar het moet nog geopenbaard worden.

Hoofdstuk 7. De Rand van het Heelal De Rusland machine onderbreekt, onderschept, en schept een fragmentarische, surreëele realiteit, opdat de valse goden van familie, het zelf, en van geld, zich niet kunnen inhaken in de ziel van een mens. De Rusland machine is een trillende werkelijkheid, die nergens vastgroeit, maar altijd weer verandert. Wat is de leegte dan ? Is het lucht ? Nee, want lucht is niet absolute leegte. Leegte is stroom. Het heeft een bepaalde electrische waarde, en hoe dieper je gaat hoe meer je onder stroom wordt gezet, waardoor je ook beter dingen kunt loslaten maar op hetzelfde moment trek je hierdoor weer dingen aan, wat door ingewikkelde electro-magnetische wetten gebeurt. Het is dus niet zo dat je dan een leeghoofd gaat worden, of een soort van zwevend zieltje die niets meer doet. Integendeel. Er gaat alleen een grote verschuiving komen in het plan. Wel moet er dus totaal met het ego afgerekend worden, en daarvoor moet een bepaalde mate van stroom opgewekt worden door het lichaam zelf, wat dus in de diepere leegte kan gebeuren, dat het lichaam zich daar gaat opladen. Het lichaam komt dus onder een andere electriciteit terecht, een hogere stroom, en kan zo het ego een schok geven, en het er zo uitschudden, door electrocutie. Als dat is gebeurt kan de stroom zich nog meer verhogen, dus er komen steeds wijdere bollen om de mens heen, die steeds meer terrein wint, en die bollen worden ook van een steeds hogere stroomwaarde. Deze stroom brengt naast een nieuwe multi-dimensionaliteit (MD) ook een nieuwe 3D, met een nieuw programma. De stroomwaarde is dus de beveiliging, niet de aardse kracht en macht, en ook geen aardse redeneerkunsten. Het christendom is niets anders dan vastgeroest atheisme, vastgelopen atheisme, het witte atheisme, een terroristische cultus. Het is gebouwd op geweld en slavernij, waarin het ego gediend moet worden die zich als god voordoet. Puur atheisme dus die het lagere aardse zelf verheerlijkt. In Noord-Betelgeuse speelt deze strijd zich af. Het is een vlakte van woestijnen en ijswoestijnen. In de dieptes van die woestijnen heeft het witte atheisme, een orthodox, farizeïstisch atheisme, wat zich op aarde projecteert als het christendom, zijn industrieën gevestigd. Om hiermee af te rekenen door de leegte gaat het dus niet om aardse electriciteit, maar natuurelectriciteit, bliksem. Als de nodige items van Orion en de Orion-kern, Betelgeuse, zijn gevonden, en de nodige installaties zijn gedaan, dan mag en kan de mens verder in de natuur van het heelal opstijgen. De basis hiervoor ligt in Betelgeuse Noord, als de mens heen is gekomen langs de valstrikken van het witte atheisme, het christendom, en de medische valstrikken van het rood-zwarte atheisme, die ook nog een oranje-witte tak heeft van de psychiatrie, en een oranje tak van de tandarts-industrie en familie-afgoderij, wat dus ook vals atheisme is. De familie wordt zo boven de gnosis geplaatst. Hier is al veel over geschreven. Nu, als men dan tot de uca centra komt in Betelgeuse-Noord, dan komt men in het Nibana (nirvana), en dan is daar een enorme celestial stairways, hemelse trap, om verder in het universum te gaan, maar wat gebeurt er eigenlijk als je steeds dieper in het heelal doordringt ? Loopt dat altijd maar door eindeloos, of is daar ergens een muur ? En als er dan een muur is, wat is daar dan weer

achter ? Natuurlijk is er heel veel ruimte, en dat blijft maar doorgaan, totdat ergens de materie anders is en alles overgaat in de geestelijke wereld. Het is dus een beetje als een soort van black hole, waarin dimensies in elkaar overlopen. Ruimte raakt daar uitgeput en vloeit over in iets anders, als een soort spiegel die alles terugkaatst, en als je dan door die spiegel gaat dan kom je in een andere dimensie, waar ook een Nibana is. Dit is dus de heelal rand. Orion en dus ook Betelgeuse is dus een belangrijke poort tot het paradijs. Toen Adam van de vrucht had genomen zou zijn ego sterven. Er was geen weg terug meer. Hij was in de heilige onontkoombaarheid gekomen, de vijfde wet van Calvijn, van de volharding van de heiligen. Hij werd toen in principe op een boottocht meegenomen de natuur in, waar het eeuwig evangelie ook over gaat. Hij had een ontmoeting met moeder aarde. Dan zijn er een hele reeks van andere mythes in het boek Genesis die in principe allemaal over de ontwikkeling van Adam gaan, van het mensenras. In het boek Exodus doet het volk een tweede poging om te ontsnappen, maar de lasten worden alleen maar verzwaard, verdubbeld. Toch kan het volk later onder leiding van Mozes en Aaron ogenschijnlijk ontsnappen, maar ze komen alleen maar dieper in de moeder aarde, in de wildernis, in de diepte van de baarmoeder, en hun honger is verdubbeld, en ze verlangen terug naar waar ze eerst waren. Ze beginnen enorm te klagen, maar krijgen op dit punt de wet voorgelezen, wat helemaal doorloopt tot het boek Deuteronomium, oftewel de tweede wet, waarin de wet is verdubbeld. Het is het pad van het kruis in het O.T. Allemaal verhalen, maar zo herkenbaar voor een mens. Het loopt allemaal door tot de klaagliederen van David en Jeremia. Het drijft de mens tot de rand van het heelal waar dimensies in elkaar overvloeien. Hier overweldigt de zee van de exotische verscheidenheid de mens, en neemt de mens mee. Alle bijbelboeken van het O.T. zijn belangrijke installaties in de mens. In het boek Deuteronomium is de mens aan de rand van het beloofde land gekomen, wat ook een beeld is van de rand van het heelal waardoor de mens tot de andere dimensie gaat. Numeri, bemidbar, wat de wildernis betekent, gaat om de lange tocht van de Israelieten door de wildernis, door de woestijn. Zonder deze tocht zou men nooit tot de rand zijn gekomen. De mens had in Exodus de wet al gehad, en die werd nog even verzwaard en verdubbeld in Deuteronomium. Er was geen weg terug voor Adam. Hij zou alleen maar dieper in de baarmoeder, in de moeder aarde, getrokken worden, opdat zijn ego daadwerkelijk uitgeblust zou worden. Dat is het doel van de Nibana : het uitblussen van de vlam van het ego. De heilige onontkoombaarheid die werkt door de heilige restrictie is dus een beeld of metafoor van de volharding, van geduld. Als we een relatie zijn aangegaan met de heilige volharding en het heilige geduld, dan zal het ons beschermen en ons niet laten gaan. Hoe komt de heilige volharding en het heilige geduld in ons leven ? Dit gebeurt door de heilige dankbaarheid, en dat begint al met hele kleine dingen. Door dankbaarheid bouwen we volharding en geduld in ons leven. Tel uw zegeningen. Het is dus belangrijk om een ontmoeting te hebben met volharding en geduld, als met een moeder of vrouw, waardoor we wedergeboren kunnen worden en opgevoed. Deze ontmoeting mag ook een gebed zijn, een honger, iets om naar uit te zien. Dankbaarheid is dus het pad hiertoe, en ongeduld moet uitgeblust worden, en zo ook het valse geduld en valse volharding, de verharding van het ego. De heilige volharding en geduld ontstaan niet zomaar. De mens moet terug naar de moederborst van de volharding om van haar melk te drinken. Dit eist nederigheid. Volharding gebeurt niet in onze kracht, want het vlees staat altijd op de loer. Neen. Het gebeurt alleen in onze verbrokenheid, als in een natuurproces. Eerst moet de mens weer kind worden. Hoog staan lopen pronken met de borst opgeblazen vooruit brengt geen heilige volharding voort, maar is verharding, en dan wel de valse soort van verharding. Zo komt de mens in illusies terecht. Ware volharding vereist verbrokenheid en nederigheid, waarin de mens aan het ego kan sterven om zo wedergeboren te worden. Deze volharding brengt de heilige onontkoombaarheid voort, wat een beveiligings-systeem is, want wat zou er gebeuren als we zouden kunnen ontkomen en er een verkeerde stap wordt gemaakt ? Dan is alles verloren. In een fractie van een seconde zou dan alles wat we hebben opgebouwd instorten, en dan is de ramp niet te overzien.

Volharding is dus niet dat je je keihard voelt en supersterk, maar het is een natuurlijk proces van zaaien, sterven en oogsten. Dat kan niet nagebootst worden door vleselijke kracht. Het is het wonder van de heilige stroom die ontstaat in de leegte. De mens mag rusten in het geduld, en rusten in de volharding, door verbinding. Volharding betekent niet sjoemelen, niet afrafelen, maar de lijdensbeker tot de bodem leegdrinken. Eva was een beeld van Adam's volharding. Zij was altijd bij hem, en zij riep hem en leidde hem. Het leidde hem tot de rand van het heelal waardoor hij in de andere dimensie kwam. Alleen in de volharding kan het ego volledig uitgeblust worden. De volharding is een heilig lied als een heilig ritueel. Adam raakte in een trance door de heilige volharding. Hij zag alles met andere ogen. Hij zag diepere betekenissen. De volharding is een vereeuwigende factor, maar verafschuwd in de lagere aardse gewesten, verafschuwd door het materialisme. Heilige volharding is niet zomaar vanuit jezelf op te wekken, vanuit je vlees. Neen. Het is een technologie, het is gnosis. De mens moet deze techniek leren kennen op school, in een relatie met de heilige volharding. Het vereist diepe intimiteit met de heilige volharding. Het is niet even iets wat van een leien dakje gedaan kan worden op z'n jan boeren fluitjes. Het is een kunst, een inwijding. Hoofdstuk 8. Het Zendelingenschap Het materiele Orion heeft meer met het lagere Orion te maken, maar het gaat om de geestelijke wereld erachter, erin, en dan is het meer een gebied. Eerst is er het pad tot centraal Orion, tot de man met het schiphoofd, dan naar het Oosten om heel diep te gaan daar in het Orionse Afrika om sleutels te vinden die dan weer toegepast moesten worden op West Orion, wat dan helemaal via het West Orionse stedengebied doorloopt tot het Orionse India, dan de grote oceaan over door het Èrk gebied, tot diep in de wildernis, waar het uiteindelijk leidt tot grote afgronden of tunnels naar beneden tot een ondergronds paradijselijk gebied, wat tot sleutels leidt tot de kern van Orion, Betelgeuse. Er zijn dus een aantal verdiepingen in het Orion verhaal, wat eerst door het gehele planetengebied gaat om het uit te sorteren. Het hogere Orion is besproken in een soort strook, dus niet als een hele grote planeet, maar als een natuurverschijnsel, Orion als een natuurverschijnsel, als een soort mist of waas, wat zich dus meer en meer verdiept. Het is dus een bepaalde energie, wat dus gewoon als een stuk gebied of een strook ergens hangt en vibreert in Orion en als Orion. Dat wordt dus meer dan afgesloten en afgebakend door afgronden, waterval gebieden, en zeegebied wat zomaar ergens ophoudt, dus meer zoiets als "Orion is plat". Je zou dus theoretisch gezien ook weer van Orion kunnen afvallen als je met je schip te dicht bij die randen komt en je weet niet wat je moet doen, en dingen gaan echt verkeerd. Dat het om Orion gaat als belangrijke basis heeft te maken met leegte-energieën, de ruimte, en dus

ook weer de diepte. Met andere gebieden heb je teveel en te snel te maken met allerlei verdichtingen (als in overmoed) dus dan reikt het gewoon niet tot een bepaalde hoogte wat je nodig hebt om verder te komen, dus op een bepaalde moment stopt ook alle groei. Het is een beetje het probleem met mensen van de gnosis van : "Waarom ben ik op deze wereld, omdat ik vanuit het hart van die Orion-leegte kom, en altijd ontzettend diep "doordenk" met alles en alle gevolgen kan zien van bepaalde acties en van al die verdichtingen, waar ik me ontzettend aan irriteer telkens, zo van : Moet ik de enige zijn die dit dan allemaal moet zien ? Ik wordt dag en nacht onderwezen, en dan irriteert het me als ze in de kerk eens één keer in de zoveel tijd een visioen of een droom hebben, en wat dan gewoon is om de westerse bijbel te bevestigen ofzo, dus het groeit niet, het verdiept niet, maar komt altijd weer uit op dezelfde dogma's, waar wij niet vrolijk van worden. Wat is het leven dan saai, en dan moet ik ook nog eens zien waar dat allemaal op uitloopt. Daar kan ik dan wel weer creatief mee omgaan, en dat dan ook weer verdiepen, maar het speelt soms wel." Ergens in de diepste leegte dus, wat Orion representeert, waar de lucht (gas, stroom) dus zo dun wordt dat alles knapt, daar ontstaat een ultra-dimensionale realiteit (dieper dan de gewone multidimensionale realiteit). Dan ga je dus ook door een soort van vergetelheid-ervaring of nirvana. Dat is wat Orion is, het technische samenspel tussen vergeten en weten, het diepste komt ook weer het hoogste en dringt dan ook weer verder binnen tot de kern. Vandaar dus dat Orion en de aarde in elkaar verwoven zijn. Orion is dus een belangrijk spijsverteringskanaal in de mens, en zo ook Betelgeuse, de kern van Orion, als de poort tot het paradijs, want dan moet de mens na het ontvangen van de nodige energie-organen komen tot de rand van het heelal. De rand van het heelal is een cirkel, als een waterval gebied, en rondom die cirkel liggen allemaal parallelle realiteiten die ook door dimensionale randen zijn afgezonderd, als een web van black hole lijnen, die onder zware stroom staan. De rand van het heelal is dus ook de kern of kern energie van het heelal waarin de mens binnen behoort te gaan, in de cirkel van het nibana. Volharding is gebouwd op dankbaarheid, wat nodig is om de kern van het heelal binnen te gaan. Volharding is de vijfde wet van het calvinisme, als de heilige onontkoombaarheid, en de heilige onweerstaanbaarheid is de vierde wet van het calvinisme, wat niet zomaar buiten de wil van de mens op de mens afkomt. De mens moet namelijk zelf de heilige onweerstaanbaarheid worden. Het is een kwaliteit van de mens, wat gewoon een metaforische vertaling is van de dankbaarheid. Dankbaarheid is een belangrijke bescherming tegen materialisme en altijd maar meer willen. Dankbaarheid kijkt in de diepte. Dankbaarheid is een zintuig, als de basis voor volharding, wat ook een zintuig is. Het zijn de vierde en vijfde pilaar van het transcendente calvinisme. Het is van belang dat de mens tot de vierde pilaar komt, en een relatie aangaat met de heilige dankbaarheid. Dankbaarheid is het doorzien van het kruis, het aanvaarden van het kruis, voor hogere doeleinden. Soms kan de mens het kruis niet doorzien, en dan is er volharding nodig. Zo is er een wisselwerking tussen volharding en dankbaarheid. Soms ziet een mens de weg niet, is de mens diep in de golven, en doet het kruis alleen maar pijn, slaat het doof en blind, maar dan is daar de heilige volharding. De mens is als een gebondene tussen de vierde en de vijfde pilaar van het transcendente calvinisme, net zoals Simson. Hij "brak" deze pilaren om de vijand, zowel het individuele ego als het collectieve ego, uit te blussen, opdat hij het Nibana zou ingaan. Hij stond blind tussen de pilaren, en begreep het niet. Hij was in grote verwarring, en hij moest de pilaren "breken", oftewel decoderen. Hij moest de puzzel oplossen. Het volk Israël leefde in "ballingschap", en moest dit verdiepen door de honger-ervaring, de leegteervaring, in de wildernis, bemidbar (Numeri). Dit is de eerste pilaar van het transcendente calvinisme. In de tweede wet wordt men dan gegrepen door de uitverkiezing, als door een natuurverschijnsel, wat gebeurt in de diepte van de honger-put, het heilige atheisme. Communisme, het gegrepen worden door de context, wordt namelijk opgewekt door de wet van contrasten, dat als je diep genoeg in de ene pool gaat, dan wordt vanzelf de tegengestelde pool opgewekt. Dieper in het

niets kom je ook weer tot iets. Absolute leegte is daarom ook onmogelijk, en mag ook geen doel op zich zijn. Dat zou zelfvernietigend zijn, dan wordt je gewoon totaal uitgeblust totdat je niet eens meer bestaat. Wel moet de mens dus door de vergetelheid heen om af te sterven aan het ego. De mens mag niet in de leegte blijven hangen, maar moet alsmaar leger worden totdat het doel is bereikt : het robotisme, de hogere hemelse drive. Dit is een orgaan, een zintuig. Hierin sterft het ego, in de grote afscheiding, in de derde wet van het calvinisme, als het spijsverteringskanaal. Adam zat in de boot met Eva, een beeld van zijn volharding, en dit verhaal werkt zich verder uit in het verhaal van Abraham en Suri (Sara). Abraham is een andere vorm van Adam, en hij moet de dankbaarheid leren door zijn twistzieke, spottende vrouw, Suri (Sara). Suri is een beeld van Abraham's dankbaarheid, die haarzelf niet makkelijk prijsgeeft. Abraham herkent haar eerst niet als zodanig. De dankbaarheid is geen katje om zonder handschoenen aan te pakken. Het is geen gezellige en romantische sinterklaas, maar een woeste oorlogsvoerder. De dankbaarheid neemt steden in. De dankbaarheid twist en spot totdat de stad is opengebroken en ingenomen. De dankbaarheid is een strenge discipline die samenwerkt met volharding. Het is geen gevoel maar een principe. Dankbaarheid is als ijs. Het is geen dweper, maar het twist en spot om zich in de mens te installeren, omdat de mens zonder de dankbaarheid niet kan leven. Zonder de dankbaarheid sterft de mens. Het is dus een levensreddende ingreep. Suri (Sara) is een beeld van de dankbaarheid van Abraham. Die dankbaarheid moest hij eerst leren kennen en er een relatie mee aangaan, ondanks dat het moelijk was, want de dankbaarheid is niet makkelijk en de prijs is hoog. De dankbaarheid is dus zeer zeker geen allemans-vriend, en in principe is de dankbaarheid de heilige ondankbaarheid naar het materialisme toe. De dankbaarheid mag dus niet de heilige strijd uitdoven, maar verdiept deze strijd. De heilige dankbaarheid is niet makkelijk geamuseerd of snel afgeleid. De heilige dankbaarheid heeft de lat zeer hoog gelegd. Dit loopt allemaal uit op de Hoseaanse mythologie, de "scheiding" tussen Hosea en Gomer, als de derde wet van het calvinisme, wat een beeld is van de ongelijkvormigheid, de waakzaamheid en het "critisch denken". Hosea is in die zin ook een vorm van Adam en Gomer is een beeld van zijn ongelijkvormigheid. Zodra je gelijkvormig wordt is alles verloren. Vandaar dat het Hoseaanse mysterie van levensbelang is. Al het gelijkvormige zal ten onder gaan. De tweede wet van de uitverkiezing is dan de vraag : Ben je bereid alles wat je hebt los te laten om dat te zoeken wat verloren is ? Dat is de wet van het communisme, van de context. Als er één klein stukje ontbreekt, en je wil er niet alles voor doen om dat kleine stukje te vinden, dan is er geen sprake van een context meer, en zal alles in stukjes vallen, dus heb je aan het einde helemaal niets, en zul je ook zelf in het niets oplossen. De eerste wet van het calvinisme, de honger, is de progressiviteit, de openheid. Het tegengestelde is het conservativisme, de behoudendheid, het traditionalisme. Zij hebben geen honger. Zij zijn gestopt en hebben hun markt gebouwd waarvan ze leven. Zij hebben alles al in kannen en kruiken : "Oh, dit is dit, en dat is dat. Alles voormekaar, hoor." Ze zijn xenofobisch, d.w.z. angst voor het vreemde. Ze hebben smetvrees. Het zijn boeren die alles doden wat ongelijkvormig is aan hen. Daarvoor hebben ze hun gifspuit altijd bij de hand. Het transcendente calvinisme : I - de progressiviteit II - het zendelingenschap (communisme, context) III - de ongelijkvormigheid IV - de dankbaarheid V - de volharding

Hoofdstuk 9. Het medische calvinisme versus het nibaanse calvinisme Dentistry, oftewel de tandklungelarij genaamd de tandheerskunde, is een valse religie, een criminele organisatie en een medische dictatuur van dwang-implantatie. Velen hebben dit niet door omdat ze ogenschijnlijk geen last hebben van wat voor troep er in hun bot is gespoten, maar het zijn stille, langzame moordenaars waarmee je heel oud kunt worden, zoals je ook heel oud kunt worden als je hiv-positief bent, maar het zal allerlei functies van je wegnemen. Een heleboel mensen sterven een voortijdige dood door deze criminele organisatie. Het is de eerste wet van het calvinisme, want zij bepalen over je leven. Een heleboel mensen beginnen dit pas te merken als ze van de rommel afwillen en merken dat het systeem niet meegeeft. Je bent niet van jezelf. Je mond is ook niet van jezelf, maar van hen, en zij bepalen wat er in en uitgaat. En je bent er ook nog eens een hoop geld aan kwijt. Het is een medisch calvinisme, zoals er ook een christelijk calvinisme is, en het heeft de wereld ingenomen. Ook heeft het de bijbel ingenomen. Vandaar dat het calvinisme ingenomen dient te worden, en dat kan alleen door het nibaanse calvinisme. Alles moet een kwartslag draaien. De mens is allang niet meer van zichzelf door dit systeem. Amalgaam bevat 50 procent kwik, één van de giftigste stoffen op aarde, wat niet eens in de vuilnisbak gegooid mag worden, maar wat wel in je mond geplaatst mag worden. Allerlei belangrijke functies van de mens worden afgesneden, doorgesneden, zodat de mens een zombie-slaaf is van de medisch-politieke poppen-machine. Velen kunnen het niet meer navertellen omdat ze dood of in een coma liggen door het dwangsysteem. Ook na de dood gaan dit soort spelletjes door, en de shamanisten en demonologen zijn de enigen die kunnen helpen. Alleen de gnosis kan door dit mijnenveld van illusies heenleiden. Vroeger werd het trekken van een kies nog als een rite of passage beschouwd, als een ritueel van volwassenheid, maar nu wordt de kies aanbeden, omdat het voor de tandarts een goudmijn is. Nu wordt de kies opgepofd met luxe artikelen, gedwongen plastische chirurgie, om de mens tot een robot van de stad te maken. Je bent geen mens in hun ogen. Je kiezen worden gewoon opgebakken, en zo je hele zenuwstelsel en je ziel. Je wordt gegrild voor de kannibalen-koning. Het calvinisme is puur kannibalisme. Exodus 32 (Aramees) 31Toen keerde Mozes tot de Here terug en zeide: Ach, dit volk heeft een grote zonde begaan, want zij hebben zichzelf goden van geld gemaakt. Dit is wat het gouden kalf in de Aramese grondtekst betekent : de god van geld, dahba, het wortelwoord van het Hebreeuwse dabar, het Woord, als Deborah die op zoek is naar haar Barak. Deborah betekent de bij, wat ook boek 16 is in de Koran, die daar beweert dat er geen God is buiten hem, en dat een ieder hem moet dienen, om zo macht te krijgen over het vee, de dag en de nacht, de zon en de maan, en de zee en alles wat erin is, voor vlees en sieraden. Het religieuze Woord is een politiek apparaat, een zielenmarkt met een heel kastensysteem. Het is een industrie van de dood. Ook neemt het de kennis weg van mensen, om mensen dom en ondergeschikt te houden. Het medische en het religieuze mag geen markt zijn. Daarom moet het heilige communisme komen, het zendelingenschap. De buitenaardse amazones van Orion, Betelgeuse en de rand van het heelal zullen tot de aarde naderen als zendelingen van de nibaanse gnosis. Zij brengen het demonologische Woord, in een grote oorlog. Zij sparen het ego van de onwetendheid, van de onverschilligheid, niet.

Zij komen als het nibaanse calvinisme, een groot buitenaards communistisch systeem, atheistisch tot de goden van deze tijd en van de aarde. Zij hebben hun eigen godinnen die de aarde nog niet kent. In de tweede bijbel is dit systeem openbaar gemaakt. Het is een buitenaards, nibaans systeem. In de Koran is dan ook tegelijkertijd het medicijn voor dit gif, want boek 2, het Rund, gaat over het gouden kalf : :86 - Dit zijn hen die het leven van deze aarde kopen in plaats van het hiernamaals, dus zal hun straf niet worden verlicht, en zullen zij niet geholpen worden. De medische calvinist en farizeeer is als een bij die van mens tot mens gaat om alle honing uit die mens weg te nemen, om dit vervolgens te verkopen. De medische calvinist gebruikt mensen als vee, en dit doet ook de psychiatrie. De psychiatrie en de tandheerskunde werken met elkaar samen. Ze houden elkaar veelal de hand boven het hoofd. Ze verdienen aan elkaar. Ze wisselen zielen uit. Mozes klom tot God op om vergeving te vragen voor zijn volk, zoals ook Jezus aan het kruis om vergeving vroeg voor hen die hem daar hadden gehangen. Maar God sprak : 33Maar de Here zeide tot Mozes: Wie tegen Mij gezondigd heeft, zal Ik uit mijn boek delgen. 34Maar ga nu heen, leid het volk naar de plaats waarvan Ik u gesproken heb; zie, mijn engel zal voor u uit gaan, maar ten dage van mijn bezoeking zal Ik aan hen hun zonde bezoeken. 35Zo sloeg de Here het volk, omdat dit het kalf gemaakt had, dat Aäron vervaardigd had. Tandartsen en psychiaters willen hebben, hebben en nog eens hebben. Altijd willen ze geld van je, en zorg dragen ? Ho maar. Ze werken met elkaar samen om je erin te krijgen, en dan laten ze je er niet meer uit. Het zijn criminele organisaties, en de tandarts nog wel tien keer erger. Het zijn valse religies van geld. Ze willen de nibaanse leegte niet in. Dus in die zin verafschuwen ze de heilige eeuwige sabbath. Ze willen grijpen en bezitten, en op een dag zullen ze wakker worden achter hun grote, lange eettafel waar ze in slaap waren gevallen door het vele eten van vlees en delicatesse. Ze zullen alles uitkotsen. Let er op. Exodus 31 12De Here zeide tot Mozes: 13Gij dan, spreek tot de Israëlieten: maar mijn sabbatten moet gij onderhouden, want dat is een teken tussen Mij en u, van geslacht tot geslacht, zodat gij weet, dat Ik de Here ben, die u heilig. 14Gij zult de sabbat onderhouden, want deze is iets heiligs voor u; wie hem ontheiligt, zal zeker (voortijdig) ter dood (honger) gebracht worden, want ieder die daarop werk verricht, zal uitgeroeid worden uit het midden van zijn volksgenoten. Sabbath komt van de Egyptische wortel 'sab' (zab), een woord voor jakhals, spot. Spot is een illusie. Ben je ongelijkvormig, als in de derde wet van het calvinisme, heb je jezelf afgezonderd, en voel je je bespot door anderen omdat je niet met hen mee wil doen, dan komt dat doordat je de leegte bent ingegaan en alles wat je doet en zegt vormt een echo en een weerspiegeling die naar je terugroept, als je eigen schaduw, maar dan net iets anders. De mens moet dit spotkleed wel dragen. Het is een natuurverschijnsel. Dat wil dus niet zeggen dat het kwaad niet bestaat, maar dat er natuur-wetten zijn die het hebben opgewekt. Kwaad heeft dus geen daadwerkelijk bewustzijn, maar meer kunstmatig bewustzijn. Het kwaad is levende al dood. Je kunt heel moe worden van het vechten met schaduwen en weerspiegelingen. Wijsheid is beter dan oorlogstuig. Het gaat om de gnosis. 15Zes dagen mag men arbeiden, maar op de zevende dag zal er een volledige sabbat zijn, de Here geheiligd: ieder die op de sabbatdag werk verricht, zal zeker ter dood gebracht worden. 16De Israëlieten zullen de sabbat onderhouden, door de sabbat te vieren, zij en hun nageslacht, als een

altoosdurend verbond. 17Tussen Mij en de Israëlieten is deze een teken voor altoos, want in zes dagen heeft de Here de hemel en de aarde gemaakt, en op de zevende dag heeft Hij gerust en adem geschept. Dit gaat over de nibaanse leegte. Een ieder die niet deze leegte ingaat, dus een ieder die niet door de afscheidingsmuur van het verre oosten heengaat, de Samanthijnse muur, de stokende, roddelende, "nee"-zeggende eekhoorn die je altijd te snel af is (vergelijk Ratatosk in de Germaanse mythologie), die ook in de Vur wordt besproken, die zal sterven, is levende al dood. Vandaar dat de brug tussen christendom en boeddhisme onmisbaar is. Wat de mens maar niet in de gaten heeft is dat de mens is opgezet door de tandheerskunde. Je loopt met hun gedwongen luxe rommel in je mond wat je er niet uit kunt halen. Je bent hun tempel van afgoderij waar ze hun goud en gifstoffen hebben ondergebracht, als een bank. Je hebt niets in te brengen. Zij installeren het, en zo wordt je een luxe ingerichte tabernakel voor de afgoden, zo ben je geofferd aan de Moloch. Zo gaan boze geesten met je aan de haal. Trots laten ze je aan andere boze geesten zien met een keten om je nek. Zo trekken ze je van het kastje tot de muur, en houden ze je tussen wal en schip. Je bent niets dan een melkkoe, een spaarvarken. Ze mengen je in hun mengsel. Je bent niets anders dan brandstof. Ze verkopen je als levend voedsel. Bij de banketbakker lig je voor het raam als een peperkoeken mens, een levende koek, of een levende taart. Zo wordt je gekocht door VIP-klanten, en begint de ellende. Dit heb ik allemaal in dromen gezien. Ik heb het allemaal meegemaakt. De tandarts is een buitenaardse bakker, een kok. Ook heb ik gezien wat het giftige fluor doet met de hoofden van kinderen, met hun hersenen. De mens wordt gefokt als mestvee. De mensheid is zwaar gefopt. Het moet allemaal op hun manier : Exodus 30 37En wat het reukwerk betreft, dat gij bereiden zult, volgens deze bereidingswijze zult gij niets voor u zelf maken; het zal u iets heiligs zijn, voor de Here. 38De man die iets soortgelijks maken zal, om daaraan te ruiken, zal uit zijn volksgenoten uitgeroeid worden. Fluor werd vroeger door de nazi's gebruikt om de mens lam te leggen, gewillig, en vandaag wordt het nog steeds gebruikt. Exodus 29 1Dit nu is wat gij hun doen zult, om hen te heiligen om voor Mij het priesterambt te bekleden: Neem één jonge stier, en twee gave rammen, 2ongezuurd brood en ongezuurde koeken, met olie aangemaakt, en ongezuurde, dunne koeken, met olie bestreken; van fijn tarwemeel zult gij ze maken. 3Leg ze in een korf en draag ze in de korf naderbij, met de stier en de beide rammen. De mens wordt als een offer opgebakken, als een vleeskoek. Toen ik in de 80-er jaren met schoolexcursie in Tjecho-Slowakije was werden er vlees-taartjes met slagroom opgediend. Ik vond dat het bizarste wat ik ooit had gezien. 32Aäron en zijn zonen zullen het vlees van de ram en het brood dat in de korf is, eten bij de ingang van de tent der samenkomst. 33Zij zullen dan eten die dingen, waarmede verzoening gedaan werd, om hen te wijden en te heiligen, maar een onbevoegde zal er niet van eten, want het is iets heiligs. Alles moet op hun manier en je betaalt er ook nog eens bakken met geld voor aan deze gekken. Het is geen zorg. Het zijn je begravenis-ondernemers. Het slinkste ervan is dat ze net doen alsof er niets aan de hand is, en velen trappen erin. Vooral op kinderen hebben ze het gemunt. Gedwongen

vullingen in de mond is privé gebied waar ze onbevoegd komen en blijven. Het staat gelijk aan pedofilie en verkrachting. Het zijn buitenaardse pedofielen, buitenaardse verkrachters. De mens is niets anders dan een dure sex toy voor hen. We hebben het nu over de medische illuminati, een golfclub waarbij je mond de bal is. We hebben het over chique, exclusieve clans en clubs van de opportunisten die over lijken gaan en over lijken beslissen. Het medische calvinisme is een ziekte erger dan kanker en aids, wat diep in de botten zit. Het is een sluipende botziekte die de tanden en botten van de mens aanvreet, de weelderige heilige oer-taal van de mens. Alles kan zomaar binnensluipen na een mishandelings-beurt en verkrachtings-beurt door de zogeheten tandarts. Alles wat ze willen is de mens monddood maken. Exodus 27 7Zijn draagstokken moeten in de ringen gestoken worden en de draagstokken zullen zich aan de beide zijden van het altaar bevinden, wanneer men het draagt. 8Hol, van planken, zult gij het maken; zoals Hij u op de berg getoond heeft, zó zal men het maken. De mens wordt geringd als vogels, als slaven, voor het gedwongen identificatie systeem van de medische mafia. En maar boren in het bot hiervoor, dieper en dieper, zodat de zenuwen onder druk komen te staan en van alles misgaat in de mens. Het bot wordt zo gebroken, verstoord, en vandaaruit het zenuwstelsel, en zo ook de organen. Exodus 26 11Gij zult vijftig koperen haken maken en de haken in de lussen steken en de tent samenvoegen, zodat zij één geheel is. Vleeshaken in je lichaam. Jij bent de tabernakel. De tandarts is je schepper en je god. Kan hem wat schelen. 29De planken nu zult gij met goud overtrekken, de ringen zult gij van goud maken als houders voor de dwarsbalken, en de dwarsbalken zult gij met goud overtrekken. 30Dan zult gij de tabernakel oprichten overeenkomstig het plan dat u daarvan op de berg getoond werd. Alles staat al vast, alles loopt volgens het plan van die zieke geesten. Je bent niets dan materiaal voor hen. Soms geven ze je de illusie dat je zelf nog wat in te brengen hebt, door je een keuze menu voor te stellen : "Zeg het maar, hoe wil je vergiftigd worden ? Hoe wil je opgediend worden ? Welke dood wil je sterven ? Spaart u ook zegeltjes ?" De aarde is bezet door deze buitenaardse clowns. Firma list en bedrog. 37Gij zult voor het gordijn vijf pilaren van acaciahout maken en ze met goud overtrekken, van gouden haken voorzien, en gij zult daarvoor vijf koperen voetstukken gieten. Toe maar weer. Meer, meer en meer. De mond kan het wel hebben. Allemaal prima voor elkaar. De tandarts weet het wel. Hij heeft het allemaal uit een boekje. Ze hebben zwaar voor hun opleiding betaald, dus dan zou het zonde van het geld zijn om dan het geleerde niet te geloven. Het is een valse religie, een criminele cultus, en jij staat op het menu. Niet zij. Neen. Zij zijn onder en boven de wet. Dat hebben ze allemaal vanuit een boekje. Duur betaald, makkelijk geloofd. Het werkt net zoals het christendom en hun bijbel. Ze hebben er teveel geld in gestoken. Voor hen is er geen weg meer terug. Het geluk der dommen, het goud der dwazen. Ignorance is bliss. Varkens vreten en dan slapen ze. Als de gnosis aan de deur klopt zijn ze nooit thuis. Ze hebben wel wat anders te doen. Varkens vreten, en dan slapen ze. Lekker makkelijk. Foutje, bedankt.

Exodus 25 29Gij zult schotels, schalen, kannen en kommen maken, waarmee geplengd wordt; van louter goud zult gij ze maken. 30En gij zult op de tafel geregeld toonbrood leggen voor mijn aangezicht. Hier hebben ze allemaal hun drogredenen voor, geen argumenten. Ze hebben het antwoord niet. Als iemand ziek wordt wordt zo iemand niet geloofd en krijgt zo'n persoon zelf de schuld toegeschoven of allerlei andere soorten drogredenen. In elke hoek van de kamer van de tandarts wordt je bedrogen en bedonderd waar je zelf bijstaat. 38Zijn snuiters en zijn bakjes zullen van louter goud zijn. 39Van een talent louter goud zal men hem maken, met al dit gerei. 40Zie nu toe, dat gij alles maakt naar het model dat u daarvan op de berg getoond is. Alles volgens het boekje. Het boekje is duur betaald, dus dat zullen ze ook niet zomaar weggooien. Ook al weten ze dat het fout is, ze zijn bang voor grote schade-claims. Steeds meer mensen worden wakker. In steeds meer landen worden bepaalde praktijken verboden, maar het is nog steeds een druppel op een gloeiende plaat. De bevrijding moet nog komen. Zelfs als je zelf geen amalgaam hebt en je ouders hebben het wel, ben je al zwaar vergiftigd. Kwik tast de vrucht in de baarmoeder al aan. De aarde is vol met kwikvergiftigden. Het rommelt met het genetisch materiaal. Het wordt van geslacht tot geslacht doorgegeven, als een lange keten. Buitenaardse lange zwarte slangen hebben de aarde in hun macht. Maar de bijbel geeft zelf het antwoord al : Exodus 23 1Gij zult geen vals gerucht verbreiden; gij moogt de schuldige niet helpen als misdadig getuige. 2Gij zult de meerderheid in het kwade niet volgen, noch in een rechtsgeding getuigenis afleggen met de meerderheid mee, om het recht te buigen. 5Wanneer gij de ezel van uw vijand onder zijn last ziet bezwijken, zult gij dit niet onverschillig aan hem overlaten. Gij zult hem zeker helpen met afladen. 6Gij zult het recht van de arme onder u in zijn rechtsgeding niet buigen. 7Van een bedrieglijke zaak moet gij u ver houden. De onschuldige en de rechtvaardige moogt gij niet doden, want Ik verklaar de schuldige niet rechtvaardig. 8Een geschenk zult gij niet aannemen, want een geschenk maakt zienden blind en verdraait de zaak der onschuldigen. 24Gij zult u niet nederbuigen voor hun goden noch hen dienen en gij zult niet doen naar hun werken, maar gij zult ze volkomen vernielen en hun gewijde stenen zult gij geheel verbrijzelen. 32Gij zult noch met hen noch met hun goden een verbond sluiten.

Hoofdstuk 10. Het Vuile Spel van de Exodus 21 Vertaling Het zwaartepunt van de bijbel ligt in Exodus waar Mozes het volk uitleid en de Egyptische wet verandert in de Israelitische wet. Exodus was oorspronkelijk een Egyptisch boek. Exodus is de Latijnse benaming in de Vulgaat, maar de Israelieten noemen het Shemot, namen. Ex. 14 2Zeg tot de Israëlieten, dat zij teruggaan en zich legeren voor Pi-Hachirot, tussen Migdol en de zee; recht tegenover Baäl-Sefon zult gij u legeren, aan de zee. Baal-Tsephown, het kennen van het verborgene, was de plaats waar de Egyptenaren omkwamen in de zee, als een beeld van het stervende ego. In het Aramees worden de Israelieten in dit vers ingewijd in de mysterieën, wat dan later metaforisch wordt uitgebeeld als 'het gaan door de gesplitste zee'. Tsephown is ook het wortelwoord van Tsephan-yah, het verborgene, het waardevolle bezit, van Yah, Havah, Eva, de interpreterende kennis. Tsephan-yah was de zoon van Cushi, wat zwartheid betekent. Hij was de zoon van de duisternis waarin de kennis opgeborgen ligt. Dit is het pad van Tsephan-yah, van de diepte van God. In 3:13 wordt er gesproken over een overblijfsel. De rest zal vergaan. Er moeten heel wat schillen verwijderd worden. Er moeten heel wat voorhangsels scheuren. Het pad van Tsephan-yah leidt tot het diepste van de tabernakel geheimen. Hier sterven de Egyptenaren als een beeld van het ego. 1:18-Noch hun zilver, noch hun goud zal hen kunnen redden op de dag van de verbolgenheid des Heren. Door het vuur van zijn naijver zal de ganse aarde verteerd worden, want vernietiging, ja, een verschrikkelijk einde zal de Here alle inwoners der aarde bereiden. 1:11-Huilt, gij inwoners van de holen, want al het volk van kooplieden gaat te gronde en alle geldwegers worden uitgeroeid. In het Aramees was de doortocht door de gespleten zee een zekere doofheid tot het ego. De mens leert hier het luisteren naar en gehoorzamen van het ego af. Tsephan-yah is dus het exodus mysterie. Exodus 21 is één van de grootste struikelblokken, want dat gaat over slavernij, maar toch is het aanbevolen om dan de grondteksten, de contexten en de diepere esoterische betekenis erbij te halen : 2Wanneer gij een Hebreeuwse slaaf koopt, zal hij zes jaar dienen, maar in het zevende jaar zal hij om niet als een vrij man weggaan. Het woord voor kopen, qanah, Hebreeuws, wordt gebruikt voor Eva die tot de gnosis komt, dus dat pad moeten we even volgen hier, ook in de vorm van het vrijkopen van zielen, wat hier ook een kwaliteit van God is. De westerse bijbels hebben dit allemaal verletterlijkt. Ook is "scheppen" één van de betekenissen. Het kan vergeleken worden met de zes "dagen", zes tijdperken, waarin de aarde werd geschapen, en dan op de zevende dag is de rustdag, maar hier betekent "vrij" ook fysiek extreem zwak gemaakt, gevallen tot onderdanigheid, chophshiy. Het Aramees spreekt over een overdracht, een vertaling, dus eigenlijk van opvoeding komen tot educatie, van de moeder tot een bijmoeder of vrouw. De gnosis gaat zich hier dus verdiepen en vertalen, zodat de mens op een

nieuw niveau komt. Het woordje dienstknecht of slaaf, abad, kan ook gewoon aanbidder van God betekenen. Het is schandalig hoe eenzijdig het vertaald is in veel westerse vertalingen. Het kan ook gewoon diendende profeet of Leviet betekenen. Het zevende jaar is het moment van verbreking, waarin veranderingen plaatsvinden, waarop de dienstknecht van God een nieuwe koers zal gaan. 7En wanneer iemand zijn dochter als slavin verkoopt, zal zij niet weggaan zoals de slaven weggaan. Dit is heel zwak vertaald in vele westerse vertalingen, want dochter kan in zowel het Hebreeuws als Aramees ook onderdeel betekenen, dus als een dochter-village of dochter-onderneming, waarin dochter een metaforische betekenis heeft. Het gaat hier om een deel-realiteit, en hierin is de aanbidder van God blijvend, als beeld van het eeuwig huwelijk of een eeuwige relatie. 26Wanneer iemand het oog van zijn slaaf – of het oog van zijn slavin – raakt en het vernielt, zal hij hem om zijn oog vrijlaten. In het Aramees staat er ook : als iemand het kwaad (ego) van de dienstknecht vernielt, en dan verder in het Hebreeuws : dan leidt dit tot toewijding (zwakte). Het ego staat namelijk tussen de mens en God in, en geeft de mens valse sterkte, zodat de mens vaak ook weer een dienstknecht is van het kwaad. In de mythe van Simson was hij tot slaaf van de Filistijnen gemaakt, en waren zijn ogen uitgestoken, als een beeld van dat God dit had gebruikt als een roede om Simson los te slaan van zijn individuele ego, en daardoor ontving Simson in zijn zwakte bovennatuurlijke kracht om de pilaren waaraan hij geketend was te breken. De gehele tempel stortte hierdoor in, en zo werden zijn vijanden, het collectieve ego, vernietigd. Hoofdstuk 11. De Kaïnitische Exodus uit het Paradijs - De Gnostische Versie van Genesis Dat wat we vandaag de dag om ons heenzien, oorlogen, geweld, bedreigingen enzovoorts, is een bloed-orakel. Het is de bedoeling dat we er de tekenen in kunnen zien. Natuurlijk is het deel van een veel grotere buitenaardse context die de aarde gewoon als een schaakbord gebruikt om dingen uit te spelen. Je moet er een beetje doorheen prikken anders wordt je compleet gek, maar zonder onverschillig te worden. Het gaat meer om het puzzelen, het zoeken naar een oplossing en ook anderen daarin te verlichten, zoals het boek de Egypte Code dit met het Noord-Korea probleem deed. In vorige boeken hebben we het bloed-orakel uitvoerig besproken. Het bloed-orakel is nodig om met het ego af te rekenen, maar het moet op de juiste manier geinterpreteerd worden. Hadd of Hat is de naam van het Assyrische bloed-orakel, dat ook als Baal Zephon wordt voorgesteld, wat een gebied aan het Rode Zee gebied is waar de Israelieten overstaken, en waar de Egyptenaren door de zee werden overweldigd in hun achtervolging, als een beeld van de waterdoop waarin de mens sterft aan het ego. Zephon is ook het wortelwoord van Sefanja. Het boek Sefanja gaat dus in principe over deze plaats in de Exodus, en representeert het bloed-orakel. Hat staat ook weer in verbinding met Hathor, de Egyptische godin van de vruchtbaarheid, en met de amazone Hiti stam. De Rode Zee is ook een beeld van bloed.

De mens groeide op in een soort "paradijs" waarin ze dom werden gehouden. De boom van kennis was verboden. Daarvan zou je sterven. Zo worden mensen in de kerk ook dom gehouden. Kennis is verboden. Alles moet in het boekje staan en van de kansel gepredikt. Alles, maar dan ook alles, wordt voorgekauwd. Als de slang Eva verleid tot kennis, dan wijst dit op de geslachtsgemeenschap tussen Adam en Eva, waardoor Eva werd bevrucht. Er ging een nieuwe wereld voor hen open. Deze vrucht was Kaïn, de Kaïnieten, en de oorzaak waardoor Adam en Eva uit het valse paradijs werden gered. De Kaïnieten hadden een invasie gedaan. Telkens weer wordt de mens Adam genoemd, een Adamiet, maar door de Kaïnieten was er een grote exodus uit het valse paradijs. Kaïn was de eerste die uit een mens geboren was, en als er dan in Genesis 6 de dochters der mensen worden besproken dan zijn dit de Kaïnieten. De Adamieten waren de zonen van God. De dochters der mensen, oftewel de Kaïnieten, namen de ontsnapte Adamieten en Eva uit het paradijs in boten mee in het hele zondvloed verhaal. Ook Noach was hierbij als een Adamiet, als een vorm van Adam. De Kaïnieten, een buitenaards ras, namen hem mee tot hun grote tenten in de wildernis. De Kaïnieten hadden een veel tragere vibratie dan het paradijs, en konden zo beter de mappen lezen. Met hun vingers lieten ze het rustig aan Adam zien op hun boot, op de landkaarten. Noach zou een belangrijke rol spelen, en de Kaïnitische zusters vochten over hem, over in welke tent hij zou wonen. Ook de Adamieten moesten dus in de tragere vibratie komen om zo inzicht en overzicht te krijgen. Dit werd hen geleerd door de Kaïnieten. Zij moesten de grote snelle, luidruchtige zwijnen van het ego overwinnen, en ook de snelle witte kippen van het ego. De Kaïnieten dienden de grote zwijnen op na de jacht om gegeten te worden in de mythe, omdat het ego verwerkt moest worden, en zo ook plukten ze de kippen, en gebruikten de witte veren voor hun tenten. Wat wil dit zeggen ? Het wil zeggen dat we het kind niet met het badwater weg moeten gooien. Veel onderdelen van het ego zijn goed bruikbaar. Dat moeten we zeker niet letterlijk nemen. Vanwege de grondteksten en de Egyptische achtergrond neem ik het verhaal van Kaïn en Abel ook niet letterlijk. Toen ik een kind was waren we eens op vakantie in Zwitzerland met wat familie. Mijn iets oudere neef wilde op de camping een stukje met mij lopen, en hij nam me mee naar wat natuurgebied. Hij zei toen : "Weet je waarom ik hier met jou naartoe wilde ?" Ik zei : "Nee, waarom ?" Hij zei : "Omdat ik je ga vermoorden." Ik weet nog wel dat het totaal maar dan ook totaal geen indruk op me maakte. We liepen gewoon terug naar de tent, en het leven ging door alsof er nooit wat was gebeurd. Het was heel surreëel, en ik nam het niet serieus, omdat ik wist dat hij filosofisch aan het doen was. Zo zat hij in elkaar. Er zat niks geen kwaad bij die jongen. Later ging hij door hetzelfde als mij, kwam los van het hele zware orthodoxe christendom waar we beiden in opgroeiden, en hij kreeg ook visioenen. Maar we waren dus op vakantie in de bergen en bij water, bij een meer. Zoals ik het later zag had hij een buitenaardse poort geopend waardoor ik mijn oude leven daar kon achterlaten, en hij dus ook. We moesten beiden van iets los komen. Hij zaaide hiervoor het zaad. Ik ga dus ook nu op een hele andere manier om met het Kaïn en Abel verhaal. Ik weet dat de Kaïnieten komen door dit gat, en ons hebben geleid uit het valse paradijs. Ze namen ons mee in hun boten, tot de wildernis. Het is een hele trage vibratie, bijna verlammend.

Hoofdstuk 12. Ragnarok in de Egyptologie Sokar is het Egyptische mysterie of enigma van 'de poel des vuurs'. Zijn grot ligt er vlak boven, in de diepte van de woestijn. Dit is Zekaryah in het Hebreeuws, oftewel het Zacharia mysterie in de kleine profeten. Sokar staat voor het reinigen van de mond, oftewel het reinigen van het Woord, het verdiepen van het Woord totdat er verzoening plaatsvindt tussen de talen en de religies. Dat gebeurt in de diepte van de exegese, de schriftuitleg, als het herstel van de context (waarvan het communisme een metafoor is). In de Egyptische mythologie moest elke 'dode' (aan het ego) door de woestijn van Sokar heen om zo wedergeboren te worden. Dit gebeurde wanneer de dode de grot van Sokar had bereikt in de diepte van de woestijn en kwam tot het mysterie van de poel des vuurs. Ook Ragnarok in de Germaanse mythe draagt dit geheimenis, waarin de mens door het ijs en de nacht tot het mysterie van vuur zou moeten komen. In een droom kwam Ragnarok eens tot mij als een jongen, en hij wees op zijn mond met een lijmstick en begon zijn onderlip in te smeren, waardoor hij in een magische bevroren staat kwam, en toen was er zware hemelse, nibaanse magie. De Germaanse Ragnarok loopt parallel aan het Egyptische Sokar mysterie, oftewel het Zacharia mysterie in de bijbel. Sokar is de verhongering in het Egyptisch, als het heilige vasten, het leegworden, waarvan ook de Arabische Ramadan een beeld is. Dit is een beeld van het "minder is meer" principe, oftewel het minimalisme. In de Germaanse mythologie kon men alleen tot de godin Hel komen door Honger, haar wachter, soms voorgesteld als een bord of een mes. Hieraan stierf het ego. De mens moet daarom de leegte in, wat ook het boeddhisme predikt. Odin, die zichzelf ook Hoog noemde, beschreef Hel als een woeste donkere oorlogsgodin. Zij voert strijd tegen het ego, wat een beeld is van de vruchtbaarheid. In de mythe werd Zacharia gestenigd, wat een beeld is van het gereinigd en verdiept worden door het Woord, door de Wet. Gedurende ons hele leven worden zulke stenen op ons afgeworpen om ons te verdiepen. De stenen worden op ons afgegooid opdat de tempel gebouwd zal worden. Wij zijn de tempel, wij zijn de tabernakel. In het Nieuwe Koninkrijk werd Sokar (Zacharia) gelijkgesteld aan Osiris die in de onderwereld troonde. Ragnarok is in die zin ook verbonden aan Osiris. De poel des vuurs is als een testende steen, als de oerim. Dit is ook wat de betekenis van vuur is in het Aramees. Sokar bewaakt in die zin het geheim van het toetsen. De poel des vuurs is een beeld van het Woord van Sokar. Het komt uit zijn mond. Hij spuwt het. Zijn grot wordt bewaakt door de twee Akerleeuwinnen, godinnen van de aarde. De mens die hier komt raakt in gevecht met hen, zoals Jakob met hen vocht op Pniël. Niemand komt zomaar tot het geheimenis. Eerst moet het ego sterven en moet de mens aan de condities voldoen. De vlammen van Sokar leiden de mens, als inzicht, als een beeld van openbaring. De vlammen van Sokar zijn de dromen gegeven aan de mens die hiervoor klaar is. Dit is ten diepste wat de poel des vuurs is, als de poel der dromen. Het mes vernieuwt de aarde in de Egyptologie, en leidt tot de poort van het eeuwige mes. In de Germanologie is het mes een beeld van de honger, wat tot de eeuwige leegte leidt, waarin de principes van vruchtbaarheid opgewekt worden. Sokar leeft door dit vuur der dromen wat opgewekt wordt in de leegte, wat opgewekt wordt in het ijs, en dit vuur is niet noodzakelijk warm, zoals ijs niet noodzakelijk koud hoeft te zijn. Het gaat hier dus om het Nibaanse vuur en ijs, twee metaforen. Het is het droomvuur en het droomijs wat de mens leidt. In de Egyptologie is het mes een deur in de onderwereld, en zo ook het eeuwige mes, als beelden van de heilige honger, het heilige minimalisme wat tot vruchtbaarheid leidt. De mens moet dus kiezen tussen minimalisme wat tot leven leidt (kennis), of het materialisme wat tot de dood leidt

(onwetendheid). Sokar, de Egyptische leegte, is daarom ook een beeld van de Egyptische apocalypse, wat dus in het christendom Armageddon is, in de Germanologie Ragnarok en in de Amazonologie Tahulen. In de Egyptologie is dit niet alleen een beeld van de wedergeboorte, maar ook van de verjonging. De poel des vuurs is in de Egyptologie de voorbereiding voor de opname die leidt tot de troon van Osiris, of de godin Suri. De Egyptenaren hadden zo'n sterk moeder besef dat zelfs Horus, Here, soms als een moeder werd beschreven. In de Pyramide Teksten van het Oude Koninkrijk voedde zij haar kinderen aan de borst. Er was altijd een sterke geslachtelijke dualiteit binnen de Egyptische goden, wat ook weer terugkomt in de Germanologie bij bijvoorbeeld Loki. Ook in de Israelitische teksten is God in diepte een vrouw met vrouwelijke, metaforische eigenschappen, vandaar dat wij ook spreken over de verborgen Godin in de bijbel. In veel westerse vertalingen is zij vrijwel geheel weggestreept. Het vee met horens en hoeven is een beeld van de heilige volharding en verharding, van hen die door het Ragnarok zijn heengekomen. In dat opzicht is het tweede nachtgezicht van Zacheria van belang, over de horens. Het gaat over de heilige bevrorenheid die afzondering brengt. De gehoornde, by, komt in de grot van Sokar tot de slagers van de poel des vuurs, de slagers van het ego. Dit is een metafoor van het verdiepen. Ook het ego heeft zijn eigen volharding en verharding. In het nachtgezicht van Zacharia wordt dit opgelost door kennis in het Aramees, door vier geleerden, door de herbouw van de tabernakel, waar een ander nachtvisioen van Zacharia over gaat, wat een metafoor is voor het herstel, de verdieping, van het Woord. Je kunt de horens van het ego niet verbreken door geweld, maar alleen door het verdiepen, door het vergeestelijken. Het moet doorvertaald worden en gerangschikt. Hoofdstuk 13. Maleachi en de Hannah-profetie Oorspronkelijk in de grondteksten had de tucht te maken met een metafoor van verbinding, wat zich uitte in het betalen van religieuze en rituele "belasting". Denk bijvoorbeeld aan de tienden. Tucht had te maken met economie en ecologie, en had ten diepste te maken met de heiligen, omdat dit het teken was dat zij kinderen waren van de gnosis. Die tucht was eeuwig als een herinnering dat alles aan elkaar verbonden is, en alleen kan werken in de context. De kerk wilde de tucht niet, maar wilde zelf de tucht zijn en projecteerde de eeuwige heiligmakende tucht op de in hun ogen kwaaddoeners en verworpenen die zich niet aan deze kerkelijke tucht onderwierpen. Zij noemden dit de eeuwigbrandende hel waaruit geen ontsnapping mogelijk was. Even een kwartslag gedraaid zou dit om de heilige gebondenheid moeten gaan die er is door de eeuwige tucht. Tucht is onderwijs. Tucht is verdieping, die leidt tot verzoening, maar de kerk heeft hier een karikatuur van gemaakt. De Israelieten leerden geen altijddurende hel. Het was slechts een symbool wat de christelijke kerk in haar ongeletterdheid volkomen verkeerd interpreteerde met alle gevolgen daarvan. Amos 1

11Zo zegt de Here: Om drie overtredingen van Edom, ja om vier, zal Ik het niet herroepen. Omdat hij zijn broeder met het zwaard heeft vervolgd en zijn medelijden heeft verstikt, zodat zijn toorn eeuwig verscheurt en hij zijn gramschap immer blijft koesteren, 12zal Ik vuur werpen in Teman, zodat het Bosra’s burchten verteert. Het was een bepaalde Temanitische cultus in Edom, in de stad Bosra, die de leer van de eeuwige verdoemenis predikte, van de eeuwige wraak en boosheid, in de bijbelse mythe. Het waren Bosraieten. Bozra was de hoofdstad van Edom. In Jesaja 34 komt Bosra ook voor : 5Want mijn zwaard is in de hemel dronken geworden; zie, het daalt neer op Edom en ten gerichte op het volk dat door mijn banvloek werd getroffen. 6De Here heeft een zwaard vol bloed, het druipt van vet, van het bloed der lammeren en bokken, van het niervet der rammen; want de Here richt een offer aan te Bosra en een geweldige slachting in het land van Edom. 7Woudossen vallen met hen, stieren met buffels, en hun land wordt dronken van bloed en het stof wordt met vet gedrenkt; 8want de Here houdt een dag van wraak, een jaar van vergelding in Sions rechtsgeding. 9Zijn beken verkeren in pek, zijn stof in zwavel en zijn land wordt tot brandend pek, 10dat dag noch nacht uitgaat; voor altijd stijgt zijn rook op, van geslacht tot geslacht ligt het woest, tot in alle eeuwigheden trekt niemand daardoor. Vergelijk dit met Openbaring 19 : 1Halleluja! Het heil en de heerlijkheid en de macht zijn van onze God, 2want waarachtig en rechtvaardig zijn zijn oordelen, want Hij heeft de grote hoer geoordeeld, die de aarde met haar hoererij verdierf, en Hij heeft het bloed zijner knechten van haar hand geëist. 3En zij zeiden ten tweeden male: Halleluja! En haar rook stijgt op tot in alle eeuwigheden. En Openbaring 14 : 9En een andere engel, een derde, volgde hen, zeggende met luider stem: Indien iemand het beest en zijn beeld aanbidt en het merkteken op zijn voorhoofd of op zijn hand ontvangt, 10die zal ook drinken van de wijn van Gods gramschap, die ongemengd is toebereid in de beker van zijn toorn; en hij zal gepijnigd worden met vuur en zwavel ten aanschouwen van de heilige engelen en van het Lam. 11En de rook van hun pijniging stijgt op in alle eeuwigheden, en zij hebben geen rust, dag en nacht, die het beest en zijn beeld aanbidden, en al wie het merkteken van zijn naam ontvangt. Kijk dan naar Jesaja 63 waar Bozra ook voorkomt : 1Wie is het, die van Edom komt, in rood geverfde klederen van Bosra, die daar praalt in zijn gewaad, fier voortschrijdt in zijn grote kracht? Ik ben het, die in gerechtigheid spreek, machtig om te verlossen. 2Waarom is dat rood aan uw gewaad, en zijn uw klederen als die van iemand die de wijnpers treedt? 3Ik heb de pers alleen getreden en van de volken was niemand bij Mij, Ik trad hen in mijn toorn en vertrad hen in mijn grimmigheid; toen spatte hun bloed op mijn klederen en ik bezoedelde mijn ganse gewaad. 4Want een dag van wraak had Ik in de zin en het jaar van mijn verlossing was gekomen. 5En Ik zag rond, maar er was geen helper; Ik ontzette Mij, maar niemand bood steun. Toen verschafte mijn arm Mij hulp en mijn grimmigheid ondersteunde Mij. 6En Ik vertrapte volken in mijn toorn, maakte hen dronken in mijn grimmigheid en deed hun bloed ter aarde stromen. En vergelijk dit met Openbaring 19 :

11En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard; en Hij, die daarop zat, wordt genoemd Getrouw en Waarachtig, en Hij velt vonnis en voert oorlog in gerechtigheid. 12En zijn ogen waren een vuurvlam en op zijn hoofd waren vele kronen en Hij droeg een geschreven naam, die niemand weet dan Hijzelf. 13En Hij was bekleed met een kleed, dat in bloed geverfd was, en zijn naam is genoemd: het Woord Gods. 14En de heerscharen, die in de hemel zijn, volgden Hem op witte paarden, gehuld in wit en smetteloos fijn linnen. 15En uit zijn mond komt een scherp zwaard, om daarmede de heidenen te slaan. En Hijzelf zal hen hoeden met een ijzeren staf en Hijzelf treedt de persbak van de wijn der gramschap van de toorn Gods, des Almachtigen. 16En Hij heeft op zijn kleed en op zijn dij geschreven de naam: Koning der koningen en Here der heren. Bozra betekent kooi van lammeren, plaats van ontoegankelijke geheimen. Micha 2 12Voorzeker zal Ik u, o Jakob, in uw geheel bijeenbrengen, voorzeker vergaderen het overblijfsel van Israël. Ik zal hen bijeenbrengen als lammeren van Bozra, als een kudde in het midden der weide. Het zal er gonzen van mensen. 13De doorbreker trekt vóór hen op; zij breken door en trekken door de poort en gaan daardoor uit; en hun koning trekt vóór hen uit, en de Here aan hun spits. Jeremia 49 20Daarom, hoort het besluit dat de Here tegen Edom genomen heeft, en de plannen die Hij tegen de inwoners van Teman beraamd heeft: Voorwaar, de jongens der kudde zullen hen wegsleuren, voorwaar, hun dreve zal zich over hen ontzetten; 21van het geluid van hun val beeft de aarde, het gejammer wordt aan de Schelfzee gehoord. 22Zie, als een gier stijgt hij op en zweeft aan en spreidt zijn vleugels over Bosra uit, en het hart van Edoms helden zal te dien dage zijn als het hart van een vrouw in barensnood. We zien hier dat de leer van de eeuwige hel uiteindelijk weer zal worden tot wat het oorspronkelijk was : een baarmoeder, een vrouw in barensnood, de godin van de vruchtbaarheid, metaforische tucht en onderwijs voor haar kinderen. Daarom zien we in Maleachi 1 dat de Heere die Edomieten, oftewel de Bosraieten, die geen stop kenden in hun martelingen, haatte (Ezau). 2Ik heb u liefgehad, zegt de Here. En dan zegt gij: Waarin hebt Gij ons uw liefde betoond? Was niet Esau Jakobs broeder? luidt het woord des Heren. 3Toch heb Ik Jakob liefgehad, maar Esau heb Ik gehaat; Ik heb zijn bergen tot een woestenij gemaakt en zijn erfdeel aan de jakhalzen der woestijn prijsgegeven. 4Wanneer Edom zegt: Wij zijn verwoest, doch wij zullen de puinhopen weer opbouwen – zo zegt de Here der heerscharen: Laten dezen bouwen, maar Ik zal afbreken; men zal het noemen: gebied der goddeloosheid, en: het volk wat de Heere voor eeuwig ontmaskert (za'am, Hebreeuws). 5Als uw ogen het zien, zult gij zeggen: Groot is de Here, ook buiten Israëls gebied. Daarna wordt het zelfs duidelijker waar deze Edomieten schuldig aan zijn : 6Een zoon eert zijn voortbrenger en een knecht zijn heer. Indien Ik nu een voortbrenger ben, waar is de eerbied voor Mij? en indien Ik een heer ben, waar is de vrees voor Mij? zegt de Here der heerscharen tot u, o priesters, die mijn naam veracht. En dan zegt gij: Waarmee verachten wij uw naam? 7Gij brengt minderwaardige offerspijze op mijn altaar. En dan zegt gij: Waarmee hebben wij U minderwaardig behandeld? Doordat gij zegt: Des Heren tafel, zij is verachtelijk.

Het metaforische zelf offer (van het ego) was niet volkomen. Zij wilden de tucht daartoe niet, en zij aten het offer niet. Zij verachten de tafel (het vertalen), want zij wilden hun ego vereeuwigen. Zij brachten vreemd vuur tot de tabernakel, zoals Nadab en Abihu in Leviticus 10, de oudste zonen van Aharown, die hierdoor stierven (als beeld van sterven aan ego-dienst). Dit is de boodschap van Maleachi : 8Mag een mens God beroven? Toch berooft gij Mij. En dan zegt gij: Waarin beroven wij U? In de tienden en de heffing. 9Met de vloek zijt gij vervloekt, en Mij berooft gij, gij volk in zijn geheel. 10Breng de gehele tiende naar de voorraadkamer, opdat er spijze zij in mijn huis; beproeft Mij toch daarmede, zegt de Here der heerscharen, of Ik dan niet voor u de vensters van de hemel zal openen en zegen in overvloed over u uitgieten. 11Dan zal Ik, u ten goede, de afvreter dreigen, opdat hij de vrucht van uw land niet verderve en opdat de wijnstok op het veld voor u niet zonder vrucht zij, zegt de Here der heerscharen. 12En alle volken zullen u gelukkig prijzen, omdat gij een land van welbehagen zijt, zegt de Here der heerscharen. Dit gaat metaforisch over het zelf offer door de tucht, door het onderwijs. De Bosraieten hadden hun kleptocratie opgezet, oftewel hun corrupte regering van dieven die het volk uitbuitten. De mens moest in de boodschap van Maleachi zowel terugkeren tot zijn ware moeder als tot zijn ware vrouw, waarvan de heilige economie en ecologie een beeld is. De tiende is een metaforisch beeld, geen letterlijke entiteit. De tiende betekent het bouwen, de erectie, in het Hebreeuws, de mens die zij offer (fallus) brengt tot de tabernakel (vagina). Zou de mens dit tot de verkeerde god doen dan zou de mens sterven. Vandaar dat Maleachi het benadrukt dat de mens zijn hartstochten moet bedwingen. Maleachi 2 15Weest dan op uw hoede voor uw hartstocht, en dat men niet ontrouw worde aan de vrouw zijner jeugd. 16Want Ik haat de echtscheiding, zegt de Here, de God van Israël, en dat men zijn gewaad met geweldpleging overdekt, zegt de Here der heerscharen. Daarom, weest op uw hoede voor uw hartstocht en weest niet ontrouw. Dat was volgens Maleachi de oorzaak van alles. De Bosraieten die de eeuwige hel predikten als een projectie hadden hun vrouw (godin) in de steek gelaten, en werden patriarchisch, geweldenaars. Zij hielden de waarheid ten onder in overmoedig en overmatig geweld. Deze leer was zelfs in Israel doorgedrongen, in bepaalde Temanitische sectes van de Israelieten (Teman is Hebreeuws voor Yemen, en een zoon van Ezau's oudste zoon, Eliphaz). 10Hebben wij niet allen één voortbrenger? Heeft niet één God ons geschapen? Waarom zijn wij dan trouweloos tegenover elkander en ontheiligen het verbond onzer vaderen? 11Juda is trouweloos geweest en een gruweldaad is bedreven in Israël en in Jeruzalem, want Juda heeft het heilige des Heren, dat Hij liefheeft, ontheiligd, en heeft de dochter van een vreemde god getrouwd. 12De Here roeie de man uit, die zulks doet, wie hij ook zij, uit de tenten van Jakob, ook al brengt hij offer aan de Here der heerscharen. 13In de tweede plaats doet gij dit: gij bedekt met tranen het altaar des Heren, onder geween en gezucht, omdat Hij Zich niet meer tot het offer wendt, noch het uit uw hand aanneemt als Hem welgevallig. 14En dan zegt gij: Waarom? Omdat de Here getuige geweest is tussen u en de vrouw uwer jeugd, aan wie gij ontrouw geworden zijt, terwijl zij toch uw gezellin en uw wettige vrouw is. 15Niet één doet zo, die voldoende geest bezit, want wat zoekt die éne? Het zaad Gods. Maleachi 4

1Want zie, de dag komt, brandend als een oven! Dan zullen alle overmoedigen en allen die goddeloosheid bedrijven, zijn als stoppels, en de dag die komt, zal hen in brand steken – zegt de Here der heerscharen – welke hun wortel noch tak zal overlaten. Alles zal dus ontmaskerd worden in de etymologie. 5Zie, Ik zend u de profeet Elia, voordat de grote en geduchte dag des Heren komt. 6Hij zal het hart der voortbrengers terugvoeren tot de kinderen en het hart der kinderen tot hun voortbrengers, opdat Ik niet kome en het land treffe met de ban. Deze kwam in het NT in de vorm van Johannes de Doper, wat van het Hebreeuwse Chanah komt, oftewel Hannah, de moeder van Samuel die hem verkocht aan een bijmoeder, vrouw, voor tabernakel dienst in de grondteksten. Maleachi kondigt zo de terugkeer van Hannah aan die haar zoon zal terugbrengen tot zijn vrouw. Samuel komt van shama, gehoorzamen (Hebreeuws). Hoofdstuk 14. De Burchten van Bozra Teman is een Hebreeuws woord voor Yemen, wat van belang is voor het oplossen van het Bosra mysterie. Door hun eindeloze geweldadigheid hielden de Bosraieten het volk in bedwang, zoals de kerk dit doet door de eeuwige verdoemenis-leer. Teman wordt ook gebruikt om de Yemanitische Israelieten aan te duiden die in Yemen wonen of hebben gewoond. Teman was een Edomitische clan (van Ezau). Kijken we naar Yemen, dan zien we daar de kind-huwelijken. Zij worden op jonge leeftijd gedwongen te trouwen (al dan niet verkrachting of voorbereiding voor verkrachting). Ik maak direct een verbinding met de gedwongen vaginale besnijdenis in Afrika, Azië en het Midden Oosten, wat pure genitale verminking is, en zo ook de gedwongen orale besnijdenis, de tandarts dwangverpleging die wereldwijd is, waarin mensen als kind al gedwongen implantaten in de mond krijgen, in het bot, wat hun gezondheid ondermijnt. Dit is allemaal hetzelfde. Het is een onbevoegde betreding en ontering van privé-terrein, allemaal dezelfde geest van invasie en verkrachting. De geest van Bosra wordt ook wel Mensor genoemd in de demonologie. Het is een geweldadige geest van verminking, permanent geweld, wat zich vertaalt in de eeuwige hel. Gelukkig is ook het oordeel hierover opgetekend gebleven in de bijbel. De dieven konden het dus niet zomaar los stelen, maar het oordeel hing er als prijskaartje aan. In de burchten van Bozrah wordt zowel bevrijding beloofd als het oordeel. Daarom is het belangrijk Abadja erbij te halen, die tegen Edom streed. Abad-yah of Abad-havah betekent dienstknecht van de godin, van Eva (havah, Hebreeuws). Dit was wat Adam oorspronkelijk was, en in Edom werden dingen steeds corrupter, in het Bozraitische Edom. Adam was eerst met de moeder godin, en werd toen aan zijn vrouw, Eva, gegeven, als een beeld van de onderwijzing. Hij werd tot een Abadhavah, en predikte tegen het gevallen Edom.

Het eeuwige vuur van de hel is een allegorie van volkomen diepte, van volkomen context, van de volkomen doorvertaling en etymologie. Dit is het geheim wat Bozrah verborgen houdt. Het is dus een allegorie van een soort tijdmachine, van het transcendente bewustzijn wat voor de heilige is weggelegd. In de gnosis is er de mythe van de tuin in het paradijs waar sommigen (want Adam was een volk) namen van de vrucht van de eeuwige hel (leer) en zij kwamen tot het Bosra gebied. Hier heerste de heks "Zo", een kannibaalse heks. De aarde buiten het paradijs behoort tot het Bosra gebied. In een ontmoeting met deze heks moest ik haar arresteren, en ze klaagde : "Zo ga je niet om met vrouwen." Ze hield een heleboel wijsheids-dwergen opgesloten die ik moest vrijzetten. Voordat ik dat kon doen was ik in gevecht met een vrouwelijke wachter van haar, een demoon, in een droom. We waren in een vuurgevecht en uiteindelijk schoot ik de demoon door het hoofd. Ik was in mijn eigen natuurdorp wat in de droom een grote stad was, een wereldstad, maar wel in natuur gebied. Ik was helemaal aan de andere kant van de wereldnatuurstad, en ik moest helemaal terug vluchten naar mijn huis. Er was ergens een opening in de vloer waardoor ik onder het huis kwam, en daar lagen allerlei boeken, waaronder een boek van eind vijftiger jaren genaamd "Exodus", wat de naam is van een schip die de Joden terugbracht van Europa naar Palestina. Het boek gaat ook over de ontsnapping uit de Britse interneringskampen. Als kind kan ik me herinneren dat het boek ook altijd in de open boekenkast lag. Palestina werd geregeerd door de Britten voordat de staat Israel werd opgericht in 1948. We kunnen dit nog steeds zien in het Westen dat de Israelitische wijsheid geheel door het Britse theologische en politieke apparaat is verkracht en verandert tot Calvinistisch dogma. Vandaar dat ook het Westen door dezelfde Exodus ervaring heenmoet. Het Britse zegel moet verbroken worden. Dit is het zegel van Bozra. Bozra staat voor het Brits-Amerikaanse calvinistische wereldrijk, de kleptocratie. Voor het Westen is 1948 nog niet gekomen. Voor het Westen is zelfs de bevrijding van de nazi's in 1945 nog niet gekomen. Het Westen leeft nog steeds in de Tweede Wereldoorlog, en is bezet door de nazi's van de fundamentalistische medische en religieuze dictatuur, de dwangverpleging van ziel en lichaam. Deze nazi's zijn de handlangers van de heks Zo. Alleen door educatie, door de gnosis, kan de mens komen tot 1948, door de grote Exodus. Elk mens moet persoonlijk tot de metaforische 1948 verlichting komen. Het einde van een tijdperk. De heks "Zo" zei ook : "Je moet de tandarts professie niet aanvallen." In ieder geval is de eeuwige verdoemenis leer maar een code. Natuurlijk kunnen zij niet eindeloos iemand martelen. Daar hebben ze de tijd niet voor en de middelen niet voor. Het is een kannibalen code. Het betekent gewoon dat ze gaan voor een volkomen resultaat, goed opgekookt, opgebakken. En voor de auto industrie is het permanentie, dat de onderdelen gewoon blijven zitten. Vandaar dat de "eeuwige hel" een soort van verkopers-garantie is. Hoofdstuk 15. Zo de Heks

Na het gevecht met één van haar vrouwelijke wachters in een droom had ik dus de ontmoeting met de heks "Zo". De vrouwelijke wachter was door haar hoofd geschoten, en ze riepen : "Ze is dood." Ik moest toen dus vluchten naar de andere kant van de wereldnatuurstad, waar mijn huis was, waar ik onder de vloer dus het boek Exodus vond, over een imigratie-schip voor de verloren Israelitische stammen. Ik werd wakker en ging boodschappen doen. De supermarkt was anders dan normaal. Er hing een buitenaardse sfeer en ik zag zo mijn jeugd door alles heen rollen, als golven, alsof er een poort was geopend. De mensen om me heen waren ook anders, alsof ik verschillende tientallen jaren terug was gegaan in de tijd, rond eind zeventiger jaren, begin tachtiger jaren. De stemmen leken op familie leden van vroeger, een neefje en een nichtje. Ik keek naar de producten en ze droegen dezelfde sfeer. Ik wist dat er iets gebeurd was. Bij de boekenstellage stonden een paar mensen te praten. Een oudere vrouw deed het woord. Ze ging helemaal in haar verhaal op. Ze had het over een doodskist die gefotografeerd was, en daar waren allerlei problemen over. Natuurlijk had die vrouw haar eigen leven en verhaal, maar ik maakte direct verband met mijn droom. Toeval bestaat niet. Alles is aan elkaar verbonden. Er was een stuk collectief ego gestorven. De heks bewaakte een portaal wat nu was opengebroken. Ik zie uit naar wat er verder gaat gebeuren, maar ik kwam in een nieuwe vibratie. Natuurlijk is de heks "Zo" nu woedend, en zodra zulke demonen uit de hemelen zijn verdreven, dan zweren ze wraak, zoals "wee de aarde en de zee, want de duivel is tot haar neergedaald, zoekende wie zij zal verslinden." Wij mogen nooit lichtzinnig met deze dingen omspringen. De heks sprak zoals tegenwerkende mensen vroeger tot mij spraken. Het was allemaal heel herkenbaar. Ik zag dat zij het gewoon was door hen heen. Het kwam er altijd op neer dat ze niet wilde dat je jezelf zou verdedigen. Dat accepteerde ze niet. Ze mocht me alles aandoen, maar ik mocht niks terugdoen om mezelf te verweren. Als je je wel verdedigt, dan heeft dat zo zijn gevolgen. In haar ogen is de mens een product, een auto, of een stuk vlees, dus het mag niet tegenstribbelen. Voor de heks is het allemaal lopende bandwerk. Het Westen leeft nog steeds in WWII, ergens tussen 1940 en 1945. Alle verdere tijd is slechts een illusie geweest. De mens is nog niet bevrijdt van de buitenaardse nazi's. De mens leeft in diepe gevangenschap en slavernij tot deze buitenaardse parasieten. De wereld is nog steeds bezet. Hoofdstuk 16. De Egyptische Wortels van Bosra Bozra is een beeld van deze lagere aardse realiteit, en ook een beeld van het Westen en van het christendom. Het christendom is dus in diepte een Bozraietische secte die de eeuwige verdoemenisleer aanhangt, wat dus een verkoop-truuk is, een code. Hier houden ze aan vast anders zou hun gehele industrie instorten. Die industrie is buitenaards. Ook staat Bozra voor de medische industrie. De medische industrie is slechts een code voor een jachtsport. Het zijn roofdieren op jacht, en de patient is de prooi. Ze spreken in code. Het zijn monikken met kappen op waarachter ze zich verbergen. Ze hebben hun eigen taal, hun eigen alfabet. Ze bedrijven toverij om hun doelen te bewerkstelligen. Ze brouwen hun boosaardige plannen in hun ketels. Natuurlijk komt ook Bosrah van diepere Egyptische wortels. Bos (Bast) was de oorlogsgodin, de leeuwin, van Noord-Egypte. Sekhmet was de oorlogsgodin, de leeuwin, van Zuid-Egypte. Beiden waren zij dochters van Ra. Bosra betekent Bos, de dochter van Ra. Bos betekent ook verfpot of bloedpot. Haar letters zijn B, de voet, en S, het kleed. De voet, de wijntreder, wijnpers, is een beeld van het bloedvergiet, de oorlog, als een beeld van het afslachten van het ego. Haar naam betekent

het met bloed geverfde kleed in de hieroglyphen van het Egyptische alfabet, wat dus ook terugkomt in Openbaring. Openbaring 19 : 11En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard; en Hij, die daarop zat, wordt genoemd Getrouw en Waarachtig, en Hij velt vonnis en voert oorlog in gerechtigheid. 12En zijn ogen waren een vuurvlam en op zijn hoofd waren vele kronen en Hij droeg een geschreven naam, die niemand weet dan Hijzelf. 13En Hij was bekleed met een kleed, dat in bloed geverfd was, en zijn naam is genoemd: het Woord Gods. 14En de heerscharen, die in de hemel zijn, volgden Hem op witte paarden, gehuld in wit en smetteloos fijn linnen. 15En uit zijn mond komt een scherp zwaard, om daarmede de heidenen te slaan. En Hijzelf zal hen hoeden met een ijzeren staf en Hijzelf treedt de persbak van de wijn der gramschap van de toorn Gods, des Almachtigen. 16En Hij heeft op zijn kleed en op zijn dij geschreven de naam: Koning der koningen en Here der heren. In Jesaja 63 is dit verbonden aan Bosra : 1Wie is het, die van Edom komt, in rood geverfde klederen van Bosra, die daar praalt in zijn gewaad, fier voortschrijdt in zijn grote kracht? Ik ben het, die in gerechtigheid spreek, machtig om te verlossen. 2Waarom is dat rood aan uw gewaad, en zijn uw klederen als die van iemand die de wijnpers treedt? 3Ik heb de pers alleen getreden en van de volken was niemand bij Mij, Ik trad hen in mijn toorn en vertrad hen in mijn grimmigheid; toen spatte hun bloed op mijn klederen en ik bezoedelde mijn ganse gewaad. 4Want een dag van wraak had Ik in de zin en het jaar van mijn verlossing was gekomen. 5En Ik zag rond, maar er was geen helper; Ik ontzette Mij, maar niemand bood steun. Toen verschafte mijn arm Mij hulp en mijn grimmigheid ondersteunde Mij. 6En Ik vertrapte volken in mijn toorn, maakte hen dronken in mijn grimmigheid en deed hun bloed ter aarde stromen. Er is dus een groot verschil tussen het Egyptische Bosra en het post-Egyptische bosra. Haar zoon was Mahes, ook een oorlogsgod en leeuw. Zijn naam betekent hij die de ware is naast haar. Hij wordt ook wel de rode (scharlaken) god genoemd (vgl. Opb. 19). Hij verslond de krijgsgevangenen, als de verslinder van de schuldigen, en werd daarom ook de god van de slacht genoemd. Zijn naam is een Egyptisch wortelwoord van de Masiah (Hebreeuws), en masih (Arabisch), oftewel de Messias. Ook Sekhmet werd de rode godin genoemd, zij die bloedlust heeft, wat ook terugkomt in Openbaring. Zuid-Egypte veroverde Noord-Egypte en zo werd uiteindelijk Egypte één. Sekhmet droeg het rode kleed. Zij had overwonnen om te verzoenen en zij nam Memphis en Leontopolis in in NoordEgypte, wat haar belangrijke centrums werden. Hoofdstuk 17. De Exodus Planeet Calvijn was een Augustijner. Vandaar dat het belangrijk is tot de Augustijnse bron te gaan. Psalm 3

in het Augustinus commentaar waarin David moet vluchten voor zijn zoon Absalom wordt door Augustinus christologisch beschreven. Volgens Augustinus is het een messiaanse psalm over het lijden, het sterven en de opstanding van Yeshua. 6. Ik legde mij neder en sliep; ik ontwaakte, want de Here zal mij opnemen. 8. Sta op, Here, verlos mij, mijn God. Ja, Gij hebt al mijn vijanden op de kaak geslagen, en de tanden der goddelozen verbrijzeld. David als Messiaans beeld was omringd door beesten met monsterlijke tanden, waarvan de op mensen jagende tandartsen een beeld zijn. De tandartsen zijn de tanden van de beesten, van de goddelozen. Exodus 23 1Gij zult geen vals gerucht verbreiden; gij moogt de schuldige niet helpen als misdadig getuige. De schuldige, of beschuldigde, wat zowel positief als negatief kan zijn, is rasha, van het egyptische ra-shu, de zoon van Ra, wat in het NT yah-shu, yahshua, is, de zoon van Yah. Rasha of yasha betekent de ontwaking. Het mag niet misbruikt worden. Dit misbruik komt voortdurend voor in het christendom die Yeshua, Jezus, tot een afgod hebben gemaakt, en het yasha-principe zijn vergeten. Voortdurend misbruiken zij de naam Jezus als een grote godslastering. 2Gij zult de meerderheid in het kwade niet volgen, noch in een rechtsgeding getuigenis afleggen met de meerderheid mee, om het recht te buigen. Dit doet het christendom dus wel. Alles draait om de statistieken. In het Aramees : volg de meerderheid niet om de exegesis van de schrift te buigen. De mens mag theologie niet baseren op de mening van de meerderheid. Dat is massa-hysterie. 3Ook zult gij een onaanzienlijke niet voortrekken in zijn rechtsgeding. Het kan een arme betekenen of een gierigaard in het Aramees. De mens mag niet oordelen naar het vlees vanuit medelijden of uit vriendjes-politiek. Vooroordelen mogen er niet zijn. 4Wanneer gij een verdwaald rund of ezel van uw vijand aantreft, zult gij ze hem zeker terugbrengen. In het Aramees : rund, ezel is een dom, koppig persoon, een mechanisch instrument, en terugbrengen in de zin dat het vertaald moet worden. 5Wanneer gij de ezel van uw vijand onder zijn last ziet bezwijken, zult gij dit niet onverschillig aan hem overlaten. Gij zult hem zeker helpen met afladen. In het Aramees gaat het om de aanklager. Het helpen met afladen betekent in het Aramees ook het oplezen van het Woord, het in bezit nemen voor het Woord. 6Gij zult het recht van de arme onder u in zijn rechtsgeding niet buigen. Weer gaat het hier om het niet buigen van de exegese van de schrift, wat veel gebeurt in het christendom door ongeletterdheid en door letter-afgoderij. De exegese van de schrift is dn, dana in

het Aramees, de dochter van Jakob. In de Sanskrite wortel is dit dhyana, het pad van meditatie tot transcendent bewustzijn. In het Pali is dit Jhana (vergelijk het Arabische paradijs, Djannah, Jannah). De Egyptische dn wortel betekent de kop eraf snijden. Dit betekent het verslaan van de territoriale demoon, wat ook gebeurt in Leviticus. 7Van een bedrieglijke zaak moet gij u ver houden. De onschuldige en de rechtvaardige moogt gij niet doden, want Ik verklaar de schuldige niet rechtvaardig. De rasha wordt niet altijd gered, zoals het Hebreeuws zegt. Ook Jezus werd niet gered, maar moest de weg van het kruis gaan. Het gaat niet om redding maar om bewustzijnsverruiming, om de gnosis, zoals Jezus zelf aangeeft in Lukas 11 : 52 - Wee u, wetgeleerden, want gij hebt de sleutel der kennis weggenomen; zelf zijt gij niet binnengegaan en hen, die trachtten binnen te gaan, hebt gij tegengehouden. Kennis komt door het kruis. De mens wordt zo gescheiden van het valse. 8Een geschenk zult gij niet aannemen, want een geschenk maakt zienden blind en verdraait de zaak der onschuldigen. Het gaat niet om de valse gratis genade van het christendom, maar om het eerlijke loon van de kennis. Als de mens vanuit Betelgeuse tot bewustzijnsverruiming komt en opstijgt tot de randen van het Heelal, waar de zwarte golven in andere dimensies overgaan, dan komt de mens in een nieuw bewustzijn, in de duistere nacht, het nacht heelal, waar de reusachtige wildernisplaneet Exodus zich ergens bevindt. Woeste golven zijn aan de randen van de lange wildernis stranden van de Exodus planeet. Exodus is dus niet zomaar een boek. De woeste golven gaan zeer hoog totdat zij opstijgen tot transcendentie, en dan dalen zij weer diep. Zij komen tot ascentie. Zij zijn buitenaardse natuurverschijnselen, enigmatische wezens, de golven van de wildernisplaneet Exodus. Wanneer zij zich weerspiegelen door de duistere randen van het heelal tot ons heelal, dan worden zij als leeuwen geprojecteerd, zowel op aarde als in het astrale. De leeuwen zijn de wachters van dit geheim, en de leeuwenzegels moeten verbroken worden, om tot de golven van Exodus te gaan. 9De vreemdeling zult gij niet benauwen, want gij kent de gemoedsgesteldheid van de vreemdeling, omdat gij vreemdelingen zijt geweest in het land Egypte. De opstaande muren van de zee in het boek Exodus zijn een beeld van wat op de Exodus planeet gebeurt. De golven komen zo hoog dat ze opstijgen, als een groot natuurverschijnsel. Zij dragen het geheim van transcendentie. De leeuw is slechts een heenwijzer naar dit verschijnsel. De mens moet dus geen xenofobie ontwikkelen tot het vreemde. Het vreemde is de sleutel. De mens moet dieper gaan tot achter de mens dogma's. Velen geven deze strijd met leeuwen op, maar Dana-el (Daniël), de exegese van El, yah-havah, Eva, overwint in de leeuwenkuil. 10Zes jaar zult gij uw land bezaaien en zijn opbrengst inzamelen, Zes is het getal van de schepping, de voorwaardes, de voorbereiding. 11maar in het zevende zult gij het braak laten liggen en het met rust laten, opdat de armen van uw volk eten, en wat zij overlaten zal het gedierte des velds eten. Evenzo zult gij doen met uw wijngaard en met uw olijfbomen. De arme is een beeld van de vreemdeling, van de exotische transcendentie aan de andere kant van het heelal die op de mens wacht. Alleen door de leegte, door de heilige honger, de heilige sabbath rust, kan de mens komen tot de planeet Exodus. Daniel vocht niet met de leeuwen, maar hun

monden werden als door magie gesloten, door de gnosis. 12Zes dagen zult gij uw werk doen, maar op de zevende dag zult gij rusten, opdat uw rund en uw ezel uitrusten, en de zoon van uw slavin en de vreemdeling adem scheppen. De planeet Exodus wordt alleen bereikt door de sabbath. Alleen vanuit de sabbath kan de mens werken. Dit is ten diepste een eeuwige sabbath. In het Hebreeuws gaat het om hevig ademhalen, als na een zwemtocht. De mens moet eerst langs de golven van de Exodus planeet heen. De mens moet eerst het mysterie begrijpen, opdat het leeuwenzegel verbroken zal worden. In een nachtvisioen vele jaren geleden zag ik een bok die een groep leeuwen doorboorde met zijn horens. De leeuwen begonnen te branden en weg te smelten. De horens zijn een beeld van de volharding, van de heilige verharding, waardoor de mens tot nieuwe gebieden komt. Dit gaat niet zonder kruis. De bok is in het OT een offerdier, als de dood van het ego. 13Ten aanzien van alles, wat Ik u bevolen heb, zult gij op uw hoede zijn; de naam van andere goden zult gij niet noemen, hij zal uit uw mond niet gehoord worden. Zo komt de mens tot een hoger atheisme en een hoger communisme, om zo tot een hogere technologie te komen en een hogere sexualiteit. Dit is een belangrijke viersleutel om tot de planeet Exodus te komen. In het Aramees staat dat de andere goden niet herinnerd zullen worden, als een vergetelheids-atheisme. Goden zijn ook wonden in het Aramees en angsten. De mens komt zo los van de lagere wonden en angsten. Ook betekent het geloof, waar de mens los van komt. Het gaat niet om geloof, maar om gnosis en de heilige gebondenheid. Als we zo naar Augustinus kijken, dan stelde hij dat er altijd een einde komt aan geredeneer en gefilosofeer ergens op de weg, en waar de mens dan vastraakt vanwege het uitputten van de kennis, daar neemt het geloof het over, maar in principe is het in de gnosis zo dat de mens dan toch nog geleid wordt door de hogere gnosis, door profetie binnen de heilige gebondenheid, en die moet altijd getoetst worden. Het mag nooit blind geloof zijn. Hoofdstuk 18. Het Nachtheelal - De Sleutel tot Betelgeuse In het nachtheelal, door de rand van het heelal heen, ligt ergens de reusachtige wildernis-planeet Exodus, die 10 miljoen malen groter is dan de aarde. Deze planeet is een satelliet van de reusachtige wildernis-planeet genaamd Deuteronomium, die vele honderden miljoenen malen groter is dan de planeet Exodus. De planeet Exodus draait dus om de veel grotere planeet Deuteronium heen. Vandaar dat deze twee boeken dus ook zo'n grote grip op de aarde hebben gehad, maar ze zijn natuurlijk corrupt doorgekomen, helemaal verletterlijkt, vooral in de Westerse vertalingen. Daarom heeft de mens ook zo'n grote strijd te voeren om terug te keren tot de planeet Deuteronomium, maar er zijn wel vele aanwijzingen om ons heen. De dieren om ons heen zijn bepaalde weerspiegelingen van onderdelen van de reusachtige planeet Deuteronomium. Deze zegels moeten dus 'verbroken' worden, 'geopenbaard', ontcijferd : Weer waken de leeuwen over de grootte van de planeet Deuteronomium en weerspiegelen de alarmen. Dit zijn niet alleen de aardse leeuwen, maar ook de astrale, buitenaardse leeuwen. De slangen zijn de weerspiegelingen van de draaikolken op de planeet Deuteronomium, die in de

zeeën en oceanen voorkomen. De planeet Deuteronomium kent vele reusachtige oceanen waar de aarde meerdere keren zou kunnen inpassen. De krokodillen zijn de weerspiegelingen van de rivieren van de planeet. De olifanten zijn de weerspiegelingen van de golven van de planeet. De tijgers zijn de weerspiegelingen van de wildernisstranden van de planeet. De beren zijn de weerspiegelingen van de zeedieptes van de planeet. De haaien zijn de weerspiegelingen van de meren van de planeet. De orca's van de bloedrivieren en de urine processen. Het boek Numeri is de weerspiegeling van de bloedzeeën van deze planeet. Het boek Genesis is de weerspiegeling van de bloedmeren. Het boek Romeinen is de weerspiegeling van het robotische systeem van de planeet Deuteronomium. De giraffe is een weerspiegeling van het immunologische systeem. Galaten is een weerspiegeling van het militaire systeem (oorlogs systeem, defensie) van de planeet. Efeze is een weerspiegeling van het medicijnenwiel, zelfgenezend vermogen. Filippi is een weerspiegeling van het economische systeem. Colosse : geografische indeling. Mattheus : weerspiegeling transcendentie - inzicht ontstaat door diepte. Marcus : temperatuur Lucas : monitors, opvoeding (vgl. zoonschap) Johannes : voeding en vasten, temmen, educatie Handelingen : communicatie, het Woord, communicatie-wetten, stilte, scheiding Tessalonici : nomadisch verkeer Timotheus : stuur systemen Korinte : natuur-technologie, anatomische technologie Titus : muren en poorten, grenzen, openen en sluiten Hebreeen : rechtssysteem Petrus : religie, strafrecht Judas : zuurstof, lucht (messentrekkende geest, demoon, bewaakt dit) Het is van belang om op beide planeten te zoeken naar sleutels om terug te keren tot Betelgeuse West, om door te dringen tot het Èrk gebied van Betelgeuse, het wildernis gebied. Het gaat dus erom jezelf te ontwikkelen in zowel Betelgeuse als in het nachtheelal over de rand van het heelal. Juist door deze dualiteit stimuleert het elkaar en kun je dieper tot de geheimen van Betelgeuse komen, de kern van Orion. Ook hier leidt het Èrk gebied tot Oan, een Orions woord voor paradijs en de paradijselijke slaap, op aarde getranslitereerd in het Arabisch tot Jannah, het paradijs, en in het christendom tot Oannes, Johannes. In India is het de transcendente meditatie. De Kehat geslachtslijn droeg de Orionse slaap-drugs. Dit is de geslachtslijn van Mozes. Het komt van de Egyptische kat-wortel, wat hoogte betekent, en kayt, kt, betekent hoge grond, hoge troon, zoals Mozes ook een Egyptische prins was. De kat, kt, wortel van Kehat betekent ook vreemde, buitenaardse, vijanden of tegenstanders, wat de buitenaardse (Orionse) natuur laat zien van de Mozes mythe. Kd, kt, betekent vormen, bouwen, natuur, het ontwikkelen van de natuur, het cirkelen, de slaap. De kt-wortel betekent ook vagina. Het betekent werk en constructie, en roep (kit, k't). Ktt, kt, betekent ook meisje. De Egyptische wortels van de Kehat geslachstlijn waaruit Mozes voortkwam waren dus vrouwelijk. Zij moesten de mens in een slaap brengen (kd, kdd, kt, slaap, en gth, kht, moe zijn.) De Kehatieten waren aangesteld over de ark, de tafel, het gerei, dieper in de tabernakel. De Egyptische khe-t wortel betekent leren, literatuur, boeken over de eeuwigheid, oftewel de voleindiging. Het is ook een woord voor rijkdom, bezittingen, dingen, het bestaan. Khet was de god(in) van de dingen die bestaan. Khe-ti was een vuurspuwende slang in de onderwereld. De Kha

ta, kht, wortel betekent de boerderijen en boerderij-gebieden van de farao. Khaut, kht, is een naam voor de goddelijke doden. De Khaitiu, kht, zijn de goden die de vijanden van Ra en Osiris slachten. Khau-t, khai-t, kht, is het altaar en de offertafel, waarover de Kehatieten waren aangesteld. Khata, kht, is de twee helften van de hemel. Ook is het tuingebied, wildernisgebied (khait), en een plaats van bescherming (khatha), wat ook weer terugkomt in de Mozes mythe. Khat-ta is de manifestatie, het schijnen met kronen. Khaut, de opstanding en verschijning van een god of koning, het oprijzen op de troon, de koninklijke sieraden, halskettingen, en kroon-onderdelen (khait). Khat, inscripties. Het leidt helemaal door tot de slinger, khait (van David). De Khet, kht, waren de treden van de oordeelstroon van Osiris. Khetaa was de grote troon waarop Osiris zat. De Kheti waren de inscripties op de muren. Kha-t, tabernakel. Qa-t-a, kht, was één van de twaalf godinnen die de poort van de aarde opende voor Ra. Qaut, kht, vijanden, bevuild volk. Quit, kht, medicijn, zaad. Qtt, kht, onderdeel van een strijdwagen. Ra veranderde in deze vorm op zijn tocht (qt, kht). Het komt er op neer in de Egyptologie dat het een schepper god is als het overgaan van de dimensies. Uit deze bron putte de Mozes mythe. Dit gebeurt door het draaien van de dimensies. Het komt van de wortel "draaien en slapen", als een kronkelende slang. Mozes wijst ook weer op de slang in de woestijn, opdat de mensen konden ontkomen aan het kwaad wat hen bedreigde. Mozes wees op de Egyptische wortels. Dit wordt ook wel de sluwe kunst genoemd in de Egyptische wortels, als een beeld van strategische kennis van de onderwereld. Kait werd de grote moeder van de goden genoemd, één van de vier elementale godinnen. K-t was een algemeen woord voor moeder en vrouwen, de vagina. Het was ook verbonden aan kahit, terreur en ontzag, als een vruchtbaarheids-principe. Het was een beeld van de baarmoeder van het bestaan. Zij reed op haar strijdwagen om er flink doorheen te hakken om het product klaar te krijgen. De baarmoeder maakte veel gebruik van slachtwapens hiervoor. Dit was het Egyptische beeld van de godin, van Kehat. Zij was de oerschepster van alle dingen. Zij stond aan haar ketel. Zij was een geweldenaar die op haar strijdwagen door de lucht reed, zoals Wodan later bij de Germanen. Alles was door haar onderverdeeld in kooien van restrictie, opdat haar schepping tot stand zou komen. K't is een vreemd volk, een buitenaards volk, waar de bijbel het ook over heeft dat er een vreemd volk zou komen. Het is een deel van de hemel (kht). Het zijn de beelden van Osiris, van de doden, oftewel de herbeleving ervan. Het gaat hier dus om het Betelgeusische paradijs. Mozes als Kehatiet, droeg dus de slaapdrug van het paradijs, en mocht het beloofde land niet binnengaan, wat betekent dat hij eerst aan zijn ego moest afsterven. Mozes droeg het mysterie van Oan. Iedereen die de drug neemt krijgt een doodsbedreiging aan het adres van zijn ego, de Mozesiaanse bedreiging. Dieper over de rand van het heelal, dieper in Betelgeuse (West), dat is waar het om gaat. Hoofdstuk 19. Het Verdiepen van Betelgeuse Dana-el of Jana-el, of in het Orions Oan-ila, als het Oan, paradijs, van God, de slaap van God

(Daniël) is een beeld van het gaan in de leeuwenkuil, als beeld van het gaan over de rand van het heelal tot het nachtheelal, en zo ook dieper gaan in Betelgeuse-West tot het Oan-paradijs in de Èrk wildernis. Dat Daniel een regeerder van Babylon werd is ook een beeld van het doordringen van Betelgeuse. Hoofdstuk 20. Augustinus en het Heilige Autisme Het Èrk gebied van Betelgeuse begint met Vur natuursteden. Hier wonen dokters, chirurgen, die ervoor zorgen dat de urine beter gefilterd wordt door de lever, zodat er geen belangrijke stoffen geloosd worden. Het gaat dus via de lever en niet via de blaas, zodat het urine lozen wordt gehalveerd. Dan is er achter de dikke darm nog een extra darm genaamd de oan darm, de slaap darm. Zoals Jehavah worden en zijn betekent in het Hebreeuws, zo is er in India het tegengestelde Abhava, wat niet-bestaan betekent, wat ook een diepe vorm van heilig atheisme is, dat alles ontstaat vanuit het niet-bestaan. Zonder deze laag is er geen leven mogelijk. Voor het grootste deel is het leven niet-bestaan, en het daadwerkelijke bestaan wat daaruit voortkomt is maar een paar druppels. Zodra je gaat beseffen dat je grotendeels niet bestaat, dan wordt je Brahman, bewustzijn. En als je bijna niet bestaat, waar werk je dan voor ? Is er dan geen hele andere weg die gegaan dient te worden ? Zijn een heleboel dingen die de mens doet niet overbodig en nutteloos, als het dragen van water naar de zee ? Het leven is ijdelheid zoals prediker zegt. Het is als het water gieten in een bodemloze put. We kunnen daar dan naar kijken en ons afvragen waar we eigenlijk mee bezig zijn. Het bewustzijn van de mens is maar heel klein, omdat de mens denkt dat hij bestaat, terwijl het grotendeels illusie is. Het bestaan van de mens ligt juist besloten in het niet-bestaan van de mens. De mens moet atheistisch worden naar één van de grootste afgoden aller tijden : de mens. De mens moet zo komen tot de bron van het nooit-bestaan en het nooit-gemaakt. Er is zoveel leugen en illusie wat de mens moet verliezen. De mens is niet sterk. De mens is zwak, zeer zwak, en leugenachtig. De mens broedt en liegt de hele tijd door. De mens leeft in parasitaire illusies. Daar gaat het grootste deel van zijn tijd naartoe, en dat alles voor niets. De mens moet zijn jehovahafgoden van zijn en worden opgeven en eerst komen tot het niet-bestaan en het nooit-bestaan. Iets kan alleen ontstaan en zich materialiseren door abhava, niet-bestaan. Tussen dingen zijn er gaten van niet-bestaan, ook tussen gedachtes, en die gaten moeten groter en groter worden. De mens denkt namelijk dat hij het bestaan kent, maar het is schijn-bestaan, en de mens kent het niet-bestaan niet. Als de mens slaapt moet de mens ook door deze zone heen voordat de dromen kunnen komen. In Abhava moeten de afgoden van het ego verder afsterven. Luther en Calvijn waren Augustijners die voortwerkten op het werk van Augustinus, maar Calvijn draafde hier ontzettend in door, terwijl Augustinus het nog over de vrije wil had. Belangrijk is het dus om terug te keren naar de bron. Calvijn verwijst om de haverklap terug naar Augustinus, maar hij heeft de Augustinus motortjes overmatig lopen opvoeren. Calvijn maakte het werk van Augustinus door en door corrupt en brak alle grenzen door, wat overigens goed bruikbaar bleek te zijn in het esoterische calvinisme, waarin alles weer een kwartslag werd gedraaid. Er komt dus nog iets na Calvijn, als het postcalvinisme, wat een beweging van de gnosis is. In zijn commentaar op de bergrede maakt Augustinus een hele goede opmerking over het vers 'zalig zijn de armen van geest, want voor hen is het koninkrijk der hemelen.' Hij verbindt dit aan de heilige vreze die het begin is van de wijsheid. Hij stelt dat de armen van geest hen zijn die heel

voorzichtig met het geestelijke omspringen. Zij zijn niet overgeestelijk. Zij gebruiken het met mate, omdat het om de perfecte en hoogste wijsheid van de rationele ziel gaat, oftewel de ziel van de gnosis. Zij gaan bescheiden om met het geestelijke, niet opgeblazen zoals in het christendom. Augustinus was een filosoof en christelijk theoloog in de jaren 300-400. Hij was vurig gericht tegen het materialistische denken, en stelde dat God niet met de ogen gezien kon worden, maar met het hart. Hij noteerde het als een dwaasheid wanneer God op een materiele manier benaderd werd buiten het hart om. Hij vocht tegen de materiele kennis die opgeblazen maakte, de corrupte kennis van de dwazen. Hij maakte zo een filosofisch stelsel van rechtvaardigheid, want hij stelde dat God rechtvaardig was, waarin sommige zonden een straf waren op andere zonden, als een lange keten. Zonde veroorzaakt zonde, totdat de cirkel rond is, en de zonde ten onder gaat. Dan wordt er in de bergrede het belang van het hongeren genoemd, het hongeren naar gerechtigheid. De arme is altijd weer op zoek naar de bron, terwijl de rijke denkt dat hij alles al heeft, maar tegelijkertijd meer rijkdom wil. De arme gaat rouwend door het leven omdat hij kan zien wat er mis is, terwijl de rijke niets door heeft, eet en slaapt. De rijke is gelukkig in zijn onwetendheid. Hij negeert de arme en de armoe en geeft alleen om zichzelf. Zolang hij maar hoog en droog zit, en 'na mij de zondvloed'. Hij denkt ook niet aan de komende generatie. Alles draait om het ego, zo ook in de kerk. Het leven is ijdelheid volgens Augustinus. De arme ziet hoe iedereen slaaf is tot de zonde, hij ziet de ketenen, hoe een ieder slaaf is van de demonen, en hij rouwt, terwijl de rijke plezier maakt. Maar dit plezier is slechts tijdelijk. Het is maar een droom en op een moment moet ook de rijke wakker worden. Augustinus waarschuwde voor de ijdele glorie van de rijken. Augustinus was een filosoof, geen farizeeër. Hij stelde dat een mens grotere rechtvaardigheid moest hebben dan de farizeeërs, dus dat er bepaalde waarden uit het NT toegevoegd moesten worden. Hij sprak over het grote verschil tussen de zogenaamde 'rechtvaardigheid' van de farizeeërs, en de grotere rechtvaardigheid. Hij sprak ook niet zomaar over de hel als zomaar iets waar alle zondaars ingeworpen zouden worden, maar over de verschillende gradaties van de zonde en dat er dus ook verschillende gradaties waren in de aansprakelijkheid en de bestraffing die eraan was verbonden. Filosofen zijn hier vaak genuanceerder over dan theologen. Filosofen begeren de wijsheid en zijn altijd weer op zoek naar hogere systemen, betere systemen, meer verfijnd, om het recht te doen handhaven. Wie kent in het kerkelijke-evangelische christendom niet de leugenachtige leer dat zonde zonde is, dat elke zonde even erg is voor God en dat elke zonde daarom dezelfde straf verdiend ? En hoe redeneren deze leken-theologen verder ? Sommigen stellen dat omdat God een oneindig wezen is dient de zonde tot deze oneindige God eindeloos gestrafd te worden. Wat ze vergeten is dan dat ze zelf eindig zijn en niet op God's oneindige niveau kunnen denken. Ook vergeten ze dat God dus ook eindeloos creatief is zodat God veel betere plannen van rechtvaardigheid en orde heeft dan zij zich kunnen voorstellen. Maar daarvoor is dan weer het antwoord van Augustinus die een zeer creatieve autodidact was, oftewel een zelf-onderwezen persoon, wat een onderdeel is van het heilige autisme. Augustinus heeft zoveel invloed gehad dat zelfs de Katholieke Kerk hem als een belangrijk fundament beschouwde en natuurlijk Johannes Calvijn die met hem wegliep. Zij konden deze creatieve ziel wel goed gebruiken, maar maakten het zwaar corrupt. Vandaar dat het van belang is terug te keren tot de oorspronkelijke buitenaardse waarden van Augustinus. Augustinus heeft gewoon gebruik gemaakt van het christendom omdat dat nu eenmaal de taal van de aarde was. Hij nam de stad in door de wildernis, liet het mengen, opdat er een pad terug was tot de wildernis. En die wildernis is de wildernis van Betelgeuse West, het Èrk gebied, wat helemaal doorloopt tot het Oan gebied, oftewel het gebied van de paradijselijke slaap.

Hoofdstuk 21. Augustinus en de Vur Natuur Teruggaan naar Augustinus wiens leringen zo kortzichtig en corrupt werden gemaakt betekent ook nuanceren en corrigeren. Augustinus liet zien dat er dieren waren in gehenna die leefden zonder pijn. Hij gebruikte hiervoor het voorbeeld van salamanders die in vuur leefden. Ook stelde hij dat het mogelijk was in vuur door te leven met pijn. Hij liet de verschillende vormen van het leven in gehenna zien. We kunnen hierbij ook denken aan Shadrach, Meshach en Abednego die in de vurige oven werden geworpen en geen pijn hadden en niet verminkt werden en gewoon doorleefden, terwijl zij die hen in het vuur hadden geworpen verslonden werden door de vlammen omdat ze het zeven maal heter hadden gemaakt. Augustinus liet de verschillende mogelijkheden zien. Augustinus schreef in het Latijn en gebruikte de woorden gehenna, de plaats van vuur, en inferos, het lage rijk, het dodenrijk, de onderwereld, en gebruikte niet het woord hel, want dat is een Germaans-Engels woord wat in de latere Engelse vertalingen werd gebruikt van zowel de bijbel als de werken van Augustinus. Hij stelt zo dat er geen absolute wetten zijn in gehenna. Er zijn kansen daar te overleven zonder pijn. Hij noemt dit de wonderen van de natuur waar hij veel meer voorbeelden van heeft, die allemaal laten zien dat er verschillende materialen zijn die verschillend op vuur reageren. Hij noemt bijvoorbeeld de diamant die niet door vuur bewerkt kan worden, en ook niet door ijzer. Augustinus liet de dualiteit zien van alle dingen. Er waren geen absolute wetten. Er waren altijd weer uitzonderingen op de regel, het had altijd verborgen bodems. Augustinus was een rasechte filosoof. Hij draaide elke steen om. Hoe schandalig is het eigenlijk dat de kerk hem zo eenzijdig heeft neergezet ? Dat was helemaal niet wat hij in diepte zei. Hij was een enigma. Hij zei er ook bij dat hij niet wilde dat zijn filosofische theorieën over de wonderen van de natuur zomaar onverbloemd worden aangenomen, omdat hij ze ook zelf niet impliciet gelooft, alleen maar degenen die hij zelf heeft waargenomen, waarvan hij het bewijs heeft ontvangen. Hij stelt verder dat God dingen doet die verder gaan dan het waarneembare, verder dan de zintuigelijke ervaring. God doet dan ook het onmogelijke. Niets van wat hij stelt is verder iets noodzakelijks volgens hem. Er is altijd meer. Hij geeft ook toe dat dingen weer kunnen veranderen. Volgens hem kunnen wetten ineens veranderen, en ook de natuurwetten van het heelal, om de canons die astronomers hebben opgezet te doorbreken. De natuur valt volgens Augustinus niet in een hokje te zetten. Er zijn natuurverschijnselen waar de mens geen weet van heeft. Augustinus stelde dat er een heilige magie was die planeten kon stilzetten, rivieren kon laten omkeren en sterren uit hun banen kan laten gaan. Volgens hem was de planeet Venus ook opeens een keer totaal veranderd, in een andere kleur, een andere grootte, een andere vorm en met een andere koers. Volgens Augustinus dachten de aardlingen veel te kortzichtig, en waren de wetten die zij kenden hun afgoden. Augustinus legt de nadruk op de heilige verscheidenheid. De mens is diep geschokt wanneer er dingen gebeuren die tegen de voor hem bekende natuur ingaan, en dat noemt de mens dan een monster, een voorteken, een wonder of verschijnsel, maar het laat aan de mens zien dat er aan God geen limiet valt op te leggen. God stoort zich niet aan de mens, en doet wat nodig is. De mens kan aan God geen natuurwetten opleggen. Wanneer Augustinus het heeft over "sempiterno supplicio damnatorum", wat het Westen vaak vertaalt als de eeuwige bestraffing van de verdoemden, dan kan dat ook vertaald worden als het eeuwige gebed en het eeuwige knielen (supplicio) van de overtuigden (damnatorium). Augustinus stelt dat er geen

duidelijkheid is over wat dit precies betekent, dat er meerdere uitleggingen mogelijk zijn over zulke verzen en dat de Schrift verder stil is over de geestelijke pijn van de overtuigden, de veroordeelden. Hij stelt dat de bekering van het vlees verder nergens toe leidt. Zij die in het vlees leven komen onder het oordeel, en als ze dat dan op vleselijke manieren proberen te ontvluchten, dan komen ze er niet onderuit, want de werken van het vlees zijn nu eenmaal vruchteloos. Zo probeert Augustinus ook duidelijk te maken dat er zeker niet makkelijk over het hiernamaals gedacht moet worden. Hij stelt dat de mens nu alleen nog maar gedeeltelijk kent, maar dat later alles duidelijk wordt door de openbaring en ervaring van kennis. Augustinus stelde dat de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus zich afspeelde in een droom, in een immateriele sfeer van extase, trance en geestesvervoering, rapture (Latijns : ecstasi). Het waren visioenen van de slapenden. In zijn taal, theologie en filosofie werd Augustinus zwaar beinvloed door de Romeinse dichter Vergilius die schreef : 'Voor oude misdaden moeten zij strafrechtelijk lijden ondergaan, opdat zij eens weer geheel zuiver zullen staan.' Augustinus stelt dat de straffen komen op zonden van het verleden of huidige zonden, en deze straffen zijn soms om volharding in goed karakter te beoefenen (virtutibus). Tijdelijke bestraffingen kunnen zowel tijdens het leven of na het leven plaatsvinden. Augustinus stelde dus dat er een soort van vagevuur bestond zowel in het leven als na het leven. Zo ging dit ook over op de katholieke kerk, maar de protestantse kerk nam het vagevuur weg. Daar valt natuurlijk wel wat voor te zeggen, want het vagevuur van de katholieke kerk was vaak corrupt, omdat ze het gebruikten als een markt. De mens kon zo zijn geliefden 'loskopen' uit het vagevuur. Maar het protestanisme liet het van de ene corruptie overgaan in de andere corruptie. Augustinus stelt dat het vagevuur al in het leven kan beginnen, want het leven is alreeds een bestraffing, vanwege alle verzoekingen die op de loer liggen. Augustinus spreekt dualistisch en poëtisch en de eeuwige verdoemenis neemt een veel kaleidoscopischere plaats in dan bijvoorbeeld in de theologie van Calvijn. Calvijn heeft Augustinus' leringen enorm opgevoerd en veel strenger gemaakt, maar dat neemt niet weg dat Augustinus op bepaalde punten zeer streng is en waarschuwend, en laat zien dat de mens niet met God moet sollen en dat de zonde doodernstig is. Hoofdstuk 22. Augustinus en het Pad tot Nibana Theologisch gezien was Augustinus de vader van Calvijn. Vandaar dat Augustinus belangrijk is in het begrijpen van het Calvijn mysterie en Augustinus is een mysterie op zichzelf. Augustinus stelt dat de armen van geest de macht krijgen om God te zien. Hun beloning is in de hemel, niet in vluchtige en tijdelijke dingen. Hun beloning is eeuwig. Farizeïsme, oftewel overgeestelijkheid en geestelijk materialisme, is iets wat ontweken moet worden. Alleen de 'grotere rechtvaardigheid' is de sleutel tot de hemel, volgens Augustinus. In zijn commentaar op de evangelieën stelt hij dat sinds Jezus had gezegd dat een schuldige in de handen van de folteraars zou zijn totdat de schuld betaald zou zijn alles goedgemaakt kan worden door voldoende boetedoening. Hij verbindt dit met de uitspraak dat de mens vanuit de aarde is voortgekomen en tot de aarde zal terugkeren, "als de mens betaald heeft". Hij zet daarom ook grote vraagtekens bij het woordje "eeuwig". Hij vraagt zich ten diepste af wat nu daadwerkelijk de eeuwige straf betekent in verband met deze uitspraken van Jezus, of eeuwig wel daadwerkelijk eeuwig is. Hij filosofeert dat eerst de vijanden onder de voeten van God gesteld moeten worden, wat gelijk staat aan "totdat de mens heeft betaald wordt de mens gefolterd." Dit gaat dus om een oorlog. "Gij zult in geen geval daaruit

weggaan totdat gij de laatste penning hebt betaald." Gedurende die tijd is de mens lijdende in de eeuwige straf van zijn aardse zonden. Hij wil zeer zeker de voorzichtige filosofie niet stoppen over wat het woordje 'eeuwig' zou kunnen betekenen, oftewel de filosofie van de straf op de zonde, maar aan de andere kant stelt hij dat het beter is om het te vermijden dan er een overhaaste wetenschap van te maken. Het sleutelwoord voor Augustinus als filosoof zijnde is de agnostische voorzichtigheid en binnen die grenzen te filosoferen, tot diepte te komen en verscheidenheid, en niet tot oppervlakkige eenzijdigheid. Zo is ook de buitenaardse Vur natuur in het werk van Augustinus te ervaren. Dit is ook de definitie van "gezegend zijn de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beerven." Zij komen niet snel met allerlei loodzware formules en eenzijdige wetten opzetten. Zij zijn voorzichtig en in die zin 'zacht'. Zij lopen niet rond met vooroordelen, maar studeren en onderzoeken. Zij zijn tot de grotere rechtvaardigheid gekomen. Zij willen niet op de voorgrond staan. In de Stad van God stelt Augustinus dat het om de heilige nederigheid gaat, wat een discipline is die de arrogantie van de mens verre van zich houdt, want God wederstaat de trotsen. In die zin is het dan ook niet mogelijk om tot God te komen zonder de sleutel van zachtmoedigheid. De hele opzet van het 'eeuwige lijden' in de Augustinus code, die heel poëtisch is, is de noodzaak dat de mens moet leren lijden, een asceet te zijn, om zo af te komen van de zonde. Augustinus liet altijd een open einde. Augustinus stelt dat de mens het lijden van het vlees moet verkiezen boven de dood, want de dood zou ervoor zorgen dat de zonde zou voortleven. Er zijn dus hogere doelen die Augustinus ziet en beschrijft, en die zijn alleen te bereiken door ascetisme, door verdraagzaamheid en geduld. Zo beschrijft Augustinus dus de natuurstad van God, oftewel de Vur natuursteden. Ook leeft de mens in de lagere stad. De dood houdt de mens ijdel, maar het lijden leidt tot vruchtbaarheid. De asceet ziet het lijden als een uitdaging en werkt er omheen, en gebruikt het voor creativiteit. Zo komt de asceet tot hoger bewustzijn, waarin een heleboel vals bewustzijn eraf moet. Augustinus noemt het voorbeeld van Job, die leed zonder te sterven. In die zin kan het Jezus verhaal dus heel verraderlijk zijn, want Jezus stierf een snelle dood. Zijn lijden duurde niet lang. Toch is dit een voorbeeld voor de christenen. We kunnen dan kijken naar Job en zien een asceet, en ook de profeten waren veelal asceten. Zij hielden van het kruis en leefden lang met het kruis, zonder naar snelle uitwegen te zoeken. Zij zagen het nut in van het kruis, van het juk. Daarom vlucht de dood ook veel van de mens weg in Openbaring. Het eeuwig lijden is een heilig deel van de heiligen, van de asceten. Zij zien hierin visioenen, als een tunnel tot het nibana. Zij weten dat het lijden hen tot de ware slaap brengt, als een drug van het paradijs. De overmoedige dood, de zwarte beul, brengt ook weer overmoedige wedergeboortes. Halfgebakken asceten komen nergens. Het gaat om de discipline. En dan niet de discipline van het vlees, van de onwetendheid. De heilige discipline is kennis. De heilige discipline is diepte. De mens kan dit niet zomaar even door het vlees regelen. De ware asceet wil niet dood, maar wil leren. Dat wil niet zeggen dat de asceet geen doodsverlangens kent. Job had ook doodsverlangens, maar zijn verlangen naar kennis was groter. De ware asceet strijdt soms met doodsverlangens, maar overwint deze door kennis, en weet de doodsverlangens metaforisch toe te passen. De asceet wil dat zijn ego sterft. Ook Paulus had deze strijd. Voor Augustinus is het antwoord duidelijk : de demonologie. De mens is geroepen de innerlijke vijand te doden, oftewel de zonde die in de mens leeft. De nibana waarde in het Betelgeuse paradijs, in Oan, is de Witi, de vergetelheid, met een zwaar fundament van niet-bestaan. De mens begint hier voort te druppelen. Alles is vluchtig en fragmentarisch. Deze waarde zal zich moeten hechten aan de hersenstam, opdat de hersenstam gerecodeerd wordt. De hersenstam verbindt de grote en de kleine hersenen en verbindt ook het hart met de hersenen door het ruggemerg. In de hersenstam liggen belangrijke functies. Het maakte de mens tot slaaf van de materiele wereld en moet daarom gerecodeerd worden. Witi, het Orionse nibana, moet de hersenstam doordringen. De hersenstam van de mens moet tot Witi-verlichting komen. De heilige atheist kan met de goden dansen zonder voor hen te buigen, en de heilige autist

kan met de mensen dansen zonder voor ze te buigen. Zij hebben beiden een bepaalde Witiverlichting gehad, en zijn door verschillende fases van ascetisme heengegaan om dit te bereiken. Letterlijk gezien heeft religie geen betekenis, maar geestelijk gezien kan het betekenis hebben voor hen die verder zijn gaan graven achter de letterlijke betekenis en deze hebben kunnen verdiepen. Religie is niet iets letterlijks. Het is een abstracte woordenkunst en zij die dit niet benaderen in de strenge discipline van het heilige atheisme, autisme en ascetisme zullen in al haar valstrikken terecht kunnen komen. Als familie een gevaarlijke groep buitenaardse reptielen is op een wildernisstrand ergens op een verlaten planeet, dan komt Augustinus met antistoffen. Het Sanskrite dhyana, transcendente meditatie, werd het Aramese dyana, de schrift-exegese, en het Arabische djannah, het paradijs, en het Hebreeuwse Aden of Eden, paradijs, en zo kwam ook de dochter van Jakob, Dana, uit deze wortel, en de Dan stam. Het boek Exodus is de recodering van de hersenstam als de brug tussen hart en hoofd, als een centrum. De Dan stam wordt maar een paar keer genoemd in het boek Exodus. Aholiab, de zoon van Ahisamach, werd genoemd als van de stam van Dan, een grafeerder, handwerker, en wever. Achisamach betekent 'mijn evenbeeld, schaduw (broeder van dezelfde stam) helpt mij', als een beeld van het nut van de dualiteit. Aholiab betekent 'de tent van de oorsprong', wat een beeld is van de diepte, het terugkeren tot de 'moeder' van alle dingen. In Germanië werd deze dn-wortel tot Odin, die alleen van de bron van kennis kon drinken als hij één van zijn ogen zou geven. Dit is een beeld van het lagere zicht van het ego wat hij moest inleveren, zoals ook Yeshua sprak in Mattheus 5 : 29 - 'Indien dan uw rechteroog u tot zonde zou verleiden, ruk het uit en werp het van u, want het is beter voor u, dat één uwer leden verloren ga en niet uw gehele lichaam in gehenna geworpen worde.' Ook Augustinus stelde in zijn commentaar op de evangelieën dat het rechteroog metaforisch was, dat het duidt op dat waar de mens te gehecht aan is, waardoor de mens gehinderd wordt, omdat de mens het niet los kan laten. De Witi waarde in het paradijs is de waarde van de onthechting tot het punt van vergetelheid, waarop men het nibana ingaat. De mens gaat de vergetelheid in op basis van de meditatie op het niet-bestaan, abhava (als tegengesteld aan jehovah, bestaan), omdat er nu eenmaal maar weinig van de mens daadwerkelijk bestaat. De mens wordt in de illusie van jehovah gehouden, het bestaan. In het proces van leegmaken is het belangrijk op zoek te gaan naar de heilige verhoudingen. Alles kan een medicijn of vergif zijn afhankelijk van de mate waarin je het gebruikt. Je mag er niet teveel of te weinig van gebruiken. Je moet zoeken naar de heilige hoeveelheden en de heilige verhoudingen, de heilige combinaties. Het gaat om het vinden van de heilige balanzen. In plaats van altijd maar te vechten tegen bepaalde problemen is het soms beter jezelf af te vragen : Wat kan ik toevoegen ? Waar moet ik meer van nemen, en waar moet ik minder van nemen ? Alles doormeten is dus van belang, de juiste, heilige waarden te kennen. Doe je dat niet, en ga je vechten als een blinde vuistvechter, dan zal dat vaak dweilen met de kraan open zijn, en water naar de zee dragen.

Hoofdstuk 23. Het wolven-medicijn Neem van alles maar een heel klein beetje. Dan is het medicijn. Niet teveel, en ook weer niet te weinig. Soms moet je aanvullen, bijtanken. Het pad toont zich vanzelf. Blijf nergens te lang rondhangen, maar ga ook niet te snel weer weg. Dat is iets wat de mens moet leren. De mens moet gevoelig worden voor de heilige hoeveelheden, de heilige verhoudingen. Wat is diepte ? Moet dat met alles ? Nee. Diepte is een pad, dus het slaat heel veel over. De meeste dingen raakt het maar heel licht aan omdat het niet belangrijk is. Diepte gaat daar naartoe waar het belangrijk is, en negeert de rest. Diepte betekent dus niet overmatig open, maar meer gericht open, op de juiste plaats. Ga dus niet te diep en blijf ook niet te oppervlakkig met alles. Ontdek de juiste diepte, de juiste mate, de juiste verhoudingen. Weet wanneer je naar binnen en naar buiten moet en hoe lang, en hoe diep. Als je van iets de juiste mate hebt gevonden, dan komt er magische energie vrij. Dan kun je het draaien en veranderen. Dan is het creatief materiaal. Alles is medicijn als je er de juiste mate van hebt gevonden. Buiten de juiste mate is alles vergif. Ook het goede is vergif als je er teveel of te weinig van gebruikt. Overmaat is nooit de weg, en ook zuinige smetvrees niet. Gierigheid heeft nog nooit een mens geholpen, maar overdaad schaadt ook. Het medicijn is dus een pad van uitbalanceren. Dit gaat ook door vraagstelling, door openheid, zoals het vragen : 'Waarvan moet ik verminderen ?' en 'Waarvan moet ik vermeerderen ?' Het kan soms helpen deze vragen meerdere keren te stellen, totdat de vraagstelling ook echt tot je doordringt en je kanalen daarvoor openen. Zo kun je jezelf afstemmen. Op deze vragen mag zo gemediteerd worden, in toetsen en aftasten. Zo mag de mens leren doseren. Chemische stoffen bij elkaar in de verkeerde hoeveelheden zullen ontploffingen veroorzaken. De hemel en nibana is gewoon bewustzijn, en dat kan in het begin pijn doen, want eerst ga je allemaal zien wat fout is. Sterker nog : de hemel is meer lijden dan de zogenaamde 'hel'. Het lijden is voor de heiligen om verder te komen, dieper te gaan. Laten we hierin niet te absoluut worden. Het lijden is een verhaal. Het is metaforisch. Lijden is bewustzijn. Vandaar dat 'de hel' veel minder lijden is. Het lijden in 'de hel' zal hard zijn en kort. Het lijden van de heiligen is lang en diep, en weegt niet op tegen de eeuwigheid. Het lijden is geen doel op zich. Dit wil overigens niet zeggen dat de slechten niet zwaar geoordeeld worden. Ze veroordelen henzelf, en de vraag is in hoeverre het echt is en in hoeverre het slechts een schaduw is van het goede. De vraag is in hoeverre het slechte echt daadwerkelijk bewustzijn en leven heeft. Vannacht had ik een droom over de wolven die naar Nederland waren gekomen. Dit betekent ook dat stadsgebied weer wildernis gebied zal worden, dat er een duidelijke poort zal zijn van stad tot wildernis. Ook was ik in gevecht met een beer, de geest van Rusland, onder een rode vlag. Het was een soort orthodox atheisme, terwijl Rusland door de terugval van het communisme toch door religieuze ontwakingen is gegaan. Het was een geest die crematologie bedreef. Eigenlijk is dit heel erg. Fundamentalistisch atheisme zegt dat er geen leven is na de dood, waardoor ze eigenlijk iedere ziel hiertoe veroordelen, waardoor het een oneindig leed kan voortbrengen, een beetje zoals de eeuwige hel bij de christenen. Het kan de mens in grote psychische problemen brengen en hun leven op aarde verdorren, immers 'na de dood is alles toch afgelopen.' Waarom dan goed doen ? Waarom dan nog vooruitgang boeken ? Alles is toch ijdelheid, alles is toch voor niets. Het beest gromde verschrikkelijk, wilde zijn macht niet verliezen. Ik moest rennen. Zijn naam was 'Jarem'. Ik was in Russisch ijsgebied, in een besneeuwd bos. Alle zielen worden genekt door deze geest voor een grote markt. Crematologie wordt ook door eeuwige hel gelovende christenen bedreven. Ik zag de fletse zielen die dit bedreven. Er was geen creativiteit, maar dorheid, droogheid, dogma, en zo

cremeren ze hun objecten voor eeuwig, waar hen flink veel voor betaald is. Zo drukken ze op hun knopjes, en dan gaan de kisten naar beneden, en dan begint het vuren, altijd maar weer door, voor eeuwig. Het is hun werk. Achter mijn huis lag Almeers stadsgebied, maar het werd gesloopt. De wildernis moest terugkomen. De wolven waren gekomen. Wie of wat zijn de wolven ? Ze zijn tegen het medische systeem, tegen het medische dogma, tegen de medische markt. Ze zullen hun eigen medicijn brengen. Zij komen van het diepe pasen. Het kruis is het medicijn, niet de gewitte graven van de farizeeën. De steden zijn de gewitte graven, als gewitte grafsteden. Maar als de wolf komt moet de wildernis doorbreken. De stad moet inboeten. We kijken naar het neergaan van de golven, en dan komen ze weer op. We blijven kijken naar het mysterie van de kosmische zee. De wolven zijn de ondervragers, de interrogators, ditmaal komende vanuit de diepte, van de gnosis. Het is een systeem. De stad vraagt het hemd van het lijf. Dit doen de bezetters. Het is gedwongen striptease voor de markt. Veel mensen hebben het gevoel dat ze open moeten zijn, maar wees niet te open. Je bent geen hoer. Je hoeft jezelf niet voor Jan en alleman uit te kleden. Leg de lat maar wat hoger. De pooier geest moet vallen, de geest die zegt dat je leven geen waarde heeft, omdat na de dood toch alles afgelopen is, of de geest die met de eeuwige hel dreigt. Het zijn de geesten van de crematologie. Ook zij ondervragen en zetten je onder vuur. Ze stoppen niet als je klederen uitgaan, want dan beginnen ze ook met je huid eraf te trekken. Ze gaan door tot het bot. De wolf kent dit lijden. Ze zijn hier zelf ook doorheen gegaan. Daarom zijn ze wolf, en zij dragen het medicijn. Zij ondervragen de stad, en trekken de stad in twijfel. Zij veroordelen de medische en religieuze dictatuur. Homer had zijn Griekse poëzie opgesteld, en Virgil werkte hier op door in de Romeinse poëzie, en daar werkte Augustinus weer op door, totdat Calvijn kwam. Maar nu zijn de wolven gekomen. Zij zijn herauten, maar waarvan ? Ik moest rennen voor de zombies van de crematologie. Het waren een speciaal soort geesten. Ze achten het leven niet. Ze bedreven ijskoude handel, zeer koeltjes, uit de losse hand. Ze gaven niet om het welzijn van de mens, maar alleen om het welzijn van hun dikke portemonnee. Ze waren flets, kleurloze figuren zonder creativiteit. Altijd en eeuwig dezelfde liedjes. Het is als een zwaar sadistische tijger. Ik was op zoek naar de wolven. Toen ik een wolf zag rende ik ook van de wolf. De wolf mag niet zomaar direct rechtstreeks benaderd worden. De mens moet het wolven-medicijn leren. Gleipnir was een keten, die Fenrir, de Germaanse wolf, bond. Gleipnir betekent in het NoordGermaans (Noors) de geopende, het open zijn, dus het heeft een diepe metaforische betekenis. De mens werd opengemaakt voor de stad, gedwongen, door de medische dwangverpleging en meldplicht zoals bij de tandarts. De mens wordt voortdurend ondervraagt, niet voor zijn welzijn, maar voor het systeem. Info is macht. De mens wordt op de knieën gedwongen en moet zich uitkleden of wordt uitgekleed. De mond moet open en de rotzooi gaat erin. Alles moet. De mens is tot een hoer gemaakt. De hoer moet een striptease opvoeren, als een opening voor het systeem, en dan gaat de smerige rotzooi haar opening in, zodat ze ziek wordt en het systeem nog meer aan haar kan verdienen. Zo brengt de hoer nieuw leven voort, maar dit is slechts een geslachtsziekte. Maar Fenrir zou losbreken in het Ragnarok om deze geest te doden. Het is de terugkeer van de wolf. Zo is de wolf het transcendente bewustzijn wat ontstaat in de ijsdood, in Ragnarok, als een gids. Dit wijst ook weer terug op de zwarte wolf van Egypte, Anubis, die de doden mummificeerde, en hun zielen leidde door het hiernamaals. De wolf geeft dus ook weer de klederen terug, alles wat afgepakt is. De wolf bedekt de schande van de hoer met een doek. De wolf sluit weer de mond voor de ondervrager en voor de tandarts, nadat hij de ketenen heeft verbroken, de rommel eruit heeft gehaald. De wolf leidt terug tot de rode kap (Roodkapje). Het is afgelopen met de gedwongen striptease. Er komt weer een voorhangsel voor. Dit voorhangsel is in bloed gedoopt. Er zijn slachtingen geweest in Bozra. Openbaring 19

11En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard; en Hij, die daarop zat, wordt genoemd Getrouw en Waarachtig, en Hij velt vonnis en voert oorlog in gerechtigheid. 12En zijn ogen waren een vuurvlam en op zijn hoofd waren vele kronen en Hij droeg een geschreven naam, die niemand weet dan Hijzelf. 13En Hij was bekleed met een kleed, dat in bloed geverfd was, en zijn naam is genoemd: het Woord Gods. 14En de heerscharen, die in de hemel zijn, volgden Hem op witte paarden, gehuld in wit en smetteloos fijn linnen. 15En uit zijn mond komt een scherp zwaard, om daarmede de heidenen te slaan. En Hijzelf zal hen hoeden met een ijzeren staf en Hijzelf treedt de persbak van de wijn der gramschap van de toorn Gods, des Almachtigen. 16En Hij heeft op zijn kleed en op zijn dij geschreven de naam: Koning der koningen en Here der heren. Jesaja 63 1Wie is het, die van Edom komt, in rood geverfde klederen van Bosra, die daar praalt in zijn gewaad, fier voortschrijdt in zijn grote kracht? Ik ben het, die in gerechtigheid spreek, machtig om te verlossen. 2Waarom is dat rood aan uw gewaad, en zijn uw klederen als die van iemand die de wijnpers treedt? 3Ik heb de pers alleen getreden en van de volken was niemand bij Mij, Ik trad hen in mijn toorn en vertrad hen in mijn grimmigheid; toen spatte hun bloed op mijn klederen en ik bezoedelde mijn ganse gewaad. 4Want een dag van wraak had Ik in de zin en het jaar van mijn verlossing was gekomen. 5En Ik zag rond, maar er was geen helper; Ik ontzette Mij, maar niemand bood steun. Toen verschafte mijn arm Mij hulp en mijn grimmigheid ondersteunde Mij. 6En Ik vertrapte volken in mijn toorn, maakte hen dronken in mijn grimmigheid en deed hun bloed ter aarde stromen. Waar de mens gedwongen werd naakt te worden voor het systeem gaat een doek over. Waar de mens werd gedwongen te spreken is nu stilte, een gesloten mond. Waar de mens ontdaan werd van zijn huid groeit nu weer een nieuwe huid : Ezechiel 37 1De hand des Heren kwam op mij, en de Here voerde mij in de geest naar buiten en zette mij neer in een dal; dat was vol beenderen. 2Hij deed mij daar aan alle kanten omheen lopen en zie, zij lagen in grote menigte door het dal verspreid, en zie, zij waren zeer dor. 3En Hij zeide tot mij: Mensenkind, kunnen deze beenderen herleven? En ik zeide: Here Here, Gij weet het. 4Toen zeide Hij tot mij: Profeteer over deze beenderen en zeg tot hen: gij dorre beenderen, hoort het woord des Heren. 5Zo spreekt de Here Here tot deze beenderen: Zie, Ik breng geest in u, en gij zult herleven; 6Ik zal spieren op u leggen, vlees op u doen komen, u met een huid overtrekken en geest in u brengen, zodat gij herleeft; en gij zult weten, dat Ik de Here ben. 7Ik nu profeteerde zoals mij bevolen was, en zodra ik profeteerde, ontstond er een geruis, en zie, een beweging, en de beenderen voegden zich aaneen zoals zij bij elkander behoorden; 8ik zag toe, en zie, er kwamen spieren op, en vlees, en er trok een huid overheen; maar geest was er nog niet in hen. 9Daarop zeide Hij tot mij: Profeteer tot de geest, profeteer, mensenkind, en zeg tot de geest: zo zegt de Here Here: kom van de vier windstreken, o geest, en blaas in deze gedoden, zodat zij herleven. 10Toen profeteerde ik, zoals Hij mij bevolen had; en de geest kwam in hen en zij herleefden en gingen op hun voeten staan, een geweldig groot leger. 11Voorts zeide Hij tot mij: Mensenkind, deze beenderen zijn het gehele huis Israëls. Zie, zij zeggen: Onze beenderen zijn verdord en onze hoop is vervlogen; het is met ons gedaan. 12Daarom profeteer en zeg tot hen: Zo zegt de Here Here: zie, Ik open uw graven en zal u uit uw graven doen opkomen, o mijn volk, en u brengen naar het land Israëls. 13En gij zult weten, dat Ik de Here ben, wanneer Ik uw graven open en u uit uw graven doe opkomen, o mijn volk. 14Ik zal mijn Geest in u geven, zodat gij herleeft en Ik zal u doen wonen in uw land; en gij zult weten, dat Ik, de Here, het

gesproken en gedaan heb, luidt het woord des Heren. Hoofdstuk 24. Het beren-medicijn De zwarte beer van Rusland, Jarem, de geest van het fundamentalistische atheisme, maar weet wel dat deze zich verschrikkelijk camoufleert, zelfs in religie. Na de dood is het leven afgelopen, stelt deze geest. Het komt nooit meer terug. Het is voor altijd afgelopen. Dit brengt natuurlijk zwaar leed tot zielen. In ijsgebied verkeert hij, in Russische sneeuwbossen. Ik had er een droom over en ik moest wegrennen, maar ik wist dat deze zwarte beer mij zwaar had verwond en zelfs vermoord. Hij gromde en brulde verschrikkelijk. Het is een crematoloog. Denk je in : de mogelijkheden voor dit beest als een mens voor eeuwig moet sterven. Dat betekent dat dit beest de totale, maar dan ook de totale macht krijgt over zo iemand, over de stoffelijke resten, want er is geen hiernamaals. De ziel wordt zo geheel bezit van dit beest, en heeft zo totaal geen rechten meer. De ziel was gemaakt om eeuwig te leven, eeuwig door te leren, en al deze energie haalt dit beest plotsklaps weg. Het is voor het beest. Eeuwige energie kan dit beest namelijk goed gebruiken. De totale dood is hun brood. Het zijn ondernemers in crematie. Weg is weg. Dit geeft hen dus een enorme energie en enorme kracht, waardoor het tijdelijk machtige beesten zijn. Hoe werkt dat dan in religie ? Het christendom komt aanzetten met haar eeuwige hel. Na de dood is er voor de zondaar die het Jezus-product niet gekocht heeft de eeuwige hel. Sommigen geloven dat dit letterlijk eeuwige vlammen zijn die de zondaar kwellen, terwijl anderen geloven dat dit gewoon betekent dat de zondaar van God verlaten is. Maar dat zou dan voor altijd zijn, en dan vergeeft God niet meer. Dan is het dus afgelopen. Het leven is dan in principe voorbij, net als bij het fundamentalistische atheisme. Beiden zijn dus vormen van crematologie. Ze blokkeren beiden de mens verder te laten leren. Dit doen ze dus eigenlijk zichzelf aan, en daarom leiden beide wegen tot de dood. Zij die een mens een eeuwige hel of een eeuwige dood aandoen, zomaar als een dogma, die zullen hierdoor sterven op den duur. Beide geesten hebben dus een houdbaarheids datum. Beide geesten komen voort uit de zwarte beer van de eeuwige dood, want ook de eeuwige hel leidt tot de eeuwige dood. Tijdelijk hebben ze daar even zware energie door en zijn het zulke grote roofdieren. Ze zijn dus op een zelfmoord-missie, als ISIS-agenten. Het zijn terroristen. De zwarte beer van Rusland is een terrorist. Het is een clown. Hij gebruikt zowel het christendom als de islam. Denk je eens in dat monster tegen te komen in een besneeuwd bos in Rusland, in een ijsgebied. Daar kun je niet tegenop. Je moet rennen. Hij wil je dood hebben, want hij leeft van de dood. Hij wil uiteindelijk zelf ook dood. Dat is het ultieme orgasme voor hem. Hij wil de eeuwigheid niet. Dat is te gevoelig voor hem, dan moet hij te diep. Dat wil hij allemaal niet. Hij wil kort leven en de baas zijn. Hij wil handel voeren, opdat het hem niet te dichtbij komt. Hij is op een zelfmoord missie. Dat

is het orgasme waarnaar hij verlangt, dat hij dan alles kan vergeten. Het eeuwig leven is te zwaar voor hem. Dat wil hij niet. Dat kost teveel moeite. Hij wil die prijs niet betalen. Dus is hij een zwarte beer, machtig, gehaat, gevreesd, en ook geliefd vanwege het Stockholm syndroom wat hij in zijn slachtoffers plant, het denken dat je je ontvoerders liefhebt, gewoon puur om te overleven. Deze wereld is gebouwd op het Stockholm syndroom. De mens houdt van degene die hem martelt, anders zou de mens nog meer gemarteld worden. De mens sluit zich hierom aan bij de organisatie van hem die hem martelt. De mens houdt van de zwarte beer, in de hoop dat de zwarte beer hem dan met rust laat. De mens probeert de zwarte beer gunstig te stemmen. De mens brengt zo grote offers tot het beest, en wordt zo een fundamentalistische atheist of eeuwige hel gelovende christen. Het zal de zwarte beer een rotzorg zijn. Een zelfmoord missionaris is ook prima voor hem. De zwarte beer leeft van de dood. Het raadsel van de fundamentalistische islam kwam gevaarlijk dichtbij, omdat dat is wat de beer is : een zelfmoord terrorist. Kijk daarom naar de golven die zeer diep naar beneden gaan, en dan komen de golven weer op. Het gevecht met de zwarte beer is een gevecht met de zee. Alleen educatie gaat je erdoor heenhelpen. Wegrennen en leren. IJzer met handen breken kun je niet. De wereld wordt in de winterdroom gehouden, en het is slechts een allegorie. Straks is er het uur van de wolf. Je kunt het sterven en opstaan niet forceren. De natuur gaat haar eigen weg. Waarvan is het een allegorie ? Het betekent dat er ergens een ander leven is wat is vergeten. De mens is zo opgegaan in zijn eigen realiteit dat er zulke harde vuistregels om hem heenzijn van de eeuwige dood. Het is iets symbolisch. Letterlijk is het slecht en heeft het geen waarde, maar symbolisch heeft het een diepe geestelijk en transcendente betekenis. Alles moet namelijk volledig sterven om nieuw leven te brengen. De mens moet door dit gat heen van de eeuwige dood, het gat van de zwarte beer. Eeuwig moet dus vertaald worden als volkomen, als een zinnebeeld van de bodemloze diepte van het bestaan waarin je een nieuw leven ontvangt wat eerst verloren was gegaan. Dit ligt dus ook gecodeerd in de put van de islam die stelt dat God geen kinderen heeft. Dit alles is ten doel om je verloren 'kind' te vinden, oftewel de kennis die men altijd voor je achterhield in deze realiteit. Dan is dus de vraag : Wil je de negenennegentig schapen achterlaten om het verloren schaap te zoeken in de wildernis ? Zo niet, dan ben je levende alreeds dood. Er is veel verloren kennis nodig om het eeuwig leven te vinden, het leven aan de andere kant van de omheining. Zowel de eeuwige dood als de eeuwige hel mogen nu een kwartslag draaien. De beer is een medicijn van volkomenheid, van context. In de diepte is dit dus een heel communistisch begrip van gelijkheid en verzoening. Iets is kwijtgeraakt en daardoor moet het ego, oftewel de onwetendheid, wat in de weg zit eerst 'sterven'. Kom je er te dichtbij, dan zal het je aanvliegen. Je kunt er alleen kennis over vergaren. De beer is het raadsel van de context. Het verbindt twee werelden aan elkaar. Het is verbonden aan de magie van de kosmische zee, van het neerdalen en opkomen van de golven. De demonologie is de kunst door diagnose te komen tot het medicijn, wat zich diep in het probleem zelf bevindt. Dit is een shamanistische kunst. In de kerk wordt deze diepte niet geleerd. De demonologie is niet alleen maar militaristisch maar vertaalt door middel van de transcendentie en het gebruik maken van symboliek het letterlijke tot het allegorische. Alles wat zich herhalend rondom de mens afspeelt is allegorie wat tot nut gebracht mag worden. De mens mag voorbij het duistere dogma van de eeuwen gaan, over het hek heenklimmen, terug tot de esoterische schoonheid van de oorsprong van alle dingen. Het vraagstuk van de esthetiek, oftewel de wijsgerige en ethische discipline en leer van kunst en schoonheid, mag zo ook rust vinden in die gedachte. De mens mag komen tot de transcendente schoonheid door alles heen die geopenbaard wordt in de context, in het beren-medicijn. Zo rijst de

zwarte beer dan wel eerst heel hoog en dreigend, maar als het dan het werk van verzoening heeft volbracht, dan zal de beer opgelost worden in het enigma van de golven. Het beren-medicijn is het slot van een langdurig sprookje wat we door de geschiedenis heen gezien hebben. Leer dit medicijn te gebruiken en leer het aan anderen door te geven mocht de gelegenheid daartoe zich voordoen. Shamanen weven de nachtmerries tot dromen door het beren-medicijn. Zij ontmaskeren niet alleen de religies, maar zij verzoenen de religies ook door de context. De beer is het symbool van de 'missing link', de ontbrekende schakel. In de gnosis is de beer ook de geslachtslijn van de moeder. Alleen de baarmoeder kan het gevallen gat opvullen. De beer is in die zin de heraut van het herstel van het vrouwelijke, en van de openbaring van het vrouwelijke enigma. Er kan niet zomaar op afgelopen worden op z'n Jan boerenklompen, want de beer zal iedereen aanvliegen. Het geheim kan niet gestolen worden. Er moet hiervoor naar school gegaan worden. Alleen door kennis kan de verlichting komen, die een verdieping is. De beer verdiept, als het machtige enigma van de zeediepte. Zij heeft jongen, dus kom niet dichtbij, maar leer en leef. Het is een bepaalde droom, dus je zult er eerst voor in slaap moeten gaan. Hier wordt alles alleen maar bereikt door slaap. Het is een eeuwige slaap met eeuwige dromen, en de mens gaat van droom tot droom. De ene droom is een sleutel tot de andere. Hoofdstuk 25. De Vur en de Betekenis van het Poëtische Atheïsme Het zwarte gat van de eeuwige dood in het fundamentalistische atheisme is dus belangrijk, niet letterlijk, maar als een poëtisch element wat wijst op de eeuwige, oftewel volkomen, dood van het ego waardoor de mens tot eeuwig leven komt. Wij mogen met niets minder genoegen nemen dan volkomenheid. Een kwartslag gedraaid functioneert dit beruchte en hartverzwarende dogma van het orthodoxe atheïsme als een brug, zoals ook beschreven staat in de Vur, in boek 112, de Brug : 1. Ik kwam tot de brug, waar vele moeders waren met hun kinderen, En mensen, veel mensen, De brug was wijd en wit, En ze spraken dat ergens in het midden van de brug, Daar is geen tijd meer, Daar is een mist waar iedereen elkaar verliest 2. Ik vroeg me af waarom zoveel tot deze brug gekomen waren, Maar ik zag in dat er geen andere keus was, Er was een oorlog in hun land,

En hun land zou in vuur vergaan 3. En men schiep religies, om aan de macht van de brug proberen te ontkomen, En men begon te twijfelen aan het verhaal van de brug 4. Ik ging de brug op, en liep door totdat ik in witte bloemenvelden kwam, Ik zag niemand meer, ik was helemaal alleen, Plotseling voelde ik een hand, En ik ontwaakte 5. Aan de andere kant van de brug was ook een oorlog, Ook dat land zou in vuur vergaan, Er was alleen leven op de brug Men schiep dus religies om aan deze vuist van de eeuwige dood te ontkomen, deze zwarte hand van het atheïsme die families meedogenloos uit elkaar trok en mensenlevens voor altijd beëindigde. In de Vur is deze brug dus wit, als een beeld van de ontwaking. Er mag een ander zicht op komen. De mens heeft soms de dynamiek van de eeuwige dood nodig, als een metafoor van ergens van loskomen, ergens aan sterven, en wel diep genoeg, eeuwig dus. De ontwaking van deze eeuwenoude brug is een belangrijk evenement in de apocalypse of openbaring van de Vur. Wij mogen hier naar uitkijken. Het is de ontsluiering van de natuur. Het is zo een poëtisch dogma waaruit een nieuwe natuur groeit. De eeuwige dood van de onwetendheid betekent het eeuwig leven in de kennis. Het boek de Brug in de Vur spreekt dus over witte bloemenvelden op het midden van de brug. Eerst verloor hij daar alles. Boek 107 is genaamd de Witte Bloemenvelden, waar hij de kennis ontmoet : 1. Ik loop met haar over een pad door de witte bloemen velden, Het trauma heeft geen plaats hier, Want er is diep zicht, Wij kijken door de herinneringen heen 2. In het witte bloemen veld greep ik haar hand, In de stad zouden ze dat het huwelijk noemen, Maar het is kennis, de kennis raakte haar aan Die hand werd ook al even kort genoemd in het boek van de Brug. Het huwelijk is een allegorie van onze relatie met de kennis die wij ontvangen wanneer we alles achter hebben gelaten, waarvan de eeuwige dood als dogma van het atheïsme een poëtisch beeld is, als een siroop van herstel, zeker geen letterlijk beeld, maar heel dualistisch. Het is belangrijk om dat gat in te gaan opdat we weer helder zullen zien, in gelijkenissen, en niet in letterlijke drama, zoals het boek van de witte bloemenvelden in de Vur stelt : 3. In de stad noemen ze alle dingen anders, Daarom ben ik tot het witte bloemen veld gegaan, Ik kan hier waarnemen hoe dingen echt zijn 4. Het is altijd weer anders dan mensen zeggen,

Het begint altijd in je hoofd te draaien, En dan weet je het niet meer 5. Door het dal van de witte bloemen velden, Komen wij tot de gelijkenissen, Dit boek is er vol van, Zij strijden allen om het boek van het witte bloemen veld 6. Het witte bloemen veld, Ik vond jou daar, En nam jouw hand Zo kan er een waarlijk contact ontstaan, en zo kan men ook daadwerkelijk dingen afsluiten, zoals er aan het einde van het boek wordt gesteld : 7. Het leidde mij tot de overkant van het witte bloemen veld, Waar ik jouw sieraden zag, Zij sluiten alle deuren en ramen, Zij sluiten de gordijnen, Zij nemen afscheid en vertrekken, Als een witte bloem die vaarwel zegt, Als een geheim achter de schutting In het boek de Pop van de Vur wordt er gesteld dat de witte bloemen struiken rondom de herinneringen groeien, wat een boodschap van hoop is voor het traumatische geheugen, een boodschap van herstel. Het geheim van de witte bloemen wordt besproken in boek 13, de Witte Roos, waar de witte roos wordt beschreven als een slaap die een subtiele droom ontvangt, als een druppelende ontwaking : 6. Ze slapen als een witte roos, Terwijl een droom zo diep in hun harten valt, Het is een druppel van bewustzijn, Zo ver weg in de verte, Ze proberen het te vangen, maar ze vallen dieper weg, En het is alsof het honderd jaren duurt om weer op te staan, Om nog een poging te doen om de druppel van het bewustzijn te vangen, Maar ze falen weer, en vallen zelfs dieper, Nu is het alsof het duizend jaren duurt voordat ze een nieuwe kans krijgen 4. Het is als een nieuwe drug, een nieuw medicijn, Ze weten niet meer waar ze zijn, Hier begint een andere droom 5. Het is vreemder dan ze zich konden voorstellen, Je weet nooit wanneer je echt wakker bent,

Wanneer Zij in de buurt is, Ze realiseren het niet, Ze zijn ver weg Aan het einde van het boek wordt beschreven wie zij is : 11. Zij was een genezer, een jager, Zij is de Heerin van slaap, van het medicijn, Zij maakte al zijn dromen, Waarheden met een paar druppels van leugen, Om hen te trekken tot Haar velden De mens ziet dus allerlei leugens om zich heen, zoals het atheïstische dogma van de eeuwige dood en het christelijke dogma van de eeuwige hel, maar het zijn allegorieën die juist de waarheid dienen te versterken. In de poëtische betekenis is het dogma van de eeuwige dood in het atheïsme dus een zuiverende en reinigende kracht van de natuur, als een ontsmetter, opdat het zaad van de waarheid wortel kan schieten en niet voortijds aan parasieten ten onder gaat. We zien hier dus de openbaring van een heilige noodzaak. Hoofdstuk 26. Het tijgermedicijn Het dogma van geld in het rijke westen, in het kapitalisme, alsof geld het paradijs en het eeuwig leven kan kopen, als een illusie, is ook iets wat een kwartslag gedraaid moet worden. Het dogma regeert over de gehele wereld. Veel hebben is voor veel mensen de weg tot geluk. Het dogma valt bijna niet weg te branden. Ook voor veel religieuzen gaat geld goed samen met religie. En voor atheisten is het alles wat ze hebben. Het zijn materialisten. Ook dit is een duister dogma waar geestelijke mensen niet vrolijk van worden, want zij weten dat het een vernietigende leugen is. Maar het valt maar niet weg te boenen. Er lijkt niets maar dan ook niets tegen opgewassen. Wat betekent het in de poëzie ? Geld is een allegorie van onafhankelijkheid, van het individualiseren, persoonlijk maken. Geld zorgt ervoor dat je niet meer afhankelijk bent. Geld is dus een poëtisch zinnebeeld van ijs. Letterlijk en materieel gezien is het potentieel gevaarlijk, maar in het geestelijke krijgt het diepere betekenis, wanneer het een kwartslag draait. Geld is de troost die hen die zichzelf hebben veroordeeld tot de eeuwige dood door het atheïsme en het christendom zichzelf geven. Dit is hun laatste strohalm. Het is heel tragisch, maar slechts een onderdeel van de poëzie. Zij die zich hebben afgezonderd in hun zoektocht naar de onderaardse waarheid vinden een bron van esoterisch goud waardoor ze eeuwig leven en gelukkig worden. Ze

hebben namelijk zichzelf gevonden. Je ego vinden is niet aan te raden, want dit is het slechte geld, maar je hogere zelf vinden is het vinden van het esoterische, eeuwige geld van de kennis, van het hogere bewustzijn. Zo kom je los van al je lagere projecties. Het kapitalistische dogma van geld is dan ook om het atheistische (en ook christelijke) dogma van de eeuwige dood te dienen, als een Trooster. We gebruiken het dus als metafoor van de individualisering, wat ook voorkomt in de Juche theorie van Noord Korea. Het is het tijger medicijn. In de gnosis stelt de tijger ook de geslachtslijn van de vader voor. De vader is een beeld van de afzondering. De moeder stelt de verzoening voor, de beer. Het kind is dan ook aan de moeder verbonden door de navelstreng, en komt uit de moeder voort, niet uit de vader. De vader is een beeld van ijs, de koude kant van het echtpaar. Zo heeft het kind genoeg ijs om zichzelf te individualiseren en onafhankelijk te maken. Het is het tijger medicijn. Poëtisch gezien is dit dus ijsgeld. Zie al die rijken gaan tot dit witte gat, dit witte ravijn, waar zij zich instorten allemaal voor geld. Het heeft een diepere betekenis. Ze gaan de ondergang tegemoet, maar in de poëzie is het slechts een masker. Grote stoeten van monniken storten zich al zingend in het ravijn van heilzaam ijs tot de eeuwige dood van de onwetendheid. Het is een soort slaap waarin ze dromen van bewustzijnsverruiming ontvangen, als een heilige drug van het paradijs. Het geld van kennis is leegte waarin het zaad van de waarheid wordt opgewekt. Dit zijn grote universele geheimen. Alleen in de poëzie heeft het waarde. De monniken dienen het eeuwige geld, de transcendente ijsvlaktes waarin ze hun kloosters hebben. Zij hebben alles achtergelaten voor het heilige geld. Zie de kapitalisten die hun oren hebben gesloten en onverschillig leven. Het heeft een diepere poëtische betekenis. Het is slechts een allegorie. Je gaat aan dit raadsel kapot totdat het je doet ontwaken. Dit is het tijger-medicijn. In de Vur wordt dit in verband genoemd met de gokkast in boek 53, de Gokautomaat. De rijke waant zichzelf onafhankelijk door zijn vele geld. Hij kan er alles mee doen. Het is een grote illusie, en ja, hij heeft in principe niemand nodig door al zijn vele geld. Hij kan alles kopen. Zijn geld is zijn robot die alles voor hem doet. Hij heeft geen mensen boven zich. Hij is de bovenste baas. Hij hoeft niet te doen wat andere mensen doen. Hij is vrij. Hij is losgekomen van het systeem denkt hij. Hij denkt dat hij het nieuwe systeem is, en speelt zo op de hogere machines als aan een gokkast, want hij wordt niet meer door anderen beinvloed. Ook het dogma van de democratie is een gokkast. Je stopt je muntje erin en maar afwachten wat eruit komt, want dat hangt van de massa's af. Het is een gokspel. Democratie is natuurlijk iets veel groters dan alleen maar wat er op aarde gebeurt. Vele hogere machines en buitenaardse systemen mengen zich hierin. De poëtische democratie is het stuur-mechanisme van het communisme, omdat het kijkt wat het beste is voor de context. Het zijn belangrijke dynamieken. Is het dan niet zo dat wanneer je je niet meer door mensen laat beinvloeden, maar gaat gokken, dat je dan vrijkomt ? Of kom je dan in een nieuwe gevangenis. Overal wordt je beinvloed door mensen. Het hangt in de lucht. Moet je dan gaan gokken ? Of is er nog een andere weg ? Het zijn geen letterlijke dynamieken, maar poëtische dynamieken. Het dogma van de democratie heeft alleen poëtische betekenis, dat je zo niet in vals individualisme terechtkomt, maar dat je kijkt naar de context die meebeslist. Zo bewaakt de heilige democratie je zodat je niet door valse tijgers wordt meegenomen. De heilige democratie is gebouwd op principes, niet op personen. Dit is waar de arend in het spel komt. De arend is de hemelse, nibaanse democratie, niet de aardse democratie. In de heilige democratie kijk je of aan alle principes is voldaan, of geen principe is verwaarloosd, of alle principes meespelen. Zo onstaan er conclusies. De arend is de democratie van de gnosis. Zo kan er geen vals besloten communisme onstaan, en ook geen corrupte geldspelletjes, en geen corrupte individualisering. De arend is dus een belangrijk alarm. De beer is niets zonder de arend. Zonder de arend wordt de beer vals, maar er zijn ook valse arenden. De aardse democratie van 'meeste

stemmen gelden' is corrupt. Want als de meerderheid slecht is, dan gaat zo het slechte heersen. Ook de tijger is dus niets zonder de arend. De heilige democratie is fundamenteel voor het paradijs, voor het nibana. Het is de aardse democratie die een kwartslag is gedraaid. Men kijkt ernaar als naar een mysterie. Mensen brengen hun stem uit maar tegelijkertijd toetsen ze deze stem aan die van de massa. Ze offeren zichzelf op, maar waaraan ? Wat voor krachten zijn hier in het spel ? De arend stijgt boven alles uit om tot de ware democratie te komen, de democratie van de principes. Zo kan de context spreken. Al het eenzijdige en monogame moet hier aan afsterven. Hoofdstuk 27. Het haaien-medicijn De heilige democratie is principe-democratie of context-democratie waarin niet de meerderheid de koers bepaalt, maar de samenwerking van principes. In die zin wekt de heilige democratie het heilige communisme tot leven, oftewel de heilige context, om het practisch te maken. Is dit een hele ingewikkelde technologie ? Zeer zeker. De heilige democratie heeft alles geschapen en breekt dwars door muren heen. Het is iets buitenaards. Totisme, van het Duitse woord voor dood 'tot', is het atheïstische nihilisme die de eeuwige dood voor iedereen leert. Het is een belediging van de creativiteit. Ze hebben hier geen bewijs voor, maar het is een geloof. Toch is dit dus een poëtische allegorie van de dood van de onwetendheid, van het ego. Deze extreme vorm van atheïsme heeft ook zijn eigen industrialisme, maar het is als een industrie van de dood. Het is conservatief atheïsme, niet progressief. Alles gebeurt in het framewerk van de aangekondigde eeuwige dood. Het allegorische atheïsme heeft haar eigen industrialisme en robotisme. De haai is een beeld van het heilige robotisme. Het heilige communisme en het heilige atheisme hebben hun eigen industriële revoluties en wekken het heilige robotisme op, het haaien-medicijn. Het heilige robotisme wordt ook in de bijbel gepredikt, door Jeremia, Jezus en Paulus, en ik heb het altijd gepredikt, maar normaal gesproken wordt het niet in de kerken gepredikt. Het heilige robotisme, oftewel de heilige gebondenheid, is de zegen na de ontvangst van 'de heilige geest'. Vele mensen zeggen de heilige geest te hebben ontvangen, maar strijden tegen elkaar en zijn het oneens met elkaar. Het is dus niet genoeg. Er is iets mis. Er ontbreekt nog een schakel, en dat is de heilige gebondenheid wat een hele hoge prijs heeft, want de mens moet zich afzonderen en moet totaal aan zichzelf sterven, en wordt dan bezocht door hemelse haaien. Een heleboel mensen willen die heilige vreze niet. Vaak zien mensen vreze als negatief, maar het is de heilige voorzichtigheid en een veiligheidssysteem, een alarm, om de mens tegen de machten der zonde te beschermen. Ik houd daarom van de heilige vreze als van mijn partner. Zonder de heilige vreze kan het ego niet sterven. Zonder de heilige vreze is er geen volkomen afzondering en is de mens blind. Dit is geen eenvoudige technologie. De haaien van het ego moeten ontmaskerd worden, de haaien van de lagere aardse gewesten. Het valse robotisme van de stad moet uitgeschakeld worden.

Ik houd van de heilige vreze, zoals ik van het kruis houd. Ik heb de tucht lief, als mijn partner. Het houd mij waakzaam. Het is een onderwijzer. Kennis kan alleen op de juiste manier ingegoten worden in de context van opvoeding en school. De mens moet niet alleen tot wedergeboorte komen, maar ook tot wederopvoeding en wederscholing. Het geheim van de hemelse haaien is een prachtig geheim en medicijn. De beer leidt tot het water, tot de vis, en tot de haai. De mens mag zo de heilige en hemelse, nibaanse beer volgen tot dit geheim. Het is iets waar je intens voor mag bidden en je naar mag uitstrekken. Het is een parel waar je alles voor moet verkopen. Het krokodillen-medicijn staat verder voor verdieping en shamanistische scholing en exegese hierin. Leer te werken met het krokodillen-medicijn, alles te verdiepen. Mix het met het haaien-medicijn, want alleen door scholing zal het volkomen kunnen worden. De wereld leeft nog steeds in de tweede wereldoorlog. Ze hebben een drug genomen waardoor ze nu in de illusie leven dat de bevrijding al is gekomen. Eerst moet het Hitler mysterie begrepen worden. Ja, D-Day is al geweest, maar de mens heeft het niet begrepen. De mens heeft het materialistisch en letterlijk opgevat. Deze mysterieën zijn nog niet uitgelegd. De grote drie politieke moordenaars van de vorige eeuw : Hitler, Stalin en Mao, hebben alleen poëtische waarde in de zin dat ze poëtische communistische zuiveringen uitbeelden van principes. De letterlijke, materialistische vorm is natuurlijk verwerpelijk, maar het zijn drie allegorieën met een hogere betekenis. De mens moet klaarkomen met deze drie enigma's. Ze moeten een kwartslag draaien. Ze kwamen verkeerd door de Arcturische lens tot de aarde. Hoofdstuk 28. De Destalinisatie van de Wereld Het was bedtijd voor een klein meisje. Haar vader was haar een verhaaltje voor het slapen gaan aan het voorlezen. Opeens werd er geklopt en er kwamen mannen binnen die het hele huis overhoop haalden, en toen arresteerden ze de vader van het meisje. Het waren geheime agenten. En toen ze hem de deur uitleiden riep hij naar het kleine meisje : "Ik kom wel weer terug, want ik ben onschuldig. Dan zal ik het verhaaltje voor je uitlezen." Het kleine meisje groeide op, wachtende op haar vader. Ze werd volwassen terwijl ze wachtte op haar vader, en zelfs toen ze een oude vrouw was geworden wachtte ze nog steeds. Het is een droevig verhaal wat er gebeurde tijdens het regiem van Stalin in Rusland. Stalin betekende de man van staal. Het dodenaantal tijdens zijn regiem ligt veel hoger dan dat van Hitler. Daarom wordt hij weleens de dubbele Hitler genoemd, of Hitler was maar een halve Stalin. Er werden geen andere goden geduld dan Stalin zelf. De priester-orde werd omgebracht. Religie werd geheel uitgebant. Ook politieke tegenstanders werden uit de weg geruimd of verbannen naar oorden van dwangarbied, en het volk werd tot slavernij gebracht. Alles werd bezit van de staat, het collectief. Persoonlijk bezit was verboden. Zelfs een vrouw en een huis waren geen persoonlijk bezit, maar van de staat, van het collectief. Zij die zelf land bezaten, zoals land-eigenaars, werden

bestempeld als 'vijanden van de mensen'. Alles was door, voor en van de staat. De mens leefde in slavernij tot de staat. Het individu bestond niet meer. Stalin was de almachtige, en werd als god vereerd. Alles wat anti-Rusland was moest vernietigd worden, en ook alles wat anti-Stalin was. Stalin was de wet. Mensen waren bang dingen van de tegenrevolutie in huis te hebben, want ze wisten waar dat toe kon leiden. Stalin was te grof en te fanatiek, zonder nuance, wat ook gesteld werd door zijn voorloper, Lenin. Stalin nam de macht over, maar het is een allegorie. Stalin werd vereerd als een Russische Christus, ook veelal vanuit angst. Niemand wilde naar Siberië getransporteerd worden. Dat kun je vergelijken met gebrainwashte kinderen en volwassenen die Christus vereren omdat ze bang zijn dat ze anders naar de hel getransporteerd zullen worden. Stalin had zoveel macht vanwege angst. Ook de hedendaagse medische, psychiatrische en voornamelijk dentale dictatuur is stalinistisch. De mens is niet meer van zichzelf. Het individu is verboden. De mens is slaaf van het systeem. Ook de kerken zijn min of meer stalinistisch. De mensheid ontkomt niet zomaar aan het buitenaardse stalinistische enigma. Zo is er een lage Stalin en een hoge Stalin. De materialistische, letterlijke, legalistische Stalin moet overwonnen worden en de poëtische Stalin, die een kwartslag gedraaid is, moet begrepen worden. Stalin's systeem geeft niet mee. Het is staal. Wil dat zeggen dat Stalin persoonlijk een slecht mens was ? Ja en nee. Hij was ook zwaar mentaal ziek en demonisch bezeten. Sommige ideeën waren wel goed, maar hij bracht het verkeerd ten uitvoer. Hetzelfde geldt voor Hitler en Mao. Het was iets buitenaards. Zij hebben te snel naar de kroon gegrepen. Zij hebben het kruis veracht en de heilige vreze. Zij zijn niet voorzichtig geweest. Zij hebben de fles gegrepen, nogal zware drank, werden hierdoor dronken, en de gevolgen ervan waren niet meer te overzien. Ze wilden slapen. Het lijden was hen teveel. Anderen moesten hiervoor sterven. Daarom zijn zij laf geweest. Maar ook voor hen is er herstel. Stalin versloeg Hitler. Het was het einde van Nazi Duitsland, maar nog maar het begin van een stalinistische wereld. Een heleboel mensen ontgaat dit, en denken dat de wereld toen werd bevrijd, maar de geesten van de man van staal namen de wereld in. Na Hitler kwam Stalin. Dit vertaalde zich in een medische dictatuur die zijn weerga niet kende. Rusland was door Stalin een supermacht geworden. Het was iets groters dan Stalin zelf. Na zijn dood moest Rusland gedestaliniseerd worden, maar het zaad was al gezaaid. Het was al te ver gegaan. Nu is het een feit dat de hele wereld gedestaliniseerd moet worden. Het Stalin enigma moet verstaan worden. Hoofdstuk 29. Het Rode Geheimenis van China Stalin geloofde in de loop van het geweer, niet in het kruis en de heilige vreze. De korste weg naar macht was waar hij in geloofde. Niet de lange, smalle, kronkelige weg. Na zijn dood werd het eigenlijk alleen maar erger, want de medische industrie ging met zijn ideeën op de loop en maakte het nog corrupter. Ze hadden een gat in de markt gezien. Er werd een beeld van het beest gemaakt, en dat beeld was nog wel veel erger : de medische Stalin. Ze moesten en zouden nu ook binnendringen in de monden van de mensen. Zo konden ze de mens oraal verkrachten om de mens nog meer monddood te maken voor het systeem. Dit zijn allemaal vormen van materialisme. Zij houden de ziel ten onder in de eeuwige dood. Ze gaan enorm diep in de filosofie van het materialisme, als een geloof. Ze zijn dronken. Iedereen die dieper is gegaan dan hen ziet dit. Ze hebben een gebrek aan demonologie. Ze redeneren alles weg wat ze niet willen weten, maar vertonen geen tekenen van verlichting. Het zijn vaak stugge mensen die in cirkeltjes praten. Ze vertonen geen tekenen dat hun hogere zintuigen werken. Het is horizontalistisch gezwam. Het vertikalisme kennen ze niet, alleen als het om henzelf gaat, want ze hebben zich verschillende meters boven anderen gezet. Zij hebben altijd gelijk, maar zijn net zoals de rest. Het zijn maar mensen. Ze zijn gewoon stalinistisch die een ander individu niet erkennen, alleen henzelf.

Het is pure persoonsverheerlijking : henzelf. Zij wanen zichzelf Stalin. Lenin, Stalin's voorloper, was liberaler en socialistischer dan Stalin. Stalin was nationalistischer, terwijl Lenin het globale communisme aanhing. Socialisme is in de kern een belangrijk principe, ook zeer poëtisch want het betekent dat het om de 'waarde' gaat en niet om de 'winst'. Toen alles naar China begon over te waaien onder het Mao regiem werd dit ook extra benadrukt, alhoewel ook daar het communisme zwaar corrupt werd. Vandaar dat we dus moeten kijken naar de poëtische, allegorische en esoterische waarde, en niet de letterlijke, materiele, exoterische waarde. Mao was de Chinese Mozes, hoewel zwaar corrupt, die het volk zou leiden tot het communistische paradijs. Dit hield in dat alles van het collectief zou worden, zodat de mens verlost zou worden van kapitalistische spelletjes en feodale onderdrukking. Het communistisch-socialistische systeem van Mao rekende hiervoor af met alle eerdere tradities. Hij hanteerde de zogenaamde pistool wiskunde in de zin dat hij geloofde dat het gebruik van pistolen beeindigd moest worden door het gebruik van pistolen. Ook hij aanbad net zoals Stalin het pistool, en zo kwam deze gangster dus heel ver. Het gebeurt maar al te vaak dat zulke mensen dan trigger-happy worden. Het is materialistisch denken. Het socialisme kan op twee manieren corrupt worden : door materialisme en door nationalisme. Het gaat daarom om het transcendente socialisme. Socialisme gaat dus om kwaliteit, niet om kwantiteit, om waarde, niet om winst, heeft dus oog voor het individu. Socialisme brengt recht en medische zorg tot iedereen, en behoort dus gratis te zijn, zoals in Cuba. Een tijd terug had ik een droom over dat het begon te sneeuwen in de zomer. Het was het Chinese socialisme, zeer majesteitelijk. In bepaalde opzichten was het als goud en rood. Socialisme is een buitenaardse rode energie, en dit is een hele verfijnde energie die niet roekeloos mag worden toegepast. De mens moet hiervoor diep in de sociologie om deze energie te begrijpen en geen overhaaste, materialistische stappen nemen. Het is een wonder wat de tijd gegeven moet worden. Het is iets van de natuur. In het Eeuwig Evangelie in de Jezus en de draak mythe ontvangen de heiligen rode gewaden om hen tot rust te brengen. Dit gebeurt wanneer Christus tot het hart van de draak komt. De draak verandert in een varken, en brengt een rood beest voort, en het Christus-kind moet er tegen strijden, het temmen en leren berijden, om het zo aan de heiligen te geven. Dit wordt beschreven als een lange worsteling. Uiteindelijk komt er een rode speer uit de mond van het Christus-kind om het varken te doorboren, en het varken wordt in een put geworpen, en een gelach kwam voort vanuit de put om de heiligen aan te klagen. Dit was de geest van het varken, en niemand kon het vernietigen. Er volgen dan nog een heleboel andere worstelingen, waardoor uiteindelijk het Christus-kind zelf in een rode speer veranderd. In de Tweede Bijbelse mythologie brengt Christus kinderen voort die 'de rode strepen' worden genoemd, als de rode speren. Dit is ook een teken van de heilige gebondenheid dat je hele leven beveiligd gaat worden tegen de zonde door rode speren als een alarm en ook als een blokkade. De speren kruizen zich dan en er wordt dan bepaalde energie geblokkeerd. We spreken daarom van een lagere Mao en een hogere, poëtische Mao van het socialisme. Ergens zit er dus goed zaad tussen waarmee gewerkt mag worden. Mao wijst ook weer terug op de Egyptische godin Moa, de godin van de wet en de waarheid, en staat dus in verband met Mozes die de wet ontving. In het heilige socialisme van de gnosis wordt religie verzoend als metafoor. Het gaat dus om globaal socialisme waarin ook religie een plaats krijgt. Het is het socialisme van de principes, van kennis, waar er gekeken wordt naar de waarde en niet naar de winst. Het materialistische westen waar de medische dictatuur heerst is gericht op winst en niet op waarde. Zij hebben een beeld gemaakt van het beest, wat nog wel erger werd. Ze roofden de Stalin-icoon om het zelfs nog corrupter te maken. Maar de mens moet weer terug naar het principe van waarde. De mens moet terugkeren tot de diepte van het Oosten, om zo de sleutels te ontvangen om de oorspronkelijke Westerse natuur te herstellen. Het geheimenis rust op China. Het is een Betelgeusisch geheimenis. In de diepte van Oan, het nibaanse paradijs, de heilige slaap, ontstaat er een droom, namelijk het verloren Venus, wat ooit eens een onderdeel was van Betelgeuse. De mens moet hier weer toe ontwaken. Het is de morgenster.

2 Petrus 1 19En wij achten het profetische woord daarom des te vaster, en gij doet wel, er acht op te geven als op een lamp, die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw harten. Hoofdstuk 30. De Russische Maarten Luther Stalin en Mao zijn demonologische principes, en hadden nooit materialistisch mogen worden in de eerste plaats. De mens moet terugkeren tot de kern. De vrucht moet afgeschild worden. Lenin, de communistische vader van Rusland, had het systeem opgezet omdat hij vond dat het klassensysteem verraderlijk was. De hogere klassen onderdrukten de lagere klassen. Lenin stelde dat de onderdrukte arbeidersklasse zelf de staat moest zijn : "Wij zijn de staat." Dit was de boodschap aan alle onderdrukten. Vandaar dat velen met Lenin wegliepen, want hij kwam voor ze op. Hij stond aan hun kant. Aan het begin van de vorige eeuw was er de Russische Revolutie, omdat de mensen het misbruik door het imperialisme niet meer konden verdragen. Het Russische keizerrijk, de monarchie, werd afgeschaft. De Russische keizers werden tsaren genoemd. Iedereen moet persoonlijk door een soort van exegetische Russische revolutie gaan om los te komen van tsarische onderdrukking in de demonologie. Lenin stichtte een nieuwe staat, de Sovjet Unie, de Raden-unie, of USSR, de unie van socialistische sovjet-republieken. Hij nam het volk binnen op zijn schip. Hij stak de hand uit naar de lagere ordes, en pleitte voor gelijkheid. Zijn naam was niet Lenin. Lenin was een pseudoniem wat hij gebruikte, genoemd naar de Lena, een rivier in Siberië. Hij was zelf ook een Siberische balling geweest. Hij kwam dus van diep, want Siberië was als de Russische 'hel' waar hen die niet in lijn liepen naartoe verbannen werden. Lenin werd door zijn werk en levensverhaal zo een mythe. Hij was een marxist. Hij streed tegen het kapitalisme. Hij stelde zijn aprilstellingen op, als een soort van Russische Maarten Luther. Hierin stelde hij dat er volledig gebroken moest worden met alle belangen van het roofzuchtige kapitalisme en het kapitaal. De macht moest overgaan naar de arbeidersklasse en de allerarmste lagen die onderdrukt werden. Hij stelde dat er alleen maar oorlog mocht zijn uit absolute noodzaak en niet als middel van veroveringen. Hij riep hierin op tot geduld en educatie. Het kapitaal moest verdwijnen, anders zou de oorlog niet kunnen eindigen en zou de vrede niet kunnen komen. Er was onvoldoende klassenbewustzijn en organisatie van de arbeidersklasse, waardoor de kapitalisten, de exploiteerders, aan de macht kwamen. De kapitalisten worden de ergste vijanden genoemd van het socialisme en van de vrede. Dit alles brengt nieuwe voorwaarden met zich mee, stelt Lenin, vanwege de grote ontwaking van de lagere klassen die onderdrukt werden. Hij roept in de aprilstellingen verder op tot ontmaskering van het hele kapitalistische systeem, van alle leugens, en de mens moet stoppen dit systeem te ondersteunen. Hij noemt het een voorlopige

regering. Hij benadrukt de noodzaak van de herhaling van de educatie, van de ontmaskering, en de volharding hierin. Hij stelt dat hij in een minderheid is, en dat dit zijn werk is, dat hij aantoont wat de ware orde is, en hij roept anderen ook ertoe op het werk te doen, en dat hierdoor de massa's zullen ontwaken, door de constante herhaling van de waarheid. Hij stelt dat de massa's dan vanzelf hun fouten zullen inzien en zullen veranderen. Er moet eerlijke loonsverdeling zijn, niet dat een bepaalde ambtenaar een hoger inkomen krijgt dan het gemiddelde. Er moeten afgevaardigden zijn van alle lagen van de bevolking die raden vormen in de republiek, in plaats van een parlementaire republiek. Verder is zijn droom de samensmelting van de banken die meer onder toezicht van de arbeiders-afgevaardigden komen. Er mag geen socialistische dwang komen, maar geleidelijkheid. Zij die aan de minimum-grens zitten moeten opgeheven worden tot het gemiddelde, om de kloof te overbruggen. Hij reikte dus de hand uit tot de allerarmsten, zoals ook Mohammed deed, die wilde dat er een armen-belasting zou komen om de armen te helpen. Zo leefde ook de eerste christelijke gemeente. Alles werd communistisch gebracht naar de grote pot waarvanuit alles eerlijk verdeeld werd. Zoals Lenin de Russische Maarten Luther was, zo was Stalin de Russische Calvijn, die alles extreem maakte. Beiden waren zij marxisten, zoals Luther en Calvijn augustijners waren. Karl Marx, die overigens uit Duitsland kwam is daarom een soort van communistische Augustinus te noemen. In Lenin had Rusland dus ook een soort Messias of Christus, die hen plaatste boven alle overheid en macht : Efeze 1 19en hoe overweldigend groot zijn kracht is aan ons, die geloven, naar de werking van de sterkte zijner macht, 20die Hij heeft gewrocht in Christus, door Hem uit de doden op te wekken en Hem te zetten aan zijn rechterhand in de hemelse gewesten, 21boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en alle naam, die genoemd wordt niet alleen in deze, maar ook in de toekomende eeuw. 22En Hij heeft alles onder zijn voeten gesteld en Hem als hoofd boven al wat is, gegeven aan de gemeente, 23die zijn lichaam is, vervuld met Hem, die alles in allen volmaakt. Efeze 2 6en heeft ons mede opgewekt en ons mede een plaats gegeven in de hemelse gewesten, in Christus Jezus, 7om in de komende eeuwen de overweldigende rijkdom zijner genade te tonen naar (zijn) goedertierenheid over ons in Christus Jezus. 10Want zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen. 14Want Hij is onze vrede, die de twee één heeft gemaakt en de tussenmuur, die scheiding maakte, de vijandschap, weggebroken heeft, 15doordat Hij in zijn vlees de wet der geboden, in inzettingen bestaande, buiten werking gesteld heeft, om in Zichzelf, vrede makende, de twee tot één nieuwe mens te scheppen, 16en de twee, tot één lichaam verbonden, weder met God te verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap gedood heeft. 17En bij zijn komst heeft Hij vrede verkondigd aan u, die veraf waart, en vrede aan hen, die dichtbij waren; Efeze 3 18zult gij dan samen met alle heiligen, in staat zijn te vatten, hoe groot de breedte en lengte en hoogte en diepte is, 19en te kennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat, opdat gij

vervuld wordt tot alle volheid Gods. Efeze 4 22dat gij, wat uw vroegere wandel betreft, de oude mens aflegt, die ten verderve gaat, naar zijn misleidende begeerten, 23dat gij verjongd wordt door de geest van uw denken, 24en de nieuwe mens aandoet, die naar (de wil van) God geschapen is in waarachtige gerechtigheid en heiligheid. 25Legt daarom de leugen af en spreekt waarheid, ieder met zijn naaste, omdat wij leden zijn van elkander. Efeze 5 6Laat niemand u misleiden met drogredenen, want door zulke dingen komt de toorn Gods over de kinderen der ongehoorzaamheid. 7Doet dan niet met hen mede. 8Want gij waart vroeger duisternis, maar thans zijt gij licht in de Here; wandelt als kinderen des lichts, 9– want de vrucht des lichts bestaat in louter goedheid en gerechtigheid en waarheid –, 10en toetst wat de Here welbehagelijk is. 11En neemt geen deel aan de onvruchtbare werken der duisternis, maar ontmaskert ze veeleer, 13maar als dat alles door het licht ontmaskerd wordt, komt het aan de dag; want al wat aan de dag komt is licht. 14Daarom heet het: Ontwaak, gij die slaapt, en sta op uit de doden, en Christus zal over u lichten. 15Ziet dus nauwlettend toe, hoe gij wandelt, niet als onwijzen, doch als wijzen, 16u de gelegenheid ten nutte makende, want de dagen zijn kwaad. Efeze 6 14Stelt u dan op, uw lendenen omgord met de waarheid, bekleed met het pantser der gerechtigheid, 15de voeten geschoeid met de bereidvaardigheid van het evangelie des vredes; 16neemt bij dit alles het schild des geloofs (bewustzijn) ter hand, waarmede gij al de brandende pijlen van de boze zult kunnen doven; 17en neemt de helm des heils aan en het zwaard des Geestes, dat is het woord van God. 18En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen; 19ook voor mij, dat mij bij het openen van mijn mond het woord geschonken worde, om vrijmoedig het geheimenis van het evangelie bekend te maken, 20waarvoor ik een gezant ben in ketenen. Dan zal ik daartoe vrijmoedig kunnen optreden, zoals ik behoor te spreken. Eigenlijk zegt Lenin in zijn aprilstellingen precies hetzelfde als de Efeze brief. Net zoals Paulus wist hij wat het was om in gevangenschap te leven, want hij werd naar Siberië verbannen. Het gaat bij Lenin dan niet om Christus, maar meer om het Christus-principe, het Christus-bewustzijn. Waar Lenin nog losjes was, de touwtjes vierend, daar was Stalin als de strenge Calvijn, als de Heilige Geest die alles in bezit nam, of zeg maar gerust dat het de wodka was, want zo heilig was het niet. Daniël profeteerde over dit ijzeren beest wat alles zou vermalen. Een nieuw evangelie werd gebracht waar iedereen voor moest buigen. Iedereen dacht dat toen Stalin stierf het afgelopen was, maar het was nog maar het begin. De westerse elite maakte een groot beeld van het beest. Openbaring 13 13En het doet grote tekenen, zodat het zelfs vuur uit de hemel doet nederdalen op de aarde ten aanschouwen van de mensen. 14En het verleidt hen, die op de aarde wonen, wegens de tekenen, die hem gegeven zijn te doen voor de ogen van het beest. En het zegt tot hen, die op de aarde wonen,

dat zij een beeld moeten maken voor het beest, dat de wond van het zwaard had en weer levend geworden is. 15En hem werd gegeven om aan het beeld van het beest een geest te schenken, zodat het beeld van het beest ook zou spreken, en maken dat allen, die het beeld van het beest niet aanbaden, gedood werden. 16En het maakt, dat aan allen, de kleinen en de groten, de rijken en de armen, de vrijen en de slaven, een merkteken gegeven wordt op hun rechterhand of op hun voorhoofd, 17en dat niemand kan kopen of verkopen, dan wie het merkteken, de naam van het beest, of het getal van zijn naam heeft. Wat zijn die tekenen van vuur wat uit de hemel neerdaalt ? Het is een allegorie van de media die de mens via de televisie onder controle kreeg, en nu ook via de mobiel en de computer. Het is een stuk technologie. Toen Stalin stierf hackte het stalinistische virus alle computers ter wereld voor het stalinistische tijdperk van de medische dictatuur. Alles moest buigen voor dit beest. Iedereen moest het merkteken ontvangen. Nee, de mens is nooit uit de tweede wereldoorlog gekomen. Hitler werd vervangen door het Stalin mysterie. Eisenhower zond zijn grote D-Day visioen, maar de mensheid heeft het niet begrepen. Het was niet letterlijk. Wat is de tweede wereld oorlog in de diepte ? Het is de Siberië ervaring. De mens werd verbannen naar Siberië. Hoofdstuk 31. Het Siberische Kruis Het klassenkruis waarin de hogere klassen de lagere klassen onderdrukken is een Siberisch kruis, een Russisch kruis, waarin Lenin de opstanding uitbeeldde. Lenin was een soort Russische Robin Hood, zelf ook een Siberische balling, die voor de armen opkwam, de lagere klassen. Hij nam hen op zijn schip in de woeste Siberische zee, als een wederkomst. Stalin had dan alleen metaforische waarde in de zin dat het de vernietiging van het kapitalistische ego uitbeeldde, of liever gezegd het onderscheiden ervan, want de dood is slechts een illusie, een symbool, van onderscheiding, waardoor alles op zijn plaats valt en alles wordt opgelost. Stalin is een allegorie van de voleinding van de wereld, van een tijdperk. Voor Lenin was Marx een god, de almachtige, waaruit hij zijn inspiratie putte. Marx was als de communistische Jehovah die zijn zoon, Lenin, had gezonden. Een mythe. Hier hielden de onderdrukte Russen zich aan vast. Hierin hadden ze hoop. Lenin, de Verlosser. Ook wij dragen het Russische kruis, en moeten door een soort Lenin verlichting heen, maar dan zeer poëtisch, symbolisch. In de rivier de Lena in Siberië werden wij verdronken door het medische

systeem, werden wij een nummer. Wij werden als lagere klasse bestempeld die de hogere klasse moesten dienen. Maar als een Mozes werden wij door Lenin uit de rivier genomen. Hij was immers opgestaan. Er zat een groot buitenaards principe achter. Het enigma moet begrepen worden. Lenin was zelf een soort Russische Mozes die de Russische Exodus op touw zette. Er moest een einde komen aan de dictatuur van de hogere klasse. Lenin riep de lagere klasse uit tot staat, wat ook het model van de Efeze brief is. De eersten zouden de laatsten zijn. Stalin kwam toen, en daarna Mao. Mao zag China als het beloofde land van de communisten, als het socialistische paradijs. Er moest geheel met de eerdere traditie afgerekend worden. Maoisme was de standaard en afgoderij werd niet geduld. Dit komt ook weer terug in de bijbel. We kunnen het alleen metaforisch opvatten. Er kwam een grote hongersnood, als een ramadan. Er waren vele doden. Iedereen moest de leegte in. Mao was een Chinese Mozes die de onderdrukte Chinezen naar het beloofde land leidde. Het Chinese Ragnarok was gekomen. Onderweg ging het mis. Velen kwamen nooit aan in het beloofde land. Maar Mao maakte van China een supermacht. Odin had zijn offers gebracht, en hanteerde nu een ijzeren systeem. Hij had een ijzeren staf waarmee hij alle heidenen hoedde. Openbaring 2 26En wie overwint en mijn werken tot het einde toe bewaart, hem zal Ik macht geven over de heidenen; 27en hij zal hen hoeden met een ijzeren staf, als aardewerk worden zij verbrijzeld, gelijk ook Ik van mijn Vader ontvangen heb, 28en Ik zal hem de morgenster geven. 29Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt. Openbaring 12 1En er werd een groot teken in de hemel gezien: een vrouw, met de zon bekleed, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd; 2en zij was zwanger en schreeuwde in haar weeën en in haar pijn om te baren. 3En er werd een ander teken in de hemel gezien, en zie, een grote rossige draak met zeven koppen en tien horens, en op zijn koppen zeven kronen. 4En zijn staart sleepte een derde van de sterren des hemels mede en wierp die op de aarde. En de draak stond voor de vrouw, die baren zou, om, zodra zij haar kind gebaard had, dit te verslinden. 5En zij baarde een zoon, een mannelijk wezen, dat alle heidenen zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd plotseling weggevoerd naar God en zijn troon. 6En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats heeft, door God bereid, opdat zij daar twaalfhonderd zestig dagen onderhouden zou worden. Het is natuurlijk heel gemengd. Het was nog allemaal zeer materialistisch en corrupt. De mens moest ontwaken tot de hogere betekenis. Het was slechts een allegorie. De mens moest leren water te veranderen in wijn, toen de mens zag dat de wateren werden tot bloed. De mens moest komen tot een diepere exegese, een diepere uitleg van het Woord van de geschiedenis. Dit was allerminst een heilig woord, eerder het tegenovergestelde, maar de mens moest de symbolische waarde leren kennen. Het was een ontmaskering en een openbaring. In het Russische kruis groeide een nieuw medicijn, een Ragnarok's geheim, een Chinees mysterie. Mao bracht zijn rode evangelie. Iedereen moest het rode boekje verplicht bij zich dragen. Mao had zichzelf onfeilbaar gemaakt als de Chinese paus van het socialisme. Waar staat het metaforisch voor ? Natuurlijk heeft het alleen poëtische waarde. Het is een zekere buitenaardse dynamiek die verkeerd en corrupt door de Arcturische lens is heengegaan, en toen door zoveel andere lenzen in het plumares mysterie. Ragnarok's ijs was zo diep gegaan en zo koud geworden dat het overschakelde tot Ragnarok's nacht, waar donkere raadselen zoals die van Mao heersten. Deze nacht zou eindigen in bloed. Het was als de terugkeer van de Egyptische farao Achnaton die door de

zuiveringen van de priesterordes en Egyptische goden zijn monotheïsme opstelde. Mao bracht China tot de rand van het socialistische monotheïsme. Alle afgoden moesten een stap terugdoen en werden uitgeroeid. Mao ontving de wet als Mozes op de berg. Er was nog maar één God. Mao werd tot mythe. Niemand kwam er meer onderuit. Nu ging het erom tot de juiste exegese te komen, de juiste schriftuitleg, de uitleg van de geschiedenis. Mao zag als Mozes het beloofde land, maar zou het zelf niet binnengaan. Het kon namelijk niet op een letterlijke, materialistische manier binnengegaan worden. Eerst zou het ego moeten sterven, onderscheiden moeten worden, door de diepere exegese. Maar hoe dan ook werd Mao een symbool van bevrijding van het kapitalisme in China. Het werd een symbool van het binnengaan in het beloofde land, de terugkeer tot het paradijs. Ragnarok zou alle hoge zomerhuizen van het opportunisme vinden, tot de berg komen als Mozes, om daar de wet te ontvangen. Het zou sneeuwen in de zomer. Hoofdstuk 32. Het Stockholm Syndroom en het IJzeren Gordijn De stelling dat de mens nog steeds in de tweede wereldoorlog leeft wordt bevestigd door de koude oorlog die ontstond toen Hitler werd vervangen door Stalin. Het ijzeren gordijn werd gebouwd waardoor het communistische oostblok werd gescheiden van het kapitalistische westen in 1945 en dit liep door tot 1991 waarin het communisme viel en de koude oorlog stopte. De koude oorlog betekende de gewapende vrede. Ook nu het ijzeren gordijn is gevallen is geen bewijs dat het ijzeren gordijn daadwerkelijk is gevallen. Het was maar een buitenaards visioen wat in 1991 tot de aarde kwam, maar wat niet door de mensheid werd begrepen. Ze namen het letterlijk en materieel. Het ijzeren gordijn is helemaal niet gevallen. Er is nog steeds een ijzeren gordijn tussen de medische stalinistische dictators en de lagere klasse van de 'leken', die geheel door hen uitgemolken worden. Daarom moet er nog steeds een Leninistische poëtische bewustzijnsverruiming komen. Stalin ging te ver, en het communistische systeem is altijd te ver gegaan, en is altijd te materialistisch geweest. Het gaat om de metaforische betekenis, om de metaforische Lenin. Juist daarom is het ook belangrijk geweest dat het ijzeren gordijn zou vallen, maar als de mens de betekenis er niet van kent zal het niet gebeuren. 1991 is een belangrijk jaar, maar wat betekent het ? Het ijzeren gordijn van het ego moet vallen, het ijzeren gordijn van de onwetendheid, van het extreem-terroristische stalinisme van de medische dictatuur. Er is dus ook een heilig ijzeren gordijn wat ons beschermt tegen het kapitalisme. Het moet dus een kwartslag gedraaid worden. De mens moet komen tot een transcendente exegesis van het beruchte ijzeren gordijn. Wat is het ? De mens moet het raadsel kennen. Openbaring 2 26En wie overwint en mijn werken tot het einde toe bewaart, hem zal Ik macht geven over de heidenen; 27en hij zal hen hoeden met een ijzeren staf, als aardewerk worden zij verbrijzeld, gelijk ook Ik van mijn Vader ontvangen heb, 28en Ik zal hem de morgenster geven. 29Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt.

Openbaring 12 1En er werd een groot teken in de hemel gezien: een vrouw, met de zon bekleed, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd; 2en zij was zwanger en schreeuwde in haar weeën en in haar pijn om te baren. 3En er werd een ander teken in de hemel gezien, en zie, een grote rossige draak met zeven koppen en tien horens, en op zijn koppen zeven kronen. 4En zijn staart sleepte een derde van de sterren des hemels mede en wierp die op de aarde. En de draak stond voor de vrouw, die baren zou, om, zodra zij haar kind gebaard had, dit te verslinden. 5En zij baarde een zoon, een mannelijk wezen, dat alle heidenen zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd plotseling weggevoerd naar God en zijn troon. 6En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats heeft, door God bereid, opdat zij daar twaalfhonderd zestig dagen onderhouden zou worden. Het was iets buitenaards. Het was de muur van het paradijs, van het beloofde land. Het kwam verkeerd door de Arcturische lens heen en de andere lenzen van het plumares mysterie. In de muur waren gecodeerd de voorwaardes voor het paradijs. De mens moest het kapitalistische ego afleggen. Het liet de calvinistische scheiding zien tussen de uitverkorenen en degenen die niet uitverkoren waren. Het ijzeren gordijn was de vleesgeworden derde wet van het calvinisme, van de beperkte verzoening. De mens moest leren leven met die restrictie, want die liet alle voorwaarden zien. Het ijzeren gordijn was dus een werk van voorbereiding. De mens moest eerst ingewijd worden in de hogere exegesis. De mens leeft nog steeds in de tweede wereldoorlog, de mens leeft nog steeds in Siberische ballingschap. De mens leeft nog steeds achter het ijzeren gordijn. De mens leeft nog steeds in het Ragnarok. De mens zal het raadsel moeten begrijpen. In verschillende opzichten is de ijzeren muur Efezisch en islamitisch te noemen. Ook Mohammed predikte al een soort communisme door de armen-belasting. Het communisme moet een richtsnoer zijn, en geen gedwongen dogma. Er moet altijd ruimte zijn voor een heilig kapitalisme waarin de mens zijn verscheidenheid, vrijheid en uniekheid behoudt. Communisme kan alleen gematigd zijn, niet extreem, niet legalistisch. Het communisme is een symbool, een teken voor de geestelijken, de ontwaakten. Zij zijn ook niet overgeestelijk, maar socialistisch, het zoeken naar waarde en kwaliteit, niet naar winst. Zij mogen ook de meerderheid in het kwade niet volgen, en mogen niet machtslustig zijn. De enige macht is zorg. Heilige macht is onderworpen aan een heleboel principes, aan een robotische technologie, opdat de macht niet corrupt wordt. Het communisme werd door Stalin een steriel, clinisch systeem van hysterische paranoia en smetvrees, van 'ik sla hen voordat ze mij slaan', van 'de eerste klap is een daalder waard'. Stalin werd een pestkop opdat hij zelf niet gepest zou worden, wat natuurlijk in bepaalde opzichten laf is. Generalisatie is nooit een getrouwe boodschapper. Het ligt allemaal veel subtieler. Stalin werd de Russische Alexander de Grote. Hij had een virus opgesteld wat de hele wereld zou innemen. Maar het sloeg op hol, en zelfs hijzelf moet er nu van bevrijd worden. Hij had het niet meer in de hand. Iedereen rende er mee weg. Ze bouwden een beeld van het beest erger dan het beest zelf. De stalinistische medische dictatuur heeft veel meer mensen vermoord dan Stalin zelf door hun gevaarlijke, giftige medicijnen en gedwongen implantaten, voornamelijk in de psychiatrie en de dentale industrie. Amalgaam verwoest zelfs kinderen in de moederschoot. Vullingen kunnen de organen afsluiten en de bloedsomloop verstoren of zelfs stilzetten. En de gestoorde gekken zullen hiermee doorgaan todat het systeem ontmaskerd is en tot het bot is blootgelegd. Het beeld van het beest wat ze maakten was een soort zwart gat in de Noorweegse zee, en als het Stockholm syndroom. Het Stockholm syndroom is het psychologische verschijnsel wat kan optreden als een mens onder gehele controle is gekomen van zijn ontvoerder, en aan de ontvoerder afhankelijk is geworden. De mens ontwikkelt sympathie voor zijn ontvoerder omdat dat het enige is wat hij heeft, en de ontvoerder hem in leven houdt. Dit kan zelfs tot een liefdesrelatie uitgroeien, allemaal door angst en dankbaarheid voor

leven. Zo worden veel mensen in slaap gehouden opdat ze niet zullen ontsnappen. Ze houden van hun verkrachters. Ze worden onder een betovering gehouden. De Noorweegse zee is in de demonologie het westelijke ijzeren gordijn van de medische dictatuur, een gif wat de mens in slaap houdt en gewillig. De mens wordt 'dom' en 'naief' als kinderen gehouden, om opgezet te worden voor een gedwongen kinder-huwelijk industrie van buitenaardsen. Het is pure pedofilie. Daarom is de Leninistische bewustzijnsverruiming meer dan ooit belangrijk. Er is heel wat mis. Er wordt belangrijke info voor de mens achtergehouden. Hoofdstuk 33. Van Winst tot Waarde - Marx en het Geheime Dogma van de Mens Communisme is een metafoor voor gelijkheid, zorg en context. Dat moet in de gaten gehouden worden. Kapitalisme is een metafoor voor uniekheid, creativiteit en het overwinnen van het lagere ego. Er is dus heilig communisme en heilig kapitalisme die in balans moeten komen. Communistisch totalitarisme is een illusie. Communisme is een demonologisch principe, geen politiek. De mens zelf is de staat, stelt Lenin. De mens kan de staat overwinnen. Dit is ook het juche principe. Het individu is ook het collectief, zoals de microcosmos de macrocosmos is. Dit zijn Efezische principes waarin de mens in Christus (bewustzijn) boven alle overheid en macht is gesteld, opdat de scheidingsmuur (tussen mens en staat) is verbroken. Lenin sprak dat iemand die zich bewust is geworden van zijn slavernij en strijd voor de bevrijding nog maar een halve slaaf is vanwege de ontwaking. Het socialisme is de overgang van winst tot waarde, die strijdt tegen de religieuze waas die mensen tot slaaf houdt. Zo komt de mens van een geloof in een leven aan de andere zijde tot een strijden voor een leven aan deze zijde. Hij stelt dat de bezetters komen met geloof in een hiernamaals opdat de slaven in een roes raken hierdoor en niet strijden voor hun bevrijding in het nu. Religie is het opium van de mens. Hij stelt dat religie een vooroordeel is. Hij roept de arbeidende mens op om te volharden in het arbeiden, want de arbeidende mens zal overwinnen, wat ook weer een hele apocalyptische stelling is. De arbeidende mens zal de economische slavernij, die de bron van de religieuze waas is, verbreken. In het socialisme gaat het niet om 'geest' en niet om 'winst', maar om 'waarde'. Het gaat er dus niet om de 'heilige geest' te ontvangen, maar 'de heilige waarde'. Als we het gehele wetstelsel zien van het communisme dan is het belangrijk te beseffen dat wetten abstracties zijn van kennis. Ook de logos is een abstractie van het verstand. Het behoort tot de economie van de natuur. Lenin is enorm voorzichtig met godsdienst. Hij stelt dat het is ontstaan in de onderdrukking van de lagere klassen. Ook ziet hij het als een middel van kapitalisme, wat ontstaan is op de basis van kolonialisme wat monopolisme voortbracht. Voor hem is het monopolistische kapitalisme ook een definitie van het imperialisme.

Is het niet zo dat de christenen juist vaak op zoek zijn naar hun 'heilige' oppervlakkigheid en hun 'heilige' waardeloosheid ? Zo raken ze verdwaald in het kapitalisme. De heilige waarde is het enige wat de mens uit kan leiden. Daarom moet de mens de heilige waarde ontvangen. Dit is een socialistische ervaring. Er is een wereld van verschil tussen kennis wat op winst gebouwd is en kennis wat op waarde gebouwd is. Dit is het verschil tussen socialisme en kapitalisme. Religie is dualistisch. Religie wordt gemaakt door de werkende klasse, de onderdrukte klasse, om te kunnen overleven, maar religie wordt ook gemaakt door de heersende klasse, om de onderdrukte klasse in slaap te houden. Daarom moet het mes voorzichtig snijden. Karl Marx predikte natuurlijk het geheime dogma van de mens, wat ook nog het zogeheten 'steigerkapitalisme' bevatte, oftewel het gecamoufleerde kapitalisme. Vandaar dat de leringen van Karl Marx vergeestelijkt moeten worden, want dit personage is een allegorie. Op zichzelf genomen is Karl Marx min of meer materialistisch, alhoewel hij ook opkwam voor de armen als een Robin Hood. Hij is een belangrijke Christus-figuur van de jaren 1800 (1818-1883) voor de armen. Hij kondigde de dood aan van het kapitalistische ego en het begin van het communistische tijdperk. Het was een allegorie, en alhoewel ze predikten tegen dogma, hadden ze hun eigen dogma's, vandaar dat er een vernieuwing en vergeestelijking moet komen in het belangrijke marxistische landgoed. Marxië was het oostblok, en Amerika was het westblok die tegenover elkaar kwamen te staan in de koude oorlog, maar er moet verzoening komen tussen beide principes, want er zijn belangrijke kruispunten, kernpunten. Het ijzeren gordijn kwam ertussen waarin de voorwaarden werden uitgestippeld voor deze verzoening, maar tot op heden is er niet aan deze voorwaarden voldaan. Dit is waarom de medische dictatuur nog steeds heerst, maar ook dit is allegorie en mythe. Er zal hiertoe een waardige exegese moeten komen. Dit gebeurt in de Christus en de Draak mythologie van het eeuwig evangelie, waarin het Christus-kind een rode speer voortbrengt. In de Bilha wordt deze rode speer verder besproken als datgene wat het volk zal leiden tot openbaring en ontcijfering van de geschiedenis. De sleutel ligt in de geschiedenis. De Bilha is de sluitsteen van de Tweede Bijbel waarin vrouw en kind herstelt worden. De rode speer is een beeld van het amazonische socialisme, waarin het klassensysteem geslachtelijk wordt gezien en wordt doorbroken. In het materialisme van het kapitalisme is de vrouw de lagere klasse die onderdrukt wordt door de hogere klasse, de man, en zo wordt ook het kind onderdrukt. De vrouw wordt gezien als slaaf en de man als heerser, zodat de Leninistische principes ook toegepast kunnen worden op dit klassensysteem en dat er een grote doorbreking en omkering zal komen, niet letterlijk, maar symbolisch, want de vrouw is een universeel symbool voor inspiratie en creativiteit, en de man is een beeld van openheid en gevoeligheid. Zonder de vrouwelijke bron in ieder mens is er geen stimuli voor de man. Zo gaan ook de woorden van Marx diepere waarde krijgen, die altijd opkwam voor de lagere klasse, en gelijkheid beloofde. Het pad daartoe was een diepe mechaniek en analyse. Door de ontmaskering van wat er fout was zou het vanzelf in orde komen. Nu is het van belang te kijken hoe Marx rechtgedraaid kan worden. Hoofdstuk 34. Marx en de Siberische Exodus

Het communisme is een code om de hogere klasse te neutraliseren. Dat kan in elk klassensysteem, ook het geslachtelijke klassensysteem en het rassen klassensysteem. Het communisme is een code die opkomt voor de lagere klassen. Natuurlijk kan dit helemaal foutgaan als er geen goede technologie voor is. Het kan al gauw extreem worden en uit de hand lopen om een nieuwe dictatuur te worden. Het communisme had haar vier grote evangelisten, zoals het christendom had : Marx, Lenin, Mao en Stalin waren de Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes van het communisme. Stalin, als de Russische Johannes, tekende zijn apocalypse op, om geheel met het kapitalisme af te rekenen, zo goed en kwaad als dat ging, want hij was een blinde vuistvechter. Het was dus zeer zeker geen onfeilbaar systeem, zoals het christendom dat ook niet was, maar het wees ergens naartoe. Het waren slechts schaduwen van hogere dingen. Volgens Marx was het christendom dat wat de bourgeousie, oftewel de hogere, heersende klasse, als voedsel opdiende aan de lagere klasse om de lagere klasse in slavernij te houden. Vandaar dat het christendom een onderdeel is van de communistische mythologie. Tegelijkertijd zag Marx religie als het protesteren van de lagere klasse tegen de hogere klasse. Maar dat was dus de schuld van de bourgeousie. Vandaar dat Marx dan ook stelde dat religie opium van het volk was, een stelling die Lenin later ook overnam. Religie was voor Marx ook de zucht van de onderdrukte. Marx bouwde zijn filosofische 'trein' om uit de Siberische gevangenschap van het kapitalisme te komen. Niet alleen voor hemzelf, maar voor een ieder die het wilde horen. Marx stelde dat het er niet om gaat dat er één of andere wereldhervormer zou komen met ideeën en principes, maar dat het puur om de analyse en ontmaskering van de klassenstrijd zou gaan en dat dingen zich zo vanzelf zouden oplossen. Marx deed een beroep op het onderscheidingsvermogen in de klassenstrijd, om zo te zien wat er eigenlijk gaande was, en de oplossing zou al gegeven zijn in de geschiedenis hierin. Vandaar dat hij ook de historische dialectiek benadrukte. De dialectiek is de tegenstelling en tegelijkertijd de samenstelling. Hij had deze filosofie van Hegel geleerd. Het ging om de automatische historische beweging die hierdoor het kapitalisme zou afschaffen waar het nodig was. De mens moest afstand doen van persoonlijk bezit, wat natuurlijk heel symbolisch was, en wat ook weer terugkomt in het Christus evangelie : Mattheus 19 5En Hij zeide: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen. 21Jezus zeide tot hem: Indien gij volmaakt wilt zijn, ga heen, verkoop uw bezit en geef het aan de armen, en gij zult een schat in de hemelen hebben, en kom hier, volg Mij. 27Daarop antwoordde Petrus en zeide tot Hem: Zie, wij hebben alles prijsgegeven en zijn U gevolgd; wat zal dan ons deel zijn? 29En een ieder, die huizen of broeders of zusters of vader of moeder of kinderen of akkers heeft prijsgegeven om mijn naam, zal vele malen meer terugontvangen en het eeuwige leven erven. Lukas 14 26Indien iemand tot Mij komt en niet verlaat zijn vader, en moeder, en vrouw, en kinderen, en broeders, en zusters, ja, ook zelfs zijn eigen leven, die kan Mijn discipel niet zijn. Marx liet net als Jezus doorschemeren dat we de 99 schapen moesten achterlaten om het verloren

schaap te vinden. Dat is ook een shamanistisch principe. Zo komt de shamaan in contact met de andere wereld. Marx preekt het leegworden, het komen tot de ramadan, het loskomen van de kwantiteit om zo te komen tot kwaliteit, tot waarde. Juist als de mens overal aan vasthoudt komt de mens van crisis tot crisis, wat ook de leer van het boeddhisme is. De mens moet zich uitstrekken tot het nibana waarin de vlam van het kapitalistische, altijd meerwillende ego uitgeblust wordt. Hiervoor moet de mens strijden, filosoferen, onderscheiden. Dat is het communistische kruis. Hierin moet de mens geduld leren opbrengen en volharding, waar Lenin ook over predikte. De locomotief van Marx rijdt dus door leegte, door niet-bezit, door onpersoonlijkheid, waardoor eerst het kapitalistische ego valt, en zo hogere principes ingeschakeld kunnen worden. Dan stelt Marx net als Jezus dat het huisgezin opgeheven moet worden, want ouders buiten hun kinderen uit door het kapitalisme, en kinderen worden zo geofferd aan de bourgeoisie. Marx stelt dat het een misdaad is, en dat deze uitbuiting opgeheven moet worden. Marx stelt dat de gehele opvoeding verrot is, ingesteld door de maatschappij, door de verhoudingen die de ouders hebben met zulke instituten, en het school systeem is hierdoor ook verrot. Het communisme heeft als taak de invloed van de heersende klasse op de opvoeding te verbreken. Marx is er misselijk van, omdat hij ziet dat het allemaal door de kapitalistische industrie is gekomen. De kinderen worden tot koopwaar en tot arbeidsmiddelen gemaakt. Ook walgt hij ervan dat ook de vrouw tot productie-middel is geworden, en stelt hij dat er gelijkheid dient te zijn. Ontleding, analyse, onderscheiding, was de grote wet van Marx, en Lenin ging strategisch met deze wet om. Lenin stelde dat het om de juiste schakel voor het juiste moment ging, als prioriteitswet, en hij stelde ook dat wanneer het aankwam op de vijand, het imperialisme, dat er gekeken moest worden waar de zwakke plekken waren, en dat daar begonnen moest worden. Hier kon namelijk de revolutie als eerste doorbreken. Men moest dus vasthouden aan de wet van de geleidelijkheid, en niet teveel hooi op de vork nemen. Men begint van onderen af aan, en werkt zich zo op. Het kapitalisme werkte volgens Lenin ongelijkmatig. Het was niet één geheel. Dat was een grote zwakheid. Het communisme zou zo in kleine stappen opgebouwd moeten worden. Stalin stelt dat als het imperialisme zich ontwikkelt het zich ongelijkmatig ontwikkeld, omdat dat nu eenmaal een eigenschap van het kapitalisme is, en dit geeft onvermijdelijk botsingen, een strijd tussen de elementen, waardoor het kapitalistische front verzwakt, en waardoor het socialisme overwint in afzonderlijke landen. Lenin stelde dat de kapitalistische landen elkaar uitbuiten, omdat dat hun aard is, altijd maar weer, en dat ze elkaar zullen opvreten, en dat zo alles in de maalstroom van de wereldrevolutie wordt meegetrokken. Stalin stelt dat de tegenstellingen van de kapitalistische landen leiden tot de ondergang van het globale imperialisme, en het feit dat het communisme alles verdiept. Dit komt ook voor in de apocalyptiek van de bijbel : Openbaring 17 16En de tien horens, die gij zaagt, en het beest, dezen zullen de hoer haten, en zij zullen haar berooid maken en naakt, haar vlees eten en haar met vuur verbranden. 17Want God heeft in hun hart gegeven zijn zin te volbrengen en dit eensgezind te doen en hun koningschap aan het beest te geven, totdat de woorden Gods zullen voleindigd zijn. 18En de vrouw, die gij zaagt, is de grote stad, die het koningschap heeft over de koningen der aarde. De wet van de ongelijkmatige ontwikkeling van het kapitalisme was dus dat het kapitalisme zichzelf zou opvreten, wat Marx ook liet zien. Dit is dus een soort ouroboros principe : de slang of draak die zijn eigen staart eet, oftewel de zelf-verslinder, wat een chemische en alchemische wet is, en wat toont dat het kwaad nooit zal kunnen blijven bestaan. In principe hoeft de communist niets te doen dan toekijken en analyseren. Dit is het wonder van Marx waardoor zijn locomotief werkt, maar het is dus heel meta-wetenschappelijk en verfijnd filosofisch uitgedacht, als een uitvinding.

De communist laat daarom alles los, heeft geen eigen bezit, maar krijgt hiervoor de parel van de analyse, waarvoor hij al het andere heeft verkocht, wat ook een bijbels principe is. Mattheus 13 44Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een schat, verborgen in een akker, die een mens ontdekte en verborg, en in zijn blijdschap erover gaat hij heen en verkoopt al wat hij heeft en koopt die akker. 45Evenzo is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een koopman, die schone parelen zocht. 46Toen hij een kostbare parel gevonden had, ging hij heen en verkocht al wat hij had, en kocht die. 47Evenzo is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een sleepnet, neergelaten in de zee, dat allerlei bijeenbrengt. 48Wanneer het vol is, haalt men het op de oever, en zet zich neer en verzamelt het goede in vaten, doch het ondeugdelijke werpt men weg. Het gaat om het sorteren, onderscheiden, analyseren, waardoor het koninkrijk van het analytisch socialisme zal komen. De communist laat dus alles los, heeft geen persoonlijk bezit, om de context te zien, het geheel, en de kringloop daarvan. Hierin wordt alles opgelost. Het is een werk van ontmaskering, en dat is ook tegelijkertijd de definitie van de vrouw. De vrouw is het archetype voor de analyse, de metafoor ervan. Het analytisch socialisme is de kern van het amazonisme en de toekomst. Het analytisch socialisme analyseert en overwint hierdoor het nationaal socialisme (nazi) en het materialistisch socialisme. Het analytisch socialisme destaliniseert de wereld. Het brengt de marxistische exodus trein op het juiste spoor. Hoofdstuk 35. Commentaar op Hegel - de Filosofische Vader van Marx Het analytische communisme stelt dat de analyse zo diep moet gaan totdat de context zichtbaar is geworden. Het is dus geen politieke term, maar een metaforisch-creatieve term. Daar waar men stopt analyseren ontstaat kapitalisme. De analyse is dus altijd progressief en niet conservatief. Conservatisme zoals de christelijke kerken is dodelijk. Er moet een beroep gedaan worden op het geheugen en er moet creatief mee aan de gang worden gegaan. Ook het trauma is ergens goed voor geweest. Het analytische communisme geeft weer hoop. Alles past ergens in, zolang er maar diep genoeg wordt gegaan. Oppervlakkigheid is de heraut van de dichtgroei. Dat is een moeras. Dat gebeurt in de heersende klasse. Ze dutten in. Ze zijn aan de drugs. De lagere klasse, de arbeiders klasse, blijft bezig, blijft productief, blijft analyseren, zodat er rust komt vanuit de context. Arbeid leidt dus ook weer tot rust, en vanuit de rust komt er weer arbeid. Dit is de ketting reactie van de analyse in het analytische communisme. Door volharding en geduld hierin ontstaat er een mechanisme, een automatisme, de dynamiek van het robotisch machinale, wat voor nog meer arbeid en rust zorgt als in een opwaartse spiraal. Dit is de bedoeling van het kruis, dat het leidt tot de

analyse, en zo tot de context. De context geeft rust en overzicht, maar laat nieuwe taken zien, en laat de hogere oorlogen zien. Dit is dus het kruis van het analytische communisme, maar het is de enige weg door het mijnenveld van deze kapitalistische, stalinistische aarde. Hierdoor onstaat een nieuw volk, niet in kwantiteit maar in kwaliteit, niet in winst maar in waarde. Het analytische communisme schept zo een nieuwe wereld. Hegel stelt, waar Marx ook over verder gaat, dat kwantiteit (de voedingsbodem van het kapitalisme) bij toename en afname op bepaalde knooppunten (vriespunt, kookpunt, etc.) sprongen van kwaliteit maakt. Hier verandert kwantiteit dus in kwaliteit, zodat het kapitalisme wordt teruggedrongen. Marx was min of meer een Hegeliaanse filosoof, die de filosofie van Hegel zowel uitwerkte als bekritiseerde. De Duitse filosoof Hegel (1770-1831) was dus als de geestelijke of filosofische vader van Marx, en dus een belangrijke bron van Marx die de grotere context zou kunnen laten zien van het werk van Marx. Hegel stelde dat het universum zich ontwikkelde en bewustzijn vormde door de zogeheten dialectiek, door de driehoeksverhouding van stelling, tegenstelling en samenstelling. Er zou dus geen bewustzijn mogelijk zijn als iedereen op dezelfde manier zou denken. Hegel stelde ook dat elke leugen en verkeerde, bloederige beweging in de geschiedenis zijn eigen al dan niet abstracte kern van waarheid had waarnaar gezocht moest worden, onder het mom van leer op een intellectuele manier van de vijand. Hegel stelde ook dat in de context van het kapitalisme van meester-slaaf die verhouding een illusie is. De slaaf, of arbeider, is afhankelijk van zijn meester of werkgever, maar ook het omgekeerde is waar. In die zin is dus de verhouding meester-slaaf een illusie omdat de meester ook weer een slaaf is van de slaaf, omdat hij er afhankelijk aan is. Verlaagt hij het loon van de slaaf of arbeider, dan kan de slaaf of arbeider ook minder van hem kopen, wat weer verlies oplevert voor hem. Zo moeten we dus goed kijken naar de ketenen waar we aan vastzitten. Zijn het wel daadwerkelijk ketenen ? Degene die de keten vasthoudt is er zelf ook door geketend. Het is dus wederzijds, en daarom is de slavernij of het gevangenschap niet absoluut. Dit is ook de zwakke zijde van de kapitalist. Het kapitalistische systeem zal dus vroeg of laat instorten. In Hegel's meesterwerk van 1807 'De Fenomenologie van de geest' stelt hij in vers 90 dat het fenomeen van de onmiddelijkheid eigenlijk de receptieve gevoeligheid is. Wanneer dit object, dit fenomeen, zich opdient, dan mogen we allereerst daar helemaal niets aan veranderen, want het gaat allereerst om observatie. In vers 91 stelt hij dat de zintuigelijke zekerheid zich voordoet als de rijkste kennis en oneindige en grenzeloze weelde, en daar kunnen we dan een deel uitnemen. Ook doet het zich dan voor als de volle waarheid. Maar deze zekerheid geeft zich dan uit als abstract en de armste waarheid. Juist omdat het als onmiddelijkheid komt wekt het de schijn op dat het de waarheid is, en het bewustzijn komt als het zelf. Alles wordt oppervlakkig gehouden. Het is nog niet geanalyseerd. De vele relatievormen van het object en de vele lagen erin worden nog niet gezien. De verschillende staten waarin het object zich bevindt worden niet waargenomen. In vers 92 stelt hij dat de zintuigelijke zekerheid niet alleen een onmiddelijkheid is, maar ook een voorbeeld. Dan zullen er een heleboel onderscheidingen volgen, alsof er een verhaal wordt verteld, en ga je verbanden zien, maar ook verschillen tussen onszelf en het object, totdat we gaan zien dat zowel het zelf als het andere niet slechts bestaan in onmiddelijkheid, maar ook in bemiddeling. Maar daadwerkelijke onmiddelijkheid, het plotselinge, is een illusie, want hij stelt dat het gevoeligheid is. We komen er pas daadwerkelijk mee in aanraking in ons bewustzijn als we er gevoelig voor worden, terwijl het al lang om ons heen zou kunnen zijn geweest. De schijnbare onmiddelijkheid is wanneer we het zelf opmerken. Die gevoeligheid vertaalt zich dan in een gebeurtenis. Gebeurtenissen zijn dus niets anders dan bewustwordingen. Dat hoeft dus nog niet de volle waarheid te zijn, want het kan ook een abstractie zijn. In vers 96 stelt hij dat het zelf in stand gehouden wordt door het nu, maar dat het nu dus geen onmiddelijkheid is, maar een bemiddeling. Er is namelijk gevoeligheid gekomen. Het nu ontstaat door een zekere samenwerking, iets universeels. Zo kan er een nieuwe zintuigelijke zekerheid

komen. In vers 97 stelt hij dat het gevoelige iets universeels is, en dat het als zodanig uitgedrukt wordt, en we zeggen niet wat we bedoelen. Taal is alleen maar iets wat uitdrukt, maar kan nooit volledig overbrengen wat er bedoeld wordt. Daarvoor is het te ingewikkeld. In vers 99 stelt hij dat het universele de waarheid is van het object, dus het object herbergt de waarheid in de kern, maar niet als een onmiddelijkheid. Er is namelijk ontkenning en bemiddeling nodig. Het 'nu' en ook het 'hier' zijn dus in principe totaal leeg en onverschillig. Dat is dus het ware leven helemaal niet. In vers 103 stelt hij dat de gehele context van zintuigelijke zekerheid, als geheel, op waarde geschat moet worden, en als kern waargenomen dient te worden, en niet langer gezien mag worden als een moment van zintuigelijke zekerheid. Het gaat dus om het geheel, niet om het nu. Het nu is een illusie, een abstractie. De onmiddelijkheid bestaat zo alleen nog maar als een relatie, en omzeilt het 'hier en nu', stelt hij in vers 104. In vers 106 stelt hij dat het 'nu' weggesijpeld is, doordat het geanalyseerd werd. Het 'nu' is dus eigenlijk een allegorie van het zintuigelijke. Hij stelt in vers 109 dat dieren niet van deze wijsheid uitgesloten zijn, en dat zij juist veel dieper zijn ingewijd hierin, want zij blijven niet bij de zintuigelijke objecten stilstaan alsof die objecten in zichzelf bestaan. Zij zijn wanhopig over de realiteit van deze dingen, in de totale zekerheid dat deze dingen absoluut waardeloos zijn. Zij helpen zichzelf en vernietigen de zintuigelijke objecten, en de gehele natuur verheugd zich wanneer deze geopenbaarde mysterieën getoond worden over de zintuigelijke objecten. In vers 110 stelt Hegel dat er niet gezegd kan worden wat er bedoeld wordt, omdat het object ontoegankelijk is voor de taal van het bewustzijn, dat wat universeel is. Hegel stelt dat het een onmogelijkheid is. Hij stelt dat de spraak een hogere natuurlijke eigenschap bezit die onmiddelijk elke betekenis omdraaid om er iets anders van te maken, zodat de mens alleen door ervaring leert wat in feite de waarheid is van de zintuigelijke zekerheid. Hij stelt dus eigenlijk dat het Woord niet goedkoop is, en niet materieel. Het Woord is abstract om elke betekenis om te draaien zodat de mens er niet zomaar mee weg kan lopen. Het is dus een soort beveiliging. Dit is een principe wat ook telkens in de Tweede Bijbel terugkomt. Aan het einde van dit vers stelt Hegel dat de mens niet het onmiddelijke moet kennen, maar moet leren waarnemen, leren onderscheiden. In vers 111 stelt Hegel dat de onmiddelijkheid nooit tot de waarheid komt, want het gaat om het universele. Zodra een object beweegt ontvouwt het zichzelf, worden de momenten getoond. Het laat een bepaalde context zien, het universele. Hierin is alles inbesloten. Het object ontkomt daar niet meer aan. Het heeft zijn kaarten op tafel gelegd. In het kort, in een flits, wordt er getoond wat de weg van het object zal zijn, waar het naartoe gaat, wat zijn bestemming is, want dat ligt allemaal gecodeerd in de beweging. De beweging is dus de sprekende, de onderscheidende. Ook laat het object zo alle tegenstellingen zien, en de samenstelling, in de dialectiek. In de beweging zien we het essentiële en het niet-essentiële. Het kaf groeit op met het koren. In vers 112 stelt Hegel dat de weelde van de zintuigelijke kennis ligt in de analyse, de waarneming, de onderscheiding, en niet in de zekerheid van de onmiddelijkheid. Hegel toont dus eigenlijk aan dat de mens wat stappen moet terugnemen, want de mens is gevangen in de onmiddelijkheid en kan zo niet onderscheiden waar het op aankomt. De mens wordt voortdurend bedot en bedrogen door de onmiddelijke zintuigen. De mens moet weer diepere gevoeligheid ontwikkelen, en filosofisch afrekenen met de illusie van het onmiddelijke. De mens moet dus leren om het 'nu' heen te werken. Het 'nu' temt de mens natuurlijk voor een markt. Het 'nu' probeert de mens dom te houden hiervoor.

114. Een medium, of bemiddeling, is volgens Hegel niet alleen een 'ook', maar ook een 'één'. Het is ook een 'alleen', die exclusief is, en die ontkent, als een tegenstelling. De 'één' is het moment van de ontkenning, van de tegenstelling. Het is een eenheid die anderen verwerpt, wat ook weer terugkomt in het monotheïsme en het kapitalisme. De ontkenning is in het bezit, stelt Hegel, en is tegelijkertijd een eenheid met onmiddelijkheid. Door de kunst van de ontkenning kan de onmiddelijkheid dan getransmuteerd worden tot universaliteit. Door de tegenstelling is er vrijheid van de eenheid. 115. Hierin, stelt Hegel, komt de waarheid van de onderscheiding van het object tot een climax. Het wordt onverschillige, passieve universaliteit die een hele cirkel van mogelijkheden en projecties uitzendt, het 'ook', en daarnaast is zij de simpele ontkenning, de één, die alle contrasten uitsluit en buitensluit. De relatie tussen de momenten is ontkenning, want het is gerelateerd aan het onverschillige object en het breidt zichzelf uit in het object door een reeks van verschillen. Het is het punt van de individualiteit die zichzelf in het object uitdrukt in meervoudigheid. Hij stelt dus eigenlijk dat er helemaal geen conflict is, maar gewoon allerlei vormen van uitdrukkingen en verbindingen, en die bedoelen niet wat ze uitdrukken. Het is een bepaalde dans, een bepaalde strategie, een bepaalde code. De mens mag namelijk het materiele, het onmiddelijke, niet aanraken. De mens wordt erdoor getest. Zoals de dierenwereld moet de mens de onmiddelijke werkelijkheid ontwijken. De mens moet hierdoor een hogere gevoeligheid ontwikkelen voor de universele realiteit. De mens moet het mysterie van de ontkenning leren begrijpen. Het is een hogere taal, want de lagere taal kan en mag het niet zeggen. Het universum kent dit systeem, en de onderlinge delen worden er niet door aangetast. Het is een heilige, strategische onverschilligheid. Met deze sleutel zou er dus zelfs een hogere Stalin te zien zijn als men de lagere Stalin ontkent. Het is niet goed door de lens heengekomen. Het was een lens van onmiddelijkheid waardoor alles verdraaid werd, verborgen werd gehouden, als een pakket wat eerst uitgepakt moest worden. Aan het einde van dit vers stelt Hegel : alleen de relatie van de eenheid van de pure, essentiele momenten brengt dan uiteindelijk het object tot een climax. 116. Onderscheiden is de actie van het bewustzijn. En in 117 stelt hij dat het bewustzijn alleen kan werken door ervaring en tegenstellingen. Het is dus absoluut noodzakelijk voor de mens om door de verschillende tegenstellingen van het leven heen te gaan, anders zou de mens niet eens kunnen leven. Het object is dus altijd het bezit van het universele, van de context. In die zin heeft het communisme dus betekenis. Het is geen letterlijke politiek, maar een filosofische analyse. Het object moet dus altijd benaderd worden door het universele, en niet rechtstreeks door het onmiddelijke, want dan valt de mens in een illusie, in een valstrik. Alles is in het bezit van het hogere, van hogere wetten en hogere principes. De mens moet deze regels kennen. De mens moet opgeleid worden in de filosofie, de kunst en technologie van het bewustzijn, om te kunnen overleven. De tegenstellingen komen namelijk hard op de man af. Het schept absolute chaos en diep leed. Maar de filosofie is hierin een medicijn en een gids. De mens ontwikkelt zichzelf in de tegenstellingen, stelt Hegel. Het object stelt zich voor als 'één', als alleen, maar Hegel prikt door deze schijnbare individualiteit heen en kijkt naar wat erachter ligt. Het object is volgens Hegel helemaal geen eenheid. Dat is slechts schijn en bedrog. Maar hij stelt ook dat het object waarheid is, en dat hij het alleen maar verkeerd interpreteert. Hij stelt dat omdat het universeel bezit is moet hij de objectieve kern van het object zien als een commune. Niet het object was foutief, maar zijn zicht erop was foutief, stelt hij. Hij stelt dan dat hij het object moet zien als het vaste, als effectief en definitief, als een contrast met het andere, als exclusief. Dus dan stelt hij weer dat hij ook niet correct was door het object alleen maar als een commune te zien met anderen en als een samenhang. Hij moet het dus in stukken hakken en zien als een exclusieve 'één', oftewel als een opgebroken eenheid. Het is eigendom wat tegen elkaar verdeeld is, en daarover onverschillig is en het tast elkaar niet aan. Hij stelt dan dat hij niet correct was toen hij het zag als

exclusief, iets wat anderen buitensluit, omdat het een bepaalde samenhang had, want het is nu een universeel, communaal medium waarin vele eigendommen als sensitieve universaliteiten op zichzelf bestaan en anderen buitensluiten wanneer ze vast en definitief zijn geworden, maar echt vast is het voor hem nu ook weer niet, want het is zowel geen eenheid als geen samenhang, maar iets wat daar nog achter ligt. Hoewel het dan weer wel een eenheid is als bezit en vastgesteld door de samenhang met het andere. Wat hij probeert duidelijk te maken, en wat ook een stelling is van de Tweede Bijbel is dat het niet om het 'ja' gaat of het 'nee', maar om het 'hoe'. Hij wil nergens in vastgroeien, dat blijkt, en daarom draait hij voortdurend, verandert hij voortdurend, om tot de juiste schakels te komen, in de juiste verhoudingen. Het moet filosofisch 'klikken' voor hem. Het 'ja' sluit het 'nee' niet uit, en andersom ook niet. Het is een bepaalde samenhang, maar ook weer niet. Er ligt nog iets achter, enzovoorts. Hegel schetst zo een enorm ingewikkelde filosofische wildernis die de mens moet leren kennen om zo te kunnen overleven en erdoor heen te kunnen komen. Iemand die met Hegel in contact is gekomen is als een Alice in Wonderland die uiteindelijk de kolderkat is tegengekomen. Hegel stelt dat de mens door de hele handeling van het waarnemen heen moet prikken om erachter te komen, om zo terug te komen tot een dieper zelf. Hij stelt dat hij dan een cirkeltje heeft gemaakt en weer terug is gekomen aan het begin en teruggeworpen is in de kringloop die zowel zichzelf ontkent in het moment als in het geheel, om zo ook weer opgenomen te worden in een groter geheel. Het telkens maar weer afbreken is dus ergens voor nodig, om deel te hebben aan de hogere en grotere kringlopen van het bestaan. Hegel ziet dus deze wielen voor zijn ogen groeien en in elkaar overgaan naarmate hij ze dieper analyseert en ontkent. In het sprookje van Alice in Wonderland zijn alle wegen bezit van de koningin van de harten, als een metafoor van de grotere cirkels, waar de kolderkat naartoe wijst. Zonder de ontmoeting met de kolderkat zou Alice daar nooit zijn aangekomen. Waarnemen is een kunst, stelt Hegel in 118, een truuk, het bewustzijn wat ook weer teruggaat naar zichzelf, het eerdere, en dat dan op een hele andere en nieuwe manier ervaart. Zo kunnen dus ook de herinneringen genezen worden en worden aangeboort als bronnen van grote, immense, creativiteit, en dan wordt het duidelijk hoe essentieel het is voor de kunst van het waarnemen in zichzelf. Het laat dan ook zien dat het allemaal bezit is van je eigen bewustzijn, alles wat je hebt meegemaakt. Het is jouw bezit. Het communisme is dus zeer zeker niet eenzijdig, en juist Hegel als de kolderkat is hierin zo belangrijk, opdat het niet dogmatisch zou worden. Het stopt dus allemaal niet bij Karl Marx. Het is pas het begin, en leidt terug tot de Hegel bron. Het danst allemaal op draaiende dualiteit die nooit stopt. Zo ontstaat ook muziek, en zo ontstaan verhalen. Het is een universeel ritme, een overlevings-strategie. Hij stelt in 120 dat de één altijd weer een contrast maakt met het andere. Het is de eigenschap van de één. We kunnen dus weer denken aan het monotheïsme als voorbeeld, en het kapitalisme. Het is de natuur van het beestje. De contrasten zijn de verschillende onderdelen van de 'één' zelf. Het brengt alleen het zelf met het zelf in verband, en relativeert alles. Dit zijn noodzakelijke processen die begrepen dienen te worden. Het kan dus helemaal niet exclusief zijn en anderen buitensluiten, want het is immers de 'één'. Het gaat dus om de kunst van het 'één'. Het is een universeel principe. In die kunst is het dus alleen schijnbaar exclusief. Er worden schijngevechten gevoerd. Dit heeft allemaal te maken met ritueel en orde, een verhaal. Zo houdt het beestje zichzelf in stand. Ze hebben eigenschappen in de kunst waardoor ze van anderen onderscheiden worden. Het is allemaal bezit van de 'één', als een eigenschap. De 'één' is daarom ook de 'ook', omdat het een meervoudig medium is. Omdat het universeel is maken de eigenschappen geen contact met elkaar en ontkennen ze elkaar dus ook niet. 121. Hegel stelt dat als het bewustzijn het zelf in het zelf reflecteert, en in het waarnemen ervan komt ook het tegengestelde moment aan het 'ook' op, maar dit moment is de eenheid van het zelf die elk onderscheid van zichzelf buitensluit. Het bewustzijn richt de aandacht op het 'voorzover', zodat

er toch nog een zeker onderscheid is, en waardoor er een 'ook' aanwezig is. 122. Hegel stelt dat er een bepaalde relatie is tussen de 'één' en de 'ook', die nogal ingewikkeld is, en begrepen dient te worden. We kunnen stellen dat Hegel het hier heeft over een hyper-actief beveiligings-systeem. Hegel is heel netjes en heel genuanceerd. Er is altijd een 'ja' in het 'nee' en een 'nee' in het 'ja', maar toch ook weer niet. Het hangt helemaal van de situatie af van hoe het beestje draait en in wat voor situatie het beestje terecht is gekomen. Het beestje is dus van top tot teen bewapend met draaiende filosofische strategieën om in de wildernis van het leven te overleven. Die wildernis is dus niets anders dan een onderdeel van het beestje zelf. Hegel is dus een Pietje Precies van de filosofie, want er zit altijd wel weer een keerzijde aan, en hij heeft altijd wel een 'maar' bij elke stelling, wat dan ook een onderdeel is van de dialectiek. Hij wil ergens naartoe, dus hij moet wel telkens met tegenstellingen aan komen zetten, anders komt hij niet tot de hogere samenstellingen, de hogere mengsels, die belangrijk zijn in de filosofische hormonologie van de mens om te kunnen overleven. Als hij zichzelf dan schijnbaar telkens tegenspreekt is dit juist om zijn machines te verfijnen. Voor Hegel staat dit gelijk aan waakzaamheid. Juist door de verscheidenheid van het onderscheiden, stelt Hegel, en de verscheidenheid van het terugkeren naar het zelf, komt het zelf tot een hogere graad van het tonen dat het zelf een dubbelleven leidt. De waarheid komt zo dichterbij als een steeds grotere, overweldigende verscheidenheid. Hegel's filosofie schakelt voortdurend over van belangrijkheid tot onbelangrijkheid, om zo de prioriteiten duidelijk te houden. Hoe belangrijk is iets, en hoe onbelangrijk is iets ? Zo kan alles ook gerelativeerd worden. Het spoelt voortdurend weg van de kern en terug tot de kern om zichzelf zuiver en veilig te houden. Niet alles wat gebeurt is belangrijk, en niet alles wat gebeurt is onbelangrijk. De mens moet leren herkennen, leren waakzaam zijn. 125. Hegel stelt dat als iets vast is of wordt dan onderscheid het zich van het andere, maar kan overleven juist door dit contrast. Het vaste laat de kern zien van het object. 130. Hegel stelt dat gevoelige individualiteit in de dialectische stroming van de onmiddelijke zintuigelijkheid wordt veranderd tot gevoelige universaliteit. 132. Hegel stelt dat in de dialectiek van de zintuigelijke zekerheid het horen en zien moet wegvagen en plaatsmaken voor bewustzijn. Hij stelt dat het bewustzijn zichzelf moet herkennen als het concept. De mens moet leren onderscheid te maken tussen het abstracte en het concrete en zich altijd afvragen in hoeverre iets abstract is en in hoeverre iets concreet is. Hegel stelt in 134 dat het negatieve verbonden is aan het abstracte en dat het bewustzijn eenzijdige concepten zal ontkennen en abstract zal maken. Maar de positieve betekenis is de samenhang en dit is de kern van beide tegengestelden. Door onderscheiding wordt de kern van eenheid zichtbaar, wat ervoor zorgt dat dingen worden ontvouwen, stelt Hegel in 136, en daardoor worden ze ook verminderd, wat zich vertaalt als kracht. De kracht keert terug tot zichzelf maar moet zichzelf uitdrukken. Het onderscheid zorgt dat de kracht wordt opgewekt, om er zo ook voor anderen te zijn. Dat is ook de definitie van onderscheiding. Het kan zich zo uitdrukken naar anderen om de anderen te helpen. Dit is het doel van de onderscheiding. De kracht is de substantie van de onderscheiding. De kracht die tot zichzelf terugtrekt wordt zo ook een 'één', wat weer ontvouwing tot gevolg heeft. De kracht is en blijft ook het geheel, de context. De verschillen zijn oppervlakkige, verdwijnende, momenten, maar zonder dat zou de kracht niet kunnen bestaan.

In 137 stelt Hegel dat kracht niet zomaar beweegt, maar niets anders is dan het duurzame universele medium tussen de momenten en de objecten. In 141 stelt Hegel dat het realiseren van kracht ook verlies van realiteit betekent. De kracht verandert namelijk door het realiseren ervan. 162. Hegel stelt dat de eenheid een moment is van vervreemding, wat ook gebeurt in het Alice en Wonderland uit 1865 van de post-Hegeliaanse schrijver Lewis Caroll. Alice raakt in haarzelf, in haar gedachten, verzeild en komt zo tot de vervreemding wat zich symboliseert als het wonderland. Als het zelf gelijk wordt aan het zelf dan vervreemd het, maar tegelijkertijd strijdt het tegen de vervreemding, en wordt zo eenzijdig, zodat het daardoor nog meer vervreemd. 163. Hegel stelt dat de eindeloosheid een rusteloze beweging van het zelf is waarin het iets beweert te zijn waarvan het in feite gewoon het tegengestelde is. Het zelf kan nooit zijn wat het beweert te zijn, maar is altijd het tegengestelde, en dan ook nog in een veel hogere graad dan wat het beweerde te zijn. Dat is de definitie van de eindeloosheid, dat het zelf het niet even kant en klaar in een doosje kan stoppen, want de waarheid is altijd meer, en ook nog eens tegengesteld eraan. Dat moet wel, want anders zou alles vastgelegd kunnen worden in zomaar simpele beweringen. Het woord is er dus alleen maar voor om het tegengestelde te laten zien. De taal werkt altijd weer tegengesteld aan dat wat het bedoelt. Vandaar dat Hegel stelt dat het zien en horen weg zal vagen en het bewustzijn zal overblijven, en Hegel kennende is er ook natuurlijk weer een andere kant van het verhaal. Je weet nooit of je hem nou bij de kop of bij de staart hebt, en er zijn ook altijd weer uitzonderingen. 'Hoewel' is zijn stopwoord, en ook 'voorzover', en natuurlijk 'maar'. Er zit bij Hegel altijd wel weer een addertje onder het gras. Voortdurend werkt hij zijn ideeën verder uit. Er valt altijd wel weer wat aan toe te voegen, en er valt ook altijd weer wat af te halen. Voortdurend loopt hij eraan te draaien. Hij probeert alle denkbare mogelijkheden uit. Taal is bedrog, stelt Hegel, en er moet doorheen geprikt worden. Hij is een architect van de filosofie met een beveilings-systeem. Niets maar dan ook niets wordt aan het toeval overgelaten. Alles wordt secuur gebouwd, en over alles wordt lang nagedacht. Het mag bij Hegel niet vastgroeien. Alles is altijd in verandering. 166. Hegel stelt dat in de voorafgaande zekerheden de waarheid van het bewustzijn iets anders is dan het bewustzijn zelf. Maar juist door de waarheid te ervaren vaagt het ook weer weg. Hij stelt dat het zelf alleen maar een aanduiding is voor de inhoud van de relatie en de relatie zelf. Het ik is om het andere te confronteren, en om door het andere heen te prikken oftewel achter en boven het andere te gaan, om niets anders dan zichzelf te vinden. Zo stelt Hegel in 167 dat hierdoor, door zelfbewustzijn, het oorspronkelijke gebied van de waarheid wordt binnengegaan. De eerdere kennis druipt hier weg, wat slechts de kennis was van het andere, maar de momenten ervan zijn bewaard gebleven. Dat wat er bedoeld was, en de individualiteit en de universaliteit die daar weer tegenin ging in de waarneming zijn dan niet meer de essentie, maar de essentie is dan het druppelende zelfbewustzijn, de momenten van zelfbewustzijn. Immers, er is over een muur heengeklommen. Men is in nieuw gebied gekomen. Hier zijn andere regels, en dingen worden met het grootste gemak vervangen. Maar die momenten bestaan als abstracties, stelt Hegel, en die zijn nog niet geldig voor het bewustzijn, omdat het slechts wegvagende verschijnselen zijn. Maar zelfbewustzijn is in feite het komen uit de andere wereld, terugkerende tot het zelf. Maar er zijn dan wat problemen, want het zelfbewustzijn onderscheid zich van het zelf als het zelf, en wordt dus ook weer ontkend door het zelf, als een beveiligings-mechanisme, want het zelf herkent dit als het andere. Er is dus veel meer nodig. De mens komt niet zomaar langs dit ingewikkelde mechanisme heen. Maar het zelfbewustzijn stelt zich dan op als een beweging waarin de tegenstrijdigheid wordt ontkent, en waarin het zelfbewustzijn waarneemt dat de gelijkheid van het zelf en het zelf vaststaat. Deze zelfstandigheid, stelt Hegel in 171, houdt zichzelf in stand door de kunst van zowel het afscheiden

als het consumeren van zijn anorganische natuur. De simpele substantie van het leven is de vervreemding van het zelf tot andere vormen, en is tegelijkertijd de analyse en oplossing van deze verscheidenheid. Hierdoor gaat het zich nog meer vervreemden en ook groeperen, en zij zullen instorten in elkaar. Dit houdt in dat het een andere vorm zal maken, terwijl ook de vorm ontkent wordt, wat ook weer voor hergroepering gaat zorgen. Het zijn abstracties van de essentie. Dit zijn ook weer allemaal verdere vervreemdingen totdat ze oplossen. Het is het geheel wat zichzelf ontwikkelt en dan doet oplossen, waardoor het zichzelf in standhoudt. 174. Hegel stelt dat de zelfstandigheid zichzelf ontwikkeld door ontkenningen. Dit is een negatieve essentie. Maar voor dit simpele soort van zelf zijn dit geen verschillen. Door de ontkenning van de ander komt de zelfstandigheid tot zelfbewustzijn en zeker van de ongeldigheid van de ander wordt dit voor zichzelf de waarheid, waardoor de zelfstandigheid van het object vernietigt wordt. Zo geeft het zichzelf de zekerheid van zichzelf als de ware zekerheid. In 175 stelt Hegel dan dat deze vorm van zelfstandigheid iets over het hoofd ziet, namelijk dat het geconditioneerd wordt door het object. Deze vorm van zelfstandigheid is namelijk afhankelijk geworden van het object wat het heeft ontkend. De zekerheid en bevrediging van de behoeftes gebeurde namelijk door de ontkenning, dus ze zijn gebaseerd op het object, en daardoor geconditioneerd. Het zelfbewustzijn is dan niet in staat om het object te ontkennen, vanwege de negatieve relatie die er is ontstaan. Zo wordt het object dus zelfs beter ontwikkeld. Het laat zien dat kapitalisme en monotheïsme illusies zijn. Zij grijpen het object van hun begeerte denkende dat ze er een slaaf van kunnen maken, maar worden zelf hierdoor een slaaf. Dit laat zien dat door de wet van karma niemand de ander kan afbreken, alleen maar kan opbouwen. Men kan alleen zichzelf afbreken. In die zin laat Hegel een veel diepere apocalypse zien. Hegel laat dus aan de onderdrukten zien dat ze geen ijzer met handen hoeven te breken, maar dat het ijzer zichzelf zal afbreken. Hoofdstuk 36. De Tijd De mens gebruikt maar een klein percentage van de hersenen. En niet alleen dat. Toen buitenaardsen bezig waren met het project 'aarde' en mensen hiervoor nodig hadden verwijderden ze van zielen ook nog eens de tweede hersenstam, zodat alleen nog maar de eerste hersenstam overbleef die de kleine hersenen zou verbinden met de grote hersenen. Ook werden van deze zielen de bovenste hersenen weggehaald. Het resultaat : ingeknotte hersenen die grotendeels hun bewustzijn hadden verloren, zodat de buitenaardse fokkers de mens dom zouden kunnen houden. En dat is wel gebleken als je naar de geschiedenis kijkt. Tijd is een taal. Tijd is abstract en niet letterlijk. Taal is niet linguïstisch, en zo ook het woord niet, de logos. De logos is tijden als taal, als de architectuur van tijd. Tijd is een wezen. Tijd is temperatuur, het hart van de tijd. Tijd is lijden wanneer het onbegrepen is.

Tijd is bedrog als men het denkt te begrijpen terwijl men het niet begrijpt. Tijd is de illusie totdat het gesorteerd wordt. Het heeft alleen waarde als taal, als condities. Het tijd-zintuig is de tweede hersenstam (die verwijderd was). Vandaar dat de onverlichte mens geen waar besef heeft van tijd. Tijd is een lichaamstaal. Woorden zijn tegen elkaar verdeeld, misleiden zichzelf en elkaar, en zeggen het tegenovergestelde van wat ze bedoelen, dus brengen elkaar ten onder. Tijd is een abstracte taal. Als het een letterlijke taal wordt is het vernietigend. Het gaat om de vaagheids factor, de obscuurheids factor. Het is niet lineair, gelijkmatig, maar juist draaiend. Gelijkmatige werelden zullen zichzelf vernietigen, omdat ze letterlijk zijn en dicht, niet strategisch. Alleen ongelijkmatige, veranderende talen zullen overleven. De tijd is de immerveranderende, ongelijkmatige sleutel tot het Woord. Het is een code die alleen door de ingewijden gelezen kan worden. Een ware taal is strategische communicatie en kan daarom niet hetzelfde blijven, maar is exotisch. Het gaat dus om het 'bijhouden', om het 'updaten'. De taal is dus abstract als een school en heeft haar eigen beveiligingssysteem en ontdoet haarzelf zo voortdurend van 'slapende leden'. Een taal mag niet zomaar voor de hand liggen, anders kan er van alles tussenkomen. Dit brengt ons tot de kern van tijd als taal : hiërarchie. Dit is het zintuig van nog een derde hersenstam, wat ook was verwijderd, en wat de bovenhersenen verbond met nog de bovenste hersenen, die ook verwijderd werden. De mens heeft geen gevoel voor ware hiërarchie. Daarom zien we op aarde door de geschiedenis heen door en door corrupte hiërarchie. Hiërarchie is de bron van tijd en taal, maar de mens kent de hiërarchie niet. De mens rotzooit maar wat aan en bouwt eigen, onrechtvaardige hiërarchieën. Hiërarchie is de uitvinder van tijd, en zo ook van taal. De hiërarchie heeft alles veilig gesteld. Door hiërarchie kan de tijd verstaan worden. De tijd zorgt ervoor dat men niet tot de hiërarchie kan komen, omdat men de tijd niet verstaat. De tijd is in die zin de bewaker van de hiërarchie. Natuurlijk is de hiërarchie ook abstract. Zij die de hiërarchie concreet willen maken zullen nooit over de zee van tijd heenkomen. Tijd is de vertegenwoordiger van hiërarchie. Als men geen zaken wil doen met tijd, dan ook niet met hiërarchie. De hiërarchie draait alles om. De hiërarchie is dat wat het niet is. Dit is een terugkerend thema in de Tweede Bijbel. Als tijd zo'n probleem is voor de massa, dan ook de hiërarchie. Als je tijd als vijand hebt, dan heb je ook de hiërarchie als vijand. De taal die de hiërarchie spreekt is de tijd. En als je die taal niet spreekt, dan kom je nergens. De hiërarchie laat zich door niemand uitleggen. Alle uitleggingen zijn subjectief. Alleen de tijd kan de hiërarchie uitleggen. De hiërarchie heeft een uitverkiezing opgesteld op basis van hen die aan de voorwaarden van de tijd

voldoen. Daarom heeft ieder mens 'een strijd' te voeren met de hiërarchie. Strijd om in te gaan. De hiërarchie is als een stad zonder huizen, zonder ingang en uitgang, zonder poorten, want de tijd is de huizen, en de tijd is de poort. Hoofdstuk 37. De Verborgen Zintuigen van het Oog Het leven is een verkleinende factor, niet een vermeerderende factor. Alles wat je in het leven krijgt, en dat is al niet veel, zal zich gaan verkleinen, zal minder worden, vervagen. Dit is waarom de mens ook maar wat graag vermeerderende illusies zal kopen om aan deze eis van het leven proberen te ontkomen, maar dit is een ijzeren wet van het heelal, waar niemand aan ontkomt en waarbuiten geen leven mogelijk is. Iedereen doet het, en iedereen wordt bedonderd. Zo is het leven. Alles wordt voortdurend verminderd, en alles wordt voortdurend verkleind, wat een principe is van de hogere natuur, van het leven zelf, en dit zijn golven van een energie-zee die leidt tot het nulpunt, maar daar nooit aankomt. Altijd komt het dichter en dichter tot het nulpunt, maar het komt nooit aan, wat ook een Vur principe is. De stoom en damp van die zee stijgt op, en brengt haar illusies van vermeerdering. Terwijl zij die gericht zijn op de vermindering, en in het water kijken, juist door die vermindering zoveel meer ontdekken. Het water is helder. Je kunt er dwars doorheen kijken. De ascetische, sobere, niet-materialistische mens, is gebonden en verbonden aan die vermindering, en die vermindering leidt hem door het leven. De ascetische mens wordt meegetrokken met de golven van verkleining en vermindering. Zo komt de ascetische mens tot een grote verscheidenheid, maar die vermindert en verkleint ook weer. De ascetische mens weet dat hij niets kan vasthouden. Zolang je op die golven bent, en erdoor meegezogen wordt, meegetrokken, mag je tijd als zintuig gebruiken, als je gevoeligheid, en leren dit zintuig te gebruiken. Zolang je tijd niet voor je kar spant en het niet ten nut gebruikt is tijd je grootste vijand, en lijdt je er zwaar onder. Natuurlijk is tijd een kruis, maar het kruis is een zintuig. Er mag mee gewerkt worden, er mag mee ontdekt worden. Zo spoel je op een eiland aan met tijd als zintuig. Het is de tweede hersenstam, die zich ontwikkelt door het verminderings-principe, om je voor te bereiden op een nieuw leven, een nieuwe manier van ervaren en beleven. De tweede hersenstam verbindt de grote hersenen met de verloren bovenhersenen. Tijd is als een antenne in de hersenen. Zo mag je de nieuwe energie oppikken. Let wel : Dit zijn allemaal sleutels om dieper in Betelgeuse te komen, in de kern van Orion. Wat je dan vindt zal zich ook weer direct verminderen. Zo groei je nergens vast en zie je de steeds grotere context, die vervolgens ook weer zal verminderen. Zo kom je dieper en dieper tot de kern, en die vermindert ook. Het is het principe van vermindering waardoor je leeft, waardoor je ademt, de frisse tropische golven over je lichaam. Alles spoelt weg en maakt je schoon. En ook dat vermindert weer. Totdat je jezelf in het zand voelt liggen, en ook dat vermindert weer, en dan ben je weer in de saaie

stad of het saaie dorp. Saai ? Tijd is de opgelegde limiet, de saaiheid, de soberheid, de kracht van de vermindering. Is dat saai ? Het is : zaai, zaaien, als een werk-principe, om later te kunnen oogsten. Door de vermindering komt er altijd weer ruimte voor het nieuwe, en vindt je altijd weer verloren dingen terug. Het gaat hierbij om prioriteiten, om hiërarchie. Ook hiërarchie is een zintuig, van de derde hersenstam, die de bovenhersenen verbindt met de verloren bovenste hersenen. De hersenen hadden oorspronkelijk dus meerdere lagen. Het zal zich verminderen en verkleinen, zodat het zich ook kan verfijnen en ontwikkelen, opdat het gevoeliger wordt. Zowel tijd als hiërarchie zijn abstract. Door het abstract maken zuivert het zichzelf. Daarom verminderen zij ook, om het abstract te maken. Minderen is de weg tot de abstractie. Zij die alles concreet willen houden zijn zij die houden van de illusie van vermeerdering. Zij zijn zwaar aan de drugs. Ook zij zullen weer wegvagen. Alles zal wegvagen. Alles zal verminderen en verkleinen. Als je denkt dat je een groot probleem hebt, weet dan dat het maar een zandkorreltje van de woestijn is. Het zal nog kleiner worden. Koop daarom geen illusies van de vermeerdering. Alles zal verminderen. Alles wordt gedreven tot het gat van de vermindering, om zo meer en meer abstract te worden, en zal dan oplossen in veel grotere dingen, die zich ook weer zullen verminderen. Ook het verminderings-principe zelf zal verminderen. Hiërarchie is een zintuig, geen leiderschap. Alles wat je probeert te controleren zal verminderen, wegvagen, en alles wat jou probeert te controleren zal verminderen, verkleinen en wegvagen. Dat is ook de waanzin van concrete religie die op zoek is naar een God die alles wel even zal regelen, waarvoor je geen kennis nodig hebt, en waarvan genade en geloof het toverstokje is. Het zal wegvagen, verminderen, en de eis van het leven zal voor je staan, de eis van studie, de eis van de vermindering. Ook vermindering is dus een zintuig. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat hiërarchie niet corrupt wordt. Vermindering is de kern van hiërarchie. Dit zijn dus drie zintuigen : 1. tijd 2. hiërarchie 3. vermindering Deze zintuigen zijn zowel intern, in de hersenstammen, als extern, in het oog, in de iris. Het verminderen is dus alleen maar abstract, omdat het een zintuig is. En het oog had dus oorspronkelijk meerdere zintuigen dan alleen maar het zien. De iris wordt ook wel het regenboog vlies genoemd. Zo is dus hiërarchie ook een taal, geen leiderschap. Corrupt leiderschap ontstaat daar waar hiërarchie geen taal is. Ook vermindering is dus een taal, en de illusie van vermeerdering ontstaat daar waar de vermindering niet als taal wordt geleerd. Het oog zendt dus boodschappen uit, en krijgt boodschappen binnen, niet door het zintuig van zicht, maar door de zintuigen van tijd, hiërarchie en vermindering. Zo wordt alles abstract en zuiver gehouden. Ook veranderingen zijn een taal, een zintuig. Je kunt er op letten wat er om je heen en in jezelf verandert, en dat draagt ook een zekere boodschap. Dit zijn dus vier dimensies : 1. tijd 2. hiërarchie 3. vermindering 4. verandering Deze werken dus abstract, niet concreet. Het zijn exotische zintuigen, exotische talen. Het zijn in

die zin dus ook zendtuigen. Ze maken gebruik van de fenomena om hen heen in plaats van er altijd maar onder gebukt te gaan. Ze gaan er creatief mee om. Juist door de verandering verminderen dingen, en ontstaat er een diepere hiërarchie die zich ook communiceert door tijd. De zintuigen zijn dus aan elkaar verbonden, wakkeren elkaar aan en leggen elkaar uit. Het zijn a.h.w. de armen en benen van de nieuwe mens. Het is een 4-dimensionale taal. Zodra er geen verandering meer is groeit alles vast. Verandering drukt zich dus uit door vermindering. Elke verandering vindt plaats door momenten die als driehoeken zijn, waar het moment wegvloeit door de punt om over te gaan in een ander moment. Zo onstaat ook tijd. Alles vloeit door trechters. Juist doordat het abstract is kan het verminderen door de driehoek vorm, door de trechter. De driehoeken zijn niet concreet. Ook het geheugen is opgebouwd uit die driehoeken. Tijd zorgt ervoor dat alles gecodeerd wordt, als een beveiliging, om de indringers buiten te houden. Veranderingen kunnen alleen plaatsvinden doordat er verschillen zijn. Een verandering is gewoon de verplaatsing van het bewustzijn wat door de ruimte rolt, en wat zo verbanden legt en zo tot andere samenhangen komt, wat zich weer vertaalt in veranderingen. Ook het verschil is een zintuig, de vergelijking, niet concreet, maar abstract. Dit is een kerntaal. Waar die taal niet wordt geleerd onstaat corrupt racisme, en vanuit corrupt racisme onstaat er corrupte hiërarchie. Een verschil heeft dus grote corrupte macht zolang het niet nuttig wordt gemaakt als zintuig en taal. Zo kennen we allemaal wel verschillen die ons concreet gezien naar de ondergang zouden helpen. Daarom nemen we het abstract. Zo mag het oog dus ook niet concreet gezien worden, maar alleen abstract. Het oog herbergt veel meer dan alleen maar zicht. De hersenen werken in die zin dan ook abstract samen met het oog. Het oog is een onderdeel van de hersenen, als de externe hersenen. Wanneer tijd corrupt wordt voor onze ogen, dan is er altijd de hiërarchie die het weer kan rechtzetten, en het zal altijd weer verminderd worden. Daarin kan de anatomie van de mens ook rust vinden. Zo komt het schip in een veilige haven. Hoofdstuk 38. De Abstracte Zintuigen van het Oog De kern van verschillen is de overeenkomsten, want daardoor ontstaan de contrasten. Als een mens het zintuig heeft van de overeenkomsten, dus kan opmerken wat de structuren zijn van overeenkomsten en deze taal leert, dan kan dat heel ontwapenend zijn. Deze zintuigen liggen diep in de pupil, in de kern van de iris. Waar het zintuig van abstracte overeenkomst niet werkt of niet goed werkt ontstaat racisme, en ontstaan er maar al te gemakkelijk oorlogen. Een voorbeeld hiervan is in religie, waar de ene religie of kerk zichzelf hoger en beter waant dan de andere, omdat ze de overeenkomsten niet zien. Ze denken dat een uiterlijk teken of geloof hen onderscheid van de rest, gewoon een ijdelheid. Doordat dit kernzintuig niet werkte voerde men de vlammen van de hel extra op, want 'de anderen waren anders', en men zag niet dat iedereen gelijk was en iedereen eigenlijk hetzelfde zei, maar dan gewoon met andere bewoordingen en andere symbolen, andere metaforen, andere verhalen. Men was niet gevoelig voor de overeenkomsten. Zo werd men bitter en maakte een eeuwige hel voor de

andersgelovende en andersdenkende, maar die vlammen kwamen zo hoog dat ze er zelf ook door geslagen werden. Wie een vuur maakt voor de ander valt er zelf in. In het authentieke Judaïsme was er geen eeuwige hel, maar wel karma (een oog voor een oog, een tand voor een tand), het vagevuur en de totale vernietiging in Gehenna. Psalm 30 zegt : "want een ogenblik duurt zijn toorn." Het oordeel is maar een flits in de eeuwigheid, en mindert opdat de abstracte overeenkomsten getoond worden. De soep wordt niet zo heet gegeten als het wordt opgediend. Hier mogen wij niet te licht over denken. Alhoewel het oordeel maar een flits in de eeuwigheid is zal het harder slaan dan de eeuwige hel. Zeker 20% van het geheel gaat over het oordeel, maar de mens moet het oordeel kennen, weten wat het inhoudt, en er niet overdramatisch, overbitter en overzuur over doen. Het oordeel is creatief, als de vertaling. Het oordeel is een zintuig, een taal. Het oordeel is de kern van de overeenkomst, om de overeenkomst te tonen. Natuurlijk is dit niet concreet, maar abstract. Als het oordeel niet leidt tot diepere abstractie, dan is dat het oordeel niet. Het oordeel moet minderen, opdat nuance zal plaatsvinden. De hete vlammen van de eeuwige hel, van de overmoedige hel die eigen rechtertje wil gaan spelen over kleine dingetjes, over bijzaken, brandt alle nuance weg. Zo worden mensen tot zombies gemaakt. Abstracte zintuigen van het oog : delen : 1. tijd 2. hiërarchie 3. vermindering 4. verandering kernen : 5. verschillen 6. overeenkomst 7. oordeel Zo mogen bovenstaande woorden een nieuwe betekenis krijgen, en zo het zenuwstelsel herprogrammeren, opdat de mens veilig is tegen de zombificatie door de leer van de eeuwige hel, het overmoedige, overmatige, ongenuanceerde, niet-creatieve oordeel. De zintuigen van het oog brengen een hormonaal schuim voort in het lichaam, om zo de mens te deprogrammeren, want het virus van de leer van de eeuwige hel lag diep. Dit mag dus nooit concreet zijn, maar moet gezien worden als een abstracte leer, zoals dat ook in de Egyptologie was, en het was levendgevend aan de rechtvaardige zielen. Telkens weer moet het minderen, zoals de mens een batterij is wiens kracht gedurende de nacht leegloopt, en 's nachts weer wordt geladen met nieuwe buitenaardse krachten, die dan de dag erna ook weer zullen minderen. Telkens weer loopt de batterij van de mens leeg om hogere krachten op te vangen. Dit is het spasme van de mens. De mens is niet voortdurend in kracht. Het gaat in golfbewegingen, minderende golfbewegingen. De mens is een fanatiek, fundamentalistisch apparaat voor zijn eigen kortzichtige, subjectieve opinie. Maar ook die mens zal meegesleurd worden door de golven van vermindering. Een zandkorrel in de woestijn, dat is wat de overbevooroordeelde mens is, en zal zelfs nog minder worden. Het zand van de tijd stroomt weg, en verdwijnt in het gat van de abstracte eeuwigheid. Door de eeuwen heen hebben fanatiekelingen geroepen om meer zand, meer tijd, want tijd is geld en macht. Maar hun droom moest verminderen en kwam ten einde. Door de straten gingen de fanatiekelingen om te demonstreren tegen het verlies van tijd en de vermindering. Maar er moest plaats komen voor nieuwe dromen.

Het abstracte universum, dat is waar het om gaat, zodat de mens niet meer weghakt dan hem lief is. Het oordeel drukt zich dus allereerst uit in overeenkomsten, om te verzamelen, opdat het kind niet met het badwater wordt weggegooid. Het oordeel kijkt naar wat nog bruikbaar is. Als de overeenkomsten zijn gemaakt, dan wordt er gekeken naar de verschillen, maar niet om die verschillen daadwerkelijk te oordelen, maar als een zintuig, als een taal. Het hogere oordeel heeft dus veel hogere doelen dan zomaar ruwweg rechtertje gaan spelen. Het oordeel is een creatief zintuig in de kern van het oog. Het oordeel is gevoelig voor veranderingen en communiceert, en is zo verminderend bezig. Het oordeel is niet snel boos, grijpt niet snel naar de wapens bij het minste of geringste, maar is verzachtend, verkleinend, verminderend. Dat wil niet zeggen dat het oordeel nooit boos is, want er zijn natuurlijk grenzen, en er zijn climaxen. De toorn van God is een realiteit, maar die wordt niet zomaar even opgewekt door een andere mening, zoals in de kerk, die zomaar uit de losse hand de andersdenkende en andersgelovende voor eeuwig naar de hel zendt. Dan heb je pas echt 'anger-management' nodig, oftewel dan is je boosheid zo uit de voegen gevlogen dat je therapie nodig hebt. De kerk die zoveel woede heeft dat het een mens voor eeuwig kan wegstoppen in een martelkamer heeft zware psychopatische problemen. De vermindering uit zich dus in de ware hiërarchie van principes, en daarin wordt het overmatige, psychopatische vuur van de hel geblust, en de hiërarchie drukt zich vervolgens uit in tijd om het verder te neutraliseren en de schade te herstellen. De mens is moddervet geworden door het oog puur voor het zicht te gebruiken, en dan wel voor het kort zicht. De mens kijkt niet eens verder dan zijn neus lang is, en de woorden schieten uit zijn mond als losse flodders, altijd wel een vooroordeel klaarhebbende, vaak over nietige dingen. Juist als de mens de andere zintuigen van het oog niet gebruikt slaat het oog dicht en wordt het oog kortzichtig, "het korte oog." Het korte oog is ook een prozaïsch verhaal in de tweede bijbel. Het eiste radicaliteit en fundamentalisme onderworpen aan zijn wetten, en wie daar niet aan voldeed werd in de hel gegooid, maar dit korte oog werd opgewekt door onbegrip. Mensen doen rot naar elkaar en proberen over elkaar te heersen omdat ze ergens bang voor zijn. Niet zij die onderdrukt worden zijn de lafaarden, maar zij die blind op hun hoge troontjes zitten zijn de lafaarden. Zij lijden aan het korte oog virus, een kraal in een computerspel. Om tot het ware oog te komen moet de mens dus eerst het korte oog overwinnen. Hoofdstuk 39. De Ontwaking van de Iris Iedereen kent wel de beroemde eerste psalm van welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, maar des Heeren wet begeert en overpeinst bij dag en bij nacht, want hij is als een boom geplant aan waterstromen, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, welks loof niet verwelkt, alles gelukt. In de Hadith van de islam, in de Sahih Bukari, in boek 2, staat er dat zij die in de hel zijn geworpen, maar ook maar een mosterdzaadje hebben van trouw (gehoorzaamheid) die zullen weer uit de hel worden genomen en zij zullen in de Hayat rivier van leven gezet worden (havah, Eva, in het Hebreeuws), en zij zullen tot leven gewekt worden als een graan die groeit aan de rand van de waterstromen. Eva is dus die rivier, die leven geeft, kennis. Het leven sluit je in. Aan sommige dingen is niet te ontkomen, door sommige dingen moet je gewoon heen. Alles om je heen ontstaat door vele weerspiegelingen. Het gaat dus eerst door een heleboel spiegels en lenzen heen voordat het tot je komt. Het wordt ergens om je heen geplaatst. Als één van die spiegels of lenzen ook maar iets anders had gestaan, een beetje was verschoven en gedraaid, dan was het heel anders tot je gekomen, maar die spiegels of lenzen zijn onbereikbaar, ver

weg in het heelal. Daarom is het voor een mens belangrijk in de gnosis op te groeien. Dingen zijn niet wat ze schijnen te zijn. Er is ook nog een diepere laag zintuigen in de iris van het oog. Als je naar de iris kijkt, dan zie je in feite een microchip die uit meerdere lagen bestaat. Het zicht is maar één van de vele eigenschappen van het oog. Nog geen één procent van het oog wordt besteed aan het zicht, dus dat is maar heel weinig in verhouding, en toch is alle aandacht gericht op deze maar zeer kleine eigenschap van het oog op de aarde waarin de mens schijnbaar leeft. En waarom ? Het antwoord is duidelijk : Omdat er heel wat voor de mens achtergehouden moet worden. Licht verstopt, en doodt. De zon maakt elke dag weer vele slachtoffers, omdat het leven op aarde om de zon draait, schijnbaar. Daarom is het belangrijk de gnosis van het oog te leren, en haar zintuigen te ontwikkelen. In de diepere laag van de iris, oftewel de tweede laag, bevindt zich het zintuig van de nummers. Alles om ons heen is opgebouwd uit nummers. Veel dingen staan op zichzelf, en van andere dingen zijn er meerderen van, maar binnen de objecten zelf zijn ook weer patronen van nummers. Sommige objecten hebben een knop of een punt, en andere objecten hebben meerdere punten en knoppen, of strepen. Wij zijn omringd door allerlei ingewikkelde, sprekende patronen en ritmes van nummers die dagelijks op ons inwerken, maar begrijpen wij de boodschap ervan ? Begrijpen wij wat het met ons doet ? Wat steekt hierachter, want natuurlijk zijn die nummers er niet voor niets. Het zijn codes. Het is een taal. En die taal gaat zo diep dat we om een bepaald punt moeten concluderen dat alles al voorgeprogrammeerd is. Alles is al robotisch, maar dan zijn er een heleboel reeksen van mogelijkheden tussen goed en kwaad. Het is een reflectie. Alles is allang gebeurd, en de mens vangt het nu pas op. De vraag is dan in hoeverre de mens robotisch is, in hoeverre de mens nog daadwerkelijk keuze-mogelijkheid heeft, of wordt de mens al in alles onverbiddelijk zo beinvloed dat zelfs als de mens denkt dat het een vrije keuze was dat niet eens zo is ? Wij denken hierin niet fatalistisch zoals het calvinisme, maar wij onderscheiden verschillende soorten van willen. De oppervlakte-wil van de mens kan gebonden zijn, maar er is ook nog zoiets als de diepere wil. Je kunt jezelf helemaal gek laten maken door nummers, zoals ze elkaar in de kerk gekmaken met kerkgroei-statistieken, en je kunt ook gek worden van het krankzinnige financiele gokspel van nummers, waarin je je telkens weer zorgen maakt of je wel genoeg hebt, of je kunt door de illusie van nummers heenprikken, omdat dit ook weer door spiegeleffecten is ontstaan. Je kunt ook nummers als een zintuig gaan gebruiken, als een taal, en die taal leren spreken. Je zal zo niet teveel hebben en niet te weinig. Weinig is een kruis wat je draagt, terwijl veel ook een kruis is. Het gaat niet om het lijden als doel om zich, maar als een zintuig. En zo is de geografie, de ruimte, ook een zintuig. Je kan je druk maken over afstanden : Iets is te ver weg, of iets is te dichtbij, maar je kan het ook een kwartslag draaien en het als zintuig gebruiken, als een taal. Ook geschiedenis, de herinnering, is een zintuig. Het staat niet op zichzelf. Je kan naar het verleden kijken als naar een hoge rots waar je maar niet overheen komt, maar je kan het ook als een taal zien, een boodschap, een zintuig. Je moet niet rechtstreeks naar het verleden kijken, want dan grijpt het je, maar gebruik het als zintuig, een taal. Dat is ook tegelijkertijd afscheid nemen van je verleden, omdat het slechts een zintuig was. Je gebruikt het geheugen dus niet direct, maar indirect, als een brug. Niet als iets gesloten, maar open, als een kanaal, een tunnel. Dit moet natuurlijk geoefend worden. Het oog is dit helemaal niet gewend. Het oog keek alleen maar, en bracht mentale beelden op in de hersenen, omdat het oog sliep. Het oog moet weer ontwaken, en komen tot de hogere taken. Je staat oog in oog met een moeilijke herinnering en wat doe je dan ? Je loopt er eens even omheen en gebruikt het als instrument, niet concreet, maar abstract. Het is golvend, als creatief materiaal en als een matrix die een boodschap moet ontvangen. Het is niet de

boodschap zelf, maar het zintuig voor de boodschap. Het doet er dus niet toe in welke vorm het is gegoten. Het zal vanzelf in een andere vorm worden gegoten als de boodschap is binnengekomen. Leer ermee te werken, want je moeilijkste herinneringen ZULLEN je beste en belangrijkste zintuigen zijn. Ik zeg het nog een keer : Je moeilijkste, zwaarste, meest traumatische herinneringen ZULLEN je beste, belangrijkste en waardevolste zintuigen zijn, je meest waardevolle bezit. Als je het potentieel ervan hebt ontdekt zul je het nooit meer willen verkopen. Het was aan jou gegeven, maar je herkende het eerst niet. Het moest uitgepakt worden. Het is een cybernetisch, computerbestuurd zintuig in je biologische en hormonale systeem, in je iris. Als een herinnering tot je brult, je pijndoet, je in chronisch leed houdt, dan zeg je tot de herinnering : 'Je bent een zintuig. Je bent niet de boodschap. Je bent het kanaal, niet de stroom.' Het kruis op zich is dus ook een zintuig, een heilige taal. Het is niet de boodschap zelf, maar slechts de taal ervoor, het alfabet. Er moet met dit alfabet gewerkt worden. De iris werkt dus door een zeker abstract alfabet verder en dieper dan slechts het woord en de linguistiek. zintuigen van de tweede laag van de iris : 8. nummers 9. ruimte 10. geschiedenis Dan is er het zintuig van kleur, niet de kleur op zich, maar als middel, als zintuig. De mens is direct gericht op kleur, niet als kanaal. De mens maakt ingewikkelde kleursystemen en kleurklassen. Kleur maakt de mens hysterisch, en de mens kiest kleur, en is daarin verschrikkelijk racistisch. Hier komen de grootst mogelijke oorlogen over, maar kleur is een zintuig. Er is zeker een ingewikkeld kleursysteem in de gnosis, maar dat is gebouwd op gevoeligheid en kennis, en niet op emotie of cultus-mentaliteit. Wat de kleur van de clan is doet er niet toe. Alhoewel kleur dus belangrijk is, is het een zintuig, een middel, een brug. Het is een taal, en de boodschap moet ontvangen worden. 8. nummers 9. ruimte 10. geschiedenis 11. kleur Ook deze zintuigen kunnen door de armen en benen heenwerken, als 4-dimensionaal. Zo kunnen ze elkaar afstemmen. Onthoud dat je een levend en lopend stuk technologie bent. Alles heeft consequenties, en alles heeft oorzaken. Deze tweede laag van de iris heeft ook een kern. Alle objecten om ons heen bestaan uit vormen, en bochten, de curven, de afbuigingen. Deze zijn geen doel op zich, maar een taal, een zintuig. Het gaat erom de taal van de curven leren kennen, en daardoor ook groot onderscheidingsvermogen op te bouwen. Het leert de mens om niet rechtlijnig te denken, maar afbuigend, afscheidend en vermengend. Dit is het golvende denken, waardoor de boodschap binnen kan komen. De diepere kern hiervan is de punten. Ook de punten om ons heen vertellen een verhaal, zijn een hogere taal, een zintuig. De objecten om ons heen hebben hoeken, punten, als een beeld van 'einden'. Hier gaat het dus niet om zomaar wegbuigen of toebuigen, maar om beëindigen. Daar wordt je weer aan herinnert als je je eens stoot aan een punt, zo van "hey, wij zijn er ook nog." En "God zij dank voor de punten, de beëindigingen." Laat de punten maar over je heenkomen. Er is zoveel wat in de mens beëindigd moet worden. Het is als een drukkerij. Het is de printer van het menselijk lichaam. Hier ligt het geheim van de mentale daadkracht van de mens, het besluitingsvermogen. Het wekt hiervoor een speciaal hormoon op. Het is een medicinaal zenuwsap

wat neutraliserend werkt. Het versterkt het immunologisch systeem. Het gaat daar naartoe waar het lichaam het zwakst is. Dan zijn we nu aangekomen tot de kern daarvan, de temperatuur, oftewel het hart van de tijd. Temperatuur maakt de mens vaak ongemakkelijk, maar het is een taal. Telkens weer vertelt temperatuur grote verhalen en geeft boodschappen door, maar de mens vangt het niet op, vanwege dat dit zintuig ongeoefend is. Leer de temperaturen in je lichaam te onderscheiden en leer ermee te communiceren. delen : 8. nummers 9. ruimte 10. geschiedenis 11. kleur kernen : 12. curven 13. punten 14. temperatuur Het ontwikkelen van deze zintuigen leidt tot een nog hogere abstractie. Hoofdstuk 40. De Demonologie van de Iris Arenden die janken als katten. Het kan allemaal gebeuren in de demonologie. Demonen, oftewel buitenaardse, onderaardse en bovenaardse parasieten, doen bijvoorbeeld ook licht-aanvallen en geluids-aanvallen, van hele hoge sterktes, en omdat de mens dat niet op kan pikken vertaalt het zich in allerlei gebeurtenissen om ons heen. Toch is het belangrijk dat de mens hiervoor zintuigen ontwikkelt, alhoewel dat heel pijnlijk kan zijn. De mens kan het zo leren filteren. De sonische gebeurtenissen om ons heen, oftewel de verschillen in geluids-sterkte, vormen een taal, zijn een zintuig, zoals het verschil in licht-sterkte dat ook is. We spreken over nog een derde laag in de iris, onder de tweede laag : 15. lichtsterktes 16. geluidssterktes Juist de zintuigen hiertoe zullen de sonische en lichts-aanvallen kunnen neutraliseren, vertalen, en zo transmuteren. De demonoloog moet de verschillende lichts en geluids-sterktes in de ziel, in de geestelijke wereld, leren onderscheiden, en zien waar de demonische aanvallen zijn op dit gebied,

en hoe dit in zijn werk gaat. Patronen moeten hierin ontdekt worden. Telkens als een mens ergens kennis van probeert te krijgen komt hij op een punt waar hij het niet meer begrijpt. De weg loopt daar dan dood, of men is aan het einde gekomen van de haven-steiger. Ook dit is een zintuig. Het onbegrip, de onwetendheid, het onbekende, is een taal. Het is geen boodschap of doel in zichzelf. Er ligt dus nog wat achter de onwetendheid. De onwetendheid mag niet rechtstreeks, direct, gebruikt worden, maar alleen indirect, als kanaal. Daarom mag de mens altijd maar half weten, anders is er geen zintuig. Als de mens zijn hoofd stoot tegen een muur, een dichte deur, dan is dat het zintuig. Dit zintuig moet hij leren gebruiken, leren ontwikkelen. Het is een oefening. Je zegt dan : 'Dichte deur, je bent geen boodschap, maar een zintuig.' 15. lichtsterktes 16. geluidssterktes 17. onbegrip Zo kun je dan de moeilijkste personen en gebeurtenissen opsommen in je leven, en zij vormen jouw abstracte alfabet. Het zijn daarvan de abstracte letters, die je telkens weer kunt gebruiken. Het is als inkt in de drukkerij. Ze zijn dus niet zelf de boodschappen, maar je gebruikt ze om de boodschappen te zenden en te ontvangen. Het geheugen werkt dus zo dat er soms nare gebeurtenissen omhoog komen, maar dan zijn dit maar de letters in de boodschappen die door bepaalde combinaties de boodschappen vormen, maar zij zijn dus niet zelf die boodschappen. Er zit dus een bepaald patroon in. De herinneringen komen niet zomaar. Iemand probeert met je te communiceren, en gebruikt het voor de hand liggende materiaal. Het is de taal van het geheugen. Zo kun je dus ook de toonhoogtes van geluid als een zintuig zien, als een taal, bijvoorbeeld in muziek. 18. toonhoogtes Het gaat er dus om de grotere contexten te zien. Dingen staan niet op hemzelf. Ook de derde laag heeft kernen : 19. grootte 20. hoogte 21. dikte Als een persoon of herinnering in je gedachte je chronisch plaagt, dan is het dus het beste om tegen die persoon of herinnering te zeggen : 'Je bent geen boodschap, maar een zintuig, een letter.' En dan gaat het erom te leren wat deze letter dan is, en hoe het gebruikt dient te worden. Het komt dus uit een grotere context en is niets op zichzelf, maar alleen in samenhang met iets anders, een andere letter. Zo kun je bepaalde combinaties maken en kijken wat het dan wordt. Dit vergt oefening. Het komt niet zomaar uit de hemel vallen. Het zijn onderdelen van de zogeheten naradox, de schijnbare nutteloosheid, een zusje van de paradox, de schijnbare tegenstelling. Je loopt dus in gedachten naar een soort van type machine, en dan kijk je naar de toetsen, en dan zie je daar alle moeilijke personen van je leven of verleden, en ook alle moeilijke herinneringen. Gebruik ze. Maak er iets moois van. De mens gebruikt zo zijn oog voor minder dan één procent, en zo is het ook met de hersenen, dat de mens maar bar weinig van de hersenen gebruikt. En daarom is het ook zo'n enorme rotzooi en chaos op de wereld. De oppervlakkige mens gebruikt de ogen alleen voor het zien, en kijkt niet verder dan zijn neus lang is.

Als je dan door iets lastig gevallen wordt in je gedachten, misschien wel iets chronisch, vraag jezelf dan af met welk tijdsbestek dit heeft te maken en zie dit tijdsbestek als een abstracte letter van een hoger buitenaards alfabet, en probeer dit in verhouding te brengen met andere dingen die aan je trekken, die je ook ziet als een abstracte letter. Probeer dan gevoelig te worden voor de hogere buitenaardse communicatie die gaande is. Buitenaardsen zoeken altijd weer contact op deze manier, en dit is onlosmakelijk verbonden met de demonologie. De demonologie kijkt altijd naar het geheel, en communiceert altijd met het geheel, anders wordt de demonologie zo kortzichtig dat het de demonologie niet meer is. In de demonologie is er een belangrijke wet zeggende : 'Iets blijft je plagen, totdat je het leert gebruiken.' Het kan iets chronisch zijn, ja, omdat het een belangrijke abstracte letter is van de buitenaardse type-machine, een toets van de ultra-communistische demonologische computer die communiceert met de grotere contexten van het heelal. In Psalm 63 vindt David zijn toevlucht bij God, wanneer hij over God peinst in de nacht. Zowel in het Aramees als in het Hebreeuws schuilt David onder de rok van God, maar in het Aramees kan dit ook de schoot van God betekenen of de borsten van God, waardoor God als vrouw wordt voorgesteld in deze Psalm. In het Hebreeuws is deze rok gemaakt van veren. In het Aramees komt David tegen het plafond van God's schoot aan. De Westerse vertalingen hebben dit veelal allemaal vermannelijkt. God wordt overmatig voorgesteld als een man, maar in de Hadith van de islam staat dat het aantal mannen zal verminderen, en het aantal vrouwen zal vermeerderen, tot het punt dat er in verhouding voor elke man vijftig vrouwen zijn (Sahih Bukhari, boek 3). Hoofdstuk 41. Het Nachtparadijs in de Poëtische Psychologie van de Duizend en Eén Nacht Het leven houdt geen rekening met persoonlijke wensen. Het leven is meedogenloos. Het leven houdt geen rekening met mensen, maar met grotere contexten. Het schijnt dat het leven zich houdt aan hogere abstracte wetten waar de mens nog niets vanaf weet. De mens klaagt, weent, schreeuwt en schopt, maar het leven houdt zich als een stalen Hein. De levensgebeurtenissen en personages staan niet op zichzelf. Zij behoren tot een abstract alfabet, de taal van het leven. De mens moet deze taal leren. Alleen zij die de taal van het leven niet willen leren hebben een groot probleem, maar zij zijn ook onderdelen van de taal van het leven. Het leven is abstract, en het is goed voor de mens om dit vaak tegen zichzelf te zeggen. De mens moet hier telkens aan herinnerd worden. Demonologie zonder het profetische is waardeloos. Het profetische is de basis van de demonologie, maar wat is het profetische eigenlijk ? In structuralisme gaat het niet om de functie van een afzonderlijk object, maar om de samenhang, de structuur, waarin het object functioneert. Hierin is de semiotiek van belang, de studie van tekensystemen, van tekens en hun betekenissen. Dit zijn onderdelen van de micro-sociologie. Het leven is een dodelijk puzzelspel. Het is geen gezellige puzzel bij het openhaard vuur. De puzzel

moet binnen een bepaalde tijd gelegd zijn, en verkeerde combinaties kunnen fataal zijn. De mens kan het zich niet veroorloven fouten te maken, te zondigen, de puzzel helemaal verkeerd te leggen, want er staat teveel op het spel. Vandaar dat de mens mag terugkeren tot de leegte om het heilige en hemelse robotisme te ontvangen in een eeuwig toetsen. Ook dit is een belangrijk fundament van de demonologie en het profetische. Omdat al het toetsen subjectief is is het belangrijk om tot objectief toetsen te komen, en iets kan alleen waarlijk objectief zijn als het vanuit het grotere synthetische geheel wordt bekeken, waarvoor je dus eerst alle subjectiviteit moet loslaten. Als je nog materialistisch bent en aan dingen vastkleeft, aan stokpaardjes, vooringenomenheid, dan kun je niet toetsen vanuit de context. Vandaar dat de communistische en structuralistische dynamiek zo belangrijk is. Dit is een bepaalde ervaring die we de heilige gebondenheid noemen, waarin de mens aan zijn eigen wil sterft en komt tot de hogere kennis. Het lagere toetsen is een object van subjectiviteit wat losgelaten moet worden. De mens moet dus ook het toetsen toetsen, en dat ook weer toetsen, en geheel loskomen van de subjectieve objecten, om zo tot ultra-toetsen te komen. Dit zijn allemaal hogere ervaringen. Het is het eeuwige toetsen op Pniël, als de tranen van Jakob. Het eerste verhaal van boek 16 van de Duizend en Eén Nacht gaat hier ook over. Het gaat over na'ar Kain, oftewel de jonge Kaïn, die een mengsel is tussen Jakob en Job. Hij moet op zoek naar een medicijn voor zijn blinde vader, als een beeld van de onwetendheid. De vader is een beeld van de climax van de gevoeligheid, van de demonologie, maar het is weg, het is blind. De top is er vanaf. De na'ar Kaïn, oftewel de jonge Kaïn moet dus op zoek gaan naar het verloren oog van zijn vader. Hij ging hiervoor op het zwarte paard van de nacht tot de eindeloze wildernis die nog duisterder was dan de onwetendheid zelf, daar waar er geen verschil meer was tussen dag en nacht. Hij zwierf hier maanden rond. Het verhaal is poëtisch samen te vatten in een paar verzen : De Sluier 1. Hij op het zwarte paard van de nacht, die iedereen verblind. 2. Hij kwam tot de eindeloze wildernis, duisterder dan de onwetendheid. 3. En hij kwam tot een meer waar hij zijn kleren uitdeed. 4. En hij moest zichzelf verliezen om het verlorene te vinden. 5. De pijl zou alleen het hart van de waardige doorboren. 6. Je bent zelf de sluier van dit alles. Dit geeft dan ook meer diepte in de apocalyptische verzen over het zwarte paard in het NT : Openbaring 6 5En toen Hij het derde zegel opende, hoorde ik het derde dier zeggen: Kom! En ik zag, en zie, een zwart paard, en die erop zat had een weegschaal in zijn hand. 6En ik hoorde als een stem te midden van de vier dieren zeggen: Een maat tarwe voor een schelling en drie maten gerst voor een schelling; en breng geen schade toe aan de olie en de wijn. De weegschaal is een metafoor voor het toetsen, en het daarop volgende vers laat zien dat we hierin volledig de prijs moeten betalen, waardoor het toetsen geen schade oploopt, als beeld van het eeuwige, oneindige toetsen, het beeld van volkomen volharding. Deze loopt over in de eeuwige rust waarin de mens de levenskennis ontvangt wat de ogen opent. Dit is de grote ontwaking. Uiteindelijk komt de zoon van Adam, de na'ar Kaïn dan ook aan in een bloedrood nachtparadijs, waar het medicijn groeit dat ogen geneest. Dit beschrijft ook het pad van de moslim, die in de ramadan, als beeld van het heilige loslaten en achterlaten, wacht in de nachten op die ene grootse nacht, die bloedrode juweel van de nacht, de

zwavelsteen van Salomo, de kroon van de wijsheid, oftewel het nachtparadijs. Hoofdstuk 42. Vijf Belangrijke Ontmoetingen in de Ragnarok Een mens heeft een moeder nodig, en dat hoeft niet eens extern te zijn, maar intern. De mens is zowel het kind als de moeder. Dit zijn twee dynamieken binnen de mens. Door de moeder dynamiek kan de mens zichzelf onderwijzen, maar dan is het dus wel belangrijk dat de kind dynamiek op waarde wordt geschat. Het spreken moet daarom samenwerken met het horen, anders is er geen basis voor de boodschap. Het kind is de receptor. Het kind moet dan opgroeien om zelf als een moeder te worden, zodat er een nieuwe kind dynamiek ontstaat, en dit gaat maar door. Dit is hoe een bloem groeit. In die zin leidt het kind ook tot de moeder. Maar als het kind dan opgroeit moet het kind ook het kruis leren kennen, en het kind zal onherroepelijk komen tot het ijs en de duisternis om zo tot hogere werelden te komen. Het kind moet zichzelf leren kennen, maar ook zichzelf verliezen. Het kind moet volwassen worden en loskomen van de lichten die het verblindt. Het kind moet de duisternis leren kennen, en zo ook het ijs wat het kind daartoe drijft. Dat is de Ragnarok ervaring, en die leidt tot persoonlijke bewustzijnsverruiming. Het is als een mind-altering drug, en dat moet ook wel, want het verstand van het kind was zwaar corrupt gemaakt. Het kind moet zo leren door het systeem heen te prikken waarin het opgroeide, om zo tot hogere systemen te komen. Ragnarok, het tijdperk van ijs en de duisternis, is hierin dus een gids. We hebben dan een moment in ons leven waarvan we kunnen zeggen : 'Nu is het Ragnarok aangebroken.' Maar zoals gezegd is het Ragnarok een zekere magische ijslijm die ons leidt tot een hogere vibratie, een zekere trance, als de heilige bevrorenheid. In het judaïsme is dit de exodus, en in de islam is het de ramadan, maar het komt op hetzelfde neer. Het is het gaan over de brug. Het Ragnarok kan heel verwarrend zijn, want je gaat door ijs en duisternis, en tegelijkertijd is het de strijd tegen je lagere natuur, je slapende ego die maar niet wil ontwaken, en dat wordt weerspiegeld door de mensen om je heen die niet willen ontwaken. Dit moet je echter niet als een excuus aandragen om zelf ook niet te hoeven ontwaken, het 'gij geheel anders'. Het is een test, en ook Yeshua ging hier doorheen in de mythe van Getsemane, want terwijl hij waakte en streed sliepen zijn discipelen. Hij moest helemaal alleen door de donkere nacht heen. We voelen ons daarom ook soms alleen en onbegrepen, omdat het collectieve ego slaapt. Dit is een strijd waarin we niet moeten opgeven. Het mag voor ons geen excuus zijn om dan ook maar in slaap te vallen. Als bepaalde mensen veel invloed op je hebben en je in slaap proberen te laten vallen, net als hen, dan is het soms belangrijk met zulke mensen wat stappen terug te doen, of je van hen geheel af te zonderen. Dat kan niet eens altijd, want de mens leeft ook in een bepaalde kooi. Ook dat is een onderdeel van het kruis. En als het dan wel lukt dan is dat als een doorbraak van het Ragnarok. Vroeg of laat komt het Ragnarok, want de ketenen tussen mensen duren niet altijd voort.

Als alles dan lang duurt, zo lang dat het onmenselijk is, dan mogen we beseffen dat tijd niet bestaat. Tijd is een illusie. Het is slechts het lesmateriaal waardoor we heen bladeren. Dat mag de mens leren oppikken. Soms roept de mens : 'Maar dit kruis is onmogelijk, dit kruis is ondragelijk.' Maar alleen zo kan het ego sterven. Alleen zo is de mens beschermd tegen de misleidingen van de vijand. Ragnarok is verschrikkelijk, maar leidt tot een nieuwe morgen. Kunnen wij de nachtmerrie als vriend hebben ? Kan de nachtmerrie onze onderwijzer zijn ? Als we in de nachtmerrie van het Ragnarok zijn aangekomen, dan zal dit ons leiden tot nieuwe dromen. Nachtmerries zijn bruggen hiertoe. Wij mogen op deze bruggen diverse belangrijke personages ontmoeten die bepaalde sleutels dragen op deze bruggen, namelijk het personage genaamd de Dankbaarheid, en het personage genaamd de Volharding. Ook is het personage genaamd de Ongelijkvormigheid dus heel belangrijk, zoals gezegd, wat ook een doel van de Ragnarok is, want wij mogen niet gelijkvormig worden aan dat wat om ons heen is. Romeinen 12:2 En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene. Ragnarok maakt de mens uniek en creatief. Op de bruggen is het ook belangrijk een ontmoeting te hebben met het personage genaamd de Context, en het personage genaamd de Reset. I - De Reset II - De Context III - De Ongelijkvormigheid IV - De Dankbaarheid V - De Volharding Dit zijn vijf belangrijke personages in de Ragnarok. Zonder de Ragnarok zouden we deze personages niet kunnen leren kennen. Hoofdstuk 43. De Symboliek van de Tweede Wereldoorlog Ragnarok leidt tot het ijs en de duisternis, opdat het ijszicht en het nachtzicht wordt ontwikkeld, en leidt zo tot diepere leegte die zijn climax krijgt in de vergetelheid. Dit is het geheim van het ontstaan van de eeuwige en eindeloze Yggdrasil boom, die dus voortkomt vanuit de vergetelheid. Hierin heeft de mens een schuilplaats. Yggdrasil verbindt alle losse brokken aan elkaar, als de boomlijm van het ijs. Ragnarok is uitgezonden om af te rekenen met het kapitalisme en zal hierin slagen. Het overblijfsel hierin zal geleid worden tot de wereldboom, Yggdrasil, die alles met elkaar verbindt, als een beeld van het communisme. Het communistische beginsel is dus een noodzaak om te kunnen overleven in Ragnarok, maar het kapitalistische ego met de oogkleppen op zal moeten sterven. Er zal dus een grote eindstrijd zijn tussen kapitalisme en communisme, en ook corrupt communisme is een vorm van kapitalisme. Communisme, het gelijkheidsprincipe, wat opkomt voor de lagere klassen, mag niet orthodox zijn, maar alleen esoterisch. De grote communistische machines zijn de machines van

de grotere context. Als men in Yggdrasil tot 'God' wil komen, dan moet men beseffen dat Kennis 'God' is, en dat het geen persoon is maar een principe. Het is niet persoonlijk, maar structureel en contextueel. Zo wordt men ingewijd in de energie van de boom. Yggdrasil staat dus ook voor het verzoenende kruis, waarin het overblijfsel met elkaar wordt verzoend, als beeld van de bruggen tussen principes binnen de context. Het gaat niet om de personen, maar om de principes. Zo gaat de herder dus op zoek naar het verloren principe in Ragnarok, om het weer terug te nemen tot Yggdrasil. De boom is ook een beeld van de behoudenis in het Eeuwig Evangelie en het Boek der Roependen. Het gaat om het vinden van de literaire structuur, verloren proza. Een mens mag zo een liefhebber worden van de literatuur, om niet in allerlei overmatige drama terecht te komen. Leven van de verzen van de boom kan het hoofd bewaken, en het hart leiden. De kern van het ingaan in het beloofde land was in principe het ontvangen van de wet, het komen tot de context van principes, als het boek Deuteronomium, wat de tweede wet betekent. Zo loopt dus eigenlijk de boom des levens, wat zijn hoogtepunt heeft in Salomo die het communisme onder de goden herstelt. Dit gaat dan om de demonologische en economische wetten die de mens dienen te beveiligen. Deuteronomium is de wetten van het communisme. Dit mag dus geen nationaal communisme zijn of nazi, maar demonologisch communisme. Het is progressief, creatief communisme. De Tweede Wereldoorlog was een reflectie van de dogmatische Katholieke-Protestantse ballingschap waarin de mens leefde. De mens leefde in de middeleeuwen al onder nazionderdrukking door de totalitariaanse kerk die absolute gehoorzaamheid vroeg. Dit was het religieuze kapitalisme en monopolisme. Er was een grote uittocht hieruit door het opkomende communisme, maar toen sloeg nazi Duitsland toe. De mens leefde voort in de dogmatische ballingschap, want het nazisme was gewoon een andere strategie van dit monster. De mens was in de klauwen van een octopus, en nog steeds. Dit monster wil politieke macht door welke principes dan ook. Het heerst door bedrog. Het ontwikkelde zich steeds meer tot een medische macht, een medische dictatuur. Het is nog steeds de Romeinse hamer die de mens slaat. De mens leeft in slavernij tot dit monster. De mens is nooit uit de Romeinse ballingschap gekomen. De duivel is zo diep doorgedrongen dat hij zichzelf legaal heeft gemaakt. De slavernij van de mens is een 'legaal' feit. Natuurlijk is het in de demonologie illegaal en demonisch. De mens moet nog steeds bevrijd worden. Er moet nog steeds een exodus komen uit het Romeinse rijk. Toch is dit al in de geschiedenis gebeurt, maar de mens heeft het niet begrepen. De mens neemt alles materialistisch en niet esoterisch. D-Day is al geweest, maar hoe ging dit precies ? Het antwoord hierop is zeer zeker niet eenvoudig. We moeten hiervoor heel ver de geschiedenis in. In het jaar 64, ten tijde van Nero, werd Rome grotendeels verwoest door een vuur. Natuurlijk herbouwde Rome zich toen weer, maar het is belangrijk dit vuur te begrijpen in symbolische zin. Rome had veertien districten, waarvan tien waren verwoest, wat dus meer is dan twee derden. Symbolisch gezien is het derde deel wat overbleef dan het overblijfsel wat opgesloten was in de Romeinse ballingschap. Dat zijn dus jij en ik. Als de mens dit door zal hebben zal Rome weer branden. Het jaar 64 is dus zinnebeeldig gezien een belangrijk jaar. We kunnen dus zo stellen dat ook bepaalde gebeurtenissen in de geschiedenis lenzen zijn die zichzelf ombuigen en projecteren in de opvolgende geschiedenis, zoals het Romeinse Rijk zich voortzette in Nazi Duitsland en toen werd tot de medische kleptocratie. En we kunnen zo ook stellen dat zekere gebeurtenissen in de geschiedenis al cryptisch de oplossing bevatten, zoals het afbranden van Rome in 64. Ook dit is een vorm van het preterisme waarin er wordt verondersteld dat de apocalypse al in de geschiedenis heeft plaatsgevonden, en waar de mens deel aan heeft naar de mate waarin de mens hier gnosis over ontvangt. Vandaar ook dat een ieder mens persoonlijk het vuur van 64, van de afbranding van Rome moet ontvangen, opdat zijn kapitalistische ego hierdoor kan afbranden, en de mens ook persoonlijk vrijgezet kan worden van het collectieve kapitalistische ego. Dit heilige vuur is een natuurvuur, hoger dan het hart, en stroomt vanuit Yggdrasil, opgewekt

in het ijs van Ragnarok, want uiteindelijk zal het ijs gaan branden, en zal Surtr de vuurreus met het vlammenzwaard terugkeren om alles in brand te zetten. Hij is de vijand van de goden, en zou in de Ragnarok met zijn kinderen en de troepen van de godin Hel (Noord-Germaans, of Hela, ZuidGermaans) de godenburchten van de godenwerelden aanvallen. Surtr en Hel hebben hiervoor een enorm schip gebouwd, de Naglfar. Zij zullen de werelden en hemelen en de bruggen ertussen doen afbranden, om het te laten wegzinken in de zee. Surtr betekent 'zwart' en hij is een expert wanneer het aankomt op vuur. De reus is een symbool van de context, van het communisme. De Ragnarok is de grote eindstrijd tussen de goden (kapitalisme) en de reuzen (communisme). Het vuur is geen daadwerkelijk vuur, maar de scheppings-energie die alles vertaalt. Het is een symbool van de etymologie. Surtr moet dus in een literaire context en betekenis worden geplaatst. In dit proces wordt er een nieuwe wereld geschapen, oftewel geopenbaard. Een demonoloog moet het hogere vuur kennen, niet materialistisch, maar metaforisch. Het is het vulkanische vuur van de onderwereld wat wordt opgewekt in de ijs-principes van het Ragnarok, als een bron-energie, de kern-energie van het bestaan. Het is dus altijd verbonden aan ijs. Het komt vanuit de boom Yggdrasil, de wereldboom, ook een beeld van het communisme, en is dus ook altijd verbonden met de natuur. De boom wortelt, groeit aan twee kanten, en verbindt de werelden met elkaar, reikt uit tot de onderwereld en tot de bovenwereld, als voortgaande vertaling en teruggaande vertaling. Het kent de technologie van het ware vuur, en is tegen het corrupte, materialistische vuur. Vuur is de lust van het vertalen, van het bestuderen. De komst van Surtr en Hel met hun troepen op de grote onderwereld schepen in de climax van het Ragnarok is dus de ware D-day, de dag waarop president Eisenhower ver over de honderdvijftigduizend liet aankomen in het door de Nazi's bezette gebied van Europa om het overblijfsel van het volk te bevrijden, de dag waarop Rome in vlammen verging. Het is dus niet iets materieels, maar iets geestelijks, een visioen. Op zichzelf genomen was d-day een dode mus, want Europa is nooit bevrijd geworden, en ging nog dieper de ballingschap in onder de medische dictatuur. D-day moet dus nog steeds komen. Hoofdstuk 44. De Strijd Tussen Vuur en IJs Wat is bevrijding eigenlijk ? Ontmaskering is al de helft van de bevrijding. Vertaling is de andere helft. IJs en vuur zijn een groot kruis. Zij strijden tegen elkaar en zij strijden samen tegen de goden. Het kruis van ijs en vuur brengt juwelen voort, iconen, ook wel de muskus-lokogamen genoemd. Dat zijn de zg. boven-emoties, boven de strijd tussen vuur en ijs, als iconen van de Yggdrasil, boom-iconen. De Muskus, oftewel dat wat boven vuur en ijs is, wordt veel besproken in de Tweede Bijbel. Het is dus een soort schuim of kruid wat zowel vuur als ijs neutraliseert, en dus zeer belangrijk is om te overleven in de Ragnarok. Lokogamen is een woord voor 'sieraden van het kruis', 'vruchten van het kruis', dus het komt je niet zomaar aanwaaien, maar je moet het verdienen en ontwikkelen, door het kruis heen. Het geheel van muskus-lokogamen is het juweel van de heilige armoe, de Oembugoe, wat een natuur-juweel is. Dit juweel is 14-delig, en wordt besproken in de Tweede Bijbel :

1. Laafte 2. Lipse 3. Leefse 4. Linkse 5. Spaakse 6. Li'èsse 7. Dilip 8. Dilippe 9. Spuzaas 10. Spuzan 11. Spuzanne 12. Spuzoem 13. Spuzoeme 14. Spuzamen De Surinaamse bijbel binnen de Tweede bijbel bespreekt deze boven-emoties : De mens moet eerst komen tot de geslachtsloze leegte, de Zolt, waarin de mens alle valse mannelijkheid en vrouwelijkheid moet loslaten. Het moet afsterven. Er is dus geen ruimte meer voor geslachtelijke leugens. De lagere aardse gewesten hebben het mannelijke en vrouwelijke helemaal verdraaid lopen doorspiegelen, ontrouw aan de bron. In de dieptes van de Zolt leegte komt de mens vrij van het valse vuur en het valse ijs. De Oembugoe wordt hierin geopenbaard. 1. Laafte Laafte wordt ook besproken in de Engelenbijbel van de Tweede bijbel : "Tot Laafte zult gij gaan, om haar sieraden te dragen. Zij dan zal u dopen in haar poel van schoonheid, en zij zal u meenemen tot in haar dieptes." Schoonheid is in de engelenbijbel een kwaliteit die leidt tot de boom, oftewel tot het centrum van alle dingen. Het is een ontwakende factor die doet ontwaken, dus het is niet iets oppervlakkigs zoals in de lagere aardse gewesten om mensen blind te houden, want dat is de valse schoonheid. Het gaat om de 'schoonheid van de armoe' in de engelenbijbel, niet de materialistische, bedriegelijke 'schoonheid'. De schoonheid van de armoe is een geestelijke weelderigheid die wijsheid brengt. De weg tot Laafte in de Engelenbijbel is Loofte. Loofte is de sleutel tot Laafte. Loofte is het eerste deel van het sieraad boven liefde en haat, de Oeberber. Dit zijn de 46 berber-lokogamen. Dit is ook een juweel van armoe. De engelen-bijbel zegt hierover in het boek 'Bashram': "Verheft uw harten tot de Heere, gij die zijt aangekomen. Trouw hebt gij Hem bewezen, en Hij heeft trouw aan u bewezen. Komt dan nader opdat gij uzelf baadt in de poel van schoonheid. De Heere heeft uw zachtheid voor Hem gezien, en heeft u veelvuldig zachtheid geschonken. Zo doet ook de Heere trouw aan uw beminden. Rust dan in Hem, gij die aan Zijn poorten klopt, want met genade zult gij binnengaan tot de poelen van Loofte. Ja, tot Laafte zult gij gaan, om haar sieraden te dragen. "

Er is ook een boek genaamd Loofte in de Engelen-bijbel : Loofte 1. 1. Uw pijn zal tot schuim worden in de tuin des Heeren. Tot de tuinen der engelen zult gij gaan en tot hun paradijsen. Zij die op de eilanden der engelen zijn groeten u. De Heere vervulle u met schuim, de Heere vulle u met honing en melk, daar gij de Heere vrijmoedig trouw zijt geweest. Overvloedig zal Hij u vullen, gij die Hem getrouw zijt. De Heere zal u macht geven over de haaien der aarde en onder de aarde. Ook zal Hij u de sleutels geven van de putten der Dana'iden en de putten der haaien. Gij dan wordt beschermd tegen hun verblindende lichten, want de Heere heeft u gesluierd. 2. Hier zal uw schuim rijp worden. Legt dan uw sluiers af, gij die tot de Heere bent gekomen en tot de bronnen van warmte, die de warmte der engelen is. De Heere dan doet niets zonder Zijn engelen. Zij dan dragen Zijn naam. De Heere neme dan uw sluiers af, en verlichte uw verstand. Ook zal Hij de sluiers van uw geweten afhalen en het verlichten. De Heere dan is goed. Zijn Naam zij geprezen tot in de eeuwigheden der engelen. Hij laat het schuim rijp worden op Zijn schalen en vermengd het met het zaad en de honing der engelen. Zo worden vele dingen van waarde geschapen. De Heere dan is goed. Rijs dan op voor Zijn Aangezicht en kom nader. Hij zal de sluiers van Zijn gezicht weghalen. 3. De Heere is goed. Gij hebt niets te vrezen. Hij kent Zijn dienaars bij name. Tot de tuinen der engelen heeft Hij u gezonden. Hij zal u daar geheimenissen leren, en wegen tonen. Hij heeft uw harten gewogen tegen een veer, en Hij heeft de koorden van engelen die u draagt gemeten. De Heere dan is goed. Gij hebt niets te vrezen. Zalig zijn zij die in Zijn Naam tot Zijn poorten komen. Hen wacht zaligheid en heerlijkheid voor hun zielen. De Heere geeft hen welgemeend van het goede en overvloedige van Zijn tuinen. De tuin draagt de kroon, en haar wachters groeten u. Welgemeende passen maken zij tot u. De Heere heeft hun harten vervuld en zij geven van hun overvloedigheid. 2. 1. De tuinen van Loofte zijn vol van het schuim des Heeren. Vol van het schuim der engelen is zij. Zij kent de wegen tot haar geest, en haar ziel is met heerlijkheden vervuld. Haar wachters groeten haar, en maken welgemeende passen tot haar. Ook maken zij de gebaren der engelen. In tekens spreken zij tot haar. De tuinen van Loofte zijn vol van genade. Zij kent de wegen en paden tot haar Heere. Zij spreekt met zachtheid en zoetheid. Vol van schuim is haar genade. Genade heeft zij bewezen tot velen. Een rustplaats der engelen is zij. 2. Zij onderwijst haar dienstknechten door heerlijkheden tot hun zielen te brengen, en door hun geesten te verkwikken met het brood der engelen. Als in het brood der engelen gaat zij gekleed, en zalig is hij die haar geheimenissen weet te ontbloten. Haar dienstknechten verzadigt ze door welgemeende passen te maken. Ook maakt zij welgemeende gebaren waarin zij tot rust komen. Legt dan uw zwaarden af, want gij zijt genaderd tot Loofte. Legt dan uw helmen neer, want zij zal u zijn tot een visioen der engelen. Alleen tot engelen nadert zij, tot hen die haar armoe in overvloed dragen. Zij kennen haar welgemeende kussen en haar welgemeende opvrolijkingen en gezegdes. Zij dragen haar woorden en manieren in hun hoofden en harten, en zij kennen haar wijsheden en de kennis die zij draagt. 3. Gij zijt genaderd tot Loofte. Zij is genaderd tot u, om welgemeende passen te maken, en welgemeende gebaren. Haar woorden en manieren reiken tot in de dieptes van uw ziel, en de wegen tot uw geest kent zij. Overvloedig komt zij tot hen die haar dienen. Overvloedig kent hij hun namen.

Zij omgeeft hen met haar zachte lichten. Boven liefde en haat vinden zij haar paden. Oprecht gemeend zijn haar kussen. Oprecht gemeend haar bewegingen. Zij schenkt Waarheid aan hen die haar in Waarheid dienen, maar zij misleid hen die van bedrog leven. Vrees haar, gij die haar oprecht dient. Dan zal zij uw hart verlichten. Het boek 'Engelen en Demonie' zegt over Loofte en Laafte : "Er is een strijd op de aarde genaamd liefde tegen haat ... Kunt u voor uzelf wat voorbeelden bedenken waarin liefde achteraf haat bleek te zijn ? En kunt u ook voorbeelden bedenken waarin haat achteraf gewoon liefde was ? Het is een strijd die ons in grote verwarring kan brengen, en een onderdeel van de Romeinse arena ... Aan welke kant van deze strijd staan wij, en in hoeverre hebben we de maskerades hierin door ? Liefde en haat zijn twee hele bekende en ook twee beruchte emoties ... Emoties die ons heen en weer kunnen slingeren, en die ons ook gevangen kunnen houden ... De dualiteiten en paradoxen waarin we leven zijn interessant om uit te werken, maar oorspronkelijk, in hun canonitische zin zijn het ook weer kooien die ons tegenhouden te groeien. Al die basisemoties zijn uiteindelijk niets dan obstakels. Onze taal is te oppervlakkig, en tegelijkertijd onze handicap, want de taal is het voertuig van de geest en die is zo beperkt. Daarom moeten we voor ons eigen behoud de namen in onze taal integreren van de emoties die boven de strijdende basisemoties liggen, maar ik ben me ervan bewust dat die verzegeld zijn. Loofte is de emotie boven de strijd tussen liefde en haat. Deze strijd was slechts een cocon. Laafte is de entiteit boven de strijd tussen warmte en kou, als de vrucht hiervan. Wij hebben de polen nodig om te groeien ... Beiden zijn belangrijk ..." En : 'Gij moet rennen,' sprak Christus, 'want het vuur van de liefde is naar u op zoek ... Kom dan tot Loofte ...' Christus leerde de boven-emoties kennen in Zijn Hemelvaart ... Er is een boek in het Eeuwig Evangelie dat gaat over de reis van Christus door de hemel ... Dit wordt genoemd het Hemelboek van Christus, oftewel de Takalan ... Door de Takalan kan een christen nu eens echt de Voetstappen van Christus bewandelen, en niet in één of ander snel cirkeltje blijven rondrijden.' In het boek de Takalan van het Eeuwig Evangelie wordt Loofte besproken in de hemel-mythe van Christus : 1. 1. De baard van Christus leek een stukje gegroeid te zijn toen hij in de hemel aankwam, en allereerst zag hij daar de rivieren. Een engel kwam op hem af met de vleugelen als van insecten. Het was alsof hij ineens was omhuld door een zachte baard, als de baard van Abraham, en honing droop hier. Overal waren tuinen, waar vruchten tezamen groeiden met drop. En Christus begon te lachen, en riep tot Zijn vader. 2. 'Moeder wacht op u,' sprak de engel. 3. 'Waar is vader ?' vroeg Christus. 4. 'Die is er nu niet,' sprak de engel. 'Die is … Weet u het ? Die is dood. De vader stierf voor u. Hij stierf met u, en is nog niet opgewekt.' 5. 'Hoe wordt hij opgewekt ?' sprak Christus. 6. 'Gij zult de weg tot de diepste hemel moeten begaan,' sprak de engel. En de engel leidde Christus tot een enorme gouden rivier. 'Wast u dan in deze rivier,' sprak de engel, 'en overbrug deze rivier, want zij bewaakt de zilveren rivier en de holle boom, de boom des hemels, vanwaar de Geest als een Duif werd uitgezonden om u op te wekken. Zo zult gij wederom tot deze plaats moeten gaan, om de Geest uit te zenden om uw vader op te wekken. Moeder wacht op u. 6. De gouden rivier draagt dan dit geheim, dat aan de overkant aan haar kusten het Loofte groeit, als een medicijn tegen het onstuimige van liefde en haat. Loofte is dan de wet des hemels. 7. Gij zult boven de strijd tussen liefde en haat moeten uitstijgen, om gebonden te worden in de wetten des hemels, als het koude

geweten en het kruid van ijs. Het hemels ijs zult gij binnentreden, door loofte, en gij zult zien, de eeuwige vlam. Maar weet, mijn kind, dat ook de strijd tussen vuur en ijs een strijd is waar gij bovenuit moet strijden. Samsael ben ik, een dienstknecht van Uw vader. Het genezings-werk van de vader is begonnen. Zijn oog zal hersteld worden, en de moeder zal over Hem zijn, de Geest. Zij verlangt Hem te zalven en te redden, ja, op te wekken van deze starre dood. Gij bent het Liefdeskind daartoe, oh Christus. Gij bent gezonden om uw ouders te redden. Ik draag het vaandel hiertoe. Ik heb u gezalfd daartoe, aan de wieg van uw bestaan. Ja, God's genade is op U. Op U rust Zijn Zegen en Zijn licht. En Christus wandelde over de gouden rivier, en hij zonk niet. En de golven waren hevig als de golven van een woeste zee. En een vogel kwam tot Christus, die was als een vliegende vis. En de vis was als van goud, en nam Christus mee over de rivier. En Loofte nam Christus in haar op. 'Ziet dan, Ik heb mijn gouden vogel tot u uitgezonden,' sprak Loofte. 'En deze is genaamd Zerrum, als uitstijgende boven de strijd tussen leugen en waarheid, en ziet, zij is het raadsel, een raadsel opgeborgen in de hoogste hemelen.' En de vogel was als een arend en een uil. 8. 'Ik ben de wet des levens,' sprak Loofte. 'Uw moeder wacht op U. Ik ben de keizerin des hemels, Uw schild en Uw vertrouwen, een dienstmaagd van Uw moeder. Kom, laat mij U leiden tot de rivier van zilver.' En de rivier van zilver was als een zee, onstuimig als een kudde strijdende herten. En Christus werd door Loofte in de rivier gedrukt. 'Zwem, Mijn Zoon, en ga op zoek naar Uw moeder,' sprak ze. 'Zij woont in de boom des hemels, achter de rivier.' En Christus werd duizelig, en staarde als in een holle boom. En de boom zweefde boven de rivier, en veranderde in een lange paal met een ei in het midden. En Christus probeerde de paal te grijpen, maar greep steeds mis. En zo zwom Christus vele dagen in de rivier die als een zee was, en begon uiteindelijk honger te krijgen. 9. En Christus riep om Loofte, en zij kwam Hem tegemoet. En zie, zij wandelde op de rivier, en trok Christus uit het water. 'Op het zilver kunt gij niet wandelen, Zoon. Gij hebt een vrouw nodig,' sprak ze. En Christus was in haar armen, en hij vroeg om Zijn moeder. En een grote storm kwam op de rivier, en het hart van Christus begon te smelten. En hij riep het uit, terwijl Loofte hem vasthield. En grote vissen kwamen op van de rivier. Dit gaat over in hoofdstuk 2, het verhaal van de bijenprinses. 3. 1. En Christus werd wakker in de armen van Loofte, en hij zag Zijn moeder. En de boom droeg de oranje zee van vuur, als een oranje zon. En zij was als een poort tot het natte bos. En de schepen op zee waren rijk, en zij droegen de sprookjes des hemels. En in de boom waren de honing-dwergen. En Christus voerde lange gesprekken met hen. En zij waren dienstknechten van de moeder. En zij bedekten zijn lichaam met hemelse honing, zodat hij de oranje zee van vuur kon overzwemmen. Maar kwallen begonnen de laag honing aan te vreten, en beten hem. En demonen vochten om zijn lichaam. En de demonen die de hemelen bewoonden voerden hem naar een paal, waar zij hem aan spietsten. En kwallen namen bezit van zijn verstand, en hij werd als een wilde. Maar hij stierf niet, alhoewel hij begeerde te sterven. En hij schreeuwde : 'Moeder, moeder, waarom hebt gij mij verlaten !' 2. En zeemeerminnen vonden zijn gespietste lichaam, en zalfden hem. En alhoewel ze hem niet van de paal konden loslaten, bewaakten ze de paal dag en nacht. Dan gaat het over in hoofdstuk 4, het verhaal van de windemelk. Het is daarom belangrijk om door Loofte te gaan tot Laafte. Laafte wordt in de Tweede bijbel besproken als iets wat komt na sneeuw en bittere kou, als één en al zachtheid waardoor je boven de strijd tussen kou en warmte komt. Het is een energie van zachtheid en veren die door je benen heenstroomt, en ook je armen. De Surinaamse bijbel zegt over Laafte als temperatuurloze vloeistof : Dit is de eerste stap om leeg te worden van elke vorm van ijs en vuur. Ook dat moeten we afleggen.

Zo kunnen we dieper de leegte in, niet tegengehouden door ijs en vuur. We komen hier dus tot de temperatuurloze leegte die zich uit in een soort vloeistof. 2. Lipse De Surinaamse bijbel beschrijft het als kleiachtig, de nieuwe aarde. Ook deze aarde is temperatuurloos. 3. Leefse Dit zijn de energieën van beesten. 4. Linkse De verzoening van het vrouwelijke, de relaties tussen vrouwen die het zuivere mannelijke voortbrengen. 5. Spaakse De plakkerige substantie van de oerwouden. 6. Li'èsse De vruchtbare, zaaddragende wateren van de dieptes van Zolt, de geslachteloze leegte. 7. Dilip De winden van melk, de vruchtbaarheid van de vrouw, en ook : de verdonkering van de vrouw. In de lagere aardse gewesten is er veel racisme naar donkere vrouwen. De stad zegt : "hoe lichter, hoe witter, hoe beter." Witheid van vrouwen is een status-symbool in de stad. De iets donkere vrouwen van de stad zijn zelfs racistisch naar de nog donkere vrouwen van hun eigen ras, maar in de Surinaamse bijbel wordt gesteld dat donkere vrouwen belangrijk zijn voor de vruchtbaarheid en de immunologie van de aarde. Dat hoeven we niet te gaan materialiseren. Het gaat om het geestelijke. Het is een symbool van de verduistering van Ragnarok die terugleidt tot de hemelse boom, de Yggdrasil, als een beeld dat de mens teruggaat tot de boven-emoties. 8. Dilippe Het overwinnen van de eenzijdigheid door de meerzijdigheid. Eenzijdigheid is de oorzaak van corrupt vuur en ijs geweld. Het geeft de mens een heet hoofd en een koud hart. De meerzijdigheid is de bron van openbaring. 9. Spuzaas Het medicijn en de bescherming tegen vraatzucht en hebzucht. Vraatzucht is het overconsumeren, waardoor je meer neemt dan je nodig hebt. Mensen doen dit voortdurend, en dit uit zich in overmatig vuur. Spuzaas neutraliseert dit. Het is een boomschuim. 10. Spuzan Het ijs dat tot de leegte leidt. Dit komt ook terug in Ragnarok. Het ijs leidt tot de leegte, waarin

hogere kennis opgeslagen en geopend kan worden, als een archief. Dit zal een hoger verstand brengen. Het ijs en de daaropvolgende leegte zullen een grote opslagplaats zijn. 11. Spuzanne De leegte die tot de melk leidt. De leegte zal een nieuwe melk opstuwen. Dit betekent ook het herstel van de oermoeders. 12. Spuzoem De melk die tot het hogere vuur leidt, stelt de Surinaamse bijbel, als een metafoor. Ook dit komt voor in Ragnarok. Het ijs zal de heilige metaforische vlam doen ontwaken, door de oermelk. Zo zal de valse vlam niet kunnen opkomen, en blijft het vuur heilig. Dit is de metaforische vlam van Surtr, de vuurreus, die de wereld zal vernieuwen. De oude schepping zal vergaan. De brug tussen de mensenwereld en de oude godenwereld zal verbroken worden door Surtr en zijn vuurzwaard. Vuur en ijs gaan dus een andere betekenis krijgen in de boven-emoties. 13. Spuzoeme De zeebrug. 14. Spuzamen De vernieuwing van het geheugen, de opslagplaats. Dit zijn dus de veertien muskus-lokogamen boven de strijd tussen vuur en ijs, die dus belangrijk zijn om beveiligd te zijn tegen demonische aanvallen van vuur en ijs. Het Eeuwig Evangelie zegt over de Muskus : "De Muskus is een dieper en hoger deel van God, de Arme. De Muskus haat het welvaartsevangelie en haar markt, en zal zich openbaren om dat evangelie aan de kaak te stellen. De Muskus is een pad voor de mystiekeling. De Muskus is het arme deel van God als fundament van het kruis. De mystiekeling gaat de hogere weg van God om uiteindelijk bij God's verborgen traan te komen. Zij weten dat zij door de Armoe tot de diepere kruizen des Heeren en der hemelen kunnen komen. Zij hebben zich teruggetrokken om zich te wijden aan geestelijke oorlogsvoering en groei. Het is voor hen die als de engelen zijn geworden in hun wandel met God. Zij zijn tot de boom van de Karmat gekomen, de boom van Armoe, en hebben van haar vruchten gegeten. Deze boom is het kruis der armen en mystiekelingen. De eerste bediening van Muskus is de oorlogsvoerende. Zij leren dat de geestelijke oorlog heilig is, en zij strijden met heilige wapenen. Het slagveld der hemelse gewesten is hun tempel. Zij leren de wapenrusting kennen, en de wapenrusting van de armoe. De tweede bediening van de Muskus is de wapendrager. Hij moet de diepere arsenalen leren kennen, en is tevens een wachter, een beschermer van die arsenalen, waartoe hij de sleutels draagt. De wapendrager dient hierover veel profetische informatie te ontvangen, en dient dicht bij de Muskus te leven, als een arme. Zij die in rijkdom leven kunnen en mogen dit vuur niet ontvangen. Het gaat om de nederigen, en zij die de minste willen wezen, de minore. Het arsenaal is heilig voor de wapendrager van de Muskus. Hij ziet zijn geheugen als heilig, en is heilig in het uitzoeken van de wapenen, die hij eruit pikt door de profetische gave. Zijn geheugen is zijn arsenaal, en zijn herinneringen zijn zijn wapens. Hij draagt de wapens over aan de strijder van

de Muskus. Hierdoor is hij een middelaar. De derde bediening van de Muskus is de geneesheer. Veelal werkt hij met het kruis, omdat het kruis genezing brengt. Hij draagt de arsenalen en geheimen van genezingsmiddelen met zich mee, zoals de schatten van de Karmat. Hij weet dat genezing heilig is, en alleen kan gebeuren in de tempel en tabernakel. Wel is er aan elke genezing een prijs verbonden, in de vorm van lijden, dat vroeg of laat geopenbaard wordt. Genezing is verbonden aan het kruis, en mag daarvan niet losstaan. Zo is het toedienen van genezing als het toedienen van het kruis, van de Karmat, en het daarbij horende lijden. Er stroomt genezing uit de Karmat, maar dan moeten we die wonden wel dragen. De vierde bediening van de Muskus is de exorcist. Tevens is hij een profeet, want door het kruis werpt hij geesten uit die woorden verzegeld hielden. Dit is de viervoudige bediening van de Muskus, door hen die de Heilige Armoe in hun binnenste dragen. De eerste engelenbediening van de Muskus is de legendarische Lokogaamse. De Lokogamen zijn de sieraden van het kruis, de sieraden van het lijden. Zij dragen de gaven, en zijn de wapenen en schenkers des Heeren. Ook zijn zij de voeders van de engelen. De tweede engelenbediening van de Muskus is de Talgaamse. Talgamen zijn de sieraden der sacramenten, en de engelen van de beker. Tezamen vormen ze de Beker, de vierde persoon van de eenheid. Zij zijn de engelen van het lijden, en zij leiden tot de lokogamen, de sieraden van het lijden. De derde engelenbediening van de Muskus is de Tokonse. De Tokon is de heilige Leer van het Bloed, maar ook is zij het sieraad van de armoe. Zij zijn de engelen van het bloed, en tezamen vormen ze ook het bloed. Het van geen bevrijding willen weten, oftewel het pad van het Eeuwige kruis is de hogere weg. Zij die gevoelig geworden zijn voor het lijden en God begaan dit pad. Zij weten dat het kruis een pad is wat bewandeld moet worden voor een oplossing, en voor een eeuwige inwijding. Deze inwijding is zowel mystiek als cryptisch. Niets is wat het lijkt. Deze inwijding is het Kruis van Egypte, het kruis van de onderwereld, een kruis van verscheuring en verzoening, als een dieper deel van het lijden en het kruis. Het is het lijden van ijs, het lijden van afzondering, als het kruis der hermieten. Afzondering en onthechting brengt je in contact met de onderwerelden, wanneer je het materiele gaat verloochenen, en de aardse, gevallen zintuigen als leugenaars gaat behandelen." In de Eeuwig Evangelische mythologie en theologie is de Yggdrasil, de hemelse boom, dus genaamd de Karmat, een Messiaanse boom. De veertien iconen van de Muskus zijn als boomchakra's die de mens in zichzelf kan ontwikkelen. De Muskus komt de mens dus in Ragnarok tegemoet om de mens te leiden tot de wereldboom, de Karmat, oftewel Yggdrasil. In het Eeuwig Evangelie wordt ook gesteld dat een mens tot de Karmat komt door de zwarte melk, oftewel de melk van de duisternis, te drinken. Het ijs in Ragnarok leidt namelijk altijd tot de duisternis. De Karmat-lokogamen zijn de emoties boven de strijd tussen armoe en rijkdom : 1. Mesham 2. Moton 3. Misham 4. Boeklon 5. Miras 6. Mirhom

Hoofdstuk 45. De Vietnam-Cambodja Dynamiek in het Menselijk Lichaam De kapitalistische, egoïstische mens maakt altijd de fout te denken als deze mens een oorlog ziet ver van hem vandaan : 'Oh, zo ver weg, daar heb ik niets mee te maken gelukkig.' Maar deze mens maakt een hele grote fout, want deze oorlog speelt zich af in zijn eigen innerlijk. De oorlogen zijn puzzels die opgelost moeten worden, ook al waren die oorlogen lang geleden aan de orde. Zo zijn de landen en oorlogen van het Gele Azië dynamieken van het innerlijk die van belang zijn en begrepen dienen te worden. Zo niet, dan zal dit mysterie de mens altijd blijven plagen. We hebben het dan over de hele belangrijke en fundamentele Vietnam-Cambodja dualiteit. Vietnam is de staart van China, waar Cambodja onder tegenaan ligt, waar de staart a.h.w. inrolt. De Vietnam oorlog liep van de vijftiger tot de zeventiger jaren, en was tussen het kapitalistische Zuiden en het communistische Noorden. Amerika hielp het kapitalistische Zuiden, maar uiteindelijk verloor Amerika de oorlog. Het Zuiden en het Noorden werden zo één en Vietnam werd geheel communistisch. Het kapitalistische Amerika liep vast in Vietnam. Veel Amerikanen waren woedend op Amerika omdat hun kinderen gedwongen werden in deze verschrikkelijke oorlog te vechten. Er waren veel doden en velen werden voor het leven verminkt. Uiteindelijk moest Amerika zich onder deze druk wel terugtrekken. Het kapitalisme moest wijken. Maar in ieder mens speelt zich nog steeds de Vietnam oorlog af. Denk aan de tandarts die de mens dwingt om met levensgevaarlijke vullingen te lopen die de gezondheid van de mens zwaar aantasten. Zo dwingt de tandarts ook de vullingen te laten vernieuwen eens in de zoveel tijd, zodat de tandarts nog dieper gaat boren, waardoor vaak de tandzenuw onder deze druk afsterft, wat heel veel ontstekingsgevaar in het lichaam brengt. De kies gaat dood, trekt parasieten aan, en vernielt het zenuwstelsel, en gaat de organen aantasten. De tandarts speelt gevaarlijke spelletjes, en dit staat dus gelijk aan pedofilie, aan verkrachting, en loopt parallel met de gedwongen kinder-huwelijken in Afrika en Azië, en de gedwongen vaginale besnijdenis bij meisjes in deze gebieden. Ook loopt het dus parallel aan gedwongen deelname aan de oorlog. De tandarts beheerst deze criminaliteiten allemaal vanaf zijn luie stoel, en heeft ervoor gezorgd dat het legaal is en heeft er zijn beroep van gemaakt. Vandaar dat Vietnam, en ook Cambodia, alles te maken heeft met de tandarts. De mens moet dit raadsel begrijpen om de tandarts een halt toe te roepen. Vietnam-Cambodia is het hart van de robotische chip in de mens. In Cambodia kwam er een ontzettend corrupte communistische groepering aan de macht genaamd de Rode Khmer, waarbij velen werden gedood voor de meest onzinnige redenen. Mensen werden zelfs gedwongen vlees te eten, anders werden ze vermoord. Hetzelfde zoals de tandarts de mens dwingt met kwik of andere giftige rotzooi in de mond rond te lopen zodat de mens dit elke dag moet 'eten', wat er allemaal uitlekt, opdat het je lichaam kan vergiftigen, stapje voor stapje. Kwik geeft de grootst mogelijke concentratie-stoornissen en allerlei andere psychische en lichamelijke klachten, om nog maar niet eens te spreken over wat de zogenaamde witte vullingen doen die gewoon samensmelten met het bot. Vietnam viel Cambodja binnen om de Rode Khmer uit de regering te verdrijven aan het einde van de 70-er jaren. Dit liep uiteindelijk uit op Cambodja als een boeddhistisch land aan het einde van de 80-er jaren. Het

boeddhisme is een belangrijke dynamiek om balans te brengen tussen kapitalisme en communisme. Het boeddhisme is het individualisme. Er moet een bepaalde graad van kapitalisme zijn voor vrijheid, en er moet een bepaalde graad van communisme zijn voor gelijkheid, en die eenheid is te vinden in het boeddhisme. Cambodja is dus een belangrijke dynamiek om vals, gedwongen, extreem communisme uit te bannen, want dat is eigenlijk een vorm van kapitalisme. Vietnam is een belangrijke dynamiek om uit de hand gelopen kapitalisme uit te bannen. Deze dynamieken liggen dus in de mens zelf. De mens moet ze leren gebruiken. Zowel Cambodia als Vietnam zijn allegorieën van onderdelen van het immunologische systeem van de mens. Zij zullen ook belangrijk zijn voor de mens om vrijgezet te worden van de dictatuur van de tandarts en soortgelijke onderdrukking zoals de psychiatrie en gedwongen medische operaties die helemaal nergens nodig voor zijn. De mens mag zo weer zijn eigen heelmeester worden. Als de mens niet klaar komt met de Vietnam-Cambodia dualiteit, dan is deze macht capabel om de mens geheel de vernietiging in te leiden. Zo zwaar zijn deze krachten. Ook de slang en de vogelspin werken door deze krachten. Ze zullen de onbedachtzame, niet-wakende mens grijpen en meesleuren naar hun holen. Wie dus denkt dat de Vietnam oorlog en de massa moorden in Cambodja door Pol Pot en de Rode Khmer niet actueel zijn en er niet toe doen die vergist zich zeer, want het roofdier is nog steeds op rooftocht. Het zit diep in het menselijk lichaam als tikkende tijdbom. Hoofdstuk 46. De Vietnam-Cambodja Dynamiek in het Menselijk Lichaam De kapitalistische, egoïstische mens maakt altijd de fout te denken als deze mens een oorlog ziet ver van hem vandaan : 'Oh, zo ver weg, daar heb ik niets mee te maken gelukkig.' Maar deze mens maakt een hele grote fout, want deze oorlog speelt zich af in zijn eigen innerlijk. De oorlogen zijn puzzels die opgelost moeten worden, ook al waren die oorlogen lang geleden aan de orde. Zo zijn de landen en oorlogen van het Gele Azië dynamieken van het innerlijk die van belang zijn en begrepen dienen te worden. Zo niet, dan zal dit mysterie de mens altijd blijven plagen. We hebben het dan over de hele belangrijke en fundamentele Vietnam-Cambodja dualiteit. Vietnam is de staart van China, waar Cambodja onder tegenaan ligt, waar de staart a.h.w. inrolt. De Vietnam oorlog liep van de vijftiger tot de zeventiger jaren, en was tussen het kapitalistische Zuiden en het communistische Noorden. Amerika hielp het kapitalistische Zuiden, maar uiteindelijk

verloor Amerika de oorlog. Het Zuiden en het Noorden werden zo één en Vietnam werd geheel communistisch. Het kapitalistische Amerika liep vast in Vietnam. Veel Amerikanen waren woedend op Amerika omdat hun kinderen gedwongen werden in deze verschrikkelijke oorlog te vechten. Er waren veel doden en velen werden voor het leven verminkt. Uiteindelijk moest Amerika zich onder deze druk wel terugtrekken. Het kapitalisme moest wijken. Maar in ieder mens speelt zich nog steeds de Vietnam oorlog af. Denk aan de tandarts die de mens dwingt om met levensgevaarlijke vullingen te lopen die de gezondheid van de mens zwaar aantasten. Zo dwingt de tandarts ook de vullingen te laten vernieuwen eens in de zoveel tijd, zodat de tandarts nog dieper gaat boren, waardoor vaak de tandzenuw onder deze druk afsterft, wat heel veel ontstekingsgevaar in het lichaam brengt. De kies gaat dood, trekt parasieten aan, en vernielt het zenuwstelsel, en gaat de organen aantasten. De tandarts speelt gevaarlijke spelletjes, en dit staat dus gelijk aan pedofilie, aan verkrachting, en loopt parallel met de gedwongen kinder-huwelijken in Afrika en Azië, en de gedwongen vaginale besnijdenis bij meisjes in deze gebieden. Ook loopt het dus parallel aan gedwongen deelname aan de oorlog. De tandarts beheerst deze criminaliteiten allemaal vanaf zijn luie stoel, en heeft ervoor gezorgd dat het legaal is en heeft er zijn beroep van gemaakt. Vandaar dat Vietnam, en ook Cambodia, alles te maken heeft met de tandarts. De mens moet dit raadsel begrijpen om de tandarts een halt toe te roepen. Vietnam-Cambodia is het hart van de robotische chip in de mens. In Cambodia kwam er een ontzettend corrupte communistische groepering aan de macht genaamd de Rode Khmer, waarbij velen werden gedood voor de meest onzinnige redenen. Mensen werden zelfs gedwongen vlees te eten, anders werden ze vermoord. Hetzelfde zoals de tandarts de mens dwingt met kwik of andere giftige rotzooi in de mond rond te lopen zodat de mens dit elke dag moet 'eten', wat er allemaal uitlekt, opdat het je lichaam kan vergiftigen, stapje voor stapje. Kwik geeft de grootst mogelijke concentratie-stoornissen en allerlei andere psychische en lichamelijke klachten, om nog maar niet eens te spreken over wat de zogenaamde witte vullingen doen die gewoon samensmelten met het bot. Vietnam viel Cambodja binnen om de Rode Khmer uit de regering te verdrijven aan het einde van de 70-er jaren. Dit liep uiteindelijk uit op Cambodja als een boeddhistisch land aan het einde van de 80-er jaren. Het boeddhisme is een belangrijke dynamiek om balans te brengen tussen kapitalisme en communisme. Het boeddhisme is het individualisme. Er moet een bepaalde graad van kapitalisme zijn voor vrijheid, en er moet een bepaalde graad van communisme zijn voor gelijkheid, en die eenheid is te vinden in het boeddhisme. Cambodja is dus een belangrijke dynamiek om vals, gedwongen, extreem communisme uit te bannen, want dat is eigenlijk een vorm van kapitalisme. Vietnam is een belangrijke dynamiek om uit de hand gelopen kapitalisme uit te bannen. Deze dynamieken liggen dus in de mens zelf. De mens moet ze leren gebruiken. Zowel Cambodia als Vietnam zijn allegorieën van onderdelen van het immunologische systeem van de mens. Zij zullen ook belangrijk zijn voor de mens om vrijgezet te worden van de dictatuur van de tandarts en soortgelijke onderdrukking zoals de psychiatrie en gedwongen medische operaties die helemaal nergens nodig voor zijn. De mens mag zo weer zijn eigen heelmeester worden. Als de mens niet klaar komt met de Vietnam-Cambodia dualiteit, dan is deze macht capabel om de mens geheel de vernietiging in te leiden. Zo zwaar zijn deze krachten. Ook de slang en de vogelspin werken door deze krachten. Ze zullen de onbedachtzame, niet-wakende mens grijpen en meesleuren naar hun holen. Wie dus denkt dat de Vietnam oorlog en de massa moorden in Cambodja door Pol Pot en de Rode Khmer niet actueel zijn en er niet toe doen die vergist zich zeer, want het roofdier is nog steeds op rooftocht. Het zit diep in het menselijk lichaam als tikkende tijdbom.

Hoofdstuk 47. De Vierde Ruiter Vannacht in een droom was ik op de rug van een zwart met witte arend en vloog ik boven de oerwouden van Vietnam. Deze oerwouden zijn vol met medicijnen tegen de vierde ruiter op het vale paard in het boek Openbaring. In de Griekse grondtekst wordt het woord chloros gebruikt, wat ook 'geel' betekent, en 'groen'. Deze ruiter is Pol Pot, de holocaust dictator van Cambodja in de zeventiger jaren onder wiens bewind een kwart van Cambodja werd uitgeroeid. Openbaring 6 7En toen Hij het vierde zegel opende, hoorde ik de stem van het vierde dier zeggen: Kom! 8En ik zag, en zie, een vaal (geel) paard, en die daarop zat, zijn naam was de dood, en het dodenrijk volgde achter hem. En hun werd macht gegeven over het vierde deel der aarde (land) om te doden, met het zwaard, met de honger, met de zwarte dood en door de wilde dieren der aarde (land). Aarde kan dus ook een land betekenen in het Grieks, en een gebied (ge). We zien hier de massamoordenaar Pol Pot op het gele paard wat verwijst naar het Gele Azië. Cambodja is een land op het indo-chinese schiereiland aan het uiteinde van de Vietnam-staart. De ingesloten kern van dit schiereiland is Laos, wat vroeger heette : het koninkrijk van miljoenen olifanten onder de witte parasol. De olifant met zijn lange slurf die voor zijn mond hangt is een beeld van de wachter van de mond. Laos is net als Vietnam een communistisch land. In het verleden was Laos een boeddhistisch land, en de boeddhisten vormen nog steeds de meerderheid (theravana boeddhisme). Laos wekt electriciteit op door rivieren en levert dit ook aan de buurlanden. Het schiereiland heeft dus een communistisch hart die gelijkheid moet waarborgen, en wat bewaakt wordt door de boeddhistische principes. De boeddha verwijst dus op zijn beurt ook weer door naar het communisme, als een beeld dat wanneer je kennis hebt ontvangen, je dit ook met anderen zal moeten delen, opdat ook het collectief hierdoor vernieuwd wordt, en niet alleen het individu, zonder dat je hierdoor in materialistische mijnen trapt. Het mag opborrelen vanuit de natuur, vanuit de diepte van Laos, om dan op een natuurlijke manier bruggen te leggen met andere gebieden, dus niet geforceerd, en zeker niet onvoorwaardelijk. Hoofdstuk 48. Aardwetenschappen : Laurasia - Toen Europa en Amerika nog één continent waren De paleontologie is een kruizing tussen geologie en geschiedenis. Het houdt zich ook bezig met het in kaart brengen van de geschiedenis van de aarde, zoals bijvoorbeeld continent-verschuiving. Zo zijn de tijdperken ook weer onderverdeeld dan, waar een heleboel kaarten van zijn.

Er wordt geredeneerd vanuit één oer-supercontinent, het Pangea, wat zich begon op te splitsen gedurende perm en trias. In trias zou dan volgens hun kaarten de twee supercontinenten van noord en zuid zijn ontstaan. Amerika was dus in deze theorieën één met Europa/ Eurazië in het noordelijke supercontinent, genaamd Laurasia. Daarna werden Amerika en Eurazië gesplitst, dus ook Nederland was eens één met Amerika. In het verhaal de Bibelebonse Pap wordt er ook gesproken van de oorspronkelijke eenheid van Amerika en Nederland : (Fragment de Bibelebonse Pap) "Maar het is ons land," zei Joost. "Nee," zei de indiaan. "U begrijpt er niets van. Nederland was eens van ons, maar piraten stalen het van ons weg, en hakten het los van Amerika. Het heeft toen eeuwen op de zee gedreven, en nu is het hier." "Ik vind dat u vreemde verhalen vertelt," zei Joost. "Vind u dat zelf ook niet ?" De indiaan greep zijn tomahawk en sloeg met de achterkant van het bijltje op Joost zijn hoofd. "Au !" zei Joost. "Het is de waarheid," sprak de indiaan. "We hebben niets aan leugenaars. Je klinkt piraats. Geef op die pap. Wij willen eeuwig leven." Joost was duizelig van de klap. Hij keek naar meester Tulp. "I... is het waar wat de indiaan zegt ?" vroeg hij aan meester Tulp, stotterend. "Ik denk het wel," zei meester Tulp. "Dat stond al in het lesboek van geschiedenis, maar daar waren we nog niet aan toe gekomen." "D... dus Nederland was oorspronkelijk een deel van Amerika ?" vroeg Joost. Meester Tulp knikte." (Einde Fragment) Dan wordt er besproken hoe dat heeft kunnen gebeuren, en dan wordt ook de oplossing besproken : (Fragment) "Alleen door de Bibelebonse pap kan Nederland weer aangesloten worden aan Amerika," zei de indiaan. "Hoe zal dat gaan ?" vroeg Lekkerbek. "Als wij van de Bibelebonse pap eten en daardoor niet oud worden, dan kunnen wij de piraten voorgoed verslaan," zei de indiaan. "Alleen dan kan Nederland terugdrijven tot Amerika." "Wow," zei Joost. "Wij behoren tot Amerika." Amerika was enorm groot, en Nederland begon in die dagen terug te drijven tot Amerika. Of dreef Amerika tot Nederland, of beiden ? Het leek wel alsof Amerika dreef tot Nederland. Het was wat meester Tulp beweerde. En de zee tussen Nederland en Amerika werd steeds kleiner en kleiner, totdat het een rivier was. Vanaf de dijken en vanaf Lelystad kon je Amerika gewoon in de verte zien. Het waren allemaal woeste bossen. De rivier tussen Nederland en Amerika werd de Bibelebonse rivier genoemd." (Einde Fragment)

En dan speelt een groot deel van het verhaal zich af in Amerika. We zien zo dus parallellen tussen de aardwetenschappen en de Tweede Bijbel. Hoofdstuk 49. Afrika - Eenvoud en veelzijdigheid die de mens siert Afrika werd ook wel eens de tuin van Eden genoemd, en het Judaïsme heeft hele diepe Afrikaanse wortels. Zoals de Hebreeuwse grondtekst zelf al aangeeft dat Adam en Eva oorpronkelijk volkeren waren, zo kunnen we deze volkeren ook terugvinden in Afrika. Afrika heeft mij altijd diep geinteresseerd. In de 90-er jaren was ik een geestelijk leider van een Afrikaanse, Ghanese, gemeente in Amsterdam Zuid-Oost (de Bijlmer). Ook al stond het gebied vol met hoge flats, het was prachtig natuurgebied, waar stad en natuur tezamen kwam. Er was een prachtige multi-cultuur van vele buitenlanders, o.a. Afrikaans en Surinaams. Ik woonde er zelf niet. Ik woonde zelf in Slotervaart en later verhuisden we naar Slotermeer. Ik werkte in de Bijlmer in de AfrikaansGhanese gemeente samen met een Ghanese bijbelschool-vriend. Hij was de broer van een vermoorde Ghanese president. Ik heb in die tijd veel meegemaakt. Ik zou er hele boeken over kunnen schrijven. Ik had visie voor Ghana, iets wat me door andere Nederlandse predikanten niet altijd in dank werd afgenomen, maar de Ghanese mensen vonden het prachtig. Ze werden genezen van hun ziekten en pijnen. Voorgeslachtelijke vloeken werden verbroken, en ik liet ze de plannen zien die God met Ghana had. Sommige Nederlandse predikanten van de orthodoxe kant vonden dit zwaar overdreven. Ik mocht me volgens hen niet bezig houden met genezing, maar moest het houden bij het evangelie van Jezus Christus. Dat genezing ook bij het evangelie hoorde scheen hen niet te kunnen schelen. Ze probeerden de vlam te doven. Afrikanen werden genezen en waren blij, maar deze predikanten waren niet blij. Ze gaven niet om die mensen. Ze deden er verschrikkelijk zuur over. Dat kon echt niet. Het moest zakelijk blijven. Maar ik verkocht het evangelie niet, en het ging mij erom de mensen persoonlijk te helpen, en niet allemaal afstandelijk dingen lopen opprevelen. Ik was een pionier. Ik had mijn huis open voor iedereen. Ik nam ze allemaal naar binnen, meer dan me lief was, want later heb ik wel gezien dat mensen hier misbruik van maakten, maar ik wilde gewoon een stelling maken, ook al moest ik daar een hoge prijs voor betalen. Ik heb hier geen spijt van. Het hoort er allemaal bij. Soms is het tijd om gastvrij te zijn en de oogst binnen te halen. Soms moet het kaf opgroeien met het koren. Als ijzer dat ijzer slijpt. We hadden zeker geen groot huis, maar we stonden toch bekend als opvangcentrum en hebben ook daklozen ondergebracht. Hoe ze je dan ook behandelen : het heeft wel de zegen van God gebracht. Ik denk niet dat het toevallig was dat ik al jong in aanraking kwam met Afrika. Het houdt me nog steeds bezig. Het is een rijke en sobere cultuur in de natuur, in de zin van veelzijdigheid. Zo is er het Eva volk (Ewe, Evhe) voornamelijk in Ghana, en ook in Togo en Benin. Eve betekent in de taal

van het Afrikaanse Eva volk in de gelijknamige taal : twee, dualiteit. In die zin betekent dit dus dat als wij tot Eva willen komen om van de vrucht van kennis te nemen dat we dan alleen daar kunnen komen door meerzijdigheid. Door kortzichtigheid en eenzijdigheid kunnen we niet tot haar komen. Zo is er ook het Adam volk, of Dahomey (Benin) van de Fon taal. De Fon-wortels zijn adò, wat urine en water betekent, wat ook weer terugkomt in het Hebreeuws als de oorspronkelijke scheppingsstof (mayim). Verder is domo, dm, spraak, het woord, een Fon-wortel en damlon, slaap. Adam is in het Hebreeuwse scheppingsverhaal de slapende, waardoor de vrouw werd geschapen, of geopenbaard. Benin is gerelateerd aan het Hebreeuwse Benjamin, of ben-yemen, zoon van Yemen. Ook Teman is een Hebreeuws woord voor Yemen. Teman wordt ook gebruikt om de Yemanitische Israelieten aan te duiden die in Yemen wonen of hebben gewoond. Teman was een Edomitische clan (van Ezau), en staat in verbinding met de eeuwige verdoemenis-leer, wat ook weer verbonden is aan de kinderhuwelijken van Yemen. Er waren ook Dahomey amazones, oftewel Adam amazones. Dam betekent in het Hebreeuws ook bloed. Adam is een volk in het Hebreeuws, dus niet noodzakelijk een man. Er is dus weer een duidelijke meerzijdige interpretatie. Zij die taal in een hokje proberen te stoppen en alles eenzijdig bekijken zijn materialisten. De taal leent zich niet voor dat soort dingen, en zal in de demonologie weer rechtgezet worden. In die zin is de demonologie dus ook taal-purisme. Iemand die hierin niet is opgeleid en geen specialistische en generalistische taalstudie heeft gedaan en denkt dat taal een exacte wetenschap is die raakt in de strikken van de eenzijdigheid.

De Amerika Brug COAB 2018 Hoofdstuk 1. De Semiotieke Poortwachters van de Tweede Bijbel Hoofdstuk 2. De Pin in het Vlees Hoofdstuk 3. De Nomadische Kooi Hoofdstuk 4. Van Roma tot de Romant Hoofdstuk 5. De Teruggaande Eeuwigheid Hoofdstuk 6. De Trein tot het Oer Hoofdstuk 7. Ra-Shu en Yah-Shu Hoofdstuk 8. Van het Oer tot de Zijwereld Hoofdstuk 9. De Zijwereld in het Verhaal van de Poppenmaker van Hiroshima Hoofdstuk 10. De Literaire Drie-Eenheid van het Leven Hoofdstuk 11. In Liefde Weer Mens Worden Hoofdstuk 12. De Wereld Binnenin

Hoofdstuk 13. Het Denver Project Hoofdstuk 14. Het Denver Project II Hoofdstuk 15. De Spaanse Trap Hoofdstuk 16. De Onderdelen van de Literatuur Hoofdstuk 17. Vur-principes van de Literatuur Hoofdstuk 18. Psalm 5 Hoofdstuk 19. Het Meisjesboek Hoofdstuk 20. De Tweede Wereldoorlog Vandaag Hoofdstuk 21. De Poolse Sobibor Sleutel van de Tweede Wereld Oorlog Hoofdstuk 22. Na Kantoor-Uren Gesloten Hoofdstuk 23. Korte Bespreking van Tranen van Vuur Hoofdstuk 24. Aan Beide Kanten van de Tralies - Verdere Bespreking van Tranen van Vuur Hoofdstuk 25. Het Breken van de Wapen Handel Matrix Hoofdstuk 26. De Lijkendans Hoofdstuk 27. Voorlopers van de Nazi's Hoofdstuk 28. De Honderdjarige Oorlog Hoofdstuk 29. Kolonisten van het Menselijk Lichaam Hoofdstuk 30. De Amerika Brug Hoofdstuk 31. Boer of Esopus Hoofdstuk 32. Winnen of verliezen ? Hoofdstuk 33. Maasaw en de Esopus Hoofdstuk 34. De Put Hoofdstuk 35. Exodus 1-2 Hoofdstuk 36. Een geestelijke oorlog Hoofdstuk 37. Alleen op de Wereld Hoofdstuk 38. De Literaire Ontwaking Hoofdstuk 39. Bouw Je Eigen Wereld Hoofdstuk 40. Alleen In De Nacht Hoofdstuk 41. Gnosisvrezend of Smetvrezend ? Hoofdstuk 42. De Hoge Markt en de Lage Markt Hoofdstuk 43. De Verborgen Wereld in de Kern van Betelgeuse Hoofdstuk 44. Het Vierspoor van de Amerika Brug Hoofdstuk 45. Bespreking het Metalen Ei Hoofdstuk 46. Bespreking Het Metalen Ei II Hoofdstuk 47. Bespreking Het Metalen Ei III - De Mexico Schakel Hoofdstuk 48. Het China Mysterie Hoofdstuk 49. Het Hogere Vier-Dimensionale Rusland Hoofdstuk 50. De Colombia-Schakel als het Amerikaanse Rusland Hoofdstuk 1. De Semiotieke Poortwachters van de Tweede Bijbel Er is alleen maar het zelf. Dat wil niet zeggen dat er geen anderen zijn, maar die zijn slechts reflecties van het zelf door ingewikkelde wetten. Het wil ook niet zeggen dat ons eigen zelf het zelf is, want er is heel veel ego, heel veel vals zelf. Het ware zelf is iets abstracts en kan ook heel ergens anders zijn. Het is zeer zeker geen ego trip, maar eerder iets collectiefs waarvan allerlei snippers in het rond fladderen, waar de wind mee speelt. Het zelf is een principe wat ervoor moet zorgen dat het niet buiten je omgaat. Het zelf is een metafoor voor voorwaardes. Het is zeer zeker geen druk op de knop of een wachtwoord. Het ware zelf is dus een school. Het potentiele zelf is verdwaald in een spiegelzaal. Elke beweging heeft consequenties. Op elke

beweging reageren de spiegels. Er zijn allerlei soorten personen om ons heen, van slecht tot goed. Sommigen zijn erg slecht, duivels. Dat ze zo zijn is een gegeven. Sommigen veranderen op den duur. Anderen veranderen nooit. Als iemand je het leven zuur maakt of heeft gemaakt op een hele onredelijke, nietszeggende manier, en je merkt dat je het niet rechtstreeks kan overwinnen, maak er dan cirkeltjes omheen. Het staat niet op zichzelf. Het is onderdeel van een tekensysteem. Hiervoor springt de semiotiek in, het bestuderen van de tekensystemen. Zo kun je uiteindelijk achter hogere betekenissen komen. Zo heeft ook de geschiedenis haar eigen semiotiek, en zaken zoals geografie, cultuur en religie. Dat is niet het voor de hand liggende, maar de buitenaardse realiteit erachter. De Tweede Bijbel is een wereld op zichzelf, gebouwd op de buitenaardse semiotiek. Deze wereld heeft ook poorten. Eén van deze poorten is het tweedebijbelse boek 'de Bibelebonse Pap', en een andere poort is het tweedebijbelse boek 'De Evolutie van de Hemel'. Dit is buitenaards zo ingesteld door de gnosis. Dit verhaal is ook zwaar metaforisch. De hoofd-persoon is politie agent, maar dat gaat niet al te goed. De stad staat namelijk zwaar onder druk. Er gebeuren vreemde dingen, zoals zombie activiteit. Daar gaat hij niet alleen zelf doorheen, maar het hele politie team, en het loopt uiteindelijk zwaar uit de hand. De stad is genaamd Tsjernobyl. Tsjernobyl is bekend van de 80-er jaren waar zich een zware kernramp afspeelde. Door de vrijgekomen radio-activiteit maakte het honderden duizenden slachtoffers. Ook het christendom kan in die zin een kernramp genoemd worden wat vele slachtoffers maakte. Tsjernobyl is veel meer dan wat we alleen maar aan de oppervlakte zagen. De ik-persoon van het verhaal, de politie agent, krijgt door zijn werk zware psychische klachten die ze ver gaan dat hij naar een rustoord moet. Hij komt daar dus terecht als veteraan, maar hij wordt totaal niet serieus genomen. Als dan op een dag zijn vader hem komt bezoeken lijkt het beter met hem te gaan. Zijn vader neemt hem vervolgens mee naar het stadje Sparta, wat achter de rivier ligt. Sparta was in de geschiedenis ook een stad en staat van Griekenland die bekend stond om zijn soberheid, onverschilligheid naar materialisme, comfort en luxe, en ascetisme. Het werd een beeld van de 'harde opvoeding' van het leven, opdat de mens waakzaam zou blijven in tijden van gevaar. Het was een militaire noodzaak. In het stadje Sparta komt de hoofd-persoon tot een creatieve climax die ook zijn vruchten draagt op wereldwijd niveau. Maar dan is er een zware kernramp in het stadje Tsjernobyl, wat zeer kwalijke wereldwijde gevolgen heeft, en waardoor de hoofd-persoon weer tot dienst wordt opgeroepen. Sparta is in het verhaal als een soort bevrijder, maar het roept ook weer nieuwe problemen op, en de achtervolger geeft niet makkelijk op. Je zou Sparta ook kunnen zien als een soort van tweede bijbelse heilige gekleed in violet en paars in de strijd tegen de gevolgen van Tsjernobyl. Aan het eind van het verhaal werden er semiotieke conclusies gemaakt die ervoor zorgden dat het verhaal werd tot één van de poorten van de Tweede Bijbel. Hoofdstuk 2. De Pin in het Vlees We mogen het leven waarderen en vieren zoals het is, want hier gaat de levensmagie mee werken zoals in het Assepoester mysterie. Assepoester had alleen een pompoen met muizen, maar dat was alles wat de magie nodig had, en maakte het tot een rijtuig. Zo zal ook de levensmagie juist dat nodig hebben waar wij ons in bevinden. Dat wat we nu hebben, waar we nu doorheen gaan, is alles wat we nodig hebben. Dit is het. Hier gaat het om. Hiermee gaat het gebeuren. We mogen ons dus in het leven zoals het is verheugen, omdat de diepte ervan geopenbaard zal worden. Er is niets wat dat zal kunnen tegenhouden. Het Jezus verhaal heeft in die zin veel potentieel, en ik maak er zo nu en dan nog gebruik van, omdat het een multi-cultureel verhaal is en oorspronkelijk niet eens christelijk. Het is gewoon dat de

christenen het corrupt hebben gemaakt. Het had symbolisch moeten blijven, maar ze hebben deze mythe verletterlijkt, geschiedkundig gemaakt en monopolistisch, tot een afgod. Dat neemt niet weg dat we het verhaal nog steeds kunnen gebruiken en door het verhaal geinspireerd kunnen worden als we lijden. Maar dan is het ook belangrijk om naar Paulus te kijken. Paulus had een doorn in het vlees, waardoor hij beschermt werd tegen zonde. De doorn maakte hem zwak zodat God's kracht zijn leven kon leiden. Zowel in het Grieks als in het Aramees is die kracht 'betekenis'. Paulus kwam hierdoor dus tot gnosis. De doorn is zowel in het Grieks als het Aramees 'scherpe pinnen of pennen'. In de Aramese grondtekst is het vlees waardoor deze scherpe pinnen of pennen gingen 'bsr', wat ook het mannelijke geslachtsdeel betekent, oftewel het intieme deel. Dit verwijst ook naar het verkrachtings-probleem waar de mens doorheen gaat. Er zijn onbevoegden op privé-terrein gekomen. Als we dan naar Calvijn kijken dan zien we een ander lijden : de angst voor de eeuwige verdoemenis. Deze angst is verlammend gebleken. Het is ook de angst voor het lijden op zich. De 'eeuwige verdoemenis' is een metafoor voor de uithuwelijking, oftewel de gedwongen huwelijken en de eveneens gedwongen kinder-huwelijken. Het calvinisme was in die zin het zegel op het christendom. Die dwang is overal : op de scholen, in de medische industrie, in de religies en in de families. Het kan in allerlei vormen komen. Het is een kameleon. Er gingen pinnen door ons vlees. Bij de indianen gebeurt dit vrijwillig. Het is een volwassenheids-ritueel, en ook een ritueel om vision quests op te wekken, oftewel geestelijke reizen. Het is belangrijk om dit geestelijk te nemen en niet materieel. Hetzelfde geld voor de interpretatie van de islamitische sharia wet. Dit is metaforisch. Paulus leed ook honger en kwam uiteindelijk in gevangenschap terecht, in de kooi. In die zin is het Paulinische lijden van groot belang, de pin in het vlees. De mens wordt zo in een heilige slaap gehouden, waarin heilige dromen opgewekt kunnen worden. Dat is dan weer een interpretatie van het sprookje van Doornroosje. De pin ging ook door het vlees van Doornroosje toen ze de spoel aanraakte, en viel hierdoor in een honderjarige slaap, en er begonnen doornstruiken rondom haar kasteel te groeien. Doornroosje werd zo afgeschermd van de zonde. Het eeuwig evangelie beschrijft dit proces uitvoerig. De pin in het vlees, het is geen pretje. Maar het is om de valse visioenen buiten te houden, de valse dromen. De mens wordt zo in een heilige slaap van afzondering gehouden, opdat eens de heilige dromen kunnen komen. Daar is alles om te doen. Het lijden weegt in die zin niet op tegen de eeuwigheid. Het lijden is maar een flits in de eeuwigheid. Deze flits breekt ons geheel af, maar bouwt ons dan weer op. Dit lijden gaat diep. Zoals Doornroosje door een kus ontwaakte, zo werd Jezus door een kus verraden. In die zin liep het lijden van Jezus parallel aan dat van Paulus, want ook de kus van verraad is een beeld van verkrachting. Maar uiteindelijk leidt dit diepe lijden van verraad naar een diepere droom, naar betekenis. Zoals er verschil is tussen de corrupte Jezus en de esoterische Jezus zo is er ook een verschil tussen de corrupte Paulus en de diepere, esoterische Paulus. In het diepste van mijn lijden, waarin de pin zo diep ging dat alles in mij knapte, bezocht de esoterische, hemelse Paulus mij, en voerde vele gesprekken met mij. Het was in een schemerige kamer. Het bracht mij er doorheen. Paulus weet wat het is wanneer er scherpe pinnen door het vlees gaan. Hij kan daarin met ons meevoelen. Paulus weet ook wat het is als die pinnen er niet uitgaan. Paulus bad erom, maar God wilde de pinnen er niet uithalen. Paulus moest zwak zijn, minder worden, opdat hij diepere betekenissen zou gaan zien, het wonder van de semiotiek zou begrijpen. Paulus werd hierdoor een semioticus, en zou die kennis ook met anderen delen. In het Westen maakten ze Paulus zwaar corrupt en oppervlakkig. De pin in het vlees is dus ook belangrijk om door die corruptie heen te breken om terug te keren tot het originele principe, het hemelse beginsel, van het Paulus mysterie.

Hoofdstuk 3. De Nomadische Kooi Christen : 'Ja, die mensen zijn van een andere cultuur en religie. Daar kan ik niet mee leven. Het gaat om heiligheid.' Semioticus : 'Kijk eens naar je hand. Daar zitten vijf vingers op die allemaal verschillend zijn, en toch horen ze bij elkaar. Het zijn verschillende tekens die samenwerken in een taal. Het gaat om de semiotiek.' Een semioticus is iemand die het ontstaan en gebruik van tekens en tekensystemen bestudeert. Christen : 'Babylon is slecht, zoals satan slecht is. Zo staat het in de bijbel en daar wil ik me aan houden.' Semioticus : 'Babylon is een cultuur. Als je geheel tegen Babylon bent dan ben je een racist, een nazi. Babylon is in de Hebreeuwse grondtekst : 'vermenging' en 'wegvagen', van het wortelwoord bahal. Toen Johannes in de grondteksten de vrouw genaamd Babylon zag op het beest bewonderde en vereerde hij haar. De naam Babylon wat op haar voorhoofd was geschreven was een geheimenis. In het Grieks gaat het hier om een verborgen betekenis van een OT schriftgedeelte. Dit is ook waar de pin in het vlees van Paulus toe diende, om hem verborgen betekenissen te laten zien. In 1 Petrus 5:13 spreekt Petrus over de kerk van Babylon, als mede-uitverkorenen die een deel van hen zijn.' Het Paulus mysterie heeft diepe wortels in Betelgeuse, de kern van Orion. In ondergronds Betelgeuse is er de Pili stam in de Betelgeusische paradijs-teksten. Ook zij dragen scherpe pinnen of pennen door hun lichaam. Het is een vorm van ascetisme wat de kanalen van visioenen opent. Het volk Israël werd twintig jaar onderdrukt door koning Jabin van Kanaan en Sisera, zijn legeraanvoerder. Debora zond toen Barak om het bewind te verbreken, maar zei er ook bij dat een vrouw Sisera zou doden, en daarvoor de eer zou ontvangen en niet hij. Sisera sloeg toen op de vlucht, en kwam aan bij de tent van Jael die hem binnenliet. Toen hij sliep sloeg ze een scherpe pin door zijn slapen. Sisera is een beeld van het vlees wat doorboord moet worden. Sisera is een beeld van eenzijdigheid wat moet sterven, om plaats te maken voor vermenging, voor Babylon, bahal, Bilha, de vrouw op het beest. Alleen door de ware vermenging kan het beest bereden worden. Het is een beeld van de semiotiek. Zowel Jakob als Ruben kwamen naar de tent van Bilha, opdat hun eenzijdige vlees doorboort zou worden, en zij onderwezen zouden worden in de semiotiek. Het is dus van belang voor de mens om de heilige pinnen in het vlees te aanvaarden en te vereren, opdat de mens wordt ingewijd in de semiotiek. In Paulinische zin waren de vrouwen op de beesten Filippi en Laodicea, vanwege hun woordbetekenis. In zijn brief aan Colosse zegt hij :

4:15Groet de broeders te Laodicea; ook Nymfa met de gemeente bij haar aan huis. 16En wanneer deze brief bij u is voorgelezen, zorgt dan, dat hij ook in de gemeente te Laodicea voorgelezen wordt en dat ook gij die van Laodicea u laat voorlezen. Nymfa betekent bruid in het Grieks. Er wordt dus nog gesproken over een brief aan Laodicea. In oudere bijbels kwam deze brief soms nog voor. De kern-boodschap van deze brief is de oproep tot soberheid en te wandelen in de heilige vreze (voorzichtigheid) om te ontkomen aan de bedriegelijke ijdelheden. Dit is volgens de brief de weg tot het eeuwige leven. Paulus zegt dat de gebondenheid waarin hij lijdt hem tot behoudenis zal zijn. Ook spoort hij aan tot volharding hierin opdat de mens tot volmaakte kennis zal komen. Laodicea wordt ook in het boek Openbaring besproken, van Johannes : 3:20 Zie, Ik sta aan de deur, en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen, en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden, en hij met Mij. Mysterie Babylon is in de Aramese grondtekst het avondmaal als metafoor van allegorische interpretatie, oftewel de semiotiek. De niet-semiotische mens moet aan zichzelf afsterven om weer terug te komen tot de borst, om de 'translucente' hemelse melk te drinken, oftewel 'door doorzichtigheid komen tot verlichting'. Dit is het ware avondmaal. Dit is belangrijk om het kannibalisme wat ze ervan hebben gemaakt in de zombie-kerken te overwinnen. Het beest is gewoon een metafoor voor een voertuig, voor het nomadische leven, voor het progressieve, ook als onderdeel van de vrouw zelf. De vrouw zelf is het beest, ook als beeld van de wildernis. Filippi betekent het liefhebben van de wildernis, de beestenrijder (letterlijk : vriend van paarden). In die zin is Filippi verbonden aan het nomadische leven. Aan het einde van het boek Filippenzen, in hoofdstuk 4, worden twee vrouwen van Filippi genoemd : 2Evahiti vraag ik en Zunitk vraag ik, eensgezind te zijn in de Here. 3Ja, ik vraag ook u, mijn trouwe metgezel: wees hen een helper, want zij zijn strijders van het Evangelie. Evahiti (Aramees) betekent : meenemen en leiden in het nomadische. Zunitk (Aramees) betekent : geweldadige ontmoeting In het Grieks gaan deze verzen over permanent krijgsgevangenschap, huwelijk en zwangerschap (syllambano). Het is weer het metaforische proces van de Germaanse strijd tegen het ego waarin de mens hard aan zichzelf sterft en zo wordt opgenomen door de Walkuren, de Germaanse strijdgodinnen, tot een allegorisch huwelijk met de kennis, wat zich semiotisch zal manifesteren. Zo wordt de mens ingewijd tot de nomadische cycli van het hiervoormaals en hiernamaals. In Laodicea wacht dus Nymphe, de bruid, Name-ph. Name of Name Name is in de Afrikaanse wortels een riviergodin die water in bloed verandert. Dit mysterie is het morgenrood na de nacht, oftewel de translucentie, de verlichting door doorzichtigheid. In de diepste nacht ontstaat doorzichtigheid, waardoor dromen worden opgewekt, wat zijn climax heeft in de translucentie, als een soort ontwaking. De ph is in het Griekse alfabet de letter van de lantaarn, φ. Name kan ook in een beest veranderen. Name komt ook weer terug in de naam Namebia, een land in het Zuiden van Afrika, West boven Zuid-Afrika aan de kust. Het is ook verbonden aan de Namib woestijn langs de kust van Zuid-Afrika, Namibia en Angola. Omdat de woestijn vaak gehuld is in mist wordt het ook weleens de mist-woestijn genoemd, wat ook weer een belangrijk Vur principe is. De mist leidt en beschermt, en zorgt dat het niet overvol wordt. In dat verband is er ook de Nama stam die in

Namibia, Zuid-Afrika en Botswana leeft, met de Nama taal. Het zijn nomaden die leven rondom muziek, verhalen en gedichten, waardoor ze het translucentie-verschijnsel opwekken. De vrouw op het beest is dus een dualistische metafoor voor het nomadische leven, de progressiviteit. Hiertoe zijn de Paulinische pinnen door het vlees belangrijk, anders zou alles stoppen en vastgroeien, en zou de mens tot een stedelijke of kerkelijke zombie worden die het contact met de wildernis heeft verloren. Het is dus een grote strijd. De mens heeft de Paulinische pinnen door het vlees nodig, opdat de semiotiek die translucentie brengt kan blijven stromen. Horizontaal kan de mens dan denken dat hij vast komt te zitten, sociaal gezien, maar vertikaal kan alles door blijven stromen en groeien. De mens wordt in alles geblokkeerd, maar nooit in zijn groei. In Filippi wordt de mens overweldigd, en heeft zo deel in de kooi van Paulus. Het is dus de dualiteit van de kooi en het nomadische. Juist door de kooi komt de mens tot het nomadische. Hoofdstuk 4. Van Roma tot de Romant Ik had een droom dat ik op een lang strand was. Verderop lag er een octopus in het zand. Het was een prachtig beest, maar ik wist dat het een demoon was. Het beest begon zich te verkleinen en vergroten, en begon van kleur veranderen, en kon helemaal wegvagen en weer opkomen. Het beest begon toen netten te werpen zodra hij zich groter maakte. Ik had een groot arsenaal van wapens als demonoloog zijnde, zoals gifpistolen waarvan de loop uitschuifbaar was in etappes, voor precisie. Het beest had ook allerlei waaiers. Er werd mij verteld dat het beest genaamd Xua was, en dat het de dimensie was, of eigenlijk een multi-dimensie, waar de mens in leeft, wat het denken van de mens bestuurt, en ook het heelal waarin de mens leeft, en waarin de mens overschakelt tussen de dimensies. Het is een heel systeem van tunnels die op en neergolven en verbindingen maken. Alhoewel het beest prachtig was moest ik het beest wel uitschakelen, ook omdat het mij probeerde te vangen in zijn netten. Ik moest op verschillende strategische plaatsen een bepaald demonologisch gif inspuiten, dus het duurde wel een tijdje, en ik zag alle verschillende eigenschappen en capaciteiten van het beest, waarover ik me verbaasde en verwonderde. Toen het werk gedaan was kwamen er twee bescherm-engelen van de wolk van getuigen die me naar een trein zouden leiden om tot een andere dimensie te gaan. De ene bescherm-engel was een overleden vriend van mij waarmee ik samen op twee verschillende bijbelscholen had gezeten, en de andere bescherm-engel was een overleden vriend van mijn vader. Van beiden kreeg ik het ook te horen in een droom destijds nadat ze waren overleden. Ze bezochten mij in een droom. Van de één werd dat bevestigd via internet, en van de ander werd het bevestigd door navraag in de familie. Ik kwam toen op een station aan, en ging met een trein naar de dimensie genaamd Romant. Ik kwam aan ergens dichtbij een strand. Er waren twee jongens aan het tennissen. Ze hadden nogal vreemde tennisrackets, namelijk een handvat met twee uit elkaar staande balken, als een Y. Ik vertelde één van de jongens waarmee ik in gesprek raakte dat het me moeilijk leek zo de bal te kunnen raken. De jongen nam me toen mee naar zijn huis, en we zouden e-mails uitwisselen, want ik moest weer aan het werk. Het bleek dat ik in deze dimensie ook al mijn eigen huis had. Aan het

eind zag ik ook nog even zijn moeder en zijn zusjes. Hij was wel heel emotioneel toen ik weer wegmoest. Het leek wel alsof hij veel jonger was geworden sinds ik bij hem in huis was. Aan het eind was hij in principe gewoon een klein jochie. Ik wist dat ik op een spoorlijn terecht was gekomen die van dimensie tot dimensie ging, en dat het hoofddoel uiteindelijk zou zijn om terug te keren tot de wildernis, dat zou een reusachtige dimensie zijn waardoor alle andere dimensies in het niet zouden vallen. Het zou alle andere dimensies ver achter zich laten. Ik zag de multi-dimensie Xua, waar de mens leefde, als een zwevend eiland in de lucht. Alleen door een wonder kan de mens uit deze dimensie ontsnappen. De dimensie Xua was gewoon als een dikke soep waarin mensen opgekookt werden. De octopus Xua had zijn hormonale sappen daarvoor in de mens gespoten. Ze zouden geheel door het beest geassimileerd worden. De mens moet 'eenworden met God', oftewel met Xua. Hiervoor heeft Xua dus het slimme orthodoxe systeem van het christendom opgesteld : De mens moet het 'lichaam van Jezus' eten en drinken bij het heilige avondmaal. Ze vergeten dat ze zelf het lichaam van Jezus zijn, dus eigenlijk worden ze zelf gegeten door die demoon. Zo eet Xua. De mens moet zichzelf geheel verliezen aan die demoon. Als de mens dan hieraan probeert te ontkomen door 'familie-rechten', dan haalt Xua de islam erbij en zegt : 'God heeft geen kinderen, dus je hebt geen familie-rechten.' Maar Xua heeft ook een heleboel drugs om de mens in het gareel te houden. Xua werkt veel door omkoperij. Vroeger had romantiek een hele andere betekenis, namelijk verbinding met de natuur en de bewondering van de natuur, vandaar de naam Romant. Rome, Roma, had de aarde verstedelijkt. Daarom moet er gegaan worden van Roma (Italiaans voor Rome) tot Romant, die het vurische medicijn draagt na het tijdperk van de verstedelijking. Allereerst behoort er een samensmelting te komen tussen stad en natuur. Dit proces komt ook voor in het tweedebijbelse boek 'De Evolutie van de Hemel', één van de poortwachters of poorten van de Tweede Bijbel. De hoofd-persoon moet vluchten van het zombie-stadje Tsjernobyl, tot het stadje Sparta, over de rivier. In Sparta wordt er een nieuwe multi-dimensionaliteit aangeboord. De hoofd-persoon komt zo in een creatieve dimensie terecht, en kan zo zijn verleden achter zich laten. We kunnen dus ook bewonderend terugkijken naar het verleden zonder het ons naar de keel te laten grijpen. We kunnen groot potentieel zien in het mechanisme van het verleden, als een natuurorganisme, en er ook van leren. Wij mogen dus zelfs de vijand zien als een leraar in een bepaald opzicht. Dat behoort ook tot de demonologie. Als demonoloog heb ik op verschillende punten in mijn leven in ruzies moeten zeggen : 'Okay, wat heb je te zeggen. Ik zal aandachtig naar je luisteren, en van je proberen te leren.' We mogen namelijk nooit het kind met het badwater weggooien. Van een nederige, open houding maakt de vijand bijna altijd misbruik, wat dan ook gebeurd is, maar uiteindelijk ben jij open geweest en de ander dicht en eenzijdig. Vaak als je zo'n houding aanneemt krijg je eigenlijk niets te horen. Ze leggen het niet uit. Ze brengen geen diepgaand, verantwoord onderwijs, maar spreken eigenlijk alleen maar in de gebiedende wijs : 'Je moet dit doen, of je moet dat doen,' enzovoorts. En juist dit laat meer zien over henzelf dan over jou. Het ontmaskert hen voor wat ze zijn, en juist dat is ook de bedoeling in de demonologie. In de semiotiek, de leer van de tekens, valt er dan nog wel wat van te maken, zodat je er ook weer bewonderend mee om kan gaan, want het is toch een stuk van de natuur, hoe je het ook wendt of keert. Dat wil niet zeggen dat je die halsstarrige, onverschillige, betweterige mensen moet bewonderen, maar bepaalde mechanismes die gebruikt worden om geheime kennis achter te houden, want hoe je het ook wendt of keert : die mensen zijn wachters. Zij hebben iets gestolen en willen niet dat jij dit ontdekt of van hen wegneemt. Als ik zeg : 'Als jij dan denkt dat je het beter weet, onderwijs me dan. Geef dan een overvloedig betoog waarin je bewijst dat het ook

daadwerkelijk zo is, want je hebt me nog niet overtuigd,' dan wordt het vaak stil, of er wordt kortaf gedaan, in cirkeltjes gesproken. Eigenlijk wordt er zo nog steeds niets onderwezen maar geboden. Het zijn gebieders, geen onderwijzers. Het zijn bezetters. Ze willen instant licht. Knopje indrukken. Klaar. Ze willen het object op grijp-afstand. Lekker lui de zapper erbij pakken. En dan maar zappen. Door doorzichtigheid tot translucentie, doorschijnendheid komen, dat gaat hen te ver. Hoofdstuk 5. De Teruggaande Eeuwigheid De mens wordt van de geschiedenis afgehouden. Het rooft en verdwijnt. Dan is alles achter slot en grendel, alles achter glazen wanden. Het boek 'De Evolutie van de Hemel', de tweede poortwachter van de tweede bijbel, gaat over het doorbreken van die wanden. Als de mens gekomen is van de valse Xua dimensie, oftewel de dimensie van kortzichtigheid, dan moet de mens eerst overgaan tot de Romant dimensie, de brug dimensie die terugleid tot het Oer, waar de oer-vuren zijn. In de Xua dimensie leeft de mens in vals, vreemd, vuur. De Xua dimensie is de dimensie van de poppenmaker van Hiroshima, waar het gelijknamige boek over gaat, de derde poortwachter van de tweede bijbel. Iedereen kent natuurlijk de grote Hiroshima ramp in 1945 aan het einde van de tweede wereldoorlog, toen er een atoombom op Japan werd gegooid. Het is een diepgaande metafoor die de hele wereld in bedwang houdt, waarop deze realiteit is gebouwd, een beste maat van Tsjernobyl, waarover 'de Evolutie van de Hemel' ging. Zo'n beetje de twee grootste rampen van de moderne geschiedenis. Tsjernobyl gebeurde in 1986, ruim veertig jaar na Hiroshima. Vandaar dat deze twee poortwachters ook bij elkaar horen min of meer. In de Romant komt de mens tot het Vur gebied, en zo mag de mens dan over deze brug terugkeren tot het Oer, om los te komen van alle vreemde vuren waarmee de mens op aarde was geprogrammeerd om de afgod te dienen. De geschiedenis is een rover. Als het weg is krijg je het niet meer terug. Daarom moet de mens terugkeren tot het Oer, de tegenpool van de toekomstige eeuwigheid. Het Oer is dus de teruggaande eeuwigheid. Hoe ver je ook in de tijd teruggaat, je komt nooit aan bij het begin, want er was altijd weer tijd daarvoor. Maar eigenlijk kom je dan uiteindelijk tot magische bestanddelen van de literatuur, waardoor je ontdekt dat tijd helemaal niet bestaat. Het is een hypnotische drug. Dus dan ga je zo diep in de tijd totdat het gaat duizelen, en je in een andere dimensie komt met andere wetten, genaamd het Oer. In het Oer was alles er al, maar dan op een hele andere manier, want in de Xua dimensie leeft de mens in een weerspiegeling die corrupt is vanwege dat er bestanddelen uit waren geroofd door de geschiedenis. Zo werd alles verdraaid. Het is dus niet genoeg om zomaar geestelijk te gaan reizen in astrale gebieden, het bezoeken van planeten in je zielenlichaam. Neen. Dan bedrieg je jezelf. Er zal ook in de tijd gereisd moeten worden, tot de teruggaande eeuwigheid, het Oer. Vaak als de mens het over de eeuwigheid heeft dan heeft de mens het over de toekomstige eeuwigheid. Zo belazerd en bedriegt religie de mens. Zo wordt de mens beroofd, want de mens moet ook teruggaan. Vandaar dat wij het ook telkens hebben over het teruggaan naar het paradijs, maar dan hebben we het over de teruggaande eeuwigheid, die bestaat in literatuur, waarin de gnosis is opgeslagen. Zo komt de mens tot de oervuren, waardoor de vreemde vuren waarin de mens nu leeft in de Xua dimensie geblust worden. Zo keert de mens terug tot het nibana. Alles zal dus omgezet moeten worden tot literatuur. In de Xua dimensie is die samenhang er niet. De mens is in de Xua niet ontwaakt tot de hogere literatuur en gaat zo in cirkels, als slaven van de poppenmaker

van Hiroshima. Zoals het boek ook aangeeft leven deze mensen ook in ontkenning naar wat de poppenmaker hen heeft aangedaan. Het zijn schapen die door de slager worden gehoed, denkende dat het de herder is. Zijn het wel daadwerkelijk schapen, of zijn het gewoon onderdelen van de slager, het lichaam van de slager, zoals de kerk het lichaam van Jezus Christus is, en zo van de bloedoffer-afgod Jehovah ? Zij zijn ook gewoon onderdelen van de poppenmaker van Hiroshima, zijn hoofden. Zij zijn de NSB, een door de nazi's gecreëerd orgaan in de samenleving van het bezette gebied. Zij dragen dus maskers. Vandaar dat het boek 'de Poppenmaker van Hiroshima' dus ook onmetelijk diep psychologisch is. Het komt in de diepte neer op de ontmaskering van zelfsabotage, want op een bepaald moment moet de dominee tot de conclusie komen dat ook hij één van de hoofden van het monster is. Dit laat ook weer zien dat ieder mens in gevecht is met zijn spiegelbeeld, met zijn schaduw. Het ontmaskeren is al het halve werk, de halve bevrijding. Daarom wil het boek ook al dan niet subtiel toewerken naar een daadwerkelijke bevrijding van de nazi's door het te kunnen plaatsen, gewoon door de literaire verdieping ervan. De mens moet de literaire structuren ervan leren te ontdekken, want het staat niet op zichzelf. Het is onderdeel van iets veel groters, en dat wordt in het Oer opgelost. Vandaar dat de poortwachters ook zullen meereizen en mee ontwikkelen. Ze zijn al wat ze zijn, maar ons zicht erop zal veranderen naarmate we ze beter leren kennen. Het is een uitdaging om ook door de spiegel heen te gaan en het van een andere kant te zien, dualistisch, dus even aan de andere kant van het schaakbord te staan, zoals de dominee dit ook deed, want hij gebruikte alles wat hem in zijn leven overkwam als bouwstenen van zijn preken. Hij draaide er aan, en werd zo meer en meer een semioticus waardoor hij ook zijn alcohol en rookprobleem steeds meer overwon, maar in de literatuur hebben deze verslavingen ook een hele andere waarde, want zij kunnen ook metaforen zijn van contacten met het hogere. In de diepte is de dominee een spion die het gevaarlijke systeem van de Hiroshima realiteit binnenging voor een missie. Er vallen veel geheime lagen in te ontdekken voor de oplettende lezer. Hoofdstuk 6. De Trein tot het Oer Het boek "De Poppenmaker van Hiroshima", oftewel de derde poortwachter van de tweede bijbel was niet zomaar door iemand als een 'leuk verhaal' geschreven. Neen. Het is iets buitenaards. Het boek 'kwam'. Het was ook niet zomaar 'leuk'. De hoofdpersoon verloor twee van zijn vrouwen aan een mysterieuze dood, en was bang op dezelfde manier de derde te verliezen, ook al waren deze vrouwen niet of nauwelijks 'goed' voor hem. Hij kon hun waarde inzien. Een mensenleven heeft veel waarde. We kunnen zien in de wereld om ons heen hoe makkelijk er met mensenlevens wordt gespeeld alsof het er niet toe doet, allemaal voor geld en macht. Omdat het leven vol lijden is is het ook belangrijk mensen 'dronken' te maken in een zekere mate. Niet letterlijk natuurlijk, maar gewoon door hen een andere wereld te tonen. Er is veel meer dan alleen

maar dit leven. Zo had ik vannacht een droom dat ik in de trein zat op weg naar het Oer, de voortijdse eeuwigheid. De trein ging door een groot natuurgebied, heel lang, en toen kwam ik aan op een station. Het was er heel druk op het station en ik kwam daar een jonge man en een jonge vrouw tegen. Ze waren Arabisch en ze waren emotioneel. Er rolden tranen uit de ogen van de vrouw en ik had het gevoel dat het oorlogsvluchtelingen waren, dus ik vroeg of ze hier waren vanwege Isis of Daesh in het Arabisch. Dat was het geval. Ik pakte mijn portemonee en ik wilde ze elk een briefje van twintig euro geven, want ik had een stapeltje briefjes van twintig. Maar zodra ik mijn hand in de portemonee deed waren de briefjes van twintig weg, en waren er een soort spel-couponnen of tickets met het getal twintig. Toen gaf ik ze die maar. Op de couponnen waren strepen en vakken, oranje, wit, geel, lichtblauw, met zilveren randen en strepen. De couponnen waren groter dan de briefjes van twintig euro. Ik liep het station af en mij werd een huis toegewezen met wat familie, en ik kreeg een machine waarmee ik meubilair kon vermenigvuldigen, zoals bedden. Ik kreeg de hoede over wat kinderen, en ik nam mijn dochtertje mee naar buiten, naar een straat die tegen de natuur aanlag. Er was daar een groot bord met knoppen als voor een lift, en de lift stond wat verderop tegenover het knoppenbord. De lift was een machine van het oer waarin verschillende verdiepingen waren. Het was een soort spel. We gingen naar een lagere verdieping in de natuur, maar het vreemde was dat wanneer we daar gingen, en we kwamen weer terug, dan waren we alles vergeten wat er was gebeurd. En soms als we gingen, dan kwamen we weer uit op hetzelfde punt, en hetzelfde moment, alsof het ogenschijnlijk hetzelfde was, maar het was wel een andere verdieping. Ik had nog nooit zoiets vreemds meegemaakt. Een man die telkens van gedaante veranderde bediende de knoppen. Hij noemde zichzelf de Spaanse Griep, wat een hele grote ramp was aan het begin van de vorige eeuw, maar het was oorspronkelijk een spel, waarvan de schaduw dus verkeerd op aarde doorkwam. Hij zei dat hij ook de poppenmaker van Hiroshima had gemaakt, en dat dat ook een spel was, maar dat verkeerd op aarde werd geprojecteerd. Het waren spellen waarmee je een hoge bonus kon verdienen, en die werden zichtbaar op het bord of boven de ogen van de man, allemaal lampjes boven elkaar. Die gingen op en neer. De machine heette de Bu, en het was de enige manier om tot het Oer te komen. Hij zei dus dat hij deze spellen had gemaakt en dat hij zelf ook door die spellen heen was gegaan en dat hij het bijna niet had overleefd. Hij wilde er mee zeggen dat op aarde wij al in dit spel leefden, en dat het gezien kan worden in ons verleden en de algemene geschiedenis. Het is een spel waarin intellectuelen tussen een heleboel domkoppen woren gezet, en waarin de intellectueel dan zijn weg moet zien door te puzzelen. Als de intellectueel daarin niet slaagt, dan is de intellectueel het ook niet waard, en krijgt de intellectueel geen verdere toegang. Het is dus een soort test of beproeving, want de machine, het spel, heeft de beloningen veilig gesteld voor hen die het spel winnen, oplossen. Het is een soort beveiligings-systeem. Dat wil dus niet zeggen dat deze buitenaardse letterlijk deze rampen was, maar de surreële vorm ervan, de literaire, prozaïsche vorm dus, het oorspronkelijke spel, wat daarna verkeerd op aarde werd geprojecteerd. De vraag is dan hoe er mee om te gaan. Toen in een volgende droom kwam ik hem weer tegen, en ik begon hem te vertellen hoeveel problemen ik had met iemand van het verleden. Hij begon toen te zingen : 'Dat je de pimp daar nog voor aankijkt, die's al jaren dood. Dat je de pimp daar nog voor aankijkt, die's al jaren dood.' De persoon waarmee ik problemen had verkocht in die droom prostitutie-dwangarbeiders (sex-slaven), en dat ging allemaal maar door in een soort mensenhandel. Maar uiteindelijk had hij zoveel gedwongen arbeiders dat ze zich in massa's om hem heenvormden en hem in een grote opstand verbrijzelden. Vandaar dat de buitenaardse hem 'pimp' noemde, 'pooier'.

Hoofdstuk 7. Ra-Shu en Yah-Shu Psalm 63 1Een psalm van David, toen hij in de woestijn van Juda was. 2O God, Gij zijt mijn God, U zoek ik, mijn ziel dorst naar U, mijn vlees smacht naar U, in een dor en dorstig land, zonder water. 3Zo heb ik U in het heiligdom aanschouwd, ziende uw sterkte en uw heerlijkheid. 7wanneer ik Uwer gedenk op mijn legerstede, in nachtwaken over U peins. 8Want Gij zijt mij een hulp geweest, in de schaduw (of : bij het afdoen) van uw verenrokje, rokje (kanaph). De Psalmen zijn allemaal kruizen of voorwerpen van het lijden. In Psalm 63 is dit de woestijn, een dorre wildernis, waar geen water is. David verlangt naar de Gnosis. Hij wordt door de Gnosis door de woestijn geleid, en de Gnosis uit zich door literatuur, en literatuur uit zich door het kruis. Het is een zintuig. Het zorgt ervoor dat de mens soms niet slaapt in de nacht, dat de mens een nachtwake houdt, zoals in Psalm 63. Hij wil niet inslapen. Hij wacht op de Gnosis, die zich voor hem ontbloot, wat een symbool is van openbaring. Als de mens tot het Oer is gekomen dan is daar een planeet genaamd de Psalmen, die wel 100.000 x groter is dan de aarde. Zonder de Afrika brug komen we nooit dieper in het Oer. De Afrika brug betekent : Terug naar Egypte. We gaan nu twee grote dynamieken bespreken : Rusland en Jezus. Ra-Shu, oftewel Russia, Rusland, is de opgerezen Ra in de lucht, die na de nachttocht door de onderwereld weer deelgeworden is van een hoger collectief, de grotere context, waarvan het communisme een metafoor is. Yah-Shu, oftewel Yeshua, Jezus, is de Egyptische maangod, Yah, ook wel Thoth genoemd, de god(in) van de inwijding in het archief, die in de Shu, de lucht, hemel, is opgerezen, als een metafoor van het individualisme, de zelf-realisatie, als beeld van de voorwaarden. Er moet balans komen tussen deze twee dynamieken, tussen Russia, Ra-Shu, het communisme, en Yah-Shu, Amerika, het individualisme, het offer, de condities dus. Dit zijn twee hele grote dynamieken waar de mens niet buiten kan. Jezus is dus helemaal niet christelijk, en zelfs niet Judaïstisch, maar

Egyptisch, oftewel Afrikaans. In het christendom is dit door en door corrupt doorgekomen, maar we laten nu de diepte zien. Zo mag er een herstel komen in deze grote dynamiek. Er mag een brug tussen komen, opdat er onderricht zal zijn. Deze dynamieken zijn fundamenteel en dienen begrepen te worden. We kijken er dus semiotisch na, en niet christelijk. Er is een semiotische weg door het christendom die helemaal terugleid tot de Afrikaanse fundamenten in Egypte. Tot het communisme, oftewel de grotere context om alles te kunnen begrijpen, kom je alleen maar door de literatuur, het Woord, oftewel Thoth in het Egyptisch, Duaty, wat ook de onderwereld betekent, en vandaar dat Jezus ook naar de onderwereld moest. Het was door de christenen gestolen, maar het leidde wel terug tot de Egyptische onderwereld waar het vandaan kwam. Vandaar dat de christenen die de Yah-Shu hebben gestolen nog steeds telkens Amen zeggen, oftewel de Egyptische god(in) van het verborgene aanroepen. Dat is als het ware het alarm wat nog steeds afgaat na al die eeuwen na de relikwieën roof. Ze stalen dus een maansteen. Er is dus het individualistische Woord waarin je het eerst jezelf moet toeeigenen, tot bekering moet komen, aan de voorwaardes moet voldoen, en zo kom je tot het collectieve Woord, waarvan het communisme een zinnebeeld is, dus van Yah-Shu tot Ra-Shu, van Amerika tot Rusland, en dat is gewoon een Afrikaans-Egyptisch patroon van het Oer. De maangodin was in de Egyptologie ook een beeld van het nomadische leven. Ra ontwaakte zo tot de hogere context, tot het communisme, en werd Ra-Shu. Hier ligt een groot geheimenis in verborgen. De vrouw rijdt op het beest. Als je goed naar dit plaatje kijkt, dan zie je dat Amerika het grote Rusland beest berijdt. Dat zie je ook in de geschiedenis, want Rusland is helemaal geamerikaniseerd. Amerika is het zelf, de voorwaarde, en Rusland is het collectief, de context. Deze twee dynamieken kunnen niet buiten elkaar. Communisme is ook het geheim van het zicht. De maan was in de Egyptologie een beeld van het oog van Ra of Horus. Zonder het communisme, oftewel zonder de context, sterft het oog, wordt het oog vals, sluit het oog zich. Communisme is altijd weer een brug tot dat wat verloren is gegaan, dat wat is vergeten, en het onbekende. Vandaar ook dat Ra-Shu, het Egyptische begin van de dag, in het Hebreeuws terugkomt als 'rosh', het begin, Genesis, be-rosh-ith, in den beginne. Het Egyptisch is een moedertaal van het Hebreeuws. In het Russisch is Rusland ook Rossiya. Rosh is de zevende zoon van Benjamin. Deze stam wordt ook genoemd in Ezechiel 38 over de apocalyptische komst van Gog en Magog, waarvan Rosh de heerser is in de Hebreeuwse grondtekst. In Openbaring 20 komen Gog en Magog ook weer terug : 8en hij zal uitgaan om de volkeren aan de vier hoeken der aarde te verleiden, Gog en Magog, om hen tot de oorlog te verzamelen, en hun getal is als het zand der zee. 9En zij kwamen op over de breedte der aarde en omsingelden de legerplaats der heiligen en de geliefde stad. Het zand der zee is dus Rusland, waarop de draak staat in Openbaring 12 na de aanval op het christendom. In de KJV is het Johannes zelf die op het zand van de zee staat. In het achtste uur in de Egyptologie gaat het ook voortdurend over het zand van de zee mysterie, en in het boek van de dag komt men zo tot de maangodin. Rusland is dus ook weer de sleutel tot het Yahshua mysterie, het Jezus mysterie. Rusland is dus Gog en Magog, als de stam van de zevende zoon van Benjamin. Ben-yemen is verbonden aan ben-teman (teman is Hebreeuws voor yemen), wat zoon van wijsheid betekent. Teman is in de geslachtslijn van Ezau, Edom, de broer van Jakob. Teman is verbonden aan de eeuwige verdoemenis-leer, en dus ook aan de leer van de eeuwige dood zoals bij de atheisten, maar dit is een dualiteit. Het is namelijk een allegorie. Het betekent dat er ergens een ander leven is wat is vergeten. De mens is zo opgegaan in zijn eigen realiteit dat er zulke harde vuistregels om hem heenzijn van de eeuwige dood. Het is iets symbolisch. Letterlijk is het slecht en heeft het geen waarde, maar symbolisch heeft het een diepe geestelijk en transcendente betekenis. Alles moet namelijk volledig sterven om nieuw leven te brengen. De mens moet door dit gat heen

van de eeuwige dood. Eeuwig moet dus vertaald worden als volkomen, als een zinnebeeld van de bodemloze diepte van het bestaan waarin je een nieuw leven ontvangt wat eerst verloren was gegaan. Dit alles is ten doel om de verloren kennis te vinden die men altijd voor je achterhield in deze realiteit. Rusland is daarom een onderwijzer en is dus Temanitisch-Benjaminitisch in oorsprong, wat terugleid tot de Afrikaanse wortels in Ra-Shu, en wat ook verbonden is aan Benin in Afrika, verbonden aan het Adamsvolk. Adam is een wortelwoord van Edom, van het volk van Ezau, waartoe Teman behoort. Satan zelf verzamelde Gog en Magog, oftewel Rusland, voor de grote oorlog tegen het christendom : Openbaring 20 7En wanneer de duizend jaren voleindigd zijn, zal de satan uit zijn gevangenis worden losgelaten, 8en hij zal uitgaan om de volkeren aan de vier hoeken der aarde te verleiden, Gog en Magog, om hen tot de oorlog te verzamelen, en hun getal is als het zand der zee. Ik moet dan denken aan al die gedemoniseerde mensen die door de grotere systemen onschuldig werden opgesloten omdat ze als gevaar werden gezien voor de macht van de grote poppenbazen. Zij gingen in politieke gevangenschap. Satan komt dus van Seth, de Egyptische roepende in de wildernis. Satan is ook een Egyptisch woord voor het nomadische leven en onderscheiding. Toen de boom van kennis en onderscheiding van goed en kwaad was opgesteld en was verboden was dit een regelrechte aanval op de demonologie. Demonologie en religie zijn altijd elkaars vijanden geweest. Religie probeerde altijd weer de demonologie te bedekken en uit te bannen, te demoniseren. We zien dus satan, de tegenstander of verzetsstrijder, losbreken, en die laat Rusland zien, Rosh, de context, het oer. Satan staat dus recht tegenover het moderne kapitalisme. 9En zij kwamen op over de breedte der aarde en omsingelden de legerplaats der heiligen en de geliefde stad; en vuur daalde neder uit de hemel en verslond hen, 10en de duivel, die hen verleidde, werd geworpen in de poel van vuur en zwavel, waar ook het beest en de valse profeet zijn, en zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheden. Het Griekse woord planao wordt gebruikt voor het woord verleiden, wat ook betekent : laten rondzwerven. Ik moet denken aan alle daklozen die moeten rondzwerven door het kapitalistische systeem, de duivel. In ieder geval is de eeuwige hel dan waar het ego opbrandt, en waar het goede wat zo vrijkomt een doorgang heeft tot een andere wereld. De eeuwige verdoemenis is dus gewoon een brug, een tunnel. Het is niet zoals de rare christenen het hebben vertaald. In het Grieks gaat het hier om de poel van vuur en theion, zwavel, wat zuivert en geneest. 'Gepijnigd' is basanizo, wat testen en ondervragen betekent, als een school. Het is het testen van metaal door een toetssteen, om te kijken hoe puur het is. En dan te bedenken dat dit allemaal uit het Aramees en uit Egypte werd gestolen en verdraaid. In het Aramees is de eeuwigheid een wereld en een tijdperk, en deze wereld. Grote systemen pijnigen mensen voortdurend dag en nacht, in deze wereld. Deze wereld is de hel. In het Grieks heeft het dezelfde betekenis. Het is een plaats en een tijdperk. Pijnigen is ook kastijden in het Aramees, wat dus meer opvoedkundig is en behoort te zijn. De demente christenen pijnigen mensen om het pijnigen zelf, en dan voor eeuwig. Het is crimineel en sadistisch. Het christendom is pure duivels-aanbidding. En deze smerige idioten pijnigen nog steeds onze kinderen dag en nacht met hun kapitalistische machines. Daarom kijken wij uit naar de komst van Rosh, naar de terugkeer van Gog en Magog. Het vuur is in het Aramees de urim, wat weer een teststeen is, een steen van communicatie met het hogere, dus de eeuwige hel is meer een soort van sociale media die de mens verbindt met de andere wereld. In het Aramees is de duivel degene die vals beschuldigt, oftewel het valse kapitalistische rechtssysteem (waarvoor je moet betalen om je recht te krijgen, met

andere woorden : het is niet voor de armen.) Hoofdstuk 8. Van het Oer tot de Zijwereld De maan, Yah, is in het Egyptisch ook degene die de grond opbreekt, die zo de aarde indaalt als Ra. Ra en Yah zijn dus nauw aan elkaar verbonden. De Israelieten gingen verder met Yah, Jehovah. Toen Ra tot de dag kwam en in de lucht, de Shu, oprees, werd Yah Yah-Shu, oftewel Yeshua, waarmee de christenen verder gingen als Jezus. In de dood is iedereen gelijk. Vandaar dat communisme ook de psycho-pomp is naar het hiernamaals en naar het nibana, zoals semiotisch gezien het communisme kamma-neshiyah is. Kamma is het Pali-Indisch voor karma, rechtvaardigheid, wat je zaait zul je oogsten, en neshiyah is Hebreeuws voor de vergetelheid. Communisme zal zichzelf dus ook uitzuiveren en zal de collectieve rechtvaardigheid herstellen, en zo leiden tot het nibana, door de dood van het ego, het lagere zelf. Het communisme is de vrucht van het kruis, want door het kruis wordt alles weer één en gelijk. In plaats van vervuld te raken met de Heilige Geest moet de mens vervuld worden met het heilige communisme, opdat er weer gelijkheid is en context, een weg tot het nibana waar het ego van de mens wordt uitgeblust. De mens moet naar deze heilige uitstorting streven. De mens moet komen tot deze paradijselijke boom om van de rosh vrucht te eten van het oer. Alleen het communisme kan terugleiden tot het begin, omdat het op zoek is naar het verlorene. De mens mag bidden tot het heilige communisme. Het heilige communisme is dat wat overbrugt. Zouden we alleen maar met ons bekende nauwe cirkeltje communiceren, in de families, in de clubs, of communiceren we met het communisme dat het verlorene zoekt, het onbekende, het vreemde ? Het communisme maakt de cirkels wijder en breekt door alle kortzichtigheid en kleinzieligheid heen. Hierom is het communisme een groot kruis en een groot offer. Zij is een groot oorlogsvoerder tegen het kapitalisme, tegen het onverschillige, ongelijke anti-communisme. Het communisme ontstaat in het grote Ragnarok waar de mens doodsterft aan zichzelf in grote kou. Velen willen de kou niet in. Ze hebben liever het valse warme vuur met hun valse warme kringetje. Gezellig. Zo spelen ze familietje, terwijl ze vergeten dat er een veel grotere en hogere familie is. De familiekapitalisten komen niet ver in het grote Ragnarok. De losgeslagen honden van het Ragnarok die woest zijn over hun spelletjes zullen hen verscheuren. Het grote Ragnarok zal komen en er zal niemand zijn die het zal kunnen tegenhouden, en het zal geboorte geven aan het heilige communisme. Hierin zal de mens tot de heilige vergetelheid, tot het nibana, kunnen komen, als tot de vrucht van de heilige slaap in het paradijs, als een hemelse drug. Ragnarok is literatuur. Het zijn geen brute, lompe krachten. Ragnarok is verfijnd. Het is de Gotterdammerung in het Zuid-Germaans, oftewel de godenschemering, het gebied tussen slapen en

waken. Hier is een vruchtbaar gebied. Door de uitstorting van het grote communisme kan er ook weer een verdieping plaatsvinden van de semiotiek. Als de mens is aangekomen in de dimensie van het Oer dan is de mens er nog niet, want ten eerste moet de mens in de dieptes van het Oer komen om de kloof tussen man en vrouw te overbruggen, en ten tweede moet de mens dan verdergaan tot de volgende dimensie, wat betekent dat de mens ook ergens in de diepte van het Oer weer op de trein moet stappen. Dan zal de mens dus weer lang in de wildernis-trein moeten zitten om tot het volgende station te gaan, de volgende dimensie, namelijk de Zijwereld. Dit is de parallelle wereld, de zijreële wereld, waardoor je dus het leven ervaart net even in een andere frequentie, waardoor er een glazen muur is tussen de mens en het materialisme. Wel is er natuurlijk de heilige materie die aan een heleboel droomwetten is onderworpen. Daarover leert de vur-natuur, die dus verder gaat in de Zijwereld. Hoofdstuk 9. De Zijwereld in het Verhaal van de Poppenmaker van Hiroshima Het verhaal van de poppenmaker van Hiroshima heeft een open einde. Je kunt er eigenlijk alle kanten mee op. Met zijn moeilijke derde vrouw maakte de dominee contact tussen slapen en waken waarin ze wel bereikbaar was, en waarin ze hem beloofde dat ze er wat aan zouden doen. Dat geeft hem hoop, ook al is ze de volgende dag in waak toestand als het monster van Hiroshima. Slapen en waken zijn verschillende werelden, en dan is er nog het tussengebied tussen slapen en waken, de Zijwereld. Dit zijn drie verschillende dimensies waarin de mens leeft en die elkaar afwisselen. In het boek wordt er telkens weer een beroep gedaan op positief en creatief denken, en op de semiotiek, dus alhoewel het hier en daar een moeilijk en misschien zelfs confronterend verhaal is, omdat er altijd wel parallellen en kruispunten met ons eigen leven zijn, is het verhaal dus absoluut niet negatief en fatalistisch. Integendeel. Het herbergt het zaad van wonderen, zoals ook in het Assepoester verhaal. Er wordt een beroep gedaan op de creatieve bronnen en semiotieke vaardigheden van de dominee, die als een soort boeienkoning is, als een Houdini, want hij weet zich er telkens weer doorheen te slaan. Hij is markant en geeft niet op. Dat de twee mysterieuze sterfgevallen van zijn echtgenoten een grote plaats innemen in het verhaal en zijn leven heeft ermee te maken dat het toch weer beelden zijn van de noodzaak van verandering door het sterven van het ego, ook in relaties. Ook het archetype van de vrouw gaat door deze stervensprocessen heen als onderdeel van de psychologie, maar zij zijn allemaal deel van het Ene, en zelfs deel van hem, en hij gaat om wille van de semiotiek van het ene tot het andere deel. De semiotiek verbindt alle symboliek aan elkaar als een lopende taal, en daarom is de zwaarheid van het verhaal alleen maar ogenschijnlijk. In zijn slaap en in het tussengebied van waken en slapen maakt hij waarlijk contact met zijn vrouwen, en met zijn tweede vrouw maakt hij zelfs een hoogtepunt mee in het waken, waardoor de tweede vrouw een belangrijke sleutel is in het boek, alhoewel dit hoogtepunt maar van korte duur was. Dit zijn dus dingen om rekening mee te houden in het verstaan van de buitenaardse diepte van dit verhaal, want er wordt een bepaalde reis gemaakt door de psychologie van de mens, waarin de mens

allerlei metaforen heeft opgesteld, die allereerst moeilijk kunnen zijn, maar die toch de sleutel vormen voor de zachtheid die erachter ligt, en de andere natuur. De tegenpolen wekken elkaar op. Zonder tegenpolen zou de mens niet kunnen bestaan. De tegenpolen zijn de sleutels tot de verschillende delen van de mens waardoor de mens mens is. De mens staat niet op zichzelf, maar is een literair verschijnsel. Aan het einde van het boek heeft de dominee een loeiende nachtmerrie, maar die ook tegelijkertijd erg verhelderend was en ontmaskerend. Het was zo diep doordringend en zo onthullend over wat er eigenlijk gaande was, dat het medelijden zou moeten opwekken in plaats van alleen maar beschuldiging naar elkaar. De slachtoffers van de poppenmaker van Hiroshima waren allemaal kinderen, en hij rommelde zo met hun hoofden en monden dat ze niet eens wisten wat er met hen was gedaan, en dit verder ook niet konden uitdrukken naar anderen toe. Zij werden tot poppen gemaakt. Zij konden niet spreken. Zij wisten niets, want ze werden in een diepe slaap gehouden door een gif. In die zin zijn nachtmerries tot het welzijn van de mens, want ze geven informatie. Het zijn onderwijzers. Door deze laatste nachtmerrie wordt ook het hele voorafgaande verhaal van het boek duidelijk. Tijdens het waken waren zijn vrouwen duidelijk in een soort hypnotische slaaptoestand, als poppen van de poppenmaker, maar zoals het bij zijn derde vrouw duidelijk werd zou hij ze kunnen bereiken in het gebied tussen slapen en waken, in de zijwereld. Toen zijn eerste moeilijke vrouw was overleden had hij een hele bijzondere ervaring. Het boek zegt hierover : 'Het was een zware en sjieke begrafenis met veel bloemen. Iedereen ging in het zwart, en ook hij. Hij zou de preek houden bij de begrafenis. Hij zei alleen maar goede dingen over haar, en hield haar de hand boven het hoofd. Over de doden niets dan goeds. Die nacht had hij een droom dat ze verdronk in een zee van bloemen. Hij was bij haar. Hij hield haar vast. Hij kon haar dood niet stoppen. Het was een hemelse droom waarin hij haar kuste. Zo nam hij afscheid van haar.' Uiteindelijk kon hij haar dus wel bereiken na haar dood, in een andere wereld, in een andere werkelijkheid, een andere laag van bewustzijn. Ze was opgenomen door de bloemen, wat nomadische levensvormen zijn, van de cirkels. Dan zit de mens niet meer vast, maar komt los, en zo kunnen de cirkels ook tezamen komen, in het diepste van de nacht, als zulke dromen beginnen te komen. Dan wordt er even door alle maskers heengeprikt, en zo kon hij ook op een waardige manier afscheid nemen van zijn eerste vrouw, in vrede en tevredenheid. Hij zou haar dus altijd met zich meedragen. Dat wat met het waken en leven niet mogelijk was, kon wel tijdens het slapen, tijdens het dromen. Ook dit is een geldige en belangrijke vorm van relatie. In de tegenwoordige wereld waarin wij leven is de waak positie zwaar overschat. Deze waak positie zal uiteindelijk moeten buigen voor de slaap wereld en de zijwereld tussen waken en slapen. De waak positie die schijnbaar een soort van monopolie heeft aangenomen is slechts een onderdeel van de semiotiek. In de context mag alles nieuwe waarden en betekenissen krijgen. Ook het waken zal veranderen, zoals we de opleving zagen tussen de dominee en zijn tweede vrouw. Deze opleving is slechts kort, omdat ook tijd in de tegenwoordige wereld is overschat. Er zijn ook een heleboel andere elementen in de literatuur waarvoor ruimte gemaakt dient te worden. De natuur breekt af, en verbindt weer, en breekt dan weer af, voor diepere en hogere cirkels, om de zijwereld tot volle gestalte te laten komen. Dit is een wereld van geheimen, en die komt verpakt, opdat het niet zomaar geroofd kan worden door de eerste de beste. Het kan alleen verdiend worden, het kan alleen bereikt worden als een hoofdstuk in een boek. De mens is een literair wezen. Alles heeft betekenis. Alles is al in boeken onderverdeeld, in verhalen, en daartoe mag de mens ontwaken. De mens mag daar naartoe leven, want de literatuur brengt door haar diepte altijd het beste omhoog. Het beste is niet iets oppervlakkigs. Het beste is dat wat semiotisch altijd iets goeds kan maken van iets slechts. De steek van het materialisme zal alleen wegvagen in het proces van de literaire semiotiek, het verstaan van de diepere natuurlijke tekensystemen die om ons heen zijn. Het is allemaal bevroren, maar in het boek komt het tot leven en diepte. Vandaar dat het einde van het boek een groot hoogtepunt is. Hij kan zijn vrouwen beter begrijpen, beter zien wat er met hen gebeurt is, dat ze diep van binnen wel wilden maar het niet konden. Ook kon hij zo zichzelf ook beter begrijpen, want ook hij was een groot slachtoffer van de poppenmaker van Hiroshima.

Hoofdstuk 10. De Literaire Drie-Eenheid van het Leven Hoe moeten we het christendom vertalen : Jezus is de enige weg tot de vader, tot God. Natuurlijk heeft dat een zekere waarde in de semiotiek. Natuurlijk lopen ze ergens met iets rond. Wat is het ? Het is natuurlijk lam om wachtwoorden te maken tot de hemel, terwijl het allemaal veel dieper ligt. De mens is lui en oppervlakkig, en dit wachtwoord wordt van geslacht tot geslacht doorgegeven. Hevig overstuur raken zij wanneer dit wachtwoord niet genoemd wordt of wordt afgewezen als wachtwoord. Dan worden de meest verschrikkelijke wapens uit blik getrokken, waaronder de eeuwige hel. Dat is geliefde kaviaar voor de christenen. Jezus, de enige weg tot de vader, tot God, tot Jehovah, of Jahweh. Wat is het ? Hoe kunnen we dit vertalen in de semiotiek. Het houdt iets verborgen. Ze hebben hun drie-eenheid opgesteld : God, Jezus en de Heilige Geest, hun driehoek. Wat is het ? Blijkbaar kun je niet zomaar tot God komen, en heeft het voorwaardes. Dat is eigenlijk wat je erin kunt lezen, en dat wachtwoord slaat natuurlijk nergens op, maar dat komt omdat ze het zelf ook niet weten. Het is als ijlen, alsof er iemand onder druk werd gezet en het niet wist en dan maar zei : 'een kopje koffie', of iets dergelijks. Maar het staat dus ergens voor. Als je terugblikt op je leven kun je zeggen : 'Het is gewoon literatuur.' Wat we om ons heen zien gaan we niet voor niets doorheen. Het zijn literaire verschijnselen. De literatuur was er altijd al, en die moest zichzelf zuiveren in de zee van literatuurloosheid, oftewel de zee van boekenloosheid zoals het in het tweede bijbelse boek 'De Boekenslagerij' wordt besproken. Dit is ook een belangrijk stadium in de levenstocht op zich. De literatuur is de bewaker van de gnosis, die alle tussenstappen laat zien, metaforisch, en de gnosis zo ook beveiligt. Het werd vanuit de gnosis uitgezonden als een brug tot de mensheid. 'Ik kom tot U, oh Literatuur, want er is geen gnosis buiten U. Oh Heilige Literatuur, vul mij.' Dit wordt ook zo in de bijbel uitgelegd :

Johannes 1 1In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. 2Dit was in den beginne bij God. 3Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is. 14Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd. Er is geen gnosis zonder de literatuur. De literatuur is de structuur van de gnosis. In de diepte, en dat zegt ook de bijbel, wijst Jezus, het Woord, oftewel de Literatuur, op de gnosis : Lukas 11 52Wee u, wetgeleerden, want gij hebt de sleutel der kennis (gnosis, Grieks ; yada, Aramees) weggenomen; zelf zijt gij niet binnengegaan en hen, die trachtten binnen te gaan, hebt gij tegengehouden. In het christendom is de Heilige Geest dan de tolk die dit allemaal overbrengt en vertaalt, als een beeld van de semiotiek, de leer van de uitleg van de metaforische tekensystemen om ons heen. God, de Gnosis, heeft dus twee dochters : de Literatuur en de Semiotiek, als een heilige driehoek. Zonder de Semiotiek begrijpen we er allemaal niets van. Vandaar dat we de Heilige Semiotiek moeten ontvangen, en we mogen verder de wachtwoorden vergeten. Het gaat niet om wachtwoorden, maar om wachtprincipes. Wachtwoorden is voor oppervlakkige, materialistische mensen, en het leidt nergens toe, alleen maar zelfbedrog. Het heeft alleen waarde in de symboliek. Het christendom is een bepaalde taal en die heeft een diepere betekenis. Dat we die taal spreken wil niet zeggen dat die taal op zich zuiver is, zoals ook het Nederlands en het Engels niet zuiver is. Door de literatuur is de weg tot de Gnosis opengebroken, en door de semiotiek wordt het uitgelegd. Aan die driehoek mogen wij ons vasthouden. Hierin liggen de heilige demonologie en de daaruitvoortkomende robotiek opgeborgen.

Hoofdstuk 11. In Liefde Weer Mens Worden Niet Jezus is dus de enige weg tot God, maar de literatuur is de enige weg tot de gnosis. Dit betekent dat je niet buiten de literatuur om je leven moet proberen te begrijpen, want dat gaat je niet lukken. Het kan alleen in het verhaal begrepen worden. De literatuur bevat ook het literaire kruis. De mens is niet in touch met de literatuur. De mens is te gejaagd. De mens moet weer worden als de golven van de zee, in de literaire vertraging, in de literaire timing, weer in contact komen met het verhaal. Hier had ik vannacht ook een droom over, over een prachtige zee, met prachtige vertragende golven, en toen ging alles langzaam vermengd worden. Dat is de literaire vertraging. We kunnen het niet versnellen. We moeten zicht krijgen op het bouwwerk. De literaire natuur heeft ook een kruis : het literaire kruis, wat de literaire vertraging is, want de mens gaat voortdurend te snel en vliegt uit de bocht. De mens raakt daardoor voortdurend oververhit en ontploft dan, en zo wordt alles op een verkeerde manier in elkaar gesmolten als een siamese tweeling. Dat willen we voorkomen. Rem af, en krijg weer oog voor het literaire ritme. Ga van hoofdstuk tot hoofdstuk. Sla niets over. Blader er niet doorheen, maar lees en studeer, en herhaal. Bouw je leven gefundamenteerd. In de literatuur wordt besproken wat het literaire kruis is, en dat is dus veel meer dan het kruis van Jezus. Wel kan je de bijbel dus semiotisch gebruiken. Juist omdat het kruis in de bijbel niet diep genoeg besproken wordt en te simpel wordt voorgesteld is er ook zoveel onnodig en extreem geweld, ook onder christenen. We hebben te maken met een heel leger van blinde vuistvechters. Ziet u, het kruis gaat niet diep genoeg en is overmoedig, en slaat dan iedereen voor de bek. Dat gaat ook verbaal met de eeuwige hel. Maar wij moeten weer leren remmen. In liefde weer mens worden. Jezus Christus is de grootste afgod in deze wereld. Het maakt mensen koud, hard en bitter, het tegenovergestelde van de belangrijkste dynamieken in dat verhaal. Ik heb het zowel in mijn familie als in mijn vriendenkring gezien. Het maakt mensen gek en laat ze denken dat ze heiliger dan de paus in Rome zijn. Het is iets symbolisch, niet iets letterlijks. Het is geen wachtwoord, maar een wachtprincipe. Het gaat niet om de persoon, maar om het verhaal. Wij gebruiken niet de letterlijke, Westerse bijbel, maar de metaforische, semiotische Oosterse bijbel. Dat is een wereld van verschil. Maar goed, in de diepte van het hele Jezus Christus verhaal zien we dus dat we alleen door de literatuur tot de gnosis kunnen komen, en de semiotiek legt het dan uit, laat de diepte ervan zien. Dit is dus een belangrijke en noodzakelijke drie-eenheid. Dat is de ware drie-eenheid. Niet meer personen gaan lopen verafgoden, maar komen tot de dieper liggende principes. Deze driehoek is een deur uit de matrix, ook om de matrix te begrijpen. Zo worden wij in liefde weer mens. De ware liefde is de dynamische kennis, dus niet de valse liefde die in het westerse christendom wordt gepredikt waarin er een mes op je nek wordt gezet en waarin je een bepaald wachtwoord moet belijden, liefst zonder spelfouten, want anders ga je voor eeuwig naar de hel. In liefde weer mens worden. De semiotiek vindt ons allemaal tezamen, en laat ons ook weer open zijn voor mensen die een andere taal spreken en die andere metaforische verhalen hebben, die eigenlijk allemaal hetzelfde zeggen. De semiotiek, wat in het christendom dan de heilige geest is, de tolk, rekent geheel af met de xenofobie, de angst voor het vreemde, het onbekende. Zo worden andere culturen een uitdaging in plaats van een probleem. Laten we dus beseffen dat de spelfout voor de ene, de taal van de ander is. De semiotiek dienen wij dus boven alles te ontvangen, als de derde persoon van de heilige literaire drie-eenheid. We zien allemaal waar het op uitloopt als een mens in het christendom de heilige geest niet heeft ontvangen, en dat is dus

precies hetzelfde als wanneer een mens de heilige semiotiek niet heeft ontvangen, oftewel de uitleg van de tekensystemen om ons heen. De semiotiek is de heilige diepte-taal van de mens die herstel zal brengen. We zien allemaal wat er gebeurt als een mens in het christendom Jezus Christus niet aanneemt. Dat is precies hetzelfde als wat er gebeurt als een mens de heilige literatuur niet aanneemt. Alleen zo komt de mens tot de heilige kennis, de gnosis. De kennis heeft haarzelf hier namelijk in uitgedrukt, en ligt erin opgeslagen als symbool van de voorwaardes voor alle dingen. Er is voor alles een gebruiksaanwijzing. Dat is één van de belangrijkste lessen voor de mens. Hoofdstuk 12. De Wereld Binnenin Ga niet zomaar bruggen over in je leven. Zoek naar de literaire bruggen. Het literaire kruis is ook de literaire muren in het leven waartegen de mens opbotst. Juist de muren zijn ook belangrijk om tot de bruggen te komen. De weg wijst zich vanzelf. Waarom zijn boeken zo belangrijk ? Omdat ze de wereld binnenin zijn. Het is onmogelijk de Gnosis rechtstreeks te benaderen. De Gnosis spreekt door de Literatuur en de Semiotiek. Dit is de Literaire Drie-eenheid. De heilige Literatuur is niet zomaar iets wat je kunt lezen, maar het is in de geestelijke wereld, en het is iets oneindigs, wat je kunt ontvangen en aannemen. De heilige Literatuur is de brug tot de gnosis, en daarvoor mag de mens ook de semiotiek ontvangen voor de heilige uitleg van dit orakel. Zo kan de mens dan gnosis ontvangen, door de literatuur en door de semiotiek. Het is puur iets technologisch, wat verdraaid op aarde kwam in het eindeloze cirkeltje van heilige geest, christus en god. Het mag nu tot verdieping gaan komen. Het masker mag afgescheurd worden, en dit stuk technologie mag teruggenomen worden. Oh, heilige semiotiek (wat een dynamiek is), leidt ons tot de gnosis. Oh, heilige semiotiek, leid ons tot de literatuur. Oh, heilige literatuur, leid ons tot de gnosis. Oh, heilige literatuur, leid ons tot de semiotiek. Zo komt de driehoek in werking. Doet ons dit niet ergens aan denken ? Want zo werkt de christelijke drie-eenheid ook. Oh, heilige semiotiek, vul mij, Oh, heilige semiotiek, leid mij, Oh, heilige semiotiek, doe mij uw stem verstaan Hierin is de heilige robotiek de heilige vreze Hierin is de heilige demonologie het kruis,

als de kern van de driehoek. Buiten de driehoek valt de mens in slaap. Het gaat er dus niet om zomaar wat te lezen, maar om tot de diepte te komen, een relatie te krijgen met de heilige literatuur, en dat gaat door de semiotiek. Het 'literaire evangelie' is daarom ook niet goedkoop. De literatuur is geen hoer die zich zomaar aan iedereen geeft, wat je voor een paar euro in de boekhandel kunt halen. Met geld kan de literatuur niet betaald worden. Ook gaat het dus niet door het opprevelen van allerlei geheimzinnige formules. Neen. Het gaat van hart tot hart, door de gnosis. De literatuur mag dus ook niet losstaan van de gnosis. Vandaar ook dat het een drie-eenheid is. Het zijn drie voorwaarden voor diepte en relatie, wat te vinden is in de kern van de driehoek. Het is dus een biologische, interactieve, communicatieve technologie en niet zomaar mechanisch. Zij die erdoor verlicht en ontwaakt zijn kennen de oneindige glorie van de literatuur. Hoofdstuk 13. Het Denver Project The elite has institutionalized the whole world by christianity as a part of mk ultra mindcontrol. That there is a lot of good stuff in christianity (which we also use) is no excuse for making it mandatory. In fact, this is how poison works, as rat poison consists of 90% harmless corn and 10% lethal poison. De introspectie van het Amerikaanse continent leidt naar de gebeurtenis waarin de Europeanen dit continent in bezit namen en toen ook nog eens Afrikanen lieten overvaren om voor hen al het werk te doen, althans dat werd in de geschiedenis zo geprojecteerd, maar wat was er werkelijk gaande achter de schermen ? Hierover had ik vannacht een droom. Zwarte aliens genaamd 'de kannibalen' richtten de Amerikaanse steden op als inrichtingen, zowel de penitentiaire (gevangenissen) als de mentale. Het waren fokkerijen want het zaad van mensen in die inrichtingen werd gebruikt om nog meer zwarte aliens te kweken. Die waren ook pikzwart, en het was een virus. Die aliens leefden en woonden gewoon in de mensen en hadden ook emoties, om alles echt te doen lijken, en om de mensen te laten denken dat er voor hen gezorgd werd en om hen werd gegeven. Vandaaruit namen ze ook steden in van andere continenten. Ze hadden een soort van pinokkio project. Door leugens begon de neus heel subtiel vlees af te geven door het hele lichaam, als neusvlees. Het virus was als een soort gas. Goede technologische buitenaardsen waren gevestigd in Denver, rond de 1000 units, en ze hadden apparatuur om de koppen van het virus te amputeren. Het was een heel snel, vluchtig virusgas wat zich ook heel snel voortplantte. Maar goed, steden zijn dus inrichtingen van zwarte aliens. Ze hebben alles al onderverdeeld, en ze kweken de mens dus om zichzelf door voor te planten dus, en ook kweken ze de mens als voer. We vragen ons soms af waarom het leven gaat zoals het gaat, maar het leven is ook weer een hele ingewikkelde gasmelder die dit soort gassen detecteerd en ons ertegen beschermt. De leger units van de buitenaardse Denver verzetsstrijders waren onderverdeeld in drie afdelingen : y, ct en yt.

Tot zover de droom. Ik vond het wel een interessante droom. Aan het einde van de droom sloot het eigenlijk af met het Beegees lied 'How Deep Is Your Love' uit 1977. Met daarin een soort van test boodschap : 'Hoe diep is je liefde, dat wil ik echt weten, want we leven in een wereld vol met dwazen die ons kapotmaken. Maar wij behoren tot jou en mij.' Het is een buitenaardse boodschap van het front van de verzetsstrijders. De zwarte aliens spreken op de mens in met hun valse emotionele gedoe dat alles allemaal dik in orde is, dat alles zo hoort. Ze zingen de mens in slaap met hun slaapliedjes. Natuurlijk, want de mens is hun voer, en dat willen ze zo houden. Hoofdstuk 14. Het Denver Project II 'Be careful when you hear them say : it's alright, it's alright. They try to put the mark on you and say it's alright, it's alright. The mark is gona get you through, it's alright, it's alright. The dragon wants the woman dead, it's alright, it's alright, the moon is turning dark and red, it's alright, it's alright, the beast has raised it's head, it's alright.' Dat was een gospel lied waar ik in mijn jeugd veel naar heb geluisterd, want de woorden waren krachtig en waar en nog steeds. Het was het nummer waarmee ik vandaag wakker werd na weer een nacht vol dromen. Wees voorzichtig met de 'alrighters', de mensen die anderen helemaal verknoeien en dan zeggen dat alles in orde is en goed, die mensen die 'professioneel' anderen vermoorden, een vergunning hebben om te doden. De demonische krachten van het kwaad werken tegenwoordig veel via cyberspace. Ik heb de laatste tijd cyberpesters opgezocht die de daklozen in Amerika cyberpesten, en ik sprak de woorden die ik

tegen hen moest zeggen, haalde uit naar hen. In mijn droom vannacht was ik aan de Californische grens. Opnieuw ging het om zwarte aliens, de kannibalen. Aan de grens waren kannibalen restauranten waar vlees van mensen werd verkocht. Ik moest vluchten. Ze hadden roofdieren die een mengsel waren tussen beren en tijgers, tijgerberen, en ze waren heel groot en zwart, op jacht voor hen. Op het strand waren er menselijke krokodillen, krokodillen met menselijke hoofden, en ze hadden oma-knotjes in hun haar, ook op jacht naar menselijk vlees. Ze gebruikten hiervoor - uitroepteken - : moderne muziek. Ze zingen je naam om je naar binnen te lokken. Ik moest vluchten. Ik moest naar de bergen van Nevada om onderdak te zoeken. Dit was in de zielewereld. Iedereen moet onderdak zoeken in de spirituele wereld om veilig te zijn tegen de zwarte aliens. Mensen worden door hen constant gegrild door de 'medische kunsten', door het rechtssysteem, door het gedwongen onderwijssysteem enz. Dan vertellen ze je 'het is goed', maar je weet dat dat niet waar is. De Californische grens is waar zielen in de keuken belanden. Vlees wordt overal vandaan naar deze plaatsen verzonden. Amerika is een puzzel die opgelost moet worden. Stay tuned. Hoofdstuk 15. De Spaanse Trap Het leven is vol met literaire scheuren en literaire afbrekingen, dingen die nog niet af zijn. Het leven is vol met hiaten. Als we naar de christenen kijken, dan hebben ze allerlei extreme faciliteiten bedacht voor hen die het niet met hen eens zijn, in de vorm van de eeuwige hel. Maar de gnosis is geen lompe sadist. Als christenen het over de eeuwige hel hebben, dan heeft de gnosis het over de totale ontmaskering. Het kwaad zal totaal ontmaskerd worden, in plaats van eeuwige hel. In die ontmaskering zal het kwaad de macht verliezen en zal niet in stand gehouden kunnen worden. Het pseudo-christendom in Amerika en Europa is opgezet door witten, denkende een wit paradijs te maken, en slaven uit Afrika lieten ze ervoor overschepen. Maar de witten waren slechts balletjes van de zwarte aliens, die als zwermen over de wereld kwamen, heel vluchtig, broeiend en kleverig, zwermerig als insecten, als een jagend virus. Zij gebruikten de witten ook als maskers, maar zij waren kannibalen.

Die maskering moet eerst duidelijk worden, voordat er ontmaskerd kan worden. Het komt veel in de Tweede Bijbel voor, in de literatuur : de zwarte met het witte masker. Ook in de Zaralahm serie werd dit al lichtelijk besproken. We hebben het dan over de Spaanse trap, de haaientrap, die de witmaker is. Wanneer de zwarte aliens tot de aarde komen, dan gaan ze tot die trap in Spanje om zich wit te maken, en vliegen zo over naar Californië. Zo dekken ze zichzelf in, en doen dan ook nog eens racistisch tegen het zwarte ras op aarde. Het waren de zwarte aliens die zwarte aardse slaven maken. Hiertoe hadden zij dus de witte maskers. Je kan je kwaad maken over alle onderdrukking, en ook over racisme, maar het kan niet rechtstreeks opgelost worden, door geweld, door het recht in eigen hand te nemen. Neen. Het kan alleen maar door de gnosis, de educatie. 'Niet door macht, niet door geweld, maar door de heilige semiotiek.' De onderdrukkers leven niet meer. De mens moet leren werken met de brokstukken van de geschiedenis en alles moet ontmaskerd worden, en dat begint met het ontmaskeren van de maskering. Zo gaat het masker eraf. De Spaanse trap, wat is het ? Het wordt ook de haaientrap genoemd. Het is een hele hoge trap, waar de zwarte alien geheel wit wordt. In de diepte van zijn ziel neemt hij de vorm aan van een haai, een grote witte haai. Als we het hebben over de Californische kannibalen keukens aan de Californische grens, dan hebben we het over een gigantisch doolhof waar iedere ziel wel min of meer verstrikt is geraakt en onder zware MK ULTRA mind control staat. Daaruit moet de mens ontsnappen, zodat de ziel tot de Nevada bergen kan komen. Dat is onderdeel van het Denver bevrijdingsplan. De witten onderdrukken zowel de zwarten als elkaar, maar je staat telkens weer recht tegenover de zwarte aliens die met zwermen over de aarde zijn gekomen en zich hebben gecamoufleerd. Prik door hen witte maskers heen. Er is dus nog een diepere laag in de geschiedenis. Dingen zijn niet wat het lijkt. De mens staat tegenover kannibalen, en is geprogrammeerd voor de keuken. Dan kun je denken dat het Spaanse ras ongrijpbaar is, dat ze daar trots en laf staan met hun zwaardjes om dieren te kwellen voor hun plezier in de Spaanse arena's. Daar kun je je dan kwaad om maken (en zo niet, dan heb je ook nog eens een groot probleem, want wie zwijgt stemt toe, en is één van hen.), maar je staat tegenover zwarte aliens die de Spanjaarden slechts als masker gebruiken. De matador is een clown, die zijn kaarten niet zomaar open en bloot op tafel heeft gelegd. De mens vecht tegen het witte gezag, maar het is zwart. De matador heeft dus ook een bedriegelijke doek gehangen voor het menselijk geslacht. De zwarte alien vreet zich geheel een weg door de witte ziel, en kleedt zich daarmee, maskert zich daarmee, maar de witte ziel is dus al dood. Ze zijn dood. Je bent in een kannibalen keuken, waar dit soort truukjes worden afgespeeld. De mens denkt dat hij leeft en beweegt, acties onderneemt, maar het zijn slechts hologram-filmpjes. De mens doet niets. Het is allemaal mk ultra die het doet. De mens krijgt de illusie dat hij zelf beweegt en zelf acties onderneemt, maar het zijn slechts anatomische filmpjes. Zo erg is het al. Het is een poppenkraam. Als men tot de gnosis komt, dan wordt de mens vrijgezet van mk ultra om zo tot een gnosis robot te worden, wat ook allemaal door filmpjes gaat. Als de zwarte alien tot witte haai is geworden op de Spaanse trap, dan krijgt hij 'teloch' status, en als hij dan vermenselijkt is in Californië, dan krijgt hij 'telach' status. De zwarte alien schakelt voortdurend over tussen deze twee vormen. Natuurlijk gebruiken ze ook nog gewoon de zwarte vorm, en dat moet ook wel, anders zouden ze zich teveel verraden. De mens moet de illusie hebben dat het witte ras heerst, dus ze komen ook gewoon door als zwart die door wit worden onderdrukt. Het is een truuk. De basis is echter wel de teloch-telach chip, voor parasitaire camouflage. Ze werken dus door muziek. Als je van sommige muziek zwaar depressief wordt, dan kan dat al een

teken zijn dat ze er doorheen werken. Het gebeurt ook veel door moderne muziek, inhoudsloze muziek of zwaar dramatische muziek. Dit is gril-muziek. Je ziel wordt erdoor gegrilt, en dan wordt je somber. De mens is aan het kruis gegaan door de zwarte aliens. Hoofdstuk 16. De Onderdelen van de Literatuur Waarom is de heilige literatuur zo belangrijk ? Waarom kan de mens niet rechtstreeks tot de gnosis komen ? De mens heeft buffers nodig, tussenlagen, als beveiligingen. Daarom bemiddelt de literatuur altijd tussen de mens en de gnosis. In dit samenspel ontstaat de semiotiek, de uitleg, want die kan ook niet rechtstreeks komen. De maskers zijn er dus voor een reden, om de mens voor te bereiden. Er moet dus een goede en natuurlijke balans zijn tussen literatuur en semiotiek, en er mag niets geforceerd worden. Literatuur en semiotiek zijn natuurverschijnselen, natuurprocessen. De Heilige Literatuur is dus wat in de diepte van de Jezus stelling verborgen ligt, en zoals Jezus op zichzelf een drie-eenheid was van Jezus-Kruis-Bloed, zo heeft ook de Heilige Literatuur dat in zich. Natuurlijk is bloed maar een overkappende, maskerende term. Het bloed wat zuivert, is dan eigenlijk in diepte het cirkelen wat zuivert, oftewel het verwerken en bewerken in de Literatuur, waardoor dingen tot diepte kunnen komen. Dat is een Vur-principe. Je cirkelt zo om alles heen, zowel om er toe te naderen als ervan weg te gaan. Dit is het zuiverende principe van de Literatuur, wat heel langzaam geboorte geeft aan de semiotiek, altijd weer met mate, want er moet eerst veel meer gecirkelt worden, heel horizontaal. We mogen nooit vanuit onszelf zomaar bot en plotsklaps de diepte ingaan. Het is een langzaam, zacht en licht-aanrakend cirkelend proces, heel ogenschijnlijk oppervlakkig. Zo niet, dan zal het de vijand aantrekken en gaan er schelle alarms af zodat de gevangene niet kan ontsnappen. Het rechtstreekse is dus de valstrik. Zij die teveel rechtstreeks denken zullen nooit tot volle bevrijding komen. Het gaat om het cirkelende denken, als onderdeel van de Literaire strategie. Zo wordt dus alles verzacht, want de Literatuur brengt verzachting, tot wel twintig malen zachter toe. In de literatuur is alles anders, komt het minder hard aan. Nu is natuurlijk de vraag hoe dat in zijn werk gaat. Openheid is hierin belangrijk. Kun je dingen op een andere manier zeggen ? Kun je verdere lagen onderscheiden zonder direct de diepte in te gaan, als de ribbels in het water wanneer je er een steen ingooid ? Elke gedachte of situatie is een zee van miljoenen creatieve mogelijkheden. Wat is dan het kruis in de literatuur ? Het kruis is het halve, het verminderen, waardoor er een andere rijkdom te zien is. Deze principes werken met elkaar samen. Het zijn principes van de Vur en ook de reden waarom de Vur zo'n belangrijk boek is. Juist door het literaire kruis van het minderen, het halve, ontstaat het cirkelen. De mens moet leren halveren en cirkelen om zo van de vloek van het rechtstreekse te kunnen ontkomen. LITERATUUR - HALVEREN - CIRKELEN Minderen en cirkelen, minderen en cirkelen, vager maken, opdat je niet wordt opgesloten, opdat je

niet vastgroeit. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, want de vijand zal het altijd weer proberen. Daarom is er de hogere literatuur. Het is een ontledingsproces wat maar door blijft gaan. Niet zomaar in de diepte, maar juist ook aan de oppervlakte. In de eindeloosheid van het horizontale ontstaat vanzelf diepte, en dan op een natuurlijke, legale manier. Dit is waarom we ook in het leven telkens maar weer overweldigd worden met stortvloeden van het schijnbare oppervlakkige. De mens is niet in luilekkerland, maar in een gevaarlijk mijnenveld op deze planeet. Niets kan zomaar aangeraakt worden, want alles staat onder zware stroom. Voor alles zijn er strenge regels. Het pad ligt verborgen in de literatuur, als de weg tot de gnosis. Daarom moet de mens afwijkend zijn, en alleen langzaam toenaderend zijn. Je cirkelt dus weg van iets en komt dan tot iets nieuws, opdat er nieuwe verbindingen in het geheel kunnen komen. Het andere is dus de sleutel tot het ene. Staar je niet blind op het ene, maar richt je op het andere, en staar je ook daar vervolgens niet blind op, maar leer de wetten van het cirkelen. Leer te minderen, omdat je zal ontwaken tot een andere werkelijkheid, en leer te werken met deze patronen, en niet obsessief te worden met maar relatief hele kleine onderdeeltjes. We spreken daarom over het heilige cirkelen en het heilige minderen, het heilige halveren als onderdelen van de literatuur. Voortdurend groeit de mens vast omdat hij dit niet heeft geleerd, en omdat de mens de hogere literatuur niet kent. Ook dit is weer onderdeel van de literatuur, en van het kruis van de literatuur. Het ligt namelijk niet voor het oprapen. Het wordt langzaam geopenbaard. Maar niets kan de kennis stoppen. De kennis is wat het is. In de onmetelijke diepte van alles kan dat ook niet anders. Er zijn absoluten waar de mens niet omheen kan. Daar mag de mens in rusten dat in de ontwaking alles opgelost is. Zo ontdekt de mens het heilige nibana in de literatuur, wat gecodeerd is in zijn eigen leven, diep binnenin. Dit is dus de ware opstanding, die van de literatuur, tot een eeuwig leven. De mens sterft voortdurend, maar komt zo tot kennis, en die kennis is eeuwig en vereeuwigend. De mens wordt zo zelf tot kennis. Herhaal de gedachtes die je kwellen, blijf ze herhalen, als in een ritme, en neem er dan kleine stukjes af, maak ze vager, en voeg dan andere kleine stukjes toe om ze te veranderen, om zo te gaan cirkelen door te verminderen. Maak dan heel voorzichtig contact met andere cirkels door het cirkelen, en cirkel daar ook omheen. Juist als je ergens vast begint te raken kun je er andere cirkels bij halen die helpen te minderen en cirkelen. Als de ene cirkel niet werkt, probeer dan een andere cirkel. Het zijn als radertjes die elkaar in werking moeten zetten, en soms heb je eerst een tussenradertje nodig om twee radertjes met elkaar te verbinden. Hoofdstuk 17. Vur-principes van de Literatuur In die zin mag er een literaire ontwaking en wedergeboorte plaatsvinden. De gnosis bestaat uit literaire structuren en patronen om het veilig te houden. Het is als een literaire dans. De ziel van de mens vindt dus veiligheid en bestemming in de boeken, in de literatuur, wat ook de boodschap is van het eeuwig evangelie. Zo heeft de ziel dus een huis, een woning, en mag de mens ook langzaam dit huis leren kennen, zoals beschreven wordt in het Medusa verhaal in de tweede bijbel. In de Vur is er een kortere versie te vinden van het Medusa verhaal, en daar wordt zij Hannah genoemd, in boek 71. Het Medusa verhaal gaat over de hogere ontwaking. Dit gebeurt symbolisch door een pijl die door het hoofd wordt geschoten. Zo leert de mens dan ook het literaire huis ontdekken. Voor hen die in de hogere gnosis zijn aangekomen is dit verhaal een belangrijk zwaartepunt, waar hun leven om draait. Het halveren en cirkelen is een zoekproces om tot natuurlijke, zingevende verbindingen te komen, wat symbiose wordt genoemd, ook als onderdeel van de literatuur :

halveren - cirkelen - symbiose Deze heilige driehoek van de literatuur zal heel langzaam geboorte geven aan de semiotiek. De overmoedige vorm van verbinding is de siamese matrix, waar alles op een verkeerde, onnatuurlijke manier aan elkaar verbonden is, oftewel de Toronto uitstorting. De joker is een archetype of beeld van de symbiose, maar ook een schaduw. Het geheim van de symbiose wordt bewaakt door jokers. Semiotiek is dus iets wat heel voorzichtig mag groeien, en wat we niet mogen forceren of overmoedig grijpen. Het is natuurlijk onderwijs, wat op een natuurlijke manier mag ontstaan in de driehoek van de literatuur. De symbiose moet dus goed gefundamenteerd zijn op de pilaren van het halveren en het cirkelen, zodat er geen siamese geesten kunnen ontstaan. De mens moet leren voorzichtig symbiotisch te leven, niet overmoedig. Het cirkelen is dus een soort geestelijke tuner of afstemmer om zo het juiste kanaal te vinden. De hogere gnosis en de hogere dromen hebben hun schaduwen en nachtmerries, aan de voet van de berg, wat als een waas daar hangt, maar laat het je niet afschrikken en beklim de berg. Blijf halveren en cirkelen totdat een hogere symbiotische werkelijkheid doorkomt. Een geheel andere natuur wacht op de mens. Het geheim van de symbiose ligt dus in het halveren en cirkelen, als de drie pilaren van de literatuur. Het zijn dus klik-momenten die zo opgewekt worden, hoe klein die klikken verder ook zijn. Zo wordt je ziel tot een andere wereld getrokken. Je kijkt dan omhoog om de symbiotische bloem te zien, en je klimt door de principes van het minderen en cirkelen, door de mist. Zo wordt er uiteindelijk een weelderige natuur geopenbaard. Het is niet vlak en saai, maar exotisch, tropisch, veelzijdig. Natuurlijk gaat dit veel dieper. Het halveren en cirkelen leidt tot de tegenstellingen, en hierin ontpopt de ware symbiose, dus in diepte is de literaire driehoek : halveren - cirkelen - tegenstellingen om zo door de symbiose als een brug tot de semiotiek te komen. Dit proces mag niet geforceerd worden. Vanwege de vele schaduwen en illusies op het pad, de geesten van misleiding en bedrog, moet de mens tot de diepte van Ragnarok gaan om hieraan af te sterven. Tegenstellingen zijn ervoor om alles te doen ontwikkelen, en is ook weer de motor voor het cirkelen en halveren. Als men de demonologie eruit wil gooien dan is het einde zoek, zoals in de New Age en in Toronto, waar ze met pensioen zijn gegaan. Hoe komt dan het kwaad aan zijn einde in dit proces van de tegenstellingen ? Tegenstellingen betekent niet alleen maar het lijden accepteren en gebruiken, maar er moet ook een strijd gevoerd worden, maar toch blijft dan de vraag hoe dit voor een oplossing gaat zorgen. Waardoor wordt het kwaad nu daadwerkelijk overwonnen. Het antwoord is eigenlijk heel eenvoudig. De aarde is mk ultra mindcontrolled, als robotische zombies, maar mk ultra zal niet het laatste woord hebben, want ingebouwd is ook een self-destruct programma. Zij weten dat het maar tijdelijk is, maar zij aanbidden de tijdelijkheid. Dat is voor hen alles, want ze zijn materialisten. Er is namelijk ook nog zoiets als artificial intelligence, kunstmatige intelligentie, dus alles zal blijven doorgroeien, ook al is het opgesloten. De ontwikkeling en evolutie van de aarde kan niet gestopt worden. Totale controle is dus een illusie. Delta creeert soldaten, maar is ook een self-destruct programma. Wanneer de leider merkt dat de delta's die hij gemaakt heeft kunstmatige intelligentie hebben ontwikkelt waardoor ze net iets anders zijn of er net niet helemaal inpassen, of wanneer hij ontdekt dat ze een lek hebben, dan wordt de leider kwaad op hen, want ook de leider wordt er zo aan herinnerd dat hij

niet waterdicht is. Hij zal uiteindelijk dan zo kwaad worden dat hij zijn delta's zal vernietigen, en dit zal ook de vernietiging van hemzelf betekenen, waardoor hij ook kwaad op zichzelf wordt en zichzelf vernietigd. Dat is dan uiteindelijk het einde van het kwaad. In het grote Ragnarok zal de mens hiertoe ontwaken. Het ego zal dus uiteindelijk met zichzelf afrekenen, naarmate de mens meer ontwaakt. Hoofdstuk 18. Psalm 5 Je gedachten tot kalmering brengen, kan dat ? Gedachten zijn of van de gnosis of van de anti-gnosis. Een heleboel mensen zijn niet voorzichtig met hun gedachtes, en floepen zomaar alles eruit. Maar als je goed om je heen kijkt en ziet hoe de mens het nooit met elkaar eens is, dan speel je deze spelletjes niet meer. Dan wil je alleen nog maar heel stil worden en alleen nog maar spreken als je aangesloten bent op de bron van de gnosis. In de oorspronkelijke bijbelse talen werd er vaak sexuele beeldspraak gebruikt om het naderen tot God te beschrijven, wat ook in Egypte een sexuele betekenis had : Psalm 5 8Maar ik zal, dank zij uw grote goedertierenheid, uw huis binnengaan, mij nederbuigen naar uw heilige tempel in vreze voor U. In het Aramees gaat het hier om ingewijd worden in geheimen. In het Hebreeuws is het de kooi van de onderwereld waarin David wordt ingewijd, wat ook vertaald wordt als de vruchtbare plaats binnenin, als een beeld van de vagina en de baarmoeder. De omliggende verzen gaan over het oordeel over de goddelozen, het kwaad. Sexualiteit is dus een metafoor van de demonologie. De tempel is in de Hebreeuwse wortel de overwinning. Het gaat hier dus om een oorlog. In het Aramees gaat het hier om het offer. Alleen in deze context kan het boek Leviticus begrepen worden. Hoofdstuk 19. Het Meisjesboek Op de vrouw in de samenleving wordt vaak cynisch neergekeken, en ook op de zogeheten vrouwenboeken en meisjesboeken. Het wordt jongens ook aangeleerd om zich daar maar niet mee

te bemoeien, want het zijn immers meisjesboeken. Meisje is tot een scheldnaam geworden, en we weten allemaal wel hoe dat komt. Het christendom heeft dit gedaan. Vrouwen werden door een smerig truukje, een vals verhaal, op de tweede rang geschoven, als ondermensen. Met kinderboeken in het algemeen wordt hetzelfde gedaan. De man in een hoge positie is vaak bang voor het kinderboek. Er wordt cynisch neergekeken op het kinderboek. Een volwassene mag zich daar zeker niet mee bemoeien. In wat voor een idiote wereld leven wij eigenlijk ? Dat is dan weer een stukje gnosis in de bijbel overgebleven, dat de mens alleen maar tot het paradijs kan komen als de mens weer kind wordt. Vanwaar dan zoveel haat naar het kinderboek ? Gelukkig zijn er ook velen die altijd kind zijn gebleven en dol zijn op het kinderboek. Het kinderboek bezit de sleutel. Als een mens daar geen gevoel meer voor heeft, dan heeft hij zijn hart verloren en dan is daarmee alles verloren. Helaas zijn delen van de meisjesliteratuur aangetast door het christendom en worden meisjes per definitie neergezet als zwak, dom, slecht, of onderdanig aan de man, alleen bestemd voor het huishouden. In de literatuur kan en mag natuurlijk van alles gebeuren, maar als literatuur wordt gebruikt om een heel ras of geslacht te programmeren als minderwaardig, dan is dat natuurlijk een groot alarm. En dat gebeurt er soms, dat boekjes vanuit een bepaalde christelijke propaganda worden geschreven om de vrouw als minderwaardig schepsel neer te zetten. Het meisjesboek is niet alleen voor meisjes. Wie dat denkt is enorm dom. De vrouw staat namelijk voor creativiteit en inspiratie en daarom is het meisjesboek voor iedereen van belang. Vandaar dat de Tweede Bijbel ook vol staat met meisjesverhalen, meisjessprookjes en meisjesboeken, opdat de vrouw haar oorspronkelijke rol terugvindt èn opdat de man komt tot zijn innerlijke vrouw en moeder. Er is daarom een grote strijd gaande in de meisjesliteratuur die niet onderschat mag worden. Kijk als vrouw goed om je heen, en zie hoe veel mannen met cynische glimlachen en vaak met stropdas subtiel op de vrouw neerkijken, zo van : 'Ik ben een man van stand, en jij bent maar een vrouw. Je zult mij altijd weer nodig hebben. Wij mannen bezitten jullie. Daar hebben wij voor gestudeerd. Wij zijn professioneel. Jullie zullen nooit iets bereiken. Daar hebben jullie de capaciteiten ook niet voor.' Alsof het om dingen bereiken gaat, carrière maken. Het gaat om het ontwaken en iets voor de wereld te betekenen op een hele andere manier. De ware meisjesboeken zijn om zowel meisjes als jongens in die ontwaking te helpen en te emanciperen, om contact te maken met de andere wereld, de hogere wereld. Het boek helpt de materialistische realiteit om ons heen af te breken en te ontmaskeren, te minderen, door te cirkelen, om het verhaal te laten zien in deze tegenstellingen. Er wordt dus een nieuwe code gelegd die de mens mag ontcijferen, want al die huis, tuin en keukendingen in meisjesboeken hebben een enorme verscholen diepte. Er is ook veel spionage werk gaande. Het meisje in het meisjesboek is de spion in deze wereld. Wie een oor heeft die hore, wie een oog heeft, pikke het op. Het belang van boeken is dat ze de deuren tot parallelle werelden kunnen openen. Het zijn droom werelden die binnengegaan kunnen worden door bepaalde patronen en codes voor de oplettende lezer. De uitleg van het boek, de semiotiek van het boek, de bruggen tussen het boek en je eigen leven is misschien nog wel belangrijker dan het boek zelf. Natuurlijk zijn er ook zeer slechte meisjesboeken die het waardigheidsgehalte van een roddelblaadje hebben. En er zijn inderdaad ook een heleboel slechte meisjes, maar het ware meisjesboek stelt dit juist aan de kaak, al dan niet subtiel. In de meisjesboeken zitten ook de sleutels om semiotischer om te gaan met de bijbel en de koran en andere zogeheten 'heilige geschriften' van de lagere aardse

culturen. Vandaar dat de tweede bijbel ook volstaat met onderwijs over de diepere verborgen betekenissen van deze boeken. Je moet dus ook niet zomaar gaan grissen in de meisjesboeken en de verdere literatuur, maar zorgvuldig je weg zien te vinden. Elke literatuur heeft zijn eigen mijnenvelden, en er staan veel gevaren op de loer. Lees daarom altijd voor de hogere gnosis. Goede boeken kunnen toversleutels voor je leven zijn. Alles kan alleen benaderd worden door het meisjesboek, niet op de directe manier. Zo mag de mens komen van religie tot literatuur. Dat kan niet zo maar direct, maar door eerst dieper in de religie te gaan. Vandaar dat we ook de religies uitvoerig hebben besproken, en de religies mogen bekeken worden in de context van de meisjesboeken. Alleen door de meisjesboeken kan ernaar gekeken worden. Hoofdstuk 20. De Tweede Wereldoorlog Vandaag Zoals we weleens eerder hebben gezegd : 'De Tweede Wereldoorlog is nog niet afgelopen. De bevrijding is nog niet gekomen. De nazi's houden nog steeds dit land bezet, en andere landen. De medische markt heeft gewoon de nazi erfenis overgekocht, en werd zo tot medische dictatuur. De nazi's gebruikten in de oorlog al fluor om het volk lam te leggen, zodat er geen weerstand geboden zou worden en vandaag de dag is dat nog steeds zo. Dit is geen huis, tuin en keuken probleem, maar een literair probleem, en de literatuur zal een tegenantwoord geven op deze zotte idioterie. Nog steeds raken mensen door fluor en vullingen in coma, en het wordt vrolijk ergens anders opgeschoven. Dat mensen weer uit hun rolstoel zijn gekomen na het trekken van gevulde kiezen of na het stoppen van gevaarlijke psychiatrische medicijnen kijkt de industrie vrolijk langsheen, want ze willen hun baan niet kwijt, hun geld niet kwijt, en de illusie van macht niet kwijt, want dat is hun drugs. Dit zijn demonen, lieve mensen. Dit zijn vleesgeworden demonen, oftewel buitenaardse parasieten die hun weg tot de aardse moederschoot hebben gevonden. Laat hun zogenaamde vriendelijkheid je niet bedotten, want die slaat zo weer om in dwang. De literatuur gaat met een tegen-antwoord komen. Blijf daarom gevoelig voor de literatuur, en blijf alert. We zijn in een grote geestelijke oorlog. Literatuur en educatie (semiotiek, uitleg) is de weg. Het is niet zomaar een strijd tegen vlees en bloed. Het wapen van de literatuur is zo nu en dan ook in de bijbel te vinden, want de bijbel is een verzameling van veel oudere gnostische geschriften. Paulus putte daar ook uit, maar die verzen waren oorspronkelijk niet eens van hem : Efeze 6 12want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten. Dit komt uit oudere gnostische geschriften. Paulus was wel opgeleid in de wereld-filosofie van veel oudere religies en ideologieën, zoals Mozes bijvoorbeeld ook veel Egyptische wijsheid liet

optekenen door zijn Egyptische opvoeding en educatie. Om dus zomaar de gehele bijbel weg te werpen als oud vuil is natuurlijk te veel van het goede en literair ook niet verantwoord. Wij gaan er dus dwars doorheen. Ook moeten wij ons zoveel mogelijk afscheiden van hen die doldwaas 'familietje spelen' en feestjes vieren in oorlogstijd, terwijl er helemaal niets te vieren valt. Zij zijn vaak van de NSB, om de nieuwe generaties in slaap te sussen, zoals dat met ons vroeger ook werd gedaan. Maar ze konden mij niet krijgen, want hoe 'leuk' het overdag ook kon zijn, ik had 's nachts de verschrikkelijkste nachtmerries. Ik was dus al op jonge leeftijd 'ingelicht'. Al mijn kindernachtmerries zijn uitgekomen. Ook hierover wordt er in de bijbel gezegd : Ezechiel 9 1Toen riep Hij met luider stem te mijnen aanhoren: Treedt nader, gij, die aan de stad de straf voltrekken moet, ieder met zijn verdelgingswapen in de hand! – 2En zie, zes mannen kwamen van de kant van de Bovenpoort, die op het noorden uitziet, ieder met zijn vernietigingswapen in de hand, en één man onder hen was in linnen gekleed en droeg een schrijfkoker aan zijn zijde; zij kwamen nader en gingen staan naast het koperen altaar. 3De heerlijkheid van de God van Israël nu had zich opgeheven van de cherub waarop zij rustte, en zich begeven naar de dorpel van de tempel, en Hij riep de man die in linnen gekleed was en de schrijfkoker aan zijn zijde droeg. 4En de Here zeide tot hem: Trek midden door de stad, midden door Jeruzalem, en maak een teken op de voorhoofden der mannen die zuchten en kermen over al de gruwelen die daar bedreven worden. 5Tot de anderen zeide Hij te mijnen aanhoren: Trekt achter hem aan door de stad en slaat neer. Ontziet niet en hebt geen deernis. 6Grijsaards, jongelingen en jonge meisjes, kleine kinderen en vrouwen, moet gij doden en verdelgen; maar niemand die het teken draagt, moogt gij aanraken; bij mijn heiligdom moet gij beginnen. Toen begonnen zij bij de mannen, de oudsten, die zich vóór de tempel bevonden. 7En Hij zeide tot hen: Verontreinigt de tempel en vult de voorhoven met gedoden. Gaat heen. Gaat heen en slaat neer in de stad. Natuurlijk is dit metaforisch en gaat het over de engelen en de geestelijke strijd, en ook dit was genomen van veel oudere gnostische geschriften. De schrijfkoker is een beeld van de literatuur. De pen is het wapen, oftewel de educatie. Zij die niet kermen en zuchten over de gruwelen in deze wereld, over het nazi-bewind wat door de medische industrie was overgekocht, en zij die gewoon maar feestjes blijven vieren en familietje blijven spelen zijn onze vijanden. We zijn in oorlogstijd. Zij die niet meestrijden in het verzet zijn onze familie niet. Ook justitie is een poppetje van het medische nazi bewind. Het is een markt. Het recht is voor de rijken, en degenen die macht hebben ingekocht. Zoals de bijbel al zegt mag recht nooit een markt zijn, want dan wordt het corrupt. Recht is ook een medicijn, en in principe wordt het door het medische systeem verkocht, als een gif, want het medische systeem wil niet genezen, maar ziek houden, en de illusie van genezing geven. Ze willen namelijk hun baan, macht en geld behouden. Het is hun drugs. Het zijn kannibalen. En de joelende doldwaze familie-feestgangers zijn ervoor om mensen ervan te overtuigen dat alles wel goed zit. De mens wordt hierdoor zwaar bedrogen. Het is een theater-opvoering van demonen, van parasieten. Ik heb op dit gebied veel meegemaakt in mijn werk als pastoraal hulpverlener. Ik heb gezien hoe mensen werden gedwongen medicijnen te nemen, terwijl ze ervan in een coma raakten, zich niet meer konden bewegen en de hele dag maar op bed lagen, en soms werden diezelfde medicijnen dan ook weer uit de handel gehaald omdat er doden bij waren gevallen. Maar ja, dan is het al te laat bij sommigen. In mijn werk als exorcist heb ik mensen uit psychiatrische klinieken gehaald, wat me door psychiaters niet in dank werd afgenomen, want het is hun inkomen. Als ik mensen daar soms opzocht om ze te helpen, en het hielp, en ik kreeg andere aanvragen van patienten om hen ook te

helpen, werd ik soms gewoon de kliniek uitgezet omdat ze mij als een bedreiging zagen voor hun dikke portemonnee en hun macht. Mensen worden in zulke klinieken geheel uitgemolken en krijgen valse etiketten waar een exorcist makkelijk doorheen prikt. Het is allemaal voor de markt. Ik heb nog nooit geld gevraagd aan iemand die ik hielp. Dan zou alles corrupt worden. Ook daarvoor houd ik vast aan zekere bijbelteksten die verbieden geld te vragen voor medische en exorcistische hulp. Die teksten komen uit veel oudere gnostische geschriften. Er worden verschrikkelijk smerige spelletjes gespeeld. Veel mensen kunnen het niet meer navertellen of zijn al helemaal monddood gemaakt. De medische industrie vergiftigt mensen. Het is oorlog. De nazi's zijn nooit overwonnen. De literatuur zal met een tegen-antwoord komen. Tussentijds moet de mens vasthouden aan het kruis. Het is geen normaal, alledaags probleem, maar een literair probleem. Om hier doorheen te kunnen komen dient de mens de literatuur te kennen. Hoofdstuk 21. De Poolse Sobibor Sleutel van de Tweede Wereld Oorlog Als we dan Efeze 6 en Ezechiel 9 bij elkaar voegen - en vergeet even het woord bijbel, want bijbel betekent gewoon 'verzameling boeken' die dus uit veel oudere gnostische verzamelingen kwamen - dan zien we dat we geen strijd voeren in de materiële wereld tegen vlees en bloed, maar in de literaire gewesten. Het is een strijd in de literatuur. Er is dus een groot verschil tussen de literairen die religie metaforisch gebruiken en religieuzen die religie letterlijk nemen. De literaire mens verdiept alles, ook religie, als onderdeel van de literatuur. Ontsnappen is dus altijd juist een proces van dieper erin gaan, verdiepen. D-day de zogeheten bevrijdingsdag die de tweede wereldoorlog zou hebben beeindigd - wat dus ver van waar is - was dus niet de daadwerkelijke bevrijding, maar de mens moet zelf ontsnappen door verdieping. De tweede wereldoorlog zaten en zitten we allemaal in, omdat het de collectieve ziel is. Als één lid lijdt lijden alle leden. Je kan dus nooit denken : 'Oh, hij zit in een concentratie-kamp, en oh wat zielig en wat naar voor hem.' Nee, je zit er zelf ook in, omdat hij een deel van je is. Mensen moeten eens wakker worden. Wij zijn in het lijden altijd aan elkaar verbonden want wij zijn allemaal leden van elkaar als het menselijk ras. Het gaat om jezelf. Jij zit erin, en de ander is slechts de boodschapper ervan. 'Oh ach en wee, er zit iemand in het concentratiekamp. Nou ja, het leven gaat door.' Nee helemaal niet, je bent het zelf die erin zit. Dus we zitten allemaal nog vast in Auschwitz en Bergen-Belsen en al die andere concentratiekampen. Sobibor is een belangrijke sleutel voor ontsnapping. Dit was een concentratie kamp en vernietigings kamp in een door de nazi's bezette gebied in Polen. De Sonders van het Sonderkommando (de 'specialen' in het Duits), waren gevangenen die gedwongen werden de lijken op te ruimen, naar de verbrandings-installaties te brengen en naar de massa-graven en hen te onderzoeken op waardevolle bezittingen. Vaak werden ze na hun taak afgeschoten of ze pleegden zelfmoord. In Sobibor was er een opstand georganiseerd door de

Sonders, de dodenslaven, en vond er een grote ontsnapping plaats, waarvoor dit gebied bekend staat. Dit waren verschillende honderden gevangenen, maar velen werden neergeschoten of kwamen in mijnen terecht waardoor ze het niet overleefden. Ongeveer vijftig van hen overleefden het, waaronder ook een Nederlandse vrouw. Recent is er ook nog een ontsnappings-tunnel gevonden. De overige verschillende honderden gevangenen die waren gebleven werden vermoord, en het kamp werd door de nazi's gesloten en verwoest. Toen werden er bomen overheen geplant. De nazi's wilden alle sporen uitwissen van wat er was gebeurd. Vandaar dat Sobibor een pijnlijke herinnering is voor de nazi's en een belangrijke sleutel voor de ontsnapping, die de verdieping is. Ook in de Insectische geschriften van de Tweede Bijbel wordt er literair aandacht geschonken aan het Sonder mysterie. Hoofdstuk 22. Na Kantoor-Uren Gesloten De Vur groeit langs alles heen, gaat niet direct met dingen om. De Vur is niet materialistisch. Zo is het ook belangrijk te komen tot de stilte en te leven door de stilte, door de eeuwige stilte, om alle overvloed van overmoedige stemmen in ons te doven, de stemmen van het verleden en de stemmen van de maatschappij om ons heen. Deze eeuwige stilte ligt verborgen in het hart, en zalig zijn degenen die het vinden. Wij mogen net als de Vur natuur langs alles heengroeien, opdat we niet vastraken in de bedriegelijke droomwerelden van anderen, van hen die niet willen ontwaken. Wij mogen zo door langs alles heen te groeien tot grote ontdekkingen komen, wat in de tweede bijbel het waterlichten mysterie genoemd wordt. We groeien dus vanuit het water, omdat juist de golven ervoor zorgen dat we langs alles heen kunnen groeien en nergens vastraken. Als we ergens vastraken is dat maar tijdelijk, en de natuur zal ons wel weer loswrikken en losspoelen, want alles groeit door. Niets is vast. Dat is het grote geheimenis van de Vur om ons klaar te maken voor de geheimenissen van de Bilha, het vervolg op de Vur. Het is de industrie van de natuur die tegen de corrupte industrie van de stad ingaat, als een industriele revolutie. In de eeuwige stilte is er een hele andere industrie gaande die niet materieel is. Het gaat dieper dan dromen, totdat men ziet wat ware industrie is. Zoals de Vur zegt : 92. DE INDUSTRIE 1. Het sociale leven is de grootste killer, maar industrie geeft de kans te overleven. 2. 'Je moet je industrie bouwen,' sprak ze. 3. 'Bouw je centrum van filosofie,' zei ze. 'En we zullen allemaal veilig zijn.' 4. 'Wat is de belangrijkste filosofie ?' vroeg ik. 5. 'Dat moet je ontdekken,' zei ze. Dit is ook het diepere geheim van Duitsland. De mens raakte verstrikt in de zwaar robotische nazi

industrie als verdwaald in een meedogenloze machine, die later door de medische industrie werd overgekocht. Om hieraan te ontkomen moet de mens nog dieper gaan om tot de natuur-industrie te komen, die nog wel veel robotischer is en veel industriëler. De stads-industrie is gebonden aan werktijden, en zijn na kantoor uren gesloten en zijn dan ook totaal onverschillig naar hun werk. Het is allemaal heel zakelijk. Terwijl hen van de eeuwige stilte altijd werken. Hun hele leven bestaat uit industrie. Zij wijken niet af van de rode draden. Hierin vinden zij hun rust. Er zitten geen lekken in. Het Wonder van de Vur, het commentaar op de Vur, zegt hierover in het commentaar op boek 99 : 'Zij die het sluier van de wildernis niet kennen, zullen het nooit dieper binnengaan. Eerst raakt de mens in de sluiers verstrikt, totdat hij het raadsel ervan heeft opgelost. Het gaat dus om de arbeid, en een lui mens zal zich niet in deze industrie begeven.' Alleen door volledig en robotisch industrialisme zal het raadsel opgelost worden. De rest zal afsterven en gerecycled worden. Luiheid is geen optie. De mens moet er geheel voor gaan of helemaal niet. Er is dus een heel groot verschil tussen stads, religieus fundamentalisme, en Vurisch fundamentalisme, wat een natuurlijk fundamentalisme is om te overleven. Stads industrialisme is materialistisch, gejaagd, geforceerd, oppervlakkig, monopolistisch, parasitair, werkend voor de medische industrie, de top van de pyramide, en daardoor bloedzuchtig, want deze industrie leeft door bloed, door dood en verderf. Het is een zwaar virus, een hersenvirus. De ware dimensie van creativiteit ontbreekt. Ze zijn niet gemachtigd waarlijk te dromen, maar ze zijn aan de drugs, allemaal om het oude systeem in stand te houden, zij het in nieuwe jasjes. Ze werken veel met camouflage, en dat is het bedriegelijke ervan. Pas op voor het masker. Ze kunnen overal zijn en overal binnendringen, en houden dan ongemerkt hun dodendansen, hun kannibalendansen om je heen. Jij staat op het menu. Laat je niet voor de gek houden. Hoofdstuk 23. Korte Bespreking van Tranen van Vuur Op de boekomslag van het Tweede Bijbelse verhalenboek 'Tranen van Vuur' zien we de aan de rode drugs verslaafde Vrouw Hertint tussen de klaprozen met een oorlogsvisioen opgewekt door de drugs. Hertint is een figuur uit de tweede bijbelse mythologie. Het is een kort, poëtisch verhaal wat zomaar abrupt eindigt met een open einde. Maar de rest van de verhalen zijn ervoor om het aan te vullen. Het stuk 'Hertint' is een centraal punt in het boek, waar eigenlijk alles omheen draait. Haar drie roodharige kinderen zijn oorlogsvisioenen die we zowel in het verhalenboek als in de geschiedenis kunnen terugvinden, en zelfs in ons persoonlijk leven. Dat het centraal ligt komt er ook door dat verschillende regels van het verhaal ook in de Bilha staan, alhoewel Hertint zelf niet genoemd wordt, en ook haar man, Hertant, niet. Het is een vast scenario : Mensen oogsten wat ze zaaien. Mensen hallucineren wat ze roken. Alles draait om oorzaak en gevolg. Dit zijn vaste wetten waar de mens niet aan kan ontkomen. De kinderen zijn de vruchten van het werk van de ouders. Dat wil zeer zeker niet zeggen dat slechte ouders altijd slechte kinderen krijgen. Neen. Dat zou te kort door de bocht zijn. Tegengestelden trekken elkaar aan, en we hebben altijd weer te maken met

diepere cryptische boodschappen. Soms worden kinderen ook gezonden als een betaling aan de ouders, als loon of kastijding of als een hulp, of een mengsel daarvan. Voor een kind is dat niet altijd makkelijk want eigenlijk gaan ze door hetzelfde heen als waar hun ouders doorheen gingen. Zoals Hertint zwaar aan de drugs was, zo werden haar kinderen ook zwaar aan de drugs geboren, want zij kwamen uit haar voort. Zo worden ook oorlogs-situaties van geslacht tot geslacht doorgegeven, maar wel telkens in andere vormen gegoten. Ook kan een kind dus juist de sleutel vormen om van een bepaald probleem verlost te worden, als de oplossing van een raadsel. Het kind kan dus ook voor inzicht staan. Oorlog kan ook een geestelijke betekenis hebben, dat je het probleem onderkent en daar tegen strijd. In die zin heeft het Hertint verhaal een dubbele betekenis. Een kind kan ook weer strijdlustig maken, als hoop na de wanhoop. Er komt weer nieuw leven in een nieuwe vorm. Dingen worden anders. Vijanden worden verslagen. Natuurlijk is het drugsgebruik van Hertint zwaar symbolisch. Dat hoeft geen letterlijk drugsgebruik te zijn, maar kan ook bijvoorbeeld een beeld zijn van religie of een bepaalde obsessie met iets anders. In het verhaal 'Sandra en de Boze Badmeester' verliest een jongen, Jan, zijn zus, Sandra, door een complot wat kinderen omwisselt met robotten. Jan krijgt vervolgens wel een hele diepe band met de robot, die hem zelfs wil helpen Sandra terug te vinden. Het kwaad van de psychiatrie en psychiatrische medicijnen wordt besproken, wat mensen geheel hun eigen identiteit kan laten verliezen en hen kan maken tot robotten. Aan het einde van het verhaal vindt hij eindelijk zijn zus terug met behulp van de robot, maar wat is er nog van haar over ? Ze is haarzelf niet meer of zij is inmiddels ook alweer verwisseld door een andere robot, om het pad voor Jan dood te laten lopen. Jan is dan noodgedwongen om maar gewoon verder te gaan met de eerste robot, waarvan hij inmiddels erg is gaan houden. Soms zijn oorspronkelijke situaties niet meer vindbaar voor wat voor reden dan ook, en moeten we roeien met de riemen die we nog hebben en maken wat er nog van te maken is. Dat is ook weer het principe van het verminderen. We hebben van het oorspronkelijke alleen nog maar kleine stukjes over, maar er is ook nog een andere wereld die we moeten ontdekken. Vandaar dat dingen in ons leven blijven verminderen en veranderen, opdat we in die grotere cirkelbewegingen terecht komen die ons in een uiteindelijk betere vibratie brengen. Aan het einde van het verhaal twijfelt Jan enorm aan zichzelf, en vraagt zichzelf af of hij het allemaal wel zuiver heeft gezien, en neemt daarom een aantal stappen terug. Ook dit verhaal stopt dus met een open einde. Hoofdstuk 24. Aan Beide Kanten van de Tralies - Verdere Bespreking van Tranen van Vuur Het verhalenboek Tranen van Vuur laat zien dat er ook andere beroepen in het complot tegen de mens betrokken zijn. Alles kan meewerken om de mens in te sluiten. Het is een grote en subtiele machine met vele koppen. Zoals het goede gebruik kan maken van alles, zo kan het kwade dat ook. Let goed op wat er om je heen gebeurt, en prik door de spelletjes heen die mensen spelen. Iedereen is al ten dode opgeschreven in de machine van de tandheelkunde en iedereen valt onder dat bewind en moet het persoonlijk overwinnen, maar alhoewel veel mensen niet in de psychiatrie zijn is dat ook slechts allemaal schijn, want de psychiatrie heeft alles overgekocht. Ook van deze twee bedrijfstakken is het verhaal 'De Goochelaar' een allegorie, want er wordt in deze twee industrieën van de dood verschrikkelijk gegoocheld, en er gaat voortdurend van alles mis, en dat moet ook wel, want anders zouden ze niets meer verdienen. Het zijn parasieten, kannibalen. Daarop is ook het gehele christendom op gebouwd. Ze hebben uw hulp hard nodig, d.w.z. uw bloed, uw dood, uw geld, alles. Alles van de nazi's hebben ze overgekocht, en ze heersen aan beide kanten van de tralies.

In het verhaal 'Sandra en de Boze Badmeester' begint het allemaal in het zwembad. Het begint vaak in ogenschijnlijk 'leuke' of 'onschuldige' plaatsen, zoals school en de kerk. Daar wordt een kind al voorbereid, gefokt als slachtvee. Veelal is dit gecamoufleerd. Waarom zouden deze demonen zich makkelijk verraden ? Ze zijn niet dom, maar listig. Ze hebben miljoenen jaren ervaring in het misleiden van mensen. Dit zijn machines die geprogrammeerd zijn om u de dood in te lokken. Ze komen vaak niet als brullende leeuwen, maar als engelen des lichts. Ze maken mensen maar wat wijs met een hele omhaal van woorden, zorgen dat het politiek verantwoord is, door de massa ondersteund, alsof alles goed voor de mens is. Ze schrijven daarvoor hun rapporten, en verkopen het voor veel geld, om de illusie op te wekken dat het dan wel heel wat waard moet zijn. Het zijn allemaal truken, goocheltruken. Ieder weldenkend mens kan zien dat het voortdurend misgaat, maar ze schuiven het altijd op iets anders, op de zondebok. Dat is altijd iemand anders of jezelf, nooit henzelf. Heel soms geven ze het toe dat er iets mis is gegaan, maar dan beloven ze verbetering, om de mens toch te laten denken dat ze echt zijn, maar het zijn allemaal truken uit de goocheldoos. En de ja-knikkers die altijd maar achter hen aanlopen met de dode massa's mee zijn gewoon onderdelen van deze machine. Deze machine heeft de dode massa's zelf gemaakt. Het zijn kopieer truken. De mens loopt op de kermis van dood en bedrog. Overal zijn zielenlokkers. De prijs is hoog. De mens is zwaar bezeten en wordt voortdurend afgeleid door deze gekken. Waar is de mens naar op zoek ? Ik schrik me elke keer weer rot als ik in de trein stap. Iedereen loopt rond met een telefoontje, en ze hebben nergens meer oog voor. Ik ben altijd zo'n beetje de enige die geen telefoontje heeft. Wij mogen een levend contact met de natuur hebben en met de gnosis, maar de wereld wordt gesleept tot het brandende gat van de GSM's, levensgevaarlijke straling, en de mens overcommuniceert. Ze hebben dag noch nacht rust. Ze zijn bezig hun kannibalen-menu's in te tikken, en ze staan ook nog eens zelf op het menu. Het is allemaal illusie. Dit is de neem en grijp generatie. Ze zijn volledig gezombificeerd. Aan het einde van het verhaal de Goochelaar wordt er een medicijn aangeboden tegen wat de Goochelaar bleek te zijn : een drug. Het tegengif was het zaad van het telefoonplantje. Het kon maar eens in je leven gebruikt worden. Het plantje bleek al uitgestorven te zijn, en het laatste beetje zaad droeg de vader van het meisje aan een ketting om zijn nek in een flesje, wat hij eens had gehad van een vrouw die hij van de verdrinking had gered. Natuurlijk is dit ook diepe allegorie. Wij moeten terugkeren tot de natuur en leren op een natuurlijke manier te communiceren, zoals de planten dit doen, door natuurlijke processen en niet overmoedig en geforceerd. En dit kunnen we alleen met mate doen. De computer en het internet is een prachtige uitvinding, ook diepe allegorie hiervan, maar de mens moet het niet overdrijven. Het worden van een GSM-zombie is een groot gevaar. Men heeft geen idee wat er allemaal door deze straling gebeurt en wat voor demonen het kan aantrekken. Het kan alles in de mens vernietigen door overgebruik. De mens moet weer leren prioriteiten te stellen en voorzichtig te worden. Vandaag de dag ontkom je aan een heleboel dingen niet meer, maar vecht voor je leven en je vrijheid en voor het behoud van de natuur. Er zijn andere wegen mogelijk. Houd je vast aan de rode draad door alles, en wijk er niet van af. Probeer het te naturaliseren, vanuit de natuur te matigen, niet te materialiseren en te overdrijven. Niet het vele is goed, maar het goede is veel. Zo mag de mens langzaam alles afbouwen om tot andere, betere vormen te komen. Contact maken met je innerlijke natuur en daardoor herstellen. Ook voedsel zit vol met gif tegenwoordig, en de al dan niet gedwongen medicijnen natuurlijk. De tandheelkunde is één groot gedwongen medicijn, wat daardoor alleen al geen medicijn is, maar een complot. Ze implanteren mensen om buitenaardse inmeng in het zenuwstelsel van de mens te krijgen, en zoals we weten is het zenuwstelsel het communicatie systeem van de mens. Daarover is de strijd, want ze weten allemaal dat door communicatie de commando codes worden geprogrammeerd in de hersenbanen van de mens. Dat loopt ook allemaal weer terug naar de nazi's, waaraan verschillende verhalen van het boek gewijd zijn. In het eerste verhaal werd de koffie robot gebruikt om de nazi's te overwinnen. Koffie is een symbool voor ontwaking. De bevrijders zullen namelijk nooit komen.

De mens moet zelf hiertoe ontwaken. Hoofdstuk 25. Het Breken van de Wapen Handel Matrix Vannacht had ik een droom van een malfunction van een zware demoon/ parasiet die over de aarde heerst. Het ging om twee buitenaardse parasieten die in de vorm kwamen van mijn vader en mijn moeder. De 'vader' kwam uit zijn slaapkamer met zijn haar helemaal door de war, en met lome, trage stem zei hij dat hij niets meer kan willen. Zijn vermogen tot 'willen' was weg, en zijn spel was afgelopen. Ik zag direct dat er iets was gebeurd in deze collectieve vader-parasiet. Hij was niet meer dezelfde. Ik vroeg : 'Heb je een hersenbloeding gehad ?' Hij knikte, en bevestigde dat, en ook de moeder-parasiet bevestigde het (die dus in de vorm van mijn moeder was). Ze zei toen : 'Ja, hij moet naar Heerde nu.' Daar zou ze hem naartoe brengen. Er was iets in hem onherstelbaar geknapt. Heerde is waar dat soort parasieten die geknapt zijn naar hun laatste station gaan. De mannelijke parasiet was genaamd Nemser, en de vrouwelijke parasiet was genaamd Nimi-Niti. Het waren tandarts-parasieten die destijds de wapen industrie van de nazi's hadden overgekocht en verder hadden opgebouwd voor de medische industrie, de psychiatrische industrie en de tandarts industrie. Ze stonden voor een zekere wapenhandel. Vroeger was de wapen industrie groeiende door de uitvinding van het buskruit vanuit China en Mongolië. Men greep overmoedig naar de wapens, en verzaakte het kruis en de communicatie waardoor deze wapen handel matrix ontstond, wat geboorte kon geven aan de medische dictatuur. Deze parasieten waren poortwachters van een zekere wapen fabriek, en toen de mannelijke parasiet was geknakt, oftewel de collectieve vader parasiet, ging dat zo diep dat ik me afvroeg of ik wel veilig was. Ik voelde me heel vreemd, maar ik werd direct vriendelijk toegesproken door buitenaardsen van de gnosis die me verzekerden dat ik veilig was. Er was zoveel aan het instorten. Ik werd wakker en voelde me nog steeds vreemd, maar ik voelde ook de buitenaardse gnosis. Toen ik die dag naar de supermarkt ging probeerde ik na te gaan wat er precies was gebeurd, want er waren poorten geopend. Ik voelde heel veel terugkomen van mijn kinderjaren, wat vrij was gezet. Heel veel buitenaardsen van het verzetstrijders front waren ook vrijgezet. Ze konden zich gewoon in alles inmengen. De droom eindigde met vossen, die een beeld zijn van geheimhouding, spionage en vermomming.

Hoofdstuk 26. De Lijkendans Veel mensen verslijten hun levensdagen met nutteloze dingen die er niet toe doen, en houden zich bezig met inhoudsloze relaties met oppervlakkige mensen wat ze als een waardemeter gebruiken. Het geeft hen de illusie van geluk en controle, van waarde en groei, terwijl ze helemaal niet groeien. Ze hebben de architectuur van de literatuur uit het oog verloren. Het leven is ertoe bedoeld die diepere architectuur van de natuur literatuur te vinden en vandaaruit te leven. Het gaat om het leren kennen van die diepere literatuur achter alle dingen, opdat de rode draden worden gevonden. Maar wie heeft daar tegenwoordig oog voor ? Velen worden afgeleid door valse verlokkingen. Het gaat om de aha-momenten, niet om de likes voor oppervlakkige dingen die er niet toe doen. Want dan is de like net wat het zegt : een lijk. 'Weer een 'lijk' erbij. Jongens, onze lijkenhandel werkt goed.' Waar is de mens mee bezig ? Waar gaat het allemaal naartoe ? Kan de mens deze machine nog stoppen ? Durf je het aan een eenling te zijn, om 'anders' te zijn ? Durf je het aan om tegen de massa in te gaan ? Dat is de enige weg er doorheen, het ijs in, op weg naar een betere wereld. Velen hebben dit gezien en proberen de stad uit te komen, maar ze worden tegengehouden door de wachters en teruggelokt. Weet dit spel te winnen, want dit is het enige spel wat er is. Verlies het niet, want dan verlies je jezelf en je hele leven. Dan is het van iemand anders, en dan loopt alles dood. Heus, het hoeft zich niet te verraden. Het kan dan allemaal ogenschijnlijk goed gaan in je leven, zelfs heel goed. De vijand hoeft niet meer om je te strijden dan, want hij heeft je al. De mens heeft dat niet door, want de mens slaapt, en de vijand die zo'n mens al bezit zal hem heus niet willen wakker maken. Warme broodjes bij de bakker. De vijand biedt de gevangen mens een overvloed aan sociale media als drugs. Slaap maar lekker. De vijand zorgt dat zo'n slapende lekker warm en veel geliked wordt, als slaapliedjes en drugs voor een nog diepere slaap. Het is een lijkendans. En ze lijken ook nog eens allemaal op elkaar. Mensen doen een moord voor een like en bouwen zo allerlei valse zekerheden op. Eens zal die illusie instorten. Dit is de realiteit van de trickster. Uit miljoenen wegen moet je de ene ware zien te vinden, en de rest zijn allemaal lokaas. Dan kun je niet zeggen : Jezus is de enige ware weg, of deze religie of die religie, of het atheisme, of die of die ideologie. Neen. Het ligt allemaal veel dieper. Zelfs als je een stuk van het goede hebt gepakt kan er nog zoveel misgaan en zijn er nog zoveel misleidingen. Vaak is het stuk goede ook het lokaas. Vandaar dat de mens demonologie moet leren, oftewel de oorlogskunst. Hoofdstuk 27. Voorlopers van de Nazi's In de beginne, in de rosh, zo geven de oude teksten het weer. In de rosh, in het hoofd, in de verbeelding, is de vertaling. Rosh is Rossiya, de Russische naam voor Rusland, Russia. In de rosh, in het surrealisme. Dit is de diepte van Rusland, waar alles een andere betekenis heeft. In de ondergrond van de aarde is er een andere dimensie, een surreële dimensie.

Op de aarde is alles al geprogrammeerd en gedefinieerd. Dit is dit en dat is dat. Iedereen weet daar alles van, of denkt er van alles van af te weten. Maar ze houden zichzelf enorm voor de gek. Want wie zegt dat dit dit is, en dat dat ? De mens mag tot andere, diepere definities komen. Dit kan alleen door het ijs gebeuren, als de mens alles loslaat door stilte, vergetelheid, en afzondering, waar de mens iedere nacht weer ingaat en waar de mens overdag naartoe mag leven. Zo komt de mens steeds dichterbij Rosh. Rosh maakte een einde aan het nazi rijk. De bezetting door de nazi's van Nederland van 1940-1945 staat niet op zichzelf. Het is ergens een echo van. Precies drie eeuwen terug, van 1640-1645. De Nederlandse kolonist en gouverneur Willem Kieft onderdrukte de indianen in de Nederlandse kolonie in Noord Amerika genaamd 'Nieuw Nederland'. De indianen weigerden opgelegde belasting te betalen, en zo begon de oorlog. Ook werden er slaven in dit gebied ingezet. Hij probeerde ook de indianen uit hun land weg te drijven. Het werd ook wel de oorlog van Kieft genoemd. Uiteindelijk werd er in 1645 de vrede getekend. Jah-rosh-alem, Jeruzalem, is de verwezenlijking (jah) en de vereeuwiging (alem) van de verbeelding, van het surrealisme (rosh), wat ook weer terugkomt in wat Nieuw-Nederland nu is : Nieuw Jah-roshy, New Jersey, samen met New York en Delaware. Na Willem Kieft werd Peter Stuyvesant de gouverneur van Nieuw-Nederland. Hij was een slavenhandelaar en een jodenhater, en zorgde ervoor dat er geen volledige godsdienstvrijheid was. Zoals we weten eindigde hij als pakje sigaretten. Hoofdstuk 28. De Honderdjarige Oorlog De kolonisten, de voorlopers van de nazi's, vochten niet alleen tegen de indianen, maar ook tegen elkaar. Zo waren er de Engels-Nederlandse oorlogen om Indiaans grondgebied tussen 1652 en 1784, met onderbrekingen, waardoor het een soort van honderjarige oorlog was. Dit gebeurde dus vlak na de tachtigjarige oorlog, waarin Nederland en Engeland nog bondgenoten waren in de strijd tegen het Spaanse wereldrijk van 1568 tot 1648. Toen Spanje werd teruggedrongen kwam er tussen Engeland en Nederland een oorlog over wie wat kreeg en de regels erover. Uiteindelijk liep dit erop uit dat Nieuw Nederland werd geruild met Suriname. Engeland is dus de schakelaar waardoor het Amerikaanse Nederland van Noord naar Zuid verhuisde. Het is dus van belang deze geschiedkundige put tussen Noord en Zuid te bespreken. Engeland is Groot Brittannië, oftewel Grote Bertha, of Bertha Grootvoet, wat een zuidelijke naam was voor Hel of de nicht van Hel. Haar volgelingen waren de Berserkers, die bedekt waren met de

moeder aarde, of zich hadden geverfd met zwarte verf. Zij waren degenen die aan zichzelf waren gestorven in de aarde, zoals de einherjars die door de Germaanse oorlogsgodinnen genaamd de Walkuren opgenomen waren. De walkuren namen de geselecteerde strijders die hard aan zichzelf gestorven waren mee om hen voor te bereiden op de eindstrijd, de Ragnarok. Grote Bertha of Bertha Grootvoet ging op haar wagen door de lucht tijdens het joelfeest en bezocht dan de huizen van de kinderen om een zilveren munt in hun schoen te doen als ze goed waren geweest. Als ze niet goed waren geweest, dan sneed ze hun buiken open om ze te vullen met stenen, zoals ook in het Roodkapje verhaal gebeurde met de hebzuchtige wolf. Vandaag de dag is dit zichtbaar in mannen die hun buiken helemaal verkrampen totdat deze stenen zichtbaar worden, als teken dat hun spiritualiteit en fijngevoeligheid is afgestorven. Ze zijn geobsedeerd met hun buik, en proberen de schijn te wekken dat het een sport is, zoals ook de Spanjaarden de schijn proberen te wekken dat stierengevechten een sport is. Bertha werd later vermannelijkt tot Sinterklaas, en het joelfeest werd tot kerstfeest. De Hebreeuwse bijbel begint met 'beresit', bere-rosh-t, in de beginne. Bere is de Surinaamse baarmoeder, in het Sranan Tongo. BRTN betekent in het Aramees zus of partner, relatie. BRT betekent dochter. BRTTNH betekent mede-student, samen studeren. BRT (barit) is in het Egyptisch een kooi, en een verbond, een contract (barta), van het wortelwoord 'ber', put, uitgang, naar buiten. In het Germaans is Bertha verbonden aan het verborgene. Al met al duidt het erop dat de mens een relatie moet aangaan met het verborgene. Groot-Britannië duidt cryptisch en etymologisch op het contract wat de mens moet aangaan met het diepere, waardoor de mens komt van Noord tot Zuid, van stad tot de natuur, van het publieke tot het verborgene, van het bovengrondse tot het ondergrondse. Toen ik hier kwam als kind was het een dal, een ondergronds rijk, van schedels en doodsbeenderen. Alle maskers waren afgerukt. Natuurlijk was dit iets metaforisch. Toen ik volwassen werd kreeg ik dromen die mij daar lieten terugkeren en het bleek de wilde indiaanse wereld te zijn voordat het door de rijke witte kolonisten werd geplunderd en vernietigd, voordat er lagen overheen gebouwd werden. Ik ontmoette toen drie indiaanse opperhoofden. Groot-Britannië duidt dus op het moment waarop de walkuren een einherjar verkiezen, oftewel het moment waarop ze aankomen in dit geheime ondergrondse gebied doordat ze aan zichzelf zijn afgestorven. Het is het moment dat ze de zilveren munt in hun schoen vinden, wat een teken is dat ze niet één zijn geworden met de stad, de wolf, die stenen in zijn buik heeft. Bertha is de leidster van de wilde jacht in het joelfeest, waarin de doden komen om de wolf te verjagen, als een beeld van het verjagen van het kwaad van de 'levenden'. Het valse licht moet sterven, opdat de mens de nacht, de verborgen diepte, in kan gaan. Hoofdstuk 29. Kolonisten van het Menselijk Lichaam We kunnen zo stellen dat psychiaters de kolonisten van het verstand zijn van de mens, die het verstand van de mens beheksen met hun gevaarlijke medicijnen, en tandartsen zijn de kolonisten van de mond die mensen dwingen met allerlei troep te lopen opdat ze nog meer macht over het lichaam krijgen. Zo breiden ze hun gebied uit, en werken dus in een groot complot samen met andere medici en andere beroepstakken. Zij willen de zilveren munt, maar hun harten zijn vol stenen. In de stad heb je verschillende soorten mannen : 1. de stropdas-mannen 2. de mannen met stenen in hun buik - de rappers. Probeer maar eens te rappen als test, waardoor je

merkt dat je buik zich gaat verkrampen, zich gaat verstenen. Probeer daarna te zingen, en merk dat je buik zich dan meer ontspant en openstelt. Het is een hele andere energie. Probeer dan daarna gewoon te praten en merk dat je buik zich dan ook ontspant en openstelt. Probeer dan daarna weer te rappen, en merk hoeveel spanning dat weer op je buik geeft, hoe de chaos dan toeslaat om het weer te verkrampen en te verstenen. Dat is even een test en een oefening natuurlijk, maar zij die zich hieraan dus overgeven zijn de mannen met de stenen in hun buik, als een beeld van de wolf van Roodkapje wiens buik werd opengesneden om Roodkapje en haar grote moeder te bevrijden, en waarna er stenen voor in de plaats kwamen, als een beeld van de wolf van de stad die mensen tegenhoudt om tot de natuur te gaan. Rappers zijn niet allemaal slecht, maar zijn verdwaald en verwond, en rappers zijn niet de enigen die stenen in hun buik hebben. Er zijn ook weer andere groepen mannen met stenen in hun buik. 3. de mannen met stenen in hun hart - de medische markt die het menselijk lichaam koloniseert. 4. de borstmannen - dit zijn naast de stenen in de buik wolven de echte aandachtshoeren, aandachtszieken, die jaloers en boos zijn op de vrouwenborsten en dit willen nabootsen, maar alles wat ze kunnen doen is hun stenen in hun borsten laten zien. Ze trekken vaak hun borst vooruit en op om groter te lijken. Religieuze types doen dit ook vaak. Het zijn de farizeeërs die gezien willen worden. Dat velen door hen heenprikken schijnt hen niet te stoppen. Ze reizen er stad en land voor af om een bekeerling te maken om die erger als henzelf te maken. Ze willen anderen in hun verderf meesleuren. Altijd weer willen ze in het algemeen vrouwen onderdrukken en vernederen. Vrouwen willen ze tot hun slaven maken. De rap energie zorgt altijd weer voor doden. Het is een gevaarlijke muziek industrie. Dan is die rapper vermoord, en dan die weer. De kranten staan er vol van. De medische industrie verdient er goed aan. De buiken worden verkrampt, men wil alsmaar meer, want meestal gaat het om geld en goederen, om zoveel mogelijk te bezitten, de hebzucht van de wolf. Ze hebben altijd dorst naar meer, want ze hebben stenen in hun buik, zoals in het verhaal van Roodkapje. Ze verheerlijken vaak drugs en alcohol. Het zijn net als de andere groepen materialistische mannen. Textueel gezien zijn het soms goede gedichten, zelfs zeer activistisch, maar ze kunnen het geduld en de strategie er niet voor opbrengen, en hebben het kruis verworpen. Alles moet maar snel snel zodat ze de oorlog niet winnen, en zo elkaar voortijds afmaken, want de buik moet juist open zijn, als een geestelijk kanaal. Rap gooit al die kanalen dicht, en trekt dan de parasieten aan. Ze zijn al dood. Rap is de wolf met stenen in zijn buik die aan het ijlen is van de dorst, op zoek naar alcohol en drugs. Hij kijkt altijd langs je heen, of kijkt je scheef aan. Hij heeft niet het beste met je voor. Hij is niet eerlijk. Hij probeert je te bedotten. Het zijn de geesten van de oude kolonisten. Ze proberen 'grappig' te doen, en 'leuk', opdat je het aas aanneemt. Maar zij leven niet meer, en willen in je lichaam leven. Ze willen je lichaam, verstand en mond koloniseren. Ze willen de stilte niet in. Neen. Ze willen blijven rappen, blijven drillen, blijven boren. Voor hen ben jij het boor-eiland. Het zijn golddiggers, goudzoekers. Het zijn de boeren van het menselijk lichaam. Dit heeft ook een hele diepe geschiedenis. Laten we kijken naar wat Nederlandse oorlogen : Tachtigjarige oorlog tegen Spanje - 1568-1648 Kieft oorlog tegen de Wappinger indianen - 1640-1645 Esopus oorlog - de kolonistische boeren tegen de Esopus indianen - 1659-1663 Honderdjarige oorlog tegen Engeland (met onderbrekingen) - 1652-1784 De Esopus oorlog was een boeren oorlog, indianen tegen boeren. De boeren waren in verboden indiaans gebied gekomen. De boerse kolonist verkrachtte moeder aarde, en richtte zo zijn stenen monumenten van de dood op, de stenen in zijn eigen buik. Nog steeds rappen die stenen om de stem van moeder aarde te doven. De boerse wolven hebben zich in de stad opgesteld met hun stenen in hun buik, en vragen daarvoor de aandacht. Hevig trots zijn ze erop, terwijl het hun eigen dood

betekent. Hevig trots roken ze hun Peter Stuyvesant sigaretten, terwijl er met grote koeieletters opstaat dat het dodelijk is. Ziet u, ze zijn namelijk al dood. Ze willen de mens laten denken dat het allemaal doodnormaal is. Ze zijn al dood, en willen u ook de dood inhelpen. Ze hebben niets meer te verliezen, maar u heeft alles te verliezen. Het is de climax van krankzinnigheid. Dit zijn de fundamenten van de nazi oorlog in Nederland van 1940-1945. We leven nog steeds in de Esopus oorlog tussen de kolonistische Stuyvesant boeren, de rappers, en de Esopus indianen. Hoofdstuk 30. De Amerika Brug Frankrijk is een beeld van de Berserker (Noord-Germaans) en de Einherjar, zij die uitverkoren waren door de walkuren, de Germaanse oorlogsgodinnen, als de ingewijden in Odin, oftewel in de dn-wortel, exegese, schriftuitleg, in het Aramees. De Berserkers werden ingesmeerd, geverfd, met de moeder aarde, of zwarte verf, als een beeld dat ze onder de grond waren gegaan. De Sanskrite wortel van Frankrijk is varnaka, vrnk, de verf op het lichaam gesmeerd, ook als een huwelijksritueel. Bij de slag van Waterloo (1815) werd Napoleon definitief teruggedrongen, nadat er al een einde was gekomen aan de Franse tijd in Nederland onder Napoleon (1795-1813). Hij werd teruggedrongen door Bertha (de Britten) en haar nicht Hel (Nederland en Duitsland), wat een beeld was dat de Berserker werd geleid tot het verborgene, werd ingesmeerd met de moeder aarde om dieper aan zichzelf af te sterven. Daarvoor was hetzelfde al in Amerika gebeurd dat de Fransen werden teruggedrongen door Bertha, Groot Brittannië, in de Franse en Indiaanse oorlog (17541763). De Amerika Brug betekent de exegese van de Amerikaans-Europese geschiedenis, en leidt uiteindelijk dieper onder de grond, tot de Wilde Oceaan. Dit is een verborgen oceaan in een diepere realiteit, toen Amerika nog Indianië was. Het land Indianië ligt in de Wilde Oceaan. Heel veel wat de mens vandaag de dag om zich heen ziet is de Wilde Oceaan, zij het als afspiegeling en cryptisch. Het oude kinderliedje over Engeland is dan ook toepasbaar op Amerika : "Witte zwanen, zwarte zwanen, wie gaat er mee naar Amerika varen? Amerika is gesloten, de sleutel is gebroken. Is er dan geen smid in het land, die de sleutel maken kan ? Kijk voor je, Kijk achter je wie achter is moet voorgaan." of : "Laat doorgaan, laat doorgaan,

wie achter is moet voorgaan." Als : 'de eersten zullen de laatsten zijn en de laatsten zullen de eersten zijn.' Niet hen die de macht hebben gegrepen in Amerika hebben de sleutel. De sleutel is te vinden in het kruis van de studie van de gnosis. Het is de sleutel tot de Amerikaanse ondergrond, waar de berserker naartoe ging door de exegese (odin, dn) aan te hangen. Dat is het ware Eden, dn, het ware paradijs. Het is niet voor goud en geluk zoekers, maar voor gnosis zoekers. Het is geen luilekkerland, maar een school. Je komt er niet als kolonist, want die zullen vergaan in de Wilde Oceaan, maar je komt er als een wilde. Je bent de Wilde Oceaan zelf geworden. Als je merkt dat de gnosis je dingen laat doen, denken en zeggen die je niet begrijpt, dan is dat al de Wilde Oceaan. Het is de wachter van Indianië. Je komt niet zomaar in Amerika. Eerst moet je diep het Oosten ingaan voor de juiste fundamenten, waar het onderwijs ook over gaat, waarin je leert in het juiste ritme te komen die de sleutel is, wat ook een oud kinderliedje is : Drie schuintamboers, die kwamen uit het Oosten, Drie schuintamboers, die kwamen uit het Oosten Van je rom bom, wat maal ik er om Die kwamen uit het Oosten rom bom. Ze zijn van hele hoge komaf, maar lopen er niet mee te pronken. Ze zeggen dat alles wat ze hebben hun trommels en hun stokken zijn, om te kijken hoe mensen daar op reageren. Een koning beslist dan dat ze niet met zijn dochter mogen trouwen omdat ze te arm zijn. Als ze hem dan vertellen van hun hoge komaf mogen ze het ineens wel, maar dan willen ze niet meer, want de koning was door de mand gevallen. Je wordt geen wilde natuurmens als je nog in de stad blijft pronken. Je moet het pad van de armoede gaan, het smalle pad, door de enge poort, zoals de Franciscanen, de minderbroeders. Je moet 'de minste' willen zijn. Als je blijft vasthouden aan je zogenaamde 'rijkdom' en je 'status' dan kan dat weleens ervoor gaan zorgen dat je door de poort niet binnen kunt komen. Materialisme, eerzucht, is een valstrik. Heb je de eer van mensen, dan verlies je daarmee de gnosis. Wee u wanneer iedereen wel van u spreekt. Wees een Johannes de Doper, een woesteling die roept in de woestijn en de farizeeërs uitscheld en niet met ze aanpaait. Wees een Robin Hood die voor de armen opkomt en tegen de rijken strijdt. Doe dit niet vanuit je eigen hoge troontje, maar wees één van hen, want je bent één van hen. Help een mens altijd vanuit een diepere plaats dan zij zelf zijn. Je komt dus altijd van onderen om hen te helpen, dus niet dat je superman gaat lopen spelen door ze vanaf je hoge troontje in de hemel een touw toe te werpen, opdat ze je kunnen gaan vereren en aanbidden. Het heldensyndroom is niet het pad van het kruis, maar een valstrik voor de dwazen. Zij die helpen in ruil voor verering zijn net als de medische industrie, met stenen in hun hart. Als je je niet hebt afgezonderd van de stad dan kun je niemand waarlijk helpen, maar ben je een bedrieger. De Amerika brug betekent : terug naar de natuur, terug naar indianië. De Wilde Oceaan vermindert en cirkelt, en doet het niet rechtstreeks, maar wekt zo grote donder en bliksem op vanuit de natuuromlopen. De Wilde Oceaan verslaat waarlijk de vijanden.

Hoofdstuk 31. Boer of Esopus We staan lijnrecht tegen de koloniale geesten. De Esopus oorlog van de jaren 1600 is nog steeds gaande (1659-1663) als een belangrijke wortel van de Tweede Wereld Oorlog, de Nazi Oorlog. Dit was een boerenoorlog, van boeren tegen indianen. De mens is nog steeds omringd door deze kolonistische boeren die in allerlei vormen zijn gekomen om het menselijk lichaam gekoloniseerd te houden. Ze hebben stenen in hun buik, borst en hart, en ze deinzen er niet voor terug stropdassen te gebruiken als het moet, om te laten zien dat ze al gehangenen zijn. Ze zijn al dood. De stropdas is voor hen een status-symbool, om onderscheid te maken tussen boer en indiaan. Ze willen de stilte van de natuur niet en ook de woestheid en wildheid van de natuur willen ze niet, want dan verliezen ze hun orde. Ze hebben smetvrees, en zijn bang voor de stilte omdat ze dan de stem van moeder aarde zouden horen die tegen hen gekeerd is. De koloniale geesten zijn familiaire geesten die door zelfgemaakte certificaten werken zoals geboorte-certificaten, diploma's, politieke onderscheidingen enzovoorts. Daar hebben ze een hele markt voor, maar het is allemaal bedrog. Ze maken zichzelf en elkaar maar wat wijs. Ze verkopen illusies. De boer ziet de mens als zijn bezit, als een plant. De boer is een fokker. Hij maakt geen contact. Hij communiceert niet. Denk aan al die medici die contactgestoord zijn, of die je altijd in een hoek proberen te praten met een omhaal van woorden, maar niet naar je luisteren. Het zijn programmeurs. Alles wat ze doen is de code invoeren. Klaar. Punt. Er valt niet te discussiëren met ze over hun missie. Ze doen waartoe ze zelf geprogrammeerd zijn. Het zijn slavenhandelaren. De hond mag niet blaffen tegen het baasje. De boer werkt met zijn boerse gereedschap en met veel glitter om zijn glitterwereld te bouwen. De indianen weten dat dit illusies zijn. De indianen keren terug naar moeder aarde, dieper, ondergronds. Moeder aarde heeft een medicijn, een wapen, wat niet rechtstreeks gaat, maar wat een dieper pad is. Moeder aarde werkt met strategie. De boer breekt op deze dimensie kapot. Hij kan deze dimensie niet bevatten. Hij wordt erdoor uit elkaar getrokken. Hij springt kapot. Dit zit in ieder mens. Ieder mens moet aan zijn boerse zelf afsterven. Dit gebeurt wanneer de mens teruggaat naar de moeder aarde, ondergronds. De Exodus is de uittocht, terwijl de Esodus de tocht naar binnen is, naar het verborgene, het ondergrondse. De Esopus stam is daar een indiaanse vorm van. Het gaat dus niet meer om winnen of verliezen, maar om te verdiepen. De mens is al geheel vastgegroeid in het boerse kolonialisme en er is geen makkelijke weg uit. Daarom moet de mens verdiepen, deel worden van de Esopus stam. Boer of woesteling is dan de vraag. Kies dan heden wie gij dienen zult. Boer of Esopus. De boeren zijn vroom en steriel. Ze willen niet vies worden. Wat de boer niet kent dat vreet hij niet. Ze zijn xenofobisch. De Esopus oorlogen draaiden veel om het paranoia van de boeren naar hun indiaanse medemens. Ze probeerden de indianen om te kopen, ze te verboersen. De verboersing van de indiaan is een grote tragiek en vaak onder dwang gebeurd. De Esopus-indianen waren een stam van het indiaanse Lenape volk, de oorspronkelijke bewoners van het New York en Delaware gebied. De volledige naam is Lenni Lenape. Lenni betekent 'oorspronkelijk'. Zij zijn matrilineair, wat betekent dat de kinderen deel zijn van de stam van de moeder. De boeren waren patrilineair. Door de Esopus komt de mens weer terug tot de matrilineaire moeder aarde, oftewel de bron van

het leven. De mens kan zo contact maken met de stam van de geestelijke moeder. Hoofdstuk 32. Winnen of verliezen ? Winnen of verliezen is subjectief. Als je wint, verlies je ook zoveel, en als je verliest win je ook zoveel. Het gaat daarom niet om winnen of verliezen, maar om het verdiepen. Als je verdiept win je daadwerkelijk, ook al heb je veel verloren, en dacht je dat je in het leven had verloren. Zij die winnen en willen winnen in het oppervlakkige zijn dwazen. Diepte is de ware winst. Dit is het pad van het lijden en verliezen, want je moet juist eerst zoveel oppervlakkigheid verliezen. Je mag daarom verlies als winst beschouwen. Ik heb een driehoek ontdekt van herhaling - vermenging - verdieping, wat een heel pijnlijk proces is. Je lijkt er maar niet vanaf te komen, maar heel langzaam kom je dieper. We leven in de win - win generatie. Veel mensen willen winnaars zijn voor geld, macht en aanzien. Ze willen carriere maken, het meeste geld, de duurste kleding, enzovoorts, enzovoorts. Maar wie houden ze eigenlijk voor de gek ? Door al hun hebzucht hebben ze hun ziel verloren. Dit is het ware leven niet, maar de vermomde dood. Als je het goud der dwazen hebt gewonnen, wat heb je dan eigenlijk gewonnen ? Het is allemaal de waanzin van ijdelheid die weer verdwijnt. Het heeft geen eeuwigheidswaarde. Je bent dan niets anders dan een parasiet, en die sterven weer. Waar leef je voor ? Inzicht is het allerbelangrijkste. We kunnen niet voor altijd babies blijven. De mens moet opgroeien en niet aan blijven rotzooien. Hier is een opvoeding voor, maar velen zijn van huis weggelopen. De erfenis hebben ze verspild. De eersten zullen de laatsten zijn, de laatsten zullen de eersten zijn. Zij die de grootste willen zijn zullen de minste zijn. De minsten zullen de grootsten zijn. We leven hier op aarde in een schijn realiteit waar alles omgedraaid is. Je lijkt er maar niet vanaf te komen, maar onthoudt dan de driehoek van verdieping : herhaling - vermenging - verdieping Zo alleen ontwaakt de mens. Zonder de herhaling van pijn blijft de mens slapen. Het is het kloppen op de deur, en dan uiteindelijk zal de vermenging komen, zodat je de grotere context ziet. De herhalende pijn is dus de heraut van de verdieping. We leven nu in een wereld van eindeloze herhaling. Daar hoef je de krant maar voor open te slaan en het is altijd hetzelfde. Maar een betere vraag is : Wat staat er dan voor de deur ? Het blijft kloppen totdat de deur wordt opengedaan. Inzicht staat voor de deur. Het is niet voor niets geweest. Er is een groter verhaal, een eeuwig verhaal. De mens heeft het nog niet gezien, en daarom blijft het kloppen, maar op een dag zal het komen. Verspil daarom je leven niet. Verlies niet je ziel, maar blijf werken aan de eeuwigheid. De mens is voor iets veel groters bestemd dan alleen maar dit leven. De mens is bestemd voor diepte.

Hoofdstuk 33. Maasaw en de Esopus Wat is er dan waar van het Mozes verhaal ? Het is iets metaforisch. De Exodus is de uittocht, en de Esodus is de intocht, de binnentocht, waarin je alles meer vergeestelijkt en verdiept, wat uiteindelijk uitloopt op de indiaanse vorm ervan : de Esopus, de ondertocht, waarin je teruggaat naar het verborgene, naar de moeder aarde, ondergronds, om zo tot de heilige wet te komen. Dit keer is het niet de berg opgaan om de wet te ontvangen, zoals Mozes, maar de put ingaan, ondergronds, om de wet van moeder aarde te ontvangen. Dit is dus een verborgen aarde binnen de aarde. De wet is de structuur van de gnosis, de literatuur en de exegese, de beveiliging, het robotisme. Vandaar dat de mens de wet moet worden. In dit wetswordings-proces kan je ego afsterven. De mens moet aan zichzelf sterven door de wet. Dit is niet de wet van het vlees, maar de geestelijke, heilige wet die in onze harten gegrifd moet worden. Dit is niet de dode wet, maar de levende wet. Het is niet de eenzijdige wet die op aarde wordt gepredikt, maar de multi-dimensionale wet. De mens is niet maar op één punt, maar op meerdere plaatsen. De mens is multi-dimensionaal. De indiaan leeft in zijn dromen, in de natuur, en in de moeder aarde. Deze dromen bestaan uit vele lagen, zoals water. De indiaan is deel van de waterval, deel van de rivier. Wij kunnen de wet dus ook niet zomaar grijpen. We zouden vernietigd kunnen worden, weggeslingerd. Neen. De wet is multi-dimensionaal, en die kunnen we alleen in en door het multi dimensionale benaderen, anders zou het misbruikt kunnen worden. Deze wet staat dus onder zware stroom. De mens moet hiertoe de indiaanse atoomwetten kennen, de Esopus, de put naar beneden. In mijn droom als kind over deze put dronk ik van iets, van het verleden, een verloren verleden, en toen daalde ik in deze put af. Het was een droom die bleef terugkomen. Ik kwam in een dal van doodsbeenderen, onder de grond, als een beeld dat de mens aan zichzelf moest afsterven. Mozes splitste de wateren, de zee, in de mythe. Hij scheidde de Esopus indianen af van de kolonistische boeren. Zo was er een doortocht, een weg terug in de aarde, de erets, de wildernis, de ondergrondse moeder aarde. Zo kwam de mens tot de onderaardse wet, zo stierf de mens aan zichzelf af. Mozes is Maasaw in het indiaans, die beschouwt wordt als de god van de wet en van de dood, omdat het ego sterft door de ware wet. Dit komt uit de Hopi mythe, van de indianen van Arizona. Uiteindelijk komt het afgescheiden (Esopus) volk door de wet tot het beloofde land.

Hoofdstuk 34. De Put De christenen zeggen vaak : 'Het gaat niet meer om de wet. De wet heeft afgedaan. Nu moet de Heilige Geest je leiden in alle dingen.' En natuurlijk heeft de lagere wet afgedaan, maar er is een hogere wet. Als je kijkt hoeveel verschillende denominaties door de Heilige Geest zijn ontstaan die elkaar de kop wel kunnen inslaan, dan is een hogere wet hard nodig. Nu is alles verdeeld, en dat is ook wat de politiek wil : verdelen en heersen. Dat is ook beter voor de markt. Het christendom is een politiek apparaat. Voordat je bij de gnosis komt moet je eerst door de wet heen, en word je eerst met de lagere wet geconfronteerd. Velen blijven hier steken en maken de lagere wet vanuit gemakszucht tot god. Ze kiezen voor de snelle, gemakkelijke weg die leugenachtig is, zelfbedriegerij. Alleen de hogere wet leidt tot de gnosis. Dat is het jana-jani principe in de Tweede Bijbel, als de oerwortel van het boek Johannes (John, Engels). Hoe kan het dan als je zelf de echte waarheid wil weten, de hogere waarheid, en niet de tegenstrijdige 'waarheid' van de mensen, die allemaal vechten om de macht en om de eer ? Het is heel simpel : zij zijn slechts schaduwen van het zelf. Het is illusie en het is om de mens te testen. Als je dan zelf radicaal bent, dan kun je je soms ergeren aan de lauwen om je heen, de onverschilligen, maar het zijn slechts schaduwen, en schaduwen zijn vaag. Dat wil niet zeggen dat je dan met pensioen kunt gaan omdat het toch maar schaduwen en verdraaide weerspiegelingen zijn. Neen. Hierin ligt juist de opdracht. Ze verbergen namelijk delen van jezelf, waartoe je moet ontwaken. Dat wil niet zeggen dat je daadwerkelijk met die mensen contact moet hebben, maar je moet er soms wel mee puzzelen. Sommige weerspiegelingen liggen misschien dichter bij de bron, of worden steeds zuiverder en kunnen sleutels vormen voor je verdere leven. Vandaar dat wij 'roependen in de woestijn' blijven, en niet met pensioen gaan. Wij zijn geen New Age muizen, geen navelstaarders. Wij zijn pioniers. De hogere wet brengt in contact met de gnosis, en schept zo een hoger individu en een hoger collectief, dwars door alles heen. De hogere wet, je kunt het alleen aanraken als je eerst aan jezelf bent gestorven. Anders zou het te gevaarlijk zijn. Machtsmisbruik en wetsmisbruik zijn zware zonden. Vandaag de dag is de wet koopwaar. Bandieten en schurken zijn ermee op de loop gegaan. Ze hebben hun scholen gebouwd waar ze de kinderen geblinddoekt laten 'koekhappen'. Het zijn koekhappers, aashappers, en dan zijn ze erbij. De wet is niet iets hoe je over anderen kunt heersen, maar de wet is technologie en kunst. Het is de wet van de literatuur die tot de gnosis leidt. We moeten hier niet de berg voor op, maar de put in, onder de grond. Dit is de Esopus, opdat wij Maasaw ontmoeten, de indiaanse spreuk : 'De wet is aan zichzelf te sterven'. Maasaw is de wachter van de aarde in de Hopi mythe van de indianen van Arizona. Het loopt parallel aan het Mozes verhaal, en Hopi is de indiaanse wortel van de Egyptische god(in) Hapi van de overstroming. De mens moet eerst geestelijk 'verdrinken' om dieper in de aarde te komen. Daarom moest ik als kind eerst drinken als een symbool daarvan, en ging toen de aarde in, in de shamanistische droom. Hapi is ook één van de kinderen van Horus, en is onder de hoede van Nephthys, de donkere moeder van de aarde en de dood. Hapi is verbonden aan de longen van de doden in de Egyptologie. De Hopi indianen beschouwen uranium als het hart en de longen van moeder aarde. Uranium is radio-actief wat de atoomstructuren kan veranderen. Vandaar dat uranium metaforisch een beeld is van verandering. Uranium is natuurlijk ontzettend misbruikt in de wapen industrie en de oorlog industrie. Er is ook een verschil tussen het lage en het hogere uranium. De hogere wet die verandering brengt is het hogere uranium.

Hoofdstuk 35. Exodus 1-2 Exodus 1 1Dit nu zijn de namen der zonen van Israël, die met Jakob naar Egypte gekomen zijn; zij kwamen er ieder met zijn gezin: Jakob betekent degene die onder de voet heeft geplaatst, wat bedrieger betekent, wat voortgezet werd in zijn zoon Jozef die zijn broers bedroog, waardoor zij dienstknechten werden van het huis van Egypte. 2Ruben, Simeon, Levi en Juda; Ru-ben, Ra-ben, oftewel zoon van Ra, Sime-on, Shama-on, oftewel dienstknecht van Osiris (Aser), Levi, dienstknecht van de tabernakel, Juda, belijdenis, vernedering, schaamte, van yad, geslachtsdeel 3Issakar, Zebulon en Benjamin; Issachar, Issakar, heeft in het Hebreeuws de sakar wortel, terugleidend tot de Egyptische woestijngod Sokar, skr, wat staat voor het verhongeren en sterven van het ego in de woestijn, en het hebben van een wachter van de mond. Zebulon is een vissersstam, als beeld van de opname. Benjamin, Ben-jmn, zoon van Amen, de verborgene. 4Dan en Naftali, Gad en Aser. Dan, dn, exegese (Aramees), Naftali, zoon van Bilha, tussen haar borsten, Gad, van gadad, penetreren, Aser, de daadwerkelijke Egyptische naam van Osiris 5De afstammelingen van Jakob waren zeventig zielen in het geheel. Jozef echter was reeds in Egypte. Zeven is het getal van het offer. Israel kwam tot Egypte vanwege de hongersnood, maar Israel werd tot dienstknecht van het huis van Egypte als prijs. 6En Jozef stierf, benevens al zijn broeders en dat gehele geslacht.

In het Aramees ging Jozef tot het verborgene. 7De Israëlieten nu waren vruchtbaar en breidden zich snel uit; zij vermenigvuldigden zich en werden uitermate talrijk, zodat het land met hen vervuld werd. Israel was al in het diensthuis van Egypte. Dienst brengt onherroepelijk loon met zich mee, waardoor Israel liet zien dat de Israelieten niet in Egypte zouden blijven. 8Toen kwam er een nieuwe koning over Egypte, die Jozef niet gekend had. De Jozef periode waarin Israel in de regering zat was ten einde gekomen. Nu zou de Mozes periode aanbreken. 9Deze nu zeide tot zijn volk: Zie, het volk der Israëlieten is groter en talrijker dan wij. In het Aramees staat er dat Israel kwaadaardig was, bruut, vrees opwekkend. 10Welnu, laten wij met beleid tegen hen optreden, opdat zij zich niet vermenigvuldigen en zich – als wij in oorlog komen – bij onze tegenstanders aansluiten, tegen ons strijden en uit het land wegtrekken. De Egyptische ballingschap begon al met Jozef. Toen de vrouw van Potifar hem benaderde verzette hij zich ertegen, maar de klem werd alleen maar zwaarder. Jozef kwam door dit verzet zelfs in de gevangenis terecht. Dit is hoe de gnosis werkt. Als wij ons verzetten tegen gedachtes die ons opdringen in het heilige toetsen, dan zal de gnosis ons hiervoor belonen en ons in gevangenschap nemen. Over dit heilige gevangenschap spreken zowel Jezus, Paulus, als de profeten. Daarom worstelt Hosea voortdurend met de stam Efraïm, oftewel de stam van Jozef. De Egyptische ballingschap is de toets-dynamiek van het heilige verzetten. Dit zien we ook in de daadwerkelijke Egyptische ballingschap in Exodus. Het is belangrijk om Exodus dualistisch te bespreken, opdat de diepte ervan zichtbaar wordt. 11Daarom stelde men opzichters van herendiensten over hen aan om hen door de hun opgelegde dwangarbeid te onderdrukken: zij moesten voor Farao voorraadsteden bouwen, Pitom en Raämses. Hoe meer de Israëlieten werden onderdrukt, hoe meer zij zich gingen vermenigvuldigen in verzet. Mozes die was onderwezen in de Egyptologie en erin was opgevoed begon zich te verzetten tegen de Farao vanwege het volk, maar de Farao begon de lasten alleen maar te verzwaren. Als wij ons in het heilige toetsen blijven verzetten tegen de gedachtes die zich opdringen aan ons, vanwege de heilige voorzichtigheid, en ons ook verzetten tegen het verzetten tegen het verzetten totdat wij in het ultra-verzet zijn aangekomen, dan pas zal de gnosis haar druk op ons verzwaren om zo een diepere ontmoeting met haar te hebben, om zo dieper in het heilige gevangenschap te komen. Wij mogen het boek Exodus dus op een nieuwe manier bekijken. De mens die bang is geworden voor zijn eigen ego en wil dat het ego sterft koste wat het koste zal snakken naar die heilige gevangenschap, want zo kan zijn ego hem niet meer misleiden. 12Maar hoemeer men hen onderdrukte, des te meer vermenigvuldigden zij zich en breidden zij zich uit, zodat men bevreesd werd voor de Israëlieten. Het kruis maakt ons vruchtbaar. Alleen zo kan het zaad wortel schieten. De onderdrukking door de duivel wordt dus gebruikt om het volk van God groter te maken. 13Toen lieten de Egyptenaren de Israëlieten onder mishandeling werken;

In het Hebreeuws werden de Israëlieten behandeld met wreedheid. De Egyptenaren waren kwaadaardig naar de Israëlieten toe. De Aramese grondtekst gebruikt het woord s'bd, wat niet alleen betekent dat de Israëlieten tot slaaf werden gemaakt, maar ook sexuele mishandeling betekent en sexuele dwangarbeid. De Israelieten werden onder zware geboortebeperking gesteld. Zij moesten Egyptische vrouwen bevruchten, en Israelitische vrouwen werden bevrucht door Egyptische mannen opdat zij draagmoeders werden voor de Egyptenaren. S'bd komt van het Egyptische sbt, de zaad-offering. Er gaat dus ook iets heel duisters schuil achter de Israelistische sabbath, de rustdag of dag van verzoening. In de shabath wortel betekent het niet alleen rusten, maar ook vernietigen, uitroeien. 14ja, zij maakten hun het leven bitter door harde slavenarbeid met leem en tichelstenen en door allerlei arbeid op het veld – alle werk, waartoe zij hen onder mishandeling als slaven gebruikten. Farao die de lasten verdubbeld wanneer wij ons tegen het systeem verzetten is een beeld van de gnosis die dieper in ons doordringt wanneer wij toetsen. Het is een allegorie. We hoeven niet altoos en eeuwig met botte en doffe drama te leven. We mogen de diepte ingaan en het een kwartslag draaien. Als de Egyptologie de druk op ons verdubbelt, dan is dat voor onze eigen bevrijding. Het is ter verdieping, en de gnosis komt ons tegemoet als we in het toetsen ons tegen alles wat op ons afkomt heilig verzetten. In het Aramees staat er dat de Israelieten werden gedwongen tot dienst in de religie van Egypte (pulhana : werk, aanbidding). 15Ook beval de koning van Egypte de vroedvrouwen der Hebreeuwse vrouwen, van wie de een Sifra heette en de ander Pua: Hier komen we het dieptepunt van de s'bd, van de geboortebeperking en sexuele onderdrukking tegen, namelijk dat alle jongetjes uitgeroeid moeten worden. Sifra, haar naam betekent duidelijkheid, uitleg, als de exegese, wat ook weer de allegorische, dualistische diepte van dit stuk zal laten zien. Pua betekent het briljante, het volkomene. De namen zijn dus zorgvuldig uitgekozen als een inwijding in de mysterieën, wat telkens weer in het Aramees benadrukt wordt. Deze stukken zijn niet letterlijk, maar tonen een geheim pad voor hen die daarvoor klaar zijn. 16Wanneer gij de Hebreeuwse vrouwen bij de bevalling helpt, dan moet gij goed toezien bij de verlossing; indien het een zoon is, dan moet gij hem doden, maar indien het een dochter is, mag zij blijven leven. Egypte wilde zo de Israelitische nationaliteit verbreken, want er zouden zo geen mannen meer bijkomen, zodat het volk zou uitsterven, maar Egypte wilde dus in wezen het volk Israel assimileren, in zich opnemen. 17De vroedvrouwen echter vreesden God en deden niet wat de koning van Egypte haar gezegd had, maar lieten de jongens in leven. De vroedvrouwen waren de Hyt, Hiti, in het Aramees, wat ook weer terugwijst naar het amazone volk, de Hiti. Omdat zij de jongens in leven lieten werden de jongens opgevoed in slavernij. Jakob werd tot Egypte geleid, met alle stammen, waar zij werden gevoed aan Haar borst om van de hongerdood te ontsnappen, sinds er een enorme hongersnood was in het land van Israël. In de Amazone theologie was dit de borst van Hiti, een amazone stam. Symbolisch was dit drinken ook een verdrinken. In de Amazone Mythologie was er de rivier van het verdrink-offer waar de Hitiamazones leefden. De verdrinking is een symbool van de wedergeboorte en ook de vertaling, als een beeld van het sterven van het ego waardoor de mens tot hoger inzicht komt. De Bilha zegt

hierover : De 'verdrinkingsdood' betekent iets diep in het hart en het verstand laten zinken, als het ontwaken tot de juiste betekenis. Verdrinken mag dus niet letterlijk genomen worden, maar is een metafoor voor vertaling, het begrijpen. De mannelijke zuigelingen werden symbolisch 'verdronken', wat een beeld is van de opvoeding. Zij kwamen tot een diepere gewaarwording in de baarmoeder waarin zij 'verdronken.' (I, 30:4-6) Nederland was in een soort van Egyptische ballingschap terecht gekomen door het Spaanse wereldrijk, wat de Europese weerspiegeling was van de amazone Hiti stam. Dit is dus een allegorie van de wederopvoeding. 18Toen ontbood de koning van Egypte de vroedvrouwen en zeide tot haar: Waarom hebt gij dit gedaan en de jongens laten leven? In het Hebreeuws : Waarom hebt gij dit offer gebracht ? (asah) 19En de vroedvrouwen zeiden tot Farao: De Hebreeuwse vrouwen zijn niet als de Egyptische; zij zijn sterk: voordat een vroedvrouw bij haar komt, hebben zij al gebaard. Het 'binnenkomen' is in het Aramees het penetreren van de geheime leer. De vroedvrouwen, de Hiti, waren de inwijders hiertoe. 20En God deed de vroedvrouwen wel; het volk vermenigvuldigde zich en werd zeer talrijk. In het Aramees versierde God de Hiti, vroedvrouwen. 21En daar de vroedvrouwen God vreesden, gaf Hij haar ieder een gezin. In het Aramees kan het ook een literair werk betekenen in plaats van gezin. 22Toen gebood Farao aan zijn gehele volk: Werpt alle jongens die geboren worden, in de Nijl, maar alle meisjes moogt gij laten leven. Wij zijn omringd met ironie, als onderdeel van de esoterie. Farao verdronk de kinderen, zoals in het Nieuwe Testament het ego verdronken moet worden in de doop. Het hele farao verhaal is daar dus een ironie van. In de diepte is het het ontwaken, het komen tot het oneindige en eeuwige bewustzijn. In de Indiaanse mythologie was de baarmoeder een beeld van het "verdrinken" van de man "opdat hij visioenen zou zien". In het elfde uur van het Egyptische boek der poorten zien we de godin BS in menselijke vorm zitten naast de godin Sekhmet met een leeuwenhoofd. BS is 'Zij die verdrinkt', als de verdrinkgodin. BS is de wortelwaarde van Bast, de oorlogsgodin en de slachtgodin. B-S, BSA is in het Egyptisch ook 'de voet, het fundament, van kennis, gnosis', waarvan de bijbel zegt : 'De Vreze des Heeren is het begin, het fundament, van kennis.' Zowel de Farao als de amazones wierpen zuigelingen van het mannelijke geslacht in de rivier, maar dit is in de oude talen slechts symbolisch. In het Egyptisch betekent HERP niet alleen verdronken worden, maar iets diep in het hart en het verstand laten zinken. De K is niet alleen de verdronkene, maar ook de juiste betekenis. Verdrinken mag dus niet letterlijk genomen worden, maar is een metafoor voor vertaling, het begrijpen. De mannelijke zuigelingen werden symbolisch 'verdronken', wat een beeld is van de opvoeding. Zij kwamen tot een diepere gewaarwording in de baarmoeder waarin zij 'verdronken.' Hiervan is Mozes een beeld, wat in de mythologie van Nod Abraham is, als de ware betekenis van de dag des oordeels. In boek 22 van de Koran, het Gaan door de Nacht, staat dat op de dag des oordeels iedere vrouw haar zuigeling zal vergeten.

De AB, UB, B, wordt in de christelijke bijbel aanbeden als de Vader, terwijl dit in het Egyptisch de voet is, de Ubast, de heilige leeuwin, de oorlogsgodin van Noord-Egypte. Zij leidt tot de poel des levens. Zij verandert water in wijn. De Ubast, Bast, de B-ST, is de voet van ST, de voet van de wildernis, als de poort tot de onderwereld, een poort van grote gnosis. Ook Zij is een nachtgodin, de godin van de middernacht, het achtste uur. Zij jaagt in de duisternis. In die zin is Ubast, Bast, de ware god, godin, van de Israelieten. In het Egyptisch kunnen woorden van voren naar achteren of van achteren naar voren worden geschreven, zoals bijvoorbeeld het woord ab kan ook weer als ba geschreven worden, wat ziel betekent, of luipaard, de afdalende of ingewijde ziel. Ook Jehovah betekent de afdalende of afdaling in het Hebreeuws. God betekent dus 'diepte'. Het is niet zomaar een persoon, maar een principe. De patriarchie van alleen maar vaderen is dus een grote misvertaling geweest. De oude adem moet sterven, zodat de nieuwe adem kan opstaan. Dit gebeurt in de diepe wateren van de moederschoot, waar de ziel verdrinkt, en zo opnieuw wordt gevormd. Osiris was hier een beeld van als de verdronkene. Ook zien we dit terug in de krokodillengod Sebek. Dit werd ook door een nekketen uitgebeeld. Sebek staat voor sheb, nekketen, en agiu, verdrinken, oftewel sheb-agiu, in het Egyptisch. De bak, bag wortel betekent inzicht, en de bka wortel betekent de morgen. In het Romeinse rijk werd dit tot Bacchus, de god van dronkenschap, en werden de rijke wortels weggekapt. In de diepte gaat het hier dus om de heilige verdrinking die door inzicht tot een heilige dronkenschap leidt, door het sterven van het ego. Exodus 2 1Een man uit het huis van Levi huwde een Levitische vrouw; De stam Levi is verbonden aan het offer. De man, de 'esh (iysh) van het offer (verdrinking) wijst in de Egyptologie terug op de Hesi of Hesu, de gezegende dode die ondanks zijn zonde toch uitverkoren was door Osiris of de godin van de onderwereld, om zo binnen te gaan in het hiernamaals. De Egyptische HES-wortel betekent 'verdrinken', 'verdronken worden', wat symbolisch is voor het sterven aan jezelf om zo tot ontwaking tot begrijpende kennis te komen, waar ook de waterdoop een beeld van is. De onreine, vervuilde ziel in de onderwereld komt tot de poort van de godin, en wordt of verworpen, of aangenomen, gebaseerd op een test. De HES is een lied, een spreuk (hesi) tegen de duivelse machten van het water. Dit lied is een lofzang tot de godin. Zo krijgt de ziel toegang tot haar melk, tot Hesa, de godin van de verdronkenen. De ziel wordt door het touw van Hesa uit het water getrokken. Dit zijn ook wortels van Ezau (suw, Aramees) die van de rode soep moest drinken om aan zichzelf af te sterven, om tot het tranendal te komen. Drinken is een beeld van de verdrinking. Hss, hs, is in het Aramees paranoia en intelligentie, oftewel de vreze des Heeren die tot inzicht leidt. 2deze werd zwanger en baarde een zoon. Toen zij zag, dat hij voor iets groots bestemd was, verborg zij hem drie maanden lang. In het Aramees (en Hebreeuws) staat er dat zij een visioen zag waarin zij de grote dingen zag die door hem zouden gebeuren. Aramees : hzy, hsi, hs. Hebreeuws : ra'ah. Het is het visioen wat ontstaat in de heilige verdrinking, het sterven aan het ego. Hs is het onderscheidingsvermogen.

3Maar langer kon zij hem niet verborgen houden; daarom nam zij voor hem een biezen kistje, bestreek het met asfalt en pek, legde het kind erin en zette het in het riet aan de oever van de Nijl; Besmeren met asfalt en pek is in het Hebreeuws ook het gisten van wijn, de dronkenschap, als een beeld dat Mozes stond voor de extase van het inzicht wat na de heilige verdrinking voortkwam, als een rood visioen. De oever van de Nijl is in het Aramees de taal van de Nijl (sepa, septa), oftewel de Egyptologie waarin dit rode visioen te vinden is. Het Hebreeuws is namelijk nergens zonder de context van de Egyptologie die alles op diepte verklaart. 4zijn zuster ging op enige afstand staan om te zien, wat er met hem gebeuren zou. Hebreeuws : om te onderscheiden (yada). 5Toen kwam de dochter van Farao om in de Nijl te baden, en intussen wandelden haar dienaressen langs de Nijl; zij zag het kistje in het riet en zond haar slavin om het te halen. Dit is een beeld van dat het Hebreeuws niet verstaan kan worden zonder het Egyptisch, die de Hebreeuwse moedertaal is, naast het Aramees. Alleen de Egypto-Hebreeuwse exegese kan tot zo'n diepte leiden dat het de heilige dronkenschap van inzicht brengt. 6Toen zij het open deed, zag zij het kind, en zie, het jongetje schreide, zodat zij medelijden met hem kreeg en zeide: Dit is een Hebreeuws kind. Zij hielp Mozes als een vroedvrouw, een Hiti, bij de wedergeboorte. Zij nam hem uit het water als de verdronken Osiris die was wedergeboren. In de Egyptologie werd Osiris namelijk gelokt tot een kist, en toen hij erin was werd de kist verzegeld en in de Nijl geworpen. 7Toen zeide zijn zuster tot de dochter van Farao: Zal ik voor u uit de Hebreeuwse vrouwen een voedster gaan roepen, om het kind voor u te zogen? Het was niet de bedoeling dat Mozes zuiver Egyptisch zou worden. Het ging om de EgyptoHebreeuwse link. 8En de dochter van Farao zeide tot haar: Ja. Toen ging het meisje de moeder van het kind roepen. In het Aramees moest Mozes verbonden worden met de hoofdstam van de wijnstok, een rituele liturgie. 9En de dochter van Farao zeide tot deze: Neem dit kind mee en zoog het voor mij, dan zal ik u het u toekomende loon geven. Daarop nam de vrouw het kind mee en zoogde het. Het kind wordt alleen in bruikleen gegeven, en moet daarna weer terug naar degene die hem wedergeboorte heeft gegeven. 10En toen het kind groot geworden was, bracht zij het naar de dochter van Farao; en hij werd door haar als zoon aangenomen, en zij noemde hem Mozes, want, zeide zij: ik heb hem uit het water getrokken. In het Aramees staat : toen het kind in getal groeide (rby). In het Aramees was Mozes niet de enige die door de dochter van de Farao gered werd en veilig gesteld, maar ook vele anderen, en toen het getal vol was werd hij gebracht tot de dochter van de Farao.

11In die tijd, toen Mozes groot geworden was, ging hij uit tot zijn broeders en lette op hun dwangarbeid; toen zag hij, hoe een Egyptenaar een Hebreeër, iemand van zijn broeders, sloeg. Mozes wordt in het Aramees ook een stam genoemd van grote getale tot het punt dat het een stam was van de meerderheid (rby), onder de hoede van de dochter van de Farao. Maar dit waren dus eerst allemaal kinderen. Het begon als een kinderstam van hen die van de verdrinkingsdood zijn gered door de dochter van de Farao. De stam groeide op, en werd groot, en kwam in opstand tegen de slavendrijvers. In het Aramees werd de Hebreeër niet noodzakelijk geslagen, maar hem werd iets onthouden. Ook kan het betekenen dat de Hebreeër gestoken werd, of zelfs gedood (mh'). 12Hij keek naar alle kanten, en toen hij zag, dat er niemand was, sloeg hij de Egyptenaar dood en verborg hem in het zand. Mozes is dus zowel een persoon als een hele stam. 13Toen hij op een andere dag uitging, zie, daar waren twee Hebreeuwse mannen aan het vechten, en hij zeide tot de schuldige: Waarom slaat gij uw naaste? De stam stond ook op tegen onrechtvaardigheid in hun eigen volk. 14Deze echter zeide: Wie heeft u tot overste en rechter over ons aangesteld? Denkt gij soms mij te doden, zoals gij de Egyptenaar gedood hebt? Daarop werd Mozes bevreesd, want hij dacht: Voorwaar, de zaak is bekend geworden. Hier komt de stam tegenover verraders binnen hun eigen volk te staan. 15Toen Farao van deze zaak hoorde, trachtte hij Mozes te doden, maar Mozes vluchtte voor Farao en zocht verblijf in het land Midjan. Farao wilde de kinderstam doden, onthoofden (Aramees), of ze in een coma krijgen, maar de stam vluchtte naar M-dn (Aramees), de wet (Egyptisch) van de exegese (dn). 16Daar zat hij neer bij een bron. De priester van Midjan nu had zeven dochters; zij kwamen juist water putten en vulden de drinkbakken om de kudde van haar vader te drenken. Soms is het beter te vluchten en de exegetische diepte in te gaan. 17Er kwamen echter herders, die haar verjoegen, maar Mozes stond op en kwam haar te hulp en drenkte haar kudde. In het Aramees moest de Mozes stam het ontmantelen. Er is ook een strijd gaande om de exegese. In het Aramees gaat het hier om een zwangere vrouw die baart. In het Hebreeuws is de Aramese ontmanteling van de exegese de 'yasha', wat men verpersoonlijkt heeft tot Yeshua in het latere christendom, maar wat dus oorspronkelijk een principe was wat metaforisch in het Aramees werd voorgesteld als een barende vrouw. 18Toen zij bij haar vader Reüel gekomen waren, zeide deze: Waarom zijt gij vandaag zo spoedig terug? Reuel betekent een relatie hebben met God, wat ontstaat in de diepte van de exegese. 19Zij antwoordden: Een Egyptenaar heeft ons geholpen tegen de herders en bovendien volop voor

ons geput en de kudde gedrenkt. In het Hebreeuws wordt het ook duidelijk dat de aanvallen van de herders sexueel waren naar de vrouwen toe, gezien het woord 'yad' wordt gebruikt, wat mannelijk geslachtsdeel kan betekenen, en waarvan de Mozes stam hen redde. 20Hij zeide tot zijn dochters: En waar is hij? Waarom hebt gij die man achtergelaten? Nodigt hem ten eten. Ook eten is weer een beeld van de exegese. 21En Mozes bewilligde erin bij de man te blijven, en deze gaf zijn dochter Sippora aan Mozes. Dit wordt extra duidelijk in het Aramees waarin staat dat Mozes erin toestemde bij hen te studeren (ytb). Zippora betekent vroeg weggaan en cirkelen, wat belangrijk is in de exegese. 22Zij baarde een zoon en hij noemde hem Gersom, want, zeide hij: ik ben een vreemdeling geworden in een vreemd land. De exegese leidt tot onbekend gebied om tot een onbekende te worden. Gersom betekent ook balling in de Hebreeuwse worteltekst. 23In die lange tijd stierf de koning van Egypte; en de Israëlieten zuchtten nog steeds onder de slavernij en schreeuwden het uit, zodat hun hulpgeroep over de slavernij omhoog steeg tot God. Bij het sterven van de farao stierf er een stuk collectief ego, waardoor er ook een stuk individueel ego stierf bij hen, en hun gebeden kwamen tot God. 24En God hoorde hun klacht en God gedacht aan zijn verbond met Abraham, Isaak en Jakob. Verbond is beriyth in het Hebreeuws, wat in de worteltekst scheppen door verdiepen betekent, wat een beeld is van de scheppende kracht van de exegese. 25Zo zag God de Israëlieten aan en God had bemoeienis met hen. In het Aramees heeft God contact met het volk door visioenen. God ziet de mens door visioenen. Hoofdstuk 36. Een geestelijke oorlog Vannacht had ik een droom over een geestelijke oorlog ergens in de geestelijke wereld. Nederland was in oorlog met Isis. Alles liep door elkaar heen. Sommige wijken waren Isis-wijken of Isisbezet, en andere wijken waren nog Nederlands. Ik vloog. Zodra ik over Isis-wijken vloog werd er op mij geschoten. Toen ik weer in een Nederlandse wijk was gekomen daalde ik neer. Ik zag dat de wijk vol was met soldaten aan mijn kant. De wijk stond vol met aluminium steigers tussen de gebouwen. Plotseling merkte ik dat de soldaten sneller begonnen te gaan, en een bepaalde richting in begonnen te rennen. Er werd geroepen dat er een vijandige Russische aanval werd gedaan op Nederland. De rillingen gingen door mij heen. 'Rusland !' werd er geroepen. De soldaten klommen op de steigers naar boven, een bepaald overdekt centrum in. Ik wist niet hoe dichtbij Rusland al was. Ik snelde ook de steigers in, en hoopte maar dat ik door de nauwe openingen heen kon komen. Ik keek achter mij, en ik dacht : 'Gelukkig, een Nederlander,' want hij had een Nederlandse vlag op zijn soldatenvest, maar ik voelde me niet op mijn gemak. Ik had ook een koffer bij me. We waren

inmiddels op een soort roltrap en hij stond achter mij. Ik keek nog een keer naar zijn vest, maar er stonden ook namen op van andere landen, en ik dacht bij mezelf : 'Je hebt er één vergeten. Je hebt Rusland vergeten. Je bent gewoon een Russische spion.' De Russische spion bleef mij volgen. Ik kwam ergens aan in een soort hotel of schuilplaats waar ik een kamer kreeg. Het was hier waar ik informatie begon te krijgen. Het ging om aanvallen van Russische buitenaardse parasieten die zogenaamde 'eeuwige angels' hadden. Het waren eeuwige steken met weerhaken die gewoon deel werden van de mens zodat ze er niet meer uitkonden. Deze eeuwige angels wekten in de mens pornografische hallucinaties op, waardoor die parasieten zich in de mens konden voortplanten. De angels brachten eitjes voort en die konden voortleven door te parasiteren op het lichaam waarin ze leefden. Voorbeelden van deze eeuwige wonden zijn : bepaalde familie leden, gedwongen implantaten van de tandarts (vullingen), schade door de psychiater aangebracht, al dan niet door medicijnen, religieuze dwang (het moeten aannemen van Jezus) en de eeuwige hel. Dit zijn dus slechts codes die gebruikt worden door deze Russische parasiet, die dus als spion komt. Zoals Wim Kan zei : 'Denkt u dat de Russen komen? Ik denk wel dat ze zullen komen, maar één voor één.' De droom eindigde met een Mahicaans medicijn (Mohikaans). Ma(hi)-kanen, de wet (Egyptisch) van Kanaan, het beloofde land. Hoofdstuk 37. Alleen op de Wereld De heilige depressie, wat is het ? Het kan zowel negatief als positief zijn, want het is eigenlijk iets heel neutraals : het afdalen, de diepte, en dat kan soms zwaar zijn, maar ook op bepaalde punten weer heel lonend. De heilige depressie kan dus zelfs een soort extase zijn, een soort vervoering. Je kan soms door diep tragische bossen gaan, een overweldigende eenzame natuur waar je geen kip tegenkomt, maar dan vindt je ineens een wonderlijk plantje, of struikje, of besjes, die je nog nooit eerder hebt gezien en nog nooit eerder hebt geproefd. Zoals het kruis moeten we ook de depressie aanvaarden, het lijden van het hoofd, als de bittere diepte van de doornenkroon die ons diep in onze psyche steekt, in onze ziel, onze emotie en verstand. Het is belangrijk om depressie, het afdalen in de diepte, te aanvaarden, hoe groot of klein het ook is, want vandaag de dag leeft men in parasiterende en programmerende overpositiviteit. De mens is verblind en wordt meegelokt, en men wil de goede strijd niet strijden. Men is omgekocht, verkocht, want de mens is oppervlakkig, gemakszuchtig en onverschillig. Daarom vereist het leven discipline in het geestelijke, in het verdiepen. Dat is ook wat in het Hebreeuws het woordje 'god' betekent : de afdalende, de afdaling, de diepte, oftewel de heilige depressie. Het is dus niet zozeer een persoon, maar een principe, alhoewel het zich wel metaforisch kan verpersoonlijken. De mens moet leren begrijpen waar de heilige depressie goed voor is, want het is een heilig medicijn, en beschermt de mens op zijn of haar pad. Wij mogen komen tot de heilige depressie en van haar leren. Zij zal ons de diepte inleiden, ons losmaken van de ketenen van oppervlakkigheid. Het is een vast pad in de wildernis. Eeuw na eeuw

gingen mensen en zielen hier doorheen, dus denk nooit dat je de enige bent. De heilige depressie is een tocht naar beneden, door de put, om kennis op te doen. Het leren leven met de kleinste hoeveelheden (minimalisme). Het is een hele uitdaging en opent de diepere putten, opdat de mens tot het verborgene komt. Zo kan de mens een geheim leven leiden. Geheimen is wat de mens nodig heeft, allereerst om zelf te verdienen, en men kan het niet zomaar als paarlen voor de zwijnen werpen, dus men moet onderscheiding gebruiken. De mens moet gevoelig worden, want alleen in gevoeligheid is de ware schuilplaats. Dat is de les van de heilige depressie. Het geheim weet zelf de weg, en heeft een eigen ritme. Het geheim is de beloning van het minimalisme. Hoofdstuk 38. De Literaire Ontwaking We zijn in een grote oorlog. Niets wordt ons zomaar in de schoot geworden. Alles moet gebouwd worden, steen voor steen. De genezing staat dus niet zomaar op zichzelf, iets waarop we passief en lui moeten wachten. Nee, de genezing is de ontwaking, het opdoen van kennis, het zien van de structuren. Het is goed om over dingen boos te zijn, en je niet zomaar aan van alles wat langskomt over te geven, maar het gaat om het verdiepen. Soms kunnen we niet verder en kunnen we alleen maar dieper sterven aan onszelf, zoals een lied uit 1971 zegt : 'What course is there left but to die ?' En soms kunnen we niet anders dan gewoon doorgaan, hoe moeilijk het ook is, zoals hetzelfde lied even verderop zegt : 'What choice is there left but to live ?' Alleen als de mens een beroep doet op de Heilige Depressie (het nut van depressie) en de Hogere Literatuur kan de mens erdoor komen. Alleen als de mens naar de diepere bibliotheken van het leven gaat. Alleen daar is de mens veilig. Daarom gaat het om de literaire ontwaking. De Russische parasieten die de mensheid aanvallen zijn trofee jagers die Russisch roulette spelen, levensgevaarlijke spelletjes. Het zijn waaghalzen die zich vroeg of laat zelf afmaken. Het pad van de heilige depressie leidt tot een enorme tederheid, voorzichtigheid en gevoeligheid, diepte. De Russische parasieten zijn dus de poppenmakers en poppenbazen van Isis-parasieten. Dit zijn buitenaardse parasieten van de planeet Nolp, een witte reuzenplaneet. Nu gaat de planeet door een langdurige ijstijd, maar eerst was alles oerwoud. De Russische parasieten zijn ook genaamd 'de Nolp', en zij zijn ijsparasieten. Demonologie gaat niet zomaar alleen door de ontmaskering van namen van zulke territoriale geesten, alhoewel dat wel belangrijk is, maar in de context van de hogere literatuur. Allereerst werken deze parasieten veel achter de schermen en met spionage, en zullen ze in hun jacht de afgezonderden van de kudde aanvallen, niet zomaar frontaal de grote massa's. Het verhaal 'de Dropping' in het boek 'Tranen van Vuur' is daartoe een illustratie. De slachtoffers worden door de grote massa's niet geloofd, worden ontkend, zodat de parasieten rustig door kunnen werken als geheim agenten. Deze parasieten zijn erg sluw. Ze zullen zorgen dat ze aan de kant van de massa's staan, en de massa's niet tegen zich in het harnas jagen. De massa's worden ook door hen beloond. Deze parasieten worden vereerd door de massa's en aanbeden. De massa is ook een maatstaf voor hen. Het zijn dus infiltranten. Ze komen één voor één, niet allemaal tegelijk,

en ze zorgen dat ze door de regerings-apparaten werken, door de democratie. De massa's hebben ze zelf stukje bij beetje geschapen door deze strategie. Wat kun je als mens doen ? Alleen de hogere literatuur geeft oplossing. Dit is het pad van geduld en lijden. De heilige depressie is door dit alles te vinden. Deze parasieten zorgen er niet voor dat de hele massa brandt. Ze zonderen mensen af en laten ze alleen branden, in eenzaamheid, opdat niemand hen gelooft, want de massa voelt zich goed, en parasiteert rustig door. Deze parasieten knagen onderhuids en halen het bloed onder je nagels vandaan. Als ze dan wel de massa eens willen aanvallen, dan zullen ze dit door andere parasieten doen, zoals Isis-parasieten. Maar dan doen ze net alsof ze daar niets mee te maken hebben. Het zijn ontkenners en leugenaars, en aan het einde van het liedje geven ze jou de schuld. IJsparasieten zijn het, maar de hogere literatuur zal hen doen wegsmelten, zodat het oerwoud weer zichtbaar wordt. Ook deze ijstijd zal eens voorbij gaan. Vandaar dat er een oorlog gaande is om de Nolp-planeet, de witte reus. Ze werken met hoge technologie, ijstechnologie en ijs-electriciteit, maar de hogere literatuur heeft veel hogere technologie. Hoe zijn de parasieten aan de macht gekomen ? Door kettingbrieven met grote beloftes en bedreigingen, al dan niet financieel, want er zijn vele soorten kettingbrieven. Het maakt subtiel gebruik van groeps-energie en bouwt zo de massa's op, en ruimt tegenstanders subtiel uit de weg. Deze kettingbrieven zijn dus parasitair en het tegenovergestelde van de ware gnosis. Mensen worden dus voortdurend omgekocht. De mens laat zich voortdurend omkopen door kettingbrieven in het gedachtenleven. Het doet zich allemaal heel onschuldig voor. Het komt allemaal vermomd, en de mens denkt dat het allemaal maar kan. De mens bewaakt zijn gedachtenleven niet goed. Uit de losse hand worden zo allerlei contracten ondertekend. Er moet een groene ontwaking komen tot de oorspronkelijke oerwoudsplaneet, Tirkw, wat het eerst was. In het Trollenboek van de Dood wordt het beschreven als een gevaarlijk trollenwapen met een heleboel stekels en angels, die vergif uitscheiden om zielen te brengen tot de Elsav, de put van het eeuwig groeiende lijden en bewustzijn. Dit is in de trollen mythologie iets metaforisch en dualistisch. Alleen het eeuwiggroeiende kruis brengt het eeuwiggroeiende bewustzijn, en is nodig om los te komen van de eeuwige angels van de nolp-parasieten en hun weerhaken. De Tirkw is een mythisch wapen, soms een handschoen. De nolp-parasieten gaan in de put van het eeuwig groeiende lijden en bewustzijn ten onder. Ze zullen alles gaan voelen wat ze de ander hebben aangedaan. Vandaar dat ze de Tirkw dus wilden verbergen en de Nolp erover heen bouwden. Tegen natuurgeweld kan de mens niet op, maar de mens kan wel verdiepen. In de diepte van de planeet Tirkw ligt de Elsav, wat uitgebeeld wordt door de golven van de zee, het eeuwiggroeiende kruis en zo ook eeuwiggroeiend bewustzijn om hiermee om te gaan. Zo mag de mens tot een creatieve oplossing komen. De mens moet leren in zijn dromen te leven en niet in de valse realiteit die daar omheen is gebouwd. De schil moet eraf. Door alleen maar te denken en te strijden gaat er niets veranderen. Het is een puzzel.

Mensen zijn leugenaars. Vaak heeft communiceren geen zin, omdat als je ze probeert te corrigeren dan gaan ze nog wel erger over je liegen. Daarom moet je geheel in je droomwereld leven en puzzelen, en alleen communiceren als dit nodig is om de puzzel klaar te krijgen, als een schakel in het geheel. Teveel contact met mensen en overcommunicatie gaat alles verdichten. De droomwereld is de enige realiteit. Hoofdstuk 39. Bouw Je Eigen Wereld Als de mens door de Russische parasitaire linie is heengegaan, dan staat de mens oog in oog met Indische cobra's, die de harten zijn van zombies, en het geheim van waardoor ze ogenschijnlijk doorleven om de levens van anderen te verzieken. De cobra's zijn de zielen van de zombies, de klokken, waardoor ze geprogrammeerd zijn. De cobra cirkelt ook, maar dan vanwege onverschilligheid, wat een groot verschil is met de cirkels van de Vur. Door de cobra cirkels van onverschilligheid ontstaan er illusies waardoor het lijkt alsof de zombie leeft. Deze onverschillige cirkels uiten zich in allerlei afwimpelarij en vandaaruit valse positiviteit en valse vrolijkheid. Het is een drug die de zombie in slaap sust. De zombie is gericht op genade, op het in de schoot toegeworpen worden van het onverdiende, desnoods door omkoperij, cheaten, bedrog. Het is oplichterij. In principe draait het niet eens om het vechten hiertegen maar het verdienen. Eerlijk alles verdienen, want dan is het ook op jezelf toegepast en dan heeft het diepte. De zombie is gericht op genade waardoor hij zichzelf afhankelijk maakt en ook anderen, en dan op een overmatige ziekelijke manier als een verslaving aan de drugs. Daarom heeft de zombie ook geen ruggegraat, maar is een meeloper. De zombie leeft niet meer. Dit is een zombie wereld. Alles is vastgegroeid. Je moet je weg er doorheen verdienen. Je moet je dromen rijgen van de kralen die je vindt en hebt verdiend. Verwacht niets van anderen, want ze zullen je alleen maar bedriegen. Verdien je eigen dromen. Bouw je eigen wereld. De enige realiteit is de droomwereld. Deze wereld is al ten onder gegaan in gevaarlijke straling. De apocalypse is allang geweest. We leven nu in het na-apocalyptische tijdperk. De atoomoorlogen die alles vernietigd hebben zijn allang geweest. Nu leeft de mens met zware radio actieve straling en GSM straling als een gevolg daarvan. De mens is een zombie geworden. Welkom in de nieuwe wereld. Trek maar aan de vinger van de clown, dan zal het geld voor je gaan rollen, en alle aandacht die je nodig hebt, maar het is slechts een zombie illusie. Je bent al weg. Behoor jij nog tot de overlevenden ? Wees er niet zo zeker van

dat er nog andere overlevenden zijn. Die kunnen er wel zijn natuurlijk, maar wees voorzichtig. Overal liggen nog mijnen van de oorlog. Wees voorzichtig waar je stapt, anders behoor jij ook niet meer tot de overlevenden, en ben je levende al dood. Niemand is er gebaat bij als we giftige koffie opdienen. We moeten vertellen hoe het is. Denk maar eens goed na als je denkt dat je je nog goed voelt en alsof er niks aan de hand is. Heb je misschien ook al niet van de verblindende drugs genomen ? Kun je voor een kwartje goedkoop krijgen op elke hoek van de straat. Het geeft je de illusie van veel vrienden en veel goede mensen, maar het is slechts zoet door het vergif. De tijd van waarschuwen is allang voorbij. De mens is al over de groene streep gegaan. Er komt niets meer bij. Dit zijn alleen de gevolgen van de geschiedenis. De Indische cobra's zijn van een buitenaardse Indische secte. Het is een muziek industrie waardoor ze de zombies programmeren. Hun muziek is dus een soort programmatie taal, en hun muziek is overmatig en overmoedig. Muziek is hun drug. Muziek liefhebbers zijn niet per definitie goede mensen, want kijk maar eens naar de nazi's die tijdens het vergassen en verbranden van de Joden gewoon naar Vivaldi en Bach luisterden. Het is verbonden aan de gok industrie die de zombies de illusie geven dat ze een vrije wil hebben. Vannacht had ik een droom over deze Indische cobra's in mensengedaante. Het leken op jihadisten, en ze hadden er plezier in om kinderen te misleiden. Ze leiden deze kinderen tot zelfmoord, leren hen een pistool in hun mond te drukken en dan te schieten. Ze leren deze kinderen dood en verderf, terwijl ze deze kinderen bespotten. Ook is het over-technologie, overmatige en overmoedige technologie die de natuur totaal, maar dan ook totaal, heeft verwoest. Ook is het een sport industrie : overmoedige mensen die overmoedig bewegen, en zo de zombies programmeren met dezelde overmoed. Het is een entertainment industrie dwars tegen de natuur in. De mens moet zelf zijn dromen maken, en dit telkens tegen zichzelf zeggen : 'Ik moet zelf mijn dromen maken, ik moet zelf mijn dromen maken, ik moet zelf mijn dromen maken,' want anders doet iemand anders het voor de mens. Ik kreeg toen te zien waar die Indische cobra's vandaan kwamen. Ze kwamen van een oranje reuzenplaneet genaamd Terrin, een oerwoudsplaneet. Deze reusachtige planeet hebben ze nooit kunnen overwinnen, maar de aarde konden ze wel overwinnen. Ik was in een tunnel, en achter glas zag ik buitenaardse mijnwerkers van de planeet Terrin. Ze leken op een oom en tante van me waar ik vroeger veel in mijn jeugd bij logeerde, en ze zeiden dat ze altijd door hen heen hadden gewerkt naar mij toe. Ze braken door het glas heen, en namen mij uit de tunnel, en toen namen ze mij mee naar hun woning in een bos dorp aan een rivier. Ze woonden in een soort heuvel waar veel meer woningen waren die naast en boven elkaar lagen als een soort oerwouds flat. Het was hier een prachtige natuur. Ze zeiden dat ze een wond hadden waardoor ze met mij konden communiceren. Ze zeiden dat ik ook die wond had. Het was een wond tussen de buik en de borst. Ik voelde de wond, en voelde hoe het communiceerde met hen, op een hele natuurlijke manier. De bewoonde wereld op de reuzenplaneet Terrin is maar een druppel in de oceaan vergeleken met de planeet zelf, alhoewel er wel hier en daar oerwoudstammen zijn. Ik maakte contact met wat wezens op deze planeet : Sergio : 'Onze planeet is al heel oud, en nog steeds nauwelijks bewoond. Er zijn wel wat oerwoudstammen, maar die liggen vaak ver van elkaar verwijderd. Er is zoveel natuurgebied wat onbewoond is, maar natuurlijk zijn er veel dieren. Ook zijn er een heleboel onbewoonde strandgebieden aan de zeeen en oceanen. Het is een wereld waarin je makkelijk verdwaald. Waarom

zijn er zoveel blokkades ? Ik moet denken aan de gevaarlijke Indische cobra's, witte cobra's, bruine cobra's en ga zo maar door, en dan nog de hele lange zwarte cobra's. Zij houden vele gebieden onbewoond. Zij leven daar, maar kunnen ook bepaalde grenzen niet over. Ze zijn niet almachtig, en daarom hebben ze de aarde ingenomen, want daar konden ze wel hun macht uitoefenen. Veel beter dan op Terrin. Waarom zijn er zoveel blokkades ? Je kan beter vragen : Waarom begrijpt de mens ze niet ? Het zijn dimensies die elkaar overlappen, zodat ze blokkades vormen, omdat de mens het nog niet gesorteerd heeft. De mens moet onderwezen worden. Dit is onze taak. Maak je klaar voor meer.' Ik : 'Wie bent u precies ?' Sergio : 'Wij zijn al oud, heel oud. Wij zijn de wachters van de planeet Terrin. Wij zijn blij dat er contact is gemaakt. Wij hebben veel te vertellen.' Ik : 'Kunt u meer vertellen. Wij zijn open.' Sergio : 'Alles op zijn tijd. Wij zenden tijd-capsules met de juiste hoeveelheid. Teveel kennis zou veel schade aanrichten. Vandaar dat het stap voor stap gaat, in kleine beetjes.' Hoofdstuk 40. Alleen In De Nacht Sergio : 'Er is niets meer over van jullie aarde. Totaal ingenomen door Indische cobra's. Toch is er hoop als wij jullie op sleeptouw nemen, de gehele aarde. Het natuurgebied kan opgeladen worden met ons natuurgebied, en wij hebben neutraliserende wapens. De polen moeten geswitched worden, als een schakelaar. De aarde heeft dus groot potentieel, want de negatieven liggen er al. Dit is dus bruikbaar. Daarom zijn jullie herinneringen ook bruikbaar voor ons. Er ligt heel wat negatieve energie in de aarde opgepot, maar dat kunnen wij neutraliseren en transformeren, door de juiste kanalen en tunnels leiden, want juist als negatieve energie gesplitst wordt en in gescheiden kanalen wordt geleid, dan vermindert de negatieve energie. Geisoleerde negatieve energie die de juiste hoeveelheid wordt wordt daardoor positief. Kan ik dat ook anders zeggen ? Ja. Het gedroomde keert weder. Het is uitgezonden, waardoor negatieve energie ontstond als tegenpool om het op te stuwen, en nu keert het terug. Het zijn dus droommachines, en die werken door negatief en positief. Het negatieve wordt gesplitst, en de afzonderlijke delen worden zo klein dat het bruikbaar wordt en positief. Zo kan het voor van alles gebruikt worden. Maar om dat te kunnen moet je een technicus worden, een dromen technicus. Want er is zoveel op de aarde wat getransformeerd moet worden door de droommachines. Daarom moet men ook de cobra's leren begrijpen. Het zijn in wezen maar gewoon slangetjes, buisjes, tussen de verschillende onderdelen van de droom machine, maar omdat de mens deze machine nog niet kent en deze slangetjes nog niet op zijn plaats heeft zijn het verschrikkelijke Indische cobra's die de mensheid teisteren. De mens moet het dus plaatsen, de onderdelen leren kennen. Zodra het vast zit zal het ook goed vastzitten, en kan het niet meer ontpoppen als een verschrikkelijke cobra. De onkunde van de mens is dus het probleem.

De basis emoties van het lijden zijn angst en depressie, waarin alles onder te verdelen valt. Depressie vermindert en filtert, terwijl angst de juiste kanalen zoekt en selecteert, als begeleider, als fine tuner. Pijn is geen doel op zich, maar om de ander te voelen en om te communiceren. We hebben hoop in de bergen, in de prachtige natuur van Terrin. Hoop is al sterker dan geloof, maar slechts een schaduw van kennis. Het wordt in de mens opgewekt omdat er hoop is, als het pad tot kennis. Het gaat om het weten en om het weten te verdienen. Daarom is het pad dieper in de wildernis iets economisch. Wij kennen de nacht al heel lang. Wij hebben de nacht geschapen. Alleen in de nacht kan de mens loon verdienen, waar het ego van de mens afsterft, in slaap valt. Het loon is de droom. De cobra's werken met magnetische verbindingen in het hoofd. Die moeten afgebroken worden, maar dit is ingewikkeld. Daarvoor moet de mens de techniek kennen. Dit heelal is maar een druppel van een oceaan van veel meer heelallen en dimensies. Hoofdstuk 41. Gnosisvrezend of Smetvrezend ? Sergio : 'In de inter-dimensionale zee van het bestaan, waarin alle dimensies tezamen komen, is een poort. In deze zee is een interdimensionale planeet, als in een gasbel, in een luchtbel. Dit is een zeeplaneet. Alleen dromers kunnen daar komen. In deze planeet is een ondergrondse wereld. Op de

tocht naar deze ondergrondse wereld zal de Indische cobra afsterven. Dan zal de overwinnaar de krachten van deze cobra erven en het transformeren en kanaliseren. Zonder wat angst en depressie in het leven van de mens zou de mens dit nooit kunnen doen. Het is de creativiteit van de mens. Ook dit is nog maar een druppel van een veel hogere oceaan, de eeuwige oceaan. De mens moet komen tot de eeuwige dimensie.' De mens moet komen tot de eeuwige planeet. De mens moet komen tot de eeuwige gnosis, de eeuwige literatuur, de eeuwige exegese. Als we naar de bijbel kijken dan zien we dat er iets gruwelijks fout ging. Abraham kwam uit Babylon en nam toen een mannelijke god uit het godenstelsel om die als vader te maken. De moeder werd weggeduwd, zo stelt de Bilha in het derde deel. De mens bouwde een mannelijke toren om over het vrouwelijke te heersen. Dit kreeg zijn hoogtepunt in het christendom waarin de vrouw tot stilte werd geboden. Alles moest via de man. Het ego van de mens kwam op de troon. Moeder Babylon werd verkracht, verstoten en gedemoniseerd. In Openbaring 17 rijdt de Grote Moeder Babylon van het Geheimenis op het beest. In de grondtekst bewondert en vereert Johannes deze moeder. Zelfs in de King James bijbel wordt dit zo overgebracht : : 6 - 'and when I saw her, I wondered with great admiration.' Thauma - Thaumazo betekent dat hij haar aanbad, groot respect voor haar had, en dat zijn ogen werden geopend, als een eye-opener, een klik-moment. In het Aramees wordt er ook weer gesteld dat het om een allegorie gaat, raza, wat ook avondmaal betekent. Dit is in het Grieks mysterion, geheimenis, van het wortelwoord muo, wat het dichtmaken van de mond betekent. De Paulinische woorden over dat de vrouw stil moet zijn hebben hier dus mee te maken. De vrouw moet het geheim bewaren en geen parels voor de zwijnen werpen. Mysterion is in het Grieks voor de ingewijden en niet voor de gewone man. Het is de verborgen betekenis van een schriftpassage, van een visioen of een droom. Mysterion is de verborgenheid en de diepte. De christenen zijn helemaal overstuur als ze het woord Babylon horen of moeder Babylon, want dat kunnen ze alleen maar eenzijdig bekijken, en overmatig en extreem veroordelen, want, zo zeggen ze, in de bijbel staat : vers 6a : 'En ik zag de vrouw dronken van het bloed der heiligen en van het bloed der getuigen van Jezus.' Ja, en in het Aramees gaat het hier om het avondmaal, en wat gebeurt er op het avondmaal ? Dan wordt het bloed van het verbroken lichaam (gemeente) van Jezus gedronken opdat er intimiteit met God komt. Dus in hun huichelarij doen ze precies hetzelfde waar ze iemand anders van beschuldigen, en nogmaals deze teksten zijn allegorisch. Wanneer er 'hoer' wordt vertaald kan er ook gewoon staan 'verborgen intimiteit'. Het is dus een dualiteit. Je kan het van twee kanten bekijken. Natuurlijk kan Moeder Babylon figuurlijk 'het bloed van christenen wel drinken', want het christendom heeft haar verkracht en vermoord. In het Aramees is grote moeder in het vers over Moeder Babylon 'dat wat tot volle wasdom is gekomen' (rb, grote). Ook is het de oorsprong en de hoofdstam van de wijnstok ('m, moeder), wat weer allemaal christologische termen zijn. De cirkel moet dus weer rondgemaakt worden, en de mens moet terugkeren naar waar het fout is gegaan, om zo de tranen van Moeder Babylon te ontvangen. Het is dus belangrijk weer te komen tot een balans omtrend dit mysterie. Er is iets verborgen geraakt, er is iets verloren geraakt, en dingen zijn niet eerlijk verlopen toen het christendom kwam opzetten. De vrouw op het beest, gewoon een allegorie van het avondmaal in de Aramese grondtekst. En zoals besproken is heeft dat niks te

maken met wat ze er letterlijk van hebben gemaakt. Het avondmaal betekent dat de mens door het verwerken van het ego, door het verdiepen van alles, komt tot exegese, oftewel schriftuitleg, de uitleg van alle lagen van het bestaan. Dit opdat er doortocht is, dit opdat er een exodus plaatsvindt. Niet Abraham is zomaar aartsvader. Neen. Abraham kwam voort uit Babylon. Daar liggen dus de diepere wortels, en vandaar dat als de mens los wil komen van de valse christelijke klauwen, dan moet de mens het Babylon mysterie gaan begrijpen. Niet eenzijdig, maar dualistisch. Niet oppervlakkig en letterlijk, maar metaforisch en diep. Israel liet de Babylonische aartsmoeder achter, en pikte één van de babylonische mannelijke goden uit het godenstelsel en monopoliseerde deze en patriarchiseerden deze, als een pad van verletterlijking en verdichting, omdat Israel de baarmoeder had verworpen. Hoe dan ook waren ze nog steeds in Babylon. Babylon betekent vermenging en zuivering in een verminderings-proces van temperen en discipline. De christenen zijn er vies van. Het christendom is een virus van smetvrees. Juist in het minimalisme waar Babylon voor staat vindt de ware vermenging plaats. De smetvrees van het christendom is dus slechts een masker van hebzucht, graaizucht, wat weer een masker is van spijbelzucht, het haten van kennis en diepte. Het christendom haat het mysterie, haat moeder Babylon, het geheimenis. Dat zijn slechts spotwoorden in het christendom, zoals gnosis ook een spotwoord is. Voor de christen moet alles letterlijk en gemakkelijk blijven, alles snel snel, als bij toverslag. De christen is altijd de mooiste in het land. Daar heeft hij zijn toverspiegeltje aan de wand voor, zijn eigen smetvrezende vertaling die hem altijd gelijk geeft. 'Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, ik ben altijd de mooiste in het land.' Hoofdstuk 42. De Hoge Markt en de Lage Markt Wanneer je niet meer dualistisch, onderscheidend tussen een goed en slecht deel van hetzelfde, kunt kijken naar een volk, dus alles over één kam scheert, dan is dat racistisch, zoals in het christendom die Babylon, in het huidige Irak en Syrië, volledig heeft gedemoniseerd. Met dit racisme dient afgerekend te worden, want Babylon is een deel van de mens. Er is een slecht Babylon en een goed, hemels Babylon, zoals in elk volk dit onderscheid is. Maar ja, de christenen hebben ook de boom van onderscheid tussen goed en kwaad, de boom van kennis, volledig gedemoniseerd, en zijn volledig voorbijgegaan aan de dualistische waarde die het oorspronkelijk had. En hoe kwam dat ? De christen is opgesloten in eerzucht waarvoor de christen hoge offers brengt, want de mens om hem heen wil bloed zien. De eerzucht richt zich dus op de mensen direct om hem heen, als een nationale eerzucht. Eerzucht werkt samen met verklaarzucht, want ze willen vooral politiek correct blijven en politiek verantwoord, om zo hun status te bewaren. Dit moet dan voortbouwen op de bestaande waardes. Men wil niet afwijken van de rest. Vandaar dat hun literatuur ook allemaal hetzelfde is. Ze zijn niet creatief en durven niet creatief te zijn. Ze durven niet af te wijken van de norm, want zij zijn gebonden door eerzucht en verklaarzucht. Maar je hoeft je niet te verklaren voor zondaren, want anders zouden demonen gevoed worden en in leven blijven.

Moeder Babylon is de stille (mysterion - muo). De Paulinische woorden over dat de vrouw stil moet zijn komt van oudere gnostische geschriften over orakelgodinnen. Dit is dus een abstracte stilte in de zin dat alles verdiend moet worden. Het is de wachter voor de mond. Het geeft loon aan wie loon toekomt. De bruid mag haarzelf niet zomaar ontkleden. Zij is een geheim, en openbaring komt tot hen die aan de hemelse voorwaarden voldoen. Maar deze generatie is een sex cultuur. Alles ligt maar voor het graaien. Woeps, doe je kleren maar uit, en gooi jezelf maar te grabbel. Zo komt de mens niet tot de hemelse bruid. Gooi de paarlen niet voor de zwijnen. Sex is een metafoor van de demonologie, wat weer een metafoor is van de exegese, de verdieping. Elke keer weer stapt de mens in de arena als het sex tijd is en staat dan voor hoge demonen die zich willen voortplanten. Ze zoeken hiervoor naar zwakke plekken. De eerzucht en verklaarzucht wordt van geslacht tot geslacht op die manier doorgegeven. Het zijn klagende duivels, wijn-duivels. Er wordt terecht veel gewaarschuwd tegen drugs, maar de grootste drugshandel is de psychiatrie. Levensgevaarlijke drugs marcheren daar gemaskerd als medicijnen. Het zijn wijnduivels die hoge offers brengen. Ze werken voor nationale eerzucht en verklaarzucht en planten zich voort door de sexuele grabbelton cultuur, om Moeder Babylon tot schande te brengen. Het geheim wordt ontkend. Er is geen geheim. Als de mens droomt of creatief is, of symbolisch spreekt, dan wordt er een blik levensgevaarlijke psychotrope medicijnen opengetrokken. Alleen de psychiater mag dromen en symbolisch spreken. Het zijn huichelaars en monopolistische opportunisten die zichzelf als god in de tempel hebben gezet. Het zijn zware geesteszieken die door hun praktijk ermee op te kopen ermee weg probeerden te komen, als een kudde rennende struisvogels. Ik heb voor mijn werk veel met dit tuig meegemaakt. Ik heb ze mensen in een rolstoel zien beschuldigen van 'simulatie', alsof ze het maar spelen, en zo werden die mensen zelfs naar huis teruggezonden zonder hulp te krijgen. Ook kun je in sommige steden soms zomaar invalide mensen op straat tegenkomen in grote steden die dakloos zijn. In Amerika gebeurt dit nog wel veel vaker. Zware geesteszieken zijn aan de macht, waarin geestesziekte de norm is. Juist door dit soort giftige medicijnen komen de mensen in rolstoelen, raken in een coma of kunnen zich niet meer bewegen, of komen er zelfs aan te overlijden, maar het wordt altijd op iets anders geschoven. Het zijn wijnduivels die hoge offers brengen. Men is een schepper voor deze duivels als men hun sex leven niet op orde krijgt en het in demonologische context brengt. Het zijn blinde vuistvechters en ze maken alles kapot door hun overmoed. Als de kanker woekert het voort. Daarom is het van belang terug te keren tot de stilte van de vrouw, de stilte van het geheim, want we zijn hier niet op de kermis. Alles heeft zo zijn consequenties. Er moet een wachter zijn voor de mond, maar ook een wachter voor het sex leven. De ware naaktheid en intimiteit is de exegese, de verdieping, wanneer de mens afdaalt in de tranen van Moeder Babylon, oftewel het geheim. Alleen door het principe van vermindering, het minimalisme, is er ware vermenging. Dat is de Vur natuur en het geheim van alle vruchtbaarheid. De wijnduivels hebben een markt omhoog te houden, maar de markt zal vallen omdat het geen fundament heeft. Over deze onderwerpen gaat ook het derde deel van de Bilha. We zien dus de vrouw op het beest en er wordt een hele andere economie gepredikt, die van het avondmaal, het komen tot de exegetische diepte. Er is een strijd tussen de lagere economie en de hogere economie, tussen de lage markt en de hoge markt. De hogere markt is nomadisch. Men probeert geen naam te maken, men leeft eenvoudig, met en in de natuur. Het geheim ligt er niet zomaar te grabbel. Er is een tocht tot het geheim, een vision quest. Eerzucht en verklaarzucht heeft geen waarde in dit spel. Dat zou gelijk staan aan verkrachting, het ontheiligen en ontwijden van het geheim, van Moeder Babylon, de vrouw op het beest. De mens mag het Woord niet forceren, het Woord niet verkrachten. De mens mag geen ijdele woorden spreken, overmoedig en overmatig. De mens moet een relatie aangaan met het Woord, het Woord leren kennen, en natuurlijk omgaan met het Woord. De verklaarzuchtige wijnduivel verkracht het Woord. We zien daarvan de reflecties terug in de stad. Een groot percentage vrouwen is verkracht of zelfs in verkrachting grootgebracht,

en veel vrouwen hebben dit zelfs nooit gemeld, omdat dat ook een symptoom is van verkrachting : het niet kunnen spreken, het niet durven zeggen van de waarheid. Ze staan in brand, vertrouwen niemand meer. Hun Woord zal verdiend moeten worden. Dit is de afschuwelijke werkelijkheid omtrend het geheimenis van de stille Moeder Babylon, van de vrouw die altijd stil moet zijn : Zij is een slachtoffer van langdurige verkrachting. Hoofdstuk 43. De Verborgen Wereld in de Kern van Betelgeuse In het vorige onderwijs zijn de sleutels te vinden tot de diepere kern van Betelgeuse, waar een verborgen wereld is. Er is nu een grote zeeslag gaande om dit gebied. De zeeschepen zijn ook bezig om de aarde dieper te laten ontwaken. Het gaat niet om het hebben en zijn, maar om het kennen. Zonder ontwaking is er geen ware strijd, zoals er geen ontwaking is zonder strijd. De ware realiteit is de diepte. Alles bestaat alleen maar voor de diepte, en die is al geheel uitgewerkt, wat automatisch meekwam met het heelal, wat eindeloos is, dus het enige wat nog dient plaats te vinden is de ontwaking, en dat zal moeten gebeuren tot en door de kern van Betelgeuse, in de verborgen wereld. Deze wereld kunnen we alleen maar binnengaan door de doorboorde voeten, want de vrij loslopende voeten die altijd maar weer naar het kwaad snellen en altijd maar weer afwijken van het pad zijn het probleem. In een droom werd ik teruggeleid naar de tijd waarin we nog vaak in een natuurmeer zwommen en speelden, maar het probleem was dat er veel rotzooi daar lag, want er was ook een haven, en er waren veel boten. Er werd van alles in het natuurmeer gedumpt, ook scherp glas. Twee van mijn neven zijn hier slachtoffer van geworden, allebei in scherp glas gestapt wat op de bodem lag, en raakten hierdoor tijdelijk zwaar verwond aan hun voet. Telkens als ik eraan dacht gleden de rillingen nog door me heen, en eigenlijk zou het dan veel veiliger geweest zijn als we waterschoenen aan hadden gehad. Maar ik werd er bij bepaald dat deze gebeurtenissen stonden voor de doorboring van de voeten, waardoor de mens de verborgen wereld in zou komen, want de voeten kunnen zo niet meer afwijken, en zijn verbonden aan de gnosis. Eerst moeten de voeten dus geestelijk door een soort verbrokenheid of verlamming heen. Het scherpe glas mag de voet niet sparen symbolisch gezien. Zo komen we dus bij de doorboring van de voeten aan het kruis of aan de paal (stauros). Dit komt oorspronkelijk uit Psalm 22 waarin David's handen (yad, letterlijk : zijn geslachtsdeel) en voeten werden doorboord, karah, wat het opgraven van een bron betekent. In het Aramees kan het ook openscheuren betekenen, bz, bs. Het is voor de mens belangrijk om zich uit te strekken naar de geestelijke ervaring van het doorboren of openscheuren van de voeten.

Hoofdstuk 44. Het Vierspoor van de Amerika Brug We hebben dus te maken met een belangrijk vierspoor op de Amerika brug : 1. Dieper in Betelgeuse - de kern van Orion 2. Dieper in de aarde 3. Dieper over de rand van het heelal 4. Dieper in de algemene dimensies Het sleutelwoord is dus de diepte, waarvan de voet een beeld is. In het Aramees is de voet het fundament, de pelgrimstocht en de oorlogsmars of strategie. Vandaar dat het belangrijk is dat de voet symbolisch tot de verscheuring komt, want de voet van de mens is de valse en afgesloten diepte. Als beelden van de verscheuring kun je denken aan de doorboring van de voeten aan het kruis, of het trappen in scherp glas wat op de bodem van een ondiep natuurmeer ligt. Zo kom je dieper in de verborgen wereld door dit vierspoor. Elk spoor geeft in diepte dus ook weer sleutels voor de diepte van de andere sporen. Als het fundament tot verscheuring komt, de basis in het Aramees, dan komt alles tot verscheuring. Vandaar dat de voet een belangrijke metafoor is in de territoriale oorlogsvoering, en oningewijde voeten kunnen hier niet aan deelnemen, want die leven in zowel overmoed als ondermoed. Ondermoed is dan totale onverschilligheid, valse stilte, kennisloosheid, wat een gevolg is van overmoed. Overmoed is dus de moeder van ondermoed, en zo heeft overmoed ook een schuilplaats. De verscheuring van de voet, de doorboring van de voet, rekent met beiden af. Vannacht had ik een droom over een gepersonificeerde gevechtsmachine, een aanvoerder in de geestelijke oorlog, in de diepe kern van Betelgeuse, waarmee ik een gesprek had. Het ging erover dat dingen van binnenuit moeten veranderen, dus niet zomaar met de botte bijl, maar door infiltratie en het werken met de goede dingen in iets, zoals bijvoorbeeld met het christendom. Het kaf moet dus gezamenlijk opgroeien met het koren. In de groei zal het vanzelf leiden tot de oogst waarin het kaf van het koren wordt gescheiden. Het is iets wat binnenin zal gebeuren. Er waren daar symbolisch ook allerlei lintjes voor. De mens mag dus alles verdiepen en tot klik-momenten komen,

zonder dit te laten wegroven door overmoedige strijd en rigoreuze maatregelen. De gevechtsmachine werkte met veel vermommingen, en ging onderhuids, en werkte veel met humor. Humor heeft veel gevaarlijke kanten, want misbruik van humor leidt tot de Toronto machine, de tegenpool van de Betelgeusische gevechtsmachine. Humor mag alleen gebruikt worden als oorlogsstrategie, door satire, parodie, als heilige spot, in het ontmaskeren, en ook weer in het strategisch maskeren en camoufleren. Het is het mechanisme van de kameleon en de hagedis. De Betelgeusische gevechtsmachine is een belangrijke totem in de tocht over de Amerika brug, wat soms verschijnt als een heel groot hoofd. Het is ook een soort sappenmachine, want het brengt balans in de hormonale sappen van het lichaam, zodat het hoofd geen gevaarlijke giftige cocktail wordt van losgeslagen hersensappen. Hij vult de hormonale sappen aan waar ze ontbreken. Sommige sappen bleven maar uit de machine voortstromen, omdat er een gebrek aan was. Het waren hele lichtende sappen, zachte waterlichten. Dieper in Betelgeuse, en dieper in de aarde, dat is dus wat samen behoort te werken om dieper over en in de Amerika brug te komen. De Betelgeusische computergestuurde gevechtsmachine houdt hysterisch toezicht op deze link met scherpe hormonale alarmen die direct als scherp glas de voeten zullen doorboren wanneer ze dreigen af te wijken, anders zouden de gevolgen niet te overzien zijn. Er is dus een belangrijke aarde-betelgeuse link, waarin grote geheimen in de kernen liggen opgeslagen die met elkaar moeten fuseren. Er moet dus een belangrijke kernfusie gaan plaatsvinden. Deze kernfusie zal veel meer andere deuren van de gnosis openwerpen. Hoofdstuk 45. Bespreking het Metalen Ei Het Tweede Bijbelse boek 'Het Metalen Ei' is een centrum boek wat leidt tot de kernboeken, de Vur en de Bilha. Het snijdt een heel gevoelig en diep thema aan waarvoor het ook echt tijd was, en deed dit op een voorzichtige maar niet mis te verstane manier. Het gaat eigenlijk door waar het poortboek 'De Poppenmaker van Hiroshima' eindigde en ons achterliet met een groot mysterie. De dominee en hoofdpersoon van de Poppenmaker van Hiroshima had een moeilijke vrouw en was zelf ook geen makkelijke man. Het had zijn redenen natuurlijk, want hij had een oorlogstrauma, en hij probeerde er ook achter te komen wat zijn vrouw zo gemaakt had zoals ze was, maar hij botste telkens met zijn hoofd tegen muren op. Uiteindelijk kwam hij erachter dat zijn vrouw gedwongen in een schoenenzaak moest werken, een familie zaak, en ook bedreigd werd, en er waren dingen gebeurd waar ze niet over kon spreken of schrijven. De dominee kreeg de info uiteindelijk door haar dagboeken en door haar zus, maar ergens liep het spoor dood. Juist omdat het boek een zeer diepe psycho-analyse heeft en sociologische diepgang is de schoenenzaak ook zwaar allegorisch, en in ieder geval wordt er telkens weer teruggewezen op het Orientale mysterie van de poppenmaker van Hiroshima, het verre oosten dus. In 'het Metalen Ei' wordt het schoenmaker mysterie verder besproken. Er zijn ten eerste al lichte invloeden te bespeuren van Alice in Wonderland (1865) en de Tovenaar van Oz (1900). In ieder geval raakt de hoofdpersoon verdwaald en opgesloten in het geheimzinnige en buitenaardse labyrint van het Metalen Ei, die in verschillende gedaanten

verschillende domeinen regeert. Elk domein heeft zijn eigen eigenaardigheden. In één van de domeinen worden de mensen gedwongen hele nauwe gouden metalen schoenen te dragen die steeds nauwer worden, tot het punt dat het onmogelijk is om nog normaal te functioneren. Dit wijst op een diepe tragiek die al in het eerste millennium begon en pas het einde van het tweede millennium werd gestopt, dus ruim duizend jaar heeft geduurd. Deze 'duizend jarige tragiek' werd bedreven in China, het qua inwoners grootste land ter wereld. Het was het voetbinden wat bij een hoog percentage van vrouwen gebeurde en waarbij de voet werd misvormd totdat het heel klein was geworden. Deze traditie werd pas afgeschaft in 1912, maar het kwam zelfs nog voor in de vijftiger jaren, en pas recent werd het laatste bedrijf wat schoentjes voor zulke misbruikte voetjes maakte, de zogenaamde 'gouden lotus schoenen' of 'lotus schoenen' gesloten. Het is één van de ergste vormen van vrouwenmishandeling geweest, want vrouwen die hieraan blootgesteld werden waren voor de rest van hun leven mismaakt en invalide, heel beperkt in hun doen en laten, opdat de man kon heersen. In 'Het Metalen Ei' werd de hoofdpersoon het slachtoffer van deze corrupte schoenenmaker, een bepaalde gedaante van het Metalen Ei. De hoofd-persoon onderging zelf deze marteling en kwam tot de afschuwelijke ontdekking waartoe het diende. Hij kwam anderen tegen die al veel verder heen waren en al gouden metalen hoeven hadden waardoor ze meer en meer in een paard veranderden. Natuurlijk is dit ook allemaal allegorie, want de voet staat voor diepte, contact met de moeder aarde, met de verborgenheid, en uiteindelijk waren die schoenen ervoor opdat het Metalen Ei hen kon afluisteren, als een stalker, opdat hij zijn macht kon bewaren, wat ook in het boek wordt besproken. Direct toen de Chinese Republiek werd gesticht werd dit afgeschaft met de val van de Qingdynastie, het laatste keizerrijk van China, door de revolutie, maar het sudderde nog lang door, omdat niet alles gecontroleerd werd. Daarvoor probeerden ze het soms ook al af te schaffen, maar dat lukte niet, vanwege de grote macht van deze traditie. Toch moest deze krankzinnige traditie dus uiteindelijk vallen. Het afluister apparaat, oftewel het metalen ei, werd verdoofd, doordat in de hoofdpersoon door zijn lijden de traan van de diepte werd opgewekt die hem bovennatuurlijke kracht gaf om het metalen ei doof te maken. Wat een verschrikking viel toen uit de hemelen, maar waartoe ? De politieke macht wilde dus de voet van de mens, oftewel de diepte, beheersen, afluisteren, maar werd hierin teruggedreven, en heeft toen de mondigheid van de mens hysterisch aangevallen door de tandarts-industrie, d.m.v. de vulling plicht wat al van jongs af aan op het kind wordt gelegd. Zo worden de botten (tand = bot) van de kinderen gebonden met vergif opdat het hun zenuwstelsel gaat onderdrukken, en als eenmaal het implantaat (vulling = implantaat, botimplantaat) is gelegd kan de kies zich nooit meer zelf herstellen, waardoor het lichaam gaat protesteren. Het kan de bloedsomloop totaal stilleggen, zoals wel vaker gebeurd wanneer mensen een lichaamsvreemd implantaat krijgen. Hierdoor komen mensen te overlijden of raken in een coma. Het kan ook de bloedsomloop en het zenuwstelsel meer subtiel ontregelen, en witte vullingen zijn als ze klein zijn niet eens meer te traceren, zelfs niet op foto's, en dan weten de mensen vaak niet eens meer waar het probleem zit. Het is plastic rommel wat er gewoon in wordt geplakt met allerlei giftige rotzooi, en als het te laag wordt gelegd sterft de zenuw af wat ook voor duizend en een problemen kan zorgen en wat ook vaak niet op de foto te zien is. Ze experimenteren met mensen als proefdieren en ze spelen zo hele riskante levensbedreigende spelletjes met kinderlevens. Wie wil dat op zijn geweten hebben ? Het gaat voortdurend mis. Vele mensen lijden onder dit systeem, en het is een tikkende tijdbom. Vaak als mensen het doorkrijgen wat er aan de hand is is het al te laat. Het is dus dezelfde geest als die van het Chinese voetbinden. Het politieke systeem wil de mens monddood maken, en niet de diepte in laten gaan. Het enige wat de diepte in mag is de vulling. Ook de vaginale besnijdenis is hieraan verbonden.

wortelkanaal behandelingen waarin de kies gewoon wordt opgezet, dus niet meer doorleeft, en zo mee gaat helpen het lichaam te onderdrukken. Het trekt de grootst mogelijke parasieten aan. Indische cobra's dus. Hoe werkt dit ? Het zijn buitenaardse parasieten die zich in de aarde hebben genesteld en die meedogenloos met een bepaalde code werken. Geld is een code, gedwongen medische behandelingen is een code en gedwongen religieuze opzegversjes is een code, allemaal om de diepte van de mens af te sluiten. Ze vrezen de diepte, en ze vrezen datgene wat opgesloten zit in het Metalen Ei, dat wat eens los zal breken in de vorm van tranen waarover het boek gaat. De traan is een metafoor van het ware zintuig, waarin de mens weer waarlijk en fijngevoelig, eerlijk en met een luisterend oor (niet afluisterend) kan communiceren. Het is en blijft een heet hangijzer. Dit zijn zware en gevaarlijke geesten waarover we lang niet vrijuit hebben kunnen spreken. We begonnen ermee heel lang geleden in het boekje 'Profetie - Speelgoed of Dynamiet' uit 1993 waarin we het even kort noemden. In dit informatieve boekje werden de drie wortels van valse profetie, drie levensgevaarlijke golven van zonden, besproken, waarvan de eerste wortel hoogmoed was, die met drie pseudo-vruchten werkte : 1. Blijdschap over eigen-kunnen -> opgeblazenheid 2. Tevredenheid over je 'beter' zijn/ weten dan een ander -> betweterigheid 3. Vrede over eigen-macht -> vals zelf-vertrouwen Toen werd het vel over deze vrucht besproken : 'Het vel over deze vrucht is manupulatie/ machtsuitoefening. (...) De geest van manipulatie wil marionetten van ons maken. Een ieder die daarop ingaat wordt aan hun touwen vastgemaakt en wordt een gebonden mens. (...) Manipulatie = Mishandeling. Als u de mensen op uw eigen 'drill & dwang' - manier bewerkt, dan bent u net als die chinezen die de voeten van hun vrouwen opbinden en in kleinere vormen plaatsen, omdat hun voeten kleiner moeten zijn. ...Grote misvormingen komen hierdoor. U bent dan net als die vader die z'n kind vanuit de kleuterschool naar de vijfde klas zond... verward, huilend, gestresst en verwond kwam de kleine jongen thuis. Manipulatie is ronduit: mishandeling.' (...) Ga er dus niet mee lopen jengelen, want dan gaat hij dood. Mensen zijn teer en breekbaar als glaswerk. ...Ga er dus niet op dansen, want dan breekt het.' Wij bespreken deze gevaarlijke geest nu dus weer in het veilige kader en context van 'Het Metalen Ei' aan de hand van deze allegorie, als een kunst, want alleen zo kunnen we het verdiepen en onschadelijk maken, door sociologische psycho-analyse. De lijnen kunnen zo gezien worden, waardoor ook de antistoffen zichtbaar gaan worden. Er is dus nog geen daadwerkelijk einde gekomen aan het voetbinden, aan de terreur van de gedwongen gouden metalen schoenen die steeds nauwer worden, want het heeft zich voortgezet in de terreur van de tandartserij. Men vreest de natuur, dus wordt deze plastische chirurgie in de mond gedwongen, opdat het bot één wordt met plastic en erdoor wordt overgenomen, opdat de zenuwen niet meer optimaal de signalen aan de hersenen kunnen doorgeven. Het lichaam is zo niet meer één geheel, niet meer holistisch, en is gebonden aan de stad tot dienst aan de stad, oftewel het Metalen Zombie Ei, zoals het boek beschrijft. Het lichaam is de tempel van God. Daarin mogen tandartsen niet zomaar plaatsen wat ze maar willen, al hun onreine troep om de menselijke ziel 'af te luisteren', te stalken. Neen. Zij zijn niet geroepen door God. Zij zijn geen werkers van de Gnosis, maar zij zijn werkers voor de duivel. Daarom is het voor de mens belangrijk terug te keren tot de heilige tranen diep binnenin, van de natuur, van de vrouw, van de eeuwigheid en van de diepte, die besproken worden in het boek als een geheime sleutel, een moedersleutel, tot ontsnapping aan het systeem van het Metalen Ei.

Hoofdstuk 46. Bespreking Het Metalen Ei II In de psycho-analyse die we kunnen toepassen op de tragiek van het heden en het verleden kunnen we tot de conclusie komen dat de duizendjarige voetbinderij een hele wrange en uit de kom gedraaide allegorie is van de wachter van de voet, wat ook weer terugkomt in de doorboring van de voet aan het kruis en het trappen in het glas op de bodem van een ondiep natuurmeer in de tweede bijbel. Daaraan verbonden is dan de tandarts terreur die een hele wrange en uit de kom getrokken allegorie is van de wachter van de mond, als een corrupt geworden schaduw hiervan, wat door het natuurverschijnsel van de emanatie (van hogere naar lagere vormen) van de gnosis is ontstaan, als tegenstelling van de evolutie (van lagere naar hogere vormen) van de gnosis. In het Metalen Ei werkt het hele verhaal ook met terugwerkende kracht, omdat juist aan het einde van het verhaal de hoofdpersoon merkt dat hij een cirkeltje heeft gemaakt, en weer bij zichzelf in het begin uitkomt, terugkeert waar hij vandaan kwam, maar dan veilig in de rode gloed, waardoor hij zichzelf kan verdiepen, en dan gaat hij er op een hele andere manier, met een hoger bewustzijn doorheen om hemzelf te helpen en te ondersteunen, en komt hij erachter dat hij in wezen altijd geleid is door zijn hogere zelf die hier al doorheen was gegaan, wat ook de definitie is van de rode gloed. Ergens halverwege het verhaal komt hij terecht bij een boeren echtpaar wat niet durft te spreken, en hem zelfs niet durft te bevestigen in wat ze al weten. Ze worden in de gaten gehouden door het metalen ei. Ze worden door het metalen ei bedreigd. Het metalen ei is het gezag in hun land. Al snel komt de hoofdpersoon erachter dat het veel dieper ligt dan hij oorspronkelijk dacht, en dat het gevaar al veel dichterbij was. Als we aan de tandarts-industrie denken dan moeten we al beseffen dat we met zware toverij hebben te maken. Het staat niet op zichzelf. Het is iets buitenaards. Het zijn bezetters. Zowel van verkrachtings-slachtoffers als slachtoffers van deze industrie is het bekend dat ze vaak niet durven

zeggen wat er met hen is gebeurd, en ze durven de waarheid ook niet te zeggen. Ze zijn namelijk 'geimplanteerd'. Er zit iets wat er niet hoort wat hen afluistert en aftapt. Hetzelfde gebeurt met slachtoffers van psychotrope medicijnen. Ze kunnen zichzelf niet meer zijn. Ze zijn buiten hun eigen lichaam geplaatst. Anderen gebruiken hun lichaam als een pop. Een heleboel slachtoffers hebben dit niet eens van zichzelf door. Het zwaar giftige fluoride wat in de tandpasta's zit heeft dezelfde eigenschappen. Het werd door de nazi's al gebruikt om het bezette gebied gewillig te maken en verzetsloos. Het bewerkt een automatisme in het hoofd wat het alarm uitdooft, dus automatisch bepaalde onderwerpen van verzet en ontsnapping ontwijkt of bagetaliseert, het zogenaamde afwimpel-gedrag. Deze symptomen worden ook door vullingen opgewekt. Het zijn de merktekenen van de bezetter, en die heeft zijn territorium al afgebakend. De tandarts bezet dus bij elke vulling, wortelkanaal behandeling en fluorbehandeling of poetsbeurt een deel van je hersenen. Je levert dus steeds meer in aan deze geesten. Vandaar dat wij dit in de demonologie stelselmatig herhalen, opdat het alarm systeem herstelt zal worden en zal worden aangewakkerd in degenen die dit diep in hun hart wel willen. Er is dus een verschil tussen het gebonden, bezette hart en het diepste hart waarin de verborgen wil van de mens ligt. Dat zijn dus twee lagen. Wij blijven het dus herhalen, omdat de tandarts ook herhaalt om zijn slachtoffer in slaap te houden, onder de betovering van zijn programmatie. Ook zijn we het dus aan het verdiepen, want het gaat niet om de symptomen, maar om de wortels, en dan komen we bij het schoenmaker mysterie uit wat besproken is. Het Centrum boek 'Het Metalen Ei' leidt dus via de Vur-kern tot de Bilha, waarin deze allegorieën verdiept worden. We hebben namelijk op aarde te maken met allerlei verdraaiingen van diepere waarheden. De Indische cobra's zijn niet noodzakelijk boeddhistisch of hindoeistisch, maar ze materialiseren en verletterlijken deze religies, dus eigenlijk als tegenhangers. In India was er de lotus-aanbidding en de aanbidding van de lotus voeten, als een beeld van het transcendente inzicht, en de gouden lotus stond voor de volkomen ontwaking. In China hebben ze dat verletterlijkt door de voeten van vrouwen te vergelijken met de blaadjes van een lotus die in een punt uitlopen, en zo behoorden ook hun voeten te zijn. Het is een vorm van krankzinnigheid om zo te denken. Zo lust ik er nog wel een paar. Zo kan ik het ook. En tandartsen denken precies hetzelfde met hun domme logica dat wanneer er een gaatje in de kiezen zit dan moet daar maar in geboord worden en moet het dichtgecement worden met troep. Tandartsen zijn hiervoor niet door God geroepen, maar door de duivel, net zoals de voetbinders. Ze zijn ingefluisterd door de materialistische Indische cobra's die de prachtige esoterie en diepgang van de Indische religies wilden verstoren en kapot maken. Zo namen ze het Chinese volk in. Maar aan het begin van de jaren 1900, in 1912, werden ze door de Chinese Republiek overwonnen, wat later uitgroeide tot de communistische Chinese Volksrepubliek in 1949 waardoor het uiteindelijk totaal werd overwonnen. Communisme staat namelijk voor gelijkheid en context, wat dus ook weer diepte opwekt. Deze geschiedenis weerspiegelt dus iets veel diepers, wat in de Bilha te lezen valt. China staat voor 'zuni' in de amazone taal, vermindering, wat een Vurisch principe is, maar wat ook in de religies om ons heen tot uiting komt, bijvoorbeeld in de islamitische ramadan (het heilige vasten, minderen) en de boeddhistische en hindoeïstische weg van de leegte en het minimalisme. Ook in het christendom komt dit voor in het alles achter je laten en jezelf ontledigen opdat God je kan vullen. Dit personificeert zich in de Bilha mythologie, in het amazonisme, als de Zuni stam. Dit begint al in boek 39 van de Bakroe, het eerste deel van de vierdelige Bilha (de tetrateuch), met dezelfde naam : de Zuni : 17. De SN, de vermindering, als de Ramadan, het vasten, de ascese, het binnengaan van de leegte. 18. De SN komt van een amazone stam, de Zuni. 19. De Filistijnen ontwikkelden zich tot de Soenni Islam. Zij aanbaden de godin Delilah, die Bakroe

is. Dit is ook waar Bakroe oorspronkelijk vandaan kwam, van de Zoenni, Zoeni-amazones. In het onderwijsboek 'de Afrika Code' staat hierover in 3.19 : 'Zuni betekent vermindering, en is de naaktmakende, oftewel openbarende stam. (...) Dit is ook weer verbonden aan Bakroe, die de oorlogsgodin is, en Simson moest onderwerpen opdat hij de Zuni stam (Suni, filistijnen) zou dienen, wat ook de betekenis van zijn naam is : Sama (luisteren en gehoorzamen, Hebreeuws) Suni. Zoals de Bilha zegt : "Bakroe is het geheimenis van de hoofdbesnijdenis. En zij is gekomen om visioenen te geven, en om de heiligen doorgang te geven, want lang zijn zij door onderdrukking tegengehouden." En : "Bakroe is van de diepere wildernissen van het paradijs. Zij draagt het wapen om gehoorzamen te testen. Zij is als de sieraden van het lijden. Zij spreekt recht in list en symboliek. Zij raakt het letterlijke niet aan. (..) Zij is de weefster van het paradijs. Zij weefde het paradijs als in een mysterie. In de dieptes van de wildernis woont zij, om dapperen te onderwijzen, zij die door hun lijden tot haar zijn gekomen. Als de amazone van de Heerin is zij." Bakroe wordt in de Bilha de oudste dochter van Bilha genoemd.' In de Surinaamse Bijbel van de tweede bijbel, staat in hoofdstuk 38 dat Eva een beeld van de Zuni stam is. Eva moest Adam inwijdden in de gnosis, oftewel we kunnen alleen ingewijd worden in de gnosis door het verminderen. Het christendom maakte hierom korte metten met Eva en onderdrukte de vrouw. In hoofdstuk 41 wordt er een exegese gegeven van Numeri 2:3-4 : "3 Aan de oostzijde, aan de kant waar de zon opgaat, zal het vendel van de legerplaats van Juda zich legeren naar hun legerscharen. De vorst nu der zonen van Juda was Nachson, de zoon van Amminadab; 4 en zijn leger, dat uit hun getelden bestond, bedroeg vierenzeventigduizend zeshonderd. Nachson – opvoeding, gewillig maken Amminadab – donker Opvoeding door de donkere moeder amazone. De telling vond plaats in de Sinai wildernis, SN, Soenni, oftewel de amazone Zuni stam." Het was dus een onderdeel van de wildernis waarin het volk Israel werd geleid door Mozes op weg naar het beloofde land. Sinaï, oftewel Zuni, was de berg waarop Mozes de wet ontving. De heilige wet kan dus alleen maar ontvangen worden in de vermindering, in Zuni. Zij die altijd maar weer meer willen zijn, en het altijd beter denken te weten kunnen dus nooit tot de wet komen. Vandaar dat China in de psycho-analyse een hele belangrijke dynamiek is. In de Amalek, het tweede deel van de Bilha, in boek 5, de Bada, staat : 5. En de Orionse Deuteronomium sprak : Ziet, gij werd opgejaagd door de Zuni, en zij dreven u tot Chorma, de plaats van mutilatie. Zie, dit is metaforisch : Uw armen werden afgehakt, opdat gij niet zou spreken. Gij zou niet meer handelen vanuit uw zelf. Dit was iets metaforisch wat weer door de Indische cobra's werd verletterlijkt. 6. Gij weende voor het aangezicht des Heren; maar de Here luisterde niet naar u en neigde haar oor niet tot u. Zo bleef gij dan lange tijd in Qadesh, als een tentslaaf, de vele dagen, dat gij daar vertoefd hebt. Zo kwam u tot het rangensysteem van de Zuni. En u klaagde hierover in uw tenten. Gij klaagde dat de Here u had overgeleverd onder de voeten van de Zuni, omdat Zij u haatte en zo vernietigde.

Dit gaat over het door God onderworpen ego, het vlees, in het laatste oordeel, en daarom wilden de Indische cobra's van het ego de voeten van de Zuni, oftewel de diepte in de verborgenheid, van China, vernietigen en onderwerpen. Zo vierden ze hun lusten bot op de arme Chinese vrouwen. Ze noemden het een schoonheids ideaal om deze vrouwen zo te verminken in hun voeten, om hen te bespotten. Ze wilden hiermee pronken : 'Zie wat wij met de Chinese vrouwenvoeten hebben gedaan ?' Dit is afschuwelijk en je kan denken : Gelukkig gebeurt dit niet in ons land, maar het gebeurt wel in ons land. Denk aan de tandartserij en de psychiatrie die in principe hetzelfde doen. En denk aan de geestelijke wereld en het hiernamaals waar deze praktijken ook op grote schaal gebeuren. Als demonoloog kan ik het weten, want ik moet vaak zielen uit deze praktijken bevrijden in de onderwereld. De ziel van de mens, het energetische lichaam of geestelijk lichaam, wordt ook nog steeds door dit soort zaken onderdrukt, dus u zit er nog tot uw nek in. Er is een strijd te voeren. In boek 25, Satan, van de Amalek staat : 5. De Zuni hebben het gehoord en hebben zich erover verblijd, en ook hun dochteren hebben zich verheugd over de oordelen over u aangemeten. Zij hebben hun naakte billen getoond in grote spot over u, en zij hebben u verworpen, ja, verstoten. In hoofdstuk 42 van het onderwijs boek 'Het Plumares Mysterie' staat : 'Vannacht had ik een droom dat ik naar buiten keek en er was sneeuw in de zomer, en de lucht was vol met buitenaardse leeuwen die vrij waren gekomen door het bespreken en rechtzetten van de dhammapada. Zij waren lang opgesloten gehouden in het lagere Betelgeuse. De leeuwen waren erg intelligent, vorstelijk en poëtisch. Zij bewaakten de hogere literatuur. Ik kon rechtstreeks in Betelgeuse kijken, en er waren oorlogen tussen de Bada stam en de Zuni stam, wat zich op aarde vertaalde als de Boeddha (bada) en China (zuni) dualiteit. De Zuni stam won uiteindelijk de oorlog.' Bada staat in die zin ook voor India en heeft een dualistische betekenis, zowel positief als negatief, maar dit gaat ook over China die de Indische cobra's van het voetbinden verslaat. Voetbinderij en Tandbinderij (mondbinderij, botbinderij) zijn dus lagen van dezelfde geest. In het boek 'het metalen ei' komt de hoofdpersoon na een bepaalde overwinning over het metalen ei bij een boerengezin terecht die onderdrukt worden door een wit metalen ei en die daar niet over durven te spreken en hem niet durven te bevestigen. Maar eigenlijk komt de hoofdpersoon zo in contact met delen van hemzelf, en uiteindelijk confronteert hij het wit metalen ei wat uiteindelijk de boerin inspireert om daadkrachtig met het wit metalen ei af te rekenen. Het wit metalen ei was helemaal de familie ingegroeid, maar zij koos dus uiteindelijk wel de kant van de hoofdpersoon die in principe als hun bevrijder kwam. Het staat ook voor het verloren gegane moederdeel wat helemaal de mond gesnoerd was waar de hoofdpersoon contact mee maakte. Daarvoor moest de jongen al contact maken met de traan van de verloren vrouwen en de wachter ervan verslaan. Al deze verschillende gebeurtenissen hebben met elkaar te maken en kunnen zonder elkaar niet bestaan. Het zijn belangrijke schakels van de ketting ter overwinning over het metalen ei. Hoofdstuk 47. Bespreking Het Metalen Ei III - De Mexico Schakel Familie kan soms een personificatie zijn van het onder dwang geimplanteerde en van de inbinding (voet, mond). In het boek 'Het Metalen Ei' krijgt de hoofdpersoon op het laatst te maken met het gouden metalen ei wat zich zomaar op elk tijdstip kan opdringen, het huis kan binnenvallen, om dan ook familieleden mee te nemen, ook ongewenste familieleden. Het is dan een grote inbreuk op

privacy, maar het is een huurbaas en hij heeft een moedersleutel. En dan begint voor de hoofdpersoon de vernauwende schoenendwang die daar heerst. De familie is dus een personificatie van de voetinbinding in dat opzicht. Ergens in het begin van het boek krijgt de hoofdpersoon te maken met een robotische Mexicaanse vrouw die van hem haar kind probeert te maken, en maakt al verdachte opmerkingen dat zij hem zal breken en zijn voet zal verwonden (dat is precies wat gebeurt bij de voetinbinding). Ze maakt ook opmerkingen dat het rode pad in haar hart is. Het rode pad was het pad wat de hoofdpersoon moest begaan. In Mexico leefden de Azteken die het hart uit degenen die ze hadden geofferd sneden. Het metalen ei aaste ook op de harten van mensen, om ze in te sluiten in zijn familie spelletjes. Zowel harten als hoofden werden geofferd om de goden te voeden. Er ligt een zware link tussen de Azteekse offerrituelen, de Chinese voetverminkingen en de botverminkingen gedaan door de tandarts, met daar bovenop ook nog eens het sausje van de mentale verminking door de psychiater. Uiteindelijk ontsnapt de hoofdpersoon van 'de Mexicaan' zoals ze genoemd werd, en later kwam hij erachter dat zij een soort gevangeniscomplex of strafkamp was. Hij ontsnapte door toedoen van de rode gloed, wat later zijn hogere zelf bleek te zijn en de traan van de diepte, die hem had weten te bereiken. Eigenlijk kwam het er op neer dat hij geheimen moest hebben die hij niet aan haar mocht vertellen en hij moest een soort gelofte doen van stilte. Het is dus van belang om verkeerde hartsrelaties en bloedbanden met verkeerde familie-geesten te verbreken en om geen paarlen voor de zwijnen te werpen, wat er ook op neerkomt om geen spotters onnodig en overmatig terecht te wijzen, want dat brengt alleen maar meer schande. Het komt erop neer dat je je grenzen moet weten met woorden, weten wanneer stil te zijn. Soms is de stilte veel krachtiger en effectiever in het verbreken van banden dan door spreken. Spreken is zilver. Zwijgen is goud. Hij mag niet rechtstreeks tot haar spreken, maar moet het symbolisch doen, als met een omweg, zodat er glas is tussen hem en haar. Daardoor raakt de robot uiteindelijk in de war en moet hem loslaten. Het metalen ei gebruikt dus familie, en groeit daar in en tussen, juist als manier om mensen af te luisteren. Het gaat allemaal via de familie banden, de vernauwende en benauwende schoen die altijd te klein is en altijd maar kleiner wordt. Daarom moet de mens op zoek gaan naar zijn hogere familie, binnenin als eerst. Vandaar dat de hoofdpersoon op zoek moest gaan naar de eeuwige traan en de traan van diepte om geboorte te geven aan dat zintuig. Hiervoor moest de hoofdpersoon eerst op zoek naar de traan van de verloren natuur. Hij komt dan in een aanvaring met de twee zussen Colombia en Venezuela. Ze laten geen spaan van hem heel, vooral Colombia niet. Het boek zegt hierover : 'Het was alsof hij in een stuk glas was getrapt met zijn blote voeten. Zo voelde het. Alsof een giftige slang zijn voet had gebeten en niet los wilde laten.' Zo komen dus de bedreigingen van de Mexicaan uit. Colombia is een land van drugsoorlogen en van de chaos van paramilitaire groeperingen die het recht in eigen hand nemen en op tilt slaan met ontvoeringen en keukentafel-executies. Het boek zegt hierover : 'Zonder Colombia kom je nooit bij het ei,' zei het vrouwtje. 'Zij is het pad tot het ei, tot de traan.' Hij had toen een grote confrontatie met de groene vorm van het metalen ei omdat dit de wachter was van de traan van de verloren natuur. Colombia met haar chaotische straffeloze cultuur waar alles door elkaar heenloopt en alles elkaar afbreekt en overneemt is natuurlijk een aantrekkelijke voedingsbodem voor de Indische cobra, want die kan hier uitwassen. Vandaar dat dit platform fundamenteel is. Zowel Mexico als Colombia zijn belangrijke schakels in het mysterie van het metalen ei en daarmee van het voetbinding mysterie. Door Colombia werd de hoofdpersoon als door een giftige slang in zijn voet gebeten, en zij liet niet meer los. Vandaar dat het metalen ei mysterie een belangrijk onderdeel is van de Amerika brug. Juist in Colombia was de traan van de verloren natuur te vinden. Eerst kreeg de hoofdpersoon een confrontatie met deze wachter van

machteloosheid. Hij kon alleen maar toekijken hoe Colombia hem te gronde bracht, maar uiteindelijk beschermde de rode gloed hem, omdat uiteindelijk het kwaad een hond aan een lange ketting is. Ergens liggen er grenzen waar ook het kwaad niet overheen kan. Toen het groene metalen ei tegen die grenzen opbotste kwam uiteindelijk de traan van de verloren natuur vrij. De mens zal uiteindelijk overgaan van de weergaloosheid van de stad tot de weergaloosheid van de natuur. Daarna moest de hoofdpersoon op zoek gaan naar de traan van de verloren vrouwen. We staan dan ongetwijfeld oog in oog met de geesten van voetbinderij, vaginale besnijdenis en andere onderdrukking van vrouwen. De hoofdpersoon werd niet alleen beschermd door de rode gloed, maar ook door de traan van de natuur, de groene traan. Hierdoor kon de wachter van de vrouwen traan, wat ook een metalen ei was, een bruine, hem niet verslinden. Hij vroeg de jas van het bruine metalen ei, dus eigenlijk datgene wat de vrouwen onderdrukte en maskerde. Daarom had het bruine metalen ei er ook geen problemen mee hem die jas te geven, maar zo kwam hij dus wel in contact met de vrouwentraan. Ogenschijnlijk had hij dus een grote overwinning behaald en in de diepte zal dat ook zeker zo zijn, maar hij moest daarom wel door nog een heleboel heen, juist omdat hij die jas had aangenomen. Het was bedoelt opdat hij zou deelnemen aan een wedstrijd. Het was nog maar het begin van zijn strijd tegen het metalen ei. Hoofdstuk 48. Het China Mysterie 'Wij houden ervan om dom te zijn,' 'we like being stupid,' is wat de zombie-mens op aarde zegt. Voor intelligente mensen van wie de hogere zintuigen zijn geopend, die ontwaakt zijn, kan het soms heel zwaar zijn om als eenling tussen massa's domme mensen te leven. Van het allemaal maar corrigeren zou je ook doodmoe worden. Er is daarom een hogere weg. In dit spel moet de intelligente, ontwaakte mens wel door massa's domme zielen, want het is een test. Dom ben je al gauw, dat is zo gepiept, er zijn genoeg van die valstrikken voor mensen die denken dat ze intelligent zijn. Domme mensen weten vaak niet dat ze dom zijn. Wijsheid betekent niet zomaar denken dat je wijs bent, maar betekent juist voorzichtigheid en toetsen. Juist omdat een mens al snel dom kan worden in een domme wereld, omdat de gevaren zo gecamoufleerd zijn, is eigenlijk het enige pad de demonologie en de heilige gebondenheid waarin de mens zichzelf verliest en sterft. Dit zijn afgezonderde mensen, maar alhoewel ze niet van de stad en het dorp zijn leven ze wel erin. Waarom is de Indische cobra zo geobsedeerd met voeten ? De voetjes van Chinese vrouwen moesten zo klein mogelijk worden. Dat was het schoonheids-ideaal en het ideologische ideaal : de ingetogenheid van de vrouw en haar toewijding. Al piepjong werden ze hier aan onderworpen en leden helse pijnen door deze demonische traditie. Er werd geschat dat ongeveer 1 op de 10 vrouwen met ingebonden voeten overleed aan de complicaties ervan. Meisjes werden dus geofferd aan een groot monster. Chinese mannen dronken ook uit bepaalde kleine schoenen en dat werd de gouden lotus toast genoemd. Op bepaalde feesten waren dit gewoon de schoenen van prostituees. De ingebonden voeten waren een symbool van status, en was een voorwaarde voor het huwelijk. Met het overwaaien van het hindoeisme en het boeddhisme vanuit India naar China waren dit de materialistische bij-effecten, zware corrupties ervan, waarom we dan ook in de demonologie spreken over de Indische cobra. Ook de Mongoolse bezetter spoorde China hiertoe aan. De voet is de wortel, als een beeld van drugs. Indische cobra's zijn verzot op drugs omdat het hun geweten kan

uitdoven. Vandaar dat een drugsland zoals Colombia (cocaine land) een geliefde waterput is voor de Indische cobra's, en daarom werd Colombia ook allegorisch besproken in het boek 'Het Metalen Ei'. Daarom is het van belang zicht te krijgen op de Voeten van de Moeder Natuur, oftewel de diepte ervan, want de boze geest wil alle vrouwenvoeten inbinden en beperken ter exploitatie. Marco Polo (1254-1324) schreef als ontdekkingsreiziger over de jonge Chinese vrouwen die korte stapjes maken van nog geen halve vinger lengte. Het zijn allemaal materialistische wetten, maar de mens moet komen tot de geestelijke wetten, de vertikale wetten waarin de mens voorzichtigheid leert en het verminderen, en dat geldt voor elk mens, niet alleen de vrouwen. Chinese mannen zagen dus de voeten van vrouwen als lotus blaadjes waarvan zij het sap konden drinken, als een soort drugs. Ze vielen helemaal in zwijm van zulke vrouwen. Vrouwen met kleine voetjes vonden ze 'schattig'. Er ligt hier dus een hele grote verbinding tussen de voet en de mond. De Chinezen zagen de kleine voet van de Chinese vrouw als voedingsbron. Ook de christelijke allegorieën die oorspronkelijk in gnostische boeken stonden werden meer en meer verletterlijkt door de Indische cobra's, als een schaduw. De man kon zo zichzelf meer en meer opblazen, door het drinken van de lotus schoen, en het sap van de mismaakte vrouw werd zo in zijn borst gespoten en in zijn buik, wat we zien in de body building cultuur, een markt bedreven door oude mannetjes met stropdasjes die er altijd bijstaan. Het zijn karikaturen van de oorspronkelijke man en vrouw. Al deze sapjes zijn voor hen zo heilig als de vullingen van de tandarts. Zo maakt de tandarts een porceleinen kast van de mens waarin zijn peperdure spulletjes komen te staan, oh zo heilig, het mag niet aangeraakt worden, alleen door de tandarts. Dat de mens er zwaar onder lijdt kan hem niet deren. Het zogenaamde 'medicijn' is belangrijker dan de mens zelf. Voor de tandarts is de mens er voor de vulling. De vulling is van een hoger ras dan de mens zelf. De mond leidt dus terug tot de voet, want de Chinese man aanbad de kleine Chineze vrouwenvoet, en dronk uit de lotus schoen ervan. Het was als een olie-mijn of drugsmijn. Zo kon de Chinees ophogen in status, wat economisch ook weer beter was. Geestelijk gezien werden christelijke vrouwen hier ook aan onderworpen, want ze werden ondergeschikt aan de christelijke man door het Paulinische dwangbewind van vrouwenhaat. De vrouw moest zich stilhouden, de man om opheldering vragen, en toegewijd zijn aan haar man. Ze werd aan de ketting gehouden in haar doen en laten door het hogere ras, de man, want Eva had de man verleid tot zonde, dus nu moesten alle vrouwen daarvoor boeten. Geestelijk gezien werden hun voeten dus ook ingebonden. Dit is het doldwaze labyrint van het metalen ei. Daarom moest de hoofdpersoon op zoek naar de traan van de natuurbron, want de stad was krankzinnig geworden. Dit zijn allemaal zombies, lieve mensen : de voetbinders, de mondbinders en de hoofdbinders, en zij hebben het laatste wat nog menselijk is de totaal-oorlog verklaard. Het zijn de dagen van de zombie apocalypse. We zijn in een grote zombie oorlog. Om aan het krankzinnige, diabolische dwangbewind van de stad te ontkomen moet de mens terugkeren tot de natuur, tot de Voeten van de Moeder Wildernis, oftewel de diepte van de natuurkennis. Dit is verborgen in de heilige traan, waar ook het derde deel van de Bilha over gaat. Het moet herhaald worden, telkens weer, om alle programmeringen te verbreken die dit soort geesten hebben opgezet. De put gaat diep. Het is een ongelooflijk gore bende van zombie krankzinnigheid in de stad, waarin de man zich verlaagd tot dit soort spelletjes. In het metalen ei wordt dit vergeleken met gokspelletjes want het heeft geen inhoud, geen waarde, geen zingeving. Het is allemaal ijdele zotteklap. Het zijn mismaakte zombies die ook anderen mismaken en deze mismaaktheden vereren omdat ze het hebben opgegeven. Ze hebben de goede strijd niet gestreden, en zijn aan de kant van de vijand gaan staan. Het is een grote en zware tragiek. Alle lagen van deze wereld zijn door en door corrupt, en het schuim van leugen bruist op iedere golf, klaar om nieuwgeboren hoofden in te nemen en hun voeten in te binden. In de onderwereld en in de ziel gebeuren dit soort dingen ook met mannen, dus laten we onszelf niet voor de gek houden.

De voet is het beeld van de verborgenheid, de traan van de duistere diepte. Het is de geest van publiekelijkheid en afluistering die daarom de vrouwenvoet wilde inbinden, zodat de mens geen schuilplaats meer zou hebben in het verborgene. Het is een hardnekkige strijd tussen publiekelijkheid en verborgenheid, allemaal om informatie. Het is een informatie oorlog, en we zijn nu ook in het tijdperk van informatie. Zo wordt er dus in het boek 'het metalen ei' een link gelegd tussen de natuur en de vrouw opdat er herstel kan komen. De publiekelijkheid heeft allemaal te maken met interrogators, ondervragers, oftewel de afluisteraars. Het is een telefoonsysteem waarin de gehele wereld al is ingebonden, waarvan de kleine opgebonden Chinese voet weer een beeld is, want deze lotus voet is voor status en aanzien, voor publiekelijkheid, oftewel controleerbaarheid, beheersbaarheid. De mens zelf is opgebonden als een kleine opgebonden Chinese voet, als onderdeel van de matrix van het metalen ei. De ingebonden voet is zo als een soort telefoonhoorn. GSM is watching you. Er is dus een grote oorlog tussen het telefoonnetwerk van de Indische cobra's en het telefoonnetwerk van de natuurgnosis, van de Vur. Diep boren door de tandarts is dus diep de kabels aanleggen voor de Indische cobra's. Dit is natuurlijk slechts maar een code van de Indische cobra's. Niet de tandarts op zich is van belang voor hen, maar daar waar het voor staat : afluisteren. Maar hier hangt een hoog prijskaartje aan, want overmatig afluisteren zorgt ervoor dat uiteindelijk iemand's systeem oververhit raakt, dus het leidt uiteindelijk tot doofheid. Afluisteren is namelijk 'koud luisteren', waardoor er geen daadwerkelijk contact is met diepe sentiente (voelende) wezens. De diepte wordt afgewimpeld en afgesloten, dus die gaat om de afluisteraar of ondervrager heenhangen als een tijdbom. Vandaar dat de schoenmaker in het metalen ei uiteindelijk doof werd, en zo werd de betovering verbroken. Hoofdstuk 49. Het Hogere Vier-Dimensionale Rusland Er is niet een of andere God die we aan de praat moeten proberen te krijgen, die antwoord moet gaan geven, want dat is slechts een metafoor. Het gaat om het hogere zelf, het zelf ontdekken van de wetten van het heelal en de technologie van de hogere kennis. We zijn dus niet hulpeloos en al helemaal niet afhankelijk van een andere persoon. Op de Amerika Brug zijn er een aantal graden van parasieten : 1e graads : demonen 2e graads : leprechauns 3e graads : zombies

fragmenteert. Er is verschil tussen het lagere Rusland en het hogere Rusland. Onder de aarde is Rusland een grote wildernis, een oerwoud. Het hogere Rusland is gebouwd op de pilaren van het abstractisme en het fragmentarisme. Dit komt ook weer terug in de Vur. De cirkels moeten onderbroken worden en verbonden worden met nieuwe cirkels. Zo gaat dat eigenlijk eindeloos door. De mens leeft zo door fragmenten in de wildernis. In de stad moet alles rondgemaakt worden, afgemaakt worden, waardoor zombies alles kunnen oppotten. Het fragmentarisme behoedt hiertegen. De mens mag niet dichtgroeien. Het is dus de Rusland machine versus de Zombie machine. In de diepte is Rossiya, Rosh, iets Amerikaans : Jah-rosh-alem, Jeruzalem, is de verwezenlijking (jah) en de vereeuwiging (alem) van het abstractisme en fragmentarisme (rosh, fragma-abstractisme), wat ook weer terugkomt in wat Nieuw-Nederland nu is : Nieuw Jah-roshy, New Jersey, samen met New York en Delaware. Door het fragmentarisme kan er heel subtiel en natuurlijk ware symbiose ontstaan, ware fusie. Rosh staat in principe gewoon voor de oerstammen. Rosh betekent in het Hebreeuws begin, hoofd. Het zombie systeem waarin de mens opgroeit is geen eerlijk systeem. Het liegt en bedriegt om een eigen valse realiteit en werkelijkheid te suggereren. Vandaar dat de Amerika brug belangrijk is opdat de mens kan terugkeren tot rosh. Het hogere Rusland is een vier dimensionaal Rusland in de Betelgeuse kern, in de aarde kern, in de algemene dimensies en over de rand van het heelal. Hoofdstuk 50. De Colombia-Schakel als het Amerikaanse Rusland De traan van diepte doet er niets aan om 'in te passen', maar leidt tot het fragmentarisme in het hogere Rusland. Daartoe is ook het Ragnarok-traject aangelegd. Vandaar dat Rusland parallel loopt aan Colombia, omdat dat ook een fragmentarisch land is. Alles hangt als los zand aan elkaar en alles gaat tegen alles in. Rusland is op een andere manier fragmentarisch in de zin van het ijsprincipe. Beide landen zijn allegorieën van het fragmentarisme op hun eigen manier. Er moet dus een sterke binding met het abstractisme zijn, anders gaat een fragment zich zwaar verletterlijken met alle gevolgen daarvan, en verletterlijking brengt verdichting en daardoor overmoedige, valse symbiose, oftewel de zombie werkelijkheid, een terroristisch visioen, al dan niet subtiel. IJs moet genomen worden als allegorisch, dus dan kom je toch weer in de wildernis uit, zoals Rusland onder de aarde is en in de Betelgeuse kern. Cryptografisch gezien moeten we stellen dat zoals de boom van kennis in de bijbel Assur was, SR, ook als een paradijselijk gebied, zo werd dit door de zondeval omgedraaid tot RS. Rusland is dus ten diepste gewoon Assur, de boom van kennis, een paradijselijk gebied, SR (Aser, Suri), als onderdeel van Suriname, wat dus ook Colombia is in de diepte, omdat Colombia (naast New Je-rosh-ey, New Jersey) het Amerikaanse Rusland is.

De Filosofie van het Voortijdse Afrika Centrum ter Onderzoek van de Amazone Bijbel - 2018/ 2019 Voorwoord Hoofdstuk 1. De Diepte van het Heelal Hoofdstuk 2. De Strijd tussen de Trollen en de Bomen Hoofdstuk 3. De Groene Lijn Hoofdstuk 4. Terug naar de Zuiderzee Hoofdstuk 5. Filippi 1 Hoofdstuk 6. De diepte van het Sekhmet-Hathor mysterie Hoofdstuk 7. Onder de Wraak van de Valkyries Hoofdstuk 8. De Strijd tegen de geest van Roemzucht Hoofdstuk 9. Van Scheiding tot Onderscheiding - De Egyptische Wortels van de Ark Hoofdstuk 10. Het Osirische Familie Mysterie Hoofdstuk 11. De zoon onbegrip, de dochter herhaling Hoofdstuk 12. Van Christendom tot Filosofie Hoofdstuk 13. Het Duitse Idealisme wat in de jaren 1700 en 1800 de poort van het christelijke dogmatische totalitarisme sloot Hoofdstuk 14. De Nietzschische Filosofie - De Filter van de Hemel Hoofdstuk 15. Het symptoom van de zelfvernietiging Hoofdstuk 16. De Ontsluiering van Nephthys - Verloren Gegane Tijdperken en de PsychoFilosofische Egypto-Judeo-voorchristelijke Nephthys Hoofdstuk 17. Isis en Nephthys in het Nieuwe Testament Hoofdstuk 18. Sokar Hoofdstuk 19. Het Mandela Effect, de Meersporige Geschiedenis en het Prehistorische Egypte Hoofdstuk 20. De Psycho-filosofische Hosea : 'Gij had iets vergeten. Gij had iets over het hoofd gezien.' Hoofdstuk 21. De Ironische Hoseaanse Filosofie Hoofdstuk 22. De Crypto-Filosofie als Pad door het Puzzel Labyrint Hoofdstuk 23. De Dam Steden Hoofdstuk 24. Het Pad tot Gomer Hoofdstuk 25. Het medicijn van de shamasofie Hoofdstuk 26. De Natuur Filosofie Hoofdstuk 27. De Val van Duitsland Hoofdstuk 28. Het Nederlandse Idealisme, 1970 - Hoofdstuk 29. De Diepere Mens Hoofdstuk 30. De Joegoslavische Oorlog

Hoofdstuk 31. Perfecte Liefde - Het Wonder van het Kruis Hoofdstuk 32. Van Calvijn tot Wesley Hoofdstuk 33. Van Bijbelvrees tot Heilige Vrees Hoofdstuk 34. Dure Kleren ? Scheur je Kleren Hoofdstuk 35. In de Naam van Afrika - de Steen van de Filosofen Hoofdstuk 36. Het Betelgeusische Afrika Hoofdstuk 37. Het Soevereine Oordeel Hoofdstuk 38. Het Snelheidsgeweld op de Evangelische Snelwegen Hoofdstuk 39. Geloven is bullshit Hoofdstuk 40. De Siberische Reformatie Hoofdstuk 41. Het Andere Andere Hoofdstuk 42. Het Ene of het Andere ? - Het Eeuwige Collectief Hoofdstuk 43. Het Verminderende Bewustzijn Hoofdstuk 44. De Rivier van de Eeuwige Dromen Hoofdstuk 45. Het Zee Alarm en het IJs Alarm Hoofdstuk 46. Rusland in de Egyptosofie Hoofdstuk 47. De Filosofie van het Voortijdse Afrika Hoofdstuk 48. Het Voortijdse Afrika Hoofdstuk 49. De Slag om Arnhem in de Tweede Wereldoorlog Hoofdstuk 50. De Arnhemse Beknelling Hoofdstuk 51. De Luchtlanding op de Renkumse Heide op 17 september 1944 in de Slag om Arnhem Hoofdstuk 52. Het Geb Mysterie en de Tweede Wereld Oorlog Hoofdstuk 53. De Zin van Nijmegen - Diepte-Psychologie in de Betekenis ervan - Het tot leven komen van de dynamieken van Nederland Hoofdstuk 54. Apeldoorn in het Steden-mysterie Hoofdstuk 55. De Appelboom van Apeldoorn Hoofdstuk 56. De Egyptologische Sleutel tot het Voortijdse Afrika Hoofdstuk 57. De Hond van God Hoofdstuk 58. Het Huis van Anubis Hoofdstuk 59. De voorchristelijke krst in de Egyptologie Hoofdstuk 60. De sebek krst

Voorwoord Afrika is zo'n beetje doodgenegeerd. Het Westen houdt zich hysterisch doof, al een hele lange tijd. Dit komt omdat ze de opgeslagen kennis van Afrika niet willen kennen. Het zou de val van het Westerse droom-imperium betekenen. Maar Afrika zal de val van de huidige wereld betekenen, van het huidige systeem. De mens kan niet sollen met de natuur. De mens denkt dat hij het kan, en lacht erom. 'Kijk wat een macht ik heb over de natuur. Kijk wat ik allemaal met de natuur kan doen.' Maar de mens onderschat de strategie van de natuur. Telkens weer. De natuur neemt de tijd. Bij de tijd dat de mens dat door gaat krijgen is het al te laat. De mens is een parasiet, en de natuur heeft de mens al geheel ingesloten. De diepere mens zal teruggaan tot Afrika. Wat betekent dit ? Daarover gaat dit onderwijs-boek. Het is de basis voor het komende onderwijs. Hoofdstuk 1. De Diepte van het Heelal Demonologie is ingewikkelder dan wiskunde. Het kan niet op z'n Jan Boeren fluitjes gedaan worden. Ook is het niet iets religieus, maar iets technologisch. Religie is slechts een bepaalde taal, een metaforiek, een metafysische taal, een code taal, en dat moet ook wel, want de aarde is een mentaal mijnenveld. Het is allemaal in de context van de natuur. Moeder aarde is verwond, en vele andere moeder planeten. De natuurvrouw (die overigens staat voor progressiviteit en innovatie) mag niet gesexualiseerd worden, maar mag hersteld worden door de verdieping. De oppervlakkige mens sexualiseerd de natuurvrouw, wat als een verkrachting is, en juist de wond van de natuurvrouw. In de diepte van het heelal liggen een heleboel natuurplaneten die helemaal vertrold zijn. Trollen zijn een soort van vierde graads parasieten die parasiteren op de natuur en op de natuurvrouw. Ik zag de matrix van deze trolplaneten. Ze waren bijna helemaal stukgekauwd, maar hadden nog steeds groot potentiaal. Ik kwam in contact met een buitenaardse die voor de natuur werkte, en die zei dat de aarde nog niet ontwaakt was. Er moet nog veel meer gebeuren. Hij zei dat er een grote strijd was tussen de trollen

en de natuur, en liet mij dus de matrix zien van de trolplaneten die dus eigenlijk natuurplaneten waren, maar ingenomen door deze parasieten. Het medicijn is een diepe steek die langdurig steekt, als een langdurig kruis, omdat de mens in slaap is gevallen. Het is een stekende thee, geen zoete thee. Als kind had ik een herhalende droom, vooral als ik koorts had, dat ik bij mijn oudtante die in hetzelfde dorp woonde in de keuken was, en ik kreeg een kopje thee en toen zakte ik gewoon door de vloer door een diepe tunnel de onderwereld in tussen de schedels en de botten, in een natuurdal. Telkens als ik die droom kreeg en ik kreeg die thee dan wist ik wat er zou gaan gebeuren. Ik was daar altijd erg bang voor als kind, maar later kwam ik erachter dat dit het shamaanse pad was. De buitenaardse liet mij dus de map zien van de trollen planeten, en diep in die planeten waren nog de natuurknopen, die allemaal aan elkaar verbonden waren. Het was een soort puzzel. Het was een sap wat werd onderdrukt, en de trolse parasieten willen niet dat de mens dit sap krijgt. Het was een natuursap. Juist omdat ze zoveel gestolen hebben heeft alles wat zij ons dwingend opleggen nog diep binnenin dat natuursap in zich. Vandaar dat een mens heel veel pellen moet, van laag tot laag, om in het diepste door te dringen, om de oorspronkelijke boodschap te zien die tot ons was uitgezonden. De trolse parasieten hebben het onderschept en verdraaid, maar diep binnenin ligt het nog steeds voor de mens om te ontdekken. De mens leeft in tunnelvisie, niet in staat te voelen wat een ander voelt. Daarom is de mens trol geworden, betweterig, ongeinteresseerd, onverschillig, en weet eigenlijk niet wat er een straat verderop gebeurd. Alles cirkelt om de mens zelf. Zij die ontwakende zijn zijn nog niet volledig ontwaakt, en roepen : 'waarom, waarom ?' in hun worstelingen. Er is zoveel wat ze niet begrijpen, en de trolse machines gaan maar door en door. Hier wordt er een arm of poot uitgerukt, en daar wordt er weer een hoofd afgekapt. De mens zit in een systeem wat niet meegeeft, en soms kan de mens zich alleen maar stil houden, want hoe meer de mens zich tegen het systeem verzet hoe erger het wordt. De apparaten in de mens geinstalleerd zijn implodes, d.w.z. zodra ze het proberen eruit te krijgen, dan valt het hen aan, en schakelt hen uit. Daarom moet er strategie gebruikt worden. De mens moet geen blinde vuistvechter worden. Daarom zijn we stil op het juiste moment en dragen we ons kruis. Het kan heel frustrerend zijn, totdat men van binnen kookt van woede. 'Kijk wat er met onze planeet gebeurt, met ons en met onze kinderen ?' De mens voelt zich dan vaak machteloos en hopeloos, en ook zo vaak geisoleerd, vooral als je ontwakende bent. We kijken dan tegen een grote schil aan want de volledige ontwaking is nog niet geweest, en kan ook niet geforceerd worden, vanwege gevaarlijke beveiligingssystemen. Maar daarom zijn de buitenaardsen hier, van de hogere natuur, van het hogere zelf, om de mens op het gevaarlijke pad van ontwaking te leiden. Ik zag miljoenen en miljoenen trolplaneten in de diepte van het heelal. Ze waren aan elkaar verbonden, en ik zag de mensen om me heen erin, als matrixen. Het is een schakelsysteem. Het zijn lopende puzzels, en de één vormt de sleutel van de ander. Zij verbergen de sprookjes van ontwaking. Het systeem hapert. Soms heb je hulp nodig, en krijg je die niet, valt alles stil. Soms loop je met je hoofd tegen muren op. De mens is verdwaald in de trollen-matrix, maar weet niet wat het is. Het is allemaal code. Er zijn hiaten juist om de diepere natuur erachter te ontdekken. Het steekt diep, en dan bevriest alles, omdat het diepere roept. Het is allemaal heel erg dubbel, maar richting die ontwaking moeten we gaan. Wat is er precies gaande achter de grote buitenaardse schermen ? Er moet meer zijn. Dit kan niet allemaal toeval zijn of noodlot. Juist de natuur-buitenaardse sprak ook door die matrix heen, alles vervormende, omdat het heel diep van binnen daarin ligt opgeborgen. Het is allemaal kneedbaar, klei in de handen van de pottenbakker. Niets is zwart-wit. Er liggen veel meer lagen achter, en er werkt veel meer doorheen dan we denken.

De natuur is bevroren en de mens mag wachten op de ontdooiing. Al het lijden is gecodeerde kennis. Het kost misschien moeite om het langdurige kruis te aanvaarden, maar het is de enige weg, want zij die hun kruis niet dragen en geen hart hebben voor moeder aarde en de andere moeder planeten worden door de trolse parasieten meegenomen en worden zelf een trolse parasiet. Dat is wat de blijdschap en de gelukzaligheid van de onwetendheid doet. Trollen gebruiken dit aas om te vissen op mensen. Zij zijn vissers van mensen. De mens verruilt zijn empathie voor oppervlakkig geluk en blijdschap, om de stem van moeder aarde en de andere moeder planeten te doven. Hoofdstuk 2. De Strijd tussen de Trollen en de Bomen De natuur-buitenaardse bezocht mij en ging ergens zitten. Hij leek op een oom waar ik vroeger vaak logeerde als kind. Ineens veranderde hij in een buitenaardse waterval, en hij sprak voortdurend : 'Ontwaak', met een paar seconden er tussenin. Ik kon zien hoe de trolse parasieten de natuurplaneten innamen en vertrolden, en dit werd op aarde geprojecteerd als de kolonisatie van de indianen in Amerika. In de strijd tegen de trollen worden wij geholpen door de bomen en de natuurwachters. Nunspeet heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in ons netwerk, behorende bij ons netwerk in verschillende periodes, en nu is het geschiedkundig belangrijk. Ons netwerk stond op sommige punten onder zware druk, ook vanwege werk van criminelen die het op ons gemunt hadden. Wij hebben voordat deze aanvallen kwamen daar profetische informatie gehad, bijvoorbeeld vlak voor een ontvoering om een voorbeeld te noemen. Daarna kwamen er andere soorten aanvallen. Eén van de grootste criminele aanvallen op ons netwerk kwam vanuit Ermelo met een poging tot moord op één van onze medewerkers door bezetenen. We leven in een gevaarlijke wereld en met betrekking tot het verkondigen van de gnosis is het dubbel zo gevaarlijk, en vandaar dat heiliging en demonologie in de heilige gebondenheid de enige weg er doorheen was. Wij hebben op verschillende punten de dood recht in de ogen gekeken. Het patriarchische kwaad wil niks weten van de moeder bijbel en de moeder gnosis, en heeft alles eraan gedaan om het uit te moorden vanaf het prille begin, zoals we dit proces ook kunnen lezen in Openbaring : Openbaring 12 1En er werd een groot teken in de hemel gezien: een vrouw, met de zon bekleed, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd; 2en zij was zwanger en schreeuwde in haar weeën en in haar pijn om te baren. 3En er werd een ander teken in de hemel gezien, en zie, een grote rossige draak met zeven koppen en tien horens, en op zijn koppen zeven kronen. 4En zijn staart sleepte een derde van de sterren des hemels mede en wierp die op de aarde. En de draak stond voor de vrouw, die baren zou, om, zodra zij haar kind gebaard had, dit te verslinden. 5En zij baarde een zoon, een mannelijk wezen, dat alle heidenen zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd plotseling weggevoerd naar God en zijn troon. 6En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats heeft, door God bereid, opdat zij daar twaalfhonderd zestig dagen onderhouden zou worden. 13En toen de draak zag, dat hij op de aarde was geworpen, vervolgde hij de vrouw, die het mannelijke kind gebaard had. 14En aan de vrouw werden de twee vleugels van de grote arend gegeven om naar de woestijn te vliegen, naar haar plaats, waar zij onderhouden wordt buiten het gezicht van de slang, een tijd en tijden en een halve tijd. 15En de slang wierp uit haar bek water achter de vrouw als een stroom, om haar door de stroom te laten medesleuren. 16En de aarde kwam

de vrouw te hulp en de aarde opende haar mond en verzwolg de stroom, die de draak uit zijn bek had geworpen. 17En de draak werd toornig op de vrouw en ging heen om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht, die de geboden van God bewaren en het getuigenis van Jezus hebben; 18en hij bleef staan op het zand der zee. Gelukkig wordt er ook overwinning beloofd. Het gehele boek Openbaring, wat overigens uit veel oudere gnostische geschriften komt, gaat over overwinning. Al ver voor het jaar 1000 was Nunspeet onderdeel van de parochie of kerkgemeente Ermelo. Ermelo was een schoutambt. Van 1812 tot 1818 was Nunspeet even onafhankelijk, maar werd toen weer deel van Ermelo. Pas in 1972 werd Nunspeet totaal onafhankelijk. Vandaar dat 1972 profetisch gezien een belangrijk jaar is voor ons netwerk, een jaar van overwinning over Ermelo. Deze scheiding kwam na een lange tijd van zware druk in het Ermelose gebied. Nunspeet is een enkdorp, ontstaan tussen bos en water, op de Veluwe, en betekent zoiets als nieuwe ontginning, wat betekent dat de woeste grond klaar is gemaakt voor de bouw en de landbouw. Ermelo heette oorspronkelijk Irminlo, verwijzende naar Irminsul, de wereldboom van de Germanen, die Yggdrasil werd genoemd door de Noordelijke Germanen. Aan deze boom moest Odin zichzelf offeren om met de werelden van de boom in contact te komen. Vandaar dat Irminlo ook voor het Germaanse kruis staat. Zo zou de boom of het kruis tot het paard van Odin zijn, wat ook de betekenis is van de naam Yggdrasil. Hij had dit dus nodig om het shamanisme te kunnen beoefenen. Jung verklaart dit als draagkracht en drijfkracht, de natuurlijke driften. In Nunspeet is er de bosweg die naar het bos leidt, de Eperweg, die ook afsplitst in de F.A. Molijnlaan, één van de stichters van het huidige Nunspeet die het industrialiseerde en electriciteit bracht in 1907. De F.A. Molijnlaan heette eerst de Groote Weg, en staat in bossig gebied waar veel villa's staan. F.A. Molijn zorgde in Nunspeet voor een villa wijk, en zijn laan splitst zich af in verschillende andere villa lanen, zoals het Groene Laantje en de Belvedere Laan. Ook splitst het zich af in de lange Oosterlaan die naar het bos toeleidt, die zich halverwege afsplitst in de Oenenburgerweg, die leidt naar de wijk de Oenenburg, waar ook dingen gebeurd zijn die het daglicht niet konden verdragen, een zeer duistere wijk, leidende tot de boeren weilanden. Hoofdstuk 3. De Groene Lijn De Irminsul, of al-zuil, wereldboom, de Yggdrasil, was ook op aarde een heiligdom wat door Karel de Grote in 772 verwoest werd. Het Germaanse Irminlo werd tot het kerkelijke Ermelo. De trollen waren gekomen. De germanen werden verdreven en verchristelijkt. Daarna werden de germanen onderworpen aan het medische systeem. De natuur werd ingeperkt. De overwinning over Irminlo maakte het tot de troon van de bible belt, een trollentroon. Maar de natuur zal terugslaan. Niemand zal met succes de natuur inperken. De bomen laten de groene lijn zien waardoor het zo duister is dat niemand meer kan werken, en waarin de bomen alleen nog maar de geschiedenis en de herinneringen verwerken en inventariseren. Wij staan aan de rand van het tijdperk van de bomen. De bomen hebben iets veel zwaarders voorbereid dan de atoombom, namelijk 'de groene lijn'.

Wanneer iemand over deze lijn gaat gaat zo iemand terug de geschiedenis in. Er kan dan niets meer toegevoegd worden. Alles is bevroren in het Ragnarok. Zo leeft zo'n mens alleen nog maar van binnen, op zoek naar de werelden die zijn overgebleven. De toekomst is in het verleden. Wij houden vast aan 1972 als de bevrijding van Nunspeet. Het Berkenlaantje, de Eperweg, het Groenelaantje en de Belvederelaan vormen het groene hart van Nunspeet, de groene bloedlijn. als een weg terug tot de wildernis. Het is dus een stuk preterisme dat de toekomst allang geweest is. Bomen werken met herinneringen. Ze zijn de natuur-fotografen. Ze leggen alles vast. Daar kan geen atoombom of wat dan ook tegenop. Omdat Ermelo de trollentroon van de bible belt is in de onderdrukking van het oorspronkelijke Germaanse Nederland heeft iedereen hiermee te maken, en staat Nunspeet dus symbolisch voor de bevrijding in 1972. Wel zijn er altijd nog veel Ermelose bezetters in Nunspeet geweest, Ermelose kolonisten, maar wij richten ons op het Nieuwe Nunspeet, gebouwd op 1972, waarover de Tweede Bijbel veel spreekt. Dit is een oorlog in de geestelijke wereld. De vijand lijdt aan zwaar geheugenverlies en verstrooidheid. Voor shamanen is het zaak de Germaanse dodenlegers in de onderwereld op te wekken om weer te strijden voor de natuur en voor de vrijheid van de mensen. De natuur is symbolisch voor een soort arrestatie systeem, zoals de boom is ingeworteld in de aarde. Vandaar dat de trol de boom vreest en wil omkappen. Trollen zijn altijd weer bezig de natuur te verwoesten en in te perken. Dan wordt er weer een hoop asfalt overheen gegoten, en dan maar autootje gaan spelen en veel toeteren. De trol vreest de natuur, en wil de natuur aan zich onderwerpen, exploiteren. De trol haat moeder aarde. De trollenwereld is een mannenwereld. Op de trollentroon zit een trollenwezen genaamd Kromje. Kromje heeft meerdere koppen, als een monster. Kromje kan zowel voor man als vrouw spelen. Zo heeft Kromje Nederland ingenomen. Het zijn Ermelose bezetters. 1972 is het jaar van de afscheiding van Ermelo, waarop ook de bevrijding voor heel Nederland is gebouwd, in het nieuwe, grote Nunspeet. Vandaar dat Nunspeet ook dikwijls terugkomt in de Tweede Bijbel als een belangrijke sleutel. Hoofdstuk 4. Terug naar de Zuiderzee Bomen zijn erg belangrijk in het shamanisme, omdat er zo contact met de onderwereld wordt gemaakt, als een soort van dodentelefoon. Nunspeet werd bevrijd van nazi Duitsland op 19 april 1945, maar Nunspeet was nog niet bevrijd van de Ermelose bezetting, die veel subtieler was en veel dieper. Deze bevrijding gebeurde pas in 1972. De boomrijke en villarijke F.A. Molijnlaan genoemd naar een van de stichters van het huidige Nunspeet loopt helemaal door tot de Elspeterweg die richting Elspeet gaat, en wat tegelijkertijd een andere weg is tot het bos. Aan die weg stond de generaal Winkelman kazerne. Henri Winkelman was toen de Duitsers in mei 1940 Nederland binnenvielen even de hoogste regeringsmacht, omdat dit aan hem was overgedragen toen koningin Wilhelmina en de regering naar Londen vluchtten. Maar ook hij kon de Duitsers niet stoppen. Bij het ondertekenen van de overgave zwoer hij dat de

oorlog door zou gaan, en uiteindelijk kwam hij ook in gevangenschap (1940-1945). Even kort was hij dus koning-generaal van Nederland, en in die zin strategisch. Nu, lang na zijn dood in 1952, is hij overtuigd van de noodzaak van de demonologie en de Tweede Bijbel, omdat het 'in Nederland een zootje is, een ongedisciplineerd zootje.' Hij strijdt mee in de dodenlegers tegen het grote Ermelose kwaad, het trollenkwaad. Elspeet betekent de oude ontginning, en verbonden aan de els, de bomen. Vandaar dat Elspeet ook een bosdorp is, en deel is van Nunspeet. Ik ben met deze dorpen en ook met de Winkelman kazerne, het Nunspeetse gebied, opgegroeid, en Winkelman liet mij weten dat hij mij sinds mijn geboorte heeft getraind in de demonologie. Toen ik plaatjes zag van hem herkende ik dezelfde gezichtstrekken als van mijn vroegere karate vechtschool leraar, en dezelfde gezichtstrekken van mijn grootvader die nu ook in het dodenleger is. De groene regen van de boom leidt tot de groene zee van de boom. De boom is het centrum van de Ragnarok. De Ragnarok leidt tot de Yggdrasil. De groene zee was de natuurzee de Zuiderzee, wat toen later het natuurmeer het veluwemeer werd. Nunspeet ontstond op de rand tussen zee en bos, als voortkomende vanuit de groene zee. Hoofdstuk 5. Filippi 1 1Paulus en Timoteüs, dienstknechten van Christus Jezus, aan al de heiligen in Christus Jezus, die te Filippi zijn, tezamen met hun opzieners en diakenen; Er wordt hier iets geopenbaard, wat symbolisch een stuk naaktheid is wat de godin laat zien. Filippi is in de worteltekst de vrouw rijdende op het beest, oftewel haar ware natuur laat zien. 2genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Here Jezus Christus. In het Aramees is dit verbonden aan het adopteren van een zoon. Ook houdt het correctie in, tucht en opvoeding. 3Ik dank mijn God, zo dikwijls ik uwer gedenk; In het Aramees wordt het woordje 'amen' gebruikt, wat volharding betekent. 4immers, in al mijn gebeden bid ik telkens voor u allen met blijdschap, Paulus moet hongeren voor Filippi, voor de vrouw op het beest, de godin, in het Aramees. 5wegens uw deelhebben aan de prediking van het evangelie, van de eerste dag af tot nu toe. De vrouwen op de beesten zijn in het Germaans de valkyries en de walkuren die de strijders die hard aan zichzelf gestorven zijn opnemen tot het Valhalla. Filippi, wat overigens al uit veel oudere gnostische geschriften komt en dus niet noodzakelijk christelijk is, werd in Germanië getranslitereerd tot Felua, en later de Veluwe.

6Hiervan toch ben ik ten volle overtuigd, dat Hij, die in u een goed werk is begonnen, dit ten einde toe zal voortzetten, tot de dag van Christus Jezus. De Veluwe is op zand gelegen bosgebied en natuur, zoals ook de vrouw op het beest op zand stond, en Johannes over het zand tot haar naderde. 'Zal dit ten einde toe voortzetten' betekent in het Aramees ook 'zal alles op zijn plaats zetten.' Het zand betekent de nuancering waardoor dit zal geschieden, het detail, de diepte, de samenhang. 7Zó van u allen te denken spreekt voor mij dan ook vanzelf, omdat ik u op het hart draag, daar gij allen, zowel bij mijn gevangenschap als bij mijn verdediging en bevestiging van het evangelie, deelgenoten zijt van de mij verleende genade. Genade is in het originele Aramees de tucht-uitoefende opvoeding, verbonden aan het adopteren van een zoon. De genade is dus niet iets goedkoops of vrijblijvend, maar loon naar werken en de discipline van een studie. Het is de vrucht van de volharding in toewijding. 8God toch is mijn getuige, hoezeer ik met de ontferming van Christus Jezus naar u allen verlang. Met de ontferming : vanuit de baarmoeder, in het Aramees. Hoofdstuk 6. De diepte van het Sekhmet-Hathor mysterie Mozes werd door een Aramese hyt, hiti, oftewel vroedvrouw, tot een Egyptische wedergeboorte geleid, symbolisch gezien, als we het hebben over de Egyptische prinses die hem opnam vanuit het water, wat terugwijst naar de amazone Hiti mythologie. De Hiti amazones leven aan de rivier van de verdrinking. In de Egyptologie is dat de Nijl. De Egyptische prinses die symbolisch als een Hiti functioneerde, als een vroedvrouw, is verbonden aan de Egyptische godin Hathor, de godin van de geboorte. Mozes werd in principe dus gewoon door Hathor opgenomen. Zij nam hem uit het water als de verdronken Osiris die was wedergeboren. In de Egyptologie werd Osiris namelijk gelokt tot een kist, en toen hij erin was werd de kist verzegeld en in de Nijl geworpen. Genesis 6 is een interessante dualiteit. In Genesis 6 worden de nefilim genoemd, reuzen, mannen van naam. In het Aramees zijn de nefilim de ganbara, de Aramese vorm van de IYSH, oftewel een vechtslaaf. Ganbara betekent ook Orion in het Aramees, dus het gaat hier om Orionse, mannelijke slaven. In het Hebreeuws zijn de dochters der mensen de dochters van Adam, de dochters van het rode volk, als een beeld van bloed, in de diepte van de grondtekst. Zo hadden de dochters van Adam dus vechtslaven, en brachten zo nog meer vechtslaven voort. Dit wekte de woede op van de valse god. In Genesis 6 in de diepte van het Hebreeuws gaat het om de mannen van naam, van SHEM, wat in de diepte piercingen betekent, merktekens. Het zijn de door de Amazones gepiercete, gebrandmerkte mannen van Orion, wat al een heel ander beeld geeft. GIBBOWR betekent dat zij jagers waren, dus ook jachtslaven. 1Toen de mensen zich op de aarde begonnen te vermenigvuldigen en hun dochters geboren werden, 2zagen de zonen Gods, dat de dochters der mensen schoon waren, en zij namen zich daaruit vrouwen, wie zij maar verkozen. 3En de Here zeide: Mijn Geest zal niet altoos in de mens blijven,

nu zij zich misgaan hebben; hij is vlees; zijn dagen zullen honderd twintig jaar zijn. 4De reuzen, ganbara, Orion, waren in die dagen op de aarde, en ook daarna, toen de zonen Gods tot de dochters der mensen kwamen, en zij hun kinderen baarden; dit zijn de geweldigen uit de voortijd, mannen van naam. Toen kwam de zondvloed, en we zien hier een herhaling van Exodus, want Mozes is in die zin Orion die tot de dochters van Adam ging, het rode volk. Hij werd uit de zondvloed gehaald, zoals Noach, door de Egyptische prinses, de Hiti, Hathor, om zo ingewijd te worden in de Egyptologie. In het Aramees zijn deze dochters nuances, samenhang, bra, brat, waar ook weer de germaanse Bertha Grootvoet uit voortkomt, oftewel de grote diepte, een naam voor de onderwereld, de hel en de aanvoerster van de wilde jacht tijdens het joel-feest, de Germaanse voorloper van het kerstfeest, waarin het kwaad werd verdreven. BRT (barit) is in het Egyptisch een kooi, en een verbond, een contract (barta), van het wortelwoord 'ber', put, uitgang, naar buiten. In het Germaans is Bertha verbonden aan het verborgene. Grote Bertha of Bertha Grootvoet ging op haar wagen door de lucht tijdens het joelfeest en bezocht dan de huizen van de kinderen om een zilveren munt in hun schoen te doen als ze goed waren geweest. Haar volgelingen waren de Berserkers, die bedekt waren met de moeder aarde, of zich hadden geverfd met zwarte verf. Zij waren degenen die aan zichzelf waren gestorven in de aarde, zoals de einherjars die door de Germaanse oorlogsgodinnen genaamd de Walkuren opgenomen waren. De walkuren namen de geselecteerde strijders die hard aan zichzelf gestorven waren mee om hen voor te bereiden op de eindstrijd, de Ragnarok. Het duidt dus op het moment waarop de walkuren een einherjar verkiezen, oftewel het moment waarop ze aankomen in dit geheime ondergrondse gebied doordat ze aan zichzelf zijn afgestorven. Het is het moment dat ze de zilveren munt in hun schoen vinden. Dit is dus de daadwerkelijke opname van Mozes door Hathor, oftewel door de walkuren. Hierom krijgt hij de wet in zich geprint. Dit is dus tegelijkertijd de opname van Noach. Zij worden uit het water genomen, als door zielenvissers. Zo wordt hun aarde, hun bestaan, geschapen, als in een cyclus. Ook de schepping van Adam is als het uit het water nemen. Zij worden dus gestoken door vissperen door de Hiti. Sekhmet is het steken, als Zukki-ma'at, de wet van Zukki. Zukki is de stam die het volk van Ishmael door de woestijn leidde tot het land Nod, wat beschreven wordt in de Bilha. In het boek Zukki :3b-5 staat : 3b. Vaak werden hen van het volk van Ismael 'verkocht' door de Hiti stam aan de Zukki stam. 4. Dit is niet letterlijk een 'slavenhandel', maar symbolisch. De 'handel' is een beeld van purificatie, een tocht, een rechts-systeem, de grens, een plaats in de onderwereld. 5. 'Slavernij' is een metafoor van heiligheid en bescherming. Alleen door opvoedkundige restrictie kon het volk van Ismael tot Nod komen. Nod is een gebied in het land Kanaan, het beloofde land. Dit gaat over het punt dat het volk wordt overgedragen aan de wildernis om de wet ingeprint te krijgen na uit het water te zijn gehaald, oftewel de exodus opname, wat parallel loopt aan de opname van Mozes. De slavernij is geestelijk als de heilige gebondenheid, de heilige slavernij tot God. De zonen Gods kwamen tot de aarde en werden opgenomen door de brt-dochters van Adam, zoals Jezus, de zoon van God, kwam tot de aarde, tot het kruis, om zo opgenomen te worden tot de hemel, zoals de Germanen tot Bertha werden opgenomen door haar walkuren. Dit is de diepte van het Sekhmet-Hathor mysterie. Hathor geeft geboorte aan de mens, en neemt wraak op de mens door Sekhmet, als het samenspel tussen de Hiti stam en de Zukki stam. NEPH is in de Egyptische mythologie ook genaamd NU of NUN, als de afgrond, de oerleegte. In het Sranan Tongo is dit NEN, naam, wat in het Hebreeuws piercing en merkteken betekent. Het SEK-MET principe vindt hierin plaats van verlamming en gepiercet worden, verbonden aan de wet,

aan de MATI. Dit is hetzelfde als het Issaschar-principe van het zevende zegel. In de NEPH, de afgrond van de onderwereld, wordt dit principe vereeuwigd, OWLAM in het Hebreeuws, LM in het Aramees, als ILIM. Dit is de diepere betekenis van de NEPH-ILIM aan de andere kant van de paradox, als de eeuwige verlamming-piercing. Zo worden we voor eeuwig gebonden aan de MATI, de wet. NEPH (NEB) gaat dus over in THET, THOTH, bloedvergiet en van daaruit hardheid wat de Arawakse betekenis is van THOTH, als TATAN. Zo zien we hier dus de weg en het proces tussen zacht en hard.Wij moeten hard worden door de diepere zachtheid. Het Sekhmet-Hathor principe is dus een vissersprincipe. De vis is de ziel die de eeuwige verlamming is ingegaan. zachtheid-verlamming-piercing-wet-hardheid Dit is dus waar NEPH-TYS voor staat, NEB-THET, de godin van de dood, de slavernij, de geboorte, het klagen (klaagliederen) en de nacht. Juist in de nacht manifesteert zij zich door dit proces. Ook is op sommige Egyptische arken de zwarte hond ANUBIS te zien, als een wachter. Hoe kan de nephilim overwonnen worden ? Door tot de diepere betekenis van de nephilim te komen, de goede betekenis. In de diepte is de NEPH-ILIM een Urim en Thummim : NEPH : verlamming-piercing ILIM : eeuwigheid Wij kunnen dus niet zomaar tot de eeuwigheid komen, maar alleen door NEPHTET, NEPHTYS, de wachter van de ark, die ze bewaakt met haar zuster ISIS, oftewel SIRI, zaad, de MAYIM. Ook dit zaad is weer een beeld van bloedvergiet. In die zin zijn TOTH en ISIS nauw aan elkaar verbonden. NEPHTYS, NEBTET, NEPH-TET, is ook de wachter over één van de zonen van Horus, namelijk over HAPI, die de longen representeert. De nieuwe longen zullen werken door bloedgas. De lucht zal worden tot bloed. KANAAN betekent de doorstekingen, de piercings. Ook AMOWC, Amos, had deze betekenis, en het merkteken van het beest, 666, oftewel SEKH-MET, het inprinten van de wet, als een belangrijke URIM en THUMMIM. In het Hebreeuws is RA'AH zien, visioenen hebben, waar het hele evangelie in de grondtekst om draait. Eén van de meest bekende goden uit Egypte was altijd Ra, de zonnegod en schepper. Ook hij is een oorlogsgod. Hij duikt veel op in de Egyptische geschriften. In het Sranan Tongo is dit RAI, advies, raad, strategie. In het Karaibs is RA het fundament, de vloer, en de borstvlakte. RA'A, of RAPA is herhaling, weer, terug, als dynamieken die telkens weer terugkomen, als in een cyclus. Hierom is RA een belangrijke cycli-realiteit waardoor alles weer terugkeert in vernieuwde vorm. Ra gaat in zijn ark voortdurend door de cyclus van de onderwereld. Jibril, Gabriel, komt van het Hebreeuwse Gabar, wat de heilige gebondenheid door overweldiging en onderwerping betekent. De KEBA is de Aramese ark, wat in het Arabisch de KABA is als een ark-gebied, het heiligste gebied. In de Egyptologie is dit verbonden aan Geb, de god van de aarde. Hij is de groene vruchtbaarheidsgod, als een equivalent van het groene paard van overwinning, het vierde paard, wat dan overgaat en nauwverbonden is aan het witte paard van de dubbele moederschoot die geboorte voortbrengt. Wij moeten dus terugkeren tot het mysterie van de ark en van Jibril, Gabriel, de

metaforen van de heilige gebondenheid. Wij komen tot de vliegende slang in de Amduat, het boek van de onderwereld, het boek van de verborgen grot, waar op de poel des vuurs de grot van de vliegende slang zich bevindt, de grot van Sokar. Hier vooraf gaande is een lange weg door de woestijn van Sokar. Sokar is hij-die-op-hetzand-staat, wat ook een beeld is van de vliegende slang in de apocalypse. Sokar is deze slang samen met Osiris en Ra, als Sokar-Osiris-Ra. De woestijn die hier dus aan vooraf gaat in het vierde uur is de Restau, de Rosetau, het land van Sokar. Dit wordt ook wel de slangen woestijn genoemd. Alles is in golf bewegingen, golf-patronen, alles gaat tegen elkaar in, als het land van de paradoxen. Alles is een tegenstander van alles. Zo moeten wij dan naderen tot de grot van hij-die-op-het-zand-staat, van Sokar, de vliegende slang. Zand is in het Aramees kostbare stenen, als de geheimenissen van de gnosis. Het lijden is alles wat we niet begrijpen, maar de gnosis brengt daar verandering in. Zo komen wij tot de grote opstanding in de wildernis. Zand is een beeld van nuance en samenhang, als een beeld van de Hiti stam die aan de rivier leeft. Hoofdstuk 7. Onder de Wraak van de Valkyries Vroeger kwam alles voort uit de leegte, en ging ook altijd naar de leegte terug. Ook het verhaal van Jozef is een dualiteit. Hij werd in de put geworpen om aan zichzelf af te sterven, en werd zo in 'slavernij' verkocht, als een beeld van de opname door de walkuren en valkyries, de Germaanse strijdgodinnen van de uitverkiezing van de gevallenen. Ook gebeurde dit met het volk Israel wat door het water aan zichzelf af moest sterven in de exodus, om zo opgenomen te worden door de wildernis waar ze verhongerd werden, wat ook de sociale afsterving betekent. De sociale verhongering is nodig hiervoor. Zowel Jozef als later het volk Israel werden gesteld onder de strafroede om af te rekenen met overmoed en overbezit. Ook de redding van Noach uit het water is een beeld van de opname door de valkyrie strijdgodinnen, en de hemelvaart van Jezus nadat hij aan zichzelf hard was afgestorven aan het kruis. Zoals Adam in een diepe slaap moest, in de heilige verlamming, opdat de natuurvrouw kon komen, als beeld van de komst van de valkyries, zo moest het volk Israel in de wildernis tot de heilige verlamming komen, want zoals Psalm 127 zegt : 1Als de Here het huis niet bouwt, tevergeefs zwoegen de bouwlieden daaraan; als de Here de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter. 2Het is voor u tevergeefs, dat gij vroeg opstaat, laat opblijft, brood der smarten eet. Hij geeft het immers zijn beminden in de slaap. In die zin is Eva dus een beeld van de opname door de valkyries. De boom van kennis is een beeld van de volharding in de kennis, en zo werd Adam tot een verworpene, een verdoemde, een geisoleerde, als een beeld van de sociale verhongering, wat dus voor zijn eigen bescherming was. Dit gebeurde dus ook met Jozef die uiteindelijk in de gevangenis terechtkwam, afgezonderd van het

sociale, maar dit zijn slechts metaforen. De heilige verlamming kan alleen plaatsvinden in de afzondering, in de slaap. Zie je de boom ? De boom zegt : 'Je moet volharden.' Je moet als Adam tot de boom gaan. Opgenomen worden door de valkyries, door de hogere principes, is alles wat telt. Het valse paradijs van onwetendheid moet achtergelaten worden, want het is slechts een tikkende tijdbom. Adam moest in slaap vallen en tot de boom gaan, om zo de natuurvrouw te ontmoeten. Adam moest afsterven aan zijn trots. Daarom moest hij het pad van spot gaan, zoals Jezus het spotkleed moest ontvangen. De Israelieten in de wildernis werden voorbereid om in ballingschap te gaan. Ze zouden vreemdelingen worden in een vreemd land. De valkyrie is niet klaar totdat de keten vastklikt en de traan valt, en dat is nog maar het begin. Dan begint het pas. De mens moet komen tot de heilige traan van de verhongering en de verlamdheid, want als de Heere het huis niet bouwt, dan zwoegen de bouwlieden tevergeefs. De traan is levengevend. De mens moet tot het water komen, tot de boom geplant aan waterstromen. De traan is het hart en het leven van de mens, waarvan de mens in zijn trots is afgeweken. De valkyrie neemt geen trotsen aan. In de stad is er een karikatuur van de valkyrie ontstaan als schaduw, waarin de stad de hoogmoedige stropdas ophemelt. Het stropt niet, maar het geeft een brede glimlach. Het is een markt. Het is een hele wrange allegorie over dat de mens de heilige verstikking moet binnengaan. Deze esoterie is materialistisch gemaakt en verdraaid, als heiligschennis. Ze rijden rond in dure auto's om te laten zien : 'Kijk hoe wij moeder natuur verdrukken en mollen, hoe wij niet naar haar luisteren.' Daar zijn ze trots op, om hun misbruik van de natuur. De dure auto is een status symbool, en de gevallen vrouw valt daar voor, de golddigger, als een goddeloze en godslasterlijke mispresentatie van de valkyries die de mannen met het grote geld opnemen. 'Kijk hoe wij moeder natuur belachelijk maken.' En zo wordt de man verleid. De man denkt door veel geld te verdienen vrouwen te kunnen opkopen, maar het zijn niet de valkyries. Neen. De man komt zo onder de wraak van de valkyries. De man wordt vetgemest tot een valse boeddha, wordt tot de dikke mannelijke goden geleid, als een varken op weg naar de slacht. Dat komt omdat de man communiceerbaar is, altijd een GSM op zak heeft. De man wordt opgevoed en vetgemest door de GSM. Het is sociale vetmesting, waardoor de man wordt losgesneden van moeder natuur. Het wordt niet meer verwerkt, dus het hoopt op, het maakt vet. Zo wordt de man een slaaf van de vetgieters. De bijbel, alhoewel corrupt, komt uit oudere gnostische geschriften voort, o.a. de Egyptische. Daarin werden antistoffen gegeven voor wat zou komen. Adam moest tot de boom gaan, tot de volharding, niet tot de dure auto's, de egostrelende 'popdassen' en golddiggers. Adam moest tot Eva gaan, het geheim van de valkyries. Dit zijn de medi wars die nodig zijn uit de medische dictatuur te komen. Worstel als Jakob met de 'valkyries' van de stad. Er zitten vele valse valkyries tussen. Volharding is het sleutelwoord. De valse valkyrie houdt het ego van de man in leven en geeft hem een stropdas om de hemelse principes te bespotten. Zij geeft de man een gouden kruis. De man wordt overladen met cadeau's en de valse valkyrie aanbidt hem. Stadse valkyties zijn trolse bedriegers. Ze hebben de troon voor de man al klaar staan. Hij hoeft er niet veel voor te doen. Hij kan het zo opkopen, door zijn ziel te verkopen. Het is een slagerij. De trollen lachen. Het is een gesticht, een knor gesticht. Hoofdstuk 8. De Strijd tegen de geest van Roemzucht Vele duizenden jaren geleden was Egypte een machtig wereldrijk. Vandaar dat onderzoekers en

geleerden nog steeds hun hoofd buigen over het Egypte mysterie en werd het Egyptische apparaat gebruikt voor de architectuur van het nieuwe Amerika. Zonder deze verborgen en grotendeels verloren gegane geschiedenis kan het Exodus mysterie niet begrepen worden. We hebben het over een veel diepere geschiedenis, waar de Bilha ook op duidt, en de oudere gnostische geschriften en geschiedenissen noemen Ismael als het volk wat in Egyptische ballingschap leefde. Er was een oorlog tussen Egypte en Ismael waarin Ismael over een rivier vluchtte, de wildernis in. In de wildernis verhongerden zij, en zij gingen in Egyptische ballingschap toen hun schuilplaats werd gevonden. Toen vond de grote versmelting plaats tussen Egypte en Arabische volkeren en werd Egypte steeds kleiner, net zoals er versmelting plaatsvond tussen de oorspronkelijke Amerikanen, de Europese Amerikanen en Afrikaanse Amerikanen die er in ballingschap waren gekomen in de vorige eeuwen. Als we dit toepassen op het huidige Exodus verhaal dan zien we in de Mozes spiegel dat het volk uiteindelijk weer in Egyptische ballingschap ging. Ook globaal gezien is dit zo, want het nieuwe Amerikaanse wereldrijk is gebouwd op Egyptische fundamenten, en is in die zin zeer dualistisch. Amerika werd het nieuwe Egypte. Nog steeds zien we Ismael protesteren, en nog steeds zien we Amerika nieuwe gebieden innemen. In Egypte ligt dus een dieper mysterie verborgen, en zoals we al bespraken leidt de Exodus tot de Inodus. Vandaar dat het van belang is de diepte te bespreken. De westerse valse boeddha's, de dikke mannelijke goden, leiden de mens tot overbezit en overmoed, wat juist veroorzaakt wordt door een enorme smetvrees, want zo is alle balans weg en komt er chaos. De heilige verhongering is het enige pad om aan deze lachende, trolse vetgieters te ontkomen, deze lachende golddigger boeddha's van het westen die dol zijn op religieuze glimmende items. Het zijn de macho boeddha's die hun valse slaafse valkyries inkopen bij de supermarkt, of ze gratis krijgen bij drie pakken suiker. Het zijn suiker-boeddha's. Het NT nam de wereld 'by storm', maar het was allemaal verdraaide Egyptische geloofsleer. Osiris werd door Seth in een kist, kooi, opgesloten, als beeld van de verborgenheid, en toen in het water gegooid, waarna Osiris tot de onderwereld ging. Dat is ook wat de mens moet doen in de strijd tegen de stadse suiker-boeddha's van smetvrees. De mens moet tot de kooi komen die de onderwereld ingaat, tot het verborgene, los komen van eerzucht, pronkzucht en roemzucht. Het is de geest van roemzucht die de mens telkens weer oproept om publiek te werven : meer likes, meer volgelingen, meer publiek, hogere kijkcijfers, meer views en ga zo maar door. Het is een nummer syndroom, een nummer-verslaving, allemaal opgezet door de suiker-boeddha's van het westen. Als je te lage cijfers hebt dan hoor je er niet meer bij. De mens moet afkicken van deze illusies, deze drugs. De mens moet loskomen van de ketenen van de geest van roemzucht. Deze geest is een zeer controle zuchtige geest die alles voor de mens wil dicteren. Het is beveelzucht die ermee samenwerkt. Maar zo verliest de mens zijn eigen ziel. Zo wordt de mens gewoon een speelbal van de suikerboeddha's. Meer, meer, meer, de trolse mens wil alleen maar meer, en krijgt tegelijkertijd meer smetvrees en wordt steeds exclusiever. Maar de valkyries komen tot hen die de minste willen zijn, minder, minder en minder, want zo wordt het contact met de samenhang hersteld. De mens moet uit zijn tunnel-visie komen. Osiris moest afsterven aan zijn roem en moest verhongeren wat dit goedje aanging, om zo de weg van het kruis te gaan tot het verborgene. Anders zouden deze poorten gesloten blijven. Dit komt ook weer terug in Filippenzen 2 : 3zonder zelfzucht of ijdel eerbejag; doch in ootmoedigheid achte de een de ander uitnemender dan zichzelf; en ieder lette niet slechts op zijn eigen belang, 4maar ieder lette ook op dat van anderen. 5Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was, 6die, in de gestalte Gods zijnde, het Gode gelijk zijn niet als een roof heeft geacht, 7maar Zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen, en aan de mensen gelijk geworden is. 8En in zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft Hij Zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de

dood des kruises. Zo komen wij in aanmerking voor de opname door de valkyries, zoals Osiris werd opgenomen door Isis en Nephthys, en zoals Jezus na zijn kruisdood werd opgenomen in de hemelvaart. Dit gebeurt door de heilige gebondenheid die ontstaat wanneer iemand zichzelf totaal verliest in de verhongering, de verlamming en de verborgenheid, waarvan de Egyptische ballingschap een beeld is. Wanneer de mens wil vermeerderen en ontsnappen, dan worden de lasten verdubbeld. De mens ging in NT ballingschap, wat dus een Egyptische ballingschap was, zoals ook de Amerikaanse wereldorde. Nu moet de mens dit raadsel leren begrijpen. De mens moet afsterven aan de lagere ballingschap en ontwaken tot de hogere ballingschap. Gebondenheid, een mens kan niet zonder, het is de eeuwige verbondenheid. Hoofdstuk 9. Van Scheiding tot Onderscheiding - De Egyptische Wortels van de Ark Scheiding bestaat niet. Het is een allegorie van onderscheiding. Als metafoor heeft het dus bestaansrecht, net zoals oorlog als metafoor bestaansrecht heeft, als actieve scheiding. In de Egyptologie werd Geb van zijn vrouw, Nut, afgescheiden, als de scheiding tussen hemel en aarde. Hij werd van zijn gezin gescheiden en moest terug de aarde in. In de bijbel komt dit terug als Jozef die van zijn gezin werd afgescheiden en in een put werd geworpen om later in Egyptische slavernij en gevangenschap te gaan als een balling. De transliteratie ging van Seb, Sev, zoals Geb ook genoemd werd, tot Yah-Sev. Yah werd er aan toegevoegd, omdat Geb oorspronkelijk een god was. Het Mozes verhaal en het Jozef verhaal horen dus bij elkaar en tonen een diepere geschiedenis. Eigenlijk eindigde het Mozes verhaal in het Jozef verhaal. Het volk ging zoals Jozef in Egyptische ballingschap. Maar de huidige mensheid begreep dit niet, omdat er een veel diepere geschiedenis achterlag. Omdat de mens nog niet kan onderscheiden staan de monsters van scheiding en oorlog voor hem. Wij moeten allemaal als Geb de aarde in, om zo tot onderscheiding te komen. Wij moeten allemaal het pad van Jozef gaan, en dat is ook wat Jezus vraagt : alles achter ons te laten. Dit is abstract, niet noodzakelijk concreet. Het heeft diepte nodig, nuance, en men mag zich daar nooit zomaar letterlijk inwerpen. De mens is een strategisch wezen. Het zijn metaforische teksten. Het zijn allemaal onderdelen van de exodus. De mens gaat zoals Jozef de putten van de wildernis in, om in ballingschap te komen tot de hogere principes, als een vreemdeling in een vreemd land. De scheiding is een onderdeel van de schepping, dus de mens mag daarin rusten, om van scheiding tot onderscheiding te komen. Het is een onderdeel van de opname door de valkyries zoals ook in het NT wordt beschreven : Mattheus 24 40Dan zullen er twee in het veld zijn, één zal aangenomen worden en één achtergelaten worden;

41twee vrouwen zullen aan het malen zijn met de molen, één zal aangenomen worden, en één achtergelaten worden. Deze opname zal zijn als de visvangst, want de vis is een beeld van de heilige verlamming. De vis heeft geen armen en benen. Dus een heleboel christenen met hun brullende vlees, roemzuchtig, overmoedig, vol van bezitsdrang, zullen geen deel hebben aan deze opname. De valkyries zijn zeer selectief in hun uitverkiezing. De oorlog is niet plat. Verre van dat. Je verslaat de vijand niet zomaar door de vijand te 'doden' of te vernietigen. Neen. Denk aan David die Saul op een hele andere manier versloeg, namelijk door een stukje van zijn kleed af te snijden. Dat wil zeggen dat we het bruikbare stukje van de vijand moeten afnemen terwijl hij slaapt. Doe er je voordeel mee. Niets is zwart-wit. Elke vijand draagt een stukje gnosis wat we over het hoofd hebben gezien. De ark is de Qebu in het Aramees, van het Egyptische Geb, als de kist, kooi en vader van Osiris die hierin door Seth werd gestopt en toen in het water werd gegooid. Vandaar dat er altijd zoveel mysterie is geweest omtrend de ark. Osiris moest ook het pad van Geb gaan, tot de ark komen, diep in de aarde, in de onderwereld, in de verborgenheid. De vader is een deel in de man zelf als de climax van gevoeligheid waarin de zintuigen openspringen. Het is het punt waarop de man tot de eeuwige traan komt, en daardoor wordt opgenomen door de valkyries. De 'vader' is de zaadlozing van de man, als de climax van de demonologie. Het is slechts een archetype als onderdeel van de man, in dit geval Osiris, Aser, zelf. Een man heeft dus nooit daadwerkelijk een vader, maar dit is slechts iets metaforisch voor het lijden waar hij doorheen moet om zijn karakter te vormen. De man is ZELF de vader, wat een bepaalde bewustzijnsvorm is in de esoterie. Door de studie hiervan kunnen ook weer de valse vaderbeelden afsterven. De man, Osiris, Aser, moet tot zijn innerlijke vader, Geb, komen, tot de ark, Qebu, oftewel de kist of kooi van Osiris waarin hij kan afsterven aan de roemzucht. Deze kooi staat in de diepte van de duisternis, in de oorspronkelijke Egyptische tabernakel, maar draagt een diepe amazone werkelijkheid in zich. Zoals Geb is Osiris totaal van zijn vrouw en gezin losgesneden op dit punt, maar wordt zo in zijn sterven uiteindelijk door haar (Isis) en haar zus (Nephthys) opgenomen. Zoals Jozef (Seb, Geb) tot het Egyptische koningschap komt, zo is dit in het Grieks vertaald 'het komen tot de voet', oftewel het komen tot de diepte. Ook Osiris werd zo koning in de onderwereld, oftewel kwam tot de diepte. Hoofdstuk 10. Het Osirische Familie Mysterie Isis en Nephthys staan nog steeds op de ark, alleen worden zij in de bijbel cherubs genoemd. Zij zijn de vrouw en de schoonzus van Osiris in zijn vadervorm, Geb, de ark zelf, de Qebu in het Aramees. De ark was dus geroofd uit de Egyptologie en nog steeds staat de dubbele godin erop. Dat konden ze niet wegwissen. Ook zeggen de christenen nog altijd : Amen, wat de naam is van de verborgen godin. De christenen wilden in de Egyptologie plunderen, maar zij kwamen niet ver. Nog steeds is de ark het meest heilige object in het christendom. Het is de manifestatie van de vader god, maar in de Egyptologie was dit Geb, de vader van Osiris, oftewel het Osirische vader-deel, die was afgesneden van de hemelgodin Nut, zijn vrouw. Hemel en aarde werden gescheiden. Wij leven nu nog steeds in het tijdperk dat Geb is afgescheiden van de moeder godin, maar de mens begreep dit

raadsel niet, en maakte het corrupt in het christendom. Nog steeds is de ark het centrum van mysterie. Wie is de vader ? De eeuwige traan, Het punt waarop de man breekt, Het punt waarop de man vader wordt, Dat is hij zelf. Wie is de vader ? Nee : Wat is de vader ? Het is het moment van opname door de valkyries, Het is de heilige ark, Onbegrepen. Het is het punt waarop de man verdiept, Het is het punt waarop de man aan zichzelf sterft, Verdrinkende in zijn eigen tranen. Zoek de vader niet buiten jezelf, Maar als je eigen identiteit en bewustzijn, Geschonken door de moeder. De moeder is de traan van diepte, De vader is de eeuwige traan, de baarmoeder in de moeder, een deel van haar, De kooi, waardoor zij schept, En zij neemt op door haar traan van diepte, haar hart. De vader is dus geen persoon, maar een orgaan van de moeder. Wat is de moeder ? Het is de vermindering, de verhongering, Zij geeft nooit teveel, Zij leidt de mens tot de duisternis. De scheiding tussen Geb en Nut is een natuurverschijnsel, vanwege het feit dat Nut altijd vermindert. In de amazone theologie wordt zij ook wel Tula genoemd, de grote YOU ARE, Jij Bent, en dat is ook de reden waarom ze telkens vermindert, omdat de mens het zelf moet worden en zijn, en bovenal moet de mens het begrijpen. Isis en Nephthys staan op zowel de Egyptische als de judeo-christelijke ark. Zonder hen zou de ark slechts een kist zijn. Zij hadden de kist of kooi van Osiris gevonden. Het hart kwam boven de baarmoeder om waarlijk diep leven te geven. Alleen in de diepte heeft de eeuwigheid waarde. Zij stonden op de ark, de kooi van de verdronken Osiris, en Osiris, Aser, lag aan de voeten van de godin, aan Haar diepte, die hem tot leven riep, die hem deed ontwaken. Hij kwam uit zijn diepe Adam slaap en zag de natuurvrouw, het archetype van de vermindering en de verhongering. Hier was hij zelf doorheen gegaan, als Ra in de nacht. Alles moest hij achterlaten. Het traumatische hiervan is groot. Niemand zal dat ontkennen. Osiris was verscheurd, zijn hart volledig verwoest. De kist van Osiris was in de Nijl geworpen, en spoelde in de mythe ergens aan waar een boom er omheen groeide, aan de kust van Byblos in het huidige Libanon. Er groeide zo een vreemde vrucht in de boom als de heilige traan, die later geheel door het christendom werd gedemoniseerd, maar

voor de gnostici was het een dualiteit. We hebben het over de boom van kennis. Christenen staan er omheen en roepen : 'Nee, nee.' Terwijl gnostici soms ja roepen en soms nee. Uiteindelijk nam Isis de ark mee in haar boot, en bewaakte de ark met haar zus, Nephthys. Nephthys is de godin van de duisternis en de gevangenschap, de godin van het huis, waardoor zij het medicijn kon zijn. Vandaar dat in het Hebreeuws de ziel 'nephys' werd genoemd, wat al begon toen Adam geschapen werd. Hij kwam tot leven door nephys, vanuit de aarde. Nephthys waakte over hem. Zo kwam hij tot de omsloten hof van Eden, als een beeld van de godin van omsluiting, wat haar naam betekent. Dit is een duister medicijn, onbegrepen. Als je gaat, ga je altijd alleen, en Adam moest tot de heilige slaap gaan, de heilige verlamming, opdat hij de natuurvrouw zou ontmoeten, oftewel de heilige verhongering, de verminderende en vereeuwigende kennis, het ware medicijn van de ziel, de nephys, geborgen in Nephthys. Voor Adam was er geen weg terug. Hij moest de mythe van Osiris uitspelen, omdat het hier om een natuurfenomeen ging. Het hele OT draait om de kist, de kooi, van Osiris, die omsloten werd door een boom, en waarin Osiris opgroeide. Hij was de jongen die groeide in de boom. Vermindering brengt vereeuwiging voort, zoals de moeder de vader voortbrengt als haar orgaan, haar baarmoeder, maar zijzelf is het hart die diepte brengt. Het materialisme, de leer van de vermeerdering, leidt tot de dood. Dit zijn twee krachten die tegen elkaar strijden. Seth wilde zijn broer, Osiris, daar tegen beschermen. Seth was de schaduw van Osiris, zijn tegenpool. Het verhaal op zich is ook een dualiteit. Seth wijdde zijn broer, Osiris, in in de verborgenheid, in de wildernis. Zo troonde Osiris in de onderwereld, wat niet letterlijk was, maar een beeld van dat Osiris tot de diepte van de geheimen van de onderwereld kwam en daardoor verlicht of verduisterd raakte. Hij kwam tot het andere, hogere bewustzijn. Ook het archetype van de moeder is dus een zeker bewustzijn in de mens zelf. Het zijn geen personen, maar dynamieken van kennis, die zich in ieder mens bevinden. De zoon is het misverstand, het onbegrip. De dochter is de herhaling. Hoofdstuk 11. De zoon onbegrip, de dochter herhaling Job, oftewel Ejove in het Hebreeuws, is een allegorie van Jehovah op aarde, die ook de hoofdgod van de Romeinen werd als Jove, Jupiter. Ejove werd beschreven als volmaakt, zonder zonde, als een soort van Oud-Testamentische Jezus. Het was een andere vorm van Jehovah die tot de aarde kwam om aan de mens gelijk te worden, en we kennen allemaal het chronische, langdurige kruis van Ejove, die een zware lijdensweg van beproevingen moest doorstaan, en wat zijn Egyptische wortels heeft in Afu, een vorm van Ra in de onderwereld die telkens weer een tocht maakte door de verschrikkingen ervan. Gelukkig bleef het daar niet bij. Het was voor de verdieping van de gnosis, opdat hij inzicht zou krijgen in de diepere betekenissen ervan. Hij moest komen tot het diepe bewustzijn van de eeuwige traan. Met deze Egyptologie is het hele verhaal van Ejove, Job, gedecoreerd. Job moest loskomen van de

oppervlakkige bedriegelijkheden van zijn geest, en moest komen tot de diepe bitterheden van de ziel, de nephys, oftewel hij moest komen tot de geheimen van de godin van de nacht, Nephthys. Nephys is Hebreeuws voor ziel. Adam die uit de duistere aarde kwam, uit Nephthys, werd een levende nephys, een levende ziel. Hij bleef haar met zich meedragen. Het Egyptisch is een moedertaal van het Hebreeuws. Zo moest ook Ejove, Job, tot haar terugkeren, want hij was uit haar voortgekomen. 'De zoon is het onbegrip, de dochter de herhaling,' wat betekent dat ? De zoon is een archetype van elk mens, en in het begin is er altijd onbegrip, en het archetype van de dochter zal dit blijven herhalen, totdat de mens beseft dat hij terugmoet naar de bron, de moeder. Een mens kan het niet alleen, heeft zijn andere delen nodig, en hij moet de taal leren kennen van de archetypische familie. Osiris en Isis gaven geboorte aan Horus. De zoon is het onbegrip, en dit onbegrip ging heersen, ook door zijn christelijke opvolger Jezus Christus. Het onbegrip werd tot een afgod. Het heeft tot veel oorlogen geleid. Het onbegrip sloeg er op los met de botte bijl. Osiris moest gewroken worden. Horus sloeg er op los als een soort superman, zoals Thor dat deed in de Germaanse mythologie. Maar de zoon is onbegrip, een blinde vuistvechter. De dochter is herhaling. Als kind betekenden mijn tantes veel voor mij, want zij brachten nieuwe dimensies aan naast mijn ouders. De tantes zijn de zussen van de ouders, belangrijke archetypes in het familie model. Zo was Nephthys de tante van Horus, als een bijmoeder, om hem bij te sturen. Zij kende de geheimen van de duisternis, het medicijn van de duisternis. Zij was de vrouw van Seth, zijn oom. De zus, of de tante, is de twijfel. Zonder de twijfel kan de mens niet leven, want dan is de mens te zeker van zijn zaak, en stort alles in. In de twijfel kunnen dingen groeien en ware vastheid vinden, want de twijfel is open, heeft ruimte. Vriendinnen van de moeder zijn ook een soort zussen en tantes, die net iets verder wegstaan, als een echo ervan. Van al deze dingen is Nephthys een archetype. Trek dingen meer in twijfel. Deze wereld is vastgeklonterd door betweterigheid, overmoedige pseudo-kennis. Dat is de boodschap van Nephthys, de zus van de moeder, als de bijmoeder, ook als een orgaan van de moeder. Zij is het kritische denken als ons dingen worden opgelegd. In de stad leeft men in valse zekerheden, en daarom moet de mens terugkeren tot de heilige onzekerheid, weer de golven in, want Nephthys is ook de godin van het water en de zee. Zij komt alleen de twijfelaars en de onzekeren tegemoet. Die worden door haar opgenomen, niet de betweterigen. Als wij tot de ark komen, tot de kist, de kooi, van Osiris, dan zien we dus deze twee Egyptische godinnen erop staan : Isis, de moeder, als de heilige vermindering, om ons tegen het materialisme te beschermen en allerlei hebzucht, en tegenover haar staat haar zus, Nephthys, als de heilige twijfel, om ons te beschermen tegen overmoedige, vaak roemzuchtige of machtslustige betweterigheid. In die zin hebben wij de kooi dus nodig opdat wij niet over gevaarlijke grenzen heengaan. Als we in de kooi zitten dan denken we misschien : 'Kijk eens naar al die blije mensen buiten. Zij kunnen alles doen, en zij kunnen lekker feesten, terwijl ik hier zit,' maar we zijn onder de bescherming van de gnosis moeder en haar zus. In de Egyptologie stond de kooi van Osiris centraal, wat we in het christendom kunnen terugvinden als de gevangenschap van Paulus, en in het Judaïsme was dat de ballingschap van Jozef. Vrijheid is een illusie. Er moet altijd een bepaalde gebondenheid zijn om de hogere wetten van het leven uitdrukking te geven die er zijn voor ons welzijn en onze bescherming. Ja, de pin gaat diep, het kruis is wreed en bruut, maar er is eeuwig leven op de bodem van de put. Nephthys roept, en wil ons bezielen (nephys, ziel, Hebr.) met haar leven. Maar wie luistert ? Als we om ons heen kijken, zien we bijna niemand echt luisteren, want : 'de zoon is onbegrip en de dochter herhaling.' Dat is een groot raadsel ons gegeven.

De mensheid aanbidt de zoon, het onbegrip, maar dient terug te keren tot de bron, de moeder, de vermindering, en haar zus, twijfel. Hoofdstuk 12. Van Christendom tot Filosofie Job, Ejove, moest komen tot de bitterheid, mer, van de ziel, nephys, oftewel mer nephys. Meri is in het Egyptisch een andere naam van Isis. Job moest dus komen tot Isis en Nephthys, de twee wachters van de ark. Adam werd tot een levende ziel, een nephys chayah in het Hebreeuws. In het Grieks is Gaia van chayah afgeleid, als de moeder aarde en personificatie van de aarde, de moeder van het leven, wat ook de betekenis is van Eva, Havah, wat ook chayah heeft als wortel. Nephthys is de metaforische dood in de Egyptologie. Eva was de andere helft van Adam. Nephys chayah is de wisselwerking tussen dood en leven, tussen Nephthys en Isis, om diepte aan te brengen. Adam kwam tot deze dualiteit en werd zelf deze dualiteit. Nepthys is ook een dualiteit op zich, tussen aarde en zee. Ik had een droom waarin ik in de nieuwe woning was van een vriend van vroeger die mij geholpen had om weg te komen uit mijn zwaar orthodoxe achtergrond. Zijn vrouw was er ook. Ik logeerde daar en ze klaagden erover dat ik teveel electriciteit of een brandstof had verbruikt. Ik werd opgezadeld met een klein kind of baby die nauwelijks kon lopen, en ze hadden het over de Japanse bezetting. De gnosis zei toen dat dit over een hele verre geschiedenis gaat, nog wel vóór het Egyptische wereldrijk, dat er toen ooit een Japans wereldrijk was. Ik was helemaal warm over mijn lichaam, en toen ik wakker werd was mijn lichaam heet. Japan heet in Japan 'Nihon'. Ik zag direct de parallel met het Egyptische 'Nun', de oerdiepte. Nephthys is daar ook een vorm van. Nephthys is verbonden aan het Japan mysterie. In de droom begon alles stil te staan toen het over de Japanse bezetting ging. Daar was de baby ook weer aan verbonden. Als Nun, de Egyptische zondvloed en oer afgrond wordt besproken in de Egyptologie, dan gaat het in diepte om de tijd van de Japanse wereldbezetting. De geschiedenis reikt maar tot een bepaald punt, en daarvoor is er niets meer, maar de mythes gaan dus wel symbolisch of cryptisch over die tijdperken onbekend voor het menselijk oog. Zo gaat ook het verhaal van Noach en de zondvloed allegorisch over dit tijdperk. Van 1895 tot 1945 zagen we van dit wereldrijk een klein stukje terug, toen Japan grote delen van Azië bezet hield. In de jaren 1900 kwam ook het communisme opzetten, wat uiteindelijk heel extreem werd en materialistisch. Het ijzeren gordijn werd opgesteld. Het fundament van het communisme lag al bij Karl Marx in de jaren 1800, maar die had weer zijn wortels in de filosofische verlichting en het Duitse Idealisme, het werk van Immanuel Kant en Hegel. Het is als het tweede bijbelse sprookje van de toverbeker en het toverbordje waarin de dertig prinsen van het land en tien lakeien in wachters voor de heks werden betoverd. Alle prachtige Duitse filosofie werd versteend, vermaterialiseerd en verletterlijkt, van haar rijke sappen afgesneden, en zo ontstond het ijzeren gordijn.

Immanuel Kant predikte de zogenaamde deontologie, de plichtenleer of plicht-ethiek. Deon is Grieks voor plicht. De deontologie werkt vanuit vastgelegde hogere wetten waaraan alles getoetst moet worden, en is dus tegengesteld aan het vooroordeel en het pragmatisme wat alles beoordeelt op het gevoel : als het werkt is het goed, als het niet werkt is het slecht. De deontologie stelt dat het niet om de gevolgen gaat, of iets goede of slechte gevolgen heeft, zoals bij het consequentalisme waarin alles wordt beoordeeld aan de hand van het resultaat. Neen. De deontologie gaat om de oorzaak, de plicht, wat dan ook het gevolg daarvan is. Het gaat daarbij ook om de motieven, en niet de actie op zich. Vaak houdt het juist in dat als het goede gedaan wordt er een groter kruis is. Er wordt niet naar de korte termijn gekeken, maar naar de lange termijn. Deontologie gaat om het offer voor het hoogste goed, ongeacht de tegenstand die komt. Het goede zaad zal uiteindelijk overwinnen, alhoewel het op korte termijn in de aarde moet sterven. Dit zijn natuurwetten. Deontologie gaat om het leven vanuit een hogere wet en ethiek, met een profetisch overzicht en uitzicht, wat dus tegengesteld is aan het materialisme wat directe resultaten wil zien, oftewel het hedonisme, de genotszucht. De deontologie is de gnosiszucht, oftewel de wijsbegeerte. Dit is dus de goede kernen van het gnostische christendom doorvertaald in de (Duitse) idealistische filosofie. Deontologie is dus zonder compromissen, geen water bij de wijn doen, de prijs willen betalen. Hoofdstuk 13. Het Duitse Idealisme wat in de jaren 1700 en 1800 de poort van het christelijke dogmatische totalitarisme sloot Om ons heen zien we telkens schaduwen die voortijdig naar dingen grijpen. Dit zijn emanaties van veel hogere dingen die een beloning zijn van de eeuwige twijfel. Het kost de mens iets om te twijfelen, want de vijand zegt : 'Twijfel niet, maar vertrouw,' en de vijand wil de mens zelfverzekerd maken, eigengerechtig. Het is een pad wat naar de dood leidt. De mens moet aan zichzelf sterven. Nephthys biedt de mens de eeuwige twijfel aan waarin het antwoord is te vinden, in de kern. Zalig zijn de twijfelaars, de onderzoekers, de geduldigen, want de waarheid komt hen tegemoet. De vereeuwiging is haar man, Seth, de oom van Horus, als een deel van haarzelf. Vereeuwiging betekent volkomen. Onze twijfel moet volkomen worden, rijp, en dan zal het vanzelf vruchten voortbrengen omdat we geduld hebben geoefend. Het luisteren moet volkomen worden, en zal de vrucht voortbrengen van het antwoord. Als we het luisteren te vroeg staken, dan komt er een vals antwoord. Elke dag weer wordt de mens misleidt. Hoe kom je aan een bewijs ? Dan moet je eerst loskomen van alle vooroordelen. De eeuwige twijfel en de eeuwige vermindering zijn dus absoluut noodzakelijk in het filosofische model van de deontologie, de plichtsleer. Deze dynamieken zullen dus andere krachten daar tegenin gaan oproepen, want vermindering heeft zijn eigen weelde, en twijfel heeft zijn eigen gnosis. Kant (1724-1804) was de Mozes van de filosofische verlichting wat het tijdperk van het Duitse Idealisme aankondigde. Hij stelde zijn wet van filosofie op, en baande de weg voor de David van het Duitse idealisme, Hegel (1770-1831), die een diep filosofisch dualisme bracht op de filosofische wet te nuanceren. In het dualisme wordt er onderscheiden tussen goed en kwaad, maar ook is het kwaad zelf een dualisme, want er is goed kwaad en slecht kwaad. Omdat je hier al heel snel mee de

mist in kan gaan vanwege betweterigheid, overmoed en zelfverzekerdheid, als een symptoom van luiheid, hebzucht en machtszucht, moest Hegel eerst alles omgooien en in twijfel trekken. We zien hier dus de godin Nephthys verschijnen, de eeuwige twijfel, samen met haar man, Seth, als een orgaan van haar, wat ook doorschemert in haar zoon, Anubis, om de ark te bewaken. Bij Hegel heb je nooit zekerheid. Dat ontstaat alleen als oogst van de eeuwige twijfel. Daarom worden Kant's 'Kritiek van de Zuivere Rede' (1781) en Hegel's 'Fenomenologie van de Geest' (1807) beschouwd als het OT van het Duitse Idealisme. De wet van de filosofie is alleen te vinden in de ark, in de kist, kooi van Osiris. Alles om ons heen bestaat uit projecties. Wij zijn zelf ook opgebouwd uit projecties, en daarom moeten we naar de bron gaan. Die liggen ook om om ons heen. Als we het over het NT van het Duitse Idealisme hebben, dan komen we al snel uit bij Friedrich Nietzsche. Hij predikte het Perspectivisme wat stelde dat dingen op heel veel verschillende manieren gezegd en bekeken kunnen worden, maar dat het niet noodzakelijk zo is dat alle zegswijzen dezelfde waarde hebben. De mens moet dus de heilige hierarchie van principes ontdekken, hun volgorde en chronologie. Dit zeggende opent het de deur voor oneindige mogelijkheden, omdat geen idee zomaar bestempeld kan worden als de exclusieve waarheid. Nietzsche stelde ook dat hoe meer woorden er werden gebruikt, hoe meer er ook weer verborgen werd door de woorden. Hij ontmaskerde de valse betekenissen en waarden van het judeochristelijke wereldrijk, en moest tot de conclusie komen van het nihilisme, maar dan als een noodzakelijke tussenstaat, niet als einddoel. Het heilige nihilisme is gebouwd op het heilige pessimisme, wat daaraan vooraf gaat, om al het valse, gevaarlijke blinde optimisme te reduceren. Het heilige pessimisme is dus een profetisch alarm om te laten zien waar bepaalde dingen op uitlopen. Het mag dan de spelbreker zijn als iemand roept : 'We zitten in het verkeerde schip !', maar het redt wel vele levens. 'Oh, hadden we maar naar hem of haar geluisterd,' is dan wat er vaak achteraf gezegd wordt. Als er valse waarden zijn, moet alles eerst ontwaardigd worden. Hoofdstuk 14. De Nietzschische Filosofie - De Filter van de Hemel Nietzsche beschouwde het ideaal van de ware 'kracht', een woord wat de mensheid vaak gebruikt, als de hoogste geestelijke kracht van het nihilisme, wat in zijn ogen deels vernietigend was (want er is zoveel wat 'vernietigd' moet worden), en deels ironisch. Het heilige nihilisme is in zijn ogen een tussenstaat. Hij viel het geloof aan, want geloof was in zijn ogen slechts het veronderstellen dat iets de waarheid is. Het wordt met de paplepel ingegoten, zoals kinderen vaak gewoon het geloof van hun ouders erven, of later ermee gebrainwasht worden door de media, de regering en het educatieve systeem. Zo bouwt de dwaas zijn huis op zand, en niet op de hogere filosofie. Tot de filosofische verlichting

in de jaren 1700-1800 werd de mens bedolven onder de grenzeloze terreur van het orthodoxe christendom. In de jaren 1600 stelde Spinoza al dat God alleen filosofisch bestaat, als de Rede. Dit werd ook al gesteld in de oorspronkelijke Aramese bijbel, wat later door het Westen werd verdraaid en verletterlijkt, en dat ging allemaal door selectieve vertaling waarin de context werd weggekapt. Het werd een aandeelhouders-club van een bedrijf, niet van de waarheid. Daarom is de definitie van kwaad voor de Duitse idealist 'onlogica', maar wat logica dan is kan alleen door de hogere filosofie beschreven worden. Daar waar dingen oppervlakkig, materialistisch, letterlijk en eenzijdig worden verliest de mens. Er mag dus niet zomaar exclusief 'moreel' naar dingen gekeken worden, maar filosofisch, en omdat je met filosofie al snel de mist in kan gaan door het te simpel te maken is nihilisme een belangrijk fundament, maar dan als tussenstaat. Nihilistische filosofie is dus totaal niet nihilistisch, maar ironisch, verdiepend, om tot hogere waarheden te komen. Het is een vorm van alertheid. Het nihilisme is het schild en pantser van de filosofie. De mens moet afrekenen met al het valse, overmoedige zelfvertrouwen en vertrouwen in de dingen om hem heen. Het leidt tot de dood. De mens moet de diepte van de filosofie in, de Heilige Rede, om zo de ware 'God' te ontmoeten. God is niet gebonden aan de bekrompen, geërfde verstandsnormen van de mens. De mens denkt niet op het niveau van God, en kan het daar ook niet mee vergelijken. Het verstand van de mens is nog steeds in evolutie. Zij die in de heilige gebondenheid leven leven niet meer door het verstand van de mens, en vertrouwen er ook niet meer in. Nietzsche maakte onderscheid tussen het actieve nihilisme wat het nuanceren en kanaliseren is van geestelijke kracht door kennis, en het passieve nihilisme wat niet meer aanvalt, niet meer strijdt, zoals bepaalde vastgegroeide stromingen binnen het boeddhisme. Nietzsche streed in die zin met het boeddhisme. Geestelijke waarden en doelen vervlakken wanneer het passieve nihilisme zijn intrede doet, en dit komt ook veel voor in het christendom, en gaat zichzelf dan vervolgens maskeren in allerlei vertakkingen van het front. Nietzsche stelt dat 2000 jaar christendom daarvoor de prijs nog zal betalen, vanwege de overwaardering van de mens zelf in dit systeem. Hij stelt dat alles nu vals is tot in de wortels : alles is slechts woorden, woorden en woorden, pure verwarring en overgeforceerd. Hij noemt het Engelse, westerse christendom de lichamelijke gymnastiek van absolute horror. Hij noemt het de materialisatie van kleinering en haast, wat de 'beschaving' wordt genoemd. Zijn pessimisme is gericht als een uiting van de nutteloosheid van de moderne wereld, en niet het bestaan en de wereld op zich. Zijn nihilisme is dus actief en selectief, als een oorlogsstrategie. Het is een levend nihilisme, een eeuwig nihilisme, als een tussenlaag van bescherming, als de filter van de hemel. Dit is dus een heel groot verschil. Nietzsche stelt dat er extreem en onfilosofisch nihilisme is wat zo ver gaat door te stellen dat alles nutteloos is, en dan wegzinkt in totale verwoesting en wanhoop, geheel gekeerd tegen de subtiele gevoeligheden en nuances van de filosoof, en is volgens Nietzsche een doodlopende weg. Nietzsche is een creatieve nihilist, geen doodlopende. In de middeleeuwen ontstond de scholastiek, de filosofische theologie van de logica, die dialectisch was : stelling, anti-stelling, samenstelling, oftewel door dualisme en perspectivisme komen tot de hogere waarheid. Waarden moesten volgens Nietzsche eerst geisoleerd worden en niet zomaar op hoge paarden gezet worden om te regeren. In hun isolatie, in hun lage profiel, moesten zij idealistisch gemaakt worden. Ze moesten beschermd worden, en niet zomaar aangevallen. De waarden kunnen zo hun richting vinden en zich vereeuwigen. Dat is de scholastiek van de waarden. Nietzsche stelt dat als er geen laag profiel wordt gehouden en men stelt haastig allerlei instituties op, dan is dat de weg tot veel mislukkingen en misvormingen, want het instituut remt de leeftijd, de ziekte en de criminaliteit niet. Hij stelde dat de huidige beschaving met al zijn overmoedige instituties het probleem is en een natuurlijke vijand. Daarom was hij nihilist, gericht tegen het instituut. Naar het potentieel van de filosofie was hij niet nihilistisch, maar progressief en

idealistisch. De mensheid doet teveel, rent rond als een hysterische Martha, zonder fundament. Daarom spoort Nietzsche aan tot vertraging : Kom tot je zinnen. In dat opzicht is hij als een westerse filosofische boeddha, want hij zegt dat niets doen beter is dan iets doen, en dat heeft in de Nietzschische filosofie natuurlijk een veel diepere betekenis, want hij is allesbehalve passief. Hij bedoelt dat er teveel gevaren in de lucht hangen om zomaar in het eerste het beste schuitje te springen wat langs komt. De mens moet weer waakzamer worden, en dan is het heilige nihilisme als het ideaal van de hoogste geestelijke kracht de noodzakelijke afremmer. Zo niet, dan zal de samenleving het ravijn instorten. De mensheid is gebonden in allerlei krankzinnige onmiddelijkheid, waar Nietzsche tegen strijdt. De wil van de mens is zwak. De mens heeft de gnosis nodig, de hogere filosofie. Een mens is het meest nuttig en bruikbaar voor zichzelf wanneer hij zijn eigen acties zoveel mogelijk inperkt. Minimalisme dus, alleen doen wat nodig is. Hij wijst hierbij op het archetype van de asceet en de hermiet, van de fakir, de persoonlijke, besloten, heimelijke filosoof. Hij stelt dat de mens geen ziekte erft, maar een gebrek aan weerstand tegen de sociale ziekte. Hij zag zichzelf als de goddelijke boodschapper om het medicijn te brengen, de antistof. Hij wilde het volk weer weerbaar maken, maar dan in filosofische zin. Hij moest het daarbij opnemen tegen de goden die over de samenleving heersten. Nietzsche stelt dat de waarde van de krankzinnigheid van de beschaving ligt in het feit dat het het bepaalde normale verschijnselen vermeerdert die moeilijk te onderscheiden zijn onder normale condities, dus eigenlijk maskert de krankzinnigheid zichzelf zo, door 'normaal' over te komen. De eveneens 'normalen' kunnen dit vervolgens niet ontmaskeren. Het is de subtiele terreur van het normale. De mens weet vandaag de dag niet meer wat normaal is. Volgens Nietsche moest de mens eerst weer terugkeren naar binnen door het heilige nihilisme, om zo het gezicht van de hogere filosofie, de hogere rede te zien. Door onnihilistisch, oftewel hyper optimistisch de samenleving te gaan helpen, zonder plan of strategie zou de strop zijn. Er moest een hogere educatie komen, niet door allerlei instituten, maar door de persoonlijke, heimelijke, besloten filosofen. Dit zou een geestelijke oorlog zijn. Hij stelde dat de beschaving in valse vrede leefde. Het leven was voortgekomen vanuit oorlog, en de samenleving zou een middel tot oorlog zijn. Hij stelde dat wat geen heilig nihilisme had, en dus vol was met oververtrouwen, was het ware zwakke en uitgeputte, en dat moest weg. Het had geen nuance. In zijn ogen was het fysiologische onbegrip wat dit niet kon onderscheiden de wortel van al het kwaad. Het menselijk ras was corrupt vanwege dit. Ze herkenden uitputting en zwakte niet als zodanig. Ze draaiden alles om, beoordeelden het materialistisch in hun krankzinnigheid, niet analytisch-filosofisch. De ware zwakken waren in zijn ogen degenen die alle waardensystemen en wetten hadden opgezet in hun overmoed en machtslust om zo hun instituties op te richten. Het waren poppenkramen. Hoofdstuk 15. Het symptoom van de zelfvernietiging Nietzsche noemde als symptoom van de zelfvernietiging van hen die zichzelf niet wilden redden door de hogere filosofie : de romantiek die smult van literatuur maar geen aandacht besteed aan de diepere filosofie ervan. Alle veelgebruikte show-woorden van de romantiek zijn volgens hem slechts vlaggen, en geen realiteit. Het zijn aandachtstrekkers, zonder diepe inhoud. Er liggen

volgens Nietzsche heel wat romantische gevaren in het pessimisme, namelijk dat van het zelfmedelijden, wat op den duur zelfs religieus kan worden. Tot de romantiek behoorde volgens Nietzsche ook het protestantisme, wat door hem 'de homeopathie van het christendom' werd genoemd. De romantiek van de jaren 1800 waarin hij leefde (1844-1900) vond hij losbollig, niet timide genoeg, en het ontbrak aan eerbied. Als filosoof stond Nietzsche tegenover de vijanden van de romantische en het sentimentele idealisme. Hij prees Hegel voor zijn succes in het gevecht tegen deze twee machten van hun tijd, terwijl ze geloofden dat superieure rede altijd aan de overwinnende kant stond, wat een fatalistisch geloof was. Nietzsche probeert alles een beetje te sussen, dat het beter was kunst in kunst te zoeken dan zomaar allerlei instituties op te zetten om kunst te gebruiken voor reformatie binnen de politiek en de samenleving. Hij waarschuwde tegen de centraliserende ijdelheid die alle aandacht en interesse persoonlijk naar zichzelf haalde in plaats van dat het om de kunst zelf ging. Hij waarschuwde ook tegen het ondergeschikt zijn aan de propaganda van sociale ideeën. Hij stelde dat het geloof in het zelf de zwaarste keten was, en als de bijbel ook nog eens had gezegd dat de mens onschuldig zou zijn, dan waren de mensen goden. Hoofdstuk 16. De Ontsluiering van Nephthys - Verloren Gegane Tijdperken en de PsychoFilosofische Egypto-Judeo-voorchristelijke Nephthys Dat wat de mens nu aan geschiedenis heeft opgeslagen is nog geen 1 procent van wat er ligt, en zo is het ook met de Egyptologie. Nun en Nephthys, de personificaties van de E-gyp-tische (geb, qebu, ark, oftewel de arkologie) oerafgrond en oerzee, kwamen oorspronkelijk via Japan (Nihon, nhn) tot Egypte in de verloren gegane geschiedenis. Eerst was er een Japans wereldrijk, vele duizenden jaren geleden, en daarna een Egyptisch wereldrijk, en zo kwam dus Nephthys, Zij die doet afdalen, de godin van de oerduisternis, tot Egypte. Ook Yehovah betekent de afdalende in het Hebreeuws, waardoor er een Egyptische verbinding met Nephthys ligt, en de levende ziel die Adam ontving vanuit de diepte van de aarde bij de schepping werd in het Hebreeuws genaamd de nephys, en dit begrip kwam telkens weer terug in het OT. Job moest door de nephys tot ontwaking komen, tot een hoger bewustzijn. Dit was oorspronkelijk Egyptische filosofie, maar later werd het steeds meer corrupt gemaakt. Waarom zitten we dan tot onze nek in het Amerikaanse judeo-christelijke wereldrijk, en worden de Egyptische fundamenten veelal verscholen gehouden ? Omdat Israel eens een groot wereldrijk was vóór de huidige en bekende geschiedenis. Vandaar dat alles in deze wereld om Israel draait, vanwege de ongrijpbare geheimen die daar liggen. Zelfs de islam is op het Israelitische fundament gebouwd. Ook met Israel is het zo dat de mens er nog geen 1% geschiedenis en bijbehorende mythologie en legendes aan heeft overgehouden, maar in die 1% ligt de rest wel gecodeerd, en dat kan alleen ontcijferd worden in de grotere context van de Egyptologie. Na Egypte kwam Israel. Nephthys, de Egyptische godin van de metaforische en filosofische dood, kwam ook terug in de Judaïstische bijbel als 'nephys', wat 'dood' en 'ziel' betekende.

Leviticus 22 4Geen van Aärons nakomelingen, die melaats is of een vloeiing heeft, zal eten van de heilige gaven, totdat hij gereinigd is; evenmin hij die iets aanraakt, dat onrein (tame) geworden is door een dode (nephys), of iemand die een zaaduitstorting heeft, Zulke dualistische teksten komen wel meer voor in het OT, waar tame en nephys in één adem worden genoemd. Onreinheid, tame, is in het Hebreeuws ook verbonden aan de voorhuid. Vandaar dat de Israelieten de besnijdenis als traditie in ere houden. Laten we naar de Egyptische context kijken : Tame, tam, betekent in het Egyptisch 'voorhuid' als een voorhangsel, als een sluitsel, de obscuriteit, het verborgene. Het zijn ook grafklederen. De Egyptenaren hadden een veel groter respect voor de dood dan de Israelieten. Tm betekent namelijk compleetheid, het geheel. Nephthys was daarom een poort tot de samenhang. Psalm 17 7Maak uw gunstbewijzen wonderbaar, Verlosser van hen die voor tegenstanders schuilen bij uw rechterhand. 8Bewaar mij als de appel van het oog, berg mij, in de schaduw van uw vleugelen, 9voor de goddelozen die mij overweldigen, voor mijn vijanden van nephys die mij omsingelen. Het zijn dodelijke vijanden of vijanden van de dood, van nephys, vijanden van Nephthys, oftewel vijanden die strijden tegen de verborgenheid, terwijl Nephthys verborgenheid is waarin de mens aan zichzelf kan afsterven. In het Aramees is de ziel en de dood ook nephys, nps. Het kan ook het doden als een werkwoord betekenen, en begrafenis monument. Genesis 1 2De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag op de oerdiepte, en de Geest Gods zweefde over de wateren. In het originele Aramees, een moedertaal van het Hebreeuws, is dat wat het westen vaak in 'geest' vertaald R'W, wat duisternis betekent, en wat ook de Egyptische schepper is (ook wel Ra of Re genoemd). In het Hebreeuws is dit ruw-ach, als de schaduw of duisternis van rw. De oerdiepte is in het Aramees de thwm, thm, ook afgeleid van het Egyptische 'tam', de compleetheid, het verborgene. Ook in de christelijke traditie die oorspronkelijk Aramees was werd de godin van de duisternis, nps, nephys, vereerd, maar dit was puur metaforisch, oftewel psycho-filosofisch, want de nephys betekende ook 'het zelf', en die was alleen ironisch gezien in de dood van het zelf te vinden. Het was het dualisme tussen leven en sterven, tussen water en aarde, wat ook weer symbolen van de dualistische Egyptische Nephthys waren. 3 Johannes 1 2Geliefde, ik bid, dat het u in alles wel ga en gij gezond zijt, gelijk het uw nps, nephys, (zelf, ziel,

leven, dood) wel gaat. In het Aramees is het 'wel gaan' het komen en voortstromen van profetie. Het gaat er hier dus om je af te stemmen op de 'godin' oftewel je hogere levengevende zelf, door het sterven aan jezelf, waardoor profetie geoogst wordt, oftewel de hogere kennis. Gezondheid is in het Aramees de compleetheid, wat in het Egyptisch het verborgene is, waar Nephthys leeft. I Petrus 2 11Geliefden, ik vermaan u als bijwoners en vreemdelingen, dat gij u onthoudt van de vleselijke begeerten, die strijd voeren tegen uw nephys, ziel. Hier zien we weer de vijanden die strijden tegen het Nephthys principe. Zij willen niet sterven aan zichzelf. Petrus roept op om aan de kant van Nephthys te staan door jezelf af te scheiden van genotzoekers. Hebreeen 10 Aramees: 39Doch wij hebben niets van doen met nalatigheid, die ten verderve leidt, doch met volharding tot nephys die bezit neemt, wat ons laat terugkeren tot onszelf, onze ziel in bezit nemende. Er wordt hier gezegd dat het Nephthys is die redt, niet zomaar als een godin of afgod, maar als een psycho-filosofisch principe waarin het zelf waarlijk ontstaat door aan het zelf af te sterven, oftewel de ontwaking tot de samenhang van alles in het verborgene. Het westen heeft dit heel slap vertaald in : 'Doch wij hebben niets van doen met nalatigheid, die ten verderve leidt, doch met geloof, dat de ziel behoudt.' Maar dit was de versluiering van Nepthys, waardoor Zij haarzelf beschermde, als een oorlogs-strategie. Aramees : 38en mijn rechtvaardige zal uit volharding leven; maar als hij nalatig wordt, dan heeft mijn nephys (Nephthys) in hem geen welbehagen, dan zal nephys hem niet uitverkiezen (vgl. de uitverkiezing en opname door de valkyries in de germaanse religie). De westerse vertalingen zeggen vaak onterecht : de rechtvaardige zal uit geloof leven. Geloof is nalatigheid. De mens moet minder vertrouwen en meer volharden. Zo keert de mens terug tot Nephthys. Geloof is een vijand van Nephthys. Marcus 14 Aramees : 34Mijn nephys is zeer ruw en kortaf, tot stervens toe. 35En Hij ging een weinig verder, en Hij wierp Zich ter aarde en bad, dat, indien het mogelijk ware, die ure aan Hem zou voorbijgaan. Dit gaat over Jezus in de hof van Getsemane. Nephthys was al bezig hem te laten afdalen tot de onderwereld, opdat hij aan zichzelf en het leven om hem heen zou afsterven. Het is hetzelfde wat Nephthys met R'w, Ra, Re, deed in de Egyptologie. In Marcus 12 en ook op andere plaatsen in de originele Aramese bijbel kan de mens alleen door de

volkomenheid van nephys (Nephthys) God liefhebben, oftewel met de gehele ziel, wat betekent door de volkomen dood aan het zelf in de isolatie, want God is gewoon de personificatie van de psycho-filosofische samenhang die hierdoor geopenbaard wordt. Marcus 8 36Want wat baat het een mens de gehele wereld te winnen en nephys (Nephthys) zou verliezen ? Matteus 12 18Zie, mijn knecht, die Ik verkoren heb, mijn geliefde, in wie mijn nephys (Nephthys) een welbehagen heeft; Ik zal mijn R'w (Ra, Re) op Hem leggen. Dit is de uitverkiezing door Nephthys, of door de amazone strijdgodinnen in de Germaanse religie, als een beeld van het hogere zelf wat ontwaakt als het lagere zelf is afgedaan als een sluier. Hoofdstuk 17. Isis en Nephthys in het Nieuwe Testament In de pyramide teksten (PT) van het oude rijk, in uiting 4 staat : Recitatie door Nut (de hemel gepersonificeerd als een vrouw) : Oh, koning, Ik heb aan jou gegeven je zuster Isis om je vast te houden en om je je hart te geven voor je lichaam. En in uiting 5 staat : Recitatie door Nut (de hemel gepersonificeerd als een vrouw) : Oh, koning, Ik heb aan jou gegeven je zuster Nephthys om je vast te houden en om je je hart te geven voor je lichaam. Het hart is 'ab' in het Egyptisch (jb) en betekent het begin, de voet (de letter b). In uiting 628 van de PT in paragraaf 1786 zegt Nephthys deze woorden zelf tot Osiris, dat ze gekomen is om hem zijn hart te geven. Het christendom was oorspronkelijk een filosofisch stelsel, niet wat ze er nu van gemaakt hebben. Hoe kunnen we uit de ijzeren greep van het huidige, corrupte christendom ontsnappen ? Er is geen directe weg uit. We moeten er dieper in om naar de oorspronkelijke Egyptische filosofie terug te keren. M.a.w. het moet ontcijferd worden. Het kan niet zomaar weggegooid worden, want het is een stalker. Isis en Nephthys in het Nieuwe Testament :

Matteus 22 :37 IESOUS (Isis) zeide tot hem: Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw NEPHYS (ziel, dood aan het zelf, Nephthys) en met geheel uw verstand. 38Dit is het grote en eerste gebod. 1 Tessalonicenzen 5 23En Hij, de God des vredes, heilige u geheel en al, en geheel uw geest, NEPHYS (ziel, Nephthys) en lichaam moge bij de komst van onze Here IESOUS (Isis) Christus blijken in allen dele onberispelijk bewaard te zijn. Het Egyptisch is de moedertaal van zowel het Grieks als het Aramees. In het Aramees werd het Egyptische hart, ab, jb, tot lb. Het westerse christendom is dus een versluiering van Isis en Nephthys, als een oorlogsstrategie. Zo beveiligden ze zichzelf. In het oorspronkelijke Aramees-Griekse NT zijn ze weer terug te vinden, want de taal van het Jezus-personage was Aramees. In het Aramees heeft Jezus vrouwelijke kwaliteiten, zoals het hebben van een baarmoeder, wat ook weer de Isis wortels laat zien van 'Iesous'. In die zin kunnen we verklaren waarom de orthodoxe kerk vasthoudt aan de goddelijkheid van Jezus, want in diepte gaat het dan om Isis. Jehovah, de afdaler, wijst op Nephthys, de godin die laat afdalen, die in het NT Jezus liet afdalen in de hof van Getsemane, waar het woord 'nephys' wordt gebruikt met dezelfde betekenis : 'Mijn 'nephys' leidt mij tot de dood.' (Marcus 14:34) Matteus 22 :37 IESOUS (Isis) zeide tot hem: Gij zult de Here, uw God, liefhebben, AGAPAO (Geb), met geheel uw hart en met geheel uw NEPHYS (ziel, dood aan het zelf, Nephthys) en met geheel uw verstand. 38Dit is het grote en eerste gebod. Liefhebben, agapao. De liefde is verbonden aan de baarmoeder in het OT. Agapao, gp, leidt helemaal terug naar de Egyptische baarmoeder, de aarde, Geb. De aarde is de baarmoeder van de hemel, Nut. Vandaar dat Nut en Geb bij elkaar horen. Maar zij moesten eerst van elkaar gescheiden worden opdat er onderscheidingsvermogen zou zijn. 1 Johannes 5 3Want dit is de AGAPE, liefde, oftewel het oorspronkelijke Egyptische GEB, Gods, dat wij zijn geboden bewaren. Geb, of in het Aramees de Qebu, is de ark waarin de tafelen van de wet liggen. Vandaar dat we alleen in Geb, in agape, de baarmoeder, de geboden kunnen bewaren. Dit is de kooi, kist, van Osiris die in de Nijl werd geworpen tot de heilige verdrinking waarin de mens aan het lagere ego afsterft, net zoals Mozes in een biezen mandje in de Nijl werd gelegd om zo te komen tot de Egyptische filosofie. 1 Johannes 4 8Wie niet agapao, liefheeft, GEB niet heeft, kent God niet, heeft geen gnosis, want God is agape, GEB, liefde, de baarmoeder. 7Geliefden, laten wij elkander liefhebben, agapao, GEB, want de liefde, agape, GEB, is uit God; en een ieder, die liefheeft, agapao, GEB, is uit God geboren en kent God. Hier wordt het ook duidelijk dat GEB de baarmoeder van God is, van de hemel (NUT), en tot

kennis leidt. Het gaat er niet om wat op een stukje papier staat geschreven duizenden jaren geleden, maar omdat stijfkoppige christenen nog steeds denken dat de westerse bijbel het Woord van God is is deze exegese belangrijk om te laten zien waarvandaan het gestolen is. Het is de ontmaskering van de dief die de psycho-filosofische schatten geroofd en omgesmolten heeft. Het zijn valsemunters. Het westerse christendom is een cultus van grafrovers. 1 Johannes 3 16Hieraan hebben wij de liefde, agape, geb, leren kennen, dat Hij zijn leven, nephys, voor ons heeft ingezet; ook wij behoren dan voor de broeders ons leven in te zetten. In het Egyptisch is de liefde ab, abeb en geb, wat in het Aramees werd tot hwb, en in het Grieks tot agape. Iesous, oftewel Isis, gaf Nephthys aan ons, de dood aan het zelf. Zo hebben wij geb leren kennen. Dit zijn allemaal psycho-filosofische archetypes die samenwerken in het zelf. De mens moet oppassen voor gevaarlijke misleidende camouflages die er zijn om de mens te testen. Daarom moet de mens de diepte van de exegese in, de etymologische schrift-uitleg, de krokodil, de sebek in het Egyptisch, een vorm van geb, seb. Dit is het verborgen manna wat in de ark werd bewaard. Openbaring 2 17Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt. Wie overwint, hem zal Ik geven van het verborgen manna, en Ik zal hem een witte steen geven en op die steen een nieuwe naam geschreven, welke niemand weet, dan die hem ontvangt. Het is het verborgen manna, de verborgen exegese, niet datgene wat publiek in de kerken verkocht en gepredikt wordt. Gij zult de meerderheid niet in het kwaad, de onwetendheid, volgen. Het kost wat om tot Nephthys, het verborgene, te komen. Het is een strijd. De mens moet overwinnen, oftewel onderscheiden en ontcijferen. Het is niet het voor de hand liggende. Wie een oor heeft, die hore. Het verborgen manna, mnn, mn, van het Egyptische 'amen', het verborgene, kan zoals in het Egyptisch gebruikelijk is ook andersom gelezen worden, als nm, nema of name. De nema is het op en neer gaan van het water van Osiris, als aser-nema, of suri-nema. Nema is ook de roep van de overwinning (nema, nhm). In de Afrikaanse mythologie is Nema, of Nyami, Name, een riviergodin die water in bloed verandert, wat ook een teken is van het sterven van het ego. Dit is dus in diepte waar Suri-Name voor staat, wat ook weer terugkomt in het boek Openbaring en het wonder te Kana. Veel van de Afrikaanse 'goden', psycho-filosofische principes, zijn overgewaaid naar Suriname. Dit kan allemaal plaatsvinden binnen het perspectivisme (Nietzsche). 1 Johannes 3 11Want dit is de verkondiging, die gij van den beginne gehoord hebt: dat wij elkander zouden liefhebben, agapao, Geb. Geb is dus hetgene wat tussen de mensen in moet zijn, naar elkaar toe, als een baarmoeder. Het mag niet ontbreken. Als het ontbreekt, dan gebeuren er de grootste ongelukken. Het is een schande dat deze oorspronkelijke egypto-judeo principes werden ondergesneeuwd door het huidige westerse christendom. Geb is ook ab in het Egyptisch, het hart, het begin, oftewel de etymologie, die vandaag de dag nog nauwelijks geleerd wordt. 1Ziet, welk een liefde, agape, geb, ons de Vader heeft gegeven, dat wij zonen Gods genoemd worden, en wij zijn het ook. Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent. Door agape, geb, door de baarmoeder, de ark die de geboden en de etymologische exegese bewaard,

worden wij tot zonen van God. 2Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen; maar wij weten, dat, als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem gelijk zullen wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is. Wat betekent dat dat we als god zullen zijn ? Het is gewoon de psycho-filosofische ontwaking van het zelf. Deze teksten waren nooit letterlijk. Ze zijn letterlijk gemaakt door machtszuchtige kerkleiders van de kermis van het lagere ego. Het hogere zelf is dat van de context. Hebreeen 10 24En laten wij op elkander acht geven om elkaar aan te vuren tot agape, geb, en goede werken. Hoofdstuk 18. Sokar Psalm 141 3 Here, stel een wacht voor mijn mond, waak over de deuren van mijn lippen; 4neig mijn hart niet tot iets kwaads om in goddeloosheid boze daden te volvoeren. David vroeg om een wachter voor zijn mond. Dit gebed werd duidelijk verhoord in de vorm van zijn zoon, Salomo die verschillende filosofische arsenalen opende om de mond te bewaken en te zuiveren. In de Egyptologie moest Osiris in de onderwereld tot Zokar gaan, de wachter van de mond, en zelfs tot deze wachter worden, die leefde in de diepte van de wildernis, in een grot boven de poel des vuurs. Alleen zo kon Horus, zijn zoon, hem opnemen (PT uiting 364, paragraaf 620 ; uiting 532, paragraaf 1256-1257). De zoon is een onderdeel van de man zelf. In het NT kwam de wachter van de mond als Paulus. Ook in het Aramees heeft skr deze betekenis van de mond sluiten. Ook betekent het afgezonderde, hermiet, wat Zokar ook was. Die wachter van de mond staat niet zomaar op zichzelf, anders zou het corrupt kunnen worden. Zokar was het perspectivisme, de context, wat Osiris bereikte door aan zichzelf af te sterven. Alleen dit kon zijn mond bewaken. Kortzichtigheid kan de mond niet bewaken. PT, uiting 535, paragraaf 1289 : Als hij leeft onder de levenden, dan zal Sokar onder de levenden leven. Dit gaat over het hogere collectief, oftewel de context. Osiris kon alleen ontwaken, onderscheiden, in zijn Sokar gedaante, waardoor hij door Horus, zijn zoon, opgenomen kon worden in de boot van Sokar. Dit is dus ook de sleutel op de zogenaamde opstanding en opname van Jezus in het NT te begrijpen. Vandaar dat Jezus niks is zonder Paulus. Paulus stond voor de wachter voor de mond, de

Sokar (PT, uiting 645, 647). In spreuk 474 van de coffin texts (CT) van het midden rijk wordt duidelijk dat Sokar een visser met een net is, wat ook een beeld is voor de context. De vissen zijn een beeld van de eenzijdigheden. Op het Sokar festival moeten de valse goden verslagen worden, en moet de aan zichzelf gestorvene komen tot zijn hogere zelf (CT, spreuk 245, 275, 419). Jezus als de visserman, de visser van zielen, is een beeld van Sokar. Ook Jezus ging de wildernis in om zich af te zonderen, net als Sokar. Als we tot de ark naderen, dan naderen we niet tot een object, want dat is slechts een metafoor. We naderen tot de context en het perspectivisme. Hoofdstuk 19. Het Mandela Effect, de Meersporige Geschiedenis en het Prehistorische Egypte De ironische schepping Ons archief over prehistorische geschiedenis (huidig, atlantis, pre-atlantis) ligt boordevol informatie, en er komt telkens meer bij, en het moet eruit, het moet stromen. Dit is in het verleden slechts deels gebeurd. Veel bleef achter in het archief, maar nu met wat nieuwe informatie kan er weer wat uitgestort worden om door te stromen. Geschiedenis is niet éénsporig zoals materialisten denken. Vele mensen breken hun hoofd over het nadenken over hun verleden wat iemand gezegd of gedaan zou hebben buiten hen om, maar de geschiedenis bestaat in vele sporen. Het zijn energie-stromen. Dit komt omdat de mens zit opgesloten in zichzelf, als in een virtual reality kamer met een masker op met een vizier. Het is een gesimuleerde werkelijkheid. Van elke persoon zijn er dus meerdere exemplaren, en dan hebben we ook nog eens te maken met 'projected identities', de P.I.'s die mensen in hun hoofden over anderen maken. Zo ontstaan er hele andere werkelijkheden, en zo schept de mens dus ook. De mens is zo een poppenmaker. Hij verzint van alles over andere mensen in zijn hoofd, en dat is voor hem de realiteit, en zo ontstaat zijn poppenwereld. Het zijn allemaal energie banen. Alles is voortdurend veranderende en stromende energie, wat zichzelf ook telkens weer opsplitst, zodat er dicht tegen elkaar aanliggende parallelle realiteiten ontstaan, maar dat wil niet zeggen dat de mens er dan maar op los mag aanrotzooien. Neen. Er zijn wetten voor. Het is niet zo dat je kan zeggen : 'Oh, alles is toch meersporig, dus ik kan er gewoon op los liegen en op los roddelen, want alles heeft zijn eigen waarheid.' Neen. Er zijn namelijk kern-schakels waar de mens niet vanaf mag wijken. Je mag een persoon nooit vals beoordelen en een pop van hem maken. Als je van een persoon je eigen schepping gaat maken in je hoofd, dan wil dat niet zeggen dat die schepping waarheidsgetrouw is en goed. De leugen regeert, en de leugen heeft al menig mens de vernietiging in geholpen. Wel is het zo dat ieder mens een schaduw-zelf heeft wat als een tikkende tijdbom hem probeert naar de afgrond te helpen. Het is dus een puzzel die binnen een bepaalde tijd opgelost moet worden. De mens zit opgesloten in een gevaarlijk ei, een metalen ei.

Als de mens het ei niet op de juiste tijd uitkomt, dan zal het ei de mens verslinden. Wel is het zo dat door de wet van emanatie, oftewel die alle hoge vormen tot lagere vormen projecteerd, deze schepping heeft gemaakt, en wat ook de enige weg is om de hogere schepping te doen laten doorkomen. De schepping is dus 'ironisch'. Het perspectivisme stelt : Ja, dingen kunnen op verschillende manieren beleeft worden en uitgelegd, van verschillende perspectieven bekeken worden, maar er blijft een bepaalde hierarchie in, m.a.w. we kunnen er niet op aan rotzooien. Het is aan strenge, ijzeren wetten onderworpen. Ons archief ligt vol van techno-robotisch gechanneld materiaal, m.a.w. channelings die aan strenge veiligheidsvoorschriften voldoen, demonologisch verantwoord. De materialistische wetenschap maakt gebruik van beperkte materiele werktuigen om de geschiedenis die weg is te beoordelen, maar ze zien een heleboel dingen over het hoofd, hebben geen nuance. Er staan teveel invloeden bloot op de geschiedenis die ervoor zorgden dat het onmogelijk was door zuiver materiele middelen een beeld te schetsen van hoe het is gegaan. Dit komt ook omdat we in de matrix leven, en de geschiedenis is dus sowieso niet éénsporig. Vandaar dat de geschiedenis alleen maar benaderd kan worden door de robo-demonologisch-metafysische wetenschap. 'Oh, ik heb even niets te doen, dus ik ga maar even channelen,' heeft daar niets mee te maken. Channeling komt alleen wanneer het absolute noodzaak is, en dat valt dan ook met geen mogelijkheid te stoppen. Hierin is het belangrijk niet nazi-religieus te worden, maar perspectivistisch, in de zin dat dingen op verschillende manieren uitgelegd kunnen worden, vanuit verschillende perspectieven, op verschillende sporen, maar dat hier wel weer een bepaalde hierarchie in kan zijn, of volgorde, chronologie. Perspectivisme heeft wel een duidelijke demonologie, oftewel beveiligingsleer. Toen het Zwaard van Tazamiel in ons netwerk uitkwam werd hierover gezegd : ---------begin ingekorte brief/ gesprek (vele jaren geleden) 'Hier gaat het over de aardgeschiedenis ingedeeld in 3 delen : Het Dorga-Tijdperk, oftewel Indiaanse Tijdperk, daarna het Atlantische Tijdperk, waarin 'God' (goden, principes) sprak(en) door het boek de Troiade, voorloper van de Bijbel (een oudere broer om het zomaar eens te zeggen), en daarna deze schepping. In de Ascension-Wereld noemen ze dat eerste tijdperk Lemuria. Ik weet niet of je daar weleens van gehoord hebt, of van 'Mu'. Sommigen zeggen dat dat rijk tegelijkertijd met Atlantis bestond, en anderen zeggen (net als ik) ervóór ... De naam Lemuria heeft bij mij op de een of andere manier nooit geklikt. Ik heb het idee dat ze iets willen laten infiltreren in de geschiedenis, of dat demonen het hebben verdraaid. Ik heb er nooit een goed gevoel bij gehad. Altijd zoiets van : dat klopt niet helemaal. Ze worden bedrogen met die naam. Er is altijd tegen mij gezegd : blijf er vanaf, want het klopt niet. Aliens van Lyra (Vega-districten) hebben het zaakje op aarde opgezet, temidden tussen die toestanden van Dark-Pleiadians, Orions en Reticuli's, Nor(d)ics enzo, en later mixten ze met de Neptunians voor Atlantis. Ik heb het idee dat de term Lemuria een slavencode is. Ik geloof niet dat het ooit heeft bestaan, maar dat het een nieuwe truc van de duvel is. Ja, het was indiaans in den beginne, maar NIET Lemuria. Er zijn genoeg Lemuria-fanaten op het web, en ik denk dat ze misleid zijn. Het is een halve waarheid. Maar goed, ik hoop ooit eens klaar te komen met mijn Dorga-werk, voortbouwend op dat spul en de inspiratie van dat hele Loek Kooimangebeuren. Zoiets als : het verbreken van de Lemuria-code. Ik heb gevoel dat het hier een stuk inlegkunde is. Ik heb hier sinds jongs af aan dromen over gehad, zeg maar gerust verschrikkelijke doodsnachtmerries. Vooral als ik ziek was kwamen ze telkens weer terug, altijd dezelfde dromen, en dat ging over doodgaan en in de onderwereld terechtkomen etcetera, maar toen snapte ik er nog geen barst van, en dat was heel eng, want ik zweefde gewoon tussen de aarde en andere dimensies, en kon rechtstreeks in de geschiedenis kijken. Jaren later heeft die energie zich ontwikkeld als in een

soort vertaling, kreeg ik aanvullingen e.d., noem maar op. Het enge in die ascensie-groepen vond ik altijd dat ze het vrijwel NOOIT over toetsen hadden of exorcisme, typisch dat New Age channelen, wat gewoon echt levensgevaarlijk is. Het had vaak gewoon geen mechanisme, maar waren gewoon van die opblaasboten waar je de oceaan nooit mee over zou kunnen komen. Maar goed, ik moet nog steeds afkoelen van die lui ... Wat ik ervaar in die laag van het Indianisme : rust, rust, en nog eens rust, eindelijk thuis na een lange reis. Ik heb op dit level gewoon een enorm gevoel van volkomenheid en diepe verzadiging, omdat mijn verschrikkelijke nachtmerries die als raadsels tot mij kwamen toen ik nog heel jong was (lagere school en daarvoor) nu eindelijk op zijn plaats komen en stapje voor stapje uitgelegd worden, duidelijk worden. Ik werd van die nachtmerries altijd gillend wakker, ... maar goed, eindelijk zijn ze tot rust gekomen ... Alles stapje voor stapje ... Wel weet ik dat alles zich zal moeten doorvertalen, integreren, etcetera ... We zijn er nog niet. Maar het zijn in ieder geval bakens waarlangs we kunnen gaan vibreren, waarlangs en waartussen. Het zijn belangrijke fundamenten voor de rest van de eeuwigheid. -------------------------------einde bericht De brief ging dus over het doorbreken in de Dorga zone (Wat de New Age Lemuria noemt). Het Zwaard van Tazamiel zegt hierover in vers 48 : 48. (..) De vierde Eeuwige Engelen-Bediening is de Tazami'else. Zij leiden u tot de geschiedenissen, zoals de engelen-geschiedenissen en de andere geschiedenissen zoals de voorbijbelse geschiedenissen. Er zijn meerdere scheppingen geweest voor deze, en meerdere eindtijden. Toen sprak God (goden, principes, red.) door een boek genaamd de Troiade. De Troiade is dus eigenlijk de voorloper van de Bijbel. Dit was in het Atlantis-Tijdperk. Vaak ging de aarde door vuur, ijs of water ten onder. Ook daarvoor, in het Dorga-Tijdperk, oftewel het Indiaanse Tijdperk, waarin God door de Dorga sprak, door sommigen het oudste boek van de aarde genoemd. (..) In Goddelijke termen wordt er weleens symbolisch over deze drie boeken gesproken als de Vis, de Vrouw en het Woord. Veel van zowel de Dorga als de Troiade is verloren gegaan. De Tazami'else Eeuwige Engelen-Bediening leidt terug naar de voorgeschiedenis van God. Het zijn de gastheren en gastvrouwen van Gods geheimen en verborgenheden. Tot zover het fragment uit het Zwaard van Tazamiel. Prehistorische geschiedenis : circa 18.000 BCE : 100-jarig Japans wereldrijk 300-jarig Egyptisch wereldrijk 500-jarig Israelitisch wereldrijk Bespreking 300-jarig Egyptisch wereldrijk : jaksels : prehistorische roofvogels, veel groter en dikker dan arenden. (zwart of lichtere kleuren) - woestijnvogels religie gebaseerd op de jaksel en vrees en eerbied voor de dood : jaksel-goden : Horg - god van de lucht Terag - god van de oorlog Posseia - godin van de zee

Navel/ Naphel - godin van de duisternis, dood Isab - godin van de zee, dood, verdrinking, hakte het geslachtsdeel af van Horg, en schiep Org vanuit het bloed. Er is dus geen mannelijk zaad aan te pas gekomen. Org - zoon van Isab. bijmoeder : Navel. Mut - godin Spania - godin van de kennis, wijsheid huis van de jaksels, scheppersgoden : Omer - god van de schepping en de wet Om - god van de schepping en de bouw Leven in een schijnoorlog met elkaar. Het principe van de schijnoorlog wordt beschreven in de tweede bijbel : 'Ook voerden zij oorlog tegen anderen van die duistere stammen, maar deze oorlogen waren slechts schijn. Door schijnoorlogen werden er contacten gelegd en door schijnoorlogen werden deze contacten verder uitgebouwd, tot in de diepste vriendschappen. Door schijnoorlogen beschermde men elkaar.' godendynastieen : 1. Om 2. Omer 3. Org vgl. huidige egyptologie : 1. ra, 2. osiris, 3. horus en christendom : 1. jehovah, 2. jezus Atlantis II tijdperk : (Barabbas tijdperk) circa 200.000 BCE - 100.000 BCE Atlantische oervormen : 800-jarig Japans wereldrijk 12.000 jarig Egyptisch wereldrijk 700-jarig Israelitisch wereldrijk Atlantisch Egypte : religie gebaseerd op de haré's, zeevogels, grote atlantische, prehistorische roofvogels, veel groter dan arenden, en ook groter dan jaksels. goden : Igmus en Ogmus, die met elkaar in schijnoorlog leven (vgl. de schijnoorlog tussen Osiris en Seth, en de schijnoorlog tussen Judas en Jezus in het gnostische evangelie van Judas.) Atlantis I tijdperk : (Simsonitisch tijdperk) circa 250.000 BCE - 200.000 BCE Er wordt in het archief telkens v/o of vo/ gebruikt, wat kan betekenen : van de oervorm van deze volkeren. Allereerst betekent het : 'voorouders'.

Atlantische oervormen : wereldrijk 1. Skullias - v/o vikingen wereldrijk 2. Skelettias - v/o germanen wereldrijk 3. Repremanten - v/o Afrika wereldrijk 4. Yaslavia - v/o Joden wereldrijk 5. Yantia - v/o Arabieren wereldrijk 6. Tartessianen - v/o Romeinen wereldrijk 7. Tartarianen - v/o Grieken Pre-atlantisch tijdperk II (Dorga tijdperk, indianische tijdperk) circa 800.000 BCE - 250.000 BCE Pre-atlantische (indiaanse) oervormen : Dit zijn dus indiaanse volkeren : wereldrijk 1. Idus vo/ Afrika wereldrijk 2. Yuvos vo/ Arabieren wereldrijk 3. Yabamun vo/ Joden wereldrijk 4. Refrentias vo/ Vikingen wereldrijk 5. Cherips vo/ Germanen wereldrijk 6. Ekkretenen vo/ Grieken wereldrijk 7. Ekressenen vo/ Romeinen wereldrijk 8. Platun vo/ Duitsers (main city : Polam) Pre-atlantisch tijdperk I (Amazone tijdperk, matriarchische tijdperk, miljoen jaarse tijdperk) circa 1.800.000 BCE - 800.000 BCE Hoofdstuk 20. De Psycho-filosofische Hosea : 'Gij had iets vergeten. Gij had iets over het hoofd gezien.' Een groot deel van het boek Hosea gaat over zijn strijd met Efraïm, een beeld van het Noordelijke rijk van Israël, zoals de profeet Jesaja dat ook aangeeft in zijn boek (7:17). Het Noorden is in het Hebreeuws altijd een beeld geweest van het verborgene. Hosea moest met Efraïm, het verborgene, strijden, om tot het verborgene te gaan, om te komen tot de verborgen manna, de diepere psycho

filosofische structuren achter het masker van religie. Wat van Efraïm werd gezegd in het OT werd van Laodicea gezegd in het NT : Hosea 12 9Maar Efraïm zegt: Waarlijk, ik ben rijk geworden, ik heb mij rijkdom verworven; in al mijn vermogen vindt men bij mij geen ongerechtigheid die zonde zou zijn. Openbaring 3 14 En schrijf aan den engel van de Gemeente der Laodicensen: Dit zegt de Amen, de trouwe, en waarachtige Getuige, het Begin der schepping Gods: 17 Want gij zegt: Ik ben rijk, en verrijkt geworden, en heb geens dings gebrek; en gij weet niet, dat gij zijt ellendig, en jammerlijk, en arm, en blind, en naakt. Hosea zag de naaktheid van Efraïm als een ontmaskering en een diepere betekenis. Zo kwam hij tot het verborgene : Hosea 5 2De afvalligen hebben een diepe valkuil gemaakt; terwijl Ik door hen allen ben terzijde geschoven. 3Ik ken Efraïm, en Israël is voor Mij niet verborgen. In het Hoseaanse leven worden we soms in moeilijke relaties gezet, en in dit geval voor Hosea was dat Gomer als een beeld van Efraïm, het Noordelijke rijk, het verborgene. Het is de pijn die ontstaat als een mens zich moet afzonderen, de pijn van de onthechting. Maar Gomer betekent ook compleetheid in het Hebreeuws. Het is juist zo dat de compleetheid in de onthechting te vinden is, want het verborgene is juist een beeld van de brug tot de andere wereld. Het Noorden is ook het sieraad in het Hebreeuws. Ook Petrus heeft het hier over wanneer hij zegt : 'uw sieraad is in het verborgene van het hart.' (1 Petrus 3) Het boek van Hosea is dus dualistisch. Gomer is ook een beeld van de Israelitische Godin, en die is niet makkelijk, want het is een school van de psychofilosofie. Wanneer Gomer op de loop gaat en wij moeten zeggen : 'Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten ?' dan zegt Gomer : 'Maar gij had iets vergeten. Gij had iets over het hoofd gezien.' Gomer is namelijk een beeld, een archetype van de compleetheid, oftewel de context. Hosea moest daartoe ontwaken. Gomer's vader was Diblayim, wat betekent : 'de cirkel rondmaken.' Hosea's vader was Beeriy, wat 'het opgraven van een bron' betekent. Het gaat om de diepere betekenis. Daarom heette de eerste zoon van Hosea en Gomer : 'Yizrael', wat betekent : 'het gebied uitbreiden.' Er moet dus meer bijkomen. Toen kreeg hij een dochter genaamd Loruhamah, wat betekent : 'geen zachte liefde'. Wij krijgen hier op aarde geen zachte liefde van God, want wij moeten ontwaken. Hier op aarde krijgen we 'tough love.' M.a.w. ons wordt goed de waarheid gezegd. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. De altijd maar zachte liefde die niet waarschuwt en niet wakker schudt, die niet wakker roept en die altijd maar overmatig aardig doet zonder de mens iets daadwerkelijk nuttigs te leren is geen ware liefde, maar pure haat. Het zijn giftige slaapliedjes. De duivel handelt zo vaak met zijn gevangenen, opdat ze niet ontwaken. Hij heeft het alarm gedoofd. Daarna kreeg Hosea weer een zoon : Lo-ammi, wat betekent : niet mijn mensen. God was namelijk weer op pad, had weer de negenennegentig schapen in de veilige schuilplaats achtergelaten om het ene verloren schaap te vinden. Dit komen we ook symbolisch tegen in de islam, waar God de mens zegt dat de mens niet haar kind is. Hosea 1 9Noem hem Lo-Ammi, want gij zijt mijn volk niet en Ik zal de uwe niet zijn.

Waarom is dit ? Ook omdat de mens zelf een eigen verantwoordelijkheid heeft en niet alles maar op iemand anders moet schuiven. De mens moet zelf volwassen worden en tot zijn hogere zelf komen om daaraan zich te hervormen, om zo eraan gelijk te worden. 'God' is vaak een excuus voor de luie die niet wil dat zijn ego sterft. Daarom is religie ook zo gevaarlijk, en moet men tot de onderliggende psycho-filosofie komen. Daarom zal 'God' de mens moeten verlaten. De mens heeft namelijk teveel valse godsbeelden, afgodsbeelden. Als men dan tot de diepere psycho-filosofie is ontwaakt, dan mag vers 10 in vervulling komen :" 10Eens echter zullen de kinderen Israëls talrijk wezen als het zand der zee, dat niet te meten of te tellen is. En ter plaatse waar tot hen gezegd wordt: Gij zijt mijn volk niet – zullen zij genoemd worden kinderen van de levende God. Het is dus een dualiteit, en wanneer de mens deze dualiteit begrijpt, dan mag vers 11 in vervulling komen : 11Dan zullen de kinderen van Juda en de kinderen van Israël zich bijeenscharen, één hoofd over zich stellen, en optrekken uit het land; want groot zal de dag van Yizrael zijn, wat uw gebied zal uitbreiden. Hoofdstuk 21. De Ironische Hoseaanse Filosofie Hosea is een Israelitisch boek, niet christelijk. Ook het Nieuwe Testament was oorspronkelijk niet christelijk, maar Israelitisch. Het westen heeft alles corrupt gemaakt, zoals ze ook Hosea slechts eenzijdig hebben neergezet. Hosea 1 2De Here zeide tot Hosea: Ga heen, accepteer een ontuchtige vrouw en kinderen uit een ontuchtige geboren, want het land wendt zich in schandelijke ontucht van de Here af. Ontucht kan ook ironisch en figuurlijk bedoeld worden voor iemand die veel anderwereldse contacten heeft. Het Hebreeuws beperkt zich niet tot één zienswijze. De naam van Hosea betekent al 'hij die op het strijdveld wordt opgenomen', met yasha als wortelwoord. Hosea is meer het zelfstandig naamwoord, het principe, terwijl yasha meer het werkwoord is. Hosea moest dus aan zichzelf afsterven, en de anderwereldse vrouw moest hem opnemen, Gomer, wat compleetheid betekent in het Hebreeuws. Gomer moest hem dus inwijden, als een strijdgodin of strijdgodinnen. Dat wordt ook duidelijk in vers 1 : 1Het woord des Heren, dat tot Hosea, de zoon van Beëri, kwam. Woord is dabar, wat ook opname en hemelvaart betekent, al dan niet door een valstrik, zoals een net. In het Aramees is het ook een wapen of jachtgerei. God was dus al naar Hosea op jacht. Later

wordt Gomer Efraïm genoemd, het Noordelijke rijk, wat het verborgene betekent. Hosea moest opgenomen worden tot het verborgene. In de worteltekst werd Hosea dus yasha genoemd. Wat is dat, het sterven aan het zelf ? Niets sterft zomaar. Het is maar een metafoor voor verandering. Het komt er op neer het ego zo te draaien totdat het bruikbaar is, opgelost, ontraadseld, begrepen. Het kwaad is de verdraaiing. Het goede is de terugdraaiing. Het sterven aan het zelf is een metafoor voor progressiviteit, waardoor je ironisch genoeg jezelf vindt als hemelburger, een ingewijde in de Hoseaanse psycho-filosofie. Hoofdstuk 22. De Crypto-Filosofie als Pad door het Puzzel Labyrint De mens maakt zich vaak druk over een heleboel dingen in het leven, en dat mag en moet soms ook, maar de mens zit vast in een bepaalde energie-baan die dingen heeft opgesteld zoals het is, terwijl ernaast een heleboel andere energie-banen liggen. De mens zit vast in een bepaalde matrix. Deze matrix is vastgelegd door taal. Vandaar dat het belangrijk is die matrix te breken door de cryptografie, maar dan niet de losbollige, overmoedige cryptografie, maar de filosofische cryptografie die aan natuurlijke wetten onderhevig is, veiligheidswetten. Het bestaan is nu eenmaal geen luilekkerland waar je alles wat los en vastzit zomaar kunt grijpen. Er zijn gevaren. Het mooie van de filosofische cryptografie is dat alle culturen, religies en ideologieën erin betrokken zijn, maar dan op een hele andere manier. Het leven is grotendeels gebaseerd op de getallen één tot en met tien, en het kan heel saai en uitzichtloos zijn als je die getallen zomaar letterlijk neemt. Vandaar dat numerologie een onderdeel is van de cryptografie. Hoe kun je er cryptografisch mee omgaan ? Om een voorbeeld te noemen : één - omgedraaid is het 'nee', als het stoplicht, het heilige nihilisme etc. twee - een anagram van weet en wet. drie, three in het Engels, een anagram van earth. vier, four - anagram van rough, ruw vijf - cinq in het Frans, snk, anagram van kans zes - anagram van zee, zse zeven - ander woord voor filteren acht - anagram van gat, opening negen - anagram van geen, leegte tien, ten in het Engels, omgedraaide van net, netwerk, verbinding, communicatie Vannacht had ik een droom dat ik in de supermarkt in ons natuurdorp (bosdorp) was, en ik kwam daar in een hoek een familielid tegen die ik eigenlijk niet wilde zien. Ik draaide me om, maar toen draaide ik me weer naar die persoon toe, zo van : 'wat heb je te zeggen ?' met zo'n houding, en ik gedroeg me verder koeltjes. Er stonden wat stoeltjes in die hoek waarop we zouden zitten, maar ik keek weer naar die persoon, iets beter, en iets dichterbij, en het bleek helemaal niet dat familielid te zijn, maar een ander familielid. Ik zei : 'sorry dat ik me zo koud gedroeg, ik dacht dat je iemand anders was.' Hij keek me aan, ging zitten en deed zijn handen voor zijn gezicht. Hij was depressief.

Hij zei toen dat hij beide familie leden niet was, maar een buitenaardse uit een cryptische realiteit, een andere energie-baan, en dat de depressie ook weer cryptisch was. Hij had een hele lange reis gemaakt. Hij was een crypto-filosoof, en hij kwam van de planeet Nun-teeps, wat op aarde was geprojecteerd als Nun-speet. Nun betekent nieuw, en teeps is speet achterstevoren. Teeps is de uitspraak van het Engelse 'tapes', dus 'nieuwe tapes', als 'nieuwe informatie'. De somberheid die over hem was was meer een soort van soberheid en beveiliging, vanwege dat de aardse parasieten altijd zo overblij zijn vanwege wetteloosheid, en dan gaat alles mis, maar hij zei dat het iets cryptisch was. De persoon van mijn familie waarop hij leek, de tweede, werkte vroeger bij de post. In ieder geval zijn anagrammen woorden die omgehutseld zijn en hier en daar wat veranderd. In zo'n puzzel matrix of puzzel labyrint leven wij dus. De somberheid die over hem was was meer een soort van concentratie. Hij was een linguistieke technicus. Hij vertelde mij dat hij uit de toekomst kwam, maar dat dat gewoon een andere energie-baan was. Hiertoe kan overgegaan worden door cryptische sleutels. Verleden, heden en toekomst zijn gewoon staten van bewustzijn, en hebben hun eigen cryptiek. Hij zei dat de mensheid in deze realiteit, deze energie-baan, in een ei zitten, en ze kunnen alleen eruit door de crypto-filosofie. Hij pleitte voor een zekere cryptische vrijmoedigheid, maar zei er ook bij dat het iets van de natuur was, en dat het natuurlijk behoorde te gaan. Hij liet mij wat cryptische sleutels zien, ingewikkelde technische instrumenten, zijn gereedschap, als baco sleutels, maar de sleutels leken op een soort water in vaste vorm, maar het was geen ijs, maar energie. Ze hadden een bepaalde lichtgraad, maar het was geen licht. Het was een soort witte substantie, als waterig zout, maar het was niet zout. We gingen naar een dichtbijzijnde stad tot een overdekt winkelcentrum, en daar in een hoek waar ik weleens kwam, daar was vroeger altijd een cd-shop, maar er was nu een alpha cursus. Toen gingen we naar het bos, en het was allemaal virtual reality. Ik werd wakker en ik dacht : Een paar dagen geleden was ik in de supermarkt en er hing een plakkaat van de alpha cursus op het prikbord. Ik bleef er toen naar staren. Er stond een vrouw op. Ik dacht toen : 'Wat bezielt deze mensen ?' wetende dat ik hier zelf ook ooit eens diep inzat, niet in de alpha cursus, maar in soortgelijke dingen. Het was toen eigenlijk alles wat er was, en dat ik het gewoon cryptisch gebruikte. Het gaat om het hart, de motieven, niet om de religie, de taal, die het tot uiting brengt. Er zijn vele talen op aarde, en die mogen diepere betekenis krijgen, tot hun cryptische waarden komen, zodat er bruggen gaan komen tussen de energie-banen en ze zo elkaar kunnen aanvullen. Hoofdstuk 23. De Dam Steden De buitenaardse crypto-filosoof was genaamd : Sanctiel. Uit mijn gesprekken met hem kwam dit voort :

Neder-land - omgedraaid : Reden-land, het land van de filosofie. Holland - het land van het gat, van de acht (anagram), het land van de opening. Nederland wordt ook weleens de poortstad van Europa genoemd. Van 1977-1982 was van Agt president van Nederland. Er zijn verschillende 'dam' steden in Nederland, als een anagram van 'adem', wat ook weer een opening is, van de luchtpijp, waarvan de bekendsten zijn : Amsterdam - amster komt van amstel, wat waterachtig gebied betekent. Amsterdam is dan waterige adem. Rotterdam - als de 'rote', rode in het Duits, adem. Rote betekende hart in het middel-engels, en in het huidige engels is het de herhaling, de mechaniek van het leren, het robotisme, van het Latijnse 'rota', wiel. Rot(t)erdam is dan de adem (pomp) van het hart, van het rode, van de kern, de natuur. Rotterdam en Amsterdam zijn twee pijpen. Den Haag is dan een anagram voor 'Ga dan'. Telkens als ik vast kwam te zitten in die pijpen, dan moest de crypto-filosoof mij losschokken met een bepaald schokapparaat. Dat deed verder geen pijn. Ik heb veel met Amsterdam en Rotterdam te maken gehad in mijn verleden. Hoofdstuk 24. Het Pad tot Gomer Aan het einde van het boek Hosea, in hoofdstuk 14 staat : 10Wie wijs is, geve op deze dingen acht; wie verstandig is, erkenne ze. Want de wegen des Heren zijn recht: rechtvaardigen wandelen daarop, maar overtreders struikelen er. Het boek Hosea is een dualistisch boek, kan op meerdere manieren vertaald worden. In hoofdstuk 3 moet Hosea weer tot een Gomer gaan, haar 'kopen'. 2Toen kocht ik haar voor vijftien zilverstukken en anderhalve homer gerst. 'Kopen' is in het Hebreeuws het opgraven van een bron, als een beeld van het gaan tot de moeder aarde, zoals Gomer ook compleetheid betekent, als een godin. In het Hebreeuws bestond die betaling eruit dat hij wit moest worden, wat de wortel is van keceph, zilver, en wat staat voor de vreze des heeren en het gekastijd zijn. Homer, chomer, is het zwellen (als beeld van de intimiteit) en wenen, als beeld van de verbrokenheid. Gerst is saarah, trillen. Het gaan tot de moeder aarde in vers 1 is ook een beeld van de dood aan het zelf in het Hebreeuws. Als moeder aarde is Gomer dat wat in Egypte Nephthys wordt genoemd, de ziel, de dood, en wat overigens in de bijbel voorkomt als nephys met dezelfde betekenis. De ziel is in de Egyptologie ook de B, de voet, de diepte, wat een andere naam is van Nephthys. Het betekent ook het begin. Zij staat

op de ark, op de Qebu (Aramees), oftewel Geb (Egyptisch). G is in het Egyptisch het smalle pad, het pad van de verdronkene, zoals ook Osiris in de kist, de ark, verdronken was in de Nijl. Geb, of G-B, is dan het smalle pad, het pad van de verdronkene, G, tot Nephthys, B, of het pad tot Gomer. G-b betekent dus het gaan tot Nephthys die op de ark staat. Om tot haar te komen moet je dus eerst zelf de ark in, de kist, kooi van Osiris. In de piramide teksten van het oude rijk staat in uiting 259, paragraaf 312-313 dat Osiris alleen maar de Geb binnen kan gaan als hij zichzelf verliest en slaapt, en zo mag hij de aarde binnengaan, wanneer zijn touwen afdalen. Hoofdstuk 25. Het medicijn van de shamasofie De geschiedenis is een organisme. Het verandert voortdurend. Ik heb daar in mijn leven vele voorbeelden van. Het is geen vaste realiteit. Het is energie die aan invloeden bloot staat. Alles vloeit voortdurend, ook de energie buiten het individu. De geschiedenis schakelt voortdurend tussen parallelle realiteiten, ook dat wat buiten het individu plaatsvindt. Dit is een proces van natuurlijke selectie, een code. Ook gaat het leven in de geschiedenis gewoon door. Het zijn andere energie banen en er kunnen en moeten nog steeds dingen veranderen. Er is als shamaan nog veel werk daar te doen, binnen de veilige ramen van de filosofie, als shamasofie. We kunnen het verleden niet aan zijn lot overlaten. Vannacht werd ik in een droom opgenomen door een reusachtige witte papegaai, en ik kreeg een map te zien van een tijdperk waarin Europa een groot wereldrijk was, ook in Azië en Amerika. Er was veel wildernis, en de samenleving was slechts een druppel in de wildernis, dus als er steden en dorpen waren dan was het grotendeels natuur. Ik kreeg een huisje daar. Er was een stadje dichtbij en een gebied van campings. Er was een man genaamd 'de straatvechter'. Hij had een hoed op en reed op een fiets. Hij stond erom bekend dat hij kinderen ontvoerde. Hij gebruikte hier een bepaalde vechtsport voor, en daarom werden kinderen ook in deze vechtsport onderwezen opdat ze weerbaar waren tegen hem. Er ging van alles mis in deze samenlevingen. Er waren bepaalde kristallen tussen de huizen waardoor alle stralen werden omgebogen, er allerlei projecties ontstonden. Er waren veel misverstanden. De samenleving was ingedeeld in heksenblokken. Door alle misverstanden ging de straling aankoeken en samenklonteren en werd het tot iets wat ze 'heksenbrood' noemde. Het was een soort prehistorische kanker. Er was geen duidelijke lijn tussen het geestelijke en het materiële. Alles liep door elkaar heen, de verschillende energie banen, dus het was van een multi dimensionale oorsprong. Het heksenbrood groeide in de hoofden van de mensen waardoor hun zicht veranderde, hun inschattingsvermogen. Het was een soort gif. Ik kreeg dus een huis daar in die wijk, en ik werd ook blootgesteld aan die zware straling door de heksenkristallen, want die zat tussen mijn huis en dat van de buren in. Ik had even het gevoel dat ik gek werd, want ik begon dubbel te zien, en ik werd me ervan bewust hoe moeilijk het moest zijn voor deze mensen, want alles werd voortdurend

gesplitst zodat ze hun orientatie vermogen verloren. Ik had heel veel technologie meegenomen die ik in het huis moest installeren en oploaden, en ik moest daarvoor ook vaak naar de buren om bepaalde technologie daarvoor te gebruiken. De buurjongen kwam ook zo nu en dan bij mij om de nieuwe technologie te gebruiken. Hij voelde zich daar ongemakkelijk over, maar ik zei dat hij altijd welkom was. Hij begon zijn problemen uit te leggen en even werd alles beinvloed door de heksenkristallen en kwam het in heel veel vormen door, maar ik kon er met de nieuwe technologie doorkomen om die kristallen te smelten, want het was een soort schild tussen mij en hem wat alle informatie vervormde, zodat communicatie heel moeilijk was. Maar daarna begon het zuiverder door te komen, en kon ik contact maken en de jongen gerust stellen. Ik zag dat er zelfs in de huidige tijd nog niet met de heksenkristallen en het heksenbrood was afgerekend, maar de mensen hebben er nu het materialisme overheen gebouwd, en zien dit allemaal niet. Het is een geestelijke heksenkanker. Wanneer we om ons heenkijken en eerlijk zijn kunnen we het wel zien, want de wereld wordt geregeerd door het vooroordeel, de leugen en het misverstand, omdat de mens het heksenkristal gelooft. Het heksenbrood is nog steeds een ziekte deze tijd. De shamasofie is het enige medicijn. Hoofdstuk 26. De Natuur Filosofie De oorsprong van de aarde is multi-dimensionaal. Daarna ging alles zich meer en meer verdichten. Hoe dieper je dus teruggaat in de geschiedenis, hoe multi-dimensionaler het wordt. Om het metalen ei van het orthodoxe christendom te verbreken, en juist ook onder de druk van dit metalen ei, ontstond in de jaren 1700 en 1800 het Duitse idealisme, een filosofische ontwaking, als een filosofisch evangelie voor de grote exodus uit het orthodoxe christendom wat gewoon puur terrorisme was op allerlei fronten. We zien hiervoor vier nieuwe filosofische evangelisten verschijnen, de Matteus, Markus, Lukas en Johannes van het Duitse Idealisme : Immanuel Kant, Hegel, Nietzsche en Charles Darwin. Alhoewel Darwin geen Duitser was kwam hij wel voort vanuit de reformatie van de Duitse filosofie ter bevrijding van de schorpioenen-tentakels van het christendom. Hierop gestoeld kwam het communisme voort in de jaren 1900, om het mentale kapitalisme een halt toe te roepen, maar dit werd al gauw extreem. Ook was het hele nazi gebeuren in de jaren 1900, met als hoogtepunt de tweede wereldoorlog, een verdraaiing van het Duitse idealisme. De natuurlijke selectie, de uitverkiezing van de natuur, wat inhield dat degene die zich het best aanpaste, zich het best kon camoufleren en wist wanneer zich terug te trekken, de beste overlevingskans had, 'the survival of the fittest' werd door de nazi's gemaakt tot het recht van de sterksten. Zij hadden Darwin dus niet eens gelezen, maar renden gewoon weg met een woordje en maakten er iets anders van. Het extreme communisme en de nazi's als het extreme kapitalisme waren gevolgen van het metalen ei wat als farao zijn gevangenen niet wilde laten gaan. Het metalen ei van het christendom is hardnekkig en stijfkoppig. Het buigt niet mee. Het past zich niet aan, dus volgens de wetten van Darwin heeft het op lange duur ook geen overlevingskansen. Het milde communisme van Marx en Lenin liep al snel uit op het extreme communisme van Stalin en Mao,

wat uiteindelijk geboorte gaf aan de Noord-Koreaanse dictatuur van de mond. Hier werd de mens tot een totale robot gemaakt die alleen maar kon zeggen wat er gezegd moest worden. Het kon ontstaan door een rij heksenkristallen waardoor het Duitse idealisme verdraaid werd. Die rij werd al opgesteld in de overgang tussen de jaren 1800 en 1900 en was in principe gewoon opgezet door het extreme christendom wat zijn gevangenen niet wilde laten gaan, als de farao. Het volgde het volk na tot diep in de woestijn. Het was hekserij, en weer werd het heksenbrood, oftewel de heksenkanker, in de mens gezaaid. Het extreme christendom heeft vele maskers en is in oorsprong niet eens christelijk. Het is gewoon een bepaalde code die ze gebruiken om het volk in slaap te sussen. Alles moet extreem. Er is geen nuance. De wachters van het Duitse idealisme werden betoverd. Ze werden tot steen. Het heksenbrood kan zowel hard zijn, als kristallisatie of zacht, als roomsoezen, allemaal om de mens af te leiden opdat ze de heks dienen. Het heksenbrood maakt de mens tot een stoorzender. De mens is nu in hele verdraaide verkiezingssystemen terecht gekomen, allemaal door hekserij. Alles is omgedraaid, omgekeerde wereld. Het christendom is extreem geworden Egyptologie wat zich heeft lopen vervormen door heksenkristallen. We moeten er creatief mee omgaan en ons aanpassen om te kunnen overleven, niet het kind met het badwater weggooien. Het is niet zwart-wit. Oorspronkelijk waren het filosofische principes. Later werden ze meer en meer verletterlijkt, en in het corruptie proces werd alles star. De mens lijdt aan het heksenbrood syndroom als een hersenkanker. Het woekert maar voort. Het is hyper-besmettelijk. Het stookt in de mens, zodat er niemand ontsnapt, en de heksen hun macht kunnen bewaren. Het Duitse idealisme is dualisme, perspectivisme, meervoudigheid, veelzijdigheid, terwijl het extreme communisme en kapitalisme (nazi) eenzijdig zijn. Dit zijn slechts de schaduwen van de Duitse filosofie, de emanaties, de golven die alle hoge vormen tot lage vormen maken, alles verdraaien. In deze woeste zee bevinden wij ons, maar we mogen terugzwemmen tot de berg, tot het eiland, van de Duitse filosofie, die terugleid naar Egypte en zo terugleid tot de natuur-filosofie. Hoofdstuk 27. De Val van Duitsland De Duitsers gingen met Darwin en Nietzsche op de loop om het te materialiseren en te verdraaien. Ze hadden deze twee fundamenten uit het Duitse Idealisme geroofd, uit de jaren 1800. Darwin predikte een uitverkiezing door de natuur in tegenstelling tot de orthodox-christelijke uitverkiezing. Darwin's uitverkiezing was gebaseerd op aanpassing, ook als een soort filosofische en natuurlijke uitleg van het dragen en accepteren van 'het kruis en de kooi'. Darwin's natuurlijke uitverkiezing (natuurlijke selectie) had helemaal niets te maken met het recht van de sterksten (nazi's) of met het recht van de gelovigen (christendom), maar met ingewikkelde code-systemen waarvoor hij telkens weer voorbeelden aanhaalde van de natuur. De natuurlijke selectie is heel traag en neemt ruim de tijd, en vaak op een heel klein aantal per landstreek, dus het is niet iets voor de massa's. De natuurlijke selectie ontstaat door het vermogen tot nuttig zijn, variatie, aanpassingsvermogen en progressiviteit, en ook het specialisme. Hieraan tegengesteld is de kunstmatige selectie, zoals dit

vaak plaatsvindt in de natuurloze stad, wat een zwakke plek is, en daarom ten onder zal gaan. Nietzsche profeteerde de val van Duitsland al in de jaren 1800. In zijn boek 'Het Geval Wagner' (Der Fall Wagner) schrijft hij dat hij een toeval was onder de Duitsers en dat de Duitsers geen vingers hebben voor hem, maar klauwen. In het boek 'Gotzendammerung' (het Duitse Ragnarok) schrijft hij in het hoofdstuk 'Was den Deutschen abgeht' : 'De Duitsers, denken zij tegenwoordig nog wel ? Eens noemde men hen een volk van denkers. Ik spreek over de Duitse geest, dat het oppervlakkiger wordt, grover. Het is een alarm dat de Duitse ernst, passie en diepte in geestelijke dingen afneemt, door de wetenschappelijke industrie. Het ontgeestelijkt alles. Hoe tevreden, voldaan en lauw ze zijn geworden op de universiteiten. De ingedutte geleerden zijn slavendrijvers geworden. Duitsland wordt meer en meer als het platteland van Europa beschouwd. Daarom moeten de afgoden vallen. Wat de 'hogere scholen' in Duitsland echt bereiken is een brute training om grote aantallen jonge mannen met zo weinig mogelijk verlies van tijd voor te bereiden om gebruikt en misbruikt te worden in hun dienst tot de regering. 'Hoger onderwijs' en grote aantallen - dat is al een tegenstelling in zichzelf. Elk hoger onderwijs behoort namelijk tot de uitzonderingen. De middelbare scholen in Duitsland zijn allemaal overbevolkt en overwerkt en dit zorgt voor de val van Duitsland. Duitsland heeft geen vingers voor nuance.' Daarna stelt hij dat het voor de hand ligt dat de Duitse cultuur ten onder zal gaan, omdat niemand meer kan uitgeven dan hij heeft. 'Leren denken - men heeft er geen begrip meer van. Op scholen wordt het niet meer onderwezen. Sla maar eens wat Duitse boeken open, en je zult er geen zweem van herinnering tegenkomen aan een techniek of leerplan, een wil tot meesterschap die nodig is om te denken.' Hij stelt ook dat als er wordt gezegd : 'Duitsland boven alles,' 'Deutschland Deutschland uber alles,' dan is dat het einde van de Duitse filosofie. Het boek verscheen in 1889. Hoe waar bleken deze woorden te zijn. Nazi Duitsland deed alles wat Nietzsche verboden had, maar wat hij al had geprofeteerd. Ook werden zijn woorden uit de context gehaald. De mens ging van Nietzsche tot Nazi. Na Nietzsche en Darwin begon de mens weer helemaal het spoor bijster te raken. In de eerste wereld oorlog kwam het nationalisme al vurig opzetten. 'Kom terug, ga terug naar de basis !' riep Nietzsche, 'en leer weer denken, en wees niet verslaafd aan grote aantallen ! Laat je niet bedotten door de grote machines !' Maar de mens luisterde niet. Hoofdstuk 28. Het Nederlandse Idealisme, 1970 - In het boek 'Zo spreekt Zarathoestra' van Nietzsche predikt Zarathoestra dat de oude goden waren gestorven, en dat ooit de godslastering tegen hen de ergste zonde was. Ook de godslasteraars zijn inmiddels gestorven, en nu was de ergste zonde de zonde tegen de aarde (moeder aarde). Hij sprak dat de mensen meer 'aap' waren geworden dan de apen zelf. Hij vergeleek de mens met een vervuilde rivier, maar de diepere mens was als een zee. Daar moest de rivier contact mee maken. Hij spreekt over het belang van 'te willen weten', want zo kan de diepere mens overleven. Deze

begeerte naar kennis is als een pijl. Het is gevaarlijk teveel kunsten te kennen ten koste van kennis. Hierin is het belangrijk kritisch te zijn over elk gemaakt (af)godsbeeld. Dan moet Zarathoestra na zijn toespraken tot de conclusie komen dat de mensen hem niet begrijpen. Hij is niet de mond voor deze oren. Hij vraagt zichzelf af of er niet eerst een oorlog tegen deze oren moet komen. Hij komt tot de conclusie dat de grond, de aarde, nog steeds vruchtbaar is, dat het nu nog de tijd is om te zaaien, want straks kan het niet meer. Hij komt ook tot de conclusie dat er op een dag geen pijlen meer geschoten kunnen worden. Men wordt niet meer arm of rijk, want dat is te beladen. Men regeert niet meer en men gehoorzaamt niet meer, want beiden zijn te beladen. Hij komt tot de conclusie dat hij te lang in de bergen heeft geleefd, teveel geluisterd naar de beken en de bomen, en de mensen waren als kuddes van bokken, en begrepen hem niet. Ze denken dat hij een spotter is, dat hij koud is. Ze haatten hem, en verachtten hem. Ze noemden hem een gevaar. Hij wilde geen schaapherder zijn, en ook geen grafgraver. Hij zou niet meer tot de mensen spreken en ook niet meer tot de doden, maar hij zou gaan tot de scheppers en de eenlingen, om ze het pad tot de diepere mens te laten zien. Als profeet van God moest Zarathoestra toen tot de conclusie komen dat de God die hij had geschapen slechts mensenwerk was en waanzin, zoals alle goden. Die God was een mens, en slechts een armzalig fragment van mens en ego. Hij moest toen de aarde in om zijn diepere mens te vinden. Hij moest daar de betekenis van de aarde leren, door al het hemelse achter te laten. Het mens zijn is iets wat overwonnen moet worden. Het mens zijn is jaloezie en het zal zijn als een giftige schorpioen die zijn angel uiteindelijk in zichzelf steekt. Zo alleen kan de diepe mens overleven. Daarom houdt Zarathoestra alleen van datgene wat een mens heeft geschreven met zijn bloed. We moeten terug naar het Duitse idealisme in 1700 en 1800, voordat het kapitalisme weer de kop opstak als een andere 'silly rabbit trick' van het orthodoxe christendom, als het nazi rijk en het rijk van het extreme communisme, oftewel twee vormen van materialisme. Het idealisme stelt dat alles om ons heen slechts een droomwereld is, en dat we naar de diepere mens moeten. De mens moet het ei uit. Zo mogen we vandaaruit komen tot het Nederlandse idealisme, oftewel het tweede bijbelse idealisme wat vanaf 1970 begon op te zetten. Zo mag de link tussen Duitsland en Nederland herstellen. Nederland is de poortstad voor het herstel van Europa, de ontwaking van Europa. Dit is niet het goedkope en massale van de christelijke uitverkiezing waar je voor twee kwartjes de hemel binnen kon gaan. Neen. Het is de natuurlijke, darwinistische uitverkiezing, een Nietzscheaans visioen, wat per gebied maar tot de enkeling komt, en wat zich eindeloos varieert en maskert als een kameleon. Het is een anonieme beweging. Het is een uitverkiezing die de aarde ingaat, en het is een zeer trage ontwaking. Het hogere onderwijs is alleen voor de uitzonderingen, niet voor de dode massa's. Het is de eenling die zal overwinnen. Het is de eenling die ontwaakt. Hoofdstuk 29. De Diepere Mens Zarathoestra zei (in Nietzsche's boek 'Zo Spreekt Zarathoestra' (1883–1891) :

'Deze boom staat alleen hier op de heuvels. Het is gegroeid boven mens en beest. En als het wilde spreken dan zou niemand het begrijpen, zo hoog is het gegroeid.' 'Vlucht, mijn vriend, tot je eenlingheid. Ik zie je verdoofd door het lawaai van de grote mannen en overal gestoken met de steken van de kleinen. Waar de eenlingheid stopt begint de markt.' Zarathoestra stelt dat de vriend van de eenling altijd de derde is, die ervoor zorgt dat de eenling niet te diep gaat met de tweede. Hij stelt dat je voor een vriend nooit goed genoeg zal kunnen zijn, want je bent voor de vriend een pijl en een verlangen naar de diepere mens. Het mens zijn is iets wat overwonnen moet worden. Het is niet goed alles van de vriend te willen zien. Het is beter te dromen, stelt Zarathoestra, want de vriend is het onperfecte. De mens heeft niet het vermogen tot vriendschap. De ergste vijand van de mens is zichzelf, en daarom moet het mens zijn overwonnen worden, opdat de diepere mens zal overleven. De oogst is de eenling, en daartoe komen de valkyries. De massa's negeren ze. In het tijdperk van Haggai was er grote honger op allerlei gebied : 1 6Gij hebt veel gezaaid, maar weinig binnengehaald; gij hebt gegeten, maar zonder dat gij verzadigd werdt; gij hebt gedronken, maar zonder dat gij voldaan werdt; gij hebt u gekleed, maar zonder dat gij warm werdt; en wie zich voor loon verhuurde, ontving zijn loon in een doorboorde buidel. Alles glipte door de vingers van de mens heen. De mens kon zich nergens aan vasthouden. Er zaten gaten in zijn schip, ook op sociaal gebied, en zo werd de mens tot een eenling. Zo werd de mens de natuur in gedreven. Haggai gaat over de wederopbouw van het huis des Heeren, maar in de Hebreeuwse grondtekst is de bayith het binnenste, dieper in de aarde (onderwereld) gaan. Wat we in Haggai zien, de tocht tot de onderwereld, tot de diepere mens, de eenling, heeft diepe wortels in de duat(y)-sa, of de kennis van de onderwereld, van Thoth, in het Egyptisch. Sa betekent kennen in het Egyptisch. Sa is een dode soldaat, die aan zichzelf is gestorven. Het saproces wordt in verschillende woorden besproken, want het is ook de kooi en het zwak zijn, wat ook weer een Paulinisch fundament is. Sa is ook de afzondering en het nomadische leven, het wegvallen, het niet lukken van iets (sai). Het is ook de naam van de dode Osiris (sah). Het was ook de plaats waar Osiris woonde, gevormd door Geb (qebu, ark, kooi van Osiris). Sa werd zo tot een medicijn (saa), en tot wachters van het Woord (saiu). Duaty (Thoth) is het Woord, de Wet. Duatysa, DTS, is de Egyptische wortel van het Duitse, dts. Het Duitse idealisme was de vonk in Duitsland die de Egyptische filosofie droeg. Het Duitse idealisme werd onderdrukt door het Duitse rijk, de Duitse eenheid, als de eierdop. Hiervan was het Habsburgse rijk van Oostenrijk-Hongarije ook een bondgenoot waar deze Duitse eenheid doorheen werkte. En zij wilden hun gebied vergroten, maar door de eerste wereldoorlog werd het Duitse rijk ingeperkt, en de dubbelmonarchie van OostenrijkHongarije hield op te bestaan. Er werd afgeweken van het Duitse idealistische DarwinistNietzscheist fundament, en in het Oosten kwam het Marxist-Leninist fundament oprijzen. Duitsland was nog steeds kwaad over het verliezen van de eerste wereldoorlog, en bereidde zich voor op een tweede wereldoorlog. Ze gingen met de dode massa's mee, en vandaag de dag is het westen gebaseerd op een Hitlerist-Stalinist fundament.

Hoofdstuk 30. De Joegoslavische Oorlog Massa-vorming is een bepaalde vorm van materialisme. De natuur werkt niet met massa's, maar met diversiteit. De natuur is obscuur en anoniem, en selecteert de enkeling. De christelijke en islamitische religies doen aan massa-vorming. Daar meten ze hun waarheidsgehalte aan af. Het zijn zieltjeswinners, vissers van mensen, hoe meer hoe beter. Het Darwinist-Nietzscheist fundament gegeven in de jaren 1800 in het Duitse idealisme gaat daar tegenin. De natuur geeft abstracte signalen met omwegen, door de enkeling. Vergeet de massa's. Zij zijn het afleidende pakpapier. Zij die de massa's volgen en vertrouwen zijn al dood. De massa is een leugen. Met de eerste wereldoorlog vielen verschillende rijken uiteen, zoals Oostenrijk-Hongarije, het Duitse rijk en tsarisch Rusland. Het communisme kwam opzetten en er ontstond een nieuw rijk : Joegoslavië. Na de tweede wereldoorlog, toen Stalin de nazi's versloeg, werd ook Joegoslavië communistisch. Ook in het Oosten verspreidde het communisme zich op het Marxist-Leninist fundament, maar veelal was het Stalinistisch. Het communisme was veelal extreem, orthodox en materialistisch, als een nieuwe religie. Ook zij waren bezig met massa-vorming, zieltjes-winnerij. Het was de eeuw van 1900, waarin het Darwinist-Nietzscheist fundament werd ondergesneeuwd. Met de val van het communisme in de 80-er en 90-er jaren scheurde in 1989 het ijzeren gordijn open voor een grote exodus, maar dit had grote gevolgen. Met de val van het communisme in Joegoslavië ontstond zo ook de Joegoslavische oorlog. Het was een etnische, maar ook religieuze oorlog tussen het orthodoxe christendom, het katholicisme en de moslims. De eerste wereldoorlog begon omtrend Joegoslavisch gebied en gaf ook geboorte aan Joegoslavië. Het is belangrijk naar de mythische waarde te kijken van de eerste wereldoorlog, wat erachter schuilt. De Joegoslavische oorlog was een voortzetting van de eerste wereldoorlog, wat weer om Joegoslavisch gebied ging. En wat ging er mythisch aan het ontstaan van de huidige wereld vooraf ? Dan moeten we dus het zegel van de eerste wereldoorlog verbreken, en dan komen we uit op de oorlogen tussen de amazones (geëmancipeerde natuurvrouwen) en de moddermannen, ook wel 'hongermannen' genoemd, oftewel de natuurmannen. Voordat de huidige wereld ontstond was er een krachtmeting tussen de geslachten, tussen man en vrouw. De man wilde zo graag heersen dat de amazones, de oervrouwen, hen in die waan lieten. Zo werd er een illusie gecreëerd in het hoofd van de man, als een drug, en zo ontstond de huidige wereld waarin de man zichzelf heerser waant. De natuurvrouw trok zich terug in de natuur en de diepere wereld, de aarde, en liet de man zijn steden van illusie bouwen. Er was namelijk een diepere realiteit, waarin alleen de enkeling kon komen, en man en vrouw zijn slechts delen van de enkeling zelf. Het zijn bewustzijns-staten. De man is de slapende en de vrouw is de droom, en die wekken dan allerlei ingewikkelde schaduw en spiegelrealiteiten op. Man en vrouw zijn dus geen op zichzelf staande personen, maar principes. Om principes goed te laten werken moeten ze in juiste samenhang met andere principes komen. Het DarwinistNietzscheist model is dat van natuurlijke selectie, het enkelings-principe dus, en ook van

perspectivisme en de dialectiek, die gepredikt werd in het Duitse idealisme als een filosofische stroming. Door de jaren 1900 liep dit uit via een groot dieptepunt in 1970, de opkomst van het Nederlandse idealisme, wat uiteindelijk de fundamenten legde van het robotisme en het alarmisme. Hoofdstuk 31. Perfecte Liefde - Het Wonder van het Kruis De liefde maakt hem die liefheeft de minste, om anderen te dienen. De liefde maakt hem zoals alle anderen, zoals Paulus schreef in 1 Korintiers 9 : 22 - Ik ben voor de zwakken zwak geworden, om de zwakken te winnen; voor allen ben ik alles geweest, om in elk geval enigen te redden. Zijn wij al alles voor anderen geweest ? Zijn wij al moslim geweest om de moslims te helpen, en zijn wij al naar een gevangenis geweest om de gevangenen te helpen ? Zijn wij al in een inrichting geweest om hen in een inrichting te helpen ? Zijn wij al als hen geweest ? Want de liefde wordt alles, en verricht plaatsvervangend lijden. Hebben wij hen al bezocht om hun lijden te verlichten en over te nemen ? Zijn wij al in de ziekenhuizen geweest, in de asielzoekers centrums, en zijn wij al als de daklozen geweest ? Zo niet, dan hebben we de liefde nog niet begrepen, en hebben wij het evangelie niet. 23 Alles doe ik ter wille van het evangelie, om er zelf ook deel aan te verkrijgen. Daarom zijn er ook maar bar weinig christenen van het evangelie. De meeste christenen willen zich niet vies maken, en bespotten de armen en hen die psychische problemen hebben. Daar doen ze rustig nog een schepje boven op, of ze maken de ergst mogelijke leugens op om anderen te stigmatiseren en karakter moord te plegen, en dat bazuinen ze dan overal rond. Maar de liefde is niet opgeblazen. Zijn wij al in honger en naaktheid geweest om de hongerigen en naakten te helpen ? Mattheus 25: 42 - Ik heb honger geleden en gij hebt Mij niet te eten gegeven, Ik heb dorst geleden en gij hebt Mij niet te drinken gegeven; 43 Ik ben een vreemdeling geweest en gij hebt Mij niet gehuisvest, naakt en gij hebt Mij niet gekleed, ziek en in de gevangenis en gij hebt Mij niet bezocht. Velen zullen dit te horen krijgen. Dit vers staat al op hun voorhoofd geprint. Ze zullen dan vragen : 44 Wanneer hebben wij U hongerig gezien, of dorstig, of als vreemdeling, of naakt of ziek, of in de gevangenis, en hebben wij U niet gediend? 45 Dan zal Hij hun antwoorden en zeggen: Voorwaar, Ik zeg u, in zoverre gij dit aan één van deze minsten niet gedaan hebt, hebt gij het ook aan Mij niet gedaan. De liefde is niet zelfzuchtig en opportunistisch. De liefde is niet materialistisch, maar gaat de diepste weg. De liefde helpt iemand anders altijd van onderen, nooit van boven. De Liefde zegt : 'Ik heb het al voor je gedragen.' Dat is het pad van het kruis. De liefde zegt : 'Ik ben dood gegaan, maar toch leef ik. Dat is het wonder van het kruis.'

Wat we iemand anders aandoen en onthouden, dat doen we onszelf aan en de Liefde. De meeste christenen zitten vol leedvermaak en kijken neer op mensen die minder rijk zijn en het minder goed hebben. Ze kijken neer op de depressieven en hen die in angst zijn. Daarom gaat het er niet om een christen te zijn, maar een soldaat van de Liefde te zijn. De liefde wordt alles, als een kameleon, om anderen te helpen, en zo help je ook weer jezelf. Dit is een gouden sleutel. Neen. We hoeven niet als een Martha rond te rennen, want we kunnen de wereld niet in ons eentje redden. We moeten aan de voeten van de Liefde zitten, zoals Maria, om naar de Liefde te luisteren. Zo help je anderen, en kun je in stilte één met hen zijn, met hen medeleven en hun lijden dragen. Zo mag je een levenstaak ontvangen, een bepaald pad wat je mag gaan, de diepte in. Mensen zijn soms zo kwaad op mij geworden dat ik deze boodschap durfde te brengen. Velen willen het niet horen. Ze willen doorslapen, aan de drugs blijven. Maar de Liefde gaat altijd de diepste weg, als een ware soldaat. Niet als een blinde vuistvechter. Neen. De Liefde werkt met strategische wijsheid. Ik wens jullie allen deze liefde toe, want het is de enige Liefde die zal overwinnen. Deze liefde is sterker dan de dood. Ik ben dood geweest en weer levend geworden. Het Wonder van het Kruis. Mensen, ook veel christenen, zitten vol met vooroordelen. Ze willen geen moslim zijn, want die bespotten ze. Ze willen geen hindoe zijn, want die bespotten ze ook. Ze willen niet door de knieen. Ze willen geen andere taal spreken, want ze zijn bang vies te worden. Zo zijn ze ongehoorzaam aan het evangelie die hen oproept alles te zijn voor allen. Paulus zei in 1 Korintiers 9 : 20 en ik ben voor de Joden geworden als een Jood, om Joden te winnen; hun, die onder de wet staan, als onder de wet – hoewel persoonlijk niet onder de wet – om hen, die onder de wet staan, te winnen; 21hun, die zonder wet zijn, ben ik geworden als zonder wet – hoewel niet zonder de wet – om hen, die zonder wet zijn, te winnen. Zijn wij al communist geworden voor de communisten, en zijn wij al christenen geworden voor de christenen ? Zo niet, dan kennen we de Liefde niet. De Liefde is niet opgeblazen en elitair. De Liefde spreekt in vele talen. Leer die talen spreken. Draag hun lijden met hen, en kom hen tegemoet in hun kooien. De Liefde werkt door alles heen. Dat is het Wonder van het Kruis. Elkanders lasten dragen wij. Onze Liefde gaat vooral uit naar degenen die het het moeilijkst hebben en het het meest nodig hebben. Verspil je liefde niet aan ijdele dingen. De Liefde laat niet met zich spotten. Wij mogen de liefde niet misbruiken. Wij hoeven niet afhankelijk te worden aan anderen. Wie Liefde geeft krijgt het vanzelf terug, als zaaien en oogsten. Het gaat er niet om Liefde te krijgen maar Liefde te zijn. Maar ga er dus wel wijs mee om. Bega het pad van de Liefde, kom tot de school van de Liefde. Wees een soldaat van de Liefde, geen spijbelaar. Het is oorlog. Het gaat om de oorlogsliefde, geen vakantie-liefde. Liefde is een wapen. Ga er nauwkeurig mee om. Laat jezelf onderrichten en blijf luisteren. Loop het niet vooruit, en blijf ook niet achterhangen. Leer het ritme van de Liefde en de koers. Het is je kompas. De ware Liefde is af te sterven aan je ego. Dat is de ware hulp die je een ander kunt bieden. 1 Korinthe 13 13 Zo blijven dan: Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde. Liefde is dus groter dan geloof. Het maakt niet uit wat je gelooft of welke religie je bent, want je moet alles zijn in de liefde : een Egyptenaar voor de Egyptenaren, een Surinamer voor de Surinamers, een Belg voor de Belgen en een Australiër voor de Australiërs. Het gaat er niet om een gelovenaar te zijn, maar een liefdenaar. Eerlijkheidshalve moet ik nu voor de bijbel opkomen

omtrend het woordje geloof, want in het oorspronkelijke Aramees betekent het gewoon volharding en trouw. We moeten trouw zijn aan de liefde en erin volharden. Dat is het ware geloven, maar nog meer moeten we de Liefde zijn, en dan gaat het om de volmaakte, perfecte liefde. De oorspronkelijke christenen waren filosofen, liefhebbers van de kennis betekent dit woord letterlijk. Ook de grondleggers van de Evangelische beweging in de jaren 1700 en 1800, de Wesleyanen, waren filosofen, natuur-filosofen. Daarna is de Evangelische beweging afgeweken, want het liet de liefde tot de kennis los en stelde geloof boven liefde. Ze werden niet meer alles voor allen. Ze hadden het kruis verworpen en zo ook het wonder van het kruis. De Liefde is de ware drug. De Liefde is potentieel gevaarlijk, dus mag niet direct tot de mens komen. Het gaat om de liefde tot de kennis, waardoor alles gericht kan worden en afgestemd. De Liefde is een temmer. Dat is ook wat Filippi betekent, een belangrijk bijbelboek. Het betekent het liefhebben van paarden, wat een beeld is van het temmen. Het zijn de liefdes-temmers. Het Wesleyanisme leerde het perfectionisme, de leer dat een mens niet mag zondigen, en dat de Liefde perfect is en moet zijn. Voor een lager doel zijn we niet geroepen. De zonde verwoest alles, maar de Liefde beschermt en leidt tot het eeuwige leven. De Liefde is eeuwig. De Liefde is dus niet Nazi horizontaal, maar is perfect vertikaal, en wordt alles voor allen. De Liefde prikt door alles heen, door alle maskers die mensen gemaakt hebben, en breekt door alle muren heen die mensen hebben gemaakt. De hemel is geen plaats, maar het bewustzijn van de Liefde. Ik wens jullie allemaal deze Liefde toe. Keer terug tot de ware Liefde, want de mens heeft een verschrikking gemaakt. We leven in een wereld waar geloof belangrijker is dan liefde. En het heeft alles kapot gemaakt. Het geloof van de mensen is een karikatuur van de liefde. De Liefde laat de mens minder worden opdat de Liefde meer kan zijn. De mensen willen altijd groter zijn dan de liefde. De Liefde is de ontwaking. Ik wens jullie veel ontwaking toe. Pas op met de drugs van geloof die scheiding brengt. Neem de drugs van Liefde. Dan kun je je waarlijk afscheiden van de zonde die tot verderf leidt. De zonde is vergif. Alleen de perfecte Liefde kan het genezen. Dit is een oorlog. En dat is ook wat het evangelie in het oorspronkelijke Grieks betekent. Het is een geestelijke oorlog die alleen door de perfecte Liefde gewonnen kan worden. De ware Liefde is te sterven aan je ego, oftewel zicht te krijgen op het verschil tussen de lagere mens en de hogere mens. De mensen hebben alles omgedraaid. De hogere mens is de diepere mens, de mens die zijn leven gegeven heeft. Hoofdstuk 32. Van Calvijn tot Wesley Filippenzen 3: 12 Niet, dat ik het reeds zou verkregen hebben of reeds volmaakt zou zijn, maar ik jaag ernaar, of ik het ook grijpen mocht Hier geeft Paulus aan dat het doel perfectie is, oftewel het perfectionisme wat ook door John Wesley werd gepredikt in het Wesleyanisme van de jaren 1700, het fundament van de Evangelische beweging waar ze later van afweken. Paulus zegt hier heel duidelijk dat hij nog niet perfect is, dus het is onzin om te zeggen dat de bijbel onfeilbaar is als zelfs de bijbel zelf al aangeeft dat het niet onfeilbaar is. De bijbel is trouwens pas veel later na deze brief in elkaar gefrutseld door kerkleiders

en hun notarissen, en ze maakten er een staats-apparaat van, grotendeels voor een markt en voor machtsuitoefening, om de mensen onder controle te houden. De bijbel is naar eigen zeggen dus niet volmaakt, en dus ook niet zo heilig. Maar er liggen wel belangrijke filosofische principes in verborgen. Wesley gaf al aan in zijn preken over het perfectionisme dat mensen opschrikken als ze het woord 'perfectie' horen. Ze kunnen daar niet mee omgaan, ze kunnen het niet aanhoren, want het betekent dan natuurlijk dat ze hun zondige en losbandige levensstijl moeten opgeven. Wij groeiden op met een enorme angst voor de bijbel. Dat is het Woord van God werd er gezegd. Het had een enorm gewicht, terwijl het maar door mensen was geschreven, en het was ook nog eens vertaald, en in werkelijkheid betekende het iets heel anders, want voor de vertaling waren ze heel selectief geweest. Dat werd ons niet verteld. We vreesden dus eigenlijk gewoon de Nederlandse vertaling. Elk woord, elke zin had een ontzettend zwaar gewicht op onze gewetens zo fragiel als een eierdopje als kind. Toen ik naar het college ging in Harderwijk kwam ik daar een Surinaamse jongen tegen die dan wel toegaf dat de bijbel belangrijk was, maar nog belangrijker was de auteur ervan te kennen, en volgens hem was dat God. Ik wist niet eens dat het mogelijk was om persoonlijk contact te hebben met God, maar hij zei dat het mogelijk was. Hij gaf mij wat boekjes die erover gingen, en ik werd lid van een tijdschrift erover. Het ging ook over engelen. Het onderwerp interesseerde me zo, omdat ik uit een hele zware kerk kwam waar God heel ver weg was en onpersoonlijk, dus ik zag wat licht aan het einde van de tunnel. Het werd een obsessie en mijn huiswerk ging er onder lijden, maar dat vond ik niet erg. Ik wilde hier mee verder. Ik kwam uit een zware gereformeerde gemeente genaamd de Nederlands Gereformeerde kerk, en die jongen en zijn boekjes en tijdschriften waren Evangelisch. Het was allemaal veel toegankelijker en lichter, en ik wilde graag ontsnappen uit de klemmen van mijn opvoeding, wat allemaal om bangmakerij draaide en mind control. We mochten zelf niet denken. Er werd voor ons gedacht en beslist. Als je daar vanaf week dan was je eigenwijs of geestelijk ziek in hun ogen, en dan kon je niets anders dan spot verwachten en onderdrukking, en dat roddelden ze ook allemaal door, en dan probeerden ze de hele omgeving tegen je op te zetten. De mening van de mensen, hun eigen mensen, daar ging het om, en voor hen was er niks anders. Ze keken niet verder dan hun neus lang was. Voor hen bestond alleen de Veluwe. Ze dachten dat de hele wereld de Veluwe was, en dat zij het bij het rechte eind hadden. Het waren de smerige, giftige klauwen van de duivel die mij niet wilde laten gaan. In de originele bijbel, in de grondtekst, is God 'sophia', wijsheid en 'gnosis', kennis. Dit zijn vrouwelijke woorden, als godinnen, die beiden voor kennis worden gebruikt. Als kind had ik soms dromen waarin hemelse, moederlijke vrouwen mij riepen. Achteraf gezien is dit niet zo vreemd, want ik zat opgesloten in een vadercultus. Over een moeder werd niet gesproken, want dat was meer katholiek. In het tijdschrift van de Surinaamse jongen stond een advertentie voor een Evangelische bijbelschool. Ik aarzelde geen moment en vroeg een prospectus aan. Het was in Doorn, in de provincie Utrecht, in centraal Nederland, prachtig natuurgebied. Er zou onderwijs gegeven worden over de engelen. Dat wilde ik graag leren. Het was voor mij ook een grote ontsnapping uit de dorre, droge kerk waarin ik opgroeide waarin God onbereikbaar was, maar door over engelen te leren zou het iets meer dichtbij kunnen komen, en ik wilde de bijbel ook beter begrijpen, want het was allemaal zo obscuur. Ik droomde en dagdroomde er vaak over, op zoek naar betekenis. Ik wilde een doel in mijn leven hebben. Ik vond de bijbel wel een mooi boek. Het sprak tot mijn verbeelding, maar het was ook eng. Ik zat helemaal vast in het Stockholm syndroom, maar zag dus een uitweg in die Evangelische bijbelschool. Ik wilde verdieping. Toen ik de prospectus las en de plaatjes bekeek, de school staande in prachtig, rustig natuurgebied, kwam er een hemels gevoel over me heen. Ik begon er al helemaal over te fantaseren hoe het daar zou zijn. Even mijn HAVO-diplomaatje halen, en dan er naartoe. Ik stapte daarom over van VWO naar HAVO.

Hoofdstuk 33. Van Bijbelvrees tot Heilige Vrees De charismatische beweging, ik heb het altijd iets schitterend gevonden, want het doorbrak de muur tussen hemel en aarde. Maar laat het duidelijk wezen dat er grote charismatische verdeelheid is. Er is een charismatische oorlog, waar wij al in de 90-er jaren over schreven en daarom ook waarschuwden. Al heel snel kwam er in ons netwerk, in 1993, het boekje 'Profetie - Speelgoed of Dynamiet' daarover uit. In de charismatische beweging werden veel spelletjes gespeeld, voor geld, macht en roem, en ik wilde daar niet aan meedoen en trok mij eerst van alles terug. Ik werd daarvoor zwaar beloond, want ik werd daardoor in de hemel opgenomen. Toen ik daar kwam was één van de eerste dingen die ik hoorde dat ik al mijn evangelische theologieën moest afleggen. Ik kreeg er een zwaard voor in de plaats, het zwaard van onderscheiding, en mijn ogen werden geopend. Ik keek terug naar de aarde en zag dat het een piraten aarde was. Alles was al ingenomen door geesten van misleiding. Veel mensen willen dat niet horen, en willen doorgaan met hun markt. Ze willen iedereen voor hun karretje spannen. Maar de waarheid is diep binnenin. Angst was de enige manier om er door te komen, angst om te zondigen, angst om misleid te worden, angst om de hemel te verraden. Angst is voorzichtigheid, het alarm. Dit was ingebouwd in het zwaard. Het was een prachtig zwaard. Het is de heilige vrees, ook wel de Vreze des Heeren genoemd. Het houdt ons veilig en op het juiste pad, en is het begin van wijsheid en kennis. Mensen willen vaak de heilige vrees niet. Ze willen dat liever overslaan, recht op het doel afgaan, maar zo grijpen ze mis, zo grijpen ze de afgoden. Ze zijn roekeloos. Ze willen de snelle paarden, de snelle auto's. Ook zijn veel mensen bang voor de heilige vrees. Ze willen liever vrolijk zijn, lekker alcohol drinken om al je zorgen en grenzen te verliezen. Maar was dat er niet om je te beveiligen ? Veilig verkeer Nederland, hallo ? Waar bent u ? Eens kocht ik een veilig verkeer CD voor mijn kinderen, wat ze zowel leuk vonden als leerzaam. Wat ik me nog ervan kan herinneren was het liedje : 'Wees voorzichtig in 't verkeer. De verkeersbrigadier zegt het keer op keer', en als je dan niet zou luisteren dan zou je een rare snijboon zijn volgens het liedje. Zo waar, zowel in het aardse verkeer als in het geestelijke verkeer. De heilige vrees is leerzaam en leuk, want het leidde mij tot de hemel. Het is leerzaam en daarom is het leuk. Het was ook een kunstvorm. Creativiteit is de beste leermeester. De mens mag spoorzoeken naar het geluk in het kruis. Niet dat we gelukszoekers of goudzoekers zijn, maar de verborgen kennis is het geluk. Dat is waar de filosofie over gaat, de wijsbegeerte. Je begeert niet het materialisme, maar de dingen die boven zijn. Dat is het ware plezier maken, en dat is waar de charismatische beweging over gaat, de muren tussen hemel en aarde doorbreken. Het doel van het leven vinden, dat is geluk. Dat is het ware geld. Het is geestelijk geld. Hier mogen we in zwemmen als Dagobert Duck. Kennis is geld. Het mag op ons regenen. Hemelse regen. Prachtig vond ik dat altijd, de symboliek van Dagobert Duck. Het is heel dualistisch. Maar de lagere mens op aarde houdt van het aardse geld wat hem verdicht. En de lagere mens, het ego, haat de angst in alle vormen. Het wordt als een spelbreker gezien, niet als onderwijzer. De mens heeft geen tijd om ernaar te luisteren. Alhoewel ik een aardse vrouw had was de Heiligte Vreze mijn ware vrouw. De mens MOET een relatie aangaan met de heilige vreze, anders zal de

mens uit de bocht vliegen. De mens MOET afremmen. In de geschiedenis, voordat de charismatische beweging in de jaren 1900 kwam opzetten, was er namelijk EERST in de jaren 1700-1800 het Wesleyanisme van de Heilige Vreze. Mensen kwamen in een bepaalde stroom van voorzichtigheid terecht uit angst om te zondigen en een vat te zijn voor demonen, en begonnen te trillen en te beven. Natuurlijk was dit tweeledig, want laten we eerlijk wezen : het christendom heeft mensen door de tijden heen altijd bang gemaakt voor de eeuwige hel. Er IS een consequentie verbonden aan de zonde, maar de eeuwige hel is slechts symboliek. Als je mensen gaat bedreigen met eeuwige marteling als ze niet doen wat je zegt, dan is dat crimineel. Grotendeels is het christendom dus piraats en een criminele cultus. Vandaar dat ik hierover weer begin, zoals ik dat altijd heb gedaan. Er is een exodus, een uittocht, mogelijk als we naar de wortels ervan gaan, als we gaan naar de diepere filosofie ervan, in dit geval tot de filosofische charismatische beweging. Er zijn twee sporen in de charismatische beweging : een goed spoor en een slecht spoor, en daar tussenin groot grijs gebied. Velen gooien er met de pet naar als ze dit horen, want ze willen maar al te graag met pensioen gaan. Ze willen het leger niet in. Daartoe kwam de Toronto beweging in 1994. Mijn vrouw toendertijd zei al direct dat het onzuivere koffie was, en we hadden er sindsdien veel tegen gewaarschuwd, want het was een pensioenfonds gebracht door demonen tot de kerk, en velen vielen erin. Vlak voor de 1994 uitstorting, in begin 1993, had ik al een zware confrontatie met dit ding. Ik ontmaskerde het in een tijd van vasten en afzondering, in een lange strijd. Ik versloeg het door de heilige vreze, die als een bal om me heen was, van hoge stroom, en toen ging dat ding ergens anders naartoe en kwam in de vorm van de Toronto beweging omhoog om te kotsen over de hele wereld. Wat een ellende was dat, zeg. Eén grote chaos, een charismatische chaos. En ik wist wat het was, maar velen wilden niet luisteren. En we verloren verschillende vrienden hieraan. Hoofdstuk 34. Dure Kleren ? Scheur je Kleren Grote auto's ? Dure kleding ? Er is een verschil tussen de geestelijke charismatische beweging en de materialistische charismatische beweging, die ook wel het welvaarts-evangelie wordt genoemd, het prosperity gospel. We leven in de matrix, een wereld die gesimuleerd is, om ons van het diepere af te houden, dus de materialistische charismatische beweging is PER DEFINITIE al bedriegelijk. En auto's brengen moeder aarde om zeep, dus waarom grote, dure auto's willen ? Het is allemaal voor het oog. De materialistische charismatische beweging, oftewel het voorspoeds-evangelie is antinatuur. Dure kleding ? Stropdasje om ? Om gezien te worden ? En hoe ? SCHEUR LIEVER JE KLEREN en keer terug tot de natuur. Wat minder mag wel, want we moeten één zijn met de armen. Kleed je eenvoudig, opdat je zinnen niet van het diepere pad worden afgeleid, en dan kun je profetisch gezien naar de juiste kleding worden geleid, zodat je kleding niet een dwangbuis is of een slavenjuk van de duivel, zoals vaak in de hedendaagse mode. Trek de wapenrusting van de duivel niet aan, want die zal zich tegen je keren en je opvreten. Je kan je ook leuk kleden op een andere manier, op een meer creatieve manier. Breek de code van de matrix. De kerken zijn vaak mode shows waarin de mensen laten zien hoe conform ze nog zijn aan de afgoden van de stad. Het is een belachelijke bedoening. Waar gaat het ze nu om ? Ik vluchtte van de Calvinistische Veluwe tot het Wesleyanistische Centraal Nederland in en om Utrecht, waar de Evangelische bijbelscholen waren. In Doorn was de Evangelische Bijbelschool, waar ik naartoe ging, en in Amersfoort was de EH, de Evangelische Hogeschool, in Soest In de

Ruimte, en de centrale pinkster bijbelschool zat in Lunteren, waar ik voor het tweede jaar naartoe ging. Ik was namelijk meer en meer geinteresseerd in het charismatische, en daar was op de EBS niet echt ruimte voor. Ik wilde het dus hogerop zoeken, maar daar begon het pas. Allemaal tegengestelde meningen en theologieën, en ik kwam in een charismatische oorlog terecht waarvan ik me uiteindelijk terugtrok, en wel moest, want ik kwam onder de heilige vreze en raakte depressief. Dat was mijn redding. De stof op de CPB was ook zo ontzettend droog, en ik studeerde meer in de bibliotheek, waar alle charismatische en demonologische boeken waren dan in de klas zelf. Geestelijkheid kan in principe ook nog heel vaag zijn, maar het gaat om het filosofische, methodische charismatische, want er is een diepere mens met een diepere structuur. Dit is heilige filosofie, hemelse filosofie waartoe je mag ontwaken om te zien dat alles metaforisch is. Het is een bepaalde taal, en we mogen tot een steeds diepere betekenis komen. Dan pas wordt pas echt de muur tussen hemel en aarde afgebroken. Nadat ik van de bijbelscholen afgekomen was heb ik er veel dromen over gehad, twee prachtige scholen met een prachtig natuurgebied ertussen, en daar ging alles gebeuren. Het waren twee fundamenten van mijn leven, en het zou zich alleen maar gaan verdiepen, alles, wat ik er geleerd heb, de mensen die ik er ben tegengekomen, de gebeurtenissen, enzovoorts, enzovoorts. Het zijn twee filosofische centra in mijn leven. We maken niets voor niets mee. Alles is een code van iets veel groters. Zo is dat ook in jouw leven. Dat is de semiotische filosofie, van de uitleg van tekensystemen waarin we opgroeien. Dat is de cryptosofie die ervoor zorgt dat we dingen niet teveel dramatiseren. Alles heeft creatieve potentie. Dit ontstaat in de shamasofie, de filosofie van het shamanisme, van het verdiepen, het contact maken, het natuurlijke charismatische. Het oorspronkelijke charismatische is dus iets indiaans, van de natuurmens. In de kerk draait alles vaak in cirkeltjes. Er wordt niet afgeweken van het boekje, maar wij zijn geroepen om het boekje te doorbreken en om het boekje te verdiepen, in verband te brengen met andere boekjes en de verborgen hemelse boekjes. Wat een grote taak ligt er voor ons weggelegd. Er is nog veel werk te doen. Iedereen is hiervoor geroepen, maar slechts weinigen geven er gehoor aan. Dat is de natuurlijke selectie. Het gaat om de eenlingen, en die moeten juist hierdoor getest worden, anders heeft het geen fundament en glijden ze gewoon met de dode massa mee. Zodra iedereen zomaar met je meeglijd, en iedereen spreekt wel van je, dan weet je dat er iets goed fout zit. Gij zult de meerderheid in het kwade niet volgen. We worden zo getest opdat we geen water bij de wijn doen. Een oud gezegde zegt : 'Hij die een stuiver zal stelen zal een daalder stelen,' wat John Wesley ook aanhaalde in zijn preek 'Over de Opvoeding van Kinderen'. D.w.z. als ze een klein beetje de grens verleggen zullen ze die grens steeds verder verleggen. Vandaar dat alleen de radicalen, de perfectionisten, zullen overleven in de golven van verleiding en misleiding die door de duivel over de wereld worden uitgegoten. Een klein beetje zuurdeeg maakt het gehele deeg zuur. De kern van deze preek is : 'Zonder God kan de mens niets goeds denken en niets goeds doen. God, als wijze moeder, breekt de wil van een kind de eerste keer wanneer het opkomt. Hen wordt ingetogenheid geleerd en een diepe overtuiging. Rijkdom brengt geen geluk. Ze worden gehard in het liefhebben en dienen van de kennis. Hen zal geen pijn bespaard worden om hen dat te leren. Hen moet geleerd worden de leugen en de ijdelheid te haten en te verachten.' Zo blijft het kind veilig. Daarom is het leven zo moeilijk. Zo kunnen we dat verklaren. De kennis door tucht verkregen is de ware rijkdom. Zonder tucht gaat het niet diep genoeg.

Hoofdstuk 35. In de Naam van Afrika - de Steen van de Filosofen De Waarheid is al om ons heen, maar we moeten er slechts toe ontwaken. De Waarheid is al gecodeerd in onze geschiedenis en ons verleden, maar we moeten er toe ontwaken. ALLES is al gebeurd. Wat we zien zijn slechts reflecties daarvan. De geschiedenis is een steen die we mogen draaien voor de juiste reflecties. We moeten het raadsel van deze steen oplossen, van deze spiegelsteen, de steen van de filosofen. DAT is de opdracht van de mens. Ga niet dom lopen doen, sleur de mens niet mee in zonde en allerlei onzinnigheid. ONDERWIJS ze. Wees een goed voorbeeld. Verdoe je tijd niet met ijdelheden. Het verziekte verstand van de mens wat altijd maar roddelt en excuses verzint zal BREKEN, en alleen de waarheid zal overblijven. Dit zal alleen gebeuren als de mens ontwaakt, maar nu slaapt de mens. Als de mens ontwaakt zegt de mens : 'Oh ja.' In een droom danste ik met een verongelukte gospel zanger die begin tachtiger jaren met een vliegtuig neerstortte. Hij zong 'Afrika, Afrika, Afrika', en we waren ook in Afrika. De Egypto-Judeo fundamenten liggen veel dieper in de wildernisen van Afrika. Als de mens ontwaakt tot Afrika komt de mens eerst in de Egyptische labyrinten, voor zwerftochten door de hieroglyphische tunnels van de piramides, maar dan moet de mens dieper Afrika in om het te ontraadselen. Hier wordt alles aan afgemeten, en dat is het ware evangelie, dat van de armenhulp. Ik meet alles af aan Afrika. Afrika heeft altijd het zwaarst op me gedrukt, en bij iedere gedachte die ik heb, elk woord wat ik spreek en elke stap die ik zet, meet ik het af aan Afrika, aan de armenhulp, levende vanuit moeder Afrika. Anders ben je levende al dood. Het Westen wordt door vreemde parasieten in bedwang gehouden die de mensen met vreemde afleidingen programmeren en het is om ziek van te worden, maar dit komt door een gebrek aan Afrika-bewustzijn. Ik heb dit al heel lang met lede ogen moeten aankijken. De mens wordt geleefd. Het is allemaal ijdelheid. In het Eeuwig Evangelie werd er al gesproken over een groter Afrikaans evangelie : Savaninen 14, de Rode Steen 10. En er was een plaats genaamd het tweede Golgotha in Afrika, en de Heere maakte deze plaats groot. 11. En vanuit alle hoeken van de aarde werd deze plaats bezocht, maar de apostelen spraken : 'Het heil is niet te vinden in een plaats of een persoon, maar in het hart dat zich verborgen houdt.' 12. En de gemeente werd een volk van eenlingen, en zij die de krachten van het ijs niet konden aanvaarden vielen weg van de Heere. 13. En in die dagen hielden familiaire en sociale geesten velen tegen om behouden te worden. Savaninen 7 8. Dit zijn de woorden van de tweede Mattheus voor de laatste dagen. De Heere heeft u een tweede Christus gegeven. 9. En zijn tweede engelen kwamen tot Hem om hem op aarde te dienen. Hij stierf aan het kruis van honger in de streken van Afrika, bespot en alleengelaten door de gemeente.

Savaninen 4 13. En de Heere leed in het hongerend Afrika, maar zijn gemeente heeft hem niet gewild. 14. Daarom zal de Heere de eerste gemeente wegvagen en de tweede gemeente behouden. 15. En de Heere zal zijn eerste christus wegnemen om zijn tweede christus te zenden met een nieuwe wet. Sorsol 3, de Steen der Indianen 10. Heere, ik draag het Kruis van Hongerend Afrika, als een verborgen boodschap van u. Heere, ik draag het Kruis der Indianen in mijn hart, en neem het aan, om tot u te komen. Ik draag hun kruis en neem het aan, om tot u te komen, die lijdt in het binnenste der aarde. De Openbaring van de Rode Steen 9, de Rode Steen 11. Zijn tweede ziel zal ons leiden door zijn tweede woord. Oh tweede christus die stierf aan het tweede kruis, de honger in afrika, de gemeente heeft het niet verstaan, maar vanuit het verborgene zal een tweede gemeente voor hem zorgen, hem balsemen met de zuiverste honing, bij zijn geliefden zal hij zijn. laat de leeuw nu spreken, en de cobra. Tot zover het EE. Dan zijn er een heleboel christenen die zeggen : 'Ja, maar Jezus dit en Jezus dat, en in de naam van Jezus dit, en in de naam van Jezus dat.' Neen. De mens moet stoppen met spelletjes spelen. Het Jezus principe wijst terug op Afrika, en het lijden van Afrika is veel groter dan een driedaags kruis en een driedaags gevecht in de onderwereld, want dat was slechts symboliek. Het westen heeft alles verletterlijkt en verdicht, opdat Afrika vergeten zou worden. Dus nee, niet in de naam van Jezus, maar in de naam van Afrika. Het Jezus verhaal was een gelijkenis, zoals het al werd aangegeven, maar de kerk wilde het niet zien en bleef er als een blinde, dolle zot omheen dansen. In de naam van Afrika : WORD WAKKER. Jezus had Afrika als schuilplaats tegen Herodus anders zou hij als kind al zijn omgebracht, en Israel werd in het OT door Afrika van de hongersnood gered, maar nu heeft de kerk grotendeels Afrika vergeten. Rijk willen worden, duur willen doen, materialistisch leven is spotten met Afrika, en dan spot je met God zelf. Als je een vriend wil zijn van de stadse spelletjes ben je metterdaad een vijand van Afrika en dus van God. Gebruik je het kruis om Afrika te negeren of om op Afrika te WIJZEN. Groot verschil. Afrika is de sleutel. Het is de grootste wond van de aarde. Wie het negeert pleegt in principe gewoon zelfmoord en is hartstikke gek. De evangelische beweging staat helemaal stijf van de armenhaat door al hun vuile dogma's die Afrika er buiten houden. Het is hysterisch. Aan Afrika wordt alles afgemeten. Afrika is de ware weegschaal en veer van Ma'at waar de harten en de zielen tegen gewogen worden. Er is geen oordeel tegen hen die de armen daadwerkelijk liefhebben, die tot de Afrika verlichting zijn gekomen in de eindtijd. De Liefde wast en bedekt alle zonden. Jezus wees op Afrika. Jezus was Afrika. Mattheus 25 35Want Ik heb honger geleden en gij hebt Mij te eten gegeven. Ik heb dorst geleden en gij hebt Mij te drinken gegeven, Ik ben een vreemdeling geweest en gij hebt Mij gehuisvest, 36naakt en gij hebt Mij gekleed, ziek en gij hebt Mij bezocht; Ik ben in de gevangenis geweest en gij zijt tot Mij gekomen. 37Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden, zeggende: Here, wanneer hebben wij U hongerig gezien en hebben wij U gevoed, of dorstig en hebben wij U te drinken gegeven? 38Wanneer hebben wij U als vreemdeling gezien en hebben U gehuisvest, of naakt, en hebben U gekleed? 39Wanneer hebben wij U ziek of in de gevangenis gezien en zijn tot U gekomen? 40En de Koning zal hun antwoorden en zeggen: Voorwaar, Ik zeg u, in zoverre gij dit aan één van deze mijn minste broeders hebt gedaan, hebt gij het Mij gedaan. Telkens maar Jezus zeggen als je tot God wil komen zal je niet helpen. God prikt recht door je hart heen. Zeg eens een keertje Afrika, in de naam van Afrika, dan kom je werkelijk tot God. Afrika is de weg tot de hemel. Dan heb je de steen der filosofen gevonden.

Hoofdstuk 36. Het Betelgeusische Afrika 'Afrika' betekent de aarde ingaan, de onderwereld, het anonimisme, wat zal leiden tot de ondergrondse zee, een beeld van de dualiteit, van het perspectivisme. Het vorige onderwijs reikte een sleutel aan tot een diepere kernlaag in Betelgeuse, namelijk van het Betelgeusische Afrika. Het is van belang het element aarde te balanceren met het element zee, zoals het ook van belang is om het Egyptische Afrika te balanceren met het niet-Egyptische Afrika, want Egypte is slechts een verre uithoek van Afrika. Egypte is als de brug tussen Israel en Afrika, waardoor de mens het Egypto-Judeo fundament mag verdiepen. De grootste ongelukken komen er als deze balanzen er niet zijn, en vandaag de dag mag de mens weer tot deze balanzen ontwaken. Zoals in het boek Openbaring staat opgetekend komt de ontwakende mens tot de zee van de Urim (Aramees) om het lied van Mozes te zingen. Er zal dus een nieuwe exodus plaatsvinden. De mens moet zowel in als uit Egypte gaan om tot de diepere Afrikaanse fundamenten te komen, in het Betelgeusische Afrika in Orion. In dit gebied is Maraka een zeegodin, wat op aarde werd geprojecteerd als Marokko in Noord-West Afrika, in de uithoek. Zij bracht Hastar, een andere godin, het Woord, wat op aarde werd geprojecteerd als Hathor in Egypte, de opvoedende godin. De mens wordt zo opgevoed door het Woord uit de zee. Trali is de zoon van Hastar die zij opvoed, zoals Hathor Horus opvoedde in Egypte. Het mandaat van deze Betelgeusische-Afrikaanse religie (filosofie) is 'dieper in de aarde tot de zee komen'. In het boek Openbaring heeft de mens zowel een strijd tegen het beest van de zee als het beest van de aarde. Dit heeft heel veel met mijn eigen cryptosofische leven te maken, want alles is een cryptische boodschap. In 1980 gingen we met de familie, en het gezin van de jongste zus van mijn vader, op vakantie naar Hellendoorn. In die tijd werd ook op de televisie de serie the Lost Islands, de verloren eilanden, uitgezonden, van een groep kinderen uit allerlei landen die op een schip genaamd 'the United World' varen, maar door een storm terechtkomen op een onbekend eiland waar een hele vreemde religie heerst. We moesten en zouden het zien, wilden geen aflevering missen, en dat kon op de camping gelukkig. Een vriendinnetje daar kwam uit Amsterdam en zong een liedje van de wegenwacht, wat in die tijd veel op de radio was. Op een spelletjesdag werd een winnaar bekend gemaakt. Het was mijn nichtje, en ze liep al naar voren om haar prijs in ontvangst te nemen, maar ineens kwam er ook een ander meisje op af. Die bleek dezelfde naam te hebben, en voor haar was de prijs bestemd en niet voor mijn nichtje. Toen we weer weggingen baalde ik, want ik miste het vriendinnetje uit Amsterdam. Met de familie van mijn moeders kant gingen we weleens naar een pretpark in Hellendoorn. Mijn favorieten waren de spookgrot en de achtbaan. Hoe los je zoiets cryptosofisch op ? Het laat zich niet forceren, maar begin negentiger jaren ging ik naar de Evangelische bijbelschool in Doorn, en voor het tweede jaar stapte ik over naar de Pinkster bijbelschool in Lunteren, aan de rand van Gelderland, tegen de grens van de provincie Utrecht. Het lag dus tamelijk dichtbij elkaar in het centrum van Nederland. Prachtig natuurgebied, maar in die overgang had ik een zware ervaring, en ik raakte depressief, en het was als de hel toen ik naar de Pinkster Bijbelschool ging, terwijl ik ook zo nu en dan de hemel kon aanraken. Het was heel dubbel, maar dit was dus Hel en Doorn, de twee bijbelscholen, gecodeerd in de Hellendoorn

vakantie. Op de Pinksterbijbelschool, Hel, de moeder van de onderwereld, ontmoette ik mijn Amsterdams-Surinaamse toekomstige vrouw, zoals ik destijds in 1980 op de Hellendoornse camping een Amsterdams vriendinnetje had. Die zong dus het liedje over de wegenwacht, die dus helpt bij pech onderweg en iemand op sleeptouw neemt, als een poort of brug. We trouwden toen in Amsterdam en gingen daar wonen, en ik werkte daar in een Afrikaanse gemeente met een Afrikaans-Ghanese vriend van de Evangelische bijbelschool (Doorn), de broer van een vermoorde Ghanese president. Amsterdam sloeg dus een brug tussen beide scholen, tussen Hel en Doorn. Op de Evangelische bijbelschool in Doorn had ik ook voor twee maanden een Afrikaanse vriendin van de Kaap Verdische eilanden, maar dat liep al gauw totaal niet meer, en ik klapte helemaal dicht. Ik was blij toen het voorbij was, maar het was denk ik ook gewoon een groot cultuur-verschil. Het was dus heel internationaal, want het was Nederland, Afrika en Suriname, en zo was dat ook op het schip uit die serie uit 1980 over die vreemde religie waarin ze terecht kwamen als gevangenen. Hel en Doorn is ook verbonden aan het sprookje Doornroosje, want de slapende Doornroosje werd als eenling bewaakt door doornenstruiken die om het kasteel groeiden, en ze werd vastgehouden door de heks, Hel. Zoals ik al zei is dit iets dualistisch. Ik kon ook de hemel zo nu en dan aanraken, en ik werd ook opgenomen in de hemel uiteindelijk. Daarna bleef ik vele dromen krijgen over Afrika en Suriname. En het voorval met mijn nichtje ? Dat zie ik als twee realiteiten die contact met elkaar maakten, een parallelle wereld die kruiste met deze wereld. Het was een dimensionale poort. Mijn nichtje werd vervangen. Het was een soort wisselkind moment. En dit is een belangrijk iets voor het herstel van de wereld. Dat is ook wat een achtbaan doet, alles even omgooien. Het heeft metaforische waarde. Hoofdstuk 37. Het Soevereine Oordeel Als demonoloog ligt er ook een shamanistische taak, als diepte-demonoloog. In de onderwereld moest ik predikanten van de Gereformeerde Gemeente vrijzetten, waaronder ook een predikant uit mijn geboorteplaats. Een aantal maanden geleden kwam hij tot mij. Hij was al jong overleden aan een ziekte. Hij was inmiddels ook bezig geweest in de Egyptische wortels van het christendom wat veel 'boorwerk' en 'entwerk' is, telkens dieper en dieper. Ik kwam hem tegen in een grote woestijn en hij gaf mij prachtige esoterische bruine lederen riemen, osirische. Ik had daar een aantekening van gemaakt en dat schrijf ik nu even over. Het was een korte aantekening. Vandaag verscheen hij weer aan mij. Ik heb twee boeken van hem hier liggen, en hij wilde dat ik wat uit zijn dagboek las, en leidde mij tot 19 juli, waar ik begon te lezen. Het ging over het vraagtekens zetten bij de rechtvaardigheid van God toen God de farao strafte omdat hij het volk Israel niet vrijliet. Het hart van de farao werd verhard, en zo gebeurde dat ook met het volk tijdens het leven van Noach. Het volk dreef de spot met de boodschap van Noach, met het schip wat hij bouwde. 'Laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij.' En toen moesten de oordelen van God komen, ook al zijn die voor een mens niet altijd te volgen, maar dat is de heilige soevereiniteit, die zich niet aan mensenregels houdt, maar overal doorheen breekt. De mening van de mens, die trouwens altijd weer verschilt, is onze maatstaf niet. Wij mogen daarom rusten in het oordeel, rusten in de tucht, want het is goed. De zonde moet gestrafd worden. De mens kan dat niet goedpraten. Voor verschillende evangelische gemeentes die in liefde, vergeving en genade geloven is dat soms

moeilijk te aanvaarden. Sommigen beweren dat we nu in het genade tijdperk leven, terwijl het OT het tijdperk was van het oordeel. Osiris stond ook voor het oordeel in de onderwereld, wat als een filter werkte. Het gaat om het diepere Egyptische oordeel, opdat de mens niet verzwaard wordt met de zonde. Er moet een duidelijke scheiding zijn. De riemen duiden op een zekere discipline en op de heilige gebondenheid en verbondenheid met de hogere kennis. Natuurlijk wordt de mens dan soms aangevallen, maar dan mag de mens rusten in God's soevereiniteit. God weet wat het beste is voor de mens, en de tucht is waarlijk een beveiligings-systeem en zo ook het oordeel. Daarom moest God Egypte wel slaan en daarom moest God de zondvloed wel brengen, anders zou alles verloren zijn. Wij mogen deze lijnen ook in ons eigen leven ontdekken. Het gevaar werd mij vroeger al getoond met die specifieke Evangelische gemeentes die liefde, vergeving en aanvaarding predikten. Het zijn de New Age muizen. Demonologisch gezien dus niet verantwoord. Wij moeten ons vast blijven houden aan het oordeel, en dat begint bij onszelf. Wij mogen niet indutten, niet met pensioen gaan en zomaar alles om onsheen aanvaarden, want de vijand loert op de mens en infiltreert waar hij kan. 'Wij moeten rein blijven, niet schijnheilig. Er staat teveel op het spel,' sprak de Gereformeerde Gemeente predikant. 'Het oordeel begint in het hart, in God's huis. Het oordeel is onlosmakelijk verbonden aan de heilige gebondenheid.' Het is soms moeilijk voor een mens God's wegen van tucht en oordeel in ons leven te begrijpen. Maar de mens moet de ingewikkelde wetten van ascese en beveiliging leren begrijpen. Er is geen andere weg dan het smalle pad en de nauwe, enge poort. Alleen dat kronkelige bergpad leidt tot leven, en alle andere wegen leiden tot de dood. De vijand biedt veel wegen aan met veel make up, als maskers, om de mens weg te leiden van het smalle pad. De vijand vreest het smalle pad. De mens moet worstelen, de mens moet strijden om in te gaan. Velen zijn geroepen, maar weinigen zullen ingaan, en dat is ook juist een test om te zien of we de massa's volgen of de waarheid. En volgen we personen of volgen we principes ? Principes kunnen zich overigens wel weer personificeren maar daar mag geen misbruik van gemaakt worden. Daarom gebruiken we voor het gemak nog steeds soms het woord 'God', omdat dat in deze taal de gepersonificeerde kennis is. Het is dus zeer zeker niet letterlijk, maar archetypisch, symbolisch, oftewel filosofisch. Een mens komt op dit pad en zal dan duizenden aanbiedingen krijgen van de clowns van luilekkerland om hem te testen. De massa's zullen hem proberen te verleiden, en dan is de vraag : Wil de mens het gemak of de waarheid. De mens houdt van gemak als gebak, maar het sust de mens in slaap. Daarom komt het aan op het hart. Doe je water bij de wijn, of ben je op zoek naar het pure ? Vele evangelischen worden hier nerveus van. Sommigen noemen het : 'op eieren lopen.' Ze willen graag vrij zijn, doen wat ze willen, maar wie volgen ze dan eigenlijk ? Niet eens Jezus meer, want Jezus zei : 'Niet mijn wil, maar uw wil geschiede.' En Jezus sprak alleen maar als God eerst sprak. Jezus predikte dus geen vrije spraak, maar het hemelse robotisme, oftewel het perfectionisme, wat de oorspronkelijke wortel was van de evangelische beweging, namelijk het Wesleyanisme. 'Ja, maar je moet als een kind zijn,' zeggen sommige evangelischen dan. 'Al dat kennis gedoe leidt tot opgeblazenheid.' Zij willen het rebelse, vrije kind, wat zich aan niets of niemand stoort, maar het ware 'kind zijn' betekent verbondenheid aan de moeder, het leeg worden van je eigen verlangens en de moedermelk drinken en vanuit de bron nieuwe inspiratie opdoen, en de bron voedt op en onderwijst tot hemelse volwassenheid. Het kind is juist het beeld van het heilige robotisme in de zin dat het verbonden is en blijft aan de ware wijnstok. De vijand probeert dus heel sluw een heel andere betekenis te geven aan het kind, om zo het New Age kind te laten komen, zodat de mens wordt afgesneden. De vijand heeft een spijbelkind neergezet als rolmodel voor de van het Wesleyanisme afgeweken evangelische beweging. Waar komt het op neer ? Deze 'kinderen' slaan elkaar de hersens in, omdat ze hun ego niet hebben afgelegd. Het zijn betweterige, narcistische, verwende kinderen die altijd hun zin moeten hebben, anders slaan ze er op los. Het zijn terroristische kinderen, want ze beloven eeuwige marteling aan hen die hun dwaze denkbeelden niet volgen. Ze lopen rond met zwaar militair geschut. En daarom moet het oordeel komen, en daarom

moet de filosofische oorlog gestreden worden. Hoofdstuk 38. Het Snelheidsgeweld op de Evangelische Snelwegen Een profetisch mens gaat soms door dorre periodes, wat nodig is om van alle valse zintuigen en valse zintuigelijke informatie wat zich in de loop van de tijd heeft opgehoopt los te komen. Het profetische leven moet verder ook aan allerlei voorwaardes voldoen, net zoals een televisie of radio alleen kan werken als alle techniek compleet is en er geen onderdelen missen. Het is de kritiek die ik heb op de latere Evangelische beweging die van de methodiek van de filosofie is afgeweken, van Wesley (jaren 1700) en Nietzsche (jaren 1800). Zo ontstond er een opwekkingsbeweging die wel heel opgewekt was. Het heilige pessimisme en nihilisme (Nietzsche) en het heilige perfectionisme, het completisme (Wesley) werd overboord gegooid, en de mens werd tot snelheidsduivel. Vaak wilde de mens niets of niet veel meer van het profetische afweten, want men had immers de bijbel en dat was voldoende. Toch waren er dan ook enkelingen die met profetie aan de gang gingen, maar ook dat moest snel snel, want de methodiek was verloren gegaan en moest verloren gaan, want het was voor hen een sta in de weg. Het profeteren werd tot snelkook-cursus en de grootst mogelijke ongelukken kwamen ervan, want het deed de mens volkomen uit de bocht slaan. Zo werd profetie tot een formule één spelletje, de profetische mens als autocoureur. Hierdoor, door snelheidsgeweld, klapten de hogere zintuigen nog meer dicht. De mens werd zo tot een rover van profetische items, en die werden dus helemaal uit de context gerukt en verdraaid, als een piratenbuit, omgesmolten goud. Het werd een tirannie. De sleutel tot het profetische leven is juist het afremmen, het aandacht geven aan de tussenstappen, steeds meer, totdat de mens tot de natuur is teruggekeerd, tot de natuurlijke processen. Als de mens alles in de versnelling gooit omdat de mens de eerste wil zijn, of gewoon niet kan wachten, dan is het profetische doel verloren. Het is juist een discipline van geduld, een school van vertraging en herhaling. De mens wil snelle feestjes, dikke spierbundels om gezien te worden en ontzag op te wekken. Een Nederlands schrijver schreef hierover dat dit min of meer een martiale onverschilligheid is die onvolwassenen afkijken van reclamefilmpjes van sterke drank, wat eerder medelijden opwekt dan ontzag. Gelukkig prikken er vele mensen doorheen, maar nog steeds is de Evangelische beweging die blijdschap als graadmeter ziet van het contact met God als een koersloos schip losgeslagen van de profetische kade. Zij die er doorheen prikken zien onzekere mensen die 'er bij willen horen', 'die iets willen voorstellen', en daarvoor over lijken gaan, en zo een karikatuur van zichzelf maken. Daarom zegt de Evangelische beweging ook vaak dat de wet er niet meer is, want nu leeft de mens vanuit genade. De wet heeft afgedaan. Natuurlijk heeft de lagere wet afgedaan, maar dat wil niet zeggen dat er geen hogere wet is, en die hogere wet is beslist niet genade, want zo wordt er nog niks opgelost, en kan iedereen maar aan blijven rotzooien. Hup, nog een drankje er tegenaan. De evangelische mens overdrijft teveel, ziet niet meer dat het meerdere hem opgeblazen heeft gemaakt tot het punt dat hij is ontploft. Juist het mindere is meer, en dat hele traject staat zelfs in de bijbel beschreven. Ze zijn niet eens bijbels, kennen hun bijbel ook niet, want alles is toch genade. De lat wordt niet hooggelegd. Wesley en Nietzsche zijn overboord gegooid, want zij waren spelbrekers. Nu eten ze alles uit blik. Ze zijn zichzelf tot wet geworden, de wetteloosheid, en daarom heb je ook vaak het idee dat je niet tot ze kan doordringen, want het zijn snelheidsduivels. Ze luisteren niet. Ze hebben een grote helm op, maar waar zal die helm hen tegen

beschermen ? Niets kan hen meer beschermen met zo'n vaart. De ontploffing is allang geweest en ze liggen al in het ziekenhuis. Het is allemaal nog slechts illusie. Vannacht had ik een droom over die Evangelische Tarzan. De spieren rolden over zijn lichaam, en hij hield van hard geluid, om alle profetische stemmen te doven, ook om alle woestijnen te doven. Hij wilde alles snel snel. Hij waande zich de koning van de natuur, van het oerwoud. Hij had zich dit helemaal ingebeeld, had alles om zich heen opgekocht, maar het kwam nogal dom over. Je kon hem niet bereiken, er was geen klik. Hij zocht naar zijn ingeblikt voedsel, naar zijn koelkast, want hij kon eigenlijk niet in de natuur leven. Hij kon niet overleven, dus alles was maar tijdelijk. Hij zat achter het stuur van zijn grote truck, zijn lichaam, maar het was allemaal kunstmatige natuur, en de ware natuur liet hem vastlopen, omdat hij de tussenstappen niet had. Hij sloeg grote stappen over. Dit is de lagere natuur, het ego. Die kijkt totaal langs je heen, luistert totaal langs je heen, totaal afgeleid. Na Wesley, Nietzsche en Darwin kwam Tarzan. Prachtige boeken, maar het liet de lagere mens zien, het ego wat nog wilde heersen. Langzaam zou het ego door de natuur worden ingesloten. Daarna kwamen de Gor boeken, als het instituut van het ego. Het individuele ego van Tarzan werd zo tot een collectief ego. Het is heel dualistisch. Ik heb altijd een haat-liefde verhouding met die boeken gehad, zoals ook met de bijbel. Toen kwam de Tweede Bijbel, en dat moest wel, want de mens was verbrand. De Tweede Bijbel stapte op de rem, bracht het ijs. De mens moest niet sneller horizontaal, maar afremmen om vertikaal de diepte in te gaan volgens de natuurprocessen. De mens moest wachten op de natuurverschijnselen, en niet bij gebrek aan beter dan maar zelf gaan aanrotzooien. Er is betere methodiek. In het afremmen wordt het zichtbaar. De mens mag stoppen te overdrijven, stoppen alles rooskleuriger voor te stellen dan het is, om zo weer zicht te krijgen. Wie ben je ? Wie ben je daadwerkelijk ? Iemand heeft je getekend en je bent in één of andere tekenfilm van de stad, maar dat is niet wie je bent. Je zit opgesloten. Wat is dan de weg eruit ? Afremmen. Loskomen van alle valse technologie die de mens altijd maar weer in de versnelling gooit. De mens is gemaakt tot snelle auto, tot een voertuig, tot een lastdier. Dat is het nut van de mens voor de dokters van de dood. Nee, je kunt niet met ze onderhandelen. Je kunt jezelf er niet uitpraten. Je moet afremmen, tot de tussenstappen gaan. En heb je een tussenstap gevonden, wat is dan de tussenstap tot die tussenstap ? Enzovoorts. Dat is het proces van de diepste tussenstappen, de ultratussenstappen. Je komt zo in een hele andere energie van diepte-profetie. Je bent geen profetiejunkie meer. Integendeel. Je weet dat je die energie weer verliest als je jezelf in de versnelling gooit. De mens moet de natuurdrugs van het geduld leren kennen, van de tussenstappen. De Evangelische beweging liet het los en verloor alle verfijning aan lompheid, zoals in de droom over de Evangelische Tarzan. Alles ging langs hem heen. Hij leefde in een roes, als een snelbrandende sigaret op weg naar zijn einde. In de goot zou hij eindigen. Oh ja, alles moet maar groots, snel en duur, maar het is een karikatuur. Het is de lagere mens waar Nietzsche tegen predikte, en wat de nazi's later verschrikkelijk uit het verband rukten, en zo ook de Evangelische beweging. De waarheid is, en ik heb het met eigen ogen gezien, dat de Evangelische beweging depressieve mensen en mensen met angststoornissen of mensen die afhankelijk zijn van hulp en opvang als 'lagere mensen' zien die minder bruikbaar zijn voor God. Armoede wordt als zonde gezien, dieren zijn ook lagere schepselen. Je moet eens weten hoeveel er gebarbecued wordt in Evangelische gemeentes. Dat is toch wel het hoogtepunt van het jaar. En waarom ? Omdat ze de demonologie niet kennen en daarvoor de installaties niet hebben, dus vallen ze hun medeschepselen aan. Daar strompelt de Evangelische Tarzan naar de volgende Evangelische barbecue avond, vlees uit blik, omdat hij te lui is om onderzoek te doen naar de daadwerkelijke demonen om die te bestrijden. De Evangelische Tarzan is helemaal geen natuurmens, maar een karikatuurmens. Daar strompelt hij als een zombie naar de volgende Evangelische bingo avond om zijn geluk te beproeven. De Evangelische Tarzan is geen profetisch mens, maar een gokker. Zo wint hij zijn tweedehands, derdehands, vierdehands profetische items, of niet, en dan klaagt hij de hele weg terug. Klagen als Jom als zijn kerstmis-kous niet meer vol zit zoals verleden jaar, of als hij er stront in vindt. De Evangelische Tarzan is een geluksboeddha, een geluksgod, waar Nietzsche al tegen streed in de

jaren 1800, en Wesley in de jaren 1700. Zoals de Gor boeken al stellen : 'de dikke goden worden in de stad aanbeden.' Er is een wereld van verschil tussen de Gor steden, waar vaak de dikke goden heersen, en de wildernis, waar vaak de vrouwen heersen, de panters, maar dat 'heersen' van de vrouwen betekent juist afzonderen, dieper de natuur in, opdat je niet meer in slavernij wordt genomen door de dikke afgoden. Het daadwerkelijke 'heersen' gaat over emancipatie, zelfdiscipline. John Wesley vocht met de Calvinistische afgod, en begon zichzelf steeds meer te zien als een heiden, omdat hem een groter mysterie werd geopenbaard, namelijk dat van een inclusieve God die niet keek naar iemand's religie, maar naar iemand's hart en daden. Teveel religie maakt de mens krankzinnig, zei John Wesley. Hij zag dit steeds meer, en werd steeds zieker van het orthodoxe christelijke geloof. Hij haatte het. Vandaar dat dit een nodige reformatie was na Luther. Hoofdstuk 39. Geloven is bullshit Om het even heel plat te zeggen : Geloven is bullshit. Het gaat om persoonlijke ervaring, maar omdat er zovelen beweren persoonlijke ervaring te hebben gehad en elkaar ALLEMAAL tegenspreken moeten we tot de conclusie komen dat de heilige gebondenheid de enige weg is, TENZIJ we spelletjes willen blijven spelen. De mens wordt voortdurend geprogrammeerd, gemanipuleerd en bedonderd. Daarom moet de mens de diepste dood aan zichzelf sterven en dan door de natuur opstaan. Dat is het ware Jezus principe en dat is het robotisme, oftewel het Wesleyaanse perfectionisme, waardoor je niet meer kan zondigen, wat ook weer terugkomt in de Johannes brieven. Het leidt helemaal terug tot Jeremia. Het leidt terug tot de wildernis. Hoofdstuk 40. De Siberische Reformatie Het christendom is één en al zelfverafgoding en daarom kom je met atheisme tegen dat soort valse afgoden vaak veel verder. In de zelfverloochening moet je verlangen naar de eeuwige dood, anders kun je het ego niet breken, en dat komt juist terug in het atheisme. Deze eeuwige dood is niet te vinden in vuur, maar in ijs. Het christendom is een vurige klaagziekte, maar het zal geheel vergaan wanneer het blootgesteld wordt aan de ijsmonsters van een diepere prehistorie. Egypte is hierin een tussenstation. De ijsmonsters van de eeuwige dood moeten ermee afrekenen, en dit is iets filosofisch en niet eens zozeer geestelijk. In Rusland vinden wij deze echo terug van de filosofie van het oerijs. Dit is het ijs wat nog kan redden, en alles wat gered zal worden is maar een vonk. De natuur is van een hogere complexiteit en de mens zal geheel erin vergaan. Alleen het andere zal

overblijven. De vermoeidheid zal de mens opslokken wanneer de mens ontdekt dat alles ijdelheid is. Alleen het andere zal overblijven. Het zelf zal vergaan. Dit is de prehistorische anderheidsfilosofie, de ware zelfverloochening, door de eeuwige dood. Dit is verletterlijkt in het Russische orthodoxe atheisme, maar was dus oorspronkelijk een levende filosofische esoterie. Daarom is er zo'n grote strijd om Rusland, Rossiya in het Russisch, of rosh, het begin, in het Hebreeuws, en in het eerste zinnetje van de bijbel. Het gaat om de prehistorie. Dit is een machtig raadsel. Het is atoom-energie. En we zijn al in deze kernreactor. Het heeft allemaal te maken met het tweede poortboek van de Tweede Bijbel, de evolutie van de hemel, wat ook een heel Darwinistisch begrip is. Egypte is de brandstof, de buffer, de tussenlaag, die nodig is om in de prehistorische kernreactor van de filosofie te komen. Rusland is slechts een code. Het gaat niet om Rusland. Er verschuilt zich dus iets in Rusland, zoals iets zich verschuilt in de Noorweegse zee. Het gaat om Ragnarok. De valkyries werken niet buiten Ragnarok om. Ze zullen geen religieuze fanaten opnemen die niet de eeuwige dood aan het zelf zijn gestorven. De eeuwige dood is het frontportaal van de heilige gebondenheid. Dat was het eerste wat ze me vroegen toen ik in de hemel kwam. Ik moest alle evangelische theologieën en afgoden afleggen. Ze vroegen dus allereerst atheïsme tegen de goden van de kerk. Dit esoterische atheisme was de ijskoude sleutel. De kernreactor is in het diepste van het ijs, bedolven onder ijs. Ze zijn daar helemaal ziek en kotsmisselijk van alle afgodendiensten, al het religieuze ge-etter, want dat is het, of dat nu direct is of subtiel. Het geheim van de beer. De beer is zo orthodox als de ziekte. Allemaal verletterlijkt, maar draagt een groot geheim. Daarom zijn er ook hemelse beren, en die zullen losgelaten worden, en ze zullen afrekenen met onfilosofische religie, en terugleiden tot de oorspronkelijke hemelse filosofie die door de tijden en eeuwen heen is bedekt, ondergesneeuwd met gif. De eeuwige dood sterven, dat is de ware opname. Zo kan het vlees niet meer opstaan. Rusland heeft die taak. De beer moest komen. Daarvan was de eerste wereldoorlog een schaduw. De beer kwam opzetten. Het tsarische Rusland ging ten onder en het communistische Rusland kwam opzetten, als een code, een mythe. Het zelf ging eraan, en het andere moest komen. Het grote Duitse rijk viel uit elkaar en ook het grote Oostenrijk-Hongarije rijk. Joegoslavië ontstond vanuit de eerste wereldoorlog, als een beeld van de opkomst van de moddermannen, de hongermannen, als een beeld van de individuele vermindering, opdat er gelijkheid kon komen, collectieve gelijkheid. Het individu moest inleveren. De dikke kapitalistische vreetslang, de volgevreten bullebakken, moesten opgaan in de massa's. Hun schepen moesten zinken. De beer van de eeuwige dood moest komen. Dit was allemaal code en mythe. Het wees allemaal terug op een verloren gegane prehistorie. Een verscheurend beest was gekomen, en dit was nog maar het begin. De stalinistische apocalypse zou komen. Materialisten zouden er mee weglopen, kapers zouden deze sieraden kapen, maar uiteindelijk zou het geheim in handen komen van de filosofen. Stalin was een clown verstrikt tussen de waterplanten, tussen de diepzeeplanten, om schepen te laten zinken en hen mee te sleuren in het verderf van de eeuwige dood. Stalin was daarvan een poëtische personificatie. Maar meer en meer verletterlijkte hij alles tot een nieuwe extremistische orthodoxie. Het was een Siberische reformatie die een kwartslag moet draaien, net zoals het calvinisme. Je kunt er niet met, en je kunt er niet zonder. Stalin is weer zo'n bevroren klok die twee keer per dag de juiste tijd aanwijst. Het dodental door Stalin liep tegen het dubbele van Hitler, als een beeld van de eeuwige dood. Zij werden door de Russische farao in de Siberische rivieren geworpen, waar ze wegzonken in een eeuwige dood van ijs. Daarmee wierp Stalin ook zichzelf in deze Russische Nijl. Het was één van de grootste tragedies in de vorige eeuw. Wat was de prijs van deze exodus ? Nog steeds buigen geleerden hun hoofd erover. Het valt niet weg te wissen uit de geschiedenis, maar het kan wel een kwartslag gedraaid worden en een geestelijke betekenis krijgen. De hele mensheid stierf in de Russische Nijl, in de Nijl van het grote Ragnarok, sommigen ten dood, en anderen ten leven. In de eeuwige dood zal niets meer achtergehouden kunnen worden. Het scheidt het merg van het been. Het was een robotisch monster, een valkyrische opname, maar welke valkyrie ? Er is een strijd tussen de materialistische valkyries en de filosofische valkyries. Zij strijden om de zielen die

gestorven zijn in het Stalinistische instituut, in de Stalinistische inquisitie. We zien Stalin met zijn stalen hand, die zijn merkteken uitdeelt. Een ieder die het niet aanneemt sterft een vervroegde eeuwige dood. Komt ons dat niet bekend voor ? Ook Mao nam dit werk over en toen kwam Noord-Korea opzetten. Allemaal poppenkast, maar in diepte was het de introspectische beer die iets van het prehistorische innerlijk verborg, van de psycho-analytische filosofie. Het monster vernietigde alles in het rookgordijn van de moderne medische industrie. Er was namelijk een ontbrekende schakel. Om dit te herstellen zou er een kernfusie moeten plaatsvinden tussen Egypte en een diepere onbekende prehistorie die daarachter lag, een prehistorie die ze al tijden met veel succes hebben lopen verdoezelen. Het terughalen van deze prehistorie is niet het werk van materialistische archeologen, maar van demonologische shamanen, van robofilosofische channelers. Alleen als het ijs van Egypte dik genoeg is kunnen pioniers hier overheen gaan om tot de diepere kern te komen. Zonder het Rusland enigma zal het ijs te dun zijn en zullen er teveel wakken zijn, zodat de overkant nooit gehaald kan worden. Hoofdstuk 41. Het Andere Andere Er zijn verschillende scenario's die we telkens weer om ons heenzien in het leven : 'Oh help, mijn man is er met een andere vrouw vandoor gegaan.' 'Oh help, mijn kind is er vandoor gegaan, en dat terwijl mijn man en ik zo goed voor hem waren.' 'Oh help, iemand anders heeft die erfenis gekregen en niet ik.' 'Oh help, iemand anders heeft nu datgene waar ik zo hard voor gewerkt heb.' Enzovoorts. Ziet u, het is de anderheids-filosofie. Het zelf zal vergaan, en het andere zal blijven. Het is een symptoom van de eeuwige dood. U moet er doorheen prikken. Je kan je hele leven er wel over blijven miauwen en van achter de geraniums kijken hoe anderen wat van hun leven maken, maar beter is terug te keren tot de verloren gegane anderheids-filosofie. Neem van mij aan dat het was om uw leven te redden dat u dingen verloor. Het hield u namelijk tegen. Zo niet, dan zou het nooit van u weg zijn genomen. De natuur is niet sadistisch. Het redt uw leven, maar de vraag is of u er voor open staat. De natuur is bang dat u vetgemest wordt met allerlei hebbedingetjes en dan uw ziel verliest. Vandaar dat er stormen in het leven zijn. Het is echt niet om u te pesten, alhoewel het zo lijkt. Het is te vurig in het hoofd van christenen en westerse materialisten die zo hebben leren denken, dat alles tegen hen is, en alles is om hen te pesten, dat ze buitenbeentjes zijn enzovoorts. Integendeel. Het laat zien dat u een kind van de natuur bent, en de natuur tuchtigt haar kinderen, beschermt haar kinderen tegen de rotzooi die een kind tegenwoordig aangepraat krijgt. Neem geen snoep aan van vreemden, maar oh, het is al gebeurd. Kinderen zijn te naïef en nemen alles aan. Dus nu is er een hoop deprogrammatie aan de gang. 't Is maar dat u het weet. De natuur is geen roekeloze pestkop. Alles heeft nut, en alles heeft zin. De mens, het zelf, moet de eeuwige dood in.

Een tijdelijke dood zou het klusje niet klaren. De mens moet diep het ijs in opdat alle valse zintuigen van vuur afknappen. Zo diep totdat het knapt. Houdt je daarvoor op, dan gaat het niet lukken, en dan wordt je een uilenkop, een eigenwijsje. Het diepere filosofische atheisme belooft geen opstanding voor het vlees. De dood is eeuwig. Alleen het andere zal leven. Het zelf, het ego, zal vergaan. Het andere is dus geen persoon, anders zou het zelf voortleven. Het is een model, een filosofisch model, een principe. De eeuwige dood is de eeuwige sabbath, als de dochter (bath, Hebreeuws) van Sab, Seb, wat een andere Egyptische naam is van Geb. Nepthys, de godin van de eeuwige dood, was de dochter van Geb. In het oorspronkelijke Aramese NT, oftewel de grondtekst, kon de mens niet zonder nephys (ziel, dood) tot God komen. IJzer, oftewel IJs-r, is het ijs van R'w, Ra, wat in het Aramese NT de Heilige Geest is. Jezus moest vertrekken, opdat de Heilige Geest, Ra, kon komen, de psalmen in de amazone oertaal. Het zelf moest namelijk vergaan, en het andere moest komen. Het is de anderheidsfilosofie. Wij moeten weggaan en iets anders geven. Het gaat niet om het zelf, om zelfverheerlijking. Dat is allemaal eerzucht, en zo groeit de mens vast. Het pad van de hemelvaart, daar gaat het om. Er moest een Russische, atheistische sabbath komen, waardoor het eeuwige ijs kon ontstaan. De eeuwige dood was slechts metaforisch voor nuance, want NU zou er plaats zijn voor het andere, de tussenstap. De woestijn is dus eigenlijk - schrik niet - een beeld van het eeuwige ijs. Het zand is namelijk het nuanceren, als een andere vorm van de eeuwige dood. Zand en ijs zijn twee uitingen van de eeuwige dood. IJs wordt tot ijzer en zand. IJs wordt tot staal. Het is het eeuwige ijs van Ra, het andere. Alleen in de eeuwige dood kan de mens tot het eeuwige ijs komen, en de eeuwige dood kan alleen plaatsvinden in het atheisme waarin alle afgoden van het zelf sterven. Dit is de ware geboorteplaats van de filosofie. De beer sloeg toe in de eerste wereldoorlog, en sloeg toen nog een keer in de tweede wereldoorlog, en toen kwam Stalin, wiens iconografie werd overgenomen door het medische wereldrijk wat alles in bezit nam, als de derde wereldoorlog, die nog steeds gaande is, na het heengaan van Stalin. De eeuwige dood kwam dus in drie orthodoxe stappen, om de aandacht te richten op het andere, de tussenstap. Ook de derde wereldoorlog moet een kwartslag draaien, want we komen er niet zomaar vanaf. Het moet gedecodeerd worden. Ze hebben wat gestolen, houden iets achter, een prehistorisch item, en dat moet herontdekt worden, niet door materialistische archeologen maar door de filosofische archeologen. Deze items liggen gecodeerd in Rusland en Egypte. Het Nepthys mysterie loopt via Rusland helemaal door tot Noord-Korea, want de eeuwige dood staat uiteindelijk voor het robotisme. Nazi Duitsland was daar ook een hele wrange voorstelling van, want uiteindelijk bijt het zich in de eigen staart, en dit is al in de geschiedenis. Alles ligt al gecodeerd in de geschiedenis. Stalin beet zichzelf toen hij Hitler beet. Dit waren allemaal robotische mechanismes, allemaal Noord-Koreaanse juche-hocus pocus. Daarom moet de mens tot de anderheids-filosofie komen. In de anderheids-filosofie is er een beeld of mythe van de vrouwen die in de zee staan met hun spiegels, als een beeld dat zij 'het andere' zijn. Zij zijn ijdel, en strijden zo tegen het zelf. Het medische wereldrijk stal deze spiegels, en waanden zichzelf 'het andere', en streden zo in deze valse ijdelheid tegen de patienten, die zij als 'het zelf' bestempelden, wat moest vergaan. Dit is een hele smerige politiek dus, verdraaide filosofie. Zij kunnen zo de eeuwige dood niet sterven, denken ze, maar ze sterven het des te meer. Met hun strakke, starre, orthodoxe gezichten denken zij dat ze 'het andere' zijn, dat ze niet zullen sterven, en ze zijn vies van 'het zelf', hun patienten. Zij hebben hun 'untermensch' geschapen. Zo denken ze met hun chagrijnige, chauvinistische rotkoppen het eeuwige leven te hebben verkregen. Deze lui zijn totaal, maar dan ook totaal gestoord, maar het laat zich niet wegwissen dus het moet een kwartslag gedraaid worden. Het is de derde wereldoorlog, de

verschrikkelijkste oorlog van hen allemaal. De beer vliegt hier zijn slachtoffer naar de keel, bijt zichzelf vast en laat niet meer los. De eeuwige dood kan niet buiten dit taaie mysterie. Een eigenschap van het andere in de anderheids-filosofie is dat het andere het andere imiteert, opdat het zelf sterft. Onder Egypte ligt de Rusland link die leidt tot de diepere verloren gegane prehistorie. Rusland is de tunnel, de put, hier naartoe. In de anderheids-filosofie is de woestijn ook het beeld van het hogere collectief waardoor het individu sterft. Ook het communisme is daar een beeld van. Alles is van het hogere collectief, een staats-apparaat. Het individu bestaat niet meer. Het gaat dus om de zogeheten massa-robot. Dit komt ook weer terug in het EE als het heilige meeste wat de dieptes der aarde bewaakt. Door het hogere meeste sterft het individu, want die moet daar helemaal in opgaan. In de anderheids-filosofie is er het beeld of de mythe van de roodbruinhuidige vrouwen die in de zee staan met rode spiegels. De rode spiegel is het beeld van het hogere collectief van het andere. Deze vrouwen zijn ijdel opdat het individu zal sterven en het hogere collectief zal overblijven. Het individu heeft geen bestaansrecht. Alleen de massa-robot zal overleven. De Rusland link of tunnel is een put, een afgrond, van massa-robotiek in de baarmoeder van de aarde. Hierin sterft de mens, het zelf, het individu, de eeuwige dood, waar het eeuwige ijs ontstaat, de woestijn, de hogere massa, het heilige meeste, het ware communisme. Het bezit is niet van het zelf, maar van de hogere commune. Het individu wat daar geen gevoeligheid voor heeft wordt afgesneden, en het andere wordt erin opgenomen. Dit is de ware opname der valkyries. Farao Akhenaten verkoos de rode schijf, de rode spiegel, boven alle goden. Alle goden moesten 'sterven' door deze rode spiegel, door de aten, want er was teveel corruptie in het priesterschap. De 'ten (aten) is ook de schorpioen-moeder als een beeld van de baarmoeder waarin alle parasieten die het kind bedreigen lek worden gestoken, het Egyptische beeld van de hel. De parasieten worden zo van het kind losgeknipt, weggeprikt, door de nauwkeurige tentakels van de schorpioen, om het kind te snoeien opdat het vrucht draagt. Dit moet wel een dodelijk accuraat robotisme zijn anders gaat er van alles mis, en zou de schorpioen haarzelf ombrengen. Aten betekent in het Egyptisch 'spiegel', en het wederstaan van autoriteit, en wegduwen, opstand. Zij zou geen individu scheppen, want dat zou niet overleven, maar zij zou de qab, qeb, de massa, scheppen (Geb), opdat het individu, de parasiet, zou sterven. Geb is de kist, kooi van Osiris, de ark, waarin hij verdronk in de Nijl. Qab, qeb, is het vermenigvuldigings-principe, het vruchtbaarheids-principe, het diepste binnenste, dus niet materialistisch. Zo kwam het hogere collectief voort. Het individu had geen bestaansrecht. Het atheisme leidt tot het hogere communisme, opdat er geen individuele goden meer zijn. Er zou een hogere massa komen. Door deze spiegel begon het zelf en het individu te sterven. Het hogere meeste zou komen. Dit was de eindbestemming van de eeuwige dood, die vanuit Egypte de link moest maken naar de verloren gegane diepere prehistorie. En wees eens eerlijk : de massa's vallen niet weg te wissen. Altijd maar weer wordt het individu overrompeld door de massa's. Daarom is alleen de hogere massa, het hogere meeste, de oplossing. Hierdoor zal de materie sterven, totaal platgewalsd worden. Het individu zal buigen tot de hogere massa, en geheel daarin vergaan. Dat is het geheim van de massa-robot. Het probleem is het individu, altijd maar weer. En de massa's ? Tja, die zijn ook ten dode opgeschreven als het hogere collectief verschijnt, het hogere meeste. Dit is niet materialistisch, maar filosofisch. Het is zelfs niet zozeer geestelijk. De woestijn is het eeuwige ijs. Daar kan geen massa tegenop. Het individu schept altijd weer zijn eigen massa's. Dictators scheppen altijd weer hun eigen democratieën, maar het kan niet op tegen de woestijn. Daarom is er een hoger atheisme tegen al deze dingen. Het moet de eeuwige dood in, dan is de brug lang genoeg. Zo wordt er contact gemaakt. Als eerst al het individuele is afgebroken. Het individu is de grootste vijand. Het zelf is het stijfkoppigste apparaat wat er bestaat. Het zelf waant in al zijn grootspraak zichzelf de massa.

Daarom moet de hogere massa-robot komen. Dat is een plan. Dat is een geheimenis. Dat is een filosofie. Niet materieel, en niet eens zozeer geestelijk. Veel geestelijkheid is gewoon het gewaan van het individu, het zelf, wat zichzelf nog niet door de eeuwige dood heeft verloren in de hogere massa's van de natuur. Geb is massa in het Egyptisch, de hogere massa, waarvan Nepthys de dochter is, nog steeds staande op de ark met haar zuster Isis. Nepthys is de eeuwige dood die door de hogere massa werd gezonden, door Geb, de ark. Zo wordt de mens in de ark getrokken door de eeuwige dood, als de valkyrische opname. Weg is dan het individu, en weg is dan het zelf. Dat is wat de eeuwige dood, de eeuwige sab-bath, de dochter (bath) van Geb (seb, sab) is. Door haar, door haar baarmoeder, de schorpioen, ontstaat de massa-robot. De heilige gebondenheid, de atenu, wordt geleid door het hogere collectief. Het is het meeste van de hogere natuur, die alleen in het minste ontstaat. 'Wees de minste', wat ook tot het Jezus-principe behoort. Ga jezelf niet als een dolle gek overgeven aan de materiele massa's, aan de meeste stemmen gelden, denkende dat je zo'n stoere Darwinist bent, the survival of the strongest, want dat was helemaal niet wat Darwin zei. Er is een groot verschil tussen het latere nazi-darwinisme, van mensen die Darwin niet eens zelf hebben gelezen, net zoals nazichristenen die zelf nooit de bijbel hebben gelezen, EN het oorspronkelijke nietzscheaanse darwinisme. Groot verschil. De enkelheids-filosofie van Nietzsche en Darwin is de enige weg tot de anderheids-filosofie. Het volgen van de massa's is een streek van het individu. De massa's volgen ook het individu. Vandaar dat het hogere collectief moest komen. Vandaar dat de beer moest aanvallen. De mens kan niet op tegen zee en woestijn. Het individu zal ingenomen worden door deze twee natuur-elementen. Heel simpel. De mens, het individu, is niets in de hogere filosofie van de natuur. Het is iets wat het ijs doet, het maken van het hogere collectief, het is iets wat het eeuwige ijs doet, de eeuwige dood. Deze natuur-massa vormt zich voortdurend om tot de woestijn, en dan weer tot eeuwig ijs. De woestijn is het eeuwig ijs. Het zijn verschillende vormen van de natuur-massa. Weg met het individu, weg met het zelf. Maar alleen de enkeling die tot deze eeuwige dood is gekomen komt tot dit geheimenis. De beer is totaal wereldvreemd. Probeer de beer maar eens wat uit te leggen. De beer zal altijd weer onvoorspelbaar zijn en er een andere agenda op nahouden. De beer laat zich niet beinvloeden door het individu. De beer zal toeslaan. Niemand kan de beer in een doosje stoppen. Gekken die met beren spelen spelen met hun leven. De massa-robot heeft een confrontatie gehad met de eeuwige dood, waardoor het individu stierf. Zo werd de massa-robot opgenomen door de valkyries. Wat is het zelf dan nog, en het individu ? Niks meer. Geen mensen meer, maar woestijnvlaktes die leiden tot ijsvlaktes waar ergens een beer ronddwaalt. Alleen nog maar natuur. Wat is de mens ? De mens is maar een zucht. Genesis 3 Hebreeuws : 15En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop (rosh) vermorzelen en gij zult aan haar voeten vallen (aqeb, voeten, baarmoeder, billen, achterban van een leger). Het wordt ook vertaald als : 'en gij zult het de hiel vermorzelen'. We zien hier de Egyptische lijn van Geb, het hogere collectief, wat later de ark is in het Aramees, de qebu, en daarna de agape in het Grieks, wat groter is dan geloof en hoop (de liefde). Aqep, de voet, wordt op de kop van de slang gezet, op de rosh, Rusland. Daarom hebben Rusland (rosh) en het hogere collectief (geb) met elkaar te maken, wat we terugzien in het communisme. Ook het Rusland zegel moet verbroken worden, de code moet gekraakt worden. De voet staat voor de diepte, en in dit geval de verloren

gegane diepte van de prehistorie. Dit werd vermorzeld door de slang, maar de agape is sterker dan de dood. Alleen het hogere collectief, geb, kan namelijk de eeuwige dood overbruggen. Het individu sterft in deze tocht. En daar staat het machtige geheimenis van Rusland wat de volkeren doet draaien. Ook Rusland zal de baarmoeder ingaan, en Ragnarok zal overblijven, wat al in de oertijd van de amazones bestond als het grote Tahulen. Hoofdstuk 42. Het Ene of het Andere ? - Het Eeuwige Collectief De mens is dus een metafoor, niet iets wat daadwerkelijk bestaat of moet bestaan. Het is een verhaal, als onderdeel van de natuur-filosofie. Mensen, het individu, het zelf, komen altijd weer aanzetten met 'het ene', en gaan geheel tegen de anderheids-filosofie in, in grote xenofobie (angst voor het vreemde, angst voor het andere). Het ene wordt aanbeden, en het andere wordt vermeden en gedemoniseerd. Mensen maken telkens het ene weer tot god, en noemen het 'de enige weg', met als grote voorbeeld de orthodoxe (maar onbijbelse) Jezus-cultus, en het gebeurt ook in de medische wereld veel, waar de wil van de medicus de enige weg is. Het ene houdt de mens tegen. Het ene moet de eeuwige dood in, opdat het andere gezien zal worden. Het ene is een groot monster, een zeemonster, wat de volkeren in de greep houdt, in de ban, en daarom moest de beer komen. Daarom moest de schorpioen komen. Rusland is zowel een beer als een schorpioen. Het ene moest vergaan in het hogere collectief. Het ene is een punt waar de mens telkens naar staart. De mens is gehypnotiseerd. Het ene is maar één, maar het andere is een hogere massa. Het andere is niet materialistisch, niet geestelijk, maar filosofisch. Het ene is aan de oppervlakte, en het andere is in de diepte. Het universum is verfijnd, een complexiteit, en in die complexiteit zal het oppervlakkige en het ene vergaan. De mens houdt vast aan het ene, niet zomaar uit angst. Neen. Als de angst groter zou zijn, dan zou de mens het ene niet meer vasthouden. Het is een gebrek aan hogere angst. De mens redeneert tegen de natuur-filosofie. Het zijn robotische mechanismes die de mens heeft aangeleerd in zijn gebrek aan hogere angst, zijn gebrek aan voorzichtigheid en natuurlijkheid. De mens is een gevangene van het ene, en zo een gevangene van het individu en het zelf. De mens is zo een schepsel, een kunstmatig schepsel, van het ene. De anderheids-filosofie stelt dan dat de mens tot het eeuwige collectief moet komen. Het symptoom daarvan : spraakblokkades, de wachter voor de mond. In de anderheids-filosofie is er een hogere ijdelheid, namelijk de filosofische ijdelheid, het perfectionisme. Dit is tegengesteld aan de lagere, materialistische ijdelheid, die perfectionistisch is in oppervlakkigheden en bijzaken, perfectionistisch in het verdoezelen van dingen, en ook is het tegengesteld aan de lagere, geestelijke ijdelheid van religie, wat ook allemaal de gewitte graven zijn.

Hoofdstuk 43. Het Verminderende Bewustzijn In deze tijd waarin er veel aandacht is voor 'verlichting' en 'bewustzijnsverruiming' zo goed en kwaad als dat gaat, wil ik de aandacht leggen op de 'verduistering', want de mens heeft teveel bewustzijn, en dit bewustzijn is grotendeels vals, als een soort van bij-effect van een verslaving, een drug, en de mens ijlt slechts. Om beter en dieper te dromen moet de mens eerst beter en dieper slapen. Vandaar dat deze atheistische eeuwige dood, een soort van diepe slaapstaat, heel belangrijk is. Daartoe komt de beer, daartoe komt Rusland. De mens heeft maar een heel klein druppeltje bewustzijn nodig, een heel klein straaltje. Allereerst moet de mens zichzelf verliezen en alle afgoden, ook de drugs, loslaten. Roshland is een code, een brug, tot de diepere prehistorie die verloren is gegaan, een stukje paradijselijke natuur, alles wat de mens nodig heeft. De afgod houdt de mens tegen. Roshland leidt terug tot het begin, tot het oorspronkelijke, het onaangetaste, het pure, waar ook het Hebreeuwse woordje 'rosh' voor staat, het eerste woord van de bijbel. Daar begint alles mee. Al het bewustzijn van deze tijd heeft de mens in grote problemen gebracht. Het bewustzijn liegt tot de mens. De mens heeft het ingekocht en ingeslikt, en het laat de mens niet meer los. De mens ijlt nu, woelende in zijn slaap. De mens worstelt. Teveel bewustzijn. Wie kan er met zulk groot verdriet leven ? Het is een nachtmerrie. We kunnen niet alles goed gaan lopen praten. De mens moet dieper slapen .... de eeuwige dood, een diepere slaaptoestand van de natuur, niet letterlijk natuurlijk, maar filosofisch, als een tussenlaag. Rusland zou een nieuwe nachtmerrie zijn als we het letterlijk zouden nemen, dus dat doen we niet, en hebben we nooit gedaan. Rusland is een raadsel. Het bewustzijn moet sterven, net zoals het zelf, het individu, het ego, het ene. Het bewustzijn houdt deze kermis in stand. Dit bewustzijn werd ooit in de mens gelegd, hup, weer de volgende. De mens was als een bakje dat gevuld werd door de ijsjesman of in de ijsfabriek, als in de tandarts-stoel. Hup, weer ééntje vergiftigd. Kwak er maar in. Het zijn allemaal nummers. Het was een gedwongen bewustzijn. De mens had er niet om gevraagd. De mens was totaal hulpeloos, als broodjes bij de bakker. Volgende klant. En dan sta je ineens in de natuur aan de rivier van het Roshland raadsel. Je kijkt naar de rivier tussen de grote planten en struiken met de grote bladeren. Je ademt het diep in. Allemaal natuur. Het is de rivier van de eeuwige dood, een krachtig sap. Alles wordt daar naartoe gedreven. Een groot filosofisch geheimenis. Het bewustzijn van de mens moet eerst sterven, diep slapen, verduisterd worden. Eeuwigheid betekent volkomenheid. De mens mag niets achterhouden. Alles gaat de rivier in. Kopje onder. Al het geklaag van de mens wordt in stand gehouden door het gedwongen bewustzijn. Het is pure marteling. Daarom : slapen, en diep. Eeuwigheid is volkomenheid, niet letterlijk. De orthodoxe beer brult aan de kant van de rivier. We hebben hem nodig, maar kom er niet te dichtbij. Blijf in het water. Wat een verschrikking is deze zwarte beer. En hoezeer smacht de ziel van de mens dit raadsel te kennen. Deze beer is groot, heel groot. Je wilt er geen ruzie mee hebben, maar het heeft al ruzie met je, het heeft je de oorlog al verklaard, het heeft je eeuwige dood al in gedachten. Hevig brult het aan de waterkant, vol bloedlust, en het water is koud. Dan rent de beer het water in, en alles staat stil. Ook het bewustzijn moet sterven. De mens heeft er maar weinig van nodig. Er is iets veel groters dan bewustzijn, en dat is de filosofie. In de filosofie gaat de mens telkens kopje onder, sterft de mens voortdurend een eeuwige dood, ook het bewustzijn van de mens. Het gaat niet om het vele bewustzijn, maar om het ware, en dat is slechts klein, heel weinig. Het leidt de mens door de nacht heen, als een rood spoor van bloed. Het zijn maar wat bloeddruppeltjes. De mens 'weet' teveel, de mens 'kent' teveel, en slaapt te weinig. Alsmaar meer wil de mens, maar het gaat niet om het meer,

maar om het ware. Eerst moet de mens zoveel overbodigheid vergeten. Er is zoveel overkennis die de mens weer moet verliezen, valse, ingebeelde kennis, overbewustzijn. De zwarte beer gromt. De schorpioen van Roshland grijpt om zich heen. Knippende, prikkende, dodende. Het is slechts een brug. Het is het einde niet. Het verminderende bewustzijn, het bloedende spoor, leidt tot eindeloosheid. Het bewustzijn moet sterven. Het bewustzijn houdt het zelf in stand, het individu, het ene, het ego. Er is iets groters dan bewustzijn. De mens heeft vaak alleen maar overmatig horizontaal bewustzijn en overmatig zelfbewustzijn. Alles draait om de mens zelf door dit valse bewustzijn. Daarom moest de nachtmerrie van de zwarte beer komen. Het is naar de mens op jacht. Het sluit de mens in. Het heeft de mens omsingeld. De mens is ergens vastgelopen in de slaap. De mens slaapt maar half. De mens heeft de eeuwige slaap nodig, voor eeuwige dromen. Het bewustzijn van de mens moet gesnoeid worden. Hoofdstuk 44. De Rivier van de Eeuwige Dromen Alertheid is niet hetzelfde als bewustzijn. Alertheid is een systematiek die aangeleerd is, automatisch is geworden, zoals 99% van de functies van het lichaam onbewust zijn, zoals het afweermechanisme en de hartslag. Het werkt zelfs optimaal als de mens slaapt. Juist als dit alleen maar door bewustzijn zou werken, dan zou alles verkeerd gaan. Automatisme is de oplossing, en die wordt steeds onbewuster naarmate het aangeleerd en verfijnd is geworden. Het is een natuurlijk groei-mechanisme. Er is maar weinig bewustzijn nodig, en dat verdwijnt voortdurend in de eeuwige slaap, als gefilterd kern-bewustzijn, prioriteits-bewustzijn, wat ook een leninistisch principe is. Zo behoed de mens zichzelf tegen parasieten. De beer en de schorpioen waken over het verstand. Het communisme kwam opzetten door de eerste wereldoorlog waarin het tsarische, kapitalistische Rusland ten onder ging. Communisme is gelijkheid in diepte, maar dit mag nooit letterlijk worden. Het is een filosofie, geen tirannie. Het werd al snel tot een roofsysteem, vooral onder Stalin. Communisme kan al snel gemaskerd kapitalisme zijn. Maar het gaat dus even om het idee : De eerste wereldoorlog was de wieg van het communisme, als de rivier van de metaforische eeuwige dood, waaraan de mens een confrontatie had met de zwarte beer. Het ging niet meer om het langleve-het-bewustzijn hedonisme, maar om gericht bewustzijn. De mens moest terugkeren tot het natuur-robotisme om hem veilig te houden, en teveel bewustzijn zou daartoe een bedreiging vormen. Het bewustzijn moest verminderen totdat het op kernpunten was aangekomen. De eerste wereldoorlog, de rivier van de eeuwige dood, stroomde regelrecht naar de tweede wereldoorlog, het automatisme. Dit waren de robotten van de hel, en er was eerst een grote confrontatie met het pseudo-automatisme. Stalin, het geindustrialiseerde, robotische Rusland, won de tweede wereldoorlog. Het was een harde kern. Stalin was zo nazi als de ziekte, nationaal communistisch, stalinistisch communistisch. Stalin was de Russische Hitler, met dubbel zoveel moorden. De naco's kwamen na de nazi's. Op het stalinistische nazi-naco fundament werd het medische wereldrijk gebouwd. Het robotische naco rijk kreeg ondertussen zijn hoogtepunt in Noord Korea, die een

ondergrondse hel had geschapen om alle politieke tegenstanders in te werpen. Dit was allemaal een markt van pseudo-bewustzijn. Het bewustzijn moest verminderen in de metaforische eeuwige dood om tot het filosofische automatisme te komen. Het bewustzijn vermindert totdat het vastklikt in het paradijselijke automatisme. Teveel bewustzijn houdt dit proces tegen. De mens moest dus weer terug over de rivier van de eeuwige dood, de eerste wereldoorlog aan het begin van de 1900-eeuw, om zo terug te gaan naar de jaren 1800, de eeuw van de Duitse filosofie, het fundament van het filosofische communisme. De mens kwam namelijk aan de verkeerde kant van de spiegel terecht. De eeuw van Rusland was begonnen met de eerste wereldoorlog, en leidde zo tot de tweede wereldoorlog, tot het Duitsland probleem. Waarom ? Omdat de Duitse filosofie overboord was gegooid. De mens moest terug naar de ware 1800-wortels van Duitsland, van het Duitse idealisme, van het Nietzscheaanse perspectivisme en semi-nihilisme. Dat zou de mens bewaren tegen het monster van orthodoxie. Er was een filosofische strijd te voeren in Duitsland. De tweede wereldoorlog was een uitroepteken, een wegwijzer. De mens moest terug naar een verloren fundament, en dat was niet nazi Duitsland, maar het idealistische Duitsland. Duitsland was uitgegroeid tot een monster, en dit was al voorzien door Nietzsche in de jaren 1800. Darwin liet al zien dat de mens niet tegen de natuur opkon. De natuurlijke selectie, de natuurlijke uitverkiezing, zou de mens innemen. Dit was volledig robotisch en filosofisch, gebouwd op vaststaande dieper liggende principes van het bestaan. Het volgepropte, massale bewustzijn moest plaatsmaken voor het prioriteitisme, wat een automatisme was van de natuur. Hoe minder bewustzijn, hoe beter, zolang de kernen er maar waren, de prioriteiten. De prioriteiten zouden alleen maar gewaarborgd zijn in het verlagende bewustzijn. De natuur, de bomen en de dieren, weten allemaal niet wat er in de kranten geschreven is, en wat die buurvrouw tegen die buurvrouw heeft gezegd, en wie wie heeft vermoord en wanneer. Het zal hun een rotzorg zijn. Zij hebben het bewustzijn op een laag pitje, zodat ze oog hebben voor de zaken die er werkelijk toe doen. Ze houden de laatste mode niet bij, of welke voetbalclub gewonnen heeft van welke voetbalclub en in wat jaar. Ze willen niet afgeleid worden van wat er daadwerkelijk toe doet, de prioriteitsschakels. Ze weten niet wie waar president is, en wat anderen erover hebben gezegd in welk tijdschrift, maar ze voelen wel veel, en strijden wel de hogere, vertikale strijd. Soms is het beter dingen niet te weten, en zij spreken niet. Zij houden zich wijselijk stil. Ze gooien geen kolen op 't vuur. Ze houden het bij de natuur. Maar de mens wordt telkens weer afgeleid door bijzaken, ijdelheden, want de mens vereert het pseudo-bewustzijn, of is daarin gevangen. De natuur heeft al een weg daartoe aangelegd om te kunnen ontsnappen, door het verlagende bewustzijn. Het leidt tot de strategische robotiek. Dan pas zal het nazi en naco voorhangsel scheuren. De droom is het gesnoeide bewustzijn. Zoals de rivier van de eeuwige dood door de eerste wereldoorlog stroomde, zo stroomde de rivier van de eeuwige dromen door de tweede wereldoorlog. Hoofdstuk 45. Het Zee Alarm en het IJs Alarm Wat komt er om kwart over zes op de televisie, en op welke zender ? De natuur zou het niet weten,

en de familie konijn ook niet, en al helemaal niet de zwarte beren. Ze willen het ook niet weten. De natuur heeft zijn eigen televisie, en daar genoeg aan. Zodra er vals bewustzijn of overmatig bewustzijn aan een dier zou gaan kleven om eitjes te leggen, dan steekt de schorpioen dit pseudobewustzijn en de eitjes ervan lek. Dit doet de schorpioen door de heilige epilsepsie, het wegvallen van het bewustzijn, zodat het dier veilig blijft. Dit kan de schorpioen ook bij een natuurmens doen. Er is een natuur-epilepsie als onderdeel van het immuunsysteem. De mens is verslaafd aan kracht, maar de natuur werkt door epilepsie en spasme. Ook het hart en de geslachtsdelen van de mens werken door spasme. Het zijn de patronen van een dieper beveiligings-systeem. De kracht van de mens moet sterven, want de kracht houdt het bewustzijn van de mens in leven. Er is een groot verschil tussen kracht en het uitgebalanceerde en pulserende natuurspasme. De natuur geeft nooit teveel en nooit te weinig. Als het bewustzijn wegvalt, blijft het automatisme over. De mens mag dit natuurritme leren kennen. Het is een geheel andere code, en zal zichzelf vertalen door deze patronen in een eigen natuurtelevisie, een dromen televisie. Het medische wereldrijk, de derde wereldoorlog, na en op het fundament van Stalin, met haar giftige gedwongen medicijnen en implantaten, heeft de mens geheel ontregeld. De mens verloor totaal zijn orientatie vermogen. De rivier van de natuur-epilepsie loopt hier ergens doorheen. De mens viel ten prooi aan een huis van dokters. Het is weer zo'n uitroepteken en wegwijzer, want de mens was door de eeuwen heen het natuur-medicijn verloren, het shamanisme, door de indianenvolkeren, de natuurvolkeren, uit te moorden. Daarom moet de mens terug naar de verloren prehistorie. Persoonlijkheid is slechts een metafoor van uitvoerigheid. Als iets uitvoerig wordt, wordt iets persoonlijk, krijgt iets handen en voeten. Maar uitvoerigheid is niet per definitie goed. Daarom moet de persoonlijkheid eerst minderen, symbolisch sterven, opdat alles terug kan keren tot oorspronkelijke principes. Het is juist persoonlijkheid die kracht in leven houdt, en zo het bewustzijn. Daarom moet alles eerst terugkeren tot natuurlijke beginsels, pure natuur, voordat er mensen waren, want mensen zijn symbolen van uitvoerigheid van ideeën en principes. Alles is veel te snel persoonlijk geworden, als een verkrachting. Eerst moet alles weer onpersoonlijk worden, terugkeren tot de principes, tot de tijd waarin er nog geen mensen bestonden. De persoonlijkheid moet sterven in de eeuwige dood. De zee van de eeuwige dood moet overgegaan worden waarin alles zal sterven. Daarachter is alleen mensloze en persoonloze natuur. Wat een rust moet er daar zijn. De mens is in letterlijkheid tot op het bot een kwaadaardig en boosaardig wezen. De mens kan alleen functioneren als metafoor. De onpersoonlijkheid is als een natuur-machine. Er was iets of iemand die de uitvoerigheid van de natuur te snel wilde vermenselijken en verpersoonlijken, vanwege sex-drang, hedonisme, gemakszucht, marktzucht, wat ten koste ging van de natuur. Het is een mooie metafoor, maar het is te snel gegrepen. De metafoor werd geroofd en verletterlijkt. En zie hier : de mensheid. Wat een stel doorgedraafde imbecielen. De mens was nog niet klaar mens te zijn. Principes werden gedwongen in dit harnas te gaan. Het was de verkrachting van de natuur, en de natuur kreeg een verschrikkelijke miskraam. Dus mens of machine ? Eerst moeten de machines komen. Uitvoerigheid kan allereerst vertaald worden in nog meer mensloze en persoonsloze natuur, opdat de principes zuiver blijven, en alle systematische filosofie waarbinnen zij functioneren. Het zijn principes, geen personen, die eerst moeten groeien en zich eerst moeten verfijnen. Ze zijn nog niet rijp om geplukt te worden en mens te worden. Dat zou een misoogst zijn. Er waren nog een heleboel tussenstappen die ontbraken. Het natuurlijke proces werd onderbroken. En daar was het mysterie van de stad. Alles liep vast en een overmoedige mens, een overmoedige persoonlijkheid ontstond. Persoonlijkheid was een kinderziekte van de natuur, en daarmee kwam ook het overmatige

bewustzijn. Maar de natuur zal zichzelf weer herstellen. De natuur heeft de oorlog verklaard aan de persoonlijkheid. De natuur wil verder met de principes en de filosofie, met de onpersoonlijkheid. Gewoon pure natuur, en dan zal er wat groters zijn dan persoonlijkheid. Er zullen natuur-ervaringen zijn zonder dat er persoonlijkheid en al teveel bewustzijn is. In dromen is de persoonlijkheid en het bewustzijn gedempt en gesnoeid, en gaat het om de hogere, cryptische natuur-patronen. Deze taal moet nog geleerd worden. In het automatisme mag de persoonlijkheid ten onder gaan, evenals het bewustzijn om aangesloten te zijn op veel grotere en belangrijkere dingen van de natuur. Hoevaak denkt een mens wel niet : 'Mijn persoonlijkheid staat mij in de weg,' of 'mijn bewustzijn staat mij in de weg,' en vaak heeft de mens het niet eens door. Er is een veel grotere natuur. Deze natuur zal de stadse ziekte waarin de mens opgesloten wordt gehouden overweldigen. De natuur is het meer dan zat. Dit is niet eens een letterlijke oorlog of krachtmeting, maar een filosofie. Al vanaf het begin is het zo geweest dat de natuur de mens altijd overleefd. Koninkrijken komen en gaan, zoals ook steden, maar de natuur zal altijd blijven staan, en altijd het eerste en laatste woord hebben. De natuur staat niet op zichzelf. De natuur is slechts een metafoor van de filosofie. Ook de natuur moet plaatsmaken voor de filosofie, iets veel diepers. Natuur mag nooit overmoedig komen. In den beginne was er de filosofie, en door de filosofie zijn alle dingen geworden. Wel schijnt het zo te zijn dat filosofie zich altijd uit door de natuur, en onlosmakelijk verbonden is aan de natuur. Toen de filosofie kwam volgde de natuur direct. De filosofie is de eerste oorsprong, en de natuur de directe tweede, als een absolute noodzaak, anders zou de filosofie sterven. De natuur is het hart en de levensadem van de filosofie. Zonder de natuur is de filosofie dood, en zonder de filosofie is de natuur dood. Zowel de filosofie als de natuur staan niet op zichzelf. De filosofie geeft de grenzen aan van de natuur. Filosofie is de leer der tussenstappen. Filosofie is het proces van de natuur, en de natuur is het proces van de filosofie. Er zijn krachten in het spel die dingen te snel vermenselijken en te snel verpersoonlijken, en het brengt oneindig leed. Daarom moet de natuur het afremmen, alles in de vertraging gooien en de persoonlijkheid en het daarbij horende bewustzijn doorsteken, verminderen. De giftige schorpioen is hierin een onpersoonlijke, genadeloze machine. Ook de zwarte beer zal dat wat ook maar iets op een mens, een persoonlijkheid of bewustzijn lijkt achtervolgen en tot de eeuwige dood brengen. Hysterisch bewaakt de zwarte beer de onpersoonlijkheid van de natuur. De zwarte beer weet namelijk dat als hij ook maar iets over het hoofd zien, dan zal het zich voortplanten en de gehele natuur ten gronde kunnen brengen. De zwarte beer heeft hier een neus voor, en ook de schorpioen heeft hier haar zintuigen voor. En hoe zou de natuur zich ontwikkelen als die krachten er niet zouden zijn, en er waren geen mensen, geen persoonlijkheid en geen bewustzijn ? De zeeën zouden veel groter zijn, en de zee natuur zou zich veel beter kunnen uiten. Stel je eens voor : geen mensheid, geen persoonlijkheid, geen bewustzijn, maar de filosofie zou zich uiten door de geheimen van de zee. Het komt alleen in dromen, in vlagen, zeer cryptisch, via de natuur patronen van een andere, diepere filosofische taal, in het overweldigende zee spasme van de natuur, in de epileptische patronen van de metaforische eeuwige dood. Het zou beginnen met grote angstaanjagende zee schepselen die ervoor zorgen dat niets menselijks en persoonlijks opkomt, en op het land zijn de meest angstaanjagende, grote reptielen die hetzelfde doen, als de metaforen van het filosofische beveiligings-systeem van de natuur. En in de bossen en op de ijsvlaktes zijn de woeste en monsterlijke zwarte beren voor hetzelfde doel, samen met de meest dodelijke schorpioenen. Het moet wel. Er staat teveel op het spel. Ze proberen de tijd voor de komst van de mens zoveel mogelijk te rekken. Grote natuurkrachten zijn in het spel. Zal het lukken of zal het niet lukken ? De aarde is in grote barensnood, en moet wel baren. Daarom besluit de zee haar te overweldigen, en het ijs, want het is nog geen tijd. Was de aarde verkracht ? En wie of wat was de verkrachter ? De schorpioen steekt het ei met haar gif. De persoonlijkheid mag niet opkomen, want dan zou alles eraan gaan. Het is een grote buitenaardse dreiging. De aarde was verkracht van buitenaf. Het buitenaardse wilde de aarde persoonlijk maken, tot een slaaf, maar het is mislukt. Het

buitenaardse is woest. Het buitenaardse zaad is diep in de aarde als een vuur, en komt naarbuiten door vulkanische activiteit, maar de zeeën en het ijs doven het weer. Het is nog geen tijd voor persoonlijkheid. Het is geen tijd voor de mensheid, geen tijd voor bewustzijn. En grote aardbevingen houden de aarde veilig, de epilepsie van de aarde. De filosofie kan niet zonder de zee. De zee is het immuunsysteem van de aarde, van de natuur. De golven zijn de wachters van de aarde. Zij moeten alles vertragen en verminderen, zodat de tussenstappen van de filosofie zichtbaar worden. Zij zijn het alarm. De zee zal de persoonlijkheid nooit voortijdig laten opkomen. Maar hoe kan dat dan ? Heeft de zee de mensheid niet doorgelaten dan ? Neen. Het zijn slechts nachtmerries. Het zijn grote vissen die persoonlijkheden projecteren. Er is iets diepers dan persoonlijkheden, namelijk de absolute filosofische modellen. De grote vissen channelen uitvoerigheid en symboliseren het tot persoonlijkheden. De zee bestaat niet echt, maar is een metafoor. De Wil is fataal. Het gaat om de Wet, van filosofie. Niet Wil, maar Wet. Wil is het domste en gevaarlijkste wat er is en geeft geboorte aan overmoedige persoonlijkheid. Wil is spijbelen. Het gaat ook niet om geluk, maar iets veel diepers. Daarvoor is het ijs-alarm. Het gaat ook niet om het bekende, maar om het onbekende. Hoofdstuk 46. Rusland in de Egyptosofie Het mens zijn is zwaar overdreven. Het is maar een heel klein onderdeel van de natuur, en slechts metaforisch, en mag er alleen zijn op de juiste tijdstippen, en alleen pulserend, als onderdeel van een veel groter patroon, wat telkens weer epileptisch wegvaagt. De letterlijke en volkomen mens is een gif, maar bestaat slechts als een nachtmerrie. De zee heeft het nooit werkelijk toegelaten. De zee is een groot alarm in de natuur immunologie. De grote vissen die deze nachtmerries van persoonlijkheid in de natuur projecteren channelen gewoon buitenaardse energie waar ze zich geen raad mee weten. Ze gooien het de natuur in, opdat de natuur het zal verwerken. Ze kopiëren het, imiteren het, en maken er echo's van, opdat ze het subtiel kunnen veranderen. Wat een machtig natuurverschijnsel is dit. We zien het overal om ons heen. Het zijn allemaal herhalingen. De natuur zal het verwerken. Het geeft de indruk dat er nu iets plaatsvindt, maar het is slechts een echo. Deze vissen absorberen dus de aanvallen, en maken ze kaleidoscopisch. Het is creatief materiaal. Ze halen er alles uit wat eruit te halen is, het onderste uit de kan. Iemand of iets maakt ons maar wijs dat wij volkomen mens zijn, maar wij zijn veel groter. De matrix moet doorbroken worden, opdat de parallelle werelden zichtbaar worden, die veel groter zijn. Zo kan de

energie op meerdere sporen komen en zich kanaliseren en specialiseren. De nachtmerrie blijft dus komen totdat het verwerkt is. Heel simpel. De mens is de climax van de natuur, maar je wilt er geen overdosis van, en je wilt ook niet dat het voortijdig gebeurt. In de nachtmerrie was er slechts een karikatuur van de mens. Het moest metaforisch blijven, maar het werd verletterlijkt. Het was een groot ongeluk. Het communisme is een metafoor van de natuur kopieer machine waardoor door het herhalen steeds heel subtiel en heel langzaam dingen gecorrigeerd worden. Dit is ook een Vur principe. Een ladder bestaat uit sterk op elkaar lijkende evenementen die toch in iets kleins met elkaar verschillen en waardoor er verder gekomen kan worden. Daarom werken de krachten van evolutie en devolutie ook weer telkens op elkaar in om elkaar te zuiveren en te beveiligen, om elkaar te verfijnen. De mens is niet de enige metafoor voor het uitvoerige, het verfijnde. Een verhaal kan ook een metafoor zijn van verfijnde kennis, waarin een bepaalde filosofie handen en voeten heeft gekregen. In de Egyptologie is Geb, de god(in) van de aarde, de massa en de vermenigvuldiger, als een beeld van het communisme, als de ark waarop zijn dochter Nephthys staat, de eeuwige dood, oftewel het 'volkomen sterven aan jezelf'. Alleen zo krijg je toegang tot de ark en wordt je door de valkyries opgenomen. Geb en zijn dochter Nephthys zijn dus beiden Egyptosofische beelden van Rusland. Het is een bepaalde taal, en juist het vertaalvermogen van de mens moet eerst gestoken worden door de schorpioen, want de mens vertaalt te snel. De mens wil niet met twijfel leven, en maakt zo valse zekerheden. De mens vertaalt telkens heel selectief en verdraaid, als een vooroordeel. Daarom moet eerst dit vertaalmechanisme gezuiverd worden in de eeuwige dood. Ook het vertalen mag alleen natuurlijk gaan, en niet geforceerd. Er staat teveel op het spel. De vertaalregels zijn te vinden in de natuurfilosofie, waarin de tussenstappen worden gevonden. Daarom vertragen Geb en Nephthys de mens, om hen voor ongelukken te behoeden. De mens wordt teruggebracht tot het raadsel van Roshland, wat een brug is van de Egyptosofie tot de verloren gegane prehistorische natuurfilosofie. Denk je eens in hoeveel geschriften en cultuurwijsheden, en grot-inscripties door de eeuwen en millennia heen verloren zijn gegaan. De mens moet terug, de brug over, maar hoe ? De mens moet vat krijgen op het Roshland raadsel. Het staat niet op zichzelf. Het is iets Egyptisch wat terugleid tot de verloren gegane prehistorie. Er gaat dus nog dieper geboord worden, want de Egyptische wortels vloeien in de diepte ergens in over. Wat is het precies ? Het is heel fundamenteel, een verloren gegane cultuur. Egypte wijst er naar terug. In Egypte zijn een heleboel aanwijzingen naar deze verloren cultuur. Ook Egypte kwam voort uit deze cultuur. Egypte is een machtig natuurverschijnsel. Zonder Egypte komen we er niet. Maar er is zoveel Egyptologie door de eeuwen heen verloren gegaan. Toch hangen de codes van het verloren gegane Egyptische deel nog rondom ons, zoals bijvoorbeeld het Roshland raadsel. Het is de brug tussen Egypte en nog iets diepers. Veel van Egypte ging dus verloren in de tijd, maar dingen zijn nooit echt verloren, want het komt altijd in andere vormen tot ons. Het kan niet weggewist worden.

Hoofdstuk 47. De Filosofie van het Voortijdse Afrika Afrika is zo'n beetje doodgenegeerd. Het Westen houdt zich hysterisch doof, al een hele lange tijd. Dit komt omdat ze de opgeslagen kennis van Afrika niet willen kennen. Het zou de val van het Westerse droom-imperium betekenen. Maar Afrika zal de val van de huidige wereld betekenen, van het huidige systeem. De mens kan niet sollen met de natuur. De mens denkt dat hij het kan, en lacht erom. 'Kijk wat een macht ik heb over de natuur. Kijk wat ik allemaal met de natuur kan doen.' Maar de mens onderschat de strategie van de natuur. Telkens weer. De natuur neemt de tijd. Bij de tijd dat de mens dat door gaat krijgen is het al te laat. De mens is een parasiet, en de natuur heeft de mens al geheel ingesloten. De diepere mens zal teruggaan tot Afrika. Wat betekent dit ? Het huidige Afrika is maar een druppel vergeleken met het verloren, voortijdse Afrika. Dit bestond uit diverse delen. Voorbeelden hiervan zijn het Egyptische Afrika, het Iraadse Afrika en het Israelitische Afrika. Het Egyptische Afrika heeft dus veel diepere wortels dieper in Afrika. De tunnels van Egypte leiden terug tot de verloren, voortijdse Afrikaanse natuur. De mens wil altijd mens wezen, maar teveel van deze drugs zal hen vernietigen. De mens heeft een overdosis van het mens-zijn genomen, en ijlt nu, denkende macht te hebben over de dieren en de planten. Maar Ra in de Egyptologie ging door de onderwereld en ging heel zorgvuldig met de mens-drugs om. Hij was niet altijd mens. Hij veranderde in allerlei goden en godinnen die vaak half dier waren. Ra veranderde voortdurend in beesten. Ook in de Vur gebeurt dit, en soms wordt er veranderd in struiken. Ra is in het Egyptisch ook Re en Rw. In de originele Aramese grondtekst van de bijbel is deze Egyptische god overgenomen, Rw, en gaat het verhaal gewoon verder. Het betekent 'richting', het gerichte, dit in tegenstelling tot het overmatige bewustzijn. Rw heeft meer te maken met de duisternis, de nacht. Rw is in de judeo-christelijke traditie de heilige geest. In het Hebreeuws is het ruwach, wat 'de broer of schaduw van Rw' is. Jezus moest weggaan om Rw te brengen, staat er in de Aramese bijbel. Rw is het andere. Dit moest nog geopenbaard worden. Rw zou leiden tot de volle waarheid. Het was alleen voor hen die daar klaar voor waren, maar het is dus iets Egyptisch, en heeft veel diepere Afrikaanse wortels. Christenen die de Heilige Geest aanbidden aanbidden dus in principe gewoon Ra, Rw. Maar de mens moet oppassen met aanbiddingsfeestjes. Het gaat om filosofische principes. Vooral de vrijere kerken houden zich veel bezig met lofprijzing, maar het gaat ten koste aan studie en diepte. Zelfs in de bijbel wordt er al tegen gewaarschuwd, tegen het vele, oeverloze lofprijzen, maar de vrij-christelijke mens stoort zich daar vaak niet aan. Ze verstoppen zich eronder, zodat ze niet met hun zonden en onwetendheid hoeven af te rekenen. Als dolle gekken dansen ze om hun goden, maar ze kennen hun goden niet. Ze weten niet wat het inhoudt. Ze roepen zo de grootst mogelijke demonen op. Er komt verschrikkelijke kortsluiting van, want ze spelen gewoon met electriciteit. Ze kennen de gevaren niet, en willen het ook niet weten. Dit is het pad van de enkeling, en dat heeft de natuur zo bepaald. Het is de Darwin-Nietzsche filosofie. Dit heilige fundament is teruggegeven in de jaren 1800, maar het heeft diepe Israelitische, Egyptische en Afrikaanse wortels. De mens moet terug naar de oertijd om het uit te werken. Mattheus 1 18De geboorte van Jezus Christus geschiedde aldus. Terwijl zijn moeder Maria ondertrouwd was met Jozef, bleek zij, voordat zij gingen samenwonen, zwanger te zijn uit de heilige Rw, Ra. Jezus was dus volgens de echte bijbel, de Aramese bijbel, wat ook de taal van Jezus was, het kind van de Egyptische god Ra, oftewel van richting. Vandaar dat Jezus ook zei dat hij niets kon doen of zeggen als hij het niet eerst zijn vader zag doen. Jezus predikte dus, net als John Wesley in de jaren 1700, het perfectionisme, oftewel het robotisme, het gerichte. Jezus predikte zijn vader, Rw, Ra. Dit was een filosofie. De lucht zit vol met demonen die door de mens heendenken en heenspreken, dus

het pad van Rw, Ra, van richting, was de enige weg. Er was al een pad door het mijnenveld heengestippeld, en daar mocht de mens niet vanaf wijken. Het was om de mens te beveiligen. Maar nu komt het : 'heilig' is in het Aramees 'kadesh' (qdws), en dit was oorspronkelijk een Semitisch-Egyptische godin, Kadesh, of Qetesh. Zij werd ook afgebeeld als een naakte vrouw op een beest of leeuw. 'Naaktheid' is een symbool van openbaring. Vandaar dat we de vrouw op het beest ook tegenkomen in het boek Openbaring. Haar betekenis kan zowel negatief als positief worden uitgelegd in de grondtekst. Het was een zogenaamde spiegel-vertelling. Johannes vereerde deze vrouw ook. Het zijn dubbelzinnige verhalen. Mattheus 1 Aramees 18De geboorte van Jezus Christus geschiedde aldus. Terwijl zijn moeder Maria ondertrouwd was met Jozef, bleek zij, voordat zij gingen samenwonen, zwanger te zijn uit Kadesh Rw, Ra. Niet slechts Maria was de moeder van Jezus, maar ook de godin Kadesh, de naakte (geopenbaarde, openbarende) godin op het beest. Het westerse christendom heeft het allemaal overmatig lopen vermannelijken, zoals ze ook eens deden met de drie-eenheid. Er bestond al een drie-eenheid waar Kadesh, de godin van heiligheid, deel van was, als de godin van de geestesvervoering, de extase van openbaring. De andere godinnen waren Astarte en Anat. Het boek openbaring laat de gecompliceerdheid zien van het vrouwelijke wezen, want er is zowel een goed deel als een demonisch deel, maar juist door diepte-studie en openbaring kan de mens hier inzicht in krijgen, opdat het mysterie van de vrouw opgelost wordt. Kadesh werd ook het oog van Rw (Ra) genoemd, wat een titel was van de dochters van Rw. Hij had verschillende dochters, waaronder ook Sekhmet, Hathor, Bastet en Ma'at. Het oog staat ook voor openbaring en inzicht, en Ra zond het tot de aarde als een oordeel. Zo wordt Mattheus 1:18 nog duidelijker : Mattheus 1 Aramees 18De geboorte van Jezus Christus geschiedde aldus. Terwijl zijn moeder Maria ondertrouwd was met Jozef, bleek zij, voordat zij gingen samenwonen, zwanger te zijn uit Kadesh, het oog, de openbaring van Rw, Ra. De christenen vertalen het telkens als 'de heilige geest', en het komt telkens weer terug in de bijbel, maar het gaat over iets veel diepers. Kadesh, de dochter van Ra bracht dus haar gaven. In de Egyptologie had zij een slang in de ene hand en bloemen in de andere hand, als Eva met de slang die de mens, Adam, de gave van kennis gaf. Ook dit verhaal kan zowel positief als negatief worden uitgelegd, omdat het weer een spiegelverhaal was in de grondtekst, maar westerse christenen hebben het geheel gedemoniseerd, in hun onbekendheid met de achtergronden en dualiteit van de poëtische, metaforische, paradoxale talen van het Midden Oosten. In de oorspronkelijke vrouwelijke drie-eenheid was Kadesh ook een bijnaam van Ashera, de moeder godin, en een naam voor de hemel, begin van de hemel. Ashera of Shu-Ra is het Egyptische woord shu, hemel, (wat ook weer terugkomt in de Hebreeuwse hemel, sha-mayim, zaad van shu) en Ra, in andere volgorde : ra-shu, rosh, het begin in het Hebreeuws, het eerste woord van de bijbel, wat vandaag de dag gecodeerd is in Rossiya, Roshland, Rusland. Dit is dus een code van de Midden-Oostelijke moeder godin of moeder aarde, haar baarmoeder, in de cryptosofie. Astarte en Anat, de andere twee godinnen in deze drie-eenheid, zijn oorlogsgodinnen, die wijzen op de

absolute noodzaak van de demonologie. Ook deze twee godinnen treden soms op als dochters van Ra. Astarte werd vaak ook afgebeeld als de voedster van een kind, zoals Isis en Maria. In het Nieuwe Testament heeft Jezus drie moeders : Maria (Astarte), Kadesh (Ashera) en Rw, in de oorspronkelijke Aramese grondtekst. Astarte stond in de Egyptologie gelijk aan Sekhmet, niet alleen aan Isis. Zij was een oorlogsgodin. Sekhmet is ook een dochter van Ra en de leeuwinnengodin van de oorlog. Zij was dus zelf ook leeuwin, een beest, waarop Kadesh reed. In principe reed Kadesh, heiligheid, dus op Maria, want Kadesh, als het oog van Ra, was degene die Maria zwanger had gemaakt. In die zin is de leeuwin dus de baarmoeder. Jezus werd geboren vanuit een heilige oorlog. Ook hij had deze kwaliteiten, want niet alleen veranderde hij in het boek Openbaring in de leeuw van Juda, maar ook ging hij net als Ra door de onderwereld om de demonen te bevechten en de gevangenen vrij te zetten. Dit zijn natuurlijk allemaal maar metaforen. Het is een filosofisch stelsel. Anat was de vrouw, of een onderliggend aspect, van Yahweh, maar dit geld ook voor Ashera. In ieder geval heeft dit nog veel diepere wortels in de voortijdse Afrikaanse filosofie. Juist als we naar Ra kijken hoe hij in de onderwereld in allerlei dieren veranderde, zoals leeuwen, rammen en lammeren, dan zien we hoe dit ook weer terugkomt bij Jezus in het boek Openbaring. De nadruk ligt juist op verandering, oftewel op het perspectivisme, en in de Vur gaat dit alleen maar verder. De mens moet opgaan in de natuur en het mens zijn ook weer kunnen loslaten, om te veranderen in de zee en in de struiken, enzovoorts, want de mens is in diepte een verhaal, een filosofisch stelsel met meerdere metaforen. Zowel Ra als Jezus gaan over het schakelen tussen de metaforen, opdat het metaforische verhaal vertelt wordt en het dieper liggende filosofische stelsel geopenbaard wordt. Yah-Shua gaat over de verbinding tussen Yah, Yahweh en zijn vrouw Shu, Ashura, waardoor er wedergeboortes plaatsvinden, transgeboortes. Het staat dus niet op zichzelf. Het gaat over de afdalende, verdiepende mens die zo tot de hemel komt. Het is een natuurlijk principe. Blijf veranderen, blijf verdiepen, opdat je de vijand verslaat, verwerkt, waardoor je nog meer kunt veranderen en verdiepen, enzovoorts. In het verleden waren er verschillende Johannessen, ioannes in Grieks, en ywhanan in het Aramees : 1. Johannes de Doper 2. Johannes van de Openbaring 3. Johannes de Reformator (Calvijn) Johannes de Reformator die heel veel theologische werken op zijn naam heeft staan, is dan een code van het oude Oanitische Afrika, van Oan. Er is dus het Egyptische Afrika, het Israelitische Afrika en ook Irad en Oan als delen van het voortijdse Afrika. De Moet, Amoet, Moat, is in het Egyptisch de anus, wat voor de Egyptenaren een heilig lichaamsdeel was, omdat het de totaalsom betekent, het belangrijkste deel en de conclusie. De anus, ook wel de pehuit genoemd, was een beeld van de voleindiging. De anus is de uitgang van het lichaam, dus de anus werd ook gezien als kracht en beruchtheid, peht, pehti, peh, wat ook in het Hebreeuws komt als peh, het uiteinde, de afgrond. In de oorlog is het een Egyptisch beeld van overwinning en glorie. Dit heeft ook hele diepe voortijdse Afrikaanse wortels, ook in Oan. In de amazonische Oanitische mythologie komt, net als in de Israelitische grondtalen van de bijbel, veel sexuele beeldspraak voor. Kadesh, heiligheid, was de godin van metaforische en demonologische sexualiteit in de Semitische en Egyptische religies, wat ook weer tot uiting komt in de drie-eenheid met twee oorlogsgodinnen. De mythologische sexualiteit bestond uit demonologische oorlogstekenen. Dit heeft hele diepe Oanitische wortels. In de Oanitische mythologie waren er afbeeldingen van wulpse strijdgodinnen die een witte band of streep hadden in hun bilspleet, die over hun anus liep. Als zij de oorlog hadden gewonnen, dan werd die band verwijderd, en hun anus

werd afgebeeld naast de mannelijke fallus, als een beeld dat Amoet de vijand had uitgeworpen. Amoet is een voortijdse Afrikaanse oergodin die ook door Egypte werd overgenomen. Zij is de anus, de uitwerper van de vijand. Zij is ook de wet (Moet, Moat). Zij is zowel vrouw als beest. In het Aramees betekent towrah, wat in het Hebreeuws wet betekent, ook anus. Het rekent met dingen af in het oordeel. Het brengt dingen tot voleinding. Hoofdstuk 48. Het Voortijdse Afrika Dat het leven ingewikkeld is weten we allemaal, maar waar komt het leven eigenlijk vandaan ? Daarvoor moeten we naar het voortijdse Afrika. Egypte liet het al zien : alles bestaat uit hieroglyphen, en die vormen boodschappen. Het zijn bepaalde codes, en daar kan je dieper en dieper mee. Maar Egypte wijst slechts terug op het voortijdse Afrika, en toen waren er ook al hieroglyphen, dus het is niet zo dat als je het Egyptische mysterie kent dat je er dan al bent, want via Egypte moet je nog dieper Afrika in. Egypte is slechts een uithoek in Afrika, maar deze komt voort uit de diepe wildernis van Afrika. De mens weet hier nog weinig van, omdat er zoveel geschiedenis verloren is gegaan door de tijden heen. Maar in principe is er niks verloren en is het nog steeds om ons heen. Hoe dan ? Bijvoorbeeld in de stripboeken. Stripboeken zijn ook hieroglyphische codes. Vooral België is een hedendaagse stripcultuur, en je kunt er heel diep in gaan om zo terug te komen tot het voortijdse Afrika. Stripboeken zijn dus gebaseerd op de oer-hieroglyphen en hebben ook ontcijfering nodig. De wereld wordt dus sterk beinvloed door stripboeken. Nu is het dus wel zo dat stripboeken niet altijd plaatjesboeken hoeven te zijn. Neen. Hieroglyphen kunnen ook gewoon tekst zijn die de hieroglyphen beschrijven. Dat is ook handiger, want zo kunnen de hieroglyphen ook meegroeien en verdiept worden. Hiervan is de Tweede Bijbel een goed voorbeeld. Je kan het uittekenen in je gedachten en je zult altijd weer wat nieuws ontdekken. In die zin kunnen gewone leesboeken ook stripboeken zijn. In diepte is dit om de achterliggende filosofie uit te stippelen, als een inventaris, een index. Dat is iets wat Egypte ons leert en wat dus terugwijst op het voortijdse Afrika, wat vandaag de dag in zowel stripboeken als boeken gecodeerd ligt. Hoofdstuk 49. De Slag om Arnhem in de Tweede Wereldoorlog De aardse realiteit is een poppenkast. Mensen worden behandeld als poppen of stripfiguren en moeten presteren. Vaak wordt er gesproken over bepaalde exotische landen die zwaar corrupt

zouden zijn, maar Nederland is zelf ook een zwaar corrupt land met een medische terreur. Op grote schaal worden onnodige operaties uitgevoerd en vaak niet eens vrijwillig, en kinderen kunnen zichzelf al helemaal niet verdedigen, om maar niet te spreken over dieren, want die leven helemaal in een holocaust. Alleen de enkeling zal ontwaken is een Nietzscheaans-Darwinistisch principe. Voor de enkeling is het dan ook vechten tegen de bierkaai, roepen in de woestijn, met geen of weinig resultaat. De enkeling moet dan op een gegeven moment dan ook constateren dat er geen kruid tegen opgewassen is. Toch is er een weg. Nederland werd van september 1944 tot mei 1945 bevrijd van de nazi's door de geallieerden, het Canadese, Engelse en Amerikaanse leger. Deze bevrijding kan alleen daadwerkelijk plaatsvinden als de mens het cryptosofisch begrijpt, want het was een boodschap in code. Natuurlijk is Nederland nog niet bevrijd. Het is één van de corruptste landen ter wereld. De medi-nazi's heersen. Maar laten we even kijken naar de geschiedenis hoe de zogeheten bevrijding verliep : Op 12 september 1944 begon de Nederlandse bevrijding, toen de Amerikanen Limburg binnenvielen. Daarna werd NoordBrabant binnengevallen en een gedeelte van Gelderland. Er moesten bruggen ingenomen worden, maar bij de laatste brug, bij Arnhem, liep alles vast. Hierdoor kon het noorden van Nederland en het westen niet bevrijd worden, en kregen ze te maken met de hongerwinter. Vele duizenden stierven van de honger en de kou. Dit was dus in het gebied boven de grote rivieren. Er was een verschrikking in Arnhem die alles had tegengehouden, als een trombose, als een beknelling. Operatie Market Garden was vastgelopen. Pas na de hongerwinter zouden de Duitsers verslagen zijn, in mei 1945. De geëvacueerde inwoners van Arnhem vinden dan een spookstad terug. Dat is het verhaal in kort. In mijn eigen leven zie ik deze lijnen cryptosofisch terug. Er ligt een parallelle realiteit verborgen in Arnhem. Mijn vader studeerde in Arnhem voor sportleraar, en had een trombose of bloedvatbeknelling in zijn been en was daardoor bijna in een rolstoel terecht gekomen. Dat gebeurde niet, maar hij werd sportleraar op de Veluwe en ging daar ook wonen, samen met een studie-vriend die daar ook ging werken, mijn tweede vader. Ik herinner me ook dat ik als kind een keer naar Arnhem ging omdat mijn vader toen daar terugkwam van de wintersport. Arnhem heeft dus altijd een grote rol in mijn leven gehad, en die beknelling ken ik dus ook, waardoor alles in je leven in de vertraging komt en de farao het volk niet laat gaan, en de lasten verdubbeld. De slag om Arnhem was er dus ook in mijn leven. Dit is zo erg geweest dat ik daar bijna niet over spreek, en al helemaal niet in detail. Arn-hem, rn-hm, is Orion-Ham of Aaron-Ham. Aaron is een sleutelfiguur van de exodus, de uittocht, de bevrijding van Israel, en Ham, of Cham, is één van de zonen van Noach, en staat voor het Afrikaanse volk. Eén van zijn zonen was Mitsrajim, oftewel Egypte. Orion-Ham is dus het voortijdse Afrika. Ham betekent ook het zwarte volk. In het Egyptisch is hm het wildenvolk, en ook het moddervolk, hamu. Ham is in het Egyptisch het volk wat wordt aangedreven door de oerinstincten. Ook is het de naam van een god(in) van het offeren, waardoor er een opname plaatsvindt, hema (vergelijk valkyrische opname bij de Germanen). In die zin staat Arnhem in verbinding met een hogere parallelle realiteit die ontcijferd dient te worden. Eerst moet de mens namelijk aan zichzelf afsterven in de hongerwinter, als beeld van de ragnarok en de ramadan. Wij hebben hier te maken met eeuwige realiteiten. Alleen in beknellingen, in het vastlopen, het vertragen, kan de mens komen tot de andere dimensie. Arnhem is dus een belangrijke tunnel tot de onderwereld. Ham betekent ook in het Egyptisch de valstrik, het vastlopen, het jagersvolk, of vissersvolk. Ham is ook een zingende godin van de morgenstond en de hemelvaart. Ook is Ham het afgezonderde volk. Ham betekent het terugtrekken, de uittocht. Het is iets medicinaals in de natuur, hemu. De kabels moeten helemaal door Arnhem heenlopen, en dan recht door Nijmegen heen, om zo tot Brabant door te lopen. Al deze gebieden zijn belangrijk in de daadwerkelijke bevrijding van Nederland.

Hoofdstuk 50. De Arnhemse Beknelling In de jaren 1900, en vooral tijdens en na de tweede wereldoorlog, kwam het existentialisme opzetten, een filosofische stroming die stelde dat de essentie er niet zomaar was, maar dat er eerst existentie moest zijn, oftewel het bestaan. De mens wordt in een absurde, onverschillige wereld geworpen, en moet helemaal van onderen af aan beginnen, zich een weg worstelen door het bestaan om zijn eigen leven en realiteit op te bouwen, en zo tot zijn eigen essentie te komen, niet de van buiten opgelegde essentie door anderen, of in hun geval de nazi's. 'De ander is de hel' werd er gesteld. Het was een boodschap van vrijheid en zelf-verantwoordelijkheid. Als de mens zelf niet verandert en tot inzicht komt, dan is er niets. Deze stroming werd kenmerkend voor de eeuw van 1900. Eigenlijk stelde het dat de mens de essentie niet zomaar kan grijpen, maar dat de mens daarvoor aan het kruis moest, om zo los te komen van de meningen van anderen. Het was een boodschap van afzondering, en in die zin Nietzscheaans en Darwinistisch. De mens moest zichzelf dus helemaal opnieuw opbouwen. De mens hoorde niet thuis in de terreur van de nazi's en ook niet in de christelijke terreur. De mens was existentialistisch. Het bestaan moest aangepakt worden, geanaliseerd. De mens moest zelf zin maken, betekenis geven. De mens moest één worden met de natuur, deel worden van de natuur, door de natuurprocessen te leren. Het was een natuurschool. De mens moest loskomen van 'de ander', die de hel was. De mens werd zo op een nieuw spoor gezet, terug naar de natuur, terug naar de eigen verantwoordelijkheid. Zo kon de mens een nieuw beeld krijgen van het leven en het nut ervan inzien. De mens hoefde geen massa-product te zijn. De mens was uniek. De mens moest de massa-geest in zichzelf verslaan. De mens moest weer 'vervreemden'. De dingen om de mens heen waren geen objecten, maar instrumenten, ervaringen. De mens moest leren met alles intuïtief om te gaan, en niet materialistisch. Het ging niet meer om de stoel als object, maar om de stoel als ervaring, als instrument. De mens moest doorbreken tot een dieper leven, een diepere ervaring van het bestaan. Het existentialisme begon zich toen op allerlei manieren te vertakken, brak door in allerlei soorten stromingen, ook in religie en theologie. Moeder Arnhem, en zo ook Moeder Nederland, was verkracht door de nazi's. In dit level ging er door de Duitse invasies en bezetting een verschrikkelijke geest heersen over Arnhem die ook ging heersen over Nederland. Het was de Arnhemse beknelling, de geest RIES, een verschrikkelijke haai, reusachtig groot, die ook in een walvis kon veranderen. Ik ken deze haai van mijn kindernachtmerries. Vannacht had ik een droom dat Moeder Arnhem contact met mij zocht. Zij is ook nodig voor het doorleggen van de kabels door Arnhem. Ik werd teruggenomen naar mijn kinderjaren, kinderdromen en kindernachtmerries, en dat was in Egyptische context. Moeder Arnhem staat dus voor het voortijdse Afrika. Het brengt terug tot de voortijdse Afrikaanse filosofie, de natuur-filosofie, die nodig is voor de bevrijding van Nederland, wat dus een individuele bevrijding is. De bevrijding is door het bestaan, de existentie, inzicht te verkrijgen, en zo tot de essentie te komen, en die niet te missen of corrupt te maken door allerlei genade-truukjes of door het materialisme. Het moet dus door de natuur gaan, of helemaal niet. Het is iets persoonlijks. De natuur verkiest slechts weinigen, en dat zijn hen die de prijs hebben willen betalen, en die ook getest zijn hiervoor door de externe, massale krachten. Ben je dood, heb je geen bewustzijn, dan zul

je met de dode massa's meeglijden, leef je slechts vanuit gewoontes en tradities, maar leef je en heb je bewustzijn, dan zul je je eigen leven opbouwen, en daarvoor blijven strijden, om zo je pad te vinden. Dat pad maak je zelf. Je buigt niet voor de goden van het christendom, het calvinisme en de nazi's, maar je transcendeert ze. Je prikt er doorheen. Je kent de geschiedenis, je kent de filosofie. Hoofdstuk 51. De Luchtlanding op de Renkumse Heide op 17 september 1944 in de Slag om Arnhem Het existentialisme stelt dat om te 'zijn' moet er transcendentie ontstaan, en dat gebeurt alleen door onderzoek te doen. In die zin leven alleen de transcendente onderzoekers. Door het bestaan komen zij tot de essentie. Alles wat daarbuiten valt bestaat niet, en komt dus ook niet tot de essentie. Dit onderzoek gaat veel door het stellen van vragen. Onderzoekers zijn vragen stellers. Zij die geen vragen stellen komen tot voorbarige conclusies. Onderzoekers zijn open en komen niet tot snelle conclusies. Dingen mogen niet als objecten gezien worden, want dat is materialisme, en maakt de mens dicht en oppervlakkig, gesloten. Dingen moeten beschouwd worden, ervaren worden, intuïtief, en met het stellen van veel vragen, zodat er geen vooroordeel wortel kan schieten. Er wordt dus een oorlog gevoerd tegen het snelle materialisme en het snelle christendom die alles overmoedig al in potten en pannen hebben gestopt om maar markt te kunnen drijven. Zo ontstonden de steden, maar het existentialisme wil de mens terugleiden tot de natuur. De mens moet vervreemden van de overmoedige stadse systemen, om tot de eigen waarheid te komen, de onderzochte waarheid. Alles moet getest worden. De stad test niet, maar verkoopt, en doet dit door boerenbedrog. Het is een gewoonte en een traditie geworden, en het is allemaal mors en mors dood. Het is niet het waarlijke 'zijn'. Maar de mens is hierin geworpen. De mens moet hierin de overkant zien te vinden. Dat kan niet op de rug van iets of iemand anders. De mens moet zelf leren zwemmen. Anders heeft de mens geen fundament. Het vragen en onderzoeken is een vorm van het zijn, een vorm van bestaan. De mens is geworpen in de zee van overmoed genaamd 'materie', en de onderzoekende en vragende mens komt er al snel achter hoe erg het probleem is van de materie. Het is een verdichte, gesloten vorm. Het houdt de mens tegen als de mens er op een materialistische manier mee omgaat. Maar de mens kan er ook anders mee omgaan. Er moeten dus nieuwe, diepere definities komen van de dingen om ons heen, door ervaring. Ook dit mag niet overmoedig gebeuren, want dan is er weer een nieuw probleem. Er moet dus een nieuwe definitie komen van wat 'leven' eigenlijk is. Dit is belangrijk, omdat de onontwaakte mens slechts een product is en gewoon bestuurd wordt door allerlei apparaten van het materialisme om de mens in slaap te houden, zodat de mens bruikbaar is voor de lagere entiteiten van het ego. Het bestaan moet dus een nieuwe definitie krijgen. Er moet een nieuw bestaan komen. De mens kan hier niet zomaar omheen. De mens moet leren 'bestaan'. Het gaat hierin om 'analyse', om 'detail'. Het hele menselijke spel van verschijnen, ontkleden, sexualiteit en productie is slechts een abstractie van de dynamieken van openbaring, wat dus gaat door het onderzoeken, analyseren, vragen stellen en zo ervaren. Het menselijke spel van ontbloting van objecten, wat ook weer terugkomt in de vlees-industrie en de bont-industrie is dus een corruptie hiervan. De mens wil essentie, maar de mens wil niet hiervoor bestaan, wil de natuur hiertoe niet. De mens is een

grijpgraag wezen wat alle natuurwetten aan zijn laars lapt. De mens buit de natuur uit. Dit komt dus ook weer terug in de mensenhandel van gedwongen prostitutie en de gedwongen tand-implantaten door de 'tandofielen'. De menselijke verschijningsvorm is daarom bedriegelijk, en heeft niets met ware vertoning te maken. Het existentialisme stelt dat alleen door de logos er ware vertoning is, door de literatuur van de natuur-filosofie. Het existentialisme stelt dat dat wat zichzelf vertoont, de ware vertoning, plaatsvindt als het gezien wordt vanuit het zelf en in samenhang met het zelf. De openbaring gaat dus altijd door het zelf wat zichzelf van het zelf onderscheidt, als het zelf wat in samenhang is met het zelf. Het mag dus niet op iets anders worden geschoven, wat het gevaar is van de theologie. De mens is zelf verantwoordelijk. Dat is existentie. Het is dus zuiver direct en niet indirect via iemand anders. De ander is de hel. Het indirecte is de hel. Dit gaat allemaal vaak onder de dekmantel van theologie. Vandaar dat theologie potentieel heel gevaarlijk is als het niet binnen de context is van de filosofie. Het christendom danste vrolijk door, ook in de eeuw van 1900, en had haar eigen feestjes. De filosofie werd in de doofpot gestopt en ze werden lekker indirect, zonder eigen verantwoordelijkheid, en hadden zo hun eigen opwekkingen, lekker aan de drugs. We hebben het dan over een gevaarlijke, valse, luie vorm van indirectheid, die alles op iemand anders projecteert. Zij kunnen altijd kinderen zijn, onbezorgd, en maar aan blijven rotzooien, want alles is genade, en de kennis maakt opgeblazen. Zo redeneren ze dan. Zo lust ik er ook nog wel een paar. Zo kun je dus alles goedpraten, en heb je ook altijd een alibi, en heb je het spijbelen gerechtvaardigd. We hebben hier te maken met de verschrikking die eens Arnhem innam. Want de verwende kinderen van het christendom zijn allemaal nazi's. Maar het existentialisme is geworteld op het Nietzscheaanse fundament van de eeuw van 1800, van het Duitse idealisme, wat tegen het nationalisme was. Het materialisme maakt dingen zo materieel totdat het nazi wordt. Het is de climax van het materialisme. Geen eigen verantwoordelijkheid meer. De leider, de fuhrer, denkt voor ons. Zo kan ik het ook. Arnhem werd dus platgewalst door het nazi geloofsgoed, de vlag op de modderschuit van het materialisme, en daar kwamen de geallieerden niet zomaar even doorheen. Vandaar dat we spreken van de Arnhemse beknelling. Alles kwam in de vertraging. En toen was daar die verschrikkelijke hongerwinter, de ragnarok, en de valkyries waren nergens te bekennen. De mens voelde zich verstoten. De mens voelde zich onuitverkoren. Dat wil niet zeggen dat directheid onmiddelijkheid betekent. De mens moet alles omzeilen, als de mens maar op zichzelf blijft, dus er is ook een analyserende, voorzichtige, onderzoekende en vragende indirectheid, wat een Vur principe is. Van elk woord en elk principe is er een goede vorm en een slechte vorm, dus dat wil niet zeggen dat er een daadwerkelijke tegenstelling is, maar meer een dualiteit. De dialectiek denkt in stellingen, tegenstellingen en samenstellingen, het denken in meerdere dimensies dus, vanuit verschillende perspectieven, horizontaal, vertikaal, enzovoorts, in verdiepingen. Dus in die zin mag de mens niet direct zijn, omdat het door natuur-processen gaat. Het gaat dus om het vinden van de middenweg. Aan beide kanten van het touw kun je eraf vallen. De mens mag niet te direct worden, en ook niet te indirect. Overal waar 'te' voor staat is niet goed. Er is directheid in de zin dat de mens direct, zelf, verantwoordelijk is, en er is indirectheid in de zin dat de mens eerst aan de voorwaarden moet voldoen, dus niet direct van A naar Z springen, maar van A naar B. Dat is de hele filosofie van tussenstappen. Het gaat dus niet om het wel of niet, maar om het hoe. Daarom stelt het existentialisme dat de mens authentiek moet worden. De mens moet het bestaan zich eigen maken. Daar waar de mens dit onderschat is datgene wat dichtbij is en bekend juist ver weg en onbekend. Dat is een symptoom van het materialisme, dat je steeds meer en meer vervreemd van de daadwerkelijke werkelijkheid. In die zin hebben we dus ook juist het andere filosofische materiaal nodig om de context te zien en ervaren, zodat we niet opgesloten raken in het ene, het bekende. De mens moet door de muren van de traditionele xenofobie (angst voor het vreemde) heenbreken. Het bekende is immers maar een druppel in de oceaan van het onbekende, en

juist in het onbekende ligt onze identiteit. In die zin is het andere dus een wezenlijk onderdeel van de tussenstappen, maar dan als filosofische principes en niet als personen die het zelf van je ontnemen en je een geprojecteerde identiteit opleggen zoals in het christendom en het nazisme. Het gaat dus om het detail. Het bestaan moet eerst geleefd worden, als het zijn, en daarna zal het pas geinterpreteerd worden. Het moet dus doorleeft worden zodat eerst de boodschap kan binnenkomen, en pas daarna kan de boodschap uitgelegd worden. Dit zijn de twee noodzakelijke verdiepingen van het zijn. Het zijn zal dan worden tot kennen. Het bestaan is slechts een instrument of voorbeeld wat gebruikt kan worden voor veel meer dimensies van het bestaan. Vandaar dat het bestaan, het leven, de wereld, omarmd moet worden, op waarde geschat moet worden. Er komt iets binnen wat belangrijk is en wat steeds belangrijker zal worden, steeds waardevoller. De wereld is dus een verdieping van het zijn, en tegelijkertijd een lift om te komen tot hogere zijnsverdiepingen. Dat is dus de existentialistische definitie van het werelds zijn, wat dus niet betekent dat je stads of materialistisch bent. Integendeel. Het gaat om de filosofische natuur en structuur van de wereld, de mogelijkheden ervan. In het existentialisme is het werelds zijn dus meer analytisch. Wij mogen de wereld dus niet als objecten zien of vertoningen, maar als verborgenheden. Het zou fout zijn als een dolle dwaas in de wereld te springen om alles maar te grijpen wat los en vast zit, en zeggen : dit is dit, en dat is dat, want dat is slechts het idiotengoud. Het zijn tunnels, het zijn onbekendheden. En pas op : het staat onder stroom. Dat wat om ons heen is, dat wat de mens de bekenden noemt, de kennissen en de vrienden, familie, het vertrouwde, is helemaal niet bekend. Het is het onbekende. Pas ermee op. De slag om Arnhem was één van de hoofd-oorlogen in de Tweede Wereldoorlog waar alles vastliep en zo de hongerwinter ontstond voor het gebied achter de grote rivieren. Hier werd wel het zaad gezaaid voor de bevrijding. De Rijnbrug over de Nederrijn moest heroverd worden, en dat moest zowel aan de Noordkant als de Zuidkant gebeuren. De geallieerden hadden een luchtlandingsbasis bij Oosterbeek op de Renkumse heide aan de Noordkant. Oosterbeek is een dorp van de gemeente Renkum, wat vroeger een schoutambt was, in het Arnhem gebied. De geallieerden die vanuit de lucht kwamen werden toen ingesloten door de Duitsers van twee kanten nadat ze de Noordkant van de brug hadden veroverd. Zij werden aangevoerd door John Frost, Jan IJs, waarnaar de brug later vernoemd werd. Na de landing op de Renkumse heide blies John Frost op de hoorn om de geallieerden te verzamelen. De hoorn werd genoemd : de Exodus hoorn, de hoorn van de uittocht, maar farao liet het volk nog niet gaan, en verdubbelde de lasten, zoals we zagen in de honger winter. Het Ragnarok was gekomen. Pas na de hongerwinter kon D-day pas echt gestalte krijgen, en kwam 'de opname door de valkyries', en werd Nederland daadwerkelijk bevrijd. Renkum had hierin dus een sleutelrol gespeeld. Ook in ons netwerk heeft Renkum een sleutelrol gespeeld in de strijd tegen criminelen. Dit heeft een lange tijd geduurd, en ik heb in de tussentijd en daarna ook veel dromen over Renkum gehad. In een droom had ik openbaringen verzameld op karton in een doos en moest ik die doos in veiligheid brengen. Ik moest hiervoor door Renkum heen naar de rivier. Gelukkig kon ik ook vliegen. Ook in het tweede bijbelse poortboek 'De Bibelebonse Pap' speelt Renkum een belangrijke rol. In het begin van het boek is Renkum de hoofdstad van Nederland, en werd als eerste bevrijd van de piraten die Nederland bezet hielden. In de tweede wereldoorlog was Renkum dus een belangrijke sleutel tot de bevrijding van Arnhem. In Renkum begon alles.

Hoofdstuk 52. Het Geb Mysterie en de Tweede Wereld Oorlog Seb en Aga zijn altijd Egyptische vormen van Geb geweest, andere namen voor Geb, de Egyptische aardgod(in). Het Geb mysterie gaat verder in het judeo-christendom als Jakob de aartsvader in het OT en Jakobus de volgeling en schrijver van Jezus in het NT. Aga betekent stilte in het Egyptisch, als een vorm van Geb, wat in het Griekse NT ook 'ago' de wortel van het woord voor engel is, als een boodschap van God, en ago betekent dan : richting, leiding, want die moet er wel zijn als er een boodschap wordt verzonden, opdat het in de juiste vorm en op de juiste plaats en tijd geleverd wordt. In het originele Aramese NT, in de taal van Jezus dus, werd Ra, Rw, uitgestort in de betekenis van richting, richting-aangevend, gids. Rw is dus zowel een Egyptisch als een Aramees woord, maar het westen vertaalde dit domweg in de heilige geest, terwijl het terugwees op het filosofische Egyptische principe van Rw als gids. Een van de titels van Ra is aakhau, als het grote oprijzen, als de ware hemelvaart. Dit staat nauw in verbinding met aga (geb) en het Griekse 'ago', het richtingaanwijzende aspect van de engel. De engel daalt zowel neer vanuit de hemel als ernaar opstijgend. Het Egyptische 'aga', als aspect van de aarde (geb) betekent in diepte : vragen, verstoring, tussenstap - akh verwonding, verliezen - ak nacht, duisternis - akka de Nijl en de overstroming ervan - akeb teken van toevoeging - ak, ag mist - aqep Dit zijn allemaal aanduidingen van onderzoek doen. Er zijn ontbrekende schakels, en door het vragen stellen kunnen deze schakels terugkomen. Eerst moet er daarom een onderbreking zijn, opdat er plaats vrijkomt voor de schakel. Vandaar ook dat de bevrijding van Nederland werd onderbroken bij Arnhem en eerst de hongerwinter moest optreden. Eerst moest Ragnarok komen, opdat de mens aan zichzelf zou afsterven, aan het ego, om zo voorbereid te worden tot de opname door de valkyries. Deze middag kwam er een pakket binnen wat was verzonden vanuit Santiago, Spanje. Santiago is een bedevaartsplaats waar het graf van Jakobus zich bevindt. In het Spaans is sint Jakobus namelijk Santo Iago, verkort tot Santiago. Jakobus werd bekend om zijn gezegde : 'geloof zonder werken is dood.' In het Grieks is 'werken' 'ergon', wat ook de werken van het verstand, van de rede, betekent, dus het moet wel filosofisch onderbouwd zijn. In het Aramees is geloof 'volharding', maar ook 'bewijsvoering' door middelen van argumentatie (hymnwt). De werken zijn in het Aramees ook de lasten, dus het gaat niet buiten het kruis en de existentie (het bestaan) om. De mens moet er dwars door heen. Al met al is het geloof in de originele talen dus niet het bedriegelijke gesjoemel wat ze er in het westen van hebben gemaakt. Intellectuelen en geleerden, taalkundigen, prikken dus door dit soort spelletjes heen, maar de domme massa's laten zich niet door enige kennis hinderen. Onderzoek is dus het sleutelwoord, wat de diepte is van het Jakobus en het Geb mysterie, oftewel het Iago mysterie. Santiago is ook de naam van de hoofdstad van Chili. Jakobus is niet alleen de beschermheilige van Spanje en Chili, maar ook van Nederlandse steden zoals Den Haag en Enschede. Voordat we in contact kwamen met Renkum had ik al dromen over de mensen die we daar zouden tegenkomen, tot in de kleinste details. Voordat mijn neef als zendeling naar Chili ging om te werken onder de straatkinderen had hij ook dromen over de mensen die hij daar zou tegenkomen.

De boodschap is dus terug te keren tot het detail wat het verschil maakt. Hoofdstuk 53. De Zin van Nijmegen - Diepte-Psychologie in de Betekenis ervan - Het tot leven komen van de dynamieken van Nederland Het existentialisme stelt dat wat verschijnt slechts een aspect is van het object. Het is een natuurfenomeen. Als een boodschap ons wil bereiken wordt het eerst verdeeld, splitst het af als water van een waterval om op de rotsen verder uit elkaar te kletsen. Dat is het bestaan. Alles valt naar beneden om tot totale chaos te worden. Zie daar maar eens doorheen te komen. Beneden is alles zwaar absurd. Eén van de vormen van het absurde is het geloof. Het geloof is groene blubber, als het moeras. De Aramese betekenis van het woord voor geloof was filosofie. Dat geeft veel meer rust en gaat ook veel dieper. Geloof is maar een van de vele vertalingen van het woordje 'hmnd'. Het staat niet op zichzelf. Het is trouw en volharding in de filosofie, en is gebouwd op geteste argumenten. Het wordt drijfzand als al die oorspronkelijke Aramese betekenissen worden weggekapt, en door deze sluwe woordspelletjes van het westen kon de mens gedwongen worden in de bijbel te geloven in plaats van 'de onderliggende, verdraaide filosofie van de oorspronkelijke bijbel te ontdekken door onderzoek.' Dat is even een groot verschil. De westerse bijbel is slechts een karikatuur van de oorspronkelijke Egyptologische en Aramese filosofie. Het is pure woord-armoe, gebrek aan vocabulaire. Moeder aarde was bij de Germanen genaamd Areta, Hretha, de beruchte en zegevierende, ook wel genaamd Hertha of Erda, afhankelijk van het gebied. Iedereen die haar zag baden in de rivier 'stierf' (aan het ego), iets wat ook weer terugkomt in de Griekse mythe van de jachtgodin Artemis. Aktaion zag haar, en werd door beesten verslonden. Ook in het Judaïsme kwam dit voor, dat David Bathseba zag baden en daardoor ten dode was opgeschreven. Het is iets metaforisch, namelijk dat ware openbaring vanuit de hemel de mens aan zichzelf, zijn lagere natuur, laat sterven. Zo komt de mens tot bekering. 'Niemand kan God zien en leven.' Renkum heette vroeger Rijnkom en werd ook wel Ratincheim en Areta-heim, Hrethaheim, en Rhede genoemd. Areta-heim betekent het huis, heim, van moeder aarde, Areta, Hretha, Erda. De Rijn is verbonden aan moeder aarde, als haar openbaring, maar de mens heeft het niet verstaan. Rijn komt van het Germaanse hrinana, ontbloten, slaan, aanraken. Toen ons netwerk in verbinding kwam met Renkum in het Arnhem gebied, wat op de grens ligt tussen de Veluwe en de Betuwe, want onder de Nederrijn waarboven Renkum ligt is de Betuwe, in het Zuid-westelijke aanhangsel van Gelderland, kreeg ik dromen dat ik een hemels geschrift genaamd de Erina moest veiligstellen. Ik moest toen door Renkum heen naar de Nederrijn. In de verbinding met Renkum begon ik ook Germaanse dromen te krijgen over de Rijn, over het rode goud in de diepte, het bloedgoud, wat ook weer terugkomt in de Germaanse mythologie. Het bloedgoud wordt bewaakt door de Rijnmaagden. In de Tweede Wereldoorlog liep de bevrijding van Nederland vast bij de Nederrijn in het Arnhemgebied bij de slag om Arnhem, en zo ontstond de hongerwinter, het Ragnarok. De Duitsers

waren te sterk. Zij hadden namelijk het Rijngoud gestolen, en verdraaid. Het was bloedgeld, terwijl in de oorspronkelijke mythologie het bloedgoud een beeld was van het sterven aan het ego, om zo door de Rijnmaagden opgenomen te worden, ook een soort valkyries, walkuren, dus. De stromende rivier is dus een beeld van de opname, opgenomen, of neergenomen, tot moeder Areta, moeder aarde, tot haar huis, Areta-heim, of Rijnkom, wat nu Renkum heet. Ik kreeg toen meer en meer dromen over Renkum als een grote onderaardse wildernis, als een natuurgebied met natuurdorpen en natuursteden, als een onderaards land, het land van moeder aarde. In de mythologie kwam het bloedgoud uiteindelijk in handen van Loki, de Logos, het Woord, oftewel de filosofie. Het bloedgoud, het rode goud, of de rode steen, kan alleen maar benaderd worden door de filosofie. Het is als een waterval die kapot kletst op de rotsen, het hele nazi raadsel. De nazi's hebben het in overmoed gegrepen, en zijn erdoor ten gronde gericht. Iedereen die de rode steen voortijdig of zonder de voorwaarden in acht te nemen grijpt en misbruikt zal erdoor vervloekt zijn en erdoor ten onder gaan. Voordat ons netwerk met Renkum in verbinding kwam had ik dromen over Enschede over welke mensen ik zou gaan ontmoeten in Renkum. In dromen werd ik al aan hen voorgesteld. Enschede heeft Jakobus als beschermheilige, oftewel Santo Iago, Sant Iago, als het Santiago van Nederland, wat in het Egyptische Geb mysterie dus de tussenstappen zijn, de nuances, de details, die nodig zijn om te kunnen komen tot het rode goud, de rode steen. Voordat ik tot Renkum kwam moest ik dus eerst in dromen komen tot Enschede, het Nederlandse Santiago, zoals mijn neef ook dromen kreeg over wie hij ging ontmoeten voordat hij naar Chili ging voor zendingswerk onder de straatkinderen daar. Chili is ook het land van Santa Iago. Santiago is ook de hoofdstad van Chili. De Betuwe aan de Zuidelijke overkant beeld het rode goud uit, in of onder de rivier. Hier is het vruchtbare gebied, en dan moet de mens nog dieper naar het land van Maas en Waal en het Rijk van Nijmegen, want onder de Nederrijn ligt de Waal, en daaronder ligt de Maas. De Maas is dus de Zuidelijkste rivier, en daaronder ligt Noord-Brabant. In principe is dit dus de diepte van het huis van de Germaanse moeder aarde, Areta-heim, oftewel de diepte van Renkum en van het rode goud. Hier vond de bevrijding al veel eerder plaats, in de herfst van 1944 vanaf september. Nijmegen is dan belangrijk vanwege de diepe wortels in het Aramese 'nwmyqy', met betrekking tot de wet (nwms, names), met betrekking tot de zintuigen. Ook in de zin van Nijmegen : nwm-gan, de tuin (gan) van de wet, zintuigen (nwm) in het Aramees, als de Nederlandse paradijstuin van Eden, of als nwm-gnn, nwmgannan, nwm-gannana, de tuinman van de wet, van de zintuigen, die ervoor moet zorgen dat alles op een natuurlijke manier verloopt, en hij moet dus eventuele bedreigingen onderscheppen en onschadelijk maken, zodat er geen vervalsingen optreden, zodat het niet corrupt wordt. Nijmegen moet in die zin ook alles testen. Nijmegen is in die zin ook de 'urim' van Nederland. Hoofdstuk 54. Apeldoorn in het Steden-mysterie De steden zijn geen objecten. Je kan er geen direct contact mee hebben, materialistisch, zo van : 'Nou, we gaan weer lekker naar de stad, lekker kip eten, lekker dit, lekker dat.' Neen. Dan bedrieg je jezelf gruwelijk. Steden zijn filosofische constructies die ontdekt moeten worden. Zo niet, dan zijn het slechts tikkende tijdbommen. Het zijn puzzels. Ga er niet hedonistisch en materialistisch mee

om. Nederland mag filosofisch tot leven komen, en zo filosofisch 'bevrijd' worden. Dit kan alleen gebeuren in de context van de natuur, en van de diepere geschiedenis, die helemaal doorloopt tot het voortijdse Afrika. Om van de boven Veluwe naar het Arnhemgebied te gaan, lager op de Veluwe aan de rand van de Betuwe, kom je op die weg langs Apeldoorn. Dit is ook een groot mysterie waar ik veel dromen over heb gehad. Apeldoorn ligt in het hart, het centrum, van de Veluwe. Ik heb veel dromen over de bossen van Apeldoorn gehad waarin ik de valkyries ontmoette, de filosofische principes van de opname of 'hemelvaart', maar dat is dus niet hetzelfde als de christelijke opname. Ook had ik eens een droom over dat hoog boven de bossen een tunnelsysteem tussen allerlei hoge natuurwoningen was. Maar wat is de etymologie van Apeldoorn ? Het komt van het Germaanse 'apa', water, en van het Noord-Duitse en Deens-Germaanse treow, boom, wat later werd tot Apeldoorn, de boom aan waterstromen, wat ook terugkomt in Psalm 1. In de grondtekst gaat het hier over zaadstromen, en is de boom een beeld van de oprijzende vruchtbaarheid. Het is allemaal beeldspraak, want dit staat ook weer voor de opname. Dit gaat dus om filosofische principes, de ware wet, waarover gemediteerd moet worden, zoals in Psalm 1, wat ook heel nadrukkelijk wordt beschreven in de Oanitische Psalmen van het voortijdse Afrika. Hoofdstuk 55. De Appelboom van Apeldoorn De lagere wetten worden bestuurd door vooroordeel. Dat gaat lekker snel, en hoef je niet bij na te denken. Zo kun je alles lekker op iemand anders projecteren. De lagere wetten zijn altijd en eeuwig weer op zoek naar een zondebok, en dat is nooit henzelf. Nee, zij zitten lekker hoog en droog, als de beste stuurlui die aan wal staan. Apeldoorn, in het centrum van de veluwe, oftewel het Germaanse apatreow, de boom (treow) geplant aan waterstromen (apa), als een mechanisme van de filosofische opname. Ik droomde dus van nog een wereld boven het bos van Apeldoorn, allemaal hoge wilderniswoningen waar tunnels of bruggen tussen waren, zo in de natuur. Apeldoorn is dus een code, om te ontdekken. Waar gaat het naartoe ? In de top van Noord-Amerika ligt het Michigan gebied, van het indiaanse 'mishigamaa' (Ojibwa), wat 'vele waterstromen' betekent, 'groot water'. Het zijn twee schiereilanden verbonden door de Mackinac brug. Het gebied ligt tussen vier grote meren van Amerika, als een boom geplant aan waterstromen, wat het tot een uniek gebied maakt in Amerika, als het Amerikaanse Apeldoorn. Apeldoorn komt niet alleen van apatreow, maar ook van het Oud-Nederlandse 'apaldr', wat appelboom betekent, en van het Oudnederduitse appul, apl, oftewel appel, en het Noord-Germaanse Idunn, de godin van de appels van de eeuwige jeugd, apl-idunn. 'Die zijn vrucht geeft op zijn tijd, welks loof niet verwelkt, alles gelukt,' staat er in Psalm 1. Tot de gemeente Apeldoorn behoren ook Beekbergen, Hoenderloo en Uddel, waar ook het Uddelermeer is wat bij Apeldoorn hoort. Daar dichtbij is nog het Bleke meer. Deze twee meren zijn volgens de Germaanse mythologie ontstaan toen Donar (Thor), de dondergod, de zoon van Erda (Hretha, Areta), moeder aarde, het zaad van de

vrouw, in gevecht raakte met een reuzenslang. Met zijn hamer vermorzelde hij de kop van de slang, maar verloor toen zijn hamer. De slang en de hamer vielen ter aarde waar het Uddelermeer onstond, wat vroeger veel groter was, maar later werd ingepolderd. Donar zelf was gebeten of bedwelmd door het gif van de slang, en viel ook ter aarde, waar het Bleke meer ontstond. Het is verbonden aan Genesis 3 waar er tot de slang gesproken wordt : 'En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen.' In het Oudnederduits (Noord-Duitsland, Noord-Oost Nederland) heette Donar ook Thunar. In een droom zag ik de verschrikkelijke slang eens naar beneden vallen, uit de hemel, en waar hij viel was een groot meer in natuurgebied. In dit natuurgebied waren zogeheten brugboten, een soort bewoonbare metro's die over hele hoge bruggen gingen door het gebied, dus hele hoge spoorwegen, wat verbonden is aan het Apeldoorn gebied. De brugboten waren heel breed, want er waren ook zaaltjes in en woningen. Er waren ziekenhuizen en bejaardencentra in de brugboten bijvoorbeeld. In ieder geval moesten de appels van de eeuwige jeugd gekocht worden met het rijngoud, het rode bloedgoud op de bodem van de Rijn. Als de mens dus klaar is met het Arnhem mysterie en het Nijmegen mysterie, en door de Betuwe, over de Maas heen, tot het mysterie van Noord-Brabant is gekomen, moet men met het filosofisch gewonnen Rijngoud gaan tot Apeldoorn, tot de appelboom van de eeuwige jeugd, de boom geplant aan waterstromen. Het verhaal van Europa gaat dan verder in Amerika waar een deel van hen naartoe ging, ook naar Michigan. Dus men gaat tot het bos, maar men komt niet daadwerkelijk tot het bos, omdat de mens tot het filosofische bos moet gaan. Men gaat dan naar de winkel, maar men komt niet daadwerkelijk tot de winkel, want men moet tot de filosofische 'winkel' komen. De mens moet niet tot het object komen, maar tot de verborgen ervarings-wereld erin. Men moet het roosterwerk, de matrix, dus eerst even schudden. Ik kwam tot de buitenplaatsen van Apeldoorn al vroeg in mijn leven, want Beekbergen was altijd het overgangsgebied tussen de lagere school en de middelbare school. De zesde klas van de lagere school ging namelijk altijd naar Beekbergen op vakantie-kamp, ter afsluiting van de lagere school. En dan was er het spel genaamd 'vossenjacht' in Beekbergen, waarin je op zoek moest gaan naar het verborgene achter de vermomming, want de 'vossen' waren allemaal verkleed en begaven zich tussen de mensen die niet meededen met het spel. Toen in Hoenderloo woonde een Evangelische leraar van mij, met wie ik ook persoonlijk contact had, en ik was weleens bij hem thuis geweest, wat een overgang was tussen de middelbare school en de Evangelische Bijbel School in Doorn. Toen kwam ik op de Centrale Pinksterbijbelschool het jaar daarna, en raakte ik steeds meer geinteresseerd in de demonologie, waarvoor op de CPB niet veel ruimte was, maar dus wel in hun bibliotheek, want daar stonden zulke boeken tussen, dus ik was meer in de bibliotheek dan in het klaslokaal, ook omdat ik veel te depressief was om de lessen te volgen. Ik was in een grote geloofs-crisis terechtgekomen. Ik moest loskomen van het orthodoxe geloof, en daar hielp de demonologie mij mee, en ik kreeg een lerares demonologie in Uddel, gemeente Apeldoorn dus. Toen had ik het snel gehad met de CPB en kwam in Amsterdam terecht. In het gevecht met de slang, zoals Thunar, het zaad van de vrouw, verbrijzelen we de kop met de hamer, maar verliezen we de hamer dus, en vallen ook zelf ter aarde, daar waar het Bleke meer is. Ik had hier ook dromen over dat ik in een watergebied viel, en er waren vele lagen van wateren, en het was heel moeilijk hieruit te komen, want je gleed telkens weer weg, dus het moest op een natuurlijke manier gaan, en toen uiteindelijk kwam ik aan land, en zo tot Apeldoorn zelf, waar natuurwoningen waren, en veel boeken. Dan in het Amerikaanse Apeldoorn, Michigan, wonen de anishinabeg indianen in verschillende stammen zoals de Ojibwe, Ottawa en Potawatomi. Anishinabeg betekent 'zij die ontstaan zijn vanuit het niets', en zo voelde ook dat water aan waarin ik lag, in allerlei laagjes. Je kwam er niet zomaar uit, want het was het 'niets'. Het water was als

lucht. Het was ongrijpbaar en je kwam er niet doorheen, maar er waren wel bepaalde stromingen. Het was een hele mooie ervaring. Ik kwam eerst aan in weilanden gebied, toen wildernis gebied, en toen tot de natuurstad Apeldoorn. Anishinabeg betekent ook : 'het spontane', want het moet spontaan gebeuren, niet geforceerd. Het moet natuurlijk zijn. Ook betekent het : 'zij die op het ware pad zijn, het goede pad.' Dat komt ook weer terug in Psalm 1. In de Anishinabeg mythologie : de zeven miigis, regenboogwezens, kwamen vanuit de zee om het volk te onderwijzen en om de stammen op te richten, en daarna terug te keren tot de zee. Zij kwamen om mide te onderwijzen, medicijn, het natuur-mysterie. Michigan komt voort vanuit de miigis. De miigis waren de diepere mensen, als een soort engelen, wat in Egypte dezelfde naam had, de m'ki's, de beschermers van de mensen. De m'ki's in de Egyptologie beschermden het huis, als huisvrouwen. De m'k wortel is de krokodil. Mag, m'ga, was een krokodillengod, een zoon van Set. M'k kan ook boot betekenen, zoals de huisvrouwen Isis en Nephthys de ark bewaakten als m'ki's, Egyptische engelen, verbonden aan het woord m'ga, onderwijzen, medicijn. Dit zijn in de Egyptologie huishoudelijke taken. In het Judaïsme werd de Egyptische m'k engel tot mlk, malak, wat ook in het Hebreeuws het wortelwoord is van Maleachi, Malakiy, het boek waar de kinderen verzoend zullen worden met hun moeder. Ook Amalek heeft deze wortel, een stam van Ezau, bewoners van de valleien als beeld van de onderwereld, de wildernis, en het is ook een amazone oerstam, dus het leidt helemaal terug tot de voortijdse Afrikaanse wortels. Zoals 'mide' het medicijn van de filosofie is bij de indianen van Michigan, zo is Ma'at of moad, de godin van de filosofische wet en waarheid, dit bij de Egyptenaren. Bij de Israelieten was dit nhm, nhms, name(s), ora, torah, l'w, maar als we vanuit de Egyptische ma'at kijken, dan komen we bij het Aramese hmat, wat de schoonmoeder is, de schoonmoeder door de wet, wat in de oertaal verbonden is aan Amalek. Al met al komen de twee schiereilanden van Michigan bij elkaar door de Mackinak brug. Het Machinak gebied heette oorspronkelijk Michilimackinac bij de indianen, voordat de Europeanen kwamen. Het is een Ottawa-woord wat grote schildpad betekent. Over de grote schildpad heb ik vroeger veel dromen gehad. Ik zat op een reuzenschildpad en ging van het ene eiland tot het andere eiland. Het is de heilige vertraging, voor het heilige, verloren detail. Voor de indianen is de rug van de schildpad een mysterieus natuurlijk bewustzijn. Ook het hele Noord-Amerikaanse continent, de aarde en het heelal worden gezien als de rug van de schildpad. De wet van de filosofie, de Torah bij de Israelieten, komt dan ook als Thor, de dondergod, bij de Germanen om de kop van de reuzenslang te vermorzelen. Hoofdstuk 56. De Egyptologische Sleutel tot het Voortijdse Afrika De filosofie van het complete voortijdse Afrika ligt gecodeerd in de Egyptologie, maar omdat er heel veel van de Egyptologie verloren is gegaan door de tijden heen ligt dit weer gecodeerd om ons heen in andere vormen, die allemaal terugwijzen op de verloren gegane Egyptologie en op het voortijdse Afrika. Het voortijdse Afrika wijst terug naar Orion en dan met name naar Betelgeuse, de kern van Orion. Het voortijdse Afrika ligt namelijk in de kernen van Betelgeuse, wat zijn centrum

heeft in het Oanitische gebied, wat overigens door heel Orion heenligt, want dit is het paradijs, maar dan het filosofische paradijs. We zijn dus genoodzaakt om ook buiten de Egyptologie te kijken. Ook moeten we de randen van het heelal in de gaten houden. We werken dus in verschillende dimensies, ook tot de kernlagen van de aarde en de kernlagen van de aardse geschiedenis. Oan is een diepere laag van het bestaan, een transcendente laag die ook zijn eigen duisternis heeft, want de mens moet ervoor in slaap vallen, de natuur-slaap. Het is namelijk een natuurlijk slaap medicijn. De mens moet eerst de diepere slaap in. Niet zomaar denken, spreken en doen, zoals ze in de stad leren, omdat ze de mens als een werkpaard zien, maar eerst dieper naar binnen keren, waar je vanzelf tot de opstuwende, spontane bronnen komt van een diepere natuur. Het paradijs bestaat, maar die is zeer dualistisch. Het slaat je ook knock-out, want het moet alle valse programma's wissen. Oan is niet zomaar één of andere ervaring waardoor je high wordt, maar het is een filosofische drug die een nieuw denkpatroon brengt. Het gebeurt daar waar de filosofische bloedvaten worden aangesloten op de filosofische zaadbuizen. Dit is altijd het geheim van de python geweest. De python stelt de samengekomen bloedvaten en zaadbuizen voor. Daarom is de python zo'n machtige en onbegrepen natuurkracht. Als dit gebeurt kan er ook een diepere slaap komen, waarop de mens ook dieper kan dromen. Dit is een soort paradijselijke dronkenschap. Ik ben in die zin dronken geboren, want ik bracht dit geheim mee van de andere wereld. Ik heb mijn hele leven dromen gehad die mij onderwezen, maar het begon allemaal met zware nachtmerries. Nachtmerries zijn nachtinformatie, en dat wordt dan verder uitgediept in dromen die erna komen. De nachtmerrie brengt ook een zekere voorzichtigheid, zodat er niet lichtzinnig met zaken wordt omgesprongen. Alles staat onder stroom. De nachtmerries zijn ervoor om alles te kanaliseren en te 'timen', ook om alles te doseren. De nachtmerries zijn van levensbelang. Ze laten ons zien welke oorlogen er gaande zijn, en geven ons strategieën. Het zijn de nieuwslezers van de geestelijke wereld. Ze ruimen blokkades op, doen blindheden teniet. Zo kan de mens verder, en uiteindelijk tot een diepere slaap en een diepere droom komen, waarin de bloedvaten zich ineen verstrengelen met de zaadbuizen. Dit is natuurspasmische python kracht die geregeld en gebalanceerd wordt door de natuur-epilepsie en het natuur-autisme, door black-outs. Telkens weer moet het menselijk lichaam gereset worden. Soms moeten er even storingen zijn, opdat de mens niet op de verkeerde kanalen terechtkomt. In het paradijselijke lichaam lopen de zaadbuizen door het hele lichaam, ook door de hersenen, verstrengeld met bloedvaten. Het natuur-circuit van depressies, angsten, autismes enzovoorts moet goed werken, anders raakt het lichaam van de mens oververhit. De mens moet zichzelf voortdurend ontladen in het gevaarlijke mijnenveld van de aarde. Alleen de filosofie kan de mens er doorheen helpen. Deze filosofie moet vanuit Oan komen, vanuit het Orionse paradijs, wat diep tot Betelgeuse doordringt. Door geheel Orion lopen deze lijnen, bloedvaten verstrengeld met zaadbuizen. Hierop, op deze basis, is het Orionse zenuwstelsel gebouwd en het Orionse communicatie systeem. Het is onderworpen aan de wetten van de natuur om het te beveiligen. De filosofische mens staat zo heel ver van de materialistische mens vandaan. Hoofdstuk 57. De Hond van God

Het Anubis Mysterie - De Missing Link van de Egyptische Filosofie Er waren bepaalde momenten in mijn leven dat ik wilde huilen, maar in tegendeel: ik begon te lachen. Ik probeerde het te bestrijden. Weet je dat lachen soms puur boosheid en verdriet kan zijn ? Het is mij gebeurd. Er waren ook momenten dat ik huilde, en ja, soms huilden mensen met me mee, maar er waren ook momenten dat alleen een hond met mij huilde, een hond. Of een kat waarvan bekend was dat ze mensen koste wat koste meed, sprong op mijn schoot toen ik huilde. Dit was lang geleden, maar ik ben het nooit vergeten. Het was alsof ik werd aangeraakt door God, door Gods hond en God's kat, maar dit artikel gaat over honden. Oosters judeo-christendom: potentieel mooie, introspectieve filosofie. Westers christendom: absurde terreur. Ik kan dit weten, omdat ik ben opgegroeid in het westerse christendom. Het is belachelijk. Ze leren 'gered te worden', dan de 'doop in de heilige geest' te ontvangen, om 'vervuld te worden van de geest'. Dat zijn hun twee belangrijkste pijlers van het geloof: om Jezus en vervolgens de Heilige Geest te ontvangen. Dus in de volksmond gesproken: om de wedergeboorte te ontvangen en vervolgens de geestesdoop. Maar oh man, dan beginnen de oorlogen, omdat al deze mensen die beweren dat ze dit hebben ontvangen, het niet met elkaar eens zijn en met elkaar vechten, zelfs elkaar de hel toewensen. Ik heb dit de hele tijd gezien toen ik hierin zat, in de kerk en ook op de bijbelschool. Het maakte me heel bedroefd en ik wilde zulke spelletjes niet spelen. Ik wist dat er iets ontbrak. Ik wilde niet meer leven. Ik wilde gewoon dood aan het kruis om deze spelletjes te stoppen. Ik wilde alleen dat het vuur me hiervan zou scheiden, ongeacht de kosten, dus ging ik op een dag naar bed en besloot ik gewoon niet meer te leven, en ik spreidde mijn armen als een kruis. Die nacht werd ik naar de poorten van de hemel gebracht en wat de engelen me vertelden, was dat ik al mijn theologieën moest afleggen, omdat het mij niet zou binnenlaten. Het verbaasde me helemaal niet dat ze dit zeiden, en ze noemden zelfs sommige theologieën bij naam. Ik moest alles loslaten, al mijn programmeringen. Toen namen ze me op. Ik kreeg de ontbrekende derde schakel te zien. Er was één grotere pilaar dan alle anderen en dit was de heilige gebondenheid waarover Paulus sprak. Jeremia sprak er ook over en zelfs Jezus. Het is de hemelse robotica. Het werkt niet door theologie, maar iets veel dieper. Het gaat om echte connectie, geen pretentieuze connectie. En deze verbinding kan niet worden verbroken, en kan niet worden gemanipuleerd. Kijk, al die mensen die beweren dat ze door de geest zijn vervuld, rijden nog altijd zelf de auto, vechten nog steeds voor hun eigen perspectieven en theologieën. Ze zijn niet volledig aan het zelf gestorven. Vannacht had ik een droom dat ik in een sportvliegtuig zat. Ik had een helm op en een wit motorpak aan. Iemand was het vliegtuig aan het besturen. Ik kwam in een gevecht met deze piloot die ook een motorpak aan had en een helm. Het was geen echte persoon, maar een programma. Het programmeert de kerk met unieke ego's en laat ze dan met elkaar vechten. Ze zijn aardgebonden in plaats van hemelgebonden. Groot verschil. Ik moest dit programma uit het vliegtuig gooien. Toen kon ik het vliegtuig verder vliegen, maar ik was het niet, maar het programma om hemels gebonden te zijn. Het is om veiligheidsredenen. Menselijke wil en meningen zijn overschat. Het veroorzaakt oorlog en bloed verkoopt. Erg makkelijk. Hetzelfde oude verhaal. Het gaat niet om de menselijke wil, maar om de kennis van de hemel. Materialisme leidt tot hedonisme, wat leidt tot nazisme, en dat is precies wat het westerse christendom is. Het is een puinhoop van mensen die het allemaal niet met elkaar eens zijn. En ze willen niet luisteren. Nee, nooit. Nooit ?

Er waren er maar een paar die aan deze monsterlijke machine konden ontsnappen, degenen die bereid waren de prijs te betalen, die bereid waren te zeggen: 'Niet mijn wil, maar kennis.' Ware kennis gebeurt waar mensen sterven aan ego, sterven aan zichzelf, maar hoe werkt dit ? In mijn studie van de Israëlitische talen, het Hebreeuws en het Aramees, ontdekte ik dat veel woorden een Egyptische wortel hadden en vaak uit de egyptologie waren gehaald, waarin veel van deze raadsels waren opgelost. De Egyptenaren hadden een veel diepgaander en gedetailleerder perspectief en filosofie over 'dood' en 'dood van ego' en hoe het zou moeten plaatsvinden. Zijn westerse christenen echt dood van ego ? Nee, ze lopen nog steeds rond alsof er niets gebeurd is en slaan elkaars hersens in met zorgvuldig geselecteerde bijbelverzen. Jezus sprak Aramees, althans in de bijbelse mythologie. Zelfs het Griekse NT laat zien dat het oorspronkelijk een verhaal in het Aramees was, omdat het nog steeds Jezus in Aramees laat spreken. En de Heilige Geest was Rw in het Aramees, richting. Rw is de archetypische goddelijke schepper of 'creativiteit', en hij moest de onderwereld binnengaan om aan zichzelf te sterven en de demonische monsters daar te verslaan die verschillende poorten bewaakten voor wedergeboorte. Deze 'dood' moest grondig gebeuren, dus er is de metafoor van Anubis, de zwarte jakhals (hond, wolf, hyena), die de doden door de onderwereld leidt en hen bindt, in een mummificatieproces, wat een metafoor is van de filosofische gebondenheid na de 'dood van het ego'. Mensen zijn nu in de stad in plaats van in de filosofie, en vele jaren geleden zag ik in een droom een zwarte hond door de glazen wanden rond de stad rennen, om mensen weer naar de natuur te laten ontsnappen. Ik was een van hen. Het bracht me naar Roodkapje, een metafoor van de dood van het ego, en ze leidde me naar de dobbelstenen muur, een andere muur die moest worden doorbroken. De dobbelstenen muur heeft gokkers van mensen gemaakt. De lucht zit vol met demonen en hun gebroed, en mensen gokken gewoon met hen, en ze worden ervoor betaald. In de hemel werd mij getoond dat de hele wereld bezeten is door demonen, inclusief christendom. Het is binnengevallen, eigendom van demonen, allemaal vanwege deze ontbrekende schakel. Ik wens jullie allemaal een goede tocht tot het vinden van de ontbrekende schakel. Anubis is de Griekse term voor jnpw, jana-up, of gewoon npw, in het Egyptisch, en aangezien Egyptisch de moedertaal is van de Israëlietische talen, vinden we de term npw ook terug in het Aramees, waar het een rechtszaak betekent, om te ziften, te verminderen, te inspireren om een overblijfsel voort te brengen, maar het kan gemakkelijk leiden tot trots en arrogantie, dus het is een zeer dualistisch thema, omdat de zwarte hond tegenwoordig ook de rechtbank en de politie regeert, dus je moet dit geneesmiddel zeer voorzichtig gebruiken. Er is altijd een filosofische en een materialistische kant. Heeft God een hond ? Zeker, zelfs in het christendom. De Aramese wortel van Marcus, de schrijver van het tweede evangelie, marqws in het Aramees, heeft het wortelwoord mhrwqy, een groep honden. In de mythologie van het OT in het boek der Richteren bracht Gideon de mensen naar het water waar ze moesten drinken, en Israël zou gered worden van de Midianieten door degenen die als honden zouden drinken. Dat is ook wat honden betekenen in het Aramees, het zijn de helpende legers die in actie komen als de mensen het niet meer alleen kunnen. Ik kon het niet meer doen, en op een gegeven moment kwamen de honden van God tot mij als een hulpmiddel. Eigenlijk is dit iets in de mens, dat de mens op een gegeven moment niet meer kan opstaan, wegzinkt in de doodservaring of verlamming, een diepe slaap, en dan in de hond verandert, de zwarte hond en zwart betekent in de Israëlische taal de wildernis. Het is een terugkeer tot de natuur en het ontwaken van de diepere, obscure eigenschappen om veiligheid te brengen. Zwart is subtieler, als camouflage, strategisch, en eerder anoniem voor het doel.

Moge God's hond bij je zijn, moge je God's hond zijn. Het gebeurt in de nachten. Moge je een hulp zijn voor jezelf en anderen wanneer dat nodig is. Hoofdstuk 58. Het Huis van Anubis Het leven is een natuur-ervaring, als een waterval. Veel moet je weer langs je heen laten glijden. Veel zal op de bodem kletteren en weer deel worden van de rivier. Het stroomt ergens naar toe. Toen Mozes de Hebreeuws-Aramese geschriften van het OT opstelde nam hij gewoon de goden van de Egyptologie over. Qebhet, Kebu-k't, Kebechet, de dochter van Anubis, de hemelse slang die helpt met het balsemen van de zielen, als de wateren van de dood, de onderwereld, werd tot kabowd, de glorie wolk boven de ark, een zwaarte die ervoor zorgt dat mensen bedwelmd raken en niet meer reageren. Zij helpt dus haar vader, Anubis, in het hondenleger van God. Ik ontmoette haar bij de zee van het balsemen in de onderwereld. Zij brengt water tot de zielen. Ook was daar de grote arend, Sjoe (Shu), de hemelgod. Psalm 113 4Verheven boven alle volken is de Here, boven de hemelen is zijn heerlijkheid, kabowd. Qebhet is dus boven de hemel, shamayim, terwijl zij dus verbonden is aan de begrafenis. In principe maakt het dus een cirkel beweging : van aarde, tot onderwereld, tot hemel, tot aarde, tot onderwereld, tot hemel, enzovoorts. In de Egyptologie is het een cyclus. Alles keert weder. Psalm 113 Egyptisch 4Verheven boven alle volken is de Here, boven de hemelen is Qebhet, Kebu-k't, de dochter van Anubis. Habakuk 2 14Want de aarde zal vol worden van de kennis van des Heren heerlijkheid, kabowd, gelijk de wateren die de bodem der zee bedekken. Hier zien we ook weer duidelijk de Egyptische link met Qebhet, want zij is het beeld van het verfrissende water voor de doden (Pyramide Teksten, uiting 515 + 674), ook in het huis van Anubis, haar vader. Ezechiel 43 2En zie, de heerlijkheid, glorie, kabowd, van de God van Israël kwam uit oostelijke richting, er was

een geluid als het gedruis van vele wateren en de aarde straalde vanwege zijn heerlijkheid. 4En de heerlijkheid, kabowd, des Heren ging het huis binnen door de poort die naar het oosten gericht was, 5en de Geest nam mij op en bracht mij naar de binnenste voorhof, en zie, de heerlijkheid, kabowd, des Heren vervulde het huis. Ezechiel 44 4Daarop bracht hij mij naar de Noordpoort, naar de voorkant van het huis; ik zag, zie, de heerlijkheid, kabowd, des Heren vervulde het huis des Heren; en ik viel op mijn aangezicht. De kabowd is in het Hebreeuws ook het hemelse hart, de ziel, de glorie die dood is tot de zonde, niet reageert, zoals de Johannes brief ook stelt dat zij die uit God geboren zijn niet zondigen : I Johannes 5 18Wij weten, dat een ieder, die uit God geboren is, niet zondigt; want Hij, die uit God geboren werd, bewaart hem, en de boze heeft geen vat op hem. 19Wij weten, dat wij uit God zijn en de gehele wereld in het boze ligt. We zien in Ezechiel dus dat Qebhet, de dochter van Anubis, datgene was waarmee een mens werd gevuld, na de dood van het ego. Het is het zeewater van de onderwereld wat de mens beschermt tegen parasieten. Zo werd de dode uiteindelijk gemummificeerd en kon zijn ziel waarlijk vrij worden. Anubis werkt dus niet buiten zijn dochter om. Het is het zaad van Anubis, het zaad van de onderwereld, wat verbinding maakt met de hemel, met sjoe. In het Hebreeuws is de hemel shamayim, als het zaad van Sjoe. Sjoe kwam dus tot mij in de vorm van een grote arend, in de droom waarin ik bij de zee van het balsemen stond met Qebhet. Hoofdstuk 59. De voorchristelijke krst in de Egyptologie Jn-p oftewel Anubis, de zwarte hond, moest Aser, Osiris, balsemen en mummificeren. Osiris werd in die zin de krst, karast, genoemd, de gebalsemde en gemummificeerde, de ingewikkelde, en dit was de voorloper van de Griekse kristos, christus in het westen. Er was dus al een Egyptische krst. Jn-p, de zwarte hond, moest de karast, krst, dus voorbereiden, zoals jn (Johannes) de pw, waterput in het Egyptisch (doper). Jn-pw was de voorloper van Johannes de Doper, die voor krst de weg moest bereiden. Omdat kristos dus eigenlijk de gemummificeerde Osiris was zei kristos ook van zichzelf dat hij niets kon doen vanuit zichzelf, maar god deed alles door hem heen. De krst-mummie was een beeld van de opstanding. Alleen zo kon de ziel verder. De ziel kon zo het vorige leven loslaten. Het was dus ook een beeld van de opname. Zoals jn-p, Anubis, riep in de wildernis, zo was ook Johannes de Doper een roepende in de wildernis. De wildernis staat voor het verborgene, de opslagplaats, de lever (kabowd), de reserve plaats, waarvan ook de hond een beeld is. In het meer van vuur moet de ziel op zoek gaan naar de rivier van het leven, wat een rivier is van balseming, om zo zelf een karast, krst, te worden, een gebalsemde, en ook een jn-p, een balsemer. Ook moet de ziel op zoek gaan naar de veerboot in de wolken. Ik heb ook dromen gehad over deze

wolkenboot. Hoofdstuk 60. De sebek krst De hond is bij machte water te vinden in de wildernis. Hij leidt de doden door de onderwereld. Hij is de veerman over het meer van vuur. Hij balsemt en mummificeert de dode die aan zichzelf gestorven is. Zo wordt de dode tot de krst-mummie, klaar om tot het hiernamaals te gaan. Het huis van Anubis ligt aan de zee van het balsemen. Zij die gebalsemd zijn worden door Sjoe opgenomen. De zwarte hond is de wegbereider, de tunnel. Het is een verloren orgaan wat samenwerkte met de lever. Er was ook een ander buik-orgaan : sebek. Zoals kristos grieks is en van karast komt, zo is masiah hebreeuws en komt van het egyptische msah, wat krokodil betekent, meseh. Het stond in verbinding met het balsemen en het geboorte geven (msi). De krokodil is een beeld van de gebalsemde en gemummificeerde die daardoor leven heeft gekregen in de onderwereld. Het verloren gegane sebek-orgaan in de buik was het mummificatie orgaan, wat het ra hormoon afscheidde om zo tot leven te brengen. Het was onderdeel van het immuniteits-systeem. Door de mummificatie wordt de dode afgeschermd van de parasieten en krijgt nieuw leven, ra. Sebek, de krokodil, is dus de wortels van kristos, osiris die tot een krokodil werd, een gemummificeerde. Door de twee verloren buik-organen, anubis en sebek, komt de mens terug tot het voortijdse Afrika, tot de filosofie van het voortijdse Afrika. De sebek krst.

RIGIL KENT ONTSLUIERD DE VERLOREN KERN VAN ORION COAB 2019 Hoofdstuk 1. De Betekenis van de Krokodil Hoofdstuk 2. Het Grote Verschil tussen de twee Surinames Hoofdstuk 3. De ETRO-lens Hoofdstuk 4. Materialisme vs. Namerialisme en de strijd om het Oan paradijs Hoofdstuk 5. Tlaloc en het Pad tot het Paradijs - Wat het is en wat het niet is Hoofdstuk 6. De Azteekse Code in de Terugkeer tot het Paradijs Hoofdstuk 7. De Godin met de Spiegel Hoofdstuk 8. De Afgoden in de Tempel Hoofdstuk 9. Through the Barricades Hoofdstuk 10. Het Document van de Witte Natuur Planeet Hoofdstuk 11. De Scholastiek - De Middeleeuwse Exodus Hoofdstuk 12. Naturologie Hoofdstuk 13. 'Uittreden' door dieper 'intreden' Hoofdstuk 14. De Water Ademhaling van de Witte Planeet Hoofdstuk 15. De verbrootsing van de samenleving Hoofdstuk 16. De Steen der Talen Hoofdstuk 17. Het Volk van Eenlingen Hoofdstuk 18. De Talmoed - Het Nieuwe Testament van de Joden als Commentaar op het Oude Testament (De Tenach) Hoofdstuk 19. De Onderliggende Lagen van het NT - Anubis, de Wachter en Gids van de Talmoed Hoofdstuk 20. De Krokodil van God : Sebek, de Klok en de Diepte van de Talmoed Hoofdstuk 21. De Talmoed Sleutel tot decodering van het Egyptische Khnum Mysterie Hoofdstuk 22. De Engel Michon Hoofdstuk 23. Pas Op Voor de Muffins Hoofdstuk 24. Besneden of afgesneden ? Hoofdstuk 25. Het Mes van Ra en de Godinnen van de Talmoed

Hoofdstuk 26. De Talmoedische Dagen van de Week omtrend het Metaforische Huwelijk tussen God en mens Hoofdstuk 27. Het Hemelse Huwelijk in de Egypto-Talmoedische Context Hoofdstuk 28. Anubis, God's Spoorzoekende Hond - Een Kompas in de Nacht - Een Gave van God Hoofdstuk 29. Terug Naar Israel Hoofdstuk 30. De Vogel van God - De Overgang van de Dimensies - Het herstel van de aureool Hoofdstuk 31. De Dunne Lijn Tussen Hemel en Hel - Relaties als Metafoor Hoofdstuk 32. Het Belang van de Wet Hoofdstuk 33. Christen en Wet - De Terugkeer tot de Aartsmoeder Hoofdstuk 34. De Zaad theologie en de vrouwen exodus uit de patriarchie - De worsteling met Jom Hoofdstuk 35. De Immunologie van de Oernatuur Hoofdstuk 36. De Meditatieve Techniek van het Hongeren Hoofdstuk 37. Na Judas en Pilatus Hoofdstuk 38. De Geboorte van Anubis - De Hond van God die het Oordeel zal brengen over Izebel Hoofdstuk 39. De Verborgen Psychologie van de Hond Hoofdstuk 40. De Psychologie van de olifant Hoofdstuk 41. De Originele Arameo-Egyptische Galaten Hoofdstuk 42. De Wet - de Detective - De Nadere Reformatie - De Wachters van de Honden-wieg Hoofdstuk 43. De Vur versus de pseudo-demonologie van de stad Hoofdstuk 44. De Leeuw en de Krokodil Hoofdstuk 45. De Mysterieën van de Vur Hoofdstuk 46. Het Scheppings-mysterie in de Vur Hoofdstuk 47. De Rode Planeet en de Vurische Natuur en Cultuur Hoofdstuk 48. Het Rode Tijd Mysterie Hoofdstuk 49. Het Gaan tot en Leren van de Wijngaard Hoofdstuk 50. De Vur als Gids op de Rode Planeet Hoofdstuk 51. Het Pad door de Vur Hoofdstuk 52. Veilig bij de bijen en bloemen des hemels Hoofdstuk 53. De Besnijdenis van het Verstand Hoofdstuk 54. De Vervangingsleer Hoofdstuk 55. Het Filippi orakel in de wildernis Hoofdstuk 56. De Egypto-Aramese achtergrond van Filippenzen Hoofdstuk 57. De Egyptische Filippenzen - De Natuur Filippenzen Hoofdstuk 58. de mijnen van filippi Hoofdstuk 59. De Terugkeer tot het Oergeheugen Hoofdstuk 60. Filippenzen en het Afkicken van Sociale en Religieuze drugs Hoofdstuk 61. Egyptische betekenissen van matteus 24 en 25 Hoofdstuk 62. het (V)uur van de Vis Hoofdstuk 63. Overwinning door stilte Hoofdstuk 64. De Manninnen Hoofdstuk 65. De Hel of de Bel ? Hoofdstuk 66. De Rigil Kent kern - Het geheim heerst Hoofdstuk 67. Rigil Kent - De Verloren Kern van Orion Hoofdstuk 68. Het Mongolische Mysterie Hoofdstuk 69. De Speer van Saul Hoofdstuk 70. De Speer van Saul II

Hoofdstuk 1. De Betekenis van de Krokodil Sebek, de krokodillengod van Egypte, komt ook weer in het Aramees voor als de scheiding, de onderscheiding, het vrijzetten, het afzonderen (sbq), en is altijd nauw betrokken geweest met het geboorteproces, en daartoe dient dan ook alle afzondering : opdat wij opnieuw geboren worden in ander gebied. Soms gaan wij door deze ervaringen heen, gekenmerkt door depressie en misschien wel angst, maar dat is allemaal overgangsgebied, en we mogen dan ook het doel in zicht houden. Soms gaan we kopje onder om ons geheel los te snijden. Het mes moet soms diep gaan. Sebek is de god(in) van de oorlog, en die agressiviteit van de natuur zien we soms in ons leven, maar het is om ons te beveiligen. Het zijn barensweeën van moeder natuur. Sebek is een verloren orgaan wat de baarmoeder ondersteunde. Nog steeds zijn er krokodillen in de natuur die daarop terugwijzen. De krokodil is een machtige schepping van iets wat de mens over het hoofd heeft gezien. In de stad leeft de mens ver weg van de krokodil en waar het oorspronkelijk voor staat. De krokodil is in de Egyptologie de rehen, de ondersteuner van het zelf, het rusten op iets om het water te geven, als een waterval aan een stroom, als een extra orgaan wat het geboorte proces in de gaten hield bij de baarmoeder, het hele proces van ontwikkeling voor de geboorte, en zorgde ervoor dat het kind voldoende rust had. Sebek is ook Sochet en Sebet in het Egyptisch, als een Egyptisch wortelwoord van de sabbath, de rust. De krokodillengod werd ook Khenti genoemd, de rode aarde, wat in het Hebreeuws de adamah is, als de voor-baarmoeder of voormoeder, die later van de mens werd afgesneden door de zondeval. De mens leeft niet meer in het paradijs, in de natuur, en ook niet in het voortijdse Afrika. Nu weet de mens niet meer wat de krokodil is, en van welk groot belang de krokodil is. De krokodil was oorspronkelijk een beschermer om de vochtigheidsgraad van de aarde en de mens op peil te houden. De krokodil is de brug tussen land en water, om alles in balans te houden. De krokodil is een deel van het natuurlijke opruimings-systeem om het afval en alle parasieten te recyclen, opdat er nieuwe geboortes kunnen plaatsvinden. Daarom werd de mens ook 'gemaakt' van het stof van de aarde (aphar, Hebreeuws), dus eigenlijk gewoon als een recycling. Ook bevat het klei en metaal. Voor veel mensen is de Egyptologie de ver van m'n bed show, omdat de mensen de betekenissen niet kennen. Mummificatie is voor veel mensen wat engs, maar het is symbolisch. De mummificatie kwam als een mens aan het ego was afgestorven, oftewel van de lagere programmeringen, om hogere programmering te ontvangen, d.m.v. nieuwe woorden, nieuwe geschriften die de mens openden voor een nieuwe kijk op dingen, ook door metaforische spreuken en liturgieën. Die werden opgelezen als symbolische mummificatie, ook om de mens te beschermen tegen mentale parasieten. De mens moest dus 'gemummificeerd' worden door het Woord, door de hieroglyphen, als een verhaal. De mens moest dus eerst tot stilstand komen, als een reset. De 'mummificatie' is de

opvoeding van het kind, de scholing, die ervoor bedoeld was om het kind tot dieper begrip te laten komen in de mysterieën van het leven. Dit was in de Egyptologie allemaal verbonden aan de filosofie van de krokodil. De woorden werden op verschillende manieren gespeld opdat allerlei verschillende aspecten van het woord naar voren konden komen en benadrukt konden worden. shet - krokodil, opvoeden, onderwijzen shet-t - mummie, lezen, opzeggen, liturgie, spreuk shti - hij die in zijn kist is (het oude leven begraven), het ingewijd worden in de mysterieën ati - krokodillengod(in) atiu - de ingewikkelde goden, de hemelse mummies attiu - de strijders, het dualisme Het extra orgaan, het krokodillen-orgaan, verbonden aan de baarmoeder, was dus ervoor om de baarmoeder ook zuiver te houden van indringers. We kunnen wel zien dat dit nu bijna niet meer bestaat, zoals P.T. Barnum eens zei : 'There's a sucker born every minute.' De baarmoeder moet dus weer beveiligd worden, beter toegerust, met een betere filter. Dit zal gebeuren als de mens weer in hersteld contact komt met de oerkracht en oernatuur van de krokodil. Daarom is de natuurkracht van de krokodil een belangrijk onderdeel van de Egypte-brug tot het voortijdse Afrika, waarin het gecodeerd ligt. Het domste wat een mens kan doen is het onderschatten van de diepte van de Egyptische dynamieken. Hoofdstuk 2. Het Grote Verschil tussen de twee Surinames De krokodil was een beeld van het voorportaal van de baarmoeder, waar het kwaad werd vernietigd, en waar de zielen werden geselecteerd voordat ze in de baarmoeder kwamen. De stad heeft alles al gemummificeerd door valse scholing. Daarom moet deze mummificatie verbroken worden. We zien in de stad een heel selectief materialisme. Voor de diepere, subtielere 'materie' zijn ze blind. Ze willen alleen het grootse, makkelijke, voor de hand liggende. Ze kennen de ware 'materie' niet, en dat willen ze ook niet kennen. Ze verachten en verwaarlozen de natuur. Het is niet eens materie voor hen. Als ze een stukje natuur zien grijpen ze direct de stofdoek om het weg te vegen. Dan grijpen ze direct naar hun spuitbussen met giftige sappen om de natuur weer uit te doven. Klaar. De stad heeft een zware smetvrees, als een zware natuurvrees. De stadse materialisten zijn selectieve, smetvrezende, natuurvrezende materialisten. Als Liesje naar buiten gaat dan mag Liesje niet vies worden. Liesje moet smetteloos wit blijven. Materie komt van het Latijnse 'mater', de moeder, de oorsprong, de bron, en 'materia', grondstof, bouwstof. Dit is ontleend aan het Egyptische 'ma'at', de waarheid, de wet. Oorspronkelijk was materie dus informatie, maar de stad heeft het verletterlijkt, en maakte zichzelf tot wet. In Egypte waren er veel meer woorden voor wet. Het christendom en ook het stadse is voortgekomen vanuit hele selectieve Egyptologie. De Grieken en de Romeinen die de basis legden voor de moderne samenleving waren verzot op alles wat Egyptisch was, maar zij waren hierin zeer pietluttig, natuurvrezend en smetvrezend, want ze hadden natuurlijk wat te beschermen : hun geroofde autoriteit. Met geroofde goederen kom je nooit ver. Daarom zal de ware, algehele natuur

Egyptologie de westerse samenleving overweldigen. De diepere mens zal hierdoor teruggaan tot het voortijdse Afrika, om de ware fundamenten van het leven te zien. Dit zijn de enkelingen, niet de grote massa's. Ben jij een enkeling of een massa-dier ? Je kan misschien van jezelf zeggen dat je eigenaardig en uniek bent, en dat je niet meeloopt met de grote massa's, maar de massa's werken heel subtiel. Er is een grote multi-culturele, alternatieve massa die veel ruimte geeft aan de mens, maar ze worden als honden aan de ketting gehouden, ook al is die ketting lang. Laat je dus niet voor de gek houden. De matrix is sluwer dan je denkt. Ook in de Israelitische talen, het Aramees en Hebreeuws, de dochters van het Egyptisch, zijn er veel meer woorden voor de wet dan alleen maar de torah. Het Aramees is de oudere zuster, en ook een soort moedertaal van het Hebreeuws, de jongere zuster. Nms, nhm, name is een Aramees woord voor wet, maar ook voor zintuig. Omdat er zoveel Egyptologie door de tijden heen verloren is geraakt ligt deze verloren kennis gecodeerd in de dochters, de vruchten, van Egypte : het Aramees en het Hebreeuws. Vandaar dat deze twee talen heel belangrijk en ondersteunend zijn om een beter zicht op het verloren gegane Egypte te krijgen, en dat is weer belangrijk om terug te keren tot het voortijdse Afrika. Dit is een tocht die de mens moet maken, terug tot de oorspronkelijke natuur, terug tot het paradijs, want nu leeft de mens buiten de poorten van het paradijs in het gebied van de trickster, de misleider. Er waren verschillende gebieden in het voortijdse Afrika, zoals Irad, Sur, Oan en het voortijdse Egypte deel. Nahme is ook weer voortijds Afrika, wat nog deels bestaat als Nahm-ibia, Namibia in het zuid-westelijke Afrika van vandaag. Het betekende 'wet', net zoals in het Aramees, en ook de materie van de informatie, als een boodschap en een leger wat uitgezonden wordt, als het immunologisch systeem van de natuur, wat overigens ook in Egypte de diepere betekenis is van de wet. Het woord 'materie' is dus misleidend, selectief, natuurvrezend, een truuk van het Romeinse wereldrijk. Het Engelse wereldrijk bouwde daar vrolijk op voort, allemaal ten koste van de indianen. De 'namerie' ligt dus dichter bij de waarheid, want dan krijg je het totaalplaatje te zien. Ben je een materialist, of een namerialist ? De namerialist ziet de diepere natuur en kennis die achter alles verborgen ligt, en is DAAR op gericht, de veel verfijndere natuur-namerie. Zo ziet de namerialist verloren gegane geschiedenissen en de voortijden, en kan daar zijn leven aan schaven, om zo raadsels op te lossen. Zo gaan de poorten van het paradijs wijd open, maar het paradijs is niet wat de westerse mens denkt dat het is. Het is niet religieus en het is geen luilekkerland, maar een school en een slagveld. De mens moet een tocht maken door de onderwereld en het verloren gegane paradijs ontdekken, de namerie. Wat een rijkdom is het, maar wat een hoge prijs moeten we daarvoor betalen. En daarom doen velen dit niet. Ze zijn materie-zoekers, geen namerie-zoekers. Daarom heb ik een grote liefde voor Suriname, niet alleen omdat ik met deze cultuur opgroeide, maar ook omdat hier nog steeds het voortijdse Afrika in is gecodeerd. Cuwr of Sur is namelijk het voortijdse Afrikaanse Israel, en Name is het voortijdse Afrikaanse Roshland, het land van de beginne (vgl. Rusland), wat een diepgaande en levengevende filosofie had over de namerie in plaats van materie. Suri-Name draagt nog steeds deze twee paradijselijke gebieden in zich. Helaas heeft het moderne materialisme veel Surinamers meegesleurd. Er zijn dus twee Surinames : het materialistische Suriname en het namerialistische Suriname. Groot verschil.

Hoofdstuk 3. De ETRO-lens De mens is omringd met vele lenzen waardoor de realiteit wordt verdraaid, ook in de taal. Het is een natuur verschijnsel, het plumares mysterie. Zo is er ook een Plumares lens tussen het voortijdse Afrika en het nu. Door de plumares lenzen wordt dus een heleboel informatie verborgen gehouden. Areta was het voortijdse babylonische Afrika, maar dit werd verdraaid van Areta, r'ta, rt, tot Thora, tr, de joodse wet. Op deze basis werd Name, nm, het voortijdse roshlandse Afrika, verdraaid tot man en manna, mn, oftewel de patriarchische verborgen kennis die je moet opkopen, en waarin mannen altijd voorrang hebben. Op deze basis werd de namerie, de 'stof' van de diepere natuur, de verfijndere stof, de tegenstander van materie, afgekapt tot merie, mara, maryah, wat Aramees is voor 'heer', en in het NT was de moeder van Jezus 'Maria'. Het woord 'namerie' was dus gespleten, opdat vanuit maryah en maria de materie kon voortkomen. Het voortijdse amerika werd ook wel namerika genoemd, en werd pas later de 'amerika's'. De Etro-lens ligt tussen het nu en het voortijdse Afrika in. Het is een pseudo-marxistische, materialistisch-kapitalische heks van Rusland, en Wapenveld hier in Nederland. Toen ik de lens aansprak begon het 'ga weg' bewegingen te maken, en ik nam zijn kasteel in. Ik verwijderde de lens uit het kasteel. De materialistische mens aanbidt de Etro-lens. Allen volgen zij de Etro-lens. Hoofdstuk 4. Materialisme vs. Namerialisme en de strijd om het Oan paradijs De ETRO-lens, ook een verdraaiing van Aretha, het voortijdse babylonische Afrika en vandaag de dag de Germaanse moeder aarde (Aretha, H'retha), heeft de mens materialistisch gemaakt. ALLES is nu opkoopbaar, en dat is voor de materialistische mens van gemak. Zo kan de materialistische mens macht opkopen zonder daarbij de demonologie te hoeven gebruiken. Lekker makkelijk. Geld bestuurd alles. Daarom mag de mens over de Afrika brug teruggaan tot het voortijdse Afrika, door het afbreken van de ETRO-lens. De ETRO-lens is helemaal in de mens ingegroeid, en moet dus weer verwijderd worden. Het voortijdse Afrika loopt helemaal terug tot het Oan-paradijs, en zo ook tot de Oan kern in Betelgeuse, in Orion. Overal lopen deze Oan energie lijnen, waarop de mens aangesloten kan worden door kennis. Het gaat er niet om zomaar gelukkig te zijn of worden, maar het gaat om het kennen. Ik vraag niet om geluk, maar om kennis, en het kruis was de weg tot kennis, en daarin is het ware geluk. Dat is geen oppervlakkig geluk, geen materialistisch geluk. Op deze Afrika brug tot Oan smelt de Etro lens weg. De lucht is vol met prachtige energieën. Dit buitenaards contact is al lang geleden gemaakt, maar de mens moet het leren kennen. De Etro lens is een lens van verkrachting, van nog erger dan verkrachting. Telkens weer leggen tandofielen

gedwongen vullingen in mens en kind, en telkens weer worden die krengen te diep gelegd daar waar de zenuwen lopen, en zo komen mensen in rolstoelen terecht, in een coma of hun leven wordt op een andere manier de vernieling in geholpen, en ook dat van hun kinderen, en die geven het ook weer aan hun kinderen door. Daarom moet de mens terugkeren tot Oan, want in de stad regeren de tandofielen. Het zijn tandoristen. Het zijn duivels en demonen die naar de aarde zijn gezonden om hun boosaardige, buitenaardse implantaties te doen, opdat de mens hen dient, en de bron waaruit zij zijn gezonden met deze opdracht. De etro lens verkracht en implanteerd, en bouwt zo zijn grafsteden, pure spookhuizen. De etro lens heeft een hel op aarde gemaakt. Maar de mens mag zijn handen in de lucht steken en Oan om hulp vragen. Er zijn NU buitenaardse oorlogen gaande om de zielen. Vele mensen roepen de materie aan, en alleen de enkeling roept de natuur aan. Het gaat dan om de paradijselijke natuur. Deze natuur gaat komen, hoe dan ook. Het is een kwestie van tijd. Deze natuur zal alles overweldigen. De mens heeft Orion uitgedaagd tot een gevecht, en de mens zal het verliezen. De mens wil heersen en alles kapot maken, telkens weer. Maar de mens kan niet met succes strijden tegen de natuur. De mens maakt hierin een grote fout. Wij zien uit naar de openbaring van de Oan natuur, wat al in de bijbel gecodeerd lag. Wij zien uit naar de terugkeer van het paradijs. Zorg dat je de juiste brug vindt. Er worden veel valse paradijsen aangeboden, materialistische paradijsen, en de mens betaalt een hoge prijs. Het namerialisme is de fijnere, diepere natuurstof, dat wat op de bodem van de rivieren ligt. Het materialisme moet hiervoor wijken. Wij hebben de oorlog verklaart aan het materialisme, al heel lang geleden. Wij hebben de oorlog verklaart aan de etro lens. Waar is de mens vandaag de dag mee bezig ? Met bruggen bouwen voor het materialisme of met bruggen bouwen tot Oan ? De lucht is vol met prachtige energieën van Oan, maar de mens ziet het niet en wil het niet zien. Ergens op de brug moest de mens door de etro lens heen, maar velen vallen op de grond om deze witte slang te aanbidden. Het is een duivelse slang. De etro lens probeert mensen al tijden lang de mond te snoeren door te heersen over de monden. Zo programmeert de etro lens zijn robotten. De etro lens zal niet het laatste woord hebben. Begraaf het met grond, overspoel het met water. De etro lens haat de natuur. De etro lens moet wijken voor de natuur. Overal waar de witte slang gaat laat het grafsteden achter, en wordt tot een grijze slang in de nacht, om zo de zeeën te bepolderen en te verstedelijken. Maar de mens mag terugkeren tot de Zuiderzee. Vul je gedachten met de natuur, opdat de etro lens geen plaats vindt. De buitenaardse natuur, daar gaat het om, wat gecodeerd ligt in de natuur van moeder aarde. En door het verdiepen ervan komen we tot Oan, tot de kern van Betelgeuse, in Orion. Er zijn veel Oan gebieden in Orion. Oan is een Orions woord voor paradijs, of paradijselijke slaap. Wij mogen de paradijselijke slaap aanroepen voor hulp, want de aarde is een gebied van nachtmerries. Soms moet de mens eerst dieper slapen. Zo zal de mens uiteindelijk de dromen van Oan krijgen. Oan is de verdieping van alles om ons heen, het gaan tot de wortels. De mens moet dus niet blijven kauwen aan de zoete vruchten, maar moet de diepte in. Doorbreken in een dieper level. Kan de mens dit ? Vaak houdt het ego de mens tegen, zijn zucht naar materialisme. Oan predikt geen materialisme, maar namerialisme, de natuur-stof. Dit is de enige manier om de matrix, de materie-x, te verbreken. Oan heeft haar armen wijd open, moeder Oan, maar niet voor het ego. Ze strijd tegen het ego, en is niet makkelijk voor het ego. Moeder Oan, of moeder paradijs, is geen goedkope hoer. Het paradijs is ook geen luilekkerland of pretpark, maar een introspectieve, transcendente natuur, want het is niet gericht op dichte en verdichtende materie, maar op verdieping. Kijk hoe de mens achter materie

aanrent als dolle zotten en zo hun doel missen. Wees niet één van hen. In het paradijs wordt het beschouwd als krankzinnigheid. Daarom moeten we het ook niet vreemd vinden dat materialisten alles wat diepzinnig is als krankzinnig beschouwen. Het is dus oorlog. Strijd om in te gaan. Velen zullen het zoeken, maar weinigen zullen het vinden, zoals ook velen geroepen zijn, maar weinigen 'uitverkoren' zijn, wat dus betekent dat weinigen de ware keuze willen maken. Tandofielen en tandoristen zijn dus niet alleen maar de materiële implantaties, maar het is ook hoe demonen in de geestelijke wereld werken. Voordat de mens de aarde binnenkomt door de baarmoeder wordt de mens al door allerlei parasieten bewerkt en worden er allerlei metafysische en fysische implantaties gedaan op allerlei niveau. Iedereen heeft dus met de tandofielen te maken. Zij hebben de mens op allerlei manieren monddood gemaakt. Ook incest is een vorm van tandofilie, want er wordt iets gedwongen op privé gebied, en dat is dus vaginaal, anaal OF oraal, en het is bekend van incest-slachtoffers dat ze vaak niet durven te spreken en alleen maar halve of verdraaide informatie geven, omdat ze bang zijn hun hart bloot te leggen. Hetzelfde is aan de gang met mensen die met de letterlijke, materiële tandofielen en tandoristen in aanraking zijn gekomen via dwangverpleging, dwang-implantatie, en die geheel of deels zijn uitgeschakeld door te diepe implantaties, waar vervolgens niks aan wordt gedaan, omdat de tandofielen het vaak op iets anders proberen te schuiven, en dan later wordt het alsnog vastgesteld door een kaakchirurg of een andere tandofiel, maar dan is het al te laat. Het is de geest van ontvoering. Hoofdstuk 5. Tlaloc en het Pad tot het Paradijs - Wat het is en wat het niet is In mijn werk heb ik veel te maken gehad met incest slachtoffers en verkrachtings slachtoffers die vervolgens niet meer kunnen spreken. Vaak kunnen ze nog om hulp roepen op een bepaalde manier, maar slachtoffers van de tandofielen gaat nog even een stapje verder. Dat wat erin is gestopt willen de tandofielen er niet uithalen, dus het is een eeuwige verkrachting, dag en nacht. Dit is erger dan wat nazi's mensen hebben aangedaan. Sommige slachtoffers van tandofielen hadden liever een kogel in hun kop gehad, maar nee, ze werden dag en nacht gemarteld en tot een staat van coma gebracht. Iedereen die hiervoor zijn ogen sluit pleegt geestelijke zelfmoord. Er is een grote NSB hier in Nederland om de tandofielen een hand boven het hoofd te houden, die advocaten van de duivel spelen maar in deze tijd mag er niet meer over gezwegen worden, en velen doen dit gelukkig ook niet, en de EU heeft de tandofielen al een flinke halt toegeroepen dat ze geen kwik vullingen maar mogen leggen bij kinderen en zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven, maar de witte vullingen zijn nog wel veel gevaarlijker. We hebben het over de witte slang, de etro lens. Hele gezinnen gaan kapot. Een vader of moeder wordt uitgeschakelt, wat in principe gewoon een ontvoering is, en dit staat gelijk aan kindermoord, kindermarteling. Het is onvoorstelbaar diep leed wat een kind wordt aangedaan, allemaal door de tandofielen die het zowel op ouders als kind hebben gemunt. Dit is dan ook de geest van allerlei soorten verkrachting. Dit wil niet zeggen dat de slachtoffers zelf onschuldig zijn. Er zijn kinderen die een ouder die in een coma is gebracht door tandofielen, door tandoristen dus, door medi-nazi's, de schuld hiervan geven, in plaats van de tandofiel. Het is hetzelfde als wanneer er iemand op straat wordt neergestoken, dat je dan het slachtoffer de schuld geeft voor de complicaties die dat geeft en niet de dader.

Het is een droevig verhaal. Een kind die moet opgroeien zonder moeder of vader door de tandofielen. Het komt telkens weer voor. Het is psychische doodmarteling van een kind. Ze maken kinderen zo helemaal gek. Ze offeren zo kinderen aan de Moloch. Het is duivels. Nog steeds is de mensheid niet van de tandofielen verlost. Nog steeds slaapt een groot deel van de mensheid door, omdat ze denken dat het niet henzelf betreft, ook al zijn ze al helemaal schaakmat gezet door de tandofiel. De gestoorde tandofielen regeren zelfs de regering. Ze regeren door isolatie : 'isolering en heers' is hun mandaat : 'divide and rule'. Daarom zou de EU het motto kunnen zijn van 'unite and heal', maar ze zijn ergens tegengehouden op de Afrika brug. Verzetsstrijders kunnen soms totaal doordraaien. Zo was ik in contact met een bekende superster die altijd streed tegen onrecht en geweld, en nu tegen de EU, maar in het persoonlijke leven was hij een monster, een mijnenveld, en viel hij degenen aan die hem ondersteunden tot op het punt dat hij tegen zijn eigen muziek streed. Als je hem erop wees dan corrigeerde hij zich wel, maar alleen maar half. Je moest altijd verschrikkelijk oppassen wat je zei, want hij kon alles wat je zei verdraaien en tegen je gebruiken, ook al was het uitgesproken om hem te bemoedigen en te bevestigen. Hij was in de ban van de etro lens. Daarom moeten we blijven strijden tegen deze lens, waardoor ook de media werkt en die alles verdraait, zodat de tandofielen nog meer macht krijgen. Ik had een verschrikkelijk gevecht met deze lens, op de Afrika brug. De Afrika brug is de naam voor de Afrosofie, waarvan ook de Egyptosofie een deel is, die terugleidt tot het voortijdse Afrika en zo tot het Betelgeuse Afrika en de Oan kern in Orion van het paradijs. Die weg is er dus in de filosofie te vinden, en daarin komen de buitenaardsen de mens tegemoet. Ik kwam deze witte slang, de etro lens, tegen op deze brug in een droom. Een kind dat jarenlang zichzelf in slaap moet wenen allemaal vanwege het werk van de tandofiel, ouders die dreigen zichzelf te opereren met het risico hierdoor komen te overlijden, en ouders die dreigen zelfmoord te plegen, de tandofiel draait hier zijn hand niet voor om. Het zal de tandofiel allemaal worst zijn, en gaat rustig door met zijn tandorisme. De tandofiel is een mensenhater, een natuurhater, een hater van alles wat goed is. Dat wil hij kapot maken. Tandofielen die ervoor zorgen dat ouders in het ziekenhuis terecht komen of in opvangcentrums, of zelfs in het graf ? Allemaal mooi en goed voor de tandofiel, en voor de medische industrie. Hier verdienen zij aan. Het zijn demonen. Deze wereld is een wereld van demonen. 'Lekker kinderen kapotmaken, zodat die ook 'behandeld' moeten worden, brengt allemaal geld in het laadje,' zo denkt de tandofiel. En om kinderen kapot te maken moeten de ouders kapot gemaakt worden, of rechtstreeks het kind, want hoeveel kinderen worden er wel niet gedwongen door de tandofiel en hun ouders doen er niets tegen ? Zo kan het dus ook gaan. Zo zijn er verschillende wegen voor de tandofiel die naar Rome leiden. Lukt het één niet, dan proberen ze het andere. Begin van het millennium werd ik bezocht door een buitenaardse energie genaamd 'Aegir', het Noord-Germaanse aspect van de zee. Het kwam met twee engelen genaamd Stratar en Tlaloc, wat ook weer in de Azteekse mythologie voorkomt als het aspect van water, regen en bloed. Ik werd in de droom op de Afrika brug aangevallen door de witte slang, de etro lens, waar ieder mens die verder wil komen op deze brug doorheen moet. Het was zwaar, maar ineens kwam de NoordGermaanse engel genaamd Stratar mij te hulp, die ik nog kende van vroeger. Maar uiteindelijk kwam ook hij niet door de lens heen. Toen zagen we Tlaloc verschijnen. Tlaloc had een hoed op, en kon in allerlei vormen veranderen, soms een kubus, soms als een ovaal. Hij bracht regen en water, en kon dimensies openen en sluiten. Toen kregen we uiteindelijk doorgang door de lens. Tlaloc was een filosofisch aspect in Meso-Amerika bij verschillende volkeren, onder verschillende namen, maar werd vaak verletterlijkt en verkeerd begrepen. Het is daarom ook van belang om net zoals de bijbelse mythologie de Meso-Amerikaanse mythologie te herzien en te verdiepen, om recht

te doen aan deze filosofische principes, waarvoor ze staan. Het natuurverschijnsel emaneert als een waterval en valt dan kapot op de rotsen waarna het zich opsplitst en verder stroomt, maar de mens moet weer teruggaan door de waterval tot de oorspronkelijke bron, tot de rivier van Oan. Als je iets niet rechtstreeks kunt verwijderen, dan moet je er omheen werken, met kunst en educatie. Er valt niet mee te leven. Het is strategisch overleven. Tandofilie is niet slechts verkrachting, maar kinder-prostitutie. De kinderen en hun ouders lopen dag en nacht met die krengen in hun mond, in hun bot gespoten om zo de mens zowel lichamelijk als psychisch te verstoren. Geen wonder dat het niet weinig voorkomt dat mensen hun hele gebit kapotbijten onder deze stress of hun leven niet meer leefbaar is vanwege een overgevoelige mond, allemaal door deze krengen. Het zijn duivels en de duivels hebben de mensheid en de natuur de oorlog verklaart en zijn als een tikkende tijdbom. Daarom komt het verhaal over de brug tot Oan, de brug tot het paradijs op tijd. De etro lens is dezelfde geest die duizend jaren lang de voeten van Chinese vrouwen opbond, gedwongen, en dezelfde geest van de vaginale besnijdenis die het leven van kinderen tot een hel maakt, en ook van volwassenen. We zijn daarom in een oorlog die we niet rechtstreeks kunnen winnen, maar alleen door het kruis, door kunst en educatie. Nu moet er gezaaid worden, opdat we later een oogst zullen hebben. Ook al zouden alle tandofielen berecht en in de gevangenis zitten opdat ze hun duivelse werk niet meer kunnen doen, dan staan we nog steeds tegenover die oost-indisch dove chineze geest die vrouwen voor vele generaties lang totaal rampaneerde. Dat is wat de etro lens is, de witte slang : een dove geest, die zich niet stoort aan educatie. Het is gezonden om te doden, maar het is een zelfmoord-piloot. Het interesseert deze geest niet. Het is een terrorist die zoveel mogelijk mensen met hem in de eeuwige dood wil meeslepen. Ik zag deze geest vele jaren geleden in een droom, als een krankzinnige filmmaker. Hij was bezig met zijn film in zijn helicopter, maar toen explodeerde zijn helicopter. Ik kan van al deze verschrikkelijke dingen nog geen één procent vertellen. Maar een gewaarschuwd mens telt voor twee. Iedereen die zijn hart sluit voor incestslachtoffers en de slachtoffers van de tandofielen, wat nog wel erger is, pleegt in principe gewoon geestelijke zelfmoord, al dan niet als terroristische zelfmoord-terrorist. Tlaloc is tlyl-loki. Tlyl is Aramees voor beveiliging en loki is het dualistische Germaanse aspect van de logos, het Woord. Tlaloc is dus het beveiligingsmechanisme van het Woord. Zij die door de metaforische verdrinking aan zichzelf stierven werden door Tlaloc opgenomen tot de hemel. Het was ongelukkig dat sommige Azteken dit te letterlijk namen, zoals in elke religie weleens gebeurd. Vandaar dat er filosofische educatie gegeven moet worden over betekenis van symbolen om dit te helpen voorkomen in de toekomst. Dit moet ook met de islam gebeuren en andere potentieel gevaarlijke religies zoals het jodendom en christendom. Op dit moment is het Woord in de kerken niet beveiligd, maar rotzooit iedereen er maar op los. Ze slaan elkaar's hersenen in met hun zelfgemaakte en zelf geinterpreteerde 'Woord'. Vandaar dat Tlaloc moet komen. Tlaloc komt van het Nahuatl woord 'tlalli' van het oorspronkelijke Mexico, wat 'aarde' betekent, 'grond', 'land' en 'vuil', wat in het Hebreeuws 'aphar' is, en in het Egyptisch 'afa', wat ook het zaad van hetzelfde betekent en krokodil. Tlalli is ook een pad of holle ruimte onder de aarde, als een onderwereld. Hier kwam in Genesis de paradijs-schepping uit voort. Het is het slaap zaad van het paradijs waardoor Adam in de put van de natuurslaap gleed om zo tot een hulp te komen : Eva. Tlaloc is dus ook een soort zandman.

Hoofdstuk 6. De Azteekse Code in de Terugkeer tot het Paradijs De Afrika brug is een natuur verschijnsel wat de mens verbindt aan zijn natuur-wortels, ook in het oer en het buitenaardse, als het teruggaan naar de weldadige oorsprong. Dat er kapers op de kust zijn is bekend, maar daarvoor is hulp, want in de diepte van de Afrika brug kruist het met de Amerika brug, als een tweespoor, springt Meso-Amerika in. Telkens moet je alles weer loslaten, want het leven is abstract. Letterlijkheid is een valstrik, en zelfs de letterlijken zijn niet letterlijk. Ze zijn slechts op jacht voor een markt. Zo ontkennen zoveel werkelijkheden, opdat je hun eigen werkelijkheid aanneemt, maar zelfs zij geloven er niet in. Ze hebben het voor jou gemaakt als een gif. Hoe gaat dat precies ? Daarvoor moeten we terug naar de Azteekse mythologie van Meso Amerika. De azteken hebben hun goden en filosofieën overgenomen van veel oudere Meso Amerikaanse volkeren. Quetzalquotl, de gevederde slang, ging naar de onderwereld om daar de beenderen van de voorouders op te halen, en gaf zo zijn eigen leven en bloed om de beenderen tot leven te wekken. Het is een oude truuk die we ook bij de Joden en de christenen tegenkomen. Daarom wordt Quetzalquotl ook wel de Azteekse christus genoemd, en zij verwachten ook zijn terugkomst, maar dit zijn metaforische filosofische principes die ontleed moeten worden door de psycho-analyse. Het is totale kolder om dat letterlijk te nemen. Quetzalquotl was de god van wijsheid en kwam ook bij andere volkeren in het Meso Amerikaanse gebied voor onder andere namen. De slang was een beeld van dualisme, het touw, gebondenheid aan de kennis (kruis), en veren zijn een beeld van de vermindering : de vogels laten alles los opdat ze hun zicht verscherpen. Dit schept hele andere visioenen, dromen en werkelijkheden. Zo ontstaat er dus een lichtfilter. Ik had een droom dat ik met iemand achter de computer zat, en die persoon kende ik al heel lang, en hij vroeg mij netjes of hij bepaalde files van mij mocht lezen. Ik zei : 'maar natuurlijk, waarom niet ?' Toen hij die files begon te lezen zei hij dat hij bepaalde stukken niet kon lezen omdat de letters van een hele subtiele grijze kleur waren, waardoor zijn ogen het niet konden oppikken. Ik had bepaalde zonnefilters in mijn ogen, lichtfilterende lenzen, waardoor ik het wel kon lezen. Ik had ook bepaalde zonnebrillen met dezelfde soort filters erin, dus ik vroeg hem of hij zo'n zonnebril wilde proberen. Een mens kan dus een heleboel dingen niet oppikken als hij de juiste lenzen, de juiste filters, er niet voor heeft. Het heeft dus met de veren-metaforiek te maken : door de veren, door de vermindering, het loslaten, verscherpen de vogels hun zicht. Zo kunnen zij de logos oppikken, de hemelse literatuur. Quetzalquotl had ook veel vrouwelijke eigenschappen, als een baarmoeder, en als de vrouwelijke psyche, en was daarom door de wetten van dualisme ook een godin. Juist om niet in de valstrikken van de matrix te vallen moeten de raadsels van Meso Amerika cryptosofisch benaderd worden. Dit

betekent dus niet zomaar gaan lopen puzzelen en willekeurig verbindingen maken, maar 'sofisch' betekent 'door wijsheid', dus door het volgen van de energie-lijnen, niet geforceerd. Ik had een droom waarin ik het woord 'knowlic' zag, als een kruizing tussen knowledge en logic, als logica die gebaseerd was op kennis, niet zomaar op zichzelf, zoals mensen vaak zeggen : 'Ja, dat is logisch', terwijl het helemaal niet logisch is. Het woord wordt te pas en te onpas gebruikt, dus ook misbruikt. Vandaar dat 'knowlic' logica is die aangesloten is op de gnosis. Er is dus een hemelse logica die dwars tegen de logica van de mensen ingaat. Toen had ik een andere droom, over quetzalquotl. Vroeger had ik eens een droom over quetzalquotl als venus, en die verschijnt tussen de woonwijken van Nunspeet en het veluwemeer, dus daar waar de huizen overgingen in de weilanden. Maar na het dromen over 'knowlic' zag ik in een droom de cryptosofische opbouw van quetzalquotl. Cryptosofie is zo belangrijk omdat het de energie kan overbruggen tussen de huidige tijd en de verloren gegane voortijden. Ik zag dit : 'k't-selket-tl'. Egyptisch-Aramese termen. Selket is de oerschorpioenen godin baarmoeder van Egypte, ook wel serket genoemd, sur-k't, of ten, (a)ten, de rode disk, het centrum van Egypte. Het kind werd in de baarmoeder beschermt tegen parasieten door het steken van de schorpioen. Telkens weer schreven de Egyptenaren woorden op verschillende manieren, en vaak leken die woorden heel veel op elkaar. Ook verschillende Meso Amerikaanse volkeren werkten met deze taktiek. Je kon dus woorden op verschillende manieren schrijven, als een synonimische samenleving. K't in het Egyptisch als khu-t betekent huis, en als 'qeti' : slapen, verminderen, aan jezelf 'sterven', afdalen in de onderwereld (kith, vgl. ga-t, honger), ook als beeld van de baarmoeder (k-t). Tl aan het einde is dan in het Aramees een beveiligings-systeem (tll). Quetzalquotl, k't-selket-tl, betekent dus 'het beveiligde huis van Selket (Serket)'. De Azteekse mythologie is vol van bloederig gehak en gesteek, net zoals het boek Leviticus in de bijbel. De mens of het dier wordt hier geofferd aan de goden, maar het heeft een diepere betekenis, zoals ook de grondteksten van het Hebreeuws en Aramees laten zien. Heel veel Judaïsten nemen het daarom ook symbolisch, terwijl christenen het door hun onkunde vaak letterlijk nemen. Dat het vroeger gebeurde, ook bij de Azteken, is een feit, maar cryptosofisch gezien laat het de filosofischmetaforische beginselen zien van de Amerikaanse voortijden. Het verdiepende, symboliserende onderwijs is daarom belangrijk voor de mens opdat ze niet meer terugvallen in letterlijkheden, want het gevaar van letterlijkheid is nog steeds een tikkende tijdbom onder een ongeletterde wereld. Telkens weer worden er kinderen geboren die niet worden onderwezen, alleen orthodox, letterlijk, en het berust allemaal op misverstand, misvertaling, doordat het losgeraakt is van context en analyse. De raadselen van de volkeren leggen elkaar uit, horen dus bij elkaar, en als je er één weghaalt, dan stort het hele gebouw in, wat dan ook is gebeurd, als een emanatie van het hemelse. Dit kan dus opgelost worden door het verzoenende werk van etymologie en cryptosofie, opdat de mens terugkeert tot de filosofieën van de oorsprong, de voortijden, zowel in het oer als in het buitenaardse, als een terugkeer tot het paradijs, tot de eeuwige sabbath. Dit is geen luie sabbath, maar de sabbath van de gnosis, van de filosofie. Toen ik eens in een droom tot het huis van Serket kwam had ze daar allemaal kinderen ondergebracht, maar ze maakten allemaal ruzie. Hoofdstuk 7. De Godin met de Spiegel

Altijd maar weer is de stad een karikatuur van de natuur. Je ziet de vrouwen in de stad die absoluut niet vies mogen worden, en waarvan absoluut het haar niet in de war mag raken door de wind of door activiteit, dus als omaatjes leggen ze het in een knotje, poederdoosje erbij, en dan maar veel kuchen en ijdel lopen doen over aardse dingen en uiterlijkheden, de witgepleisterde graven. Dit is natuurlijk pure aandachtstrekkerij : 'hoe zullen de andere parasieten over mij denken ? Ik moet wel zorgen dat ik altijd met twee koppen boven hen uitsteek.' In de natuur is er een hele andere ijdelheid, wat een woord is voor perfectionisme, namelijk het zorgen dat je filosofie in orde is. Als mensen daar nou eens wat meer tijd aan zouden besteden, dan zou de wereld er al een stuk beter uitzien. 'Oh help, een vlekje ! Liesje mag absoluut niet vies worden ! Voortaan blijft Liesje mooi binnen.' Waar komt dit allemaal vandaan ? De stad is een verdraaiing van de natuur, een emanatie. Het wil de mens iets leren. Het is een spotprent. Waar komt het vandaan ? Ik denk al vele jaren na over de Azteken in Meso Amerika, over hun raadsels. In welke spiegel kijk je ? Als je in de spiegel kijkt van je uiterlijk, zorg er dan voor dat je eerst in de spiegel van je ziel hebt gekeken, zodat je jezelf niet voor de gek houdt. De Azteekse 'god(in) met de spiegel' was tezcatlipoca, t-sekhet-lpc, wat de Egyptische godin 'Sekhet', ook wel Sekhmet genoemd, in zich heeft, de leeuwinnengodin van de oorlog. Zij droeg een rode disk of spiegel op haar hoofd, wat helemaal terugwijst op de Afrikaanse voortijd op het Irad gebied, waarin roodbruinhuidige vrouwen in de zee staan met rode spiegels als het hogere collectief van het andere, waaraan het individu sterft. Dit is de hogere filosofische ijdelheid die gekeerd is tegen het egoïstische materialisme. De vrouwen van de aarde die komen tot de spiegel van de aarde spreken woorden die verdraaid worden waardoor het hogere kan doorkomen. Door de verdraaiing van de woorden ontstaan de massa's. In de rivieren wassen zij zich, waar zij hun spiegels aanbidden, opdat het geheim van het leven bekend wordt. Zo komen ze tot het eeuwige collectief dat stilte brengt. Hoofdstuk 8. De Afgoden in de Tempel Dat het christendom is afgeweken en op een zijspoor is geraakt wil niet zeggen dat er geen goede principes in de bijbel staan, en dat zal zelfs een atheïst toegeven, ook als we het over de bijbelse profetieën hebben. Het was oorspronkelijk van de gnosis en de filosofie, en het werd steeds meer verletterlijkt en tot koopwaar gemaakt, maar daarom is het nog wel steeds bruikbaar. 2 Tessalonicenzen 2 3Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, 4de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is. Dit gaat heel diep, want het lichaam wordt in de bijbel ook wel de tempel van God genoemd, en vandaag de dag heeft de duivel zich in het lichaam van de mens als god verheven door de gedwongen implantaties door de tandofiel. Dat is echt iets van deze moderne, luxe tijd, als gedwongen plastische chirurgie. Zo diep is deze wereld al gedaald, of liever gezegd : zo diep is de mens al in de lagere aardse gewesten gekomen. Ook elders in het lichaam worden onnodige

implantaties verricht door doktoren die van toeten noch blazen weten, en in de psychiatrie worden in sommige gevallen medicijnen gedwongen, en dat kan dodelijk zijn of mensen totaal laten doordraaien, maar dat wordt in de meeste gevallen altijd op iets anders geschoven, zodat er nog meer medicijnen gedwongen worden. Het is een duivelse, vicieuze cirkel om mensen in de afgrond te helpen. Psychiaters hebben zelf toegegeven dat hun medicijnen niet goed afgestemd zijn en dat het als het bombarderen van steden is, waarmee ook heel veel van het goede verloren gaat. Toch gaan ze er mee door, willens en wetens. Het zijn industrieën van de dood. Vele mensen hebben ook zogeheten wortelkanaalbehandelde kiezen of tanden, die dus al gewoon dood zijn, als opgezette vogeltjes. Zo krijgt zo'n vers uit de bijbel ineens heel veel diepte. Het lichaam van de mens is ingenomen door deze bezetters, de kolonisten van het menselijk lichaam, die zich als goden hebben opgesteld in de tempelen. We kunnen ook denken aan de schooldwang, de goden die zo gedwongen worden in de hoofden van de kinderen. Gedwongen wiskunde zal echt de wereld niet veranderen als er geen hemelse filosofische waarden aan het kind worden geleerd. Als een kind geleerd wordt letterlijk en materialistisch te denken, en dan ook nog eens daarin wordt gedwongen, dan sterft de ziel van het kind, en dan wordt dat de religie van het kind, en dan moet het kind gedwongen voor deze religie vechten als een basis voor oorlog. Ja, de tempel, het menselijk lichaam, en ook het lichaam van het kind, is ingenomen, zoals de Psalmen ook zeggen : Psalm 79 1O God, heidenen zijn uw erfdeel binnengedrongen, zij hebben uw heilige tempel ontwijd, Jeruzalem tot puinhopen gemaakt. 2Zij hebben de lijken van uw knechten gegeven tot spijze aan het gevogelte des hemels, het vlees van uw gunstgenoten aan het gedierte des velds. 3Zij hebben hun bloed als water vergoten rondom Jeruzalem, en er was niemand die begroef. De tempel van God is verkracht. Maar hier blijft het niet bij. In de Judaïstische mythes traden er altijd verzetsstrijders op. Zij streden niet door het letterlijke en door wapens, maar door het metaforische en het woord. Zij waren hemelse filosofen. Zij prikten er doorheen en ontmaskerden het, en lieten zien wat er met de indringers zou gebeuren. Zij kondigden het hemelse oordeel aan. Zij lieten zien dat het niet altijd zo zou door blijven gaan. Zij riepen op tot een geestelijke oorlog, een oorlog door educatie en kunst. Jeremia 50 28Hoor, vluchtelingen en ontsnapten uit het land van Babel om in Sion te boodschappen de wraak van de Here, onze God, de wraak voor zijn tempel. 29Roept schutters tegen Babel op, allen die de boog spannen; belegert het aan alle kanten, er zij geen ontkoming! Vergeldt het naar zijn werk, doet het naar al hetgeen het gedaan heeft, want tegen de Here is het overmoedig geweest, tegen de Heilige Israëls. 38Want een land van afgoden is het en door schrikwekkende afgoden laten zij zich verdwazen. Medicijnen, botvullingen, wortelkanaalbehandelde dode tanden en kiezen, oftewel 'opgezet dood bot vol met parasieten', en zieldodende medische studieboeken die zijn als medische roddelblaadjes,

is wat het volk van medi-nazi's aan afgoden heeft, en die afgoden worden aanbeden en als onfeilbaar verklaart, de afgoden die zich in de tempel hebben gezet. Jeremia 50 laat hierover het oordeel zien. 39Daarom zullen er boskatten met jakhalzen huizen, ook zullen er struisvogels huizen, en het zal niet meer bestaan in eeuwigheid, noch in stand blijven van geslacht tot geslacht. 40Zoals God Sodom en Gomorra met hun naburen onderstboven keerde, luidt het woord des Heren, zal daar niemand wonen en geen mensenkind daar verblijven. 41Zie, een volk komt uit het Noorden (het verborgene, het geestelijke, Hebreeuws), een grote natie met machtige geestelijken (Aramees) breekt op van het uiteinde der aarde. 42Boog en spies omklemmen zij, meedogenloos zijn zij en zonder erbarmen. Hun rumoer bruist als de zee en zij rijden op paarden; het is toegerust als een man tot de strijd, tegen u, dochter van Babel. Dan in de mythen van de Evangelieën komt Yeshua tot de ontheiligde tempel met een gesel en werpt alle markttafels omver. Marcus 11 En Hij ging de tempel binnen en begon hen, die in de tempel verkochten en kochten, uit te drijven en de tafels der wisselaars en de stoelen van hen, die de duiven verkochten, keerde Hij om, 16en Hij liet niet toe, dat iemand enig voorwerp door de tempel droeg; 17en Hij leerde en sprak tot hen: Staat er niet geschreven, dat mijn huis een bedehuis zal heten voor alle volken? 18Maar gij hebt het tot een rovershol gemaakt. Johannes 2 13En het Pascha der Joden was nabij en Jezus ging op naar Jeruzalem. 14En Hij vond in de tempel de verkopers van runderen en schapen en duiven, en de wisselaars, die daar zaten. 15En Hij maakte een zweep van touw en dreef allen uit de tempel, de schapen en de runderen; en het geld van de wisselaars wierp Hij op de grond en hun tafels keerde Hij om. 16En tot de duivenverkopers zeide Hij: Neemt dit alles hier vandaan, maakt het huis mijns Vaders niet tot een verkoophuis. 17En zijn discipelen herinnerden zich, dat er geschreven is: De ijver voor uw huis zal Mij verteren. In dit opzicht is het ook van belang te kijken naar het Boek der Roependen in de Tweede Bijbel, over de precolumbiaanse geschiedenis van Amerika, in het boek van M'nata, over Enuhr Nur, een vrouwelijke Jezus, hoofdstuk 3 : 14. En ziet, zij was zeer groot en sterk van gestalte. En zij droeg een gesel, en ging daarmee in de tempelen, om de tafels van de verkopers om te werpen, want ziet, zij verkochten hun heilige boeken, en allerlei heilige dingen, en zij verkochten medicijnen en rechtspraak. En zij raakte in grote verbolgenheid, en sloeg hen met de gesel. En zij riep : 'Ziet, gij hebt van het huis van de Heerin een rovershol gemaakt. Gij slaat wonden, en verkoopt dan het geneesmiddel en uw corrupte rechtspraak. Gij zijt werkers van een groot kwaad.' En zij zochten haar te doden, maar de tijd was nog niet gekomen. En zij sprak : 'Ziet, wie is die dokter die zijn zorg verkoopt, en de arme aan zijn lot overlaat ? Aan de grote toorn van de Heerin zal hij niet ontkomen. 15. Vreselijk is het te vallen in de handen van de Heerin. Zij zijn dienaren van geld, waarvan is gezegd dat hen die deze dingen bedrijven het koninkrijk van de Heerin niet zullen beërven. En in het boek van Enaz over Alma, hoofdstuk 1 : 26. En Alma sprak tot hen : 'Bekeert u, want het koninkrijk van de Moeder, de Heerin, is nabij gekomen. Bekeert u dan van uw boze werken tot de Moeder en Haar heilige hart, opdat Zij u zal aannemen. Maar zij die zich niet zullen bekeren van hun boze werken zullen door Haar verworpen

worden. En zie, dit zijn dan de boze werken : ongelijkheid tussen de rassen, ongelijkheid tussen man en vrouw, het verkopen van heilige dingen, en van medicinale zorg, en van rechtspraak. Ziet, tederheid en zorg laat zich niet verkopen. Ziet, de Heerin zal de patriarchie die van haar is afgeweken vernietigen, want zij staan vruchteloos voor haar. Zij zal deze dorre boom uitrukken en in de zee werpen.' Wij worden dus niet alleen gelaten in deze absurde realiteit waar alles gedwongen wordt en waar onverschilligheid regeert. Nee, het hemelse Woord is tot ons gekomen en zal ons leiden. Dit is ten diepste geen religie, maar metaforische filosofie vol met diepzinnige illustraties om het practisch te maken. Hoofdstuk 9. Through the Barricades In het eerste gedeelte van het nieuwe millennium kreeg ik buitenaardse dromen over een witte planeet 80 miljoen keren groter dan de aarde. Het was een natuurplaneet, want het stedelijke gebied was slechts 3% van het geheel. De rest was allemaal natuur. Ik schreef er toen een kort document over in het Engels. De planeet was genaamd 'de idioten', maar niet in de betekenis zoals op aarde. Op aarde is het woord 'idioot' zowel in het Nederlands als in het Engels een stopwoord, en 99,9% van de keren dat het gebruikt wordt is het om iets negatiefs aan te duiden. Het is oorspronkelijk een buitenaards, neutraal woord, en kan zowel positief als negatief zijn. Deze dromen gingen door de tijd weer weg, maar kwamen op sommige momenten ook weer terug, als golf bewegingen. Het was een energie die voorkwam in ezels, bepaalde soorten apen en bepaalde soorten runderen. Het woord 'idioot' had te maken met een zekere vorm van vrijheid. Tussen het stedengebied en natuurgebied was er een dorpenstrook, een overgangsgebied, waarin natuur en stad in elkaar overliepen. Als ik deze dromen kreeg dan werden dingen, gebeurtenissen en personen die ogenschijnlijk niks met elkaar te maken hadden gemengd. Mijn broer en ik trokken zo'n beetje gelijk op qua school, en zaten beiden op hetzelfde college, en gingen er beiden in hetzelfde jaar ook weer vanaf. We kregen toen beiden vaste vriendinnen, en ik trouwde snel en kreeg werk. Die vriendinnen waren van de tijd na het college, maar in de dromen over de witte natuurplaneet was ik met zijn ex-vriendin weer op het college. Er was een soort open dag, en er was een zwembad achter de school, en er was een overstroming van een soort wit schuim wat ons allemaal meesleurde. Ik zie nog zo zijn ex-vriendin op een stoel zitten in de kantine ruimte, en haar stoel begon te verschuiven. Ze werd met stoel en al helemaal naar achteren getrokken. Het trok ons mee naar buiten tot ver achter de school. Het was een soort overstroming, buitenaards. Als ik er weer aan terugdenk krijg ik een heel warm gevoel. De tijden begonnen in elkaar over te vloeien en het hele naargeestige was weg. Recent had ik een droom dat ik in het huis was waarin ik opgroeide, maar het dorp was een groot natuurdorp en natuurgebied, en familie bestond niet, alleen maar vrienden. Ik was daar met een vriend die ook in het werk zit, en we stonden bij de geluidsapparatuur, en we hadden een vijfdubbel vinyl album van een soort mengeling tussen Elton John en Supertramp, natuurmuziek die nooit

heeft kunnen doorkomen op aarde. De vinyl platen zaten in de buitenhoes ook in nog witte hoezen. We zouden iets met die muziek doen, maar bepaalde stukken vond hij te zwaar in de zin van intens, niet negatief. Hij kon het heel goed aanvoelen, en ik zei toen dat we dat dan voor nu maar even zouden overslaan. Ik luisterde er ook naar en ik vond het ook heel intens. Het nam ons over, in positieve zin, maar het zou anders teveel worden, dus dat zouden we stapje voor stapje later doen. Ik was blij dat hij zo gevoelig was voor energie van muziek. Het album was een soort goudmijntje van de natuur. Het was een parallelle wereld. Alles was anders hier, alles was door de barrieres heengevloeid. Dus geen familie, maar hoe werden wij dan geboren ? We groeiden aan de bomen, zeg het maar. Het was tussengebied met andere wetten. Aan de ene kant was er het gevaarlijke stedengebied, en aan de andere kant was er de reusachtige natuur. In de stad is de familie een afgod. Hoofdstuk 10. Het Document van de Witte Natuur Planeet Ik nam een document mee van de idioten planeet, de witte natuur planeet, wat uit 16 delen bestond met uitheemse namen. Elk deel bestond uit een soort psalm. Het eerste deel heette : Burkus Het was een lied over de rode tijd, over het opgeven van bepaalde contacten voor het grotere goed, de wijdere cirkel, omdat bepaalde contacten slechts bestemd zijn voor 'één dag'. Terwijl er daarna wordt gezegd dat het einde van de dag nooit bereikt zal worden, in de zin dat je het contact altijd met je mee zal dragen op een bepaalde manier. Alles is dus in principe voor eeuwig. Daadwerkelijk dingen opgeven is dus onmogelijk. Het is abstract. Wij moeten minder worden, alles minderen, opdat de harten van anderen zullen kloppen. Alles moet dus afzwakken om plaats te maken voor andere dingen. De herinnering zal wegvagen, en de mens zal andere contacten krijgen. Het is een lied tussen een jongen en een meisje. De jongen noemt het meisje paranoïde en zichzelf autistisch, of een autistisch gezichtspunt. Zij kunnen elkaar nooit echt bereiken, maar aan het einde van het lied ontdekken ze een nieuw deel van elkaar, en de dagen gaan voorbij en voorbij. Ze komen aan op het strand van morgen. Het is dus een heel dualistisch lied. 'Rode tijd' komt wel vaker voor in de tweede bijbel, zoals in het boek 'Vergunningen van Orion', waarin de hoofdpersoon, Lars Hemmerlitch-Richter, op de Betelgeuse planeet in Orion was gekomen, en daar was een gevaarlijke soort van slangen genaamd 'de escurator slangen'. Alleen al door zo'n slang te zien zou je sterven. Maar Lars had daar een bepaald vizier voor gekregen van Orionse biologen. Het was een helm met een kristal erin die de rode tijd kristal werd genoemd. Hij zou zo niet sterven als hij deze slangen zou zien door deze kristal, maar ze vielen hem wel aan. Ze werden uiteindelijk door Lars neergeschoten. De escurator slangen hadden huiden als krabben, en hadden ook vele rode tijd kristallen binnenin. Uiteindelijk zouden die kristallen belangrijk zijn om tot andere planeten te komen. De rode tijd kristallen waren ervoor opdat je niet ten prooi zou vallen aan de tijdshifters, de verdraaiers van tijd, zodat je niet opgesloten zou worden in de tijd. Daarom gaat de rode tijd over het leren loslaten, zodat je kunt relativeren en het dualisme van alles in de

gaten blijft houden. Zo val je niet in allerlei orthodoxe drama. Ook in de Tara van Rhodes verhalen komt de rode tijd voor als het ultieme middel om te ontsnappen uit opgelegde slavernij. Als er een ontsnapping zou gebeuren zonder de rode tijd, dan zou alles verstenen. De rode tijd zou als rode klei te vinden zijn in de diepte van een woestijn, onder de grond. Dit laat ook weer de noodzaak van woestijn-periodes zien in ons leven, waar we niet te snel weer uit mogen gaan. Het heeft een bedoeling. Daarom is de Exodus mythe ook zo belangrijk : Mozes leidde het volk tot de woestijn om het mysterie van de rode tijd te leren, wat in de slang zat, maar het volk begon te klagen, terug te verlangen naar de vleespotten van de stad. Zij waren nog steeds gevangenen van de stad, junkies van de stad, als aan een drug. Zij wilden de rode tijd niet. Zij wilden de tijd van de stad, ook al leefden ze daar in slavernij. Elk deel is een stadsdeel wat overwonnen moet worden, doorvertaald moet worden, iets diep in onszelf. Burkus is het eerste stadsdeel, maar het draagt dus een diepere natuur in zich, wat ontdekt moet worden. Het is al een natuurstads-deel. In de Tweede Bijbel is er ook een barbarian fiction deel, over het barbaarse pad terug tot de wildernis. De barbaar is het zinnebeeld van een rebel, iemand die tegen de stadse structuren strijdt, tussen stad en wildernis in, als een brug. Er is een vierdelige serie in dit deel genaamd 'Barkas', over de gelijknamige barbaar. In het eerste deel van de serie gaat het over hart-implantaten die door stadse krachten zijn aangebracht, en Barkas moet de taal leren van het wapen hiertegen. Hoe meer hij zich tegen de implantaten verzette, hoe meer messen er op zijn verstand inhakten, maar dit was uiteindelijk om hem contact te laten maken met de diepere, verborgen lagen van zijn geheugen, als een exodus, en dat is uiteindelijk wat het barbaarse pad is. In Burkus moeten wij het Barkas mysterie leren begrijpen en toepassen. Het tweede deel van het document van de planeet van de idioten heet : Biriam. Het stuk heet ook 'bevroren vrienden'. Het gaat over bepaalde dingen die nooit weg gaan, die altijd bij je zijn, als bevroren in de tijd, die je ook niet uit je geheugen kunt halen, als familie, wat tegelijkertijd eng is. Je moet dan constateren dat je zelf ook bevroren bent hierin, als in een klok. Er wordt een beroep gedaan op de rode tijd. Dingen worden bekeken met andere ogen, alsof de rode tijd nu op zijn rug zit, om goede compromissen te maken. Hij komt door zijn dromen tot het wiel van de rode tijd wat stroomt en draait door de nacht, zodat ook de bevroren dingen moeten meedraaien, zodat er ook meer stilte is, en meer antwoorden. Stilte komt door dubbel te kijken, nog een keer te kijken, in plaats van direct te spreken. Als je naar iets kijkt, kijk dan nog een keer, en laat je niet bedriegen. Praten en staren tegelijkertijd werkt niet, zoals mensen die iets zien en gelijk hun mond opentrekken. Blijf de afbuigingen in de gaten houden door alleen te kijken zonder te praten, en leer de dingen van een afstand te bekijken, zodat dingen uit de verwarring komen. De mens is in de stad een gladiator van het staren en praten, van een machine, waardoor de mens een heleboel dingen niet ziet, en de mens wordt te snel boos terwijl ze helemaal nog niet weten wat er gaande is. De mens moet dus komen tot de rode tijd, en ook tot het rode spreken, de stille fluisteringen van de nacht. Woorden die wegvagen in vreemde vervoeringen, wat je geen tweede keer kan bekijken, want je bent dan een gladiator van de rode tijd, die van een veel grotere cirkel komt, waardoor het raadsel van de andere oorlog wordt opgelost in de mysterieën van de nacht. Daar gaat deze psalm over. Biriam is een ander stadsdeel wat hierdoor ingenomen moet worden.

Hoofdstuk 11. De Scholastiek - De Middeleeuwse Exodus Laat je nooit intimideren door de christelijke god. De god van de christenen is net zo dom en onintelligent als de christenen zelf, als een kopie van henzelf. Het is slechts een projectie, maar helaas kan een kind zich hiertegen niet verdedigen. Daarom hebben deze kinderen hulp nodig. De god van de christenen is een karikatuur. Ze hebben een god gemaakt die niet doordenkt. Het is een afgod, een familie afgod. Ze hebben allemaal hun eigen god gemaakt, en al die zogenaamde goden lopen met elkaar te bekvechten. Het is totale waanzin. We zijn in fabeltjesland terechtgekomen. Maar onze weg is terug tot de planeet van de idiotianen, 80 miljoen keer groter dan deze fabeltjesplaneet. Er is wel even een stedelijk gebied waar we dan eerst doorheen moeten, maar dan komen we tot het dorpgebied en dan het reusachtig grote natuurgebied, met grote, reusachtige zeeen waarin de aarde maar een druppel zou zijn, want het heeft zoveel lagen en dimensies. We mogen komen tot de beach van de tomorrows, om opgenomen te worden door de hogere filosofieën die als vogels boven de zeeën zweven. Ze komen ons ophalen. Weest klaar. Het is niet één of ander ruimteschip wat ons letterlijk oppikt, maar een avontuur van studie, een geestelijk biologisch, metaforisch ruimteschip. We mogen leren van deze reusachtige witte planeet van de idiotianen. Idioot is oorspronkelijk een buitenaards woord wat met natuurvrijheid heeft te maken. Op deze planeet zijn er een heleboel oorlogen. Veelal gaat dit tussen de brootse idioten, oftewel de stadse idioten, en de natuur-idioten, ook wel de idiotianen genoemd. Maar ook onderling zijn er veel oorlogen tussen de brootse idioten. Het zijn veelal kaalhoofdige terroristen. Ze terroriseren de steden met hun dwangbewind, maar proberen het ook in de natuur. De 'brootsen' houden ook de aarde onder controle. Het is een brootse matrix. Ook het lagere Orion wordt door hen bestuurd. Ze hebben zowel het lage Orion als de lagere aarde ingenomen door ondervragingen. Ze werken daarom ook door de bureaucratie waarin de meest onzinnige en ook voor de hand liggende vragen worden gesteld. Christenen hebben altijd een excuus : 'Ja, de kennis maakt opgeblazen,' zeggen ze dan. Neen. De 'valse kennis' maakt opgeblazen, oftewel de lagere kennis die niet uitgewerkt is, de ego-kennis, maakt opgeblazen. Groot verschil. De hogere kennis, de gnosis, is ook de leer van het kennen. 'Ja, er moet gewoon geloofd worden, zonder bewijs, anders is het geen geloven meer,' zeggen de christenen dan. Geloof is dus hun afgod die er voor zorgt dat ze niets hoeven te leren, geen kennis hoeven op te bouwen. Zo lust ik er ook nog een paar. Zo is het geen geloven ? Wie zegt dat het om geloof draait in de eerste plaats ? Daar waar het hart vol van is vloeit de mond van over. Het geloof is wat ze willen, opdat ze God niet hoeven te leren kennen. Geloof en God zijn twee verschillende, aan elkaar tegengestelde dingen. De mens moet kiezen tussen geloof en God. Je kunt niet beiden hebben. Dat was ook de boodschap van de christelijke filosofie in de late Middeleeuwen, de scholastiek, de wetenschap van God. Het ging in tegen het kennisloos geloven, want dit had de mens bedrogen. Hier kwamen God en wetenschap tezamen, God en filosofie. In 'Summa Theologiae', 'de Hoofdzaak van de Theologie', het hoofdwerk van de scholastiek in de late Middeleeuwen (1265), door Thomas van Aquino (c. 1225-1274), stelt hij dat zelfs het christendom in de bijbel aanspoort om met gezonde redenen te vermanen en te weerleggen (Titus 1:9). Veel christenen gebruiken het gezagsargument of het meerderheidsargument, in de zin van dat het christendom het grootst is, of hun kerk of geloofsrichting heeft zo verschrikkelijk veel leden, dus moet het wel waar zijn. Dit is natuurlijk één van de zwakste argumenten, wat alleen door materialisten wordt gebruikt. Ook hier gaat de bijbel tegenin, omdat de bijbel stelt dat de mens de meerderheid niet in het kwaad moet volgen, en dat het gaat om de hemelse openbaring, ongeacht de tegenstand of het zijn van de minderheid. Het menselijk vlees, het ego, zal altijd tegen de hemelse

openbaring blijven strijden met geloof. Zelfs de bijbel stelt dat profetie de grootste gave is, groter dan geloof dus. Profetie betekent leven vanuit de hogere kennis, die op zijn pieken dus robotisch is, en dat moet ook wel, want daar is het ego volkomen afgestorven, en is er nog maar één zeer smalle weg en een nauwe poort waar niets aan willekeur of meerkeuze wordt overgelaten. Dit is genaamd de beste weg, en met minder wordt geen genoegen genomen. Wat is dan de beste weg ? Dat zie je alleen in de dood aan jezelf, en daarvoor moet je alles opgeven. De hemel is kennis, ook kennis van de kennis van de kennis, etcetera, als de ultra kennis. Die is dus robotisch op de top. Het stroomt zo van de top van de piramide af naar beneden, om al het valse, lagere robotische te verbreken. Het zal robot tegen robot zijn. Wil je een robot zijn van geloof of van kennis ? Zonder gebruiksaanwijzing is er geen weg. Er moeten begin-principes zijn. Omdat God volmaakt goed is, zo stelt de scholastiek, wil het ook volmaakte goedheid maken. God heeft het kwaad niet gemaakt, maar het goede laat het kwaad zien. Het hoofddoel van de scholastiek, de gewijde leer, is 'te leren kennen', het leren kennen van zowel het beginsel als het einddoel. Dat kun je God noemen, maar blijf beseffen dat dit slechts een westers woord is, zoals ze het in het Hebreeuws Jehovah noemen en in het Aramees, de taal van Jezus, Maryah, wat ook de naam van zijn moeder is. Het is geen persoon, maar een werkwoord. Geen 'noun', maar een 'verb'. Wees daarom ook verschrikkelijk voorzichtig met het woord 'God'. Velen misbruiken het, en velen gebruiken het als projectie. We hebben het over 'God' als we het over 'het hemelse kennen' hebben. Het is een metafysische-filosofische wetenschap, de scholastiek, niet een materialistische filosofische wetenschap. Het gaat hier om de 'namerie', de diepere natuurkennis, als tegengesteld aan oppervlakkige stadse kennis van de materie. De scholastiek was het begin van de bevrijding van het geloofs-religieuze juk, de middeleeuwse exodus. Hoofdstuk 12. Naturologie Achter het gejaagde leven ligt een veel langzamere natuur-energie. De lens tussen de mens en deze energie versnelt alles vanwege gebrek aan tussenstappen. De versnelling leidt tot verdichting, en zo ontstond de materiele wereld, wat in de climax nazisme wordt, kapitalistisch, als een parasiet. De lenzen van de ogen van de mensen pikken een heleboel dingen niet op, maar de mens mag teruggaan naar de langzamere natuur-energie achter alle dingen die de tussenstappen laat zien. Daarom om de natuur-energieën op te kunnen pikken moet de mens eerst de energieën vertragen. De mens moet de vertraging ingaan. De snelle, gehaaste, gejaagde wereld om ons heen is een karikatuur. Het is niet reëel. Ook de grote massa's zijn niet reëel. Dit gebeurt in het versnellingsproces, dat het veel lijkt, terwijl het maar weinig is. Je gaat dan gewoon dubbel zien alsof je dronken bent. Het is een truuk. Als je ogen open zijn gegaan dan zul je voortdurend zeggen : 'nee, nee, nee, stop' tegen deze gejaagde wereld, maar ze zullen niet naar je luisteren. Iedereen raast gewoon door, omdat het door een lagere lens wordt geprojecteerd. De mens moet dus teruggaan tot de diepere natuur-lens binnenin, wat een heel ingewikkeld natuurverschijnsel is, een dieper verhaal, een documentaire.

Er zijn heel veel stemmen die de mens van het pad van de natuur willen afleiden, ook religieuze stemmen. Maar de mens mag de naturologie leren. Hoofdstuk 13. 'Uittreden' door dieper 'intreden' De Opname is iets in jezelf, doorbreken in de diepere natuur van jezelf. Het opgenomen worden door de witte planeet is iets in je binnenste, het leren verstaan van de water signalen waardoor het communiceert, de witte schuim signalen. Het zendt vele witte cirkels uit om de mens geestelijk op te nemen, tot een hogere biologie. Zo mag de mens 'uittreden' als een dieper 'intreden'. Zo komt de mens tot de water oorsprong, tot het bruisende oer water. Je zweeft zo niet alleen uit je lichaam, maar ook dieper in je lichaam. Het is de witte oerplaneet van de natuur-idioten die diep in de mens verborgen ligt. Het is niet slechts heel ver buiten de mens en de aarde, maar daardoor juist ook heel diep in de mens. Het is de oerplaneet die zowel Orion als de aarde heeft voortgebracht in een mysterie, maar dit ging emaneren tot lagere vormen, en de mens is aan de bodem van de waterval, dus de mens mag terugkeren naar de bron. Deze planeet communiceert door water, water in allerlei vormen. Water is in diepte een alarm, een immunologie. Hoofdstuk 14. De Water Ademhaling van de Witte Planeet De immunologie van de zee zorgt dat dingen zich vertragen, opdat dingen zich niet te snel kristalliseren. De witte oerplaneet is grotendeels een water planeet. 80% is water en van de 20% land is er dus 3% stedelijk gebied waar de stad overloopt in de natuur. De planeet is 80 miljoen keer groter dan de aarde, dus zelfs die 3% is vele duizenden malen groter dan de aarde, zo'n 2,4 miljoen keer groter. De kern van het stadsgebied is het probleem, want daar vloeit alle brootse energie uit voort, dus de kern moet gerecodeerd worden door de natuur. De steden moeten tot droomsteden worden, als bruggen tot de natuur, niet als vernietigers van de natuur. De steden zullen dus tuinsteden moeten worden. Meer natuur, minder stad. De dorpenstrook is betrekkelijk klein, nog geen 1%, maar dus nog wel verschillende honderdduizenden keren groter dan de aarde. Hier komt de mens in een overgangsgebied. Het is een natuurverschijnsel. Er bestaat daar geen familie, alleen vrienden.

De brootse energie is versnelde energie wat zich overmoedig kristalliseert en dan tot nazi wordt, tot kapitalist. Maar dit zal geneutraliseerd worden dieper in de natuur. De mens moet terugkeren tot de vertragende lens. Vertraging is een gevolg van verfijning. Hiertoe moet de mens tot de natuurschool gaan. Er zal dus een nieuwe pedagogiek, opvoedkunde, komen, een natuur pedagogiek. Een heleboel dingen die in de stad gebeuren zijn niet pedagogisch verantwoord. Het is ook al helemaal niet naturologisch verantwoord. De brootse idioten moeten teruggedreven worden. De brootse energie is terroristische energie, parasitaire, criminele energie, en daarom moeten de brootse idioten behandeld worden, want ze zijn een gevaar voor zichzelf en anderen. Hiervoor zijn gevangenissen, psychiatrische ziekenhuizen en criminele ziekenhuizen. Het komt in verschillende graden en er zijn groeimogelijkheden tot terugkeer in de samenleving. Het zijn dus altijd tunnelsystemen, fuiken. Er is doorstroom mogelijk. De ademhaling is ook gebaseerd op het water, op de wetten van eb en vloed. Zij die niet zijn aangesloten op dit systeem zullen sterven. Zij stikken en sterven dan, want zonder natuuradem kun je niet leven. Maar dit systeem kan ook verloren zielen tot leven wekken, als ze aan de voorwaardes voldoen. Hoofdstuk 15. De verbrootsing van de samenleving Op de witte planeet is het stedengebied ook een emanatie van de diepere natuur. Als men daar heelhuids doorheen komt, dan komt men tot de droomsteden, tot de natuursteden. De verbrootsing is een kristallisatie proces van energie die zich emaneert, zich verdicht door versnelling. Het projecteert zich als een natuurverschijnsel. Hier is de mens grotendeels onwetend over. De zorg wordt tot markt. Het zijn allemaal ingewikkelde spiegelsystemen. De mens is hierin verdwaald, en moet daarom terug tot de natuurschool. Zij die niet teruggaan zijn gewoon al onderdelen van het systeem. Zij zijn broots geworden. Zij zijn de brootse stads-idioten als tegengesteld aan de natuur-idioten. De stads-idioten hebben hun vrijheid misbruikt. Alles heeft zo zijn consequenties. De verbrootsing trekt parasieten aan. Het is als een broodmarkt. De mens wordt tot brood gemaakt, en wordt als product doorverkocht. Dit is metaforisch waarvan de tandofielen cultus een code is. Hier heb ik niet mis te verstane buitenaardse dromen over gehad al vele jaren geleden. Het is iets wat in de geestelijke wereld gebeurd. De mens wordt behandeld als een stuk brood of een taart, gebak, waarop vulling moet komen, beleg. Zo worden de gaatjes opgevuld, totdat het eindproduct klaar is en dan wordt het product verkocht aan de rijken. Dit is ook een verhalenlijn door de tweede bijbel heen. Er is ontzettend veel over geschreven. De mens is ingenomen door de brootsen. Het zijn geeneens ware idioten. De leiders van deze tandofiele cultussen zijn dus in de geestelijke wereld 'opper banketbakkers'. De mens is bedrogen door deze demonen. Ze zien niet wat er gaande is. Maar een klein onderzoek in

deze cultus zal je al laten zien wat er gaande is. Eén van de grootste truken van de duivel is je te laten geloven dat hij niet bestaat. Natuurlijk gaat het dan niet om de christelijke demonologie maar om de natuur demonologie. Het virus moet onderkent worden. De mens moet weer leren communiceren met planten, bomen en met water, door de patronen ervan, om tot inzicht te komen. De stadse communicatie is hysterisch, gejaagd en bedriegelijk, want het verdoezeld allerlei dingen. Ook de Nederlandse taal moet veranderen. Nederlandse taal, het is een onderdrukking. Zo is er de d/t krankzinnigheid, en er zijn nog veel meer grappen. De puntjes zullen dus op de i gezet moeten worden. Zoals het nu is wordt Nederland onder een betovering gehouden door het stafje van de banketbakker. Nederland is brood, hoe je het ook wendt of keert. Nederland leeft in ballingschap. De banketbakker heeft ons leren spreken, zoals hij het wil, om de betovering in stand te doen houden, maar de betovering zal verbroken worden. De Nederlandse taal is zwaar verziekt. Toch ligt er ook een pad door de Nederlandse taal. Er is ook prachtige Egyptologie in te vinden. Er zal dus een natuurpad komen door de Nederlandse taal, en dat wat gevaarlijk is zal weggekapt worden. Toch zullen we soms in deze taal moeten spreken, zoals we ook nog steeds de christelijke taal spreken. Nederland is behekst door taal, door de taalpiraten die de Nederlanders leerden spreken. Er stonden zware straffen op schrijffouten, taalfouten en grammaticale fouten. Er zal dus een nieuwe grammatica moeten komen. Laat je niet bedonderen. Nederland is een papier dictatuur, en er zijn vaker taalveranderingen geweest. Wie bepaalt dat ? Nederlanders halen graag hun informatie uit boekjes, maar een boekje zegt op zich niks. Voorouder verering is dom. Wij shamanen moeten de problemen oplossen, omdat de voorouders bij ons aankloppen om dingen die zij fout hebben gedaan te veranderen, maar naar ons wordt niet geluisterd, en wij blijven anoniem en leven in de verborgenheid. Wij stellen alleen onze geschriften op, en het Woord zal overwinnen. De voorouders worden er veel meer mee gediend als wij niet hun werken per definitie vereren, maar wij helpen hen ermee als het wordt verfijnd, doorvertaald, zodat zij ook weer verder kunnen groeien. Dit zal de natuur doen. Een shamaan op zichzelf kan daar niks aan doen, maar kan wel zaaien. De meerderheid zal niet veranderen, maar de enkeling moet veranderen. De meerderheid is allemaal bedrog. Een shamaan heeft pas meerderheden, want de shamaan is legeraanvoerder over duizelingwekkend grote legers in de onderwereld. De strijd wordt in de onderwereld uitgevochten, in de diepere natuur, waarin de shamaan slechts een kanaal is van de natuur. Het is allemaal de baarmoeder van de oerplaneet. Deze oorlogen zijn nodig om het diepere omhoog te halen. Het is een natuurverschijnsel, maar let goed op aan welke kant je strijdt. Ga je met de natuur mee of met de stad. Bewustzijn maakt bewuste keuzes, door de natuur, terwijl dat wat geen bewustzijn heeft gewoon meeglijdt met de dode massa's. We zijn allemaal verbrootst, maar er is een weg terug. Hoofdstuk 16. De Steen der Talen

Het geheugen is als een bos, de bomen de herinneringen. Zij communiceren met elkaar, groeien op en maken nieuwe bomen. Zo is het geheugen dus organisch, en blijft veranderen. De natuur zal het geheugen genezen. Alles begon mis te gaan in de Rivier van Taal, Alles werd afgesplitst, en niemand begreep de ander nog, En zo begon de grote zoektocht. De mens mag teruggaan tot het vaste oergesteente van taal, de diepte van taal. Het zijn allemaal echo's die de mens mag volgen, terug tot de natuurtaal. De natuurtaal is diep, verbindend, onderscheidend. Vanuit de steen stroomt het water van de natuurtaal, zoveel stemmen om de mens te leiden, en om de oude stemmen te doven. Het is de hogere, hemelse taal die spreekt met nieuwe plaatjes, om de oude plaatjes te doven. Er zijn talen in de talen in de talen, als de ultra taal. Zij brengen nieuwe leven. Herken de taal in de taal, de diepere natuurtaal. Alles is vastgelegd in code. Je komt er niet zomaar doorheen. Je moet de prijs betalen. De steen is zeer economisch. Zij die niet betalen komen niet binnen. Je kunt er niet om bedelen, en je kunt het ook niet stelen, of pretenderen. Je moet het zelf verdienen, op de grote puzzeltocht. Je kunt het niet met korting krijgen. Hoofdstuk 17. Het Volk van Eenlingen Jesaja 63:3 Ik heb de pers alleen getreden en van de volken was niemand bij Mij. Soms voelen we ons zo, dat we de vijand hebben gezien, en dat we tegen de vijand strijden, maar niemand is aan onze zijde. Dit zien we ook in de hof van Getsemane waar Jezus dat moeilijke lijdenswerk moest doen, maar er was niemand met hem. Al zijn discipelen sliepen. Soms zijn wij de enige wakenden op de muren. Soms hebben we dan zelfs het gevoel dat God ons heeft verlaten, en dan roepen wij het uit, net zoals David en Jezus : 'Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten, waarom juist nu ?' Maar dit is juist hoe de natuur werkt. De natuur zondert af, en neemt er slechts ééntje uit de grote massa. Deze uitverkiezing is en moet altijd eenzaam zijn, anders zou er nog teveel vleselijke beinvloeding zijn en zou alles sterven, zou alles het doel missen, misleid worden. Volg daarom nooit de massa's in het kwaad, maar wees uniek. Blijf natuurlijk, ook al gaat iedereen tegen je in. Wij moeten alleen het pad zien te vinden. Dat was ook de filosofie van Darwin en Nietzsche in de jaren 1800. Het is de voorwaarde om opgenomen te worden. Twee zullen er in het veld zijn, en slechts één zal er aangenomen worden. Twee zullen in bed liggen en slechts één zal er opgenomen worden, en de ander zal achtergelaten worden. Twee zullen malen aan de molen, en één zal er opgenomen worden en de ander blijft achter. Dit is niet letterlijk, maar beeldspraak. Het betekent dat je altijd weer verder moet, niet

blijven waar je bent, niet zijn zoals de anderen, maar op een hoger level. De ander om je heen is er om jou te beproeven, om jou proberen te misleiden, te verlokken, te verleiden. 'Kom, weest zoals ons, het zal je goed doen.' Deze beeldspraak gaat dus over alles achter je laten om te komen tot een nieuwe kijk. We kunnen en mogen nergens aan vasthouden. We zijn op doortocht. Als grote massa's je volgen en ze zijn allemaal als jou, dan kan dat ervoor zorgen dat je indut en niet verder groeit. Het menselijk denken wordt hier vaak door bedrogen. Als grote massa's je volgen, dan zouden ze je weleens kunnen tegenhouden, als een blok aan je been. Wil de mens afsterven aan het ergens bijhoren, en aan het meerderheids-argument ? Zij die ten hemel varen zijn een volk van eenlingen. Zij hebben de grote kudde's achtergelaten om te vechten tegen de onbekende, dreigende vijanden, om het ene verlorene te vinden. Zij gaan de wildernis in om te strijden tegen verwilderde leeuwen die eens de essentie van alles roofden. Diep de wildernis gaan zij in, daar waar geen ander mens durft te komen. Zij betalen de volle prijs. Oh, laat het zo zijn dat we zulke volle offers zullen brengen, opdat wij het geheim van het leven en het eeuwige leven zullen zien, wetende dat wij hierin totaal alleen zullen zijn en dit nooit aan een ander zullen kunnen overbrengen. Wij zullen de pers alleen moeten treden. Hoofdstuk 18. De Talmoed - Het Nieuwe Testament van de Joden als Commentaar op het Oude Testament (De Tenach) Ik heb altijd voor geldige redenen verschrikkelijk veel problemen gehad als kind met het Nieuwe Testament, om later in mijn talenstudie te moeten ontdekken, als taalkundige, dat er oorspronkelijk iets heel anders stond. Er is een wereld van verschil tussen het NT van het westen en het NT van het midden oosten waar het vandaan kwam. Het NT van het westen is misschien prachtig beschreven in de kinderbijbels, maar het NT voor de volwassenen bevat pure kindermishandeling. Ik ga daar nu niet verder op in, want dat heb ik al vaak genoeg gedaan, maar christelijke gezinnen worden vaak bestuurd door demonen en kinderen lopen zo zwaar psychisch letsel op. Ik kan het weten, want het is mij overkomen, en daarom had ik mijzelf ook voorgenomen om mijn kinderen nooit zo op te voeden als ik was opgevoed. Zwaar christelijke gezinnen zijn een pure holocaust voor het kind. En dan kun je daaruit ontsnappen, maar hoe krijg je het uit je ? Het Oude Testament was van de Joden, maar zij hadden een heel ander Nieuw Testament, namelijk de Talmoed. De Talmoed is een verschrikkelijk dik boek, of boeken, bestaande uit de Misjna, de commentaren op de Tenach, oftewel op het OT, en de Gemara, het commentaar op de Misjna. Het zijn dus ook weer commentaren op commentaren. In de Talmoed wordt er geleerd veel voorzichtiger met religie om te springen, en is het ten eerste allemaal beeldspraak, vanwege het feit dat de Israelitische talen nu eenmaal vol zitten met symboliek. Het boek Berachot in de Talmoed betekent het contact maken met God. God is overigens een werkwoord in het Hebreeuws, zodat de mens er zelf bij betrokken is, en niet alles op een andere persoon projecteert. De persoonlijkheid van God is dus als een metafoor om dit werkwoord te belichamen. God is dus een woord voor de bron van het goede waaraan de mens zelf

ook deel mag hebben. In hoofdstuk 5 van Berachot wordt beschreven dat wanneer een mens zal bidden, contact maken met God, dan moet de mens dat in nederigheid doen, en eerst een uur stil zijn voordat hij zijn mond opent, zodat hij zich eerst geheel op de juiste bron kan richten, opdat hij in zijn gebed ook door de juiste bron geleid wordt. Eerst moet er namelijk verbinding in het hart komen met God voordat je gaat bidden, want anders zou je bidden vanuit je vlees. Natuurlijk is dit symbolisch. De mens moet eerst leren luisteren, leren af te stemmen, voordat hij zijn mond open trekt. Bidden is vaak zelfbedrog, maar luisteren kan dit voorkomen, en luisteren betekent in diepte dat je je richt op de tussenstappen, zodat je geen belangrijke stappen overslaat. Dan staat er dat als de koning zou langskomen dan zou je niet groeten, en al zou er een slang zich om je enkel heenslaan, het zou je niet moeten verstoren. Dit laat zien hoeveel afleiders er kunnen zijn als we in contact willen komen met de hemelse bronnen in onszelf. Er zijn veel krachten die ons hierin willen beinvloeden, zodat we niet meer naar de hemelse natuur luisteren. Er zijn veel afleiders. Daarom moet de mens dus zo diep de stilte ingaan totdat al het andere van ons losknapt. Het uur van stilte is een symbool van de volkomenheid. Trek je mond niet los voordat je op de hemelse bron bent aangesloten, totdat je stilte volkomen is geworden. De mens is geroepen geinspireerd te leven. Zo niet, dan zullen andere krachten de mens leiden. Bidden betekent dus communiceren met de innerlijke natuurbron, als een kind die aan de borst ligt. Staat de mens open voor de hemelse opvoeding ? Dan moet de mens eerst stil worden, van de hemelse melk drinken, en niet zomaar spreken en rondrennen. In het verhaal van Maria en Martha zat Maria dichtbij God om naar God te luisteren, die in hun huis was gekomen, maar Martha rende allemaal rond om het iedereen naar de zin te maken. God zei toen dat Maria het beste deel had gekozen. God is dus een werkwoord voor de natuurbron die zich diep in ieder mens bevindt. De mens is het huis van deze natuurbron, van God. Eerst moet de mens dit binnennemen en er gevoelig voor worden en blijven, opdat dit werk ook door de mens heen mag vloeien naar andere mensen toe. Daarom gaan we in ons leven soms door moeilijke tijden heen opdat we leren luisteren, leren dieper in onszelf te gaan op zoek naar die natuurbron, opdat we gevoeliger ervoor worden. Hoe gevoeliger we daarvoor worden, voor die natuurbron, hoe ongevoeliger we worden voor de vleselijke meningen en vleselijke wensen van de ander die ons van dit pad wil afleiden. Ook al is het de koning, je buigt niet voor hem, en ook al is het een slang, je laat het je niet tegenhouden met God in contact te blijven. Je laat je niet uit je stilte trekken. Dat wil niet zeggen dat het je geen pijn meer kan doen. Integendeel. Soms wordt de pijn nog wel erger als je besluit het goede te volgen en naar het goede te luisteren. Maar het blijven in de stilte betekent dat je volhard in je goede beslissing om te luisteren naar de natuurbron, en van de natuurbron te drinken. Hoofdstuk 19. De Onderliggende Lagen van het NT - Anubis, de Wachter en Gids van de Talmoed Deze maatschappij is zo ingericht dat de mens wordt aangespoord om met een ander mens te trouwen, allemaal voor een markt, maar God, de Gnosis, oftewel de hemelse kennis, is voor hen gebakken lucht. Als eerste moet de mens een relatie krijgen met de hemelse natuurbron, met gnosis,

met God, want deze beelden de nodige tussenstappen uit waardoor de hemelse wetten werken. Het leven is ingewikkeld. Er zijn teveel wetten die de mens niet kent. De hoogmoedige, goddeloze, natuurloze mens zal zich hieraan niet storen en gewoon zijn leven leven, maar hierom is er de noodzaak dat de mens eerst aan zijn ego sterft, om aangesloten te worden op de hogere bronnen. Kennis begint dus daar waar je toegeeft niets te weten, en zelfs bang bent zomaar dingen te doen. 'De Vreze des Heeren is het begin van de kennis,' zelfs het hoofd, oftewel het belangrijkste, van de kennis in de Israelitische talen. Als er geen angst is om dingen verkeerd te doen, oftewel voorzichtigheid, dan ga je juist dingen verkeerd doen. Ook met het Oude Testament van het westen heb ik veel problemen gehad als kind, alhoewel niet zoveel problemen als met het Nieuwe Testament, maar in mijn studie kwam ik erachter dat er in de grondtalen van het midden oosten wat anders stond, dat het metaforisch was in plaats van letterlijk. Het westen heeft alles verletterlijkt, en zo werd het een gevaarlijk boek. Hier heb ik ook veel over gesproken. De wetten in het OT zijn dus niet leterlijk, maar wijzen dus op hemelse wetten die de mens niet kent. Als iemand zijn broer sterft dan is er het zwagerhuwelijk tussen die persoon en de vrouw van zijn overleden broer, dus die persoon neemt dan het werk van zijn broer over, zodat er nageslacht zal zijn. Daar zijn ook weer allemaal ingewikkelde wetten voor, maar waar het om gaat is om dit als een beeld te zien van de relatie tussen God en mens. De broer is namelijk in sommige opzichten een schaduw en ook het beeld van het ego wat moet sterven alvorens een mens in contact met God kan komen. Adam moest eerst in een diepe slaap vallen alvorens hij tot Eva (havah) kwam. De broer is een beeld van 'het andere', als een onderdeel van de mens zelf, en door de 'dood' komt de mens tot nieuw gebied, vreemd gebied, wat hij nog niet kent. 'Dood' is dus niet letterlijk, maar symbolisch voor verdieping, tot een dieper level komen. Zo beeldt het zwagerhuwelijk dan ook de exogamie uit, de relatie met iemand buiten de eigen stam, of in dit geval met God, de verborgen kennis, het onbekende. Deze dingen gebeuren ogenschijnlijk letterlijk om ons heen : de dood van een familielid of iemand die dichtbij ons stond, die was als een broer of zus. Dan zijn ze ineens weg, maar wij weten wel beter : het is symbolisch. Er is dus rouw, maar ook kennis. Zij komen samen. Zo kunnen we ook beter het verhaal van Kain en Abel begrijpen en het verhaal van David en Uria. Ze kunnen zowel positief als negatief uitgelegd worden. Deze geschriften zijn zwaar dualistisch. 'Sterven' moet je dus leren zien als 'vertalen' en 'verdiepen'. Als je dat niet doet, wordt je gek, en kinderen worden vandaag de dag totaal gek gemaakt door het materialisme wat zegt 'dood is dood'. Nee, dood is helemaal niet dood. Dood betekent in de Israelitische talen gewoon het verminderen opdat er plaats is voor een nieuwe kijk, zoals Jezus de dood een soort slaap noemde. Wanneer wij slapen zullen wij nieuwe dromen dromen. Verminderen, afstand doen, om zo te verdiepen. De letterlijke dood bestaat niet. Alles gaat over in andere energie vormen die de mens nog niet kan oppikken, maar die de mens mag leren oppikken. Het westen heeft deze context niet, omdat ze de talen niet kennen. Ze drijven markt met hun producten, en ik heb veel contact met Israelieten gehad en zij lachen daarom, wat het westen van hun geschriften hebben gemaakt. Ik kan er nu ook om lachen, maar het is een nachtmerrie geweest, en nog steeds moet de mens in het westen van deze nachtmerrie ontwaken. Zowel de tenach (OT) als de talmoed spreken ervan dat deze geschriften vol zijn met contrast-verzen, waardoor ze nooit eenzijdig en geisoleerd uitgelegd mogen worden. Toch doet het christendom dit maar al te vaak, omdat ze deze dualistische talen en hun symbolieken niet kennen. De christen is in het westen doodgegooid met letterlijkheden en oppervlakkigheden waardoor hij het oorspronkelijke niet verstaat en niets op diepte kan peilen want dit wordt voor hem afgehouden en heeft zo zijn leven tot een hel gemaakt. Die hel gaat iedereen doorheen, maar het gaat erom de hel te vertalen. Vandaar dat we dus ook niet zomaar aan deze geschriften kunnen ontkomen. Het is overal om ons heen, en het blijft gevaarlijk totdat we het verwerkt hebben. Het afschuwelijke offeren in de bijbel bleek ook metaforisch te zijn, en gewoon een beeld van de

gehoorzaamheid, en van de demonologie die het ego laat afsterven, dus eigenlijk doorvertaalt, sorteert, tot zuivere vormen. Christenen storen zich vaak niet aan deze metaforiek en blijven gewoon hun kinderen dierenlijken voeren, hen opsparende voor allerlei kanker en hartziektes, want die kans wordt zo in principe een paar keer verdubbeld. 'Ja, het staat allemaal in de bijbel,' zeggen ze dan. Ja, en slavernij staat ook in de bijbel, en het vermoorden van ongehoorzame kinderen. Vandaar dat het belangrijk is dit niet meer letterlijk te nemen en hier een duidelijke uitleg voor te geven, anders blijven er grote gevaren boven onze hoofden hangen. En de mensen moeten weten dat het slechts verhalen zijn, boeken. 'Ja, maar dit, en ja maar dat,' zeggen ze dan. Bottomline is dat ze het niet zomaar wegdoen, dus het moet wel veranderd worden. Er moet wel mee gewerkt worden, want het gaat niet zomaar weg. Maar er moet dus duidelijkheid komen, wat er aan de hand is, en waar we naartoe moeten. Het offeren is een beeld van het loslaten en het toetsen. Telkens weer wordt er in de grondteksten gesproken over het gebruiken van de urim in verband met het offeren, wat vaak slap vertaald wordt als 'vuur', maar de urim is dus een toetssteen. 'Toetst alles en behoudt het goede.' Zelfs als het sabbath is, oftewel het leren leven vanuit het legen en verminderen, moet er geofferd blijven worden, en de 'doodstraf' werd ook gewoon uitgevoerd op de sabbath : Exodus 21 14Doch wanneer iemand misdadig handelt tegen zijn naaste en hem met list doodt, dan zult gij hem van mijn altaar weghalen, opdat hij sterve. Laten we goed in de gaten houden dat al deze teksten in de 'erets' gebeuren, dus de onderaardse onderwereld, in de geestelijke wereld dus, waar de mens strijdt tegen zijn eigen vlees, zijn ego, en ook zijn vlees moet doden, kruisigen. Als de urim een bepaalde karakter-eigenschap heeft ontmaskerd die slecht is, dan moet deze karakter-eigenschap doorvertaald worden. We zijn dan namelijk ergens vastgelopen. In die zin moet het ego 'de doodstraf' krijgen, gewoon in de sabbath. Het is dus allemaal beeldspraak. De dood is een beeld van transcendentie. Juist de sabbath is het voorportaal voor deze dingen, dus in de volkomen stilte kunnen deze dingen gebeuren, kan het reflecteren en het diepste omhoog halen. Het zijn dus hele diepe psychologische verzen die introspectie ten doel hebben, oftewel zelfreflectie binnen de eigen psyche. Het is het ontdekken van de natuur van de psyche, van de ziel. Al deze dingen moeten geinternaliseerd worden, eigen gemaakt worden, anders blijven het bedreigingen. Maak er je filosofische en psychologische sieraden van. Het is allemaal creatief materiaal, droommateriaal. De sabbath is dus niet passief, maar ook een oorlog, wat ook de betekenis is in de Hebreeuwse wortel. Het ego moet in de sabbath vernietigd worden. De oorlog is dus geestelijk, filosofisch. De oorlog is een vertaalproject. De Gemara, het commentaar op de mishna, betekent compleet maken, voleindigen, binnen de Talmoed. Dit is ook wat Gomer betekent, de vrouw van Hosea, en de reden waarom Hosea tot haar moest komen. Het commentaar moet compleet gemaakt worden, zodat er geen misverstanden meer over bestaan. Als we kijken naar het hele Mozes verhaal dan had het een veel diepere laag in Egypte. Als de mens door de metaforische 'dood aan zichzelf' verlost werd van zichzelf, en zo de onderwereld inging, de aarde, dan gebeurde dit door Anubis, de zwarte jakhals, hond of hyena. Hij was de gids van de doden, van de uittocht, de exodus, wat Mozes later werd in het Judaïsme. Anubis balsemde de dode, en mummificeerde de dode, en nam zo de ziel van de dode mee tot de wet in de onderwereld, tot Duaty, Thoth, zoals Mozes ook de mens tot de wet leidde in de uittocht. Mozes liet het volk door de zee trekken als een beeld van de balseming door Anubis. David, Dowd in de Hebreeuwse worteltekst, komt van de Egyptische Duaty, en was een personificatie van de wet. Jezus was een personificatie van de wet in het NT. Zoals Anubis en Mozes leidde Johannes de Doper het volk in

de woestijn tot Jezus, tot de wet van het NT. Dit begon bij de doop in de Jordaan. Ook Jezus werd gedoopt in de Jordaan door Johannes de Doper, ging het watergraf in, als beeld van de balseming van de aan zichzelf gestorvene. Door de Wet werd het Woord tot sieraad gestrekt. Het zijn de twee vleugels van de ibis die niet zonder elkaar kunnen, en die hun compleetheid krijgen in de Gemara, in Gomer dus, waartoe Hosea moest komen. Dit is een diepte-commentaar, 'het commentaar op het commentaar'. In die zin is Anubis altijd een wachter van de Talmoed geweest, en een gids. Het christendom heeft deze lagen allemaal vergiftigd, en zette het NT van het Westen op een voetstuk om deze lagen verborgen te houden. Vannacht had ik een droom over Nepthys, de moeder van Anubis. Zij sprak over de vergiftiging van Anubis, en ik kwam in de keuken en zag Anubis met zijn hoofd onder de kraan liggen, en het stroomde maar door. Hij was helemaal verstijfd. Ik dacht toen : 'Als hij maar niet dood is,' en greep hem toen onder de kraan vandaan, uit de wastafel om hem tot Nepthys te brengen, en toen leefde hij weer. De weg onder het NT van het westen, door het originele Aramese NT, want Aramees was de taal van Jezus, zelfs in het Grieks bewaard gebleven, leidt helemaal terug tot de onderliggende laag van het NT van de Joden, wat dus veel dichter bij het OT ligt en bij de oorspronkelijke rijkdom van de Israelitische en daardoor ook de Egyptische talen. Zij die alleen maar het pad van het NT van het Westen volgen verkeren dus in tunnelvisie. Wij mogen komen tot het meervoudige spoor om zo aangesloten te worden op de buitenaardse natuur van een veel grotere context die eens geboorte gaf aan de aarde. Anubis leidde terug tot het hemelse woord, tot duaty (thoth) in de duat (onderwereld), zoals in het westen nog steeds het woord 'deity' wordt gebruikt om de hemelse natuur aan te duiden, en de metaforische belichaming en personificatie daarvan. Anubis, als de hond van god, is een beeld van getrouwheid, van het pioneren en volgzaam zijn, als een beeld van het vinden van water in de woestijn, want daar zijn honden voor. Het zijn spoorzoekers. Deze onderliggende laag van het NT, oftewel het Joodse NT, de Talmoed, is de schakel tussen het NT en Egypte. Hoofdstuk 20. De Krokodil van God : Sebek, de Klok en de Diepte van de Talmoed We kijken om ons heen en zien een doorgedraaide wereld. Mensen grijpen overmoedig alles wat los en vast zit als in luilekkerland en gebruiken dit om te pronken, en eigenlijk om anderen te verleiden om dat ook te doen, zodat ze kunnen zeggen : 'Iedereen doet het,' als een soort pseudo-excuus, maar dat is wel het domste excuus ooit. Verminderen, verminderen, afremmen, vertragen, nog meer verminderen, dieper in jezelf komen, alles loslaten, totdat je bij de innerlijke natuurbronnen komt, waar dingen vanzelf op een natuurlijke manier opwellen. Het bestaat. Ik heb het zelf meegemaakt. Maar het komt niet als je je ergens halverwege laat verleiden. Het vereist dus discipline, en het is het mooiste wat er is. Je moet dus in het verminderingsproces minderen totdat je door de dimensionale grens heengaat, en dan wellen er vanzelf dingen op, en die kun je dan ook niet tegenhouden, want het zijn de wetten van zaaien, ontkiemen en bloeien. Kan een bloem dit proces tegenhouden ? Het is niet tegen te

houden. Het is een heel zuiver proces. Maar als je zelf dingen gaat grijpen en je stopt ergens halverwege met het minderen, met het dieper in jezelf gaan en met alles loslaten, dan wordt dit proces onderbroken, en ben je geen bloem meer. Dan neemt de natuur afscheid van je. Dingen kunnen alleen zuiver groeien vanuit het niets, vanuit het gaan over de dimensionale streep. Je vermindert en vermindert totdat de illusie breekt, en het hemelse doorbreekt. Dit is ook waar Iythamar, de jongste zoon van Aaron, voor staat. Zo komt een kind terug tot de moeder borst. Dit is waar de tweede zoon van Aaron voor staat, Abihu, want dit betekent moederskind. Om hier te komen moeten er dus offers gebracht worden. De mens moet zijn status en eer inleveren, zijn aanzien, om zo gezaaid te worden op de hemelse akker, op de bloedakker. Dat is waar in diepte het boek Leviticus over gaat, en ook het Talmudische boek Zevahim, over het metaforische offeren, wat dus in eerste instantie altijd een zelf-offer is, wat ook de betekenis is van de naam van de oudste zoon van Aaron, Nadab. De derde zoon, Eleazar, is de opname, de heilige gebondenheid, de ervaring die je hebt als je door de verminderings-grens heenbreekt, waardoor je daadwerkelijk 'sterft' aan jezelf. Het is de mooiste en belangrijkste ervaring die er bestaat. Je wordt hierdoor niet op een aardse manier gelukkig, van huisje, boompje, beestje, want je ogen gaan open en je kan door alles heenprikken. Je ziet de demonische krachten aan het werk. Maar je wordt dus wel 'geleerd', en dat is uiteindelijk het ware, eeuwige geluk, het geluk door het kruis, het geluk van de hemelse kennis. Het is bitter-zoet. Je sterft een bittere dood aan jezelf, opdat je wijs wordt. Het ware geluk is de wijsbegeerte, waar je alles voor opgeeft, zoals de man die alles verkocht om die ene juweel te bemachtigen, de steen der filosofen. In de Talmoed wordt gesteld dat er offers zijn die niet voor een ander gedaan kunnen worden, en andere offers weer wel. Er zijn offers om verzoening te doen voor overtreding van de geboden, en ook offers om verzoening te doen voor overtreding van de verboden. De Israelieten doen geen letterlijke offers. Ze benadrukken met klem dat het om de offers van de lippen en het hart gaat, en dat het metaforisch is. Er is geen vergeving van zonden door letterlijke offers, maar alleen door bekering, door wat je verkeerd hebt gedaan goed te maken. Dat is dus het ware offeren : het afleggen van de zonde. Dit is een geestelijke oorlog, een oorlog van kennis, om terug te keren tot de hemelse bibliotheken. Ook zijn er gelofte-offers, de offers van volharding, die nodig zijn om over de dimensionale streep van vermindering te gaan. Dit zijn volkomen offers. De Talmoed heeft zijn eigen poortwachters en niet alle poortwachters zijn goed, en niet alle Israelieten zijn goed. Er zijn ook materialistische Israelieten die nog een hele letterlijke uitleg van de wet hebben, en die ook niet terug zijn gegaan tot de achterliggende introspectieve Egyptische filosofie, de wortels van de Tenach en de Talmoed. Er is dus een materialistische Talmoed en een geestelijke, filosofische Talmoed. Talmoedische demonen zijn overal, de poortwachters die overwonnen moeten worden. Amalgaam is bijvoorbeeld een Talmoedische poortwachter. De offerdienst was oorspronkelijk een metaforische taal, maar de christenen begonnen dit een andere invulling te geven. Het is daarom belangrijk om terug te gaan. Er zijn enorm veel regels in het Judaisme en in de Talmoed die laten zien wanneer een offer niet geldig is. Er is dus een duidelijke demonologie in het Judaïsme, maar die ontbreekt bijna geheel in het christendom, omdat de wet afgedaan is. Zelfs Jezus stelde dat de wet niet heeft afgedaan, maar dat de wet zou worden vervuld, compleet gemaakt, verdiept, en dit gebeurt door de commentaren. We kunnen het dus niet zomaar allemaal weggooien, maar we moeten ervoor waken dat we het niet verletterlijken. Op het offeren van vreemd vuur stond de doodstraf. Er waren regels voor het offeren. Natuurlijk waren deze regels en ook de dood niet letterlijk. De dood is in het Hebreeuws 'het minderen', dus het was een beveiligings-mechanisme. Als een kind bijvoorbeeld zijn hand te dicht bij het vuur houdt, dan doet het pijn, zodat het kind de hand terugtrekt. Als dat niet zou gebeuren, dan zou de

hand van het kind afbranden. Ouders die dus hun kinderen niet tuchtigen en geen veilige grenzen voor hun kinderen aanleggen staan dus schuldig aan het verminken van kinderen, net zoals Eli die zijn kinderen niet wilde tuchtigen. Als een kind nooit een grens voelt, en nooit even wat pijn voelt als het gevaarlijk wordt, dan krijgen demonen vrij spel. De hele wereld gaat door deze verloedering heen. De demonologie wordt niet meer geleerd, de tucht niet, en zo ook het kruis en de heilige vreze niet, die er allemaal waren om onze kinderen te beveiligen. Het is één grote kinder offering aan de duivel, en die brengt dus daadwerkelijk letsel aan de kinderen, zwaar psychisch letsel. Het christendom gaat allemaal om geloof en geloof, en daarmee proberen ze alle belangrijke regels en kennis te doven. Er zijn geen verkeersregels meer. Maar daaruit groeit wel een aardse wet uit voort, een duivelse wet. De wetteloosheid werkt samen met de valse wet, de wet van overmoed. De Israeliet leeft niet vanuit blind geloof, maar vanuit practische bekering, waar de gecompliceerde offerdienst een beeld van is. Er mogen geen fouten gemaakt worden. De christen heeft het voor elkaar gekregen die hele grote Israelitische cultuur een hele eigenaardige en wereldvreemde interpretatie te geven, terwijl de christen nooit de moeite heeft gedaan deze cultuur te leren kennen. De christen is een rover. Ook de Egyptische context is de christen vaak vreemd. En zo komen ze tot conclusies dat er geen vergeving is zonder bloedvergiet, en dat daarom Jezus moest sterven, anders zouden ze allemaal voor eeuwig gemarteld worden in de hel. Hoe komen ze daarbij ? Iedereen hier in het Westen praat de ander maar na, allemaal uit hun eigen boekjes. Ze praten zichzelf helemaal de problemen in met deze dingen. De Israelieten lachen hierom, en weten dat het een vloek is die op de christen kwam toen hij zomaar ongevraagd van deze cultuur ging roven. De christen doet net alsof het oude testament van hemzelf is. Je kunt niet zomaar allerlei relikwieën uit tempels gaan lopen roven, want je wordt dan daadwerkelijk krankzinnig. Ze kunnen er niet mee omgaan, zijn er niet voor geroepen, en toch maar doen. Het zijn moordenaars die denken door een tweede moord te plegen het allemaal weer goed te kunnen maken. En als kind wordt je hier helemaal mee doodgegooid, maar dan mag je het ook weer op een andere manier bekijken vanuit de Talmoedische kennis. De Israelieten raken de Tenach, het OT, niet eens aan zonder de Talmoed, omdat ze weten hoe gevaarlijk het is, hoe snel je dingen verkeerd kan interpreteren. Daarom kwam er ook in de 80er en 90-er jaren de profetisch-charismatische beweging opzetten in de christelijke kerk, opdat de bijbel gelezen zou worden vanuit het oogpunt van de profetie, vanuit de hemelse interpretatie, maar veelal werd de bijbel nog boven profetie gesteld. De bijbel bleef de afgod van de christelijke kerk. Talmoed betekent studie. De Talmoed wordt niet gelezen, maar bestudeerd, en de Talmoed bevat vraagstellingen en discussies tussen rabbi's, vol van tegenstrijdigheden, vol contrasten, voors en tegens, die de verschillende facetten en structuren, de verschillende lagen en seizoenen, van tenachteksten laat zien. Het is dus min of meer een orakel, zoals de bijbel dat ook is, waardoor de student de noodzaak in gaat zien om terug te keren tot de natuurbron, tot God, voor een heldere kijk. Dat is de bedoeling van de chaos van de Talmoed. Het is ervoor om het denken van de student te verwarren, zodat de student geen vooroordeel kan scheppen of een overmoedige interpretatie. Het gooit de student in het diepe, en alleen God kan redding en opheldering geven, wat in principe gewoon de studie zelf is. De studie is God, en waar de studie stopt, daar worden de gaten in het schip geslagen. Deze studie is dus niet letterlijk, maar abstract en profetisch, natuurlijk. Deze hemelse natuur ligt verborgen in de Talmoed, maar eerst moeten de poortwachters verslagen worden, net zoals Ra de poortwachters van de verschillende uren van de onderwereld moest verslaan, opdat hij wedergeboren zou worden. De studie is dus niets waard zonder de demonologie. De Talmoed is als een beeld van de Israelitische onderwereld waar de aan zichzelf gestorven ziel van Ra doorheen trekt, met Anubis, zijn hond, als zijn gids. Ra wordt ook Avu genoemd in de onderwereld, waar het Israelitische Jah-avu, Jehovah, vandaan komt. Door de hele Tenach heen reist Jah-avu om te strijden tegen de diverse poortwachters om kennis te vergaren. Ook wordt Ra, Rw, gebruikt in de Aramese bijbel als Rw, de heilige geest. Het is niet om letterlijk te nemen, want in de oertaal van de matriarchische en matrilineale amazones was de R de letter van de psalmen die de hemelse cyclussen weergaven, de institutionele literaire kunsten. Die waren allereerst schriftelijk

en oraal, hieroglyphisch, en pas daarop volgend muzikaal. De eerste oorsprong is filosofie, de tweede oorsprong is de natuur, en pas de derde oorsprong is het muzikale. De stad heeft deze volgorde omgedraaid, en dat heeft toegang gegeven aan verschrikkelijke demonen van Rigil Kent. Het muzikale mag nooit op zichzelf staan, en is dus ook nooit de hoogste kunst, want dat is de filosofische literatuur die zich als eerste uitdrukt in de natuur, de wildernis. De zogeheten 'overmuziek' of 'muzikale suprematie' zorgt ervoor dat er allerlei belangrijke tussenstappen worden weggevreten. Daarom moet Anubis de mens terugleiden tot de natuur, waarin de mens verder kan afsterven aan de stad. In de Tenach is dit dus Mozes die de mens door de zee en de wildernis leidt tot de hemelse wet. Dit pad ligt ook vastgelegd in de Psalmen, in R, Rw. Psalmen zijn dus allereerst literaire constructies. als literaire 'tijd'. Ware muziek vloeit voort uit de stilte. Muziek is een metafoor voor timing, en daarvoor moet de mens eerst heel diep in de onderwereld gaan, zoals Ra, tot dat reusachtige moment in de Egyptologie waarin Ra verandert in Sebek, de krokodil, een beeld van door timing, oftewel door de tussenstappen, want dat is wat timing betekent, komen tot de diepte-exegese, het commentaar op het commentaar, totdat het tot compleetheid en voleindiging is gekomen. Timing is er niet zomaar en mag ook niet geforceerd worden, maar ontstaat in het minderen en afremmen, zodat de natuur weer over kan nemen. Door het afscheiden ontstaan de tussenstappen, worden de tussenstappen zichtbaar, en ontstaat er onderscheiding. De hond van God, Anubis, leidt dus uiteindelijk terug tot het water en tot de krokodil van God, Sebek, een beeld van de klok en de diepte van de Talmoed. Hoofdstuk 21. De Talmoed Sleutel tot decodering van het Egyptische Khnum Mysterie Ik weet wat coma's zijn en bijna-dood ervaringen, en dat de ergste duivels op je af worden gestuurd om je om zeep te helpen, tot het punt dat je je helemaal schaakmat gezet voelt. Ik weet wat het is om grote geheimen met je mee te dragen omdat praten te gevaarlijk is. De hemel is onderdeel van de onderwereld, het resultaat van het gaan door de onderwereld, en dat is een shamaanse missie. Vandaar dat we soms hard geslagen worden in het leven opdat we ontwaken tot die andere, diepere wereld, tot een heel ander ritme, 'the beat of a different drum'. Ik bevond me in een woestijn, heel lang geleden. Ik was zeer diep gegaan, en was in tunnels onder de woestijn terecht gekomen, maar alles liep vast, totdat ik ergens een hieroglyph zag van een ram, van Khnum, met zijn gedraaide hoorns, die alles terugdraaiden, en zo kreeg ik doorgang. Het is een groot mysterie in de onderwereld, dat Ra tot Afu wordt, de man met het ramshoofd, en zo de onderwereld doorgaat. Dit is het sterrenstelsel van de Ram, Aries, of het Lam, wat later door Christus werd overgenomen. De gedraaide hoorns van de ram werden ook uitgebeeld door de doornenkroon, wat dus belangrijk was om alles weer terug te draaien, om alles weer te sorteren. De ram is de ba in de Egyptologie, de ziel die langzaam in een vogel verandert om zo de onderwereld in te gaan. De ba is ook de put tot de onderaarde, en een beeld van de modderman (camouflage). Khnum, de Egyptische ram als beeld van de schepper, de pottenbakker, een vorm van Ra, komt ook

voor in de mythe van de zevenjarige hongersnood waarin de Nijl niet meer overstroomt en alles onvruchtbaar wordt. In de droogte komt Khnum en draagt het volk op een tabernakel voor hem te bouwen, zodat de Nijl weer zou overstromen en het land weer vruchtbaar zou zijn. Ook moeten ze vanaf dan tienden betalen en tol, voor de tabernakel. Khnum of Chnoem is dus ook een beeld van het gaan over de verminderingsgrens, waardoor de bronnen van de natuur opwellen. In de Talmoed is er het boek Kinnim, vgl. Khnum, knm, wat over de vogel offers gaat. In de Israelitische talen is de vogel het beeld van het volk zelf, het zelf, en de initiatie en hierarchie. Het boek Kinnim stelt dat als er offervogels door elkaar werden gehaald, dan kon dat de offering in een bepaalde mate ongeldig verklaren. Als er dus vogels werden verdraaid dan kon dat de offering afkeuren. Als bepaalde tussenstappen ontbreken, dan treedt verdraaiing vanzelf op en stopt het offer. Het vogeloffer is het zelfoffer. Als er vogels worden verdraaid, dan worden veel offers verboden, oftewel als de mens gaat projecteren, dan wordt het offer ongeldig. De mens moet onderscheiden tussen zelf en ander en eerst bij zichzelf beginnen. De mens moet eerst zichzelf tuchtigen en disciplineren voordat hij dat bij de ander kan doen. Vgl. het verhaal van de balk en de splinter. Er moet dus balans en onderscheiding zijn bij het offer. Er mogen geen tussenstappen ontbreken, en er moet een goede inventaris zijn, een juiste volgorde en onderverdeling. De horens van de ram zijn er voor om alles weer tot de oorspronkelijke orde terug te draaien. Daarom moet de mens ook de doornenkroon dragen als beeld daarvan. Door de doornenkroon, het lijden van het hoofd, het verstand, worden de tussenstappen zichtbaar en de juiste hierarchieën en volgordes. Zo ontstaat er een juiste balans tussen zelf en ander, en kan de Nijl overstromen om alles vruchtbaar te maken op zijn tijd. Hoofdstuk 22. De Engel Michon Het verdraaien, verwisselen, van de offervogels, het zou de grootste ongelukken geven volgens de Talmoed, dus in een bepaalde mate gaat het offer dan niet door, en dat is maar goed ook. Wat is die verdraaiing ? Het kan heel subtiel gaan. De mens projecteert soms dingen op God die hij zelf moet doen, of hij projecteert schuld op iemand anders terwijl de schuld bij hem zelf ligt. Dit is allemaal het verdraaien van de offervogels. Er zou zo vreemd vuur gebracht worden, en daarbij zouden doden kunnen vallen. Daarom geeft de Talmoed deze waarschuwingen. Een offer moet volkomen zijn. Daar zijn allerlei regels voor. In de aardse emanatie is veel verletterlijkt, vooral in het Westen, daarom moet het ram-principe alles terugdraaien, wat het belang laat zien van het Chnoem, Khnum, mysterie in de onderwereld, dat reusachtige moment waarop Ra in Afu verandert, wat later Jah-Avu, Jehovah, werd in het Judaïsme, maar weinigen weten wat het betekent. De Talmoed is een buitenaardse code die op aarde werd geëmaneerd. Zoals Egypte een reusachtige planeet is oorspronkelijk, zo is Talmoed dit ook.

In een droom was ik in de badkamer, en ik hoorde dat er iemand binnen was. Ik ging kijken en zag dat de voordeur op een kier stond, en toen kwam er een vriendelijke politie agent binnen. Ik was nog niet aangekleed dus ik liep terug naar de badkamer en nam wat kleren van het droogrek, maar dit waren allemaal versleten kleren met gaten, alhoewel van een hele fijne stof, en het waren verder prachtige kleren van de natuur. Het kwam wel even in me op dat ik droomde, en dat het iets buitenaards was, want ik wist dat ik eigenlijk nog sliep. Ik liep toen door de gang naar de huiskamer toe en die zat vol met kinderen en wat ouders, ook babies. Er werd gezegd dat het te maken had met een vragenlijst voor ouders die ik eens bij de supermarkt had ingevuld. Er kwam een jongen op me af die het had over rente. Ik wist niet wat er gebeurde maar ik kon niet anders dan deze jongen te omhelzen, en ik aaide hem over zijn haar. Het was een Talmoedische engel van de planeet Talmoed. Hij deed niet uit de hoogte of onbenaderbaar, maar hij was eenvoudig. Hij had ook geen sokken in zijn schoenen. Verder had hij jeugdige kleren aan en geen poespas. Zijn naam ? Michon. Hij bracht mij in contact met andere Talmoedische engelen, die heel veel leken op de mensen om mij heen, maar dan in hun zuivere vorm. Ze leken zelfs op mijn vijanden, maar dan op een hele andere manier, van een parallelle realiteit waar het mijn vrienden waren. We gingen naar een centrum waar ieder z'n eigen woning had. Er waren ook Talmoedische tandartsen die tegengesteld aan de aardse tandartsen werkten. Zij moesten namelijk alle aardse troep in de monden weer verwijderen, en behandelden de mens alleen op een ongedwongen en natuurlijke manier. We zouden in zo'n Talmoedisch centrum een kijkje nemen. Dat centrum was verderop achter een natuurgebied. We zouden daar ook logeren, want Talmoedische tandartsen zijn gastvrij en helpen mensen alleen op vriendschappelijke basis. Je wordt dan zelfs deel van hun gezin. Je wordt dus niet als een nummer of een stuk vuil behandeld, maar precies het tegenovergestelde. De talmoedische tandartsen zijn ook vereist om op deze basis te werken. Ik bemerkte ineens een zekere haast. De anderen zeiden dat ze zo zouden gaan, maar ik was totaal mijn orientatie kwijt. We zouden daar dus logeren, maar ik wist niet welke spullen ik mee moest nemen. Ik moest mezelf even klaar maken en orienteren, maar ze zeiden dat er in het centrum waar we nog waren een orkest van klassieke muziek zou komen, en zodra ze beginnen te spelen dan moest je blijven waar je was. Het was een soort Beethovens orkest, maar ik had zoiets van : 'Ik ga daar gewoon langs.' Ik vond het vreemd. Toen was er een stuk wat ik me niet meer kan herinneren, maar we kwamen uiteindelijk aan in dat andere centrum achter het natuurgebied waar de talmoedische tandartsen bezig waren het duivelse werk van de aardse tandartsen te vernietigen. Ze hadden daar allemaal apparaatjes voor. Mensen kwamen daar en in hun monden zat allemaal zachte troep wat van de buitenkant leek alsof het hard was, maar het was zacht, en het was zoet, als taartvullinkjes, door aardse en duivelse tandartsen aangebracht. Het was er gewoon aangeplakt. Het hield de tanden onder een soort betovering, en zorgde ervoor dat de mens telkens weer terugkeerde naar de duivelse, aardse tandartsen, dus de talmoedische tandartsen moesten die rotzooi verwijderen en gaven natuurlijke herstelmiddelen. De droom eindigde en liep over in een andere droom waarin we naar de zee gingen, en vanaf een heuvel kon ik de prachtige 'witter dan wit' vissen zien die daar rondsprongen, een soort dolfijnen. Dit was dus allemaal op de planeet Talmoed, een hemelse planeet.

Hoofdstuk 23. Pas Op Voor de Muffins Voordat ik die droom had had ik een andere droom over de planeet Talmoed. Het ging over een globale Amerikaanse superster die geliefd was in alle culturen en religies en hen in principe tezamen bracht, dus we spreken over iets massalers dan Jezus of Mohammed, als een soort Krishna of Osiris, maar hij was en is ook verschrikkelijk gehaat en vervolgd. Hij was niet één met de massa's. Hij was uniek en een pionier, en in het huidige tijdperk één van de grootste fenomenen die de wereld heeft gekend. Dat even voorop, maar ik droomde dus over hoe hij tot de aarde kwam, want hij was niet van deze wereld, maar een grote buitenaardse entiteit. Dit wil overigens ook niet zeggen dat hoe bekender iemand is hoe beter iemand is, want vaak is het tegendeel het geval, zoals Friedrich Nietzsche zei : '"In eenlingen is krankzinnigheid zeldzaam, maar in groepen, partijen, naties en tijdgebondenheid is het de regel." Maar deze persoon was dus niet slechts beroemd, maar ook zeer berucht, en hij was altijd anders. Je kon hem niet in een hokje drukken. Ook was hij een 'trickster', a 'bag of tricks', als een jokerkaart. Het was niet iemand die de massa's volgde, liep niet met de mode mee, maar maakte de mode, maar op zo'n manier dat niemand hem ooit kon aanraken. Niemand maar dan ook niemand kon op zijn level komen. Daarom was hij zowel geliefd als gehaat. Ik werd dus helemaal teruggeleid naar de planeet Talmoed, en ik zag een bijzonder kind, met bijzondere gaven. Het was dus een buitenaards kind, een zogenaamd weerkind (vgl. weerwolf), een hybride, want hij kon ook veranderen in een soort klein knaagdier met hele grote rechtopstaande oren, als een soort gerbil (soort woestijnrat, springmuis, wat dus geen echte ratten of muizen zijn), maar dan met veel grotere oren. Het was dus een soort magisch woestijnknaagdier, met hele bijzondere, magische ogen. Ik was bij hem en zag hoe hij in zo'n dier veranderde. Ik wilde het dier knuffelen, maar ik wist intuïtief dat als ik het beest zou oppakken, dan zou hij gaan poepen, wat ook een soort beveiligingsmechanisme is van die dieren. Ik pakte het beest dus op, maar hield het een beetje van me vandaan, en ja hoor, hij begon te poepen. Mensen begrijpen dit niet. Ze begrijpen niets van de buitenaardse werkelijkheid en hebben altijd hun oordeel klaar. Daarna had ik dus de badkamer droom. Er was dus iemand in huis en ik was nog niet aangekleed, en ik keek in de spiegel, en er zat allemaal cake-glazuur op mijn gezicht. Het leek hard, maar het was zacht. Ik probeerde het eraf te halen, maar het werd alleen maar erger. Toen heb ik alles eraf gewassen. Het is een zoet mengsel wat aardse tandartsen in de geestelijke wereld gebruiken, en iedereen zit eronder. De mens moet gewassen worden in de Talmoedische wateren van de buitenaardse natuur. Talmoed betekent studie. Het is een strijd tegen de muffins, de 'cupcakes', oftewel de cakejes die gebruikt worden om verwende kinderen mee te kalmeren om ze nog verwender te maken, in plaats van hen het natuurvoedsel van de studie te bieden. Hoofdstuk 24. Besneden of afgesneden ? De metaforische offerdienst is dus een allegorie over het loskomen van demonen en het vertalen van hedendaagse situaties. Het is geenszins letterlijk. Israelieten zijn geen literalisten. In de Talmoed wordt ook gesteld dat onbesnedenen niet kunnen offeren, in het boek Pesachim, maar ook

de besnijdenis moet niet letterlijk genomen worden. Het gaat om de besnijdenis van het hart. Onbesnedenheid komt voor daar waar een persoon te bang is om besneden te worden, omdat hij getuige is geweest van een dodelijke afloop van de besnijdenis. Er is een bepaald percentage van besnijdenis met dodelijke afloop, en dan hebben we het over de letterlijke besnijdenis. Vandaar dat het vergeestelijkt moet worden. De mens sterft aan zichzelf door de besnijdenis van het hart, en dit is belangrijk voordat de mens zich met de verdere offerdienst, oftewel de demonologie, gaat bemoeien. De offerdienst betekent juist het komen tot het metaforische, en zo wordt de mens introspectief. De westerse mens heeft de demonologie overboord gegooid en dus ook daardoor de metaforiek en de introspectie, en werd tot een lopende muffin. De offerdienst is dus een metafoor van het commentaar, de uitleg, binnen de context van studie (talmoed). Dan is er dus een groot verschil tussen het vleselijke commentaar en het natuurlijke commentaar, zoals er ook een verschil is tussen de vleselijke talmoed en de natuur talmoed. Ook wanneer er verkeerde bedoelingen zijn is de offerdienst ongeldig. Pesach is het feest van de uittocht, en leidt de Israelieten tot de woestijn, tot de wildernis, tot de vermindering, waardoor ze uiteindelijk het beloofde land zouden ingaan. Het is een feest van ongeveer een week, en draait om een lam, om het sterrenbeeld aries dus, maar dit kan ook een ram zijn, zoals Ra in de onderwereld in een ram verandert. In Egypte waren er allerlei feesten rond de dood en opstanding van Osiris, zoals het Sokar feest wat in de grotere context van de woestijn gebeurde. Oorspronkelijk was het paasfeest dus een feest van de woestijn. Iemand die aan zichzelf stierf ging de onderwereld in en werd door Anubis door de woestijn geleid tot de wet. Het christendom sneed zowel de Joodse als Egyptische wortels weg. De mens werd dus niet slechts geroepen tot de natuurwet, maar tot de natuurstudie (talmoed). Dit zou de ware 'opstanding' teweeg brengen, als de opstanding van Osiris (Wasir). Dus niet door een opzegversje zoals in het christendom, maar door studie hebben wij deel aan de opstanding. Daar komen de gedraaide hoorns van de ram bij kijken, want er moet heel veel teruggedraaid worden, als onderdeel van de studie. Dat is dus ook de diepte van de doornenkroon die Christus moest dragen. Zo werd er een deur geopend van Paulus die de wet verdiepte. Maar de Israelieten hadden een veel dieper pad : van de Talmoed wat terug zou leiden tot de ware Egyptische fundamenten. Daarom is er altijd een grote oorlog geweest tussen het jodendom en het christendom, omdat Jezus en Paulus het offer wilden staken. Vooral in het Westen werd dit gebruikt om te leven vanuit genade in plaats van studie. De hemelse studie, talmoed, betekent geen letterlijke studie, altijd maar in de boeken zitten, maar is een natuur-entiteit, een gids door het leven, de levensnarrator, de verteller. Er zijn allereerst een heleboel dingen die de mens moet afleren. De studie geeft dus ook inzicht in wat ware studie is. Allereerst is dit demonologisch en profetisch, maar op die basis kan een mens naar de bibliotheek gezonden worden en tot zekere boeken. Het belangrijkste is dus de hemelse boeken, de ibis die boven het lagere aardse zweeft (Thoth, Duaty). De hemelse studie leidt dus allereerst tot de hemelse bibliotheken. Daarom wordt er in de Talmoed gezegt : 'Sta op, besnijd jezelf en offer het pesachlam.' Dit wordt niet letterlijk gedaan, want het is ook niet letterlijk bedoeld. Als je je hart besnijdt dan zie je zelf wat het betekent. De onbesnedene mag niet offeren, omdat de onbesnedene niet weet wat offeren inhoudt. De onbesnedene is een dwaas. Zij die zichzelf niet besnijden en niet offeren, worden overgeleverd aan 'kareth', het afgesneden zijn. Dat is wat het christendom is. Ze willen de genade, de muffins, niet de besnijdenis en de studie. Het zijn zoetekauwen. De mens is dus een balling van het christendom, en er zal dus een nieuwe exodus moeten plaatsvinden, waarin het van belang is de ware betekenis van de pesachweek te kennen. Zo niet, dan zal kareth nog dieper intreden. Christenen zijn dus geen besnedenen, maar afgesnedenen.

Hoofdstuk 25. Het Mes van Ra en de Godinnen van de Talmoed Israel is één van de meest vegetarische landen, en Tel Aviv wordt weleens de vegetarische hoofdstad van de wereld genoemd. Veel Joden zijn vegetarisch. Ze weten dat de shechita, de slachtwetten, niet letterlijk zijn, maar metaforisch. Er zijn zoveel ingewikkelde slachtwetten dat je er duizelig van zou worden, en al gauw zou het als piggul bestempeld worden, oftewel een gruweldaad. Een klein foutje en je zou schuldig staan aan zware godslastering, en dat is maar goed ook. De teksten gaan over psychologie en demonologie, en de gevolgen daarvan zijn gewoon te zwaar als men daar fouten mee maakt. Daarom is studie de enige weg, oftewel talmoed, de hemelse studie. Ook ligt er het gevaar van de nosar, het eten van een offer na de verstreken tijd, wat dus ook 'te laat' betekent, luiheid, ondermoed, verwaarlozing van de demonologie. Het aardse vlees eten is ook een vorm van piggul en nosar. Het is zwaar misbruik van de shechita. Het ware offeren is in het boek Chullin van de Talmoed beschreven als de besnijdenis (van het hart). Het is weer het verhaal van de balk en de splinter. De besnijdenis is de introspectieve psychologie, en waar dat niet gebeurt begint de mens te projecteren, en raakt verstrikt in piggul en nosar. De slachtwetten in het boek Chullin zijn zo absurd, langdradig en ingewikkeld dat Israelieten alleen daarom al vegetarisch leven, en het laat ook zien dat er iets veel belangrijkers is dan rechtvaardigheid, en dat is kennis en studie, want in deze wereld lijden wij onrecht, en dat heeft een bedoeling. De slachtwetten waren dus metaforisch voor besnijdeniswetten waardoor de mens loskomt van het vlees, van de zonde en allerlei leugenachtige projecties. Door de slachtwetten gaat de mens de vermindering in. Het is tegen hemzelf gekeerd. De mens moet het mes leren kennen, de chullin. Zoals de talmoed metaforisch verpersoonlijkt is als een godin, zo zijn ook de afzonderlijke boeken zoals de pesachim en de chullin godinnen. Het gaat erom een levende relatie met die boeken te hebben opdat je ze niet verkeerd interpreteert. Het gaat dus om de hemelse kernen van deze boeken. De chullin leidt helemaal terug tot de ragnarok van de oertijd, de tahulen. Deze natuurwetten waarmee de mens is omringd zijn bedoeld om de mens te verwarren, zodat de mens niet overmoedig wordt, maar voorzichtiger en voorzichtiger. Het mes is op de mens zelf gericht, niet om de mens te vernietigen, maar om de mens te bevrijden van het ego, van de onwetendheid. Het mes zal zo de mens leiden, en de mens zal leren het mes te hanteren. Dat is ook wat de oerletter R is in de oer-hieroglyphen. De letter staat voor de psalmen, maar de hieroglyph van deze letter is een mes of iemand die een mes hanteert. R, Rw, Ra, ging door de onderwereld opdat zijn ego afgesneden zou worden, opdat hij wedergeboren zou worden. Ra is zowel een schepper als een oorlogsgod. Er is geen schepping zonder geestelijke oorlog. Eerst is het mes op Ra zelf gericht, om hem van de geprojecteerde vijanden te verlossen, en pas daarna leert hij het mes te hanteren, dus nadat hij het mes zelf heeft gevoeld, om vervolgens in het mes te veranderen. Het mes staat dus nooit op zichzelf, maar gaat dus altijd door deze fases heen, om misbruik te voorkomen. Het mes is er niet om de mens te vernietigen, maar om de mens te tuchtigen, te beveiligen. Daar gaat ook het boek Spreuken over, oftewel het boek Mishle in het Hebreeuws. De mens moet allereerst de werken van het mes aanvaarden. Het mes is de ouders, en later ook de levenspartner. De mens moet een relatie aangaan met het mes, het mes leren kennen. Het valse mes moet overwonnen worden. Dit is een ontmaskerings-proces wat plaatsvindt in de studie.

Hoofdstuk 26. De Talmoedische Dagen van de Week omtrend het Metaforische Huwelijk tussen God en mens De Talmoed, het Nieuwe Testament van de Joden, oftewel het immens grote commentaar op het Oude Testament, op de Tenach, bestaat uit zes hoofddelen, waarvan Nashim, de vrouwen, over het huwelijk, het derde deel is. Dit zijn allemaal zwaar allegorische teksten. Ketubot is het tweede boek van de Nashim, en gaat over huwelijksovereenkomsten, over hoe levenspartners met elkaar om behoren te gaan, maar dit is niet eens letterlijk, want het huwelijk is allereerst de relatie tussen mens en God. Als die relatie tussen hemel en aarde er niet is, dan zijn alle andere relaties waardeloos. Het huwelijk is dus het symbool van de wijsbegeerte, de relatie tussen mens en de hemelse kennis. Richt je dus allereerst daarop, en daaruit voortvloeiende pas de relaties met andere mensen. Zoekt eerst het koninkrijk van God, en de rest zal je wel of niet gegeven worden, want ieder mens gaat een uniek pad in het leven. De volkeren staan niet op zichzelf, maar worden door elkaar uitgelegd. Daarom zal het nooit volkomen Joods zijn. In het eerste hoofdstuk van het boek Ketabot wordt gesteld dat een vrouw op woensdag trouwt, en een vrouw die met de dood te maken heeft gehad door een sterfgeval trouwt op donderdag. Wat betekent dit ? Woensdag is de dag van Wodan in Zuid-Germanië, Odin in Noord-Germanië, de god(in) van het dodenleger, van de wilde jacht op het kwaad, oftewel de Germaanse demonologie. Vaak blijkt het dat de Germaanse metaforische mythologie parallel loopt aan de Israelitische traditie, zoals de Germaanse strijdgodinnen, de valkyries, die de gesneuvelden uitverkozen en opnamen van het strijdveld om hen tot het valhalla, de Germaanse hemel, te nemen, parallel lopen aan de Hebreeuwse naam van het offerboek Leviticus, Vayikra, de roependen. In beide gevallen gaat het om het zelfoffer, het afleggen van het ego, voor het hogere goed. Zo loopt Odin parallel aan de paradijselijke hof van Eden, en aan Dina, de dochter van Jakob, een beeld van de exegese, de schriftuitleg, het hemelse commentaar, in de Israelitische talen, de dn-wortel. Symbolisch gezien komt de mens dus tot woensdag en begint zijn studie, als een huwelijk met de hemelse studie, waardoor hij uiteindelijk aan zijn ego afsterft, aan zijn onwetendheid, om zo de donderdag in te gaan. Donderdag is de dag van de Germaanse god(in) Donar, of Thor, de zoon van Wodan (van Odin). Thor was de god(in) van de donder, en van het recht, van de wet, zoals in Israel de Thora de Israelitische wet is. Thor was moeilijk opvoedbaar, liet zich dus niet beïnvloeden door mensen, en was altijd in gevecht met reuzen, om orde in de chaos te scheppen. Hij werkte samen met Loki (vgl. logos, het Woord), de Germaanse trickster (raadselaar). Als de broer van een man sterft, dan is er in de Thora soms sprake van een zwagerhuwelijk, waarin de man dan de vrouw van zijn gestorven broer overneemt, in sommige gevallen, opdat er een nageslacht is. Je zou dan ook kunnen denken aan het tegenovergestelde, dat de vrouw van de man sterft, en haar zus het van haar gestorven zus overneemt. Maar wat betekent dit geestelijk ? In de

diepte gaat het hier om het afsterven van het ego, van de onwetendheid, waardoor de mens dieper tot God komt, tot een ander deel van God, wat hij eerst nog niet kende. In het huwelijk kunnen er soms veel dingen fout gaan, zoals bijvoorbeeld dat één van de partners psychisch ziek wordt of van God afvalt, en dat er dan een scheiding plaatsvindt, wat ook een soort sterven is. In de Talmoed is dit allemaal de overgang van woensdag tot donderdag. Ineens ben je dan met een andere levenspartner, of ineens heb je toegang gekregen tot een ander deel van God, een dieper deel. Dit kan ook binnen een relatie plaatsvinden, dat je elkaar door alle moeilijkheden heen op een nieuwe en diepere manier leert kennen, of gewoon op een andere manier, en dat de relatie op een andere manier voortgezet wordt. De Talmoed stelt dat zondag, maandag en dinsdag de drie dagen van voorbereiding zijn als het huwelijk plaatsvindt op woensdag. Dinsdag is de dag vóór het huwelijk. De Romeinen noemden deze dag 'Martis dies', genoemd naar de oorlogsgod Mars, en de Germanen noemden de dag naar hun oorlogsgod Tyr, ook de god van zelfopoffering. Dit betekent dus dat het huwelijk het ingaan van de oorlog is, de demonologie, de oorlog tegen het kwaad. De huwelijkspartner is hierin een wapen wat altijd eerst tegen het zelf, het ego, is gericht, zodat de mens aan zichzelf sterft in de overgang tussen woensdag en donderdag. In die nacht wordt de mens dus opgenomen door de valkyries, de Germaanse strijdgodinnen, omdat de mens aan zichzelf is afgestorven op het strijdveld. Dit is een groots gebeuren in de Germaanse mythologie. Dinsdag en woensdag zijn dus oorlogsdagen, en donderdag is de dag van de metaforische dood, de dag van verandering, de dag van de hemelvaart. Dit is ook zo in de christelijke traditie. De maandag, twee dagen voor het huwelijk, en een dag voor de oorlog, is belangrijk ter voorbereiding van de geestelijke oorlog, binnen de voorbereiding op het huwelijk. De mens mag namelijk nooit zomaar de oorlog binnenstappen, want dan zou hij het kunnen verletterlijken of de verkeerde wapens grijpen, en tegen de verkeerde strijden. De oorlog vereist dus voorbereiding, richting. De maandag staat in verband met de maanziekte, de vallende ziekte, de epilepsie, de slaap. Adam moest eerst in een diepe, paradijselijke slaap vallen voordat hij Eva kreeg als hulp, die in de gnosis de godin van de kennis is. Deze paradijselijke slaap bewaakt ons voor overmoed en misleiding. De zondag is de eerste dag van de voorbereiding, de brondag, waarop de mens moet komen tot de bron van de natuur, tot het toetsen. De mens mag niet overmoedig vertrouwen. Er zijn teveel gevaren, teveel misleiders. De brondag is de dag van de urim, van het onderzoek. De bron komt deze toetsers tegemoet en geeft het haar beminden in de slaap. Hoofdstuk 27. Het Hemelse Huwelijk in de Egypto-Talmoedische Context Telkens wanneer de mens zondigt pleegt de mens overspel, en brengt zo demonen voort, vruchten van een overspelige relatie met de zonde, de mamzerim. De relatie met God, uitgebeeld door het huwelijk, is ook om de valse ouderbanden te verbreken. De Talmoed heeft het erover in het boek Ketubot van de Nashim dat als de dood van een ouder optreedt in de voorbereiding voor het huwelijk, dan moet het huwelijk of uitgesteld worden, of eerder

plaatsvinden. Afhankelijk van welke ouder het is, is er ook een geval dat het huwelijk eerder plaatsvindt, en dat er dan zeven dagen van het bruiloftsfeest zijn, en daarna zeven dagen van rouw, en gedurende deze dagen zijn zij niet alleen bij elkaar. Het zijn de dagen van honger, van vermindering, waarin zij eerst loskomen van de valse ouderbanden. Ketubot is de Talmoedische huwelijks-overeenkomsten. In Egyptische context hebben we het dan over Ketu, de baarmoeder, wijzende op Ser-ketu, de schorpioenengodin van de baarmoeder, die de mens steekt om de mens te vormen. Dit steken is ook om de mens te verbinden aan de godin en in de juiste relaties. Bot, de b't wortel wijst op de pottenbakker die Osiris vormde (bet), wat in de onderwereld gebeurde, in de aarde (ba-t). De baiu-ta zijn de zielen van de aarde, en baiti is de dubbele ziel, wat ook weer een beeld is van het huwelijk, want het gebeurt in de mens zelf, waarin twee delen van de mens met elkaar verenigd worden, waardoor de mens tot verlichting komt, tot bewustzijnsverruiming, tot kwaliteit in plaats van kwantiteit. De mens komt tot ba-t, en wordt afgesneden van het lagere, van het vorige, want de b-t is ook een mes, een godin van de oorlog en de jacht, Bata. De mens komt zo tot de dualiteit, tot de huwelijkstaal, de ba-t, het huwelijksgeroep, wat ook verbonden is aan de valkyries en Vayikra, de hebreeuwse Leviticus, het boek van de metaforische offers. Het huwelijk is zo'n offer, ook in de Egyptische context (but). De mens wordt in de Egyptologie door het huwelijk losgescheurd van zijn eerdere leven door de Beh-t vogel, als een soort opname. Het huwelijk is dus niet slechts een verzoening, maar ook een verscheuring. Het is de basis van het Egyptische en Israelitische woord voor huis, bet(h), wat verbonden is aan het Egyptische woord voor overvloed, bah-t. Het huwelijk is in de Egyptologie verbonden aan het koord of de slang met twee koppen aan elk uiteinde, de baa-taa. Bat, bati wijst op het Noorden, en was een naam voor koning van het Noorden. Het Noorden is een beeld van de verborgenheid, voor de opslagplaats, waartoe de mens toegang krijgt door het metaforische huwelijk, door de bath-opname, als een soort ballingschap (bath, vergelijk bayith, gevangenis in het Hebreeuws, en huis in de onderwereld). De mens sterft door het huwelijk een bepaalde dood aan het ego, want ba-t, huis, kan ook graf betekenen, en honing. Bathit was een titel van Isis-Hathor. Hathor is de godin van het huis, van de huiselijke overeenkomsten en dus ook van de huwelijksovereenkomsten, zoals het Hebreeuwse Ha-Thora de huwelijkswetten, plichten, rechten en overeenkomsten zijn tussen God en mens, wat oorspronkelijk dus een Egyptische hemelgodin is, godin van het hemelse huis en de vruchtbaarheid. Hoofdstuk 28. Anubis, God's Spoorzoekende Hond - Een Kompas in de Nacht - Een Gave van God Je gaat naar de slager om een pond vlees te halen. De stad doet alsof het de normaalste zaak van de wereld is, maar je staat dan wel schuldig aan het 'verwisselen van de offerdieren', volgens de Talmoed, en je kan een straf van veertig slagen verwachten om het af te leren. Ga je dan nog door, dan wordt de schuld groter en ook de straf. Het kan de stad allemaal niets schelen. Ze zien het oordeel van God niet, en feesten rustig door, ze draaien hun hand niet om als er een dier wordt doodgereden, maar als hun Liesje vies wordt of een tik heeft gehad, dan schreeuwen ze moord en brand, want Liesje mag niet vies worden. Zo wordt Liesje dagelijks gevoed met de lijken van dieren, van verwisselde offerdieren, want niet het dier moest sterven, maar het ego. Dat is hun

zonde. Zo hopen de kankercellen zich op in Liesje en vergroot het dagelijks de kans dat Liesje een hartziekte zal krijgen. Het is pure kinderhaat. Verder wordt Liesje zeer religieus opgevoed en wordt geleerd in God te geloven, op God te vertrouwen, maar als Liesje dat niet doet, dan zal Liesje voor eeuwig in de hel geworpen worden. 'God is liefde, Liesje, maar als je je bordje vlees niet netjes opeet, dan zul je voor eeuwig branden in de hel.' Zo werd ik opgevoed. Zo worden vele kinderen opgevoed. Slachtoffers worden vaak niet serieus genomen, worden vaak niet geloofd, ook niet als er keiharde bewijzen op tafel worden gelegd. Van de mensen moeten we het niet hebben. Je kan wachten totdat je een ons weegt, en de duivel speelt hier voor God. Arme Liesje. Zo raakt Liesje op latere leeftijd aan de drugs, komt in de criminaliteit terecht of krijgt zware psychische problemen. Of .... Liesje zet de traditie van haar ouders voort, en stelt ook haar eigen kinderen bloot aan zwaar psychisch letsel, en dan staat Liesje ook zelf schuldig aan het verwisselen van offerdieren, zoals de Temurah van de Talmoed stelt, en krijgt Liesje veertig slagen in een poging om het haar af te leren. Metaforisch natuurlijk. Maar hoort Liesje de slagen van de gesel wel, of is Liesje al doof geworden zoals de rest van de stad ? Is Liesje misschien al een muffin-christen geworden ? Lekker gebakjes eten om het af te leren. Wat af te leren ? Volgens de Temurah is dit allemaal het uitstel van het offer. De mens moet zijn ego opofferen, maar de mens houdt zichzelf stevig vast aan het ego. 'Nog even zondigen,' zegt de mens. 'Toe, nog even maar.' En de christenen zeggen : 'Oh doe maar, want alles is toch genade.' En : 'Wij zullen altijd blijven zondigen.' Maar als je 'zondigt' tegen hun eigengemaakte wetten, dan is ineens het huis te klein. Dan laten ze je alle hoeken van de kamer zien, en dan is geen gesel te zwaar, zelfs niet die van de eeuwige hel. Toch durven ze dan nog met hun zure mondjes te zeggen dat God liefde is. 'Toe maar, zondig maar, neem maar van de verboden vrucht, maar kom niet aan onze heilige huisjes.' Het is bijna alsof je een stripboek leest van FC Knudde of ander aburdisme. FC Muffins is aan zet, maar snoep en gebak is je vriend niet. Het heeft je de oorlog verklaard, en verleiding en misleiding is altijd het beste wapen. Hallo ? Wakker worden. De duivel krijgt je het makkelijkst door te komen als een engel des lichts, met name iets wat algemeen aanvaard is, want dat trekt zo lekker mee, lekker makkelijk de massa volgen, zo zacht en soepel. Lekker kip eten. Het eet zo makkelijk weg. Het gaat de stad om kwantiteit, niet om kwaliteit. Want kwantiteit is het gemak, alles al voorgekauwd, LEKKERE MUFFINS. Eet smakelijk, mijnheer, welkom in ons TWEEDEHANDS VOEDSEL RESTAURANT. Slapen we door of worden we wakker ? De massa's volgen is vreten wat een ander al heeft uitgekotst. Voorgekauwde kip, lekker. Lekker zacht en romig, slikt makkelijk weg. Lekker kip eten, gebakje erbij, oh wat is het leven toch zalig. De parasieten zitten al in het lijk van de kip, maar het kan de mens niet schelen, want de mens is al dood. De mens is al een zombie. Zo was ik opgevoed. Niemand maar dan ook niemand zei er iets van. Een jongen in mijn klas was vegetarisch. Ik wist niet eens wat het was. Het was me nooit uitgelegd. Pas toen ik jong getrouwd was zei mijn Surinaamse levenspartner na ons trouwen dat ze een boek had gelezen genaamd 'Een Leven Lang Fit' en het ging over de gevaren van vlees eten voor de gezondheid, en dat vlees eten niet hoorde bij de mens, en pas toen begon het balletje bij mij te rollen. Iemand moest mij dus wakker schudden, want ik was gebrainwashed door mijn opvoeding, idiote ouders die vlees eten als de normaalste zaak van de wereld zagen, aan hun hoge hitler tafel (een bar). Maar ja, de massa doet het, dus ook maar doen. Lekker makkelijk. Dan moet je met een vader opgroeien die bij alles wat je zegt en wat hem niet zint zegt dat als hij er tien anderen bij zou halen, dan zouden die ook net zoals hem denken. Hij dacht dat iedereen net zoals hem dacht. Dat is natuurlijk niet zo, maar ook al zou het zo zijn, dan is dat een kwantiteits-motief, en geen kwaliteits-motief, en dat noemt zichzelf dan 'leraar'. En ik moest ook maar 'leraar' worden, en dat werd ik ook, maar niet van zijn kerk, en niet bij de 'gedwongen scholengemeenschap' waarin hij werkte, dus was het nog niet goed.

Temurah, temurah, hij heeft offerdieren lopen verwisselen. En die Surinaamse partner ? Die verwierp haar Surinaamse achtergrond en natuurprincipes en ging weer vrolijk vlees eten, buigende tot de stad. Maar dan gaat het niet om wat anderen doen en wat voor keuzes ze maken, maar het gaat erom dat ik zelf volhardt in het goede. Als iedereen om me heen in de sloot springt, dan spring ik ze niet achterna. Het kwantiteits-excuus is niet aan mij uitbesteed, want ik weet dat het een duivels excuus is, en niet erg slim. Het is het verwisselen van de offerdieren. Het roept de wraak van de godin Temurah op. Studie is wat zij wil zien, en niet het spijbelen op kwantiteits-feestjes. Ze doen het allemaal hun eigen kinderen aan, pure kinderhaat, pure kindermishandeling, het letsel aanbrengen tot kinderen met lange duur, of zelfs voor hun hele leven, want je kunt eruit ontsnappen, maar hoe krijg je het uit jezelf ? En wat als de kinderen gaan doorkrijgen wat hun ouders hun hebben aangedaan ? Waar alle overmatige muffin-verwennerij hen heeft geleid, zonder dat die ouders hun kinderen onderwezen over wat er gaande was ? Die kinderen zullen bij wijze van spreken opgroeien als beren en zulke muffin-ouders met huid en haar verslinden. Muffin-ouders, jaknikkende opa-ouders die hun kinderen de demonologie niet leren. Een godgruwelijke bloedschande is het ! Daarom ligt deze wereld in complete puin ! 'Ja, nee, Liesje mag niet vies worden,' zeggen ze dan. Maar als Liesje groter wordt en tot een volwassen beer is geworden zal ze hen verslinden. Het kan toch ook niet anders ? Parasieten zijn tot deze aarde gekomen en hebben een doorgang gevonden door aardse moederschoten. Dit is een planeet van parasieten. Laten we er dan niet met de botte bijl er op inhakken, maar studeren en nog eens studeren. Laten we het niet verletterlijken en de aardse strijd aangaan, want de strijd is geestelijk, en allereerst moeten we los komen van ons eigen ego, anders zullen we nooit het ego van de ander helder zien. Weer het balk en splinter verhaal. Maar de geestelijke strijd is noodzakelijk, en die is dus allereerst tegen onszelf gericht, tegen het vlees. Het oordeel begint in God's huis, en als God ons niet zou tuchtigen, dan zouden we bastaarden zijn, dwazen. 'Mijn naam is haas, ik weet van niks. Is hier wat gebeurd dan, daar weet ik niks van.' Slachtoffers worden vaak niet gehoord, wordt vaak niet naar geluisterd en vaak niet serieus genomen, zelfs als er keiharde bewijzen op tafel liggen. Geef mijn portie maar een fikkie, ome Jan. En zo gaan de feestende massa's de afgrond tegemoet, en moeten de ontwaakten dit met lede ogen aanzien. Maar het kan je ook creatief maken, want er is veel, veel meer aan de gang. Het gaat om het vinden van balans hierin, en daar kan de Talmoed bij helpen. Israel is een bron van bovennatuurlijke en buitenaardse creativiteit, en daarom heb ik altijd veel van Israel gehouden. Laat het duidelijk zijn dat bovenstaande een prisma is wat licht splitst en afbuigt waardoor deze afgeweken realiteit is ontstaan. Tegen deze steen valt dus niet te strijden, maar deze steen moet bestudeerd worden. Alleen studie is de oplossing, en dat is de kern van de demonologie. Het gaat om ontmaskering en ontdekking, het oplossen van raadsels. Daarover gaat ook het gehele Anubis mysterie. Het is padvinderij, spoorzoeken. Dat is waar de hond een beeld van is. Alleen speurneuzen zullen hier doorheen kunnen komen. Toen mijn oma het had over het boek 'Snuf de Hond' toen ik een klein kind was, en dat ze mij dit boek zou geven kon mijn wereld niet meer stuk. Het brak gewoon al mijn fantasie los en er ging een nieuwe wereld voor mij open. Ik kan me niet herinneren dat toen ik het daadwerkelijk kreeg dat ik het ook heb gelezen, maar ik behandelde het boek als een relikwie, als een totem, als een gids. Het boek sprak tot mij zonder dat ik het las. Het was een grote ontmoeting met Anubis die mij door dat verschrikkelijke labyrint waarin ik zat opgesloten zou leiden. Anubis, de hond van God, is één van de beste gaven die God haar kinderen geeft. Ja, het kan je wereld in diggelen slaan, je wereld compleet uit elkaar scheuren, want het breekt dwars door de muren en glazen wanden van de stad heen, alles waarvan je dacht dat het de waarheid was omdat je zo was opgevoed, maar dan leidt de hond van God je op een vast pad, terug naar de natuur

oorsprong. Ik dank God nog elke dag voor het zenden van Anubis. Anubis kan door ieder mens heenwerken, door zowel vriend als vijand, dus wees opmerkzaam. Het is niet zwart-wit. Anubis, de Hond van God, is met ons. Misschien voelen we de geselslagen van God in ons leven. Dan mogen wij weten dat dit Anubis is die door onze gevangenismuren heenbreekt, de hemelse hond die God speciaal voor dit doel heeft uitgezonden. Laten wij de taal van de hemelse geselslagen leren, en deze slagen in grote dankbaarheid aanvaarden. Zij zijn er om ons te leiden en te beschermen. Hoofdstuk 29. Terug Naar Israel Het afschuwelijke bloeddrinken van Jezus' bloed. Waar komt het vandaan ? Het is een verdraaid verhaal. Heel lang geleden was er het Israelitische dodenboek in het voortijdse Afrika. Sur is het voortijdse Israelitische Afrika. Allereerst is het belangrijk te beseffen dat de leugen altijd de waarheid in zich draagt, omdat het verdraaide waarheid is. Laten we dus eerst kijken naar het Jezus verhaal zelf. De kerk moet het bloed drinken van Jezus, en dat gebeurt ook telkens weer bij het ritueel van het avondmaal. Ook eten zij zijn vlees, oftewel kannibalisme, en ze geloven dat dit de enige weg tot de hemel is. Maar de kerk wordt in Openbaring voorgesteld als een vrouw, zowel de moeder als de bruid van Jezus. Jezus wordt voorgesteld als een geslacht lam. In principe is het een vrouw die haar zoon opeet, of een bruid die haar man opeet. In de natuur gebeurt dit ook bij sommige spinnensoorten waarvan het vrouwtje het mannetje verslindt na het paren. Het is de duisternis, de nacht, die de dag verslindt. Heel lang geleden was er een krokodillen mythe waarin de krokodillengodin haar zoon verslond om hem in te wijden in de mysterieën, maar dit was iets metaforisch. In een andere mythe deed ze dit bij haar man. De krokodil staat voor de exegese, de schriftuitleg, de vertaling. We spreken dan over het voortijdse Israelitische Afrika, over het Israelitische Dodenboek (Sur). Het is net als Ra die door zijn moeder Noet wordt opgeslokt om een tocht te maken door haar lichaam, de onderwereld, in de Egyptische dodenboeken. Zo is er wedergeboorte. Het is een cyclus. Telkens weer wordt hij door Noet opgeslokt en gebaard. Het leidt dus helemaal terug tot de krokodillen mysterieën, tot Sebek. Sebek of de oerkrokodil, is dus het voorportaal van de baarmoeder, als de verslinding. Dit is puur demonologisch. Het verhaal van het eten en drinken van Jezus is geroofd van de Hafereth mythe, en toen verdraaid. Het komt uit het boek van de nacht mysterieën in het Israelitische dodenboek van het voortijdse Afrika. Er is een duidelijke link met Osiris : De Nacht Mysterieën I Het is nacht. Hafereth komt thuis tot zijn moeder, de krokodillengodin. Hij komt tot haar tent, en gaat die binnen. Hij legt een pot neer, en een mand, die hij had meegenomen.

Hafereth loopt dan de tent weer uit, maar zijn moeder roept hem terug. II Hafereth slaapt bij zijn moeder in de tent, en ontvangt een droom. In deze droom is hij een prins. Als hij wakker wordt is hij weer arm. III Hafereth gaat naar de rivier. Zijn moeder is daar ook. Zij is een krokodil. Als hij dan in het water stapt, verslindt zij hem. Zij trekt hem naar beneden naar de onderwereld. Hier is hij een prins die over de doden moet oordelen. IV Hij weet niet hoe het moet. Hij doet daarom niets, en zit maar op zijn troon. Op een nacht komt zijn moeder weer tot hem. Dit gebeurt in een droom. Zijn moeder is weer in krokodillengedaante en verslindt hem weer. Als hij wakker wordt weet hij ineens hoe het moet, en begint met het oordelen van de doden. V Hafereth schrijft vele boeken, over zijn moeder, en ook over het oordelen van de doden. De zielen in de onderwereld moeten deze boeken lezen en zich aan de wetten houden. Maar Hafereth voelt zich erg alleen. Hij heeft geen vrouw. Dan op een nacht heeft hij weer een droom. Zijn moeder komt weer tot hem en verslindt hem weer. Als hij ontwaakt heeft hij een vrouw. VI Zijn nieuwe vrouw is ook een krokodillengodin. Zij helpt hem met het oordelen van de doden. Maar op een dag verslindt zij hem. VII Nu is hij alles kwijt. Hij is zijn troon kwijt. Hij is armer dan ooit tevoren. In de nacht komt zijn vrouw soms tot hem in een droom, en verslindt hem dan. Het gaat steeds slechter met hem. Hij weet niet waar hij is. Alles is duister. VIII In deze duisternis maakt hij zijn eigen tent, in grote eenzaamheid. Later komt hij erachter dat hij dicht bij een rivier is. Het begint weer dag te worden. De rivier zit vol met krokodillen. Ze komen uit het water en omsingelen zijn tent.

Dan verslinden zij hem, en hij vindt het ware geluk, diep van binnen, als een opwellende rivier. IX Hij wordt wedergeboren in de schoot van de krokodillengodin, en dan begint alles weer bij het begin, maar niemand kan zijn geluk nog stelen. Altijd is hij nu de gouden prins van het geluk. Een koninginnenkind is hij, Het kind van de krokodillengodin. Hij heeft het geheim van het leven gevonden. Ook het verhaal van Ra en Noet kunnen we hierin terugzien. In de Talmud gaat het boek Bava Metzia over de eerlijke verdeling van bezit en over het hemelse bezit en de hemelse bezitter waaraan al het bezit getest moet worden, want soms verliest iemand bezit, soms is er sprake van roof, met alle gevolgen daarvan. Er is op aarde heel wat getouwtrek wanneer het om bezit gaat. Dan moet de mens teruggaan naar het huis van de wet, en de wet moet altijd getoetst worden aan het huis van studie. Zoals we op aarde zien wordt er veel geroofd door de roofwetten op aarde, door het aardse huis van de wet. Daarom moet de mens terugkeren tot de principes van de Talmud, en zo terug tot het onderliggende Israelitische dodenboek. Zo zal de mens ook inzicht verkrijgen over wat er gaande is. Terug naar Israel, dat is de boodschap. De mens moet dus de metaforiek van het roofdier leren begrijpen en dit niet verletterlijken. Daar waar het letterlijk en eng wordt gemaakt, zoals in het christendom, gaat alles fout. Het principe van het roofdier is dus oorspronkelijk hemels en exegetisch, demonologisch, als een hemelse liturgie van het leven, wat we ook terugvinden in de nacht mysterieën van het oer Afrika. Hafereth komt in de onderwereld, maar heeft geen vrouw, maar krijgt dan de droom over de hemelse verslinding weer en heeft dan een vrouw, net zoals Adam die eerst de paradijselijke slaap inmoest om Eva te krijgen. Alles heeft zich dus geëmaneerd van de oorspronkelijke Afrikaans-Israelitische vormen tot de christelijke vormen, wat dus eigenlijk een bedriegelijk masker is. Wel draagt het christelijke verhaal deze lijnen nog in zich, dus we hebben het nog wel nodig. Het gaat erom de Afrikaans-Israelitische lijnen dwars door het NT heen te herkennen. Het NT is een piratenstad. Hoofdstuk 30. De Vogel van God - De Overgang van de Dimensies - Het herstel van de aureool De natuur vermindert, ook in aantallen, totdat het vermindert is tot de eenling, en dan nog is de natuur niet klaar. De eenling moet ook verminderen, en blijft splitsen, totdat er weer grote aantallen zijn ontstaan.

Het is als eb en vloed, en zo zuivert de natuur haarzelf. De natuur doet niets rechtstreeks, maar blijft er omheen cirkelen, omdat er zoveel verborgen tussenstappen zijn. De regen is het hart van de natuur. De natuur is meer-sporig, niet slechts op één spoor. Altijd maar weer overweldigt de natuur zichzelf. De man is het nu, de vrouw het verleden. De man is de dag, de vrouw is de nacht. De man is het tijdelijke, de vrouw de eeuwigheid. De man is het tastbare, de vrouw is het geestelijke. De man is het niets, de vrouw is de vermindering. De natuur brengt alles in slaap, totdat alles droomt. Ook de dromen worden vermindert, zodat er nog diepere slaap is. Je kan nog zo goed de weg weten in deze natuur, maar op een gegeven moment moet je toch vaststellen dat je verdwaald bent. Je moet dan op een gegeven moment toch vaststellen dat je je grip hebt verloren. Honderdzestig poorten, waarvan slechts één de ware poort is, en de anderen branden allemaal. Ik had een droom over het voortijdse India, over een oerplaneet. Alles werkte door stralen. Ik was in een natuurstad waarin ik meerdere appartementen had, en ik ging gewoonlijks van de ene naar de andere, en terug. Het was hetzelfde als vroeger bij familie in 'de stad van de familie', waar je van het ene naar het andere familie lid ging en terug, en zo was je leven als je daar was, onbezorgde jeugd. Er was totale vrede. Er waren geen sloten op de deuren, en er waren gewoon deuren tussen de buren, en iedereen liep in en uit. Toch waren er dimensionale afsluitingen, zodat nooit iemand's privacy werd aangetast. Iedereen had dus zijn of haar eigen dimensie. Dat er vrede was wilde overigens niet zeggen dat er nooit onenigheid en ruzie was. Ik keek in mijn appartement naar een video waarin twee mannen ruzie hadden. Ik zag welke dimnensie het was. Het waren de buren van schuin boven. Ik kon er makkelijk naartoe via een trap binnen mijn appartement en een balkon. Ik zei tegen hen dat ik een video had waarop ze ruzie aan het maken waren. Ik nam ze toen mee naar mijn appartement en liet hen de video zien, en ze waren verbaasd, en begonnen te lachen en te wijzen. Ruzie opgelost. Ze konden elkaar ineens weer vinden, en ze hadden extra stralen in hun hoofd waardoor ze de juiste verbindingen met elkaar konden maken. Het was het idee wat ik als kind had in de 70-er jaren, dat alles vrede was. Dat was natuurlijk niet zo, maar ik was op die planeet. Ik ontmoette de vogel van God in de hindoeïstische mythologie, Garuda. Hij had heel veel stralen. Hij bracht mensen over de zee, en gaf hen ook stralen, waardoor ze nieuwe contacten konden leggen. Hij was heel timide. Hij gaf mij een CD-ROM. Dat was in mijn andere appartement. Toen ging ik weer terug dus naar het andere appartement. Onder weg kwam ik iemand tegen die aan het vliegeren was met stralen. Het was prachtig. Ik werd wakker met het nummer 'Where is the Love we Used to Know' uit 1977 van the Delegation. De hele lucht was vol stralen onderverdeeld in dimensies. Je buren zijn de andere dimensie. Garuda is de overgang van de dimensies. Het herstel van de aureool. Honderzestig poorten in de natuur, die allen branden, behalve die ene ware.

Hoofdstuk 31. De Dunne Lijn Tussen Hemel en Hel - Relaties als Metafoor De huidige samenleving heeft geen demonologisch fundament, dus de gezinsstructuren zijn vaak demonisch, en veel kinderen groeien op in groot misbruik. Het is een epidemie. Vele kinderen kunnen hun ouders niet vertrouwen, en dat is een groot leed, een leed wat de mens vaak niet bespaard wordt. Er zijn veel valse vader geesten en valse moeder geesten die valse bedoelingen hebben met het kind. Als een kind allerlei dom gebrabbel van religie geloofd dan is dat vaak door de ouders en dat is te begrijpen, maar als een volwassene zich nog steeds daar aan vasthoudt dan is dat extra kwalijk en ook vaak volharding, gebrek aan onderzoek, gebrek aan groei, en zij hebben dan het bloed van het kind aan hun handen vaak. Wel mag religie dus verdiept worden, opdat je komt tot de filosofische kern, maar loop nooit met de massa mee in oppervlakkige en eenzijdige religie. Hoe dan ook moet een kind loskomen van valse moeder geesten, en dat gebeurt dan door de al dan niet geestelijke echtgenoot of levenspartner, allereerst dus in de geestelijke wereld, als principe. Dat kan een nieuwe studie zijn, of nieuw werk, een nieuwe woning, enzovoorts. Maar stel je bent bijvoorbeeld getrouwd of hebt een relatie, en je merkt dat alles vast begint te groeien, en dat het ook weer problemen geeft met de relatie, of dat nu in de geestelijke wereld is of ook in de aardse wereld. Misschien dat er teveel ego tussenzit of vlees, wat dan ook weer eerst moet sterven. Metaforisch gezien is er dan het zwagerhuwelijk. De partner is aan haarzelf gestorven, waardoor je ook aan jezelf sterft, en symbolisch even om het voorbeeld van een man te nemen van wie de vrouw is overleden, dan neemt de zus van de overleden vrouw het over. Mijn beide ouders waren verschrikkelijk moeilijk, afstandelijk en onverantwoordelijk, zwaar Nederlands Gereformeerd, alles via het stadse apparaat. Ze konden altijd verschrikkelijk op je emoties inwerken om dingen voor elkaar te krijgen. Altijd maar weer voelde dat aan als een verkrachting. Ze helpen totaal niet, nemen de ander totaal niet serieus, wimpelen altijd alles weg, maar willen vervolgens wel dat je allerlei dingen voor hen doet, totaal opportunistisch. En dan willen die valse moeder geesten allerlei medelijden in je opwekken terwijl je weet dat ze al daar met een mes je opwachten om je nog verder overhoop te steken. De bloedlijnen trekken dan, en je weet precies waar naartoe, naar een slachthuis. Ik noem het beestje maar gewoon even bij het naampje, want dat is wat het is. Als ze je kapot kunnen snijden dan doen ze het, en hebben dan vervolgens duizend en één excuses, allemaal schoonpraterij, gewitte graven. Ze staan je daar gewoon al op te wachten met hun poken. Als je ze één vinger geeft nemen ze je hele hand, en dan is het 'kip ik heb je.' Als je dan jong een relatie hebt dan snijdt dat een heleboel valse moeder banden weg, want een man zal zijn vader en moeder verlaten om zijn vrouw aan te hangen. Maar wat als zo'n relatie ineens mis gaat ? Dan ben je in sommige gevallen ineens weer aan je moeder overgeleverd min of meer, vooral als je nog heel jong bent. Toen met mijn eerste langdurige relatie, aan het begin, was ik bij die vrouw thuis, bij haar moeder. We gingen naar boven naar haar kamer, en ik wilde niet meer terug naar mijn ouders. Het voelde als een soort bevrijding. Ik werd volwassen en was bij mijn toekomstige vrouw en zouden een huis nemen in Amsterdam. Ik zat in een soort culture shock. Ik kwam niet van haar kamer af, en had veel huilbuien vanwege wat mijn ouders mij al die jaren hadden aangedaan. Die familie begreep mij heel goed. Ik kwam in principe gewoon vanuit de hel en dit leek de hemel, maar was het wel de hemel ? Uiteindelijk na een hele lange tijd komt er dan aan die relatie ook een eind, en dan nieuwe relaties, en weer nieuwe worstelingen met de moeder geesten. Ik begon het ook steeds meer als metaforen te

zien : de vrouw of relatie is er dan voor om de eerste valse moeder bindingen te doorbreken, maar dan slaat de valse moeder terug, en je relatie gaat kapot, en je valse moeder sleurt je ergens naar terug, naar een nog wel ergere hel. Dan heb je dus nieuwe relaties waardoor je aan die moeder geesten probeert te ontkomen, maar steeds meer besef je dat de ware relatie een metafoor is, de gnosis als vrouw, en 'haar zus' is dan gewoon een ander deel van de gnosis. 'De zus' is dus de schaduwzijde van de vrouw die je moet leren kennen, die dan daadwerkelijk al die valse moeder geesten gaat vervangen. Hoofdstuk 32. Het Belang van de Wet In een droom bestond Amerika nog niet en was er alleen een oerzee, een zee van zaad, zoals ook de Hebreeuwse bijbel stelt (mayim). Ik was op een soort eiland met veel water, en telkens de dreiging van overstromingen. Het land was eigenlijk gewoon allerlei stroken aan elkaar verbonden, en het was een heel doolhof. Ik was bij een soort dokter en hij had het erover dat er bepaalde traanklieren in het lichaam behoorden te zitten, en hij wees op het mannelijk geslachtsdeel en ook op de tandwortels waar die behoorden te zitten. Hij liet me ook zien hoe het orgaan werkte, heel pulserend. Het was heel verfijnd. Het was een soort zaadklier of werkte er mee samen. Er was in dit gebied slechts één echtpaar die deze klieren biologisch inbrachten. Toen hij de namen zei van die mensen dacht ik dat ik ze kende. Ik zag weer de oerzee, en Amerika was er dus niet, en ik zag alleen maar diepte, enorme diepte. Voordat ik wakker werd had ik daarna nog een droom dat ik in een wildernis was en dicht bij een kamp van wilde vrouwen was, en ik wist dat dit kamp stond voor het bijbelboek Galaten. Het werd ook gepersonificeerd door een wilde vrouw die bijna helemaal naakt was behalve dat haar geslachtsdelen bedekt waren met een witte streep of voorhangseltje. Ze was niet bepaald gastvrij, maar draaide zich al half weg om terug te gaan naar haar kamp, terwijl ze 'ga weg' bewegingen maakte. Dit was niet zozeer naar mij toe, maar als iets algemeens dat ik dit natuurvolk zag wat geen contact had met de buitenwereld. Toen ging alles in de vertraging, alsof het beeld 'bevroor', en toen werd ik langzaam wakker. Ik vond het wel interessant, en wist dat beide dromen met elkaar te maken hadden. Galaten 3:19 Waartoe dient dan de wet? Om de overtredingen te doen blijken is zij erbij gevoegd, totdat het zaad zou komen. Het boek Galaten gaat over de komst van het zaad, of eigenlijk het terugkeren tot de oerzee van het zaad (mayim). Aramees 23Doch voordat haymanu (volharding en getrouwheid in kennis, studie en filosofie) kwam, werden wij onder de wet in verzekerde bewaring gehouden met het oog op haymanu, dat geopenbaard zou worden. 24De wet is dus een tuchtmeester. 22De Schrift heeft alles besloten onder de zonde, opdat ten gevolge van haymanu de belijdenis, sady, het deel zou worden van hen, die haymanu hebben.

Om ons heen zijn er dus een heleboel geestelijke wetten die ervoor zorgen dat het ego van de mens weggestuurd wordt. De wet is dus een gevangenschap, een ballingschap, een tuchtmeester, als een wijnpers totdat het zaad voortkomt. Haymanu is een huwelijk of relatie tussen mens en kennis. Hierdoor wordt de mens ook de zoon van de kennis. 26Want gij zijt allen zonen van God, door haymanu. Galaten 4:1 Ik bedoel dit: zolang de erfgenaam onmondig is, verschilt hij in niets van een slaaf, al is hij ook eigenaar van alles; 2maar hij staat onder voogdij en toezicht. 7Gij zijt dus niet slechts slaaf, doch zoon; indien gij zoon zijt, dan zijt gij ook erfgenaam door God. 24Dit is iets, waarin een diepere zin ligt. Want dit zijn twee bedelingen: de ene van de berg Sinai, die slaven baart. 25Het staat op één lijn met het tegenwoordige Jeruzalem, want dat is met zijn kinderen in slavernij. De ene is dus het slavenschap tot de wet, en de ander het zoonschap door het zaad. Zij horen bij elkaar. De westerse vertalingen zijn allemaal veel te zoetsappig over geloof en Jezus Christus, en brengen het meer als een tegenstelling. Daarom zegt Paulus : Galaten 5:2 Zie, ik, Paulus, zeg u: indien gij wordt besneden, bent u van Christus los. Wij moeten dus besneden worden in ons hart om los te komen van westerse zoetsappige Christusverhalen die ons willen lossnijden van de slavernij tot de wet. In de evangelieën zegt Jezus dat hij niet gekomen is om de wet te vernietigen maar te vervullen, te verdiepen, en hij zegt zelf dat hij niets kan doen wat hij niet eerst God ziet doen, en niet kan spreken zonder God, dus Jezus is een slaaf tot de wet. Westerse christenen zijn vaak vies van de wet, want Liesje mag niet vies worden. Dit komt allemaal door slappe vertalingen geheel uit z'n context gerukt, en doordat ze zo Paulus tegen Jezus hebben opgezet. In Galaten gaat het om het zaad van het zoonschap en de slavernij tot de wet. Zij versterken elkaar. Vandaar dat dit volk van wilden nog onontdekt is. De Westerse Galaten is als het snoephuisje van de heks van Hans en Grietje. De mens is zwaar vergiftigd door dit boek. Vandaar dat de mens terug moet keren tot de oerzee, tot mayim, om door het zaad tot leven te komen, tot zoonschap en tot slavernij aan de wet, zoals Jezus in de evangelieën is. Toen iemand aan Jezus vroeg wat hij moest doen om behouden te worden wees Jezus hem terug op de wet.

Hoofdstuk 33. Christen en Wet - De Terugkeer tot de Aartsmoeder Wat Mozes ontving op de berg is een voorbeeld voor ieder mens : de mens moet net als Mozes de wet ontvangen. Het is het mooiste wat er is als de hemelse wetten in je hart worden gegraveerd. Je kan dan niet anders dan het te doen, en je wil ook niets anders. De wet is het mooiste wat er is, en zo verafschuwd door de christenen. 'We kunnen de wet niet houden' is een leugen. De wet doet ons de wet houden, en we moeten zelfs de wet worden. Als je de wet hebt ontvangen dan ben je bezit van de wet, en dan wordt je de wet. Maar sluit de wet niet op ? Ja. En scheidt de wet niet af ? Ja. De wet ontvang je alleen als je je als Mozes hebt afgezonderd om de berg op te gaan, helemaal alleen. Je kunt de wet niet ergens kopen bij de Trekpleister of de supermarkt. Wat een prachtig iets, die wet. Gelukkig maar dat het bestaat, anders zouden we in grote problemen zijn. Anders zouden we helemaal niet bestaan. Oh, christenen hebben op de wet gepist. Zo erg haten ze de wet. Ze kunnen de wet niet luchten of zien. Ze hebben altijd wel hun babbels klaar als iemand over de wet begint. De wet is iets verschrikkelijks in hun ogen, bijna als de duivel. De genade kwam om het te vervangen, het geloof. Maar het was een misvertaling. Oops. Dat is nou jammer als je favoriete boek van je favoriete schrijver een vervalsing blijkt te zijn, een misvertaling. De christen en de wet, elkaars grootste vijanden. Christen en wet, een grote tegenstelling. In Galaten is de sleutel tot de wet het zaad en de besnijdenis van het hart. Met Galaten gaan vele christenen de mist in, maar het moet gelezen worden in het perspectief van Romeinen 2:13 - 'Want niet de hoorders der wet zijn rechtvaardig, maar de daders der wet zullen gerechtvaardigd worden.' En Romeinen 3:31 : 'Veeleer bevestigen wij de wet.' Paulus was dus ook in strijd met wetteloze christenen en een wetteloze geloofs-christus van zoete, lieve genade. Het zaad bekrachtigt de wet, en de wet bekrachtigt het zaad, en dit zaad is het zaad, zara (Aramees) van Abraham, Sarah dus. Ook zegt Galaten dat het zaad, zara, van Abraham Christus is. Christus is in dat opzicht dus een vrouw, een aartsmoeder, Zara, Sarah, en dit is de oerzee van zaad waartoe Abraham kwam, waarvan Sarah een personificatie was, zijn vrouw. Ook het woord 'mayim' wordt soms gebruikt voor de oerzee van zaad. Door Abraham komt de mens tot gerechtigheid, wat ook terugkomt in Psalm 1 waarin de rechtvaardige is als een boom geplant aan waterstromen. In de grondtekst gaat het hier over zaadstromen (mayim), en is de boom een beeld van de oprijzende vruchtbaarheid. Het is allemaal beeldspraak, want dit staat ook weer voor de opname. Abraham werd door Sarah, de vrouwelijke Christus, opgenomen, door het zaad, zara : Galaten 3:14 - Zo is de zegen van Abraham tot de heidenen gekomen in Jezus Christus (het zaad, zara, Sarah, zijn vrouw). Ook wij mogen als Abraham komen tot de oerzee van zaad, Sarah, om door haar opgenomen te worden. Dit zaad verbindt ons aan de wet, zoals ook Mozes de wet ontving. Zo wordt de wet in ons hart gegraveerd.

Hoofdstuk 34. De Zaad theologie en de vrouwen exodus uit de patriarchie - De worsteling met Jom In het originele Aramese NT wordt in Galaten Jezus de 'Sara, het zaad, van Abraham' genoemd. Dat is zijn vrouw, als de personificatie van de oerzee van zaad. Het verhaal van Abraham en Sara was in de traditie opgetekend door Mozes die zijn kennis en geleerdheid in Egypte had opgedaan. Sara, het zaad, heeft zijn Egyptische wortels in het woord 'sar', wat brengen betekent, dragen, opvoeden, de opname, waar ook het Egyptische woord sariu vandaan kwam, de dragers, de wachters. Ook het hebreeuwse Sarah heeft de sar wortel in het Hebreeuws wat wachter betekent. In de Egyptische mythologie was er de godin Saraut die de doden leidde door de onderwereld als een gids. Ook is er de seru wortel van profetie, en de serr wortel van het graveren, want dat is wat Sara, het zaad, doet : het graveert de wet in het hart. Seraa is één van de vormen van Ra. Het zaad leidt helemaal tot de Hoseaanse mysterieën. Genesis 3:15 En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad, Zara; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen. Waarom is dit belangrijk ? In Galaten wordt Sarah als 'de vrije' beschreven. In het christendom worden vrouwen stelselmatig als slavinnen beschreven, terwijl dit het verschil is tussen de vleselijke vrouw en de geestelijke vrouw. Sarah is een beeld van de emancipatie, van de vrouwelijke exodus uit de slavernij tot de patriarchie. Abraham kwam terug tot die oerzee van zaad, Zara. Galaten 3 28Hierbij is geen sprake van Jood of Griek, van slaaf of vrije, van mannelijk en vrouwelijk: gij allen zijt immers één in Christus Jezus (Sarah dus, het zaad). 29Indien gij nu van Christus (Sarah) zijt, dan zijt gij zaad van Abraham, en naar de belofte (belijdenis) erfgenamen. Over Sarah wordt gezegd in Galaten 4 : 26 Maar het hemelse Jeruzalem is vrij, en dat is onze moeder. Galaten is dus het boek van de vrouwelijke exodus, met Sarah als het centrale archetype, oftewel de oerzee van het zaad. Het wortelwoord van Sarah in het Hebreeuws, sar, betekent ook : God. Abraham was dus in de oerzee van zaad, maar hem werd land beloofd : Genesis 13 15want het gehele land, dat gij ziet, zal Ik u en uw nageslacht voor altoos geven. 16En Ik zal uw zaad, zara, maken als het stof, afar, der aarde, zodat, indien iemand het stof der aarde zou kunnen tellen, ook uw zaad te tellen zou zijn.

Afar is Hebreeuws voor het paradijselijke stof van de aarde waaruit de mens werd geschapen. Het Egyptische wortelwoord is 'afa', wat stof en zaad betekent. Ook hafa, Hebreeuws voor Eva, komt hier uit voort. Zara zou dus tot hafa, stof en zaad worden, tot Eva dus, het paradijselijke land in de oerzee van zaad. Toen sprak de geest van Jom : 'Ik verheug mij teveel in het slechte. Ben je gekomen om mijn troon te stelen ? Wat doen jullie je oude moeder aan. Wat doe jij je oude moeder aan. Heb ik jullie niet grootgebracht in het christendom ? Slechtheid, dat is waar ik mij in verheug. Ik zal vallen, dat is een feit. Het klagen ben ik. Het geklaag van het christendom wat altijd meer wil, meer, meer, meer. Dat is waarvoor ik sta. Kom terug, kom terug. Ik droom, ik droom, ik droom, van mijn troon. Wie heeft mijn troon overhoop gegooid ? Ik kan het niet zien. Er is er een waas voor mijn ogen.' Ik kan me herinneren dat vele jaren geleden aan het begin van het millennium ik een droom had van een gevecht met Jom, en dat ze mij keihard in mijn ballen kneep, maar nu kon ze mij alleen maar in mijn bovenbeen knijpen. Zij is als de farao op de troon van de patriarchie en wilde het volk niet laten gaan in de vrouwelijke exodus. Ze hief een stok naar mij op, maar plotseling bevroor haar arm, en ze verstijfde helemaal. Deze nacht had ik al een droom van oude vrouwen die mij probeerden te knijpen en te kietelen. Toen ging de vorstin Jom verder, maar het was nog maar slechts gefluister, wat steeds zachter werd. 'Ik laat het volk niet gaan, ik laat het volk niet gaan.' Maar toen zag ik haar neerstorten. Toen riep ze : 'Wie kan er uit mijn handen ontkomen ? Ze hebben het zaad van Sarah. Maar ik heb hen die mij dienen, en ik zal ze leiden tot mijn kannibalen maaltijd. Ja, eten zal ik hen. Hun vlees zal ik eten. Ik zal hen niet laten gaan, maar wie wil gaan gaat nu maar. Het zaad van Sarah kan ik niet tegenhouden.' En het voelde alsof er zwaarden uit me werden getrokken en hele lange pinnen van een zachtkleurig goudachtig metaal, en ik voelde me even heel slap worden, maar daarna stroomde er een nieuw levenssap in mij, en ik ademde een boslucht in. Het ademen ging traag, ik was onder een hemelse druk. Psalm 25:13 Aramees Zaad, Sarah, zal het land beërven. Psalm 89:37 Aramees Zaad, Sarah, zal voor altoos bestaan, en als een brug zijn van hemelse dagen. Dit zal worden tot land en zaad, tot afa, oftewel Eva. Het gehele paradijselijke land werd door haar gepersonificeerd. Daarom moest Adam haar ontmoeten door een diepe, paradijselijke slaap, in een droom. Het zijn vormen van Ra die door de onderwereld gaat, en die lijnen zijn nog steeds te ontdekken door het OT en NT heen. Het is het zaad van Sarah en van Eva opdat de mens weer in contact komt met het paradijs. Jom is hiervan slechts een klagende, overmoedige, pretenderende schaduw en schijnrealiteit. De klauwen van Jom gaan diep, totdat de mens ontwaakt in het paradijs. Het paradijs is de demonologische mysterieën. Eva is dus waar stof en zaad elkaar kruizen, daar waar land ontstaat, wat ook weer terugkomt in het woord Jehovah, Jah-Eva, de wording van Eva, oftewel de wording van paradijselijk land in de oerzee van zaad.

Hoofdstuk 35. De Immunologie van de Oernatuur Er zijn prachtige oerwoud planeten waar de mens contact mee kan maken. De honger is datgene wat de mens door de woestijn leidt, de vermoeidheid, het verminderen. Het gaat niet om meer kracht, maar om meer vermindering. Zo komt de mens terug naar de natuur. De mens moet de honger aanvaarden. De honger is de gids en wachter, opdat de mens de stad niet meer kan terugvinden. De honger leidt tot de wildernis. De honger is de ergste vijand van de stad, want het draagt de natuurkennis. De mens moet minder worden, terwijl de stad meer wil worden. Ontwaak, bronnen van de natuur. Zowel Psalmen als Job (Jove, Jehovah) gaan over de vermindering, totdat wij weer natuurmensen zijn zoals Adam en Eva. Zoek de natuur, de dingen van de hemel, en de rest zal je wel of niet gegeven worden. De natuur neemt en geeft. De natuur weet namelijk precies wat wij nodig hebben. De natuur zorgt voor ons, terwijl het altijd maar meer willen de mens bedriegt. De christenen zeggen dat het kruis leidt tot de eeuwigheid, en het existentialisme stelt dat de existentie, het bestaan, leidt tot de essentie. Er is tucht nodig, discipline, vermindering, om te komen tot de eeuwigheid, zoals de nachtmerrie nodig is om tot de droom te komen. De nachtmerrie leidt tot de code. Er is geen andere weg. De mens moet de nachtmerrie weer op waarde zien te schatten, en de nachtmerrie aanvaarden, want het is de namerie, de natuurstof. Er zijn ook paradijselijke nachtmerries die de mens onderwijzen. Het is als de bliksem die neerdaalt om de mensen uit de stad te halen. Vals, overmoedig geluk bedreigt de mens, en is een parasiet die zich camoufleert. Vandaar dat de nachtmerrie van levensbelang is, als een alarm-systeem. De mens moet de code weer leren herkennen. Het is niet wat het is, en wordt door iemand anders gedacht. Het is dus onderdeel van iets veel groters en niet persoonlijk. Het is een oorlog, en de nachtmerrie houdt ons wakker. Dut niet in. Een nachtmerrie is innemend, ontgiftigend, diep, metaforisch, en niet negatief. Ik heb het leren kennen als de aanraking van God. Er is een wezenlijk verschil tussen stadse nachtmerries en natuur nachtmerries. De stad aanbidt de stadse nachtmerries zoals orthodoxe religie (denk aan de eeuwige hel), de dieren holocaust (vlees op je bord), de medische hekserij en de school slavernij. We moeten de grotere context van de natuur machtmerrie leren zien. Het is allemaal code. De natuur nachtmerrie gebruikt het als voorhangsel en als roede tot diepere slaap, want de natuur nachtmerrie ligt in een veel diepere slaap. Het zijn allemaal lagen van de metaforische werkelijkheid. De stad aanbidt een vals boek van nachtmerries, maar in de grotere context is dit een code in het boek van de natuur nachtmerries.

De mens droomt en wordt in allerlei lagere hekserijen gehouden, maar de mens moet dieper slapen om terug te keren tot de natuur nachtmerries die spreken over het oordeel over de zonde, over het lagere ego. De nachtmerrie spreekt tot de mens, maar luistert de mens ook ? Het is onderdeel van de nachtmerrie dat zo'n groot deel van de mensenmassa stijfkoppig is. De stad is stijfkoppig, en de mens zit in die stad opgesloten, snakkende naar de natuur. De droom zal het klusje niet klaren. De mens moet de nachtmerrie in, aanvaarden, op waarde schatten en herzien. Het is onderdeel van de natuur taal. De nachtmerrie - het wil niet zeggen dat het echt is - want het is onderwijzend, werkende met symbolen. De nachtmerrie neemt alles als bruikbaar materiaal en verdiept het. We kunnen niet terug naar de natuur zonder de nachtmerrie. Alleen de nachtmerrie kan ons over de rivier des doods brengen. Ook de dood is een grote nachtmerrie. Het is een onderdeel van de slaap. De mens moet veel slapen, en dieper slapen, en dan is de nachtmerrie slechts een druppel vallende in de woeste oerzee van de slaap. De slaap is onderdeel van de immunologie van de oernatuur. Er zijn oerplaneten van slaap die het leven van de mens grotendeels beinvloeden. De mensheid heeft hiervan nog geen weet, maar wordt door deze verborgen wetten bestuurd, en zal door de filters van de nachtmerries opgestuwd worden tot de hogere dromen van het heelal - een vooruitzicht van grote kennis. De metafysische wetenschap zal zich hiertoe door blijven ontwikkelen, van bewustzijn tot bewustzijn. Op de nachtplaneten en slaapplaneten ontwikkelen zich de beesten van nachtmerries, de nachtbeesten, die tot de mensheid worden gezonden om cryptisch beveiligde boodschappen te brengen. Hoofdstuk 36. De Meditatieve Techniek van het Hongeren De nachtmerrie is als een stalen stok die kaken verbrijzelt, zoals in Psalm 3 en 58 de vijand, het ego, hun kaken worden verbrijzeld. De vijand is de gehele mensheid. Zelfs Job die zonder zonde was werd een vijand genoemd, en ook Jezus die aan het kruis stierf werd tot vijand van God omdat hij alle zonden moest dragen, en zo van God gescheiden werd. De kaak van het ego moet wel verbrijzeld worden, want het ego van de mens pronkt bandeloos met zijn mond in de stad en kent de wachter van de mond niet. Er zijn dan weer planeten die het slapen van de mens beinvloeden, maar wat weet de mens van deze planeten af ?

En dan loopt de nachtmerrie ineens over in de droom, maar voor hoe lang is dat, wetende dat er in deze wildernis zoveel gevaarlijke gecamoufleerde parasieten op de loer liggen ? Wat leren we hier ? We leren hier dat het niemand wat kan schelen, en dat we de goedkeuring van mensen niet nodig hebben, want ze zullen het toch altijd ontkennen. Dat is het pad van de eenling, de ontwaking van de eenling, het pad van de honger-natuur, wat al door Nietzsche en Darwin in de jaren 1800 werd gepredikt. Verwacht niets van de mensen, maar ga je eigen weg, de weg van de vermindering (ramadan, ragnarok, het grote tahulen). Het gaat veel dieper dan zomaar een nachtmerrie, en dit is een gebied zelfs dieper dan de hel. Dit is de grote tantalos-natuur, de hongernatuur, waar alles wat je probeert te grijpen van je wegglijdt. Je kunt er boos om worden, maar het zal steeds erger worden. Je kunt proberen met ze te redeneren, maar ze staan niet open voor reden. Het is dus een pad dieper dan slapen, want slapen doet iedereen. Het is het pad van de vermindering, de honger, waardoor de diepere honger-natuur in je opwelt. Alles groeit hier door honger. Door het parasiteren ontstaan er illusieve werkelijkheden. Het gaat dus niet om een stoel in het weiland te zetten en dan op de stoel te wachten op God. Neen. Het gaat niet slechts om het wachten. Het gaat om het verminderen, om alles los te laten. Dat is een meditatie en een discipline die de innerlijke natuur bronnen opwekt. Maar dan wordt de mens dus wel op de proef gesteld. Op de hongerpaden staan dan een heleboel afleiders, vaak zwaar gecamoufleerde parasieten. En al die valstrikken leiden terug tot de stad. Niet overmoedig bidden en strijden, maar hongeren, totdat je ijlt van het hongeren. Het heeft geen zin mensen te proberen te overtuigen, en het heeft ook geen zin goedkeuring van mensen proberen te krijgen. Mensen zijn parasieten. Het gaat mensen niet om de waarheid maar om de controle die ze kunnen uitoefenen, om hun macht die ze zich inbeelden. Ze hebben daarbij lak aan wat jij denkt of wil. Als ze een gelegenheid zien om te bedriegen, dan zullen ze die gelegenheid met beide handen aangrijpen. Voor degenen die willen ontsnappen aan de matrix van materialisme is er een heel traject van honger planeten terug naar de honger natuur, wat resulteert in de neername tot de onderwereld in plaats van de opname. Hongeren omdat het anders niet veilig is. In de leegte die dan ontstaat ontstaat een nieuwe werkelijkheid, een veilige werkelijkheid. Hierin wordt je bewustzijn gewaarborgd. Laten we beseffen dat de parasieten om ons heen de eeuwige slaap en vergetelheid tegemoet gaan, maar ze dragen wel fragmenten van parallelle werelden. Alles maar dan ook alles gaat gerecycled worden. De werkelijkheid waarin we nu leven zal eraan gaan, zal veranderen, door de verdieping. Er zal contact gemaakt worden met parallelle werelden, als een grote overstroming. Meer inventariseren, meer dingen metaforisch bekijken. Dat kan alleen als je begint te 'hongeren', wat een bepaalde meditatieve techniek is. Hongeren, oftewel minderen, is dus het contact maken met vergeten en verloren realiteiten.

Hoofdstuk 37. Na Judas en Pilatus Als wij ons afscheiden van de materialisten en het hongerende smalle pad van de eenling door de enge poort gaan, dan zullen wij altijd te maken hebben met een Judas en een Pilatus. De Judas verraadt ons en brengt ons in grote problemen, terwijl de Pilatus onverschillig hierover is. Het pad van de hongerende eenling gaat dus door Getsemane en Gabbatha tot Golgotha. Wij worden tot buiten de poort geleid, maar zijn dan pas werkelijk binnengegaan, tot de honger wildernis. Hier sterven wij aan onszelf opdat we aan de natuur bronnen deel hebben. Maar dit heeft dus een hele hoge prijs. Velen willen deze prijs om anders te zijn niet betalen. Vaak willen we onze mond openen als we in het Gabbatha met leugens over onszelf worden geconfronteerd en vals worden beschuldigd, als er kleinerende opmerkingen naar ons worden gemaakt, maar vaak is het beter om te zwijgen, opdat we niet met de wolven onderhandelen, zoals het eeuwig evangelie stelt, en ook Jezus hield zich stilzwijgend. Dit is vaak moeilijk als we woede in ons voelen opborrelen, als we al het onrecht zien wat ons wordt aangedaan, maar het EE zegt hierover in Savaninen 18 : 12. Stopt dan met uzelf te verontschuldigen en rechtvaardigen voor de wolven. Lijdt liever onrecht om de wil van de Heere, opdat gij geen handel met de vijand drijft en als één van hen wordt aangezien. Zij eten uw vlees toch wel. Weest zwijgzaam en laat uzelf kruisigen zoals zij dat met de Heere deden. 13. Weest dan zwijgzaam voor de wolven, zoals de Heere dat was, opdat gij genade zult vinden voor de troon van God. Niet alleen van voedsel zal de mens leven, en zeker niet alleen van het woord zal de mens leven, maar bovenal door het hongeren in stilzwijgen. Het natuurwoord wordt geboren in de stilte. De stilte is een groter wapen dan het woord. Spreken is zilver, zwijgen is goud. Maar een stilte die niet hongert, die niet mindert, wordt tot onverschilligheid. Ook de duivel zwijgt, de geest van Pilatus. Door het hongeren kunnen we Moeder Honger in ons hart ontvangen. Zij is de natuur bron die de stad overwint. Zij overwint het materialisme. De honger zee zal overstromen, en er zal een nieuwe schepping zijn. Hiertoe, over deze principes, kwam de Vur. De mens is verdwaald in een spel, vastgeraakt in een spel, en moet terug naar het menu, de inventaris. De inventaris wordt in de Vur vergeleken met een kunstmuseum vol schilderijen. Alles zal weer achter glas gaan. Het is een spel, een soort virtual reality, maar eerst moet de mens de weg terugvinden naar het centrum, waar alle icoontjes zich bevinden, het startpunt, het menu. Ook is het tegelijkertijd het eindpunt. Dat is de eindbestemming van de mens. Het is iets van de natuur, maar de stad heeft er een karikatuur van gemaakt, als een schaduw. Dit proces beschrijft de Vur uitvoerig. Telkens weer gaat het in de Vur over schilderijen waar men in en uit kan gaan. De mens zal dus moeten terugkeren tot de hoofdcabine. Dit is een tocht door de Vur. De mens is verdwaald in religie, maar moet terug. Deze virtual reality capsule is een machtig natuur verschijnsel, wat diep in de mens verborgen ligt, en wat alleen geopend kan worden door het hongeren, het verminderen, het afstand doen van het materialisme, om zo de diepere dingen te zoeken. Dit is een proces van metaforiseren en inventariseren. Al die paadjes van het spel zijn metaforisch, en de mens moet telkens weer terugkeren tot het menu, net zoals waken en slapen zich afwisselen. We hebben het dus over boeken die open en dichtgeslagen kunnen worden. De Vur begint met het boek 'De Orkaan', wat over de brug tussen het menu en het spel gaat, waarover mensen afdalen. Let wel : dit zijn meerdere spelen. Het is als een spelcomputer. Het doel hiervan is studie, het leren, niet het hedonisme, niet het materialisme. Het ware geluk is in de

opbouw en het verfijnen van de inventaris, van het menu. Je kunt dus steeds meer bijverdienen en verdiepen. Je krijgt er steeds meer icoontjes bij, steeds betere icoontjes. Dat is de eindbestemming van de mens wat voor eeuwig door kan groeien. De mens gaat dus niet met pensioen, maar tot de eeuwige sabbath. Dat is een groot verschil. De Orkaan wordt beschreven als degene die door het glas heenbreekt, en de ware brug maakt, want er zijn ook een heleboel valse inventarissen die afgebroken moeten worden, oftewel de muren van de stad. De Orkaan neemt de steden in, zegt de Vur (1:15). Het is de slager van de herinneringen. Het is een natuurkracht die nodig is. Aan het einde van het boek de Orkaan, het eerste boek, vindt de ik-persoon die door de Orkaan was opgepikt een grot met schilderijen aan de muren, en de ik-persoon komt erachter dat het een wereld in een schilderij was waar de ik-persoon vandaan kwam, dus de ik-persoon was eindelijk in het menu, de inventaris, terecht gekomen. Over de Orkaan werd al in een eerder vers gezegd : 1:19. Ik ben je slot en sleutel, Ik ben je hart, Ik ben je sieraad, jouw verscheurende, Ik ben je pijn en vreugde, Je nachtmerrie en je paradijs droom Er werd dus al een soort slaap situatie geschetst waarin de ik-persoon in een soort droom wereld terecht was gekomen, afgewisseld met nachtmerries, maar dit is ook weer een metafoor van de honger brug tussen het menu en het spel. Telkens weer daalt de speler af en gaat weer terug. De slaap is de schakel, als metafoor van de honger, als een soort reset ook. Er is dan even helemaal niets, of bijna niets. 'Je kan niet zomaar grijpen en gebruiken' is dan de boodschap van het tweede boek van de Vur, de Rode Hei. Heel veel dromen en nachtmerries van de mens zijn veroorzaakt omdat ze teveel van een bepaalde stof hebben genomen. Het boek gaat over de ontmoeting met de natuurgids, en komt dan tot de eindconclusie : 'Voorzichtigheid is de moeder van de waarheid.' (2:21) Ook wordt de inventaris vergeleken met een kaartensysteem in boek 3, de Wilden. Deze kaarten zijn onderverdeeld in cyclussen, en staan zelf ook voor cyclussen. Door lijnen, bruggen, is er verbinding tussen de cirkels, en tezamen vormt dit een natuur-medicijn. Het komt dus tot de conclusie dat de opbouw van de inventaris geneeskrachtig is. Als we in de gangen van de schilderijen terecht komen dan is het belangrijk die gangen door te lopen tot het centrum. Dit is waar boek 111, de Ontwaking, over gaat. De mens moet in de ontwaking komen tot het inzicht dat alles om de mens heen onderdeel is van de inventaris, en de mens moet dit leren herkennen. De inventaris is er al, en dit is een grote buitenaardse macht die de mens helpt. Dat wat we om ons heen zien gebeuren is als een ontwakingsdans, opdat de mens tot de inventaris ontwaakt. Alles is dus al gebeurd. Alles is al in kannen en kruiken. De mens krijgt dan de opdracht om door te lezen, opdat het natuurmysterie zich vanzelf oplost (111:5). Telkens maar weer afdalen om de inventaris te bouwen. We moeten het verdienen in het spel. Daar gaat boek 44, de Narcis over : 2. Aan het nachtijs komt geen einde, Het wonder geschiedt binnenin, De narcis verkondigt het einde van het spel, En dan is alles in de boeken

3. Het laatste wat je tot me sprak is nu een schilderij, Ik staar ernaar en het doet me niet meer pijn, Ik kan nu afstand nemen, maar ik tril nog steeds na 4. Ik weet nog wel dat ik bloedend uit dit schilderij kwam, Met scherven in mijn hand, Maar nu gaat het beter met mij Het gaat erom de kunst in alles te ontdekken. Het schilderij is er niet als we niet eerst het schilderij zijn binnengegaan. Het moeilijke, slopende spel waar we dan doorheen zijn gegaan is dan tot een verhaal geworden, achter een scherm. Bloed betekent dat er een muur is doorbroken. Het boek noemt hiervan ook als metafoor het morgenrood : 10. Alles gaat in cirkels hier, Het leven houdt op en gaat dan door, De narcis houdt de schepen af van het geheim, Alleen het morgenrood zal het zien 11. De eeuwige nacht van ijs, De leugen overvloeiende in de waarheid, Totdat het rode ontwaakt, Tot rode bloemenvelden ging ik, In het huis van de rode zon 12. De zon van rode bloemenvelden, Als een geheim opwellend in de lucht, Waar zoveel stemmen haar hebben doen ontwaken 13. Tot de schutting gaan wij, tot het hek, en dan er overheen, Wij rennen tot een nieuw geluk, Tot de speelkaarten van de rode nacht Het oprichten van de schermen van de inventaris wordt ook wel metaforisch het mysterie van de vrouw met de rode laarzen genoemd in de Vur. Zij breekt de valse muren af, en brengt dan door verhalen alles achter glas. Boek 120. Het Bloed 2. Schud alles van je af, Draai in cirkels om alles los te laten, Op de berg zullen we elkaar ontmoeten 3. Iemand slaat op je in met vuisten, De vrouw met de rode laarzen richt het beeldscherm op, Nu is alles achter glas verborgen 4. We mogen er alleen naar kijken, maar niet aanraken, Alles is onder Haar hoede Deze vrouw is dus ons eigen hongeren, het minderen door het mengen (draaien en schudden). In het boek 'Het Wonder van de Vur', het commentaar op de Vur wordt gesteld dat het communisme een metafoor is van het rode glas van de verhalen : 'De vijand kan alleen spelenderwijs verslagen

worden. In het spel worden alle nodige onderdelen zichtbaar, en het uiteindelijke kunstwerk. Zij leidt tot het rode, het verhaal. Het verhaal is erg communistisch, in tegenstelling tot racistisch, want het verhaal laat de archetypes zien die zich in iedereen bevinden. Dingen worden niet meer horizontaal beoordeeld, maar vertikaal, hermitatisch, oftewel door de hoge zelfverwezenlijking in plaats van door laagblijvende projectie.' Het communisme legt namelijk de nadruk op de gelijkheid en het principe, niet het persoonlijke. Daarom gaat niemand in principe afzonderlijk door dingen heen. Er is altijd het rode glas van de verhalen, maar dit wordt schijnbaar persoonlijk in het spel, wat het mysterie van de vrouw met de witte laarzen wordt genoemd in de Vur. Als wij te diep in het spel zijn verdwaald worden wij altijd weer teruggeroepen tot het rode, wordt alles weer achter het rode glas gezet, achter het beeldscherm, als het kijken naar een verhaal, als het lezen van een boek. Dan worden wij weer opgenomen door de grote metafysische machines van het metaforische communisme. Dit proces wordt ook beschreven door boek 19, de Golf : 8. Zoveel pijlen schieten er door mijn hoofd. Ik verlies mijn zicht. Ik kijk naar mijn hersenen, als naar bloesem, Ik ben niet meer in de zee. Dromend glijd ik in een oerwoud, als aan de drugs, maar het brokkelt af in mijn handen, totdat alleen een rode lijn overblijft. 9. Rood zover het oog reikt, die rode lijn, Als een rood pad door de wildernis. Vier pijlen had zij op haar boog, die dwars door mijn hoofd gingen. Ik staar naar de pijlen. Zij hebben mijn leven gered. Ik kus ze, en wikkel ze in. Ze brachten mij over de zee. 10. De nachtmerrie brak zij af. Zij was één van de vier pijlen. De vrouw met de boog had zo lang aan haar gewerkt. Dagen en nachten was zij bezig haar te decoreren. Zij maakte de juiste insnijdingen, de juiste bochten. Deze pijl was haar paspoort en sleutel. Dit is allemaal ingebouwd in de natuur. De mens leeft altijd in de context van de hogere kennis, de Vur. 13. Maar soms kwamen de herinneringen terug, als grote oorlogen. 14. Ik nam alles aan wat ze zei. Zij was mijn religie. Zij was de derde pijl. Maar het was nog steeds in mijn hoofd. Alles draaide.

Ik was er niet van overtuigd dat dit echt was. Maar wat was dan wel echt ? Het weefde de dimensies door elkaar, en bouwde een nieuwe wereld. In mijn hoofd brokkelde het allemaal af, alsof het nooit door kon komen. Ik zweefde tussen twee realiteiten. Niets kon ooit echt worden. Er werden gewoon werelden overheen gebouwd. 15. Fragiele draden door mijn hoofd. Het is achter glas, en iedereen voelt hopeloos. Zoveel dromen springen kapot wanneer het langskomt. En men weet nooit wanneer het komt. 16. In een zee van leugens lag ik, maar de pijl maakte alles anders … 17. Mijn hart sterft de hele tijd, totdat ik de rode lijn weer zie, en het grijze wegvaagt, En dan slaapt de stad, bedekt onder sneeuw. 18.Tussen de prachtige bomen staat ze, met prachtige struiken, totdat ik afbrokkel 19. En alles wat ik kan doen is grijpen, maar dan brokkelt mijn arm af, en dan alles om me heen. 20. De zee der leugens spreekt tot mij. Maar ik kan niet terugspreken. Hier zien we de strijd tussen verhaal en spel. Telkens weer worden we teruggesleept tot het menu, tot de inventaris, maar de inventaris moet telkens weer gezuiverd worden en opgebouwd. Vandaar dat alles telkens weer afbrokkelt.

Hoofdstuk 38. De Geboorte van Anubis - De Hond van God die het Oordeel zal brengen over Izebel De medische industrie van vandaag heeft het kaliber van een flutromannetje. Er zit geen diepte in. Ook kerken zijn vaak niets anders dan flutromannetjes, zoals de doorsnee mens, allemaal goedkope, waardeloze troep die ze elkaar proberen te verkopen, stinkende rotzooi om hun zielen nog meer uit te doven. Dit zijn de geesten waar we recht tegenover staan, de projecties, de afleidingen, de afzwakkingen, de karikaturen. Wie hier voor valt heeft geen hoge waarden en prioriteiten gesteld. Het heeft allemaal een hoog snoepgehalte, en de ware immunologische stoffen zijn eruit verwijderd. Deze stinkende drap dienen ze elkaar op, met een dropsmaakje. Vies, smerig, en dan maar liegen en bedriegen om het te kunnen verkopen. 'Oh, die en die zeggen het, dus het zal wel goed zijn.' Het alcohol gehalte is hoog, en zo kan er ongemerkt drugs worden gespoten. Het is de roddel industrie. Het zijn leeghoofden. Er zit niets in. Ze vergiftigen de kinderen. Ze gebruiken veel stopwoorden, trigger-woorden, om de mens vast te houden in de matrix van uiterlijkheden en vormen. Het zijn zwaar chemische formules om de beheksing stand te doen houden. Ook het school systeem heeft het niveau van een flutromannetje. Ze delen de kinderen echt niet mee waar het werkelijk om gaat. De kinderen worden zwaar afgeleid. Zo is ook hun evangelie een flutromannetje. Snel dit, snel dat, klaar. Oh, kom maar eens kijken, alles gekregen van de beste sint. De geestelijke gezondheidszorg industrie is een industrie van spot, als het spotkleed en de spotkroon die een mens opgezet krijgt wanneer hij hulp nodig heeft. Mensen worden daar vaak niet eens geholpen, maar moeten degenen die zich zorgverleners noemen vermaken en babysitten, en die worden zo slapend rijk. Dat is het pad van spot van het kruis, want de hulpzoekende mens die bij deze industrie aanklopt is gewoon een stuk vlees, als een melkkoe, en dat willen ze zo houden. Vaak worden ze nog dieper de put ingetrapt door deze industrie, en worden ze door stad en land gereden op de spotkar. Deze industrie maakt zichzelf groot en opgeblazen door kleineringen en betuttelingen, en door de meest genieperige roddel die je je maar kunt voorstellen, wat moet dienen als flutromannetjes voor het grote publiek. Pure waanvoorstellingen. Ik heb het verhaal van het kruis altijd treffend gevonden, maar later niet meer de religie en de industrie die daarom heen werd gebouwd. Het is een industrie van leedvermaak. En dat wordt allemaal gecamoufleerd en kinderen met de paplepel ingegoten. Het is rampentoerisme, snoepreisjes, en het spekken van de portemonee door bedrog en oplichting. Maar dit is het pad van het kruis, en dan is de vraag : aan welke kant sta je ? De Judassen en Pilatussen die in deze industrie werken gaan er niet mee wegkomen. Maar de mens moet hier doorheen, en dat wil zeggen dat de hele samenleving functioneert als zo'n opvangcentrum, zelfs de woningbouw. Buitenaardsen hebben alles bezet en ingenomen, hebben alles al uitgemeten en geëtiketteerd. Ook kerken werken zo. Ze maken een ubermensch en een untermensch, een topdog en een underdog. Het kost ons alles om door de enge poort te gaan. De kerken delen andersgelovigen het spotkleed uit, zoals de geestelijke gezondheids industrie het spotkleed uitdeelt aan de hulpzoekenden. De scholen delen hun spotklederen uit aan de moeilijk opvoedbaren, hen die niet vallen voor het systeem. En zo zijn al deze marktsystemen druk bezig, dag in dag uit, om hun rotzooi en troep op anderen te projecteren. Zij weten het altijd beter, want .... zij worden ervoor betaald. Zij hebben hun loon al. Laten wij niet dit bloedloon aannemen, maar gaan voor het hemelse loon. Laten wij het spotkleed en de spotkroon geduldig dragen, opdat wij deel hebben aan het lijden van God, en toegang hebben tot de hemelse kennis. Het is maar een verhaal, een spookverhaal, en op een dag zal alles achter glas gaan. Dat is het uiteindelijke doel van de vrouw met de rode laarzen in de Vur. Het is de komst van het morgenrood, na een lange, allesvernietigende nacht, wat ook zal leiden tot het avondrood, want er zal een nieuwe nacht komen waarin alles anders zal zijn. Al deze

liegkonijnen gaan achter glas, al deze leugenvlinders. Maak u klaar voor de hemelse dierentuin, het hemelse museum. Al deze gifkikkers en gifpadden die als zombies uit het water kwamen en de weilanden ingingen om landhuizen in te nemen door de desbetreffende families uit te moorden, om zo doktertje te spelen, zullen achter glas gaan, achter slot en grendel, om door demonologen bezichtigd te worden, opdat zij het hun kinderen kunnen leren, zodat deze fouten nooit meer gemaakt worden. Ook de hond van God zal komen tot deze artsenfamilies, deze medische aristocratie, om de medische hekserij te bezoeken. Anubis is de hond van Golgotha die daartoe uitgezonden wordt. Hij heeft daar een neus voor. Na de paastijd waardoor de aarde heengaat zal er een groot oordeel komen over deze industrie. Dit oordeel staat ook in de bijbel opgetekend. De hond van God zal door de weilanden rennen op zoek naar deze afgezonderde griezellandhuizen. De honden van God zullen door de straten rennen. Dan zal er weer een groot pasen zijn. De boodschap van het kruis en het spotkleed zal uiteindelijk het vlees, het ego, vernietigen. Dit is ook het brullende medische vlees, het medische markt-ego. Het hondenleger van Gideon, de toetser, gaat komen. En in Prediker 9 staat de spreuk : 'Een levende hond is beter dan een dode leeuw.' Ook speelt de hond een belangrijke, voleindigende rol in het oordeel over Izebel. Zij werd uiteindelijk verslonden door honden. Zij was de vervolger en onderdrukker van de profeten en de godsvruchtigen. I Koningen 21 23En ook aangaande Izebel heeft de Here gesproken: de honden zullen Izebel verslinden aan de voorwal van Jizreël. Jizreël betekent het zaaien in de grondtekst, en het afzonderen. Ook betekent het zwangerschap, dat er een nieuw kind zal komen. Daarom moet het volk van de Vur, van de gnosis, de hemelse kennis, volharden op het smalle pad van de eenling, en de volle prijs van spot betalen, want dit is het zaad dat overwint, en geboorte zal geven aan de honden die izebel zullen verslinden, oftewel de geboorte van Anubis, de hond van God. Het zaad moet gezaaid worden op de akkers van spot, anders zal het zaad niet sterven en geen leven geven. We hebben het dus over een absolute noodzaak, hoe zwaar dat ook is. Het lijden van de tegenwoordige tijd weegt niet op tegen de eeuwige heerlijkheid die geopenbaard zal worden. II Koningen 9 10en Izebel zullen de honden verslinden op de akker te Jizreël, en niemand zal haar begraven. 35Zij gingen heen om haar te begraven, maar vonden van haar niets dan de schedel, de voeten en de handpalmen. 36Toen zij terugkwamen en hem dat berichtten, zeide hij: Dit is het woord, dat de Here gesproken heeft door zijn knecht, de Tisbiet Elia: Op de akker te Jizreël zullen de honden het vlees van Izebel verslinden, 37en het lijk van Izebel zal op de akker te Jizreël zijn als mest op het veld, zodat men niet kan zeggen: Dit is Izebel. Dit staat in de demonologie ook in verband met Jom die door haar eigen honden werd verslonden. In de Griekse mythologie was de jachtgodin Artemis aan het baden. Actaeon was haar aan het bespieden en probeerde indruk op haar te maken door te roepen dat hij een beter jager was, en als straf werd hij door zijn eigen honden verslonden. Dit is een metafoor van de medische industrie die zich boven God probeert te stellen. Het is dus van belang niet mee te doen met hoogmoedige spelletjes, maar het spotkleed te dragen,

opdat de hond van God voor ons zal strijden. Misschien is je wijngaard afgenomen, net als van Naboth, maar Izebel zal hier niet ver mee komen. Zij die het spotkleed dragen hebben het zegel van God als het oordeel komt. Laten wij ons door het spotkleed en de spotkroon te dragen afscheiden van het kwaad en ons daardoor laten tuchtigen, opdat wij niet onder het zware oordeel gaan komen wat over het kwaad zal komen. Het is beter te sterven als iemand die goed doet dan te sterven als iemand die kwaad doet. Dat is een heel groot verschil. Hoofdstuk 39. De Verborgen Psychologie van de Hond De hond representeert een gids door het dodenrijk, door de onderwereld, in de Egyptologie, een orgaan verbonden aan de lever, een heel gevoelig orgaan, als een wegbereider, een tunnel, een zoekmechanisme. Het is het orgaan van de verteller, de omroeper. Het is een orgaan wat een lichaamseigen morfine afscheidt, als onderdeel van het immunologisch systeem. Het is een lichamelijke scanner, en het werd uit de mens gehaald. Hierdoor groeide de mens doelloos en gidsloos op, omdat het demonologisch orgaan in de mens was gestorven. De hond wijst nog terug naar dit orgaan, zoals in de Egyptische dodenboeken, maar de mensen spelen liever kerkje. De terugkeer van de hond betekent dus de terugkeer van het gidsen orgaan, de navigator van het menselijk lichaam, het lichamelijke kompas. Hierdoor krijgt de mens zijn orientatie vermogen terug en zijn identiteit. In de oertijd werd dit orgaan voorgesteld als een vrouw die in een hyena veranderde, zoals ook Anubis half mens half hond is. Hoe gaat dit psychologisch in zijn werk ? In de roddel industrie wordt je op de spotkar rondgereden, maken mensen een andere versie van je, en kom je in hun levens binnen, in hun woningen, en zij verdienen hieraan en vergroten hun status en eer door jou te kleineren, waardoor je de wereld ontdekt, en een overzicht krijgt, waardoor je gevoelig wordt voor het pad. Als er over je geroddeld wordt dan kunnen je hersenen dit niet oppikken en niet vertalen, maar als onderdeel van het immunologische systeem vertalen de hersenen dit als een hond. Als je dus een hond ziet of over een hond droomt, dan wordt er dus over je geroddeld, maar het is tegelijkertijd je medicijn en raadgever. Het is dus een soort shamaans masker. Laat mensen maar over je praten, want zo ontvang je alomtegenwoordigheid en kun je spioneren en ontdekken, en zo maak je anti stoffen aan, en zal de hond in je geboren worden, je navigator orgaan, je radar en scanner. Dit is dus een algemeen psychologisch verschijnsel, niet persoonlijk. Roddel is negatieve publiciteit, maar uiteindelijk is dit om de stad in te komen en in te nemen. Dan is de hond daadwerkelijk door de glazen wand heengebroken. Kun roddel dan ten goede werken ? Verpakt in roddel worden boodschappen gecodeerd gezonden. Alleen de hond zal het kunnen ontcijferen. Laten we er daarom niet lichtzinnig, dramatisch en

fatalistisch mee omgaan. Dit is dus de diepere achterliggende psychologie van het spotkleed van Jezus, en ook de diepere psychologie van het sprookje van Roodkapje. Alles gaat eerst door de roddel lens heen, opdat de heiligen getest worden en getraind in het ontcijferen van de waarheid. Hoofdstuk 40. De Psychologie van de olifant De olifant is iets verwilderds door de paradijselijke lens, als een heenwijzer, een principe waarnaar de mens moet terugkeren, en dit waren zwaar demonologische principes. De mens is door de paradijselijke lens afgeweken tot de andere kant, en alles begon zich te splitsen en op te delen. Nu is de mens in het materiële blok opgesloten en zit muurvast. In India is de olifant nog steeds een vereerd natuur-icoon, maar wat stelt het voor ? De olifant werd geschapen vanuit het vuil van de natuur, vanuit de aarde. Het waren de fallische paradijselijke spieren. Maar hoe werkten deze voortijdse pezen ? Ze ontweken 99% van alles wat op hen afkwam. Ze hielden zich niet bezig met afleidende bijzaken, maar leefden vanuit minimalisme en diep geestelijke bronnen. Niet-fallische spieren zijn materialistisch en reageren voortdurend op alle materialistische prikkels. De olifant is het lift-orgaan, het droom-orgaan. Het was in de latere oertijd een symbool van de vissersgodin. De slurf beeldde het net uit en het uitwerpen van het net. Maar het komt dus van veel diepere demonologische principes. Het zegel van de olifant moet verbroken worden. Het was een na-paradijselijke heenwijzer. Hoe werkt het ? Het is het etappe-minderen. Er komt een heleboel op je af, en daar sluit je je voor af, en neemt er maar een deel van, of symbolisch 1 %. Dus je hebt je wanden gebouwd, en er breekt nog een klein deel door die wanden heen, dus daar ga je mee verder. Je neemt het ding in je handen, en neemt daar ook maar een heel klein deel van waar je mee verder gaat, want je kan niet alles zomaar in één keer weggooien. En van dat kleine deel neem je daarna ook maar een heel klein deel, en ook van dat deel neem je maar een heel klein deel, of als je wanden bouwt komt er nog maar een heel klein deel ervan binnen, en daar ga je mee verder, ook weer verminderend in etappes, dus het ding wordt steeds kleiner. Dit wordt in de demonologie ook wel het rijgen genoemd. Je rijgt met steeds kleinere kralen, en komt zo door diepere droom-portalen. Telkens als er nog iets door de wanden heenbreekt dan is dat bruikbaar, herbergt het nog iets wat je nodig hebt, at het dan ook is. Het kan een herinnering zijn die je telkens weer sloopt of nekt, die je stalkt. Neem daar dan een heel klein deel van, en ga verder. Je laat dus steeds meer los, in etappes, totdat je bij de kern aankomt die je nodig hebt en die bij je zal blijven, de diep afgepelde principes van het paradijs. Dat is symbolisch het vissen. Je haalt telkens maar een paar vissen uit die gigantisch grote zee. Alles wordt dus uitgefilterd. Dit rijgsysteem kwam dus terug in de jaren 1800 door de predikkingen van Darwin, die de natuurlijke selectie leerde. Telkens wordt er maar heel weinig van iets genomen, of enkelingen van de massa's, en daar ga je mee verder, specialiserend, variërend, door ingewikkelde code-systemen in natuurpatronen. Er worden dus geen dingen vanuit het niets geschapen als een tovenaar, maar door

de selectie van wat er al is, de uitverkiezing van de natuur. Daarvan is de jacht en de visserij een metaforisch demonologisch principe. Dit gaat door de wetten van camouflage en ironie, het wapen van de zwakken, waarin je dus minimalistisch boodschappen overbrengt door selectief gebruik te maken van de dingen die er al zijn, voor hen die deze taal begrijpen. Het wapen van de ironie kan nooit afgenomen worden. Dit is ook waar het olifanten orgaan voor staat. De mens heeft dus altijd een stille hulp. Als je dit niet leert, zoals bij de christenen die geloven dat alles maar bij toverslag gebeurt, dan zijn op een bepaald moment je bronnen uitgeput. Ze hebben niet geleerd daadwerkelijk in de wildernis te overleven. Vaak als we een moeilijk gesprek hebben gehad dan denken we achteraf : 'Oh, had ik maar dit gezegd of dat gezegd,' en hebben we het gevoel gefaald te hebben omdat we met ze meegepraat hebben terwijl we ze hadden moeten bevechten, maar in veel gevallen zijn we gewoon ironisch geweest, en hebben we het aangepakt vanuit het minimalisme. Want natuurlijk willen wij geen handel doen met de wolven. Zij eten hun vlees toch wel, of je nu met ze meepraar of tegen ze vecht, en dan is het soms beter stil te blijven. Het ware dromen is dus het hongeren, het rijgen, waarin je steeds meer loslaat in etappes, en verder gaat met de dingen die er toe doen, en die ook weer selecteert. Dit is de gansa in India, de kennis (sa, egyptisch) van het paradijs (gan, aramees), de olifant. Het indische volk, in het hindoeisme, heeft een enorme flexibiliteit, aanpassingsvermogen, rijgvermogen, olifantenvermogen, ironie, terwijl ze in het westen star zijn, rigide. We hoeven India niet met beide handen aan te pakken, maar we mogen ermee rijgen. Het zegel van India moet verbroken worden, het is net als de olifant een na-paradijselijke heenwijzer. Er ligt een hele dunne lijn tussen liegen en ironie, vooral als we naar religie kijken. De mens komt hier niet van los dan door religieuze selectie. Dit is dan het religieuze rijgen, het religieuze vissen, in de demonologie, en zo is er ook medische selectie, het medische rijgen, het medische vissen, en dit principe kun je ook toepassen op de andere gebieden van het leven zoals familie, school, justitie enzovoorts. Hoofdstuk 41. De Originele Arameo-Egyptische Galaten En maar graven ... Het herstel van het orgaan waar de hond naar wijst, of de oerhyena, is het herstel van de innerlijke detective, want dat is wat de demonoloog is. De demonoloog gaat nooit zomaar roekeloos te werk. De detective is secuur, prikt door dingen heen, en wijst niet zomaar vanuit de losse hand een schuldige aan. De detective is niet bevooroordeeld en doet ook niet aan vriendjespolitiek, en houdt niemand zomaar de hand boven het hoofd. De detective prikt door dingen heen en neemt nooit zomaar algemeen aanvaarde, ingeburgerde, gevestigde waarheden aan. Vaak ontmaskert hij deze waarheden als leugens. Hij zoekt de schuilplaatsen van rovers op en laat niets van ze heel in zijn

filosofische betogen. Galaten 1 1Paulus, een apostel, niet vanwege mensen, noch door een mens, maar door Jezus Christus, en God, de Vader, die Hem opgewekt heeft uit de doden. Dit staat er in de Westerse vertalingen. Als we het over Jezus hebben, dan hebben we het over de Aramese taal. De Aramese taal komt weer voort vanuit het Egyptisch. Er lopen daarom ook veel parallellen tussen het Aramees en het Egyptisch, zoals de dood in het Aramees mwt is, mot, en mayta, en in het Egyptisch met en mut, wat ook in verband staat met de wet, m't. In het Hebreeuws, een andere dochtertaal van het Egyptisch heeft het soortgelijke woorden, en betekent de dood ook het hongeren en de hongerdood, dood door gebrek aan iets. In het Aramees is de opwekking uit de dood het aandacht geven (qwm, k'm). De opwekking uit de dood is dus het aandacht geven aan de wet, het hongeren, het minderen, het overpeinzen van de wet waar de psalmen het over hebben. In het Egyptisch is met, de dood, ook het zaad. Het zaad sterft, en dan is er groei, en dit gaat allemaal door aandacht voor de wet. Dat is dus de daadwerkelijke betekenis van de opstanding uit de doden. Wij moeten alles achterlaten voor de wet, want de wet is het zaad. Wij moeten onszelf verliezen in de wet. Als wij aandacht geven aan de wet, dan zal de wet ook aandacht geven aan ons. Ik had een droom over Galaten als een vrouw, en ze rende weg, en maakte ga weg bewegingen. Het was een natuurvrouw in de wildernis. Ik had toen weer een droom over dat ik haar vroeg wat er aan de hand was, dat ik het echt wilde weten. Ze was boos over het feit dat de Aramese en Egyptische fundamenten van deze teksten waren weggekapt, zodat de betekenis in het westerse christendom verloren ging. Ze zei toen : 'Volg mij,' en ze leidde mij naar een soort van wildernis vestiging, naar een markt. Het was niet in een moderne setting, maar ten tijde van de opkomst van het christendom, heel lang geleden. Psalm 1 ligt dus ten grondslag aan de 'opwekking uit de doden', wat dus meditatie op de wet betekent, meditatie op het sterven aan het ego door het hongeren. Welzalig de man die aan des Heren wet zijn welgevallen heeft, en diens wet overpeinst bij dag en bij nacht. Want hij is als een boom, geplant aan waterstromen, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, welks loof niet verwelkt, al wat hij onderneemt, gelukt. (1-3) Dit gaat verder in Psalm 119 : 1. Welzalig zij, die onberispelijk van wandel zijn, die in de wet des Heren gaan. 29. Schenk en onderwijs mij de wet, het zintuig (Aramees). De wet is de innerlijke detective die de zonde en de leugen traceert, ontmaskert en doodt. Westerse vertaling Galaten 1:8 : Maar ook al zouden wij, of een engel uit de hemel, u een evangelie verkondigen, afwijkend van hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt. Originele Aramees : Maar ook al zouden wij, of een engel uit de hemel, u een evangelie verkondigen, afwijkend van hetgeen wij u verkondigd hebben, laat het vanuit de natuur gebeuren

(harma, hrm). Want daarachter staat : 10Tracht ik thans mensen te winnen, of God? Of zoek ik mensen te behagen? Indien ik nog mensen trachtte te behagen, zou ik geen dienstknecht van Christus zijn. Het gaat dus om het pionierswerk, en om het verdiepen van de boodschap, terug te gaan naar de originele boodschap van de natuur, waar Paulus in het Aramees open voor staat. Hoofdstuk 42. De Wet - de Detective - De Nadere Reformatie - De Wachters van de Honden-wieg De medische industrie verstopt zich altijd achter ziekte-etiketjes, maar schuwt het hebben over zonde. Ze leven namelijk zelf in diepe zonde, dus projecteren ze het altijd op ziektes, voornamelijk geestelijke ziektes. Heel veel lichamelijke ziektes die ze niet begrijpen schuiven ze tussen de oren van de mensen, en zo worden er telkens weer grove fouten gemaakt, waarmee zij vervolgens hun portemonnee kunnen spekken. Fouten maken levert geld op, want door fouten kan men er ook weer giftige medicijnen bijhalen, en die moeten ook weer betaald worden, en die kunnen vervolgens nog meer onverklaarbare en ondoorgrondelijke, ontraceerbare ellende veroorzaken, dus dat kunnen ze dan weer tussen de oren schuiven, en er zo nog meer aan verdienen. Zulke smerige spelletjes worden gespeeld, en dit allemaal door medische roddelblaadjes, zo uit de lucht gegrepen. Een dokter zegt het, dus zal het wel goed zijn, denkt het gepeupel. Zij zijn allang met pensioen gegaan. Zij denken niet meer, maar halen alles uit de roddelblaadjes. Zo was mijn moeder ook altijd, niet door enige kennis verhinderd. Wij moesten opgroeien met stapels roddelblaadjes in huis. Zelfs als kind zeg je daar al herhaaldelijk wat over, maar er wordt gewoon niet geluisterd. 'Ik heb eens gelezen,' is dan het stopwoord, waar dan die roddelblaadjes mee worden bedoeld. Ze hebben ervoor betaald, dus hebben ze de waarheid. Dat is het peil van de logica van het gepensioneerde gepeupel vandaag de dag. Je kan dan beter rennen voor je leven. Je kan dan beter een waas in je kop hebben als je met ze praat. Over zonden en demonen hebben ze het niet, want daar zitten ze vol mee. Over genade en vergeving willen ze het de hele dag hebben, en dan de volgende dag gewoon weer doen. Dat heb je met van die kerken die er net tussenin steken. Dan kun je soms beter wat leren van de nog zwaardere kerken die onder zwaar zondebesef gebukt gaan. Die zijn op het juiste moment gaan bukken, en worden voor veel oordeel gespaart, omdat ze zwaar boetvaardig zijn. En daar ligt ook mijn hart. Mensen die worstelen met de uitverkiezing en met de eeuwige hel, want die worsteling heb ik ook gehad, terwijl de hele familie vrolijk doordanste. Via de charismatische beweging vond ik toen een doorgang, een uitweg, maar dat mocht ook niet toendertijds. En dan komt er een vervolging door die mid-zware kerken waarin ik opgroeide. Die laten je niet zomaar gaan. En ja, dan moet je op een gegeven moment wel een detective inschakelen, anders kom je er gewoon niet doorheen. Alles is daar dwang. Ook gedwongen op de foto en op de film, en anders doen ze het gewoon stiekem en moet je er later achterkomen. Het zijn stalkers. De medische industrie loopt hieraan parallel en heeft het altijd over andermans ziektes, nooit over hun eigen zonden. Nee, daar mag niet over gesproken worden. Dat zorg geen koopwaar is daar storen ze zich ook niet aan. Ze werken allemaal voor de dikke rijksdaalder. En de eerste klap is een

daalder waard. En als ze een daalder kunnen stelen, dan ook een tientje. Het zijn hoerenlopers. De uittocht is dus ook een diepere intocht. De hond komt ons tegemoet in deze tocht door de onderwereld, in de wildernis. De hond overtuigt van zonde, want als er een wet is, is er ook zonde. En in het Aramees is de wet een geestelijk zintuig. De wet is dus de detective. Ga nooit op pad zonder je detective, want ze pakken je. Zalig zijn zij die met hun honden gaan. Het is een belangrijk onderdeel van de geestelijke wapenrusting die wij aan moeten doen. De hemelse kennis openbaart zich aan geen anderen dan aan de ellendigen, de benauwden die overtuigt zijn van zonde en wet, zij die zuchten, hongeren en dorsten, zwaar arbeiden in hun strijd tegen het kwaad, zij die de levensopdracht serieus hebben genomen, zij die uitgedroogd zijn van droefheid en ellende, zoals ook de Nadere Reformatie stelde, die opriep tot berouw en boete. Keer je af van het materialisme, ook van religieus materialisme. Het werd ook wel de bevindelijke reformatie genoemd, en ontstond in de jaren 1600 en 1700. Bevindelijkheid betekent persoonlijke ervaring, oftewel het geestelijke zintuig, de detective. Maar zoals we weten groeide deze detective op in zware gevangenschap, in ballingschap, en heeft het de demonologie nodig om hier doorheen te komen. Er zal dus verdere reformatie moeten komen, maar niet eens zozeer reformatie, maar verdieping, het terugkeren tot de originele fundamenten van de natuur, en daarbij moet ik ook denken aan het Arameo-Egyptische fundament, waar de natuurvrouw genaamd Galaten het over had. De hond heeft dus ook onze hulp nodig. Wij moeten vechten voor het leven van de hond, vechten voor Anubis. Hoofdstuk 43. De Vur versus de pseudo-demonologie van de stad We hoeven er geen doekjes omheen te winden : het is oorlog. Boze geesten hebben deze gebieden ingenomen, de gebieden buiten het paradijs, maar het hemelse Woord is een vaste baken. Hoe dan ook is er een oorlog te voeren, en die oorlog is geestelijk. Onze wapenen zijn ook geestelijk, niet vleselijk. Ook onze tegenstander is in de geestelijke wereld, niet zozeer op de aarde. Het zijn geesten van mensenhandel, zielenhandel en dierenhandel. Het zijn geesten van gedwongen prostitutie en verkrachting. Vaak gaat dit onzichtbaar. De medische industrie is een voorbeeld van onzichtbare marteling, want vaak hebben mensen niet eens door wat er met hen aan de hand is. Slachtoffers van onzichtbare medische marteling, door medicijnen, bot-implantaten enzovoorts, worden daarom vaak ook niet serieus genomen, en het wordt vaak op iets anders geschoven. Vaak wordt er gewoon met de behandeling doorgegaan, ondanks klachten, wat een groot risico vormt. Ook als er duidelijke bewijzen op tafel liggen wil men dat vaak niet toegeven, want men beschermt immers een markt, een zielenmarkt. Oplichting is dus een dagelijkse bezigheid in deze gebieden buiten het paradijs, en hebben we te maken met demente dokters. Vooropgesteld is zorg al niet eens koopwaar, dus we spreken in deze industrie per definitie niet meer over ware zorg, maar over 'grooming', oftewel

verleiding, verlokking, omkoperij. Zo van : 'Kijk eens hoeveel diploma's ik heb en hoeveel mensen mij volgen, en waar ik allemaal ingeschreven sta, bla bla bla.' En het gepeupel trapt erin. Sommige mensen zijn al te ver heen. In de onderwereld is het al niet anders. Er wordt van alles gedwongen in de mond gestopt. Veel parasieten-families beginnen hier al vroeg mee : de kinderen overladen met geschenken, overladen met veel zoetigheid, verwennerijen, snoep, overdreven complimentjes, en zo denkt het kind dat het in het paradijs terecht is gekomen, terwijl ze gewoon al worden klaargestoomd. Deze geesten werken met codes. Let eens op deze code : 'Diertje moet geslacht worden om kindermond te voeden. Vlees moet in de mond. Het vlees moet in het kind.' En dan even doordenken. Het vlees moet in de mens, want zo gaat dat bij een verkrachting. Je wordt bedonderd waar je bij staat, en hetzelfde geld voor het gedwongen 'vlees' van de tandofiel, of de tandemente, wat zonder pardon de mens ingaat. Allemaal codes voor verkrachting die deze boze geesten gebruiken. Vandaar dat de demonologie een levensroeping is. We mogen dan ook denken aan het gedwongen Jezus-implantaat in de kinderhartjes. Zo niet, dan ga je naar de eeuwige hel. Ook weer een code. Ook slaven werden vroeger gedwongen om de Jezus van de blanken aan te nemen, anders zouden ze geslagen worden. Allemaal codes voor geestelijke verkrachting, onzichtbare verkrachting, maar zo onzichtbaar is het niet. Eigenlijk ligt het er gewoon dik bovenop, maar het gepeupel is gepensioneerd en dement. De ervaring leert dat je hier niet zomaar vanaf komt. De mens is ingesloten, schaakmat gezet. Je kan bijten en blaffen tot je een ons weegt, maar het weet je altijd weer te vinden, en hoe meer je je er tegen verzet hoe erger het wordt. Daarom is de ware demonologie het verdiepen, het pad van het kruis. Dat is de boodschap die wij prediken : de seizoenen. Het is dus niet allemaal religieuze verwennerij, want dan zou je weer in hetzelfde terecht komen. De model-mens is een asceet. Niet zomaar een wapen grijpen en er op los slaan, maar door het hongeren een dieper geestelijk wapen vinden. De mens wil ontsnappen ? Toen de mens in de Egyptische ballingschap wilde ontsnappen verdubbelde de farao de lasten. Ik heb gemerkt dat het leven ook zo is. En ja, dit kruis moet gedragen worden, en ja, de oorlog moet gevoerd worden, maar we mogen ook hierin een heenwijzer zien naar de heilige gebondenheid die ons veilig houdt, en die ons waarschuwt en terugduwt wanneer wij ervan afwijken. De asceet is de gevangene van de wet, en dat is voor een reden, zoals een kind in de box wordt gehouden om het kind te beschermen. De duivel kan dus niets anders zijn dan een heenwijzer. De duivel kan niet zomaar op zichzelf bestaan. De duivel is dus niets anders dan een heraut. Het beste, oftewel het diepere, moet nog komen. Dat is wat de duivel zegt. Hij kan niet anders, want hij heeft de waarheid geroofd en verdraaid, maar de waarheid kan niet voor eeuwig verborgen gehouden worden. Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel. Als je tot de waarheid wil komen, heb je eerst een groot gevecht met de leugen. Een heleboel mensen willen dit niet, dus uit gemakszucht noemen ze gewoon de leugen de waarheid. Asceten zijn dus soldaten van het kruis die de hoge prijs hiervoor hebben betaald. Ze zijn niet lauw geweest. Als kind in het westen wordt je geleerd dat de oorlog voorbij is en dat alles nu goed is, maar het is een grote leugen, want het is nu wel erger met alle onzichtbare marteling gaande, en velen kunnen het niet navertellen, en velen kunnen niet spreken vanwege wat hen is aangedaan. Het is nu vaak niet aan te tonen waar mensen doorheen gaan. Het staat niet zwart op wit. Mensen lijden vaak in het verborgene, en ook de dieren. Natuurlijk is het wel aan te tonen, maar daar zijn de mensen niet mee bezig, en willen ze zich niet mee bezig houden. Ze hebben geen tijd, geen tijd voor onderzoek, geen zin om mensen serieus te nemen. En ze kopen mensen om en paaien mensen om zo te zijn zoals zij. Alles wordt onder een vieze lap verborgen gehouden. De oorlog is voorbij, de oorlog is voorbij, zeggen ze dan, en vieren jaarlijks vroom hun

bevrijdingsfeestjes, maar de onzichtbare oorlog is nog erger geworden. Het is als een detective verhaal, want op het moment worden de onschuldigen voor schuldig gehouden. Maar als de ware detectives gaan komen, met de terugkeer van Anubis, de geboorte en het opgroeien van Anubis, de hond van God, en het opengaan van het detective zintuig, zullen de ware schuldigen ontmaskerd worden. Het verhaal zal dan ineens een hele andere wending krijgen. Willen wij ook het kruis dragen van het onzichtbare lijden ? Velen willen zichtbaar lijden en aanzien krijgen, zelfs geprezen worden in hun lijden. Laten we beseffen dat de waarheid veel dieper gaat dan de diepste leugen. De waarheid lijdt in het onzichtbare. Je ziet al die gezichten van natuur vrouwen, maar je kent hun verleden niet. Ze spreken niet meer, en maken ga weg bewegingen als iemand te dichtbij komt. En de mens die hierbij stilstaat en als een detective onderzoek doet naar dit probleem, die wordt net als hen. Zoals de Vur ook zegt : 105. DE APPEL 1. Ik was maar een droom, 2. Mijn spiegel is stukgeslagen, 3. Nu sijpel ik weg, 4. Zij die mij volgen zullen alleen wat appels vinden, 5. En wat verhalen, 6. Om de dag door te komen De mensen en zielen die door deze orkaan werden gegrepen hebben hun sporen achtergelaten, hun tekens achtergelaten, en toen bevroor alles. Alleen door detectives kan de mens de ander begrijpen. Dit is de afschuwelijke realiteit van hen die verkracht zijn, of nog erger dan verkracht. Ze kunnen alleen maar seinen. Ze kunnen niet terug naar de stad en zomaar alles op tafel te leggen. Het zou ook te gevaarlijk zijn. Er staan teveel roofdieren op de loer, en je mag je parels niet voor de zwijnen werpen. Ze zijn stil geworden in Gabbatha. Ze zijn de wereldschepen opgegaan en tot de bloemenwateren gegaan, waar ze elkaar in het water versieren met de hemelse verhalen. Het zijn de zielen van de Vur. Ze leven door het halve. Is de beker half vol, of half leeg ? Het is een verhaal. Ook je leven is een verhaal. Soms moet je afstand doen en komen tot een veel groter leven. Soms moet alles achter glas. Zoals de Vur zegt : Niemand kan deze vrouw begrijpen, Niemand kan haar voetstappen volgen, Ze vagen gemakkelijk weg in de nacht, Ze vagen gemakkelijk weg in het zand (1:13) De orkaan wordt dan beschreven als het enige wat hier doorheen kan, en dan moet ik ook weer denken aan het sprookje van Dorothy in Oz aan het begin van de jaren 1900, die werd opgenomen door een orkaan. De Vur zegt hierover : 14. Wilde rozen groeien rondom het paradijs, Niemand kan binnenkomen 15. Alleen de orkaan kan haar weg er doorheen vinden, Klaar om steden in te nemen, Zij breekt het glas,

En dan is alles brandende, Zij is de slager van de herinnering De orkaan is het los zijn van alles, zoals het meisje met de rode laarzen, die altijd afstandelijk is, en als je denkt dat je haar gezien hebt, dan bleek het altijd weer wat anders te zijn. In het proces van dit mysterie, waarin we het onderzoeken, worden wij ook zoals het meisje met de rode laarzen, ongrijpbaar voor anderen. En dan is er nog het meisje met de witte laarzen, als het draaiende witte hek, waar je steeds dieper inkomt, maar nooit eruit of eroverheen. Steeds dieper wordt je in dit paradijselijke hek gezogen, net zoals we niet kunnen ontsnappen van de werkelijkheid om ons heen, maar steeds dieper moeten gaan, tot diepere betekenissen moeten komen. Ik had eens een gesprek met een familie lid, en ik zei ik zou graag willen weten wat er achter de bomen schuilde. Hij wilde dit niet weten. Een boom is een boom. Punt. Maar dan houdt alles toch op ? In de Vur kun je altijd weer dieper. We zijn in de oorlog, maar de Vur zegt dat het meisje met de witte laarzen zowel het begin als het eind hiervan is. En de pijn van die oorlog is altijd van iemand anders. Wij beleven dus iets wat iemand anders heeft moeten doorstaan. Is dat niet het leven ? Ons leven staat niet op zichzelf. Wij gaan door de ervaringen van anderen heen, van mensen, van dieren, en van volkeren, van hele culturen. Het is een vaststaand ritje door een spookhuis of een andere attractie. Het is niet wereldvreemd. Het is een programma. Nee, het christendom is een leugentaal, maar veel principes ervan zijn wel goed, en daar moeten we naartoe, door de principes van de Vur. Alleen het halve werd ons geschonken. Het hele zou ons vernietigen. Waar zijn de wilde jongens nu ? Ze opent een boek, waarin wat plaatjes zijn van hen, Jouw pijn was hun pijn, Het was een boek in je hoofd, maar het kon alleen wegvagen als je het boek zou openen (101:29) Het archetype van de vrouw met de witte laarzen leidt door het levensspel heen. Er zijn spelregels, en de mens mag niet zomaar van het spel afwijken. Het is spelenderwijs bezig zijn met de demonologie, oftewel het verdiepen. Het is een belangrijke filter. Kun je dan tot ontwaking komen ? Vaak moeten we dan eerst dieper de nacht in. Het nachtijs lacht, leidende tot de morgens, Maar Zij met de witte laarzen leidt tot diepere nacht, Zo is het altijd geweest, Het grote spel van dag en nacht Zij leidt de weg, Zij leidt het pad, De nacht is op een hoge berg, Terwijl de ochtend in het dal de dwazen misleidt (114:8-9) Probeer hier maar eens vat op te krijgen, op het archetype van de vrouw met de witte laarzen, op dit grote mysterie. Als je denkt dat je haar hebt, kom je al snel tot de conclusie dat je haar niet hebt. Hoe ver zullen zij komen in het spel ?

Sommigen proberen haar te grijpen, Maar zij struikelen, Hier kun je niets grijpen, Alles glijdt weg (114:2) Dat komt omdat ze altijd weer dieper leidt, en een antwoord roept weer heel veel andere vragen op. Hoe meer je weet, hoe meer je beseft hoe weinig je weet. Het is dus als een opkomende golf die dan weer naar beneden stort. Dat is de natuur. Op het toppunt van je kunnen en je weten wordt je gegrepen door de slaap, en heb je niets meer, en ga je terug naar start. Telkens weer vergeet de mens heel veel. Alles wat je hier opbouwt stort weer in elkaar. Maar zou je niet alles willen opgeven voor het diepere ? De waarheid gaat dieper dan de diepste leugen. Het schijnt nodig te zijn, de leugen, dat wordt telkens weer aangehaald in de Vur. Grotendeels is het de waarheid, maar de paar druppeltjes leugen zijn ervoor om ons immuniteits-systeem op te wekken. Een kind die te beschermd wordt opgevoed raakt hierdoor verlamd. Zij was een genezer, een jager, Zij is de Heerin van slaap, van het medicijn, Zij maakte al zijn dromen, Waarheden met een paar druppels van leugen, Om hen te trekken tot Haar velden (13:11) Kinderen leren aardrijkskunde, wiskunde, natuurkunde, scheikunde, maar ze leren de demonologie niet. Zij worden namelijk te beschermd opgevoed. Het zijn gevangenen. Ze worden gefokt, en dan is het beste wapen van de duivel altijd de mens niet in hem te laten geloven, of een onschuldige aan te wijzen als de bron van het kwaad. Dat is dan de materialistische demonologie die de kinderen geleerd wordt, een pseudo-demonologie, die dan ook geen exacte wetenschap is. Hoofdstuk 44. De Leeuw en de Krokodil Er is een groot verschil tussen kruis-christendom en het materialistische christendom. Er is dus een groot verschil tussen het ascetische christendom en het sinterklaas christendom. Het pad gaat door het paas mysterie. Voor een heleboel christenen is god hun persoonlijke sinterklaas en zo worden ze beduveld door een god die hen ook nog eens altijd gelijk geeft. 'Ik heb altijd mijn bijbeltje op zak, en mijn bijbeltje geeft mij altijd gelijk.' Oh, wat een suikerzoete sinterklaasgod is dat. Om hieraan te ontkomen is het van belang de Vur mysterieën in te gaan. Het verminderende snoep is dan een groot raadsel : 127. HET VERBODENE 1. Het is niet om te eten,

Het is een sieraad, De sleutel is van snoep, Het smelt in mijn hand Het ware, hemelse snoep is altijd verminderend. Het ironische is dat zij die overzoet worden ook overbitter worden, en dat zien we wel aan de letterlijke eeuwige hel die zij prediken voor een ieder die niet buigt voor hun mierzoete snoepjes. Je betaalt dus een hoge prijs voor het overzoete. Het zoete moet dus gematigd worden en verminderd. Ik had een droom over een verschrikkelijke spin van de Rigil Kent ster, de alfa ster van het sterrenbeeld Centaur. Het was een witte spin met veel oranje, en ook andere kleuren, zoals lichtblauw. Zijn naam was TEDO. Hij begon met zijn poten op mijn ruiten te tikken, te zoeken naar gaatjes, maar hij vond niks. Het was een dwepende, overmoedige Toronto geest, snel naar de wapens grijpende, veel lawaai makende, plakkerig, klagerig, en alhoewel hij niet binnen kon komen raakte ik met hem in gevecht. Het was een materialistische geest, ook van religieus materialisme, en religieuze verwennerij en andere soorten verwennerijen. Het was een lokgeest. Hij kocht mensen om. Het moest overwonnen worden door stilte en het toekeren van de andere wang. Men doet dit te weinig. Men is er snel bij om de hakbijl erbij te halen, en dan superman te spelen, maar demonologen begaan het ascetische pad. Maar ook op dit pad was TEDO te vinden, zoals bij veel asceten in India. Zij richten zich op veel lichamelijke ascese, maar niet de geestelijke ascese. Ons hart moet besneden worden. Allerlei yoga ademhalings technieken gaan het niet redden als je tegenover deze geest staat. Hij blijft tikken totdat hij een gaatje vindt, en anders MAAKT hij een gaatje, tenzij je het hele pad van vermindering gaat tot in de heilige gebondenheid. Maar hij werkt dus veel door goeroes en overmatige Walt Disney freaks, drugs, en Toronto feestjes, en spelletjes van wie is de grootste in het lijden, allerlei krachtpatserijen, of kijk wat ik allemaal durf. Hij werkte ook veel door de computer om mensen tot een soort van computer bevrediging te leiden. Het ging allemaal om snelle bevrediging, snelle resultaten, snelle overwinning, de kortste weg naar huis. Hij kon zich soms ongelovelijk stil houden om uit te dagen. Je kunt niet zomaar toeslaan, want als hij een gaatje in je wapenrusting vindt, dan pakt hij je. Hij probeert de mens te verleiden tot overmoedige strijd, zodat hij hen heeft. Hij kan alleen door stilte verslagen worden en het keren van de andere wang, waarop hij zich uiteindelijk kapot zal breken. Dat is dus het slopende gevecht. De stilte, het stilzijn, het aan stille wateren zijn, en daarmee ook het keren van de andere wang, is het zaaien, en dat zal vanzelf oogst geven van strategie en wapenen om deze spin te verslaan wanneer het daarvoor de tijd is. Op bepaalde momenten moest ik wel toeslaan, maar toen had ik daarvoor de wapenen geoogst. Het pad naar het menu is dus stilte en aanvaarden, vragen om het dubbele kruis. Maar dan houdt hij zich stil en probeert het bloed onder je nagels vandaan te trekken door magnetische herinneringen, van mensen die zich doodstil houden als anderen voor hun ogen worden vernietigd. Hoe kun je een kind voor je ogen laten verdrinken en dan niets doen ? Hoe kun je je mond dichthouden als je medemens wordt onderdrukt, wetende dat jij de volgende zal zijn die zal onderdrukt worden als je gewoon zwijgzaam toekijkt. Wie zwijgt stemt namelijk toe. Ik kan uit ervaring vertellen dat de heilige gebondenheid niet zo werkt. Er is een duivelse stilte van onverschilligheid die verslagen dient te worden. TEDO houdt zich stil zolang hij geen geld krijgt, zolang hij niet aanbeden wordt, zolang hij niet bevredigd wordt door het materialisme. TEDO is namelijk het hedonisme, blinde en dove genotszucht. Zeer selectief is hij enorm empatisch, maar kan al snel woest worden als er niet naar zijn poppen wordt gedanst, of hij wordt dodelijk stil, oftewel onverschillig, vol leedvermaak toekijkend. Het is zijn drugs. TEDO vreet de mens op met huid en haar, kannibaals als hij is. TEDO ziet mens en dier als lekkere koekjes. Hij heeft dan ook een zoete tand. Hij is een echte lekkerbek. Hij stelt het geduld van de mens verschrikkelijk op de proef. Het is vreselijk voor de materialistische mens om aan de klauwen en kaken van TEDO overgeleverd te worden. Bevrediging is zinloos, maar de mens heeft bepaalde

noodbehoeftes. Bevrediging bevredigd niet, want daarna heb je een kater. Als je teveel snoep eet wordt je afgevoerd naar het ziekenhuis. Dus waar doe je het voor ? Het is allemaal illusie, en wat een mens daar wel niet allemaal voor over heeft. Als demonoloog moet je dan zien hoe mensen met van zulke gevaarlijke spinnen spelen, en wat het eindresultaat daarvan is, maar aan de andere kant heeft de demonoloog ook de taak om een soort schaakspel met zulke spinnen te voeren, in dit geval met TEDO, maar dan dus in de zin van oorlog. Het was een soort computer schaakspel, en er was glas tussen mij en TEDO. Ik moest via de computer ingewikkelde codes invoeren, stappen in het spel. TEDO reageerde daarop. Hij was een soort robot. Een technicus had hem in elkaar gezet. Al vele jaren voer ik oorlog tegen het gespuis van Rigil Kent die de wereld zwaar behekst hebben. Het zijn marktgeesten. Het is kunstmatig, chemisch cosmetisch, niet natuurlijk, niet authentiek. Ik zat gewoon recht tegenover een clown. Het ging hem niet om de waarheid maar hoe hij het beste mensen kon beduvelen. Ik dacht eraan hoe het Nederlandse 'dood' komt van het Egyptische duat, onderwereld, en Duaty, Thoth, de ibisgod(in) van het archief, en dat het archief, de hemelse kennis die van alles los is, zwevende boven de woeste zee, onze enige redding is. Het Engelse 'death' komt daar ook vandaan. Als een demonoloog tegenover een demoon van groot formaat zit, dan moet de demonoloog vooropstaand aan zichzelf gestorven zijn, want dit zijn dus geen grappen. Je kunt niet zomaar spelletjes aangaan met dit soort slimme, gevaarlijke demonen. We hebben het dan over territoriale oorlogsvoering, waarin je strijdt voert over grote gebieden, als een soort zeeslag. En zulke clowns kun je ook zeer zeker niet vertrouwen. Voordat de mens het weet staat de mens al tegen dit soort demonen, komen ze aan de deur, en zijn ze bij het minste of geringste omgekocht, omdat hun geestelijke zintuigen niet werken. Mensen willen het snel afrafelen, maar voor elke zet in het spel moet je de tijd nemen. Het is dus een denksport. En hemels denken is aan ijzeren spelregels gebonden, maar het is absoluut noodzakelijk om langs deze bedriegelijke, vaak zwaar gecamoufleerde, geesten heen te komen. Een familie lid zei eens tegen mij dat hij er niet aan wilde beginnen, omdat hij er zwaar paranoïde van zou worden. Hij had het over de geestelijke oorlogsvoering. Maar we ZIJN in oorlog. Hebben we dan een andere optie ? Moeten we dan zomaar opgeven ? En het was nog wel een christen, en hij was ook aan de alcohol, waardoor hij later flink in de lichamelijke problemen kwam. Dat is altijd moeilijk om te zien. Ook had hij eens naar de drugs gegrepen, en deed veel kaartspelletjes. Maar het is oorlog, en er is een weg. Veel christenen geloven niet eens in demonen en geestelijke oorlogsvoering, ook al staat er veel over in de bijbel en worden ze ertoe opgeroepen, dingen waarvan ik ook nooit ben afgeweken. Dat hoort ook in de bijbel. Het is alleen de manier waarop waarover veel te zeggen valt. En wat doen deze dronken en aan de drugs verslaafde christenen die niet meevechten in de oorlog ? Ze doen spelletjes van spiegeltje spiegeltje aan de wand, wie is het mooiste in het hele land ? Ik heb het met mijn eigen ogen gezien. Ze gaan de oorlog niet in, want dan zou hun haar niet meer goed zitten. Deze ijdeltuiten staan de hele dag voor de spiegel, terwijl hun volk eraan gaat. Het kan hen niet schelen. Ze willen het mooiste erop komen. Liesje mag niet vies worden. Liesje's haar moet altijd netjes zitten. Ze spreken hoog proogs, een soort boers voor ijdeltuiten. En zo hebben ze hun ijdeltuiterige roddel- en reclameblaadjes waarmee ze de steden terroriseren. Je ontkomt er bijna niet aan. Het wordt op elke hoek van de straat in je gezicht gesmeerd. Daar kun je je ellendig door voelen, maar je kunt ook teruggaan naar waar het naartoe wijst. Ieder weldenkend mens prikt hier namelijk doorheen. Het gaat om de spiegel van de gnosis, om de godinnen met de spiegels van zelfreflectie, zoals bijvoorbeeld in de Vur en de geschriften van Irad. Er is een geheel valse romantiek ontstaan rondom de ijdeltuiterige roddel- en reclameblaadjes. Dit zijn ook weer werken van TEDO, en daarbij hoort ook de religieuze romantiek zoals we die vinden in Toronto : 'Ach Heer, kietel me nog even hier, en kietel me even daar, ja, daar ja.' Ja, ze gebruiken zelfs God als een dildo. Allemaal werken van TEDO, en allemaal voor een markt.

Het heeft de oorlog uitgedoofd. Men strijdt niet meer voor het volk. Men is op zoek naar snelle religieuze zelfbevrediging. Telkens weer waarschuwen wij dat sexualiteit een onderdeel van de demonologie, van de geestelijke oorlog dus, behoort te zijn, of het nu letterlijk of metaforisch wordt gebruikt. Bezint eer ge begint. De ijdeltuiten dus, je ontkomt er niet aan, maar je moet het verdiepen tot de gnostische vorm. Zo is dat met alles eigenlijk. Niet ontsnappen uit de kooi, want dat is onmogelijk en bedriegelijk, maar dieper in de kooi gaan, en dan kom je vanzelf tot de sleutel. Wees dus een geestelijke boeienkoning, een geestelijke Houdini. Werp het kruis niet te snel van je af, want daarmee verlies je ook de sleutel. Niet door kracht, noch door geweld, maar door Ruh, richting in het Aramees. Het begon al in Egypte. Egypte was onderverdeeld in Opper Egypte, het hogere land in Zuid, en Lager Egypte, het lagere land in Noord, in het delta gebied en Middellandse zeegebied. B'taat (Bast, Ubast, Bastet) was de oorlogsgodin van Lager Egypte in Noord, en Sekhmet was de oorlogsgodin van Opper Egypte in Zuid. Zij werden vaak voorgesteld als leeuwinnen, en half leeuw, half mens. Sommigen namen de tucht van B'taat niet aan, wilden het kruis niet dragen, en zo werd zij meer en meer voorgesteld als een kat van het huis van vermaak, en verloor zo meer en meer haar oorlogskarakter. Dit schandaal was al een voorloper van Toronto, een werk van TEDO. Het is dus goed om terug te gaan tot de oorsprong van B'taat, als zijnde de b (hart) van taat (thoth, duaty, tuaty, het archief). B'taat betekent dus het hart van het archief, het hart van het hemelse woord, of het hart van de ibis, of van de orkaanvogel. De nacht na de droom over TEDO had ik een droom over de komst van de oorlogsgodin B'taat, en zij raakte in gevecht met de spin. Het was een woeste oerkracht van de natuur die geopend werd, en er werden ook graven geopend waarin haar leger opgeborgen zat. Toen begon zij de steden in te nemen. Zelfs in de steden waren overal zulke graven, en zij werden geopend, en haar soldaten kwamen voort. Zij was een woeste oorlogsgodin als archetype van de natuur demonologie die was onderdrukt, verkracht, verdraaid, verloochend en ga zo maar door. Ik voelde de natuur openbreken. Het begon te stromen in Nunspeet en Ermelo. Ermelo heeft de RM wortel van de Egyptische krokodil, als de ark in de zondvloed, zoals Jeremia ook deze RM wortel heeft. B'taat nam alles in. Het was als een geestelijke natuur atoombom. Niemand kon het stoppen, en iedereen hield z'n hart vast. Zij is de onttroner van goden. RM is niet alleen de krokodil, maar ook de leeuw in het Egyptisch, rema, wat ook de opname betekent. Het Grieks baseerde zich zwaar op het Egyptisch. Rhema komt veel voor in de Griekse grondtekst van de bijbel, als het gesproken, profetische woord als bron van leven. Niet alleen van voedsel leeft men, maar van elk rhema woord ( Mat. 4:4). En rhema moet in de mens komen. De Egyptische re wortel betekent mond, en re bracht het woord van God door de mond tot de aarde. De logos, thoth, gebruikt hier dus re voor, of ruh in het Aramees, wat ook richting betekent, en in het Egyptisch betekent het ook kanaal. Het Griekse rhema komt ook van het Griekse rheo, uitgieten. Gieten heeft in het Aramees de betekenis van het roddelen, het spreiden van geruchten, sd (st). Het komt veel voor in Leviticus, het boek van de offerdienst. Het is een natuurverschijnsel aan de voet van elk probleem, dat alles verdraaid en omgedraaid wordt. Dit zijn de voorhangsels van de tabernakel om de mens te testen wanneer hij tot de kennis komt. De offerdienst is een metafoor van de opname, waarin het ego moet doodbloeden. In de opname moet dus alles emaneren, uitgegoten worden, tot lagere vormen gaan, anders is er geen brandstof voor de opname, en geen beveiliging.

Juist ook door die emanatie ontstaat er afzondering. Als de mens een profetisch woord ontvangt, dan mag de mens dit niet als een dolle bezetene gaan rondstrooien als parels voor de zwijnen, maar de mens moet zich gaan bezig houden met de architectuur. De bijbel is een roddelblad van die tijd, allemaal "dark humor", barbaarse mythologie. Het zijn duistere gezegdes, en de mens moet er mee klaarkomen. Als de mens "opgenomen" moet worden, dan betekent dit allereerst de opname tot een diepere betekenis van deze dingen. Alles moet dus in lagere vormen omgezet worden opdat er voldoende brandstof is om weer tot hogere niveau's te komen. De Egyptische rm, ook wel de sebek genoemd, is dus niet alleen een krokodil, maar in de wortels een leeuw. Het is de woestheid van het profetische woord wat zich niet onderwerpt aan menselijk gezag. De krokodil, als nijlwezen, is een beeld van diepte wat helemaal leidt tot deze woeste bron van de leeuwin. Het is de emancipatie van de vrouw, van de godin. De mens leeft dus niet alleen van voedsel, maar ook van de oerborst, de oerbron van de oergodin. Hiervandaan, vanuit het diepe Afrika, stroomt de melk, wat zich vertaalt in de Nijl. Het is de levensader van de aarde. Woorden in het Egyptisch werden van beide kanten geschreven, en ook op verschillende manieren, zoals (se)bek ook keb kon zijn. Het laat de verbinding zien tussen K en B. B is de diepte, de vermindering, waardoor K opgewekt wordt, de tegengestelde kracht, de verandering, het moment van de opname, de tussenstappen (kau), de voorbereiding, vandaar dat deze twee letters ook zijn samengevoegd in de Aramese ark, de K-B, kebu. Seb-bek is geb op verschillende manieren geschreven, want geb wordt ook seb genoemd. Het is dus de dubbele geb, de dubbele godin van de aarde. Dit is de dubbele leeuwin. Zij wordt ook wel Aker genoemd. Het is dus het punt waarop de spiegel van de aarde is bereikt, de spiegel van de gnosis, waar ook de Irad geschriften overgaan in het voortijdse Afrika. Wil is fataal. Het gaat om de Wet, van filosofie, waardoor men zelfreflectie kan beoefenen. De Wet is dus de spiegel van de gnosis. De geschriften van Irad gaan over het geheim in het water, die de geschiedenis verdraait. Het speelt met de geheugens. Het vuil spreekt van een andere wereld. De zee is een alarm van de filosofie. Het is de immunologie van de natuur. De zee bestaat niet echt, maar is een metafoor van filosofische principes. Ook de bomen kunnen gedachten verdraaien. Zo komt het hogere door. Ook de bloemen kunnen woorden verdraaien. De natuur is van een hogere complexiteit. Door de spiegel van de wet kan het hogere geimiteerd worden, opdat het ego sterft. De mens moet dus weer het water in opdat alles teruggedraaid kan worden. De zee kan een mens doen stoppen met het verzinnen van ijdelheden. Het directe is te gevaarlijk. Als er teveel zou komen dan zou de mens erin verdrinken. Vandaar dat de mens moet leren met zijn herinneringen te leven als door een spiegel. Het Gorgoonse monster in de Griekse mythologie kon ook niet rechtstreeks verslagen worden, want dan zou Perseus verstenen, als hij het Gorgoonse monster zou zien. Hij moest dus het monster verslaan door een spiegel. Hij kon er alleen veilig naar kijken door een spiegel te gebruiken. De dubbele godin is dus ook een metafoor voor de vrouw met de spiegel van de gnosis. Het is onmisbaar in de demonologie. De spiegel laat alle tussenstappen zien, alles wat je bent vergeten. Het hart van het Woord is dus een spiegel van de wet, voorgesteld als dubbele godin, een leeuwin. Het is het hart van de reusachtige ibis die boven de woeste oerzee zweeft, zoals we dit ook in andere bewoordingen terugzien in het boek Genesis voordat de schepping plaatsvond. Het Woord zou scheppen, en zoals we zagen zou dit door natuurlijke selectie gaan. Seb-bek of keb-bek is de mysterieuze spiegelverbinding tussen mens en God, tussen mens en kennis, waarin we eerst door het drama van de spiegel heengaan waarin alles zich vervormt tot lagere vormen, wat een absolute must is in de demonologie, anders zou alles zo verlamd zijn dat er geen schepping zou kunnen plaatsvinden. Maar zo komt men uiteindelijk tot de ware spiegel van de wet, en kan men zich daaraan hervormen. Dus seb-bek is de overgang van krokodil tot leeuwin, waardoor de mens komt tot B'taat, het hart in het hart, of kern van het hart. De mens komt zo tot geestelijke kern energie.

Hoofdstuk 45. De Mysterieën van de Vur Er is alleen natuur, een spel van spiegelingen. Zij spelen een spel van schuld en onschuld, een spel van goed en kwaad, een spel van veiligheid en onveiligheid, van oorlog en vrede, van wijs en dom. Alles zal uiteindelijk in de boeken komen als verhalen. Nu is het spel nog in volle gang. De Vur zegt dat het verhaal in de nacht sterft om plaats te maken voor het spel. En wat voor een spel ? Het leven is tegelijkertijd mooi en griezelig, traumatisch, tragisch, maar ook mysterieus, avontuurlijk en uitdagend, onvoorspelbaar. Er worden spelletjes gespeeld, maar de mens kan er niet bij. De verhalen stoppen in het midden. Er worden spelletjes gespeeld van angst, woede en depressie, absurde, sadistische spelletjes ? Aan de ene kant wel, maar aan de andere kant zijn het slechts weerspiegelingen, en krijg je alle mogelijkheden en combinaties te zien. Kan een mens kiezen, en wat is de mens ? Alles is zo fragmentarisch. Het is evolutie in de kinderschoenen. De gnosis heeft bijwerkingen. Verdwaald op de kermis, in het lachspiegel paleis. Woest sla je dan zo'n lachspiegel in, Maar dan vliegen de scherven je aan, en dan is er overal bloed. En dan sta je ineens voor de grote natuur spiegel van de onderwereld, de zee van de onderwereld, waar grote vogels komen om zielen op te pikken. Als er dingen in ons leven verkeerd gaan, dan kunnen we stellen : 'Dit heeft de natuur gedaan, maar het is verkeerd door de lens heengekomen.' Wat er dus werkelijk is gebeurd wordt achtergehouden. Daarom moet de mens terug door de natuur spiegel voor een 'oh ja' moment. De lagere natuur maakt fouten, maar de hemelse natuur maakt geen fouten. De oh ja momenten duren vaak kort, maar sommigen kunnen lang doorbrommen op de achtergrond.

Het verhaal sterft in de nacht, en dan is men weer in het spel. Het is geen tijd om met pensioen te gaan, maar ons is wel een eeuwige sabbath beloofd wanneer de natuur mysterieën zich zullen openbaren. Deze mysterieën liggen diep gecodeerd in de Vur en de Bilha, in de tweede bijbel, en ook in de bijbel en de Egyptologie. Er moet een commentaar komen op de natuur, op wat om ons heen gebeurd. Het verhaal sterft in de nacht. Er worden boeken dichtgeslagen en personages weggekapt, en dan gaat het verhaal verder in een ander boek. Het is altijd mijn vraag : Welk boek moet ik nu lezen ? Waar gaat het verhaal nu verder ? Want ik wil niet bij de drama blijven hangen, zoals de Vur ook zegt : Deze zeeen zijn te groot, Deze zeeen zijn onoverbruggelijk, Deze zeeen zijn eindeloos, Er is geen doorkomen aan, Tot de baarmoeder zullen zij gaan, Van herinneringen geen sprake Zij vertelt een verhaal, Zij blijft niet bij de drama hangen, Het gaat altijd weer dieper (De Vur 126 in het kort) Alles is waardevol. De Vur noemt 'de kaarten van het trauma'. Dezen zijn belangrijke sleutels in het spel. De Vur geeft aan dat zij boeken openen en deuren van de hel sluiten (41:5). Alles zal dus duidelijk worden, en je zal de noodzaak van de moeilijke dingen en herinneringen van je leven inzien, omdat het sleutels zijn tot verdere doorgang. Als we iets hemels hebben ontvangen, een bepaalde gave of de heilige gebondenheid, dan wil dat niet zeggen dat we dan ineens in fluweel worden gewikkeld en onaantastbaar zijn geworden. Neen. Dan begint het pas. Dan worden we de wildernis ingezonden. We worden dan uit de comfort zone getrokken waar we waren ingedut. Dan begint het spel. Hoe groter de opdracht, hoe groter het plan, des te groter de voorbereiding, des te groter het lijden, het offer. Er is in de Vur het mysterie van de ontkenners, zij die je niet serieus nemen, zij die zich niet in je kunnen verplaatsen, en misschien niet eens naar je luisteren. Zij spreken een andere taal. Ze ontkennen zelfs als er harde bewijzen op tafel worden gelegd. Veel mensen zitten zo in elkaar. Het is een bepaald geloof. Zij hebben hun eigen taal, hun nachttaal zoals de Vur het zegt. Zij slapen en zijn in hun eigen droomwereldje. Wanneer het sap de takken raakt zal de morgen niet komen, Alleen de nacht is daar Zij kan de nacht niet verstaan, Zij maakt haar eigen nachttaal, tegemoetkomende tot het verhaal Haar nachttaal kent niet, en zal nooit kennen, Zij schiep dit mysterie eens in een wonder, De nacht dompelt altijd onder, Voelen kan het niet, maar het heeft haar eigen zintuigen,

Die stadse kennis is niet voor haar (41:11-13) Dit mysterie wordt verder besproken in Boek 113. Het begint met de woorden : 'Ik schiep u in een paradijselijk mysterie' De nachtplanten hebben het nooit verstaan, En het zeewier heeft het nooit geweten, Zij gaan alleen in cirkels, Maar zij komen nooit aan Oh nachtplant, wonder van het bestaan, Het zeewier zal altijd ontkennen, Oh nachtplant, het ijzer van het hart komt u altijd binnen, Maar u raakt nooit aan, Nog steeds bent u het wonder van het bestaan Oh nachtplant, zee van de eenzamen, Groeiende zo diep, Nooit zult u het geheim aanraken, Maar voor altijd dichterbij komen, Het omcirkelen van het wonder, Wat u zelf bent Nee, de schepping kennen zij niet, Zij leven alleen in hun eigen verhalen (De Vur 113 in het kort) Want als er niet naar je geluisterd wordt, en je wordt niet serieus genomen, en alles wat je hebt meegemaakt wordt ontkend en gebagatelliseerd, dan word je eenzaam. Dan voel je je alleen op de wereld, en veel mensen voelen zich zo, voelen zich onbegrepen en verkeerd begrepen, verkeerd uitgelegd, en ze zijn moe geworden van alle leugens en verdraaiingen en daardoor stil geworden. De mensen om hen heen hebben geen zintuigen, leven langs elkaar heen, hebben hun eigen codes en taal, leven in hun eigen verhalen, en zijn zo xenofobisch. Ze communiceren op een hele andere manier, door raadselen, cryptisch. Ze kunnen geen direct contact maken. Dat is te moeilijk voor hen. Ze kunnen niet rechttoe rechtaan spreken. Dan komt het te dichtbij en wordt het te persoonlijk. Ze willen zichzelf niet kwetsbaar opstellen. Ze zijn paranoïde. Het zijn planten, nachtplanten. Het is zeewier. Ze zijn de verdronkenen. Ze konden het leven niet aan. Ze hebben geen draagvermogen, en daarom bagatelliseren ze alles. Ze kunnen de harde waarheid niet aan. Het is een grote tragedie. Vers 4 zegt : Zij trokken u tot de dieptes van de rivier, En op uw vragen was geen antwoord, Zij vertelden u verhalen om u af te leiden van het geheim, Zij cirkelden om uw hart als bijen die de honing bewaakten Ze kunnen het geheim niet dragen, ze kunnen de kennis niet aan, en daarom zoeken ze de nacht op en het water. Het is heel tragisch en ieder mens draagt deze realiteiten in zich of bij zich, want er zijn altijd meerdere entiteiten in en rondom de mens, en de mens is altijd weer onderhevig aan parallelle realiteiten, waardoor dit soort onverklaarbare dingen gebeuren. Maar de Vur stelt dat met dit verschijnsel er spelenderwijs mee omgegaan moet worden, in de vorm van de vrouw met de witte laarzen. De Vur stelt in vers 9 dat het witte voorkomt uit het zwarte, uit de nacht, met het nachtzicht in haar manden. De bloemen cirkelen alles in dit spel, opdat het nachtzicht voortkomt. Het geheim wat bewaakt moet worden staat in vers 14 en is ook de reden dat de nachtplanten en met name het zeewier zo zijn zoals ze zijn.

Ik schiep u in een bloem vol honing, Met een honingkroon op uw hoofd, De nachtplanten hebben het nooit verstaan, En het zeewier heeft het nooit geweten, Zij gaan alleen in cirkels, Maar zij komen nooit aan Natuurlijk moet dit geheim bewaakt, en natuurlijk moeten indringers van het geheim afgeleid worden. Daartoe zijn de nachtplanten en het zeewier. In het boek is het zeewier nog wel verder heen dan de nachtplanten, dat de nachtplanten zelfs nog de zielen moeten redden uit het zeewier, maar alles leidt dus tot de bloemenvelden van de nacht die het nachtzicht dragen. Er zijn dus verschillende lagen van verschillende intensiteit rondom het geheim. Bloemen van de nacht, Uitgestrekt tot grote pracht, Hun uitgestrekte velden dragen het nachtzicht, Allemaal in cirkels (:10) Er is in het boek ook nog een andere groep van bewakers van het mysterie : de vuile paarse bloemen. Ik schiep u langs de waterkant, Tussen vuile paarse bloemen, U verstond de boodschap niet (:3) Zij hebben ook hun eigen boek in de Vur, boek 109. 1. Vuile paarse bloemen groeien langs de kant van de grote rivier, Met vuile gezichten staren ze ons aan, Bedekt met modder 2. Zij zijn één met de natuur, Zo is het altijd geweest 3. De brug over de rivier komt nooit aan, maar leidt ergens anders heen, In het midden heerst altijd de mist, Deze twee landen kennen elkaar niet, De brug heeft hen nooit de waarheid over elkaar verteld 4. En vuile paarse bloemen groeien aan de waterkant, Met hun vuile gezichten kan het hen niet schelen, Ze bewaken het mysterie, In de rivier verdwijnt alle tijd Zij zijn uiteindelijk degenen die je hebben gestort in dit mysterie : Ik schiep u langs de waterkant, Tussen vuile paarse bloemen, U verstond de boodschap niet Zij trokken u tot de dieptes van de rivier, En op uw vragen was geen antwoord, Zij vertelden u verhalen om u af te leiden van het geheim,

Zij cirkelden om uw hart als bijen die de honing bewaakten (113:3-4) Paars is ook de kleur van de slaap. Ze trekken de mens niet alleen de nacht in, maar ook in het water. De mens moest dus ook tegen zichzelf beschermd worden. De mens nam van de honing, en begon dit allemaal te dromen (113:18). De mens nam dus van het geheim, maar het moest tegelijkertijd beveiligd worden. Boek 109 stelt dat in de rivier alle tijd verdwijnt. Dat wil zeggen dat de mens totaal geen macht heeft over tijd. Boek 113:5-6 stelt : Een boodschapper was tot u gezonden, maar u begreep hem niet, Hij stak u U probeerde hem om te kopen met bergen goud, Maar onverbiddelijk bleef hij steken, Want het is de belasting van het raadsel Dingen duren dus zo lang als het moet duren, want de tijd is verdwenen in de rivier, en er hangt ook een mist boven de rivier in boek 109 die ervoor zorgt dat beide kanten van de rivier elkaar niet kunnen verstaan. In de Vur wordt dit mysterie uitgelegd als belangrijk, opdat dingen niet te duidelijk worden, en er zo niets vastgroeit. Er moet dus wel verscheidenheid zijn, variatie, zelfs tot het punt van het grote misverstand, anders zou alles verloren zijn. Dit is dus een natuur mysterie van zelf behoud, een overlevings strategie. Boek 42 zegt hierover : Het moet vooral vaag blijven, Als je het te duidelijk maakt, raak je er in opgesloten, In vaagheid kun je altijd door blijven groeien, En kunnen de betekenissen veranderen Dit is de vaagheid van de bloemen, Zij spreken, maar zij worden niet gehoord, De planten verstaan het niet, Zij hebben hun eigen leven Zij vangen alleen fragmenten op, En geven er hun eigen betekenis aan, Hoe meer woorden je gebruikt, Hoe meer je ook weer versluierd Hoofdstuk 46. Het Scheppings-mysterie in de Vur

De Vur stelt in boek 109 dat de brug over de rivier nooit aankomt, en dat de brug hen dus nooit contact laat maken en hen nooit de waarheid over elkaar verteld. Het is een te groot mysterie. In het midden van de brug heerst altijd de mist, en de brug leidt hen altijd ergens anders naartoe. Contact tussen de twee kanten van de rivier is onmogelijk. Alles zou namelijk vastgroeien als dat zou gebeuren, alles zou dichtlopen. Daarom bedriegt de natuur, telkens weer. En dat moet ook wel, want anders wordt het te duidelijk, te omlijnt, en kan er niets meer bij, en dan zou alles verlamd raken. Een paar boeken verder, in boek 112, de Brug, gaat het speciaal over dit verschijnsel. Er wordt gesteld dat beide kanten van de brug in oorlog waren en zouden vergaan. Er zou alleen leven mogelijk zijn op de brug, maar in de mist ergens in het midden van de brug daar is geen tijd en daar verlies je alles. Er zijn daar witte bloemenvelden. Je kan de ander nooit bereiken. De ander is een illusie, en die illusie ontstaat in de verte. De mens fantaseert slechts over de ander, maar daar blijft het bij, en fantasieën kunnen diep gaan. Het zijn natuur mysterieën, sluiers, want het geheim wordt bewaakt, waar het gehele boek 113 over gaat, de Nachtplanten. Het zijn personages die telkens weer terugkeren, en ze vormen verschillende laagjes rondom het geheim. Alles begint met de vrouw met de witte laarzen, en alles eindigt ermee. Daarin wordt de schepping van de mens gesteld, als sluiers. De mens werd geschapen in een bloemenveld, en de bloemen moesten een dans opvoeren, als sluiers om het geheim. De mens werd geschapen tussen vuile paarse bloemen, aan de waterkant, en de mens verstond de boodschap niet, en mocht de boodschap ook niet verstaan, want daar was het nog geen tijd voor. Het was nog niet rijp. De mens was nog niet rijp. Dat is het scheppings mysterie van de mens in de Vur. Ik schiep u in een bloem vol honing, Met een honingkroon op uw hoofd (113:14) Maar de mens moet de honing leren kennen, en het mysterie wat hem schiep, voorgesteld als een vrouw met witte laarzen. 7. In Mij hebt gij het antwoord, Ik ben Degene Die u leidt, Ik ben Degene Die het loon uitkeert na de belasting 8. Ik ben Die de witte laarzen draagt, Na de grote witte oorlog 9. Nu denkt u misschien : Wat zijn de witte laarzen ? Ik bracht het witte uit het zwarte, Ik draag het nachtzicht in mijn manden Het is het mysterie wat de nacht doet overgaan in de morgen. Al die personages van de natuur zijn nodig. Het boek stelt : Zij doen de harten sneller kloppen, Zij doen de nachtdans, En sluiten de rij (:12) De mens ontwaakt tussen vuile paarse bloemen. Zo begint het leven van de mens. Het zijn de onverschillige pestkoppen, en een mens die dat nog niet zo snel doorheeft, zal ontwaken tot dit feit snel genoeg. Hun gezichten zijn bedekt met modder. Zij zijn van de natuur en bewaken het mysterie. Met vuile gezichten staren zij naar de mensen.

Zij zijn intens gekeerd tegen deze mensen. Zij zijn vies van deze mensen, want deze mensen zijn niet van de natuur. Ze zien hoe deze mensen hun steden bouwen, en hoe onwetend ze zijn. De vuile paarse bloemen zijn niet onwetend, maar onverschillig. En dan trekken ze de mensen de rivier in, en de mens wil naar de andere kant van de rivier. De mens wil de brug vinden, want de mens leeft aan zijn kant in een grote oorlog. De mens wil contact maken met de andere kant. Als de mens dan uiteindelijk de brug vindt, dan komt de mens in een mist waarin hij alles moet verliezen. Maar uiteindelijk leidt deze mist tot de witte bloemenvelden op de brug, een groot mysterie. Boek 107 stelt dat dit het komen tot de gelijkenissen is. Door het dal van de witte bloemen velden, Komen wij tot de gelijkenissen, Dit boek is er vol van, Zij strijden allen om het boek van het witte bloemen veld (:5) Dit wordt de grote witte oorlog genoemd, die de vrouw met de witte laarzen, als natuurverschijnsel, heeft gewonnen. In boek 13, de Witte Roos, wordt in vers 8 gesteld dat dit de dansen zijn van het slaaplied. Het zijn de noodzakelijke rituele dansen die nodig zijn voor ontwaking, wat gesteld wordt in boek 111, de Ontwaking, over de witte bloemenvelden. Het zijn de natuur dansen die wij moeten leren. Dit is het scheppings-mysterie van de Vur. Niets ontstaat zomaar, en niets blijft zomaar bestaan. En toch onstaat en bestaat alles spontaan, vanwege het wonder van de kennis, het wonder van de Vur. In boek 86, het Halssnoer, gaat het over degene die het slaaplied zingt. Er is een jacht op alles wat niet in het verborgene leeft. Daarom moet de mens tot het verborgene gaan, waarvoor in dit boek het beeld van de kasten wordt gebruikt, waar de boeken zijn. Het rode is de kleur van de verhalen, en de ik-persoon vraagt aan degene die het slaaplied zingt hem daar naartoe te leiden. Dit is een ander mysterie in het paradijs beschreven door de Vur, het moment waarop alles achter glas gaat, wat het mysterie van de vrouw met de rode laarzen wordt genoemd. Alles gaat dan in de boeken, en het spel sterft dan. 20. Leidt mij tot het rode, door de ruiten heen, dieper in de kasten. 38. Het rode laat de gezichten van het verleden zien ... Ze klutst de tranen tot zaad ... Door diepe misleidingen weten ze elkaar te winnen, door verlokkingen ... Zij verbergen hun waarheden tussen raadsels en verhalen ... en vinden elkaar terug op verborgen en afgelegen eilanden ... kundig bouwden ze hun muren ... maar elkaar bedrogen hebben ze nooit ... Ze spreken waarheid tot elkaar, goed verpakt ... Spreek tot mij in raadselen, in verhalen ongehoord ... leidt mij door de wildernissen van het leven, waar zoveel oren klaar staan om ons te vereten ... Spreek tot mij in verhalen en gedichten, door omwegen ... We moeten eerst onze wereld bouwen ... Ik voel je hand door je verhaal Hier worden dus de tranen tot zaad, waardoor er een nieuwe natuur ontstaat. 39. Ik heb u veel te zeggen, maar ook raadselen heb ik gegeven. 40. Ik heb u rust gegeven, een eeuwige rust. Ik heb u verteld over bomen en struiken, en hun geneeskrachtige werkingen. 41. Ik heb u geleidt tot de ramen, en de visioenen. Gij zijt vrij. 42. Ik breng boodschappen van verleden tijden naar boven, en ziet, zij borrelen en dragen genezing, kennis en kracht. Ik spreek tot de bergen en de heuvelen, en zaad dale op hen neer tot nieuw gewas. Een nieuwe schepping zal komen, geheel nieuw. 43. De duidelijke zin van het woord zal hersteld worden, en de taal.

44. Mijn woorden zijn kracht en kennis, als het rode dat van de heuvelen druipt. 45. Zij was het dan die sprak : Laat dan de kinderen los, want gij kunt ze niet dragen. Bouwt dan de brug, opdat zij eens kunnen volgen, en zij niet vergaan. Zij leidde tot het Rode. 46. Zo is dan haar boodschap vol met raadselen. 47. Ja, nieuw bewustzijn zal als een golf over u komen. 48. Zaliger zijn zij die tot het huis der bergen komen. 49. Zij die komen hebben verheerlijkte zielen niet achtergebleven in het huis der pijlen. Zij zijn door het huis der rollende stenen gegaan, en nu zijn zij op weg naar het heilige, waar zij leven van de rode sappen. Er zijn dus ook weer momenten waarop het verhaal weer sterft en de mens wordt teruggeworpen in het spel. Vandaar dat de mens niet slechts verhalen, maar ook de filosofie moet leren kennen. Dit is een heel traag en moeizaam proces, want er zijn momenten waarop de herinnering weer sterft en alles weggewassen wordt, als door de golven van de zee. De Vur stelt dat alles zal wegglijden uit de handen, maar dat het op weg is naar het hoofd. De mens moet de honingkroon leren kennen. Zoals boek 84 stelt, Wilde Honing, wordt de honing zwaar bewaakt door spot. Het zijn de hogere natuurkrachten die tot de mens spreken. De tijd is ongrijpbaar. Natuurlijk wijst het rode op het mysterie van bloed, maar het is veel meer. Het zijn verhalen, en het is het paradijselijke mysterie van de vrouw met de rode laarzen. In boek 84 wordt gesteld dat het vele bloeden alles roze maakt, en de bloedende morgen wordt tot een bloemenveld, waardoor er honing is na een wilde nacht. Bloed staat nooit op zichzelf maar vertelt een verhaal, en keert terug tot de bloemen, totdat het roze is en honing voortbrengt. De rivier van bloed leidt tot het bos (:30). In boek 27, het Sieraad, wordt er gesteld dat roze de depressie is, als een roze jurkje, en het wordt 'zacht zicht' genoemd, als de eerste openbaring. Het is namelijk de eerste stap in het loskomen. Het is het begin van de bewustwording van de natuur. Het is het steken van de wesp, totdat dingen geopend zijn en op hun plaats zijn gekomen. Het is het ordenen en rangschikken van de natuur. Boek 115, de Regen, stelt dat wij door die wespenzeeen zwemmen en nooit de overkant zullen bereiken. Er is namelijk geen overkant. Het is hetzelfde principe als van de brug, dat er alleen leven op de brug is, en dat de landen aan beide kanten zullen vergaan. Telkens weer zuivert het rode het roze. Het spreekt een andere taal. Het ware, zuivere roze van de natuur is dus het geheim van de wespen. Zij zijn de wachters van het geheugen in de Vur (27:4). Boek 67 gaat over de roze bloemenvelden, die een strenge etiquette hebben. Het is daar waar bloed tot bloemenzaad is geworden. Boek 46 stelt dat het het geheim van de vruchtbaarheid is. Boek 22, het Beroemde Schilderij, zegt hierover : 1. Ze was een bloederige wond in mijn hart. 2. Ik kon haar niet doorzien, maar soms in flitsen was alles duidelijk. 3. Ik begeerde haar te kennen. Zij was mijn innerlijke wond. Het was een vruchtbare plaats, als de tuin rondom mijn huis in mijn gedachten. 4. Die tuin was roze, sprankelend. Ze stond daar met boeken vol gedichten. 5. Ik kon mijn gedachten niet keren. 'Lees eruit voor,' zei ik. Maar ze zei niets. De wond was te waterig om iets te zeggen. Alles wat ik greep sijpelde weg.

6. Ze draaide langzaam rond als een ballerina, verspreidende lichte, zachte muziek, als op de achtergrond. Het was niet eens goed hoorbaar, maar ik leek er rustig van te worden. 7. Het greep mijn hart, en liet mij een gat in de tuin zien. We moeten nog steeds onthouden dat het een slaaplied is. Het is een roze tuin. De Vur zegt dat zoete waarheid dwaalt in 't hart van de diepte. (7:10) In boek 34, de Lijn, stelt de Vur dat de honing leidt tot de oer oceaan. Het roze leidt uiteindelijk tot het spiegelend roze, de zelf reflectie. De boodschap is dus niet overbruggen, maar verdiepen, dan kom je er vanzelf. Het scheppingsmysterie, de vrouw met de witte laarzen, staat in boek 113 tussen het gebalk van ezels in een veld waar struisvogels rennen. De nachtvlinder sprak hierover, en er werd gesproken over het wonder van de eland. Het gebalk van ezels in ons leven krijgen we geen hoogte van, maar het is het scheppings-mysterie, ook de wegrennende struisvogels die altijd hun kop in het zand steken. Alleen als je daar goed naar kijkt en het op waarde schat kun je leren van de eland, wiens gewei spreekt over het vastwortelen van dingen in het hoofd. De nacht is een kokon. Let goed op wat uit de nacht komt en verhalen vertelt. Het is de boodschap van de nachtvlinder. Hoofdstuk 47. De Rode Planeet en de Vurische Natuur en Cultuur De rode planeet, Ik rende door een prachtig natuurgebied, wijduitgestrekt, waarin ook natuurdorpen en natuursteden waren. Maar dit gebied werd bestuurd door mensenapen van de onverschillige stilzwijgendheid. Aan de andere kant van de planeet lag het Vur gebied, maar dit was afgezonderd door grote hekken. Er was een oorlog op de rode planeet : de Vurischen tegen de mensenapen. Ik heb vaker zulke dromen gehad. De mensenapen leken heel erg op mensen, en ook mijn ouders waren in die dromen mensenapen, totaal onverschillig en stilzwijgend over het leed wat ze anderen aanrichten. Ik rende door een woonwijk. Er stonden allemaal prachtige huisjes, en er leefden hier heel veel mensen van de Vur, hele technische, gastvrije mensen met empathie, open mensen, maar zij werden onderdrukt door de mensenapen, en de mensenapen zaten achter mij aan. Het was hier een prachtige buurt. Ik rende naar het ouderlijke huis, een vrijstaand huis in de droom, met verschillende etages. De Vur mensen in de woonwijken waardoor ik rende waren kunstenaren, schrijvers, uitvinders, hele creatieve mensen. Sommigen waren beeldhouwers en hadden prachtige beelden gemaakt die in hun huizen stonden of in hun tuinen. Er gleed een heel veilig gevoel over mij, ook al zaten de mensenapen achter me aan. Ik was niet bang voor hen. Ik rende langs het dorp, langs het centrum, en daar zag ik ergens aan de rand mijn moeder mensenaap lopen. Zij zag mij en kwam achter mij aan en riep : 'Twintig minuten geleden is de Heilige Geest over me gekomen !' Ze probeerde mij in te halen, maar ik werd opgenomen door een wind boven het centrum, en kon vliegen, zoals ik dat vaak kan in mijn dromen. Er was een rode bal om mij heen om mij tegen haar te beschermen, tegen

haar kleverige, plakkerige, grijperige energie, tegen haar geklaag. Ik ging toen naar het ouderlijk huis, waar mijn vader mensenaap op de bank zat. Ik schold op hem, roepende hoe de mensenapen hun materialen in kinderen stoppen om die kinderen onder hun invloed te houden, te traceren, enzovoorts. Ik riep dat sommige kinderen niet tegen die materialen kunnen, of hij daar weleens over na had gedacht. Er kwam toen in mijn hoofd op dat hij wel eens zijn excuses had aangeboden, maar hij streed niet tegen het bewind van de mensenapen. Geestelijke oorlog was iets waarover niet gesproken werd. De mensenapen kwamen achter me aan, en hij deed verder niets. Hij zat daar maar, stilzwijgend. Ik riep dat het pure kinderhaat was, en kindermoord. Ik had even wat herinneringen dat de mensenapen altijd achter me aankwamen, en dat ik langs de gordijnen allemaal etages hoger moest in het gebouw van het ouderlijk huis, en dan moest ik allerlei trappen oprennen, heel gehaast, en door deuren heen, en door gordijnen heen, om op zoek te gaan naar de trap voor de volgende etage, om zo helemaal naar het zolder te gaan. Maar het drong allemaal niet tot me door, omdat er een rode bol om me heen was, en mijn woede was veel en veel groter dan mijn angst. Ik zweefde gewoon door de etages heen, en de tijden begonnen te veranderen, en het was ineens nacht. Ik wilde zien of er ook nog een extra trap was op zolder naar misschien een nog hogere verdieping, en het leek alsof die trap tegen het schuine plafond aanlag, een witte trap, maar het was heel subtiel, en ik zweefde gewoon door de trap en de muur heen, en toen was ik op het dak, en vloog ik naar beneden. Er stond daar een apparaat en ik begon het te bedienen, en ik hoopte maar dat mijn mensen apen ouders er niet wakker van zouden worden, maar toen begonnen weer de tijden te veranderen, en het was ineens weer overdag, en het was een prachtige dag, en iedereen was bezig. Plotseling keek ik omhoog. Ik stond aan de voorkant in de tuin of in het huis, of ik kon dwars door het huis heenkijken. Maar ik zag een enorm ruimteschip neerdalen, donkerkleurig. Het was echt een reusachtig ruimteschip, en ik vroeg me af of ik sliep of wakker was. En ik dacht moet ik nu rennen of gewoon stil blijven staan. Ik was niet bang, maar ik had wel in mijn achterhoofd dat als het op m'n kop terecht zou komen, dan zou ik in de vuurzee vergaan. Het kwam vlak voor mij neer, en er leek iets van een vuurlinie voor me te zijn, maar het deerde me niet. Ik vroeg me ook af of het wel echt vuur was. Ik stond toen ineens boven op het ruimteschip alsof het een hele grote boot was. Ik zag een jongen van het schip, en ik kon dwars door zijn hoofd heenkijken. Hij had een soort tekenfilm-haar, maar plotseling was zijn hoofd een woeste chaos, maar het was heel mooi, als van de natuur. Het was een soort dimensionale poort geworden, en het was een hele speciale soort wit, heel zacht en diep, en er verschenen wat andere kleuren in, als flitsen. Het ging heel snel, als een storm. Toen kwam de jongen ook in een rode bal. Het was een ruimteschip van de Vur. Het was een natuurschip. Ook de Vur spreekt over de rode planeet en de rode bal, het rode zicht, als een ervaring waarin alles om je heen tot verhalen wordt, tot een tekenfilm. De rode bal is een ervaring waardoor je van alles wordt losgerukt, losgeschud, door een enorme chaos als eerst, of een trauma, waardoor je allereerst je orientatie verliest. Het is als een soort dimensionale lift. Het rode is een studie onderwerp in de Vur wat telkens weer terugkomt. Boek 9 gaat uitvoerig over deze rode energie vanaf vers 20 : 20. Wij moeten het rode pad volgen. Wij moeten aangesloten raken op deze rode energie. Het is een nieuwe bio-energie die ons los moet maken van spier-energie. Wij gaan dus leven vanuit veel hogere energie. 21. In de rode energie ontstaat een geheel nieuwe wereld van Zorg en Tucht, die dieper gaat dan stadse liefde en genade. Wij mogen ons uitstrekken naar uitstortingen van de rode bal, van de rode planeet. 22. De rode energie zal een nieuw medicijn zijn voor de mensheid. Wij mogen tot een zekere graad genezing ontvangen door de rode energie, door erop aangesloten te worden. Deze energie zal het verstand ordenen, tot een hoger bewustzijn brengen, ook het hart. Het zal nieuwe kanalen leggen in

de hersenen, en in het hele lichaam, waaruit een nieuwe gewoonte van energetische beweging zal komen, en het lichaam zal op een andere manier geladen en gespannen zijn. Het zal komen door rode flitsen en vonken, die alles zullen ordenen. Ook zal het oog gaan kijken door de rode energie. 23. Dit is dus de paradox tussen nachtmerries en dromen. We moeten hierin de patronen zien te ontdekken, want het zijn onze pijlen in de eeuwigheid. Onze pijlen zullen niet diep doordringen, wanneer zij geen nachtmerries bevatten, wanneer zij niet eerst heel diep in onszelf zijn gegaan. Ook boek 123, de Lift, gaat over de rode bal : 123. DE LIFT 1. Wie ben ik in jouw fantasie ? Je kan me maken en breken. Als je de wereld wil veranderen, dan moet je eerst je gezichtspunt veranderen. Je bent in een rode bal. Hij wilde de planeet rood maken. Het was zijn eigen spelcomputer. 2. Al deze rode bloemenvelden, zo betoverend. Wanneer je er naar keek, werd het blauw en wit, en het gaf je nieuw uitzicht, het zicht van illusie. Ze brachten nieuwe gevoelens. Hij moest een tocht maken door deze bloemenvelden, naar de uitgang. Hij kende de gevaren van deze bloemen, die zich keerden tegen alle verraders. Hij zou geworpen worden in een meer van vuur, maar hij zou de overkant bereiken, Waar hij het rode zou delen 3. Hij wilde een goede gids zijn, hen vertellende over de rode geheimen, Hij had de cassette in zijn hand, een spel uit een winkel, Maar hij koos ervoor het spel in een oorlogsspel te veranderen, Hij wilde meer avontuur, en de gevangenen uitleiden. 4. Ze vertelde hem niet wie ze was, maar ze zei dat ze hem kon helpen. Een rood boek lag voor hen. Plotseling ontwaakte hij, badende in zweet. Wie penetreerde zijn hoofd ? 5. Laad het spel weer op. Ik val weg van je verstand, maar niet van je hart. Ik raak mijn herinneringen kwijt. 6. De cassette draait met de stem van de nieuwslezer, Diep in de rode zee. 7. Dit is waar deze bloemenvelden naar leiden, Nee, er is geen uitgang, Het zal uiteindelijk reiken tot het rode 8. Hij moet de tocht maken om een slager te worden, Want hij voelt alsof hij vee is 9. Het regent bloed, het regent het rode.

Hij kijkt naar de rode ballon, Het was een soort pomp, een lift 10. Moeder was een nachtspeler, Marcherende om je terug te brengen tot de rode regen Deze terminologie wordt ook verder besproken in de Tweede Bijbel. Zodra je dingen van een andere en diepere kant leert te bekijken, in het rode zicht, kun je het archiveren. Het gaat dan waarde krijgen, en functie. Wat was het moeilijkste moment van je leven ? Daar stroomt het uit voort. Dat wat je leven totaal op de kop zette, waardoor je kwam in een rode bal, afgezonderd van de rest. Het is een rode bal in de natuur. Alle Vur mensen worden door zulke rode ballen opgezogen. Het is een natuurverschijnsel. Het is een bal van vele laagjes rode energie die dan nieuw beeld gaan vormen, nieuwe ervaringen, waardoor je deel krijgt aan de Vurische natuur en cultuur op de rode planeet. Juist dat wat de mensenapen je hebben aangedaan door je zo te terroriseren zal de poort zijn waardoor je in de rode bal komt. Ze hebben dus hun eigen graf gegraven, en het kwaad werd ten goede gedacht. Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in, en voor de ander is de kuil slechts een poort. Boek 66, het Roofdier, zegt hierover (in het kort) : De nieuwe golf van subtiele energie, Zij overspoelen de tuinen, Zij brengen het rode zicht, Het bloed in de nacht Zij spreekt van wonderen, Van beesten verslagen, De golf overspoelde haar ook Het bloedt hier in de nacht, De verwondingen gaan diep, Totdat wij ook door de golf worden overspoeld Zij komt vanuit de diepte, Zij spreekt het helende woord, Van de honing komt Zij Wij hebben het morgenrood bereikt, Het spreekt nu tot ons, Als het rode zicht, Zoveel bloed in de nacht, Van beesten verslagen Hier kunnen wij onze woningen bouwen, Zo diep onder de grond, Nu het beest is verslagen Wanneer zij brult knappen hun oren, Dan breken de ramen, Een grote uittocht uit de stad Zij leidt hem tot het rode zicht, Het rode pad uit de stad, Tot bossen zal zij hem trekken, Tot de wildernis zal zijn eer uitstrekken Zij bekleed hem met sieraden,

En kroont zijn hoofd met kennis, Vurig zal zij hem aansporen tot goede werken Tot de oorlog doet zij hem ontwaken Zijn wapens zijn moed en goede werken, Zij voedt hem op in tegenstellingen, In de diepte van het Woord troont Zij, In de diepte van de Kennis heeft Zij Haar woning, Vanuit het ijs breekt zij voort, Een roofdier des hemels is Zij Er is dus een grote oorlog op en om de rode planeet, wat ook weerspiegelt op aarde, en wat opgelost zal worden in het rode mysterie van de Vur. Het enigszins ver weg en vaag zijn van het rode, want alles is immers achter glas, in de boeken, maakt ons creatief, en wij mogen onze creativiteit serieus nemen, als een wachter in de nacht, als een wapendrager. Volgens boek 104, Rode Laarzen, is het rode mysterie zo krachtig, dat we het maar eens in ons leven hoeven te zien, en dan zal het vanzelf doorwerken in onze herinnering en alles nieuw maken. Het zal voor eeuwig in onze harten gegrifd zijn, als een eeuwig visioen, zoals boek 5, het Beest stelt. Boek 5 gaat over de ervaring van het ontvangen van de rode bal, het rode zicht, het eeuwige visioen. Je voelt je zweverig, als tussen hemel en aarde, los van alles. En dan ga je leven vanuit deze rode natuur energie. Je doet misschien dingen die je niet begrijpt. Je leeft profetisch, op de golven en stromen van de natuur. Het kan niet berekend worden. Het is iets spontaans. Het is subtiele natuur energie, maar tegelijkertijd ook heel helder. Je leeft dus niet zomaar raak, maar je wordt erdoor onderwezen, door de buitenaardse natuur moeder. Het is maar één zaadje wat je in je leven hebt ontvangen. Wees er dus zuinig op. Vanuit dit ene zaadje zal alles komen wat je nodig hebt. Hoofdstuk 48. Het Rode Tijd Mysterie Mensen zijn soms onverschillig. Het is een eigenaardig, nogal veel voorkomend, verschijnsel. Gelukkig is hier een pad doorheen genaamd rode tijd, van de rode planeet, want door alle onverschilligheid loopt ook een rood pad van loslaten. Dat is ook de betekenis van rode tijd : Er is een lied over de rode tijd in de tweede bijbel, over het opgeven van bepaalde contacten voor het grotere goed, de wijdere cirkel, omdat bepaalde contacten slechts bestemd zijn voor 'één dag'. Terwijl er daarna wordt gezegd dat het einde van de dag nooit bereikt zal worden, in de zin dat je het contact altijd met je mee zal dragen op een bepaalde manier. Alles is dus in principe voor eeuwig. Daadwerkelijk dingen opgeven is dus onmogelijk. Het is abstract. Wij moeten minder worden, alles minderen, opdat de harten van anderen zullen kloppen. Alles moet dus afzwakken om plaats te maken voor andere dingen. De herinnering zal wegvagen, en de mens zal andere contacten krijgen. Het is een lied tussen een jongen en een meisje. De jongen noemt het meisje paranoïde en zichzelf autistisch, of een autistisch gezichtspunt. Zij kunnen elkaar nooit echt bereiken, maar aan

het einde van het lied ontdekken ze een nieuw deel van elkaar, en de dagen gaan voorbij en voorbij. Ze komen aan op het strand van morgen. Het is dus een heel dualistisch lied. 'Rode tijd' komt wel vaker voor in de tweede bijbel, zoals in het boek 'Vergunningen van Orion', waarin de hoofdpersoon, Lars Hemmerlitch-Richter, op de Betelgeuse planeet in Orion was gekomen, en daar was een gevaarlijke soort van slangen genaamd 'de escurator slangen'. Alleen al door zo'n slang te zien zou je sterven. Maar Lars had daar een bepaald vizier voor gekregen van Orionse biologen. Het was een helm met een kristal erin die de rode tijd kristal werd genoemd. Hij zou zo niet sterven als hij deze slangen zou zien door deze kristal, maar ze vielen hem wel aan. Ze werden uiteindelijk door Lars neergeschoten. De escurator slangen hadden huiden als krabben, en hadden ook vele rode tijd kristallen binnenin. Uiteindelijk zouden die kristallen belangrijk zijn om tot andere planeten te komen. De rode tijd kristallen waren ervoor opdat je niet ten prooi zou vallen aan de tijdshifters, de verdraaiers van tijd, zodat je niet opgesloten zou worden in de tijd. Daarom gaat de rode tijd over het leren loslaten, zodat je kunt relativeren en het dualisme van alles in de gaten blijft houden. Zo val je niet in allerlei orthodoxe drama. Ook in de Tara van Rhodes verhalen komt de rode tijd voor als het ultieme middel om te ontsnappen uit opgelegde slavernij. Als er een ontsnapping zou gebeuren zonder de rode tijd, dan zou alles verstenen. De rode tijd zou als rode klei te vinden zijn in de diepte van een woestijn, onder de grond. Dit laat ook weer de noodzaak van woestijn-periodes zien in ons leven, waar we niet te snel weer uit mogen gaan. Het heeft een bedoeling. Daarom is de Exodus mythe ook zo belangrijk : Mozes leidde het volk tot de woestijn om het mysterie van de rode tijd te leren, wat in de slang zat, maar het volk begon te klagen, terug te verlangen naar de vleespotten van de stad. Zij waren nog steeds gevangenen van de stad, junkies van de stad, als aan een drug. Zij wilden de rode tijd niet. Zij wilden de tijd van de stad, ook al leefden ze daar in slavernij. Ook is er een lied over de rode tijd genaamd : 'bevroren vrienden'. Het gaat over bepaalde dingen die nooit weg gaan, die altijd bij je zijn, als bevroren in de tijd, die je ook niet uit je geheugen kunt halen, als familie, wat tegelijkertijd eng is. Je moet dan constateren dat je zelf ook bevroren bent hierin, als in een klok. Er wordt een beroep gedaan op de rode tijd. Dingen worden bekeken met andere ogen, alsof de rode tijd nu op zijn rug zit, om goede compromissen te maken. Hij komt door zijn dromen tot het wiel van de rode tijd wat stroomt en draait door de nacht, zodat ook de bevroren dingen moeten meedraaien, zodat er ook meer stilte is, en meer antwoorden. Stilte komt door dubbel te kijken, nog een keer te kijken, in plaats van direct te spreken. Als je naar iets kijkt, kijk dan nog een keer, en laat je niet bedriegen. Praten en staren tegelijkertijd werkt niet, zoals mensen die iets zien en gelijk hun mond opentrekken. Blijf de afbuigingen in de gaten houden door alleen te kijken zonder te praten, en leer de dingen van een afstand te bekijken, zodat dingen uit de verwarring komen. De mens is in de stad een gladiator van het staren en praten, van een machine, waardoor de mens een heleboel dingen niet ziet, en de mens wordt te snel boos terwijl ze helemaal nog niet weten wat er gaande is. De mens moet dus komen tot de rode tijd, en ook tot het rode spreken, de stille fluisteringen van de nacht. Woorden die wegvagen in vreemde vervoeringen, wat je geen tweede keer kan bekijken, want je bent dan een gladiator van de rode tijd, die van een veel grotere cirkel komt, waardoor het raadsel van de andere oorlog wordt opgelost in de mysterieën van de nacht. Daar gaat deze psalm over. Als we dan een confrontatie hebben met onverschilligheid, dan mogen we dit afpellen totdat er alleen nog maar rode tijd over is. Onverschilligheid is de schil van een vrucht, de vrucht van rode tijd. Hierdoor minderen wij, hierdoor raken we los. Het is dus 'even doorbijten'. Onverschilligheid is een code, namelijk van 'het scheelt niet veel'. Mensen zijn onverschillig, om net even in een andere vibratie te komen, er net langsheen, om er net even iets anders tegenaan te kijken. Dit gaat vaak mis, maar er is in die zin ook een heilige onverschilligheid die ervoor zorgt dat we niet worden afgeleid door bijzaken en het materialisme. We moeten het heilige, hogere doel voor ogen houden. Maar er is een groot verschil tussen vleselijke en geestelijke onverschilligheid. Dit verschil moet de

mens leren, om niet ten prooi te vallen aan demonische onverschilligheid. Wat is het verschil ? Egoïstische onverschilligheid is onverschillig naar de demonologie. Het is de gepensioneerde onverschilligheid. Zij strijden niet meer voor het hoogste goed, maar hebben zichzelf gebogen voor het materialisme. Maar juist in dit contrast kan het rode pad zichtbaar worden, en kunnen wij de sieraden dragen van de rode tijd. Het doemdenken heeft dus altijd zijn grenzen, en eindigt in het mysterie van de rode planeet, en wordt daar opgelost. De mens mag door het mysterie van de rode tijd het hek over om terug te keren tot de Vur natuur en de Vur cultuur. Dit is een realiteit die ook op aarde mag plaatsvinden, als wij het wonder van de Vur, de buitenaardse natuur kennis, ontdekken. Afscheid nemen doet altijd pijn, maar is nooit volledig. Je draagt zoveel voor altijd met je mee, bewust of onbewust, en dit zal zich vervormen. We moeten in de gaten blijven houden dat dit de schil is van de vrucht, maar door verdieping, het witte paradijselijke mysterie, komt de mens tot de vrucht. Dit is een bittere vrucht, en het zoete is altijd verminderend, maar opent de deur voor zoveel geheimen van de natuur. We zien de onverschilligheid op aarde omdat het ook niet om deze vibratie gaat. Er is een diepere vibratie en het scheelt niet veel. Er ligt maar een hele dunne lijn tussen deze twee vibraties, maar het is een wereld van verschil. De aarde is zowel in een doodsstrijd als in de strijd van barensweeën. Er is maar één zaadje gegeven, omdat er maar één zaadje nodig was, zoals de hoofdman van Kafernaum zei : 'Spreek slechts een woord en mijn knecht zal herstellen.' (Lukas 7) Het buitenaardse mysterie van rode tijd gaat ook door de bijbel heen. Denk maar eens aan de hoer Rachab die gered werd door het rode koord, en haar hoeren sieraden werden afgedaan, zodat ze deel kon hebben aan het volk van God. Ook Ezau verkocht zijn eerstgeboorte recht voor een kommetje van het rode, om zo het pad van de mindere te gaan. De mindere ? Echt waar ? Minder is altijd meer. Het is meer een overschakeling naar een andere vibratie en je krijgt er zoveel voor terug. De mens moet leren heilig onverschillig te zijn om zo meer aandacht te geven aan de rode vibratie van de natuur. Er moet dus een aandachts-verschuiving komen. Het blijft dus niet bij het minderen. Alle dingen zullen nieuw worden, door het rode zicht, het eeuwige visioen. Er is niks verloren. Er is alleen zoveel bijgekomen. Hoofdstuk 49. Het Gaan tot en Leren van de Wijngaard Neem van alles kleine beetjes. Je kan al snel een overdosis van iets krijgen. De verlokkingen zijn immens, en groomers zijn overal. Ook de Egyptenaren kenden een rode planeet, die ze aten noemden, ten, wat een naam was voor Serket, de schorpioenengodin, of de godin van de baarmoeder en de hel die het kind vormt en

beschermt. Op een punt was dit bijna een monotheïstische religie geworden door farao Achenaten die de aten had verheven boven alle goden. De Egyptenaren moesten ingewijd worden in het rode mysterie. De rode planeet is om een zeker natuur bewustzijn aan te duiden van onthechting. Ook de strijd om deze planeet is een feit. Als de mens contact wil maken met de Vur natuur op deze planeet, en dichtbij de muren van het Vur gebied is gekomen, dan is de mens in tropisch oerwoud, en moet de mens op de hoede zijn voor zekere weerhaak-insecten. Wanneer zij steken laten zij hun weerhaak angels achter, en degene die het eruit probeert te halen maakt de wond alleen maar erger, omdat het weerhaak angels zijn. Op aarde vertaalt dit zich in de gevaarlijke besnijdenis die steeds weer levens eist, en steeds weer levens overhoop gooit, ook de vaginale besnijdenis. We kunnen ook denken aan het voetinbinden in de geschiedenis. Dit is allemaal veroorzaakt door weerhaak insecten. Het westen zet een grote mond op naar deze praktijken en noemt het barbaars, maar zelf doen ze precies hetzelfde door de gedwongen vullingen in de mond, in het bot, wat de hele mond flora huishouding overhoop gooit en verstoort en ook alle orale natuur evenwichten en immuniteit. Het zijn dus hypocrieten. In de tanden lopen allemaal zenuwen, en als de vulling er te dichtbij komt dan kan de zenuw daardoor afsterven en infecties geven door het hele lichaam. Dit komt vaak voor. Ook kan het overgevoelige tanden veroorzaken waar veel mensen aan lijden. Tandementen en tandofielen zijn beunhazen die de lichamelijke natuur principes niet kennen, en zij staan op één lijn met de besnijders en voetbinders. Het zijn allemaal weerhaak insecten. Ook psychiaters die het psychische lijden van hun patienten nog erger maken door hun gevaarlijke chemische medicijnen en door valse etiketteringen zijn projecties van deze weerhaak insecten op aarde. Het is religieus, dus het gaat niet zomaar weg, dus de mens moet het leren vertalen. De mens heeft een obsessie wanneer het aankomt op de genitaliën, wat we wel zien aan de fallische besnijdenis en de vaginale besnijdenis wat op grote schaal plaatsvindt, maar de mens begrijpt helemaal niks van de genitaliën, en ook niet van de sexualiteit. De genitaliën zijn demonologische attributen, en ook sexualiteit is demonologisch. De mens heeft het niet voor niets gekregen, niet zomaar om ermee aan te rotzooien, maar het is iets van de natuur, met een verborgen bedoeling. Dit is ook terug te vinden in o.a. de grondteksten van de bijbel. De vijand, het kwaad, kan niet scheppen. Ze moeten het daarom hebben van verdraaiingen van de wapens van de Vur, de gnosis. Alle wapens die dus door het kwaad gebruikt worden hebben een oorspronkelijke, pure vorm in de gnosis. Als we dan aan de man denken die zijn ego offert op het altaar, de vrouw, dan wordt het ego helemaal afgepeld totdat de oorspronkelijke vorm van de Vur, van de gnosis, is overgebleven. Dit is dus waar de geslachtsdaad voor staat. Dat wat overblijft en achterblijft in de vrouw is het zaad, nieuw leven. In die zin komt de man, zodra hij zich volledig heeft opgeofferd, niet meer los van deze weerhaak, en de weerhaak vindt haar weg tot zijn kern, om het nieuw leven te geven. Oh, hoe de mens dit heeft verdraaid. Als de vrouw leven heeft gegeven aan het zaad dan is er voor altijd een band tussen man en vrouw. Dit proces heeft dus alles met de demonologie te maken. De vis komt in de fuik, en wordt naar binnen gepompt en wordt tot mens. Zowel de jacht als de visvangst is alleen maar demonologisch te begrijpen. Er wordt gejaagd met zulke weerhaak-speren. Het ego moet er niet alleen helemaal aangaan, maar moet ook zijn kern opgeven, zijn zaad geven en nieuw leven brengen. Dit gebeurt er dus daadwerkelijk aan het kruis. Het is de wijsbegeerte die de man, de aarde, en de vrouw, de hemel, bij elkaar brengt, en die ook weer scheiding brengt tussen man en vrouw, zoals in de Egyptologie, waarin Shu de aarde, Geb, en de hemel, Noet, van elkaar scheidt, maar dit is slechts deels, en dit is de demonologie, dat de mens zich afscheidt van de zonde. Er moet wel dualiteit zijn, anders zou er geen leven mogelijk zijn. Het leven is in de demonologie. De rode kroon van Noord-Egypte is de kroon van de mirre, van het morgenrood, als de val van het ego. In Psalm 57 zegt David : Waak op, mijn ziel, waak op, harp en citer; ik wil het morgenrood wekken (:9). Ook David had net als Ezau honger naar het rode. Het is een beeld van de rode planeet.

Over het morgenrood zegt de Vur : "Ik kom tot het morgenrood, om alles terug te draaien, Zij hebben mij teveel gestoken, Zij hebben mij teveel gebroken. Alles deed pijn, maar van het lijden zingt zij, als van zoete dromen." (42:11) "Wij hebben het morgenrood bereikt, Het spreekt nu tot ons, Als het rode zicht." (66:6) "Alles gaat in cirkels hier, Het leven houdt op en gaat dan door, De narcis houdt de schepen af van het geheim, Alleen het morgenrood zal het zien, De eeuwige nacht van ijs, De leugen overvloeiende in de waarheid, Totdat het rode ontwaakt." (44:10-11) En in het Wonder van de Vur, het commentaar op de Vur 32:34 : "Er zal ook een ochtend wezen in de nacht, een ontwakend besef, als een vuurgloed in ons hart, als het overspoelende morgenrood." Ook kunnen we denken aan het rode spotkleed. Wij mogen gaan tot deze wijngaard en ervan leren. Hiertoe kwam Noach alleen door de zondvloed. Hoofdstuk 50. De Vur als Gids op de Rode Planeet Als een mens spreekt, dan spreekt de mens tegen een prisma, en dan wordt alles opgesplitst, verdeeld en verdraaid. En zo moet de mens zijn weg vinden door deze spectra, als door een labyrint, een orakel. Alles wat tot de mens terugkomt is wat hij zelf eens heeft uitgezonden, en eerst komt het helemaal vervormd terug, als een echo. Een recent overleden bekende zanger bezocht mij verschillende nachten met een lied wat hij na zijn dood schreef, genaamd 'Rain' (Regen) : Life, is it only illusion (Leven, is het slechts illusie ?) Is it only delusion (Is het slechts begoocheling) Like the sky is for me (zoals de lucht is voor mij) Life, is it only confusion (Leven, is het slechts verwarring) is it only intrusion (is het slechts indringing) Let the rain fall on me (Laat de regen op mij neerdalen) Als we tot het rode naderen, tot de rode planeet, dan moeten we beseffen dat we over een spiegel praten. Farao Achenaten had de aten die boven alle goden zweefde voorgesteld als een rode disc, als een spiegel, opdat de mens tot het boven bewustzijn zou komen, het hoge bewustzijn wat boven al het andere zweeft, als een ibis boven de woeste zee van de illusies van het leven. Op de rode planeet is er een Vur deel en ook een Bilha deel, maar allereerst is de mens in het mensenapen gebied, en het gebied van de weerhaak insecten is vlak voor de muren van de Vur. De mens moet helemaal door de oerwouden heen komen tot de hekken en muren van de Vur. De Vur zelf leidt de mens, ook door het Vur-gebied heen, tot het Bilha-gebied.

De Vur begint met het boek 'De Orkaan', en zegt in vers 1 : Deze bruggen zijn gemaakt van bruine bloemen, Bruggen tussen jou en mij, Waar leiden zij naartoe ? Wanneer ik naar jou kijk, vaag ik weg, Wanneer ik aan je denk, laat ik je wegglijden, Dit is hoe ik mijn boog grijp, Maar ik bereik het nooit 'Wanneer ik naar jou kijk, vaag ik weg' is het principe van het minderen. Om tot de Vur te komen moeten wij minderen. Maar wij moeten alles blijven toetsen, ook als er nieuwe dingen op ons afkomen : 'Wanneer ik aan je denk, laat ik je wegglijden'. Wij moeten het eerst op een afstand bekijken, en voorzichtig zijn, opdat wij niet bedrogen worden. 'Dit is hoe ik mijn boog grijp' : Het gaat dus om de geestelijke oorlog, als een beeld van het toetsen. Onderzoek het op veilige afstand. Analyseer het. 'Maar ik bereik het nooit' wil zeggen dat er altijd meer over te zeggen valt. De mens is op een tocht door het oerwoud. De mens komt steeds meer dichterbij, maar raakt het nooit, want er zijn altijd weer tussenstappen en nieuwe richtingen. De Vur is dus een gids om tot de rode kern te komen, en over de bruggen te gaan van het mensenapen gebied tot het Vur gebied. De pijl raakte haar hard, Het was diep, we zagen haar vallen, De pijl bracht haar over de bruggen, Tot de donkere nacht, Tot bruine bloemenvelden Wij hebben die pijlen dus nodig om over de bruggen te komen. Het zijn onze toegangskaartjes. Zonder littekenen en verwondingen door de pijlen blijven we halverwege steken. Het is dus belangrijk het lijden te aanvaarden en op waarde te schatten, op diepte. Het draagt de kern in zich. Het zijn natuurlijke tatoeage patronen die een bepaalde taal spreken, wat een bepaald communicatie systeem is van de natuur. De mens moet deze taal leren. Alleen de orkaan kan haar weg er doorheen vinden, Klaar om steden in te nemen, Zij breekt het glas, En dan is alles brandende, Zij is de slager van de herinnering Het eerste boek is dus van fundamenteel belang, omdat dat de orkaan is. De orkaan heeft zichzelf van alles losgeschud, en is zo het portaal van het hoge bewustzijn. Dit bewustzijn zweeft en draait boven de woeste zeeen van de herinneringen, van het verleden. Er zal een nieuwe schepping moeten komen. Het zweeft daar als een ibis, als een stormvogel, om het uit te broeden. Het is het ei van de herinnering. Het is een verschrikkelijk ei, maar dat is slechts de schil. Het gaat erom wat er binnenin gebeurt, in de kern. In deze situatie zullen we ons tussen wal en schip bevinden, op de brug, en onze orientatie zal er niet zijn. We voelen ons misschien op de golven, niet wetende waar we zijn en waar we precies naartoe moeten.

Ik herinner het schip, Het schip waarmee ze mij oppikte, Zij is een lied in mijn hoofd Wij moeten dan wachten op een schip wat ons zal oppikken. Wat wij zoeken zoekt ook naar ons. Dan zegt de Vur in vers 21 : De geschiedenis steekt, Ik kan niet over deze berg komen, Maar in mijn dromen kan ik het De mens moet dus van de aardse geschiedenis komen tot de droom geschiedenis. Ook je dromen zijn je leven. Ook je dromen hebben een geschiedenis, die veel belangrijker is dan je aardse geschiedenis. Dromen zijn ook dagdromen. Welke dagdromen heb je in je leven gehad ? Welke fantasieën ? Het is je droom geschiedenis. Je hebt daarin ook andere ouders en een andere familie. Het is een hele andere geslachtslijn. En dan kruip ik tot de rode bloemenvelden, Wilde, rode bloemen, als bruggen over woeste rivieren, Zij hangen in mijn haar, als duistere sieraden Ergens op dat traject komen we het rode tegen. We mogen komen tot de rode bloemenvelden als we alles hebben losgelaten. Het rode zal het pad verder leiden, en het verleden nog meer achter slot en grendel doen. De wilde rode bloemen zijn cirkels van het hoge vrije bewustzijn wat telkens alles heel even aanraakt, om het dan te vervormen. Het zijn wielen. Heel snel en vluchtig wordt het aangeraakt. De mens komt dan tot het tweede boek, de Rode Hei, waar de rode bloemenvelden in overlopen. Hier wordt de mens geleerd van alles maar heel iets te nemen, anders krijgt de mens een overdosis en gaat de mens valse hallucinaties krijgen. Maar ook van het tegengif mag maar heel iets genomen worden. 16. Als je er teveel van neemt, dan ga je dus echt dorpen en steden hallucineren als nachtmerries. 19. In hele lage doseringen dient het als een medicijn. Het is dan goed gif. Wij moeten in ieder geval voldoende tegengif hebben om hier tegen bestand te zijn. 20. Wij kweken daarvoor bepaalde spinnen, die wij dan melken voor hun gif. Maar ook dit gif mag niet genomen worden in te hoge doseringen, omdat dat verlammingen kan brengen. 21. Voorzichtigheid is de moeder van de waarheid. Dit kan dus voorkomen als de mens door natuur gebied gaat, dat de mens wordt overweldigd door de natuur, maar als de mens dan van iets teveel neemt, dan is de mens zo in een gehallucineerde namaak stad of namaak dorp. Maar wat als de mens daartoe gedwongen wordt ? Er staan namelijk veel insecten op de loer die de mens zo'n overdosis kunnen geven door een steek. Daarom is het oppassen geblazen in het oerwoud. Er wordt een jacht gehouden op zielen. De Vur kan de mens hier voor toerusten. Als de mens dan weer gevangen is geraakt in een stadse hallucinatie en de natuur niet meer ziet, dan is er wel weer ontsnapping mogelijk, zoals het derde boek stelt : De Wilden. Op de rode hei werd het probleem besproken, en dan moet de mens tot een wilde worden om het te overleven.

'Door de ondergrondse tunnels van de stad kon hij uiteindelijk uit de stad ontsnappen. Hij rende de rode hei op.' (:1) De mens komt zo weer terug tot de rode hei. Schijnbaar is dit een gebied met veel gevaren. Ook slangen tussen het hei kunnen hun giftige beten toebrengen. Wat kun je dan doen ? Als eerste wordt gesteld dat de stad ondergrondse tunnels heeft waardoor je weer terug kan gaan. Je was in een valstrik gekomen, de stad, en rechtstreeks kun je er niet uit. Je kunt niet zomaar naar de poortwachters gaan en zeggen : 'Hey, ik wil naar de rode hei,' want de stad is een gevangenis, een inrichting. Nee, je moet geen slapende honden of draken wakker maken. Het gaat om de ondergrondse tunnels, dus je moet even puzzelen. Hoe kom je daar ? Zijn er misschien tunnels onder je huis, of waar je eens gelogeerd hebt, of waar je op school hebt gezeten, of waar je werkte ? Of waar je eens geweest bent ? Het betekent dat we moeten zoeken in de geschiedenis om te kijken of we ergens al sleutels hebben gehad. Die sleutels waren gecamoufleerd. Het gaat om het verdiepen van de geschiedenis, de taal van de geschiedenis leren spreken. Ook de taal van de littekens en de verwondingen, van de patronen van de natuur tatoeages die nog iets van de natuur in zich dragen. Probeer de eindjes aan elkaar te knopen, draai elke steen om, en lees tussen de regels door. Het boek 'de Wilden' gaat over het zoeken naar de rode kernen in de dingen : 'Hij trekt een kaart, en het wordt rood voor zijn ogen. Het is een rode kaart. Dan ziet hij een cirkel verschijnen.' (:3) Soms is dat een beetje gokken, een beetje proberen, een beetje toetsen, een beetje combineren, een beetje spelen. Wees creatief met alles om je heen, totdat je de sleutel vindt. Leer diepere patronen te ontdekken. Dan zien we het geheim van de rode hei : 4. Dan ziet hij een lijn die tot een nieuwe cirkel leidt. Het geheim van de rode hei. Dit heeft een diepe betekenis. De lijn die uit de cirkel voortkomt, moet op zoek gaan naar een nieuwe cirkel, om betekenissen wijder te maken. Daartoe zijn de archetypes van de begincirkel, de moeder, de baarmoeder dus, de man als de lijn, en de vrouw als de nieuwe cirkel. Het ego, de lijn, de man, wordt afgepeld, opdat zijn zaad overblijft wat de nieuwe cirkel kan bevruchten, tot het brengen van nieuw leven. En dit gaat altijd maar door als rode bloemenvelden, en rode hei, totdat er volkomen is afgerekend met het ego. Het boek stelt dat dit iets medicinaals is. En zo worden sieraden gemaakt (:5). Dit kan een heel wild en woest proces zijn, zoals het boek stelt (:6), en zoals we ook zien in het leven. Diepe metaforiek. Hoofdstuk 51. Het Pad door de Vur Als we het bedrog van de wereld zien en dan diep het geestelijke ijs ingaan, dan moeten we zo diep gaan dat ons ego afsterft en we beginnen te ijlen van ijsziekte. Hierin ligt het geheim van een nieuwe natuur. Het is onmogelijk dat het menselijke vlees nog oprijst in het diepste ijs. Er is geen overkant in de ijszee. Het zal vanzelf voortkomen vanuit de ijszee als het ego sterft. Zo ontstaan de

hemelse robotten. Daar gaat het vierde boek van de Vur over, de IJszee. In boek 2 was er het probleem van het spinnengif, de spinnen op de rode hei, die de mens van achter aanvalt, die zijn gif opdringt. Dit is zwaar, en de mens grijpt dan soms te snel en te overmatig naar een tegengif, waardoor de hallucinaties van de stad optreden. Ook hiertegen moet dan weer een tegengif zijn. In hele kleine beetjes is het spinnengif medicinaal en kan als tegengif dienen. De mens moet daarom de spin leren melken. De mens moet de spin temmen en fokken. De spin met zijn vele poten en zijn webben is een metafoor van de sociale netwerken. De sociale netwerken bedriegen de mens maar al te makkelijk, met zijn religies en industrieën. Ook dringen sociale netwerken zich aan de mens op, zoals de medische wereld en de scholen wereld. Wij moeten daarom het traject van de Vur volgen om hieraan te ontkomen. Boek 3, de wilden, stelt dat de mens in zijn stadse gevangenis onder de grond moet, op zoek naar tunnels. In de Egyptologie is de aten de ondergrondse spiegel, de rode spiegel van de aarde, de schijf van de rode planeet, waarin Shu en Ra wonen. Dit houdt in dat we op zoek moeten gaan naar tekenen die niet voor de hand liggen. We moeten leren bepaalde onderliggende, buitenaardse natuur patronen te ontdekken door de dingen heen. Zo kunnen we de spinnen temmen, zoals boek 2 zegt : 19. In hele lage doseringen dient het als een medicijn. Het is dan goed gif. Wij moeten in ieder geval voldoende tegengif hebben om hier tegen bestand te zijn. 20. Wij kweken daarvoor bepaalde spinnen, die wij dan melken voor hun gif. Maar ook dit gif mag niet genomen worden in te hoge doseringen, omdat dat verlammingen kan brengen. 21. Voorzichtigheid is de moeder van de waarheid. Voorzichtigheid is het ware medicijn, maar hoe ontstaat voorzichtigheid ? Daarvoor moeten we naar boek 4, de ijszee. Daarin wordt ook de aten spiegel besproken, de rode spiegel, als de rode planeet, die de dualiteiten laat zien die de mens nodig heeft om opgevoed te worden. In het hemelse ijs wordt de mens losgesneden van de valse netwerken, van de valse spinnen en hun webben. Hierin ontstaan de ware spiegels, de hemelse spiegels van de rode planeet, en wordt de mens aangesloten op profetie. In het rode ijs worden de hemelse robotten gemaakt van de rode planeet, want er kan dan geen menselijke inmeng meer zijn. In dit ijs ontstaat ook het ware vuur, de ware netwerken. Die netwerken zijn in de mens zelf. Die netwerken zijn van de natuur. Die netwerken zijn van de gnosis. 17.De zee van ijs zal het zicht verscherpen. 18.Hiermee zal je het zicht van de volkeren kunnen genezen. 19.Hij zag het als de juwelen van de wereld, de poorten naar de schatkamers in het binnenste van de aarde. Hij was diep symboliek, houdende van gedichten en kunst. Hij kon systemen doorzien. Het ijs kan het vuur temmen. 24.De boekcode is anders dan simpele lezers zouden denken. Het boek is een kunstboek, een boek van spiegelingen en symmetrie, van woordraadselen, en een code, die uitgelegd wordt aan hen die volgens dit boek een hartsrelatie met de schrijver hebben. 25.Het was een woord geschreven in oorlogstijd, in een tijd van gevaarlijke spionage. Zij moesten hun boodschappen vermommen en beschermen. Het is een cryptische kunst, geen gewoon boek. 26.Woord voor woord, kauwende en slikkende, op zoek naar symmetrie, op zoek naar verbanden en de geheime tunnels. 27.Het een sluit het ander niet uit. Het boek beschrijft verschillende gebieden en verschillende seizoenen. Er is een mogelijkheid om door de verschillende spiegels heen te stappen. Het is een

boek met een strenge etiquette, een boek met diepe spelregels, op de rand van het betoverde, je lokkende naar diepere bossen. Hier wordt dus beschreven hoe je tot de ondergrondse tunnels kunt komen waar boek 2 het over heeft. De mens moet de taal leren temmen, leren begrijpen, creatief leren omgaan met taal. De mens moet de taal leren melken. Talen zijn ook als spinnen. Ze zijn potentieel gevaarlijk. Daarom moet de mens het rode pad door de talen zien te vinden. 23.Gij moet de creativiteit van de taal niet aantasten. 34.Hij ontdekte een nieuwe wereld ... een wereld die vroeger altijd weggewimpeld werd ... waar grote slagbomen voor stonden ... met prikkeldraad en hekken met lange scherpe punten ... Hij was er overheengegaan ... Het had hem bijna zijn leven gekost ... En nog steeds leek het alsof hij zwom in een zee van vuur en ijs .... reikende naar .. de overkant .... 35.Hij begon het materiele meer en meer als een gevangenis te zien ... Hij begon meer en meer de verwoestende gevolgen van materiele communicatie in te zien ... Hij voelde de duistere krachten van licht en geluid ... die hem opgesloten wilden houden in deze aardse gevangenis ... Hij begon meer en meer te leren van de natuur, die hij zag als doorgangen naar het meer-dimensionale ... Hij zag hoe bomen met elkaar communiceerden, planten en bloemen ... Hij zag hoe dieren communiceerden .... dat was niet materieel ....zoveel werelden met elkaar verbindende .... En ja, dit was een fijnere materie ... met een diepere sensitieve inslag .... dit was ervaren ... dit was contact hebben ... dit was leven .... 36.Hij begon meer en meer de natuur op te zoeken .. vooral de bossen … 37.Dan krijgt hij een droom waarin hij de overkant van de ijszee bereikt ... De mens moet zich dus uitstrekken naar de wedergeboorte in het ijs, en de wederopvoeding in het ijs. Boek 5, het beest, gaat over het ontvangen van het rode. De mens mag het niet rechtstreeks ontvangen, want dan zou het ijs voortijdig vernietigd worden, en dan zou de mens in een moeras van valsheden wegzinken. Het rode zicht kent verschillende wetten, waarvan de eerste wet is : Niets komt rechtstreeks. Alles komt met omwegen. De mens moet leren door verhalen om te gaan met deze potentieel gevaarlijke energieën. De verhalen draaien om de energie heen, ook om de spinnen, om de sociale verschijnselen, om de culturen met hun eigenaardige religies en talen, om ze te melken, om ze te temmen en te fokken, opdat ze medicinaal zijn in kleine beetjes en niet als een overdosis. Hoofdstuk 52. Veilig bij de bijen en bloemen des hemels Het gevaar van spinnen kan dus alleen bedwongen worden door ijs, wat zich ook uit in verhalen, er omheen draaien en zo langzaam tot de kern komen, niet rechtstreeks, want dan wordt je opgeblazen. De spinnen, oftewel de sociale netwerken om ons heen, moeten gemolken worden op een afstand, en dan kan alles gedoseerd toegediend worden en kan de overdosis voorkomen worden. IJs is dus

een metafoor van het loslaten, het afstand nemen, het onthechten, zodat eerst de tussenstappen en de strategieën bekeken kunnen worden. Dit is dus de vierde stap op het traject van de Vur om door de wildernissen van de rode planeet heen te kunnen komen, om zo eerst te komen tot het Vur gebied, en daarna tot het Bilha gebied, het gebied van de natuur volkeren. Maar boek 4, de ijzee, heeft dus ook nog iets anders nodig, boek 6, de bomen. Want de bomen zijn een metafoor voor volharding, het vastwortelen. De mens moet leren volharden in het ijs, anders wordt de mens weer meegezogen door het sociale ego, meegetrokken met de spin, Jasso, van reclame en koopziekte. Het gaat er dus om tot de ijsbomen te komen, de verbinding tussen boek 4 en boek 6. De jongen van boek 6 heeft de boomziekte voor zijn eigen bescherming : Hij had een vreemde ziekte, waarin hij vaak flauwviel, en vaak kon hij moeilijk praten. Ook had hij vaak last van verkrampingen, en dan kon hij zich vaak niet bewegen. (:1) De bomen zijn dus een beeld van de heilige gebondenheid, die bescherming geven wanneer er aanvallen van de stad zijn. De mens moet dus min of meer 'epileptisch' zijn als de mens zich in de gevaarlijke mijnenvelden van de stad begeeft. Deze volharding moet dus diep genoeg gaan, anders wordt het weer losgerukt door de wind, door de stormen. Vandaar dat het zevende boek van de Vur de Diepte heet. De ware diepte is de eeuwigheid. De mens moet zich dus voor eeuwig vastwortelen. De ware volharding kent geen tijd. 1.De eeuwige diepte, de oneindige diepte, in het hart van de mens, zo verborgen gehouden. 2.En zij zeggen u : 'Kom tot God', en zij houden de diepte achter. Vur doorziet de mensen, door Haar diepte. Zij troont niet in trots en Haar tronen vallen niet. Zij staan vast in diepte. Zij leven vanuit de rode steen. De metafoor van de eeuwige diepte is de rode steen. De mens moet tot de kern van de rode planeet komen. Daartoe is het pad van de Vur. 3.Nog steeds voel ik de striemen van Uw Diepte. Het heeft mij genezing gebracht. Vaak heb ik erover nagedacht, over Uw koele Kennis die mij steeds weer leidt. Veel dingen begrijp ik niet. Ik ben jong, en wat is een mens ? Ik heb gedanst op Uw vuur, en mijn schoeisel verbrand. Wat is het dat u naar de mens omziet ? De poorten van de demonologie worden in de eeuwige diepte wijd geopend, en dan wordt het ego losgesneden, dus de tucht wordt daar hersteld. Het zijn de striemen van ijs. 9.Waar zij de honger stierven, zo vol van honing zijn zij nu, veilig bij de bijen en bloemen des hemels. Honger betekent de machten van reclame en koopziekte, de lust tot geschenken, te overwinnen, door het eeuwige ijs. Schep daarvoor ijs uit de bomen. De Jasso spin bewaakt het Vur gebied, de overgang op de rode planeet. Hij is heel snel en overmoedig, grijperig, en schiet plaatjes in het hoofd van de mensen, lokplaatjes, en geeft valse prijzen aan hen, valse complimentjes. Zo valt de mens in slaap, in een roes, van zelfverheerlijking en zelfaanbidding, en zo heeft hij hen. Hij is een groomer, een omkoper, een verlokker. Hij brengt mensen onder de drugs. Hij is de valse natuur, en hij gebruikt zelfs de valse tederheid van een moeder om zijn doel te bereiken. Hij geeft dan suggesties : doe dit maar, doe dat maar, met een valse zachte moederlijke stem of de stem van een andere vrouw. Hij is een kameleon, een shape shifter, een familie shifter. Hij vormt de massa's mensen om ons heen. Hij is genaamd 'de verschrikkelijke'. 10.Kom vlucht met mij. De dagen van de honger hebben honing voortgebracht. Kom waar zoete

waarheid dwaalt, in 't hart van de diepte. Kom, haar armen wijdgespreid, als zoete honing op haar dekens, als open boeken rijzen zij, van het woord op haar tong. Kom, grotere diepte is zij, door daken heen breekt zij, om de kinderen naar huis te brengen. Daarom is het van belang een ontmoeting te krijgen met moeder rode planeet, die zich niet aan de oppervlaktes bevindt, maar in de eeuwige diepte, waar een mens alleen door volhardende honger kan komen, door het volharden in het ijs. Geef het niet op voordat je over de eindstreep bent gegaan, want dan kom je niet tot haar, maar dan kom je in de klauwen van de valse moeder, de spin Jasso, het valse sociale netwerk. Neem geen suiker van de stad, maar ga de wildernis in op zoek naar de eeuwige natuur honing, het verminderende zoete. Stop niet voordat het vereeuwigd is. 11.Door bloemen heen, de waat'ren van grote diepte, boeken van honing openen zich voor u, als de spelers van de nacht, om hen allen thuis te brengen. Dit is ook de boodschap van het Eeuwig Evangelie : Kom tot de nachtspelers. Leer spelen met de elementen, leer te melken, en benader het niet rechtstreeks. Kom tot de nachtspelers die hiertoe de verhalen vertellen. Beveilig je boodschappen in cryptiek en symboliek. 8.Nachtspelers van de rode traan, openen hun monden als de kinderen, en turen voor uren uit de ramen. Zij hebben jou dan ook gezien. 39.Zij zijn van de rode traan, en kennen alleen veel verdriet, waar golven ontwaken. 40.De rode traan valt, het vuur verspreidt zich. Er is niets meer aan te doen. Het is te laat, niks meer te blussen. 41.Mijn hoofd wordt zwaar, ik voel de pijlen. Zij willen mij splijten, mijn hart doorboren. 42.De betovering zou worden verbroken wanneer de verhalen zouden worden verteld. Hoofdstuk 53. De Besnijdenis van het Verstand Het boek Filippenzen gaat over het alles achter laten om op de kroon te jagen, in het Aramees het jagen naar betekenis, een gedeelte van een boek, een zintuig. Die kroon wordt in 4:1 beschreven als de Filippenzen zelf, of het boek. Ook worden de Filippenzen de besnijdenis genoemd in 3:3. Het gaat dus om de kroon van de besnijdenis, als de rode kroon, het rode zicht. Als de mens het rode zicht ontvangt dan is dat een zeker weten, een besef dat alles een visioen is waarin je kunt verdienen, waarin je het rode kunt opbouwen. Het rode zicht is een subtiele rode gloed waar alles uit voort komt. Het is het nieuwe zintuig van onderscheiding waardoor de mens de verdichtende krachten kan omzeilen. In het boek Filippenzen is er de strijd tussen hen die het kruis volgen en de vijanden van het kruis die de buik als god hebben, oftewel de strijd tussen ascetisme en hedonisme. 3:18-19 Want velen wandelen – ik heb het u dikwijls van hen gezegd, maar nu zeg ik het ook wenende – als vijanden van het kruis. Hun einde is het verderf, hun God is de buik, hun eer stellen zij in hun schande, zij zijn aardsgezind. Daarom is het zo belangrijk om uit te strekken naar de rode kroon, wat begint als de spotkroon. Filippi betekent beestenrijder, wat ook een beeld is van een spiegelhouder. Vandaar dat er in openbaring ook gesproken wordt over het beeld van het beest, wat helemaal teruggaat naar de

Egyptische onderwereld boeken. De vrouw op het beest is dus de vrouw met de spiegel. Kolossenzen 1 gaat over Filippi, de vrouw op het beest, oftewel de vrouw met de spiegel : 15Hij is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene der ganse schepping, 16want in Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen; 17en Hij is vóór alles en alle dingen hebben hun bestaan in Hem; 18en Hij is het hoofd van het lichaam, de gemeente. Hij is het begin, de eerstgeborene uit de doden, zodat Hij onder alles de eerste geworden is. Verder met het Vur traject. We komen dan aan bij boek 8, de achtste stap, de droom. Het 'tot de laatste bloem gaan' betekent gaan tot wat er nog is overgebleven, leren leven met het weinige wat je hebt. Dat zal je leiden, tot je spreken. De bloemen laten de cirkels zien, nuances, tussenstappen. Dingen worden soms afgenomen, opdat we er omheen leren werken. Het 'tot de laatste bloem gaan' betekent ook het tot de kern gaan. Het betekent dat wat er is overgebleven na het toetsen. Boek 9, de Pijlen, gaat over de besnijdenis die leidt tot de rode planeet. Er wordt gesteld dat wij eigenlijk alleen de vijand kunnen overwinnen naar de mate dat we onszelf overwinnen : Onze pijlen zullen niet diep doordringen, wanneer zij geen nachtmerries bevatten, wanneer zij niet eerst heel diep in onszelf zijn gegaan. (:23) De besnijdenis moet ook uitgeoefend worden op het hoofd, het verstand, want er is zoveel waarvan de mens moet afkicken. Hoofdstuk 54. De Vervangingsleer Genesis 2:24 - Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en zij zullen tot één vlees zijn. Alle bijbelteksten zijn gelijkenissen, en zo ook deze. Dit gaat niet eens zozeer om de aardse verhouding tussen man en vrouw, maar om de hemelse verbintenis tussen mens en natuur kennis. De mens moet leren los te komen van het aanbidden en blindelings volgen van zijn aardse ouders, en moet zelf ingewijd worden in de kennis. In het NT wordt God voorgesteld als een drie enige godheid, maar dit is dus bedoeld om de ouders te vervangen. De kennis wordt voorgesteld als een vrouw en zij bestaat nog uit twee andere delen : het spel, haar zuster, en het verhaal, haar vriendin. De mens komt symbolisch door het zogenaamde zwagerhuwelijk tot de andere delen. Hierin schuilt een grote belofte. De zuster van de kennis (het spel) snijdt de ongezonde bindingen door tussen de mens en zijn aardse moeder, en de vriendin van de kennis (het verhaal) snijdt de ongezonde bindingen door tussen de mens en zijn aardse vader. In de Vur is dit het grote mysterie van de vrouw met de witte laarzen en de vrouw met de rode laarzen. De kennis heeft deze delen nodig om

haarzelf te uiten. De tekst uit Genesis is dus niet letterlijk bedoeld, maar geestelijk, wat ook weer door Paulus aangehaald wordt in de Efeze brief. Efeze 5 31Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot één vlees zijn. 32Dit geheimenis is groot, doch ik spreek met het oog op Christus en op de gemeente. De aardse ouders zijn een beeld van het materialisme waar het kind in wordt geworpen, maar dan moet het kind leren de dingen te zoeken die boven zijn. Het is dus een soort vervangingsleer. En dat komt ook van heel vroeger uit de Egyptologie waar er drie eenheden waren van godinnen. De kennis die wordt voorgesteld als een vrouw neemt dus de taken van de ouders over, zowel de taak van de moeder als de vader, en daar gaat het ook om als er wordt gezegd : 'eert uw vader en uw moeder'. Natuurlijk gaat het hier ook om een diepere betekenis. In Efeze staat zelfs dat kinderen hun ouders moeten gehoorzamen. Dat gaat dus over het gehoorzamen van de kennis. Deze teksten zijn vaak door slechte, materialistische ouders uit het verband gerukt om hun kinderen aan hen, aan het ouderlijke ego dus, te onderwerpen. Het is pure kindermisbruik, kinderhaat, kindermoord. Er is ook nog een andere drie eenheid belangrijk, en dat is de drie eenheid van de kennis en haar twee dochters : geheim en woord. Geheim vervangt de vader en het Woord vervangt de moeder. De natuur laat alles eerst door lenzen heengaan, anders heb je een overdosis. Pas als de mens de reflecties, de verdraaiingen verstaat, heeft overwonnen, kan de natuur hogere openbaringen geven. De mens moet dus eerst de juiste filters ontwikkelen. Er zijn veel filters tussen het Vur gebied en het mensen apen gebied op de rode planeet. Het is een brug-regio waarin deze filters zich ontwikkelen, en waar iedereen doorheen moet. Ook rijden er allerlei treinen, zijn er allerlei stations. In het overgangsgebied moet de mens klaarkomen met het hele familie mysterie. De mens moet het geheim leren, en ook het gehiem leren bewaren, want de mens mag geen paarlen voor de zwijnen werpen, en ook is er voor alles een tijd. De mens moet dus het Woord leren, maar ook de stilte, het geheim. Zonder de stilte is er ook geen Woord. De hersenen maken zelf lenzen aan die alles verdraaien en vervormen, omdat de hersenen de pure natuur krachten nog niet aankunnen. Maar in dit proces ontwikkelen de hersenen ook meer en meer filters. In Openbaring 17, temidden van het openen van de hemelse boeken, wordt Johannes geleid tot de wildernis waar hij komt tot de dubbel-profetie 'de vrouw op het beest' die zowel het goede als het kwade kan voorstellen, zoals dit het geval is bij meerdere metaforen in het boek openbaring en door de gehele bijbel heen. Het is namelijk een spiegel. In ieder geval wordt zij de moeder van het geheimenis genoemd. Ook openbaring 12 gaat over de vrouw die vervolgens een kind baart, wat even later ten hemel wordt genomen, als een beeltenis van het Woord wat tot de mens neerdaalt en dan het pad toont naar boven. In die zin zijn dus Geheim en het Woord de dochters van de Moeder Kennis. Hierdoor komt de mens los van het aardse, zoals in de grondtekst Johannes ook de vrouw op het beest vereerd, waardoor hij tegemoet komt aan het gebod : 'Eert uw vader en uw moeder,' wat slaat op de hemelse realiteiten. Zo komt de mens los van de lagere aardse ouders en het ouderlijke ego. De vrouw op het beest is in het Aramees ook de moeder van de onderwereld, van het land waarvan geen terugkeer mogelijk is, als een beeld van de heilige gebondenheid en verbondenheid die niet verbroken kan worden. Religie stopt niet zomaar en ook de christelijke brainwash stopt niet zomaar, en daarom is het

belangrijk het te kunnen vertalen. Leer de hogere code ervan te kennen, zodat het je niet vast blijft houden. Verlaat het lagere christendom om tot het hogere ervan te komen. Er zal dus niet alleen een wedergeboorte moeten komen, maar ook een wederopvoeding en een wederscholing. Dat is dus ook een reden waarom een man zijn vader en moeder zal verlaten. Hij zal één moeten worden met de kennis in al haar facetten, opdat hij tot volle wasdom zal komen. Dan pas heeft hij ten volle zijn 'vader en moeder geeerd.' Laten we hierin telkens weer onthouden : 'Niet door kracht, noch door geweld, maar door de natuur kennis.' De natuur zal alles uitsorteren. Hoofdstuk 55. Het Filippi orakel in de wildernis Het geheim leren aanvaarden. Het is belangrijk. Filippenzen 1:2 genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Here Jezus Christus. Aramees : tucht en volmaaktheid zij u. Ook verbonden aan adoptie. Door de tucht is er zo de heilige gebondenheid, waar Paulus zich ook in bevond (onthoud er is een goede Paulus en een slechte Paulus, een lage Paulus van het ego en een gnosis Paulus). In de Filippenzen brief is Paulus in gevangenschap. Paulus betekent het weinige, het mindere, de honger. Door hieraan deel te hebben, heeft de mens ook deel aan de adoptie (:7). Het gaat dus niet om de persoon, maar om het principe van het hongeren. In vers 9-10 stelt hij dat deze liefde, hob in het Aramees (vgl. de hongerende Job), als wijsbegeerte leidt tot onderscheiding die tot onberispelijkheid leidt. Dit is het vruchtdragen (:11), oftewel het terugkeren in het Aramees. Dan stelt hij dat hij in de gevangenis zit, wat ervoor zorgde dat het evangelie meer werd gepredikt, en dat sommigen dit vanuit het kwaad doen, en anderen vanuit het goede, dus eigenlijk als een reflectie van zijn gevangenschap, dat sommigen de valse gebondenheid, de aardse gebondenheid, laten zien, en anderen de ware gebondenheid, de paradijs gebondenheid, maar dat zo in beide gevallen het evangelie wordt gepredikt, oftewel de goede boodschap van kennis, waarover hij zich dus in beide gevallen verblijdt. Paulus ziet dus heel duidelijk de waarde in van de dualiteit, van het geheime woord en het geopenbaarde woord, de twee dochters van de kennis. Paulus stelt zich op als voorbeeld, dat de mens door hem, door zijn gevangenschap, deel krijgt aan de geestelijke adoptie, als het pad van tucht tot de volmaaktheid. Maar dit is dus niet de persoon Paulus, maar het principe van het honger pad. In de Filippenzen brief komt Paulus, de honger, tot de godin Filippi, wat in het Grieks de liefhebber

van het beest is, de begeerte, het hongeren, naar het beest, het rijden op het beest. Filippi ligt ook in een gebied waar oorspronkelijk beestencultussen waren, ruitercultussen, en was oorspronkelijk een nederzetting van amazones, net zoals Efeze. In Germanië werden ze ook de valkyren genoemd (Noord), of de walkuren (Zuid). Zij waren vrouwen die op beesten reden, maar dit had een hele diepe betekenis. Het beest staat namelijk voor het geheim, de stilte, het niet spreken. Filippi is dus de begeerte naar het geheim, de verborgen diepte, het liefhebben ervan, het hongeren erna. Paulus betekent de hongerende. Hongeren betekent dat je niet materialistisch om je heengrijpt om je eigen koninkrijk te bouwen, een stad en een naam, maar je wordt in Tantalos geworpen, waar alles van je wegglijdt, en waar je op zoek bent naar het hogere, de dingen van boven. Je maakt jezelf geen schatten op aarde. Het is het hongeren naar de diepere natuur, het rode. 'Mag ik wat van dat rode, dat rode daar,' en daar verkoop je alles voor. De vrouw Filippi, de natuurkennis, rijdt op het beest, het geheim, haar dochter, haar vrucht. Ook heeft zij een beker in haar hand, haar andere dochter, een andere vrucht. De beker is een symbool van de moederborst die melk geeft, het Woord. In Filippenzen 1 spreekt de hongerende, de wijsgeer, de geheimgeer, over zijn gevangenschap en lijden. In hoofdstuk 2 bespreekt de hongerende het hongeren, het pad van het minderen, tot het minste : 3zonder zelfzucht of ijdel eerbejag; doch in ootmoedigheid achte de een de ander uitnemender dan zichzelf; en ieder lette niet slechts op zijn eigen belang, 4maar ieder lette ook op dat van anderen. 5Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in de gebalsemde (de gekruisigde) was, 6die, in de gestalte Gods zijnde, het Gode gelijk zijn niet als een roof heeft geacht, 7maar zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen, en aan de mensen gelijk geworden is. 8En in zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft hij zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de dood des kruises. Hij spreekt daarna dat dit een offer is en een eredienst, en hij vraagt Filippi om hen te ontvangen, zoals Johannes ook de vrouw op het beest vereerde. Johannes is in dat opzicht zeer belangrijk. Johannes heeft zijn oorsprong in het Hebreeuws en betekent 'het hongeren heeft vrucht gedragen', als het hongeren dat tot het geheim heeft geleid. Yowchanan betekent namelijk God, Jehovah, heeft beloond, heeft ingenomen, aangenomen (adoptie). Jehovah komt van hava, de Hebreeuwse naam van Eva, wat vallen en hongeren betekent, of de moeder van de gevallenen en de hongerenden, de moeder van de levenden. Vandaar dat alleen de hongerende, minderende mens, Filippenzen 2, tot God kan komen, tot de natuur kennis. In de grondteksten van het OT rijdt God ook op een beest, op de beschuttende engel, oftewel het geheim. Dit is de vrucht van God, de dochter van God. Rijden heeft dus een hele diepe betekenis, als in voortbrengen. God draagt in het OT ook een beker : Psalm 75 9Want in des Heren hand is een beker en de wijn bruist daarin, overvloedig gemengd; Hij schenkt daaruit tot de droesem toe, alle opstandigen (rasha) op aarde moeten hem zuigende drinken (Aramees : worden erdoor gewassen, getuchtigd). Dit spreekt over de beker als de borst van God. God is dus weer duidelijk de Godin. Jeremia 51 7Babel was in de hand des Heren een gouden beker die de gehele aarde dronken maakte; van zijn wijn dronken de volken, daardoor werden zij verdwaasd. Jesaja 51 17Ontwaak, ontwaak, sta op, Jeruzalem; gij, die uit de hand des Heren de beker zijner grimmigheid

hebt gedronken, de kelk der bedwelming hebt leeggedronken. Jeremia 25 17En ik heb de beker uit de hand des Heren genomen en die aan alle volken, tot welke de Here mij zond, te drinken gegeven. 28Als zij weigeren de beker uit uw hand te nemen om te drinken, zeg dan tot hen: Zo zegt de Here der heerscharen: Drinken zult gij. Genesis 44 17Maar hij zeide: Het zij verre van mij dat te doen; de man, bij wie de beker gevonden is, die zal mij tot slaaf zijn, maar gij, trekt in vrede naar uw vader. Psalm 23 Hebreeuws 5Gij richt voor mij een tafel aan (in de tabernakel) voor de ogen van wie mij benauwen; Gij neemt mij aan als offer, mijn beker vloeit over. Het heeft dus een dualistische betekenis. Het spreekt ook over de heilige gebondenheid. Psalm 23:5 gaat over de symboliek van de sexualiteit als beeld van de relatie met God, in het Hebreeuws. De mens offert zijn zaad aan God in het hoogtepunt van de onderdrukking door de vijand, in het hoogtepunt van de (heilige) gebondenheid (Hebreeuws). Tsarar is namelijk de gebondenheid, de restrictie. In het Aramees is dit een oorlogstafel. De mens moet eerst door het hongeren, in de wildernis, afsterven aan zijn ego, om zo zijn zaad te offeren, het overblijfsel. Zo komt de mens in een bepaalde geestelijke vervoering, dronkenschap, in het Aramees. De vrouw op het beest is dronken geraakt door het verslaan van de vijand, door de openbaring van het geheim, en deelt deze dronkenschap ook uit aan een ieder die haar volgt, een ieder die zichzelf heeft overwonnen, ontmaskert, onderscheiden. Klaagliederen 4 21Verblijd en verheug u, gij dochter van Edom, gij, die woont in het land Us – ook tot u zal de beker komen, gij zult dronken worden en u ontbloten. 22Uw ongerechtigheid, o dochter van Sion, heeft een einde, Hij zal u niet weer in ballingschap doen gaan. Uw ongerechtigheid, o dochter van Edom, zal Hij bezoeken, uw zonden openbaar maken. Het mes snijdt aan twee kanten. Naaktheid is een beeld van zowel openbaring als ontmaskering. Dit gebeurt in de dronkenschap die zowel over het goede als het kwade zal komen. Het Geheim zal leiden tot het Woord, en het Woord zal het voorhangsel doen scheuren en een nieuw voorhangsel oprichten. Deze dronkenschap is dus de besnijdenis, waar Filippenzen 3 over spreekt. De voorhuid, de vijand, zal zo weggesneden worden. Het ego zal niet meer bestaan. Het zal vergaan in dronkenschap. Het ego zal het overblijfsel dan loslaten. Dan zal het zaad, de kern, komen op het altaar. Paulus, de hongerende, wordt zo tot Johannes, de beschonkene. Het is belangrijk hierin balans te blijven houden, opdat de dronkenschap heilig blijft. Paulus, de hongerende, is het pad tot Johannes, de heilige dronkenschap, maar wek haar niet op voordat het haar behage. Omhul je in de heilige vreze

des Heeren. Paulus, de hongerende, moest eerst tot Damascus komen, om door deze vreze geslagen te worden. De ware vrucht van het hongeren is de heilige gebondenheid, zoals Johannes geheel door de hemelse vrouw werd ingenomen, wat ook de wortelbetekenis is van zijn naam (chanan-chanah). Dit beeldde ook de ballingschap uit waarin Johannes verkeerde op het eiland Patmos. Ook Paulus was al in deze gevangenschap waarin hij de Filippenzen brief schreef. De dronkenschap kan alleen worden opgeroepen en veilig gesteld worden door de heilige gebondenheid. In Filippenzen 4 heeft Paulus een soort Johannes ervaring : 12Ik weet wat armoede is en ik weet wat overvloed is. In elk opzicht en in alle dingen ben ik ingewijd, zowel in verzadigd worden als in honger lijden, zowel in overvloed als in gebrek. 11Niet dat ik dit zeg, als zou ik gebrek lijden; want ik heb geleerd met de omstandigheden, waarin ik verkeer, genoegen te nemen. Hij heeft geleerd dankbaar te zijn en tevredenheid te vinden in het hongeren, in het minderen, de waarde ervan gevonden. Hij heeft deze sobere dronkenschap in de natuur gevonden, zoals Johannes de vrouw op het beest tegenkwam in de wildernis. 18Nu is alles voldaan en ik ben rijkelijk voorzien; alles is aangezuiverd. Hij heeft hier een Messiaans 'alles is volbracht' moment. Paulus heette oorspronkelijk Saul, zijn Israëlitische naam (van Selah), wat in de wortels het raadplegen van een orakel betekent. De mens moet deze balans leren vinden tussen Geheim en het Woord, de twee vruchten van kennis. Dit zijn de twee facetten van de kennis die de mens moet blijven vereren. Paulus moest dus heel diep in gevangenschap om dit orakel van Filippi te kunnen raadplegen. Het is dus belangrijk te beseffen dat als men een filosoof wil zijn, een wijsgeer, dan moet men ook een filomuo zijn, een liefhebber van het geheim, van de stilte, waarvan de filo-hippoi, filippi, de liefhebber van het beest, een beeld is. En dan moet de mens dus ook een filo-peinao zijn, een liefhebber van het hongeren, wat overigens van penes komt, arm (vgl. het mannelijke geslachtsdeel, penis, de arme, de hongerende), en peno, het zwoegen voor het dagelijks levensonderhoud. Al deze karakters zoals Jezus, Paulus en Johannes zijn natuur principes van de geheimen van de vruchtbaarheid en het eeuwig leven, het bestaan op zich. Letterlijk betekent de filo-hippoi (filippi) de paardenliefhebber, wat we ook weer terugzien in Openbaring 6, de opkomst van de paardenruiters. In het Aramees kan het paard ook vertaald worden als wildernis loopbrug, waardoor Filippi in dit opzicht ook de liefhebber van bruggen betekent. Het derde paard is dat van de honger. Telkens weer worden deze bruggen door beesten aangekondigd. Deze bruggen worden voor het volk gelegd, als orakels. En de Vur stelt : beide overkanten van de brug zullen branden. Er is alleen leven op de brug (112:5). Aan de beide overkanten van de brug waren oorlogen, waarin het ego moet afsterven. De tweede ruiter, of beestenrijder, in Openbaring 6 is die van de oorlog, het rode, als beeld van de besnijdenis. En dat moet ook wel, want zonder de besnijdenis kan men niet de brug op. Het leven is dus te vinden in het mengsel. Het is niet alleen maar hier of daar, maar er ergens tussenin. De vierde ruiter, of beestenrijder, is die van de dood, van de dood aan het ego.

Hoofdstuk 56. De Egypto-Aramese achtergrond van Filippenzen Als de man tot de vrouw gaat is dat een beeld van het zaad wat in de aarde gaat. Het zaad is het overblijfsel, de kern, wat voortkomt vanuit de grote verdrukking, en heeft zo een schuilplaats in de aarde. De vrouw baart een kind, wat al snel tot de hemel wordt genomen, in Openbaring 12. Dan vlucht de vrouw naar de wildernis (:6). Hierin komt de aarde de vrouw te hulp. Ondertussen vindt de vrouw een beest om op te rijden. Ze is namelijk tot het dualistische en demonologische geheim gekomen om het ego te overwinnen. Johannes vindt haar in de wildernis in Openbaring 17. Het is een spiegelend, paradoxaal verhaal. Filippi heeft dezelfde betekenis als de vrouw op het beest, en daarom is het een sleutelboek om dit orakel te begrijpen. Paulus, de hongerende, stelt in Filippenzen 4 dat naar de mate de mens deelt in zijn verdrukking deelt de mens in zijn verrukking. Zo kunnen we dus ook het hele opname mysterie begrijpen, want dit heeft te maken met de vrouw op het beest, met Filippi. Dit is dus in de Aramese grondtekst een mysterie van adoptie. De vrouw zit dus op een beest in de wildernis, en aan vele wateren, de volkeren. Ook dit was al genoemd in Openbaring 12 : 15En de slang wierp uit haar bek water achter de vrouw als een stroom, om haar door de stroom te laten medesleuren. 16En de aarde kwam de vrouw te hulp en de aarde opende haar mond en verzwolg de stroom, die de draak uit zijn bek had geworpen. De aarde splitste deze stroom op. Dat is de eerste hulp bij ongelukken, dat het kwaad gesplitst wordt, geanalyseerd, bestudeerd. Dat is het vak van de demonologie, en vandaar dat de vrouw op het beest in Openbaring 17 aan deze wateren zit. Hoererij kan in het Aramees zowel heilig zijn als onheilig. Paulus spreekt zelfs over de heilige tempelhoeren van Filippi in de originele Aramese grondtekst van het boek Filippenzen in 4:22. Zij zijn onderdeel van de gemeente en onderdeel van de heiligen, zoals Jezus zegt in Mattheus 21 : 'Voorwaar, Ik zeg u, de tollenaars en de hoeren gaan u voor in het Koninkrijk Gods.' Dat gaat ook over bekeerde hoeren, maar de heilige tempelhoeren zijn degenen die de mens verbinden met God, waarin de relatie tussen man en vrouw metaforisch is. Dit hoeven niet eens mensen te zijn, maar kunnen ook godinnen zijn die dit uitbeelden, zoals in de Egyptologie. De gnosis omtrend deze dingen ging in die tijd veel dieper. Het waren filosofen. Nu is hoer een scheldwoord, maar het kon vroeger veel meer betekenen. Laten we hierbij ook denken aan het rode touw van de hoer Rachab waardoor redding kwam, als beeld van de heilige gebondenheid. In de geestelijke wereld moet je ook de relatie met God verdienen, kopen, dus vandaar dat het weleens vergeleken wordt met heilige hoererij. Dat is dan metaforisch, niet letterlijk, en bovenal is het dualistisch. Je kan al heel snel met dit soort dingen de mist ingaan als je je niet aan de demonologische regels houdt. Demonen staan altijd weer op de loer om gaatjes te zoeken. Vandaar dat de gehoorzaamheid volkomen dient te zijn, en dat kan alleen maar in de heilige gebondenheid. Toen Jezus de geestelijke vervulling had ontvangen werd hij in de woestijn gedreven om op zoek te gaan naar de heilige gebondenheid. Dat is dus de zegen die erna komt. Het stopt dus niet met de geestelijke vervulling. Als je het geestelijke hebt ontvangen, dan begint de tocht uit de stad tot de wildernis, en zijn er de slopende gevechten met demonen en al hun verzoekingen, zoals Jezus die ook had. Het is een verhaal, maar deze principes zijn realiteit. Het is filosofie. Paulus kent al deze dingen en deze gevaren, en streeft daarom naar het ontvangen van de kroon van de besnijdenis, de rode kroon, zoals ook de koningen, de overwinnaars, van het lagere Egypte, de Nijl delta, deze kroon ontvingen. Vandaar ook weer dat de vrouw op het beest aan vele wateren zit,

aan de Nijl delta. In Openbaring 17 was zowel het beest rood als de vrouw, die gehuld was in rood. De letter N werd in de voor-dynastische tijd uitgebeeldt door de rode kroon, en in het latere oude rijk werd dit uitgebeeld door een waterstroom. Het is de kroon van het rode wildernis land, ook wel deshret genoemd, waar het Amerikaanse woord voor woestijn uit voorkomt : desert. In het boek Filippenzen in de westerse vertaling staat er veel dat men zich moet verblijden, en sommigen zien blijdschap zelfs als graadmeter om te zien hoe vol iemand is van God. Maar in het originele Aramees staat dit er helemaal niet. Er staat letterlijk : bloei met genoeg groen, oftewel : blijf groeien. Een heleboel mensen vertonen blijdschap zonder groei, of hun geestelijke groei gaat er zelfs door achteruit. Ze worden oppervlakkig en onderscheiden niet meer. Ze hebben hun kritische oplettendheid verloren. Wel geven ze degenen die dan niet blij zijn zoals hen de zwarte pieten kaart. Hoofdstuk 57. De Egyptische Filippenzen - De Natuur Filippenzen De christelijke tuin om ons heen gaat niet zomaar weg, maar we kunnen het wel ordenen en verdiepen, als doorgang tot de wildernis. Het is potentieel creatief materiaal, en wij kunnen de tuinieren zijn. Het NT loopt via het Aramees terug naar het Egyptisch, waar het vandaan komt. Vandaar dat ook de Filippenzen brief oorspronkelijk Egyptisch is. 1:1 - Paulus en Timoteüs, dienstknechten van Christus Jezus, aan al de heiligen in Christus Jezus, die te Filippi zijn, tezamen met hun opzieners en diakenen. Het woord 'dienstknecht' is abad in het Aramees, de taal van Jezus, een dochtertaal van het Egyptisch, wat komt van het Egyptische abata met dezelfde betekenis. Ook de Egyptische wortel uba betekent dienstknecht, en uba betekent ook openen en penetreren, het binnengaan van een vreemd land. Het woord is in de Egyptische taal ook verbonden aan de metaforische sexualiteit die de relatie met God uitbeeldt. 1:2 - Tucht tot volmaaktheid zij u en vrede. Vrede is in het Egyptisch de dagelijkse leiding door een dagboek. 1:3 - Ik dank mijn God, zo dikwijls ik uwer gedenk. Voor de Egyptenaren is het geheugen de hemelvaart na de lange nacht van de vergetelheid. 1:4 - immers, in al mijn gebeden bid ik telkens voor u allen. Gebed is b-t in het Aramees, van het Egyptische n-t, wat hongeren en minderen betekent (n-t, nehet, nwt), en wat de betekenis is van het bidden. Een ander woord voor gebed is speru, wat ook de naam

van een godin is die tegen demonen beschermde. Dit woord komt van de wortel sper, wat rib betekent. Toen Adam een vrouw kreeg vanuit zijn rib is dit dus in de Egyptische context dat hij een vrouw kreeg door het gebed, oftewel door het hongeren, het minderen. Ook sper, rib, betekent overigens gebed in het Egyptisch. Als tebh, gebed, is zij de wildernis godin van het gebed. 1:5 - wegens uw deelhebben aan de prediking van het evangelie, van de eerste dag af tot nu toe. Deelnemen is setep of setepet in het Aramees, wat ook rechtstreeks vanuit het Egyptisch komt. Shetep is in het Egyptisch deelnemen, samenvoegen, en de sehetput zijn de verzoenoffers. Seheteput is de godin van het verzoen offer. Dit zijn dus zwaar heilige dingen. Men mag niet zomaar ergens aan deelhebben, en daarom is het deelhebben aan iets ook in het Egyptisch gelijk als het door vrees in de aarde zakken, oftewel de mens moet voorzichtig zijn, alert (ab). Prediking is in het Egyptisch verbonden aan het overstromen van de nijl en aan het werk van vroedvrouwen, van de godin van de vroedvrouwen, Hi-t, Hiti, Hitiu. Al met al was religie een filosofische taal voor de Egyptenaren die veel meer in de context van de natuur plaatsvond, als een natuur taal. Hoofdstuk 58. de mijnen van filippi Zitten wij niet helemaal tot onze nek in het christelijke ? Het lijkt wel op elke hoek van de straat in je gezicht gesmeerd te worden. We spreken daarom ook van de christelijke bezetting. Het Westen is grotendeels christelijk. Je kunt de bijbelteksten die telkens om je oren vliegen wel bijna dromen. Het wordt kinderen met de paplepel ingegoten, en het is heel dubbel. Maar hoe hieraan te ontkomen ? Het eerste antwoord is dan de Egyptische wortels die een ander inzicht geven. Het zijn namelijk geroofde Egyptische schatten. De mens is omringd door psycho-matadoren, oftewel psychodoren die telkens weer het psyche van de mens proberen te bedriegen en te doorsteken. Als antwoord hierop moeten wij in de bijbelverzen van het NT gaten boren helemaal terug tot het Egyptische fundament, als mijnwerkers. Zo kan de mens terug tot de Afrikaanse en amazone natuurbronnen. Het oorspronkelijke Egyptische NT is zo een poort terug tot het oer en het buitenaardse oer. Ook is het een sleutel tot de rode planeet, de Vur en de Bilha. Filippenzen 1:6 - Hiervan toch ben ik ten volle overtuigd, dat wat in u een goed werk is begonnen, dit ten einde toe zal voortzetten. In het Aramees staat er dat alles op de juiste plaats zal komen. Het is een werk van ordening (slm). Voleindigen (menkh-t, menq) is in het Egyptisch een touw, of de godin van de touwen, ook voorgesteld als slangen, Menqit, als beeld van de heilige gebondenheid. Vandaar dat het rode touw

in het OT een beeld van redding was, en ook de slang in de wildernis die Mozes opstelde. Als qem, een ander Egyptisch woord voor voleindiging, betekent het het openen van de zintuigen (qemh). De voleindiging is ook het terugkeren tot de tuin (kam). Ook is de voleindiging de heilige gevangenschap (tchera). Op een vreemde manier beeldde Paulus dus al de voleindiging uit in de gevangenschap. Ook Eden was een gesloten plaats, een tuin met een omheining. 1:7 - Zo van u allen te denken spreekt voor mij dan ook vanzelf, omdat ik u op het hart draag, daar gij allen, zowel bij mijn gevangenschap als bij mijn verdediging en bevestiging van de waarheid van het evangelie, deelgenoten zijt van de mij verleende tucht tot volmaaktheid. Laten we beseffen dat als we in gevangenschap leven dat we dan al bezig zijn met de voleindiging, omdat dit allemaal symbolisch is voor de heilige gevangenschap. 1:8 - God toch is mijn getuige, hoezeer ik met ontferming naar u allen verlang. In het Egyptisch is het geheugen een getuige, de recorder, en dit gebeurt door pijnen en verwondingen (skha-t). De bloem is hiervan een beeld, omdat de bloem de cyclus van het leven, van vruchtbaarheid laat zien, zaaien en oogsten, de tussenstappen (utch). De bloem zorgt er dan ook voor dat het geheugen gerelativeerd wordt. 1:9 - En dit bid ik, dat uw liefde nog steeds meer overvloedig moge zijn in helder inzicht en alle fijngevoeligheid. De kennis groeit door het geheugen als een getuige, wat in 1:8 wordt gebruikt in het Aramees als shad, van de Egyptische wortel skha-t. Het geheugen vaart ten hemel na de nacht van de vergetelheid. De vergetelheid is een facet van het Egyptische gebed, van het hongeren en minderen, want er is zoveel valse kennis die weer vergeten moet worden. De mens moet ook drastisch ontschoold worden in een heleboel dingen. Liefde, hob in het Aramees, komt van het Egyptische aab, hab, wat ook het hongeren en minderen betekent, en het voleindigen. Er is dus geen voleindiging zonder mindering. In het minderen is de voleindiging. Aab is ook het merkteken van de wildernis godin, Set. Mer is een ander Egyptisch woord voor liefde, wat ook hongeren betekent en verbod. De Aramese wildernis god(in) van het OT is Maria, Mar, Mer, en zij is in het NT de moeder van Jezus. Mozes leidde het volk tot deze godin in de wildernis, de godin van het hongeren. Zij werd in de Egyptologie ook uitgebeeld als een heilige slang, het heilige touw, wat Mozes ook opstelde in de woestijn. Mozes was diep ingewijd in de Egyptologie. Mer staat ook weer voor de heilige gebondenheid en de opening van de zintuigen. Jezus is een beeld van de wedergeboorte, en die kan dus alleen plaatsvinden in de godin van honger, Mer, Meri. Dit komt voort vanuit het voortijdse Afrikaanse 'namerie', de natuurstof van het oer. Mer of Meri is in de Egyptologie ook een naam voor Isis, Aset, Set, als de wildernis godin. Zij beeldt ook het touw uit, zoals Jezus in de wildernis tot het touw kwam in de zin dat hij sprak dat hij zonder God niets kon doen of zeggen. Ook het volk Israel kwam tot het touw in de wildernis, voorgesteld door een slang. Dit laat in de Egyptologie de brug zien tussen hemel en aarde. In de Egyptische context bidt Paulus dus dat de honger, het minderen, overvloedig mag worden, opdat het de hemelse natuur kennis zou voortbrengen die de menselijke natuur zou overweldigen en innemen. 1:10 - om afgezonderd te zijn en te onderscheiden, waarop het aankomt. Dan zult gij rein en onberispelijk zijn.

In het Aramees is de afzondering een beeld van de onderscheiding (prs). Deze regel was er al in het Egyptisch. De onderscheiding wordt in het Egyptisch voorgesteld als het hol van een slang, als beeld van de baarmoeder en de hel (ten). Dit is waar de hongerende afzondering toe leidt, tot het hol van het touw. De mens mag nooit zomaar het touw aanvaarden als een muis die denkt kaas te hebben gevonden. Vandaar dat het touw allereerst komt als slang, en de mens heeft eerst een worsteling met deze slang te voeren. Alles moet getoetst worden. De mens moet niet vallen voor overmoedig vertrouwen en overmoedige godsdienst, want men zou maar eens een afgod dienen. Onderscheiding betekent ook later in het Egyptisch (then). 1:11 - vervuld van de vrucht van gerechtigheid, welke is, tot eer en prijs van God. Gerechtigheid is in het Egyptisch de diepere betekenis, en is altijd verbonden aan het touw, opdat de mens niet overmoedig oordeelt. 1:12 - Ik wil, dat gij weet, broeders, dat hetgeen mij wedervaren is veeleer tot bevordering van de evangelieprediking heeft gestrekt. Dit zijn weer Egyptische principes, dat de pijn zowel inprintingen maakt in het individuele geheugen als in het collectieve geheugen. Hoofdstuk 59. De Terugkeer tot het Oergeheugen Verder op het Vur traject komen we bij boek 10, het Rode. Dit gaat over de ontmoeting met Hel, gepersonificeerd en gesymboliseerd als een vrouw : 25. Het gordijn achter haar was prachtig golvend met satijn, kant, wol en dierlijk touw. Door het raam zag hij niets dan vuur, maar het was als het vuur van drugs. Het speelde met zijn verstand, met zijn herinneringen, met zijn dierlijke instincten en met zijn filosofieen. 26. 'Mijn naam is de Hel,' zei de vrouw. 'Ik ben de plaats waar jij was. Je hebt haar overwonnen.' 27. 'Wie heb ik overwonnen ?' vroeg de jongen. 28. 'Haar, degene die loog over mij,' zei de vrouw. De vrouw pakte hem stevig beet en kuste hem. 'Mijn zuster, genaamd Leven. Mijn andere zuster is Dood.' In vers 25 is zij verbonden aan het touw, als de godin van de touwen. In de Egyptologie is de hel de baarmoeder, het hol van het touw, van de slang. Mozes leidde het volk in de wildernis tot dit mysterie en stelde een slang op, en het volk moest tot de slang komen om te overleven. In de Egyptologie is er het Sokar mysterie waarin de ziel door de wildernis hongert en moet komen tot de grot van Sokar, de wachter van de mond, de stille, het geheim. Tevens is Sokar de wachter van de hel die onder de grond ligt, en hier ligt het mysterie van de wedergeboorte. Sokar is de wachter van

de baarmoeder. In de Egyptische taal wordt Sokar op verschillende manieren geschreven. Ook de letters vormen verhalen op zich, want het zijn hieroglyphische orakels. Zo communiceerden de Egyptenaren met de buitenaardse natuur. Het was een natuur technologie. Hier ligt het voortijdse Afrika en amazonië in gecodeerd. In Bilha I, boek 31:6 wordt gesteld dat het volk in de wildernis werd geleid tot de Zukki stam. Soka-r, of Zukki-r betekent de poort (r, Egyptisch, mond) tot Zukki, als de godin van de touwen, van de heilige gebondenheid. Zo overleefde het volk. Maar hun ego ging de dood in, want in het boek Numeri, voordat de Israelieten tot het heilige touw, de heilige slang, kwamen werden ze gebeten door slangen, en velen stierven. Zij die niet in de heilige gebondenheid zijn en er niet toe naderen, worden erdoor gedood, als een beeld van het ego wat eerst moet sterven. Mozes leidde dus het volk tot het beest in de wildernis, tot het geheim, zoals ook Johannes in de wildernis tot dit dualistische geheim werd geleid. Goed en kwaad wordt hiervoor gebruikt. Al het kwade zal medewerken ten goede, wat ook de boodschap is van boek 10 in de Vur. Het gaat over de kus van verraad, de Judas kus, waardoor Jezus uiteindelijk werd geleid tot de wildernis buiten de stad, tot Golgotha, waarin hij verzoend werd met het geheim. Voor een volgeling van deze principes is dit onontkomelijk. Wee u wanneer iedereen wel over u spreekt. Verblijdt u in de vervolgingen. Het zijn dus sleutels. Boek 11 van de Vur gaat dan over het meisje wat niet kon spreken, dus ook over het geheim, en hoe ze daardoor vals werd beschuldigd, beroddeld en verworpen. Maar dit was uiteindelijk wel de weg waardoor ze haar stem weer zou terugkrijgen. Ze kwam met hele andere mensen in contact, en werd bevrijd van haar orthodoxe banden. Boek 12, de naaktheid, gaat over de ontbloting van het geheim, de openbaring, maar de wildernis heeft haar eigen camouflage en bedekt de lichamen met haar modder. En dan blijkt dit allemaal maar beschreven te zijn op een steen, op een kaart of plakaat. Zou het een grafsteen zijn ? Wij komen alleen tot het geheim en de openbaring ervan als wij aan ons ego sterven, als een testament, en dan zullen wij moeten leren het geheim te bewaren en niet voor de zwijnen te werpen. Wij moeten ons camoufleren in de wildernis. Ook anderen moeten de prijs betalen. Wij moeten het geheim bewaken tegen rovers. De hel, het geheim, de baarmoeder, de wond, bouwde het geheugen op, als een weg tot het oergeheugen. Dit is waartoe we moeten komen tot de grot van Sokar, de Zukki-r. We moeten niet blijven steken in het geheugen, maar dieper her-inneren. Het oergeheugen zal alles op zijn plaats doen vallen. Daarom moet de mens ook weer zoveel vergeten, vastgelopen, vals geheugen. Daar gaat boek 13 over, de Witte Roos. Het vastgelopen geheugen, het oppervlakkige geheugen, is een droom. Het kan zelfs een nachtmerrie zijn. Daarom moet de mens dieper. Komen tot het onderliggende geheugen : 1. Ze zijn de kleermakers van je dromen, Ze zijn de kleermakers van je geweten, Je weet nooit waar je bent, terwijl je denkt dat je het weet, Je bent er zelfs heel zeker van 2. Ze zijn de dromers, zo ver weg, Ze verkopen hun dromen in de nacht,

De woorden lijken altijd weg te vagen, In dit vreemde sieraad 3. Het is allemaal dieper binnenin, Vreemde speelkaarten in de lucht, Boeken, het alfabet van pijn 4. Het is als een nieuwe drug, een nieuw medicijn, Ze weten niet meer waar ze zijn, Hier begint een andere droom 5. Het is vreemder dan ze zich konden voorstellen, Je weet nooit wanneer je echt wakker bent, Wanneer Zij in de buurt is, Ze realiseren het niet, Ze zijn ver weg Weer zien we de kaarten, zoals in het vorige boek. Het zijn kaarten op een steen, als testamenten. Alleen de mens die aan zijn ego is gestorven kan tot de kaarten van het oergeheugen komen, tot het museum onder de geschiedenis. Het is een verloren geschiedenis. 7. Ze dromen allemaal over donder buiten, Donder en regen, Zij spreekt in een taal die zij niet verstaan 8. Dit zijn de dansen van het slaaplied, Hij voelde zich zo alleen nu, Maar het deed hem geen pijn, Het was alsof hij diep zweefde in de zeeen van genezing, Het was alsof zijn geheugen niet meer bestond, Want het was alleen maar een zieke interpretatie, Van een gespleten verstand, terwijl er iets tussenin zat, Zoveel dingen weghoudende 9. Hij wil niet meer terug, hij wil alleen dieper, Er is een zachte donder in de lucht,

Witte donder, terwijl de hemelen openscheuren, Hij zonk in een nieuwe realiteit, Zijn ogen vertelden een honderd verhalen, Het was als een mozaiek Boek 14 gaat over het komen tot de rode veer. Wanneer een mens aan zijn ego sterft in de diepe nacht, dan komt hij tot de woeste zee van de dood, en dan moet hij wachten op de rode vogels, de rode ibissen, die hem over de zee van de dood zullen brengen. Dit zijn hele grote vogels. Achter de zee van de dood liggen de spoorwegen, de stations, waar de Vur ook over gaat. Het oergeheugen is te vinden op de rode planeet, de kern van het heelal. Zo blijft de mens veilig tegen het valse geheugen van de piraten. 11. Ze plunderden alles wat los en vast zat, en op een dag namen ze alles in, en namen de gevangenen mee in hun schepen naar een plaats diep onder de grond waar ze in de mijnen moesten werken. Hier zien we dat de mens geplaatst wordt in de mijnen. Het is zwaar werk in het geheugen, zwaar en slopend. De piraten willen goud. Dan gaat het over de rode veer als wapen tegen de piraten, wat zelfs tot een gebod werd. De rode veer wordt beschreven als een geheim. Het is dus een mysterie, wat verder in de Vur besproken wordt. De mens moet dus uit de piratenmijnen komen, en niet meer werken voor de piraten. Er is een ander traject van mijnen wat in de Vur beschreven staat. Wiens mijnwerker ben je ? Eerst moet de mens met alles stoppen en door het hongeren en minderen komen tot het rode, tot de kernen van de wildernis. De mens moet eerst loskomen van piraatse goudlust. De mens moet genezen worden van piraatse goudkoorts. Het medicijn ligt in het rode. 'Mag ik wat van dat rode, dat rode daar ?' Ezau, de wildernis mens, gaf zijn eerstgeboorte recht ervoor op. Wat kon hem het schelen ? Hij hoefde geen aanzien in de stad. Hij gaf alles op, zoals Jezus aan het kruis, en zoals Paulus in de gevangenis. Alles wat hij wilde was het rode. Het is het mysterie van de rode veer. Wachten wij op de rode vogels, of stoppen we ergens halverwege omdat het te lang duurt, en keren we weer terug naar de piraatse arbeid, het lusten naar stads goud ? Hoofdstuk 60. Filippenzen en het Afkicken van Sociale en Religieuze drugs Filippenzen 4:1 - Daarom, mijn geliefde broeders, naar wie mijn verlangen uitgaat, mijn blijdschap en kroon, staat alzo vast in de Here, geliefden. Blijdschap is in het Egyptisch het open zijn van hart. Het Aramese woord is hadwa, en in het Egyptisch is het aut ab, hat ab, met de wortel aut-a, de slang op de kroon, oftewel het verstand wat in de heilige gebondenheid is, het touw van het hoofd. Blijdschap is in het Egyptisch altijd gekoppeld aan wijsheid en inzicht (ab). Blijdschap is de ontmaskering, de openbaring van het geheim. Het is het openend aspect van kennis (unf). Een ander woord voor blijdschap is mseka, wat ook kroon betekent, maar wat in principe een demonologische betekenis heeft, want het betekent ook dierenhuid, waarin de aan het ego

gestorvene gehuld werd om zo opgenomen te worden. Meska, mseka, is de jacht en de slacht van het kwade, het ego. Hier komt ook het Aramees voor messias vandaan : mseka, wat ook christus betekent, en wat dus de gehulde in dierenhuid betekent, als terugkerende van een geslaagde jacht op het ego. In het Egyptisch is blijdschap, mseka, dus de huidenjager, of de drager van dierenhuid. Dit is niet letterlijk maar metaforisch. De dierenhuid beeldt de zonde uit. Blijdschap als Rennu-t is ook de naam van de godin van de oorlogs-oogst, vgl. rennit, bijmoeder godin, en ook is het een slang op de kroon, een uraeus, als beeld van het touw rondom het hoofd, het verstand. Blijdschap is voor de Egyptenaren bepaalde climaxen van geestelijke vervoeringen en dromen (resi, reshi, resha). De mens gaat naar bed en zijn dagelijkse problemen worden in zijn dromen onthuld (haaut, hata). 4:2 - Euodia vermaan ik en Syntyche vermaan ik, eensgezind te zijn in de Here. Vermanen, aansporen is b'y in het Aramees, bu, van het Egyptische saub, vermanen, wat sa-bu heeft als wortel, de jakhals gidsen van de onderwereld. Dit is dus een Anubisiaans vers. 4:3 - Ja, ik vraag ook u, mijn trouwe metgezel: wees haar behulpzaam. Want zij hebben tezamen met mij in de prediking van het evangelie gestreden, naast Clemens en mijn overige medearbeiders, wier namen staan in het boek des levens. Het boek des levens, de ktab van het leven in het Aramees, is een gidsenboek. In het Hebreeuws is het leven het hongeren, het minderen. Het is dus het boek wat de hongerenden leidt in de wildernis, oftewel door de onderwereld. Ook dit is dus een Anubisiaans vers. 4:5 - Uw minderen (Aramees, zie hoofdstuk 2) zij alle mensen bekend. De Here is nabij. Alle mensen is in het Aramees meer de gelijkgestemden, en het wordt aan hen geopenbaart. De kroon waarnaar Paulus in dit hoofdstuk en het vorige hoofdstuk jaagt is de spotkroon, omdat hij eensgezind met de gekruisigde wil zijn. De jakhals is een beeld van spot. In de Egyptologie hebben de palen waaraan het ego moet sterven soms de kop van een jakhals. Spot is het afsplitsen, het vervormen, aan de voet van de waterval van de emanatie, en de kracht waardoor een mens kan cirkelen. Spot is de echo die alles mengt, waaruit de nieuwe schepping voortkomt, dus alles werkt mede ten goede. De mens zendt iets uit, en het komt op verschillende manieren tot hem terug, wat een verschijnsel is van creativiteit. Daarna moet het geordend en vertaald worden. Daarom moet de mens de spotkroon dragen en geleid worden door de jakhals door de onderwereld. Ook de Judas kus is een onderdeel van de spot. Alles splitst zich af tot geheim en leidt de ingewijden tot de openbaring. 4:12 - Ik weet wat armoede is en ik weet wat overvloed is. In elk opzicht en in alle dingen ben ik ingewijd, zowel in verzadigd worden als in honger lijden, zowel in overvloed als in gebrek. De mens moet dus de parallellen en paradoxen van het leven leren begrijpen, want hierin ontwikkelt de mens zich. Het is de baarmoeder van het leven. Telkens weer vormen deze cirkels zich om de mens, als bloemen, en de mens moet de sleutel daartoe zoeken. Durft de mens de zee in te gaan, om het geheim van de golven te ervaren ? Durft de mens op zoek te gaan naar de piranha juwelen om zo te komen tot het oog van de piranha ? Daarover gaat boek 15, de Piranha, van de Vur. Blijven we bedriegelijke piraten in de stad, of ontdekken we hun geheim en komen wij tot de wildernis om als natuur mensen te leven ? 9. Hij begon te prediken over het komende oordeel over piraten : 'Ik laat je kiezen tussen twee

wegen : Blijf de piraat wie je bent, of wordt een wilde. Keer terug tot de wildernis, of het oog van de piranja zal je slaan.' Hij ging van piratenhaven tot piratenhaven. 'Verlaat je huizen en volg ons,' schreeuwde hij. Ze marcheerden door de straten. Dit houdt ook in de religies van de stad achter te laten en het te bekijken vanuit de natuur, te ordenen. Filippenzen 4:21-22 - Vrede, groet iedere heilige. U groeten de broeders, die bij mij zijn. U groeten al de heiligen, inzonderheid die aan het huis des keizers verbonden zijn. Vrede is in het Egyptisch het overzicht, en ook is het de borstmelk, als de openbaring van het geheim. Ook is het het voleindigen van een boek. (heri, hera, hetep) Het Aramese salam (Hebr. shalom) komt van het Egyptische sharm. Als sgerh is het een ingesloten plaats, als een omheinde tuin (vgl. Eden), en betekent het stilte en het graf. 4:19 - Mijn God zal in al uw behoeften naar zijn rijkdom heerlijk voorzien, in mseka. Allereerst gaat dit weer over de openbaring van het geheim, de ontmaskering, de mseka. De rijkdom is in het Aramees geestelijk, wtr, een leven in openbaring, voorgesteld als regen of zomertijd. In het Egyptisch is het het fragment, de besnijdenis, ash-t, asha-t. Het is de diepere waarde van iets, het hebben van richting, een kompas, en het voleindigen van een cirkel. Het is het leegmaken van jezelf om water voort te brengen (aha). Rijkdom is voor de Egyptenaren het leren, de literatuur, boeken die over de eeuwigheid gaan. Het werd voorgesteld als een vuurspuwende slang in de onderwereld, als een vuurspuwend touw, de heilige gebondenheid die de zintuigen opende, Khe-ti, khet. Dit leidde tot de godin van de eeuwige touwen voor verdere opening van de zintuigen. Ga je mee op een tocht naar de diepere natuurfundamenten van de stad, tot het Egyptische fundament ? Dan zal het NT geopenbaard en ontmaskerd worden. We komen tot de kern. Daarover gaat boek 16 van de Vur, de roede : 11. We moeten stoppen om ons leven afhankelijk te houden aan de stemming van de mensen. Mensen zijn zo wisselvallig als het weer. Als het van de mensen afhangt, dan overleven we het niet. We verwachten teveel van mensen. 13. Je leeft niet door de genade van anderen. De mensen mogen niet de fundamenten van je leven zijn. Mensen kunnen je niet gelukkig maken. En als ze je dan toch gelukkig maken, dan is het Vur geweest, die hen heeft gebruikt. Maar Zij zou u net zo goed op een andere manier kunnen zegenen. 14. Indien iemand tot Vur komt, en niet achterlaat zijn vader en moeder en relatie en kinderen en broeders en zusters, ja, zelfs zijn eigen leven, die kan niet tot Haar komen. 17. We worden vrij van mensenvrees en mensenbehagenis. We behagen Vur om zo de mensen werkelijk te zegenen en te helpen. Bega de voetstappen van Vur. 20. De Heerin zendt Haar Paradox tot de cryptischen, de schijnbare tegenstelling, want er zijn meerdere seizoenen, en je kunt de steen draaien om van meerdere kanten te bekijken. Ook worden er meerdere talen gesproken. Vur heeft dus een veelvoudig doel, om de gehoorzamen binnen te halen, en de valsen af te scheiden. Vur is als een zifter en een toetser, een eeuwig pad voor de rechtvaardige, en tot een oordeel over de onrechtvaardige. 22. Diep onderin de aarde woont Vur als de indiaan die door de christelijke kolonisten werd

vermoord. Wist u dat alles wat we om ons heen zien gebeuren, en wat gebeurde in de geschiedenis, naar boven kwam als een weerspiegeling van Eeuwige Realiteiten ? Zij kwamen aan de oppervlakte als verborgen boodschappen van Vur. Waarin Vur tot ons spreekt in verborgen taal. Waardoor we kunnen zeggen : Vur spreekt toch nog. Dit is ook de diepere boodschap van Filippenzen, over het jagen naar de kroon van de sociale besnijdenis. De wijnstok moet sociaal gesnoeid worden opdat het vrucht voortbrenge. Het is het medicijn als je verslaafd bent aan sociale of religieuze drugs. Hoofdstuk 61. Egyptische betekenissen van matteus 24 en 25 Matteus 24 1En Jezus ging de tempel uit en vertrok. En zijn discipelen kwamen tot Hem om Hem op de gebouwen van de tempel te wijzen. In het Egyptisch werd de tempel voorgesteld als een vrouw (auit, aua-t), als een baarmoeder, de aarde (au-t), waar de jakhalzen waren om de mens door de onderwereld te leiden, als gids (auauit), als een beeld dat de spotkroon en het spotkleed die de jakhalzen vertegenwoordigden, de kroon van de besnijdenis, zou leiden tot wedergeboorte. De tempel was dus niet iets vrijblijvends, maar een heilige gevangenschap (vgl. Filippenzen). De vrouw als beeld van de tempel was vuil (au-t, autiu), omdat zij de natuur uitbeeldde, en zij was vuil als een beeld dat zij de oorlogsgodin was en godin van de jacht. De mens kwam tot de tempel om te hongeren, te minderen, los te komen van het materialisme, om zo ook zelf een tempel te worden, zoals Ra op zijn tocht door de onderwereld ook werd tot een tempel, één van zijn vormen (au-ti). Dit komt ook terug in het NT waar de mens zelf de tempel van God is. Daarom moet de mens leeg worden (auti). Ra moest vol worden van zijn moeder Noet, anders zou hij nooit meer boven komen. Hij was verstrikt in haar baarmoeder. Ra moest zichzelf volkomen legen door het hongeren, een proces wat ook beschreven wordt in Filippenzen 2. De tempel werd in het Egyptisch beschreven als een rivier oever, als het krijgen van land onder je voeten (a-t). Het was het lichaam van God en een steen van grote waarde (aa-t), als een orakel. Boek 17 van de Vur, de steen, gaat over een heilige steen. Wanneer de steen verkeerd benaderd werd stierven er mensen. Het is een metafoor van het religieuze ego dat sterft. De Vur noemt het de steen van de slager. De tempel is het graf, en er is een graftuin omheen gebouwd (utchit, utcha-t). Het is de plaats waar de mens zijn leven achterlaat en waarin zijn hemelse zintuigen openen, als het oog van Ra (utcha-t). Het is de plaats van groei (utcht). In het Aramees is het gebouw ook de groei, waar de discipelen Jezus op wezen. De tempel is ook de plaats waar het leger verzamelt in het Egyptisch (ma), waar eensgezindheid plaatsvindt. Het is ook de plaats waarvanuit de oorlogs-oogst plaatsvindt. De tempel is het wapen in de hand van de soldaat. De tempel is een godin in de onderwereld, zoals ook de vrouw in het boek Openbaring (hett, he-t).

2En Hij antwoordde en zeide tot hen: Ziet gij dit alles niet? Voorwaar, Ik zeg u, er zal hier geen steen op de andere gelaten worden, die niet zal worden weggebroken. Deze profetie is duidelijk uitgekomen, want het christendom heeft alles weggekapt van de Egyptologie, waarin alle diepere betekenissen verloren gingen. Hoewel str in het Aramees ook ontrafeld betekent. 6Ook zult gij horen van oorlogen en van geruchten van oorlogen. Ziet toe, weest niet verontrust; want dat moet geschieden, maar het einde is het nog niet. 7Want volk zal opstaan tegen volk, en koninkrijk tegen koninkrijk, en er zullen nu hier, dan daar, hongersnoden en aardbevingen zijn. 8Doch dat alles is het begin der weeën. Dit gaat over de openbaring van de oorlogsgodin, de demonologie, en het hongeren om in de demonologie ingewijd te worden. Deze verzen zijn dus metaforisch. Matteus 25 1Dan zal het Koninkrijk der hemelen vergeleken worden met tien maagden, die haar lampen namen en uittrokken, de bruidegom tegemoet. 2En vijf van haar waren dwaas en vijf waren wijs. 3Want de dwaze namen haar lampen mede, maar geen olie; 4doch de wijze namen olie in haar kruiken, met haar lampen. De lamp is in het Egyptisch een beeld van een hemels slachtmes. De olie is een dierenhuid (gesu), wat betekent dat zij jacht moeten voeren op het ego, en sterven aan hun ego. De olie is ook een beeld van de jakhals god die de gestorvenen aan het ego door de onderwereld leidt, tot Osiris, de bruidegom. Zij die de olie, de jakhals (tekem, tekmi), niet als gids bij zich hebben kunnen dus niet tot de bruidegom komen. Hoofdstuk 62. het (V)uur van de Vis Als je het kruis altijd draagt met een glimlach en je er altijd in kan verblijden, dan is er iets goed mis. Het ware kruis is zwaar op sommige punten, in sommige seizoenen, en laat ons uitroepen : 'Waarom ?' Het ware kruis slaat je soms neer, en trekt je soms in slopende gevechten met jezelf, met de geschiedenis en met vijanden. Soms is het kruis ondragelijk en breekt het je en zeg je 'au !' Dat is een waarlijk kruis, geen gouden new age kruis in fluweel gewikkeld om je telkens te kietelen en je te bevredigen. Dat zou het Rigil Kent kruis zijn van de lachende kerk, die altijd een grap, een glimlach of een lach klaar heeft. Die kruisdragers hebben het zeer goed, denk je dan. Maar ze dragen een bedriegelijk kruis, een clown. Ze hebben altijd tekenfilmpjes in hun hoofd, en het is altijd disney tijd. Nee, het ware kruis laat je niet altijd breed glimlachend overeind lopen. Het ware kruis laat je aan jezelf sterven en aan de wereld om je heen, tot het punt dat je denkt : 'Wat is er toch met mij aan de

hand ?' We mogen het kruis ook op waarde leren schatten als brug tot de vergeten, verbannen en alleengelaten wildernis. Maar laten we eerlijk zijn : Het kruis kan ons soms zo diep snijden dat we niets op waarde kunnen schatten, en ook dat is het kruis. Soms zien we het gewoon niet meer zitten. Op sommige momenten werkt geen enkel truukje. En dan kunnen we alleen maar lijden en aan onszelf sterven, of dan is het overleven. Dat is natuurlijk een hele uitdaging, maar soms zien we dat niet eens. Soms gaat alles langs ons heen. Soms moet het geluk en het uitzicht slapen, en dan heb je het gewoon niet. Soms kunnen we nergens bij, en slaapt de kennis. Soms zitten we in de lift of de wachtkamer, en kan alles flink oplopen. De mens is in een geestelijke oorlogsvoering. Ook dit is een geestelijke oorlog, en zijn het geestelijke oorlogen. De mens is ergens ingegroeid in een verschrikkelijke vernauwing. De vijand is al afgemaakt, maar de mens is blijven steken in het geheugen en kan het oergeheugen nauwelijks bereiken. Toch is er een weg terug naar het oergeheugen. Ik had een serie dromen vannacht wat begon met een dode haai die aanspoelde op het strand, een demoon genaamd melhoorn. Later spoelden er veel meer dode haaien aan. Zij kwamen van de planeet rigil kent. De ziel van de mens is gevangen op deze planeet. Er heerst daar een duistere cultus, nog smeriger dan de chinese voetbind-cultus. Het is een bonzai cultus, van het Japanse woord bon, container, en sai, geplant. Het betekent vernauwen en verkleinen, en dit doen ze op rigil kent in deze cultus met zielen van kinderen en dieren, die in nauw glas worden gedrukt, en daarmee kunnen ze allerlei vormen maken, wat ze zien als kunst. Door buis-voeding worden de zielen in leven gehouden, en kunnen zo in die vormen groeien. Het is dus niet slechts voetbinding, maar binding van het hele lichaam, mismaking. Dit werkt ook door de hedendaagse tandofielen cultus heen, de tandementen, die hetzelfde doen door bot en zenuw onderdrukking. Deze geesten werken ook door scholen heen om de hersenen van het kind te misvormen, en zo hun gehele zielen. Alles gaat het glas in. Ook werkt het door de gehele religieuze en spirituele industrie heen. De haaien zijn een beeld van de nachtmerries van mismaking. Het zijn bonzai haaien. Door een bepaalde drugs weten die kinderen soms niet eens dat ze in glas groeien, en krijgen ze de illusie dat het maar gewoon een zachte pyama is, maar die pyama's houden hen geestelijk gebonden aan de bonzai. Ze zijn geofferd aan de goden van de bonzai. Ik zag vrouwen, moeders, die tot de zee gingen en in zulke haaien veranderden. Het zijn dus shapeshifters. De kinderen worden bedrogen met moeders, terwijl het gewoon hun bonzai-handlers zijn. Ik zag toen een natuur vrouw van de wildernis, die haarzelf leeg had gemaakt, en de zee kwam uit haar voort, en er kwam een nieuwe schepping, een nieuwe aarde, en de aarde werd tot een rode planeet. Zij hield de aarde in haar handen. De kinderzielen van rigil kent. Ze kunnen niet spreken, maar ze denken soms dat ze het kunnen, omdat er drugs in hun glas is gespoten waardoor ze die illusie hebben. De kinderen zijn ook geprogrammeerd om degenen die zijn ontwaakt tot deze kennis aan te vallen. Ook worden hier siamese tweelingen gemaakt door bonzai technieken, waardoor zielen in elkaar groeien. De sexualiteit op aarde is ook grotendeels bonzai. Het is een bonzai huwelijks-industrie, en zo komen de kinderen ook automatisch in de glaspijpen terecht, allemaal voor deze zieke kunst. De haaien kunnen zich ook vermenigvuldigen, als een echo, om zo de zielen geheel in te sluiten. Het zijn haaienkokers, haaienbuizen, waar de zielen in worden gezogen. Ik droomde toen over de wonderbare visvangst uit Lukas 5. In de Egyptologie wordt de zee soms voorgesteld als een verfpot, en de vissen zijn de geverfden, de gecamoufleerden, voor een oorlog.

(tchaba, tchabagi, tchabu) De golven zijn een beeld van de index van verschillende kleuren, verschillende kleurpatronen, die een natuur-communicatie op gang brengen. Het Egyptisch voor vis is abt, van de ab wortel, wat gemerkt door verschillende kleuren betekent, in verschillende patronen (gestreept). Het is als Anubis die de hieroglyphen aanbrengt op de zielen, de natuur-tatoeages. Het is een taal, een verhaal, een verhaal van je leven, wat je kunt leren lezen. (ata, ata-ra) Dat is ook wat dromen zijn, als hieroglyphen die tijdens de slaap worden ingebracht. Deze leiden de mens door de onderwereld. (atit, att, ata) Dit is uiteindelijk wat de verwondingen in het leven zijn. Leer je hieroglyphen lezen. (ata, ati) De aa-t in dit verband kan zowel de pijn van het lichaam als de pijn van de psyche betekenen en het verstand. Maar laten we beseffen dat deze vissen eilanden zijn (aaut). Het zijn de dragers van paradijselijke visioenen. Het zijn de dragers van het oergeheugen. Het zijn lelies drijvende in het water. (aakhui) Het zijn de oerzielen van de mens (aakhu), wat ook een bijnaam is van Osiris. De vis is een beeld van het oerzaad. Het is dat wat doet groeien en bloeien (aakhi), dat wat rivieren doet overstromen. De vis is in de Egyptische taal een beeld van het zijn, het bewustzijn (ai). Het is een beeld van komen en gaan, van de hemelvaart. (aai, ai) Het is een beeld van het baden en wassen (aai, aa). Daarom is de vis ook een beeld van het reinigende vuur en van de vernietiging van het kwaad, van het ego (aubbu, abui), en had de vis alles te maken met de offerdienst (abu, abut). Toen Mozes het volk uit moest leiden tot de wildernis veranderde zijn staf in het Hebreeuws in een vis (tanniyn, tan). Ook het wortelwoord is een vis (tan). Het kan ook als slang vertaald worden, maar het is dus veel meer. Ook in het Egyptisch ligt er deze verbinding tussen staf en vis ( abb-t, abt, abit, abut). De vis is ook een beeld van de testikels, de zaaddragers (ab-t). Dit was dus uiteindelijk het geheim van de uittocht. De vis was in de Egyptische taal het geheim van het kennen (ant), en was ook verbonden aan het minderen, het hongeren, het niets bezitten. De vis betekent het alles achter je laten om je kamp op te zetten in de wildernis (uah). De vis is ook een beeld van de wonderen (bu-t, bua-t). De vissen zijn ook een beeld van de oertranen (bega), die nodig zijn om terug te keren tot het oergeheugen. De vis was een beeld van de oervisioenen, van het oog van Ra (beqa, beq). Dit is dus de Egyptische achtergrond en betekenis van het verhaal van de wonderbare visvangst in Lukas 5. We kunnen zo het contrast zien met de rigil kent bonzai cultus. Ik droomde van een massief gebouw aan de rand van een stad, aan de rand van het bonzai gebied, en ik zag een jongetje in een pyama met een beertje. Het jongetje wist wat er gaande was. Hij liep naar het open raam en keek naar buiten, waar helemaal beneden water was, zee. Hij wilde weg, maar hoe dichter hij bij het open raam kwam hoe trager alles werd, en dan wist hij weer wat zijn pyama eigenlijk betekende. Maar er is dus een weg uit. Boek 15 van de Vur gaat over het oog van de piranha, een juweel die de zee poorten en de poorten van de onderwereld kan openen, maar je moet er alles voor achter laten. Je kan niet terug. Je kan alleen terug om zogenaamd te 'evangeliseren', zoals het boek bespreekt : Hij begon te prediken over het komende oordeel over piraten : 'Ik laat je kiezen tussen twee wegen : Blijf de piraat wie je bent, of wordt een wilde. Keer terug tot de wildernis, of het oog van de piranja zal je slaan.' Hij ging van piratenhaven tot piratenhaven. 'Verlaat je huizen en volg ons,' schreeuwde hij. Ze marcheerden door de straten. (:9) En aan het einde van het boek blijkt het allemaal een droom geweest te zijn van een jongetje, wat hem sindsdien altijd inspireerde.

Hoofdstuk 63. Overwinning door stilte Amos moest prediken tot het Noorden, tot het tien stammenrijk. Het Noorden is in het Hebreeuws een beeld van het verborgene en het sieraad. In het Egyptisch is het verborgene amen of hep. Het betekent peddelen in een boot tot het heilige touw (heilige gebondenheid), hep. Amos was in die zin een soort Hebreeuwse ra. Het Noorden is in de Egyptische taal een beeld van de godin van de touwen, slangen, en de kroon met een slang (uraeus) erop, mehn-t, mehnit. Het is dus de vervulling van Paulus die jaagt op de Filippenzen kroon, en van het volk die door Mozes wordt geleid tot de slang in de wildernis, als beeld van de heilige gebondenheid. Vannacht had ik een droom dat ik op Rigil Kent was in een gebouw, met meerderen. Elke windrichting had een rover, en ik werd ingedeeld om een bepaalde windrichting op te gaan, maar ik had totaal geen orientatie hier. Ik voelde me niet lekker, en wat ze zeiden drong nauwelijks tot me door. Ik zag ze al allemaal wegrennen en ik rende gewoon ergens mee. Ik rende in een gang en zag al snel de rover in rood, maar ik kon niets doen. Ik had geen orientatie, en ik was te moe om iets te doen. Maar er was iets in mijn binnenste wat opborrelde, een bepaalde warmte, en het kwam als golven uit me en begon lagen om me heen te vormen als een bal, en ik hoorde : 'Door stilte zul je hem overwinnen.' Ik stond stil en keek gewoon hoe de golven hem wegbliezen. Ik liep door en wist niet meer wat er gebeurde. Ik viel in een soort slaap. Ik was ineens dieper in het gebouw en er waren wat mensen daar, een samenleving, ook een vrouw. We spraken met elkaar, maar de warme golven spraken ook, als een soort dubbelspoor. We communiceerden dus op verschillende manieren. Ik kon zien wat zij voelde, en zij kon zien wat ik voelde. Ik keek in haar ogen en zag de zee. Er waren wat meerdere mensen bij. We stonden in een groep, en ik zei : 'Het lijkt wel alsof jullie engelen zijn.' Ik wist dat ik hier gekomen was waar ze min of meer gevangen werden gehouden, en ik moest ze vrijzetten. Ik voelde me nog steeds warm, ik voelde me niet lekker, moe. Ik ging toen een zijgang op naar de toiletten. Het was op een gang tussen twee gedeeltes van het gebouw. Ik kwam daar een jongen tegen en die zei : 'Hello.' Ik zong toen : 'Is it me you're looking for ?' Dat is een liedje uit de 80-er jaren. Ik ging toen naar het andere gedeelte van het gebouw, wat een soort christelijk conferentie centrum was. Ik was zo moe dat ik gewoon daar ergens op een matras ging liggen met dekens over me heen. Ik voelde me niet lekker. Er kwam toen een man op me af en die vroeg wat ik geloofde. Ik zei : 'Ik geloof niet echt, maar het gaat om een zeker weten.' Ik dacht laat ik maar wel even de bijbel noemen, maar dan wat er wordt achtergehouden en hoe het door het westerse christendom is verdraaid, ook zodat er geen miljoenen alarmbellen af zouden gaan. Maar direct toen ik het woord bijbel noemde begon hij het van me over te nemen en erover verder te praten. Ik zei : 'Ik was nog niet klaar, je moet me laten uitpraten,' maar hij ging maar door. Ik probeerde er dus doorheen te zeggen dat het om de grondteksten ging, Hebreeuws en Aramees, wat terugleidde tot de Egyptische grondteksten, want daar waren al die talen uit voortgekomen. De mensheid is diep opgesloten in de Rigil Kent gevangenissen. De spin moet daarom heel diep steken om de mens weer los te krijgen. Ik was gestoken door een spin, en daardoor voelde ik al die energieën opborrelen en vrijkomen. Het verbond mij aan een andere, diepere wereld. Ik was als de gestoken Doornroosje. Ik koesterde het. Ik had contact met de zee. Het was frisse adem. Ik was dieper in Rigil Kent gekomen, om daar het zaad te zaaien, opdat zij ook vrijgezet konden worden. De dromen sloten af waar we op een haaienjacht schip waren.

Hoofdstuk 64. De Manninnen De ziel is als wateren, en het zit vol met Rigil Kent haaien. Daarom moet de mens op haaienjacht en ook anderen bevrijden en beschermen tegen deze haaien. Stilte is het wapen. Stilte is het zaad van een nieuwe wereld. Zaai veel met stilte, hoe moeilijk dat ook is. Dat betekent in stille tijd ook je gedachten stil te leggen en te gaan tot de waterval van gedachtenloosheid. Vannacht in dromen kwam ik heel diep in de Rigil Kent kern terecht. Rigil Kent is groter dan de zon, en dus ook veel groter dan de aarde. Ik kwam in de rode kern van Rigil Kent, daar waar stad en natuur kruizen. Er hing een hele zacht vibratie, alles was meer in de rust. Ik was in het ouderlijke huis met een parallel familie. Een tante zou komen, en we zouden ergens naartoe gaan. Er was daar ook een parallel van een ex. Ze had een zogenaamde 'snel klaar' tent bij zich die ze mee nam. Die kon je heel snel opzetten, en was opvouwbaar tot een heel klein pakketje. Toen we op een station waren liet ze het even zien. Daarvoor reed ik met een geestelijke moeder uit Arizona langs een rivier in natuurgebied. Ik scheen dit gebied te kennen van vroeger. De dromen erna gingen over wildernis gebied dieper in de kern. Ik ontmoette daar een natuurvrouw die haarzelf 'mannin' noemde. Ze zei dat ze Eva was. Ze hoorde bij een stam van manninnen. De lagen om de kern heen waren het probleem gebied, waar alles zich vermannelijkte, waar alles plakte en klaagde. Maar in de rode kern was leven, en Rigil Kent zou tot een rode planeet worden. Er moet een alarm komen tegen het lagere Rigil Kent. Dit gebeurt naarmate de mens dieper in Rigil Kent doordringt. I Ching 64. Voor de voleinding There's a fire above the waters, There's a fire above the sea, And we're going there together, And you're going there with me. There's a fire, high above the waters, There's a fire high above the sea, Coming to me, coming to me Deze hexagram is vuur boven water, en laat de stappen van voorbereiding zien. Het orakel is een zeer robotisch systeem met allerlei tussenstappen om de mens te leiden, als een dagboek, omtrend de tao, touw, oftewel de heilige gebondenheid, het pad. Deze orakelsteen roept op niet onvoorbereid en overmoedig de rivier over te steken. Desnoods moet er eerst afgeremd worden, moeten er dingen geblokkeerd worden, zodat je langzaam en voorzichtig op je doel afgaat. Soms moeten er eerst bepalde contacten afgesneden worden en nieuwe contacten gemaakt worden. Er moet eerst gezocht worden naar standvastigheid en volharding. Goede dingen onstaan langzaam, en wees ook zeer zeker niet egoïstisch, maar help ook anderen de rivier over en deel met hen je wijsheid, maar ken je

grenzen. Zo zul je delen van jezelf terugvinden. Neem het gebied over de rivier in en versla de vijanden. Bouw een nieuw leven daar op, niet slechts voor jezelf, maar ook voor anderen. Stijg boven het water uit. Bekijk dingen op een andere manier. Alleen langdurige volharding kan geboorte geven aan het touw, aan de heilige gebondenheid. Kortdurende kruizen hebben die scheppingsmacht niet. Daar gaat hexagram 32 over, het langdurige kruis. Alleen dit kruis kan de macht van de vijand breken, de aardse schelp waarin de mens zit opgesloten. Het is de orakelsteen heng in het Chinees. Hen-g betekent in het Egyptisch : het smalle en vermoeiende pad tot het touw. Het gaat erom het duurzame kruis te aanvaarden, om een rem te hebben en een mes om valse contacten door te snijden. Hoofdstuk 65. De Hel of de Bel ? Als we het hebben over de kinderzielen en dierenzielen die door de bonzai cultus in buizen worden gehouden dan spreken we over de randen van Rigil Kent, de buitenste lagen. Zo is het ook met Orion dat er een verschil is tussen het lagere demonische Orion en het hogere Orion meer in de kernen. Er is dus ook een rode kern in Rigil Kent. De aarde is een projectie van het lagere Rigil Kent, en voor een ziel om te ontsnappen uit het buizen-gebied is niet simpel. De buizen zitten vol met gasalarmen. Dit zijn hele speciale alarmen die afgaan wanneer een ziel probeert te ontsnappen, en die dan een gas gaan afgeven om de ziel op zijn plaats te houden, te shocken en te verdoven. Dit zijn dus zwaar giftige, chemische gassen. Als we het hebben over Rigil Kent, dan spreken we over een ster die groter is dan de zon, dus ook veel groter dan de aarde. We spreken dus over echt een gigantisch gebied. De aarde is geheel vervormd. Dat zien we vooral in de steden, wat voor vreemde, eigenaardige systemen daar heersen die de mens helemaal gek proberen te maken. Voor de bonzai cultus is dit niet alleen een kunst en een sport, maar mens en dier zijn ook chemische test objecten, en ze kunnen de zielen voor van alles en nog wat aftappen, voor etherische olie. We spreken dus ook over een olie industrie die zijn weerga niet kent. De mens is geheel tot product gemaakt, en wordt doorverkocht. Kinderen in de bonzai cultus wordt geleerd dat dit volkomen normaal is. Het zijn een soort bacterische aanvallen waar de mens nog niet mee heeft afgerekend, en wat de mens vaak ook niet eens heeft gedetecteerd. Het diepe Rigil Kent is de rode kern wat er uiteindelijk toe zal leiden dat Rigil Kent een rode planeet zal worden. Er ligt een grote zee tussen het lage Rigil Kent en de kern van Rigil Kent. Allereerst kruizen stad en natuur in de kern, en dan dieper in de kern loopt alles over in de wildernis. Als we het over het buizengebied hebben dan hebben we ook te maken met verschrikkelijk ingewikkelde pompsystemen die allemaal hun eigen eigenaardigheden hebben. Dat is wat zich op aarde afspeeld, maar de mens ziet het niet. Rigil Kent projecteert zichzelf op aarde in andere, meer gecamoufleerde vormen. Rigil Kent houdt de mens blind en doof voor wat er werkelijk gaande is.

Ziekenhuizen, scholen, gerechtshoven, en de huiskamers, er gebeuren dingen die het daglicht niet kunnen verdragen. Toch roept het diepere Rigil Kent de mens. Dit is de ware rode planeet die zij eens was. Maar later gingen zich er industriele lagen omheen vormen. Hierom moet het biologische alarmsysteem van de mens herstellen. De mensheid is nog steeds in evolutie. In de buizen systemen van Rigil Kent aan de zeekusten zijn speciale insecten die dit alarmsysteem kunnen aanwakkeren, door hun steken. Zij komen de mensheid dus tegemoet. Zij steken om een antistof te brengen. Er is een prachtige wereld binnenin Rigil Kent. De mens moet terugkeren tot moeder Rigil Kent. De hel heeft verschillende betekenissen. De christelijke hel is verschrikkelijk, terwijl de hel van de gnosis weer iets anders is. De hel is een beladen woord. Ook kan het een stopwoord zijn, zoals 'loop naar de hel.' Het kan soms een heel dubbel gevoel zijn, want wat betekent het eigenlijk, en wat breng je over ? De christelijke hel is een plaats waar mensen voor eeuwig worden gepijnigd, totaal doelloos. Zo is het totaal negatief, terwijl de hel van de gnosis ook positief kan zijn. Maar er is ook 'de bel', een plaats van correctie, waar a.h.w. de beugels zijn om scheefgegroeide tanden of andere lichaamsdelen recht te zetten. Dan heeft het dus daadwerkelijk een functie en een doel. Er gaat een bel aan, en hup, je moet naar de volgende klas, net zo als op school, maar ditmaal ben je in 'de bel', niet de hel. Zouden de nauwe buizen waar de kinderzielen ingepompt worden niet een hele wrange reflectie zijn van de bel ? Alles wordt in de lagere vormen verdraaid, maar het wijst in principe terug naar de hogere vormen. Daarom moet de mens klaar komen met dit gebied, blijven puzzelen. Ergens op dat traject zal de code gekraakt worden. Het buizengebied van Rigil Kent lijkt wel op een hel, en het lijkt soms wel eeuwig. De mens groeit op allerlei gebied scheef en misvormd. Daarom mag de mens het uitroepen tot de beugels van de bel. Die kunnen de mens weer rechtzetten. En zo zal de bel dan ook de mens overschepen over de grote zee van Rigil Kent tussen het buizengebied en de rode kern. De bel is dus een schip of een brug. Zoals in de gnosis iedereen door de hel heenmoet, zo moet ook iedereen door de bel om tot de rode kern te komen. De hel is er dus eigenlijk voor om de mens op te wekken tot de bel. Hoofdstuk 66. De Rigil Kent kern - Het geheim heerst De gedachten van de mens zijn niet geordend. Daar moeten gedachten-beugels voor komen, en zo is dat ook met de herinneringen, de 'Heerin-ringen', die om de baarmoeder moeten draaien. Daar moeten dus herinneringen-beugels voor zijn. Zo ligt ook het gevoelsleven en emotie leven van de mens overhoop waar harts-beugels voor moeten komen. Zo zijn er hoofdbeugels en hartsbeugels, en veel meer soorten beugels om de mens weer rechtop te krijgen. Dat gebeurt dieper in Rigil Kent, maar de mens mag deze beugels ook aanroepen. Ook zijn deze beugels er al en mag de mens deze leren ontdekken, leren herkennen.

Zo zijn er ook dromenbeugels om het dromenleven te ordenen. Deze beugels zijn het geheim van de genezing, maar hoe ontstaan ze ? De vissen zijn een beeld van deze beugels, maar de mens heeft ze niet herkend, en heeft ze opgebakken. Verder met het Vur traject. De Vur begint met bruggen van bruine bloemen, in boek 1, de Orkaan : Deze bruggen zijn gemaakt van bruine bloemen, Bruggen tussen jou en mij, Waar leiden zij naartoe ? Wanneer ik naar jou kijk, vaag ik weg, Wanneer ik aan je denk, laat ik je wegglijden, Dit is hoe ik mijn boog grijp, Maar ik bereik het nooit (:1) Het zijn dus hele geheimzinnige bruggen. Het principe van de brug wordt veel besproken in de Vur. Als we dan naar de bruine brug kijken : bruin is de kleur van het verborgene, van de aarde, van het geheim. We waren gebleven bij boek 18, waar ook de bruine bloemen worden genoemd. Dit zijn allemaal stappen, en het traject is ook nodig om over de grote zee van Rigil Kent te komen tot de rode kern, de natuurgebieden : 1. Diep in de wildernis woont zij. Diep in de wildernis troont zij. Er waren wat dingen die alleen zij kon weghalen. Daarom bezocht ik haar. Zij schreeuwde hard. Ik moest altijd op mijn hoede zijn. Ze duwde mij vaak in de bruine bloemen. Grote bruine bloemenvelden liet ze mij zien. Dit wil dus zeggen dat deze persoon in het boek Thenem grote geheimen had voor de ik-persoon, poëtisch gezegd : 'Ze duwde mij vaak in de bruine bloemen. Grote bruine bloemenvelden liet ze mij zien.' Ook in vers 3 worden de bruine bloemen genoemd : 3. Op een dag bezocht ze de stad waarin ik was opgesloten. Ze liet mij daar de rode en bruine bloemen zien. Ik miste hen. Zij was de natuur voor mij, de wildernis. Ze had mij veel geleerd. De natuur is vol van geheimen. Ook worden hier de rode bloemen genoemd die veel in de Vur voorkomen. De kleur rood is de kleur van het verhaal, dat alles achter glas gaat, dus het zijn ook de herinneringen, of heerin-ringen : 9. Ik voel me zo gespleten, Ik bekijk alles maar op een afstand, Veilig achter de schermen van mijn herinneringen, Maar het lijkt alsof je er doorheen breekt 10. Je roept me, ik volg je, Ja, ik hoor bij jou, maar de stad trekt me altijd weer weg Het is een beetje als de abstracte 'eeuwige strijd' tussen Rusland en Amerika, tussen het communisme en het kapitalisme, tussen het verhaal en het spel dus, tussen het rode en het witte. Maar de eersten zullen de laatsten zijn, dus men speelt het verkeerd, en daar gaat ook het tweede bijbelse boek 'het paarse complot' over. Het gaat erom de minste te zijn. Dat is de kroon waarnaar

gejaagd moet worden. Dit boek gaat over het geheim. En tussen rood en wit, tussen verhaal en spel, oftewel tussen her-innering en innering, tussen het verleden en het nu, hangt die mysterieuze brug van de bruine bloemen, van het bruine, het geheim, en dat breekt telkens weer alles open, altijd als je denkt dat je alles in kannen en kruiken hebt. Dan voel je je eindelijk veilig achter de schermen, en dan breekt er weer iets door de televisie heen. Dat is het geheim. Je word dan weer teruggesleurd tot het spel : 2. Ik kan niets bereiken, en ik denk dat dit nog maar het begin is, En dan bevind ik mijzelf in een bruin bloemenveld, Alleen in de bruine nacht, Een nacht in vele jaren, Kan ik zijn in de bruine bloemenvelden, Deze bruggen tussen jou en mij 3. De pijl raakte haar hard, Het was diep, we zagen haar vallen, De pijl bracht haar over de bruggen, Tot de donkere nacht, Tot bruine bloemenvelden 4. Paarden van vuur in de lucht, De geur van kermis overal, Zij zijn gekomen met zoveel soldaten, Rijs op in de lucht, zeg al uw moeders vaarwel 5. Ik zal het begrijpen, deze onsterfelijkheid, de lelie, drijvende op de waterstroom, drijvende op de waterdroom Het gaat als een pijl door ons veilig opgebouwde al dan niet heilige huisje. We dachten dat we stonden, dat we heel wat hadden bereikt, en staarden trots naar alles wat we hadden opgebouwd, maar door de pijl vielen we. En dan is er weer dat gokspel, dan komt de kermis van het leven weer, waarin we onze weg moeten proberen te vinden. Dan moet er weer gepuzzeld worden, mysteries moeten opgelost worden. De brug van het geheim moet juist gekend worden door dieper in het verhaal te gaan en dieper in het spel. We kunnen niet voor eeuwig voetbal-kijkers blijven met een grote mond op de tribune, maar dan worden we zelf op het veld gesleurd en moeten we strijden. De mens gaat dus voortdurend heen en weer tussen verhaal en spel, tussen rood en wit, tussen Rusland en Amerika, en dit allemaal om ingewijd te worden op de bruine brug, in het geheim. Alles gebeurt op de brug. Er is alleen maar leven mogelijk op de brug, zegt de Vur, en soms is die brug rood, en soms is die brug wit, en soms bruin. Het zijn de basis kleuren van het leven. Boek 46, rode bloemen velden, gaat ook over dit mysterie. 1. Ik liep op een pad door rode bloemen velden, Plotseling was daar donder en bliksem, Grote angst greep mij aan, Zij voerden mij weg, ik was in een leger, Op een groot schip werd ik gehesen 2. Tegen piraten werd er gestreden, Vleesetende bloemen, Het lam van grote terreur

3. Grote vrees was tot de aarde gekomen, en ik kon de velden van de rode bloemen niet meer terugvinden Dan breken de bruine bruggen ineens door het scherm heen, en dan sta je erin met beide benen. Dat kunnen zowel negatieve ervaringen zijn of hele positieve, of een vermenging. Aan het einde van het boek wordt er dan gesproken over het onder het bruine gaan, wat betekent dat de mens zo diep in het bruine moet gaan totdat het geheim wordt geopenbaard, en de mens tot het diepere Woord erin komt. 43. Kun je mijn hand raken, er is prikkeldraad tussen jou en mij, ik hoor je gillen, wij zullen alles krijgen, als we onder het bruine zijn gezakt. 44. Plotseling, heb jij dat ook gezien, al die bliksemflitsen. Zij komen ons weer halen, totdat wij onder het bruine zijn gedaald. Ik kan mij niet bewegen, en jij kan het ook niet. Zij zullen ons opnieuw beschilderen, zij zullen ons opnieuw bewaap'nen. 45. Tot onder het bruine zullen wij komen, waar rozenschuim op ons wacht, door de staf van een vierde dood geslagen, waar de ochtend is vergaan, verdronken in een nieuwe nacht, waar iemand onder het bruine wacht. 46. Schilderijen in de nacht, Ik toonde haar mijn wonden, dalen van dauwtranen. 't Was tijd om binnen te gaan, in 't veld van schilderijen, Wij worden hier beschilderd, In boeken zullen wij veilig wonen. Zowel het rode als het witte moet gezuiverd worden, zowel het verhaal als het spel, en dit houdt ook in dat het verdiept moet worden, en dat gebeurt door het bruine, het geheim. Dit is waarom de vrouw op het beest, de stilte, het geheim, rijdt, en zij heeft een beker in haar hand, het Woord. Dat is het wezen van de kennis. In het boek wordt in dat opzicht ook het roze besproken, de verzoening tussen rood en wit. 21. Niemand zal zaken doen, er is niets meer, alles is voorbij. Alles gaat voorbij, ik tuur door het raam, naar vage herinneringen, ik ken ze niet eens meer bij hun naam. Als wezen spelen zij daar, ze zien mij niet, ze zijn te ver weg, als de morgen nu maar komt, dan ben ik voor altijd weg. 22. We kunnen niets voor altijd dragen, aan het einde der dingen zijn we vrij. Herinneringen draag ik bij me, ook zij zullen vergaan. Waar grijp ik naar ? Ik voel me spastisch, niets kan ik bereiken. Alles gaat voorbij. 23. Ik kan niets vasthouden. En als ik het doe, doet het pijn. Nee, ik laat alles los, voordat het mij loslaat. Ik ben te bang om nog eens te vallen. Ik ben nu ver weg, niets kan me meer raken. Ik kan niet meer grijpen, ik ben verlamd, maar nog steeds sta ik stijf, Snippers aan het einde van de dag, schaduwen van het verleden en toekomst.

24. Een huis bouwen kan ik niet. Niemand kan ik verstaan. Ik ben als doof en blind, alles zal vergaan. 25. Ook nachten gaan voorbij, en dingen worden kouder, Een nieuwe vogel vliegt, achterlatende zijn pasgeboren jongen. Alles gaat voorbij, en scherpe dingen worden zachter, alles gaat voorbij, ook de herinnering tussen jou en mij. 26. Ik kan er niets aan doen. Zij regeren daar met vuur en vlam. Het is te laat, niks meer te blussen. De rode bloemen velden hebben mij gevonden, hun verloren kind, hun boodschapper zo lang geleden uitgezonden. 27. Zij is dan de wever van het roze en dat wat onder het roze is, tot aan het spiegelende roze. En Zij sprak : Ziet dan, de heilige traan is vleesgeworden. En deze traan kwam van onder het roze, en zij was als de staart van een vis. 28. En zij heeft dan een schip van tranen, leidende tot onder het roze, zo ook de roze verbinding reikt tot onder het roze, en daar zult gij grote geheimenissen zien. Gij zult dan de paradoxen van Haar kennen. Want zonder hen zou er dan geen vruchtbaarheid wezen. 29. En zo is dan ook de roze verbinding, die als Haar tepel is, vol van haar paradoxen, waarmee zij de aardbodem zuivert, en het heeft de aanblik van een gebroken spiegel, als een brandend edelsteen. 30. En zo is dan de roze verbinding als het schip van tranen en haar schoot, en ook gij kunt opnieuw geboren worden. Laat de roze verbinding alles transformeren in eigen plaatsen. Ziet alle dingen bij elkaar dan als Haar kunstwerk, als een geheime boodschap, wachtende om vertaald te worden en getransformeerd. 31. U staart diep. U heeft mij net nog aangekeken. Als het spotkleed hing u over mij, met een speer in mijn zij. Kind, Ik heb het afgelegd, en aan jouw gegeven, die erfenis van het verleden. Het heeft mij tot zaligheid gedreven, jij moet er ook doorheen, het is maar voor even. 32. U staart diep, zo fragmentarisch. Zoveel woorden van elkaar gebroken. Ik weet niet waar zij mij leiden. Ik kan het niet verstaan. Moeder, bent u dan eindelijk gekomen, uw kind heeft zolang op de uitkijk gestaan. 33. Moeder, ze hebben mij alles afgenomen. Zelfs mijn dromen, zij zien me niet meer staan. Ik heb mezelf zo vaak verminkt. Ik kan het niet meer aan. Zoveel wazen voor mijn ogen. Als 't vallen in een diepe put.

U heeft mij opgevangen. 34. Ik ben verstrikt in U. Geen weg eruit, ik zal hier moeten blijven. Ik weet niet alles, maar ik ken het leven. Alles is maar voor even. 35. Het steekt me diep, maar U bent het die mij riep, Als een echo uit de nacht, makende al het harde zacht, Zoveel draden van kennis geweven door mijn wonden, totdat alles tot onder het roze zakt. 36. Ik weet niet hoe ik het moet afleggen. Het steekt zo diep, en trekt mij steeds weg, en alles doordringt mijn ziel en bed. 37. Ik voel mij zo zwak, ik kan niet staan. Ik beef en alles draait om me heen. Heeft U mij tot U genomen, of ben ik heel vreemd aan het dromen. 38. Ik voel mij ziek, de dood nabij. Ik ben al weg, mijn schaduw is nog hier. 39. Ik heb de moed verloren om nog terug te gaan. Als het spotkleed hingen zij over mij, met een speer in mijn zij. Aan mij gegeven, de erfenis van het verleden. Ik weet niet waar ze mij leiden, ik kan het niet verstaan. 40. Ik zit in hun vurige karren, zij zijn mij voorgegaan. Het is allemaal al doorleefd, alles is al opgetekend. Als het lichtend schuim der rozen, werd ik meegenomen. Ik moest wonen op een brug waar twee legers elkaar bevochten, totdat het vuur der rozen steeg, en de zoete honing en de zwijm begon te stromen. 41. Als liederen versmolten, ik kon haar niet bereiken, zoveel trauma's kende zij. Zij kon niet meer spreken, zij kon mij niet vertrouwen. Zij kon alleen maar steken, als een roos in een diepe vallei. Op mijn benen kon ik niet meer staan. 42. Ik kan ook niet meer denken, alles is doorstoken, door de doornenstruik. Ik kan me niet bewegen. Ben verstrikt in uw twijfel, onzekerheid bevroor mij. Ben nu een bloem in uw vallei. Na een harde nacht, makende alles zacht, zoveel draden van kennis en zachtmoed, geweven door mijn wonden, totdat alles onder het roze zakt. 43. Nu ben ik dan in distelzee, de rozen steken mij, totdat ik ontwaak in tederheid, tot het zachte ben ik gedaald, tot onder het roze, waar rozen met spiegelend roze mij betoveren. Dit zijn dus dingen die gebouwd worden vanuit grote honger, natuurgebieden die voortkomen vanuit grote honger. Telkens als er iets opkomt brokkelt het eerst af, want het moet gezuiverd worden en passen. Dat is ook de boodschap van de Vur. Er is zoveel wat verzoend moet worden, maar dat kan alleen door de zuiveringen, en alleen door de honger. Het mag niet te duidelijk zijn, want dan trekt het parasieten aan. De mens moet leren de lange weg naar huis te nemen. Daar gaat

ook boek 19 over, verder op het traject : 4. De vrouw met de boog kwam tot mijn stad, Zij had vier pijlen op haar boog, die zij gezamenlijk afschoot op mij. Dwars door de ramen gingen ze, en toen dwars door mijn hoofd. Zij nam mij mee, maar waar naartoe ? 5. Ik dacht terug aan de vrouw met de boog die mij mee had genomen. Zij bracht me naar een hoog gebouw. Het wiste mijn verleden. Het was net allemaal anders, en het kreeg nieuwe betekenissen. Ik was als op de golven van een woeste zee, die mij veranderde. Alles was anders. 7. Hier nemen de religies af, hier lopen de dimensies in elkaar over, als een zwaar vergif. De religies moeten dus de honger in. 8. Zoveel pijlen schieten er door mijn hoofd. Ik verlies mijn zicht. Ik kijk naar mijn hersenen, als naar bloesem, Ik ben niet meer in de zee. Dromend glijd ik in een oerwoud, als aan de drugs, maar het brokkelt af in mijn handen, totdat alleen een rode lijn overblijft. Het afbrokkelen van alles is dus pure noodzaak. De mens moet zijn weg leren vinden door het verschijnsel van de eeuwige afbrokkeling. Dit vindt plaats in de honger. 9. Rood zover het oog reikt, die rode lijn, Als een rood pad door de wildernis. Vier pijlen had zij op haar boog, die dwars door mijn hoofd gingen. Ik staar naar de pijlen. Zij hebben mijn leven gered. Ik kus ze, en wikkel ze in. Ze brachten mij over de zee. 10. De nachtmerrie brak zij af. Zij was één van de vier pijlen. De vrouw met de boog had zo lang aan haar gewerkt. Dagen en nachten was zij bezig haar te decoreren. Zij maakte de juiste insnijdingen, de juiste bochten. Deze pijl was haar paspoort en sleutel. Ook de nachtmerries zullen dus afbrokkelen. Het komt, en het is een geheim, zoals boek 1 zegt. 11. Ze liet mij de duisternis onder het huis zien, de grotten en de tunnels. Ze nam mij mee naar deze plaatsen, en ik dacht dat het altijd nacht was. Ze liet mij haar dromen zien, en haar leugens. Ze had zoveel gezichten.

12. Zij trok mij op de kant. De stad zou branden. Ik mocht niet meer terug. 13. Maar soms kwamen de herinneringen terug, als grote oorlogen. 14. Ik nam alles aan wat ze zei. Zij was mijn religie. Zij was de derde pijl. Maar het was nog steeds in mijn hoofd. Alles draaide. Ik was er niet van overtuigd dat dit echt was. Maar wat was dan wel echt ? Het weefde de dimensies door elkaar, en bouwde een nieuwe wereld. In mijn hoofd brokkelde het allemaal af, alsof het nooit door kon komen. Ik zweefde tussen twee realiteiten. Niets kon ooit echt worden. Er werden gewoon werelden overheen gebouwd. 15. Fragiele draden door mijn hoofd. Het is achter glas, en iedereen voelt hopeloos. Zoveel dromen springen kapot wanneer het langskomt. En men weet nooit wanneer het komt. 16. In een zee van leugens lag ik, maar de pijl maakte alles anders … 17. Mijn hart sterft de hele tijd, totdat ik de rode lijn weer zie, en het grijze wegvaagt, En dan slaapt de stad, bedekt onder sneeuw. 18.Tussen de prachtige bomen staat ze, met prachtige struiken, totdat ik afbrokkel 19. En alles wat ik kan doen is grijpen, maar dan brokkelt mijn arm af, en dan alles om me heen. 20. De zee der leugens spreekt tot mij.

Maar ik kan niet terugspreken. De stilte is de sleutel, de overwinning, niet onderhandelen met de wolven, de lange weg naar huis nemen. Je bent achter glas. Ze kunnen je niet raken. Je leeft binnenin jezelf in de rode kern. Alleen Zij, de natuur moeder, kan je openen, en dan is het veilig. Daarvoor heeft ze haar geheim. Het is een geheim van de eeuwige afbrokkeling. Dat gebeurt altijd als de televisie uit wordt gedaan of als het ene programma is afgelopen om over te lopen in een ander programma, of wanneer er tussen kanalen wordt geschakeld. Dit zijn natuurverschijnselen. Zo begint boek 19 : 1. Wevende de dimensies, het trauma. Het ruist over de zeeen, om de slag te slaan, Neemt hen allen in, en doet alsof er niets aan de hand is. 2. Het wacht, en slaat dan toe, Het maakt een teken, en slaat dan toe, Maar houdt het verborgen. 3. Ik denk dat ik één van hen ben geworden, Ik draag een wapen, Ik sla toe zoals hen, maar ik ken het niet, Het heeft mijn geheugen gewist Het zijn zwaar gecamoufleerde systemen van een onbekende natuur. Wij moeten dieper Rigil Kent ingaan. Het geheim heerst. Hoofdstuk 67. Rigil Kent - De Verloren Kern van Orion De Rigil Kent kern is de verloren Betelgeuse kern. Toen het losraakte ontstond de valse laag van de bonzai er omheen. Hoe Rigil Kent te zuiveren ? - Terug in de Orion kern, Betelgeuse. Dat waren de oorspronkelijke lagen er omheen. Rovers namen het weg, en zo kwamen de bonzai en siamese lagen van Toronto

rondom Rigil Kent, met als bij effect van deze oorlog de downsyndromers, oorlogskinderen. Zij bogen niet voor de orthodoxe bonzai cultus van Toronto. Zij wijzen terug op de oorspronkelijke kern van Orion. Wel zijn zij vaak rebels naar de gnosis. Zij hangen tussen Toronto en de gnosis in, zwaar aan de drugs. Zij bogen niet voor de afgod, maar maakten hun eigen drugs. Zij zijn een soort op zich en beslaan een derde van Rigil Kent. Zij zijn meer vriend dan vijand, maar bleven ergens tussenin steken. Het zijn drugsdealers, vaak engelen vergeleken met de bonzai. Het zijn sprookjeswezens, feeënkinderen. Zij zijn de brug tussen de bonzai en de gnosis, het bij effect en mengsel van die strijd. Zij hebben hun eigen hoek. Zij hebben hun eigen manier om over de grote zee te komen, maar hun drugs is niet geheel zuiver. Het is een bijproduct. Veel van die drugs is goed, maar er zijn wat belangrijke missing links. Ze kunnen daarom ondersteunen, maar mogen geen leiders zijn. Ze hebben hun eigen mongolië gebouwd, en vormen een belangrijke beschermingslaag, anders zou de oorlog te oververhit zijn geraakt en zouden de bonzai alles hebben ingenomen. Het zijn dealers, de mongolen, je kunt ermee onderhandelen. Ze dealen zware natuur kern energie. Hun prijzen zijn abstract. Het is meer een symbool. Sommige producten die ze verkopen zijn goed en bruikbaar, anderen minder. Op de Rigil Kent - Orion basis kan de spiegelmetrie geleerd worden, het meten en verklaren van de spiegel effecten van het bestaan. Dit is op demonologische basis. Alle verschijnselen om ons heen zijn een resultaat van ingewikkelde spiegel effecten in de natuur, die zich heel diep kunnen emaneren, ook tot tegenstellingen, en die zullen uiteindelijk in het spookhuis terecht komen, oftewel in het demonologisch museum. Hoofdstuk 68. Het Mongolische Mysterie Er zijn goede mongolen en slechte mongolen. De slechte mongolen zijn de autoritairen die de aarde koeioneren, zij zijn de conforme mongolen. We maken daarom ook onderscheid tussen mongolië A en mongolië B. Mongolië B is het bonzai buizen gebied, het slechte mongolië. Mongolië A is het goede mongolië. Als je ze op aarde ziet, dan zijn dat dus 'geallieerden' die gekomen zijn voor de bevrijding, als een soort D-day. Ik noemde ze vroeger altijd een soort engelen. Ze worden ook wel 'helmers' genoemd, omdat ze met een helm op zijn geboren. Ze zijn immuun voor het systeem. Ze zijn niet autoritair, maar abstract, dus zo vertaal ik dan 'down' in plaats van 'up'. Ze zijn in een semi-heilig syndroom, met antistoffen tegen zowel toronto als bonzai. Dus er wordt onderscheid gemaakt tussen mongolie A en mongolie B, en dan is mongolie A de goede en mongolie B is dan de bonzai/ toronto/ orthodoxen/ autoritairen die alles vernaggeld hebben door verletterlijking. Het woord 'mongool' wordt op twee manieren gebruikt. In negatieve zin als 'domme mongool', wat een scheldwoord is, of 'stomme mongool'. Als we het over de negatieve mongolen hebben dan

hebben we het over mensen die zich niet willen inleven in de ander, die altijd voor zichzelf kiezen, en anderen met hun kortzichtigheid onderdrukken. We denken dan aan de aardse systemen van educatie en gezondheids zorg bijvoorbeeld. Er zijn ook meer positieve mongolen, in de zin van 'mongooltjes zijn vol van liefde, en zijn grappig en otherworldly, als beschermers van de planeet,' als het gaat over mensen met een down syndroom. Vroeger was Rigil Kent een sappige kern van Orion, in de dieptes van Betelgeuse, maar door het mongolische scherm, een natuur verschijnsel, werd dit afgesplitst, en kwamen de bonzai lagen rondom Rigil Kent, en werd Rigil Kent van Orion gescheiden. Het mongolische scherm is dus een prisma waardoor de Orion kern zich afzonderde en ging emaneren tot lagere vormen, alhoewel de pit bewaard bleef, de rode kern. Vandaar dat de mens moet terugkeren, over de grote zee van Rigil Kent, terug door het mongolische scherm, wat als een soort Bermude driehoek is, als een zwart gat. Het mongolische scherm had als bij effect mongolië A, wat de sleutel zou vormen tot de terugkeer. Er was dus een soort malfunctie opgetreden, maar die bevatte nog steeds de code tot herstel. Mongolië A is dus abstract gebied, multi dimensionaal. Zij levert anti stoffen, en zij heeft project GANS om zielen over de grote zee heen te brengen, en dat kunnen letterlijk buitenaardse reuzenganzen zijn of figuurlijk bepaalde schepen of tunnels, of bruggen. Ook kunnen het andere soorten vogels zijn die de mens meenemen. GANS zou een afkorting kunnen zijn van 'geheel anti naker systeem', in de zin dat de naker een soort van nsb-er is voor de patriarchie. Nakers zijn dus conformisten wat betreft de valse mannelijke superioriteit. Het zijn meelopers. In de spiegelmetrie gaat het erom gebruik te maken van het project GANS om los te komen van mongolië B door mongolië A. De mens moet door het mongolische scherm weer terugkomen tot de Rigil Kent-Orion link, tot het oog van Orion. Hiervoor moet de mens het raadsel van de mongolische steen begrijpen. Door de mongolische steen emaneerde alles tot het hedendaagse Rigil Kent, en werd het afgesneden van Orion, en projecteert dit zich op aarde. Mongolië A is een tegenreactie op mongolië B, als een natuurverschijnsel, een overdosis, als tegenstellingen. Beiden hebben ze een bepaalde overdosis genomen, één voor autoriteit (B), en één voor abstractie (A). Daarom moet de mens terugkeren tot de rode kern, en tot de Rigil Kent-Orion link. Het is een gen wat in de mens zit, een mongolisch gen. Elk mens is een soort van mongool in bepaalde opzichten. De mens moet leren door dit mijnenveld heen te manoevreren, spiegelmetrisch. Door het minderen en terugkeren tot de natuur kan het gen zich weer balanceren en dan neutraliseren, en zich dan transformeren tot het Rigil Kent-Orion link gen. Dat klinkt misschien als ingewikkelde biologische wiskunde, en dat is het ook, spiegelmetrisch. Vandaar dat we al die jaren de fundamenten daarvoor hebben gelegd. Het is een demonologisch fundament, oftewel de immunologische leer van de natuur. B is dus erger dan A, maar A is niet het einddoel, maar een brug. Het is de bedoeling dat we klaarkomen met het Mongolische Mysterie wat rondom de Rigil Kent kern draait, en dus om de kern van Orion.

Hoofdstuk 69. De Speer van Saul Om te kunnen overleven moest Orion een afval product lozen waaraan Orion zich ook zou kunnen ontwikkelen. Zo ontstond het mongolische scherm als beeld van de overdosis, van kortzichtigheid ook. Het was een hyperbolisch scherm van overdrevenheid. Alles ging door de lachspiegel heen, en de rovers namen het hart van Orion mee, Rigil Kent in Betelgeuse. Zo verwilderde Orion in rap tempo. Mongolië B ontstond, met als schaduw en nemesis Mongolië A, als een bijproduct en elixer die er ook voor zou zorgen dat Mongolië B weer in de doos gezet zou worden. De mens leeft dus in een projectie en moet terugkeren door de verminderings-matrix, terug tot de andere zijde van de mongolische spiegel. Mongolië A is het gebied van de kinderen van de wijngod(in), de downsyndromers. Zij keerden zich tegen de valse overdosis van de bonzai. Zij waren een tegenreactie, een fataal bij effect wat ervoor zou zorgen dat de bonzai nooit volledig zouden slagen en dat ze uiteindelijk zouden wegvagen. Het zijn keiharde feiten. Ze zijn geheel ingesloten door de downsyndromers. De downsyndromers zijn toverkinderen. Alles wat ze doen is een code van het verzet. Het is een feit dat dingen anders door de lens heenkomen dan ze zijn, overdreven, hyperbolisch. De downsyndromers zijn oorspronkelijk de verschrikkelijke speer van de Rigil Kent oorlogsgodin, een speer met haken. Wanneer zij haar speer werpt wordt het door de lens op aarde geprojecteerd als de geboorte van down syndromers. Het is een reflectie van de speer. Vervormende spiegeling, oftewel emanatie, van hogere tot lagere vormen, is een natuurverschijnsel, en kan opgelost worden door de spiegelmetrie, want de mens kan ook terugkeren tot de kernspiegel, de oerspiegel, die de baarmoeder is. Het zijn dus noodzakelijke stappen waar stralen doorheen gaan, om zichzelf te zuiveren en zichzelf te richten en te verfijnen. Zo kan de mens terugkeren tot de natuur. De savage speer van de Rigil Kent oorlogsgodin is ook onderhevig aan deze spiegelende vervorming, wat tegelijkertijd een soort voorhangsel is. De waterval stort naar beneden en emaneert tot Mongolië A en Mongolië B uiteindelijk, de corrupte bonzai. De mens moet dit mysterie oplossen. De gans gaat door het magnetische scherm, want de gans heeft de code daarvoor, om de mens op de kusten van de rode kern te zetten. Dan kan de mens dieper de rode kern in, het laag voor laag afpellen van de bonzai systemen. Dit is een diepgaand proces. Op dat traject wordt de mens ook weer verbonden aan Orion. Het is een hypermagnetisch scherm waardoor de mens heenmoet, wat bewaakt wordt door strikte codes die de mens moet kraken, anders is er geen doorgang mogelijk. Het eeuwige leven is alleen voor de puzzelaars, de zielen die van verfijning tot verfijning gaan, en die door systemen heenprikken, en blijven prikken. Het eeuwige leven is kennis, die op de pieken robotisch is en vandaaruit naar beneden vloeit. Het eeuwige leven is voor de pioniers. De rest is al dood. Het zijn slechts vervormingen, en zij vormen de literaire toonladder zodat er balans is en daardoor creativiteit. Elke toon heeft een cryptische waarde en een kern. Het eeuwige leven is voor hen die tot de kern gaan, en geen genoegen nemen met bedriegelijke laagjes die er omheen zijn gevormd. Zij komen tot het mysterie van de oorlogsgodin van Rigil Kent, de oorlogsdynamiek van de demonologie, van de immunologie van de natuur. Ze hebben hun huizen verlaten, en hun piraatse praktijken, om in de natuur tot wilden te worden, los van alle stadse conditioneringen. Het mysterie van de Vur is op hen neergedaald. Het is het opgenomen worden door de hogere visioenen, om door de schermen van de dualiteit heen te breken, door de aardse paradoxen en demoniseringen, om ook de andere kant van het verhaal te bekijken, de andere kant van het schaakbord. Dat is een wet in de poëzie, dat het een draaispiegel is waarin alles omgedraaid kan worden. Door de lenzen is namelijk alles omgedraaid. Verder op het

traject van de Vur, in boek 20, Amalek, wordt dit ook gesteld, en worden diverse sprookjes van de andere kant bekeken, en hun mysteries opgelost. Er wordt een diepere kant getoond van de heksen van Doornroosje, Hans en Grietje, en Sneeuwwitje. Zo kunnen deze principes ook op de bijbel toegepast worden, en in de grondteksten waren dit al spiegelverhalen, en is het nooit eenzijdig geweest, want dat was typische westerse onbezonnenheid en kortzichtigheid. Ook de Bilha gaat hierover. Het verhaal van David en Saul wordt omgedraaid, en Saul wordt geschilderd als een vergeten Orionse godin, zoals dit ook in de Israelitische grondteksten het geval is. De Bilha I/ 24 1. Saul is de kennis van de moederschoot, de kennis van de onderwereld. 2. Saul kwam om het volk te initieren in de mysterieen. 3. Saul representeert de bloedlijn van Orion. 4. Na de verbreking van het zegel van de mannelijke, patriarchische Orion is het belangrijk om tot de oorspronkelijke vrouwelijke, matriarchische, amazone Orion te komen. Er is een wereld van verschil tussen het mannelijke en het vrouwelijke Orion. 5. In de esoterie moet gij komen van de mannelijke Saul tot de vrouwelijke Saul, die de heilige Ziel is. Ahn moest komen tot Saul, tot Orion. Ook Paulus heette oorspronkelijk Saul. De Bilha I/ 25 5. Daarna kwam hij tot de vrouwelijke Paulus, die genaamd was Saulus en Saul. Zij was genaamd Saule. En hij noemde haar Mama. De Vuh zegt hierover : 'Paulus heette oorspronkelijk Saul, zijn Israëlitische naam (van Selah), wat in de wortels het raadplegen van een orakel betekent. De mens moet deze balans leren vinden tussen Geheim en het Woord, de twee vruchten van kennis. Dit zijn de twee facetten van de kennis die de mens moet blijven vereren. Paulus moest dus heel diep in gevangenschap om dit orakel van Filippi te kunnen raadplegen.' 'In de Islam komt Saul er beter vanaf dan in de bijbel, want in de Koran is Saul degene die de geroofde ark terugbrengt, als een teken dat hij als koning was aangesteld. Koran 2: 248 – Het teken van zijn koningschap is dat de ark van het verbond tot jullie terugkwam, met daarin de rust van jullie Heerin, het nalatenschap van Musa, MOSY en van Huran. Saul stelde zijn leger op de proef door hen naar een rivier te leiden. Een ieder die van de rivier zou drinken zou de test niet doorstaan, maar alleen zij die niet zouden drinken of die zouden drinken met hun handen. De handpalm staat voor de leegte, dat zij alles doen vanuit de paradijselijke leegte, afgrond, de vagina, baarmoeder. David was één van hen die de test doorstond, en hij streed mee aan Saul's zijde, en versloeg Goliath.' '1 Samuël 9

15 De Heere nu had één dag vóór de komst van Saul aan Samuël geopenbaard: 16 Morgen om deze tijd zal Ik een man uit het land van Benjamin tot u zenden; hem zult gij tot vorst over mijn volk Israël zalven en hij zal mijn volk verlossen uit de macht der Filistijnen. Want Ik heb acht geslagen op mijn volk, omdat zijn hulpgeroep tot Mij is doorgedrongen. Aramees : Saul kwam om het volk te initieren in de mysterieen. We zien hier de bloedlijn van Saul : 1 Er was een man uit Benjamin, Kis geheten, de zoon van Abiël, de zoon van Seror, de zoon van Bekorat, de zoon van Afiach, een Benjaminiet, een vermogend man; 2 deze had een zoon, Saul geheten. In het Hebreeuws is vermogend GIBBOWR, een jager, een opperhoofd. In het Aramees is het GANBARA, wat Orion betekent. Saul representeert de bloedlijn van Orion. Na de verbreking van het zegel van de mannelijke, patriarchische Orion is het belangrijk om tot de oorspronkelijke vrouwelijke, matriarchische, amazone Orion te komen. Er is een wereld van verschil tussen het mannelijke en het vrouwelijke Orion. 3 Nu waren van Kis, de vader van Saul, de ezelinnen zoekgeraakt. Toen zeide Kis tot zijn zoon Saul: Neem toch een van de knechten (NA'AR) mee en ga heen, zoek de ezelinnen. Ezelinnen zijn in de worteltekst van het Hebreeuws de eeuwigheid, als een beeld van geduld en volharding. Toen zij de ezelinnen niet konden vinden gingen zij tot Samuel : 1 Samuel 10 1 Toen nam Samuël de oliekruik, goot haar uit over zijn hoofd, kuste hem en zeide: Heeft de Here u niet tot vorst over zijn erfdeel gezalfd? 2 Wanneer gij heden van mij zijt heengegaan, zult gij twee mannen ontmoeten bij het graf van Rachel, in het gebied van Benjamin, te Selsach. Die zullen tot u zeggen: De ezelinnen die gij zijt gaan zoeken, zijn terecht. Rachel is 'lam' in het Hebreeuws. Door de dood van het lam kwam Jakob tot Bilha's tent. Dit graf is in Benjamin, het beeld van de gehoorzaamheid in de grondtekst. Selsach is de plaats van het donker worden in de grondtekst. Hier is de naker (de valse witte vrouwelijke superioriteit, racisme tot het zwarte vrouwelijke) overwonnen, en wordt de donkere huid van de moeder getoont. (Hier gaat boek 20 van de Vur, Amalek, ook over : 11. Zij bewapende haar kinderen en ontzag hen niet. Zij tuchtigde haar kinderen reeds vroeg, en daarom moest de heks dood. De stad wilde kinderen verwennen met een allesverblindend licht, verlammend en bemoederend. 12. Zij was de zwarte koningin des doods, de koningin van het oerwoud, toen het witte haar kinderen en haar schone land stal. En zij beval haar jager het sneeuwwitte om te brengen, want het witte moest sterven, zeven maal. 13. En het sneeuwwitte was jong, oningewijd, omgeven door witte doornen. En zij lokte haar tot de deur van de dood in het oerwoud. En het sneeuwwitte gewaad werd afgedaan, en een zwarte vrouw rees op.) 3 Als gij dan verder trekt en bij de terebint van Tabor komt, zullen u daar drie mannen ontmoeten op weg naar God in Betel; één van hen draagt drie bokjes, een ander drie broden en de derde een kruik wijn. 4 Zij zullen u begroeten en u twee broden geven, die gij van hen zult aannemen. Tabor betekent verbrokenheid in de worteltekst.

In de esoterie moeten we komen van de mannelijke Saul tot de vrouwelijke Saul, die de heilige Ziel is : Saul, SL, Soul, Ziel (Soule in het boek 'De Orion Gnosis' van de Amazone Bijbel). In de grondtekst is Saul een bovennatuurlijk wezen. Ook is Saul dus een beeld van Orion. David moest in de grondtekst komen tot Saul, tot Orion. I Samuel 16 21 Zo kwam David bij Saul en werd zijn dienaar. Deze hield veel van hem, en hij werd zijn wapendrager. 22 Daarom zond Saul tot Isaï de boodschap: Laat David toch in mijn dienst blijven, want hij heeft mijn genegenheid gewonnen. 23 En telkens als die geest Gods over Saul kwam, nam David de citer en speelde; dat schonk Saul verlichting, hij voelde zich beter en de boze geest week van hem. In het Aramees is het bespelen van een instrument (nqs) een beeld voor oorlogsvoeren. In het Hebreeuws speelt David met zijn yad, zijn geslachtsdeel, oftewel masturbatie, wat in het Hebreeuws ook een beeld is van oorlogsvoering in de hemelse gewesten. Het zaad is de buit die aan de godin wordt geofferd. Saul voelt zich beter is in het Aramees dat Saul zich versierd met de oorlogsbuit. (Dit duidt dus heel duidelijk op David die metaforische geslachtsgemeenschap heeft met Saule, de oorlogsgodin, als intieme strategie bespreking met de oorlogskennis.) Saul die op David jaagt is in de esoterie de Heilige Ziel die op de na'ar, dienstknecht, jaagt. Het gaat dan om de heilige gevangenneming, de heilige ontvoering, om te leiden tot de heilige gebondenheid tot de Heerin. Hiertoe is de Heilige Ziel gezonden. In het EE is de Heilige Ziel de drager van de mysterieen. Sekmeth, de Egyptische leeuwengodin van de oorlog, is een weerspiegeling van de kern-mythologie van de Orionse afgrond. 'Daarna kwam hij tot de vrouwelijke Paulus, die genaamd was Saulus en Saul. Zij was genaamd Saule. En hij noemde haar Mama.' En Saule, de vrouwelijke Paulus, die Mama werd genoemd, schreef de Orionse Koran. Nu, zegt de Koran niet dat wat in de borsten zit geopenbaard zal worden ? Zij zegt dit in het boek van de Aanvallers. En zegt de Koran niet in het boek van de Ramp dat de hel de Moeder is ? En de bergen zullen zijn als losgemaakte wol door de ramp van dit vuur. In het paradijs waren mannen blank en vrouwen donker, als de heilige donkere moeder aarde. Deze realiteiten leven diep in de mens zelf. Zonder de donkere huid van de vrouw is er geen adem mogelijk in het paradijs. De appel in het paradijs is een beeld van het slangengif wat opwekte tot kennis. Slangengif is speeksel in het sanskrit. Dit is het heilige speeksel. Speeksel is namelijk opium. Het valse speeksel is de onheilige vis van het kwaad, de vis van eenzijdigheid. Daarom is de symbolische visjacht belangrijk. Het heilige speeksel is het ware, heilige licht wat in de duisternis ontstaat. Dit is een symbolisch, esoterisch licht. De paradijselijke appel is het beeld van het heilige, paradijselijke speeksel. Dit is het slangenzaad, een hogere vorm van zaad, als het zaad van de heilige gebondenheid.

Op de pinksterdag komt het heilige vurige speeksel, het nieuwe, paradijselijke licht, als de vrucht van het pasen, als een dieper pasen. De vis wordt gegeten. BOANN is de Ierse rivier-godin, de godin van vruchtbaarheid. Ook is zij een oorlogsgodin. BOANN kwam tot de verboden bron van kennis, waardoor de vloed kwam, en een rivier tot de zee. Je moest eten van de vis in deze bron om kennis te ontvangen. (Dan volgen er wat amazone hieroglyphen) 5. T69 – Oerdoegboele – zessenzeventigste hersenen – het eten van de vis 7. T71 – Oerdoegmug – achtenzeventigste hersenen – het heilige speeksel 8. T72 – Oerdoegmek – negenenzeventigste hersenen – de blanke huid van de paradijselijke man 9. T73 – Oerdoegmekt – achtenzeventigste hersenen – de donkere huid van de amazone Zonder deze huid zou er dus geen paradijselijke adem zijn, en zou alles stikken. Er zou geen leven mogelijk zijn.' 'In de oorspronkelijke Geneva Bible van de protestantse en calvinistische reformatie, in Filippenzen, bevindt Paulus, oftewel Saul, zich in de baarmoeder, wat dus eigenlijk een teken is van komende wedergeboorte (ook de geboorte van de godin).' 'In ieder geval merkt Saul (Paulus) op in 1:12 in de Geneva Bible dat alles is omgedraaid, juist zodat de boodschap doorgang kan krijgen. Het is weer de situatie van het ei, waarin het kuikentje alleen kan groeien als de eierdop er omheen blijft. Die eierdop zal op een gegeven moment, wanneer het daarvoor tijd is, barsten. Als dit voor zijn tijd gebeurt, dan is het als een miskraam. Vandaar dat we niet te wijs moeten zijn, niet te haastig moeten doen, maar moeder natuur haar tijd te geven. Vandaar dat we nederig moeten zijn en boete moeten doen, opdat we kleiner zullen worden, leger, zodat de natuur weer in ons plaats kan nemen. Zo komen we ook tot de godin Filippi. In mijn droom kon ik alleen tot Haar komen door een soort theater opvoering van 'negatieve' belijdenissen van nederigheid en zelfvernedering, als een manier van zelfkastijding, en dat is nodig, want we hebben twee polen in ons, zowel het goddelijke, als het kanaal, en het kanaal moet leeg zijn, en leegte ontstaat alleen door zelfvernedering, zodat je natuur vrij blijft van invloed van de lagere wil. Het is dus puur een technologische virus scan. Je komt in wezen tot niemand anders dan je eeuwige en oneindige kennis-zelf, en de rest is allemaal proza en verhaaltjes, theater opvoeringen, die dit technologisch uitbeelden en coderen. It's all in the Game. It's all in yourself. Jij bent Filippi, de godin op het paard. Jij bent de natuur-kennis. Jij bent ook het kanaal, en dat moet je zuiver houden. Het werkt aan twee kanten. 1:6 Zij, die een goed werk is begonnen in u, zal getrouw zijn dit ten einde toe voort te zetten. Dit gaat dus over je diepere, volkomen zelf. Als wij de hemelse banden hebben ontvangen, dan hebben wij ook macht om anderen die hiervoor open staan mee te trekken tot de hemel. Wij mogen in die zin samenwerken met de baarmoeder. Dit is een multi-dimensionaal werk. Er is veel te doen in de parallelle werelden. We moeten leven wat ons gegeven is, ook het leven hier op aarde, het leven in het vlees, waar Saul

(Paulus) het ook over heeft, omdat de schat in aarden vaten is. 22Indien ik in het vlees blijf leven, betekent dat voor mij werken met vrucht, en wat ik moet kiezen, weet ik niet. 23Van beide zijden word ik gedrongen: ik verlang heen te gaan en met de chasma (baarmoeder) te zijn, want dit is verreweg het beste; 24maar nog in het vlees te blijven is nodig om uwentwil. 25En in deze overtuiging weet ik, dat ik zal blijven en voortdurend bij u allen zijn, opdat gij verder moogt komen en u in het luisteren en gehoorzamen verblijden. We kunnen dus voor dit doel op de aarde leven terwijl we niet van de aarde zijn.' 'Ook Colossi, het daaropvolgende boek, is een godin, een gepersonificeerd aspect van kennis. Het offer op het altaar is in de grondteksten een metafoor van het nomadische leven, van de brug, waardoor er ook contact komt met anderen. Saul (Paulus) verheugd zich hierin. Saul heeft zich in die zin geofferd aan Colossi. In de grondteksten komt het altijd weer neer op zelf-offering, en dit is altijd metaforisch. Het is een zinnebeeld van het toetsen, zodat alles zuiver blijft. Toetsen betekent analyseren, onderscheiden, de diepte ingaan. Toetsen is studie, en je niet laten misleiden door de oppervlaktes van de dingen. Daarom lijden wij in het leven, zodat we dieper en dieper kunnen gaan. Het kruis is de gevoeligheid die alle delen met elkaar verbindt, als een communicatie-systeem, tot één lichaam. Al deze dynamieken bevinden zich in jezelf. Het is je innerlijke zelf-familie. Dat is ook wat Colossi betekent : het grote, allesomvattende geheel. In de grondtekst staat Saul voor haar als voor een wild beest, en zij heeft meerdere koppen, die haar verschillende aspecten uitbeelden. Colossi is een vrouwelijk woord en meervoudig. Saul bewondert haar als een kerk, als een geheiligd lichaam, wat ook in de bijbel wel vaker als een vrouw wordt gepersonificeerd. Colossi is deels vrouw en deels beest, verbonden aan de natuur. In de diepte is dit net als Filippi weer een vrouw op een beest. In de Geneva bijbel, in Colossi, wordt het kruis beschreven als een triomferende strijdwagen. Het is een nomadische dynamiek, zoals de vrouw op het beest. Soms is het beest een beeld van de baarmoeder. Al deze dingen horen bij elkaar. Ook Colossenzen is een gevangenis-brief van Saul. Aan het einde ervan draagt hij de Colossenzen op zijn gevangenschap, zijn banden, te herdenken. Saul is in het beest om tot wedergeboorte te komen, tot de bevrijdende werking van het tot inzicht komen. Het is heel dualistisch, net zoals het boek Openbaring heel dualistisch is als het over de wilde beesten gaat. Het is een paradox van kunst. Het is om los te komen van de lagere aardse gewesten. Colossi neemt hem mee naar boven. Colossi gaat over de heilige spiegel, het spiegelbeeld van het onzichtbare goddelijke, waardoor de mens heen kan gaan om zo telkens tot een ander inzicht te komen. Colossi is daarom ook de vrouw met de spiegel. In de Vur wordt gesproken dat juist de spiegel de droom in stand houdt. Deze twee hebben elkaar nodig. Dit is een mooie demonologische dualiteit. De valse spiegel moet natuurlijk ingeslagen worden, zodat de valse droom wegvaagt, opgelost wordt. Saul spoort de Colossenzen aan om de dingen te zoeken die boven zijn, en laat zo ook de heilige spiegel daartoe zien. De Geneva bijbel stelt dat de redenen en de wil van de mens corrupt zijn (3:5). Saul stelt dat de mens zelf de heilige spiegel moet worden (3:10). De nieuwe (diepe) mens is die spiegel. Dit transformatie-proces geschiedt door de vernieuwing van kennis. Hierin vallen ook alle valse onderscheidingen weg. In de heilige spiegel zien we onze verloren aspecten en onze parallelle zelven. Ook het beest heeft een spiegel in het boek Openbaring. In de diepte is dat een altaar, wat ook het geheim is van onze meervoudige identiteit. In de latere vertalingen van de bijbel werd dit steeds eenzijdiger neergezet. Oorspronkelijk kwam het uit de Egyptische onderwereld boeken waarin de spiegel van Nun, de zee, de onderwereld opende naar de hemel, opdat Ra op kon staan, als de hemelvaart. In Openbaring maakte de spiegel dat het beest weer kon spreken. In het twaalfde nachtuur van het Egyptische Boek der Poorten dragen vier goden de spiegel waarmee ze de poorten van de onderwereld bewaken, en waarmee ze Ra tot rust laten komen in de baarmoeder van Nod. In

het Amduat boek is het loongevend aan hen die deze mysterieuze spiegel kennen, en zij ontvangen hun akh, hun dubbel (metaforisch : broer), hun schaduw die hen bijstaat, hun parallelle zelf. De Amduat beschrijft deze spiegel als transcendent, iets van de wereld beyond, als een interdimensionale poort. Deze spiegel geeft doorgang aan Ra in de onderwereld, zorgt ervoor dat Ra nergens blijft steken. Deze spiegel is in de diepte van de woestijn, in het diepste van de nacht, waar alle realiteiten ombuigen en in elkaar overvloeien. Het is als de nachtelijke woestijnzee. Ra moet zelf tot deze spiegel worden. Hij moet tot zijn spiegelbeelden komen, zijn parallellen, zijn verborgen identiteiten. Dit zijn zijn sleutels in de onderwereld. De bovennatuurlijke spiegel is zijn gids. Het is het geheimschrift van de onderwereld. Het Amduat boek zegt dat alleen maar een paar dit kennen. Verder kent niemand het.' 'De Judaïstische mythologie is dualistisch, dus ook het hele Batseba verhaal kan positief of negatief uitgelegd worden. Vaak leggen de kerken het alleen maar negatief uit, maar er is ook een positieve versie, en die ligt ook in de grondtekst. Ook de Vuh spreekt daarover, maar David moest tot Batseba komen, omdat Batseba 'dochter van overgave' betekent, als 'de vrucht van overgave'. In het Eeuwig Evangelie wordt Batseba beschreven als een godin. In die zin waren de psalmen tot Batseba gericht. Batseba was het gepersonificeerde beeld van de heilige gebondenheid en verbondenheid die David ontving door overgave, oftewel als het beeld dat David tot een hemelse robot werd. David had wel meerdere vrouwen. David was het Judaïstische archetype van de geestelijke strijder. Het mocht dus niet letterlijk genomen worden. En zijn vrouwen waren beelden van de strijdgodinnen, de valkyries, oftewel de voorschriften van de offerdienst, een andere Hebreeuwse benaming voor het boek Leviticus. In de buitenaardse en bovenaardse grondslagen van de bijbel in Orion wordt David ook wel "Ahn" genoemd, wat ook weer terugkomt in de Vuh en de Bilha, binnen de tweede bijbel. In de Aramese grondtekst staat Saul voor Orion. Saul betekent in het Hebreeuws de leegte, de raadpleger van een orakel. Hiertoe kwam David in contact met Saul. In de Davidische mythologie zijn Goliath, Saul en Batseba belangrijke archetypes met een diepe dualistische betekenis.' 'Zonder de Ramadan, de leegte ingaan, is het onmogelijk om daadwerkelijk te toetsen. Dit is ook wat de naam Saul betekent in het Hebreeuws, en zo ook de Saul van het Nieuwe Testament, Paulus. De mens kan geen ware openbaring ontvangen als de mens in de kerk blijft. De mens moet hiertoe alles verlaten en opgeven en de wildernis ingaan, als symbool van de afzondering in de verborgenheid. Wie nog door de mens gezien wil worden komt nooit tot ware openbaring, maar zal misleid worden in zijn eerzucht. En dat is ook wat Saul, de leegte, als beeld van de ramadan, deed. Hij dreef David tot wanhoop en tot de wildernis, waar David naartoe moest vluchten, want Saul, de leegte, zocht zijn lagere natuur te doden. Symbolisch gezien krijgt Saul daardoor een positiever beeld, wat ook weer terugkomt in de islam, waarin Saul (Talut, Arabisch) de ark terugbracht, een toetser was en begaafd was met grote kennis. De Ramadan, de woestijn-ervaring, bracht David in grote problemen, maar daardoor ontving hij openbaring, golah, wat tot hem kwam in de vorm van Batseba, de vrucht van overgave. Het verhaal is zowel negatief als positief uit te leggen vanuit de grondteksten, omdat het geschreven is in poëtische, paradoxale talen. En dat is ook de rijkdom ervan. Batseba is de verpersoonlijking van de wapenrusting van Goliath die David bemachtigde. Theologie kan in dat opzicht dus niet zonder de taalkunde. Theologie zonder taalkunde kan al snel kortzichtig en zo corrupt worden. Vandaar dat er een brug moet komen tussen deze twee dynamieken, opdat er weer verzoening en vrede kan komen op aarde. Het zit te diep in de mens om het zomaar te negeren. We moeten er dwars doorheen om het te herzien. Wij hoeven dat niet te doen vanuit de stad en de kerk, maar wij moeten net als David

tot de wildernis gaan, waar een schuilplaats voor ons is. Batseba is dus een vrucht die diep in de wildernis wordt ontvangen, in de Ramadan van overgave. Bathseba is in het Hebreeuws de dochter van overgave. Seba betekent ook zeven, het getal van de volkomenheid, als een volkomen overgave en offer. In het verhaal van Salomo, David's zoon, wordt hij met geschenken beladen door de koningin van Seba, vanwege zijn grote wijsheid. Alleen de Ramadan kan terugleiden tot de geestelijke gaven, zoals ook Paulus (Saul, leegte) leidde tot de geestelijke gaven in 1 Korinthe 1214, en de geestelijke wapenrusting in Efeze 6. De geestelijke gaven en de wapenrusting komen dus voort vanuit het toetsen, vanuit het verslaan van de lagere natuur. Als Filippi wordt de mens dan op het paard geheven. Alleen door de Ramadan wordt de mens een hemels strijder. In de woestijn groeit niet veel, maar wat er groeit is als het druppelen van de hemel. We hebben niet veel nodig. Als we teveel nemen groeien we vast, zoals dat in de stad gebeurt. Vandaar dat de druk van Saul, van de Ramadan, ons tot de woestijn trekt, en dit is voor onze bescherming en ons behoud.' 'David was beschreven als de Messias, maar ook Saul werd beschreven als de Messias.' En in de poëzie van de Vuh : 'Er zijn oerwouds machines in de zachtere straat, het cruise schip komt door, als de speer zend het mij naar de groene oerwouds juweel, mijn kind ... Het heeft koning David omgebracht, het heeft koning Saul omgebracht, maar het was slechts een misverstand in de tempel van Salomo, in de mijnen van Salomo die vol van waardevolle kostbaarheden zijn.' 'Lange standbeelden in Egypte brengen onze harten terug tot het oerwoud. Koning David is gevallen, was geen goede vriend, en de familie van koning Saul, zij geloven allemaal in carnaval. Sluit je ogen, mijn kind, waar Goliath oprees vielen zij. Zij waren allemaal koningen van het oerwoud. Het zijn starende apen. Hoe kunnen we ze nog meer verkeerd begrijpen ? Lange standbeelden in Egypte brengen mijn kind terug. Zij was verdwaald in een bizar oerwoud, maar het cruise schip nam haar weg, al die machines in zachtere straten. Deze straten spreken.' 'Het staat hoog in de tempel, één oog dicht, en een oog open, zoals het standbeeld, een lang standbeeld.' 'De rode draak schreef al deze verhalen, en zijn zij niet allen boekstandbeelden ? Hij is woest, werpende zijn speren van Saul naar David's wagens, als vallende sterren onder verhalen die te zwaar zijn. De rode steen maakt ze zo creatief, en laat hen dromen in zachte vuren, als een pompende rode ballon, totdat ze de vanille wildernis bereiken, een gele steen die hen bevriest. Deze soldaten hebben het merkteken van de wesp, waar ze hun zachte natte kaarsen hebben, waar zij worden tot kaarsenstandaarden, om hun boeken weer te verbranden, door de leugen van de groene draak.' 'Ik ken een plaats genaamd zachtere straten. Oh pop, ik vond je in Salomo's tempel. Driehonderd speren openden de tuin weer, en we konden samen vluchten, naar strand en zand. Sluit je ogen en spring, want het cruiseschip breekt door. Driehonderd speren openden het oerwoud weer, driehonderd speren komen door. Het cruiseschip breekt door tempels en stations, door mijnen en fabrieken, door zachtere straten en hun bioscopen. Het cruiseschip breekt door. Oh pop, ik vond je daar, sluit je ogen. Wij zijn op strand en zand. Onderwater cruiseschip, door de onderwereld neemt het je op.

Het is het overzicht over het paradijs. Er zijn paarden in hun stallen, cruischip breekt door. Paarden, apen, oerwouds-vissen, cruiseschip breekt door. Paarden in hun stallen, prins van de zigeuners, Ketters en zondaren, heiligen en inquisiteurs, Priesters in hun tempels, standbeelden die hoog oprijzen, tot een toren, Een toren tussen jou en mij Paarden in hun stallen, zigeuner prins, Bloemen op hoeden, broeken op bedden, Oerwouds-vissen, Driehonderd speren om een deur te openen, Een deur tussen jou en mij. En deze harten kloppen als vissen in het water, Iemand ontwaakt, als danseresjes op tafels, Shampoo in hun haren, En hun haren worden groen, en de vloeren worden paars, Na de nacht, Driehonderd speren door de deuren van Salomo, De koning der dwazen staat voor u, Maar ik ben ver weg, Cruiseschepen breken door. Nu, wat is sterker ? Religie of poëzie, majoor ? Aan het einde van de nacht kun je al je soldaatjes naar huis zenden, al je profeetjes en priestertjes, want de dichter zal zijn kroon krijgen. Driehonderd speren door zijn hoofd, want de koning der jokers is met hem om het brood te breken. Slachtoffer van een machine. Ik geloof in cruiseschepen die doorbreken, niet in fabrieken, maar dit zijn slechts woorden, en ik geloof niet in woorden. Ik geloof in driehonderd speren door het hoofd. Dan is alles gezegd en gedaan.' Het is een belangrijk thema in de tweede bijbel : de speren door het hoofd, of pijlen. Telkens weer komt dit thema terug, en heeft te maken met de speer van Saul. Dit is dualistisch. De tweede bijbel laat ook de andere kant zien. Het gaat door de spiegel heen, en je komt uit bij de oorlogsgodin. Ook Paulus werd dus eerst Saul genoemd. Daarom zijn zijn brieven in diepte de brieven van Saul, de brieven van de oorlogsgodin. In dat opzicht worden deze brieven dus steeds interessanter, want ze gaan zich terugvormen tot wat ze oorspronkelijk waren. Het is de verdiepende speer van de oorlogsgodin. Wat een spiegeltje wel niet allemaal kan doen. Misschien herinner je je dat spelletje wel van vroeger. Kinderen met spiegeltjes en dan het zonlicht weerkaatsen in iemand's gezicht die niet weet wat hem overkomt. Of misschien heb je dat spelletje zelf ook wel gedaan. Ik in ieder geval wel. Ook ken ik als kind het verhaal van het jongetje op de gans, wat op veel scholen werd voorgelezen. Het was toen al een teken van bevrijding. Uitleg Vuh poëzie : 'totdat ze de vanille wildernis bereiken, een gele steen die hen bevriest. Deze soldaten hebben het merkteken van de wesp, waar ze hun zachte natte kaarsen hebben, waar zij worden tot kaarsenstandaarden, om hun boeken weer te verbranden, door de leugen van de groene draak.' Geel is de kleur van de paradoxen, de tegenstellingen, in de Vuh. Verder zegt de Vuh :

'Rood is de kleur van de verhalen en geel is de kleur van de tegenstellingen. Zo brengen de tegenstellingen van het leven dus verhalen voort, en dit zijn ook de kleuren van de Spaanse vlag. Het is als de oranje planeet van abstractie die opkomt om de geest van letterlijkheid en drama te verslaan. Bilha rijdt op het beest, en op een dieper niveau is het beest de billen van de oorlogsgodin die zij in de amazone mythologie laat zien als de poort van wedergeboorte en het teken van oordeel. Dit is een groot apocalyptisch geheimenis in de Bilha. De oorlogsgodin verbreekt de zegels van de boekrol. Wanneer dit gebeurt komen er grote natuur-verschijnselen als cryptische manifestaties van het hogere Woord, de hogere kennis, die verborgen werd gehouden. Geel is ook de mannelijke onderwerping aan de baarmoeder, als een teken van geboorte, als het beeld van de heilige slavernij, de heilige gebondenheid, de opkomst van het robotisme, het leven door de hogere automatismes van de gnosis. Dit is waar de calvijn code over gaat. Geel is ook een belangrijke kleur die de gestreepte waterlichten, het hogere insectische ras, zal brengen (vgl. wesp). Geel zal hersteld worden. Het zal terugleiden tot de boeken, zoals het Eeuwig Evangelie zegt : "Oorlogsgebed, laat mij dalen in het jagersbed. Om te zuiveren het gele, duizend duizendmaal, op het altaar van de wilden, tot oorlogsmaal. Gedaald tot onder het gele ben ik, een toekomst heb ik niet, alleen wat oude boeken om in te vergaan." Dit is ook weer verbonden aan de oorlogsgodin, en Simson moest onderwerpen opdat hij de Zuni stam (Suni, filistijnen, beeld van de stam van de oorlogsgodin) zou dienen, wat ook de betekenis van zijn naam is : Sama (luisteren en gehoorzamen, Hebreeuws) Suni. Zoals de Bilha zegt : "Bakroe (oorlogsgodin) is het geheimenis van de hoofd-besnijdenis. En zij is gekomen om visioenen te geven, en om de heiligen doorgang te geven, want lang zijn zij door onderdrukking tegengehouden." En : "Bakroe is van de diepere wildernissen van het paradijs. Zij draagt het wapen om gehoorzamen te testen. Zij is als de sieraden van het lijden. Zij spreekt recht in list en symboliek. Zij raakt het letterlijke niet aan. (..) Zij is de weefster van het paradijs. Zij weefde het paradijs als in een mysterie. In de dieptes van de wildernis woont zij, om dapperen te onderwijzen, zij die door hun lijden tot haar zijn gekomen. Als de amazone van de Heerin is zij." Bakroe wordt in de Bilha de oudste dochter van Bilha genoemd. In boek 21 van de Vur, de Herinnering, wordt ook het gele genoemd, wat dus gaat over het gaan door de spiegel : 2. De narcis groeit uit de put. Het maakt een brug over de zee. Gele bloemen groeien langs de kant van de stad, als een stadsmuur. Iedereen die daar gaat wordt verward. Zij vallen in slaap en dromen vreemde dromen. Geen leger komt door de gele bloemenhaag. Allen zullen zij slapen. Het houdt in dat de mens het gele mysterie moet leren kennen, de spiegelzijdes in de spiegelmetrie. Alleen degenen die op demonologische basis dit vak leren kunnen door deze haag heenkomen. Dit is ook weer onderdeel van project gans om over de grote Rigil Kent zee heen te komen. Het groeit als een narcis over de zee, wat ook weer in verbinding staat met de bloemenzeeën van het Eeuwig Evangelie waarin de heiligen elkaar met verhalen versieren. 6. Eens zag ik haar op haar paard, en ik volgde haar, Zij leerde me de geheimen van de bossen en de wildernissen, Zij van de gele bloemen, zij gaf mij een plaats. Ook wij moeten het gele leren berijden. Wij moeten onderwezen worden in het gele. De Vuh zegt over het gele paard : 'In het Grieks is het ook het gele paard. Dit paard zal overwinnen. Dit is waartoe de Amazones de mens kastijden en opvoeden : om te overwinnen, en dat gaat juist door de verstoting heen, door het zwarte paard, door de honger. Iyowb wordt voorbereid om het gele paard te berijden, als een overwinning over zichzelf.' 'Het gele paard in de grondtekst, het paard van overwinning.'

'Jezus, en de draak staande op het zand, zijn metaforen van het paradijselijke geslachtsdeel waarvan de mens was gemaakt, in plaats van spieren. De kruisiging en de opstanding is een metafoor van de goddelijke verlamming waarin de verharding plaats vindt, dus ook van het geslachtsdeel. Dit is waar ook het gele paard voor staat. In het Aramees is de ruiter van het gele paard verlamd. Ook Iyowb wordt in de esoterie weleens beschreven als de ruiter op het vierde, gele paard. In het Aramees wordt hen de overwinning gegeven.' Het gaat hier over de grondteksten van het vierde paard in Openbaring. Als we naar de metafoor van de geslachtsdaad kijken dan is het dus een beeld van het penetreren van de spiegelrealiteiten, het gaan door de spiegel, het verstaan van de dualiteiten. Daarom moet de mens een op en neergaande beweging maken om de vrouw (oorlogsgodin) te bevruchten, oftewel : niet eenzijdig zijn, maar de spiegelmetrie leren, van zowel de emanatie als de involutie, het terugkeren. De mens kan niet ontwikkelen, kan niet voortplanten, als hij de golfbewegingen van de natuur niet onderkent. Het is dus de overlevingsdrang. Het is een schande dat de stadse mens van sexualiteit zoiets oppervlakkigs heeft gemaakt. 7. Zij kent de wetten van de eeuwigheid. Zij genas mijn hart en mijn herinneringen, De puzzel in mij maakte zij. 8. Zij leerde mij de kennis, Zij leerde mij lezen en vele talen, Zij leerde mij schrijven en de schoonste kunsten, Zij leerde mij strijden, Zij van de gele bloemen 9. In haar heb ik alles gezien, Zij van de gele bloemen. 10. Over het ravijn bracht zij mij, Tot de dieptes van een woud, Waar het altijd regent, Altijd tropisch is 11. Nu maak ik mijn tochten in een boot, over de rivieren waarin langs de kanten de gele bloemen groeien. Zij houden mij dromerig, zij houden mij in slaap, in diepe slaap. Zij geven mij sap te drinken 12. De gele bloemen vertellen verhalen, verhalen wonderschoon. En zij leiden tot een wonderlijke tuin, een lusthof. 13. In de straten ontwaak ik, Meisjes met witte bloemen in hun haar, Dan neemt zij mij mee naar het tuinfeest, En ik blijf zeggen : 'Ik ben er nooit geweest.' Het gele laat meerdere kanten zien, het caleidoscopische verhaal, en de mens zweeft tussen herinnering en vergetelheid, en tussen openbaring en het geheim. De mens keert weer terug tot de baarmoeder en tot de ontkenningsfase : 'ik ben er nooit geweest.' 3. En zoveel monikken met kappen volgen haar, met langzame pas door de bloemenvelden. Deze

bloemen worden wit in de nacht. 4. Zij van de gele bloemen, eens zag ik haar, Ik werd getroffen als door bliksem, en toen viel ik in slaap. 5. Zij van de gele bloemen, Zij is een tunnel naar de onderwereld In dit mysterie wordt dus alles omgevormd en ook alles weer teruggevormd (involutie). Dieper en dieper, en dan op het hoogtepunt geeft de mens zijn zaad, laat los, en dan is er nieuwe geboorte. Dat is de filosofische spiegelmetrische sexualiteit wat iets is tussen de mens en de dynamiek van kennis, als onderdeel van de immunologie van de natuur, wat het diepe wezen is van de speer van de oorlogsgodin. Alles ontstaat, bestaat en keert terug hiertoe. In dit overlevingsmechanisme van de kennis zien we hoe 'gevaarlijk' dit systeem is, en hoe dit systeem dus niet over rozen gaat alleen, maar dwars door de doorns heen, en hoe het ons noodzakelijkerwijs verwond, vanwege alle noodzakelijke tegenstellingen, het gele. Ja, het gele verwond diep, en daar gaat het volgende boek, boek 22, van de Vur over. Dit boek heet : het beroemde schilderij, en is een mijlpaal in de Vur. 1. Ze was een bloederige wond in mijn hart. 2. Ik kon haar niet doorzien, maar soms in flitsen was alles duidelijk. Dit is de begin situatie. Het is nog grotendeels onbekend, en men is misschien eenzijdig opgevoed, alles maar van één kant, en het vreemde is altijd slecht. Toch zijn er dan die mysterieuze glimpen die je als kind kan meemaken van die andere, verboden wereld. Zoals vroeger mocht ik vanwege de kerk niet naar bepaalde muziek luisteren, en als ik dan fragmenten hoorde dan had ik zoiets van : 'maar dat ben ik. Dat is mijn creativiteit, de natuur.' En die fragmenten werden dan afgespeeld als waarschuwing, maar ik wilde dan de rest horen, wat ik dus niet te horen kreeg, en dan ging ik er zelf over fantaseren hoe het zou aflopen. 3. Ik begeerde haar te kennen. Zij was mijn innerlijke wond. Het was een vruchtbare plaats, als de tuin rondom mijn huis in mijn gedachten. 4. Die tuin was roze, sprankelend. Ze stond daar met boeken vol gedichten. 5. Ik kon mijn gedachten niet keren. 'Lees eruit voor,' zei ik. Maar ze zei niets. De wond was te waterig om iets te zeggen. Alles wat ik greep sijpelde weg. Als kind kun je er gewoon geen grip op krijgen. Het is allemaal nog niet rijp. De tijd zal het leren. Alles heeft tijd nodig. We kunnen de natuur niet forceren. We moeten ook aan dingen toe zijn, en het zelf oplossen. Alles moet verdiend worden. Als we een glimp hebben gezien wil het niet zeggen dat de Kennis haarzelf als een hoer aan ons zal geven, zomaar voor niets. Eerst hebben we een gevecht met de leugen, met de tegenstellingen. We krijgen de Kennis, haar, niet zomaar. In de kerk is alles genade, maar wat krijg je dan ? Het is allemaal aas. 'Jaaaaa,' roept de muis, 'lekkere kaas !' Maar het is een muizenval. 6. Ze draaide langzaam rond als een ballerina, verspreidende lichte, zachte muziek, als op de achtergrond. Het was niet eens goed hoorbaar, maar ik leek er rustig van te worden. 7. Het greep mijn hart, en liet mij een gat in de tuin zien. 8. Zij is een religieuze ballerina die altijd in dezelfde cirkeltjes draait.

Daar ging de Vuh poëzie ook over : 'En deze harten kloppen als vissen in het water, Iemand ontwaakt, als danseresjes op tafels, Shampoo in hun haren, En hun haren worden groen, en de vloeren worden paars, Na de nacht, Driehonderd speren door de deuren van Salomo, De koning der dwazen staat voor u, Maar ik ben ver weg, Cruiseschepen breken door.' Dat is alles wat ze doet en alles wat ze kan : ronddraaien, als van die sprekende poppen voor kinderen waarbij je op een knopje op hun buik moet drukken, en dat ze dan telkens hetzelfde zeggen. Het is alles wat we hebben en alles wat we krijgen voor dat moment, maar het mysterie ligt daar. De Kennis werkt er doorheen. Zij zegt : 'Puzzel er maar mee. Hier zit ik in. Dit is het pakpapier.' Vandaar dat ik ook nooit geheel de christelijke religie als vuilnis overboord heb gegooid, en mijn reformatorische erfenis. Ik heb er altijd veel waarde in gezien en nog steeds. Ik was er ook verliefd op zo te zeggen, maar dan meer op de potentie ervan. Ik had visie voor verdere reformatie. De poorten moesten opengebroken worden. Ik had teveel van dit mysterieuze wezen ontvangen in deze religie, dit mysterie. Ja, het westerse haatte ik, maar de exotische, midden oosterse bron erin, de grondteksten, was als het tuinhekje wat openging waardoor je tot de wildernis kon komen. Studie kan een machtige ervaring zijn als je buiten de hekjes durft te studeren. 9. Ze lieten mij een waterige vlam zien. 10. Er was hier een stad in oorlog. 11. Er was een speciale taal in de ring gegraveerd, zeiden ze, bepaalde tekens. 12. De ring had me verdoofd. 13. Een rijkere natuur ontvouwde zich voor mij. 14. Zij schenen zich niet om een god te bekommeren. 15. Zij werden voortgestuwd door de familie. Het christendom is geen pure kennis. Het zijn geen ware studenten, maar het is een familie feest. 16. Het verloor zijn betekenis geheel. Niemand wist meer wat het was. 17. Niemand kon mij nog stoppen. Zij was mijn innerlijke wond. Zij ontdeed haarzelf van kleding, 18. Zij was het geheim. Zij leefde diep binnenin. Haar vellen lagen op de grond. Zij had een speer in haar hand, en zou de tent bewaken. Hier ontmoet hij de oorlogsgodin. Hij heeft geen compromissen gesloten. Hij is doorgegaan met ontcijferen en studeren, en zo kwam zij hem tegemoet en openbaarde haarzelf aan hem. We zien hier de speer van Saul, van de oorlogsgodin. Het is een ervaring van involutie na alle emanaties. 19. Ik kwam in mijn oude huis toen ik uit dit schilderij was gestapt. En het leek in de verste verten niet meer op wat het was. En wie had het geschilderd ? Het was een beroemd schilderij. 20. Ik werd wakker en ging naar de bibliotheek. Ik las boeken en raakte gehypnotiseerd. Ik stapte in het boek, of werd erin gezogen, en gleed weg. Schilderijen vlogen om mij heen. Ik ging een stenen trap op, waar ik haar zag staan, mijn innerlijke wond, met een mes en een speer. Ook had zij een boog met pijlen. Alles begon te draaien. Ik had geen kracht meer om op te staan. Ik was opgesloten

in het boek. Ik nam het boek mee naar huis, en weer begon alles te draaien. Het was een betoverend boek. 21. Ik vond het boek gevaarlijk, en bracht het terug, maar ik kon mijn weg er niet meer uitvinden Maar het gele wil dus dat we telkens weer teruggaan, de natuurlijke penetratie, in uit, op neer. Ook moeten we alles blijven toetsen en met haar worstelen. We kunnen het proberen los te laten, maar het laat ons niet meer los. Dit is het beroemde schilderij. Het volgende boek, boek 23, de laatste jacht, gaat met dat thema verder. Durven we ook de dingen confronteren die we moeilijk vinden, zelfs gruwelijk ? We moeten het oplossen. 13. Hoe dan ook, het hoe en waarom van de jacht interesseerde mij. Het was een prachtig schilderij, dat schilderij op de zolder. 14. Sommige schilderijen die ze had waren echt luguber. Maar ik moest er gewoon meer vanaf weten. Het was een drang die ik niet kon tegenhouden. Mijn obsessie met indianen werd zo sterk. Wij moesten en zouden het geheim ontrafelen. 15. In mijn hoofd dansten de indianen een vurige dans, en als dat zo door zou gaan zou alles spoedig in vuur gaan. Ik kon mezelf er niet van losmaken. 16. Zowel de blanke als de indiaan waren vertrokken, naar hun eigen stukje natuur. Het bed was omringd met duizend deuren. Eén van deze deuren was de deur van verzoening, terwijl de anderen deuren waren van de dood. Ik was vastbesloten de juiste deur te kiezen. Ik had maar één kans. Ik ging op mijn gevoel af. Ik opende een deur en viel in een afgrond. Was dit de dood of de verzoening ? 17. Aan de andere kant van de afgrond kwam ik aan. Ik was trots op mezelf dat ik het had gered. Waar was ik nu ? Dood of levend ? Een vrouw droeg een kruik, de laatste jacht. 18. Ik staarde naar haar schilderij. Ze had het zelf geschilderd. Ze had een prachtige uitleg gegeven, zoals ik het niet zou kunnen doen. Ik had bewondering voor haar. Zij had een heerlijk boek geschreven. Andere boeken zouden mij steken. De jacht wordt in de tweede bijbel uitgelegd als iets metaforisch, namelijk het overwinnen, begrijpen, verwerken van het ego door de spiegelmetrie. In die zin is het dus de vruchtbaarheid van de natuur. Alles moet dus in kannen en kruiken komen door het spiegelmetrische onderwijs, totdat de mens gekomen is tot de laatste jacht. Het is de oorlogsgodin, of jachtsgodin, de kennis, die op de mens jaagt, en de mens heeft het niet begrepen. De mens moet involueren, terug tot haar baarmoeder. Alles wat zij wil is wedergeboorte geven, en wederopvoeding. Het gele mysterie is dus belangrijk voor een grotere context, als het zand van de zee, het strand, wat ook voorkomt in de poëzie van de Vuh : 'Wij zijn op strand en zand.' En er wordt gesproken over Vanille's woestijn of wildernis. Verder zegt de Vuh over het gele : 'Er zijn ook nog gele jachten, de jachten van de grotere tijdperken, die ook wel de vlekken worden genoemd.' En dan wat hieroglyphen : '8. T12 – OEROEMBOEL – de negentiende hersenen – simulerende hersenen Deze hersenen maken van alles simulaties, namaak, als beveiliging, en stellen zo hun strategieen op. 9. T13 – OEROEMBOELE – de twintigste hersenen – boekvormende hersenen Deze hersenen vormen alles om tot boeken, plaatjes en films, om nog meer afstand te scheppen.

In de strijd tegen de valse sexualiteit moeten de OEROEMBOEL en de OEROEMBOELE hersteld worden. Dit zijn de paradijselijke hersenen van het spelmaken en boekmaken van alles om ons heen. Wij moeten uit een heleboel valse spelen en valse boeken ontsnappen waarin wij opgesloten zitten. Zo mogen wij komen tot de OEROEMBOEL, hersenen in de buik, die een spelmaker is. Sterke gele stralen komen vanuit die hersenen in de paradijselijke buik, om zo de vijand te simuleren en in een spel te brengen. Alles kan gemaakt worden tot een spel. De OEROEMBOELE zijn hersenen in de borstkas die dan alles brengen in boeken, plaatjes en films. Ook worden dingen daar omgevormd tot schilderijen, zodat er glas komt tussen de kijker of de lezer en het boek, de film of het schilderij. Zo kan er een wisselwerking plaatsvinden tussen deze twee hersenen. De OEROEMBOEL is de virtuele werkelijkheid, en de OEROEMBOELE is de literaire, beeldvormende afdeling, als een televisie, de verhalende scherm-werkelijkheid. Tussen deze twee hersenen is er een brug, waardoor er mengelingen plaats kunnen vinden, waarin vele graden zijn van realiteit en afstand.' 'Dit leidt dus tot het zwarte paard, de duisternis, en dan tot het vale (Aramees : groen, geel) paard, de dood, waarin de valse, stadse natuur afsterft. Dit leidt tot het vijfde zegel, de heilige slaap. In het sprookje Doornroosje komt dit ook weer naar voren, en metaforisch gezien wordt Doornroosje dan gewekt van een honderdjarige slaap door de kus van de prins. De heilige slaap scheidt ook de goeden van de slechten. Het zesde zegel is een overzicht van wat er in de voorgaande zegels is gebeurd als het openbaar worden van de grote Sarah cyclus. Dit leidt tot de grote vergetelheid, het zevende zegel, de planeet van stilte. Sommigen zullen in de eeuwige slaap ten onder gaan, en anderen zullen uit hun slaap gewekt worden, door de Doornroosje metafoor, de tucht van de doorn. Doornroosje viel in slaap door de spoel van de spinnenwiel, de eerste steek, en werd gewekt door de kus van de prins, wat erop neerkomt dat alleen door Doornroosje, de tweede steek, als een beeld van de eeuwige en grootste tucht, ontwaken mogelijk is, als het komen tot de droom door de nachtmerrie. De doorn gaat over de doorsteking, de piercing, en dat is het enige middel.' Dit is ook weer verbonden aan de speer van Saul. 'Dit is een beeld voor honing (DEBASH, geel). Bijen staan namelijk voor ontgiftiging en zijn dus van levensbelang in de strijd tegen schimmels. Met een schimmel kun je niet discussieren, maar je hebt wapens nodig die je kan terugvinden in het leven van de bij, wat ook weer nauw verbonden is aan bloemen en het hele plantenrijk, omdat de bij daaruit zijn bronnen put en dit bewerkt. Daarom staan Adam (adem) en Eva (honing) voor de honing-adem, het honing gas. Dit is het eeuwige zaad waardoor het paradijs ademt en waardoor het virussen en schimmels buiten de deur houdt. Zaad is in het Hebreeuws ook 'het zaad van bloemen', oftewel honing. Dit hebben we nodig om veilig door de nacht te komen, om zo niet door de schimmels ten onder te gaan. Dit is dus de diepere betekenis van Adam en Eva, het diepere mysterie van het paradijs.' 'Een ander symbool voor het paradijselijke zaad is de peer. De peer heeft veel van de kwaliteiten van het paradijselijke zaad.' 'De gevallen, aardse spieren werken door genade, niet door loon. Het is een cheater-programma. De oplossing ligt in het vale paard, het vierde paard van de apocalypse, het groene paard, het aanbreken van de dag in de nacht, metaforisch voor het nachtzicht. Dit is ook het gele paard in de grondtekst, het paard van overwinning.' De mens moet dus in een spiegelmetrische dromerigheid komen, als door een heilige drugs, waar ook het volgende boek van de Vur over gaat, boek 24, Suriname. Als eerste brengt dit chaos, omdat

het moet afrekenen met alle bestaande gedachtenstructuurtjes die de mens opgesloten houdt, in het bonzai buizen systeem van Rigil Kent. De mens moet eerst de oude identiteiten verliezen, de opgelegde identiteiten. Even kan het dan wezen dat de mens denkt het niet meer te weten of zelfs gek te zijn geworden, zoals in dit boek. 21. Een plant met gele bloemen, het is als drugs. Over die brug kwam ik hier. Wie heeft mij zo gemaakt ? Er moet een uitweg uit dit doolhof zijn. Ik ben bezeten en gespleten. Ziek zijn in Suriname is geen pretje. Ik kon er wel in, maar niet meer uit. Het vuur der dwazen brandt hier. Als dollen dansen zij er omheen. Ik doe niet mee. Een groter kwaad is er nooit geschiedt. 23. Ik ben in een halve coma. Ik kan me niet goed bewegen en niet goed ademen. Het is de aanval van de plant. De struik heeft genomen, en laat haar doornen inzinken. Buiten is er donder. Het gele mysterie gaat dus diep. Diep emaneren, en diep involueren. De persoon in dit boek is manisch, gaat op en neer. Dat is wat het gele mysterie is. Het is als een naaimachine, en er wordt ergens naartoe gewerkt. Het is als een drilboor van een school, van spiegelmetrie, en de mens moet geheel losgedrild worden uit het beton van de bonzai. Vandaar dat er wel tegengestelde krachten moeten zijn, anders komt de mens er nooit uit. 25. Diep kijk ik in haar ogen en zie hetzelfde. Het is bijna als een spiegel. Ik probeer de diepte van haar ogen te zien. Ik heb het gevoel dat ik in cirkeltjes draai. Hetzelfde is mij al eens eerder overkomen. Ik kan niet losbreken. Ik moet geholpen worden. Maar de hulp komt niet. Het gele mysterie is dus niet onbekend met wanhoop. Maar dat moet tot een grotere overgave tot de kennis leiden. 26. Het grote syndroom van Suriname heeft mij in haar macht. Het is als een verslaving aan drugs. Ik kan de ketenen niet doorhakken. Moed heb ik niet om dit syndroom in detail te bespreken. Ik praat er slechts omheen. Ik ben zo gemaakt. Het is mijn aard geworden. Ik drink van de bloemenzee, en stik bijna in haar zaad. Warmte komt met golven om mij heen. De witte stad komt in zicht, maar verblindt mij. Eerst is de mens te gevoelig, en doet alles pijn, en kan de mens het niet verstaan. Het is niet rijp, maar chaos regeert. Er is geen inventaris. Alles ligt door elkaar heen. De mens kijkt naar miljoenen filmpjes tegelijk en raakt ervan in de war. Het is vloed en het is oorlog. Maar daarna zal de vloed gaan liggen en brengt de eb rust. Eerst is de mens te gevoelig voor de kennis, en kan het niet verwerken, en elke aanraking doet pijn, maar de wegen van de Vur zijn cirkelend, niet rechtstreeks. De mens heeft filters nodig, tussenstappen. Die kunnen alleen natuurlijk groeien. Eerst moet de mens dus door een Doornroosje ervaring heen, door een ervaring van de speer van Saul die op hem afgeworpen wordt. 18. Toen kwam het. De struiken namen bezit van me, alsof rivieren me overstroomden. Ik was in een droom. Ik was als Doornroosje, maar Doornroosje stierf. Ze werd door teveel doornen geprikt. Het was een deel in mij wat stierf. Ik bevond mijzelf in een wilde zee, totdat ik aanspoelde op een strand. Iemand kwam tot mij, en hielp mij op de been. Toen bracht zij mij naar haar huis. Ze glimlachte. Ik staarde naar haar. Ik kon niet denken. Alles stond stil. 27. Ik draai en woel in mijn bed. In de rivier hangen de witte bloemen diep, met een zwaar gewicht. 28. Iedereen zonk weg in de witte golven, en vele schepen vergingen. Ik klom door, hoger de stad in. Ik durfde niet achterom te kijken. Ik hoorde gekrijs, en mensen riepen : Stop. Maar ik liep door. Ik was in Suriname. Alles loopt over in de wildernis in de diepte van de witte stad. Het is een schuimende zee, wild golvend. Ik kijk erna, en het is alsof ik in een coma ben. Niemand kan mij horen. Niemand kan mij verstaan. Het is alsof er nooit communicatie is geweest. Niemand kan iets

overbrengen. Ik zink weg in de witte zee. Wij zijn aan ons lot overgeleverd. Oh, was ik maar nooit naar Suriname gegaan. We krijgen misschien heimwee naar de vleespotten van waar we vandaan kwamen, maar we moeten blijven doorzetten. Teruggaan is geen optie en dat kan ook niet. Die tijd is geweest en komt nooit meer terug. Het kan alleen nog verdiept worden, maar daar hebben we een grotere context voor nodig : het gele, het onderwijs in de spiegelmetrie, het leren kennen van de ritmes van de dualiteiten. Ook boek 25 gaat over het gele, over de gele vlinder. Hoe het gele door de natuurwetten in ons op zal rijzen. Het gaat over hoe onnavolgbaar het gele is. Het zijn orakels die hun bruggen beveiligen met raadsels. Daarom fluisteren ze. Het is een geheime sleutel wat de mens eerst verscheurd en dan weer opbouwt, genaamd 'het gevaar'. Het is de vlinder van een trauma. Hoe dieper we gaan, hoe hoger we gaan. Iemand die nooit iets meemaakt komt dus ook nergens. Boek 26 gaat daar op door. 1. Ze hebben gestoken, En nu is alles zacht als honing. (het gele) 3. Bij daglicht was ik een golf in de zee Het begint dus met het golven, het leren golven, het leren spiegelen. 4. Ze rent om van het vuur los te komen, maar het blijft knagen. 5. Totdat ook de honing haar vindt. Ze heeft honing op haar gezicht, Ze is gestoken door bijen. Alles roept weer tegengestelden op. Uiteindelijk zal de involutie dus alles herstellen als we maar diep genoeg een confrontatie hebben gehad met de emanatie. Heb je de golven naar beneden gezien ? Dan kun je ook de golven naar boven zien. Ben je op de bodem van de waterval geweest waar alles kapotkletst op de rotsen ? Dan zul je ook omhoog kunnen gaan over de waterval, tot de rivier. Daarom zegt boek 27, het sieraad, ook : De wesp zal blijven steken, totdat de herinnering open is, totdat de herinnering op de juiste plaats is, totdat het is begrepen (:4) Hoofdstuk 70. De Speer van Saul II We zijn aan het einde gekomen van dit onderwijs boek : Rigil Kent Ontsluierd - De Verloren kern van Orion. De speer van Saul ligt gecodeerd in het NT, in de brieven van Paulus, oftewel van Saul zoals hij

werkelijk heet, en wat in diepte dus de Orions-Rigil Kentse oorlogsgodin is. Dan kunnen we heel veel in die speer zien, zoals het spiegel mechanisme in Kolossenzen, ook als een beveiliging van de speer. Timoteus was het kind van Saul, oftewel van Paulus, oftewel van de oorlogsgodin. De speer brengt dus ook door de Timoteus dynamiek wedergeboorte en wederopvoeding. Is ons ego al gespeerd ? Efeze rust ons toe in de strijd tegen het ego. Dit verteld dan ook over de strategie van de oorlogsdynamiek van de kennis. Wij mogen nooit zomaar naar de speer grijpen om oorlog te voeren, want dan zal het ons totaal afbranden. Het is de speer van de oorlogsgodin, van de baarmoeder, en alleen zij kan de speer hanteren. Het is iets metaforisch. De speer brengt tot heilige gevangenis, zoals in Filippenzen, waarin de mens leert over het geheim, om zo te komen tot openbaring, het Woord, waar de mens leert over het belang van de restricties als onderdeel van de paradijselijke immunologie. Het paradijs is niet zomaar het paradijs. Zonder de immunologie, oftewel de demonologie, kan het paradijs niet bestaan. Kijken we dan naar Romeinen als onderdeel van de speer, dan brengt dit de mens terug tot de oerwortels, tot de natuur, en tot Israël, waardoor je dan automatisch ook terugkomt tot Egypte, omdat Israël een zijtak is in de Egyptologie. Het boek Romeinen gaat in het Aramees over het volharden, wat in principe de enige weg is tot de heilige gebondenheid waarover ook Galaten spreekt. Deze speer wordt er op ons afgeworpen, en deze speer is er om ons te testen en ons los te maken van het ego, zoals ook II Korinthe over het toetsen gaat. Tessalonicenzen trouwens ook, en het gaat ook over de opname. In de context is dat dus metaforisch, zoals de opname door de valkyries, wat gebeurt als een mens hard aan zichzelf gestorven is op het slagveld tegen het ego. Aan welke kant sta je, en aan welke kant moet je staan, want het collectieve ego wat we in het stadsbewustzijn zien, heeft een heel ander plaatje van het ego gemaakt, heeft dus alles omgedraaid, vandaar dat het teruggedraaid moet worden, de involutie. Waarmee ben je bewapend ? Met de stad of met de natuur. Boek 28 van de Vur, de robot, stelt : 1. Het was te sterven verschillende malen om te komen tot de diepste dood. Zij die daar kwamen verloren henzelf om robotische experimenten te worden. 5. Was hij de enige overlevende ? Hoeveel kaarten heb je ? Vroeg een vrouw. Hij had een boek vol kaarten. Zijn wij de enige overlevenden ? Vroeg hij. 6. Er moeten er meer zijn, zei de vrouw. Zijn herinneringen waren kaarten. Hij kon ze gebruiken wanneer hij ze nodig had. De vrouw nam hem naar een markt waar in kaarten gehandeld werd, en waar kaarten geruild werden. Hij moest het beste kaartendek bouwen. 7. De verliezers zouden doorboort worden met speren. 11. Hij durfde niet te bewegen. 12. Hij ontdekte dat zijn wapens hem opgesloten hielden. Dit kun je vanaf verschillende kanten lezen, wat ook de bedoeling is. Het gaat om een spel op leven en dood. In sommige indiaanse culturen bestonden zulke spelen. Maar dit is metaforisch, en we hebben de gnosis te winnen en het ego te verliezen. Maar welke wapens grijp je ? Welke kaarten ? Je moet dan weer heel voorzichtig zijn en eerst terug gaan naar de natuurbron, zodat je geen losgeslagen strijd voert, want dan is die al verloren. Het beste is om de hogere leger-ordes uit te voeren, terug te keren tot de leger overste. In de stad krijg je namelijk de verkeerde wapens aangeboden, en die sluiten je alleen maar op. Het komt neer op een kaartspel. Heb je de juiste kaarten ? En waardeer je je kaarten wel op de juiste manier, en zet je ze op de juiste momenten in ? De Vur gaat veel over dit kaartspel van de natuur.

De Logistieke Filosofie COAB 2019 Hoofdstuk 1. Rigil Kent in de tweede bijbelse poëzie Hoofdstuk 2. De Ontwaking van Job Hoofdstuk 3. Stierf Jezus wel werkelijk aan een kruis ? Hoofdstuk 4. De Tijd Vliegt en Liegt Hoofdstuk 5. Diepere betekenissen van Kaïn en de slang van mozes Hoofdstuk 6. Bespreking van ons 1994 artikel 'De Overwinning over Gog' Hoofdstuk 7. Paulus en de verborgen Godin in het NT Hoofdstuk 8. De Rivier van Vergetelheid Hoofdstuk 9. De Vrouwen van Adam en een ander scheppingsverhaal in het Judaïsme Hoofdstuk 10. Na Rigil Kent - Het probleem : dimensie overlapping Hoofdstuk 11. Het nut van een identiteits crisis Hoofdstuk 12. Het ontstaan van dimensie overlappingen Hoofdstuk 13. De Sexuologie van de Gnosis Hoofdstuk 14. De Drie-enige Godin van Adam Hoofdstuk 15. Het Stoïcijnse Pad van de Eenling Hoofdstuk 16. Nut of Geluk ? Hoofdstuk 17. Overeenkomsten en verschillen tussen de stoïcijn en de christen Hoofdstuk 18. Het stoïcisme als vergeten en verloren geraakt fundament van het christendom Hoofdstuk 19. De Stoïcijnse drie-eenheid Hoofdstuk 20. De stoïcijnse natuurmotor Hoofdstuk 21. De Stoïcijnse filosofie versus het zout komplot wat de aarde bedreigd en allang heeft

ingenomen Hoofdstuk 22. Het zout alarm in de stoïcijnse filosofie Hoofdstuk 23. Logos in de cryptosofische amazone filosofie Hoofdstuk 24. Diepere betekenissen van de heracles mythologie ook in verband met het christendom Hoofdstuk 25. De diepere betekenis van het tweede werk van Heracles Hoofdstuk 26. De varkensjacht Hoofdstuk 27. Auschwitz en het verloren varken Hoofdstuk 28. Sobibor - de heilige graal van de tweede wereldoorlog Hoofdstuk 29. De tweede wereld oorlog nu Hoofdstuk 30. Creative Energy Life Hoofdstuk 31. De man erger dan Hitler - Josef Mengele - Fuhrer van de medi-nazi's Hoofdstuk 32. 1940 - het leugenjaar Hoofdstuk 33. Het hogere ras van Nietzsche en de verloedering van de Nietzcheaanse filosofie Hoofdstuk 34. Nietzsche en het Nooitgemaakte Hoofdstuk 35. Nietzsche en het op de deur kloppende Nihilisme Hoofdstuk 36. Napoleon en de eeuwige obscuriteit Hoofdstuk 37. Het wachten op het napoleonitische visioen Hoofdstuk 38. Napoleon en de nachtmerrie van de feutus en het herstel van het moederschap Hoofdstuk 39. Napoleon en de perseusische spiegel Hoofdstuk 40. Stofzuiger fabrikanten uit de hel Hoofdstuk 41. De kruistocht tegen de demonologie Hoofdstuk 42. De logistiek van de demonologie Hoofdstuk 43. De nachtmerries van de feutus : Bamah en de zwarte hanen Hoofdstuk 44. De ontvoerde feutus en de openbaring van het oer-onderbewustzijn Hoofdstuk 45. Het lek in de eenling filosofie Hoofdstuk 46. Het Areta Kruis Hoofdstuk 47. De werken van heracles als oer-medicijnen Hoofdstuk 48. Areta en de zwart-witte hanen Hoofdstuk 49. Het oog Hoofdstuk 1. Rigil Kent in de tweede bijbelse poëzie De kennis fluistert, in golfbewegingen, van zachter naar harder naar zachter, om de openstaande mens te onderwijzen. Hier is veel buitenaardse activiteit mee gemoeid. Het zijn als abstracte bedrijven of samenlevingen waar je aandelen bij kunt hebben om delen in de winst, ook als een

soort verzekering, waarvoor je dus een bepaalde belasting betaald. Die belasting is puur voor herkenning, als een token, dus zwaar cryptisch. Die tokens liggen door ons hele leven heen. Het kunnen bepaalde gebeurtenissen zijn, herinneringen, of zelfs hele kleine details die ieder ander mens over het hoofd zou zien. Zo kom je tot het gat van Rigil Kent, tot de kern, waar alle overlevingsdrangen van de mensheid naartoe leiden. Overleven kun je in kennis. Overleven kun je door kennis te worden. Zo komt de mens langzaam tot de eeuwige kennis door laag voor laag af te pellen. Er is buitenaardse hulp. Er wordt veel buitenaardse hulp geleverd in allerlei vormen, op allerlei manieren, en de belasting is puur de tegenreactie, als onderdeel van de communicatie, waardoor het zich kan inhaken. Daarom wordt de mens dus gestoken door de insecten van de rode Rigil Kent kern, als injectie naalden van de hogere natuur dokters. Daar kun je even naar van zijn, maar het wekt je op en geneest je. Ook in de poëzie van de tweede bijbel wordt er ruimschoots aandacht geschonken aan Rigil Kent, als 'de planeet der planeten' : 'Ik ken een plaats waar het zwarte sap stroomt, van een zwarte heuvel, diep in Rigil Kent, daar, diep binnenin, en aan het einde van die tunnel stroomt het rode sap, allemaal om je te doen ontwaken binnenin. Het maakt je verstand zo pluizig, en dan raak je een sleutel aan die je niet eerder zag : koud geweten.' Dit gaat over de rode kern van Rigil Kent, en over de verstoffelijking van het verstand, als een zachte natuurstof waardoor de mens weer kan absorberen. Het koude geweten betekent dat het geweten niet meer reactief is naar aardse wetten, maar alleen maar naar de wetten van de rode kern van het heelal in Rigil Kent. Het wordt ook in verband gebracht met de fluisteringen van de natuur, die als dobbelstenen zijn. Het zijn dus orakels. Op een strategische, gecodeerde manier worden er boodschappen overgebracht die zo niet onderschept kunnen worden. Dat is dan symbolisch de belasting die je betaald. Deze belastingsystemen zijn er dus voor om de mens te beveiligen. De mens moet weer gevoelig worden voor de belastings-systemen van de rode kern van Rigil Kent, van de natuur. Het is onderdeel van de immunologie van de natuur. Dan wordt er gesproken over een fluisteringen fokkerij, wat precies daarover gaat. Daar zijn ook 'bakkers' voor, die in deze fluisteringen ook wonen, en zich erin verbergen. Het is een rijpings proces, en de natuur kent de perfecte timing. Hiervoor zijn de spelletjes die zij spelen dus ritueel, als stricte natuurprocessen. Zelfs onze gezichten zijn op hun kaarten, wanneer zij kaartspelletjes spelen, en als zij natuurverjaardagsfeesten hebben, die overigens tegengesteld zijn aan aardse verjaardagsfeesten (omdat niet een materieel jaar de mens doet verjaren maar het verdienen van kennis), dan zijn onze gezichten de 'vlammetjes' op hun verjaardagskaarsen. Er wordt gesproken over een zeer wrede biljart kamer, maar het is allemaal namaak. Ze simuleren een heleboel, om de mens eruit te halen. Ze hebben alles nagemaakt, als een spookhuis. Als je vriend je vijand speelt, dan is het om je te genezen. Hij komt daar binnen als een spion, om jou eruit te halen. De mens mag dus gevoelig worden voor deze natuur-tekens. De mens kwam hier door de zwarte steen van de scheiding, stelt de tweede bijbelse poëzie vervolgens. Dat kan van alles zijn. De mens werd ergens van afgescheiden en toen begon het hele circus, maar het was om je het gezicht van de bakker te tonen, al zijn gezichten. Vandaar dat het thema 'de bakkerman's gezichten', of 'de vele gezichten van de bakker' telkens weer terugkeert in de tweede bijbelse poëzie. Het zijn spiegels. Kun je erin kijken om de boodschap te ontcijferen ? Uiteindelijk wordt er dan gesteld dat je zelf de bakker bent, en in een gevecht was met een vrouw genaamd 'de zwarte weduwe', wat ook de naam is van een spin. Het is een zwart sap, maar het wekt de mens op tot de rode bloemenvelden diep binnenin.

Het zijn allemaal spelletjes. Hiervoor is een spelletjes museum waar al die automaten staan. De mens raakte erin verdwaald, en moet de spelletjes leren spelen, signalen leren herkennen. Het zijn prehistorische automaten, die eigenlijk niet eens meer werken, maar die vele verhalen dragen. Verderop wordt er gesteld dat het uit de verhalen tas van de grote peer kwam. De peer is een beeld van het oerzaad. Deze peer is als een doemprofeet, en het wordt alleen maar erger. Hij is op weg naar het museum. Hij moet hiervoor door het verlammende en verblindende verkeer en de verkeerslichten. Hij bestrijdt het met zijn horloge en zijn kompas, waarvoor hij zwarte kristallen verzamelt. Hij moet wel, want anders verkopen zijn horror-films niet. Ondertussen verkoopt hij zijn verhalen aan de vogels, die daardoor direct verstenen, want zo kunnen ze in het museum terechtkomen. Allemaal willen ze naar het museum. De grote peer heeft ook een kermis, en hij moet voldoende bezoekers aantrekken, wat alleen maar kan door een goed spookhuis. Zijn geheim is een zwarte raaf in zijn hart, het duisterste muziekstuk ooit. Hij nam het uit Rigil Kent. Dan wordt Rigil Kent de 'planeet der planeten' genoemd, waar alle kinderen genezen worden, omdat iemand de aandacht nam en de tijd voor hun duisterste putten. De grote peer beschrijft het hart van ieder kind met groot gemak, en negeert hun diepste pijnen niet. Hij toont het mes op het scherm, en ook degene die de misdaad heeft gepleegd, en dan verschuifd hij alles op het scherm totdat het het zachtste sprookje is. Alles, maar dan ook alles, wordt tot plastic. Dan staan er twintig kleine plastic draakjes op je kamer, voor de sier, als speelgoed, in een box voor miniatuurtjes. Ik had het vroeger ook in mijn kamer hangen. Ik verzamelde plastic figuurtjes. Het gaf me rust. En dan denk je : 'Wat was het probleem nu eigenlijk ? Dit is alles wat ervan is overgebleven.' Hoofdstuk 2. De Ontwaking van Job Numeri 21 4Toen zij van de berg Hor opgebroken waren in de richting van de Schelfzee ten einde om het land Edom heen te trekken, werd het volk onderweg ongeduldig. 5En het volk sprak tegen God en tegen Mozes: Waarom hebt gij ons uit Egypte gevoerd? om te sterven in de woestijn? Want er is geen brood en geen water en van deze flauwe spijs walgen wij. 6Toen zond de Here vurige slangen onder het volk; die beten het volk, zodat er velen van Israël stierven. 7Daarop kwam het volk tot Mozes en zeide: Wij hebben gezondigd, want wij hebben tegen de Here en tegen u gesproken; bid tot de Here, dat Hij de slangen van ons wegdoe. Toen bad Mozes ten gunste van het volk. 8De Here dan zeide tot Mozes: Maak een vurige slang en plaats die op een staak; ieder, die daarnaar ziet, wanneer hij gebeten is, zal in leven blijven. 9Toen maakte Mozes een koperen slang en plaatste die op een staak; en wie, wanneer een slang hem gebeten had, op de koperen slang de blik richtte, bleef in leven. Het volk wilde niet hongeren in de wildernis, wilde niet minderen om het hogere te ontvangen. Neen. Het volk wilde het vele. Ze verlangden terug naar de vleespotten. Ze konden het leven in de wildernis niet waarderen, en kenden het ook niet. Er kwamen toen slangen om hen te bijten, en ze

moesten terugkeren tot de slang, wat een beeld is van het hongeren, het wurgen van het ego wat altijd maar meer wil. Uiteindelijk was het de slang die hen uit de slavernij had gevoerd, zoals de staf van Mozes telkens in een slang veranderd. De honger, het minderen, had hen dus uitgeleid en in deze wildernis gebracht. Maar nu werd hun ego gewurgd, en dat ging hen te ver. Zo was er een zuivering in het volk, want alleen degenen die terugkeerden tot de slang bleven in leven. Wat hield dit ten diepste in ? Ten eerste dus : 'meer' is niet de weg. 'Minder' is de weg. Velen willen deze prijs niet betalen. Eigenlijk is het maar een enkeling die deze prijs betaald, geheel volgens de strategie van de natuur in de natuurlijke selectie, die al in de jaren 1800 door Nietzsche en Darwin werd gepredikt. Dat was een zware boodschap voor de kerkelingen die altijd maar familie-zuchtig en groeps-zuchtig waren, altijd maar meer kerkzieltjes wilden hebben. Zo voelden ze zich beter over zichzelf. Ze konden de vleespotten niet loslaten. Ze wilden de slang van Mozes, de slang van het minderen en de wurging van het ego niet. Zij aanbaden het collectieve ego, en noemden het God. De meerderheid is altijd weer hun excuus, altijd weer hun kompas. Dat is het wezen van de stad. En altijd volgen ze na wat een ander zegt : 'Er staat geschreven.' Dat is voor hen voldoende bewijs. Want ziet u, de meerderheid is immers de gemakkelijkste weg, want dan hoef je ook geen weerstand te bieden. Eigenlijk bent u dan al dood, als u de weg van de meerderheid begaat. Laten we eerlijk wezen. Het minderen is het wonder van de natuur. Juist dan gaan je ogen open voor de rijkdom van de natuur en wordt je creatief. Je gaat leven, ja, zelfs eeuwig leven. Het is niet makkelijk, het is hard werk, maar zeker niet saai. Je neemt depressie dan op de koop toe, want het beschermt je, en zondert je af van de dode massa's. Het is een teken dat je nog uniek bent. Een teken van leven en creativiteit. Je wilt namelijk geen losbol zijn. Restricties doen nu eenmaal pijn, maar het heeft een reden en is een boodschap. Beugels doen pijn, maar het houdt je op het pad. Zo groei je niet scheef en krom zoals de clowns in de stad. En de slang is een beeld van flexibiliteit. Je vind je weg er wel doorheen. Altijd weer vind de slang een uitweg. Het is een paradijselijk principe. Genesis 49 17De stam van Dan zal een slang op de weg zijn, een hoornslang op het pad, die in de hielen van het paard bijt, zodat zijn berijder achterover valt. De d'n wortel in het Israelitisch, van de stam Dan, is de exegese, de schriftuitleg, het pad van de inwijding door deze mythes. De d'n wortel is ook verbonden aan eDeN, d'n, het paradijs, en in het Westen, in de Germaanse mythologie aan oDiN, d'n. Dit is dus de slang, de wurgketen van het ego, wat verder ook beschreven wordt in de grondteksten van het paradijs verhaal, want ook Adam had zo'n wurgketen om z'n nek. In het Aramees kreeg ook Jezus zo'n wurgketen om zijn nek. Het trekt de mens mee naar een andere wereld. Het is een beeld van het minderen. Daarom was het paradijs ook geen luilekkerland, maar een wildernis met restricties in de grondtekst. Het is de abstracte 'onderwereld' waar je toe komt als je ego sterft. Die kun je dus nu al binnengaan. In de grondteksten was Ijove (Job) iemand die in contact stond met de onderwereld, de erets. 12 :8 zegt : 'Spreekt tot de onderwereld (erets), en het zal je onderwijzen.' In 10 : 9 roept het stof van het paradijs hem, de aphar, om hem te bedekken. De wildernis roept hem, opdat hij contact heeft met de aarde en door haar bedekt is. Hij krijgt dromen en visoenen die hem angst aanjagen. Hierom verlangt hij naar de honger en de wurging (7: 14- 15). In tegenstelling tot het volk verlangt hij naar de slang van Mozes, naar de wurgketen van Adam. Hij wil het vele niet. Hij wil niet horen bij Sodom en Gomorrah. Hij is een eenling. Hij is een afgezonderde. Hij zou moeten gaan slapen in het stof van de paradijselijke

onderwereld, de paradijselijke wildernis, wat dus allesbehalve een hedonistische tuin van losbollige vreugde is, zoals het in het Westen vaak wordt neergezet (:21). Om aan het vele te ontkomen moest hij komen tot de besnijdenis, ook de hoofd-besnijdenis (19:26). In 9 : 18 wordt de heilige wurging van het ego beschreven : – God zal mij niet adem, ruwach, laten ontvangen, maar zal mij vullen, verzadigen, saba, met bitterheid in de ziel. Adem (ruwach, geest) was maar een tussenstap, en het zou van Ijove weggenomen worden nadat het hem tot de wildernis had geleid, zoals ook de geest in het NT tot de wildernis leidt, tot de volle waarheid. Het is een onderpand. 10 : 1 – Ik zal spreken in de bitterheid van mijn ziel, nephesh. Die ziel werd ook aan Adam in het paradijs geschonken, en hier aan Iyove. De ziel is in de grondtekst de honger, de restrictie en discipline van het minderen. De honger wekt een andere vibratie op. Ijove moest nomadisch leven, alles achter zich laten, trillend en bevend door de wildernis, om in die andere vibratie te komen, nuwd. Abbadown, de vernietiger, oftewel b-dan, het hart van Dan, het hart van de slang, van de wurgende honger, stond naakt, zonder bedekking, voor het Aangezicht van God (26 : 6). Zij zou op jacht gaan naar Ijove om hem terug te brengen tot de paradijselijke wildernis. Ook Ijove was naakt hier vandaan gekomen, en moest er weer naakt tot wederkeren. Dat wil zeggen : zonder compromissen, zonder bedekkingen, zonder reserves. Naaktheid is een beeld van de honger. (1 : 20-21 ) In het boek Openbaring bewaakt Abbadown de oerafgrond, de baarmoeder. Iyowb werd geplaagd door dromen en visioenen die hem angst aanjoegen. Dit was zo erg dat hij de hongerdood en de wurging verkoos boven het leven (7 : 14-15). In het Aramees staat er dat hij naar Abbadown verlangde. Hij wilde het kloppende hart van de honger leren kennen, de bewaker van de baarmoeder van de wildernis. Dit is dus in principe de exegese van het thema 'de slang' in de bijbel, het wurgtouw om het ego een halt toe te roepen. In het Aramees verlangt Iyowb niet alleen maar naar Abbadown, maar onderzoekt haar ook. Het hart van de honger is natuurlijk de heilige gebondenheid, oftewel de natuurlijke selectie, de uitverkiezing van de natuur. Dit is het hart van de slang, de inventaris van de natuur. Hiertoe werd Ijove door dit alles gedreven. Zijn tong begaf het in dit proces en hij kreeg een wachter van de mond. De Romeinen maakten Jove tot hun god, en het werd het fundament van de huidige beschaving, maar ze maakten een bespotting van Ijove, want de huidige beschaving is gebouwd op het fundament van het hedonisme, niet de honger. De stropdas werd het symbool voor de elite, wat een bespotting is van de heilige wurgketen. Alles wordt in de lagere aardse gewesten verkeerd voorgesteld, en de betekenissen zijn verloren gegaan. Hoofdstuk 3. Stierf Jezus wel werkelijk aan een kruis ?

Ik doe al vele jaren onderzoek naar de Kaïn en Abel mythe, en als kind werden we met dit verhaal bijna doodgegooid, over Kaïn die zijn broer Abel vermoord, maar dat staat er helemaal niet in de Israelitische grondteksten en in de Egyptische wortelteksten. Ik heb er al veel over geschreven, maar Abel is Hobel in het Hebreeuws en betekent 'adem', en het is een schaduw van Kaïn, namelijk zijn ego, en dat moest sterven. Het komt regelrecht uit de Egyptische onderwereld boeken. In het zesde of zevende uur van het boek der poorten, het uur van khaen of qan (vgl. qayin, hebreeuws) zien we de gemummificeerde god q'n of aqen staan met een touw om zijn nek, en er komen telkens schaduwen uit hem voort, als beeld van het ego, en daarom moet er voortdurend aan het touw getrokken worden, opdat het ego hem niet kan overnemen. Dit is dus het heilige wurgtouw, waar ook Jezus aan hing in het Aramees, en wat ook Ijove en Adam hadden. Dit is dus het orignele verhaal van Kain en Abel, zijn ego adem, zijn schaduw. Het wurgtouw is er om hem te beschermen. Het is iets metaforisch natuurlijk, niet letterlijk, zoals al die verhalen. Dit touw ontstond in de Egyptologie door het Woord, wat voortkwam uit de mond van kaen, en het bracht de uren voort. het was het touw van tijd. Eerst werd het beschreven als slang, maar toen als touw. Er is dus een bepaald ritme van het touw. Het kruis kon in het Aramees ook paal en galg betekenen, zkp, zowel gekruisigd als gehangen. Soms wordt het woord saliba gebruikt, wat ook weer kruis, paal of galg, hangpaal, kan betekenen. saliba : Marcus 10 21En Jezus, hem aanziende, kreeg hem lief en zeide tot hem: Eén ding ontbreekt u, ga heen, verkoop al wat gij hebt en geef het aan de armen, en gij zult een schat in de hemel hebben, en kom hier, neem uw wurgtouw met u mee en volg Mij. Lukas 14 27Wie niet zijn wurgtouw draagt en achter Mij komt, kan mijn discipel niet zijn. zkp : Filippenzen 2 8En in zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft hij zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de dood van het wurgtouw. Khn, kahen, kaen is in het Aramees de dienstknechten van de tabernakel, en als ik aan het qan mysterie van Egypte denk, dan denk ik ook direct aan het beloofde land Kanaan, waar het overblijfsel van het volk wat de slang van Mozes had aangenomen, het heilige wurgtouw, binnen zouden treden. Ook denk ik dan aan Kana waar Jezus water veranderde in wijn, en ik denk aan Noach's wijngaard die hij kreeg na de zondvloed. Spreuken 1 8Hoor, mijn zoon, de tucht van uw vader en verwerp de onderwijzing van uw moeder niet; 9want zij zijn een liefelijke krans voor uw hoofd, een keten voor uw hals. Spreuken stelt dat we daarom de halsketenen, het wurgtouw, moeten ontvangen, om ons te beschermen tegen de tuchteloze onkunde. Het is tegelijkertijd een sieraad, de yayu, of y'yw in het Aramees. Yw-ove, Jah-ove, betekent in die zin 'het wurgtouw van Ijove (Job)'. Zonder dit wurgtouw is er geen leven mogelijk, en ook geen sieraad. In het Hebreeuws is dit in Spreuken de anaq. Ook dit komt regelrecht uit het Egyptisch, als een symbool van leven, en het teken is een

nekketen, of kruis met een lus eraan. Ook is het een symbool van eeuwig leven. De anaq was alreeds de gebondenheid en de beperktheid in Egypte, de restrictie, ter beveiliging van de mens, als onderdeel van het onderwijs. Het was een onderdeel van de Egyptologische demonologie. Het is één van de bekendste symbolen van Egypte, maar slechts weinigen weten wat het inhoudt. In het Aramees is de halsketen ervoor opdat de mens niet vergeet en niet afwijkt. Het is een sieraad van leidende kennis, als een gids op het smalle pad door de enge poort. Heeft u dit sieraad al ontvangen ? Heeft u al naar dit sieraad leren luisteren ? Hoofdstuk 4. De Tijd Vliegt en Liegt Waarom is er zoveel pijn op aarde ? Er is gerommeld met de chronologie, met tijdsduur, snelheden van tijd, maar ook de richtingen van tijd. Er zijn ook tijd-terugdraaiers, een vorm van de backwards. Je denkt dan dat je voorwaartse tijd beleeft, terwijl je in principe achterwaarts gaat. Dat kan problemen geven, en je ziet de dingen dan niet helder. Het zijn van die smiechterige truukjes die in de matrix plaatsvinden. Als je bijvoorbeeld vast zit in een herinnering, en het wordt telkens maar weer in je hoofd nagespeeld, laat de herinnering dan eens achteruitlopen, en zie waar je terechtkomt, want je komt dan bij een tijd aan waar je die herinnering nog niet had. Het terugspoelen van tijd, hoe doe je dat ? Je moet allereerst beseffen dat dingen soms voorwaarts lijken te gaan, terwijl het achterwaarts gaat, dus de ware herinnering zou dan de tegengestelde opname zijn. Je doorleeft het dan achterstevoren om het weer recht te krijgen. Zet eerst alles in de slow motion en begin het dan heel langzaam om te keren. Je gaat dan heel langzaam achteruit door die herinnering heen, waardoor je uitkomt bij de tijd dat die herinnering er niet was. Het lijkt dan dat je een stuk jonger wordt, maar dat is niet zo. Je komt dan misschien aan op een eerdere herinnering van veiligheid en geluk, maar dit was dus een latere herinnering, omdat het namelijk was omgedraaid door de matrix. Die herinnering gaat dan een hele andere kleur krijgen, een hele andere indeling en een hele andere context, want juist nu komt ook die herinnering vrij. Je gaat dan de ware volgorde zien. Alles is al gebeurd, lieve mensen, maar de mens is in zo'n diep gat van onbewustzijn gegaan dat de mens het niet meer beseft. Je komt dus tot veel eerdere herinneringen, die dus eigenlijk latere herinneringen zijn. Dan mag je ineens beseffen dat als je de volgorde helder krijgt, dan is er meer natuur in die herinnering. Dan zijn dingen anders, want dan kom je tot je ware kernen, en besef je dat waar je in opgesloten was slechts een schaduw was. Je neemt een nare herinnering, en spoelt het terug, laat het teruglopen, tot een eerdere herinnering, die dus later was, en die vertelt dat je het probleem hebt overwonnen. Natuurlijk is dit niet eenvoudig, want er zijn vele lijnen van herinneringen. En die lijnen zijn allemaal beveiligd door codes. Maar je mag er aan vasthouden dat de tijdsbeleving hier op aarde niet de ware tijdsbeleving is. Je mag komen tot diepere tijd. De sleutel ligt niet verborgen in het verleden zoals het was aangeboden. Er lag namelijk nog iets voor, wat geprojecteerd werd als een later verleden, terwijl het een eerder verleden was, en je een fundament gaf. Je moest zaaien en toen liep je vast, maar je moet terug, tot de involutie van tijd, de

oorspronkelijke tijd. Dan ga je dingen in het verleden zien die altijd langs je heengleden, dingen die verborgen werden gehouden voor je. Het is de ontwaking tot het ware verleden. Dus je loopt niet zomaar terug naar het verleden, want dat is een mijnenveld. Het kan een bepaalde droom zijn waar je naar teruggaat, een bepaalde dagdroom of een fantasie die je als kind had. Ken je de piek van je probleem, de climax, waarin het probleem wordt opgelost, verhelderd ? Het ligt dieper in het verleden, want daar liggen de dingen die erna kwamen. De matrix bestempelde het als ver verleden, maar het is dichtbij verleden. Je probleem is ver verleden. Ze hadden alles omgedraaid. Allemaal omkeer technieken. Maar je mag het terugdraaien. Hoofdstuk 5. Diepere betekenissen van Kaïn en de slang van mozes Vannacht had ik een droom over het ouderlijke huis in de ouderlijke slaapkamer waar een man genaamd Malang hele speciale drop verkoopte. De dropjes waren heel groot en stelden bijbelboeken voor, zoals één dropje stelde Numeri voor, 'in de wildernis' in het Hebreeuws, bemidbar. bemidbar kun je ook ontleden als b-m-dbr, als het woord (dbr, hebreeuws) van de voet, de nomadische (b, egyptisch) eenzaamheid (mau, egyptisch). Een heleboel mensen vrezen daarom de wildernis, omdat het een beeld is van de eenzaamheid waar je je niet meer achter een groep, een masker, kunt verschuilen. Het is een beeld van de naaktheid, de ontmaskering, de openbaring. Ik besefte me dat deze ontmoeting heel lang geleden was, en ik kocht tien grote dropjes van de man, en had er al één in mijn mond gedaan. Hij zei toen dat de prijs honderd euro was, dus tien euro voor een dropje. Ik was boos dat de prijs zo hoog was, maar ja, het waren bijzondere dropjes. Ik vroeg hem waarom hij de prijs zo hoog had gemaakt, of het niet goed met hem ging ofzo, omdat sommigen hun prijzen verhogen als het niet goed met hen gaat. En toen gaf hij een wazig verhaal over dat dat weleens zo kon zijn. In ieder geval moest ik deze dropjes wel nemen, want er zaten belangrijke stoffen in, dus heb ik uiteindelijk die hoge prijs betaald. Het was voor het goede doel. Daarna had ik een droom dat mijn huis veel groter was in natuurgebied. Er werd gebeld, en ik was nog maar half wakker. Ik wist dat ik eigenlijk nog zou moeten dromen, maar ik deed toch de deur open. Er stond een groep mensen met een jongen. Ze konden de jongen niet meer herbergen, of wilden het niet. Zijn zussen waren er ook bij. Hij vroeg of hij bij mij onderdak kon krijgen. Ik zei dat ik hem nog niet kende, en dat ik nare ervaringen had met zomaar mensen in huis te nemen, dus dat ik hem eerst wilde leren kennen. Ik zei er wel bij dat ik hem zou helpen voor een oplossing. Ik was nog maar half wakker, en ik besefte dat ik ook allerlei opvang centrums had voor daklozen, dus daar zou hij ook naartoe kunnen. Ik ontmoette toen de godin Numeri, wat dus een wildernis dynamiek is, als de godin van de eenzaamheid, maar de eenzaamheid is slechts een beeld van het persoonlijke contact, de persoonlijke ervaring, met de wildernis. We kunnen ons in die zin niet achter de ander verschuilen, of zeggen : 'Oh, die en die heeft het gezegd, dus zal het wel waar wezen,' of 'daar en daar staat het geschreven, dus moet het wel de waarheid zijn.' Neen. De mens moet 'alleen' komen. Daartoe was

de slang in de woestijn gekomen, het touw in de woestijn. Het was het touw van de eenzaamheid, van de persoonlijkheid. De mens moest stoppen 'de groep' als een excuus te gebruiken. In het Egyptisch wordt de god(in) van de wildernis ook wel Seth genoemd, wat ook verbonden is aan Isis (aset) en Anubis, de gids van de eenzamen in de wildernis. Eerst werd het volk in de wildernis gebeten door de slangen, opdat hun groeps-ego zou afsterven. Toen mochten ze persoonlijk tot leven komen door naar de slang van de wildernis te kijken. De Egyptenaren waren niet gek. Ze beschreven filosofisch en caleidoscopisch de dynamieken en talen van de natuur. De taal is niet consistent, en niet zomaar eenzijdig te vertalen, want dat zou ook weer dichtgroei gevaar opleveren. Het is dus een groeiende en creatieve taal. Door de tijden heen veranderden de betekenissen, en integreerden zich ook met andere talen. Het was een leerschool. Telkens weer als je ergens vastloopt mag je hier naar teruggaan om nieuwe poorten, nieuwe openingen en doorgangen te vinden. De slang wijst terug op Egypte. In het Egyptisch stelt de slang ook documenten voor, boekrollen. Mozes kan voornamelijk zo pastoraal zijn tot het volk, omdat hij in de Egyptologie was onderwezen en opgevoed. Toen farao Achnaton, ook wel Khenaten genoemd, kwam, bracht hij een reformatie in Egypte tegen de priesterorde die corrupt was geworden. Hij ging in tegen de massa, en stelde dat de mens moest terugkeren tot de aten, de rode schijf, of rode planeet, de baarmoeder, om wedergeboren te worden, vernieuwd. De Egyptenaar moest gereformeerd worden. Het werd tot de mythe van Khen-aten, wat betekent : succesvol voor aten, als dienstknecht van aten, brenger van het evangelie (khen) van aten. In het Aramees werd khaen de dienstknecht van de tabernakel, en zien we het verhaal van Kaïn en Abel. De originele Kaïn-aten mythe uit Egypte, als de opname door de aten, is nog steeds symbolisch terug te vinden in het Kaïn en Abel verhaal. Abel wordt namelijk ra (ra'ah) genoemd in het Hebreeuws, herder van schapen, wat een beeld is van de kudde-mentaliteit, altijd maar weer doen en geloven wat de groep doet en gelooft. Zoals Khen-aten vocht tegen de kudde-mentaliteit, het groeps-ego, zo vocht ook Kaïn tegen het groeps-ego, het collectieve ego, waarvan Abel, de schaapsherder, een beeld was. Kaïn was het beeld van de eenzame, die een persoonlijk contact had met de natuur, niet door de bedriegelijke kudde. Kaïn was een afgezonderde. Abel stierf dus niet letterlijk, maar hij was ra die de onderwereld inmoest om zichzelf te zuiveren, zodat hij opgenomen kon worden in zijn khen vorm tot zijn moeder Nuwd, wat in de bijbel het land Nod is. In de Khenaten mythe werd Khenaten gegrepen door de aten en opgenomen. Zo werd ra dus vaak afgebeeld als een vogel, als een beeld van de opname, de overwinning of transcendentie van het groeps-ego. Daarom hadden de farao's vaak rechtopstaande slangen op hun kronen, als de touwen van de aten, de rode planeet, die de mens opnamen. In de Khenaten mythe kwamen er touwen voort vanuit de rode planeet om de mens te grijpen, als de stralen van de rode planeet. Dat is ook wat de slang van Mozes was waartoe de mens in de wildernis moest komen om in leven te blijven. Mozes wordt vaak vergeleken met Khen-aten, omdat hij ook een reformatie bracht, en de mens leidde tot de eenzame wildernis, om zo opgenomen te worden door de slang, het touw van de baarmoeder.

Hoofdstuk 6. Bespreking van ons 1994 artikel 'De Overwinning over Gog' Vannacht had ik een droom waarin ik een mes met ingebouwde recorder moest terugroven ergens in de dieptes van Rigil Kent. Ik werd achterna gezeten door de Etnus demoon, oftewel de Davidsdemoon, een stadse koning die over de stadse man regeert. Toen ik het mes had gevonden rende hij op me af met een knuppel, maar ik werd ineens dieper in Rigil Kent opgenomen, en begon los te komen van de aarde, en zweefde, terwijl energie lagen tussen mij en de Etnus demoon kwamen. Het mes was ook een soort internet in het diepere Rigil Kent, met ingebouwde chat mogelijkheden, als een soort virtual reality in de rode kern. Er was veel natuur en wildernis. Toen Etnus zag dat ik begon weg te zweven en hij onder die energie lagen kwam van bruisende zee, en daardoor werd afgezonderd, begon hij de moed op te geven. Ik zag hem daar beteuterd staan. Na de ontmoeting met de slang van Mozes in de woestijn in Numeri 21 verandert God in de Hebreeuwse grondtekst in 'satan', om Bileam tegen te houden (22:22). Satan komt van de Egyptische 'satan', genaamd Seth, die tegelijkertijd ook de god(in) van de wildernis was, Sat. Dit komt weer van de indiaanse wildernis godin, Zaad, in de amazone oertalen. Zij heeft in de oer hieroglyphen haar ellebogen gespreid. Dan worden in het Hebreeuws hen boven de twintig jaar geteld voor tenten dienst (tsaba, 26:2). Als eerste wordt Anaq of Khanaq, Khan-anaq, genoemd, de zoon van Ruben. Dit is de stam die het nektouw (anaq) van Kaïn draagt. Khanaq betekent ook de opvoeding, vernauwen en wurgen. Dan wordt Pallu, tweede zoon van Ruben, genoemd, wat afgezonderd betekent. Mozes had de slang aan het volk laten zien, waardoor zij zouden leven, en liet zien dat de slang een dualisme was die het ego en het groeps-ego zou wurgen. Ook satan is een slang, en een dualisme. Daarachter schuilt de indiaanse godin Zaad. Het volk moest heropgevoed worden door het trekkende touw, om zo tentendienst te verrichten in de wildernis, nadat het volk was losgekocht van de touwen van de stad. Seth kwam in de plaats voor Abel. Seth betekent compensatie, vervanger. Ook betekent het billen (baarmoeder), en oprichten, opzetten, zoals Mozes de slang oprichtte in de wildernis. Dan wordt Ketsron genoemd, een andere zoon van Ruben, wat omsingeld betekent, maar wat komt van het Egyptische khutsrnp, wat verjonging door de baarmoeder betekent. Dan wordt Karmi genoemd, de vierde zoon van Ruben, wat wijngaard betekent. Als de ziel dieper in het reusachtige natuurgebied van de rode kern van Rigil Kent komt, dieper de wildernis in, dan komt de ziel tot tropische zeeën vol met haaien. Dat zijn echte overlevingstochten. De mens moet op zoek naar de juiste boten om deze zeeën te overbruggen. Zo komt de mens tot de diepere eilanden van de rode kern van Rigil Kent, tot de oerbronnen. Nog steeds komen hiervan de echo's tot de mens, om de mens terug te roepen. Het lagere Rigil Kent zijn allemaal haaiengevangenissen. De mens moet deze demoon-haaien overwinnen. De oorlog en de jacht zijn metaforisch, zoals in het Hebreeuws de oorlog 'tentendienst' betekent. Het gaat er dus meer om dat de mens terugkeert tot de tabernakel om te zien wat het inhoudt, zoals Bileam ook sprak : 'Hoe goed zijn uw tenten, o Jakob, uw woningen, uw tabernakels, o Israël.' (Numeri 24:5) De ware oorlog is dus de studie. Studeer voor je leven, studeer om te overleven. Dien de kennis, opdat je niet door onkunde wordt gegrepen. Laat onwetendheid niet je leidsraad en leidsheer zijn. De mens is gemaakt om een bibliotheek te zijn, opdat de kennis in haar wone. Dan zegt Bileam verder : Als valleien breiden zij zich uit; als tuinen aan een rivier; als aloë’s, die de Here plantte; als cederen aan het water. Water vloeie uit zijn emmers, en zijn zaad zal zijn in vele wateren; ja, zijn

koning verheffe zich boven Agag, en zijn koninkrijk zij verheven. (24:6-7) Agag, de koning van Amalek, werd gespaard door Saul, maar verslagen door Samuel, Shama-el, Shama-ohel, oftewel de dienstknecht (shama) van de tenten (ohel). 'Agag' betekent 'ik zal de grootste zijn, ik zal de meerdere zijn, de meeste,' en 'ik wil meer', als het groeps-ego wat zich altijd boven minderheden wil verheffen, ook verbonden aan de Gog-demoon. In de gnosis, in het artikel 'De Overwinning over Gog' uit 1994, wordt gesteld dat de macht 'Gog' verbonden is aan : Matt. 15:6-9 'Zo hebt gij het Woord Gods van Kracht beroofd, ter wille van uw overlevering. Huichelaars, terecht heeft Jesaja over u geprofeteerd, zeggende: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is verre van Mij. Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn.' Daarbij wordt gezegd : 'Velen zijn hieraan voorbij gegaan en hebben eigenmachtige en verstandelijke uitleggingen aan het Profetisch Woord toegevoegd, zodat het geestelijke van het Woord werd afgenomen.' In dat opzicht wordt ook genoemd : Openb. 22:18-19 'Ik betuig aan een ieder die de Woorden der profetie van dit boek hoort: Indien iemand hieraan (eigenmachtig, vleselijk) toevoegt. God zal hem toevoegen de plagen, die in dit boek beschreven zijn; en indien iemand afneemt van de Woorden van het boek dezer profetie, God zal zijn deel afnemen van het geboomte des levens en van de heilige wildernis (Jeruzalem), welke in dit boek beschreven zijn.' In de grondteksten gaat het hier dus om 'niet eigenmachtig profetieën gaan uitleggen'. Profetie mag dus alleen maar door profetie uitgelegd worden, niet door het vlees. De naam Gog komt in de Bijbel een paar keer naar voren. Hij is beter bekend als 'de macht uit het Noorden.' (Ezech.:38:14-15) Zoals bij al deze personages is dit dus niet eenzijdig, maar dualistisch. Dan vervolgt het artikel : Jerem. 6:22-23 'Zo zegt de Heere: Zie er komt een volk uit het Noorderland, een grote natie maakt zich op van het uiterste der aarde. Boog en spies omklemmen zij ; meedogenloos is het en zonder erbarmen. Hun rumoer bruist als de zee en zij rijden op paarden ; het is toegerust als een man voor de strijd, tegen u. dochter Sions.' Deze kenmerken van Gog vinden we ook terug in Openbaring 6:1-2: 'En ik zag, toen het Lam één van de zeven zegels opende, en ik hoorde een van de vier dieren zeggen met een stem als van een donderslag: Kom. En ik zag, en zie, een wit paard, en die erop zat, had een boog en hem werd een kroon gegeven, en hij trok uit, overwinnende en om te overwinnen.' In Openbaring 19 zien we dat de kennis ook op een wit paard komt, maar Gog wil haar vóór zijn. Gog is een misleider en een verderver. Hij komt met een vervalst evangelie en brengt schijn-religie, met pseudo-gaven en pseudo-vruchten, om de kinderen van de kennis te verslinden. Dit is het eerste zegel dat geopend zou worden ; Jezus noemt het óók als eerste teken van de 'wederkomst' en van de voleinding van de wereld:

Matt. 24:3-5 'Ziet toe dat niemand u verleide. Want velen zullen komen onder mijn naam en zeggen: Ik ben de Christus, en zij zullen velen verleiden.' Let op: Jezus heeft het hier niet over zomaar mensen, maar over boze geesten, over Gog en z'n leger. In vers 24 zegt hij dat deze geesten worden uitgezonden om grote wonderen en tekenen te doen, zodat ze ons beter zouden kunnen verleiden. Het artikel stelt : Voordat de Heilige Kennis uitgestort zal worden, zal er eerst een uitstorting zijn van legioenen boze geesten. Lieve mensen, zijn wij niet nu in dit tijdperk ? Wij staan aan de vooravond van de machtige uitstorting van Kennis. Het volk zal hiervoor, als eenlingen, moeten terugkeren tot de tenten, tot de tabernakels in de wildernis. Bileam zou het volk vervloeken, maar God kwam tegen hem als satan, tegenstander, oftewel Seth, de wildernis, de indiaanse oergodin, Zaad, de 'slang', het trekkende en groeps-ego wurgende touw, die Mozes in de wildernis oprichtte om de mens te redden, wat ook weer terugkomt in het boek van zijn opvolger, Jozua, als het rode touw wat redding bracht. Dit is diepe dualistische symboliek. De slang maakte dat het kwaad zou medewerken ten goede, dat de leugen zou medewerken voor de openbaring van de waarheid. Oorlog is dus in de diepte tabernakeldienst, tentendienst in de wildernis, oftewel studie. Het artikel stelt : 'Soldaten die sterk willen worden zullen de Weg van de Zwakheid dienen te bewandelen ( 2 Korint. 12:9-10 ).' Alleen het kruis, oftewel het touw wat het groeps-ego wurgt, zal overwinnen. De ziel van de mens ligt in deze wateren om de haaien van het groeps-ego te overwinnen, om te sterven aan het groeps-ego. Alleen de weg van zwakheid en stilte zal overwinnen, niet de weg van grote kerkgroei waarin iedereen wel van je spreekt, want dan bouw je groeps-ego. De mens moet tot het verborgene gaan, en dan zullen de bibliotheken wijd open gaan. Het gaat niet om de mens, maar om de kennis. Maar dit kost de mens wat. De oude duivel van eerzucht en mensenbehagenis komt graag om de hoek kijken. Vlees wat vlees behaagt. Walgelijk. Strijdt om in te gaan, oftewel : studeer om in te gaan. Dit is iets persoonlijks. Laat je niet door groeps-ego onderwijzen wat hoog loopt te pronken om een naam te maken en om markt te bedrijven. Het is een valstrik in deze gebieden buiten het paradijs, waar de trickster regeert. Behaag het vlees niet, maar maak het vlees af door kennis. Eenzaamheid en afzondering is iets symbolisch. Je kan niet in een hutje op de hei gaan wonen waar je niemand meer tegenkomt. Je kunt niet alles achter je laten om in het oerwoud van het Amazone gebied te gaan wonen. Dat is vragen om problemen, en dat wordt niet van de mens gevraagd. Daarom stelt het artikel ook : Jerem. 4:5-6: 'Boodschapt in Juda, laat horen in Jeruzalem en zegt: Blaast de bazuin in het land, roept luidkeels en zegt: Verzamelt u en laat ons in de versterkte steden gaan. Steekt omhoog het signaal: naar Sion. Bergt u, blijft niet staan. Want onheil breng Ik uit het Noorden een groot verderf.' Johannes de Doper leefde dan wel in de wildernis, maar hij riep de mens ook, hij waarschuwde de mens. Hij ging niet met pensioen in de wildernis. Ook de profeten van het OT bleven een bepaald contact met de mensen houden. Ze hadden geen smetvrees. De stad is ook de wildernis. De medemens is ook de wildernis. Er ligt ook een opdracht, alhoewel er seizoenen kunnen zijn waarin je echt even helemaal tot rust moet komen van alles. Het artikel laat een duidelijke balans zien, en stelt daarom aan het einde ook : Jerem. 15:17

'Ik heb niet gezeten in een kring van lachers, om uitgelaten te zijn ; door Uw Hand was ik eenzaam neergezeten, want Gij had mij met gramschap gevuld.' Jerem. 6:13-15 'Van profeet tot priester plegen zij bedrog. Zij trachten de breuk van Mijn volk op het lichts te genezen door te zeggen: vrede, vrede, terwijl er geen vrede is. Zij worden te schande, omdat zij gruwel bedreven hebben ; toch schamen zij zich in het minst niet, toch weten zij niet van blozen. Daarom zullen zij vallen onder de vallenden ; ten tijde dat Ik aan hen bezoeking doe, zullen zij struikelen, zegt de Heere.' Jerem. 12:6-7 'Zelfs uw broeders in het huis vaders, zelfs zij zijn trouweloos jegens u, zelfs zij roepen u luidkeels na ; vertrouw hen niet, wanneer zij vriendelijk tot u spreken. Ik heb Mijn huis verlaten, Mijn erfdeel verworpen. Ik heb Mijn ziels-geliefde gegeven in de greep van haar vijanden.' Het artikel zegt hierover : 'Dit is de uitstorting van Gog en dit is nu, in de eindtijd, gaande in de kerk over de gehele wereld. Gog is een zware geest, één van de opper-machten van het gehele rijk der duisternis. En hij doet zich voor als de Heilige Kennis, om de mens te pakken te nemen. Laten we niet onwetend blijven over het feit dat de vijand alles van de Heilige Kennis zo meesterlijk kan nabootsen. Deze imitaties worden allemaal zó deskundig op touw gezet, dat het net echt lijkt. De vijand was vroeger zèlf een engel van God, waardoor hij dus Gods Werken en Geheimenissen van dichtbij kon bekijken en zelfs kon uitvoeren. Hij kent God's Opbouw en Structuren als bijna geen ander.' In I Samuel 15 zien we Agag, gg, oftewel Gog, aan zijn einde komen : 32Toen zeide Samuël: Breng Agag, de koning van Amalek, bij mij. Welgemoed ging Agag naar hem toe, want hij zeide: Voorwaar, de bitterheid van de dood is geweken. 33Maar Samuël zeide: Zoals uw zwaard vrouwen kinderloos maakte, zo zal onder de vrouwen uw moeder kinderloos worden. Daarop hieuw Samuël Agag aan stukken voor het aangezicht des Heren te Gilgal. Ezechiël 39 : 11Te dien dage zal Ik aan Gog een plaats geven, waar zijn graf zal zijn in Israël: het dal der doortrekkenden, ten oosten van de zee; en dat zal de weg versperren aan wie erdoor willen trekken. Daar zal men Gog met heel zijn menigte begraven en men zal het noemen: het dal van Gogs menigte. Gog is de geest van de menigte, het groeps-vlees. 9Dan zullen de inwoners van de steden van Israël uitgaan en de brand steken in het wapentuig: kleine en grote schilden, bogen en pijlen, knotsen en speren – zeven jaar lang zullen zij daarmee hun vuur stoken. 10Zij zullen geen hout van het veld halen of in de bossen hakken, want met dat wapentuig zullen zij hun vuur stoken. Zo zullen zij hun berovers beroven en hun plunderaars uitplunderen, luidt het woord van de Here Here. 12Het huis Israëls zal hen begraven om het land te reinigen, zeven maanden lang; 13ja, het gehele volk des lands zal begraven, en dat zal hun tot roem strekken op de dag dat Ik Mij verheerlijk, luidt het woord van de Here Here. Openbaring 20

8en hij zal uitgaan om de volkeren aan de vier hoeken der aarde te verleiden, Gog en Magog, om hen tot de oorlog te verzamelen, en hun getal is als het zand der zee. 9En zij kwamen op over de breedte der aarde en omsingelden de legerplaats der heiligen en de geliefde stad; en vuur daalde neder uit de hemel en verslond hen. Sodom en Gommora zal verwoest worden. Hoe ? Door de exegese dus, de tabernakel dienst. Er zal geen groot spectakel zijn van allemaal vuur en grote oordelen zonder dat ook maar iemand beseft wat er allemaal gaande is. Neen. De mens moet er doorheen leren prikken. Alles zal gebeuren door studie, door exegese, schriftuitleg. Dan gaat de mens het zien, want het is er al. Het gaat dus om de grote ontmaskering, de grote openbaring door transcendentie. Het gebeurt zodra de mens er weer iets bijleert. Telkens weer, als een natuur verschijnsel, wat zich tot in de eeuwigheid mag verdiepen. Het is de openbaring van het hemelse Woord, het grotere Woord, het tweede Woord. Hoofdstuk 7. Paulus en de verborgen Godin in het NT Speuren naar buitenaardse lijnen in de bijbel, rode draden, meditatie, dat is wat ik telkens weer doe. Ik ga dan alle bijbelboeken langs om te zien welke openbaringen er zijn binnengekomen, welke energieën. Zo kwam ik langs Galaten en kreeg direct een geweldig visioen. Galati is Ge-Lethe, oftewel in het Grieks 'het loskomen, de vergetelheid (lethe) van de aarde (ge)', zoals Paulus ook in hoofdstuk 1 al zegt : 'om ons te trekken uit de tegenwoordige boze wereld, naar de wil van onze God.' Voor wereld wordt het woord 'aion' gebruikt, wat een tijdperk kan betekenen, of een wereld, dus een plaats, maar het wordt ook gebruikt om een eeuwigheid aan te duiden, wat dus niet letterlijk voor altijd is. Het is dus een plaats waar je in en uit kan gaan, een wereld, zoals Paulus zegt in vers 7. Westerse christenen hebben het woordje aion op andere plaatsen vertaald als de eeuwige hel, en in hun orthodoxe theologieën kom je daar niet meer uit. Paulus bewijst dus in de Griekse grondtekst het tegendeel. Paulus zegt dat er wel degelijk bevrijding mogelijk is uit een aion, omdat het in wezen geen tijd is, maar een plaats. Daar gaat verder het boek Galaten over, wat allereerst een Aramees boek is, en een Grieks boek, dus Westerse christenen hebben daar in hun taal niets over te zeggen als ze de taalcontext en taalgeschiedenis niet machtig zijn. Hoe gebeurt dan die bevrijding ? Het ligt besloten in het woordje Galati, het vergeten (lethe) van het aardse (ge). Lethe was één van de vijf rivieren van de onderwereld, de rivier van de vergetelheid, en die werd ook gepersonificeerd als een rivier-godin. Hoe komen wij tot de vergetelheid ? Paulus wikkelt er geen doekjes om. Hij vat direct de rund bij de horens en zegt : 6Het verbaast mij, dat gij u zo schielijk laat afleiden tot een ander evangelie, 7en dat is geen evangelie. Er zijn echter sommigen, die u in verwarring brengen en het evangelie willen verdraaien. Een tijdje geleden kreeg ik een visioen over het woordje 'evangelie'. Ik zag zo ineens de naam van Eva in het woord staan : Eva-ngelie. Eva is de moeder van de mensheid, de godin van de kennis, van de gnosis, die de mens moest inwijden. Het eeuwig evangelie is haar evangelie, maar het westen heeft dit allemaal verletterlijkt en omgedraaid. Het westen heeft gekeken of het

'verkoopkrachtig' was, of er genoeg vraag naar was, om het aan te passen naar de wens van de grote markt. Het westen liet zich dus leiden door het groeps-ego. Daarom stelt Paulus : 10Tracht ik thans mensen te winnen, of God? Of zoek ik mensen te behagen? Indien ik nog mensen trachtte te behagen, zou ik geen dienstknecht van God in het zoonschap zijn. Ons 1994 artikel over de overwinning over Gog bespreekt deze geest ook, de geest van mensenbehagenis, vleesbehagenis, waardoor het westerse markt-christendom geleid wordt : Matt. 15:6-9 'Zo hebt gij het Woord Gods van Kracht beroofd, ter wille van uw overlevering. Huichelaars, terecht heeft Jesaja over u geprofeteerd, zeggende: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is verre van Mij. Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn. Dat is wat het hele westerse christendom is : geboden van mensen. De mens moet terugkeren tot de godin Lethe, de onderwereldrivier van de vergetelheid om al het aardse te vergeten, om het groepsego te kunnen doorzien. Een groeps-ego is zo zwaar dat als de mens daar mee gaat spelen en ermee gaat lopen vleien, dan wordt de mens de diepte ingesleurd en kan niet meer opkomen. Het is een zwaar harnas van zelfvernietiging. Vandaar dat er in het boek Galati nog steeds een machtige code verborgen ligt tot bevrijding. Paulus zegt : 11Want ik maak u bekend, broeders, dat het eva-ngelie, hetwelk door mij verkondigd is, niet is naar de mens. Het eva-ngelie, oftewel het evangelie van Eva, van de natuur vrouw, of paradijs vrouw, om het aardse mensenvlees, het groeps-ego, te vergeten. Daarom gaf zij de vrucht, en het westerse marktego heeft dit lopen demoniseren, want het was een gat in hun dikke portemonnee. In de grondteksten was het een dualiteit, een verhaal wat dubbel uitgelegd kon worden. 12Want ik heb het ook niet van een mens ontvangen of geleerd, maar door openbaring. Dan predikt Paulus de boodschap van het geloof, wat in het Aramees volharding betekent. 2:5 - dat de waarheid van het eva-ngelie ook verder bij u zou blijven. Waarheid is in het Grieks 'aletheia', al-letheia, wat de verzoening (al) met het geheim (letheia) betekent, oftewel al-lethe, de verzoening met het verborgene, de vergetelheid. Het wortelwoord lanthano is een verkorting van letho. De mens moet dus komen tot de heilige vergetelheid om los te komen van het aardse, opdat het ware hierin geopenbaard kan worden. Ook aletheia is een Griekse godin, een dochter van god(in), zeus. Aletheia is dus de openbaring in de diepte van Lethe. De golven laten het afpellen van het groeps-ego zien. Aletheia is de Griekse godin van de waarheid en komt veel voor in de Griekse grondtekst van de bijbel. De waarheid is wat vanzelf wordt voortgebracht door het zaad in de dieptes van Lethe. Het kan niet tegengehouden worden, en dat is dus de heilige gebondenheid. Zo is er geen menselijke inmeng meer. In de dieptes van de rivier de Lethe sterft al het aardse af. Daarom zegt Johannes : 3 Joh. 1:4 - Groter blijdschap ken ik niet, dan dat ik hoor, dat mijn kinderen in aletheia/ lethe wandelen.

1 Joh. 4:6 - Wij zijn uit God; wie God kent, hoort ons; wie uit God niet is, hoort ons niet. Hieraan onderkennen wij de kennis/ geestelijkheid van Lethe (aletheia) en de valse (oppervlakkige, materialistische) geestelijkheid. Lethe is dus het communicatie middel. Diep hoort diep. Diep zoekt naar diep. Het oppervlakkige zal ons niet verstaan. Jakobus 5 19Mijn broeders, indien bij u iemand van de waarheid, de verzoening met Lethe (aletheia), afdwaalt, en een ander brengt hem tot inkeer, 20weet dan, dat, wie een zondaar van zijn dwaalweg terugbrengt, diens ziel van de dood zal behouden en tal van zonden bedekken. Lethe is dus de natuurweg van de bevrijding en de redding uit het aardse. Titus 1 1Paulus, een dienstknecht en apostel van God en het zoonschap, naar de volharding der uitverkorenen Gods en de erkentenis van de verzoening met Lethe, het vergeten van het aardse tot verzoening met de godin Lethe (aletheia, de waarheid), die naar de godsvrucht is. Paulus wijst dus letterlijk de weg terug naar deze godinnen in de Griekse grondtekst, alhoewel de godinnen dus personificaties zijn van de natuur-principes. In veel christelijke kerken schreeuwen ze moord en brand als ze het woord godin horen, want dat staat niet in hun valse westerse vertalingen. Het zijn moeder-haters, vrouwen-haters. 2 Tim 4 3Want er komt een tijd, dat de mensen de gezonde leer niet meer zullen verdragen, maar omdat hun gehoor verwend is, naar hun eigen begeerte zich tal van leraars zullen bijeenhalen, 4dat zij hun oor van de waarheid, lethe/ aleithea, zullen afkeren en zich naar de fabels keren. Paulus laat hier precies zien wat er gebeurt als de mens de riviergodin van de vergetelheid als principe afwijzen, iets wat ze in henzelf zouden moeten integreren. Ze zullen overgeleverd worden aan het groeps-ego, en ook de illusies en fabels van het groeps-ego. In deze tijd leven we. Ironisch gezien halen de kerkmensen vaak deze teksten aan als een pseudo-bewijs dat hun valse, misvertaalde leer de waarheid is, en dat velen van hen afwijken. Ze kennen het Grieks niet, en ook niet de context van al deze grondteksten. Ze willen het groeps-ego blijven behagen, want dat spekt hun eigen portemonnee en hun eigen ego. Ze willen de smalle weg door de enge poort tot de diepte niet gaan. Diepte is een vies woord, niet goed voor de portemonnee. Het achter elk boomblad kijken is niet aan hen uitbesteed. Een boom is een boom in hun ogen. Titus 1 14en niet het oor lenen aan Joodse fabels en geboden van mensen, die zich van Lethe/ Aletheia afkeren. Dat is wat het christendom is : een Joodse fabel. Het heeft een diepere betekenis. Het mag niet verletterlijkt worden. De mens moet terug tot de rivier van de vergetelheid om zich daarin te wassen, na aan zichzelf gestorven te zijn, zowel aan het individuele ego als aan het collectieve ego, want we spreken over een rivier in de onderwereld. De mens moet weer met Lethe verzoend worden. Dat is de ware Griekse boodschap van Paulus. De Paulus in het westen is een pseudoPaulus, een vrouwenhater, die hevig gaat lopen gillen als een sirene als iemand het woord 'godin' of 'moeder god' durft te noemen. Dit alarm moet stukgeslagen worden. Alleen Lethe kan dit doen. Het groeps-ego wordt namelijk in stand gehouden door het groeps-bewustzijn. Dit bewustzijn moet de vergetelheid in, anders gaat er niemand gered worden, niemand. Het groeps-bewustzijn heeft deze

illusie opgeblazen. De mens is verstrikt in een valse weter, een vals geweten. Het groeps-geweten moet eraan gaan, anders gaan wij eraan. Vecht voor je leven. 2 Tim. 3 4verraderlijk, roekeloos, opgeblazen, met meer liefde voor genot dan voor God, 5die met een schijn van godsvrucht de kracht daarvan verloochend hebben; houd ook dezen op een afstand. 6Want tot hen behoren zij, die zich in de huizen indringen en vrouwtjes weten in te palmen, die met zonden beladen zijn en gedreven worden door velerlei begeerten, 7die zich te allen tijde laten leren, zonder ooit tot erkentenis van de verzoening met de godin Lethe te kunnen komen. 8Zoals Jannes en Jambres, de tegenstanders van Mozes, staan ook dezen de godin Lethe tegen; het zijn mensen, wier denken bedorven is, en wier (gebrek aan) volharding de toets niet kan doorstaan. 9Maar zij zullen het niet veel verder brengen, want hun onzinnigheid zal aan allen overduidelijk worden, zoals ook bij genen het geval was. Ironisch gezien zijn het vaak rokkenjagers, altijd achter de aardse vrouwtjes aan, maar de oermoeder, de kennis als de ware natuur vrouw, in de geestelijkheid, negeren ze, verachten ze. Ze haten de gnosis. Daarom geeft de oermoeder zich niet aan hen, en blijven de deuren van het geestelijke voor hen gesloten, en rennen daarom als kippen zonder kop blindelings aan achter de meiden als achter sigaretten. Totaal verdwaasd. Ze zijn een karikatuur van de ware man die verzoend is met de godin Lethe, zijn eigen innerlijke godin (natuur principe). De ware man laat het aardse los in de rivieren van de vergetelheid om de hogere dingen te zoeken. De lagere aardse man is blind geloof als een dekmantel voor hedonisme. De ware man is een asceet, die hongert in de wildernis naar het eeuwige, niet naar het tijdelijke aardse. Alles zal voorbij gaan. 1 Tim. 6 5verdraaide en perverse disputen bij mensen die niet helder meer zijn van denken, met een corrupte geest, en het spoor van Lethe bijster geraakt zijn, daar zij de godsvrucht als iets winstgevends beschouwen. Trek jezelf terug van hen. Het is nu kiezen voor de mens : Of de markt, of Lethe. Je kunt geen twee heren dienen. Wat maakt het toch dat een mens tijdelijk geld belangrijker vind dan de eeuwigheid ? 1 Tim. 2:4 4die wil, dat alle mensen behouden worden en tot erkentenis van de verzoening met de godin Lethe (aletheia) komen. Dat is het oorspronkelijke Griekse eva-ngelie. Niet het westerse evangelie. Daar hebben ze heel iets anders van gemaakt. De oorspronkelijke bijbel stond vol met zulke ezelsbruggetjes. Het is een verhaal, een filosofie, een beschrijving van natuur principes, niet eens zozeer een religie, en al helemaal geen orthodoxe religie, alhoewel de natuur haar eigen orthodoxie heeft. 2 Thessalonicenzen 2 13Maar wij behoren God te allen tijde om u te danken, door de Here geliefde broeders, dat God u als eerstelingen Zich verkoren heeft tot behoudenis, in heiliging door de kennis en geloof (volharding, Aramees) in de godin van de waarheid (verzoening met Lethe, aletheia). Het aardse zal blijven trekken, daarom moet de mens dieper in de rivier de Lethe gaan, en erin volharden. 9Daarentegen is diens komst naar de werking des satans met allerlei krachten, tekenen en

bedrieglijke wonderen, 10en met allerlei verlokkende ongerechtigheid, voor hen, die vergaan, omdat zij de liefde tot de verzoening met Lethe (het vergeten van het aardse) niet aanvaard hebben, waardoor zij hadden kunnen behouden worden. De mens die aan het aardse blijft vasthouden en het diepere geestelijke, oftewel de gnosis, niet wil, en niet de Lethe wil overzwemmen, die zal door het aardse totaal ten gronde gaan, en gerecycled worden. De natuur weet wel raad met afval. Alles zal herschapen worden in de ochtend, wanneer de nachtmerries zullen wijken, doorgrond zullen worden, verdiept. Colossenzen 1 5om de hoop, die voor u is weggelegd in de hemelen. Daarvan hebt gij tevoren gehoord in de prediking van de verzoening met Lethe, het eva-ngelie, 6dat tot u gekomen is. Immers, in de gehele wereld draagt het vrucht en wast het op, zoals ook bij u, sedert de dag, dat gij het gehoord hebt en de beloningen Gods in de verzoening met Lethe hebt leren kennen. Wij worden dus persoonlijk beloond in onze relatie met het Lethe principe van het doorzwemmen in de rivier totdat we tot de schepping van de openbaring komen. Dat zijn bepaalde golven die de mens niet kan stoppen. Ik weet wat het is, want ik ben er zelf overheen gezwommen, en ik had dromen gehad over mensen die me terugriepen, maar ik ging dieper in deze zee, en ik kwam in het paradijs, en ik kon het niet meer tegenhouden, en ik kon ook niet meer terug, maar de mens heeft geen besef wat het paradijs inhoudt. Het zijn diepgaande natuur principes, geen luilekkerland of eeuwig gezang tot één of andere gelukzalige oude man op een troon ofzo. Niets van dat alles. Je betaalt een hoge prijs, want je kan er nooit vrijuit over spreken, en dat hoeft ook niet. Je kunt alleen het halve geven. De mens moet zelf deze rivier, deze zee, overgaan. Zoals ik al vaker heb gezegd heb ik hier nog geen 1% over kunnen vertellen. Het zou ook niet kunnen. Het zou de mens overweldigen, en de mens is niet klaar. Ik heb mensen gehad die op me liepen te schelden omdat ik ze niet meer kon vertellen. Anderen hebben me hoge bedragen geld geboden en boekdeals enzovoorts enzovoorts, maar er is maar één weg : Lethe, oftewel de mens moet al het aardse achterlaten en in de diepte van de hemelse rivier gaan. Het gaat ook niet om mij, maar om het principe. En het principe is de heilige vergetelheid die de mens hemels bindt en verbindt, opdat de mens wordt aangesloten op een hemels virtual reality, en weer betekent dit dus geen altijddurend feestje of altijddurend lachen of allerlei andere oppervlakkige dingen. Het is het smalle pad door de enge poort tot de diepte, een inwijding tot de hogere oorlog die een studie is. Het is het komen tot de hemelse bibliotheek. Alles wat ik kan doen is zaaien. Het zal zijn weg vinden. Het zaad zal niet ledig wederkeren. Ook Jezus spreekt in de Griekse grondtekst voortdurend over Lethe, dat de mens haar zal kennen en dat zij de mens zal vrijzetten. Het evangelie wat Jezus brengt is het evangelie van Lethe in de Griekse grondtekst, de verzoening met Lethe (aletheia). Jezus noemt Lethe ook het Woord.

Hoofdstuk 8. De Rivier van Vergetelheid Ook in het Griekse OT, de Septuagint, wordt lethe-aletheia, de verzoening met de hemelse vergetelheid genoemd : Psalm 85 (Psalm 84 in de Septuagint) 12 trouw, waarheid, aletheia, de verzoening met lethe, spruit voort uit de aarde, en gerechtigheid ziet neder van de hemel. Jesaja 59 15 Zo ontbreekt de waarheid, lethe-aletheia, en daarom verstaan zij niet. Psalm 91 (90 in de Sept.) 4 zijn trouw, waarheid, lethe-aletheia, is schild en pantser. Ps 25 (24 in Sept.) 5 leid mij in uw waarheid, lethe-aletheia, en leer mij, want Gij zijt de God mijns heils, U verwacht ik de ganse dag. In Ps 119 (118 in Sept.) is lethe de wet, oftewel vergetelheid (vs. 142), en is zij het getuigenis (vs.138). Het gaat dus om het vergeten van het aardse waarin de hemelse openbaring ontstaat, in de dood van het ego en het groeps-ego. Dat is het pad. Alle paden worden lethe genoemd (vs. 151), daarom ontkomt de mens daar niet aan. Er is alleen leven in de heilige vergetelheid. De mens moet loskomen van de ego-kennis van de groep. Er is een heleboel vals bewustzijn, vals groepsbewustzijn, met valse, misleidende, lagere aardse kennis. Dit is oppervlakkige kennis die verletterlijkt is en uit het verband is gerukt en die op aarde wordt verkocht. Lethe is het begin van alle woorden (vgl. het nederlandse woord 'leegte') (vs. 160). De betekenis van aletheia-lethe is dus vergetelheid, waarheid, verzoening, trouw, wat ontstaat in het afdoen van het ego en groeps-ego, het afdoen van het aardse, om het hemelse aan te doen. Het aardse biedt een valse vergetelheid in de matrix die een doelloze onverschilligheid is, een oppervlakkigheid is, terwijl de hemelse vergetelheid leidt tot de diepte, tot de hemelse bibliotheek. In de oertalen is L de letter van Ila, de bevrorenheid, de vertraging, wat niet letterlijk kou hoeft te zijn, maar wat ook heel tropisch kan zijn, de heilige verlamming. De T is de letter van het herstel van de sociale code, van de tabernakeldienst en tentendienst, de letter van verzoening, de heilige reformatie, als we het over de oer-lethe hebben, L.T. In het Egyptisch, als tussenvorm, werden woorden ook van verschillende kanten geschreven, waarvan de latere talen heel subjectief een bepaalde richting kozen. Als we daardoor terug gaan naar het oer kunnen woorden zich ineens spontaan omdraaien, zoals Lethe, L.T, leidt helemaal terug tot de amazone indiaanse oergodin Tolli, T.L. Eerst moet de mens tot de vergetelheid komen, omdat het geheugen vals geprogrammeerd is door de stad. Het stadse geheugen is bedriegelijk, het groeps-geheugen, en het woekert voort als de kanker. Het boek Galaten stelt dat de mens niet zomaar tot de wet en het kruis moet gaan, alhoewel dit hele belangrijke dingen zijn, maar alles moet eerst getoetst worden. Er moet eerst onderzoek gedaan worden. En het toetsen gebeurt door de heilige vergetelheid, dat je niets zomaar in je geheugen aanneemt, maar eerst onderwerpt aan de toets, opdat je niet besmet wordt met het virus. De rivier de Lethe, of de oerrivier de Tolli stroomt dus dwars door het boek galati, ge-lethe, heen.

De westerse vertalingen hebben dit veelal neergezet als een strijd tussen wet en geloof, maar dat is hele luie en oppervlakkige vertaling. Er moet volhard worden in het toetsen en onderzoeken, dat is wat 'geloven' betekent in het Aramees. Tolli, de oer natuur vrouw van de vergetelheid, staat in de oerwouds-rivier, klaar om het groeps-ego te verbrijzelen, en zo ook het valse groeps-geheugen van het ego, en het valse groeps-bewustzijn van het ego. Maar wie durft er tot haar te gaan, tot dit principe. Velen rennen weg en verschuilen zich in hun steden, duiken onder in het materialisme wanneer zij de steden bezoekt met een oproep en het oordeel over belasting-ontduikers. Op hun hoge deuren klopt zij met haar Woord, maar wie doet er open ? Met haar hyenas zal zij door hun ruiten heengaan. Zij zal hun deuren intrappen, want de tijd van spelletjes spelen is voorbij. Nu wordt de mens voor de keuze gesteld. Het is buigen of breken. Het is beter tot haar te komen dan dat zij later tot de mens moet komen. Wie wacht er op de zogenaamde wederkomst ? Is het niet de mens zelf die moet wederkomen, moet terugkeren ? Maar als zij dat niet doen, dan zal zij, dit natuur principe, terugkomen. Wie kan haar tegenhouden ? Wie oh wie ? Wat kan een mens tegen een overstroming doen waar dijken niet tegenop kunnen ? Wat is de mens ? Ach, de mens is maar een zucht. Tolli, de oer natuur vrouw van de vergetelheid, staat in de oerwouds-rivier. Wie haar zien sterven aan het ego. Daarom willen ze haar niet zien, maar kijken ze liever in hun spiegels. Ze willen de baarmoeder niet in. Ze willen lang opblijven en feest vieren, maar wat valt er te feesten ? Het is een oorlog tegen het beest van het groeps-ego. Het is een oorlog tegen de valse drugs van de onverschilligheid en de spijbelziekte. Het geheugen van de mens is verziekt, het bewustzijn van de mens is verziekt, ja, verkankerd. De mens heeft zware hersenkanker. De mens heeft een dokter nodig. Het medicijn is de natuur, maar dat is gratis, dus de mens maakt een surrogaat in de stad. Tolli is ook een oerstam van de natuur. In Suriname, één van de laatste stukjes paradijs op aarde, wordt het mannelijk geslachtsdeel soms ook 'tolli' genoemd. Ook kan het vergeleken worden met een tol, als een beeld van het draaien wat in de diepte van de vergetelheid wordt opgewekt. Je wordt losgedraaid en dan in de diepte weer ergens in vastgedraaid. Zo ontstaat ook het natuur verschijnsel van de orkaan, wat in de Vur wordt besproken als de sleutel tot het paradijs. Wilde rozen groeien rondom het paradijs, Niemand kan binnenkomen Alleen de orkaan kan haar weg er doorheen vinden, Klaar om steden in te nemen, Zij breekt het glas, En dan is alles brandende, Zij is de slager van de herinnering (1:14-15) Al sinds kind heb ik dromen gehad over de natuur vrouwen van het oer, de godinnen, en zij riepen mij, vanuit de wildernis, soms in donder en bliksem wat door mijn hele lichaam trok. En als kind wist ik al dat het groter was dan welk natuurverschijnsel op aarde dan ook. Ze waren ook tien malen sterker dan een mens. Als je ze ziet, dan blijf je niet hetzelfde. Zij waren de brengers van het Tweede Woord, oftewel het diepere Woord wat de mens verborgen probeert te houden. Als kind wist ik al dat de mens op een bepaalde manier 'ten dode was opgeschreven'. Dat er een veel grotere en diepere realiteit staat te dringen. De mens leeft in een illusie. De baarmoeder zal terugkomen, niet als een botte sadist zoals ze telkens in het christendom beweren, maar als een diepte-studie die niets meer van het ego, het groeps-ego en het menselijke wereldbeeld overlaat. De baarmoeder is teder, maar zij moet wel tuchtigen om haar kinderen te beveiligen. De kinderen moeten het voelen als er gevaar dreigt, hun zintuigen moeten opengaan en op scherp staan, anders gaan ze eraan. Dus het is een zoet-bitter mengsel van bruutheid en zachtmoedigheid, als een alarm, als een moeder die daadwerkelijk om haar kinderen geeft, zeker geen zoete, lieve Gerritje die alles maar goedvindt en

alles maar toelaat, zeker geen gelukzalige gepensioneerde altijd maar ja-knikkende suikeropa. De mensheid moet van de karikaturen af. De stad heeft geen zorgvuldigheid zoals de baarmoeder, maar de stad is onverschillig en daarom zijn ze vaak schijn-aardig. De baarmoeder kan soms wreed genoemd worden om haar kinderen wakker te schudden, maar de stad is sadistisch. Dat is een heel groot verschil. De moeder doet alles met een doel, maar de stad is doelloos, hedonistisch. Dit wordt in hun pieken allemaal heel extreem, en dan zie je hun ware aard. Mijn dromen waren dus ook nachtmerries, omdat ik ze als kind niet begreep. Er moest nog een exegese komen, een uitleg. Later ging ik de lijnen van de demonologie en het shamanisme erdoor zien. Het is oorlog, dus ik zou niet met minder genoegen nemen. Daarom heb ik er ook altijd een hekel aan gehad hoe vrouwen door veel mannen als een stuk vlees werden behandeld, zo roekeloos, onvoorzichtig, onverschillig. Maar de duivel heeft ook hele verkeerde vrouwen op mij afgestuurd, waardoor ik moest vechten voor mijn leven. Dat zijn nu eenmaal de voorhangsels van de kennis. Alles bestaat uit tegenstellingen en alle combinaties daar tussenin, zodat de mens genoeg creatief materiaal heeft. Alleen zo is het palet compleet. De mens draait en draait, totdat de mens de vergetelheid vindt waarin allereerst alle aardse stemmen doven, alle vooroordelen en aardse programmaties. De stad, ook zeer sadistisch naar dieren, maar als Liesje vies wordt schreeuwen ze moord en brand. Wat een belachelijke karikatuur, en belachelijk hypocriet, puur absurdisme, maar al die vreemde figuren, al die treden van de trap hebben we nodig om boven te komen. Ze houden allemaal een bepaalde antistof verborgen, de openbaring van een bepaald raadsel. Wil dat zeggen dat we met pensioen kunnen gaan en kunnen stellen dat we dan ook maar positief moeten blijven denken, want zo is elke leugen dus een heraut van de waarheid ? 'Zo, nu is toch alles goedgekomen.' Neen. De mens mag niet in slaap sussen. Er is een daadwerkelijke strijd te voeren, oftewel een tabernakel dienst van de studie te verrichten. Er is geen simpele 'alles zal medewerken ten goede, dus lang leve de lol', want dan kom je weer in christelijke 'alles is genade' grapjes terecht, of 'geloof en wees voor alles doof' flauwekul. Alles zal medewerken ten goede 'door de studie', 'door de exegese', en die begint met de vergetelheid waarin het aardse wordt losgelaten allereerst, maar dan ergens op het traject begint de ware demonologie als een piepend alarm. Slangen in het paradijs, haaien in de rivier de Lethe, enzovoorts. Niet zonder gevaren. Het touw trekt ons terug tot de feiten. En het feit is dat de mens diep in slaap was gevallen. Als demonoloog moet je zien dat het hele menselijke ras bezeten is, allemaal demonische parasieten in de hoofden van de mensen die met elkaar overleggen hoe ze elk mens het beste te gronde kunnen brengen, en de mensheid ziet het gewoon niet. Dit is niet iets wat je zomaar eens een keer ziet. Neen. Je ziet het dagelijks. De mensheid wil het niet zien. Als de mens sterft, ja, dan heeft de mens ineens ons als demonologen nodig. Dan zien ze ineens dat de rampen inderdaad niet te overzien zijn. De demonoloog grijpt niet naar de drank, de pilletjes of de drugs om van zijn visioenen af te komen, maar werkt aan zijn visioenen, doet er iets mee, ook met zijn kinderdromen en kindernachtmerries, zoals een neef van mij eens zei : 'Nachtmerries is allemaal informatie.' het is voor studie doeleinden, lieve mensen, dus wat je ook in je leven hebt meegemaakt : zie het als een studie uitdaging. Blijf pellen totdat je bij een stuk vergetelheid aankomt waarin de rode kern is ingewikkeld, een stuk openbaring boven menselijk groeps-denken.

Hoofdstuk 9. De Vrouwen van Adam en een ander scheppingsverhaal in het Judaïsme Dat wat we op aarde zien zijn buitenaardse codes die gedecodeerd moeten worden. Galaten is ook gly-aten, oftewel de openbaring (gly, aramees) van de rode planeet (baarmoeder, aten, egyptisch). Ook de Nederlandse taal is een cryptische code, en daarom gaan een heleboel dingen ook niet zomaar weg, zoals 'geloof' is gly-eva, oftewel de openbaring van Eva. De bijbel kan dus op verschillende manieren gedecodeerd worden, ontsluierd. We hebben ook te maken met het Eva-ngelie, het evangelie van Eva. En dan het woordje genade wat te pas en te onpas in het christendom wordt gebruikt als een soort drugs of slaapmiddel, waardoor ze niet meer zelf hoeven te veranderen, want alles is al voor hen gedaan : ga-nod, ga naar (Nederlands) Nod, het land van Kaïn, oftewel daar waar hij kwam toen hij het groeps-ego had afgedaan. Dit is ook de decodering van het woordje 'genot', wat je kunt gebruiken als je hedonisme om je heen detecteerd, oftewel de genotszoekers. Prik er doorheen. Geluk is dan gly-loki, oftewel de openbaring van het Woord, Loki, de logos (Germaans-Grieks). En dan het te pas en te onpas gebruikte woordje 'Jezus', vooral als een afgod in de christelijke kerk, en dan nog zeer extreem ook. Jah-zus, oftewel de zus van Jah, van Jehovah, van Havah dus, van Eva, is dat cryptisch gezien, en dan komen we bij de Kabbalah terecht. Daar zien we hoe Adam na de moord op Abel van Eva gescheiden is en Naamah wordt zijn nieuwe vrouw, en ook Lilith (Llt, L.T., vgl. Lethe, Tolli), zoals beschreven in de Zohar, het centrale boek van de Kabbalah. Beiden brachten epilepsie tot de mens, opdat ze beveiligd waren tegen aardse programmaties. Lilith (Lethe, Tolli) was tegelijkertijd met Adam geschapen uit dezelfde klei, en was zijn eerste vrouw, nog vóór Eva, in Joodse legende. Zij wilde niet voor hem buigen, en zo ontstond er scheiding. Zij is dus ook altijd een beeld geweest van emancipatie. Zij was een tegenstander van Adam, en ging dieper de wildernis in, tot Samael, wat gif van God betekent in het Hebreeuws, het dualisme van God, wat ook weer satan kan betekenen, de seth, sat, van de wildernis, de spiegel. Ook is hij de vorst van de dood. Net als Samuel was hij een dienstknecht van de natuur baarmoeder van de kennis, sama-el. Lilith probeerde toen de kinderen van het volk uit de klauwen te krijgen van Adam, en werd bestempeld als 'kindermoordenaar', maar exegetisch gezien wilde zij het volk laten sterven aan het mannelijke, heersende groeps-ego. Samael is een belangrijke aartsengel in het Judaïsme, en ook de beschermengel van Ezau in de wildernis. Ook Mozes leidde het volk tot Samael, de slang in de woestijn, en dus tegelijkertijd tot Lilith, tot Lethe (Tolli). Er is dus een gevecht tussen Adam en Adam, en ook tussen Eva en andere soortgelijke oervrouwen, als een strijd die binnen henzelf afspeelt. Vannacht had ik een droom over machtige vrouwen die met elkaar in gevecht waren, voornamelijk verbaal. Zij hadden ook gewerkt door vrouwen die een machtspositie in mijn leven hadden. Het was één groot machtsspel. Ze waren op elkaar aan het schelden, en ze waren van verschillende periodes, en toen zij degene die later kwam vijandig : 'Ik kom nu naar je toe.' Toen ging ze de trap af om tot die andere te gaan, maar toen vervaagde de droom. Van al deze personages zijn er dus hogere vormen en lagere vormen. Naamah is dan een beeld van het oervolk Name. Het gaat niet zomaar om mystiek en spiritualiteit, want een heleboel mensen gaan hierin met pensioen, als wazige gaten waar ze inspringen om onverschillig te worden en eenzijdig, als aan de drugs, en is het een heleboel zoeken naar vrede, genot en goede gevoelens, en veel, heel veel rust. Het kwaad bestaat dan eigenlijk niet meer voor deze mensen en ze vergeten de dieptes van de demonologie en de gevaren die er nog dreigen. Het gaat dus om de exegese, want de mensen vallen in hele diepe putten en er zijn geen trappen. Er moeten trappen gebouwd worden. Dan kun je zeggen : 'Ja, liever niet in de wildernis,' maar dat kan ook op een andere manier.

Het gaat er dus niet om om zomaar een zonderlinge mystiekeling te worden of spiritualist, want velen gebruiken het in de new age om grote spijbelfeestjes te organiseren, en vaak plakt dan ook nog de hele bende aan elkaar, zodat ze weer niet loskomen van het groeps-ego, en maar al te vaak is het gewoon weer een andere markt. Spirituele boeken met korting voor leden, enzovoorts. Neen. De mens moet een exegetist worden. Deze verschijnselen moeten uitgelegd worden en begrepen. Dus in het Judaïsme zien we nog een ander scheppingsverhaal, namelijk dat van Lilith (Lethe) en Samael. Dit is het scheppingsverhaal in de wildernis buiten Eden, want dat was meer een gesloten hof. Ook zij brachten vele kinderen voort en namen vele kinderen tot hen, die de natuur volkeren werden. Naamah komt tot de man in zijn zwakheid en honger, dieper in de wildernis. Religie is een belangrijke metafoor voor de natuur, maar het moet wel een metafoor blijven. Het is filosofie. Hoofdstuk 10. Na Rigil Kent - Het probleem : dimensie overlapping Als we door de Rigil Kent laag heen zijn gegaan door de rode kern van Rigil Kent, dan zijn we er nog niet. Dan moet de mens nog gaan naar de planeet Laura, een nog diepere verloren kern van Orion. De planeet Laura is een reusachtige oerwouds planeet, waarvan het stedelijke natuurgebied maar 1 % is en de rest allemaal oerwoud, waarvan 1 tot 4% water. Het is een uitdaging honger en eenzaamheid te accepteren, lijnen die ook door de bijbel heenlopen, als de lijnen van het kruis. Het zijn de sleutels tot de heilige gebondenheid. Vermindering en afzondering zijn de basis. Zonder deze twee kom je nergens. Buiten deze principes kiest de mens voor hedonisme en het meerdere. De mens is dan niets anders dan een gulzig varken. Het probleem : overlappende dimensies. Dit komt omdat de mens geen goed onderscheid kan maken vanwege gebrek aan kennis, wat een soort van kinderziekte is. De mens is nog steeds in evolutie. Overlappende dimensies veroorzaken al het leed op aarde en het is een fase waar de mens doorheen moet. Eerst moet de mens die overlappingen onder ogen komen, de warknopen, en dan moet de mens het ontwarren. Er moet dus ook een alarm komen die de mens op de hoogte brengt van overlappende dimensies, en die een programma laat zien om het weer recht te krijgen. Het gaat dus om dimensie-onderscheiding. In het woord 'de mensen' zit ook het woord 'dimensies'. De mens moet ook weer gevoelig worden voor dit alarm, en gevoelig voor het onderwijs van het alarm hierover. Het onderwijsboek 'Rigil Kent - de verloren Kern van Orion' beschrijft de tocht tot en door de rode kern van Rigil Kent. Daarna moet de ziel verder gaan naar Sirius, waar hetzelfde aan de gang is, en die ook een rode kern heeft, genaamd Ub. In de Ub kern van Sirius ligt de technologie van de anti dimensie overlapping, ADO. Voordat de mens tot de ADO technologie komt is er dus een worsteling met de dimensie overlapping die niet te overzien is. Daar kan een mens niet omheen. Omdat die technologie er niet is moet de mens dus verschrikkelijk zwaar strijden, proberen de

dimensies los van elkaar te krijgen en weer te onderscheiden. Alles wat de mens om zich heen ziet is een resultaat en bij effect van dit verschijnsel, dimensie overlapping, en alleen in de rode kern van Sirius, in Ub, kan de mens komen tot dimensie onderscheiding en het ADO alarm herstellen. We spreken dus uiteindelijk over een nog diepere verloren kern van Orion. Al in de Egyptologie was Sirius (de godin Sopdet) de zwangere vrouw van Orion (Sah). Zij hoorden dus bij elkaar. In de Egyptologie wordt Sirius ook de hondster genoemd en de ster van de overstroming en van het begin van de wereld. Sopdet werd afgebeeld met een ster boven haar hoofd. Dit kunnen we vergelijken met Openbaring 12 : 1En er werd een groot teken in de hemel gezien: een vrouw, met de zon bekleed, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd; 2en zij was zwanger en schreeuwde in haar weeën en in haar pijn om te baren. 3En er werd een ander teken in de hemel gezien, en zie, een grote rossige draak met zeven koppen en tien horens, en op zijn koppen zeven kronen. 4En zijn staart sleepte een derde van de sterren des hemels mede en wierp die op de aarde. En de draak stond voor de vrouw, die baren zou, om, zodra zij haar kind gebaard had, dit te verslinden. 5En zij baarde een zoon, een mannelijk wezen, dat alle heidenen zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd plotseling weggevoerd naar God en zijn troon. 6En de vrouw vluchtte naar de wildernis, waar zij een plaats heeft, door God bereid, opdat zij daar twaalfhonderd zestig dagen onderhouden zou worden. De draak die met zijn staart een derde van de sterren op aarde wierp is een beeld van de dimensie overlapping, maar de wildernis diepte is de schuilplaats voor de mens, als een beeld van de Ub kern van Sirius. Toen de Sirius kern van Orion werd verwijderd ontstonden de lagen van het lagere Sirius om de kern heen, als dimensie overlapping. Dimensie overlapping is dus aangekoekte dimensies die door gebrek aan onderscheiding teveel doorgemengd zijn, zoals er vlekken ontstaan als er heel veel dia's op elkaar worden gelegd, oftewel knopen. Er moet dus weer een overzicht komen van de schermen. Ze mogen niet op één punt blijven, want dan wordt het onoverzichtelijk. Er moet dus een inventaris komen, een framewerk. De dimensies moeten dus ver genoeg van elkaar weggedreven worden, anders gaan ze overlappen. Daarvoor was al het vorige onderwijs en de demonologie. Daarvoor was het sorteren en onderscheiden van de culturen. De mens moet weer gevoelig worden voor de verschillende lijnen, de verschillende snaren, door alles heen. Zo niet, dan blijft de dimensie overlapping. In die zin wordt er dus ook gewerkt met beugels om de dimensies van elkaar te houden. Ook is het belangrijk voor de mens om gevoelig te worden voor de verschillende lijnen van planetaire energie. Dat zijn ook allemaal belangrijke snaren. Als de snaren te dicht op elkaar liggen kan er geen muziek gespeeld worden, en kunnen er dus geen boodschappen overgebracht worden, en dan is er dus dimensie overlapping. Ook verhalen zijn dus belangrijk om snaren aan te brengen, opdat de dimensies niet aankoeken en overlappen. Vaak is het letterlijke al dimensie overlapping, en verhalen luchten dan alles weer, brengen dan ruimte en onderscheid, en brengen alles meer in het symbolische en abstracte. In het kaleidoscopische is er minder kans op dimensie overlapping. Wel is het zo dat het kaleidoscopische zonder onderwijs waardeloos is. Verhalen en onderwijs moeten dus gelijk oplopen, anders is er gevaar van dimensie overlapping. Er zijn dus wetten van kaleidoscopie. In een droom aan het begin van het millennium was ik in Almere en er was daar het rode prins verschijnsel, wat een soort van alarm was en beveiliging. In het rode prins project waren ook electriciteitspalen die door de weilanden gingen, maar dat waren ook een soort luchthavens, want er gingen zielen doorheen, die vlogen van de ene paal naar de andere paal. Ze moesten aan allerlei voorschriften voldoen, om de energie zuiver te houden en onderscheiden, opdat er geen dimensie overlapping kon plaatsvinden. Deze palen werden ook de bakkerbomen genoemd, want eigenlijk is het het werk van de bakker die goed onderscheid moet houden tussen de ingredienten, en de juiste hoeveelheden moet gebruiken en

de juiste verhoudingen, anders komt er dimensie overlapping. Bijvoorbeeld teveel zoet, teveel suiker is al een vorm van dimensie overlapping, en ook teveel licht is dimensie overlapping. Dat wil dus zeggen dat er dingen zijn gemengd die gescheiden hadden moeten blijven. Zoals de tweede bijbelse poëzie ook het voorbeeld aanhaald van een vijver waar aan de kant schilderijen liggen, en er liggen hoornen tussenin om hen afgezonderd te houden, en zo een verhaal vertellen, want als de schilderijen allemaal op elkaar zouden liggen, dan zou je het verhaal niet zien. Dit komt dan uit het gedeelte genaamd : 'Slang in het Zwanenmeer III', want de slang is weer een beeld van de patronen. Deze patronen moeten onderscheiden worden. De slang is hierin een meester. Die hoornen tussen de schilderijen brengen hun vingers helemaal tot in de vijver, dus ze zorgen ervoor dat er geen vermenging is tussen de schilderijen. Het zijn afzonderlijke plaatjes. Er moet voldoende ruimte tussenzitten, anders vloeien de energieën in elkaar over en dan is de rode draad weg. In dit poëtisch verhaal komt er dan een fee die het vijverwater aanraakt, en dan kan er verandering plaatsvinden, een beetje zoals bij het water van Bethesda in de bijbel. De engel raakte van tijd tot tijd het water aan waardoor het water geneeskrachtig werd. Dimensie overlapping is dus ook het probleem van de bakkersleerling die moet leren bakken. Door deze fase gaat de aarde nu. Hoofdstuk 11. Het nut van een identiteits crisis Dimensie overlapping, ook wel dimensie knopen genoemd, is een verschijnsel wat ontstaat als er alleen maar een-punt-zicht is, oftewel tunnel visie. Vandaar dat de Vur de mens terugleidt tot het kunst museum waar alle schilderijen verspreid zijn in plaats van op elkaar liggen. Alle boeken van de Vur zijn in principe literaire schilderijen als gekanaliseerde en onderscheiden energie, als schuif en wissel portalen tot de andere werelden. Dimensie overlapping is potentiele energie. Het kan veranderen en zich openen als het tot nut wordt gemaakt, als het tot sieraad geregen wordt, als ornamentaal communicatie middel. 'Werk bij kracht die onderwees.' Onderwijs is de ware kracht, en die rangschikt dus alles. In het rangschikken, het rijgen, krijgt alles zijn plaats en kan het openen. Alles wordt tot het goede en de waarheid als het in de juiste hoeveelheden en in de juiste verhoudingen komt. Dimensie overlapping kom je niet zomaar vanaf. Het moet verdiept worden, tot exegese. Mensen die niets hebben meegemaakt en in het rijke westen zijn opgegroeid en altijd angstvallig beschermd zijn gebleven voor beelden van de derde wereld en oorlogslanden hebben vaak een te romantisch beeld van het bestaan. Het bestaan is demonologisch. Heb je geen anti-virus, dan ga je eraan. Het bestaan is metaforisch gezegd 'raging mad amazons', als het nodige alarm. Zij die zich niet onderwerpen aan de dynamieken van de natuurkennis waarvan de natuurgodinnen een beeld

zijn sterven uiteindelijk de bestaans-dood en houden gewoon op te bestaan. Als zij dan nog ogenschijnlijk leven dan zijn het parasieten. De westerse man is hier veelal een beeld van : opgeblazen, betweterig, onverschillig, onderdrukker van het vrouwelijk geslacht, altijd maar weer als man boven de vrouw proberen te staan, geen nederigheid, geen onderwijsgezindheid, geen luistergezindheid, hedonistisch, materialistisch, kortom een parasiet zonder waarlijk leven. Zij gaan van dood tot dood, als strontvliegen. Het is een tragische dodenmars. Het is de opstand tegen het bestaan, waarin ze luidkeels roepen : 'Neen, wij willen het bestaan niet. Wij willen de natuurgodinnen niet kennen. Wij hebben onze eigen rammelende en ratelende afgoden die wij volgen, keihard door de stad sjeesen in een stadse auto allemaal voor aanzien en luiegheid. Wij willen dwaas zijn, niet wijs. Wij haten de natuur. Wij spelen graag godje over anderen. Wij zijn racisten. Wij haten de natuurvrouw, en vrouwen zijn van een lager ras, slechts om ons te dienen, ons ego.' Dat is wat ze luidkeels en bulderend roepen, niet verhinderd door enige kennis. Borst vooruit, opgefokte spieren, als een opgevoerde brommer, zo de crash tegemoet na de joyride. Ze zien niets, ze rijden te hard op die snelweg. De waarheid willen ze niet kennen. Maar goed, dat zijn de verdraaiingen en de vervormingen in de lagere emanaties van het bestaan. Het is dimensie overlapping. Bovenal is het van belang dat de mens zijn weg vindt naar het studie centrum. En dan gaat het om het zelf studie centrum. De rest is allemaal metaforisch. Alles wat je in je leven meemaakt is metaforisch, een bepaalde taal. Een van de boodschappen van de Vur is het werken aan de studie sieraden, de sieraden van de goede werken, de dienst tot de hogere kennis. Dat gaat dus om de meer innerlijke sieraden, wat ook in de eerste Timotheus brief van de bijbel naar voren komt. Dat gaat om uitstraling en instraling, en wat wil je dan wat het zal wezen ? De mensen om je heen leven of in groot leed of in grote zonde. Als je een mensenbehager wil worden die volgens stadse codes met de moderne mode meeloopt, waar kom je dan ? En wil je altijd rondlopen met een blij gezicht tussen deze parasieten ? En zou dat mensen met groot leed om je heen daadwerkelijk helpen ? Het gaat erom te lijden met hen in leed, mens en dier. je mag er ook verontwaardigd over zijn en met een boos gezicht rondlopen soms, boos op de maatschappij, en soms mag je weer anders zijn. Elke dag mag je andere sieraden omdoen van de hogere kennis, de innerlijke sieraden van studie. Je hoeft jezelf ook niet weg te geven. Pas op dat je jezelf niet als een hoer verkoopt aan deze stadse systemen. Dan kun je beter als de OT profeten zijn of rennen voor je leven. Het is dus goed om soms in een identiteits crisis te zijn, want de stad geeft onder dwang de mens telkens weer valse identiteiten. Rijg je strategische sieraden, breng je profetische boodschappen in natuur patronen. Camoufleer jezelf goed als je onder deze gekken bent. Gooi geen parels voor de zwijnen. Gooi eerder een staaf dynamiet, en steek je tong uit. Als ze je vragen rechts te gaan, ga dan links. Laat je niet in een hokje drukken. De identiteits crisissen zijn ervoor om je te beschermen. Laat je niet brainwashen. Blijf uniek, anders is de strijd verloren. Hoofdstuk 12. Het ontstaan van dimensie overlappingen

Dimensie overlappingen kun je niet zomaar ontwijken. Je moet ermee rijgen, ze te slim af zijn. Dimensie overlappingen ontstaan doordat zoveel planeten de mens bestralen, en als de stralen kruizen en de mens kan het niet onderscheiden, dan ontstaan deze overlappingen. Het hebreeuwse woord voor tent is 'ohel', wat een beeld is van het wildernis leven. Ook is dit een anagram van elohim, oftewel ohel-m, de kennis (m, egyptisch) van het wildernis leven. Ohel wijst ook op 'el', een hebreeuwse naam voor god, maar elohim betekent ook godinnen. Daarom gebruiken christenen vaak ook het stopwoord 'hel', en hebben de betekenis verdraaid, maar het wijst terug op ohel, het wildernis leven. Hoofdstuk 13. De Sexuologie van de Gnosis Hoe je het ook wendt of keert : de mens heeft schaduwen nodig, tegenstellingen, anders zou de mens verloren raken in een vacuum. Het is dus een overlevings-strategie van de natuur, als een boeienkoning, een Houdini. De schaduwen en reflecties hebben geen intelligentie. Ze hebben wat losgekapte kennis die uit het verband is getrokken en is verletterlijkt, maar dat is alles wat er is. Je kunt er geen normaal gesprek mee voeren. Ze hebben geen zorgen, geen doel, en leven voor het plezier, maar wat is plezier ? Wat is genot ? Gaat het er dan werkelijk om om je maar telkens 'goed' te voelen ? En hoe 'goed' is dat dan ? Want wat als je ego zich goed voelt en daardoor nog krachtiger wordt ? Je ego heeft je vernietiging op het oog. Daarom zijn het vaak demonen die zich zo plezierig voelen, je schaduw, en dat is de verkeerde vorm van plezier. Ze hebben plezier in je vernietiging, plezier in hun macht, maar de mens onderscheid het niet. De mens raast maar door. Is het niet tragisch dat de mens altijd maar op zoek is naar oppervlakkig plezier ? De diepere mens wil altijd de gnosis. De diepere mens wil zichzelf niet bedriegen. Als kind denk je misschien als je 'leuke' televisie programma's ziet en je leuk speelgoed hebt, een vader en moeder die hier in het rijke westen voor je zorgen, waardoor je de eerste paar jaren van je leven in principe zorgeloos bent, dat je het misschien goed getroffen hebt, dat je goed terecht bent gekomen, dat dit je bestaan is, dat dit het is, het ultieme geluk waarvoor je bestemd bent, maar het is een valstrik. Hoe werd je kind ? Alles was gewist, en door wie ? En waar ben je terechtgekomen ? Is het allemaal zo onschuldig ? Mensen zien het als de gewoonste zaak van het leven, maar wie of wat maakte van hen een baby ? Is dat wat de heilige vergetelheid inhoudt, of was er meer aan de hand ? Was er misschien iets verschrikkelijks foutgegaan ? Totaal maar dan ook totaal kwetsbaar ben je en vaak loopt het fout af. Nee, de mens moet ontsnappen. De mens moet wakker worden. Ik had een droom dat ik op een planeet was in de constellatie Reticulum. Ik was daar bij een boertje, en hij leidde me naar de kerk daar. Achterin de kerk liet hij mij het psalmenboek zien. Er stond een harp op getekend. Ik sloeg het open, en het was een soort dagboek. Op elke pagina stond er een klein plaatje met iemand met een erectie. Ook stonden er telkens plaatjes aan de onderkant. Het

kwam op me over als iets serieus. Er stonden natuur plaatjes onder. Op aarde doet de mens vaak giechelig over een erectie, omdat de mens niet weet wat het betekent, en dat nog wel terwijl de mens er uit voortgekomen is. Op aarde wordt het verkocht, en zijn mensen erdoor geobsedeerd, en zien niets anders meer. Maar hier in deze kerk werd het als iets doodnormaals gezien, en niet iets waar je nou obsessief over zou moeten doen. Het stond er gewoon in een bepaalde context. Het boertje nam me toen de kerk uit en leidde mij tot een groot spookhuis met een heleboel afdelingen. Bij elke poort of ingang stond een standbeeld van iemand die bang was en een erectie had. 'Dat is wat het betekent,' zei het boertje. 'De gnosis reageert alleen op de heilige vreze, en dan is er contact en vruchtbaarheid. De heilige vreze is de plug.' De aardse erectie is van overmoed, roekeloosheid, obsessief gedrag. Hier op Reticulum liet het boertje mij een heel ander verhaal zien. Als de heilige vreze volkomen was veroorzaakte het een erectie, maar die maakt dus geen direct contact. Die rent weg, en blijft aan de ingang. Die durft niet verder het spookhuis in, en wordt zo tot standbeeld. Die gaat niet zoals op aarde regelrecht de vagina in. Het is geen voetbal wedstrijd waar er gescoord moet worden. De heilige vreze gaat eerst de aarde in, onder de voet van de vrouw metaforisch gesproken, de diepte in, dus niet blijven hangen aan de oppervlakte. De aardse mens maakt te snel contact en te oppervlakkig, niet gehinderd door enige heilige vreze, niet gehinderd door enige kennis of metaforiek. Zo komt de aardse mens al snel in een valstrik, en brengt daar ook zijn kinderen in groot. Dat is de tragische realiteit van het aardse leven. In de tweede bijbel is de erectie ook het beeld van de honger, het minderen, waarop de gnosis reageert. Op aarde is de erectie precies het tegenovergestelde, namelijk het vermeerderen, materialistische zucht. Hoofdstuk 14. De Drie-enige Godin van Adam Het leven kan niet zonder de dood, de dood van het ego. Dat is dus een noodzakelijke tegenstelling. Het eva-ngelie is het leven door de dood aan het kruis, oftewel het evangelie van Eva die Adam leidde tot de vrucht van de gnosis waardoor zijn ego kon sterven. Dat dit een martelgang is is bekend. Die dood zet niet zomaar in. Zoals we weten is het probleem dat Orion een heleboel verloren kernen heeft, in lagen, en dat die kernen terug willen komen, opdat de mens hemelburger kan worden in de diepere Orionse samenlevingen van de natuur. Ik had een droom over de constellatie Reticulum waar ik vroeger ook veel mee bezig was, en welk project ik moest staken vanwege teveel demonie. Ik moest eerst ergens anders aan werken, maar nu had ik nieuwe sleutels en kon terug. Ik heb vroeger veel over Reticulum geschreven, over de boeren en de indianen daar. Ik was nu in een soort natuur stad of natuur centrum. Een moeder van mijn eerste vriendinnetje ooit die bij ons aan de kerk zaten had mij wat video's gezonden. Ik speelde het af, maar het werkte niet. Het zou ook op de televisie komen, dus ik wilde het opnemen, maar ik was net te laat, en ik dacht dat ik geen halve opnames wilde.

Toen kwamen er weer twee pakketjes van die moeder, en toen waren die video's erweer bij, maar dan voor een nieuw systeem, want het bleek dat ik er niet het juiste apparaat voor had, dus het apparaat had ze ook meegezonden. Het was een heel klein plat apparaatje in een zwarte etui van het merk 'denom'. Het was een klein televisietje. Ik klikte het aan en er waren allerlei kleine channeltjes te zien, vaak ging het over koken, eten bereiden. Ik zag wat wortels en groenten op één zo'n schermpje, en die schermpjes lagen in twee kolommen naast elkaar. Je kon dan het schermpje van je keuze zo groot maken als het apparaat zelf. Sinds ik het apparaat had aangezet was het wel groter geworden, maar nog steeds compact en plat. Mijn zusje op Reticulum stond er toen ook bij. Ik zei : 'Ik heb jou volgens mij vroeger ook eens een heel klein televisietje gegeven, hè ?' We zeiden toen beiden tegelijkertijd : 'een roze.' Zij zei het in Engels : 'a pink one.' De technologie was ver. Ik was verbaasd. De moeder van het vriendinnetje legde uit dat er ook mee gekookt werd. Je kon een menu uitkiezen, een maaltijd, en dan werd het gewoon via technologie, via signaaltjes en straaltjes, de keuken in geprojecteerd door allerlei buizen en stangen, en dan kwam het op een soort fornuisje. Dat werd dus zo gematerialiseerd vanaf het scherm. Ik vond het wonderlijk. Ik zei tegen die moeder dat ze me moest helpen met mijn geheugen, want ik was een heleboel vergeten. Ik was natuurlijk tot een verloren deel van mezelf op Reticulum terecht gekomen, en door die vermenging had ik wat moeite met mijn geheugen daar. In ieder geval was ik heel blij met het pakketje en er waren ook een heleboel andere schijfjes met video's voor het apparaat. Er leek meer vrede te zijn hier, een vergevorderde technologische orde, natuurlijk gebaseerd op veilige bio-technologie van de natuur. Een heleboel problemen die er op aarde zijn waren hier niet. De vrucht van de gnosis, van het eva-ngelie, het evangelie van Eva, van de vrouw en moeder van leven, leidt ons eerst tot een verwarrende situatie waarin ons ego kan sterven. Hiertoe werd ook Adam geleid, en een beeld daarvan was ook David die in de Psalmen aan het kruis stierf in de Messiaanse psalm 22 : 2 Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten, verre zijnde van mijn verlossing, bij de woorden van mijn jammerklacht? 3 Mijn God, ik roep des daags, en Gij antwoordt niet, en des nachts, en ik kom niet tot stilte. 15 Als water ben ik uitgestort en al mijn beenderen zijn ontwricht; mijn hart is geworden als was, het is gesmolten in mijn binnenste; 16 verdroogd als een scherf is mijn kracht, mijn tong kleeft aan mijn gehemelte; in het stof des doods legt Gij mij neer. 17 Want honden hebben mij omringd, een bende boosdoeners heeft mij omsingeld, die mijn handen en voeten doorboren. 18 zij zien met leedvermaak naar mij. 19 Zij verdelen mijn klederen onder elkander en werpen het lot over mijn gewaad. 21 Red van het zwaard mijn ziel, mijn eenzame, van het geweld van de hond. David was in gevecht met de Egyptische hond Anubis, de poortwachter, die zijn ego moest laten sterven en hem moest mummificeren, opdat hij tot het hemelse Jeruzalem,

de hemelse wildernis, kon komen. Het is een worsteling met God zelf, zoals Jakob op Pniël had. Dat is het eva-ngelie in het kort, in het OT. Er is geen andere weg. De mens moet aan zichzelf sterven. Aan de kusten van dit Reticulum gebied had ik eerst een verschrikkelijk gevecht met haaien, en er was ook een gevecht met orca's en walvissen die de kusten bewaakten, en waar ik vroeger ook dromen over had dat ik ze in de verte zag. Dit waren zware demonen. Ze verscheurden mijn hart en ziel. Hun tanden reten me aan stukken. Maar toen was ik ineens aan land, en vond een verloren deel van mezelf, en door de vermenging was mijn geheugen deels weg. Ook Adam moest zijn paradijsje verlaten om te komen tot het grotere paradijs, de grotere context, en hiervoor moest hij een lange en slopende weg begaan. Hij moest terug tot de wildernis, waar zijn eerste liefde hem riep, Lilith, Lethe (Grieks) oftewel Tolli (oer-amazonisch), en zij leidt hem tot Naamah, als de brug tussen haar en Eva, als de drie-enige godin van Adam, de drie-enige natuurgnosis. Daarom moeten wij verscheurd worden, opdat we verzoend kunnen worden met de verscheurde godin, de verscheurde natuurgnosis. Natuurlijk is dit slechts ogenschijnlijk, want de mens had zijn geheugen verloren. Ook Osiris (Aser) werd verscheurd in de Egyptische mythologie, en ook Orpheus werd in de Griekse mythologie verscheurd door de maenaden of bachanten, dronken bezeten vrouwen, maar waardoor hij werd verzoend met Eurydice. Hoofdstuk 15. Het Stoïcijnse Pad van de Eenling Kudde mentaliteit is altijd het probleem geweest van deze wereld. Kudde gehechtheid blokkeert de heilige gebondenheid. Er is geen pad door de gnosis zonder de heilige gebondenheid. Er zou teveel misleiding zijn, vervroegde kennis, te late kennis, corrupte kennis, enzovoorts. De mens laat dingen te snel kruizen, maar het pad van de eenling is het enige pad wat de natuur heeft aangelegd, en de rest is allemaal valse veiligheid. Er moet dus een nieuw stoicijns level komen waarin de mens het eenling principe leert, want dat is ook van groot belang voor de demonologie. De demonologie is gebaseerd op het kruis, het aanvaarden van het lijden, het geduldig dragen van het lijden en daarin volharden. Dat is ook de stelling van het stoïcisme. Er zijn vele misvattingen over het stoïcisme, en er zijn ook vele stromingen binnen het stoïcisme. Het doel van het stoïcisme, wat rond 300 BCE in Griekenland onstond, met als grondleggers Zeno en Chrysippus, is te leven volgens de natuur en niet volgens de massa's. Zij die de massa volgen kunnen deze filosofie niet bestuderen, stelde Chrysippus. Je moet je onthechten van de massa en de natuur leren kennen. Hij stelde dat de dwazen alles willen, maar begrijpen niet hoe ze het moeten gebruiken. Chrysippus wilde de mens het grijpen afleren, om allereerst terug te keren tot het zelf, de eenling, en zo te leren. Er zijn hierin veel dingen nodig, als een stappenplan. Allereerst moet de mens terugkeren tot het niets, want anders worden er teveel fouten gemaakt. Alleen de wijzen zullen dit pad gaan, stelt Chrysippus. Het is een vreemdelingen pad van compromisloosheid. Als je geen vreemdeling bent, dan is alles verloren. Dan kom je nooit verder op het pad van de eenling. Wie door de massa's aanbeden wil

worden en de massa's wil behagen kan dit pad niet op. Voor Chrysippus is het belangrijk terug te keren tot eigenzinnigheid in de natuur, niet de opgelegde identiteit van de massa's. Het kwaad kan niet zomaar uitgebannen worden, en dat mag ook niet, want het is ergens voor bedoeld. Er moet gebruik van gemaakt worden. Verschillende stoïcijnen zeiden hierover : Marcus Aurelius : Want het denken verandert alles wat een handeling in de weg staat en wendt het aan voor zijn eigen doel, en wat een obstakel was bij een werk, wordt een hulpmiddel, en wat je verhinderde een bepaalde weg in te slaan, wordt een richtingwijzer. Seneca : Niet wat, maar hoe je iets draagt is belangrijk. Ook Paulus putte uit de stoïcijnse filosofie voor zijn brieven, zoals dat alle dingen medewerken ten goede voor degenen op dit pad. Ook Paulus stelde dat dit een pad was van de eenling, en dat je deze wedstrijd moest winnen, door alles en iedereen achter je te laten. Ook Chrysippus stelde dit al, maar Chrysippus zei erbij dat je dit nooit ten koste van anderen mocht doen. Je mag geen overwinnaar worden over de ruggen van anderen heen, want dat is ook weer negatieve kudde mentaliteit. Je moet dus niet stelen, maar het zelf eerlijk vinden en verdienen zonder de ander daarbij schade te berokkenen. Velen zijn namelijk in de kuddes voor dit ene doel om zo makkelijk ten koste van iemand anders iets gedaan te krijgen. Dat pad moet achtergelaten worden, stelt Chrysippus. En ook dit komt weer terug in de leerbrieven van Paulus. Chrysippus stelde dat het lot altijd verbonden was aan het corresponderen met iemand's werken, met iemand's natuur en kwaliteit, dus uiteindelijk zou je levenswinst gebaseerd zijn op je eigen hart. Er is uiteindelijk loon naar werken, en de mens moet daarvoor niet de kortste en makkelijkste weg nemen, want dan wordt er teveel over het hoofd gezien. Alles in het stoïcisme gebeurt in processen. Daaraan is alles gelinkt, en daardoor wordt alles geforceerd. De mens kan zich niet losmaken van dit proces. Het heeft geen zin te strijden tegen de natuur. Alles zit hiervoor in het object en de mens zelf, wachtende om ontrafeld te worden. Dat is wat het lot is. Het is ingewoven en gaat niet buiten de mens om. Ook Zeno, de eerste grondlegger van het stoïcisme, hield niet van massa's, en ook niet van rijkdom. Hij hield van de natuur en de eenvoud. Hij hield van de filosofie. Alles was ook verbonden aan de stand van de planeten, stelde Zeno. Hij bekeek dus alles vanuit de buitenaardse context. In die zin sprak hij dus over de buitenaardse natuur die zichzelf op aarde projecteerde. Zeno stelde dat we twee oren hadden, en maar één mond. We zouden dus dubbel zoveel moeten luisteren. De mens moest voldoende opgeladen zijn met stilte om te kunnen leven. De mond zou de boodschap anders in de weg staan. De mond mocht alleen spreken door het oor. Hij leefde sober en minimalistisch. Hij leefde ascetisch, ook al was hij soms rijk. Zeno stelde dat de massa's misleiding brachten, en daarom moest de mens de massa's ontwijken en met minder genoegen nemen, om aan de misleiding te ontkomen. Zeno onderwees hoe de misleiding te ontwijken. De mens moest weer doel hebben, en reden, en die kon alleen ontstaan als de ziel zou komen tot de universele reden, de logos. Dit zou ergens in het universum zweven als een vogel, en de ziel moest de sleutel hiertoe verdienen op het stoïcijnse pad. Later werd dit door de christenen allemaal verletterlijkt en gematerialiseerd tot de bijbel die ze de logos noemen, maar de logos is natuurlijk veel meer. De christenen wilden het pad op de berg niet gaan, want dat was te smal, te moeilijk, te kronkelig, te eng, en daarom maakten ze een afgod beneden in het dal : de bijbel. En hier moest iedereen voor neerbuigen. Het christendom is dus een grote vervorming van de stoïcijnse filosofie. Ineens werd ook Jezus, de nieuwe afgod na het Griekse wereldrijk, de logos genoemd.

Zowel de doxa, het geloof en de mening van de massa, en de pathos, de emotie, waren vaak grote vijanden van de stoïcijnen, die alles getest wilden hebben aan de logos, de universele rede, het universele woord van de natuur. De mens moest niet worden voortgedreven door de emotie, maar de emotie kon wel het resultaat worden van de logos. De emotie moest hieraan ondergeschikt worden, want vaak was de pathos van de massa gewoon het vooroordeel. Het wilde dus niet zeggen dat emotie niet meer mocht bestaan. Zolang de emotie maar getest was, want er waren ook valse, overmoedige emoties. Dogma had een hele andere betekenis in het stoïcisme, namelijk van een getest principe gevestigd door rede en ervaring. In het christendom werd de dogma natte vinger werk, gewoon domweg door blind geloof van de voorouders en wat de massa zo had bepaald in het verleden, dus van doxa en pathos. Doxa werd in de Griekse bijbel gebruikt om de glorie van God aan te geven, waardoor dus ook God werd verlaagd tot het niveau van de mening en het geloof van de massa. De stoïcijnen waren hier deels woest over, maar waren tegelijkertijd ook op zoek naar betekenis hierin. Het christendom zou namelijk gebruikt kunnen worden om iets diepers in het stoïcisme omhoog te halen, een missing link. De stoïcijnen waren hierin gebaseerd op logos en gnosis. Voor hen was dit een discipline, de ascese. Waar de hedonisten waren gericht op het ontwikkelen van spieren waren de stoïcijnen gericht op het zoeken naar diepere filosofische structuren, naar soberheid en eenvoud. Waar de hedonisten meer wilden, wilden de stoïcijnen minder. Waar de hedonisten smachtten naar de goedkeuring van de massa's, daar waren de stoïcijnen op zoek naar de eenzame diepte van het eenling principe om zo terug te keren naar de natuur en de demonologie. Het sofisme was een gevaarlijke stroming in de Griekse filosofie die voorafging aan het christendom. Het sofisme ging uit van 'het recht van de sterkste', en 'het recht van de meesten', en dat het niet gaat om gelijk hebben, maar gelijk krijgen, door drogredenaties. Sofisten leerden de kunst van misleiden door bepaalde woorden te gebruiken die ervoor zorgden dat mensen onder de indruk kwamen en geamuseerd werden. Het ging de sofisten niet om 'recht en waarheid', maar om macht. Zij lieten zich hiervoor betalen, als een handel in macht, en waren daardoor buitengesloten van de objectieve kennis. Studenten van het sofisme werden geleerd hoe te misleiden, en geen wapen werd hierin ongeroerd gelaten. Zo ging het om het principe dat onrecht doen beter is dan onrecht lijden, en het zogenaamde pragmatisme, wat als volgt redeneert : 'Als het werkt, dan is het goed.' Dit zijn dus stromingen binnen het hedonisme : 'Zolang het fijn is, is het goed.' Het sofisme was een groot voorstander van de gemakslust. Alle tegenstrijdigheden en bezwaren werden weggepraat, en sofisten waren meesters in het overtuigen. Al snel werden zij ontmaskerd door Socrates en Plato, twee beroemde Griekse filosofen. Socrates werd ter dood veroordeeld vanwege zijn ontmaskerings-werk. Hij moest de gifbeker drinken. Ook Plato werd ter dood veroordeeld, maar hij werd door vrienden gered die hem loskochten. Plato benoemde het sofisme als een mensenjacht, als een psychologische handels-kunst, om met name elitaire en rijke jeugd te bereiken met veel potentieel. De handel is dan in 'kennis', die de sofist koopt en doorverkoopt, en ook zelf maakt. Hiertoe vestigt de sofist zich in de stad. Het is een ruilhandel en een fabriek van tweedehandse schijnkennis, aldus Plato. De sofist is een nabootser, en ook een soort tovenaar, en een zeer geliefd middel van politiek en religie. Meer en meer werd het sofisme een gevaarlijke handel in educatie. Het was allemaal gericht op de mens zelf, terwijl Socrates en Plato beweerden dat er een hogere kennis boven de relatieve kennis was. Beiden hebben zij zich dus tegen het sofistische systeem gericht, de gevestigde opvoeders van de jeugd, en betaalden hiervoor een hoge prijs. Je zou de sofisten ook filosofische charlatans kunnen noemen die de weg voor het christendom hebben bereid. Plato streed tegen doxa, tegen het gebruik van de mening en het geloof van de massa als argument. Dit was een wezenlijke strijd, want hieruit voort zou het christendom komen. Het woord doxa is verbonden aan populariteit, glorie, zoals het ook werd verbonden aan de glorie van God in de

Griekse bijbel. Veel mensen zijn hier gevoelig voor. Ze kiezen populariteit boven de waarheid. Voor de stoïcijn is dit dus een test. Een stoïcijn is niet geinteresseerd in macht, want hij weet waar het toe leidt. Hij verkoopt de waarheid niet voor autoriteit. Plato zette rede en geloof tegen elkaar. Het westerse christendom koos duidelijk voor het geloof. Plato werd ondergesneeuwd. Plato stelt dat er voor elke doxa een logos moest zijn waaraan het getest zou moeten worden, want anders was het waardeloos. De christen laat zich echter leiden door blind geloof, tegen alle kennis in. Voor Plato was doxa de zonde van de filosoof. De filosoof moest eerst terugkeren tot de logos. Doxa is alles wat de mens zomaar klakkeloos aanneemt. Doxa wil schitteren in de tempel als een god, door mensen aanbeden. Doxa wil niet lijden in het verborgene voor diepte. Doxa heeft zware roemzucht en machtszucht en haalt daarvoor elk wapen uit de kast om het te krijgen. Doxa gaat niets of niemand uit de weg, niet door enige heilige vreze verhinderd, niet door enige kennis. Doxa denkt van een kale kip kun je niks plukken. De stoïcijnen bestempelden dit als egoïsme naar het externe, een zeer slechte pathos, emotie, en de mens zou moeten terugkeren tot de apatheia, het medicijn hiertegen, de boven-emotie. De mens moest gezuiverd worden van egoïstische emotie. Op het pad van apatheia betekent het dus niet dat je alle emotie en empathie moet kwijtraken. De stoïcijnen wijzen op de gevaren van onverschilligheid, valse apatheia, wat ook weer egoïsme is. Het eenlingsprincipe heeft niets met egoïsme te maken, maar met verdieping van het zelf zijn, en komen tot de hogere gebondenheid. Er is geen gnosis zonder de hogere gebondenheid, en die kan alleen ontstaan in het eenlings-principe. Dat wat er buiten hangt wordt aangedreven door de doxa-massa's. In de brieven aan Lucilius stelt de stoïcijn Seneca dat begeerte uit de hand loopt als het de grenzen van de natuur overschrijdt. De natuur is vol van beperkingen, maar het hedonisme heeft die niet. Dit is een grote vijand van de mens. De hedonistische massa's hebben hun adel geschapen, maar de filosofie heeft haar eigen adel. Hij wijst op Plato die stelde dat er geen koning bestaat die niet uit slaven is voortgekomen, en geen slaaf die niet uit koningen is voortgekomen. De ware adel is dan volgens Seneca wie de natuur goed heeft afgestemd op de deugd. Boven alles uitstijgen is dat wat adel maakt, oftewel de apatheia. Ook de logos en de gnosis zweven daar. Seneca stelt dat je nooit haast moet maken in dit labyrint, want juist dat wordt je noodlottig. Overmoed behoort niet tot de stoïcijnen. De stoïcijnen testen alles. De stoïcijnen gebruiken strategie. Hij stelt dat het er niet om gaat groots te werken. Een kunstenaar heeft de eigenschap om een geheel samen te vatten met weinig middelen en weinig materiaal. Dat is ook weer de schoonheid ervan. Teveel zou alles verprutsen. Seneca beschrijft zijn eigen wapenrusting die deels de projectielen van de vijand in zich opneemt en verwerkt om zich ermee te sieren, terwijl andere projectielen teruggeketst worden naar de afzender. Gebrek is belangrijk, stelt Seneca, ook gebrek aan woorden. Niet alles hoeft wezenlijk te bestaan. De natuur heeft ook ruimte voor het niet wezenlijke, en omvat dit ook, omdat het metaforisch doel heeft, de beeldspraak. Zo is het stoïcisme wantrouwend tot de grote massa's, en behoedt zij zich voor valse christelijke nederigheid tot de massa's die geleerd wordt. Er zijn plichten tot de natuur, niet tot de massa's. Wel kunnen daarin natuurlijk kruispunten in optreden, maar die zijn niet geforceerd. Deugd is voor de stoïcijn gebaseerd op kennis, omdat er teveel corruptie op de loer ligt, zoals we zien in het christendom. Geloof is een slechte leermeester. Het principe van de eenling is van levensbelang. De mens denkt de massa's nodig te hebben, de ander, maar dat is een misleiding. De eenling heeft een eigen sociologie. Kruispunten worden niet geforceerd, niet gemanipuleerd. Ze worden niet overhaast. Altijd maar weer denkt de mens de ander nodig te hebben, alsof de ander de mens gelukkig kan maken. Ook is de mens bang voor de ander, denkende dat de ander hem kapot kan maken. Maar beide gevallen zijn niet mogelijk. Alleen het pad van de eenling leidt tot het geluk, en het geluk is de diepte. In de diepte is er de gebondenheid,

want de mens gaat dan zien dat het maar één weg is. De eenling trekt het ene aan. Het ene is daarmee ook het enige. Hoe dieper de mens gaat hoe meer de mens erachter komt dat er steeds minder mogelijkheden zijn. Het pad wordt namelijk steeds smaller, de poort steeds enger. De mens wordt ingesloten. Dit leidt tot de ervaring van de heilige gebondenheid. Het doel van de mens is een eenling te zijn. Je ervaart het externe dan alleen nog door het interne. Het heeft zijn eigen sociologie. De ander is dan slechts een klankbord, geen bron. Eerst moet de mens komen tot apatheia, wat letterlijk zonder emotie betekent, wat dus het niets inhoudt, maar wat niet wil zeggen dat dit het einddoel is. Het wil niet zeggen dat de mens niet zonder emotie moet zijn, maar de mens mag er niet door aangedreven worden. Het mag geen stuur mechanisme worden. Pathos, emotie, moet dus onderworpen worden aan apatheia, en aan rede. Leegte mag ook nooit een doel op zich zijn, maar moet onderworpen zijn aan rede, aan logos. Apatheia moet dus onderworpen worden aan logos. 1. Logos - rede 2. Apatheia - boven-emotie, zonder emotie 3. Pathos - emotie 4. doxa - geloof van de massa Doxa moet dus ook onderworpen worden aan bovenstaande drie. Als dat gebeurt is kan de mens verder op het pad van de eenling. Vijanden op dit pad : bevestigings-zucht (van anderen, de massa, etc.) goedkeurings-zucht (van anderen, de massa, etc.) eerzucht roemzucht mensenbehagenis massabehagenis verklaringszucht (naar/ van anderen, de massa, etc.) bewonderingszucht opschepzucht imponeerzucht overtuigingszucht winzucht troostzucht (van anderen, de massa, etc.) Ook is het dus belangrijk om het externe, de buitenwereld, te onderwerpen aan het interne, de binnenwereld.

Hoofdstuk 16. Nut of Geluk ? Gnosis verzadigd meer dan vlug plezier. Gnosis gaat veel verder dan geluk. Soms voel je je misschien ongelukkig, maar dat kan weer onderdeel zijn van de gnosis die veel dieper leidt, tot iets groters dan geluk, iets wat dieper verzadigd. Je kan je zelfs op sommige momenten diep ongelukkig voelen en wanhopig, maar tegelijkertijd in de extase van de gnosis zijn, omdat je voelt dat het een onderdeel is van iets veel groters, een onderdeel van jezelf. Geluk is veelal overschat, en de gnosis onderschat. Er is iets dat veel verder gaat dan zomaar geluk. Het kan soms het geluk aan diggelen slaan, en toch is er iets diepers wat je op de been houdt, een verhaal. Dat is wanneer je het nut van alles gaat inzien. Nut is iets veel groters dan geluk. Door nut kun je van alles gebruik maken. Nut is dan wel een Nederlands woord, maar het is oorspronkelijk Egyptisch. Ra maakte elke nacht een tocht door de onderwereld, zijn moeder Nut. Als er geen geluk is is er nog geen man overboord, maar als er geen nut is dan is alles verloren. De massa's hebben vals, tijdelijk geluk, maar de eenling heeft waar nut. De eenling wijkt niet af van het eenzame pad van nut, ook al ziet hij het soms niet en gaat hij door wat in de gnosis de naradox word genoemd, de schijnbare nutteloosheid. De eenling moet goed zijn meters in de gaten houden in de demonologie. Er moet genoeg stilte zijn in zijn stilte meter, en genoeg zelfreflectie in zijn zelfreflectie meter, anders zouden de massa's hem kunnen grijpen. Telkens weer moet hij deze meters opladen, en moet hij leren luisteren naar de alarmen en tijdsignalen van deze meters. En zo ging ook Kaïn tot Nut, oftewel het land Nod, Nud, Nuwd. In de grondtekst was hij verbonden aan Ra. Ook Kaïn was een eenling, en de westerse vertaling van dit verhaal was veel te eenzijdig, en ging totaal voorbij aan de diepere symboliek. In de grondtekst krijgt dit verhaal weer nut. De mens moet dus kiezen tussen nut en oppervlakkig geluk. Zij die voor nut gekozen hebben hebben een heilige vreze tegen oppervlakkig geluk. Het is voor hen helemaal geen geluk, maar een pijn die niet te dragen is en die ook niet meer nuttig is. Het is de pijn van de afvalligheid die leidt tot de totale vernietiging. Afvalligen voelen die pijn niet, omdat ze bedrogen worden. De nuttigen hebben dus een bepaalde gevoeligheid, een goed alarm. Voor hen is het niet zoet, maar een vergif wat ze moeten ontwijken. Hoofdstuk 17. Overeenkomsten en verschillen tussen de stoïcijn en de christen Moet de ander om je heen veranderen, of moet je zelf veranderen ? Je kunt geen ijzer met handen

breken. Je moet puzzelen. Hiervoor heeft de mens niet slechts onderscheidingsvermogen nodig, maar ook puzzel vermogen, en dit wordt aangedreven door de leergierigheid van de mens. Natuurlijk kan hierin al snel wat misgaan, vanwege al het surrogaat om ons heen. Daarom waren de stoïcijnen al lang voor de opkomst van het christendom gericht op de logos, de Rede, wat Plato ook wel het transcendente goddelijke verstand noemde, en waaraan ze alles testten. Later werd deze logos door de christenen dus gematerialiseerd en verletterlijkt, op basis van geloofs-sentiment. Het is het sofistische hedonisme wat zomaar klakkeloos alle bourgondische levenswijzen van de voorouders overneemt, en dit begonnen ze eigen namen te geven. Zo ontstond het gehele christelijke palet van kortzichtige woordbetekenis. Wat de massa dacht was belangrijk voor de christen, wat sofistisch gedachtengoed was uit het pre-socratische tijdperk, nog voordat Socrates kwam opzetten. Het was een markt-cultuur van rondtrekkende leraren die hun lessen verkochten, ook de zogeheten drogredenen. Ze verkochten hun troep nogal duur, en ook het hedendaagse scholensysteem is hierop gebouwd. Geld was de maatstaf. In principe konden alleen de rijken genieten van het sofistische onderwijs. Vandaag de dag kunnen we ook kijken naar het medische systeem en het juridische systeem in kapitalistische landen, waarin alleen de rijken medische en juridische zorg krijgen. Voor 'recht' en 'gezondheid' moet je vandaag de dag veel betalen, wat allemaal gebaseerd is op de pre-socratische sofistiek. We kunnen dus ook constateren dat dit vals geld is in de omloop, en dat het niet is zoals het was bedoeld. Omdat de sofistiek allemaal om geld ging, als een beroep, in plaats van een missie, probeerde de sofist het brein van de mens te manipuleren door welsprekendheid en amusement, door bedriegelijke uiterlijkheden dus, om zo de pathos, de emotie, te bespelen, als een poppenspeler. De rede, de logos, werd dus zo meer en meer weggeschoven. Het was gesjoemel, en daardoor noemde Plato het sofisme ook een mensenjacht. Er werden valstrikken uitgezet om onoplettende mensen mee te vangen. Hierdoor versterkten zij de elite. Omdat het om massa-beinvloeding ging als de maat, de mens als maat, en niet de hogere logos, traden de sofisten op voor het vermaak en niet voor de waarheid. Omdat de doxa, de massa-opinie, voor hen belangrijk was, was het overmatig gebruik van eros, sexualiteit, een mogelijk gevolg, wat leidt tot porneia, het marktwezen van perverse sexualiteit voor verkeerde doeleinden en afgoderij, want dit gaf hen de macht om de massa's te scheppen en onder hun macht te houden. Door al hun verloochenen van de rede, de logos, en het verdraaien ervan, wat later ook massaal gebeurde door het christendom, en door het overmatig accentueren van uiterlijkheden en het materialisme als gevolg daarvan, wekt men een vroegtijdige, valse sexualiteit op, een corrupte eros, de porneia, waardoor er geboorte werd gegeven aan het christelijke wereldrijk. Socrates gaf een veel hogere betekenis aan de eros, die onderworpen en getest moest worden aan de logos, de rede, namelijk dat de ware liefde de wijsbegeerte is. Eros is volgens Socrates de zoektocht van de mens naar zichzelf, naar binnen gericht, dus al helemaal niet naar buiten. Er moet bij gezegd worden dat Plato in zijn boek Symposium, over Eros, stelde dat Socrates deze wijsheid had geleerd van zijn leermeester, de profetische filosofe Diotima. Plato zelf was de leerling van Socrates, dus die stond heel dichtbij hem. Diotima noemde Eros een subtiele kracht die boodschappen overbracht tussen het goddelijke en de mens, vanuit de logos dus. Zijn moeder was Penia, armoede, en zijn vader was Poros, intelligentie. We kunnen dus stellen dat Eros voortkomt vanuit het verminderen van het lagere en het hongeren naar het hogere, wat ook bewaard is gebleven in de latere gnostisch-christelijke traditie. Eros kan alleen geboren worden in de leegte, in het afleggen van de lagere natuur. Penia en Poros zijn dus het tegenovergestelde van de porneia, want zij vormen de brug van het minderen die de mens in contact stelt met de hogere logos, in plaats van massa-vermeerdering. Eros is het verlangen naar kennis, die gezuiverd wordt door de logos. In het wereldbeeld van de stoïcijnen stond de logos centraal. Eros zou nooit in die zin op zichzelf kunnen bestaan, want dan zou het corrupt worden. Eros was dus meer de verbinding tussen de

hogere gedachtes, de vruchtbaarheid van de hogere principes, waar de stoïcijn naar zocht als een brug tussen het zelf en de logos, waaraan het valse zelf zou kunnen afsterven. De stoïcijn wilde de massa's dus niet, en ook niet de aardse rijkdommen, maar dus wel de massa's van de hogere gedachtes, het hogere collectief van de logos. En daarvoor had de stoïcijn een zuiver begrip van de Eros voor nodig. Als zijn eros corrupt zou zijn, lager aards, dan zou zijn schip op een rots kapot breken en zinken. Het zou hem noodlottig worden. De stoïcijnen stelden dat het middel van transcendentie om tot de logos, de rede, te komen de apatheia was, oftewel het toetsen van de emotie aan de rede, het boven je emoties uitstijgen om tot rede te komen, en dan zal de rede de emotie aandrijven, niet andersom. Er moest dus een grote draai komen in de menselijke natuur. Er was dus een grote strijd tussen de lagere emotie en het hogere onderwijs. Op de oceanen van emotie, geloof en opinie die tussen de mens en de rede inliggen zijn er vele gevaarlijke piratenschepen van het sofisme die de mens moet zien te ontwijken. Uiteindelijk waren zij het die het chistelijke piratenrijk bouwden. Voor de eenling op het stoïcijnse pad is het belangrijk om zijn eros weer in dienst te stellen van de oorspronkelijke logos, de hogere rede die op het pad van de apatheia bereikt kon worden. Diotima noemde Eros een zoeker naar de wijsheid, en de wijsheid bevat eeuwigheid en volkomenheid. Diotima wijdde mensen in op dit pad, zoals ook haar leerling Socrates, en indirect Plato dus. Eros is het zoeken naar het blijvende bezit van deze dingen, oftewel het zoeken naar de heilige gebondenheid, de hogere gebondenheid van de zelfoverstijging. Daar waar een aards mens op zoek is naar bedriegelijke, oppervlakkige, sjoemelende schoonheid, daar is een stoïcijn op zoek naar de hogere schoonheid van de vereeuwiging van het goede in zichzelf, de subtiele werkelijkheid. Schoonheidsbeleving kan al heel snel pathos zijn, emotie, en doxa, massa-opinie (omdat je zo bent opgevoed, omdat je vader en moeder het ook mooi vinden, enzovoorts), en het kan zo al heel snel tegen de logos, de hogere rede, ingaan, maar Diotima stelt dat de mens moet loskomen van de lagere schoonheidsleer die voortgedreven wordt door traditie en kortzichtigheid, om zo te komen tot de eeuwige oceaan van de schoonheid van de hogere gedachtes die daar ook weer voortplanten, anders blijft men slaaf van het bedrog. Diotima stelt dat de mens ingewijd moet worden in de hogere geheimen van de liefde waarin het mysterie van de schoonheid helder wordt, transcendent. Het is de stoïcijnse esthetiek van de logos, de eeuwigheid van de logos die door de apatheia, de emotie-overstijging, tot de zuiverheid van de logos is gekomen. De esthetiek is in die zin het bezit van de eenling, niet van de massa's. De schoonheid van de gnosis is voor de massa's meer dan ze kunnen dragen. Het is voor de lagere aardse mens moeilijk om het concept van de eeuwigheid te omarmen of zelfs te confronteren. De aesthesis, de ervaring, de gevoeligheid, het waarnemingsvermogen, het gevoel voor kunst, het schoonheidsgevoel, moet in die zin ook onderworpen worden aan de logos, de hogere, transcendente rede, en moet hieraan getest worden. Het mag niet uitstijgen boven de logos, want dan wordt het corrupt. Het mag dus ook niet losgekoppeld worden van de logos. De aesthesis is het zintuigelijke, maar die mag je niet zomaar als een dolle hond laten loslopen. 1. logos - rede 2. apatheia - emotie-overstijging 3. eros - zoektocht naar de wijsheid 4. aesthesis - vereeuwiging, subtiliteit 5. pathos - emotie 6. doxa - geloof van de massa Diotima stelt dan dat de massa de lelijkheid is, het afgewekene, ook al zien ze dat zelf niet, want ze wanen zichzelf met kop en schouders boven alles uit, en wanen zichzelf eeuwig. Ook stelt ze dat de ware schoonheid op zichzelf bestaat en in zichzelf en eeuwig is, en dat alles buiten haar slechts komt en gaat. Tot die schoonheid van de wijsheid is alle inspanning om hierin ingewijd te worden, wat geen makkelijk pad is, maar daarbuiten zal de mens slechts ten prooi vallen aan groot bedrog.

Deze schoonheid is dus niet racistisch, maar ontmaskert het kwaad. Je zou dus ook kunnen stellen dat deze transcendente natuurschoonheid geen 'spiegeltje spiegeltje aan de wand ik ben het mooiste in het land' spelletje is. Geen 'Liesje op haar hoge troontje mag niet vies worden' spelletjes. Eros werd door Diotima beschreven als een jongeling in de natuur op blote voeten, zonder kleed, dakloos, en arm. Op andere plaatsen in het boek van Plato werd hij beschreven als een teder en zachtaardig iemand met de eeuwige jeugd, altijd met een kinderlijke gezindheid. Hij woont in het zachtste deel van de zachtmoedigen. Hij is van de buigzame, subtiele wereld, waardoor de kloof tussen de mens en het goddelijke is overbrugt, tussen mens en logos. Hij is tussen twee werelden, maar kan alleen door de logos tot volle bloei komen. In het christendom werd eros tot Jezus : Hebreeën 1 1 Nadat God eertijds vele malen, polym-eros, of door diepe, vele eros, wijsbegeertes, en op vele wijzen, tot de vaderen gesproken had in de profeten, 2 heeft Hij nu in het laatst der dagen tot ons gesproken in de Zoon, die Hij gesteld heeft tot erfgenaam van alle dingen, door wie Hij ook de wereld geschapen heeft. Jezus werd toen tot logos gemaakt, en later werd de bijbel tot logos gemaakt, waardoor dus ook de christelijke eros corrupt werd gemaakt, verletterlijkt, gematerialiseerd, ontdaan van alle oorspronkelijke filosofie. Wel lopen de oorspronkelijke stoïcijnse lijnen en bloedaderen van eros en logos nog door de bijbel heen. Ook het woordje pan-eros of het latere phan-eros komt veel in de bijbel voor in verschillende vormen, wat in het koine grieks (NT grieks) geopenbaard betekent, maar wat de godheid pan, de natuur, verbindt aan eros. Mattheus 6 18 om u niet bij uw vasten aan de mensen te vertonen, pan-eros/n, maar aan uw Vader, die in het verborgene is; en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden. Ook kan het woord pan-eros gekend betekenen. Lucas 8 17 Want er is niets verborgen, dat niet aan het licht zal komen, en niets geheim, dat niet zal bekend, pan-eros/n, worden en aan het licht komen. Uiteindelijk zal het Jezus principe dus weer worden tot de wijsbegeerte in de natuur, eros in pan, pan-eros, wat dus gewoon al in de Griekse bijbel staat. Wel zien we dit al terug in de Jezus verhalen hoe Jezus toch vaak de natuur opzocht, maar hier is het dus een principe dat alle dingen geopenbaard zullen worden in pan-eros. Romeinen 1 19 daarom dat hetgeen van God gekend kan worden in hen openbaar, paneros/n, is, want God heeft het hun geopenbaard, pan-eros/en. Het heeft dus een duidelijke brug functie tussen de mens en de logos. Socrates en Plato legden al het fundament voor het stoïcisme. Socrates liet al het nut van slechte relaties zien. Als de mens alleen maar goede relaties had, dan zou de mens gewoon gelukkig worden, maar als de mens een slechte relatie zou hebben, dan zou de mens daardoor filosoof

worden. Ook zei hij dat hij wist dat hij intelligent was, omdat hij wist dat hij niets wist. De ware wijsheid komt, stelt Socrates, wanneer we begrijpen hoe weinig we eigenlijk van het leven, onszelf en de wereld om ons heen begrijpen. Hij streed tegen de pathos systemen die emotie als basis hadden, en noemde het een vulgaire illusie, want de mens moest niet leven om te eten en te drinken, maar moest eten en drinken om te leven. De mens moest terugkeren tot het niets allereerst, en tevreden worden met het weinige, en dat pad volgen. Het ging er volgens Socrates niet om zomaar te leven, maar om op de juiste manier te leven, en dan moest de mens terug keren tot de bron. Als een mens niet tevreden kon zijn met wat hij had, dan kon de mens ook niet tevreden zijn met wat hij zou krijgen. Het leven moest dus allereerst weer kritisch worden naar zichzelf, anders was het niet waard om geleefd te worden. We zien dit ook terug in de evangeliën, in het balk en splinter verhaal. Er zijn veel meer Socratische teksten die we daarin terugvinden, zoals dat Socrates de mens opdroeg om niet te denken aan het zelf en aan bezittingen, maar om tot zelfoverstijging te komen, zoals Jezus dit ook onderwees. Laat alles achter, verloochen jezelf en draag je kruis. Hij was een volgeling van de godin, wat Plato ook stelde, en vanuit deze moederlijke bron die boven alles lag moest de mens leven, om zo alle eigen meningen achter te laten, want die lieten de mens gek zijn als de wind die door een leeg huis blies. De mens moest zichzelf niets inbeelden. De mens was maar een dauwdruppel op een blad. Telkens weer kwam het uitstijgen terug in de filosofie van Socrates, wat ook in de bijbel terugkomt als de hemelvaart. Maar Socrates zei erbij dat dat uitstijgen telkens verder moest gaan. Hij waarschuwde dat wijsheid niets is zonder hogere inspiratie, wat ook terugkomt in de brieven van Paulus. Soms kan die inspiratie zo sterk zijn dat je niet ten diepste weet wat het betekent. Hij noemde de bedriegelijke lagere aardse schoonheid een zeer tijdelijke tiran die de mens met verrukking verleidde om de massa's groter te maken. Toen op deze fundamenten het stoïcisme werd gebouwd stelde Seneca zijn brieven op, lang voordat de brieven van Paulus werden geformeerd. Seneca stelde al dat we alleen maar dingen in bruikleen hadden, en Socrates had al gesteld dat het er niet om gaat hoeveel we hebben, maar hoe we het gebruiken. Seneca stelde dat veel reizen van weinig nut was, maar dat het geestelijke reizen des te meer belangrijk was. Ook het opzoeken van de natuur was belangrijk, wat ook een goede spiegel voor de mens was. De stoïcijn moest leren te leven met verlies, opdat daardoor zijn ziel op de natuur werd afgestemd. Zonder verlies zou dit niet mogelijk zijn. De stoïcijn moest verlies leren zien als een vriend, niet als een vijand. Er was dan namelijk ruimte voor innerlijke rijkdom. Hoofdstuk 18. Het stoïcisme als vergeten en verloren geraakt fundament van het christendom Ook Aristoteles, de leerling van Plato, streed tegen het sofisme en riep de mens op om terug te keren tot de natuur. Hij streed fel tegen het een-daads-geloof waarin mensen dachten dat ze na een goede daad te verrichten het voor elkaar hadden. Hij stelde : Kwaliteit is geen daad, het is een gewoonte. En : We zijn dat, wat we bij herhaling doen. Gewoonte wordt bij de mensen ten slotte tot natuur. De goede daden en kwaliteit van de mens moesten dus door deze drie stadia heengaan : 1. herhaling 2. gewoonte 3. natuur Hij stelde dat alhoewel de mens een sociaal wezen was, als de mens de vriend zou worden van de

massa, dan had de mens helemaal geen vriend. Hij stelde dat vriendschap een traag rijpende vrucht was, maar dat vriendschap in de wortels een illusie was, en dat de mens die genoeg had aan zichzelf het ware geluk had gevonden. Net zoals Socrates stelde hij dat de mens niet zo zeker moest zijn van zijn zaak, maar twijfel is het begin van de wijsheid. Ook stelde dat de wijsbegeerte er niet was om op te sommen wat een mens gelukkig zou maken. De melancholie zou de mens veel verder leiden. Het geheel is hierin altijd meer dan de som van de delen. Aristoteles prikte heen door het bedrog van op zichzelfstaande 'goede daden'. Daar ging het niet om, volgens Aristoteles, want het zou ook verkeerde motieven kunnen hebben. Het ging om karakter vorming. Het goede moest als kwaliteit een instinct worden van de mens. De mens moest terug tot de oernatuur, en moest hiervan een deel worden. Zomaar geloof en goede daden zouden nog teveel achter de zijlijn staan. De karaktervorming moest de plaats innemen van al te oppervlakkig en doelloos geluksgevoel. Volgens Aristoteles geeft de filosofie een hele andere betekenis aan geluk dan de massa's dit doen. De massa's noemen al snel de woorden plezier, weelde, roem. De zieken willen gezondheid en de armen willen weelde. Voor hen is het leven en geluk gewoon plezier maken. Er is niets hogers voor hen. Ze gaan hier helemaal in op. Voor Aristoteles zijn er drie soorten mensen : de levensgenieters, de staatsmannen en de filosofen. Het geldbeluste leven gaat volgens Aristoteles recht tegen de natuur in. Maar volgens Aristoteles is er een pad in het midden, omdat de mens niet gemaakt is om een extremist te zijn, en dit ook niet aankan. De mens heeft van alles een beetje nodig, en moet ook geen onmogelijke doelen voor zichzelf stellen. De mens mag hier creatief mee omgaan. De mens mag lerend hiermee omgaan. Karaktervorming aan de logos moet geoefend worden in onderwijs en opvoeding. Het komt de mens niet zomaar aanwaaien. De geoefendheid is de godin Arete (Areta), ook een beeld van kennis en studie. Zij is ook een oorlogsgodin. De stoicijn moest op het pad niet zomaar steken bij goede daden, maar moest geoefend worden, om zo te komen tot Arete. Eens probeerde Kakia, de zwaar opgemaakte verleidster tot het kwaad, Heracles te verleiden door hem weelde en plezier aan te bieden, terwijl Arete hem een leven van worsteling met het kwaad aanbood (de demonologie). Heracles koos toen het pad van Arete. Ook Paulus stelt in de Griekse bijbel dat de mens op Areta gericht moet zijn, de geoefendheid (Fil. 4:8). Petrus stelt dat we alleen door Areta, geoefendheid, tot de kennis kunnen komen (2 Petr. 1:5). In de grondtekst van het NT waren zowel Paulus als Petrus volgelingen van de godin Areta. Deze geoefendheid, arete, moet altijd in overeenstemming zijn met de logos, de rede, volgens Aristoteles, ook een volgeling van de godin Areta. Het gaat er dus niet om door genade te komen tot God, oftewel geestelijke luiheid (protestantisme), en ook niet om door goede werken tot God te komen (katholicisme), maar door de geoefendheid, Areta, wat Aristoteles al predikte, en de stoïcijnen, en wat toen door Petrus en Paulus werd overgenomen. De natuur is moeilijk te vatten. Daar moet de mens moeite voor doen, want de natuur is niet goedkoop. In de stoïcijnse leer was Areta de opvoedster en onderwijzer tot de logos. Iedere stoïcijn moest ernstig streven een ontmoeting met haar te hebben, zoals christenen wordt geleerd ernstig te streven naar het ontvangen van de heilige geest. Zo was het dus oorspronkelijk een filosofisch stelsel, en religie werd alleen gebruikt als metaforiek, als personificatie van principes. Kakia, de verleidster, de godin van het kwaad, kwam om de mens te misleiden de geoefendheid om te ruilen voor gemakszuchtig plezier en weelde wat een geheel eigen religie vormde : het christendom. Aristoteles stelde dat er geen simpel ja of nee was, maar dat er een enorme creatieve ruimte tussenin zat, het pad in het midden. Deze lijnen lopen nog steeds door het christendom heen. Het staat er allemaal wel, maar de mens heeft het lopen verschuiven met eigen gemaakte waardensystemen en hierarchieen. Christenen wassen elke oproep tot geoefendheid heel snel weg met indutters zoals 'geloof' en 'genade'. Deze woorden hebben geheel nieuwe betekenis gekregen in het christelijke woordenboek. Maar het kwaad vormt en definieert het goede, zoals het goede het kwade definieert en vormt, in de levensvisie van Aristoteles. Het pad van

Aristoteles gaat hier dus dwars doorheen. Alleen zo kan de mens tot Arete, geoefendheid, komen. De Logos is voor de stoïcijnen een synoniem voor zowel de natuur als God. Zowel de Logos als Areta stond centraal, en zij konden ook niet los van elkaar bestaan. De Logos is de subtiele wet van het al, het ogenschijnlijke toeval, wat de mens dient te volgen en te gehoorzamen om niet doelloos als een dwaallicht weg te vagen in de schaduwen ervan. Areta en de Logos waren de gidsen van de mens in het moeilijke bestaan voor de stoïcijn. Deze termen komen ook weer voor in de grondteksten van het christendom. Het lot van de mens is zijn eigen karakter, en daarom is oefening daarvan voor levensbehoud. Niets is vanzelfsprekend, maar er is een noodzakelijkheid waar zelfs de goden tevergeefs tegen strijden, stelde de pre-socratische filosofie. Aristoteles kwam om weer balans te brengen, want er waren vele extremen ontstaan. Laten we beseffen dat dit gewoon principes waren die zich opdrongen als de noodzaak van de natuur balans. Mensen zijn altijd weer op zoek naar leiders en helden, naar rolmodellen, maar de mens moet beseffen dat dit slechts personificaties zijn van de hogere principes van het zelf. Daarom is lofprijs ook niets anders dan het goede wat zich in het zelf manifesteert, zoals Aristoteles stelt. Het is een eigen verantwoordelijkheid, en een werkwoord, opdat je geen toeschouwer bent aan de zijlijn en alles maar projecteert op het rondvliegende balletje waar anderen achterna lopen. Hierin ligt dus ook gevaar van de passieve gods-aanbidding waarmee de hedonistische kerken vol mee zitten. Zelfs in de filosofie zijn er gevaren dat de mens principes op een hoop gooit om ze te absoluteren, ze gaat aanbidden en dan gaat verkopen, wat gewoon puur diefstal is, want de mens is geroepen om nomadisch te zijn, om alles ook weer achter te laten om tot hogere principes te komen. Ik heb in mijn leven heel wat moeten weggooien en verscheuren en tot vuilnis moeten rekenen waar de materialisten en hedonisten helemaal in paniek over zijn geraakt, maar ik moest verder, en zo konden zij ook verder. Vaak is er mij aangeboden om mijn boeken voor peperdure prijzen te verkopen, maar ik heb zelfs een groot deel van wat ik geschreven heb ook weer achter moeten laten. Ik kan in de kerk staan en mijn handen in de lucht heffen om hun afgoden te prijzen maar als ik zelf niet verander en de verantwoordelijkheid neem, wat is mijn lofprijs dan waard ? Zo weet ik van mensen die weigeren iets aan hun kapotte huwelijk te doen en dan maar vooraan staan in de kerk met hun handen in de lucht om de afgod te prijzen, terwijl gemakszuchtige echtscheiding in hun hart ligt. Hiervan walgen de goden. Wat is de lofprijs dan nog waard ? De zonde behoort het goede niet te prijzen, maar behoort zich te bekeren om zelf het goede te zijn. Dat zou de ware lofprijs zijn, maar waar zijn kerken vandaag de dag mee bezig ? Ze loven en prijzen elkaar's mooie jurken, en hoedjes en kijken neer op de arme Eros die op blote voeten, alleen in het bezit van een te korte broek, hun peperdure feesten niet kan bijwonen. 'Ik ben hongerig geweest, naakt en in de gevangenis, of misschien wel in een psychiatrische kliniek, en gij hebt mij niet gevoed, hebt mij niet gekleed, en niet bezocht,' stelt Mattheus 25. Dit is een ernstige zaak, want dat is de toestand van de wereld en de kerk vandaag de dag. De stoicijn zegt dan : 'Ik doe aan zulke christelijke feestjes niet mee.' Waarom zoek je het dan nog bij jezelf, wat allemaal illusie is ? De zoektocht is naar je hogere zelf, in Areta, in de Logos. Meer heb je niet nodig, maar de illusie is ervoor om het ware te vormen en definiëren. Dat is de magie van de dualiteit. Het is bruikbaar voor de stoïcijn, en behorende tot de fysiologie van de oerstof. Het einde zal vastraken in het begin, want alles gaat in cirkels, stelt de presocratische filosofie. Aristoteles stelde dat je aan jezelf moest werken, want daar was alles al. Daar was al het creatieve materiaal wat je nodig had, en Areta was het product van gewoonte. Het moest een automatisme voor je worden, van robotische kwaliteit, anders zou je niet door het leven heenkomen. En de weg tot de geoefendheid, Areta, is de weg van de askesis, de oefening. Areta is ook een woord voor mannelijkheid in het stoïcisme, de geoefendheid, wat gebeurt op het pad van de eenling, het vol zijn met de godin, Areta, het getest zijn aan de logos, de rede. Je kan het een held noemen, of een anti-held, want het heeft niet gebogen voor de massa's, maar heeft zijn innerlijke godin gevonden, de mannin, het oorspronkelijke volk van de gnosis, van Eva. Hij heeft

niet voor superman gespeeld, maar is de weg van het kruis gegaan. Hij is geen spijbelaar die de mens zware mind-altering drugs heeft verkocht om hen bedriegelijke illusies van veiligheid en overwinning te geven, maar hij is gegaan tot de demonologische school om zichzelf te oefenen, de natuurschool. Hij loopt niet als een fletse zakenman met een gladgestreken pak en stropdas rond om zijn product van oplichting te verkopen, hoewel hij ook niet als een wilde weldoener parels voor de zwijnen werpt, maar hij heeft een vaste brug gebouwd, zij het van wildernis touwen, over de woeste oerrivieren van het oerwoud. Hij is een wenende filosoof, niet alles maar wegwimpelend en weglachend. Zijn Askesis heeft hem tot Areta geleid, zijn hogere zelf. Hij is de duisternis ingegaan en is er obscuur door geworden. Hij weet dat de aarde een mentaal en verbaal mijnenveld is. Hij laat de mens moeite doen om zijn filosofie te begrijpen. De mannelijkheid is de geoefendheid in het luisteren, de geoefendheid in het zoeken naar de hogere dingen en het achterlaten en minderen van de lagere dingen. De mannelijkheid is de mindering, en de vrouwelijkheid drijft de mannelijkheid hierin aan om te minderen, en zij vermeerdert zo zijn hogere dingen. De demonische surrogaten hiervan zijn de vermeerderingen van het lagere aardse. De stoïcijn knapt af op de lagere levenswijzen van de christen. Hij ergert zich eraan en weent erover. Hierdoor zondert hij zich nog meer af. In die zin is het christelijke dus een negatieve richtingaanwijzer, maar het christendom heeft ook positieve richtingaanwijzers. De stoïcijn heeft beiden nodig. Dat is het pad van Aristoteles, het pad van Ares-Thoth, oftewel van de oorlogs-rede, de demonologische logos (Grieks-Egyptisch). Adam moest in een diepe slaap vallen om tot de gnosis van Eva te komen, zoals de stoïcijn dit moest om tot Areta te komen. Dat is de ware lofprijs, wat ook een woordbetekenis is van Areta, zoals in 1 Petrus 2:9 : Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk Gode ten eigendom, om Areta, lofprijs, geoefendheid, te verkondigen van God, die u uit de duisternis geroepen heeft. De definitie van lofprijs is dus geoefendheid, Areta, en zij moest verkondigd worden als het evangelie, zoals Adam Eva moest verkondigen, omdat zij de drager van de gnosis was. Areta is een vrouwelijk woord, naast het feit dat zij een godin is. De grondteksten van de bijbel zijn dus vol met verwijzingen naar de godinnen. Zij moesten verkondigd worden, als principes, maar doet de kerk dit vandaag de dag ? Velen weten niet eens wie of wat Areta is. De godin is gedemoniseerd en het principe waarvoor het stond werd verborgen gehouden door geloof en genade en eens een keer een kerstkaart te sturen met kerst om goede wil te tonen. De mens in de kerk is vandaag de dag volkomen genaaid, lieve mensen. Ook in het Griekse OT, de Septuagint, komt Areta voor, zoals in Habakuk 3:3 : God komt van Teman en de Heilige van het gebergte Paran. sela Zijn Areta bedekt de hemelen, en de aarde is vol van zijn lof. Jesaja 42 : 12 Laten zij de Here eer geven en zijn Areta in de kustlanden verkondigen. Weer ligt hier de missie om areta, de noodzaak van de geoefendheid, te verkondigen. Jesaja 63:7 Ik zal de gunstbewijzen des Heren verkondigen, de Areta/s des Heren, naar alles wat de Here ons

heeft gedaan en naar de grote goedheid jegens het huis Israëls, welke Hij het betoond heeft naar zijn barmhartigheid en naar zijn vele gunstbewijzen. Jesaja 43:21 Het volk dat Ik Mij geformeerd heb, zal Areta verkondigen. De hedonist conformeert zich aan de massa, het geloof van de massa, de doxa, omdat hem dat het snelst iets laat bereiken. De massa is dus vaak ook de maat voor de hedonist. Het tegen de massa ingaan zou de hedonist teveel lijden kosten. De stoïcijn daarentegen conformeert zich aan de natuur, de phusis, verbonden aan het woord phuein, groeien. De stoïcijn streed tegen de doxa, de drogreden, op het pad van de eenling, maar de christen maakte de doxa tot een afgod en noemde het de glorie van God, want de christen had altijd weer de massa nodig, omdat de christen zelf niets had en niets was. Er zijn dus kruispunten tussen het stoïcisme en het christendom, en die moeten er ook wel zijn. Het christendom is veelal verdraaid stoïcisme, vandaar dat de bijbel een belangrijk boek is voor de stoïcist, in de zin dat het een strijdveld is en dat het pad er doorheen gaat. Een christen die terugkeert tot de stoïcijnse fundamenten hoeft niet alles overboord te gooien. Het is nog steeds zeer bruikbaar materiaal. Het hart van de stoïcijn ligt er in opgesloten. Voor de stoïcijn heeft het potentieel. Het moet alleen nog richting krijgen. Verdiept christendom komt uit bij het stoïcisme, zodat het christendom niet meer het probleem is. Op dat spoor gaat de stoïcijn dan verder. Hij leest de bijbel anders, dieper, en ziet de stoïcijnse lijnen van de natuur, van de phusis erin terug. Hij toetst niets meer aan de bijbel zelf, zoals de christenen doen, maar aan de logos. Ook de bijbel zelf wordt zo aan de logos getest en verdiept, ook onder het motto : 'Als je de vijand niet kan verslaan, verdiep dan je vijand.' De bijbel is niet het Woord van God, maar is een markt van gestolen goederen, en het vereist strategie om deze puzzel weer op te lossen. De stoïcijn is niet religieus, maar gebruikt het religieuze. Zo is het altijd geweest. Religie is de duivel zelf, tenzij je het metaforisch en strategisch gebruikt. Religie-overstijging is het doel. Filosofie is daarom altijd semi-religieus. De Egyptologie en het Judaïsme waren oorspronkelijk prachtige stoïcijnse meta-religies, als metaforische uitingen van de hogere filosofie, hoe dieper je gaat. Het waren gnostische religies als onderdeel van de taal, hoe dieper je teruggaat, maar het probleem was dat het stoïcisme onder hoge druk van het sofisme steeds meer en meer verdraaid en verletterlijkt werd, beroofd, verkracht en zo door het piratentijdperk weggedrukt werd door het opkomende bezeten westerse christendom. Het oorspronkelijke midden-oostelijke christendom was gnostisch-stoïcijns, maar het latere westerse christendom was hedonistisch. Duurdere auto ? Graag. Duurdere kleding ? Graag. Dat was in hun ogen allemaal de doxa, de glorie van God. God had hen gezegend. De natuur moest en zou om zeep geholpen worden. De natuur moest en zou onderworpen worden. De natuur moest betutteld worden. Er werden grote reclame arsenalen voor open getrokken. De stad zou er wel werk van maken, hoor. Zij zouden het 'duveltje uit het doosje' wel weer terug in de doos krijgen. Het is een lafhartig toneelspel wat de stad opvoerde. Maar dan is er het pad van Aristoteles door de natuur wat ons herinnert aan Areta, de geoefendheid. Een leger dat niet onder een bepaalde druk staat, en wat niet in een bepaalde mate aan gevaar wordt blootgesteld ontwikkelt zich niet. Een leger zou zo indutten. Daarom hebben we hier te maken met een grote factor van noodzakelijkheid, pure noodzakelijkheid. We strijden er tegen, maar tevergeefs. De externe wereld kun je niet veranderen. Het is ervoor om je intern te veranderen. Onder deze druk maak je contact met je innerlijke phusis, je innerlijke natuur.

Hoofdstuk 19. De Stoïcijnse drie-eenheid Er is ogenschijnlijke toevalligheid, maar in stelling 29 van zijn boek Ethica stelde de filosoof Spinoza in de jaren 1600 : 'In het heelal bestaat niets toevalligs, maar alles is door de noodzakelijkheid der goddelijke natuur bepaald, om op zekere wijs te bestaan en te werken.' Aristoteles stelde in deel 4 van zijn handeling over de ziel : 'Het is duidelijk dat de ziel ook de uiteindelijke oorzaak van haar lichaam is. Want de natuur doet altijd alles wat het doet omwille van iets, waarvan iets het einde is. Alle natuurlijke lichamen zijn organen van de ziel.' In stelling 7 van zijn boek Ethica begint Spinoza er echt op in te rammen, en stelt : 'Tot de natuur van een zelfstandig wezen behoort het bestaan.' Hij nam hiervoor al een aanloop in stelling 6 door te stellen dat een zelfstandig wezen niet door een ander zelfstandig wezen kan worden voortgebracht. Alleen de eenling kan leven en in leven blijven. Spinoza stelt dan in stelling 8 dat alleen de zelfstandige, de eenling, noodzakelijk oneindig is. Spinoza had al van te voren gesteld dat de eenling in zichzelf bestaat en door zichzelf gedacht werd. Hij kwam zo ook tot de stelling dat God ook een eenling is. De eeuwigheid is dan ook het bestaan op zich, want niets anders zou kunnen bestaan dan de eeuwigheid. En dit is ontstaan door pure noodzakelijkheid, zelfs dwang, omdat het alleen op die manier vast en gericht zou kunnen werken. Dat wat geen eenling is is eindig en zal weer wegvagen. Spinoza stelt in deze context dat als de ziel dieper in het eenlings-principe komt, en zo deel wordt van de hogere natuur, dan wordt de wil voortgedreven door noodzaak. De wil ligt dan besloten in de hogere kennis, en is daarin een soort ritme of schakelaar (stelling 32). Zo wordt de wil onderworpen aan de noodzaak en de hogere dwang van de natuur, dus de heilige gebondenheid. Zo komt de ziel dus daadwerkelijk tot het ontstaan en bestaan. Dit wil ook zeggen dat het niet op een andere manier zou kunnen dan dat de natuur het door de noodzaak heeft laten komen (stelling 33). In deel 2 stelt Spinoza dat zowel de verwarring als de duidelijkheid noodzaak is (stelling 36), zowel het volledige als het onvolledige. In 1517 begon de Reformatie tegen het kerkelijke katholieke systeem, maar toen kwam er een protestants systeem. Er moest dus veel meer gebeuren. Aan het eind van de jaren 1600, begin 1700, begon het tijdperk van de Rede, ook wel de verlichting genoemd, wat begon met Descartes' formule : 'Ik denk, dus ik ben,' en Spinoza's 'Ethica'. God was de Rede en de natuur volgens Spinoza, en niet de kerk. Maar er kwam alweer een nieuwe kerk opzetten van corrupt medisch geloof waar er weer afgoden werden gemaakt die tegen de rede, logos, en de natuur, phusis, ingingen. En weer werd de eenling onderworpen aan en vervolgd door de doxa, dit keer de medische doxa, die werd vastgelegd in allerlei uitgekookte marktbeluste boekjes die een soort van medische bijbel vormden. De arrogantie ging dit keer zo ver dat ze het ook nog wetenschappelijk durfden te noemen. In dit tijdperk leven we nu. De rede is ergens vastgelopen en verdraaid, zoals eens het stoïcisme werd verdraaid tot het christendom. Toen Spinoza's Ethica uitkwam, werd het door de Staten van Holland verboden. Het werd godslasterlijk genoemd en zou het gezag van de kerk kunnen aantasten. Vandaag strijdt de

Rede tegen de medische kerk, die al net zo stijfkoppig is als de christenen, die domweg gewoon overnemen wat ze in hun studie-boekjes lezen. Ze hebben er immers voor betaald, dus dan zou het volgens hen zonde zijn om er niet mee te werken. Enige kritische instelling naar wat ze met de paplepel krijgen ingegoten ontbreekt geheel. Het is nu immers het medische tijdperk, en zij wanen zich de elite. Alleen de eenling zal overleven en zal het dynamiet alleen vinden op het pad van de eenling, een pad wat ook door Spinoza werd beschreven. Zoals eens de christelijke kerk bepaalt nu de medische kerk wie of wat de mens is, gewoon vanuit de losse hand en vanuit de medische bijbel. Vlijtig drukt ze op iedereen een etiket en stookt ze, en drijft daarmee haar markt, als Kakia die Hercules probeerde te verleiden tot de weelde en het plezier daarvan, het goud der dwazen. Maar Areta boodt Hercules de geoefendheid aan in de worsteling met zulke monsterlijke gedrochten, en voor dit pad koos Hercules. De Rede, logos, is niets zonder Areta, de geoefendheid. Logos, phusis en areta vormen een noodzakelijke drie-eenheid, oftewel rede, natuur en geoefendheid. Gooi één van de drie eruit en je komt tot een corrupte afgod. Het is slecht gesteld met de Nederlandse filosofie. Het is tot een laaghartige, sofistische industrie geworden om munt te slaan uit de massa's. Ze hebben er een dikwijls peperdure studie van gemaakt, alleen toegankelijk voor de rijken. Zij zijn de waakhonden van de medische kerk. Spinoza stelde al dat het loon van de geoefendheid de geoefendheid zelf is. (stelling 42, deel 5, Ethica) Het loon gaat niet buiten de geoefendheid om. Er wordt altijd uitbetaald in meer gnosis. Voor de kerk was de rede die tijd een vies woord, en voor de medische kerk is dat vandaag de dag ook. Zij gaan puur op blind geloof. Ze nemen niet de moeite mensen te leren kennen, en kunnen zich ook niet in de mensen verplaatsen, maar gaan geheel met de mens om volgens hun nazi systemen. Het zijn buitenaardsen die de mens onder dwang opereren voor hun invasie van de aarde. Toch is het zo dat in de vernauwingen van het pad van de eenling juist grotere vrijheid komt, want er gaan op dit pad zoveel meer werelden open. Dat is de vrijheid van de gnosis, die oneindig is. En dat is de boodschap die Spinoza predikte. De medische kerk is net zoals de christelijke kerk eindig, terwijl God oneindig is. Dat is een groot verschil, en op het pad van de eenling komt de eenling tot de drie-enigheid van de rede, die God is. Zowel de medische als de christelijke kerk hebben geen enkele van die drie-eenheid. Ze hebben alleen geloof, dus ook hebben ze God niet. Het enige wat ze hebben is hun eigen afgod, en die is eindig en nietig. Toch wanen deze kerken zichzelf als god. Als er ergens betweterigheid is, dan is het daar. Ze zijn vol met pathos, redeloos gevoel, wat door de stoïcijnen een ziekte werd genoemd. De medische kerk is zwaar, zwaar ziek, psychisch gestoord, en niet alleen dat. Het zijn gevaarlijke psychopaten. Ze hebben een materieel surrogaat gemaakt, allemaal voor hun bedriegelijke markt. Waar bij de speelgoedwinkel of bij de boekenwinkel de klant nog koning is, daar is in de medische winkel de klant een gevangene en een slaaf, en heeft niets in te brengen. Laat je niet bedotten alsof je nog iets in te brengen hebt daar, want je hebt niets in te brengen. Je bent nooit veilig of van jezelf in de medische markt. Het medische had nooit een markt mogen zijn in de eerste plaats. Daarom had Spinoza als levensmotto al 'behoedzaamheid.' De mens kan niet voorzichtig genoeg zijn in de medische kerk. Zoals vroeger de mens werd gedwongen tot de christelijke kerk, zo wordt de mens vandaag de dag gedwongen tot de medische kerk. Het is een gevangenis, een fokkerij. Het is totaal losgeslagen van de stoïcijns-filosofische drie-eenheid. Waarom staat de mens dan onder de druk ? Omdat de mens hierdoor geoefendheid moet leren, tot Areta moet komen. Er is geen filosofie zonder Areta. Areta liet Heracles worstelen met de meest erge monsters voor dit doel. Daarom kiezen velen voor het pad van Kakia, en niet voor de demonologie. Veel mensen nemen het niet zo nauw met het leven. Ze komen en gaan weer. Maar het leven is nu eenmaal gruwelijk misduidig als noodzaak. Directheid is namelijk noodlottig. Alleen in dit contrast zullen de geoefenden op het pad van de stoïcijnse eenling, op het pad van Areta, de rode lijnen opmerken.

Spinoza stelde dat de natuur van God van een oneindige volkomenheid is, wat ook niet gezegd kan worden van de christelijke en de medische kerk. Zij wanen zich volkomen, als de enige kerk, wanende zich als God, wat alleen maar van de duivel kan komen, omdat ze nog niet geoefend zijn en al helemaal niet de heilige gebondenheid hebben ontvangen. Hun zichzelf aangemeten titels zijn dus gestolen goederen. De kennis staat niet op haarzelf. Het moet geoefend zijn. Er is daarom een onverbrekelijke link tussen gnosis (logos) en areta. Kennis van God is volgens Spinoza de hoogste vorm van oefening. (st. 27, dl. 5) Daarom gaat het allereerst al helemaal niet om zomaar dingen uit een boekje over te nemen, maar moet het geoefend zijn, verdiept, en dit is een demonologische worsteling. Alles moet namelijk getest worden aan de logos. Geld of titels is hierin geen maatstaf, maar een drogreden. De medische kerk is gebouwd op drogredenen en is pure kwakzalverij. Nooit maar dan ook nooit had het medische los mogen komen te staan van de demonologie. Dat is haar val geweest. Ze is verleid door de vruchten van Kakia. Nu zijn ze zwaar vergiftigd en trachten ook anderen te vergiftigen. Spinoza stelt dat er maar heel iets over zal blijven van de menselijke ziel, alleen de eeuwige kern. Dit is het noodzakelijke iets. Maar datgene van de ziel wat gewoon door de tijdgeest is bepaald (christelijke kerk, medische kerk, etc.) zal niet blijven voortbestaan. Alleen het eeuwige noodzakelijke in de Rede van God zal eeuwig zijn. Voor de kerk waren dit natuurlijk hele gevaarlijke uitspraken, en daarom verboden ze het ook. Maar wat wilden ze verborgen houden eigenlijk ? (st. 23, dl. 5) Spinoza stelt ook dat God lief te hebben niet betekent dat God deze liefde dan ook beantwoord, want God is de Rede, en die reageert op het gebied van oefening en geoefendheid. Je kunt dus niet een zogenaamde 'romance' met God aangaan terwijl je daarbij elke soort van oefening ontwijkt. Wij kunnen alleen daadwerkelijk God kennen en God liefhebben door de geoefendheid op het pad van Areta. (st. 29, dl. 5) Spinoza stelt dat dit proces in vele lijnen moeten gebeuren, dat beelden meerdere betekenissen moeten hebben en dat beelden met andere beelden verbonden moeten worden, zodat er hierdoor tot meerdere oorsprongen gegaan kan worden (st. 11-13, dl. 5). Er is een heleboel liefde en haat die niet geaard is in de rede, stelt Spinoza, en die zal dus vervangen worden door daadwerkelijke rede. Er is juist een heleboel corrupte pathos, emotie, die moet afsterven aan de rede. De overmaat aan pathos moet bestreden worden volgens Spinoza (st. 4, dl. 5). Overmatige liefde en haat blokkeren de rede. Hij waarschuwt tegen mensen die buiten de rede om anderen naar hun eigen inzicht willen laten leven, wat hij eerzucht noemt, een soort trots. De mensen die door de rede anderen naar hun inzicht willen laten leven is dan weer een vorm van geoefendheid. Ook stelt Spinoza dat de diagnostiek (vgl. demonologie) vanzelf geordend word naarmate de rede geordend wordt (st. 1, dl. 5). De rede voert in dit proces tot de ware vrijheid, waardoor de pathos, emotie, allereerst verminderd kan worden. Vanuit de rede mag dan nieuwe pathos ontstaan, want het is niet de bedoeling dat de mens emotie-loos wordt. Apatheia leidt door de rede tot een nieuwe pathos, maar die is altijd ondergeschikt aan de rede. Spinoza noemt het leven aan de rede getest een soort vroomheid, maar dit heeft dus niet veel met kerkelijke vroomheid te maken, maar meer als de geoefendheid (areta) in de stoïcijnse filosofie. Na zijn dood ging Spinoza terug naar de natuur van de rede, op zoek naar de verloren vrouwelijke dynamieken van de rede, niet als een geslacht, maar als een principe, dus de vrouw als principe. Hij verdeelde alles onder in vakken, en zag toen de vrouw als zekere grenzen die de mens waren

opgelegd. Waarom dit zo is is vanwege noodzaak. Als de mens niet mindert dan sterft de mens. Spinoza verdeelde alles in vakken en gaf namen aan deze vakken. Zo is de man met de vrouw in de natuur, en de vrouw is de bezieling van de man, de oefening van de man, die leidt tot geoefendheid. In die zin is de vrouw als principe voor de man van levensbelang. Maar daar waar man en vrouw buiten de rede vallen neemt de pathos alles over, en de doxa. Daarom moet de mens terugkeren tot de drie-eenheid van de stoïcijnse filosofie : logos - phusis - areta. Hij wilde de pathos verminderen, de emotie, omtrend het stelsel van man en vrouw, maar raakte ermee in een grote worsteling. Dat is niet vreemd. De demonologie is een feit. Het leidde hem dieper in de natuur, dieper in de phusis. Het maakte hem geoefend, en zo ontdekte hij zijn vrouwelijke zelf, zijn hogere zelf. Hij kreeg vervolgens grote kennis van de natuur en werd shamaan. Hij maakte contact met zijn natuur zelf, zijn phusis zelf. Het pad van de eenling heeft hij dieper uitgewerkt. Hij werd ontdekkingsreiziger in de onderwereld om voornamelijk als expediteur tot de verloren amazone gebieden te gaan. Deze reizen heeft hij vastgelegd in boeken. Dat zijn dus hiernamaalse boeken. Vannacht had ik een droom dat de Logos als natuurgodin teruggekomen was in de buurt van een stad waar ik was. We zouden naar haar toegaan, maar bacchus, de god van de wijn, de dronkenschap en het hedonisme, kwam in de vorm van een broer en had een fles wijn in mijn tas gestopt en allerlei andere dingen, dus ik moest eerst alles lozen. De bacchanten, of volgelingen van Bacchus, hebben de bijbel tot afgod gemaakt en tot logos. De logos sprak dat dromen geen bedrog zijn, maar alles wat daarbuiten ligt is bedrog. In stelling 70 van deel 4 stelt Spinoza dat zij die onder onwetenden leven, oftewel onder zij die dronken zijn, bacchanten, hun weldaden zoveel mogelijk proberen te ontwijken. Dit omdat ze niet op dezelfde manier dronken willen worden. Ze zijn op zoek naar de logos, de rede, niet de dronkenschap. Spinoza beschrijft de onwetenden als hen die door blinde begeerlijkheid gedreven worden en elkaar alleen maar belonen in koophandel, oftewel omkoperij. Zij zijn gaven-gevoelig. Zij vissen alleen en gebruiken hiervoor aas. Daarom moet de mens op zijn hoede zijn, wat ook het levensmotto is van Spinoza. (st. 71, dl. 4) Hij stelt dat het ontwijken van het aas van de onwetenden gelijk oploopt met het overwinnen van gevaren, en dat dit de geoefendheid is (areta). Dit heeft dus ook met de mindering op het pad van de askesis, oefening, te maken. (69/4) De mens ontwijkt en overwint dus naar mate van zijn geoefendheid. Als een demoon zwaar geoefend is in iets dan kun je die demoon alleen overwinnen als je nog wel dieper geoefend bent. De demonologie is dus nog wel ingewikkelder dan welke wiskunde of economie dan ook. Alleen bacchus houdt mensen voor de gek in de gnosis dat het allemaal heel simpel is, en alleen belangrijk is om wat standaard-principes te kennen. Neen. Het is zware oefening. Heracles koos voor het pad van de worsteling, als een beeld van de studie. Dit houdt in dat je boven het niveau van aardse professoren terecht moet komen. De gnosis is niet zomaar intellectualiteit, maar stijgt daar hoog boven uit. Zij die in dronkenschap bacchus volgen zullen dus veel over de gnosis klagen dat het teveel 'op je tenen lopen' is. Maar wat verwachten ze ? We zijn hier op aarde in een mijnenveld. Alleen hoge bio technologie brengt ons erdoor. De logos, de natuurgodin, is gekomen. Kom tot haar en luistert naar haar. Loop haar niet vooruit, maar blijf ook niet achtersteken. Spinoza stelt dat het absolute noodzaak was dat wij in gevangenschap waren geboren, opdat we onderscheiding van goed en kwaad zouden krijgen, dus inclusief de demonologie. Vrijheid zou dus allereerst een groot gevaar zijn geweest, want dan zou de mens niks leren. Dan zou er geen begrip zijn. Laten we hierin ook de wet van Pascal in de gaten houden die ten tijde van Spinoza leefde, namelijk dat de druk die op de mens (vloeistof) wordt gelegd dezelfde druk is als waarmee de mens zich in alle richtingen voortplant. Zonder die druk zou de mens zich dus niet kunnen voortplanten

en dus niet overleven. Hoe groter de druk, hoe groter de voortplanting en de overlevingskans. Spinoza stelt verder in deel 4 dat als we geconfronteerd worden met twee goeden, dan moeten we voor het grootste goed gaan. En als wij worden geconfronteerd met twee kwaden waaraan we niet kunnen ontkomen, dan moeten we het kleinere kwaad najagen. Wij moeten hierin geleid worden door de rede. Hij zegt hierbij dat de mens voorzichtig moet zijn met het zogenaamde 'kleinere goed' wat voortkomt vanuit het grotere kwaad. Spinoza stelt dat de onwetenden ten prooi vallen aan bijgeloof, en de bijgelovigen kenmerken zich door meer het van hen afwijkende te bestraffen dan de goefendheid in het goede te onderwijzen. Justitie is voor de bijgelovigen iets veel groters dan onderwijs. Ze verstoppen zich achter justitie opdat ze het goede niet hoeven te leren. De gehele aarde is overgeoordeeld, en omdat de rede en de geoefendheid ontbreekt is dit het vooroordeel dat heerst. Mensen worden al direct blootgesteld aan 'voorbestraffing' gebaseerd op het vooroordeel. Spinoza stelt dat de mens door het bijgeloof niet door de rede wordt geleid, maar door onredelijke vrees. Begeerte die zomaar uit selectieve blijdschap of verdriet ontstaat heeft volgens Spinoza niet het nut van de algehele mens op het oog, en is dus een selectieve overmaat, wat alleen maar verholpen kan worden door de rede. (60-61/ 4) Hoofdstuk 20. De stoïcijnse natuurmotor De hartstocht van de overschatting strijdt tegen de rede, stelt Spinoza in zijn boek Ethica. Overschatting veroorzaakt trots, wat ook een valse blijdschap met zich meebrengt. Deze hartstochten krijgen vrij spel door gebrek aan rede. Ook liefde kan een overmatige hartstocht zijn, want die verheugd zich over een uitwendige factor, terwijl die vaak eerder van binnen gezocht moet worden. Er is een overmatige liefde, en die moet geblust worden door de rede. Liefde kan dus als begeerte teveel van de mens zelf afleiden, stelt Spinoza in deel 4. Liefde is blijdschap en daar kunnen we niet voorzichtig genoeg mee omgaan. Het kan namelijk de bron zijn voor een heleboel andere buitensporige, overmatige hartstochten. Hij noemt zonden zoals gierigheid en eerzucht de ergste krankzinnigheden. De kerk had de massa's nodig om te kunnen overleven, en omdat dat niet eenvoudig ging dwong de kerk de massa's. De kerk was geheel afhankelijk van vermeerdering. Daarom moest het tijdperk van de Rede komen, en omdat er zoveel nadruk was gelegd op de massa's door de kerk gooide Spinoza het balletje van de eenling weer op. De eenling was het enige mogelijke bestaan, dus hiermee verklaarde Spinoza de kerk dood. Vandaar dat Spinoza's werken verboden werden. Ook stelde Spinoza dat de eenlingen elkaar niet konden beinvloeden, want de eenling bestond geheel in zichzelf en werd door zichzelf bedacht. Dat was ook alweer een trap in de machtslustige en hedonistische ballen van de kerk. Dit gebeurde aan het einde van de 1600 eeuw. Aan het begin van de 1700 eeuw deed Leibniz hier nog eens een flinke schep bovenop door zijn monadologie. De

monaden waren de atomen van de oerstof van de natuur, wat komt van het Griekse woord 'monos' voor eenling, alleen. De natuur is dus opgebouwd uit afgezonderde eenlingen die niet afhankelijk van elkaar zijn. Een monade bestaat dus geheel op zichzelf en kan niet intern veranderd of opnieuw gerangschikt worden door iets anders. Binnen een monade is er niets om opnieuw te regelen, en er is geen interne beweging die opgestart, versneld of vertraagd zou kunnen worden. De monaden zweven dus geheel los van elkaar in de natuur. Het kan niet bestuurd worden van buitenaf. Er kan niets ingaan of uitkomen. Ze kunnen alleen door interne krachten veranderen, en ze draaien ook telkens om hun bewustzijns-niveau's te veranderen. Dit is een absolute noodzaak, anders zou de monade niet kunnen bestaan. Alle monades zweven om God, de logos, heen, en zijn bepaalde spiegelingen van God, want God is de enige ware eenling. De monaden zijn min of meer imitaties en laten de verschillende golfhoogtes van perfectie zien. Geen enkele monade is dezelfde. Alle monaden zijn uniek, en zo kunnen ze ook elkaar uitleggen en aanvullen. 'Er kan maar één van iets zijn' wordt ook het monisme genoemd, weer van het woord 'monos'. Alleen zo is er de grootst mogelijke verscheidenheid en alleen zo kan het bestaan eeuwig zijn. De overmatige pathos (emotie/ gevoel) moet afbranden aan de logos, de hogere rede. De overmatige pathos is dus noodzakelijk voor brandstof. De logos is de verbrander. Overmatige pathos is als overmatig zout wat het menselijk lichaam aanvalt. Vandaar dat de logos, de hogere rede, zo belangrijk is voor de mens. Ook overmatige eros, liefde en begeerte, moet afbranden aan de logos, want ook dat is een zout wat de mens aanvalt. Zo zijn er verschillende brandstoffen nodig om de logos te laten werken, want er is ook overmatige doxa (massa geloof), en zelfs overmatige apatheia (onverschilligheid). Als de logos in een mens niet gebruikt wordt en niet gevoed wordt, dan sterft de logos, en dan nemen pathos en doxa de mens over. En dan is ook overmatige aesthesis (smetvrees) een brandstof. LOGOS - verbrander brandstof 1. overtollige pathos brandstof 2. overtollige doxa brandstof 3. overtollige eros brandstof 4. overtollige apatheia brandstof 5. overtollige aesthesis Deze brandstoffen zijn dus aanvallen van overmatig zout en vet op het menselijk lichaam. De logos is de hogere rede, dus niet de menselijke rede, want dat is gewoon doxa, de drogreden. De doxa kan soms optreden als een valse, lagere logos, zoals in het christendom (jezus, de bijbel). De logos heeft als kern de eenling, de monos (bijvoeglijk naamwoord, alleen), of monon (bijwoord, alleen), terwijl doxa de menigte, de ochlos, heeft als kern. De mens moet dus blij zijn met het overtollige, maar mag zich er niet aan overgeven, maar moet het verbranden, als brandstof gebruiken. Het is als kaarsvet. De mens moet dus voortdurend bijtanken voor brandstof. Dit kan een zware worsteling zijn, want de brandstof mag niet de hoofd-vloeistof worden. Daarom moet de mens geoefend, areta, worden in de logos. Dit is de worsteling in de natuur, phusis, het pad van Heracles die niet boog voor Kakia (de misleiding van weelde). Xenephon (431-354 BCE) schreef hierover dat Heracles moest kiezen tussen het pad van Areta, de geoefendheid, en het pad van Kakia, de slechtheid. Kakia kwam als zacht en hevig opgemaakt met grote ogen, terwijl Areta kwam als soberheid, en zij werd ook de vrouw in het wit genoemd. Kakia wilde met haar zachtheid Heracles verleiden tot het nemen van de gemakkelijkste en plezierigste weg, terwijl Areta al vanaf het begin zei dat zij Heracles niet zou misleiden met een aangenaam voorspel, maar zij zou hem de waarheid vertellen. Heracles zou niets ontvangen zonder zwoegen en inspanning op haar pad, want als hij vrucht wilde plukken van het land, dan zou hij het land moeten onderhouden en bewerken, en als hij iets wilde bereiken met zijn kudde, dan zou hij voor zijn kudde moeten zorgen. Als hij de

oorlog wilde winnen dan moest hij doel hebben en de strategie van oorlog kennen en daarin geoefend worden. Kakia werd hier kwaad over en zei dat die weg veel te hard en lang zou zijn voor Heracles. Haar eigen weg was de korte en makkelijke weg tot het geluk. Bij haar zou Heracles geen hardheid kennen, en zou hij alle zoetheden van het leven proeven. Hij zou niet over de oorlogen (demonologie) hoeven te denken, en hij zou altijd maar weer de keuze hebben wat te eten en wat te drinken bij haar. Met de minste problemen zou hij bij al deze plezierigheden kunnen komen die zij hem aanbood. Zij zou hem nooit blootstellen aan hardheid en zwaar werk, want anderen zouden het zware werk voor hem doen. Hij zou op dit pad geen gebrek leiden, maar altijd weer voordeel hebben, waar hij ook maar wilde. Zij noemde haarzelf het geluk. Areta zei toen dat Kakia al at voordat ze honger had, en dat ze geen besef had wat het ware geluk was, want haar geluk leidde niet tot het goede. Tot Heracles sprak Areta toen : Als je eerlijk het benodigde werk doet, dan zul je het hogere geluk vinden. En zo werd Heracles door Areta geoefend. Kakia is het pad wat de massa's kiezen, maar Heracles koos het pad van Areta, en liet zich door haar onderwijzen. Dit was het stoïcijnse pad van de eenling, de monon, wat ook mooi naar voren komt in het Nederlandse woord 'mannin', oftewel het volk van Eva. Dit was niets anders dan een dieper deel van Adam, zijn kern. We kunnen dit ook vergelijken met de Egyptische 'mehen' slang (mhn, mnn) die om Ra heenwas om hem te beschermen op zijn boottocht in de onderwereld, als een beeld van de heilige gebondenheid in het eenling principe, wat je ook weer met amen (mn, mnn) kunt vergelijken, het verborgene, en wat nog altijd achter elk christelijk gebed wordt neergezet. In zijn boek Ethica, als handboek voor het tijdperk van de Rede, stelt Spinoza in stelling 61 van deel 4 dat een begeerte niet overmatig kan zijn als het uit de rede is ontstaan. Dit spreekt dus over de verbinding tussen logos en eros. Telkens weer wordt eros zo aan de logos getest en verbrand elke overmaat van eros aan de logos. Als eros niet telkens aan de logos wordt getest dan brengt eros de tafelschuimers voort, de pannenlikkers, oftewel de vraatzuchtigen en hebzuchtigen, wat ook een vorm van trots is die tegen de logos strijdt. Blijf de vijf brandstoffen dus in de gaten houden, en blijf ze verbonden houden aan de logos, opdat de logos ze test en overmaat verbrandt, anders zullen ze je proberen over te nemen. Versterk je logos, je rede. Richt jezelf erop en leef vanuit de logos, en gebruik het voor het noodzakelijke verbrandings proces. Als je de brandstof te lang laat liggen en er teveel van neemt, dan wordt je logos verlamd en kan het gaan exploderen. Daarom moet de logos in je herstelt worden, en dat kan door de monos kern, het eenling principe. Dat is altijd een goede investering in het herstellen van je logos. Laat allereerst voldoende ruimte zijn tussen de brandstoffen en de logos. Een heleboel mensen ondervoeden hun logos, hun rede, en overvoeden hun brandstoffen totdat deze het centrum van hun leven zijn geworden, en dan is al het einde zoek, want dan zijn ze een tafelschuimer geworden. Ook zij die het vlees van dieren eten in plaats van de demonologie te beoefenen zijn een vorm van tafelschuimers. Zij hebben te weinig logos, en hun schip zal halverwege stranden. Spinoza stelt dat de grootste trotsheid en kleinmoedigheid (lafhartige onverschilligheid, bekrompenheid, gierigheid) het grootste onbenul is wat betreft het zelf (56/ 4). We kunnen stellen dat hoe verder iemand van de monon, het eenling principe, is verwijderd, hoe trager het verbrandings-systeem werkt en hoe slechter, zodat trots en kleinmoedigheid tot grote hoogtes kunnen groeien. Het is dus absolute noodzaak dat de mens terugkeert tot de monon, het pad van de eenling. Zo kan de mens komen tot een vernieuwd contact met de logos, de hogere rede, en kan deze als verbrander hersteld worden.

Hoofdstuk 21. De Stoïcijnse filosofie versus het zout komplot wat de aarde bedreigd en allang heeft ingenomen De logos staat of valt met de monon, het eenling principe. De natuur werkt door het eenling principe als een absolute noodzaak, als de natuurlijke selectie, want als de natuur de massa zou selecteren dan zou de mens die de massa moet volgen indutten. Alles gaat dan gewoon vanzelf, dus dan zou geoefendheid, Areta, nooit kunnen bestaan. Op het natuurpad is het de eenling tegen de massa. In het boek het leven van Apollonius van Tyana, een pythagoriaanse filosoof, komt ook weer de strijd tussen Areta en Kakia om het jonge leven van Heracles. Kakia is versierd met goud, en is in een paars gewaad, en hevig opgemaakt, haar wangen geverfd en haar haar gevlochten, en met gouden slippers. Ze vertelt hem hoe ze hem wil laten rusten op bloemen, en hoe ze hem wil trekken tot een land van melk en honing met een overvloed die voor het grijpen ligt wanneer hij maar wil. Hij hoefde er niet hard voor te werken en het ook niet te zoeken, want het zou zo allemaal in zijn schoot geworpen worden. Areta daarentegen is een vrouw die hard gewerkt heeft, blootvoets, en die bedekt is met het vuil van de aarde, en ze heeft de eenvoudigste bedekkingen, en zou bijna naakt zijn. Zij is een discipline die wil dat hij op de grond slaapt op het vuil van de aarde, en hij moet naakt zwoegen, en alles verdienen door hard werk, elke zoetheid. Hij mag niet opscheppen, geen ijdelheden najagen en geen hoogmoed nastreven, en hij moet op zijn hoede zijn voor alle dromen en visioenen die hem van de aarde willen weghalen. Als Heracles zich hierin zou oefenen en deze eenvoud niet zou afwijzen dan zou hij daarmee vele monsters hebben onthoofd, en al zijn opgedragen werken hebben voltooid. Mensen verdoen veelal hun tijd of worden gedwongen hun tijd te verdoen, waardoor ze niet meer toekomen aan de zware wiskunde van de demonologie, en zelfs de demonologie hebben losgekapt van de wiskunde. Hierdoor ontstond er een zeer beperkte en oppervlakkige materialistische wiskunde, die nog steeds voluit op scholen wordt gepredikt, de breinen van de kinderen vergiftigende als een overmatige zout aanval. Pneuma, wat de christenen de heilige geest noemen, was al een principe wat door de stoïcijnen werd gebruikt. Pneuma betekent de universele ziel, als het voertuig van de logos, de rede. Het is wat diep in de monos gebeurt, diep in de eenling, dat de eenling komt tot het hogere collectief, de hogere sociologie. Pneuma komt dan van pan-ama, oftewel de collectieve (ama) natuur (pan). Dit is allereerst de veelheid van principes waartoe de monon of monos (eenling) komt, als één in velen. Zoals pneuma een belangrijke sleutel is in het christendom, zo ook in het stoïcisme. De mens moet zich geheel afzonderen om tot pneuma te gaan, zoals ook in het christendom. Er mogen geen invloeden van buitenaf zijn. Als Spinoza stelt dat de geoefendheid het loon zelf is, dan kunnen we stellen dat Areta de charis is, het loon, wat de pneuma geeft, want de geoefendheid bestaat uit vele facetten, is gecompliceerd, waarvan het collectieve een beeld is. Je moet weten wat de uitzonderingen op iedere regel zijn, de dualiteiten, opdat je motoriek hebt en immunologie. Het collectieve in de logos, oftewel de pneuma, wat alleen in de monon, het eenling principe, bereikt kan worden, is een beeld van de verfijningen

van de logos, de doelgerichtheid. Charis, loon, is dus niet zomaar een genade gave, maar een stelsel van geoefendheden. Spinoza stelt dat de mens in de juiste verhouding tussen rust en beweging dient te komen, wat ook een geoefendheid is. In stelling 36 van deel 4 stelt Spinoza dat het hoogste goed van de geoefendheid altijd iets collectiefs is. We kunnen stellen dat er dus altijd een juiste verhouding moet zijn tussen het eenling principe en het collectief, en dat elk collectief gebaseerd moet zijn op het eenling principe als beeld van de geoefendheid, wat een goede verhouding is binnen gevarieerdheid. De eenling die niet komt tot het hogere collectief sterft dan ook weer, maar de mens die het eenling principe niet beoefend, of niet volledig beoefend, komt hierdoor tot het lagere collectief van de mensenmassa en raakt verstrikt in de dogma, de drogreden. In stelling 35 van deel 4 stelt Spinoza dat wanneer een mens zijn eigen nut boven alles zoekt, dan is dat de weg tot de geoefendheid, en zo alleen kan de mens tot nut zijn voor het collectief. Telkens weer moet het aan de rede getest worden, maar hoe dieper de mens in de rede komt, hoe meer het collectief op elkaar zal lijken. Dit is een noodzaak volgens Spinoza. Als dingen in de natuur met elkaar overeenkomen, dan is het een noodzakelijk goed. In stelling 29, deel 4, stelt hij dat als iets met onze natuur verschilt dan kan het ons niet ten goede of ten kwade beinvloeden, omdat het een totaal andere wereld is. Alleen datgene wat gelijk aan ons is kan ons beinvloeden. Leibniz werkte dit principe ook uit in zijn monadologie. In stelling 24, deel 4, stelt Spinoza dat het leven geleid door de rede betekent dat we alleen handelen door de geoefendheid. De monon, de eenling, zoekt in de geoefendheid, areta, een hoger collectief, pneuma, allereerst als principes. cryptografie : Zout is belangrijk voor de vochtbalans en de zenuw prikkel geleiding tot de hersenen. Zout is belangrijk voor de motoriek. Het is een electrolyt, een stof die bij het oplossen en smelten splitst in ionen om zo de electriciteit te geleiden. Het is dus een medium tussen de cellen. Echter als de mens teveel zout binnenkrijgt kan er van alles misgaan, en dit gebeurd door de voedsel-industrie voornamelijk die veel te veel zout toevoegt aan bewerkt voedsel. Oppassen geblazen dus. Jezus is in de cryptografie 'juices', wat Engels voor 'sappen' is, het vocht, en wat geregeld wordt door zout. Teveel of te weinig vocht is niet goed. Zout is halas in het Grieks, wat ook direct de Griekse naam van Griekenland is : 'hellas'. In het boek Daniel lezen we over de strijd tegen de geest van Griekenland, en in de geschiedenis zien we hoe het Griekse wereldrijk ontstond, en wat het fundament werd van onze samenleving. Als kind al sprak het verhaal van Daniel over de geest van Griekenland mij aan, en ik heb zolang ik me kan heugen een verschrikkelijke strijd met de geest van Griekenland gehad, wat dus eigenlijk een worsteling is met zout. De wereld heeft een overdosis Grieks gehad. Wel is zout in de juiste mate dus van levensbelang. Het stoïcisme begon in Griekenland, maar dat wil niet zeggen dat het zuiver Grieks is. Het heeft zijn wortels in Egypte en Israel, en resulteerde in het tijdperk van de rede. In het Hebreeuws is zout melach, malak, wat ook de engelen zijn. Het betekent in de wortels het verstrooien (malach, malak), wat ook de functie van zout is, als boodschapper, als onderdeel van het communicatie systeem. Ook betekent het ingetogenheid, verzachting, flexibel maken. Het betekent ook matigen en in toom houden, en kan ook weer verharding betekenen. Ook betekent het modificeren en mengen. Ook de engel is dus de malak in het Hebreeuws. Dit goedje is dus ook zeer geliefd bij demonen die de wereld willen overnemen. De wereld is inmiddels al overgezouten. Het is het zout complot. Amalek, zowel in de bijbel genoemd als een vijand van Israel, als dat het een amazone volk in het

oer was, is dan als a-malek dat wat tegen het zout strijdt, het zout matigt, als het anti-zout. Amalek is ook één van de vier hoofddelen van de Bilha en een aartsmoeder in de amazone theologie. Zout (Griekenland) heerst dus over de vochtbalans, de lichaamssappen, en reguleert deze, de juices, Jezus. Dit uit zich dus ook in de engelenleer in de kerk. Dit kan niet zomaar verbroken worden, maar moet verdiept worden, en dat kan door de stoïcijnse filosofie. Dit zijn dus buitenaardse bloedlijnen die door Griekenland heenstromen, maar dus oorspronkelijk niet Grieks zijn, maar amazonisch. Ook zijn de amazones een onderdeel van de Griekse mythologie, maar omdat ze oorspronkelijk niet Grieks zijn spreken we dan ook van de stoïcijnse mythologie en de amazone mythologie. Zout moet gematigd worden om te kunnen overleven. Zo moet dus ook Griekenland gematigd worden om te kunnen overleven. Zout demonen zijn wel tien maal erger dan suiker demonen. Zout staat dus voor communicatie, interactie, maar overmatig zout is dan de overcommunicatie, en in die staat is de wereld vandaag de dag. Het heeft de natuur verwoest. Zo kreeg de kerk teveel zout, waardoor ze teveel wilden drinken, van juices, Jezus, sappen, zodat de kerk zowel een zout vergiftiging als een vocht vergiftiging heeft. De hele tijd maar over Jezus bazelen en dan telkens maar in dezelfde kringetjes, zodat er geen nieuw onderwijs meer kan bijkomen, is een communicatie vergiftiging waardoor alles vastgelopen is. De stoïcijnse filosofie is er dan voor om deze dingen weer recht te zetten. Hoofdstuk 22. Het zout alarm in de stoïcijnse filosofie Pistis wordt in het westen heel zwak vertaald in geloof, maar in het stoïcisme was pistis het loon van de geoefendheid, van areta. Pistis ontstaat wanneer iemand volhardt in het eenling principe, de monon. Dan springen ineens de zintuigen open en worden de goede daden tot gewoontes, tot instincten, tot een natuur, tot een automatisme dus, oftewel de heilige gebondenheid, want in de worteltekst betekent pistis 'horen en gehoorzamen' (peitho). Hierdoor onstaat er automatisch een link tussen de eenling (monon) en het hogere collectief (pneuma). Het is waar de eenling, monon, en de geoefendheid, areta, elkaar kruizen. Pistis is dus de zoutbrug, het communicatie middel waarvan niet teveel genomen mag worden. In het christendom is de pistis ook de brug tussen hemel en aarde. De geoefendheden zoals taal, wiskunde en filosofie moeten altijd verbonden zijn aan de demonologie, want dat is de beveiligingsleer. Daarom komen de zinnen altijd tweeledig door, boven de streep en onder de streep, dus boven de streep de normale zin, en onder de streep de demonologische zin die laat zien welke geestelijke strijd hier gaande is. Daaronder kan er nog een balk zijn met metaforische uitleg. Spinoza noemt in zijn boek Ethica de dienstbaarheid het onvermogen. Zo is de mens of dienstbaar aan de rede, of dienstbaar aan de hartstochten. De natuur handelt met dezelfde noodzaak als waarmee het bestaat, en dat noemt Spinoza God. De definitie van het goede, stelt Spinoza, is nut. De geoefendheid is het punt waarop de goede daden tot gewoonte en natuur worden. Dit resulteert

dus in pistis, het automatisme, wat tegelijkertijd ook het onvermogen is om te stoppen, oftewel de dienstbaarheid. Christenen noemen dit heel slap 'geloof', maar zij hebben het pad van kakia genomen, de weg van de minste weerstand. Alle hartstochten hebben hun eigen blijdschap en droefheid die van te voren bepaald zijn. Er is dus een heleboel valse blijdschap en droefheid. Dit zijn ook weer begeertes op zich, en Spinoza bestempeld ze als lijden (57/ 3). Wanneer de mens zijn onvermogen kent, dan brengt dat een zeker lijden met zich mee. De mens gaat zo dieper in zijn denkbeelden van zwakheid, en het lijden wat daaruit voortkomt wordt door Spinoza nederigheid genoemd. Door pistis gaat de mens vanuit de rede leven, en pistis ontstaat ergens op het pad van de eenling en op het pad van de geoefendheid (monon areta), om zo te ontkomen aan de valse pistis, de doxa, oftewel het massa geloof opgezweept door het hedonisme. De democratie waarin de mens vandaag opgesloten zit is ook doxa. Het zijn een stel uitgehongerde hedonistische honden die de massa's verslonden hebben. Plato streed tegen de democratie, omdat de regeringen hierdoor werden samengesteld door de ongeoefende massa's die niet door de logos, de rede, werden geleid, maar door ongeteste emotie. Plato wilde als voorwaarde stellen voor de verkiezing dat de verkiezers filosoof zouden zijn, alhoewel hij ook de valse filosofieen bestreed van het sofisme en het hedonisme. De rede stelt voorwaarden, en deze moeten er wel zijn, anders komen er roekeloze boodschappers, oftewel een zout overstroming, wat de democratie dan ook is. Plato wilde dus een logoscratie in plaats van een democratie. Hij moest wel, want hij had de regering zijn leermeester, Socrates, om zeep zien helpen. Plato omschreef deze moord als een banketbakker en zijn kinderen die een dokter veroordeelden. Socrates was een voortijdse stoïcijnse christus-figuur die gedwongen werd de gifbeker te drinken, zoals vandaag de dag de tandenbakkers de mens dwingen met giftige vullingen in hun botten te lopen wat hen langzaam vermoord. Dit is nog steeds de geest van de moordenaar van Socrates, de banketbakker. Nog steeds rust de wereld op de Atheense democratie, en niet op de stoïcijnse filosofie. Plato noemde de democratie een allesverwoestende tiran, als de anti-logos. De menselijke rede is een massa rede, de doxa, en die wordt aangedreven door onredelijke pathos, emotie, en onredelijke begeerte, eros. De menselijke rede is maar een druppel in de zee van de hogere rede, de logos. Daarom moet een mens zichzelf allereerst verliezen en loskomen van de massa. Ook de aardse massa is dus maar een druppel in de zee van de logos. Telkens als menselijke rede de kop opsteekt dan is dit maar tijdelijk, want de zee van de logos zal hem uiteindelijk overweldigen. De menselijke rede komt nooit ver. Wat is 80 jaar, 300 jaar, of duizenden jaren vergeleken met de eeuwige zee van de logos ? Slechts een druppel. De menselijke tijd is slechts ijdelheid, een zucht. Het is een waan, een illusie. Pneuma, de stoïcijnse universele ziel, het hogere collectief, wat christenen de heilige geest noemen, is rw-ach in het hebreeuws, en wat in het Egyptisch de schaduw van ra is, zijn ziel in de onderwereld (rw-ach, rw-akh). Ook Abel wordt in het Hebreeuws de ra-ach genoemd, als de schaapherder (ra) - broer (ach) van Kaïn. Abel is de leider van de kudde, van de doxa in dit geval, als beeld van het massa-geloof, en dat moet gezuiverd worden in de onderwereld, zoals ra de onderwereld in moest om gezuiverd te worden en om wedergeboren te worden. Zowel het woord abel als ruwach betekent adem in het Hebreeuws, en in de Egyptologische teksten over Kaïn had hij een keten om zijn nek, als beeld van de wachter van de mond, van de adem en de spraak. Pneuma is dus de timing en richting van de logos, als het voertuig van de logos, als het sieraad van de logos, de wachter van de logos, van de rede. Dat is ook wat het Aramese woord voor pneuma betekent : ruh, richting, en ook betekent het duisternis. De duisternis is het beeld van het hogere collectief. Het is dus niet daadwerkelijk duisternis, maar een andere wereld. Zoals Spreuken 1 zegt dat de kastijding, oftewel de wachter, van de ab (Egyptisch : ziel, voet, onderwereld) als een keten om de hals gedragen moet worden.

Ik had een droom dat ik aan een reusachtig en verlaten strand was. Er was geen mens te bekennen, als op een wildernis strand. De logos kwam tot mij als een reusachtige doorzichtige bol van oerstof, als een soort vlies, en de pneuma was ook een bol die er gelijk mee opliep, als een geheel, als een besturings mechanisme, als de verfijningen van de logos, als een sieraad. Het was een stuk natuur wat uit de zee was gekomen. De pneuma gaf accenten aan. Het was als een inventaris, als criteria met referentie punten. Het communiceerde met mijn hart. Toen begon de zee er doorheen te stromen. Toen begon de logos me op te nemen, en het begon boven de zee te zweven als een soort biologisch ruimteschip. De zee was enorm wild, enorm hoge en woeste golven. Dit zien we ook terug in de Septuagint, in de Griekse bijbel, in hoofdstuk 1:2 van Genesis, waar de pneuma over de woeste, duistere zee van het oer zweeft. Pneuma was verwoven in de logos, onderdeel van de textuur, van het weefsel, van de structuur, als de immunologie, als een zout alarm, als de demonologie van de gnosis. Hoofdstuk 23. Logos in de cryptosofische amazone filosofie Kijken we naar de etymologie (woordoorsprong) van pneuma, dan zien we pan-name. Pan is een ander Grieks woord voor natuur en paniek, als een alarm. Het is een beeld van de heilige vreze die de mens beschermt. Pan betekent ook alles, als het hogere collectief. Name is het voortijdse Afrikaanse roshland (vgl. rusland), het land van het begin, wat tevens ook het einde is. Name staat dus voor de timing van alles, de afmetingen. We kunnen hier ook denken aan de schikgodinnen, de Moiren, die de levenslopen (tijdsbestek) bepaalden. Zij spinnen de levensdraden, delen het toe, en knippen het weer af. Zij staan voor het scheppen, de groei en de vernietiging. Dit kan op alle dingen van betrekking zijn. Pneuma is dus de strijdwagen van de logos, de oorlogs-strategie, de demonologie van de logos. cryptografisch : Het leven bestaat uit anagrammen, dus de andere wereld ligt heel dichtbij. Logos, lks, is een letterverdraaiing van kls, Kolosse, wat een vrouwelijk woord is voor groot, als grote vrouwen. Kolosse 1 29 Hiervoor span ik mij ook in, onder zware strijd, naar zijn werking, die in mij werkt met kracht. Paulus is hier in de rol van Heracles die voor het pad van Areta heeft gekozen, oftewel het lange, moeilijke pad van de logos, en niet van het hedonisme (kakia). 24 Thans verblijd ik mij over hetgeen ik om uwentwil lijd, en vul ik in mijn vlees aan wat ontbreekt aan de verdrukkingen van Christus, ten behoeve van zijn lichaam, dat is de gemeente. 25 Haar dienaar ben ik geworden krachtens de bediening, die mij door God is toevertrouwd, om onder u het woord, logos, van God tot zijn volle recht te doen komen, 26 het geheimenis, dat eeuwen en geslachten lang verborgen is geweest, maar thans geopenbaard aan zijn heiligen.

De gemeente is de ekklesia, kls, wat weer een letterverdraaiing is van logos, lks. Ook Christus wordt de logos genoemd. Colosse 2 20 Indien gij met Christus, oftewel logos, afgestorven zijt aan de wereldgeesten, waartoe laat gij u, alsof gij in de wereld leefdet, geboden opleggen. We hoeven niet te luisteren naar de geboden van de massa's als we in de logos zijn. Paulus is dus als dienstknecht van de ekklesia, kls, de gemeente, dus ook een dienstknecht van de logos, lks, net als Heracles. Hij worstelt met de geesten die tegen de logos ingaan. Kolosse is dus als de ekklesia die Paulus dient een cryptografische code voor de logos, de rede. 11 In Hem zijt gij ook met een besnijdenis, die geen werk van mensenhanden is, besneden door het afleggen van het lichaam des vlezes, in de besnijdenis van Christus, oftewel van de logos. Mensen begrijpen de sexuologie niet. Het is een demonologische code. Als de man zijn geslachtsdeel in de vagina stopt van de vrouw, dan schuift zijn voorhuid naar achteren, als beeld van de besnijdenis. Dat is dus wat de logos is : het geslachtsdeel van de vrouw. De rede is vruchtbaarheid, de natuur. Het geslachtsdeel van de afgezonderde man, als eenling, stoot zo door tot de baarmoeder wand, die een beeld is van het hogere collectief, de pneuma. Dat de man moet blijven doorstoten om de vrouw te bevruchten, op en neer, is een beeld dat de man, de eenling, geoefend wordt, door Areta. Een man die dan zijn zaad heeft geloosd kan dan denken dat hij heel wat heeft bereikt, en kan erover opscheppen tegen zijn vrienden, maar de realiteit is dat de sexualiteit slechts een metafoor is van hoe de rede werkt, dus hij zal die hele zware weg van Areta moeten begaan totdat hij pistis, de gehoorzaamheid, heeft bereikt en zo tot de pneuma is gekomen. De mens beseft het niet, dom als ze zijn. De zaadlozing is namelijk het sterven. Het verkondigd de dood van het ego. Ze kunnen dan in hun roekeloosheid een heleboel vrouwen hebben bevrucht en er een trofee lijst voor hebben bijgehouden om op te scheppen bij hun even domme vrienden, maar de dood van het ego zal ook tot hen komen. De mens speelt spelletjes met de sexualiteit. Ze hebben het totaal losgekoppeld van de demonologische filosofie. Ze weten niet waar ze mee bezig zijn. Sexualiteit is geen spelletje, maar een geestelijke oorlog, al dan niet metaforisch. Toen de vrouw van Lot terugkeek naar Sodom en Gomorrah veranderde ze in een zoutpilaar, als beeld van overmatig zout, overmatige communicatie. Lks of lkz is in de etymologische amazone diepte van het oer L-ZK, oftewel ila-zukki, Ila is de godin van de bevrorenheid, van het eenling principe, en zukki is de amazone stam die het volk van ismael door de woestijn leidde tot het land Nod in de geschriften van de Bilha. Zukki is ook een amazone godin van de touwen, waartoe de israelieten in de woestijn kwamen, als een beeld van de heilige gebondenheid. ila-zukki betekent dan : 'door het eenling principe komen tot de heilige gebondenheid'. Dat is de code die de logos in zich draagt. Het is het van monon komen tot pistis, waardoor de mens automatisch komt tot pneuma, het hogere collectief. Hierin is Areta als de geoefendheid dus een belangrijke schakel. Het boek Kolosse staat vol met deze subtiele codes. Kolosse 2 6 Nu gij Christus Jezus, de Here, oftewel de logos, aanvaard hebt, wandelt in Hem. Dit houdt dus in, de logos als ila-zukki, oftewel het wandelen op het pad van de eenling tot de heilige gebondenheid. 18 Laat niemand u de prijs doen missen door gewilde nederigheid en engelenverering, als ingewijde in wat hij heeft aanschouwd, zonder reden opgeblazen door zijn vleselijk denken, 19 terwijl hij zich niet houdt aan het hoofd, waaruit het gehele lichaam, door pezen en banden ondersteund en

samengehouden, zijn goddelijke wasdom ontvangt. De engelenverering is de verering van melach, malak, in het Hebreeuws, oftewel van zout, in dit geval overmatig zout, overcommunicatie, en oversexualiteit. Het hoofd, christus, is dan logos, waardoor het hele lichaam in de heilige gebondenheid is, door de rede. Colosse 4 3 dat God een deur voor ons woord, logos, opene, om te spreken van het geheimenis van Christus, oftewel van de logos, ter wille waarvan ik ook gevangen zit. Dit gaat ook weer over de heilige gebondenheid in de logos, in de rede, oftewel ila-zukki, de eenling in de heilige gebondenheid. 18 Een eigenhandige groet van mij, Paulus. Gedenkt mijn gevangenschap. De genade zij met u. Gedenk dus de heilige gebondenheid. Kakia beloofde Heracles zoete vrijheid, terwijl Areta Heracles leidde tot bittere gebondenheid. De Griekse dichter Simonides (556-468 BCE) schreef over haar dat zij niet door alle sterfelingen gezien wordt, maar alleen zij die zweten op het harde pad, zij die komen tot de pieken van de mannelijkheid. Ook wordt zij een speervechter genoemd, als een oorlogsgodin. Zij is dichtbij de door het lijden geoefende Jove (Job). Heracles kwam in Boeotia tot de tweesprong, het kruispunt, waar Kakia en Areta hem opwachtten. Boeotia is een anagram van Boeddha. Als je het boeddhisme bestudeerd zie je in principe gewoon de strijd tussen Kakia en Areta om Hercules. Cryptografisch gezien is Hercules RKLS, ra-kalos, de goede (grieks) ra (egyptisch), oftewel Ra die tot de onderwereld gaat. RKLS is ook een anagram van ra-logos, rlks, oftewel ra die het pad van de logos, de rede, begaat, oftewel hercules die het pad van areta gaat. Dit zijn dus allemaal weerspiegelingen van de amazone filosofie in de bilha waarin ismael tot de zukki stam komt in de woestijn, tot de heilige gebondenheid, door ila, het eenling principe. Adam is verder als eenling in de tweede bijbel ook weer verbonden aan de zukki stam, en heeft verschillende parallellen met heracles. Hoofdstuk 24. Diepere betekenissen van de heracles mythologie ook in verband met het christendom In het Egyptisch is kenu de logos, ook gerelateerd aan kaïn die de doxa, de kudde-mentaliteit van zijn schaapsherder-broer moest overstijgen. De mens moet erg oppassen met monotheïsme, want alhoewel er op sommige momenten van een eenheid gesproken kan worden is het een stelsel van schakels, als één in velen. Er moet daarom een goede verhouding zijn tussen monotheïsme en polytheïsme, anders gaat het ophopen, en heb je weer een zout probleem. Het zijn slechts schakels, en daar mag je je niet helemaal blind op staren. Dan zou je een rat worden die nog maar één ding zien en daarin helemaal opgaan. Dat is zowel het gevaar van de New Age als het gevaar van het christendom.

Vandaar dat de Egyptenaren vele dynamieken hadden, vele schakels. Het gaat om het sieraad van de rede, een stuk technologie wat zich van verschillende onderdelen bedient. De mens moet in de duisternis, in de woeste wildernis, op zoek gaan naar de verloren schakels, en die verdiepen. Als de mens dan iets gevonden heeft en dan stopt met de ontdekkingsreis en dan met pensioen gaat om een marktje op te zetten, dan is het einde zoek. De mens moet nomadisch zijn om te overleven. Plato zei dat als de mens vast zou lopen, dan zou de mens zijn doelstellingen moeten verhogen, intensiever dromen. Er was een hogere wereld van de rede waar alleen de filosofen binnen konden komen. Heracles moest tot de appels van de gnosis in de tuin van de hesperiden komen, die bewaakt werden door een slang. Heracles moest deze slang verslaan. Monotheïsme en polytheïsme zijn dus metaforische principes binnen de filosofie, en daar moeten ze blijven. Ook hadden de Egyptenaren vele termen voor hetzelfde, zodat er genoeg nuances waren en de mens niet vastgroeide. Ook schreven ze deze termen op verschillende manieren, waardoor ze zich niet zo druk maakten om schrijffouten, zoals de monotone mens vandaag vaak is. De moderne mens heeft vandaag de dag een smerig taal monotheisme gemaakt, wat gelijk staat aan zoutophoping. Het is taal terrorisme. De mens mag zich afvragen : Wat win je ermee het kwade te doen ? Dieren, je medeschepselen, het licht in de ogen niet gunnen door je vraatzucht, je tafelschuimerij. Kinderen giftige troep in de mond laten spuiten bij de tandenbakker waardoor ze vroeg of laat zware mentale en lichamelijke problemen van kunnen krijgen, of nog erger, en dan ook nog eens allerlei misselijkmakende etiketjes op het kind drukken wat je eigenlijk zelf hebt veroorzaakt, en ga zo maar door. Maar ook daar heeft de mens wat op gevonden. Ze noemen gewoon het goede het kwaad, en het kwade het goede. Dit werd zelfs al door de bijbel aangegeven, ironisch genoeg. Het is een boek van oude wijsheden van de voorouders, maar ook enorm domme drogredenen, met name in de latere vertalingen. Sommige mensen zeggen dan : 'Tja, de bijbel,' maar ze kunnen niet ontkennen dat er ook weer hele waardevolle dingen instaan. Vaak hebben ze dit uit andere culturen overgenomen, dus dat maakt het ook weer heel interessant. De bijbel is dus een schakel in het geheel, soms heel belangrijk, en soms minder. Soms sta je dan machteloos tegen zo'n systeem als je ziet hoe het je kinderen rampaneert, zoals ook het onderwijs systeem. Vaak kunnen we ijzer niet met handen breken, lieve mensen. We leven in ballingschap. De buitenaardsen zijn allang gekomen, ook de goeden, want die lijden met ons, en strijden aan onze zijde tegen het grote kwaad. Daarvoor is de demonologie, en die puzzel mogen wij oplossen. Als we kijken naar de twaalf grote werken van Heracles in de stoïcijnse mythologie, op het pad van Areta, dan zien we hierin niet alleen parallellen met adam, maar ook met christus, de tweede adam, en de twaalf werken zijn dan de twaalf discipelen. Heracles is een beeld van de stoïcijnse demonologie. Vraatzucht of tafelschuimerij, pannenlikkerij is een piraatse bezigheid van het stelen van de massa's, het snoepen van de doxa, het massa geloof. Op het pad van de eenling is dat de verleiding dat je het voortijdig, overmoedig en roekeloos afbreekt, om jezelf weer te offeren aan de massa's, om hun goden na te lopen. Een van de twaalf werken die Heracles moest verrichten was dus dat hij moest gaan naar de tuin van de Hesperiden om de slang die de appels van de gnosis bewaakte te verslaan, en om die appels daar weg te nemen. Het werden ook wel de twist appels genoemd van grote worsteling, die Heracles dus nodig had op het pad van Areta, oftewel voor de demonologie. De appels waren ook een beeld

van het karakter van de Hesperiden, die twistzuchtige vrouwen waren. De tuin lag ergens onder Libië in Afrika. De slang was ook een schaapherder, als beeld van de kudde mentaliteit, het massa geloof, de doxa, waardoor Heracles ook een soort Kaïn rol had. Toen Heracles de slang had afgeslacht klaagden de Hesperiden verschrikkelijk, dat hij een wilde bruut was, dat hij zomaar hun appels durfde te stelen en hun slang te doden. Ze vonden het een enge, wrede man, die boos keek met wilde ogen, gehuld in een leeuwenvel, zwaar bewapend met knots en pijl en boog, waarmee hij hun monster velde. Hij was dorstig en zocht overal naar water, en trapte zo met zijn voet tegen een rots aan waarna het water er uit voort begon te gonzen, en hij begon er gulzig van te drinken met zijn handen en borst op de grond, als een beest. Zo beschreven zij Heracles. Het was zijn elfde werk. Tafelschuimers verlangen altijd weer naar de massa's, naar de doxa. Doxa is het lagere collectief van het ego, in de werken van Heracles ook wel uitgebeeld als het monsterlijke Erymanthische zwijn of varken. Het was een dodelijk zwijn, en het terroriseerde het Erymantische gebied, en moest weer teruggebracht worden door Heracles. Het beest was volkomen op tilt geslagen in grote woest. Heracles moest dit collectieve ego waarvan deze zwijn een metafoor was diep in de sneeuw drijven, oftewel op het pad van de monon, de eenling, opdat de woede door de kou verlamd zou worden, en hij het zwijn weer kon terugbrengen. Hij gebruikte hiervoor een strop, waarmee ook Kaïn in de Egyptische mythologie het collectieve ego oversteeg. Alleen de monon kan dit doen, het eenling principe. Het woeste zwijn werd soms door Artemis, de jachtgodin, gebruikt om de landen van boeren te verwoesten. De boer staat soms voor het verwaarlozen van de demonologie, waarvan de jacht een beeld is. De twaalf werken van Heracles zijn wereldberoemd. Het zijn beelden die laten zien hoe de mens met de doxa kan afrekenen, met het massa geloof wat hen teistert. Het is de demonologie voor hen die hier filosofisch mee de diepte in gaan. Er valt heel wat uit deze mythologie te halen, wat dus onderdeel is van het stoïcijnse pad van Areta, het pad wat Heracles ging. De worsteling met het zwijn is het vierde werk. Toen de Hesperiden hadden ontdekt wat Heracles had gedaan gooiden ze hun witte armen over hun met goud opgesierde hoofden en jammerden. In het twaalfde werk ging Heracles tot de onderwereld om twee personen te bevrijden. Dit kwam later ook terug in het Jezus verhaal die terugkeerde vanuit de onderwereld waar hij zielen had bevrijd. Het Jezus verhaal is in verschillende opzettingen een christelijke variant op de Hercules mythologie. Heracles moest ook de veelkoppige hond Cerberus meenemen vanuit de onderwereld, die de wachter van de onderwereld was. Heracles moest hiervoor tot de godin van de onderwereld gaan. Cerberus de meerkoppige hond staat voor het hogere collectief, de pneuma, waartoe de monon, het pad van de eenling, leidt. Toen Jezus als een christelijke Hercules de onderwereld inging nam hij ook pneuma mee toen hij opstond, wat hij even later over zijn discipelen uitstortte, wat in de christelijke wereld de heilige geest wordt genoemd. Pneuma is in de stoïcijnse filosofie de universele ziel. Door de monon, het eenling principe, maak je dus uiteindelijk contact met de onderwereld, de andere werelden, en komt daar tot een hogere sociale code, een hogere sociologie, waarvan Cerberus een beeld is, als de pneuma, die de demonologie, oftewel de wachter, van de logos is.

Hoofdstuk 25. De diepere betekenis van het tweede werk van Heracles De zon is een bakker. 99% van de zon en het zonlicht is demonisch. Het is een materiele werkelijkheid, een illusie, een matrix. De mens ontkomt niet aan de zon, maar de mens moet er dus demonologisch mee omgaan. Overmatig licht, overmatige zon, is niet goed. Overmatige zon is een beeld van het hedonisme : blind worden voor het lijden en de noodzaak van het bestaan. Zo moeten we dus niet alleen wijs met water zijn, maar ook wijs met zon. Alles draait in het stadse mensenleven om de zon, om het licht. De stadse mens is voortdurend bezig met uiterlijkheden, het licht wat de zon tot de mens brengt, en de mens geloofd het. Het is geen openbaring van God, van de natuur, maar van de duivel. Het is een vals visioen. De mens ijlt in zijn doodsstrijd. De stad is gevallen en verblind door dit zonne-monotheïsme. Ze zien niets anders. Ze leven in wanen die hen tot de dood slepen. Ze kunnen en willen niet ontwaken. Het is hun drugs. Zo kunnen ze overleven, maar ze doen dit ten koste van anderen en van andere belangrijke en zelfs noodzakelijke dingen, dus wat is die overleving dan daadwerkelijk ? Het is geen overleven maar zelfvernietiging. Het is overdoden. Toen Orpheus zijn Eurydice vond, oftewel zijn Areta-sa, de kennis (sa, Egyptisch) van de geoefendheid (areta), was hij er nog niet. Ze vaagde gewoon weer weg, en op zijn zoektocht naar haar werd hij verscheurd door de bacchanten, de volgelingen van Bacchus, oftewel de hedonisten. Hij werd tot pulp geslagen, tot poeder. Zo daalde hij af in de onderwereld en ontmoette haar weer. Daarvoor was hij ook al eens in de onderwereld om Eurydice eruit te halen, maar Hades, de koning van de onderwereld, zei dat hij dat mocht doen op voorwaarde dat hij niet naar haar achterom zou kijken. Maar toen hij bijna uit de onderwereld was keek hij toch achterom of zij met hem mee was gekomen, en zo verloor hij haar weer. Metaforisch gaat het hier erom dat we ons niet mogen blindstaren op maar één schakel, wat al snel gebeurd in het monotheïsme. Ook Areta is maar een schakel in het geheel. Orpheus moest ook tot de andere schakels komen, en daarom werd hij verscheurd. De verscheuring, de verstrooiing, is skorpizo, om te voorkomen dat de mens een te hoge dichtheid bereikt en daardoor versteent in de materie. Dit is dus een belangrijke dynamiek, een belangrijke schakel, om tot de andere schakels te komen. Hiervan is ook de Hydra een beeld, de negenhoofdige waterslang, in het tweede werk van Heracles. Telkens als hij een kop van de Hydra afhakte, dan kwamen er twee voor in de plaats. Zo worden de schakels zichtbaar, de tussenstappen, het poeder. Wij moeten allemaal tot poeder worden. Dit is dus ook de brug tot het hogere collectief, tot pneuma, tot de meerkoppige Cerberus, de wachter van de onderwereld, die bevriend was met de Hydra. Het is een beeld van de analyse. Wij moeten onszelf en al het andere blijven delen, blijven analyseren. Orpheus, of ra-phusis, betekent het komen tot de natuur van de onderwereld. Zonder skorpizo, de verstrooiing, de versplintering, komen wij niet tot deze natuur, want het is een poeder natuur, verfijnd stuifzand van de wildernis, als een beeld van de logos hormonen waardoor we leven. Dit is dus een belangrijke dynamiek, een belangrijke schakel, een belangrijke bol, als onderdeel van de logos. De logos strekt haar hand naar ons uit, de skorpizo, allereerst om ons te verbreken, om ons los te breken uit het gesteente van het parasitaire monotheïsme, de tunnelvisie, wat aan ons vreet. Het verpoedert ons weer totdat we alle valse dichtheid hebben verloren. De skorpizo is er dus om ons leven te beveiligen. Als we dan naar het woord paradeisos kijken, paradijs, para-eurydice, para-areta-sa, dan betekent

dat 'bij (para) eurydice', oftewel 'bij de kennis van areta, de geoefendheid', waardoor het paradijs dus een heel orphisch begrip is. Uiteindelijk kwam Orpheus tot Eurydice in de onderwereld en bleef daar met haar. Het paradijs was oorspronkelijk de jachtvelden, maar de jacht is dus een beeld van de analyse, de skorpizo, waartoe de verpoedering nodig is. De skorpizo treed ook op daar waar Israel verstrooid wordt. De vijand denkt dit dan wel ten kwade, maar de rede denkt dit ten goede. De vijand heeft het letterlijk uitgevoerd, terwijl het metaforisch was. De vijand is dan ook het letterlijke, maar de mens had dit nodig als een sluier om zo heel langzaam tot de gnosis te komen, van schakel tot schakel. Als de mens er in een keer zou zijn ingegooid, dan zou de mens niet hebben kunnen bestaan. Het was dus absolute noodzaak. Wij kunnen nu alleen nog verdiepen en vertalen. Het kwaad is geschied, nu op naar het goede. Dit geeft dus ook een compleet nieuw zicht op wat het hogere collectief, de pneuma, is, wat de christenen heilige geest noemen. Het is dus de analyse door de verstrooiing, skorpizo. Dit is ook direct het geheim van de geestelijke wereld, oftewel de hogere werkelijkheid van de rede. Het is verfijndere stof, meer verpoederd, van een hoger collectief. Dit is het ware leger wat we nodig hebben tegen de machten van verdichting. Skorpizo en dus ook pneuma, is van een fijnere stof dan de doxa, de verdichte massa's. Vandaar dat skorpizo-pneuma, het hogere, verstrooide, oftewel geanalyseerde collectief, zal overwinnen, de doxa zal overstijgen, waarover ook de Efeze brief gaat, wat dus een Orphisch verschijnsel is. Zo kwam Orpheus, ra-phusis, tot zijn Euridicea, zijn areta-sa, oftewel tot het paradijs, para-eurydice, het in de geoefendheid blijven, opdat hij niet ten prooi zou vallen aan het schakelloze monotheïsme. Het mag zo tot een vast, aaneengesloten bouwwerk in ons worden. Kunnen wij naar de schakels kijken zonder dat het ons verblind ? Zonder dat het ons sleept in redeloos monotheïsme ? Zonder dat we ons helemaal blindstaren op maar één schakel ? Het is een oefening (askesis) wat ons leidt tot geoefendheid (areta). Het is een worsteling met de Hydra, zoals Heracles in zijn tweede werk. Alleen door te blijven analyseren zullen we overleven. Er is geen andere weg. Velen worden gegrepen door redeloos monotheïsme en gaan met pensioen, met eeuwige vakantie. Ze zetten hun klapstoeltje op, en gaan liggen genieten in het zonnetje, terwijl er zoveel werk te doen is. Maar het mag ons er niet van blijven weerhouden door te blijven worstelen. Het is ons sieraad. Laten we het zuiver houden en nuttig. Het hangt er niet zomaar voor de sier. Het zal ons ego doden, zowel het collectieve als het individuele ego. Het is voor onze beveiliging, onze immunologie. Worstel met de Hydra zoals Jakob op Pniël. Toets je sieraad, analyseer het, en laat het je niet verstrikken. Wees op je hoede. Kom tot de hogere vormen. Leer de technologie. Je komt er niet vanaf, je moet er dwars doorheen, het tot sieraad strekken, het sieraad van de rede. Het is een stoïcijns sieraad, een valstrik voor de dwazen, en een leidsraad voor de wijzen. Ja, het zal je verbreken, het zal je verpulveren en verpoederen, en je dan verstrooien, maar alleen zo kom je tot je hogere collectief, je innerlijke leger. Alleen zo blijf je veilig tegen de verdichtingen van het materialisme. Het is een boodschap die je door de juiste code moet ontcijferen.

Hoofdstuk 26. De varkensjacht Belangrijk is het te kijken naar overeenkomsten, zowel tussen de culturen als binnen de culturen. Soms zijn die overeenkomsten subtiel en moet je even puzzelen en doorvertalen, maar ook dat hoort bij het hogere collectief, en alleen zo kunnen de duidelijke verschillen zichtbaar worden, waardoor de groepen gescheiden kunnen worden. Zijn wij al uitgegaan om het laatste verloren schaap te vinden, oftewel de missing link, de overeenkomst ? Het getal moet vol worden. Alle schakels waren er al. Heracles had een gevecht met het sieraad, met de schakels, met de Hydra, om te analyseren en rangschikken. Hij kon de Hydra niet verslaan, want telkens kwamen er twee koppen voor elke kop die hij eraf sloeg. Hij moest dus rangschikken. Uiteindelijk vond hij een weg, en gebruikte hij het gif van de Hydra om eeuwige wonden aan te brengen bij zijn vijanden, het collectieve ego. Van wonden door het gif van de Hydra gemaakt genees je niet meer, maar je kunt het nog wel rangschikken en analyseren, en zo deed Heracles dat ook, want ook hij was getroffen door het gif van de Hydra. Dit zien we ook in het OT dat het volk werd gebeten door giftige slangen in de wildernis, en ze konden niet meer van de slang afkomen, en moesten tot de juiste slang komen, oftewel de juiste rangschikking. Ook Job had een gevecht met de slang, met de Leviathan, en moest de Leviathan leren berijden. Het was een beeld van de twistzieke vrouwen, en die lijn ligt ook door de kleine profeten, zoals Hosea ook met een twistzieke vrouw moest leven, en metaforisch gezien de andere kleine profeten ook. Allemaal hadden ze metaforisch gezien hun twistzieke, moeilijke vrouwen, oftewel hun moeilijke opdrachten. In de werken van Heracles komt dit ook weer terug in de tuin van de Hesperiden waar hij de schaapsherders slang moest verslaan om de appels van de twist te nemen. Ook loopt dit parallel aan het Adam en Eva verhaal. Het staat symbool voor zekere worstelingen waar de mens doorheen moet. Alleen rangschikking en analyse brengt de mens er doorheen, het opmerken van de overeenkomsten, want het gaat niet zomaar weg. Het gif van de Hydra is eeuwig. De mens is voor eens en voor altijd gebeten. Wat is de Hydra in je eigen leven ? Het is dus iets noodzakelijks. Zonder de Hydra zou je niets hebben. Alleen door het eeuwige gif van de Hydra zal het collectieve en individuele ego wat je klem houdt oplossen. In een verschrikkelijk gevecht met de Hydra, met twistzieke vrouwen, kwam ik tot de homoios, de overeenkomsten. Dit liet tegelijkertijd ook de verschillen zien. Het was een duidelijk contrast. Ik zag Griekenland branden, en toen begon ook het christendom te branden. Ik rende de woestijn in, en de Hydra liet mij niet los. Het eeuwige gif brandde in mij, als een eeuwige wond. En ik zag de opgeheven slang van Mozes, en ik zag Job de Leviathan berijden, en ik zag Adam van de appel nemen. Ik zag de overeenkomsten. Het collectieve, massale, universele ego was brandende, stervende. Het liep allemaal met elkaar op, gelijktijdig. Het collectieve ego, het ego van de volkeren, brulde en brieste als een woest varken, als een zwijn, wat ook een schakel is in de werken van Heracles. Op het pad van de eenling wat werd gesymboliseerd door een ijsgebied moest Heracles het woeste varken verdoven. Ik ging door dit gebied, als een van de dynamieken, een van de schakels, van de hydra-keten. Ik kwam toen tot een oerwoudsgebied waarin het ijsgebied overging, en hier leefden amazones, varkensfokkers, varkensjagers. Zij voerden dus jacht op het collectieve ego en maakten er gebruik van. Ze maakten gebruik van alle delen van het varken, voor tenten, wapens en andere doeleinden. Deze varkensfokkers waren het hogere collectief. Er was een spanning tussen de eenling en het hogere collectief. Op een bepaalde manier waren zij ook twistzuchtig, maar dat zal meer een beveiligingssysteem zijn. Ze waren ook rustig. In de grondteksten kwam ook Job als eenling tot deze amazones, de varkensfokkers, het hogere collectief. Het hogere collectief maakt dus nuttig gebruik van het lagere collectief.

Gulzig brult het varken, briesend, woest. Het wil alsmaar meer. Alleen het pad van de eenling kan het doven. Het pad van de eenling leidt dus weg van het lagere collectief waar het varken een beeld van is, en leidt tot het hogere collectief, wat dus de varkensfokkers zijn, want het varken gaat niet zomaar weg. Het is het gif van de Hydra, de eeuwige wond. De mens moet het rangschikken en analyseren, zoeken naar overeenkomsten. De mens moet dus blijven worstelen met het varken. Hierin moet de mens geoefend raken. Het gif van de Hydra is het zaad van de slang, het zaad van de mens, het varken van het lagere collectieve ego waarin dus nog heel veel potentieel zit als het geanalyseerd en gerangschikt wordt. Waaraan offert de mens zijn zaad ? Aan de afgoden of aan het hogere collectief ? De mens mag daarom geen spelletjes spelen. In de onderwereld kwam Jezus tot de pneuma, het hogere collectief, als de wachter van de onderwereld, wat een latere versie was van het twaalfde werk van Heracles die tot de onderwereld ging, tot de godin om zo tot Cerberus te komen, de meerkoppige hond, de hellehond, de hyena, die de onderwereld bewaakte, als beeld van het hogere collectief in het onderbewustzijn, waartoe de mens komt in de slaap en in de dood van het ego. Zoals Jezus de pneuma mee naar boven nam om over de mensheid uit te storten als een leger tegen het universele ego, zo had Heracles ook Cerberus meegenomen voor dit doel. En de koning die hem dit had had opgedragen was in zo'n grote vrees toen Heracles terugkwam uit de onderwereld met Cerberus dat hij zich verborg in een pot. Cerberus spuwde een giftig gal uit wat ervoor zorgde dat er overal giftige planten groeiden. De natuur van de onderwereld kwam toen terug op aarde. Heracles had ook verschillenden vrijgezet die in de onderwereld gebonden zaten met slangentouwen aan de stoelen van de vergetelheid. Er is dus een bepaalde vijandschap tussen de eenling en het hogere collectief, want anders zou de eenling weer kunnen terugkeren tot het lagere collectief. Het hogere collectief overwint de eenling, brengt de eenling tot de heilige gevangenschap, als een eeuwige wond, opdat hij nooit meer zal terugkeren tot het lagere collectief. Het hogere collectief moet in de eenling het lagere en het individuele collectief overwinnen. Vandaar dus dat de amazones van het hogere collectief, de varkensfokkers verbonden aan het vierde werk van Heracles min of meer twistzuchtig zijn, oorlogszuchtig. Zij nemen geen risico's met de eenling. De natuurvrouwen van het hogere collectief zijn wapens, oorlogsprincipes, die zowel het collectieve als individuele ego als noodzaak moeten doden. Als je tot het wapen komt, dan sterf je eerst aan jezelf en aan het collectieve zelf. De varkensfokkende amazones van het hogere collectief hadden hele brede heupen, als een beeld dat de eenling niet over hen zou heersen. De patriarchie zou niet over hen heersen. De man zou niet over hen heersen. Ze namen geen risico's. De eenling is op het pad van de askesis, van vermindering en honger, opdat hij niet over het hogere collectief zou heersen, want dat zou hem fataal worden. De eenling moet minderen, het hogere collectief moet meerderen, als in principes. Ons collectief is geen grote mensenmassa die ons als de grote leider zien. Neen. Het hogere collectief is een collectief van principes, van schakels. Hieraan sterft het ego. Vandaar dat Griekenland brandde, en het christendom wat daaruit voortkwam. Ik moest rennen voor mijn leven. Daarom had Abadjah een strijd met Edom, met Adam, wat zowel een beeld is van het hogere collectief als het lagere collectief. Adam moest sterven door de vrucht, maar kwam als eenling ook tot het hogere collectief. Adam staat niet alleen voor een persoon, maar is ook een volk, een amazone volk, de Zukki. Dit is ook het volk wat in de wildernis het volk Israel tot het land Nod neemt, het land van Kaïn. Amos had een strijd met het Noorden van Israel, als beeld van het sieraad en het verborgene. Al deze personen hadden op hun eigen wijze een gevecht met de Hydra, met twistzieke vrouwen, zowel met het hogere collectief als met het lagere collectief. Aan het touw kan de mens niet meer ontsnappen, maar de mens kan wel van de lagere gebondenheid tot de hogere gebondenheid gaan. Met Griekenland zal ook het Romeinenland branden, want net als het christendom is dat ook gebouwd op Grieks fundament. Vele jaren geleden had ik een droom dat Spanje heel groot was

geworden, als een wildernis, en ook heel verlaten. Italië was totaal van de aardbodem weggeveegd, bestond niet meer of had nooit bestaan. In het negende werk komt Heracles tot de amazones, aangevoerd door hippolyte, oftewel hippolethe, het vergeten van het beest. Zij draagt de gordel van vergetelheid waardoor de mens los kan komen van het lagere collectieve geheugen van het ego, de banden met het verleden. Maar hij komt niet van de oorlog, de twist, af. Hij komt alleen tot de oorlog met het hogere collectief. Er moet een balans zijn tussen oorlog met het lagere en oorlog met het hogere. In alle nauwkeurigheid : hippo betekent paard, en dat heeft te maken met het vorige werk, het achtste werk waarin Heracles een groep vleesetende paarden moest terugbrengen. Ze hadden als meester Diomedes, die zijn gasten altijd als paardenvlees opdiende aan zijn monsterlijke paarden. Heracles wist uiteindelijk de paarden te pakken te krijgen, en bracht ze tijdelijk onder de hoede van een jongen, terwijl hij met Diomedes moest afrekenen. Toen hij terugkwam bleek het dat de paarden de jongen hadden verslonden. In woede voerde hij toen Diomedes aan de paarden, die hierna tam werden en door wilde beesten werden verslonden. In het negende werk kon Heracles eindelijk het achtste werk loslaten, want dat is wat hippolyte betekent, het loslaten van het paard. Wij ontkomen niet aan het beeld van de twistzieke vrouw. Dit beeld is zowel in het lagere collectief als in het hogere collectief. Het is een alarm en het kanaliseert. Het houdt de balanzen in de gaten. Zonder het beeld van de hogere twistzieke vrouw zou de mens afdwalen, geen restricties meer hebben, zou er geen hogere economie meer zijn, en valse genade zo binnenglippen om velen te misleiden. Heracles wist dus wat hij deed toen hij de appels van twist moest meenemen uit de tuin van de Hesperiden. Al met al zijn de hogere vormen hiervan de oorlogsgodinnen, oftewel de beveiligingsdynamieken. Waar zou de mens zonder dezen zijn ? De mens zou niet kunnen bestaan. Ik kwam dus tot de amazones van de varkensjacht. Ik had een droom dat de oerhieroglyphen van deze stammen en volkeren verborgen werden gehouden door robotische aliens van Noord-Korea en Pakistan. Ze konden deze hieroglyphen zo veranderen totdat het hun eigen systemen waren. De eerste hieroglyph van de amazone varkensjacht, wat dus een demonologische jacht is op het collectieve ego wat diep in de mens zelf ligt, is een natuurvrouw die gebogen staat en haar anus laat zien. Laten we goed blijven beseffen dat dit metaforen zijn van diepe filosofische principes van de natuur, in dit geval van het hongerpad, want de anus betekent de verstoting en de vermindering. Hoofdstuk 27. Auschwitz en het verloren varken Dan leren ze je als klein kind te geloven in een oude man met een baard, want anders zul je voor eeuwig gemarteld worden in de hel. Je moet dit geloven en dat geloven, maar wat over het goedmaken van je fouten ? Wat over geen cement gieten in de botten van totaal hulpeloze kindjes die zichzelf niet kunnen verdedigen ? Wat over geen dieren opstapelen in een holocaust van slachtplaatsen om daar later diezelfde kinderen mee te vergiftigen en ze te fokken voor kankerpatient of hartpatient ? Auschwitz is onder ons, lieve mensen, en het leeft. Nee, Auschwitz is niet iets van verleden. Het werd overgekocht door je plaatselijke tandenbakker en

door de slagerij om de hoek. Vele miljoenen dieren leven in de holocaust en geen kip die er om kraait. De mens leeft rustig door, eten, drinken, snoepen, plezier maken, filmpje kijken, feestje bouwen, en ga zo maar door. De mens leeft langs alles heen, ook langs Auschwitz. 'Ja, Auschwitz bestaat niet meer,' zeggen ze dan. En zo worden ze zelf gefokt voor Auschwitz, want als je zwijgt als je medeschepsel wordt onderdrukt, dan zul jij de volgende zijn die zal worden onderdrukt. Maar voor een mens telt de eeuwigheid niet. Door een vreemde ziekte in de hersenen draait bij de mens alles om het hier en nu. Graag een slokje op, eventjes in het spiegeltje kijken of de haartjes wel allemaal goed zitten, want wat zal de buurman of de buurvrouw zeggen als mijn stropdasje scheef staat. Ook dat even in orde maken. Oh help, een vlekje hier, een vlekje daar. Oh help, daar ligt een pluisje op de grond. Paniek, paniek. De mens heeft het er maar druk mee. Nog even wat cement pleuren in de bekken van de kinderen, en ze nog even bedreigen met hel en verdoemenis als ze niet in sinterklaas geloven, nog even snel een stukje ham, een stukje worst, gooi die bekken maar weer vol, zodat ze goede kankerpatienten zullen worden. Allemaal goed voor de medische industrie. Ja, want die moeten ook verdienen. Lekker allemaal troep verkopen wat toch niet werkt, en wat het alleen maar erger maakt, liefs ook psychisch, want dan kan de psychiater er ook aan sleutelen en z'n dikke boterham verdienen. Tjonge, wat is het leven toch mooi. Nou, een beetje plat praten, geen zorgen voor de dag van morgen. Lekker bourgondisch leven. Muziekje erbij, laag raam bij het toilet, kan iedereen het zien. Laten ze zich maar lekker ergeren. Goed voor de industrie.' De mens probeert alles goed te praten. Bij lieve ouders opgegroeid. Nee, in gevangenschap bij demonen van groot bedrog zul je bedoelen. 'Wat ? Ach nee, die bestaan niet. En Auschwitz is verleden tijd. De oorlog is over. Lang leve de lol. Pak een biertje, en zeur niet. Niet zeuren, maar zoepen. La la la la la. Wat is het leven toch mooi. Na mij de zondvloed. Kan mij het schelen. Ik leef nu. Het gaat om het nu. Wat later komt zal mij worst wezen. Dan ben ik er toch niet meer.' Vandaag de dag gaat het niet zozeer alleen maar om het kruis te dragen, maar ook Auschwitz te dragen. Dat mag duidelijk zijn. Maar waarom drukt dit zo op de aarde ? Och, ziet u, de mens heeft geen zicht op het hogere. Het hogere valt van hoog naar beneden tot de mens, en dan is het inmiddels geheel verbogen. Hitler zei eens tot mij in een droom : 'Ik heb me vergist.' Hij had het allemaal verkeerd geinterpreteerd. Wat geestelijk was had geestelijk moeten blijven, maar hij had het verletterlijkt. Het superras vervolgde alle lagere rassen, met name de Joden. Dat was in hun ogen zo. Hij had alle filosofie van Nietzsche over de hogere mens lopen verdraaien. Maar wat drukt ? Er drukt nog wat achter Auschwitz en Dagau. Het zijn planeten. Het zijn systemen. Het laat de mens niet eten en niet wassen, en dat is iets geestelijk, want het ego heeft overgegeten en overgewassen. Het zijn amazone planeten die door allerlei gallactische lenzen heen verdraaid en verletterlijkt werden. Ineens stonden daar de nazi's, een heel vervormd beeld. Het is als naar de kermis gaan en alles door lachspiegels te zien, alhoewel het niets om te lachen was. Het was om te huilen. Oorspronkelijk waren er hele hoge filosofische principes, waar Nietzsche en Darwin het ook over hadden, over het lagere massa ego wat moest sterven, en over hoe de natuur de mensheid zou overweldigen. Nietzsche waarschuwde al voor het Duitse gevaar, en alles wat hij profeteerde is uitgekomen. Wat zie je dan oorspronkelijk staan, voordat het hele filosofische idee finaal verknald werd door idioten ? Je ziet een weelderige natuur op die planeten, grote planeten, waar de aarde vele malen in kan. Het zijn grotendeels natuurplaneten met veel oerwoud. Er zijn daar de grote natuurvrouwen, veel groter dan mannen. Ze zijn deels of geheel naakt, met grote borsten, niet als lustobject, maar ze dragen een melk, een zaad. Wie het in z'n stomme hoofd durft te halen om zomaar naar die natuurvrouwen te kijken komt om. Je kunt er niet zomaar naar kijken. Als je bijvoorbeeld leest over dat wezen wat Mozes tegenkwam op de berg, waar hij niet naar mocht kijken, anders zou hij sterven, dan gaat het over deze buitenaardse wezens, natuurvrouwen. Wel mocht hij hen van achteren zien. (Ex. 33)

Oorspronkelijk was het een varkensjacht, op het lagere collectieve ego. Ik heb de grote varkensfokkerijen gezien, maar de lagere aardse matrix verdraaide het tot de Jodenvervolging, en daarna tot letterlijke varkensfokkerijen waarin het tafelschuimende collectieve ego zich te buiten gaat, en dat verviel allemaal ook tot de medische inquisities wat in principe allemaal hetzelfde is. Een dokter aan de operatie tafel voor geld is gewoon een wolf die zijn prooi bespringt. Wanneer gaat de mens dat eens in de gaten krijgen dat zorg geen markt is ? Ze cementeren de botten van de mens totdat het zenuwstelsel helemaal verstikt is, want door botten lopen allemaal zenuwen. Het is als een leeuw die zijn prooi smoort. En zo blijven de concentratie kampen van Auschwitz. Maar de natuurvrouwen zullen terugkomen. Je kan er niet naar kijken, want dan sterf je. Zij die al helemaal paranoide in deze wereld zijn zijn met recht paranoide om hun levens te redden, want je kunt de amazones niet zien en leven. De natuurvrouwen lachen om ghetto mannen die naar vrouwen kijken zomaar als lustobjecten en niet eens zien voor wat voor hoge principes de natuurvrouwen staan. Ze slaan dan breed lachend met gouden tanden op de billen van die vrouwen, alsof het vee is. Met afgezakte broeken staan ze erbij als malloten, en denken dat ze iets voorstellen en dat ze het goud van Eldorado hebben gevonden, maar ze hebben het goud der dommen gevonden. Ze hebben een of ander dom taaltje uitgevonden, een soort plat Amerikaans, wat ze gebruiken om in hun vrouwenvee te onderhandelen, wat ze rap noemen, als de doortrapte, uitgekookte, smiechterige taal van vrouwenvee boeren. Ze weten niet waar ze mee bezig zijn. Je kunt niet zo met vrouwen omgaan en leven. De natuurvrouwen zullen daarom terugkomen. Er zijn varkens van het ego uit Auschwitz ontsnapt. Ze gingen tot de aarde en verkleedden zich als nazi's, en toen als tandenbakkers, dokters, en slagers. Maar de amazones zoeken naar het verloren varken. Hoofdstuk 28. Sobibor - de heilige graal van de tweede wereldoorlog Kinderen zijn puur natuur, en het moet puur natuur blijven, maar al van jongs af aan worden hun kindergebitjes zonder pardon geasfalteerd door natuurverwoesters. Sobibor is de heilige graal van de concentratie kampen en de tweede wereld oorlog, vanwege de grootste gevangenen-opstand en ontsnapping, wat een groot lek was in het nazi bewind en wat indirect heeft geleid tot de val van het nazi rijk. Deze opstand en ontsnapping gebeurde in 1943, een belangrijk jaar. Dan zeggen ze : 'Oh, de oorlog, ja, dat was lang geleden, eindigde in 1945. Nu zijn we vrij,' maar lieve mensen : tijd bestaat niet. De mens beveiligt zichzelf door de illusie van tijd, maar het is een leugen van de matrix, een truuk. Tijd is slechts wat ruimte, wat muren, maar dit beest ademt nog steeds in onze nek, en is dichtbij. Het stalkt. Oorspronkelijk zijn die concentratie kampen vervormingen van grote woeste natuurplaneten ergens

in het heelal, zoals ook Sobibor. Wat zouden er voor middeltjes zijn gevonden in die grote natuur van de planeet Sobibor ? Er zijn daar amazones die je niet zomaar kunt bekijken en met je vingers naar kan wijzen, want die wezens worden ook in Exodus 33 besproken, en in de Medusa mythologie, en als je er naar keek, dan stierf je. Perseus kon alleen naar dit soort wezens kijken door een spiegel, oftewel door de vervormingen. Vandaar dat deze vervormingen van deze planeten om ons heen zijn, want anders zouden we sterven. Het zijn amazones met brede heupen en brede borsten, veel groter dan mannen. Het zijn natuur principes van het woeste oerwoud. Het zijn varkensjagers, jagers op het lagere collectieve ego. Ook als we het hebben over andere grote concentratie kampen zoals Belzec, Treblinka, Majdanek, Chelmno, Dagau, Bergen-Belsen, Buchenwald en Mauthausen, dan zijn dat oorspronkelijk woeste natuur planeten met veel oerwouden. Het verloren varken ging ermee op de loop en verkocht het op de aarde. Dit geheimenis kwam tot Duitsland, wat nazi Duitsland werd, waar Nietzsche nog zo voor gewaarschuwd had. De amazones rijden op hun hoge, getemde varkens, woeste beesten, maar wee hen die jong zijn en het mysterie niet begrijpen. Ze vallen ten prooi aan de verloren varkens van het lagere collectieve ego, of ze proberen de varkens te berijden en worden er uiteindelijk door verscheurd, zoals we dit ook in Openbaring zien dat aan het einde van het ritje het beest zijn ruiter verscheurd. Oorspronkelijk waren het dus godinnen, natuurgodinnen, en zo kan elke pelgrim komen tot Treblinka om haar te vragen hem te leiden tot Sobibor. Het Duitse kruis is iets wat we moeten dragen. Dat is niet zoiets als : 'Niet zeuren, gewoon kruis dragen,' want het kruis verscheurt, het kruis doodt, en we weten allemaal dat het lijden de mens krankzinnig kan maken. Maar er is hoop voor de mens die het kruis ondanks dat blijft dragen om zo tot de dieptes van de godin te komen. Het Duitse kruis is een mysterie, en de mens ontkomt er niet aan. Het is niet iets van het verleden. Het staat recht voor ons, klaar om ons in te wijden. Als er een stuk woeste natuur is, dan zijn ook direct de goudmijners en de asfalteerders er als de kippen bij. Dat is dan ook direct wat het kruis is, maar de natuur zal haar overweldigen en tot diepte strekken. Hoofdstuk 29. De tweede wereld oorlog nu Nee, de tweede wereld oorlog is nog niet voorbij. Wij blijven dit zeggen. De mens zit nog steeds in het concentratie kamp. Die kampen werden gewoon overgekocht door de industrie van medische asfalteerders. Alle natuur moest kapot, bedekt worden. De kampen werden overgekocht door goudzoekers, de zoekers van Eldorado, maar het goud wat ze grepen was onder een vloek.

Toen ze naar Sobibor, de heilige graal van de concentratie kampen, grepen, toen versteenden ze of smolten weg. Wanneer een hond blaft, dan is het energie en schakels van de verloren kernen van Orion, van de natuur planeten. Honden zijn dus Orion-schakels. De tweede hieroglyph van de varkensjacht is een varken in de sneeuw, wat ook weer terugkomt in het vierde werk van Heracles. Het is een beeld dat het varken van het collectieve ego alleen maar overwonnen kan worden op het pad van de eenling, van de eenzame. De derde hieroglyph is een groep varkens in sneeuw gebied. Dit houdt in dat we op het pad van de eenling steeds meer oog gaan krijgen voor de systemen waarin het collectief werkt. Een collectief is altijd weer onderdeel van een ander collectief. De demonologie zal uiteindelijk de oorlog winnen, omdat de demonologie de juiste principes heeft. Alles wat buiten de demonologie valt zal wegvagen. De enige veilige kennis is de demonologie. De kerk wil de demonologie niet kennen, want de kerk is zelf demonisch. Ga je je aardse zintuigen geloven die zeggen dat het oordeel nog niet is gekomen ? De hele wereld brandt al. Het gaat om de geestelijke zintuigen. In welke realiteit werk je ? Natuurlijk werken we zowel onder als boven de schelp, anders zouden we in prosperity toestanden terecht komen van 'alles is al goed, waar maak je je zorgen om.' Er moet dus balans zijn. 'Een beetje van dit en een beetje van dat, een beetje van zus en een beetje zo. Een beetje van hier en een beetje van daar, dan is het weer piekfijn voor mekaar,' zegt een oud liedje, wat natuurlijk een waarheid als een koe is. We mogen niet al te erge doemdenkers zijn, maar ook niet al te erge goeddenkers. De demonologie is het pad in het midden, het pad van Aristoteles. De eenling gaat juist nergens helemaal in een groep op, maar leeft met een beetje van dit en een beetje van dat, van zus en zo en hier en daar. Als Heracles heeft de eenling soms zware gevechten met zware machten, maar dat is uiteindelijk de weg tot de overwinning. Zonder strijd geen overwinning, ook zonder lijden zal er geen winst zijn. Het pad van de eenling is dat van bloed, zweet en tranen, maar het is gemengd met zaad. En wie zaait zal oogsten. Het grote gat in de kern van Orion, waar eerst de nu verloren kernen waren, leven nu twee monsters, Mult en Maalt. Zij hebben geen wortels, dus alles wat ze zijn en doen wijkt van de wortel af. Dat is de wereld waarin we leven. Je kunt het om je heen zien, daarom moet de mens op het pad van Heracles, in worsteling met deze geesten, op zoek naar de verloren kernen van Orion. Mult en Maalt zijn geesten die snel pensioeneren. Ze willen de woeste wildernis niet waar het oermedicinale groeit. Daarom asfalteren ze de wildernis, maar hierin komen ze niet ver. Wel sluiten ze vele zielen in hun gebied op, en asfalteren hen ook. En zo loopt iedereen in die wereld rond met geasfalteerde bekken en ze vinden het allemaal heel normaal, want de leiders zeggen dat het goed is, en die zitten al lang in het vak, 'die hebben ervoor gestudeerd (om zielen te mollen en ze toch nog de illusie te geven dat het goed voor ze is). Met boerse deftigheid praten ze de holocaust schoon. En zo krijg je al die meisjes die al op jonge leeftijd de gekleurde oma sokken aantrekken en regelmien gaan spelen. Mult en Maalt vinden het heerlijk, lekker kannibaals leven. Of het lekker is is de maatstaf, niet of het goed voor je is, maar zij bepalen immers wat goed voor de mens is, denken ze. Nee, met dronkelappen kun je niet praten, want die zijn niet voor reden vatbaar. Daarom is het demonologisch pad een pad van strategie, een pad van de eenling, die soms wijselijk zijn mond houdt. Ook hierin begaat de eenling het middenpad. Mult en Maalt wijken dus van de wortel af, dus je zult ze geen zinnig woord horen zeggen. Alles wat ze zeggen is nonsense, drogredenen. Daar hebben ze hun markt voor. Je kunt het niet weerleggen, want ze zijn er niet vatbaar voor. Ze werken

niet door rede, maar gewoon wat zij lekker vinden. Al is dat dood en verderf, al is dat de kanker zelf. Het is de zout matrix waarin de mens leeft door dwang neuroses en niet meer de demonologie. Ze zitten muurvast en kunnen geen kant op. Nog steeds blaffen de honden, om terug te wijzen op de verloren schakels. Ze zullen blijven blaffen totdat de verloren kernen terug zijn in Orion. Dat is iets wat in het hart moet gebeuren. Het hart is een miniatuurtje, een microcosmos, van Orion. De wereld is een kannibalenketel. Ontmande mannen worden met ontvrouwde vrouwen die vervroegd zijn gepensioneerd met gekleurde nagellak en al door elkaar gemengd in deze ketel om de soep op smaak te brengen. Hup, oma knotjes in het haar om de weerstand te verbreken, alles doen wat de leider zegt, ja en amen zeggen, laat je kleuren maar zien, alles open en bloot op tafel, dikke stinkende lippenstift op, de kus van de kannibaal, en dan maar parasiteren. Heel zoetjes laden ze zich aan elkaar op, om weer door te gaan met hun schoothondse gehoorzaamheid. Keffen tegen een ieder die een woord van ontwaking durft uit te spreken, wordt allemaal weggegaapt. En dat goedje moet dan gedronken worden. De kinderen hebben geen keus, en volwassenen weten niet beter. Hevig in paniek als iemand ergens een spelfout maakt. Het is een karikatuur. Lekker altijd een zoute smaak in je mond, want zout is wat de voedsel-industrie draaiende houdt, en zo ook de medische industrie, en zo ook vele andere soortgelijke industrieën. Daarom : terug naar de Orion kernen, terug tot de wortels. Demonologen zijn boeienkoningen, leeuwentemmers, alligator worstelaars. Demonen zijn schaakstukken die maar één kunstje kunnen, één sprongetje, en vaak ontbreken er allerlei vakjes op hun speelborden. Het zijn plakmienen en regelmienen die overal aan het goede zich vasthechten om het uit te zuigen, totaal. Ze hebben totaal geen substantie, en leuteren gewoon met de massa's mee. Ze hebben niets zinnigs te zeggen. Het is allemaal doelloos en nutteloos, en ze geloven er heilig in. Ze komen dertien in een dozijn. De demonoloog kent ook alle uitzonderingen op de regel. Het is gecompliceerder dan wiskunde. Als wiskunde, het vak van de dommen, al zo gecompliceerd is, dan hoeveel te meer de demonologie. Zij die niet studeren en niet willen studeren zijn totaal kansloos wanneer het aankomt op de demonologie. Voor een demonoloog ligt er altijd een groot gevaar van vals medelijden. Dat kan fataal zijn in de oorlog, want de tegenstander probeert dit vals medelijden op te wekken, zodat de tegenstander vrijuit kan gaan en niet het oordeel krijgt wat het nodig heeft. Dat zou een groot lek zijn in de demonologie, zoals ook het Eeuwig Evangelie ons daar ernstig tegen waarschuwt : Het lam van Baccus 1. En de Heere bracht Baccus tot een grote oven en brak de voeten van Baccus. En de wijnen des hemels begonnen de heiligen toe te rusten tot de laatsten der dagen. En zij droegen de wonden van de tweede Christus en de tweede profeten in hun voeten. 2. En de Heere sprak : Wee hen die op de aarde en in de hel wonen, want de tweekoppigen zijn tot hen gezonden. En ik zag een tweekoppige arend een lam verscheuren. Dit dan was een vals lam die zij vereerden. 3. En het lam gaf licht om de tweekoppige arend te verblinden. Toen zag ik een tweekoppige haai komen die het licht van het lam opslokte. Maar het verscheurde lam begon grote woorden tot de hemelen te richten, en grote beroerten kwamen tot de profeten en hun geslachten. 4. En zij vielen als in zwijm op de grond, en velen begonnen zich tegen de Heere te keren. Dit dan is de afval der profeten. 5. En het lam dan zocht troost bij Baccus, maar het vuur van de grote oven had hem verteerd, maar het lam wist dit

niet. 6. En toen dan het lam bij de resten van Baccus aankwam, weende het voor zessenveertig dagen. 7. En vele heiligen kregen medelijden met het lam, ook enkelen die van de Heere waren. 8. Maar de toorn des Heeren ontbrandde tegen het lam en hen die medelijden hadden, en de grote oven verzengde hen allen. En grote angst viel op de rest van de profeten, en zij waren ziek voor enige tijd en kregen visioenen. (de nieuwe Openbaring III, hoofdstuk 2) Door vals medelijden krijgt de vijand een vrijkaartje om het volk nog steeds zwaar te martelen, psychisch, lichamelijk, mentaal en emotioneel. Het is dus een zwaar misdrijf in de demonologie, een verzuim van het wachterschap. De ramp is dan niet te overzien. Hier gaan zware, hele zware oordelen over komen. Laat het daarom ons gebed wezen voor dit valse medelijden bespaard te blijven. De strijd tegen demonen is niet makkelijk, daarom gaan velen met vervroegd pensioen en bouwen hun eigen fantasie wereldje waarin zij die door blijven studeren de zak krijgen. De muren tegen dit soort demonen moeten gebouwd worden, en dat gaat door de literatuur. Het zijn literaire muren. De mens moet zich nog meer afzonderen om aan dit soort demonen te ontkomen. Alleen dan is er namelijk ruimte voor deze muren. Als alles te dicht op elkaar blijft liggen, dan kunnen de muren niet komen. Vandaar dat het eenlingen pad van Heracles ook door het ijs ging. Alleen in ijs kon hij het erymanthische zwijn uitdoven. Het zijn bepaalde demonische zenuwpaden in de mens die gedoofd moeten worden. Dit was het vierde werk van Heracles. Het werk daarvoor, het derde werk, was het vangen van de Kerinitische hinde. Hij wilde het dier niet doden of verwonden, dus daarom duurde het heel lang, wel een jaar. De hinde stond erom bekend ongrijpbaar te zijn, sneller dan pijlen, dus het was voor Heracles ook onmogelijk pijlen te gebruiken. Pas na een jaar werd het dier eindelijk moe en dorstig en toen het dier dronk van een rivier ving Heracles het met een net. Dit is ook een beeld van de demonologie dat de demonoloog in eerst plaats nooit zomaar als een roekeloze te werk gaat, maar met voorzichtigheid en intelligentie, met vindingrijkheid. De demonoloog is niet geweldsziek zoals vele woeste varkensdemonen die alles kapot maken om een vlieg te vangen. De demonoloog mag dus ook niet overmatig oordelen, nooit meer wapens en middelen gebruiken dan nodig. Als dat betekent dat de demonoloog er dan langer voor moet werken, zoals Heracles in het derde werk : so be it. De demonoloog moet voorbeeldig blijven qua schranderheid. De demonoloog werkt altijd door precisie. Het is geen woeste barbaar die niet voor rede vatbaar is. Het is geen dronkelap. Ken de slaaptijden van de demoon, ken de drinktijden van de demoon, en je zult veel verder komen, en neem alleen het nodige, zoals David slechts een klein stukje afsneed van de mantel van zijn vijand Saul toen hij sliep in een spelonk. De demonologie mag zelf geen gulzig, allesverwoestend zwijn zijn. De demonoloog is vindingrijk en creatief. Dat moet ook wel, want er zijn veel valstrikken van fundamentalisme.

Hoofdstuk 30. Creative Energy Life Ik kies ervoor om creatief te zijn. Creatieve energie is leven. Creatieve energie is overal om ons heen. Niemand hoeft bij de pakken neer te zitten. Het leven is niet de buitenkant, maar de binnenkant. Met beide kanten kun je creatief omgaan, ook al voel je je opgesloten tussen binnen en buiten. Wees nooit zoals de ander, want dan verlies je je creatieve energie. Anderen kunnen je inspireren, maar wees nooit een volledige kopie. Wees niet iemand waarvan er dertien in een dozijn gaan. We willen niet meer van hetzelfde. Wees uniek. Bouw je eigen wereld. De ander kan het niet voor je doen, want dan zou je je eigen identiteit en creativiteit verliezen. Zonder je af van de massa's, en start je project. Nu zul je zien dat het onmogelijk is om je van de massa's af te zonderen. We zitten vast in de massa's. Maar zie het zo dat we allemaal in een trein zitten. We komen elkaar tegen op de stations, en we kunnen door elkaar geinspireerd worden, tot nieuwe dingen. Er valt altijd weer wat te leren. Iedereen is uniek. De massa's bestaan niet. Er zijn teveel verschillen, en die zullen alleen maar groter worden. Hetzelfde is een illusie. Er zijn altijd verschillen voor de opmerkzame. Het is niet ons tegen de massa's, want de massa's zijn er niet. Alles hangt als los zand aan elkaar. Er is geen eenheid. Iedereen leeft in zijn eigen wereld, heel ver, oneindig ver, van de ander verwijderd. Er is geeneens communicatie mogelijk. Het zijn processen in de mens zelf. De mens is een creatief wezen. De mens pikt dingen op, heel vaag, en maakt er iets van. De mens vult de hiaten op. De mens is een creatief wezen. Creative energy life is voor de mens weggelegd. De natuur is creatief. Er is een natuur aan de buitenkant, maar ook een natuur aan de binnenkant. Er is een zichtbare natuur en een onzichtbare natuur. Alleen door creative energy life gaat de mens het zien. Vul de gaten op met jouw creatieve energie. Ook al lijkt het op klei of modder in het begin. Blijf er creatief mee omgaan. Creatieve energie zoekt altijd weer naar verbeteringen. Hoe kun je dingen creatief maken. Als je er creatieve energie instopt, zal er ook creatieve energie uitkomen. Laat niets creatief onaangeroerd. Ga er creatief mee om. Stop er creatieve energie in, en je kan er later zoveel creatieve energie weer uithalen. Laat niets je stoppen, laat niets je tegenhouden. Ga er creatief mee om. Boor creatieve bronnen aan, en leef door creative energy life.

Er is iets beters dan economie. Het is creative energy life. Hoofdstuk 31. De man erger dan Hitler - Josef Mengele - Fuhrer van de medi-nazi's De mens is nog steeds omringd door de jaren van de tweede wereldoorlog, 1940 tot en met 1945. De mens is er nog nooit uitgekomen. Je kunt heel systematisch in je eigen leven die lijnen zien als je daarin onderzoek doet. In 1940 werd Nederland op 10 mei aangevallen door de Duitsers, en op 14 mei werd Rotterdam gebombardeerd. Er werd gedreigd dat als het Nederlandse verzet niet zou stoppen, dan zouden ook andere grote steden gebombardeerd worden, te beginnen met Utrecht. Nederland mocht zich dus niet verdedigen. Dat werd al bij de overname van Rotterdam op het hart van het Nederlandse verzet gedrukt. Toen rond de aanvang van mijn relatie met een zeer twistzieke levenspartner voor meer dan vijf jaar, begon die zomaar ineens Rotterdams te spreken, en men mag zich afvragen waarom. Dat was dus vlak voor de momenten waarop we een relatie kregen. Ik vond dat als jonge jongen al heel erg vreemd en het is me altijd bijgebleven. Ik heb me altijd afgevraagd wat het was. Mijn levenspartner was verder Surinaams en Amsterdams. Aan het einde van onze relatie begon ze steeds meer Brabants te spreken, met zachte g. Nu is het zo dat na Rotterdam het Brabantse gebied door de Duitsers werd ingenomen. Generaal Winkelman riep op om de wapens neer te leggen, anders zou er teveel bloedvergiet zijn, maar Middelburg verzette zich nog, dus na het bombardement op Rotterdam werd Middelburg ook nog eens gebombardeerd op 17 mei wat uiteindelijk ook tot de overname van Zeeland leidde door de Duitsers. Verdediging mocht dus niet. Vandaag de dag mag verbale verdediging niet. Je mag niet voor jezelf opkomen. In de medische industrie wordt er over de mens beslist, zoals vroeger de nazi's over Nederland beslisten, en als je een relatie met een twistziek iemand hebt, vergeet dan ook maar je eigen identiteit en verbale zelfverdediging. Wat je dan ook zegt en bedoelt wordt omgedraaid en tegen je gebruikt, en ook dat mag je niet rechtzetten. Natuurlijk zijn hierin een heleboel gradaties, en is elke relatie weer anders. Maar ook als we kijken naar de machtsstructuren hier in Nederland, dan worden nog veel dingen van hogere hand opgelegd, en daar moet je je maar aan houden. We leven daarom nog steeds in de jaren 1940-1945. De mens is een slaaf van een 'hoger' orgaan. Vele mensen willen van hun vullingen af, zoals de gevaarlijke amalgaam vullingen met één van de giftigste stoffen die bestaan erin : kwik. En daarvan zit 50% in een amalgaam vulling. De getuigenissen van mensen met persoonlijke ervaring ermee vliegen je om de oren, maar er is jarenlang niets mee gedaan. Nu is er dan wel een gedeeltelijk verbod gekomen op amalgaam vullingen door de EU, maar we zijn er nog niet, en de 'great whites' hebben nog steeds vrij spel. Vaak komen mensen niet van hun amalgaam kiezen af, en worden ze gedwongen witten te nemen, wat voor sommige mensen nog wel erger is, omdat die niet de dichtheid hebben van amalgaam vullingen, en dan kom je in een fuik terecht, ook omdat telkens als ze weer boren de vulling steeds dieper komt, en dus dichter bij de zenuw, wat immense problemen kan veroorzaken. Dat is allemaal weer zakken vullen geblazen voor de medische industrie, en geld is nooit een getrouwe raadsheer. Holistische tandartsen hebben er ook over geklaagd dat er zo weinig tandartsen en kaakchirurgen meewerken aan de problematiek van vullingen, en één holistische tandarts zei eens tegen mij dat het

slagers waren. Ik heb zelf al na het tweede jaar atheneum-VWO ontzettende last gekregen van hoofdpijnen die komen en gaan, telkens druk op je hoofd, en dat liep vervolgens ook op tot steeds erger wordende vermoeidheid. Ik ben altijd een sporter geweest. Mijn vader was namelijk sportleraar, en ik en mijn broertje konden bijvoorbeeld met ons tweeen het winnen van hele klassenteams met basketbal. Maar met karate heb je bijvoorbeeld volle controle nodig over beide armen anders wordt het een probleem, en ik merkte dat ik geen volledige controle had over mijn linkerarm. Daar werd ook weleens wat over gezegd door mijn karate leraar, dat ik mijn eigen kracht niet kende, dat ik moest leren mijn linker arm te stoppen op het juiste moment. Al met al had ik zelfs als zwarte bander dit kleine probleem, vandaar dat ik altijd oppaste met mijn linker arm, en het meer van mijn andere arm en mijn benen moest hebben. Toen mijn amalgaam kiezen werden verwijderd had ik direct volle 100% controle over mijn linker arm, hoofdpijn was weg, en ook van mijn vermoeidheid was ik af. Ik was zo kwaad. Dat was nog niet eens het enige, maar dit zijn nog maar slechts voorbeelden van wat die kanker-vullingen met mensen doen, en het was allemaal gedwongen. Ik heb er zo vaak over geklaagd, maar werd in het begin door niemand geholpen, totdat ik uiteindelijk de juiste mensen vond. Ik had weerhaken aan de wortels ergens, en het werd tegengehouden door een verstandskies die nog niet eens was doorgekomen, dus ik moest naar de kaakchirurg en dan begint weer het hele liedje van kaakchirurgen die je willen dwingen met die krengen te blijven lopen. Uiteindelijk toch bij de juiste kaakchirurg terechtgekomen die ik nog van vroeger kende. De holistische tandarts vroeg me zelfs nog welke kaakchirurg het was, want dan kon hij mensen naar de juiste doorverwijzen als dat nodig zou zijn. Hij was er namelijk ook ziek van dat er telkens niet door deze nazi's werd meegewerkt. Het mag dan ook niet vreemd heten dat op een nacht ik een droom had waarin ik werd bezocht door twee mannen in het wit die zeiden dat tandheelkundig Nederland verdoemd was. Ze hebben vele doden op hun geweten. En dat is nog maar het tipje van de ijsberg. Voor veel mensen is het een martelgang om van die dingen af te komen, en hun gezondheid gaat in die tussentijd steeds verder achteruit, zodat velen niet eens de fut meer hebben om te strijden. Daarom is dit een hele zorgelijke en kritieke situatie. En vandaar dat wij door blijven strijden tegen dit grote kwaad. Pas als mensen erachter komen hoe diep ze in de problemen door die dingen zijn geraakt kan het al te laat zijn. Vandaar dat te voorkomen beter is dan te genezen. Velen kunnen het niet navertellen. Vaak weten de mensen niet eens dat hun problemen door de vullingen komen. Zo was er eens een vrouw waarbij verschillende amalgaam kiezen getrokken moesten worden, en ze kwam zomaar ineens uit haar rolstoel. Ikzelf heb ook een lange lijst aan verbeteringen, want ik voelde ineens mijn bloed weer stromen en kon weer beter ademhalen. Artsen proberen dat altijd op andere dingen te schuiven, nooit de vullingen. Nee, want die zijn heilig. Er kan niks mis zijn met het zwaar heilige materiaal wat de tandarts ervoor heeft gebruikt. En zo is dat ook vaak zo met medicijnen. Het is altijd maar weer de schuld van de patient, en vaak is het inbeelding in hun ogen. Het is een complot. Ik haat het om over deze dingen te spreken, maar ik moet. Ik weet waar ik tegen strijd. Nederland gaat plat als er niks tegen gedaan wordt. Dus : nog steeds zitten we in de jaren 1940-1945. Laat je niet voor de gek houden. De fuhrer van de betaalde medische industrie is Josef Mengele, de gestoorde nazi-dokter van Auschwitz. Wat hij zijn patienten, lees : proefpersonen, aandeed, is hetzelfde als wat de hedendaagse orale nazi industrie de mensheid aandoet, met veel betutteling en schoonpraterij. Nog steeds wordt hij op handen gedragen en zeggen ze : 'heil mengele !' Je mag niet voor jezelf opkomen. Als je wat aan te merken hebt op hun heilige vullingen dan zijn ze beledigd. Ze gaan je echt geen beterschap wensen. Ze zetten je zo hun praktijk uit, want daar hebben ze allemaal geen tijd voor. Wel hebben ze de tijd genomen om je mond totaal te mollen met die krengen die ze in je botten spuiten. Er is geen nazorg. Daar zijn ze niet voor. Als je problemen hebt dan verwijzen ze je door van het kastje naar de muur. Of ze halen de hele troep eruit en boren nog even wat meer en ook dieper, en spuiten dan dezelfde troep erin of iets anders, met alle gevolgen ervan. Allemaal goed voor de medische industrie. Er mag geen verzet zijn, want dan wordt ook Utrecht gebombardeerd, en andere grote steden. We leven nog steeds onder de dreiging van 1940. Ze nemen geheel als orale kolonisten het menselijk lichaam in, en hun

vullingen zijn de slavenketens. Ieder mens die nog in het verzet zit is voor ons waardevol. Tegenspraak wordt dus niet geduld. Niet blaffen naar het baasje. Maar de honden zullen blaffen totdat dit probleem is opgelost. De honden zullen losbreken en hun baasjes en hun ruiters verslinden. Het beest zal de hoer van de markt verscheuren. Zo is het altijd geweest. Zo zal het altijd zijn. Dat staat in de profetieën opgetekend, en gaat telkens weer in vervulling. 1941 was het jaar van de Jodenster wat iedere Jood verplicht moest dragen in Duitsland. Voor Nederland was dit 1942. Vandaag de dag komt dit nog terug als de etiketjes die mensen als een vooroordeel op elkaar plakken en om elkaar te kleineren. In de medische industrie wordt er nog veelvuldig gebruik gemaakt van etiketjes. Niemand doet echt moeite om de ander te leren kennen en om dingen te onderzoeken op waarheid. Niemand doet echt moeite om nuances te maken, want dat kost weer tijd, en tijd is geld. Hebben ze geen tijd voor. Het is een fabriek geworden. Alles moet snel snel, want de roddel industrie moet ook z'n brood verdienen. 1941 en 1942 zijn nog steeds onder ons. We staan er nog steeds tot onze nekken in. Velen verzuipen in dit moeras. Dit proces komt ook weer terug in het christendom die alles wat niet christen is voor eeuwig naar de hel, een nooiteindigend concentratiekamp in het hiernamaals, wil schoppen. Zij delen hier ook hun etiketjes voor uit, maar het blijft vaak bij dreigen. Het zijn relionalen, in de zin dat het alleen maar om hun eigen religie draait en de rest kan de zak krijgen. Het staat gelijk aan kortzichtigheid, en is slechts een taalkundig probleem, want de talenkunde kennen ze niet en willen ze ook niet kennen. Tegenovergesteld aan het relionale (vgl. nationale) staat het interrelionale. 1940 kwam door allerlei buitenaardse lenzen heel verkeerd door in de stad. Oorspronkelijk was 1940, dit zwaar beladen jaar, de geboorte in de woeste natuur. 1940, het geboortejaar. 10 mei vielen de nazi's Nederland binnen, 13 mei vluchtte de Nederlandse regering naar Engeland, en 15 mei gaf Nederland zich over. Dit vond plaats in Rijsoord, gemeente Ridderkerk in ZuidHolland. Generaal Winkelman tekende in een schoolgebouw voor de overgave. Het is een verdraaid plaatje wat oorspronkelijk uit de natuur kwam. De mens werd verkeerd geprogrammeerd en moet terug naar de natuur. De mens moet met dit plaatje klaarkomen, want hierop is het gehele medische rijk gebouwd, en dit zal instorten als de mens teruggaat naar het natuurplaatje. 1940, het geboortejaar. Rotterdam werd op 14 mei gebombardeerd, ontwricht. Rotterdam is het beeld van de internationale handelshaven. De buitenlandse contacten werden zo afgesneden. Oorspronkelijk waren dit semiotische boodschappen vanuit de natuur die voor oerfundamenten staan, maar die kwamen verkeerd en verdraaid door de lenzen van de stad heen. De mens moet leren van het kruis. In de natuur moet de mens komen tot het eenlingprincipe, loskomen van valse contacten met de massa's. Deze dingen gebeurden niet voor niets. Het waren verdraaide reflecties van iets diepers, van iets in de natuur. Alleen als de mens dit gaat zien kunnen de wonden van de tweede wereld oorlog, en van het medische rijk wat daaruit voortkwam, in de mens gaan herstellen. Het gaat dus om een groot project van semiotisch diepte onderzoek. De mens moet weer contact maken met de natuur. De nazi moet vallen voor de amazone. De nazi was een schaduw, het negatief van een natuur foto. De foto moest nog ontwikkeld worden. De christenen gebruiken dit nazi plaatje ook. Alle niet-christenen worden per schip of trein met etiket getransporteerd naar het eeuwige concentratie kamp genaamd de hel. Het is nog wel erger dan de nazi's, met het verschil dat het vaak alleen maar bij dreigen blijft. Het eeuwige concentratie kamp van de christenen is nog wel duivelser dan Auschwitz, maar het verschil is dat het puur fictief is. Maar het dreigen heeft zware psychische wonden in de mens geslagen. Het is niet niks om als kind met dit dreigende zwaard boven je hoofd op te groeien. Zo zag mijn leven eruit, als het zwaard

van damocles wat aan een draadje boven je hoofd hangt. Oh, als er maar geen wind komt. Ik was vroeger als kind ook al enorm bang voor wind, voor storm voornamelijk. Aan de andere kant hebben we soms stormen nodig om dit zwaard van ons weg te blazen. Ook was ik bang voor 'pret', d.w.z. het veel te luide muziekkorps en andere wilde toestanden van hedonistische clowns die feest vierden terwijl er niets te vieren viel, en de kleine kinderen werd het niet uitgelegd. Dat werd dan 'pret maken' genoemd. Ik was wat dat aangaat al shamanistisch gewaarschuwd tegen toronto toestanden, als klein kind al. Als klein kind voel je dat aan, dat er iets goed fout zit. En dan gillend naar de tandarts moeten. Het klopte niet. Ik wist het. Het voelde als dood gaan, vergiftigd worden, als een vee-etikettering. Je werd gebrandmerkt voor het leven. Nederland kreeg dus een Duits bestuur, geleid door de rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart. Hij werd hiervoor ingehuldigd in de Ridderzaal op het Binnenhof in Den Haag, door de Duitse wehrmacht generalen (krijgsmacht). Zo kreeg Nederland een Duitse regering. Hij was een gematigde nazi die later onder druk werd gezet. Een heleboel mensen kwamen vast te zitten in het systeem en werden overweldigd en raakten bezeten door demonen. Hun levens werden gedicteerd door deze demonen. Ook het Duitse volk leefde in grote slavernij, en werden vaak gestuurd door waanzinnige angst. Er kan dus alleen heel genuanceerd mee omgegaan worden. Er mogen geen vooroordelen zijn. Alleen shamanistische demonologen kunnen dit probleem oplossen. De eerste paar dagen, van 20-29 mei 1940, was dit bestuur nog in handen van de militaire bevelhebber generaal Von Falkenhausen, die ook heerste over België en Noord-Frankrijk. Op 29 mei werd dus de Nederlandse besturing overgedragen aan Seyss-Inquart. Beiden waren min of meer gematigde nazi's, maar stonden onder hoge druk en waren speelballen van Hitler. Door zware geesten waren zij bezeten, en daarom hebben we wel te maken met deze geesten van het nazi fundament van Nederland, wat later werd overgekocht door de medische industrie : 1. geest van Von Falkenhausen 2. geest van Seyss-Inquart Beiden hebben ze in hun loopbaan Hitler tevergeefs proberen af te remmen. Hoe dan ook hebben ze voor nazi-installaties in Nederland gezorgd, en die installaties moeten verwoest worden. Het zijn de fundamenten van het Nederlandse medische rijk, de twee benen waarop het staat. Ook zijn het twee billen waardoor vele demonische geboortes plaatsvinden. Daarom is het van belang dat de mens terugkeert tot de baarmoeder van de amazone natuur en daardoor tot wedergeboorte komt en zo tot heropvoeding. Als de mens niet buigt voor de amazone, de godin, de gnosis, dan buigt de mens voor nazi's. Om terug te komen op de Noord-Brabantse geest door mijn vroegere Amsterdams-Surinaamse levenspartner aan het einde van onze relatie : Ik zei het vaak tegen haar, legde haar uit hoe die geest werkte, maar toen begon ze het nog wel erger te doen. Noord-Brabant had haar eigen concentratiekamp : Vught, wat trouwens bijna letterlijk haar achternaam was. Velen werden in dit kamp op transport gezet naar de vernietigingskampen. Aan het einde van de relatie begon deze levenspartner steeds meer bezeten te raken, vanwege verkeerde keuzes, en ook steeds meer bezeten uitspraken te doen, dat ze een demoon naar de aarde was gezonden om mensen bang te maken, en dat ze in haar vorige leven een koppensneller was, en dat ze 's nachts uit zou gaan om zich tegoed te doen aan veel bloed. Ik zou zeggen dat ze verminderd toerekeningsvatbaar was omdat ze een slachtoffer was van langdurige incest, van haar vierde tot haar eenentwintigste jaar, zeer frequent, zelfs als ze ziek was of menstruatie had. Het liep er op uit dat ze onze kinderen ontvoerde. Ze had geprobeerd met de gnosis te leven en in de heilige gebondenheid te komen, ze had geprobeerd te studeren, in de kerkgeschiedenis, en was tot grote ontdekkingen gekomen hoe vals het christendom was, en hoe vals het vlees eten was, enzovoorts, maar ze hield het niet vol, en natuurlijk zijn de zwaarst mogelijke demonen op ons afgezonden. Ik had van te voren al dromen en nachtvisioenen

gehad over wat ze zou doen. Ze had ook al een keer geroepen : 'Ze komen me halen !' (waarmee ze de demonen bedoelde) Een dag voordat de kinderen werden ontvoerd zei de oudste dochter tegen me, helemaal in paniek : 'Papa, de monstertjes komen !' Ik moest haar toen heel lang vasthouden en troosten. De middelste dochter, die nog niet kon praten, wees de hele tijd in paniek naar de keuken toe waar mijn levenspartner met haar zus was. Al met al hebben we daarna de vermissing gemeld aan de politie, en ik ben van het westen (Amsterdam) teruggegaan naar het kerkelijke Oosten, wat een totale hel is voor een demonoloog, maar ik moest wel, want daar was mijn familie. Het voelde dus aan als een transportatie. Ik moet daarbij wel bijzeggen dat mijn levenspartner aan zware MPS leed, meervoudige personaliteiten die ontstonden door haar incest verleden, en dat ze jaren later haar excuses had aangeboden dat ze bepaalde dingen niet had moeten doen, en dat ik beter verdiende. Toen was ze dus deels weer tot haarzelf gekomen. Maar ja, dit kun je verwachten van mensen om je heen die van zichzelf zeggen dat ze 'lauw waren geworden.' Dan moet je dus op je hoede zijn, want dan zullen ze je in je nek springen. We sliepen op een bepaald moment ook al vaak gescheiden, en ik hield de deur op slot vanwege bedreigingen, alhoewel die bedreigingen dus weer met haar incest verleden te maken hadden. Ik heb daarom ook altijd een gemengd gevoel over haar blijven houden, deels schuldig, deels ziek, en er huisten teveel verschillende entiteiten in haar, plus dan nog die hele duistere achtergrond van de Surinaamse cultuur. Toch is Suriname altijd mijn land geweest en gebleven. Ik heb het altijd gezien als pure noodzaak dat Nederland en Suriname verenigd werden, waarvoor onze relatie ook symbool stond. Ik kan zowel goede als slechte lijnen zien, en de slechte lijnen zullen meer en meer op hun plaats vallen. Het is nodig voor verdieping. Ik draag dit kruis dan ook voor studie doeleinden. Het is voor mij een grote inspiratie bron, altijd geweest. De meesten van mijn relaties waren altijd buitenlands voor een reden. Er waren nog twee andere concentratie kampen in Nederland : Amersfoort, en Westerbork in Drenthe, wat een voorportaal was voor transportatie naar buitenlandse concentratie en vernietigings kampen. Berucht waren de kindertransporten vanuit Vught tot westerbork, waarna ze werden doorgetransporteerd tot Sobibor in Polen waar ze vlak na aankomst werden vergast. We hebben het dan over juni 1943. Toen kwam de holocaust tot zijn pieken. 1944 en 1945 staan bekend als de jaren van de grote honger winter, vlak voor de grote bevrijding. Maar zoals gezegd werd Nederland helemaal niet bevrijd, want deze industrieën werden gewoon overgekocht door de medi-nazi's, die zichzelf boven het volk hadden geplaatst, en getrouw hun Furhrer, Josef Mengele volgden, die nog wel erger dan Hitler was. Ik heb oog in oog met de geest van Josef Mengele gestaan op verschillende punten in mijn leven, en het bijna niet overleefd. Op een gegeven moment was ik omsingeld door een hele grote groep mensen die allemaal bezeten waren met de Josef Mengele geest. Maar de gnosis overwint. Na die lange relatie van over de vijf jaar dus nog wat andere Zuid-Amerikaanse relaties gehad, maar het valt je dan telkens weer op hoeveel van die vrouwen wel niet sexueel zijn misbruikt in hun jeugd. Je komt het telkens weer tegen, het sexuele geweld tegen vrouwen, voornamelijk ook in Zuid-Amerika, waardoor je soms de indruk krijgt dat ze dat allemaal heel erg normaal vinden. Daarom heb ik emancipatie ook altijd als van groot belang gezien, en heb ik altijd voor de godin gestreden, altijd aan de kant van de vrouwen gestaan, maar ook wetende hoeveel valse vrouwen er zijn die de patriarchie hebben ondersteunt en zelfs grootgemaakt. De mens moet komen tot de natuur etiketten om los te komen van stadse etiketten. Een derde betrokkene bij het Duitse bewind over Nederland was Friedrich Christiansen die wehrmacht bevelhebber werd in Nederland, en die verantwoordelijk was voor de Puttense ramp van 1 oktober 1944 nadat een groep verzetsstrijders de nazi's een slag had toegebracht. Vele huizen werden toen door de nazi's in de brand gestoken, en honderden Puttenaren en zij die daar toevallig waren of voorbijgingen werden naar de concentratie kampen getransporteerd op de dag erna, 2 oktober. Christiansen was 29 mei 1940 aangesteld.

1. geest van Von Falkenhausen 2. geest van Seyss-Inquart 3. geest van Christiansen Dan waren er nog vier onderdanen van Seyss-Inquart om Nederland te besturen : generaal commissarissen : 1. Fishbock - financien en economie 2. Rauter - veiligheid 3. Schmidt - speciale opdrachten 4. Wimmer - bestuur en justitie De nazi's gebruikten volop fluor om het verzet te verlammen, want fluor rotzooit met de hersenen en maakt mensen gewillig, en fluor wordt ook volop gebruikt door de medi-nazi's. Ook vullingen verstoren de signalen van het zenuwstelsel tot de hersenen, en verstoren zo allerlei belangrijke hersenfuncties die nodig zijn om waakzaam en strijdvaardig te blijven. Elke mens met vullingen is voor de tegenstander een verslagen en beheerste vijand. Fluor, vullingen, vlees eten en overmatig zout eten zijn allemaal onderdeel van kudde mentaliteit, want de medi-nazi's hebben duivelse verbonden met de voeding industrie en je bent zo niets anders dan slachtvee. Blijf dus ook onder de 6 gram zout per dag, anders worden je hersenen ook een speelbal. Hoofdstuk 32. 1940 - het leugenjaar Het is moeilijk een puzzel op te lossen, hè ? De nazi's dachten er heel makkelijk over : gewoon de puzzel afknallen. Puzzel opgelost. Het is moeilijk aan voedsel te komen, hè ? Hedendaagse vlees-nazi's denken er heel makkelijk over : gewoon de mede-schepselen afknallen. Klaar. Probleem opgelost. Ze willen de puzzel van het gebrek aan voedsel niet oplossen. De mens is creatief genoeg om uitwegen te vinden, en het is ook een test. Ook vleeseters zijn nazi. Een heleboel parasieten komen niet op de scan door tegenwoordig, maar die zijn er wel. Er zijn parasieten waar de mens nog niets van afweet. Sommige parasieten zijn puur electronisch. De technologie van de mens is nog helemaal niet ver. De mens kan in wezen nog niks meten. Maar in hun hoogmoed beschouwen ze hun materialen als heilig, als god. En zo worden ze misleid. Dat is het loon van de mens die lijken vreet. 1940 - het leugenjaar De nazi's vonden de puzzel van Israel te moeilijk, dus losten ze het op door de Joden dan maar een stempeltje op te drukken als een lager ras, zodat ze een excuus hadden om de puzzel om zeep te helpen. Deze spijbelaars wilden niet puzzelen. Zo is dat met alle racisten, en ook lijkeneters zijn

racisten. Ze krijgen hun verdiende loon. In de daarop volgende jaren kwam het rassenonderscheid tot uiting in de gedwongen jodenster. Wij als demonologen mogen ons nooit laten verlagen tot hetzelfde niveau. Daarom gaan wij genuanceerd met dit probleem, deze puzzel om, de puzzel van 1940-1945, de puzzel van nazi Duitsland. Sommigen waren gedwongen. Ook Duitsland leefde in grote slavernij, en werd bestuurd door angst. 1941 - het administratieve jaar Nu de nazi's hun leugens hadden verspreid moest de winst nauwkeurig geteld worden, en werden de vee-statistieken erbij gehaald als een tweede fundament voor de holocaust. Het vee werd geteld en gefokt. De slacht was het doel, want zo konden deze spijbelaars de puzzel overboord gooien, het kind met het badwater. 'Hup, weg ermee. Wij willen niet puzzelen. Wij willen niet naar school." Het was het loflied van de luiheid. Oh wat waren ze uitgekookt en hysterisch met hun statistieken. Daar mocht niet van afgeweken worden. Er mochten geen fouten gemaakt worden. 1942 - het drugs jaar De nazi had zijn restaurant opgericht, en de Jood was de delicatesse. En de Jood was bewerkt, en bracht de essentie van de Jood naar boven, wat de nazi's gebruikten als hun drug, waardoor ze nog dorstiger werden naar dit goedje, de Jood. Het was een Jodenvlees restaurant, en de nazi was eraan verslaafd. Het was een drugs handel, want ontwaken wilden ze niet. Ze wilden spuiten en snuiven. Totaal hysterisch was het, en het werd ook het fundament voor de Toronto beweging. 1943 - het jaar van de verzekeringsmaatschappij Als nazi was je verzekerd, tegen alles in principe. Joden werden als het grote kwaad gezien waartegen de nazi's verzekerd waren. Het is een proces van verzakelijking totdat alles het niveau van een verzekeringsmaatschappij heeft bereikt, en dan ben je ver heen. Er wordt niet gekeken wat mensen nodig hebben, maar in welk vakje ze zitten, hoeveel ze hebben betaald. De verzekeringsmaatschappij is het grote kwaad van de nazi's, en ook van de latere medi-nazi's die deze maatschappij gewoon overkochten. Het is een genetische verzekeringsmaatschappij. Je moet de juiste genen bezitten, anders kom je nergens. Medici houden elkaar graag de hand boven het hoofd, wat nazi's doen. 1944 - het jaar van de woningbouw Het gaat bij de nazi's niet om communicatie of scholing. Het gaat erom of je verzekerd bent of niet. Dat is de toets, of je de juiste genen hebt. Er mag niet gezeurd worden. De zwakken moeten weg. Naar hun problemen wordt niet gekeken. Nazi's willen niets met puzzels te maken hebben. Ze denken niet in puzzels, maar in verzekering, en de genen bepalen dit. Dan is het voor hen veel overzichtelijker. Als je geen aandelen bij hen hebt krijg je niets. Bij de nazi's gaat het om het recht van de eigen natie. De eigen natie is voor hen het sterkste en het meeste, en de minderheden moeten vervolgd en uitgebuit worden voor dit doel. De enige wet die voor de nazi's geld is de wet van de verzekeringen. Daar is alles omheen gebouwd. Dat is het dodelijke robotisme van de nazi's. Ze communiceren niet. Ze checken je verzekeringen. Heb je die niet, dan ga je eraan. Daar hebben ze geen tijd voor. Ze houden zich alleen bezig met de verzekerden, de eigen natie. Daar is hun gehele politiek en rechtswezen op gebouwd. Voor hen is dat een zaak van leven of dood, van bestaan of niet bestaan. Ook de medi-nazi's die erna kwamen zijn op dit fundament gebouwd. Het heeft helemaal niks met het medische te maken, maar met een verzekerings-maatschappij. Denk niet dat je belt naar een echt mens als je naar de medische industrie belt voor hulp. Je krijgt een

verzekeringsrobot aan de lijn die je verzekeringen checkt en je genen. Op basis daarvan zal deze robotten je de statistieken bekend maken. Alles gaat statistisch. Het is dus niet zomaar een winkel of iets vrijblijvends. Je moet verzekerd zijn of je komt er niet in. Kan hun het schelen wat voor problemen je hebt. Ze willen geen problemen. Ze willen niet puzzelen. Ze willen verzekeringspapieren zien, inschrijfbewijzen en al dat soort ongein, ziekenfondspasjes en ga zo maar door, je nummer, je geboortedatum. Dit overstijgt dus zelfs de economie. Het is niet zomaar een markt. Je kan nog zoveel betalen, maar je komt er niet door. Je moet door hun procesures heen. Ze willen contracten met de duivel zien. Niet de klant is koning, maar de verzekerde is koning. Je komt alleen maar hogerop als je je ziel hebt verkocht, als je moorden hebt gepleegd. Je moet een huis bij hen hebben, anders kom je nergens. Je moet aan de voorwaarden hebben voldaan, de kleine lettertjes hebben gelezen. 1945 - het jaar van de energie centrale En toen hadden de nazi's electriciteit, en ze werden er direct door geëlectrocuteerd, want ze spelen met hoogspanning zonder zich aan de demonologische energie-wetten te houden. Dit was dus het jaar van de zogenaamde bevrijding, maar het zaakje werd gewoon overgekocht door de medi-nazi's en die gingen veel subtieler te werk, via de algehele regering en via de democratie. Deze nazi's zijn veel en veel erger, laten mensen veel erger en langer lijden, en isoleren deze mensen opdat hun roep niet wordt gehoord. Zelden is er een wreder systeem geweest dan dat van de medi-nazi's. Als deze systemen wegvallen dan worden de hogere systemen van de natuur zichtbaar, van de amazones. Dit hele proces wordt ook besproken in de tweede bijbelse prozaïsche en medische techno-thriller genaamd Sobibor - de laatste jager. Uiteindelijk worden de zegels van de nazi's verbroken en zien we wat er daadwerkelijk achter de joden vergassing schuil gaat : het natuur principe van de mannen vermelking. De man moet namelijk weer terug aan de borst van moeder natuur. De mens is een creatief wezen. De mens kan veel beter zijn dan zomaar als een mongool iedereen om hem heen af te maken omdat hij zo nodig eten moet. Dat is niet de bedoeling. 'Ja, nee, maar een mens heeft vlees nodig,' wordt er dan gezegd. Oh, is dat je intelligentie peil en je peil van creativiteit dan ? Dat is een getal ver onder de nul dan. En trouwens zeer egoïstisch gedacht, en egoïsme blokkeert haar eigen creativiteit. Egoïsme is nooit een goede raadgever. Zorg is een goede raadgever, want je zou ook kunnen denken : 'Mijn medeschepsel moet eten. Hoe kan ik mijn medeschepsel hiermee helpen ?' Maar nee, bij de nazi draait het om de eigen natie, en dat is direct de valkuil. Het leven begint bij de mindere te zijn en te kijken naar wat de ander nodig heeft. Je leeft in dat opzicht niet voor jezelf. Je moet zelf minderen. Hoofdstuk 33. Het hogere ras van Nietzsche en de verloedering van de Nietzcheaanse filosofie In de gnosis is de verzekering meer : ben je aangesloten op de juiste natuur apparatuur, in de vorm van 'adoptie'. Dat gaat er dus schuil achter de verzekeringsmaatschappij. Je kunt het niet kopen,

erven of stelen, maar alles gaat door studie. Als de stad het woord 'school' gebruikt, dan is dat om de massa in slaap te doen dutten, maar het is gewoon een code woord voor een verzekeringsmaatschappij, een fokkerij. Je hebt dus zelfs niet met een vrijblijvende markt te maken waar je alles maar kan kopen wat je wil. Niet de klant is koning, maar de verzekerde is koning. Je staat niet in een winkel of in een school, maar in een verzekeringsmaatschappij, zeer uitgekookt. Ze laten de statistieken als dolle honden op je los. 'Oh, op school zal mijn kind wel veilig zijn, want daar gaat alles om de scholing, de opvoeding en de zorg voor het kind.' Ja, je grootje. Als je niet verzekerd bent, dan zijn de verzekerden tegen jou verzekerd, dus dan ben jij in hun ogen en statistieken het probleem wat uitgeschakeld dient te worden door de verzekering. Zo is de verzekering een huurmoordenaar op je afgezonden. Dat is wat 1943 is, en dat zegel dient verbroken te worden, opdat de mens kan terugkeren tot de natuur. Oorspronkelijk was 1943 een natuur principe van de demonologie, namelijk het adoptie centrum wat samenvalt met de jacht. Als je geadopteerd bent ben je niet meer afhankelijk van de massa, en kan het woeste varken van het collectieve ego sterven. Er is behoefte aan wedergeboorte in de natuur, naast de adoptie, en ook is er behoefte aan de wederopvoeding en de wederscholing in de natuur. Dat is waar de jaren 1940-1945 oorspronkelijk in de natuur voor stonden, maar de stadse lens maakte er iets anders van. Het zijn hysterische kippen zonder kop, en rennen rond. Op de scholen worden kinderen snel geleerd hoe te tellen en hoe te schrijven, maar de diepere natuur principes leren ze niet. Hevig worden ze gestrafd als ze een rekenfout of spelfout maken. De hedendaagse scholen zijn geen echte scholen maar verzekeringsmaatschappijen die administratieziek zijn, statistieken-ziek, en daar worden de kinderen mee bekogeld, mee doodgegooid. Als veel mensen aan het komende oordeel denken, aan de apocalypse, dan denken ze aan letterlijk vuur, maar we moeten dit symbolisch zien. Het is het vuur van intelligentie wat alles zal verdiepen. We mogen ons ook naar dit vuur uitstrekken. Het leven is een natuurverschijnsel. Alles komt vanaf de toekomst stromen, maar de mens herkent het niet, en de hersenen maken er wat anders van door ingewikkelde lenzen en filters. De mens heeft alles al, maar kan er nog niet mee overweg. De mens is telkens weer in de cirkelbewegende stroom van de toekomst. Telkens weer vangt de mens de signalen van de toekomst op, en het trekt de mens ook naar de toekomst. Er wordt voortdurend aan de mens gewerkt. Hierover gaat ook het tweede bijbelse boek 'Sobibor - de laatste jager'. De mens moet de schakels van zijn leven kennen, en waaraan het parallel loopt en waar het doorheen loopt. Ook moet de mens leren hoe het schakelt. Het leven is niet toevallig, maar het is techniek. Het is een oorlog tegen de parasieten van 1940-1945. Het waren buitenaardse invasies. Ze hebben alles losgerukt en gebruikt wat ze maar konden. De hedendaagse samenleving is gebouwd op 19401945. 1941 - White power parasieten kwamen tot de aarde. Alles moest wit, ook vrouwen. Wit was de standaard. De witte vrouw werd ver verheven boven de donkere natuurvrouw, en de white power samenleving ging tussen de natuur en de stad inleven, dus aan de rand van het bos, zeker niet diep de wildernis in, gewoon nog met allerlei luxe en het medische en cosmetische kwaad. Oh, wat hielden de white power vrouwen van giftige make up om henzelf nog witter te maken. De white power parasieten vereerden de witte vrouw, ook de naakte witte vrouw, want die moest immers het white power ras voortbrengen. Het witte werd nog eens extra geaccentueerd door felrode nagellak en felrode lipstick, als de kanker zelf. Het waren de klauwen van de dood, en de kus des doods. White power make up zijn oorlogswapenen, psychologische oorlogsvoering. Het geeft een boodschap af. Het was een industrie van ademhalingsapparatuur, van gasmaskers die zuurstof

brachten en filterden. Het gaf unieke ademhalingsprocessen om aan deze parasieten geboorte te geven. Deze apparatuur kwam om India te verzegelen en uit te buiten. De nazi's maakten gretig gebruik van de Indische mythologie en filosofie om het vervolgens geheel te verdraaien en te mollen. Het is een vreemde cultus, een vreemde religie, op Pluto. Mannen en vrouwen aanbidden anorexia als het ideaal, maar vreemd genoeg haten ze de diepere wildernis en het diepere minderen, want ze vereren de cosmetische industrie, de nagellak en de lipstick, die zo fel mogelijk moeten zijn zodat het witte zich er goed tegen af kan steken. Ze blijven dus alleen aan de rand van de natuur, als natuurranders of randnaturisten. Naakt is wel heel gewoon voor hen. Het is in principe dus nog steeds stads. Ook vereren ze de zon en luxe lichten, en schuwen ze de duisternis. Vandaar ook dat ze white power zijn. Het heeft dus niks met het ware minderen te maken, maar heel erg selectief en extreem, als ratten. Ze sjoemelen en stelen. Ze zijn ergens blijven steken. Ik had een droom over dit volk. Ik was in een gebouw en ik keek naar buiten door het raam en ik zag ze aan de natuurrand. Sommigen waren ook in het gebouw, maar hun volk was er net buiten. Degenen die in het gebouw waren die hadden gewoon sex in een openbare ruimte. Ik keek dus naar buiten en zag ze daar met hun caravans. Ze waren naakt en allemaal wit, ook de vrouwen. De vrouwen hadden dikke make up en waren gewoon stads, materialistisch. Ze hadden allemaal stadse artikelen. Ze noemden zich wilden, maar ze waren het niet. Ze vroegen of ik ook bij hun stam wilde horen, maar ik zei dat ik liever dan in het gebouw bleef, want daar moest ik zijn voor iets. Ik zei dat ik niets met dit soort naaktheid te maken wilde hebben. Het was totaal ongeproportioneerd, totaal ongepast en in de verkeerde setting. Het waren net evangelische christenen. Maar ik wilde het pad van de eenling gaan. Ik wilde niet ergens blijven steken in zo'n groep. Ze verkochten dus wat : gasmaskers, maar tegen wat ? Het waren ademhalingssystemen. Mensen moesten leren ademhalen zoals hen. Het was een bepaalde code van hun religie. Deze parasieten kwamen door de nazi's in 1941, in buitenaardse invasies. Zo werd de mens nog meer losgesneden van de natuur. De mens moest allerlei luxe apparatuur kopen. Dat moest hun lichaam op. Zo is dat ook in de medische dictatuur gegaan. De mens werd gedwongen tot plastische chirurgie op de buitenbotten, in de mond. Dat waren die ademhalingsapparaten, die gasmaskers, opdat de mens onder controle van deze Pluto cultus zou komen, deze randdebielen. Ook Nederland werd door de nazi's in het broederverbond gedwongen. De nazi's beschouwden Nederland als een Germaanse broederstam. De nazi's hadden hier en daar stukjes geroofd uit Nietzsche's grote bibliotheek, en het geheel uit de context gehaald. Ze maakten hier iets heel anders van. Nietzsche predikte tegen onverschilligheid, tegen inspiratieloosheid, tegen gewoonheid. Dat moest vernietigd worden, vernietzschigd. Hij predikte tegen eenzijdigheid, want juist dat bracht de mens tot de afgrond. Nietzsche was een filosofisch demonoloog, door de materialistische, gemakszuchtige nazi's geheel verletterlijkt, tot lagere vormen gemaakt. Nietzsche had er een afschuw tegen. De nazi's kenden het woordenboek van Nietzsche niet. Ze gingen gewoon met woorden op de loop en gaven hun eigen betekenis eraan, grafrovers als ze waren. Nietzsche waarschuwde dat de laagste naturen henzelf als wetten voorschrijven voor de hogere naturen, wat ze algemeen kiesrecht noemen, zoals Plato ook tegen de valse democratie streed die geheel door de lagere emoties werden geleid en niet door de hogere rede. Nietzsche predikte juist dat de volheid van de natuur alleen kon verschijnen als de rassen gemengd zouden worden, als de mensen van elkaar en van elkaar's culturen en religies zouden leren, en op langere termijnen zouden denken in plaats van altijd maar weer snel naar het zwaard te grijpen, zoals wat blind geloof doet. Nietzsche predikte over het gevaar van het kortzichtige christendom. Nietzsche streed tegen de voorafgestelde waarheden. Deze strijd noemde hij de nieuwe moed. Heb moed om te breken met dat wat de massa zich aan je oplegt. Heb moed om te breken met de systemen waarin je weerloos werd opgevoed. Dat is het pad van de eenling. Breng er je offers voor. Het kost je alles, en alleen zo kun je elkaar herkennen. Nietzsche stelde dat er een onzichtbaar ras in

de mensen was doorgedrongen, een lagere, corrupte natuur die de instituties die de waarde van de mens vormen overdrijft. Het is een soort rasverheerlijking en mensverheerlijking waar de nazi's later schuldig aan zouden staan. De waarde van de mens zouden ze gelijkstellen aan de waarde van God. Nietzsche waarschuwde tegen dat gevaar, tegen dit ras. Hij voorspelde de komst van het nazi ras. Het was iets onzichtbaars wat in de hersenen van de mens probeerde binnen te dringen. Het was een oorlog in de geestelijke wereld. Nietzsche had het niet over huidskleur, nationaliteit of afkomst, niet iets wat door geboorte werd bepaald. Het was iets wat aan het broeden was in het denken van de mens, wat een beroep deed op de lagere emoties van de mens. Hij waarschuwde dat de kerk hier al mee bezig was. De kerk zond altijd maar weer de grote intellectuelen naar de hel, alle interessante mensen. De kerk wilde de hogere natuur niet. De kerk wilde het intellect niet, maar de lagere emotie als drijfveer. Nietzsche stelde dat de kerk moedwillig naïef was. Er was gerommeld met de woorden en betekenissen van goed en kwaad. Het intellect zou veel verder gaan dan slechts 'goed of kwaad', zou daar boven uitsteken. Nietzsche streed tegen de lagere moraal van de kerk die het volk in zware gevangenschap hield. Deze tirannie moest overwonnen door de rijkdom van het filosofische intellect, en dat zou alleen gebeuren als de rassen vermengd zouden worden, als er bruggen tussen de culturen en religies zouden komen. Alleen op die basis zou het nieuwe ras kunnen komen. Dit was het ras van het intellect, van de rede, een ras van filosofen, het ras van de natuur pionieren. Ook Darwin was tot deze conclusie gekomen. Er zou een hogere uitverkiezing van de natuur plaatsvinden die alleen zulke eenlingen op het oog had die de volle prijs hadden betaald en zich hadden afgezonderd van de lagere wil van de massa's. Dit is een zware strijd. Alleen de strijdende studenten zouden overwinnen. Zij zouden intellectueel rijk genoeg zijn om geen behoefte te hebben aan de valse spaarzaamheid en betweterigheid van afgodische tirannen die het volk telkens maar weer zocht. Nietzsche wilde dus een nieuwe definitie zien van het woord 'luxe'. Er moest een intellectuele luxe komen om af te rekenen met al het lagere ongemak. Dit was de luxe van de natuur, als een broeikas voor vreemde en uitgelezen planten. Nietzsche stelde dat de hogere exotische natuur de enige uitweg voor de mens was om een nieuw ras te scheppen wat zou afrekenen met deze lagere, corrupte onzichtbare rassen die in het menselijk denken waren doorgedrongen als ongedierte. Maar de luie nazi's wilden niet naar de Nietzscheaanse filosofische school van de natuur. Daar hadden ze allemaal geen tijd voor. Ze wilden het leger in om macht te hebben op korte termijn. Nietzsche stelde dat de mens veel meer op langere termijn moest leren denken, anders zou de mens een slaaf worden van de lagere behoeftes van de samenleving. Nietzsche stelde dat de psychologen van het volk geheel zwakgedraaid waren omdat ze het volk weg probeerden te leiden van het geestelijke, telkens weer, waardoor het volk morbide is geworden, onverfijnd, maar Nietzsche stelt dat er een nieuwe soort van barbaren zal komen die veel verfijnder zijn, en cynisch naar de lagere aardse systemen van de lagere emoties. De valkuil hierin, stelt Nietzsche, is de democratie, dus de experimenten moeten doorgaan. De mens moet blijven pioneren totdat democratie, het gedreven worden door de woeste begeertes van de massa, is opgelost. Er mag alleen een logoscratie zijn van de hogere rede. Er zouden dan nog hogere barbaren komen die in staat zouden zijn materie om te vormen. De mens moest zich dit afvragen : 1. wil je veelzijdiger worden, of simpeler 2. wil je geluk zoeken of dat wat boven gelukkig of ongelukkig uitstijgt ? 3. wil je tevreden zijn met jezelf of veeleisender en onverbiddelijker worden ? Nietzsche stelt dat het geestelijke alleen niet voldoende is. Al het bovenstaande is niet voldoende, want de mens moet door leren totdat het een gewoonte is geworden, een natuur, totdat het in het bloed zit, en dat kan alleen door wedergeboorte, door totale overgave aan de hogere principes. Uiteindelijk komt Nietzsche dus met zijn hogere ras toch bij de noodzaak van geboorte, oftewel bloed, terecht, maar dan moet men de context in de gaten blijven houden. De nazi's hebben het geplunderd en verdraaid. Door het geestelijke, door de diepere rede, komt de diepere mens tot bloed, wedergeboorte. Dat mag niet omgedraaid worden. Alleen door de logos is er wedergeboorte,

bloed, en dat gaat recht tegen het geloof van de kuddes in. Nietzsche stelde dat in zijn dagen dit hogere ras nog niet was gekomen, maar dat hij schreef voor dit hogere ras. Hij had het dus niet over aardse rassen. Hij stelt dat het menselijke, en ook God, overwonnen moet worden. Het is iets van de massa's. Er is iets veel hogers. God en mens, het heeft de mens in problemen gebracht. Het heeft de mens gemakszuchtig gemaakt. Nietzsche stelt dat er veel hogere voorwaardes moeten komen, en veel meer tussenstappen. Het mag niet zomaar voor het grijpen liggen. Zowel God als mens zijn corrupt geworden. Daarom moet de mens terugkeren tot de logos, de hogere rede. Er moet een heel ander idee komen van wat heerschappij is, want er gaat een nieuwe heerschappij komen. Er moet een nieuw filosofisch woordenboek komen waarin alles nieuwe betekenis krijgt, diepere betekenis, zodat er ineens een heel groot gat is tussen mens en mens, en tussen mens en God, want de mens is op de loop gegaan met deze begrippen. De mens heeft deze begrippen voor zijn eigen karretje gespannen. Daarom moet de mens terugkeren tot een veel ruimere natuur, wat veel meer omvat. Nietzsche stelt dat er eerst een veel strengere zelfwetgeving dient te komen, zodat de fouten van de geschiedenis niet meer herhaald zullen worden. Er moeten nieuwe tirannen opgesteld worden van filosofie en kunst, opdat de lagere tirannen van de kudde die als afgoden dienden kunnen vertrekken. Hierin moet de lat veel hoger gelegd worden. De hoogste mens is ook tegelijkertijd de veelzijdigste mens. Dat is een eigenschap van het hogere ras wat Nietzsche zag komen en waarvoor hij predikte. Hij had een visioen gezien van de hemelse natuur. Het was het ras van de logos. Nietzsche waarschuwde aan het einde van zijn boek 'Wil tot Macht' dat de mens zich niet moest verleiden tot blauwe ogen en opgeheven borsten. Nietzsche zag namelijk dit corrupte ras, het Arische nazi ras. Nietzsche waarschuwde ertegen. Nietzsche's filosofie ging niet om uiterlijkheden maar om diepere waarden. Nietzsche en nazi's zijn elkaars tegengestelden. Sta het je niet toe je te laten verleiden tot opgeheven, protsende borsten, zei Nietzsche. Het valse ras klopt dan namelijk op je deur, het lagere aardse onzichtbare ras van het redeloze denken. Zij willen de prijs niet betalen, en trekken bij voorbaat al hun borsten op naar je. Kijk maar eens naar veel mannen vandaag de dag die niets doen aan filosofie, en er alles aan doen om hun borsten groter te doen lijken. Het is een bepaalde cultuur van de lagere aardse mens, stelt Nietzsche. Het is valse romantiek. Filosofie heeft niet veel met romantiek te maken. Wil je het pad van Kakia op, of het pad van Areta ? Vroeger ging ik ook veel met Nietzscheanen om, en ze bleven maar aansporen om Nietzsche te bestuderen, hoe belangrijk het was. Ook oefenden ze zichzelf in niet met de benen gekruist te zitten telkens, waar ik vroeger ook altijd mensen voor waarschuwde, en ze zeiden ook dat de man de borst ingetogen moest houden, ingevallen, in plaats van vooruitgestrekt en opgepoft, anders val je ook uit de Nietzscheaanse filosofie. De Nietzscheaanse filosofie hadden ze vermengd met christelijke en antichristelijke filosofie, dus ook het gnostische Judasisme, waarin ze Judas volgden, allemaal als onderdelen van het Nietzscheaanse perspectivisme, wat trouwens ook een Paulinistisch principe is : 'weest alles voor allen.' Nietzsche stelde dus dat onafhankelijkheid de basis was voor alles, maar dat waar geestelijke waarden ontbrak werd onafhankelijkheid niet toegestaan. 'Kortzichtigen moeten altijd gehoorzamen, en kunnen daarom niet groeien.' Nietzsche schreef voor hen die hun tegenslagen, ongelukken, tekortkomingen, handicappen en zwakheden die hen willen bedreigen met vernietiging als stimulanten gebruikten en erdoor groeiden. Het zijn groeimiddelen. Hij schrijft voor hen die natuurlijke selectie gebruiken, natuurlijke uitverkiezing, en de rest langs zich heen laten vallen, als door een natuur-filter. Hij schrijft voor hen die met traagheid en voorzichtigheid reageren en iets altijd eerst testen op oorsprong en intenties, en zich er niet aan overgeeft. Wees niet gewillig, wees niet slaafs. Wees altijd op jezelf. Het moest een basis hebben van spontaniteit, niet van het opgelegde. Oude waardensystemen moeten weg, want zij hebben de pionieren op hun hoogste pieken te schande gemaakt, gekleineerd. Er moet dus een nieuwe betekenis gegeven worden aan wat de mens is. De mens moet weer de macht over zichzelf krijgen, tot zelfcontrole komen, in die nieuwe definitie, in de bevrijding van het

zijn van een kuddedier. Ongetwijfeld moet je dan tegen heilige huisjes aantrappen, papieren verscheuren en tegen de moraal van de ingedutte massa's ingaan. Daarom stelt Nietzsche dat de hogere mens ook een barbaar en een bruut is, een verschrikkelijk mens, als een beest, maar dit is noodzakelijk voor de bevrijding. De lagere mens, het ego, zal dit niet kunnen begrijpen, zal niet op dit peil van intelligentie kunnen en willen komen, dus die haalt er zijn etikettendoos bij. Maar de mens moet overleven. Alleen bruten zullen overleven, wilden. Laat de massa's maar jammeren en klagen. Je moet loskomen uit de gevangenissen die ze voor je gemaakt hebben. Laat ze maar met spullen gooien. Je komt niet meer terug. Laat ze maar roddelen, laat ze maar spotten, laat ze je maar kleineren. Het is een teken dat je loskomt. Ja, dan gaan de alarms aan, maar gewoon doorrennen. Terug wil je niet meer. Nietzsche stelt dat het er allemaal bijhoort en dat je het nodig hebt. Je bent in worsteling met een beest. Gehoorzaam niet. Laat je niet intimideren. Buiten de versterking en het groeiende bewustzijn van het hogere ras is er niets dan misverstand en gevaar. Ook al noemen ze je evil en duivels, je wilt niet terug naar de vlakkige en slechte gewoontes van de onderworpenen. Wees dan maar evil, stelt Nietzsche, want dat betekent in deze zin brute, pijnlijke volharding. Bruutheid is in die zin een kwaliteit van grootsheid. Nietzsche stelt dat de mens zich niet moet laten misleiden. De mens moet geinspireerd worden door het hogere, en zo tot een nieuw godsbeeld komen. De oude godsbeelden moeten verdwijnen. Er zal dus een nieuwe God komen, stelt Nietzsche. Dit zal niet de God zijn voor de massa's, maar voor de eenling, en voor het hogere ras. Er moet een zekere wreedheid zijn, stelt Nietzsche, want de oude vormen moeten verdwijnen. Zij die dit niet kunnen accepteren, de lagere, onzichtbare rassen van het ego, staan onder het oordeel. Zij die er nut in zien zullen deel hebben in de komende heerschappij van het hogere filosofische ras. Er moet veel vernietigd worden. Het is de test of je die vernietiging wil, ja of nee. Dit is het extatische nihilisme, stelt Nietzsche. Op de pieken van het nihilisme ligt een nieuwe wereld, een hoger ras. De oude rassen zullen verdwijnen, stelt Nietzsche. Er moet een nieuwe doctrine komen, en die moet bewezen zijn, als tegengesteld aan christelijke doctrine die werkt door geloof. Ook moeten de consequencies getoond en bewezen worden van deze doctrine en het verwerpen ervan. Het moet voldoen aan het principe van de eeuwige herhaling. Ontwikkeling is het sleutelwoord. Dit is het nieuwe barbarisme, stelt Nietzsche. Het is altijd creatief, niet zeker, maar onzeker. Alles moet telkens weer opnieuw opgewaardeerd worden. Er mag niets vastroesten en inbakken. Blijf nooit stilstaan, want dan kom je onder de hamer en ga je eraan. Stilstaan hoort niet bij het hogere ras. Letterlijkheid en materialisme, kuddegezindheid, horen niet bij het hogere ras. Nietzsche stelt dat het ons werk is, en dat de mens er trots op moet zijn. De mens heeft nut zo. Het moet worden tot iets mechanisch van de mens, als zijn bloed, wat helemaal terugloopt tot Plato. De mens moet komen tot de eeuwigheid van het mechanische. Alleen zo kan de rede zegevieren over het religieuze. Filosofie is zoveel meer en hoger dan religie. Omdat verandering behoort tot de essentie, is ook alles tijdelijk, en dat is maar goed ook. Alles zal verdwijnen, alles zal tot hogere vormen veranderen. Ook eeuwigheid behoort tot de essentie, omdat er waarde kan zijn in alle dingen. Vandaar dat Nietzsche niet eenzijdig is. Hij gebruikt woorden, maar ook hun tegengestelden, wat ook onderdeel is van de dialectiek : stelling, tegenstelling, samenstelling. Nietzsche zoekt een eeuwigheid voor alle dingen. Niets mag zomaar in de zee geworpen worden. Nietzsche stelt dat de filosofie hard nodig is. De mens kan niets zomaar zeggen door één woord, ook omdat er zoveel betekenis verdwenen is. De mens moet filosofisch weer aan het werk gaan. De mens weet nu niet meer wat kop en staart is, stelt Nietzsche. Het visioen van Nietzsche ging over een Dionysische wereld waarin het zelf zichzelf eeuwig herschiep en eeuwig vernietigde, een dualistische wereld met oneindige mogelijkheden voor de middernachts eenlingen.

Hoofdstuk 34. Nietzsche en het Nooitgemaakte Nietzsche stelt dat het bewustzijn van het volk veel te oppervlakkig is, ook de innerlijke wereld, dat het allemaal slechts uiterlijkheden zijn. De mens kent de dieptes niet. Alles is georganiseerd, geschematiseerd en versimpeld. Nietzsche stelt dat plezier en geluk een bepaalde pijn is. Daarbij kunnen we ook stellen dat het een bepaalde vorm van slavernij tot iets is. De mens moet het leren herkennen als symbolen ergens van, zoals beweging ook een symbool is voor het oog, dat iets gedacht was en gewild werd, iets gevoeld werd. Hij stelt dat het belangrijk is om niet het object direct zelf vragen te stellen over het object, want dan zouden dingen juist verkeerd geinterpreteerd kunnen worden. De mens moet het hogerop zoeken, door met hogere zintuigen te werken. Hegel stelde dat mensen die alles onmiddellijk willen en door het onmiddelijke leven automatisch ook door het onverschillige leven. Het is te direct, men ziet de diepte niet, de tussenstappen niet, en zo wordt de mens dan onverschillig. De mens raakte zo vervreemd van het geestelijke en van zichzelf. Het hogere ras van Nietzsche is een ras van bruten, bruut naar de eenzijdigheid, strijders op het pad van Areta, de hardende oefening, wat ook de godin van de stoïcijnen is. Ze begaan niet de weg van Kakia, wat de weg van de minste weerstand is. Areta gaat door totdat de man het zaad van de eeuwige verdoemenis geeft, wat het verbond is tussen de man en Areta, de checed in het OT. Daarom is het woord 'wreed' ook van Wreta, Areta, afgeleid. Het Nietzscheaanse beeld van de eeuwige verdoemenis is het nihilisme wat uiteindelijk tot leven leidt. De mens heeft zijn bestaan en ideeën zwaar overschat. Daarom moet de mens de eeuwige verdoemenis in op het pad van Areta om los te komen van dit betweterige ego. De eeuwige verdoemenis is in de Nietzscheaanse filosofie niet negatief en vooral niet christelijk. Christenen hebben de eeuwige verdoemenis een hele slechte naam gegeven. Het visioen van Nietzsche over het hogere ras ging over een Dionysische wereld waarin het zelf zichzelf eeuwig herschiep en eeuwig vernietigde, een dualistische wereld met oneindige mogelijkheden voor de middernachts eenlingen op het pad van Areta, de brute planeet, de rode traan. Alleen als de mens de Nietzcheaanse filosofie leert begrijpen kan de mens de nazi overstijgen. Areta staat daar niet als een aaier, maar ze staat daar met een gesel. De mens moet het archetype van Areta leren begrijpen. Het is de gesel van de eeuwige verdoemenis waardoor het zelf zichzelf kan overstijgen. Het is de gesel van het nihilisme. Dit is de weg tot het hogere ras. De man van het hogere ras is aan de voeten van Areta gevallen. De man misbruikt de godin niet. Ze geselt hem totdat hij het zaad van de eeuwige verdoemenis heeft gegeven. Dat is het verbond tussen Areta en de man. Hier moet de ijskoude rede tegenover staan opdat het niet verdraaid wordt, zoals bij de christenen en de nazi's. Het hele Areta verhaal is niets zonder de logos, de rede. Velen hebben hun eigen hedonistische invulling gegeven aan dit verhaal. Areta is in gevecht met de man, en moet de man onderwerpen, anders zal hij haar verdraaien. Het is de strijd van Jakob op Pniël. Zij geselt hem totdat hij gevoelig is voor haar. Deze gesel is beheerst door de rede. Het is een filosofische gesel. Het is de gesel van demonologisch onderwijs. De man is geen persoon, maar een principe, een archetype, wat zich in ieder mens bevindt. Hetzelfde geld voor de vrouw en de godin. Man en vrouw zijn onderdelen van de mens. Haar voeten zijn een beeld van de oorsprong. Als mannen een beeld willen schetsen van een vrouw

dan gaat dat vaak op een hedonistische manier, als een lustobject, wat eigen is aan de man van het lagere ego, het lagere ras. En alles moet snel snel. De man wil de vrouw veroveren, liefst zo dun, zwak en wit mogelijk, want dit staat allemaal voor white power, en deze man is op uiterlijkheden gericht, waar Nietzsche zo voor waarschuwde. Een zwakke, slaafse vrouw wat de man geheel kan vatten en omvatten is voor het lagere ego ideaal, en dan zo blank mogelijk want dat betekent licht, geopenbaard. De man van het stadse ego wil de duisternis niet in. Er is geen plaats voor het archetype van de filosofische duistere natuurvrouw in het denken van de stadse man. Nietzsche stelde dat het niet om uiterlijkheden ging. Het gaat niet om het hebben van een stel blauwe ogen en een vooruitstekende borst. Dan bedrieg je jezelf. Dit is precies wat de nazi's deden. Maar symbolisch gezien wijzen de archetypes op diepere betekenissen in hun verschijningsvorm. De stadse man is vagina gericht. Zo snel mogelijk de la in, hup. Dan is het allemaal weer geregeld. Maar Areta brengt de man de duisternis in, onder haar voeten. De godin staat op de man, zoals ook Kali op Shiva stond in de hindoeïstische mythologie. Is de mens dan blind ? De hindoeïstische mythologie stelt dat de mens niet zomaar tot het lichaam van de godin moet komen, want dan bedriegt de mens zichzelf. In India draait alles om de voeten van de godin, omdat dit de oorsprongen zijn. Daar wordt op gemediteerd. De mens moet de aarde in. De godin laat de mens niet zomaar toe tot haar lichaam, maar brengt de mens eerst onder haar voeten. Zo werkt Areta ook, en dit in tegenstelling tot Kakia, de verleidster. De white power beweging wil de duisternis niet in, maar wil snelle logica, alles in orde. Niet zeuren, maar gewoon bam. Klaar. Afgelopen. Het zijn de aanbidders van het verblindende licht, niet van de verdiepende duisternis. De white power beweging wil de oorsprong niet kennen, rent van de godin weg, van haar voeten. Ze zijn bang voor de donkere voeten van de aarde, van het oordeel, want ze weten wat er dan met hun ego gebeurt. Ze willen koste wat het koste hun ego behouden. Om het diepere geven ze niet. Als er dan een vrouw tentoongesteld moet worden, dan is het als lustobject, en spierwit. Zo kan de mens niet met de godin omgaan. De mens kan niet met de godin omgaan als een lustobject, ook niet met haar voeten, want haar voeten zullen de mens verbrijzelen, zoals in de stad proberen de hedonisten wanhopig de waarheden van de voeten der aarde, de voeten van Areta, te verdraaien en te verbergen, en staren zich helemaal blind op de hoge hakken fetish, liefst felgekleurd gelakt, als beeld van het licht. Dit zijn demonen, lieve mensen. Ze bespotten de voeten van de godin, en proberen een lustobject te maken van de voet van de vrouw. Dan is het weer dit, en dan is het weer dat. Vroeger moesten de voeten van de Chineze vrouwen zo klein mogelijk gemaakt worden, zodat de man zich niet zo bedreigd voelde. Ze kunnen het oordeel niet stoppen. De voeten van Areta zullen terugkomen. Het zijn geen kleine voeten. Het zijn geen dunne voeten, zoals stadse mannen dat wanhopig willen. Het zijn geen spierwitte voeten als een lustobject voor de nazi's. Neen. Areta's voeten zijn groot, dik en donker, in staat om de man geheel te vertrappen. Niemand vecht met succes tegen de natuur. Al het plezier en geluk zoeken moet eens afgelopen zijn, en de mens moet terugkeren tot de ijskoude filosofie van het leven en dan onder ogen komen hoe erg men met al hun pathos en doxa is afgedwaald, stelt Nietzsche. Alleen een zwaar nihilisme zou de mens nog uitredding kunnen geven. Vandaar dat het hogere ras moet komen. Ze kijken elkaar niet aan alsof ze bij de bakker broodjes gaan halen. Ze zien elkaar geheel filosofisch. In de stad is alles omgekeerde wereld. De mens moet stoppen met demonische spelletjes te spelen. Oh ja, apathische vrouwen met knotjes in de stad, hevig kuchen en geeuwen, felrode nagellak op, opdat haar witte superieure huid extra zichtbaar wordt, als status symbool. Dit is waar de stadse man voor valt. Snel de la in. Hup. Deze vrouw heeft ook een neus voor mannen met stropdassen, want dat staat voor veel geld. Hoe fletser hoe beter, lekker orthodox en eenzijdig, dat is de echte man tegenwoordig, een kudde dier die net als de anderen achter het grote geld aanrent, niet door enige kennis of voorwaarde gehinderd. Lekker stukje vlees erbij, lekker stukje leverworst. Wat is het leven toch mooi. De man van het lagere ego laat zich heerlijk telkens maar weer bedriegen door het oog, door de Arische vrouwen om hem heen, voor de versterking en uitbreiding van het nazi ras. Nietzsche waarschuwde ervoor en noemde dat wat vandaag de nazi mentaliteit is het lagere ras. Hoge hakken, zo hoog mogelijk, denkt de stadse man, want dat is allemaal het uitstel van het

oordeel. Je kan er zo doorheen prikken. Wat proberen ze te ontlopen ? De man is bang voor de donkere voet van de natuurvrouw. De man wil op het pad van Kakia blijven, om geaaid te worden. En zo vinden de stadse omaatjes hun immer ja-knikkende opaatjes. Allemaal met pensioen. En dan maar elkaar verwennen en geschenken sturen. 'Alweer één, ik heb er nu al drie van.' En ga zo maar door. Het 'te veel' smoort hen, maar ze hebben het niet eens door. Hup de voeten op tafel, en maar lekker zappen op de tv. Goed voorbeeld voor de kinderen ook. En zo gaat dit geslacht ten onder. Dansende kinderen met blote voeten op leverworst of negerzoenen, een zee van snoeppapiertjes onder de bank, en dat is nog maar het begin. Nietzsche had het allemaal gezien en schudde zijn hoofd. Nietzscheaan of nazi ? Dat is dan de vraag. Nietzsche stierf in het jaar 1900, en de jaren 1900 stonden garant voor de verloedering van de Nietzscheaanse filosofie, met als dieptepunt de opkomst van de nazi's. Ze hadden van Nietzsche een karikatuur gemaakt, een spotprent. De mens moet terug tot de jaren 1800 waarin de Nietzscheaanse natuurbron begon op te komen. Het apparaat van kennis in de mens, zo stelt Nietzsche, is niet gericht op kennis, maar om dingen te krijgen en te bezitten. Dit doet de mens door alles te versimpelen en te verdraaien, ver van de oorsprong vandaan, ver van de natuur. De mens moet terugkeren tot het biologische centrum van binnen, door bewustzijn, wat zich automatisch zal verdiepen. Het begint allemaal heel extern en alleen met impressies, maar dan zal de mens steeds dichter tot het centrum komen. De mens moet niet slechts gericht zijn op het overleven, maar op het grotere organische geheel. Nietzsche stelt dat de mens maar wat bazelt, ook filosofen, omdat ze bevooroordeeld zijn. Ze prijzen het licht boven de duisternis, omdat het licht duidelijkheid brengt, het koudste denken, het meest logische, en dit oppervlakkige denken is goed voor de markt, nuttiger voor het leven, maar Nietzsche vraagt zich af met welke maar gemeten is dat dit een waarheid zou moeten zijn ? Nietzsche is niet overtuigd. Alles is juist veel te simpel en duidelijk gemaakt, zodat er juist heel veel wat belangrijk en noodzakelijk is weg is gedrukt. Daarom is voor Nietzsche het duistere pad belangrijk, waarin er niet te snel naar allerlei dingen gegrepen wordt, maar dat de mens leert denken, en goed gebruik maakt van het verbeeldingsvermogen en dit niet misbruikt. Nietzsche beschuldigt de samenleving van overprecisie van actie. Pietje Precies heeft de verziende vermogens om zeep geholpen, de innerlijke zintuigen die de mens nodig heeft om dieper in de innerlijke wereld te komen, maar die verziende vermogens zijn van veel diepere oerinstincten, ook al brengen ze veel onzekerheid. Hij beschuldigt psychologen ervan het dichtbije van hogere waarde te voorzien dan dat wat van ver is, want juist het verre is nodig, ook al is het obscuur en onduidelijk. Vaak is bewustzijn helemaal niet nodig, stelt Nietzsche, en vaak is het een sta in de weg. De mens moet de waarde in leren zien van het duistere en onzekere, dat wat niet in het bewustzijn zit. Dat is een veel grotere uitdaging voor de mens. De mens grijpt veel te snel naar bewustzijn en maakt dan overhaaste eenheden, die dan gaan voelen, willen en denken, met alle gevolgen daarvan. Zo worden er valse werelden en realiteiten geschapen door vals, overmoedig bewustzijn, omdat de mens alles in potten en kruiken wil hebben, alles in hokjes en vakjes. De mens is eraan verslaafd, en zo kent de mens de weelderigheid van de natuur niet meer. Dat wil de mens ook niet kennen. Het overschatten van het bewustzijn is volgens Nietzsche totaal absurd. Hij noemt het een grote blunder van de mensheid. En dit bewustzijn heeft de mens tot God gemaakt, wat een heel laag en menselijk bewustzijn is. Volgens Nietzsche moet er een veel hogere wiskunde komen. Hoe groot en sterk een geloof ook is in iets, dat is niet een bewijs voor de waarheid. De mens gooit met woordjes zoals geloof, kracht enzovoorts, maar het is waar de mens zich achter verschuilt. Alles hebben ze versimpeld om het voor hen nuttig te maken, ver van de waarheid vandaan. Het lagere ras van het ego ziet de definitie van waarheid als dat wat het gevoel het sterkste plezier geeft, en welke gedachte de mens de meeste kracht geeft, maar dat is veel te simpel, stelt Nietzsche. De mens laat zich bedriegen door de grootste actie als waarheid te zien, en dat wat de grootste weerstand opwekt. Voor de mens is het voelen van kracht de waarheid. Daarmee is alles gezegd.

Nietzsche heeft er een hard hoofd in, en daarom is hij nihilist. Alles wat simpel is verschuilt teveel en is niet waar, maar verbeelding, stelt Nietzsche. De mens moet ermee ophouden. Alles is gebouwd op slechts leugen, allemaal voor het plezier van de mens, en de mens is erin opgesloten. Het is de logica van het positivisme die het rinkelen van het alarm niet meer hoort. Hij ziet de simpelen die duidelijkheid als bewijs voor waarheid zien als kinderen die spelen in de zandbak. Hij vindt het maar kinderachtig. Waarom moet het makkelijke denken het altijd winnen van het moeilijke, harde denken ? Het is een dogma waarmee afgerekend moet worden. Hij laat zien dat het veel makkelijker is om te denken in eenheden en relaties, de doctrine van het zijn en hebben, dan de doctrine van de oefening en het worden, oftewel van Areta. De mens plakt voortdurend dingen aan elkaar die niet bij elkaar horen. Veel mensen zijn geobsedeerd met sex en relaties, en vele contacten. Ze willen niet puzzelen. Alles moet snel snel. Ze willen zich fijn voelen, gelukkig voelen, in het zonnetje, het pad van Kakia, het brede pad van gemakszucht. Het sleutelwoord voor Nietzsche is de ontwikkeling, ook al is dat veel moeilijker en duurt het veel langer. Nietzsche wil het pad van Areta op. Hij wil alles achter zich laten. Nietzsche stelt dat zodra er een gedachte kan opkomen dit al fictie is. De waarheid is dat wat niet gedacht kan worden. Maar de mens heeft het denken tot waarheid gemaakt. Het denken verschuilt teveel, stelt Nietzsche. Bij Nietzsche komt het nooit recht voor zijn raap. Het ogenschijnlijke, voor de hand liggende, is niet de waarheid. Zodra je het kan denken is het de waarheid al niet meer en leef je in je verbeelding. De mens is teveel doorgedraaid. Daarom is Nietzsche nihilist. Juist dat wat je niet kan denken is de waarheid, en daarvoor moet je het duistere gebied in, maar wie durft dat ? Nietzsche gaat ervoor. Er is volgens hem geen andere oplossing. Volgens Nietzsche is het menselijke ras verziekt, en daarom moet het hogere ras komen. De mens van de waarheid moet nog geschapen worden. De schepping moet nog komen. Dit is dus de stelling van Nietzsche : 'De schepping heeft nog niet plaatsgevonden.' Nietzsche ziet zichzelf als de aankondiger van het paradijs, van de schepping, dat wat nog nooit is gedacht, dat wat nog nooit is uitgevonden en geschapen, het nooit gemaakte, het nooit geschape. De sterkste instincten zoeken eerst naar errors, voordat gedachten kunnen plaatsvinden. Dat is een voorwaarde. Dat is het Dionysische ideaal van Nietzsche. Alles moet eerst uitgevonden en gebouwd worden. Niets gebeurd zomaar. Er is geen onmiddelijke schepping zomaar uit de losse hand, zoals in het christendom. Het christendom bazelt maar wat met allerlei verzinsels. De schepping moet nog komen. Nietzsche stelt dat tijd niet bestaat, dus ook geen veranderingen, want dit zijn slechts verschijningsvormen, uiterlijkheden. De mens moet teruggaan naar de oorsprongen die veel dieper liggen. Nietzsche stelt dat de mens herinnering te vaak en snel maakt tot een formule, en dat de mens meerdere slechte, luie gewoontes heeft, zoals overmatig in de ik-vorm praten, denken en redeneren. Door het woordje ik veel te gebruiken denken ze dat het automatisch waarheid en realiteit is. De mens zit opgesloten in een valse fabriek. Er wordt een 'ik' onderscheiden die dan allerlei dingen doet, die lijdt, en allerlei dingen 'heeft'. En dat schept dan een kunstmatig geheugen wat gerelateerd is aan deze objecten. De mens is er maar klaar mee. De waarheid is niet iets wat er al is, maar het moet gemaakt worden, en dit gaat in een proces. Het is ook een strijd tegen valsheid. De mens van het lagere ego projecteert zijn drive op de waarheid. Dat is waar alles misgaat. Deze mens projecteert alles in de externe wereld, niet van binnenin. Hij projecteert het op iets wat er al is. Hij is lui. De mens moet niet iemand anders gaan projecteren en verbeelden die verantwoordelijk is voor ons wel en wee. We moeten onszelf ontwikkelen. Het externe heeft geen daadwerkelijke macht. Het geprojecteerde kan niets voor ons betekenen, niet ten goede en niet ten kwade. Hierarchieen waarin grote krachten heersen over kleinere krachten zijn niets dan tijdelijke illusies, verschijningsvormen, omdat de mens die verhoudingen dieper in zichzelf moet zoeken. Verschijning is een gesimplificeerde en georganiseerde wereld en heeft niets met de natuuroorsprongen te maken. De mens leeft met de verschijningen, pure verbeelding, en vind er nut in, kan er mee leven, en dus wordt het als waarheid aanvaard. Pure waanzin. Dit soort

vage toestanden wordt met het grootste gemak als bewijs aangevoerd. Het is dus allemaal heel pragmatisch : het werkt voor me, ik kan er mee leven, dus moet het wel de waarheid zijn. De mens leeft op gevoel, wat geloof schept, en zo een bewijs is. Nietzsche stelt dat de mens er alles voor doet om dit in stand te houden, dus er moet stevige communicatie zijn die alles kan versimpelen en alles precies kan maken, ordelijk, en zo herkenbaar. Er worden zo schetsen gemaakt van in eerste instantie moeilijke, verwarrende en onbegrijpelijke dingen, zodat het wat houvast biedt aan de mens. En dan wordt alles gelijkmatig gemaakt en geclassificeerd. Alles wordt zo tot een logisch geheel gemaakt, maar wat heeft de mens dan allemaal wel niet verloren ? Wat is er allemaal wel niet weggekapt voor dit product ? De mens schept zo een vals gevoel van realiteit. De mens leeft zo in een wolk. Dit gevoel van realiteit ontwikkelt zich in een serie van identieke herhalingen. De mens raakt er vertrouwd mee, en dat versterkt het gevoel van realiteit, maar waar is het op gebaseerd ? De kunstenaar kan niet leven met dit soort realiteit, stelt Nietzsche. Die kijkt er van weg, en heeft meer oog voor het subtiele, het spel van de schaduwen, juist dat wat weggedrukt was. De kunstenaar leeft langs de schijnrealiteit heen, op zoek naar de schaduwwereld. In het subtiele vindt hij waarde, en Nietzsche wijst dan op de wereld van Plato, die stelde dat wat voor waarheid wordt gezien is het niet. Er is alleen waarheid in waarde. Er moet een nieuw waardenstelsel komen, stelt Nietzsche. Pijn en plezier zijn geen waarden. Het gaat om diepere filosofische waarden. Realiteit is altijd een simplificatie voor practische doeleinden. Het is een misleiding. De organen van de mensen zijn te grof, en de mens heeft geen orgaan om deze wereld te kennen. Nietzsche verafschuwt de wetenschap die zich voor dit principe heeft gebogen, en aards is geworden. De wetenschap waant zichzelf in de realiteit te zijn, wat dat dan ook mag wezen, stelt Nietzsche. Nee, voor Nietzsche is nihilisme de poort. De mens moet eerst goed wakker geschud worden. Het bestaan van de mens is zwaar overschat. Dat de mens probeert te overleven heeft niets te maken met de waarheid. De mens heeft helemaal de organen niet om realiteit te onderscheiden van wat niet waar is. Als er ergens een ware wereld is, dan is dit niet de wereld van de mens. De mens is een bedrogen schepsel. De mens moet nog geschapen worden. Dat is het hogere ras van Nietzsche. De lagere mens van het ego is ten prooi gevallen aan systematische vervalsing. Deze wereld heeft geen bestaansrecht, stelt Nietzsche, en zou eigenlijk niet moeten bestaan. De wereld van het valse zijn moet vernietigd worden, iets wat niet zomaar alleen door kennis gebeurd, maar door kunst, stelt Nietzsche. Het tijdperk van het nihilisme zou hiervoor aan moeten breken, als een tussenperiode, als een fundament voor de nieuwe wereld. Het hogere ras is nihilistisch, maar dit alleen als een instrument, niet als een doel. Het is een filosofisch nihilisme wat Nietzsche predikt, zeer dualistisch. Nietzsche is helemaal geen doemdenker, maar een creatief denker, die ook destructief moet denken. Er is zoveel wat vernietigd moet worden, zoveel om achter te laten. Nietzsche zag het nihilisme als een natuurverschijnsel, en dit zou zowel verzwakken als versterken. Het moest de eenling afzonderen. Er is een ras, een mens, stelt Nietzsche, wat zeer trots is op zichzelf, die altijd over andere rassen denkt als lagere rassen dan hemzelf, met minder waarde. Het ziet het vreemde en onbekende altijd als zijn vijand. Dit ras is niet leergierig, en verwerpt altijd het vreemde zonder meer, en zou nooit toegeven dat een ander soort het ware soort zou zijn, stelt Nietzsche. Ze vechten niet voor kennis, maar voor macht. Waarden worden niet verder verdiept, maar tot objecten gemaakt. De mens moet de errors leren kennen, stelt Nietzsche, wat in principe overeen komt met de noodzaak van de demonologie. De mens is verschrikkelijk misleid, stelt Nietzsche. Kennis is per definitie altijd al tegenstrijdig. De mens is misleid door wetten, door nummers, door logica.

Hoofdstuk 35. Nietzsche en het op de deur kloppende Nihilisme De externe krachten zijn zwaar die aan mensen trekken, ze op de buitenste schil houden, dus er moet een droom machine gebouwd worden om de mens weer naar binnen te trekken. Buiten zijn de white power vrouwen met hun felle make up om hun superieure witheid extra te accentueren. Ze zijn trots op hun selectieve anorexia, want dit is een anorexia speciaal bedoeld voor het vrouwelijke ras. Voor de man doet het er niet toe, want hij is immers man, dus die mag ook heel dik zijn, maar hij aanbidt het schoonheids ideaal van de anorexia white power vrouw die dit benadrukt door de felrode 'gifklauwen' (nagellak) en de knalrode en eveneens giftige kus des doods (lipstick). Dit, lieve mensen, zijn parasieten, een parasitair buitenaards ras, wat de mensheid heeft overgenomen en nog steeds overneemt door 'dating strategies' om zo deze verlammende en verdovende kus toe te brengen, als beademingsapparatuur. Als zij macht krijgen over je ademhaling, dan kunnen ze je nog meer penetreren, en voor parasitair nageslacht zorgen. Het dwingt zich op. Het zet de lippen op je voor de kus van de hel, en daar ga je dan. Je bent verkocht. Er wordt buitenaardse ademhalingsapparatuur in je geinstalleerd door deze kus, wat je brein zal bewerken. Er komt zo een gasmasker op je. Je hebt zo duistere zaken gedaan met iets. Ze brengen je de nieuwe zuurstof om je aan hen te binden. Zij regelen de rest van je leven. De aardse mannen vallen ervoor als kalveren voor de slacht, omdat ze de filosofie niet kennen. Het wordt hun wijsgemaakt dat dit het leven is, dat dit goed is, en zo hoort, dus is het de waarheid en is het mooi, omdat ze zelf niet nadenken. Het zijn kudde dieren, ontrouw aan de Nietzscheaanse filosofie van de jaren 1800. Ze zijn in de jaren 1900 terecht gekomen, en zo in de jaren 2000, en ze zijn ervoor gevallen. Ze zijn verkocht. De Nietzscheaanse nihilist schud zijn hoofd en trekt zijn borst in, ademt diep uit, om niet één te zijn met deze onderworpenen. Ook doet de Nietzscheaanse nihilist zijn hand voor zijn ogen. Het is een kwaad wat ieder mens moet overwinnen. De mens moet deel hebben aan het hogere ras, waar ook Plato over sprak, het ras van de hogere filosofie. De zeer selectieve anorexia van de white power vrouwen, wat de white power mannen aanbidden, is dus een technologische industrie van beademingsapparatuur die hun troep kwijt willen aan de aarde. Code : de vulling bij de tandarts, of de zogeheten wortelkanaalbehandeling. Andere code : de smorende kus van het veroverde meisje met de dikke lagen felrode make up op de nagels en de lippen om haar superieure witheid te accentueren. Parasieten die zo met elkaar zoenen en voortplanten. Lekker nog even wat chemische parfums erbij wat zich ook vermengd, het teveel aan zout en transvetten op de tanden en in de mond, wat nog een extra booster is. Deze parasieten verlustigen zich in alles wat ziekelijk is, cosmetisch en chemisch. Ze verheugen zich in kanker. De Nietzscheaanse nihilist walgt van deze absurde en bizarre krankzinnigheid. Hoe witter het meisje is, en hoe dunner, hoe 'vrouwelijker' in de ogen van deze parasieten, hoe meer en dieper ze zich over zo'n meisje heenbuigen om het te bezitten, en als trofees worden dit soort types met vlag en wimpel op de roddelbladen gezet en op de covers van de cosmetische bladen. Als trofeeën. En zo kunnen ze in de breinen doordringen van miljoenen onoplettende mannen die toch niets anders te doen hebben of toch nergens anders tijd voor hebben. Zo installeren ze hun zuurstof-apparatuur. Ze moeten het kwijt. Het is rommel. Ze hebben het geerfd. Ze gebruiken die dames voor hun reclame. Het was de verovering allemaal waard. Stropdasje erbij, man in pak, autootje erbij. Rijden maar. Dode kiezen in de mond. Allemaal kanalen voor de parasieten. Rijden maar. Het is het verheerlijken van de dood, van alles wat smerig en slecht is. Walgelijk voor de Nietzscheaanse nihilist, maar heerlijk voor de nazi. Himmler had al een zelfmoord pil in zijn kies gestopt toen de geallieerden waren gekomen. Daar heeft hij bij zijn oppakking dan ook gretig gebruik van gemaakt. Een tragisch verbondsteken van de overdracht van de concentratie kampen aan de opvolgers van Himmler : de medi nazi's. Net als Mengele was ook Himmler erger dan Hitler zelf. Blijf je ogen open houden. Het meisje dat flirtend op de hoek staat met dikke knalrode lippenstift op

en knalrode of knalgele of knalblauwe gifnagels is een medi-nazi implanteur. Ze wil haar beademings apparatuur aan je kwijt. Het zijn de jaren van de tweede wereld oorlog, zwaar giftige parasieten, gezonden om te doden, gezonden om te martelen. Als ze je kust ben je verkocht. Zij die gericht zijn op uiterlijkheden vallen eraan ten prooi. Let goed op deze stelling : Zij die leven door uiterlijkheden en niet door filosofie zullen de uiterlijkheden verdraaien, en zullen hun esthetische zintuig verliezen. Dat is de grote tragiek ervan. Ze zullen dus aangetrokken worden door alles was onesthetisch is, zoals de giftige cosmetische industrie en de giftige schoonmaak industrie, giftige parfums, drogredenen over het uiterlijk enzovoorts, dwalende zelf-belangrijkheid. Het worden 'Liesje mag niet vies worden' figuren, van 'oh, mijn haar moet goed zitten, en nergens een vlekje. Oh help, ik heb een puistje. Dit is het einde van de wereld. Oh help, ik ben wat kaler geworden, oh help, ik mis een kies,' enzovoorts, enzovoorts. De natuur sleutelt aan de mens als de mens volwassen wordt. Er zijn een heleboel rites of passage, maar het wordt niet door de samenleving geaccepteerd, vandaar dat ze dan liever de kies dood maken dan dat de kies getrokken wordt. Waar zijn de germanen gebleven sinds de romeinen zijn gekomen ? Het is allemaal erg schizofreen geworden, wat al een produkt is van het extreem bezig zijn met uiterlijkheden en zo de filosofieën er niet van te kennen. De germanen hadden rustig lang haar en wat baardgroei, maar veel mannen raken helemaal in paniek als ze baardgroei bij zichzelf bemerken en dan gaat direct het scheermes erover heen. Ook als het haar wat langer groeit, dan wordt men bang er niet meer bij te horen, omdat het de laatste mode niet zou zijn, terwijl een paar eeuw geleden was het weer juist wel de mode. De mens is een kudde dier. Het wel of niet knippen van de haren om aan de wensen van de door jezelf ingebeelde massa te voldoen is een gebrek aan filosofie. Je kunt door profetische en filosofische principes en seizoenen je haar wel of niet knippen, je wel of niet wassen, enzovoorts enzovoorts. Laat de natuur je leiden. Wees een barbaar en een germaan als het nodig is, opdat je niet overromeins wordt. Accepteer je natuur. Aan de andere kant raken mannen dan, schizofreen als dat is, ook in paniek als ze verkaling bij zichzelf merken. Het is iets van de natuur als een man volwassen wordt, ook als je eens hier of daar een kies verliest. Kijk maar eens naar de natuurvolkeren hoe ze leven. Niemand kijkt elkaar op missende kiezen aan. Dat hoort allemaal bij het leven en de rites of passage, en heeft diepere filosofische betekenissen, maar de tandarts kan je oppimpen zodat je een kind wordt van de tandarts en niet meer van de natuur, omdat de ingebeelde massa het zo wil. Zo wil ? Ik groeide op met een vader die dacht dat wat hij dacht dat iedereen dat dacht. Daar leefde hij ook voor, wat de mensen zouden zeggen. Als ik iets zei dan was het altijd : 'Als ik er tien anderen bij haal, dan zullen ze dat allemaal ontkennen.' Onder die zware mind control moest ik opgroeien, dat wat mijn vader zei is de algehele waarheid, maar als je even verder kijkt, dan zie je een hele diverse wereld. Kijk, als je altijd alleen maar roddelblaadjes leest, waar wij ook als kind mee werden doodgegooid, en waartegen we protesteerden, maar dat er gewoon niet geluisterd werd, ja, dan denk je ook : wat een vreemde wereld (en dat is het toch wel), maar ga eens de grote stad in en zie hoeveel verschillende soorten mensen er zijn, lang en kort haar, baard en geen baard, kalend of niet kalend. Ze strekken er allemaal eer in, en lopen gewoon door de grote stad heen, omdat ze een schakeltje van het geheel zijn. Ze accepteren elkaar, zien elkaar als uniek, omdat dat de multi cultuur is waar Nietzsche over sprak. Niemand laat zich verleiden tot blauwe ogen en opgepofte borsten. Of toch wel ? Ja, die lopen er ook tussen, maar daar houdt je je niet mee bezig. Ook al zou iedereen het doen, je weet dat het om het pad van de eenling gaat, maar deze wereld is zo groot, en er zijn zoveel mensen, dat er toch best wel veel eenlingen zijn. En daar doen we het voor. Als ze er niet meer zouden zijn, so be it, maar dit is het pad. Maar ja, dan even over die white power mensen, gifrode nagellak, gifrode lippenstift, of knalpaars, opdat het witte mooi afsteekt. Nee, donkeren zijn dan van een lager ras volgens hen, maar toch gaan ze zelf dan weer de zon in om bruin te worden. Is dat niet hypocriet ? Als een ander bruin is dan is het een lager ras, maar als ze zelf dan bruin zijn dan mag het ineens wel. Zo waren er ook veel nazi's die gewoon Joden waren. Je wordt bedonderd waar je bijstaat. Zoals dat meisje wat altijd met

deuren smijt, en als iemand anders het doet, dan gilt ze de hele boel bij elkaar. Of mensen die altijd de muziek keihard aanhebben, maar als anderen lawaai maken, dan gaan ze door het lint. Dat is wat er gebeurd als je je met uiterlijkheden gaat bezig houden buiten de filosofie om. Je wordt stapelkrankzinnig. Nietzsche noemt het allemaal de optische verheerlijking van zelf-belangrijkheid tot het punt van krankzinnigheid. Allemaal hele belangrijke zielen die om niets heendraaien dan henzelf met een vreselijke angst. Het zijn optische gewoontes, stelt Nietzsche. In hun ziekte weten ze allemaal zo goed wat het ideaalbeeld is : henzelf. Ze hebben het tot de enige weg gemaakt, een zaak van behoudenis of verdoemenis. Nietzsche noemt het de allerextreemste vorm van personificatie : krankzinnig belangrijke zielen. Hij stelt dat het allemaal door het christelijke geloof is gekomen : het verheerlijken van één speciaal type, en te geloven dat men ook weet wat dit type is, en dat het belangrijk is om één zo'n speciaal type te hebben, en dat alles wat ervan afwijkt ervoor zorgt dat de kracht en de macht van de mens wegdruipt. Oh, nee, ze vechten ervoor, deze parasieten. Het ging van reli-nazi's tot rassen-nazi's tot medi-nazi's. Het is allemaal één pot nat. Dit is de schepping door de mens, wat geen schepping is. Het is gemormel, geklaag, gejengel, van parasieten die niet eens tot schepping kunnen komen. Die creativiteit hebben ze niet eens. De schepping moet dus nog komen, in de filosofie van Nietzsche. Het christendom en al wat daaruit voort is gekomen aan rommel is een valse ethiek, een vals onderscheidings-mechanisme, wat monsterlijke vormen heeft aangenomen, absolute tirannie. De mens is op de verkeerde plaats. Alleen nihilisme kan dit beest verslaan. Dit is geen algeheel doemdenkend, onfilosofisch, nihilisme, maar creatief nihilisme. Het is een voedende bodem voor de komende wereld van Nietzsche, wat hij in zijn visioen had gezien. Hiervoor had hij alles achtergelaten, en vertrouwde hij zijn eigen denken niet, om te leven in aanhoudende, bittere onzekerheid, om aan het visioen van de hogere orde geboorte te geven. Buigen in het stof voor Areta, of voor Kakia. Zij die in het midden blijven vallen ook ten prooi aan de hevig opgemaakte en verleidelijke Kakia. Kakia met haar helwitte handen versierd met knalrode nagellak waardoor haar superieure, dunne, vrouwelijke schoonheid extra wordt benadrukt, want dat is wel het schoonheidsideaal van het Westen, en wat altijd per definitie bovenaan hun glamour magazines praalt. Het is Kakia, niet Areta, de brute, woeste natuuramazone, want die is te duister in de ogen van de stad. Kakia is de verwenner, het immer ja-knikkende omaatje van iedereen, sierlijk knotje in haar haar als teken van haar autoriteit. De mannen hebben het niet eens door hoe ze door haar worden bedrogen. Ze hebben geen filosofie en staan nergens voor, dus vallen overal voor. Gepensioneerde vrouwen, dat is wat westerse mannen willen. Vrouwen die niets anders doen dan mooi lopen te zijn, spiegeltje spiegeltje aan de wand, hevig kuchen en geeuwen. Zo dun mogelijk, om geen mannelijk vlees te beledigen en te kleineren. Zwak moet ze zijn, dat is een mooie vrouw voor het westen. Enorm broos als porselein, ongeemancipeerd. De mannen smullen ervan als van koek. Ze willen geen barbaarse vrouw. Dan gaan er direct honderden alarmen af. De vrouw moet zich koest houden, dan is de man tevreden. Ze willen geen filosofische vrouw. Dat is te moeilijk. De vrouw moet mooi zijn, dun, zwak, slaafs, zo dun mogelijk opdat het het rode zal opwekken, het rode gif, lipstick, nagellak enzovoorts, waardoor hun superieure witheid duidelijker gezien kan worden in het contrast, zodat de man extra trots kan zijn op zijn witte vrouwtje. Zo koket en compact dat hij haar gewoon in een doosje kan stoppen. Gemak dient de mens. De vrouw is voor de schoonheid, voor de mooidoenerij. Dat zeggen ze ook graag, het woordje 'mooi', tot in het extreme, want dan hoeven ze niet na te denken. Het is een schuilwoord. Alles goed en wel. Mooi hoor. Nou. 'Daarom,' zegt dan de ander. Zo praten ze in cirkels elkaar het graf in. 'Ik heb me toch een slank dametje op de kop getikt. Ze ziet er uit als een supermodel,' zegt dan de ene man. 'Ik wou dat mijn vrouw zo dun was,' zegt dan de ander. 'Die van mij is veel te dik.' Beide mannen vreten zelf de hele dag door, want dat is mannelijk, maar vrouwtje moet aan de lijn. Ze zitten in de krankzinnige, schizofrene en hypocriete maalmolen van de uiterlijkheden, want er was geen filosofie. Leg die spiegel dan eens weg en kijk eens in de spiegel van de filosofie. Wat zie je dan ?

Selectieve vermindering, het is zo bedrieglijk. 'U eerst, u eerst.' 'Na u.' Anorexia nirvana als een weg tot de gifklauwen van de cosmetische en schoonmaak industrie. Want de mens is paranoide in zijn zelfbelangrijkheid, en dus moet er een wapen zijn. Snel, snel, anders loopt een ander er mee weg. Ikke, ikke, ikke. Wapens ? Martial arts ? Snel naar de stokjes grijpen en dan erdoor gewurgd worden omdat je het niet kent ? Leer eerst de wapens kennen, en maak verschil tussen wat wapen is en wat geen wapen is. Wapens ? Nee, het gaat om de vermindering, niet slechts selectieve vermindering, anorexia nirvana, maar om het minimalisme, total minimalism. De mens moet de absolute leegte in, zonder reserves. De anorexia nirvana vrouwen van de selectieve vermindering, van 'ja, mijn man hoeft dat niet, want hij is immers man. Ik ben vrouw, dus alleen ik moet minderen' (wat overigens christelijke drogredenen zijn) heeft door haar selectief zijn, haar sjoemelen, kamelenbulten gekregen. Vaak is die kamelenbult dan weer haar eigen man, een Joe sixpack, de goeiege sul die zijn vrouw door een hel heen laat gaan om maar aan zijn tevredenheidsgevoel te voldoen (hem interesseert het allemaal niet trouwens), en die zelf maar opportunistisch en bourgondisch van haar zwoegen voor hem geniet, een levensgenieter dus. Hij dumpt haar net zo goed weer voor een nieuwe vlam, eentje die nog dunner, witter en blonder is, van het arische ras, nog fellere make up voor een nog groter contrast, zodat haar witte superioriteit nog beter tot haar recht komt. Hij is immers man, dus dat mag allemaal. Altijd maar weer slepen dit soort types rond met dit soort mannen op sloffen. Leer die parasieten herkennen. Val hierin niet ten prooi aan het letten op uiterlijkheden, aan vooroordelen, maar leer de filosofische lijnen te ontdekken, opdat je niet in je eigen roddel industrie terecht komt. Er moet een heilige vreze over dit soort dingen zijn, want je kunt het alleen demonologisch benaderen. Je kan niet zomaar kris kras mensen een stempel gaan lopen opdrukken vanwege dit soort parasieten en dan gaan 'aapjes kijken', zoals wat vroeger veel in mijn familie gebeurde en waar ik als kind al zwaar verontwaardigd over was, dat ze dan voor de tv zitten en dan mensen gaan lopen bespotten op hun uiterlijk. Dat is het ziekelijkste en laagste waar je als mens in terecht kan komen. We bespreken hier de demonologie. Het is geen oude dametjes kransje die lopen te kwartetten over de ruggen van anderen heen, en mensen links en rechts de zak geven zonder diepgaande filosofische onderbouwing. Voor elk ijdel woord zal de mens geoordeeld worden. Het gevecht tegen dit soort beesten heeft dus vele valkuilen. Val niet zelf ten prooi aan dit soort sluwe beesten, want ze sleuren je zo met hen mee. Wat dit artikel wil laten zien is de waanzin van het leven door uiterlijkheden. Aan beide kanten van het koord kun je eraf vallen. Volg daarom de diepere Nietzscheaanse filosofie, want dat was een pad door de woeste jungle van de jaren 1800. Van alles ligt op de loer, dus pas goed op waar je loopt, want hier is het een afval race. Hier komt het diepste van de mens omhoog, en wie hier afdwaald loopt kans nazi te worden. Nietzscheaan of nazi ? Dat is de vraag. En die vraag wordt aan ieder mens gesteld. Er moet een vrije wil zijn, maar de vrije wil moet onderworpen zijn aan de hogere kennis, door oefening. Wil op zich is dus een groot probleem als het niet volkomen toegewijd is aan de hogere kennis. Vandaar de noodzaak voor de heilige gebondenheid. De filosoof Schopenhauer stelde dat de hogere intellectualiteit de bevrijding van de wil bewerkstelligde. De mens moet loskomen van de lagere wil, de wil van het ego. De mens moet zich emanciperen. In de ogen van Nietzsche is de moraal altijd verkeerd begrepen, vanwege een gebrek aan kennis. Er zijn een heleboel moraalsoldaten die moraal als een excuus hebben om niet naar school te hoeven. Nietzsche stelt dat de mens niet zomaar goed of slecht moet zijn, maar eerst tot de hogere kennis moet gaan, omdat het goede ook bedrog kan zijn. De hogere kennis heeft een beter overzicht, en dus een veel hogere moraal. Vandaar dat de moraal onderworpen moet zijn aan de hogere kennis. De mens moet niet zomaar vanuit de moraal leven. De moraal is dus onderworpen aan het hogere intellect. Omdat het christendom leeft door de moraal en de kennis heeft verworpen is de moraal corrupt geworden, als een schuilplaats van immoraliteit. De moraal mag nooit tegen de moraal van de hogere instincten ingaan die gedreven wordt door de rede, de logos.

Ook in deel 2 van de Wil tot Macht stelt Nietzsche dat de opgepofte borst zichzelf tot bewijs maakt door mooie gevoelens. Dat mag nooit de drijfveer zijn. Het is gesjoemel, stelt Nietzsche. Ze gaan voorbij aan de verfijndere filosofie. Ze leven door pathos, niet door logos. Ze voelen zich zo belangrijk en hoog dat ze niets meer nodig hebben. Dit is het al. Dit is een bewijs op zich voor hen. Intellectuele zelf-discipline kennen ze niet. Nietzsche stelt dat er veel diepere, profetische oerinstincten zijn. Het gaat om de waarden van de hogere natuur, niet van zomaar een opgelegde moraal. De mens is verkocht. De moraal moet dus genaturaliseerd worden. Nietzsche had een grote taak bij het stellen van deze diagnose. Hij profeteerde de komst van het noodzakelijke nihilisme, de heraut van een nieuwe wereld en een nieuw ras, de heraut van de schepping die dus nog moest plaatsvinden en er nog nooit daadwerkelijk was geweest. Nietzsche redeneert dus vanuit een plaats voor Genesis. Genesis was nog nooit geweest. Het was iets apocalyptisch. Het moest nog komen, en zou alleen kunnen komen door de voedingsbodem van nihilisme, een creatief nihilisme welliswaar, geen onfilosofisch, doemdenkend nihilisme. Nietzsche, niet zomaar een profeet of oordeelsprofeet, maar een profetisch filosoof, een creatieve nihilist. Hij zag het komen, en kon het niet tegenhouden. Hij stelde dat de toekomst in vele tekenen sprak, en dat de toekomst absolute noodzaak was die niemand meer kon stoppen. Het zat in de lucht, en sprak overal, en Nietzsche zag het visioen. Het kondigde zichzelf aan. Het was het evangelie van het Nietzscheaanse nihilisme, het evangelie van de eenling die in volharding en met geduld zich van alles heeft afgezonderd, altijd buiten staat en aan de zijlijn van alles, en niets doet, maar reflecteert. Nietzsche predikte de komst van de eerste perfecte nihilist in Europa, want Europa ging van decade tot decade verder en verder te gronde. Het was een rivier die zocht naar zijn einde. In zijn formulering van dit evangelie stelde hij dat er een grote tegenbeweging zou komen, die tegen deze formulering in zou gaan. Deze tegenbeweging zou het perfecte nihilisme vervangen. Toch stelde hij dat de mens eerst het perfecte nihilisme moest ervaren om de waarden van de waarden in te zien. Het evangelie wat hij zag komen, wat een filosofisch evangelie was, zou een nieuw waardenstelsel brengen, alles herwaarderen, vanuit het perfecte nihilisme. Nietzsche wist wat er met zijn filosofie zou gaan gebeuren. Hij voelde het aan. Hij zag nihilisme als een geheimzinnige vreemdeling op de deur kloppen. Het nihilisme keurt dus de huidige wereld af, ziet er geen heil in, is er pessimistisch over, en stelt dus dat er een nieuwe wereld moet komen. Het nihilisme heeft de wereld afgeschreven als een leugen. Het nihilisme was een tegenreactie tot de christelijke moraal. De vreemdeling was dus in gevecht met het christendom. Maar Nietzsche waarschuwde dat er een tegenbeweging zou komen die zich tegen het nihilisme zou keren of het nihilisme zou vervalsen, waardoor het perfecte nihilisme tijdelijk zou wegvallen. We hebben dit gezien met de komst van de nazi's en de medi-nazi's die heilig in henzelf en hun krankzinnige, onbewezen methodes geloven, als het nieuwe geloof. Nietzsche was dus ook heel pessimistisch over de nabije toekomst. De wereld ging een donker gat tegemoet, maar uiteindelijk zou het perfecte nihilisme weer terugkomen, sterker dan ooit, en zou het hogere ras komen en een nieuwe wereld. Nietzsche stelde dat er een nieuwe scepsis moest komen naar het christelijke geloof in de christelijke moraal, en dat de christelijke moraal tegen zichzelf verdeeld was en zichzelf zou vernietigen, en dat deze weg zou leiden tot het nihilisme, het afwijzen van het huidige wereldbeeld en godsbeeld. Het nihilisme rekent af met het oude evangelie en brengt een nieuw evangelie, het filosofische evangelie van de eenling. Nietzsche geeft toe dat Jezus deze boodschap al bracht, maar dat Paulus en de latere christenen het allemaal verdraaid hebben. Er moet dus ook afgerekend worden met valse Jezus beelden. Daartoe was Nietzsche gekomen. Daartoe had Nietzsche noodzakelijke inspiratie ontvangen. Het bleef maar stromen. Hij had de bron aangeraakt, en nu ging het niet meer van hem weg, en moest hij schrijven. Na de moraal-profeten komen de nihilistische

filosofen, de Nietzscheaanse filosofen. Ze menen het. Ze zijn ergens onder gekomen wat ze niet van zich af kunnen schudden, de hogere noodzaak. Niet zomaar Jezus die op de deur klopt, maar een onbekende vreemdeling, het nihilisme, en ook het nihilisme zou aan de paal geslagen worden en sterven. Nietzsche voorspelde dat er een nieuwe Judas zou komen. Nietzsche stelde dat de christenen zo ver van hun eigen evangelie waren afgeweken dat ze tegen hun eigen God streden. Het nihilisme was in gevecht met deze knapen, maar ze zouden een grote broer erbij halen. Nietzsche waarschuwde en waarschuwde, maar hij was een roepende in de woestijn, en hij wist dat hij slechts de filosofie van de eenling bracht. Er was slechts natuurlijke selectie. Het zou niet de filosofie van de massa's zijn. De massa's zouden juist zijn filosofie verdraaien en voor hun karretje spannen, wat dan ook gebeurd is. Hij waarschuwde tegen het oversociale en het nationalisme, zij die altijd maar weer met de zweep klaarstaan om anderen te straffen. Het is allemaal schuilmentaliteit, stelt Nietzsche. Heel duidelijk waarschuwt Nietzsche al zeer letterlijk tegen het nationale socialisme, want dit is gekeerd tegen het perspectivisme. Nietzsche ziet geen heil in het nationale sociale, maar in de multi-cultuur, en dan vanuit nihilistisch oogpunt. Alles moet opgetrokken worden tot hogere waarden. Nietzsche is niet tevreden met de wereld en met Europa, en al helemaal niet met Duitsland. Daarom is hij nihilist, maar hij verwachtte de vuistslag op zijn gezicht. Maar het nihilisme zou niet buigen voor de kortzichtigheid. Het nihilisme zou de kortzichtigheid niet tolereren, maar in het gevecht tijdelijk ten onder gaan, sterven op het slagveld. In de apocalypse van Nietzsche klopte het nihilisme op de deur, ijskoud nihilisme, zonder compromis. De oude wereld moest weg. En het nihilisme zou ten onder gaan in dit gevecht. Nietzsche zag de jaren 1900 komen. Nihilisme is al heel oud, en kwam al voor in het OT : 'alles is ijdelheid.' Alleen de eenling kan het nihilisme bereiken, want alleen de eenling kan loskomen van de drijfveer van de massa's. De eenling heeft zijn geloof in de massa's verloren. Dat is wat het nihilisme is. Ook heeft hij zijn wil om de massa te dienen verloren. Het nihilisme betekent alles achter te laten. Het betekent het verliezen van religie en het winnen van filosofie. De wereld is slechts iets psychologisch, een behoefte, een overlevingsdrang, maar geen daadwerkelijke waarheid. De mens heeft gewoon voorzieningen getroffen. Het nihilisme neemt er geen genoegen mee, en zoekt naar de daadwerkelijke waarheid. Het nihilisme wil niet in slechts verbeelding leven, maar wil bouwen, uitvinden. Nihilisme is een Nietzscheaans dualistisch ideaal, deels destructief en deels ironisch. Niet meer gaat het om dat wat bestaat, maar om dat wat niet bestaat, de schaduwwereld, de subtiliteiten. Zodra iets waar wordt is het niet meer waar, stelt het nihilisme. Zodra iets waarheid wordt is het niet meer echt. Alles is overgemoraliseerd, overgewaardeerd, en de mens is er moe van geworden. Daarom is nihilisme onontkoombaar. Het geluk van de grootste meerderheid begint zichzelf aan te vreten. Het mens zijn is zwaar overdreven, stelt Nietzsche. Nietzsche stelde dat Napoleon het medicijn was, omdat Napoleon de samenleving, de massa's, als zijn vijand zag. Nietzsche bedoelde dat in archetypische zin, want letterlijk gezien was Napoleon zwaar corrupt. Maar in het abstracte idee van Napoleon ziet Nietzsche heil als medicijn tegen het kudde instinct. Het is namelijk het enige instinct wat de massa's kennen. De massa's zijn verslaafd aan romantiek, d.w.z. een overdosis aan romantische verhalen en literatuur en een groot gebrek aan filosofie. Het gebrek aan discipline in de moderne geest maakt zichzelf op met allerlei morele mode.

Hoofdstuk 36. Napoleon en de eeuwige obscuriteit De lagere mens van het ego spreekt en denkt altijd in termen van uiterlijke schoonheid. Dat is zijn streven. Altijd moet hij uiterlijke schoonheid om zich heen hebben, zijn gedachten ermee vullen, want hij heeft namelijk smetvrees. Hij wil de woeste, brute natuur niet, en daarom heeft hij ook zijn oog voor ware schoonheid verloren. Hij gebruikt zijn verslaafdheid aan aardse schoonheid als een schuilplaats tegen zijn smetvolle hart. Elke keer dat hij redeloos denkt en spreekt over lagere aardse schoonheid, stadse schoonheid, dan verlaagt hij hiermee zijn intelligentie peil, dan vreet het aan zijn intellect. Het druppelt. Het is een tikkende tijdbom. Dan moet je opgroeien met aardse idioten om je heen die het altijd hebben over uiterlijkheden, terwijl je snakt naar wat diepte. Het zoeken en dienen van de aardse afgoden leidt altijd weer tot de grootste vernedering. Napoleon beschouwde de massa's als zijn vijand. Alhoewel corrupt zag Nietzsche in hem een hoger, abstract medicijn. Nietzsche was de Napoleon van de filosofie, een nihilistisch strateeg in oorlog met de massabeelden. De hogere man is Napoleonitisch, die boven de kuddes staat, ver van hen verwijderd, maar Nietzsche zag de letterlijke Napoleon als een gevallen man, dus hij gebruikte alleen het archetype Napoleon, de kunstvorm Napoleon. De mens was in de ogen van Nietzsche maar fragiel, en het politieke gebied was te gevaarlijk. Er was een andere, diepere weg. Nietzsche zag het Napoleonitische als een herberg voor de vermoeide reiziger, maar Napoleon zelf was niet iets waar hij teveel bij stil wilde staan. Maar Napoleon als archetype voor de eenling zag hij als de staat van uitzondering. In dat opzicht is Napoleon het rolmodel voor de Nietzscheaan, maar niet in letterlijke zin. Hij was in die zin geinteresseerd in de psychologie achter het Napoleon personage in de diepere zin van het woord. Hij voelde dat er ergens een sleutel zat in het Napoleon-enigma, iets wat hij niet wilde missen, en zonder welk zijn gehele filosofie zou instorten. Hij moest en zou zijn eigen Napoleon worden op dit strijdveld van de filosofie. Het was Nietzsche tegen de massabeelden. Napoleon was de sleutel tot dit museum van de massa-beelden, en tegelijkertijd de moker om deze beelden tegen de vlakte te slaan. Er zou een nieuwe beeldenstorm moeten komen. Napoleon was in zijn ogen de meest afgezonderde mens en eenling, maar het probleem lag erin dat Napoleon een mengsel was van het onmenselijke en het bovenmenselijke, en dat hij vlees was geworden in die hoedanigheid. Nietzsche moest het Napoleonitische archetype weer rechtzetten. Toch noemt Nietzsche Napoleon ook de incarnatie van het nobele ideaal, maar dat moet men begrijpen. Hij danst om Napoleon heen om er betekenis in te vinden. Niemand komt wat dat aangaat langs Napoleon heen, niemand. Maar Napoleon was een gevallen, vleesgeworden man, zoals Jezus. Het Woord was vlees geworden, en had zich zo verlaagd, corrupt gemaakt. Napoleon kon hij in die zin niet bewonderen, maar Napoleon was nog steeds het model voor het hogere ras wat afrekende met de Judeo-christelijke democratische kudde mentaliteit. De nazi's van het Duitse rijk vervleselijkten dit Woord nog meer door letterlijk dan maar de Joden te gaan vervolgen in plaats van recht te snijden met het Woord. Duitsland : het Woord was niet alleen vlees geworden, zoals in Frankrijk, maar had ook vlees gemaakt. Het Woord ging van vlees tot vlees, tot de laagste vormen van vervleselijkingen, en Nietzsche walgde ervan. Het kwam hem zijn neusgaten uit. Hij wilde zoals Napoleon iets van de massa's maken, en niet zomaar alles wegwerpen. Hij wilde het Judeo-christelijke tijdperk tot sieraad strekken. Zijn nihilisme had zwaar Salomoïsch en Jezusiaans fundament, maar daarop was een Napoleon nodig, Napoleon, de barbaar. Hij zou dit keer recht snijden, en het Woord niet tot vlees laten worden. Hij zou zelf Napoleon zijn voor de filosofen, en het beter doen dan zijn vleselijke, gevallen voorganger. In die zin was hij geobsedeerd met Napoleon. Er moest flink, veel en hard gepoetst worden. Het moest de sop in. Het moest de natuur

rivier ingeworpen worden, in een biezen mandje. Het moest dieper Egyptologisch fundament krijgen, in de schaduw van het maanlicht. De eenlingen zouden gaan tot de hogere idealen, en Napoleonitisch afrekenen met de massa beelden, maar hierin recht snijden, en niet zelf tot zulke massa beelden worden. Er waren vele valkuilen op het pad van de filosofische anarchie. Genesis moest nog komen. Nietzsche, de voortijdse Napoleonitische barbaar, op zoek naar de verloren schaduwen. Hij zou niet vlees worden zoals zijn voorganger. Er zou een nieuwe mens moeten worden. Er was nog geen mens gekomen. De schepping had nog niet plaatsgevonden, slechts parasitaire pretentie. Het waren slechts ijlende barensweeen. De schepping was komende, maar eerst was alles in een diep zwart gat van error gevallen. Er was nog niks, en niemand zou het dan ook moeten grijpen, want het was niets. Alles was woest, ledig en duister. Nietzsche sprak over het komende filosofische Genesis. Maar de ingebeelde waanmens wilde het schone hebben, ook al moest men daarvoor valse schoonheid grijpen. Deze ingebeelde waanmens kon niet leven zonder schoonheid, kon niet wachten. Deze geprojecteerde mens van het lagere ego had smetvrees. Liesje mag niet vies worden. Liesje moet knalfelle nagellak op, en met gifspuit bewapend zijn tegen de natuur, het komende Genesis. Liesje moet apathisch geeuwen en kuchen, want een barbaar, nee, dat mocht niet gebeuren. Netgekamde man met stropdasje en auto was haar prins. Zouden ze beiden de schepping tegen kunnen houden ? Alles keurig netjes en Liesje is tevreden. Dan hoeft ze niet na te denken. Nadenken doet pijn. Pijn moet koste wat het koste ontweken worden. Het is feest. Liesje is jarig. Netgekamde man met stropdasje komt ook, met zijn nette auto, en neemt veel cadeautjes voor Liesje mee : barbies, en veel schoonmaakproducten, want Liesje mag niet vies worden. Liesje kijkt neer op andere rassen, vooral de natuurrassen. Oh help, daar ligt een haartje of stofje op de grond. Liesje schreeuwt moord en brand, maar daar komt haar dappere prins met de gifspuit al. 'Liesje, goed je knalfelle nagellak ophebben, hè, altijd. Het is knalgiftig, dus een goede hulp in huis.' Haar prins, haar giftige nagellak. Lange nagels, lekker lang laten groeien, en dan het rode erop. Dan komt haar superieure witheid extra tot haar recht. Liesje mag dan dun en zwak zijn, broos als porcelein, maar dat is de schoonheid van de vrouw, anorexia nirvana. Alleen daarom is zij prinses, want alles gaat om de uiterlijke schoonheden. Zij is genetisch gezegend, van het arische ras, het superieure ras. Alles is door de geboorte bepaald. Ze is in een goed gezin terechtgekomen. Alles om het uiterlijk, vanwege smetvrees. Dat is hun Jezus. Het is hun Hitler. Nietzsche stelde : Terug tot het Napoleonitische, maar laat het niet vlees worden. Dan is alles verloren. De samenleving werd door Napoleon beschouwd als zijn natuurlijke vijand. Het militarisme was het medicijn, maar dan niet het vleesgeworden militarisme, maar het filosofische militarisme, oftewel de demonologie, iets wat Nietzsche in hart en nieren was. De demonologie buigt niet voor de massa's. De demonologie is nihilistisch en zou zich niet laten verleiden vlees te worden, maar stierf eerder om haarzelf te vereeuwigen. Het was de opmars van de schaduwwereld. Alleen de eenling zou overleven, tot de schepping komen. Dit was een schaduwschepping, geen vleeswording. Het was een nieuw zintuig, een zintuig van het subtilisme. Nietzsche wilde de woestijn rondom Napoleon begrijpen, doorvorsen. Hij zag geen andere weg. Napoleon stond recht voor hem, en het raadsel moest opgelost worden. Napoleon was het enigma van de eenling. Het was te groot, te diep, om zomaar te ontwijken, om zo maar weg te werpen alsof het niets was. Er was iets, maar het had nooit vlees mogen worden. Nietzsche zou het dit keer goed doen. Napoleon was te belangrijk voor het hogere ras, maar Napoleon moest vallen. Het zegel moest verbroken worden voor de Nietzscheaanse filosofische apocalypse. Napoleon was zowel de Jezus als de Judas in het evangelie van Nietzsche. Napoleon minachtte de massa's, hoe ze werden gedreven door ziekelijke overbelangrijkheid van

hun eigen kleine waanbeelden. Napoleon stelde dat de echte waarheid nog niet eens half zo belangrijk is dan wat ze denken dat hun eigen waarheden zijn. Het ziekelijke belangrijk doen was iets van kleinzieligen, kortzichtigen, maar Nietzsche stelde dat Napoleon uiteindelijk streed tegen zijn eigen hoge idealen en daardoor viel. Hij viel uit zijn eigen filosofische hemel. Napoleon was een privé persoon, private investigations, die leefde met verbale vermommingen om zijn privé terrein te bewaken, en hij raadde dit ook anderen aan die naast hem stonden. Hij zag de massa's als roofdieren die misleid moesten worden in die zin, afgeleid. Hij wilde zijn gedachten niet blootleggen. Hij verschool ze achter andere begrippen. Hij gebruikte pretentie, bedrog, misrepresentatie en zelfs hypocrisy en opschepping om zichzelf te versluieren. De massa's waren hem niet waard. Zij waren zijn natuurlijke vijand. Napoleon dacht strategisch en gaf niet toe aan de nieuwsgierigheid van de massa's. Het was een soort escapisme wat hij bedreef, en Nietzsche nam dit over, want het schepte afstand. Dat hierdoor veel misverstand zou komen moest dan maar, want de massa's moesten en zouden beelden maken, maar Nietzsche zou niet voor ze buigen. Mensen spraken toch wel, of je nu iets zei of niets zei. Ze verdraaiden het zoals zij het wilden. Daarom waren de massa's de grote vijand, en die moesten bedrogen worden. Nietzsche predikte voor de eenling, niet de massa's. Dat had hij van Napoleon geleerd. Het kwam van Plato's 'nobele leugen'. Het was een noodzakelijk filosofisch principe om niet je schuilplaats aan de massa's te verraden. Het was een absolute noodzaak in het ontsnappings proces uit de giftige klauwen en kerkers van de massa. De massa was een totaal uit de hand gelopen, hysterisch, blind monster wat eenlingen zocht om hen te verslinden en in hem op te nemen, te assimileren. Er mocht geen medelijden met dit monster zijn, stelde Nietzsche, want dan zou de eenling eraan gaan. Dit monster was puur diabolisch, en je zou alleen maar jezelf bespotten en vernietigen door het ook maar een greintje medelijden te geven, want dit beest had geen greintje medelijden met jou, en zocht je te vernietigen. Het was een gevecht op leven en dood. Napoleon stelde dat wat voor de eenlingen het tijdperk van de illusies is voor de massa's het tijdperk van geluk is. Geluk stond boven kennis, boven de logos, bij de massa's, door het kudde instinct, stelde Nietzsche, en dat was tegelijkertijd het probleem. Het was zo'n vervalste en diep gevallen moraal dat Nietzsche noodzakelijkerwijs moest stellen dat de immorelen moesten komen. Dat zou de enige sleutel zijn, en dit ging hand in hand met het nihilisme. Er moest een nieuw immoralisme komen als een Napoleonistische beeldenstorm, en dit moest leiden tot de hogere rede, de logos. Napoleon wist wanneer hij zich moest terugtrekken. Hij stelde dat de vijand nooit verstoord moest worden wanneer het bezig was een grote fout te begaan. Hij wist wanneer hij niets moest doen en niets moest zeggen. Hij stelde dat de ware rijkdom niet ging om bezit, maar om het juiste gebruik maken van bezit. Ook stelde hij dat de mens niet teveel met maar één speciale vijand moest vechten, want dan zou hij zijn eigen oorlogskunst teveel verraden. Napoleon wist dat het er om ging de massa's te slim af te zijn. Voor Napoleon was het volharden in vermoeidheid belangrijker dan moed. Moed is vaak overmoed. Er zijn andere paden die de eenling moet nemen. Hij stelde dat een mens nooit meer moest doen dan nodig was, en dat het geestelijke het in de lange term zou winnen van het grijpen naar de wapens. Napoleon riep daarom op tot geduld, boven het gebruiken van moed. Moed was zwaar overdreven door het kudde instinct. Hun moed had hen in de problemen gebracht, want het was overmoed. Ze wilden zich niet vermoeien met de diepere filosofie. Ze gooiden hup hun parels voor de zwijnen, kwakten het zo allemaal onbeschaamd op tafel. Een dwaas is altijd tevreden met zichzelf, stelde Napoleon, niet door enige kennis verhinderd. Zij met kennis zijn nooit tevreden met henzelf. Alleen volharding zou naar de uiteindelijke overwinning leiden. De massa's waren zwak in de ogen van Napoleon. Ze bogen te snel voor elkaar, en voor allerlei lagere driften. Ze hadden geen discipline. Nietzsche stelde dat ze rustig door konden gaan met hun kerkje spelen en het volgen van het democratische kudde instinct, want uiteindelijk zouden ze inzien dat ze het Nietzschistische nihilisme nodig zouden hebben, en dan zou alle knie buigen en elke tong belijden, omdat het kudde instinct zichzelf en anderen zou verzwakken en aanvallen. Het was

allemaal slechts zelfvernietiging, en dit zou uiteindelijk Nietzsche's voordeel zijn. Napoleon had geleerd hem niet te laten ingrijpen wanneer zijn vijand een fout maakte. Op het strijdveld is niemand boven de ander. Napoleon wist dat als hij heengaan, dan zou alles weer verder stromen als een rivier, en de massa's zouden weer onverstoorbaar verder gaan, maar uiteindelijk zou het weer afnemen, want glorie was maar tijdelijk, en alleen obscuriteit was eeuwig. Een ware soldaat zou er lang en hard voor vechten. Napoleon stelde dat religie het snoep was voor gewone mensen om hen rustig te houden. Het was de narcose voor de kudde wanneer Napoleon ging opereren. Hij wist dat religies door de massa's zelf waren gemaakt. Hij wist dat verbeelding de wereld regeerde. Hij wilde de massa's niet meer gehoorzamen. Hij wist dat er maar een hele dunne lijn lag tussen het geniale en de krankzinnigheid. Hij haatte de medische industrie, en zwoor bij het natuur medicijn : water, lucht, en hygiene. Hij stelde dat dokters in het hiernamaals verantwoordelijk zouden staan voor meer verlies van levens dan generalen. Hij wantrouwde al hun vreemde medicijnen waarmee ze massa moorden pleegden op het volk. Als er enige constitutie was dan moest het kort en obscuur zijn. De medische wereld was een pseudo-wetenschap die het volk had misleid, die de mens had losgetrokken van de natuur en gevangen had gezet. Nietzsche stelde dat Napoleon een hele creatieve man was die niets zomaar wegschopte, maar van alles speelgoed maakte : van ideeën, mensen, religies en regeringen. Het was allemaal bruikbaar voor Napoleon, zonder dat hij viel voor de illusies van democratie. Napoleon was enorm eigengereid en liet zich niet betuttelen door het kudde instinct. In dat opzicht was Napoleon uniek, een echte eenling, stelde Nietzsche. Er zat in Napoleon te potentie van het hogere ras, stelt Nietzsche, de brute, superieure kunstenaar die niets heel liet van kortzichtigheid, maar er wel mee werkte. Maar Napoleon danste op een gevaarlijk koord. En er waren veel roofdieren rondom hem. Hij zag dat Napoleon nog steeds een ziel had, en dat Napoleon als de ziel van de aarde was. Hij was niet te vergelijken met anderen. Hij was ongrijpbaar, paste niet in hokjes en vakjes thuis. Als mensen dachten dat ze hem hadden was hij alweer ergens anders, en was hij weer wat anders, en hij wist precies wanneer hij weer moest veranderen. Soms was hij dit, soms was hij dat. Hij was in gevecht met de massa's. Hij zag mensen niet als mensen, maar als instrumenten om te bouwen aan een betere wereld, een multi-religieuze en multi-culturele wereld waarin de mens alles voor allen wordt, wat ook het mandaat van Paulus was. Ik had een droom waarin ik een ontmoeting had met Napoleon, en hij toonde mij een zwarte driehoek. Dit waren drie principes : nihilisme, obscuriteit en pre-existentialisme. Het preexistentialisme stelt dat de schepping nog niet geweest is, en dat de mens nu in een voorbestaan is, en dat dit wel moet, voordat de daadwerkelijke schepping kan komen. De mens is nu nog op een plaats die woest, donker en ledig is, in een tussenstaat dus. De daadwerkelijke mens is nog nooit geschapen. Het hogere ras moet nog komen.

Hoofdstuk 37. Het wachten op het napoleonitische visioen Het grote wachten op het visioen, en dan zie je eerst de onschepping, dat wat helemaal geen schepping is. De moderne vrouw van de jaren 1900 projecteert alles op de man. Zowel Napoleon als Nietzsche hadden geen hoge pet op van de westerse, moderne vrouw van de jaren 1700 en 1800. Zij zagen het grote verval al, wat al bij het christendom was begonnen, want daar projecteerde de christelijke vrouw ook al alles op de man. Van mooidoenerij was toen nog geen sprake, want daar had Paulus een hekel aan, maar met de komst van het Evangelische christendom kwam dit opzetten. Het was een valse leegte, genaamd anorexia nirvana, omdat het geprojecteerd werd op de man. De pop ups hiervan waren de scherpe, lange knalrode, knalgele, knalblauwe of knalpaarse gifnagels om anorexia nirvana te bewaken. Het was de selectieve vermindering van 'ik hoef het niet, maar mijn man', 'niet ik, maar hij', wat altijd weer een christelijke basis heeft, en omdat het in de kern verrot was gaf het later dit soort pop ups, want het was een industrie van buitenaardse beademings apparatuur, te leven onder een bepaalde parasiet. Dan krijg je die arische dunne clownslippen op je, en dan krijg je de gifbijt, en dan injecteren ze hun nageslacht in je die zich dan in je vlees nestelen en hierop feestvieren. Daarom was het anorexia nirvana schoonheids-ideaal niet voor de man, want die mocht rustig alles eten en alles nemen, opdat het nageslacht zich hieraan kon voeden. De man kreeg dus ook de echte vlees-pop ups zoals sixpacks en biceps, wat ook goed in dit systeem paste, maar de man moest het meer hebben van het stropdasje, het dure autootje, de dure pakken, om te laten zien dat hij rijk was, zodat een overmatige stroom aan vlees gegarandeerd was, waar dat dan ook vandaan zou komen. In ieder geval was de man er niet voor de mooiheid, dus die hoefde zich niet aan allerlei disciplines te houden waar de vrouw wel aan moest voldoen. De man moest gewoon vlees bieden of gewoon rijk zijn, wat nog wel beter was. Machtige mannen, daar ging het om, de mannen die de knopjes in de handen hadden. Napoleon noemde de westerse vrouw een gevaarlijke machine. Er waren natuurlimieten doorbroken, en valse samenlevingslimieten gesteld. Die wilde Napoleon doorbreken om de natuurlimieten weer te herstellen. Voor Nietzsche was Napoleon de man van 'terug naar de natuur'. Napoleon stelde dat de mens was ontwricht door een zee van valse romantische literatuur. De mens was hierdoor bedorven geworden, verstrikt geraakt. Huwelijken werden vaak gesloten uit gemak, de nabijheid, en uiterlijkheden, gebaseerd op flutromannetjes, en zo was er geen ware hartsverbinding. De mens leefde door zijn uitpuilende ogen, stelde Napoleon en niet door zijn hart, en daarom was de mens misleid. De mens werd gedreven door hormonale ongelukken, stelde Napoleon. Het was een tijdelijke, vergankelijke basis die zomaar weer weg kon drijven en om daar dan een huwelijk op te bouwen vond Napoleon belachelijk en gevaarlijk. Het moederschap moest daarom hersteld worden. Nu is het ook zo dat er in de jaren 1700 en 1800 hele andere definities waren voor woorden zoals mooi, sterk en zwak. In de jaren 1900 kwam er een heel ander woordenboek met andere betekenissen voor deze woorden. De rassennazi's of genennazi's molden de gehele filosofie omtrend deze dingen, en die gaven geboorte aan de medi-nazi's en de beauty nazi's met hun bizarre pop ups met de schoonmaak-industrie en cosmetische industrie aan hun zijde. Het was een complot tegen de natuur-mensheid. Napoleon stelde al dat dwazen worden misleid door hun ogen, maar dat de mens zich door zijn hart moest leiden, en door het moederschap, en dan zou de eeuwige obscuriteit de hartbewaking zijn, want er zouden zwaar duistere tijden komen. Zowel Napoleon als Nietzsche keken recht in het ravijn wat zou komen : de jaren 1900 en de jaren 2000. Het zou een ware plaag worden. Het duveltje zou uit het doosje komen. De voortekenen waren er al in de tijd van Nietzsche en Napoleon. En dan moet men wachten op het visioen, en dit visioen zuigt een mens eerst helemaal leeg, en dan

ziet de mens eerst de onschepping, de vrouwen die alles op de man projecteren tot het punt van anorexia nirvana, oftewel de selectieve vermindering van 'ik niet, maar hij wel'. Wie is dan die 'hij' ? Dat is de pop up industrie, de reclame voor het product 'anorexia nirvana', oftewel de helrode scherpe en lange gifnagels om gaten in de mens te boren opdat het witte zwaar chemische giftige schoonmaakproduct uitgegoten kan worden. Deze vrouw giet haarzelf telkens weer uit, kotst haarzelf telkens uit op de man waarop zij alles projecteerd. In diepte zijn dat geen uiterlijkheden, maar codes voor duivelse machines. Dat kun je niet zomaar kris kras op mensen om je heen gaan schuiven, omdat het van generatie tot generatie wordt doorgegeven. Een vrouw wordt al vermoord en opgezet in de moederschoot tegenwoordig. Het zijn geen uiterlijkheden. Het gaat om het ontwaken tot het zien van deze codes in de filosofische context. Het uiterlijk heeft niks met schoonheid te maken. Het bedriegt. Het leidt de mens van de oorlog af. Het gaat om de schaduwwereld, het obscure. Je mag profetisch en filosofisch met je uiterlijk omgaan, maar overdrijf het niet. Blijf in de schaduwwereld, blijf obscuur, en zoek de glorie van de lagere aardse gewesten niet. Volg de lagere mode niet, maar kom tot de hogere mode. Napoleon en Nietzsche waren misselijk van de parasieten die op aarde een invasie aan het houden waren. Ze konden het ruiken. Ze konden het overal zien. De man – die hoefde niets qua schoonheid. Die projecteerde dat allemaal op de vrouw. De man moest er namelijk op uit. Die moest voor het gezin zorgen, dus die moest werken in weer en wind, dus die kon zijn kapsel ook niet in bedwang houden. Daar had hij geen tijd voor. Dat zou allemaal ijdelheid wezen. Dat was dus voor de vrouw. Die had daar alle tijd voor. Die kon in haar huisje blijven, om wat licht huishoudelijk werk te doen, opdat de man zou eten. Zij mocht niet eten. De man moest eten, want de man moest het zware werk verrichten. De man was er niet voor de schoonheid. Dat hoorde niet bij een man, dat paste niet bij een man. Het ware sieraad van de man was zijn lijden, zijn zwoegen, zijn vermoeidheid, het zwak terugkomen aan het einde van de dag, want dat was een teken dat hij gewerkt had. De vermoeidheid was veel belangrijker dan de moed. De vermoeidheid maakte de man tot een echte man. Het was zijn beloning, en zo had hij zijn vrouw, zo kon hij slapen, en dromen om inspiratie op te doen. Het soort schoonheid waar de vrouw omdraaide, dat was niet voor de man. De man projecteerde dus ook alles op de vrouw. Er mist in dit verhaal nog een schakel : de filosofie, want dan worden alle dingen ineens anders, en wordt het van een hele kant bekeken. De man moest juist thuiskomen met veel vuil. Als de man helemaal schoon thuis zou komen, dan zou de vrouw denken : die heeft niet gewerkt, die heeft niks lopen doen. Schoonheid was dus niet voor de man. Vuilheid was niet voor de vrouw, want dan zou de man denken : 'ze heeft het huis niet schoongemaakt. Waar doe ik het allemaal voor.' Zo was er deze taakverdeling : de vrouw moest schoon zijn, en de man moest vuil zijn, want dat waren de tekenen dat ze beiden gewerkt hadden. Als de man schoon thuis zou komen, dan had de vrouw helemaal niets meer te doen. De vrouw wilde voor de man zorgen, zijn wonden verbinden, hem rust geven, en te eten. Dan kon ze hem een heel klein beetje van haar schoonheid geven. Dat deed zij allemaal. Zij zorgde voor een bad. Dat was allemaal van haar. Dat was haar werk. De man mocht niet schoon thuiskomen, want dan was hij geen man meer, maar een vrouw. Dan zou hij ontmannelijkt zijn. Hij zou dan dus vervrouwelijkt zijn, en dat werd niet toegestaan in deze apartheid. Het was dus een soort rassenonderscheid. De vrouw was er voor het aanrecht, voor de mooiheid, de schoonheid, alles keurig netjes in orde, zodat de man in een keurig opgeruimd huis zou komen na een lange dag van werk, zodat hij niet zou denken dat hij direct weer moest werken als hij zou thuiskomen en zoveel rommel en vuil zag liggen. Nee, de vrouw moest keurig, netjes en schoon zijn, om de man zijn welverdiende rust te bieden. Een ijdele man paste niet bij het man zijn. De man moest van de taak van de vrouw afblijven. Telkens weer moest de vrouw eraan herinnerd worden dat ze schoon moest zijn voor de man, want anders zou hij te overbelast worden, en zou hij zelfs als hij was thuisgekomen na een lange dag vol

met hard werk nog door moeten werken. Hoe schoner, hoe beter dus. Telkens weer moest de man eraan herinnerd worden niet schoon te zijn, maar vuil, vermoeid en lijdend, in de zin dat hij niet met lege handen thuis zou komen. Hij moest het gezin immers onderhouden, en niet de hele dag in een hoekje staan en dan schoon thuis komen en zeggen : daar ben ik weer. Als de vrouw geen lijden in de ogen van de man zag, dan was ze teleurgesteld, want dan had hij niks, en dan zou zij ook niets voor hem kunnen betekenen. De vrouw wilde verzorgen, hem een goede nachtrust bieden, opdat hij de dag erna weer zou kunnen werken. Als de man te vrolijk thuis zou komen, dan zou dat geen goed teken zijn. De vrouw moest dus vol met energie zijn om haar vermoeide man te kunnen opvangen, als een herberg voor de man, een rustplaats. Een beetje vrolijkheid in de vrouw kon geen kwaad, maar in de man kon het dodelijk zijn. Het kon een teken zijn dat hij geen werker was. Als hij nooit verwond thuis zou komen, dan had de vrouw het gevoel dat ze niet meer nodig was, en waar deed ze het dan allemaal nog voor ? Dan zou ze ernstig aan haarzelf gaan twijfelen. Hoe schoon ze dus ook op zichzelf was, ze kon dat bij een man niet waarderen. Als hij te vrolijk thuiskwam raakte ze in paniek. Dat vond ze verdacht. 'Zeg, heb jij wel gewerkt ?' 'Jawel hoor.' 'Nou, het lijkt er anders niet veel op. Je bent veel te vrolijk.' Schoonheid en vrolijkheid was voor de vrouw, zodat ze de man op kon peppen, op kon laden. De man moest helemaal afgepeigerd thuiskomen. Dan was de vrouw tevreden, want er was gewerkt. Ze wilde lijden in zijn ogen zien, soberheid, geen verdachte, luie vrolijkheid, wat trouwens ook kon betekenen dat hij pleziertjes buiten de deur had gehad, buiten haar om. Daar moest ze niet aan denken. Ze wilde de man iets te bieden hebben, en dat kon niet als hij alles al had. Beiden projecteerden ze op elkaar. De vrouw was een eigenaardig wezen, te zwak voor het echte werk, maar een schoonmaak middel voor na het werk. Dan kon de man de dag erna er weer tegenaan. De vrouw wilde dus bloed zien als haar man thuis was gekomen. Dat bloed kon ze dan op haar scherpe nagels doen als een teken dat hij gewerkt had en dat het huis weer was voorzien. De vrouw was te zwak voor het lijden. Dat was haar schoonheid. Er is een verschil tussen vuil en het schoonmaakmiddel, tussen man en vrouw. De rode nagellak was het verbondsteken. De mannen hoefden het maar op een vrouw te zien en ze waren ineens verliefd. Dat maakte de vrouw wel tien keer mooier. Het kondigde dit verbond aan, en dan die rode lippen, dat was wel helemaal romantisch, de vrouw die zich te goed had gedaan aan het bloed van de man. Als hij dan eens een keer schoon en onverwond thuiskwam, dan kon ze zijn bloed toch wel nemen door de gifbeet, door de gifkus van de vampier. Zo hielden deze parasieten elkaar in stand. Apathisch wit moest de vrouw zijn, want wit is de kleur van de schoonheid, het witte gif. Het was het teken van superioriteit van het arische ras. Zo begint het visioen over de onschepping. De schepping is dan nog niet gekomen. De man en de vrouw zijn nog niet geschapen. Dat wat ze man en vrouw noemen zijn slechts parasieten.

Hoofdstuk 38. Napoleon en de nachtmerrie van de feutus en het herstel van het moederschap De man : het sterke, het werk De vrouw : het zwakke, het schoonmaakmiddel Zo was die verhouding nu eenmaal in de onschepping. De schepping was nog niet geweest. Het waren roerselen en geijl in het duistere, woeste en ledige, als barensweeën. Er was nog niks. Het is slechts oerpretentie. Gegil en geschreeuw hier en daar. Maar het is niets. De mens bestaat nog niet, zowel de man niet als de vrouw niet. De schepping is nog niet gekomen. Het is de nachtmerrie van de feutus van het hogere ras. Eerst moeten de filosofische genen geopenbaard worden van het hogere ras. De man : het vuile, het werk De vrouw : het schone, na het werk, het schoonmaakmiddel Het is een industrie. Het is een schoonmaakmiddel reclame. Daarom stelde Napoleon dat de romantiek moest sterven want die had de mens bedrogen. Het moederschap moest hersteld worden. De mens was verleugend. Alleen dan zou het hogere filosofische ras kunnen komen en zou de mens geschapen kunnen worden. Alleen door het hogere moederschap zou er een hoger zoonschap kunnen komen, en daarvoor moest er teruggegaan worden tot de natuur. Daaraan moest de feutus herinnerd worden. De feutus moest zich bewust worden van de filosofische genen en van dat het zich in wezen in de natuur bevond, en dat dit slechts een natuurverschijnsel was voorafgaand aan de schepping, als een ontlading, als onweer. De feutus moest leren te openen voor de schaduwwereld, de subtiele obscuriteit, wat als een code lag verstrengeld in deze voorscheppingse verschijnselen. De schepping zou plaatsvinden in dit labyrint als het oplossen van een puzzel, het langs dingen heen leven om er niet in opgesloten te raken. Deze obscure gewoonte moest aangeleerd worden totdat het bloed was geworden, een genetisch filosofisch patroon. Zonder dit zou er geen daadwerkelijke schepping mogelijk zijn. En deze obscuriteit moest beveiligd worden door het nihilisme. Dat was het instinctieve alarm van het hogere ras wat zou komen. Maar hier ging het telkens fout, want er begonnen zich lagere weerspiegelingen af te scheiden die nog wel lager gingen. Vandaar dat de feutus tot de schaduwwereld moest gaan, een andere manier van beleven, want die nachtmerrie had zich nu eenmaal rondom de feutus verzameld. Vrouwen met lange giftige nagels, die klaar stonden om de feutus te aborteren. Het waren als injectie naalden en scalpels. De feutus moest zich niet laten misleiden dat dit de schepping al was, maar moest zich bewustworden van de preexistentialistische baarmoeder waar het zich nog in bevond. Het was een donkere baarmoeder van de natuur. Er waren zoveel vreemde wetten dat de feutus gewoon gewurgd werd, en zoals Napoleon al stelde dat er zoveel wetten waren dat niemand aan het hangen zou ontkomen. Eerst ging de feutus door een stervensfase heen, een wurgfase. Overal om de feutus heen waren pop ups die de feutus wilden misleiden, verleiden. Ze gingen hiervoor tot het uiterste. De feutus was niet zomaar een persoon, maar een plan, een stelsel filosofische genen waartoe het moest ontwaken. De pop ups waren massa's van hetzelfde die allemaal dezelfde richting ingingen, één ding volgende. Telkens weer boden die massa's een product aan, een installatie, waarvoor er eerst een schoonmaak moest komen, opdat de feutus er klaar voor zou zijn, steriel zou zijn gemaakt, ontsmet. Eerst moest de schoonmaak komen, als een arische vrouw met gifnagels, giflippen en giftanden, en dan kon in de gezuiverde wond de installatie komen van de beademingsapparatuur, en dan zou de feutus leven hebben. Maar wat voor leven ? Wie of wat boodt dit aan ? Wat was het ? Vrouwen die zo wit, lang en dun waren dat de feutus er duizelig van werd, want ze vloeiden in elkaar over, en ze reden op haaien. De feutus

voelde zichzelf als haaienvoer. En het zag mannen met witte gewaden met witte kappen op die op een punt uitliepen als rechtopstaande puntmutsen. Daar bovenop was de rode vonk, de felle vonk, troep wat de vrouwen op hun nagels smeerden, op hun lippen, en wat ze in de gaten van hun kiezen deden. Mannen kregen die pop ups ook : pectorals, biceps, sixpack, of stropdasje, vullingen, wortelkanaalbehandelingen, enzovoorts, wat extra bonussen waren in het systeem. Elke pop up, elke bonus, had zijn eigen eigenaardigheid, zijn eigen magie, en kon weer hitpoints veroorzaken bij de ander. Vrouwen kregen daar ook nog eens de naaldhakken bij. Zo kon men een geheel magisch dek bouwen, een unieke inventaris. Elke power had zijn eigen kwaliteiten en score. En zo kon men verder bouwen, maar het was een parasitaire onschepping. De schepping was er nog niet geweest. Deze parasieten moesten geruimd worden. Het was allemaal boterham met jam, schoenenkaas en schoenenworst. De gratis big mac bij twee pakken foenix schoonmaakproducten. Gaten slaan in de natuur, zo planten die parasieten zich voort. Dan staan ze met hun telefoontjes daar om er plaatjes van te maken, en dit naar elkaar te verzenden voor likes in deze post-apocalyptische dystopie (het tegenovergestelde van utopie). Post-apocalyptisch ? Nee, de schepping is nog niet eens geweest. Het is een dystopische onschepping, de nachtmerrie van de feutus. Alles is nog chaos. De schepping is er nog niet geweest. Alles is nog donker, woest en ledig. Het hogere ras moet nog komen. Raak me niet aan met je klauwen, zou je moeten zeggen, maar je bestaat nog niet eens. Je bent maar een feutus, of zelfs niet dat. Er is nog niks. Het is geen strijd om te overleven, maar een strijd om te ontstaan. Maar wat kun je ? Je bent er nog niet eens. Er is nog niks. Wat kun je doen ? Misschien iets er bijleren over filosofische genen ? Over natuur processen ? Over nihilisme, obscuriteit en pre-existentialisme, de zwarte driehoek van Napoleon, de drie kenmerken van de eenling van het hogere ras op het pad van Areta door de woeste, meedogenloze oernatuur. Wreed is ze, veeleisend. Ze wil geen man van twee kwartjes. Areta is de geoefendheid, wat zo geoefend is dat het tot gewoonte is geworden, tot bloed, tot geboorte, tot adoptie. Het is tot genetische zuiverheid geworden. Het is van de natuur geworden. Romantiek moest sterven, stelde Napoleon, en moederschap moest komen. Maar eerst zou Europa de afgrond ingaan in 1900-2000. Maar tijd is een leugen, dus de mens kan teruggaan tot 1700-1800, tot de Napoleonist-Nietzcheist filosofie. De natuur had dit diepere fundament gegeven, en de zwarte driehoek van Napoleon kwam ook veelvuldig voor in de filosofie van Nietzsche, want die zag Napoleon als zijn leermeester, als model voor het hogere ras. Uit de zwarte driehoek zou dit hogere ras, de eigenlijke schepping van de mens, van man en vrouw, plaatsvinden. Dit was waar het napoleonistische visioen op uit zou lopen. Hoofdstuk 39. Napoleon en de perseusische spiegel Napoleon was de Perseus van de jaren 1700-1800, de overgangsperiode. Hij stond regelrecht tegenover het grote Medusa monster van de massa's, de gorgoon die haren als slangen had, wat als een golem tot hem brulde. Wanneer iemand regelrecht naar dit monster keek, dan stierf zoiemand.

Je kon er niet rechtstreeks naar kijken en leven, zoals Mozes ook niet rechtstreeks naar de verschijning op de berg kon kijken, want dan zou hij sterven. Perseus kon alleen tot Medusa naderen met een spiegeltje, de spiegel van obscuriteit, van de schaduwwereld. Hij kon alleen naar Medusa kijken door die spiegel. Er loopt langs alles een natuur parallel waar de mens oog voor moet hebben. Er zijn een heleboel andere kanalen waarop de mens kan overschakelen, dus bij alles wat de mens om zich heen heeft moet de mens gericht zijn op de dobbelsteen die ernaast hangt, en niet op de objecten zelf. Telkens moet de mens in de spiegel van de schaduwwereld kijken als Perseus om het monster van de massa's te kunnen overleven en verslaan. Vroeger fietste ik altijd naar school over een hele lange weg die de parallelweg heette. Ook Paulus sprak over deze spiegel in het boek Kolossensen, en alleen door deze spiegel kon de boze verslagen worden en kon de mens tot God komen. Paulus had het over de schaduwwereld, en zo kon het beest bereden worden, het monster van de massa's, in plaats van andersom, wat de betekenis is van het voorafgaande boek Filippenzen. Zo kon de mens boven de massa's uitstijgen, en uiteindelijk het beest van de massa's verslaan. In Napoleon werd dit vervuld. De mens moet leren met deze filosofische spiegel van obscuriteit om te gaan, de zwarte driehoek van Napoleon, oftewel het schild van Perseus, of de rokende spiegel van de Azteekse Tezcatlipoca, de duistere spiegel van de schaduwwereld, waarmee hij zijn vijanden doodde, waardoor hij altijd de natuur parallel kon zien, door alles heen. Dit vereist oefening. Het is een zware strijd op het pad van Areta om deze spiegel te leren kennen en te gebruiken. De massa's zijn inquisiteurs, ondervragers, overhoorders, nazi's, stalkers, maar als we onze rechterhand al niet eens laten weten wat onze linkerhand doet, waarom zouden we het dan aan de massa's vertellen ? Het pad van obscuriteit is het pad, en dan moet je veel je andere wang toekeren, want in teveel strijd verraad je teveel van jezelf, wat ook Napoleon stelde, dat de mens niet te lang tegen één bepaalde vijand moest strijden, want dan zou je je eigen strategie verraden. In de Egyptologie volgde Ra het pad van Amen, de verborgene, de obscure, en kwam zo tot de wedergeboorte door de Aten spiegel, door de schorpioenenbaarmoeder van Serket. De mens moet geheel losgestoken worden van de fase van onschepping, de feutus status, om zo uiteindelijk geboren te worden, maar dat gaat dus door veel gestoken worden. Daarom hebben mensen soms vlekjes of puistjes, en daarom hebben mannen soms baarden en groeit hun haar, of verkalen juist, maar de lagere aardse mens van het ego is paranoïde naar deze natuurverschijnselen. Wie bepaalt nu wat nodig is ? De baarmoeder weet wat ze moet doen ter bescherming van de feutus en brengt verkaling en haargroei, of vlekjes, of dat nu sproetjes zijn of puistjes of moedervlekjes, en ga zo maar door, waar het nodig is. Wat weet de mens daar nu van af ? De lagere mens van het ego zal altijd weer tegen de natuur strijden. Maar deze fase zal verdwijnen op de duur, en dan zal de ware, eigenlijke schepping aanbreken. Perseus stond tegenover het monster van de massa's, van de bedriegelijke media, en hij mocht er niet naar kijken, want dan zou hij verstenen en sterven. Kijk er niet naar, maar gebruik een spiegel. Kijk ook niet recht in je verleden, maar gebruik een spiegel, anders wordt je als zoutpilaar, net zoals de vrouw van Lot. En allen die zijn versteend en verzout zijn in de handen van het massa monster, en worden gemanipuleerd en tegen de eenlingen opgezet om van alles te proberen om ook hen mee te slepen. Ze zijn gekeerd tegen het overblijfsel. Daarom moet het overblijfsel de spiegel van Perseus, de zwarte driehoek van Napoleon, leren gebruiken. Kijk niet rechtstreeks naar de dingen om je heen, maar kijk naar de dobbelsteen die erbij hangt. Kom tot de natuur parallellen, de subtiliteiten, de schaduwwereld, de obscuriteit. Laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet, en laat het ook de massa's niet weten. Laat je leiden door de filosofische spiegel. Ook al wordt je gekleineerd, ook al wordt je uitgelokt, uitgedaagd, laat je niet verleiden. De spiegel zal vanzelf ermee afrekenen. Laat geen sporen achter. Sluit geen

compromissen. De spiegel zal je leiden, de spiegel van de eenling, en de spiegel van de massa's zal verbroken worden. De zwarte hond van Napoleon zal door de bedriegelijke spiegelwanden van de stad heenbreken. Er zal een grote uittocht tot de wildernis zijn, tot de dobbelsteen van obscuriteit. Dat zal alleen gebeuren als we al in de stad de spiegel van Perseus leren gebruiken. Doen we dat niet, dan worden we tot een steen van de stad. Dit is een zwaar gevecht op het pad van Areta. Kakia, de hoer, gooit alles in het spel om ons proberen te verleiden, wat ook heel subtiel kan gaan. De massa's zullen je eigenwijs noemen als je niet voor hen buigt. Het is zware mind control, zwaar mentaal lijden wanneer ze hun gifnagels diep in je steken. Ze martelen je totdat je belijdenissen doet tot hen. Napoleon was ook gekomen vroeger om met dit soort martelingen af te rekenen. Hij vond het barbaars als mensen gemarteld werden om hun geheimen bloot te leggen, want onder martelingen breekt er iets in de hersenen van de mensen en gaan ze ijlen en zeggen gewoon wat de inquisiteurs willen dat ze zeggen. Het was een verrot fundament van de samenleving. Napoleon haatte het. Er moest een nieuwe, nobele wereld komen, een utopie. Napoleon wilde een nieuwe code brengen. Hij was een Perseus tegen de moderne Medusa. Hij voelde hoe sterk die rivier was, en dat het hem zou overweldigen, maar zijn zwarte hond zou blijven rennen en deze wanden doorbreken. Het fundament wat Napoleon had gelegd zou niet meer verdwijnen, ook al zouden eerst de nazi's komen. Dat wat Napoleon had gebracht kon niet meer verbroken worden, alleen nog maar verborgen, maar de eenling zou uiteindelijk deze schuilplaats vinden. De aten-spiegel drukte zwaar op Ra in de onderwereld om hem tot geboorte te brengen, zoals Atena later zwaar op Perseus zou drukken om het verstenende monster van de massa's te verslaan. Athena gaf hem zijn spiegelende schild hiervoor, waarvan zij ook een personificatie was, als de godin van de strategische oorlog. Op zijn pad naar de gorgonen, de massa-monsters, zag hij steeds meer mensen die versteend waren. Zo wist hij dat hij al heel dichtbij de gorgonen was gekomen, dus hij moest oppassen. Hij had ook een helm van onzichtbaarheid, ook als een beeld van het minderen en het verborgene. Als de mens te zichtbaar wil zijn, teveel op het uiterlijk gericht, gezien wil worden, aanbeden wil worden, dan trekt dat ook de parasieten aan. Het is heel tragisch, want dat is wat om ons heen gebeurt. De mensen die altijd weer de aandacht willen trekken, vooral met hun uiterlijkheden, hun rijkdom, enzovoorts, trekken dan ook de aasgieren aan, de parasieten. Die hebben dan hun prooi gevonden, of gewoon hun dode aas, en ze noemen het romantiek. Hoe bedrieglijk is dat. Er is dus iets veel duisterders gaande achter de schermen. En dan zie je weer de lange rode, scherpe nagels, als verbondsteken, als grafschrift. Het contract is verzegeld. De grafstenen worden beschreven met bloed. De mens ziet het niet, want de mens is al dood, en de mens heeft nooit bestaan. Het is de onschepping. De schepping moet nog komen. Perseus had dus voor zijn eigen bescherming de helm van onzichtbaarheid, niet zomaar de helm des heils. Het was de helm van het minderen en de verborgenheid. Perseus nam geen risico's met het massa-monster. Hij keek wel beter uit. Hij stond daar niet te pronken met een sixpack, een stropdas of een peperdure auto, want ze zou hem met huid en haar verslinden. Hij stond daar niet met opgeheven borst, want dat zou zijn als het veld oprennen tijdens een onweersbui. Nee, hij was op zijn hoede en hield zijn borst in. Hij wilde geen tik van het massa monster. Hij had de helm van onzichtbaarheid op. Hij had zijn haar niet uren lopen kammen voor de spiegel, of zijn stoppelbaardje zo diep afgesneden met een scheermes dat zijn wang ervan bloedde. Hij was niet verliefd geraakt op het massa-monster vanwege haar stinkende chemische rode troep op haar lange nagels, want hij wist dat het massa-monster was uitgezonden om te vergiftigen, te martelen en te doden. Hij keek niet naar haar. Hij zag haar niet als een lustobject waar hij met de platte hand op kon slaan, op haar billen, breed lachend met gouden tanden, en de broek al half afgezakt. Neen. Dit massa monster was een zaak van leven of dood. Daar ging hij niet luchtig mee om. Hij speelde niet de vrolijke jongen om maar zo snel mogelijk een date met haar te krijgen. Nee, hij wist dat hij was genaderd tot een monsterlijke leeuw, met haren als slangen. Als zij hem zou krijgen, dan was hij er geweest. Perseus is dus een groot symbool voor het anti-hedonisme, want het hedonisme bracht zichzelf juist in de problemen met het massa-monster en versteende hierdoor. Perseus was in grote strijd met de god

van het hedonisme, Bacchus, en stopte deze cultus. Het was de cultus van het massa-hedonisme, terwijl Perseus een beeld is van de diepte filosofie waarin dit monster afbreekt. Perseus hakte de kop van het monster af door de spiegel van obscuriteit te gebruiken, en gaf het hoofd aan Athena, de oorlogsgodin, terugwijzend op de Egyptologische aten, het pad van de eenling, oftewel de schorpioenenbaarmoeder van Serket. Maar dit raadsel druppelt, want telkens als er een bloeddruppel van zwaar donkerrood, of soms zelfs zwart, gif van het afgehakte hoofd op de grond druipt, dan geeft dat geboorte aan een massa slangen van hetzelfde soort, krioelende slangen. Hierom gaat de mens door obscure natuurverschijnselen zoals pijn, angst, woede en depressie, allemaal verschijnselen om hem af te zonderen, om hem op het pad van de eenling te houden, opdat hij dieper tot de schaduwwereld kan gaan. Het zijn bruggen tot de onderwereld, over de rivieren des doods. Alleen zo kan de mens nomadisch zijn en blijven. Alleen zo kan de mens het trauma dieper begrijpen. Hoofdstuk 40. Stofzuiger fabrikanten uit de hel Filippenzen gaat over het overstijgen van de massa, en van het verleden, om als eenling de eerste te worden, en Kolossensen reikt hiertoe de spiegel aan. Tegen de massa's kun je niet rechtstreeks vechten. Je moet ze eerst achterlaten. Je moet hiervoor alles achterlaten. Ook Mozes had alles achter zich gelaten en steeg de berg op. Hij was de massa's overstegen. Hij kwam tot de verschijning op de berg, maar mocht het niet zien, anders zou hij sterven. Wel mocht hij het achterste van de verschijning zien. Dit was belangrijk opdat zijn lagere aardse ego zou sterven. Hij kreeg haar achterste te zien, haar baarmoeder. Hij kreeg het herstel van het moederschap te zien, en werd hierdoor wedergeboren. Er is geen massa. Er is geen kudde. Alles hangt als los zand aan elkaar. Mensen zijn te uniek, te verschillend. Er is teveel afstand tussen ieder mens. De mens leeft slechts in zijn eigen dromen. Hoe dieper de mens dingen onderzoekt, hoe groter de verschillen tussen de mensen worden, en hoe groter de afstand. Iedereen staat op zichzelf. Elk mens is totaal onzichtbaar voor de andere mens, maar de mens beeldt de andere mens in, om de gaten op te vullen. Ieder mens heeft zijn eigen lens, zijn eigen spiegel, waardoor hij alles ziet. In de jaren 1900 werd de spiegel van Perseus gestolen door de nazi's en in de jaren 1940-1945 totaal verdraaid om zo te dienen als spiegel voor de medi-nazi's en de schoonheids nazi's, waar ook de psychinazi's een onderdeel van waren, zij die bepaalden wat geestelijk gezond was en geestelijk ziek. De geestelijke gaven of charismatische gaven, spiritualiteit en symbolisme werden door de psychinazi's als geestesziekte beschouwd. Als je als geestelijk mens in de spiegel van de psychinazi's kijkt, dan ben je volgens hen zwaar ziek. Door dit soort valse etiketten op hoogbegaafde kinderen te drukken met een hogere intelligentie en hoger zintuig verdienen zij hun

brood mee. Het zijn kwakzalvers die een pseudo-wetenschap hebben opgezet. Bewijzen hebben ze niet. Het is net zo vaag als het christelijk geloof. Ze nemen over wat anderen op papiertjes hebben gezet. Het is een verrotte xenofobische spiegel van paranoïa naar het diepe. Ik heb veel met dit soort tuig te maken gehad voor mijn werk. Ze brengen mensen al dan niet gedwongen aan de zware drugs die ze medicijnen noemen, en beschuldigen mensen in een rolstoel van simulatie. Ik heb zelf mensen uit rolstoelen gehaald en uit andere zware lichamelijke en psychische problemen simpel door ze te vertellen dat de oorzaak van hun klachten de medicijnen waren, die gevaarlijke chemische cocktails waren. De etikettering machine gaat maar door om vele families te verwoesten. Dit tuig gaat over lijken. Het is een demonische spiegel waar ze mensen in laten kijken om hun harten en zielen te binden. Belangrijk is het dus om naar de wortel van dit probleem te gaan, om de schaduwwereld weer in te gaan. Het is een leugenachtige spiegel die mensen verteld dat ze een geestelijke ziekte hebben zodra ze creatief zijn, zodra ze geestelijk zijn, zodra ze zich in symbolische betekenissen verdiepen. De spiegel van de psychinazi's roept hen terug. Zolang je materialistisch en oppervlakkig bent ben je volgens deze spiegel psychisch gezond. Dat bepaalt deze spiegel. Als je te diep bent en ze kunnen je niet meer volgen, ze kunnen je intelligentie peil niet meer bijhouden, dan ben je verstandelijk gezien volgens hen niet schoon, maar vuil, en moet je schoongemaakt worden. Het zijn dus ook een soort schoonheids nazi's. De psychinazi's hebben een enorme smetvrees toe naar alles wat onbekend is, en alles wat zich niet zoals hen gedraagd. Het is een reclame spotje van een schoonmaak industrie. Ze willen geen andere culturen. Indianen zijn ook stapelgek in hun ogen, vol met psychoses, want visioenen bestaan niet volgens hen. Het zijn dus nazi's, racisten, nationalisten. Alleen hun professie is de ware professie. Het is betweterig tuig van de hoogste plank. Bewijzen hebben ze niet. Ze werken met papiertjes, en dat is voor hen bewijs genoeg. Het werkt net zoals het christelijke geloof. Het is een industrie van verstandelijke en psychische schoonheid, van Liesje mag niet vies worden. Liesje moet binnen blijven, en als ze de tuin in mag mag ze niet verder dan het tuinhekje. En ze maken de mens schoon met hun psychotropische, chemische rotzooi. De natuur bespotten ze ook, want dat is vies. Alternatieve geneeswijzen worden belachelijk gemaakt, want dat is een bedreiging naar hun farmaceutische markt. Het zijn schoonmaakmiddelen die veel kapot maken. Het wordt ook weleens toegegeven door henzelf, maar nog wel vaker wordt het allemaal schoongepraat. Het zijn schoonpraters. De meest erge misdaden praten zij met het grootste gemak schoon, net zoals het christelijke geloof doet. Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is het meest psychisch gezond in het hele land ? En natuurlijk zijn ze dat zelf. Zij staan boven alles en iedereen. Het is een schurkenbond van zware kwakzalverij, boerenbedrog. Het zijn gewetenloze dieven. Ze stelen tijd en harten. Zelf hebben ze voor niemand tijd. Hun tijd geven ze niet weg. Ze doen geen navraag, doen geen onderzoek, maar maken snelle conclusies, drukken snel hun etiketten op, en gaan dan snel over tot het openen van het arsenaal aan peperdure medicijnen, zware drugs op het niveau van cocaïne, crack en heroïne en nog erger. Het is een drugs maffia. Ze leven geheel door vooroordelen. Ze luisteren niet, laten mensen niet uitspreken, want daar hebben ze de tijd niet voor, en dan toch maar stempeltjes drukken. Dit tuig is niet voor rede vatbaar. Je spreekt slechts tegen dronkelappen. Het is een groot wit kwaad, alles moet steriel. En dan drukken ze de naalden diep in het vlees en dan ben je verkocht. Het is een veehandel. Het is een psychische beauty industrie, allemaal heel oppervlakkig. Je moet precies zoals hen zijn, anders ben je psychisch ziek. Je hebt hun producten nodig. Het is een psychische cosmetische industrie. Je moet zwaar vergif op je ogen doen, zoals hen, opdat je geen diepte zult zien, en niet ver kunt kijken. Ze spuiten het vergif zo in je ogen. Zij bepalen wat en hoe je moet denken. Je bent niet van jezelf. Telkens maar weer in hun spiegel kijken.

Vergif op de lippen. Je moet spreken zoals hen. Vergif op de oren. Je moet doof zijn als hen. Ze drukken hun roddelblaadjes met de laatste nieuwtjes. Ze zetten familie leden tegen elkaar op, allemaal goed voor de industrie. Ze melken zwaar beschadigde mensen helemaal uit om ze nog dieper te beschadigen. Ze martelen mensen opdat ze hun geheimen op tafel leggen, maar dit is allemaal geforceerd, en dan gebruiken ze het tegen die mensen. Ze blijven mensen maar ondervragen totdat ze doordraaien. De psychinazi's durven niet rechtstreeks naar je te kijken, paranoïde als ze zijn, xenofobisch. Ze kijken naar je door een spiegel, door een lens. Ze zijn bang om te verstenen. Ze hadden de spiegel van Perseus gestolen en toen verdraaid. Ze zijn bang voor de oorlogsgodin die nu de kop van Medusa in bezit had. Ze vrezen Medusa. Ze durven niet te zien wie je bent. Daarom maken ze iets anders van je. Het zijn luie lafaarden. Napoleon streed er al tegen, tegen de medi-nazi's die hun eigen spiegels hadden gemaakt waarmee ze vele levens verwoesten. Maar je kan dit monster van de psychinazi's niet zomaar zonder spiegel benaderen, ook al hebben ze je spiegel geroofd. De psychinazi's wanen zichzelf het elite ras, door de spiegel. In hun ogen zijn zij het hogere ras. Maar het zijn beunhazen, want zij kennen de demonologie niet. Ze hebben hun eigen abstracte witte ras geschapen. Ze haten de natuurmensen. Ze haten de natuur. Ze hebben hun eigen abstracte nagellak geschapen, het verzegelend systeem, het etiketterings systeem. Zo konden ze hun installaties doen, hun eigen abstracte lipstick, waarmee ze hun beademings apparatuur installeerden, hun gasmaskers, want zij waren goden die leven gaven en leven wegnamen. Ze bouwden zo hun eigen schepping, een onschepping. Als deze honden ademen dan ratelen ze, woeste buitenaardse witte honden met oranje vlekken. De psychinazi's – het witte schone, superieure ras, met superieur verstand en psyche. Allemaal beademings apparatuur implanteurs met abstracte lipstick. Laat hen je niet kussen. Deze clowns slepen je naar de hel. Laat hun giftige nagels niet diep in je doordringen, maar gebruik je spiegel van obscuriteit. Laat je niet kennen. Het zijn abstracte white power agenten. Het zijn stofzuigerfabrikanten uit de hel : de mens als stofzuiger. Dat is waar de beademings apparatuur de mens op voorbereid. Je telt als mens niet. Je moet verstandelijk schoon zijn, opdat je als een stofzuiger gebruikt kan worden. Het is een industrie. Ze willen leveren aan de klant, aan de verzekerde, aan het hogere ras. De verstandelijk vuile moet schoongemaakt worden met gevaarlijke psychotrope medicijnen of met abstracte psychinazi behandelingen die als codes zijn voor de schoonmaak en voor het programmeren en coderen van de stofzuigers. Daar kunnen ze telkens weer onderdelen vanaf nemen voor het bouwen van hun stofzuigers. Het is een fokkerij, een fabriek. Deze gewetenloze en verstandeloze idioten zijn zo ziek en geobsedeerd met hun spiegeltje aan de wand dat ze geen mensen meer zien, maar alleen maar objecten voor hun industrie. Je bent niets dan een ding. Het zijn buitenaardse invasies geweest van Pluto parasieten, hele lange dunne witte vrouwen met hele dikke mannen en hun honden. Ze installeerden hun codes op aarde van 1940-1945 als fundament voor hun psychinazi wereldrijk. Het zijn aliens, geen echte mensen. Ze hebben geen oren, alleen stompjes. Deze hele lange dunne witte vrouwen rijden ook op grote witte mensenhaaien. Ze leven aan de rand van de natuur, op kerkhoven. Probeer dit tuig niet te volgen. Ze gebruiken geen logica, maar spreken in code voor hun stofzuiger industrie. De mens is interessant voor hen, en ze gebruiken de mens slechts als experimenten en proefdieren. Ze hebben geen empathie. Ze zien de mens alleen als een object. Ze gaan clinisch en

steriel met de mens om. De mens is aan hen verkocht. Denk niet dat je met dit tuig ook maar enige zaken kunt doen. Het gaat allemaal via absurde verzekerings statistieken waarvan ze hun eigen krankzinnige wiskunde hebben gemaakt. Deze lui zijn stapel en stapel idioot. Er valt niet met ze te praten, ze zetten alleen een hoger stemmetje op, en spreken dan in code verder. Menselijk lijden laat hen volkomen koud. Ze martelen door totdat het product klaar is. Hoofdstuk 41. De kruistocht tegen de demonologie Spiegeltje spiegeltje aan de wand, wie is psychisch het schoonste van het land ? Dat zijn natuurlijk de psychinazi's. Die witte lange dunne white power hoeren staan met hun giftige medicinale psychotrope killer nagels op elke hoek van de straat om hun drugs te verkopen. Het zijn heroine hoertjes sinds 1945 in het psychinazi wereldrijk. Hun felrode nagellak vertelt je dat ze al met de etiketjes klaar staan om je te etiketteren. Het zijn projectie-hoertjes. Als je zaken met ze doet zul jij aan het einde ritje zijn wat zij waren, want al hun krankzinnigheid zal op jou geprojecteerd worden. Het zijn allemaal codes van een slinkse buitenaardse stofzuiger industrie, menselijke stofzuigers. Je bent slechts een stofzuiger onderdeel, en hardvochtig calculeren ze alles in, want je bent slechts een object. Hoeveel je moet lijden is verder hun zaak niet. Verwacht niet dat ze ook maar enige empathie met je zullen hebben. Ze zijn zo zakelijk als een hysterische verzekeringsagent, hoog opgevoerd met statistieken die als dolle honden op je zijn afgestuurd om je te verscheuren. Sta je ingeschreven, zo ja, onder welk nummer, en onder welke geboorte datum. Dat is het eerste wat ze vragen, ook bij zware ongevallen. Ik was er zelf ook wel eens bij, en zag hoe ze met de slachtoffers omgingen. Het viel me nog mee dat ze niet vroegen : 'Spaart u ook zegeltjes ?' Van 1945 tot eind 70-er jaren werden de fundamenten van het psychinazi wereldrijk gelegd, die haar peilers al had in 1940-1945, en in de 80-er jaren werd dit fluitend overgenomen door het dentinazi wereldrijk, net zoals de Romeinen het overnamen van de Grieken, maar altijd met elkaar verstrengeld bleven. Deze twee industrieën of liever gezegd verzekeringsmaatschappijen horen bij elkaar, ondersteunen elkaar. Het dentinazi wereldrijk was de sluitsteen op het psychinazi wereldrijk, wat gewoon onder deze schelp kon blijven opereren. Pluto white power was gekomen, via beademings apparatuur, om zo op die basis hun stofzuiger industrie te bouwen. Het ging niet alleen via Pluto, maar ook via Neptunus, Uranus, en de diepe witte kern van de Pleiaden, de witte pleiaden. Dit was slechts het opladen van het geweer, want dieper in deze kern zaten de dentinazi's al te wachten, wat slechts een vloeren industrie is. Dat is tegelijkertijd ook alles wat ze nog hebben. Het is een vloeren verzekeringsmaatschappij. Of dat nu tegeltjes zijn of andere soorten vloeren, vloeren in allerlei vormen en maten, in allerlei patronen, want de vloer staat tussen de mens en de onderwereld, tussen de mens en de aarde, oftewel tussen de mens en de natuur. Zij staan aan de rand van de natuur, en hebben daar hun industrie opgezet. De bezigheden van de dentinazi's op aarde zijn dus slechts codes hiervan. Het gaat hen niet

daadwerkelijk om je gezondheid of om je orale gezondheid, maar om hun vloeren industrie want dat is alles wat ze nog hebben. Ze gebruiken dus een dekmantel om door legaal geweld gedwongen hun vloeren aan je kwijt kunnen, en je wordt ook zelf zo uitgesmeerd en tot tegeltjes gehakt dat je zelf niets anders dan vloermateriaal bent in hun ogen. Daarom gaan ze ook zo clinisch en steriel met je om. Je bent niets waard in hun ogen. Ze zetten je zo op de trein naar Auschwitch. Kan hun het schelen. Het moet een goede vloer zijn. Punt. Geen discussie mogelijk. Ze zijn stomdronken. Het zijn handelaren, verzekeringsagenten, die kijken of je van het hogere ras bent, of je verzekerd bent en aan de voorwaarden voldoet. Om vloeren gaat het hen. Ze blijven tussen stad en natuur inhangen. Daar dwalen ze op hun kerkhoven. Het zijn grafrovers. Vraag ze maar eens hoe het met hun vloeren-industrie gaat. Ze zullen janken als schoothondjes als ze merken dat je het ontdekt hebt. Het is alles wat ze nog hebben. Vraag het hun maar. Heb het met hen veel over vloeren totdat ze tranen met tuiten janken. Jankende demonen. Spiegeltje spiegeltje aan de wand, wie is oraal de schoonste in het land ? Dat zijn natuurlijk de dentinazi's. Maar het is slechts een vloerenverzekering, een vloeren industrie. Vloertje moet erop, hup zo op je bot. De lagere aardse mens denkt dat het zo hoort, want het zijn dokters, en die hebben ervoor gestudeerd, dus die zullen het wel weten. Vloertje op het bot, vloertje op de zenuw, klaar. Ze doen het ook bij hun kinderen. Hup, weer een dode kies waarin de parasieten kunnen huizen en feestvieren. En maar vol laten spuiten met rommel. Weer een vloer gelegd. Zo, nu zal de mens niet meer kunnen komen tot de onderwereldse natuur. De diepte zal zo afgesloten blijven voor de mens. De eerste kwakzalver ontstond toen de eerste schoft zijn eerste domkop vond. Ook de volgelingen van de kwakzalver zijn onderdeel van de industrie. Ze worden er gewoon voor ingehuurd. Het zijn NSB-ers, landverraders. In mijn kinderjaren had ik een terugkerende droom dat ik door de vloer zakte en tot de onderwereld ging. Het was een indiaanse onderwereld. Alles hier op aarde in de stad is geplamuurd door buitenaardsen. Er zijn buitenaardse, onzichtbare vloeren gelegd tussen mens en natuur. Als je tot dit monster komt met de Perseus spiegel dan zie je vloer industrieen, vloer verzekeringen. Het is niet wat het lijkt. Het brult in de dieptes van de witte pleiaden, en als je het ontmaskert dan jankt het. Het is het laatste wat ze hebben. Breek de vloeren af. Hak er op in met een bijl. Wees een barbaar, en kom terug tot de natuur, en wordt een wilde. Kom terug tot je dromenwereld. Wees geen NSB, maar een verzetsstrijder. Blijf de spiegel van Perseus gebruiken. Kijk niet rechtstreeks naar dit monster. Blijf obscuur, nihilistisch en pre-existentialistisch, want de schepping is nog niet gekomen. Eerst moet de mens afrekenen met de onschepping, het raadsel ervan oplossen. Pas daarna kan de mens waarlijk mens worden. Het dentinazi wereldrijk spreekt in code. Het zijn vloerenhandelaars, gebaseerd op een vloeren verzekering. Ze hebben hun eigen wiskundig stelsel hiervoor gebouwd. Ze geven niets om je. Het verzekeringsmodel voor vloeren is het laatste wat ze hebben. Door het verzekeringsmodel hebben ze hun vloerenmarkt beveiligd. Dat is hun bron van inkomsten, dat is hun adem, dat is hun leven. Het is alles wat ze hebben. Zonder dat is er geen leven voor hen mogelijk, want ze hebben de gnosis niet. Het zijn geen filosofen. Het is de onschepping. Het zijn abstracte nazi's, volkomen krankzinnig. Ze hebben hun eigen hogere ras gepretendeerd, en hun eigen Jodenras geschapen, allemaal voor een vloerenverzekering. Als ze een Jood zien worden ze helemaal overstuur en trekken ze al hun registers van statistieken open om weer te kalmeren. Dan zetten ze de Jood op de trein naar Auschwitz, en zijn hele familie. Door zoeken ze stad en land voor af, allemaal om het product klaar te krijgen : de vloer. Dat is alles waar het bij hen om draait. De definitie van krankzinnigheid is niet wanneer iemand zich vreemd gedraagd of wanneer je iemand niet begrijpt. Krankzinnigheid is het verachten van de demonologie, het niet houden aan

veiligheidsvoorschriften, zoals het ijs oprennen terwijl het nog te dun is. Krankzinnigheid is het verachten van de hogere filosofie. De onschepping begint met de vloeren, met het asfalteren van de natuur, waarin er lagen overheen gegoten worden. Zo wordt het huis gebouwd, en daar wordt dan een leuke stofzuiger industrie op gebouwd, een verzekering voor het hogere ras. In deze vloeren zitten nog wel de codes verborgen van de natuur, maar die kun je alleen ontcijferen door de spiegel van Perseus. Deze vloeren staan onder zware stroom. Het is een vloeren monster. Het is een secret society. Het is allemaal groot geheim. Het gaat erom de ander dingen te verkopen zonder dat de ander het doorheeft, al dan niet gedwongen. Vloertjes leggen. Hup, chemische lagen over de natuur heen zodat de natuur niet meer door kan komen, chemische lagen over de ware identiteiten heen. Mensen mogen niet weten wie ze zijn en waar ze vandaan komen. Vloertjes leggen, en flink verdienen. Dat is de code van de heroine hoer op de hoek van de straat met de scherpe rode nagels. Wat zij op haar nagels heeft gedaan, het vloertje, zal ook over jouw natuur gaan, over jouw identiteit. Allemaal gif, chemische, psychotrope rotzooi. Ze speelt met de gevoelens en het denken van de onoplettende man. Die denkt : 'Ik heb toch geld, dus er op af.' Hij ziet niet dat ze aan de drugs is. Hij ziet niet dat ze als een roofdier van top tot teen bewapend is. Nee, deze rund ziet het niet, dat hij getrokken wordt tot de slagerij. Hij kent namelijk de demonologie niet. De dentinazi hoer weet precies hoe ze haar vloertjes moet leggen. Dat is allemaal al zo ingecalculeerd. Daar valt ook niet over te discussiëren. Zij heeft altijd gelijk. Haar etiketten arsenaal heeft ze al opengetrokken. Haar nagels zijn al met vloeren bewapend, en die gaat ze zo bij haar slachtoffer leggen. Wees niet haar volgende slachtoffer. Vloertjes leggen, vloertjes leggen, het is een machine. Het is niet iets medicinaals. Het is een oorlog, een marketting oorlog, een verzekerings oorlog. Het hogere ras van de onschepping is aan zet. Ze zijn op zoek naar hun Joden, want Auschwitz moet vol worden. Ze hebben vloeren nodig. Het is hun leven. Zonder dat hebben ze niets. Ze hadden het eens geerfd. Het zijn geen filosofen. Het zijn geen demonologen. Het zijn krankzinnigen. Ze hebben zichzelf lopen opwerken tot de werkers van hun eigen gesticht. Een tragische vertoning. Lange dunne witte aliens die steeds langer en dunner en witter worden, en dan ergens halverwege afknappen, waar uit de punt blaffende dolle honden stromen, en zo worden de afgebroken stukken weer dunner, langer en witter, en zo komen er steeds meer bij. Het zijn vrouwen die op witte haaien rijden en lachend tot de aarde komen. Ze zijn dun en worden elke dag dunner, wit en worden elke dag witter, en daarom lachen ze, en elke dag worden ze langer en langer, totdat het ergens halverwege afknapt, en dan zijn er twee, enzovoorts enzovoorts, en ze hebben dikke mannen die elke dag dikker worden, dikke spierbundels soms, die zo dik worden totdat ze kapotspatten. Uitpuilende ogen hebben die zo uitpuilen en zo groot worden totdat ze knappen. Hazen zijn het, en de vuilste, goorste taal, absurd sadisme, oftewel absadisme, maar dat verpakken ze allemaal in deftige, dure taal, schoon, zo schoon, en steriel, want …. ze hebben een product te verkopen. Dikke clowns met dikke konten die op de aarde zitten. 'Vloertje kopen, mevrouw ?' Maar ze verpakken de woorden, want het moet geheim blijven. 'Vloertje kopen, mevrouw ?' En hun stemmen worden steeds hoger, totdat het uit elkaar spat, en dan zijn ze dolgelukkig, doldwaas. Hazen zijn het. Uitpuilende ogen bijna als harde geslachtsdelen, harder harder, dieper dieper, het reikt tot hun schoenen, tot de vloer, en dan spat het uit elkaar, en lachen ze hysterisch. 'Vloertje kopen,' zegt de mongool. Maar de woorden worden verpakt, want het is geheim. 'Vloertje kopen,' zegt de mongool met een hoger stemmetje, en het stemmetje wordt steeds hoger, en het woordje wordt steeds sneller gezegd. En dan schateren ze van het lachen als het explodeerd. Ze kunnen het zich veroorloven, want er komen er steeds meer bij. Ze vermenigvuldigen zich hierdoor. Dikke mannen, alsmaar dikker, dikkere spierbundels, en hun vrouwtjes worden steeds dunner, steeds langer, totdat het uit elkaar spat, en dan maar lachen. Ze hebben maar een plezier met hun onschepping, en niemand mag het weten. Met kaarsrechte, zure gezichten staren ze op aarde voor hen uit, maar van binnen hebben ze dolle pret. Ze hebben het hele aardse ras bedrogen, omdat er geen demonologie was.

Dikke, schrokkende mannen, hamburger na hamburger, grote spierbundels die steeds dikker en groter worden, en daar komen ze. Ze zijn traag van begrip, ze hebben geen oren. Dan komen ze als dentinazi's, maar ze verkopen slechts vloertjes. 'Nee, nee,' bulderen ze met een hele lage stem die steeds lager wordt, en steeds trager, alsof ze in een bubbel zijn opgesloten. Steeds zachter klinkt hun stem, want ze zijn ver weg in de bubbel. Laat je niet bedonderen door dit buitenaards tuig. Dan gaan ze heel traag door de straten. 'Waar zullen we nu eens vloertjes leggen ?' Grote dikke spierbundels totdat ze ontploffen. Niks erg, want hun vrouwtjes fiksen het wel weer. Vloertje leggen, vloertje leggen, een vreemd verzekeringssysteem van vloeren leggen. Hazen zijn het, met uitpuilende ogen en grove taal, perverse taal, absadistisch. En dan gaan ze in gesprek. 'Vloertje leggen ?' Maar niemand mag het weten. Niemand mag het horen, want het is een geheime samenleving. Clowns door de straten. Ze kloppen op de hoge deuren. Dunne vrouwtjes op haaien bij zich, en hun blaffende hondjes. Het is een circus optocht. Het zijn de krankzinnigen van de onschepping. 'Kom met ons mee, daar verderop is het mooi.' Het is een kruistocht tegen de demonologie. Hoofdstuk 42. De logistiek van de demonologie Vloeren boeren, dat is wat ze zijn, met selectieve anorexia, anorexia selectia, want de vrouwtjes moeten ze dun mogelijk, en dat hoeven de mannen niet, en die worden door anorexia selectia enorm dik. Zo houden ze elkaar in stand, door dit gesjoemel in minderen. Ze hebben hun eigen wiskunde hier omheen gebouwd. Deze dentinazi's hebben zich zo opgewerkt tot de hoogste lagen van de samenleving. Ze kunnen overal in en uit. Daar hebben ze de sleutels voor. Zij zijn immers dentinazi's, uitgekookte vloerenboeren. Ze zijn hyper uitgekookt. Hysterisch is het. Zij zouden het allemaal wel even weten. Maar dat is juist de strategie van vloerenboeren. Ze kweken de mens als vloeren. Niet door hun eigen wijsheid. Ze zijn zelf niet zo slim. Maar ze hebben dit systeem geerfd. Het zijn nogal luie donders. Het is de onschepping, de nachtmerrie van de feutus. Dan lopen ze de hele dag met hun vloerenverzekerings registers te zeulen, en dan bepalen ze wie op de trein naar Auschwitch wordt gezet. Dat bepalen zij allemaal, door hun hoge wiskunde. Het is het leven niet. Het is de dood. Het zijn demonen. Napoleon heeft zijn geallieerden gezonden, door de zwarte driehoek. Een reusachtige zwarte driehoek is boven de zee verschenen en daar komen ze uit. Het is de spiegel van Perseus om met het vloerenmonster van de dentinazi's af te rekenen. Het is oorlog, want het woekert maar voort als de kanker. Maar alleen de eenling zal opgenomen worden. De vloeren zullen breken en er zal een weg terug zijn tot de natuur, dat is wanneer je de filosofie ervan bestudeerd. Het hogere ras is dus perseusisch. Alleen door de spiegel van obscuriteit zal de vloer van de dentinazi's verbroken worden en het vloerenmonster worden verslagen. Het is alles wat ze hebben. Het is alles waar ze omheen draaien. Ze zijn erdoor geobsedeerd. De mens moet geheel ontvloerd worden. Mens en natuur zijn

volkomen geasfalteerd, maar er is een weg tot de schepping. Het zijn allemaal slechts barensweeën, vrouwen die ijlen. De mens ijlt door de pijn van het niet begrijpen. De hersenen ijlen. Het is de nachtmerrie van de feutus. 'Ja, ik had dit kunnen zeggen en dat kunnen zeggen,' denk je soms als je weer een gesprek hebt gehad met het zulke verzekerings agenten, maar je hoefde dat allemaal niet te zeggen. Je moet je parels niet voor de zwijnen werpen. Eerst komen de stofzuigerboeren, en dan de vloerboeren, en zo bouwen ze hun steden, maar dat is alles wat ze hebben. Jij hebt de hele natuur. Zij zijn kuddes varkens. Het zijn natuurverschijnselen als tekenen van de komende schepping. Als het ego zijn piek heeft bereikt dan is de schepping niet meer ver weg. Het zijn trillende biggetjes bij de rivier, op zoek naar vreten. Kijk niet rechtstreeks naar hen, want dan wordt je zoals hen, maar kijk door de spiegel van obscuriteit, de perseusische spiegel van de demonologie. Het is een hele kudde biggetjes die zwaar paranoïde zijn tot de demonologie. Dat lusten ze niet. Daar willen ze zichzelf niet mee bevuilen. Deze biggetjes willen niet naar school. Ze drinken water van de rivier en wassen zich daar. Laat je niet bedriegen door het uiterlijk van deze biggetjes. Ze zijn allesbehalve schattig. Het zijn roofvarkens. Ze gaan op jacht. Hierin zijn ze meedogenloos als hyena's. Het zijn geen nobele dieren. Het zijn sadisten. Ze wassen zich in de rivier om henzelf klaar te maken en op te laden voor de jacht. Het ego is een roofdier. Als ze hun prooi hebben gevangen dan spelen ze met hun prooi, dan brengen ze de prooi in gevangenschap om de prooi uit te mergelen tot delicatesse. Ze doen zich te goed aan het psychische ongemak wat ze de prooi opleggen : angst, stress, paniek, depressie, eenzaamheid, vernedering, bespotting, kleinering, enzovoorts. Het zijn psychinazi's. Ze leven van de mentale problemen van de ander. Het is hun brood. En de dentinazi's zetten ook zomaar mensen op de trein naar Auschwitz. Stoomwals erover. Vloertje klaar. Ze hebben geen empathie, want de mens is slechts een getal in hun smerige wiskunde, in hun experimentele pseudo-wetenschap. Ze zijn een zwerm zwerfhanen die zo kinderen in het gezicht springen om hun ogen uit te pikken. Ga er dus nooit zonder perseusische spiegel op af. Het zijn roofhanen. Ze menen het. Het zijn jagers. Daarom moet de schepping komen. Ze lopen daar pronkend rond, en gaan niemand uit de weg. Het zijn zwarte hanen met rode snavels. Ze verwonden mensen en kinderen voor het leven. Iemand moet die dolle hanen stoppen. Daarom moeten de amazones komen, de natuur-vrouwen. Dan zal er een nieuwe schepping komen. 'Wij houden ons wijselijk stil als de vijand een fout maakt,' stelt Napoleon. Dat is ook wat de Egyptische godinnen stellen. Napoleon bracht de Egyptologie naar Frankrijk, en in zijn dagen ontstond er zo een ware Egyptomanie in Europa. Napoleon was op ontdekkingstocht naar Egypte gegaan, waar de Rosetta steen werd gevonden, waardoor later de hierogliefen werden ontcijferd. Het legde de basis voor de Egyptologie. Napoleon stelde zijn 'maarschalk van de verblijfsplaatsen' op, de 'marechal des logis', die als functie had verblijfplaatsen te vinden voor het leger, waarop de logistiek is gebouwd : 'op de juiste plaats, de juiste tijd, de juiste hoeveelheden met de juiste kosten'. De logistiek is dus ook het fundament van de demonologie. De logistiek is dus het vak van de heilige gebondenheid in filosofische termen. Je kunt niet over de grenzen heengaan. Napoleon kwam om de natuurlimieten aan te leggen. Hij moest hiervoor de valse limieten van de samenleving verbreken. Er lag een Grieks-Romeins fundament wat doorbroken moest worden. De mens moest terug naar de natuurfilosofie van Egypte. Dan zijn er de beauty-nazi's die oppervlakkige informatie willen en oppervlakkige adviezen geven om de mens af te leiden van de diepere natuur. Denk ook maar geen seconde dat de beauty nazi's ook maar iets te maken hebben met esthetiek. Zij hebben helemaal geen zintuig voor schoonheid, iets wat dus puur filosofisch en natuurlijk is. Alle schoonheid is demonologie. Punt. Ga je erbuiten, dan is het geen schoonheid meer. Maar schoonheid is een overgebruikt woord. Het is een abtracte

term, die nogal verletterlijkt is. Zoals gezegd had schoonheid een hele andere betekenis in de jaren 1700-1800, en ook schuilwoorden zoals sterk en zwak. Het woordenboek van de jaren 1900 begon al deze termen te mollen en overmatig te gebruiken. Deze woorden mogen nooit op zichzelf staan, maar moeten altijd in een bepaalde, strategische context genoemd worden. Als ik soms zie hoe domme gekken zomaar als imbecielen te durven springen op het veld van de esthetiek en zomaar links en rechts mensen op hun kleding beoordelen of andere soorten uiterlijkheden, zomaar uit de losse hand, zonder uitleg, zonder diepte, zonder demonologische context, dan doe ik mijn hand voor mijn gezicht en dan zucht ik, net zoals Napoleon. Maar wat is dit verschijnsel van de beauty-nazi's die dit tijdperk terroriseren ? Denk dus ook maar geen seconde dat de beauty-nazi's ook maar iets met het uiterlijk te maken hebben. Neen. Ze halen hun informatie uit roddelblaadjes, uit cosmetische magazines, uit publieke opinie boekjes, wat dus helemaal geen publieke opinie is, maar wat een bepaalde groep is die hun wil wil opleggen en alles willen projecteren op de massa. De massa bestaat dus niet. Het is slechts een minderheid, en alles hangt als los zand aan elkaar. Maar wat is het ? Het is een heel interessant en eigenaardig verschijnsel op zijn zachtst gezegd, waar ik me al met mijn kinderjaren mee bezig hield. Ik wilde altijd contact hebben met de diverse groepen in mijn klas en omgeving, voornamelijk ook de vreemdelingen, voornamelijk ook de natuurmensen. Ik hoorde bij geen enkele groep. Ik was een regenboog kind. Ik had contacten met iedereen. Niet letterlijk iedereen, maar van elke groep wel iemand of een paar. Ik legde altijd een witte boterham op een bruine boterham, en als mensen me dan vroegen waarom ik dat deed, dan zei ik dat dat de multi-cultuur is, de brug tussen de culturen. Daar was ik als kind mee bezig, niet om mezelf te onderscheiden en af te scheiden in exclusiviteit. Ik stelde vragen aan de verschillende groepen mensen om me heen. Ik had geen vooroordelen. Ik wilde ze beter leren kennen, wat hen dreef. Ik plakte geen etiketten op. Wel vocht ik dus tegen extremisme, racisme en exclusiviteit. Ik groeide op in een extreem christelijk gezin, maar dit waren de christelijke principes die ik in ere hield en waar ik een ieder toe wilde bekeren, tot het regenboog principe. Ik bedreef hierin logistiek. Zoals ook Lenin stelde : 'het gaat om de juiste schakel te nemen op het juiste tijdstip.' Ik zag dat beauty-nazi's elkaar altijd tegenspraken. Ze streden voor hun eigen familie vaandel of clan vaandel. Ik liep zelf wel rond met merken die ik heel selectief had uitgekozen, maar ik oordeelde de ander er niet om. Want ja, wat als het merk een krokodil is, of een haan ? Voor mij had dit diepte. Ik liep veel met haantjes kleding en krokodillen kleding. Ik had eens als kind een tshirt met een krokodilletje erop gekregen van een neef voor wie het te klein was geworden. En dat brak mijn verbeeldingswereld open. Dus ok, het was een merk, maar voor mij had het diepte. Het was iets magisch, als de sebek krokodil, de militaire leider van Egypte. Ik zag er wel wat in. En de haan was ook een vechter en symbool van de vruchtbaarheid, oftewel de demonologische vruchtbaarheid. Dus ik had haantjes schoenen en haantjes bovenkleding. Maar dat was profetisch, dat hoorde uniek bij mij. Daar ging ik een ander niet mee belasten. Iedereen was uniek, en iedereen moest de logistiek leren. Allemaal op dezelfde plaats zou niet strategisch zijn. Maar wat zijn die beauty-nazi's dan ? Waar gaat het over ? Ik had op school op mijn tassen altijd een boodschap uit te dragen. Ik kon goed tekenen, dus ik maakte er altijd wat van, dus een cool cat op mijn eigen tas, en op de tas van mijn broertje tekende ik een neefje van Donald Duck, Kwak ofzo, van Kwik, Kwek en Kwak. Maar toen begon de boodschap ook duidelijker te worden, want toen kwam er op te staan : God heeft je lief en God wil je redden enzovoorts. En ik had stickers met regenbogen op mijn fiets als kind, waarop stond dat er hoop was, want dat wilde je toch uitdragen aan de vervallen samenleving om je heen, als teken ook naar de buitenaardse wereld en de onderwereld dat je niet bij de beauty-nazi's hoorde, want die houden stijf hun mond dicht als het om naastenliefde en bemoediging gaat. Die leven door kleinering en exclusiviteit. Ja, ik wees het evangelie aan als de weg, maar wat weet je als kind van het evangelie af ? Het is de enige vocabulaire die je kent. Het was voor mij gewoon heel simpel : het goede, de regenboog, de liefde en de zorg, is de weg. Dat zag ik nauwelijks om me heen, en daar was ik verontwaardigd over. Als het zogenaamde 'vadertje' mijn fiets nodig had en erop wilde rijden voor wat voor reden dan ook,

dan moesten die regenboog stickers eraf. Met God op weg naar 2000. Dat kon echt niet, en dat terwijl hij zwaar christelijk was, maar daar mocht gewoon niet over gesproken worden. Ik begrijp dat wel. Je wilt het niet in het gezicht van de mensen smeren. Hij voelde misschien toch wel aan dat het christendom niet iets is om over op te scheppen. Het is niet iets om over naar huis te schrijven, maar het was alles wat we als kind hadden, en sommige dingen waren goed. De naastenliefde is goed. Hoop en bemoediging geven aan de naaste, vooral als kind, is goed. Als kind moet je vaak het voorbeeld aan je ouders geven. Als het aan ons lag kwamen er 'verboden te roken' stickers bij ons thuis, want er kwamen veel bezoekers die constant rookten, maar de 'oudertjes' waren het daar niet mee eens. Ik denk dat je het als kind wel aanvoelt hoe gevaarlijk het is. En dan ook die roddelblaadjes, die bleef het zogenaamde 'moedertje' ook maar in huis halen, dikke stapels op het zolder en om ons heen, en ja, dan vang je als kind weleens wat op, en dan waarschuw je ertegen, maar er wordt niet geluisterd, want je bent maar kind. En maar roddelen over anderen, en maar de hele dag door mensen kleineren, allemaal om oppervlakkige redenen. Demonologie mocht niet. Dan schreeuwden ze moord en brand, ook al was het je professie, maar ik had beter leraar kunnen worden. Ik was leraar, maar niet van hun kerk en niet op hun manier. Dan moet je als kind naar de televisie kijken met zogenaamde ouders om je heen die voortdurend wat aan te merken hebben op mensen op het beeldscherm, en wat hun types zijn en wat niet hun types zijn, bla bla bla. Wat kon ons dat nu allemaal schelen ? Wij wilden gewoon televisie kijken, zonder al die belachelijke opmerkingen erbij. Ze gaven voortdurend commentaar op van alles en nog wat, want zij wisten alles beter. Kijk, opvoedkundige opmerkingen zijn belangrijk, heel belangrijk, maar wij leerden alles wat goor en vuil was, van deze beauty nazi's. Iedereen moest maar zoals hun zijn en hoe zij het wilden. Maar wat is het ? Met het grootste gemak offeren ze hun kinderen aan de Moloch en worden er goed voor betaald. Wat is het ? Wat is het mysterie ? Nee, het gaat hen niet om het uiterlijk. Ze weten niet wat het uiterlijk is. Ze weten ook niet wat schoonheid is, wat esthetiek is. Ze hebben dingen uit boekjes. Het is opmerkelijk hoeveel aandacht ze hebben voor mensen, en hoe ze 'het beste voor hebben met de mensen', hoe ze alles beter weten, hoe ze de weg tot de hemel kennen of tot Rome of waar dan ook. Zij weten het. Het is toch ontroerend te zien hoeveel zorgen ze zich maken om het uiterlijk van hun naasten, hoe ze daar wel alles voor willen doen, hoe ze daar helemaal in opgaan, hoe ze het de hele dag erover hebben. Zoveel zorg. Je wordt er helemaal warm van van binnen. Dat is nog wel beter dan het evangelie. Dat is nog echt eens een God die om je geeft, want die is altijd met je bezig en heeft altijd het beste met je voor, weet altijd precies hoe je je haar moet hebben, en wat je aan moet trekken, welke schoenen je moet dragen en van welk merk, enzovoorts. Die God weet precies wanneer je naar de kapper moet, en wanneer je je moet scheren. Wat een zorg. Die God weet ook precies hoe lang iedereen moet zien, hoe dik of hoe dun, en welk type huidskleur, en welke kleur ogen, hoe groot de voeten moeten zijn en hoe groot de handen moeten zijn. Dat is waar deze God zich in grote liefde de hele dag mee bezighoudt, want hij heeft niks anders te doen. Wat zou er anders moeten wezen dan ? Hier gaat het toch om in het leven ? Die God loopt altijd met zijn meetlat rond en met zijn weegschaal omdat hij zoveel van ons houdt dat hij ons in de juiste lengte en op het juiste gewicht wil hebben. Wat een grote liefde en wat een grote zorg. Echt ontroerend. Er zijn dus toch nog echte mensen op de wereld. En jij maar denken dat de hele wereld was afgeweken. Ze zijn er maar druk mee, de beauty nazi's. Wat is het ? Altijd staan ze voor de ander klaar om advies te geven over uiterlijk, over make up, over kleding, ook als het niet eens haalbaar is. Zoveel geven ze om de mens. Ze lijden echt met de mens mee, over die onmogelijke onbereikbare idealen die ze hebben, want dat zou toch echt een utopie zijn, een paradijs op aarde, als iedereen zo zou zijn als hen. Wat is het ? Zij kennen je beter dan jezelf. Zij weten meer af van jou dan jezelf weet. Zij doorgronden je. Zij kennen je van top tot teen. Niets kan je voor hen achterhouden. Niets. Vergeet

het maar. Zij hebben voor alles al gezorgd. Zij kunnen je alles vertellen wat er nog aan je ontbreekt, en zullen intens met je medelijden die tijd dat je nog op aarde rest en je het maar niet kan bereiken. Het zijn echte troosters. Hoe zou een mens het kunnen redden in dit onverschillige leven waar niemand zich om je schijnt te bekommeren. Zij wel. Ze staan klaar voor je, dag en nacht. Altijd maar weer, het is een wonder. Hen ontgaat niets. Geen musje. Zij doorgronden jou. Zij staan recht voor je. Het is nog wel beter dan het evangelie van het christelijke geloof. Deze God geeft tenminste ook om je uiterlijk en wat voor kleren je draagt, en je make up, en je huidskleur. Dat is hem niet teveel gevraagd. Daar wil hij alle tijd voor nemen. Daar zegt hij belangrijke afspraken voor af. De beauty-nazi's, het is me een wonderbaarlijk verschijnsel. Net als je denkt dat de wereld aan de rand van de afgrond staat, dan komen zij op het nippertje om ons allen uit te redden. Grote helden zijn ze, op de juiste soort sokken. Natuurlijk van een heel duur merk, anders zouden ze dat nooit kunnen doen. Ze kunnen je zelfs de winkel aanwijzen waar ze het gekocht hebben. Wacht even. Zei je daar winkel ? Weten zij dat ook allemaal ? Waar je het kunt kopen enzo, en hoe duur het is ? Ja, dat weten ze allemaal. Hoe weten ze dat dan ? Nou ja, dat weten ze doordat ze nogal veel bezig zijn met informatie, als data analisten. En dat moeten ze ook wel weten omdat ze juist voor die bedrijven werken als informanten, en die bedrijven hebben juist veel informatie nodig van hun klanten en potentiele klanten. Dat is allemaal klantenwervings-strategie. Het zijn gegevensmakelaars. Dat verkopen ze dus weer door aan die bedrijven, al die registers en profiel-documenten die ze maken. Daar leven ze van. Oh. Dus het gaat helemaal niet om het uiterlijk, maar het is gewoon hun beroep om aan informatie te komen van de mensen en om ze naar een bepaalde winkel te lokken ? Precies. Ik voel me nu wel bedonderd zeg. En ik maar denken dat het allemaal echt waar was wat ze zeiden. Een mens kan vandaag de dag niet meer wit of zwart zijn, niet meer dik of dun, lang of kort. Een mens kan er vandaag helemaal niet meer zijn, tenzij hij naar die ene speciale winkel gaat. Precies. Het zijn dus informanten van buitenaardse bedrijven, een beroep dat ze geerfd hebben. Het is alles wat ze hebben. Ze werken voor een speciaal bedrijf of meerdere bedrijven, als data brokers, als gegevensmakelaars, die de profielen opmaken om door te kunnen verkopen aan bedrijven zodat ze hun logistiek kunnen opzetten, hun markettingsstrategieen enzovoort. Het zijn stalkers, spionnen, gegevensverzamelaars, heel obsessief, want dat is hun brood. Daarom zorgen ze zo goed voor ons en willen ze alles van ons weten. Ze willen echt dat we de beste producten krijgen, want alleen dan kunnen we leven, alleen dan kunnen we bestaan, krijgen we de adem ervoor. Maar wacht. Het is de onschepping ? Precies. Dus die buitenaardse bedrijven werken allemaal met elkaar samen, en hebben hun informanten naar de aarde gezonden, allemaal gemaskerd, allemaal als code, als beauty-nazi's ? Precies.

Hoe komen we dan van ze af ? Hoe ontkomen we aan hen ? Door de perseusische spiegel en het leren van de logistieke demonologie, het zijn op de juiste plaats, de juiste tijd, in de juiste hoeveelheden met de juiste kosten. Okay, dus die mode-nazi's zijn ook zo bedrieglijk als het weer. Natuurlijk. Ze volgen hun eigen logistiek, niet van de demonologie, maar van de economie, of liever gezegd van buitenaardse verzekeringsmaatschappijen. Zij zijn het aas van vissers. Fashion nazisme is een bedriegelijke vervanging voor de logistiek van de demonologie, maar slechts een code voor de uitgekookte wiskunde van de informanten, snitches, klikkers, infiltranten, van bedrijven. Het is spionage apparatuur die door bedrijven wordt geinstalleerd. Het zijn 'cookies', spyware. Klikspaan, halve maan, je durft niet door mijn straatje te gaan, Hondje zal je bijten, poesje zal je krabbelen, Dat komt door al je babbelen. Hoofdstuk 43. De nachtmerries van de feutus : Bamah en de zwarte hanen Er zijn een heleboel soorten beauty nazi's en fashion nazi's. Rassen-nazi's, genen-nazi's, psychinazi's, dentinazi's zijn allemaal soorten beauty nazi's en fashion nazi's die hun eigen idee over schoonheid hebben, hun eigen verrotte ondemonologische esthetiek. Psychinazi's zijn van de psychische schoonheid en dentinazi's zijn van de orale schoonheid, en dan zijn er ook nog relinazi's, zoals christinazi's die gaan over wat religieuze en theologische schoonheid is, maar dit zijn slechts codes van buitenaardse bedrijven, zoals het christendom een code is voor de auto-industrie. Juist omdat het in de diepte allemaal beauty nazi's zijn zijn het ook allemaal gegevens-bedrijven, informanten, wat elk bedrijf wel moet hebben om te kunnen overleven. Niet dat ze om je geven, hoor, het draait hen allemaal om henzelf, over hun bedrijf, want dat is alles wat ze hebben, en zo leven ze. Juist omdat ze de demonologie niet hebben hebben ze geen andere optie. Zij hebben dus data nodig, info, van de klant en van de potentiele klant, van de verzekerden en de onverzekerden waartegen zij verzekerd zijn. Zij zijn in die positie als zowel zaligmaker als huurmoordenaar, als inquisiteur. Informanten dus, ondervragers, interrogators, en dat doen ze allemaal op hun eigen manier. De dentinazi was nooit een echte communicator geweest, omdat ze nogal veel te verbergen hebben, maar die hebben gewoon hun boortorens en hun implantaten waarmee ze mensen periodiek aftappen voor data. De druk van de vulling op het bot en op de zenuw heeft zijn eigen trillingsgetal en kan daarmee unieke data van de mens aftappen en zo doorseinen naar de dentinazi. Natuurlijk zullen zij dit ontkennen, omdat dit namelijk hun vakgebied

niet is. Zij kennen de demonologie niet, dus ze moeten daar verder ook vanaf blijven. Het is ook het vakgebied van de psychinazi's niet die altijd weer proberen de demonologie in het verdomhokje te stoppen. Nogal logisch. Ze worden namelijk zelf bestuurd door demonen. Een kind kan de was doen. De nazi's zijn niet geschikt voor wat voor vak dan ook. Het zijn misdadigers. Er is een groot verschil tussen eerlijk zaken doen en zaken doen door de mafia. Maar natuurlijk willen ze dit niet horen, en natuurlijk proberen ze dit te negeren, en natuurlijk strijden ze ertegen. Het is namelijk alles wat ze hebben en het is hun laatste adem, want de demonologie zal hen die adem niet geven. Zolang Nederland nog voet geeft aan dit soort praktijken is Nederland verdoemd. Ze spreken in code, deze boeren. Je hebt ze aan de telefoon en ze proberen je voor het lapje te houden, je dingen aan te smeren. Ze zijn niet voor rede vatbaar. Er valt niet met ze te praten, maar heb altijd de perseusische spiegel dichtbij je. Wat ze doen en denken is het laatste wat ze nog hebben. Het zijn spionnen, en natuurlijk zullen ze dat ontkennen, want welke spion gaat nu zichzelf bekend maken ? Het zijn de regels van het spel, en daarom houden ze zich dom. Het is hun vakgebied niet, en de demonologie heeft hen door. Daar moeten ze vanaf blijven. Ze hebben net als ieder ander de vrijheid van meningsuiting, maar zodra je die mening aan een ander gaat opleggen en ook nog eens onder dwang gif in de botten gaat lopen implanteren, dan is dat crimineel, en dan zal gerechtigheid volgen, en gerechtigheid zal zoet zijn. Maar verwacht geen steun van de massa's, verwacht niet dat ze naar je zullen luisteren, want dit is het pad van de eenling, en het blijft het pad van de eenling. De rest is niet interessant. Dan kun je wachten totdat je een ons weegt. Het gaat om de eenling. Punt. Dit pad is niet zomaar zichtbaar, van 'oh, daar en daar'. Neen. Het pad is onzichtbaar en kun je alleen leren kennen door de logistiek : waar, wanneer, hoe, in welke hoeveelheid, in welke vorm, in welke verhouding. Daarom dient de eenling de logistiek van de demonologie te kennen. Alles om de mens heen, de gekke clownmachines van de nazi's met hun huichelachtige contradicties de hele tijd, is daar slechts een karikatuur van. De mens moet zelf de logistiek van de demonologie leren kennen, en dan zal het andere op de bestemde plaats vallen, niet eerder. Vroeger was er de militaire logistiek, en toen gooide de nazi logistiek roet in het eten, en nu is er de logistiek van de demonologie. Dit gaat niet door het rechtstreekse, het grijpen, maar door de spiegel van obscuriteit, de perseusische spiegel met een nihilistische en pre-existentialistische basis, want de schepping is nog niet gekomen. Het is de strijd te ontstaan, niet de strijd om te overleven. Het leven is er nog niet, slechts duisternis, woestheid en leegte. De feutus zweeft boven de zwarte golven in een gelei achtige capsule, en de feutus heeft een zware, chronische nachtmerrie van de onschepping. Dit zal de feutus inspireren, en dit zal de feutus wakker maken en tot leven verwekken. Dit is de enige manier. Zonder deze nachtmerrie is er geen bestaan of schepping mogelijk. De amazones slapen aan de kust, in hun tenten. Hun grote bossen met haren woelen op hun slaapplaats, waar ze liggen onder de vellen van verslagen demonen, in de jacht verkregen. Maar het is slechts een droom van de feutus. Het bestaat niet, maar het zal bestaan. De schepping is er nog niet geweest. Allereerst zullen de amazones er zijn, de natuur vrouwen, de natuur principes van de logistieke demonologie. En dan zal de geboorte plaatsvinden. De amazones dragen de zwarte veren van de woeste hanen. Hanen die je zo zouden kunnen aanvliegen om je ogen uit te pikken. Hanen die je voor het leven invalide zouden kunnen maken, verlamd. Het zijn de dentinazi's. De amalgaam genocide, de invasie van buitenaardse zwarte skeletten, is daar slechts een allegorie van. Welke man zou overleven in het gevecht met zo'n haan ? Alleen amazones zouden kunnen overleven, als ze woest en geemancipeerd genoeg zouden zijn, maar het was slechts een droom van de feutus. Hoe dan ook staat deze schepping te dringen, want het zijn natuurprincipes van de logistieke demonologie, de achter alles liggende filosofie van het

leven. Dan staat zij op met een bot in haar handen, en bestrijdt de zwarte dentinazi hanen. Zij wordt zwaar toegetakeld en moet bloedend wegrennen, en de zwerm woeste, hysterische dentinazi hanen achtervolgen haar, tot diep in de wildernis. Zij klimt in bomen om veilig te blijven, en maakt een vuur voor in de nacht. Zij is op zoek naar haar zusters. Zij roept en schreeuwt, maar zij horen haar niet. Zij bestaan niet. De schepping is nog niet gekomen. Het is slechts een droom. Is zij zelf wel een mens, is zij wel daadwerkelijk geschapen, of is zij slechts een dier, of ook maar een droom ? Zij weet het niet, ze is zwaar in de war. Maar het is alles wat ze heeft en werkt ermee. Ze zal haarzelf verdedigen tot het laatste toe, of ze nu bestaat of niet bestaat. 'Ik droom, dus ik leef,' spreekt ze langzaam. Ze heeft een fakkel waarmee ze de woeste zwarte hanen van haar af probeert te houden, maar ze zijn hardnekkig en koppig. Als ze haar aanvallen snijden ze diep in haar. Ze voelt haarzelf duizelig en misselijk. Er is vuil in haar bos met haren. Dan vindt ze een zwarte veer, en bindt het aan haar haar, en dan vindt ze nog een veer en bindt het aan haar bovenarm band. Ze droomt, maar ze strijdt, ze strijdt om te ontstaan. Misschien is het niets, maar misschien ook wel, en ze neemt haar kans. Misschien is dit wel de laatste kans die ze heeft. Weer roept ze het uit tot haar zusters, maar ze hoort niets. Bestaan haar zusters wel, of is ze in de war ? Weer doen de zwarte hanen een aanval. Er zijn er nu zoveel, maar dan ziet ze pas hoe klein ze zijn, en hoe groot zij is. Zij staat daar met haar fakkel, en ze kan hen zo goed zien nu. Er zijn er zoveel. Het is alsof ze haar niet meer zien, alsof ze onzichtbaar is, of heeft haar fakkel hen verblindt ? Ze lijken ineens als verdoofd. Is dit de schepping ? Ze grijpt haar mes, en maakt er één af. Ze neemt de veren af. Ze neemt de botten af. Botten ? 'Waar ken ik dit van ?' denkt ze. 'Ja, ik … ik moest naar de dentinazi's … eens … Ik zat in de stoel … of liever gezegd ik lag in de stoel, want het zijn ligstoelen, althans dat is waar mijn nachtmerrie over ging … De denti nazi kwam en keek in mijn mond, met een lampje. Hij haalde er toen een botje uit. 'Dit had je ingeslikt,' zei hij.' 'Nee, dat had ik niet ingeslikt. Dat zijn die hanen, en die hanen …' dacht ze. Ze maakte een voorhangsel voor haar tent van botjes en veren. 'Niemand zal hier nog doorkomen,' dacht ze. Maar ze kwamen, en dit keer was het overweldigend. Het zijn de nachtmerries van de feutus, maar zij zal ontwaken. Het is dan wel een nachtmerrie van de feutus, maar het is ook tegelijkertijd mythe. Is het begin van de schepping geen nachtmerrie op zich ? Het is iets wat we overal om ons heen zien, en vaak één van de favoriete bijbelboeken van de eenling die ontwaakt is tot het nihilisme, de staat van deze wereld, het bedrog van de onschepping. En dat is het boek van de OT oordeelsprofeet Jeremia, zware, massieve literatuur oorspronkelijk uit de woeste wildernis van Israel. Jeremia streed zelfs tegen Mozes. Het verbergt de amazone code, en daarom moet dit zegel verbroken worden, dit reusachtige Israelitische visioen van de obscure eenling in de natuur op het pad van het nihilisme, want Jeremia stelde dat wat Mozes deed dat dat God nog niet was. De ware religie was nog niet gekomen. Het volk was verleugend. Daarom heeft dit boek een ondoorgrondelijke en ongetemde woestheid, omdat het tegen de fundamenten van de Joodse literatuur inging. Als je dan kijkt naar de amazone oernatuur die achter dit boek schuilt, dan zien we de amazone vrouw genaamd Bamah, met de zwarte hanen, oftewel de dentinazi's. Het is als een schilderij in het woeste, donkere oerwoud van het voor-Israelitisch en ook het voor-Egyptisch, want het is voortijds, en buitenaards. Het zijn een serie schilderijen die het verhaal vertellen, de mythe van Bamah en de zwarte hanen. Soms staat ze met een fakkel, omringd door de zwarte hanen, en soms is zij heel groot, en de hanen klein en verdoofd, alsof zij een hanenhouder is. Zij is de eigenares van deze hanen, maar dat besefte ze deels nog niet. Zij moest nog ontwaken, en zij moest nog geschapen worden. Ook was zij in gevecht met deze hanen. Het zijn haar hanen. Het is haar fokkerij. Wat kunnen we ervan leren ? De dentinazi's zijn er een allegorie van.

Bamah betekent hoge plaats in het Hebreeuws, bergen, strijdveld, plaats van aanbidding, rand, het hoog zijn. Zij is de hanenhoedster, maar zij onderschatte haar eigen hanen, en zij keerden zich tegen haar in een zwak moment, waar ze zwaar voor moest betalen. En zo werkte ze aan haar eigen demonologie, want die moest nog geschapen worden. Het zijn obscure wezens, de dentinazi's, maar hierin zijn ze woest en hysterisch, de woestheid van autisten met een asperge-syndroom. Ze kunnen zich niet in de ander verplaatsen, alles draait om henzelf. Het zijn psychopaten, sociopaten. En Bamah kon ze alleen overwinnen en beheersen door haar eigen demonologische obscuriteit aan te wakkeren. Ook zij draait dus om diep autisme, maar dan het demonologische autisme. Het is dus een strijd tussen het lagere obscure autisme van het ego, en het hogere filosofische obscure autisme van het hogere ras. De hanen zijn dus katalysatoren van haar onderbewustzijn die nodig zijn om haar valse publieke bewustzijn te doven. Er zit dus een veel duisterdere psychologische betekenis achter. Hoofdstuk 44. De ontvoerde feutus en de openbaring van het oer-onderbewustzijn Ook obscuur naar jezelf zijn. Laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand denkt of doet. De mens is verstrikt geraakt in misleidend publiek bewustzijn. De mens moet terug naar het onderbewustzijn van het oer, want er is nu teveel bewustzijn. In de jaren 1900 begon het existentialisme op te komen : van bestaan tot essentie. Eerst moest de mens in het bestaan geworpen worden, om daardoor tot de essentie te komen. Het bestaan was een soort filosofisch kruis, de filosofische woestijntocht tot het beloofde land, en die tocht was noodzakelijk. Maar de schepping was nog niet gekomen. Het was het bestaan nog niet, maar het onbestaan, de onschepping, de nachtmerries van de feutus. De mens greep veel te snel naar allerlei vals bewustzijn, ook vals collectief bewustzijn, en daarom moest de mens eerst terug tot het onderbewustzijn. Maar de mens wilde feesten. En zo ontstond de onschepping. Er gaat dus nog wat vooraf aan de onschepping, en dat is het oer-onderbewustzijn. Alleen in het oer-onderbewustzijn zou de ware schepping kunnen komen. De mens moest dus een verdieping lager. Hiertoe zijn de zwarte hanen een katalysator. De mens moest hierdoor komen tot het demonologische oer-autisme in de filosofie. Zij van de onschepping hebben geen filosofie. Ze kunnen alleen maar doorverkopen wat ze geerfd hebben. Ze kunnen alleen maar verkopen. Er zit verder niets bij. Ze hebben geen creativiteit, geen scheppingsvermogen, en daarom zijn ze jaloers op hen die deze vonk wel hebben, en doen ze er alles aan om zulke personen uit te buiten.

Ik had een droom over Venezuela, over het oog van Venezuela, over het oog van het onderbewustzijn, maar dit was een duistere wachter. Ze sloeg me als een verwend kind. Ze jammerde. 'Het is van ons, het is van ons,' jammerde ze. Elke nacht weer, als we slapen, gaan we het onderbewustzijn in. We moeten hierin dieper en dieper, want alleen dat is de ware weg tot de schepping. Ook overdag kunnen we deze tocht maken. Er is zoveel vals bewustzijn wat moet afsterven. Maak er zaak van van de onschepping te komen tot het onderbewustzijn, waar het pad van de eenling verder gaat. Dit is de diepere laag van het preexistentialisme. Er ligt een oer-onderbewustzijn waar het valse bewustzijn en het valse collectieve bewustzijn kan doven. Je dringt dan diep door in een demonologisch oer-autisme van het onderbewustzijn. Dit zal leiden tot het zuivere getal twee, want in de onschepping leidt het tot een corrupt getal twee, worden er corrupte verbindingen gemaakt, waardoor siamese tweelingen ontstaan. Denk niet dat ze daarboven niet autistisch zijn, alsof het sociale wezens zijn die niet eenzaam zijn, in de onschepping. Neen. Ze zijn zwaar autistisch met een asperger syndroom, ze kunnen zich niet in anderen verplaatsen, maar ze gebruiken elkaar gewoon, ze exploiteren elkaar, ze vreten elkaar op en kotsen elkaar weer uit. Het zijn nazi-autisten die hun eigen fatale droomwereld hebben gebouwd, hun eigen fantasiewereldje, waarin zij alles beter weten, waarin ze ieder ander mens die anders denkt en zich anders gedraagt dan hen de zak geven, tot een Jood maken, en hen per trein naar Auschwitch deporteren. Het zijn nascistische, sociopathische autisten, psychopaten die de ander niet kennen, maar pretenderen dat ze de ander beter kennen dan zij henzelf kennen. Zij hebben zich zelf tot de God gemaakt die alles doorgrond, die er altijd is en die alles ziet, het Venezuela oog, de wachter van het onderbewustzijn. Ze zijn schemeringen achternagelopen, hebben licht gezien, en hebben het gegrepen en het is hen fataal geworden. Ze zijn erdoor versteend, en ze kunnen nu nog maar een kunstje, een truukje. Pas er voor op. Het zijn gevaarlijke autisten die niet met je rekenen. Het sociale is maar een truukje. Ze trekken je mee naar hun graf. Ze kunnen zich van alles noemen : 'vadertje', moedertje, juffrouw, meester, vrouwtje, mannetje, vriendje, vriendinnetje, enzovoorts. Dat hoort bij het spel wat ze spelen. Ze menen het. Het is een asperger samenleving van roofdieren waar iedereen voor zichzelf strijdt, om te overleven, niet om te ontstaan. Ze houden zich niet aan de filosofische regels van het bestaan. Het is de autistische onschepping. Er is geen contact mogelijk. Alles is in ijs. Het getal twee bestaat niet. Het is nog niet geschapen. Ze pretenderen alleen, ze ijlen alleen, en ze willen dat jij erin gelooft. En als je ze volgt, en als je ze gelooft, dan fokken ze je op, zoals ze zelf opgefokt zijn. Ze rennen maar heen en weer. Dan moet er weer dat, dan moet er weer dat, en dan trekken ze weer een heel register open voor dit en dat, maar het is allemaal niks. Ze komen er nergens mee. Het heeft allemaal geen inhoud. Zo verspillen ze tijd, maar er is geeneens tijd. Tijd is nog niet geschapen. Het is de nachtmerrie van de feutus, en de feutus moet dieper het onderbewustzijn in, dieper de slaap in. De feutus is in strijd met het Venezuela oog. Kom niet tot een te snelle schepping, grijp niet het eerste de beste licht wat je ziet, maar wordt obscuur naar jezelf. Laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet. Keer je andere wang toe, laat je niet verleiden te snel tot actie over te gaan. 'Ja, maar die en die heeft dit en dat gezegd.' Wat dan nog ? Zij zijn in de onschepping. Spring er niet in. Als Jopie van de hoge brug in de rivier springt, dan spring je hem toch ook niet achterna. Laat maar springen. Demonologen gaan geen zinloze discussies aan. Demonologen laten zich niet uitdagen door kleine jongetjes. Laat ze maar kletsen, dat is alles wat ze kunnen. Als ze een fout maken, blijf dan wijselijk stil. 'Ja, maar die en die heeft me geslagen, recht op mijn wang.' Wat dan nog ? Keer je andere wang toe, anders slepen ze je in een gevecht, en dan wordt je deel van de onschepping. Dan slepen ze je mee naar hun graf, en dan kun je niks meer, verlies je alle creativiteit. Dat is wat overmoed doet. Leef vanuit de spontane vonk, en laat het zuiveren in het diepere onderbewustzijn. Niets moet. Je hoeft jezelf niet

te verdedigen, want het is de schijnrealiteit, de schijnschepping. Ze willen je uit je tent lokken, voorbarig uit de baarmoeder lokken, opdat je een miskraam wordt zoals henzelf. Het zijn miskramen, niet anders. Ga dieper het onderbewustzijn in, laat je niet verleiden tot vals glitterend bewustzijn, corrupt groeps-bewustzijn van saamhorigheid, kameraadschap enzovoorts. Ga op zoek naar jezelf, naar de filosofische onderliggende principes, en kom tot het zuivere getal twee in het beloofde land. Er is een kruispunt der eenlingen, waar de amazones hun zusters vinden, maar dit mag niet voortijdig opgewekt worden, want dan zal het eindigen in een fiasco. 'Ja, maar ik heb het koud, en het is eenzaam.' Wat dan nog ? Waar gaat het nu om ? Je bestaat nog niet eens. Dit is de weg. Als het niet zo was dan zou je in de schijnschepping terecht komen, en dat wil je ook niet. Je moet jezelf scheppen. Dieper in het oeronderbewustzijn wordt het vanzelf wel warmer en vindt je geleidelijk aan alles wat je nodig hebt. 'Ja, maar ik sterf.' Wat dan nog ? Je leeft nog niet eens. Je ijlt. Gewoon dieper gaan, en je komt vanzelf tot het ware leven, het ware bestaan, de ware schepping. Al het valse en voortijdige moet sterven, tenzij je een miskraam wil zijn, en poppenhuisje wil spelen. 'Ja maar.' Luister niet naar het oog van Venezuela. Ze houdt je tegen, want ze exploiteert je, maar strijdt om te ontstaan. Strijdt om in de diepte af te dalen. Strijdt om in te gaan. Het oog van Venezuela zal net zolang tot je ja-maaren totdat je bij haar terugkomt in de valse onschepping. Zij willen met je onderhandelen, want het is alles wat ze nog hebben. 'Dan ga ik de strijd aan.' Of je gaat terug. 'Nee, nee, ik wil niet meer terug.' Je hebt te maken met een obscure onschepping. Wees nog obscuurder. Je hebt te maken met een autistische onschepping. Wees nog autistischer, en ga dieper je onderbewustzijn in, tot de diepere slaap, om de valse onschepping achter te laten, alles achter te laten wat je dacht dat je had, want je had het niet. Je bestond nog niet. Je had te maken met een nihilistische onschepping, wees nog nihilistischer. Het zijn allemaal katalysatoren. Daal de trappen af tot de ondergrond van het onderbewustzijn. Dieper en dieper, waar alles verdonkerd wordt, waar alle valse lichten kapot springen, elk vals bewustzijn, al die uitpuilende ogen knappen daar voor eeuwig stuk. Hier kunnen ze niemand meer bedriegen. Het zijn spionage camera's, niets meer. Ga dieper, de informanten die verkeerde bedoelingen met je hebben springen vanzelf kapot. Het zijn bewakings-camera's, maar dieper en dieper hebben ze steeds minder macht. Het zijn alarmen, maar ze zullen vanzelf doven wanneer je dieper gaat. Het zijn kwallen die daar hangen aan de muren in het trappenhuis, die schemerend licht geven om je te verlokken, maar ze kunnen niets doen. Ze zijn verlamd. Ze hebben zelf de verkeerde keuzes gemaakt. Ze hangen daar niet voor jou, maar voor henzelf. Ze kunnen daar hangen als vagina's, maar ga er niet in. Het zijn valse baarmoeders van de onschepping. Ga dieper en ze zullen vanzelf kapot springen. Laat hen je niet met zich meesleuren. Als ze om je nek heenvallen, of op je hoofd vallen om je uit te zuigen, laat het je dan niet tegenhouden, maar ga dieper. De trappen zijn open. Je hebt meer onderbewustzijn nodig, niet meer bewustzijn. Het onderbewustzijn is een duister monster, een baarmoeder van het oer, maar laat je niet meer

verleiden terug te gaan tot de wipwap van de onschepping, want dan wordt je als een zwaar gereformeerd kind die alleen maar kan wipwappen. Daarboven is het zware mind control. Het is alles wat ze hebben. Er staat daar een turnrekje waar de kinderen zich vaak aan verwonden, kinderen die hun nek breken, en de kermis gaat maar door. Het is de onschepping. Gruwelijke dingen gebeuren daar, maar ze bestaan niet. Het is de onschepping, de nachtmerries van de feutus. Wat doen ze allemaal wel niet met die kinderen ? Stop. Ga niet meer terug. Ga dieper het onderbewustzijn in, want ze spelen psychologische spelletjes om je uit te zuigen. Ze houden van het uitzuigen van feutussen, maar ga dieper de baarmoedervliezen van het onderbewustzijn in, zwevende in een gelei achtige capsule boven de zwarte golven van het onderbewustzijn. Er is daar een woeste storm, en de golfen zijn hoog. Het grijpt je en trekt je in de diepte. Al het licht moet doven, alle schemering, elk vals bewustzijn, elk overmoedig collectief bewustzijn, elke betweterij. Oh, ze weten het allemaal zo goed. Het moet sterven, uitgedoofd worden, in de dieptes van de reusachtige oceaan van het oer-onderbewustzijn. Het heeft allemaal teveel gesproken. Mensen zijn kapot gepraat. Maar ze bestonden nog niet. Het waren de nachtmerries van de feutus. Wees maar autistischer, anders kun je niet tegen de autistische gekken om je heen op. Wees maar obscuur, want ze zijn obscuur naar jou, ook al doen ze alsof ze spontaan en meelevend zijn, ook al doen ze alsof ze leven en sociaal zijn. Ze hebben grote geheimen. Ze laten aan jou hun kaarten niet zien. Het is een obscure industrie. Niemand mag weten waar ze mee bezig zijn. Na kantooruren zijn ze er niet voor je. Het diepere onderbewustzijn van het oer, een diepere slaap, waarin de nachtmerries van de feutus kunnen kalmeren, waar ze ander natuurgeweld beleven. Zware stormen, zwaar onweer, zware draaikolken, hoge golven, allemaal om de feutus in de diepere slaap te brengen, want een roofdier, een roofvogel, had de feutus gegrepen en naar zijn nest gebracht, om haar jongeren ermee te voeden. Na de nachtmerrie is er slaap, diepe slaap, om diepere filosofische vonken uiteindelijk op te wekken, van een autistisch kind van de demonologie, de strategische obscuriteit van de natuur. Het nihilisme van de natuur van het onderbewustzijn is paranoïde toe naar alles wat zich te snel ontwikkeld. Het prikt door alles heen, laat zich niet meeslepen en manipuleren. Het onderbewustzijn is een zee van vertraging. Hierin wordt de feutus geworpen door de natuurstorm, en hierin wordt de feutus weggezogen om tot vertraging te komen, en zoveel beschermende gelei achtige vliezen omhullen de feutus dan weer, want de roofvogels hadden alles weggepikt, en hadden zich tegoed gedaan aan het bloed en de sappen van de feutus. De storm brak door alles heen, door alle kunstmatige, clinische, autistische wanden van de onschepping van de nazi's, een voorscheppingse psychose van de feutus. De storm nam de feutus weer mee terug naar waar het hoorde. Er was een onleven, maar het ware leven is in de filosofie, en die ligt opgeborgen in het oer-onderbewustzijn. Zoveel lagen waren er overheen gebouwd, zoveel vloeren overheen gelegd, voor een industrie, en de miskramen waren producten. Ze speelden poppenhuisje als kinderen en dementen. Het was een psychose van de feutus, maar de storm van het oer-onderbewustzijn kwam om de feutus terug te halen. De feutus was ontvoerd.

Hoofdstuk 45. Het lek in de eenling filosofie De psychinazi's, helemaal geobsedeerd met de psyche van de mens, als rampentoeristen, want ze kunnen er zo mooi munt uit slaan uit de ellende van de mens. Ze zijn zo geobsedeerd met de psyche van de mens dat het psychofielen zijn, wars van filosofie. Als ze het over psychoses hebben, dan zijn zij zelf wandelende psychoses, de ergste psychose die een mens maar kan hebben, als de psychoses van de feutus, vlak voor de geboorte. Het massa onderbewustzijn van de stad heb je dan niet nodig, maar je moet dan tot het natuur onderbewustzijn gaan van het oer, de diepere slaap. Maar hoe doe je zoiets ? Hoe kun je aan de psychoses van de onschepping ontkomen ? Je bent dan in het trappenhuis onder de stad en je gaat dieper en dieper, steeds dieper onder de grond, de ondergrondse natuur in, waar het onderbewustzijn van de natuur ligt. Het is niet slechts natuur. Je kan niet zeggen : lang leve de natuur en in de natuur gaan leven alsof alles daar om draait. Neen. Je moet terugkeren tot de filosofie van de natuur. De natuur staat niet op zichzelf. Wel is het zo dat de filosofie niet kan bestaan zonder de natuur. Zij horen dus bij elkaar, maar er moet geen filosofie-loze natuurdrift komen, want dan blijf je slechts aan de rand van de natuur, en ben je nog steeds een schaap van de stad. Wat kun je dan doen ? Als feutus wordt je diep de vertraging ingetrokken in het onderbewustzijn van het oer, wat de filosofie doet. Waarom ? Zou je kunnen denken. Waarom moet alles vertraagd worden ? Juist omdat dingen te snel gaan, en er zo geen overzicht meer is. Er ontbreken tussenstappen. Veel mensen willen dat niet horen, maar dat is de onschepping. De mens moet dieper. Wat betekent dat ? Diepte ? De mens is te overvlakkig, heeft te snelle definities van dingen gemaakt, heeft oorspronkelijke definities weggekapt of zwaar ingekort. Maar diepte is een vies woord voor veel mensen van de onschepping. 'Je moet niet zo zeuren,' zeggen ze dan. Voor hen is het allemaal heel gemakkelijk. Er mag niet moeilijk over gedaan worden. Het leven is simpel. Maar het is het leven niet. Het is het onleven, de onschepping. Het is een psychose van de feutus, het stadium vlak voor de geboorte. De feutus is in de war. Het zijn katalysatoren waardoor de feutus zich vanzelf in zich terugtrekt, en dat is om de feutus te beschermen. Zo onstaan de juiste laagjes en vliezen om de feutus heen, een gelei achtige capsule die de feutus voedt en beschermt. Als er niets zou gebeuren, als de laag van de onschepping er niet zou zijn, de foetale periode, de laatste fase van de zwangerschap, dan zou de feutus zich niet voldoende intrekken, en dan is de feutus te kwetsbaar voor het leven, en sterft dan oneindig af. De psychose van de feutus is dus absolute noodzaak voor de feutus om zich te kunnen ontwikkelen en genoeg zelfstandigheid te hebben, obscuriteit en autisme, genoeg nihilisme, om te kunnen ontstaan. Daarvoor is de feutus een embryo, in de embryonale periode, de eerste periode van de zwangerschap. Het is belangrijk dat de feutus daar weer naar terugkeert, want dat is de oorsprong. En daarvoor was er slechts een spermacel. De zaadcel, één van de miljoenen, dringt als eenling de eicel binnen. De mens is dus in oorsprong zowel man als vrouw. Hij draagt de man in zich en de vrouw. De feutus moet terugkeren tot deze laag van het oer onderbewustzijn van de natuur, waarin hij weer begint als eenling en tot de eicel gaat. Was de feutus dan slechts een nachtmerrie of psychose van het embryo ? Ga weer opnieuw door dit proces heen. Zou je weer dezelfde baarmoeder kiezen, of was dit een psychose, een nachtmerrie. Werd je er naartoe gezogen of maakte je die keuze bewust. Zag je ergens licht of schemering ? Hoe kwam je daar, en waarom was je de eerste ? Waarom bereikte jouw zaadcel beginsel als enige de eicel ? Was dit allemaal waarheidsgetrouw, of werd er met je gerommeld, of was dit slechts een psychose of nachtmerrie van de zaadcel, of van het embryo ?

Zou je dezelfde baarmoeder weer kiezen, dezelfde eicel ? Of zou je het ditmaal anders doen, of had je geen andere keus ? Was het een natuurverschijnsel, of werd je ergens ingelokt ? Waar ben je terechtgekomen ? Zou je er nu misschien beter tegen kunnen vechten ? Ga dieper terug naar het onderbewustzijn van het oer. Laat de onschepping los. Hoe kwam je in die man die jou als een zaadcel droeg. Was je bedrogen, of was je ontvoerd ? Gebeurde het in een zwak moment ? Het zette een ketting reactie in werking, een nachtmerrie of psychose, en het werd het leven genoemd. Moest je hier doorheen ? Maakte het tot wat je nu was ? Was er geen andere weg ? Maar is het dan nu de bedoeling om helemaal terug te gaan tot een nog dieper stadium ? Heb je nu misschien daarvoor de katalysator gekregen, terwijl je die eerst nog niet had ? Ga dieper. Je bent een eenling, hoe dan ook, anders zou je geen bewustzijn hebben, geen dromen. De eicel moet binnen een bepaalde tijd bevrucht worden, anders sterft het af. Ga er niet nog een keer binnen, want je kan nu dieper, je kan nu verder terug, je verder naar binnen trekken in plaats van naar buiten. Laat de eicel maar afsterven, want het was de onschepping. Het was een nachtmerrie, een psychose. En kom dan tot het diepere stadium, het tegenbewustzijn. Je weet dat het bewustzijn niet klopt, maar je maakt er antistoffen tegen. Wat is de filosofie ? Je ziet Mozes de berg op gaan. Je ziet dat iedere Jezus zijn Judas heeft, je ziet de slang in het paradijs. Je ziet Mozes in gevecht met Jeremia. Jeremia roept : we moeten terug, we zijn te ver gegaan. Maar dan is het een vrouw : Bamah en de zwarte hanen. Nu heeft ze de katalysatoren om het tegenbewustzijn op te roepen, het begin van de schepping. Alleen het tegenbewustzijn kan een ware schepping opwekken, dieper in het oer onderbewustzijn. Je zucht, diep uit, en ademt dan diep in, want er wordt adem gegeven. Het is de tegenadem van het tegenbewustzijn. Je voelt de gespletenheid en dat het zo hoort, anders zou er geen leven mogelijk zijn. Alleen zo heb je adem, door het tegenbewustzijn. En dan ga je door het oerwoud van het tegenbewustzijn, op zoek naar diepere filosofische principes, niet slechts naar meer natuur. De nachtmerries en psychoses van de verschillende stadia van de voorgeboorte, de voorschepping, zijn zwaar. Maar zonder die druk is er geen leven, en zonder deze zwaarte kan het tegenbewustzijn niet opgewekt worden, en zou je slechts een spons zijn. Er is geen regelrechte utopie, en het centrum van de filosofie is niet makkelijk te bereiken. Het schreeuwt vanuit de hemel naar je, maar je kan het niet verstaan, en je begrijpt het niet. Wat doe je dan ? Teruggaan, teruggaan en teruggaan, dieper het onderbewustzijn in, tot het tegenbewustzijn. Je ziet de mensen om je heen hun koppen in het zand steken ? Het zijn slechts kuddes struisvogels die wild heen en weer rennen om het geheim te bewaken. Eens had ik een droom over psychinazi's, en ik zag ze zo veranderen in een kudde wilde struisvogels. Dat is wat ze zijn. Waarom zijn dingen zoals ze zijn ? Het zijn katalysatoren om te laten zien wat ze niet zijn. Het zijn triggers. Ze zijn noodzakelijk in het filosofische spel. Ze bellen aan en verkopen hun stofzuigers. Psychofielen, hevig geinteresseerd in je psyche, maar allemaal voor deze reden. Hoe werd je een spermacel ? Wat was je daarvoor ? Was je een brok onderbewustzijn ? Nam iemand het voor een industrie ? Werd je tot een object, een onderdeel van iets, gedwongen ? Of lokten ze je erin, en kon je toen niet meer weg ? Wat was er voor de onschepping ?

Er was een te snelle 'twee', een te snelle relatie, een te snelle verbinding, terwijl het obscure autisme van zelfbescherming nog niet volkomen was, nog niet volgroeid. Het eenling principe was nog niet rijp geworden. Maar alleen door deze ervaring kon het rijp worden. In de zaadballen was er al een selectie gaande voor iedere zaadcel, een selectie uit miljoenen en miljoenen zielen. Het is niets anders dan een loterij, en je ouders wonnen de loterij, of ze daar nu blij mee waren of niet. Telkens maar weer gokken ze. Ze hadden ook wat anders kunnen winnen, maar het was jij ditmaal. Dan ben je een trofee en wordt je ergens als een monument neergezet in deze krankzinnige wereld. Je bent slechts een bolletje in de veel grotere bol van de loterij, die draait, en selecteerd. Maar de mens mag terugkeren tot de diepere filosofische selectie. Er werd een dansje opgevoerd, en je hoeft het niet nog een keer te dansen. Het was alleen om je te doen ontwaken en om je te inspireren, maar het was de schepping nog niet. Mozes ging de berg op, de massa's achterlatende, en er was een verschijning op de berg waar je niet naar mocht kijken, want dan zou je sterven, zoals ook in de Perseusische filosofie. Mozes mocht alleen haar achterste zien, wat een beeld is van de baarmoeder, het onderbewustzijn. Teveel bewustzijn zou hem doen sterven. Hij moest tot het oer onderbewustzijn komen, want het volk was al veel te ver afgedwaald in deze valse schepping van vals bewustzijn. Mensen zijn allemaal maar heel actief, draven met van alles in het rond, om hun huisjes te bouwen, hun koninkrijkjes, maar het is allemaal voor niets. Het is de ware schepping niet. Mozes moest naar het achterste van de verschijning op de berg kijken, niet naar de voorkant. Wat weet de mens toch veel, en wat doen ze er allemaal belangrijk over, maar het is allemaal voor niets. Het totale collectieve bewustzijn wat ze op hebben gebouwd is een gruwel, een totale mislukking, en nergens goed voor, want er was geen demonologisch fundament. Het zal allemaal instorten. Mozes kwam op de berg om filosofische principes te leren. Hij maakte buitenaards contact. Het scheurde de hele wereld van literatuur open. Niemand rent dan op zo'n verschijning af om even met gouden tanden en een afgezakte broek breedglimlachend op de billen te slaan. Neen ! Mozes was aan het randje van de dood gekomen ! Wat voor een idiote zotten lopen er vandaag de dag rond die vrouwen zo als vee behandelen ! Mozes keek wel beter uit ! Eén verkeerd woord, of één verkeerde beweging, en hij zou het niet na kunnen vertellen ! Hij stond recht voor een theofanisch, buitenaards roofdier, en als hij het van voren zou zien zou hij verder leven wel op zijn buik kunnen schrijven ! Ik ken dit soort dingen. Ik heb het in mijn dromen en nachtmerries gezien. Mensen spelen met hun leven als ze roekeloos met vrouwen omgaan, of met God of de godin, of hoe die filosofische natuur principes zich dan ook uiten of vermommen, maar geen mens kan tegen de filosofische machten van de natuur op. Vergeet het maar. Verhaal of geen verhaal, droom of geen droom, ik weet dat het echt is. Ik heb de electriciteit gevoeld en het is hoogspanning, en het zal de wereld overnemen. Vergeet het maar dat de mens het laatste woord zal hebben. De filosofische natuur van het oer zal het laatste woord hebben. Wat er vandaag de dag aan 'mens' rondloopt is het meest belachelijke verschijnsel wat zich ooit heeft laten zien. Niet dat dat hen ook maar iets kan schelen. Ze wanen rustig door, en in hun ogen waant ieder ander mens. En ze blijven rustig doorslaan op de trom van het vrouwelijke achterste. 'Vort peert,' … totdat ze op een goede dag een optater van stroom krijgen, want je hand telkens op drieduizend volt leggen gaat zich een keer wreken, en dan lopen ze rond met verstijfde armen, of lopen helemaal niet meer rond. De tekenen zijn al aan de wand. Het is dit keer geen spiegeltje. Dus, absurde autisten om ons heen, en we komen er alleen doorheen als we zelf nog absurder en autistischer worden. Ook psychinazi's en dentinazi's zijn eenlingen, maar dan van een hele andere soort. Daarom moet de

mens klaarkomen met het eenling mysterie, anders blijven er telkens weer corrupte vormen komen. Er is een lek in de eenling filosofie van de mens, een groot lek, en door dit gat kwamen de psychinazi's en dentinazi's, totaal gestoorde eenlingen die zich zonder enig fundament of zonder enig nobel doel boven de massa's wanen. En ze voeren grote terreur, deze autistische tirannen. Hoofdstuk 46. Het Areta Kruis Heracles, of Herekalos, betekent voor gebruik van Here, of goede Here, het dienen van Here. Here of Hera was de vrouw van Zeus, en Zeus legde zijn zoon Heracles aan de borst van zijn vrouw, Here, om hem onsterfelijk te maken, maar zij stootte hem af, alhoewel er toch druppels melk waren gevallen. Here ziet Heracles als een vijand, en drijft hem tot zo'n grote woede dat hij zijn familie vermoord, waarna hij zijn twaalf werken doet. Dit staat symbolisch voor het overstijgen van de massa als eenling. Here drijft hem tot het pad van Areta, tot een eenling die geoefend moet worden op het pad van volharding en pijn. De worsteling van Heracles met Here kun je vergelijken met de worsteling van Jakob met God op Pniël. Dit was om hem te beschermen tegen het hedonisme van Kakia. We komen de symbolische familie-moord ook tegen bij de christelijke Jezus mythe wat voortkwam uit de mythe van Heracles. De twaalf werken werden tot twaalf discipelen. Jezus droeg op de familie te haten in Lukas 14 : 25 Vele scharen reisden met Hem mede, en Zich omkerende zeide Hij tot hen: 26 Indien iemand tot Mij komt, en niet haat zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broeders en zusters, ja zelfs zijn eigen leven, die kan mijn discipel niet zijn. 27 Wie niet zijn kruis draagt en achter Mij komt, kan mijn discipel niet zijn. Laten we heel goed beseffen dat in het NT haat gelijk stond aan moord : I Johannes 3:15 – Een ieder, die zijn broeder haat, is een mensenmoorder en gij weet, dat geen mensenmoorder eeuwig leven blijvend in zich heeft. Je kunt dus niet haten zonder zelfhaat, en dit staat gelijk aan zowel moord als zelfmoord, en hierin is een dualiteit. De natuur laat het al zien. Als sommige insecten je steken dan verliezen ze daardoor hun eigen leven. Het is diepe dualistische symboliek, want volgens de wetten van het NT heeft Jezus, net als Heracles, zijn familie vermoord, omdat hij zijn familie heeft gehaat. Maar het is dus een allegorie met een diepere betekenis. Jezus moest de massa overstijgen en ook zichzelf, want hij moest ook zichzelf haten en doden. Dan gaat dit om het ego, en ook het collectieve ego waar de mens vandaan komt. Here leidde Heracles tot die daad dat hij zijn familie achterliet zodat hij het pad van Areta op kon gaan. Heracles had de lagere familie principes gedood en zijn lagere zelf, om zo het pad van de eenling op te gaan, de natuur in. Jezus vocht voortdurend tegen de massa en de familie, en stelde dat alleen zij die de wil van God doen, van Here, zijn ware familie was. Zijn pad kon alleen gevolgd worden als de mens zou breken met de familie, en de doden de doden laten

begraven. Heracles moest zo komen tot het Areta kruis, en was een Aretaiet, een volgeling van Areta, van de geestelijke oefening, en zo was ook Jezus dat. Mijn vader en zijn hartsvriend, mijn tweede vader, waren van de lichamelijke oefening, sportleraren, opgeleid op de CALO (spreek uit : kalo) in Arnhem, christelijke academie voor lichamelijke opvoeding, wat heel duidelijk aan dit verhaal gelinkt is. Zij waren elkaars tegenpolen, want mijn vader was vaak een duivel, en zijn hartsvriend was vaak als een engel. Maar ik moest breken met deze wereld. Ik werd apart gezet. Ik moest tot de schaduwwereld komen hiervan. Ook ik was een Aretaiet. Het materialisme heeft alles verletterlijkt, maar het houdt diepe boodschappen verborgen. Het is afzien op het pad van Areta. Je verliest alles. Here heeft geen medelijden, want de mens was diep misleid en moet weer terug. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Maar Heracles streed met haar zoals Jakob op Pniël en Jezus aan het kruis, want er is ook een valse Here. In de Aretaitische filosofie is deze Heracles dynamiek van allegorische familiemoord en zelfmoord onmisbaar. De mens moet loskomen van de banden met Kakia. Dat is wat de demonologie is. De mens heeft alles verletterlijkt, want de mens kent de filosofie niet. Voor de mens is de materiele weg altijd de makkelijkste weg, maar het leidt tot de dood. Om hieraan te ontkomen mag je ook vragen naar de Aretaitische principes, wat het betekent een Aretaiet te zijn, om geen Kakiaiet meer te zijn. Here zond twee slangen naar Heracles na zijn geboorte, om hem te doden. Hij verscheurde de twee slangen, als baby, maar de touwen van de logistiek bleven, en die moesten hem trekken tot het Aretaitische pad en hem erop houden. Jezus noemt het ook een teken van de eindtijd, want de mens zal erachter komen dat de familie banden een complot zijn tegen hen gekeerd, en dat de mens de betekenis ervan moet verdiepen : Mattheus 10 : 21 Een broeder zal zijn broeder overleveren ten dode en een vader zijn kind, en kinderen zullen opstaan tegen hun ouders en hen ter dood brengen. 22 En gij zult door allen gehaat worden om mijns naams wil; maar wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden. 23 Wanneer men u vervolgt in deze stad, vlucht naar de andere; want voorwaar, Ik zeg u, gij zult niet alle steden van Israël zijn rondgekomen, voordat de Zoon des mensen komt. Het pad van Kakia is een letterlijk pad, en het pad van Areta is een geestelijk pad. Zowel de materialist als de geestelijke gebruiken de bijbel, de één doet het voor het hedonisme, Kakia, en de ander doet het voor Areta, de geestelijke en demonologische oefening. Het Areta kruis is hard en gaat diep. Het is niet zacht en zoet. Het is niet 'wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roede.' Het is eerder omgedraaid. Areta staat daar met de gesel. De mens moet geoefend worden in de wildernis, anders zal de mens niet overleven.

Hoofdstuk 47. De werken van heracles als oer-medicijnen Voordat de Romeinse beschaving kwam opzetten in Italië was er de Etruskische beschaving, wat opkwam vanuit het Toscaanse gebied in Midden-Italië. Het was de schakel tussen het Griekse wereldrijk en het Romeinse wereldrijk. Ook de Etrusken hadden een Heracles, Hercle, en ook hadden zij een Here, genaamd Uni, de vrouw van Tinia of Tin, wat de Etruskische Zeus is, wat voor de Romeinen Jupiter is, Jove, maar die in de begin-periode van het Romeinse rijk Tinia-Jupiter werd genoemd. Uni werd in het Romeinse rijk tot Juno. Dit leidt terug tot de amazone oer-urim en thummim, de toetsstenen jana en jani. Hercle kwam uiteindelijk toen hij volwassen geworden was en een baard had gekregen tot Uni, en mocht uiteindelijk van haar borst drinken om de onsterfelijkheid te ontvangen, wat leidde tot zijn hemelvaart. Eerst hadden Uni en Hercle een grote worsteling, die je kunt vergelijken met de worsteling van Jakob met God op Pniël. Dit is wat op het pad van Areta gebeurd, dat de mens wordt teruggeleid tot de moeder borst door het toetsen, door de worsteling. Uiteindelijk zal dan haar melk stromen en zal de mens ten hemel worden genomen. Maar hiertoe moet de mens dus komen tot het Aretaitische pasen. Niet zomaar twaalf discipelen rondom Jezus waar je een leuk verhaaltje over kan lezen, maar zelf door de twaalf werken van Heracles gaan op het pad van Areta. Op het pad van Jezus raakte de christen verdwaasd, in de strikken van Bacchus, de god van het hedonisme, van de wijn, want de christen werd afgeleid tot het drinken van het bloed van Jezus in plaats van te drinken van de moederborst. De mens moet alles achterlaten om tot die melk te komen, in alles minderen. Jezus zei de familie moest gehaat worden, wat dezelfde betekenis had als moord, maar dan in de zin van dat het familiaire ego gedood moest worden. Het familie vlees moest aan het kruis. Dat is de diepere betekenis van de broedermoord die Kain bedreef, opdat hij tot het land Nod kon komen, oftewel tot de Egyptische moeder. Het was diepe symboliek op het pad van de eenling. Here, de vrouw van Zeus, dreef Heracles zo woest dat hij zijn familie ombracht, oftewel achterliet, oftewel het collectieve ego. Alleen zo kon hij tot de melk komen van Here, oftewel van de Egyptische Nod, zijn oermoeder. Hij moest het valse bewustzijn achter laten om tot het oer-onderbewustzijn te gaan, waarin het valse bewustzijn verder gedoofd zou worden. Daarom is zowel Here als de Egyptische Nod de godin van de lucht, de godin van de hemel, oftewel van de leegte, en alleen woeste eenlingen die alles achter zich hebben gelaten en het collectieve vlees hebben gedood kunnen tot Haar komen. Dat is het pad en kruis van Areta, wat tot de borsten van Nod leidt, maar allereerst zal zij hen die tot Haar naderen vertrappen met haar voeten en met hen worstelen, zoals Here met Heracles worstelde en hem zocht te doden. Ook Ra moest sterven in de baarmoeder van zijn moeder Nod, in de onderwereld, opdat hij kon komen tot haar lucht, haar hemel. De mens die het verhaal van Kain en Abel leest vindt het maar barbaars en laf dat Kain tot zo'n daad kon komen, maar het was iets symbolisch. Kain worstelde met het vlees, met het kudde instinct, het collectieve ego in zowel de grondtekst als de oorspronkelijke Egyptische mythe van dit verhaal. En Heracles en Jezus gingen ook op dit pad. Ook Set, de godenzoon van de wildernis, de woeste eenling, doodde zijn broer Osiris die de tronende was, als een beeld dat het collectieve ego wat troonde, oftewel de democratie, moest sterven. We kunnen ook denken aan Judas, de woeste eenling, die de tronende Jezus die de massa's als een schaapherder leidde, ombracht. In de gnostische geschriften is dit nooit een letterlijke moord geweest. In het Evangelie van Judas moest Judas de man die Jezus droeg, die Jezus gekleed had, oftewel het ego van Jezus, offeren. Het gaat over een engel genaamd de zelfverwekte, oftewel de eenling die zichzelf heeft geschapen, en die zou het grote geslacht van Seth herstellen. Jezus zegt dan tegen Judas dat Judas veel moet lijden, ook al ziet hij vele visioenen van de hemel en van het hogere geslacht. Jezus zegt dat hij vervloekt zal worden door de massa's, maar dat hij de massa's zal overwinnen, zal overstijgen. Zijn zaad zal afrekenen met de heersers, en hij zal het grote geslacht van Adam voortbrengen, het geslacht van de eeuwigheden voordat de hemel en de aarde bestonden. Judas zag toen de wolk van het grote geslacht komen en werd erdoor opgenomen. In de evangelieen was Judas verantwoordelijk voor de

dood van Jezus, maar stierf hierdoor zelf ook, omdat geen mensenmoordenaar eeuwig leven in zich heeft. Dit is symbolisch en dualistisch, want toen Judas het collectieve ego doodde, het schaapsherder ego, werd ook zijn eigen individuele ego gedood. Het evangelie van Judas kwam voort uit het sethianisme, wat gebaseerd was op Plato's eenling principe, wat zij gebruikten om tegen de kudde mentaliteit van het christendom in te gaan, tegen het orthodoxe, verletterlijkte christendom wat begon op te komen. Zij stelden dat de Moeder de absolute macht was boven mens en engel, en dat de Moeder Seth had geschapen om de engelen te doden. Er was een vals ras ontstaan van mensen en engelen, en daartoe werd ook de zondvloed gebracht, om dit ras uit te roeien. Maar door de ark van Noach bleven sommigen van dit ras voortbestaan, dus er was nog steeds een groot kwaad na de zondvloed. Het werk van Seth was dus nog niet afgelopen, maar Seth kwam toen als Jezus Christus, maar deze werd ook besmet door een valse Jezus Christus, en daarom moest Judas dus komen. Het was dus een demonologische noodzaak, en in het evangelie van Judas heeft Judas dus een positieve betekenis, in het kader van de demonologie. Dit kan beter begrepen worden in het gnostische wereldbeeld. Naast het sethianisme was er ook het valentinianisme, een grote stroming van gnostisch christendom. Sophia die in de hemel was had de demiurg geschapen die de aarde schiep en over de aarde heerste, en dacht dat hij de enige god was, en hij kon Sophia niet zien, en zag alles door een sluier. Sophia begaat een aantal domme fouten, waardoor deze miskraam ontstond, ook wel genaamd Jaldaboath en Jahweh. Sophia moet dus zelf ook gezuiverd worden, en dat gebeurd door Horos, die ook wel stauros wordt genoemd, oftewel het kruis (of de paal, Grieks). Hij moet ook de valse aeons (eeuwigheden) scheiden van de hogere aeons, en dus Sophia bevrijden van haar lagere driften. Sophia moet als de slang in het paradijs op haar beurt de mensen redden van het valse paradijs van de archons, de wereldheersers. De moeder van Sophia is Barbelo, de grote onzichtbare godin die boven alles is. Deze wordt ook in het Evangelie van Judas genoemd. Jezus wordt door Judas een zoon van Barbelo genoemd. Barbelo wordt door Judas de onsterfelijke eeuwigheid genoemd, waaruit Jezus voortkwam. Nog voor het paradijs was er een oer-eeuwigheid, een oer-paradijs, waarin Barbelo leefde met een naamloos personage genaamd Vader. Daaruit kwam nog een tussenparadijs voort waarin de mens Adamas leefde met zijn gezel Gnosis, de perfecte kennis, en als laatste kwam Sophia, wijsheid. De hof van Eden waar Adam en Eva leefden was van een lager wezen, een archon, Jaldabaoth, of Yahweh, die zich de enige god waande, en niets van Sophia afwist. Hij leefde onder een sluier. Hij was de blinde god. Hier is ook het orthodoxe christendom uit voortgekomen. Er was dus een zware strijd tussen het gnostische christendom en het orthodoxe christendom. Het orthodoxe christendom nam alle macht over en sneed deze kennis weg. Barbelo was dus als de helm van onzichtbaarheid die Perseus moest dragen om het monster van de massa's te verslaan. Barbelo, die de onzichtbare oergodin was, was de godin van het eenling principe. Zij is alles overstegen. Toen Jezus aan het kruis ging moest hij bevrijd worden van zichzelf, van de valse Sophia en ook de valse Barbelo. Soldaten dobbelden om zijn kleding. De dobbelsteen is in dit opzicht belangrijk, als een groot lijden, waardoor Jezus tot mindering kwam. Uiteindelijk leidt dit tot de familie logistiek : waar, wanneer, hoe, hoeveel. De dobbelsteen is een grote wildernis poort in dat opzicht. Barbelo is de logistieke kennis, de logistieke filosofie, oftewel de voorkennis. Het orthodoxe christendom was zeer bloeddorstig. Ze waren op zoek naar de heilige graal met het bloed van Jezus, maar ze vergaten de moedermelk. Ze waren geobsedeerd met het kruis, maar ze vergaten de dobbelsteen van het minderen, van de openbaring, want Jezus zijn klederen werden verloot, en hij ging de naakte wildernis in, wat een beeld is van de openbaring en ook de ontmaskering. Hij kwam zo tot het kruis van Areta, waardoor hij uiteindelijk kwam tot haar melk. Zonder de dobbelsteen zou hij nooit tot haar melk zijn gekomen. Jezus moest minderen. Jezus moest naakt worden. Zijn klederen moesten verloot worden. Het orthodoxe christendom wil alles

snel, snel. Snelle formules, snelle paarden, tot zaligheid, het hedonisme. Ze gaan over lijken, over de ruggen van anderen heen. Ze willen bloed zien. Daarom weten zij alles beter, altijd. Zo werd het orthodoxe christendom groot als een varken wat vetgemest werd voor de slacht. In een droom was ik in het huis van Barbelo. We waren in haar slaapkamer, en ze vroeg mij om de gang op te gaan om de deur op slot te doen. Ik deed dit, maar er kwam gewoon een vrouw binnen. Ik kende de vrouw. Ze had mij eens om wat geld gevraagd, omdat ze beweerde dat ik het eens van haar geleend had. Ik wist hier niets van, maar het was heel weinig geld, dus ik gaf het haar gewoon. In ieder geval kon zij gewoon binnen komen, ook al had ik het op slot gedraaid. Ze kwam binnen met dozen van boeken, en die zette ze neer in een bijkamer. Ik vond het hele interessante boeken. Ik wilde er eigenlijk direct in lezen. Boven de boekendozen verscheen een hongerende moeder met haar hongerende kind in Afrika. Ik ging weer terug naar de slaapkamer van Barbelo, en ik zag de heilige graal met bloed boven het bed hangen. Ook waren er bloedhonden. Ik raakte toen in een worsteling met Barbelo, een demonologische worsteling, om dit archetype te zuiveren van valsheid. Toen verschenen de dobbelstenen boven haar bed, en dit begon de familie logistiek te laten zien. De dobbelstenen zijn dus belangrijk om af te rekenen met de familie banden, maar om het op de juiste manier, in de juiste mate te doseren. Ik hield een wit t-shirt voor mijn lichaam, wat ik ook al voor mijn lichaam hield toen die vrouw was binnengekomen. Ik ben toen teruggegaan naar de bijkamer, naar de boeken. De orthodoxe kerk zag ik verder afdwalen in een visioen om met de valse Barbelo te hoereren, een valse Christus, waar alles draait om snelle sex en veel bloed. Ik kreeg meer een soort idee dat Barbelo's huis een klooster was, en dat iedere eenling die hier kwam moest kiezen tussen de demonologie en de orthodoxie. Natuurlijk was deze droom zwaar symbolisch, zwaar allegorisch. Er was een soort huwelijksband, of relatie-band. Ik zag er allerlei vroegere relaties doorheen. Ze leek ook op een jeugdvriendinnetje. We waren dan op een bepaalde manier verliefd, kalverliefde, maar ik negeerde haar. Ik kon gewoon geen stappen zetten, en ze was toen een keer bij me, en ze zat op een tafel en ik hoorde gekraak, en ik had ineens een heel vreemd visioen van hondenpoep. Ik heb toen alles los geprobeerd te laten, maar het lukte me niet echt. Wel bleef ik haar gewoon veel negeren, maar van binnen vrat er iets. Ik kon niet met en ik kon niet zonder. Ze was atheistisch, geloofde in het goede van de mens, humanistisch. We konden er op de een of andere manier niet mee omgaan met de gevoelens die we voor elkaar hadden, dus we schreven elkaar vaak brieven. Ik be-evangeliseerde haar. Dat vond ze niet fijn. Ik stuurde haar hele lange brieven over het christendom. Later toen ik al met iemand anders was getrouwd, en zij ook getrouwd was, kreeg ik een brief van haar dat ze tot geloof was gekomen, naar de kerk ging en dat haar kind was gedoopt. En dat terwijl ik verder was gegroeid, en haar nooit reformatorisch had be-evangeliseerd, maar ze was nu eenmaal omringd met reformatorische christenen, en dat gaf uiteindelijk de doorslag bij haar. Onze brieven naar elkaar waren toen heel kort, en we gingen beiden onze eigen weg. Maar om even terug te komen op dat visioen van hondenpoep : de orthodoxe christelijke kerk was naar ons op jacht, bloedhonden. In de droom renden ze in een visioen hysterisch rond en poepten alles onder. Alleen de dobbelstenen gaven mij uiteindelijk doorgang, de logistiek, als een beeld van de heilige gebondenheid. Daarom is de andere zijde ook zo belangrijk, van het evangelie van Judas, het zaad van Seth. De mens moet terug tot het oer, tot het oerbewustzijn, en ook het gnostische christendom overstijgen, op het pad van de logistiek van de filosofie. De dobbelstenen, en daar had ik vroeger ook over gedroomd, leiden door de wildernis terug tot het land Nod, op het pad van Kaïn. Ook Heracles droeg deze dobbelstenen, waarmee hij contact had met de onderwereld, waarmee hij logistieke profetische informatie doorkreeg, als een soort urim en thummim, jana en jani, toetsstenen. Dat is uiteindelijk een beeld van de oermelk, wat ook de betekenis van Heracles is, de orakels van Here, haar melk, de oermelk. Wat verwachten we te vinden in de heilige graal ? Wat is de heilige graal ? Er zit oermelk in, en is als een zakje met dobbelstenen, waarvan ook de zaadzak met de teelballen een beeld van is.

Dobbelde de orthodoxe kerk om het bezit van Heracles ? Ongetwijfeld. Ze verscheurden het en maakten er het evangelie van Jezus Christus van. Ook de gnostische christelijke kerk dobbelde om het bezit van Heracles. Heracles moest met deze gedrochten worstelen op het pad van Areta, aan het kruis van Areta, wat een groot en zwaar lijden was. Hij moest zo komen tot de moederborsten van Areta, haar dobbelstenen, om zo tot de oermelk te komen in de diepte van het oer-onderbewustzijn. Zoveel vals bewustzijn moest sterven van zowel de orthodoxe kerk als de gnostische kerk. Bloedhonden die overal rondrennen als hysterische, dolle gekken, en dan alles onderpoepen. Dat is wat de kerk is, maar wat is het ? Wat betekent het ? De kerk gooit altijd het kind met het badwater weg, altijd. Ze poepen dus alles overmatig uit. Altijd lopen ze poepend rond. Dat is de schizofrenie van smetvrees. Bij het minste of geringste beginnen ze te poepen. Het komt hun oren en hun neusgaten uit. En dan willen ze nog veel sex hebben ook. Het is allemaal te walgelijk voor woorden. De kerkelijke mens is een totaal belachelijke karikatuur van het oer. Dat is waar de moderne samenleving op gebouwd is : op hondenstront. Hopen en hopen hondenstront, en als parasieten vieren ze er feest in. Wat een absurde, belachelijke vertoning, en ze zijn steke steke blind, van 'mijn naam is haas, ik weet van niks. Is er wat gebeurd dan, daar weet ik niks van.' Daarom is het zaak klaar te komen met het Barbelo mysterie en met het mysterie van het evangelie van Judas. Judas moest komen. Kaïn moest komen. De hele dag poepen ze door. Ze willen niks leren. Alles moet eruit. 'Weg, weg, we hebben het niet nodig.' Kinderen die van de honger sterven in Afrika ? Daar weten wij niks van, en dat willen we ook niet weten. Hup, poep alles er maar uit. Het moet weg, weg.' Ze hebben er allemaal geen tijd voor. Het zijn poepers, vol met smetvrees, heel tegenstrijdig, maar dat gaat makkelijk met elkaar samen. En veel snelle sex, hup de koffer in. En maar poepen en poepen, en dan alles vergeten door de sex, lekker blind en doof worden voor alles. Wat een bar trieste bedoening. Ze zijn zwaar aan de drugs, dus ze zien het niet als hun tuintje te gronde gaat. We kunnen niets anders verwachten dan dat de natuur uiteindelijk met dit waanzige parasitaire ras gaat afrekenen. De zondvloed gaat komen, en alleen de eenling zal er doorheen komen, tenminste als hij tot het oer is gegaan. Wat zullen ze in de heilige graal vinden, die orthodoxe graalzoekers met oogkleppen op : slechts hondenstront. Ze laten zich maar leiden door het kudde instinct, terwijl Barbelo de Autogenes was, de zelfgeschapene, of zelfverwekte. Het oer-bewustzijn zal alle absurde realiteiten doven, en laten zien wat het is. Vroeger had ik er ook allerlei dromen over : hele steden en hun parken en tuinen, hun scholen, allemaal gebouwd van hondenstront in allerlei kleuren, met hoge hekken ervoor. Wat een janboel. Ze zijn erin getuind. Daarom : terug naar de natuur, en niet zomaar naar de natuur, maar naar de woeste oer-wildernis. De stadse mens is zwaar psychotisch. Geen wonder dat het allemaal kanker en parasieten aantrekt. De mens heeft geen demonologie. Dan wil je niet weten wat de mens allemaal eet. Ze kotsen het uit en verkopen het dan weer door. Niemand die er kwaad inziet. Dit geslacht is corrupt en verdwaasd tot de bodem. Dit geslacht is rijp voor de zondvloed. Jan vieze dorie, ze eten gewoon hun worst en hun kaas uit de schoen. Dat is voor hen de normaalste zaak van de wereld. Het is kanker voor en kanker na, lekker op vakantie naar Amerika. Hier heb je een kruis als snoepstok, lekker aan likken. Het is luilekkerland, alle dingen aan de kant.

Maar de mens moet tot de dobbelstenen gaan van het kruis, van het minderen, van groot verlies. Alleen dat zal de mens nog kunnen redden. Luilekkerland is poepland, maar wie luistert ? Ze zullen niet luisteren. Dit geslacht is rijp voor de zondvloed. Het mysterie van Barbelo, dat gaat heel diep. Geen bloed in de graal, maar melk. En dobbelstenen hangen eronder. De mens is heel wat vergeten. Een hongerende moeder met haar hongerend kind in Afrika. Schande is de mens die zomaar overmatig feest loopt te vieren over de ruggen van die mensen heen. Dat zal de test zijn. De mens moet weer terug tot de boeken, tot de ware school. De mens is een poeper. Dat is alles wat de mens kan. De mens poept alles weg. Maar de mens wil niet minderen. De mens blijft maar vreten. De mens is een beest, en voor de eenling is dit een nachtmerrie, de nachtmerrie van alles wat vies en smerig is, pervers, want deze mens kent geen grenzen. Deze mens is totaal uit zijn bol geslagen, en denkt dat niets en niemand hem kan tegenhouden. Dit is de nachtmerrie van het lagere Orion, van alles wat vies en smerig is, grenzeloos. Hiertoe is het vijfde werk van Heracles : het schoonmaken van de Augiasstallen. Het waren stallen van runderen, en die stallen waren al tientallen jaren niet schoongemaakt. Al het mest had zich lopen ophopen, en de runderen vraten het, als beeld van de strontvretende kerken. Heracles loste dit op door de rivieren de Alpheos en de Peneos door de stallen te laten stromen in één dag. De mens moet tot deze rivieren komen om zich te wassen van het vuil van het collectieve ego. Deze rivieren moeten overgezwommen worden. Maar toen was heracles er nog niet. In het zevende werk was de Kretenze stier die alle boomgaarden ontwortelde en alles verwoeste. Heracles nam het beest met zijn handen bij de horens en bracht het waar het wezen moest om zijn werk te volbrengen. Heracles moest deze woestheid temmen. Het was een belangrijke woestheid, want het kan de steden weer afbreken, maar Heracles moest het richting geven. Naderhand brak de stier weer los. De hogere mens is als een dolle stier naar de stad en de lagere natuur, maar heeft hierin logistiek nodig, en moet op het pad van Areta blijven om niet corrupt te worden. De woestheid van de mens moet dus aan demonologische banden komen. Zo kan de mens alle smerigheid van het lagere Orion overwinnen. Deze smerigheid is een bandeloosheid. Het is niet zomaar een gebrek aan natuur, maar een gebrek aan filosofie. Als de mens de logistiek niet heeft, dan blijft de mens ergens te lang, en dan gaat het al mis. Het lagere Orion is logistiekloos. Ook blijft de mens dan ergens veel te kort, en dan gaat het ook mis. De mens neemt telkens van dingen veel te veel of veel te weinig. En soms betaalt de mens veel te veel, en soms veel te weinig. Telkens weer is de mens dan overgeleverd aan de Augiasstallen, maar de mens moet teruggaan tot de oerrivieren van het onderbewustzijn. Barbelo is gewoon een andere naam of anagram voor Babylon, een orakelische cultuur, wat in het voortijdse oer-Afrika Areta werd genoemd, als het Afrikaanse Babylon. De mens komt terug tot het land Areta in het oerbewustzijn wanneer de mens de rivieren van het vijfde werk van Heracles overzwemt, om zo te ontkomen aan het lagere Orion. Het is altijd weer een strijd tussen het orakelische en het orthodoxe. Areta komt ook volop terug in de verschillende grondteksten van de bijbel en de achterliggende Egyptologie. De mens moet door alles heen het evangelie van Areta leren zien. De mens is zelf een Agiasstal en heeft een zondvloed nodig. De rivier zal uit de bedding treden. Dat is wat de mens nodig heeft. De mens kan niet zomaar als een dode muis met de massa mee. De rivier zal nog proberen de oer-woestheid van de mens op te wekken, als de Kretenze stier, maar de mens moet niet zomaar doldwaas en woest zijn als een stier, maar ook logistiek en nobel als een leeuw. Vandaar dat Heracles niet alleen de Kretenze stier moest temmen, maar ook moest hij in zijn eerste werk tot de Nemeïsche leeuw gaan om van de leeuw te leren. De mens moet weerbaar zijn, en niet zomaar met alles gemakszuchtig meestromen zoals het gros van de mensheid doet : 'Oh, de

leider denkt wel voor mij, ik hoef zelf niet na te denken. De leider heeft ervoor gestudeerd en is hiertoe aangesteld, dus die zal het wel weten.' De mens moet weer worden als een toetsende leeuw, om de massa te toetsen en de heersers van de massa's te toetsen. Muis of leeuw, dat is telkens weer de vraag. Het is niet zomaar het pad van de eenling. De eenling moet geoefend worden, en teruggaan tot het woeste oer-onderbewustzijn en oer-tegenbewustzijn, om zelf weer woest te worden en gedreven te worden door de geteste oer-instincten, waar hij eerst mee moet worstelen. Hij mag zichzelf niet zomaar overgeven. Hij mag niet zomaar vertrouwen. Geen democratie, maar logistiek. En allereerst is deze oer-woestheid atheistisch, om geen valse goden aan te nemen. Hij worstelt met de goden, met elk theïsme. Het atheïsme zal eerst de filosofie voortbrengen, en dan pas het theïsme, als een metafoor. Hij moet komen tot het beren-medicijn, het tijger-medicijn en het wolven-medicijn, en het blijven verdiepen in het krokodillen-medicijn. Hij moet de mentale medicijnen van het oer leren kennen. Hoofdstuk 48. Areta en de zwart-witte hanen Heracles kwam tot Areta, de kroonkern van Orion, en sprak : Ik heb het lagere familie ego gedood. Here heeft me tot deze woestheid gedreven, en mijn moeder Alcmene werd tot een steen. Dat is alles wat er nog van haar over is. Jezus kwam tot Areta en sprak : Ik heb het lagere familie ego achtergelaten. Ik heb het gehaat en zo heb ik het gedood. Toen kwam Kaïn tot Areta en sprak : Ik heb het collectieve familie ego gedood. Zo kwam ik tot Nod, en zo kwam ik tot u. Toen kwam Judas tot Areta en sprak : Ik heb het religieuze ego gedood, en zo werd ook mijn eigen ego gedood. Zij draagt de witte verenkroon, donzige veren, en zij is tussen de zwart-witte hanen, de psychinazi's, die altijd alles beter weten en dingen zien die anderen niet zien. Zij zijn een hoger profetisch ras. Zij weten precies wat, waar en wanneer er dingen moeten gebeuren. Zij zijn de wachters van de logistiek. Zij zijn de katalysatoren van het logistieke tegenbewustzijn. Zij zijn van een hogere logistiek. Zij weten alles beter. Zij prediken het psychinazi evangelie. Je mag je niet verdedigen, altijd maar weer de andere wang toekeren. Totdat het tegenbewustzijn ontwaakt. Zij zijn van een hogere theologie, dat wat in geen mensenhart is opgekomen weten zij. Zij weten alles. Maar de demonologie kennen zij niet. Zij zijn slechts de wachters van een schaduwwereld van het onderbewustzijn. Daarom is de speer van Areta tegen hen. Zij zijn slechts dieven.

En ik ontdekte een grootsheid die blind was. En het evangelie van de psychinazi's streed tegen de mens, opdat zij zouden zien. Hoofdstuk 49. Het oog Maar de beauty-nazi's kennen de demonologie. Maar zij kennen de filosofie niet. Zij weten precies wat zij aan moeten trekken. Zij zijn van het hogere ras. Hevig kakelend gaan zij over de straten, Rood-witte hanen zijn zij. Zij zijn de katalysatoren van de demonologie, de wachters van het oer. Maar als alles bij hen om het oog draait, zien zij dan niet alles ? Nee, zij zijn blind, en Haar speer is tegen hen gericht. Zij zijn clowns totdat de demonoloog ontwaakt. Hoor ze eens kakelen, de mens oordelend, Maar het vooroordeel weet hen te vinden, Zij snijden slechts henzelf. Als justinazi's en relinazi's rennen zij rond, Hun formule is wet, Maar zij zijn karikaturen van de demonologie, en daarom is Haar speer tegen hen.

De Natuur Theologie van de Tweede Bijbel Deel II De Aretaïtische Filosofie COAB 2019 Voorwoord Hoofdstuk 1. Voorinformatie over Areta : Hoofdstuk 2. Kakia bidders versus Areta bidders Hoofdstuk 3. Wkb's en de zombificatie van de samenleving : de libraanse robotten Hoofdstuk 4. Kakia – de karikatuur van de vrouw Hoofdstuk 5. Het tegenbewustzijn Hoofdstuk 6. van rome tot droom Hoofdstuk 7. De kruizing ter Boeotia Hoofdstuk 8. Twee Jezussen – het verschil tussen de jeremiaitische jezus en de hananjaitische jezus – de seizoenenleer van jeremia Hoofdstuk 9. De Koran als Aretaitisch filosofisch boek in strijd met kakia Hoofdstuk 10. De diepere betekenis van de bedevaart naar Mekkah

Hoofdstuk 11. Calvijn – de Mohammed van het bevindelijke christendom – het Ravijn van Calvijn Hoofdstuk 12. Vertrouwen of het heilige vreemde ? Hoofdstuk 13. Stadse religie of natuur religie ? Hoofdstuk 14. De verzoeking van Ismael – het hongerpad van Ismael – Uw honger moet volkomen worden Hoofdstuk 15. Rahab en de grote hongersnood Hoofdstuk 16. De vervreemding Hoofdstuk 17. Ra wordt tot Sekhmet wordt tot Sokar Hoofdstuk 18. De symboliek van de islamitische maanden Hoofdstuk 19. De islamitische tegenhanger van het kerstfeest Hoofdstuk 20. De islamisering van de wereld Hoofdstuk 21. De natuurcodes – calvijn en de islam Hoofdstuk 22. De verwerping van ismael Hoofdstuk 23. De verworpen Ismael Hoofdstuk 24. de egyptologische wortels van ishmael – de verloren egyptische steen Hoofdstuk 25. de tranen van ezau en de egyptische wortels Hoofdstuk 26. de kus van ezau Hoofdstuk 27. het logistieke sieraad van ezau en het natuur communisme Hoofdstuk 28. Wie is Sheda ? Hoofdstuk 29. Het Ezauitische pad in de vur Hoofdstuk 30. Ramadan – de spanning tussen pasen en pinksteren Hoofdstuk 31. Hoe Calvijn te overleven ? Hoofdstuk 32. de bakker van het exegetische calvinisme in strijd tegen de stadse suikerfeesten Hoofdstuk 33. Calvijn – de anti-sinterklaas Hoofdstuk 34. hoe de islam te overleven ? Hoofdstuk 35. het nagellakbeest – de anti-ramadan en de komst van de eeuwige ramadan Hoofdstuk 36. de riem van Orion Hoofdstuk 37. de germaanse exodus Hoofdstuk 38. Secret Doll Tech Hoofdstuk 39. Het Simson verhaal als typologie van het leven van Ismael Hoofdstuk 40. De aspecten van Ismael Hoofdstuk 41. Het instorten van de bruggen tussen de man en de vader Hoofdstuk 42. Exegese boek 31 van de koran – loqmaan Hoofdstuk 43. de bulimia matrix Hoofdstuk 44. van dan tot zorek - exegese van boek 63 van de koran Hoofdstuk 45. de steniging Hoofdstuk 46. De Freudiaanse Calvijn Voorwoord Wee de ouders die hun kinderen niet onderwijzen over wat er gaande is. Wee de ouders die niet tot de hemel zijn doorgedrongen om een weg te bereiden voor hun kinderen. Wel is het zo dat de

ouders die de goede boodschap brengen door het systeem worden tegengehouden, de mond worden gesnoerd, en zelfs van hun kinderen worden achtergehouden. Het systeem onderwijst de kinderen wiskunde, economie en aardrijkskunde, maar niet de diepere achtergronden ervan, geen logistiek en demonologie. Wee de ouders die zomaar alles van het systeem voor zoete koek slikken, en daarna als hun kinderen in de problemen komen zeggen : 'Wir haben es nicht gewusst.' Wel zijn ze namelijk al die tijd aan de vlees-drugs geweest en hebben alle hoeken van het hedonisme bezocht, opdat ze konden blijven doorslapen terwijl hun kinderen werden doodgemarteld. Vele ware ouders zijn al doodgemarteld of zijn op andere manieren monddood gemaakt, maar dit boek is van de natuur. Niemand vecht met succes tegen de natuur. Wie aan andermans kinderen zit heeft op een dag de verkeerde familie te pakken, en heeft ineens een vaderbeer of moederbeer achter zich aan, en wat doe je tegen een woeste beer aan wiens kinderen je hebt gezeten ? Ze spelen met de grote machten van de natuur en trekken waarempel aan het kortste eind. Is er een urgente boodschap in de islam verborgen die de mens niet wil horen ? Is er urgent ook een brug nodig tussen het christendom en de islam om verdere problemen te voorkomen ? Lees het in dit boek. Hoofdstuk 1. Voorinformatie over Areta : De geoefendheid is de godin Arete (Areta), ook een beeld van kennis en studie. Zij is ook een oorlogsgodin. De stoicijn moest op het pad niet zomaar steken bij goede daden, maar moest geoefend worden, om zo te komen tot Arete. Eens probeerde Kakia, de zwaar opgemaakte verleidster tot het kwaad, Heracles te verleiden door hem weelde en plezier aan te bieden, terwijl Arete hem een leven van worsteling met het kwaad aanbood (de demonologie). Heracles koos toen het pad van Arete. Ook Paulus stelt in de Griekse bijbel dat de mens op Areta gericht moet zijn, de geoefendheid (Fil. 4:8). Petrus stelt dat we alleen door Areta, geoefendheid, tot de kennis kunnen komen (2 Petr. 1:5). In de grondtekst van het NT waren zowel Paulus als Petrus volgelingen van de godin Areta. Deze geoefendheid, arete, moet altijd in overeenstemming zijn met de logos, de rede, volgens Aristoteles, ook een volgeling van de godin Areta. Het gaat er dus niet om door genade te komen tot God, oftewel geestelijke luiheid (protestantisme), en ook niet om door goede werken tot God te komen (katholicisme), maar door de geoefendheid, Areta, wat Aristoteles al predikte, en de stoïcijnen, en wat toen door Petrus en Paulus werd overgenomen. De natuur is moeilijk te vatten. Daar moet de mens moeite voor doen, want de natuur is niet goedkoop. In de stoïcijnse leer was Areta de opvoedster en onderwijzer tot de logos. Iedere stoïcijn moest ernstig streven een ontmoeting met haar te hebben, zoals christenen wordt geleerd ernstig te streven naar het ontvangen van de heilige geest.

Zo was het dus oorspronkelijk een filosofisch stelsel, en religie werd alleen gebruikt als metaforiek, als personificatie van principes. Kakia, de verleidster, de godin van het kwaad, kwam om de mens te misleiden de geoefendheid om te ruilen voor gemakszuchtig plezier en weelde wat een geheel eigen religie vormde : het christendom. Aristoteles stelde dat er geen simpel ja of nee was, maar dat er een enorme creatieve ruimte tussenin zat, het pad in het midden. Deze lijnen lopen nog steeds door het christendom heen. Het staat er allemaal wel, maar de mens heeft het lopen verschuiven met eigen gemaakte waardensystemen en hierarchieen. Christenen wassen elke oproep tot geoefendheid heel snel weg met indutters zoals 'geloof' en 'genade'. Deze woorden hebben geheel nieuwe betekenis gekregen in het christelijke woordenboek. Maar het kwaad vormt en definieert het goede, zoals het goede het kwade definieert en vormt, in de levensvisie van Aristoteles. Het pad van Aristoteles gaat hier dus dwars doorheen. Alleen zo kan de mens tot Arete, geoefendheid, komen. De Logos is voor de stoïcijnen een synoniem voor zowel de natuur als God. Zowel de Logos als Areta stond centraal, en zij konden ook niet los van elkaar bestaan. De Logos is de subtiele wet van het al, het ogenschijnlijke toeval, wat de mens dient te volgen en te gehoorzamen om niet doelloos als een dwaallicht weg te vagen in de schaduwen ervan. Areta en de Logos waren de gidsen van de mens in het moeilijke bestaan voor de stoïcijn. Deze termen komen ook weer voor in de grondteksten van het christendom. Het lot van de mens is zijn eigen karakter, en daarom is oefening daarvan voor levensbehoud. Niets is vanzelfsprekend, maar er is een noodzakelijkheid waar zelfs de goden tevergeefs tegen strijden, stelde de pre-socratische filosofie. Aristoteles kwam om weer balans te brengen, want er waren vele extremen ontstaan. Laten we beseffen dat dit gewoon principes waren die zich opdrongen als de noodzaak van de natuur balans. Mensen zijn altijd weer op zoek naar leiders en helden, naar rolmodellen, maar de mens moet beseffen dat dit slechts personificaties zijn van de hogere principes van het zelf. Daarom is lofprijs ook niets anders dan het goede wat zich in het zelf manifesteert, zoals Aristoteles stelt. Het is een eigen verantwoordelijkheid, en een werkwoord, opdat je geen toeschouwer bent aan de zijlijn en alles maar projecteert op het rondvliegende balletje waar anderen achterna lopen. Hierin ligt dus ook gevaar van de passieve gods-aanbidding waarmee de hedonistische kerken vol mee zitten. Zelfs in de filosofie zijn er gevaren dat de mens principes op een hoop gooit om ze te absoluteren, ze gaat aanbidden en dan gaat verkopen, wat gewoon puur diefstal is, want de mens is geroepen om nomadisch te zijn, om alles ook weer achter te laten om tot hogere principes te komen. Ik heb in mijn leven heel wat moeten weggooien en verscheuren en tot vuilnis moeten rekenen waar de materialisten en hedonisten helemaal in paniek over zijn geraakt, maar ik moest verder, en zo konden zij ook verder. Vaak is er mij aangeboden om mijn boeken voor peperdure prijzen te verkopen, maar ik heb zelfs een groot deel van wat ik geschreven heb ook weer achter moeten laten. Ik kan in de kerk staan en mijn handen in de lucht heffen om hun afgoden te prijzen maar als ik zelf niet verander en de verantwoordelijkheid neem, wat is mijn lofprijs dan waard ? Zo weet ik van mensen die weigeren iets aan hun kapotte huwelijk te doen en dan maar vooraan staan in de kerk met hun handen in de lucht om de afgod te prijzen, terwijl gemakszuchtige echtscheiding in hun hart ligt. Hiervan walgen de goden. Wat is de lofprijs dan nog waard ? De zonde behoort het goede niet te prijzen, maar behoort zich te bekeren om zelf het goede te zijn. Dat zou de ware lofprijs zijn, maar waar zijn kerken vandaag de dag mee bezig ? Ze loven en prijzen elkaar's mooie jurken, en hoedjes en kijken neer op de arme Eros die op blote voeten, alleen in het bezit van een te korte broek, hun peperdure feesten niet kan bijwonen. 'Ik ben hongerig geweest, naakt en in de gevangenis, of misschien wel in een psychiatrische kliniek, en gij hebt mij niet gevoed, hebt mij niet gekleed, en niet bezocht,' stelt Mattheus 25. Dit is een ernstige zaak, want dat is de toestand van de wereld en de kerk vandaag de dag. De stoicijn zegt dan : 'Ik doe aan zulke christelijke feestjes niet mee.' Waarom zoek je het dan nog bij jezelf, wat allemaal illusie is ? De zoektocht is naar je hogere zelf, in Areta, in de Logos. Meer heb je niet nodig, maar de illusie is ervoor om het ware te vormen en definiëren. Dat is de magie van de dualiteit. Het is bruikbaar voor de stoïcijn, en behorende tot de

fysiologie van de oerstof. Het einde zal vastraken in het begin, want alles gaat in cirkels, stelt de presocratische filosofie. Aristoteles stelde dat je aan jezelf moest werken, want daar was alles al. Daar was al het creatieve materiaal wat je nodig had, en Areta was het product van gewoonte. Het moest een automatisme voor je worden, van robotische kwaliteit, anders zou je niet door het leven heenkomen. En de weg tot de geoefendheid, Areta, is de weg van de askesis, de oefening. Areta is ook een woord voor mannelijkheid in het stoïcisme, de geoefendheid, wat gebeurt op het pad van de eenling, het vol zijn met de godin, Areta, het getest zijn aan de logos, de rede. Je kan het een held noemen, of een anti-held, want het heeft niet gebogen voor de massa's, maar heeft zijn innerlijke godin gevonden, de mannin, het oorspronkelijke volk van de gnosis, van Eva. Hij heeft niet voor superman gespeeld, maar is de weg van het kruis gegaan. Hij is geen spijbelaar die de mens zware mind-altering drugs heeft verkocht om hen bedriegelijke illusies van veiligheid en overwinning te geven, maar hij is gegaan tot de demonologische school om zichzelf te oefenen, de natuurschool. Hij loopt niet als een fletse zakenman met een gladgestreken pak en stropdas rond om zijn product van oplichting te verkopen, hoewel hij ook niet als een wilde weldoener parels voor de zwijnen werpt, maar hij heeft een vaste brug gebouwd, zij het van wildernis touwen, over de woeste oerrivieren van het oerwoud. Hij is een wenende filosoof, niet alles maar wegwimpelend en weglachend. Zijn Askesis heeft hem tot Areta geleid, zijn hogere zelf. Hij is de duisternis ingegaan en is er obscuur door geworden. Hij weet dat de aarde een mentaal en verbaal mijnenveld is. Hij laat de mens moeite doen om zijn filosofie te begrijpen. De mannelijkheid is de geoefendheid in het luisteren, de geoefendheid in het zoeken naar de hogere dingen en het achterlaten en minderen van de lagere dingen. De mannelijkheid is de mindering, en de vrouwelijkheid drijft de mannelijkheid hierin aan om te minderen, en zij vermeerdert zo zijn hogere dingen. De demonische surrogaten hiervan zijn de vermeerderingen van het lagere aardse. De stoïcijn knapt af op de lagere levenswijzen van de christen. Hij ergert zich eraan en weent erover. Hierdoor zondert hij zich nog meer af. In die zin is het christelijke dus een negatieve richtingaanwijzer, maar het christendom heeft ook positieve richtingaanwijzers. De stoïcijn heeft beiden nodig. Dat is het pad van Aristoteles, het pad van Ares-Thoth, oftewel van de oorlogs-rede, de demonologische logos (Grieks-Egyptisch). Adam moest in een diepe slaap vallen om tot de gnosis van Eva te komen, zoals de stoïcijn dit moest om tot Areta te komen. Dat is de ware lofprijs, wat ook een woordbetekenis is van Areta, zoals in 1 Petrus 2:9 : Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk Gode ten eigendom, om Areta, lofprijs, geoefendheid, te verkondigen van God, die u uit de duisternis geroepen heeft. De definitie van lofprijs is dus geoefendheid, Areta, en zij moest verkondigd worden als het evangelie, zoals Adam Eva moest verkondigen, omdat zij de drager van de gnosis was. Areta is een vrouwelijk woord, naast het feit dat zij een godin is. De grondteksten van de bijbel zijn dus vol met verwijzingen naar de godinnen. Zij moesten verkondigd worden, als principes, maar doet de kerk dit vandaag de dag ? Velen weten niet eens wie of wat Areta is. De godin is gedemoniseerd en het principe waarvoor het stond werd verborgen gehouden door geloof en genade en eens een keer een kerstkaart te sturen met kerst om goede wil te tonen. De mens in de kerk is vandaag de dag volkomen genaaid, lieve mensen. Ook in het Griekse OT, de Septuagint, komt Areta voor, zoals in Habakuk 3:3 : God komt van Teman en de Heilige van het gebergte Paran. sela

Zijn Areta bedekt de hemelen, en de aarde is vol van zijn lof. Jesaja 42 : 12 Laten zij de Here eer geven en zijn Areta in de kustlanden verkondigen. Weer ligt hier de missie om areta, de noodzaak van de geoefendheid, te verkondigen. Jesaja 63:7 Ik zal de gunstbewijzen des Heren verkondigen, de Areta/s des Heren, naar alles wat de Here ons heeft gedaan en naar de grote goedheid jegens het huis Israëls, welke Hij het betoond heeft naar zijn barmhartigheid en naar zijn vele gunstbewijzen. Jesaja 43:21 Het volk dat Ik Mij geformeerd heb, zal Areta verkondigen. Zoals eens de christelijke kerk bepaalt nu de medische kerk wie of wat de mens is, gewoon vanuit de losse hand en vanuit de medische bijbel. Vlijtig drukt ze op iedereen een etiket en stookt ze, en drijft daarmee haar markt, als Kakia die Hercules probeerde te verleiden tot de weelde en het plezier daarvan, het goud der dwazen. Maar Areta boodt Hercules de geoefendheid aan in de worsteling met zulke monsterlijke gedrochten, en voor dit pad koos Hercules. De Rede, logos, is niets zonder Areta, de geoefendheid. Waarom staat de mens dan onder de druk ? Omdat de mens hierdoor geoefendheid moet leren, tot Areta moet komen. Er is geen filosofie zonder Areta. Areta liet Heracles worstelen met de meest erge monsters voor dit doel. Daarom kiezen velen voor het pad van Kakia, en niet voor de demonologie. Veel mensen nemen het niet zo nauw met het leven. Ze komen en gaan weer. Maar het leven is nu eenmaal gruwelijk misduidig als noodzaak. Directheid is namelijk noodlottig. Alleen in dit contrast zullen de geoefenden op het pad van de stoïcijnse eenling, op het pad van Areta, de rode lijnen opmerken. De kennis staat niet op haarzelf. Het moet geoefend zijn. Er is daarom een onverbrekelijke link tussen gnosis (logos) en areta. Kennis van God is volgens Spinoza de hoogste vorm van oefening. (st. 27, dl. 5) Daarom gaat het allereerst al helemaal niet om zomaar dingen uit een boekje over te nemen, maar moet het geoefend zijn, verdiept, en dit is een demonologische worsteling. Alles moet namelijk getest worden aan de logos. Geld of titels is hierin geen maatstaf, maar een drogreden. De medische kerk is gebouwd op drogredenen en is pure kwakzalverij. Nooit maar dan ook nooit had het medische los mogen komen te staan van de demonologie. Dat is haar val geweest. Ze is verleid door de vruchten van Kakia. Nu zijn ze zwaar vergiftigd en trachten ook anderen te vergiftigen. Spinoza stelt ook dat God lief te hebben niet betekent dat God deze liefde dan ook beantwoord, want God is de Rede, en die reageert op het gebied van oefening en geoefendheid. Je kunt dus niet een zogenaamde 'romance' met God aangaan terwijl je daarbij elke soort van oefening ontwijkt. Wij kunnen alleen daadwerkelijk God kennen en God liefhebben door de geoefendheid op het pad van Areta. (st. 29, dl. 5) Ook stelt Spinoza dat de diagnostiek (vgl. demonologie) vanzelf geordend word naarmate de rede geordend wordt (st. 1, dl. 5). De rede voert in dit proces tot de ware vrijheid, waardoor de pathos, emotie, allereerst verminderd kan worden. Vanuit de rede mag dan nieuwe pathos ontstaan, want het is niet de bedoeling dat de mens emotie-loos wordt. Apatheia leidt door de rede tot een nieuwe pathos, maar die is altijd ondergeschikt aan de rede. Spinoza noemt het leven aan de rede getest een soort vroomheid, maar dit heeft dus niet veel met kerkelijke vroomheid te maken, maar meer als de

geoefendheid (areta) in de stoïcijnse filosofie. In stelling 70 van deel 4 stelt Spinoza dat zij die onder onwetenden leven, oftewel onder zij die dronken zijn, bacchanten, hun weldaden zoveel mogelijk proberen te ontwijken. Dit omdat ze niet op dezelfde manier dronken willen worden. Ze zijn op zoek naar de logos, de rede, niet de dronkenschap. Spinoza beschrijft de onwetenden als hen die door blinde begeerlijkheid gedreven worden en elkaar alleen maar belonen in koophandel, oftewel omkoperij. Zij zijn gaven-gevoelig. Zij vissen alleen en gebruiken hiervoor aas. Daarom moet de mens op zijn hoede zijn, wat ook het levensmotto is van Spinoza. (st. 71, dl. 4) Hij stelt dat het ontwijken van het aas van de onwetenden gelijk oploopt met het overwinnen van gevaren, en dat dit de geoefendheid is (areta). Dit heeft dus ook met de mindering op het pad van de askesis, oefening, te maken. (69/4) De mens moet geoefend, areta, worden in de logos. Dit is de worsteling in de natuur, het pad van Heracles die niet boog voor Kakia (de misleiding van weelde). Xenephon (431-354 BCE) schreef hierover dat Heracles moest kiezen tussen het pad van Areta, de geoefendheid, en het pad van Kakia, de slechtheid. Kakia kwam als zacht en hevig opgemaakt met grote ogen, terwijl Areta kwam als soberheid, en zij werd ook de vrouw in het wit genoemd. Kakia wilde met haar zachtheid Heracles verleiden tot het nemen van de gemakkelijkste en plezierigste weg, terwijl Areta al vanaf het begin zei dat zij Heracles niet zou misleiden met een aangenaam voorspel, maar zij zou hem de waarheid vertellen. Heracles zou niets ontvangen zonder zwoegen en inspanning op haar pad, want als hij vrucht wilde plukken van het land, dan zou hij het land moeten onderhouden en bewerken, en als hij iets wilde bereiken met zijn kudde, dan zou hij voor zijn kudde moeten zorgen. Als hij de oorlog wilde winnen dan moest hij doel hebben en de strategie van oorlog kennen en daarin geoefend worden. Kakia werd hier kwaad over en zei dat die weg veel te hard en lang zou zijn voor Heracles. Haar eigen weg was de korte en makkelijke weg tot het geluk. Bij haar zou Heracles geen hardheid kennen, en zou hij alle zoetheden van het leven proeven. Hij zou niet over de oorlogen (demonologie) hoeven te denken, en hij zou altijd maar weer de keuze hebben wat te eten en wat te drinken bij haar. Met de minste problemen zou hij bij al deze plezierigheden kunnen komen die zij hem aanbood. Zij zou hem nooit blootstellen aan hardheid en zwaar werk, want anderen zouden het zware werk voor hem doen. Hij zou op dit pad geen gebrek leiden, maar altijd weer voordeel hebben, waar hij ook maar wilde. Zij noemde haarzelf het geluk. Areta zei toen dat Kakia al at voordat ze honger had, en dat ze geen besef had wat het ware geluk was, want haar geluk leidde niet tot het goede. Tot Heracles sprak Areta toen : Als je eerlijk het benodigde werk doet, dan zul je het hogere geluk vinden. En zo werd Heracles door Areta geoefend. Kakia is het pad wat de massa's kiezen, maar Heracles koos het pad van Areta, en liet zich door haar onderwijzen. Dit was het stoïcijnse pad van de eenling, de monon, wat ook mooi naar voren komt in het Nederlandse woord 'mannin', oftewel het volk van Eva. Dit was niets anders dan een dieper deel van Adam, zijn kern. We kunnen dit ook vergelijken met de Egyptische 'mehen' slang (mhn, mnn) die om Ra heenwas om hem te beschermen op zijn boottocht in de onderwereld, als een beeld van de heilige gebondenheid in het eenling principe, wat je ook weer met amen (mn, mnn) kunt vergelijken, het verborgene, en wat nog altijd achter elk christelijk gebed wordt neergezet. De logos staat of valt met de monon, het eenling principe. De natuur werkt door het eenling principe als een absolute noodzaak, als de natuurlijke selectie, want als de natuur de massa zou selecteren dan zou de mens die de massa moet volgen indutten.

Alles gaat dan gewoon vanzelf, dus dan zou geoefendheid, Areta, nooit kunnen bestaan. Op het natuurpad is het de eenling tegen de massa. In het boek het leven van Apollonius van Tyana, een pythagoriaanse filosoof, komt ook weer de strijd tussen Areta en Kakia om het jonge leven van Heracles. Kakia is versierd met goud, en is in een paars gewaad, en hevig opgemaakt, haar wangen geverfd en haar haar gevlochten, en met gouden slippers. Ze vertelt hem hoe ze hem wil laten rusten op bloemen, en hoe ze hem wil trekken tot een land van melk en honing met een overvloed die voor het grijpen ligt wanneer hij maar wil. Hij hoefde er niet hard voor te werken en het ook niet te zoeken, want het zou zo allemaal in zijn schoot geworpen worden. Areta daarentegen is een vrouw die hard gewerkt heeft, blootvoets, en die bedekt is met het vuil van de aarde, en ze heeft de eenvoudigste bedekkingen, en zou bijna naakt zijn. Zij is een discipline die wil dat hij op de grond slaapt op het vuil van de aarde, en hij moet naakt zwoegen, en alles verdienen door hard werk, elke zoetheid. Hij mag niet opscheppen, geen ijdelheden najagen en geen hoogmoed nastreven, en hij moet op zijn hoede zijn voor alle dromen en visioenen die hem van de aarde willen weghalen. Als Heracles zich hierin zou oefenen en deze eenvoud niet zou afwijzen dan zou hij daarmee vele monsters hebben onthoofd, en al zijn opgedragen werken hebben voltooid. Kolosse 1 29 Hiervoor span ik mij ook in, onder zware strijd, naar zijn werking, die in mij werkt met kracht. Paulus is hier in de rol van Heracles die voor het pad van Areta heeft gekozen, oftewel het lange, moeilijke pad van de logos, en niet van het hedonisme (kakia). Colosse 4 18 Een eigenhandige groet van mij, Paulus. Gedenkt mijn gevangenschap. De genade zij met u. Gedenk dus de heilige gebondenheid. Kakia beloofde Heracles zoete vrijheid, terwijl Areta Heracles leidde tot bittere gebondenheid. De Griekse dichter Simonides (556-468 BCE) schreef over haar dat zij niet door alle sterfelingen gezien wordt, maar alleen zij die zweten op het harde pad, zij die komen tot de pieken van de mannelijkheid. Ook wordt zij een speervechter genoemd, als een oorlogsgodin. Zij is dichtbij de door het lijden geoefende Jove (Job). Heracles kwam in Boeotia tot de tweesprong, het kruispunt, waar Kakia en Areta hem opwachtten. Buigen in het stof voor Areta, of voor Kakia. Zij die in het midden blijven vallen ook ten prooi aan de hevig opgemaakte en verleidelijke Kakia. Kakia met haar helwitte handen versierd met knalrode nagellak waardoor haar superieure, dunne, vrouwelijke schoonheid extra wordt benadrukt, want dat is wel het schoonheidsideaal van het Westen, en wat altijd per definitie bovenaan hun glamour magazines praalt. Het is Kakia, niet Areta, de brute, woeste natuuramazone, want die is te duister in de ogen van de stad. Kakia is de verwenner, het immer ja-knikkende omaatje van iedereen, sierlijk knotje in haar haar als teken van haar autoriteit. De mannen hebben het niet eens door hoe ze door haar worden bedrogen. Ze hebben geen filosofie en staan nergens voor, dus vallen overal voor. Gepensioneerde vrouwen, dat is wat westerse mannen willen. Vrouwen die niets anders doen dan mooi lopen te zijn, spiegeltje spiegeltje aan de wand, hevig kuchen en geeuwen. Zo dun mogelijk, om geen mannelijk vlees te beledigen en te kleineren. Zwak moet ze zijn, dat is een mooie vrouw voor het westen. Enorm broos als porselein, ongeemancipeerd. De mannen smullen ervan als van koek. Ze willen geen barbaarse vrouw. Dan gaan er direct honderden alarmen af. De vrouw moet zich koest houden, dan is de man tevreden. Ze willen geen filosofische vrouw. Dat is te moeilijk. De vrouw moet mooi zijn, dun, zwak, slaafs, zo dun mogelijk opdat het het rode zal opwekken, het rode gif, lipstick, nagellak enzovoorts. Zo koket en compact dat hij haar gewoon in een doosje kan stoppen. Gemak dient de mens. Dit is een zwaar gevecht op het pad van Areta. Kakia, de hoer, gooit alles in het spel om de mens

proberen te verleiden, wat ook heel subtiel kan gaan. De massa's zullen je eigenwijs noemen als je niet voor hen buigt. Het is zware mind control, zwaar mentaal lijden wanneer ze hun gifnagels diep in je steken. Ze martelen je totdat je belijdenissen doet tot hen. Heracles, of Herekalos, betekent voor gebruik van Here, of goede Here, het dienen van Here. Here of Hera was de vrouw van Zeus, en Zeus legde zijn zoon Heracles aan de borst van zijn vrouw, Here, om hem onsterfelijk te maken, maar zij stootte hem af, alhoewel er toch druppels melk waren gevallen. Here ziet Heracles als een vijand, en drijft hem tot zo'n grote woede dat hij zijn familie vermoord, waarna hij zijn twaalf werken doet. Dit staat symbolisch voor het overstijgen van de massa als eenling. Here drijft hem tot het pad van Areta, tot een eenling die geoefend moet worden op het pad van volharding en pijn. De worsteling van Heracles met Here kun je vergelijken met de worsteling van Jakob met God op Pniël. Dit was om hem te beschermen tegen het hedonisme van Kakia. We komen de symbolische familie-moord ook tegen bij de christelijke Jezus mythe wat voortkwam uit de mythe van Heracles. De twaalf werken werden tot twaalf discipelen. Jezus droeg op de familie te haten in Lukas 14 : 25 Vele scharen reisden met Hem mede, en Zich omkerende zeide Hij tot hen: 26 Indien iemand tot Mij komt, en niet haat zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broeders en zusters, ja zelfs zijn eigen leven, die kan mijn discipel niet zijn. 27 Wie niet zijn kruis draagt en achter Mij komt, kan mijn discipel niet zijn. Laten we heel goed beseffen dat in het NT haat gelijk stond aan moord : I Johannes 3:15 – Een ieder, die zijn broeder haat, is een mensenmoorder en gij weet, dat geen mensenmoorder eeuwig leven blijvend in zich heeft. Je kunt dus niet haten zonder zelfhaat, en dit staat gelijk aan zowel moord als zelfmoord, en hierin is een dualiteit. De natuur laat het al zien. Als sommige insecten je steken dan verliezen ze daardoor hun eigen leven. Het is diepe dualistische symboliek, want volgens de wetten van het NT heeft Jezus, net als Heracles, zijn familie vermoord, omdat hij zijn familie heeft gehaat. Maar het is dus een allegorie met een diepere betekenis. Jezus moest de massa overstijgen en ook zichzelf, want hij moest ook zichzelf haten en doden. Dan gaat dit om het ego, en ook het collectieve ego waar de mens vandaan komt. Here leidde Heracles tot die daad dat hij zijn familie achterliet zodat hij het pad van Areta op kon gaan. Heracles had de lagere familie principes gedood en zijn lagere zelf, om zo het pad van de eenling op te gaan, de natuur in. Jezus vocht voortdurend tegen de massa en de familie, en stelde dat alleen zij die de wil van God doen, van Here, zijn ware familie was. Zijn pad kon alleen gevolgd worden als de mens zou breken met de familie, en de doden de doden laten begraven. Heracles moest zo komen tot het Areta kruis, en was een Aretaiet, een volgeling van Areta, van de geestelijke oefening, en zo was ook Jezus dat. Het materialisme heeft alles verletterlijkt, maar het houdt diepe boodschappen verborgen. Het is afzien op het pad van Areta. Je verliest alles. Here heeft geen medelijden, want de mens was diep misleid en moet weer terug. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Maar Heracles streed met haar zoals Jakob op Pniël en Jezus aan het kruis, want er is ook een valse Here. In de Aretaitische filosofie is deze Heracles dynamiek van allegorische familiemoord en zelfmoord onmisbaar. De mens moet loskomen van de banden met Kakia. Dat is wat de demonologie is. De mens heeft alles verletterlijkt, want de mens kent de filosofie niet. Voor de mens is de materiele

weg altijd de makkelijkste weg, maar het leidt tot de dood. Om hieraan te ontkomen mag je ook vragen naar de Aretaitische principes, wat het betekent een Aretaiet te zijn, om geen Kakiaiet meer te zijn. Here zond twee slangen naar Heracles na zijn geboorte, om hem te doden. Hij verscheurde de twee slangen, als baby, maar de touwen van de logistiek bleven, en die moesten hem trekken tot het Aretaitische pad en hem erop houden. Jezus noemt het ook een teken van de eindtijd, want de mens zal erachter komen dat de familie banden een complot zijn tegen hen gekeerd, en dat de mens de betekenis ervan moet verdiepen : Mattheus 10 : 21 Een broeder zal zijn broeder overleveren ten dode en een vader zijn kind, en kinderen zullen opstaan tegen hun ouders en hen ter dood brengen. 22 En gij zult door allen gehaat worden om mijns naams wil; maar wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden. 23 Wanneer men u vervolgt in deze stad, vlucht naar de andere; want voorwaar, Ik zeg u, gij zult niet alle steden van Israël zijn rondgekomen, voordat de Zoon des mensen komt. Het pad van Kakia is een letterlijk pad, en het pad van Areta is een geestelijk pad. Zowel de materialist als de geestelijke gebruiken de bijbel, de één doet het voor het hedonisme, Kakia, en de ander doet het voor Areta, de geestelijke en demonologische oefening. Het Areta kruis is hard en gaat diep. Het is niet zacht en zoet. Het is niet 'wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roede.' Het is eerder omgedraaid. Areta staat daar met de gesel. De mens moet geoefend worden in de wildernis, anders zal de mens niet overleven. Hoofdstuk 2. Kakia bidders versus Areta bidders Duidelijkheid moet er zijn, in ieder geval het noodzakelijke dan, en balans is een belangrijke sleutel, dus als we het hebben over ijs en zelfstandigheid, dat is zeker belangrijk, en als je een beeld kan krijgen van de 'ijs meter', dan moet die ijs meter altijd voldoende vol zitten, anders komen er dus problemen (vuur verschijnselen die je niet wil hebben, tot het punt van siamese tweelingen, en dan in een aziatische gevangenis terecht komen etc.). Dus daar kun je dan ook weer creatief mee omgaan en dingen opsparen, dus eigenlijk als een soort zebra, dat de ijs component, of ijs ribbels er telkens voldoende zijn, en daartussen kan dan je wereld ontstaan, en daar kun je dingen toe opsparen (dat doet het ijs), dus in die zin kun je je communicatie dan veilig houden. Soms gaat dat sparen dan een hele lange tijd door, op lange termijn, gewoon omdat het de tijd er nog niet voor is, dus dingen moeten wel 'rijp' zijn, en zwangerschap moet volkomen zijn, anders krijg je een 'miskraam'. Dus altijd de rijpheids-factor in de gaten blijven houden met wat je dan ook doet, zegt en denkt. Als het dan rijp is, en je hoort daarvoor het belletje, of ziet het groene knipperende lijntje daarvoor, dan moet er wat mee gebeuren. Dan is er een soort geboorte, een soort oogst. Maar dat behoort dus ook allemaal tot de logistiek (waar, wanneer, hoe, hoeveel etc.). De logistiek is dus de leer van op het juiste tijdstip, op de juiste plaats, in de juiste hoeveelheid, de juiste verhouding, met

de juiste kosten. In het tweede bijbelse boek 'sobibor – de laatste jager' hebben de medi nazi's het gemunt op de alienologen, en die worden stelselmatig uitgeroeid, en daar zijn er ook weer niet heel erg veel van. En dan gaat het dus over Utrecht als een soort van utopia, en dat blijkt vanuit de toekomst te komen, maar ze hebben het dan ook op Utrecht gemunt. Kijk naar al die anti virus bedrijven om ons heen die maar door en doorgaan omdat er zoveel werk is te doen, telkens maar weer updaten. Dat is slechts een heenwijzer naar de demonologie. Dus het materiaal 'leven' ? Ja, maar ook voldoende updaten, zodat je straks niet voor grote verrassingen komt te staan. Er kan al snel veel te dun ijs zijn. Er waren dromen over celebrities die elkaar ontmoetten op het vliegveld en dan heel 'belangrijk' gingen doen. De ene celebrity ontmoette dan de ander, twee hedendaagse zogenaamde 'supersterren', en dan wilde je niet geloven wat een 'air' daar hing. Ik was er ook bij, en ik zei toen van : 'Doe eens even normaal. Jullie zijn maar gewoon mensen, hoor.' En toen kwam een zogenaamd filmsterretje van langer geleden erbij. Ik zei toen : 'Maar jij bent helemaal die persoon niet.' 'Nee,' zei ze, 'ze kon zelf niet komen, maar ik ben de dochter van een vriendin van haar, als haar plaatsvervanger.' En die deed dan zelf ook allemaal heel 'belangrijk'. Hele 'belangrijke' mensen allemaal, allemaal duurdoenerij, staan graag in de belangstelling etc. Zoals er is ook zo'n celebrities muur (zo'n witte muur met allemaal reclame erop) en daar staan ze dan graag voor te poseren, en belangrijk lopen te doen, terwijl het bijna gewoon op een ordinair toilet lijkt waar graffitti op gespoten is. En dan een andere droom die erbij hoorde van mensen die paranoïde werden van een bepaalde soort wit en paars, wit dan eigenlijk als de kleur van voorzichtigheid, en paars als de kleur van slaap. Maar in ieder geval gaat dit over de mythe van Heracles, Kakia en Areta, en Kakia is dan het hedonistische pad van belangrijk doen, dat het allemaal te exclusief wordt, te hoog op het dak, te … enzovoorts … Areta is dan het pad van de demonologie. En het gevaar kan altijd in vele vormen komen, dus ja, die dreiging ligt er. Soms glippen die dingen er gewoon door, en dat kan heel subtiel gaan. De hele lucht zit ermee vol. Het komt door het bewerkte voedsel op ons waar ze allemaal rotzooi doorheen gooien, het zit in de lucht (auto's geven veel fijnstof af, vliegtuigen nog wel meer, gaat allemaal in de lucht zitten, daalt op ons neer, daarom zo dicht mogelijk bij de natuur blijven voor antistoffen). Mensen floepen er zomaar alles uit, worden geprogrammeerd door de grote machines. Daarom zijn hen die buitenaards contact met de hogere natuur hebben een bedreiging, maar stel nu dat die ontsnappingsroute niet zo conventioneel is. De goede linie onderwijst een hogere soort wiskunde. Stel nou dat die niet conventioneel is, ook niet qua andere ufologische basissen en geestelijk werk – want heel veel er zitten puur voor de verkoop en voor een naam te maken etc. dus het gaat om henzelf, niet zozeer het werk wat ze als 'hulpje' gebruiken – want als je naar die ufo's kijkt en je ziet hoe het in elkaar steekt, of je denkt erover na wat daar wel niet allemaal voor raketkunde aan vooraf is gegaan, dan moet je tot de conclusie komen dat – juist omdat ze vergevorderd zijn in vergelijking met aardse systemen en aardse geestelijke systemen – dat dit wel demonologisch moet zijn, dus hele andere wiskunde wetten. Dus wat leren kinderen op scholen ? Ze floepen alles er maar uit, denken dat alles kan en mag, omdat hun niets anders geleerd wordt. Ze krijgen aardse wiskunde, en daarmee basta. Kan een aards mens of aards-geestelijk mens het hogere geestelijke verstaan ? Dat is een verschrikkelijk lange weg van pionieren waar je niet zomaar even een punt achter kunt zetten. Het gaat om de nuances hierin en de diepte, en als dat niet kan zou dat een handicap zijn, maar die valt met dit soort dingen dus zeker te overbruggen. De wkb's (wortel kanaal behandeling) trekken allerlei soorten parasieten aan, op allerlei soorten

levels, en trekt ook weer buitenaardse parasieten aan enzovoorts enzovoorts ... Het is een billion dollar industry wat ook weer lucratief is voor andere bedrijven. Het rommelt met de hersenen, verstrooide persoonlijkheden. Als ze koffie hebben gedronken kun je dat gewoon ruiken, want dat gaat helemaal in die wkb's zitten. Dat zijn allemaal kanalen die ze met elkaar verbinden en daar bouwen ze hun handel op. Als je volwassen wordt dan ga je soms door rites of passage, dat is iets van de natuur, dat sommigen wat minder haar ineens hebben, of dat kiezen ontbreken enzovoorts. Toch is dat dan weer de natuur, maar de wk-behandelaren werken tegen de natuur in, en zo moet je met hun 'luxe producten' lopen om maar aan een bepaalde standaard te voldoen in de stad, dus letterlijk als witgepleisterde graven. Al die wkb's bij elkaar gebruiken de parasieten als tankstations, bolwerken van macht, enzovoorts, en dat gaat allemaal in de hersenen zitten, neemt mensen over etc etc. en in die celebs wereld kom je dan mensen tegen die je helemaal niet meer met de natuurverschijnselen van de 70/80 er jaren kunt vergelijken. Het is allemaal een markt geworden, sabotage van de jeugd, allemaal hele duistere dingen, en die wkb's zijn daarvoor een grote drive ... Mensen worden op zijsporen gezet, prioriteiten gaan eraan. Mensen met wkb's zijn onder een soort van verdoving, en die drijven dan een soort handel, en dan moet je dus echt heel diep graven om op de juiste lijnen en bedradingen terecht te komen. Dus dan zie je twee realiteiten en die lopen bijna in elkaar over, maar dan moet je toch de juiste kiezen, anders geeft dat problemen ... zoals bijvoorbeeld siamese aziatische rigil kent realiteiten, want dan is er gebrek aan filosofische structuur, dus dan kan het spijbelen weer in gaan sluipen en allerlei andere feestjes, en dat kan heel subtiel gaan ... Dus die wkb kanalen hebben een soort van netwerk gecreeerd, wat door de mensen heenloopt, door de wkb's, door de nageslachten, contacten, etc. als een soort buitenaards toilet, en je wil niet weten wat er allemaal weggespoeld wordt, maar de parasieten mogen dan blijven .... net zoals veel hedendaagse schoonmaakproducten je huis nog wel viezer maken en meer parasieten aantrekt (daarom is het belangrijk om het zo biologisch mogelijk te houden, zo natuurlijk mogelijk) ... Het is een systeem ... Het maakt kunstmatige celebs, en die programmeren de massa ... zijn te 'exclusief' voor de natuur ... Allemaal wkb power ... soort van corrupte toiletten … Wkb power zit overal in de lucht, werkt door alles heen, ook al heb je zelf geen wkb's. Het zijn systemen, en we zijn nog niet aangekomen bij de bodem ervan in het traceren van dit onheil. We komen dan terecht bij de sterrenconstellatie libra, oftewel weegschaal. Libra is ook de wortel van libraries, bibiotheken, als de wachter ervan. Het is boers gebied, maar ook van watersporters en architectuur, hele ruime huizen, ruime visioenen, maar dan ook het wkb probleem. Ook het meubiliair gaat allemaal via de wkb, dus dan krijg je een gehele wkb architectuur. Het is een zware koffie verslaving, wat wil zeggen dat er geen ruimte voor slaap is, of weinig, altijd maar weer in de weer. Teveel koffie werkt als een drug. Ook maakt het dus korte metten met voorzichtigheid als het als overdosis wordt gebruikt. Er komt zo een giftige kikker op je nek te zitten, op je schouder. De wkb power wordt doorgegeven van geslacht tot geslacht, van contact tot contact. Het kan overspringen als een kikker. Het is het pad van Kakia. Zij lokt de mens in de wkb's, en sleurt hen zo mee. Dit gaat ook vaak gedwongen, dus wkb is ook een ontvoeringsbrigade. Het is een dwangbevel wat de massa's wordt opgelegd. Daarom is er het Aretaitische pad waarop de mens los kan komen van de streken van Kakia, de verleidster. Op het pad van Kakia leven de Kakiaieten, de volgelingen van Kakia. Zij bidden om meer voorspoed, meer kracht, meer macht, meer genezing, maar volgelingen van Areta bidden voor meer zwakheid, want de mens is nu immers in de valse wkb krachten. Eerst moet de mens leeg worden, zwak worden. Bidt dus allereerst niet om meer kracht, maar om een dieper lijden, om los te komen van de materialistische wegen. Het leren bidden hoort ook bij de Aretaitische filosofie. De profeten van het OT werden apart gezet in grote toorn. Als die woede er niet is, dan ben je nog steeds een meeloper, een neutrale, een onverschillige, dus zij die Areta volgen vragen allereerst om meer woede. Dat wil niet zeggen dat je dan een opgewonden standje gaat worden, een heethoofd of

roekeloze driftkikker. Areta geeft haar volgelingen goede gaven, en juist gerichte woede. Het gaat dus dan allemaal meer op z'n plaats vallen. Je wordt niet meer boos ter verdediging van je vlees, maar je wordt boos waarop je boos moet zijn, en je wordt ook alleen maar boos wanneer je boos moet zijn. Je gaat dus een heleboel lagere aardse boosheden en woedes juist verliezen. Areta zal je de ware toorn geven. Je woede zal dus niet meer ontspoord zijn, niet meer verloren tijd en energie zijn, maar op het juiste spoor terecht komen, in de juiste richting, in de juiste hoeveelheid en de juiste verhouding. Het is dus de hogere logistieke toorn. De mens is te zeker van zijn zaak om de waarheid te ontvangen. Kakia aanbidders bidden overvloedig voor meer zekerheid, meer duidelijkheid, meer helderheid, meer leiding, maar zij die op het pad van Areta zijn bidden voor meer onzekerheid, meer verwarring en chaos, want zij weten dat de mens te zeker is, en dat de mens daardoor de waarheid niet kan zien. Eerst moet de mens dus weer gaan twijfelen over al die vooringenomen zekerheden. Op het Kakia pad bidden de Kakiaieten ook overvloedig om aanvaarding, om er toch maar bij te mogen horen, om grote populariteit, dat iedereen wel van hen zal spreken. Maar zij op het pad van Areta bidden om meer verstoting en verwerping voor hun eigen veiligheid tegen al die systemen die de mens overaanvaarden waardoor de mens in slaap dut. De mens is overaanvaard tot hun eigen valstrik. Het was om David te redden toen hij het uit moest roepen : 'Mijn god, waarom hebt gij mij verlaten.' Zo wordt de mens gevoelig voor de gnosis, als de mens wordt losgelaten en in het diepe wordt geworpen. Zo leert de mens het pad te vinden, niet als ze allemaal maar overaanvaard zijn. Een heleboel atheisten zeggen vroom : 'Wij bidden niet.' Maar ze wensen wel, en dat is precies hetzelfde. Op het Kakia pad bidden ze allemaal om mooie dromen, maar hen op het Areta pad bidden om meer nachtmerries en meer vernietiging, want er is zoveel wat vernietigd moet worden. Dat kan Areta allemaal gebruiken. Het is allemaal materiaal voor haar. Daar reageert zij op, want het brengt haar abstracte wildernis. Zij die niet genoeg lijden lijden niet gericht. Het lijden tot functie brengen is de enige oplossing. Daarom zal het bidden om meer lijden ons geen daadwerkelijke schade doen. Wij mogen bidden om het kruis, het kruis omhelzen, het kruis kussen, opdat het kruis ons niet zal vernietigen. Juist hen die van het kruis weglopen en er niets mee te maken willen hebben zullen door het kruis ten onder gaan. Kakia bidders bidden zichzelf het graf in. Areta kan de mens niet helpen, want de mens bidt en wenst verkeerd. Een heleboel gebeden komen niet eens bij Areta aan maar gaan rechtstreeks naar Kakia. Op het pad van Areta moet de Aretaiet vaak de andere wang toekeren, ook in gebed. Ze spreekt door onzekerheden want de mens heeft teveel valse zekerheden, waardoor ze niet door kan komen. Bid om meer onzekerheden. Op het pad van Areta bid de mens alles wat in de stad als negatief wordt gezien en waarop de stad etiketten heeft geplakt. Zo bidt de Aretaiet niet om meer vrolijkheid, maar meer depressie, niet om meer (over)moed, maar om meer angst (voorzichtigheid), meer eenzaamheid, en meer wanhoop, want de mens is bedrogen. Dat wil niet zeggen dat dit dan domme gebeden zijn. Op het pad van Areta wordt er gebeden om meer kleineringen, meer aanvallen, maar dat wil niet per definitie zeggen dat dan de bel gaat en dat daar de buurvrouw staat om je flink uit te schelden. Het is abstract. Je gaat juist veel meer merken, en je gaat juist terug naar de oerinstincten die de diepte van

deze zogenaamde 'negativiteiten' laat zien. Zo kom je juist in contact met Areta en gaat ze op je reageren. Het negatieve is er allemaal al, maar de mens moet het nog gaan zien, en moet ook een andere kijk erop krijgen, en contact maken met de diepte ervan. De mens ligt al op de bodem van de put. Het kan niet eens meer erger worden, maar de mens ziet het niet, en wil alleen het bedriegelijke positieve. Depressie is niet negatief, maar betekent leeg worden, minderen, het contact maken met je eigen hart en niet met de opgelegde identiteiten. De Aretaiet bidt om meer tucht, omdat hij weet dat er te weinig van is, en dat wil echt niet zeggen dat je dan ineens een bak stront vanuit de hemel op je gegooid gaat krijgen, want sommige mensen zijn op een hele egoistische manier hier bang voor, en daarom bidden ze als bibberende schoothondjes. Als je bidt om meer tucht, dan bidt je om de gesel van Areta, dan bidt je juist om meer gerichte tucht, want we leven allemaal onder de valse tucht van de stad. Er zal zoveel valse tucht dan juist gaan verdwijnen. Wel is het zo dat Areta de tucht van de lagere aardse gewesten dan weer gebruikt. Maar alles zal richting krijgen, en zij zal zulke bidders belonen. Ga in gebed waar anderen niet gaan. Ga terug tot de oerinstincten. Wees niet bang voor haar gesel, want het is de beste gesel, om je leven te redden. En dit is geeneens religie, maar filosofie. Ook gebed is puur filosofie, gebruik maken van de natuurwetten. Het leren communiceren met de diepere natuur in jezelf. Hoofdstuk 3. Wkb's en de zombificatie van de samenleving : de libraanse robotten Wkb power brengt valse zekerheden, wat maar doorbouwt in de hersenen van de mens, een gehele droomwereld van illusies. Kakiaieten zijn aangetrokken tot zekerheden, ook al zijn die vals. Het geeft hen rust en vrede, ook al is het vals. Zo koopt de mens zijn joyride in, en denkt niet op de lange termijn. Alles is tijdelijk. Wkb's zetten de mens op, en is dan de buikspreker die de pop bespeelt. De mens wordt zo een steen van een stads systeem en kan niet meer weg. De mens is oververzekerd. Zo wordt de samenleving gezombificeerd. Planeten besturen door hun straling de gehele aarde. De aarde is als een rollend balletje waar de voetballers achteraan hollen. Zo worden ook de hersenen van de mens bestuurd door de planeten. De mens is een speelbal in een planetaire flipperkast. Voor het wkb probleem moeten we helemaal naar libra gaan, oftewel het weegschaal sterrenbeeld. Als de mens denkt dan zijn dit kettingreacties van de valse zekerheden, kettingreacties van de wkb's, die de mens sturen. De mens is in dit systeem totaal dichtgemetseld. Alleen het tegenovergestelde pad van Areta is de ontsnappingsroute tot de natuur, en die zal allereerst alle valse zekerheden afbreken. De valse zekerheden gaan ook over wat de ware realiteit is. De valse zekerheden zijn hierin heel overmoedig, en hebben gewoon dat wat het dichtstbij is, de wereld om hen heen, als de ware realiteit bestempeld. Ook wat de mens zelf denkt wordt boven dat wat de ander denkt gezet. Dat is toch altijd weer het makkelijkst, de weg van Kakia. Maar zekerheden worden geeerd, ook al zijn die zekerheden vals. Kakiaieten zijn aangetrokken tot zelfverzekerde mensen. 'Oh, die mensen zijn zeker, dus die zullen het wel weten.' Kakiaieten zijn ook aangetrokken tot markten en meerderheden. 'Oh, die verkopen het, en hebben een grote naam zo weten op te

bouwen, en veel mensen aangetrokken, dus die zullen het wel weten.' 'Oh, die boeken hebben zo'n mooie, dure, hoog technologische omslag, dus dat zal wel waar zijn. Het wordt ook nog eens goed verkocht. Het is een bestseller, en er wordt veel over gesproken.' Kakiaieten zijn op zoek naar valse zekerheden. Ze laten zich leiden door de autoriteiten, niet de waarheid. De wkb's zijn een libraanse vloerenindustrie waardoor de mens niet meer tot de diepere lagen van de natuur kan komen. Op de valse vloeren, de valse zekerheden, worden hele zombie steden gebouwd. Het trekt parasieten aan die zo hun handel kunnen drijven. De mens wordt tot een stofzuiger gemaakt, wat lucratief is voor allerlei takken van bedrijven : schoonmaak, medische, enz. enz. De voedsel-industrie werkt hier vrolijk aan mee, door mensen door al het bewerkte voedsel telkens over de dagelijkse limiet te laten gaan. De mens komt er niet door, en is een libraanse cel in het geheel, als een tank station van parasieten. Opent uw ogen, oh volk, en ga zien wat er aan de hand is. Dit is de ware realiteit niet. Dit is de valse Kakia realiteit en alleen op het pad van Areta, de geoefendheid, is er ontkoming. De mens moet dus nieuwe gewoontes aanleren totdat het de natuur van de mens is geworden, en de mens zo weer open kan staan voor de oer-instincten. Nu wordt de mens grotendeels nog bedrogen door de Kakia instincten van de stad. Deze instincten zijn vals. Deze instincten leiden de mens tot het graf. Zelfs de begravenis onderneming verdient aan u. U bent niets dan een grote zak met geld voor deze schurken. Maar ja, schoonpraten is hun hobby en hun vaardigheid, en velen tuinen er in. Mond open, en de mens denkt dat hij praat, maar hij zuigt. De mens is een stofzuiger. Zo gebruiken ze de mens als opslagplaats. De mens wordt gewoon gebruikt als een usb-stick om data mee op te slaan. Zoveel krijgt de mens binnen als hij praat, want hij is gecodeerd als stofzuiger. Wkb's is iets van de moderne tijd. Het gebeurde vroeger niet. Het is een luxe product, een soort bakproduct wat dus gebeurt met delen van jezelf. Het gaat dwars tegen de natuur in. Het is iets van de stad, als een merkteken. Het is een soort plastische chirurgie, en het wordt zowel gedwongen als zwaar geadviseerd. De mens kan vaak niet tegen de wk-behandelaar op, want vaak is de mens al vanaf jongsafaan door de wk-behandelaar bewerkt. De wk-behandelaar is daarom een handler. Het wordt van geslacht tot geslacht doorgegeven, en van contact tot contact. Het springt over als een kikker en gaat op je nek of schouder zitten, en blaast je suggesties in. Het zijn de kikkers van Kakia. Dit zijn parasitaire gifkikkers. Zij bewaken de mens. Zodra de mens het Aretaitische pad op wil, dan beginnen de kikkers hun duizenden drogredenen in de mens te blazen om ze maar op hun plaats te houden. De mens wordt dan overspoeld met een zee van excuses en schoonpraterij. Geeft de mens dan nog niet op en wil de mens nog steeds het Aretaitische pad op, dan haalt de kikker zwaarder geschud uit de schuur. Dan gaat de kikker dreigen, aanvallen, bijten, steken, en probeert de mens gek te maken, om hem maar weer voor Kakia in het stof te doen buigen. 'Vergeef me, Kakia, voor mijn ongehoorzaamheid. Ik zal uw troep weer inademen, uw gif weer eten. Ik zal weer spreken als een getrouwe stofzuiger.' De mens heeft zijn weerbaarheid verloren. Het is gestolen. De mens is ontvoerd, door zware libraanse wkb power. De mens is zo geen schepping van pure natuur meer, maar een schepping van de stad, van plastische chirurgie, een robot. Libraanse robotten. De wkb is een dood kanaal, wat dus geen weerstand meer kan bieden, als een model voor de libraanse wkb-mens, wat dus gewoon een manipuleerbare, gehoorzame robot is. Het

tegenovergestelde van de wkb is de oerwoede op het pad van Areta, wat een gerichte woede is. Wkb-robotten zijn alleen woedend als het systeem dat zo wil, om het systeem te verdedigen. Dit is gebouwd op valse zekerheden. De oerwoede rekent met deze valse zekerheden af en brengt eerst chaos, oerchaos, waarin alle valse scheppingen vernietigd worden. Dit zijn dus denkmodellen. Geen zin om dat letterlijk te doen, want dan dweil je met de kraan open. De strijd is filosofisch. Het is de demonologie. De wkb is dus een open en dode opslagplaats, als tankstation voor de parasieten. De oerwoede is daarvan het tegenovergestelde. De oerwoede leidt tot de oerchaos om de valse zekerheden van het wkb wereldrijk en het gehele wkb universum af te breken. Deze chaos is dus twijfel en onzekerheid, de oerzwakheid, de leegte van de oerwildernis van het onderbewustzijn. De mens heeft teveel bewustzijn. Kakiaieten hebben er overmoedig naar gegrepen. De mens moet terug tot het onderbewustzijn, tot de oertraagte, om zo heel langzaam terug te keren tot het tegenbewustzijn. De mens kan niet zomaar terugkeren tot de oerzwakte. Er zijn teveel stromingen die de mens weer meesleuren in wkb power. De mens moet terugkeren tot de oerdepressie, die dus niet negatief is, maar een leegmaker. De mens houdt teveel aan dingen vast, omdat de mens de oerdepressie niet heeft. De oerdepressie rekent af met de lagere stofzuigermens van het ego. Daarom haat Kakia de depressie en de depressieven, en drukt ze haar negatieve etiketten erop. De oerdepressie breekt de zuigende krachten van Kakia, en vernietigd het stofzuiger model van de stad. Door de oerdepressie kan de mens weer leeg worden en tot de diepte gaan. Er moet dus een balans zijn tussen de oerwoede en de oerdepressie, en die kan alleen veilig gesteld worden door de oerangst. De oerangst is het oerzintuig, want het is de voorzichtigheid en alertheid die nodig is om te kunnen overleven. In wkb is die alertheid er niet meer, omdat het kanaal dood is en niet meer weerbaar. Daarom gaat de mens op het pad van Areta door de oernachtmerrie om terug te komen tot het oerzintuig. Hoofdstuk 4. Kakia – de karikatuur van de vrouw De oerdepressie is niet iets negatiefs. Het is het beleven van de oernatuur, van de leegmakende oernatuur. Depressie heeft zowel een slechte naam als een slechte betekenis gekregen. De stad vreet het niet. Wkb power verlokt alle simpele zieltjes tot een valse vrolijkheid, gebouwd op valse zekerheden. Dating gewoontes gaat bij de jongenlui in een wkb samenleving ook zo er aan toe (ja, het is een ziekte !) : 'wkb gaatje, op zoek naar een wkb gaatje.' Want die grietjes zijn zo slap als een vaatdoek, want dat moeten ze zijn, dat is mooi en vrouwelijk, en dan moeten de gaatjes gevuld worden. Het is allemaal te ziek voor woorden, maar de demonoloog ziet deze parasieten aan de gang. En daar gaan de zogenaamde stoere jongens, hoor, op zoek naar hun wkb gaatjes, zodat de wkb's 'afgerond' kunnen worden, zodat er een stoot parasitaire kracht doorheen kan gaan. Demonologisch gezien zijn ze zwaar invalide en dement. Hoe kan het ook anders ? Het zijn libraanse robotten. Zij die dan depressief worden worden juist van dit systeem gered. Ze voelen misschien wel aan dat

het niet klopt, en daarom zijn ze depressief, maar daarom is het juist belangrijk om niet te vragen om meer vrolijkheid, maar om meer depressie, om de oerdepressie, opdat je depressie gericht gaat worden, en gezuiverd. Ook het vragen om de oerangst en om meer angst betekent niet dat je dan zomaar gaat bibberen als een schoothondje, maar dat je gerichte angst gaat krijgen, de geleide angst die nodig is om je te beveiligen. Een heleboel valse angst zal dan juist wegvallen. De angst wordt gezuiverd. De oerangst is de basis voor de oerdepressie, want je mag je nergens zonder de oerangst instorten. Ook de oerwoede moet dus beveiligd zijn door de oerangst, oftewel door de voorzichtigheid en alertheid, opdat je niet in valse woedes terechtkomt. De mens wordt apart gezet in de oertoorn. Vandaar dat het ook belangrijk is te bidden om oereenzaamheid, want als die er te weinig is, dan kan men niet apart gezet worden. Daartoe mag de mens vragen om meer kleinering en meer verwerping, meer vernedering, opdat de mens niet te hoog meedraaft met de massa. De mens vraagt dus om een bitter medicijn, maar dit is een gericht medicijn. De oerangst is het zintuig, en zonder de oerangst zou al het zintuigelijke vals zijn. De oerangst leidt tot de oergebondenheid van de oerinstincten, die dus op het Aretaitische pad geoefend worden. Er is zo voldoende basis dat het op een natuurlijke manier gaat, zodat de mens ook een deel wordt van de natuur, en dat de oergewoontes van de mens die de mens dan leert op het pad van Areta dan als een oernatuur worden van de mens. Zo kan de mens de oerwildernis beleven en zo van alles nieuwe betekenissen krijgen. Alles Kakiaitisch goedpraten, dat is wat de mensen om ons heen doen. Oh ze zijn zo druk in de weer met hun koninkrijkjes, hun grote gebouwen en hun spelletjes, allemaal om naam en faam te maken, en oh alles is zo goed en wel, en Kakia spreekt door hen heen. Het is een oude kolderheks die in een ketel staat te roeren en jij staat op het menu. Ze spreekt gewoon door de vaders en moeders heen tegenwoordig om de kinderen te betuttelen en in slaap te laten sussen alsof deze realiteit allemaal goed en wel is, alsof ze in luilekkerland zijn gekomen, maar het is een Kakiaitisch complot tegen hen. Ze zijn zwaar in de problemen en staan op het menu ! Wakker worden ! Iedereen vind alles maar vanzelfsprekend, even zus doen, even zo, maar je kan nog beter om epileptie en hyperventilatie vragen om je tegen deze leugenachtige verdwaasde zogenaamde realiteit te beschermen. Ja, het pad van Areta gaat hier dwars doorheen voor een reden, maar aan beide kanten staan er verleidsters, Kakiaitische verleidsters, drugdealers, en als je toehapt ben je verkocht ! Finito ! Kakia is het oude grootmoedertje dan ineens die in de grote snoepketel roert en dan de kinderen oververwent met allerlei troep. Ouders zijn ervoor om kinderen te waarschuwen, maar vele ouders zijn dus al totaal ingenomen door Kakia, omdat ze de demonologie niet wilden leren. Nee, demonologie wordt niet verkocht, wordt niet uitgezonden op televisie, en wordt niet van de daken gepredikt. Het is voor de eenling, en je betaalt een hoge prijs. Maar wat voor prijs betaal je wel niet aan Kakia als je haar volgt ? 'Kom eens even bij je oude oma. Ik heb je al zo lang niet gezien. Ik heb nog wat snoep voor je, en andere troep. Wil je dat dan niet ? Dat vond je toch altijd zo leuk ? Waarom wil je dat nu niet meer dan ? Je wilt toch niet dat wij uit elkaar gaan groeien ? Ik ben bang dat ik je tijdens mijn leven niet meer te zien krijg. Ik ben bang dat ik je nooit meer zie. Ach toe, komt toch nog eens een keer langs bij je oude oma, die het goed bedoelt. Ik ben toch altijd lief voor je geweest ? Ik heb toch altijd goed voor je gezorgd ? Kom maar, kom maar, dan roeren we nog eens samen in die grote snoepketel. Gemak dient de mens, lekker zoet. Kom toch bij oma. Ik sta al zo lang op de uitkijk. Het is al zo lang geleden dat ik je voor het laatst zag. Ik wil je met huid en haar opvreten. Zo is dat toch altijd geweest ? Waarom nu dan niet meer.'

En zo ratelt Kakia maar door, gaat in allerlei vreemde bochten, en komt in allerlei personages, om te zien wat de zwakke plekken zijn, en waar ze zijn. Ze zoekt er naar, om een opening te vinden, hoe klein dan ook. Als je haar één vinger geeft neemt ze je hele hand. Haar rode nagellak is de kroon op de wkb's en alleen lagere aardse mannen vallen voor haar. Waarom zou het een vrouw speciaal maken als ze zo'n vies chemisch lakje op haar nagels zou smeren, zo'n vies, glimmend stads lakje ? Is dat de schoonheid van de vrouw ? Moet de vrouw haarzelf daartoe laten verlagen ? Lakje hier, lakje daar, stinken ze een uur in de wind, om de hoofden van mannen dol te maken ? Kakia doet alles om een mens maar voor haar te winnen. Nou, daar lopen ze met hun lakjes hoor, glimmend door de stad, de vlag op de modderschuit van de wkb's. Nou, dan heb je wel de hoofdprijs, hoor. Alsof ze de loterij hebben gewonnen. Natuurlijk hoort dit dus bij de hersenprogrammatie van de stadse robot. Het heeft niets met ware demonologische esthetiek te maken. Maar ja, wkb's zijn doodnormaal, dus waarom die lakjes niet ? Alles moet toch kunnen tegenwoordig ? En zo dringen de gifnagels van Kakia diep in het vlees van de man, maar de man voelt het niet meer, want de man is al dood en opgezet. Hup, nog even de lipstick op, en maar zuigen, gifbeet, zuigen. Het zijn karikaturen van de vrouw, moderne karikaturen, ver weg van de natuur. Zeg, Kakia, waar ga je toch naartoe. • Even boodschappen halen. En wat haal je dan, Kakia ? • Nou eh, es even kijken : nagellak, lipstick, ehm snoep voor de kleintjes, nog meer snoep voor de volwassenen, nog meer nagellak, en nog meer nagellak, en wat wkb's, nog meer wkb's. Nou ja, houd maar op, ik zie het al wel weer. • Ik heb anders nog wel een chocolaatje voor je hoor. Kom je gezellig bij me op de koffie ? Nee, laat maar, ik ga liever gewoon dood. • Beledigend doen ? Ik ga ook wat roddelblaadjes halen. Vind ik leuk. Geluk ermee. Ik ben weg. • Ik zal ook de krant meenemen. Kom je bij me ? Heb je wat te lezen. Ik zei : 'Ik ben weg.' • Ach toe nou, doe niet zo flauw. Waarom kom je niet op mijn feestje ? Ik ga liever naar een ander feestje. • Zal me een saaie boel wezen. Maar goed, je weet me te vinden als je me nodig hebt. Mocht je ooit nog eens van gedachten veranderen. Ik weet wel zeker van niet. • Niets is zeker. Gaan we dreigen ? • Ik kom je halen. Jij komt niks. Agent : Kunnen jullie ophouden met dat gekakel. Het is potdorie drie uur in de nacht. Mensen willen slapen. Kakia : Ik moet anders nog boodschappen doen. Agent : Zo laat ? Kakia : Ja, koffie shops zijn 's nachts ook open. Heb ik rustig alle tijd ook. Agent : Nou ja, eh, zorg dat je anderen er niet mee lastig valt. Kakia : Hij vroeg me waar ik naartoe ging, en ik gaf hem duidelijke uitleg, en toen begon hij te kakelen. Agent : Ja ja, nou, ik heb het wel weer gezien. Mensen willen slapen, dus mondje dicht nu. Kakia : Dan gaan we fluisterend verder. Vrouwelijke agent : Je gaat helemaal niks verder. Je bent gearresteerd. Kakia : Wat ? Ik heb niks gedaan.

Vrouwelijke agent : Het gezag zei dat je je mond moest houden, en toch maar verder gaan. Kakia : Wat is er mis met fluisteren tegenwoordig ? Ik heb niks gedaan, en jullie zijn het gezag niet. Dat ben ik nog steeds, ja, je grootje. Vrouwelijke agent : De tijden zijn inmiddels veranderd. Je bent zwaar in de war. En laat me je boodschappenlijstje eens zien ? Kakia : alsjeblieft. Vrouwelijke agent : Ik zie het. Ja, allemaal zwaar illegale producten. Je gaat de bak in. Kakia : alsjeblieft niet. Vrouwelijke agent : Niet tegenstribbelen. Kakia : alsjeblieft niet. Vrouwelijke agent : Wil je altijd het laatste woord hebben ? Kakia : alsjeblieft niet. Vrouwelijke agent : goedzo. Kakia's plaats zal niet meer in de hemel gevonden worden. Zowel engelen als bengelen strijden tegen haar, want de mens heeft wel gemerkt dat het zo niet langer kan, hoe diep de aarde in de problemen is geraakt. Kakia is geen mens, maar een systeem, en het zal blijven kakelen totdat de mens tot de dieptes van Areta komt, de dieptes van het oer. Kakia is een karikatuur van de diepere natuur van het oer. Hoofdstuk 5. Het tegenbewustzijn Aretaieten op het smalle pad van Areta communiceren met haar door de oerchaos. Valse zekerheden zouden haar in de weg staan. De oerwoede en oerchaos zijn abstracte woeste hondenkoppen die de wilde natuur uitspugen of uitkosten, de bruisende oerrivieren. Deze hondenkoppen zijn abstract gevleugeld als een soort vleermuizen die overal rondfladderen. De hondenkoppen kunnen zeer groot zijn. Overal vliegen ze in het rond. Ze gaan door de buurten en door de straten, en ze zoeken de steden op. Ze zoeken een uitweg tot de natuur. Iemand had ze opgesloten, maar ze zijn losgebroken. Ze waren opgesloten in hi tech libraanse gevangenissen. Dit zijn zout-gevangenissen. Dit is tegelijkertijd de overmaat van het christendom : Zout is halas in het Grieks. Het westerse Nieuwe Testament, het belangrijkste boek van het christendom, is Grieks. Griekenland is Hellas in het Grieks, verbonden aan halas, zout, en als het lichaam teveel zout krijgt, betekent het ook dat het lichaam teveel vocht wil, sappen, oftewel juices, Jezus. Ook wil de mens dan meer eten. Zo kan de mens dus niet minderen, en dat is de stadse libraanse gevangenis. Wat is dan het tegenbewustzijn ? Het tegenbewustzijn is het toetsbewustzijn wat niets zomaar aanneemt maar alles toetst. Het werkt door de oerchaos, de oertwijfel en de oeronzekerheden. Aan de andere kant heeft de mens dus een bepaalde mate aan zout (halas, hellas) nodig, en ook voldoende vocht (juices, Jezus). Vandaar dat het Jezus enigma ook niet zomaar weggeworpen kan worden. Er zit teveel belangrijks tussen. Het mag alleen niet overmatig zijn, maar dat zijn dus tekenen van zoutvergifting, dat je daardoor ook een juices-vergiftiging oploopt, oftewel een Jezus

vergiftiging. Het moet in de juiste verhouding gebeuren, in de juiste richting en betekenis. Ik had vannacht een droom dat iemand zei dat we naar Groningen moesten voor nieuwe geluidsapparatuur. De mens heeft een zoutprobleem en daardoor een juices-probleem. De mens heeft dan zoveel dorst dat de mens de verkeerde juices neemt, zoals alcohol, en dat geeft ook weer een geluidsprobleem, dat de mens geluid nodig heeft om dit gevoel te doven. Groningen staat voor het gebied van aardbevingen, maar dit is symbolisch, het teruggaan tot de oerchaos, het toetsende tegenbewustzijn. Hoofdstuk 6. van rome tot droom 1. Het is goed voor de mens om de westerse coderingen te kennen. Toen Ra tot de sebek-krokodil kwam in de onderwereld en in sebek veranderde, in het grote rm-mysterie, was dit één van de grootste spektakels in de egyptologie, wat voortgezet werd in het israelitische rm-mysterie van jeremia, yah-rm. We noemen dit in de gnosis de Jeremia ervaring, van Jeremia 20. In vers 7 in het Aramees en Hebreeuws maakt hij duidelijk dat God hem "misleid" heeft, "bedrogen", "verleid". Dit is tussen aanhalingstekens omdat de natuur nu eenmaal hele vreemde codes heeft. Het is niet lineair, en dat weet ieder mens die zich diep met het demonologische profetische heeft beziggehouden. Dan zegt Jeremia dat God te sterk was en hem heeft overmocht. Jeremia kon geen kant meer op, en dat gebeurt als het ego verdrinkt en de vis in het net terecht komt, als een beschrijving van de opname. Jeremia verzette zich hiertegen, maar zonder resultaat (:9). Een ontwaking valt niet tegen te houden. Het is een natuurverschijnsel. In de egypto-judaistische context heeft rm altijd te maken gehad met de opname, en ook de geboorte, wat ook weer naar voren komt in het leven van Jeremia, en wat ook de basis is voor het profetisch woord, rhema, rm (grieks). Dan zien we hiervan een voortzetting in het latijns in roma, rm, de basis van de huidige samenleving. Kapers gingen dus aan de haal met het rm-mysterie, en maakten er iets anders van. Het is dus belangrijk terug te keren tot de wortels hiervan, die nog steeds gecodeerd zijn in de westerse samenleving. De krokodil staat voor de diepte-exegese, de neerwaartse stroom, die op het absolute dieptepunt in contact komt met de opwaartse stroom, en dan vindt er automatisch, als een natuurverschijnsel, een opname plaats, of geboorte. In de oerhieroglyphen was dit een persoon met een hangende vis, wat later gewoon een hangende vis op zichzelf was, als het teken van de letter D, vandaar dat in de oercontext de D verbonden is aan de RM, opgewekt wordt door de RM, wat zich nog steeds uit in het westerse woord 'droom', 'dream', DRM, wat ook deze situatie beschrijft. De mens valt in slaap, en komt tot een ander bewustzijn. Het is dus van belang niet in roma te blijven steken, maar dit door te verdiepen, en te gaan naar de oorsprongen, het gaan tot de droomwereld. 2. Als kind was ik altijd bang voor de zee, maar ik had er ook een zekere fascinatie voor. Ik had vaak nachtmerries over grote haaien. Toen ik opgroeide en me meer en meer ontwikkelde tot een demonologisch shamaan zette die zee-angst zich voornamelijk om tot een angst voor de Noorse zee. Dat kwam omdat daar onverklaarbare verschijnselen waren, buitenaardse missies die waren

vastgelopen, en bepaalde buitenaardsen die ik niet kon vrijzetten, dus die zaten daar gevangen. Maar op een nacht had ik een droom dat het ascension day was, de dag van de opname, en dat die gevangenissen waren gekraakt en waren geopend, en er waren evacuaties. Het zeegebied was prachtig nu. Ik was er in de golven, daar waar ik vroeger slopende nachtmerries over had altijd, en alles bubbelde, en het zeegebied was nu van mij, en ik had een ervaring van opname, gewoon in de zee zelf. Ik hoefde nergens uit te vluchten, maar het begon gewoon te veranderen, en de zee was nu een zee van geestelijke vervoering. Niet lang daarna ging ik naar een dichtbijzijnde stad waar ik soms kom. Voor mij is het een natuurstad. Natuur en stad groeien door elkaar heen, met veel parkjes en tuinen die overal doorheen lopen, en appelbomen die over de muren heen groeien zo de stoep over. Het is een beetje een vergrijste stad, en iedereen doet aardig tegen elkaar, communiceert met elkaar. Ik was even ergens in een grote winkel en ineens was er een lied over de eenling, over een wonderlijke wereld van de lucht neer tot de zee, en zijn zoektocht naar de wonderlijke wereld. Het was alsof de lucht ineens openbrak en ik zag een heel groot strandgebied in de onderwereld, een stad aan de zee, ook zeer vergrijst. Het was een natuurstad en het liep gewoon heen door de stad waar ik was. Het was een soort utopia, volop zomer. Een oude vrouw keek naar mij, en ik kon zoveel erin zien, als een poort in de onderwereld die open was gegaan. Ik slenterde toen langs de huizen naar een ander deel. Een aardige, gevoelige man op een fiets met kinderen zwaaide naar me en zei : 'prettige dag.' Ik liep toen langs de gracht en keek over de rivier naar de huizen aan de rivierkant, en er groeiden daar prachtige struiken en planten. Ik was ook even een supermarkt binnengegaan. Even wat Duits bronwater gehaald en wat bananen. Voor mij stond een wat oudere vrouw met kinderen, wel met Kakiaietische invloeden. 'Zo, ga je cakejes bakken met de kinderen ?' vroeg de ook wat oudere vrouw achter de kassa aan de oma. 'Nou, niks mis mee toch ?' zei de oma, die direct in de verdediging sprong. Toen ik tussen de stadsdelen slenterde kwam ik ook ineens langs een winkel met allemaal religieuze beelden van bijvoorbeeld Jezus, en Jezus aan het kruis, wat allemaal heel katholiek aandeed. Het zijn altijd weer dingen die me inspireren, ook al hoor je maar halve woorden, halve zinnen van mensen die langslopen of waar je zelf langsloopt. Sommige dingen blijven je bij, en andere dingen vergeet je weer snel. Hoofdstuk 7. De kruizing ter Boeotia De stoicijnse Aretaieten hadden al het verschil tussen het smalle pad en het brede pad besproken in de filosofie. Areta, de geoefendheid, leidde de stoicijn op het pad van de ascese, terwijl Kakia de verleidster was tot het materialisme en het hedonisme, de gemakszuchtige genotszucht. Areta leidde de mens op het pad van de filosofie, de rede, terwijl Kakia de mens leidde op het pad van simpel geloof waar je niets voor hoefde te doen. De kippetjes zouden zo je mond binnenvliegen als je je mond zou openen. Daar zou Kakia, de duivelin in het stoicijnse wereldbeeld, wel voor zorgen. Het woord komt van het woord kako, het kwaad, uitwerpselen. Kakia kwam vaak als een hevig opgemaakte vrouw, zeer ijdel, en ze probeerde Heracles te verleiden om haar te volgen op het brede

pad. Zij noemde haarzelf Geluk. Gelukszoekers zullen dus ook zeker in haar klauwen terecht komen. In de oudere Griekse bijbel, in de grondtekst, wordt er gesproken van de hevige strijd tegen kako/ kakia. Het stoicijnse pad loopt dwars door de bijbel heen, en ook veel bijbel personages waren volgelingen van Areta, de geoefendheid. Kakia was diep doorgedrongen in het Israelitische volk. Jeremia predikte ertegen. Jeremia was apart gezet in toorn, op het pad van Areta, de geoefendheid. Hij moest niets hebben van de Kakia, de duivelin die in de stad was opgesteld om de mens te verleiden met vage en redeloze geneugten ter bevrediging van het vlees. Jeremia werd apart gezet in een diepe pijn, opdat hij beschermt zou zijn tegen de krachten van Kakia. Het volk had buiten de natuur en de rede om zelf afgoden gemaakt die helemaal niet voldeden aan de natuurprocessen en voorwaardes, en ze bogen voor deze zelfgemaakte goden neer. (Jeremia 1). Jeremia volgde Areta, de geoefendheid, maar het volk was ijdel in hun ongeoefendheid. Jeremia 2:2 Ik gedenk de genegenheid van uw jeugd, de liefde van uw bruidstijd, toen gij Mij gevolgd waart in de woestijn, in land waar niet wordt gezaaid. 2:6-7 Die ons door de wildernis leidde, door een land van woestijnen en ravijnen, door een land van droogte en diepe schaduw, door een land waar niemand doorheen trekten waar geen mensen wonen. Ik bracht u toch in een vruchtbaar land om de vrucht en het goede daarvan te eten; doch toen gij daar waart gekomen, hebt gij mijn land verontreinigd en mijn erfdeel tot een gruwel gemaakt. Nee, de strijd is niet tegen satan, want dat is een neutraal woord, en die was in het Judaïsme een engel die het volk moest testen. Het is het Hebreeuws voor tegenstander, en ook Areta moest zich soms opstellen als een tegenstander tegen het volk, omdat het volk Kakia volgde. Areta, oftewel de godin van geoefendheid, de godin van Jeremia, oftewel Jah-havah, de wording door Eva (Hebreeuws). Het ging niet zomaar om geloven, want dat zou projectie zijn. Het ging om de wording, door het aanleren van de oergewoontes van de natuur. Jeremia streed tegen Kakia, wat letterlijk de poepers betekent. Ze poepen alles maar uit, waar ook nog het Nederlandse woord 'kak' vandaan komt, een ander woord voor poep. Het is de 'weg ermee' generatie. Er is geen diepte, geen verwerking, geen proces, niets. Alles moet maar snel, snel. Eva, Havah in het Hebreeuws, was de natuurgodin die de mens terugleidde tot de vrucht van het kennen van goed en kwaad, wat in de septuagint, het Griekse OT, ook weer letterlijk het kennen van kakia is. De mens moet dus de vijand leren kennen, de demonologie. Jeremia stelde dat dit volk geen angst meer had, maar roekeloos was geworden. Het volk moest weer terugkeren tot de oerangst om hen te beteugelen, voorzichtiger te maken. In de stad heeft angst ook een heel negatieve betekenis. Ze drukken daar direct hun etiketten op. Ze zien de natuurwaarde ervan niet (2:19). Jeremia riep op tot zelfverantwoordelijkheid, en streed daarmee tegen Mozes die alles probeerde af te schuiven op een offerdier, waar ook later de Jezus-cultus uit voortkwam, wat deels een zwaar Kakiaitische cultus is, vooral in het westen. Jeremia stelde dat het volk door Mozes was bedrogen. Jeremia 7 21 Zo zegt de Here der heerscharen, de God van Israël: Voegt uw brandoffers bij uw slachtoffers en eet vlees; 22 want Ik heb tot uw vaderen, toen Ik hen uit het land Egypte leidde, niet gesproken noch hun een gebod gegeven ter zake van brandoffer en slachtoffer, 23 maar dit gebod heb Ik hun gegeven: Hoort naar mijn stem, dan zal Ik u tot een God en zult gij Mij tot een volk zijn, en wandelt op de ganse weg die Ik u gebied, opdat het u welga. 24 Doch zij hoorden niet, noch neigden hun oor, maar zij wandelden naar de verstokte overleggingen van hun boos hart en keerden zich achterwaarts en niet voorwaarts, 25 van de dag af dat uw vaderen uit het land Egypte gingen tot op

deze dag. Het volk verafgoodde Mozes, maar ook Mozes kon niets bij God gedaan krijgen wat betreft het volk, sprak Jeremia (15:1). Jeremia 3 14 Keert weder, afkerige kinderen, luidt het woord des Heren, want Ik ben heer over u; Ik zal u nemen, één uit een stad en twee uit een geslacht, en u brengen te Sion, 15 en Ik zal u herders naar mijn hart geven, die u zullen weiden met kennis en verstand. Het werk was dus na Mozes nog niet afgelopen. Ook Mozes had het volk bedrogen. Ook Mozes liep vast in de wildernis, en richtte een afgodendienst op. Daarom moest Jeremia komen. Jeremia was nog veel meer een eenling dan Mozes. Mozes liet zich nog veel te veel misleiden door kakia, door gemakszucht, en volhardde niet op het pad. Hij wilde alles te snel, en te veel. Hij stopte ergens in het minderen, zette zijn eigen grens, en kon zo ook niet het beloofde land binnen gaan. Halverwege gaf hij op en ging tot de tabernakel van kakia. Hij liep God vooruit. 3:16 Als gij u dan vermeerdert en vruchtbaar wordt in het land in die dagen, luidt het woord des Heren, dan zal men niet meer spreken over de ark van het verbond des Heren; zij zal niemand in de zin komen, men zal aan haar niet meer denken en haar niet zoeken, en zij zal niet weder gemaakt worden. Dit is een heel belangrijke tekst, want het liet zien dat Jeremia tegen de ark predikte. De ark was een afgod. Mozes had al die dingen in Egypte geleerd, maar zijn probleem was dat hij het tegen de natuurwetten in ging verletterlijken. Hij hanteerde niet de hogere wetten van de Egyptologische filosofie. Hij was ook nog niet diep genoeg ingewijd. Het was de stem van Kakia, de verleidster, die hem al deze dingen opdroeg, zoals Jeremia ook stelde. Ook in de pentateuch zelf werd al gesteld dat Mozes zichzelf had bedrogen en daardoor het beloofde land niet in kon gaan. Ergens in de wildernis ging het mis. Mozes sloeg een zijpad van Kakia in, nam de hand van de verleidster aan, die hevig was opgemaakt, en hem tot een valse, materialistische tabernakel leidde in religieuze gewaden. Valse religie kan heel erg materialistisch zijn, en alleen de demonoloog ontkomt aan haar. De mens moet kakia kennen, anders zal de mens niet tegen haar bestand zijn. Jeremia was in dat opzicht dus al verder dan Mozes en kon er doorheen prikken. 3:21, 23 Hoor, op de kale heuvels klinkt wenend smeken van de kinderen Israëls, omdat zij hun weg verkeerd gekozen hebben, de Here, hun God, hebben vergeten. Voorzeker, bedrog brachten de heuvelen, het gedruis op de bergen. De mens zal dus terug moeten keren tot het moment waarop het verkeerd ging in de wildernis, om dan alsnog het pad van Areta dieper in de wildernis in te gaan. De mens komt dan op dezelfde kruizing als waar Heracles kwam in Boeotia, waar hij moest kiezen tussen Areta en Kakia.

Hoofdstuk 8. Twee Jezussen – het verschil tussen de jeremiaitische jezus en de hananjaitische jezus – de seizoenenleer van jeremia Mozes nam een gevaarlijke afslag. Hij kon niet meer wachten. Dit kwam eigenlijk niet meer goed, totdat Jeremia kwam, die dingen recht begon te zetten en tegen de ark begon te prediken, en tegen de offerdienst. Hij noemde het een groot bedrog. Jeremia moest de reformatie in het Judaïsme brengen. Het roekeloze geweld had zich torenhoog opgehoopt. Er is dus ergens een hiaat die al bij Mozes begon en helemaal doorloopt via David tot het tijdperk van Jeremia. Bij Jeremia gaat de wildernis dus verder en dieper. Er is dus een groot onderscheid tussen zomaar Mosaisch Judaïsme en Jeremiaitisch Judaïsme wat daar tegenin ging. Jeremia predikte tegen de tempel cultus en ook tegen de profetische cultussen die helemaal ontspoord waren, en riep de mens op terug te keren tot het pad van de wildernis, dieper de natuur in, het pad van de eenling. Jeremia was een afgezonderde in toorn en depressie die de raadselen van God probeerde te begrijpen, want daar was hij door gevangen genomen en overweldigd, en hij worstelde ermee. Dit was dus tegengesteld aan de marktprofeten die de gunst zochten van het volk en de tempelorde. Het kenmerk van die profeten was dat ze alles goed praatten, alles is vrede, en ze profeteerden van grote voorspoed. Het waren populaire profeten die mensen naar de mond spraken, en die grote podium's hadden en grote massa's volgelingen. Ze konden makkelijk omgekocht worden, en ze hadden ook geen demonologie. Daarom sprak Jeremia dat de tempel verwoest moest worden, en een volk uit het Noorden zou hen in ballingschap nemen. Jeremia liep daar niet rond met een stropdasje, en hield zich niet bezig met kerkgroei statistieken. Waar Mozes ontspoort moet de mens dus overschakelen tot Jeremia. Nog steeds leeft de mens ergens tussen Mozes en Jeremia in, op de verkeerde afslag. De mens is kakia achterna gegaan. De mens had teveel genomen, was over de dagelijkse limiet gegaan. Daarom moest Babylon wel komen. De mens wilde niet dat God hem wederstond en tegenhield. De mens wilde niet minderen. Daarom maakte de mens satan tot vijand, degene die limieten stelt, de tegenstander, want de mens wilde in niets tegengehouden worden. De mens nam daarentegen het aas van kakia aan. Het volk was teruggekeerd tot de ongerechtigheden van de Mosaische voorouders, tot de offerdienst, en wilden de stem van God niet horen. Ze liepen uiterlijkheden achterna in plaats van innerlijkheden. Het kwam tot een punt dat Jeremia niet meer voor hen mocht bidden (Jeremia 11). Jeremia was hen natuurlijk een doorn in het oog, en ze waren plannen aan het smeden tegen Jeremia, waar Jeremia niets van afwist, als een lam wat ter slachting werd geleid. Jeremia mocht niet profeteren, anders zou hij sterven door de hand van de mannen van Anatot. Maar de Heere had ook een plan tegen hen gesmeed. Jeremia was totaal afgezonderd. In hoofdstuk 16 zien we dat hij hier niet mocht trouwen. In hoofdstuk 15 werd al gezegd : 17 Ik heb niet gezeten in een kring van lachers, om uitgelaten te zijn; door uw hand was ik eenzaam neergezeten, want Gij hadt mij met gramschap vervuld. 18 Waarom is mijn pijn altoosdurend en mijn wond ongeneeslijk, en wil zij zich niet laten helen? Gij zijt mij waarlijk als een uitdrogende beek, water waarop geen staat valt te maken. In hoofdstuk 16 mocht hij ook geen huis van feest of rouw binnengaan. Er zou met dit gebied afgerekend worden. Hij mocht hier niet trouwen en ook geen kinderen krijgen, want ze zouden allemaal sterven aan een dodelijke ziekte die zou komen, en niemand zou hen begraven of over hen rouwen. Ze zouden als mest op de aardbodem zijn. Jeremia mocht geen medelijden tonen, en ze ook

niet troosten. Het oordeel moest komen, want alles was al te ver gegaan. De mens moest zwaar gestrafd worden. Jeremia moest zich afzijdig houden. Hij mocht de hand van Kakia niet aanpakken. 16:8-9 Gij moogt ook geen huis van feestgelag binnentreden om bij hen te zitten en te eten en te drinken; want zo zegt de Here der heerscharen, de God van Israël: Zie, Ik doe in deze plaats voor uw ogen en in uw dagen verstommen de stem der vreugde en de stem der vrolijkheid, de stem van de bruidegom en de stem der bruid. Er werd een complot tegen Jeremia gesmeed. Jeremia predikte de boodschap van de twee wegen al, de weg ten leven en de weg ten dood. 21:8-9 Ik leg jullie de weg naar het leven en de weg naar de dood voor. Degenen die in deze stad blijven, zullen omkomen door het zwaard, door de hongersnood of door de epidemie. Maar wie eruit gaan en zich overgeven aan de Chaldeeën (Zuid-Babylon) die jullie belegeren, zullen in leven blijven en zullen hun leven als buit krijgen. Met de invasies van Babylon liep Jeremia rond met een juk op zijn nek, en riep het volk op om het juk te aanvaarden. Hij stelde dat Nebukadnezar een dienstknecht van God gezonden was. Het volk had deze tucht nodig, omdat het volk was afgedwaald : Jeremia 27 6 Nu heb Ik al deze landen in de macht van Nebukadnessar, de koning van Babel, mijn dienaar, gegeven; ja, zelfs het gedierte des velds heb Ik hem gegeven om hem dienstbaar te zijn; 7 en alle volken zullen hem, zijn zoon en zijns zoons zoon dienstbaar zijn, tot de tijd ook voor zijn land komt, en ook dat door machtige volkeren en grote koningen dienstbaar gemaakt zal worden. 8 Het volk en het koninkrijk nu, dat hem, Nebukadnessar, de koning van Babel, niet zal willen dienstbaar zijn en zijn hals niet zal willen voegen onder het juk van de koning van Babel, over dat volk zal Ik bezoeking doen met het zwaard, de honger en de pest, luidt het woord des Heren, tot Ik hen volkomen in zijn macht zal hebben gebracht. 9 Gij dan, geeft geen gehoor aan uw profeten, uw waarzeggers, uw dromers, uw toekomstvoorspellers en uw tovenaars, die tot u zeggen: Gij zult de koning van Babel niet dienstbaar blijven; 10 want leugen profeteren zij u – om u ver van uw bodem te verwijderen, zodat Ik u verdrijf en gij teniet gaat. 11 Maar het volk dat zijn hals zal voegen onder het juk van de koning van Babel en hem dienstbaar zal blijven, dat zal Ik op zijn bodem laten, luidt het woord des Heren, om die te bewerken en daarop te wonen. 12 En tot Sedekia, de koning van Juda, heb ik op geheel dezelfde wijze gesproken, aldus: Voegt uw halzen onder het juk van de koning van Babel; blijft hem en zijn volk dienstbaar en behoudt het leven. 13 Waarom zoudt gij sterven, gij en uw volk, door het zwaard, de honger en de pest, gelijk de Here gezegd heeft van het volk dat de koning van Babel niet zal willen dienen? 14 Geeft dus geen gehoor aan de woorden der profeten die tot u zeggen: Gij zult de koning van Babel niet dienstbaar blijven, – want leugen profeteren zij u; – 15 want Ik heb hen niet gezonden, luidt het woord des Heren, en toch profeteren zij in mijn naam ten onrechte, opdat Ik u verdrijve en gij teniet gaat, gij en de profeten die u profeteren. 16 Ook tot de priesters en dit gehele volk heb ik gesproken: Zo zegt de Here: Geeft geen gehoor aan de woorden der profeten die u profeteren: Zie, het vaatwerk van het huis des Heren zal uit Babel teruggebracht worden, nu, met spoed! Want leugen profeteren zij u. 17 Geeft hun geen gehoor, blijft de koning van Babel dienstbaar, dan zult gij het leven behouden. Waarom zou deze stad een puinhoop worden? Nebukadnezar betekent Nabu de beschermer van de grenzen, want het volk was over de grenzen

heen gegaan. Nabu is de god(in) van de natuur, de wijsheid en het woord. Jeremia werd toen als een samenzweerder met de vijand beschouwd. Er waren andere profeten die vonden dat Jeremia veel te ver ging, zoals de profeet Hananja. Hij verbrak het juk van Jeremia. Ook profeteerde Hananja dat snel het juk van alle volkeren verbroken zou worden. Maar Jeremia sprak dat het houten juk wat Hananja verbroken had maar dat het ijzeren juk zou komen opdat het volk Nebukadnezar zou dienen (Jeremia 28). Hananja had dus gelogen in een poging aan de tucht te ontkomen, en zou daardoor sterven. Zoals Jeremia het volk opriep om het juk te dragen in het Oude Testament, zo predikte Jezus in het Nieuwe Testament dat het volk het kruis moest dragen. Jeremia was de man van het juk, en Jezus was de man van het kruis. Door zijn boodschap kwam Jeremia in de gevangenis terecht en werd in een put geworpen, maar uiteindelijk bij de verdere invasies van Nebukadnezar in Jeruzalem werd hij bevrijd. Telkens weer riep Jeremia de mens op om de stad uit te gaan, om zich te onderwerpen aan de Chaldeeen, nomadische wildernis-stammen van Zuid-Babylon, als een beeld dat de mens terug moest gaan tot de natuur. De mens was te kortzichtig geworden en was helemaal opgesloten in zijn eigengemaakte religie waardoor de mens de hogere filosofie van de natuur niet meer zag. De mens was stads geworden. De mens had het juk afgeworpen. Dat begon al bij Mozes. Daarom was Jeremia gekomen. Het pad in de wildernis ging hier verder. De mens moest dieper, en dat kon alleen door de ballingschap. 38:2 Wie in deze stad blijft, zal sterven door het zwaard, de honger of de pest, maar wie eruit gaat naar de Chaldeeën, zal leven en zijn ziel als buit hebben en in leven blijven. De koning van Babylon was gekomen, zoals Jeremia had voorzegd. De mens moest de stad uit, want de stad was corrupt. Jeruzalem zou daarom verwoest worden. Jeremia 21 5 Ik zal tegen u strijd voeren met uitgestrekte hand en sterke arm, in toorn, gramschap en grote verbolgenheid, 6 en Ik zal de inwoners van deze stad slaan, zowel mens als dier: aan een hevige pest zullen zij sterven. 7 En daarna, luidt het woord des Heren, zal Ik Sedekia, de koning van Juda, zijn dienaren en het volk, ja, wie in deze stad van de pest, het zwaard en de honger zullen zijn overgebleven, overgeven in de macht van Nebukadressar, de koning van Babel, ja, in de macht van hun vijanden en van wie hen naar het leven staan; die zal hen slaan met de scherpte des zwaards zonder hen te sparen, zonder mededogen of erbarmen. 8 En tot dit volk zult gij zeggen: Zo zegt de Here: Zie, Ik stel u de weg des levens en de weg des doods voor: 9 wie in deze stad blijft, zal door het zwaard, de honger of de pest sterven, maar wie er uitgaat en naar de Chaldeeën die u belegeren, overloopt, zal leven en zijn leven zal hem ten buit zijn, 10 want Ik heb mijn aangezicht tegen deze stad gekeerd ten kwade en niet ten goede, luidt het woord des Heren; in de macht van de koning van Babel zal zij worden overgegeven, die haar met vuur zal verbranden. In het boek Openbaring komen de woorden van Jeremia terug : Openbaring 6 7 En toen Hij het vierde zegel opende, hoorde ik de stem van het vierde dier zeggen: Kom. 8 En ik zag, en zie, een vaal paard, en die daarop zat, zijn naam was de dood, en het dodenrijk volgde achter hem. En hun werd macht gegeven over het vierde deel der aarde om te doden, met het zwaard, met de honger, met de zwarte dood en door de wilde dieren der aarde. Zeventig jaren zou het volk Babylon dienen stelde Jeremia (25:11), wat een grote tegenstelling was tot de twee jaar van Hananja, die zich er met een leien dakje af probeerde te maken. Ook Mozes

probeerde zich er met een leien dakje vanaf te maken en leidde het volk tot zware afgoderij in de woestijn, tot de offerdienst, en ook Jezus leidde het volk tot zware afgoderij. Nu is het wel zo dat er een offerdienst is van de demonologie, maar dat is de strijd in de hemelse gewesten, en dat is symbolisch. Jeremia kwam tegen de valse offerdienst om de ware offerdienst te herstellen, namelijk die van de filosofie. De mens moest zichzelf offeren. De mens was zelf verantwoordelijk. De mens moest niet altijd op zoek gaan naar een zondebok. Daarom moest Babylon wel komen. Nebukadnezar was in de Jeremiaitisch Judaïstische context de ruiter op het vale paard. 'Gaat uit van haar, van Babylon,' roept de evangelische prediker, en ja, dat is een Jeremiaitische boodschap : Jeremia 51 6 Vlucht uit Babel, laat ieder zijn leven redden; komt niet om in zijn ongerechtigheid, want dit is de tijd der wrake voor de Here, het verdiende loon betaalt Hij hem. 7 Babel was in de hand des Heren een gouden beker die de gehele aarde dronken maakte; van zijn wijn dronken de volken, daardoor werden zij verdwaasd. 8 Plotseling is Babel gevallen en gebroken, jammert om hem. Haalt balsem voor zijn pijn, misschien is het te genezen. 9 Wij hebben Babel trachten te genezen, maar het is niet te genezen; verlaat het en laten wij gaan, een ieder naar zijn land; want tot de hemel reikt zijn oordeel en het verheft zich tot de wolken. 10 De Here heeft ons recht aan het licht gebracht; komt en laten wij in Sion het werk van de Here, onze God, verhalen. 11 Scherpt de pijlen, vat de schilden. De Here heeft de geest der koningen van Medië opgewekt, want tegen Babel is zijn plan om het te verdelgen; want dit is de wraak des Heren. Die boodschap komt ook terug in het boek Openbaring waaruit de oproep Babylon te verlaten vaak voortkomt, maar ze vergeten vaak dat het in de Jeremiaitische context is. Ze vergeten vaak dat Jeremia eerst het volk opriep om Jeruzalem, de stad, te verlaten, en om het juk te aanvaarden, om zich te onderwerpen aan de Chaldeeën, die ook wel de wijzen werden genoemd. De mens moest terug tot de wildernis om te leren van de nomadische stammen. Jeremia bracht dus een dualistische boodschap, en dat het allereerst God was die de beker in zijn hand hield om het oordeel te brengen, als de vrouw op het beest, de godin van de gnosis. Vandaar dat Johannes in de grondtekst de vrouw op het beest, het geheimenis van Babylon, aanbad, vereerde, bewonderde, wat ook de juiste Jeremiaitische context is. Allereerst sloegen de oordeelsprofetieën op Jeruzalem, die van het pad van de wildernis, het pad van Areta, was afgeweken. Het oorspronkelijke voortijdse oer-afrikaanse Babylon werd ook Areta genoemd. Dit was het wildernis Babylon. Er gaat dus iets verschrikkelijk mank in de boodschap van de evangelische meut. Ze strijden tegen Babylon zonder allereerst het juk te aanvaarden, zonder eerst van Babylon te leren, maar het oordeel begint in God's huis. Niet dat zij het huis God's zijn, maar het oordeel begint altijd bij het zelf, de eigen afgod. De doorsnee evangelische christen kent deze achtergrond niet. Het wordt hen niet geleerd. Ze gaan er vanuit dat de eigen god goed is, en dat de andere goden allemaal afgoden zijn, en slecht. Dan wordt even het woordje occult opgegooid, waarvan ze ook de betekenis niet eens weten, want dit is gewoon een neutraal Latijns woord voor verborgen. In de Latijnse bijbel was Jezus ook in het occulte. Hun afgod is Jezus, en zij moeten terug tot Jeremia, niet om een nieuwe afgod te maken, maar om van de Jeremiaitische boodschap te leren. Zij moeten loskomen van de kakia afgod in de stad, om zo terug te keren tot Areta, de geoefendheid. Dit kan alleen als zij het juk aanvaarden. Er is dus een groot verschil tussen de Jeremiaitische Jezus die met de zweep door de tempel heenging, en de woorden van Jeremia aanhaalde dat het een rovershol was, en de Hananjaitische Jezus die het volk voortijdig wilde verlossen van de tucht, door zichzelf tot de zondebok te maken, opdat het volk zijn bloed zou drinken, wat een kenmerk is van een kapitalistische afgod. Dit is dus tegelijkertijd het verschil tussen de Aretaitische Jezus van de ascese en de Kakiaitische Jezus van het materialistische hedonisme, oftewel het voorspoeds-evangelie.

Jeremia stelde dat de mens niet moest vluchten van het juk. Daar was het het seizoen niet voor. De mens had het juk nodig. Jeremia waarschuwde dat het overblijfsel van het volk niet moest vluchten tot Egypte. Maar ze deden dit toch, en namen Jeremia mee tegen zijn wil (Jeremia 43). Jeremia was dus ook in ballingschap van zijn eigen volk. Maar ook Egypte werd door Babylon ingenomen. Er kon niet van het Babylonische wereldrijk gevlucht worden, totdat de Meden en de Perzen kwamen. Veel mensen denken dat Jeremia en Jezus bij elkaar horen en bij elkaar passen, en dat het allemaal ouwe jongens krentenbrood zou wezen, wat typisch evangelisch gedachtengoed is. Ze vergeten dat Jeremia niets van religie en tempeldienst wilde weten. Hij vloog zelfs Mozes naar de keel, dus waarom niet Jezus ? Jeremia moest niets van de pentateuch weten, en de bijbel zou hij al helemaal de keel omgedraaid hebben. Hij noemde de Israelitische schrijvers grote leugenaars die verhaaltjes maakten. Hij noemde het allemaal ijdelheid. Hij vocht tegen de religieuze systemen en organisaties in Israel. Hij zou geen spaan van Jezus hebben heelgelaten. Israel heeft altijd het Nieuwe Testament en Jezus verworpen, dus waarom zou Jeremia dat niet doen ? Bij Jeremia moesten ze met dat soort rommel echt niet aankomen. Hij zou met Jezus net zo hebben afgerekend als dat hij met Hananja had gedaan. Wel is het dus zo dat de teksten over Jezus veel uit het boek van Jeremia zijn gehaald. Vandaar dat we onderscheid maken tussen de Jeremiaitische Jezus en de Hananjaitische Jezus. Hoofdstuk 9. De Koran als Aretaitisch filosofisch boek in strijd met kakia Door zware Hananjaitische stromingen binnen het Judaïsme onstond op de pieken ervan uiteindelijk de christelijke cultus, wat afdeed aan de boodschap van Jeremia om het juk te aanvaarden. Het katholicisme kwam toen uiteindelijk en de islam, die beiden weer predikten dat er loon naar werken zou zijn en dat de mens zelf verantwoordelijk was, zoals ook Jeremia dit predikte. Al in de grondteksten werd duidelijk dat Jeremia het hier had over de amazones van Orion, en niet zomaar over Babylon. Daarom was zijn boodschap over Babylon ook heel dubbel, omdat er een buitenaardse realiteit achter lag van de oerwildernis, zoals ook het voortijdse afrikaanse Babylon Areta werd genoemd. De mens moest terugkeren tot het Areta-principe van de geoefendheid. Het katholicisme bracht de moeder voort en daaruit voort kwam de islam, als Ismael met zijn moeder Areta. Nog voordat Mozes kwam werd Ismael afgesneden, en ging de wildernis in. In de Bilha werd de exodus beschreven als de uittocht van het volk Ismael. De Koran is dus een heel Aretaitisch boek. Het is belangrijk de Orionse realiteit achter de koran te zien, dat het een boek van Areta is. Er staan belangrijke filosofische wildernis principes in. In de Islamitische filosofie of Ismaelitische filosofie is juist het vasten, de ramadan, de weg tot de vrouw, terwijl in de stad dit het tegenovergestelde is, want daar wordt geleerd dat hoe rijker en machtiger je bent hoe makkelijker je een vrouw kunt schaken. De ramadan is het pad van de wildernis, en de Koran spreekt in boek 2:187 :

Het is u geoorloofd om op de nacht van het vasten tot uw vrouwen in te gaan. Er wordt verder gesteld dat het vasten volgehouden moet worden tot het vallen van de nacht, en dat de mens zich niet moet verleiden om al in de tempel (moskee) tot haar in te gaan. De mens moet dus de tempel verlaten en tot de woeste wildernis gaan totdat de mens de duisternis bereikt, het pad van de eenling, en daar zal het wonder tussen man en vrouw plaatsvinden op het hoogtepunt van het vasten. Kakia roept dan natuurlijk : 'Kom terug ! Ik wil een man in de tempel hebben, opdat ik tempel hoererij kan plegen ! Ik wil een rijke man, machtig, beroemd ! Stop met minderen !' Maar de Koran spreekt : 'Ga niet tot een vrouw in in de tempel.' Jeremia sprak dat de tempel verwoest zou worden en dat de mens de stad moest verlaten, om tot de wildernis te gaan. Wat is dan het wonder tussen man en vrouw ? Dat is waarin de mens op het hoogtepunt van het vasten zichzelf offert. De zelfoffering kan alleen plaatsvinden op dat hoogtepunt. De Koran stelt ook dat in de ramadan de Koran werd gezonden als een richtsnoer, voor leiding en onderscheiding. (2:185) De ramadan heeft alles te maken met de zakaat, de armenbelasting, waarin je dus vermindert om het te geven aan de armen, opdat er een eerlijke verdeling is. Door de zakaat kan dus niemand teveel nemen. Het is één van de vijf zuilen van de islam. De ramadan is ook een zuil ervan. Hoe komt de mens dan tot de nacht ? Dat gaat in het islam door het tussengebed, het gebed van de namiddag, van de afnemende dag, oftewel het minderen. Dit is het Aser gebed, wat natuurlijk ook verbonden is aan het hele Israelitische en Egyptische Aser mysterie (Osiris), en het Suri(name) mysterie (sr). Boek 103 van de Koran heet ook de Aser, en gaat over het verlies van de mens, maar dat het winst is als de mens het goede doet en geduld leert. De tweede zuil van de islam is de gebeden, de vijf gebeden elke dag die een symbolische betekenis hebben. Als eerste is er de Fajr, het morgengebed, oftewel de openbaring in de nacht, de naaktheid waarin de mens wordt overtuigd van zonde, schuld en oordeel, waarin de mens wordt overtuigd van de noodzaak van het minderen. De Fajr is boek 89 in de Koran. Het gaat over de waakzaamheid, de voorzichtigheid en het onderwerpen aan de roede van de kastijding, oftewel aan het juk. Het spoort de mens aan de armen te voeden, wat alleen kan door zelf te minderen. Allereerst moet de mens hiervoor de hel zien en van de vermaning leren. Het roept de mens op tot boetvaardigheid. Dit is een goede manier om de dag mee te beginnen. Allereerst moet er kennis komen, en kennis over het kwaad in de demonologie. Het is iets om te herinneren om zo het pad te begaan, waarvan een dunne leren teenring een teken is. Dat is het verbond tussen de mens en Areta. Het is op het hoogtepunt van de nacht, de morgen, waarop de mens tot de verbrokenheid komt.

Hoofdstuk 10. De diepere betekenis van de bedevaart naar Mekkah De Koran stelt in 2:45 dat er hulp gezocht kan worden door geduld en gebed, maar dat dit te zwaar is voor de hoogmoedigen. Hun hoogmoed weerhoudt hen ervan te buigen en stil te blijven. Bidden is geen eenrichtingsverkeer, maar is communicatie met de natuur in de stilte, als raad en overleg. In 2:43 stelt de Koran dat dit soort van gebed onderhouden moet worden, samen met het betalen van de zakaat, de armenbelasting, want anders heeft het geen functie en wordt het gebed corrupt. Je kunt namelijk alleen in raad en overleg met de natuur zijn als je mindert, want dat is waar de zakaat voor staat : minderen opdat een ieder evenveel heeft. Dit is ook een zuil van de islam. Mohammed was soms in vreze en beven toen hij deze verzen doorkreeg in zijn grot in de wildernis, toen hij zijn soera's opstelde. Dit was dus duidelijk iets buitenaards, en we kunnen het niet zomaar allemaal even weggooien. Al in de bijbel werd er gesteld : werk zolang het dag is, want als het nacht is dan kan niemand werken. Ook in de Koran wordt gesteld dat de mens de dag dat de ene ziel de andere ziel niet meer kan helpen moet vrezen, dat er geen voorspraak zal worden aanvaard en geen losprijs zal worden aangenomen. Er zal een dag zijn dat het af is, en dan kun je alleen nog leven met het verleden, dat wat in de tweede bijbel het mysterie van de groene streep wordt genoemd. Laten we daarom niet te licht denken over onze taak. Het is nu de tijd om ons met de natuur te verzoenen, want er zal een dag zijn waarop dit niet meer kan. Dan zijn de bronnen namelijk uitgeput. Een mens moet zijn leven niet verspillen en dan denken dat hij aan het einde van zijn leven wel even makkelijk kan terugkeren en zeggen : 't Spijt me, ik wil me bekeren, want dat is typisch christelijk gedachtengoed, van alles is genade, rotzooi nu maar aan, zodat je op je laatste dag toch nog terug kunt keren. Zelfs de bijbel waarschuwt dus tegen dit christelijke genade gedachtengoed. Het sust de mens in slaap. Er zijn nu eenmaal natuurwetten die niet verbroken kunnen worden, en een heleboel mensen zullen aan de poorten van de natuur komen die dagen en zullen niet herkend en aanvaard worden door de natuur, omdat ze de natuur zo lang hebben verloochend. Ze hebben het zichzelf aangedaan. De natuur is geen luilekkerland toverstokje. Hoe zwaar zal het zijn voor sommigen die hun hele leven de natuur aan hun laars hebben gelapt en dan te horen krijgen : 'Gaat weg van Mij. Ik ken u niet.' Dan zullen ze met honderdduizenden excuses komen, van : 'maar heb ik niet dit gedaan, en dat gedaan ?' En ze zullen bijbelteksten opprevelen, maar het zal hen niet baten. Laten we daarom ernst nemen met deze zaken nu het nog kan. Als de natuur het vertrouwen in iemand verliest, dan is het einde zoek. Dat kan na lange tijd van verharding zo ineens gebeuren, dat er dan wat breekt in de hemelse gewesten. Dat er geen eeuwigdurende hel is wil niet zeggen dat de mens zomaar zonder consequenties lange tijd kan aanrotzooien met de natuur. Telkens weer stelt de Koran : onderhoud het gebed en betaal de zakaat, de armenbelasting. Dit zijn twee zuilen van de islam die bij elkaar horen, die niet los van elkaar kunnen staan. Als je bidt zonder te minderen, dan reikt je gebed niet tot de hemel, niet tot de natuur. Het ware gebed is dus het minderen. Daarom kan het gebed ook niet zonder de stilte. Zij die telkens maar hun mond roekeloos openen naar de natuur verstoren de natuur. Het ware gebed komt dus voort uit de natuur zelf. Iedereen bidt voortdurend in het gedachtenleven. Gedachten communiceren met elkaar, vragen van elkaar, overleggen met elkaar, en ook als mensen met elkaar communiceren is dat gebed, maar grotendeels is dit dus vals. Daarom moet de mens leren wat het ware gebed is. We hebben het dan over het natuur gebed. De Koran stelt dat in het gebed het er om gaat jezelf te vernederen en jezelf ter aarde te werpen. Dat is iets symbolisch, maar vele moslims nemen dit letterlijk. Het gebed heeft dus alles met nederigheid te maken, contact maken met de aarde, met de onderwereld, de duisternis, en het licht

loslaten. Het betekent jezelf te onderwerpen aan het diepere, leeg te worden van jezelf. De mens die te hoog staat wordt door de bliksem getroffen. De mens wordt getest door allerlei voorzieningen en weldaden die ervoor moeten zorgen dat de mens niet buigt. Hierin ligt de test. Wat doet de mens in deze moderne wereld om hem heen, met zoveel luxe en moderne technologie ? Het is een beproeving. Er is geen betere test dan de luilekkerland test. (2:126) Abraham en Ismael richtten een gebedsoord op waarin het overblijfsel verzameld zou worden, die het ware gebed zouden beoefenen. Alleen zij die op het pad van het geduld zouden zijn zouden hier kunnen komen. En dit was een pad van grote beproeving. De Koran stelt dat de lagere wereld schoonschijnend is gemaakt voor de goddelozen, maar dat er een dag van de opstanding is waarin de godvrezenden boven hen verheven zijn. Dit spreekt dus ook over een soort opname. (2:212) Minder niet om gezien te worden, maar minder in het verborgene (2:271). Dat is het pad van de eenling. Het is een schande het pad van de natuur niet te herkennen in de islam, zoals het ook een schande is het pad van de natuur niet te herkennen in het christendom. Het zijn slechts woorden. Het is een bepaalde taal. Het hart spreekt vele talen, maar het ego spreekt slechts één taal : zijn eigen. In de islamitische traditie zond Abraham Ismael en zijn moeder (Hagar, Areta) de wildernis in waar ze zich vestigden in Bakkah, wat later werd tot Mekka, en waar het gebedsoord door Abraham en Ismael werd gebouwd. Bakkah betekent het smalle pad, en de bedevaart tot Mekka werd één van de zuilen van de islam. Ook s-bek in de egyptologie wordt bakkah genoemd, en is in de tweede bijbel een ark voor de eindtijd (krokodillengod), en Bakkah wijst ook op Rebekkah, de vrouw van Izaak. Rebekkah is ook een eigennaam voor de tweede bijbel. Bekkah wordt genoemd in de Koran in 3:96-97. Het is de plaats van Abraham. Ook heeft s'bk te maken met Jeremia (rm), en is re-bekkah in die hoedanigheid ook de kruizing tussen re en sbk in de onderwereld. De koran is dus in een bepaalde symbolische en etymologische taal geschreven, waarin ook de oudere mysteries worden voortgezet. De mens moet deze taal leren om zo de arabische cultuur beter te begrijpen. Dit vindt plaats op de wildernis planeet Rebekkah, wat ook een verloren Orion kern is. De terugkeer naar deze planeet is wat de bedevaart naar Mekka ten diepste betekent. De islamitische uitverkiezing is zeker niet vaag zoals de calvinistische uitverkiezing. De geduldigen die de armenbelasting betalen zijn de uitverkorenen, zij die minderen. Ook Zefanja streed tegen het uitbuiten van de armen. Hij stelde dat al het kramersvolk ten onder zou gaan, en dat de geldwegers uitgeroeid zouden worden (1:11). Er zou ook bezoeking komen over de mannen die maar bleven meerderen in plaats van minderen en daardoor dik zijn geworden op hun droesem. (1:12) Daarom riep Sefanja op tot nederigheid. Hij riep de mens op om de tuchtiging te aanvaarden. Hij stelde dat de vorsten van het volk waren als brullende leeuwen, en de rechters van het volk waren als avondwolven. Hij stelde dat de profeten van het volk lichtvaardige woordenkramers waren. Maar God was bezig een overblijfsel te bereiden, een ellendig en gering volk. Het zou geen onrecht plegen en geen leugen spreken. Het zijn hen die kreupel geslagen waren zoals Jakob, oftewel hen met een immer gevoelige verbrokenheid. Dat is dan de Sefanjitische uitverkiezing. Kakia wil dat allemaal niet. Zij wil mannen met grote, snelle auto's en stropdasjes, mannen die rijk

zijn en die aanzien hebben. Sefanja predikt daarom het oordeel over de gehele wereld. Het vreemde houdt de eenling op het pad van de eenling. De massa's verachten het vreemde en willen alleen het bekende. Daarom is het vreemde een belangrijk fundament, wat al door Jeremia werd gepredikt, de komst van de zuwr, of in het Arabisch het zuhr gebed, het gebed van de middag. In wezen is dit het zaad, wat alleen komt door het minderen, het aser gebed van de late middag, en het geduld, het maghreb gebed van de avond, de duisternis. Dit is een heilige driehoek in de islam. Het is verbonden aan het betalen van de zakaat en aan de ramadan. Dit is het ware terugkeren tot bakkah, oftewel de bedevaart tot mekka, als het terugkeren tot rebekkah. De aarde is een kettingroker door de auto-industrie. Er hadden allang limieten gesteld moeten worden, maar tegenwoordig heeft bijna iedereen in het steenrijke westen een auto. Die wordt vaak volop gebruikt voor allerlei wissewasjes, en zo helpt bijna iedereen mee aan het om zeep brengen van de aarde. Hierdoor vindt er ook weer extra veel ontbossing plaats. De mens is de vijand van de natuur. De mens vindt het allemaal heel vanzelfsprekend. 'Iedereen doet het,' is het excuus van de mens, maar dit excuus is voor de natuur niet geldig. De mens is helemaal geen eenling. In grote, dure auto's volgen zij Kakia, stropdasje erbij, en de natuurmoordende nagels van de vrouwtjes die als kanarietjes in hun kooitjes zitten netjes afgedekt met een chemisch goedje waardoor ze altijd een alibi hebben. Oma-knotje erbij. 'Ik heb niks gedaan. Ik ben het omaatje.' Nee, verantwoordelijkheid nemen willen de volgelingen van Kakia niet. Zelfs de mannen hebben tegenwoordig al vaak omaknotjes. Het is een teken van de tijd. De mens snakt ernaar met pensioen te gaan. Zo kan Liesje's haar niet door de war gaan. God mag verhoeden dat dat ooit gebeurd. Hoe ontkom je hieraan ? Minderen, minderen en nog eens minderen. De mens is vindingrijk genoeg. Rebekkah (bakkah, mekkah) is het beeld van de vreemde vrouw. De mens denkt telkens maar in dezelfde cirkeltjes en is helemaal platgeconditioneerd door de oude vertrouwde stad. De mens heeft het vreemde nodig, zoals Jeremia stelt. Maar de mens grijpt liever naar de sigaretten van Kakia. De mens wordt liever christe-lijk, want het christendom is ook nog eens een code voor de auto-industrie. De mens heeft een zout-overschot, dus dan moet er snel naar de drank, de juices, Jezus, gegrepen worden, en daar heb je natuurlijk snelle auto's voor nodig. Het is een truuk. De auto-industrie weet precies hoe ze auto's moeten verkopen. Het plan is veel duisterder dan de doorsnee mens denkt. Het is een complot tegen de mensheid. Hoe ontkom je eraan ? Terugkeren naar Rebekkah, de vreemde vrouw, als een beeld van het offeren van het bekende ego, van het 'ons kent ons' ego wat de massa's terroriseerd en aan de autoverslaving houdt, wat ook een rookverslaving is, want de mens vernietigd zijn longen door die troep. Leef daarom zo dicht mogelijk bij de natuur. Terugkeren naar Bakkah dus, naar Mekkah, één van de vijf zuilen van de islam. Jeremiah stelde dat de mens moest terugkeren tot de vreemde vrouw, de vreemde godin, in de grondtekst, de zuwr, oftewel het zuhr gebed in de islam, het middag gebed, het komen tot het vreemde, dwars tegen de massa's in. Salomo had als een beeld hiervan ook vele vreemde vrouwen, en je kan het boek Spreuken ook dualistisch lezen, niet alleen vanuit de dualistische grondtekst, maar ook op Jeremiaitische basis. In dat opzicht moet je dan de echtvrienden van je jeugd verlaten die symbool staan voor dat wat in de stad was aangeleerd. De jeugdliefde kan heel romantisch klinken, maar is in dit opzicht de keten van de stad. Salomo moest tot de vreemde vrouw komen, oftewel de filosofische principes van de natuur die door de stad werden achtergehouden. Hij moest de bibiotheek in op zoek naar oude, verloren, vergeten boeken. Daarin zou hij de vreemde vrouw vinden waar hij zijn stadse kennis kon verliezen. Bij de vreemde vrouw, de zuwr, zink je door het huis heen tot de onderwereld. Nooit meer zul je wederkeren. Je moet opgenomen worden door het vreemde, want het bekende is allemaal vals. Spreuken beschrijft haar als dualistisch. Zij heeft strikken gelegd, wat ook de Hebreeuwse betekenis is van Rebekkah. De mens moet door vreemde banden gevangen worden. Zoals het nu is leeft de

mens in grote zelfmisleiding. God zal de mens te slim af zijn. De natuurkennis is listiger dan de stadse kennis. De vreemde vrouw is op jacht en heeft haar strikken gelegd, om de mens terug te lokken tot de wildernis. Jeremia zei dat het zou komen. Hele volksstammen van zulke vrouwen zouden komen, de duistere, vreemde amazones van Orion, de filosofische principes van de diepere natuur. De mens moest vallen, en de mens moest het juk aanvaarden. De samenleving zou ontwricht raken, Jeruzalem zou worden verwoest. Salomo stelde dat als de vreemde vrouw zou komen, dan zou de mens als een rund tot de slacht zijn. De mens kan niet tegen de filosofie op. Zij zou komen met de hogere natuur rede. De mens zou het klapnet inlopen, een pijl zou door zijn lever gaan, door zijn stadse opslagplaats. Zij moest de mens leiden tot de binnenkameren van de dood van het bekende. Het bekende is een vloek. Het houdt de mens gevangen, en de mens weet het niet. De mens kent het vreemde niet, en wil het vreemde niet kennen, maar het zou komen, stelde Jeremia. Zijn woorden kwamen uit. De mens ging in geheel andere ketenen, en de ketenen van de stad werden verbroken. De mens werd van zijn snelle paard geschoten. Jeremia stond tussen het Judaïsme en het christendom in. Hij streed tegen beiden. Hij was een soort voorloper van de islam, maar hij zou ook tegen de islam strijden, zoals hij ook tegen Babylon streed, want hij predikte een hoger buitenaards volk wat zou komen, een vreemd volk wat niemand kende. Hoofdstuk 11. Calvijn – de Mohammed van het bevindelijke christendom – het Ravijn van Calvijn De mensheid spreekt al in tongen. Het zijn de tongen van de stad, het oude vertrouwde. Deze tongen beheersen de mensheid. Vurig beroeren zij het menselijke verstand. Deze tongen zijn hysterisch. Ze willen de mens leiden, besturen, controleren. Het zijn de tongen van de heks van het conformisme en comfortisme, Kakia. Het heeft zich diep in de hoofden van de mensheid genesteld, zodat de mens het vreemde niet kent. Nee, de mens heeft de vreemde tongen nog niet ontvangen. De stadse tongen verwennen de mens, geven de mens eigengerechtigheid, maar de vreemde tongen gaan dwars in tegen het vertrouwde. Daarom zijn de vreemde tongen twistziek. Je krijgt geen suikersinterklaas die altijd maar ja naar je knikt en je altijd gelijk geeft. Neen, de vreemde vrouw strijdt met al je conditioneringen op Pniël. Ze gaat er recht tegenin. Het vreemde houdt zich niet aan de wetten van de stad, maar heeft haar eigen wetten. Ze zal tegen de wetten van de stad ingaan. Het vreemde heeft haar eigen uitverkiezing, dwars tegen de uitverkiezingen van de stad in. Het vreemde rekent niet met de wensen van de stad. Er is verschil tussen de jeremiaitische islam en de hananjaitische islam. De jeremiaitische islam draagt het juk van het vreemde, terwijl de hananjaitische islam het juk van het vreemde niet wil aanvaarden, wat zich kan uiten in vleselijkheid, hedonisme en geweld. De jeremiaitische islam leidt terug naar ismael die in vijandschap leefde tegen iedere man, die geen compromissen sloot en een eenling was die zich onderworp aan het vreemde in de wildernis, aan bakkah, oftewel rebekkah (de oorspronkelijke naam van mekkah). Dat is waar de bedevaart tot mekkah om draait. De islam is voortgekomen vanuit de assyrische ballingschap, de babylonische, en het rijk van de meden en de

perzen. De bilha beschrijft ook nog de amalekitische ballingschap. Zij stammen af van Ezau, de harige wildernisman. Omdat de islam ismael noemt als haar fundament is het belangrijk om onderscheid te maken tussen de jeremiaitische ismael en de hananjaitische ismael. De mens dient zich ernstig uit te strekken naar het heilige vreemde, om zo in heilige tongen te spreken. Ik kom tot u, oh heilige vreemde, Ik ontvang u. Ik kom hongerend tot u, minderend, en geduldig. Ik ontvang u en aanvaard uw juk. Wees welkom in mijn leven. Kom, oh heilige vreemde, En was mij schoon. De mens moet terugkeren tot de oerrivier van het vreemde. Kakia is als een vis in de zee. Zij bewaakt de natuursappen. Zij geeft de mens haar giftige sappen. De mens is verkocht. De mens is geestelijk invalide geraakt door de mobiel in zijn hart te nemen, het sociale controle systeem, in plaats van het heilige vreemde. De mens is de vijand van de natuur. De auto is voor de mens als een heilige koe. Dit zijn twee systemen waardoor Kakia de mens uit de natuur trok. Nu ligt de mens aan kakiaitische kunstmatige beademing. De mens is al dood. De mens heeft de tongen van Kakia in het hoofd, die telkens tot haar bidden. De mens ziet het niet. De mens dient de vreemde tongen te ontvangen, het heilige vreemde, om uit de klauwen van kakia, de zielvretende vis, te ontkomen. Zij kan hiervoor in vele andere gedaantes komen om de mens weer terug te lokken en te verleiden. Ook gaan er vele alarms af. De auto-industrie is zo'n alarm systeem. De mens wordt direct teruggetoeterd. Het is een slaven schakel systeem in de diepte van het hart van de mens. Hoe kun je dit schakel systeem ontlopen ? Leer groen te denken, leer vreemd te denken. Je bent vindingrijk genoeg. Er zijn genoeg alternatieven. Wordt een uitvinder. Bedenk betere manieren. Wees Kakia te slim af. Zo slim is ze echt niet. De mens is alleen verschrikkelijk dom. De mens denkt dat hij in luilekkerland terecht is gekomen. Dat alle dingen om hem heen er zijn om van het leven te kunnen genieten, om handig gebruik te kunnen maken van het leven, maar de mens is ten dode gedoemd. De mens wordt opgebakken. De mens is omringd door gulzige kannibalen. De kannibalen lachen wanneer de mens zich tevergeefs blij maakt over alle speledingetjes om hen heen. De mens is in de val gelokt, heeft het aas aangenomen. Sluwe demonen zijn op de mens afgezonden om de mens te bespelen. Alleen de natuurshamanen zullen ontkomen. Alleen de eenling zal ontkomen. De tongen van Kakia jagen door het hart van de mens. Ze zijn vol van roddel en vooroordeel, omdat ze niet de tijd nemen om dingen eerst te onderzoeken. Met roddel bidden ze tot Kakia en aanbidden haar. De mens is zo verworden tot een flutromannetje. Snel verschijnt er een grijns of brede glimlach op hun gezicht als ze door Kakia worden betutteld, door het stadse model, als ze van haar valse complimentjes krijgen. Dan voelen ze zich heel wat. Maar het zijn lammeren die tot de slacht worden geleid. Kakia is een heksengodin. Zij heeft haar eigen religieuze systeem opgezet. Door de

verkeerslichten programmeert ze de mens. De auto's zijn de wachters van de ziel van de mens, en de auto's vreten zielen en de natuur. Maar de mens vindt het allemaal doodnormaal. Ze weten niet beter. De mens is ook te laf. De man in de stad wordt door Kakia beloont met auto's. Het is een valse prestige. Het geeft de man een air. Door het minderen komt de man in een andere dimensie, maar de stadse man die altijd maar vermeerdert kan dit niet, en bootst dit op een hele corrupte manier na. De stadse man wil de demonologie nadoen, maar kan dit niet, faalt, en doet daarom maar net alsof. De mannen willen de andere dimensie nabootsen, en willen snel tot de andere dimensie gaan, door overmoed. Ze worden zelf als auto's gebruikt. Het is nogal populair in de fitness cultuur, waarin mannen een zogenaamde bumper willen hebben, oftewel hun pectoralissen willen ophypen, hun borstspieren, opdat die dimensie verandering voortijdig en kunstmatig opgewekt kan worden. De geduld schakel ontbreekt, dus het is vals. Die mannen aanbidden hun welvingen bij hun borst (hoogmoed), en willen dat anderen hen ook aanbidden. Het is hun schakelaar in het materialisme, om het tot een hogere dimensie te brengen, een soort valse, voortijdige climax, en het ontlaad veel verderf. Normaal gesproken groeit de man normaal op als jongen, en is die dimensie vaak niet voortijdig opgewekt, en heeft de man gewoon, in tegenstelling tot de vrouw, een platte borst, en als hij tot volwassenheid komt, dan gaat die energielijn van zijn kaak via zijn tepels helemaal door naar beneden tot zijn geslachtsdeel, wat dan rijp begint te worden, en zo wordt er niets voortijdig opgewekt. Ook de islam spreekt over de noodzaak van de vernauwing van de borst. De fitness cultuur is teveel op het lichamelijke gericht en te weinig op het geestelijke, en forceert dimensie openingen, zodat het uitloopt op een fiasco. Het is een bad trip van drugs, en ze flippen. Daarom grommen ze, duwen hun borsten vooruit, lopen rond met veel lawaai en uit de hoogte doen, rijden rond in hun auto's met keiharde muziek aan. Allemaal omdat ze in het geestelijke niet worden toegelaten. Hun kaartjes waren vervalst. Het zijn valse munters op heterdaad betrapt. Hun geld is niet echt. Niets is echt aan hen. Vandaar al het vele dreigen en het vele geweld. Ze zijn langs het paradijs heengeschoten. Ze zijn de macht over hun stuur verloren, en ze sleuren velen met zich mee. De fitness cultuur is tegenovergesteld aan de ascetische cultuur. De man moet de leegte in zijn borst vinden, om zo tot zijn hart te kunnen komen, tot de natuur. De man moet al dat stoere geprots en gepronk laten gaan. De man wil graag gezien worden door Kakia en haar massa's. De man vindt het heerlijk om door haar verwend te worden, en bedrogen. Als Kakia zulke mannen complimenteerd en beloond lacht ze in haarzelf, en denkt ze : 'Jij domme sukkel, nu heb ik je tuk. Mijn auto zul je zijn. Ik zal je geheel aftappen voor je brandstof. De kannibalen koningin ben ik.' Adam kwam tot de boom van Assur, sr, oftewel van zuwr, het vreemde, en werd zo tot Edom. Het volk van Calvijn werd gebonden in de T-put van het totale nihilisme, wat zeer ismaelitisch was, oftewel vijandig naar iedere andere man. En dat was belangrijk op het pad van de eenling. Het ravijn van calvijn komt voort vanuit de islam, vanuit ismael. Vertrouw niemand, test alles. Dat is het geheim van de heilige gebondenheid door het heilige vreemde. Wie komt tot dit ravijn vandaag de dag ? Alleen de eenling. En de eenling leert hiervoor de logistiek. De auto-industrie is de valse logistiek die de gevallen mens leidt, zeer gecalculeerd. Kijk ze eens protsen op hun hoge schepen. Kijk ze eens protsen met hun grote bumpers. Neen. Zij aanvaarden het juk van het heilige vreemde niet. Zij zijn slaven van het comfortisme. Alleen het ravijn van calvijn kan terugleiden tot de natuur. Als de hoog opgetrokken borsten van de man zijn verbroken. Calvijn leidt een volk van asceten, van eenlingen. Er is ook een verschil tussen de jeremiaitische calvijn en de hananjaitische calvijn. Ook Sefanja was als een ismael, en predikte tegen alle mensen, alhoewel hij stelde dat er een overblijfsel zou zijn. Hij predikte tegen de mannen die dik op hun droesem waren geworden. Calvijn stelt dat dit over hun weelde gaat. Sefanja leefde ook ten tijde van Jeremia, vlak voor de Babylonische ballingschap.

Ook Sefanja vermaande het volk en spoorde hen aan de tucht te aanvaarden : Sefanja 3 7 Ik zeide: Vrees Mij toch, neem tuchtiging aan; dan zal haar woning niet uitgeroeid worden volgens alles waarmee Ik over haar bezoeking zal doen. Evenwel, zij waren er vroeg bij om al hun boze daden te bedrijven. 8 Daarom, wacht op Mij, luidt het woord des Heren, ten dage dat Ik zal opstaan tot de buit; want mijn vonnis is, volken te vergaderen, koninkrijken te verzamelen, over hen mijn gramschap uit te gieten, heel mijn brandende toorn, want door het vuur van mijn naijver zal de ganse aarde verteerd worden. We zien hier dat de verzameling van het volk ook al een oordeel kan zijn, als de verzameling van het kaf. Calvijn stelt terecht dat Sefanja's oproep tot verzameling ironisch kan zijn. Het is als de verzameling van slachtvee. Sefanja 2, NBG 1 Komt tot uzelf, ja, komt tot inkeer, gij schaamteloos volk, 2 voordat het besluit tot uitvoering komt – als kaf gaat een dag voorbij – voordat over u komt de brandende toorn des Heren, voordat over u komt de dag van de toorn des Heren. Calvijn vertaald : 1 Verzamelt u, verzamelt u, gij onbeminnelijke natie, 2 Voordat het besluit baart – zoals het kaf in een dag voorbij gaat – voordat over u komt, de gloed van de toorn des Heeren, voordat over u komt de toorn van de dag des Heeren. De verzameling van het kaf is juist belangrijk voor de scheiding en de onderscheiding, zodat de eenling afgescheiden wordt van het kwaad. De meerderheid zal verdelgd worden. De eenlingen zullen tot het overblijfsel behoren en dit is een minderheid, en dat moet wel, want anders zouden ze één zijn met de massa (3:12). De massa's zouden dus uiteindelijk weggenomen worden, wat Calvijn ook stelt. De mens mag niks met de massa ophebben. De mens mag niet met de massa flirten. Laat hen maar verzamelen, opdat je zelf wordt afgezonderd. De zondag is de heilige dag van de christenen, de zaterdag is dat voor de Joden, en de vrijdag is dat voor de moslims. De hadith stelt dat Adam op de vrijdag werd geschapen, en op de vrijdag in het paradijs werd binnengelaten en op de vrijdag het paradijs verliet. Ook zal het laatste uur aanbreken op de vrijdag. In boek 62 van de Koran gaat het over de samenkomst, niet alleen van de heiligen maar ook de samenkomst van de ongelovigen. Die komen samen voor vermaak en om het koopwaar. Zo wordt het kaf dus verzameld : door vermaak en koopziekte. Het is een teken van het oordeel. Voor de heilige is de ware samenkomst in het Hebreeuws het zelfonderzoek. De eenling moet het ravijn van Calvijn in, de afzondering, en dat kan alleen gebeuren als het kaf wordt verzameld. Dit gaat door de families en de organisaties, de kerken. Zou dit niet gebeuren dan zou dit onderscheid er niet zijn. Dan zou de mens zich nooit kunnen afzonderen. De Koran stelt dat door vermaak en koopziekte de eenling door de massa in de steek wordt gelaten, wordt verworpen, maar dat wat er bij God is is beter dan vermaak en handel (62:11). God is de beste voorziener. Zefanja 3 10 Van gene zijde der rivieren van Ethiopië zullen mijn aanbidders, mijn verstrooiden, mijn offer brengen. 11 Te dien dage zult gij u niet behoeven te schamen over al de daden waarmede gij tegen Mij hebt overtreden, want dan zal Ik uit uw midden uw hoogmoedig juichenden verwijderen. En voortaan zult gij niet meer overmoedig zijn op mijn heilige berg. 12 En Ik zal in uw midden overlaten een ellendig en gering volk, en wie schuilen bij de naam des

Heren. Calvijn stelt dat het volk Israel geheel verstrooid was tot kleine groepen, die allemaal weer hun eigen verhalen hadden los van elkaar. Het was dus geen eenheids-worst. Het liep allemaal in verschillende lijnen. Ook in Ethiopië waren de ballingen van het volk Israel terechtgekomen, tot verre volkeren, en zij zouden dus terugkeren vanuit dit land van honger, wat ook een beeld is dat alleen zij die hongeren ware aanbidders van God kunnen worden, zij die minderen. Dit is het ware offeren. Alleen dan zullen de hoogmoedigen verwijderd worden, en zij zullen dus allereerst als kaf verzameld worden, wat we nu in de wereld zien gebeuren. Soort zoekt soort, en dit is een teken van groot oordeel. Laten we komen tot het ravijn van Calvijn om daarvan de dieptes te begrijpen. We moeten loskomen van de geweldadige, tuchteloze, overmoedige hananjaitische calvijn, en komen tot de sefanjaitische calvijn, oftewel de jeremiatische-ismaelitische calvijn. Calvijn is te belangrijk in de filosofie om zomaar overboord te kieperen. Calvijn was de Mohammed van het zwaardere reformatorische christendom, het calvinisme. Net zoals de islam had het calvinisme vijf zuilen. Hoofdstuk 12. Vertrouwen of het heilige vreemde ? Adam kwam tot de boom van Assur, van het vreemde (zuwr), als een voorteken van de Assyrische ballingschap, en ook als een beeld van het middaggebed van de islam, de zuhr. Zo werd hij tot Edom, het volk van Ezau, wat ook bekend stond als het volk van de wijzen. Adam ging tot een andere dimensie, namelijk de Ismaelitische. De bijbel kan heel dualistisch gelezen worden, omdat dit het karakter is van de grondtekst. Calvijn stelt ook dat zij een wreed volk zijn in zijn commentaar op Abadja. Hij denkt daarbij aan Psalm 137:7 die hij vertaald : Gedenk aan de kinderen van Edom op de dag van Jeruzalem, die zeiden : ontbloot, ontbloot tot de fundamenten toe. Edom heeft nog steeds Adam als wortelwoord, die de naakte is in het paradijs, oftewel de ontmaskerde, de geopenbaarde. Voor de man is de naaktheid ook de ballingschap (gly). Het is de overweldiging, waardoor de man niet meer kan schuilen. Toen Adam had gezondigd kon hij niet meer schuilen, alleen nog maar bij God zelf, die ook demonen verscheurde opdat Adam een bedekking had. Ook bedekte God Adam met de aarde. Adam was immers uit de aarde voortgekomen, en zou ook tot de aarde wederkeren. Adam kon niet vluchten. We kunnen Abadja's woorden tot Edom ook positief lezen : 2 Zie, Ik maak u klein onder de volken: gij wordt diep veracht. 3 De overmoed van uw hart heeft u misleid, u, die woont in rotskloven, in uw hoge woning; die bij uzelf zegt: Wie zal mij ter aarde neerhalen? 4 Al zoudt gij uw nest zo hoog bouwen als de gier, ja, al was het geplaatst tussen de sterren, vandaar zal Ik u neerhalen, luidt het woord des Heren. Klein worden is belangrijk en een eigenschap van het minderen, wat ervoor zorgt dat de mens deelheeft aan het uitverkoren geringe en ellendige, verstrooide volk van Zefanja. Zefanja kwam voort vanuit de geslachtslijn van Kushi, wat Ethiopier betekent, de hongerende, de met de aarde bedekte. Deze camouflage heeft de eenling nodig op het smalle pad. De eenling moet weg uit de openbaarheid. De eenling moet komen tot de nacht, tot het vreemde. Calvijn stelde dat Edom veel

teveel vertrouwen had. Ook Edom zou onderworpen moeten worden aan het vreemde. Niet vertrouwen, maar het heilige vreemde ontvangen. Dat begint met de worsteling op Pniël. Telkens weer wordt er op het belang van Jakob gewezen. Jakob en Ezau horen bij elkaar. Adam werd tot Edom, tot het ruige Ismaelitische wildernis volk, in vijandschap met iedere andere man, maar Jakob streed met God. Jakob is een belangrijk onderdeel van Ezau, van Edom. Edom moest onderworpen worden aan het huis van Jakob, oftewel aan Rebekkah, oftewel aan Bakkah, Mekka. Dat is waar de bedevaart naar Mekka voor staat, één van de zuilen van de islam. Ismael moet onderworpen worden aan Rebekkah, het heilige vreemde. Abadja stelde dat het gehele huis van Edom zou moeten sterven (:18). Edom zou ingenomen worden. Alle vertrouwde wijsheid en zou moeten vergaan oipdat het heilige vreemde zou kunnen komen. 8 Zal Ik niet te dien dage, luidt het woord des Heren, de wijzen uit Edom doen vergaan, en het inzicht uit het gebergte van Esau? 9 Ook uw helden, o Teman, zullen verschrikt staan, opdat alle man van het gebergte van Esau door een slachting worde uitgeroeid. 10 Wegens de gewelddaad aan uw broeder Jakob zal schande u bedekken, en gij zult voor altoos worden uitgeroeid. De mens moet terug de rivier over tot het vissersstrand, waar de vissen verzameld worden voor het grote oordeel. Alleen zo kan de mens een eenling worden en een eenling blijven. Het vreemde is zelf ook nomadisch, want anders zou het het vreemde niet meer zijn. De Israelieten werden in de wildernis geleid door een nomadisch barbaars visioen als een wolk (Hebreeuws). In het Aramees was dit de god(in) van de nomaden. In die zin is de bedevaart tot Bakkah (rebekkah, mekka) eeuwig, als het nomadische pad (Exodus 40:36-37). Er is in die zin ook onderscheid tussen de jeremiaitische Mozes en de hananjaitische Mozes. De hananjaitische Mozes leidt tot de materialistische tabernakel in overmoed, maar de jeremiaitische Mozes leidt tot de demonologische tabernakel in de wildernis, door geduld en het vreemde. De demonologie was absolute noodzaak, anders zouden de overgebleven demonen ervoor zorgen dat ze niet verder zouden kunnen komen, en het zou hen tot een strik worden : Numeri 33 55 Maar indien gij de bewoners van het land voor uw aangezicht niet verdrijft, dan zullen degenen die gij van hen over laat, tot dorens in uw ogen en tot prikkels in uw zijden zijn, en zij zullen u benauwen in het land waarin gij woonachtig zijt. 56 Dan zal Ik met u doen, gelijk Ik gedacht had met hen te doen. Er is dus een groot onderscheid tussen de vleselijke, tuchteloze Mozes en de geestelijke Mozes. De exegese is ervoor om dat uit te ziften. Dan is er het Bileam mysterie in de wildernis (Numeri 22-24). Bileam betekent : 'niet van de mensen', en 'vreemde' in het Hebreeuws. Hier veranderde God in de tegenstander (satan in het Hebreeuws) en veranderde de vloek van Bileam tot een zegen. Geb, de aardgod(in), de aarde, in de Egyptologie, is de nomadische dynamiek, wat later in het Aramees werd tot de kebu, de ark, wat ook oorspronkelijk Egyptologisch is. Vergelijk ook de kaaba, het heiligdom van de islam in Mekka. Dit is ook de wortel van Geb-riël, Gabriël, de boodschappende engel tussen hemel en aarde in het judeo-christendom en de islam. In de islam is hij ook de heilige geest. De mens kan alleen nomadisch zijn door het dualisme. Zonder het dualisme is de exegese slechts beperkt. Ook satan is een nomadische dynamiek in de Egyptologie, verbonden aan seth, de wildernis godin. De tegenstander is de basis van de nomadische dynamiek, niet de vertrouwer. De daadwerkelijke vijand is het overmoedig vertrouwen, maar in de stad is alles

omgedraaid. In de stad is vertrouwen een deugd. Het nomadische aspect komt ook weer terug in de malak, de engelen in het Hebreeuws, wat ook weer verbonden is aan de grote voeten van Amalek, mlk, en Maleachi, Malak in het Hebreeuws, mlk. In hoofdstuk 1 wordt al gesteld dat het offer volkomen moet zijn. De mens mag niet met een half offer komen. Maleachi bestraft ook de mens die niet voldoende mindert. Verder bespreekt hij de huwelijks-ethiek. Als de kerk dan psalm 150 zingt over het loven van God, dan moeten we beseffen dat het ware offeren en ware loven het minderen betekent, en geen lippendienst is. Daarom vraagt God om stilte en gehoorzaamheid als het om het offeren gaat. Het is dus iets symbolisch. Uiteindelijk leidt het minderen door het geduld tot het vreemde, wat een heilige driehoek is in het amazonisme, in de aretaitische filosofie. Hierin wordt de mens waarlijk wedergeboren en wederopgevoed. Het vreemde kan ons dan bewaken tegen het vertrouwde. Bij de Egyptenaren draaide alles om de ba, de ziel, en de ka, het geestelijke. De ba is de vermindering, de voet, de diepte, die dan overgaat in de ka, de verandering, het contact maken met de onderwereld, het vreemde. Daar was alles op gebaseerd. Zonder de ba en de ka was er geen contact mogelijk met god(in). Ka-ba oftewel Geb, de aarde, was dan de schakel, en iedere dode of nachtnomade keerde hier tot terug. Alles draaide in Egypte om de Kebu, om Geb, de ark. Dit hield het geestelijke namelijk in leven, door het nomadische, waarvan de ark, ook als boot, een beeld was. Het directe was gevaarlijk. De natuur ging haar eigen weg. Geb werd ook Seb genoemd, als sa-ba, de kennis van de diepte. Sa was altijd met Re in de onderwereld om hem te onderwijzen en om de wachters aan te spreken. Seb is dus ook de kennis van het minderen. Een vorm van Seb is sebek, de oerkrokodil van de exegese, een demonologisch principe, want hij stond ook voor de militaire macht van de farao. Ook is sebek een beeld van de ark of de wachter van de ark. Hij beschermde de doden en waakte over hun wedergeboorte. Toen aser in stukken was gescheurd hielp sebek mee in het verbinden van de verschillende delen. Sebek, ook in sommige vormen rebek (vgl. rebekkah, bekkah, mekka), is een beeld van het vreemde waar de verloren delen van de mens zich bevinden, het vergetene, het verbannene. Het namiddag gebed van de islam, het aser gebed, is het gebed van vermindering, wat leidt tot het avondgebed van geduld, de maghreb, of ma-geb, wat ook staat voor Noord-Afrika, en wat in de Egyptologie : de wet van geb betekent, en van het vreemde, wat dus geduld is. Zo komt de mens tot het middag gebed, het zuhr gebed (vgl. zuwr, het vreemde, hebreeuws). Re-bek gaat dus over de kruizing tussen re en sebek. Dit wordt in de egyptologie ook het rmmysterie genoemd (rema, de wet van re). In het Grieks komt de rema als het gesproken, profetische, woord, van rheo, uitgieten. Jezus sprak dat de mens niet alleen van brood moest leven, maar ook van rhema, rm, als het woord van god, yah-rhema, oftewel Jeremia. Romeinen 10:17 noemt "rhema" als de brenger van het horen. Het is de inspiratie. De Griekse rm, rhema, het profetische woord, het woord als orakel, komt dus van rheo, gieten. Gieten heeft in het Aramees de betekenis van het roddelen, het spreiden van geruchten, sd (st). Het komt veel voor in Leviticus, het boek van de offerdienst. Het is een natuurverschijnsel aan de voet van elk probleem, dat alles verdraaid en omgedraaid wordt. Dit zijn de voorhangsels van de tabernakel om de mens te testen wanneer hij tot de kennis komt. De offerdienst is een metafoor van de opname, waarin het ego moet doodbloeden. In de opname moet dus alles emaneren, uitgegoten worden, tot lagere vormen gaan, anders is er geen brandstof voor de opname, en geen beveiliging. Juist ook door die emanatie ontstaat er afzondering. Als de mens een profetisch woord ontvangt,

dan mag de mens dit niet als een dolle bezetene gaan rondstrooien als parels voor de zwijnen, maar de mens moet zich gaan bezig houden met de architectuur. De bijbel is een roddelblad van die tijd, allemaal "dark humor", barbaarse mythologie. Het zijn duistere gezegdes, en de mens moet er mee klaarkomen. Als de mens "opgenomen" moet worden, dan betekent dit allereerst de opname tot een diepere betekenis van deze dingen. Alles moet dus in lagere vormen omgezet worden opdat er voldoende brandstof is om weer tot hogere niveau's te komen. De RM is in de Egyptologie ook de vissersgodin, waarvan de krokodil dus een beeld is. Re kwam tot haar, wat uiteindelijk resulteerde in zijn opname. Ook alle delen van Aser (Osiris) moesten dus opgevist worden door sebek (rm, de vissersgodin). Vandaar dat Sebek ook in zijn taak vergezeld was met Nephthys en Isis. Nog steeds staan zij in de judeo-christelijke mythologie op de ark, als beschermengelen. Dit is ook de reden waarom Jeremia (rm) verbonden is aan het vreemde. De mens werd opgeroepen het babylonische juk te aanvaarden. Vandaag de dag dient de mens het islamitische juk te aanvaarden, om het te verdiepen. Het zijn de verloren delen van Aser die weer tot de mens terugkomen. Hiertoe kwam Adam tot de boom van het vreemde, van Assur. Zo werd Adam een deel van Edom. Het was het Ismaelitische evangelie, of het evangelie van Aser waarin al het vertrouwde en bekende achtergelaten moest worden om het verlorene te vinden. Daartoe kwam het vreemde. Het is het evangelie van het vreemde, van Rebekka. Zij bracht Jakob en Ezau tezamen. Als Re aan het einde van de nacht wordt opgenomen, dan wordt hij tot Geb-ra, oftewel Kepra, de heilige kever, wat een beeld is van nomadische transformatie, ook weer een Bileam teken van het dualisme. Alles wordt dan vruchtbaar en vloeit over tot andere dimensies, waardoor het vreemde tot zijn recht komt, wordt geopenbaard. Het is het uur van de grote ontsluiering. In het judeo-christendom en de islam komt Kepra terug als Kepra-el, Gabriel, de aankondiger van de wedergeboorte, en in de islam is hij ook de heilige geest, de bezoeker in de nacht, als de heilige nacht of grootse nacht zelf. Iedere moslim moet zich hier naar uitstrekken in de Ramadan. Hiertoe heeft de moslim de isha gebeden, de nachtgebeden. Ook Jezus wordt in de islam Isa genoemd. Dit komt ook van het Hebreeuwse woord 'iysh', de heilige slaaf, wat een woord is voor de man en zijn betekenis, in de zin dat de slaaf een symbool is voor het horen en gehoorzamen, en dat is waar de islam om draait, om de onderwerping, de overgave. Voor de Egyptenaren was de mestkever vanwege zijn transformatie vermogen de bewaker van het hart, tegen vetaanvallen, zoutaanvallen enzovoorts. De stad heeft hieraan gebrek, waardoor het maar blijft ophopen. Hoofdstuk 13. Stadse religie of natuur religie ? In Egypte waren ze bekend : de scarabeeën, de mestkevers die de harten bewaakten, ook wel de kharr genoemd, waar later de Judaisten de cherub van maakten die de ark bewaakten.

Er ontbrak nog heel wat aan de bijbel, en ook aan de koran die daarna kwam. Het waren slechts brokstukken. Daarom moest de Vur komen, terug naar de natuur, maar alleen de eenling zal het pad vinden. In het eerste boek van de Vur, de orkaan, zien we dat eerst het vrouwelijke archetype in de mens moet sterven. Symbolische beelden daarvan zijn de echtscheiding en de weduwenaar, wat ook de Egyptische betekenis is van de mestkever van de wedergeboorte. Er is een punt waarop Ra, en ook Osiris, alles verloren, en zo werden ze tot Kephri, de vliegende scarabee, zwevende boven de zeeen van hun herinneringen, zoals ook Ruh zweefde boven de wateren die duister, woest en ledig waren bij de schepping in het oorspronkelijke Aramese boek Genesis in het Judaïsme. Het was een herschepping. De mestkever heeft dit transformatie vermogen, wat aangeboren is, zijn eigen natuur. De mestkever herschept zo zichzelf. Eerst moet het valse vrouwelijke, het kakiaitische, in de mens afsterven. Daarom zegt de Vur (1:3) De pijl raakte haar hard, Het was diep, we zagen haar vallen, De pijl bracht haar over de bruggen, Tot de donkere nacht, Tot bruine bloemenvelden Dit is dus de zuivering van het vrouwelijke, waarin er contact wordt gemaakt met het verloren vrouwelijke in de natuur van de onderwereld, het vergetene, het verbannene. Oftewel de mens komt hierdoor in contact met de vreemde vrouw, de buitenaardse, donkere vrouw. Paarden van vuur in de lucht, De geur van kermis overal, Zij zijn gekomen met zoveel soldaten, Rijs op in de lucht, zeg al uw moeders vaarwel (1:4) Ook het moederlijke archetype wordt dus gezuiverd. De mens moet de vertrouwde, bekende, moeder verlaten om te komen tot de vreemde moeder, de diepere moeder, de moeder van de onderwereld, hevig bekritiseerd door de stad, verbannen tot de natuur. Het kost ons dus iets om tot het vreemde te komen. Ik zal het begrijpen, deze onsterfelijkheid, de lelie, drijvende op de waterstroom, drijvende op de waterdroom (1:5) Het is een vrouw die verloren is geraakt in onze droomwereld. We moeten hiervoor terug naar het water. Zij is van de rivieren, altijd stromend, nomadisch. Zij is niet het voor de hand liggende, het ogenschijnlijke. Het is iets wat begrepen dient te worden. Dan gaat het in vers 6 en 7 over het wachten op het schip. Dit gaat dus over geduld, wat een voorwaarde is om te komen tot het vreemde. Als we ergens halverwege stoppen en gaan grijpen, dan blijven we opgesloten in het vertrouwde, het bekende, en leren we het vreemde niet kennen. Ze heeft haar speer opgeheven, En dan slaat ze toe, Ze raakt mijn hoofd (1:8) Als het vreemde komt, dan zal er eerst een worsteling zijn, want we zijn geconditioneerd met het bekende en vertrouwde, vijandig aan het vreemde, en ook zullen we het vreemde moeten testen, en

dan wordt er dus zelfs bij ontmoeting eerst geduld vereist. We moeten dus tot Pniël gaan om een worsteling met het vreemde te hebben, en ons niet zomaar aan het vreemde over te geven. Het vreemde kan alleen maar verkregen worden door het minderen en het geduld, door het testen dus. Hiertoe moet de mens dus veel onderzoek doen. Hij kan niet komen waar je bent, Vriend, ik zou niet tot je liegen, Ik weet dat je ook met dit trauma vecht, Het is een oorlogs-trauma, Ik was daar, en ik zag je (1:9) Van dit toets-gevecht op Pniël zullen we ongetwijfeld een soort oorlogstrauma aan over houden. Het vreemde zal ons eerst zwaar verwonden, opdat wij gevoelig worden voor haar, net zoals Jakob verwond werd, zelfs kreupel. Zij moet dit wel doen om ons los te maken van de stadse conditionering. Anders zouden we verloren zijn. Het is dus een noodzakelijk kwaad. Waar zou ik zijn zonder een goede broek ? De viooltjes maakten het voor ons, Zij lieten de honing er doorheen glijden, Zij brachten ons door bos en woestijn, Volg hen naar de rivieren en de watervallen, Ze zullen hier maar één keer zijn (1:10) De Vur bespreekt het bloemen mysterie, wat al begint in het eerste boek, al in het eerste vers. De bloem, oftewel de blm, is in de cryptosofie wijzende op Bileam, blm, oftewel het mysterie van het dualisme en het transformatie vermogen in de wildernis. Dit is waar de Mozaïsche slang in de wildernis uiteindelijk naartoe leidde. Vers 10 laat zien dat we er niet zomaar op los moeten leven. Niet zomaar als halve gekken moeten gaan zaaien, niet roekeloos zijn in sexualiteit, want dat is stads. Wekt de liefde niet op voordat het haar behaagt, zegt Hooglied. Het zaad is een natuurlijk proces van bloemen die vanzelf honing voortbrengen, en het zal ons door de bossen heenleiden, door de natuur, als we het niet voortijdig verspillen, en we moeten de bloemen volgen tot het water. In het water ligt een groot mysterie verborgen. Dat ze er maar één keer zullen zijn wil zeggen dat we soms niet eens meer hoeven te wachten, maar dat het al gebeurd is, dat het ergens in de geschiedenis ligt, als een bepaalde herinnering die we nodig hebben als sleutel, en die herinnering bestaat uit vele lagen, als een waterige sleutel. 11. Het schip was belast met deze tragedie, Toen het donkerder werd stierf de kapitein, In de dieptes van de nacht, Het veranderde hun zicht op de wereld en de woeste zee, Het veranderde de manier waarop zij de tragedie behandelden Juist omdat het iets van de herinneringen is is het tragisch, want dat betekent dat we het verloren hebben, maar de vrouw moest sterven, de vrouw moest weggaan. De vrouw is het beeld van het verleden, en de mens komt tot de vreemde vrouw door er een andere kijk op te krijgen. Dat is het werk van de mestkever, die zijn eitjes legt in de puinhopen van het verleden, in de mest, om het zo vruchtbaar te maken. 21. De geschiedenis steekt, Ik kan niet over deze berg komen, Maar in mijn dromen kan ik het

De mens moet tot de slaap komen, tot het minderen, en hierin geduld hebben, om zo tot de dromen te komen, de waterlagen van de onderwereld, want alleen zij kunnen de juiste kijk op dingen geven. Het antwoord ligt dus in de dromen, in het water. 22. Ik staar naar de vissen in de rivier, Misschien is dat beter dan een herinnering, Ik open mijn dagboeken, En plotseling word het zwart voor mijn ogen … Ik kan beter mijn dagboeken verbranden, Maar deze herinneringen gaan niet weg, Je hebt me te diep gestoken, Op hoge paarden rijdt je, Oh, wanneer ik je geheimen ken We moeten tot de conclusie komen dat zij ons te diep heeft gestoken, dat zij ons heeft verlamd, kreupel heeft geslagen als Jakob, opdat onze wond niet meer zou herstellen, want anders zou de stad ons nog kunnen teruggrijpen. Dat is de wond die het verleden is, maar daar kan dus wel een andere kijk op komen. Daarom is de filosofie het enige antwoord. In boek 2 wordt het nogmaals duidelijk dat we ons niet moeten haasten, niet moeten grijpen, maar minderen, anders zou het ons vernietigen. Het zijn natuurgeheimen waar een bepaald protocol voor is. De mestkever kent dit protocol. De mestkever kent alle benodigde tussenstappen. Alle boeken van de Vur zijn shamaanse orakels die daar over gaan. Zij brengen de natuurlimieten terug. De Vur gaat verder dan de bijbel en de koran. Het sorteert de brokstukken, en voegt brokstukken daaraan toe, de missende schakels van de natuurketting. Het derde boek, de wilden, toont aan dat dit een woeste jacht is, want de bestaande, geforceerde cirkels moeten doorbroken worden, zodat er nieuwe cirkels kunnen komen met de ontbrekende schakels ertussen. De wereld zal hiervoor verwoest moeten worden. Er zal een nieuwe wereld komen. De realiteit zal voor onze ogen afbrokkelen, en wij zullen de geheimen van de Vur zien, van de natuurkennis. De mens heeft religies gebouwd in de stad door het buitensluiten van belangrijke natuurprincipes, maar de mens dient terug te keren tot de hogere natuurreligies. De mestkever heeft geen smetvrees. Hij graaft diep in het vuil en maakt het tot nut. Hij maakt er zijn medicijn van, zoals de Vur ook stelt : De cirkels jagen op andere cirkels door hun lijnen, om hen te maken tot medicijn. Zo rijgen zij hun sieraden. (3:5) Hoofdstuk 14. De verzoeking van Ismael – het hongerpad van Ismael – Uw honger moet volkomen worden Het is een groot natuurverschijnsel, als je gaat beseffen dat alles achter een rood scherm is wat onder hoge voltage staat. Je mag het niet aanraken, anders krijg je een optater. Dat is waar boek 120 van de vur overgaat, het bloed. Je kan alleen kijken, niet aanraken. Het wordt niet verkocht. Het is

achter glas. De vrouw met de rode laarzen slaat een ieder die te dichtbij komt. Met vuisten slaat ze op hen in. De mens moet minderen, de mens moet geduld leren, en als de mens eenmaal die hoge voltage heeft gevoeld, dan moet de mens wel, het kan niet anders. In mijn leven begon dit natuurverschijnsel met twee kruizende rode speren. Ik kon een heleboel dingen niet meer doen. Ik werd geblokkeerd. Ik moest timing leren. Ik moest minderen. Als er iets op me sprong dan moest ik het van me afschudden, door te draaien. De mens moet alle stadse klederen uitdoen om tot de heilige naaktheid te komen. Als we naar de wortel kijken van de islam of SLM, etymologisch, dan is dat de kennis (S, egyptisch) van het eeuwige (lm, hebreeuws/ aramees) ijs (L, oer-amazonisch), of de kennis van de wet (M, egyptisch) van het eeuwige ijs, in de cryptosofie. Deze wetten zorgen er dus voor dat de mens voldoende minderen en geduld hebben, waarvan het eeuwige ijs een symbool is, om tot het heilige vreemde te komen. Dit is dus een belangrijke code en dynamiek van de islam. Toen ik deze dynamiek onder ogen kwam zag ik de varkensvorst Rian vallen. Duisternis viel op hem, en zijn koninkrijk begon ineen te storten, en zijn schatten begonnen weg te smelten. Ook moest ik denken aan de mythe van Heracles en het erymantische zwijn die hij uiteindelijk verdoofde in het ijs. Als we naar de wortel kijken van het boeddhisme, van boeddha, B-D, dan is dat de diepte (B, egyptisch, oer-amazonisch, voet) die de opname teweeg brengt (D, oer-amazonisch, de visvangst). Het leven is een labyrint, en je moet je weg erdoor zien te vinden. Niets komt zomaar. Er zijn geen toverstokjes. Er zijn geen snelle uitgangen in dit labyrint. Om het vreemde te kunnen ontvangen moet de mens het hongerjuk aanvaarden. Het vreemde kan alleen gekocht worden door het hongergeld, het zwarte geld. Hiervoor dient de mens het hongerpad van Ismael op te gaan. Op het hongerpad wordt de mens getest en verzocht, opdat zijn hongeren, oftewel zijn minderen en zijn geduld volkomen wordt gemaakt, opdat zo het heilige vreemde kan binnendringen. In de amazone mythologie werd Ismael verzocht in zijn dromen met veel voedsel en plezier met vrouwen, maar Ismael bestrafte de dromen, zeggende dat het hongeren voornamer is en een hogere weg is. Ismael moest zijn weg door de wildernis zoeken tot Bakkah (Mekka), om daar het gebedsoord te bouwen. Hij moest komen tot het heilige vreemde, tot Rebekka. Vandaar dat de zuil van de bedevaart tot mekka in de islam zo belangrijk is in de exegese. Het was een belangrijke verloren steen die werd aangedragen. Jezus moest verbonden worden aan het diepere Ismael principe. Het baat niet als men alleen maar het kruis draagt. Men moet ook daadwerkelijk minderen en het hongerpad opgaan. Veel mensen dragen dan wel hun kruis, maar troosten henzelf dan met veel geld, veel vrouwen, alcohol, drugs, allemaal overmatig materialisme, zodat van het hongeren en minderen niet veel terecht komt, en de mens zo niet in de vibratie van het heilige vreemde in het diepere kan komen. Dan wordt het kruisdragen wel heel tragisch. Het kruis moet leiden tot het eeuwige ijs in de islam waar er een doorgang is dieper in de natuur. Het kruis is juist bedoeld om de mens af te zonderen, om de mens tot een eenling te maken. Maar velen aanbidden het gouden kruis in de stad. Velen grijpen zo naar de flutromannetjes om valse en overmoedige, materialistische troost te vinden in het oppervlakkige in plaats van te wachten op het diepere. De mens wordt verzocht, en velen geven er aan toe. Alleen de eenling op het hongerpad die de honger volkomen maakt kan zo inpluggen tot het heilige vreemde. Vaak grijpt de mens op het pad van het kruis naar overmoedig geweld en gaat eigen rechtertje spelen, en wordt zo een bevooroordeeld mens die snel naar het mes grijpt, snel begint te dreigen en te chanteren, maar op het hongerpad moet de mens de stilte in, en de andere wang toekeren, de extra mijl begaan. De mens moet leren geven in plaats van nemen. Daartoe is de zakaat zuil van de islam, de heilige armenbelasting. Ook dit is een belangrijk principe in de Vur. Dat is wat het hongergeld is, het zwarte geld.

Kan de mens dit mysterie begrijpen ? De tweede bijbelse mythologie beschrijft het zwarte geld als een vrouw. Waarom is het voor de mens zo moeilijk om dit te grijpen ? Om de mens heen draait alles om geld, en zeker niet om het hongergeld. De mens is kapitalist geworden in het rijke westen. Er is veel kritiek op de islam, maar de mens kan ook veel van de islam leren. De kapitalistische mens moet beginnen kritiek op zijn eigen levensstijl te hebben, die zwaar materialistisch is. Ismael werd verzocht met deze dingen op het hongerpad, maar hij hield vol. Hij bleef het woord belijden, en bestrafte de verleiders. Hij maakte geen compromissen met hen. Hij werd bedreigd, overvallen door rovers, geplunderd, totdat hij niets meer had. Zo kwam hij uiteindelijk tot Bakkah, mekka. Met de kennis die hij had opgedaan kon hij het gebedsoord bouwen. Dat kan alleen gebouwd worden door het zwarte geld, het honger geld, de armenbelasting, oftewel de zakaat. Het is ook het geld wat men ontvangt als men hongert. Het komt tot de mens op mysterieuze wijzen. Waarom wil de mens alles direct, alles zo materieel, zo verdicht ? Je kunt bijna geen lucht krijgen, je stikt, en alles plakt. De mens is als een varken. Dit is de lagere mens, de oppervlakkige mens, het ego. Er is ook een hogere mens die alles verdiept. Beide realiteiten beuken op elkaar in. Het is een grote oorlog, en de hogere mens moet zich niet laten verleiden overdemonologisch te worden, en zoals Petrus te snel naar het zwaard te grijpen. Petrus wilde niet dat Jezus aan het kruis zou gaan. Maar Jezus moest aan het kruis, en wij moeten allemaal aan het kruis. In de amazone mythologie neemt het zwarte geld Petrus flink onder handen. Ismael droop op een gegeven moment van het zwarte geld, en was in dat opzicht een rijk man. Zo kon hij Bakkah bouwen, mekka, als gebedsoord in de verre, vreemde wildernis voor alle eenlingen. Waarom is dit voor de mens zo moeilijk te begrijpen en wil de mens dit eigenlijk niet begrijpen ? Dat komt omdat door de ontbrekende schakels de mens vastzit in een vals bewustzijn, deels onderbewustzijn, in de twilight zone. Vanwege de ontbrekende schakels is alles abstract geworden. De ontbrekende schakels zijn er nog steeds, maar zijn anders gecodeerd. Het is dus een puzzelopgave voor de diepere mens. De ego-mens zal blijven bestaan en blijven terroriseren zolang dit puzzelvraagstuk niet is opgelost. De mens moet er dus boven uitstijgen door de heilige vreemde kennis verkregen door het zwarte geld, het hongergeld. Dit is iets wat hij weggeeft, maar ook krijgt op het hongerpad. Dat is een natuurlijk proces. De mens komt er niet klaar mee, wil altijd maar weer protsen, belangrijk lopen doen, laten zien dat hij al zijn zaakjes in orde heeft. Maar deze mens is slechts de lagere mens, slechts een onderdeel van de mens, want de mens heeft ook een hoger deel. Dit hogere deel moet ontwaken. Het hogere deel rust in een diepe slaap. De hogere mens is kapot geslagen door de lagere mens, verscheurd. Dat gebeurt op het hongerpad, dat alle dromen ruw worden verstoord, omdat de mens dieper moet, weg uit de valse, oppervlakkige realiteit. Ismael weet er alles van. Ook zijn dromen werden ruw verstoord, maar uiteindelijk behaalde hij Bakkah, mekka, en bouwde er zijn bedevaartsoord. Het was zo belangrijk dat het één van de vijf zuilen van de islam werd. Een man een man, een droom een droom. Hij was een dromer, en gaf niet om het aardse. Telkens maar weer moest hij voor de droom kiezen, en niet voor het aardse, en zo kon hij uiteindelijk zijn droomwereld bouwen. Het aardse zal toch allemaal vergaan. En de droom zal hoger worden, steeds hoger, en alle dromers meenemen. Er is niet veel wat Ismael niet kan doen. Hij is als de Osiris van de islam. Ook wordt hij uitvoerig besproken in de amazone mythologie en filosofie. Het Judaïsme dumpte dit archetype min of meer. Hij kwam voort uit het verbond tussen Israel en Egypte. Hij was een vreemdeling. Jeremia begon de aandacht weer meer en meer op het vreemde te richten. De mens was te snel gegaan, en had iets over het hoofd gezien. Alles moest maar vertrouwd en overbekend zijn. Dat was gezellig voor de

mens, en daarover had de mens niet veel uit te leggen. Dat moest je gewoon ervaren en geloven, en geen vragen stellen. Jeremia maakte daar korte metten mee. De islam moest wel komen, maar daarmee was de mensheid er nog niet. Ook de islam zouden ze tot een markt maken en tot iets vertrouwds en bekends. De mens moest komen tot de diepere islam, tot het eeuwige ijs, om zo tot de Vur te komen, de natuurreligie. Hiertoe was Ismael uiteindelijk de wildernis ingegaan. Israel moest dus wel in ballingschap gaan, om zo met Ismael verzoend te worden. Israel kan niet leven zonder Ismael. Ismael kan niet leven zonder Israel. Zij hebben elkaar nodig. Zo kan de mens komen tot de diepere geheimen van het zwarte geld. Dit heeft zijn hoogtepunt in de ramadan maand, de vastenmaand, ook één van de vijf zuilen van de islam. Daarin wordt het minderen tot daadwerkelijk geduld, als een harde steen. In de grootse, heilige nacht daalt dan uiteindelijk het heilige vreemde neer. Het is het geheim van het zwarte geld. Het is niet losgekoppeld van het heilige vreemde. Ismael wist hoe hij moest werken en hoe hij het zwarte loon moest ontvangen. De mens die het niet weet is een triest en tragisch mens. Je kan nog zoveel weten, maar als je dit niet weet, dan heb je juist het belangrijkste niet, en dan heb je je prioriteiten helemaal verkeerd gesteld. Maar de mens heeft er de eeuwigheid voor om dit natuurprincipe uit te diepen. De mens mag een relatie beginnen met het zwarte geld, wat tegengesteld is aan het materialistische, kapitalistische geld. Het stadse geld moet sterven. Het koninkrijk van Rian moet vergaan. Dit zal gebeuren op het hongerpad, wanneer de mens volhoudt tot het einde. Uw honger moet volkomen worden. Het heilige vreemde overstijgt alles, als de heilige veer. Ook de heilige rode veer komt veelvuldig in de amazone mythologie voor in relatie tot het zwarte geld, en het komt ook voor in de Vur. Hoofdstuk 15. Rahab en de grote hongersnood Het hongergeld, het zwarte geld, is dus het anti-geld, en het zal komen. Zoals velen wachten op de komst van de antichrist wacht ik op het anti-geld. Hard nodig deze dagen. Ik sta er al voor in de rij. U ook ? Of wacht u liever op christus zoals de traditionele kerken, die ook de antichrist verwachten vlak voor zijn komst. Christus en de antichrist bestaan niet. Het is een mythe met een diepere betekenis. Het zijn slechts principes. De judaïsten, en later ook de christenen, gingen verder met izaak, niet ismael. Ismael was namelijk de zoon van een vreemdeling, alhoewel hij ook Abraham's zoon was. Ze hadden het niet zo op vreemdelingen. Die hadden lagere status en werden ook rustig tot slaaf gemaakt. Ismael werd later verstoten en de wildernis ingezonden. Wat verwacht het christendom dan ? Natuurlijk zou Ismael zijn eigen religie bouwen. Ook dit is slechts een mythe, maar het laat wel zien hoe de judaïsten en de christenen in elkaar zaten. Het waren elitisten, die niet veel van het vreemde moesten hebben. Hun religie, hun geslachtslijnen, daar ging het om. Zo ga je niet met andere volkeren om. De judaïsten hebben destijds heel Kanaan lopen plunderen vanwege stemmetjes in hun hoofd, althans als je de mythologie moet geloven. Jeremia predikte er tegen. Volgens Jeremia waren het allemaal

fabeltjes. Zij die de schriften hadden opgesteld waren leugenaars in zijn ogen. Jeremia moest er niets van hebben. Hij hield van het vreemde. Niet dat het allemaal volmaakt was, maar hij vond dat de mens dat juk nodig had, dat de mens iets miste. Jeremia was geen samenzweerder zoals sommigen dachten. Hij stond tussenin het volk en de vijand. Jeremia was een dualist. Ismael was verbannen en had alles verloren. Hij was op het hongerpad in de wildernis. Hier moest hij zijn weg zien te vinden. Hij wilde ook niet terug. Daar waar hij vandaan kwam speelden ze slechts sinterklaas. Hij wilde het diepere pad op. Natuurlijk zou hij terugkeren, maar voor nu moest hij dit pad op. Hij moest in zijn geduld eerst alles verdiepen. Dat is wat geduld is : een verdieper. Het is niet zomaar iets passiefs. Het is een kracht van de natuur. Het brengt laagjes aan, van laag tot laag, als het water. Het is het maghreb mysterie in de islam, het avondgebed, de beoefening van het geduld. Dit vindt zijn hoogtepunt in de ramadan, de vastenmaand, waarin het geduld volkomen wordt en als antwoord daarop het heilige vreemde zich openbaart, neerdaalt als een heilige veer. Het is zij die in de nacht komt, om inspiratie te geven. Dit is hoe profetie werkt. Zij die het hongerpad niet ten volle willen begaan zullen op het pad afbuigen tot valse profetie. De hogere mens zal volharden. De lagere mens zal altijd weer afvallen. Ze proberen het misschien, maar geven dan weer snel op, worden snel afgeleid tot kakiaitische verrassingen, omkoperijen enzovoorts. De lagere mens wil het evangelie van Ismael niet. Als ze het woord hongerpad horen dan steken ze lui hun tong uit van apathie. Daar hebben ze geen zin in. Ze leven voor het plezier, voor het comfort. Met hen daarover te discussiëren heeft geen zin. Ze zullen altijd weer aankomen zetten met dezelfde drogredenen. Daarom is het zaak voor de hogere mens het pad van de eenling op te gaan en zich niet bezig te houden met zieltjes winnen en kerkgroei statistieken. Dat is voor zakenmensen. De eenling is geen zakenmens. De eenling gaat tot het anti-geld, tot het hongergeld, het zwarte geld. De eenling doet zijn geduld rijpen, totdat het volkomen is, volhard, vereeuwigd, en daarmee bouwt de eenling zijn Bakkah, zijn mekka. De koran is het orakel van de ismaelieten. Zij hebben ook een deel van God. God is overal, dus ook daar. Zij die de islam bij voorbaat totaal verwerpen zijn gewoon lui, en zoeken God niet. Het is een brokstuk dynamiet, en de mens dient er mee te worstelen om het op diepte te schatten, op waarde te schatten. Wat weet een mens ? Het is een stuk natuur wat de mens nodig heeft en wat de mens verworpen heeft. Het judaïsme en het christendom verwierpen ismael, en toen kwam Jeremia die zei : kijk, dat gaat zo niet. Aanvaard het vreemde juk, en schat het op waarde, want gij hebt iets over het hoofd gezien. Het vreemde kwam over hem, en hij kon zich er niet tegen verzetten. Er was een boodschap die hij moest brengen. Hij viel de oude orde van het elitaire judaïsme aan, zoals hij ook het elitaire christendom zou aanvallen. Zij die de koran letterlijk nemen vervallen ook tot elitisme. De koran is een symbolisch orakel wat alleen begrepen kan worden in de grotere demonologische context. Het gaat erom tot de kern-dynamieken te komen. Telkens weer stelt de koran dat de mens dient terug te keren tot de zakaat, de armenbelasting, oftewel het hongergeld. Dat verbreekt de macht van het stadse geld. Het anti-geld zal komen. Vergeet christus en de antichrist, want hier gaat het in diepte om. Christus is maar een mythe die geen letterlijke waarde heeft, maar de stad aanbidt dit gouden kalf. Zowel het judaïsme als de islam bestraffen deze afgoderij, en terecht. Op dat punt is Israel verzoent met Ismael. Mohammed werd op zijn nachtreis genomen van Mekka tot Jeruzalem, en werd toen tot de hemel genomen, wat laat zien dat de hemelvaart alleen kan plaatsvinden als Jeruzalem (Israel) en Bakkah (mekka, Ismael) verzoend worden. Ook het land Nod waar Kaïn naartoe trok, en wat in het Hebreeuws zwerven en beven betekent (de heilige vreze), staat voor Bakkah, mekka. Zo trok Ra dus door zijn moeder Nod, oftewel door sebek, de krokodil, als een beeld van de diepte-exegese. Toen Ismael tot deze Kainitische vestiging kwam herbouwde hij het. Nod is dan evenals Bakkah ook een oudere naam voor Mekkah. Nod is het land van de nomaden. Het is een gebied dieper in Kanaan, het beloofde land, stelt de Bilha. Kain betekent tentslaaf (kahen), wat meer een titel was van Ismael, die door zijn moeder werd

meegenomen naar het land Bakkah (Nod). Ismael leerde door zijn honger en geduld wat de ware tentendienst inhield, dit in tegenstelling tot Mozes die hiervoor te materialistisch was en daardoor niet tot Bakkah kon komen. Er is dus een duidelijk verschil tussen de mozaische tentendienst en de ismaelitische tentendienst. De profeten spraken van de komende hongersnood, en dat was niet zomaar een gebrek aan voedsel, maar een gebrek aan het woord van God, een gebrek aan het horen en gehoorzamen van God's woord. De hongersnood is de rahab in het Hebreeuws. Rahab was ook de vrouw van het rode koord in Jericho waardoor er redding was. Zij betekent 'grote leegte'. Dit wil zeggen dat we alleen door de hongersnood tot het heilige touw (de heilige gebondenheid) kunnen komen. Rahab of ra'ab is ook een afkorting van Rebekkah. Zij was de vreemde vrouw, als beeld van het heilige vreemde. Wij leven nu in die hongersnood. Mensen horen de gnosis niet, en gehoorzamen de gnosis niet. Maar alleen zo komen wij tot Rebekkah, tot het heilige vreemde. Alleen door rahab, de hongersnood, komen we tot het rode touw in het boek Jozua. Dat is dus een kern van Jericho die niet viel, zoals ook een belangrijk deel van de islam niet zal vallen. De natuur religie zal overblijven, en die loopt door alles heen, als het rode touw, die alleen getoond kan worden door Rahab, de hongersnood. Hoofdstuk 16. De vervreemding Het hongerpad van Ismael, dat is het ravijn van Calvijn waarin de mens zijn lagere wil volledig moet verliezen. De wil moet onderworpen zijn aan de hogere natuurkennis. De wil is de nek van de mens waar de nekketen, de anaq (hebreeuws, egyptisch) omheen moet, zoals Kain in de Egyptologie ook de anaq om zijn nek had. Zo wordt de mens door de vreemde, duistere kennis voortgetrokken op het hongerpad, zoals Ismael. Job zuchtte en verlangde naar de anaq, naar de nekketen, opdat zijn wil beteugeld zou worden. Zo kwam hij tot de zuwr, het vreemde, verre volk, wat hem meenam. Job was voortgekomen vanuit de onderwereld, de erets, en zou weer tot de onderwereld moeten terugkeren. Er is zoiets als een christelijke wil. Christenen worden nog steeds gedreven door hun wil, door hun gevoelens. Ze dragen de nekketen niet, de anaq. Ook laten ze zich leiden door hun oppervlakkige, traditionele kennis, maar meer nog door hun geloof. Dat is de christelijke wil die zich maskert met geloof, want geloof draagt geen verantwoordelijkheid, hoeft geen reden te geven. De christelijke wil is onderdeel van de lagere wil. In het ravijn van Calvijn waar de mens zijn lagere wil verliest, wat de eerste zuil is van het calvinisme, daar ontvangt de mens de nekketen van de onweerstaanbare kennis, wat een loon is. Dat is de vierde zuil van het calvinisme. Calvijn spreekt zichzelf voldoende tegen, en verspreekt zich ook vaak, zodat het natuurpad duidelijk te zien is. Het calvinisme is heel erg dualistisch, maar daarvoor moet je de geschriften van Calvijn kennen, en niet de orthodoxe calvinisten volgen die nooit de moeite hebben genomen Calvijn's uitgebreide geschriften en commentaren te lezen. Er zit een grote, onnaspeurlijke diepte in de geschriften van Calvijn, waarin zijn gespleten karakter zichtbaar wordt. Je kan er alle kanten mee op. De vijfde zuil is de zuil van de onontkoombaarheid, waarin alles vereeuwigd is. Als je eenmaal de nekketen hebt ontvangen, dan

kom je daar ook niet meer los van, en dat is de heilige gebondenheid. Ook Jeremia en Ezechiel hadden deze gebondenheid ontvangen als het vreemde juk. Het oude vertrouwde en bekende was er niet meer, want beiden waren zij profeten in de Babylonische ballingschap. Jeremia had er tegen gevochten, maar het ging niet meer weg. Het was gekomen voor een reden. Zo waren zij uitverkoren (tweede zuil) en ook afgezonderd (derde zuil). In het hongerravijn van Calvijn verliest de mens dus zijn lagere wil. Dit is het pad van de eenling, niet zoals Calvijn het stelt dat iedereen daarin wordt geworpen. Calvijn neigt een beetje teveel naar de genade-leer, die tevens ervoor zorgt dat dit gedrocht ook de mens zomaar in ongenade kan doen vallen, vanwege de uitverkiezingsleer. Dat wil niet zeggen dat Calvijn ook daadwerkelijk altijd zo spreekt. Er zijn meerdere Calvijnen. Maar toch komt het er vaak op neer dat de mens geen vrije wil heeft. Calvijn werd geleid door een buitenaardse macht. We kunnen Calvijn niet op het eerste gezicht nemen, maar moeten komen tot de exegetische Calvijn. Calvijn moet uitgelegd worden. Er moet commentaar op gegeven worden, en het moet in een grotere context worden besproken. Er is dus groot verschil tussen de orthodoxe Calvijn en de diepere, exegetische Calvijn. De orthodoxe Calvijn is een Calvijn die zich heeft gebaseerd op eenzijdige vertalingen van de werken van Paulus. Verder was Calvijn een mysterieuze man die niet voor een gat te vangen was. Bij alles wat hij zei zat wel weer een addertje onder het gras. Hij sprak in code. Hij werd geleid door een grote buitenaardse macht die de wereld totaal zou veranderen. De mens moet juist de hongerput van Calvijn in om tot de uitverkiezing te komen. Dat zijn de eerste twee zuilen, als het hongerpad van Ismael. De laatste zuil is de volharding, oftewel het geduld, waartoe het hongerpad leidt. Op het hongerpad ontvangt de mens dus ook de anaq, de nekketen. Orthodoxe calvinisten zullen daar gillend van wegrennen, maar de exegetische calvinist zal dit begrijpen. In het proces van het volkomen worden van het geduld en de vereeuwiging, oftewel de vijfde zuil van Calvijn, is het heilige vreemde en de vervreemding. Heracles moest tot de eeuwige volharding komen, het volkomen geworden geduld, tot het eeuwige ijs waarin hij het erymantische zwijn kon strikken en stroppen, als beeld van de lagere wil die werd onderworpen aan de hogere kennis. Het eeuwige ijs is ook een beeld van de islam, speciaal van de ramadan waarin het geduld geoefend wordt tot volkomenheid, opdat het heilige vreemde komt, de grootse, heilige nacht, die beter is dan duizend maanden. Zij die de vreemde nacht hebben ontvangen zijn zo de ware gezuiverden, en de Koran stelt dat alleen zij de Koran kunnen uitleggen (56:78-79). Heracles is Here-kalos, oftewel de dienstknecht van Here (een aretaïtische godin) in het Grieks, hij die het goede doet, hij die Here gehoorzaamt. Kalos, kls, is een Griekse verdraaiing van het Aramese skl, sukkal, wat de geduldige betekent, de omzichtige, en wat ook het wortelwoord is van Ezekiel (skl), Ezechiel. Sukkal is door zijn geduld en omzichtigheid, door de langere natuurweg te nemen in plaats van de korte stadsweg, gevoelig geworden, met geopende zintuigen. Ezechiel oftewel Sukkal, de omzichtige geduldige, was een profeet tijdens de babylonische ballingschap, het tijdperk waarin het vreemde was gekomen. Hij was te midden van de ballingen aan de rivier de Kebar (vgl. Geb-ra, Kephri, de heilige mestkever van de wedergeboorte), en kreeg daar het visioen van het heilige vreemde te zien wat was gekomen. Het was een natuurvisioen waarin hij beesten zag, het nomadische en het eeuwige ijs. Uiteindelijk leidde dit Ezechiel ertoe de heilige gebondenheid te ontvangen : En uw tong zal Ik aan uw verhemelte doen kleven: gij zult stom zijn en hun niet tot een bestraffer wezen, want zij zijn een weerspannig geslacht. Maar als Ik tot u spreken zal, dan zal Ik uw mond

openen. (3:26-27) In Ezechiel 25 was Sukkal omringd met leedvermaak, en streed ertegen. Maar er is ook zoiets als tuchtverheuging, wat bij de mens zelf bevindt. Als je je meer verheugt over de tucht van iemand anders dan over de tucht van jezelf dan is dat leedvermaak. Verblijdt u in de beproeving, stelt Paulus. Heb er een welbehagen in, want het trekt u dichter tot God. Elk lijden is dus altijd meelijden. Daar is een zekere blijdschap aan verbonden, als de blijdschap van het kruis, en de blijdschap van het hongerpad. Daarom waren de volkeren rondom Sukkal vol met leedvermaak, omdat de mens het vreemde juk ontving, het heilige vreemde. Er is dus ook een heilig leedvermaak, waarin de nuance heel anders ligt. Het was geen lichtzinnig leedvermaak. Sukkal sprak van een bitter leedvermaak. Ook klaagde Sukkal over de eeuwigdurende vijandschap van de vijand, maar dit is een beeld dat het heilige vreemde de volharding in het minderen is, en zo blijft strijden tegen het vertrouwde en het bekende. Het is een beeld van de vervreemding, waardoor er geen verzoening kan zijn, maar slechts vijandschap. Ook als er verzoening plaatsvindt is dit in vijandschap, door de opgelegde balingschap, het vreemde juk. Sukkal moest dit aanvaarden. An het einde van Ezechiel gaat het over de nieuwe tentendienst waartoe Sukkal moest komen, want Mozes had een valse tentendienst opgesteld, wat uiteindelijk resulteerde in de babylonische ballingschap. Sukkal ging samen met zijn moeder in ballingschap, en moest zo komen tot de vreemde tentendienst. De tentendienst moest hersteld worden. Als het ego, de lagere mens, onderworpen wordt en ten onder gaat, dan moet de hogere mens daarover wel blij zijn, want anders als de mens daarover teveel verdriet zou hebben dan is het verdacht, dat de mens toch nog zijn vlees terug zou willen hebben. Neen. Het vlees moet ten onder gaan, en de mens moet hierover verheugd zijn. Maar dit mag geen lichtzinnige verheuging zijn wat op de ander wordt geprojecteerd. Is er dan geen overwinningsgejuich en overwinningsgejoel als de natuurmens zijn stadse ego heeft overwonnen, in andere woorden heeft doorgrond, verdiept ? Dat is de exegese. Het is als een groep hyena's die hun prooi verslinden en daarover heilige wellust hebben, want zo wordt eindelijk de hogere kennis geopenbaard. Laat uw blijdschap dan heilig zijn en in sidderen en beven. Er is maar een hele dunne lijn tussen valse blijdschap en ware blijdschap. Daarom is de ware blijdschap altijd in ernst en altijd met een zekere mate, opdat er balans blijft. Er is overwinningsblijdschap, maar laat het je nooit tot een valstrik worden. Wordt nooit overmoedig in je blijdschap. Wie meent te staan, zie toe dat hij niet valle. Vaak is blijdschap slechts een drugs die door de vijand wordt aangeboden om de mens in slaap te doen dutten. Wees daarom altijd op je hoede en waakzaam. Wees altijd in geduld, en maak je geduld volkomen. Sukkal was als naakte balling aan de rivier de Kebar, wat in het Hebreeuws ver weg betekent, oftewel het vreemde. Israel was totaal ontmaskerd en ontwapend, volkomen naakt. Er was niets meer tussen hen en de vreemde natuur in. Hoofdstuk 17. Ra wordt tot Sekhmet wordt tot Sokar Ra moest op zijn tocht door de onderwereld door de verschrikkelijke re-seth, rst, woestijn, waarin

hij moest worden tot seth, de god(in) van de wildernis en de duisternis. Alles gaat in deze woestijn tegen elkaar in. Het is de woestijn van de tegenstander, van het dualisme. Dan komt Ra tot de grot van Sokar die bewaakt wordt door de dubbele leeuw. Die grot is boven de hel, die de put van de verjonging en de wedergeboorte is. Sokar is daarvan de wachter, en ook wachter van de mond, oftewel van de heilige gebondenheid, de heilige wederopvoeding. Sokar is Sek-ra, skr, waar Ra komt tot de leeuw, Sekh(met), en wordt tot Sekhmet, wat het beeld is van het volkomen worden van het geduld. Dit is een groot mysterie in de Egyptologie, en aan dit mysterie worden cobra-geesten zoals Saveer geëlectrocuteerd. Skr, zkr, is in de bijbel Zekaryah, zkr (Hebreeuws, Zacheria). Sekhmet, de leeuw van geduld, ook wel Sekhet of Sakhet genoemd in de Egyptologie, is het fundament van de latere islamitische zakaat, en het wortelwoord ervan, de armenbelasting, het hongergeld, wat één van de vijf zuilen van de islam is. De zakaat is symbolisch, en kan alleen beoefend worden door hen die geduld hebben. Het gaat niet slechts om geld en goederen te geven aan de armen, maar het is hoofdzakelijk energetisch in de zin dat door in geduld te minderen breng je van je eigen visionaire overvloed tot de armen. Overmoed rooft energie, altijd weer, rooft visioen, zodat de armen in een heel arm visioen terecht komen in de matrix. Overmoedigen kunnen de zakaat dus niet betalen. Alleen minimalisten die hun geduld volkomen maken kunnen de zakaat betalen en daarom moest Ra een ontmoeting krijgen met Sek of Sekhet, de heilige leeuw, om zo tot Sek-ra to worden, oftewel Sokar, skr. Zo worden de kanalen van het geven en krijgen weer heilig, door geduld, door het mysterie in de woestijn waartoe Ra kwam. Hiervan is de olifant een beeld, als wachter van het nomadische leven, van wat uit en ingaat, uitgebeeld door zijn slurf. De mens moet deze principes begrijpen. De leeuw leidt tot de olifant. De leeuw van geduld leidt tot de heilige logistieke economie van de natuur, de olifant. Dit komt terug in het Ganesha principe van India. Is de mens klaar wanneer de olifanten zullen komen ? Zij zullen alles innemen. De stad zal geen truukjes meer kunnen doen. De olifanten zullen alles terugbrengen tot de natuur. In de indologie kwam de olifant voort vanuit het vuil van de aarde. De olifant is groot natuurgeweld. Zijn grote oren staan voor het luisteren en al in al is het een manifestatie van het herstel van de mannelijke geslachtsdelen. De teelballen zijn hele gevoelige organen van de man die de oren van het hart zijn, en de man heeft ook een slurf die hij moet leren beheersen en niet overal in moet stoppen. Dat is de les die de man moet leren. De man moet leren leven door geduldig luisteren, en vandaaruit komen tot sekhet, de zakaat, net zoals Ra op zijn tocht door de woestijn van de onderwereld. Het moest zijn natuur worden, seth, niet slechts goede daden. De olifant is het hart van de natuur, waarin de man komt van horen tot gehoorzamen. De leeuw van geduld leidt tot dit principe, want alleen door het oefenen van volkomen geduld kunnen deze kanalen opengaan. Olifant is in de cryptosofie lfnt, lf-nd, life-nod, oftewel het leven in Nod, het leven in Bakkah (Mekka), de vijfde zuil van de islam, de Hadj. Ganesha, de indische olifant, is gan (tuin, wildernis, aramees) van esha (ezau, isa, jezus). Isha is ook het nachtgebed in de islam. Natuurlijk is de Hatt of Hadj in de oudere talen ook het bloedorakel, wat uitvoerig in de tweede bijbel wordt besproken. De mens moet leren wat het ware natuurofferen is, en dat is iets symbolisch wat in de mens zelf plaats moet vinden, waarin de mens zijn lagere natuur achterlaat om tot zijn hogere natuur te komen, van ego tot heilige natuur-economie. Dat is wat de offerdienst is. Het is iets demonologisch en filosofisch. De olifant herstelt deze offerdienst door de leeuw.

Hoofdstuk 18. De symboliek van de islamitische maanden Ismael werd verbannen uit zijn eigen familie en religie tot diep in de wildernis, waar hij uiteindelijk tot Bakkah kwam (de oudere naam voor Mekka), in een vreemd land. Ismael brak met het oude vertrouwde en het bekende om tot het heilige vreemde te komen, en bouwde samen met Abraham uiteindelijk de Kaaba in Mekka. Deze verbanning tot de wildernis ging verder dan alleen maar het Jezus plaatje. Vandaar dat Ismael een belangrijk natuur-verlengstuk is, waar ook de islam uiteindelijk uit voort is gekomen. Ismael is de link terug tot de natuur. Muharram is de eerste maand van de islamitische kalender. Op de tiende dag wordt het Ashura feest gevierd, de dag waarop Israel tot de wildernis kwam in de exodus. Dat is voor de islam de ware verzoening, terwijl de christenen zeggen dat je tot Jezus moet komen, en de joden hebben hun grote verzoendag. In diepte gaat dit allemaal om hetzelfde. Op de grote verzoendag, op yom kippur, gaat de hogepriester tot de tabernakel, oftewel komt de mens terug tot de soberheid van het leven in de tenten in de wildernis, zoals ook het volk Israel in de exodus. Dat is dus een heel Ismaelitisch principe van Ismael die tot de wildernis werd gezonden. De maand Muharram betekent het verbodene, omdat het in deze maand verboden is oorlog te voeren. De Israelieten mochten niet strijden, maar moesten de wildernis in vluchten, terug tot de natuur, om zo tot de wildernis tenten te gaan, om tabernakeldienst te verrichten, wat symbolisch is voor het horen en gehoorzamen van de gnosis. De mens mocht dus niet strijden, maar moest belijden, zichzelf disciplineren in de natuur, kennis innemen. Daarom moesten Adam en Eva tot de Assur boom komen, de boom van kennis, wat ook de verboden boom werd genoemd in de zin dat het een gebruiksaanwijzing had voordat je ervan kon nemen. Het had voorwaarden en principes. Er zijn dus voorbereidingen om tot de boom van kennis te gaan. De tweede maand is de maand Safar, waarin de tenten leeg staan en de mens de natuur ingaat om daar te leren. De oorlog, oftewel de demonologie, wordt weer geleerd, na het vluchten. Door de maanden heen loopt het door de ramadan, de negende maand van het vasten, het minderen en hongeren door tot de tiende maand, de shawwal maand, van de logistiek, het brengen van alles tot de juiste plaats. De logistiek kan dus alleen geleerd worden door het vasten. Als de ramadan eindigt, oftewel vrucht draagt, dan gebeurt dat op de eerste dag van de shawwal, op het eid-al fitr feest. Men mag dit feest niet binnengaan zonder eerst een speciale zakaat al fitr betaald te hebben, een speciale gift aan de armen voordat het vasten van de ramadan wordt beeindigd. Demonologisch gezien is dat de ware zaadlozing van de man die op zijn tijd van vasten zijn hoogtepunt hierin bereikt, symbolisch en filosofisch besproken, wat ook de basis is voor de logistieke sexuologie van de gnosis. Het zijn heilige wetten waarmee dus niet gerommeld mag worden. Pas nadat de speciale armengift is gegeven mag men gaan tot de eid gebeden op het feest van de eerste dag van de shawwal om zo de ramadan te beeindigen, te volbrengen. Zo maakt men het geduld volkomen. Het zijn diep doordachte tradities waar de mens exegetisch mee om mag gaan. Dit traject van de islamitische maanden gaat ook door de zevende maand, de Rajab, de maand van de ontwapening en de heilige vreze, wat de maand is waarin de nachttocht van Mohammed plaatsvond, van Bakkah tot Jerusalem, en toen tot de hemel. Dit is dus ook een maand van grote profetische inspiratie, als de mens zijn wapens aflegt. De heilige vreze is het begin van de wijsheid en de kennis. Dit is dus een oorlogsvasten, opdat men geestelijke tochten kan maken, nomadisch kan leven. Soms moet men dingen achterlaten in plaats van er nog voor te strijden. Het is dan tijd om naar een ander gebied te gaan. Het is dus ook een maand van de nacht, en toen deze maand tot

mij kwam verloor ik even mijn bewustzijn en orientatie. Dit is allemaal nodig tot het ingaan van de ramadan en als de ramadan dan op de eerste dag van de shawwal maand ten einde is gekomen, dan wordt dat ook wel het suikerfeest genoemd, als een zoet natuurfeest om de ramadan af te sluiten. Het zaad is dan gezaaid, en de bittere dood wordt wat zoetig. Alleen door het minderen volkomen te maken komt de mens tot de ware, logistieke natuurzoetheid, die dus zeker niet te weinig is, maar ook zeker niet teveel, in de juiste verhouding dus. Het is een kort feest, en zoet mag alleen met mate worden genomen, dus daarom wordt het ook wel het kleine feest genoemd. Het duurt maar een dag. Men mag het niet overdrijven, want dan gaat de bedoeling van het vastenfeest verloren. Het is dus tegelijkertijd een soort wedergeboorte van de mens, waardoor er een wederopvoeding zal plaatsvinden. De mens krijgt dan nieuw speelgoed. Hoofdstuk 19. De islamitische tegenhanger van het kerstfeest De ramadan eindigt met een speciale gift aan de armen, en dan is er het suikerfeest. Het is een symbolisch vruchtbaarheids-ritueel van de natuur. Ook in de Vur wordt dit proces beschreven, de ramadan, het minderen door het cirkelen, wat dan uiteindelijk de zoete kracht van de natuur voortbrengt, niet te veel, niet te weinig. Want zo eindigt de Vur : 129. HET VERBORGENE 1. De aarde scheurt open, Ik kan de lagen zien, Hier zijn de veranderingen 2. Het heilige snoep zit op de troon, De troon is het verborgene De mens die de ramadan dus niet kent zal nooit komen tot het suikerfeest, en alle suiker die hij neemt zal verrot zijn, van de stad, om hem te kelen. 127. HET VERBODENE 1. Het is niet om te eten, Het is een sieraad, De sleutel is van snoep, Het smelt in mijn hand 2. Zij hebben een stad gebouwd van snoep, Als een weg tot de wildernis Dit smelten betekent dat we spreken over een verminderend snoep, niet een vermeerderend snoep, en het moet symbolisch toegepast worden, niet letterlijk.

Het is een lange rivier, Dit is het land van namaak, En ze zegt dat we het alleen kunnen binnenkomen door het te lezen, En alle belasting werd tot snoep (101:24) Hier in de diepe wildernis had zij haar huisje van snoep geplaatst, en was zij slechts een diepere inwijder. Het harnas van snoep lokte de soldaat tot een diepere strijd, de patronen van de wildernis. Zij was het lijden van de jongen in zijn jeugd om hem te behoeden voor een veel groter kwaad. De kooi die zij hier had gebouwd was niets vergeleken met de kooi van de stad. Zij bewapende haar kinderen en ontzag hen niet. Zij tuchtigde haar kinderen reeds vroeg (20:9-11) Het suikerfeest moet dan direct overgeschakeld worden tot de eigenlijke bedoeling en mag zeker niet bij het natuurzoet blijven hangen : logistiek. Dat is waar de maand van shawwal voor staat, en waar al het vasten van de ramadan goed voor is geweest. Nu komt alles op zijn plaats. Het is de maand van een soort opname na de ramadan, wat ook de betekenis is van het woord shawwal. Dit is de tiende maand. Daarna is er de dulqida maand, wat betekent dat men zich dingen eigen moet maken, als een geoefendheid, wat dus wijst op Areta. In deze maand is ook de oorlog verboden. Men moet oefenen, leren, studeren. Men moet zich disciplineren. Het is een maand van wapenstilstand. De mens moet teruggaan tot de tenten, en kijken wat de buit is door de logistiek. De twaalfde maand is de dul-hadj, de maand van de bedevaart. In deze maand is ook het offerfeest, wat natuurlijk strict symbolisch genomen moet worden en niet letterlijk. Dit is de id-al-adha, of eidal-adha. Het is de terugkeer tot het vreemde en de wildernis. Daarvoor moet de mens offers brengen, oftewel de stad achter zich laten. Het is het pad van Ismael. De grenzen die destijds door Jezus werden gelegd worden zo ook doorbroken. Ismael leidt niet alleen weg uit de stad, maar ook uit de kerk, en uit al het vertrouwde en herkenbare. Het is de daadwerkelijke link terug tot de wildernis. Dit zijn allemaal facetten van de symbolische zakaat, het betalen van de armenbelasting. Zonder de zakaat kan men niet nomadisch leven. Daarna is er weer de eerste maand, de muharram, de maand van de afzondering in de wildernis. Men moet alles achterlaten en niet strijden, maar vluchten, en in die afzondering zal de wedergeboorte plaatsvinden, want de mens leert hier daadwerkelijk horen en gehoorzamen, en wordt weer als een kind. In de derde maand, het feest van de eerste lente wordt namelijk het feest van de geboorte van Muhammed gevierd, wat de tegenhanger is van het christelijke kerstfeest. Dit wordt de Mowlid genoemd. Het is de duistere wedergeboorte na de tweede maand, de oorlogsmaand safar. Ook de maanden van de eerste en de tweede lente zijn oorlogsmaanden. De Hadith stelt dat de Safar leidt tot conflicten tussen de stammen in deze maanden, en daar zullen in de de daarop volgende maanden, tussen de zomermaanden (wat overigens bevriezen betekent in de wortel, of droog en regenloos, jamad) Jumada (droog, regenloos ), en de Rajab, goede en mooie dingen gebeuren, tot herstel van de positie van vrouw. Het zijn symbolische maanden die dus niet altijd samenvallen met de jaargetijden waarop ze wijzen, omdat het een verschuivende maankalender is. De eerste Jumada maand, of zomermaand, is de maand van de wederopvoeding. Als de mens zich onderwerpt aan de wederopvoeding, dan kan het beeld van de natuurvrouw hersteld worden.

Hoofdstuk 20. De islamisering van de wereld De maand voor de ramadan is de shaban, de maand van de scheiding en afzondering, want in deze maand werd alles achtergelaten om op zoek te gaan naar water. Dit is een vereiste voor de ramadan. Het betekent ook ergens tussenin zijn, als een beeld van de tussenstappen, de voorwaardes. Niemand kan zomaar tot de ramadan gaan zonder eerst door de shaban heen te gaan, wat belangrijk is om de hedonisten, informanten en conformisten uit te zuiveren. De mid-shaban nacht is een belangrijke nacht in deze maand, omdat het de mens lossnijd van zonde, opdat het contact met God wordt hersteld. De twaalver-shia, voornamelijk gerepresenteerd door Iran, heeft deze dag hoog in het vaandel als de geboortedag van de komende mahdi die de wereld zal oordelen en de mens met God zal verzoenen door grote scheuringen. Dan zal het vrederijk aanbreken. Voor Iran is de sha'ban dus een hele belangrijke maand. In de gnosis is dit het jupiter mysterie. De twaalver shia's vieren de geboorte van de mahdi op de vijftiende shaban en strekken zich ook tegelijkertijd uit naar zijn terugkeer. Hier smeken zij om, vragen zij om, en dringen er op aan. Er is een belangrijke link tussen Calvijn en de komst van de mahdi. De shaban maand van scheiding komt terug als de derde pilaar van het calvinisme waarin de gelovigen van de ongelovigen worden gescheiden. Het is dus maar voor een gelimiteerde groep, namelijk 'de uitverkorenen', wat zich in de natuur dus uit in de 'natuurlijke selectie'. Dit is een principe. Voor de shaban moet je alles achterlaten, de gehele kudde, alle kudde-mentaliteit, om op zoek te gaan naar het verlorene, het vergetene, dieper in de wildernis, zoals Ismael. Dit is dus voorafgaande aan de ramadan. De shia geloven dat Ali de opvolger was van Mohammed, en de soennieten zijn de volgelingen van Aboe Bakr. Dit heeft een gecodeerde betekenis. Ali is van het oeramazonische 'ila', wat bevriezen betekent, oftewel de afscheiding, en bakr is de amazone oorlogsgodin Bakroe, oftewel Rebekka, ook de eigenlijke identiteit van Delilah, zij die Simson bond en tot de heilige slavernij leidde in de exegese van de Bilha. Dit is ook weer verbonden aan de bedevaart tot Bakkah, de oudere naam van Mekka, één van de vijf zuilen van de islam. De mens op het Ismael pad moet zich dus uitstrekken tot deze Simson (shama-zuni in de gnosis, het horen en gehoorzamen van de zuni) ervaring. Dit is dus ten diepste een soenni ervaring. Het is de terugkeer tot de demonologie. Het is de terugkeer tot het vreemde en de wildernis. Daarvoor moet de mens offers brengen, oftewel de stad achter zich laten. Het is het pad van Ismael. De grenzen die destijds door Jezus werden gelegd worden zo ook doorbroken. Ismael leidt niet alleen weg uit de stad, maar ook uit de kerk, en uit al het vertrouwde en herkenbare. Het is de daadwerkelijke link terug tot de wildernis. Dit zijn allemaal facetten van de symbolische zakaat, het betalen van de armenbelasting. Uiteindelijk komt de mens dan als Simson onder de verleiding van Delilah, als beeld van de vreemde (filistijnse) gnosis, wat in de exegese van de Bilha het bakroe mysterie is, oftewel het mysterie van Rebekka, een belangrijk onderdeel in de aretaitische filosofie. Simson ontvangt zo de heilige touwen in zijn verstrikking en verwarring, en wordt zo gesleept tot de vreemde tabernakel, tot heilige tentendienst, wat ook weer onderdeel is van het calvinisme, dat het vreemde dat zal komen niet zal kunnen worden wederstaan, oftewel de vierde pilaar, wat uiteindelijk leidt tot de vereeuwiging, waarin de mens niet meer kan ontkomen, oftewel de vijfde pilaar. Dit gebeurt allemaal in het Bakkah mysterie. Wat wil het shia en soenni mysterie zeggen ? Dat er geen heilige gebondenheid is als de mens zich niet afzondert. Dit vindt dus uiteindelijk plaats in Bakkah. Ismael kwam tot een vreemd land. Het is al wat er gebeurt in de shawwal maand na de ramadan, als een soort opname, wat dan verder leidt tot de hadj maand van de bedevaart. Dit is dus in principe een heilige ballingschap.

De islamisering van de wereld valt niet meer te stoppen. Wel valt het te verdiepen. Wiens eigendom bent u ? Wij zijn allemaal eigendom van de natuurprincipes, en in de maand tussen de shawwal en de dulhijjah (vgl. delilah), oftewel de dulqida maand, komen wij deze natuureigenaars onder ogen. Hoofdstuk 21. De natuurcodes – calvijn en de islam De duistere dynamieken van de islam moeten verklaard worden, anders zal het tot strop zijn. Vele christenen hebben zich niet laten updaten door de islamitische exegese, en daardoor bleven hun opvattingen gedateerd. Het westen ligt geheel opgesloten in het christelijke jaar, de kerkelijke kalender, en daarom liggen er geheime codes verborgen in de islamitische kalender om de mens hiervan te bevrijden, net zoals Ismael bevrijd werd. Het kerkelijk jaar met zijn feesten houden de mens opgesloten in de stad, maar het islamitische jaar kan dan verdieping geven. Het kerkelijk jaar is een wurgslang genaamd Rohr, zeer dik, zeer lang. Deze slang houdt de mens af van het pad van Ismael, en neemt genoegen met het Jezus pad. Jeremia zag niet voor niks het vreemde volk komen. Dat was niet slechts het komende babylonische rijk wat hij zag, en ook niet alleen maar het rijk van de meden en de perzen, maar hij zag de islam, de beulen uit Orion in de grondtekst. De calvijn code wil dus ten diepste zeggen : nee, het gaat niet om de voorwaardes die de katholieke kerk heeft gesteld. Er zullen vreemde voorwaardes komen, dus de ouden zijn ongeldig verklaard. Dat is de ware definitie van onvoorwaardelijk, dat er oude voorwaarden worden geschrapt, om zo de mens te onderwerpen aan vreemde, onbekende voorwaarden, zeer exotisch en duister, giftig. De mensheid werd gebeten door een slang. Calvijn draaide er niet om heen. Het was overduidelijk. Hij noemde het beestje bij zijn naam. Maar alleen de geinitieerden in de calvinistische gnosis begrijpen de calvijn code. Ook deze duistere dynamieken moesten verklaard worden, anders zou de strop volgen, en die kwam toch wel. De heilige gebondenheid staat te dringen. De mens is afgeweken, roekeloos geworden, ondoordacht. De mens is bandeloos en teugeloos, op weg naar de afgrond. Calvijn is een afgrond op zich, als een woeste, duistere baarmoeder die staat te dringen, die op jacht is. Haar baarmoeder is nat en duister, harig, om de vrucht te beschermen. Dat is waarom de amazones in de diepere wildernissen veel donkerder zijn. De vrouw in de stad verheerlijkt haar witte huid en kijkt neer op de donkere huiden. Zij moest namelijk het kind offeren, tot de massa's, fel in het licht. Zij was uitgezonden om het kind te doden. Lange gifnagels, met chemische lakjes, om de kinderharten te bedriegen. Het lijkt allemaal op snoep voor het kind, maar de vrouw in de stad is op jacht, een dodelijke jacht. Zij is islamofoob, de anti-mahdi. Zij is preuts wanneer het aankomt op de gnosis, maar wanneer het om geld gaat speelt zij ineens de hoer. Jezus of Yeshua is voor de afzondering, de shaban maand, voorafgaande aan de ramadan, en Ismael is meer de link tot het vreemde. Ismael is het verlengstuk. Niemand moet zomaar vastraken bij Jezus, bij Yeshua, oftewel de Shia islam. De Soenni islam is het verlengstuk, want zij volgen Bakr, bakroe, oftewel Rebekka, waarvan ook Delihla een beeld is in de aretaitische filosofie en de Bilha. In de stad hebben ze vaak een voet fetish, of liever gezegd een hoge hakken fetish, allemaal gelakt leer met chemische stoffen en nylon kousen, alles wat juist de voet afdekt, want ze willen de

wortels niet zien. Ze willen de donkere voet van de natuurvrouw niet zien, want ze weten dat ze hierdoor verpletterd gaan worden. Er is daarom alleen een filosofische aretaitische voet fetish zoals Maria die aan de voeten van Jezus zat, tot de bron ging, of zoals Ruth die in slaap viel aan de voeten van Boaz, en wat in de aretaitische filosofie vaak omgedraaid is als de man die aan het voeteneinde van de vrouw slaapt, oftewel zijn ego is door de exegese verpletterd. Simson, of shama-zuni, onderwierp zich aan de zuni, het hele soenni islam mysterie, de volgelingen van bakr, bakroe, rebekkah, waarvan delihlah een beeld is. Hij werd gebonden met touwen en getrokken tot filistijnse tentendienst, de donkere tentendienst in de wildernis, oftewel de amazone zuni stam. De Filistijnen ontwikkelden zich tot de Soenni Islam. Zij aanbaden de godin Delilah, wat in wezen dus Bakroe was. Dit is ook waar Bakroe oorspronkelijk vandaan kwam, van de Zoenni, Zoeni-amazones. De billen van de amazone hebben te maken met oordeel, met de jacht en de slacht, wat leidt tot wedergeboorte door haar donkere anus. Hiertoe zijn de shitta-jongens belangrijk, die de heilige amazone anus dienen. De shiieten, sjiieten, zijn hiervan een cryptisch beeld, de twee na grootste stroming binnen de islam. Ook de anus wordt volop in de ghetto stad aanbeden. Kleine jongetjes lopen rond met een grote mond over vrouwenbillen, en de oudere ghetto mannen met hun gouden tanden en afgezakte broeken, zakken volgepropt met geld, lopen naar de billenschudders toe om er een flinke mep op te geven. 'Heerlijk, ik ben er nu toch,' zeggen ze dan, en daar stroomt dan het geld. Vrouwen hebben metershoge naaldhakken aan zodat de voet niet in contact staat met de aarde, en is dus omgeven met gelakt leer of wat ze er dan ook voor chemische troep voor gebruiken. Het is eigenlijk het zelfde liedje als met de cholera naaldhakken. De ghetto man heeft een naaldhak fetish. Daar wordt hij opgewonden van. Het gaat niet bepaald gepaard met erg diepe filosofie. En daar staat hij dan, de man, slaande op zijn trom, de billen van de ghetto vrouw. Maar het is dus een zegel wat verbroken dient te worden, want hier gaat de amazone filosofie achter schuil. Het Kakiaitische pad houdt het aretaitische pad verborgen. De billen van de amazone hebben te maken met oordeel, met de jacht en de slacht, wat leidt tot wedergeboorte door haar donkere anus. Hiertoe zijn de shitta-jongens belangrijk, die de heilige amazone anus dienen. De shiieten, sjiieten, zijn hiervan een cryptisch beeld, de twee na grootste stroming binnen de islam. In het Sanskrit, in de mythologie van India, komt dit terug in de bevrijding van SITA, als een beeld van het terugkeren tot de shitta, het amazone reinigings-ritueel. De moeder anus is in het Sanskrit de vrucht van het paradijs. Dit betekent dat Adam een shitta jongen was. De shitta jongen moest komen tot de Zuni stam om haar anus te dienen. Eva is een beeld van de Zuni stam. Dat is iets filosofisch, niet iets letterlijks. Het is metaforisch. De anus is door de natuur gemaakt met een bedoeling. De mens moet dus ook niet overmatig smetvrees en preuts worden. De mens moet weten wat het betekent om zo niet in de valstrikken van Kakia terecht te komen. Kakia hoeren zijn vaak als nonnen, en gooien dan ineens de jurken open. In het Sanskrit is de anus als de CYUTI de verbanning, de val van een goddelijk bestaan, en het afstand doen van geaccepteerde normen en waarden, van de gevestigde instituten, zoals de val in het paradijs dit voorstelde, door het eten van de verboden vrucht. De CYUTI is ook de symbolische dood. Dit leidt tot wedergeboorte. De CYUTI, SUTI, is verbonden aan de shitta, ST, als de anusdienst, waar ook het woord ZOET vandaan komt. Dit is ook de reden waarom het christendom de ST als grootste vijand heeft gemaakt, als de ST-N, de afgrond van ST, Satan, als de anus van de shitta (cyuti). De wedergeboorte door Bakroe, door rebekkah, oftewel de bedevaart naar bakkah (mekka) wordt namelijk gevreesd en daarom is het orthodoxe christendom ook stellig gekeerd tegen de Sunni Islam, als overdemoniserend zonder tot de symbolische en cryptische waarde ervan te komen.

Zo zien we Bilha die op het beest rijdt worden tot Bakroe, tot rebekkah, tot bakkah, die Haar heilige anus laat zien, als de poort tot de wedergeboorte. Dit is een grote oorlog, een duistere afgrond. De anus is het beeld van de demonologie. Weet je anus te beheersen. Weet waartoe het dient en waartoe het niet dient. Simson moest onderwerpen opdat hij de Zuni stam (Suni, filistijnen, beeld van de stam van de oorlogsgodin) zou dienen, wat ook de betekenis van zijn naam is : Sama (luisteren en gehoorzamen, Hebreeuws) Suni. Zoals de Bilha zegt : "Bakroe (oorlogsgodin) is het geheimenis van de hoofdbesnijdenis. En zij is gekomen om visioenen te geven, en om de heiligen doorgang te geven, want lang zijn zij door onderdrukking tegengehouden." En : "Bakroe is van de diepere wildernissen van het paradijs. Zij draagt het wapen om gehoorzamen te testen. Zij is als de sieraden van het lijden. Zij spreekt recht in list en symboliek. Zij raakt het letterlijke niet aan. (..) Zij is de weefster van het paradijs. Zij weefde het paradijs als in een mysterie. In de dieptes van de wildernis woont zij, om dapperen te onderwijzen, zij die door hun lijden tot haar zijn gekomen. Als de amazone van de Heerin is zij." Bakroe wordt in de Bilha de oudste dochter van Bilha genoemd. Dat is wat Rebekkah in de gnosis is. Dit is wat de Bilha II boek 5 zegt over de Zuni : 5. En de Orionse Deuteronomium sprak : Ziet, gij werd opgejaagd door de Zuni, en zij dreven u tot Chorma, de plaats van mutilatie. Zie, dit is metaforisch : Uw armen werden afgehakt, opdat gij niet zou spreken. Gij zou niet meer handelen vanuit uw zelf. 6. Gij weende voor het aangezicht des Heren; maar de Here luisterde niet naar u en neigde haar oor niet tot u. Zo bleef gij dan lange tijd in Qadesh, als een tentslaaf, de vele dagen, dat gij daar vertoefd hebt. Zo kwam u tot het rangensysteem van de Zuni. En u klaagde hierover in uw tenten. Gij klaagde dat de Here u had overgeleverd onder de voeten van de Zuni, omdat Zij u haatte en zo vernietigde. 7. Ook klaagde gij over uw nekketenen. Heeft de Here u dan niet geketend aan Haarzelf ? Dit is waar de Soenni islam op wijst. Deze dynamieken horen bij elkaar : shia – soenni. Dit is waar de eeuwenlange strijd tussen deze stammen voor staat. De maand shaban vlak voor de ramadan is het mysterie van het grote oordeel wat gaat komen, en wat er al is. Het is het jupiter-jove mysterie, oftewel het mysterie van job die ook tot de wildernis werd geleid en zich aan de zuwr moest onderwerpen, de vreemde stam uit Orion. Dat is ook waar Ezau voor staat, die tentendienst verrichte in de diepte van de wildernis, afgezonderd. Hij was een losgesnedene. Het was een Shia jongen van het oude testament. Daar komen Shia en Soenni tezamen, de afgezonderde met het vreemde. Er moet dus een verzoening komen tussen Shia en Soenni. Jezus had teveel weggekapt, maar in de diepte ligt het verborgen. De mens moet terug. De Oerdoegmus is een oeramazone hieroglief van een jongen die de anus van een amazone schoonlikt Het Amerikaanse stopwoord 'shit' komt van het amazone woord 'shitta', wat een reinigings-ritueel is. De shitta-jongens zijn een vorm van amazone-slaven die de anus van de amazone moet schoonlikken na het ontlasten. Dit is zwaar metaforisch en komt terug in de esoterie van Ezechiel waarin hij zijn voedsel moet klaarmaken op ontlasting, als een beeld van de komende Amazone ballingschap van het volk. Het is het beeld van de terugkeer tot de moeder anus. Ook werd hij hiertoe met touwen gebonden voor driehonderd negentig en veertig dagen.

In het Sanskrit, in de mythologie van India, komt dit terug in de bevrijding van SITA, als een beeld van het terugkeren tot de shitta, het amazone reinigings-ritueel. De moeder anus is in het Sanskrit de vrucht van het paradijs. De vrucht in het paradijs is een groot mysterie, als een voortplantings-orgaan die een geheime plaats bewaakt. Dit is de UPA-STHA in het Sanskrit, “staan op”, “dichtbij”. De anus is in het Sanskrit het binnenste centrum, als een oerstam, ook als de oogst, het diepere loon, de karma (kra-ma, de offerwet van de gnosis). Het is de opslagplaats van de gnosis. De anus houdt zich verborgen, maar kan zich plotseling manifesteren, als een grote ontmaskering in het Sanskrit. De schildpad is hiervan een symbool, GUHYA, KUJA. In het sanskrit is de anus de weg van de goden, het proces van de adoptie, van de inname, het geaccepteerd worden tot een samenleving, door dwang of vrijwillig. GRHYA, KRA-YA. Ook zijn het ceremonies van gecultiveerde affaires (geboorte, huwelijk, etc.). Het is geen vrijheid, maar afhankelijkheid aan de sociale code van een stam. De anus is het symbool van de stamwet. Ook is de anus als de CYUTI de verbanning, de val van een goddelijk bestaan, en het afstand doen van geaccepteerde normen en waarden, van de gevestigde instituten, zoals de val in het paradijs dit voorstelde, door het eten van de verboden vrucht. De CYUTI is ook de symbolische dood. Als MARGA is de anus het pad van de jacht, het traceren van prooi, de weg van een wild beest. Deze vorm van de anus in het sanskrit is ook een merkteken en een titel of hoofd, heerser, in de wet. Ook deze vorm is een stelsel van gewoontes en tradities, en heeft ook een aankondigend karakter. shaban maand – afzondering ramadan – vasten, minderen shawwal – logistiek, opname dulqida – geoefenheidheid, bezit zijn dulhijjah – bedevaart naar bakkah, het vreemde De simson dynamiek van de heilige slavernij is hierin dus heel belangrijk. Dit is dus shama-zuni, maar heel specifiek dus ook shama-bakkah, want het is de gehoorzaamheid tot rebekkah, als beeld van de onderwerping aan het vreemde. Simson was een richter, een slager, als beeld van een geoefende, en kon zo tot onderwerping komen. Het is de onderwerping aan god, aan el of allah, of ila, de bevrorenheid van areta, tot het punt dus waarop het een natuur wordt, een gewoonte, een oerinstinct wat niet meer tegen te houden valt. De mens wordt zo meegetrokken met de wilde rivier van de logistieke oerlusten. Daarom is dit niet slechts simson maar ook shama-el, samuel. Hij werd van de ene moeder tot de andere moeder overgedragen, tot tentendienst. Dit was metaforisch voor zijn verhouding met god. De natuur is niet lineair. Het profetische leven is niet eenvoudig, maar ingewikkeld en strikkend. De natuur strikt, omdat de mens een potentieel gevaar is. De natuur drijft mensen in een hoek. Je hoeft geen sinterklaas te verwachten van de natuur, maar de natuur test wel door sinterklazen. Kiest de mens voor Kakia, de gemakszuchtige ongeoefendheid of Areta, de geoefendheid ? Dat is altijd weer de vraag, niet of de mens voor Jezus of satan kiest, want dat is een strijd over theologische kwesties. De strijd tussen Kakia en Areta ligt fundamenteel verborgen onder het christendom, en de mens moet ertoe ontwaken. Overal door de bijbel lopen deze bedradingen, en de mens mag diep duiken in de grondteksten. Alleen zo komt de mens terug tot de aretaitische filosofie, wat het oorspronkelijke christendom was. Het draait dan niet om Jezus of heracles, want dat waren slechts voorbeelden. Het draait om de godin Areta, de geoefende natuur. Alles moet dus een kwartslag draaien. In de stad eet men hondenpoep, en is alles gebouwd van hondenpoep. De mens beseft het niet, want

de mens doet er chemische lakjes over. In de natuur is de man onderworpen aan de vrouw, aan de baarmoeder. Dat is niet letterlijk, maar een symbolisch principe. Hiervoor is de bokjesjacht belangrijk. Het bokje is in de demonologie een beeld van het letterlijke, het materiele, het dichte, het valse harde. De shamaan gaat heel diep de onderwereld van de wildernis in, en komt tot wilde en woeste amazone stammen die leven van de bokjesjacht. De bokjes hebben veel gestolen en verdraaid, en daarom moeten ze alles weer uitpoepen. De onderworpen man wordt als vernedering hiermee ingesmeerd en moet het innemen, als een vruchtbaarheids-ritueel, om los te komen van het eten van hondenpoep in de stad. Dat is filosofische symboliek met diepe demonologische betekenissen waar de mens niets vanaf weet. Wel worden deze dingen dus in het boek Ezechiel besproken, want ook Ezechiel moest zijn voedsel bereiden op veemest. De onderworpen man wordt met allerlei natuurcremes ingesmeerd door de amazones om hem los te maken van de stadse smeerseltjes. Er moet dus wat tegenover staan. Dit zijn diepgaande rituelen. Ook worden er dingen in zijn haar gesmeerd. Het is een vruchtbaarheids-ritueel om te overleven. Deze codes zijn ook allemaal terug te vinden in de shaban maand van de islam, de maand van scheiding, die vooraf gaat aan de ramadan. Het is de maand van het oordeel, en dit oordeel gaat over de wereld komen. De komst van de islam is in de diepte de komst van de amazones. Als je naar de islam kijkt, dan is dit iets duisterders dan het christendom. Deze vrouwen zijn donker. En zoals het islamitische nachtboek al stelde is de ramadan een vrouw. Moedervlek, de opvolger van David, ontmoette haar in dat boek. Alles wat we om ons heen zien zijn losgeslagen brokstukken van het zelf. Het past niet meer. Het is verwilderd, roekeloos, losgeslagen, maar diep binnenin liggen nog steeds de natuurcodes. Het is alleen voor de puzzelaars. Kakia staat voor niet studeren, niet oefenen, maar spijbelen, terwijl Areta voor het onderricht staat. Kies dan heden wie gij dienen zult. Delilah staat voor de verstrikking door de natuur. De mens is stads geprogrammeerd, geconditioneerd, en is laks wanneer het aankomt op de aretaitische filosofie, en verschuilt zich immer in religie. Delilah staat voor de grote verwarring, maar de mens moet er doorheen om tot de diepere schepping te komen, de diepere natuurcodes. Delilah is een jager, een strikster, wat ook de woordbetekenis is van Rebekkah. De stad wil de mens tot slaaf maken tot het lagere, maar de natuur wil de mens terug brengen tot de gehoorzaamheid aan het hogere, opdat de mens door deze principes zal leven en niet ten onder zal gaan in schaamteloze kakiaitische genotszucht. Alleen de filosofie brengt leven. De spijbelzucht is een parasiet die de mens ten onder wil brengen. En het ego zal ten onder gaan, en de diepere mens zal tot zijn doel komen. Dit is al in alle eeuwen vastgelegd. De diepere mens mag hiertoe ontwaken. Het ligt in ieder mens verborgen. Delilah is die code tot ontwaking. Het is een natuurmythe die door Joodse mythemakers was vastgelegd. Simson was geheel verstrikt in de orthodox Israelitische wetsystemen. Hij had hierin ook een hoge functie als richter zijnde, als een slager. Hij zat geheel vast in het systeem. Hij was een gevangene van de stad. Daarom moest Delilah, de vreemde vrouw, wel komen, om die conditioneringen te verbreken. Simson was in dat opzicht als een Israelitische Heracles. Delilah was zijn Areta, zijn noodzaak tot verdiepende geoefendheid, opdat hij aan Kakia kon ontkomen, de gifklauwen van de stad. Zij moest hem opnieuw programmeren. In dat opzicht wordt Rebekkah dus genoemd in de gnosis, omdat Rebekkah de moeder was van Jakob en Ezau, en de wilde Ezau stond voor de toekomst van Jakob, waarin hij met de stadse tradities zou breken en zou terugkeren tot de vreemde wildernisgnosis van Ismael. Daarom zette Rebekkah hen al vroeg tegen elkaar op. Ezau was het teken dat Jakob zou overleven.

Hoofdstuk 22. De verwerping van ismael De shaban maand is de achtste maand, en voorafgaande aan de ramadan. De shaban betekent de afzondering en de gespletenheid, de verstrooiing, en is een hele belangrijke maand in de twaalver shia islam van Iran, vanwege de verbondenheid van de komst en de geboorte van de mahdi, de islamitische verlosser. In de islam is ook Jezus, Isa, hieraan verbonden. Het zijn natuurlijk ook Jezus principes, dat de mens zich moet afzonderen om los te komen van de bedriegelijke kakiaitische kudde mentaliteit. Deze afzondering moet ook binnen de mens zelf plaatsvinden als een heilige gespletenheid. Je mag je linkerhand niet laten weten wat je rechterhand doet. Vaak heeft het volgen van de kuddegeest te maken met eerzucht. Maar de heilige gespletenheid brengt verwarring en verwerping. De shaban moet genoeg verdiept en verlengt worden totdat het vreemde wordt bereikt, de laatste, twaalfde maand, de dulhijjah, de maand van de pelgrim, de nomade. Alleen met het Jezus, Isa, principe zal de mens er niet komen. Dan zal de mens weer vastraken in de stad als Koekejan basterdsuiker. Neen. De mens moet het Jezus, Isa, principe toepassen totdat de mens als Ismael is geworden en zo tot het vreemde is gekomen. Het vreemde beproeft de mens, test de mens, verstrikt de mens en inspireert de mens. Moet je water bij de wijn doen, compromissen sluiten, om maar overal binnen te kunnen komen, in de smaak te vallen ? Moet je daarvoor je eigen hoge standaarden verlagen ? Dan ben je kakiaitisch bezig als je mensen naar de pijpen danst om maar aardig gevonden te worden. Waar is dan het offensief ? Wildernis profeten waren niet geliefd. Ze spraken een harde boodschap, en moeilijk te begrijpen. Ze hadden een vreemde tong. Zij die ongeoefend zijn zijn automatisch dienstknechten van Kakia. Zij worden in de stad aan haar gewijd, wat het lot is van de kinderen. Hulpeloos als ze zijn leren ze Kakia lief te hebben, gevoelig te zijn voor Kakia. Daarom is de shaban hard nodig. Het is de uittocht uit de stad. Daarom is Ismael's verworpenheid zo belangrijk, want als hij niet verworpen zou zijn, dan zou hij nog steeds een stadse kakiaiet zijn. De mens heeft eerzucht nodig voor kakiaitische sexualiteit, waardoor kakia haarzelf voortplant, maar de sexualiteit van de gnosis gaat door de verworpenheid, door Ismael's verworpenheid, de bok verbannen tot de wildernis, want zo wordt de mens afgezonderd, en zo komt de shaban als fundament van de ramadan. De kakiaitische mens wil aardig gevonden worden, leuk gevonden worden, wil stadse complimentjes ontvangen, en tooit zichzelf daarmee op. De kakiaitische mens is een volgeling van sinterklaas, oftewel sinterkakia. Deze mens vind zijn waarde niet in de aretaitische filosofie, maar in de complimenten van anderen, wat anderen van zo'n persoon denken, ook al is dat vaak huichelarij en omkoperij, als onderdeel van de kakiaitische jacht. Het zijn verlokkende, exotische valstrikken. De mens valt er zo graag in. Zo is de mens onderdeel van het kakiaitische systeem. De mens lust er pap van. Telkens tooit de mens zichzelf ook weer op om aan deze jacht deel te nemen. Het is psychologische oorlogsvoering. Blijf er omheen draaien en zie wat het is. De mens is diep in het oerwoud, en gevaarlijke, goed gecamoufleerde exotische jagers proberen de mens te strikken. Kakia meent het. Ze heeft miljoenen jaren ervaring in deze jacht. Het schijnt te werken. Alles lijkt te zijn vastgelopen. Alles is Kakia wat de pot schaft. Daarom moest de islam wel komen. Het was zo duister en onbegrepen, en ook Kakia mengde zich erin, als laatste strohalm. Het was een gevecht tussen Kakia en Areta, tussen ongeoefendheid en geoefendheid. Ongeoefendheid schijnt op korte termijn te werken. Het is grissen en grijpen, en veel pretenderen. Maar Areta is een geoefend

krijger. Zij gebruikt strategie en denkt op lange termijn. Het pad van de shaban is lang. Juist ter voorbereiding op de shaban maand van de afzondering is er de rajab maand van de ontwapening. Eerst moet de mens alle camouflages van kakia afleggen, al haar make up afdoen. De mens moet dan vluchten, niet strijden. Juist het strijden zou de mens weer vast doen haken in het kakiaitische systeem. Vaak is strijd nog eerzucht, gelijk willen hebben. Maar het gaat er in deze maand niet om om gelijk te krijgen en recht te hebben. Het gaat erom weg te wezen voordat het te laat is. Kijk niet om naar de stad. Verander niet in een zoutpilaar. Laat de dingen zoals ze zijn, en neem afstand, anders raak je weer vast. Accepteer het, zoals ook Ismael zijn verworpenheid moest accepteren. Hij was uitgekotst door de stad. De mens die vol wil houden in de Rajab maand wordt blootgesteld aan enorme pesterijen door de kakiaieten, die de mens zo willen verleiden om toch maar weer te gaan protsen. Een heleboel mensen vinden de prijs van de rajab te hoog. Zij willen niet ontwapenen. Dan voelen ze zich naakt, leeg en verworpen, alsof ze anderen niets te bieden hebben. Ze zouden teveel gehoond worden. Dan horen ze er liever bij, en staan liever aan de kant van zij die pesten, laf als ze zijn. Ze doen dan gewoon mee. De diepere mens moet hier allemaal doorheen. Kakiaieten komen in allerlei vormen en maten, om de mens te verwarren. Er wordt gesold met de ontwapende mens, maar dit is slechts schijn. De mens die volhoud in de ontwapening zal uiteindelijk winnen. Er is dan een strijd gaande om die mens. Het ware wapen is dus de ontwapening in de rajab maand, voorafgaande aan de shaban maand van de afzondering. De mens kan dus niet zomaar afzonderen. De mens moet eerst de wapenrusting afdoen. De mens voelt zichzelf dan misschien kwetsbaar. Alle maskers zijn afgegaan. Maar het feit is dat de mens dan echt tot leven komt. Zo komt de mens terug tot Areta, de natuur filosofie. Ontwapening is belangrijk ter voorbereiding van de maand van afzondering, shaban, en de ramadan. Soms is het beter te ontwapenen en creatief met dingen om te gaan. Wapens zouden dan juist de creativiteit blokkeren. De creativiteit is de ware overwinning en de ware bevrijding. Vaak is het dan het leren denken in langere termijn. Ismael moest de nacht van de ontwapening in en werd verworpen, waardoor hij in de oerverwarring kwam, in het grote misverstand, maar dit was de enige manier om deze nacht in te gaan. Alles in de wildernis kon zijn einde betekenen. Daarom werd hij paranoide, nam hij geen risico's, en kwam tot een nieuwe bewapening die grote voorzorgsmaatregelen trof. Hij werd tot satan, oftewel een tegenstander van elk mens. Hij werd tot vijandig, zoals ook God in de satan veranderde in het boek Numeri, en ook Jezus veranderde in de satan aan het kruis. Hij werd gelijkgemaakt aan de vijand. Alleen de vijand zal overleven, niet de overmoedig vertrouwende. Pas op elke stap die je zet in dit mijnenveld. Je grootste vriend kan je ergste vijand zijn. Blijf testen, blijf verdiepen, weest vijandig naar de systemen van de stad. Kom tot het vreemde. Ga dubbelzinnig met dingen om, ga tot de diepere lagen. Maak het niet normaal en niet traditioneel, want dan heb je het spel verloren. Op het diepste punt van het kruis veranderde Jezus in Ismael, en werd de verworpene. 'Mijn god, mijn god, waarom hebt gij mij verlaten ?' Hij was ouderloos geworden. God had geen kinderen. De geboorte van de islam. Het was als de nachtreis van Mohammed in de rajab maand, in de maand van ontwapening, de maand voorafgaande aan de shaban maand. Er werd een verbinding gemaakt tussen Mekka en Jeruzalem, en zo kwam Mohammed tot de hemel. Dit is een mooie belofte van de verzoening tussen het christendom en de islam om de wereld op de paradijs aarde voor te bereiden, want alleen zo zal het paradijs kunnen komen. Maar om dezelfde nachttocht te kunnen maken in de rajab zal de mens dus moeten ontwapenen. De mens moet durven dingen weer in twijfel te trekken en niet snel de wapens te grijpen en eigen rechter te spelen. De lagere mens wil altijd gelijk hebben, ook als de lagere mens niet gelijk heeft.

Zou er een vreemde interpretatie mogelijk kunnen zijn voor alles om ons heen ? Zou de wereld er dan niet een stuk beter uitzien ? Of zal dit een nieuwe oorlog zijn ? De vreemden zullen komen, en ze zullen alles wat de mens denkt te weten overweldigen. Oh, de mens is zo vol van zichzelf, maar ze zullen vol worden van iets anders, want de waarheid valt aan het einde niet te ontlopen. Het christendom zal worden tot de islam, zoals Jezus werd tot Ismael. En dat is ook de wortel van het Jezus woord, Iysh in het Hebreeuws, de dienstknecht van het hogere. Het is een brug die de mensheid dient over te gaan, en die brug is onvermijdelijk. Het is al veel te ver gegaan. De natuurkrachten roepen de mensheid weer terug. Een oud indiaans gezegde luidt : 'Je kan alleen je vijanden verslaan als je als je vijanden wordt.' Dat betekent dus dat de mens van vijanden heel veel kunnen leren. Vaak representeert het iets wat de mens is vergeten. De ontwapening leidt tot de afzondering, ook de afzondering binnen de mens zelf, de gespletenheid, waarin het ene moment niet weet van het andere moment. Het zijn allemaal delen van de mens. Hoofdstuk 23. De verworpen Ismael De man in de stad : 'kijk naar mij, kijk naar mij. Ik wil je aandacht voor mijn uiterlijkheden : mijn stropdas, mijn verleidelijke ogen (doortrapt), mijn overweldigende lichaam, mijn kaartendek waarmee ik sjoemel, mijn grote auto, mijn net pak, mijn gevoel voor stadse mode, mijn keurig gekamde haar, met scheiding, mijn vlotte humor, ik heb altijd mijn woordje klaar,' enzovoorts. Maar de man in de wildernis heeft kinderlijke schoonheid, en kent zichzelf niet eens. Hij kent zijn delen niet, en die weten ook niets van elkaar af. Hij begrijpt de stad niet, en de stadse man. De stadse man is erg zelfverzekerd, erg pretentieus, en denkt dat hij met deze eigengemaakte soep de lotterij heeft gewonnen. Maar de man in de wildernis twijfelt. Het is natuurlijk een groot contrast. De man in de stad : 'Kijk naar mijn bling bling, naar mijn gouden tanden, naar mijn broek half afgezakt. Kijk hoe ik dom naar je kijk, hoe ik je op je billen sla. Dat wil je toch ? Kijk hoeveel geld ik heb gestolen, hoe ik mensen heb lopen bedriegen en oplichten. Kijk hoe dom ik ben, want zo is alles binnen ons bereik. Dom is 'sexy' in de stad. Je krijgt zo snel dingen gedaan in de kakiaitische industrie. Je hoeft er niet veel voor na te denken. Alles wordt voor je gedaan. Gewoon dom wezen, en daar ga je. Dom is sexy. Wat sexy is weet geen kip, en dat willen ze ook niet weten. Ze goochelen graag met woorden die ze niet begrijpen. Alles maken ze snel en overmoedig sexueel. Alles wordt zo uitgebuit. Het is één grote machine, want ja, Kakia wil voorplanten. Daarom heeft ze het altijd en immer over sex, en gebruikt ze triggerwoorden zoals 'sexy' en 'hot'. Ja, dat is hot. Koffie is al klaar hoor, in een wip. Ga maar zitten, schuif ik het zo naar binnen. En daar loopt ze met haar knalrode centimeters lange nagels en hoge hakken van bijna een halve meter. Naaldhakken. Want ja, ze mocht de aarde eens raken. Nee, dat is vies, en Liesje mag niet vies worden. Daarom lopen ze op hun tenen, vol van angst voor de natuur. Nee, er moeten grote betonblokken tussen. Als ze haar schoenen uittrekt, dan weet je hoe laat het is, en moet je hard rennen, want het is een moordwapen in haar hand. Vrouwen en hun naaldhakjes. Hevig overstuur

zijn ze als je er iets van durft te zeggen, want naaldhakken zijn 'sexy' in hun ogen. Zelfde verhaal. Het is hun inkomen. Een wildernis man moet kotsen van al die vreemde chemische troep, stinkende lak, die vrouwen vandaag de dag op hun nagels smeren. Het stinkt een uur in de wind, stadse stank. Je krijgt er een nare smaak van in je mond. Maar de stadse man vind het heerlijk. 'Ja, ze heeft lef hè,' wordt er dan gezegd. Altijd trekken ze hun snuiten los als zulke vrouwen langslopen. En maar kijken en fluiten. Nou, daar komt wat langs zeg. Lekker met z'n allen in de groeps-illusie. De wildernis man vindt het walgelijk, maar die telt niet mee. Liesje mag niet vies worden. De stadse man : Dom is sexy. Kijk hoe dom ik ben, hoe dom ik loop, hoe dom ik naar je staar. Als je ook dom bent kunnen we samen hokken. Kakia zal ons rijkelijk belonen. De wildernis man : Hoe bestaat het. Kakia wil ik niet, maar Areta is onbereikbaar voor me, lijkt het wel. Die geeft haarzelf niet zo makkelijk als Kakia. De stadse man is vals zelfverzekerd, maar de wildernis man is in grote twijfel, in de verworpenheid van Ismael. Hij voelt zichzelf tussen wal en schip. Alles heeft een hoge prijs. De stadse man : Ja, zelfverzekerdheid is sexy. Een vlotte babbel ook. Dat vinden vrouwen heerlijk, want dat glijdt zo makkelijk weg. Alles makkelijk. Makkelijk is sexy. Wildernis man : Kun je ophouden met dat woord 'sexy'. Je weet niet eens wat het is. Het is bijna verbale aanranding als je dat woord om de haverklap gebruikt. Stadse man : Ah joh man, zeur niet zo. Filosofen zoals jij moeten altijd weer roet in het eten gooien. Heb je niets anders te doen ? Wildernis man : Sexy zei je hè ? Ik zal je laten zien wat sexy is. Stadse man : Haha, jij zeker. Ik ben toch zeker geen homo ? Wildernis man : Ik heb hier een boek wat jij niet durft te bestuderen. Stadse man : Laat zien dan. Wildernis man : Het boek is zeer sexy, maar het is dodelijk. Stadse man : Ga jij dan maar lekker met je boek. Ik heb liever een echte vrouw. Wildernis man : Maar je bent niet eens een echte man. Stadse man : Hoor wie het zegt. Wie gaat er nu boeken lezen als er vrouwen in de buurt zijn. Wildernis man : Het zijn mijn types niet. Ik ga liever voor wat diepte. Stadse man : Nou, denk niet te diep, anders breekt je brein nog en kun je helemaal niets meer. Wildernis man : Bedankt voor de goede zorgen. Stadse man : Geen dank. Geef maar een tientje.

Wildernis man : Ik heb geen geld. Ik heb alleen maar een broek en een fluit. Stadse man : Nou geluk ermee. Ik ga er nu vandoor. Wildernis man : Goed zaken gedaan. Stadse man : Ik kan me niet meer bewegen. Wat heb je gedaan ? Wildernis man : Je hebt je nooit kunnen bewegen. Het waren slechts illusies. Stadse man : He doe nou niet zo flauw. Ik heb jou toch ook niets gedaan. Laat me gaan. Wildernis man : Geen sprake van. Je bent een verbale aanrander. Op heterdaad betrapt en gearresteerd. Stadse man : Je bent de politie toch zeker niet. Dan ben je toch echt verkeerd bezig. Ik doe geen vlieg kwaad. Maak me los. Wildernis man : Ik maak niks los. Stadse man : Dan roep ik Kakia. Wildernis man : Dan roep ik Areta. Stadse man : Die komt toch nooit. Ik heb het eens geprobeerd, maar ze kwam niet, en toen heb ik maar voor Kakia gekozen. Lekker makkelijk. Lekker uit eten met haar iedere donderdag avond. Lekker romantisch, lekker kip eten. Wildernis man : Ze heeft je versteend. Stadse man : Is ze een heks ? Wildernis man : Nou en of. Wat denk je. Stadse man : Alsjeblieft help me dan. Wildernis man : Help jezelf. Lees wat meer boeken, doe wat meer onderzoek voordat je je mond lostrekt. Stadse man : Alsjeblieft. Wildernis man : Heb je gehoord wat ik zei ? Stadse man : Alsjeblieft. Wildernis man : Dit is hopeloos. Er is scheiding tussen de wildernis man en de stadse man, zware scheiding, in de shaban maand. Ze kunnen elkaar niet verstaan, komen niet dichter tot elkaar. De wildernis man moet gaan tot de ramadan in de wildernis. Hij kan niet bij de versteende stadse man blijven staan. Langzaam verstenen ook de kaken van de stadse man, en hij kan niet meer spreken. Er komen kakiaitische vrouwen langs op hoge naaldhakken met lange bloedrode nagels. Hij zou ze graag op de billen

willen slaan en ze nafluiten, maar hij kan niets meer. Plagerig botsen de kakiaitische vrouwen hun billen tegen de versteende stadse man aan. 'Wat een stijve hark !' roepen ze giechelend. 'Staat daar als een houten plank !' En weer botsen ze plagerig hun billen tegen hem aan. Hij krijgt zijn kaken niet meer van elkaar, en staat daar bijna te trillen. Hij wil spreken maar hij kan het niet. Dikke tranen lopen er over zijn wangen, maar de vrouwen zijn meedogenloos. Ze lachen hem zelfs uit. Ze honen hem, want heeft hij ooit medelijden met hen gehad ? Hij onderdrukte ze, en gebruikte ze. Nu zouden ze hem gebruiken. Voor hem waren vrouwen slechts als sigaretten, maar nu had hij er een longkanker door opgelopen. Vrouwen waren voor hem slechts wegwerp doekjes, maar nu was hij de weggeworpene. 'We kunnen hem als standbeeld zetten op het kinderpleintje,' giechelt een vrouw. 'Nee, nee,' denkt de versteende stadse man, maar hij kan niets beginnen. Hij is hulpeloos als een baby. Hij is zijn wapens kwijt. De rajab maand is begonnen. Hij wordt geplaagd door de kinderen van de stad, en tegen de avond wordt hij de wildernis in gekieperd. Even later vindt de wildernis man hem, helemaal onder het zand. 'Hi,' zegt de wildernis man. 'Van gedachten veranderd ?' 'Ja, helemaal,' zei de versteende stadse man. 'Neem mij mee tot de shaban maand opdat ik hiervan afgezonderd wordt, en neem mij dan mee tot de ramadan.' 'Heel goed,' zei de wildernis man, 'en dan zullen wij samen tot Mekka gaan.' 'Oh mekka,' zegt de versteende stadse man dan, terwijl zijn ogen glinsteren. 'Zij was altijd genaamd bakkah of rebekkah, zo'n prachtige vrouw.' 'Ze is een boek,' zei de wildernis man, 'een filosofie.' 'Laten we tot haar gaan,' zegt de versteende stadse man. 'Zij is onze enige hoop. Ik heb gezien dat de stadse vrouwen tot de dood leiden.' Zo zij het, zei de wildernis man, laat je ene moment niet weten wat je andere moment doet. Kom, het is tijd. Laten we gaan. 'Maar ik kan me niet bewegen,' zei de versteende stadse man. 'Niemand kan zich bewegen in de nacht van de ontwapening,' zei de wildernis man. 'Je moet wachten tot de morgen.' Laat me hier niet alleen, smeekt de versteende stadse man. Roofdieren zullen me vast eten. Geef me je hand, zei de wildernis man. Ik kan me weer heel iets bewegen, en ik kon ook alweer spreken. Het gaat iets beter nu ik hier ben, en nu jij er bent. Dat doet de natuur, zei de wildernis man. Op naar het eeuwige leven, zei de man. Op naar het eeuwige leven, zei de wildernis man.

De man begon jonger te worden, en was aan het einde niets dan een jongen. Er zat dik speeksel op zijn lippen, en hij gaf de wildernis jongen een kus op zijn wang. Einde Hoofdstuk 24. de egyptologische wortels van ishmael – de verloren egyptische steen De twee jumada maanden gaan vooraf aan de rajab maand van de ontwapening. Jumada kan zowel de woestijnvlaktes als de ijsvlaktes betekenen in de wortel, het bevriezen, oftewel het vertragen. De valse bewapening van de stad kwam namelijk door overmoed, door versnelling, dus de mens ontwapend weer door vertraging. De hadith stelt dat er iets moois gebeurd tussen de jumada maanden en de rajab maand. Dan zal de man weer zijn schuilplaats vinden in de vrouw, als de terugkeer tot de grote moeder. Dit kan dus alleen als de man ontwapend. Shama is een mannelijk hebreeuws woord wat horen, luisteren en gehoorzamen betekent, wat de essentie is van de man. Het is ook de wortel van Is-shama-el en Shama-el, twee belangrijke personages in het OT. Het heeft diepe Egyptologische wortels. Sma is fallus in het Egyptisch, als een middel van het jezelf verbinden aan iemand, als een mengsel (sma, smai). Smai is ook een andere naam voor Seth in de wildernis. De sma is ook een beest geslacht om geofferd te worden in de Egyptologische demonologie. Dat is ook wat de fallus uitbeeld. De fallus gaat de vagina in als in een tabernakel tent om geofferd te worden, opdat het diepere zaad vrijkomt. De smaiu zijn in dit verband vijanden, zoals ook Is-smai-l een vijand was van iedereen, als een beeld van het toetsen. Ook Seth, oftewel Smai, vocht tegen iedereen, als de Egyptische satan, de Egyptische Ismael, als beeld van alles toetsen. Hij gaf zich niet zomaar over. Dit is ook waarom de fallus zwelt, om zich niet zomaar over te geven, maar om weerstand te bieden. Zo gaat de fallus toetsend de vagina in, om geofferd te worden opdat het diepere zaad vrijkomt. De fallus is dus noodzakelijkerwijs een beeld van de vijand, van Ismael, van smai (seth, hij die in de wildernis is). De sma is in de Egyptologie de slager en ook de boodschapper. De fallus is een woest beest dat de valse vrouw en de valse man moet verslaan, om zo tot de ware vrouw in te gaan. In dit gevecht zal de fallus dus ook sterven en geofferd worden om zijn bloed en zaad te geven. Zo wordt de man opgenomen. We hebben het dan over de Egyptologische oorsprong van Ismael. Dit is in de Egyptologie ook het geheim van de visioenen, wat ook 'sma' is. Het geeft de man het ware zicht, s-ma. De stadse man wil hier allemaal niet doorheen en gaat bij voorbaat al protsen in de stad met zijn dikke spierbundels. Zo maakt hij een karikatuur van het diepe natuurproces van Ismael. Vaak als er een T achter Egyptische woorden wordt gezet dan wordt het weer vrouwelijk, want de Smaiti zijn de twee godinnen Isis en Nepthys, en dit betekent ook de insluiter van de fallus, als de vagina. De Egyptische sam wortel van I-sam-l, Ismael, betekent de wilde, hij die in de wildernis is. Ismael was het wildernis-kind, zoals Seth, Smai, dat was in de Egyptologie. Altijd was hij in gevecht met anderen. Hij onderwierp zich niet zomaar, maar was onderworpen aan de natuurgodin. Suma, sm, was in de Egyptologie de koppige, die niet zomaar om mensen te behagen zijn richting of opinie veranderde. De sma was de ruggegraat van Osiris, van Aser. Smaa is in de Egyptologie dat wat bewezen is, getoetst is, het geoefende, het volkomen offer was gewijd is. Het heeft met de

herbouw te maken (smaui). Het is het recht maken van de paden (smaa). De sma is de gesel. Het is de verkondiger van het verhaal. Het is de zaadlozing van de natuurmens. Seth in de wildernis werd ook genaamd Smi, ook een wortel van Is-smi-l, wat slager betekent. Smi betekende ook de stam van Seth. Shemi is de weggedrevene, hij die terug is gegaan, shm, wat ook weer terugkomt in het Ishmael, en een Egyptologische wortel ervan is. Sham is vuil zijn, bedekt met moeder aarde, shm. De shum wortel is de kleine, de mindere, de hongerende (shuam, sham). Shmamu is het vreemde. Shmam is beloven, opgeven, offeren, bidden. De shma is een steen van het zuiden, wat ook vernietigen betekent, pervers en corrupt maken. Soms is alles te steriel geworden, te stads, en moet het eerst corrupt, pervers en vuil gemaakt worden, in contact met de natuur. Het moet weer gecamoufleerd worden met moeder natuur. Dat is waar Seth voor stond in de Egyptologie, als de brenger van de oerchaos. Seth, Smai, als de Egyptische I-smai-l stond voor de geweldadigheid. Dat is een demonologische, toetsende, metaforische geweldadigheid, uitgebeeld door natuur-elementen zoals storm, duisternis, wildernis. Ook was hij verbonden aan het vreemde. Hij was koppig, tegendraads. Hij hoorde niet bij de stad en bij de samenleving. Hij had zich afgezonderd. Ra had hem nodig in zijn tocht door de onderwereld. Seth was dus altijd dualistisch. Hij kon voor het goede staan, maar ook voor het kwaad. Hij stond voor de metaforische mutilatie. Hij was getrouwd met Nephthys en gaf geboorte aan Anubis, de zwarte wolf, hond (anup, jn-p, jn-peh). Ook had hij relaties met vreemde godinnen zoals Anat en Astarte. Net als ishmael was ook seth een verstotene, een verbannene, tot dieper in de wildernis. Hiervan is de fallus een beeld, sma, zoals seth ook smai werd genoemd. Zo kwam smai tot het vreemde, en leerde horen, luisteren en gehoorzamen. Hoofdstuk 25. de tranen van ezau en de egyptische wortels De oerchaos is de code die de ware realiteit draagt, en is het ingewikkelde beveiligingssysteem. Het kan niet lineair komen, want dan is alles verloren. Het is een zuiveringssysteem, als een bliksemafleider. Alles wordt zo geleid tot de waarde waarin het verwerkt kan worden. Voor Ezau was er geen genade meer. Hij had zijn eersteboorterecht verkocht, en zocht het onder tranen, maar tevergeefs. Er was geen plaats meer voor berouw. Natuurlijk had hij berouw, maar de zaken waren al gedaan, dus er was geen weg terug meer. Ook Ezau was een verstotene, net zoals Ismael, en was de vijand van God, want 'God had Jakob lief, maar haatte Ezau.' Waar was dit voor nodig, want klaarblijkelijk had dit een diepere betekenis, en hebben de christenen het niet begrepen. Zei Jezus ook niet eens : 'Mijn god, mijn god, waarom hebt gij mij verlaten ?' Aan het kruis was hij gelijkvormig geworden aan de satan, en daarom een verstotene. De toorn van god rustte op hem. Hij was een vijand van god geworden. En zei ook David niet eens : 'mijn god mijn god waarom hebt hij mij verlaten ?'

Esav was de hebreeuwse naam voor Ezau, dus gewoon Sv oorspronkelijk, wat dus uit India komt, van Siva, wat een gelijksoortig verhaal is, want ook Siva ging diep de wildernis in met een bedelkom, om zo tot de godin parvati te komen, waarmee hij geboorte geeft aan ganesha, de god met het olifantenhoofd, als beeld van de wachter van de tong, oftewel de diepere egyptische mysterieen omtrend kain. Ook Kain was een verstotene en kwam aan in het land Nod. Ook Kain klaagde en weende over zijn lot. Het loopt allemaal parallel aan het ishmael verhaal. Moet de mens niet eerst verstoten worden, loskomen van waar hij vandaan kwam ? De mens moet komen tot het vreemde, en komt daar niet zonder de verstoting. De mens zoekt het dan onder tranen maar zal het niet vinden, totdat het vreemde hem opneemt. Wee de mens die tot de normale stadsgoden komt in plaats van tot de vreemde wildernisgodin. Als de mens niet verstoten wordt en iedereen spreekt maar wel over hem, dan is er iets goed mis. Ezau weende bittere tranen, en ging rond met de bedelkom, want dat is de enige weg om tot de natuurgodin te komen. Uiteindelijk zien we dan weer de verzoening tussen Jakob en Ezau, en spreken we van de kus van Ezau, een kus als een mengsel van dikke saliva en tranen. Het zijn twee kanten van dezelfde munt. Daarom moet de mens soms eerst de hoop geheel verliezen. Een mens in wanhoop is de ware vruchtbare bodem, niet de mens in valse, overmoedige zelfverzekerdheid. Daar kan niks meer bij. Valse hoop zou de mens nog teveel vast laten houden aan de stad. Ezau zocht het onder tranen. Hij was een gebroken man. Ook David heeft deze tranen gekend, en ook Jezus. Het zijn de tranen van de verstoten Ishmael. Maar alleen zo komt de mens tot het vreemde. In tranen zal de mens het ontvangen, opdat de mens het niet corrupt zal kunnen maken. Ezau had het juiste deel gekozen : de bedelkom. Hij gaf niet om eerstgeboorterecht, sociale status, familie posities. Ezau was de hongerende. Hij was de wildernis man. Hij stond niet te protsen in de stad. Nee, hij ging de eenzame wildernis in om op jacht te gaan naar de dingen die waren verloren en vergeten, om op zoek te gaan naar zijn ware identiteit. Hiervoor hongerde hij. Ezau was een Ismaeliet. Hij ging geheel de rivier over, net als Siva, om te komen tot een geheel andere tent, van de tentgodin, Parvati. Ook Ezau ging tot de vreemde vrouw. Ezau ging door de droge jumada maanden, om zo te komen tot de rajab maand van de ontwapening, waarvan de tranen een beeld zijn. Een mens die huilt wordt ontwapend. Het is een diepe ontlading. De mens moet loslaten. Ezau moest huilen, anders zou hij nooit tot het vreemde kunnen komen. Hij moest alles van de stad loslaten. Door het huilen komt de mens weer terug tot de wildernis en het vreemde. Dan voelt de mens zich weer heel anders. De verstoting is wreed, maar dan zal de vriendelijkheid van het vreemde de mens ook weer verbazen. De natuurwreedheid is uiteindelijk zoet, als een moederlijk instinct om haar kind te beschermen. De moeder moest het kind wel uitschakelen, want het kind had een valse identiteit gekregen. Zo neemt de moeder het gevaarlijke speelgoed weg. Alles stroomt, alles zal ook weer voorbij gaan. De mens mag daarom kijken naar de natuurrivier wanneer hij met verworpenheid in aanraking is gekomen. Het is niet het einddoel, maar slechts een onderdeel van iets veel groters. Ieder mens is gelijk. Ieder mens gaat door hetzelfde heen en moet door hetzelfde heen. Daarvan is het communisme een symbool. Het zijn archetypes. Alles moet gezien worden vanuit de grotere context, en alles moet benaderd worden vanuit de grotere context. Laat het zo altijd weerklinken in je gedachten, waarin de grotere context het klankbord is voor alles wat je denkt. Ezau kwam tot drie vreemde vrouwen : Adah – sieraad (de shawwal maand van de logistiek) Bashemath – het zoete, of zoete geur (vgl. het suikerfeest als schakel tussen de ramadan en de shawwal maand) Oholiybamah – nomadische tent in de wildernis, tent van de moeder schoot, wat in de wortels ook

aanbiddingsplaats van een cultus betekent (vgl. bakah, mekka) jumada maanden – droogte, woestijntocht, de bedelkom van ezau het wonder van de vrouw rajab – ontwapening, de tranen van ezau shaban – afzondering, de verstoting van ezau ramadan – vasten, minderen, de honger van ezau het suikerfeest shawwal – logistiek, opname, het sieraad van ezau dulqida – geoefenheidheid, bezit zijn, de kus van ezau dulhijjah – bedevaart naar bakkah, het vreemde, de ballingschap van ezau Ezau, esav in hebreeuws, is suw in het aramees, komende van het Egyptische sa, sw, die samen met Re door de onderwereld ging. Sa, sw, betekent kennis, onderscheiding, bewustzijn, en sprak voor Re de poortwachters aan in de uren van de nacht. Altijd weer was sw aan Re's zijde. Ook staat hij voor schepping, creativiteit. Altijd weer is dit de ontwapening van Re, de tranen van Re, waardoor hij uiteindelijk door de poorten kwam, oftewel de tranen van Ezau, de huilende Ezau. Re verandert in de litanie van re ook in de huilende. Sw is de ingewijde in het mysterie van de tranen. Re kon alleen winnen door de ontwapening. Als de islamieten het hebben over Isa, over de islamitische Jezus, dan wijst dit in principe ook gewoon terug naar Esau, die een jezus van het OT was, de huiler, wat dus zijn oorsprong heeft in de egyptologie als de gids van re. Uiteindelijk opent de traan de poorten van de onderwereld, telkens weer. Hiertoe was sa, sw, uitgezonden. Isa zou je kunnen zeggen, die ook zal terugkeren in de islamitische eschatologie (eindtijdleer), samen met de mahdi. Ezau zal dus wederkomen om het volk terug te leiden tot de tranen en de initiatie in de leer der tranen. Het is een belangrijke gids in de onderwereld van Egyptische oorsprong, de sa, sw. Dan zal de rajab maand dus daadwerkelijk aanbreken in het mensenleven. Ra werd dus tot Sw, tot Ezau, de huiler, anders zou hij de poorten niet doorkunnen. Alleen de tranen zijn het toegangsbewijs tot het paradijs. Zij met droge gezichten zullen niet kunnen binnenkomen. Het mysterie van Ezau zal begrepen moeten worden. In de droogte en de bevrorenheid van de jumada maanden wordt de mens al afgeremd, loopt de mens vast, omdat de mens niet snel tot het vreemde kan komen. De mens moet eerst ontwapend worden, en dat gaat door de tranen die ontstaan door het vastzitten, door de verstoting, wat zijn hoogtepunt heeft in de shaban maand vlak voor de ramadan. De mens huilt, en nog steeds is het er niet. De mens is nog steeds verstoten. Ezau zocht het onder tranen maar vond het niet. Er was geen plaats voor berouw, geen plaats voor genade. Ezau moest de diepte in, en zou zo tot ramadan komen. Ezau was een Ismaeliet. Zo werd Ezau uitgehongerd, om hem klaar te maken voor de initiatie in de ware logistiek, de logistiek van de wildernis. De stad is valse logistiek, altijd maar weer op de verkeerde plaats zijn, op het verkeerde tijdstip tegen de verkeerde prijs. Daarom was Ezau een balling geworden om hem daar tegen te beschermen. Hij werd gevoerd tot de donkere, vreemde tent in de wildernis. Jezus weende bittere tranen van angst in de hof van Getsemane, biddende of de drinkbeker van het lijden van hem weg genomen mocht worden, maar hij beleed ook dat god's wil zou geschieden. Hij moest de beker tot de laatste druppel leegdrinken.

Hoofdstuk 26. de kus van ezau Genesis 27:38 En Ezau sprak : 'Zegen mij, zegen ook mij.' En hij smeekte en barstte in tranen uit. De zegen was al weg. Ezau was bedrogen, in de val gelokt. Hij smeekte en huilde, en dat werd nog erger toen hij zag dat hij niet meer terug kon. Hij was verstoten van het eerstgeboorterecht. Dit kreeg Ezau te horen : 'Zie, ik heb hem (Jakob) tot een heerser over u gesteld, en al zijn broederen heb ik hem tot knechten gegeven, en van koren en most heb ik hem voorzien; wat kan ik dan voor u doen, mijn zoon?' In de uiteindelijke verstoting kwamen de tranen van Ezau tot een hoogtepunt. Toen barste hij pas echt in tranen uit, en smeekte weer. Was er dan nog niet een hele kleine zegen voor hem overgebleven ? Had hij dan echt daadwerkelijk alles verloren ? Ezau was in grote paniek en grote wanhoop. Hij haatte zichzelf en werd verscheurd door wroeging. 'Oh, had ik het maar niet gedaan.' Maar het was al te laat. Toen werden er deze woorden gesproken : 'Zie, ver van de vette streken der aarde zal uw woonplaats zijn, en zonder dauw des hemels van boven. Maar van uw mes zult gij leven en uw broeder zult gij dienen. En het zal geschieden, wanneer gij u krachtig inspant, dat gij zijn juk van uw hals zult afrukken.' Ezau zou tot de ramadan geleid worden, de plaats van honger. Ezau had toen een hele grote bitterheid naar Jakob toe die hem dit allemaal had aangedaan. Daarom moest Ezau eerst door de shaban maand gaan van de verstoting, de maand voorafgaande aan de ramadan. Hij moest alles achterlaten om het vergetene en verlorene te vinden. En voor de shia islamieten is dit een belangrijke maand, omdat hierin de mahdi geboren is, die de mens verzoent met God. SIA of sa, sw, was de gids van ra door de onderwereld, wat tot ISA werd in de koran, oftewel de islamitische jezus, die niet god was, en ook niet de zoon van god. De shia in de islam zijn de sjiieten, wat terugwijst op de shitta jongens in de amazonologie, zij die zijn teruggekeerd tot de amazones. Shitta was in de oertaal een reinigingsritueel. Zij zijn de wedergeborenen door de moeder-anus van het oer-oerwoud van het onderbewustzijn. Dit zijn dus veel diepere fundamenten van het jezus mysterie. Het is een uitdaging in deze tijd om tot een heel ander beeld van jezus te komen om te zien waar het daadwerkelijk voor staat, en dan komen we bij ezau uit, en uiteindelijk ISA, SIA, de shia, terugleidend tot het shitta mysterie van het amazone oer. Er is voor een mens geen tijd te verliezen want de valse stadse schoonheid van Kakia is ziekelijk en hysterisch bezig om de mens totaal voor haar te zombificeren. De cosmetische industrie waar veel moderne westerse stadse vrouwen vandaag de dag aan verslaafd zijn zit vol met heksen-drankjes om het brein van de mens onder zware hypnose te houden, in dienst tot kakia. Het zijn chemische dodelijke cocktails voor de ziel, wat uitbundig op de nagels en de lippen wordt gesmeerd, opdat de vrouw haar camouflage verliest, en zo ook het kind de camouflage verliest, en geen veilige donkere, natte baarmoeder meer heeft als schuilplaats. Zo sterven zowel moeder als kind, en ze worden opgesteld in de stad als reclame borden. Daarom moest Ezau wel komen, en hadden we niet slechts een Jakob. Ezau leidt terug tot de ware Rebekkah, de vreemde Rebekkah, Bakkah, Mekka. Uit haar anus was hij geboren. Zij is de duistere rebekkah van het amazone oer. Deze mythes schreeuwen om diepte, want de stad overweldigt en zombificeerd. Ezau moest terugkeren tot zijn ware moeder. De kus van Ezau is een groot mysterie.

Het speeksel van Kakia is een slangengif waarmee ze haar cosmetische rotzooi heeft gemaakt, godslasterlijke chemische giffen waarmee ze de hoofden van de mens dolmaakt en hen tegen elkaar opzet. Ook haar moedermelk heeft ze er doorheen gemengd. Alleen Ezau zal aan haar ontkomen. Hij werd teruggefloten door de amazones. Genoeg was genoeg. Als een vrouw haarzelf opmaakt naar kakiaitische maatstaven met de felle aandachtstrekkende kleuren van de stad, dan wordt ze een jaagster voor kakia, als een verkeerslicht voor de stadse man. Ook zal zij zo het kind doden. Dit zijn nakers, de levensgezellen van de nephilim. Ezau moest terugkeren tot de duistere oer-anus van het oerwoud, om in haar wederomgeboren te worden. Hiertoe moest Ezau eerst verstoten worden. Ezau moest opnieuw begrijpen wat nu het daadwerkelijke verbodene was, als in de eerste maand van de islamitische kalender. De oer-anus was oorspronkelijk een jachtzintuig. De mens kan de gevangenneming niet voorkomen. Dan wordt de mens in een gesloten hof gezet, in een kooi, in een stelsel van limieten, in de eerste maand, de muharram. Hier kan de mens geen oorlog meer voeren. Hier moet de mens de tentendienst weer leren. Zo wordt de mens voorbereid op de demonologie in de tweede maand, de safar, zodat er in de daaropvolgende lentemaand een duistere geboorte van mohammed zal zijn. Daarna is er weer een lentemaand, en dan volgen de droge maanden. Ezau ging in gevangenschap, waarvan de vreemde vrouwen een beeld waren. Zij waren de vrouwen van het beloofde land. Een vrouw is niet zomaar een vrouw, maar een heilige gevangenschap voor de man, waarin de man wedergeboren kan worden en wederopgevoed. De vrouw is de bron, en de bron beveiligt haar kinderen, en camoufleert ze ook. Daarom gebeuren er zoveel verwarrende dingen in een mensenleven, omdat de mens deze code niet begrijpt. De vrouw is een zeer abstract wezen, een principe. Zonder de vrouw overleeft de man niet. Dit zijn realiteiten, archetypes, binnen de mens zelf. Ezau moest op zoek naar het jachtszintuig. Hiervoor moest hij de duisternis in. Hoofdstuk 27. het logistieke sieraad van ezau en het natuur communisme Wanneer de mens huilt dan maakt de mens contact met het vreemde. De mens voelt zich vreemd en zwak, kwetsbaar, wanneer de mens huilt, maar het kan ook heel veilig voelen en vreemd, buitenaard. De mens wordt dan soms zelfs opgenomen tot een andere sfeer. Het is ook niet zo vreemd. Bakah, het vreemde, de oorspronkelijke naam van Mekka, het smalle pad, betekent in het Hebreeuws 'huilen' zoals in de passage waarin Ezau huilt in Genesis 29:38 wordt dit woord in het Hebreeuws gebruikt. In de stad zegt men : 'Niet huilen.' Of nog erger : 'Een man huilt niet. Dat is iets voor vrouwen.' Maar de tranen zijn de schoonheid van de man. Ezau werd getooid door zijn tranen als een welgevallig geschenk voor de natuurgodin, voor Rebekkah. De diepte der kennis wordt door tranen gedragen en is een welgevallig offer voor de godin van het leven, de levensbron. Waarom zou een man dan niet huilen ? Dat zou kakiaitische bedriegelijke theologie of theosofie zijn. Nee, de mens

moet huilen, opdat de mens niet vastloopt. Het zijn de rivieren die zo kunnen stromen. Als je kunt huilen, dan is dat een teken dat je nog leeft. De hemel weet dat we ons nooit hoeven te schamen voor onze tranen, want ze zijn regen op het verblindende stof van de aarde en bedekken onze harde harten. - Charles Dickens Je vreugde is je verdriet ontmaskerd. En de zelfde bron waaruit je gelach opsteekt werd vaak gevuld met je tranen. En hoe anders kan het zijn ? Hoe dieper dat verdriet in je wezen gekerfd is, hoe meer vreugde je kunt bevatten. – Kahlil Gibran Wat water is voor het lichaam om het te wassen, zo zijn tranen om de ziel te wassen. – Joods spreekwoord. Zware harten, zoals zware wolken aan de hemel, worden het best verlicht door een beetje water te laten te laten stromen. – Antoine Rivarol De ziel zou geen regenboog hebben als de ogen geen tranen hadden. – John Vance Cheney Het verbodene is in de islam verbonden aan de eerste maand, muharram. Het verbodene is dus verbonden aan een tijdperk, en gaat in dit geval om de oorlog, zoals er wel meerdere maanden zijn waarin de oorlog verboden is. De mens moet eerst aan bepaalde voorwaarden voldoen voor de demonologie. De tweede maand is dan juist een oorlogsmaand. We kunnen de boom van kennis dus alleen benaderen door de logistiek. De betraande kus van Ezau is een vreemde kus. Ezau was altijd een vreemdeling in zijn eigen land, omdat hij een wildernis mens was die de logistiek kende. Hij was niet snel van vertrouwen, maar toch werd hij bedrogen door Jakob, misleid, omdat hij in een positie van honger terecht was gekomen. Ook Adam werd in een onbehoed moment door Eva misleid. Adam is ook het wortelwoord van Edom, het volk van Ezau. Ezau was de huilende misleidde. Hij was in een valstrik gelopen. Waarom ? Omdat hij moest mengen. Hij moest opgenomen worden. Dat is ook de hebreeuwse betekenis van arab, wat ook donker worden betekent, en wat verbonden is aan de wildernis, de arabah, als het terugkeren tot de donkere moederschoot. Daar staat ook geheel arabië voor, rb, ook verbonden aan de rjb, r'b maand van de islamitische kalender, als de maand van de ontwapening. Alleen door de ontwapening komt de mens tot de wildernis, en dat is dus tegelijkertijd leidende tot de ware bewapening van de tranen van Ezau. Arab is een woord van verzoening in het hebreeuws wat tot uitdrukking komt in de betraande kus van Ezau. Dit kan alleen in de logistiek plaatsvinden, de maand na de ramadan (shawwal) wat als het sieraad van Ezau is. Ook lezen we in Genesis 28 dat Ezau een ismaelitische vrouw toevoegt, genaamd Makalat, een dochter van ishmael, wat verzwakken betekent, minderen, want Ezau moest minderen, zoals de profetie uit hoofdstuk 27 sprak. Makalat was de ramadan van Ezau, opdat hij tot Adah zou komen, zijn sieraad van de logistiek, oftewel zijn shawwal maand na de ramadan, wat de maand van de opname is. Hierin ontvangt hij zijn halsketen en de heilige gebondenheid. De nadruk op de ramadan, die nodig is voor het betalen van de zakaat, de armenbelasting, in de islam, is een vervulling van de profetie van Genesis 27 dat ezau ver van de vette streken der aarde zou leven, en zonder dauw des hemels van boven. Maar daarna als hij tot goede oefening zou komen (vgl. areta), dan zou hij het juk van zijn broeder Jakob verbreken en overwinnen. Dat gaat om de logistiek na de ramadan. De vrouwen van ezau stonden voor deze natuur dynamieken. Hij zou niets zomaar gedaan kunnen krijgen. Hij moest volharden. De islam was ontwikkelingshulp communisme, het communisme van de armenbelasting, van de eerlijke verdeling, als een zorgzame natuurmoeder, nog voordat het Russische communisme kwam opzetten. De islam is een natuurcommunisme. Dat is waar het in de logistiek om gaat. Er is dus een groot verschil tussen natuur-communistische logistiek en stadskapitalistische logistiek. Dit lag

allemaal verborgen in het logistieke sieraad van Ezau. Het was een natuursieraad. Ezau moest tot dienstknecht worden van de natuurgodin, van Eva, zoals Adam dat was. Daarom is er een strijd tussen Abadja, de abad, dienstknecht, van jah, havah, oftewel Eva, en Edom, het volk van Ezau. Ezau moest eerst verbroken worden en vernederd, opdat hij zou kunnen dienen. Abadja:6 Hoe wordt Esau doorzocht, worden zijn verborgen schatten opgespoord ? :2 – Zie, Ik maak u klein onder de volken: gij wordt diep veracht. Hiertoe is de islamitische kalender een beeld. De mens moet hier doorheen om een abad-ja te worden, een dienstknecht van eva. Uiteindelijk was het de hoogmoed en overmoed van ezau die hem had misleid. Dit wordt in het boek Abadja aan de kaak gesteld. Jakob kan in dit opzicht ook de zonde van Ezau zijn, of zijn ego. Daarom moet Ezau Jakob overwinnen, en zal hiertoe in staat zijn, zoals Genesis 27 profeteerd, door areta. Dit is dus iets wat in Ezau zelf moet gebeuren. Dit gebeurt alleen als Ezau door zijn volharding in de oefening komt tot de diepte van alles. Hij moet leren inzien dat het ware communisme een toetsen is aan de context van alles. Hoofdstuk 28. Wie is Sheda ? Sheda spreekt altijd mee met de meerderheden, en spreekt altijd de minderheden tegen. Sheda is laf en staat altijd aan de kant van de machthebbers, altijd aan de kant van de elite. Sheda weet het altijd beter en twijfelt niet aan wat zijn hogeren hem vertellen. Sheda is laks. Sheda wil altijd meer, altijd meer kracht. Sheda haat zwakheid, en veracht het. Sheda wil altijd de gemakkelijke weg volgen. Sheda heeft geen diepte. Sheda is krokodils. Hap, slik, weg. Sheda strijdt tegen de moeder en het kind. Sheda volgt altijd de valse mannelijkheid. Hij zal er geen traan om laten vallen. Sheda is altijd ondankbaar, maar dankbaar naar zijn hogeren. Sheda is een informant. Je zou er niet goed van worden. Als je met dit beest samen in een oerwoudsrivier ligt, dan moet je maken dat je wegkomt. De hele maatschappij is zo ingericht. Je ziet het overal om je heen. Maar het is geen echte krokodil. Het is iets mechanisch, een stadse karikatuur van een krokodil. Daarom is het zo belangrijk door de hele ramadan maand heen te gaan, door het minderen, totdat de shawwal maand aanbreekt, de maand van de logistiek, van het wie, waar, wanneer en hoe. Ben je op de juiste plaats, in de juiste verhouding, tegen de juiste prijs ? Zo niet, dan val je in de handen van Sheda. De mens moet loskomen van het sheda apparaat. Toen het sheda apparaat aan mij getoond werd was er een luid gegil. Het was vlak voordat ik in slaap viel, zodat ik nog net even wat op kon schrijven. Ook Ezau moest ontkomen aan het sheda apparaat, aan de gehoorzame Jakob die altijd maar ja en amen zei naar wat zijn hogeren hem opdroegen. Ezau was rebels tegen het sociale systeem. Ezau was een eenling, altijd in de natuur, altijd op zoek naar diepte. Jakob zag er altijd netjes uit. Geen haartje door de war. Alles lag keurig in een scheiding, en als ze in die dagen stropdassen zouden

hebben verkocht, dan zou Jakob er zeker één genomen hebben. Het was een keurige, nette, gehoorzame, goede jonge man waarvoor gedacht werd. Hijzelf hoefde niet na te denken. Hij was keurig aangekleed volgens de laatste mode. Er lag altijd een brede glimlach op zijn gezicht, en dat terwijl zijn broer de huilende in de wildernis was, zoals Jezus en Jeremia. Het kon Jakob niet deren. Jakob was een bedrieger. Daar leefde Jakob voor. Natuurlijk zien we in het latere leven van Jakob dat deze stadse houding werd rechtgezet op Pniel, waarin hij in gevecht was met God, en hij moest werken, hard werken, voor elke cent en ieder bezit, en werd zelf ook bedrogen. Uiteindelijk begon hij Ezau meer en meer te begrijpen, en uiteindelijk ontving hij de betraande kus van Ezau, en was een veranderd mens, een mens die ook Ezau in zich droeg en het koesterde als zijn laatste bezit. Aan het einde van het verhaal had Jakob het sheda systeem overwonnen. Wij kunnen het sheda systeem alleen overwinnen door onze tranen, door de rebelse tranen van Ezau, door terug te keren tot de wildernis, waar deze rivier van tranen stroomt. Soms is het geen tijd om nederig te zijn, maar moeten we woest zijn en rebels, anders hebben we deel aan de zonde van het sheda systeem. De mens moet breken met de stadse heks, Kakia, en breken met het sheda beest waarop zij rijdt. Dit is geen echt beest, maar een nagemaakt beest. Het is een machine, waar heel veel aan mankeert. Er is dus hoop voor de mensheid. Sheda zal altijd de meerderheid volgen, maar valt de eenling aan. Sheda weet het altijd beter, en laat zich nooit ompraten. De heks, Kakia, rijdt op haar beest. Een hele stoet volgelingen achter haar aan. Maar Jakob en Ezau volgen haar niet. Zij hebben elkaar omarmd en elkaar gekust. Zij huilden in elkaars armen en verzoenden zich met elkaar. Ook voor ons ligt deze boodschap : 'Gaat uit van Kakia, ga uit haar weg, opdat gij geen deel hebt aan haar zonden en aan de plagen die over haar zullen komen.' Dit houdt dus tegelijkertijd in dat we niet met haar hondje, Sheda, moeten spelen. Met huid en haar zal dit hondje ons opvreten als we te dichtbij komen. Kakia laat graag haar hondje zien. In de nacht is het een groot beest waarop zij graag rijdt. Dan gaat zij naar de zee, met een heleboel doodse volgelingen. Allen dragen zij maskers. Zij zijn in een grote oorlog, om uw en mijn ziel. Wee de aarde en de zee, want Kakia is tot hen nedergedaald. Zij is hevig opgemaakt met giftige parfum. Met Sheda is zij op weg naar een vervroegd pensioen. Ook als jonge vrouw heeft zij haar oma knotje al in. Haar haar mag niet door de war gaan. Zij staat de hele dag voor haar spiegel, en kucht, want zij is de allerschoonste, en wat zijn de anderen lelijk en vies. Het is altijd weer de ander. Het spiegeltje van Kakia liegt, zoals haar hondje Sheda, de kleine klikspaan. Alles werd geraporteerd, zelfs de kleinste dingen. En zij liegen, liegen, zoals Jakob eens deed. En zo komen wij tot een bitter kruis van Ezau in de natuur, een kruis van rebelse tranen, van oorlogstranen. Ezau was de bedrogene, zoals wij ook bedrogen werden in deze wereld, door de stad. De stad spiegelde alles verkeerd voor, omgedraaid. Wat wit is was zwart, en wat zwart is was wit. Sheda draaide alles om. Ezau werd erdoor verpletterd en was meer dood dan levend toen hij uiteindelijk weer in de wildernis kwam. Hij wist dat hij toen dieper dan ooit moest, want Sheda was naar hem op jacht, door Kakia uitgezonden. Hij moest op zijn hoede zijn. Sheda kon achter elke boom zitten. Hij moest oppassen met wat hij at, oppassen met wat hij dronk. Elke stap kon de laatste zijn. Ook Ezau moest tot Bakkah gaan, tot Mekka, waar Ishmael een schuilplaats had gebouwd, samen met Abraham. Dat is de islam. Laten we daarom nu het nog kan de islam met het christendom verzoenen, want er zal een nacht komen waarin niemand nog kan werken, zoals Jezus sprak, en die nacht wordt ook in de islam besproken. Het is niet iets voor de meerderheid, maar iets wat in jezelf moet gebeuren, en dan zal vanzelf het overblijfsel getoond worden. Dat zijn de sleutelpersonen voor je leven, die een archetype ergens van

voorstellen, diep in jezelf. Leer de sleutels om je heen te ontdekken, en grijp niet naar de giftige sleutels van Sheda. Net als Ezau zijn we in dit mijnenveld. Wij mogen daarom de logistiek van de natuur leren, de Ezauitische logistiek, door de shawwal maand, opdat we tot de dulqida maand van de geoefendheid zullen komen, de maand van Areta, opdat wij de betraande kus van Ezau ontvangen. Zo zullen ook wij uiteindelijk Bakkah, Mekka, bereiken in de daaropvolgende maand, de dulhijjah. Dan is de cirkel van de maanden weer rondgeworden en beginnen we weer bij de eerste maand, de muharram, waarin we zullen zien wat het daadwerkelijke verbodene is. Op de tiende dag wordt het Ashura feest gevierd, de dag waarop Israel tot de wildernis kwam in de exodus. Telkens weer mogen we in onszelf dit feest vieren. Het is een heilsfeit wat ook heel persoonlijk mag worden, en telkens weer opnieuw beleefd mag worden. Ook het binnengaan van Bakkah, Mekka, is een groot feest. Dit zijn allemaal nuttige, symbolische feesten binnen de mens zelf. Dat hoeft niet op gezette tijdstippen, zoals deze kalender dus ook een schuivende kalender is, de zogeheten maan-kalender. We mogen het metaforisch, filosofisch toepassen. Het Ashura feest van de exodus komt ook weer terug in het feest waarin Adam tot de Assur boom kwam, oftewel de boom van kennis. Zo kwam hij tot een diepere dimensie. De mens in de stad wordt namelijk vaak in de waan gelaten alsof hij zich in het paradijs bevindt. Zo bedrieglijk kan de stad zijn. Maar dan moet de mens tot de boom van kennis, de boom van Assur, komen, net als Adam, om van haar vrucht te nemen om te ontwaken, in de gnostische theologie. Sheda is op jacht. De mens slaapt. Alleen de enkeling zal ontwaken. De rest zal doorslapen. Wat is het een mooi en feestelijk moment als de enkeling die tot het einde toe heeft volhard dan een andere enkeling vindt, zoals Jakob en Ezau elkaar na lange tijd vonden en elkaar kusten onder tranen. De betraande kus draagt dan de gehele natuur van kennis met zich mee, en ze konden elkaar versieren met de hemelse filosofieën die ze hadden geleerd. Dan is de bedevaart tot Bakkah, Mekka, tot zijn doel gekomen. Alleen de natuur kan de één tot twee maken. De stad maakt hier altijd weer een karikatuur van door haar Shedaitische flutromannetjes van hoogmoed en overmoed. Worden de armen erbij betrokken ? Neen. Altijd maar weer gaat het over de rijken en succesvollen die elkaar hebben gevonden. Aan de armen wordt niet gedacht. Die krijgen geen liefde. Het is alleen voor de Shedaitische elite. Dag en nacht staan ze voor de spiegel, geen haartje door de war. Zowel man als vrouw hebben tegenwoordig oma knotjes in. Vervroegd met pensioen gegaan. De natuur is vies. Gelukkig hebben ze hun luxe troep om hen tegen de natuur te beschermen. Hun knalfelle rode nagellak, en hun knalrode lipstick die je van vijf kilometer afstand al kunt zien als een waarschuwingsbord : 'Verboden voor de natuur.' Nee, in chemische, ziekelijke troep verlustigen zij zich, opdat ze aan de armen niet meer hoeven te denken. Totaal dement. En islamofobisch, want de belangrijkste boodschap van de islam was de armenzorg, de ontwikkelingshulp belasting, waardoor alles eerlijk verdeeld werd, oftewel het islamitische communisme. Nee, dat gaat te ver voor de shedaitische elite. Ze zouden er eens door besmet worden. De shedaitische elite is al totaal verkankerd. Zij willen niet meer genezen worden, want dat doet teveel pijn, en pijn is vies, want dan moet je de ander weer voelen. Ze voelen niet. Ze verbeelden slechts. Allemaal pretentie. Wie, waar of wat ? Het zal hen allemaal een rotzorg zijn. In hun rolstoel rijden ze overal naartoe met hun flutromannetjes waardoor ze zich de koning en de koningin wanen. Kakia is getrouwd met Sheda. Het perfecte huwelijk noemen ze dat. Getrouwd met een rol closetpapier. De hele dag maar op de wc zitten om alles eruit te poepen. Weg, weg, weg ermee. Wij verdiepen niets, wij willen dat allemaal niet. Weg ermee. Hup, poep het er maar uit. Lekker de hele dag doorpoepen op de wc, spiegeltje in de hand. Tekeningetje erbij. Hup, bedrieg de zaak maar. Lekker poepen op je troontje de hele dag door, over anderen heen. Geboren op de wc. Dan weer even wat flutromannetjes lezen. Hup, wat is het leven toch mooi. En maar weer poepen. Zo gaat dat daar de hele dag door. Dat is wat het grote bedrog van de stad doet. Ze zijn er blij mee. Hoeven ze ook niet na te denken. Het zijn

kinderen die nooit opgroeien, en weer babies worden, als varkens rollende door de modder. Daarom vluchtte Ezau, en daarom was Ezau rebels. Daarom moest de islam komen, en daarom moet het christendom verzoend worden met de islam. Daarom moet een mens tot Bakkah komen, tot Mekka. Wat is het ? Jeremia zei : Vlucht zolang het nog kan. Het vreemde zal komen. Jeruzalem en haar tempels zullen branden. Maak dat je weg komt. Blijf niet staan of treuzelen. Wie geeft er gehoor ? Alleen de eenling zal gehoor geven, alleen de Ezauiet. De mens droomt, de mens waant, en het zijn allemaal parasieten, en de mens liegt, liegende totdat hij brandt. Jeremia kijkt op een afstand naar het brandende Jeruzalem en schudt zijn hoofd. 'Had ik het niet gezegd ?' Maar de mens leest liever flutromannetjes. De mens denkt dat hij in een koeken wonderland is gekomen en grijpt maar raak, van koek tot koek, en maar vreten en poepen. De hele dag door. Waak ervoor. Je wordt zo meegesleurd met deze smerige, stinkende rivier als je niet oppast. Zij leven niet meer. Het is de dood zoekende de dood. Wie is Sheda ? Er is maar een bepaalde tijd voor de mens aangesteld om dat raadsel op te lossen, anders zal Sheda ook die mens meesleuren in het verderf. Hoofdstuk 29. Het Ezauitische pad in de vur Alles is netjes in de stad, alles is keurig en geordend in de stad, alles is op z'n plaats. Er kan niets meer bij, alles is al helemaal in een eigen hoekje betutteld, er kan geen vieze vreemdeling meer bij. Ook de natuur is niet welkom, daar gaat direct een gifspuit tegenaan. Ishmael en Ezau waren natuurmensen, en die kwamen nogal vaak onder de modder thuis. Altijd waren ze te vinden in de wildernis, en op een dag hoefden ze ook niet meer terug te komen. De stad had het helemaal gehad met hen. Toen kregen ze een stempeltje op. Het waren woestelingen, als een storm, de oerchaos. De stad had alles al in hokken en vakken verdeeld, alles was al in dozen, en iedereen had al een passend hoedje op. Dus waarom moesten Ishmael en Ezau dan roet in het eten gooien ? Ishmael en Ezau stonden voor de twijfel, de onzekerheid, het toetsen, want de zelfverzekerdheid en oververzekerdheid van de stad was vals en overmoedig. Oh, wat was de stad hoogmoedig en egoistisch. Ishmael en Ezau konden er niet meer tegen. Ze hadden lak aan al die rechten en wetten, en alle spelletjes van status en familie positie. Ze verlieten de veilige stad om op zoek te gaan naar de verloren en vergeten schapen in de wildernis, de armen, de verbannenen. Hiertoe bouwden ze Bakkah, de oorspronkelijke naam van Mekka, als een schuilplaats voor de verworpenen, de achtergelatenen, de vals beschuldigden. Daarom begint de Vur ook met het boek de Orkaan, oftewel de oerchaos, de oertwijfel, als wapen tegen de valse, overmoedige zelfverzekerdheid en oververzekerdheid van de stad. Het gaat over het wachten op de bijzondere, speciale nacht, over het geduld. Ongeduldigen hebben alles al geordend. Zij wachten niet, dus maken er zelf een potje van, bouwen zelf een feestje en nemen het recht in eigen handen. Geen tijd om te lijden, geen tijd om advies in te winnen, onderzoek te doen. Neen. Alles moet snel, snel, liever afgerafeld dan helemaal niet. Nee, deze dag is vals. Daarom moet de nacht komen. En dan zal de mens op zoek moeten gaan naar de bijzondere nacht, maar de mens zal het niet vinden, omdat de mens eerst aan zichzelf moet sterven. Daarom zegt de Vur ook : 'wie zoekt zal niet vinden.' Het kan niet geforceerd worden. Het is iets van de natuur. Daarom moet

geduld geleerd worden. Alleen de geduldigen kunnen de zakaat betalen, de armenbelasting. Het is iets persoonlijks, iets diep binnenin, als een gewoonte, een natuur. Zij die zomaar een keer een goede daad verrichten, af en toe wat goede werken doen, zullen het niet halen. Het moet de persoonlijkheid van de mens zijn, het karakter. Goede daden op zich zullen weer vergaan. Het gaat erom je leven te geven, door in geduld aan jezelf te sterven. Alleen de oerchaos, de orkaan, kan hier doorheen komen, haar weg vinden, tot het paradijs, stelt de Vur in het eerste boek. Alle herinneringen die het mensenleven ziekelijk geordend hebben moeten het vuur in. De twijfel moet weer komen. Weg met al die valse zekerheden van dit is dit, en dat is dat, en die is zus, en die is zo. In de stad hebben ze altijd het hoogste woord en altijd wat op de ander aan te merken, in oppervlakkigheden : 'Oh, kijk eens hoe die zijn haar heeft zitten.' 'Oh, moet je die broek zien.' En ga zo maar door. Om ziek van te worden dat ze het altijd over uiterlijkheden hebben. Ook bij ons in de familie vroeger bij de tv. Het is alles waar ze het over kunnen hebben. Je zou wel met een geweer het beeldscherm aan flarden willen schieten. De stad aanbidt het boze oog, en ze hebben alles verdraaid. Het oog liegt. Sluit je ogen als je wil leven. We zijn in het oerwoud, en de roofdieren gebruiken gevaarlijke kleuren en vormen om de mens te verleiden en te bedriegen. Geloof niet wat je ziet, want het is uitgezonden om je te doden. Een stuk vlees is alles wat je voor hen bent. Het zijn jachtspatronen. De mens is totaal gevloerd. Dan zitten de omaatjes breiend bij de tv. 'Nou zeg, moet je die lippen van die vrouw eens zien,' wordt er dan gezegd. Nee, zij hebben lekkere bekjes wouden ze zeggen, met hun oma knotjes in en hun uitpuilende ogen die altijd de ander naar beneden willen praten opdat ze zelf hoog en droog veilig zijn onder moeder's vleugels. Het zijn afweertaktieken. Ze praten over de ander, zodat er niet over hen gesproken kan worden. Als er dan wel iets over hen wordt gezegd, dan zeggen ze : 'Ik zei het het eerst.' Alsof het daar om gaat wie wat het eerste zegt, wie het eerst komt die het eerst maalt. Maar hiermee zijn ze shedaitisch geprogrammeerd dat het niet om de waarheid gaat maar om wie er het eerste wat zei of deed. Net zoiets als wie het eerste de ander door de kop schiet heeft altijd gewonnen. En zo lijden de geduldigen tijdelijk onder dit gedrocht. 'Get them before they get me,' denkt dit gedrocht, maar zo maak je natuurlijk geen vrienden, en zo zul je aan het einde geheel alleen en eenzaam overblijven, en is er niets meer voor je over. Je hebt alles in je overmoed weggemaaid, de schepen achter je verbrandt. Daarom : vuur in de herinneringen. Er is een pad van diepere dromen hier doorheen, stelt de Vur (1:21). Staar eens naar de vissen in de rivier in plaats van naar je herinneringen (1:22). Maar dat is een oorlog, want de herinneringen slaan dan weer toe, en dan moet de mens tot de oerchaos komen, de woeste rivieren, en komen tot de paardrijders, stelt de Vur in het eerste boek. In de tweede bijbelse mythologie reed Adam op het rode paard van Ezau, dieper de wildernis in. Ook in het boek Openbaring wordt dit rode paard getoond, wat zal komen om oorlog te brengen, de valse vrede van de aarde weg te nemen. Het zal rebelsheid brengen, zij die durven deze woeste rivier over te steken, contact te maken met het vreemde, als een brug tussen het christendom en de islam. De mens moet weer durven twijfelen, want dat is de enige brug over deze rivier heen. Zelfverzekerden zullen in deze rivier vergaan. Twijfel niet weinig, maar veel. De twijfel is de wever van de komende wereld. Dat is ook wat de stormbloem is in de Vur, het geheim van het alles achterlaten. Alleen als je dingen weer in twijfel durft te trekken zal dit gebeuren (boek 119). Ook Adam moest het pad van Ezau op, moest zijn eerstgeboorterecht verkopen, opgeven, zijn paradijselijke rechten, om de diepte van de kennis in te gaan, op het rode paard van Ezau, dieper in de buitenwildernissen van het paradijs. Hij verloor ook alles, en zocht het onder tranen, maar tevergeefs. De tranen brengen ware vruchtbaarheid. Eerst moet de mens sterven aan zichzelf en zijn herinneringen.

Hoofdstuk 30. Ramadan – de spanning tussen pasen en pinksteren Sheda is de stad van Kakia, die de mens geheel insluit. Je krijgt een huisje en daar ga je, tenzij je in de natuurlogistiek bent. Anders zullen de muren je opvreten, en dat doen ze toch wel. Hoe kan de mens uit Sheda ontsnappen ? Door de logistiek, de shawwal maand na de ramadan. Maar velen komen nooit door de ramadan maand van het vasten en minderen heen. Ze stoppen ergens halverwege. Zo komen ze tot de valse logistiek van Sheda. God is niet iets of iemand, geen zelfstandig naamwoord, maar een werkwoord, een staat van zijn. David had een zieleworsteling met God in Psalm 39, en dat is wat het gebed is. 13 Hoor mijn gebed, Here, en neem mijn hulpgeroep ter ore, zwijg niet bij mijn geween, want ik ben een vreemdeling bij U, een bijwoner gelijk al mijn vaderen. 14 Wend uw blik van mij af, opdat ik mij wederom verblijde, eer dat ik heenga en niet meer ben. Hij noemt zichzelf een vreemdeling omdat hij in een vreemd land was gekomen, als een balling. Al het godsgebeuren was hem een beetje teveel geworden. 2 Ik had gedacht: ik wil mijn wegen bewaren, opdat ik niet zondige met mijn tong; ik wil mijn mond met een muilband bedwingen, zolang de goddeloze voor mij staat. 3 Ik was verstomd, sprakeloos, ik zweeg, verstoken van het goede; maar mijn smart werd heviger, 4 mijn hart gloeide in mijn binnenste, bij mijn verzuchting laaide vuur op; ik sprak met mijn tong – 10 Ik ben verstomd, ik doe mijn mond niet open, want Gij zelf hebt het gedaan. Hier zien we hetzelfde vuur als bij Jeremia die het niet meer kon tegenhouden. Eerst moet de mens door de ramadan ervaring, het vasten, het minderen, het hongeren, het verstommen, en dan zal de natuur vanzelf de mond openen wanneer het nodig is in de logistiek van de daaropvolgende shawwal maand. Je mond zal dan geopend worden op de juiste plaats, tegen de juiste persoon, op het juiste tijdstip, in de juiste hoeveelheid, en in de juiste verhouding. Dit zijn de vreemde tongen die de mens moet ontvangen, zoals op het pinksterfeest gebeurde. Echter, dit was in Israel het oogstfeest. Er wordt dan uit het boek Ruth gelezen, het boek van de oogst. Ruth sliep op de dorsvloer aan het voeteneinde van Boaz, en zij werd ervoor beloond dat zij niet met andere mannen

was meegegaan, zoals Heracles aan de voeten van Areta sliep in de wildernis, en ervoor werd beloond dat hij niet met Kakia was meegegaan. Het zijn metaforische verhalen over geduld, over het volbrengen van de ramadan totdat het natuurzoete shawwal feest aanbreekt. Hoe kan een mens iets doen of zeggen buiten het oogstfeest om ? Dat is wat Kakia de mens aanbiedt, maar het is vals en leidt tot de dood. Ruth trouwde met Boaz op grond van oogst principes, zoals ook Heracles omgang had met Areta op basis van oogst principes. Zonder de natuur erbij te betrekken en geduld te oefenen is alles waardeloos en geforceerd. Daarom leidde Calvijn de mens tot de put waarin de mens zijn eigen wil moest verliezen en onderworpen moest zijn aan de wil van de natuur, oftewel de oogstkennis. De uitverkiezing was dus in diepte gewoon puur een oogstfeest, en de relatie die de mens had met God. Zo werd het kaf van het koren gescheiden. Er is dus een groot verschil tussen het vuur van de stad en het vuur van de natuur. Het vuur van de natuur is meer een subtiele vurigheid. Ragnarok, oftewel de Noord-Germaanse ramadan, loopt over in de komst van Surtr, de komst van het natuurvuur. Surtr komt daarvoor op zijn schip met de doden en de bewoners van hel, tegenwoordig uitgebeeld door het sinterklaasfeest, wat ook gelijkstaat aan het suikerfeest ter afsluiting van de ramadan in de islam (id-al-fitr). In de Noord-Germaanse mythologie worden dan de bruggen tussen de goden en de mensen afgebroken, als een strijd tussen het kapitalisme en het natuurcommunisme. Dat is dan ook wat het surtr feest is, of het suikerfeest, dat de mens de context gaat zien, en dat er gelijkheid zal zijn, waarvan het communisme een symbool is. In Israel komt het oogstfeest dus na het paasfeest. In Israel is het pasen de viering van de exodus, waardoor het volk tot de wildernis kwam om te hongeren om zo los te komen van alles, en op het hoogtepunt daarvan was er het oogstfeest. Dat is in het christendom ook de spanning tussen pasen en pinksteren. Het laat zien dat er voor alles geduld nodig is. Ragnarok werd in het Zuid-Germaanse de godenschemering genoemd. Hierin zouden de goden ten onder gaan, opdat de mens de eigen verantwoordelijkheid zou leren. Ook de mens zou ten onder gaan. Er zou een andere schepping komen. Het is een beetje als de afgod van de stad die aan het kruis moest sterven opdat het vreemde zou kunnen komen, oftewel de spanning tussen pasen en pinksteren. Surtr is dus het pinksterfeest van het germanendom, waarin het natuurcommunisme de ware verzoening is. Het zijn uiteindelijk hele zoete momenten die maar kort duren, want daarna moet de mens de logistiek in van de shawwal maand. Er moet werk gedaan worden. Vandaar dat de mens zich niet blind moet staren op het suikerfeest. In het suikerfeest wordt er ook heel veel vernietigd, wordt er een offer gebracht voor de armen, opdat de natuur weer in balans komt. Surtr komt met het natuurvuur. De tweede bijbelse mythologie van de Vuh stelt dat het natuurvuur voort zal komen vanuit de oermelk. Het zal de dag zijn waarop het ijs zal branden, en dit is puur metaforisch natuurvuur. Het zal de gehele wereld op z'n kop zetten. De mens komt dus niet tot het suikerfeest door een jaartje ouder te worden, zoals het bespottelijke verjaardagsfeest stelt, maar alleen door het proces van de ramadan, de tocht door de wildernis, volledig te begaan. Hierin mag de mens dus niet sjoemelen, niet afrafelen, niet spijbelen, zoals bij het verjaardagsfeest. De mens moet stoppen de feesten van Kakia te vieren en moet terug keren tot de natuurfeesten van Areta in de wildernis. Dit zal geen letterlijke, vaste kalender zijn, maar een symbolische, logistieke natuurkalender. De uittocht door Mozes tot de wildernis ging maar half de wildernis in, en raakte toen vast in Kakiaitische afgoderij. Daarom stelt de Bilha dat de ware exodus behoorde tot het volk van Ismael, die in diepe verworpenheid tot het vreemde land kwam (Bakkah, Mekka), in de diepte van de wildernis, de ramadan, oftewel de hongertocht, volledig volbracht. Dat is het ware suikerfeest.

Zoals er dan een opname is in de shawwal maand na de ramadan door de shawwal godinnen in de exegetische islam, zo is dit de opname door de valkyries in het Noord-Germaanse en door de walkuren in het Zuid-Germaanse. Ook Heracles werd door zijn tocht in de wildernis, door het achterlaten van Kakia, opgenomen door de Aretaitische godinnen. Al met al is dit ook de ware opname in het NT waarover Petrus en Paulus spreken. Beiden waren zij Aretaieten die Areta verwachtten in de Griekse grondtekst. Dit is pure mythologie, want Areta betekent geoefendheid en initiatie, vaardigheden, wat dan ook de daadwerkelijke betekenis is van de opname. Zij die geen vaardigheden hebben aangeleerd op dit niveau zullen dus niet tot de opgenomenen kunnen behoren. Mozes mocht het beloofde land niet binnengaan, omdat hij het volk had laten vastlopen door zijn overmoed. Het volk moet dus verder gaan, door de Mosaische mythologie te overstijgen, te komen tot het pad van Ishmael die uiteindelijk wel Bakkah, oftewel Mekka had weten te bereiken, omdat hij diep genoeg op zijn hongertocht de wildernis was ingegaan, en niet overal kakiaitische offerplaatsen en vestigingen had lopen bouwen zoals Mozes dit deed. Ook Jeremiah wijst op het Ishmaelitische pad, het pad van het vreemde. Het paasfeest heeft me altijd geinteresseerd, wat dus oorspronkelijk het hongerfeest in de wildernis was in het Judaïsme, oftewel de Israelitische ramadan. Zo kon de oogst dus gezuiverd worden. De natuur brengt altijd een oogst voort door het minderen, door het sterven, niet door het meerderen. Dit in tegenstelling tot de kakiaitische stad, tot Sheda. Er is wel een soort van shedaitische ramadan in de stadse, shedaitische kalender van Kakia. Dit is strict een vrouwen-ramadan, alleen voor vrouwen dus, de nachteld genoemd, omdat het om een gescheiden kalender gaat, verschillend voor man en vrouw. In de islam is het suikerfeest pas na de ramadan, maar in de sheda religie van de stad is er een groot suikerfeest in het midden van de vrouwen-ramadan, om de ramadan te onderbreken. In de stad moeten de vrouwen minderen, de vrouwen hongeren. De mannen hoeven dit niet. Discipline is iets voor vrouwen, en zo ook uiterlijkheden. Schoonheid is iets voor de vrouw. Dat wil niet zeggen dat mannen niet ijdel zijn in de stad, maar het kan de kakiaitische vrouw vaak niet zoveel schelen, want alles draait om haar eigen kuisheid. Het moet zo kuis mogelijk, vooral in de vrouwen-ramadan. De man hoeft dat allemaal niet. De man moet vaak rijk zijn, stropdas om, grote auto, zodat de vrouw een goed suikerfeest kan vieren in het midden van de ramadan. Pure godslastering, maar onderdeel van de sheda religie in de stad van Kakia. Dit feest wordt uitbundig gevierd met veel felle rode nagellak, als snoepgoed gesmeerd op de nagels, en knalfelle rode lipstick op de lippen. Zo eert de vrouw het suikerfeest goed. Als een man misvormt is door zijn ramadanloze levensstijl in de vorm van uit de kluiten gewassen spierbundels, als karikatuur van de man, dan kan de kakiaitische vrouw dat ook niet schelen, want voor de man draait het toch niet om het uiterlijk, maar om zijn portemonee en zijn grote auto. Een groot huis is dan ook mooi meegenomen. Zo kan de vrouw ook nog eens uitbundig haar snoepfeest vieren. En omdat het de vrouw toch niet kan schelen gaat de man zich rustig te buiten in het opblazen van hemzelf, opdat hij met zijn grote misvormde spierbundels over de domme vrouw in de stad kan zegevieren. Alle ijdelheid en discipline, alle ascese, draait immers om de vrouw. De domme man denkt voor zichzelf dat kwantiteit gelijk staat aan kwaliteit, dus die blijft zichzelf opblazen als hij niet slim genoeg is voor de stropdas. Dan heeft hij in ieder geval wat, denkt hij. Geen geld, dan maar grote spierbundels, maar zelfs veel kakiaitische vrouwen trappen daar niet in, want het laat vaak de luiheid zien van de man. Veel kakiaitische vrouwen willen gewoon geld zien. Er zijn verschillende ramadans voor de vrouw in de shedaitische kalender. Ook is er een rajab maand van ontwapening, want de vrouw moet wapenloos zijn en blijven. Wapens is iets voor de man. De kakiaitische vrouw schenkt geen aandacht aan de demonologie. Daarvan moet ze geheel ontwapend worden. Ook is er een shawwal maand van de stadse logistiek als een soort oogstfeest voor de vrouw. Bij de kakiaitische vrouw draait alles om het suikerfeest. Zoet moet ze zijn, en zoet

moet ze blijven. Het suikerfeest wordt te pas en te onpas gevierd, het hele jaar door, en kinderen worden er ook bandeloos mee verwend. Het hoogtepunt voor de vrouw is dan ook de suikermaand zelf, de Jane Ewling maand, genoemd naar een klein meisje die verzot was op snoep en in allerlei gedaantes kon veranderen om dit te krijgen. Het is het absolute hoogtepunt van de shedaitische kalender, en wordt ook wel de bedevaartsmaand genoemd. De hele maand door wordt Jane Ewling uitbundig vereerd, en worden er vrome pelgrimstochten georganiseerd naar het graf van Jane Ewling ergens aan de rand van de natuur. Deze maand wordt voorafgegaan door de shaban maand, waarin de vrouw haarzelf afzonderd en haarzelf voorbereid op de suikermaand, de maand van Jane Ewling. Het is een belangrijke drie-eenheid voor de shedaiet : Kakia, Sheda en Jane Ewling. Jane Ewling is het snoepmeisje, als het snoephuisje van de heks van Hans en Grietje. Dat is wat de stad is, lieve mensen. Laat je niet, nee nooit, bedonderen. Kakia is op jacht, en heeft de mens al gevangen. Ook de suikerfeesten middenin de vrouwen-ramadans worden Jane Ewling feesten genoemd, de kleinere Jane Ewling feesten, en zo wordt haar feest het hele jaar door gevierd. Het is een bepaalde vorm van Kakia, als haar innerlijke verwende kind. Ik kan me herinneren dat ik op een economische hogeschool ging rondkijken vanwege beroepskeuze. Ik kwam er kotsmisselijk weer vandaan. Alles draait daar om geld. Daar moet je dan de hele dag mee bezig zijn. Puur zielsdodend. Maar velen kiezen hiervoor, ook in mijn familie. Die ging er naartoe, en die. In de stad draait alles om geld. Zo ook in de sheda religie van Kakia. Geld, geld en nog eens geld. De vrouw vast hiervoor, opdat zij een grote geldoogst zal hebben, in de vorm van de stadse man. Zo worden huwelijken gesloten, op die basis, en zo brengen zij geld-parasieten voort vanuit een zwart gat in het universum. Ontwaakt, gij die slaapt. De vrouw viert de nachteld maand, oftewel de vrouwenramadan, als een ijdele discipline, voortijdig onderbroken door het suikerfeest. Even bijkomen, even bijtanken. De man in de stad heeft al helemaal niks met de ramadan maand te maken. Dat is een werkpaard. Die moet verdienen, vermeerderen, niet verminderen. De kakiaitische vrouw zal er voor zorgen dat ze een goed werkpaard koopt. Kan ze geen stropdasman vinden, rijk, met grote auto, dan moet ze met minder genoegen nemen. Maar als alles mislukt dan kan ze altijd nog verwen-omaatje worden, en dat wordt ze toch wel, want ze houden er immers allemaal van om lekker vervroegd met pensioen te gaan. Al snel voelen ze zichzelf te oud om nog te leren. Daarom, hup, op jonge leeftijd al het oma knotje erin gooien, en de oma oorbellen in. En maar suikerzoet doen, want dat is immers vrouwelijk in de stad. Dan gaat ze zolang het nog kan op zoek naar haar gehoorzame, brave stropdasman, zo zeker van al zijn meegekregen waarden, en zijn geld. Wie zoet is krijgt lekkers. Zo kunnen ze heerlijk als jonge opa en oma vroeg met pensioen en gaan rentenieren. Maar lieve mensen : dat kan helemaal niet. Er zijn natuurregels voor. Deze stad zal vergaan. Zo zeker zijn ze er allemaal van dat ze normaal zijn. Maar gehoorzamen is het woord shama in het Hebreeuws, maar dit komt van het Egyptische smai, de oerchaos, de twijfel, verbonden aan de oervruchtbaarheid, de sma, en verbonden aan Seth, de natuurmens, want eerst moet alles getoetst worden aan de natuurwetten. Voordat men tot het geweten gaat moet men eerst gaan tot de twijfelzone. Gij die meent te staan, ziet toe dat gij niet valle. Het geld liegt en geeft valse zekerheid. Vrouwen zijn er voor het uiterlijk, mannen voor het geld, in de stad. Maar als je zulke laagstaande principes hanteerd, dan wordt ook alle esthetiek tegelijkertijd verdraaid, die oorspronkelijk dus gewoon kennis was (kennis is de ware schoonheid, intelligentie). De mens weet het niet meer. De vrouw viert de ramadan uitbundig in de stad, voortdurend onderbroken met veel suikerfeesten, om de ramadan belachelijk te maken, en het is alleen voor de vrouw. De man hoeft dat allemaal niet, en daarom is de stadse vrouw een godslasteraar naar de eigenlijke ramadan, het hongerfeest, wat al in de exodus bestond, toe. Daarom is de stadse vrouw een aanbidder van Kakia. Kakia is het ziekelijke en hysterische ongeduld die de ramadan verstoort, voornamelijk in haar Jane Ewling

gedaante, het kleine verwende meisje wat haarzelf een prinsesje waant. Suikeroompjes, en suikerpappaatjes is waar ze naar op zoek is, ja-knikkende opaatjes. Gehoorzame stropdasdragers die haar telkens weer verzekeren dat alles wat in de stad gebeurd zeer normaal is, zeer normaal. Wat is de stropdas dan ? Het is de geldpees van de man, de stadse suikerpees, de impotente geldpenis van de opa-man die vervroegd met mentaal pensioen is gegaan, zijn marktuintje heeft gebouwd, en nu maar is gaan rentenieren. Suikeropaatjes. De stad is nog steeds in de vijftiger jaren. Dat is wat de ramadan voor de kakiaitische vrouw is : vervroegd met pensioen gaan, opgaande tot het suikerfeest om de kleinkinderen te verwennen oftewel te vergiftigen. Suiker en geld is een heerlijke combinatie voor de kakiaitische vrouw. Ook voor de kakiaitische man. Die snoept lekker mee op de achtergrond. Ach, het is toch zo'n goeie sul, wordt er dan gezegd. De mens in de stad leeft nog steeds in de 50-er jaren. De vrouw is er voor het aanrecht. De man is een gehoorzame, brave suikerpees voor het stadse systeem. Er zit niks meer bij, geen creativiteit. Wat een saai consumerend stel. De ouwe sok heeft haar ouwe schoen gevonden. Toen kwamen de zestiger en zeventiger jaren, de flower power, gelijkheid voor man en vrouw, de terugkeer tot de natuur. De vrouw emancipeerde, maar de 50-er jaren boer moest het zo nodig weer afschieten. De mens komt niet ver. Kakia zit achter de mens aan. De sheda honden van de stadse religie zitten achter de mens aan. Daarom moet de mens weten wat de sheda religie betekent, wat het inhoudt. Ken uw vijand. Laten we beseffen dat vervroegd, geforceerd suiker gif is, zoals in de valse stadse ramadan en het stadse suikerfeest. De Vur stelt dat het ware snoep alleen in het verborgene te vinden is, in de verborgen kennis (boek 129). Het is een minderende, smeltende kracht (boek 127). Hoofdstuk 31. Hoe Calvijn te overleven ? De hongertocht door de wildernis naar het beloofde land, oorspronkelijk was dit de hongertocht van de verworpen en verbannen Ishmael, tot nog veel dieper de wildernis in, totdat hij in het vreemde land Bakka kwam, de oorspronkelijke naam van Mekka. Dat is wat de oorspronkelijke ramadan was, en wat de Bilha weer rechtzet. De hongertocht van Mozes wordt namelijk ergens middenin afgebroken, omdat hij door overmoed een kakiaitisch altaar bouwt, waardoor hij dan ook het beloofde land niet binnen kon en mocht gaan. Zo ontstond de stad en de stadse sheda religie in dienst tot Kakia. De shedaitische kalender is een gescheiden kalender, een dubbele kalender, met verschillende indeling voor mannen en vrouwen. Zij worden strict gescheiden gehouden. De vrouw is er voor de ramadan, het minderen, terwijl de man er is voor het meerderen, als een ramadan-boer die de vrouw fokt op de ramadan velden, om zo grote oogsten binnen te halen. Op de suikerfeesten komen man

en vrouw bij elkaar om dit te vieren. Dan heeft ook de man zijn grote oogst, zijn suikeroogst. Voor de man is dat de tuun maand, die gelijk valt met de bedevaartsmaand van de vrouw, oftewel de suikermaand. 'Tuun' is voor de man het sleutelwoord. Daar leeft hij altijd naartoe. Maar verder viert hij het hele jaar door de tuun feesten. Die vallen samen met de suikerfeesten van de vrouw, middenin de ramadans van de vrouw. De man is er maar druk mee. Het gaat bij de man niet om het minderen, maar om het werken en het meerderen. Hij werkt met vrouwen als zijn vee. Terwijl de vrouw de ramadan viert heeft de man zijn werkfeesten en zijn economische feesten, met veel alcohol, en daaruit voortvloeiende zijn stadse logistiek. Rajab, ontwapening, wordt niet gevierd. De man is altijd bezig te bewapenen, altijd weer meer en meer. De stadse man heeft nooit rust. Rust is iets voor vrouwen. De stadse man is een werkpaard. 'Tuun' zegt de stadse man, en hij heeft weer een rijke suikeroogst. Dan rolt het geld weer binnen in het laadje, waarvan de vrouw uitpuilende ogen krijgt en lange neuzen, en dan hebben ze ineens weer van alles op anderen aan te merken, opdat niemand een graantje van hen mee kan pikken. Dan zijn hun alarmen ineens superscherp, en overparanoide. 'Zeg, overdrijf je nu niet een beetje ?' wordt er dan gezegd tot zulke vrouwen, en dan hebben ze altijd weer hun smoesjes. 'Ja, ik heb menstruatie.' Nee, ze bewaken gewoon hun snoepgoed. Uitpuilende ogen en lange neuzen, die graag liegen, om de buit maar te kunnen behouden, net als Pinocchio. 'Een beetje paranoide.' 'Ja, maar ik heb menstruatie.' 'Wat ga je doen met het geld ? Oh, meer kinderen kopen ?' Dan worden ze geirriteerd en gaan ze puffen, en nog meer liegen. De stadse vrouw, het is een hel, net zoals de stadse man overigens. Ze gebruiken elkaar gewoon als muntgeld. Ze zijn gescheiden maar doen net alsof ze bij elkaar zijn. Ze hebben elkaar nodig, want ze zijn beiden maar half werk. Ezau was hongerig. Hij hield het niet meer uit. Hij was moe van zijn werk in de wildernis, en zijn tocht. 'Mag ik wat van dat rode, dat rode daar ?' smeekte hij. Het was een beeld van de besnijdenis van zijn hart. Hij moest de macht die hij over zijn broer had opgeven, zijn status, zijn familie positie als eerstgeborene. Ezau was hongerig en koos het rode boven al het andere. Hij wilde mentaal en sociaal besneden worden. Ezau was in die zin de vurigheid zelve, en daarom wees Mozes ook op de vurige slang in de wildernis in de tweede bijbelse mythologie, als een beeld van Ezau. Hoe kon het dan dat Mozes hier later van afviel ? Hij kon er het geduld niet voor opbrengen. Hij wilde niet sociaal besneden zijn, en werd overmoedig. Het duurde hem allemaal te lang. Hij wilde niet volharden. Mozes was lauw geworden. Het radicale leven van Ezau was hem een te hoge prijs. In de vrijere kerken wordt het bijna niet geleerd : de oer-twijfel. Alles draait om het geloof, en wat je gelooft is bij toverslag de waarheid. Ja, zo kan ik het ook. Zo kun je alles wat krom is goedpraten door geloof. Je groeit dan op met de zekerheid des geloofs omdat je je toverversje hebt opgezegd dat je gelooft, dus ben je een kind van God en hoor je erbij en ga je naar de hemel. Toen Calvijn kwam met de uitverkiezingsleer was het één grote chaos, want velen wisten niet zeker of ze wel uitverkoren waren. Het geloof was ineens niet meer voldoende. Wie was er wel en wie was er niet uitverkoren ? De mensheid stond voor een groot raadsel, en Calvijn stelde dat de uitverkorenen het zouden weten van zichzelf, maar waarschuwde tegelijkertijd voor zelfbedrog, dus zo kon nog steeds niemand het zeker weten, alhoewel hij wel preekte over het verschil tussen de zekerheid van het uitverkoren zijn en het zelfbedrog. De tweede bijbel stelt dat de zekerheid alleen te vinden is in de heilige gebondenheid, en dit is altijd omgeven door de oer-twijfel, oftewel het toetsen, wat volkomen is geworden. 'Uw twijfel moet volkomen worden.' Ook gaat dit altijd gepaard met het minderen, de hongertocht. 'Uw minderen moet volkomen worden.' Zowel de twijfel als de honger leiden de mens tot een breekpunt waarin de

mens aan zichzelf sterft, en zo opgenomen wordt tot de hemelen, wat zich dan uit in de heilige gebondenheid, en wat een innerlijke zekerheid geeft. Zo ontwaakt de levenskiem van de mens en vereeuwigt zich. Dan gaan de ogen van de mens open en dan ziet de mens de benodigde demonologie. Dat is pas het begin van de strijd. De mens ziet dan dat de hemel een school is, en geen lustoord. Vandaar het tweede bijbelse gezegde : 'alleen studenten gaan naar de hemel.' De hemel is dus het doorleren. Zolang je door blijft leren is er niets aan de hand. Wat de mens moet leren beseffen is dat het loon niet uitgeloofd wordt naar maatstaven van kwantiteit, zoals bij verjaardagen dat je kunt zeggen dat je weer een jaar langer hebt geleefd, dus mag je daarvoor cadeau's krijgen. Neen. Dat zijn spijbeltruukjes. Het wordt gemeten naar de maatstaven van kwaliteit. Het verjaardagsfeest is dus een suikerfeest ter onderbreking van de ramadan. Als je het snoep voortijdig aanneemt, dan stopt de tocht, en zul je niet kunnen aankomen in het beloofde land, net zoals Mozes. De mens moet niet denken alsmaar vergif te kunnen innemen en toch maar denken te kunnen leven. Vroeger was de oertwijfel juist heel belangrijk, opdat de mens niet losbandig zou worden. Het behoedde de mens voor de zonde. Alleen op het pad van de oertwijfel, van de onzekerheden, zal uiteindelijk de ware zekerheid komen, wanneer de oertwijfel rijp is geworden. Buiten dit pad is er slechts zelfbedrog. Calvijn leidde de mens weg van de katholieke god, en bracht de mens door onzekerheden en twijfel tot een vreemde god, net zoals Ishmael. Dit was zeer zeker geen makkelijke god, geen sinterklaas. Deze god had iedereen bij voorbaat al verdoemd, maar sommigen waren ondanks alles toch uitverkoren. Dat had niets met een eigen wil te maken. De eigen wil zou de mens teveel in de weg kunnen staan. Het had te maken met een hogere wil van de natuur, een hogere wiskunde. De eigen wil moest juist sterven in de ogen van Calvijn, want die was veel te corrupt. Hij had het hier in diepte over de opgelegde katholieke wil die moest sterven. Er is dus zeker een zwaar dualisme te vinden in de geschriften van Calvijn, voor meerdere interpretatie mogelijkheden, niet alleen maar negatief. Daarom zeggen we ook telkens : Calvijn een kwartslag draaien. Hij heeft iets in zijn hand wat belangrijk is. Het moet alleen nog op de juiste plaats komen door de natuur logistiek. In de heilige gebondenheid heb je niets meer met een eigen wil te maken, want die heb je opgegeven. Hier heb je dus in eerste instantie wel eerst zelf voor gekozen, dus helemaal geen vrije wil hebben is natuurlijk onzin. Calvijn gaf een hele andere interpretatie aan de geschriften van Jezus en Paulus, en bracht grote verwarring. Hij gooide het hele katholieke wereldrijk op z'n kop. Hij was dus als Seth die was wedergekomen, de Egyptische oer-chaos, oftewel Smai, de wortel van Ishmail. Het stormde zwaar op het erf van religie. Buitenaardsen waren gekomen. Het was al met al een heel gevaarlijk heerschap, met heel gevaarlijk gedachtengoed, maar met groot potentieel. Nu was het dus belangrijk dat de exegese zou komen. We maken dus zwaar onderscheid tussen orthodox calvinisme en exegetisch calvinisme. Calvijn moest de ramadan wel herstellen in het christendom. Het christendom was al veel te ver afgedwaald. Het christendom had haarzelf een stad en een naam gebouwd, en was hierin geheel vastgelopen. Hoe uit het minderen in de ramadan zichzelf ? – In grote twijfel. En dat was juist wat het christendom zo nodig had. Ik lees dus liever geschriften van zwaar gereformeerde en bevindelijke predikanten die niets zeker weten dan dat ik overvolle zelfverzekerde evangelische geschriften lees die klinkklare leugens verkondigen vanwege het overmoedig grijpen naar meer en meer geloof en genade, zonder te voldoen aan de ramadanse voorwaarden. Durft de mens terug te keren tot de ramadan en zijn valse zekerheden los te laten ? Dat is de grote toets hierin. Het zal zeker niet stormlopen. Het is slechts voor de eenling. Calvijn brak de valse zekerheden in stukken, en leidde de mens terug tot de tranen van Ezau, terug de woestijn in. Het was een gesel in de hand van God om het volk te redden. Het volk was namelijk

met het katholieke materialisme aan de rand van de afgrond terecht gekomen. Calvijn greep de mens in z'n kraag en trok de mens terug. Maar nu moest de mens nog de boodschap van Calvijn op diepte leren schatten. Calvijn was een theologische reus, als een komeet, maar niet zonder truuken. De mens was weer in een ander zeer gevaarlijk mijnenveld terecht gekomen. Hoe Calvijn te overleven was toen ineens de vraag. Het is een vraag die me vaak bezig houdt, een onderwerp wat me diep interesseerd, vanwege de diepe pijn, maar ook vanwege de diepe vreugde. Het is zeer zeker iets waar ik hele gemengde gevoelens over heb, maar waar ik wel een hele diepe waarde van inzie, een grote belangrijkheid en zelfs een noodzaak. Het is een gesel van grote wonderen en verdiepende kennis. Het is de verdieping van het pad van Ishmael en de verdieping van de islam. Calvijn heeft me altijd geboeid, ook omdat ik zag hoevelen er onder Calvijn leden. Er moest een antwoord zijn. Het viel niet zomaar weg te snijden. Er moest iets mee gebeuren. Calvijn rijdt op zijn paard. Hij draagt tegelijkertijd het suikerfeest na de ramadan. Het is niet slechts de ramadan die hij brengt, de hongertocht. Hij gaat veel, veel verder dan Mozes, veel dieper de wildernis in. Waar anderen stoppen gaat Calvijn rustig door. Dat maakt hem een interessante persoonlijkheid. Levensgevaarlijk, maar interessant. Schaken met Calvijn. Het is iets wat ik graag doe. Ik wil meer van deze man weten. Ik wil hem leren kennen, zijn goede dingen en zijn slechte dingen. Het inspireert me, het waarschuwt me ook. Het opent werelden voor me, en ook sluit het werelden voor me. Ik moet mijn pad hier zien te vinden. We zitten allemaal tot onze nek in het calvinisme. Verdieping is de enige doorgang. Het is een moeras waar de mensheid niet zomaar uitkomt. De mens moet deze natuur leren kennen. Hoofdstuk 32. de bakker van het exegetische calvinisme in strijd tegen de stadse suikerfeesten Ezau liet zijn identiteit besnijden. De valse, opgelegde identiteit moest eraf. Zowel man als vrouw dienen door deze besnijdenis heen te gaan. Het is een besnijdenis van het hart. Daarom moet de mens de put van Calvijn in om de opgelegde wil af te leggen, de uitverkiezing door de stad, om zo tot de uitverkiezing van de natuur te komen, die alleen de eenling uitverkiest. De wil is in die zin altijd ondergeschikt aan de natuurkennis. Niet de wil, maar de natuurkennis. In die zin was Calvijn ook een na-middeleeuwse Ezau. Hoe lieflijk op de bergen zijn de voeten van hem die goed nieuws brengt, en zalig zij degene wiens voeten zijn geschoeid met de bereidvaardigheid van het eva-ngelie des vredes. Wat is dit evangelie dan ? Adam moest tot Eva komen om van de vrucht van de logistieke kennis te nemen, van de oogst-kennis, opdat hij niet meer door het suikervadertje beetgenomen zou worden. Ook Jezus zei : 'Het gaat om de kennis die de sleutel tot behoudenis is.' Daarvoor moet alles opgegeven worden. Daarvoor moeten we bereid zijn ons eerstgeboorterecht op te geven, zoals ook Jezus en Ezau eens deden, en ook Jeremia. Jeremia ging niet uitgebreid de verjaardagsfeesten van de stad vieren, de stadse suikerfeesten. Neen. Hij vervloekte zijn geboortedag. Jeremia 20

14 Vervloekt zij de dag waarop ik geboren ben; de dag waarop mijn moeder mij baarde, zij niet gezegend. 15 Vervloekt zij de man die mijn vader de blijde boodschap bracht: U is een jongen geboren, waarmede hij hem zozeer verblijdde; 16 die man zij als de steden die de Here onderstboven heeft gekeerd, zonder dat het Hem berouwde; hij hore des morgens geschreeuw en des middags krijgsrumoer, 17 omdat Hij mij niet deed sterven in de moederschoot, zodat mijn moeder mijn graf ware geworden en haar schoot voor immer zwanger gebleven. 18 Waarom toch ben ik uit de moederschoot voortgekomen om moeite en kommer te aanschouwen en opdat mijn dagen in schande ten einde spoeden? Jeremia zag wel in dat het leven in de stad één grote leugen was, en dat hij aan zichzelf moest sterven, opdat hij een deel zou zijn van de hogere natuur. Hij snakte naar de natuurkennis, en gaf zijn valse identiteit op, net zoals Ezau en Jezus. De gehele religie die de stad had opgesteld was vals, en Jeremia vocht ertegen. Alles moest andere waarden krijgen, andere betekenissen. Jeremia moest het oog van de stad verlaten om te komen tot het oog van de natuur. Het oog van de stad loog altijd weer, en schreef die leugens ook op als richtlijnen voor de stadse mensen om naar te leven. Oh hoe armelijk en bedrieglijk waren die stadse geesten in de ogen van Jeremia. Jeremia kon het vuur van de natuur wat aan hem trok niet meer tegenhouden, een vuur waar ook Calvijn over sprak : Als je uitverkoren bent, dan kun je het niet meer weerstaan. Dat is de heilige gebondenheid waarover de tweede bijbel spreekt. Kan er dan nog zelfbedrog zijn ? Oh jazeker. Een klein beetje zuurdeeg maakt het gehele deeg zuur. Daarom moet de mens dieper gaan dan Calvijn, en er een waardig commentaar op geven, oftewel het exegetische calvinisme. Zo moet dat ook met de islam gebeuren en met het communisme. Hoewel Calvijn zwaar orthodox was gaf hij ook de sleutels om aan de stad te ontkomen. De cadeau's moesten nog uitgepakt worden. Dat is een missie voor de mens vandaag. De mens kan niet zomaar om de natuurdynamiek van Calvijn heen. Hij ging verder dan Jezus, Mozes en de katholieke kerk. Hij was een man ter paard. Hij ging door tot de vergeten en verloren paden van Ishmael en Ezau, dieper de wildernis in, tot het Kaïnsloon. Was de mens maar zo vindingrijk. Calvijn stak met kop en schouders boven de mensen uit, maar was ook een schurk. Hij had de schatten van de islam geplunderd. Abadja profeteerde er al over : 4 Al zoudt gij uw nest zo hoog bouwen als de gier, ja, al was het geplaatst tussen de sterren, vandaar zal Ik u neerhalen, luidt het woord des Heren. 5 Indien er dieven tot u kwamen of nachtelijke rovers – hoe wordt gij verdelgd! – zouden zij niet stelen zoveel hun genoeg was? Indien druivenlezers tot u kwamen, zouden zij geen nalezingen overlaten? 6 Hoe wordt Esau doorzocht, worden zijn verborgen schatten opgespoord! 7 Naar de grens zenden u al uw bondgenoten; u misleiden, u overmogen uw vrienden; wie uw brood eten, leggen u een valstrik. – Er is geen inzicht bij hem. 8 Zal Ik niet te dien dage, luidt het woord des Heren, de wijzen uit Edom doen vergaan, en het inzicht uit het gebergte van Esau ? Calvijn diepte het gehele Ezau verhaal uit en bouwde zijn eigen wereldrijk, zijn eigen theocratie. Alle protestantse kerken vandaag de dag hebben hun fundament in Calvijn, of ze dat nu willen of niet. 9 Ook uw helden, o Teman, zullen verschrikt staan, opdat alle man van het gebergte van Esau door moord worde uitgeroeid. 10 Wegens de gewelddaad aan uw broeder Jakob zal schande u bedekken, en gij zult voor altoos worden uitgeroeid. Calvijn had zijn eigen inquisitie. Hij stond bekend als de man die pauzen vermorzelde in zijn zwarte stalen vuist. Het is daarom belangrijk dit verhaal recht te krijgen. In de reformatie ging niets zo diep

als Calvijn, tot het punt dat een prediker het uitriep : Het is gemakkelijker de duivel uit een mens te krijgen, dan Calvijn uit de botten ! Het zit in de botten en het blijft in de botten, omdat de mens het niet begrepen heeft. De mens moet het leren vertalen, en over de terreur van dit wereldrijk heen zien te komen door deze puzzel op te lossen. Daartoe kwam ook het boek de Calvijn Code. 'Hoe Calvijn te overleven ?' Dat is tegelijk de vraag : Hoe Calvijn te leven. Calvijn was te groot en te diep om zomaar overboord te kieperen. Hij staat naast de groten zoals Jezus en Paulus in de kerkgeschiedenis. Ook staat hij naast Mohammed. De mens moet er zicht op krijgen. Wat zijn deze standbeelden ? Welke boodschap brengen ze ? Is dat zomaar iets zwart-wits, iets extreems, of is er meer gaande ? In de tweede bijbelse mythologie ging Adam op het rode paard van Ezau dieper de wildernissen van het paradijs in om het te doorvorsen, te doorzoeken, om te gaan tot het verborgene, het vergetene en het verlorene, ja, zelfs tot buiten het paradijs, waartoe hij van de vrucht van Eva nam. Dit was het oorspronkelijke pad van de gnostiek, maar het christendom heeft het gedemoniseerd. Calvijn plunderde de schatten van Adam en Ezau en diende het aan de kerk op met een christelijk sausje, anders zou niemand ervan nemen. Calvijn verzoette de boodschap niet. Integendeel. Hij verbitterde het. Vaak wat nogal krom wordt opgeschreven in de orthodoxie kan weer rechtgezet worden door de exegese, oftewel door commentaren die een vast pad kunnen laten zien door deze wildernissen, als een gids, een leidraad. Zij die ziek zijn geworden van de protserigheid en huichelarij, de orthodoxe roekeloosheid en botte onvoorzichtigheid van de overigens suikerzoete evangelische beweging mogen dan weer een schuilplaats vinden in het calvinisme nu Calvijn er zelf niet meer is. Het spul is allang van gedegen commentaar voorzien zodat de mens niet meer in de valstrikken van deze beweging hoeft te vallen. Het is opgesteld als de benodigde oerchaos, en zeker is het zo dat twijfel een mens voor vele zonden kan behoeden. Ware studenten blijven twijfelen en zoeken totdat deze twijfel rijp is geworden. Heb dan geen oogst voordat het rijp is, anders val je in de klauwen van de stadse suikerfeesten die de mens vergiftigen en meesleuren op een dwaalspoor. Het zijn verhalen. Deze realiteiten zijn neergezet opdat de eenling er iets van kan leren. Ik groeide op in zware orthodoxe gebondenheid, dus ik had de wat vrijere groepen nodig om wat balans te brengen, maar toen ben ik als medicijn nog dieper gegaan dan mijn al hele zware opvoeding, eigenlijk tot de nog zwaardere gebondenheid van mijn vriendjes en vriendinnetjes van vroeger die om ons heen woonden, de gebondenheid van Calvijn. De weg eruit is altijd dieper, zoals een tweede bijbels gezegde stelt, wat ook in mijn leven waar is gebleken. Alles verandert in de diepte. Alles krijgt nieuwe betekenis, en er gaat dan een zee en natuur van kennis voor de mens open. Kan Calvijn nieuwe betekenis krijgen in deze dagen ? Ja, het kan. En het moet. De mens is te diep afgedwaald in de stad, te roekeloos geworden. De mens zit geheel onder de giftige suiker, en daardoor zijn zijn zintuigen verdwaasd geraakt. Dan is het tijd voor de mens om weer terug te keren tot de bakker, want die kent alle ingredienten, en de juiste verhoudingen, en alle kook-regelementen voor zijn wonderbare kookkunst. Niets wordt te heet opgediend, en niets te koud, niets te vroeg en niets te laat. De bakker kent zijn tijd. Hij weet waar alles staat, waar hij alles kan krijgen wat hij nodig heeft. Hij kent de tovenaars die hiervoor nodig zijn. Hij heeft als doel gesteld, de mens te behoeden tegen het grote kwaad van overmatig eten, teveel nemen van het goede. Overdaad schaadt.

Hoofdstuk 33. Calvijn – de anti-sinterklaas Op de planeet Mintaka in de riem van Orion : Een natuurvrouw staat op een boot en aan de zijkant van de boot hangt een naker (een stadse vrouw geest) in feutus houding. De kakiaitische naker verstijft helemaal, versteent als het ware, en wordt weer tot vis en glijdt weg in het water. Iets in het gezicht van de natuurvrouw draait als een kalender. De mens is omringd door kakiaitische stadse vrouwen, omdat deze mintaka natuurlens hersteld moet worden. De hersenen vertalen de krachtige straling van de vissen als stadse vrouwen omdat de hersenen het nog niet kunnen verwerken. In de hersenen ontbreken namelijk vitale tussenstappen die zich in de mintaka natuurlens bevinden. Het is een bepaald slijmvlies op de ogen en over de hersenen waardoor de straling gefilterd wordt. Vandaar dat de mens in contact moet treden met de Mintaka planeet in de riem van Orion. Het katholieke rijk was zeer zoet orthodox materialisme, maar bitter naar andersdenkenen, zeer bitter. Het snoep was dus zeer elitair, en tot de tanden toe bewapend. Daarom kwam er iets nog bitterders : het calvinistische wereldrijk. De snoepkast ging toen op slot, maar er waren ook zekere snoepfeesten voor de calvinistische elite, de uitverkorenen. Die waren daartoe verzekerd. Er kwam een grote verbittering over de aarde. De mens wist het niet meer. De nieuwe machthebbers hielden de mens in grote twijfel. Geloof was de weg ten hemel niet, en ook geen goede werken, maar het uitverkoren zijn. De mens had niets meer in te brengen. Het snoep smaakte ineens niet meer zoals tevoren. De lapijnse honden van mintaka, van orion, waren gekomen. Zij waren bitterder dan het katholieke rijk ooit geweest waren. Dat had het overzoete gif van het katholieke rijk zelf opgeroepen. Er waren langharige honden gekomen, lapijnse honden, die geen spier vertrokken. Oh, wat waren zij bitter, want de aarde was veel te zoet geworden, en het zoet was aggressief. Denk maar eens aan het geweld van de katholieke inquisitie. Grafhonden waren er gekomen. Zo bitter waren ze dat de mens de toffee in de mond niet meer proefte. Het snoep had totaal zijn smaak verloren. Alles was bitter nu, en de eeuwige hel hing als het zwaard van Damocles boven het hoofd van de mens, aan maar een heel dun zijden draadje. Nee, van het snoep kon de mens niet meer genieten. Ook het materialisme deed de mens geen deugd meer. Een zwaar oordeel hing de mens boven het hoofd. Maar wat zei Calvijn eigenlijk. De mens begreep het niet, en hij zal het zelf ook niet begrepen hebben. Hij had een schat geroofd waarvan hij de betekenis niet kende. Hij moest en zou een einde maken aan het katholieke wereldrijk, met wat voor middelen dan ook. Oh, wat was die Calvijn bitter, alhoewel mysterieus. Geen snoepje kon er langskomen. Nee, daar had Calvijn een streng oog voor. Zij die snoep smokkelden kwamen niet ver. Toch bouwde Calvijn ook nauwkeurig met snoep. Het mocht niet zomaar aangeraakt worden, en al helemaal niet zomaar gegeten worden. Het waren de muren van zijn kerk. Je kon ervoor hangen. Calvijn, wat een portret. Geen lachje kon eraf. Er was geen plaats voor grapjes, want die waren al veel te ver gegaan. Toch waren zijn preken wonderbaarlijk, voor hen die daarvoor oog hadden. Hij had immers een grote schat buitgemaakt. Calvijn was heiliger dan de paus in Rome. Hij was immers de baas van de lapijnse honden. Hij was zowel heiliger als bitterder dan de paus. Maar had de paus daar zelf niet om gevraagd ? Al dat mierzoete snoep had velen omgebracht. De snoepsoldaten van de paus waren van top tot teen bewapend en kenden geen medelijden met andersdenkenden. Het was waar : Calvijn had tegen heel wat op te boksen. Nu moest het dan maar bitterder dan bitter, bitterder dan het graf. Volgens Calvijn was er geen andere weg. En zo trok hij alle laden en registers

van zowel de erfverdoemenis als de eeuwige verdoemenis los. Geen mens was onschuldig. Ieder mens was al bij voorbaat veroordeeld. Ieder mens hing al in de wieg, allen op weg naar de eeuwige hel. Begreep hij wel wat hij zei ? Het was weer zwaar religieus fatalisme met een kern van waarheid. Maar wat was die kern ? Ieder mens was al opgezet door het katholieke rijk. Ieder mens had al een stempel gekregen en een valse identiteit, en daar ging Calvijn tegenin, op zijn eigen manier. Er was een kleine elite die 't zou overleven, volgens Calvijn, en die elite zou het ook van zichzelf weten. Daarom als je het niet wist, dan zou je daarvan zwaar in de psychische problemen kunnen komen. Sinds toen zaten de psychiatrische ziekenhuizen ook propvol. De mens kon hier niet mee omgaan. De lapijnse honden renden door de straten, zonder medelijden voor mens en kind. De mens moest verlost worden van het valse snoep, en dat kon volgens hun baas alleen maar door de zware verbittering, een bittere god die geen snoepje meer kon zien. Het was al veel te ver gegaan, alhoewel Calvijn zijn eigen snoep had voor speciale bijzonderheden, zijn eigen natuursnoep, gewonnen in de wildernis. Calvijn legde een bitter pad van de ramadan aan voor de kerk, om het snoep te bewaken. Pas aan het einde van de ramadan zou er een snoepfeest zijn, net zoals in de islam. Voordat dat moment was aangebroken was het snoep verboden, want de mens moest eerst zaaien en minderen. Het snoep was dus alleen maar goed als een oogstfeest, als een loonfeest, niet als gratis genade-goed, en ook geen gemakszuchtig geloofsgoed. Het was alleen voor de uitverkorenen, en alleen op hele speciale momenten, met hele strenge voorwaarden waaraan strict voldaan moest worden. Calvijn maakte geen grapjes. Hij meende het. Met een streng oog keek hij naar het snoepgoed van het katholieke wereldrijk, alle snoeprestjes en snoeppapiertjes. Alles moest achter slot en grendel. Er was een nieuw tijdperk aangebroken, een vreemd tijdperk. Calvijn reed door de straten op zijn paard, als een hele strenge en donkere, bittere sinterklaas, als de teruggekomen Germaanse surtr na het grote ragnarok. Nee, hij zou niet zomaar snoepgoed brengen aan gehoorzame kinderen. Hij kwam slechts de roede, de gesel brengen om het kind her op te voeden. Hij was de bewaker van het snoep. Hij kwam om het snoepgoed van het kind weg te nemen, omdat het te gevaarlijk was voor het kind. Daarom kermde ook menig kind als Calvijn op zijn paard langskwam. Het was geen 'sinterklaas kapoentje, gooi wat in mijn schoentje.' Nee, de kinderen liepen huilend van hem weg. Het was geen 'heerlijk avondje is gekomen, avondje van sinterklaas.' Neen. Integendeel. Calvijn was gekomen. Niemand wist niks meer zeker. Het snoep smaakte niet meer als voorheen, en werd zo weggegrepen. Achter slot en grendel zou het gaan. Calvijn was de grote anti-sinterklaas. Bitterder dan bitter waren zijn honden, genadeloos als hun baas. Om de mintaka natuurlens te herstellen moest de mens namelijk eerst de twee extremen zien. Alleen deze extremen zouden het nieuwe kind kunnen voortbrengen. De natuur moest het dus wel laten zien. Eerst moet de mens de twee kanten van de leugen zien alvorens de waarheid te kunnen zien. Toen Ezau van de rode soep van jakob nam was het zoet en streelde het zijn tong, maar later in zijn buik was het bitter, want hij had zijn eerstgeboorterecht verloren, en hij huilde bittere tranen. Hij was als het ware van suikerzoete katholiek geworden tot zwaarbittere calvinist. Als er dan geen weg terug meer is, dan maar de weg dieper. De mintaka natuurlens laat dus eerst de twee extremen van de leugen zien, waardoor je hart ongetwijfeld wordt verscheurd, want het moet diep genoeg gaan. Alleen zo zul je ontwaken tot de waarheid en zal de mintaka natuurlens het zicht in je herstellen. De leugen is dus altijd de heraut van de waarheid. De leugen zal in die zin niet kunnen ontkomen aan de waarheid, want ze dragen het slechts verdraaid binnenin zich. Vandaar : Ren niet alleen van de leugen weg, maar verwerk ook

de leugen, werk ermee totdat het de waarheid wordt. Die potentie en dat medicijn draagt het diep van binnen, want ze hebben het slechts gestolen. De ramadan-sinterklaas, oftewel het suikerfeest na de ramadan. Het mag nooit te vroeg komen, en je mag het nooit te vroeg aannemen, want dan zal het je doden. De mensen die gewoon maar het hele jaar door de suikerfeesten te pas en te onpas vieren plegen hierdoor geestelijke zelfmoord. Het zijn dwazen. Openbaring 10 9 En ik ging heen tot de engel en zeide tot hem, dat hij mij het boekje zou geven. En hij zeide tot mij: Neem het en eet het op, en het zal uw buik bitter maken, maar in uw mond zal het zoet zijn als honing. 10 En ik nam het boekje uit de hand van de engel en at het op, en het was in mijn mond zoet als honing, maar toen ik het gegeten had, werd mijn buik bitter. 11 En er werd tot mij gezegd: Gij moet wederom profeteren over vele natiën en volken en talen en koningen. Hoofdstuk 34. hoe de islam te overleven ? De mens moet van alles een heel klein beetje proeven, ook van de slechte dingen, om anti stoffen te kunnen aanmaken. Dat doet de natuur, anders zou het immuniteits systeem van de mens zich niet kunnen ontwikkelen en zou de mens sterven. Moeder natuur zorgt dus goed voor de mens op deze manier. De mens krijgt echt niet teveel te dragen maar moet diep genoeg gaan voor de algemene ontwikkeling. Door het proeven ontwikkelt de mens zich, door van alles heel weinig te proeven, opdat de mens kan beoordelen wat goed en wat slecht is. Dit hoort bij het toets-proces. Ook moet de mens leren het te neutraliseren. Van alles moet er wel een bepaalde hoeveelheid zijn dus, maar de mens mag hierin niet over de limiet gaan. Het is voor onderzoeks-doeleinden. Niet het minderen voortijdig afbreken in de ramadan. Het minderen zal vanzelf zijn oogst hebben. Daar hoeft de mens verder niet voor te zorgen. De ramadan is iets symbolisch. De eigenlijke ramadan is veel langer, en loopt door tot de maand muharram, de eerste maand van het verbodene, wat de eigenlijke ontwapening is waardoor de mens aankomt in het paradijs. Dan worden er limieten aan de mens opgelegd. Dit is de hongertocht van Ishmael en Ezau die niet stopten voordat ze in het beloofde land waren gekomen. De ramadan moet helemaal doorlopen tot de eerste lente maand, waarin de duistere geboorte van Mohammed plaatsvind, als een wedergeboorte. De mens moet niet eerder stoppen met de ramadan, met het minderen. Het is geen opzegversje zoals in het christendom. De mens moet de hongertocht van Ishmael begaan tot wedergeboorte in Bakkah, Mekka, waar ook Mohammed geboren werd. De mens kan alleen maar wedergeboren worden door te volharden in het minderen. Zo komt de mens terug tot de moeder. Zo komt de mens terug tot de natuur, en zal een oogst hebben. Deze oogst is het komen tot het Woord, zoals Ra na zijn lange reis door de woestijn van Sokar kwam tot de grot van Sokar om daar wedergeboren te worden. Sokar betekent de opening van de mond, of de opening van het Woord. Ra ontving daar een nieuw lichaam, het lichaam van het Woord. Ik kwam tot deze grot, en deze grot was reusachtig groot en

overal waren er hierogliephen op de muren van het oer. De ramadan is dus iets symbolisch. De eigenlijke ramadan moet het hele jaar door gevierd worden, geleefd worden. Het is de basis van het leven. Daarom is het ook één van de hoofd pilaren van de islam waarmee de mens telkens weer geconfronteerd wordt. De ramadan, het minderen, is de sleutel tot het leven. Het is de sleutel tot de natuur en de natuurkennis. De ramadan is dus ook de eigenlijke bedevaart tot Bakkah, Mekka. Het kan niet zomaar een maand zijn, maar moet een levensstijl zijn, de natuur van de mens. Zo niet, dan zullen de stadse geesten de mens grijpen. De ramadan is het centrum van de islam, zoals het het centrum was van de oertijd. In Mintaka, manataka, en de mintaka lens is het fundament van de ramadan weer hersteld. De ramadan werd verletterlijkt en ingeknot door de orthodoxe islam, daarom moet de exegetische (uitleggende) islam komen, de diepe islam, zoals ook de koran stelt dat de koran symbolisch is. De islam betekent overgave en onderwerping, maar de mens mag nooit te snel vertrouwen. Vertrouwen kan juist heel gevaarlijk zijn in dit mijnenveld waar de mens zich in bevindt. Het is dus juist belangrijk eerst te minderen en te toetsen, en dat gebeurt in de ramadan, in de hongertocht naar het beloofde land. Als de mens zich te snel overgeeft dan wordt de mens als Mozes en bouwt zo een afgodische tempel voor kakia in de wildernis, de valse stad. Er moet daarom een grote hervorming komen in de islam, een reformatie. Er moet ook een afsplitsing komen opdat de mens geen slaaf wordt van de stadse suikerfeesten. Zo is het voor de mens belangrijk een ramadaniet te worden in het ramadanisme. Dan is de islam bekeken vanuit het oogpunt en de context van de aretaitische filosofie. In het nachtenboek moest Moedervlek tot de godin Ramadan komen. Dat is de kern. Het is niet zomaar af te schuiven op een maand in de kalender. Het ramadanisme is de gereformeerde islam. Het laat de mens weer twijfelen aan alle zekerheden van stad en religie. Hoofdstuk 35. het nagellakbeest – de anti-ramadan en de komst van de eeuwige ramadan De stad brouwt haar giftige, chemische drankjes maar door : nagellak in grote ketels, smerige lipstick, en ook het voedsel zit vol met chemische en ziekelijke rotzooi, het maakt de mens doodziek, maar de stad gaat rustig door, want de stad is een parasiet, een kannibaal, en leeft hiervan. Stinkende nagellak die je van kilometers ver al kunt ruiken, wat op de vingertjes van bedrogen kinderen wordt gedaan. Hup, oma knotjes in, vervroegd met pensioen, al op zeer jonge leeftijd. Kunnen ze ook geen bedreiging meer vormen voor het stadse systeem. Waar zijn de amazones ? Waar zijn de filosofische warrior women ? Ze bleken hun huid, opdat hun baarmoeder open en bloot ligt, opdat het kind sterft. Ze plegen zowel zelfmoord als moord, allemaal als een offer aan de stad, aan de heks Kakia. Haar beest, Sheda, haar alter ego, heeft ook honger.

Er is een groot verschil tussen de Exodus van Ishmael en de exodus van Mozes. Mozes liep ergens vast in de wildernis, en ging zijn markt opzetten, zijn kakiaitische eredienst, terwijl Ishmael was verbannen door zijn eigen familie en in grote honger alleen maar meer begon te twijfelen en niks durfde aan te raken. De gevaren waren te groot, en Ishmael begon paranoide te worden en weende bittere tranen, net zoals Ezau. Ishmael werd geen orthodoxe islamiet, maar een ramadaniet. Het kon hem niet schelen wat mensen van hem dachten, want mensen waren al eens eerder zijn valstrik geweest. Neen. Ishmael was een vijand van ieder mens. De mens was te gevaarlijk in zijn orthodoxe vorm. De Bilha stelt dat Areta de moeder van Ishmael was. Zij was de geoefendheid, de initiatie, door de ramadan. Het was een deel van Ishmael, zijn gids. Hij kwam alleen tot haar door de ramadan, en die ramadan moest volkomen zijn. De mens kon het zich niet veroorloven om te gaan lopen sjoemelen. Er stond een hoge prijs op. En zie daar het resultaat : de stad. De mens was afgedwaald, had de ramadan ingeknot als een oma knotje, lange vakanties, vervroegd met pensioen, of ze hadden de ramadan geheel verworpen. De lucht hangt vol met stinkende nagellak en doodsgiftige auto gassen, en fijnstof van vliegtuigen en ga zo maar door : een dodelijke mix voor de mens, maar de mens smeert het op de boterham. De één z'n dood is de ander z'n brood. De mens gaat lachend ten onder. De mens is een parasiet. Totaal ongrijpbaar. Er zitten geen handvaten aan. De orthodoxe mens is een creatie van Kakia. Die mens vertrekt geen spier om het leed van een ander. Ze doen er graag nog een schep bovenop ook. Spaart u ook zegeltjes ? Nog wat stickertjes erbij voor de kinderen ? De kleine een stukje worst ? Snoepje erbij voor de kleine ? Eet smakelijk en nog een fijne dag. Daarom moet de mintaka natuur lens komen, die doorzichtig groene driehoek lens, waarin de onderlaag van de waarheid alleen maar kan groeien door de twee zijdelingse wanden van de aan elkaar tegengestelde extremen van de leugen. Het is maar dat u het weet. Zoete moedertjes bij het avondeten, aaien de bolletjes van hun bedrogen kinderen. 'Fijne dag gehad, schat ?' Dat de kinderen worden vetgemest voor de slager wordt er niet bijgezegd. Het zijn de slaapliedjes die vooraf gaan aan de vernietiging. Daarom moet de ramadan komen, de langere ramadan, als laatste redmiddel voor de mens. Nee, geef je niet over. Nee, vertrouw hier niet. Geen islam, maar ramadan. Ook aan Areta kun je je niet zomaar overgeven. Je moet met haar worstelen, want er is ook de valse geoefendheid van de stad. Mensen die hun uiterlijkheden oefenen, hun maskers, maar het geestelijke oefenen ze niet. Ze zijn dood en witten slechts hun graven. Natuurlijk is het mooi voor hen. Zolang het dood is is het mooi. Hoeven ze ook niet na te denken. Joe sixpack is echt geen bedreiging voor het stadse systeem, hij die zijn misvormingen heeft geoefend. Mooi zo. Mooi domhouden, dat is wat de stad denkt. Geen bedreiging. We hebben ze. Daar staan ze met hun verkankerde spieren te protsen, maar wat valt er nog te protsen ? Hun brein hebben ze al verloren. Ze zijn verkocht. Kijk maar eens goed naar de oude mannetjes in stropdasjes die er omheen dansen. Maar Jakob werd door Areta geslagen op zijn heupspier op Pniel. Zijn spier moest slinken. Het was om zijn leven te redden. Hij moest de ramadan in. Waar zijn de warrior women ? Waar zijn zij die hun baarmoeder nog nat en donker houden opdat hun kind niet voortijdig zal sterven ? Waar zijn zulke ware moeders nog te vinden ? Zij houden de ramadan hoog om hun kind te beschermen. Zij hebben het snoepgoed hoog verborgen in de kast, achter slot en grendel. Zij lopen niet rond met knalrode nagellak en lipstick, want dat trekt de parasieten aan en de ratten. Zij zijn sober en eenvoudig, natuurvrouwen, dichtbij en in de natuur. En zij leren hun kinderen de natuur. Tough love. Discipline moet er vandaag de dag wel zijn, want er zijn teveel gevaren, teveel roofdieren. Waar zijn zulke vrouwen ? Of zijn er alleen nog maar stadse vaatdoeken ?

Het heeft geen zin te zoeken naar zulke vrouwen. Ze kunnen er zijn of niet. Waar het om gaat is zelf zo'n vrouw te zijn, te zoeken naar die vrouw in jezelf, in de filosofie. Op anderen kun je nu niet gaan wachten. Dan kom je bedrogen uit. In de mintaka natuurlens zijn de kakiatische vrouwen die we om ons heen zien, van dertien in een dozijn, slechts vissen. Het brein kon het niet meer verwerken. De cirkel van de ramadan moet weer rondkomen, opdat de mens het overmoedig grijpen afleert, ook het overmoedig grijpen naar de wapens. De mens moet volkomen minderen, dus : niet de islam, maar de ramadan. Er moet een reformatie komen in de islam. Stinkende nagellak op kindervingertjes. Het is een verschrikkelijk beest wat aan de oppervlakte is gekomen : de antiramadan. Dit beest is Sheda. Het heeft een spotbeeld van de ramadan gemaakt. Duizenden kindervingertjes met nagellak, met de stempels van de anti-ramadan, het zijn de schubben in uitsteeksels van dit monsterlijke gedrocht. Kun je het ruiken ? Het is het beest van de kakiaitische stad die de kinderharten bewaakt. Daarom moet de mintaka natuurlens komen, want het zijn slechts vissen. De hersenen moeten dieper de ramadan in om dit te begrijpen. Ieder mens moet persoonlijk dit beest overwinnen. Je kunt niet op anderen bouwen, het van anderen verwachten of van een superheld. Je kunt het niet verwachten van een Jan Sixpack, een Billie Biceps of een Theo Triceps, en ook een stropdas kan de mens niet redden, of veel geld of een grote auto. Dat zijn allemaal onderdelen van het beest. In de stad is het dom zoekt dom, en daar hebben ze allemaal hun gimmicks en gadgets voor, om elkaar te bedriegen en te bedotten. In de mintaka natuurlens zijn het allemaal vissen. In plaats van jezelf op te dossen met stadse troep en stadse drogredenen, stadse reclame-praatjes, kun je het beste terugkeren tot de ontbrekende hersen-links van de mintaka natuurlens van de riem van orion, tot herstel van de ramadan, het volledig herstel, opdat je de islam zal overleven. De man achter het stuur is allang de controle kwijtgeraakt. Dit ding rijdt op zichzelf. Spring eruit nu het nog kan. Nagellak rotzooi is dezelfde troep, dezelfde junk, als de sixpacks, allemaal als de kanker van het hamburger-eten. Het is een hamburger restaurant. De mens wordt geheel verkankerd en gegrild. Het is het sheda beest wat aan de oppervlakte is gekomen. Woest grijpt het om zich heen om mee te sleuren wie het kan meesleuren, mee de ondergang in. Dit beest haat de ramadan, bespot de ramadan, onderbreekt de ramadan voortdurend. Dit beest wil alsmaar meer, totdat het explodeert, en dan is er nagellak en zijn er gratis sixpacks, alleen voor idioten. Met brede grijnzen gaan ze de ondergang tegemoet. Ze zijn al dood. Ze smeren het op het behang. Hun hele huizen stinken ernaar, en maar televisie kijken totdat ze totaal gegrild zijn, en dan zijn ze zelf niets dan nagellak en sixpacks geworden, als een uit de hand gelopen voetbalwedstrijd. 'Broodje kanker, mevrouw ?' 'Ja graag. Ik ben toch al dood.' Een verrotte rivier van stinkende nagellak en sixpacks, en grote bluffende opgepofte borstspieren stromen uit de grote muil van Sheda voor de stedelingen. Het is spul wat op het randje van exploderen staat. 'Gehaktbal erbij, mevrouw ?' 'Ja hoor, ik ben toch al dood. Kan er nog wel bij.' 'Goedzo.' 'Krantje erbij ? Roddelblaadje ?' 'Ja, graag. Hebben de kinderen weer wat te lezen.' 'Die zijn ook dood ?' 'Tuurlijk.' Daarom moet de eeuwige ramadan komen, door de mintaka natuurlens, om dit te blussen. Dan zal de mens ook een duidelijker beeld krijgen van wat de ramadan precies is. De eeuwige ramadan is in gevecht met de anti-ramadan van de stad, het nagellakbeest. De eenling wordt door dit gevecht in de eeuwige ramadan geinitieerd. Zo wordt de eenling een aretaitische

ramadaniet, en overleeft zo de islam. De mens kent de wetten van zaaien, rijpen en oogsten niet. De mens grijpt maar raak. Ze zijn zo bang er niet bij te horen, het grote stadsfeest te missen. Alsof de natuur hen niets te bieden heeft. Het zijn natuurlasteraars. Maar de eeuwige ramadan reikt tot de natuur van mintaka in de riem van orion. Eerst moet de mens dan door het mysterie van de lapijnze honden van de oververbittering, oftewel de calvijnse honden, aan de rand van de mintaka natuur. Eerst moet de mens door de tegengestelden van de leugen om zo tot de waarheid te komen. Nagellak : overmoedige tekens van stadse logistiek. De stad speelt zo met de hersenen van de mens, als een piano speler, als een typiste. De mens wordt geprogrammeerd. Waak voor het nagellakbeest. Hoofdstuk 36. de riem van Orion Calvijn verklaarde de katholieke kerk en overigens de gehele mensheid failliet. De mens was verloren en had alles verloren. Calvijn was het helemaal zat, en stelde dat de mens helemaal niets had, en nergens trots op kon wezen. De mens was totaal verdorven, tot niets goeds instaat. De mens was totaal verdoemd. Calvijn bracht een bittere ramadan die ieder mens bij voorbaat al op het nulpunt neerzette. De mens had niets meer te verliezen. In het minderen wordt de mens beschuldigd, bedrogen en verworpen, zoals Ishmael en Ezau, om zo deel te hebben aan een hogere opname. Calvijn wierp elk mens in de put van het minste. Calvijn maakte ieder mens tot een eenling, opgesloten in zichzelf. Dat was de weg tot de uitverkiezing, alhoewel dat maar voor enkelen was, omdat het eenlingenschap volkomen moest zijn, de ramadan moest volkomen zijn. Het was iets symbolisch, niet iets letterlijks. De eeuwige ramadan zou de eeuwige hel vervangen, en een ieder die waarlijk calvinist was geworden zou daarmee ook te kennen geven uitverkoren te zijn. De erfverdoemenis was er om de mens te zuiveren. Kun je dat een Chinees uitleggen, de calvinistische leer ? Neen. Zij zijn zo abstract als Calvijn was, en Calvijn had het niet eens in de gaten hoe abstract hij wel niet was. Hij werd gedreven door het abstracte, het is dus ook dikke kul en onzin om al zijn tegenstrijdigheden letterlijk te nemen. Dat is alleen wat babies doen, zij die Calvijn niet kennen en niet op diepte kunnen schatten. Het gaat per slot van rekening om religie, wat in de kern al abstract is, omdat het een abstracte schrijver heeft die metaforen gebruikt om zijn filosofieen te ondersteunen en handen en voeten te geven. Religie is een symbolische kunst, net zoals een schilderij of een gedicht. Je moet het met een korreltje zout nemen, en het beleven in zijn diepte, niet in zijn letterlijkheid. Zij die het letterlijk nemen zijn kunst-barbaren. Het begint vaak met jonge mensen die door hun ongeleerdheid en gebrek aan relativering en overzicht iets verkeerd begrijpen en dat dan aan nog jongere mensen doorgeven, waar ze dan helemaal niet meer uitkomen, en deze drama geeft grote stoeten volgelingen. Zo gaat

dat door van geslacht tot geslacht, als een lange keten. Kettingreacties. Er is een exotische brug tussen de ramadan en het vreemde, tussen mintaka en alnilam in de riem van Orion. Mis deze brug niet. Houd vol tot het einde. Laat je ramadan volkomen zijn. Durf dingen weer in twijfel te trekken, ook al is iedereen om je heen er zeker van. Laat je niet bedriegen door de mechanische massa's. Ze zijn er om jou te testen. Bied weerstand, als een teken dat je een eenling bent. Dat signaaltje zal uitgezonden worden het heelal in, zodat ze het weten. Blijf op je strepen staan. Het tegenovergestelde zal je testen. Het zou niet best zijn als dat niet zou gebeuren. Er moet wel een contrast zijn om een afdruk te kunnen maken. Het vreemde zal je leiden tot het woord, tot alnitak, in de riem van Orion. Deze ontwapening is tegelijkertijd je wapenrusting. Zo neem je de riem van Orion in bezit. Zo draag je de waarheid. Efeze 6 14 Stelt u dan op, uw lendenen omgord met de waarheid. Hoofdstuk 37. de germaanse exodus De sexuele daad is iets totaal onbegrepen van de natuur. Het gaat over de ramadan, over de man die de leegte ingaat, waarvan de vagina een beeld is. De man mindert, geeft zijn voorvocht, en dan aan het einde van de ramadan geeft hij zijn speciale gave, zijn zaad, en dan is er het suikerfeest. Zo komt de man tot het vreemde, waarvan de suiker een beeld is. Dit kan alleen voortkomen als de ramadan volkomen is, als de man volkomen de leegte, de vagina, heeft gepenetreerd. In de stad is alles losgekoppeld van de ramadan. De sexuele daad heeft zijn filosofie verloren. In Orion stelt de mintaka planeet de ramadan voor, en er is een brug tussen de mintaka planeet en de alnilam planeet in de riem van orion, als een brug tussen de ramadan en het vreemde. Deze brug is van de planeet saiphe, de energie ervan, die in een zuidelijke uithoek van Orion ligt. Saiphe is een zeer belangrijke planeet om de ramadan, het minderen, de leegte, volkomen te maken. Ik had als kind al veel dromen over Saiphe. Ik was daar aan een strand bij een camping, en ik raakte in gevecht met suikerclowns. Er was ook een stad dichtbij, waarachter een wildernis was, en in de wildernis waren allerlei markten. Die markten leidden tot een kloostergebied nog dieper in de wildernis, en daarachter was nog een speeltuin. Eigenlijk kwam ik daardoor niet in de vrije wildernis. De stad floot me telkens terug. Ik moest spelletjes spelen, die waren verplicht, en de mens moest voortdurend gewassen worden. Maar de mens werd alleen maar vuiler. Ik ben toen terug gegaan naar het strand, tot de zee, en wist dat ik het op een andere manier moest spelen. Ik kwam toen in aanraking met een schip van muzikanten. Het schip inspireerde mij ook literair gezien. Als de mens door het vreemde wordt overweldigd dan begrijpt de mens het niet, en daarom moet de mens volkomen worden in het vreemde, zodat er een brug wordt gemaakt tot het woord, als de brug tussen alnilam en alnitak in de riem van orion. De brug daarvan is de planeet bellatrix. Deze maakt het vreemde volkomen, opdat de mens tot het woord komt.

Moet de mens de sexuele daad letterlijk uitoefenen, of alleen in het geestelijke, of is het slechts iets zuiver symbolisch ? Hier zijn dus allerlei wetten voor verbonden aan de ramadan en de ragnarok, waarin de mens dus ook moet leren vasten in het sexuele, want de realiteit die de stad om de mens heeft heengebouwd is vals. Alleen de filosofische realiteit is de ware realiteit. De mens moet dus niet het sexuele als drijfveer hebben, maar moet dit beteugelen door de filosofie. Het is dus niet een plezierhof of sexueel paradijs waarin de mens terecht is gekomen, maar een school. Er is ook zoveel bedriegelijke sexualiteit dus daarom moet de mens leren erop te vasten, en er niet zomaar roekeloos mee omgaan. Laat de filosofie van de natuur je drijfveer zijn, want dan is er voor alles de juiste plaats en de juiste tijd. Dat is de logistiek. Heimdal is de germaanse wachter tussen de mens en de natuur, een brugwachter op de brug bifrost, tussen mens en godin. Heimdal werd geschapen vanuit negen godinnen, ontstaan vanuit het schuim van de branding. Hij is verziend en ook verhorend, want hij kan zelfs het gras horen groeien. Hij is ook de aankondiger van ragnarok, zoals de shaban (afzondering) dat is voor de ramadan. Heimdal blaast hiervoor op zijn hoorn die overal gehoord wordt. Hij woont in hemelberg, himinbjorg, een burcht aan de regenboogbrug (bifrost). Heimdal is eigenlijk dus de wachter van de brug tussen de planeten van de orion riem, oftewel van de bifrost. Deze brug leidt in etappes terug tot de natuur voor de mens, door de ramadan (mintaka), het vreemde (alnilam) en het woord (alnitak). De ragnarok begint wanneer Loki (vgl. logos, het woord, de context) samen met de reuzen de godenburcht, Asgard, aanvalt. De reuzen zijn ook een metafoor voor de grotere context, die dus tegen de goden, een beeld van het kapitalisme, strijdt. Tegelijkertijd is dat dus ook een grote exodus. Heimdal blaast op zijn hoorn, en dan is de ragnarok, de germaanse exodus, begonnen. De ragnarok betekent de ondergang van de goden en van de wereld. Ook zal de brug bifrost dan instorten, de brug tussen de mensenwereld en de godenwereld. Hel was in het germanisme de onderwereld en het verborgene, en naar de hel gaan, of naar hel gaan (een godin van de vruchtbaarheid) was soms ook om het verlorene terug te halen, zoals Odin naar Hel ging, en ook Heimdal ging naar Hel, als een shamanistische taak. Hel besliste dan of ze het gaf of niet, maar ook de tochten tot hel waren dan een soort van ramadan of ragnarok tochten omdat degene die de tocht maakte daarvoor alles moest achterlaten. Hoofdstuk 38. Secret Doll Tech Elnio, een amerikaanse geest van onverschilligheid, de superziel chip van de sheda stad, die telkens de ramadan onderbreekt, verstoort, en hackt. Het houdt de stad in overtechnologie, overmoedig en gehaast, want Elnio wil de stilte niet. Elnio wil niet vasten. Elnio is ook praatziek. Hij kan niet stoppen. Hij roddelt om zijn doelen te bereiken, roddelt zijn weg naar de top. Elnio is het mechanische hart van Kakia, als een anti-hart. Als een dansende leprechaun gaat hij vaak en graag de stad in om de stadse mens te bezweren met zijn fluit. Dan dansen ze allemaal achter hem aan, in hypnose. Ze dansen Elnio naar de pijpen en worden ervoor beloond. Hij houdt ze allemaal graag aan de drugs. Soms is hij een afgehakte kop op een steen, of een hoofd van glas die kapotvalt op de rotsen, en dan de zee in druipt om de zee te vergiftigen.

Rechtertje spelen, doktertje spelen ? Ga eerst demonologie studeren. De stad is totaal afgeweken van de demonologie, oftewel van de immunologie van de natuur, de regels van de logistiek. Dat komt door de Elnio superziel chip die de stadse mens afleidt. De stadse mens is lauw. 'Ik weet wel dat het verkeerd is, maar ik doe het toch.' De stadse mens is onverschillig. Overmatig auto gebruik, vlees eten, en ander materialisme. God houdt van ieder mens, en wil dat er geen mens verloren gaat. Dat is iets wat zelfs in de bijbel staat, en dat is waar. Maar de mens kan zelf kiezen, en dat maakt het eng. Hoe eng is het als eenling om te zien dat de mensen om je heen het niet zo nauw nemen en kiezen voor het verloren gaan. Ze denken dat ze alles zonder consequenties kunnen doen. Er zijn nu eenmaal natuurwetten dat de mens zichzelf ook kan vernietigen. Niemand wordt gedwongen om te leven. Dat maakt het eng voor een eenling, als je ziet hoe de mensen waarvan je houdt totaal ongestoord doorgaan met zelfvernietiging. Alles verdoezelen ze door zelfbedrog. Je krijgt lauwe mensen te zien in de stad, zeer lauwe mensen, niet radicaal. Altijd maar weer achten ze zichzelf hoger dan dieren, hoger dan andere mensen, en hoger dan de natuur. We kunnen klagen als we vernederd worden, maar het is ook om ons te beschermen tegen kapitalistische roofvogels van hoogmoed. Dan raak je los van het schip. Deze roofvogels zijn zeer subtiel. Hoogmoed is een zeer sluwe geest. Ook beschuldigt de geest van hoogmoed de vernederde eenling die zich afgezonderd heeft van hoogmoed. Zo dekt de geest van hoogmoed zich in. De geest van hoogmoed kan hysterisch worden als je uit z'n klauwen probeert te ontsnappen. Dan wordt je eigenwijs genoemd, want je moet je totaal onderwerpen aan de wijze van de geest van hoogmoed. Laat je niet bedotten door dit soort slinkse strategieen. In de stad is alles omgekeerde wereld. De geest van hoogmoed leeft door projectie. De geest van hoogmoed kan immers geen hoogmoed hebben. Dat is altijd de ander. En alles moet normaal zijn in de stad, vertrouwd, maar je kunt de stad niet vertrouwen. Alleen het vreemde zou de stad nog kunnen redden, maar daar staat de stad niet open voor. Alleen de eenling staat er open voor. Oh, wat zijn we weer normaal, en de ander is altijd vreemd, en vreemd is negatief. Maar waar leef je dan voor ? Is de uniekheid van de ander er niet om je te inspireren ? Dit zijn ook weer allemaal truken van de trukendoos van de Elnio superziel chip van de stad. Het draait telkens zijn hoofd om om anderen te bekijken en te bekritiseren op oppervlakkigheden, en om anderen te stalken. Een leger van lauwe spijbelaars die een spijbelstad hebben gebouwd. Dat is wat de superchip van Elnio heeft gedaan. En zij noemden de stad Sheda. Kakia troont in haar hoogmoed. Oh ontwaakt, gij die slaapt. Laat de eeuwige slaap je niet meenemen tot de vergetelheid. Je bent een mens, je hebt verantwoordelijkheid. Gebruik het nu. Blijf je niet verharden naar moeder natuur, want op een dag zal je dan haar geklop niet meer kunnen horen. De mens maakt altijd weer excuses tegen moeder natuur, hele slappe vaak. Het komt allemaal van de Elnio superchip. Het maakt de mens hoogmoedig en betweterig. Spijbelen is een vorm van betweterigheid. Ze gaan hun eigen pad, dwars tegen de natuur in. De stad walst de natuur plat, onderbreekt de natuur, en beslist zelf wel wat wel en niet mag bestaan van de natuur, maar de stad heeft het bij het verkeerde eind. Het is omgekeerde wereld. Deze Elnio superchip zal afbranden. Het is een goede test om te zien wie een kudde dier is en wie een eenling is. De dode kuddes gaan de afgrond tegemoet. Ze worden gewoon meegesleurd met de rivieren. Ze zullen verpletteren op de rotsen. De val is groot en diep. Ik heb het gezien. Niemand gaat dat zomaar overleven. Wie nog geen hoogtevrees heeft zal hoogtevrees krijgen. Die diepte is niet normaal meer. De natuur zal het betweterige verstand van de mensheid gaan overweldigen. De mensheid staat nog maar aan het begin van evolutie. Alleen de eenling zal er doorheen komen. De rest zal als een mantel weggescheurd gaan worden. Het voorhangsel zal scheuren.

Er is geen leven voor spijbelaars. Er is geen ruimte voor lauwheid. De eenling is altijd radicaal. De eenling doet geen water bij de wijn, sluit geen compromissen, maar is geen extremist zoals de massa's. De eenling is gecamoufleerd, en pronkt niet in de stad, maakt zichzelf geen naam. De eenling is geen materialist, maar werkt in het geestelijke, een beetje van dit en een beetje van dat. Er is geen overfixatie op één punt zoals in de stad. De eenling waait met zeer veel winden mee. De eenling is niet xenofobisch, maar xenografisch. Het kwaad kan niet bestaan. Toch bestaat het, dus hoe zit dat ? Het is niet zoals sommige extreme New Age groepen zeggen dat het kwaad helemaal niet bestaat, in geen enkele vorm, dus lang leve de lol. Dan ga je voortijdig met pensioen. Er moet gewerkt worden, want het kwaad is altijd een mogelijkheid, als een test, en nodig zodat je zelf je systeem gaat updaten om veilig te blijven. Daarom zijn bijen ook zo belangrijk omdat ze een anti virus bron zijn van de natuur. Hiervoor verzamelen ze honing en maken ze propolis. Daarvoor heeft de natuur allerlei lenzen voor alternatieve realiteiten die er puur voor zijn zodat de natuur kan ontwikkelen. Antistoffen kunnen alleen aangemaakt worden als de mens wordt blootgesteld aan het virus. Anders zou er dus helemaal geen leven zijn. Ingewikkeld allemaal, maar wel belangrijk om hiertoe te ontwaken. 'God heeft geen kleinkinderen,' wordt er weleens gezegd, want God, de natuur, de hogere kennis, wil met iedereen een persoonlijke relatie, niet via via. Maar de stadse mens gaat graag vervroegd met pensioen en laat het lekker de ander doen. Dat is een bepaalde lens, en een bepaalde projectie, die de mens dus nodig heeft om hiertegen antistoffen te ontwikkelen, weer jong te worden. Er is een water chip van secret doll tech die in de mens zich mag ontwikkelen, en dat is een biologische natuur chip. De stadse mens is al tot een pop gemaakt, maar dan op de verkeerde, geprojecteerde manier, maar de mens kan dus weer hergeprogrammeerd worden, als de mens de technologie van de natuur wil kennen. Pfff, wat ingewikkeld allemaal, zeggen dan sommige gemakszuchtige, onverschillige stadsmensen, maar dan wel hun kinderen doodgooien met duffe, dode wiskunde en absurd ingewikkelde economie, en trots zijn als hun kleinkinderen raket technologie hebben gestudeerd. Het geestelijke willen ze begrenzen en belachelijk maken, maar als het om het materiele gaat, dan gaat geen brug hen te ver, en daar martelen ze hun kinderen graag voor dood. Het is een karikatuur, een projectie, en dat hebben we nodig om ware, goed ge-update poppen van de natuur te worden. Een pop worden we toch wel, maar blijf aan de juiste kant van het schaakbord. En onthoudt dus dat er geen anti virus programma is zonder het virus zelf. Hoofdstuk 39. Het Simson verhaal als typologie van het leven van Ismael Simson had een voorliefde voor vreemde vrouwen. Dat kun je negatief opvatten, maar ook positief, omdat het nogal dualistische, poetische teksten zijn, als psalmen, en die draaien en slaan om. Dan lijkt het alsof de deur openstaat, maar als je dan dichterbij komt dan blijkt de deur dicht te zijn, of net andersom. In de Hebreeuwse wortels betekent Simson 'de geopende' (shemesh), en ook shamasuni, wat hele diepe Egyptische wortels heeft. Shama is hebreeuws voor horen, luisteren en gehoorzamen. Dat moest Simson ook wel, want hij had een taak te volbrengen voor het Israelitische volk. Het was ook zeker niet het normale, het gewone, waar Simson van hield. Neen. Simson hield van het vreemde, en dan vooral van vreemde vrouwen. Dat kan natuurlijk riskant zijn, maar Simson dacht veel dieper. Het volk moest samensmelten met het vreemde, het hogere, om aan het normale

te kunnen ontkomen. Het volk was aan het indutten in kudde mentaliteit. Dat zou het volk fataal worden. Daarom was Simson gekomen. Hij moest contact maken met een vreemd volk. Het was de enige hoop voor het volk Israel waar alles 'ons kent ons' was, en 'wat de boer niet kent dat vreet hij niet'. In het Egyptisch is suni degene die opent, de goddelijke jager, de pijl (sun, sunu), en dat zien we heel metaforisch terugkomen in het verhaal van Simson. Delila, de vreemde vrouw, want zij zorgde ervoor dat Simson niet meer wegkon. Ze lokte hem naar haar woning aan de grens tussen het Filistijnse land en de stam Dan, in Zorek, wat droog land betekent, of vreemde wijnstok, wildernis gebied. Shama komt van het Egyptische smai, oftewel Seth, de natuurmens, en betekent ook het zien in de diepte, en daardoor koppig naar het oppervlakkige en stadse. Het laat zich niet makkelijk temmen, is vijandig naar iedereen, toetsend. Daarom is het ook de wortel van i-smai-l, Ishmael. In de diepte is het verhaal van Simson dus het verlengstuk van het Ismael verhaal. Shama-suni, of smai-suni, is Ismael die tot de suni stam, de vreemde stam, komt, en wordt zo geopend. Dit gaat niet op een directe manier, zoals huisje, boompje, beestje. Neen. Het land van Zorek betekende het land van spot, en dan kunnen we denken aan de Judas kus. Delila had dus een soort Judas functie, en moest Simson inwijden in de geheimen van het spotkleed. Nu Simson tot het vreemde was gekomen, tot suni, de goddelijke jager, degene die opent door een pijl, kon hij niet meer weg. Hij had de piercing ontvangen, en was nu slaaf tot het vreemde volk, een shama tot suni, een Ismael tot het suni volk. Ismael was geen slaaf meer tot het normale. Neen. Hij was geen slaaf meer tot het oppervlakkige en stadse. Delila, dll, liet hem niet meer teruggaan. Hij was tot de 'dul' maanden van de islamitische kalender gekomen, dat zijn de laatste twee maanden : dulqida – geoefenheidheid, bezit zijn, de kus van ezau dulhijjah – bedevaart naar bakkah, het vreemde, de ballingschap van ezau Dit verbindt dus ook Delila met Rebekkah (bakkah), zoals ook in de Bilha beschreven staat. Ishmael was dus nu bezit geworden van het vreemde, in ballingschap gegaan, toen Simson door de Filistijnen werd opgenomen. Simson ontving de Judas kus en was toen verkocht. Ook dit heeft diepe Egyptologische wortels. SN, suni, betekent ook neerbuigen om te aanbidden, kussen (sen, sena, senu). Simson werd toen opengesneden en afgesneden, en er werden lichaamsdelen van hem afgesneden, wat ook de betekenis is van sen in het Egyptisch, en sena betekent ook slager (suni, sn). Daarom was ook Simson een (lid van) shaphat, in het Hebreeuws niet slechts een richter zoals het vaak vertaald wordt, maar ook een slager, to erect, een oprichter of opgerichte (erectie), een opgenomene, een opnemer. De richteren waren een amazone slagersvolk die het volk moesten uitleiden. Simson was gezonden van het vreemde, maar kon het vreemde niet ontvluchten. Daarom had hij zijn bijzondere krachten. Dit was al voor zijn geboorte bepaald. In het Egyptisch was het slechts een beeld (sennu) van een hogere filosofie. Het gehele verhaal is metaforisch. De senu (suni, sn) waren een groep godinnen in de Egyptologie die Ra moesten voeden aan hun borst, en zij moesten er ook voor zorgen dat hij niet teveel nam. Zij bewaakten de voedsel voorraad. Zij hongerden hem ook uit, lieten hem de ramadan ingaan. Delila hongerde Simson sexueel uit in de hebreeuwse grondtekst, om hem haar zijn geheimen te laten vertellen. Zo kreeg ze hem op zijn knieen en hij weende voor haar. De senu is in het Egypte zij die doet wenen, het wenen, maar tegelijkertijd ook het zien. Zij moest hem namelijk inwijden in de hogere geheimen, hem leren diep te laten zien. Dat is een kenmerk van het smai volk in de wildernis, het volk van Ismael (seth). Zo kreeg Simson voorrechten en rechten (sennu, Egyptisch). De senu is in het Egyptisch de belasting, en degene die de belasting bepaalt, de waarde van iets, de toetser, als een inspecteur. De s-neh, sn, was in de Egyptologie het volk wat tot slaaf maakte, het onderwerpen door vermindering, uithongering, als een beeld van het reguleren en ordenen. Het was voor de doeleinden van registratie (s-nehi, sn), van de wortel sneh, vastbinden. De snehu was een bindtouw, al dan niet met veren. In het sneh ra feest werd de heilige gebondenheid van ra gevierd. De snehu was iets medicinaals, als verband. Het was tegelijkertijd een genezings feest, het zegevieren van de genezende krachten van de natuur door het samenspel van gebondenheid, verbondenheid en

verband. De san waren geneesmiddelen in het Egyptisch, en sana was een woord voor alomtegenwoordige, allesomvattende kennis (van de context). Sanu was de prijs die er betaald moest worden. Daaraan ontkwam de mens niet. De sanu waren de snelle poortwachters, die ervoor zorgden dat niemand binnenkwam die de prijs niet had betaald. De volle prijs moest betaald worden. Er mocht niet gesjoemeld worden. Zij haastten zich om een snel oordeel te brengen over hen die hieraan niet voldeden. San is ook het inbrengen van het medijn door wrijven, wat ook een beeld is van de sexualiteit. Dit kan dus een heel bitter medicijn zijn, want het is ook de dorsvloer, het pletten van het graan. Ruth moest op de dorsvloer aan het voeteneinde van Boaz slapen, wat hier ook diep metaforisch over gaat, zoals Maria aan de voeten van Jezus zat om te luisteren, en Maria Magdalena weende aan de voeten van Jezus, wat allemaal beelden zijn van de onderwerping van Simson aan de voeten van Delila, om door haar ingewijd te worden in het diepere, waar de voet een beeld van is. Zonder de belasting te betalen, zonder te buigen en te minderen, komt de mens niet binnen. Shama, horen, luisteren en gehoorzamen in het hebreeuws, komt ook van de egyptische wortel 'saham', wat de gevangene betekent, de geblokkeerde. Dit was de enige manier om de mens te verzoenen met het vreemde, het vergetene, het weggedrukte, het verlorene, om de één te maken tot twee. Twee is ook de betekenis van het egyptische san-nu. Dit komt allemaal terug in de soeni beweging van de islam die deze diepe cryptiek en etymologie draagt. In het Noord-Germaanse liggen deze geheimen voor de shamaan opgeslagen in de Zweedse bergen, want Zweden werden vroeger suiones genoemd (door Tacitus). Voor de Egyptenaren was deze filosofie de ware schoonheid, de s-an, het terugkeren. Dit was een werkwoord. Dit was het ware opmaken door de natuur. Dit was de schoonheid van ieder mens, een intellectuele schoonheid. In het Egyptisch werden woorden voor hetzelfde vaak op verschillende manieren beschreven, dit opdat allerlei aspecten ervan naar voren konden komen, en zodat het progressief bleef : s-un – wording s-un – openen, het maken van een opening sun, sunnu – verkopen sun – kennen, wijzen (vergelijk het volk van Ezau, temanieten) sunu – loon, kas (vgl. Judas) sunnun – verleiden, strikken, overtuigen, complimenteren, smeekbede suhen – onderwerpen senn – verspreken, liegen sen – het kussen van de voet, van de aarde, een vrouw Hoofdstuk 40. De aspecten van Ismael Er zijn een heleboel gehoorzamen in de stad, die horen en luisteren naar het stadse implantaat, een

heleboel goedzakken, een heleboel brave hendrikken. Maar het probleem is dat ze niet verbroken zijn, en dat ze nooit waarlijk hebben gebogen. Ze zijn niet geopend. Er is geen pijl door hen hart gegaan. Ze hebben de prijs niet betaald, hebben de voeten van moeder natuur niet gekust, maar staan nog hoog en droog te protsen in de stad : 'Kijk hoe goed ik ben, kijk naar mijn slaafse stropdas, kijk naar mijn opgepompte spieren, hoe goed ik daarmee voor iedereen zorg, hoe ik de stad bescherm, wat een held ben ik. Kijk naar mij, naar mij. Zie hoeveel geld ik heb, en hoeveel ik aan anderen heb gegeven. Door mij hebben ze nu een mooi leven.' Ze hebben valse shama, gehoorzaamheid, omdat ze geen suni hebben, geen nederigheid, geen verbrokenheid. Ze hebben niet gebogen en aanbidden slechts zichzelf, niet de hogere principes. Het ontbreekt hen aan genuanceerde filosofie, en daarom aanbidden ze hun vlees, hun dikke pakken gespierd vlees op hun buiken en borsten, hun armen, of als ze veel geld hebben en een hoge opleiding gehad aanbidden ze hun dure stropdassen en dure pakken, en natuurlijk hun dure auto's en hun dure huizen, en andere dure dingen. Het moet vooral duur zijn. Ze hebben geen suni, het zijn geen shama-suni's, geen simsons, geen ishma-suni's dus. Ishmael kwam tot Suni, tot de initiatie in het vreemde volk. Hij durfde uniek te zijn. Als je er eentje bent van dertien in een dozijn dan leef je niet meer. Dat wist Ishmael maar al te goed. We zijn hier aangekomen bij de bottenstructuur van het oude testament. De link tussen Ishmael en Simson is groot en rood, omdat Simson een diepe typologie van het leven van Ishmael is. Hier wordt de knoop gelegd. Veel mannen willen sterk zijn, en veel mannen willen rijk zijn. Oog voor filosofische esthetiek hebben zulke mannen vaak niet. Dan is religie nog een andere optie. Of drugs. Maar shama kwam tot zuni. Smai was de Egyptische Ishmael, een andere naam voor Seth, de wildernis mens. Suni is de noodzaak van het minderen. Ra kwam tot dit gezelschap van godinnen die ervoor zorgden dat hij minderde, anders zou hij de onderwereld niet kunnen doorkomen. Ook Aser, Osiris, was in de Egyptologie tot het Zuni gebied gekomen, en het werd zijn gebied. Hij werd hier opgenomen. Waar Sa de gids is van Ra in de onderwereld, daar was S-N, Zuni, dat voor S-R, Aser (Osiris), vandaar dat Aser ook verbonden is aan de Suni stam, wat via het Egyptische liep tot de Israelitische stam Aser, maar ook dit is een typologisch beeld van Ismael. Als we dan naar Eva kijken, dan zien we in het Hebreeuws dat er twee woorden voor haar werden gebruikt, Ishsha, als vrouw of getrouwde vrouw, en Havah als haar eigennaam wat leven en ook het minderen, het hongeren, betekent. Zij schenkt honger aan de man, als het pad tot de gnosis. Vandaar dat de god van het OT Jah-Havah werd genoemd, het pad van de wording (Jah) door honger (havah), wat ook tot uitdrukking kwam in de hongertocht van de Israelieten door de wildernis op weg naar het beloofde land, en de hongertocht van Ismael. De god van het NT is dan Yeshua, of in het Arabisch Isa, wat terugwijst op Eva als Ishsha, de vrouw, de godin, wat ook het uiteindelijke doel van de hongertocht is. We vinden daar dan de mythes van de wonderbaarlijke spijziging en de wonderbaarlijke visvangst, allemaal principes van overvloed door honger, het wonder van de baarmoeder, waarin de man door het gaan door de leegte van de vrouw komt tot de wedergeboorte van zijn innerlijk kind en het ontvangen van de kennis in de wederopvoeding. Ismael moest terug naar de tenten, om daar dienst te verrichten, terug tot de diepere wildernis, tot Rebekka, bakka, mekka, in de dul maanden van de islamitische kalender, om zo weer eigendom te worden van de moeder wildernis. Dit komt ook terug in het verhaal van Samuel, sml, dezelfde wortel als Ismael, sml, en wat ook een typologisch beeld is van Ismael. Samuel werd door zijn moeder verkocht aan de tabernakel dienst, oftewel de tentendienst. Telkens weer zijn de verhalen van het OT beelden van Ismael. Dit loopt dus ook door Aser heen tot de Egyptologie, als de bottenstructuur van het OT. Ook David die zijn psalmen opstelde voor Batseba, de badende godin, is een typologie van Ismael. Uiteindelijk kwam Ismael tot een wildernis rivier in zijn hongeren, waar hij de godin zag baden, als in een honger visioen. Zij is een grote oorlogsgodin, ook

beschreven in het eeuwig evangelie en in de verdere amazone filosofie. Haar naaktheid is het symbool van de openbaring en de ontmaskering, zoals ook in de grondteksten. Daarom gaat een man die haar naakt ziet in ballingschap, als een beeld van de heilige gebondenheid. Dit is een literaire, filosofische naaktheid, waarin de mens diepte gaat zien, dus geen oppervlakkige, letterlijke, stadse naaktheid, want die is bedrieglijk. Naaktheid is iets metaforisch. De mens heeft het niet begrepen. De mens grijpt maar raak. Hevig verrukt is de mens als hij pornografische naaktheid ziet, op de reclame borden van de stad en verder overal en nergens, maar het is allemaal om de mens te bedriegen en om het oordeel te brengen. De naaktheid van de vrouw is het oordeel. Laten we duidelijk zijn. Het toetst de mens, het brengt het hart van de mens naar boven. De mens zou er van weg willen rennen als de mens de ware naaktheid van god zou zien, in grote vreze, want het komt om de mens te tuchtigen en zijn ego te verwoesten. Kijk de mens eens rennen van de naaktheid van God. Heuvelen val op mij, roept die mens, bergen bedek mij. Daar durven ze niet meer met hun handen op te slaan. Ze kijken dan recht tegen een woeste amazone aan die haar speer op hen gericht houdt. 'Wil je me nog eens op de billen slaan ? Waar blijf je dan ? Toe, als je zoveel lef hebt ?' De stadse mens is als een bourgondische kabouter, altijd maar weer de toverfluit achterna lopen, altijd maar weer in sexuele sprookjes geloven, terwijl ze de ware demonologische sexualiteit niet willen leren kennen. Het hongeren leidt tot het mysterie van de vermenigvuldiging in het NT, verbonden aan Isa, oftewel ishsha, de vrouw, Eva, de oermoeder, en dit vermenigvuldigen is de ware beweging, de logistieke motoriek die het volk nodig heeft, oftewel de logistieke tocht door de wildernis. Daar mag de mens niet van afwijken, want dan stapt de mens op een bom, op een mijn, en dan is het afgelopen. Als de mens dan wakker wordt in de stad door de hogere filosofie en uit deze stad probeert te vluchten, dan zal de mens eerst de klauwen van een joker zien op zijn heupen, als de klauwen van een spin, lange klauwen met nagellak, jokerhanden, lang en dun. Dit monster bedroog de mens altijd weer, dus eerst moet het ontmaskert worden. Als de mens dan uit de stad is gegaan, dan is de mens nog maar aan de rand van de wildernis. Klop niet aan bij huisjes waar oude vrouwtjes wonen, want je weet waar dat op uit kan lopen. Het is heksengebied. Ga dieper de wildernis in. Ontwijk al die huisjes. Pas op voor de zielenvissers. Johannes was in die zin ook een typologisch beeld van Ismael, want hij zag de naaktheid van de godin en hij bewonderde haar, haar filosofische diepte, waarin ze het woeste beest had getemd, want naaktheid is een beeld van openbaring. Ismael kwam tot de naakte, badende godin, en stelde zijn psalmen op tot en over haar, vol van vreze, niet van lichtzinnigheid. Hij was niet als een bourgondische kabouter. Hij kwam niet tot haar met een dubbelgespierd lijf opgevoerd door steroïden, of met een dure, gladgestreken stropdas of een grote dure auto, een snelle ferrari ofzo. Ze zou hem zien aankomen. Er zou niets meer van hem overblijven. 'Wie denk je wel dat je bent om mijn melkklieren zo te bespotten ?' zou ze tegen hem zeggen, of ze zou niet eens iets zeggen en gewoon haar speer het werk laten doen, en haar pijlen. Branden zou hij. Totaal afbranden. Hoe zou hij naar haar billen durven te kijken ? Hij zou het niet overleven. Hij zou met ferrari en al de rivier ingekieperd worden, tussen de krokodillen. Hij zou aan de haaien gevoerd worden. Ze zou haar varkens vetmesten met zijn vlees. Dat is wat religie is : een verslaving geestelijke steroïden die alle geestelijke kanalen afsluit. 'Dus jij denkt met deze junk even de moeder roep durven te vervangen ?' zou ze tegen hem zeggen, of ze zou gewoon alleen haar lasso en mes laten spreken. Hoe durft een mens zo de donkere, woeste, natte baarmoeder te benaderen ? Of dom met een mobieltje om haar heen gaan lopen om fotootjes te maken van haar naaktheid om het dan naar vrienden te zenden ? Vergeet het maar. Het mobieltje zou spontaan ervan in de fik vliegen en op de grond vallen. Fotootjes maken van een naakte, woeste natuur amazone, een totale vreemde voor deze wereld ? Nee, haar ogen doden. Als haar billen draaien dan ben je er geweest. Als je haar borsten ziet dan zal duisternis op je vallen. Het zijn filosofische principes. Een mens kan niet sjoemelen. Een mens kan

niet even een vrouw kopen op de veemarkt of winnen op een bingo avond van de sjoel vereniging. Zonder honger kom je er niet in. Zonder honger kun je niet tot haar naderen. Een heleboel mensen proberen het wel, maar hebben allerlei reserves. De één wil nog dit, en de ander wil nog dat. Ze drinken de lijdensbeker niet leeg tot de bodem, maar laten er altijd nog een laagje inzitten. Hoe rekenen we met dit drama af ? Ken de aspecten van Ismael in de andere verhalen van het OT en NT. Hoofdstuk 41. Het instorten van de bruggen tussen de man en de vader Adam kwam tot havah-ishsha in de hebreeuwse grondtekst van het OT, tot Eva de vrouw, tot de god van het OT, jah-havah, en de god van het NT, yeshua, oftewel isa in het arabisch. Havah is de hongertocht, oftewel de ramadan, om zo uiteindelijk tot de vrouw te komen, de ishsha, oftewel Sa, de gids van Ra door de onderwereld, wat diepe amazone wortels heeft in het verhaal van Aser (Osiris) die door de Zuni geleid werd door de onderwereld. Het zijn aspecten van Ismael. Er is geen veilig pad tot een vrouw dan door de ramadan, door havah, de wildernis tocht van het hongeren, het minderen. De man, Adam, moet de leegte in, niet zomaar een zijweggetje inslaan om toch nog naar luilekkerland te kunnen. Adam moest in de hebreeuwse grondtekst komen tot de riem van vreze, zoals ook heracles deze riem moest bemachtigen. Adam is dus een aspect van Ismael en mag daarvan niet losgezien worden, omdat er teveel gevaren op de loer liggen. Het archetype van Adam kan alleen maar door diepte uitgezuiverd worden. Er is een orthodoxe adamitische cultus die gewoon onderdeel is van de nephilim. Er is een gevallen Adam, de orthodoxe Adam die over Eva regeerde. Maar de mens moet komen tot de Ismaelitische Adam, Adam als aspect van Ismael. Adam werd ook iysh genoemd, een woord voor man en ook voor slaaf. In Genesis 8:21 wordt in de grondtekst gesteld dat ra, vijandigheid, rebelsheid, in het hart van Adam, de mens, is, van jongs af aan. Daarom nam Adam ook van het verbodene, en dat is ook belangrijk als rebelse eenling, om je niet te onderwerpen aan valse regels. Adam doorbrak deze regels, omdat Ra in zijn hart was. Zo maakte hij een hongertocht door de onderwereld, met ishsha (Eva) als zijn gids, zoals Ra Sa als zijn gids had in de Egyptologie. In de amazonologie is dit Zuni als gids. Deze rebelsheid is ook verbonden aan de Bellatrix planeet, wat ook energetisch een link is tussen Alnilam, het vreemde, en Alnitak, het woord, in de riem van Orion. De rebelsheid van Bellatrix is dus om het vreemde volkomen te maken. Dit is ook een aspect van Ismael, die vijandig was, rebels. Dit is een belangrijke eigenschap om te kunnen toetsen. Meelopers en hen snel van vertrouwen kunnen niet zuiver toetsen. Adam werkt het vijandige aspect van Ismael uit door van het verbodene te nemen. Hij laat zich niet intimideren. Ook Adam wordt dan tot een verworpene. Als een gebondene wordt hij door de slang meegesleurd, wat ook een beeld is van het hongertouw, de heilige gebondenheid. Zo wordt Adam de onderwereld ingetrokken. Hij heeft geen deel meer aan de pleziertuin. Hij lijdt zware, diepe honger op allerlei manieren. Hij zit diep in de put. Hij heeft Ra in zijn hart, wat ook in het Hebreeuws stress en depressie betekent. Adam is zwaar paranoide geworden. De jacht is op hem geopend. De naaktheid van God is naar hem op jacht, zoals in het boek Job de naaktheid van God

de verwoester genoemd wordt, de godin Abadown, die naakt op jacht gaat, en nooit met lege handen terugkeert. Adam was verdoemd, ten dode opgeschreven. Terugkeren kon hij niet meer. Er was geen terugkeer mogelijk, geen ontsnapping. Hij was nu in ballingschap in een vreemd land. Hij moest een diepe slaap in om Eva te ontmoeten, een hongerslaap waarin hij hongervisioenen zou ontvangen, hongerdromen, net zoals Ismael in de wildernis. In de christelijke traditie wordt Adam veelal besproken als man, terwijl in de grondtekst Adam ook een volk kan zijn. In de amazonologie wordt Adam ook veel besproken juist als een volk van amazones. Ook wordt Adam gewoon als man besproken, vaak J genoemd in de amazone filosofie, zoals in de Hebreeuwse grondtekst Adam iysh wordt genoemd, J's, wat ook de door S (sa, ishsha, eva) geleide J is, zoals Jezus ook niks vanuit zichzelf deed. Het probleem van de orthodox Adamitische orde is dat ze Adam hebben losgekoppeld van de iysh die hij was, de mannelijke slaaf als beeld van de heilige gebondenheid, en zo maakten ze Adam tot de gevallen Adam die over Eva regeerde, de man die over de vrouw regeerde, als basis voor hun patriarchie. Daarom moet Adam terugkeren tot zijn iysh identiteit, tot de J in de amazone filosofie. Dan komt ook het Jezus, Isa, verhaal weer terug, waarin Jezus zich onderwierp aan zijn gids, zoals Ra. Adam moet weer buigen voor Eva, de natuur kennis. Alleen zo zal Adam door de onderwereld kunnen komen. Ook moet Adam weer terugkeren tot zijn Aser identiteit, zoals de boom van kennis een beeld was van Assur, Aser (Osiris). Adam, de rebelse iysh, de rebelse J's, oftewel de isra, wat de basis werd voor Israel. Alleen zo kon Jakob, Israel, op Pniel toetsen, door het vreemde volkomen te maken. Dat is het grote Orionse Bellatrix mysterie. Zo wordt de riem van orion uiteindelijk compleet en krijgt de mens toegang tot de Rigel planeet van Orion. Zowel Saiphe als Rigel zijn de voeten van Orion. Saiphe is ervoor om de honger volkomen te maken. Het heeft te maken met het voleindigen van de ramadan. Rigel is de logistiek van Orion, fundamenteel voor het bestaan van Orion en het zuiveren van Orion. Rigel is dus de robotische chip van Orion maar die komt eerst maar vaag door, en eerst wordt je weggeslingerd zoals ik eens lang geleden een droom had over Rigel, over een gokstad, en er was een hele grote clown met lang donker haar, en ik werd weggeslingerd door een wind, of alles vaagde weg. Ook de lagere stad heeft hier haar robotische chip dus die moet eerst overwonnen worden. Hier heeft de lagere stad dus ook haar logistiek, haar complexe gevangenissen die zich als de aarde projecteren. Waar denkt de mens dat de ragnarok en de ramadan naartoe leidt ? Na de ramadan, na de speciale gift aan de armen aan het einde ervan, is er het suikerfeest, zoals in het hoogtepunt van de ragnarok surtr en hel terugkomen om de bruggen tussen de goden en de mensen af te breken, om zo een nieuwe wereld te bouwen, op een hoger niveau. De ramadan zal leiden tot een diepere ramadan, minder is meer. De ragnarok zal dus leiden tot een diepere ragnarok. Minderen zal leiden tot dieper minderen. Dat is het ware zoete, als je het minderen in het minderen kunt ontdekken. De mens moet na de ramadan dus niet met pensioen gaan ineens en een feestje bouwen en denken dat alles nu wel volbracht is. Het is geen simpel Jezus programmaatje van na drie dagen de opstanding en dan de hemelvaart en dan is het wel goed zo. Op het hoogtepunt van de ragnarok kwam Hel terug, de godin van de vruchtbaarheid, van de onderwereld, om de diepere poorten van de onderwereld te openen, veel grotere ragnaroks kwamen er toen. Hel, of 'el is slechts een afkorting van het amazone L-S, Lasso. Hel is dus de vrucht van de ragnarok, maar de mens moet een beter zicht op Hel krijgen. Surtr en Hel kwamen met een dodenschip. De vrucht is een diepere dood aan het ego, aan het zelf. Niet dat de mens dan ineens in luilekkerland aankomt. Het hoogtepunt van de ragnarok is scheiding, de bruggen die instorten. De mens wordt dan op zichzelf teruggeworpen, dieper. Telkens weer herhaalt zich dit.

Het hoogtepunt van de ramadan is dus altijd de verdieping van de ramadan. Het is niet het doodwerkelijk stoppen van de ramadan, want die stopt nooit. Niet stoppen met minderen dus, maar het verdiepen van het minderen. Niet zomaar kris kras gaan lopen minderen, maar diep minderen, filosofisch minderen. Het is een heel creatief proces van decoratie, van nuance, niet van oppervlakkig, bot en extremistisch minderen. Surtr betekent zwart, als de zwarte oermoeder, zoals ook Hel is, wat verborgen betekent. Het zijn twee wildernis godinnen van het oer, die verdrukt waren, vergeten. Het hoogtepunt van de ragnarok is het ontwaken tot het verborgene. De mens is teveel in het licht, teveel in het openbare, het publieke, teveel een massa-dier, gefokt wordend als vee. Zo sluit de Vur ook af, met het boek het Verborgene : 129. HET VERBORGENE 1. De aarde scheurt open, Ik kan de lagen zien, Hier zijn de veranderingen 2. Het heilige snoep zit op de troon, De troon is het verborgene Dit spreekt over het hoogtepunt van de ramadan en de ragnarok. Zoals Amos naar het Noorden van Israel moest om daar te prediken. Het Noorden is in het Hebreeuws een beeld van het verborgene. Ook Amos is in die zin een typologisch beeld van Ismael. Het Noorden betekent het geheim, het sieraad, dus het wil niet zeggen dat je heel orthodox en extremistisch in het verborgene moet gaan, maar meer subtiel en dat je niet zomaar parels voor de zwijnen werpt. Het houdt in dat je je genoeg camoufleert, en dat je eens andere paadjes inslaat dan de gewone paadjes. Je mag heel creatief met het begrip het verborgene omgaan, niet geforceerd en gedwongen. De verborgenheid is een filosofisch thema. Hierover mag gesproken, gelezen en geschreven worden. Het is vooral iets wat verdiept moet worden. De verborgenheid is niet iets zwart-wits. Het hoogtepunt van ragnarok, als surtr en hel terugkomen, is een beeld van de dubbele donkere baarmoeder, de vruchtbaarheid tussen vrouwen, die in de huidige wereld vrijwel weggekapt is. Dieper in de wildernissen van de onderwerelden en het oer zijn er zones waar vrouwen met elkaar kinderen kunnen krijgen zonder dat er een man aan te pas komt. Mannen hebben daar geen vaders, maar alleen moeders, zoals Heimdal in de germaanse mythologie. Vandaar dat de mens de shamaanse tocht door de onderwereld tot Hel moet maken, door de ramadan, de hongertocht, net zoals Odin en Heimdal dit deden. Vrouwen kunnen in dit soort zones weer wel vaders hebben, maar deze vaders zijn dus alleen voortgekomen uit moeders. Dit is heel belangrijk om de tegennatuurlijke patriarchische bloedlijnen te onderbreken en te reduceren. De ramadan leidt dus uiteindelijk terug tot de dubbele moederschoot waarin de man zijn vader verliest, want dit was slechts een beeld van de man en zijn innerlijke kind. De man moet zelf zijn innerlijke kind terugvinden, zichzelf, waardoor hij zijn vader dus verliest. Dat is een natuurlijke logica. Hel en Surtr moeten daarom wel terugkomen. Zij zullen de huidige mens lostrekken van de patriarchische banden. De bruggen tussen de man en de vader zullen instorten.

Hoofdstuk 42. Exegese boek 31 van de koran – loqmaan De verborgenheid is de oogst van de ramadan, en ook van de ragnarok, want surtr en hel komen op hun dodenschip om de bruggen tussen de mens en de patriarchische goden te verbreken. Surtr betekent donker, en hel betekent het verborgene in het germaans. In de ramadan wachten de islamieten op de heerlijke of grootse nacht, als beeld van het verborgene. Hiervan is ook de geslachtsgemeenschap een beeld. Op het hoogtepunt gaat de man de vagina binnen als beeld van de verborgenheid. Zonder eerst door de ramadan heen te gaan kan de man niet de vagina binnengaan, en is alles slechts illusie. Het is niet zomaar leven, niet zomaar willekeurige gebeurtenissen. Er zit een filosofie achter, een plan, een verhaal. Het komt gemaskerd. De mens moet er doorheen prikken. Alleen de eenling kan dit. Verwacht het niet van de massa's. Zij houden het juist verborgen. Zij zijn het masker. In de Germaanse mythologie ging het over de tocht tot hel om dingen van haar gedaan te krijgen, maar de mens werd meer onderworpen aan haar. De mens verliest zijn eigen controle en wil, want het gaat om 'uw wil geschiede', en niet de wil van de lagere mens. Hel is het verborgene, de verborgen kennis, en de mens moet van wil komen tot kennis. Hel's wil is dus ook onderworpen aan kennis. Hel loopt via el en allah in het midden oosten helemaal terug tot het amazone ila principe van de eenling, en is een afkorting van de amazone godin lasso, haar eerste letter, wat een bijnaam is van de amazone godin rebekkah, vgl. bakkah, mekka, het vreemde. Uiteindelijk kwam Ishmael tot haar, na zijn lange ramadan-tocht door de wildernis. Het vreemde is dus het hoogtepunt van de ramadan. Boek 31 in de koran is het boek lokman, oftewel crypto-etymologisch gezien : loki-amen, de logos van het verborgene, of loki-mehen, de heilige gebondenheid van de logos, oftewel de logistieke logos. Ila is een amazone bijnaam van rebekkah, dus hel is gewoon een bijnaam van rebekka, en in het boek lokman van de koran wordt het pad van ila, of allah in het arabisch, besproken. Ila is meer een titel van eenlingschap, de bevrorene, de amazone letter L, de koude godin, als een woord voor god. Areta heeft dus deze bijnaam, titel, ook. 6. En onder de mensen is iemand die door ijdele praatjes zonder kennis anderen van Allah's pad wil doen afdwalen en er mee de spot drijft, voor zulken zal er een vernederende straf zijn. Het pad van allah, ila, hel, het koude pad (ragnarok) is dus het pad van de ramadan, de hongertocht door de wildernis, en leidt tot allah, tot het vreemde, tot hel zelf, tot rebekkah, tot haar tenten. In de stad zien we dat de ramadan voortdurend wordt onderbroken en bespot. Het minderen, sober leven, met de natuur, is niet populair, maar het pad voor de eenling. Maar het boek laat zien dat deze typisch stadse kenmerken van de anti-ramadan onder het oordeel zullen komen. 7. En wanneer Onze woorden aan hem worden voorgedragen, wendt hij zich verachtelijk af alsof hij ze niet hoorde en zijn oren verstopt waren. Kondig hem daarom een pijnlijke straf aan. 8. Voorzeker, die getrouw zijn (amanu) en goede werken doen, zullen gezegende tuinen hebben. Het woord amanu is ook weer verbonden aan het egyptische amen, de verborgenheid. De getrouwen zijn dus zij die in de verborgenheid leven. Zij minderen (zakaat, ramadan) en leven met het natuurgebed, hun wil onderworpen aan de kennis (vs. 4,5). Zij die dus volhouden op het pad van de ramadan, zullen komen tot de tuinen, de natuur, waarvan het boek de Vur een beeld is. Het boek lokman stelt verder dat de onrechtvaardigen in dwaling verkeren (vers 11). Zij zijn tegen

de schepping ingegaan en hebben een valse schepping gemaakt. Het zijn anti-scheppers op het pad van de anti-ramadan. Zij houden er meerdere goden op na, afgoden, in de zin van innerlijk verdeeld zijn. Ze dienen zowel het goede als het slechte. Ze doen water bij de wijn. Dat de islam dus waarschuwt tegen meergodendom, zoals het christendom dat ook doet, moet dus zuiver in deze zin opgevat worden, dat de mens niet god kan dienen en de mammon. Dat houdt dus niet in dat het goede zich niet op verschillende manieren kan uiten. Je kunt vele godinnen dienen die allemaal metaforisch zijn voor kennis, maar het is de ene kennis, het een zijn in veelvuldigheid. Pas dus op voor te letterlijke en orthodoxe interpretaties dat alleen maar een bepaalde god van een bepaalde cultuur de ene ware is, want dat is een religieuze anorexia geest, anorexia religiosa. Deze geest is vaak anti-moeder, patriarchisch, en maakt vrouwen heel dun, en mannen heel dik. Ook maakt deze geest vrouwen vaak heel wit, witter dan mannen. Dat doet deze geest om de baarmoeder tentoon te stellen, uit het verborgene te halen. Dieper in de wildernissen zijn vrouwen donkerder, en mannen bleker, een heel duidelijk contrast wat er moet wezen, alhoewel mannen zich wel weer kunnen camoufleren met de donkere moeder aarde op hun huid. Als ze het er dan weer afwassen dan zijn ze weer met een blekere huid. Dit is iets metaforisch en filosofisch, niet iets letterlijks en racistisch. 13. Toen Loqmaan tot zijn zoon, terwijl hij hem raad gaf, zeide: "O mijn lieve zoon, ken geen medegoden aan Allah toe, afgoderij is inderdaad een grote ongerechtigheid.” 14. Wij hebhen de mens op het hart gedrukt betreffende zijn ouders, zijn moeder droeg hem in zwakte op zwakte, en zijn zogen nam twee jaren in beslag. Zeg Mij en uw ouders dank, tot Mij is de terugkeer. Dit is het pad van de ramadan, het terugkeren tot de moeder, van zwakte tot zwakte. Durft een mens deze filosofische zwakheid in te gaan ? Zwakheden leiden dus tot nog diepere zwakheden, zoals de ramadan tot de diepere ramadan leidt en zo tot de eeuwige ramadan. Durft de mens tot de eeuwige zwakheid in de baarmoeder van de donkere moeder terug te gaan ? Dit is ook een zeer christelijke, paulinische boodschap. Paulus zei : Weest zwak, want dan ben je sterk. Heb een behagen in zwakheden. Anders kan de moeder je niet vormen en niet herscheppen. Alleen in deze zwakheid kan de mens tot wedergeboorte komen. De klauwen van de joker van anorexia religiosa kunnen dan breken. Een moeder met een teer, zwak kind, dat is de oorspronkelijke basis van elk leven met een onmetelijke en onbeschrijfbare schoonheid. Zo kan zij haar kind opvoeden en tuchtigen. Zo kan zij haar kind vormen naar haar wil, onderworpen aan de kennis. Dit is een beeld wat de islam hier terugbrengt, als diepe amazone aretaitische filosofie. Ook de woorden van Jezus klinken dan door : Gij moet weer kind worden. Alleen kinderen zullen kunnen komen. Verhinderd hen dan niet. Wat een prachtige schoonheid van een moeder met haar kind, als tegengesteld aan de lompe, grove, afstotende beelden in de stad van overmatig zongebruinde mannen die hun spierbundels zo gekweekt hebben tot mentale magneten waardoor het ego wordt vastgehouden, want het zijn beelden van hebzucht, trots en egoïsme, veelvraterij. Het is een trombose en een kanker in de geestelijke kanalen. Daarom moet de mens terugkeren tot de diepere filosofie. Het kweken van overmatig grote spierbundels om aan de moeder opvoeding te kunnen ontkomen is als valse, overmoedige tuinen voor hen die de ramadan niet willen vieren tot het einde. Daar gaat het boek van loqmaan over. De islam spreekt juist heel duidelijk over de absolute noodzaak van de borstvernauwing voor de man, zoals ook de grondteksten van het christendom. De tuinen van de stad zijn illusies, grote valstrikken. Het zijn pleziertuinen, duivelse pretparken van druk maar op het knopje, dan gaat de deur vanzelf open. Kennen we dat niet ergens van ? 'Trek maar aan het touwtje, dan gaat de deur vanzelf open.' Het christendom zegt : Eer uw vader en uw moeder opdat uw dagen verlengt worden, wat dus in diepte over de geestelijke, filosofische opvoeders gaat. Vele christenen nemen het letterlijk. Maar het boek loqmaan zegt :

15. Maar indien uw ouders trachten u iets met Mij te doen vereenzelvigen, waarvan gij geen kennis hebt, gehoorzaam hen niet. Doch leef met hen samen in de wereld op een behoorlijke wijze en volg de weg van hem die zich tot Mij richt. Dan zult gij tot Mij terugkeren en Ik zal u inlichten over hetgeen gij deedt. Ouders hoeven dus niet altijd gehoorzaamt te worden. Uiteindelijk moeten niet de ouders gevolgd worden, maar degene die op god gericht is, om zo tot god terug te keren om kennis te ontvangen. Jezus sprak dat de ware ouders hen zijn die de wil van god doen. Jezus was hierin zeer radicaal, want alles moest achtergelaten worden voor god, ook de ouders, en de vrouw moest aangehangen worden, als beeld van de godin. In het boek loqmaan, oftewel de verborgen logos, het donkere woord, als beeld van de bindende moeder kennis, komt het zoonschap weer terug, wat uniek is in de islam. Hier kan uiteindelijk weer een zuiver kindschap zijn tussen god en mens. Telkens weer spreekt loqmaan : Mijn lieve zoon. Hier begint de diepe band tussen god en mens zich te herstellen. 16. O mijn lieve zoon! Al zou het het gewicht van een mosterdzaadje zijn, en al zou het zich in een rots bevinden of in de hemelen of op aarde, Allah zal het zeker openbaar maken. Voorwaar, Allah is Aldoordringend, Alkennend. Een ware moeder zal haar verloren kind terugvinden, waar dit kind zich dan ook bevindt, waar het kind dan ook in terecht is gekomen. Op een moment is er het heerlijke moment dat een moeder haar kind terugvindt. Voor dat moment is de mens geschapen. Het kind zal dan huilend zijn moeder in de armen vallen. In boek 31 begint allah haar ware hart te tonen. Vandaar dat het een belangrijk boek is in de koran. 17. O mijn lieve zoon, verricht het gebed en beveel het goede aan en verbied het kwade en verdraag geduldig wat u ook overkome. Dit is een ernstige zaak. 18. En keer uw gelaat niet in verachting van de mensen af noch wandel in hoogmoed op aarde, want Allah heeft de hoogmoedige noch de pocher lief. 20. Hebt gij niet gezien, dat Allah alles wat in de hemelen en op aarde is in uw dienst heeft gesteld en Haar gunsten rijkelijk aan u heeft geschonken, zowel uiterlijk als innerlijk? En onder de mensen zijn er, die over Allah twisten, zonder kennis of enige leiding of een verlichtend Boek. Maar dit is dus voor de eenling, oftewel de hogere mens, want van de stad wordt gezegd : 21. En als er tot hen wordt gezegd: "Volgt hetgeen Allah heeft geopenbaard," zeggen zij: "Neen, wij zullen datgene volgen wat wij onze vaderen zagen volgen." Zelfs al zou de duivel hen tot de straf van het branden hebben uitgenodigd ? 22. Maar hij, die zich aan Allah onderwerpt en het goede doet, heeft inderdaad een sterk houvast gegrepen. Bij Allah rust het einde aller dingen. 23. En zij die niet getrouw zijn, laat hun ontrouw u niet verdrieten. Tot Ons zullen zij wederkeren en Wij zullen hen inlichten over wat zij deden, Allah weet heel goed wat in hun innerlijk is. 24. Wij zullen hen voor een poosje zich laten vermaken, daarna zullen Wij hen tot een strenge straf voortdrijven. De moeder troost hier haar zoon, bemoedigt hem na een lange ramadan waarin hij van geen troost wilde weten omdat zijn moeder er niet was. Hij wilde niet de valse troost van de stad aannemen, van de vader die de moeder had vermoord. Dat zou verraad zijn naar zijn moeder toe. 27. En als alle bomen op aarde pennen waren en de oceaan, met nog zeven oceanen aangevuld inkt was, de woorden van Allah zouden niet kunnen worden uitgeput. Voorwaar, Allah is Almachtig,

Alwijs. 28. O mensen uw Schepping en uw Opstanding zijn slechts als die van een enkele ziel. Voorwaar, Allah is Alhorend, Alziende. Hier troost, bemoedigt en vermaant de moeder haar zoon verder : het is het pad van de eenling. De zoon zou een eenling blijven. Het verborgen woord is diep en eindeloos, terwijl het woord van de stad is ingekort. 31. Hebt gij niet gezien, dat de schepen op zee varen door de gunst van Allah, opdat Hij u Zijn tekenen moge tonen? Voorzeker daarin zijn tekenen voor een ieder, die geduldig en dankbaar is. Hier troost de moeder haar zoon met een beeld van schepen, dat alles goed zal komen, verdiept zal worden, als hij als eenling nomadisch zal blijven. 32. En wanneer de golven hen als schaduwen omhullen, roepen zij Allah oprecht zijnde in gehoorzaamheid aan, maar wanneer Zij hen veilig aan land brengt, volgen slechts enigen hunner de rechte weg. En niemand verloochent Onze tekenen behalve de trouweloze, de ondankbare. 33. O mensen, vreest uw Heer, en ducht de Dag waarop geen vader zijn zoon iets zal baten, noch de zoon zijn vader van enig nut zal kunnen zijn. Allah's belofte is zeker waar. Laat daarom het wereldse leven u niet misleiden, noch laat de Verleider u omtrent Allah bedriegen. Hier laat de moeder zien dat er een tijd zal komen waarin de vaderband tussen zoon en vader niet meer zal bestaan en niet meer zal baten. Hier loopt de ramadan dus op uit, dat de zoon het begrip 'vader' moet leren begrijpen, dat het iets in hemzelf is, en niet iets wat door de massa op hem geprojecteerd kan worden. Daarom moet de zoon zijn vader 'verliezen' om zo tot de moeder te kunnen komen, wat ook het moment beschrijft in de germaanse mythologie omtrend ragnarok, dat aan het einde van de ragnarok, het hoogtepunt, surtr hel terugkeert op hun dodenschip, oftewel het donkere verborgene in het germaans, als de terugkeer van de dubbele baarmoeder, de vrouwelijke vruchtbaarheid, waarin de moeder haar zoon laat kennismaken met zijn bijmoeders. Dit is ook tegelijkertijd het hoogtepunt van het boek loqmaan. 34. Voorwaar, Allah alleen bezit de kennis van het Uur. Zij zendt de regen neder en Zij weet wat zich in de baarmoeder bevindt. Geen ziel weet wat zij morgen zal doen, en geen ziel weet in welk land zij zal sterven. Voorwaar, Allah is Alwetend, Alkennend. Hoofdstuk 43. de bulimia matrix De islam – een te groot en te machtig, te urgent, natuurverschijnsel om zomaar te negeren en te ontwijken. Er is een grotere buitenaardse realiteit die staat te dringen, en de aarde staat onder grote druk. De diepere boodschap van de islam moet dus begrepen worden, wat erachter ligt, want het is slechts een masker van de aretaitische amazone filosofie. Net zoals de diepere kern van het christendom begrepen dient te worden. Daartoe is de exegese, oftewel de schriftuitleg, waardoor er ook een belangrijk verschil is tussen de orthodoxe islam en de exegetische islam, zoals er ook een groot verschil is tussen exegetisch christendom en orthodox christendom. De filosofie is namelijk gewijd aan exegese, en dat is niet slechts exegese van boeken, maar van alles in het leven van de

mens. Ishmael kwam na zijn lange tocht door de wildernis tot Allah in mekka, tot El, of Ila, maar in het westen volgde men al snel een eigen transliteratie, en werd er meer aandacht geschonken aan vertalingen in de eigen taal dan aan de grondtekst, want to werd El als Hel gedemoniseerd, en dat terwijl Hel een belangrijke Germaanse godin was, en ook Arabische christenen god Allah noemen omdat dat nu eenmaal het woord voor god is in de Arabische taal. Veel westerse christenen, niet gehinderd door enige kennis, denken nog steeds dat Allah puur de god van de islamieten is. Ishmael kwam dus tot Hel. Laten we daarover duidelijk zijn. Het betekent het verborgene in het Germaans. Ishmael was zo diep in de wildernis doorgedrongen, zo ver weg van zijn eigen land, dat hij tot Bakkah kwam, tot Mekka, waar hij samen met Abraham een heiligdom voor Allah maakte, in de islamitische mythologie. Ook Jezus ging tot Hel in de westers-christelijke mythologie, zoals ook Odin en Heimdal tot Hel gingen in de Germaanse mythologie. Ishmael moest alles achterlaten. Zijn moeder leidde hem, zij kwam uit een vreemd land en werd door Ishmael's familie beschouwd als een soort slavin of dienstmaagd. Ook voor Ishmael's moeder was het dus een bevrijding, een exodus. Het was het pad van de ramadan, en het verborgene was de oogst, oftewel hel, allah. Hel is in het germaans ook een woord voor vruchtbaarheid en verzoening, en wordt ook wel uitgesproken als Hela. Het is verbonden aan de initiatie tot de natuurgeheimen waar ook Odin en Heimdal deel in hadden. Boek 31 van de Koran gaat over de diepe verzoening tussen moeder en kind. De baarmoeder is een beeld van de vormende tucht en opvoeding, wat de hel oorspronkelijk was, en de koran stelt dat de teksten diepere symbolische betekenissen hebben. Boek 32 is de ter aarde werping, de aanbidding, waarin het kind weer onderworpen wordt aan de liefdevolle en zorgzame leiding en terechtwijzing van de moeder. Zo moeten we ook de dualiteit van Hel beschouwen. Deels is het waar, maar in welke context ? Het heeft een opvoedende functie. Het is ter bescherming van het kind. De hel is de baarmoeder, de donkere verborgen, obscure baarmoeder, en dat moet ook wel. Hier wordt het kind in de exegese, oftewel de verdieping, ingewijd. Het is dus iets abstracts. 20. Maar het tehuis van de ongehoorzamen zal het Vuur zijn. Telkens wanneer zij er uit willen komen, zullen zij er weer in worden teruggedreven en hun zal worden gezegd: “Ondergaat de straf van het Vuur die gij loochendet.” Heeft de mens het nodig ? Jazeker. Het ego, het vlees, zal van de hel proberen te vluchten, maar zij kunnen niet ontsnappen. Ook zal de mens de hel moeten toetsen. God zal de mens altijd vinden. De mens kan niet vluchten voor God, de kennis. Dit is ook één van de wetten van het calvinisme, de vijfde pilaar, van de eeuwige volharding van de heiligen, de onontkoombaarheid. Een kind kan niet ontkomen aan zijn moeder. De moeder bouwt een beveiliging in, zet het kind in de box. Dat is de liefde van de moeder. De moeder is sterk, en het kind is zwak. Als het kind rebels is kan het de moederband daarom niet breken. Daarna wordt er gezegd : 21. Wij zullen hen inderdaad de lichtere straf doen ondergaan vóór de grotere straf opdat zij zich mogen bekeren. De hel is er dus voor om de mens het belang van restricties en lijden te leren. Het is om de mens voor groter kwaad te behoeden. De baarmoeder is de hel, een liefdevolle, zorgzame moeder die het beste met haar kind voorheeft. Zo wordt dit ook in de grondteksten van de bijbel beschreven, als zowel tucht als genezing. Het is het medicijn voor de mens.

Psalm 3 is een morgenlied van David op de vlucht voor zijn zoon Absalom. In de amazone filosofie was dit zijn dochter. B-salom is in het egyptisch-hebreeuws de vrede, volkomenheid en verzoening van de voet, als beeld van de exegese. B is namelijk de voet in het Egyptisch. In de amazone filosofie is David genaamd Ahn. Ahn kon niet vluchten van zijn dochter. De dochter is namelijk een belangrijk en onmisbaar principe. Uiteindelijk gaat de ramadan vrucht dragen, voor hen die volhouden, wat de na-ramadan is, de volkomen of volle ramadan, de eeuwige ramadan, waarvan de dochter een beeld is. De mens moet volhouden totdat er een nieuwe geboorte is. Als de mens voortijdig stopt met de ramadan en gaat vreten en vreten, dan is er een miskraam. Dat is de geest van bulimia, waardoor je uiteindelijk toch alles weer moet uitspuwen. Materialistisch, vraatzuchtig leven is dus geen daadwerkelijke winst. Pas op voor de geest van geestelijke bulimia. Richt jezelf op het hiernamaals, de na-ramadan, de volledige ramadan, en ga jezelf niet te buiten aan tijdelijke pleziertjes, want die misleiden en beroven je toch. De mens moet verlost worden van de materialistische geest van bulimia die hevig in de stad staat te pronken met zijn spieren en bling bling, al zijn rijkdom en wat hij allemaal gevreten heeft en wat zich in het lichaam heeft lopen ophopen. Alles moeten ze er weer uitspugen. We kunnen er op wachten. In die zin is de materialistische bulimia ook weer heel manisch. Het is heel hysterisch allemaal. Ze vreten en vreten maar, nemen en nemen, vermeerderen en vermeerderen, pompen zich helemaal op, en dan moeten ze ineens alles weer teruggeven, en dan kan het lijken alsof het hele goede mensen zijn die alles voor de ander over hebben, en dat kan heel grootschalig zijn, maar ze geven slechts terug wat ze hebben gestolen. Bulimia in de stad, het is als eb en vloed. Ik had een droom over een vrouw met een genezingsbediening, veel geprezen, hier in Nederland, een pupil van Kathryn Kuhlman. Het bleek in die droom dat haar genezingsbediening was voortgekomen vanuit geestelijke bulimia, het altijd maar meer willen en dan alles eruit moeten floepen om het zo terug te geven. Het was een rover. Vandaar dat ze ook in de Toronto beweging terecht was gekomen wat ook een soort van voorspoeds-evangelie is. Telkens maar meer en meer, en dan moeten ze alles ook weer uitkotsen en dat trekt natuurlijk veel bekijks, als een kermis attractie. Geestelijke bulimia is niet slechts een ziekte. Het is een afgod. In rap tempo was de mens gekomen tot het romeinse wereldrijk waarop later het christelijke wereldrijk werd gebouwd, wat een materialistisch christendom was, en wat gewijd was aan de moddervette afgoden van de stad en de dubbelgespierde afgoden zijn slechts een andere vorm van vet en vraatzucht, allemaal uitingen van geestelijke en materialistische bulimia. De mens zit opgesloten in deze manische bulimia matrix als een gevangenis, en de mens kan de uitweg niet meer vinden. Daarom moest de islam wel komen. De mens heeft het niet begrepen. De mens heeft het niet verdiept. In boek 53 van de Koran wordt gesproken : 2. Bij de ster wanneer zij valt. 3. Uw metgezel is noch afgedwaald noch afgeweken. 4. Noch spreekt zij naar eigen begeerte. 5. Het is slechts de Openbaring die wordt nedergezonden. 6. Zij die grote macht heeft onderwees haar. 7. Die kracht bezit. Zo is zij volmaakt geworden. 8. En zij staat aan de hoogste horizon. 9. Zij naderde en kwam steeds nader. 10. En werd als de spanning van twee bogen. Ja, nog dichter bij. 13. Wilt gij dan met haar redetwisten over wat zij heeft gezien ?

Kennis is te sterk. Dingen kunnen niet een eigen leven leiden. Ze zijn altijd een reflectie van iets. De islam maakte het minderen tot een van haar pilaren. Het westen wil nog steeds niet luisteren. Daarom zal er iets groters komen dan de islam, maar dit is alleen voor de eenling. Hoofdstuk 44. van dan tot zorek - exegese van boek 63 van de koran In de wildernis moet je net zo lang doorgaan totdat je in een gebied komt van onweerstaanbaarheid en onontkoombaarheid. Dat is de Jeremia ervaring, maar ook Simson had deze ervaring toen hij helemaal door de wildernissen van het Dan gebied kwam tot het Zorek gebied waar Delilah woonde aan de grens van het Filistijnse gebied. Zorek betekent droog gebied. Simson moest de weg van het toetsen gaan, dieper en dieper in de ramadan, in het minderen, om alles toetsend te wederstaan, totdat hij niet meer kon wederstaan, want de gnosis was hierin hem tegemoetgekomen. Het was de vrucht van de ramadan die hij niet meer kon stoppen. Wat een geweldige ervaring is dit. Het verhaal van Simson en Delilah staat symbolisch hiervoor. Simson werd gebonden in de gnosis, en zo ook verbonden aan de gnosis, en dit was een vreemde gnosis. Simson kwam hier door zijn rebellie tegen het normale. De onweerstaanbaarheid en onontkoombaarheid zijn ook twee pilaren in het calvinisme, de laatste twee pilaren. Het is als een soort opname na de hongertocht, na het verliezen van de wil van het ego, in ruil voor kennis. Kennis is hoger en belangrijker dan wil. Hiertoe zondert de mens zich af, is er een scheiding tussen goed en kwaad, wat ook weer een pilaar in het calvinisme is. Zo wordt de mens een uitverkorene. Boek 63 in de Koran gaat hierover, dat zij die de minste willen zijn uitgedreven zullen worden door de aanzienlijken, die voor het meeste hebben gekozen. De minsten worden verworpen, net zoals Ishmael verworpen werd. Zij worden teruggezonden de wildernis in, en dat is maar goed ook, want wee u wanneer iedereen wel van u spreekt. Dat zou een valstrik zijn, zoals ze met valse profeten doen. Durf een verworpene te zijn, want als je aanvaard zou worden, dan zou het pas echt goed mis zijn, want waar is dan het offensief ? Als de duivel je aanbidt dan heb je pas echt je ziel verloren, als je op handen wordt gedragen door de massa's. Boek 63 gaat over de hypocrieten. Zij volgen het pad slechts halfgebakken, en haken dan af. Ze proberen de eenlingen te misleiden, en over te halen met hen mee te gaan. Dat kan heel subtiel gaan. Het is oorlog, en de vijand is gecamoufleerd. Ook het christendom gaat over de minste willen zijn, niet de grootste. Het pad van Jezus is dat van verworpenheid, net zoals Ishmael. De eersten zullen de laatsten zijn, en de laatsten zullen de eersten zijn. Stop dus niet voordat je bij het minste bent gekomen. Leg alles af, opdat je dieper in de wildernis kunt komen, tot deze zones. Ga tot Zorek. Keer niet halverwege om. Ga door totdat het vreemde is gekomen, en worstel ermee, zoals Jakob op Pniel, want dan zal de gnosis je belonen, en je tegemoetkomen. Laat pijn of lust je niet weerhouden. Zet door, totdat je opgenomen wordt en je je er niet meer tegen kunt verzetten. Dat is de heilige gebondenheid, en de mooiste ervaring die een mens ooit kan hebben. Je bent dan daadwerkelijk een unieke eenling geworden. De mensen om je heen zullen dan over je liegen en je verkeerd uitleggen, zoals boek 63 ook stelt, maar jij hebt de ware rijkdom gevonden : 1. Wanneer de huichelaars tot u komen, zeggen zij: "Wij getuigen dat gij inderdaad de boodschapper van Allah zijt." Allah weet dat gij Haar boodschapper zijt, en Allah getuigt dat de

huichelaars inderdaad leugenaars zijn. 2. Zij hebben hun eden tot een schild gemaakt, zo leiden zij mensen van Allah's weg af. Hetgeen zij doen is zeker slecht. 3. Dat is omdat zij de trouw omhelsden en daarna verwierpen. Derhalve is een zegel op hun hart gedrukt en zij begrijpen niet meer. 4. En wanneer gij hen ziet, bent gij vol vragen en twijfels over hun voorkomen, en indien zij spreken luistert gij naar hen als naar aangeklede stukken hout. Zij denken dat ieder gerucht tegen hen is. Zij zijn uw vijanden, neemt u daarom voor hen in acht. Allah's vloek zij over hen. Hoe ver zijn zij afgewend van de Waarheid. 7. Zij zijn het die zeggen, "Besteedt niets voor degenen die met de boodschapper van Allah zijn zodat deze weglopen" - terwijl aan Allah de schatten der hemelen en der aarde behoren, doch de huichelaars begrijpen dit niet. 8. Zij zeggen: "Als wij naar Madinah terugkeren zal de aanzienlijkste er zeker de minste uitdrijven," maar eer behoort aan Allah, Haar boodschapper en de getrouwen, de huichelaars echter weten het niet. 9. O, gij die getrouw zijt, laat uw rijkdommen en uw kinderen u niet afleiden van de gedachtenis aan Allah. En wie dat doet behoort tot de verliezers. De verliezers zijn de onderbrekers van de ramadan. Zij sleuren velen mee in het verderf die ook de ramadan onderbreken. Daarom is de beveiliging van de heilige gebondenheid zo hard nodig. Jakob kwam tot de tent van Bilha toen zijn vrouw Rachel was gestorven. Hij nam bij haar zijn intrek, als een iysh, als een dienstbare man in het Hebreeuws. Hij was door de dood van zijn geliefde vrouw de minste geworden. Hij had alles verloren waarvan hij hield. Bilha was een beeld van het vreemde waartoe Jakob moest komen, als een beeld van de heilige gebondenheid die hij op Pniel ontving als beloning na het toetsen. Cryptisch gezien is dit ook waar de Babylonische ballingschap voor stond. Jakob, als beeld van het volk Israel wat in balingschap ging, wat ook zijn naam was die hij kreeg toen hij de heilige gebondenheid op Pniel ontving. Israel betekent hij die met God heeft geworsteld. Jakob's heup werd uit de kom geslagen zodat hij kreupel werd, als een beeld van dat hij een gebroken man was, gevoelig geworden voor God. Babylon, Babel, is B-bl, oftewel de voet (Egyptisch, b) van Bilha (bl), waaronder Jakob terecht kwam, als zijnde een beeld van het onderwezen worden in de diepte. Dit komt dus ook weer terug in de Jeremia mythologie die een profeet was ten tijde van de Babylonische ballingschap. De mens moest terugkeren tot het vreemde. Ook Ruben, de oudste zoon van Jakob, ging tot Bilha's tent na de dood van Rachel (Gen. 35:22), wat een beeld is van het innerlijke kind van Jakob zelf. Jakob had altijd al iets met Bilha gehad, omdat Rachel in eerste instantie geen kinderen kon krijgen, dus gaf Rachel Bilha aan Jakob, die toen Dan en Naftali baarde. Het gebied van de stam Dan is dus het gebied om tot Zorek te komen, dus in dit opzicht van belang. Later baarde Rachel dus uiteindelijk wel Jozef en Benjamin. Jakob moest voor Rachel twee maal zeven jaren werken. Na de eerste zeven jaren werd hij eerst bedrogen en kreeg een andere vrouw in plaats van Rachel. Dit spreekt dus over een hele lange ramadan die eerst volkomen moet worden. Eerst moet de mens geconfronteerd worden met de leugen, om hem te testen, en pas daarna kan de mens tot de waarheid komen, maar velen geven halverwege al op. Daarom is Rachel een groot geheimenis van de vrucht van de ramadan, maar ook is zij een beeld van de ramadan zelf, omdat zij in eerste instantie niet vruchtbaar kon zijn. Pas nadat Bilha in het spel was gekomen, als beeld van de heilige gebondenheid, werd Rachel vruchtbaar. Rachel, als Ragl, staat voor de openbaring (gly, aramees) van Ra (egyptisch, de tocht door de onderwereld). Deze openbaring komt alleen als we tot het einde toe volharden. Zonder volharding kan Rachel dus niet bestaan. Bilha is dus een belangrijke sleutel in het Rachel verhaal. Het is een visioen wat Bilha tot Jakob zond, als onderdeel van haar. Rachel's dood moet dus meer gezien worden als een verdieping hiervan, als een overgang tussen twee gebieden, twee tijdperken, binnen de ramadan. Als er vruchten zijn gekomen van de ramadan, dan moeten die ook weer overgedragen worden aan de

gnosis, aan God, aan de moeder, opdat er niet over limieten heen wordt gegaan. De ramadan zelf mag niet uit het oog verloren worden : 10. En besteedt uit datgene waarvan Wij u voorzien hebben voordat de dood één uwer overvalt en deze zegt: "Mijn Heer, waarom hebt Gij mij niet voor een wijle uitstel verleend, opdat ik aalmoezen zou kunnen geven en tot de rechtvaardigen behoren?" 11. En Allah geeft niemand uitstel wanneer zijn tijd is gekomen, en Allah is volkomen op de hoogte van hetgeen gij doet. Voor alles is er een tijd. Voor het behoud van de mens moeten deze tijden wel afgebakend zijn, anders gaat men over limieten. Vandaar dat er dus ook geen uitstel mag zijn. Hierover is veel verwarring. De mens wil geven, maar plotseling kan het niet meer, omdat de mens dan over een limiet zou gaan. Dit is ook zo met het nemen. Alles kan alleen maar met mate gebeuren. Ook de dag moet dus telkens sterven, en de nacht, zoals Paulus ook zegt : Ik sterf elke dag. Zo blijft de mens in de logistiek. Zo krijgt de geest van bulimia geen ingang. Uiteindelijk is de heilige gebondenheid slechts een beeld van de logistiek. Dat is de ware gebondenheid, dat je op de juiste plaats bent op de juiste tijd met de juiste mensen, de juiste producten, in de juiste hoeveelheden en de juiste verhoudingen tegen de juiste kosten, op de juiste manier, enzovoorts. Dat is dus niet duf met een touw om je nek lopen overal en dan toch doen waar je zelf zin in hebt of allerlei willekeurig gedrag om maar aan school te ontkomen, zoals de stropdas mannen in de stad. De ware logistiek is een school. Die school moet in orde komen. Dan mag je loskomen van de dodelijke zonden van ijdelheid, hebzucht, vraatzucht en trots, om zo te werken aan een mooi karakter en een mooie rol in je leven. Dat is wat de ware schoonheid is. De rest is slechts illusie. Hoofdstuk 45. de steniging Ik piekerde me er als kind suf over waarom Simson zo dom kon zijn om zijn geheimen aan Delilah te vertellen, terwijl ze al had getoond dat ze niet te vertrouwen was. Suf piekerde ik me er over. In de grondtekst gaat het hier over de sexuele macht die Delilah over Simson had. Simson was aan haar verslaafd, dus deed er alles voor om haar te houden, ook al wist hij waar het op uit zou kunnen lopen. Tenminste als je het allemaal letterlijk moet nemen, maar nu neem ik het symbolisch. In boek 69 van de Koran, Al-haaqqah, gaat het over het komende oordeel, dat er weer een ark zal komen, en dat de hemelen zullen splijten, en dan zal de grote gebeurtenis plaatsvinden : 18. Dan zult gij worden bloot gelegd en geen uwer geheimen zal verborgen blijven. 30. Grijpt hem en boeit hem. 31. Werpt hem dan in de hel. 32. Bindt hem vervolgens met een ketting vast waarvan de lengte zeventig armlengten bedraagt. Dit gebeurde ook met Simson. Maar vers 43 zegt dat dit slechts een openbaring is van de heer der werelden, dus het is zeer abstract en symbolisch. Het is als in de germaanse mythologie over de

ragnarok, het einde van de wereld, waarin op het hoogtepunt surtr en hel komen op hun dodenschip om de bruggen tussen goden en mens af te breken. In de ramadan dient de mens te wachten op de gezegende nacht, de grootse nacht. In boek 44 is dat de waarschuwer, de restrictie, na een tijd van droogte. Het is de overweldiging door het vreemde, die nieuwe limieten bij de mens aanstelt. Simson werd tussen de pilaren van de tempel gezet van het vreemde land, terwijl zijn krachten weer begonnen terug te keren, en zo verwoeste hij de hele tempel, die ook te pletter viel op hem. Simson werd toen bedolven onder de stenen van de tempel en versloeg meer vijanden dan hij ooit verslagen had. Zo kwam hij tot de oerverharding, die alleen maar in de oerverzachting kan komen. Zo komt de mens in een nieuwe energie, een bevroren energie die niet noodzakelijk koud is, en die ila wordt genoemd in het amazonisme, wat ook een andere naam is voor Allah, El en hel. De mens gaat aan het einde van de ramadan door een periode van steniging, om ook zelf zo hard als steen te worden, hard tegen het ego. Het is een bepaalde dood die de mens aan het ego moet sterven. Zonder de steniging kan de mens nooit tot deze verstening komen. De mens moet eerst de steen voelen. Toen stefanus werd gestenigd zag hij de hemelen geopend. Als eerste maakt de steniging de mens lek, maar zal daarna zelf als de stenen worden. De mens moet wel een confrontatie met de stenen hebben, anders kan de mens de leegte niet in. Zowel in Openbaring 11 en 12 als Openbaring 16 en 17 wordt na het neervallen van de hagelstenen in grote plagen de vrouw zichtbaar. De vrouw is een beeld van de innerlijke bevrorenheid van de mens. De man is een beeld van de innerlijke verzachting van de mens, de luistervaardigheid. De vrouw is dus metaforisch gezien een beveiligingssysteem, een waarschuwer. De mens moet eerst de oerzwakheid in om hiervoor gevoelig te worden. Dit gaat door de geestelijke steniging, door de Simson ervaring. In zachtheid is de mens hard, en in zwakheid is de mens sterk. Dit is een natuurspasme die ervoor zorgt dat de krachtinspanningen niet te lang duren, maar dat er goede patronen van wisselwerking zijn. De stenen zijn een beeld van nieuwe, vreemde visioenen. De mens die eronder bedolven wordt blijft niet meer dezelfde, en de mens die er niet onder bedolven wordt en aan de zijlijn blijft staan begrijpt er niets van. Elke gestenigde is omringd met massa's begriploze mensen, rampentoeristen. De gestenigde zal merken dat door zijn zwakheid en verzachting, door de lekken, realiteiten in elkaar over beginnen te vloeien, omdat zijn muren doorbroken zijn, de muren tussen de werelden en realiteiten. De gestenigde voelt zichzelf dan tussen deze werelden inzweven, wat een heel vreemd gevoel kan zijn, en ook een heel vies gevoel. Alles wordt gemengd, en de gestenigde kan er niets tegen doen. Ook kan de gestenigde dan zich ziek voelen en pijn hebben. Allah wordt in de koran de heer der werelden genoemd. Blijkbaar zijn er dus meerdere werelden. Ook boek 19 van de Vur, de golf, gaat hierover. Er is een wereld in de steen, een draaiende wereld, het geheim van de tijd. Stefanus zag de hemelen geopend toen hij gestenigd werd. De martelaarsdood, het stenen graf van simson, is de weg tot het eeuwige leven. Als de duivel je heel heeft gelaten, dan is dat een teken dat je hem niet genoeg weerstand hebt geboden. Kakia met haar lange nagellakbedekte killernagels kan alleen verzwolgen worden door het graf van de gestenigden. Er zal een heel leger van gestenigden opstaan. Ze hebben de pilaren van de Sheda stad van Kakia, van de bulimia matrix, gebroken, waardoor ze bedolven werden onder stenen. Wat de eenling op aarde doormaakt zijn complicaties van de steniging. De eenling ijlt door zware doodshallucinaties zoals de stad en het dagelijks leven. Het is niet echt, maar de eenling moet er doorheen. Stenenwerpers zijn er in de wildernis. Als ze je zien, dan gooien ze je dood met keien. Het is onderdeel van de ramadan om leeg te worden. Het maakt de mens koud en hard tegen de

zonde. Ila, allah, is een woord voor bevriezing, kou, hardheid, honger, als het mysterie van de ragnarok. Dit mysterie overweldigd de mens, overweldigd de eenling. Het splitst de mens in zoveel delen die allemaal verzameld moeten worden in het communisme. Ook de islam is communisme, natuur-communisme, door de zakaat, de armenbelasting. Alleen zo wordt het laatste verloren schaap teruggevonden. De schepen van het natuur-communisme kunnen de wildernis diep penetreren, ook als ijsschepen in de ijsgebieden. Ila, allah, is een bijnaam van Areta, als onderdeel van het aretisme. In die context moet de koran dus gelezen worden, om zo niet in orthodoxie terecht te komen. De koran noemt zichzelf niet voor niets het boek van de moeder (umm-al-kitab, 13:19, 43:4). Zware krachten van de natuur staan te dringen. Ineens is de natuur dan in de stad. Ineens is de stad de natuur. Het ware communisme is dus het verzamelen van kennis, waardoor de ware logistiek bestaat. Het christendom was afgeweken, vervlakt, en daarom moest de koran wel komen. Maar de koran leidt terug tot de tuinen, tot de wildernis, waar telkens weer in de koran naar gewezen wordt, naar de komende vreemde vrouwen van het paradijs, oftewel de amazones. Dit zijn beelden van grote tucht en opvoeding. De mens moet terug naar de moeder. De koran wijst dus op de Vur. Hij die komt in de nacht, daar gaat de koran over. Hij zal op de deur kloppen van de eenling, en de eenling overweldigen en meenemen, dieper de koran in, terug tot de Vur. Hoofdstuk 46. De Freudiaanse Calvijn De koran is een cryptische buitenaardse code. Eerst was er Egypte, oftewel Geb-Ptah, de schepping (ptah) door de baarmoeder (geb), of schepping door de aarde, door de natuur, en toen kwam Israel, wat de worsteling met God betekent, oftewel zoals Jakob op Pniel streed met God, als beeld van het toetsen (er zijn namelijk zoveel valse goden). Daarna kwam het christendom, als beeld van het lijden, de beproeving, waardoor de mens klaar gemaakt werd voor de islam, wat overgave betekent, het gehoorzamen. De islam, slm, wijst terug op Salomo (slm), die de eredienst tot moeder god herstelde. Hij maakte tempels voor de godinnen van zijn vrouwen, symbolisch voor de natuurkennis. Jezus klopte aan de deur in de nacht, als een dief in de nacht, geheel onverwachts, om bij de mens binnen te komen, en de mens tot gehoorzaamheid, islam, te leiden, zodat de mens terug zou kunnen keren tot de Vur natuur, de natuur van kennis. In de islam is Jezus slechts een onderwijzer, geen god. Jezus, het lijden, is de brenger van kennis, een boodschapper. Het is een archetype binnen de mens zelf. Ieder mens moet daarom als Jezus zijn. Het is een gelijkenis. Ook de Vur is een code. Het zijn de tuinen, de wildernissen, die de islam beloofd heeft, waartoe de islam leidt. Het is een code van het paradijs, van de baarmoeders van de amazones waarin de eenlingen tot wedergeboorte en wederopvoeding komen. Heel voorzichtig mag de eenling deze tuinen binnengaan, deze codes ontvangen. Het zijn nieuwe installaties voor een nieuwe wereld. Dit begint in de wereld binnenin. Die wereld moet veranderen, die wereld moet verdiept worden.

Is de mens klaar ? Neen. Alleen de eenling is klaar. De massa's hebben zich gestort op het christendom, en een iets kleinere massa heeft zich gestort op de islam, die steeds groter wordt, als brullende raadselen van het komende communisme van de natuur, het communisme van kennis, als de verzameling en het volkomen worden van de kennis tot de geboorte van de logistiek, de heilige gebondenheid. Maar de grootste religie is niet het christendom of de islam, maar het materialisme, de dienst tot mammon, het hedonisme. Dat is de grootste religie, en deze religie beheerst de mensheid. Het is het snoephuisje van de heks van Hans en Grietje, van Kakia. De bedriegelijkheden van de stad hebben de mens ingenomen, en alleen de eenling ontkomt aan hen. Blijf niet zomaar hangen in het christendom en de koran, maar zet je tocht verder tot de Vur. Wel zal de Vur deze religies verdiepen. Het kind mag niet met het badwater weggeworpen worden, of piraats overboord gegooid worden. Ja, het zijn piratenschatten, maar het zijn gestolen waren. De mens moet het terugroven, als een Robin Hood. Robin Hood gebruikt hiervoor de pijlen van Egypte, van Israel, van het christendom, de koran, want dat is wat de Vur leert. Ze liggen erin besloten. De boog is de Vur, en de pijlen zijn de religies. Het is een abstracte taal. De islam is de strategische en symbolische strijd van de armen tegen de rijken. De koran staat aan de kant van de armen. Het christendom was afgeweken in buitensporige rijkdom. Alles was materialistisch en hedonistisch geworden, ten dienst van mammon. Velen gebruiken het geloof in het christendom als een dekmantel om mammon te dienen, dus in wezen zijn het helemaal geen christenen, maar mammon-dienaren. Ze hebben grijpvingers, steken hun vingers in de pudding, en houden daar hun rode nagellak aan over. Ze hebben de plaksteen van mammon aangeraakt, en kunnen niet meer loskomen. Het is heel tragisch. Raak het niet aan. Vlucht nu je nog kan. Puzzelen, puzzelen en puzzelen. Het leven is een puzzel avontuur. Een grotere natuurrealiteit staat te dringen. Al die karakters en poppetjes rondom de eenling zullen vergaan. Het zal iets anders zijn. Het was slechts natuur die wazig doorkwam. De eenling zag niet wat het daadwerkelijk was. De eenling was gestenigd. De eenling ijlde slechts. Simson was onder hoge druk, en uiteindelijk verklapte hij zijn geheim aan de sluwe Delilah. Wat moet hij een wroeging gehad hebben daarna, belast met schuldgevoel. Aan het einde van de ramadan is de mens te zwak geworden, en kan de mens het niet meer inhouden, en dan begint de openbaring. Uiteindelijk werd er een geheim aan Simson verklapt. Het moet een vreselijk gevoel geweest zijn voor Simson. Misschien dacht hij wel dat hij van God was afgevallen, dat hij had gezondigd tegen de heilige geest, de onvergeeflijke zonde had gepleegd. Maar zonde kan nooit vergeven worden. Zonde moet rechtgezet worden, niet vergeven. Daarom was Simson de onvergevelijke, en moest zijn lot tegemoet gaan. Wat moet dat verschrikkelijk voor Simson geweest zijn, de afgrond in te gaan. Vandaar dat ieder mens onvergeven is en dus verdoemd, en gedoemd om te werken om dingen recht te zetten. Dit is waarom de fallus in de vagina dient te gaan, en het is een schande dat dit niet aan de mens wordt uitgelegd. De fallus is een beeld van de eeuwige verdoemde die niet vergeven kan worden, maar die moet werken, penetreren, om de zonde te verzoenen. Dan brengt hij zijn zaad voor nieuw leven. De baarmoeder is een beeld van de hel, een vruchtbare plaats, zoals in de oorspronkelijke germaanse betekenis. Ook de vagina is dus een beeld van de hel, als de tocht van de ramadan tot wedergeboorte en wederopvoeding. Deze sexuele voorlichting wordt dus niet gegeven, en daarom rommelt men maar raak. Sexualiteit is gewoon tot koopwaar geworden. Het verhaal van Simson en Delilah geeft daarom inzicht in deze dingen. Dat is wat de put van Calvijn is. Calvijn stelde dat ieder mens verdoemd is, maar er is een weg doorheen door de uitverkiezing, en die was te herkennen door verschillende tekens. De germaanse

uitverkiezing was voor de eenling die hard aan zichzelf was gestorven op het strijdveld. Zo was dit ook in de theologie van Calvijn. Freud stelde dat een jongen uiteindelijk zijn vaderbeeld zou overwinnen, om bij zijn moeder in te kunnen gaan, ook al zou dat een andere vrouw zijn. Het vaderbeeld is natuurlijk een beeld van het ego, dat wat in de weg staat, dat wat te snel tot de moeder in kan gaan, als de weg van genade, een beeld van het gemakszuchtige christendom, en de jongen strijdt hiertegen in het oedipus complex. Er ligt dus een duidelijke en belangrijke link tussen Calvijn en Freud, als herstel van de demonologische sexuologie. De put van Calvijn, de hel, of eeuwige verdoemenis, is gewoon de vagina, en daar hoeft niet overdramatisch over gedaan te worden, want in de germaanse filosofie is dat juist de doorgang tot het eeuwige leven, waarin de mens voor altijd het ego kan achterlaten. De fallus is de eeuwige verdoemde, de werkende, opdat hij niet in overmoedige genade terechtkomt. De fallus is dus filosofisch gezien de prooi van de vagina, maar tegelijkertijd de baby, het kind, het nieuwe leven. Dat komt ook in het verhaal van Simson en Delila naar voren, dat het kwade medewerkt ten goede. Ja, Simson moest sterven, maar kon zo de massa's van het ego overwinnen, oftewel het collectieve ego. Van kind af aan verbond ik sexualiteit altijd aan de dood. Elke keer als de mens sexualiteit heeft dan sterft de mens. De mens offert zijn leven aan moeder natuur. Zo mogen we ook de hel koppelen aan de sexualiteit, om het als iets functioneels te zien en niet als iets dramatisch. De hel is sex, wedergeboorte, vruchtbaarheid, nieuw leven. Wat is sex ? Het is een oorlog. Het kan alleen waarlijk plaatsvinden in de context van de filosofie. Het is een mijnenveld, en vandaar dat de logistiek de bewaker van de sexualiteit is. Wek het niet op voordat het haar behaagt, stelt het Hooglied. Het is voornamelijk iets wat door vrouwen gaat. Heimdal was de zoon van vele vrouwen, voortgekomen vanuit zeeschuim. De man moet dus minderen. De altijd en eeuwig op sex jagende man in de stad is een karikatuur van de natuurlijke ware man. De man moet dus diep het celibaat in, de sexuele ramadan, het vasten op daadwerkelijke sexualiteit, om meer tot een filosofisch beeld van sexualiteit te komen, de diepere processen. Overmoedige, overletterlijke sex is dodelijk. Het dooft de zintuigen uit. Sigmund Calvijn, achter zijn piano, om er nog iets van te maken, de ongelovelijke rommel in de stad van sexualiteit. Ik kan het niet, ik kan het niet – Je kunt het wel. Ik kan het woord sex niet meer horen. Neen, ik ook niet, maar je kunt er wel wat anders van maken. Hoe heeft de natuur het bedoeld ? Niet recht voor z'n raap, maar meer subtiel als een metafoor. Het vertelt een verhaal. Laat het verteld worden. Luister. Het doet pijn. Ik voel me verkracht als ik door de stad loop en de sex-getinte reclame borden zie, en de sex-gerichte muziek hoor in de winkels. Pure verkrachting. Ja, maar het is een fokkerij, en je moet het kraken, ontsnappen, veranderen, tot nut maken, verdiepen, en ga zo maar door. Het doet pijn, maar hier is het medicijn. Mijn zintuigen zijn overbelast, ik kan niet praten. Alles doet pijn. Ik word dag en nacht verkracht. Ja, opdat de nieuwe sexualiteit zal komen, de terugkeer van Sigmund Calvijn. Het calvinisme zal freudiaans zijn. Wie oren heeft die hore. Ja, maar ik krijg de plaatjes niet uit mijn hoofd, die walgelijke plaatjes. Je moet afkicken van de drugs. De buitenaardsen zullen komen. Zij zullen helpen. Er zal een nieuwe drug zijn van de natuur, van de filosofie. De mens moet psycho-analytisch de sexualiteit benaderen, of geheel niet. Er is geen andere weg. Er zijn teveel gevaren op het pad. Het zijn fetishen, totems, die de mens niet begrijpt. Zo is ook religie opgebouwd. Een persoon die zonder psycho-analyse de metafoor Jezus aanbidt is op hetzelfde niveau van de mens die zonder psycho-analyse zijn sex zintuigen achterna loopt als een rund op weg naar de slacht. Juist waar de mens psycho-analyse aan de kant schuift en alles letterlijk en

direct, oppervlakkig ondergaat, wordt de mens psychotisch, niet net andersom. De diepere mens is gefundamenteerd in psycho-analyse, in de filosofie van de natuur, en niet in psychose. Sexualiteit is een filosofische taal, een communicatie systeem van de natuur, onbegrepen door de mens, vanwege de geheime boodschappen, wat ook terugkomt in het verhaal van Simson en Delila. Er wordt een impuls uitgezonden, en de ander reageert daarop met een andere, vreemde impuls. Daarom onderwijzen ze elkaar, en brengen ze de puzzel delen bij elkaar waardoor er een nieuw puzzelstuk wordt toegevoegd. Het is een impuls, uitgezonden door een instinct, waarin geheimen worden blootgelegd, zoals in het Simson en Delila verhaal, opdat het geheim aangevuld kan worden, volkomen kan worden, compleet gemaakt. Het is de wisselwerking die belangrijk is voor de openbaring. Het vereist dat beide partijen meewerken. Het doet pijn, omdat het niet compleet is, en omdat het ene deel de pijn van het ander deel voelt. De twee delen worden samengevoegd. Dit kan een heel traumatische ervaring zijn, maar ook extatisch. Pijn kan niet losgekoppeld worden van extase. De hel kan dus ook niet losgekoppeld worden van de hemel. Dit zijn realiteiten die zich binnen de mens afspelen, niet buiten de mens, want dat is slechts projectie. Het zijn dus delen binnenin de mens, van de mens zelf, die met elkaar verzoend worden, als de twee hersenhelften die met elkaar communiceren en elkaar inspireren. Oedipus zou zijn vader doden volgens een orakel en trouwen met zijn moeder, daarom werd hij door zijn vader overgedragen aan een herder om hem naar de bergen te brengen. Uiteindelijk kwam Oedipus bij herders in Korinthe terecht. Ook het boek Korinthe in de bijbel gaat over de relaties tussen mensen die eigenlijk de samenwerking tussen de verschillende lichaamsdelen zijn. Het boek bespreekt het pad van het kruis als het pad tot het vreemde, en het kruis is goed om dingen te toetsen. Door een misverstand doodt Oedipus zijn vader, die hij niet herkende, en trouwt dan met zijn moeder. De vader was slechts een schaduw van de relatie die de zoon zal krijgen met zijn moeder. De sexuele overmaat die we om ons heen zien van op sex beluste mannen in de stad is een beeld van de vader van Oedipus die nog niet op z'n plaats is gekomen, omdat de zoon nog niet is teruggekeerd tot de moeder. Oedipus moest namelijk eerst een raadsel oplossen voordat hij tot zijn moeder kon gaan. Nadat Oedipus tot zijn moeder was gekomen moest hij boeten voor wat hij had gedaan, en stak hij zichzelf de ogen uit, zoals ook Simson's ogen werden uitgestoken. De mens is dus in strijd met de valse vaderbeelden. In principe is de vader gewoon een innerlijk archetype van de climax van het zoonschap. De vader is de zaadlozing van de zoon, van de eeuwige verdoemenis, als het afsterven van het ego. Het is het toppunt van gevoeligheid, zoals Jakob gevoelig werd geslagen op Pniël. Het is het toppunt van overgave en onderwerping, door overweldiging. Het is de climax van demonologie. Het is dus puur de innerlijke vader in de zoon, als onderdeel van de zoon zelf, en in werkelijkheid bestaat de vader dus niet. Het is een filosofisch principe wat begrepen dient te worden. De vader van Oedipus blijft dus stalken totdat Oedipus dit raadsel heeft opgelost. Sexualiteit als een innerlijk communicatie systeem is dus onderdeel van het immunologisch systeem van de mens. Sexualiteit als metafoor, het ingaan van de leegte, is een middel om logistiek op te wekken, oftewel de heilige gebondenheid, de restricties die het immunologische natuurstelsel van de mens oplegt ter bescherming van de mens, wat ook terugkomt in het Simson en Delilah verhaal. Simson moest terugkeren tot de baarmoeder, door de steniging, waarin het collectieve ego verslagen werd. Hij mocht geen sexuele veelvraat worden. De mens moet bij tijd en wijle afstand durven te nemen van het sexuele om te zien wat het is, het loslaten in het celibaat om een diepere weg te gaan, terug tot de baarmoeder. Sexuele veelvraat dooft namelijk de zintuigen uit, en is een wezenlijk

gevaar voor de mens. Vaak is sex in die zin de verboden vrucht. Het kan alleen plaatsvinden in de logistiek aan het einde van de ramadan, maar de mens moet minderen, ook in de suikerfeesten en sexfeesten aan het einde van de ramadan, om zo tot de diepere en eeuwige ramadan te gaan, die leidt tot wedergeboorte. De mens moet weer kind worden. de contextuologie coab 2019 voorwoord Hoofdstuk 1. Het mandela effect in de vur en in ons leven Hoofdstuk 2. het raadsel van calvijn Hoofdstuk 3. het calvijn verschijnsel en het belang en nut van het homeopathische calvinisme Hoofdstuk 4. het schip van luther Hoofdstuk 5. het herstel van het homeopathische geheugen – bouw je eigen natuur chemie

Hoofdstuk 6. het hoge hakken mysterie verklaard Hoofdstuk 7. Een andere kijk op het leven krijgen Hoofdstuk 8. Calvijn in de Rinde Hoofdstuk 9. De doortocht door de rode zee Hoofdstuk 10. Van Nietzsche terug tot Schopenhauer – de verzoeking op zee en in de woestijn Hoofdstuk 11. Schopenhauer en het beest van de wilszucht Hoofdstuk 12. De jaren 1700 en 1800 : de Duitse Verdieping – Het filosofische verlengstuk van religie Hoofdstuk 13. Kierkegaard en de schoonheid van de angst Hoofdstuk 14. De ongod van de duitse filosofen Hoofdstuk 15. de put van kierkegaard – van israel tot duitsland Hoofdstuk 16. Nederland : het duivelste land, en de noodzaak van de filosofische ondergrond Hoofdstuk 17. de kantiaanse exodus Hoofdstuk 18. newton's wereld Hoofdstuk 19. Niet : Er zij licht, maar : Er zij duisternis Hoofdstuk 20. bespreking boek 19 en boek 1 van de vur Hoofdstuk 21. bespreking van calvijn's commentaar op psalm 1 Hoofdstuk 22. bespreking van calvijn's commentaar op psalm 2 Hoofdstuk 23. bespreking van calvijn's commentaar op psalm 3 Hoofdstuk 24. bespreking van calvijn's commentaar op psalm 4 Hoofdstuk 25. bespreking van calvijn's commentaar op psalm 7 Hoofdstuk 26. bespreking van calvijn's commentaar op psalm 8 Hoofdstuk 27. het mysterie van dus Hoofdstuk 28. bespreking van het verhaal 'de oerwouds-bloem' Hoofdstuk 29. Mars tv en het mysterie van de marsiaanse logistiek Hoofdstuk 30. garazim en ebal Hoofdstuk 31. samen op weg, maar waar naartoe ? – bespreking van het verhaal : het zwemparadijs Hoofdstuk 32. de Nameïtische theologie Hoofdstuk 33. boze babies Hoofdstuk 34. het ontwakende rode Hoofdstuk 35. Het OT kruis Hoofdstuk 36. 1953 – de watersnoodramp Hoofdstuk 37. de tovermamma's – de nederlandse pedagogiek Hoofdstuk 38. de ontzegeling van nahum en jona Hoofdstuk 39. bespreking boek 53 van de koran, de voortijdse wortels Hoofdstuk 40. bespreking koran boek 2, de voortijdse wortels Hoofdstuk 41. nob en het hiervoormaals Hoofdstuk 42. de slag om de schelde – 1944 Hoofdstuk 43. zeeland - de mond van nederland Hoofdstuk 44. Hugo de Groot : de ontsnapping in een boekenkist Hoofdstuk 45. Verzetsstrijders tegen een ontspoorde kerk – het verborgen natuur nederland Hoofdstuk 46. het mysterie van calvijn en het oranje mysterie wat zou blijven

voorwoord Ik wil beginnen met een verhaal : de koningin van de reuzen Een meisje uit de klas had me verteld dat ze waren gekomen. Ze stonden bij het hek. Ze stonden hier al vele jaren, maar ze had het mij nog nooit eerder verteld. Ze sprak vaak met hen. Het hek stond aan het weiland. Ik ging er naartoe en zag hen daar staan. Ze hadden lange neuzen, ze waren lang als reuzen en dun. Ander Jan, Schone Jan en Klapper Jan heetten ze. Schone Jan sprak niet, nooit eigenlijk. Dat had het meisje verteld. Ander Jan nam het woord en sprak heel monotoon, als een robot. 'De oranje zon kan niemand verslaan,' zei Ander Jan. 'Het is de wilde zon van abstractie en symboliek.' Ik keek in de lucht en zag de oranje zon, wild blazende. Het was geen hete zon van vuur. Het was ander spul. Ik vroeg me af waarom ze het dan zon noemden. Maar het was de oranje zon. 'Je bent een getrouw soldaat,' zei Ander Jan. 'Pijn moet, maar we gaan je dronken maken.' Ik keek hem vreemd aan, onderzoekend. 'Niet van alcohol natuurlijk,' zei Ander Jan, 'maar van de oranje zon, of laten we het oranje bron noemen, de natuurbron van de reuzen. 'Ik heb teveel vijanden,' zei ik. 'Ze liegen allemaal over mij alsof het niets kost. Ze schieten me telkens overhoop met leugens. Hoe kan ik dan dronken worden van de oranje bron ?' 'Die vijanden zijn slechts steenkool, in onze fabriek,' zei Ander Jan. 'We kunnen het goed gebruiken.' 'Oh, als brandstof,' zei ik. 'Zoiets,' zei Ander Jan, 'voor de oranje bron van abstractie en symboliek.' 'Ik zie het,' zei ik. Toen ineens begon Klapper Jan als een gek op ons te schieten, maar de kogels deden geen pijn. We werden dronken, dronken van de oranje bron, de natuurbron van de reuzen. Ineens zag ik de grotere contexten, en zag ik de fabriek van steenkool. 'Ja,' riep ik. 'Ik zie het. Klapper Jan, je bent geweldig.' Ik was dronken van de reuzenbron, en het maakte me slim. Ik kon de symboliek van alle dingen zien, en het abstracte. Ik klom op een ladder

tot de fabriek, en zag al het steenkool. 'Het is voor de oranje bron,' zei Ander Jan, 'niemand kan de oranje bron verslaan. We gaan er allemaal aan.' 'In de goede zin van het woord,' zei ik. 'Dat doet Klapper Jan nu altijd,' zei Ander Jan. 'Op het hoogtepunt van het gesprek.' 'Ik zie het,' zei ik, terwijl mijn dronkenschap een beetje begon te kalmeren. Ik werd toen wakker in de klas naast het meisje. 'Wat heb je me gegeven ?' vroeg ik, nog steeds een beetje dronken, nog steeds een beetje in een roes. 'Oh, klapperjannetjes,' zei ze. 'Lekkere snoepjes voor als de onderwijzer weer heerlijk saai is.' Ik keek haar aan, glimlachend. 'Dus jij kent ze ook, die drie Jannen ? Ander Jan, Schone Jan en Klapper Jan ?' vroeg ik. 'Oh ja,' zei ze. 'Ik heb zelfs een keer met ze gevoetbalt.' 'Zeg, waar koop je die dingen eigenlijk, die klapperjannetjes ?' vroeg ik. 'Oh, mijn moeder geeft ze me weleens mee,' zei ze, 'voor als de lessen te saai en te vervelend worden, maar niet teveel per week,' lachte ze. 'Wat lief van je dan, dat je mij ook zo'n klapperjannetje hebt gegeven,' zei ik, 'en dat terwijl je ze zelf ook zo hard nodig hebt.' 'Nou ja,' zei ze, 'mijn tante verwent me er ook weleens mee, heel stiekem, en dan geef ik ze vaak aan anderen, anders wordt het te bont,' lachte ze. 'Mijn moeder geeft ze me anders nooit,' zei ik. 'Ik ben blij dat ik naast jou in de klas zit. Ik had er nog nooit eerder van gehoord, maar waar worden die dingen verkocht, want ik wil niet afhankelijk van jou worden.' 'Mijn vader maakt ze,' zei ze. 'In een fabriek ?' vroeg ik. Ze knikte. 'Waar maakt hij het van ?' vroeg ik. 'Dat heeft hij me nooit verteld,' zei het meisje, 'maar Ander Jan zei van steenkool.' 'Van zijn vijanden dus ?' vroeg ik. 'Ja,' lachte ze, 'van hen die leugens over hem vertellen. Daar maakt hij steenkool van, en dan klapperjannetjes, tenminste dat zegt Ander Jan, en dan ben ik altijd dronken, in een roes.' 'Van die oranje reuzenbron ?' vroeg ik.

'Nee, van die klapperjannetjes,' lachte ze. 'Ja, maar dat doet Klapper Jan dan toch met zijn kogels van de oranje bron die geen pijn doen, maar dronken maken, en alle grotere contexten laten zien ?' vroeg ik. Ze lachte. 'Ja, dat is hetzelfde,' zei ze, 'maar dat zit in die snoepjes. Mijn vader verkoopt ze.' 'Is het duur ?' vroeg ik. 'Welnee,' zei ze. 'Als je een getrouw soldaat bent kom je er zo langs.' 'Langs wat ?' vroeg ik. 'Langs de fabriek,' zei ze lachend. 'Ander Jan zei dat ik een getrouw soldaat was,' zei ik. 'Waar is die fabriek ?' 'Als het goed is heb je die gezien,' zei ze. 'Het is de steenkool fabriek.' 'Ja,' zei ik, 'toen je me een klapperjannetje had gegeven. Kun je me er meer geven ?' En toen is ze me gaan chanteren en omkopen, allemaal voor meer van die klapperjannetjes. Ik moest allerlei dingen voor haar doen in ruil voor de klapperjannetjes. Ik moest ook mee naar haar kamer om daar op te ruimen, enzovoorts. Maar ja, zo kreeg ik dus wel meer klapperjannetjes, ook al was ik bijna haar butler geworden of lakei, want ze waande haarzelf wel ineens de koningin van de reuzen. Als ik met Ander Jan sprak klaagde ik er weleens over. Dan zei hij altijd : 'Pijn moet, maar we gaan je dronken maken.' En dan begon Klapper Jan altijd op het hoogtepunt van het gesprek te schieten met de kogels van de oranje natuur bron van de reuzen, en dan kreeg ik hogere inzichten, zag ik grotere contexten. Eigenlijk was het een heel aardig meisje, gewoon heel erg slim. Ze gaf me zo wat afleiding, en zo groeide ook ons contact. Het was gewoon eigenlijk heel erg zakelijk, maar beiden hielpen we elkaar wat, in dat verschrikkelijke gevecht op die verschrikkelijke school. Einde de contextuologie Context is een belangrijk woord om op te mediteren, want de mens leeft in tunnelvisie. Daarom zeiden de Germanen al dat de reuzen moesten komen in het ragnarok. De goden hadden de mensen bedrogen. De reuzen zijn een metafoor voor de grotere contexten. In dat opzicht is de contextuologie van belang. Daarom wachtten de germanen op het natuurverschijnsel van de oranje zon, of oranje natuurbron van de reuzen, waardoor je door de grotere contexten de diepere symbolieken en abstracties zou zien. Dat gebeurd dus in het afstand nemen, opdat je meer overzicht krijgt en meer inzicht. Surtr zou komen, de wilde oranje reus, om de oude ordes af te breken, als het losbreken van de context die mensen in hun bekrompenheid, kiesheid en kuisheid hadden opgesloten. Dit zou alleen kunnen gebeuren op het hoogtepunt van de ragnarok, de tijd van ijs, oftewel van minderen en hongeren. De oranje zon wordt ook wel de plaats van de martelaren genoemd, van de gevallenen en de afgeslachten, oftewel zij die volkomen aan de wil zijn afgestorven en daartoe werden

opgenomen door de valkyries, de germaanse oorlogsgodinnen, ook wel walkuren genoemd. Het is dus geen echte zon, maar meer een bron, maar soms zon genoemd omdat het een centrale plaats is voor de germanen. Als kind had ik dromen van de oranje zon die was gekomen, diep in de wildernis, achter het spoor. Het heeft me toen ook niet meer losgelaten. Nee, je komt niet tot deze wereld door meer te worden, meer te hebben, maar juist door het minderen, het afstand doen, het hongeren. De wildernis waar de oranje zon was gekomen was erg droog en dor, alsof er een bosbrand was geweest, maar het was een prachtige wildernis. Het is iets symbolisch voor de contextuologie. We komen het tegen in alle religies : Ieder mens moet symbolisch tot de wildernis gaan om te minderen, om zo het hogere te zoeken, de hogere contexten, bij de germanen is dat de ragnarok, bij de islamieten is dat de ramadan, bij de christenen is het het volgen van Jezus in de wildernis, het achterlaten van de kudde om het verlorene (de context) te vinden, en bij de Israelieten is het het volgen van Mozes in de exodus, de uittocht door de hongerwildernis, om zo tot het beloofde land (de context) te gaan. Het behoort dus allemaal tot de contextuologie. Er hoeven geen religieuze oorlogen over godsdienst te zijn. Het is allemaal hetzelfde, in verschillende talen en termen. In het Atlantis tijdperk, in de voortijd, werd het tijdperk van Surtr en de oranje zon ook wel het Zolt tijdperk genoemd, waarin de heersense ordes die bepaalden wat man en vrouw was zouden instorten. Dit zou een algehele verwarring zijn over wat man is en wat vrouw is, als een weg tot de daadwerkelijke betekenissen, doelen, en functies in de context, oftewel het nut ervan. Dit zien we nu al om ons heen, dat mensen niet meer weten of ze man of vrouw zijn, en dat is maar goed ook, want man en vrouw is iets wat binnenin ieder mens is, als principes. Alle menselijke ordes en de ordes van de goden zouden omver geworpen moeten worden. Daarom moest in het Atlantis tijdperk het Zolt tijdperk komen. Dit heeft allemaal te maken met de komst van de oranje zon, het opengaan van de oranje natuurbron van de reuzen, oftewel de hogere contexten. De mens die voldoende geminderd heeft tot het afsterven van de wil zal hierin opgenomen worden. Er zijn dus dingen die niet meer weggaan in ons leven, hoe we er ook tegen strijden. Het is dan van belang om naar de grotere contexten te kijken, en het te assimileren. We kunnen gelijktijdig variëren en aanpassen als een weg er doorheen. Dat is dan ook wat de daadwerkelijke uitverkiezing is, volgens Darwin. Calvijn bleef, het oranje systeem bleef, en het ging niet meer weg, was niet meer uit de botten te krijgen. Maar het waren tekenen van de komst van de oranje zon die de diepere symboliek en abstracties zou laten zien, de hogere contexten, als een nieuwe taal, een nieuwe terminologie. Je kunt sommige dingen in je leven misschien niet wegkrijgen, maar je kunt het wel draaien en bruikbaar maken. Je kunt het wel assimileren en je eigen invulling en betekenis aangeven, op een hogere, nuttige manier mee omgaan. Alles kun je zo tot sieraad strekken, als een weg door de dichte wildernis. Anderen kunnen dan volgen. Dat is waar de contextuologie over gaat. Hoofdstuk 1. Het mandela effect in de vur en in ons leven

Het leven om ons heen stroomt in vele lagen. Er is niet slechts één realiteit. Alles stroomt, er zijn vele zenders, vele vibraties die heel veel op elkaar lijken. Je kunt je dus je hele leven wel bezig houden over wat iemand over je gezegd zou hebben toen je er niet bij was, dus eigenlijk achter je rug om, maar het antwoord is dualistisch, want er zijn vele parallel realiteiten, vele werkelijkheden. Dat wordt ook wel het veelbesproken Mandela effect genoemd, waarin er meerdere geschiedenissen blijken te zijn. Alles loopt door elkaar heen en in elkaar over, wat ook de Vur stelt. Het regent keihard om ons heen. Alles is veranderlijk, subtiel, diep, voor meerdere uitleg vatbaar. De Koran wijst voortdurend op de Vur, oftewel op de openbaring van de tuinen, de wildernissen, en dat is ook waar het pad van de ramadan, het pad van het minderen, het kronkelige smalle pad door de enge poort naartoe leidt. De Vur zal ook de ramadan verdiepen. Op het pad van de ramadan, van het minderen, ligt er altijd het gevaar ergens in vast te groeien, daarom moet de mens voortdurend het gezichtspunt veranderen. Als de mens iets heeft gevonden, dan moet de mens het direct weer loslaten en er een ander gezichtspunt op krijgen, waar ook de bloemen een beeld van zijn in de Vur, oftewel het cirkelen. Zo komt de mens niet vast te zitten. Ook moet de mens van bloem tot bloem gaan, zoals bijen. Zo kan er een nieuwe honing komen, de honing van de Vur. Zo kan men langzaam tot de andere realiteit gaan. Dit wordt besproken in boek 124, de overstroming, en boek 125, de toren. De mens moet dit oefenen, vanuit de bloem, het draaiende gezichtspunt, alles te bekijken, en weer los te laten, want dit is belangrijk op het pad van het minderen. De daaraan voorafgaande boeken van de Vur bespreken het zogenaamde rode verschijnsel, soms voorgesteld als een vrouw met rode laarzen, die op de mens inslaat om de mens los te maken van zijn gezichtspunten, waardoor alles achter glas komt, alles wordt tot verhalen, als een terugkeer van de mens tot de bibliotheek wat daar ook een beeld van is, van het veranderen van gezichtspunt, want in de bibliotheek zijn er allerlei verschillende gezichtspunten te vinden. Het is belangrijk niet in de hoek van de roddelbladen te blijven hangen, maar naar de afdeling te gaan van filosofische boeken, en naar de afdeling van verhalen boeken. Als de mens vast blijft haken in slechts kortzichtig geroddel, dan blijft het rode op de mens inslaan, totdat de mens loskomt. Weer is dit dus een teken dat de zorg heel bruut moet zijn, als een soldaat. Het is oorlog. De stad wil alleen maar aaien en er gaan grote alarms aan als er iemand wordt wakkergeschud. (120:2-4) In de bijenkorf is honing van zoveel bloemen, zoveel gezichtspunten, Daar moet de mens zijn. De Koran had het belooft aan hen die de diepere boodschap van de koran zouden aannemen, want de koran is puur symboliek. Het zijn gelijkenissen, zoals ook de verhalen van en over Jezus in zijn eigen woorden puur gelijkenissen waren. De Koran had de paradijselijke tuinen belooft aan de getrouwen. Het christendom ging over het lijden aanvaarden, en de koran ging over de gehoorzaamheid die dat zou bewerkstelligen, niet aan de massa's, maar aan de principes van de hogere natuur, wat vaak inhield dat je dan juist ongehoorzaam en rebels zou worden naar de stad. De Vur laat de strijd zien tussen de piraten van de stad en de wilden van de natuur. Dat is ook een beetje de ongehoorzaamheid van Simson die met een vreemde vrouw meeging, en zo was ik ook in mijn eigen leven met een vreemde vrouw meegegaan, want die kwam uit Suriname, en dat was op zich niet zo'n probleem, maar het ging mijn stadse familie te snel, en het bracht me na vijf jaar in de grootst mogelijke problemen, net als Simson, want dat is gewoon de prijs die je moet betalen als je een brug legt tussen twee culturen. Het werd een grote oorlog, ook al had ik al vanaf jongs af aan een Surinaamse achtergrond. Toch gaat het pad er dan doorheen, door de Simson ervaring. Na het ritje voelde ik me bedonderd en verraden. Het was een hoge prijs, maar het zaad was gezaaid en daar ging het om. Het was oorlog. En nog steeds is het oorlog. Maar de eenling is fragmentarisch, meervoudig en epileptisch, een thema wat steeds terugkeert in de Vur. De eenling mag niet in een gezichtspunt vastgroeien, dus er moet mee gewerkt worden. Het

is als het staren naar een bloem, een lelie. Zoals de Vur dichtend zeg : 3. De pijl raakte haar hard, Het was diep, we zagen haar vallen, De pijl bracht haar over de bruggen, Tot de donkere nacht, Tot bruine bloemenvelden 4. Paarden van vuur in de lucht, De geur van kermis overal, Zij zijn gekomen met zoveel soldaten, Rijs op in de lucht, zeg al uw moeders vaarwel 5. Ik zal het begrijpen, deze onsterfelijkheid, de lelie, drijvende op de waterstroom, drijvende op de waterdroom 6. Ik wacht op het schip. Neem me op, neem me mee met jou, Naar een plaats van witte sneeuw en dauw, Ik wacht op het schip, Langs satijnen voorhangsels (1:3-6) Er zijn allemaal parallelle realiteiten die langs elkaar heenlopen waarin deze dingen duidelijk worden. Waarom gaan we door dingen heen in ons leven ? Er moet net even iets anders tegenaan gekeken worden. Daarvoor is er het verhaal van de torens, dat de mens in een eindeloze toren is geboren, en dan hoger kan komen tot nieuwe realiteiten, maar toch is het binnen een bepaalde realiteit, en dan is er een overstroming en dan mag de mens tot een geheel nieuwe toren zwemmen die net even iets anders is : 125. DE TOREN 1. In de toren klim ik van realiteit tot realiteit. Al deze realiteiten lijken tegen elkaar gekeerd te zijn, Deze toren is eindeloos, zonder begin en einde, We werden allemaal ergens halverwege geboren in deze toren 2. Ik kijk naar buiten, en alles wat ik zie is water, Dan breekt het door de ramen, Als ik dan tot een andere toren zwem is die toren precies hetzelfde, maar met een klein verschil, Het wonder van veranderingen De mens mag leven vanuit dit boek, de lijnen van de verschillende parallellen voor zich hebben, om zo nu en dan te kunnen overschakelen naar andere lijnen, net zoals het spelen van een harp. Dat wil dus niet zeggen dat een bepaalde realiteit waar we vandaan komen onbelangrijk is of was. Neen. Integendeel. In de parallelle realiteit die ernaast ligt zal het zich juist verduidelijken en zal het uitgroeien tot een wonderbare sleutel in ons leven. Ik kan me ontzettend druk maken over lauwe mensen die maar door blijven zondigen, die niet radicaal zijn en dan toch durven te beweren dat ze beter zijn dan andere mensen op hele oppervlakkige grondslag, en dan echt gemene dingen zeggen tegen anderen, wat ook vaak in de kerken gebeurt, en dan allemaal maar liegen en roddelen de hele tijd door, zo hypocriet. Het is daar vaak nog erger dan de niet-kerkelijke stad. Het orthodoxe, en

voornamelijk ook het vrij-orthodoxe christendom is haast een versnelling van alzheimer, als een trigger van al het tegenovergestelde wat ze prediken. Het is pure huichelarij, en toch weet ik dat we dit nodig hadden, en dat het duidelijk wordt in de parallelle realiteit, waarin het net iets anders is. Wat is het dan ? Waar is het goed voor ? Alles wordt ontsluierd in de Vur. Het zou juist een motor moeten wezen, als extra duwtje in de rug, om de stad uit te gaan, de natuur in. Maar niet alleen dat. Het is ook op een andere manier nodig en belangrijk. Het is een tuner, het maakt altijd weer iets anders van dingen. Je loopt een kerk binnen, en je ziet mensen over elkaar roddelen, je ziet ze staren, en bij zichzelf denken : Wat kan ik nu eens gaan lopen roddelen. In buitenlandse kerken, zoals in de Surinaamse kerk waar ik kwam, waren de lichte donkeren bijvoorbeeld weer racistisch naar de donkerdere donkeren, en ook als je blank was werd je het pispaaltje. Natuurlijk zijn er enorm veel goede, lieve, gastvrije mensen in de kerk, en vooral ook in Suriname, maar ik heb ook het corupte deel gezien, en dat was eigenlijk nieuw voor mij. Voor mij zijn dat geen daadwerkelijke Surinamers. Surinamers behoren multi cultureel te zijn, eenvoudig, gastvrij, en nederig, maar ik zag ook de andere kant, en toch was dat dus weer belangrijk. Toch was dit onderdeel van het natuurverschijnsel. Het kwam als een storm, een stortvloed van leugens. Het gebeurt in iedere kerk wel bij tijd en wijle, ook in de kerk waarin ik opgroeide en de kerken waar we naartoe gingen. Ben je in een andere plaats of bij familie of op vakantie, ga je daar ook naar de kerk, en dan maak je heel wat mee. Mooie dingen, leuke dingen, bijzondere dingen, maar soms ook zeer slechte dingen. Het hoort er allemaal bij. Het zijn de cirkels van de bloemen. De bloem wil je iets laten zien. Hoofdstuk 2. het raadsel van calvijn De Vur is natuurlijk niet voor een gat te vangen. Als je het woord toren leest hoef je niet eens te denken aan een letterlijke toren. In de Vur is de toren een soort bloem, zoals zelfs de stad een soort bloem is (87:1). Dit zorgt er dus ook voor dat je niet vastgroeit in een bepaald gezichtspunt. De bloem staat altijd voor het veranderende en meervoudige gezichtspunt. Wat is de bloem ? Het zit aan een touwtje vast aan de aarde, net als een marionet. Deze touwtjes zorgen voor verbondenheid aan de natuur, dat telkens het goede gedaan wordt, en zodat de bloem niet afdrijft naar slechts een gezichtspunt. De bloemen zijn een beeld van de poppen. Door hun meervoudige gezichtspunten blijven ze in de droomwereld. Daarom stelt de Vur : 'De wildernis schuilt achter het touw' (89:2) en 'We komen binnen door het touw' (124:1). De mens is losgeraakt van de natuurtouwen, en rotzooit nu maar raak. Ze grijpen en ze doen maar, allemaal zeer lichtzinnig en opvliegerig, hysterisch. Altijd rennen ze maar rond en trekken hun mond los bij het minste of geringste. De mens is afgedwaald van de natuurrust. De bloemen wijzen weer terug op de natuurtouwen. De Vur spreekt over een natuurbrug van touwen terug tot de wildernis. De mens was bedoeld als natuurmarionet, anders zouden er teveel gevaren zijn. De natuurtouwen zijn energieën die de mens leiden en beschermen. De mens dient gevoelig te worden voor deze natuur-energieën. Het zal dus een grote strijd zijn tussen de poppen van de stad en de poppen van de natuur. Ook de stad heeft haar eigen poppentheater.

Ligt in de natuurtouwen dan ook het geheim van de metamorfose ? In de aarde is het geheim van de natuurtouwen. De mens heeft het niet gezien. Alleen de eenling komt tot het geheim. Calvijn had het erover dat in de diepte van zijn putten is het geheim van de onweerstaanbaarheid (de vierde pilaar van het calvinisme) en het geheim van de onontkoombaarheid (de vijfde pilaar van het calvinisme), twee karaktereigenschappen van het natuurtouw. Dit natuurtouw doet de mens altijd minderen (de eerste pilaar) en afzonderen tot een eenling (de derde pilaar), opdat de mens zo door de natuur uitverkoren kan worden (de tweede pilaar). De mens heeft Calvijn verkeerd begrepen, heeft de diepte van de boodschappen van Calvijn niet gezien, en hij zag het zelf ook niet. Wat zei hij eigenlijk, en waarom werd hij zo'n beetje de beroemdste theoloog die ooit heeft bestaan ? Ja, schurken gingen ermee op de loop, en bouwden ermee hun kerken, met de woorden van Calvijn, maar het kan ook zoveel beter en dieper. Er kan ook een zuivere en goede boodschap in gezien worden, zoals ook in het evangelie wat de mensheid in de greep houdt. Oh, wat een volle glorie predikte die Calvijn, als je maar even dieper durfde te kijken, even verder durfde te kijken dan je neus lang was. De mensheid heeft het niet begrepen, de mensheid heeft het niet verdiept, maar het raadsel van Calvijn heerste over de massa's. Het raadsel moet verstaan worden. Daartoe is de Vur gekomen, en de prediking van het natuurtouw. Het is iets voor de puzzelaars, niet voor de religieuzen. Kijk, ik kan ook wel religieus gaan lopen doen, maar wat wordt ermee bedoeld ? Dat is veel interessanter, als je het op diepte gaat schatten, en het eindelijk eens gaat uitleggen. Uiteindelijk houdt je dan alleen de natuur nog over, en de natuur spreekt nu eenmaal graag in metaforen. Dus wie was Calvijn en wat was zijn boodschap ? Calvijn stond voor het volk zo'n beetje naast Jezus. Hij sprak erover dat de mens eigenlijk helemaal geen vrije wil had. De mens werd voortgedreven door de krachten van het kwaad, en de mens had hulp nodig. De mens was een speelbal geworden. De mens moest terug naar de hogere wil, naar de hogere kennis. Calvijn predikte het touw. De mens was gebonden door het touw van het kwaad, en moest nu terug tot het touw van het goede, oftewel het natuurtouw. Dat je Calvijn heel anders kan uitleggen is bekend, maar dit is dan even de rode draad die er doorheen loopt, en waar je jezelf aan vast mag houden. Calvijn is nooit letterlijk geweest, ook al was hij orthodox. Hij werd gedreven door abstracte krachten. De vrije wil kan juist zo gevaarlijk zijn, en kan de mens op het verkeerde pad leiden. Daarom is het belangrijk de vrije wil over te geven aan de hogere kennis, de kennis van de natuur, oftewel het natuurtouw. 'Ja maar ik wil dit en ik wil dat,' wordt er dan gezegd. Gaat het dan om wat je zelf wil, je vlees, of gaat het erom wat het beste voor je is ? De lagere wil van de mens heeft de mens in de grootst mogelijke problemen gebracht, en daarom is de boodschap van Calvijn, wanneer deze op waarde is geschat, van levensbelang. Het is niet zo dat een mens geen vrije wil heeft, maar de mens moet dus komen tot het punt van het afleggen van de vrije wil, opdat de hogere wil kan komen. Wat een heerlijke en veilige boodschap is dat. Dan komt er iets groots en heerlijks van de natuur wat we niet meer kunnen wederstaan en waaraan we niet meer kunnen ontkomen, want het is iets eeuwigs. Is dat dan een makkelijk pad ? Neen. Maar we zijn dan wel geborgen in God, wat we dan ook mogen meemaken. God heeft ons geen gemakkelijke tocht beloofd door het oerwoud, maar wel een behouden aankomst. Uiteindelijk is dat het belangrijkste dat we ondanks alles toch God's kinderen zijn. Het lijden wordt ons niet bespaard, maar het zorgt ervoor dat we in God blijven en geen slaven van de zonde zijn, en de wil van het vlees niet meer volgen. Vanuit ethisch oogpunt valt er heel wat aan te merken op de bijbel, de koran en ook de geschriften van Calvijn, maar de natuurtouwen lopen er dwars doorheen. Wij mogen worstelen met de bijbel, de koran en Calvijn, net zoals Jakob op Pniel vocht, vanuit het oogpunt van het toetsen : toets alles en behoud het goede. Wij mogen het kind namelijk niet met het badwater weggooien. Het was een erfenis, en we doen de voorouders geen recht en eer als we het zomaar klakkeloos aannemen, en ook niet door het zomaar weg te

werpen, maar juist door het te verdiepen, tot sieraad te strekken, door een gedegen commentaar erop te geven, vanuit exegetisch oogpunt, de schriftuitleg. Zo kan de mens voor veel gevaren behoed worden in deze zware, dichte en woeste literaire oerwouden. Dat is een hele uitdaging, en dat is ook de reden waarom ik altijd van mijn vak heb gehouden. Daarom zeggen we ook omtrend het onderwerp Calvijn : Niet in paniek raken, maar even een kwartslag draaien. Het helpt soms om ook even wat andere geschriften van Calvijn erbij te halen om de context te kunnen zien. De stad heeft de boodschap van Calvijn nodig om de vrije wil weer te beteugelen. Calvijn is, wanneer je zijn boodschap hebt kunnen relativeren en niet jezelf te buiten bent gegaan aan het drinken van de wijn ervan, als een paardenmenner. Hij is geen geestelijke sinterklaas, maar het kan zeer dankbaar werk zijn voor de puzzelaars die doorzetten in deze oerwouden. Het geeft niet makkelijk mee, en geeft zich ook niet makkelijk weg, maar er is een weg. Er is een orthodoxe Calvijn, maar ook een meer literaire Calvijn, als een dichter, die de geheime paden laat zien in de wildernissen van het bestaan. Ja, een groot rover was hij, een beruchte piraat en schurk in zijn tijd, en nog steeds, maar moeten de gestolen goederen dan niet teruggeroofd worden ? Calvijn is als een legende, een mythe, waar de mens niet meer van los komt. Het heeft te diep gegraven en gegrepen. Nu moet de mens het nog leren begrijpen en tot nut gebruiken. God kan ook met kromme stokken rechtslaan. Niets scheurde de wereld theologisch zo diep als Jezus, Mohammed en Calvijn. Paulus predikte slechts Jezus, maar Mohammed en Calvijn predikten zichzelf. Ze brachten een totaal nieuwe religie. Calvijn had zijn eigen theocratie opgericht. Predikers hebben weleens gesteld dat het bijna onmogelijk was om Calvijn nog uit de botten te krijgen. Het was te diep gegaan. En dan zeg ik : Dan moeten wij nog dieper. Niemand heeft het ooit zo extreem gesteld als Calvijn, niemand. Maar ook zijn geestelijke en theologische rijkdommen waarmee hij deze boodschappen bracht waren ongeëvenaard, en bezaten grote potentie. Het doet zeker niet onder voor de bijbel. Als ik soms zie hoe de stad misbruik maakt van de vrije wil, dan strek ik mij soms uit naar de extremen van Calvijn, niet letterlijk, maar symbolisch, want ik weet dat wij moeten manoevreren tussen extremen. Tussen de extremen ligt een pad, en wij zouden totaal machteloos zijn als de andere extreem zou ontbreken. Daarom is Calvijn van levensbelang om de strijd tegen de overmaterialistische en hedonistische stad te winnen. Temper de wijn van Calvijn zou ik zeggen, om deze paarden te temperen. In de juiste verhouding en de juiste hoeveelheid doet het wonderen. Onderschat Calvijn niet, onderschat de macht van de geschiedenis niet, om door deze oerwouden heelhuids heen te komen. We zijn in een doodsstrijd met de stad. Zonder Calvijn gaan we er allemaal aan. In zijn commentaar op de Psalmen stelt Calvijn dat het niet voldoende is te proberen niet te zondigen. Ja, de mens moet zich afscheiden van de zondaren, maar ook moet een mens afkeer hebben van de zonde. De mens moet walgen van de zonde, en niet alleen maar de zonde haten. (Psalm 1) Walgen wij al van de zonde ? Hebben wij er al zo'n grote afkeer van dat we er van gruwelen, zodat we de zonde niet meer doen ? Zo niet, dan moeten wij ons daarnaar uitstrekken en ervoor bidden. Het is dus ook van groot belang te weten wat nu eigenlijk zonde is en wat niet. Ook daarvoor mogen wij bidden, en het mag ons geopenbaard worden in de studie van de demonologie. Het is iets wat we moeten ervaren, in onze relatie met God, met de natuur, met de hogere kennis. Het kan niet zomaar in een boekje gelezen worden of zomaar van Jantje naar Pietje doorverteld worden zo van dit is dit en dat is dat. Neen. Het gaat om het hebben van een persoonlijke relatie met de hogere kennis waarin je offers moet brengen. Gesjoemel zal altijd leiden tot misleiding, dus vandaar dat de mens die het meent met de hogere kennis radicaal moet zijn. Calvijn stelde dat Ezra de psalmen had verzameld, of iemand anders, maar dat juist deze psalm als eerste was opgesteld had een bedoeling, namelijk de godvruchtigen terug te leiden tot het overpeinzen. Wees gegrond, doe niets zomaar oppervlakkig, maar heb er een diepe en getoetste reden voor. Het geluk van de

goddelozen is maar tijdelijk, en is een waan, stelt Calvijn. Hoe erg moet het zijn als je aan het einde van je leven moet vaststellen dat alles slechts een waan is geweest, alles waar je voor hebt gewerkt, alle contacten die je hebt gebouwd, alle schatten die je hebt vergaard, alle naam die je hebt gemaakt. Werk daarom alleen zuiver voor het goede, voor de hogere kennis, opdat je later niet bedrogen uit zal komen. Psam 1 zegt : Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, niet stil staat op de weg der zondaren, en niet zit in het gestoelte der spotters, maar zijn lust is in des heeren wet, en hij overdenkt hare wet dag en nacht. Bouw daarom je huis niet op zand. Dat is wat de dwazen doen. Zorg dat je fundament hebt. Heb je al fundament voor alles wat je zegt, denkt en doet ? Zo niet, dan bevind je jezelf op dun ijs. Calvijn waarschuwt dat waar iemand vrijwillig zijn slechte begeerlijkheden achterna dwaalt hij bedwelmt wordt door de gewoonheid der zonde, en dan vind er verharding plaats. Waar de zonde gewoon word daar begint de mens alles te vergeten, en daar valt de mens af van God, wat een zeer tragisch natuurverschijnsel is om de mens te testen. Vandaar dat het vreemde ook zo belangrijk is voor de mens. De mens mag door het gewone niet in slaap dutten. Calvijn stelt dat afkeer van deze zondige gewoonten de mens weer uit deze bedriegelijke slaap zou kunnen doen ontwaken. Afkeer van de zonde is het medicijn, want God heeft ook een afkeer van de zonde. Calvijn waarschuwt vervolgens tegen de ijdele blijdschap die het zondigen biedt wanneer deze afkeer ontbreekt. Blijf dus vechten tegen de zonde van de stad. Hoofdstuk 3. het calvijn verschijnsel en het belang en nut van het homeopathische calvinisme Ik had eens een nachtmerrie over dat ik achterna werd gezeten door afschuwelijke zonde monsters van het christendom en ook van de islam, en ik kon nergens heen dan naar de raadselachtige, abstracte geschriften van Calvijn, waarin ik veiligheid had, als in een wildernis. Ik zag daar een liefdevolle moeder die haar kind onderwees, maar het kind begreep het niet. Er waren teveel krachten tussen moeder en kind. De boodschap was dus verdraaid. De woorden van Calvijn zijn van een prachtige en onpeilbare schoonheid op vele punten, waarbij je je afvraagt hoe hij deze sieraden uit de hemelen kon roven, en waar, net zoals ik me dat bij Mohammed afvraag, die ook prachtige, diep geestelijke woorden schreef. Als je dan waardige vertaalsleutels hebt kun je het gebruiken, maar anders wordt je erdoor overweldigd, zoals mensen getrained moeten worden om met de leer van Calvijn te worstelen, opdat ze het tot sieraad kunnen strekken en niet in de strijd erdoor ten onder gaan. Velen gaan deze worsteling onvoorbereid aan, of groeien erin op. Vandaar deze gids door de wildernissen van Calvijn. Dat is wat het zijn : prachtige, diepgaande, geneeskrachtige wildernissen, maar met haar eigen eigenaardige roofdieren. De mens moet leren deze roofdieren te temmen, te verbeteren, en soms is dat hard tegen hard, zoals ook David als herder hard moest optreden tegen de roofdieren die zijn schapen bedreigden. De mens moet leren deze roofdieren te beteugelen en ten goede te

gebruiken. Zomaar roofdieren gaan lopen afschieten is natuurbarbaars. Er is een buitenaardse schoonheid in de woorden van Calvijn. In zijn commentaar op Psalm 4 stelt hij dat God getrouw is, dat God haar werk niet zal verlaten, maar in eeuwigheid beschermt wie Zij eenmaal omvat heeft. Wel moet de mens oprecht op deze weg voortgaan om in aanmerking te komen voor God's hulp, stelt Calvijn. Daarom is de volharding een voorwaarde, oftewel het natuurtouw. Calvijn was een grote literaire vorst die zijn eigen diep geestelijke woorden niet begreep en teveel verletterlijkte. Toch kon zijn religieuze materialisme niet tegen zijn eigen woorden op, want zijn woorden hebben vandaag de dag alleen maar meer aan betekenis gewonnen. Vandaar dat het aretaitische calvinisme het zegevierende calvinisme is wat haaks op het orthodoxe calvinisme staat. Calvijn's boodschap was altijd veel groter dan hemzelf. Calvijn stelde in zijn commentaar op psalm 106 dat de mens God niet de wet moest voorschrijven. Het hele religieuze systeem was corrupt, inclusief Calvijn's eigen systeem. Overmoed en gebrek aan nuance maakten het corrupt. Calvijn stelde dat zij die meer begeren dan hun veroorloofd is tegen God strijden in het vlees. Hoe belangrijk is het dan om de zuivere waarheid te prediken ? Daarvoor moeten we naar het sprookje van de nieuwe kleren van de keizer. Ook Calvijn sprak soortgelijke woorden, toen hij stelde dat de mens in de stad was bedrogen en ontbloot was geworden van de afkeer tegen de zonde en het ijverig zoeken naar God. De mens was verstoken van elke ware stof tot roemen, maar was blind geworden voor zijn eigen naaktheid. De mens deed maar net alsof, en had geen ware stof om zichzelf te bedekken. Dit was volgens Calvijn een zeer tragisch en schandelijk schouwspel, maar van verre riep de kennis. Calvijn sprak dus over een vreemde en verre kennis. De stad was ondanks haar gewaande rijkdommen jammerlijk geestelijk gezien armoedig, volgens Calvijn in het tweede boek van Institutie. Calvijn stelt dat zij die dit meer en meer onderzoeken meer en meer gaan inzien hoe waar dit is, maar aan de andere kant mogen ze de eerste adeldom niet vergeten, de geestelijke adel die God oorspronkelijk aan de geestelijke mens had geschonken. Dat is de ware adel. Dit is dus een onsterfelijke adel. Dit zijn volgens Calvijn de overpeinzers, of zoals Plato het zou zeggen : de filosofen. Er is dus volgens Calvijn een groot verschil tusen hen die slechts voor zichzelf leven en hen die verantwoordelijkheid dragen. De zonde werd volgens Calvijn als een teer over de mensheid gespoten en ging van geslacht tot geslacht. Daarom moet de mens ook God's kant begrijpen die de zonde streng en ernstig moest straffen. Er ontbrande een vreselijke wraak van God over het gehele menselijke geslacht, want het gehele menselijke geslacht was besmet door de ziekte van de zonde. De zonde had de gehele schepping van God verwoest. Kunnen wij ons dan voorstellen dat God God niet zou zijn als Zij daar niet verschrikkelijk kwaad over zou zijn geworden ? En aan welke kant staan wij dan ? Aan de kant van de mensen die toch telkens maar weer door blijven zondigen, of aan de kant van God ? Aan welke kant staan we ? De zonde was in de ogen van Calvijn een zware misdaad. Dit kon niet ongestrafd gaan. Het was verfoeilijk. Calvijn was er zwaar verontwaardigd over. Hoe durfde de mens God dit aan te doen. Het was God's schepping. Calvijn noemde de zonde de gulzigheid van de mens, en die werd door de grote massa aanvaard. Calvijn noemde het kinderachtig. De mens leefde niet op tot waar de mens voor bestemd was. De mens rotzooide maar raak, als een klein kind. De mens had alles van God gekregen, en er was slechts één vrucht verboden, die van de zonde van gulzigheid, en toch nam de mens hiervan. Je kunt het vergelijken met vlees eten. Er is zoveel voedsel op de aarde voor de mens, in zoveel soorten, en toch kunnen ze het niet laten om dieren te vermoorden en te eten. Het is de gulzigheid van de mens. Het is de verboden vrucht. In de grondtekst van het Hebreeuws kan de verboden vrucht ook vlees betekenen, wat in het calvinisme ook weer een benaming is voor de zonde. Calvijn stelde dat de mens niet meer kon groeien toen hij van de vrucht van de zonde van

gulzigheid had genomen. De mens kon zich niet meer verder verheffen tot geestelijke adel. De mens verloederde, en verloor de kostbare geschonken kennis. Eerzucht en hoogmoed zijn in de ogen van Calvijn ook vormen van gulzigheid, en dit werd allemaal aan elkaar doorgegeven, van geslacht tot geslacht. Het hele menselijke geslacht was verrot. Ook noemt Calvijn nog ondankbaarheid als een vorm van gulzigheid die daaruit voortkwam. Aan gulzigheid werden handen en voeten gegeven. De mens kwam zo in de gevangenis van de duivel terecht, voortgetrokken door de gulzigheid. Oh, wat was de mens armelijk geworden geestelijk gezien, en oh wat was die Calvijn er woedend over, over wat ze God hadden aangedaan en haar schepping. God had de mens een juk gegeven om de mens te beschermen tegen de zonde, maar de mens was in de ogen van Calvijn een brutale vlegel die het ouderlijk juk had afgeworpen. In zijn gulzigheid wist de mens het altijd beter, zelfs beter dan God, de oorsprong van alle kennis. De mens had de waarheid verworpen, en had de leugen aangenomen, allemaal vanwege gulzigheid, stelt Calvijn, wat in zoveel vormen tot de mensen kwam, in zoveel bedriegelijkheden. Vandaar dat Calvijn stelde dat de mens een schandelijke en vervloekte misdaad had gepleegd. Dit kon niet onbeantwoord blijven in de ogen van Calvijn. De mens verloor zijn hemelse sieraden van wijsheid en waarheid en viel ten prooi aan blindheid, ijdelheid, onreinheid en ongerechtigheid, de erfelijke verdorvenheid die van geslacht tot geslacht werd overgeleverd, bij de kinderen werd ingeprent. Zij werden in deze ellendigheden verwikkeld en gedompeld. Calvijn noemde de zonde en het gevolg van de zonde ook wel de misvorming van de natuur. De zonde werd tot iets gemeenschappelijks. De zonde werd een tweede natuur van de mens. De moederschoot was voor de mens niet meer veilig, want reeds daar kreeg de mens al deel aan de zondige natuur. Daarom stelde Calvijn dat de mens wedergeboren diende te worden, opdat de mens weer deel zou hebben aan de hogere natuur. Calvijn stelde dat het gehele menselijke geslacht bezet gebied was geworden, bezeten door de zonde van de gulzigheid. Zo worden kinderen geboren, en het houdt hen niet werkeloos. Zij zijn slaven van de zonde van de gulzigheid. Daarvoor werken zij. Vandaar dat dit calvinisme standaard aan elk kind onderwezen zou moeten worden, opdat ze bevrijd zouden worden van de zonde van de gulzigheid. Allereerst moet deze zonde namelijk ontmaskerd worden. Calvijn stelde als kerkvader en kerkdokter een zeer goede diagnose, alhoewel het medicijn wat hij aanbood in sommige opzichten ietwat extreem was, maar in de homeopathie is het de regel dat al het kwaad juist wordt opgelost door verdunningen, want dan wordt het kwaad zo verzwakt dat andere belangrijke werkingen geactiveerd kunnen worden, zoals het aanmaken van antistoffen. Daarom mag theologie ook nooit te steriel zijn. In dit opzicht spreken we van het belang van homeopathisch calvinisme als de oplossing van zowel het zonde probleem als het orthodoxe, extremistische calvinisme zelf, dus eigenlijk twee vliegen in één klap. De homeopathie stelt dat de vijand alleen verslagen kan worden door verdunningen van zijn eigen wapens, oftewel de gelijksoortigheidstheorie. Dit is dus het tegenovergestelde van smetvrees en het steriele. Je graaft dus zo in de gebieden van de vijand naar verloren sieraden en kostbaarheden. En hoe kan de mens ook anders sinds de mens in ballingschap leeft ? De ontsnapping moet nog plaatsvinden. Ook het werk van Jezus kan in sommige opzichten homeopathisch genoemd worden, sinds hij aan het kruis werd tot een verdunning van zijn tegenstander, de duivel, en zo het kwaad overwon. Is de homeopathie dan uiteindelijk de oplossing van het zonde probleem, de zondeval en de erfzonde ? Als we het over daadwerkelijk doeltreffende homeopathie hebben, dan hebben we het over het homeopathische calvinisme. Calvijn kwam tot de conclusie dat de mens moest terugkeren tot de voortreffelijkheid en adel van de ziel, en zo niet alleen genezen te worden van de zonde, maar te komen tot een geheel nieuwe natuur. Calvijn stelt dat er een zondvloed van de zonde was geweest die alle delen van de mens heeft aangetast. De mens werd van top tot teen verdorven, van hoofd tot voeten.

Calvijn stelt dat de daadwerkelijke wedergeboorte alleen bestemd is voor de uitverkorenen, oftewel de enkelingen, de eenlingen, die zich totaal van de zondige wereld hebben afgezonderd, niet aanpappen met de stad. Dat is het teken van de uitverkorenheid. De uitverkorenheid staat dus voor een heel stelsel aan natuurlijke voorwaarden waaraan de mens moet voldoen alvorens wedergeboren te kunnen worden. Omdat mensen dit niet kunnen duiden en dingen over het hoofd zien mag dit nooit menselijk bepaald worden. Het wordt dus enigszins wazig gehouden. Calvijn beschrijft het een beetje als een product wat aan allerlei voorwaarden moet voldoen voordat het op de markt kan komen, en wat die voorwaarden precies in detail zijn is een beetje giswerk. Toch moet de mens hierin niet opgeven en bij de pakken gaan neerzitten, want de mens mocht eens uitverkoren zijn. Volgens Calvijn was er een weg om dit uit te dokteren, en zou de uitverkorene dit vanzelf van zichzelf weten, alhoewel er volgens Calvijn ook een valse uitverkorenheid was die de mens waande. Calvijn stelde het een beetje voor als een religieus gokpaleis waar de mens niks in te brengen had over zijn heil, maar aan de andere kant toonde hij ook weer de weg, het touw. Het was daarom een zeer dualistisch werk, niet voor een gat te vangen. Vaak sprak Calvijn zichzelf weer tegen. Vandaar dat iedereen die een tik van de molen heeft gehad door het in de kerk meedogenloos gepredikt calvinisme eens de geschriften van Calvijn zelf er op na zou moeten slaan om te zien dat de soep niet zo heet wordt opgegeten als het wordt opgediend. Ook is het hierbij van belang om de commentaren van de tweede bijbel op Calvijn, zoals bijvoorbeeld in het boek de Calvijn Code, erop na te slaan. Al met al heeft de ware uitverkorenheid veel meer te maken met het gaan tot de diepere natuurschool in het hele Calvijn verschijnsel wat in de jaren 1500, in de na-middeleeuwen, tot de mensheid kwam. Er is alleen uitverkorenheid in het gaan tot de hogere kennis, iets wat nooit door spijbelaars gevonden kan worden, en wat gewoon een metaforische natuurwet is. In sommige opzichten had Calvijn een goed inzicht in het Jezus mysterie. Hij haalde Johannes aan die sprak dat Jezus vanuit zichzelf niets kon doen. Jezus was dus in die zin als een voorbeeld opgesteld. Hij haalde Augustinus aan die sprak dat Christus, de willoze die leefde vanuit de hogere wil, of beter : vanuit de hogere kennis, de boom des levens is en de lagere wil de verboden boom is. De wil is de verboden boom, want het brengt de mens in de problemen. De mens moet tot kennis komen. Dit begint met het weten wat fout is gegaan. Het buitennatuurlijke was gekomen, en had de mens beroofd van het bovennatuurlijke. Nu is het dus zaak om wedergeboren te worden in andere gezichtspunten, om wedergeboren te worden in de parallelle realiteiten, zodat verandering kan plaatsvinden door subtiliteiten, zoals de Vur stelt : 125. DE TOREN 1. In de toren klim ik van realiteit tot realiteit. Al deze realiteiten lijken tegen elkaar gekeerd te zijn, Deze toren is eindeloos, zonder begin en einde, We werden allemaal ergens halverwege geboren in deze toren 2. Ik kijk naar buiten, en alles wat ik zie is water, Dan breekt het door de ramen, Als ik dan tot een andere toren zwem is die toren precies hetzelfde, maar met een klein verschil, Het wonder van veranderingen Niet alleen is de toren een bloem, maar ook een touw, want de bloem zit net als de toren vast aan de aarde, en de mens mag loskomen van de touwen van de leugen om te komen tot de touwen van de kennis, de touwen van de waarheid. De mens mag diep mediteren op boek 125 van de Vur bij alles wat de mens meemaakt, om het zo te beleven vanuit de juiste vibratie en context, in het juiste ritme. Ook mogen we dit boek toepassen op de leerstellingen van Calvijn, opdat het tot sieraad gestrekt zal

worden. Hoofdstuk 4. het schip van luther Maarten Luther streed voornamelijk tegen de aflaat en het materialisme van de rooms katholieke kerk, en wees daarbij op het pad van waarlijke boetedoening, het smalle pad van het minderen, en de geestelijke gaven. Het materialisme van de katholieke kerk was namelijk hoog opgelopen. Door de aflatenhandel kon je vergeving ineens kopen, voor zowel jezelf als voor anderen, zonder daadwerkelijk berouw te hebben en je te bekeren. Ook het hiernamaals kon gekocht worden. Het was een handel in gebakken lucht. Zielsgeluk kon gekocht worden. De katholieke kerk zelf was hierover verdeeld, want de bedelorden toonden juist dat armoede en de natuur de weg waren tot de hemel, en dat rijkdommen een valstrik voor de dwazen waren. Van het geld van de aflaat werden er nieuwe kerken gebouwd. Het monster van de aflatenhandel, van de verkoop van het geestelijke, was een afschuwelijke vorm van de verboden boom van gulzigheid in de middeleeuwen. Maar waarom wordt het geestelijke dan nog stil verkocht in de kerken, en viert het materialisme nog steeds hoogtij in stad en kerk vandaag de dag ? De verboden boom van gulzigheid is hoog gegroeid met allerlei takken, en het is wurgend, en schreeuwt ten hemel. Waarom ? Waarom ? Gezondheid wordt vandaag de dag verkocht, en het recht wordt verkocht. Alles is voor de verkoop. Men denkt dat men God en geluk kan kopen en kan verkopen, om zo maar niet dat smalle pad tot de hemel behoeven te gaan, maar het is groot boerenbedrog wat ieder weldenkend mens wel op zijn klompen kan aanvoelen. Blijkbaar heeft de mens de boodschap van Maarten Luther en Johannes Calvijn dus niet begrepen en niet ter harte genomen. Hetzelfde als dat na D-day Nederland nog wel in grotere problemen raakte, omdat de mens d-day niet had begrepen. De verlossing moet nog komen. Maar het is allemaal wel heel logisch. Calvijn in de jaren 1500 en Darwin en Nietzsche in de jaren 1800 predikten allemaal dat het om de eenling ging. Darwin stelde dat de uitverkiezing iets van de natuur was, namelijk de natuurlijke selectie, en die nam alleen maar de enkeling, anders zou het niet werken. De massa's moesten namelijk een bepaalde druk vormen waaronder de eenling zich zou kunnen ontwikkelen, en dat is ook altijd de christelijke boodschap geweest, zoals de verzoeking van Jezus in de woestijn. De eenling moest beproefd en verzocht worden. De eenling moest getest worden, als een voorbereiding. Dus het schip van Luther en Calvijn kwam, maar slechts de enkeling ging daadwerkelijk mee. De rest waren gewoon meelopers. De reformatie was begonnen in 1517, toen Luther zijn stellingen tegen de aflaat op de deur van de slotkerk van Wittenberg hing in Duitsland. Dit was gericht tegen de aflatenhandel van Johann Tetzel. Iets kopen is altijd de makkelijkste weg, de weg van de minste weerstand, maar je bedonderd jezelf zo, en je bedonderd anderen, als het het geestelijke gaat vervangen. Gulzigheid maakt de mens koopziek. Vandaag de dag kun je alles kopen als je maar rijk bent, en de geestelijke paden van de waarheid, die je kunt begaan door het minderen, door soberheid, zijn ondergesneeuwd. Verwacht niet dat een ander hiervoor begrip heeft. De massa's verzoeken de eenling, altijd weer. Je kunt niet op de massa's bouwen. Alleen dwazen bouwen hun huizen op zand, en die zijn er genoeg, en die moeten er wel zijn om de eenlingen te testen. Daarom gaat het om het pad van het kruis. De massa's riepen : Kruisig hem, kruisig hem, en zo zal dat tegen iedere eenling zijn. Verwacht het niet van de

massa's, en haal daar je waarheid niet vandaan, je bevestiging of goedkeuring. De massa's zijn er om je te bedriegen, om je in slaap te doen sussen. Het zijn de takken van de verboden boom van gulzigheid, en die krioelen om je heen. Wat voor zin heeft het dan de massa's naar de pijpen te dansen ? Wat win je ermee ? Dan heb je de hele stad gewonnen, maar je ziel verloren. Iedere Jezus kent zijn Judas, iedere Simson zijn Delilah, en iedere David zijn Goliath. Daar moet elke eenling doorheen. Jakob had zijn kreupelheid door wat er op Pniel was gebeurd, en Paulus had zijn doorn in het vlees, iets wat hem telkens met vuisten sloeg. En dan moet je kijken wat je nog over hebt. Het is niet veel, maar het is genoeg. En wie zaait zal ook oogsten. We mogen ons verheugen in de wetten van de vruchtbaarheid van de natuur. Het kruis heeft een bedoeling en is geen doel op zich. Het is een middel. Hoe kan het dan zo zijn dat de mens het kruis heeft vervangen door geld ? Het is maar een symbool, maar de mens heeft het letterlijk genomen : Voor alles betaal je een hoge en volle prijs. Zijn we bereid de prijs te betalen ? We moeten wel. We kunnen geen kant op. Alles gaat nu eenmaal diep. Aan de oppervlakte is er geen leven, alleen bedriegelijkheid, symbolische weerspiegelingen. Toen Jezus in Samaria was was hij vermoeid, en vroeg een vrouw om drinken bij de bron van Jakob. De vrouw was verbaasd want Joden gingen niet om met Samaritanen. Jezus sprak toen dat het niet om materiele dingen gaat maar om diepere geestelijke dingen. Jezus deed niet voor niets, dus wat leren we hiervan ? Het had een diepere betekenis. Jakob was de kreupele als beeld van de gevoeligheid die hij op Pniel had ontvangen. Hij was zijn materialisme, zijn vlees, zijn zonde, kwijtgeraakt hierdoor, en Jezus ging tot deze bron, en vroeg toen een vrouw om drinken, als het terugkeren tot de moederborst, ook al ontweken de Joden de Samaritanen. Jezus wilde leren van het vreemde. Het was ook wel een beetje om de aflatenhandel teniet te doen dat Calvijn het telkens over de uitverkiezing had : Als je niet uitverkoren was, dan had al je geld je niets te baten, want elke plant die niet door God was geplant zou uitgerukt worden. Maar de uitverkiezing bracht grote verwarring onder de mens, en was dus ook bedoeld om de mens voorzichtiger te maken. Wat betekende de uitverkiezing eigenlijk ? Het was al een germaans begrip, namelijk dat als je hard aan je ego zou sterven op het strijdveld tegen het vlees, dan zou je uitverkoren worden door de valkyries, de strijdgodinnen, die je zouden meenemen naar het walhalla, de germaanse hemel. Ook Nietzsche en Darwin werkten dit begrip verder uit in de jaren 1800, dat het iets voor de eenling was, en iets van de natuur. Uiteindelijk was het de natuur die de mens uitverkoos, en daartoe moest de mens aan een aantal voorwaarden voldoen, met name aan het eenlingenprincipe. Kudde mentaliteit zou de mens juist niet uitverkiezen. Nee, de mens moest speciaal uitgeselecteerd worden, speciaal afgezonderd van de rest. Gij zult de massa's in het kwaad niet volgen. Zo kon de natuur zien of iets dood was of levend. Als iets dood was dan stroomde het gewoon met alles mee, maar als iets nog leefde, dan ging het dwars tegen de stroom in, en spartelde het tegen, en dan was het nog bruikbaar voor de natuur. Als je eeuwig wil leven wees dan uniek, en blijf uniek tot het einde, en steek in karakter en kennis met kop en schouders boven de anderen uit, en doe dat niet om naam te maken, maar in het verborgene. Laat je rechterhand niet weten wat je linkerhand doet. Wie meent te staan, zie toe dat hij niet valle. Eigenlijk heb je alleen maar de ware rust in het natuurtouw, wanneer je verbroken bent op Pniël net zoals Jakob, waardoor je gevoelig bent voor de rest van je leven, wanneer je net zoals Jezus tot die Jakobsbron gaat om een vreemde vrouw om drinken te vragen, weer aan de moederborst te komen, wetende dat je door de vreemde natuurmoeder wedergeboren en wederopgevoed kan worden, en dat niets je uit haar hand kan roven. Waarom niet ? Omdat je aan het natuurtouw vast bent. De uitverkiezing heeft dus te maken met iets binnen de mens zelf, en heeft dus te maken met dat wat je zelf uitkiest. Kies voor het beste deel : de hogere kennis. De uitverkiezing is dus niets anders dan een natuurspiegel die je eigen keuzes laat zien. Laat het geen verkeerde keuzes zijn. Je wilt niet

verkeerd op de natuurfoto komen te staan. Als de natuur een foto van je maakt, de hogere natuurkennis, hoe sta je er dan op ? Hoe wil je er op komen te staan ? Dan kun je nog zoveel stadse, materiele foto's van jezelf nemen en jezelf lopen bewonderen (bedonderen), van 'nou, mijn haar zit goed hier'. Wie beslist dat ? Moet je haar dan goed zitten, of heeft God liever dat je de wildernis in zou gaan gegaan om een verloren schaap te redden, en dat je haar dan misschien op een natuurlijke manier een beetje door de war zou zitten om te laten zien dat je goed gewerkt hebt ? Waar gaat het je om ? Moeten wij onszelf dan aanprijzen als halfgodjes, of gaat het puur om de anonieme boodschap ? Dan kom je later met een doos vol foto's aan bij de hemelpoort, maar het zal gaan branden in je handen, en dan zullen de natuurfoto's van je karakter door God laten zien worden. Al je materialisme en gulzigheid zal daarop te zien zijn, en wat het heeft veroorzaakt in de schepping. Zo zul je dan de geschiedenis ingaan. Laten we daarom stoppen met dwaze spelletjes te spelen in de stad. De meerderheid volgen is ook een vorm van materialisme. Hoe meer zielen hoe meer vreugd, allemaal kudde mentaliteit, groeps dynamieken. Maar Luther kwam met zijn schip tot de enkeling. De mens was niet meer geleerd, maar spijbelend, al feestend over de paden van het materialisme en de gulzigheid. Daarom wezen Luther en Calvijn weer terug naar de boeken, naar het Woord. De mens moest weer opnieuw heropgevoed worden. Luther en Calvijn moesten de mens weer terugleiden tot de bibliotheken, tot de verloren fundamenten. De mens moest weer terug de diepte in. Alles was te oppervlakkig geworden, te gemaakt. Ze hadden hun steden op zand gebouwd. De stad is als een gulzig zeemonster in de zee, terwijl de eenlingen zich hebben verzameld op het schip van Luther en Calvijn, het schip van de reformatie. Waar nu naartoe ? Maar eerst moet dit monster verslagen worden. Het gulzig zeemonster zit diep in de mens zelf. Heeft de mens dit monster uitverkozen, of werd de mens door dit monster ontvoerd ? Dat is de vraag, en dat zal bij ieder mens anders zijn. Hoofdstuk 5. het herstel van het homeopathische geheugen – bouw je eigen natuur chemie De uitverkiezingsleer van Calvijn is heel dualistisch. Het is niet zo dat de mens helemaal niets in te brengen heeft, maar het is ook niet zo dat de mens even de uitverkiezing kan bepalen. De mens ziet dingen over het hoofd, sjoemelt en werkt door het vlees. Vandaar dat de uitverkiezing het vlees aanvalt als een vleesetende plant, en die haakt zichzelf helemaal in de mens in. Dat is dan metaforisch het natuurtouw. De mens wordt in de uitverkiezingsleer bedolven onder zulke weerhaken, de tanden van de vleesetende planten. Er is geen weg meer terug. De mens zit vast. Het is dan aan de mens om te kiezen tussen het vlees en de diepte, tussen zonde en uitverkorenheid. Als de mens slechts vlees is, dan zal er niks meer van zo'n mens overblijven. Daarom haat de stad ook Calvijn meer dan nodig is, want de uitverkiezing zorgt ervoor dat ze het zelf niet meer in de hand hebben en zichzelf niet meer materialistisch te buiten kunnen gaan. Calvijn is in hun ogen een grote spelbreker. In de vrijere kringen heb ik altijd de haat naar Calvijn gezien, en natuurlijk in bepaalde opzichten ook wel terecht, maar deze kringen werden te vrij en gooiden alles van Calvijn overboord, het kind met het badwater. Hup, weg, lang leve de vrijheid,

lang leve de lol, alsof het allemaal niks koste. Daarom werd Calvijn voor mij ook wel weer interessant. De vrijere kringen waren te ver afgedwaald van het natuurfundament, en waren wars van dieper geestelijk onderwijs. Het was allemaal heel beperkt, en roekeloos. De mens was zelf tot god gemaakt in deze kringen. Dat is op zich niet erg, want zelfstandigheid moet er wezen, emancipatie, maar je kan er ook te ver in doordraaien dat alles zo snel en oppervlakkig gaat dat niet het ware zelf god wordt, maar het ego zelf, het lagere zelf. En ze gebruikten het om god over anderen te spelen, dus Calvijn werd voor mij een onderwerp van onderzoek. Nee, ik neem het niet letterlijk, zoals ik de bijbel ook niet letterlijk neem, ook omdat ik de oorspronkelijke talen ken die het symbolisch gebruikten, als gelijkenissen. En zo zie ik het woord van Calvijn ook als gelijkenissen. In die zin heeft het nut, en doet het niet onder voor de bijbel, maar het verdiept de bijbel juist. Calvijn brengt weldoordachte nuances aan in zijn commentaar op bijbelteksten. Er kan zo een wereld voor je open gaan. Wel is het dan zo dat je Calvijn zelf ook weer moet nuanceren en symbolisch moet uitleggen, anders kun je ook weer vastlopen. Een commentaar op Calvijn is dus van levensbelang, zoals ook een commentaar op de koran dat is. Zoals gezegd ligt Calvijn te diep in de botten en de genen om het zomaar te kunnen verwijderen. Het moet verdiept worden, want er is geen andere weg. Deze vleesetende planten hebben zich diep vastgebeten in het zondige vlees van de mens en zullen niet meer loslaten. Calvijn is een geestelijke reus die de mens geheel schaakmat heeft gezet. De mens kan nergens meer naartoe. Dat is de reden waarom het verdiept moet worden en ermee gepuzzeld moet worden. Niemand kan uit dit labyrint ontsnappen. Het is een wezenlijk deel van de mens zelf. Het zijn woeste, ziedende vleesetende planten van de planeet Rigel van Orion die de mens hysterisch aanvallen en zich botvieren op het materialisme van de mens. Ze scheuren de vleselijke mens totaal in stukken, en verslinden ze. De materialistische mens begrijpt dit niet en wil dit ook niet begrijpen, want het betekent dat er een einde komt aan hun materialisme. In een wereld waar iedereen zijn eigen god heeft, en iedereen zijn eigen god is mag je het uitroepen tot de natuur : 'Natuur, leidt mij.' Er zijn ook zoveel verschillende scholen die met elkaar bekvechten over wat de waarheid is, en daarom mag je het uitroepen tot de natuur : 'Natuur, leidt mij.' De mens moet teruggaan tot de natuur, want in de stad heerst de bedriegelijkheid, de gulzige wanen van de mens die over de ander wil heersen, de mens die altijd gelijk wil hebben. Laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet. Wees een eenling, en probeer je gelijk niet te halen. Als iedereen wel van je zou spreken dan ben je ook weer een kind van de massa geworden, en een speelbal. Ga uit de gokpaleizen van de stad en de gokpaleizen van de kerk, en ga terug tot de natuur. 'Natuur, leidt mij.' Voor de uitverkorenen, oftewel zij die de natuur hebben uitverkoren, is de natuur zowel onweerstaanbaar als onontkoombaar. Hiervoor hongeren zij, hiervoor leven zij sober, minderen zij, opdat ze zo de natuur kunnen binnengaan, en de natuur in hen. Het materialisme zou dit allemaal tegenhouden. Weet dat als je dingen koopt die je helemaal niet nodig hebt, dat je dan daardoor ook weer dromen en visioenen gaat missen, geestelijk inzicht, want door alles wat je overbodig koopt aan luxe en hedonistische troep laat ook weer je geestelijke kanalen dichtslibben. Woedende, ziedende Orionse planten kwamen tot de aarde in de jaren 1500, Rigelse vleesetende oerwoudplanten, die het op het bespottelijke materialisme van de rooms katholieke kerk hadden gemunt. Deze planten zouden laten zien wat ware gulzigheid was. Ze maakten korte metten met het katholieke wereldrijk, maar ergens halverwege werden ze gestopt. Het materialisme ging rustig door in andere vormen. De vleesetende planten waren nog niet klaar. Het was slechts een strategie. Ze begonnen namelijk vlees te fokken. Zo lieten ze het materialisme rustig hoogtij vieren, als varkens die gefokt werden voor de slacht. Het calvinisme was tot de aarde gekomen. Napoleon zei ook al : 'Als de vijand een fout maakt, stop hem dan niet.'

Wat een grote en slechte vijand is het materialisme, maar het materialisme neemt zoveel drugs en vreet zichzelf zo vol dat het materialisme nooit ver kan komen. Deze vijand is daardoor al half verslagen. Een domme vijand is altijd maar half werk, maar dan moet je er natuurlijk wel voor zorgen dat je zelf niet dom wordt en indut. We hebben niet echt met een intelligente vijand te maken, maar we moeten natuurlijk niet zelf onze intelligentie verliezen. We hebben een vijand die nogal graag slaapt, maar we mogen zelf natuurlijk niet indutten. Blijf daarom waakzaam. Het zijn gulzige roofdieren die toeslaan wanneer ze kunnen, die wild om zich heengrijpen, ook al zijn ze blind. Juist ook dat maakt hen zo levensgevaarlijk. Er zitten geen remmen op. Toen kwam begin jaren 1900 het communisme opzetten, als een metafoor van de germaanscalvinistische uitverkorenen, en zij streden nog steeds tegen het overgulzige materialistische kapitalisme, zowel religieus als seculier. De mensheid had het niet begrepen. Het communisme moest ook direct verdunt worden, homeopathisch worden, want anders was het te sterk, te geconcentreerd, en hetzelfde moest gebeuren met de islam en het christendom. In zijn directe vorm zou het te gevaarlijk zijn. De mens moet daarom ook het homeopathische geheugen binnengaan, waarin de geschiedenis dermate verdunt wordt totdat het heilzaam is geworden. Ook het hedonisme, materialisme en kapitalisme moet dus verdunt worden, zodat het kan overgaan in zuiverdere, meer gebalanceerde vormen. Dit gebeurt allemaal in het homeopathische geheugen. Verdunnen, verminderen, is de boodschap, want alles is te sterk en te direct. Dit is ook de boodschap van de Vur, en vandaar dat de Vur ook de brug is tussen het christendom en de islam, en tussen het calvinisme en het communisme. Verdun, en herzie je gezichtspunt. Fragmentariseer. Er is alleen werkelijkheid in de aretaitische filosofie, die dus homeopathisch en fragmentariserend is. Je bouwt je wereld van verschillende verdunde onderdelen. Zo bouw je je eigen natuurchemie, de bestanddelen van je ziel. Hoe doe je dat precies ? Neem als voorbeeld de bij. Ze nemen niet de gehele bloem, maar ontrekken alleen bepaalde sappen van de bloem, en gaan dan naar de volgende bloem. Dus alle dynamieken die we om ons heenzien : calvinisme, christendom, islam, communisme enzovoorts, zijn bloemen waar de mens als een bij mee om mag gaan. Neem er niet teveel van, maar zeker ook niet te weinig. Neem het niet in z'n geheel en in directe vorm, maar verdund, om problemen te voorkomen. Maak gebruik van je homeopathische geheugen. Hoofdstuk 6. het hoge hakken mysterie verklaard Alles komt te geconcentreerd op de mens af. Daarom zit de mens in diepe problemen. De mens heeft daarom een filter nodig, een homeopathische filter of lens die alles verdunt tot zuiverdere en heilzamere vormen. Religie is natuurlijk letterlijk gezien allemaal onzin, maar metaforisch en homeopathisch, oftewel verdund en speciaal geselecteerd, uitverkozen, kan het tot waarde en nut gestrekt worden en tot heilzaamheid. Dan kan het dus zelfs medicinaal zijn, en dat moet ook wel, want de islam is de snelst

groeiende religie en we staan oog in oog met het extremisme ervan omdat het nu eenmaal niet verdiept is. Deze dreigende atoombom moet dus ontmanteld worden, gedecodeerd. De mens kan dus niet zomaar aan de islam ontkomen, maar moet er dwars doorheen, net zoals eertijds met het christendom. De mens moet het goede ervan nemen, en dan verder trekken, het kwade achter zich latend. Homeopathisch betekent ook subtiel, en het gebruiken van bepaalde onderdelen van de vijand om de vijand te verslaan, oftewel de vijand te verslaan met zijn eigen wapens, zij het in verdunde vorm. Daarom moet de mens wel veel afweten van de bijbel en de koran, anders kan het de mens als een extreme storm meenemen. Alles moet zich dus weer meer matigen en dat gaat alleen door kennis. Spijbelaars zullen bedrogen uitkomen. De natuur alleen is niet genoeg. De natuur onderwijst ook. Houd daarom je ogen open, en dut niet in. Blijf waakzaam. Het literaire gaat diep en is besprekend. Ook de bijbel en de koran worden besproken als onderdeel daarvan. De tweede bijbel is gekomen om een gedegen commentaar erop te geven vanuit de natuur. De mens had het namelijk niet begrepen. De natuur laat ook zien waar dingen niet zuiver zijn doorgekomen, waar dingen verdraaid zijn doorgekomen, en zet het vervolgens weer recht. Moet je goed opletten hoe we dat gaan doen. De grootste religie op het moment is niet de islam of het christendom, maar het materialisme, de dienst tot mammon. Het is een soort fetishism, het aanbidden van objecten, zoals de stropdas en de hoge hak. De stropdas zegt : 'Ik ben niet creatief. Ik heb gewoon een handeltje gemaakt.' Maar wat zegt de hoge hak ? Of liever gezegd wat houdt de hoge hak verborgen ? Genesis 3 : 15 God zei tot de slang : En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen. De hoge hak is de vrouw die staat op de slang, op het geslachtsdeel van de man dus, want er wordt gesproken over zaad. Het is de vrouw die in opstand komt tegen de patriarchie. Oorspronkelijk was de man de boodschapper tussen god en mens, tussen vrouw en mens. Dat is ook waar het geslachtsdeel voor staat. Het is een kanaal. Het plugt ergens in, in de vagina, en spuit dan zijn zaad, brengt dan zijn boodschap. Hij kwam voort vanuit zijn moeder, vanuit god. Het was dus oorspronkelijk de boodschap van de moeder, oftewel een soort opvoeding. Boek 13 in de Koran is de Al-Arrad, de donder, of ila-areta in de aretaitische wortel, wat de ramadan van areta betekent, of het eenlingenschap van areta. Areta is de natuurvrouw in de mythe van heracles, en kakia was de stadvrouw die heracles met het materialisme probeerde te verleiden, en waarna heracles Areta uitverkoos, het smalle pad door de wildernis, oftewel de ila-areta. Ila is ook een ander woord voor allah en el, en is meer een titel dan een naam. Allah betekent overigens gewoon God in het Arabisch, zoals christelijke arabieren god ook allah noemen. Vers 2 zegt dan dat Allah (ila, ila-areta) de boodschap duidelijk maakt, de tekenen uitlegt, opdat God ontmoet kan worden. In vers 3 spreidde Ila (Areta) de aarde uit en gaf het stevige bergen en rivieren, als een beeld van de borsten van de vrouw. De nacht zou de dag bedekken. De nacht is een beeld van de vrouw, van de donkere baarmoeder waaruit de boodschap geboren werd, de man, en zo is de man de dag. De man moet altijd door zijn moeder (god) bedekt zijn, want zij is de bron, zijn opvoeding. Anders zou alles verkeerd gaan. Daarom zegt vers 3 ook : Waarlijk schuilen hierin tekenen voor een volk dat nadenkt. De natuurverschijnselen hebben allemaal een diepere betekenis. 4. En er zijn op aarde aan elkaar grenzende streken en tuinen van wijnstokken, en korenvelden en

dadelpalmen, met één wortel of met verschillende wortels, zij worden met hetzelfde water besproeid en toch doen Wij sommigen er van in vruchten boven anderen uitmunten. Daarin zijn tekenen voor een volk, dat begrijpt. Waarom is dit, dat sommigen uitmuntendere vruchten hebben dan anderen ? Juist omdat er verschil moet zijn tussen moeder en kind, want de moeder moet het kind opvoeden, dus moet wel uitmuntender zijn dan het kind. Het is gewoon de verhouding tussen onderwijzer en student, anders zou de mens nooit kunnen doorgroeien. Vandaar dat er dus verschil moet zijn voor het voortbestaan van de mens. Dit zijn verschijnselen binnen de mens zelf. De mens is zowel man als vrouw, zowel moeder als kind, zowel onderwijzer als student, dus dit mag niet al teveel naar buiten geprojecteerd worden, want dan gaan mensen in bepaalde rollen vastgroeien. Het zijn dus geen personen maar metaforen. 38. En Wij zonden inderdaad boodschappers vóór u en Wij gaven hun vrouwen en kinderen. En het is een boodschapper niet mogelijk een teken te brengen dan door het gebod van Allah. Voor elke periode is er een Goddelijk besluit. De boodschapper is dus de man, waarvan de fallus een beeld is die de vrouw ingaat. De slang had een valse boodschap gebracht, de man uit het verband gerukt, en ging over de vrouw heersen, dus de vrouw moest de kop van de slang wel vermorzelen. De vrouw moest dus de boodschap weer beheersen, in de baarmoeder, om zo opnieuw geboorte te geven. De vrouw moest weer een moeder worden. Daarom zegt Jesaja 52 : 7 Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten van de vreugdebode, die vrede aankondigt, die goede boodschap brengt, die heil verkondigt, die tot Sion spreekt: Uw God is Koning. De voet is een beeld van verdieping. Daarom zegt Efeze 6 : 15 Stelt u dan op, de voeten geschoeid met de bereidvaardigheid van het evangelie des vredes. Dat is de ware betekenis van het staan op de slang, en de stad heeft daar een karikatuur van gemaakt, zoals met vele dingen. Nogmaals vers 38 van de Al Arrad : En het is een boodschapper niet mogelijk een teken te brengen dan door het gebod van Allah. Het gebod van Ila is de ramadan, het minderen, één van de vijf pilaren van de islam, niet het meerderen, niet de gulzigheid. Velen spreken hun boodschappen door gulzigheid, maar dat is dus niet mogelijk. Er kan alleen een boodschap gebracht worden door de ramadan, en dat is ook wat de geslachtsgemeenschap symbolisch uitbeeldt : de man moet de leegte in, de vagina, als een zaadje wat sterft, en dan is er nieuw leven. Zo behoort een boodschap te werken om de boodschap zuiver te houden. Luister daarom niet naar de dikke, gespierde varkens in de stad, want die hebben een vals beeld van de man gegeven. Het zijn mannen die de oermoeder van de natuur hebben verlaten. Alleen als de man mindert tot het punt dat hij in de wildernis is gekomen heeft hij daadwerkelijk wat te zeggen, en dit zal altijd vanuit de baarmoeder komen. Er is dus een strijd tussen het zaad van de slang, de patriarchie, en het zaad van de vrouw, van de moeder. Het speelt zich vlak voor je ogen af. Het zaad van de slang, oftewel de vrucht van de verboden boom, is het materialisme, de gulzigheid van de mens, waardoor de mens uiteindelijk zal stikken. Kijk de mens vreten en vreten en de ander vergeten. Ikke ikke ikke en de rest kan stikke, maar de mens stikt zelf. De mens heeft teveel gegeten. De mens heeft de stropdas eral voor aangetrokken. Het zijn de tekenen der tijden.

God vraagt van de mens de ogen open te houden, er doorheen te prikken. De stropdas maakt het kruis bespottelijk, en de hoge hak maakt moeder wildernis bespottelijk. De hoge hak is ook niet gezond want telkens weer geeft het gezondheidsklachten bij vrouwen, die het vaak puur doen vanwege ijdelheid. Waarom zijn hoge hakken altijd en eeuwig weer verbonden aan dom zuipen ? Het zijn vrouwen die de voet niet willen verstaan, en die de natuur niet willen verstaan. Ze lopen dom te doen in de stad, weten niet eens wat het betekent, maar verbergen deze gnosis, hebben het verzegeld. Het zegel is verbroken. Waarom houden de materialisten de sleutel der kennis (gnosis in het grieks) verborgen ? Jezus sprak in Lukas 11 : 49 Daarom zegt ook de wijsheid Gods: Ik zal tot hen zenden profeten en apostelen en van hen zullen zij sommigen doden en vervolgen, 50 opdat van dit geslacht afgeëist worde het bloed van al de profeten, dat vergoten is sinds de grondvesting der wereld, 51 van het bloed van Abel tot het bloed van Zacharias, die omgebracht is tussen het altaar en het tempelhuis. Ja, Ik zeg u, het zal afgeëist worden van dit geslacht. 52 Wee u, wetgeleerden, want gij hebt de sleutel der kennis weggenomen; zelf zijt gij niet binnengegaan en hen, die trachtten binnen te gaan, hebt gij tegengehouden. Ze zijn dus dronken met het bloed van de profeten. Ze kunnen daarom ook best nog heel religieus overkomen. Dronkenschap imiteert namelijk. Denk aan de dronken hoer in het metaforische boek Openbaring. Dronkenschap is de grootste religie vandaag de dag, en in hun dronkenschap beschiet men elkaar, totaal bezopen, en wordt er geen strijd gevoerd tegen het daadwerkelijke kwaad : het niet (willen) kennen. De posers in de stad willen niet terug naar de natuur, naar het paradijs, en willen anderen ook niet terug laten gaan. Daarom lopen ze met hun bedriegelijke stropdassen, hun opgefokte spieren en hun hoge hakken rond, rijden ze rond in hun stinkende machines met hun stinkende knalrode giftige, chemische nagellak alsof dat de norm tegenwoordig is. Volkomen verdwaasd. Omsmelten zou ik zeggen. Wat is het daadwerkelijk ? Wat is het daadwerkelijk ? Gorgelende, ronkende machines van de stad die de gnosis verdraaien. Ga er homeopathisch mee om, verdun het, verdun het, breng de hoge hakken terug tot de Jezusin opdat zij weer in de bossen kan rennen, stelt de tweede bijbel dichterlijk. Haar zoon kuste het mysterie, als een eekhoorntje die zijn eikels verzamelde voor de winter. Hoofdstuk 7. Een andere kijk op het leven krijgen

Daarom is het goed om schrijvers te bestuderen, want zij beschrijven het leven en proberen er iets goeds uit te halen en het te veranderen door het oogpunt, het perspectief te veranderen. Dat gaat niet altijd goed. Ook schrijvers kunnen vastlopen, maar daarvoor zijn de lezers, om het dan toch op een andere manier te lezen en te bekijken, opdat er een andere kijk op het leven kan komen. Zo worden dan boeken die je misschien eerder wegslingerde weer heel interessant. De schrijver heeft het opgeschreven, en het is nu allemaal creatief materiaal voor de lezer. Laat de schrijver je niet bedotten, maar ga er creatief mee om. Probeer geheime deuren te vinden die de schrijver misschien niet eens had opgemerkt. De schrijver schreef het alleen maar op. Boeken zijn als kinderen. Ze moeten groeien en opgevoed worden. Zo mag je een vader of moeder van boeken zijn. Je kunt er alle kanten mee op. Een uitdaging is het bijvoorbeeld om juist naar de moeilijk opvoedbare kinderen te gaan, of naar de kinderen in de derde wereld, oftewel de boeken die niemand leest, die uitgehongerd zijn. Wil jij die boeken weer voeden met je aandacht en liefde, en ze op het juiste pad helpen ? Er zijn zoveel mooie boeken met groot potentieel die op de achtergrond zijn geraakt, of altijd op de achtergrond zijn gebleven, misschien wel totaal verloren en verlaten, verwaarloost. Ze kunnen sleutels bevatten die je nu of later nodig hebt om te overleven, en misschien wel belangrijk zijn voor het voorbestaan van de gehele mensheid. Kun je het boek ook van twee kanten lezen ? Soms door de ogen van de ogenschijnlijke schurk of vijand ? Is de schrijver wel altijd eerlijk geweest in het selecteren van de partijen, in het bestempelen van goed en kwaad, of zijn dingen soms gewoon omgedraaid ? Of bedoelde de schrijver het ook als een dualiteit, als een spiegel waar je aan twee kanten kunt staan ? Of maakte de schrijver gewoon een begin en moest de lezer het maar oplossen ? Is de schrijver een maker van puzzels ? Of is de schrijver ook maar een verdwaalde puzzelaar die zijn weg probeert te vinden ? Hebben zij die veel geschreven hebben ook veel te zeggen, of zijn het slechts vakkenvullers ? Wat blijft er van boeken over als boeken een brug zijn over de wilde rivier van het leven. 'Hier was een woeste rivier waar je alleen maar over kon komen door over een brug gemaakt van kinderboeken te gaan. Hij ging de brug over, terwijl de woeste rivier hem probeerde te grijpen om hem van de kinderboeken brug af te sleuren. 'Nee !' riep hij uit in doodsangst. 'Oh, was ik er maar nooit aan begonnen.' Hij probeerde de kinderboeken te lezen en probeerde houvast te vinden in de woorden. Maar alles was nat, en alles lag door elkaar heen. Hij was blij als hij een heel woord kon lezen, maar vaak waren dat alleen maar losse woorden, en ook die werden weer weggespoeld.' Is dat niet wat het leven is ? We vinden allerlei fragmenten van verschillende boeken, en we begrijpen er zo niks meer van. Schrijvers proberen het weer aan elkaar te puzzelen, maar ook de lezers. Maar wat als dat niet makkelijk gaat ? Er zijn onbekende problemen, onbekende monsters, en belangrijke fragmenten ontbreken die juist bruggen behoorden te zijn tussen twee belangrijke delen, en ga zo maar door. In de stad wordt alles zo vast en dicht, en ze aanbidden hun speciale boeken en vergeten de rest. Niets dan problemen brengt het, maar daar leven ze van. Het is een markt, een boekenmarkt. En schrijvers verstenen en zo ook lezers, en sommigen proberen te vluchten tot de wildernis en verstenen halverwege. Wat een griezelig verhaal. Daarom zijn er schrijvers die een pseudoniem gebruiken, of gewoon anoniem blijven. Daarom zijn er ook schrijvers die nooit hun boeken publiceren, en die diep in het verborgene leven, en op zoek zijn naar het verborgene. Ze dragen grote geheimen. Want wie wil er nu tot steen worden in de stad ? De afgoden hebben nooit rust, en moeten in een glazen huis leven waar iedereen hun bekijkt. Zelfs hun toiletten hebben ramen. De ware schrijvers rennen en vluchten, redden wat er te redden valt. Want iets snelt achter hen aan. Het is het boekenmonster. Het boekenmonster vreet boeken, en vreet schrijvers en hun lezers. Waar is een schuilplaats tegen het boekenmonster te vinden ? Misschien moet er eens een goed boek over

geschreven worden ? Of misschien vind je het verhaal slechts als je soms zo nu en dan een woordje tegenkomt, zodat het toch geheim en verborgen blijft, zodat het boekenmonster het niet kan vinden. Want het boekenmonster is op jacht naar boeken, en heeft er een neus voor. Misschien is het soms maar beter dat niet alles in boeken staat ? Of is het misschien belangrijk de kijk op boeken te veranderen ? De lezer kan veel en heeft een toversleutel. Die toversleutel is genaamd creativiteit. Maar natuurlijk is zulk toveren aan allerlei regels verbonden. Is het soms niet beter om wat afleiding te vinden ? Wat escapisme ? Maar de missie dringt, en de boog is gericht. De oorlog valt niet te ontwijken in oorlogstijd, maar er moet wel een pad komen tot een beter bestaan. En daartoe is het boek, hoe je het ook wendt of keert, daartoe is ook de schrijver en de lezer. Als je dan in de wildernis bent met je boek, en je neemt een diepe duik in het frisse boswater, kun je dan ook het boek vergeten en gaan tot de natuur waarover het spreekt, of de natuur die het verborgen houdt, en kun je daar helemaal in opgaan ? Boek of geen boek, het is de afwisseling tussen land en zee. Het hoort bij elkaar. Daar waar het ene boek stopt gaat het verhaal in een ander boek verder. De hiaten tussen de boeken zijn interessant. Veel wordt er over geschreven, veel over gelogen. Is 'maar zie, ik schrijf slechts' dan een excuus voor de leugen ? Maar de lezer kan het weer rechtzetten, in de juiste context plaatsen. Er ligt dus een ware missie voor de lezer, en die zal dan ook onherroepelijk zijn eigen schrijver en herschrijver worden, zij het in het verborgene of meer openbaar. Maar vele valkuilen liggen er voor de lezer. Maar behoort dat niet slechts tot het verhaal ? Wat is een verhaal zonder valkuilen ? Is dan ook het verhaal een excuus voor de leugen ? Met wat lezers commentaar wordt het tot de waarheid, in de juiste context. Je moet niet … en dan volgt de leugen … dus is het als een waarschuwing, en dan is het weer de waarheid. Iemand vertelt een verhaal … Iemand ? Het leven … of een boek … een schrijver, of een lezer … of zomaar iemand … Iemand met een andere kijk op het leven … Een vreemdeling van verre, of iemand heel dichtbij die je eigenlijk nooit hebt opgemerkt … Iemand met een andere kijk op het leven, iemand die over het hek is gegaan, of altijd al aan de andere kant van het hek heeft geleefd ... Hoofdstuk 8. Calvijn in de Rinde De mens komt van moeder honger tot moeder eenzaamheid in de wildernis, wat ook de eerste en derde pilaren zijn in het calvinisme, en wat ook weer terugkomt in de zuilen van de islam. Dat is ook tegelijkertijd het recept voor de uitverkiezing, de tweede pilaar in het calvinisme, waarvan Calvijn stelt dat de mens zo een extra lijntje ontvangt naar God, of de natuur, en zo spreekt de natuur moeder in geheimenissen tot de mens. Zo komt de mens dus tot moeder obscuriteit. Dit komen we ook tegen in de zwarte driehoek van Napoleon. Een eeuwigbrandende hel voor ongelovigen ? Nee hoor. Het zal zijn zoals op aarde. Er zijn in het hiernamaals gevangenissen, psychiatrische ziekenhuizen, heropvoedings kampen en scholen, zoals nu al in de geestelijke wereld. Calvijn had net zoals velen van zijn tijd een religieus syndroom wat

psychopathische vormen had gekregen in theologisch extremisme. Vandaar dat Calvijn zich nu bevindt in een reusachtig psychiatrisch ziekenhuis in de geestelijke wereld genaamd 'de Rinde.' Er is niet veel meer van Calvijn over. Sommige mensen worden in de geestelijke wereld nog wel ouder en takelen helemaal af, met alzheimer enzovoorts, totdat ze slechts een kasplantje zijn. Dat is waar religieuze syndromen naartoe kunnen leiden. Er is wel een geneesmiddel van de gnosis voor, maar sommigen willen dat niet. De zaak Calvijn ligt ingewikkeld. Hij was zwaar aan de religieuze drugs. Daardoor raakt de ziel ook ernstig beschadigd op den duur. De calvinistische drugs ligt diep in het lichaam van de mens en kan niet zomaar geloosd worden, ook omdat er fundamentele stoffen tussenzitten. Het kan dus wel gezifd worden. Een Chinese acrobatengroep doet hun trapeze act, dodelijk gevaarlijk, zonder vangnet. Ze slagen erin en het wordt het christendom. Dan tijden later doen ze hun kunstje weer, maar ditmaal grijpt een acrobaat mis, valt naar beneden en breekt zijn nek, om vervolgens afgevoerd te worden naar de Rinde. Dit is waar het uiteindelijk eindigt voor zulke waaghalzen. Het zijn stuntmannen, en maar een klein foutje kan hen hun leven laten verliezen. Waar doen ze het eigenlijk voor, die atleten, die stuntmensen ? Is het het allemaal waard ? Het is als een drug. Het einde ervan is bekend. Er komt een punt in je leven waarop je de betrekkelijkheid van alles gaat inzien. Je kan er dan niet meer van genieten als voorheen, en gaat dan op zoek naar de vaste waarden van het leven, door het hongeren. Je kunt het oude niet vasthouden. Alles verandert, ook je gevoelens erover. De mens zal dan moeten gaan tot een nieuw leven, en tot een nieuwe manier van leven. Dat nieuwe leven is meer fragmentarisch, meer geselecteerd, en meer subtiel. In de mythologie van de Bilha wordt Irak besproken als een bondgenoot van Ismael, maar Irak werd ontvoerd door een stam van Babel. Later werd hij de vijand van Ismael. Op het hongerpad wordt de mens overweldigd en ontvoerd, zoals Irak. Het was een beeld van de opname, zoals in de Germaanse mythologie de walkuren de zielen van strijders die aan zichzelf waren gestorven opnamen van het strijdveld, als de uitverkiezing. Ook het hongerpad van Calvijn leidt hiertoe, en het hongerpad van de islam, de ramadan, als de nachtelijke overweldiging, wat het gebied is tussen slapen en waken, oftewel de tussenslaap. Dan is de mens in de wildernis tussen het slapen en dromen in. Het is dat wat de mens overweldigd vlak voor het slapen, dat wat komt in de nacht, als de mens zijn grip verliest, zijn duim wordt besneden. Dat is wat de rode nacht, of grootse nacht, de heerlijke nacht van de ramadan, daadwerkelijk is, wanneer de sluiers zijn weggeschoven, zowel de sluiers van de dag als de sluiers van de droom. Ook door de stam van Babel werd Irak toen verstoten, en hij had een gevecht met Ismael waardoor hij ook verstoten werd. Het gebeurt telkens met de mens. De mens wordt weer uit de tussenslaap gedreven tot de slaap zelf, en tot de sluiers van de droom, en dan tot de sluiers van de dag. De mens kan namelijk het directe niet aan, en daarom duiden de sluiers de tussenstappen en voorwaardes aan. Irak komt tot Rebekkah die hem haar dochter belooft waarvoor hij zeven jaar moet werken, maar dan merkt hij dat hij bedrogen is, want de dochter is al aan iemand anders geschonken. Ook wordt hij door Rebekkah verdreven, zonder antwoord te krijgen. Dan komt hij tot Areta die hem haar dochter schenkt, maar hij moest toen vluchten omdat zij twistziek was. Er zijn wat overeenkomsten met het Jakob verhaal in de bijbel, en ook neemt Irak van het rode, net zoals Ezau, wat een beeld is van de rode nacht, oftewel de tussenslaap, het heerlijkste van de ramadan, maar juist dat doet hem alles weer verliezen, en zo moet hij tot een nog diepere ramadan gaan, net zoals Ezau.

Hoofdstuk 9. De doortocht door de rode zee Ezau nam van het rode, en verloor daardoor ook zoveel, zijn sociale identiteit, grip en status. Het was als een grote besnijdenis van de duim waarmee hij de kom greep, met eenzelfde soort belading als de verboden vrucht in het paradijs. Ook toen Irak in de mythologie van de Bilha van het rode nam had dit grote gevolgen. Hij werd beladen met schuld en kwam onder God's toorn, net als toen Jezus de lijdensbeker moest leegdrinken. Toen werd Irak de wildernis ingezonden. Het rode is een beeld van de rode nacht, de grootse nacht van de ramadan, wat in principe gewoon een nachtgedeelte is, namelijk tussen waken en slapen. Het is het tijdsbestek waarin de mens loskomt van het aardse en de onderwereld ingaat. Zo komt de mens tot de diepere ramadan. Het is dus om het houvast te verliezen, de grip, als de besnijdenis van de duim, want de valse zekerheden staan de mens in de weg. Deze verliest de mens in de rode nacht, tussen waken en slapen. Dan wordt alles anders en gelden er andere wetten. Toen Irak van het rode had genomen toen verloor hij al zijn wetten. Zo komt klein duimpje, als beeld van de duim-besnijdenis, tot de reus, oftewel tot de grotere context. De mens verliest dan al zijn kortzichtigheid en bekrompenheid, al zijn betweterigheid, en moet buigen voor de hogere wetten die hem overweldigen. Waar zijn de kleinzielige wetten van de mens dan ? Daarom is boek 96 van de Koran ook zo belangrijk, want het heet de bloedklonter, als beeld van de rode nacht, de grootse nacht, waaruit de hogere mens geschapen wordt. Dit gebeurd door het onderwijs. In de rode nacht wordt de mens wedergeboren en wederopgevoed. In boek 96 van de Koran, van de bloedklonter, het rode, wordt de strijd tussen de betweterige, zelfgenoegzame mens en God beschreven. God zal die mens bij de leugenachtige, zondige voorlok grijpen. Het denken van de mens moet besneden worden. De mens moet gescalpeerd worden, naar de kapper. Om aan zo'n mens te ontkomen moet de eenling zich ter aarde werpen en tot God naderen, stelt de Koran aan het einde van boek 96. De mens moet terugkeren tot de rode nacht, de grootse nacht. Dat is een natuurverschijnsel wat op het hongerpad plaatsvindt, aan het kruis. Het is iets wat plaatsvindt tussen Simson en Delilah, een overweldiging. Toen de Israelieten tot de rode zee gingen was dit een beeld van het rode en van de rode nacht, de tussenslaap. Zo kwamen ze tot een andere werkelijkheid, een ander patroon. De mensen om ons heen zijn vaak geen personen, maar patronen, en dat is waar het ook om gaat. Wij zijn in diepte geen personen, maar patronen, van de natuur, die zich dan natuurlijk wel weer kunnen personificeren. Het bewustzijn overdag en in dromen is versluierd en vaak vals, als reclames van de vijand. De mens zit vast. De natuur kan dit verstoren, met name door de rode nacht, de tussenslaap, waarin de mens elke grip op de valse werkelijkheid en valse zekerheden verliest. Het is het belangrijkste gedeelte van de nacht. Betrekkelijk is het maar kort voor de mens die gevangen zit in

de stad, maar het is een teken van de natuur, dat de natuur toch zal overwinnen. De mens moet terugkeren tot de rode nacht, tot het rode, de grootse nacht. Daartoe was de ramadan opgezet, het hongerpad. Daarom moesten Ezau en Irak van het rode nemen, en moest Israel tot de rode zee gaan. Toen Irak van het rode nam, in de Bilha, werden alle valse wetten van het ego verwoest en ontheiligd. Ook nam hij daar moedermelk bij. Hij ontving toen een nieuwe naam en een nieuwe taal. Vannacht had ik een droom dat buitenaardsen van de rode nacht waren gekomen. Ze mengden zich heel subtiel in de stadse werkelijkheid, en alles was ineens veel ruimer. Ze brachten nieuwe items en nieuw voedsel tot de winkels, en het betaal systeem werd anders. Er waren hele lange rijen in de winkels voor de kassa's. Het liep door de hele winkel heen. Het ging dus om een vermenging van producten, dus de producten waren niet ineens volkomen zuiver. Het was nog steeds te zoet, maar minder. Alle producten van de stad waren geestelijk gezien zoet, ook al zat er bijna of geen suiker in. Dat ligt er gewoon ingecodeerd in, in de vibratie van de stad. Alles is zoeter dan het moet wezen, en het is gif, ook bijvoorbeeld moedermelk. Maar de buitenaardsen van de rode nacht konden dat voor de helft terugbrengen. Het gaat dus stapsgewijs. De mens moet naderen tot de rode nacht. Ik dronk wat sappen, fruit, en ook melk, en het was smerig, maar minder smerig dan het was, en het werd allemaal ruimer, zowel in mijn hoofd als om mij heen. De mens wordt door een overbewustzijn in de stad vastgehouden. Dit is een hypnotisch groepsbewustzijn. Het is niet echt. Het is een parasiet, een kwal die zich vast heeft gezogen in het hoofd van de mens, en met zijn tentakels aan andere mensen is verbonden. Hij voedt de hoofden van de mens met gif, verbonden aan een moederkwal. Hij geeft de mensen verschillend voedsel, zodat ze elkaar in de haren vliegen, en daar voedt de kwal zich weer mee. Allemaal door overbewustzijn. De rode nacht moet het overbewustzijn dus weer reduceren. Het is groeps-hypnose door valse zekerheden. De mens denkt dat wat hij denkt dat dat de waarheid is, en vaak denkt hij dat anderen het ook denken, alsof het de collectieve waarheid is. Dat is wat het overbewustzijn doet. Het maakt de mens krankzinnig. Iedereen bewaakt elkaar, en iedereen denkt dat hij door de ander wordt bewaakt. De Bilha stelt dat de mens slechts metaforen is, natuurprocessen, en dat het bewustzijn groot bedrog is. Er is een valse schepper aan de gang geweest. Daarom zal de rode nacht het ontwustzijn brengen. De mens is overbewust, overzeker, totaal verdwaasd. In de rode nacht staat de mens oog in oog met de natuur, en zal alles weer in balans komen. De ware mens zit slechts tussen mensen in, stelt de Bilha, als boodschappen van de natuur. De lagere, gevallen mensheid zal vergaan, en dan zal er iets anders zijn. De ware mens is slechts een verhaal. Men is in de stad overpersoonlijk, en dat moet weer gereduceerd worden tot meer natuurlijke vormen, terug tot de patronen. Door het overbewustzijn is er ook het overpuzzelen, waarin men met de verkeerde puzzels bezig gaat. Daarom brengt de rode nacht ook puzzel logistiek, waarin met de juiste puzzels bezig gegaan zal worden.

Hoofdstuk 10. Van Nietzsche terug tot Schopenhauer – de verzoeking op zee en in de woestijn De wonden door een vriend geslagen zijn oprecht gemeend, maar overvloedig zijn de kussen van de vijand - Spr. 27:5-7 De wereld om ons heen is de wil, en de diepere wereld is de kennis, waarvan de wil een verdraaiing is. Als de kennis niet genoeg verdiept is, neemt de wil weer over, en de wil is altijd weer in strijd met de wil van anderen. Het gaat niet zomaar om kennis te hebben om aan de wil te ontkomen, want er moet daadwerkelijke kern-kennis zijn, doelmatige kennis, de teleologie (telos, doel en logos, leer, leer der doelen), wat ook Aristoteliaanse filosofie is. De kennis mag nooit het doel uit het oog verliezen, anders wordt het pseudo kennis. Vandaar dat de gnosis gericht is op de telos. Zonder telos kan de mens niets doen. Het is als het verborgen manna. Het is de belasting van de hemel, om de valse banden van de wil door te snijden. De telos is een oproep aan de mens. Hebt gij doel in uw leven ? Waar leeft gij voor ? Als er geen telos is dan is uw wil niks waard, als er geen doel is dan is uw kennis niks waard. Dan is er geen ware gnosis. Daarom moet de mens zijn prioriteiten op orde krijgen. De telos is een medicijn in de kern van de gnosis. Het is een onderdeel van ons immuun systeem. Zonder telos, doel, zijn wij al levende dood. Laten we dit op een rijtje krijgen. Dit zijn dus allemaal griekse woorden. Belangrijke woorden. Daarover gaat de teleologie. Krijg je doelen op orde. Het is een middel om het gif uit ons leven te lozen, een middel ter ontgiftiging dus. Telos, doel, is een dieper monetair geestelijk systeem, wat dus een belangrijk wapen is in de strijd tegen mammon, de boze wil van het materialisme. Telos sloeg Jakob op Pniel zodat hij overwon. Wij worden geslagen opdat wij de boze kunnen verslaan. De liefde is zeer bruut. De liefde is doelgerichte kennis, de telos. Als we het boek Spreuken lezen dan spaart de moeder haar jammerende zoon niet, want zij moet hem beschermen tegen het zielsverwoestende materialisme, zijn wil. Zo wordt de mens ingewijd in de kennis. De wonden door een vriend geslagen zijn oprecht gemeend, maar overvloedig zijn de kussen van de vijand, stelt het boek Spreuken. Hebben wij wel in de gaten wat de overmatige verwennerijen in het westen zijn ? Een onomwonden bestraffing is beter dan verborgen liefde, stelt Spreuken, en een verzadigd mens vertreedt honingzeem, maar voor een hongerige is al het bittere zoet. Bloedige striemen zuiveren het hart uit. Hebben wij al deel aan deze bloedige striemen, of hebben wij de honger en het kruis verworpen en in de steek gelaten om zo welwillend bedonderd te worden door de hevig kakelende mammon van het westen, honigzeem vertredende ? Jakob werd geslagen door het hemelse doel en was zo gevoelig voor de rest van zijn leven, om zo de mammon te verslaan. Alleen zo zijn wij bewapend, als we eerst het wapen zelf voelen. Zo werd Jakob een ander mens. We kunnen dan naar de bank gaan op aarde, maar zijn we al bij de telos geweest, de hemelse bank ? Hebben wij wel gespaard, of hebben we alles zielloos en doelloos lopen verspillen ? Daartoe wil de telos ons besparen, en daarom zegt de telos soms : nee. De raaf komt ons hierin tegemoet, zoals de raaf de hongerende Elia tegemoet kwam, om ons zo uit het rijk van de mammon te leiden. Zodat de bloedbanden die wij hebben in de geslachten van mammon verbroken worden en wij deel hebben aan de bloedlijnen van de hemelse stammen. Dat is een belangrijke uittocht, een belangrijke exodus. De raaf gaat ons voor. Geld regeert op aarde, maar telos regeert in de hemel, als hemels geld. De telos kan ons rijk maken in alle dingen, en dat is een hele andere rijkdom dan aardse rijkdom. Waar het om gaat is een doel rijk leven te hebben. Leef er dus niet zomaar op los. Alleen door de honger en het kruis kunnen we waarlijk rijk worden, waarin al het bittere zoet is, oftewel we het bittere kunnen leren waarderen. Dat is het juk van Abraham.

Ja, telos doet pijn, maar het draagt een boodschap, het draagt een doel, het draagt gevoeligheid. Dat is wat de mens nodig heeft : richting. En dat heeft een bepaalde prijs, en brengt een bepaalde belasting. De telos is de kern-kennis, maar de wil van de mens, oftewel de wil van mammon wil ons daar voorbij aan laten schieten. Daarom richtte in de jaren 1800 Nietzsche zijn filosofisch systeem van nihilisme naar het aardse toe op, en leidde de mens op een hoger pad. Eén van zijn leermeesters was de filosoof Schopenhauer, en een ander was Napoleon. Hij slikte hun filosofie niet voor zoete koek, maar gebruikte het kritisch op zijn eigen pad. Schopenhauer ontblootte het gevaar van de wil die zich boven de kennis had geplaatst in protszucht, gierigheid en hebzucht, vraatzucht ook, en de wil moest uitgeschakeld worden. De wil van de mens had deze bedriegelijke wereld geschapen van oneindige wreedheid en oneindig leed. Het had geen doel. Alles was zinloos. Daarom moest het uitgeschakeld worden. Vandaar dat Nietzsche een belangrijk fundament zag in Schopenhauer, die ook een Duitser was. De wil was slechts vormen, geen waarden. De wil was volkomen blind. Er was een veel hoger leven. De aarde was slechts een zinloze wilsmatigheid. Was dit de reden waarom Jakob een ladder zag tot de hemel ? Daarom riep Schopenhauer op tot wilsverloochening, zoals Jezus opriep tot zelfverloochening. Daarom riep Schopenhauer ook op tot ascese, sobere zelfbeheersing, zoals Jezus dit ook deed, en andere profeten uit de Israelitische mythologie, die oorspronkelijk uit de Egyptische filosofie kwamen. Altijd weer laat de natuur een waarschuwend geluid horen, ter opvoeding van de mens, om de mens te beproeven. Telkens weer. Schopenhauer ging voor het shock effect, de tragedie, omdat dat het enige was wat de mens wakker zou kunnen schudden en bevrijden. De mens moest met de neus op de feiten gedrukt worden, anders was er geen hoop meer voor de mens. De wil van de mens zou uiteindelijk de mens totaal vernietigen. Schopenhauer stelde dat zachte heelmeesters stinkende wonden maakten. De wil is dus een illusie, een voorstelling, en dat is wat we om ons heenzien. Daarom moeten we dieper kijken, door dingen heenprikken. Als je allerlei dingen wil dan ga je eraan. Het gaat om het kennen, en om de doelen, de telos, en dan zul je leven. Dat is dan een leven van restricties, maar het is als een moeder die haar kind beveiligd. Plato stelde dat de mens in een droom leeft, en dat alleen de filosofen wakker willen blijven. Daarom is de utopie van Plato ook een utopie van filosofen. Deze mocht ook nooit bepaald worden door democratie, omdat de meerderheid van de mens de filosofie haat, maar zou bepaald moeten worden door de hogere filosofie, en door een hogere aristocratie van filosofen die blijven pionieren. Stilstaan is hierin de ondergang. Een ware filosoof leert altijd door, en blijft verdiepen. De wil van de mens groeit altijd vast op een bepaald punt. Daarom moet de wil uitgeschakeld worden. Daarom is het ook : Niet mijn wil geschiede, maar Uw wil, d.w.z. de hogere natuurkennis, de telos. Wat als we ineens wakker worden en alles blijkt maar een droom geweest te zijn. Hebben we dan niet onze tijd verspild ? Tijdverspilling hoort bij het materialisme. Het is het bouwen van luchtkastelen, en als de mens dan wakker wordt, dan is alles weg. Het was slechts niets. Het is als water naar de zee dragen, of een bodemloze put proberen te dichten zoals in de Griekse mythologie. Het is absurd. Maar dat is een eigenschap van de wil van de mens : zinloze gejaagde wilsmatigheid, allemaal tijdverspilling en energie verspilling. Straks is het allemaal weer weg, en wat dan ? Wat heb je dan bereikt ? Waar is het allemaal goed voor geweest ? Het is allemaal theater. Het laat dus zien hoe het niet moet. Het is slechts een waarschuwing. Hebben wij het door dat wij op de proef worden gesteld ? We worden allemaal door deze waanvoorstellingen verzocht in de woestijn. De mensen links en rechts om je heen zie je erin springen, erin tuinen, ook al noemen ze henzelf je familie. Wat zijn familie banden waard ? Jezus zei : Alleen zij die de hemelse wil doen zijn familie. Aardse familie banden zeggen dus niets en zijn waardeloos, zoals God ook geen kleinkinderen heeft. Je bent familie als je doel-kennis hebt, telos. En zulke familie moet je zoeken met een lampje. Zulke familie ligt niet voor het oprapen. Veel zogenaamde familie is allemaal een product van de wil van de mens, ziekelijke wilsmatigheid, als een sexueel overdraagbare ziekte, ja, als een miskraam. Ben je familie van de kennis of van de wil ? Dat is een groot verschil. Schopenhauer stelde dat er een hoger verstand was die de ware relaties en verbanden kon herkennen, een ingebouwd natuurverstand, wat ingegaan kon worden als de mens

maar zijn wil zou verloochenen. Voor wie kies je ? Wil of kennis ? De wil protst en wil roem, en beruchtheid in het opleggen van de eigen wil op de ander, maar de kennis is vaak anoniem en verborgen. Wil ligt voor het oprapen, maar kennis is zeldzaam. De mens moet er de stad voor achterlaten om terug te gaan naar de natuur. Schopenhauer noemde dit scherpzinnigheid en doorzicht, en het had een hoge prijs die menig mens niet wil betalen. Dit natuurverstand is een speurder, stelt Schopenhauer. Gebrek aan dit verstand is domheid. En dat is tegelijkertijd de ziekte waaraan de wilszuchtige mensheid lijdt, als een gevolg van hebzucht en vraatzucht dus. Schopenhauer stelt dat het een bepaalde botheid is, een lompheid, een onvermogen tot verfijnde herkenning van oorzaak en gevolg. De mens ziet de lijnen niet meer, maar grijpt zomaar alles wat los en vast zit, allemaal vanwege de wil. Deze wil is ongetoetst. Dat het een wil is, een begeerte, is voor de mens bewijs genoeg. Allemaal cirkel redenaties dus. 'Ik wil het, dus moet ik het, dus is het goed, dus gebeurt het zo, en daarmee uit.' De mens is nog nooit volwassen geworden, gedraagd zich als een klein kind. De mens moet dus heropgevoed worden. Het moet een kind ingeprent worden dat waarde belangrijker is dan wil. Al van jongsaf aan moet het kind leren hoe gevaarlijk de wil is, opdat het kind een goed zintuig ertegen kan ontwikkelen, om zo te kunnen overleven in deze gevaarlijke wereld met zoveel wilszuchtige roofdieren en systemen. Wie geeft er tegenwoordig nog om een kind ? Schopenhauer stelt dat er in de diepte weer medelijden is, en verzoening, een diepere eenheid die zich zo uitdrukt. Een dom mens heeft volgens Schopenhauer ook geen zintuig om complotten te onderkennen, laat zich dus heel eenvoudig manipuleren en intimideren. Een dom mens doorziet niet dat mensen en systemen die ogenschijnlijk onafhankelijk van elkaar schijnen te werken toch een eenheid kunnen vormen in de vernietiging van de mens. Schopenhauer stelt dat de wil zo'n verstandsverlammende werking op de mens heeft en de mens tot waanzin leidt. De wilszuchtige mens loopt vrolijk achter de muziek aan, zonder een idee te hebben van optische illusies. Als de wil het verstand van de mens leidt dan is zo'n mens niet open en niet voor daadwerkelijke rede vatbaar. Schopenhauer stelt dat een wilszuchtige allerlei belangrijke regels van de natuur overslaat, en hij vergelijkt zo een materialist met iemand die met zijn paard te water is geraakt, en dan zich met paard en al uit het water probeert te trekken simpel door aan de staart van het paard te trekken. Schopenhauer noemt het een staat van krankzinnigheid, maar dat laat goed zien hoe absurd het wilsmatige materialisme is. Hoe absurd zijn de mensen om ons heen. Je moet er niet te lang naar kijken. Trek verder als je je les hebt geleerd, want dat is het leven niet. Het is puur theater. Hij had dat stukje gehaald uit de Baron van Munchhausen, een boek uit de jaren 1700. In de natuurwetenschap is de materie dus een probleem, maar het is om de mens te testen. De materie moet de tegenwerkende kracht zijn, opdat de mens op zoek zal gaan naar grond, fundament, aarde. Hiertoe moet de mens dus telkens in het water geworpen worden, maar een techniek zoals van de baron van Munchhausen zal de mens niet baten. De mens moet hierin zien te overleven door een filosofisch schip te bouwen, net zoals Noach deed. Juist is de materie tegelijkertijd een restrictie wat er voor zorgt dat de mens richting zal vinden. Kan de mens werken met dit medicijn ? De mens moet het instrument leren kennen en leren gebruiken. Overdaad schaadt. Dat is de verzoeking in de woestijn, zoals Jezus ook door de duivel in de woestijn werd verzocht in de christelijke mythologie. Schopenhauer en Nietzsche werken deze mythes verder uit, verduidelijken ze. Het zijn metaforen die bruikbaar waren in de Duitse filosofie om te ontwaken uit de kerkelijke nachtmerrie. Duitsland droeg het medicijn, het medicijn wat later misbruikt en verdraaid zou worden door de nazi's. Vandaar : van Nietzsche terug tot Schopenhauer, zijn fundament (naast Napoleon). Schopenhauer was meer van het eerste deel van de jaren 1800, en Nietzsche van het laatste deel. Ook op zee wordt de mens verzocht door de drogredenen van de wilsmatige mensheid. Het is niet eenvoudig je schip te bouwen en te handhaven. Maar Schopenhauer was de Noach van de Duitse

filosofie in de jaren 1800, en Nietzsche bouwde daar op voort. Beiden lieten een duidelijk waarschuwend geluid horen : het schip van de mensheid was gegrepen door een allesverwoestende draaikolk van illusies. De mens moest en zou de confrontatie met dit monster aangaan. Dat zou de eerste stap zijn. Alleen de nachtmerrie zou de mens wakker kunnen rukken op het schip. Daarom moest de mens getraumatiseerd worden door deze vreemde, absurde en zinloze wereld, opdat de mens uiteindelijk doel zou vinden, telos. Schopenhauer hield dit raadsel in zijn hand. Er lag een noodzakelijkheid aan te gronde. Schopenhauer riep de mens niet op om religieus te worden, maar om filosofie te studeren, om zo niet gerekend te worden tot de onnozele en bekrompen massa's. Schopenhauer deed dus een beroep op het slapende intellect in de mens, als poging om het te doen ontwaken. Hij noemde zijn tijd, de jaren 1800, de eeuw van de filosofie. Hier werden belangrijke fundamenten gelegd. Hebben wij dit evangelie verstaan ? Het was hard nodig in die tijd, en nog wel meer vandaag de dag. Hij riep de mensheid op om nauwkeuriger te worden, wat geboorte zou geven aan conclusies vol van noodzakelijke natuurdwang. Hij sprak dat er een rijpheid komende was die geoogst zou worden, net zoals Noach op zijn schip kwam tot een wijngaard na de zondvloed. Schopenhauer zag nieuw land in de verte. Hij was een visionair voor zijn tijd. Alles was volgens hem vastgelegd in abstracties, en de mensheid moest het nog vertalen. Het was er al, maar de mens zag het nog niet, was nog niet ontwaakt. Hoofdstuk 11. Schopenhauer en het beest van de wilszucht Schopenhauer stelde dat de mens die voor kennis kiest in plaats van wil dan ook tegelijkertijd heel voorzichtig is, aarzelend, want dat is een eigenschap van de kennis, opdat er een verfijning plaatsvind waarin alle benodigde elementen van de kennis zichtbaar worden. Je moet dus wel langs dingen heen gaan kijken zo, naar het onzichtbare, het verdrukte. Hij stelde : Kijk maar eens om je heen, dan zie je allemaal onderontwikkelde mensen die alles heel snel kunnen doen (bijvoorbeeld atleten) en alles heel snel voor elkaar krijgen, maar wat heb je dan ? Als je allerlei belangrijke denkstappen hebt overgeslagen ? Zo steelt de mens de roem als ratten door de filosofie te verachten. Schopenhauer was woedend, staande op zijn schip. Hij zag de mensen om zich heen geestelijk zelfmoord plegen opdat ze snel materialistisch zouden kunnen leven, in een illusie, voortgedreven door een overhaaste, ziekelijk hysterische wil. 'Ik wil dit, ik wil dat, en ik wil het nu, en die wil aan anderen opleggen,' denkt de wilsmatige mens. Waar moet het heen ? vroeg Schopenhauer zich af. 'Nou, die heeft alles snel voor elkaar gekregen zeg, die heeft goed carriere gemaakt,' denkt dan de wilszuchtige mens over andere wilszuchtige mensen. Ze steken elkaar allemaal veren in de reet. Maar nee, het is een leugen. Het zijn gestolen goederen. Het is gesjoemel. Schopenhauer was als een woedende Noach, hard werkend aan zijn schip, want de zondvloed zou komen. Mensen zonder remmen, je moest ermee oppassen, stelde Schopenhauer. Ze hakken zo je hoofd eraf om ermee weg te rennen. Je bent zo de klos, want ze willen van alles, en dan krijgen ze je eronder. Het was dus hoogspannings gevaar. Die mens had veel te veel tot zich getrokken, en stond daar

maar te protsen. 'Kijk naar mij, kijk naar mij.' Daarom was Schopenhauer pessimistisch, om zichzelf tegen dat soort types te beschermen. Hij deed niet mee met het valse optimisme van de onoplettende mensheid om zich heen. Daarom stond hij alleen, en daarom werd hij een belangrijk fundament in de filosofie van Nietzsche die net na hem kwam, allemaal in de jaren 1800. Op dat pad was de wil dus een gevaarlijke vijand, en de wil die rebelleerde naar de kennis had een heel leger van naïvelingen opgericht om de natuurkennis aan te vallen. Dit is een gebrek aan oordeelsvermogen, stelde Schopenhauer, als de definitie van naïviteit. De wil oordeelt dus heel snel, ook al vliegt het uit de bocht, terwijl de kennis juist heel voorzichtig oordeelt, omdat er zoveel fijne nuances zijn in de werkelijkheid. De kennis remt altijd weer af, en bouwt zo het diepere natuurvermogen van getoetst oordelen, en het oordeel begint altijd bij het zelf, wat ook een christelijke stelling is, maar waarvan de kerk is afgeweken. Als je heel diep in jezelf gaat kom je uiteindelijk ook weer bij de ander terecht, maar dan op de juiste manier, als het spannen van een boog. Je kan je niet voor altijd alleen maar terugtrekken met jezelf, want op een gegeven moment is de maximale spanning van de boog bereikt en kan het niet verder naar achteren gestrekt worden, en dan schiet de pijl, recht op zijn doel af. Zo oordeelt de natuur, vanuit de diepere kern-kennis, vanuit de wilsverloochening. Maar met oordeelsvermogen heeft Schopenhauer het ook over het onderscheidingsvermogen. De mens moet leren tussen dingen door te kijken, achter dingen te kijken. De mens moest de werkelijkheid niet kapotmaken door de krachten van de wil er op los te laten. De wil verdraait alles, maakt van alles een rotzooi. De wil wil alles snel en niet diep, dus is er een overhaaste pseudo realiteit van de ratten, een illusie, een valse droom. De mens moet dus eerst weer vertragen om terug te keren tot de natuurkennis. Schopenhauer kwam tot de conclusie dat rovers het orgaan van kennis uit de mens hadden geamputeerd en wil ervoor in de plaats hadden ingespoten. Zo werd de mens geestelijk zwaar invalide. De wilszuchtige mens vierde dit als een overwinning over de kennis. De mens verkoos theater boven de natuur, oftewel een nabootsing, en raakte zo zijn benen kwijt. De mens liep liever op krukken. De mens houdt van schijn en bedrog, stelde Schopenhauer. Altijd maar weer worden er willekeurige gegevens verschaft aan de mens, en de rest wordt achtergehouden. Schopenhauer kreeg in de gaten dat de waarheid altijd door een achterdeur naar binnen kwam als bijkomstig gevolg van een bijzaak, van een misvatting. Zij die met doelen bezig zijn en bewijsvorming komen altijd bij die deur uit, omdat alle andere deuren gesloten worden. Maar de wilszuchtige mens schiet langs het doel heen en vliegt overboord. De mens was bedrogen door de zintuigen, maar er lag dus iets diepers in de mens te slapen wat moest ontwaken. Aristoteles stelde dat de kennis die ons tegelijkertijd zegt dat iets is en waarom iets is is veel genuanceerder en uitmuntender dan de kennis die het dat en het waarom van elkaar gescheiden leert. De wil draagt nooit verantwoordelijkheid, en legt het waarom niet uit, rafelt alles af, en houdt het bij het dat. Schopenhauer stelt dat het dat en het waarom moet samenvallen. Dat is wat de ware kennis doet. Het is mentale marteling dat de wil van de mens het dat oplegt aan de mens, zonder het waarom uit te leggen. Schopenhauer ging zo demonstratief op dit belangrijke Aristoteliaanse fundament staan, waarop hij zijn schip bouwde. Je moet dat wat je zegt kunnen onderbouwen, anders kun je beter je mond dichthouden. Vaak in mijn leven heb ik aan mensen gevraagd die mij een oor probeerden aan te naaien : Kun je dat eens wat helderder uitleggen en onderbouwen. Vaak werd het dan geheel stil, want ziet u : zij werden voortgedreven door hun eigen wil, niet door daadwerkelijke getoetste kennis van zaken. Dit is overigens wat bij anderen het bloed onder de nagels weghaalt. Zulke mensen staan in machtsposities, en wensen geen tegenspraak. Het zijn geen ware onderwijzers, maar dictators. Heel veel dictators verschuilen zich achter het woord familie of beroepsmatigheid, alsof daarmee alles gezegd is. Of ze verschuilen zich achter een meerderheid, wat dus allemaal drogredenen zijn. Schopenhauer stond recht voor dit meerkoppige beest van

wilszucht, wat zich in allerlei bochten probeerde te wringen om maar op Schopenhauer's schip te kunnen komen en het over te nemen. Dit beest tikt, maar houdt zich verder stil. Het wil alleen maar. Pas op voor de willers die niet onderwijzen. Ze geven je niets mee, alleen maar hun wil. Ook aan mensen die alleen maar vriendelijk doen hebben we niks. Het zijn de overvloedige kussen van de vijand waar Spreuken tegen waarschuwt. Het gaat om de onderwijzers, en dit moet uitvoerig zijn, gegrond, anders gaat er gesjoemeld worden. Er zijn een heleboel halfgebakken onderwijzers die na kantoor-uren niet meer bereikbaar zijn. De wil heeft zijn eigen onderwijssysteem wat je kunt herkennen aan zijn kortafheid en bekrompenheid. En je moet er nog zwaar voor betalen ook, en het maakt jou en je kinderen tot slaaf, slaaf van het beest. Je kunt van dat onderwijssysteem niet veel verwachten. Je wordt gewoon misleid met drogredenen die kant nog wal raken, en zo krijg je in principe niet veel mee. Ze willen gewoon voor een dubbeltje op de eerste rang. Ze leveren je prutswerk en je moet er nog zwaar voor betalen ook. Je hele leven maken ze kapot, en dan willen ze ook nog dat je hun dankbaarheid toont. Het is één van de grootste gevechten in de geschiedenis geweest, Schopenhauer tegen dit beest. Al krijsend probeerde dit beest Schopenhauer's werk te vernietigen. In het begin kreeg Schopenhauer dan ook geen poot aan de grond. De mensheid wilde het werk van Schopenhauer niet, want dat zou het einde betekenen van de wil van de mens. De mens wilde het Duitse evangelie van de filosofie niet. De mens was vies van wilsverloochening. Nee, de mens wilde vreten en dik worden op hun droesem, grote spierballen : 'Kijk, hoe ik me volgevreten heb, kijk hoe ik mijn vraatzucht gewoon door mijn lichaam kan bewegen, kijk, kijk, hoe grappig dat is, kijk hoe ik mijn buikspieren kan laten rollen als vetkwabben. Vinden jullie dat niet vrolijk ? Vinden jullie dat niet leuk ? Kijk hoe ik mezelf de vernietiging in vreet, en hoe ik in snelle auto's de bocht uitvlieg om het menselijke geslacht totaal te vernietigen. Dat is toch leuk ? Kijk hoe ik geestelijk en filosofisch snel met pensioen ga, al op achtjarige leeftijd, en hoe ik met oma sloffen door de stad sjouw, joint half uit de bek hangende. Is toch leuk ? Lekker roken, lekker mijn longen verkankeren, dan ben ik snel weg, hebben de kinderen een leuke erfenis, en kunnen dan ook lekker snel met pensioen, bla bla bla.' Mensen, te walgelijk voor woorden, maar dat is het beest van de wilszucht. Het is een beest, een monster, een zee gedrocht, en het was vastbesloten het filosofische schip van Schopenhauer in de zeedieptes te trekken. Je ziet het beest in de stad, op de reclame posters, jonge dames al op vroege leeftijd met de oma knotjes, en ga zo maar door. Het is de kanker die de stad heeft ingenomen. Te walgelijk voor woorden, en Schopenhauer heeft het zo verfijnd mogelijk beschreven. De mensheid was al in de klauwen van dit beest. Wie zou er op Schopenhauer's schip komen, die gezonden was als een Duitse Noach tegen het opkomende materialisme in het westen. Wie oh wie ? Je kan allemaal zo goed weten hoe dit en dat moet, maar weet je ook waarom ? Weet je ook wat er gaande is achter de schermen, welke afspraken ze hebben gemaakt met elkaar om het menselijke ras te bedonderen ? Het menselijke ras is al lang geleden verkocht !! Ja, Schopenhauer was een grote spelbreker, want hij stond op zijn schip daar als een Noach te schelden, preken van donder en vuur. Wat was die Schopenhauer woedend op dit beest, want hij had medelijden met zijn bedrogen medemens. In de diepte voelde hij dat er nog steeds een eenheid was, een verzoening, en daartoe streed hij. Hij had nog daadwerkelijke zorg voor de mens, terwijl er zoveel geindustrialiseerde pseudo zorg al begon op te rijzen in het systeem van het wilszuchtige beest van de zee, waar Napoleon ook tegen waarschuwde. Dit beest deinsde niet terug om mensen te martelen, al was het alleen maar om info los te trekken. Napoleon wilde de mensenmarteling afschaffen. In die dagen werd dat vaak allemaal nog als heel normaal gezien, om mensen te martelen om informatie los te weken of ze te doen bekeren tot een bepaalde groep of gedachte. Vandaar dat Nietzsche hem naast Schopenhauer als één van zijn leermeesters achtte. Vandaag de dag wordt de mens nog steeds gemarteld, erger dan ooit tevoren, ook mentaal, vanwege het onderwijs dat achtergehouden wordt,

het waarom. De mens wordt van alles opgedragen : dit moet, dat moet, maar er wordt geen reden voor gegeven, het waarom wordt niet uitgelegd. De mens is nog steeds in gevecht met het wilszuchtige zeemonster, en hierin heeft de mens Schopenhauer nodig die belangrijke filosofische fundamenten legde als geestelijk architect voor de mensheid. Vandaar dat dan de woorden : 'Eert uw vader en uw moeder' weer betekenis krijgen, 'opdat uw dagen verlengt worden.' Dat gaat om de ware geestelijke oorsprongen van de natuur die uit de grond opgespoten zijn. Waarom zouden wij zulke levensbelangrijke en noodzakelijke waterbronnen dempen ? Schopenhauer is zo'n bron. Het katholieke evangelie had de mens onder terreur-dictatuur gesteld waarin het geloof als excuus werd gebruikt om mensen te martelen en te onderdrukken, te onderwerpen aan het kerkelijke gezag, en het protestantse evangelie ging daar rustig mee door. Er moest daarom wel een nieuw en verdiept evangelie komen, en dat was het Duitse evangelie. Er stonden voortdurend in Duitsland filosofen op die een nieuw systeem hadden bedacht om het kerkelijke systeem te temperen. De wil gebruikt geloof om zichzelf te bevredigen, maar kennis gebruikt onderwijs en filosofie om de mens los te snijden van al te gemakkelijke zelfbevrediging die op zich doelloos is. De mens moet stoppen het beest te dienen en te bevredigen. Dit was geen gemakkelijke opgave voor de mens. Daarom zond God filosofen. Ditmaal kwam er een Duits evangelie, en die gooide niet zomaar het Israelitische evangelie overboord, maar verdiepte het, en dat is ook de uitdaging voor iedere prediker vandaag de dag. Het Duitse evangelie is het verdiepte evangelie. Dat wordt de Duitse verlichting genoemd, of het Duitse idealisme. Het geeft doel en richting aan het evangelie. Het brengt telos. Na Luther was het dus nog niet klaar. Er moesten meerdere reformaties komen. In Duitsland was er een filosofische reformatie. De mens moest het bedrog van het materialisme overwinnen, en daar stonden filosofische evangelisten voor op in Duitsland, na het kerkelijke tijdperk, en zij werden de filosofische voorvaders. Eert uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden, oftewel verdiept. Schopenhauer stelt dat de mens moet oppassen met vertrouwen, met het bekende, met gewenningen, want voor de filosofie is alles even vreemd en problematisch, met potentieel gevaar. Vertrouwen zou de mens doen indutten, het bekende, het 'oh ja, dat ken ik'. Neen. Je kent het niet. Het is vreemd. En pas er maar mee op. Ik had een droom van een klein donker mannetje in het bos, dik, met een lichtgroen lichtblauwe monnikenpij aan. Hij danste bij een grote dennenboom waarin een grote vogel zat, om het te lokken. Hij had voer bij zich om de vogel te lokken. 'Kom maar, kom maar,' zei het mannetje, en veranderde toen in een omaatje met een knotje, een verwennend omaatje. Hij probeerde het vertrouwen te winnen van de vogel, die uiteindelijk kwam, maar toen was het mannetje weer in een monnikje veranderd, en greep direct de vogel bij de nek en liep ermee weg. Ergens in het bos kwam hij toen met de vogel aan bij zijn hol en ging toen over een laddertje naar beneden. Het mannetje begon met zijn hoofd te schudden, en schudde allerlei andere hoofden die hij had van zich af, en begon het van hem los te trekken, en toen begon hij ook lichamen uit hem te trekken, totdat hij een heel dun mannetje was geworden, nog steeds in die monnikenpij. Hij lokte dus wezens met vertrouwen en maakte ze zo als een deel van hem. Het was de geest van vertrouwen, een groot bedrog. Hij wrong zich in allerlei bochten, kon in van alles en nog wat veranderen, om andere wezens te strikken en deel te maken van zijn lichaam. Dat is wat wilszucht doet. Wij moeten niet vertrouwen, maar toetsen. Elke nieuw gevonden waarheid is ook weer een nieuw probleem, omdat het verkeerd gebruikt kan worden. De mens moet dus altijd voorzichtig blijven wat het ook is. Het is en blijft het vreemde en potentieel gevaarlijk. Elk nieuw gebied heeft zijn eigen valkuilen. Wees daarom op je hoede. Zelfs als er een nieuwe waarheid op je afkomt kun je het nog verkeerd interpreteren. Daarom was Schopenhauer pessimistisch. In plaats van zomaar te vertrouwen moest de mens op zoek gaan naar de hogere contexten die antwoorden zouden geven, maar dan nog moest je op je hoede zijn. Je mocht niet blijven steken, maar je moest dan verder gaan naar de nog hogere contexten. Op de lagere aardes stond alles op zichzelf, maar in de hogere contexten zou alles meer op zijn plaats vallen, als op de Jakobs ladder. Het was dus een pionierend pessimisme die niet zomaar genoegen nam met het eerste het beste. De wereld bestond dus uit

losgeslagen delen die waren verwilderd, en daarom was het zo'n zootje. De kunst zou het weer tezamen moeten brengen, en dan zou alles nieuwe richting krijgen. Daardoor zou de keten van de wil gebroken worden, wat ook weer onderdeel is van de Egyptische metaforische filosofie, waarin de krokodil de verstrooide delen van Osiris weer bij elkaar moest terugbrengen (met hulp van Isis en Nephthys). Schopenhauer gaf twee sleutels : ascese en kunst, om zo een nieuwe wereld te scheppen, en een nieuw zicht op de wereld. Hij was dus net als Nietzsche niet totaal pessimistisch, maar meer semi-pessimistisch. De mens moet steeds beseffen dat hij in een vreemde wereld is, in ballingschap, en dat het niets vertrouwds is en ook niet te vertrouwen. De mens is ver, ver weg van de bron, die overigens ook vreemd is. Het bekende zou de mens de nekslag geven, want dan dut de mens in. Daarom moet de mens het vreemdelingen besef ontwikkelen. Niets is zomaar logisch of vanzelfsprekend. Dat gedrag is de mens allemaal aangeleerd. De mens is tam gemaakt in zijn kooi. De mens is geconditioneerd door eindeloze proeven. Maar Schopenhauer stelt : alles is even vreemd. Denk niet dat jouw situatie normaler is dan die van een ander. Alles waarvan je denkt dat het normaal is is vreemd, en zeer problematisch. Wat denk je dat er gaande is ? Heb je wel goed door waar je bent ? Het is allemaal vreemd. Het is allemaal gevaarlijk. Als je dat gaat beseffen, dan kun je ook weer op je hoede zijn. Waakzaam blijven, en op dat fundament ook weer verder ontwaken. 'Ah, een vertrouwd gezicht,' zegt de wilszuchtige naïef. Nee, dat vertrouwde is slechts aangeleerd. Het is vreemd. Vertrouwen heeft vele gezichten om de mens ermee te bedonderen. Telkens weer komt het met andere koppen tot ons van de democratie, en als de mens die koppen denkt te kennen, dat het vertrouwd en bekend is, dan vergist de mens zich zeer. De mens laat zich graag bedonderen. Altijd maar weer. 'Ha, heb je hem ook weer,' zegt de wilszuchtige onnozele naïeveling, niet verhinderd door enige kennis. Nee, het is vreemd. Je kent het niet. Je weet niet wat het is. Je wordt bedonderd waar je bijstaat. Vertrouwen komt met vele gezichten, telkens weer. 'Ah gezellig,' zegt de wilszuchtige mens. Dat moeten we nog maar afwachten. Glazen heffen op oudejaarsavond met vrienden ? Wie zegt dat het je vrienden zijn ? Het zijn vreemden, potentiele vijanden, potentieel onderdeel van het complot. Wie gaat er breeduit lachen en vrolijk doen als zijn vriend aan de alcohol is ? De kussen van de vijand zijn overvloedig. Schopenhauer had zijn vinger in de lucht gestoken als de dreigende en waarschuwende Duitse Noach. Er zou een zondvloed komen van de losgeslagen wil van de mensheid. Die zondvloed is dan ook gekomen. Zijn we in het schip of hangen we er buiten ? Hoofdstuk 12. De jaren 1700 en 1800 : de Duitse Verdieping – Het filosofische verlengstuk van religie Wiskunde, scheikunde, natuurkunde, kinderen worden er mee doodgegooid tegenwoordig. Met hysterische nauwkeurigheid beschrijven ze hoe, waar en wanneer alles zich manifesteert, stelt Schopenhauer, als de preciese beschrijving van het 'dat', maar ze falen erin het 'waarom' te beschrijven. Kinderen worden dus zo mentaal gemarteld op de scholen. Deze vakken vertellen niet het doel, de telos, en de reden van deze dingen. Ze houden zich doodstil als een kind om antwoord vraagt, maar beschrijven alleen dat het zo is, en daar moet het kind het mee doen. Het zijn

drogredenen. Daarom zijn het ook niet de hoogste vakken, want de filosofie probeert antwoord te geven op het waarom, op de diepere lagen, de natuurziel. Kinderen worden zo dus totaal opgezet. Ze worden dood gemaakt van binnen. Daarom is de filosofie van levensbelang om het kind uit deze situatie te redden. Het is de reddingsboei de mens toegeworpen. Schopenhauer wijst dus weer terug op het Aristoteliaanse fundament waarin het dat en het waarom samenvallen, en dat kan alleen door de filosofie. Natuurlijk kan religie ook een antwoord geven op het waarom, maar dit is slechts metaforisch. Alleen de filosofie kan het instrument van de religie hanteren. In de handen van filosofie-loze gekken is het levensgevaarlijk. Belangrijk is het te beseffen dat als je je gaat richten op voorstellingen en vormen en niet meer het waarom, het doel en de diepte, dan gaan dingen zich ver-vormen en kom je in een hele andere pseudo-morfologie terecht zoals op aarde. Voorbeelden daarvan zijn donkere vrouwen die hun natuurlijke donkerheid verachten en hun huid gaan bleken om zo deel te hebben aan het arische nazi ras van de witte suprematie. Dit terwijl in de diepte van de filosofie de vrouw en de baarmoeder, als archetype, en als metafoor, juist donkerder is, om zo de vrucht te beschermen. De donkere huid van de natuur vrouw als drager van het kind is dus de natuur immuniteit, en daarom hebben vrouwen ook veel bredere heupen en bijvoorbeeld borsten om metaforisch het waarom te beschrijven, en niet zomaar het dat. Het is om het kind zowel te beschermen als te voeden. Bij de man is dit heel anders. Toch kunnen onfilosofische, wilszuchtige mannen dan hun natuurlijk kind zijn niet aanvaarden en vreten zichzelf helemaal vol of blazen zichzelf helemaal op om over de moeder proberen te heersen. Hevig aandachtsziek zijn zij. Dat loopt daar maar te pompen en te pronken, en maar alles opschrokken. De onfilosofische man komt tot de overvorm, omdat hij niets anders heeft, en zo gaat alles zich vervormen en misvormen. Moeder-haters zijn het. Het is het patriarchische materialisme, allemaal verdichte blaaskakerij. En maar pompen en spuiten. Pannelikkers zijn het, tafelschuimers, geen aandacht geven aan de natuurlimieten die de natuurmoeder heeft gesteld. Zij zijn ongehoorzaam aan hun moeders, vader-aanbidders zijn het. Families hevig trots wanneer hun kinderen wiskundigen zijn, maar filosofen worden veracht. Het gaat bij de materialisten om het dat, niet het waarom. Het waarom is hen te moeilijk. Het dat is de snelle weg. Komt dat zien, komt dat zien, ons kind is ingenieur, natuurkundige of wiskundige. Nou, dan heb je wat bereikt zeg. Waar is de natuurfilosofie ? Waar is de achterliggende gnosis ? Jezus zei dat de wetgeleerden de sleutel van de gnosis, van de kennis, hadden achtergehouden, zodat de mensen het koninkrijk der hemelen niet zouden kunnen binnengaan. Zij hielden de mens tegen. Is dat niet verschrikkelijk ? Daarom zei Plato dat het komende rijk een rijk zou zijn van filosofen. Helemaal opgaan in het materiele, alle vormen kunnen beschrijven, zonder de normen en de waarden, is helemaal niet goed. Als je het dat weet, en niet het waarom, hoe arm ben je dan, hoe naakt ? Ze hongeren hun kinderen totaal uit tot de dood, filosofisch gezien, en dan worden ze gevuld met parasieten. Het zijn lopende lijken !! Wakker worden, mensen !! De mensheid is bedonderd !! De vervormde verschijningsvorm is niet het eigenlijke, wat Kant al stelde, waar Schopenhauer soms naar terugwijst, die dus een leermeester was van Schopenhauer. Kant leefde in de jaren 1700 grotendeels. Kant wrikte het eigenlijke los van zijn vervormde verschijningsvorm, terwijl Schopenhauer het eigenlijke los wrikte van de vervormende wilszucht. Ook Kant was een Duitser. De wil projecteert en vervormt dus, en heeft alles om ons heen gemaakt, maar laat het je niet bedriegen, en prik door tot het eigenlijke, het wezenlijke, het waarom en de waarde. Dat is het terugkomen tot de natuurkernen in de filosofie van Schopenhauer. Hij bouwde hierbij voort op het werk van Kant, waarop hij zeer kritisch was. Hij voelde dat het werk van Kant levensbelangrijk was, maar gereformeerd moest worden. Na Kant kwam Schopenhauer. Kant was in de jaren 1700 een soort filosofische Luther die de materialistische zekerheden van het oog en het bewustzijn aanviel, als een aartsvader van het Duitse idealisme. Hij moest een

belangrijke poort openen : de realiteit om ons heen was vals, een illusie. Van daaruit ging zijn werk zich vertakken in latere Kantiaanse filosofen, die ook zeer kritisch waren, ook naar elkaar. Vergelijk het bijvoorbeeld met de strijd tussen Jeremia en Mozes en de strijd tussen Petrus en Paulus in de Israelitische religie. Zo had Schopenhauer een strijd met Fichte, een andere vertakking van Kant, maar zijn er ook duidelijke overeenkomsten en verlengstukken van elkaar. Fichte wilde het ik herstellen. Dit waren trouwens allemaal natuurverschijnselen die tot de aarde kwamen om de mens uit de kerkelijke nachtmerrie te doen ontwaken, zoals de filosoof Kierkegaard stelde dat de kerk een verzwakte vorm was van het oorspronkelijke christendom. Er moest weer richting komen, en daarom had hij zich ook afgezonderd. Fichte stelde net als Rousseau in de jaren 1700 dat de mens zich vaak als heer beschouwde over de ander, terwijl hij zo nog meer een slaaf is dan de ander. Hij die zichzelf heer over de ander waant is zelf een slaaf geworden. Een mens zou alleen waarlijk vrij kunnen zijn als hij alles om zich heen zou bevrijden. Fichte haatte het klasse systeem, en stelde dat iedereen gelijk was, dat dat het doel was van de perfectie. Iedereen die daar niet naar zou streven zou wegvallen. Iedereen heeft in de perfectie gelijke capaciteiten om die harmonie te benadrukken, als men volgens de rede zou leven, het waarom, de waarde. En dat zou het herstel zijn van de ik, die zo volle verantwoordelijkheid heeft genomen, als het hogere natuur-ik die dat niet zomaar meer op de ander afschuift. De mens moet zelf groeien en tot verantwoordelijkheid komen. De mens moet zelf goed zijn. Dan pas zou de mens de echte daadwerkelijke werkelijkheid binnengaan. Hij sprak dus over een noodzakelijke wedergeboorte en wederopvoeding van het ik. De mens mocht niet zomaar een baby blijven. Er was een absoluut ik, zoals er ook een vals ik was wat overwonnen moest worden, achtergelaten. Er is dus een groot verschil tussen het ego en het absolute ik. De mens was bestemd voor een hoger filosofisch ras, een Duitse wedergeboorte, die zeer belangrijk was na de Israelitische wedergeboorte. Dit was dus een filosofische wedergeboorte, geen materialistische wedergeboorte of religieuze wedergeboorte. De raszuiverheid was iets metaforisch, niet iets letterlijks, niet iets horizontaals zoals dat later bij de nazi's gebeurde die deze filosofieën van de natuur gingen verletterlijken en materialiseren. Ik had een droom over een overleden popster van de jaren 80 die teste op Duitse raszuiverheid, dus in die zin was het een Duits nationalisme puur gebaseerd op filosofische principes die toegepast moesten worden. Ieder mens moest hierin ingewijd worden en wedergeboren, omdat het iets van de natuur was, voor het overleven van de mens, dus Israel moest verdiept worden door Duitsland, via de lijnen van de filosofie. De nazi's hebben dit later helemaal uit z'n verband gerukt. Nietzsche waarschuwde er al tegen dat er Duitse gekken zouden komen die alles zouden verletterlijken en deze natuurfilosofieën tot gort zouden slaan. Als we kijken naar het Duitsland van de jaren 1900 had het niet veel meer op met het Duitsland van de jaren 1700 en 1800. De mens moet daarom terug tot dit tijdperk. Fichte kreeg het dan ook zwaar aan de stok met de kerk vanwege al zijn uitspraken. De kerk wilde de mens in het lagere ik houden, onderworpen aan de kerkelijke supermacht die van het oorspronkelijke christendom was afgeweken. De wil van de mens was helemaal niet klaar voor deze dingen. Daarom moest eerst Schopenhauer komen om af te rekenen met de menselijke wil, en daarna zou de mens tot Fichte kunnen gaan, tot een nieuw natuur-ik. De menselijke wil wil altijd sjoemelen, altijd alles voor de helft van de prijs op de kop tikken, maar de natuur toont het volledige pad. Er mogen geen stappen overgeslagen worden. Nu gaat het er volgens Kierkegaard niet om om zomaar een onderwijzer te zijn, maar een getuige. We zijn er niet voor om allemaal maar door te geven wat anderen in boekjes hebben geschreven, zoals de kerk telkens maar weer doet, maar we zijn er voor om getuigen te zijn van deze diepere dingen. Daartoe kwam het Duitse filosofische evangelie, om de weg te banen voor het persoonlijke, want de mens was door de kerk vastgeraakt in voorouder verering, terwijl de voorouders er meer mee gediend zouden zijn als hun materiaal kritisch verdiept zou worden. Ook de voorouders waren vastgeraakt. Er moesten meer natuurdynamieken geopenbaard worden, de missing links. Dat is ook

wat Fichte het verdeelde bewustzijn noemde. Wij kunnen dus alleen maar schrijven als wij tot de hemel zijn gegaan en zijn teruggekeerd. De mens zat door de kerk vast in kudde mentaliteit. Iedereen volgde de kudde maar, en dat moest. Van wie moest het ? Van de slager. De aarde is een fokkerij opgericht door kwade machten buiten het paradijs. Ieder mens moet hier doorheen als een test, en ieder mens moet hieraan ontsnappen door te breken met de kudde mentaliteit, met de kudde wil, want het is de onder dwang geinstalleerde wil van de slager. Er moeten wel tegengestelde krachten zijn, anders zou de mens niet overleven, zou de mens totaal verlammen, zou iedereen in een rolstoel rondrijden en zou alles uiteindelijk totaal vergaan en zou er niets meer zijn. Het is daarom ook een noodzakelijk kwaad dat de mens door zoveel wreedheid en lijden heenmoet. Degene die deze pijn niet voelt is een gemene ziel volgens Fichte, zonder empathie en medelijden met de ander. Het is iets universeels. Ook daarom moet de mens er dus doorheen. De Duitse filosofie komt de mens dan echter hierin tegemoet als een hulp, als een reddingsboei in woeste zee. Alles ligt in het zelf vastbesloten, stelt Fichte. De mens ontkomt niet aan het zelf, juist omdat het iets persoonlijks is, en persoonlijk is een metafoor van diepte, en dat moet perfectie bereiken. Kierkegaard stelde dat het beeld van perfectie in de samenleving corrupt was, zoals ook het beeld van god. Eerst moet dat ontmanteld worden. Eerst moet de mens door de diepte heen erachter komen dat de massa groot bedrog is, en pas na die confrontatie kan er een hele andere, een vreemde, perfectie komen, van de hemel zelf. Kierkegaard bracht weer een theologisch element in de filosofie, namelijk van de god van het individu achter de valse afgod van de massa's. Dat zijn allemaal natuurprincipes. Het één kan niet zonder het ander. Het houdt elkaar in evenwicht, en zo kan het probleem zich uiteindelijk oplossen. Fichte stelde dat de mens zelf deel moest krijgen aan de goddelijke natuur, en dat het zich allemaal in de mens zelf moest voltrekken, zodat alles in allen in de mens zelf zou zijn, en zo in ieder ander mens, volgens de wet van de gelijkheid en het uniforme. Die pracht is nog steeds te zien in de natuur, in de kalmte, het serene, van de uitgestrekte vlaktes waar geen mensenhand aan te pas is gekomen, en ook is het te zien in de pracht van de dennenwouden. Wat heeft een mens dan nog in te brengen, want dit gaat hem volledig boven het hoofd. Een mens moet dus eerst stil worden en terugkeren tot de bron. Dat de massa's anders zijn en tegenwerken dat is een gegeven, en daar kan het zelf niets aan doen, maar juist in het hogere en absolute zelf ligt de oplossing omdat die gelijkheid schenkt aan ieder ander, vrijheid, opdat de mens zelf ook vrij kan zijn. Pas dan kan een mens boven de massa's uitstijgen om te komen tot de eenparige massa's van de hemel, wat natuurlijk iets metaforisch is. Er werd zo een eeuwig evangelie gepredikt ver boven het evangelie van de mens uit. Het zweefde als een vogel in de lucht, om zo alles weer op waarde te schatten. Veel valkuilen waren er op dit pad. De mens was er nog niet. Elke nieuwe gedachte van waarheid brengt ook weer een nieuw probleem, omdat het allemaal vreemd is, stelde Schopenhauer. De mens had een gids nodig, maar eerst was er een strijd tegen de ijzeren nazi. Eerst moest de mens de confrontatie aangaan met zijn lagere zelf, zijn lust tot wil en tot macht, zijn lust tot roem. Geld probeerde de mens te lokken, op alle hoeken van de straten. Nooit had de mens rust. De mens moest het gehele eeuwig evangelie kennen. Er waren alleen nog maar brokstukken binnengekomen, ruw materiaal. Zoals zoveel Duitse filosofen van die tijd stelde Kierkegaard, die overigens Deens was, dat niet alleen de subjectieve werkelijkheid boerenbedrog was, maar ook de objectieve werkelijkheid. Het bedrog ging dus diep, en de mens moest dus eerst loskomen van zowel de subjectieve als de objectieve werkelijkheid, om zo te komen tot de absolute werkelijkheid van het individu, de eenling. Alleen als de mens dus een eenling wordt door met kudde mentaliteit te breken kan de mens dus waarlijk zichzelf worden. De brullende massa's hebben alles gemaakt door de wil, en hebben dus zelfs een wilsmatige pseudo-kennis gemaakt, oftewel de lagere rede. De mens moest deze lagere rede die alles wilde bezitten overstijgen door het transcendente, en dan zou de mens dus tot een nieuwe subjectieve realiteit komen die niets meer te maken had met de van buiten opgelegde pseudo-objectieve realiteit. Uiteindelijk was de absolute werkelijkheid dan ook subjectief. Dat kwam omdat het puur persoonlijk moest zijn, doorleefd, als een getuige van al deze dingen.

Uiteindelijk was taal ook iets abstracts, en moest de mens ook boven taal uitstijgen, want hiermee was de mens geprogrammeerd en hierdoor werden er dingen voor de mens verborgen gehouden. Kierkegaard vocht daarom ook met de taalmeesters. Persoonlijke filosofie ging veel dieper, en dan zou de mens komen tot een subjectieve filosofische taal in het natuurzelf. Fichte stelt dat het ego nooit van zichzelf bewust kan worden. Hij stelde dat er een punt van perfectie was waarin alles hetzelfde was, zonder verschillen, en dat dat punt een basis is, als het absolute. In dit hele proces heeft alles dezelfde zekerheid en alles dezelfde waarde. Kierkegaard stelde dat de waarheid een samenstelling is van dingen die niet bij elkaar horen, zoals Spinoza's God van de atheïsten. De waarheid is dus het absurdisme, wat ook de taal is van de ware werkelijkheid. Juist door het absurde, oftewel het vreemde, te haten kwam de mens in een valse werkelijkheid terecht. De mens was niet meer vrij. De absurde werkelijkheid roept tot de mens, en zal alleen maar harder roepen, maar de koppige, wilszuchtige mens zal niet luisteren, want die aanbidt zijn naïviteit en verwendheid. De absurde werkelijkheid zal oprijzen als een storm, totdat deze mens als riet zal knakken, opdat de diepere, absurde mens, zichtbaar zal worden, de vreemdeling, het individu. De kudde mentaliteit zal dus knakken. Het is buigen of breken. Schopenhauer stelde al dat het masker niet al de tijd opgehouden kan worden, omdat het slechts een masker is en geen wezenlijk deel van de mens is. Daarom zal de mens in een onbewaakt moment zijn masker verliezen. Een popster uit de 60-er jaren sprak : 'Waar is je wil om vreemd te zijn ?' Dat zou dan de ware wil zijn die voortkomt vanuit kennis. Er is een wil die kennis maar wat graag wil overslaan. Het is zoals een moeder zegt tegen haar kind : 'Ik wil, ik wil ? Klap op je bil.' of : 'Ik wil, ik wil ? Je hebt niets te willen. Er valt niets te willen, alleen te kennen.' De wereld van kinderen is een totaal andere wereld dan de wereld van de volwassenen, maar deze werelden zijn dan ook weer totaal anders dan de wereld van de filosofen. Plato stelde al dat er een tijd zou komen waarin de filosofen de pedagogen zouden zijn. Volwassen zijn of kind, het houdt allemaal niets meer in, maar of je een filosoof bent. Voor Kierkegaard was taal het voertuig of het orgaan van de mogelijkheden, en daarom noodzakelijk om tot het absolute zelf te komen. En die taal was het absurde, oftewel het pionieren, het bruggen bouwen tussen dingen waar nog nooit bruggen tussen zijn gebouwd. Dat was de opdracht voor de eenling. De brokstukken van die bruggen waren er al. De mens mocht dus ook niet teveel overboord gooien, want het was creatief, potentieel materiaal. Daarom mocht de mens spoorzoeken in de psyche, want daar lag toch het pad. Hierin moest de mens de taal te slim af zijn. Voortdurend strikt taal de mens. De mens laat zich alles voortdurend uitleggen door taal, terwijl dat juist ook weer zoveel dingen verbergt en afdekt. Daarom moet de mens leren vindingrijk te zijn, en taal te gebruiken als een middel, als creatief materiaal, niet als een objectieve werkelijkheid. De mens moet leren transparanter om te gaan met taal. Taal zonder filosofie is een bedrieger, zoals de orthodoxe taal farizeeers die de hoofden van kinderen plunderen door het 'dat' en hen niet verder helpen met het waarom. Taal leraren kunnen op school het ergste tuig zijn wat er op kinderzielen wordt afgestuurd. Wat Kant al stelde was dat het verstand alles wil beredeneren en volkomen wil maken door louter rede, maar dat dit gewoon niet lukt, omdat er nog een andere dynamiek in het spel is, namelijk de ervaring, het bestaan, wat dan de mens eigenlijk tegemoet komt als de hogere rede, en dan de lagere rede moet afkappen. We kunnen eigenlijk stellen dat de hogere rede totaal vreemd is, en de lagere rede daarom geheel in de war moet schoppen. Deze krachten werken op elkaar in en dat gebeurt in vele lagen. Daarom moet de mens ook nooit te orthodox en nauwkeurig worden in taal, om zo het hogere vreemde niet te blokkeren. Daarom maakt een mens soms goddelijke 'fouten', en moet deze 'fouten' blijven maken, opdat de andere, hogere werkelijkheden doorkomen. De cirkels mogen dus nooit geheel rond zijn, maar moeten gebroken blijven, opdat er ingang is voor de andere, hogere cirkels. Telkens weer worden lagere processen door de hogere processen onderbroken. Een taal in zichzelf die volkomen zou zijn zou het bestaan niet meer zijn, maar een pseudo-werkelijkheid, terwijl er ook grond moet zijn voor het daadwerkelijke bestaan, het ervaren van de hogere natuurrede. Kant stelt dat dit juist weer afzwakt als de mens niet staat op de vaste grond van het

absolute noodzakelijke. Kant wijst dus terug op de diepere robotische dwang van de natuur als een onverbrekelijk mechanisme wat het voortbestaan van de mens moet verzekeren. Kant stelt dat als in dit proces niet de emancipatie van de eeuwige zelfverwezenlijking plaatsvindt de mens nooit tot het waarom zal komen. (Kritiek van de zuivere rede, 1781) Hij stelt dat toevalligheid en willekeurigheid zijn tegengesteld aan noodzakelijkheid, en daardoor dus ook noodzakelijkheid bevestigen. Er is dus ook geen ontkomen aan de noodzakelijkheid van het bestaan. Telkens weer onderbreekt de noodzakelijkheid het bestaan. Telkens weer worden wij in ons denken en spreken onderbroken. Als dat niet zou gebeuren, dan zouden we ergens in vastgroeien. De gave kon dus alleen maar half zijn, anders zou de mens zichzelf vernietigen. Kierkegaard stelde dat het leven een bitter medicijn was wat hij van druppel tot druppel moest drinken. Hoofdstuk 13. Kierkegaard en de schoonheid van de angst Fichte stelde dat er een abstracte eenparige en identieke werkelijkheid was waar alles uit voortvloeide. Alles bewoog daar op dezelfde manier met hetzelfde vermogen, omdat alles hetzelfde was, zonder verschillen, maar dit was slechts iets metaforisch. Schopenhauer was een student van Fichte in Berlijn, maar was ook in strijd met deze filosofie. Deze strijd is van belang. Schopenhauer stelde dat er een gevaar op de loer lag van sofisme. Sofisme is het rond willen maken van filosofische stof om er hapklare brokken van te maken voor de verkoop, voor macht, eer en roem. De wil is altijd overmoedig, en daarom was Schopenhauer ook een rem op dit systeem. Schopenhauer waarschuwde tegen het sensationalisme. Er lagen teveel gevaren op de loer, en daarom moest het pessimisme komen, waar later ook Nietzsche mee verder ging. Daarom is Schopenhauer ook een belangrijke brug en wachter tot het werk van Fichte. Kierkegaard sloot zich aan bij Schopenhauer. Beiden waren van het eerste gedeelte van de jaren 1800. Kierkegaard koos de kant van het pessimisme en de obscure filosofie tegenover de professor filosofie (sofisme). Beiden gingen het pad van de eenling tegen de grote massa's en de roemzucht die het brouwde. Op dit pad ging later in het tweede deel van de jaren 1800 Nietzsche verder. Na Nietzsche, in de jaren 1900, ging alles mis. De mens moet dus terug tot de verloren brokstukken van de fundamenten van Schopenhauer, Kierkegaard en Nietzsche. Kierkegaard tierde tegen de hoogmoedige protserigheid van de kerk die zich totaal te buiten gingen aan exclusiviteit, terwijl ze daartoe het pad niet waren gegaan. Ze kenden geen afzondering en geen ascese, en al helemaal geen gezond pessimisme. De kerk was gevaarlijk optimistisch geworden over zichzelf. Kierkegaard tierde tegen hun zelfaangemeten blindheid. Hij noemde het laf. 'Zo kan ik het ook. Ik kan ook met vervroegd pensioen gaan en opaatje spelen om zo op handen gedragen te worden.' maar Kierkegaard koos de diepere, eeuwige weg, niet van tijdelijk genot ten koste van de grotere, eeuwige contexten. Hij was nog maar een jongen. Schopenhauer was al veel ouder, en hij trad in zijn voetsporen, alhoewel hij ook zeer kritisch was naar Schopenhauer, die als een soort leermeester was van hem.

Kierkegaard had een worsteling met de angst omdat hij verschillende naaste familieleden verloor op jonge leeftijd, maar hij zag de angst als vrijheid. Het trok hem naar het vreemde, naar de andere wereld. Hij zag de angst als mogelijkheden, wat voor hem de schoonheid van de angst was, en hij gebruikte het tegen het oeverloze optimisme van de kerk. De dood lag altijd op de loer, en dat maakte hem filosofisch. Kierkegaard was als een Ismael, of een Jakob op Pniël, in een strijd met het algemene, het ingebakken, het uitgedokterde, het universele, door zijn angst en zijn relatie met de angst om zo te komen tot de vrijheid van de mogelijkheden, de andere verborgen werelden, de obscure uitzonderingen en afgezonderden. Kierkegaard streed hierin tegen het oververtrouwen van de samenleving en de kerk, tegen het al te makkelijk en snel verzoenen van de elementen, en dat was ook de reden waarom hij tegen Hegel streed die volgens hem te makkelijk een samenstelling maakte tussen tegenstellingen. Hij beschuldigde Hegel van overmoed, van snoepfestijntjes, waarin er niet diep genoeg was gegaan in de angst, de ascese en het pessimisme. Hegel maakte er volgens hem een rommeltje van. Het was net als Jeremia die Mozes ervan beschuldigde te snel de tabernakel te hebben gebouwd en gemeubilieerd, waarin niet aan de voorwaarden werd voldaan, en waarin het allemaal te letterlijk en materialistisch werd waardoor de diepere geestelijke betekenissen werden weggehaald. Kierkegaard voerde een dialectiek van uitzonderingen, en verfijnde het absurdisme, wat getoetst moest worden aan de angst. Als de mens geen gezonde angst had dan zou de mens tot het lagere absurdisme komen, het materialistische absurdisme. Kierkegaard richtte zich op het hogere, filosofische absurdisme, om zo het pad van de uitzonderingen te gaan. Hij was een paar eeuwen op zijn tijd vooruit. Daarom kon hij het ook beter vinden met Schopenhauer dan met Hegel. Kierkegaard was veel aggressiever, veel bruter, naar het beest van zinnelijk genot. Hij wilde de bedriegelijke kortaangebonden rede van dit beest overstijgen, door passie. Hiervoor had hij veel angst nodig en obscuriteit, anders zou hij ook door dit beest gepakt worden. Kierkegaard was daarom als een scheldend jongetje die voelde dat de wereld om hem heen niet klopte. Hij moest vechten voor zijn leven. Hij moest komen tot het pad van de uitzonderingen, anders zou hij één worden met de kuddes en zo verstenen. Hij voelde het mes van de slager voortdurend om hem heen. Het maakte hem paranoïde. Alles moest via het individu gaan, opdat het individu zelf verantwoordelijkheid zou nemen, en niet gewoon maar een speelbal is. Voor kierkegaard was het individuele dan ook hoger dan het universele, zoals hij stelt in zijn boek Vrees en Beven, omdat het individuele juist de poort is tot het persoonlijke en doorleefde. Het individuele krijgt eerst een relatie met het absolute, en dan pas daardoor met het universele, en deze volgorde mag niet omgedraaid worden. De kudde mentaliteit houdt de mens af van het absolute, opdat de kudde alleen maar een relatie heeft met de kudde en zo aan de slager is overgeleverd, die zich overigens voordoet als de goede herder van de kerk. Kierkegaard stelde dat het dialectische systeem van Fichte en Hegel, dus van stelling en tegenstelling komen tot samenstelling, alleen gevormd kon worden door het eenlingenschap, op het pad van de uitzonderingen, en dat het geladen moest worden met een gezonde dosis angst, wat dus voorzichtigheid als definitie heeft, maar niet slechts dat. Voorzichtigheid onstaat tussen muren, tussen gevaren, dus angst is als een soort ontwaking, een wedergeboorte, en die trekt de mens tot de vrijheid van een ander leven, de verdiepte werkelijkheid. Het eenstemmige robotisme van Fichte begon de mens in te sluiten, maar het moest nog genuanceerd worden. Wat was het ? Het zou zich gaan verletterlijken, veralgemeniseren en materialiseren als het communisme in de jaren 1900, maar ook zou het zich gaan nationaliseren en monopoliseren als het nazisme. Het persoonlijke karakter zou totaal vernietigd worden, en ook de metaforische waarde ervan, en daarom kwamen Schopenhauer en Kierkegaard opzetten. Ook zij konden dit verval niet stoppen. Er was veel meer nodig dan dat, maar de mens zou wel

terug moeten keren tot het Fichte apparaat door Schopenhauer en Kierkegaard. Verkooplustige criminelen waren namelijk met het Fichte apparaat op de loop gegaan. Niet dat Fichte hier niet tegen gewaarschuwd had. Fichte haatte het klasse systeem, en sprak dat zij die heer en meester willen spelen over anderen zelf tot slaaf worden. Fichte had het machtige visioen van de gelijkheid der mensheid gezien, als een natuurverschijnsel, maar de wet van de dialectiek eiste dat er dan eerst een tegenstelling zou komen, anders zou dit verschijnsel nooit overleven en zich nooit kunnen ontwikkelen. Fichte stelde dat in de dialectiek het ik als tegenstelling het niet-ik had, de massa's, die dus niet zelfstandig konden bestaan, maar alleen als een tegenstelling van het ik. Door deze tegenstelling ontstaat er dan kennis. Achter het niet-ik ligt ook weer een hoger ik verborgen, op een plaats waar alles hetzelfde is, alles op dezelfde manier beweegt, en alles dezelfde vermogens heeft, en zo dus alles gelijk is. Het heeft een robotische nauwkeurigheid, een natuurprecisie. Fichte kwam dus nogal met een apparaat aanzetten. Ook Fichte was ver voor zijn tijd en werd vaak niet begrepen. Wat een opschudding gaf dat in alle lagen van de bevolking, dat Fichte zomaar durfde te zeggen dat alleen het ik bestond, en niets anders. Ze dachten allemaal dat hij het over zijn eigen ik had, terwijl hij het over het ik als diepere dynamiek had, dat wat verantwoordelijkheid moest dragen, het persoonlijke, de zorg. Hij werd dus veel bespot om zijn stellingen. De mens was beledigd, omdat Fichte durfde te zeggen dat ze niet bestonden, slechts hij, hij alleen bestond. In de realiteit had Fichte het gewoon over een bepaalde vorm van bewustzijn. Fichte stelde in de overgang tussen 1700 en 1800 dat er een hoger ik was waarin alles was vastbesloten en dat er daarbuiten dus geen god was, maar dat dit ook in het hogere ik lag. Wat was er gaande ? In de jaren 1500 rekende Luther af met het materialisme van de katholieke kerk, zorgde ervoor dat de mens ontwende van de moederborst. Dat was de geboorte van het protestantse systeem. De man stond nu op zichzelf, en werd zelf tot vader. Het was een teken van de tijd, dat de mens na het metaforische tijdperk tot het eenlingenschap moest komen om deze metaforen te kunnen verdiepen in het zelf, de eigen verantwoordelijkheid. Dit liep dus uit op de komst van Fichte en het eenlingenschap van de jaren 1800. Kierkegaard schreef over Abraham die zijn zoon Izaak moest offeren, oftewel van de moederborst moest laten ontwennen. De moederborst moest hiertoe zwart gemaakt worden, oftewel duister, opdat het kind het niet meer zou vinden, opdat het kind alle kennis in zichzelf zou vinden en zo zou overleven en niet door projectie ten onder zou gaan. Zou dit niet gebeurd zijn dan zou het kind verlammen. Dit was dus geen daadwerkelijke offering, maar slechts symbolisch. De katholieke kerk, als beeld van de moeder, moest het kind dus wel loslaten. Met de komst van Fichte en de jaren 1800 kwam deze verstoting die al in de jaren 1500 gebeurde tot een hoogtepunt. Hoofdstuk 14. De ongod van de duitse filosofen De Duitse filosofen stelden dat de mens in het denken dingen aan elkaar plakten die niet bij elkaar hoorden, en dat zo ook religie was ontstaan, en hun god. Het was een totaal pseudo-absurdisme, en daarom moest de mens leren wat het absurdisme eigenlijk was. Dat wat het was, dat was het

eigenlijk helemaal niet, maar juist iets anders. Dat bracht ook een hele hoop onvertrouwen met zich mee, dus alhoewel de Duitse filosofen elkaar bewonderden en van elkaar leerden wantrouwden ze elkaar ook, en vlogen elkaar ook in de haren. 'Dat kan toch helemaal niet,' zeiden ze vaak van elkaar. Het was een totale oorlog van het denken waarin ze elkaar in het denken te slim af probeerden te zijn. Er waren dus dingen aan elkaar geplakt die niet bij elkaar hoorden, en zo had de mens god en religie gebouwd. Er moest dus wel een soort van ongod komen, en een soort van onbijbel. Het was allemaal veel te ver gegaan, en alles was uit de bocht gevlogen, maar de mens was aan het ontwaken, en Duitsland was het eerste land dat ontwaakte. Dat begon eigenlijk al bij Maarten Luther in de jaren 1500 die stelde dat er een andere god moest komen, omdat de mensheid had gebogen tot de bedriegelijke god van het materialisme, en dat ging toen verder met Leibniz in de jaren 1600 die een trappenstelsel van eenlingen bouwde, als een jakobsladder tot een hogere hemel dan de aardse hemel die de mens voor hem had gebouwd, wat ook direct de overgang was van de jaren 1600 tot 1700, waarin Kant kwam, wat doorliep via Fichte en Hegel tot Schopenhauer en toen Nietzsche, als een Duitse Jakobsladder van absurde eenlingen, als onprofeten en onevangelisten, als het onkruid buiten de kerk. Wat een belachelijke vertoning was het, maar niet belachelijker dan de kerk. Er moest een nieuwe definitie gegeven worden aan het belachelijke. Ze liepen als dronkaarden om de kerk heen, en riepen : Dat kan toch niet, dat kan toch niet, of toch ook weer wel ? En dat was precies de stelling van hun dialectiek, namelijk dat alles bestond uit een stelling, een tegenstelling en een samenstelling, maar dit moest dan wel weer aan allerlei ingewikkelde voorwaardes voldoen, want ze wilden niet zomaar zuipschuiten zijn. Het waren filosofen die nauwkeurig, of niet nauwkeurig, hun filosofische natuurmachines beschreven, om nu eens eindelijk de kerk plat te walzen of er nu eens eindelijk ware betekenis aan te geven. Het was dus heel dualistisch werk van haat en liefde. Ze waren verliefd op het denken, maar er ook mee in grote worsteling. Er moest een nieuwe god komen, niet zomaar een god, maar een ongod. De mens kwam namelijk veel te gemakkelijk weg met het begrip 'god'. En de goden die ze hadden gemaakt waren bespottelijk, allemaal als excuus om niet zelf verantwoordelijkheid te dragen, en het ging allemaal tegen de hogere natuurrede en natuurlogica in, of moest dat ook ? Telkens weer kwamen ze met slimmere redes opzetten om elkaar in de grond te stampen, die filosofen. 'Hoe heb ik het nou ? Maar dat kan toch helemaal niet ?' zeiden ze van elkaar. En de ene verbaasde en verwonderde de ander nog wel meer. Waren dit slechts schijngevechten ? Ze deden elkaar in ieder geval niet op de brandstapel eindigen. Het was een totaal andere oorlog dan die van de religies. Ze vuurden elkaar aan, inspireerden elkaar, maakten iets moois van elkaar. De één werd het werk van de ander. Ze versierden elkaar. Maar vooral keken ze langs elkaar heen. Ze wilden helemaal geen nieuwe samenleving of nieuwe groep. Ze wilden een ongroep, een onreligie. Het waren eenlingen. Ze zochten de boodschap in de verloren dieptes van henzelf, want waar zouden ze anders zijn ? Was er dan ook nog zoiets als een on-ik, wat toch dan weer een ik was, maar dan een ander soort, een beter soort, een nuttiger soort, als een oorspronkelijk, authentiek natuur ik ? Ze waren huiverig naar wat taal kon doen, vooral als het door velen werd gesproken, want zo werden de massa's gecommandeerd. Maar toch wisten ze ook dat ze taal wel moesten gebruiken, en daarom zouden ze een nieuwe taal moeten maken, nieuwe definities moeten geven, als een filosofisch woordenboek : de ontaal. Was er een andere realiteit die ze over het hoofd hadden gezien ? En waren ze wel klaar voor die realiteit ? Zou die realiteit wel te stoppen zijn, of zou het hen grijpen en meesleuren ? De Duitse filosofen zagen grote golven komen die het denken zouden grijpen en meesleuren, maar waar naartoe ? Was dit de evolutie van het verstand ? Was de mens nu pas eindelijk aan het ontwaken na alle botte nachtmerries, of zou het slechts een nieuwe nachtmerrie zijn, of zo'n mooie droom die daarop uitliep ? Het zou altijd anders uitpakken dan je van te voren zou denken, want het denken van de mens was maar klein, zeer klein, met weinig voortekenen. Het zou een complete verrassing

zijn. Een volwassene zou een kind niet veel duidelijk kunnen maken over de volwassen wereld, zoals de filosofen niet veel duidelijk konden maken aan de zogeheten volwassenen. Moest er een nieuw niveau komen, het niveau van de Duitse filosofen ? De Duitse filosofen waren zo overtuigd van hun werk, en van de waarde van hun twijfel en ontrouwen dat ze dit als een basis legden voor de wedergeboorte en ontwaking van ieder mens. De mens kon niet zonder de Duitse natuur die zich had geopenbaard. De mens was in die zin bestemd om Duitser te worden. Dat was niet iets letterlijks, maar iets metaforisch, iets abstracts. Het was als het Hegeliaanse sprookje van Alice in wonderland (1865) : Dat wat het is is het niet. Ze vierden geen verjaardagen, maar alleen hun onjaardagen. De mens ging namelijk ten onder met het uitvoerig en uitbundig vieren van de verjaardagen waardoor ze elkaar bedrogen en vervroegd met pensioen gingen. Ze werden snel oud, tot papier, opdat de onkranten daarop gedrukt werden. Het was iets zeer tragisch maar bruikbaar. Komt dat zien, komt dat zien, wordt snel oud, dan hebben we papier. Er was een filosofisch complot tot de aarde gekomen, een vreemde ongod, met een vreemde onreligie. Zij die het niet meer konden volgen gleden overboord. Het denken van de mens moest wel onderbroken worden met het ondenken. Er moest een nieuwe ontaal komen. Geen probleem was het als spijbelaars die taal niet wilden leren, want er was immers papier nodig om de onkrant te drukken. Kom, vier je verjaardagen, doe alles wat je wil, heb uitbundig en uitvoerig plezier in je oppervlakkig materialisme, stelde de Duitse filosoof. Doe alles wat God verboden heeft, want wij hebben deze tegenstellingen nodig om uiteindelijk tot samenstelling te komen. Ze begonnen dus eigenlijk satirische onreclame te maken. Kom dan ? Kom dan ? Trek maar aan de vinger van de clown. We hebben immers papier nodig. Wordt maar snel oud, dan zijn we van je af. Je zal je niet op ons niveau bevinden. We hebben je niet nodig, maar op deze manier dus wel, ben je goed bruikbaar. De vijand kreeg zo dus zijn plaats, was heel nuttig, als ruw creatief materiaal. Niets dan papier zou hij zijn. De filosoof liet zich juist door zijn vijand, de materialist, inspireren. De oorlog begon zich dus steeds meer te verschuiven naar het denken, niet meer het lichamelijke. Er was iets veel beters. De filosofen hadden het niet over een letterlijk ik en jij, maar over bewustzijns-niveau's, over goed en kwaad. Ze hoopten juist dat door hun satire mensen tot inzicht zouden komen om afstand te doen van hun ego en oude denken. Maar eerst zouden ze er zoveel van moeten eten totdat het hun neusgaten uit zou komen. Je wil jezelf volvreten ? Nou, je kan het krijgen. Zo stelde de Duitse filosoof. Tot papier zou de mens worden, tot papier zouden de kerken worden, opdat daarop de hogere filosofische onkranten gedrukt zouden worden. Er werd niet gevochten met messen. Dat was barbaars. Er werd gevochten met humor, om de mens zin en onzin in te laten zien. Er werd gevochten met absurdisme, om te laten zien hoe onbenullig de grenzen van de mensen waren. Er begon zo een heel nieuw extremisme op te rijzen. Papier hier, zegt Holle Bolle Gijs op de Efteling. Holle bolle gijs kan het wel gebruiken. Alles vreet hij en nog steeds heeft hij honger. Alles maalt hij tot papier, en hijzelf wordt ook tot papier. Het is goede onreclame voor het materialisme. 'Doe dan, doe dan, spring er maar in, je bent goed te gebruiken. Wij weten wel raad met je.' De ongod zal komen, en papier is wat hij wil voor de onkrant. Zorg dat je er bij bent, zorg dat je paraat staat. De ongod weet er wel raad mee … Tot papier wordt het gemalen … Nee, de Duitse filosofen spaarden elkaar niet, en al helemaal niet het Duitse volk. De één wist het nog wel beter, of waziger, te vertellen dan de ander. Er was altijd weer baas boven baas, of baas onder baas, of in hun terminologie : de onbazen. Het ging niet om de roem, het ging er niet om berucht te zijn, maar om de anonimiteit, de onroem. Obscuur moest het wezen, want als je teveel zou definiëren zou je het juist ook weer kapot maken en er zoveel weer door verbergen. Daarom bleef Schopenhauer stellen dat er nog een ander zeer belangrijk element was : namelijk kunst. Zoals religie tot kunst werd verheven meer en meer, zo moest filosofie ook tot kunst worden verheven.

Men moest dus durven niet alleen systematisch te zijn, maar juist ook onsystematisch. Het abstracte was juist het hogere concrete, het subjectieve het hogere objectieve, en de chaos een hogere orde, voor de ontwaakten. De slapenden zouden gewoon doorslapen, of er hevig van in de war raken, misschien wel als de naderende ontwaking. De ongod was gekomen. Niemand kon de ongod nog stoppen. De spelletjes van de goden die de mensen hadden gemaakt waren ten einde gekomen. Zij die nog steeds dachten god in een doosje te hebben waren alreeds bedrogen door de ongod, en waren slechts een speelbal in zijn papier industrie. 'The joke is on you.' Hoofdstuk 15. de put van kierkegaard – van israel tot duitsland Het heeft geen zin om tegen het absurdisme te strijden, want het wordt alleen maar absurder, en in je strijd tegen het absurdisme word je zelf ook alleen maar absurder. Je denkt het slechts, het is niet waar, stelt de Duitse filosoof … De werkelijkheid ligt altijd genuanceerder … Als een sadistisch mens veilig van achter zijn krant of tv lacht om het leed van een ander, dan is hij het zelf die in de krant staat … Hij bedriegt slechts zichzelf alsof hij het zelf niet is, maar de ander … En zo blijft hij zichzelf bedriegen … omdat hij als opportunistisch materialist alleen waarde en waarheid hecht aan zijn eigen realiteit. Hij is geen twijfelaar. De Duitse filosoof liet zich niet bedonderen door het materiële. Het materiële was slechts een middel waar hij voorzichtig en gematigd mee omging. Een middel, niet de bron. Kierkegaard leefde in de tijd van Schopenhauer, en was iets jonger en kwam uit Denemarken, wat een verlengstuk van Duitsland is en zich dan weer opsplitst in Noorwegen en Zweden. In mijn dromen over Denemarken ging het vaak over de nachtkoorts, wat ook weer aan Kierkegaard verbonden is. Ik werd van de moeder afgescheiden. In Kierkegaard's boek 'Vrees en beven' (1843) stelt hij dat Abraham werd tot een monster om Izaak van de borst van Sarah te laten ontwennen, en waardoor Izaak zijn geloof verloor. In mijn kinderdromen werd ik ook losgesneden van de moeder, en de vader was een monster. Dit gaat dus over een periode in de kerkgeschiedenis waarin de mens wordt losgetrokken van de katholieke kerk, de moeder kerk. De vader, de protestantse kerk, is een monster die zijn kind op die manier offert, alhoewel dat slechts metaforisch is. Het kind moet namelijk de bron in zichzelf zoeken, zijn innerlijke moeder. Dat de vader een monster is is een beeld van de verbrokenheid van het kind die van de moederborst is losgetrokken. Volgens Kierkegaard was de moederborst voor dat doel zwart gemaakt. Het kind moest zo van geloof komen tot de rede, tot de hogere rede wel te verstaan, van het individu. Daarom liepen de paden van de kerk tot de filosofie.

De vader is slechts een innerlijke dynamiek van het kind die er voor zorgt dat hij niet terug gaat naar een uitwendige moeder, maar op zoek gaat naar de inwendige moeder, oftewel het principe. Het kind moest gaan van Maria tot Moria, of tot mara, bitterheid. Maria is ook de naam voor god in het Aramese OT. Het kind moest hiervan loskomen om op zoek te gaan naar zijn innerlijke bron, niet meer een uitwendige god. Moria was de berg van dit offer. Hier verloor volgens Kierkegaard Izaak zijn geloof. Izaak keek naar Abraham's gezicht, stelde Kierkegaard, en het gezicht was totaal veranderd. Dit gebeurde nadat Abraham zich van Izaak had afgekeerd, was weggerend. Toen hij terugkwam was hij anders, als een monster. Abraham zei dat hij Izaak's vader helemaal niet was, maar een afgoden dienaar, en God had dit ook niet van hem gevraagd, maar het was slechts zijn eigen wil. Hij greep toen Izaak bij de keel en gooide hem op de grond en begon op hem te schelden. Hij noemde hem een stommeling om te geloven dat hij zijn vader was en dat dit allemaal van God zou komen. Van schrik richtte Izaak zich toen tot zijn innerlijke bron, het hogere. Abraham was blij dat Izaak nu inzag dat hij een monster was, zodat Izaak zijn ware relatie met de ware bron niet zou verliezen. Ook Sarah was tot een monster gemaakt, haar borsten zwart gemaakt, opdat Izaak dus niet meer terug zou gaan tot het materiële. Hij zag nu wat het was, zoals ik ook eens een kinderdroom had over dat de vader en moeder in monsters waren veranderd. Zij waren henzelf niet meer. Er waren geen herkenningspunten meer. Izaak moest zijn moeder verliezen. Hij mocht geen moeder meer hebben, want die was alleen binnenin. Izaak kon niet spreken over wat er was gebeurd. Schopenhauer was als de Calvijn van de Duitse filosofie : de wil van de mens moest eraan. De mens moest zijn vrije wil weer inleveren, opdat de hogere uitverkiezing van de natuur, die uit principe zeer selectief was, zoals Darwin stelde, kon komen. Het was iets heel eigenaardigs, zoals Fichte al stelde. Het was niet het bekende, maar onbekende, het vreemde. Het zou tegen het denken van de mens ingaan. Het was dus meer iets metaforisch, niet iets letterlijks. Hiermee werd een oude waarheid van het germaanse opgegraven : de walkuren zouden alleen diegenen opnemen die aan hun wil op het strijdveld waren gestorven. Ze lieten zich hierin niet bedriegen door uiterlijke vormen, want dan zouden ze zelf uit de hemel vallen. Er zaten dus geen Miepen tussen de strijdgodinnen die vielen op stropdassen van de man, of een man uitverkozen als hij een grote auto had, of veel geld, maar ze keken ernaar of hij sober genoeg was geweest, ascetisch genoeg, of hij een eenling was die niet achter de massa's aansjouwde. De walkuren (of valkyries) waren dus gewoon puur de natuur principes zelf die de man in zichzelf moest ontwikkelen en moest oefenen. Dat is de ware betekenis van 'het hebben van een vrouw', zoals het deze diepere betekenis ook heeft in de islam waarin de strijder in het paradijs 72 maagden wordt beloofd. Laten ze zichzelf niet voor de gek houden hiermee. Dit zijn metaforen van filosofische principes die de mens in zich moet ontwikkelen. De vrouw bestaat dus helemaal niet, maar is slechts een metafoor ergens van. Niemand is zomaar vrouw of man. Er wordt hier een diepere filosofische taal gesproken, een ontaal. De mensheid heeft het niet begrepen en blijft maar achter schaduwen en weerspiegelingen aanrennen. Dat is de tragiek van de stad. 'Kijk nou eens wat voor vrouwtje ik me op de kop heb kunnen tikken.' … 'Ja, maar ben je ook innerlijk veranderd ?' Ben je gewoon volwassen, dan ben je nog gewoon een kind. De mens moet niet slechts volwassen worden. Dat is een domhoudertje en een zoethoudertje. De mens moet filosofisch worden. Ik zag een Davidster met een doodskop erin. Na Israel komt Duitsland. Na religie komt filosofie. Dat is het ware, metaforische offer van Izaak, om zo tot zichzelf te komen. De nazi's hebben dit verletterlijkt en zo totaal verkeerd voorgesteld, materialistisch. 1900 werd de eeuw van het materialisme wat hard, heel hard, terugsloeg. Daarom moet de mens weer terug tot de verloren fundamenten van de jaren 1500 tot de jaren 1800, van Luther tot Nietzsche. Daarin is heel wat te graven, daarin is heel wat te spitten. Heel wat te zaaien. Ja hoor, nazi's : Na Israel kwam Duitsland, maar hoe ? Nietzsche

waarschuwde al tegen jullie. De put van Kierkegaard ging diep. Ik had een terugkerende nachtmerrie als kind zijnde dat ik in een put kwam tot een dal vol schedels en doodsbeenderen. Ik hoorde dan bellen, en zag kinderen geworpen worden in het water. Moeten we dan het kind met het badwater wegwerpen ? Dat hebben de nazi's gedaan. Ze hebben de Duitse klassieke filosofie verkracht. In die nachtmerrie waren de deuren van mijn slaapkamer heel ver weg. Stemmen als donder en bliksem. En vreemde gevoelens in mijn mond, in mijn gehemelte. Het begon allemaal met iets wat ik moest drinken, en dan begon ik door de grond te zakken. Dan kwam ik in die put en ging helemaal naar beneden. Krijsende kinderen, gillende bellen. Als een school, en die school heeft bewust kennis lopen achterhouden. Zij waren zelf niet eens geschoold, en dan toch nog schooltje spelen over anderen. De put van Kierkegaard ging diep, maar zo ontwende de mens aan de moederborst. De vader was daartoe een monster geworden, en het kind kon alleen maar rennen, zijn geloof verliezende, want wat was uiteindelijk dit geloof ? De filosofie wacht op het kind. Kierkegaard stelde dat de ware vrouwelijkheid het vermogen is om waardigheid te versieren, wat ook tegelijk een definitie is van de opname. Het vrouwelijke kon dit alleen doen als ze zelf waardig was. Alleen waardigheid zou waardigheid kunnen versieren. Hoofdstuk 16. Nederland : het duivelste land, en de noodzaak van de filosofische ondergrond De Duitse filosofen stelden dat de materialistische, wilszuchtige mens alles door het onmiddelijke ervoer, maar de mens moest terugkeren tot het beleven door een filosofische lens. Ik had een droom waarin ik een gnostische bijbel las die stelde dat de eerste scheppingsdag niet goed was. Het christendom stelt dat de eerste scheppingsdag net zoals de andere dagen goed was. Maar ik zag in die andere bijbel dat de eerste scheppingsdag monsterlijk was, en dat God zo moest stellen dat het niet goed was. De mens moet ontwennen van de uitwendige moederborst, van het materialisme, om de inwendige, individuele moeder te vinden. Daartoe werden de moederborsten zwart gemaakt, en werden zowel Abraham als Sarah monsters in de geschriften van Kierkegaard. In mijn droom was dit wat er gebeurde in de eerste scheppingsdag. De mens moest ontwennen, tot onvertrouwen komen. In een kinderdroom kwam er eens glas tussen mij en de moeder, en de vader was een monster. Maar ook de moeder was een monster. Dit was een terugkerende kinderdroom, en ik ben er eigenlijk mijn hele leven over blijven nadenken. Kierkegaard had dus soortgelijke ervaringen. Hij verloor zijn moeder al op jonge leeftijd. Het gaat dus om de lens die tussen de mens en het andere moet komen, een filosofische belevingslens die het onmiddelijke afbreekt. Na de jaren 1700 en de jaren 1800 ging men de Duitse filosofie zowel negeren als verdraaien en werden dingen steeds onmiddelijker en gehaast en kwam er een veel materialistischere wereld. De wil moest onmiddelijk gehoorzaamt worden. De kennis werd bespottelijk gemaakt. In de overgang tussen de jaren 1900 en de jaren 2000, zowel een nieuwe

eeuw als een nieuw millennium, kwam er het tijdperk van de Nederlandse filosofie, oftewel de Aretaitische filosofie, waar we nu midden inzitten. Religie en filosofie wordt verzoend en van commentaar voorzien. Nederland heeft hele diepe Duitse, Franse en Spaanse wortels, en is ook Surinaams. Dat is in de geschiedenis zo gegroeid. Nederland is als het Suriname van Europe vanwege de multi-cultuur. Alles komt in Nederland samen. Dit alles komt samen in de tweede bijbel, de naam van het project. Waarom, zou je zeggen, waarom Nederland ? Omdat Nederland het duivelste land is wat er bestaat, vanwege chirurgische beroepsmarteling van de mens, wat juist subtiel gaat, verborgen, in het geheim, en hen die het is overkomen kunnen er niet vrijuit over praten, zoals verkrachtingsslachtoffers dat vaak ook niet kunnen. Deze chirurgische beroepsmarteling heeft zich verheven tot een soort van monnikenorde. Ze houden zich zelf namelijk ook zwijgzaam stil. Het gaat allemaal heimelijk. De doorsnee mens krijgt er geen informatie over. Het staat niet elke dag op de voorpagina van de krant. Ze kennen het niet, totdat het henzelf overkomt. Als kind zag ik de film 'Coma' waarin patienten telkens maar weer op een vreemde manier in een coma raakten door het medisch personeel. Het maakte toen als kind een enorme indruk op me. Er waren ook geheime zalen waar die lichamen geborgen werden. Dat is wat er in Nederland aan de hand is, en zij die hun mond zwijgzaam dichthouden wanneer hun medemens wordt onderdrukt, die is de volgende om onderdrukt te worden, maar ik zal het nog sterker vertellen : Als je buurman wordt onderdrukt en je denkt dat het jou niet is overkomen, dan is het je al overkomen. Geheel Nederland wordt in deze coma gehouden. Laat niemand zichzelf bedriegen. Geheel Nederland is al gezombificeerd door de geest van Mengele. Nederland is tegen populair geloofsgoed in het gevaarlijkste land ter wereld. Daarom moest ook wel de nieuwe filosofie juist uit Nederland komen. Hitler ging, Mengele kwam, en hoe. Met de dood van Mengele was het nog niet afgelopen, maar begon het pas, want hij zou net als Jezus door zijn heengaan zijn geest uitstorten. Natuurlijk vindt chirurgische marteling overal ter wereld plaats, maar Nederland is het land van de chirurgische marteling, bij uitstek. Ik heb in mijn werk al heel wat meegemaakt, tot het punt dat ik inzag dat alleen de Aretaitische filosofie de uitgang was, of doorgang. Areta is het pad van de geoefendheid van de eenling, wat al beschreven werd door de stoicijnen in bijvoorbeeld de Hercules mythes. Het is het pad terug tot de natuur, terwijl Kakia, het kwaad, de mens wilde verleiden terug te gaan tot stadse instellingen. Arete is een archetype van de inwendige moeder, de hogere mens zelf, de eigen verantwoordelijkheid. Kierkegaard stelt dat alleen in de eeuwigheid de mens volkomen tot individu, tot eenling, kan worden. Vandaar dat het belangrijk is de ervaring van de eeuwigheid te ontvangen en te ontwikkelen. Het individu, de eenling, is eeuwig. Er zijn geen reserves. Het gaat om de volkomen volharding totdat er geen weg meer terug is, oftewel de heilige onweerstaanbaarheid, en de heilige onontkoombaarheid, zoals ook gesteld wordt in het werk van Calvijn. Dit is dus niet zomaar een heilige gebondenheid, maar een eeuwige gebondenheid. Het moet dus diep genoeg gaan. De mens moet een ingebouwde automatische robotiek inbouwen zodat hij zichzelf niet meer kan bedriegen. De lagere, kudde volgende, mens bedriegt zichzelf al sjoemelende telkens weer. De mens moet dus tot een eeuwige worden om te kunnen overleven als eenling. Alle banden van tijdelijk materialisme moeten verbroken worden. Dat betekent werken totdat je niet meer kan werken omdat de nacht, of eeuwige nacht, is gevallen. Dat is waar alle ware oefening naartoe leidt : het automatisme, wat een soort natuur spasme is. Zo kan de mens niet door domme fouten uit het schip vallen. Wel is er dus plaats voor het absurdisme, de heilige 'fouten' of eeuwige 'fouten' waarin de dwaasheid van de ongod wijzer is dan de wijsheid van de mens. Dat is een hele worsteling voor de onprofeet : 'Waarom maakte ik die fout ? Kijk wat het gedaan heeft.' Je moest die zogenaamde fout wel maken. De fouten van de ongod zijn namelijk beter dan de volmaaktheid der mensen. Dat is ook weer een onderwerp van de dialectische Duitse filosofie : de

nauwkeurige keurigheid van schijnbare fouten. Nederland : het duivelste land, maar gelijktijdig het poortland voor de verdere Europese filosofische reformatie, want die moet er zeker komen. Dit is alleen iets voor de eenling. Het gaat dus om de filosofische ondergrond, zoals er altijd in de profetische beweging de profetische ondergrond was. De mens moet hiertoe een zekere inwijding ondergaan, geoefend worden door het Areta principe, diep in de mens zelf, wat terugleidt tot het Aretaïtische tijdperk van de natuurmens. Fichte stelde dat een eenling zich niet moest schamen voor zijn intelligentie, ook al zou hij de enige wijze zijn in een wereld van dommen. Maar hij die niet voor de waarheid kan lijden moet er ook niet aan beginnen. Natuurlijk vechten de dommen terug, en is de intelligentie van een eenling een belediging en bedreiging naar hen toe. Ze voelen zich zo in hun nakie gezet, bloot, verzwakt, onteerd, ontmaskerd. Maar de mens moet aandacht hebben voor wat er daadwerkelijk gaande is, en niet zomaar principes leren. Fichte streed tegen het zondaars-begrip dat iedereen een zondaar was en zo altijd zou blijven. Hij stelde dat een mens die dat van zichzelf zei dat ook wilde. Die mens wilde gewoon zondigen. Fichte had veel hogere idealen, maar werd daardoor arrogant genoemd. Hij raakte in grote strijd met de kerk vanwege zijn temperen van het zondaars-begrip. Fichte had veel hogere verwachtingen van het mens zijn. Natuurlijk had de mens zijn fouten, maar de mens moest zichzelf niet naar beneden gaan lopen praten de hele tijd, alsof het niet anders kon, want dat zou voor Fichte een teken zijn dat zo'n mens gewoon niet wilde veranderen. 'Denk je soms dat je beter dan ons bent ?' werd er tegen hem gezegd. Je kan het gewoon niet goed doen. Ook als je dan een beter mens wil worden wordt het gewoon niet geaccepteerd en wordt het hoogmoed genoemd. Maar zij zijn toch zondaren ? Dat geven ze dan toch toe dat ze door het vlees leven, en hoe kun je van zulke mensen dan godsspraak verwachten ? En is het dan niet hypocriet van die zelfaangestelde zondaren die van de zonde hun beroep hebben gemaakt ? De pot die de ketel verwijt ? Het is dus eigenlijk gewoon zondig in hun ogen om niet een zondaar te zijn. Je kan het nooit goeddoen zo. Eigenlijk moet je dan wel een zondaar worden om te breken met hun zondaarsbegrip. Er is dan geen andere weg. Dan ben je maar een zondaar in hun ogen, maar zij zijn dat toch ook ? Dat geven ze toch zelf toe ? Wat is het probleem dan ? De mens moest dus zondaar worden om met het bedriegelijke systeem van de beroepsmatigheid van de zonde te breken. Dat is wat de man is : een zondaar. Hij moest helemaal buigen tot de grond, en vuil worden, om zo tot de kennis te komen in plaats van tot geloof, om zo te belijden : Ja, ik ben een zondaar. Zo werd de man met schuld beladen. De man werd zondig verklaart omdat hij durfde met het systeem van de zonde te breken. Hij werd schuldig gesteld voor het aangezicht van de kennis. Was er een andere weg dan ? Ja, ik ben een zondaar, zei de man. Ik heb gerebelleerd tot het systeem van de aarde. Ik heb gebroken met de zonde, dus ben ik een zondaar. Mijn zondigheid wordt door de vruchtbaarheid van haar kennis bevrucht, zodat er iets goeds uit voort kan komen. Nu tevreden ? Dat was wat de man zei. Hij was weggelopen van het systeem, nog steeds bevuild, en kwam zo tot de kennis, die woest was. Je zit er helemaal onder, jij zondaar. Hij had zich niet tegoed gedaan aan de zondige feestjes van de stad, maar had gehongerd. In de stad of net buiten de stad kruipen de van de zonde en gulzigheid dik geworden mannen naar de zonde toe en noemen het geloof. Ze kruipen door het stof, want zij zijn immers zondaren. Dat hebben ze geoefend, allemaal uitwendig. Ze hebben lopen pompen, hijgen, zweten, om maar uitwendige tekenen te ontwikkelen, omdat ze het inwendige hebben veracht. Het uitwendige, daar gaat het hen om, hun dikheid, hun rolmopserigheid, of hun gespierdheid is hun trots, en zo kruipen ze tot de zonde, want ze hebben hard gewerkt voor de zonde, klaar om hun beloning te ontvangen, en zo worden ze bevrucht. Nog ergere zonde zal er gebaard worden. Dat is een grote tegenstelling.

Daar staan ze op stadse posters met veel stoom om zich tentoon te stellen, hun liefde voor de uitwendige zonde. Moet je dan zondigen om hiermee te breken ? Moet je fouten maken om te breken met een vorige fout ? De fouten van de ongod zijn beter dan het correcte van de mens. Het gaat over de relativiteit van fouten en van zonde. Wat voor de een zonde is is voor de ander het goede, en omgekeerd. Daarom moet de mens tot kennis komen. De mens komt tot kennis met allerlei onwetendheid, allerlei zonde, allerlei fouten. De kennis zal dan orde op zaken stellen. Dat is de kennis van goed en kwaad. Het begint in het innerlijke, en op een sobere manier zal dat gematigd naar buiten komen. Niet zoals de blaaskaken die zichzelf oppompen omdat ze zoveel lust hebben naar de zonde. Ze denken dat ze met al hun gepomp en geschrok de aandacht kunnen trekken van de zonde, maar wat is waarlijk zonde ? Ze werken zich hiervoor stuk in het uitwendige. Dan staan ze daar te pompen en te hijgen, en te pronken, maar hun intelligentie wordt steeds kleiner en vaagt helemaal weg. Het is het pad van de dommen. Snelle bevrediging door de zonde. Ze hebben niets anders. De zondaar had zijn excuus voor de zonde gevonden : hij zou altijd blijven zondigen. Fichte stelde hogere doelen. De mensheid kon zoveel meer zijn. Het werd hem niet in dank afgenomen. De mens bleef liever zondig. Hij wilde niet alleen theoretisch zijn, maar vooral ook practisch. Ik had een droom dat ik ergens was wat een mengeling was tussen het ouderlijk huis en mijn eigen gezin, een mengeling van twee families. Er was nogal een ingewikkeld sleutelsysteem waarbij je ook weer afhankelijk bent van de ander, en ik was blij dat ik zoveel familie leden had die altijd wel in de buurt waren, anders zou het systeem niet eens werken. Ik ging het huis uit, het oord, en ging over een overdekt terras, maar bemerkte ineens dat ik nog naakt was. Ik had me maar half aangekleed. Ik ging dus weer terug, en weer was er de opluchting dat de nodige familie leden in de buurt waren zodat het sleutel systeem zou werken en ik weer naar binnen kon. Bij de ingang was een kunstgedeelte met kunst van een vroegere levenspartner, die bij de familie hoorde, en het was allemaal fallische kunst. Het begon bijvoorbeeld bij een aap met een rechtopstaande staart wat een fallus uitbeeldde. Ook was er een rund die een fallus uitbeeldde en graaste, bedelende aan een rivier voor water en voedsel. Kant stelde in de jaren 1700 dat het kenvermogen van de mens de natuur vormt door de verbindende werkzaamheid, door de synthese, als onderdeel van de dialectiek, de driehoekslogica van stelling, tegenstelling en samenstelling. De natuur is dus in principe gewoon van binnen en niet van buiten. Nu is het zo dat de mens veel te snel tot de samenstellingen komt, de syntheses, veel te snel conclusies trekt, ook veel te snel sex wil hebben en sex heeft. Het is allemaal parasitair, en er is geen oog meer voor de kunstvorm die erachter ligt. Weet de mens wat zijn voeten betekenen ? Weet de mens wat de fallus betekent, en de vagina, oftewel de Kant, 'cunt' in het Engels ? De voeten zijn de verzekeringen. Maar de mens verhinderd zijn voeten niet om zich daarin te verdiepen. Kant wees er op dat er een verborgen synthetische werkelijkheid was. Die kon de mens niet zomaar binnengaan. Alles moest maar snel snel bij de mens, en zo fabriceerde de mens een eigen werkelijkheid en drong dat aan de ander op. Ze drongen dus hun synthese op aan anderen, wat gelijkstaat aan mentale verkrachting. Kant stelde dat er daarom gekeken moest worden naar het object beseffende dat het niet de ware substantie was, maar een sluier. Deze revolutionaire benadering opende de poorten van de verborgen natuur, maar er kwam dan ook een pseudo-Kant die langs alles heenleefde. Je kan dus op twee manieren langs iets heenleven, door geestelijk, verdiepend, filosofisch te leven, persoonlijk, of door onpersoonlijk en onverschillig te leven, wat dan pseudo-Kantiaans zou zijn. Er werd dus een poort geopend, maar er gingen ook een heleboel valse poorten tegelijkertijd open voor geesten die de Kantiaanse filosofie zouden verkrachten en verdraaiien. Ze zouden zo een pseudo-werkelijkheid maken. Tijd en ruimte zijn synthetische verschijningsvormen, stelde Kant, maar niet het ding zelf. De mens moest dus door die sluiers heengaan. De wereld moest ontsluierd worden, en daartoe kwam Kant. Kant zei dat het kenvermogen tot een hoger niveau moest komen, namelijk de rede. Mensen hadden de zintuigelijke

waarnemingen omgezet tot begrippen en zo tot oordelen, maar dat ging helemaal verkeerd. De mens moest boven deze objectieve kennis uitstijgen door de rede, wat in de gnosis de logos wordt genoemd, wat soms ook god genoemd wordt, of in dit geval juist de ongod, omdat er teveel pseudogoden zijn zodat je eerst een helder begrip moet krijgen van de ongod. Het gaat in Kant's filosofische stelsel niet om starre, dogmatische kennis, maar om reflecterende kennis, kenvermogen en oordeelsvermogen die ook religieus en ethisch geladen is. Newton stelde al dat er teveel muren worden gebouwd en te weinig bruggen. Daarom moet het kenvermogen kunnen reflecteren. Het moet een feedback kunnen geven aan alle bestaande systemen. Zo kunnen er ook weer lagere vormen wegvallen wanneer er hogere verbindingen komen. Door de reflecterende kennis kan er zo samenhang en context worden waargenomen. Alles moet telkens weer getoetst worden aan de hogere rede, en omdat de mens dat als zodanig niet kan moet de mens minderen tot robotisme. De mens moet komen tot het natuurautomatisme. Niet alle natuur automatismes zijn goed, dus daarom moet de mens eerst de absolute leegte in om aan zichzelf, zijn lagere vormen, te sterven, aan zijn wil ook, zoals Schopenhauer stelt. En Kierkegaard stelde dat de mens daarvoor tot gezonde vrees moest komen. De mens is te lichtzinnig en reflecteert er maar op los. De jaren 1800 moesten daarom gezonde voorwaarden stellen om het prikkeldraad te leggen om de Kantiaanse filosofie heen, want er werd inmiddels al flink misbruik van gemaakt, wat zijn hoogtepunt kreeg in de jaren 1900. De mens die niet aan zichzelf wil sterven kan geen ware filosoof worden, maar blijft gewoon een kind of een pseudo-volwassene, al dan niet pseudo-filosoof. Deze lijnen trekken dwars door de kerk en de new age heen. Niemand ontkwam dus nog aan het Kantiaanse fundament en model, zowel in goede vorm als in pseudo-vorm. De magie van Kant moest begrepen worden. Het begrip van potentieel gevaarlijke apparaten zoals die van Kant is essentieel. In intellectuele kringen werd Kant's filosofie standaard voedsel in de keuken. Dat ging ook niet zomaar meer weg, maar werd alleen maar verder verdiept. Immanuel Kant (1724-1804) was immers de grote verlichtingsfilosoof. Kant was zo'n beetje de Michael Jackson van de filosofie. Kant ziet de filosofie als mentale architectuur. Alleen maar gelukzaligheid is niet het hoogste goed voor de rede, stelt Kant, want er moet waardigheid zijn, de juiste zeden, wat in de rede inbesloten ligt. De rede is dus niet hedonistisch, en de mens die het geluk wil mag zich afvragen : ben ik het waardig ? En wat is het ware geluk ? Is de ascese niet een weg die veel dieper gaat ? Kent de mens bijvoorbeeld het belang van pijn en verlies ? En is het geluk juist ook niet dat wat je aan de ander geeft ? Dit hoeft zeer zeker niet rechtsstreeks te zijn. Het kan ook heel subtiel gaan, maar vast en zeker. Het kan ook heel langzaam gaan, maar zeker. Wat is het ware geluk ? Volgens Kant is het een belangrijkere vraag voor de rede : wat is waardigheid ? Kant stelt in zijn Kritiek op de Zuivere Rede (1781), zo'n beetje de bijbel van de Duitse filosofische verlichting van de jaren 1700 en de jaren 1800, iets heel belangrijks. Kant schreef het toen hij achter in de 50 was. Hij stelt dat in de kinderjaren van de rede het als eerste dogmatisch is. Dat is ook niet zo vreemd, want het kind heeft nog geen begrippen om zichzelf uit te drukken, en gebruikt dan het weinige wat hij heeft of gewoon wat hem geleerd is. Dat kan dan heel bot overkomen, maar het kind heeft geen ander medium nog, dus de mens moet ook zeker door woorden heen kunnen prikken. Het kind spreekt dus in feite heel cryptisch en symbolisch, abstract. Dan komt de tweede fase waarin het oordeelsvermogen door ervaring voorzichtig is geworden en wijs, dus als tweede is het sceptisch. Maar dit oordeelsvermogen moet dan nog rijpen, volgroeien, door het toetsen en het vinden van vaste grond. Het is niet slechts getoetst, maar ook beproefd, dus eigenlijk zelfbeproeving. Dit houdt volgens Kant in dat niet de feiten van de rede beproefd en beoordeeld moeten worden, maar het vermogen en de deugdelijkheid van het systeem van de rede. Dat is volgens Kant de kritiek van de rede (A761 / B789), wat dus ook de naam is van zijn boek. Kant stelt dat de rede zich altijd moet onderwerpen aan de kritische rede. Zo niet, dan wordt de rede verdacht. Er moeten altijd weer kritische noten in de rede zijn, anders is het niet veilig. Kant stelde

ook dat er een grotere eenheid is wanneer er een grotere verscheidenheid wordt toegestaan die elkaar ondersteunt. We zien hier ook de beginselen van een zeer divers natuur-communisme, die juist beter werkt door grotere verscheidenheid. Alles kan alleen in de juiste samenhang bestaan, in relatie tot (A683 / B711). Kant stelde dat juist in de grotere eenheid door de grotere verscheidenheid het doel zichtbaar zou worden. Kant stelt dan ook dat we de grootste eenheid moeten nastreven. (A676 / B704) Zo kan de rede zich als een bol loswrikken van elke valse grond. Kant stelde dat als er zo'n grote verscheidenheid is gekomen dat er niet meer de minste gelijkenis zou zijn, dan zou daarmee ook het klasse systeem niet kunnen bestaan. (A653 / B681, A654 / B682) Hoofdstuk 17. de kantiaanse exodus Hegel (1770-1831), die min of meer door Kant was beinvloed, stelde in zijn belangrijke werk 'Femonologie van de geest' (1807), wat een vervolg is op Kant's basis boek 'Kritiek van de Zuivere Rede' (1781), dat tijd, alhoewel rusteloos en vloeiend, is ook tegelijkertijd de rust van de uitgebreidheid, als een metafoor van het onderscheidings vermogen van het denken. Tijd moet omgezet worden in begrippen. Tijd is leegte, voorwaarde, maar die moet verdiept worden. Tijd zweeft boven de wateren. De natuur, stelt Hegel, de tijd en de beweging, brengt het weten voort en zo het zelfbewustzijn, die gesplitst is in negativiteit, wat een reflectie is, als een onderscheidingsvermogen, en dit kan alleen het ik zijn door anders te zijn, en juist door het opheffen van het zelf is het het zelf. Hij stelt het in hoofdstuk 8, das abolute wissen, het absolute weten. Hij stelt dat deze zuivere negativiteit het splitsen is, en het begrip zelf, het zichzelf opheffende. Ook stelt hij dat het negatieve een abstractie is. Juist opdat het zich splitst is het het zuivere begrip. De materiële werkelijkheid is het ware leven niet. De materiële wereld is het grootste bedrog ooit. De mens wordt in een roes gehouden. Toch moet de mens door deze wazen de weg proberen te vinden. Drie jaar na de dood van Kant kwam Hegel met zijn femonologie van de geest als de aanvang van een nieuwe eeuw, de jaren 1800 (1807). Dit werk kwam om het werk van Kant te verdiepen. Kant was overleden en Hegel was opgestaan als zijn opvolger. Hegel stelt dat hoe meer contexten de mens gaat zien, hoe dieper de mens in het geestelijke wordt getrokken, terwijl de materialistische mens alles veruitwendigt en steeds meer in het uitwendige wordt getrokken en allerlei dingen vals voorstelt en zo ook het tegengestelde ervan wordt. De mens van de contexten wordt dus steeds geestelijker. Dit is in het kort waar hoofdstuk 8 over gaat.

Hoofdstuk 7 gaat over religie, wat ook de naam van het hoofdstuk is. Meer zelfbewustzijn trekt ook dieper het geestelijke in, wat ook weer een herkenningsproces is, zelfs in tegengestelden. De mens bestaat uit tegengestelden en moet het toch leren herkennen als hetzelfde. Het religieuze bewustzijn is het absolute wezen die het onderscheid tussen het zelf en het waarneembare opheft. De mens moet het zich toeeigenen, inventariseren en assimileren, als onderdeel van zichzelf in een bepaalde vorm. We zien hier de mens dus als monster en roofdier op een meer aanvaardende manier. Het doet de metafoor van het roofdier in dit systeem inpassen, klaarblijkelijk. Dit is dus weer een zuivere negativiteit. Hierdoor wordt het weten zuiver innerlijk, wat het geheim is van het ontstaan van substantie. Hegel stelt dat er niveau's zijn waarop het goede niet het goede is en het kwade niet het kwade en dat ze op sommige niveau's samenvallen, in de zin dat het kwaad een abstractie kan zijn van het individu, het zelf, de eenling, en het goede een abstractie kan zijn van het zelfloze. Dit zijn niveau's waarop het goede en het kwade zijn opgeheven. Dit is volgens Hegel dus de zuivere negativiteit als een onderscheiding. Hegel beschrijft het negatieve als het andere, als een andere, abstracte formulering van de werkelijkheid. Dit hele proces beschrijft ook het voor-zich-zijn, of jezelf weten in de andere. Hegel stelt dat het abstracte begrip religie dan van belang kan zijn om het zelfloze uit te beelden, wat ook een abstractie is van het goede. De mens moet namelijk ook hongeren om zichzelf te verliezen. Alles om ons heen is nog lagere vormen die afgeleid zijn van hogere vormen, dus dit al wel in zich dragen. Kant stelt in de Kritiek van de Zuivere Rede (1781) dat noodzakelijkheid zijn grenzen moet hebben, opdat er genoeg ruimte is voor afleiding, en dat de ware noodzakelijkheid altijd een grotere eenheid, oftewel een grotere context, als doel heeft (A617 / B645). De mens staat oog in oog met oneindig sluwe bacillen. Het gaat erom te werken en te bouwen aan het grote niets, omdat het iets vals is geworden, af is geweken, door de dictatuur van de kerk en het materialisme, die de materie als uitgangspunt heeft. Hiertoe schreef Kant zijn boek : de Kritiek van de Zuivere Rede, wat Schopenhauer het belangrijkste boek van de Duitse filosofische reformatie van die tijd noemde. Luther stelde dat er een nieuwe god moest komen, omdat de god van de katholieken materialistisch was en niet open voor het hogere geestelijke. Maar het protestantse systeem wat in de jaren 1500 kwam opzetten had veel meer nodig om los te breken. Met Kant kwam die nieuwe 'God', de Rede, wat al door de filosoof Spinoza was gesteld. Deze 'God' was zowel de Rede als de Natuur, niet meer de mens als centrum. Voor de mens die altijd zichzelf als God had gezien was dit een hele vreemde God die gekomen was, de Kantiaanse God. Maar deze God sloeg in als een bom. Niemand kon nog aan deze God ontkomen. Het was een buitenaardse werkelijkheid die zich opdrong aan de onderdrukte aarde. Het was een grote bevrijding voor de aarde en het denken van de mens. De Kantiaanse God was zelf-verantwoordelijkheid, maar dat was juist de poort tot vrijheid, want wie anderen zou bevrijden zou zichzelf bevrijden. Kant was dus een grote verzetsstrijder tegen de tirannie van de kerk en het materialisme. De Kantiaanse God kwam niet zozeer met profeten, maar met filosofen. Er was dus een tweede Luther gekomen, die ditmaal niet slechts zijn stellingen op de kerkpoort plakte, maar de kerkpoort openbrak. Kant rekende ermee af, met het hele sluwe kerk systeem van die tijd. Op dit fundament mogen wij nog steeds doorbouwen. Het was een historische doorbraak en overwinning. Er was een nieuwe bijbel gekomen, namelijk die van de filosofie. De Kantiaanse God wond er geen doekjes om : de hele werkelijkheid was slechts een verschijningsvorm, en vals, en daarmee ook de kerk. De kerk had bij voorbaat de strijd al verloren. Kant gooide de poorten van de kerk wagenwijd open en er was een grote uittocht. De filosofische exodus uit de gevangenschap van de christelijke kerk was begonnen, en niemand kon het nog stoppen. Wel waren er dus veel mijnen gelegd aan weerszijden van het pad, en zouden er als gevolg vele pseudo-Kantiaanse bewegingen ontstaan. Ook de Kantiaanse God zou verdraaid worden, en het zou zijn hoogtepunt hebben in de jaren 1900 en daarna de jaren 2000. De

mens moest terugkeren tot de Kantiaanse God. De mens was van het pad afgeweken. De mens moest dus terugkeren tot de jaren 1700 en 1800. Hier lag een belangrijk fundament, een belangrijke oorsprong, waarvan de mens was afgeweken. De jaren 1900 en de jaren 2000 waren de jaren in de klauwen van de oneindig sluwe bacillen die het aardrijk opnieuw hadden bedrogen. In de jaren 1700 en 1800 ligt de mens tussen kerk en materialisme in. Hier tussendoor ligt een pad. De exodus moet zich verdiepen, dieper de wildernis in van 1700 en 1800, om zo niet net zoals Mozes overmoedig een stad te bouwen. De mens moest volhouden in het hongeren, totdat de mens aangekomen zou zijn in het Kantiaanse beloofde land. Er kwam een nieuw begrip over god, want het oude begrip deugde niet. De Kantiaanse God als opperwezen had niets met een ik of jij te maken in eerste instantie, maar met de hogere natuur rede waaraan allereerst het zelf moest sterven. Uiteindelijk moest dit wel het hogere zelf zijn, maar dit was meer een abstractie, een bewustzijnsniveau en had weer niet met ik en jij te maken. De mens moest de valkuilen zien van het ik en jij. In het christelijke kerkelijke godsbegrip was god de grote jij of hij, maar stiekum het ik, het lagere denken van de mens zelf die alles op de ander projecteert om er vervolgens zelf mee weg te rennen. Het gebed is slechts symbolisch om jezelf af te stemmen op de Rede of Kantiaanse God, die dus ook al door de bijbel heenliep, omdat ook de profeten de mens al waarschuwden dat het materialisme een waan was. Maar materialisten beschuldigen vervolgens de geestelijke mens van wanen, en zo worden de profeten gedood door de monsterlijke mammon, oftewel in de bewoordingen van Kant een pseudo-rationaliteit. Kant beschreef deze pseudo-rationaliteit als een gemakszuchtig wegkieperen van de voorwaarden en dan het gebrek aan het begrijpen maken tot een volkomen begrip, net zoals een koopman zijn vermogen niet kan vergroten door een paar nullen achter zijn kassaldo te zetten. Hegel stelt dat de substantie zijn waarheid heeft in het eenvoudige, het simpele, ontdaan van alle voorwaarden, om zo onderscheid te maken wat dan weer in het innerlijk wezen wordt verdelgt, en dat deze verzekering van verzekerdheid zijn bevestiging heeft in vergeetachtigheid. Dit maakt men vervolgens toegankelijk door het openbare handelen, en zo ontstaat de wet van familie en staat, een zeer vroom wezen, zeer passief en doods, en daardoor een onverschillige onwerkelijkheid. Hegel stelt dat het een god is die zich absoluut niet vies wil maken, de schone god genoemd, die spreekt door een van de dubbelzinnige zusters van het noodlot, die de mens door valse beloftes tot misdaad aanzet, met een gespleten tong. Ze geeft de mens valse zekerheden en valse betekenissen. Alles werd verstrooid en vereenvoudigd, en daarom streden de intellectuele filosofen al sinds de oudheid hiertegen. De mens had afgedaan van het hogere systeem van de rede en betaalde er een zware prijs voor. Hegel sprak : Pas op voor de acteur en zijn masker, want die individualiteit kleeft er maar slechts heel oppervlakkig aan vast, zeer gedachteloos en inconsequent, als onwaardige toevalligheid en daardoor niet-wezenlijk. Kant stelt dat hoeveel het begrip van een object ook bevat, dat de mens er toch bovenuit moet gaan om er existentie aan te verlenen. De mens die dit niet wil gebruikt volgens Kant tautologieën, oftewel zegt telkens hetzelfde in verschillende bewoordingen en voert dat in zichzelf aan als bewijs, en deze verwisselende illusie is tegen vrijwel iedere correctie bestand. Vandaar dat Schopenhauer ook stelt dat de wil moet sterven. Er valt namelijk niet te discussiëren met een redeloos mens, omdat de redeloosheid vaak een kwestie is van de wil. Wel is het dus zo dat alleen kennis de wil kan onderwerpen, maar deze kennis moet allereerst op het zelf betrokken worden. Daarom is de filosoof vaak gedoemd tot geheimhouding, en mag zichzelf vaak niet verdedigen. Als we dan bidden om de uitstorting van de Kantiaanse God, dan bidden wij eigenlijk om een uitstorting van de Rede, wat in principe gewoon een afstemming is op de Rede. Wij mogen zo tot kanalen van de Rede zijn en ook gelijkvormig worden aan de Rede, opdat wij tot filosofen worden, wat de waarlijke uitverkiezing is.

Toen Mozes ergens in de woestijn stopte om daar zijn eredienst te houden en tabernakel op te zetten in overmoed was het dus eigenlijk Immanuel Kant die hem stopte en zei dat het volk verder moest gaan tot het beloofde land, niet op te geven in het hongeren, want in Jesaja werd de komst van Immanuel letterlijk geprofeteerd als degene die boter (melk) en honing zou eten, als een beeld van het beloofde land. Immanuel zou het volk leiden tot het beloofde land : Jesaja 7 13 Toen zeide hij: Hoort toch, gij huis van David. Is het u niet genoeg mensen te vermoeien, dat gij ook mijn God vermoeit? 14 Daarom zal de Here zelf u een teken geven: Zie, de jonkvrouw zal zwanger worden en een zoon baren; en zij zal hem de naam Immanuël geven. 15 Boter en honig zal hij eten, zodra hij het kwade weet te verwerpen en het goede te verkiezen. 16 Maar voordat de jongen weet het kwade te verwerpen en het goede te verkiezen, zal het land ontvolkt zijn. Mozes mocht namelijk vanwege zijn overmoed niet tot het beloofde land gaan. Immanuel zou de mens verder leiden, wat door de christenen werd gezien als de komst van Jezus, maar de Israelieten zagen Jezus als een afgod en valse profeet, dus voor hen was dat niet de vervulling van hun profetie. Het land zal ontvolkt zijn wil zeggen dat het alleen voor de eenling is. De Rede kan namelijk alleen ontvangen worden door de eenling die zelf-verantwoordelijk is geworden, alhoewel dit een bewustzijns-begrip is en niet een daadwerkelijke ik is. Het gaat hier dus om een principe als onderdeel van de Rede. Immanuël betekent 'God met ons', maar God, el, betekent in de wortel de omdraaiier. Het is dus inderdaad de Kantiaanse God die de pseudo-werkelijkheid door de filosofische lens terugdraaide tot de oorsprong. Mozes zei dus tot het volk : Laten we hier stoppen om ons een stad te bouwen en een naam, maar Immanuel Kant zei : Laten we verder gaan en blijven hongeren in de wildernis, opdat we uiteindelijk tot het beloofde land van melk en honing zullen komen. Treffender kan deze profetie niet zijn. De mens moest nog meer minderen en nog meer loskomen van het materialisme, want het was het pseudo-terrein buiten het paradijs. Je kon hier niets vertrouwen. Daarom moest Immanuel Kant de mens tot een groter niets leiden. De mens moest loskomen van het overbodige, het pretentieuze. Hoofdstuk 18. newton's wereld In Mattheus 1 in het NT is Immanuel verbonden aan de komende redding van het volk. Ik had een droom waarin ik in een Kantiaanse wereld was, een parallel wereld, waar ik vroeger ook veel over gedroomd heb. Er waren allerlei betrokken hulp organisaties die de mensen opzochten en de mens van hun verslavingen afhielpen, zoals ook sex verslaving en verslaving aan verkeerde boeken enzovoorts. Ze zochten mensen aan huis op. Het waren Kantiaanse hulp organisaties die niet star en dogmatisch waren, maar juist fantasie rijk, want ze deelden ook bijvoorbeeld posters uit. Ik kon me herinneren dat ik ooit een grote poster kreeg wat een beetje leek op de wereld van Winnie de Poeh voor dertig procent, en misschien voor 40% op de wereld van Rayman. Het hing aan de linkermuur

van mijn slaapkamer, naast een kist met wat andere spullen. Er waren veel oorden van die hulp organisaties, en er was telkens veel natuur omheen waar mensen konden wandelen. Er was ook een gebouw wat een hele lange gang had en helemaal doorliep tot de ingangshoek van het station. Aan het einde van de gang was de kamer van een meisje, en er stond daar een computer, en op het bureaublad was een foto van de ingangshoek van het station, maar je zag daarop gewoon de mensen die daar tegelijkertijd liepen, dus meer als een soort camera effect, een soort 'live' effect. Er begon toen een soort van tune te spelen waar ik even later ook mee wakker werd, wat ik beschouwde als Kantiaanse muziek. Mozes stopte te vroeg in de woestijn, en zei : 'Mensen, dit is het,' maar Immanuel Kant zei : 'Laten we verder trekken, mensen, dit is het nog niet.' Immanuel Kant zag het grote boeren bedrog, de leugen van de pseudo-realiteit die de kerk had opgezet, ook al hadden sommige kerkelingen een vleugje intellectualiteit. Het trekt door de bijbel heen. Het is soms zeer bruikbaar, maar de mens moet verder. Immanuel Kant stelde in de jaren 1700 dat er veel grotere parallelle realiteiten waren, en dat de mens door alle verschijningsvormen om hen heen moesten prikken, maar wat zal er nog overblijven van die mensen ? In hoeverre zijn de mensen zelf verschijningsvormen die weg zullen vallen ? 'Boter en honig zal hij eten, zodra hij het kwade weet te verwerpen en het goede te verkiezen. Maar voordat de jongen weet het kwade te verwerpen en het goede te verkiezen, zal het land ontvolkt zijn,' stelt Jesaja over Immanuel, dus wij komen alleen tot het land van melk en honing als wij los zijn gekomen van de massa's. De mens wordt dus tot het uiterste beproefd. Maar de mens wilde niet luisteren en volgde Mozes. Jeremia riep : Gaat uit van die stad, maar de mens wilde niet luisteren, en ze maakten zichzelf een Jezus, zodat ze niet meer hoefden te leren. Ze maakten zoals Immanuel Kant zei 'van hun gebrek aan begrip een volkomen begrip', gewoon door de leegtes in hun rede op te vullen met voortijdige begrippen. Waarom nog leren als je kon geloven. Ze volgden een rode joker met een rode slaapmuts die nogal snel stierf en snel weer opstond, om zo niet te hoeven hongeren. Ik zag deze joker in een droom, bloedend aan het kruis, en die kwam er ook weer snel af. Van deze snelle magie die niet mindert, die niet hongert, maakt de mens graag gebruik. Dood en leven is allemaal goed, maar graag geen honger. Dood en leven past allemaal perfect thuis in hun materialistische denkbeelden. De mens wilde niet ervaren en leren kennen. De mens wilde gewoon geloven. De Rede denkt in voorwaarden, waar het zintuigelijke met het onvoorwaardelijke als absolute denkt te beginnen, stelt Immanuel Kant. Hierin raakt de Rede allereerst verstrikt, in de pseudo-realiteit, in het schijnbare. Toch is de Rede dan bepalend en niet bepaalbaar, omdat de Rede een noodzakelijkheid is en het enige werkelijke. De Rede is niet onderworpen aan het tijdelijke en materiële experimenten. Dit is dus de vrijheid van de Rede. De Rede is haar tijd ver voor, omdat zij eeuwig is. De Rede is onafhankelijk van de zintuigelijkheid, wat Immanuel Kant stelt als de definitie van vrijheid. De mens is een verschijning, maar de Rede is dat niet. De Rede is ook niet slechts begeleidend, maar op haarzelf, ook wanneer het zintuigelijke dwars tegen haar ingaat. De voorwaarde die in de Rede ligt is niet zintuigelijk, dus heeft ook geen begin, en is daarmee ook niet onderworpen aan zintuigelijke pseudo-voorwaarden en aan bepalingen in de tijd door een voorafgaande oorzaak. De voorwaarde van de Rede zweeft hierboven als een bol. Ze is hierdoor ook niet onderworpen aan chronologie, aan opeenvolging in tijd. Dit is hoe Immanuel Kant de Kantiaanse God beschrijft. Daaronder ligt de woeste zee van de pseudo-voorwaarden, waar ook de Rede in was geworpen en in verstrikt was geraakt, maar zij was er nooit een deel van geweest. Het was alleen om haar op te wekken. De woeste krachten van het geloof zijn dus slechts de brandstof van de kennis. Zij rangschikt en inventariseert alles en draait het tot gebruik en nut. Zoals de god El ook al de Draaier werd genoemd in de Hebreeuwse worteltekst, en in het Grieks is zij als logos de Rede in de beschrijving van god in het NT in het eerste hoofdstuk van Johannes. Ook in de Aramese grondtekst is god de Rede :

Johannes 1 1 In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Aramees : In het hoofd was de Reden en de Reden was bij God en de Reden was God. Reden is mlh, en God is alah. Immanuel Kant stelt dat de Rede dus zelf de voorwaarde is voor iedere handeling waarin de mens zichzelf als verschijning manifesteert. De Rede volgt dus niet de orde zoals die zich voordoet in de verschijning, stelt Immanuel Kant, wijkt niet voor materiële regels en hun voorwaarden. De Rede is dus in dat opzicht een rebel tegen de verschijningsvorm, tegen de lagere pseudo-realiteit. We kunnen stellen dat de Rede zich dus ook niet onderwerpt aan bepaalde taalregels die de mens heeft opgesteld. De Rede bepaalt zelf welke taal zij gebruikt, en wanneer en hoe, en met welke voorwaarden. Ik heb er lang over nagedacht en gebeden hoe de poort tot het Kantiaanse werd geopend, en tot het Kantiaanse land, of wereld of parallel, waar ik al zo lang telkens over droomde. Ik kreeg toen een droom over Isaac Newton, een theologische natuurfilosoof uit de jaren 1600 en 1700 (1643-1727), die drie jaar na de geboorte van Immanuel Kant overleed. In de droom zag ik dimensies in elkaar overvloeien als regenbogen, buitenaardse stralen die elkaar kruisten en geboorte gaven aan nieuwe dingen, en vervolgens gaven vele filosofen van die tijd hun commentaren. Hij haalt 2 Koningen 17 aan : 15 Zij hadden zijn inzettingen veracht en zijn verbond, dat Hij met hun vaderen gesloten had, alsook zijn vermaningen, die Hij tot hen gericht had; zij hadden achter de ijdelheden aan gelopen, zodat zij tot ijdelheid werden, en achter de volken aan, die rondom hen woonden, ofschoon de Here hun geboden had niet te doen zoals deze. 16 Zij hadden al de geboden van de Here, hun God, verlaten en zich gegoten beelden gemaakt, twee kalveren; ook hadden zij gewijde palen gemaakt, en zich neergebogen voor het gehele heer des hemels en de Baäl gediend. Daarvoor staat er : 7 Dit nu is geschied, omdat de Israëlieten gezondigd hadden tegen de Here, hun God, die hen uit het land Egypte geleid had, uit de macht van Farao, de koning van Egypte, en omdat zij andere goden hadden vereerd 8 en gewandeld hadden naar de inzettingen der volken die de Here voor het aangezicht van Israël verdreven had en naar die, welke de koningen van Israël hadden ingesteld. 9 De Israëlieten hadden bedacht wat tegenover de Here, hun God, niet recht was: zij hadden zich offerhoogten gebouwd in al hun steden, van de wachttoren af tot de versterkte stad toe; 10 en zij hadden zich gewijde stenen opgericht en gewijde palen op elke hoge heuvel en onder elke groene boom. 11 Daar, op alle hoogten, hadden zij offers gebracht, evenals de volken die de Here voor hun aangezicht had weggevoerd; zij hadden slechte dingen gedaan en daardoor de Here gekrenkt; 12 zij hadden afgodendienst bedreven, waarvan de Here tot hen gezegd had: Zo iets zult gij niet doen. 13 De Here had Israël en Juda gewaarschuwd door alle profeten, alle zieners: Bekeert u van uw boze wegen en onderhoudt mijn geboden en inzettingen, volgens de gehele wet die Ik uw vaderen heb geboden, en door mijn knechten, de profeten, u heb doen overbrengen. 14 Maar zij hadden niet geluisterd doch zich even hardnekkig betoond als hun vaderen, die niet vertrouwd hadden op de Here, hun God. 15 Zij hadden zijn inzettingen veracht en zijn verbond, dat Hij met hun vaderen gesloten had, alsook zijn vermaningen, die Hij tot hen gericht had; zij hadden achter de ijdelheden aan gelopen, zodat zij tot ijdelheid werden, en achter de volken aan, die rondom hen woonden, ofschoon de Here hun geboden had niet te doen zoals deze. Newton was unitarisch en ariaans, dus die zocht naar bruggen en geheime boodschappen in de

bijbel, dus beschouwde het niet orthodox. We zien in bovenstaande tekst dat de exodus ergens halverwege vastgroeide en dat de Israelieten materialistisch bezig waren in hun steden en dieren offerden, wat wel zo barbaars en primitief was dat ze daarmee in wezen afgoden, demonen vereerden, en niet de rede. Newton zegt dan dat er verschillende lagen in de tekst zijn, trouwens net als in de grondtekst, en hij stelt dat de ware God werd aanbeden gewoon door middel van de twee kalveren, dus niet dat de twee kalveren nu zozeer God waren, maar een soort van medium, om tot God te komen. Het kan dus volgens Newton ook een mengeling zijn geweest van de aanbidding van de ware god en ook de valse goden. Hij redeneert zo ook een beetje vanuit Jerobeam's institutie die dan eigenlijk de lagere klasse van de bevolking, die dus geen levieten waren, aanstelde als priesters van die kalveren, en zo was dat dus niet zo'n zware zonde als dat van de heidenen die rechtstreeks de valse goden dienden. Newton stelde dus dat die twee kalveren er juist voor zorgden dat de ware God toch nog werd bereikt. Zo was dat nu eenmaal in hun natie dat de kalveren werden aanbeden als hetzelfde als het aanbidden van de ware god, stelde Newton. Zo was dit nu eenmaal gegroeid en het had diepere betekenis. Zij aanbaden dus de ware god in of door de kalveren, en niet de kalveren zelf. Het was een soort middel of instrument, wat voor betekenis het dan ook had. De kalveren waren dus slechts een soort van 'bij wijze van spreken', terwijl het slechts schijnbaar leek alsof ze die kalveren zelf aanbaden. Het had dus te maken met de taal en de metaforen van die tijd, de terminologie. In wezen, stelde Newton, waren die kalveren slechts toegewijd aan god. Newton legt dit vervolgens uit via Richteren 17, dat dit zelfs een heel erg bijbelse gedachte is, want Micha's moeder wijd daar elfhonderd zilverstukken toe om er een gesneden en gegoten beeld van te maken voor Jehovah, god. Later nam de stam van Dan deze goden weg, maar Newton stelt dat het om het principe van de ziel gaat, de motivatie erachter. Volgens Newton was het gewoon een kunstvorm als een herinnering, zoals de kalveren de mens moesten wijzen op de diepere, onzichtbare realiteit, en de exodus, dus het kon zowel goed als slecht gebruikt worden. Dan heeft Newton het erover dat zij die zouden offeren de kalveren moesten kussen, om zo onderscheid te maken tussen god en het offer. Ook de offers moesten god kussen. Hij haalt daarvoor Hosea 13 aan : 2 Zij maken zich gegoten beelden van hun zilver, afgodsbeelden, naar eigen inzicht, alles het werk van metaalbewerkers. Men zegt van hen: De mensen die offeren, kussen kalveren. Dan stelt Newton dat in Hosea 4 Israel een hoer wordt genoemd. Newton stelt dat als de Israelieten afgodsbeelden maken vanuit hun eigen wil, dan is het verkeerd, maar als ze het doen om de ware god te dienen, dan is het goed, als God zelf het hen heeft opgedragen. Newton interpreteerde het boek Openbaring als de val van het katholieke systeem. Hij stelde dat hij was uitverkoren door God om de bijbelse profetieën uit te leggen, want die hadden een diepere betekenis, en hij stelde dat hij de sleutel daartoe had ontvangen. Hij schreef hiertoe niet alleen exegetische teksten maar ook alchemistische teksten gewijd aan de natuurfilosofie, en daartoe verzamelde hij ook andere alchemistische teksten, bijvoorbeeld van William Bloomfield, een alchemistische natuurfilosoof opgenomen in Ashmole's Theatrum Chemicum Britannicum van 1652. In zijn alchemistische teksten stelde Bloomfield op prozaïsche en psalmistische wijze dat de planeten op zich ons geen toegang zullen verschaffen, maar alleen de diepere betekenissen, en die zullen ons eerst door de hel leiden, en dan pas tot de hemel. De filosofische mens wordt eerst geleid tot een plaats tussen leven en dood waar over al deze dingen gediscussieerd wordt. Hier moeten dingen opgelost worden en gescheiden, ook onderscheiden, maar dit mag niet op een corrosieve manier gaan, op een manier waardoor dingen totaal vernietigd of onherstelbaar beschadigd worden, manieren dus die door wijze filosofen worden geweigerd. Newton's mandaat is : meer bruggen bouwen, minder muren. De mens moet op zoek gaan naar het potentieel van dingen, en niet alles allemaal bij voorbaat geheel afwijzen. De mens moet leren begrijpen en leren ermee werken, nut te vinden. Bloomfield stelde : Er lopen meerdere natuurlijnen door dingen heen, parallelle werelden

zogezegd, dus we kunnen niet alles zomaar geheel wegkappen, want dan kappen we meer weg dan ons lief is. Zo is dat dus ook met de theologie : Leer de natuurlijnen erin te ontdekken en werk ermee, als met een medicijn. Dat is de boodschap van zowel Newton als Bloomfield, en dat werd later door Kant uitgewerkt : Kijk niet zomaar naar het object als een bestaand object, maar zie het als een verschijningsvorm en niet het eigenlijke ding, want dat ligt achter de sluier. De manier waarop we met dingen omgaan bepaald dus of het afgoderij is of niet, in Newton's woorden en exegese. Niet het ding op zich bepaald of het afgoderij is of niet. In 'Bloomfield's blossoms' stelt Bloomfield dat de mens geleid moet worden door de rede. De mens moet leren vanuit moeder aarde te werken om zo vrij te komen, want als natuur met de natuur werkt dan kent het werk voltooiing. Dan wordt er ware betekenis gevonden, en bereikt het het zaad. Als de monon (mnn, mn), oftewel de eenling, komt tot de draaier, el (Hebreeuws), oftewel de parallelle tuner, dan is dat de stoicijns-hebreeuwse betekenis van mn-el, mnl, oftewel Immanuel, maar het heeft veel diepere Egyptische wortels, de verborgen ondergrond van de stoïcijnshebreeuwse filosofie. Imman, met de mn-wortel loopt helemaal terug tot de dodentochten van ra door de onderwereld, waarin ra op zijn boot beschermd wordt door de mn-slang, de mehen (mhn, mn), wat de draaier betekent, en wat dus dezelfde betekenis heeft als el in de worteltekst. Juist door de mehen kon ra tochten maken door de onderwereld en sloten openmaken. Immanuel is dus de verbinding tussen de Egyptische draaier en de Israelitische draaier : mehen-el. Ook Mozes wijst op de slang in de woestijn, want de slang is een beeld van de draaier, oftewel de parallelle tuner, het veranderen van het perspectief. Hier ging het pad verder. Mozes wees op mehen-el, op Immanuel, als zijnde het diepere Egyptische fundament. Ook Osiris is beschermd door de mehen-slang in de onderwereld om zo de vijanden van ra te vernietigen. Je zou ook kunnen stellen dat de mehen en de monon in het Nederlands voorkomen als de mannin, een naam van Eva, die de man moest beschermen om hem in haar gedaante als de draaier, de slang, door de kennis wedergeboren te laten worden in de parallelle wereld. Door mehen, mn, werd ra ook uiteindelijk tot amun-ra, oftewel de verborgen ra, amen-ra, de eenling ra, waardoor hij boven de massa's was uitgestegen, wat ook een Egyptische vorm en oorsprong is van Immanu-el. Dit uitstijgen boven de massa's komt in het NT terug in het boek Efeziërs waar de gemeente in Immanuel (Jezus) gesteld is boven de regeringen, overheden en machten van de lagere aardse gewesten. Dan staat de mens voor de zee van de jaren 1900 en 2000, en dan zal deze zee gesplitst moeten worden, opdat er een doorgang is tot diepere wildernis. Hoofdstuk 19. Niet : Er zij licht, maar : Er zij duisternis Ironisch gezien is dan Immanuel Kant, de grote draaier die aan het wiel der realiteiten stond, zelf ook een verdraaiing van iets. In het tweede bijbelse onderwijsboek 'Rigil Kent ontsluierd', stelt

namelijk in hoofdstuk 3, de etro lens : 'Areta was het voortijdse babylonische Afrika, maar dit werd verdraaid van Areta, r'ta, rt, tot Thora, tr, de joodse wet. Op deze basis werd Name, nm, het voortijdse roshlandse Afrika, verdraaid tot man en manna, mn, oftewel de patriarchische verborgen kennis die je moet opkopen, en waarin mannen altijd voorrang hebben.' Immanuel Kant is dus een groot enigma van de jaren 1700 wat slechts een code is van iets veel diepers. Laten we kijken wat de verdraaide nm-wortel is. Dit wordt besproken in hoofdstuk twee van Rigil Kent ontsluierd : 'Nms, nhm, name is een Aramees woord voor wet, maar ook voor zintuig. Omdat er zoveel Egyptologie door de tijden heen verloren is geraakt ligt deze verloren kennis gecodeerd in de dochters, de vruchten, van Egypte : het Aramees en het Hebreeuws. Vandaar dat deze twee talen heel belangrijk en ondersteunend zijn om een beter zicht op het verloren gegane Egypte te krijgen, en dat is weer belangrijk om terug te keren tot het voortijdse Afrika. Dit is een tocht die de mens moet maken, terug tot de oorspronkelijke natuur, terug tot het paradijs, want nu leeft de mens buiten de poorten van het paradijs in het gebied van de trickster, de misleider. Er waren verschillende gebieden in het voortijdse Afrika, zoals Irad, Sur, Oan en het voortijdse Egypte deel. Nahme is ook weer voortijds Afrika, wat nog deels bestaat als Nahm-ibia, Namibia in het zuid-westelijke Afrika van vandaag. Het betekende 'wet', net zoals in het Aramees, en ook de materie van de informatie, als een boodschap en een leger wat uitgezonden wordt, als het immunologisch systeem van de natuur, wat overigens ook in Egypte de diepere betekenis is van de wet. Het woord 'materie' is dus misleidend, selectief, natuurvrezend, een truuk van het Romeinse wereldrijk. Het Engelse wereldrijk bouwde daar vrolijk op voort, allemaal ten koste van de indianen. De 'namerie' ligt dus dichter bij de waarheid, want dan krijg je het totaal-plaatje te zien. Ben je een materialist, of een namerialist ? De namerialist ziet de diepere natuur en kennis die achter alles verborgen ligt, en is DAAR op gericht, de veel verfijndere natuur-namerie. Zo ziet de namerialist verloren gegane geschiedenissen en de voortijden, en kan daar zijn leven aan schaven, om zo raadsels op te lossen. Zo gaan de poorten van het paradijs wijd open, maar het paradijs is niet wat de westerse mens denkt dat het is. Het is niet religieus en het is geen luilekkerland, maar een school en een slagveld. De mens moet een tocht maken door de onderwereld en het verloren gegane paradijs ontdekken, de namerie. Wat een rijkdom is het, maar wat een hoge prijs moeten we daarvoor betalen. En daarom doen velen dit niet. Ze zijn materie-zoekers, geen namerie-zoekers. Daarom heb ik een grote liefde voor Suriname, niet alleen omdat ik met deze cultuur opgroeide, maar ook omdat hier nog steeds het voortijdse Afrika in is gecodeerd. Cuwr of Sur is namelijk het voortijdse Afrikaanse Israel, en Name is het voortijdse Afrikaanse Roshland, het land van de beginne (vgl. Rusland), wat een diepgaande en levengevende filosofie had over de namerie in plaats van materie. Suri-Name draagt nog steeds deze twee paradijselijke gebieden in zich. Helaas heeft het moderne materialisme veel Surinamers meegesleurd. Er zijn dus twee Surinames : het materialistische Suriname en het namerialistische Suriname. Groot verschil.' Name, nm, is dus de verfijnde, geestelijke substantie van de rede, wat nog steeds gecodeerd ligt in twee name-landen : Nam-ibia in Afrika, en Suri-name in Zuid Amerika.' El is dus de draaier in de Hebreeuwse wortel, die dus nm, de substantie van de rede, heeft omgedraaid tot mn, zodat het immanuel werd, in plaats van nm-el. El komt van ila, de honger, het minderen, de eenling, in de voortijd. Oorspronkelijk was immanuel dus nm-ila, het principe van het pad van de hongerende eenling die zo tot de verfijnde substantie van de rede komt, wat ook het principe van de draaier is. 'Zij draait haarzelf om om de honger te brengen.' Dit gebeurde toen Sarah

de opgroeiende Izaak van de borst moest laten ontwennen. Vandaar ook : Suri-name. Suri is de Orionse of voortijdse naam voor Sarah. Het omdraaien van de moeder om haar borsten voor haar kind te verbergen is een onderdeel van de opvoeding, oftewel de pedagogiek, opdat het kind tot name komt, de substantie van de rede. Namibia, oftewel Name-b, is de diepte (b, voet, egyptisch, voortijds) van de verfijnde substantie van de rede. In het voortijds is de B niet alleen verbonden aan de voet, maar ook de billen en de baarmoeder, wat allemaal symbolen zijn voor de diepte, en wat 'tederheid' betekent. Ook de letter M kan in het voortijds de voet betekenen, als een soort vrouwelijke Mozes, als de godin van deuteronomium, een soort van wetmatigheid, wat ook weer terugkomt in het Egyptisch, want m, ma, is de wet. Deuteronomium staat ook voor de verdonkering van de vrouw ter bescherming van het kind, oftewel de duisternis, het verborgene, de obscuriteit. Zonder de verdonkering van de vrouw, en van de moederborst, zou het kind nooit kunnen ontwennen van de moederborst, en zou het kind zo geen eenling kunnen worden om zo niet tot de verfijnde substantie van de rede te kunnen komen. Dan zou er dus zelfs geen bestaan mogelijk zijn geweest. Ik droomde over de eerste scheppingsdag die hiermee verbonden was, dus de eerste scheppingsdag zei niet : Er zij licht, maar : Er zij duisternis. En dat is de ware tederheid van de moeder, haar genuanceerdheid, om haar kind te beschermen. Wij mogen zeggen : Dank u wel, moeder, voor de duisternis in ons leven. Hoofdstuk 20. bespreking boek 19 en boek 1 van de vur De bedriegelijke m-n taalstring ging heersen als 'man' in het westen. Je wordt nota bene bedonderd waar je bijstaat weer. En dat terwijl de man oorspronkelijk het receptieve deel was van de rede, het luisterende deel. Een man staat niet boven een vrouw. Dat mag duidelijk wezen, en het is al vaak gezegd. De m-n taalstring was echter bedrieglijk en draaide nogal graag dingen om. De mens moet doorkrijgen hoe hij bedonderd is door taal, alhoewel de m-n al zo ingeburgerd is in de taal dat de mens het wel soms gemakshalve moet gebruiken. Maar het is belangrijk de oorsprongen te kennen. De mens moet de n-m stringen weer ontvangen, de verfijnde substantie van de natuurrede, de namerie. En wat een duffe, suffe man werd er als regeerder aangesteld over de aarde. Het ontbreekt hem totaal aan intelligentie, en alle stof is verdicht, geen greintje geestelijkheid, of slechts een vleugje om het toch wat te doen lijken. Er vind geen verdieping plaats. Hij heeft geen scheppend vermogen, en is gewoon conform aan de massa's en de voorouders, want wat de boer niet kent dat vreet hij niet. Er valt niets te lachen, er valt niets te vieren, en al helemaal valt er niets te volgen. Hier zijn het de blinden die de blinden leiden. De mens moet beseffen dat alles metaforisch, als we even de bijbelse terminologie gebruiken, misging in Babylon, waarvanuit alles verdraaid werd als in een groot mysterie, wat terugwijst op een groot buitenaards event. De bijbel zegt : Genesis 10 8 En Kus verwekte Nimrod; deze was de eerste machthebber op de aarde; 9 hij was een geweldig

jager voor het aangezicht des Heren; daarom zegt men: Een geweldig jager voor het aangezicht des Heren als Nimrod. 10 En het begin van zijn koninkrijk was Babel, Erek, Akkad en Kalne, in het land Sinear. 11 Uit dat land trok hij naar Assur en hij bouwde Nineve, Rechobot-Ir, Kalach 12 en Resen tussen Nineve en Kalach. Dit gaat over de oorsprong van Babel. Nimrod, nmrd, is Name-Areta, oftewel de geoefendheid van de volharde rede. Maar de mens die dit mysterie niet wilde begrijpen en erom heendanste om er iets anders van te maken bouwde een toren tot de hemel, en vandaaruit werden alle talen verstrooid en verdraaid, en dat is wat we vandaag de dag op aarde zien. Het zijn allemaal fragmenten. Het zijn allemaal snippers die nog gerangschikt dienen te worden, waarin de mens ook moet oppassen om niet teveel te rangschikken, want dan groeit de mens weer vast. De mens moet het pad van het halve volgen. De hongerende mens die mindert komt vanzelf tot eenlingenschap en zo vanzelf tot robotiek om zo het mysterie van de uitverkiezing te kennen, en dan gaat alles door het halve. De Vur stelt als de mens het hele zou kennen dan zou de mens zichzelf daardoor vernietigen, en daarom kent de filosoof maar half, voor eigen bescherming. Er is ook zoveel kennis die de mens moet verliezen. Zoveel kennis vandaag de dag is overbodig. Babylon was de draaier, waar alles verdraaid werd, waar de dimensies in elkaar overvloeiden. Hierover gaat ook boek 19 van de Vur, de golf. Daar zien we ook Nimrod, oftewel Name-Areta, die haar pijlen schiet om de filosoof mee te nemen, te bevrijden uit de stad. Deze pijlen gaan dwars door het hoofd. Dan wordt het verleden gewist en anders gemaakt. Het gif van de religies druipt dan weg. Wie kent het geheimenis van Babylon, en wat ligt er voor de mens klaar ? De mens moet teruggaan tot de draaier, tot de orkaan, wat ook het eerste boek is van de Vur. Ook daar schiet Nimrod, oftewel Name-Areta, de stichteres van Babylon, haar pijlen. De pijl is ervoor om ons denken te veranderen. De mens zit vast in het denken. De orkaan komt om steden in te nemen, stelt vers 15. Zij breekt het glas. Het komt als een lied. Wat horen we in onze hoofden ? Waar luisteren we naar ? Het zal ons opnemen als een schip, stelt vers 16. De orkaan is als haar woeste haardos, stelt vers 17, waarin zich de sleutel bevindt. In vers 19 stelt ze dat ze sleutel en slot is, zowel de nachtmerrie als de paradijs droom. Maar dan vaagt alles weer weg, want het is allemaal slechts het begin van een verhaal. Weer worden er pijlen geschoten, in vers 18. De mens kan niet wegkomen. Dit heeft allemaal te maken met de ontwenning van de moeder borst waar het kind doorheen moet. Het is een ritueel wat het kind moet ondergaan om tot volwassenheid te komen. Het eenlingenschap ontstaat alleen in beproeving, en die beproeving gaat tot het uiterste om het volkomen te maken. Mozes wees op de slang in de wildernis, oftewel de draaier, Babylon. Daarom gingen de Israelieten uiteindelijk ook in Babylonische ballingschap. Dit heeft een diepere betekenis. De Israelieten hadden zichzelf een stad gebouwd en een naam. Daarom moest Babylon wel komen, het vreemde. Daarom moest Nimrod, Name-Areta, de jager, wel komen. Daarom moesten er wel pijlen door de hoofden gaan, oftewel door het denken. De mens moest terug tot de buitenaardse oorsprong. De mens moest wel door Nimrod, Name-Areta, meegenomen worden, terug naar de oorsprong, want de mens was ontvoerd door de bedriegelijke Roomse jager. Wat een verschrikkelijke oorlog is dit : Nimrod, Name-Areta, tegen de Roomse jager. We zien het elke dag. Calvijn stelde dat de mens geen vrije wil had, oftewel vrij vertaald had de mens niets in te brengen. Eigenlijk hing alles af van de pijlen. De pijlen brengen de mens tot wedergeboorte, tot onweerstaanbaarheid en onontkoombaarheid. Dat is de bescherming van een moeder die zij aan haar kind geeft. De m-n string wil zichzelf altijd laten gelden, heeft altijd een weerwoord, omdat ze de n-m string, de name, rede, onderdrukt en verdraait. Daarom moet de m-n string verbroken worden. De m-n

string duivel drukt zichzelf uit in het woord man in het westen. Dat woord vindt de m-n string duivel heerlijk om te zeggen, want het laat zijn heerschappij zien. Lekker onfilosofisch en onredelijk te werk gaan. Hoef je niet veel voor na te denken. Heerlijk vindt de m-n string duivel dat. Lekker veel zeggen terwijl je eigenlijk niks zegt. Heerlijk vindt de m-n string duivel dat, lekker raaskallen, en omdat het voor de verkoop is rolt het geld binnen. De m-n string moet verbroken worden. De n-m natuurstringen van de rede moeten terugkomen. Heerlijk vindt de m-n string duivel het om de mens totaal te verstrikken in tautologieën, dus eerst een of andere religieuze stelling neerzetten en die dan bevestigen met een soortgelijke religieuze stelling. De m-n string moet verbroken worden op gezette tijden. Man man man, zegt de m-n string duivel. Je zou dan kunnen zeggen : rede rede rede, of moeder moeder moeder, of vrouw vrouw vrouw. 'Hè gatsie,' zegt de m-n string duivel dan. 'Dat is gewoon goor. Man man man.' Dan zou je weer kunnen zeggen : rede rede rede, of moeder moeder moeder, of vrouw vrouw vrouw, want de m-n string duivel is verder niet voor rede vatbaar. 'Ummm, pardon me ?' zegt de m-n string duivel dan. 'Maar dat zijn niet echt populaire woorden. Daar koop je niks voor en verkoop je niks mee. Man man man.' Je zou dan kunnen zeggen : 'In de naam van de natuur rede verbreek ik je ontmaskerde m-n stringen, want het is alleen maar voor het geld.' 'Man man man, vrouw vrouw vrouw, okay, half om half dan,' zegt de m-n string duivel dan. Je zou dan kunnen zeggen : 'Er zal een nieuwe definitie komen voor man en vrouw, vanuit de natuur rede moeder, vanuit de n-m stringen.' De m-n stringen hebben van de mens duffe, suffe consumenten gemaakt die zich op iedere hoek van de straat laten bedonderen. Maar de mens mag terugkeren tot de n-m stringen van de natuur rede. De m-n stringen trekken de mens tot de verkoop telkens weer, door bedreiging, intimidatie, beschuldiging, stoken, door leugens. De m-n stringen blaffen als honden tegen de mens : woef woef, en springen kinderen zo in de nek. Ze moeten weer aan de riem. Hoofdstuk 21. bespreking van calvijn's commentaar op psalm 1

Psalm 1 1. Welzalig is de mens die niet wandelt in de raad van de zondaren, en ook niet stilstaat op hun weg, en niet zit met hen die het goede bespotten. 2. Maar zijn honger is de studie van het goede, en hij overdenkt het zowel bij dag als bij nacht. Calvijn stelt dat zij die het goede doen en sober leven, dus zich niet te buiten gaan aan materialisme, door het merendeel van de mensheid worden bespot alsof hun moeite maar tevergeefs is en zonder nut, maar toch hebben zij een schild want welzalig zijn zij die het goede studeren en leren. Hiervoor moet de mens dus wel wakker blijven om niet door de algemene zonde te worden meegesleurd, stelt Calvijn in zijn commentaar op deze Psalm. Dat is al een heel oud commentaar, namelijk uit de jaren 1500. Het volk was toen in een uittocht uit het materialisme van de katholieke kerk. Deze teksten horen dus bij wat we de reformatie noemen. Zij die blijven waken en blijven studeren in het goede, in het sobere, om aan het gevaar van materialisme te ontkomen, het alsmaar meer willen, komen tot de door God ingeschapen rede, wat in de voortijd Name werd genoemd, ook wel voorgesteld als een vrouw in de natuur, wat een beeld is van het scheppende vermogen van de mens, de baarmoeder. 3. En hij zal zijn als een boom, geplant aan zaadstromen, die zijn vrucht zal geven op zijn tijd, en wiens blad niet zal afvallen, en al wat hij zal doen zal begunstigd worden. Calvijn stelt dat het hier gaat om hen die zich niet op het tijdelijke, het voorbijgaande hebben gericht, niet op ijdelheden, maar op de dieper liggende, eeuwige filosofie die verborgen is. In de voortijd was er een geschrift genaamd 'de geschriften van Name', oftewel de geschriften van de Rede. Zij was het begin van alle dingen. Ook in de Bijbel komt dit terug in Johannes 1 in zowel de Griekse als de Aramese grondtekst : 1 In den beginne was de rede en de rede was bij God en de rede was God. 2 Dit was in den beginne bij God. In het Aramees is rede 'mlh'. In de voortijd was dit dus 'name'. De rede verstrikt, oftewel overtuigd, zowel wijzen als dwazen. Zij worden erdoor getrokken, iets wat Calvijn de onweerstaanbaarheid noemt. Wij worden door de rede van God overreden, en dat is uiteindelijk wat ons deze vastheid geeft. De baarmoeder is breed, donker en nat, om het kind voldoende te beschermen, zoals Calvijn al aangaf dat het in het verborgene ligt. Het is dus niet iets wat voor de hand ligt, maar de mens zal het moeten zoeken, wanneer de mens daar alles voor achtergelaten heeft. 4. Zo zijn de zondaren niet, maar als het kaf wat de wind wegblaast. Calvijn stelt dat de zondige materialisten, de gulzigen die het er altijd maar van nemen, altijd blij en lachend door hun tijdelijke leven heengaan, maar zij hebben die verborgen diepte niet waar het vorige vers over spreekt en die zo belangrijk is in een mensenleven. Op een gegeven moment is hun leven dan gewoon over en dan is alles over, want ze hebben nooit een geestelijk leven gehad. Calvijn laat dus heel duidelijk zien hoe tragisch eigenlijk zo'n grenzeloos leven is, wat we dus eigenlijk niet zouden moeten wensen. Daarna laat Calvijn zien dat hun blijdschap eigenlijk over niets is, dat het eigenlijk een soort dronkenschap is waar ze later een flinke kater van zullen hebben. Het is het lege en tijdelijke genot van de zondaar. Zij hebben geen vastheid in hun leven. Calvijn stelt vervolgens dat ieder mens dus beproefd wordt. De voorspoed van de zondaren zal niet voor altijd duren. Het leven is maar kort. Laten we daarom de juiste keuzes maken. Calvijn geeft aan dat de zonde en de blijdschap van de zonde slechts een droom is waar de mens ook weer van wakker moet worden. God wil de mens hier tegen beschermen, stelt Calvijn. Het lijkt er soms op dat het goede niet helpt, maar toch is het goede zaligheid en moeten wij het toch blijven doen, omdat de mens hiertoe geroepen is, en het God's

beroep is. Het lijkt er allemaal soms op dat de zonde maar altijd doorgaat en dat het niet gestopt wordt, maar toch zal als de tijd rijp is de zonde gestopt worden. Calvijn waarschuwt dan de mens dat de mens zich niet moet laten bedriegen door het schijnbare geluk van de zonde, omdat deze psalm de regels laat zien, en dat zijn regels van de natuur rede. Het leven heeft dus een zekere gebruiksaanwijzing waar de mens zich aan dient te houden. Zo zijn we aan het einde gekomen van de bespreking van deze psalm en Calvijn's belangrijke commentaar daarop voor hen die deelnamen aan de exodus uit het materialisme, dus ook voor ons vandaag. Hoofdstuk 22. bespreking van calvijn's commentaar op psalm 2 Over psalm 2 stelt Calvijn dat David vele vijanden had die tegen hem samenzwoeren, en hij werd gekweld door angst in zware beproevingen. Toch bleef hij de roepstem van God, oftewel de rede, volgen. David zag zoveel zondaren zich tegen hem richten, dat hij hierdoor het bidden leerde, oftewel als een metafoor van het zich richten op de natuur rede ingeschapen in de mens. David moest aangevallen worden opdat de dwaasheid van de zonde getoond zou worden. De zonde moest als zodanig ontmaskerd worden. Het is, stelt Calvijn, onderdeel van de rede van God, en God speelt slechts met de zonde macht, zoals een roofdier speelt met zijn prooi. God liet de aanvallen op David toe met een reden, stelt Calvijn. God spotte slechts met de vijand, zoals psalm 2 dat ook beschrijft. God liet hen gewoon raak zondigen, opdat ze lieten zien hoe dom ze eigenlijk waren. God lachte hen uit. Ze moesten laten zien hoe dolzinnig ze waren. Zo werden de vijanden tentoon gesteld. Calvijn toont aan dat God al wel degelijk David aan het helpen was tegen zijn vijanden en dat het voor God een tijd van lachen was om hun domheid, alhoewel David in een tijd van wenen was, maar deze woorden zouden David juist moeten verzachten in de bitterheid van zijn smart, stelt Calvijn. Dit was natuurlijk ook goed om te weten voor de mens in de reformatie, want die mens was in een doodsstrijd met het materialisme van de katholieke dictatuur. De mens was in een gevecht met een verschrikkelijk monster, en daarom kwamen de woorden van Calvijn over deze psalm op tijd. Ook voor vandaag is deze boodschap van belang. God houdt zich dus eerst bezig met voorspel, toont Calvijn aan. Waarom vreest de mens God, oftewel de natuur rede, niet ? Want dat is, stelt Calvijn, de enige en gezonde vreugde, in een wereld die zo vol van bandeloze, vleselijke vreugde is. 'God strijdt voor ons,' wordt er weleens gezegd, maar God is de natuur rede, dus we moeten dan wel toegewijd blijven aan studie en niet zelf aan de kant van de vijand staan, het materialisme, anders is het slechts projectie. Dit ook om niet te vervallen tot lichtzinnigheid, zoals de theologische filosoof Karl Barth stelde in zijn dialectische theologie dat in de eerste wereldoorlog beide partijen hun kanonnen hadden laten zegenen en hadden beweerd dat God voor hen streed. Daarom moest er eerst weer een grote tegenstelling komen tussen God en mens. De mens mag niet zomaar voor God spelen. Aan de andere kant moet de mens dan wel groeien en studeren om tot zuiver begrip te komen. De oorlog is trouwens niet materieel maar geestelijk, maar bovenstaande is dan ook weer zeer ironisch, want de mens die tegengesteld is aan God blijft ook weer valse godsbeelden hebben en God dus eigenlijk misbruiken naar de ander toe. Barth stelde dat God totaal anders is. De mens moet weten waaraan hij begint. Je kan God niet zomaar even in je broekzak doen of uit je portemonnee halen. De katholieke inquisitie is verschrikkelijk geweest. Allemaal omdat de mens

God niet kende. Het waren de nazi's van die tijd. Nog steeds is de mens niet bevrijd geworden van het systeem van materialisme. Daarom moet de reformatie verdiept worden. De mens is totaal omsingeld door de zonde machten van het materialisme, de vijand van de mens. Waarom houdt God zich dan stil ? God is de natuur rede in de mens geschapen. De mens moet daarom komen tot de studie. God houdt zich stil en leeg, opdat deze vijand zichzelf verstrikt en ontmaskerd. Het materialisme is redeloos en roekeloos, maar God werkt met doordachte strategie. We kunnen ons soms afvragen : Waarom doet God nu niks ? Laten we dan het verhaal van Jezus herinneren die aan het kruis moest en ook niet sprak of terugvocht. De dwaasheid van het materialisme moest namelijk ten volle getoond worden. De vijand snijdt zich zo zelf in de vingers. God denkt altijd op lange termijn. De zonde macht van het materialisme zal dus vanzelf wegvallen door zijn eigen dwaasheid. Dit gebeurt dus niet zomaar. Wij moeten gewijd blijven aan de studie, aan het verdiepen van de reformatie, tot de exodus uit het materialisme, terug tot de natuurrede. Hierin mogen wij dus niet afhaken. Nog steeds is het oorlog. Nog steeds is de materialistische inquisitie gaande tegen alles wat geestelijk is, alles wat rede is, tegen de intellectuelen. Altijd weer zullen de dommen claimen dat God aan hun kant is, maar uiteindelijk zullen ze van deze droom ontwaken, stelt Calvijn, want zonde loont niet. Het is een bedrieger. Hoofdstuk 23. bespreking van calvijn's commentaar op psalm 3 In psalm 3 is David in grote wanhoop, en klaagt dat hij vele verdrukkers heeft. Calvijn stelt dat David in zijn ziel was verwond door de vijand, maar dat zijn ziel versterkt moest worden met gebeden. Ik wil hierbij opmerken dat het gebed allereerst een stilte is, het luisteren naar de natuur rede. Gebeden kunnen ook verkeerd zijn. Denk aan de farizeeer die hooghartig bad en op anderen neerkeek en door de mensen gezien wilde worden. Wij moeten onze ene hand niet laten weten wat onze andere hand doet. Het gebed betekent dat je je richt op de natuur rede, om je eigen gedachten en wil los te laten. Het gebed betekent het minder worden, niet dat je tot God komt en God even gaat vertellen wat God allemaal voor je moet doen. Er zijn zoveel karikaturen van het gebed gemaakt. Hoofdzakelijk is het gebed een metafoor. Calvijn stelde dat David niet luisterde naar wat zijn vijanden zeiden, maar dat hij luisterde naar het woord van God, de natuur rede dus, en dat is precies wat het gebed is. Het is teruggaan naar de baarmoeder van de natuur rede, opdat wij opnieuw geschapen worden en opnieuw opgevoed. Hierin moeten we dus niet luisteren naar wat de mensen zeggen, opdat we niet door het materialisme worden opgevoed. De mensen hebben het helemaal verkeerd gedaan, en ook hebben ze verkeerde goden opgesteld. Wat mensen ook zouden zeggen, stelt Calvijn, David richtte zich op het Woord van God. David moest hiervoor vluchten naar de wildernis, want de mens moet zich ook niet laten bedriegen door mensen die dan toch nog zich voordoen als God en hun woorden als het Woord van God. Calvijn waarschuwt hier voor bijgeloof en vleselijke voorstellingen te hebben van God. Ook de wildernis waar David naartoe vlucht is dus nog vol met gevaren, vol met vijanden en roofdieren die hem en zijn denken willen bespringen. Calvijn waarschuwt de mens in de reformatie, in de exodus, de uittocht, voor blindelingse, ledige woorden die in de lucht zijn gestrooid. Er wordt nog steeds een jacht op de mens gevoerd als de mens als David in de wildernis is aangekomen. David moest op zoek gaan in de wildernis naar de

tent van God. Als wij dan in gezonde vrees tot deze tent zijn gekomen, dan mogen wij in die tent ook rusten. Calvijn stelt dat we God's hulp niet met mensenmaat mogen afmeten, want al wat de mensen met veel moeite tegen God doen is zonder enige betekenis. Hoofdstuk 24. bespreking van calvijn's commentaar op psalm 4 Bij de bespreking van psalm 4 vraagt Calvijn zich af hoe mensen met hun eigengerechtigheid voor God durven te verschijnen, sinds alle reinheid van de mensen slechts vuil is voor God. Het laat volgens Calvijn de onmetelijke bluf zien van de ijdele eigenwaan van de mens die zich zelfs op het religieuze terrein waagt. David was een vluchteling in de wildernis, in bergen en dalen en vreemde landen, terwijl de vijand zo zijn relikwieën stal, stelt Calvijn, en zo misbruikten zij het geestelijke, want zij kenden het geestelijke niet, en konden er alleen op een uiterlijke manier mee omgaan, met huichelachtige plechtigheden, allemaal hooghartig bedrog. Zo dachten ze, dom als ze waren, dat God ook nog aan hun zijde zou staan. Zij hadden immers God gestolen. Zij zagen God slechts als een gebruiksvoorwerp. Veel mensen zien God ook als een woord, iets wat ze kunnen bezitten en veel gebruiken door er maar gewoon in te geloven en het uit te spreken, liefst op een traditioneel kerkelijke manier, maar God is de Rede. God is de hogere natuur-filosofie, die niet buiten de noodzaak van de studie omwerkt. Calvijn waarschuwt tegen ijdele en nagebootste plechtigheden waarin onoprechte vereerders van God slechts zichzelf behagen. Het is een droom, en de mens gaat ontwaken. Calvijn stelt dat de mens denkt dat God aan zijn zijde staat omdat hij iets in de hand heeft, maar het zijn slechts bedriegelijke uiterlijkheden, en ieder mens moet hiervoor op zijn hoede zijn, voor ijdel vertoon. De mens moet strijden en leren. Het komt de mens niet zomaar aanvliegen. Calvijn stelt vervolgens dat de mens als vreemdeling moet leven in deze wereld die door velerlei begeerten wordt gedreven, opdat de mens met volharding naar een beter leven streeft. De mens die niet zich zou afzonderen als een vreemdeling zou geheel wegzinken in de rust, de gemakken en het genot van het vleselijke, ontbloot van de wijsheid. De vreemdelingen echter leven in geduld, en dat is een betere bewaking dan de menselijke bewaking of bewaking van vrienden. Dat is een korte samenvatting van Calvijn's commentaar op psalm 4.

Hoofdstuk 25. bespreking van calvijn's commentaar op psalm 7 In het commentaar dat Calvijn geeft op psalm 7 springt vers 16 en 17 eruit : Hij heeft een put gegraven, en dien uitgegraven, en is gevallen in de groeve die hij gemaakt heeft. Zijn boosheid zal op zijn hoofd wederkeren en op zijn schedel zal zijn geweld nederdalen. De zondige bedrieger bedriegt dus alleen zichzelf. Calvijn stelt dat de zondige bedenkingen niet slechts hun doel niet zullen bereiken, maar dat ze het tegengestelde zullen bereiken. Het voorbeeld van de put en de groeve wordt gebruikt, als een gelijkenis, en daarna legt de psalmist het in eenvoudige woorden uit, dat namelijk de ongerechtigheid zal wederkeren op het hoofd van wie haar begaat. Het was al een spreekwoord bij de Hebreeën, stelt Calvijn, dat wie een put graaft erin valt : wanneer bedriegelijke mensen door hun eigen listen en bedriegerijen bedrogen worden. Daarom als iemand daadwerkelijk voor zichzelf wil zorgen, dan onthoudt hij zich van onrecht. We kunnen hierbij opmerken dat een groeve niet alleen een graf is, maar ook een mijn. Hoe dan ook komt de mens die dat voor een ander graaft dan uit bij God, die verborgen is, oftewel de hogere rede die juist het kwade ontmaskert en verbiedt. Het kwaad zal terugkeren op hun eigen hoofd, stelt deze psalm, wat als een soort karma was bij de Israelieten. Wat gij niet wil dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet, maar een stap verder zou dan zijn : Wat gij wil dat tot u gedaan wordt, doe dat ook tot een ander. Als de mens dan hevig in moeder aarde graaft om de ander kwaad te doen, wat zou zo'n mens dan in de aarde vinden ? We worden soms in zulke putten geduwd, zoals Jozef, en we worden soms aan zulke kruizen genageld, zoals Jezus, maar we komen altijd uit bij moeder aarde, we komen altijd weer dieper, en kunnen dan wortel schieten opdat we als struiken groeien. Wat dus ten kwade tot ons gedacht wordt zal God ten goede voor ons denken, wat Calvijn de verwonderlijke voorzienigheid van God noemt, maar wat dus ten diepste de eindeloze vindingrijkheid is van de natuurrede. Het ligt diep in onszelf verborgen. Daarom worden wij soms in putten geworpen om dat te vinden, en daarom mogen wij ook ernaar op zoek gaan, en ernaar graven, in deze onuitputtelijke natuurmijn van de rede. Daarom mag de mens studeren hierin. Waarom graven wij putten ? Waartoe ? Om anderen kwaad te doen, of om onszelf te onderwijzen over de verborgen wonderen van moeder aarde. Hoe we het ook wenden of keren : Wij gaan altijd in de putten die wij zelf graven. En hoe dan ook is het altijd om ons te laten zien zien wat wel kan en wat niet kan. Hoofdstuk 26. bespreking van calvijn's commentaar op psalm 8 Het commentaar van Calvijn op psalm 8 is van een duizelingwekkende schoonheid. Nu is dat niet lichtvaardig gezegd, maar vanwege de enorme diepte van een stuk geopenbaarde natuur, wat de mens zeker nodig had in zijn uittocht uit de klauwen van het materialisme van de katholieke kerk in de reformatie van de jaren 1500. Elke psalm die Calvijn besprak was als een stap dieper de wildernis in, verder weg van de gruwelijke dictatuur die de katholieke kerk had opgericht.

Is het wonderlijk verschijnsel van aarde en het leven onze moeder ? Vers 2 van psalm 8 spreekt : 'Hoe wonderlijk is Uw naam op de ganse aarde.' Calvijn stelt dat David niet slechts dankbaar wilde zijn naar de weldaad van God, wat overigens een zeer moederlijke weldaad is, maar David wordt vervoerd tot bewondering van haar. David had een lied voor haar geschreven. Het gaat de psalmist dan om de ruime stof van de orde in de natuur, maar meer nog om de eigen ervaring die de psalmist heeft, want dit is de meest schitterende spiegel, de ervaring van leven. In deze spiegel kan de psalmist God zien, oftewel de hogere natuurrede. Dit was volgens Calvijn geen passieve bewondering. Integendeel. Het was een oefening van godsvrucht. De psalmist wilde er deel aan hebben, en wilde er in opgaan, in het scheppingswerk van onschatbare waarde. Calvijn stelt terecht dat de naam van God niet slechts God is. Daar neemt Calvijn geen genoegen mee. Nee, het is de kennis. De psalmist bewondert niet het redeloze, maar de rede, de kennis. De psalmist gaat zichzelf niet te buiten aan loze ervaringen. Het is de ervaring van studie, van het leren kennen van de hogere natuur. Calvijn merkt dan terecht op dat het niet om het wezen God gaat, maar om de werken, om de deugden. God is geen zelfstandig naamwoord, maar een werkwoord, een principe. Hoofdstuk 27. het mysterie van dus De Rede ligt in het centrum van het heelal, als de kern van de proza planeet, oftewel de planeet van de literatuur, want die is er voor om de rede te beschermen. De proza is allegorie, codes, waarin de Rede veilig is opgeslagen. Het ligt dus niet voor het grabbelen. Daarom staat de tweede bijbel ook vol met verhalen. De kennis ligt opgeslagen in deze tabletten. Er kan dus van de kennis getapt worden door de commentaren op deze verhalen, wat in principe gewoon de leri is, oftewel de commentaren op de tweede bijbel. Zo is er een verhaal genaamd 'de dolken van mars'. Het is wel interessant om het te bespreken. Het gaat over een barbaar of wilde genaamd Barkas. Het barbaarse of wilde pad is belangrijk, want het rebelleert tegen de stad, en reikt tot de natuur. Hij was onbeschaafd, zegt het verhaal, ongetemd. Hij wordt beproefd door verschillende gimmicks en gadgets van de stad. De stad houdt de harten van zijn volk in gevangenschap door vreemde implantaten. Het is een klein oerwoud-stadje in het Richelidin gebied van Mars. Er regeerde daar een skeletten koning, een spin demoon, genaamd Grugdilio. Hij had ook een leger van aristocraten. Barkas was op weg naar de skeletten koning om zijn volk vrij te zetten, maar toen hij dichtbij het oerwoud-stadje was, bij de berg Perridor, werd hij plotseling door de spin aangevallen. Hij overleeft het, en de spin vertrekt weer. Hij ontmoet een oude man die hem het speervechten leert. Hij verwijdert de juwelen van zijn speer met zijn mes, en geeft ze aan een oude vrouw. Het is een beeld van dat we niet materialistisch moeten zijn wanneer we toets-wapens gebruiken, en ook niet opgeblazen moeten doen. Zelfs de oude man biedt hem een juweel aan wat een arend zou kunnen oproepen mocht hij het nodig hebben, maar Barkas wijst het af. De man wil hem ook mentaal trainen, maar Barkas vindt dat het verstand te gevaarlijk is, te vol van bedrog. Het enige waar hij

aan vasthoudt is zijn speer, als een beeld van het eenvoudige toetsen. We moeten eerst in dingen prikken, er doorheen prikken, wat een metafoor is. Dit laat ook zien dat het verstand is onderworpen aan de hogere rede, die eerst dus alles toetst, onderzoekt. Het waren gevaarlijke domeinen op de planeet Mars waar juwelen het verstand van zijn volk hadden overgenomen om hen tot hulpeloze, afhankelijke slaven te maken. Barkas herinnert zich dan de woorden van zijn vader die sprak over de god Dus, de onbereikbare. Die god kwam eigenlijk nooit, en Barkas had ook nooit tot die god gebeden, maar dit keer deed hij het. Dus is dus niet het gemakkelijke, want dat is bedrieglijk. Het was onbereikbaar, opdat je het zelf zou ontdekken, wat dus over eigen verantwoordelijkheid gaat. Het verhaal is dus symbolisch. Barkas moest dus de spin demoon verslaan door toch een soort contact met Dus te maken, de god van zijn vader, het onbereikbare, degene die niet zomaar kwam, die dus niet zomaar voor sinterklaas speelde. Zo zouden ook de harten van zijn volk vrijgezet worden waarover deze spin en zijn leger regeerden. Dus, de god van zijn voorouders, hielp hem dus niet, dus hij moest alles zelf doen, maar hij kreeg wel wijsheid en richting. Het ging dus niet door bedriegelijke genade, door liefdadigheid, maar door het eerlijk zelf verdienen. Hij herinnerde dat zijn vader hem vaak had verteld over de weg tot Dus, waardoor je steeds dichter bij Dus zou komen, maar je zou het nooit bereiken. Zijn vader had hem ook verteld dat het verstand een uitvinding was van de samenleving, een vreemde energie die hen tot slaven had gemaakt. Dat was waarom ze onbeschaafden waren, tegen de samenleving. Aan het einde van het verhaal moet hij zijn verstand geheel overwinnen, om zo contact te maken met zijn verloren geheugen. Hij moet hiervoor een bloem ontmoeten. Zijn vader had hem verteld dat als hij liefde zou geven aan een bloem dan zou zij in hem groeien en waardevoller in hem zijn dan een hart, en dat was door het geheugen. Hij ontmoette deze oerwouds-bloem juist door zijn diepere problemen. Uiteindelijk was dit zijn bevrijding, en dat is ook wat het pad van de onbeschaafden is. Maar nog steeds was het mysterie van Dus onopgelost. Hoofdstuk 28. bespreking van het verhaal 'de oerwouds-bloem' Bespreking van het verhaal 'de oerwouds-bloem' in de tweede bijbel, in de Vuh : Over een reusachtige stengel of zeg maar gerust staak, die ook nog eens heel stekelig was, ging hij in de diepte van Tartarus, de bodemloze put. Zijn handen en lichaam waren brandende omdat hij over deze stekende staak gleed helemaal naar beneden. Het was een rode staak van een oerwoudsbloem. Hij kwam zo in een slijmerige kern, als een kokon of ei. Toen greep de oerwoudsbloem hem, en begon om hem heen te kronkelen. Hij zag veel meer van zulke rode

oerwoudsbloemen. De oerwoudsbloemen begonnen hem te voeden, maar toen begon ook zijn buik branderig aan te voelen. Hij kwam toen in een computer capsule even later waar een communicatie netwerk was, ondergronds. Hier woonde ook een volk. Het bleek dat hij deze capsule had opengebroken waarin ze zaten opgesloten. Het is altijd interessant om te kijken naar de voordelen van ons lijden : we komen tot nieuwe gebieden, en komen erachter dat we het lijden droegen van anderen, die we zo konden bevrijden, en zij bevrijden ons. Eigenlijk was het de oerwoudsbloem die hen had vrijgezet, maar ze noemden hem de man met de sleutel. Ze kwamen in een vreemde extase waarin ze zichzelf begonnen te snijden. Het was een volk van wilden. Er bleek nog een diepere wereld te zijn, een diepere kern, waar ze een volk hadden opgesloten die ze als gevaarlijk beschouwden. Ze waren bang voor dit volk, vanwege de aggressiviteit van dit volk. Daarom hadden ze hun technologie ontwikkelt. Er was veel vrijheid in die kern, maar dat volk mocht er niet uit. Dat zou te gevaarlijk wezen. De kern wereld van Tartarus was een gesloten wereld, en zo moest dat blijven. Door hun computers kon hij die diepere kern bereiken. Toen kwam hij tot een verschrikkelijke ontdekking. Het volk wat daar leefde leefde in kooien, en er waren allemaal camera's in die kooien om hen te bespieden en telkens plaatjes van ze te maken. Die werden gebruikt voor films en magazines. Computers manipuleerden die plaatjes ook weer telkens. Het volk leidde een miserabel leven daar. Die camera's zaten vast aan buizen, en door die buizen te volgen kwam hij tot een nog andere verschrikkelijke ontdekking. Er werd een soort verf gebruikt om die plaatjes te maken, en die verf scheen allerlei soorten bloed te zijn. Dit volk werd ook gehouden voor hun bloed. Hij had het vertrouwen gewonnen van het volk in de laag boven de diepere kern, en had de sleutels van hun computers gekregen, en zo kon hij uiteindelijk ook het diepere volk wat zo misbruikt werd vrijzetten. Door de computers te bedienen kon hij hun kooien afbreken en hen over een trap naar boven leiden. Hij kon ook die computers herprogrammeren. Zo werden beide volkeren vrijgezet om tot de hogere lagen van Mars te komen, en tot de lagen van de Marsiaanse hemelen. Hij kon nu ook de agressie begrijpen van het volk wat in zulke camera bewaakte kooien had gezeten voor zo'n lange tijd. Ze waren nog steeds aggressief over alles wat hen was aangedaan. Het waren op zich goede computers maar het bleek dat ze een virus hadden : het varkens virus. Het varkens virus moest dus het volk in de diepere kern bewaken, maar het varkens virus zat dus zelf ook opgesloten in de computer, en het bleek dat het varkens virus opgesloten werd gehouden in de computer door een bizon virus. Het was dus heel gecompliceerd. Hij probeerde toen het virus af te breken, maar er werden zo allerlei geheime beveiligings programma's geactiveerd, zodat ze weer werden aangevallen en moesten vechten voor hun leven. Het virus scheen een soort communicatie systeem te zijn waardoor anderen communiceerden, een soort internet, en dat was er ook voor om het virus werkzaam te houden. In de diepte van het virus ontdekte hij ook een virtuele realiteit. Hier was een groot crimineel netwerk die breinen fokte, ook voor verf. Die moesten dat doneren. Dat was allemaal om hun computers te voeden, wat ook een soort breinen waren. Ze konden zo de illusie van tijd opwekken, en tijd was ook weer een slager van de breinen. Hij raakte hier helemaal in opgesloten en dacht dat hij zich hier nu vele jaren met deze dingen moest bezighouden, met al deze illusies, maar toen kwam de oerwoudsbloem hem ineens tegemoet. Het brak door alle lagen heen met een snelheid die hij nog nooit eerder had gezien, en die sneller was dan de computers die hem opgesloten hielden. De oerwoudsbloem begon een verf af te scheiden waardoor alles waarin hij opgesloten zat begon af te breken. Zo begon hij los te komen uit een web van illusies, door de oerwoudsbloem. Het laat zien hoe gevaarlijk de macht van het materialisme is, en hoe gecompliceerd, want als je er tegen vecht, dan wordt je er onder bedolven. Wij moeten daar dus dwars doorheen. Maar de natuur zal ons dan tegemoet komen.

Het verhaal eindigt waar hij vertelt dat hij een soldaat was in het leger, gebrainwashed met zoveel kennis, maar dat er iets groters was dan dat. Het was de Tartaarse bloem. Hij ontdekte dat zijn kennis niet van enige waarde was, want de oerwoudsbloem sprak in een andere taal, en deze oerwoudsbloem bracht hem tot tranen, want het kon zijn hart bereiken. Alles waar hij vandaan kwam was zo kunstmatig, maar de oerwoudsbloem liet hem een grotere natuur zien, zo fris en levend, zo diep en intens. Het had een natuurhart. Maar weer werd hij door diepere truken van de computers gegrepen, en zij bespotten hem en zeiden dat hij onzinnig was, irrationeel. Maar de oerwoudsbloem groeide in hem. Dit gaat erover dat het niet gaat om wat buiten ons gebeurt, maar wat van binnen in ons gebeurd. Hoofdkennis op zich is waardeloos. Het gaat om de hartskennis, de diepere kennis van het natuurhart, van de oerwoudsbloem, en wat er dan ook van buitenaf tegen ons gezegd wordt, hoe ze ook over ons liegen en ons willen brainwashen, het gaat erom wie wij van binnen zijn, ons contact met de diepere natuur van het oerwoud die ons voedt en beschermd. De Tartaren worden ook in het eeuwig evangelie besproken. Zij zijn de vruchten van het minderen, het hongeren, het sobere natuurleven, zoals de Tartaarse bloem ook tot hem kwam omdat hij volhardde in zijn strijd tegen het materialisme. Dat was dus iets in hemzelf. Hoofdstuk 29. Mars tv en het mysterie van de marsiaanse logistiek Barkas was een oerwoudsmens, een onbeschaafde, die in verschillende verhalen voorkomt van de tweede bijbel, zo ook in het verhaal 'de prins van zgavar'. Hij streed tegen het materialisme op Mars. Mars werd geregeert door de machten van chaos. Zij waren rechters die meer macht hadden dan dokters en keizers. Zij waren kunstenaren, film-makers, verhalen vertellers, en voerden een bewind van zware mind control. Zij kwamen van Tartarus, de diepten van Mars. Zij waren van de Marsiaanse krant. Het waren dictators. Hun stemmen waren tot gedachten van de Marsianen en ze leefden diep in hun harten. Ze woonden en leefden in helicopters. Ook Barkas leefde diep in Tartarus, in de oerwouden, maar hij leefde ver van hen vandaan. Zijn god was Dus, de onbereikbare, de god van zijn vader. De god van zijn moeder was Soms, de zon van bloed, die maar eens in iemand's leven zou verschijnen, eens maar nooit meer. Net als zijn vader en moeder geloofde hij er niet veel in. Hij bad nauwelijks tot hen. Hij had geleerd dat hij het zelf moest doen. Op een dag hadden de golven van de Marsiaanse televisie zijn hoofd bereikt, en hij begon liederen in zijn hoofd te horen. Hij raakte in paniek en greep zijn mes, en begon in zijn hoofd te snijden en hij haalde er een lange plug uit, de tand van een slang, lang en bruin. In de nacht hadden ze het in zijn hoofd gestopt. Hij had nog steeds een wond, dus hij hoorde nog steeds gefluister in zijn hoofd van de Mars tv, en het vergif was diep in zijn lichaam nu. Hij was een slachtoffer van Mars tv, en wat voor een shows zouden ze laten zien ? Hij hoorde een stem zeggende : 'Welkom tot

het oerwoud.' Hij voelde zich stervende, maar iets deed hem ontwaken. Het was een vrouw, een prinses. Ze kwam met zwarte panters. Ze vertelde hem dat Mars tv een zombificatie techniek was, maar dat zij hem zou vrijzetten. De Marsiaanse tv wordt dan besproken als een groot syndroom wat op de mensen jaagt, hebzuchtig als het is, ook vraatzuchtig. Het zijn de kaken van Mars die de massa's betoveren. Ze worden allemaal vetgemest door Mars tv en doen hun dansen van illusies. Zij zijn allemaal een deel van de tv, als het overleven van de meerderheid, als een machine van democratie. Zij met de meeste hoofden zullen winnen. Het gaat niet om mooiheid, of geleerdheid of religie, maar om de meerderheid die alles neemt … 'Op Mars vormen miljoen hoofden een glimlach, en miljard hoofden een grijns' zegt het spreekwoord. De vrouw toont Barkas dan een vrucht die ervoor zorgt dat er zoveel hoofden in iemand groeien, want daar gaat het om : meerderheden. Daartoe moet je je mond openen, en laten zien hoeveel hoofden je hebt. Het was een verboden vrucht, maar toch wist de prinses hem te verleiden ervan te eten. Toen vroeg ze hem samen met haar te regeren. Hij snakte naar adem toen hij ervan had gegeten, en ze gaf hem een kus. Hij raakte in paniek en rende weg. Wat had hij gedaan ? Wat had hij gegeten ? Was hij gevallen nu ? Of was het om hem te beschermen tegen de dictators van Mars ? Was hij vergiftigd ? Ze wilde ook dat hij een uniform zou aantrekken, maar hij verscheurde het. Hij wilde dat allemaal niet. Hij duwde haar weg, maar ze zei dat ze hem in slaap zou doen vallen en in veiligheid zou brengen in haar ruïnes. Wie was deze vrouw ? Of was zij ook slechts een onderdeel van Mars tv, één of andere zender ? Mars tv groeide in hem, maar door haar hoge stem kon ze de schermen breken. Ze was als een sirene. Hij bevond zichzelf op een Marsiaans schaakbord. Toen werd hij wakker van deze psychedelische droom. Hij keek regelrecht tegen de kop van een slang. Hij wilde niet nog een keer gebeten worden. Maar de slang beet hem weer. Er was een warme hand op zijn mond, en toen stierf de slang, en werd koud. De vrouw had de slang afgeschoten. Ze had een pistool in haar hand, en er was een luipaard bij haar. Ze zei dat de slang hem bijna had gedood. Barkas kon zich niet bewegen. Ze zei dat het een tijd zou duren voordat het slangengif uit hem zou zijn. Ze bracht hem in veiligheid in haar domein, met haar panters. Ze sprak dat de slang genaamd was 'Mars tv', dat ze gevaarlijke zombificators waren, dat velen worden gedood door hun beten. Ze leidde hem tot de zee achter haar domein de dag erna, en ze maakten een lange strandwandeling, waarin zij vertelde dat er vaak piraten kwamen die bedriegers zijn, bedriegers van het verstand. Toen klapte ze drie keer in haar handen, en er kwam een man met een rode huid uit de zee. Hij had een donkere stem. Ze sprak dat hij het vergif uit hem kon nemen. De man drukte stevig zijn hand tegen zijn huid, terwijl de hand van de man zwart werd. Toen begon de man zwart water uit te spuwen. De man liet zijn hand zien waarin een tv scherm was. De man zei dat het allemaal inkt was, en dat het een lange tijd zou duren voordat alles uit zijn hoofd zou zijn. De man leefde door de inkt. Hij kan door de inkt te concentreren ook plaatjes zenden in de hoofden van anderen. Toen keerde de man weer terug naar het water en dook erin weg. Zo eindigt het verhaal. Het gaat dus om de strijd tegen het materialisme wat zich als een tv verslaving door de hoofden van mensen heeft vastgehaakt, door slangengif, wat mensen opblaast. Het geeft voortdurend impulsen en houdt de mens van de natuur af. Maar het is dus een inkt wat voor het goede gebruikt moet worden, door het minderen. Het kan dus niet zomaar in één keer uit de mens gehaald worden. Er moest veel van de inkt uitgespuwd worden, en dan zouden de kleine beetjes medicinaal kunnen zijn. Daarom moet een mens ook niet te extreem worden in het minderen, maar ook creatief worden om er op een juiste manier mee om te gaan, want helemaal eraan ontkomen kan de mens niet. Het doel is dat de mens zelf een schepper wordt, maar niet op een opgeblazen manier, dus met mate. De

vrouw blijkt in het verhaal een soort beveiligings-systeem in Barkas te zijn, maar ook daarvan mocht hij niet teveel nemen, en ook dat moest hij toetsen. Hij mocht zich dus niet zomaar aan deze vrouw overgeven, aan de prinses. De vraag is dan ook in hoe verre de prinses waarheid is en in hoe verre misleiding, wat niet zomaar open en bloot duidelijk is in het verhaal. Er moet dus juist gezocht worden naar diepere patronen. Op een bepaalde plaats van het verhaal is zij namelijk gewoon een onderdeel van Mars tv, maar dan is het ook de vraag of de gehele Mars tv een misleiding is, of dat het ook weer een paradox is. Er is ook een spreekwoord dat alles potentieel goed is als je het maar in de juiste verhouding tot je neemt, in de juiste hoeveelheid. Alles met mate dus, opdat het niet corupt zal worden. Zo zal het kwaad dus ook uiteindelijk opgelost worden, in het mysterie van de Marsiaanse logistiek. Hoofdstuk 30. garazim en ebal Het boek Numeri is het verhaal van het volk Israel in de wildernis, na de exodus. Het volk werd in tweeen verdeeld : De ene helft stond bij de berg Garazim, wat piercings, besnijdenis betekent, als een beeld van het minderen en hongeren en de andere helft stond bij de berg Ebal, naaktheid. Naaktheid is een beeld van profetische openbaring, profetologie, door het minderen. Toen Jozua Ai had verslagen, wat verdraaiing betekent, bouwde hij een offerplaats op de berg Ebal. Men komt dus telkens tot Ebal, profetisch leven, door Garazim, het minderen (besnijdenis). In Numeri 15 gaat het over de sabbatschending. De sabbat is de dag van het vasten op het werken, als beeld van het minderen. Ik zou zeggen dat dit een bewustzijns laag is van het minderen, van de leegte, waaruit een mens behoort te leven, en niet zomaar een dag in de week. Daarom wordt er ook gezegd dat het van belang is de eeuwige sabbath binnen te gaan, de eeuwige rust. Het is dus symbolisch, en zo ook de straf op de sabbathschender is symbolisch. Die werd ter dood gebracht door steniging, maar in de grondtekst is dit ook weer het sterven van de hongerdood. De steen doet ons minderen, maakt een lek opdat al het overbodige kan wegstromen. Het gaat hier dus over het meerderend, opgeblazen, overmoedige ego wat moet sterven. De eigenlijke exodus of uittocht, zoals bij Ra in de tocht door de onderwereld in de Egyptologie, is niet zomaar iets lijnrecht eruit gaan en dan maar door blijven rennen en niet meer omkijken, maar het is een cyclus, dus erin en eruit om het te verdiepen. En dat geeft ook een zekere rust, een zekere sabbathsrust, want de mens moet leren strategisch en creatief te minderen, en niet een op hol geslagen extremist worden in deze dingen. Het gaat dus niet om een 'ja' of een 'nee', maar om een 'hoe'. Dat is de logistiek. In het boek der poorten komt Ra net als de Israelieten in de wildernis terecht. Het is een verborgen plaats, verborgen van de aarde. Mozes liet het volk een paal met een slang zien in de wildernis, als teken van genezing en bevrijding, en die symboliek had hij in Egypte geleerd, waar hij was opgevoed. In het boek der poorten komt Ra tot een paal met een jakhalshoofd erop, wat heenwijst naar Anubis, de gids van de doden, de belofte van profetische leiding dus, en dan komt hij tot een paal met een ramshoofd erop, wat heenwijst naar Khnum, de schepper, als beeld van vruchtbaarheid

: wedergeboorte en opvoeding. Ook de slang is bij Ra om hem op zijn tocht te beschermen, zoals de slang bij het volk Israel was voor dezelfde symbolische reden. De slang speelde een grote rol in de uittocht van het volk Israel. Denk aan de staf van Mozes die in een slang veranderde. De slang is een beeld voor het touw, oftewel de grenzen van de mens, de logistiek. De mens moet in verbinding staan met de hemel, de hogere wereld. Dan is er een poort bewaakt door verschillende slangen en met een heleboel messen, wat de besnijdenis inhoudt, oftewel het minderen. Alleen de mens die mindert kan door deze poort, dieper de wildernis in. Ook Ra ging hier doorheen. Uiteindelijk zal dit dus leiden tot diepere openbaring, want dat is altijd de vrucht van het minderen. De Egyptische teksten laten zien dat we alleen door deze poort kunnen gaan door veel geween, oftewel door verbrokenheid. Dat was ook het lijden van het volk Israel en het lijden van Jezus aan het kruis, waardoor hij door deze poort ging tot de diepere onderwereld, of diepere wildernis. Het touw waarmee de boot van Ra wordt voortgetrokken gaat dan heen door een buis met twee runderkoppen. Het rund is een beeld van dood en opstanding, tot dienstbaarheid aan de hemel, en hierdoor moet Ra heen, zoals later ook Jezus door dood en opstanding heenmoet ten dienste aan de hemel. Wat in de verhalen van de bijbel gebeurde, gebeurde dus allemaal al in de verhalen van de Egyptische boeken die in hieroglyphen op de muren beschreven stonden. Het gaat om de diepere betekenissen hiervan. Hoofdstuk 31. samen op weg, maar waar naartoe ? – bespreking van het verhaal : het zwemparadijs De mens heeft alles in kannen en kruiken, alles overmoedig gedefinieerd, door talen alles vastgezet. Al heel snel denkt de mens : 'Oh, ik heb een fout gemaakt,' terwijl er eigenlijk een hogere realiteit staat te dringen. De mens ziet het vreemde als een fout. De mens wil conform zijn, is politiek correct en schools. Altijd maar weer wil de mens de goedkeuring van de buren, van de mens om hen heen. Altijd maar weer. De mens durft zo niet uniek te zijn. De mens durft niet op zoek te gaan naar diepere patronen. 'Oh, wat zal die en die er wel niet van denken,' denkt de mens veelal. Zo leeft de mens een heel erg saai leven, bedrogen door de valse realiteiten om hem heen. Wat voor andere werkelijkheden proberen de mens wel niet te bereiken, maar de mens ziet het niet en wil het niet zien, want oh, wat zal de ander daar wel niet van denken. De mens durft niet vreemd te zijn en uniek. De mens is geprogrammeerd conform te zijn aan de anderen om hem heen. Kudde dieren, allemaal voor de slager. De mens is gebrandmerkt. Wat denkt de mens dat de aarde is ? Een plaats om feest te vieren ? Neen. Het is een fokkerij. De mens wordt gefokt voor iets, maar de mens loopt de polonaise, dom als hij is, want dit is gewoon dom. 'Oh wat zijn we blij.' Zo gaat de mens de afgrond tegemoet. Nee, de mens laat zich niet wakker maken. De mens slaapt rustig door, want de anderen doen dat immers ook. Altijd maar weer denkt de mens dat de ander een goed excuus is. Het is maar een karikatuur natuurlijk, een bedriegelijke reclame. Maar zulke mensen bestaan, als

wandelende voorbehoedsmiddelen. Nee, van vreemdelingen zijn ze vies. Voor de vreemdelingen is er geen plaats in de herberg, en daarom zal de dief in de nacht komen. Hoor wie klopt daar, kinderen ? Hoor wie klopt daar kind'ren. Hoor wie klopt daar zachtjes tegen 't raam. 't Is een vreemd'ling zeker, die verdwaalt is zeker. 'k Zal eens even vragen naar zijn naam. Nee, het is niet sinterklaas, en ook niet Jezus dit keer. Het is de onbekende vreemdeling, de vergetene, de weggedrukte. Niemand kent deze vreemdeling. Niemand heeft deze vreemdeling willen kennen. Het is de ongeborene, weggedrukt door het voorbehoedsmiddel van de maatschappij. Hoor wie klopt daar ? Of hoort niemand het kloppen ? Nee hoor, niemand hoort het kloppen. Daar hebben ze geen tijd voor. Ze luisteren wel naar wat anders. Wat de boer niet kent dat vreet hij niet. Wil hij niks van weten. En daarom zal het komen als een dief in de nacht, omdat er geen plaats was in de herberg. Het is als een droom : Oh, neem mij mee naar die andere wereld. Want zulke mensen zijn er ook nog : zij die dromen. Het is voor de dromers. Zij die nog durven dromen en dagdromen. Het is voor de kunstenaren : zij die dwars door alles heen een andere wereld zien. Hoor je het getrommel ? Soms hoor ik het, en dan vaagt het weer weg. Het gaat in en uit. Ik ben geen voorbehoedsmiddel zoals vele mensen om mij heen. Ik wacht op het ongeboren kind. Ik verwelkom het, de vreemdeling, de droom. Samen op weg, maar waar naartoe ? Ben je al op het schip gehesen of ben je de beste stuurlui die aan wal staat ? Ben je al vast aan het elastiek, of loop je zonder touwtjes ? Maar toch op batterijen ? Wie ben je en waar ga je naartoe, en met wie ben je ? Samen op weg, maar met wie, en waar naartoe ? Val niet voor de bedriegelijke reclame's van de samenleving en de families om je heen. Ze zijn hier neergezet om je vast te houden in deze realiteit, om je het product te laten kopen, het voorbehoedsmiddel, opdat de vreemdeling niet zal komen. Nee, ze willen niet dat je wegdroomt. Je bent van hen. Je bent slechts een ding in hun ogen. Ze voeren je het vlees van kind en dier, en zeggen : 'Het is goed, toe maar, eet maar.' Het schip wacht, maar wie zal aan boord gaan ? Als anderen van boord afspringen, doe jij het ook ? De ander is nooit een solide, goed excuus wanneer er een tornado recht op je af komt. Alleen de dromers zullen ontkomen. Zij die niet dromen zijn slechts de reclames voor een product wat allang achterhaald is. Ja, soms steken ze het in een nieuw jasje, alsof ze met de tijd meegaan, maar het is nog steeds hetzelfde oude product, dezelfde misselijkmakende truuk. Hoofdstuk 32. de Nameïtische theologie Name is de oervrouw van de mens, de hogere rede, die de lagere rede van de mens wil moest strikken, oftewel moest overtuigen. Soms wordt de mens daarom overweldigd door Name. REDE Grieks : logos Aramees : mlh

Sanskrit : dharma Pali : dhamma Oer : name Telkens weer merk ik dat ik in de natuur cycles terugkeer tot mijn vak theologie, als geestelijke wetenschap die alles verdiept. Het kan medicinaal zijn. Als ik de boeddhistische canonieke geschriften uit India lees dan vindt ik ze prachtig, en dan kan ik de oer-theologie van Name er doorheen zien. In principe moet het allemaal terugvertaald worden tot het oer, dus deze teksten dolen vaak rond als wezen, maar ik kan vanwege mijn achtergrond en studie zoveel van de oorspronkelijke Nameïtische theologie in terug zien, van de geschriften van Name. Ik ben me ervan bewust dat er een grote reformatie moet plaatsvinden in het boeddhisme. Het boeddhisme is in sommige plaatsen zo vastgegroeid, zo orthodox geworden, ook als een markt is geworden. Maar het heeft dus groot potentieel. Ik kijk er altijd met gemengde gevoelens naar, zoals ik ook naar het christendom kijk. Er moet een reformatie komen. Deze reformatie moet in onszelf plaatsvinden. Het is voor de eenling, niet voor de grote massa's. We hoeven geen popie jopie te gaan spelen. Het is iets persoonlijks. Name strijdt tegen de menselijke wil, om zo vanuit de hogere rede de richting te veranderen. Dat is ook het werk van het boeddhisme, om de wil uit te doven, opdat de mens komt tot de hogere leer, door de leegte, door het minderen. Het minimalisme leidt dus tot logistiek. Zo heeft de mens een doel, een richting. De mens kan zo ergens voor vechten, kan zo ergens voor staan, anders zal de mens voor van alles vallen. Het gaat dus om het kennen, niet om het willen, en de mens komt tot het kennen door te minderen in het willen. Het kan krachtige instincten opwekken : vrees, boosheid, twijfel, eenzaamheid, maar dit is allemaal onderdeel van de strijd voor de rede, de kennis. De mens moet klaarkomen met het boeddhistische enigma. Er ligt daar teveel oerkennis in opgeslagen om zomaar langsheen te leven. De mens kletst maar door, heeft nog geen Damascus ervaring gehad. Ook de Abhidhamma, de derde mand van de Pali Canon van het Theravada boeddhisme waarschuwt tegen de vrezeloosheid. De mens vreest niet voor de zonde, de mens vreest niet voor de overmoed. De mens is helemaal niet aan z'n ego gestorven, aan z'n wil. De mens is ook schaamteloos over de zonde. Ze vinden het allemaal doodnormaal. Maar de mens wordt erdoor bedrogen. De zonde, de wil, tekent telkens weer illusies voor de mens, stelt het boeddhisme. Ze leven onder een sluier van illusies. De vooruitgang is pijnlijk en de intuïtie is langzaam, stelt de abhidhamma, wat overigens 'de hogere leer' betekent, of de 'hogere rede' in het Pali. De mens is zo bedrogen door de vormen dat de mens terug moet keren tot de vormeloze hemelen, of het vormeloos begin, waarachter de oneindige intelligentie is. De mens krijgt dan een nieuw begrip van hoog en laag. De mens krijgt dan een begrip over de hogere idealen. De mens krijgt dan zicht op het pad. Hoofdstuk 33. boze babies Man en vrouw is een dualiteit :

lijden, maar ook leiding. Verzoeking, maar ook onderwijs. De zonde macht in de stad is deftig, pronkt rond als een mannequin. Zalig zijn zij die dit doorzien hebben. Er worden veel boze babies geboren, met een reden. Wie zou er niet boos zijn in zo'n wereld ? Alles moet vandaag de dag ook maar 'leuk' zijn, maar wat is leuk ? Is het niet beter dat het leerzaam is ? Soms kunnen dingen niet leuk zijn, maar nodig. Soms is dat zelfs om het leven van iemand te redden. Er worden veel boze babies geboren. Ze kunnen eigenlijk niets. Ze kunnen niet lopen, en hebben geen armkracht. Wel kunnen ze enorm boos zijn, op de wereld. Geef ze eens ongelijk. Ook in de natuur zijn zulke boze babies : slangen. Gifspuitende cobra's. Ze kunnen soms hysterisch zijn. Ze hebben dan geen armen en benen, maar hun kracht komt ergens anders vandaan. En hun kracht is boos. Man en vrouw, een dualiteit, tegenpolen, in een verdwaasde wereld. Soms gaat het goed, soms gaat het niet goed. En dan zijn er weer boze babies. Moet alles dan maar leuk zijn ? Wat is leuk ? Wat behoort het leven te zijn ? Het leven, wat is het ? Is het niet vaak een boze baby ? Man en vrouw, een dualiteit, Soms gaat het moeilijk, en dan zijn er boze babies. Hoofdstuk 34. het ontwakende rode Misschien ben je weleens op een kermis geweest of in een fopwinkel of feestwinkel voor carnaval, en dan zie je soms van die plastic koppen of maskers die je kunt opzetten. Carnaval is meer iets katholieks, maar je ziet ze dan wel in de winkel etalages. Prachtig vond ik dat als kind. Ik zou wel

graag zo'n masker willen hebben, van Donald Duck bijvoorbeeld. Maar ja, er waren ook van die koppen bij die je dan kon opzetten met bloed en slijm erop, als van een horror film, allemaal plastic natuurlijk. Als we het dan hebben over de massa's om ons heen, wat is het ? De Vur spreekt over een machine van democratie die gemaakt is van allemaal afgehakte koppen. Deze bloederige hoofden houden alles bezeten. De hoofden debatteren en discussieren, net alsof het allemaal echt is, en de mens tuint erin. 'Nou, de meerderheid zegt het, dus zal het wel waar wezen.' Toch was het een arena. Er vloeide heel veel bloed voor, meerderheden die minderheden afmaakten. Of sommige hoofden hadden gewoon een grote bek en konden hun rotzooi goed verkopen. In ieder geval verwekte dit bloed vele kinderen, stelt de Vur. Het begon allemaal met een koppensneller die de machine had gebouwd. Boek 56 van de Vur gaat over deze verschrikkelijke strijd tegen deze machine van democratie. Het schijnt dat degene die hier tegen streed ook al haar hoofd had verloren, en zelfs haar eigen hoofd hing er tussen in de machine. Hoe gaan we daar mee om ? We zijn deel van de machine, en ook strijden we ertegen. We willen ons hoofd terug, maar er zijn zoveel andere hoofden omheen die tegen ons strijden. Ons hoofd is van hen, denken ze. Dat is de arena van het leven. En daarom moet het allemaal ontmaskerd worden. De Vur stelt dat het een vreemde spiegel is op een vreemde kermis. De Vuh is het achtergrond boek van de Vur, waar in langere verhalen alles wordt uitgelegd. Het gaat over het bedrog van Mars. Er is buitenaardse energie mee gemoeid dus. Zou je niet schrikken als je op een kermis wandelt en je komt bij de kraam waar je lootjes kunt trekken om een pop of kop te winnen en je ziet ineens je eigen hoofd tussen de andere hoofden hangen ? Mensen om je heen kopen dan lootjes in de hoop je hoofd te winnen. Is dat niet wat de wereld van vandaag is ? Het is een loterij en ons hoofd is de prijs, ons denken. De kranten willen het bezitten, de roddelbladen, de scholen. Zoveel roofdieren om ons heen. En de spiegel kan niet zomaar ingegooid worden, want dan sijpelt ook de droom weg en meer dan ons lief is. Het gaat om de ontwaking van het rode, Het minderen, het verdiepen, het verhalende element, het creatieve … Toch wordt de spiegel soms ingeslagen door een hogere kracht, stelt de Vur in het boek 'de nachtmerrie'. Dan zijn er slechts herinneringen, en doet alles pijn … scherven … En dan lonken de echo's en zak je in het ijs … dieper en dieper … Dan zijn de zeeen een sleutel tot synthese … een nieuwe schepping … Het rode is de poort tot de spiegelwereld, door de juiste kaarten, geordend … de rode logistiek … Het rode brengt alles achter de schermen, als een nieuwe spiegel, de rode spiegel ... Hiertoe is het rode onbereikbaar en altijd anders … Hier is de rode tijd, wat alles uitstrekt, alles loslaat .. alles verscheurt, als de cobra steen, de rode steen … De rode steen in het eeuwig evangelie gaat ook veel over het cobra medicijn …

De Marsiaanse mythologie, die ook in de tweede bijbel staat, is er zeer duidelijk over : de massa's, oftewel de machine van democratie, is een onderdeel van een orakel, het zogenaamde Tirmis orakel. Een orakel geeft dus abstracte boodschappen door. Dit orakel is gebouwd door Diabrillis, een poppenmaker, die in allerlei gedaantes kan veranderen, en één zo'n gedaante is de koppensneller, Sharla. Om de geheimen van zijn systeem te beveiligen gebruikt hij wachters genaamd de piraten van Taroon, die mensen misleiden, afhouden van de geheimen van zijn wereld. Het ironische is dan weer dat ook Diabrillis door zijn eigen machine misleid wordt en vast wordt gehouden. Dan is er eigenlijk de Marsiaanse boodschap van dualiteit en alles verdiepen wat de enige weg eruit is, dus dieper erin. Hoofdstuk 35. Het OT kruis Een tijd terug waren er Arabische buren, daarna kwamen er Nederlandse buren. Vannacht had ik een droom dat er nieuwe buren waren. Ze waren van een stroming tussen het Jodendom en de islam in, wat gebaseerd was op een oudere versie van Job, die trouwens Nob heette, of wat ook wel als Noph uitgesproken kan worden, aangezien het Hebreeuws is. Het was een alleenstaande moeder met haar dochters. Ze hadden vaak hoofddoekjes om. Ze probeerden een glimp van mij op te vangen bij de achtertuin, en ik was me ervan bewust en wilde ze niet spreken. De tuin was wild begroeid en de gordijnen waren half dicht, maar toch bleven ze proberen een glimp van me op te vangen. Ze zijn toen begonnen met lange brieven naar me toe te schrijven, dat ze me wilden zien, anders zouden ze hoge pieten van hun religie inschakelen, en dan zou ik ook maar de hoge pieten van mijn religie moeten inschakelen. Het waren ellenlange brieven. Ik weet niet meer wat er allemaal instond. Het was wel een mooie droom, en het volk interesseerde mij ook, die religie. Ook die dochters probeerden glimpen van mij op te vangen, net als hun moeder. Ik had toen op een gegeven moment geheel de gordijnen dichtgetrokken, en vandaar dus dat ik ook die brieven kreeg. Ik had ondertussen wel glimpen van hen opgevangen. Hoe komen we tot de Rede ? We kunnen nooit rechtstreeks tot de Rede gaan vanwege de loonsprincipes en belastingsprincipes. Er moet eerst een prijs betaald worden, een offer. Het gaat niet om de hoofdkennis, maar om de hartskennis, en die moet tot het hoofd stromen en door het hoofd stromen. Alleen door het hart komen we tot de Rede, maar dat is niet genoeg. Het gaat om de kruiskennis. Alleen door het kruis kunnen we tot de Rede komen. Hart en kruis zijn dus aan elkaar verbonden, als hel, hulda, holle, de oermoeder godin van de Germanen, die later eenzijdig en overmatig werd gedemoniseerd met de komst van de christelijke cultus. Nop of Noph, de oer-Job, de voortijdse Job, van veel oudere geschriften, ging ook aan het kruis, in de wildernis. In de grondteksten van het latere Job boek in het OT gaat Job ook tot de wildernis, tot de natuurvrouwen. Als eerste moet opgemerkt worden dat het kruis al iets is van het OT, van de psalmen, waarin David gekruisigd werd en ook werd er over zijn bezit gedobbeld, wat later werd gebruikt voor Jezus. Psalm 22 :

15 Als water ben ik uitgestort en al mijn beenderen zijn ontwricht; mijn hart is geworden als was, het is gesmolten in mijn binnenste; 16 verdroogd als een scherf is mijn kracht, mijn tong kleeft aan mijn gehemelte; in het stof des doods legt Gij mij neer. 17 Want hyena's (hoeren, Hebr.) hebben mij omringd, een bende boosdoeners heeft mij omsingeld, die mijn handen en voeten doorboren. 18 Al mijn beenderen kan ik tellen; zij kijken toe, zij zien met leedvermaak naar mij. 19 Zij verdelen mijn klederen onder elkander en werpen het lot over mijn gewaad. Oorspronkelijk was het kruis dus een hongerkruis. Ook in het Aramees is David omsingeld door hoeren, en door wreden, bruten. In het Hebreeuws betekent 'yad' naast hand ook fallus, die dus doorboord wordt of besneden. Doorboren betekent in het Hebreeuws ook kopen of verkopen, of geven voor een feest. De betekenis is nogal duister, en is veelal te zwak gemaakt in de westerse vertalingen. David wordt hier als slaaf verkocht of gekocht, en het gaat hier om verkrachting, want zijn fallus (yad) werd gegeven tot een feest. Hij is ontbloot voor de vijand. In het Aramees gaat ook vers 18 over verkrachting, want toekijken kan ook aanraken betekenen en geslachtsgemeenschap hebben. David is in het Aramees overwonnen door de vijand. Dit zijn dualistische teksten omdat David ook de weg laat zien tot de moederschoot, zoals ook de teksten van Job. In Job 19 : 15 wordt het duidelijk dat ook hij een deel is van het verre vreemde volk als eigendom en balling. Job leerde gehoorzaamheid door het lijden, door het kruis. Job sprak door de bitterheid van de ziel. Job werd geplaagd door dromen en visioenen die hem angst aanjoegen. Dit was zo erg dat hij de hongerdood en de wurging verkoos boven het leven (7 : 14-15). In het Aramees staat er dat hij naar Abbadown verlangde, de Hel, de verlorenheid, de Vernietiger. In het boek Job staat Zij naakt voor het Aangezicht van God. Wurging betekent in de diepte getemd worden, initiatie (inwijding) en overgave. Job verlangde naar de heilige halsketen, de heilige gebondenheid en de heilige slavernij tot God (Abbadown, Shadday). Hij wilde zijn leven verliezen hiervoor. Abbadown is ook de plaats van vernietiging. Job had een sterk doodsverlangen, en vernietigingsverlangen. In het boek Job zien we dat God als zodanig naar hem op jacht was, als Shadday, de almachtige goddelijke vernietiger (6 : 4). Dit gaat over het kruis van het OT, oftewel de duistere kennis. In de Egyptologie en Israelogie komt het kruis vaak voor in de T vorm, zo ook in de oudere versie van Job, over Nob of Noph. Het wil niet zeggen dat het kruis van het OT en van de oudere versie van Job altijd tot de dood leidt, want het wordt ook als restrictie paal gebruikt, en het Egyptische kruis is een T kruis met een halsketen erboven, als de Anaq, wat ook de naam is voor de OT halsketen. Spr. 1 8 verwerp de onderwijzing van uw moeder niet; 9 want zij is een keten (anaq) voor uw hals. Deze anaq wordt dus ontvangen aan het kruis, de restrictie, als een symbool van profetische leiding. Zonder het kruis is er geen profetie. De halsketen brengt ook terug tot de tenten. Wat voor een god heeft de mens dan gemaakt ? Een sinterklaas ?

Maar zelfs in het sinterklaasfeest hoort een roede thuis. God is het kruis. Wij moeten niet tot god naderen, maar tot het kruis, want dat is de ware God. In de vroegere versie van Job was dit genaamd Oru, en in de Job van het OT komt de Oru voor als de Urya, leeuwinnen in het Aramees, als een beeld van de woeste natuurvrouwen, oftewel de donkere kennis van het kruis. Het kruis was in het oer een vrouw met gespreide ellebogen waar de man naartoe moest voor wedergeboorte. Nob, Noph, kwam tot de Oru stam in de wildernis, zoals Job kwam tot de Urya stam in de grondtekst, als een beeld van het komen tot het hongerkruis. Hoofdstuk 36. 1953 – de watersnoodramp Getsemane betekende de olijfpers, maar het had een veel duisterdere betekenis, want de olijf was de kop van de slang, van de fallus, de kop van het ego, die vertreden moest worden in de profetie van Genesis 3. Dit gebeurt zowel door de voet als de vagina, als beeld van de baarmoeder die vermorzelt en tot wedergeboorte brengt. Een zeer duistere betekenis dus. Oorspronkelijk kwam de kruiziging van David voor in de oudere teksten van het boek Job, oftewel de kruiziging van Nob, in psalm 22, waar oorspronkelijk ook bijstaat dat zijn fallus werd vertreden, en zijn zaad moest geven. 'Die mijn handen en voeten doorboren,' is in het Hebreeuws ook 'die mijn fallus (yad) doorboren, of tot een feest geven, en in de oudere geschriften van Oru over Nob, Noph, staat er ook 'die mijn fallus met hun voeten vertreden'. Zo diep gaat dus de betekenis van Getsemane, en ik heb vroeger vaak dromen over Getsemane gehad. Oorspronkelijk was het jachtsgebied. Jezus was als opgestane een beeld van de opgerezen fallus die eerst zijn bloed gaf en toen zijn zaad. De mens kan dit allemaal wel heel schijnheilig en vroom loskoppelen van de sexualiteit, maar de grondteksten en oerteksten laten juist de demonologische sexualiteit zien, opdat er daadwerkelijke vruchtbaarheid en wedergeboorte is. De mens wil heel graag God loskoppelen van sexualiteit, maar God heeft sexualiteit geschapen met een bedoeling, en ook de tegenstander gebruikt sexualiteit. Het is een oorlog van sexualiteit, om de betekenis ervan. Jezus moest aan het kruis. Hij wist dat er jacht op hem gemaakt zou worden in Getsemane, en toch ging hij er ongewapend naartoe. Hij keerde zijn andere wang toe. Hij aanvaardde het lijden, het kruis, oftewel Oru. Er is niets wat een fallus kan doen in de vagina, en het leidt uiteindelijk tot het geven van het zaad. Dan kan de mens een sinterklaas god maken, maar ook het sinterklaasfeest kent de roede en de zak. De mens is geschapen om tot de vagina te gaan, tot de hel, de baarmoeder, tot wedergeboorte, en daartoe moet de mens zich opofferen. De mens is geschapen om tot het kruis te gaan, anders is er geen leven mogelijk. De mens moet gemelkt worden, uitgeperst, als een olijf. De mens moet vertreden worden, en dat is een dualiteit, en sexualiteit is daartoe een metafoor. Dat is de theologische sexuologie. Judas is Grieks voor het Hebreeuwse Juda, wat komt van yad, wat ook fallus betekent, en de vernederde die zijn zonden belijdt (yadah). Jezus is de kop van de fallus, als de geperste olijf, en Judas was de nek, de gehangene, die Jezus verstrikte, als de nekketen. Het is de sexuologie van het

kruis. Vannacht had ik een droom over de watersnoodramp van 1953 in Zeeland. Het was een dualistische cyclus, en heeft ook te maken met het oordeel over Nederland die haar kinderen martelt en zich doof houdt vervolgens. De watersnoodramp had dus twee kanten, want het had ook een diepere betekenis, en het staat ook voor een geestelijke vloed. Ik zag de engel van de watersnoodramp en dit keer werd heel Nederland overstroomt, maar het was iets theologisch, de terugkeer van iets. Dat moest wel terugkeren want het was ooit weggenomen. We kunnen ook denken aan de watersnoodramp in 1570 in Nederland, die nog wel groter was. Beide overstromingen hadden ook religieuze namen. 'Ik worstel en kom boven' staat er op de Zeeuwse vlag waarop een leeuw staat in de golven, om de strijd tegen de Spaanse overheersing uit te beelden. Nederland is nog steeds Spaans. Martelt nog steeds dieren, en martelt nog steeds kinderen, en doet dan net alsof er niets gebeurt is, en bouwt dan haar leugen industrie er omheen, allemaal roddel, om haar misdaden te bedekken. Maar God ziet alles. Nog steeds is de leeuw in groot gevecht met Spanje. Er ontbreken nog theologische elementen. Het werk is daarom nog niet af. Het moet nog verder verdiept worden. Het is dus zee tegen zee, en Zeeland heeft hierin een belangrijke sleuteltaak, wat ook weer terugwijst op Michiel de Ruyter die ook heeft bijgedragen aan de emancipatie van Nederland om los te komen van Spanje. De Ruyter heeft dus ook een belangrijke taak in het oordeel over Nederland. Nederland is dus dualistisch en kan in twee stukken verdeeld worden : het hogere en lagere Nederland. Deze strijd is zuiver theologisch, literair dus, aan de hand van de Rede. We moeten hiervoor de geschiedenis in. De tachtigjarige oorlog (1568-1648) was een oorlog tegen de Spaanse wereldmacht, maar deze oorlog woedt nog steeds, en het enigma ervan moet opgelost worden. Uit deze oorlog kwam ook de zogeheten gouden eeuw voort van de jaren 1600, als de herleving van Nederland. Zo is ook hoe het oudere boek van Job, oftewel Nob, begint : met een overstroming. En Nob moest op zijn bootje dieper de wildernis in, waar ik over droomde. Ook ging de droom dus over de watersnoodramp in Nederland in diverse lagen. Mensen trokken tot de steden die nog niet ondergelopen waren, en ik was daar ook. Er hing in die steden nog zo'n sfeer van 'oh, er is hier niets aan de hand' en 'lang leve de lol'. Er waren allerlei broodjestenten waar je broodjes met veel suiker en vlees erin kon kopen. Natuurlijk mocht ik die broodjes niet nemen. Ik moest ze ontwijken. Dat is wat de Nederlandse geest is : 'suiker en vlees' om ze doof te houden, als drugs. De Ruyter, die uit Vlissingen kwam, strijd nog steeds tegen de Spaanse geest die Nederland bezet houdt. Hiertoe moeten vele geestelijke overstromingen komen, om de mens dieper de wildernis in te drijven. De mens moet de hogere theologie leren. Het is een studie en een puzzel. Ook de geschiedenis is dus van belang, maar niet zomaar overmatig, maar logistiek. In dat opzicht is na de reformatie van 1517 een andere overstroming van belang : de remonstrantie van 1610 te Gouda, waarin predikanten verweerschriften tegen de autoriteit van de gereformeerde kerk in Nederland hadden opgesteld. De remonstrantie was veel vrijzinniger, terwijl de orangisten het land orthodox calvinistisch wilden houden. In 1610 begon als het ware een bizonjacht tegen de uitwassen van de reformatie, tegen het extremisme ervan. Dit was hard nodig, en op die fundamenten is ook de hermitatische beweging gevestigd, wat beschreven is in haar artikelen in de hermitatische synode. Remonstrantie betekent tegenbetoog, verweerschrift, protest. Er moest in de kerk plaats zijn voor andere gezichtspunten, ook vreemde gezichtspunten. Dat is uiteindelijk ook wat de overstroming betekent in de Vur (boek 124). Er mag zo weer ruimte komen in de mens. Dat gebeurde ook in de droom bij de overstroming, dat er weer ruimte kwam, dat de mens weer ver kon zien en ook door dingen heen kon zien. De mens kon zo weer verbinding maken met de droomparallellen.

Frankrijk maakte een einde aan de gouden eeuw door het optreden van Lodewijk de veertiende wat een zware klap was voor Nederland. De gouden eeuw leidde tot dit kruis, en daarna zou Napoleon nog komen. Wat stellingen van Napoleon : 1. Terug naar de moederborst 2. godsdienstvrijheid 3. Val van het medische rijk 4. komen tot de logistiek 5. komen tot je unieke individu, niet de massa productie 6. terug tot de natuur en de natuur limieten 7. afschaffing van de marteling om gedwongen informatie te winnen Er was nog veel werk te doen in Nederland. In dit opzicht zijn er verschillende steden, verdragen en jaren van belang, die ook toegepast en verdiept dienen te worden in de geestelijke strijd : Unie van Utrecht – 1579 – Verbond tussen diverse Nederlandse gewesten in de strijd tegen het Spaanse bewind. Vrede van Utrecht – 1713 – Einde Europese godsdienstige oorlogen, en verdeling van de gebieden voor evenwicht binnen Europa : onderhandeling met u, voor u, zonder u. Vrede van Nijmegen – 1678 – De Vrede met Frankrijk om een einde te maken aan de Hollandse oorlog, in de tijd van Lodewijk de veertiende Ook Napoleon werd in de jaren 1800 uiteindelijk verdreven, maar de Napoleonitische pilaren staan nog steeds, en de Napoleonitische overstromingen zullen blijven komen totdat Nederland uit het ei is gekomen. Dit is dus een natuur proces. Waar we nu tegenaan kijken in Nederland is slechts de eierdop. Daarom zal de watersnoodramp van 1953 blijven spreken. Nijmegen en Utrecht zijn hierin belangrijke enigma's tot het herstel van Nederland. In mijn dromen is Utrecht de sleutel tot het natuur-Nederland, en ook tot de hogere tweede bijbelse bibliotheek van Nederland, zoals dit ook voorkomt in de verhalen van de tweede bijbel zo nu en dan (De Bibelebonse Pap, Sobibor – de laatste jager). Er was al een eerdere, middeleeuwse Vrede van Utrecht als onderhandelingsvrede (hanze) met Engeland, in 1474, om de hanze oorlog met Engeland te beëindigen (1469-1474). Utrecht betekent doorwaadbare plaats wat ook weer heeft te maken met bepolderen en de splitsing van de zee voor de exodus, oftewel de overwinning over het water, de overwinning over Spanje. Vrede betekent dat er toch een bepaalde synthese kan zijn na of naast de nodige tegenstellingen. Hoofdstuk 37. de tovermamma's – de nederlandse pedagogiek Ik was in de stad van het voorgeslacht, van de voorouders, die daar verschillende woningen hadden,

zoals ook vroeger bij de voorfamilie, waarin ik als kind van de ene naar de andere woning ging, door door de wijken ertussen heen te lopen. Dat was altijd een magische belevenis en in deze droom weer. Een voorouder had een woning ergens bij het station en liet mij een klapstoeltje van mij zien van vroeger. Ik was het allang vergeten dat ik het had, maar in de droom kwam dat zomaar naar boven. Toen ging ik door de wijken naar een andere woning van de voorouders, dieper in de stad, in een wijk buiten het centrum. Ik kwam toen kinderen tegen die op een erf aan het spelen waren tussen de huizenblokken. Ik wilde ze iets geven, en zocht in mijn zakken en vond er nog snoep gemaakt van een oerwoudssuiker wat goed was voor de tandjes. Ik wist alleen niet meer hoe lang het al in mijn zak zat, en op de verpakking stond ook dat het koud bewaard moest worden, dus ik besloot het maar niet te geven. Wel zei ik tegen de kinderen dat ik de moonwalk van Michael Jackson voor ze zou doen. Ik kende verschillende moonwalken van hem, ook de minder bekenden, die overigens niet minder indrukwekkend zijn. Ik begon mijn favoriete moonwalk te doen, waarbij je dan gewoon op één punt blijft staan, en wat ik hem maar één keer heb zien doen in een concert, maar wat ik dus wel telkens terugspeelde om het te leren. De allereerste moonwalk, de hele bekende waarbij hij naar achteren loopt terwijl het lijkt alsof hij naar voren loopt, leerde ik ooit van een volleybalvriendje. In ieder geval kwam ik niet ver met de moonwalks in deze droom. Ik was als aan de grond gelijmd, alles ging in slow motion en ik kon mezelf bijna niet meer bewegen. Toen verschenen ineens tovermamma's om me heen. 'Ja,' zei mijn tovermamma, 'het kind mag niet overbelast worden.' Ik moest het dus niet overdrijven, alles met mate. De tovermamma's drukten altijd de knopjes in om hun kinderen niet over te belasten, niet teveel te geven van iets, en dat kon van alles zijn. We kunnen dan denken aan dingen die we helemaal verkeerd begrijpen, de zogenaamde misverstanden, of in het Engels : misunderstanding. Dit is een belangrijk thema in de tweede bijbel en de Vur, het telkens vertragen of wegsmelten, het misverstand. De hersenen pikken het dan verkeerd op, maar voor een reden, zodat we van iets niet teveel krijgen. Zoals bij bijvoorbeeld de zogenaamde waarheid. Wat is de waarheid ? Mensen kunnen de waarheid hebben, maar niet de waarde, maar wat heb je dan ? Er is ook een gevaarlijke materialistische waarheid, en daarom moet de mens op zoek naar de diepere waarheid : de waarde, en soms gaat dat gewoon door het misverstand, dat je ineens dingen op een hele andere manier ziet, wat dan misschien in de materie niet echt is, maar in het geestelijke wel, en dat is uiteindelijk veel belangrijker. Het gaat uiteindelijk om de waarde van spelletjes en verhalen, niet zozeer om de orthodoxe, letterlijke, saaie zogenaamde waarheid, want die waarheid is vals, door de mensen gemaakt. Maar dan kun je naar het kruis kijken : mensen die vervelend doen of eens een nare opmerking maken, of onverschillig doen, enzovoorts, of mensen die uit je leven worden weggenomen die je iets langer had willen houden, dan is dat voor een reden : De tovermamma's bedienen de knopjes en zullen ervoor zorgen dat hun kinderen niet overbelast raken, niet van een bepaalde stof teveel krijgen, want dat zou rampzalig zijn. De hersenen interpreteren het als iets vervelends, in een misverstand, want ze doorzien dan niet de bescherming van de tovermamma's. Soms moeten de hersenen het ook verkeerd begrijpen, want anders zouden ze van een bepaalde stof teveel binnenkrijgen. Er zijn dus ook goede fouten. Het is een belangrijk thema in de poëzie van de tweede bijbel, bijvoorbeeld in 'misunderstanding from the lion's tea'. De tovermamma's zullen ervoor zorgen dat hun kinderen niet geprogrammeerd worden door verkeerde realiteiten, verkeerde waarheden. Er is dus een diepere waarheid van de waarde, en die is eeuwig. Soms hoeven dingen dus niet waar te zijn, zoals in verhalen en spelletjes, maar wijst het op een diepere betekenis, en dit is belangrijker dan de ingeburgerde valse waarheden van de mensen. Waarheid is dus een relatief begrip. Daarom moet de mens op een tocht naar de echte waarheid, die van de waarde. Dit gaat dwars door alles heen. We zagen dus de opleving van de filosofie in Duitsland na de middeleeuwen, en de volgende stap komt uit Nederland zelf, en dat is de pedagogiek, de opvoedkunde, en dat gaan de tovermamma's

doen. Nederland en ook de omliggende landen, zijn namelijk helemaal verkeerd opgevoed, met valse waarheid. Natuurlijk was dat ook het werk van de tovermamma's die de knopjes drukten om hen kinderen niet teveel van iets te geven. Soms als het net leuk begint te worden moet het kind naar bed, en dat allemaal voor een reden. Waar de mens nu doorheen gaat zijn dus kindernachtmerries, want het kind is nog niet klaar voor de grotere dingen, de grotere spelen. Wat er om de mens heen gebeurd zijn de grotere spelen, en dat zijn oorlogsspelen en andere ingewikkelde spelen die het mensenkind niet begrijpt en helemaal verkeerd opvat, en dat moet ook, want er is een diepere waarheid, een waarde. Daarom moet het kind door het misverstand heen. Hier gaat de Vur uitgebreid over. Hierom moet het kind vertraagd worden, anders gaat het kind te snel. Het is het werk van de tovermamma's, de Nederlandse pedagogiek. Diepere waarheden, diepere lagen, diepere waarden kan het kind nog niet direct gegeven worden, dus eerst moet het kind met minder genoegen nemen. Dat is voor de bescherming van het kind. Het kind is nog klein en kan niet teveel aan. Zomaar met een roze bril gaan rondlopen is levensgevaarlijk, als drugs. Het kind moet aan de voorwaardes voldoen. Het kind moet naar de school van de tovermamma's, om pedagogiek te leren, en daarbij is zelf-pedagogiek zeer belangrijk : leer jezelf opvoeden. Hoofdstuk 38. de ontzegeling van nahum en jona We kunnen stellen dat het christendom de grootste religie is in deze wereld, en zij hebben hun boeken opgesteld die over de hoofden van de mensen heersen, zowel berucht als beroemd, en ze doen alsof ze heiliger dan de paus zijn. Daarom moet er een nieuwe theologie komen, want deze boeken zijn allemaal vastgeroest, en zijn afgeweken van de bron, veelal misvertaald, en ook de grondteksten zijn afwijkingen van veel oudere teksten en eerdere tijdperken, dus we gaan kijken hoe dat is verschoven. Nahum komt van het oerwoord Name, en alhoewel er dus een mannelijke Nahum is, en dit in vele opzichten een waardevol boek is, wijst het terug op een ouder boek over de natuurvrouw Name als een beeld van kennis. Kennis is god, stelt Johannes 1 in zowel de griekse (stoicijnse) als aramese grondtekst. We kunnen ook denken aan het boek numeri wat een latijns woord is, en wat in het hebreeuws bemidbar is, in de wildernis. Numeri komt van nameri in de oertaal, wat dus de geestelijke stof van de kennis betekent, als tegengesteld aan materie. In het stoicijns (grieks) is het arithmoi, tellingen, wat komt van areta-ma, de wet (egyptisch) van areta (geleerdheid). In het boek Nahum wordt de tegenstelling tussen Nahum en Ninevé weergegeven. Hier gaat de voortijd dus achter schuil, want dit gaat om de worsteling tussen Name, kennis, en Noph, de voortijdse Job uit de geschriften van Oru (een voortijdse benaming voor het kruis). Grondteksten hebben dus altijd weer hun grondteksten in de voortijd. Ninevé, nnv, Noph (of Nob), had dus een soort Pniëlitische strijd met Name, om zowel hem als haar te toetsen. Dat is waar het boek Nahum

in de diepte over gaat. Name overweldigt hem, en hij wordt zo net als Jakob verbroken, opdat hij gevoelig is voor haar voor de rest van zijn leven, voor de kennis dus, oftewel voor profetische leiding : Nahum 1 1 Godsspraak over Nineve. Boek van het gezicht van Nahum, de Elkosiet. In het voortijds is dit dus de godsspraak over Noph. Boek van Name, kennis. Elkosiet is Hebreeuws voor verstrikker, valstrik. In het Aramees is de godsspraak een wond die toegebracht wordt. Nahum 2 7 En het is beslist: zij wordt ontbloot, weggevoerd en haar slavinnen klagen als met duivestem, terwijl zij zich slaan op de borst. 8 En Nineve was als een vijver vol wateren, zolang het bestaat; nu lopen deze weg. Staat, staat. doch niemand keert zich om. 9 Rooft zilver, rooft goud. eindeloos is de voorraad, een overvloed van allerlei kostbaarheden. 10 Woestheid, woestenij, verwoesting. en verslagen harten en knikkende knieën; kramp in alle lendenen en hun aller aangezicht van kleur beroofd. Blootheid is een beeld van ontmaskering, mindering en openbaring. Noph gaat dus in ballingschap. Nahum 3 5. Ik til uw slippen op tot aan uw aangezicht, en Ik laat aan de volken uw naaktheid zien, aan de koninkrijken uw schaamte. 6 Ik werp vuil op u, Ik maak u te schande en stel u ten toon, 7 zodat al wie u ziet, van u wegvlucht en zegt: Verwoest is Nineve. Dit ging dus allemaal over de verbrokenheid van Noph, een grote beproeving, te vergelijken met die van Jakob en Job, in de voortijd. 10 Toch is het gevankelijk in ballingschap gegaan, toch zijn zijn zuigelingen verpletterd op alle hoeken der straten; over zijn aanzienlijken heeft men het lot geworpen, en al zijn groten zijn in boeien geklonken. 13 Zie, uw manschappen binnen u zijn vrouwen; voor uw vijanden hebben de poorten van uw land zich wijd geopend; het vuur heeft uw grendelbomen verteerd. Dit wijst erop dat de bedriegelijke mannelijke goden van de stad worden vervangen door de natuurvrouwen, wat in de tweede bijbel wordt beschreven als het Zolt tijdperk. 19 Geen herstel is er voor uw breuk, ongeneeslijk is uw wonde. Allen die de mare over u horen, klappen over u in de handen, want over wie is uw boosheid niet voortdurend heengegaan? De gevoeligheid door verbrokenheid is dus eeuwig, opdat de mens niet zal ontsnappen uit de kennis, wat dus ook weer terugkomt in de leer van Calvijn, in de vijfde pilaar. Het gaat om de geleerdheid, het komen tot Areta, de onontkomelijke. Daarom werd Job ook in de bijbel beschreven als volkomen, wat terugwijst op de voortijd. Ook in het boek Jona gaat het over Ninevé, oftewel in de voortijd over Noph. Jona is in de voortijd dan ook vrouwelijk, als Jani, wat wijst op de urim en de thummim van die tijd (jana en jani). Jani is dat wat tot volkomenheid, geleerdheid (Areta) strekt, en weer was Ninevé daarmee in strijd, maar

zij gaven eigenlijk zich direct over. Dit gaat dus over de overgave van Noph aan Jani. Jani is de onweerstaanbaarheid, als de vierde pilaar van Calvijn, die tot onontkoombaarheid leidt, tot de vereeuwiging. Jani is de volkomen gebondenheid die de urim en de thummim bewerkstelligen. Jona kwam vanuit de teoom opzetten in de grondtekst, oftewel de oerafgrond, wat dus een diepere betekenis had. De vis, of het vangen van de vis, is een beeld van de opname en de uitverkiezing, wat Jona dus moest uitoefenen op het volk Ninevé, wat terugwijst op het werk van Jani in de voortijd. Jona 4 11 Zou Ik dan Nineve niet sparen, de grote stad, waarin meer dan honderdtwintigduizend mensen zijn, die het onderscheid niet kennen tussen hun rechterhand en hun linkerhand, benevens veel vee ? De uitverkoren zijn dus hen die hun linkerhand niet laten weten wat hun rechterhand doet. Hoofdstuk 39. bespreking boek 53 van de koran, de voortijdse wortels 'Oh nee, Liesje mag niet vies worden,' maar de oerwoudvrouw van de voortijd liep niet rond met gelakte schoentjes en keurige witte sokjes niet door enig vuil aangetast. Neen, de voortijdse oerwoudsvrouw was blootvoets en die voeten waren vuil, in contact met de aarde, want er was nog zoveel om op te graven, ook vandaag. Natuurlijk is dat metaforisch. Kennis slaat haarzelf op door de medeklinkers. Daarom is het belangrijk naar de medeklinkers te kijken en de weg terug te volgen. Zo liggen ook de lijnen door de bijbel gecodeerd. Een voorbeeld hiervan is Ruth en Na-ami. Judea was in hongersnood, en Na-ami en haar gezin trokken naar Moab, waar zij Ruth ontmoette, die haar schoondochter werd. Zowel Na-ami als Ruth werden weduwe, en zij trokken terug naar Judea. De hongersnood is een beeld van het minderen. In de voortijd ging het zo : Ruth, rt, staat voor de aretaïet, rt, en Na-ami staat voor Name, de kennis. Ruth ging naar de dorsvloer en legde zich neer aan het voeteneinde van Boaz, en viel daar in slaap, als de OT Maria die aan de voeten van Jezus zat. Boaz was de losser voor een zwagerhuwelijk, sinds haar eigen man was overleden. Boaz is ook de naam van één van de pilaren van het voorste gedeelte van de tempel van Salomo, de tempel van de moeder, als beeld van de moederschoot. Ruth betekent 'lust tot kennis, gnosis' in de worteltekst. In het Aramees is dit vallen van Ruth het vallen in de oorlog, als een beeld van de man die in de amazone oorlog valt aan de voeten van de vrouwelijke krijger, om zo door haar ingewijd te worden tot de gnosis. Dit is dus ook weer een Pniëlitische metafoor, wat we dus kunnen vergelijken met Jakob op Pniël. 'Nee, Liesje's voetjes mogen niet vuil worden, want dan lijkt ze op een neger,' en daarom kijkt het

nogal typische verschijnsel 'de christen' niet verder dan z'n neus lang is. 'Oh, het staat in het boekje, wordt overal gebruikt, dus zal wel waar wezen.' Het zijn belangrijke boeken, komen telkens weer langs, maar de christen kent de diepere betekenis niet. De christen kent de voortijden niet, want de schepping is nogal jong, en werd in zes letterlijke dagen geschapen, terwijl het in het Hebreeuws ook tijdperken kunnen zijn. De christen houdt zichzelf ongeleerd, anti-areta, blijft aan de oppervlakte 'waar het niet vies wordt'. De ontzegeling van Esther : str, zaad-oru : zaad is een voortijdse naam van de godin die haar ellebogen heeft gespreid als een kruis waarin de man wedergeboren kan worden. Oru komt in de bijbel voor als de Urya, leeuwinnen in het Aramees, in het boek Job, als een beeld van de woeste natuurvrouwen, oftewel de donkere kennis van het kruis. H'man is de verdraaiing van nm, Name, en die wil dat iedereen voor hem buigt, en omdat de Joden dit niet deden moesten ze uitgeroeid worden. H'man kwam echter aan zijn eigen paal te hangen. De ontzegeling van Habakuk : H'bakuk, of H'bakkah, de oorspronkelijke naam van mekkah, wijst ook terug op Rebekkah, het Woord. Habakuk 3:3 (Septuagint) : God komt van Teman en de Heilige van het gebergte Paran. sela. Zijn Areta (geleerdheid) bedekt de hemelen, en de aarde is vol van zijn lof. Habakuk 2:14 : Want de aarde zal vol worden van de kennis van des Heren heerlijkheid, kabowd, gelijk de wateren die de bodem der zee bedekken. Habakkuk heeft de BK wortel die wijst op verschillende Afrikaanse godinnen en Bakroe (BK-R) in de amazone gnosis, Rebekkah. In de Bilha komt zij ook voor als de godin Delilah in de Simson mythe. Toen Jakob de rivier de Yabboq (YBK) was overgegaan had hij een worsteling met een engel. Yabboq betekent leeg worden. Dat is ook wat de wortel bqq betekent, geheel leeg worden, leeg maken. Dit is dus een beeld van het toetsen. Het boek Habakuk (ybk) is dus de rivier waarover Jakob moet gaan om te toetsen, om de worsteling te hebben met God. Jakob moet over die rivier gaan om tot diepere betekenissen te komen, om zo een ontmoeting te hebben met de godin. In het Hebreeuws betekent Rebekkah de verstrikster, de valstrik. Dat is ook wat er gebeurd in de hongerput van Calvijn, de eerste zuil van het calvinisme, waar de mens zijn wil verliest en tot een soort verdoemenis gaat. Ieder mens is hierin verdoemd, maar er zijn vandaaruit stappen om tot diepte te komen. Habakuk 2 1 Ik wil gaan staan op mijn wachttoren en mij stellen op de wal, ik wil uitzien naar wat de Here tot mij spreken zal, en wat ik moet antwoorden op mijn klacht. Hij is over de rivier de Jabbok gegaan, dieper de wildernis in, en hij worstelt met de Moeder God. Hij wil haar niet laten gaan. Hij is aan zichzelf afgestorven, aan zijn ego, en hij wacht op de verbinding met het Woord. Hij is waakzaam en op zijn hoede. Hij weet dat juist ook in diepe wildernis zoveel gevaren zijn die hem kunnen afleiden van het doel. In het oerwoud overleven maar enkelen. Hij worstelt niet alleen met God, maar ook met zichzelf. Jakob is tot Pniël gekomen, achter de Yabbok rivier. Het eist van hem volkomenheid, het geheel afleggen van het ego. Dit moet hij

overwinnen. Hij moet bovenal zichzelf overwinnen. Hij is geplaatst in de arena. Hij strekt zich uit tot de hemelse leer, en toetst deze. De ontzegeling van zacharia : Zacharia = Zukki-Oru, oftewel het kruis van de Zukki stam in de voortijd. De mens moet worstelen met de bijbelboeken, net zoals met de boeken van de koran, om het op diepte te schatten. Dat is een Pniëlitische oproep aan de mens. Er zit teveel kennis van de eeuwen en eeuwigheden, van de voortijden, om zomaar weg te gooien. Hele volkstammen willen de mensheid brainwashen met de bijbel en de koran, daarom is het belangrijk de oorsprong van deze teksten te kennen en contact te hebben met de natuurprincipes en godinnen in deze teksten opgeslagen en verborgen, wat een onderdeel is van de theologische immunologie. De mens dient dus bewust te zijn van de etymologie, taal oorsprong, van deze boeken. Het zijn de heersende boeken op aarde, en ze heersen omdat de mens ze niet kent en niet begrijpt. De mens moet komen tot de oorsprongen ervan. Het Koran boek 53, de ster, namj, geeft een schat van informatie over Name, de oerkennis, die de voortijdse oorsprong is van het boek namj. De Name gaat onder als een ster, en spreekt niet vanuit de wil, omdat het om de kennis gaat. Het is de openbaring. Zo komt de mens tot geleerdheid, en het komt steeds dichterbij de mens. Dat is hoe de openbaring werkt. (vs 1-10) Dit kan alleen begrepen worden en opgevangen worden door het hart. (vs. 11) In vers 25-26 wordt er weer gesteld dat de mens niet alles krijgt wat hij wil, want God kijkt naar het hiernamaals en de voortijden. De mens moet zich niet richten op het aardse tijdelijke. God stelt dat de mens zich niet alleen maar moet bezig houden met mannelijke wezens, zoals God zich niet alleen bezig houdt met vrouwelijke wezens. Verderop wordt gesteld dat de mens er mee op moet houden de vrouw als een dienstknecht te zien, want zo komt de mens niet tot het hiernamaals. De vrouw is immers de baarmoeder waaruit de mens voortkomt, en in de baarmoeder weet de mens niks, dus moet de mens zich niets voorstellen. (vs. 21-32) De engelen, malakin (53:26), malaikata (53:27), zijn in dit opzicht verbonden aan de slaaf, mamlukan (16:75), waarvan de mens niet moet denken dat het vrouwen zijn. Het boek stelt in vers 32 dat de mens voortkomt uit de aarde en de baarmoeder, en dat de mens zich daarom niets moet inbeelden. In vers 35 wordt gesteld dat de mens alleen kan zien als de mens kennis heeft van het ongeziene. Weer is Name dan de voortijdse bron, wat in de titel van het boek ligt. Aan het einde van het boek wordt dan ook gesteld dat de mens zich weer ter aarde moet werpen, wat dus ook een beeld is van het teruggaan tot de baarmoeder (vers 62).

Hoofdstuk 40. bespreking koran boek 2, de voortijdse wortels De Koran is ervoor om de bijbel te verdiepen, terug te leiden tot de voortijden, als een soort katalysator. Zekaryah, zkr, is hebreeuws voor Zacharia en betekent Jehovah herinnert, herinnering aan Jehovah, waarvan Yah een afkorting is, dus voluit zou het dan zijn : zekarjahava of zekar-hava, zekar-eva, de herinnering aan eva, aan de oergodin, oermoeder. Hierover gaat ook boek 43 van de koran : zukruf, zkrf. vers 5 : Zullen Wij u dit dan niet in herinnering brengen, omdat gij een buitensporig volk zijt ? Ook in dit boek wordt er gesteld dat vrouwen geen dienaren van de mannen zijn : vers 19 : En zij maakten de engelen, die dienaren zijn van de Barmhartige, tot vrouwelijke wezens. Waren zij dan van hun schepping getuige ? Hun getuigenis zal worden opgetekend en zij zullen tot rekenschap worden geroepen, zullen worden ondervraagd. Zacharia = Zukki-Oru, oftewel het kruis van de Zukki stam in de voortijd. Zukki is in de Bilha die de stam door de wildernis leidt. In de visioenen van Zacharia wordt in het Aramees dit kruis besproken, of paal : Zacharia 1 (Aramees) 8 Deze nacht heb ik een gezicht gehad: zie, een man, gezeten aan een donkergekleurde paal, en staande tussen de bomen in de diepte, en achter hem rode (donkere), gevlekte en witte paarden. 9 Toen vroeg ik: Wat betekent dit, mijn heer? en de engel die met mij sprak, zeide tot mij: Ik zal u tonen, wat dit betekent. 10 Hierop antwoordde de man die tussen de bomen stond, en zeide: Dit zijn zij, die de Here heeft gezonden om de aarde te doorkruisen. 11 En zij antwoordden de Engel des Heren, die tussen de mirten stond, en zeiden: Wij hebben de aarde doorkruist en zie, de gehele aarde verkeert in volkomen rust. De man aan de paal wordt ook in de Psalmen genoemd, als David, en in het NT als Jezus, maar het komt vaker voor in de grondteksten van het OT, en het is symbolisch het pad om de eeuwige rust in te gaan. De wil kan zo sterven, opdat de mens tot kennis komt, en door kennis geleid wordt. In het tweede visioen gaat dit verder : 18 En ik sloeg mijn ogen op en ik zag toe, en zie, vier horens. 19 Toen vroeg ik de engel die met mij sprak: Wat betekent dit? Hij zeide daarop tot mij: Dit zijn de horens die Juda, Israël en Jeruzalem verstrooid hebben. 20 Vervolgens deed de Here mij vier timmerlui, geleerden (Aramees) zien. 21 Toen vroeg ik: Wat komen dezen doen? En hij zeide: Dat waren dus de horens die Juda zo verstrooid hebben, dat niemand zijn hoofd kon opheffen; maar zij zijn gekomen om hen te verschrikken, om neer te slaan de horens van de volken, die hun horen hebben verheven tegen het land Juda, om het te verstrooien. De timmerlui zijn een symbool voor het doorboren. Zij sloegen David aan de paal, Jezus, en vele anderen, om het volk te verstrooien. Dit is in het Aramees metaforisch voor geleerden, voor kennis. Alleen kennis doet de wil afsterven. Geleerdheid is Areta, oftewel de inwijding in het boek Ruth, rt, waarin de mens in slaap valt aan de voeten (voortijd) van de losser. Alleen in de diepte komt de

mens tot geleerdheid, tot Areta. In het Hebreeuws wordt Job ook Jove genoemd, dus in die zin is Zekeryah of Zekerjove ook de herinnering aan Job, die zo diep moest gaan om tot de natuurvrouwen te komen, tot de Uryah, de leeuwinnen in het Aramees, of de Oru in de voortijd, als beelden van het kruis. In de voortijd is dit dus de herinnering aan Nob of Noph. Deze herinnering komt ook terug in Zacheria 12 : 10 – Zij zullen hem aanschouwen, die zij doorstoken hebben, en over hem een rouwklacht aanheffen als de rouwklacht over een enig kind, ja, zij zullen over hem bitter leed dragen als het leed om een eerstgeborene. Zomaar gedachten zijn levensgevaarlijk. Ze moeten getoetst worden aan de hogere kennis. Het gaat niet om gedachten, maar kennis, en kennis komt in structuren, in het Woord, Rebekkah, waarvan tenten en kampen in de wildernis ook een beeld zijn. Hier gaat het derde nachtgezicht van Zacharia over : Zacharia 2 1 En ik sloeg mijn ogen op en ik zag toe, en zie, een man met een meetsnoer (Aramees, swt) van psalmen in de hand (beoordeling van psalmen, heilige literaire structuren). 2 Toen vroeg ik: Waar gaat gij heen? En hij antwoordde mij: Ik ga Jeruzalem opmeten en zien hoe groot zijn breedte en lengte zal zijn. 3 En zie, toen de engel die met mij sprak, naar voren trad, ging een andere engel hem tegemoet, tot wie hij zeide: 4 Snel heen, spreek tot die jongeling: als een open plaats zal Jeruzalem daar liggen vanwege de menigte van mensen en vee daarin. 5 En Ik zelf, luidt het woord des Heren, zal haar een toets-muur (Aramees, urim-muur) zijn rondom, en een psalm (Aramees) binnen in haar. Dit is de tot standkoming van het Woord, door het toetsen. Het Woord bestaat uit psalm-structuren die de mens verbinden met de wilderniskennis, waarin de wilderniskennis is opgeslagen. Als de mens niet leert toetsen en meten, komt de mens nooit tot het Woord. In het Hebreeuws komt het hier neer op het meten van de leegte (breedte) en het geduld (lengte). Rebekkah, of Bakkah, als de oorspronkelijke naam van Mekka, is hiervan een beeld, waar Ishmael uiteindelijk naartoe ging toen hij verstoten was en op hongertocht door de wildernis ging. Dit Woord is in diepte strijdvaardig en strategisch, als een oorlogsgodin, ook wel Bakroe genoemd in de Bilha. Het is het bindende element, wat ook als Delilah wordt beschreven in de Bilha. Delilah staat voor de verstrikking door de natuur. De mens is stads geprogrammeerd, geconditioneerd, en is laks. Delilah staat voor de grote verwarring, maar de mens moet er doorheen om tot de diepere schepping te komen, de diepere natuurcodes. Delilah is een jager, een strikster, wat ook de woordbetekenis is van Rebekkah. Rebekkah, of Bakroe, wordt in de Bilha beschreven als de oudste dochter van Bilha. Daarom gaat het vierde nachtgezicht van Zacharia ook over Jozua wiens edele deel (rosh) gebonden wordt, wat door hoofd vertaald kan worden, begin, of geslachtsdeel, waar ook het boek Jozua over gaat, over het rode touw aan de toren. Het geslachtsdeel van de man moet weer gebonden worden, richting krijgen, want de mannelijke en vrouwelijke waarden waren omgewisseld. Dit wordt ook door de Koran gesteld, en daarom moet het Zolt tijdperk komen, zoals de tweede bijbel stelt, voor de ware betekenissen en waarden van man en vrouw. Dit tijdperk zal beginnen met de grote verwarring. In de Koran komt Bakroe of Rebekkah als de voortijdse wortelen van boek 2, Baqara. Dit boek stelt dat geduld de weg is om binnen te gaan (vers 45). Het boek stelt ook dat de Koran werd gezonden in de ramadan maand als richtsnoer. De ramadan maand is de honger maand, de maand van het minderen (vers 185). Zo kwam Ismael uiteindelijk tot Bakkah, mekka, oftewel tot Rebekkah, het vreemde Woord. De mens moet de hongertocht van de ramadan geheel volbrengen en kan dan pas

tot de vrouw ingaan (vers 187). Eerst moet dus de nacht vallen, als beeld van het kruis. Zonder het kruis komt de man niet tot de vrouw. Het kan alleen in de duisternis. Het is een symbool van de mens die tot het Woord komt. Laat de mens niet denken dat de mens door een wapen op te heffen de ander kan verslaan, of intimiteit kan hebben door bij een vrouw in te gaan. Neen. Dit zijn slechts illusies, en het is slechts symboliek. Er moet aan geestelijke voorwaarden voldaan worden, en de mens moet de betekenissen begrijpen. Alleen door het kennen kan de mens ergens binnengaan, en overwinnen. Vers 188 – En verteert uw rijkdommen niet onder elkander door valse middelen en probeer je hiermee ook geen toegang te verschaffen tot de rechters, opdat gij een deel der rijkdommen der mensen in zonde, onrechtmatig, kunt verteren, tegen beter weten in. De koran is dus een symbolisch boek. Alleen de luien en ongeestelijken, de overmoedigen, nemen het letterlijk, en komen daardoor in de problemen. Belangrijk is het dus om naar de voortijdse wortels te gaan. Er is een hiernamaals, en een hiervoormaals. De koran beveelt om niet om te gaan met hen die alleen maar voor het huidige tijdperk leven. De mens moet dus ook een goed begrip krijgen van wat de bedevaart daadwerkelijk inhoudt, want ook dat is niet letterlijk, maar geestelijk, tot deze dingen, symbolisch dus. De mens moet in de bedevaart komen tot zowel het hiernamaals als het hiervoormaals. Zonder het hiervoormaals is er geen hiernamaals, want in het hiervoormaals liggen de sleutels, en daarvan is de mens afgeweken. De koran en de bijbel wijzen dus alleen maar terug. Vers 212 - Het leven dezer wereld is voor de ongelovigen schoonschijnend gemaakt en zij bespotten de godvrezenden. Maar de godvrezenden zullen boven hen verheven zijn op de dag der opstanding: Allah schenkt gaven overvloedig naar de hogere wil (oftewel die van kennis). 223. Uw vrouwen zijn een akker voor u - komt daarom tot uw akker, zoals het u behaagt en doet goed voor uzelf en vreest Allah en weet, dat gij Hem zult ontmoeten en geef goede tijdingen aan de gelovigen. Daarom moet de mens de natuurwetten en natuurvoorwaarden kennen, en weten wat vrouwen zijn, want dit zijn dus principes en geen daadwerkelijke personen. De mens komt nergens met personen, alleen maar met principes. Personen zijn illusies. Rokkenjagers zijn dus zelfbedriegers. Daarom zal het grote Zolt komen waarin de mens niet meer zal weten wat man en vrouw is, want het zal volkomen door de war gaan, en dan zullen de godvrezenden opnieuw onderwezen worden over de diepere betekenissen van het principe man en het principe vrouw, want dit zijn elementen in de mens zelf. 224. En verschuilt u niet achter Allah met uw eden om u te onthouden van het goeddoen en het rechtvaardig handelen en het stichten van vrede tussen de mensen. Allah is Alhorend, Alwetend. Hier wordt dus duidelijk dat de mens niet op god moet projecteren. De mens mag niet zich achter ingebeelde goden schuiven, maar moet zelf verantwoordelijkheid dragen. Ook god is een element binnen de mens, een principe, een werkwoord, geen zelfstandig naamwoord. 225. Allah zal u niet ter verantwoording roepen voor uw ijdele eden, maar Allah zal u ter verantwoording roepen voor hetgeen uw hart heeft verdiend. 238. Waakt over uw gebeden en het tussengebed en stelt u ootmoedig voor Allah. Ook religie, gebeden, zijn dus aan allerlei tussenvoorwaarden verbonden zodat het niet corrupt wordt. De mens mag dus god niet voor z'n karretje spannen. De mens moet waakzaam zijn voor het

grote bedrog van religie. Zodra religie letterlijk is geworden dan is het een materialistische valstrik. 242. Zo zet Allah geboden uiteen, opdat gij zult begrijpen. Dit is dus de bedoeling van de god in de mensen, oftewel de kennis in de mensen. Deze geboden dienen te onderwijzen, niet zomaar 'gij zult niet dit en gij zult niet dat', maar de diepte van de dingen. De geboden dienen het kwaad te ontmaskeren. Het moet mensen tot begrip leiden. 256. Er is geen dwang in de godsdienst. Voorzeker, het juiste pad is van dwaling onderscheiden. Hoofdstuk 41. nob en het hiervoormaals Sefanja 1: 11 – Huilt, gij inwoners van de Vijzel, want al het kramersvolk gaat te gronde en alle geldwegers worden uitgeroeid. Geld mag dan symbolisch een onderdeel zijn van de kennis, omdat het voor het loonsprincipe staat, maar dit is niet letterlijk en materialisch, en niet verheven boven de kennis, maar ondergeschikt. Er zijn mensen die van geld hun religie hebben gemaakt, en die religie zal ten onder gaan. De mens die voor geld kiest boven de kennis is een materialist. Zij zijn altijd bezig met letterlijk geld en vergeten de symboliek. Economie moet altijd ondergeschikt zijn aan de kennis, anders is het corrupt. Hier predikt Sefanja tegen, tegen de dienst tot mammon. 12 Het zal te dien tijde geschieden, dat Ik Jeruzalem met lampen zal doorzoeken; Ik zal bezoeking doen over de mannen die dik geworden zijn op hun droesem, en die bij zichzelf denken: De Here doet geen goed en doet geen kwaad. 13 Hun rijkdommen zullen zijn ter plundering en hun huizen ter verwoesting. Al bouwen zij huizen, zij zullen ze niet bewonen; al planten zij wijngaarden, zij zullen de wijn daarvan niet drinken. Geld houdt de man dik, opgeblazen, heersende over vrouwen, terwijl kennis terugleidt tot de baarmoeder, tot de wildernis, waar de natuurvrouwen geemancipeerd zijn en natuurprincipes uitbeelden. 18 Noch hun zilver, noch hun goud zal hen kunnen redden op de dag van de verbolgenheid des Heren. Door het vuur van zijn naijver zal de ganse aarde verteerd worden, want vernietiging, ja, een verschrikkelijk einde zal de Heere alle inwoners der aarde bereiden. 3:12 – En Ik zal in uw midden overlaten een ellendig en gering volk, en wie schuilen bij de naam des Heren. Dit is in het kort de boodschap van Zefanja. De Hebreeuwse wortel is (t)zaphan, het verborgene. Als we dan naar de Egyptische wortel gaan, waarvan er verschillenden zijn, bijvoorbeeld Sa-Afu, oftewel de kennis (sa, onderscheidingsvermogen) van Ra die een tocht door de onderwereld gaat (afu), dan is Afu ook dat wat werd tot Jehovah en Jove (Job), dus de kennis van Job, oftewel in de

voortijd de kennis van Noph of Nob. Deze lijnen moeten dus geheel doorgetrokken worden tot de voortijden, tot het hiervoormaals. In de Koran is boek 61 : Saff, de rangschikking. Er zijn veel meer verwijzingen naar Nob in de Koran. We kunnen hierbij denken aan boek 78 : Naba, nb, de aankondiging. 6. Hebben Wij de aarde niet als een bed gespreid? 7. En de bergen als palen opgezet ? De mens moet begrijpen dat het bed verbonden is aan het kruis, zoals het bed verbonden is aan de nacht, de duisternis. 8. En hebben Wij u niet in paren geschapen? 9. En hebben Wij uw slaap niet tot rusten bestemd? 10. En hebben Wij de nacht niet als een mantel, kleed, gemaakt. Dit gaat over het spotkleed van Jezus, David en Job (Nob). Hier zijn vele verhalen omheen gebouwd, daarom wordt er gesteld : 20. En de bergen (palen) verdwijnen en worden tot een luchtspiegeling. 11. En hebben Wij de dag niet voor het zoeken naar levensonderhoud gemaakt? Dit vers gaat over het hongeren. Nabi, nb, is het Arabische woord voor profeet en de titel van boek 21, wat ook verwijst naar Nob, nb, in de voortijd. In het boek worden ook de kwellingen van Job besproken. Het boek gaat over de spot en de hoon die boodschappers van God moeten doorstaan, dat ze beschuldigd worden van wardromen en wanen, omdat de mens niet wil horen dat de aarde niet gemaakt is voor vermaak. (vs. 16) De aarde is gemaakt voor de kennis, voor de waarheid, en die stelt zich op tegenover valsheid, om de leugen in stukken te slaan, het te ontzegelen dus. (vs. 18) Job moest tot de Urya komen in de wildernis, in de grondtekst (Aramees), wat leeuwinnen betekent, een eigenschap van de wilde natuurvrouwen, zoals in de voortijd Nob moest komen tot de Ora, het kruis. Het is van belang te kijken waar de leeuwin voor staat : De leeuwin is een belangrijke voorstelling in het toetsen, want dit gaat namelijk over het heilige verzetten. Je kunt niet zomaar jezelf laten meesleuren in de leegte. Er zijn ook bedriegelijke leegtes. Je mag je nooit zomaar overgeven. De leeuwin is de worstelaar. Je moet je dan ook weer verzetten tegen het verzetten en komen tot het diepste verzetten. Het medicijn van de leeuwin gaat dus heel diep. De leeuwin is niet zomaar een vechter, maar een vechter met het vechten, enzovoorts, totdat de leeuwin is gekomen in het ultra-vechten. In dit vechten is er dus een grote loslaat factor. Nob werd dus niet zomaar door de Ora stam van natuurvrouwen aanvaard, en hij mocht ook niet zomaar de Ora stam aanvaarden. Testen gaat vooraf aan alles, en het kruis test eerst. De leeuwin is tegengesteld, vijandig, strijdend. De leeuwin springt niet overal zomaar in, en strijdt ook tegen zichzelf. Het is geen overmoedige strijder, want zij strijdt ook tegen het strijden. Zij houdt zich dus strak, hard en gespannen, maar dan in de diepte, want dit laat zij ook allemaal weer los. Leer de leeuwin kennen, hoe het leeuwinnenmedicijn werkt, en leer de leeuwin te bereiken. De leeuwin toetst alles en neemt ook geen vals loon aan. Zij laat zich niet voortduwen op de golven van de leegte. Zij gaat er dwars tegenin. Ook de leegte moet getoetst worden. Er is altijd weer een diepere leegte, en die onstaat door het verzetten. Er moet tot bloedens toe verzet worden in het toetsen. De

leeuwin neemt niet zomaar geschenken aan. De leeuwin brult en houdt zich op een afstand. De leeuwin toetst allereerst zichzelf. Zij slaat alleen toe als zij niets anders kan en door de situatie wordt gedreven. Nu moet zij ingrijpen, anders sleurt het haar mee. Zij verzet zich er tegen ten bloedens toe. Zij houdt niet ergens halverwege op. Zij is een doorzetter. De leeuwin zal geen overmoedige wapens gebruiken. De leeuwin verzet zich tegen ieder wapen, in een diep toetsen. De leeuwin is voorzichtig en laat zich alleen overweldigen door haar instincten als zij het niet meer tegen kan houden in het ultra-toetsen. Zij neemt alles wat tot haar nadert, al haar gedachtes als krijgsgevangene, en onderwerpt het aan de oneindige kennis (II Korinthe 10:5). Nob kwam tot deze principes die hij in zichzelf moest toepassen. Dit was dus een Pniëlitische ervaring. Hoofdstuk 42. de slag om de schelde – 1944 De bevrijding is nog niet gekomen van de nazi's. De mens zit nog steeds vast in 1940-1945. Pionierende intellectuelen die een exodus op gang proberen te brengen worden zonder pardon afgeschoten en komen in de ingewikkelste situaties terecht. De nazi's betuttelen de kinderen die nog van niets weten, alsof het allemaal heel normaal is. Maar ook de kinderen worden al voorbereid voor de slacht. Ze worden bewerkt op de scholen en de medische centra, allemaal om getrouwe volgelingen te worden van het nazi systeem. Prettige feestdagen ! Pioniers die een waarschuwend geluid laten horen, een ontwaak bel, en de mens oproepen tot de exodus worden belachelijk gemaakt. De nazi's hebben daar een hele lange etiketten reeks voor. Wie niet denkt zoals zij denken wordt ziek verklaard, eigenwijs, hoogmoedig, enzovoorts enzovoorts. Als je te 'verdacht' handelt, dan sluiten ze je op of schieten je af. Simpel. Zij bedienen de knopjes. Zij manipuleren de grote massa's. Iedereen die de oorlogsgeschiedenis kent weet van de lange, moeizame bevrijding van Arnhem, waarvan de traagheid ervan ervoor zorgde dat het noordelijkere Nederland eerst door de hongerwinter moest. Arnhem was het knelpunt. Velen moesten Arnhem verlaten en gingen naar de noordelijkere veluwe, waar ze vaak werden ondergebracht in boerderijen. De oorlog is geestelijk, ondergronds. Ook nu zitten we nog in de hongerwinter. De daadwerkelijke bevrijding is nooit geweest. Wie vrolijk zijn bevrijdingsfeesten en verjaardagsfeesten viert is flink verdwaasd. De mens wordt bedonderd waar hij bijstaat. Het is slechts reclame voor de nazi markt, en we weten allemaal dat feestvarkens slechts dom worden gehouden voor de slacht. Zowel de voedsel industrie als de medische industrie vergiftigd de mens, opdat de mens niet zal ontwaken. Fluor werd al in nazi Duitsland gebruikt om het bezette gebied koest te houden, en dit wordt vrolijk voortgezet door nazi Nederland, maar dat is slechts het topje van de ijsberg. De oorlog is geestelijk. De hersenen van de kinderen worden totaal verminkt door fluor, een zeer gevaarlijke gifstof, een afvalstof, wat ik niet slechts uit boekjes heb, maar ik heb er dromen over gehad wat het met de hersenen doet van een kind. Ook heb ik er dromen over gehad over wat er met mensen zal gebeuren die hun kinderen met fluor vergiftigen. Zij hebben veel bloed aan hun handen. Denk je eens in wat er gaat gebeuren als ze door het universum ter verantwoording worden gehouden voor hun misdaden, wat er dan met hun dikke, volgevreten koppen gebeurt die zich jarenlang hebben lopen volvreten met de hersenen van kinderen, wat wel hun delicatesse is. Parasieten zijn het, en

parasieten gaan verdelgd worden. Dat zal gebeuren als het universum hen ter verantwoording roept. Karma. Karma duurt lang, neemt de tijd, want als er onmiddellijk karma zou zijn dan zou iedereen slechts het goede doen uit valse motieven, en dan zijn het nog parasieten. Daarom moeten de martelaren wachten voordat hen recht wordt verschafd. Het is beter een martelaar te zijn deze dagen dan vrolijk mee te lachen met de bezetters van dit land. Nederland zal haarzelf wel genezen, en dan heb ik het over natuur Nederland, het tegenovergestelde van nazi Nederland. We zijn dus ergens vastgelopen, lieve mensen. Arnhem is nog niet bevrijd, en daarom moeten we de hongerwinter in. Althans zo is dat gebeurd. We hebben dit hele proces besproken in vorige onderwijsboeken. De slag om Arnhem was één van de grootste operaties in de oorlog in Nederland tijdens de Duitse bezetting. Daarom is het van belang nu de grootste operatie te bespreken. Dit was de slag om de Schelde, in Zuid-Nederland. Hier was ook België mee gemoeid. We gaven het al aan in vorige onderwijs-boeken dat de mens zuidelijker moet gaan voor diepere bevrijding. Deze lijnen liggen door het menselijk lichaam heen, als codes. Duitsland was in de jaren 1600 tot de jaren 1800 met een natuur theologie gekomen, maar nazi Duitsland sloeg hard terug met een nazi theologie. De slag om Arnhem was mislukt om Nederland te bevrijden. Nu was alles gericht op de slag om de Schelde, zuidelijker in Nederland, en in België. Het ging zwaar moeizaam vanwege de vele mijnen, en vanwege regen en modder, en hardnekkige Duitse tegenstand. Er werden toen oorlogsboten ingezet en er werd een brug gelegd. Over de westerschelde dieper in het eerste stuk Nederland te komen wordt soms weleens de tweede D-day genoemd. Er was een hysterische verdedingsaanval door de Duitsers waarbij vele geallieerden sneuvelden. Ik heb deze geesten vandaag de dag nog gezien, die hysterische nazi verdedigingsaanvallen, omdat de oude orde zijn macht niet wil verliezen. De oorlog is nog niet voorbij. Nog steeds is er een strijd om de westerschelde en de aanliggende gebieden. De nazi's willen niet loslaten, maar ze zullen wel moeten, want we gaan het verdiepen. Tweede D-day zal verdiept worden. Het is nog steeds gaande en nog niet klaar. De exodus is nog maar net begonnen. De nazi troepen leider en zijn nazi's zullen in de zee vergaan die hen geheel zal omsluiten. Het is belangrijk contact te maken met de westerschelde. Ik heb er vele dromen over gehad in het verleden. Er is daar nog steeds een zware geestelijke strijd gaande. Laten we in ons hart ook verbonden zijn met degenen die in deze strijd sneuvelden. Zij vechten nog steeds mee. Zij zullen niet stoppen voordat deze taak is volbracht. Een voorvader die ik het langst heb gekend had altijd veel oorlogsboeken in zijn kamer. Hij was slachtoffer geweest van de nazi's en was in een werkkamp geplaatst. Hij had die oorlogsboeken dus niet zonder reden. Hij wist ook als geen ander dat de oorlog nog steeds doorging. De bevrijding was nog niet gekomen. Het Schelde gebied was voor de Duitsers belangrijk en strategisch, omdat het ook havengebied was. Er werd ook een zeer zware strijd om Antwerpen gevoerd, waar de Duitsers hysterisch over waren, omdat het zo'n belangrijke en strategische haven was. Laten we ook weer beseffen dat havengebied ook vissersgebied is, symbolisch voor de uitverkiezing, en dat is ook iets wat de nazi's maar al te graag willen verletterlijken en materialiseren, want dan hebben zij de knopjes in de handen om de mens als poppen te bestuderen om ze zo de markten op te drijven voor het overconsumerisme, oftewel overmatige koopdrangen en koopziektes. De nazi uitverkiezing werkt door meeste stemmen gelden en het recht van de sterksten wat allemaal verdraaiingen zijn van het de natuur uitverkiezing, want dat werkt door hele andere wetten. De mens wil niet wachten op de natuur en gaat dan sjoemelen, de kantjes er vanaf lopen. Het nazi systeem heeft alle waarden van man en vrouw omgedraaid en bezoedeld, opdat de vruchtbaarheid van de oorspronkelijke natuurvrouw vernietigd zou worden. Schelde wijst terug op het voortijdse woord Zolt, wat het herstel is van de oorspronkelijke waarden van man en vrouw. Deze tijd zal weer terugkomen, en is nu al in volle gang. De mens is verward over zijn identiteit en over het begrip man en vrouw. Er zal dus nieuw onderwijs komen. Toen het Schelde gebied eindelijk was heroverd konden er weer voorraden aangelegd worden en aangevoerd voor de bevrijding van de rest van Nederland.

Hoofdstuk 43. zeeland - de mond van nederland Ik had een droom over schelde-nazi's, oftewel de nazi's van het Schelde gebied aan de NederlandsBelgische grens (Zeeland). Het waren zwarte slangen die vacuums creeërden in de hoofden van mensen en daarin gingen wonen om de mens te koeioneren en te besturen. De Nederlandse mens is niet van zichzelf, maar van deze nazi's, als een product. Hallo, wakker worden. Deze geesten, deze buitenaardse energieën zijn veel slimmer dan de doorsnee Nederlander, die gewoon als een zombie wordt gebruikt. Deze slangen houden zich dus schuil in deze vacuums die dus niet met het blote oog te zien zijn. Nederland is verkocht. Nederland is nooit bevrijd geweest van de nazi's, omdat het om een buitenaardse energie ging, en die ging gewoon vrolijk verder als nazi Nederland in andere vormen. Nederland is bedrogen. Daarom is het ook zo'n zootje, en er is nog steeds zware nazi dictatuur in dit land. Nederland is een zwaar criminele drugsrepubliek, en deze drugs wordt op de Nederlandse mensheid gedwongen door zowel de voedsel industrie als de medische industrie. Er worden zowel in voedsel als in medicijnen levensgevaarlijke stoffen gebruikt, vaak in hoge mate, waardoor er van drugs gesproken kan worden. Het zijn hersenbeinvloedende middelen, en ja, daaronder verstaan we ook vlees, wat een hormonale drug is die de hersenen aantast, het hart, en andere organen. Laat je niet bedriegen. Je wordt zelf een lijk als je lijken eet. Ook worden tanden hier in Nederland ontdaan van zenuwen, doodgemaakt dus, en dan mag het slachtoffer met dood bot rond gaan lopen, wat de meest verschrikkelijke parasieten aantrekt, die zich dan in het hele lichaam gaan huizen met alle gevolgen daarvan. Prettige feestdagen ! De schelde-nazi's zijn onder ons. De bevrijding is nog nooit gekomen. Het menselijk ras is ingenomen door parasieten, en worden tegen elkaar opgezet, allemaal voor de markt. En die parasieten vechten om elk vierkante centimeter van het menselijke lichaam. Prettige feestdagen ! In het land der blinden is éénoog koning, wat een truuk is, want die heeft gewoon een apparaat gestolen. Naar demonologen wordt niet geluisterd, want dat is een bedreiging naar hun bedriegelijke industrie van de dood. Prettige feestdagen ! Tante Truus dient een schaaltje kanker op naar ome Jan. De kinderen krijgen ook een stukje. Prettige feestdagen ! Wie in deze dagen nog niet door heeft dat hij bedonderd wordt is zelf een bedonderaar. De NSB is nog steeds een feit, en het is geclassificeerd als lafaarden. Zij die geen verzetsstrijders zijn zijn alreeds NSB of nazi. Prettige feestdagen ! Daarom : de exodus. Daarom : de slag om de Schelde, het fundament van de Nederlandse bevrijding. De mens moet leren overgaan van nazi Nederland tot natuur Nederland, en daartoe de rivier overzwemmen. 'Kom ik om, dan kom ik om.' Je wil namelijk niet als één van de nazi's bestempeld worden door het universum.

Mensen kunnen het vaak niet meer navertellen. Ik heb veel dromen over het voorgeslacht. We hebben onze loopgraven. De oorlog is nog in volle gang. Moet je dan strijden ? Onze wapens zijn niet vleselijk in ieder geval. De vleselijke oorlog is onderdeel van de markt. Verder met de droom : De mensen liepen rond met die zwarte slangen in hun hoofd, en die kronkelden om hen heen, en die zwarte slangen, schelde-nazi's dus, gingen zich ook voortplanten, en werden tot lichaamsdelen van de mens, en gingen zich toen camoufleren, dus ze werden tot armen en benen, vingers en tenen, en kregen gewoon de kleur van die mensen zodat het niet opviel, maar als je goed keek zag je het wel. Het was ook een enorme stank, en al met al had het toch een aparte kleur, alsof het toch niet helemaal een geheel werd. Je kreeg er ook nare gevoelens van in je buik. Je wist dat het niet klopte. Je kreeg er ook een rare smaak van. Het was echt vies, echt goor. Het groeide in de mens als kanker. Het fluisterde in de hoofden van de mensen : 'Ja, koop dit maar, koop dat maar.' De mensen dachten gewoon dat het hun eigen gedachten waren, en hun eigen wil, maar het was de wil van de zwarte slangen, van de schelde nazi's. Walgelijk was het. En het werd helemaal tot mode industrie, ook om die geesten weer te camoufleren. Het waren dus allemaal oorlogstaktieken van de bezetter. En die mensen begonnen allemaal te braken, en het ging door heel Nederland heen, en gaf ook weer geboorte aan anderen, als een duivels zwart zaad, van valse wedergeboorte. Zo werden de mensen duivels gelukkig, door deze parasieten, om ze koest te houden, opdat ze geen bedreiging zouden vormen. En maar kotsen, ze kotsten hun organen uit. Er was geen mechaniek, geen ziel meer in hen, dat hadden ze allemaal uitgekotst. Zo kregen de zwarte slangen nog meer ruimte in de mens, want de mens had immers zichzelf uitgekotst. Ondertussen leren de mensen dingen die helemaal niet ter zake doen, om carriere te maken, rijk te worden, enzovoorts, terwijl ze moeten weten wat demonologisch gezien met Nederland aan de hand is. Ze houden zich bezig met bijzaken. Ze worden afgeleid. Ze hebben een product, en willen dat jij het koopt. Zo niet, dan maken ze dat jij het koopt, en als dat ook niet lukt dan dwingen ze het, of smokkelen het. Ze hebben hiervoor allerlei slinkse manieren. Het is als een virtual reality chip of plug waarmee ze je de werkelijkheid willen laten beleven zoals zij dat willen, zoals zij het zich voorstellen. Het scheidt een bepaald hormonaal poeder af wat je onder hun hypnose houdt. Stel je maar eens de beet van een zwaar giftige slang voor, wat dat allemaal met je kan doen. Het kan al je hersenvibraties omvormen. Zwarte schelde-nazi's, zwarte buitenaardsen, zwarte slangen, zwaar parasitair, die in de hoofden van de mensheid zijn binnengedrongen, die hun wil opleggen, hun begeertes. En de mens moet in die wil geloven en zich eraan onderwerpen. Zo niet, dan starten ze hun inquisitie. De mens is geestelijk blind, en toch een grote bek hebben dat ze alles allemaal zo goed weten. Dat is een verdacht teken. Deze mensen zijn bezeten met schelde-nazi's, als een afweersysteem. Zo'n mens is het meest belachelijke verschijnsel in het universum. Ze hebben het uit een boekje of van hun pappie of mammie, en denken dan dat ze ineens als bij toverslag alles beter weten dan de ander. Ze kunnen dit verder niet onderbouwen. Ze praten voortdurend in cirkeltjes, en zo kun je zo ook herkennen. Dit is een planeet van parasieten die zich verlustigen in illusies, ten koste van anderen, maar daadwerkelijke kennis ontbreekt. Ze denken dat zolang iets materieel is dat het dan echt is. Als het

tasbaar is is het echt. Dan kennen ze de bedriegelijkheden van het leven nog niet, of erger nog : ze zijn zelf zulke bedriegers. Laat je daarom niet kisten door zulke drogredenaars. Het zijn wolven die je gebruiken voor hun markt-statistieken. Oh, ze doen aardig en persoonlijk naar je toe ? Dat zegt niets. Dat kan allemaal onderdeel van de reclame truuk zijn : het schijn-persoonlijke, het schijnaardige, om je te paaien. Ze loeren op je bloed. Ze zullen je dit soort dingen niet onderwijzen, en zo kun je zo ook ontmaskeren. Ze vertellen je de waarheid niet. Ze draaien om de hete brij heen. Ze onderwijzen je niet over de dingen die er echt toe doen, en daar staan ze verder ook niet open voor. Wee de ouders die hun kinderen niet waarschuwen over deze zogenaamde 'maatschappij'. Het is een maatschappij van moordenaars, criminelen, bedriegers. Allemaal zo uit de losse hand, of met een doekje over hun vingers. Ook het mes en de messteek worden heimelijk verborgen gehouden, goed gecamoufleerd en afgedekt. Niemand mag zien dat er zich een misdaad heeft afgespeeld. Wie denkt de doorsnee Nederlander nu eigenlijk voor de gek te houden ? Verder met de droom : Ik was in een grote zaal, en zag in de verte een hele grote zwarte slang aan de muur, vertikaal. Ik had een soort pistool, en schoot erop. Toen ik schoot merkte ik dat toen ik het raakte direct iets wits achter mij bewoog. Alles was dus aan elkaar verbonden, zowel zwart als wit. Het was één geheel, maar gewoon in verschillende vormen, als gecamoufleerd. Ik bleef schieten op de reusachtige dikke, lange zwarte slang in de verte, en die kwam toen op mij af. Ik bleef erop schieten, en hij had zich inmiddels in mijn ballen vastgegrepen. Ik voelde alleen niks. Alleen een soort zwaarte of verdichting. Toen was het beest eindelijk dood, en begon zijn grip op mijn ballen ook langzaam af te sterven. Waarom is en was Zeeland, het Schelde gebied, zo belangrijk voor de nazi's ? Omdat het de mond van Nederland is, waar om het zo maar eens te zeggen 'de vis binnenkomt', symbolisch voor het hele verkiezingssysteem, als het knopjespaneel. Het beslist wat er wel en niet inkomt. Daarom zijn tandartsen ook zo hevig geinteresseerd in de mond, niet in jou, maar je mond, en zijn ze er hevig geinteresseerd in om daar al hun apparatuur in te stoppen en hun haken … Niet slechts hevig geinteresseerd … zeg maar gerust geobsedeerd, panisch en hysterisch geobsedeerd … De tandarts, die je al helemaal opmeet en afmeet voor je begrafenis … je tandarts, je begrafenisondernemer … Ja, dik zul je ook moeten betalen voor het gif wat hij allemaal plaatst en er vervolgens niet uit mag … Er kan alleen nog meer bij, maar dat beslist allemaal deze beul … Hij is al besmet met de cholera, en wil vervolgens anderen ook besmetten … Er kan nog meer bij … Prettige feestdagen ! Kinderen in een coma leggen doet hij rustig … Geen geweten die hem tegenhoudt … Hij wordt er immers voor betaald … Geld is altijd een alibi tegenwoordig … Het hebben van een beroep ook … De Schelde nazi's smokkelen en camoufleren, want ze willen het land niet loslaten … Nazi's zijn het, geen natuurtheologen … De mens is voor hen gewoon een afvalplaats om grof vuil te dumpen … hun grof vuil … Prettige feestdagen ! De mens heeft dus geleerdheid nodig, moet zelf een geleerde worden, anders wordt de mens door zogenaamde geleerden bedonderd, en is dan helemaal hopeloos verloren. Geleerdheid is in de stoïcijnse taal 'arete' of 'areta', en vandaar de aretaïtische theologie, waarin theologie slechts een metaforisch model is, precies : een taal dus, een bepaalde terminologie. Wees dus zelf geleerd. Laat dat niet slechts aan de anderen over, want dan wordt je bedonderd. Je moet zelf ontwaken en zelf veranderen. Een ander kan dat niet voor je doen. Nee, de mensheid is nog niet van de nazi's (ongeleerdheid, valse geleerdheid) bevrijd. Alleen de geleerdheid, oftewel Areta, kan de mens van de nazi's bevrijden. Ik ontmoette Areta in mijn dromen als een

natuurvrouw. Zij aapt anderen niet na, maar is geëmancipeerd, en staat voor de emancipatie van het zelf in de mens. Areta is dus een potentieel in ieder mens. Areta mag in ieder mens die daarvoor open staat ontwaken. Zo mag de mens terugkeren tot het paradijs. Dit is zoals we weten een lang en slopend gevecht. Areta komt ons niet zomaar aanwaaien. Ze komt ook niet zomaar als sinterklaas op een paard bij ons op de deur kloppen. Toch klopt zij, maar wie doet open ? Geleerdheid staat aan de deur, maar wie zal openen ? Als we dan open doen dan zien we slechts een weg, een lange weg, van leren, van vallen en opstaan. Dat is vandaag de dag de exodus uit deze 'kant en klare koffie' maatschappij. Ben je op zoek naar echtheid, dan duurt het lang, dan moet je het echt zoeken, ervoor strijden en werken, maar als je op zoek bent naar valsheid, dan staat het je al op te wachten om de hoek. Het kan zo door een raam naar binnen springen. Valsheid is overal te vinden als een grabbelton. Grabbelen maar. Hoor wie klopt daar kinderen ? We kunnen toch niet verwachten dat het allemaal zo maar ons in de schoen wordt geschoven ? Hoofdstuk 44. Hugo de Groot : de ontsnapping in een boekenkist Materialisten denken dat het materiele en tastbare de waarheid is. De bevrijding komt niet door het materiele maar in het geestelijke, in de diepte, anders bedrieg je jezelf, en de zogeheten Nederlandse bevrijding is één van het ergste soort boerenbedrog ooit. Het heeft de mens in slaap gesust. De leeuw is een beeld van de verzetsstrijder, terwijl de muis een beeld is van degene die de bezetter blindelings volgt zonder weerstand te bieden. De leeuw is dus de toetser, de onderzoeker, de kritisch denker, ook naar zichzelf. De leeuw is ook in grote worsteling met zichzelf. De muis doet dat allemaal niet. De muis slikt zijn of haar gedachtes voor zoete koek, toetst niks, alleen maar aan de bezetter, de meerderheden en meer van dat soort drogredenen. Daarom is de leeuw of Nederlandse leeuw nog in groot gevecht. Nederland is nog niet bevrijd. Dat is alleen voor een geestelijk mens, de eenling. Een muis kan zichzelf afzonderen van de menigtes en denken dat hij een leeuw is, omdat hij de massa's niet meer volgt, maar als de muis nog steeds openstaat voor zijn eigen wil en zijn eigen gedachtes vertrouwt en niet doorheeft dat hij nog steeds door de massa's wordt bestuurd op veel slinksere manieren, via omwegen en bedrog, dan is hij nog steeds een muis. Nederland zit vol met zulke muizenvolkeren, muizenstammen en muizenclans. In dat opzicht werkt de muis samen met het varken als beeld van hebzucht. Het materialisme kan in vele vormen komen. Voor de daadwerkelijke bevrijding van het Schelde gebied en Zeeland en zo van heel Nederland moeten we veel dieper gaan dus. Het probleem is veel ingewikkelder. Daarvoor moeten we terug de geschiedenis in. In de jaren 1500 was er de reformatie en toen kwam in de jaren 1600 de remonstrantie opzetten, verzetsstrijders tegen extremisme, orthodoxie, materialisme en andere uitwassen van de reformatie. Dit was hard nodig. De remonstrantie wilde alles wat verdiepen, vrijer

maken, vrijzinniger, meer aandacht voor symboliek en diversiteit, als verweerschrift tegen het keurslijf van de ingebakken, ingedutte reformatie. Het was dus een protest beweging. Hierdoor ontstonden er in Nederland twee groepen : de oranjen en de witten. De oranjen waren de orthodoxe calvinisten, terwijl de witten de progressieven, meer vrijzinnigen waren, voor de vrijheid. De witten kwamen voort onder Johan de Witt die raadspensionaris van Holland was, en ook zwaar gemoeid was met Zeeland en daar Michiel de Ruyter had aangesteld. Je zou kunnen spreken van een inquisitie want witten werden vervolgd en vastgezet, soms vermoord, zoals Johan de Witt ook werd vermoord, en wat de val betekende voor het witte systeem, waardoor het oranje systeem definitief overnam. Dit is hele ingewikkelde materie. Er lag een groot gevaar dat leidinggevende figuren vanuit de reformatie die extreem was geworden, orthodox calvinistisch (in plaats van vrijzinnig, symbolisch, progressief calvinistisch), hun macht zouden doorgeven door de erforde, dus niet door het verdienen, door geleerdheid en beproefdheid, waar de witten op gericht waren, maar gewoon door het te erven, wat heel bedrieglijk is, want dan kun je gewoon over wat ruggen heenstappen om ergens te komen zonder dat je er zelf iets voor hoeft te doen of te wezen. Nederland ging dus de afgrond tegemoet, en het oranje huis werd tot een soort gevangenis, want ze mochten zich niet verdedigen, werden van geboorte af aan voor een bepaalde taak bepaald, die ze geerfd hadden, en leefden zo de rest van hun leven in een glazen kooi. Dat is pure mentale marteling. Nederland is hier zwaar schuldig aan. De mens had een les moeten leren van de witten, maar nee, zowel Johan van Oldebarneveld als Johan de Witt werden om het leven gebracht door de oranjen in die tijd, en Hugo de Groot werd in de gevangenis opgesloten, die later in een boekenkist ontsnapte. Zij waren remonstranten en witten, progressieve geleerden en intellectuelen, dus daar werd door de kerkelijke macht mee afgerekend. Er mocht geen verdere exodus komen voor Nederland. Wit moest hier stoppen. Oranje zou doorgaan. Ik had hier een droom over. Kuizingen werkten door de oranjes heen, en sloten ze op. Kuizingen zijn buitenaardse wezens die de exodus willen tegenhouden, die dus kuis zijn naar de diepte. 'Kies en kuis,' als muizenvolkeren, vasthoudend aan de oude orde. De leeuw is dus in de golven, worstelend, zoals op de vlag van Zeeland. Het witte mysterie en de witte oorlog, daar spreekt de tweede bijbel ook over. Johan de Witt is zowel betreurd als vergeten door Nederland. Het is een symbool van de bevrijding, die dus ligt in de remonstrantie, oftewel het verzet van geleerdheid tegen ongeleerdheid en erfzucht. In een droom zag ik de moord op Johan de Witt, en ik zag er een natuur achter met een natuurvrouw, een wildernis, maar die tuin werd toen afgesloten voor Nederland. Het ging allemaal achter slot en grendel. Tegelijkertijd is het voor hen die diepte zien de ingang tot een vergeten tuin en wildernis. Theologie is poëzie. Ik heb er altijd de schoonheid van ingezien, de bevrijdende waarde, en daarom is het ook mijn beroep geworden destijds, maar de mens heeft van theologie zoiets gruwelijks gemaakt, zo verletterlijkt, de tuin dichtgegooid, een stuk natuur verwoest. Maar ook dat kan tot poëzie worden. Er ligt een taak voor de dichters om van Nederland weer iets moois te maken, een taak voor de verhalen vertellers. Dat is voor mij wat ware theologie is. Ik had er eens een droom over : Hugo de Groot's ontsnapping in een boekenkist. De droom was ineens in een veel grotere context. De mens zat opgesloten in een kasteel. Ik zat opgesloten in een kasteel. In een boekenkist smokkelden engelen mij er toen uit. Dat ging heel snel. Het is een beeld van de exodus. Razendsnel ging die boekenkist door het kasteel en toen eruit, over de greppel, over de brug, met engelen aan weerszijden. Het is al gebeurd in de geschiedenis. Hugo de Groot is er niet voor niets doorheen gegaan. Ook wij mogen in deze boekenkist ontsnappen.

Hoofdstuk 45. Verzetsstrijders tegen een ontspoorde kerk – het verborgen natuur nederland Mensen die andersdachten, die uitzonderingen waren, werden ook vroeger zonder pardon vastgezet of zelfs vermoord, zoals Johan van Oldenbarnevelt en Johan de Witt die streden tegen een ontspoorde kerk als verzetsstrijders. Hugo de Groot werd levenslang opgesloten, maar hij ontsnapte in een boekenkist via Gorinchem naar Parijs. Nederland moest oranje worden. Er was geen plaats voor witten. De remonstrantie moest uitgedoofd worden, deze verwilderde tuin moest dichtgegooid worden. Liesje mocht niet vies worden. Liesje moest kies en kuis blijven. Arme Liesje. Vandaag de dag is het niet anders. Pionieren en predikanten die activisten zijn tegen het grote kwaad van de ingedutte samenleving, de ontspoorde kerk, de vleeshandel enzovoorts enzovoorts worden zonder pardon geexcommuniceerd, verleugend en krijgen een hele etikettenreeks op hun dak als een poging van de nazi's om hun gedachtengoed te stoppen. Zo wordt er karaktermoord gepleegd, en krijgen ze de ene leugen na de andere leugen op hun dak, allemaal om hun invloed en geloofwaardigheid te breken, want Nederland wil niet heropgevoed worden. Het is een bedreiging tot de heersende oude orde en de markt die ze hebben opgezet en die verdedigen ze door over lijken heen te gaan. Elke dag weer wordt Johan van Oldenbarnevelt onthoofd, en elke dag weer wordt Johan de Witt vermoord. Het is nu in 2019 vierhonderd jaar geleden dat Johan van Oldenbarnevelt werd onthoofd op het binnenhof door het kerkelijke apparaat. Ze wilden de remonstrantie niet. Alles moest bij het oude blijven. Hij werd in 1619 onthoofd. Godsdienstvrijheid die hij predikte werd niet geduld. Nederland moest onder mind control blijven. Daarom werd ook Johan de Witt in 1672 vermoord. Dit zijn dus belangrijke jaartallen, poorten tot deze afgesloten en verborgen gehouden tuinen en wildernissen. Ook 1621 is in dit opzicht belangrijk, het jaar waarin Hugo de Groot ontsnapte uit zijn levenslange gevangenisstraf in een boekenkist. Het is dus een drietand van 1619 – 1621 – 1672 om weer tot deze wilde tuin en wildernis terug te keren, tot het natuur Nederland wat werd dichtgegooid. De Nederlander en zijn stukje vlees. Kom er niet aan, want dan is het goed mis met je. Je mag niet eigenwijs zijn, want het gaat allemaal om hun wijze. Johan van Oldenbarnevelt werd onthoofd, zodat ze door konden blijven wanen. Ieder mens die anders denkt dan hen is gek in hun ogen. Koningin Beatrix zei : de leugen regeert, en koningin Juliana haatte altijd het protocol en zocht het ook meer in het alternatieve. Zij werden in een glazen kooi gestopt door de kuizingen, zwarte buitenaardsen. In het witte is er weer bevrijding. Johan van Oldenbarnevelt werd onthoofd als een Nederlandse Johannes de Doper, maar hij roept nog steeds vanuit de wildernis. Ik kreeg in een droom een zware mentale siroop te drinken, medicaals, omtrend deze dingen. Ik leer mensen niet zomaar jaartalletjes, maar laat hen de diepere betekenis zien, zoals 1619 – 1621 – 1672, belangrijke jaartallen in de levens van drie intellectuele voorvaderen van Nederland, of gewoon 19 – 21 – 72 wat een belangrijke code is terug tot het natuur Nederland. Ik heb met velen van hen contact in dromen, en de oorlog gaat nog steeds door. Er is een geheime samenleving ondergronds, een verborgen wereld van het natuur Nederland, in dromen. Er is een zware geestelijke oorlog gaande omtrend Nederland. De doden leven voort en strijden door. Er zijn vele dimensionale lagen onder Nederland. De mens moet hierop vat krijgen in plaats van allemaal hun leven te verdoen met materiele dingen. Er zijn veel belangrijkere dingen gaande. De vijand, de kuizing, de zwarte parasiet, wil de mens opgesloten houden in het materiele. Je kunt contact maken met het verborgen natuur Nederland. Dit is niet iets simpels, maar vergt meditatie, volharding en studie, veel studie. De natuur is nu eenmaal ingewikkeld en aan vele voorwaarden onderhevig. Het bovengrondse Nederland is een misleidende glitterwereld.

Het verborgen natuur Nederland is overal doorverwoven, voor de oplettende. Hoofdstuk 46. het mysterie van calvijn en het oranje mysterie wat zou blijven De harde kern van Calvijn, de zogeheten uitverkiezing, zeer berucht, was dus niet weg te krijgen. Predikers klaagden erover : 'Het is makkelijker de duivel uit het lichaam te krijgen dan Calvijn uit de botten.' Zou het niet een diepere betekenis hebben ? De uitverkiezing stelde dat God maar een heel klein groepje mensen uitkoos, en dat de menselijke wil daar totaal buiten stond, dus de mens kon die uitverkiezing met geen mogelijkheid beïnvloeden, maar we moeten niet vergeten dat Calvijn net na het katholieke tirannieke systeem kwam, en in dit systeem kon je gewoon je weg naar de hemel kopen, en je kon ook anderen de hemel inkopen, dus het was eigenlijk alleen iets voor de rijken. In Calvijn's systeem van de uitverkiezing gold dat dus niet meer. De bedriegelijke wegen van de menselijke uitverkiezing waren afgebroken. De mens had niets meer in te brengen, niets te willen. Het ging allemaal erom of ze aan God's voorwaarden voldeden, niet of ze aan de kerkelijke voorwaarden voldeden. Later begon de mens het beter te begrijpen, want ook Darwin stelde dat de natuur telkens maar hele kleine groepjes uitverkoos, genaamd natuurlijke selectie, en dit was om corruptie te voorkomen. Natuurlijke selectie werkte door dat wat zich kon variëren, wat anders kon zijn, en toch zich ook op een bepaalde manier kon aanpassen, zodat er progressie was. In die context moeten we ook het leerstuk van Calvijn zien. De uitverkiezing is dus niet letterlijk, maar natuurlijk en symbolisch voor een natuurmechanisme van overleving, anders zou alles hetzelfde blijven, niet groeien en dan afsterven. Het is dus vanuit de context van de natuur. In het germanisme zou de ragnarok komen, oftewel de oorlog tussen de goden en de reuzen. Hugo de Groot had al gesteld dat zelfs God bepaalde gegevens van de natuur niet zou kunnen veranderen, en wees op Aristoteles die sprak dat sommige dingen nu eenmaal zo vaststaan dat niemand daar iets aan kan doen. En dat moest ook wel, want de mens had zijn eigen corrupte goden gemaakt, zowel in het katholieke als in het calvinistische, en Hugo de Groot was van de remonstrantie. Als dan de uitverkiezing van mens tot God is verschoven, dan moet het dus nog verder schuiven, namelijk naar de reuzen, want die beelden de grotere contexten uit. Ook de goden zijn nog een product van de mensen, en daarom zou de grote godenverwarring moeten komen in het Ragnarok, oftewel de reuzen die de godenwereld zouden aanvallen, om de gebouwde bruggen tussen goden en mensen af te breken. Zo zouden er dus veel hogere uitverkiezingen zijn vanuit de natuurlijke contexten. Ook in het amazonisme is dit een feit, als de terugkeer van de amazones voor dit doel, wat in principe gewoon vrouwelijke reuzen zijn, de grote natuurvrouwen, als beeld van de grotere natuurcontexten. Dat is dan ook wat taal is. Het staat te dringen op de mens, en de mens weet vaak niet wat het is. Hiervan is zeeland een beeld, waar alles binnenkomt, als de mond van nederland, waar de grotere contexten, of reuzen, binnenkomen. Dat is wat taal is. De mens moet het leren begrijpen. Voortdurend werken de grotere contexten op zeeland in. Zeeland vangt daarvan de signalen op. Ineens ga je dingen tussen de letters doorzien, ineens krijgen woorden een andere betekenis, en krijgt de uitverkiezing van Calvijn waarde. Hij kon er zelf ook niet aan ontkomen. Het moest even

een kwartslag draaien. De mens had dus geen vrije wil volgens hem, maar dat betekende alleen dat de mens daar naartoe zou moeten gaan, de wil af te laten sterven aan de kennis. Niet : 'mijn wil zal geschieden, maar uw kennis.' De reuzen, daar gaat het uiteindelijk om in het germanisme, en dan storten zowel de menselijke als de goden werelden in. Niemand kon hier voor vluchten, ook Calvijn niet. Calvijn zag het komen, maar beschreef het verkeerd, onbeholpen, maar het bleef desondanks, omdat het begrepen moest worden. Darwin gaf toen een accuratere beschrijving vanuit de natuur. Toen werd het duidelijk. Grote contexten kwamen, als golven. Daarom werd Zeeland overstroomd. Wat noemen de mensen om je heen zich. Ze noemen zich vader, moeder, dokter, leraar, enzovoorts enzovoorts, maar het zijn vaak tovermannetjes. Nu is het niet zo dat elke vader of moeder of leraar per definitie slecht is, maar velen wel, laten we eerlijk zijn. Ze bedonderen hun kinderen, en vertellen hen niet wat voor zieke wereld dit is, en wat voor gevaren er op de loer liggen. Nu is het zelfs niet zo dat ieder tovermannetje slecht is. Maar ik heb het over bedriegelijke energieën die heel snel en behendig zijn, die grijpen met hun armpjes, en de illusie kunnen geven dat ze een vader zijn, een moeder, een dokter of een leraar. Geestelijk gezien kunnen ze zo in een leeuw veranderen om je op te slokken. Ze lopen daar rond met een brede glimlach al klaar om je te bedriegen. Ze verwennen je misschien om je hart vet te mesten en je verstand te doven. Je wordt omgekocht, gepaaid. Maar het zijn tovermannetjes, met snelle armpjes die alles wat los en vastzit van je wegstelen en dan in een leeuw veranderen geestelijk gezien om je te verslinden. De mens ziet het niet eens, wil het niet zien, of wil het verborgen houden voor anderen. Deze wereld is dood en doodziek en levensgevaarlijk. Dat leren ze je niet op de scholen ! Demonologie is een veracht vak ! En dat terwijl het het belangrijkste vak zou moeten zijn in een mensenleven ! Ik heb die tovermannetjes gezien, ook in dromen. Je moet heel goed oppassen met mensen. Vaak zijn het niet eens mensen. De mens is behekst ! Daarom moeten de reuzen komen, de grotere contexten ! De mens is bedonderd en blind gemaakt door valse afgoden, door hun materialisme, of ze zitten zelf al in het complot om je te bedonderen ! Vele ziekelijke geesten om ons heen die ons mee willen sleuren in het verderf van het bedriegelijke materialisme. Ze willen je geestelijke zintuigen doven hierdoor. Daarom moet je als je op pad gaat altijd jezelf geestelijk goed bewapenen. Dat staat zelfs in de bijbel in Efeziërs 6. Doe je geestelijke wapenrusting aan en ontmasker en wedersta de duivel en zijn duivelse machten en krachten, die in allerlei vormen gecamoufleerd tot je komen ! De duivel is een meesterbedrieger ! Dit is de wereld buiten het paradijs ! Oppassen geblazen dus. De duivel komt niet alleen maar als een brullende leeuw, maar ook als een engel des lichts of als een lammetje, om jou te misleiden. Oh, wat een lief lammetje, maar pas op, het kan je zo als een slang in je nek springen. Daarom moet ragnarok komen. De goden die de mensen zich gemaakt hebben moeten aangevallen worden. Het zal een tijd zijn van ijs en nacht om de mens los te branden van deze bedriegelijkheden. Misschien vraag je je af waarom sommige mensen zo onverschillig zijn ? Totaal zonder empathie naar dieren, totaal onverschillig over het leed wat ze anderen aandoen en daar rustig mee doorgaan zonder blikken of blozen ? Heb je er weleens bij stil gestaan dat het hoogstwaarschijnlijk niet eens mensen zijn, maar tovermannetjes ? Denk aan stierenvechters en tandartsen die van martelen hun beroep hebben gemaakt, en denk aan de velen die dit soort duivels tuig de hand boven het hoofd proberen te houden ? Vaak zijn het geen mensen maar tovermannetjes. Ze lijken ongrijpbaar, maar als de reuzen komen zullen ze opgesloten worden. Voor de germanen is het duidelijk : zowel de mensenwereld als de godenwereld zal instorten. Er is teveel bedrog, teveel slechtheid. Wanneer en hoe het zal gebeuren weet niemand, maar dat het zal gebeuren is een feit. Koninkrijken komen en gaan, ook die van de mensen en de goden die ze zich gemaakt hebben. Als kind had ik al dromen over de komst van de reuzen. Dan waren de muren van mijn kamer ineens heel ver weg, en ook de deur. Dan werd ik opgenomen.

De mens laat zich gemakkelijk bedriegen, door complimentjes, door aardigheid, door verwennerijen. Nou, dan moet het wel goed zijn. De mens zal zich verbazen als het ontmaskerd gaat worden. 'Oh die ! Dat had ik nooit verwacht !' Alle maskers zullen afgenomen worden. Het einde van het rijk van de tovermannetjes is in zicht. De reuzen gaan komen. Niet alle tovermannetjes zijn slecht. Ik heb het over de tovermannetjes die toveren met geld. Altijd zijn ze druk in de weer met geld. Altijd zijn ze materialistisch. De mensheid is behekst door geld. Altijd maar lachen, altijd maar vrolijk doen, altijd weer feest, en natuurlijk veel roddelen. Ze hebben altijd wat op de ander aan te merken, met hele oppervlakkige redenen. Het gaat altijd om dingen die er totaal niet om doen. En dan donderen ze er even een religieus sausje overheen om het toch nog een beetje vroom en goed te doen lijken, of ze doen heel aardig. Ze strooien veel zoetigheid door hun gif om mensen te paaien en gepaaid te houden. Maar de reuzen gaan komen en dan is hun spel uit. We zullen weten wanneer het is gebeurd wanneer het is gebeurd. Het is al gebeurd in de geschiedenis, maar de mens moet er nog toe ontwaken. Het uitverkiezingssysteem zou dus uitverkiezen dat wat anders was, vreemd was, verloren. Bij de Germanen was het uitverkorene dat wat op de strijdvelden geheel aan zichzelf, aan de eigen wil, was gestorven. Zij werden opgenomen of uitverkoren door de valkyries of walkuren, oftewel de oorlogsgodinnen. Het uitverkiezingssysteem verliet dus zowel bij Calvijn als Darwin de meerderheden, om op zoek te gaan naar de minderheden, oftewel de verlorenen in de wildernis, het vreemde, het vergetene. Het boorde zich een weg onder de grond, de onderwereld in, de aarde in. De Germanen leefden met moeder aarde, oftewel ertha, h´retha, of aretha, en waren dus net als de stoïcijnen aretaieten. Aretha is een stoicijns woord voor geleerdheid. Onze germaanse voorouders kenden de tovermannetjes, en werden gedwongen door de tovermannetjes om christen te worden. Onze germaanse voorouders werden tot het christendom gedreven met het mes op de keel. Maar in de grondteksten waren zelfs petrus en paulus en de OT profeten aretaieten. Het calvijn mysterie ging niet meer weg, zoals ook het oranje mysterie in Nederland niet meer wegging als de vertegenwoordigers ervan. Het was de wilde oranje zon van de symboliek en de abstractie. Alles zou vergeestelijkt worden in de grotere context. De reuzen zouden komen. De wilde oranje zon was de natuurbron van de reuzen die zouden komen in het ragnarok. Het was dus niet letterlijk, maar abstract. Het mysterie van de uitverkiezing trok alles tot de grotere reuzencirkels van de grotere contexten en zo diepere betekenissen. Daarom ging het niet meer weg. Daarom zeiden de predikers dat Calvijn niet uit de botten meer wegkon.

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
  85. 85
  86. 86
  87. 87
  88. 88
  89. 89
  90. 90
  91. 91
  92. 92
  93. 93
  94. 94
  95. 95
  96. 96
  97. 97
  98. 98
  99. 99
  100. 100
  101. 101
  102. 102
  103. 103
  104. 104
  105. 105
  106. 106
  107. 107
  108. 108
  109. 109
  110. 110
  111. 111
  112. 112
  113. 113
  114. 114
  115. 115
  116. 116
  117. 117
  118. 118
  119. 119
  120. 120
  121. 121
  122. 122
  123. 123
  124. 124
  125. 125
  126. 126
  127. 127
  128. 128
  129. 129
  130. 130
  131. 131
  132. 132
  133. 133
  134. 134
  135. 135
  136. 136
  137. 137
  138. 138
  139. 139
  140. 140
  141. 141
  142. 142
  143. 143
  144. 144
  145. 145
  146. 146
  147. 147
  148. 148
  149. 149
  150. 150
  151. 151
  152. 152
  153. 153
  154. 154
  155. 155
  156. 156
  157. 157
  158. 158
  159. 159
  160. 160
  161. 161
  162. 162
  163. 163
  164. 164
  165. 165
  166. 166
  167. 167
  168. 168
  169. 169
  170. 170
  171. 171
  172. 172
  173. 173
  174. 174
  175. 175
  176. 176
  177. 177
  178. 178
  179. 179
  180. 180
  181. 181
  182. 182
  183. 183
  184. 184
  185. 185
  186. 186
  187. 187
  188. 188
  189. 189
  190. 190
  191. 191
  192. 192
  193. 193
  194. 194
  195. 195
  196. 196
  197. 197
  198. 198
  199. 199
  200. 200
  201. 201
  202. 202
  203. 203
  204. 204
  205. 205
  206. 206
  207. 207
  208. 208
  209. 209
  210. 210
  211. 211
  212. 212
  213. 213
  214. 214
  215. 215
  216. 216
  217. 217
  218. 218
  219. 219
  220. 220
  221. 221
  222. 222
  223. 223
  224. 224
  225. 225
  226. 226
  227. 227
  228. 228
  229. 229
  230. 230
  231. 231
  232. 232
  233. 233
  234. 234
  235. 235
  236. 236
  237. 237
  238. 238
  239. 239
  240. 240
  241. 241
  242. 242
  243. 243
  244. 244
  245. 245
  246. 246
  247. 247
  248. 248
  249. 249
  250. 250
  251. 251
  252. 252
  253. 253
  254. 254
  255. 255
  256. 256
  257. 257
  258. 258
  259. 259
  260. 260
  261. 261
  262. 262
  263. 263
  264. 264
  265. 265
  266. 266
  267. 267
  268. 268
  269. 269
  270. 270
  271. 271
  272. 272
  273. 273
  274. 274
  275. 275
  276. 276
  277. 277
  278. 278
  279. 279
  280. 280
  281. 281
  282. 282
  283. 283
  284. 284
  285. 285
  286. 286
  287. 287
  288. 288
  289. 289
  290. 290
  291. 291
  292. 292
  293. 293
  294. 294
  295. 295
  296. 296
  297. 297
  298. 298
  299. 299
  300. 300
  301. 301
  302. 302
  303. 303
  304. 304
  305. 305
  306. 306
  307. 307
  308. 308
  309. 309
  310. 310
  311. 311
  312. 312
  313. 313
  314. 314
  315. 315
  316. 316
  317. 317
  318. 318
  319. 319
  320. 320
  321. 321
  322. 322
  323. 323
  324. 324
  325. 325
  326. 326
  327. 327
  328. 328
  329. 329
  330. 330
  331. 331
  332. 332
  333. 333
  334. 334
  335. 335
  336. 336
  337. 337
  338. 338
  339. 339
  340. 340
  341. 341
  342. 342
  343. 343
  344. 344
  345. 345
  346. 346
  347. 347
  348. 348
  349. 349
  350. 350
  351. 351
  352. 352
  353. 353
  354. 354
  355. 355
  356. 356
  357. 357
  358. 358
  359. 359
  360. 360
  361. 361
  362. 362
  363. 363
  364. 364
  365. 365
  366. 366
  367. 367
  368. 368
  369. 369
  370. 370
  371. 371
  372. 372
  373. 373
  374. 374
  375. 375
  376. 376
  377. 377
  378. 378
  379. 379
  380. 380
  381. 381
  382. 382
  383. 383
  384. 384
  385. 385
  386. 386
  387. 387
  388. 388
  389. 389
  390. 390
  391. 391
  392. 392
  393. 393
  394. 394
  395. 395
  396. 396
  397. 397
  398. 398
  399. 399
  400. 400
  401. 401
  402. 402
  403. 403
  404. 404
  405. 405
  406. 406
  407. 407
  408. 408
  409. 409
  410. 410
  411. 411
  412. 412
  413. 413
  414. 414
  415. 415
  416. 416
  417. 417
  418. 418
  419. 419
  420. 420
  421. 421
  422. 422
  423. 423
  424. 424
  425. 425
  426. 426
  427. 427
  428. 428
  429. 429
  430. 430
  431. 431
  432. 432
  433. 433
  434. 434
  435. 435
  436. 436
  437. 437
  438. 438
  439. 439
  440. 440
  441. 441
  442. 442
  443. 443
  444. 444
  445. 445
  446. 446
  447. 447
  448. 448
  449. 449
  450. 450
  451. 451
  452. 452
  453. 453
  454. 454
  455. 455
  456. 456
  457. 457
  458. 458
  459. 459
  460. 460
  461. 461
  462. 462
  463. 463
  464. 464
  465. 465
  466. 466
  467. 467
  468. 468
  469. 469
  470. 470
  471. 471
  472. 472
  473. 473
  474. 474
  475. 475
  476. 476
  477. 477
  478. 478
  479. 479
  480. 480
  481. 481
  482. 482
  483. 483
  484. 484
  485. 485
  486. 486
  487. 487
  488. 488
  489. 489
  490. 490
  491. 491
  492. 492
  493. 493
  494. 494
  495. 495
  496. 496
  497. 497
  498. 498
  499. 499
  500. 500
  501. 501
  502. 502
  503. 503
  504. 504
  505. 505
  506. 506
  507. 507
  508. 508
  509. 509
  510. 510
  511. 511
  512. 512
  513. 513
  514. 514
  515. 515
  516. 516
  517. 517
  518. 518
  519. 519
  520. 520
  521. 521
  522. 522
  523. 523
  524. 524
  525. 525
  526. 526
  527. 527
  528. 528
  529. 529
  530. 530
  531. 531
  532. 532
  533. 533
  534. 534
  535. 535
  536. 536
  537. 537
  538. 538
  539. 539
  540. 540
  541. 541
  542. 542
  543. 543
  544. 544
  545. 545
  546. 546
  547. 547
  548. 548
  549. 549
  550. 550
  551. 551
  552. 552
  553. 553
  554. 554
  555. 555
  556. 556
  557. 557
  558. 558
  559. 559
  560. 560
  561. 561
  562. 562
  563. 563
  564. 564
  565. 565
  566. 566
  567. 567
  568. 568
  569. 569
  570. 570
  571. 571
  572. 572
  573. 573
  574. 574
  575. 575
  576. 576
  577. 577
  578. 578
  579. 579
  580. 580
  581. 581
  582. 582
  583. 583
  584. 584
  585. 585
  586. 586
  587. 587
  588. 588
  589. 589
  590. 590
  591. 591
  592. 592
  593. 593
  594. 594
  595. 595
  596. 596
  597. 597
  598. 598
  599. 599
  600. 600
  601. 601
  602. 602
  603. 603
  604. 604
  605. 605
  606. 606
  607. 607
  608. 608
  609. 609
  610. 610
  611. 611
  612. 612
  613. 613
  614. 614
  615. 615
  616. 616
  617. 617
  618. 618
  619. 619
  620. 620
  621. 621
  622. 622
  623. 623
  624. 624
  625. 625
  626. 626
  627. 627
  628. 628
  629. 629
  630. 630
  631. 631
  632. 632
  633. 633
  634. 634
  635. 635
  636. 636
  637. 637
  638. 638
  639. 639
  640. 640
  641. 641
  642. 642
  643. 643
  644. 644
  645. 645
  646. 646
  647. 647
  648. 648
  649. 649
  650. 650
  651. 651
  652. 652
  653. 653
  654. 654
  655. 655
  656. 656
  657. 657
  658. 658
  659. 659
  660. 660
  661. 661
  662. 662
  663. 663
  664. 664
  665. 665
  666. 666
  667. 667
  668. 668
  669. 669
  670. 670
  671. 671
  672. 672
  673. 673
  674. 674
  675. 675
  676. 676
  677. 677
  678. 678
  679. 679
  680. 680
  681. 681
  682. 682
  683. 683
  684. 684
  685. 685
  686. 686
  687. 687
  688. 688
  689. 689
  690. 690
  691. 691
  692. 692
  693. 693
  694. 694
  695. 695
  696. 696
  697. 697
  698. 698
  699. 699
  700. 700
  701. 701
  702. 702
  703. 703
  704. 704
  705. 705
  706. 706
  707. 707
  708. 708
  709. 709
  710. 710
  711. 711
  712. 712
  713. 713
  714. 714
  715. 715
  716. 716
  717. 717
  718. 718
  719. 719
  720. 720
  721. 721
  722. 722
  723. 723
  724. 724
  725. 725
  726. 726
  727. 727
  728. 728
  729. 729
  730. 730
  731. 731
  732. 732
  733. 733
  734. 734
  735. 735
  736. 736
  737. 737
  738. 738
  739. 739
  740. 740
  741. 741
  742. 742
  743. 743
  744. 744
  745. 745
  746. 746
  747. 747
  748. 748
  749. 749
  750. 750
  751. 751
  752. 752
  753. 753
  754. 754
  755. 755
  756. 756
  757. 757
  758. 758
  759. 759
  760. 760
  761. 761
  762. 762
  763. 763
  764. 764
  765. 765
  766. 766
  767. 767
  768. 768
  769. 769
  770. 770
  771. 771
  772. 772
  773. 773
  774. 774
  775. 775
  776. 776
  777. 777
  778. 778
  779. 779
  780. 780
  781. 781
  782. 782
  783. 783
  784. 784
  785. 785
  786. 786
  787. 787
  788. 788
  789. 789
  790. 790
  791. 791
  792. 792
  793. 793
  794. 794
  795. 795
  796. 796
  797. 797
  798. 798
  799. 799
  800. 800
  801. 801
  802. 802
  803. 803
  804. 804
  805. 805
  806. 806
  807. 807
  808. 808
  809. 809
  810. 810
  811. 811
  812. 812
  813. 813
  814. 814
  815. 815
  816. 816
  817. 817
  818. 818
  819. 819
  820. 820
  821. 821
  822. 822
  823. 823
  824. 824
  825. 825
  826. 826
  827. 827
  828. 828
  829. 829
  830. 830
  831. 831
  832. 832
  833. 833
  834. 834
  835. 835
  836. 836
  837. 837
  838. 838
  839. 839
  840. 840
  841. 841
  842. 842
  843. 843
  844. 844
  845. 845
  846. 846
  847. 847
  848. 848
  849. 849
  850. 850
  851. 851
  852. 852
  853. 853
  854. 854
  855. 855
  856. 856
  857. 857
  858. 858
  859. 859
  860. 860
  861. 861
  862. 862
  863. 863
  864. 864
  865. 865
  866. 866
  867. 867
  868. 868
  869. 869
  870. 870
  871. 871
  872. 872
  873. 873
  874. 874
  875. 875
  876. 876
  877. 877
  878. 878
  879. 879
  880. 880
  881. 881
  882. 882
  883. 883
  884. 884
  885. 885
  886. 886
  887. 887
  888. 888
  889. 889
  890. 890
  891. 891
  892. 892
  893. 893
  894. 894
  895. 895
  896. 896
  897. 897
  898. 898
  899. 899
  900. 900
  901. 901
  902. 902
  903. 903
  904. 904
  905. 905
  906. 906
  907. 907
  908. 908
  909. 909
  910. 910
  911. 911
  912. 912
  913. 913
  914. 914
  915. 915
  916. 916
  917. 917
  918. 918
  919. 919
  920. 920
  921. 921
  922. 922
  923. 923
  924. 924
  925. 925
  926. 926
  927. 927
  928. 928
  929. 929
  930. 930
  931. 931
  932. 932
  933. 933
  934. 934
  935. 935
  936. 936
  937. 937
  938. 938
  939. 939
  940. 940
  941. 941
  942. 942
  943. 943
  944. 944
  945. 945
  946. 946
  947. 947
  948. 948
  949. 949
  950. 950
  951. 951
  952. 952
  953. 953
  954. 954
  955. 955
  956. 956
  957. 957
  958. 958
  959. 959
  960. 960
  961. 961
  962. 962
  963. 963
  964. 964
  965. 965
  966. 966
  967. 967
  968. 968
  969. 969
  970. 970
  971. 971
  972. 972
  973. 973
  974. 974
  975. 975
  976. 976
  977. 977
  978. 978
  979. 979
  980. 980
  981. 981
  982. 982
  983. 983
  984. 984
  985. 985
  986. 986
  987. 987
  988. 988
  989. 989
  990. 990
  991. 991
  992. 992
  993. 993
  994. 994
  995. 995
  996. 996
  997. 997
  998. 998
  999. 999
  1000. 1000
  1001. 1001
  1002. 1002
  1003. 1003
  1004. 1004
  1005. 1005
  1006. 1006
  1007. 1007
  1008. 1008
  1009. 1009
  1010. 1010
  1011. 1011
  1012. 1012
  1013. 1013
  1014. 1014
  1015. 1015
  1016. 1016
  1017. 1017
  1018. 1018
  1019. 1019
  1020. 1020
  1021. 1021
  1022. 1022
  1023. 1023
  1024. 1024
  1025. 1025
  1026. 1026
  1027. 1027
  1028. 1028
  1029. 1029
  1030. 1030
  1031. 1031
  1032. 1032
  1033. 1033
  1034. 1034
  1035. 1035
  1036. 1036
  1037. 1037
  1038. 1038
  1039. 1039
  1040. 1040
  1041. 1041
  1042. 1042
  1043. 1043
  1044. 1044
  1045. 1045
  1046. 1046
  1047. 1047
  1048. 1048
  1049. 1049
  1050. 1050
  1051. 1051
  1052. 1052
  1053. 1053
  1054. 1054
  1055. 1055
  1056. 1056
  1057. 1057
  1058. 1058
  1059. 1059
  1060. 1060
  1061. 1061
  1062. 1062
  1063. 1063
  1064. 1064
  1065. 1065
  1066. 1066
  1067. 1067
  1068. 1068
  1069. 1069
  1070. 1070
  1071. 1071
  1072. 1072
  1073. 1073
  1074. 1074
  1075. 1075
  1076. 1076
  1077. 1077
  1078. 1078
  1079. 1079
  1080. 1080
  1081. 1081
  1082. 1082
  1083. 1083
  1084. 1084
  1085. 1085
  1086. 1086
  1087. 1087
  1088. 1088
  1089. 1089
  1090. 1090
  1091. 1091
  1092. 1092
  1093. 1093
  1094. 1094
  1095. 1095
  1096. 1096
  1097. 1097
  1098. 1098
  1099. 1099
  1100. 1100
  1101. 1101
  1102. 1102
  1103. 1103
  1104. 1104
  1105. 1105
  1106. 1106
  1107. 1107
  1108. 1108
  1109. 1109
  1110. 1110
  1111. 1111
  1112. 1112
  1113. 1113
  1114. 1114
  1115. 1115
  1116. 1116
  1117. 1117
  1118. 1118
  1119. 1119
  1120. 1120
  1121. 1121
  1122. 1122
  1123. 1123
  1124. 1124
  1125. 1125
  1126. 1126
  1127. 1127
  1128. 1128
  1129. 1129
  1130. 1130
  1131. 1131
  1132. 1132
  1133. 1133
  1134. 1134
  1135. 1135
  1136. 1136
  1137. 1137
  1138. 1138
  1139. 1139
  1140. 1140
  1141. 1141
  1142. 1142
  1143. 1143
  1144. 1144
  1145. 1145
  1146. 1146
  1147. 1147
  1148. 1148
  1149. 1149
  1150. 1150
  1151. 1151
  1152. 1152
  1153. 1153
  1154. 1154
  1155. 1155
  1156. 1156
  1157. 1157
  1158. 1158
  1159. 1159
  1160. 1160
  1161. 1161
  1162. 1162
  1163. 1163
  1164. 1164
  1165. 1165
  1166. 1166
  1167. 1167
  1168. 1168
  1169. 1169
  1170. 1170
  1171. 1171
  1172. 1172
  1173. 1173
  1174. 1174
  1175. 1175
  1176. 1176
  1177. 1177
  1178. 1178
  1179. 1179
  1180. 1180
  1181. 1181
  1182. 1182
  1183. 1183
  1184. 1184
  1185. 1185
  1186. 1186
  1187. 1187
  1188. 1188
  1189. 1189
  1190. 1190
  1191. 1191
  1192. 1192
  1193. 1193
  1194. 1194
  1195. 1195
  1196. 1196
  1197. 1197
  1198. 1198
  1199. 1199
  1200. 1200
  1201. 1201
  1202. 1202
  1203. 1203
  1204. 1204
  1205. 1205
  1206. 1206
  1207. 1207
  1208. 1208
  1209. 1209
  1210. 1210
  1211. 1211
  1212. 1212
  1213. 1213
  1214. 1214
  1215. 1215
  1216. 1216
  1217. 1217
  1218. 1218
  1219. 1219
  1220. 1220
  1221. 1221
  1222. 1222
  1223. 1223
  1224. 1224
  1225. 1225
  1226. 1226
  1227. 1227
  1228. 1228
  1229. 1229
  1230. 1230
  1231. 1231
  1232. 1232
  1233. 1233
  1234. 1234
  1235. 1235
  1236. 1236
  1237. 1237
  1238. 1238
  1239. 1239
  1240. 1240
  1241. 1241
  1242. 1242
  1243. 1243
  1244. 1244
  1245. 1245
  1246. 1246
  1247. 1247
  1248. 1248
  1249. 1249
  1250. 1250
  1251. 1251
  1252. 1252
  1253. 1253
  1254. 1254
  1255. 1255
  1256. 1256
  1257. 1257
  1258. 1258
  1259. 1259
  1260. 1260
  1261. 1261
  1262. 1262
  1263. 1263
  1264. 1264
  1265. 1265
  1266. 1266
  1267. 1267
  1268. 1268
  1269. 1269
  1270. 1270
  1271. 1271
  1272. 1272
  1273. 1273
  1274. 1274
  1275. 1275
  1276. 1276
  1277. 1277
  1278. 1278
  1279. 1279
  1280. 1280
  1281. 1281
  1282. 1282
  1283. 1283
  1284. 1284
  1285. 1285
  1286. 1286
  1287. 1287
  1288. 1288
  1289. 1289
  1290. 1290
  1291. 1291
  1292. 1292
  1293. 1293
  1294. 1294
  1295. 1295
  1296. 1296
  1297. 1297
  1298. 1298
  1299. 1299
  1300. 1300
  1301. 1301
  1302. 1302
  1303. 1303
  1304. 1304
  1305. 1305
  1306. 1306
  1307. 1307
  1308. 1308
  1309. 1309
  1310. 1310
  1311. 1311
  1312. 1312
  1313. 1313
  1314. 1314
  1315. 1315
  1316. 1316
  1317. 1317
  1318. 1318
  1319. 1319
  1320. 1320
Home


You need flash player to view this online publication