0

boeken van de paradijs aarde, deel 14-19 rgg 1970-2021

Voorwoord Deze verzameling is onderdeel van het vuh onderwijs in de tweede bijbel, en wordt ook wel de sukki genoemd, wat volharding betekent in de voortijdse taal, in de oertaal. Het vuh onderwijs is in verschillende hoofdnoemers onderverdeeld, wat begint met de halal, wat het oude onderwijs is (de series), wat ook weer onderverdeeld is in de levitische, ismaelitische en surinaamse bijbel, oftewel het amazone dodenboek, en halal is dan de grens-gevoeligheid of honger, honger kennis in de voortijdse taal, in de oertaal. Daarna is er dus het nieuwe onderwijs, de boeken, vanaf de calvijn code, en dat heeft ook weer hoofdnoemers en is dus ook weer onderverdeeld, zoals het begint met de kainitische bijbel, wat dan eindigt met de logistieke filosofie wat de sluitsteen is, en dan gaat het dus verder in iets anders, en dit is onder de hoofdnoemer : de name, wat oerkennis betekent (er zijn verschillende woorden voor de kennis, omdat er verschillende vormen van kennis zijn, want de vur is dan ook een woord voor kennis, als natuurkennis, en de vuh is dan de oorlogskennis, enz.). Dus eigenlijk dat de honger, het minderen (door grensgevoeligheid) moet leiden tot de name, de oerkennis, wat dus een beweging van regressie is (wat na de reformatie komt), dus een terugleiding, tot bronkennis. De name loopt door tot en met de contextuologie (boek 13), dus daar hoort ook de aretaitische filosofie nog bij, wat dus twee boeken nog zijn na de kainitische bijbel onder deze noemer. Daarna loopt het over in de sukki, vanaf de recyclocratie. Daarna komt de suri nog : 1 halal 2 name 3 sukki 4 suri Sukki betekent volharding in het voortijdse, in de oertaal, dus heeft ook met eeuwigheid te maken en suri betekent overgave of verbrokenheid, wat dus op deze weg kan ontstaan, dus dat is ook een beeld van de hemelse gebondenheid. Ezelsbruggetje hiervoor is : door ezechiel, sukki-halal, wordt suri-name hersteld. Ezechiel is altijd aan mexico verbonden die dus ook de poort is tussen noord en zuid amerika om vele raadsels op te lossen. Deze verzameling is dus de sukki, deel 14-19 van de boeken van de paradijs aarde : 14 de recyclocratie 15 van reformatie tot regressie - de rodenbergse catechismus 16 ragnarok ontsluierd 17 het kehatitische verschijnsel 18 de venezuela muur 19 leven op de paradijs aarde De vorige verzameling is dus genaamd de name (deel 1-13 van de boeken van de paradijs aarde) : 1 de calvijn code 2 de afrika code 3 de egypte code 4 de india code 5 de twaalf kleine profeten

6 het plumares mysterie 7 de afrika brug 8 de amerika brug 9 de filosofie van het voortijdse afrika 10 rigil kent ontsluierd - de verloren kennis van orion 11 de logistieke filosofie 12 de aretaitische filosofie 13 de contextuologie de recyclocratie YOU WILL BE RECYCLED. coab 2019, 2020 voorwoord Hoofdstuk 1. de slapers Hoofdstuk 2. het hartsbezit van hans en grietje Hoofdstuk 3. Volwassenen, blinde volgelingen van de heks Hoofdstuk 4. de hogere dood Hoofdstuk 5. De zin en onzin van pinksteren Hoofdstuk 6. de verborgen bronnen van het kerstfeest Hoofdstuk 7. leven in het vlees of in variatie ? Hoofdstuk 8. het voortijdse alfabet Hoofdstuk 9. de voortijdse wortels van het boek Jozua Hoofdstuk 10. Calvijn over Ezechiel, Jeremia, en Jesaja Hoofdstuk 11. Calvijn en de besneden harde werker Hoofdstuk 12. de gruwelijke betekenis van openbaring 20 – de koude oorlog tussen het vleselijke en het geestelijke Hoofdstuk 13. het machiavelli enigma Hoofdstuk 14. de florentijnse muizenkoningen Hoofdstuk 15. het zoonschap Hoofdstuk 16. het vleselijke kan het geestelijke niet verstaan Hoofdstuk 17. de link tussen arius, de islam en de jehovah's getuigen, terugvoerend tot de voortijdse oorsprongen Hoofdstuk 18. jehovah's getuigen onder de loep Hoofdstuk 19. wat hebben de jehovah's getuigen en calvijn met elkaar gemeen ?

Hoofdstuk 20. commentaar psalm 22 Hoofdstuk 21. het kruis van samuël Hoofdstuk 22. de voortijdse boeren oorlogen Hoofdstuk 23. darwin Hoofdstuk 24. de bacteriologische oorlog om de zielen Hoofdstuk 25. We will be back Hoofdstuk 26. de molon bacterie Hoofdstuk 27. de christelijke rolstoel – voor ware gelovigen Hoofdstuk 28. de misdaad regeert Hoofdstuk 29. het belang van 1953 Hoofdstuk 30. 1991-2001 – Joegoslavië in oorlog Hoofdstuk 31. het dodelijke labyrint van de 70-er jaren Hoofdstuk 32. de leeuw is los – terug naar de jaren 30 – de strijd tegen de hypnotische slang van 1979 Hoofdstuk 33. waar mensen zijn is misdaad Hoofdstuk 34. harrisburg 1979 - de oudere zus van tsjernobyl Hoofdstuk 35. van harrisburg tot toronto tot gsm Hoofdstuk 36. brave new world Hoofdstuk 37. stranger in a strange land Hoofdstuk 38. de vuil stormen van de dertiger jaren – de amerikaanse exodus Hoofdstuk 39. het alcohol verbod van de twintiger jaren Hoofdstuk 40. alcohol – de titanic van de twintiger jaren Hoofdstuk 41. 1918 – het einde van het duitse rijk voorwoord Ik zeg het zo nu en dan tegen mensen : 'Krijg een goed beeld van wat mk ultra betekent en de matrix.' Dit is een mind controlled wereld, totaal gezombificeerd. Er is een weg uit, als je maar diep genoeg in de biologie en de geschiedenis gaat, om onderzoek te doen, te ontmaskeren. Als je een gebondenheid hebt aan het kwaad dan kan alleen een nog sterkere gebondenheid aan het goede deze keten doorbreken, maar hoe gaat dat ? 'Het is niet eenvoudiger dan raket technologie' zeggen we vaak. We leven in een robocratie en moeten gaan tot de hogere robocratie. Het is robot tegen robot, of de robot oorlog. Aan welke kant van het schaakbord sta je ? Weet wel dat wanneer de robot invasies zullen plaatsvinden - en ik heb daar heel veel dromen over gehad - dan zullen de onderdelen van robotten vervangen worden, en de oude onderdelen van de robotten zullen gewoon teruggaan naar het laboratorium om ge-update te worden. Ze worden in ketels uit elkaar getrokken,

en er komen nieuwe schakels, nieuwe onderdelen worden ervan gemaakt. We kunnen daarom niet het kind met het badwater weggooien want het is allemaal bruikbaar op een bepaalde manier, maar neem voldoende afstand. Ken de regels van het recyclen. YOU WILL BE RECYCLED. Recycling is een vak, een wetenschap. Alleen de beste recyclers zullen overleven. De rest gaat gerecycled worden en zullen dus ook overleven. Recycling betekent dat alles zal overleven uiteindelijk, maar in andere vormen, juiste vormen. Dit is dus een hoopvolle boodschap. Het gaat niet om hemel of hel en daar een dogmatische 'lul' over te worden, maar het gaat om recycling. Zijn wij klaar voor de recyclocratie ? Er mag hierin geen menselijke, vleselijke inmeng zijn. Dat gaat allemaal gerecycled worden. Het vlees gaat dus niet 'voor eeuwig branden in de hel', maar robo-recycled worden, door de machines van de recyclocratie. Deze zijn niet lomp, log en orthodox, maar genuanceerd en ongewoon. Dat wat in geen denken is opgekomen. Boven denken, daar stroomt het, komende vanuit het hart boven het hoofd. Draag jij je hart al op je tong, en heb jij je hart al boven je hoofd staan ? Laat je hart spreken. Recycling betekent afstand nemen, onderzoek doen, om overzicht te krijgen, om te zien wat je nu eigenlijk aan het doen bent, aan het doen was. Ben je nog besmet met mk ultra ? Laat jezelf ontsmetten. Het gaat niet buiten de intellectualiteit om. Er komt niet even een grote tovenaar naar beneden dalen met een toverstokje die ineens alles goed gaat maken, terwijl je al die tijd lui hebt zitten wachten. Dat zijn ook allemaal sprookjes en fabeltjes die gerecycled moeten worden, op hun zinnebeeldige waarde geschat moeten worden. Het letterlijke gaat gerecycled worden, opdat de poorten tot het geestelijke opengaan. We hebben het dan over het robo-geestelijke wat al gerecycled is, wat dus vanuit de toekomst stroomt. Ik heb soms zoiets van : 'Lul jij maar lekker raak, maat. Alles zal gerecycled worden.' Telkens weer moeten wij als geestelijken de andere wang toekeren, maar dat wil niet zeggen dat we het er mee eens zijn. Het wil ook niet zeggen dat het altijd zo doorgaat. Ergens zijn er grenzen en ergens breekt het kruis af en is er een opstanding, een recycling. Jezus keerde niet alleen maar de andere wang toe, maar greep soms ook de zweep om orde op zaken te stellen. Ook vergaf Jezus niet altijd, want toen ze hem een etiket op probeerden te plakken sprak hij zelfs dat ze niet vergeven zouden worden, nu niet, en niet in het toekomende tijdperk. Harde woorden zul je denken, maar wat betekent het ? Wij als geestelijken hebben deze teksten geleerd uit te leggen. Misschien gaat het helemaal niet om vergeven worden, maar dat je dingen zelf moet goedmaken ? Rectificeren ? Recyclen ? Er ligt in die tekst een opdracht voor de overtreder : Maak ervan wat je er van kan maken, maak er het beste van. Wat je ook doet : YOU WILL BE RECYCLED. Alles zal tot hogere vormen gaan. Daarom wachtten de Egyptenaren in de nacht altijd op de komst van Kheper, de mestkever, het beeld van recycling. Dit is een attribuut van Ra, rw, wat ook een Aramees woord is wat gebruikt wordt voor het heilige geestelijke. De christenen moesten het heilige geestelijke ontvangen, en daarna moesten ze zich uitstrekken naar de gebondenheid in het heilige geestelijke, maar daarna moet de mens ook nog tot de recycling door het heilige geestelijke komen, de voleinding waarop alles uitloopt, en een nieuw begin. Dit is dus gebouwd op het Socratische beginsel van 'de ware kennis is te weten dat men niets weet.' Hiervoor moest Socrates de gifbeker drinken, want de sopho-farizeeers van de betweterige pseudo-kennis wilden niet van hun voetstuk af, en veroordeelden zo Socrates hiertoe. Ook vandaag worden de socratischen veroordeelt tot de gifbeker, en wel door de Herodus-taktiek : 'Vermoord hen allemaal, zodat degene die wij zoeken in ieder geval wel dood moet zijn.' Dit gebeurt door de tandartserij, want je wordt bij voorbaat al als kind veroordeeld tot het verplicht dragen van al dan niet dodelijke gifstoffen in je mond die je naar de afgrond willen trekken. Nog elke dag wordt Socrates zo vermoord, omdat ze zijn kennis niet willen horen. Vandaar de recyclocratie. YOU WILL BE RECYCLED. Socrates will rise.

Hoofdstuk 1. de slapers Ze zond mij naar een ander stadsdeel omdat het bed kapot was. Ik moest daar iets halen om het bed te vernieuwen. Dat is jaren geleden. Ik kende dat stadsdeel niet, maar sinds toen ben ik daar allerlei dromen over gaan krijgen. Ook over een natuur eiland. Vannacht had ik een droom over een zanger (*) waar ik vroeger veel naar luisterde, waar ik dus eigenlijk mee opgroeide. Hij had het weer over dat stadsdeel, en noemde het het bed. Het lag in tussen waar we eerst woonden, en waar we toen naar gingen verhuizen. De zanger liet me toen een album zien van hem in die droom, genaamd 'zes dagen van slapen' of zoiets. Ik kon me nog herinneren toen we pas in het eerste huis woonden, na onze theologische opleiding, dat we veel in bed waren en daar ook studeerden, en veel praten. Er was een slaapgewas waar de hommels kwamen voor bestuiving, om te spinnen en te weven, door hun borst heel snel te laten bewegen. Dat is tegelijkertijd ook een ontlading. Ze houden zo geen overmatige energie binnen. Zo werd de onkrant gemaakt, als een natuurkrant, van zuivere natuur. Of het waar is weet ik niet. Het was maar een droom. Oh ja, de namen van de hommels : ze werden brommertjes genoemd, of slapers, of schone slapers, of gewoon hommels. voetnoten : (*) phil collins Hoofdstuk 2. het hartsbezit van hans en grietje De stad is als het huisje van de heks van Hans en Grietje, een heel groot huis. Nu is eten natuurlijk op zich niet slecht, maar er zijn natuurvoorwaardes aan verbonden. Hoe te eten ? En dan altijd met mate. Zo is dat ook met andere dingen, zoals wassen en schoonmaken, conflicten. De mens moet het vooral niet overdrijven, want daar leent de natuur zich niet voor. Daarom zijn er allerlei natuurlimieten, maar in de stad kan je voor veel geld altijd weer over de natuurlimieten heen. Je kunt wassen totdat je een ons weegt, maar het helpt allemaal niet, want je moet van binnen veranderen. Ken je de diepere natuurwaarden van de dingen, of laat je je door dingen op zich bedonderen. De stad is als het huisje van de heks van Hans en Grietje. Weet je wat je eet, weet je wat je grijpt ? Je kunt hier van alles kopen, zowel goedkoop of duur. De mens heeft van alles nodig, maar vergeet het belangrijkste. Ik heb ingezien dat het leven bedrog is. Ik zie de nieuwkomers ronddansen alsof ze in luilekkerland terecht zijn gekomen, recht in de val van de heks, maar ze willen niet gewaarschuwd worden. Ze willen het niet horen. Zo sta ik aan de poort van het grote theater, en toch blijven de

mensen naar binnenstromen. Ik heb gezien dat het leven bedrog is. Daarom houdt ik zo van sprookjes omdat ze gegeven zijn door moeder natuur om niet alleen de mens te waarschuwen, maar om ze ook een waar leven te geven, in de diepte van de natuur. Hans en Grietje is voor mij puur symbolische schoonheid, wijze levenslessen, als hartsbezit, wat ik ook altijd aan de kinderen heb uitgedeeld. Je mag een kind inwijden in deze geheimen. Dat is beter dan als een doldwaze sinterklaas kinderen te smoren met nietszeggende rotzooi. Geef ze iets waar ze daadwerkelijk wat aan hebben : hartsbezit, natuurpuur, iets wat hen op het gevaarlijke pad van het leven mag leiden. Ja, het sprookje zorgt ervoor dat het kind niet zomaar op mijnen stapt. Het is één van de betere dingen die een ouder zijn of haar kind kan geven. En er zijn nog veel meer sprookjes voor dit doel. Het mag een heel sieraad van aaneengeregen sprookjeskralen zijn, vol wijze lessen, om het kind te beschermen. Je kunt een kind nog geen moeilijke wiskunde uitleggen. De scholen maken kinderharten dood met rotzooi. Geef ze daarom sprookjes, vertel ze verhalen. Dan hebben ze creatief materiaal om door het moeilijke leven heen te komen. Het wekt hun eigen scheppingsvermogen op, als het geprikkeld wordt. Er is zoveel mogelijk met hulp van de andere wereld, die gewoon de diepere wereld is, wat in de diepte op ons wacht, en wat het ware leven draagt. Hoofdstuk 3. Volwassenen, blinde volgelingen van de heks Hij weet helemaal niet wat het betekent. Hij draait er wat aan, en dan maakt hij er een touwtje aan en laat hij het helemaal doorgaan naar de andere kant, en maakt het touwtje daar dan ook vast, maar hij weet niet wat het betekent. En dan doet hij nog wat dingen, haalt hij er van alles bij, en maakt het aan elkaar vast. Hij weet niet wat het betekent, maar achteraf ziet het er toch wel functioneel uit. Je weet niet wat het is verder, maar hij heeft er toch wat moois van gemaakt. Zo zijn kinderen. Ze doen dingen die ze niet begrijpen, en die wij niet begrijpen. Zij zijn van een andere wereld. Hij draait eraan, maar weet niet wat het is. Toch stijgt het ding dan even later op en je weet niet hoe hij het gedaan heeft. Dat zijn kinderen, onnavolgbaar, maar het is toch functioneel. Zij kunnen dat soort dingen nog, dat is nog ingebouwd. Volwassenen kunnen dat niet. Waren de mensen allemaal maar kinderen, maar nee, de heks is gekomen. De heks draaide alles om, gaf alles een naam, en de mens weet het niet meer. Zelfs de kinderen weten het niet, maar ze kunnen het nog wel. Misschien dat het later nog allemaal goedkomt ? Ik kijk ernaar en hij heeft het goed gemaakt. Maar niemand weet wat het is, ook hij niet. Hij doet het gewoon. Het is ingebouwd. Ze dragen nog veel met zich mee van de andere wereld, de diepere wereld. Nee, de volwassenen kunnen het niet. De heks kwam.

Volwassenen, blinde volgelingen van de heks. Alleen het kind heeft de sleutel, het kind in jou en mij. Hoofdstuk 4. de hogere dood Vraatzucht kan in vele vormen komen. Er is sexuele vraatzucht, religieuze vraatzucht, materialistische vraatzucht, enzovoorts. Er is eerzuchtige vraatzucht, vraatzucht naar aandacht, eer en roem. Doe wat je doet in het verborgene, niet voor het oog van de mensen. Mensen zijn toch altijd ontevreden, en zullen toch altijd alles wat je doet omdraaien en beroddelen, enzovoorts. Ze zullen over je liegen, eigenlijk tot het punt dat ze het niet eens waard zijn allemaal. Waar doe je het dan voor ? En van dat soort mensen wil je een lintje ? Vraatzucht kan komen in vele vormen. De mensheid is ondankbaar. Het goede zullen ze niet eren, maar het kwade eren ze volop. Het kwaad komt vaak niet eens als een brullende leeuw, maar als een bedriegelijke oplichter, en de mensheid is opgelicht. Lang geleden al. Werk daarom in het verborgene, zolang het nog dag is. In de nacht kan niemand werken. Verspil je tijd niet. Er is niet veel tijd. Maak er het beste van. Vraatzucht komt in vele vormen, ook de letterlijke vorm. De mensheid is aan de hormonale drugs : het vlees van dieren. Lijkeneters worden zelf tot lijken, vol van de parasieten. Als mensen tot je spreken zijn het vaak die mensen al niet meer, maar de parasieten die in hen huizen. Ja, ook de christenen doen hier aan mee, de van zichzelf overtuigde, zelfbelangrijke, alleswetende christenen. Vannacht had ik een droom dat ik in een gebouw ging, en ik hoorde al wat stemmen van vraatzuchtige christenen die ik vroeger kende. Toen ik binnen kwam kwam er een blank, slank meisje op me af met sluik donker haar, en ze zei dat ze de verlover was, en mijn verloofde. Ik had toen even een herinnering dat dit niet zo lang geleden ook al was gebeurd in een ander gebouw van vraatzuchtige christenen, maar toen was het een ander meisje, alhoewel ze wel veel op elkaar leken. Ik zei het toen ook tegen haar dat iemand anders dat ook al tegen me had gezegd. Ik voelde dat er iets niet in de haak zat. Ik zei het ook dat dit niet klopte, en toen ben ik weggegaan. Gelukkig liet ze me gewoon gaan. Maar dit is hoe kerken werken. Ze hebben allemaal hun eigen heilige geest waarmee je een verbond moet hebben, een verloving. Het is het dogma van de heilige geest, wat je moet geloven om christen te zijn, maar de christelijke groeperingen zijn allemaal met elkaar in oorlog over wie de heilige geest daadwerkelijk heeft. Daar kunnen we niet op gokken, lieve mensen. Die mensen worden willens en wetens dom gehouden. Het wordt hen niet uitgelegd wat het is. Eerst moet de mens sterven aan zijn vraatzucht. Eerst is er dus een dood nodig naar het materialisme, anders blijf je de oplichter volgen. Er is een weg die veel hoger leidt dan de dogma's van de kerk. Wacht niet op de ander, maar ga zelf tot de hogere weg. Het feest van de vraatzuchtigen komt er weer aan, wat om alles gaat behalve de ware betekenis. Vraatzucht komt in vele vormen. Zorg dat je de weg tot de wildernis vindt. De mens moet de hogere dood sterven.

In de stad is het bijna weer kerstfeest, dus hoog tijd om het eens over het pinksterfeest te hebben. Voor hen die de betekenis willen weten van de pinksterbeweging die aan het begin van de jaren 1900 begon. De zin en onzin van pinksteren. En wat schuilt er achter ? Bespreking van het boek 'stem roepende in de wildernis' (1910) van Charles Parham, van de losbreking van de pinkstergolf aan het begin van de vorige eeuw. Het onderwerp werd ook besproken in ons tijdschrift 'het profetische info-blad - de vloedgolf' in 1994, wat ook heel even genoemd wordt en waarvan dit artikel ook een soort vervolg is. Hoofdstuk 5. De zin en onzin van pinksteren Het medische is geen koopwaar. Schurken verkopen hun medicijnen op de markt. Dat is geen ware zorg. Als geld zich gaat bemoeien met het medicinale dan wordt het hekserij, oplichterij. Geld is te onheilig om zich met zoiets heiligs als genezing te bemoeien. Zo is dat ook met het recht en het geestelijke. Dan kom je aan het hart van God. Ik groeide in een kerk op die de genezing van God verbood. Daar werd niet over gesproken. Je moest gewoon naar de dokter, en die forceerde onder dwang troep in je botten. Dat je zenuwstelsel hier kapot aan ging kon hen niets schelen. En toch moest je je hiervoor scheel betalen, voor deze schurken. Het zijn dronken marktkooplui die niets maar dan ook niets om God en ware genezing geven. Als ze geld krijgen voor hun zogenaamde geneesmiddelen, natuurlijk wordt het dan corrupt, en natuurlijk gaan ze het dan dwingen, want het is hun inkomen. Zij hebben van moord hun beroep gemaakt. Ze staan rechtlijnig als heksen en schurken tegenover ons als predikanten en intellectuelen, net zoals in de tweede wereld oorlog, en toen trokken wij ook al aan het kortste eind, want velen van ons werden in dat tijdperk door de nazi's vermoord. Trek je met God dan aan het kortste eind ? Het is een groot offer. Ons wordt vervolging niet bespaard, en met alle aanvallen op mijn leven van dit soort is het een wonder dat ik nog leef, en daarom ben ik ook bezadeld met een opdracht. Ik moest dus vluchten uit die kerk waarin ik opgroeide, want ik kon nergens naartoe met mijn verhaal. Als je nagaat dat al mijn nachtmerries van mijn kinderjaren zijn uitgekomen, en dat ik in die nachtmerries al werd gewaarschuwd, en ik niet geloofd werd door hen waar ik opgroeide, dan moet je het toch ergens anders zoeken, daar waar ze me wel serieus namen, en zeiden dat God wel degelijk kan spreken door dromen en nachtmerries en op vele andere manieren. Maar nee, in de kerk waar ik opgroeide was God koud en afstandelijk en sprak niet, alleen in een boekje wat op duizend en één manieren uitgelegd kon worden en waar ze elkaar telkens over in de haren vlogen ! Het is toch bij de zotten ! Natuurlijk, natuurlijk, denk ik nu, want dan komen ze bij de dokter terecht die weer veel erbij kan verdienen. De kerk en die dokter hebben een soort handelsverbond. Het zijn heksen, schurken, dronken marktkooplui die geen stuiver om je geven ! Het was een komplot, en mijn kindernachtmerries waarschuwden mij al met naam en toenaam. Het is allemaal uitgekomen, dus wie denk je dat ik vandaag de dag geloof ? Door mijn dromen die ik van God heb gekregen leef

ik nog ! Maar nee, dat mag niet in die kerk. Waar vluchtte ik toen naar toe aan het einde van mijn tienerjaren ? Naar de pinkstergemeente, want daar werd je in ieder geval serieus genomen. Ze kwamen bij ons aan de deur, god zij dank, en voor die tijd was dat gewoon echt mijn redding, en het waren fijne mensen. Ik werd er zelfs geknuffeld, wat er bij ons thuis echt niet gebeurde hoor. Ik werd toen deel van een echt, warm, liefdevol gezin, en de predikant daar adopteerde mij, en ging gewoon naast mij zitten op de bank en vertelde mij honderd en één verhalen. Ik voelde me ineens zo bijzonder. Dat had ik nog nooit in de kerk meegemaakt waar ik was opgegroeid. Voor die tijd was het voor mij belangrijk. Dat wil niet zeggen dat ik in de pinkstergemeente ben gebleven, want de pinkstergemeente heeft z'n eigen problemen, en niet iedere pinkstergemeente was zoals degene waar ik naartoe ging. Het was gewoon een tussenstation, en ik leerde er weer veel dingen bij, die ik tot op de dag van vandaag gebruik. Mijn hartsbezit werd aangevuld. Aan het begin van de jaren 1900 bleek er een soort pinksteruitstorting te zijn geweest om de mens los te schudden uit de oude kerkelijke ordes, want de reformatie was ingedut. Eén van de pinksterpionieren was Charles Parham uit Kansas. Hij schreef een boek genaamd : Stem roepende in de wildernis, in 1910, waarin hij stelt dat God het ware heeft, maar dat de mens vervalsingen maakt zoals de medische wetenschap die op hun manier ook aan het geestelijke sleutelen, het psychische, maar dan vals. Hij noemt het hekserij, verwaande, zelfverheerlijkende hekserij (wat dus niet wil zeggen dat elke heks verkeerd is, want er zijn ook goede heksen, zoals in het sprookje van de tovenaar van oz, maar dat even terzijde). Dan heeft hij het over het verhaal van Mozes die de slang oprichtte in de woestijn waardoor mensen genezen werden. Dat is wat hij pinksteren noemt, de genezing van God, en hij zei dat hij jaren hiervoor heeft gebeden dat zij de staf van God's waarheid net als Aaron konden neerwerpen om de medische heksen het eens van die kant te laten zien. Zoals we weten werd in dat verhaal de staf van God op de grond geworpen om in een slang te veranderen, en die vrat de slangen op van het systeem wat hen in slavernij hield. Daar bad Parham voor. Hij haatte die menselijke systemen die de mens hadden opgesloten. Alleen de hemel kan ons genezen. De mens kan ons niet genezen. Die willen er ook altijd weer voor betaald worden, en leiden mensen om de tuin zodat ze nog meer geld kunnen verdienen. Het corrupte spel van geld is het spel van de heksen. Charles Parham zei dat de schapen zo ondervoed worden dat ze elkaars vachten beginnen aan te vreten. Er moest dus wel wat gebeuren. Als dokters je onderzoeken, dan zoeken ze naar je geld. Maar waar het volgens Charles Parham om ging was het binnengaan van de onderwereld, net zoals Jona drie dagen in de buik van de walvis was, om zo deze dood te leren, want dat is het ware medicijn. Maar ja, de pinksterbeweging is ook verschrikkelijk orthodox en je wordt daar ook gewoon vroeg of laat in een doos gestopt, dus dan moet je verder, en daadwerkelijk de hogere doden sterven. Soms is het medicijn een diepere dood. Want wat is het leven waard als het leven vals is ? Als er dan een uitstorting is geweest dan moet het ook weer gezifd worden, want er zit zoveel rotzooi tussen, en dan gaat het om het verdiepen en verder trekken. Every level has it's own devil. Zo kwam ik tot zes belangrijke regels : 1. Het gaat erom toegewijd te zijn aan de zaak. Dat is het belangrijkste. 2. Doe alles in het verborgene. Maak jezelf geen naam, ga niet voor de eer, geef niet om je status. Laat de doden de doden begraven. 3. Geef je niet over aan doelloosheid. De doellozen zijn op een dwaalspoor. 4. Herinner je de eerste drie regels en zorg dat je de eerste drie regels houdt. 5. Alleen door grote verwarring kan er ergens gekomen worden, door niet met een overmoedig

antwoord genoegen te nemen. 6. Het doel heiligt de middelen. Hierop kon ik een nieuwe wereld bouwen. Ik moest hierin dus de hogere dood aanvaarden naar de oude wereld. Dat is dus geen zwart-wit extremisme maar een pad van ziften, herzien, nieuwe betekenissen geven. Ik wilde mijn verleden afsluiten, want het wurgde me. Ik had toen een droom over een opgehangen jongetje, diep onder de grond, tussen muren. Het is symbolisch voor het verleden. Ik moest het jongetje dus ook aanvaarden, in mijn hart aannemen, ook zijn dood. Dan pas zou het jongetje weer kunnen leven. Als iemand dan ons een stuk geestelijk leven wil verkopen, dan kunnen we ook zeggen : 'Nee, dank je. Ik sterf liever een diepere dood.' Waar is het medicijn ? Het is juist een diepere dood. Vals leven willen we niet hebben. Maar als we dan de diepere dood naar dat soort dingen aannemen dan mag er ook weer een dieper leven zijn, mag het jongetje dat opgehangen was weer beginnen te ademen. Charles Parham stelt dat Salomo met verkeerde vrouwen omging die dokters met zich meebrachten. Medici die buiten God om werken mengen drugs en gif, en dat terwijl God's volk daarvoor geen dokters had. Parham gebruikt hiervoor bijbelverzen van Jeremia : 'Gij hebt geen genezende medicijnen.' (30:13) 'Gebruik van medicijnen is allemaal ijdelheid.' (46:11) Oh, wat haatte die Charles Parham dokters, en niet zonder reden. Ook Napoleon haatte hen, en zei dat ze voor heel wat verantwoordelijk zouden staan voor de troon van God, voor zovelen die zij hadden bedrogen en gedood. Hij haatte de medische industrie, en zwoor bij het natuur medicijn : water, lucht, en hygiene. Hij stelde dat dokters in het hiernamaals verantwoordelijk zouden staan voor meer verlies van levens dan generalen. Hij wantrouwde al hun vreemde medicijnen waarmee ze massa moorden pleegden op het volk. De medische wereld was een pseudo-wetenschap die het volk had misleid, die de mens had losgetrokken van de natuur en gevangen had gezet. Daarom moest allereerst de pinksterbeweging wel komen, maar het ging al snel mis. Het werd al snel een nieuwe orthodoxie, een nieuwe gevangenis, een nieuwe markt. De pinkster reformatie was vastgelopen. Er moest eerst een diepere dood komen. Dan gaat Charles Parham verder met zijn oordeel op de medische wetenschap : 'De medische wetenschap en haar beoefenaars worden genoemd door het OT en NT in verbinding met hen die schuldig zijn aan de vuilste en gemeenste, laaghartigste zonden tegen God en de mensheid.' Hij stelt dat de beoefenaren van de medische wetenschap in het Hebreeuws en Grieks heksen zijn die drugs en gif mengen. Het zijn dus helemaal geen medicijnen. Ze beheksen mensen. Ze dragen hun giffen naar de mens toe om het daar te dumpen. Het heeft niets met God te maken. Parham noemt het een altaar aan de Moloch, de octopus god, oftewel de god van de kinderoffers. Het is een altaar van misbruik. Ook ik heb mijn familie er destijds van beschuldigd dat ze hun kinderen aan de Moloch hebben geofferd, aan Jim Jones. God ziet alles. Er waren dus ook goede dingen in de pinkstergolf, waar we ook over spraken in ons profetisch info-blad 'De Vloedgolf' in 1994. Deze golf ontstond aan het begin van de vorige eeuw. Maar we stelden ook heel duidelijk dat er nieuwe golven moesten komen om alles verder te zuiveren en te heiligen. We bespraken toen de drie golven die al geweest waren, en een nieuwe golf, waarover we zeiden : 'Er zal een wereldwijde golf komen van zelfverloochening en heiliging; de vierde golf. Deze golf zal zo verschrikkelijk hard inslaan op het menselijke vlees dat velen zullen afhaken en het als 'belachelijk' bestempelen. Vele predikers en christenen die fanatiek meededen en meejuichten met de eerste drie golven zullen geen deel uitmaken van deze vierde golf.' En dan bespreekt hij dat als je buiten God om dingen wil gaan doen je eigenlijk een valsemunter bent, want alleen God is het ware. Zo is dan ook het hele medische systeem een crimineel systeem van valsemunterij. De mens moet eerst sterven aan zichzelf om tot het ware leven te komen. Dat is de sleutel, maar die sleutel is vertrapt en vervalst door het medische systeem. Charles Parham stelt

dat hier een hele zware straf op ligt. Hij vergelijkt het met Judas die dertig zilverlingen ontving voor zijn verraad en moord. Dat is wat de medische wereld boven de nek hangt ! En deze moordenaars zoeken, stelt Parham, slechts het applaus en de eer van meer lafhartige boeren en een imbeciele natie. Het is de opening van de kaken van de hel, stelt Parham, allemaal om vraatzucht. Daarna stelt Parham dat we ons open moeten stellen voor de hogere adoptie, wat in principe gewoon de overgang is van het vleselijke naar het geestelijke. Hij ontmoette een wezen genaamd verlossing, maar in wezen was dit de adoptie. Dan heeft hij het over dat de engel Michael zal opstaan en zal komen voor de kinderen, omdat hij de beschermengel van de kinderen is, wat in het boek Daniël staat. In Openbaring staat er geschreven dat er een kind geboren zal worden om dan tot God genomen zal worden, wat volgens Parham een beeld is van de opname, allen die worden opgenomen, wat we overigens geestelijk nemen, als de geadopteerden. Ik moet dan ook weer denken aan het opgehangen jongetje. Als theologie niet meer om het kind draait, dan is het hopeloos geworden. In het boekje over het opgehangen jongetje wat ik in de hemel las heette het jongetje trouwens Theo Logie. Theo was zijn voornaam en Logie was zijn achternaam, maar zie wat de mensen van theologie hebben gemaakt. Ik ontmoette hem in een droom. Ik vroeg hem of hij ook een moeder had, maar die had hij niet, alleen maar bij flitsen in de nacht. Hoe hij was opgehangen ? Door grauwe theologen in de nacht, door piraten. Lieve mensen, theologie is vaak Theo loog in plaats van Theo sprak de waarheid. Ook de piraten vereerden hun eigen gehangen jongetje, als monument. Daar voerden ze handel mee op hun schepen. Het hemelse boekje zei hierover : 'Hij zag schepen op zee, piratenschepen, zulke rijke schepen, met grauwe figuren … Zij predikten theologie om gezien te worden, om naam te maken, om steden te bouwen. Zij roofden op zee. Zij vereerden het hangende jongetje, maar zij luisterden niet naar de regels. Zij verkochten alles wat met het hangende jongetje had te maken. In de steden werden grote vreetfeesten gevierd omtrend het hangende jongetje …' Er zijn volwassen die zo 'volwassen' zijn geworden dat ze het kind totaal, maar dan ook totaal uit het oog zijn verloren. 'Oh, wat zijn we weer volwassen, oh wat zijn wij belangrijk.' Ze zijn zo 'volwassen' geworden dat ze het kind hebben gedood, het jongetje hebben opgehangen. Wie oren heeft die hore. De stem roept nog steeds in de wildernis. In 1995 hadden we in ons blad 'apostolisch frontnieuws - de orkaan' (een zuster blad van ons tijdschrift 'profetisch info-blad - de vloedgolf) een artikel genaamd 'de verborgen bronnen van de geestesgaven.' We gaan verder met dit onderwerp in het nu volgende artikel. Wat wordt er eigenlijk door het kerstfeest verborgen gehouden ? Hoofdstuk 6. de verborgen bronnen van het kerstfeest Het kerstfeest komt eraan, maar wat is het ? Het feest der gaven ? We kunnen het dan beter over de geestelijke gaven hebben, maar wat zijn dat dan ? Dat kwam eigenlijk altijd tijdens of na het

pinksterfeest. Waar het om gaat is van het materialisme weg te komen. Het heeft wel symboliek en diepere geestelijke betekenissen, maar men maakte het te orthodox, te letterlijk, te materialistisch. Er zijn dus een heleboel geestelijke gaven, zoals kennis, profetie, onderscheiding, genezing, enzovoorts. Maar wat houdt dit allemaal in ? Het is natuurlijk wel een interessant onderwerp voor mensen die willen loskomen van het materialisme. Je kunt niet zomaar tot de gave van kennis komen. Allereerst is het niet zomaar een gave, maar iets wat je moet verdienen en leren. Maar tot de gave van kennis, wat dus een loonsgave is, kom je alleen maar door de gave van profetie, en ook dat is een loonsgave en betekent dat het van boven moet komen, zodat je niet in vleselijke, aardse, materialistische kennis terecht komt, want die is vals. Om dat dan vervolgens weer goed te doen moet je tot de loonsgave van onderscheiding komen, wat je dus ook weer moet leren en wat niet zomaar in je schoot wordt geworpen, want er is zoveel bedrog. Oplichters op elke hoek van de straat, dus leren, leren, leren, en eerlijk verdienen allemaal, dat is de enige weg. God spreekt tot de mensen, of het hogere spreekt tot de mensen, het hogere intellect, en dat wordt weleens profetie genoemd in de theologie. Het is een theologisch woord. Theologie is een bepaalde taal, een bepaalde terminologie. Het komt uit het land van de theologen. Na het pinksterfeest komen de gaven, de charismatische gaven, of charismatische stroming, wat ook een golf was in de vorige eeuw, in het midden ervan, na de grote pinksteruitstorting aan het begin van de vorige eeuw. Het werd de tweede golf genoemd, waar ons tijdschrift 'profetisch info-blad – de vloedgolf' ook over ging in 1994. Er werd toen gesteld : 'profetisch leven of vleselijk leven ?' Dat was de keuze waar de mensheid voor stond. Eigenlijk dus : leven vanuit de hogere kennis, of vanuit de lagere kennis. Heel veel mensen nemen er genoegen mee een 'mavo-schaap' te blijven wanneer het aankomt op geestelijke scholing, om het maar even metaforisch te zeggen, dus ze blijven lekker gezellig 'middelbaar', hoeven niet veel na te denken, en gaan niet voor de hogere geestelijke scholing. Zo bedonderen ze dan anderen. Ze begrijpen een heleboel niet van hoger opgeleiden in het geestelijke en gaan dan hun etiketten plakken. Met God moeten wij niet op mavo-niveau blijven, maar naar hoge school niveau gaan, anders worden we bedonderd. Dit heeft dus niets met aardse scholen te maken, maar met geestelijke, hogere, oftewel profetische, kennis. In ieder geval moet dan alles getoetst worden, waar we veel over hebben geschreven. Voor de gave van onderscheiding komt heel wat kijken, anders wordt je bedonderd waar je bijstaat. Daarom is hoge school niveau demonologie onmisbaar. Er liggen teveel gevaren op de loer. Geestelijke 'mavoschapen' komen hier niet doorheen. Nogmaals : dit heeft niets met aardse scholen te maken, want dat zijn gevangenissen en de kinderen leven daar in ballingschap. Er moet daar een grote uittocht komen. Of je nu op zogenaamd lager of hoger onderwijs bent ingedeeld is allemaal bedrieglijk, want het gaat om je relatie en toewijding tot God, oftewel de hogere kennis. De mens moet loskomen van menselijke mind control en allerlei menselijke instanties die alles omdraaien en altijd weer de 'geschoolde' dommen een lintje geven. Dat zijn getrouwe schapen voor hen, dus die worden daarvoor beloond, en die misleiden ook weer andere domme schapen. God kan dus in al die lagen van aardse scholen mensen gebruiken, juist ook in het zogenaamde lagere onderwijs, want die mensen zijn vaak niet aangetast door het systeem. Maar als je geestelijk gezien, dus in je relatie met God, bij het lagere onderwijs blijft hangen, of het middelbare onderwijs, als een geestelijk 'mavoschaap', dan pas heb je echt een probleem. Je moet namelijk hogerop komen met God, anders wordt je bedonderd, en bedonder je ook weer anderen, enzovoorts. Die kettingreacties van geestelijke mavo-schapen blijven maar doorgaan, en ze worden gefokt, dus ze hokken ook weer door. Maar goed, als je dan de gave van onderscheiding wil hanteren om te komen tot ware profetie, dan heb je dus een grote dosis voorzichtigheid nodig, wat in de theologische taal ook wel 'de heilige vreze' wordt genoemd, en 'de heilige depressie', zodat je eerst mindert, en geen overhaaste beslissingen neemt.

De mens heeft dus niet zomaar een uitstorting nodig van 'de heilige geest', of 'het heilige geestelijke', maar zoals in het verhaal van het opgehangen jongetje : de heilige dood, dood naar de onkunde, het materialisme, het bedrog, en dan kan de mens verder. De mens moet dus eerst aan zichzelf sterven, zoals het jongetje. Dat is de basis voor iedere verdere geestelijke gave. Hoe gaat dat dan verder in het verhaal van het opgehangen jongetje ? Het jongetje heeft de heilige dood ontmoet, en wordt dan met haar meegenomen tot de eerste gave, en dat is de gave van de grens-gevoeligheid. De mens gaat telkens over de grenzen heen, omdat de mens die grenzen niet kent, niet ziet. De mens is blind. De mens voelt de grenzen niet, omdat de mens zwaar dronken is. Daarom moet de mens eerst gevoelig worden voor de grenzen. De mens moet komen tot de hemelse douane, of het blaf feest. De mens mag om deze gave bidden, en deze gave leren. Hoe gevoeliger je wordt voor de grenzen, wat op allerlei gebied kan zijn, hoe meer de grenzen onder stroom komen te staan, dus als je dan te dicht bij zo'n grens in de buurt komt, dan wordt je door een bepaalde voltage weggestoten. Dat wordt het blaf feest genoemd, want de mens wordt dus zo beschermd. Het is dus een soort schokdraad. Als de mens die gave ontwikkelt, dan komt de mens tot de tweede gave, de gave van de gevoeligheid voor ingewikkeldheden, waarin de mens dus overzichten krijgt, als landkaarten, en waarin kennis opgeslagen kan worden. Zo werkt het eigenlijk een beetje. Eerst moet de mens de grenzen leren, en dan is het veilig genoeg om tot de hogere ingewikkeldheden te komen, en daar gevoelig voor te worden. De mens wordt dus zo tot een soort hemelse computer. Het is dus een pad van de gaven. Doordat het jongetje de grenzen leerde ontstond dit pad er, en zo wordt de mens dus over dat pad, wat ontstaat binnen de grenzen, veilig geleid door het leven. Het blaf feest ligt dus verborgen onder het kerstfeest. De mens moet weer kind worden en komen tot de verkeersregels, tot de verkeersvoorlichting. Dat is een spel van grenzen, niet alleen in ruimte, maar ook in tijd, ook in bezigheden, in bezit, enzovoorts enzovoorts. Op alles moet deze gave toegepast worden. Om ons heen zijn tekenen om dit te leren. Daarvoor mag de mens gevoelig worden. Grensgevoeligheid is een belangrijk zintuig en fundamenteel om van het leven het beste te maken. Pas dan is de mens dus veilig genoeg om zich te wagen aan de hogere ingewikkeldheden, en zal de mens gevoeligheid hiertoe ontwikkelen, het belangrijke tweede zintuig, de tweede gave. Hierin kan zich dan doel-gevoeligheid ontwikkelen, zodat de mens meer en meer de doelen onder ogen kan komen om daar op gericht te zijn, het derde zintuig of derde gave. Zo onstaat hierdoor een vierde zintuig : volgorde-gevoeligheid, zodat de mens niet meer voortdurend de volgordes van het leven omdraait, en zo niet meer bedrogen wordt. Er zijn dus vier zintuigen, vier gaven : 1. grens-gevoeligheid 2. ingewikkeldheids-gevoeligheid 3. doel-gevoeligheid 4. volgorde-gevoeligheid Waarom is dit zo belangrijk ? De kerken hebben alles omgedraaid, en zijn niet gevoelig voor de volgordes en de voorwaardes, allemaal vanwege hun materialisme en eerzucht, hun verkoopzucht. En dat komt omdat het fokkerijen zijn. De schapen vallen voortdurend ten prooi aan de wolven. Daar leven ze van. Ze zijn niet strategisch. Ze gooien alles door elkaar, zoals wanneer hun kinderen door de vijand worden afgemaakt vallen ze de vijand niet aan, maar gaan de vijand bij voorbaat al lopen vergeven, en dan staan ze erbij en kijken ze ernaar, als de NSB ! Ze weten niet eens wat vergeving is, laat staan geestelijke oorlogsvoering. Als je kinderen voor je ogen gemarteld worden dan is vergeving van de vijand wel het laatste wat je als ware ouder zou doen. En dan hebben ze jarenlang de geestelijke gaven lopen afwijzen en het bestaan van demonen. Nooit nemen ze hun

kinderen serieus. Nooit. Ze staan aan de kant van de vijand. 'Gegroet,' moet je dan zeggen tot zulke kerken, en rennen zo hard je kan, en zo lang je kan. Anders ga je eraan. Dat heb ik moeten doen. Pinksteren redde mijn leven, en ik kwam toen in de charismatische beweging. Niet alles is daar koek en ei, maar voor toen was het mijn redding. God gebruikte het, maar every level has it's own devil, dus ook daar moest ik op een gegeven moment weer van wegrennen. Het was nog maar het begin. Ik denk er dus met gemengde gevoelens aan terug. We mogen het kind niet met het badwater weggooien, maar we mogen ook zeker niet door valse, overmoedige 'vergeving' de vijand vrij spel geven om onze kinderen uit te moorden ! Dat zijn allemaal luie excusen om geen geestelijke oorlogsvoering te hoeven voeren. Lekker makkelijk. Dat soort onstrategische zetten in geestelijk schaken komen van de tegenstander zelf. Men rotzooit maar wat aan. Vandaar dat het belangrijk is de geestelijke gaven te ontvangen en te ontwikkelen, als wapen hiertegen. Er zitten teveel parasieten hier in de lucht. En wie gooit nu zomaar wijd de deur open en laat alle parasieten binnen, alle inbrekers en laat ze iedereen uitmoorden, om dan te zeggen : 'En ik vergeef jullie allemaal.' Wie doet dat ? De mensen die dat zeggen slapen trouwens wel met een honkbalknuppel naast hun bed, 'voor als er inbrekers komen.' Dus als het om henzelf en hun huisje gaat, dan vergeven ze ineens niet meer zo snel. Haha, wat een huichelaars. Geef mijn portie dan maar een fikkie. Ik weet dat we met nazi's te maken hebben en met nsb-ers, en dan is het beste wat je kunt doen je kinderen al vroeg waarschuwen. Ken je grenzen. De mensen moeten de voorwaarden voor alles weer leren kennen, en hun eigen stomme bureacratie overboord gooiten. Het gaat om de hemelse voorwaarden, niet de aardse voorwaarden. Daarom mag de mens voorwaarden-gevoeligheid ontwikkelen. Dit komt ook weer tegemoet aan de grenzengevoeligheid, want het laat zien waarom er grenzen zijn. Uiteindelijk komt de mens dan tot de reden-gevoeligheid, zodat de mens het hoe en waarom begrijpt. 1. grens-gevoeligheid 2. ingewikkeldheids-gevoeligheid 3. doel-gevoeligheid 4. volgorde-gevoeligheid 5. voorwaarden-gevoeligheid 6. reden-gevoeligheid Hierin zijn teveel afleiders en uitdovers, en daarom moet de mens als basis de heilige dood blijven sterven, en moet de heilige dood op dit pad de gids blijven, zoals ook het opgehangen jongetje deze vrouw als zijn gids had, als symbolische voorstelling daarvan. Net zoals bij het christendom de heilige geest, of het heilige geestelijke de christen leidt op het pad van de geestelijke gaven, als basis en bron. Er zijn dus duidelijke parallellen, maar hier wordt het verdiept. De christenen, met name de westerse christenen die daadwerkelijk van toeten noch blazen weten, zijn vastgelopen. Vandaar het hemelse verhaal over het opgehangen jongetje, wat in dromen tot mij kwam. Zes regels, zes gaven, als de zes dagen van een nieuwe schepping. Hij ging dieper en dieper in de grottenstelsels onder de grond, om te zoeken naar geheimen. De heilige dood leidde hem. Hij was op zoek naar de zevende dag, de rust. Zes dagen zult gij arbeiden, maar de zevende dag is de rustdag. Dat is natuurlijk symbolisch. Uiteindelijk vond hij de rustdag die was opgeborgen in een grot, maar deze rustdag werd bewaakt door een heks die zeven schoenen droeg. Ze begon haar schoenen uit te trekken en naar hem toe te gooien. Ze had geroepen dat als hij door één van haar schoenen geraakt zou worden, dan zou hij voor eeuwig verstenen. Uit alle macht probeerde hij toen weg te komen en de schoenen te ontwijken, maar helaas werd hij toen toch door een schoen geraakt, en versteende voor eeuwig.

Arm, arm jongetje, hij was zo dichtbij gekomen, maar nu eeuwig verwond door een heks. Voelen wij ons ook niet zo soms, alsof we door iets voor eeuwig verwond zijn geraakt, alsof we er maar niet van kunnen genezen ? Dan mogen we terugdenken aan het versteende jongetje. Hij was al zo dichtbij, en toen leek alles uit zijn vingers weg te glippen. Voor velen zal het zo herkenbaar zijn. Hij moest weer een hogere dood sterven. De heilige dood kwam tot hem. Het was een eeuwige dood die hij ditmaal moest sterven, eeuwig afsterven aan het materialisme, de vraatzucht, en alle leugens en bedrog wat daarbij komt kijken. Alleen zo zou hij de eeuwige rust kunnen binnengaan. Hij kon zich niet bewegen, en hij stond daar als bevroren. Ook de heks was bevroren, versteend, want ze betaalde immers een hoge prijs om dit het jongetje aan te doen. Overal begon het te sneeuwen en het werd winter. Het standbeeld van het jongetje kwam helemaal onder de sneeuw. En hij moest wachten totdat het lente werd. Toen begon hij weer te ontdooien, en kon hij zich weer langzaam bewegen. Maar de heks ontdooide niet. De heks was nog steeds van steen. Heel voorzichtig is hij toen langs de heks heengegaan, door de opening van de grot waar de eeuwige rust was. Hij viel daar in een diepe slaap. De heilige dood en het pad van de geestelijke gaven had hem geleid tot de eeuwige dood, en zo kon hij uiteindelijk de eeuwige rust binnen gaan, en zo werd hij het dromende jongetje. Hoofdstuk 7. leven in het vlees of in variatie ? De luie, vraatzuchtige mens denkt heel makkelijk over de gnosis, over de kennis. Hij wil alsmaar meer kennis, zonder deze kennis daadwerkelijk te beveiligen. Hij wil dus ook het pakpapier om de kennis niet, en verdere beveiligingsdozen. Hij wil niet puzzelen, maar het kant-en-klaar hebben, recht voor z'n raap. Dikke boeken houdt hij daarom niet van. Het moet kort en simpel blijven. Verhalen houdt hij ook niet van, want dat is volgens hem niet to-the-point. De mens moet eindeloos variëren met bestaande kennis om het uit te werken, te verdiepen, te beschermen, opdat de mens verder kan. Alle bestaande kennis moet daarom wel gewikkeld worden in verhalen, omhuld worden, anders gaan de parasieten de blote kennis aanvreten. De mens moet weer zorgdragen voor de kennis, zoals bijen dat doen in hun korven met dat wat ze van de bloemen hebben genomen. Het wordt uitvoerig bewerkt, uitvoerig gevarieerd. Daarom is variatiegevoeligheid zo'n belangrijk zintuig. Er moeten dus een heleboel vormen komen van hetzelfde. Ongevarieerdheid is een zwakheid. De mens moet leren variëren, ook in hetzelfde, en daarom is herhaling belangrijk, telkens net op een andere manier. Zo komt de mens los. Zo wordt de mens en de kennis beveiligd. Telkens komen er laagjes overheen. Is de mens open voor deze natuur laagjes ? De mens moet werken met de kennis : spinnen en weven, zoals de hommels en de bijen, ijverig zijn als mieren. De mens kan dus veel leren van de insecten wereld. De mens is ingedut en wil alles vlak

houden, alles simpel. Lekker makkelijk. Maar dit kost de mens z'n kop. De mens wordt zo makkelijke prooi. Ik heb veel mensen in de gnosis zo zien indutten. Er liggen allerlei gevaren op het pad van de gnosis, van de hogere kennis, allerlei mijnen. Daarom blijf ik hierover prediken en onderwijzen. Er zijn mensen die na een paar jaartjes gnosis wel vinden dat ze genoeg gestreden hebben, en maken zichzelf dan wijs dat de demonen nu wel verslagen zijn zo'n beetje. Ze zijn vervroegd met pensioen gegaan. Ze updaten hun computers niet meer, terwijl de vijand rustig doorgaat. Ik blijf daarom zeggen : de gnosis is niet makkelijker en simpeler dan raket technologie. Als je je neerlegt bij het zijn van een geestelijk mavo-schaap, dan heb je gewoon de oorlog al verloren. Dan ben je ingenomen en dan wordt je voor de gek gehouden voor de rest van je leven. Het bourgondische leven trekt de mensen. Lekker feestvieren. Lekker makkelijk. Lekker dom blijven, niet meer doorstuderen. 'We hebben nu wel genoeg gestudeerd.' Maar je bent nooit te geleerd om verder te leren. Overal stoppen mensen om je heen met leren om er een marktje van te maken. Laat je er niet door bedriegen. Leren variëren, zodat het materiaal veilig is. Leren beveiligen, leren omhullen, zodat het overlevingskansen heeft. Als je een stuk kennis hebt gevonden moet je er wat voor doen. Dan begint de oorlog pas, want dan zullen de parasieten het aan gaan vallen, in al hun slinksigheid. Wie meent te staan, zie toe dat hij niet valle. Ga creatief om met de kennis. Herhaal het over en weer en giet het in allerlei vormen, op allerlei manieren, zodat het tot een leger wordt, en de kern beveiligd is. Laat het niet open en bloot liggen. Ga er niet eenzijdig mee om. Bouw er een kast omheen, een verhaal, een doolhof waar de parasieten het niet zomaar kunnen weggrijpen. Blijf het omcirkelen, blijf het uitbroeden, blijf het verwarmen en koesteren. In de variatie mag de mens dus niet indutten, maar moet de mens komen tot de eeuwige variatie. Uiteindelijk moest het jongetje dat ontvangen na de eeuwige dood te hebben ontvangen. Variatie is de manier om los te breken, eindeloze variatie. Neem niets zomaar eenzijdig wat op je afkomt. Varieer het eindeloos, en breek los van de opsluitende, dogmatische, orthodoxe parasieten. Ze willen je fokken, en dat kan alleen maar door je eenzijdig te houden, oncreatief, ongevarieerd. Denk aan de bloemen die alles warmbloedig omcirkelen, die alle natuurdraden weven en spinnen, blijven omhullen totdat het beste eruit voortkomt, een trap naar een nieuwe verdieping, en dan doen ze hetzelfde. Ze stoppen nooit. Ze gaan eindeloos door. De mens rafelt alles af. De mens wil alles snel-snel, kant en klaar. Ze kennen het bloemenleven niet, en het leven van de bijen en de hommels niet. Het zijn grauwe, fletse figuren geworden. Altijd kibbelen ze, maar ze werken nergens voor. Ze willen alles direct op tafel hebben, en hebben altijd alles op anderen aan te merken, alleen maar over oppervlakkigheden. Ze leven in het vlees, niet in variatie. Ik wil afsluiten met een artikel van ons van vroeger, genaamd 'de chemische kerk' : Een kerk die zo parallel loopt aan wereldse praktijken, een kerk met kunststoffen in plaats van het kruid der wildernis. Hoe zou God daarover denken ? Het kruid komt met de doorn en de angel, terwijl de kerk een chemisch goedje voor de binnenstromende massa heeft. Velen zijn bang voor de wildernis, bang voor de lijdende God. Gods noodkreten en lijdenskreten zijn onverdragelijk, en ook de strijdkreten en wee-kreten van zijn engelen. Een kerk die oordoppen uitdeelt, een chemisch middeltje in strips uitdeelt, dat het bloed van Christus wordt genoemd, en de zalving van de Heilige Geest. Een kerk met roddel-magazines, met plastik bijbels, speelgoed-bijbels, een kerk die zijn hart ergens anders aan heeft verloren. Een kerk met dienaren als politieke ministers, met stropdassen zo duur mogelijk, om als dood en goed gestropt te zijn tegen de noodkreet van hongerend Afrika. God hongert niet, want de chemische kerk heeft voedsel genoeg. Dure kleding als harnassen tegen de geur van de wildernis en het kruis. Een kerk met hoge kronen en hoge tronen, want God regeert immers. Met het avondmaal is de wijn zwart geworden, het brood verkleurd. Als de verboden appelen ligt het daar, een

chemisch mengsel. De boom des levens verbannen naar de wildernis. Een kerk met zoveel kleuren, maar de kleur van het kruis kennen ze niet, een chemisch middeltje smeren zij op de hoofden van hun patienten. Even lijken de patienten op te fleuren, de kerk heeft hen gered, met dure woorden, maar dan storten zij al gauw neer, of klimmen hoog op om samen met de hoge heren feest te vieren. Er is feest in de stad, en er is feest in de kerk, niemand zal de roep van de wildernis nog horen. Maak lawaai, gebruik veel kleur, beweeg de vlaggen. De marionetten zijn gemaskerd, dodelijk speelgoed voor de kinderen. Toe pappa, toe mamma, laat me nog even spelen, want morgen is alles weg, en staat de chemische kerk me in de weg. En de dienaren van de chemische kerk, bestuurd door de laatste mode, de wapenrusting van de wereld en de schijnbewegingen van de grote kermis, sluiten de put der wildernis. Het is over nu, het gegil van God niet meer horende. Nu zal iedereen ingespoten dienen te worden met de spuit van de chemische kerk, of diep in de put belanden. Ja, de chemische kerk lacht, hoog tronende op zulk een macht. De inquisitie leren zij, treiterende hun slachtoffers met eeuwige hel. Dienaren van de chemische kerk, mode-agenten, maar er is niets moois meer. Diep in de wildernis bloeit een bloem, met de bloesem van verloren dromen. Maar zij van de chemische kerk zijn te ver weg, hun ogen gesloten. Hoofdstuk 8. het voortijdse alfabet Honden aan de ketting Je mag niet leven, je mag niet denken, je mag niet studeren. Je mag helemaal niets in die vuile familie kerken. Het enige wat je mag is zoals hen zijn. Zo niet, dan krijg je een etiket op. Dat beslissen zij, de laag opgeleide, labiele types, verstrooide warhoofden, die alles maar dan ook alles uit roddelblaadjes halen, en blindelings dronken marktkooplui volgen over de ruggen van hun kinderen heen. Het is de kanker die woedt in de samenleving. Pap er niet mee aan want het springt zo op je. Het zijn parasieten die in de mens willen huizen, nestjes willen bouwen in hun hoofden. Je wordt totaal gebrainwashed. Ze hebben allerlei smerige taktieken hiervoor. Slijmen en aardig doen om hun doel te bereiken is hen niet vreemd. Maar als ze konden zouden ze de botten van je lijf afvreten. Ze kunnen een bepaalde streep niet over en ze worden in de gaten gehouden. Tot hier en niet verder ! Het zijn honden aan de ketting. Kom niet te dichtbij. Het zijn verbale messentrekkers.

Door veel slijmen weten ze hun cultussen echt wel groter te maken en mensen dom te houden. Ze kunnen niet tegen creativiteit, ze kunnen niet tegen intelligentie. Alles moet volgens hun laag opgeleide, kortzichtige boekjes gaan. Als ze iets niet begrijpen dan is direct grote paniek, en halen ze hun etikettendoos erbij om mensen als zwarte schapen te brandmerken. Zijzelf zijn het hogere ras. The end. Nou, dat was een interessante film, zeg. 't Lijkt wel alsof we naar een tweede wereldoorlog film hebben gekeken. Een onsmakelijke horror film is er niks bij. Het spookhuis zou er voor op de loop gaan. Lieve mensen, de duivel heeft de ergsten van de ergsten op ons afgezonden, en dat was ook wel te verwachten. Er mocht bij ons vroeger niet over de duivel gesproken worden. Dat was een verboden onderwerp. Ik heb altijd geweten waarom. De duivel wil namelijk niet ontmaskerd worden. En je kan een kind uit zo'n kerk halen, maar hoe haal je de kerk uit een kind ? Het is een levenslang trauma, als een eeuwige wond. Het moet genoemd worden. De opgesloten mens die om hulp roept moet weten dat er voor hem of haar gestreden wordt. Daarom blijf ik het noemen. De strijd gaat door. Voor nu hebben we de wonden nog, om verbonden te blijven aan hen die nog vast zitten. Deze wonden zijn onze zintuigen en zelfs onze wapens. Ook herkennen we elkaar aan onze wonden. Variatie De Egyptenaren varieerden al. Ze schreven hun teksten van links naar rechts, van rechts naar links, van beneden naar boven en van boven naar beneden, en op vele verschillende manieren, wat een manier was van zowel beveiliging als opslag. Tegenwoordig raakt men helemaal in paniek als iemand een schrijffoutje maakt. Dat is toch wel het einde van de wereld, terwijl het eigenlijk levensbelangrijk was, voor de variatie, om hen te redden. Als je niet meer kunt varieren, en je durft nooit een schrijffoutje te maken, dan ben je dus eigenlijk al dood. Dan hebben ze je al. Het systeem moet gebroken worden. Ze willen de mens eenzijdig houden door de papieren paus uit te hangen. Durf je tong uit te steken. Beschrijf je kennis op vele manieren, in verschillende lagen van symboliek en in verschillende talen, in grote gevarieerdheid, opdat het zal overleven. Eenzijdigheid en kortafheid is een kou die het vruchtje zal doden. Daarom zijn religies, verschillende religies, belangrijk, om verschillende lagen van symboliek te creeeren voor beveiliging en vruchtbaarheid. Daarom gaat de christen die zich boven de islamiet waant het ravijn tegemoet. Als de christen in Arabië zou zijn geboren dan zou de christen islamiet zijn geweest. Laat geboorte dus niet bepalen wat je bent, maar varieer. Werk de kennis uit in vele lagen en talen. Zo kan de kennis opgevoed worden en overleven. Eenzijdige kennis zal sterven. Parasieten zullen het vinden en doorboren en verteren. Wees een goede broedster. Verlaat het nest niet voortijdig om ergens anders nieuwe eieren te maken terwijl je nog niet eens je eerdere eieren hebt uitgebroed. Wie het kleine niet eert is het grote niet weert. De mens is niet daadwerkelijk warm en amoureus, maar koud en onverschillig. Hebberig. Ze willen alles weten, nieuwsgierig als ze zijn, maar ze achten het van geen waarde. Ze lezen het als de krant en donderen het weer weg. Ze koesteren geen boeken, geen kennis. Het zijn slechts opgezette vogeltjes. Ze hebben het helemaal laten bevriezen, laten verstenen. Ze hebben er met de schoen naartoe gegooid. Ze hebben God in een te nauwe doos gedrukt. De mensheid is een bizarre karikatuur. Als je er te lang over nadenkt ga je eraan. Daarom : varieer. Leer symboliek te gebruiken, zeg het met andere woorden, benoem het in andere verhalen, in andere terminologieën, zodat er deuren geopend worden. Er zijn andere werelden dan dezen, maar de zintuigen van de mens moeten er open voor gaan. De mens moet er gevoelig voor worden, maar eerst is dan de

gevoeligheid voor variatie belangrijk. Om je heen klot alles samen en wordt ongelovelijk koud. Ga daarom naar binnen tot de warmte van variatie. Verwacht het niet van mensen. Mensen kunnen zo ineens verkillen en alles gaan afrafelen, zodat ze niet eens meer zien wie je echt bent. Ze trekken je omhoog op hun lange torens, maar als je er dan bijna bent laten ze je vallen. Het is een truuk. Verwacht het niet van mensen. Ze kunnen heel lang met je meegaan, en dan ineens is het afgelopen omdat ze te lui zijn om je te begrijpen. Altijd loop je weer op eieren. Ze zijn te lui om navraag te doen of je om uitleg te vragen, en dan zelf hun verhalen over je verzinnen en toeteren alles door. En mensen zijn goedgelovig. Als ze zonder enig bewijs geloven wat hun ouders hen met de paplepel hebben ingegoten, zelfs op late leeftijd, dan zullen ze ook datgene geloven wat anderen over jou vertellen. Variatie is adem. Variatie is leven. Halal Het Hebreeuws bestond oorspronkelijk alleen uit medeklinkers, en de klinkers zijn er later bijverzonnen, dus vandaar dat de klinkers net zo goed anders kunnen zijn, en wat soms gewoonweg ook veel meer duidelijkheid geeft. Er was altijd al verschil vanwege verschillende dialecten en transliteraties. Als we het hebben over Sarah of Suri en Abraham, dan komen we ook bij Egypte uit, en bij de voortijd. En dat moet ook wel, want Egyptisch is de moedertaal van het Hebreeuws. Veel Hebreeuwse oorsprongen liggen in Egypte verborgen. Sa-rah is de gids (sa) van Ra door de onderwereld. In de voortijdse theologie gaf Suri een besmeurde, met bloed bevlekte lendendoek aan Abraham om zijn naaktheid mee te bedekken. De mens kan volle openbaring niet aan, en daarom is er het met bloed bevlekte voorhangsel. Hosea komt van het Hebreeuwse woord os, sterkte, alertheid, s, wat ook weer terugwijst op de sa gids van Ra in de dodenwereld, dus ook op sarah, op Suri. De godin Suri is dus verscholen achter het boek H-os-ea wat haar voorhangsel is. Calvijn noemt Hosea een voorbeeld van geduld. Soms kunnen we van de vrouwelijke Hosea, oftewel sa, sa-rah, Suri uitgaan, en soms van de mannelijke Hosea. Calvijn stelt in zijn commentaar op het boek Hosea dat Hosea het volk met de toekomstige wraak had gedreigd, want Israel was zichzelf te buiten gegaan aan rijkdom en macht, onder Jerobeam. Voorspoed had het land totaal dronken gemaakt, en daarom trad Hosea er tegen op. Het volk werd door God verworpen. De boog van Israel zou verbroken worden. De voortijdse godin Suri bestaat uit de voortijdse letters S, de Aso, de proza, een vrouw met een kind aan haar borst in de rivier, en R, de Oru, het kruis, een breedheupige natuurvrouw. Deze letters afzonderlijk zijn ook godinnen, natuurvrouwen, natuurprincipes. Juda, het tweestammenrijk, is de fallus van Israel, het tienstammenrijk, in de Hebreeuwse wortel (yad). Calvijn stelt terecht dat Juda de machteloze was, hebbende anderhalve stam, in zijn commentaar op het boek Hosea. Ze waren geplunderd door Israel. Er was zwaar onheil gekomen, en daarom waren ze verzwakt. Juda was tot grote armoede gebracht, tot honger, waarvan Juda ook een beeld is : de honger, de fallus. Israel minachtte Juda. Juda was niet groot in aantal en niet sterk. Daarom zou God zich over Juda ontfermen. Calvijn spreekt dan over dat de Heere het volk zal ontbloten als een grote ontmaskering. Dit is dus weer iets wat Suri doet. De Heere zal hun feesten doen ophouden, en ze zullen niet door drogredenen de kastijding kunnen tegenhouden. Ze zullen niet van de Heere kunnen ontsnappen, stelt Calvijn, sprekende over het tweede hoofdstuk van Hosea. Calvijn stelt dat zij zo tot de honger

werden geleid. Hierdoor zullen ook de akkers tot wildernissen worden. Calvijn stelt dat in de wildernissen een honger heerst die leidt tot een duizenderlei dood, en dat was wat het volk nodig had : een diepere dood, maar in het dal van Achor zal er vruchtbaarheid zijn. Calvijn stelt zoals Hosea dat de verlossing niet door wapens, strijd en ruiters komt, dus mensen zouden in hun dwaasheid tevergeefs op eigen kracht vertrouwen, maar dat God zelf zou verlossen, dus eigenlijk als iets moederlijks. In Arabië is god genoemd ilah en allah, en in Israel alah (aramees) en el (hebreeuws, kanaanitisch), en de Germanen noemden het hel, als de moeder godin van de vruchtbaarheid, de baarmoeder, en we zien telkens weer de letter L terugkomen in verschillende vormen, wat helemaal terugleidt tot het voortijdse halal (ila), wat ook weer vandaag de dag in Arabië wordt gebruikt als het leven binnen de natuurgrenzen, oftewel de grens-gevoeligheid. Dit is verbonden aan het ijs en de honger, aangaande de restricties. Het is allemaal hetzelfde, en de voortijdse godin Halal verschuilt zich achter deze verschillende vormen. Zij is zeer krachtig. Halal is naast de ramadan een veelgebruikt woord in de islam, maar denk ook aan het judeo-christelijke 'halalluja', wat ook te maken heeft met het profetische leven, het blijven binnen de hogere grenzen. Halal moet natuurlijk symbolisch genomen worden. De mens moet de godin Halal weer leren kennen, en haar woorden leren interpreteren. Dit is dus de naam van de letter L in het voortijdse alfabet. In de Hebreeuwse bijbel wordt God ook wel Halal genoemd : 'Ik zal de heere roepen, die het waard is halal te zijn.' (2 samuel 22:4) Wil je dus tot god komen : blijf dan binnen de grenzen, wees grensgevoelig. Daar gaat het over. God wordt op dezelfde manier Halal genoemd in Psalm 18:3. Ook in Psalm 113:3 is de naam van God 'halal' : 'Van het oosten tot het westen, zij de naam des Heren halal.' Alleen door halal kunnen we tot god komen, omdat halal de grenzen betekenen waaraan we ons moeten houden, en god is dus een metaforische voorstelling van de grenzen. God betekent dus grens, of grenzen. Kunnen wij daarmee leven ? Dan hebben wij god daadwerkelijk gevonden. Telkens weer wordt god in de hebreeuwse bijbel samen genoemd met halal. Zij horen bij elkaar. De laatste zes psalmen, van 145-150, zijn halal psalmen, waarin halal veelvuldig wordt genoemd en voorkomt. Wikki Vannacht had ik een droom over dat ik met kamp in Duitsland was, maar daar scheen ik ook te wonen. En er werd gewoon Nederlands gesproken. Het was natuurrijke omgeving, en ik was daar in de natuur, en kwam wat mensen uit Denemarken tegen die hier waren gekomen en weer terug zouden gaan, maar ze hadden het over een oorlog in Denemarken. Er werd met kanonnen geschoten. Ik vroeg toen of er hier in Duitsland ook oorlog was, maar dat was niet zo. In Duitsland was het veilig. Ik ging weer terug naar het kamp. Mijn vrouw in die droom was een levenspartner van lang geleden. Onze kinderen waren klein, en mijn vrouw deed een soort mededeling, en ik wist het al : een scheiding. Ja, want ze wilde haar jeugd terug en ik was veranderd. De kinderen begonnen toen te protesteren naar hun moeder. Ik was exorcist. Ik zag dat ze niet haarzelf was, omdat er een demoon in haar was gevaren. Ik zei : 'Demoon, wie ben je.' Toen sprak de demoon heel zacht door haar heen : 'Wikki.' Ik zei toen : 'Wie ?' 'Wikki,' sprak de demoon weer door haar heen, toen wat duidelijker. Ik verbrak toen die geest, opdat ze zelf kon kiezen. Deze demoon hield haar wil bezeten. Wikki was een veel groter systeem, een zwarte walvis. Het kamp was dichtbij een voorouderlijke stad die normaal gesproken in Nederland ligt, maar in de droom lag het in Duitsland. Dat komt omdat ik ook Duitse voorouders heb die toen naar Nederland zijn getrokken. Wie of wat is Wikki ? Het is een systeem, een verstrooid systeem wat alles omdraait. Het heeft ook zijn eigen straf-systeem, en loon-systeem. Het is een systeem van mind control. Wiki komt uit

Denemarken, het land van Kierkegaard die diep bezig was met de Sarahitische theologie, oftewel met Suri (het Suriitische). Wikki bewaakt de poorten tot de voortijden en het voortijdse alfabet. Het is een vals adoptie systeem, kinder roof en kinder offering. De kinderen worden met giftige moedermelk vergiftigd, zwarte melk. Die adoptie systemen of ontvoerings systemen werken door allerlei soorten instanties : school, medische bedrijven, kerken, families enz. Ze willen het kruis niet om tot de waarheid te komen, maar de dronkenschap om tot de leugen te komen, om zo anderen ook in dat systeem in te wijden, zodat ze geen last van hen hebben. Het is dus oorlogs strategie. Het is de narcose en hypnose van de vijand. De beste aanval is altijd de heimelijke infiltratie, zodat ze van binnenuit alles omver kunnen werpen. Hoofdstuk 9. de voortijdse wortels van het boek Jozua Jozua heette eerst Hosea, maar Mozes noemde hem later Jozua. Het heeft in de voortijd de asogodin als wortel. Aso is de naam van de voortijdse letter S. Zoals Jozua het volk leidde, leidde de godin of natuurvrouw Aso ook het volk, wat in Egypte tot sa werd, de gids van Ra door de onderwereld. Calvijn stelt dat Jozua de overwinning niet kreeg door eigen kracht, niet door de boog, want dan zou de mens al snel door hoogmoed worden verblind. Het kwam van boven, zoals psalm 44 ook stelt, en deze verhalen moeten allemaal symbolisch genomen worden, omdat het over de geestelijke strijd gaat : 4 Want niet met hun mes hebben zij het land verworven, niet hun arm heeft hen gered, maar uw rechterhand en uw arm en het licht van uw aanschijn, omdat Gij in hen een welbehagen hadt. 7 Want niet op mijn boog vertrouw ik, en mijn mes verlost mij niet. We doen het dus niet door het vleselijke, maar door het geestelijke. Niet door het lagere, maar door het hogere. Het is iets moederlijks. Het leidt terug tot de voortijdse bronnen van de natuur. De stad kan het niet doen, maar de natuur. Calvijn noemt in het commentaar op het boek Jozua de eigen wil en de verkeerde omgang waardoor de mens besmet wordt het vleselijke. Calvijn stelt terecht dat als de westerse vertalingen spreken : wees sterk, dat deze sterkte oprechte ijver betekent, en een volhardende gehoorzaamheid aan het hogere. Als we dit niet hebben, dan kunnen we niks van God afdwingen. En deze gehoorzaamheid betekent volgens Calvijn niet afwijken ter rechterhand, en ook niet ter linkerhand, dus de grenzen in achtnemen, zoals dat ook in Jozua 23:6 en Deut. 5:32 wordt gesteld. Dit is dus volgens Calvijn niet voor huichelaars en lichtvaardigen. Het gaat dus om de gave van grens-gevoeligheid ontwikkelen, anders werk je voor niks, buiten de grenzen. De ijver moet dus gericht zijn, in het geestelijke, niet dat je als een materialist als een dwaas heen en weer gaat rennen. Er moet contact komen met het diepere geestelijke, waar de mens zich op mag richten, op de binnenwereld. Zowel de bijbel als Calvijn moeten we symbolisch nemen bij het lezen. Calvijn stelt

dat de ijver altijd gematigd moet worden door niet hardnekkig aan te dringen en door niet te blijven bij vooroordelen. De mens moet voor rede vatbaar zijn. Calvijn stelt dat de geest van huichelarij overmoedig is en leeft in vooroordelen terwijl het vasthoudt aan de eigen wil. Dit noemt Calvijn de vrije teugel van lichtzinnigheid. Ze worden zo losbandig gedreven door de ziekelijke eigen wil. Calvijn stelt dan dat de ware God hoger is dan alle valse afgoden die de mens heeft gemaakt. We kunnen stellen dat hen die niet waarlijk aan hun eigen wil sterven en niet worden wedergeboren in de hogere, hemelse rede, telkens weer voor zulke afgoden vallen. En deze afgoden zijn zeer bedrieglijk en zeer heimelijk. Wanneer gaat de mens beseffen dat de kunstmatige realiteit om hem heen bedrog is ? Wanneer gaat de mens ontwaken ? Als we kijken naar de voortijdse godin Aso, de wortel van Jozua en Sa in Egypte die Ra leidde door de onderwereld, dan is zij niet slechts een gids die de mens door de wildernis leidt, maar ook de opvoedster van de mens. Het Wikki systeem wat de mens hypnotisch onder narcose houdt heeft ook een satelliet, genaamd Afhole, een arend. In een droom zag ik de arend, een zeer praatgrage arend, en een afleider. Als mensen het Wikki systeem proberen te ontmantelen probeert hij hen af te leiden en om te kopen. Hij is zeer sluw. Laten we goed beseffen dat dit via het gedachtenleven gaat. Deze mensen, deze vuile families, willen over anderen heersen, denkende dat ze geestelijk van een hoger ras zijn, terwijl ze tegelijkertijd het geestelijke 'de ver van mijn bed show' noemen, en niet eens weten wat er in hun eigen boek, de bijbel staat. Ze worden helemaal overstuur als mensen iets zeggen wat ze niet kennen. 'Maar het staat in de bijbel,' zeg je dan. En deze mensen die denken dat orthodoxe christenen het hoogste ras zijn, en mensen die in de medische wereld werken, zijn vaak aan de alcohol in meerdere of mindere mate. Als je alcohol neemt kun je al niet eens meer helder denken. Daarom zijn ze ook zo volgzaam. Ze volgen altijd de massa's, altijd waar het geld rolt. Ze laten zich bedonderen door certificaten en andere zogenaamd waardevolle papiertjes, en die hebben ze gewoon gekocht of gestolen. Daarom moest Jozua komen. Het volk had verdere verlossing nodig. Daar gaat het boek Jozua over. Het gaat symbolisch over de strijd tegen de boze machten. De mens moest terugroven wat van hen geroofd was, en zo werden er weer grenzen gesteld en werd het land verdeeld. De mens moest in de voortijd in de wildernis heropvoed worden door Aso, en zij leidde tot de grenzen, tot grens-gevoeligheid, oftewel tot halal, net zoals Jozua, waarvan zij de voortijdse wortel is. De mens heeft een moeder nodig, als een gids en opvoedster in de wildernis, om tot het beloofde land te komen. Die moeder is slechts een metafoor van een principe, wat diep in ieder mens ligt. Het Wikki systeem rooft kinderen om hen op te sluiten in de kerk en medische dwang. Ook worden ze in scholen geplaatst om hen te brainwashen en af te leiden van de demonologie. Omdat ze zo de theologie maar halfgebakken leren en niet weten wat het betekent, gaan ze het letterlijk opvatten en hebben niet meer de macht om het symbolisch te zien. Ze krijgen niet voldoende tijd, worden altijd weer opgejaagd door het materialisme. Het Wikki systeem doet het kind ten onder gaan in het consumerisme (vraatzucht, koopzucht), waar de arend Afhole hen inlokt, steeds dieper en dieper, als in een fuik. De voortijdse moeders roepen de mens terug. Deze codes liggen nog verborgen in het boek Jozua, in de diepe etymologie (leer der taaloorsprongen) die terugleidt tot de voortijd. In een droom had ik een gevecht met Afhole. Dit was meer een koude oorlog dan een gevecht, want ik mocht hem niet zomaar aanvallen. In deze koude oorlog kwam Siva mij tegemoet uit de theologie van India. Dit was echter een diepere code : S-Eva, Aso-Eva. Eva is de wording, dus dan betekent het de zelf-opvoeding. Wees voor jezelf een moeder. Zorg voor jezelf.

Hoofdstuk 10. Calvijn over Ezechiel, Jeremia, en Jesaja Want het leven van kinderen is toch niks waard, dus maar witte plastic in hun botten donderen, denkt de tandarts, wat op hetzelfde niveau is als het chinese voetbinden wat vele eeuwen lang in stand werd gehouden. Dit is niet waar het kind om vraagt, maar wordt gedwongen. De mens is onder zware hypnose. Op scholen moeten de kinderen ook verplicht de meest domme onzin leren. Het menselijk geslacht is behekst. Het is nog erger dan zomaar reclame, want het wordt de mens opgedrongen. Eens zullen ze voor God's troon moeten verschijnen voor hun misdaden. Het lichaam is de tempel van God, ook een kinderlichaam, maar de afgoden worden onder dwang in het kind geplaatst. Het is tempelontwijding, een verkrachting van de natuur. Er is een dag tegen alles wat hoogmoedig is en trots. Ook in de theologische wereld is het geen koek en ei. Van Jezus hebben ze een afgod gemaakt, en dat wordt ook gedwongen, terwijl het gewoon een bepaalde taal is, en het is goed om er iets vanaf te weten, zonder in allerlei terroristisch extremisme te vallen. Ook is er helaas een criminele hoek in de theologie, maar dat is eigenlijk met alles zo. Hoe dan ook blijft theologie een interessant onderwerp, en is het altijd mijn vak geweest. Het is belangrijk te zien hoe de medeklinkers codes doorlopen via de etymologie terug tot de voortijden, door de Calvijn codes. De bijbel en Calvijn letterlijk lezen of symbolisch, abstract en in code is nogal een groot verschil. Calvijn moet dus herzien worden en op code geschat, anders gaat de wereld eraan door deze bom. Om tot de andere wereld te komen moet de mens ook cryptosofisch leren denken, om de oude programmeringen te verbreken en te vervangen. De vijand programmeert namelijk door taal. Calvijn stelt in zijn commentaar op Ezechiel 20 dat de goddelozen verschillende wijzen van geloof hebben, maar dat ze geen rekening houden met God. De mens kan God niet aanbidden buiten de leer van God om, oftewel het onderwijs, de kennis. De mens moet God dus leren kennen en niet bazelen over geloven. Calvijn strijdt op vele punten tegen geloof. Het moet van boven komen, niet door het vleselijke. Ook als de mens offert vanuit het vlees worden de offers afgewezen. Natuurlijk is dat symbolisch. Het menselijke mag geen inmeng hebben. Het moet van boven komen. Calvijn noemt het vleselijke offeren ijdele verbeelding, die herkend kan worden aan halfhartigheid. Halve offers en halve aanbidding worden afgewezen. Aanbidding is iets metaforisch. De ware aanbidding is de gehoorzaamheid aan de hogere kennis. Hoe bedrieglijk is het als je zomaar een ander wezen letterlijk gaat aanbidden, terwijl je niet de hogere principes hanteert, want dan is het slechts luie projectie. Dat is wat de lofprijs van de mens vaak waard is. Deze lofprijs is van het vlees. De mens moet allereerst tot stilte komen en leren luisteren. De mens moet dus eerst de ballingschap tot de kennis ingaan, waarvan Juda een beeld is, zoals Calvijn stelt dat Juda een plaats van ballingschap is. En Juda is een beeld van de fallus in de wortels (yad). De fallus is een beeld van het natuur spasme, het niet leven vanuit het directe van de eigen wil en controle, maar vanuit de natuur controle. Zo moet de mens dus ook komen tot het natuurspasme van de hersenen. Calvijn stelde dat de kracht van boven alleen kon komen als de gevangenschap bitter zou zijn. Ik moet dan ook denken aan Job die niet de geest moest ontvangen, maar de bitterheid van de ziel (9:18 ; 10:1). Calvijn stelt dat Ezechiel gekomen was om bijgeloof te bestrijden wat van geslacht tot geslacht werd overgeleverd. Ezechiel, yecheskel, met de S-L wortel, in de voortijd Aso-Halal, oftewel het

opgevoed worden tot grens-gevoeligheid. Jeremia, oftewel Oru-ma, de wet (ma, egyptisch) van het kruis (oru, voortijds), werd volgens Calvijn opgesteld om vijfendertig jaren lang te roepen tot een volk van doven en krankzinnigen, en wat een groot kruis was, en toen werd Ezechiel als zijn opvolger aangesteld, in de Babylonische ballingschap. Dit stelt Calvijn in zijn commentaar op Ezechiel 1. Calvijn stelt dat Ezechiel net als Jeremia was uitgezonden tot een bijgelovig volk wat besmet was met hebzucht en een hang naar luxe. Het was een verdorven volk. Calvijn stelt terecht dat Jeremia en Ezechiel tot het hardnekkige volk moesten blijven dreigen, maar dat alle dreigementen ijdel zijn als er geen uitzicht en inzicht wordt geboden. Het dreigen moet doel hebben, en mag alleen toegepast worden in de context van onderwijs. Daarom is orthodox calvinisme al in zichzelf onzin en ijdel, omdat ze dreigen met letterlijke eeuwige verdoemenis. Wij prediken daardoor het natuur calvinisme, oftewel het symbolische calvinisme, wat hard nodig is in deze starre dagen van extreem en crimineel geworden orthodoxieën. In die zin heb ik dus een haat-liefde verhouding met de leringen van Calvijn. En dat moet ook wel. Er moet blijven gezegd worden dat ironisch gezien Calvijn zich niet aan zijn eigen leer hield. Het steeg boven hem uit. Hij had een hemel te verkondigen, maar verletterlijkte het teveel, wat dus alleen heilzaam kan zijn in symbolische zin. Een symbolische Calvijn, daar gaan wij voor. In Ezechiel 1 ziet Ezechiel een hemels verschijnsel met wielen vol ogen. Het is volgens Calvijn een tegenstelling tot de stad waarin de mens blindelings het fortuin volgt en daardoor overhaast wordt voortgedreven, terwijl de hemel daar is waar er alertheid is (ogen) en daardoor alles wordt bewogen (wielen). De mens wordt zo afgeleid door personen en persoonsverheerlijking, persoonsbehaging, dat de mens moet terugkeren tot het niemand-bewustzijn. Het persoonlijke is slechts een metafoor. Er is helemaal niets. Iemanden zijn illusies. Ik had een droom over de stenen die Calvijn had geroofd. In die stenen waren werelden. Het waren bruine stenen, grote stenen, in een onderaards grottengebied. Hier woonden de voortijdse natuurvolkeren. Het gebied moest opnieuw ingenomen worden, opnieuw gekend worden. Dit gebeurde vannacht in een droom, dat er een tunnel tot deze ruimte werd geopend, en de rovers die dit gebied waren binnengetrokken moesten weer vertrekken. Het ging om stenen die lenzen waren, natuurlenzen, bruin in allerlei tinten, ook gelig hier en daar, maar altijd in een bruine context, als natuurkleur. In zijn commentaar op Jesaja 66 stelt Calvijn dat de mens is ingenomen en opgeblazen door ijdel vertrouwen en zelfvleierij. Hij stelt dat dit duivels is en vervloekt, en dat ze zo God bespotten. Ze hebben god vervangen door een afgod. Ik werd zwaar aangevallen toen ik met het commentaar van Calvijn op Jesaja bezig ging. Dat begon al met Jesaja 1, en toen ben ik maar eerst naar Jesaja 66 gegaan, maar daar werden even later de aanvallen ook zo sterk dat ik op de bank ben gaan zitten, en toen eerst van een afstand profetisch ben gaan bidden over alle hoofdstukken, tellend van 66 tot terug. Toen ik bij hoofdstuk 60 was aangekomen zag ik in een visioen een stel criminelen, rovers, theologische rovers, van Calvijn zelf, die vanuit de hoogte naar beneden keken, om een soort put heen. Ze hadden donkere, zwarte klederen aan, met mutsen. Ik zag toen dat hier de roversgeesten van Calvijn zich schuilhielden, en ben toen naar dit hoofdstuk, hoofdstuk 60, gegaan. Het ging over de 'God alleen' leer. Dat kan natuurlijk al snel misgaan, want dan kan er al snel gesteld worden dat alles van genade afhangt, maar ik zou het dus symbolisch zo interpreteren dat een mens alleen tot God kan komen als hij zichzelf in het God alleen principe verliest en komt tot zijn hogere zelf, dus het is wel degelijk afhankelijk van zijn eigen keuze, maar die keuze moet dus gelijkworden met de goddelijke keuze, anders heeft het geen zin. Het gaat dus om waar God en mens elkaar kruizen. God is slechts een principe. Het is dus niet zomaar een geschenk, of iets wat je kunt roven. De mens moet het zelf worden, zelf zijn, anders heeft het allemaal geen zin en is het slechts projectie. God en mens zijn dus in de mens zelf, als onderdelen van de mens, waarin de mens het kanaal is. Het

kanaal moet geopend zijn. Dat hangt dus van de mens af, anders is het slechts dwang, en dan is het niet meer echt. Zo kan de mens dus geadopteerd worden, stelt Calvijn. Hij geeft zelf het antwoord al : Slechte mannen misbruiken de gaven van God voor luxe en onmatigheid, en bederven hen, voor zover in hun macht ligt, door onwaardige vervuiling. En : Daarom moet worden afgeleid dat we niet echt tot de Heer kunnen worden bekeerd zonder al onze vermogens aan te bieden; want deze zijn 'geestelijke offers' (1 Petrus 2: 5), die God eist en die niet kunnen worden geweigerd, als uw hart oprecht en aan de Heer wordt toegewijd. (Romeinen 12: 1) Calvijn stelt vervolgens hierover : 'Slechte mannen wachten op mijn ziel', dat wil zeggen 'ze leggen strikken voor mijn leven' (Psalm 56: 6) Hoofdstuk 11. Calvijn en de besneden harde werker Hosea 5 : 14 – Want ik ben als een leeuw voor Efraïm en als een jonge leeuw voor Juda. Ik zal roven en heengaan. Ik zal wegnemen en niemand redden. De kennis komt niet om te redden maar om te roven. Er valt niets te redden. Calvijn stelt dat als mensen zich tegen de toorn van God verzetten die toorn alleen maar meer opgewekt wordt. Calvijn noemt het verzet tegen God's toorn ijdel zelfbedrog. In zijn commentaar op Mattheus 1 stelt Calvijn dat alleen de besnijdenis tot het beloofde land leidt (Romeinen 15:8). De mens moet dus worden tot een dienstknecht van de besnijdenis, waarvan Jezus een beeld was. Calvijn stelt dat dit door de afscheiding gaat (Efeziers 2:14). Het gaat hier om een werker, een harde werker, maar om die harde werker te worden moet de mens eerst de leegte in, zodat hij geen werker wordt naar het vlees, maar een geestelijke werker. De mens moet dus ook de gedaante van de werker aannemen door de leegte (Filippenzen 2:7). En deze werker komt niet om geloofd en geprezen te worden, maar om een smaad te zijn en veracht, stelt Calvijn, om uiteindelijk de vervloekte dood van het kruis te ondergaan. De werker is dus de vervloekte, de verdoemde, niet de goddeloze die hoog en droog in zijn gouden woninkje staat te pronken en zegt : 'Wat heb ik het toch allemaal fijn voor elkaar,' en vervolgens neerkijkt op hen die zwaar zwoegen buiten in het vuil. De werker moet wel in het vuil werken, want daar is veel werk te doen en daar ligt zoveel verborgen. De gepensioneerde komt daar niet. De gepensioneerde heeft smetvrees, dus die zal ook deze waarheden niet aanraken, en zal zijn leven niet inzetten om hierin te studeren en te werken, omdat het allemaal teveel is, en leeft liever uitbundig bourgondisch in plaats daarvan. In die zin heb ik het wel met Calvijn, omdat hij ook een harde werker was, ook al was dit in groot religieus en geestelijk materialisme, verletterlijkte, dichtgekoekte orthodoxie met vele woeste verscheurende dogma's als een stel theologische overdreven opgefokte waakhonden die iedere voorbijganger naar de keel vliegen, en wat dus nu verdiept moet worden om het een kwartslag te kunnen draaien. Ergens was alles vastgelopen. Daarom is de tweede bijbel ook als een tweede Calvijn. Calvijn stelt dat de komst van de werker niet direct aan een groot aantal mensen verkondigd mocht worden, maar het moest grotendeels geheim en verborgen blijven. Het was alleen voor de

waardigen. De paarlen mochten niet voor de zwijnen geworpen worden. De werker mag ook niet pronken met zijn komst. Het gaat erom in het duistere en verborgene te werken, niet voor het oog van de mens. De werker werkt voor een hoger loon dan dat van de mensen. Calvijn stelt dus ook dat dit een grote beproeving is. We mogen hierin ook dat grote visioen zien, aan het begin van Mattheus, waar een amazone staat aan de hemelpoorten om de besneden mens binnen te roepen. Deze mens is een werker, niet naar het vleselijke, maar naar het geestelijke, in het verborgene. De hemel is een verborgen plaats van grote duisternissen waarin er gewerkt moet worden. Dat kan alleen vanuit de leegte, vanuit de honger. Daarom roept de amazone op tot het hongeren, om binnen de grenzen te blijven, oftewel tot halal. Er is dus een groot verschil tussen de besneden werker en de onbesneden werker. Calvijn stelt dat adoptie plaatsvindt op de basis van de besneden werker. Dat de werker voortkwam uit een maagd is een symbool van de adoptie. Calvijn stelt heel terecht dat we niet helemaal moeten opgaan in de dankbaarheid naar dit voorbeeld van de werker toe, alhoewel het belangrijk is ons te richten op de hogere, geestelijke werker, maar tegelijkertijd zijn we ook geroepen deze werker zelf te zijn door de vrucht te verzamelen en te ontvangen. Deze werker zou zich onderwerpen aan het kruis, zich laten onderwijzen door de tucht, om zo niet overmoedig naar de wapens te grijpen en anderen te onderdrukken vanwege zijn eigen tuchteloosheid, kruisloosheid en leerafkeer, wat in principe gewoon een welvaartsziekte is. Alleen keiharde studie, door de tucht te aanvaarden als leermeester, doet de mens overwinnen. Studie, studie en nog eens studie, maar dit komt voort vanuit de leegte, vanuit de honger, dus het is niet een vleselijke studie, maar een geestelijke studie, en die is in het verborgene. Ook hierin moet de mens zijn grenzen kennen. De mens moet komen tot de grensgevoeligheid, tot halal. In de lagere aardse gewesten is alles erop gericht om te bedriegen en te bedonderen. Daarom moet de mens niet stoppen met studeren anders komt de mens er door om. Hoofdstuk 12. de gruwelijke betekenis van openbaring 20 – de koude oorlog tussen het vleselijke en het geestelijke In een droom leidde de gnosis mij tot Openbaring 20 : 1 En ik zag een engel nederdalen uit de hemel met de sleutel des afgronds en een grote keten in zijn hand; 2 en hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en hij bond hem duizend jaren, 3 en hij wierp hem in de afgrond en sloot en verzegelde die boven hem, opdat hij de volkeren niet meer zou verleiden, voordat de duizend jaren voleindigd waren; daarna moet hij voor een korte tijd worden losgelaten. Dit gaat over het zogenaamde duizenjarige vrederijk van de christenen. Ik werd door de gnosis geleid tot een afgrond. Ik moest stoppen aan de rand, en ik zag allemaal vuur in de afgrond. Ik

mocht niet verder lopen. Het was een reusachtige afgrond. Ik moest even wachten en toen was er een smal bruggetje waar ik op kon gaan lopen, en verderop werd het bruggetje steeds wijder. Ik zag toen groot dik glas over de afgrond komen, wel verschillende meters dik, en ik kon dus overal over het glas heenlopen en naar beneden kijken door het glas heen. Er was veel vuur onder het glas, in de diepte van de afgrond. Er kwamen toen ook metalen frames door het glas heen, zodat ik niet alles kon zien. Het glas werd ook steeds dikker. De gnosis begon toen te vertellen over Openbaring 20, over het zogenaamde duizendjarig vrederijk wat zou komen. De gnosis bepaalde me erbij dat het om vrouwen ging in de put, zoals Openbaring 9 over de vijfde bazuin gaat over vrouwen uit de afgrond (vers 8), die verder heel symbolisch beschreven worden. De afgrond in Openbaring 20 is een symbool van de voet, van de vrouwenvoet, die in China voor duizend jaar werd opgebonden. Vrouwen werden zo onderdrukt opdat de man kon regeren. Het liep van de Tang dynastie tot de Qing dynastie en toen de Chinese republiek kwam werd het afgeschaft. Toen werd Eva of satan, dat wat tegenwerkte (de natuurvrouw) weer losgelaten. Dan gaat Openbaring 20 verder : 7 En wanneer de duizend jaren voleindigd zijn, zal de satan uit zijn gevangenis worden losgelaten, 8 en hij zal uitgaan om de volkeren aan de vier hoeken der aarde te verleiden, Gog en Magog, om hen tot de oorlog te verzamelen, en hun getal is als het zand der zee. 9 En zij kwamen op over de breedte der aarde en omsingelden de legerplaats der heiligen en de geliefde stad; en vuur daalde neder uit de hemel en verslond hen, 10 en de duivel, die hen verleidde, werd geworpen in de poel van vuur en zwavel, waar ook het beest en de valse profeet zijn, en zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheden. Toen de duizendjarige vrouwenvoet onderdrukking was beeindigd begin jaren 1900 kwamen de eerste en de tweede wereldoorlog die uitliepen op de koude oorlog waarin een nieuwe gruwel ontstond : 11 En ik zag een grote witte troon en Hem, die daarop gezeten was, voor wiens aangezicht de aarde en de hemel vluchtten, en geen plaats werd voor hen gevonden. 12 En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor de troon, en er werden boeken geopend. En nog een ander boek werd geopend, het boek des levens; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond, naar hun werken. 13 En de zee gaf de doden, die in haar waren, en de dood en het dodenrijk gaven de doden, die in hen waren, en zij werden geoordeeld, een ieder naar zijn werken. 14 En de dood en het dodenrijk werden in de poel des vuurs geworpen. Dat is de tweede dood: de poel des vuurs. 15 En wanneer iemand niet bevonden werd geschreven te zijn in het boek des levens, werd hij geworpen in de poel des vuurs. De nazi's gebruikten al fluoride in de tweede wereldoorlog om het verzet te verlammen. Het verzwakte en verstoorde namelijk het zenuwstelsel. Dit was de heraut voor de witte vulling, de grote witte troon die zou heersen. De witte vulling is van een lagere dichtheid dan bot, en wordt er ook voor dezelfde nazi redenen geplaatst om de zenuwen te verzwakken en te verstoren. Het boek of woord wat geopend wordt op de witte troon is namelijk een beeld van de mond. De mensheid is ingenomen door demonen. In Openbaring 19 zagen we : 17 En ik zag een engel staan op de zon en hij riep met luider stem en zeide tot alle vogels, die in het midden des hemels vlogen: Komt, verzamelt u tot de grote maaltijd Gods, 18 om te eten het vlees van koningen en het vlees van oversten over duizend en het vlees van sterken en het vlees van

paarden en van hen, die daarop zitten, en het vlees van allen, vrijen en slaven, kleinen en groten. 19 En ik zag het beest en de koningen der aarde en hun legerscharen verzameld om de oorlog te voeren tegen Hem, die op het paard zat, en tegen zijn leger. 20 En het beest werd gegrepen en met hem de valse profeet, die de tekenen voor zijn ogen gedaan had, waardoor hij hen verleidde, die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbaden; levend werden zij beiden geworpen in de poel des vuurs, die van zwavel brandt. 21 En de overigen werden gedood met het zwaard, dat kwam uit de mond van Hem, die op het paard zat; en al de vogels werden verzadigd van hun vlees. Dit gaat over de gruwel van het vlees eten. De afgrond die ik zag in mijn droom was de afgrond waarin ieder geworpen zou worden die door zou blijven gaan vleselijk te leven in plaats van geestelijk. Er is nu nog een koude oorlog gaande tussen het vleselijke en het geestelijke. Zorg ervoor dat je aan de juiste kant van het glas bent. De mens wordt gezombificeerd door de vijand, door de witte vullingen, om zo ook tot vleesetende parasiet te worden. Zo wordt de mens in het leger van de vijand ingelijfd, om als een levend schild gebruikt te worden, om uiteindelijk zelf ook geassimileerd te worden. Ontwaakt gij die slaapt. Wie oren heeft die hore. Kijk om je heen. Mensen vertonen haast geen ruggegraat. Ze zijn al dood. Vraag jezelf af in hoeverre je zelf nog leeft. Deze wereld is een enge, enge plaats. De witte vulling, bijna niet van bot te onderscheiden, en als ze klein zijn niet op de foto's te zien. Als ze dan problemen veroorzaken straalt het door naar andere plaatsen. Het is dan bijna niet meer uit te zoeken waar het vandaan komt. De witte vulling is één van de grootste medische misdaden aller tijden. Het zusje, de amalgaam vulling, is inmiddels veel verboden, maar de witte vulling regeert nu in dit tijdperk van de witte troon. De boeken worden geopend, oftewel de monden, die de woorden van de vijand moeten spreken. Daartoe zijn ze gebrandmerkt. Mensen worden door vullingen en wortelkanaalbehandelingen en andere troep zoals fluoride geestelijk, psychisch, mentaal, emotioneel en lichamelijk doorgemarteld, wat een valse christelijke hel is, en een kruis voor de martelaren. Ook dieren worden in fokkerijen en slachthuizen doodgemarteld voor hun vlees en hun pels. De grote witte troon is de tandarts terreur gebouwd op het duizendjarige rijk van de vrouwenvoetbinding. De mens moet wakker worden. Op het moment is de mens niet van zichzelf. De mens eet en wordt gegeten. De tandarts terreur is gedwongen plastische chirurgie in de mond, door de schoonheidswaan van het westen. Allemaal luxe troep moet de mond in, ter onderdrukking van de natuur mens. Zo kan de mond zichzelf niet meer herstellen, en is de mond overgeleverd aan de tandarts, de witte troon. Wie oren heeft die hore. De mens is een slaaf van de tandarts. De ruggegraat van de mens is door deze smooth criminal gebroken, zeer heimelijk. De mens aanbidt de tandarts afgod en de vlees afgod, omdat de mens daartoe is gedwongen, bang om anders uit het boek des levens geschrapt te worden. Hoe kan de mens hieruit ontsnappen, als de ontsnapping de hel betekent, als ketter bestempeld te worden ? Zij die waarlijk van de gnosis zijn tellen hun leven niet, maar denken alleen aan de natuur, en zullen daardoor eeuwig leven. Wie zijn leven tracht te behouden zal het verliezen. Er is nu een koude oorlog gaande. Alleen de geduldigen zullen overwinnen.

Hoofdstuk 13. het machiavelli enigma De koude oorlog liep van 1945 tot 1991 als de gewapende vrede tussen het kapitalisme en communisme. De schrijver George Orwell gebruikte de term al in 1945 en hij waarschuwde tegen de komst van twee of drie grote superstaten (In het tijdschrift 'de tribune', in zijn artikels 'as I please'), en dat deze staten gevormd zouden worden op het al aanwezige massale platform van algehele berusting, het zonder protest accepteren ervan. Hij wijst terug op het boek 'de bestuurlijke revolutie' van James Burnham (the managerial revolution, 1941) over de komst van deze superstaten. Orwell beschrijft dit boek in het kort, dat zowel het kapitalisme als het communisme niet zal heersen, maar dat er grote superstaten zullen komen die bestuurd worden door managers. Er zal dus geen ware democratie zijn. Dat is slechts schijn, want de managers zijn de poppenspelers die de touwtjes in de handen hebben. Maar deze superstaten zullen elkaar niet overwinnen, en zullen vechten om gebieden, territorium, terwijl de samenlevingen hierarchisch zullen zijn. Piramide schema's dus. Hij beschrijft daarmee direct het volgende boek van Burnham genaamd : de machiavellianen : verdedigers van de vrijheid. Het machiavellisme stelt dat alles is toegestaan om macht te krijgen en te behouden. De piramide zou dus machiavelliaans zijn, oligarchisch, oftewel in de handen van weinigen, op basis van erfelijkheid, status, of vermogen. De macht van de oligarchie berust dus op dwang en fraude. Het boek stelt dat het allemaal slechts een machtstrijd is, maar dat men hiervoor maskers gebruikt. Het zijn allemaal ambities van een bepaalde klasse, ook al kunnen er soms 'goede' motieven zijn, en ook al is men zich soms niet van bewust wat er daadwerkelijk gaande is. Ook dit boek beschrijft Orwell dus in het kort. Het komt er op neer dat partijen worden besproken die machtszoekers zijn en daarvoor de hoop van de massa's gebruiken om een bevoorrechte positie te winnen voor zichzelf. Orwell waarschuwt als intellectueel tegen het aanbidden van macht, van power, want het verstoort politieke beoordeling, omdat het leidt naar een geloof dat tijdelijke trends voor altijd zullen bestaan. Orwell wil van de politiek een kunst maken, door schrijversschap. Hij waarschuwt dat er vele gevaren op de loer liggen in de politiek, waarover hij ook zijn boek '1984' heeft geschreven (1949). Het boek gaat over gedachten-politie, totalitarisme, waar ook de stelling 'big brother is watching you' vandaan komt, want big brother was de leider van de dystopische superstaat Oceanië in het boek. Het is in het boek een superstaat van voornamelijk Amerika, Engeland, Australië en het zuidelijke Afrika onder de Congo rivier tezamen. De rest van de wereld is dus omsingeld door deze superstaat. Daarnaast zijn er nog de superstaten Eurasia en Eastasia. Eurasia is Europa en Rusland, en Eastasia is China en Japan. Grote broer is de topmacht van Oceanië, het masker van de Partij. Er mag niet zelf gedacht worden, want dat is ketterij. Iedereen moet zoals de partij denken, en er mag geen verzet daartegen zijn, want dan ben je krankzinnig. Totale gelijkvormigheid, eenvormigheid en goedgelovigheid wordt gepredikt. Alles wat de Partij zegt moet geslikt worden. Daar is de denkpolitie voor. De denk politie bestrijdt de denk misdaad. James Burnham stelt dat Machiavelli (1469-1527) van de politiek een wetenschap maakte, en daarom was hij ook een grondlegger van de politieke wetenschap. Er moest een bepaald mechanisme voor komen. De vos moest er zijn om valstrikken te herkennen, en de leeuw moest er zijn om de wolven te verjagen. Machiavelli stelde dat als er vrede was, dan was dat een gelegenheid om over de oorlog te leren, en alles draaide om oorlog. De mens moest het goede kennen om het goede te doen, en de mens moest het kwaad kennen om het kwaad niet te doen, te vermijden. Hiervoor had de mens dus de vos en de leeuw nodig, wat later ook door Napoleon werd gepredikt. De mens kon niet alleen maar vos zijn of alleen maar leeuw. Volgens Machiavelli moest een mens niet alles van God verwachten, maar zelf deze principes leren, want God had de mens een vrije wil

gegeven, en de mens moest ook zelf tot glorie komen. Dat wilde God de mens niet ontnemen. Machiavelli wilde niet de status quo behouden, maar wilde het omverwerpen. Regeringen waren een groot gevaar voor de mens. Het doel heiligt de middelen. De misleiders moesten zelf misleid worden. Altijd moest de mens in termen van oorlog denken, anders zouden anderen voordeel op hem behalen. Zonder gevaar zou er ook nooit iets groots bereikt worden. Politiek leven is ook altijd veranderen, niet statisch. We kunnen Machiavelli alleen maar symbolisch nemen in de zin dat de ware politiek van binnen is waarin de mens zijn ego onderwerpt aan de hogere kennis door middel van geestelijke oorlogsvoering, oftewel waar de mens de natiologie leert : het ware verschil tussen hoog en laag, vertikaal gezien en niet horizontaal gezien, en dit is iets symbolisch. Dit is dus het verschil tussen het ego en de kennis, of tussen de wil en de kennis, als het verschil tussen het vleselijke en het geestelijke. Het gaat dus om een geestelijke oorlog, de demonologie, die zo wordt tot natiologie, de kennis van de natie, wat tegengesteld is aan het loze nazisme. De natiologie kwam opzetten in de jaren 90, na de koude oorlog, met name in het jaar 1993 toen de heilige gebondenheid tot de aarde kwam. Dit was de uiteindelijke basis voor het opstellen van de tweede bijbel, wat een natuur verschijnsel was van de kennis. Het nationalisme of nazisme moet dus een kwartslag draaien, van horizontaal naar vertikaal, tot natiologie. De ware natiologie is wanneer je je ego gaat doorkrijgen en dat leert ontmaskeren en beheersen. In de koude oorlog was er een muur tussen het oostblok en het westblok. Er was geen toekomst voor kapitalisme en ook niet voor communisme, maar voor tussenvormen, in het manageriale, de afgezonderde kleine elite van de oligarchie, waar Mosca ook over schrijft. Mosca (1858-1941), een politieke wetenschapper, waarschuwde tegen het bedrog van de democratie omdat het geen voorwaarden kent, geen limieten. Het is totaal losgeslagen. Hij is vrijzinnig en voor variatie, maar deze democratie zou juist de mens opsluiten en ten val brengen. De mens moest aan iets hogers onderworpen worden. Hij was een volgeling van Machiavelli, die ook al stelde dat een mens niet moet uitgaan van vooronderstellingen, maar vanuit feiten. De mens moest zich dus baseren op onderzoek en niet zomaar wat de massa's zeggen of wat men altijd heeft gezegd. Democratie wil de mens onderwerpen aan de macht van de massa's, niet aan het hogere, zoals Plato ook al stelde dat er wijzen opgesteld moesten worden die zouden zorgen dat de dwazen niet door meerderheidstruukjes de samenleving kapot zouden maken door hun dwaasheid. Natuurlijk kan dat helemaal uit de hand lopen, want wie bepaalt wat wijsheid is en dwaasheid. Altijd liggen er gevaren op de loer, dus moet de mens zich richten op het hogere, binnenin. Dan kom je uit bij de gnosocratie, de heerschappij van de gnosis, en alleen weinigen komen daartoe, de eenling. De enige heerschappij is die van kennis, van de gnosis, en die komt allereerst verdraaid door, corrupt, in de lage vormen. Toch heerst dus de gnosis. De eenling moet hiertoe ontwaken om zo de gnosis door alles heen te zien, en het juiste pad te volgen, in geestelijke oorlogsvoering, als natiologische rebel tegen het ego. Een mens moet niet denken dat hij letterlijk de wereld kan besturen. Dan zou de mens gek worden. Het is de illusie van macht en controle. Het gaat om de gnosis, en in die zin gaat het dus niet om heersen, maar om kennis. Geen macht, maar kennis. Macht is een valstrik voor de dwazen. Vandaar dat nazisme moet sterven aan natiologie. Er moet kennis komen over wat macht is, diepte. Zowel Machiavelli als Burnham stellen dat elk pushen van doctrine en orthodoxie hetzelfde is als tyrannie. Status quo moest vallen. De mens moest niet vallen voor de heerschappij door het overgesimplificeerde, want het zou leiden tot despotisme. Er moet daarom ook een flinke, gezonde dosis zijn van anarchie, wat overigens ook de stelling van Mosca was. Burnham stelt dat politiek progressief moet blijven, net zoals Mosca, en Mosca verwacht ook niet dat politieke systemen hetzelfde zullen blijven. Burnham stelt dat politiek een science moet blijven, een wetenschap dus, in feite onderworpen aan de hogere kennis dus, wat volgens Machiavelli ook het kostbaarste bezit is. Burnham stelt dat omdat het om de kennis gaat politiek geen wens mag zijn. De natuur werkt niet door wil of wens, maar door kennis. Wil en wens zou juist de kennis in de weg kunnen staan, en

daarom moet het afsterven. Mosca zag dat er iets van de gnosis was doorgekomen, iets goeds, een hoger mechanisme, in de regeringen van de jaren 1800, maar het zou daar niet bij blijven. Alles zou zich in de politieke wetenschap blijven door ontwikkelen. De mens moest zijn ogen openhouden en niet vallen voor zomaar één politieke kracht, maar moest komen tot genadeloze kritiek op het sociale systeem die een top had waar macht werd misbruikt, stelde Mosca. Hij zag in de jaren 1900 ook de diepe crisis waarin de wereld was gevallen door de eerste wereldoorlog, wat nog meer extremisme zou oproepen, waardoor er eigenlijk maar een heel klein beetje optimisme toegelaten zou mogen worden, en veel, heel veel pessimisme. Deze ideeen schrijft Mosca in zijn boek 'de heersende klasse' (1898). 'Een tragische bestemming is die van mannen,' stelt hij, want altijd zijn ze weer op zoek naar een bepaalde interpretatie van een dogma, om daarvoor anderen af te slachten die niet zo denken als zij. Het was in zijn ogen allemaal te kortzichtig en te direct. Altijd maar weer. Daarom was hij pessimist, zoals Machiavelli, Napoleon, Kierkegaard en Nietzsche dat ook waren. Toch zag hij ook heil doorkomen in bepaalde structuren, als een visionair. Veel pessimisme, en een druppel optimisme. Politiek is slechts symbolisch. Wat we om ons heen zien is cryptisch gezien gewoon weer de gnosis. Hoofdstuk 14. de florentijnse muizenkoningen De koude oorlog tussen het oostblok en westblok, tussen communisme en kapitalisme, de gewapende vrede, van 1945 tot 1991. Dat was een lange tijd van grote spanning, als het splitsen van de zee voor de exodus : op naar de negentiger jaren. De twee superstaten konden elkaar niet overwinnen. Het ging tussen Rusland en Amerika. Men begon het kapitalisme en communisme op te geven, want het werkte niet. Zo begonnen eenlingen zich te richten op de oligarchie, oftewel de macht in handen van een kleine groep. Overal begonnen zulke kleine groepen te staan die vonden dat ze hogere, betere of slimmere principes hadden dan anderen, Het waren veelal eenlingen die zichzelf met kop en schouder boven de rest vonden uitsteken, goedschiks of kwaadschiks. De massa's waren dom, maar dit waren de intellectuelen, de machthebbers, hoog opgeleiden, voorbeschikten, uitverkorenen, of gewoon slimmerikken. Sommigen wilden macht, en anderen wilden gewoon vrijheid. Ze waanden zichzelf regeerders, zij die de touwtjes in handen hadden. Sommigen hadden grote plannen. Sommigen wilden meer zorg voor de domme massa's, beter onderwijs, terwijl anderen corrupt waren. De oligarchie is een neutraal principe wat gebruikt en misbruikt kan worden. Eenlingen met grote plannen ontmoetten elkaar om een elite op te richten of al dan niet geheim genootschap. Sommige plannen waren goed, andere plannen minder goed, en weer anderen gewoon bar slecht. Allemaal wilden ze loskomen van de massa's, met kop en schouders. Ze waren of communistisch, of kapitalistisch of een tussenvorm, maar waar het om ging was dat ze oligarchisch waren, als uitverkorenen, of die regering nu letterlijk en materialistisch was of puur symbolisch. Was er een hogere macht, een hogere regering ? Kon je daar aan deelhebben, en wat hield dat in ? Kon de aarde een betere plaats worden, of zou het slechts de deur openen voor nog meer chaos en extremisme en allerlei tegenacties ? Waar ging het naartoe ?

Kan de mens het kruis ontlopen ? Moet de mens gesteld worden 'boven alle overheid en macht' ? (Zie Efeze) Of gaat het pad van het kruis juist hier doorheen, om een eenling te worden en deel te krijgen aan een soort oligarchie, oftewel een overblijfsel ? En wordt dit overblijfsel in veiligheid gebracht, of moet dit overblijfsel dwars door de grote verdrukking heen ? Het gaat niet om macht, maar om kennis. Deze demonologie of natiologie is zeer ingewikkeld. Voor de huidige jaartelling werd het Etruskische rijk ingenomen door het Romeinse rijk, wat zeer groot werd en toen overging in het Rooms-Katholieke rijk. Het Etruskische gebied, ook in Italië, sloeg later terug met de renaissance, vanuit het Toscaanse gebied, beginnende in Florence. Dit was niet zozeer iets geheel nieuws, maar meer een wedergeboorte van de middeleeuwen. Uiteindelijk kwam vanuit de renaissance ook de reformatie voort, maar de reformatie liep ergens vast. Het is dus belangrijk om terug te gaan tot de bron van de renaissance, en dan komen we al snel bij Machiavelli uit. Dit is zeer problematisch materiaal, want zijn stelling 'het doel heiligt de middelen' is natuurlijk dubbelzinnig. Het Romeinse rijk, en dus ook het Rooms katholieke rijk, was gebouwd op de fundamenten van het veroverde Etruskië, waartoe ook Toscane behoorde, dus daar komt ook het hele Machiavelli probleem bij kijken, wat dus ook het fundament is van het gehele roomse rijk. De mens moet dus van Rome komen tot Florence om dit probleem op te lossen. Ook Machiavelli was een Florentijn. Ook de hedendaagse politiek is gebouwd op Machiavelli. Machiavelli stelt in zijn boek 'de heerser' dat de mens niet zomaar zich in de lage klasse moet bevinden en de hoge klasse, maar in beiden. Alleen vanuit de ondergeschikte klasse kan men een goed zicht hebben op de hogere klasse, en alleen vanuit de hogere klasse kan men een goed zicht hebben op de lagere klasse. Hij vergelijkt dit met het staan op een berg om het landschap te kunnen overzien, en het staan op de grond, onderaan de berg, om de berg te kunnen overzien. De mens moet dus aan beide kanten van het schaakbord staan, anders zou dit een valstrik worden voor de mens. Het klasse systeem is dus in principe gewoon onzin, maar de mens moet het tot nut zien te maken. Het is iets onvermijdelijks. Je zou kunnen stellen dat deze klassen alleen er zijn als symbolen, als onderdelen van de mens zelf, binnen de mens, als principes. Uiteindelijk moet de mens komen tot het beheersen van het ego, en dat kan alleen door tot begrip te komen, tot kennis, en is dus niet zomaar een machtsstrijd. De mens moet dus de diepte ingaan, en het probleem oplossen. Het is een puzzel. Machiavelli richt de aandacht op de kennis, of kennis van de daden van de groten van de tijd, als het kostbaarste bezit, dus niet materialisme. Het gaat om het diepere geestelijke, intellectuele bezit. Ook stelt hij dat hij gewoon moet schrijven wat hij moet schrijven, niet uitvoeriger dan nodig, ook niet met een opsmuk aan opgezwollen woorden en uiterlijk vertoon. Hij wil zijn geschriften geen gewicht geven met materialisme, maar gewoon eenvoudig blijven en sober. Het komt aan op de kennis, en niet op zichzelf. Hij wil dat het of zomaar zal wegzinken in de vergetelheid zonder enige eer, of dat de verscheidenheid van het schrijven en de ernst ervan opgepakt zal worden. Hij stelt dat voorkomen beter is dan genezen, dus er moet toekomstzicht, vooruitzicht zijn, zodat problemen die eventueel in de toekomst kunnen ontstaan tegemoet getreden kunnen worden met beleid en behendigheid om deze tegen te gaan. Zo niet dan worden de artsen corrupt en de ziekten erger dan nodig. Men moest dus met strategie te werk gaan. Oorlogen waren onvermijdelijk. De mens moest voorbereid zijn, niet slechts voorzichtig. De mens moest leren besturen en beveiligen. De mens moest niet in slaap dutten. De mens moest leren gronden en behouden. Ik had vanacht een droom over muizenvolkeren met muizenkoningen en koninginnen die allemaal veel te makkelijk dachten. Ze waren niet alert, en ze kwamen pas in actie als het al te laat was. Toen werd er geroepen : Keer terug tot het gele. Keer terug tot Florence. De mens moest vluchten uit Rome. Machiavelli stelde dat men door gebrek aan daadkracht en door compromissen de kerk nog meer wereldlijk aanzien zou geven, waardoor de kerk nog meer geestelijke macht zou hebben. Dan komt

de oligarchie in zicht, oftewel het overblijfsel, een elite of groep uitverkorenen, wijzen die het land kunnen onderwijzen. Weer is het belangrijk dit binnen jezelf toe te passen, om niet ten prooi te vallen aan materialistische valstrikken. Mensen die Machiavelli bestuderen lopen dan ook door een gevaarlijk mijnenveld. Ooit ging de Roomse kerk in dit veld de mist in. Zij begonnen te grijpen en te grijpen, gulzig als ze waren, eerzuchtig en machtslustig, en kwamen zo aan de andere kant van de munt terecht. Velen trokken zij met zich mee. De oligarchie is dus puur geestelijk en symbolisch, als het verzamelen van de principes van kennis in een zee van drogredenen. In jezelf moet je op zoek gaan naar je eenlingen. Er moet vruchtbaarheid en progressie zijn in Florence, waar de rivier de Arno een beeld van is, waar Florence aan ligt. Machiavelli stelt dat elke politiek die opgericht is door omkoperij zal vallen. De ware politiek is dus een veel diepgaander en natuurlijker proces, terwijl omkoperij slechts een uiterlijk vertoon is wat geen diepte heeft en geen houvast, geen standvastigheid. Het heeft geen eeuwigheids-waarde. (de heerser, hoofdstuk 7, 1513-1515, 1532) Omkoperij zal nooit een organisch geheel vormen. Dan is het gebouwd op bedrog. Machiavelli stelt dat wreedheid alleen bij noodzaak toegepast mag worden, en niet overmatig, en dat verkeerde wreedheid zal vallen. Hetzelfde geldt voor weldaden. Ze mogen niet overmatig zijn want dan wordt het niet meer gewaardeerd en verliest het zijn smaak. Het mag alleen komen in kleine hoeveelheden. Hierbij valt hij dus ook het materialisme van de roomse kerk aan, wat ook het fundament werd van de reformatie. In hoofdstuk 10 komt heel duidelijk de demonologische aard van Machiavelli naar boven en legt hij zijn vinger op de zere plek : de macht van de godsdiensten, de geestelijke vorstendommen. Hij beschrijft ze als dronkenschappen die het menselijk verstand te boven gaan, krachten die ervoor zorgen dat vorsten hun tronen behouden, hoe ze zich dan ook gedragen. Ze hoeven zich niet te verdedigen vanwege de oneindig heilige instellingen van hun godsdienst, oneindige macht. Ze hoeven hun onderdanen niet te besturen, want dat doet de godsdienst, en ze worden ook niet aangevallen. Het volk denkt er niet aan over hen te twijfelen, want het is hun veiligheid en hun geluk. Zodra een mens dit zou durven aan te vallen zou het wel heel overmoedig en verwaand zijn. We kunnen bijvoorbeeld denken aan de heilige onaantastbaarheid van de psychiatrie en de tandartserij die heiliger dan de paus in Rome zijn en waar de doorsnee mens niet over nadenkt, laat staan oordeelt. Het zal allemaal wel goed wezen. Ze doen maar. Het zijn de ergste mammon godsdiensten vandaag de dag. Zowel macht als klasse en status quo moet sterven aan de kennis. Uiteindelijk wordt daarin alles opgelost. Zo kan de mens tot de ware natiologie komen in zichzelf, wat niet om mensen gaat maar om principes. Alle belangrijkdoenerij, eerzucht en erfzucht, en goedgelovigheid wat dat met zich meebrengt moet daaraan afsterven. Dat is niet zomaar lomp afsterven maar een studie proces. Mens, ken uzelf. Mens, ken uw vijand. De ware vijand is onwetendheid. Het is een drug waar de mensheid aan verslaafd is vandaag de dag. Het gaat niet om materie, maar om kennis. Het gaat ook niet om woorden, maar om kennis. Materie en woorden moeten afsterven aan de kennis. Wat moeten we dan in Florence doen ? Het is een oorlog tegen de Florentijnse muizenkoningen waar ik een droom over heb gehad. Het zijn vaak grotere witte muizen die er angstaanjagender uitzien en die ook mensen aanvliegen. Een paar vlogen mij aan, en zetten hun nagels in me. Ze huizen vaak in de moderne boeken en in dozen in de woningen van de mens. Ook in schoenendozen. We hebben het dan over het fundament van Rome, van bedrog, van 'het doel heiligt de middelen'.

De koude oorlog in de jaren 1900 liet zien dat er geen hoop was voor zowel kapitalisme als communisme. Ze waren in hun orthodoxe, materialistische, letterlijke vormen totaal vastgevroren. Dit liep door tot de negentiger jaren waar toen het hermitatisme kwam opzetten, en de Terminator cultus van de visionair James Cameron, wat over een jongetje gaat die in de toekomst een groot oorlogsleider wordt en oorlogsrobotten naar het verleden zendt, ook naar zichzelf in het verleden, als een grote beweging van het verzet, maar de tegenstander doet hetzelfde en het komt tot een grote confrontatie, als de strijd tussen de robotten. Er is dus een zone waarin toekomst en verleden elkaar tegemoet treden met een onvermijdelijke confrontatie. Ik had een droom dat het jongetje ook ruimteschepen zond tot de aarde vanuit de toekomst, ruimteschepen vol met robotten. Dit is geen materiele connectie, maar een geestelijke connectie, die de mens zuigt tot de hogere dimensies. Calvijn stelt dat in Kolossenzen Paulus ons leert, dat we in alles opnieuw moeten oproepen tot dankbaarheid. Trouwens, hij waarschuwt ons, door zijn voorbeeld, met dankbaarheid niet alleen die dingen die de Heer ons toekent te erkennen, maar ook die dingen die hij anderen toekent. Hierbij moeten we erkennen dat alleen het zoonschap ons tot de ware God leidt, want zo ontstaat er een ware verbinding met de hemel, als wij opnieuw worden geboren. De kerk is niet dit zoonschap, maar het moet van binnen gebeuren. Calvijn stelt dat dit zoonschap zich uit in zowel dankbaarheid als gebed. De mens moet communiceren met de kennis. Er moet een band zijn met de kennis, door het zoonschap. Calvijn stelt dat we hierin moeten mediteren op het hemelse leven. Dit was de enige remedie voor het versterken van de Kolossenzen tegen alle valstrikken, waardoor de valse apostelen probeerden hen in de val te lokken : om nauwkeurig te begrijpen wat Christus was. Christus is de zoon, maar ook de werker, en hij werd ook Glyl genoemd, Galilia, van gly, openbaring, de balling, de naakte. Hij was ook de gekruisigde. Calvijn stelt dat hiervan kennis genomen moest worden, zoals Jezus het ook stelde dat alleen de gnosis de sleutel zou zijn, en niet slechts het gegeven op zich, het dogma. Het gaat niet om dogma, maar om het kennen. Hij noemt hierbij Hebreeën 13:9 – Laat u niet medeslepen door allerlei vreemde doctrines. Men moest het Christus principe leren kennen, waar het daadwerkelijk in diepte voor stond. Hij stelt in principe dat de doctrine geestelijk moet zijn, vertikaal, en niet zomaar horizontaal. Je kunt een heleboel weten en toch niet kennen. Calvijn stelt dat God in zijn naakte majesteit onzichtbaar is, niet alleen voor het oog, maar ook voor het begrip van de mensen, en dat de mens alleen begrip krijgt door openbaring, door het Christus principe. De mens moet de dood aan het zelf sterven, aan het ego, totaal, voor eeuwig, en Christus is dan een beeld van de eerstgeborene uit de dood, die zo de gehoorzaamheid heeft geleerd vanuit zijn lijden en sterven. Het kennen van Christus is dus ook het kennen van de verworpenheid. Het is een model wat men steriel heeft gemaakt, gestileerd, maar Calvijn wil het openbreken. De katholieke kerk had Jezus als een muis in een doos gezet. De renaissance zou het fundament van de middeleeuwen niet geheel verwijderen, maar vernieuwen, door een wedergeboorte. Hieruit kwam de reformatie voort. De mens was in het materialisme van de middeleeuwen vastgegroeid. Dit is een strijd tegen verschillende muizenkoningen. Calvijn stelt dat het om de diepere basis prediking gaat, en dat men niet de mensen en kerken naar de mond moet praten. Predikt men voor roem, of predikt men voor de kennis ? Alle roem moet sterven aan de kennis. Ook dit is een gevecht met florentijnse muizenkoningen. Ik had een droom over 'big brother', de heersende macht van Oceanië in het boek '1984' van George Orwell wat eind veertiger jaren uitkwam. Big brother had een snor en was in het pak met een stropdas, maar ik kon ook zijn ziel zien, zijn essentie, en dit was een krankzinnige, geweldadige dronkelap.

Hoofdstuk 15. het zoonschap Calvijn stelt dat in Kolossenzen Paulus ons leert, dat we in alles opnieuw moeten oproepen tot dankbaarheid. Trouwens, hij waarschuwt ons, door zijn voorbeeld, met dankbaarheid niet alleen die dingen die de Heer ons toekent te erkennen, maar ook die dingen die hij anderen toekent. Hierbij moeten we erkennen dat alleen het zoonschap ons tot de ware God leidt, want zo ontstaat er een ware verbinding met de hemel, als wij opnieuw worden geboren. De kerk is niet dit zoonschap, maar het moet van binnen gebeuren. Calvijn stelt dat dit zoonschap zich uit in zowel dankbaarheid als gebed. De mens moet communiceren met de kennis. Er moet een band zijn met de kennis, door het zoonschap. Calvijn stelt dat we hierin moeten mediteren op het hemelse leven. Hoofdstuk 16. het vleselijke kan het geestelijke niet verstaan De muizenvolkeren, in hun blindelingse volgzaamheid en goedgelovigheid, komen in een grote dronkenschap terecht waarmee ze uiteindelijk bewapend worden om deze smerige drug te verdedigen. Kom niet aan hun heilige drugs, want dan vliegen ze je aan, en zetten ze hun nagels in je. Ze zijn snel afgeleid, verstrooid in de rommel van roddel die ze volgen, verzot op nieuwtjes en geruchten. Onwetendheid is hun waarheidsstempel, gebrek aan onderzoek hun ja-knikkende getuige en notaris. Ook Calvijn bespreekt zulke muizenvolkeren uitvoerig. In zijn commentaar op Jesaja 10 stelt hij dat mensen een brutaal gezicht hebben gekweekt waardoor ze denken dat elk excuus hen beschermt. De zwakkeren en de armen worden onderdrukt en zij zijn onbeschermd zodat ze makkelijk te plunderen zijn. Alles staat gewoon open. Toch moeten de zwakken en armen dit verdragen, omdat ondanks het kruis wat ze dragen God voor hen zorgt. Zij komen juist zo in contact met God. Calvijn stelt dat de mens door zulke beproevingen heenmoet. Er zijn altijd degenen die dan slapen. We kunnen stellen dat God het gebruikt om de mens te tuchtigen, zoals Jezus ook de gehoorzaamheid leerde door zijn lijden, en door zijn lijden was weggetrokken van de aardse zonden. Zo gaan ook de zintuigen open, iets wat voortdurende welvaart en voorspoed niet kan doen. De eenling zoekt dan ook vaak deze duisternissen op om zichzelf te kastijden en testen. Alles wijst dus terug op de gnosis. Niets staat op zichzelf. Calvijn stelt dat de mens niet is overgeleverd aan de grillen van slechte mannen, maar aan de ondoorgrondelijkheid en voorzienigheid van God die alles buigt naar de wil van de kennis.

Eén van de centrale boeken in de renaissance was Dante's goddelijke komedie. Het is aanbevolen het symbolisch te nemen en niet letterlijk, want het is in dichterlijke taal geschreven. Het kan je al gauw op het verkeerde been zetten, daarom heeft het boek dringend interpretatie nodig. Als Dante in zijn dichterlijke beschrijving van de hel zegt : En zo zij vóór het Kristendom al leefden, aanbaden zij toch God niet als 't betaamde; en ach, ook ik ben één van deze geesten. Om dit gemis en niet om andere zonden zijn wij verloren, maar ons enig lijden is: zonder hoop te leven in verlangen. Groot leed beving mijn hart, toen ik dit hoorde, want ik begreep, dat in dit Voorgeborchte veel grote geesten hopeloos verlangden. O -zeg mij, Meester, zeg mij toch, Gebieder, dus hief ik aan, daar 'k zeker wilde wezen van dat geloof, dat alle waan vernietigt. Het Voorgeborchte is de eerste hellekring, de limbus, de voorhof, waar ook eens hen van het OT zich bevonden, maar deze zielen werden later opgenomen. Door het christendom, of kruizendom. Zonder hoop te leven in verlangen gaat over de verlangens van het vlees die nooit bevredigd mogen worden maar die moeten sterven. In het hoogtepunt van de honger, of dieptepunt, is de opname. Het vlees moest dus naar de limbus van honger, opdat het zou sterven, opdat de mens zo uiteindelijk tot het kruis zou komen, tot opname. Het is als het winnen van Rachel door Jakob na jarenlang zwoegen. Dan beschrijft hij de orkaan van de hel die zielen meesleurt, als een natuur verschijnsel. Hij kwam daar door af te dalen tot de tweede cirkel van de hel. Er was hier een eeuwige duisternis. De orkaan van de hel had nooit rust, maar was altijd wild en woest. Het beukte altijd tegen de golven van de zee. Er was hier een strijd tussen kennis en wil. Maar de orkaan van de hel was als de kennis die de wil overal mee naartoe sleurde. Hij was ook al op een plaats geweest waar willen gelijkstond aan kunnen, maar hier moesten zowel willen als kunnen sterven aan de kennis. Zovaak gaat de liefde nog tegen de kennis in. Ook de liefde moet hier afsterven, omdat die vaak zelfzuchtig is en hoogmoedig. Het is de aardse liefde. Die liefde is zeer selectief, en beoordeeld alles naar het bedriegelijke vlees. Die liefde is zeer vraatzuchtig en hebzuchtig. Die liefde is een strik. Daarom moest de orkaan van de hel komen. Die liefde wil het kruis ontlopen, van geen tucht en onderwijs weten. Die liefde wil niet meegenomen worden door de orkaan van de hel. Die liefde wil alleen maar, maar wil niet kennen. Die liefde wil alleen maar liefhebben. De orkaan van de hel is rumoerig, lawaaiierig, zodat de zielen de doofheid zoeken, maar ze vinden het niet. Hij gaat dan via de zee van kennis tot de rivier van bloed. Dan komt hij tot een woud, en een zee van zand, en daarna tot een plaats van slangen, waar geworsteld wordt met slangen, waar slangen de mens omkronkelen als touwen, totdat hij verandert in een vos. De slang is de heilige gebondenheid en de vos is de spion die daaruit voortkomt, de toegang tot de geheimen. Het hele verhaal begon toen Dante af begon te dwalen in een duistere wildernis, woest en onheilspellend. Geen ziel zou levend uit deze wildernis ontsnappen. Hij komt dan tot Acheron, de rivier van het lijden, waar hij de veerman ontmoet, Charon, een vergrijsde oude man die roept : 'Wee u, verdorven zielen !' En zie, daar kwam ons nader in 'n bootje 'n man door ouderdom vergrijsd van haren, die luidkeels riep: 'Wee u verdorven zielen! Voedt toch geen hoop de hemel ooit te aanschouwen. Want halen kom ik u naar de andere oever, naar vuur en ijs en eeuwge duisternissen.' Voordat hij daar kwam ging het over de uitverkiezing en vrouwen, wat allemaal duidt op Calvijn die

zou komen. Dante leefde in de jaren 1200 en 1300, en Calvijn in de jaren 1500, maar die besprak dus ook verder de uitverkiezing en de put van de verdorven zielen, ook als zijnde een veerman tot die werelden. Er is een doorgang van de hel tot het vagevuur die de goden niet kennen en waardoor ze verward raken. Ook Dante gaat tot het vagevuur, waar hij een schim tegenkomt die tot de Archiaan was gegaan, een zijrivier van de Arno lopende door het Arno dal. 'Bij Casentino's heuvlen bruist door het dal 'n stroom, de Archiaan geheten, die bij de Kluis ontspringt in de Apennijnen. Daar waar de stroom geen naam meer heeft kwam ik te voet gevlucht, de keel doorstoken, en overal de grond met bloed besmeurend.' Zijn lijk, verstijfd, vond in z'n monding de schuimende Archiaan en werd toen naar de Arno gesleurd. Hij werd gesleurd langs de oevers en de bodem, tot het wier en het slijk. In het vagevuur heeft Dante een worsteling met een sirene die door haar liederen hem probeerde te verlokken en te verstrikken. Sirenes doen scheepslieden verdwalen op zee. Hij was in een droom, maar een hemelse vrouw ontmaskerde de Sirene en deed hem ontwaken. Toen hij weer tot bewustzijn kwam bevond hij zich tot aan zijn nek in de Lethe, de rivier van vergetelheid. Hij werd toen ook gewassen in de rivier de Enoe. Opdat zijn herinnering aan het goede terug zou komen. Dan zegt hij : 'Ik keerde weder vanuit de heilge golven, herboren als gewassen in de lente.' Hij bevindt zich dan in het paradijs. Er wordt hier gejaagd met pijl en boog, die rede zijn, om de rede te verheffen. Als een pijl een valse lust is dan zal die pijl direct naar beneden vallen en niet ver komen. Alleen hierop kan geofferd worden, waarbij het gaat om het voorwerp en het verdrag. Als ervan wordt afgeweken, dan wordt het gedwongen. Het gaat hierin om een ruil wat zelf-onderricht meebrengt. Hierin moet de mens geen dwaas vee zijn, maar mannelijk, wat betekent dat men niet als een lam moet zijn wat van moeders melk wegdartelt. Waar een pijl het doelwit raakt wordt het koord weer strak gespannen. In rust moest de mens verstijven. De eenzamen moeten het pad van marteling begaan, tot de geheimen van het kruis. Zij zijn niet bezweken voor een overmacht van wil. In de tempels kopen en verkopen de goddelozen op tekens van marteling. De arme Ethiopiër leeft dichter bij God dan de rijke christen, wanneer de boeken worden geopend. De ene is voortdurend rijk, terwijl de ander eeuwig hongerend is. Maar in de boeken staat hun schand opgeschreven. De sferen draaien om hen af te scheiden. De godvrezenden worden door het Woord opgenomen. De hebzucht is blind, en een waan. Hoofdstuk 17. de link tussen arius, de islam en de jehovah's getuigen, terugvoerend tot de voortijdse oorsprongen Dante was afgeweken van het voetpad en kwam terecht in een donker woud. Als hij de hel beschrijft is dat niet letterlijk, maar een beeld van hoe de samenleving was verworden. Het woud was wild en woest, dicht en donker, en zou nog vaak terugkomen in zijn dromen om zijn angst te doen herbeleven. Hij wist niet meer zeker hoe hij daar was gekomen, maar wat hij wel wist was dat

slaap hem had overmeesterd. Hij komt dan in aanraking met wilde beesten. De mens is zo naïef. Ik maak het telkens weer mee. Ze denken dat er geen wilde beesten zijn, want ze zien die immers niet. Wat ze vergeten is dat het zinnebeelden zijn. Maar ze willen niet nadenken. Wachttoren (WT) commentaar 1918 Ezechiël Hoofdstuk 1. 1 Nu geschiedde het in het dertigste jaar, in de vierde maand, op de vijfde dag van de maand, terwijl ik te midden van de ballingen aan de rivier de Keebar was, dat de hemel werd geopend en ik vervolgens visioenen van God zag. De WT noemt Ezechiël de vervulling van Mattheus 24 : 45-47 45 Wie is werkelijk de getrouwe en beleidvolle slaaf, die door zijn meester over diens huisknechten is aangesteld om hun te rechter tijd hun voedsel te geven? 46 Gelukkig is die slaaf wanneer zijn meester hem bij zijn aankomst daarmee bezig vindt. 47 Voorwaar, ik zeg U: Hij zal hem aanstellen over al zijn bezittingen. (Nieuwe Wereld Vertaling) Ezechiel is dus aangesteld over het voedsel en dus ook over de honger, wat ook weer overeenkomt met de voortijdse wortels van Ezechiel : Zukki-Halal, Zukki-L. Zukki is in de Bilha de stam die het volk door de wildernis leidt, tot het land Nod. Zukki is de stam van de hoofd-besnijdenis, oftewel de besnijdenis van het verstand, van het denken. L of Halal is de grensgevoeligheid, oftewel het hongeren (ila). Het volk Israel moest door de hongerwildernis tot het beloofde land gaan, en in de Bilha is dit ook het volk van Ismael wat tot het land Nod ging, het land waar ook Kaïn naartoe ging, ook als beeld van Mekka. De islamieten waren arianen voortkomende vanuit de reformator Arius die in de jaren 200 en 300 leefde, en die stelde dat Jezus ondergeschikt was aan God. Ook de Jehovah's getuigen kwamen voort uit Arius in de jaren 1870. Arius wordt in de WT genoemd als één van de zeven grote reformatoren, naast Charles Taze Russel, de oprichter van de Jehovah's getuigen (JG's). Jehovah is gewoon een woord wat voortkomt vanuit het voortijdse Vuh. Vuh is in de voortijdse taal de heilige oorlog in de onderwereld, de ziel. Vuh betekent ook wijsheid en vertaling. De Vuh is het eerste grote hoofddeel van de tweede bijbel. 2 Op de vijfde dag van de maand — het was in het vijfde jaar van de ballingschap van koning Joo jachin – 3 kwam het woord van Jehovah tot Ezechiël, de zoon van de priester Buzi, bij de rivier de Kebar in het land van de Chaldeeën. Daar kwam de hand van Jehovah op hem. In de WT wordt hier Charles Taze Russell (1852-1916) vergeleken met Ezechiel, en genoemd in het rijtje van reformatoren, naast Arius, Waldo en Luther. De kerk was in het tijdperk van Laodicea gekomen, als de slapende kerk die niets wil leren. Charles Taze Russell (CTR) streed tegen het idee van de letterlijke eeuwige hel. Dat zat diep in de kerk vastgebakken en vastgeroest, en was niet eens bijbels naar de grondteksten. JG's zijn altijd veel ijveriger geweest in de studie van de grondteksten en de kerkgeschiedenis dan de doorsnee christen gewoonlijks. De WT stelt dat CTR alles had opgeofferd voor God en dat hij arm stierf in 1916, totaal centloos, maar rijk in God. Het is aan te raden de leerstellingen van de JG's niet letterlijk te nemen, maar symbolisch, hetzelfde als bij het calvinisme. Het moet allemaal een kwartslag draaien. 4 Terwijl ik keek, zag ik een stormwind aankomen uit het noorden. En er was een enorme wolk met flitsend vuur, omgeven door een helder licht, en midden uit het vuur kwam iets dat leek op elektrum.

De WT zegt over de betekenis van het Noorden : Jesaja 14: 13 – Wat u betreft, gij hebt in uw hart gezegd: Ten hemel zal ik opstijgen. Boven de sterren Gods zal ik mijn troon verheffen, en ik zal mij neerzetten op de berg der samenkomst, in de meest afgelegen streken van het noorden. De WT stelt dat het noorden de betekenis heeft van een geestelijke fase. Er zou een tijd komen van oorlog, revolutie en anarchie, die alleen begrepen zou worden door hen die het aardse hadden verlaten, niet door de aardse leiders. CTR had zichzelf afgezonderd om op de wachttoren te staan om het hemelse woord te ontvangen. (Hab. 2:1) 5 Erbinnen was iets dat leek op vier levende wezens, en elk zag eruit als een mens. De WT stelt dat in het overdenken van de wolk van verwoestende verwarring en chaos er juist begrip zal komen. 6 Elk van hen had vier gezichten en vier vleugels. De WT stelt dat de vleugels verschillende bijbelgeschriften zijn in twee verschillende wegen. We zouden kunnen stellen dat we met bijbelgeschriften zowel boven de schelp als onder de schelp kunnen werken, zowel tegen als voor, om het te verdiepen, en ook te ontmaskeren. Van belang is het om tot de diepere grondteksten te komen, in de etymologie (woordoorsprong), helemaal terug tot de voortijden waarin de mens dichter bij de natuur leefde, en nog in de natuur. 7 Hun voeten waren recht en hun voetzolen waren als die van een kalf — ze glansden als gepolijst koper. De WT stelt dat de voeten een beeld zijn van het contact tussen de hemel en de aarde. Het kalf is een beeld van volkomenheid. 8 Aan hun vier zijden hadden ze mensenhanden onder hun vleugels, en alle vier hadden ze gezichten en vleugels. De WT stelt dat de hand doelmatigheid voorstelt. Aan het doel kan ook altijd het vlees afsterven. Ook de wil moet onderworpen worden aan het doel. Dit doel ligt in de hemelse kennis opgeslagen. Deze handen worden bestuurd door het hemelse woord, de vleugels. Dit is een hemelse dwaasheid en geen aardse, vleselijke wijsheid. De mens moet dus gaan tot het hogere profetische doel, en niet eerzuchtig zieltjes proberen te winnen. Het gaat om de 'dwaasheid van de prediking' stelt de WT (1 Korinthe 1:21). Het kan niet begrepen worden door het vleselijke, maar alleen door het geestelijke. Het geestelijke praat de mens en de kerk niet naar de mond. Het geestelijke gaat het smalle pad door de enge poort, het pad door de hongerwildernis. 9 Hun vleugels raakten elkaar. Ze draaiden zich niet als ze zich voortbewogen. Ze gingen elk steeds recht vooruit. De WT stelt dat dit de volharding van het hemelse woord is. Het zal alles volbrengen en voleindigen. 10 Hun gezichten zagen er zo uit: elk van de vier had een mensengezicht met rechts een leeuwengezicht en links een stierengezicht, en ook had elk een arendsgezicht. De WT stelt dat de rund een beeld is van geduld, ook geduld in het gebruiken van kracht, dus met

een enorme gematigdheid en grensgevoeligheid. De leeuw brengt het hemelse woord van de dood (van de wil van het vlees), om dat wat tegen de hemelse stem of het hemelse woord ingaat te doden. De arend is het beeld van dat wat boven alles uitstijgt, alles overziet en doorgrondt, en verdiept. Het is de hemelse wijsheid. Hoofdstuk 18. jehovah's getuigen onder de loep Ezechiël 1 commentaar door de Wachttoren (1918) 10 Hun gezichten zagen er zo uit: elk van de vier had een mensengezicht met rechts een leeuwengezicht en links een stierengezicht, en ook had elk een arendsgezicht. De Wachttoren (WT) van 1918 stelt dat de mens soms door moeilijkheden gaat om het kwade te leren kennen. We kunnen stellen dat het belangrijk is de vijand te kennen. Dat is een onderdeel van de oorlog. Het commentaar op Ezechiël kwam oorspronkelijk uit het boek 'Het voleindigde mysterie', het zevende deel van de serie 'Studies in de Geschriften', wat vlak na de dood van Charles Taze Russell (CTR) uitkwam en wat deels door hem was geschreven. In het voorwoord staat dat CTR de boodschapper was gezonden tot de kerk van Laodicea, die altijd bestempeld wordt als de lauwe kerk, het tijdperk waarin we vandaag de dag zijn. Ze slapen. Ze zijn niet warm of koud te krijgen. In 1879 werd de WT opgericht door CTR. De delen van 'Studies in de Geschriften' worden beschreven als de sleutels tot het hemelse plan. Voor zijn dood zei hij dat iemand anders het zevende deel moest samenstellen. Het zou een commentaar op het boek Ezechiël bevatten, wat was geschreven in een symbolische taal, en daarom moest het uitgelegd worden. Het zou gaan over de kerkgeschiedenis, voornamelijk de voleindiging van de kerkgeschiedenis. God zou de fraude en de misleidingen ontmaskeren, de valse praktijken van de kerk, zowel van de katholieke als de protestante. De kerk had namelijk een corrupte verbintenis met de politiek in schaamteloos onrecht, waarin ze in grote voorspoed en zelfvetmesting parasiteerden op de armen. Deze systemen moesten aan de kaak gesteld worden, ontbloot worden, en hun verwoesting zou aangekondigd worden, en dat zou allemaal versleuteld liggen in het boek Ezechiël. Er zou hiervoor een tijd van grote moeilijkheden komen, zoals werd aangekondigd ook in de beginjaren van 1900. Nog nooit was er zo'n tijd geweest en daarna zou er ook nooit meer zo'n tijd komen. Er wordt gesteld dat CTR de publicatie van het boek niet meer heeft mogen meemaken, maar dat hij het in principe wel geschreven heeft. Anderen hebben het samengesteld, bij elkaar geraapt, de laatste boodschappen van CTR. Er wordt gesteld dat God de sleutel zou hebben gegeven aan CTR om het hemelse mysterie uit te leggen. Het verstand van de mens moest weer toegerust worden, want de mens was in de dwaling van de letterlijke eeuwige hel, en meerdere dwalingen. De mens moest weer terugkeren tot soberheid. 11 Dat waren hun gezichten. Hun vleugels waren boven hen uitgespreid. Elk had twee vleugels die elkaar raakten en twee vleugels die hun lichaam bedekten.

De arend is in het commentaar van de WT een beeld van de verziendheid, het zien aankomen van dingen, wat ook een gave is, of profetische gave. De vleugels zijn ervoor om te vliegen, te dragen, af te zonderen en te beschermen. 12 Ze gingen elk steeds recht vooruit, overal waarheen de geest ze dreef. Ze draaiden zich niet bij het voortbewegen. Ze gaan recht op het doel af, als een beeld van het hemelse woord. Het hemelse woord is dus niet zomaar de bijbel, maar de hogere natuur in het hart, wat zich natuurlijk wel kan projecteren door de bijbel of door ander studie materiaal. Het was diepe, duistere nacht, waarin de kerk en de mens geloofde in fabeltjes zoals de letterlijke eeuwige hel, waarmee kinderhoofden mentaal werden gemarteld. Maar het ware hemelse woord zou terugkomen. Nog steeds gelooft een groot deel van de christelijke wereld in de letterlijke eeuwige hel, en worden vele kinderhoofden mentaal ermee gemarteld, om hen te brainwashen. Het commentaar van de WT zegt over dit vers verder dat het hemelse woord voort wordt gezonden vanuit de hemelse kennis. Het gaat niet zomaar buiten de geleerdheid om. De mens moet opgroeien in kennis en niet vast blijven houden aan kinderachtige fabeltjes, die overigens een veel diepere betekenis hebben dan wat de mens ervan heeft gemaakt. 13 De levende wezens leken op brandende, vurige kolen. Iets dat eruitzag als heldere vuurfakkels bewoog heen en weer tussen de levende wezens, en er schoten bliksemflitsen uit het vuur. De WT stelt dat er alleen ware kracht is in wijsheid, en zo is dat ook in de oude talen waarin kracht eerder vertaald moet worden als onderscheiding, alertheid. De WT stelt ook dat de ware kracht geduld is, waarvan het rund een beeld is, in voorgaande verzen. Het begrijpen van de attributen van God geeft ook de mogelijkheid om visioenen van God te zien. Dit is een eigenschap van het hemelse woord. Het geleid de voeten van hen die ook de voeten zijn. CTR had het gezien. Op en neer, overal ging het. We komen dit ook tegen bij degene die komt bij nacht, in de Koran, van de hemel naar de aarde en terug, als op de ladder van Jakob. 14 En als de levende wezens heen en weer gingen, zag dat eruit als bliksemflitsen. Als er grote problemen zijn dan zijn er plotseling glimpen van hemelse wijsheid, stelt de WT. In de duistere wolken zijn ook verborgen wolken van inzicht. 15 Toen ik naar de levende wezens keek, zag ik op de aarde één wiel naast elk van de levende wezens met vier gezichten. De WT stelt dat de aarde symbolisch is, en dat de hemelse attributen in cycli of tijdperken het hemelse plan laten zien, en de mechanismes waardoor deze plannen worden uitgevoerd. 16 De wielen glansden alsof ze gemaakt waren van chrysoliet, en ze zagen er alle vier hetzelfde uit. Ze waren zo gebouwd dat ze eruitzagen als een wiel in een wiel. Vannacht had ik een droom waarin ik CTR ontmoette. Het was al een wat oudere man. Het was aan een bosrand. Hij zei : 'Berust je in je grenzen,' een beetje als vaderlijk advies. Hij zat niet meer vast in de eerste bijbel, maar was ook opgenomen in de tweede bijbel, in het leger, en hij sprak ook over een tijdschrift genaamd Vuh Getuigen. Vuh is het eerste grote hoofdboek van de tweede bijbel. Vuh betekent wijsheid en oorlogsstrategie. Wij moeten getuigen zijn van de hogere dingen voordat wij spreken. Dat is dus iets profetisch. We spreken niet zomaar vanuit een boekje, maar moeten zelf deel hebben gehad in deze dingen. Ik vertelde hem over de strijd die ik met iemand had uit het

verleden. Hij zei dat hij ook met dezelfde persoon een strijd had gehad, en dat het hem moe en ziek maakte. Hij wilde mij toen een advies geven. Hij zei : 'Be gentle.' Wees vriendelijk. En dan bedoelde hij vriendelijk naar anderen, want dat is een wapen juist om los te komen van de verkeerde personen. Hij noemde mij verder een vriendelijk persoon, maar hij wilde het gewoon extra noemen als algemeen wapen, ook omdat hij weet dat ik artikels schrijf voor andere mensen. Hij wilde mij iets meegeven, voor het tijdschrift. Als we pijn zijn gedaan door bepaalde mensen dan is het belangrijk ons juist op anderen te richten en hen wat mee te geven. Dat was eigenlijk wat hij zei. 'We moeten iets nieuws maken,' zei hij toen. Toen zijn we samen het bos ingegaan. Hij scheen het hier een beetje te kennen, dus ik liep gewoon met hem mee. De WT zegt over de steen van dit vers dat het doorzichtig is. De wielen zijn de aangestelde tijdperken die in verbinding zijn gesteld met de vier attributen van de hemel. De hemelse operaties zijn niet slechts aan één tijdperk, wiel of manier verbonden, maar draaien binnen een wiel, en tijden draaien binnen tijden. 17 Wanneer ze gingen, dan gingen ze steeds op hun vier respectieve zijden. Ze wendden zich niet in een andere richting wanneer ze gingen. Calvijn stelt in zijn commentaar op deze verzen dat sommige commentators de kleur van de wielen die als een zeldzame steen was vertalen als 'zee'. Calvijn stelt dat het was gezonden tot Ezechiël om hem afleiding te geven, hem te leiden tot verborgen hemelse geheimen. Ook Calvijn stelt dat de wielen in elkaar zijn zodat het lijkt dat ze elkaar soms tegenspreken, maar toch horen ze bij elkaar, want het is slechts de hemelse gevarieerdheid. Juist omdat de mens wordt blootgesteld aan zoveel veranderingen komt het verstand van de mens niet tot rust op aarde, maar juist daarom moet de mens de hogere hemelse dingen zoeken. In de hemel vinden wij ware rust. 18 En wat hun velgen aangaat, ze hadden zulk een hoogte dat ze bevreesdheid wekten; en hun velgen waren vol ogen rondom, alle vier. De WT noemt Jesaja 55:9 'Zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn Mijn wegen en plannen hoger dan die van u.' Het plan van de tijdperken geeft de hemelse doelen aan. Calvijn stelt dat de hemel ons soms gewelddadig naar zich toe moet trekken, want anders wordt de mens traag en lui. 19 En als de levende schepselen gingen, gingen telkens ook de wielen naast hen, en als de levende schepselen van de aarde werden opgeheven, werden de wielen telkens opgeheven. De WT stelt dat de wielen worden geoefend door soms door hemelse dingen te gaan en soms door aardse dingen. Calvijn stelt dat de wielen worden bestuurd en geleid door de hemelse ondoorgrondelijkheid. 20 Overal waarheen de geest geneigd was te gaan, gingen zij telkens, daar de geest geneigd was daarheen te gaan; en de wielen zelf werden vlak naast hen telkens opgeheven, want de geest van het levende schepsel was in de wielen. De WT stelt dat er een hemelse kracht in het centrum is, waarvan al eerder was uitgelegd dat dit het geduld is. Het gaat hier dus weer om grens gevoeligheid. De mens moet zich leren berusten binnen de grenzen. Zo zal ook het pad zichtbaar worden, en het plan.

Hoofdstuk 19. wat hebben de jehovah's getuigen en calvijn met elkaar gemeen ? Ezechiel 1 Wachttoren commentaar (1918) 21 Wanneer zij gingen, dan gingen ook deze; en wanneer zij stilstonden, dan stonden ook deze stil; en als zij van de aarde werden opgeheven, werden de wielen vlak naast hen telkens opgeheven, want de geest van het levende schepsel was in de wielen. De Wachttoren (WT) van 1918 stelt als commentaar dat wanneer een hemels attribuut of tijdperk zou wegvallen, dan zou alles wegvallen. Elk onderdeel is dus belangrijk. 22 En boven de hoofden van de levende schepselen was wat geleek op een uitspansel gelijk het geglinster van ontzagwekkend ijs, uitgestrekt boven over hun hoofden. Calvijn noemt dit zeer obscure verzen. Hij stelt dat het kristal als ijs zeer vreselijk is, gewelddadig, omdat anders de mens in slaap zou dutten, lui zou worden. 23 En onder het uitspansel waren hun vleugels recht, de een aan de ander. Elk had twee vleugels die aan deze zijde bedekten en elk had er twee welke aan die zijde hun lichaam bedekten. Calvijn noemt dit ook weer een obscuur vers, als een herhaling van het voorgaande. Het gaat om een extra benadrukking van dat wat gaande is. Het is een manier om aandacht te vragen voor het hogere, het hemelse woord. 24 En ik kreeg het geluid van hun vleugels te horen, een geluid gelijk dat van uitgestrekte wateren, gelijk het geluid van de Almachtige, wanneer zij gingen, het geluid van een tumult, gelijk het geluid van een legerkamp. Wanneer zij stilstonden, lieten zij steeds hun vleugels neerhangen. De wateren zijn ook de hemelse waarheden door mensen heen, stelt de WT. Er zijn dus kruispunten tussen het menselijke en hemelse, zoals ook Calvijn stelt in zijn commentaar. Wij moeten gevoelig worden voor de punten waar het hemelse woord en de menselijke stem elkaar raken. Wij mogen innig en ernstig naar zulke punten zoeken in verschillende boeken en organisaties. Zowel hemel als aarde zijn vol van hemelse beweging, stelt Calvijn. 25 En er klonk een stem boven het uitspansel dat boven hun hoofd was. Wanneer zij stilstonden, lieten zij steeds hun vleugels neerhangen. Bij de bespreking van dit vers raakt Calvijn helemaal in paniek, en gaat tekeer als een orthodoxe bezetene naar mensen die het net even iets anders uitleggen dan hij, allemaal nutteloze zaken, allemaal kleinigheden, verschillende perspectieven. Het gaat niet om de letter, maar om het geestelijke. En het is allemaal meerzijdige symboliek. Calvijn is hier echt op zijn tenen getrapt en draait helemaal door, iets wat hem soms ook gevaarlijke uitspraken deed maken. Dat is ook de reden waarom we niet orthodox calvinistisch moeten zijn, maar neo-calvinistisch. Hij is te belangrijk om zomaar weg te werpen, maar je moet hem niet op de voet volgen. Calvijn symbolisch nemen, Calvijn een kwartslag draaien, is weer het mandaat. 26 En boven het uitspansel dat boven hun hoofd was, was iets dat eruitzag als saffiersteen, iets dat

geleek op een troon. En op datgene wat op de troon geleek, was iets dat geleek op iemand die eruitzag als een aardse mens erop, erbovenop. De WT stelt dat de zoon is onderworpen aan het hemels ouderlijk gezag, aan de moeder dus. De hemel is niet zomaar iets vaags, of de ene persoon boven de ander gesteld, maar de hemel is de rede. Het is zinnebeeldig. 27 En ik kreeg iets te zien gelijk de gloed van elektrum, gelijk de aanblik van vuur rondom daarbinnen, vanaf wat eruitzag als zijn heupen en opwaarts; en vanaf wat eruitzag als zijn heupen en neerwaarts zag ik iets dat eruitzag als vuur, en hij had een glans rondom. De WT stelt dat God, oftewel de hemelse rede, zich bevindt in de hemelse natuur, en de mens kan niet zomaar tot deze natuur naderen, maar moet volkomen zijn. Calvijn is in de bespreking van dit vers iets gekalmeerd, maar nog niet helemaal. Hij stelt in ieder geval terecht dat Ezechiël binnen zijn grenzen moest blijven, in de hemelse restrictie, anders zou dit visioen hem kunnen verwoesten, zoals het ook engelen die afweken zou kunnen verwoesten. 28 Er was iets dat eruitzag als de boog die in een wolkgevaarte verschijnt op de dag van een stortregen. Zo was hetgeen eruitzag als de glans die er rondom was. Het was hetgeen eruitzag als de gelijkenis van de heerlijkheid van Jehovah. Toen ik dat te zien kreeg, viel ik terstond op mijn aangezicht, en ik hoorde voorts de stem van iemand die sprak. Als er hoogspanning is dan moeten er regels zijn, anders gaan er dingen verkeerd. Theologie is er dus niet voor om moeilijk te doen, om een mensenleven te verzwaren, maar om leiding te geven in deze ingewikkelde materie zonder welke geen leven mogelijk is. Theologen zijn in die zin hemelse electriciens. Er is hierin natuurlijk groot verschil tussen de pseudo-theologen van de markt en de natuur theologen. Een theoloog moet vakkundig zijn in het spreken van zijn taal, de theologische terminologie. Het is zuiver zinnebeeldig. In de WT van 1920, 2 mei, gaat het over de jongen, Samuël. Het stelt dat er vleselijke en geestelijke interpretaties zijn, maar het komt er op neer dat toen Samuël ontwent was van de moeder borst hij naar de tent van Eli werd gezonden. Als we het over geestelijke betekenissen hebben in de grondteksten en andere versies, dan moeten we in de Vuh zijn, het eerste grote deel van de tweede bijbel, waarin de amazone theologie wordt beschreven. Samuël werd overgedragen aan een andere vrouw, om in de tent te dienen, in de grondteksten en in de amazone theologie. Hofni en Pineas waren de dochters van de vrouw. De WT stelt dat Eli zijn zonen niet tuchtigde, niet tegenhield. In de Rabijnse literatuur waren deze zonen, of in het geval van de amazone theologie : dochters, niet noodzakelijk slecht. In de Vuh vielen zij Samuël lastig. Zij waren een gesel in God's hand, om Samuël grens-gevoelig te maken. In de amazone theologie zijn er ook versies waarin niet Eli zijn nek breekt, maar Samuël zelf, of zijn rug, waardoor hij verlamd of kreupel raakt, door toedoen van Hofni en Pineas, die hem ergens vanaf duwden. De WT stelde in 1920, 9 mei, in het artikel 'Eli en zijn zonen' dat Hofni en Pineas immoreel waren. Shama-l of shama-halal is het gehoorzamen (shama, hebreeuws) van de grenzen (halal) oftewel het binnen de grenzen blijven, grens-gevoeligheid. In de amazone theologie komt hij dus terecht in een soort Pniël situatie waarin hij verbroken wordt opdat hij die gevoeligheid heeft voor de rest van zijn leven. Als mensen ineens hun interesse in je verliezen of ineens afstandelijk doen of afgeleid of ineens niet meer behulpzaam naar je zijn dan is dat gewoon een missing link. Het heeft geen zin te schelden of zomaar te denken, maar dan moet je speuren in het hemelse woord. Het is een natuur verschijnsel. De mens moet deze patronen weer leren kennen.

Het is belangrijk terug te keren naar de bron voor de missing links. Ook wanneer het aankomt op de Jehovah's getuigen (JG's). Terug naar wat ze oorspronkelijk hadden ontvangen. In de WT van februari 1880 is er een artikel van de pentateuch, over de schaduwen ervan. De mens staat niet op zichzelf maar is onderdeel ergens van. Het artikel stelt dat de pentateuch heel gedetaileerd is, maar niet omdat er ook maar iets goeds in was. Het was slechts een schaduw. De WT stelt dat het zinnebeelden zijn van de realiteit. Dat geldt dan ook voor de offerdienst. Het was niet letterlijk, maar symbolisch. De kleur van het bloed is de meest eeuwige, stelt de WT. Het was een beeld van de vernietiging van het vleselijke. Calvijn stelt dat sommigen beweerden dat er koppen werden afgehakt in de grondtekst. We kunnen stellen dat dit een beeld is van de besnijdenis. (Leviticus 1) Calvijn stelt dat de offerdienst erop wijst dat onze woorden een zuiver offer moeten zijn, dus dat wij hemelse woorden spreken. Het is de vrucht van de lippen. De WT van maart 1880 stelt dat de offerdienst ook allegorisch is voor het lijden wat tot de volle maat moet komen om tot God te kunnen komen. Het lijden moet namelijk op hetzelfde niveau komen als dat van de gekruisigde. Degene die dit niet hoort zal afgesneden worden. Ook Calvijn stelt dat het het lijden van de mens uitbeeldt om de mens geduld te leren. Ook was het volgens Calvijn om de overmoed te beteugelen. Het bleef zich maar herhalen en ging door tot in de kleinste details omdat het een hogere betekenis had, stelt Calvijn. We kunnen stellen dat juist dit de mens grens gevoelig zou maken. Calvijn stelt dat God telkens weer het vet opeist en beveelt het te verbranden. Dit is om de mens tot matigheid te gewennen stelt Calvijn. Calvijn stelde dat sommigen in zijn tijd ook stelden dat de offerdienst gewoon een beeld is van het afsterven van het vleselijke, en hij stelde ook dat de offerdienst geen enkele betekenis op zichzelf heeft, maar dat het moest wijzen op de voorwaarden om tot God te kunnen komen, dat er een prijs betaald moest worden. Het vlees moet gekruisigd worden stelt de WT, en daarom wordt de mens ook vervolgd. De offerdienst is ook een beeld van de vervolging. In de uitleg van Leviticus 2 van maart 1880 stelt de WT dat de offerdienst ook een beeld is van het doen van de hemelse wil, waarvan we weten dat dit kennis is. Omdat de offerdienst zo diep gaat en zo grondig is, is dit volgens de WT een beeld van het voleindigen van de hemelse wil, oftewel van de kennis. Deze offerdienst ging diep en was een kwelling : Psalm 22 15 Als water ben ik uitgestort en al mijn beenderen zijn ontwricht; mijn hart is geworden als was, het is gesmolten in mijn binnenste; 16 verdroogd als een scherf is mijn kracht, mijn tong kleeft aan mijn gehemelte; in het stof des doods legt Gij mij neer. Tot het punt dat de Psalmist uitriep : Mijn god mijn god, waarom hebt gij mij verlaten. De offers mochten niet verzoet worden met honing. De mens mag zichzelf niet behagen, stelt de WT. Er moest zout gaan in de wonde. Het lijden mag niet voortijdig afgebroken of verzoet worden. De dood aan het vlees moet geheel intreden.

Hoofdstuk 20. commentaar psalm 22 In de Wachttoren van 1979 in februari wordt het verhaal van David en Salomo besproken. David was in een moeilijke situatie terecht gekomen. Zijn zoon, Absalom, had veel meer aanzien gekregen in het volk dan hijzelf : Het hart van de mannen van Israël is achter Absalom gekomen. II Samuel 15:13. Zoals in Psalm 3 wordt beschreven rezen velen tegen David op. David moest vluchten van Absalom. De WT stelt dat David blootvoets ging, wenend, met gebogen hoofd in grote vernedering, en verwijst naar II Samuel 15:30 waarin hetzelfde wordt gesteld : En David besteeg de helling der Olijven, terwijl hij onder het opgaan weende; en hij ging barrevoets, en al het volk dat bij hem was, en zij klommen omhoog, wenend onder het opgaan. De amazone theologie stelt hierover : 'Psalm 3 is een morgenlied van David op de vlucht voor zijn zoon Absalom. In de amazone filosofie was dit zijn dochter. B-salom is in het egyptisch-hebreeuws de vrede, volkomenheid en verzoening van de voet, als beeld van de exegese. B is namelijk de voet in het Egyptisch. In de amazone filosofie is David genaamd Ahn. Ahn kon niet vluchten van zijn dochter. De dochter is namelijk een belangrijk en onmisbaar principe. Uiteindelijk gaat de ramadan vrucht dragen, voor hen die volhouden, wat de na-ramadan is, de volkomen of volle ramadan, de eeuwige ramadan, waarvan de dochter een beeld is. De mens moet volhouden totdat er een nieuwe geboorte is.' De mens moet dus geduld leren, gesymboliseerd als de dochter, de vrucht. In de amazone theologie was het niet Absalom die met zijn haren in de boom bleef hangen en werd gespietst, maar dit was een beeld van David die gekruisigd werd, van Psalm 22 dus. Hij werd gekruisigd door het volk van B-salom : 1 Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten? Waarom zijt gij verre van mij te redden, Verre van de woorden van mijn gebrul? 2 O mijn God, ik blijf roepen overdag, en gij antwoordt niet; En ’s nachts, en er is geen zwijgen van mijn zijde. 3 Maar gij zijt heilig, Wonend onder de lofzangen van Iosraël. 6 Maar ik ben een worm, en geen man, Een smaad voor de mensen en verachtelijk voor het volk. 7 Wat allen betreft die mij zien, zij bespotten mij; Zij blijven hun mond opensperren, zij blijven hun hoofd schudden: 8 „Hij heeft zich aan Jehovah toevertrouwd. Laat die hem ontkoming verschaffen!

Laat die hem bevrijden, aangezien hij behagen in hem heeft gevonden!” 9 Want gij waart het die mij uit de buik getrokken hebt, Die mij vertrouwen liet terwijl ik aan de borsten van mijn moeder lag. 10 Op u ben ik geworpen vanaf de moederschoot; Vanaf de buik van mijn moeder zijt gij mijn God geweest. 11 Blijf niet ver van mij, want de nood is dichtbij, Want er is geen andere helper. 12 Velen die jong zijn hebben mij omringd; Ja, de sterken van Basan hebben mij omsingeld. 13 Ze hebben hun muil tegen mij opengesperd, Als een verscheurende en brullende leeuw. 14 Als water ben ik uitgestort, En al mijn beenderen zijn van elkaar gescheiden. Mijn hart is als was geworden; Het is gesmolten, diep in mijn inwendige delen. 15 Mijn kracht is verdroogd als een scherf van aardewerk, En mijn tong blijft aan mijn tandvlees kleven; En in het stof des doods zet gij mij. 16 Want hyena's hebben mij omringd; Ja, de vergadering van boosdoeners heeft mij ingesloten. Als een leeuw hebben zij het gemunt op mijn handen en mijn voeten. 17 Ik kan al mijn beenderen tellen. Zijzelf kijken toe, zij staren mij aan. 18 Zij verdelen mijn klederen onder elkaar, En over mijn kleding werpen zij het lot. 19 Maar gij, o Jehovah, o blijf niet ver. O gij mijn sterkte, snel mij toch te hulp. 20 Bevrijd toch mijn ziel van het zwaard, Mijn enige uit de klauw van de hyena; 21 Red mij uit de muil van de leeuw. 22 Ik wil uw naam aan mijn metgezellen bekendmaken; Ik zal u loven. 23 Gij die Jehovah vreest, looft hem. Al Gij zaad van Jakob, verheerlijkt hem. En weest bevreesd voor hem, al Gij zaad van Israël. 30 Ja, een zaad zal hem dienen.

Calvijn stelde in zijn commentaar op deze psalm dat overal waar David ook keek hij niets dan duisternis zag van de nacht. Hij stelt dat de mens hierin geduld leert. Calvijn stelt dat alhoewel David zo'n voortreffelijke werker was hij toch zo diep vernederd en beproefd werd door God, zodat hij zelfs geen plaats had onder de meest verachten van de mensen. Calvijn haalt daarbij Jesaja 53:3 aan : 'Hij was veracht, en wij hebben hem niet geacht. Hij was een man van smarten. Hij had geen gedaante, noch heerlijkheid, zodat een ieder zijn aangezicht voor hem verborg.' Hij was beneden de mensen verlaagd, als een afgesnedene uit het getal der levenden. De zoon werd zo diep vernederd dat hij tot de onderwereld is afgedaald. Absalom had het volk tegen David opgezet. Het hele volk verachte hem. Hij werd vervolgd door het volk. Er was geen vrijheid van mening en godsdienst. In de amazone theologie zijn er verschillende versies van Absalom, want het kan ook gewoon David's vrouw zijn of een andere vrouw, die het volk tegen hem opzet. Absalom heeft de voortijdse sl wortel, aso-halal, oftewel de opvoeding tot grensgevoeligheid. De b die ervoor staat is dan de diepte, de volkomenheid. Absalom's verstrikking met zijn haren in de boom is dus een beeld of schaduw van wat in de amazone theologie ook de gebondenheid van David aan het kruis kan zijn. De vrouwelijke absalom wordt in de voortijd ook wel Bejè-salome genoemd. In 2 Samuel 18 zien we Absalom aan zijn haren hangen in de boom, maar in Psalm 22 zien we David hangend aan het hout, zijn handen en voetenj doorboort, wat later door het christendom werd overgenomen voor Jezus. Ook David had zijn eigen Judas, namelijk Achitofel, zijn eigen raadsheer, die hem later verraadde door Absalom aan te hangen in een staatsgreep. De dood van Absalom, wat heenwijst naar de metaforische dood van David in Psalm 22 is een metafoor van het begrijpen. Absalom raakte in zijn plannen verstrikt met zijn lange haren in de takken van een boom toen hij daar met zijn rijdier onderdoor reed, zoals het verhaal vertelt, maar in het Aramees gaat dit om het komen tot begrip, tot de grotere context. Deze boom werd genoemd "de boom van wonderen". Absalom kwam zo in een nieuwe dimensie, in een nieuw gezichtspunt. In het Hebreeuws kwam Absalom tot de Sowbek, een netwerk van takken. Sowbek is verbonden aan het Egyptische Sobek, de krokodillengod van de oorlog en de wedergeboorte. Het netwerk van takken is een beeld van het perspectivisme wat ruimte geeft voor allerlei symbolische betekenissen en metaforiek in verschillende lagen. Hoofdstuk 21. het kruis van samuël Dat wat om de mens heen gebeurt is de zinnebeeldige taal van het kruis die een boodschap heeft voor de mens. Heeft de mens deze boodschap al opgepikt ? Ook de mens zelf is een onderdeel van deze zinnebeeldige taal van het kruis.

Letterlijk gezien is het allemaal heel erg deprimerend, maar het zijn zinnebeelden. Dus toch maar leren en geduld hebben. Er zit niets anders op. Wanneer Samuel tot Eli komt, dan kunnen we dat ook zinnebeeldig opvatten. In het Hebreeuws betekent Eli de hemelvaart, het opgaan, ook het gaan tot de grenzen, en het verruimen van grenzen, wat inhoudt dat eerdere grenzen doorbroken worden. Om tot de hemelse grenzen te komen moeten we aardse grenzen doorbreken, achter ons laten. Eli of L wijst in het voortijds ook op Ila en halal, de grensgevoeligheid. Als Eli dan zijn rug of nek breekt is het puur zinnebeeldig voor deze dingen, en heeft dit dus betrekking op Samuël zelf, als de verbrokenheid van Samuël opdat hij gevoelig is voor niets anders dan de hemelse grenzen. Dat is dus het Pniël van Samuël waarin hij worstelt met god, met godsbeelden en met deze zinnebeelden. Dat is ook wat Samuël betekent : Shama-l of shama-halal is het gehoorzamen (shama, hebreeuws) van de grenzen (halal, ila, arabisch, voortijds) oftewel het binnen de grenzen blijven, grens-gevoeligheid. We spreken dus van het kruis van Samuël wat vooraf ging aan het kruis van David. Dit is erg belangrijk, dat we de diepere betekenis van het Samuël verhaal kennen want in de kerk en op aarde is hij degene die Saul en David tot koning maakte, en toen begon alles. Hij wilde dit helemaal niet, en had het volk zelfs gewaarschuwd, maar het volk wilde een koning. Daarom is het goed om terug te keren tot de bron. Een gebroken nek kan invaliditeit, verlamdheid, coma of de dood als gevolg hebben, allemaal zinnebeelden. Grenzen of beperkingen zijn ook weer zinnebeelden van verborgenheden en geheimen. Samuël ging door zijn grens-gevoeligheid tot het verborgene. De heerschappij is een zinnebeeld van het verborgene, dus dat heeft ook weer betrekking op Samuël zelf. Hier ergens ging het mis, want hier ging de mens alles verletterlijken. De mens wilde een letterlijke heerser, terwijl profetische, visionaire mensen zoals Samuël meer obscuur waren en fragmentarisch. In het stoïcijns is de heerser de voet, oftewel het contact met de onderwereld. De mensheid had het dus verkeerd begrepen. Zij waren doof. Het kruis van Samuël, het is dus iets heel duisters, maar zinnebeeldig. Hoofdstuk 22. de voortijdse boeren oorlogen In de voortijden waren er veel oorlogen tussen de boeren en de natuurvolkeren, ook wel de boerenoorlogen genoemd. Zo werden de natuurvolkeren teruggedreven, en de boerenvolkeren waren de mediums tussen platteland en natuur. Hier ontstonden dus uiteindelijk de markten. De boeren dragen dus belangrijke sleutels. In een droom vannacht was ik op mijn eerste bijbelschool in Doorn. Ik moest van de school wegrennen, de natuur in, prachtig natuurgebied, wat ik altijd heb gevonden. Ik rende door totdat ik op het platteland kwam, bij boeren. Het waren buitenaardsen. Ze lieten me binnen, en lieten me boeken zien. Deze boeken gingen over de voortijdse boerenoorlogen. Ze stelden dat ze het belang inzagen van de natuurvolkeren, maar dat sommige natuurvolkeren ook te wreed waren, en dat er dingen gebeurden die het daglicht niet konden verdragen. De boeren

moesten daarom veiligheid inbouwen. Er was hier een bovennatuurlijke rust. Ik zei dat ik de boeken zou lezen, want ik was geinteresseerd in de voortijdse geschiedenis. Ik mocht bij hen blijven. De boeren leefden bij het principe 'een beetje van dit en een beetje van dat,' en 'soms'. Ze waren van een hogere natuur. Voor nu moesten ze op het platteland leven omdat in de bossen het te gevaarlijk was. Ze spraken over bepaalde bacterieen die het op de mens hadden gemunt, de mens fokten. De mens kweekte die bacterie in zijn eigen mond door het vlees eten. Maar die bacterie kweekte dus hen. Het was een lijkenparasiet die zich steeds meer en meer kon ontwikkelen, in en door de monden van de mensen. Het was ook zwaar besmettelijk. Het sprong zo over van de één op de ander. De mens werd gegrild door deze bacterie. Ook ging het door de mobiele telefoon. De hersenen van de mens werden zo in een vorm van alzheimer gehouden. Ze waren onder hypnose door deze bacterie. De bacterie plantte zichzelf voort als een razende gek. De boeren wezen me op plaatjes aan de muur waarop het ook te zien was. Het verspreidde zich zo tot de voeten van de mensen zodat ze geheel in hun wandel werden bestuurd door deze bacterie. Het was een lichtende bacterie, blauw groen zacht licht, wat zich om de mond verspreidde, en wat zo naar beneden liep tot de voeten om de voeten te besturen. De mens was zo tot een robot geworden van deze vleesparasiet. Deze parasiet zette ook een soort denk en droom politie op, zoals ook in het boek 1984 van George Orwell (1949). De mens mocht niet meer vrij dromen en denken, want dat werd beheerst door de vlees-parasiet, en alles wat daarbuiten kwam werd opgesloten in scholen, psychiatrieën, gevangenissen, ziekenhuizen, enzovoorts. Daar hadden de vlees-parasieten een heel arsenaal voor om de vluchtelingen mores te leren. De vluchtelingen hadden paranormale gaven die deze parasieten ontmaskerden, en daarom waren de parasieten kwaad. Dat mocht niet. De vluchtelingen kwamen bij de boeren terecht. Daar konden de vluchtelingen onderduiken en werden ze opgevangen. De mensen waren geestelijk ziek. De bacterieen verspreidden zich op de matrassen, de kussens, het bestek, de borden, enzovoorts, allemaal als gevangenis van de mens. De mens moest losbreken, maar ze werden verdoofd gehouden. En allemaal volgden ze het toverstafje van de tandarts. De boeren waren er woest over, maar ze wisten dat ze het ook niet rechtstreeks konden aanvallen. Daarom studeerden ze veel, maar zorgden voor genoeg afwisseling en afleiding, anders zou de bacterie hen ook vastzetten. Ik voelde de dreiging van die bacterie. Het sloot op. Het werkte ook door de sex industrie. Het was heel smerig. De mens werd zo bedrogen. De vrouwen hadden een vreemde schurft, en ze wilden zich voortplanten, en daartoe brachten ze hun bedrog, daar afleidingstaktieken, door drogredenen. Ze lieten de mens plaatjes volgen, en zo stopten ze ongemerkt hun implantaten in de anussen van de mens, om hen af te tappen, en voor vruchtbaarheids doeleinden. Zo plantte die bacterie zich voort. Het waren anale implantaten, staafjes metaal, en dat ging van binnen zich vertakken, door het zenuwstelsel heen, door het bloedvatenstelsel, en de mens werd voortgedreven door het gif en de straling die het afgaf, en zo werd ook de zaadproductie geregeld. De mens moest een soort eieren leggen. Het was allemaal te walgelijk voor woorden, maar dat stond ook allemaal in de boeken van de boeren beschreven. Het waren hele dikke boeken. Ze hadden er echt werk van gemaakt. Er waren telkens veel plaatjes bij om het uit te leggen. Maar andere boeken hadden juist weer heel weinig plaatjes of helemaal geen plaatjes. Ook het gebruik van plaatjes had weer gevaren en was aan grenzen onderhevig.

Hoofdstuk 23. darwin Darwin stelde het al : Om te kunnen overleven is er aanpassingsvermogen nodig, camouflage vermorgen, variatie vermogen, flexibiliteits vermogen. De mens moet dus geen fanatiekeling worden die geheel in totaal isolement gaat leven, want dat trekt juist ook weer de parasieten aan. De mens moet strategie gebruiken, beleid. De buitenaardse boeren leven met tussenvormen. Hoofdstuk 24. de bacteriologische oorlog om de zielen De natuur werkt door ingewikkelde organismes, terwijl de mensheid werkt met simplistische organisatorische bureaucratie. De bacterie Loesia-B : lijkenparasiet, gebruikt/ hackt palletto kaleidoscopia, verziekt het, door alles af te buigen en te verleugenen, voor vernietiging. sterk als leeuwen, tandartsen systeem, sterk als honden. wreed, hardvochtig, onverschillig. asperge syndroom. splitst en vermenigvuldigt zichzelf snel, vormt massa's, zwermen, overvalt mensen, overweldigt ze. vraatzuchtig, vreet hun weerstand weg door fluoride, witte vullingen, andere soorten vullingen, wkb's enz. opwekken honger gevoel, simuleren. ontzettend sluwe krengen. lokken de mens in valstrikken waar ze niet meer uitkomen. kleverige, kleffe bende. anti stof : lukturen, geven de mens autonomie over zichzelf, onderwijzen de mens, zitten in bomen, geven de mens weer moed en durf om met het systeem te breken. brengen de mens onder natuur hypnoses om de verslavingsketenen af te breken. hechten zich aan de loesia-b bacterie, en laten die niet meer los, om ze af te breken. loesia-b is een hyper-intelligente en hypersluwe bacterie die de mens intimideert, bedreigt. programmeert de mens met dwangmatig geluid, zoals harde muziek bij de buren, in de straat of op het werk, wat gewoon puur mk ultra programmatie is. laat de mens gericht zijn op uiterlijkheden, de vormen, in plaats van de dieptes, laat de mens gericht zijn op de organisaties in plaats van het organisme. is enorm controle zuchtig, controle ziek, anti-minimalisme, maar daarbij zeer kortaf. medische kortafheid die dwingt, niets uitlegt. valt de longen van de mens aan, zodat ze zich niet kunnen verdedigen. steekt de mens met een bijtend, aggressief gif, om de mens slaperig en gewillig te houden, onder hypnose aan het systeem. werken op de emoties. maken mensen bang, boos, of emotioneel. besturen de mensen als poppen. Ziekelijke bacterieën zijn het, de families die denken het altijd beter te weten. Ze laten hun tanden, hun botten dus, van binnen leeg maken, halen de zenuwen eruit, zodat het bot sterft, en dan gaat het parasieten channelen, wat ze dan het christendom noemen of wat voor geestelijk of religieus systeem dan ook. Ze vermoorden dus de natuur om leeg te zijn, maar het ware leeg zijn vermoord de natuur niet, en is geen materiele luxe. Je gaat naar binnen, om een geestelijk, leeg kanaal te zijn.

De natuur werkt door je heen, en maakt gebruik van je eigen natuur, want je bent een stuk natuur. De tandarts wil dit koloniseren en zijn pionnen op je zetten, zijn vlaggen, om je zo meer en meer in te nemen door anti-natuurlijke, luxe troep zoals boven beschreven. Het is de loesia-b parasiet, bacil, bacterie. De mens mag terugkeren tot de natuur, tot de luukturen. Loesia-b bacteriën kunnen zeer confronterend zijn. Het is dan zaak om wat stappen terug te doen, minimalistisch te worden. Tandartserij is gedwongen materialisme. Je moet met hun luxe troep in je mond lopen. Iedere tandarts is anders natuurlijk, en sommigen zijn bereid compromissen te doen, maar zij hebben de touwtjes in de handen. Tandartsen zijn van slecht tot minder slecht, waar je uit zou moeten komen bij een natuur tandarts die geen rommel gaat lopen dwingen. De mens is er niet op gebouwd om met die rommel in zijn lichaam te lopen. Er worden zo levensgevaarlijke risico's genomen door een mens te laten komen tot implantaten in de mond die er niet uitkunnen. Deze bacterieën zijn zo bedrieglijk dat sommigen zelfs ontkennen dat vullingen implantaten zijn. Ze doen alsof het in de mond hoort. Dat moet een alarm zijn. De tandarts is zo'n bacterie. De tandarts doet net alsof het allemaal zo hoort, maar het is allemaal aangepraat. Vroeger gebeurden dit soort dingen niet. Het is een moderne ziekte, en het heeft de mens in de grootst mogelijke problemen gebracht. Oh, een probleem in het lichaam ? Gewoon even een implantaat er tegenaan gooien en klaar. Voor de moderne mens is het een koud kunstje. De moderne mens is ook bedrieglijk ijdel, want een gat in de mond zoals het genoemd wordt is natuurlijk geen gezicht, wat ook allemaal aangepraat is. Kijk naar de natuurvolkeren. Die missen soms ook kiezen, maar die zijn tenminste nog gezond, terwijl de moderne mens ziek is gemaakt door die luxe giftige schoonmaakproducten genaamd vullingen en wkb's die de natuur in de mond ernstig verstoren. Het bot kan zich na de gelegde vulling namelijk niet meer herstellen, en het lichaam gaat dan zware chemische signalen afgeven, omdat het lichaam onderdrukt wordt en gemarteld. Luister dus goed naar je lichaam. Je lichaam is levende natuur. Het gevolg van vullingen is dat de pijn op andere plaatsen gaat doorstralen, wat zelfs in de mond kan gebeuren, en wat het gebit veel gevoeliger kan maken, en het kan leiden tot tandenknarsen waardoor je je hele gebit kapot gaat bijten, of door de vullingonderdrukking van het lichaam kan het leiden tot overmatig hongergevoel ter compensatie, waardoor je blijft eten, of waardoor je vlees wil, suiker of zout, zodat de voedsel industrie ook weer overmatig aan je verdient, en de medische wereld weer lekker aan symptoom bestrijding kan doen om haar zakken te vullen. Deze industrieën werken met elkaar samen onder één hoedje, als een parasitair complot. Het is een bacteriologische oorlog om het lichaam, om jouw lichaam. Bacteriën willen in jouw lichaam wonen om jouw vlees te gebruiken voor voortplanting om zo bacterie ketens te maken, en ze voeden hun kinderen met jouw vlees. Dit soort bacteriën kunnen zware hallucinaties opwekken, zoals de tandarts, de psychiater, de betaalde dokter, de slager, de suikergoed winkel, enzovoorts enzovoorts. Deze bacteriën komen dus vermomd, en doen zich voor als mensen, maar het zijn rovers, sluwe rovers. Ze hebben de mens al omsingeld en ingenomen. Als ze dit lezen zullen ze dan ook of lachen of protesteren of het negeren, want het ontmaskerd ze. Daarom hebben ze ook bijvoorbeeld de psychiatrie als denk en droom politie opgericht, want ze zijn bang voor de ontmaskering. Ze willen niets van de demonologie weten en ook niet van bacteriologie. Om de haverklap worden mensen in de gezondheidszorg met een bacterie probleem door mavo-schapen beschuldigd van wanen, dat het allemaal tussen of achter de oren zit, terwijl huisartsen en andere artsen al hadden vastgesteld dat er een bacteriologische infectie was. Vaak zijn gewoon algemene lichamelijke artsen veel minder erg dan hen die een handeltje hebben gemaakt van de geestelijke gezondheid en de tandartsen, de zogeheten mond gezondheid. Daar huizen juist deze bacterieën, maar shamanen hebben deze bacterieën al aangesproken en waarschuwen ertegen. Shamanen zijn hen die zich gespecialiseerd hebben in het contact met de natuur, het diepte onderzoek. Dat zijn dus ook demonologen en andere naturopaten. Zorg is geen koopwaar. Er valt met dit soort bacterieën niet te praten, want ze zullen alles wat je zegt omdraaien en tegen je gebruiken. Ook zullen ze dingen doen en zeggen die je irriteren en waardoor het alleen maar erger

wordt. Geef ze een vinger, en ze nemen je hele hand. Niet doen dus. Hoe moeilijk dat ook is. Je moet omwegen nemen. Eerst gaan tot de natuur, tot de luukturen. De loesia-b bacteriën werken met drogredenen, zoals dat ze macht over je hebben en over je beslissen omdat je in hun patientenbestand zit, of omdat de meerderheid het zo heeft bepaald, of de wet of wat dan ook, terwijl ze dat zelf allemaal verzinnen en zichzelf gewoon gevierendeeld hebben. Zij doen dat allemaal. Zij zijn de massa's. Meeste stemmen gelden is een drogreden, gemaakt om je te ontdoen van je eigen autonomie. Het enige medicijn is dan terug te keren tot de natuur en de natuur principes om je daaraan te onderwerpen. Dan zul je de bacteriologie moeten leren, die dus demonologisch is. Loesia-b zijn hysterische, aggressieve bacteriën, die de schijn kunnen wekken vriendelijk te zijn, en de schijn kunnen wekken het met je eens te zijn, maar dat is alleen maar ten dele, opdat je erin trapt. Ze doen namelijk aan omkoperij, ook door de touwtjes wat te laten vieren, wat zoetigheid door het vergif. Maar het is hysterische, aggressieve energie. Laat je daarom niks wijsmaken. Ook hebben ze het altijd over taal, juiste grammatica, juiste spelling, om je te onderwerpen aan hun systeem. Ze willen je in hun programma's houden, opdat ze je kunnen programmeren. Het is dus ook de taal politie. Het vreemde zien ze als bedreiging, want het kan hun ondergang betekenen. Hoofdstuk 25. We will be back territoriale bacteriologie bacterien die over grotere gebieden zijn aangesteld, de heersende bacterien texas = tadik engeland = molon, vuurspuwende bacterie, laad zichzelf op, oplaad systeem, recharger, groot systeem, neemt energie op, via de ruggegraat, via slokdarm, longen, ogen nederland = molon-flictine belgië = molon-wulps india = rikake frankrijk = kalon rusland = stolkin china = kamin zweden = kramin noorwegen = molkin amsterdam = tuza rotterdam = tuzein den haag = plutan afrika = ratakan toronto + suriname = raswin assen = licht bacterie De molon bacterie die razendsnel vuurspuwt en zichzelf oplaad, wat een heel groot systeem is, is de top van deze paraplu. Het is het Engelse wereldrijk, maar tegelijkertijd wordt hier ook zoveel opgesloten gehouden. Wat ze gemaakt hebben is het leven niet, maar het leven zit er wel in

verborgen, wat dus ook zo in het christendom zit. Het is het leven niet, maar het leven zit er wel in opgesloten. Daarom gooien we het christendom niet zomaar geheel weg. Het is een bepaalde taal, maar de betekenissen moeten nog komen. De taal wordt verkeerd gebruikt en verkeerd uitgelegd. Dat is het probleem. Dan moet je je voorstellen : iemand op een lange, eenzame weg door het bos, zeer koud, bijna hopeloos, en alles waarmee ze opgroeien, hun enige vocabulaire is die van het christendom, waarvan je ook niet mag afwijken, want je staat op die weg onder zware bedreiging van de eeuwige hel. Dan gaat het er niet meer om wat iemand voor taal spreekt, maar wat de taal van zijn hart is. Zomaar plat alle christenen veroordelen omdat ze christen zijn is materialistisch. Wij groeiden zelf ook op die manier christelijk op, terwijl ons hart toch altijd zoekende was, en we gewoon roeiden met de riemen die we hebben. Het is ook een soort Stockholm syndroom dat je niet anders kan, maar de gnosis hoort je dan toch, omdat je hart het uitroept naar diepte. Dus iemand roept het uit tot Jezus, so what ? Dat is misschien het enige woord wat hij kent en mag gebruiken. Matthew Henry (1662-1714) schreef in zijn bijbelcommentaar over Openbaring dat Jezus eigenlijk gewoon het punt is waarop God gepersonificeerd wordt, oftewel 'vlees wordt', wat dus eigenlijk gewoon een principe is van de gnosis. Ook noemt hij Jezus als een getuige van God, dus eigenlijk hebben we het dan over het toetsen. Het moet iets persoonlijks zijn, dus om Jezus zomaar als projectie object te gebruiken is sowieso al onzin. Het is iets wat we zelf moeten ondergaan. De zeven geesten in Openbaring worden door MH beschreven als de karakter eigenschappen van de natuur van God, dus ook gewoon principes. Hij stelt terecht dat de mens niet alleen ijverig moet zijn, maar ook lijdzaam, en dat dit weer aan het Jezus principe is verbonden. Hij stelt dat de werkers grote lijdzaamheid moeten hebben met geduld, dus wachtende lijdzaamheid, zodat de wil van God volbracht kan worden en zij het woord kunnen horen. Dit houdt ook verdraagzame lijdzaamheid in om de beledigingen te verdragen. Er kan met het christendom, met de symboliek ervan, veel worden uitgelegd, zoals we vroeger vaak hebben gedaan en dit nog steeds doen, maar dit is een smal pad. MH stelt dat de werkers in het werk en op de weg op moeilijkheden stuiten, maar dat de lijdzaamheid de werkers zo voort kan laten gaan en alles goed kan laten voleindigen. Hij stelt er terecht wel bij dat dit niet betekent dat we zomaar de zonden moeten aanvaarden, maar dat we tegen de zonden moeten strijden. We moeten hierin een grote ijver hebben om de zonden aan de kaak te stellen, zoals ook ons artikel 'De Kracht van God's Tranen' uit 1994 stelt : 'We moeten weten om welke Liefde het gaat: 1. De mede-strijdende liefde 'Hieraan hebben wij de Liefde leren kennen, dat Hij zijn leven voor ons heeft ingezet; ook wij behoren dan voor de broeders ons leven in te zetten'. (1 Joh. 4:16) 2. De mede-lijdende liefde 'Wie nu in de wereld een bestaan heeft en zijn broeder gebrek ziet lijden, maar zijn binnenste voor hem toesluit, hoe blijft de Liefde Gods in hem ? (1 Joh. 4:17) Een ware soldaat van God vecht voor z'n volk tot het uiterste toe en vangt daarbij ook alle klappen op. Hij gaat tussen het volk en de vijand instaan, om te strijden en ook te lijden voor zijn volk. Dit is de Ware Liefde vanuit het Soldaten-hart van Christus. Deze Liefde zet z'n hele wezen in om de barrieres tussen God en mensen te vernietigen. Daarbij omhult en beschermt ze hetgene wat ze liefheeft vol vuur en zelf-opoffering. Alleen deze Liefde brangt Eenheid en Verzoening. Alleen deze Liefde brengt de Warmte en het Volle Geluk van Gods Eeuwige Paradijs. Deze Liefde is de Liefde van het Kruis.'

Het gaat dus niet om een soort van new age geloven van alles maar verdragen en alles gaan lopen vergeven, want er is ook een strijd te voeren. Het artikel gaat verder : 'Hij is onze Vrede, die de twee een heeft gemaakt en de tussenmuur, die scheiding maakte, de vijandschap, weggebroken heeft, (...) om in Zichzelf, Vrede makende, de twee tot een nieuwe mens te scheppen, en de twee, tot een lichaam verbonden, weder met God verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap gedood heeft'. (Efez. 2:14-16) Alleen de dragers van dit kruis zullen overwinnen, als de machten der hel opstaan om de wereld te overspoelen. Alleen de dragers van dit kruis zullen een sterke en stevige brug hebben om de overkant te bereiken, in Gods Zaligheid. 'Wie niet zijn kruis draagt en achter Mij komt, kan Mijn discipel niet zijn'. (Luc. 14:27) Willen we een hartsrelatie met God gaan ontvangen, dan zullen we Zijn Strijdend en Lijdend Hart moeten gaan leren kennen en aannemen. Als uw man of vrouw geen oog heeft voor uw worstelingen en verdriet, is uw relatie dan goed ? Als een kind geheel voorbij gaat aan de strijd en het lijden van z'n vader of moeder, is dat dan een goede relatie ?' Hierin moet dus balans zijn. Veel christenen slaan door naar de ene of andere kant. Het kruis is beiden. MH stelt dat zonde niet door de vingers gezien mag worden. Ook mag men het niet toestaan. Hij noemt Openbaring 2 : 2 : '2 Ik weet uw werken en inspanning en uw volharding en dat gij de kwaden niet kunt verdragen en hen op de proef gesteld hebt, die zeggen, dat zij apostelen zijn, maar het niet zijn, en dat gij hen leugenaars hebt bevonden.' Hij stelt dat ware ijver, demonologische ijver dus, die zowel lijdvaardig als strijdvaardig is, gegrond is op kennis en ook voorzichtig is. Hij stelt dat deze ijver ook onpartijdig is. Zij die onpartijdig zoeken naar waarheid zullen haar vinden en leren kennen. Daarom, stelt MH, moet de mens terugkeren tot zijn 'eerste liefde'. MH noemt dit ook 'de vorige ijver'. Hij bespreekt hoe mensen snel lauw en lui kunnen worden, gemakszuchtig, onvoorzichtig, koud en partijdig, allemaal doordat ze hun eerste liefde, hun eerste ijver hebben verlaten, hun radicaliteit. Hij noemt ze de nalatigen. De eerste ijver moet herwonnen worden, opnieuw aangewakkerd, een nieuw verlangen naar het eeuwig leven. MH noemt dit ook de eerste ernst en tederheid. Als je waarlijk een 'christen' wilt zijn, of volgeling van Jezus, symbolisch, dan is dit volgens MH een strijd tegen de zonde. Dat is wat het christelijke leven is. Zo hebben wij dat vroeger ook altijd beschreven : het is de demonologie, de oorlogskunde, want zonde verwoest alles. Mensen die het niet zo nauw hiermee nemen worden door de vijand ingenomen, en worden zo valse christenen. Vaak is het christendom dus geen strijd tegen de zonde, maar een strijd tegen God, tegen de gnosis. MH stelt : deze strijd moeten we strijden tot het einde, dus standhouden, anders gaan we eraan. Er kunnen geen spelletjes gespeeld worden. Radicaliteit en nauwkeurigheid, volharding, is ook altijd onze boodschap geweest, en die boodschap kwam van de gnosis. Dit is een roeping. Lauwe mensen hebben altijd en eeuwig een bedreiging gevormd, en worden zo je vijanden. Als iemand tegen mij zegt dat ze lauw zijn geworden, en dat is nogal eens gebeurd, dan weet ik precies hoe laat het is, en dan houd ik ze strict in de gaten. De duivel zal ze dan als kanalen gebruiken, tegen mij, tegen het werk, dus ik ben op mijn hoede. MH stelt dat we nooit voor onze geestelijke vijanden mogen wijken. Ja, soms moeten we vluchten,

maar de strijd is niet over. We gaan door met de oorlogsstrategie. 'We will be back.' Hoofdstuk 26. de molon bacterie Matthew Henry die in de jaren 1600 en 1700 leefde, als bijbelverklaarder, een belangrijk vak, zag in psalm 1 de oorlog tussen het zaad van de vrouw en het zaad van de slang, waar Genesis ook over gaat. Hij stelt dat de slang zeer listig is, en dat de goddeloze volgelingen van de slang dit ook zijn, en zeer ijverig. Velen worden verstrikt en verlokt. Zij die op het recht pad zijn moeten hier ver van blijven. Niet in de kring der spotters zitten moet gezien worden als weerstand bieden tegen dit soort gespuis, en niet samen met hen de rust opzoeken, want met hen kunnen we geen ware rust hebben. MH roept dus op tot strijd. De zonde zit achter de mens aan, en de mens moet er niet aan toegeven en er geen ongelijk span mee vormen. MH maakt een verbinding met psalm 69, waar de spotters dronkaarden worden genoemd. De mens kan zich dan beter richten op de studie, op onderzoek. Dronkaarden onderzoeken niet, of onderzoeken maar half, om dan een handeltje op te zetten. Onderzoeken bij dag en nacht, volledig, daar gaat het om, om zo bij het richtsnoer te komen. MH noemt deze dronkaarden vruchteloos en onnuttig, maar vol van de wijndruiven van Sodom. Sodom is het beeld van overmoedig en overmatig aan elkaar plakken, oversocialiteit, in plaats van rijpen in de afzondering. Iemand dronken door de wijndruiven van Sodom zal dus altijd zijn geestelijkheid proberen te verkopen en naam proberen te maken. MH noemt ze lichtzinnig en ijdel. Ze zijn als kaf in de wind. Ze schatten zichzelf heel hoog in, maar voor God hebben ze geen waarde. Ze hebben namelijk geen substantie, geen degelijkheid. Ze zijn zo geworden door zonde en dwaasheid. Ze kunnen herkend worden aan hun kinderachtige excuusjes. Zeer onbenullig, stelt MH. Wij moeten niet slechts ijverig zijn, zoals de dronkaarden alleen maar ijverig zijn en zo hun doel missen omdat het geen diepte heeft, maar we moeten ook lijdvaardig zijn, dus strijdvaardig en lijdvaardig. Het moet zintuigelijk zijn, niet zomaar vanuit een boekje, zoals allerlei overijverige christenen en goddelozen. Deze oorlog zien we ook dwars door het christendom heentrekken. Het is niet slechts één pot nat, maar bevat ook de sleutel. Altijd maar weer als ik mensen vanuit mijn vakkennis de sleutel van de gnosis aanreik denken ze hiermee ineens het gehele christendom te kunnen verwerpen, wat gewoon een leugen is, want de gnosis loopt dwars door het christendom heen, en het christendom is gewoon een bepaalde taal die ook weer over de gnosis spreekt. Het is hetzelfde als wanneer Jezus mensen geneest, in het verhaal, dat die mensen dan ineens nergens meer te bekennen zijn, pure ondankbaarheid. Dit heeft verder niks met Jezus te maken, maar met een principe. Het één sluit het ander niet uit. Hoe dan ook is er een strijd tegen het christendom, om het weer recht te zetten. Vannacht had ik daar een droom over, over de molon bacterie die heerst door het Engelse wereldrijk, ook door het christendom. Het Engelse wereldrijk verdraaide het oorspronkelijke christendom waardoor we hier te maken hebben met het vuile, verachtelijke westerse christendom, wat dus wel degelijk een grote vijand is. De droom ging over weer één van de vrienden van mijn vader, ditmaal de Engelse leraar. Mijn vader was namelijk leraar op een college en had zo veel

vrienden die ook weer leraren waren, en ik kwam soms bij hen in de klas terecht, zo goed en kwaad als dat ging, maar deze meneer Engelse leraar was een ware sadist die er van genoot kinderen tot janken te drijven door zijn manipulatie en doodgravers mentaliteit. Ja, het moet ook wel het einde van de wereld zijn als je een 4 hebt voor een Engelse repetitie. Alles moest op zijn tempo, op zijn manier, en ik heb zijn leugens later wel kunnen ontmaskeren, want het was slechts zijn interpretatie van het Engels en zijn beperkte vocabulaire. Ik was in die droom weer zo kwaad op hem, en de gnosis zei me dat hij 'opgepakt' zou worden, opgedoekt zou worden, en dat moest ik middenin de nacht naar mijn vader, die toen sliep, vertellen. Ik ging naar de kamer van mijn vader en riep wat er met die Engelse leraar zou gebeuren. Hij greep een soort pistool, zwart, als een paint bal pistool, maar er kwamen hele grote zwarte kogels uit die in golfbewegingen op me af stuiterden. Ik bleef het maar doorschreeuwen wat er met die Engelse leraar zou gebeuren. Mijn vader was in de molon gedaante, de bacterie die heerste via het Engelse wereldrijk, ook door het christendom, het Engelse christendom. Ik moest hem dat pistool afhandig maken, want dit pistool zou juist het anti stof bevatten tegen de molon bacterie. Dat lukte. Het is een beetje het beeld van het christendom, dat het ook weer het anti stof bevat. Het christendom is dus in twee kampen verdeeld : dat van de gnosis, het meer grondtekstelijke christendom van de oorspronkelijke diepte wat terugvoerd tot de voortijden, en aan de andere kant het slappe dronken christendom van de oppervlakkige vertalingen, wat slechts hun eigen interpretatie is wat ze tot marktgoed hebben gemaakt en waardoor ze heersen zogenaamd, het Engelse westerse christendom dus, een verbastering dus. Nu, waar gaat het om. Er werd tegen mij geroepen vanuit de gnosis : Het gaat om de vader, daar zit iets fout. De molon vader wil geen zoon zijn, daarom projecteert hij alles op Jezus, de zoon, en dat mag hij zelf niet zijn, en wil hij ook niet, want dan zou hij macht verliezen. Misschien ken je die christenen wel, die altijd en eeuwig zichzelf strict afgezonderd houden van Jezus in hun identiteit. Zij zijn de zondaren, en Jezus is dan wat anders, de zoon van God bla bla bla, en dat kunnen zij nooit zijn. Neen, want zij willen geen zwakte. Zij willen zonde, heersen (zogenaamd). De zonde geeft namelijk de illusie van tijdelijk te heersen. Dat willen ze. Daarom vallen ze iedereen aan die het heeft over dat we als Jezus moeten zijn en grotere werken dan Jezus zullen doen. Ja, dat staat ook in de bijbel, en ik hield er altijd van als theologisch student vroeger om dat te noemen, soms ter grote irritatie van protserige bijbelleraren, waarvan er één eens zei toen hij naar het koffie apparaat liep voor zijn dagelijkse bakje leut : 'Zit je weer met je theologieën te spuien,' toen hij het mij hoorde zeggen tegen andere studenten, over het grotere werken doen dan Jezus, wat dus letterlijk in de bijbel staat, zelfs in hun kostbare, dierbare, westerse vertaling. Nee, want het ging allemaal om zijn theologie, de molon theologie. Zij mogen niet als Jezus zijn, en al helemaal niet groter dan Jezus. Dat is ware godslastering enz. enz. Ja, want zij willen blijven heersen over de zoon, dus ze willen geen zoon zijn. Zij willen het vuile werk niet opknappen. Dat moet Jezus doen, de zoon. Zij wanen zichzelf de vader, door deze molon bacterie. De balans tussen vader en zoon is dus zoek. Ze kunnen wel zeggen dat ze kinderen van God zijn, maar dat ware zoonschap dat hebben ze niet en willen ze niet. Vandaar hun projectie. En dat terwijl de vader juist een climax ervaring van het zoonschap is, de verbrokenheid van de zoon, waardoor hij gevoelig wordt, en gehoorzaam, zoals Jakob op Pniël, maar zij hebben allemaal weer andere definities of proberen deze dieptes weg te moffelen. Ook moet er dus balans komen tussen vader en moeder, want in het westerse christendom is het vooral in het protestantisme meestal over de vader. Er moet dus weer een balans komen tussen vader en moeder. Vader is slechts de climax van het zoonschap, maar die gaat ook weer terug in de baarmoeder, en het is heus niet zo dat dit machtsverhoudingen zijn tussen personen, alsof we dan feministisch moeten worden, of letterlijk matriarchisch, want dat zou te materialistisch zijn. Neen. Het is een verhouding van principes binnen de mens zelf, niet tussen personen. Als de mens niet moederlijk wil zijn dan is dat gewoon een probleem. En dat komt in het verbasterde christendom te vaak voor. Dus : balans tussen vader en zoon, en balans tussen vader en moeder. De mens moet weten waar deze principes voor staan, want de molon bacterie heeft de ware definities verkapt, onder een zeil.

Loop niet met de gnosis weg het christendom totaal verlatende, want het gaat er dwars doorheen. Het christendom moet verslagen worden, oftewel begrepen. Je moet niet meer weggooien dan je lief is, want dat zou smetvrees zijn. Ja, we weten allemaal dat het christendom walgelijk is, voornamelijk in het westen, allemaal plakkerige, ziekelijke zooi, maar het is allemaal geroofd spul. In deze bacterie ligt ook de antistof verborgen. Het is een cultuur, en er liggen wijsheden in opgeborgen. Het moet teruggedraaid worden, want alles was verbogen. De molon bacterie is zeer vraatzuchtig, zoals mijn vader ook altijd was. Dan moet je met een vader opgroeien die altijd van andermans borden eet, vooral ook van mijn moeder, en die dan protesteert, maar hij gaat gewoon door, en dan berust ze zich er gewoon in alsof het zo hoort, en ze blijven gewoon de dikste vrienden, en houden elkaar altijd de hand boven het hoofd, ook als ze niet bij elkaar waren, dus niet konden weten wat de ander had gedaan of gezegd, en als kind wordt je niet geloofd. Maar dit waren standaard taferelen bij ons thuis, en zo zal dat ook de geschiedenis ingaan. Ze zullen hier niet aan ontkomen. Mijn nachtmerries hebben altijd de waarheid tot me gesproken over wat ze met me zouden doen, en het is tot op de kleinste details uitgekomen. Die vader, zogenaamde vader, was een beeld van vraatzucht, wat om me heen lag. In mijn nachtmerries was hij ook heel vet, en hij smoorde me bijna, wurgde me, en mijn moeder was heel dun en ver weg, als een sprite. Die was altijd heel luchtig en geloofde me nooit, want ze hield altijd de hand boven het hoofd van haar man. Die lachte altijd alles weg, verdoezelde altijd alles, wuifde alles weg, totdat je niet meer sprak. Het heeft toch geen zin om zo nog te praten. Het zijn bacterieën. Dus er moeten antistoffen zijn. Die lerarenvriendjes van hem waren als begrafenisondernemers. Alles moest op hun manier, en het was het einde van de wereld als je niet mee kon komen. Dan keken ze je aan alsof je al dood was. En ja, dat waren dan 'aardige mensen' in de ogen van de zogenaamde vader. Het was een groot nazi complot. Ze martelen kinderen mentaal, emotioneel en psychisch helemaal dood. Er blijft niets meer van je over. Een kasplantje willen ze van je maken. Alles moet altijd maar, en altijd op hun manier, want zij weten alles beter. Alles. Ze laten je molesteren door hun grote vriendenbestand en door alles wat ze hebben ingehuurd en ze verdedigen je niet. Alles wordt goedgepraat. Dat is wat die bacterie doet. Oh ja, en die bacterie wil er altijd 'goed' uitzien, altijd alles wat los en vastzit opvreten, dikke vleeskwabben. Velen kotsen ervan, maar ze zijn in de waan dat het zo hoort. Het is de levensstijl die hen bevalt, en ze moeten het toch kunnen goedpraten dat ze hun kinderen al die jaren groeistoffen en bouwstoffen hebben gegeven van vermoorde dieren, de vlees industrie, wezens die ook recht op een bestaan hadden. Nee, maar het gaat allemaal om hen. Zij zijn het. Daar gaat het om. Als ze een kik geven dan moet direct de verbandtrommel erbij, de ambulance, nood-helicopter, en wordt het de hele familie doorgebazuind die het moeten weten en die dan mee moeten jammeren en moeten helpen, maar als het iemand anders overkomt, een dier of hun eigen kind, dan eten ze rustig hun stukje vlees alsof er niks gebeurd is. Die grote ambulances komen trouwens ook niet in de derde wereld. Het zijn clowns. Met loeiende sirenes gaan ze door de straten zolang de mensen waarvoor ze rijden maar rijk zijn. Belachelijk allemaal, maar een bacterie. 'En maar volvreten,' denkt de molon bacterie, 'lekker dik mannelijk vlees, kwabben aan de borsten hangend, want dat is vaderlijk, dan heb je een alibi, hoef je niet een zoon meer te zijn, want zonen zijn slank, teer, teder, nog pril, enzovoorts. 'Nee, nee, niet bij mij zijn hoor, ik ben dik en volgevreten, heb mijn vleesjes binnen, kijk maar, hier en daar, ik heb een beetje meer van dit en een beetje maar van dat vergeleken met de rest, dus niet bij mij komen hoor. Ik ben al met pensioen gegaan. Ik hoef geen zoon meer te wezen.' Lekker dik kwabbig vlees, zodat ze niet aan Afrika hoeven te denken, niet sober hoeven te leven, want veelvraten hebben een vrijkaartje voor alles, komen overal binnen en overal weet uit. De molon vraat bacterie laaft zichzelf aan zonenvlees, moordt zijn zonen uit voor zijn peperduur leventje waarin alles maar dan ook alles om hemzelf draait. Daar worden ook hun Jezussen voor

geofferd, die gaan voortdurend aan het kruis. Oh ja, ze lijden zelf ook. Ze zijn zo onbegrepen. Men moet maar meer begrip hebben voor hun vraatzuchtig leven en hun moorden, hun bloedgeld, hun bloedbanen enzovoorts. Dat is het westerse christendom. Maar het is slechts één kamp. We mogen het andere kamp niet vergeten, wat ook dwars door het christendom heenloopt, maar het loopt terug. Het moet een uitdaging zijn om het evangelie, oftewel de goede boodschap, van de gnosis, van de eeuwige en oneindige kennis, te brengen in de christelijke terminologie, in de christelijke taal, want dat is wat het is : slechts een taal, oftewel een middel om een boodschap over te brengen tot een bepaalde groep. Het is de natuur dat een vrouw dikker is dan mannen, zoals het ook de natuur is dat een vrouw donkerder is dan een man. Waarom is dit ? Het is vrij simpel. Een vrouw heeft borsten, om kinderen te voeden. Een man heeft geen borsten en hoeft ook geen borsten. Een vrouw heeft een baarmoeder, en door haar brede heupen beschermd ze zo het kind. Dat hoeft een man niet. Toch willen sommige mannen dikker zijn dan vrouwen. Waarom ? Omdat ze zo hun vraatzuchtig en heerszuchtig, vaderzuchtig leven kunnen ondersteunen en bevestigen : 'Zie maar, dus het is zo. Kijk dan, dan zie je het, dus is het zo.' Ze praten krom in cirkelredenaties, vervroegde alzheimer, want dat is wat de molon bacterie doet. Het vreet de hersenen aan, en daarom zijn zulke mensen ook vaak aan de alcohol. Vrouwen moeten emanciperen, en daarom zegt de molon bacterie juist dat de vrouw minder moet zijn dan hem, zwakker, enzovoorts, net als zonen, opdat hij kan heersen. De molon bacterie wil niet dat de vrouw emancipeert. Maar dan even terug naar het vlees probleem : Kinderen in het westen groeien op door de vlees industrie, krijgen hun vitamines, bouwstoffen, groeistoffen, vetten, alles wat hun lichaam vormt, van vermoordde dieren, dus die lopen met die tekenen in hun gezicht en in hun lichaam, een lichaam wat niet van hen is, en waarom gestreden wordt door de zielen en hun families van wie het geroofd was. Alles heeft zich hieruit lopen ontwikkelen : je botstructuren, zenuwstructuren, enzovoorts, hersenen, organen, alles, allemaal van vermoorde dieren, geroofd spul, en daar loop je dan mee rond als een target, als een magneet die alle parasieten naar zich toetrekt. De mens ziet het niet en is stekeblind. Hun lichamen zijn niet van henzelf. Ze maken hun kinderen van andermans vermoorde kinderen. Wat een zottigheid ! Omdat een ander het doet is het normaal ? Zo praten ze zichzelf vast. Ze zijn slechts massa productie, zijn niet geemancipeerd, denken niet voor henzelf. Iemand anders denkt voor hen, de molon bacterie, het engelse, westerse, wereldrijk. Grote dikke mannen en tegenovergesteld dunne vrouwen, en die plaatjes worden telkens weer door deze bacterie aan elkaar geplakt, en dan wordt er een teer zoontje ondergezet van wiens vlees de allesvretende vader ook kan leven. Het is een karikatuur, een bacterie, allemaal opgepompt door de vlees-industrie, als motor, het instand houdende, en dat gaat rustig door het christendom heen. Zij gebruiken die hele reeks aan bijbelpersonages hiervoor. Daarom moest Jezus sterven, aan het kruis, enz. enz. en de vader zit lekker hoog en droog in zijn hemeltje. Het is altijd weer de zoon die het vuile werk moet opknappen, en van een moeder wordt al helemaal niet gesproken, dus die hangt er al helemaal buiten, zoals in mijn droom. Het gaat om de dikke logge vader die zijn zoon in een wurggreep houdt, en zijn zoon kweekt, om zichzelf te goed te doen aan het vlees van zijn zoon, het dier. Het is een gepensioneerde vader, wil niks van de gnosis weten, maar gooit weleens een wijs balletje op om niet geheel verdacht over te komen. De molon bacterie is sluw en van alle markten thuis. Paaiend gaat hij door de straten, langs de huizen. De molon bacterie wil vrouwen wit houden en dun, als slaafje van de dikke man, de dikke allesvader, de veelvraat, en dit gebeurt door de vlees industrie. Teer zoontje erbij. Dat is wel het gezinsplaatje van het westen. Prachtig kindje, maar wordt geheel kapot gemaakt door de vlees industrie, om zo later als zijn vader te kunnen worden. Het lichaam van het kindje wordt samengesteld vanuit vermoorde dieren, die ook levensrecht hadden. Prachtige, intelligente dieren. Er ligt maar een dunne lijn tussen de vlees industrie en kannibalisme. Ondergronds worden er kinderen gefokt voor het kannibalisme. Er ligt maar een dunne lijn tussen. Het kan zo omslaan in een legale markt. Dan ligt er kindervlees in de winkels. Of dat ze het vlees van hen in de gevangenis

gaan gebruiken, als een soort doodstraf. Het kan allemaal gebeuren. Deze maatschappij is ziek genoeg. Waarom zeg ik dit ? Omdat de molon bacterie een vals giftig schoonmaakmiddel is, waardoor donkere natuurvrouwen hun huid gaan lopen bleken om aan het valse westerse schoonheidsideaal te voldoen. Complete waanzin. Mensen worden gedreven tot gevaarlijke plastische chirurgie allemaal voor het corrupte schoonheidsideaal van deze bacterie. Het zit in de hoofden van de mens, tussen de oren. Ze horen iemand wat zeggen en denken dat het wereldnieuws is of de bijbel, het Woord van God. Zoals mijn vader die vroeger ons deed geloven dat iedereen dacht zoals hem, en dat onze denkbeelden daarom uitzonderlijk waren en dus niet waar. Allemaal mind control. Ik heb vaker zulke mensen gekend. Er zijn veel van zulke mensen. Het zijn machtsspelletjes waarin meerderheden worden ingebeeld in ingeprent, die er dus helemaal niet zijn, en waar het dus ook al helemaal niet omgaat. Meerderheden gebruiken als argument is een drogreden. De meerderheid zegt het, dus zal het wel goed zijn. Meerdere mensen waren bij deze ontvoering betrokken, dus was het gerechtvaardigd. Het zou kunnen dat er meerdere mensen bij waren, al dan niet ingehuurd. Het zegt verder niets. De mens is aan het ijlen. Het zijn vraatzuchtige bacterieën die zich verstoppen achter meerderheden die ze zelf ingebeeld hebben. Allemaal bedriegelijke propaganda, valse reclame. Donkere vrouwen zijn de meest vervolgde vrouwen, en ook breedheupige vrouwen die dan dik of vet worden genoemd, en daarom kom ik voor ze op. Zo zit ik in elkaar, zo zit de gnosis in elkaar. De gnosis sprak dat net zoals de aarde bomen nodig heeft om te kunnen ademen, zo heeft de aarde donkere vrouwen nodig om te kunnen ademen. Het is dus een natuurverschijnsel, wat dus niet wil zeggen dat iedere boom of donkere vrouw goed is, maar het is iets van de natuur. Ik moet altijd als ik naar de winkel ga de literatuur afdeling ontwijken want er liggen daar geen literaire geschriften maar roddelblaadjes die over uiterlijkheden gaan, en de dames die altijd op de voorkant staan zijn altijd blond en blank, zo blank mogelijk, het dunne vrouwelijke superras, altijd de nadruk leggend op de dunne schoonheid van de vrouw, de vrouw met de mooie lange dunne benen, blank, die heerst over het donkere vrouwenras van de natuur. Hoe kun je daar mee leven met zulke discriminatie ? Frank Boeijen had daarom een lied in de tachtiger jaren over denk niet wit of zwart, maar de kleur van je hart. Daar hebben we het over. Was de mens maar gewoon blind. De mens heeft zijn ogen misbruikt, maar als het even kan kom ik voor de vervolgden en onderdrukten op, want wij als geestelijken en predikanten worden ook onderdrukt, dus wij weten precies wat het is. Wij komen dus niet helpen van bovenaf, maar van onderaf. Mensen van de gnosis zijn ketters voor zowel de orthodoxe christen als de orthodoxe atheist. Ik weet dus alles van vervolging en belediging af, en sta wat dat aangaat niet boven mijn donkere medemens !! Ik houdt van de donkere natuurvolkeren, kom altijd voor ze op, houdt van het shamanisme, en kleur heeft me nooit geinteresseerd, maar ik moet als plicht opkomen voor deze kleur. Ook omdat het diepere betekenissen in de gnosis heeft. Ik wil graag de ware definities van de kleuren, rassen en geslachten laten zien, zodat de mens weer weet waarom hij zo is. Walgelijk, mensen die het altijd over het uiterlijk hebben. Het uiterlijk zegt niks. Ik wil dit voor eens en voor altijd vastleggen voor het nageslacht : Hoe walgelijk is om het altijd over het uiterlijk te hebben, te denken in uiterlijkheden, mensen naar de ogen te zien, want mensen zijn zielen. Als je een mens gezien hebt ben je al dood. Je mag een mens niet zien. Je mag alleen maar zijn ziel zien. Blindheid is de boodschap. De gnosis is blind. Als je allemaal rondloopt zo van : Oh die is dit en die is dat, dan heb je het spel al verloren. De gnosis is diepte. Oh, een vrouw is iets donkerder en dikker dan de andere vrouwen om haar heen. De molon bacterie raakt helemaal in paniek, want hij ziet haar als bedreiging. Hij wil alles open en bloot, en dun, dus het moet blank blijven, en dan heeft hij meer overzicht, dus er gaan honderden alarms af. Nou jongens, de molon bacterie is in paniek. Ik heb het zelfs in Surinaamse kerken gezien en Surinaamse gezinnen, dat de lichteren de donkeren discrimineren, en dat vrouwen hun kinderen waarschuwen niet 'met iets nog donkers' thuis te komen, niet met 'zwarten'. Dat terwijl ze zelf ook donker zijn, maar zij discrimineren dan 'de zwarten' (nee, zij zijn dat dan niet in hun ogen, want zij zijn gewoon

gekleurd, of donker). Kakelende kerkse donkere vrouwen gaan dan een huwelijk van iemand anders bespotten en zeggen : 'kijk eens naar dat zwarte beest.' Wow. Ik kon mijn ogen niet geloven, mijn oren niet geloven, toen ik dit allemaal hoorde. Ik was zo verontwaardigd, en zij noemen zichzelf christenen ? Ja, zeer zeer christelijk om mensen te gaan discrimineren op hun uiterlijk wat ze van God hebben gekregen en waar ze niks aan kunnen doen. Oh niks aan kunnen doen ? Wacht eens even. Daar is toch plastische chirurgie voor tegenwoordig, peperduur ? Dat is nu precies wat de molon bacterie wil. Die wil dat mensen hun kop gaan verbouwen voor hem, en hun lichaam, zodat hij ze onder zijn macht krijgt, kan hij ze met zijn plastic afstandbediening besturen. Belachelijk ! Wat een karikatuur ! Als exorcist werkte ik op een gegeven moment onder die mensen. Soms mocht ik niet eens van de gnosis aan bepaalde mensen werken omdat hun hart niet goed was, en dan zou het met de kraan open dweilen zijn. Maar soms schreeuwden die demonen door mensen heen : 'Ik ga je vernietigen !' Die demonen werden dan wel uitgedreven en die mensen werden dan wel bevrijd, maar die demonen gaan dan wel versterking zoeken en proberen terug te komen, en proberen de exorcist het betaald te zetten, enzovoorts. Daarom is territoriaal exorcisme ook zo belangrijk. Dit is een wetenschap op zichzelf. Dat is niet na een zesjarige studie afgerond. Neen. Je hele leven door blijf je studeren. Als je ogen niet in de gnosis zijn, en je laat je verlagen door vooroordelen te hebben met uiterlijkheden, wat puur projectie is en het werken voor een bepaalde markt, voor een product dus, dan zullen die uitgerukt worden. Zij die hun ogen misbruiken zullen in een volgend leven blind zijn, wat dus niet wil zeggen dat blinden in dit leven dit zijn omdat ze hun ogen hebben misbruikt in een vorig leven. Dat zou weer een gemakkelijk vooroordeel kunnen zijn. Sommige mensen zijn blind opdat ze voor de gevaren van het zien worden bespaard. Voor vele zonden worden ze zo bespaard. De ziende mens is in een mijnenveld. Bewaak je ogen. Dus wat bedoel ik als ik zeg dat het de natuur is dat vrouwen donkerder en dikkerder zijn dan mannen. Dat zeg ik niet, dat zegt de natuur, dat zegt de gnosis. Dat komt omdat de vrouw dus borsten heeft, en bredere heupen vanwege de baarmoeder. Een man heeft geen baarmoeder. De baarmoeder is een ruimte waarin het kind verborgen wordt, in donkerheid. In die zin is de vrouw dus donkerder. De vrouw moet haar vrucht donker en nat houden om het tegen parasieten te beschermen. De vrouw is in die zin ook natter dan de man. Daar mogen geen misverstanden over komen. De vrouw is donkerder, dikker, natter dan de man. Dat heb ik gezegd. Niet omdat ik het zeg, maar de natuur zegt het telkens weer, telkens weer, de gnosis. Het heeft dus een reden. Dat wil dus niet zeggen dat ik heb gaan lopen rondkijken. Sommige mensen hebben rollende ogen. Altijd zijn ze op zoek naar wat ze op iemand z'n uiterlijk kunnen aanmerken, juist omdat ze geen diepteonderzoek willen doen. Ze willen niet studeren, en daarom leven ze in vooroordelen. Maar wat ik, of de natuur, de gnosis, heb gezegd is wat anders. De vrouw is donkerder, dikker, natter, niet zomaar een persoon, maar zinnebeeldig, iets wat in ieder mens zit, en waardoor de mens weer tot zoonschap kan komen. Hard nodig met al die overmoedige en overmatige, vraatzuchtige vaders waarvan ik er ook één had. En die Engelse leraar had twee kinderen, een jongen en een meisje, vriendje en vriendinnetje van me, gingen we samen mee op vakantie in Friesland, op watersport vakantie. Zij verloren al jong hun moeder. Ik ben daar nooit overheen gekomen. Dat vond ik zo erg voor ze, en ik werd er zelf ook depressief van. Als ik het meisje, wat net iets ouder was dan ik, erover vroeg, dan zei ze niks. Dat was te moeilijk voor haar. De moeder moet dus terugkomen. Ik heb hun moeder overigens nooit goed bewust gekend. Ik was nog heel jong. Teruggaan naar de moeder. De man moet hiervoor minder worden, terrein teruggeven. Niet alsmaar vreten en vreten, maar geven, zorgen voor de armen. De moeder is donker, oftewel haar baarmoeder, en dat moet ook wel. Zij is donker, opdat we beschermd zijn, in de diepere, donkere natuur. Hier ligt het anti stof tegen de molon bacterie. Ik was eens met een donker meisje bij andere donkeren, op een feestje, heel lang geleden. Niks mis met het meisje, dat even voorop, maar komt er zo'n dun oud vrouwtje, veel dunner dan haar (niet dat dat er toe doet, maar even voor het voorbeeld uit mijn verleden) en zegt dan : nou, je bent wel

heel erg dun geworden zeg, bla bla bla. (niet in positieve zin dan, maar in negatieve zin. bij veel blanken zou het een compliment zijn voor een vrouw want dat kan nooit dun genoeg zijn, maar let wel : we waren hier bij donkere mensen, en daar zitten soms mensen tussen die altijd naar stokken zoeken om anderen te kunnen beledigen, zelfs als het om iets goeds zou gaan. glas is half leeg of half vol zullen we maar zeggen). Was ik met datzelfde donkere meisje bij iemand anders, ook een donkere, die dikker was dan haar, krijgt ze te horen dat ze veel te dik was en maar eens oefeningen moest gaan doen. Dat is de hypocriete molon bacterie met rollende ogen. Pure dwaasheid. Die mensen maken elkaar gewoon helemaal gek, opdat ze niet tot de gnosis gaan. Zombies die zich dan ook nog met uiterlijkheden gaan bezig houden, terwijl ze geen innerlijke substantie hebben, en daardoor verdwaasd zijn. Op de computer noemen we dat screen resolution, dat sommige computers zijn afgestemd waarop je alles dik ziet, en op andere computers zie je alles dun, en dat geeft op virtual reality hetzelfde effect, dat mensen elkaars avatars op deze voorgeprogrammeerde persoonlijke instellingen gaan lopen afkraken. Totaal zot en misleidend. Dit zijn echt mensen die daadwerkelijk met pensioen zijn gegaan en niets anders meer te doen hebben. Ik zeg het nogmaals : Dit zijn gepensioneerden, lieve mensen. Trap er niet in. Alleen de gnosis kan je vertellen wie of wat je bent. Bij de molon bacterie is het altijd te dik of te dun, te donker, te dit, te dat, maar dan zou hij zijn eigen computer eens onder handen moeten nemen, zijn screen resolutie, zijn kleur instellingen etc., alhoewel de molon bacterie gewoon liegt. Het zijn allemaal verhaaltjes. Hij is gepensioeneerd en renteniert nu. Heeft niets anders meer te doen. Volgens David Bowie kreeg Mick Jagger eens te horen van iemand in het publiek : 'Cut your hair !' Volgens Bowie zei Jagger toen iets wat de toekomst zou bepalen : 'And look like you ?' Houd je met de armen bezig, met de gnosis. Allemaal duffe opmerkingen over het uiterlijk van andere westerlingen maken laat juist zien dat je al met pensioen bent gegaan : demente oude opa met zijn stok maakt de hele dag luie opmerkingen over andermans uiterlijk. Het Eeuwig Evangelie, De Nieuwe Handelingen II, 17 37. Gij hebt dan geen idee wat dik of dun is, daar uw ogen verblind zijn. Zoekt dan het oog des Heeren. 38. Want het dikke Gods is dikker dan hetgeen in de wereld is, en het dunne Gods is dunner dan het riet der rivieren. 39. Hij die dan niet met deze dingen rekent, met hem worde niet gerekend. 40. Gij dan die in de Heere zijt bent genaderd tot het dikke Gods door Spricht. 41. Zij dan die hun ogen gebruiken om anderen te misbruiken, de Heere zal uw ogen uitrukken. Hermitaten 28 2. Gij piekert op hoge bergen, opdat de Heere u bespare, zodat u niet groot wordt op de vlaktes van Babylon. Het dikke des heeren dan is dunner dan het dun der mensen. 3. Het dunne des heeren is dan dikker dan het dik der mensen, en dit geheimenis is groot. Gij dan hebt acht gegeven op het woord des heeren, en met zuivere maat gemeten. Ja, gij zijt meters voor zijn aangezicht, en de heere uw God heeft u geheiligd vanaf den beginne. Hoofdstuk 27. de christelijke rolstoel – voor ware gelovigen

Er ligt maar een hele dunne lijn tussen zonde en het goede, wat dus eigenlijk het verschil is tussen het vleselijke en het profetische, waarover wij spraken in het eerste nummer van het profetische info-blad 'de vloedgolf' in 1994, waarin de noodzaak werd besproken dat de kerk profetisch zou worden, en als dat zou gebeuren zou dit ook automatisch uit de kerk wegleiden om tot de hogere kerk te komen, maar in die tijd was het belangrijk dat er profetische kerken zouden komen, en wij hadden er ook één, en toen barstte wel echt de bom, want stortvloeden van de hel werden over ons uitgestort, 'alle hel brak los', omdat de gevestigde orde woest was. We stelden dat er gekozen moest worden tussen profetisch of demonisch. Het profetische zou door het oog van de naald leiden, door de enge poort, want het vleselijke, het menselijke, kon dat niet doen. Profetisch betekent door de gnosis ingegeven, dat je geleid wordt door de hogere kennis, om zo niet in valstrikken terecht te komen. Dit is een school. Profetie is een school, en dan gaat het niet om het raden van de loterij enzo. Ook is het zo dat zij die in de lagere klassen blijven hangen, en dus niet doorleren en lauw worden de hogere klassen zullen aanvallen, en dat is ook gebeurd. Het profetische is namelijk niet te begrijpen door het vleselijke, en het vleselijke zal altijd het profetische aanvallen. Omdat het profetische geheel tegen de gevestigde orde en het zogenaamde 'normale' ingaat, als de dwaasheid van God lijkt het vaak op zonde of zelfs op waanzin. Daarom worden profetische mensen die hoog begaafd zijn vaak ook zwaar vervolgd en hen wordt een hele etikettenreeks opgedrukt. De profetische 'wilden' zijn dus ook een vervolgde minderheid die tegen de massa's ingaan, maar het is een teken dat ze nog leven. Op het hogere profetische pad worden je vrienden ineens je vijanden, want zij willen niet zo ver gaan als jij, en ze roepen je dan terug en beginnen op je te schelden, want je moet zoals hen blijven. De mens wordt door het profetische ook op de proef gesteld, en het profetische moet ook getoetst worden, en dat leer je op de profetische school, wat iets tussen jou en de gnosis is. Er is dus een dunne lijn tussen het profetische en zonde. Hosea moest gaan tot een vrouw van hoererijen als een beeld naar het volk toe, om het volk te overtuigen van zonde, zo van : 'kijk, dit doen jullie.' Gaat ver, hè ? Zo moest Jesaja naakt en barrevoets gaan als een zinnebeeld van wat Assur met de mens zou doen. Gaat ook ver, hè ? Natuurlijk zijn dit verhalen, maar het is een beeld van dat het profetische zo kan gaan. Het kan heel sarcastisch zijn, en heel bedrieglijk, zoals Machiavelli die zijn vijanden om de tuin leidde door te doen alsof hij dood was, en David leidde zijn vijanden om de tuin door te doen alsof hij een gek was. Het profetische is spionage. Ik heb mijn ogen altijd uitgekeken op de profetische school, want het was altijd totaal onvoorspelbaar en onverwachts. Het is niet voor simpele zielen. Stop alsjeblieft met lezen als je simpel wil blijven, want dan is dit niet voor jou. De profetische mens, zoals Hosea, houdt de vleselijke mens dus soms een spiegel voor, zodat het lijkt alsof de profetische mens 'zondigt', terwijl hij juist de zonde ontmaskert. De profetische mens moet soms rondlopen met een masker. Bij de indianen is dat heel normaal, dat zijn de heilige dwazen, die alles achterstevoren doen om mensen te laten nadenken. Het zijn komedianten. Ze doen alles tegendraads. Ze infiltreren ook. Maskertje op, maskertje af. Het zijn kameleonen. De profetische mens geeft voortdurend tekenen, zoals Hosea door de namen van zijn kinderen de straf aankondigt over de zonde van het volk, waar hij zelf ook deel aan lijkt te hebben, maar het niet daadwerkelijk heeft, omdat hij een opdracht heeft. Het is iets zinnebeeldigs. Daarom moet de mens voorzichtig zijn in het oordelen van profetische mensen, want die leven door een hogere intelligentie. Die gaan en staan waar het bloed niet kan gaan. Die komen overal. Ze spelen het spelletje soms gewoon mee, zijn niet voor een gat te vangen. Je kunt ze niet in een doosje stoppen. Als je denkt dat je ze bedonderd hebt, dan hebben zij jou al bedonderd. Het zijn meester toneelspelers. Profetische mensen zijn al dood en liggen al op het kerkhof, maar hun zielen zijn terug gestuurd met een code waarvan ze niet kunnen en mogen afwijken, anders zouden ze opgeblazen worden.

Wat voor de kortzichtige kerk zonde is, zoals in de dagen van Hosea, is geen zonde voor de gnosis. Het doel heiligt de middelen. Waarom doet iemand iets, daar gaat het om, niet wat iemand doet op zich. Het gaat om het motief, het doel. Twee mensen kunnen dus ogenschijnlijk hetzelfde doen, terwijl de ene het doet voor de zonde, en de ander het profetisch doet voor een doel. Oordelen, de mens kan niet oordelen, en moet het eerst loslaten. De mens is te kortzichtig om te kunnen oordelen, helemaal als het ook nog eens voor geld is, voor steekpenningen dus. Alleen het profetische kan oordelen, maar het profetische is zeer gevaarlijk. Aan het begin van mijn profetische loopbaan kreeg ik dat al te horen : geesten van valsheid liggen op de loer. Eerst moet de mens leren toetsen, maar er zijn ook zoveel geesten van vals toetsen, en daarom moet ook het toetsen getoetst worden, en moet je ervoor naar een toets school. Het is een vakkundigheid niet minder gevaarlijk en ingewikkeld dan rakettechniek. Profetische mensen zijn al dood en liggen al op het kerkhof dus, en hun zielen zijn teruggestuurd met een code waarvan ze niet kunnen afwijken. Ze komen onder hoge voltage die hen weer terugduwt mochten ze teveel naar links dreigen te gaan, of teveel naar rechts, teveel naar voren of teveel naar achteren, te snel of te langzaam. Over dat profetische niveau spreek ik. Dan ben je een cyborg. Met minder moet je geen genoegen nemen. Alleen een hemelgestuurde cyborg komt door deze waanzinnig ingewikkelde en absurde mijnenvelden heen, alleen computerbestuurde hemelpiloten. Voortdurend krijg je optaters van hoge voltages zodat je geen kant opkan, en dat is je beveiliging. Dat het profetische dus altijd vakkundig demonologisch moet zijn mag duidelijk zijn. Het gaat erom hier hoog in opgeleid te worden, anders is het een verloren zaak en wordt je bedrogen door demonen. Matthew Henry stelt in zijn commentaar op Numeri dat de telling van de strijders symbolisch is. Mensen met hoge leeftijd werden niet geteld. Zij die zich gedragen alsof ze met pensioen zijn gegaan zijn geen strijders. Ook blinden werden niet meegeteld, wat dus over profetische blindheid gaat, dus mensen die alles naar het vlees bezien, en niet naar het profetische, en dus zo ook geen strijders kunnen zijn. De telling moest volgens MH plaatsvinden, opdat de strijders hun stempel zouden drukken in de geschiedenis, hun sporen zouden nalaten. De buitenwereld had een vals etiket gemaakt, maar zij moesten daarom ook een etiket maken, een profetisch etiket. Ga dus niet zomaar geruisloos door het leven, maar laat een spoor na zodat anderen kunnen volgen, en zodat de vijand door dit spoor ook buitengesloten kan worden. Jezus sprak dat er na hem nog iets groters zou komen en dat er grotere werken gedaan zouden worden. Hij had het over de gnosis waar hij op wees, dat dat de ware sleutel tot het leven was, maar dat de kerkleiders deze hadden achtergehouden. Het waren meer godsdienstleiders in die tijd, en later kwamen de echte geloofsleiders die vies waren van werken, want het ging allemaal om geloof en genade, lekker met pensioen gaan. Het is de opa en oma cultus, lekker met de luie stok anderen de zak geven. Lekker vanuit de luie stoel de hele godganse dag over uiterlijkheden en vormen praten en anderen bekritiseren, en dan de hele luie dag vanachter de geraniums lekker lopen zappen met de afstandbediening door alle christelijke channels. Zij weten het beter, en alles is al volbracht. Over demonen mag niet gesproken worden, maar als het moet dan zijn zij er als de kippen bij om anderen te demonizeren, zij die anders denken dan zij. Lekker vanuit de luie stoel, met de luie stok. Hun benen hebben ze verkocht aan de afgoden van genade en geloof, en zo rijden ze in hun rolstoeltje overal naartoe. De christelijke rolstoel, voor iedere ware gelovige. Snel lekker hup met pensioen gaan. De duivel bestaat niet meer, die is al verslagen door Jezus, dus er mag ook niet meer over demonen gesproken worden eigenlijk. Nee, dan zouden ze namelijk zichzelf ontmaskeren. Daarom worden ze overstuur als het over de grotere werken dan Jezus gaat, terwijl het letterlijk in hun bijbeltje staat. Ze aanbidden hun christelijke rolstoel, hun gouden kalf, waarmee ze vrolijk overal naartoe rijden, bestuurd vanuit hun kerk. Er zit een knopje op. Kunnen ze soms ook uitzetten. In het boek Numeri worden zij niet meegeteld, want zij strijden niet meer, maar wanen de hele dag door, aan de christelijke drugs. Religie is de opium van het volk. Maar de oorlog gaat door, en wij zijn in lijdvaardige en strijdvaardige verwachting van de gnosis die zal wederkomen. Ook Jezus was

in die verwachting. Hij wees op iets anders. Bij Jezus stopt het dus niet, en dat was ook nooit het onderwijs van Jezus alsof het daar zou stoppen. De sleutel van de kennis, de gnosis, daar ging het uiteindelijk om in de grondteksten, en dat was wat Jezus verwachtte, en wat de mens zou moeten verwachten. Dat is niet zomaar de uitstorting van de heilige geest, want pneuma betekent ook kennisvervuld, dus het is het geestelijke verbonden met de kennis, niet zomaar het vage spirituele en new age wat ten onder gaat in het spijbelen en ook allerlei snelle pensioenfondsen etc. Ruh is het woord voor geest in het Aramees, in de grondtekst, en rwh, rw, wat van het Egyptische rw komt, Ra, en wat richting betekent. Over Egypte gesproken : Als we kijken naar het Hebreeuwse woord voor profeet, nabi, navi, wat komt van het Egyptische nefu, wat zeevaarders zijn, of riviervaarders, en van nubiu, wat de zwemmers zijn over de rivier van het dodenrijk, de onderwereld, de tuat, zij die dus aan zichzelf gestorven zijn, van het woord nubi, zwemmen, zeevaren. Dit leidt helemaal terug tot de voortijdse Job, Jove, die Nob, of Noph werd genoemd, de gekruisigde in de wildernis. Het oudere, voortijdse boek van Job, oftewel Nob, begint met een overstroming. En Nob moest op zijn bootje dieper de wildernis in. Het heeft ook verbindingen met het Noach verhaal. In de Egyptische context was het zo dat de mens over allerlei rivieren in de onderwereld moest zwemmen om zo tot profetische kennis te komen. Dat is ook waar de godin Nephthys weer aan verbonden is, die ook het woordje navi (hebreeuws) en nefu (egyptisch) in zich draagt, als Nefu-thys, als zij die de rivieren van de onderwereld heeft overgezwommen, tot de dieptes is gegaan, of zij die uit de diepte van de onderwereld kwam, en zij trok ook Ra tot deze dieptes. Het profetische is dus ook het leren werken met het Nephthys medicijn. Hoofdstuk 28. de misdaad regeert Wat is macht ? Dat is ook weer zoiets. Macht kan als een drug zijn. Soms heeft de mens liever macht dan het kruis. Macht kan ook weer het vervroegd met pensioen gaan zijn, anderen voor je laten werken, slavenmeester zijn. Misschien ken je ze wel, de volwassenen, dronken van macht, vervroegd met pensioen gegaan. De demonologie kennen ze niet, profetie kennen ze niet, en zo starten ze hun bedrijfjes om macht uit te voeren over anderen met hun medicijnen en recht, enz. Het is voor hen een drug om anderen de vernietiging in te helpen. Dan voelen ze zich beter over zichzelf, want dan hoeven zij niet. Neen. Want zij zijn met pensioen gegaan. Die hele zwaarwichtige, zelfbelangrijke stemmen, heiliger dan de paus, zijn overal, die volwassen stemmen. Je wordt er moe van. Het is één groot machtsspel van alzheimer patienten. Ze slaan elkaar de hersenen in met hun apparaten, hun gehele alzheimer arsenaal. Ze komen op hun rolstoelen op je af als je je niet aan hen onderwerpt, of ze geven je gewoon de koude douche, negeren je dood voor de rest van je leven. De zaken zijn immers gedaan. Ze hoeven zichzelf niet te herhalen denken ze. Tijd met hen is duur, veel te duur. Hun woorden zijn goud met diamanten randjes. Die verspillen ze niet zomaar aan jou. Kom maar op hun niveau, dan willen ze wel met je praten. Kom maar met een rolstoel van hun merk, een gehoorapparaat van hun merk, een blindengeleide haai van hun merk enzovoorts. Kom niet aanzetten met een tas van de concurrent, want dan raken ze in paniek. Het zijn hele debiele en labiele mensen. Het zijn autisten op troontjes met een asperge syndroom. Het zijn sociopaten, totaal contactgestoord. Ze zijn met pensioen gegaan. Ze leggen niets uit. Hun wil is

wet. Daar hebben ze ook geen argumenten voor, maar die verzinnen ze gewoon als het echt moet. Liegen en bedriegen is hun vak, van alzheimer tot alzheimer. De stem van macht, het is een clown in een rolstoel, die nogal is opgehypt tot een rolce royce of ferrari, en die zou wel even over jouw leven bepalen door wat knopjes in te drukken op dat onding. Hevig gieren, lachen en brullen als ze weer een mens met hun knopjes de vernieling in hebben gebracht, want ze weten dat het een domino spel is. Ook de families van die vernielde mensen gaan er zo aan, wat de lol alleen maar groter maakt. Wie houdt er nu niet domino effecten ? Maar is het niet om te kotsen ? Het went nooit. Want dit is pure misdaad. Zij die met pensioen gaan in het demonologische profetische van de gnosis worden automatisch lid van een criminele organisatie. Het is misdaad, lieve mensen. De misdaad regeert. De misdaad heeft de macht gegrepen. Deze mensen worden snel oud. Ze komen en gaan weer, maar ze slaan eeuwige wonden. Je komt door dit soort types helemaal vast te zitten in de tijd. Ze komen om hun misdaad te verrichten en zijn dan weer weg. Ze hebben zichzelf geheel ingedekt. De medische misdaad heeft ervoor gezorgd dat het legaal is, en dat terwijl naar demonologisch profetische maatstaven van de gnosis het zwaar illegaal is. Waarom doet de gnosis dan niks ? Waarom, waarom ? Al die ellende op aarde. Al die misselijk makende figuren om je heen die een groot spel spelen, die met pensioen zijn gegaan. Denken ze dat ze na hun paar jaar tellende opleiding er zijn. Het demonologische profetische van de gnosis gaat nooit met pensioen, nooit. Er is teveel werk te doen, teveel om te leren. Maar waarom doet de gnosis dan niks ? Waarom regeert de misdaad, en niet de gnosis ? Waarom is de gnosis nog niet teruggekomen om deze mafkezen een lesje te leren ? Je kan bidden en studeren en mediteren tot je een ons weegt, en ze gaan gewoon door, en vaak wordt het alleen maar erger lijkt het wel soms. Het kan je soms erg boos maken, of erg verdrietig, misschien wel depressief of nog erger. Zo was dat wel in mijn leven. Ik ken alle gaten en hoeken van deze worsteling, deze strijd. Maar de gnosis laat een dieper pad zien : het smalle pad door de enge poort, het pad van het kruis. De gnosis laat het kruis zien. Daar gaat het om, want die weg gaat dieper, en op die weg ga je niet met pensioen. Als het kruis er niet zou zijn, dan zou je automatisch met pensioen gaan en dan was je verkocht. Het kruis is de reden waarom velen dan maar liever opa en oma willen spelen, verwennen van de kleinkinderen, heerlijk genieten van het leven op de oude dag. Bla bla blaaaaa. Ik wil daar niet bijhoren, dat heb ik nooit gewild. Waar is dan je hart, je empathie, je strijdlust ? De mens moet ontwaken en niet in slaap dutten. Ik roep : Vecht ! Ik roep : Oorlog ! Deze wereld wil ik niet, want het gaat recht tegen de gnosis in. Met hun zwaarwichtige stemmen, oh ze zijn zo belangrijk, lekker belangrijk doen, met hun loodzware stemmen als zwarte giftige stalen smoordekens, hun gepensioneerde rolstoel stemmen. Lekker bassen als gepensioneerde man, lekker hoog van de toren blazen, algemeen beschaafd nederlands praten. En hun vrouwen kunnen er ook wat van. Ik roep : Vecht ! Ik roep : Oorlog ! Laat je niet met dit tuig in. Koop geen rolstoelen van hen. Er worden rolstoelen uitgedeeld in de kerk, op de wielen van geloof en genade. Makkelijk praten. Vroeg met pensioen gaan. Waarom nog studeren en groeien ? We hebben immers geloof en genade. Matthew Henry stelde in zijn commentaar op Genesis dat het scheppingsverhaal symbolisch wees op de herschepping van de mens, die eerst woest en ledig was. De mens moet niet ijlen, stelt MH, maar wedergeboren worden, een nieuwe schepping, want alle schoonheid is immers alleen in God en alleen in God te genieten. Er is geen ware schoonheid buiten God om. We kunnen stellen dat de enige schoonheid de gnosis is, oftewel de diepte. Alleen de diepte kan waarlijk verzadigen. De valse schoonheid is de oppervlakkige smetvrees. 'Ha ! Het is schoon !' wordt er dan geroepen als het goud der dwazen is gevonden. Nee, het vuil is slechts afgedekt. Er is een bedrieglijk gepensioneerd laagje overheen gegaan, de rolstoel is er bij gekomen, de oren zijn gedoofd, en blindheid is gekomen. Het zijn de oh-wij-zijn-zo-schoon zombies.

MH wijst hierbij op Jeremia 4 : 23 – Ik zag de aarde, en zie, zij was woest en ledig; ik zag naar de hemel, en zijn licht was er niet. Het hele stuk is vermeldenswaardig van Jeremia 4: 22 Want onverstandig is mijn volk, Mij kennen zij niet; dwaze kinderen zijn het, en inzicht hebben zij niet; wijs zijn zij om kwaad te doen, maar van goed doen weten zij niet. 23 Ik zag de aarde, en zie, zij was woest en ledig; ik zag naar de hemel, en zijn licht was er niet. 24 Ik zag de bergen, en zie, zij beefden, en alle heuvelen schudden. 25 Ik zag, en zie, er was geen mens, en al het gevogelte des hemels was weggevlogen. 26 Ik zag, en zie, de gaarde was woestijn, en al zijn steden waren in puin gestort, voor de Here, voor zijn brandende toorn. Ook Jermia sprak over het pre-existentialisme, dat de ware schepping er nog niet was, en dat de ware mens er ook nog niet was. MH legt ook een verband met Ezechiël's dal van dorre doodsbeenderen (Ez. 37). Hij wijst dan op Psalmen en Job waarin het scheppingswerk wordt verricht. Hij stelt dat de schepping pas daadwerkelijk begint daar waar er kruispunten zijn tussen de hemel en de aarde, tussen de hemel en de mens. We zouden kunnen stellen dat dit de kruispunten van de gnosis zijn, als wedergeboorte en ontwaking. Bij de schepping van dag en nacht stelt MH dat God de Heer is van de tijd, en dat zal zijn totdat dag en nacht tot hun einde zijn gekomen en de stroom des tijds verzwolgen wordt in de oceaan van de eeuwigheid. De ware schepping gaat dus door het kruis, stelt MH. De mens wordt gemaakt vanuit de aarde, vanuit de diepte. De mens werd in de natuur geplaatst, stelt MH, en de natuur was versierd door de natuur, niet door kunst, niet door gebouwen. De mens moet helemaal niet trots zijn op zijn hoge gebouwen, want zo was het oorspronkelijk niet. De mens was in de natuur. De staat van onschuld was de mens in de natuur, en nu is de mens schuldig en niet meer in de natuur. MH stelt dat de huizen gelijktijdig kwamen met de kleren, en zo ook gelijktijdig met de zonde. En dat terwijl het dak van Adam's huis gewoon de hemel was. En de aarde was zijn vloer. De mens is dus bedonderd, stelt MH. De eerste mens had als afzondering de schaduw van de bomen. MH roept de mens op terug te keren tot deze soberheid en zich niet over te geven aan de kunstmatige verlustigingen, opdat de mens zo terug kan keren tot onschuld. Hij stelde dat de kunstmatige verlustigingen waren uitgevonden om de hoogmoed en de weelde van de mens te strelen. De natuur is met weinig tevreden, maar de hebberigheid van de mens is met niets tevreden. Zoals het nu is is ten gevolge van de zondeval en de zondvloed, stelt MH. De eersten zullen de laatsten zijn, de laatsten de eersten, daar werd ik vandaag mee wakker. MH stelde dat omdat van alle schepselen Adam als laatste werd geschapen omdat hij het uitnemendste was, zo is Eva nog wel uitnemender, omdat zij na Adam werd geschapen. MH stelt op basis van I Korinte 11:7 dat de vrouw de heerlijkheid is van de man, als de hoofdtooi. MH stelt dat de man van verfijnde stof was, maar dat de stof van de vrouw dubbel verfijnd was, een graad verder van de aarde. Hij stelt dat Eva uit Adam's zijde werd geschapen opdat ze gelijk zouden zijn, niet vanuit zijn hoofd om over hem te heersen, of vanuit zijn voeten om door hem vertreden te worden. MH maakt de verbinding met Jezus aan het kruis, de tweede Adam, die ook in zijn zijde werd gestoken, waardoor bloed en water voortkwam, waaruit de kerk voortkwam, de bruid. Alleen door het kruis komt de mens tot de bruid, zijn hogere zelf, de gnosis.

Hoofdstuk 29. het belang van 1953 Vannacht droomde ik over het belang van 1953 : 1. de dood van Jozef Stalin 2. scheuring binnen de gereformeerde gemeente 3. de watersnoodramp Ik droomde van een bacterie genaamd hamnam, een hysterische kip die overal razendsnel haar eieren legde en het volk niet wilde laten gaan in de exodus, maar dat 1953 de mens tegemoet kwam in de vorm van een raaf die haar kinderen verzamelde, als de gnosis die boven de woeste zee zweefde. Dit was een hoger verbond tussen mens en gnosis, om de valse banden tussen mens en kerk af te breken, want de mens was onder hypnose, onder mk ultra mind control. Hamnam is de overmatige verslaving aan de Jezus afgod, die gelijk oploopt met de vlees verslaving. Daarvoor hoef je niet eens letterlijk in Jezus te geloven. Atheisten kunnen ook een vlees verslaving hebben, oftewel een verslaving aan een zondebok die alles voor je draagt en alles voor je regelt, waaraan ze ziekelijk afhankelijk zijn. Dat kan van alles zijn, iemand in de familie, iemand op het werk en ga zo maar door. Het moet in de juiste context komen en in de juiste mate. De dictatuur en het narcisme van Jozef Stalin moet afsterven. Kijk wat ze in de kerk doen : ze eten het vlees van Jezus, wat puur kannibalisme is. Het is een beeld van de vlees industrie. Het is een parasiet. Jezus wees op de gnosis, op de sleutel der kennis (Lukas 11), en op de volle waarheid die na hem zou komen (Johannes 16) en er zou iets groters komen dan Jezus, grotere werken (Johannes 14). Het staat letterlijk in hun bijbel, maar de kerk blijft Jezus overmatig verafgoden. Ja, Jezus kan metaforisch gebruikt worden in de juiste context, en je kan Jezus volgen, het pad van Jezus, het pad van het Kruis, maar het kan ook zo verletterlijkt en gematerialiseerd worden dat je langs de boodschap van Jezus voorbij vliegt en dat het tot een stuk vlees wordt. En dan heb je een vlees verslaving, hoe je het ook wendt of keert. Dan ben je een kannibaal, en dat kan heel subtiel gaan, want deze dingen kunnen door elke religie of ideologie werken, zelfs door het atheisme, dus het gaat om het hart. De mens moet de gnosis ontvangen, de volle waarheid en stoppen met kerkelijke Jezus spelletjes te spelen. De orthodoxe kerk moet scheuren en Jozef Stalin moet sterven, opdat er plaats komt voor de gnosis. 1953 moet komen. Ik wacht, Ik wacht op de gnosis, Ik volg het pad van de gnosis, Ik wordt de gnosis, Want de wereld zal vergaan, Een nieuwe wereld zal er zijn, Alles door een tijdelijke sluier, Het glijdt af, Opdat het verbond met de gnosis zichtbaar wordt

Hoofdstuk 30. 1991-2001 – Joegoslavië in oorlog Geen democratie, geen bureaucratie, allemaal veel te gevaarlijk, maar : een profeto-demonologocratie of gnosocratie. 1953 was het einde van de Koreaanse oorlog, wat niet betekende dat de Noord-Koreaanse dictatuur was gevallen, maar symbolisch gezien was het wel de opening van de mond. De mens had weer godsdienstvrijheid en vrijheid van meningsuiting. Dat kon niet door een kortzichtig politiek apparaat beslist worden zoals hier in Nederland, wat ook een Noord-Koreaanse dictatuur heeft in de vorm van de psychiatrie en de tandheerskunde om de monden te beheersen. Er is geen godsdienstvrijheid in Nederland en ook geen vrijheid van meningsuiting. Laat je niet voor de gek houden. Psychiatrie en tandheerskunde zijn twee hysterische alarms die alles in de gaten houden. Maar 1953 is een symbolisch jaar van het einde van deze tirannie : de dood van Stalin, de scheuring binnen het calvinisme, de doorbraak van de dijken en het einde van de Koreaanse oorlog. 1953 is niet zomaar een jaartal wat voorbij is. 1953 leeft. Het is een dynamiek van de gnosis. De ravin die boven de steden vliegt op zoek naar haar kinderen. In 1953 ben je bovenop de puinhopen gekomen, heb je weer oog op de wildernis. De stad is ingestort, verwoest, en nu heb je weer zicht en wacht je op de ravin zoals Elia in de wildernis. Waar is het overblijfsel ? Wie is er nog over ? De ravin draagt hen met zich. Vandaag de dag heeft men een bacteriologisch vuilnis probleem, want omdat de demonologie ontbreekt, en men alleen gericht is op democratie, het recht van de meerderheid, blijft het vuilnis zich ophopen en wordt niet verwerkt. Dit geeft verschrikkelijke complicaties van bacteriën die zich zo overmatig vermenigvuldigen waardoor alles uit balans raakt. Met vlees eten is het zo dat het lichaam er niet op gebouwd is deze vleesvetten te verwerken, en er komt telkens meer bij, aan de lopende band, en dit gaat om het hart en de organen drijven, niet alleen om mensen overmatig vet te maken, maar ook om de organen te verstoren en levensbedreigende situaties te brengen. Het vuilnis wordt niet verwerkt, blijft in de stad, en valt de mensen aan. De vijand is zo binnen de muren gekomen en blijft daar. Dan krijg je de verschijning van vrouwen die zichzelf 'mooi' wanen, muizenvrouwen, de manier waarop ze henzelf bewegen, de manier waarop ze hun lippen bewegen, koket, oftewel ijdel, schoon, want ze hebben zich niet vies gemaakt, vol van smetvrees, panische smetvrees waarvan ze in een shock zijn, ondemonologisch, paranoïde naar de demonologie toe, vies van de demonologie. Oh ze zijn zo mooi, keurig en schoon, maar de realiteit is dat ze vol zitten met stinkende vuilnis, omdat ze de demonologie hebben veracht. 'Mooi' is één van de vele vormen van het Egyptische woord 'ma' wat waarheid betekent, kennis, oftewel gnosis, grensgevoeligheid. Maar ze zijn juist vies van kennis en hebben hun eigen anti-kennis tot kennis verheven. Het zijn muizenvolkeren. Ze blijven binnen de grenzen van de stad. Ze zullen niet buiten komen, niet tot de wildernis, de natuur gaan. Nee, want dat is vies en onschoon. Ze spreken 'proogs' en 'hoog proogs', de talen van afwimpelende ijdeltuiten die strijden tegen de demonologie. In de geestelijke wereld is het daarom een rotzooi. Kom niet in zulke steden, want je kunt er niet ademhalen. Het vuilnis stapelt zich op omdat ze de demonologie niet willen. De vuilnis stapelt maar

op, zodat het vuilnissteden zijn geworden. We spreken dus van een vuilnis-dystopie waarin de tandartsen het vuilnis zelfs proberen op te slaan in de monden van de mens. De mens wordt zo zelf tot een levende vuilnisbelt, ook door de vlees industrie waardoor hetzelfde gebeurt : het vuilnis blijft zich maar opstapelen, blijft zo zich vermenigvuldigen en parasieten aantrekken. Wat willen ze bouwen ? De breinen van de mens smelten helemaal weg onder deze druk, vervormen helemaal door het afval gif en dementeren vroeg. Muizenvolkeren zijn het. Kijk hoe snel ze alles kunnen, hoe kundig ze de blokfluit spelen, maar het zijn slechts dansende parasieten in hun breinen. De medische industrie schenkt visioenen van valse gezondheid, maar ze zijn op sterven na de dood. Ze zijn aan het ijlen door alle vuilnis. IJlen op de vuilnisbelten, want de demonologie willen ze niet. Daarom komt 1953 de mens tegemoet, tot het overblijfsel, die zich een weg hebben gebaand door deze puinhopen heen. De wildernis is weer in zicht. De ravin verzamelt haar kinderen. Er is leven na de vuilnisvloed. Buitenaardse volkeren willen hun vuilnis kwijt maar niet door het kruis en de demonologie, dus zo dumpen ze het bij de domme aardlingen. Dit gaat door de vlees industrie en door de medische industrie en de verdere voedsel industrie, allemaal codes. Buitenaardsen weten heel goed hoe hun vuilnis op te slaan in de domme aardlingen. Daar staat de aarde om bekend : er woont daar dom op dom, heel makkelijk prooi voor de sluwe buitenaardsen, en zo kunnen bacteriën voortplanten. Wat willen ze ? Muizenbacteriën, de waan van alles snel snel, terwijl ze al dood zijn, en de waan van alles schoon schoon, terwijl het een leugen is. Spiegeltje spiegeltje aan de wand. Wat willen ze ? Waar is het hen om te doen ? Ze wanen zichzelf alwetend, alle kennis hebben zij, en zij zijn zo professioneel en deskundig, oh zo belangrijk. Zij zijn wel als de roos die op de vuilnisbelten groeit, als een vuilnisroos. En maar door blijven wanen, want de demonologie willen ze niet. Nee, dat is allemaal teveel werk. Ze hebben liever het grote bedrog. Snel is de mode, snelle communicatie, mobieltje altijd bij de hand, hart in je hand. De bacteriën zijn er maar druk mee, en maar vuilnis verschepen. Hun eieren leggen ze overal. Wat bouwen ze, wat willen ze ? Iedereen willen ze onderwerpen aan hun droom. Zoveel vuilnis, ze handelen erin. Wie kan de ander het best bedriegen, dat is het spel wat ze spelen. De demonologie willen ze niet, dus doen ze het op andere manieren. Wat bouwen ze, wat kweken ze ? Waar gaat het naartoe ? Alles moet maar lawaaiierig, want de stem van de gnosis, van de demonologie willen ze doven, de stem van het geweten. Luisteren willen ze niet. Stads lawaai is hun vreugde. Ze brouwen een alcohol, een drugs voor de doden. Ben je gestikt op de vuilnisbelt, in je krottenwijk, geen probleem. Zij hijsen je wel op. Minder denken, meer drinken. Niet toetsen en onderzoeken, maar alles wegdrinken. Vuilnis en alcohol. Hup de rolstoel in, voortijdig met pensioen, maar met een flinke vuilnisneut kun je tot het paradijs gaan. Vuilnis is hun drugs. Ze verkopen het graag. Zij zijn de vuilnisroosjes, dealers in vuilnisdrugs. Hoe erger de vuilnis, hoe beter, en dan maar lozen. Geen demonologie, maar plezier en pensioenfondsen. Vuilnis helpt hen graag om zeep. Het is hun verzekering, hun paradijs. Daar sjokken ze door de stad met hun joint half uit hun bek hangende. Vuilnis is hun god. Maar demonologie is vies in hun ogen. Vuilnis is hun schoonheid. Oh, wat ben je mooi. Oh, wat ben je goed schoon. Je huid helemaal van je lichaam geschraapt. Gehakt voor de slager. Gevild door het vuil. Ze spreken Proogs en hoog Proogs. De schoonmaakmiddelen klotsen door hun mond. Maar het is gevaarlijk buitenaards vuilnis. Kiezen mogen dood. Ja, dat mag wel, want de tandarts heeft het gezegd en die is god. Die heeft er voor gestudeerd, dus die zal het wel weten. Goedgelovige muizen. Vuilnisroosjes. Lekker aan de drugs. Lekker voortijdig met pensioen, met rooskleurige oma visioentjes op het toilet stinkt het al een stuk minder. Je bek is door de tandarts tot een muizentoilet gemaakt, waar de parasieten heerlijk in krioelen, maar de tandarts zal het wel weten. Vullingen worden dekseltjes genoemd. Nu hebben de vuilnisbakken ook dekseltjes. Goed voor de vuilnis dystopie. Vergeet de kernoorlogen maar. Dit zijn vuilnis oorlogen. Wie dumpt z'n vuilnis bij wie. Zware gepensioneerde rolstoel stemmen in het parlement houden de mensen onder hypnose, goedgelovig als ze zijn. Zware verdovende toilet verfrissers bij oma thuis. De vuilnis spreekt.

Iedereen moet zich stil houden en luisteren, anders kop eraf. Het leger is hier met pensioen gegaan. Allemaal op hoge hakken. Rolstoelen op een rij, maar het deert niet. Zij hebben immers paradijselijke drugs. Waar gaat het heen ? Ergens knapt het zaakje af. Het is 1953. Waar de ravin vliegt, op zoek naar land na de zondvloed. Stalin is dood, zeggen de kranten, de Koreaanse oorlog is beeindigd, en het calvinisme is door een scheuring gegaan. De zee is gesplitst. Het volk kan nu de wildernis ingaan. Maar wie volgt ? Wie is er nog overgebleven ? Waar is er nog een kloppend hart ? Het laffe hart heeft het in ieder geval niet overleefd. 1953, de dijken breken door. Zeeland, de mond van Nederland, werd opengebroken. Het overblijfsel was op de top van de vuilnisberg gekomen om door de 1953 ravin opgenomen te worden. Zo hadden ze een overzicht over zowel de vuilnis gebieden als de wildernis. En toen zagen ze dit : de grote vuilnis oorlog, 1955-1975, de vietnam oorlog, als onderdeel en zij-effect van de koude oorlog. De strijd tussen het westen en het communisme was hoog opgelopen. Vietnam was als de vuilnis die Rusland en Amerika als pionnen tegen elkaar gebruikten in een vuilnis oorlog. Waar moesten ze naartoe met al hun vuilnis ? De demonologie wilden ze niet. Zovelen werden geofferd aan deze Moloch. Kinderen werden al jong op transport gezet om te vechten in Vietnam. Vuilnis tegen vuilnis. Het communisme nam daar over, het grote schakelende systeem, en kinderen gingen weer dood of invalide terug. Toen waren er nieuwe vuilnis oorlogen, de Joegoslavische oorlogen in de 90-er jaren (1991-2001), die onafhankelijkheids oorlogen waren. De mens wil loskomen van de vuilnis die anderen door hun mik heen proberen te werken, maar de bezetter geeft niet zomaar op, en dan is er oorlog. Zo is dat ook met de tandarts die veelal waant dat hij heerst over de mond van iemand anders en dat iemand anders niets over zijn eigen mond te zeggen heeft. Het zijn tandkolonisten die de monden bezet houden om hun vuilnis daar te kunnen dumpen, legaal, en denk aan ouders die hun kinderen verplicht lijken voeren, en aan mensen die van de vlees industrie, wat ook een vuilnis industrie is, af proberen te komen maar merken dat hun lichaam protesteert, en dat er dus zo een onafhankelijkheids oorlog moet plaatsvinden, oftewel een Joegoslavische oorlog. Deze oorlog is dus nog niet voorbij, lieve mensen. De Joegoslavische oorlog is nog maar net begonnen. Dit is dus weer een strijd tegen het Noord Koreaanse machts syndroom, van vuilnis dwang. De mens mag niet spreken. De mens heeft geen godsdienstvrijheid en geen vrijheid van meningsuiting. Daarom heeft de mens 1953 nodig. 1953 is het grote ravinnen medicijn. We zitten nog steeds in deze oorlogen. Elke dag en nacht vechten we nog steeds de Vietnam oorlog en de Joegoslavische oorlogen. Maar 1953 komt ons tegemoet, als een ravin boven zee. Verwacht haar. Sluit geen compromissen. De opgehoopte vuilnis heeft de mens oud gemaakt. Door de profeto-demonologocratie kan de mens weer terugkeren tot het kind zijn. Alleen kinderen kunnen van deze vuilnisbelten ontsnappen. Ja, er kwam uiteindelijk onafhankelijkheid, en je kan een kind uit de Joegoslavische oorlog weghalen, maar hoe haal je de Joegoslavische oorlog uit een kind ? Het is een trauma wat alles verwoest, alles wegvreet. Misschien ken je dat soort oorlogen voor onafhankelijkheid wel in je eigen leven. Als je dan de vrijheid hebt bereikt uiteindelijk wil dat niet zeggen dat je van binnen vrij bent, want het heeft je ziel en je hart verwoest, en de herinnering knaagt door, als een trauma, en zo blijf je in de gedachten doorvechten. Dat komt omdat we er ook nog niet zijn. Het moet ook nog in de diepte gebeuren, en betekenissen moeten bekend worden. Dingen moeten op z'n plaats vallen. Iedereen heeft wel zulke Joegoslavische oorlogen in zijn leven of gehad, dat je als een slaaf ergens van probeert te ontsnappen, maar dat het op je blijft jagen, vandaar : Joego-slavië, de jacht op de slaven. Heel diep is dit ook weer de vijfde wet van Calvijn dat je eigenlijk nergens aan kunt ontkomen, maar het alleen maar kunt verdiepen. Het is de vloek van de onontkoombaarheid. Het was oorspronkelijk een beeld van de gnosis die op de mens jaagt, waaraan de mens niet kan ontkomen. Daarom blijft Joegoslavië voor eeuwig geprint in het brein van de mens. We kunnen niet

ontkomen aan de dingen die onontkoombaar zijn. De mens heeft een kruis te dragen niet zonder reden. Het kruis is uiteindelijk wat de mens tot de eeuwigheid brengt, en zij die het kruis verwerpen zullen daardoor sterven. Neem daarom je kruis op, en wees lijdvaardig, maar ook strijdvaardig. Kruis en demonologie gaan met elkaar samen. Vertikaal gezien kunnen wij niet onafhankelijk zijn, want we zijn altijd afhankelijk van de gnosis, maar horizontaal kunnen wij onafhankelijk zijn. Het is daarom heel dubbel. Blijf daarom lijden en strijden, niet alleen maar lijden, en niet alleen maar strijden, maar beiden. Dat is wat het overblijfsel is. Wees hierin creatief als een kind, en ga niet met pensioen. Hoofdstuk 31. het dodelijke labyrint van de 70-er jaren En de nazi's zagen de mens als vuilnis, zoals het medische systeem ook de mens als vuilnis ziet. Als je voor je gezondheid moet betalen en anderen bepalen over je lichaam, dan weet je precies hoe laat het is. Dan hoor je : Heil Mengele. Verzamelwoede kan flink uit de hand lopen. Je kan denken dat je de verzameling compleet wil hebben, terwijl je misschien een hoger ontbrekend stukje uit het oog verliest, iets dieper geestelijks. Verzamelwoede kan uitlopen op smetvrees en Pietje preciesheid. Als psychiaters vanuit hun geroddel en hun vooroordelen een overmoedig, ondoordacht etiket op iemand plakken zonder dit te hebben onderzocht, dan zetten ze een prijs op iemand z'n hoofd. Het zijn trofee-jagers, premiejagers, koppensnellers, voor hun verzameling. Alles snel snel. Ze willen hun verzameling compleet hebben. In de 70-er jaren werden diepe fundamenten hiervoor gelegd, waardoor we ook in strijd zijn met deze jaren. Psychiatrie, een uit de hand gelopen verzameling, zoals ook de tandheerskunde dit is. Het is het voortijdig met pensioen gaan. Ze hebben lage doelen, geen hoge doelen. Het vleselijke kan en wil het geestelijke niet verstaan. Na een paar jaartjes heel selectief studeren vanuit een boekje zetten ze hun praktijk op. Dan zijn ze uitgeleerd, met pensioen gegaan, en gaan lekker verzamelen, lekker trofee jagen, head hunters. Dan gaan ze paas eieren zoeken. Dan sjokken ze aan de drugs door de straten. Als zombies. Ze nemen je niet serieus. Ze zijn slechts op jacht, aan het verzamelen, door list en bedrog. Ze weten je te vinden. Het is de denk en droom politie die George Orwell al voorspelde. Ze zijn orthodox en verketteren de geestelijken en intellectuelen. Deze mongolen, ze hebben geen onderzoek gedaan in de charismatische beweging en het shamanisme. Als ze iets niet begrijpen gaan direct hun overgevoelige alarmen af en zijn ze hevig op hun teentjes getrapt, om zo direct hun etikettendoos erbij te halen. Nederland moet verlost worden van de ketenen van psychiatrie, de denk en droom politie, van de ketenen van de zeventiger jaren. De psychiatrie haalt de zenuw uit de mens, doodt de zenuw. Empathie mag er niet zijn, creativiteit

vormt een bedreiging voor hen omdat ze zelf creatie-loos zijn. Ze kunnen niet scheppen. Symboliek mag niet, en geestelijk mag niet. Iedereen moet zoals hen zijn, als fletse bureaucraten. Ze zijn de denk en droom politie, zwaar aan de drugs, als de wkb van de tandarts die de kiezen doodmaken zodat er parasieten in kunnen wonen als een vervanging van de zenuwen. Zo kan de dood door de onderwereld heen communiceren. Dat moet allemaal snel, als de mobiele telefoon, wat de lijm is van hun snelle wkb rijk. Het is allemaal dood bot. Er zit geen leven in. Het enige leven is de parasiet. Contact met god, de gnosis, mag niet. Maar contact met de mensen moet. Zo kan de mens het geestelijke niet bereiken. Ze houden elkaar tegen. Daarom kwam de eerste wereldoorlog opzetten. De mens begreep het niet. De mens zocht naar onafhankelijkheid van de grote systemen. Die grote allesbeheersende rijken moesten instorten. De mens zocht naar isolatie. Zo ontstond Joegoslavië, en dat werd later verder onafhankelijk en geisoleerd in de Joegoslavische oorlogen van de 90-er jaren. Oorspronkelijk was dit een geestelijke oorlog, maar het kwam te lomp door, zoals de eerste wereldoorlog. Ten tijde van de eerste wereldoorlog en daarna kwamen de Tarzan boeken opzetten, van de mens in de wildernis. Het oerwoud riep de mens terug, maar het kwam te lomp door. Daarom heb ik ook altijd een haat-liefde gehad naar de Tarzan boeken. Nooit kan de mens geheel loskomen, want de gnosis zit de mens op de hielen. Het komt vaak verkeerd door de menselijke lenzen heen, daarom moet de mens het verdiepen. Wat is er nu daadwerkelijk gaande ? Wat betekent de geschiedenis ? Grote rijken moesten vallen in de tweede wereldoorlog, zoals het Duitse rijk en het Oostenrijk-Hongaarse. En toen kwam het overblijfsel van Duitsland opzetten in de tweede wereldoorlog, want die pikten het niet. De mens mocht niet ontsnappen. Maar weer begreep de mens het niet. Er gebeurden dingen op de tafel waar de mens alleen maar de broodkruimels van opving. Alleen de demonologie heeft een antwoord, en dat is een geestelijke oorlog die op aarde verdraaid wordt. De jaren van de tweede wereldoorlog zijn nog steeds gegrifd in het brein van de mens. De mens kan niet ontsnappen. Waar kan de mens dan niet van ontsnappen ? In een droom zag ik het jaar 1943 als een natuur vrouw in de diepe wildernis, met brede heupen. Ik zag haar alleen van de achterkant. Ze had veren op haar hoofd. Ik zag hoe dit jaar tot de aarde kwam, maar het ging verkeerd door de menselijke lens, en het bracht patriarchie. Het rommelde met de families door vaders. Schurken stelen verhalen en dromen, en verdraaien ze dan. Dan beginnen ze een handeltje. Wat is de psychiatrie dan ? Dromendieven. Hoofdstuk 32. de leeuw is los – terug naar de jaren 30 – de strijd tegen de hypnotische slang van 1979 Waarom is de tandheerskunde zo geobsedeerd met het doodmaken van kiezen, en de psychiatrie

oftewel breinheerskunde zo geobsedeerd met het doodmaken van het hart, van het geestelijke en het intellectuele, en ook van de baarmoeder, het creatieve ? Er zijn zelfs psychiatrische medicijnen waardoor een man zijn vermogen tot het hebben van een zaadlozing verliest. Maar waarom zijn ze zo geobsedeerd met dode, niet levende, stof ? Omdat dode stof beter te manipuleren is. Zodra je nog pijn, angst en woede kunt ervaren naar al deze mind control is het een teken dat je nog leeft en bij het verzet bent. De dode massa's kunnen dit niet meer. Hun zenuwen zijn uitgedoofd door het systeem, en ze zijn nu getrouwe slaven. Vele mensen willen af van hun wkb's, maar het is of te duur voor hen, of ze zijn te bang nog om die stap te zetten, of ze hebben nog niet een persoon gevonden die het wil doen. Er zijn ook tandartsen die zelfs geen wkb's verwijderen, of zo erg de persoon erop aanvallen dat zo'n persoon er maar niet meer over begint. Vele mensen zijn nog steeds onder hypnose van de tandarts, onder een vloek dus, een beheksing. Tandartsen verdienen ook heel veel aan de wkb en aan het vernieuwen van de wkb. Voor hen zijn wkb's goudmijntjes, net zoals gevulde kiezen. Ze denken totaal niet aan de gezondheid van de mens. Zolang je nog verzet hiertegen merkt leef je nog. Tandarts zijn is geen intellectueel beroep. Het is geen exacte wetenschap. Het is een pseudo-wetenschap. Ze negeren doelbewust de vele getuigenissen van mensen over hoe negatief al die zogenaamde behandelingen hun leven hebben beinvloed. Tandartsen halen alles uit hun boekjes, die hebben ze gekocht. Ze doen geen onderzoek. Ze nemen klakkeloos aan wat hun hogeren zeggen. Ze noemen zichzelf tandarts, maar dit heeft geen basis in de demonologie, en is ook niet legaal in de demonologie. Het zijn korte termijn denkers want ze hebben de eeuwigheid niet. De mens moet lange termijn denken. Als kind in de jaren 70 : Ik voelde dat er iets niet klopte, al heel jong. Ik had veel nachtmerries. De jaren zeventig waren als wurgende slangen in een oerwoud. Het waren de jaren van verzamelwoede, maar de mens moest juist minderen. De jaren 70 waren ervoor om de jaren 30, oftewel de grote depressie, de crisisjaren, te verbergen. Al vele jaren had ik een strijd met de geest van 1979, een gigantische wurgslang. De jaren 70 zijn een grote illusie. Ik had een verstrooide moeder, die als aan de drugs was, altijd vaag en wazig. Ik voelde dat er iets niet klopte. Ik was geboren met een grote gave. Toen ik later predikant werd hield ik genezingsdiensten waarin velen genezen werden. Het was zo krachtig dat ik soms gewoon dwars door de mensen hun hoofden kon heenkijken om hun kankertumor te zien, en het begon gewoon weg te smelten. Ook heb ik mensen uit coma gerukt. Er ruste een grote bovennatuurlijke kracht op mij. Ik kwam ook bij leidinggevende gebedsgenezers van Nederland in huis waarmee ik bevriend was. Ik was in gevecht met zware territoriale demonen, waaronder 1979 die Nederland niet wilde loslaten. Ik zag dat 1979 iets verborgen hield. 1979 was een verzamelaars drug, een illusie. Het had Nederland gegrepen. Hypnotische ogen heeft dit kreng. Het verborg het boek Tarzan de Onoverwinnelijke, uit 1931. Het verborg 1931 in de grote economische depressie. Juist dit jaar is zo belangrijk, omdat de mens moet minderen. Psychiatrie is een valse vorm van communisme waarin iedereen moet zijn zoals hen. Uniekheid van persoon mag er niet zijn. Dat is bedreigend voor hen. Het boek 'Tarzan de Onoverwinnelijke' gaat over de strijd tussen de diverse natuur en het communisme wat de natuur wil plunderen. De psychiatrie wil net als de tandartserij de zenuwen doven en wegnemen, opdat hun parasieten ervoor in de plaats komen. Alles moet dood, zodat het tot robot gemaakt kan worden, tot zombie. Spontaniteit mag er niet zijn. Er werd teveel rommel geimplanteerd in de 70-er jaren. Alles moest maar. De mens was niet meer van zichzelf. De mens werd gedwongen met luxe troep, en daarom moet de mens terug naar de 30-er jaren, naar het minderen. De psychiatrie heeft smetvrees naar alles wat anders is. Anders dan zijzelf zijn. God zij dank dat er anderen zijn, maar de psychiatrie is paranoïde naar alles wat anders is dan hen. Je mag niet voelen, je mag niet ervaren. Neen. Het moet dood. Etiketten moeten gedrukt worden voor de markt. De mens wordt zo tot een merk. Ze komen er zelf voor uit dat het een bedrijf is en dat zij een product leveren. Zorg wordt vandaag de dag een product genoemd. Dat komt door alle overmechanisering en modernisering. De mens is zichzelf niet meer. De mens moet terug naar de 30-er jaren.

Nee, iets klopt er niet. De mens is tot steen geworden. Maar als je nog een kloppend hart hebt, ren dan voor je leven. Vertrouw dat wat om je heen gebeurd niet, al die vrolijke gezichten en misschien zelfs aardige mensen. Je bent omsingeld door parasieten, totaal ingesloten. Alleen de gnosis is de weg eruit. Allereerst sober worden, minderen, stoppen met drugs. Teruggaan naar de jaren 30. Schud de 70-er jaren van je af, al die wurgslangen. Psychiatrie is vakjesdenkerij. Maar ze zullen in hun eigen vakjes vallen. Wie een kuil graaft voor een ander valt er zelf in. Ouders die alleen maar emotionele druk op hun kinderen brengen en hen niet onderwijzen. Psychiatrie brengt druk maar geen onderwijs, want hun gelijkheidsdrang is zo hysterisch geworden dat alles is dichtgeslipt en de creativiteit heeft gedoofd. Dat is vals hypercommunisme wat tegen de natuur strijdt. Als gelijkheid zo extreem wordt dat het geen diversiteit en uniekheid meer aanvaardt, en niet meer openstaat voor het vreemde, zoals in de psychiatrie, wat puur racisme is, dan dooft het het diepste van de ziel van de mens uit. Dat is wat fundamentalistisch, extreem communisme zoals de psychiatrie kan doen. Ook hebben we het dan over de mondheerskunde, die hetzelfde doet, en de mens onder dwang implanteerd. Iedereen moet gelijk zijn, zodat zij kunnen heersen. Iedereen moet gedwongen met hun troep lopen. Zo ga je geen winkel in. Het zijn criminele winkels waar je troep wordt aangesmeerd, gedwongen, en je verlaat hun winkel niet meer zonder hun troep in je mond. Vaccins worden gedwongen, als rijkeluiskinderen die op een joyride zijn en wel even voor anderen beslissen. Ze hebben hun apparatuur gewoon ingekocht en terroriseren er nu anderen mee. Het zijn mond en brein terroristen. De luxe die de mens heeft binnengehaald is tot vloek geworden. Daarom terug naar de 30-jaren. Stap je in de winkel van de crimineel, de breinheerser of mondheerser, dan kom je die winkel niet meer uit. Er zijn alleen maar ingangen in die winkel. Nooit zul je die winkel in ieder geval levend verlaten. Waarom geen natuurvaccin maken die geen kinderen om zeep helpt ? Maar nee, hun medicijnen moeten zo gevaarlijk zijn om veel slachtoffers te maken. Allemaal boerenbedrog. Ja, de dokter zal het wel weten, en ondertussen moordt hij je hele familie uit. Vele ouders die hun kinderen aan deze Moloch offeren staan schuldig als de NSB. Al die vaccins en antibiotica zorgen ervoor dat het lichaam geen antistoffen meer aanmaakt. Het verlamt het immuunsysteem. Ze hebben het niet via de demonologie gedaan, maar via hun gevaarlijke terroristische ingrepen. En dan vinden ze het gek dat kinderen wegrennen. Er moet een nieuwe wereld komen. Terug naar de jaren 30, terug naar de natuur. Het terrorisme van de dwang. Alles moet maar, iedereen moet zoals hen zijn, maar ze onderwijzen niet, omdat ze de gnosis niet hebben. Ze hebben slechts iets geroofd wat ze zelf niet begrijpen. Het zijn de hypercommunisten van de psychiatrie, van de breinheerskunde, en van de mondheerskunde. De natuurmens streed er tegen, zoals in Tarzan de Onoverwinnelijke, van 1931, maar ook de natuurmens staat bloot aan vele verzoekingen, verleidingen en beproevingen. Tarzan de Onoverwinnelijke gaat over hypercommunisten die Opar willen plunderen, een verloren kolonie van Atlantis verborgen in het Afrikaanse oerwoud. Ze willen Afrika socialiseren door dwang en dwang verpleging, met behulp van de schatten van Opar. De hypercommunisten zijn dus kolonisten, en goudzoekers. Ze zijn op zoek naar het goud van Opar. Tarzan heeft hun plan door. Hij weet dat ze Afrika in een bloedbad willen veranderen. Hij wil zo snel mogelijk naar Opar om daar de wilden en hun aanvoerster te waarschuwen. Het is een vestiging van wit gesteente, rood en goud, diep in het oerwoud. Het is een ruïne. Er wonen wilden. Maar niet alle wilden zijn Tarzan goedgezind. Sommigen wachten hem daar al op binnen de muren. Ze bespreken al dat als Tarzan binnenkomt hij nooit meer eruit kan. Tarzan's aapje ruikt al onraad. Als hij daar aankomt schijnt iemand anders de heerschappij overgenomen te hebben, en hij wordt gevangen genomen door haar

wilden. Ze willen hem dan offeren aan hun goden. Tarzan wordt opgesloten in de putten van Opar. Dan komen ook de hypercommunisten. Tarzan weet los te raken ondertussen en komt uit zijn cel door zijn mes wat ze vergeten waren van hem weg te nemen. Hij zet op zijn ontsnapping ook een leeuw vrij die daar is opgesloten. Ook vindt hij dan de aanvoerster die was opgesloten, en zet haar vrij. De leeuw valt inmiddels de wilden aan. Ook vinden ze dan een oude man van Opar. De man zetten ze ook vrij. Hij is een helper van de aanvoerster, en de aanvoerster neemt zijn mes en wil wraak nemen als de nieuwe heersers hun offerdienst houden tot hun goden. Tarzan gaat dan naar buiten en drijft de hypercommunisten weg door grote stenen naar beneden te laten rollen van een heuvel. Het komt tot een groot gevecht later, want ook de communisten schijnen innerlijk verdeeld te zijn, en sommigen kiezen de kant van Tarzan als ze de ware plannen van hun leiders ontdekken. Tarzan helpt hen, maar wordt dan ook even later neergeschoten. Het wordt zo erg dat hij gered moet worden door een olifant en ook zijn aapje helpt hem. Als het gevecht dan even later weer verder gaat wordt hij ook geholpen door andere wilden. De aanvoerster keert zo terug naar Opar, en het blijkt dat de nieuwe heersers alweer zijn verdwenen. Hoofdstuk 33. waar mensen zijn is misdaad Hypercommunisme : Alles moet dood, al het bot moet dood, makkelijk te programmeren. Grote machines die ieder mens onder handen nemen om het hart te doden. Breinheerskunde en mondheerskunde werken samen. Zorg als koopwaar. En wat voor een zorg … Ze willen de mens voortijdig met pensioen laten gaan, geheel de mens verlammen als prooi voor hun larven. Het is als een metalen wesp. Oh, wie wil er niet demonologisch ontwaken ? Er zijn vele vijanden van de ziel, maar de mens trekt liever de oma sloffen aan. Daar sjokken ze door de straten met de joint half uit hun mond hangende. Ze studeren niet meer. Ze zijn high, aan de drugs. Ze verheerlijken de drugs. Alles moet dood, voor de wespen-parasieten om alles over te nemen. Zo hebben hun larven genoeg te eten. Wie oh wie wil er nog ontwaken ? Het zullen er niet veel zijn. Alles moet gelijk zijn en recht, geen afwijkingen. Ouders van het verzet worden van hun kinderen losgesneden zodat de hersenen van de kinderen geen zuurstof meer krijgen en sterven, opdat de parasieten ook de hersenen van de kinderen kunnen overnemen. Je ziet het recht voor je ogen gebeuren. Vecht tegen die metalen hysterische wespen ! De mens is niets anders dan voer voor hun larven ! De mens is ingenomen ! Hier spreekt de stem van het verzet ! Als je vreet van een lijk wat op je bord ligt, waar vul je je lichaam dan mee ? Wat voor je ligt is alleen nog maar een hoop parasieten die staan te popelen om in je hersenen te leven. Het duizelt van de parasieten, maar de mens ziet het niet en eet het gewoon. Als je vreet van het lijk wat op je bord ligt zul jij het volgend lijk zijn. De één zijn dood de ander ook zijn doodsbrood en zo zijn dood, zullen we maar zeggen, als galgemaal. De metalen wespen doven het zenuwstelsel uit voor totale

zombificatie. Het geeft alleen maar de schijn dat je leeft, maar je bent dood. Het zijn dementors, de hersendoden, de alzheimer politie, deze betaalde takken van de zorg. En wat voor een zorg … Je krijgt meer dan je had gevraagd, gedwongen nog wel, en ze slaan er nog een gat bij. Het is 'kip ik heb je' daar. Ze hebben genomen van een corrupte onsterfelijkheidsdrugs, valse drugs van eeuwige schoonheid en gezondheid. Hierover gaat ook het boek Tarzan's waagstuk uit 1936. Ze zijn onder een zware hypnose, hebbende hun ziel verkocht. Het is vreselijk dat mensen dit soort drugs verkiezen boven de gnosis, maar in zulke tijden leven we. Tarzan zei dat overal waar mensen zijn is misdaad. De mens had geen idee wat de eerste wereldoorlog was wat tot de aarde kwam. De mens wilde loskomen van de grote systemen, rennende tot de wildernis, tot onafhankelijkheid en isolatie om tot de innerlijke gnosis te komen. Daaruit voort kwamen de Tarzan boeken. Ik heb er een stapel van op een boekenkast staan, hele oude boeken. Ik kijk er vaak naar. Ze inspireren mij. Altijd spreekt de gnosis dat daar belangrijke antistoffen liggen. Het is het oerwoud. In de dertiger jaren kwam het tot een hoogtepunt. Dat waren de jaren van daadwerkelijke mindering, de grote economische depressie, of crisis jaren, waardoor de mens kon terugkeren tot de wildernis, contact maken met de wildernis. In het boek Tarzan's waagstuk is de corrupte drug een elixer gebrouwen van het bloed van jonge vrouwen. Het is een kinder offer en vrouwen offer cultus. Zo pompen die afgoden zichzelf op. Het is een goede ontmaskering van hoe de psychiatrie en de valse mondzorg werkt. Eigenlijk roepen ze de dood gewoon over zich. Simon Carmiggelt zei eens dat de medische industrie zichzelf om zeep helpt, dat het zelfmoordenaars zijn. Als een dokter een mens voor geld behandeld is hij eigenlijk bezig zichzelf op te hangen. Ze kopen de illusie van onsterfelijkheid, ten koste van zoveel mensen, terwijl deze drug hen doodt. Het is een genadeloze boemerang : dat wat je een ander wezen aandoet doe je jezelf aan. Hoofdstuk 34. harrisburg 1979 - de oudere zus van tsjernobyl Ze willen dood bot, niet levend. Dat wil zowel de breinheerskunde als de mondheerskunde. De hele dag willen ze tegen dood bot aankijken. Het is een obsessie. Hun hele leven draait om dood bot wat absoluut niet mag leven. Het moet gewoon daar hangen als een bot orakel. Daar halen ze hun informatie uit, hun inspiratie. Het zijn orakel lezers. Hierom zijn zij ook trofee jagers, want ze hebben veel bot nodig. Het bot doodmaken doen ze met hun instrumenten en medicijnen. Maar dit is niet volgens de regels van de demonologie. Neen. Deze mensen zijn dement en hebben nooit een opleiding gevolgd in de demonologie. Het is helemaal niet ethisch wat hier gebeurd. Deze mensen zijn criminelen. Ze bouwen hun werelden van bot, dood bot, want dan hebben ze rust. Ze willen geen weerwoord. Ze willen in hun waan leven. Daar hoort ook de vlees industrie bij, want door het vlees weg te eten wordt het bot zichtbaar. Altijd maar weer : bot, bot bot. En ze zijn zelf ook bot. Het zijn skeletten. Bot orakel lezers zijn het, maar niet via de demonologische regels. Ze zijn niet profetisch, maar dement. Alles moet door de

veroudering, het vroeg met pensioen gaan. Ze willen niet leren en werken, maar gewoon het ergens kunnen kopen, omdat het rijkeluiskinderen zijn, of ze roven het ergens, of ze willen het gewoon lui erven. Ze willen gewoon makkelijk geloven en het is genade van hun goden, alleen voor hen. Het is een heel exclusief clubje. Het demonologische en profetische willen ze niet. De gnosis willen ze niet. Ze willen niet leren en werken, alleen heel selectief en tijdelijk voor de schone schijn. Het zijn heksen, ketters, beunhazen. Het is zwarte magie. Ja, zwarte magie. Ze spreken niet veel, leggen niet veel uit. Het is een duister genootschap. Ze willen zichzelf niet verraden. Zo brouwen ze hun duivelse medicijnen en maken hun duivelse instrumenten, om zo het volk onder dwang verpleging te brengen. Het zijn zwermen botvliegen die vlees eten tot op het bot. Dan landen ze neer op het bot om dan het bot te lezen. En ze laten niet meer los. Ze komen met zwermen om alles kaal te vreten. Het zijn kaalvreters. Ze doen de oogst mislukken. De mens wordt deze vervolging niet bespaard. De mens moet het kruis dragen. Na de eerste wereldoorlog kreeg Europa hulp van Amerika, maar in de dertiger jaren sloeg de grote economische depressie toe. Dit stroomde vanuit Amerika over de hele wereld. De kaalvreter was gekomen. De mens moest met dit kruis leven. De mens bekeek de wereld nu met de ogen van depressie. De grote superhelden waren neergestort. De muren waren kaal, met vreemde kleuren, gehavend, oud. Alles ging trager en trager. De mens was door de botvliegen aangevreten tot op het bot. Hun lichamen waren stijfgestoken. Er was niets meer van Amerika overgebleven. De grote supermacht, de grote hulp, was er niet meer. Amerika leek van de aardbodem verdwenen. Europa moest het nu alleen doen, maar kon het niet. De kaalvreter ging niet meer weg. De dertiger jaren waren gekomen. Er waren geen echte, volle kleuren meer, alleen maar verbleekte, gehavende, vreemde kleuren, vreemd geel, vreemd rood. De mens was depressief. Er waren geen vrolijke mensen meer. Er waren geen gezellige tuinfeesten meer. Je kon niet meer gezellig bij iemand op visite gaan. Er waren geen thee tantes meer. De botvliegen waren gekomen, en ze vraten alles kaal. Er was alleen nog maar wildernis. Huizen waren wildernissen geworden, verlaten, eenzaam. Iedereen was nu vele meters of kilometers van elkaar verwijderd. De economie was ingestort, de markt was ingestort. De mens kon het allemaal niet meer betalen en niet meer handhaven. De mens moest het nu alleen doen. De botvliegen waren gekomen. Ze vraten door tot op het bot, en staken. Er was geen leven na de dertiger jaren. Hier hield alles op. De mens zag er als een berg tegenop. Hier kon hij niet verder. Hier hield de mens op te bestaan. Het was teveel. De botvliegen waren gekomen. Voor hen waren de mensen slechts stukken bot. De mondheerskundige en breinheerskundige gebruiken de mens als dood bot, als mobiele telefoons waarmee ze contact kunnen maken met hun duistere wereld. Het lijkt allemaal veel op elkaar, maar er is een groot verschil. De botvliegen zijn met elkaar in oorlog. Er wordt gevochten om het bot. De mondheerskundigen en breinheerskundigen zijn fascistische necromancers, oftewel nazinecromancers. Zij aanbidden de dood om de dood. De dood is hun doel. Het zijn tragische figuren. De mondheerskundige en zijn patient, als de telefoonverslaafde met zijn telefoon. Dat is wat het zijn : telefoonverslaafden. Ze leven niet meer. Er is geen substantie daar, geen inhoud. Wat doe je dan de hele dag ? Alleen maar een beetje in bekken staren, naar dood bot. Waar leef je dan voor ? Leren willen ze niet. De demonologie en het profetische verafschuwen ze, maar het zijn bot orakel

lezers, waners, roddel tantes. Het zijn gewoon van die flauwe tijdschrift horoscopen, gewoon je tijd vollullen. Verwaande paragnosten die er gewoon voor het geld zitten, kwakzalvers die jou wel eens denken te kunnen vertellen wat het leven is en de realiteit en daar vervolgens niet veel woorden aan vuil maken, want ze zijn alweer hard op weg naar de volgende patient, oftewel slachtoffer. Het is een domino spel. Ze hebben geen tijd voor je. Het zijn botvliegen, kaalvreters, die je vlees vreten tot op het bot. En dan beginnen ze met het bot, want het is hun kunstwerk. Hevig bewerken met gevaarlijke, dodelijke psychotrope medicijnen, hevig boren en hun giftige metalen installeren, of gewoon de gaatjes vullen met plastic. Valt niet op. Ze maken er een zootje van. Alreeds vroeg moeten ze de kindermondjes geheel mollen. Ze hebben hun eigen speudo-realiteit gebouwd, hun eigen namaak realiteit. Er is niets meer van de natuur. Maar botvliegen zijn op weg om ook hen tot een botten orakel te maken. Er is altijd weer baas boven baas. De boemerang is onverbiddelijk. Het kaatst altijd weer op de mens terug in de tijd. Je kan er de klok op gelijk zetten. Daarom wachten wij op de gnosis. Kaalvreters, kaalvreters ja, maar die zullen zelf ook kaalgevreten worden. De botvliegen zullen komen. Telefoonverslaafden, je kan er geen speld meer tussenkrijgen. Ze praten slechts tegen henzelf, mompelen maar wat. Het is onverstaanbaar. Wat zeggen ze dan ? Waar hebben ze het over ? Waarom leven ze ? Ze hebben oordoppen in of koptelefoon op, zodat ze niet hoeven te luisteren, alleen maar lullen. Telefoonverslaafden, en hun patienten kunnen de hoge rekening betalen voor hun psychoses, voor hun wanen, voor hun dure pensioen-reisjes. De patient betaalt hun rolstoel, hun pacemaker, hun rollator, hun peperduur hotel. Het zijn telefoonverslaafden. Met wie ze spreken weet niemand, maar het is niet goed. Ze hebben telefoon contact met de duivel. Die kauwt hen alles voor. Hoe ze moeten leven, wat ze moeten doen, wat ze moeten zeggen. Allemaal parasieten. Ze hebben een telefoon-contract met de duivel wat ze ondertekent hebben met het bloed van hun patienten. Ze schilderen met het bloed van hun patienten. Het zijn demente vampieren. Telefoonverslaafde gespot op vijf hoog. Brandweer erbij. Spuiten, jongens. Telefoonverslaafden horen eigenlijk niet meer thuis in deze samenleving. Ze zijn een gevaar voor anderen en voor de natuur. Daar staan ze met hun mobieltje, met hun dood stuk bot, maar met wie spreken ze ? Met wie spreken ze nu eigenlijk ? Wat komt er door ? Het zijn allemaal parasieten. Ze lullen slechts in henzelf. Deze roddel wereld is één grote leugen. Alles gaat al veel te snel om nog te kunnen leven. Botvliegen op het bot. Wat doen ze ? Ze lezen de tekens. Ze hebben hun eigen taal. Telefoonverslaafde op vijf hoog. Het heeft brand veroorzaakt, wat zich al begint te verspreiden. Het is een lek in de demonologie, een lek in het profetische. Ik had er een droom over vannacht. Illegale magie is het. De brandweer moest komen. Het verspreidde zich tegenover mij in een flat, en ik woonde ook in een flat in die droom, en daar was het ook al. De brandweer had een eigen afdeling in onze flat, en belde ook bij mij aan. Ze hadden wat apparatuur van mij nodig, een soort energie. Ik had een heel paneel van allerlei soorten energie. Laat het maar borrelen op de achtergrond. Zo maakt de mens antistoffen. Alleen zo komt er nuance. Wees maar blij dat het er is, anders was je al met pensioen gegaan. Maar ze zijn onder telefoon hypnose, onder de hypnose van de 1979 slang. 1979 was het jaar van een kernlek in Harrisburg, Pensylvania, Amerika. Er kwam zo radio actief gas vrij in de atmosfeer

door een kernongeval in een kernreactor, als de oudere zus van Tsjernobyl (1986). De mens houdt ervan gevaarlijke spelletjes te spelen. Deze mongolen zijn aan zware drugs. Ze weten niet met wie ze spreken en hebben geen tijd voor je. Ze zijn onder de telefoon hypnose van de slang in het 1979 paradijs, een pensioen paradijs, waar de giftige appel hangt met allerlei vrome beloftes. Zo kwamen ze nog dieper in het pensioen paradijs. De aarde smolt nog meer samen met Rigil Kent en zo werden de tachtiger jaren geboren. Uiteindelijk kwam toen Tsjernobyl. Harrisburg legde het fundament hiervoor. Er ging iets drastisch fout in de hersenen van de mens door deze kernramp. De mens was in de wurggreep van de 1979 slang en was slechts aan het ijlen. Meer telefoon, meer telefoon, en het profetische wilden ze niet. Nu is er dan daadwerkelijk een telefoongekte. De mens kan niet meer zonder z'n telefoon. De mens draagt z'n telefoon nu op z'n rug. Het is het hart van de mens geworden. Het profetische kan er geen speld tussenkrijgen, want de mens is aan de telefoon. De mens heeft geen tijd voor het profetische. De mens voelt zich oh zo belangrijk weer aan de telefoon, echt wel nieuws om over naar huis te schrijven. Het demonologische willen ze niet. Dat zou de spelbreker zijn. De mens heeft van de giftige appel van 1979 genomen. Belangrijke tussenstappen en patronen van de hersenen zijn weggebrand, en nu zijn ze verslaafd aan de dementen-telefoon. De pensioentelefoon, daar gaat het vandaag de dag om. Harrisburg leeft. Voor demonologie heb je een inventaris nodig. Blijf bouwen aan je inventaris, opdat je verbanden kunt leggen. Hoofdstuk 35. van harrisburg tot toronto tot gsm Harrisburg 1979, een grote kernramp. Een buitenaardse invasie. Het drong pas echt tot de schedel van de mens door met de Toronto zegen. Het was een pijl op de mens afgeschoten. In zoveel vormen kwam het. Wat was het daadwerkelijk ? De mens wilde het vreemde niet, de exogamie. Wat de boer niet kent dat vreet hij niet, en zo kwam er inteelt. Toronto komt van Harrisburg en het is inteelt. De gnosis gaat over de exogamie, het komen tot het vreemde, de wildernis in. Alleen zo kan de mens overleven. De mens wil het geestelijke niet, gaat zich met gevaarlijke aardse straling bezig houden, ermee spelen, allemaal voor macht en de markt, en uiteindelijk brengt dit valse geestelijke uitstortingen voort zoals die van Toronto, waarin het leren opzij wordt gedrukt en alles gevoelsmatig moet gaan, gericht op de sensatie : Oh god, kietel me even hier, kietel me even daar. Ze gebruiken god als een hoer en willen geen relatie met de gnosis aangaan door school. Daarom noemden wij toronto altijd al het grote spijbelfeest. Ze gaan niet op ontdekkingstocht, maar grijpen de eerste de beste die op straat langskomt, en willen plakkerig zijn. Dat is dan meestal hun broer of zus, en zo ontstaat er inteelt. Dat verklaart ook de hebberige gsm drangen die de mensen hebben,

waar ze mee naar bed gaan en weer mee opstaan. Ze bewaken elkaar, houden elkaar gevangen. De mens wordt zo een gsm-robot. Dat is de sociale kernramp, die vlak na Toronto kwam. Harrisburg 1979 kernramp Toronto 1994 geestelijke kernramp Eind jaren 90 sociale kernramp : de gsm invasie Zo werd de mens tot robot gemaakt, afgebakend van het vreemde, zodat de mens een product van inteelt werd, makkelijk beinvloedbaar, een meeloper. Dit was allemaal Harrisburg, hoe Harrisburg zichzelf ontwikkelde en alles overnam, als een lek in de demonologie. Dit lek moet dus weer gedicht worden. Hiervoor moeten we naar de dertiger jaren. Het boek Tarzan de Ongetemde uit 1920 gaat over de eerste wereldoorlog, over de strijd tegen de Duitsers, het Duitse rijk, die toen al aan het spelen waren met het gevaarlijke 'Weltpolitik', de machtspolitiek van of heersen of vallen, de voorloper van nazi Duitsland. De Duitsers waren ergens in Oost-Afrika binnengevallen in het boek. Er is een confrontatie tussen wilden en Duitsers en later ook tussen Tarzan en Duitsland. Maar dan komt Tarzan in contact met een groep vijandige wilden die gestoord zijn geworden door langdurige inteelt. Er is momenteel een grote oorlog gaande tussen exogame buitenaardse volkeren en buitenaardse inteelt rassen die hierdoor onderontwikkelde demente gsm-breinen hebben. Laten we goed beseffen dat de gnosis exogaam is, van de hogere intelligentie. Dat is ook de daadwerkelijke definitie van wat 'god' is en behoort te zijn. De inteelt god is een blinde pseudo god. De inteelt god heeft alle lagere aardse gebieden geschapen door gebrek aan intelligentie. Dat is wat Harrisburg 1979 is en zo werd tot Toronto 1994, en zo tot het wereldwijde GSM netwerk. Het houdt hen allen aan het vlees, het vleselijke verslaafd, en het vleselijke kan het geestelijke niet verstaan. Harrisburg leeft. Harrisburg meent het. De mens wordt gefokt, met het eigen ras, zodat de mens zich niet kan ontwikkelen. De mens is in een mijnenveld van inteelt. Alles is stereotype. Zo hoort het en niet anders. Zo houden ze de mkultra bloedlijnen raszuiver, volbloed slavenrassen, door de drie graden van het Harrisburg implantaat. Deze wurgslang uit 1979 heeft de mens meegenomen. Inteelt brengt de mens ten gronde, alles is valselijk vertrouwd. Oh wat zijn we weer belangrijk en normaal, zo normaal dat je er helemaal normaal van wordt. Oh wat normaal. En ondertussen krijgt het inteelt virus grip op het brein, want de normalen hokken met de normalen. Hoofdstuk 36. brave new world

Er is geen 'hoop', alleen kennis. De mens moet symbolisch sterven om in een nieuw leven op te staan, te leren wat het daadwerkelijke leven of bestaan is. Soms hebben we een gesprek gehad en achteraf denken we misschien dat we dit of dat hadden moeten zeggen, maar het gaat om het minimalisme. Het gaat om de strategie en niet zomaar lomp lozen van info. Dat kan ook weer heel gevaarlijk wezen. Ga heel wijs met je info om. Gooi ook niet de paarlen voor de zwijnen. Met wat voor codes groeien mensen op ? 'Vader' en 'moeder' zijn codes van de machine waarin mensen opgroeien, worden gemaakt. Het zijn eigenlijk hele koude bestanddelen, maar de mens voelt zich zo veilig. Het is iets heel anders eigenlijk. Jezus zei : Alleen zij die de wil van God doen zijn mijn vader en moeder. In 1949 werd de wereld opgeschrikt door het visioen van de visionair George Orwell over de toekomst, door zijn boek '1984', wat pas verschillende tientallen jaren later zou plaatsvinden. Natuurlijk was het een allegorie, maar het is schrikbarend genoeg uitgekomen : de denk en droom politie. Een ministrie van liefde wat alleen zijn eigen werkelijkheid als de ware werkelijkheid bestempeld, en andersdenkenden in die werkelijkheid binnenmartelt. Daaraan voorafgaande was er het grote visioen van de visionair Aldous Huxley die ook een boek had geschreven over de dystopie van de toekomst in zijn boek Brave New World uit 1932. De wereld werd door dit boek opgeschrikt. Het sloeg in als een bom. Het was dus de voorloper van het boek 1984. Waar gaat BNW over ? Over reageerbuis babies, alles via reageerbuizen. Zo worden mensen gemaakt. Zo wordt alles geconditioneerd en in vakken onderverdeeld. Het is allemaal massa productie. Er was een drug, soma, die massaal gebruikt werd om de mens in vergetelheid te houden, in een roes. Ik wilde hierbij opmerken : soma komt uit de Indische theologie en ook uit de Grieks-christelijke mythologie, want soma betekent lichaam in het Grieks en werd ook voor het lichaam van Christus gebruikt waarvan de mens at om zogenaamd behouden te worden. Hierdoor werd ook uniekheid, individualiteit uitgeschakeld. De mens ging door kunstmatige baarmoeders heen dus, en ze werden als kind al geconditioneerd door de speciale programma's die hiervoor bestonden. Dit wordt slaap-onderwijs genoemd, om de mens in een slaap te houden. De identiteit van de mens werd door de gemeenschap gevormd, en werd stabiel gemaakt. Identiteit wordt dus gevormd door conformiteit. De mens is bezit van de gemeenschap. Zo werken die reageerbuizen. Er ontstaan verschillende soorten : alfa, beta, gamma, delta, epsilon, en hogere groepen wordt geleerd de lagere groepen te minachten. Dit gaat allemaal door hypnopedia, het leren tijdens de slaap. Iedereen is dus gebrainwashed, en ze brainwashen anderen. Het gaat hier dus om een kastensysteem. Het beschrijft een toekomst van schijn-stabiliteit, rationalisme en technologie. Meer abstracte takken zoals godsdienst en kunst zijn uitgebannen, omdat die een bedreiging zouden kunnen vormen naar die valse stabiliteit. Toch is het een religie op zichzelf, zoals ook familie is uitgebannen maar het toch nog een soort familie op zichzelf is. We kunnen bijvoorbeeld dan ook denken aan de psychiatrie die de god-tv verbiedt, maar daarbij orthodoxer is gewordendan de gereformeerde gemeente, die erom bekend stonden tv te verbieden. Psychiatrie strijdt tegen de geestelijke gaven, de geestelijke tv of gnosis tv, omdat het een bedreiging is naar hun zonde, hun orthodoxe systeem van mind control. Zij zijn de denk en droom politie. Zij strijden tegen de geestelijke gaven met zware psychotrope medicijnen, drugs, en door hun etiketten, karaktermoord. Het individu moet uitgebannen worden. Alles gaat om gelijkvormigheid, het hypercommunisme. Maar daarin vormt zich dus wel een kaste systeem. Binnen de kasten zijn er dan ook weer kleinere onderverdelingen van min en plus. Het slaap-onderwijs is er dan voor om de mens sociaal bewustzijn en trots te geven over zijn kaste. De drugs houdt zo alles onder controle zodat er geen daadwerkelijke oorlog is, maar stabiliteit en schijn-vrede. De mens wordt zo in allerlei contracten gezogen door het slaap-onderwijs. Alles kan de mens uitdoven door consumptie. Zo kan de mens

zich weer goed voelen, door de soma drug. Hoe bedrieglijk is dit : de mens als geconditioneerd, consumerend junkie om zo alles wat krom is recht te praten. Daarom alhoewel het op een utopie lijkt is het een dystopie. De mens is zwaar bedrogen. Zo is dat ook vandaag de dag. Het zijn geen mensen meer, maar parasieten die we om ons heenzien, die alleen maar aan zichzelf denken. Dieren leven nog steeds in de holocaust. Dieren hebben net als mensen recht op een bestaan, maar de mens denkt dit bestaan te kunnen afnemen. Dieren zijn beelden van de immunologie van de mens. De mens is bezig zichzelf te vernietigen. De mens is op zelfmoord missie. De mens denkt echter door de slaaphypnose dat hij op de juiste weg is, maar is dus zwaar aan de hormonale drugs (soma, vlees, Grieks). De mens komt zo diep in deze verslaving dat zijn vrije wil meer en meer wordt afgenomen. De mens is tot zombie en robot geworden. De mens die niet in dit systeem past wordt een productie fout genoemd. De mens hoeft het kruis niet en de oorlog, want de mens heeft drugs, soma. Zij die eenlingen zijn en nog gevoelens hebben die diep gaan, worden afgezonderd op wat speciale afgelegen ban-eilanden. Ook dit visioen is heel gedetailleerd uitgekomen, net als het boek 1984 aan het eind van de veertiger jaren. Brave New World is hiervan dus een voorloper als een waarschuwer voor de mensheid. Wat heeft de mensheid met deze waarschuwing gedaan ? Hoofdstuk 37. stranger in a strange land In Brave New World (1932), de voorloper van het boek 1984 van Orwell (1949) zijn geen families, geen gezinnen. Vader en moeder woorden zijn taboe. Ze gaan niet door de baarmoeder maar door reageerbuizen in een kwekerij, een broedplaats. Alles is steriel en wordt medisch en psychologisch gemanipuleerd en geconditioneerd, maar door de soma drug vindt ieder z'n plaats en taak in deze zogenaamde utopie die eigenlijk een dystopie is. Eenlingen of mensen die hier ontevreden over zijn worden verbannen naar ban-eilanden. In Brave New World is er geen plaats voor de natuur. Alles is dus steriel en er heerst grote smetvrees en haat naar de natuur, wat aangeleerd wordt. De mens hoeft de natuur niet, want de mens heeft immers de soma drugs. Ook was deze samenleving ongeremd sexueel, en was sexuele taal en wisselende sexuele contacten te pas en te onpas normaal. Vandaag de dag, en mensen laten we onszelf niet bedriegen, zijn er ook geen ware gezinnen en families meer, want dat is allemaal nep, want iedereen wordt onder controle gehouden door het steriele, dwangmatige medische bewind, dwangverpleging, dwangschool, alles dwang. Er is geen familie maar territoriale en terroristische psychiatrie die elke hoek van de samenleving al heeft ingenomen en beheerst. Elk mens zit vandaag de dag in een legbatterij, juist ook buiten de daadwerkelijke psychiatrie. Je bent in deze samenleving niet van jezelf, maar van de psychiatrie. En je wordt op elke hoek van de straat verkracht door valse, sexualiserende reclame. De mens is tot object geworden, tot een stuk vlees. Dat is ook de hele ironie van de vlees industrie, dat het hier dus over de mens zelf gaat. Het is iets heel profetisch, en soma betekent ook vlees in het Grieks. De mens is een vlees-junkie en is zelf vlees. De mens wordt zelf voortdurend opgerookt. Ook literatuur wordt verworpen in deze wereld. In deze wereld zitten we opgesloten, maar er is ontsnapping door dieper naar binnen te gaan, dieper

in het geestelijke, om zo tot de gnosis te gaan. Daarom moeten we niet alleen hongeren maar ook wanhopen, want er is teveel valse hoop geimplanteerd. Daarom moeten we door veel verwarring gaan, want er is teveel valse orde. Eerst moet alles overhoop gegooid worden zodat de mens kan ontsnappen, kan loskomen van al deze aangeboren verslavingen. Alles is zo clinisch en steriel op aarde. Er is slechts de schijn van familie, maar het is er niet. De mens wordt door deze implantaten gevangen gehouden. Het zijn gevangenis-pluggen, die verwennende papaatjes en mamaatjes die hun kinderen niet onderwijzen. Ze drukken alleen maar de emotionele buttons van hun kinderen in, opdat de verslaving blijft. Ze schenken hun kinderen de soma drugs. Deze vaders en moeders bestaan niet, zoals Jezus ook al sprak dat alleen zij die de wil van God doen ware vaders en moeders zijn. Die zijn er tegenwoordig bijna niet, laten we eerlijk wezen. Alles is afgedwaald. Dat wat we om ons heen zien is het ware leven niet, mensen die parasiteren op het vlees van wezens die net zoveel bestaansrecht als hen hebben, en dan ook nog het woord liefde durven te noemen. Walgelijk. Eerst moet men kappen met al die valse familie spelletjes en tot de gnosis gaan om zo een waar beeld te krijgen van wat familie betekent. Dit is allereerst iets in jezelf. Wees voor jezelf een moeder. Zorg voor jezelf, maar pas op voor familiaire drugs, voor het familialisme. Sus jezelf niet in slaap, maar kom tot ware rust en veiligheid in studie. De eenling is een doorlerend wezen. De rest zakt steeds verder weg in illusies. Dit is ook het geval met sex, wat tot iets heel oppervlakkigs is gemaakt in de samenleving, de betekenis is verloren geraakt. De mens moet het eerst loslaten en tot de gnosis gaan, om later een waar beeld te krijgen wat sexualiteit nu eigenlijk is. Het is een metafoor. De eenling walgt van de overgesexualiseerde realiteit om hem heen, want het is hoe deze parasieten zichzelf voortplanten. Er is geen ware sexualiteit buiten de gnosis en het geestelijke om. Het is een zaak van leven of dood, want valse sexualiteit is een moordwapen. De mens is in een sexueel mijnenveld en moet terug naar de bron. Er is veel valse natuur om de mens heen, en ook daarom moet de mens terug naar de bron, naar de gnosis. Zoveel verschrikkelijke implantaten beginnen te piepen als de mens over deze dingen durft na te denken. Maar ga uit je comfort zone, want het is vals. Het houdt je vast, houdt je tegen. Brave new world, we leven al in deze nachtmerrie van 1932. Het was het onderwijs van de dertiger jaren, van de grote depressie, ook wel de dirty thirties genoemd, het vuile kruis. En dat moet ook wel, want alles was vals schoon geworden, alleen maar bedekkend, als dekmantel voor de parasieten. De nachtmerrie onderwijst dus. Het is allemaal informatie. Terug naar de dertiger jaren. In de tweede bijbel staat er een kort verhaal genaamd het vuile kruis : In een korte samenvatting hiervan staat : 'Ze aanbaden de skelettengod. Ze moesten wel, want ze hadden botimplantaten over hun hele lichaam, apparaten om over hen te regeren. De skeletten-god had geen genade met zijn slaven. Ze moesten hem dag en nacht aanbidden, en ze moesten werken. Hij gebruikte ze voor arena's, en hij gebruikte ze ook als priesters. Niemand wist hoe de skeletten-god zijn krachten verkreeg. Het was een mysterie. Duister als hij was eiste hij ook veel bloed. De priesters verkeerden in veel offerdiensten. Hun altaren waren altijd bloederig. De juwelen werden als een enorm geheim in de botten geïnstalleerd. Ze gaven een gif af, dat steeds meer hun huid begon te worden, totdat ze als mensen waren. Niemand wist precies wie de skeletten-god was.

Het koninkrijk was omgeven door een gevaarlijk hek. Ik was een van hen. Ik ontsnapte. Ik kwam in een bos waar iemand met een vuile motorfiets me ophaalde. Hij bracht me naar een huis waar een vreemde cultus gaande was. Ze aanbaden het vuile kruis, een vies kruis. Het leek erop dat dit kruis mijn leven had gered. Ik staarde ernaar en zag het vuile water stromen. Ik moest het koninkrijk achter het hek vergeten. Ik was de uitverkorene. Het was alsof ik was afgezonderd door God. Ik wist niet wie ik was, maar ze gaven me mijn identiteit terug. Ik was hen dankbaar. Ik had zoveel woede van binnen, zoveel woede, maar het vuile kruis leek het te verzachten. Ik had een nieuwe religie gevonden. Dit was geen bijgeloof. Het was echt. Het heeft mijn leven gered.' Het is een allegorie dat de mens alle valse, steriele, clinische schoonheid moet verlaten om zo terug te keren tot de vuile bron, want de mens heeft meer weggegooid dan hem lief was. We spreken dan over het benodigde natuurvuil waar het eeuwig evangelie ook over spreekt. Hermitaten 36 27 Komt dan tot het Vuile des Heeren. 28 Want het Vuile Gods is schoner dan het schoonste der mensen. Gij hebt dan een bron van het Vuile Gods in de natuur, om uzelf te reinigen en uw huis. Weet dan dat het schone der mensen ziektes verwekt, en zij zijn op weg naar het huis der ratten. De mens moet dus wel door deze dingen heen, anders verzwakt het immunologische systeem van de mens. Juist hierdoor gaat de mens antistoffen aanmaken. De valse schoonheid van de mensen is een bacterie. Het vuile kruis is het antistof. De mens moet onderwezen worden in de bacteriologie van de gnosis. We zijn 'stranger in a strange land'. Diep gaat het niet in Brave New World. De mens is aan de hormonale vlees drug, soma, en daarom onderzoekt de mens niet, weet de mens eigenlijk niets van elkaar, maar leeft men door een etiketten samenleving. Iedereen krijgt een labeltje. De mens leeft door vooroordelen, roddel. De waarheid durven ze niet te zien. Die is te confronterend. Daar zijn ze te lui voor. Dan hebben ze liever de schijn-vrede. We moeten over het hek heen, mensen. Ontsnappen, door te verdiepen. Als we stil staan zijn we er geweest. Over de muur, mensen, ook al worden we neergeschoten. We zijn toch al dood en opgezet. Er valt niets meer te verliezen. Stranger in a strange land. Waar ben je ? Wie ben je ? Ren voor je leven. Je moet nog geboren worden. De schepping is er nog niet geweest. In BNW is ook alle geschiedenis uitgebant door de wereld heersers, want dat kan een bedreiging vormen en mensen doen ontwaken door het zien waar alles vandaan kwam en hoe alles verkeerd is gegaan. Het zijn grote, woeste monsters die dus zijn uitgezonden om alles wat op geschiedenis lijkt en kennis van de geschiedenis te doven. De mens moet in slaap blijven, verslaafd aan de soma drugs in BNW. Geluk als dwang, welvaart als dwang. Depressie mag niet en wordt weggeblazen door de drugs, want het zou kunnen leiden tot ontwaking. Ongelukkig zijn mag niet, want de mens zou zo tot de ware kennis kunnen komen. Het pad van het kruis is door de BNW samenleving afgesloten. Het geheel is dus een extreme soort van medische New Age cultus. Wat is er toch voor een medische gekte in dit nieuwe tijdperk. Maar het medische mag alleen bestaan op het fundament van de demonologie, maar dat fundament is er niet. Alleen de gnosis is waarlijk medisch, door de natuur, door de diepte. Maar die paden zijn in de BNW dus afgesloten.

Hoofdstuk 38. de vuil stormen van de dertiger jaren – de amerikaanse exodus Verkrachtingen op elke hoek van de straat, hoe gaat dat ? “I've got something to put in you”. Het is geen ware sex, maar implantatie. Sex is iets heel klinisch in deze maatschappij, als een code woord voor implantatie. Iedereen wil sex. Iedereen wil implantatie, door buitenaardse aliens. Hoi hoi, we hebben sex. Hoi hoi, we worden geimplanteerd, lekker plastic in onze botten, lekker apparaten in onze hersenen, lange pluggen, die voor ons zorgen. Hoi hoi, we hebben sex. Wat denk je dat er binnenkomt ? Implantaties, mensen, pluggen, die u in de gaten gaan houden. U bent verkocht, eigendom van een regeringsapparaat groter dan uw hersenen, wat u totaal bestuurd. Oh help, is het besmettelijk ? Iedereen heeft het al. Iedereen houdt iedereen in de gaten. Het zijn allemaal gevangenis codes, kwekerij codes. U wordt gekweekt, ergens voor gekweekt. Voor wat ? 'Kijk wat ik een dier allemaal aan kan doen zonder dat me iets overkomt,' denkt de van zichzelf overtuigde en trotse vleeseter. Dwazen ! Ze zijn al bezig zichzelf te vernietigen, en karma zal hen vernietigen in het hiernamaals, tenzij ze van hun weg terugkeren. 'Kijk wat ik allemaal kan doen naar de dieren, en zonder enige problemen. Ze kunnen ook niets terugdoen,' denkt de vleselijke vleeseter, maar dom als hij is ziet hij niet wat er in de geestelijke wereld gebeurd, dat hij al bezig is zichzelf te vernietigen. 'Hoi hoi hoi, we eten vlees. Lekker smakelijk en ons overkomt niets.' Het is een code voor zelfvernietiging. Dom dom dom. Van je 'hoi hoi hoi we eten vlees', vlees fanaten, aan de soma drugs, glaasje Jezus Christus bloed, 'hoi hoi hoi, we drinken bloed van een afgod, en alles gaat goed.' De gnosis zal deze geestelijk blinden in het hiernamaals recht in het gezicht slaan, en zeggen : 'Die had je niet zien aankomen, hè ? Kijk eens wat ik allemaal met je kan doen.' Ook dieren en hun families zullen zo hun wraak uitvoeren. Al die eeuwen aan opgehoopte woede. Dat is wat de toorn van God is. Dat is als een natuur zondvloed, als een ontlading. Dat kan niemand tegenhouden. Soms moet de vijand wel neergeslagen worden. De vijand doet dit zichzelf aan. Hier kan de vijand dan van leren of zich verder verharden. Hoi hoi, er gaat iets in, maar het gaat er niet meer uit. Het heeft z'n zaad achtergelaten. De implantatie is verricht. Ha, lekker vlees in de mond. Maar wat voor vlees ? Nee, het is een code voor implantatie. Je wordt verkracht. Vlees in de mond, vlees in de mond, maar wat heb je eigenlijk in je mond ? Kijk nou eens dieper. Kijk nou eens naar wat er daadwerkelijk achter de schermen plaatsvindt. Zowel de psychiatrie als de vlees-consumptie zijn industrieën, bedrijven, die handelen in lichamen en zielen van zowel dier als mens. Het is een mensenhandel en een dierenhandel dus. Hoi, hoi, het gaat naar binnen. We hebben iets gekocht. Maar wat gaat er eigenlijk naar binnen ? Wat heb je gekocht ? En slikken maar. Het is weer binnen. Het gaat er niet meer uit. Het is een implantatie. Er zit nu een plug in je. Wat voor een plug ? Mensen, we moeten wakker worden. Het is pure horror met een droom sausje erop waardoor niemand het doorheeft. Maar als je niet van dieren houdt, slaap dan vooral rustig door. De slager zal je wel doen ontwaken als het jouw tijd is, of is die tijd allang geweest en ben je al dood ? Hang je misschien al ergens aan een vleeshaak ?

Wie ben je ? Wat ben je, en waar ben je ? Waar sta je voor ? Wie nergens voor staat zal voor alles vallen. Aan liefde herkennen we mensen niet, want dat is allemaal makkelijk gezegd en gedaan. Je herkent mensen aan hun haat en hun woede. In ons educatieve kerkelijk-satirisch stripblad 'Meneer Nul' stond eens in de negentiger jaren : 'De liefde is de liefde niet als ze zich niet afscheidt van de haat. De liefde haat de haat. De liefde vernietigd de haat, door ermee te spotten, erop te toornen, en door erom te lachen, zoals Psalm 2 ons dat zo mooi laat zien.' (1997) In één van onze andere tijdschriften schreven wij in 1996 in het artikel 'Profetie, Profeten, Toetsen, Profetische Leven Mooi-weer-profeten, slecht-weer-profeten en weer-profeten' : 'Er zijn van die mensen die hebben alles lief. Ze hebben het hele leven lief. Van dat soort mensen kunnen we nooit hoogte krijgen. Het doet God niet zoveel als wij tegen Hem zeggen dat we van Hem houden. Want we kunnen van meerdere dingen houden. Neen, Hij is meer geïnteresseerd in hetgeen dat we haten en verafschuwen. Als een man tegen z'n vrouw zegt: 'Oh, ik houd van je,' terwijl hij er meerdere vrouwen op nahoud, dan walgt die vrouw van z'n liefde. Zo'n vrouw zou meer gediend worden als haar man zou zeggen: 'Ik haat overspel. Ik haat echtbreuk. Ik walg ervan.' In het artikel 'In de voetstappen van de Hemelvaart' uit 1995 schreven wij hierover : 'Matt. 22:39 'Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.' Luc. 14:26 'Indien iemand tot mij komt, en niet haat zijn vader en moeder en vrouwen kinderen en broeders en zusters, ja zelfs zijn eigen leven, die kan mijn discipel niet zijn.' Amos 5:15 'Haat het kwade en hebt het goede lief.' Het feit dat we onszelf niet lief kunnen hebben en wanhopig vastklammen aan anderen, ligt in het feit opgesloten, dat we de zondige begeertes niet genoeg haten. Het goede kan alleen geliefd worden als het kwade gehaat wordt. En als we niet onszelf tuchtigen, hoe kunnen we dan ooit anderen tuchtigen. Als je jezelf en daarbij anderen niet tuchtigt, dan ben je volgens de Bijbel een hater en een moordenaar: Spr. 13:24 'Wie zijn roede spaart, haat zijn zoon, maar wie hem liefheeft, tuchtigt hem reeds vroeg.' 1 Joh. 3:15 'Een ieder, die zijn broeder haat, is een mensenmoordenaar.' 1 Korint. 9:27 'Ik tuchtig mijn lichaam en houd het in bedwang.' In ons profetisch info-blad 'De Vloedgolf' spraken wij in 1994 : 'Verachting van de verbrokenen van hart : Ze zingen en dansen veel 'om de Heere te loven en te prijzen' en ze zien dat als een graadmeter om te zien hoe vol iemand van de Geest is. Als iemand niet met hen mee doet en er 'somber' en 'treurig' uitziet, dan klopt er volgens hen iets niet met zo'n persoon.: Deze houding is de Here een gruwel.

Wat zegt Gods Woord hier eigenlijk over ? Amos 5: 21-27: Ik haat, Ik veracht uw feesten, en kan uw samenkomsten niet luchten. Ja, als gij Mij brandoffers brengt, en uw spijsoffers, heb Ik daaraan geen welgevallen, en uw vredeoffer van mestkalveren wil Ik niet aanzien. Doe van Mij weg het getier van uw liederen, het getokkel van uw harpen wil Ik niet horen, maar laat het recht als water golven, en gerechtigheid als een immer vloeiende beek. Jakobus 4:8-9: 'Reinigt uw handen, zondaars, en zuivert uw harten, gij, die innerlijk verdeeld zijt. Beseft uw ellende, treurt en weent; uw gelach moet veranderen in treurigheid, en uw vreugde in neerslachtigheid.' (..) Sleutels om tot verbrokenheid te komen : 'Johannes 12:25 zegt: wie zijn leven liefheeft, maakt dat het verloren gaat, maar wie zijn leven haat in deze wereld, zal het bewaren ten Eeuwigen Leven. Dit leven wat je nu hebt is vaak aards en demonisch. Je moet het haten. Dit is de eerste stap om het kapot te laten springen, zodat er nieuw leven kan komen. Je geest moet verbroken worden. Je hebt nog een aardse geest, waardoor je veel dingen nog niet begrijpt en nog niet kan.' Tot zover de artikels van vroeger. Ik aanvaard het vuile kruis, om veilig te zijn tegen de valse schoonheid van de pensioenfondsen, van het niet meer willen doorstuderen en werken. Ik aanvaard de dirty thirties, het vuile kruis van de dertiger jaren, de grote depressie, om veilig te zijn tegen de valse vrolijkheid, het valse geluk wat egoïstisch en onverschillig parasiteerd op de armen en de dieren. Na de dertiger jaren ging alles mis. Toen kwamen de nazi's, en de wereld werd niet meer hetzelfde. De zwaarste demonische geesten werden over de wereld uitgegoten. George Orwell waarschuwde de mens om terug te gaan, want het jaar 1984 zou komen van een tijdperk van nieuwe brainwashing, van de denk en droom politie. Zware mind control zou komen wat ik in levende lijve heb ervaren in de 80-er jaren, en de jaren daarna werd het alleen maar erger. Dieper geluk vinden, gnosis, ontwaking, bewustzijn, in het ongelukkig zijn. Het heeft twee kanten. We missen zoveel als we niet durven op een bepaalde manier ongelukkig te zijn. Hierin is juist het ware geluk te vinden, namelijk de gnosis, diepte, zodat je geen theetante wordt, geen mien meut, geen simpel zieltje. Juist het valse gelukkig zijn ten koste van andere wezens vandaag de dag is zo'n grote tragiek, zo'n grote horror, zoals beschreven wordt in het stuk genaamd 'Heaven' in de tweede bijbel, over een valse hemel. Eerst moeten we loskomen van al dat bedriegelijke, valse, dodelijke geluk, en daarvoor moeten we dus eerst juist 'ongelukkig worden' op een bepaalde manier. Maar wij van de gnosis zijn geen ongelukkige mensen daadwerkelijk, maar diepe mensen, dus er is ook een soort van hemels ongelukkig zijn. Speel er maar mee. Het belang van ongelukkig zijn om de gnosis te vinden, wat een bepaalde mate van vreemd, latent, subtiel geluk geeft, niet teveel, niet te weinig. In de dertiger jaren was er de Amerikaanse exodus van het Oklahoma gebied naar het Californië gebied tijdens de vuil stormen die het land teisterden. Het was één van de grootste migraties in de

Amerikaanse geschiedenis. Het gaat er niet om alleen maar het vuile kruis te aanvaarden, maar de mens moet ook strijden en vluchten. In 1939 schreef John Steinbeck hierover het boek : The Grapes of Wrath, de druiven van gramschap. De mensen in Oklahoma hebben het zwaar vanwege de vuilstormen ramp, leven in grote armoede, maar ze hoorden dat Californië het paradijs was, als de hof van Eden. Daarom was er een grote exodus naar Californië, het beloofde land, maar het bleek een illusie te zijn, want velen keerden alweer terug vanwege de grote werkloosheid en werk voor laag loon en verhongering. Deze verhalen horen ze allemaal in kampen waar ze terecht komen. Ze zouden hier in Californië slechts uitgebuit worden. Ze komen dus zo in een heel corrupt systeem terecht. Aan het einde van het boek bevalt een vrouw van een dode baby, maar geeft haar melk dan aan een uitgehongerde man. Het laat een diepere exodus van de mens zien, in diepere honger om los te komen van de bedreigingen van valse welvaart en vals geluk, om zo uiteindelijk terug te komen tot de moeder gnosis. Daarom droomde ik als kind ook altijd al over het in de nacht gaan tot Californië langs de grote gordijnen. De mens is er nog niet als de mens in Californië is gekomen. Uiteindelijk is het in het Westen van Amerika waar de put is tot Zuid Amerika, tot het oerwouden gebied. De mens moet geheel terugkeren tot de natuur. De mens moet dus wel door de werelden van 1984, Brave New World en de Grapes of Wrath heen. Het is op het eerste gezicht onbruikbaar, maar ga je dieper binnenin dan wordt het bruikbaar. Die laag is dus ergens voor nodig, als gecodeerde bescherming. Het is een dubbele laag. De mens zit dus nooit geheel vast, maar heeft deze tussenlaag nodig, hoe moeilijk dat ook is. Zonder deze tussenlaag zou er geen leven mogelijk zijn. In Grapes of Wrath ga je dieper in de honger, om zo uiteindelijk tot de ware moederborst te komen. Kan de mens het vuile kruis aanvaarden wat tot deze honger leidt ? Kan de mens hiervoor ook strijden ? Lijdvaardigheid en strijdvaardigheid horen bij elkaar. Gooi er één weg en alles is verloren. Grapes of Wrath laat de diepere weg zien van de dertiger jaren, om zo niet te eindigen bij de nazi's. De mens moet er wel doorheen, zoals ook door het corrupte paradijs van Californië, maar uiteindelijk druppelt het diepere. Vele slechten bij elkaar vormen dus uiteindelijk toch een goede. Het verschil is : niet van de wereld, maar in de wereld. Strangers in a strange land. We are not of this world, but going through it. We hebben deze puzzelstukjes nodig. Verlies ze niet, sla ze niet over. Ze zullen belangrijk zijn op de doortocht. Hoofdstuk 39. het alcohol verbod van de twintiger jaren Het boek Druiven der Gramschap van John Steinbeck uit 1939, over de vuilstormen exodus van Oklahoma tot Californië in de dertiger jaren, eindigt met het beeld van een vrouw met een doodgeboren kind die een uitgehongerde man borstvoeding geeft. Wat is de symbolische betekenis hiervan ?

Het doodgeboren kind is de eerste wereldoorlog. Europa was totaal uitgehongerd na de eerste wereldoorlog, en kreeg toen hulp van Amerika. De vrouw die borstvoeding geeft is Amerika, en de uitgehongerde man is Europa. Het boek gaat over vuilstorm vluchtelingen die in het corrupte paradijs van Californië terechtkomen waar ze verder worden uitgehongerd, uitgebuit en onderdrukt, maar dan is er het beeld van de vrouw die borstvoeding geeft. Wat is het precies ? De mens was in de dertiger jaren in de grote economische depressie gekomen, en er leek geen uitweg te zijn, maar deze borstvoedende vrouw gaat over de jaren twintig toen Amerika hulp gaf aan Europa na de eerste wereldoorlog. We moeten dus in deze dimensie overgang komen van de dertiger naar de twintiger jaren. In de twintiger jaren was er in Amerika de grote drooglegging, oftewel het alcohol verbod. Alcohol, een vernietigende drugs voor het menselijk lichaam en de menselijke ziel, en de hersenen, is een algemeen aanvaarde en legale drug die je vandaag de dag makkelijk kunt krijgen. Maar in de twintiger jaren was er het alcohol verbod in Amerika, als poging om alcohol consumptie uit te bannen, maar dit gaf een enorme weerstand in de criminele onderwereld en de zwarte markt. Alcohol is de basis van de vernietiging van vele levens. Zo is dat altijd geweest. Het is dus belangrijk door via de dertiger jaren terug te gaan tot een nog diepere dimensie van de twintiger jaren waar nog steeds het alcohol verbod er was. Dit verbod liep van 1920 tot 1933. Geschiedenis is een plaats, een dimensie, dus is er nog steeds, als kracht, en kan verdiept worden, toegankelijk gemaakt worden. Het ligt nog steeds potentieel in de mens verborgen. De weerstand van de geest van alcohol was heel groot. Die was natuurlijk woedend om dit verbod. Bij de nazi's was alcohol soms een beloning voor het uitmoorden van Joden, en ook als sociaal 'glijmiddel' tussen mannen. Alcohol is drugs waardoor de natuurlijke mechanismes en beschermingen afgebroken worden om plaats te maken voor iets heel anders, namelijk directe wilskracht in plaats van kenniskracht, en deze wilskracht is altijd onbeheerst, ongenuanceerd, onvoorwaardelijk, maar dan op z'n eigen manier hypervoorwaardelijk, als werken tegen de natuur in. De wil omzeild zo alle kennis. Zo maakte de mens ook kern-energie, en alcohol was uiteindelijk ook de oorzaak van de kernramp in 1979 in Harrisburg. Daarom is het alcohol verbod zo belangrijk, door hier ook in te volharden. Daarom zijn de twintiger jaren zo belangrijk, want zo gaf de vrouw de uitgehongerde man melk in plaats van alcohol. De man ontving zo puur natuur. Alcohol ligt dus ten grondslag aan Harrisburg 1979, Toronto 1994 en de gsm-leugenocratie die hierdoor ontstond waar alle beschermende natuurlaagjes waren afgebroken, alle benodigde hersenvliezen van de mens waren afgebroken voor totale chaos, de jaren 2000. Dit is een alcoholocratie waar we nu in leven. Alcohol regeert. Vaak als ik vroeger van school thuiskwam was er niets in de koelkast te vinden dan alcohol, tafelwijn, wat je als kind dan drinkt, want er is niets anders. Vaak was er ook geen broodbeleg, alleen suiker, dus dan ook nog eens veel suiker op je brood. Zo groeiden wij op. Suiker en alcohol is een slechte combinatie. Ook drinken ze rustig sterke wijn aan het avondmaal in de kerk. Na de catechesatie-belijdenis mocht ik ook aan het avondmaal. Maar hoe dichter ik persoonlijk bij God kwam, hoe moeilijker ik tegen alcohol kon. Het stond tussen mij en God in. Ik ben nooit een alcohol drinker geweest echt, maar de tafelwijn kan ik me herinneren als kind waarvan ik soms slokjes dronk, en soms als er likeur stond. Ik vond het smerig, maar ja, je bent dan nieuwsgierig en soms is er niks anders. En dan natuurlijk de wijn aan het avondmaal, maar ik begon ook steeds meer naar kerken te gaan waar dat gelukkig al was vervangen door druivensap. Op een keer was ik weer ergens aan het avondmaal, en toen hadden ze helaas geen druivensap maar wijn. Ik wilde het eigenlijk niet drinken. Ik nam er toch maar een slok van, en voelde direct een slang door mijn hoofd heenglijden, en de wijn was verschrikkelijk smerig. Ik was er te gevoelig voor geworden. Dat was de laatste keer dat ik ooit alcohol zou aanraken. Ik had het helemaal gehad. Ik was toen nog heel erg jong. Ik wist toen al dat al hele kleine beetjes alcohol de hersenen flink zouden kunnen verminken. Ik ben sindstoen ook altijd een grote en radicale strijder geweest tegen het gevaar van alcohol, als geheelonthouder. De demonologie gaat al helemaal niet samen met alcohol, want alcohol is een

legaal middel waardoor demonen binnen komen in de mens. Het gaat niet samen. De twintiger jaren zijn dus enorm belangrijk, vol van antistoffen, om los te komen van alcoholgehechtheid. Ook de medische industrie en de vlees industrie zijn gebouwd op alcohol. Hoofdstuk 40. alcohol – de titanic van de twintiger jaren Alcohol eist telkens weer levens, op allerlei manieren. In de twintiger en dertiger jaren was er daarom de grote alcohol oorlog in Amerika, omdat de alcohol-gerelateerde problemen huizenhoog waren gestegen. De alcohol ban begon in 1920, maar de criminele wereld sloeg keihard terug. Alcoholische dranken mochten niet meer geproduceerd en verkocht worden, maar de criminele wereld zag er juist veel geld in, want alcohol brengt problemen en ook verslaving, dus zo worden vele industrieën gespekt. Uiteindelijk verloren de anti-alcohol verzetsstrijders deze oorlog, en zo was deze ban in 1933 alweer opgeheven, en dit is nog steeds de reden waarom dit goedje nog overal gemakkelijk gekocht en gebruikt kan worden, met alle gevolgen daarvan. Alcohol is een mindaltering drug, en veroorzaakt de zogeheten alcohol psychose, dat mensen dingen heel anders gaan zien dan ze zijn, dus er komt een soort van leugen realiteit, een leugenocratie, wat dus een alcoholocratie is, een valse alcoholische realiteit, waaraan goed verdient wordt, want leugens verkopen nu eenmaal goed. De betaalde psychiatrie is een tak van de alcohol psychose die met radicaliteit en fundamentalisme strijdt tegen de demonologie en het profetische. Ook de betaalde rechtshandhaving is een tak van de alcohol psychose, waardoor er ook mensen aan de lopende band vals beschuldigd worden. Je betaalt voor recht. Dat kan nooit goed zijn. Het zal dan ook niemand verbazen dat de vlees industrie ook een tak van de alcohol psychose is. Deze industrieën werken allemaal met elkaar samen. Ze houden allemaal elkaar de hand boven het hoofd. Alcohol is het grote smeermiddel en glijmiddel. Alcohol regeert. Alcohol is een afbraakproduct uit suikers door gisting, als een suiker-bacterie. Het hoort niet in het menselijk lichaam thuis. Waarom drinken zoveel mensen het ? Lage kosten, er wordt ook veel reclame voor gemaakt. Veel mensen zijn nu eenmaal goedgelovige meelopers. De eerste wereldoorlog was een onafhankelijkheidsoorlog om los te komen van de macht van het gevaarlijke Duitse rijk, toen al gevaarlijk, als voorloper van het komende nazi rijk. Het Duitse rijk viel toen, en er kwam in Amerika het grote alcohol verbod, waardoor ook Amerika haar melk kon voeden aan het uitgehongerde Europa na de eerste wereldoorlog in de jaren twintig. Maar het alcohol verbod hield niet lang stand en aan het eind van de dertiger jaren ontstond de tweede wereldoorlog, de komst van de nazi's. Wat betekent dit ? Het betekent dat het juist verdiept moet worden, want er kon geen directe bevrijding komen. Het alcohol verbod ligt nog steeds onaangeroerd in de twintiger jaren, en de mens heeft het nog niet begrepen. Daarom moet de mens via de dertiger jaren terug naar de twintiger jaren, en zelfs dieper tot de eerste wereldoorlog om los te komen van de grootmachten (het Duitse rijk en het Oostenrijks-Hongaarse rijk). Zo ontstond Joegoslavië, wat verder begon af te splitsen in de negentiger jaren in de Joegoslavische oorlogen. Dat waren ook onafhankelijkheids-oorlogen. Het is allemaal een strijd tegen de onderliggende geest van alcohol. Alcohol is een heerszuchtige geest die zijn eigen technologie heeft, maar dit dus zo heeft gehaast dat hij stappen heeft overgeslagen opdat alles neerstort. Dat is de bedoeling van alcohol ook, want

het is een vernietigingszuchtige geest die voor het betaalde medische wereldrijk werkt. Deze geest leeft door ongelukken. Daar wordt deze geest voor betaald. Het is een huurmoordenaar. Hij maakt mensen zo hoogmoedig dat ze een hedendaagse toren van babel bouwen : het vliegtuig of de raket. Maar de mens is hiertoe helemaal niet geroepen. De mens heeft de daadwerkelijke kennis hier niet toe, en moet eerst leren geestelijk te reizen. Vandaar bijvoorbeeld de Challenger ramp in 1986, wat ook een gevolg is van alcohol, en wat symbolisch ook het loon van alcohol is. Wie is alcohol ? Het is een uit de kluiten gegroeide bacterie met allemaal ogen, als een meisje wat niet naar school wil en alles snel snel wil. Ze beweegt heel snel, slaat allerlei stappen over, en groeit uit tot een grote wurgslang om mensen mee te trekken in haar hol. Niet iets om op de koffie uit te nodigen. Alcohol legt overmoedige sociale bruggen die dus vals zijn. Alcohol wil niet wachten, wil niet bouwen in geduld, wil niet minderen, en gaat zo langs de natuur heen voor de crash. Het geeft hallucinaties, dus je kijkt in de spiegel en denkt dat je jezelf ziet, maar het is een beeld van de alcohol, je kijkt naar een scherm. Je hersenen komen in een ander trillingsgetal en pikken hele andere dingen op, en alcohol gaat dan spreken, en de mensen denken dat het hun gedachten zijn. Zo ontstaan al die bedrijven die over de mens heersen, als mannequins van de waarheid, maar die is dus vals, als een verkoop truukje. Het zijn mannequins van intimidatie. 'Als je onze producten niet neemt, dan zal iets ergs je overkomen.' Het zijn slechts kettingbrieven. Deze intimidatie is vaak subliminaal. De mens weet vaak niet eens dat hij bedreigt wordt, want het gebeurt vaak door onderbewustzijns-codes, een taal die het bewustzijn niet kent, maar het onderbewustzijn wel, wat daar heel gevoelig voor is. De mens weet dus heel vaak niet waarom hij telkens een bepaald product neemt, maar het heeft vaak hier mee te maken. Het gaat ook door de reclame. Men koopt deze subliminale huurmoordenaars in. Zo ontstaan dus ook de subliminale kettingbrieven, want mensen geven deze signalen, deze codes, aan elkaar door. Let goed op de lichaamstaal van mensen. Bestudeer wat mk ultra mind control is. Daarom zijn er werelden achter werelden die heel heimelijk werken via subliminale codes, waardoor ze mensen als goedgelovige slaven houden. De wereld wordt dus bestuurd door deze buitenaardse systemen. Deze systemen zijn erop gericht de mens dom te houden, laag opgeleid. Alleen de demonologie kan mensen doen ontwaken. Ook het valse scholensysteem wordt in stand gehouden door alcohol. Alcohol is dus een vals beloningsmiddel als je valse kennis hebt opgedaan, een onschuldige hebt vermoord (vlees industrie), je medicijnen netjes slikt, oftewel je hormonale drugs (ook vlees industrie). De mens wordt graag omgekocht door alcohol, en alcohol intimideert, dus lafaarden zullen dat ook zeker doen. Wil je een lafaard of luiaard zijn, wat in principe gewoon hetzelfde is : blijf dan vooral doordrinken. Wist je dat het valse scholensysteem juist een vermomde spijbelgeest is ? In de eerste wereldoorlog werd de vuilnis gesplitst. Zo kwam er een diepere vuilnis energie vrij, dat wat opgesloten zat. Daarom sloeg de eerste wereld oorlog in als een bom, en was het heel dualistisch. Het waren dirtcuts. De mens bestaat uit dirt-strands, dirt-strings, dirt-chains, die heel hallucinaal zijn in de zin dat ze holografische illusies opwekken, zodat de mens niet ziet wat er is, maar wat er niet is. Soms is dat goed, soms niet. Maar de mens bestaat uit ketenen van bacteriën die een soort zijmens hebben geprojecteerd waardoor de mens leeft, wat dus zwaar bacteriologisch is. De mens leeft in een virus. De mens is door dit gejaagde, hysterische virus meegenomen. Dat noemen we ook weleens de matrix, maar dit is een beschrijving van de matrix. De mens moet dus tot analyse, diepte en nuance komen in een bacteriologisch programma om hier doorheen te komen. Het is niet slechts het goede te scheiden van het kwade, maar ook het kwade te verdiepen en te hersorteren om zo weer bij het goede uit te komen, wat dus ook weer met kruisdragen heeft te maken, niet het kind met het badwater weggooien.

Alcohol : een pokdalig, verblindend licht wat op de mens neerdaalt en illusies geeft. Demonologen en shamanen kunnen het echter zien. Het zijn ketenen die door het voorgeslacht de mens in de greep houden. De alcohol laat over zijn patronen achter : in het bloed, in het DNA, in de hersenen, en het wordt van geslacht tot geslacht doorgegeven. De herinneringen liggen in deze ketenen opgeslagen, zoals ze ook opgeslagen liggen in de dirtketens. Hoe dan ook zonk alcohol naar de dieptes als de Titanic van de twintiger jaren. Hoofdstuk 41. 1918 – het einde van het duitse rijk De haan is dood, de haan is dood. De haan is dood, de haan is dood. Hij kan niet meer zeggen: kokkedie kokkeda, Hij kan niet meer zeggen: kokkedie kokkeda Kokkokkokkokkokkokkokkedie kokkeda Kokkokkokkokkokkokkokkedie kokkeda Vreselijk lied vond ik dat op de kleuterschool, als kleuter. En dan moest het ook nog in canon gezongen worden, met tweede stem, derde stem enzovoorts. Zinnebeeldig is het dualistisch want er zijn goede hanen en slechte hanen, zoals het Duitse rijk was een flink slechte haan, en die viel door de eerste wereldoorlog. Daar was nazi Duitsland erg kwaad over, en toen wilde ze het derde rijk opzetten, oftewel het nazi rijk, maar konden ze de haan nog redden ? 1918 beitelde alles genadeloos vast. Het was het einde van de eerste wereldoorlog en het einde van het Duitse rijk. Het Duitse rijk of tweede rijk was ook als een Titanic van de tiender jaren van 1900 (de Titanic zonk letterlijk in 1912). De Titanic van het Duitse rijk zonk in 1918. Het derde rijk, het nazi rijk, kon het Duitse rijk niet meer redden. Eén van de koppen van het beest was dodelijk verwond in Openbaring 13, en werd toen schijn-genezen, een bedrieglijke genezing, en toen ging de hele aarde het beest in verbazing achterna, want de aarde stond nergens voor dus viel overal voor. Maar ze konden het beest niet meer redden. Die schijn-herleving van het Duitse rijk was het nazi rijk. Maar de mens moet ingewijd worden in de geheimen van 1918, de val van het Duitse rijk, het einde van de eerste wereldoorlog. Afscheiding is iets zinnebeeldigs. Het betekent diversiteit, komen tot je eigen innerlijke, unieke waarde. Dat is waar de eerste wereldoorlog in diepte voor staat, als allegorie. Afscheiding is dus in de kern het geestelijke reizen. De mens moet komen van uniformiteit tot verscheidenheid. Dat is wat afscheiding, afzondering, inhoudt. Dit is het geestelijk reizen, wat de motor is van de territoriale oorlogsvoering en wat dus de zinnebeeldige betekenis is van de eerste wereldoorlog. Alles werkt dus mede ten goede. De eerste wereldoorlog is dus in diepte een schakelvaardigheid en selectievaardigheid, als een

draaiknoppensysteem. Ik was als kind al geobsedeerd met draaischijven, zoals van viewmaster, en ik bouwde allerlei spelletjes na, zoals pim pam pet, stratego en monopolie. Ik had eens een droom dat de zinnebeeldige schijf van de eerste wereldoorlog in Den Haag was, als een station, en dat was een identiteitenschijf, dus eigenlijk een soort kameleon. De mens heeft namelijk verschillende afdelingen nodig om door het leven te komen. Ik was vannacht in gevecht met de wachter van deze geheimen, deze schijf, en die intimideert mensen in hun onbewustzijn dat ze iets kwalijks hebben ingeslikt (plastic) wat zal groeien binnenin hen, en waardoor ze 'de vader' nodig, het patriarchische systeem. Dit is ook hoe reclame werkt, en we doen er beter aan om bewuster te worden van het onderbewustzijn. De mens gaat door het leven als blinden die blinden (mis)leiden. In het land der blinden is eenoog ook koning. Daarom moeten mensen hun geestelijke zintuigen leren openen en gebruiken. De eerste wereldoorlog is een wereld dieper in de mens die nog niet begrepen is, nog niet opgepikt. Dat is ook de reden waarom de mens nog telkens in de eerste wereldoorlog vecht, omdat het nog niet verdiept is. Alleen verdieping is de uitweg. Je kan er niet zomaar van wegrennen. De mens loopt tegenwoordig met veel plastic in het lichaam. Denk aan plastic vullingen in het bot en plastische chirurgie. Dat blijft er altijd maar in en is niet uitneembaar, dus het wordt gekoloniseerd, en is daarmee onderdeel van het lichaam en wordt tegen de mens gebruikt. 'Je hebt iets ingeslikt wat in je zal groeien, en daarom heb je 'de vader' nodig, het patriarchische systeem. Je hebt plastic ingeslikt en nu heb je dit en dat product nodig.' Zo leeft de mens in intimidatie in het onderbewustzijn zijn hele leven. Maar de mens mag leren schakelen tussen zijn eigen identiteiten. In de eerste wereldoorlog werden banden verbroken en kwamen er nieuwe banden. Duitsland was in die tijd al een zeer gevaarlijke hysterische macht die overal om zich heen greep, waar Nietzsche al tegen had gewaarschuwt. Duitsland was als een tikkende tijdbom. Duitsland bedreef al de zogeheten Weltpolitik van 'heersen of vallen', 'alles of niets', wat teveel verletterlijkt werd, gematerialiseerd en gehorizontaliseerd, terwijl het iets vertikaals, iets geestelijks diende te zijn. Duitsland verletterlijkte dus de gnosis, tot een aards object, waarmee het directe, letterlijke, brute macht wilde uitoefenen, niet door het kruis en door de kennis, want Nietzsche werd verdraaid en uit zijn verband gerukt en zelfs als het verminkte boegbeeld gebruikt, als vlag voor het Duitse modderschip. 'Do or die', 'win or lose', 'all or nothing' betekent iets heel anders dan wat de Duitse spijbelaars ervan hadden gemaakt in de weltpolitik. Weltpolitik was de imperialistische politiek om Duitsland in het zadel te hijsen als een globale macht. Ook Darwin was hiervoor geheel uit zijn verband gerukt. Duitsland moet dus weer terugvergeestelijkt worden, want de energie werd door gebrek aan demonologie te verdicht. Deze principes hadden namelijk allemaal met de demonologie te maken, met het het toetsen en het profetische, niet met daadwerkelijke, directe aardse macht. De weg van het kruis moet dus weer getoond worden. Dit is een hongerkruis in gevecht tegen het vraatzuchtige, vadsige Duitse beest, wat nog steeds een wachter is van de geheimen van de eerste wereldoorlog. Juist in de demonologie is het 'alles of niets', maar dat gaat om het verminderingsprincipe, niet om het vermeerderingsprincipe. Het is dus een strijd tussen het geestelijke en het aardse. Deze machten staan haaks op elkaar. Het vermeerderingsprincipe is het gaan van de korte weg, en het verminderingsprincipe is het gaan van de lange weg, op lange termijn denken, opdat de benodigde tussenstappen zichtbaar worden en het niet in zal storten. Al deze valse realiteiten om ons heen die dus min of meer Duits zijn zullen instorten, en alleen de demonologie zal overblijven. Dat kan dus alleen als we tot het Duitse geheimenis komen. 'Alles of niets' betekent dat we radicaal moeten zijn in de demonologie en het kruis, in toetsen en profetie, opdat we niet het doel missen. Het betekent dat we niet laf moeten zijn en lui. 'Er is maar één weg en dat is de onze.' Ja, maar gaat het dan niet om de hogere weg waarvoor je alle andere wegen moet opgeven ? En wat is die hogere weg dan ? Voordat er weltpolitik was, was er

realpolitik. Ludwig von Rochau (1810-1873) zei hierover in zijn boek 'Realpolitik principes toegepast op de staatsomstandigheden van Duitsland', Grundsätze der Realpolitik angewendet auf die staatlichen Zustände Deutschlands (1853) : 'De studie van de krachten die de staat vormen, onderhouden en veranderen, is de basis van alle politieke inzichten en leidt tot het inzicht dat de wet van macht de wereld van staten regeert, net zoals de wet van de zwaartekracht de fysieke wereld regeert. De oudere politieke wetenschap was zich volledig bewust van deze waarheid, maar trok een verkeerde en schadelijke conclusie - het recht van de machtigen. Het moderne tijdperk heeft deze onethische denkfout gecorrigeerd, maar hoewel het breekt met het vermeende recht van de machtigere, was het moderne tijdperk teveel geneigd om de werkelijke macht van de machtigere en de onvermijdelijkheid van zijn politieke invloed over het hoofd te zien.' Darwin (1809-1882) en Herbert Spencer (1820-1903) gaven een genuanceerd beeld van wat 'het recht van de sterksten' of 'het recht van de machtigsten', oftewel 'survival of the fittest' daadwerkelijk betekende. Het spijbelende Duitsland heeft dit beeld later gemakszuchtig verkracht, zonder de moeite te nemen dit verschijnsel op z'n diepte te onderzoeken, en lapten zo Darwin en Spencer aan hun laars en gingen er mee op de loop. Resultaat : spijbelende jongetjes die met hun borst opgeblazen dachten dat dit het recht van de sterksten was, onder invloed van alcohol : de kortste weg naar macht, als een joyride. Ze hadden niet eens de moeite genomen om Darwin daadwerkelijk te lezen, maar renden gewoon met een woordje weg en gaven hun eigen invulling eraan. Darwin en Spencer redeneerden vanuit de subtiliteiten van de natuur, en de oneindige verscheidenheid van de natuur, het vermogen om uniek te zijn en een eenling, wat natuurlijke selectie wordt genoemd, en wat niks te maken heeft met gelijkvormige massa's zoals van Duitse weltpolitik. De ware macht is de macht om anders te zijn, uniek. Maar deze jongetjes zijn lafaarden en durven niet uniek te zijn. Oh, ze zijn voor niemand bang, zeggen ze in hun hoogmoed en trots, maar ze durven niet anders te zijn dan de anderen. Ze durven alleen in groepen te werken. Daar waren Darwin en Spencer niet eens mee bezig, want ze bespraken de plantenwereld. Juist de zeldzaamheid heeft de macht om daadwerkelijke vruchtbaarheid te geven, iets door te geven van generatie tot generatie. En hierin kan dan een oneindige verscheidenheid in ontstaan om te overleven. Het geheim ligt in innovatie, in progressiviteit. Dit heeft dus niks te maken met bulkerig gedrag van alcoholdrinkende Duitse jongetjes. Door hun bulkerigheid en opgeblazenheid trekken ze juist de parasieten aan omdat ze niet uniek durven te zijn, niet progressief durven te zijn, geen nuances durven te leggen en die uitwerken, want dan zouden ze anders zijn. Ze haten het vreemde. Ze zijn bang voor het vreemde, voor de exogamie, dus is het niks dan inteelt. Het loopt dus gelijk op met racisme en nationalisme, want dat is veilig, onder de jurk bij mamma. Dit zijn dan de daadwerkelijke babies die niet willen opgroeien en daarom rondlopen met zwaar geschut. De natuurlijke selectie of 'survival of the fittest' waar Darwin en Spencer in de jaren 1800 over spraken ging over het juist durven afscheiden van de massa's, als de enige overlevingskans, want de massa's die niet groeiden en alleen maar kleefden zouden elkaar verwoesten. Ze konden niet tegen de eis en de ingewikkelde voorwaardes van het leven op. Ze zouden vergaan in de oneindige bureaucratie van de natuur. Darwin en Spencer spraken over hoe zaadjes werkten in de grond, maar de Duitse alcohol-psychotische jongetjes wilden geen zaadjes zijn. Ze wilden pronken in de groepen, conform zijn aan de groepen om zo opgenomen te worden door de stormen. Spencer stelde dat er in het zaad afscheidingen moesten plaatsvinden om zo essentiële bestanddelen in werking te laten komen. Dit moesten ongewoonlijke afscheidingen zijn binnen het zaad. Het gewoonlijke zou namelijk de strop zijn. Het zaad zou alleen overleven door het ongewoonlijke. En dat moest tot in het oneindige gevarieerd worden, dus we spreken hier over een vertikale kwantiteit. Het mocht dus niet te eenvoudig gehouden worden, niet als een soort formule wat voor alles werkt. De Duitse jongetjes van de alcohol gingen vervroegd met pensioen, om voor de rest van hun leven te kunnen rentenieren. Altijd maar weer pronken met hun grote voertuigen, want iets anders hebben ze niet.

Zij willen horizontale kwantiteit, en missen zo de kwaliteit, missen zo wat tussenstappen, en zijn zo als de Titanic (1912) en de Challenger (1986) rampen. Dat is waar alcohol leidt, want het is een huurmoordenaar : Wie leeft door het mes, zal sterven door het mes. Alcohol is ook weer het loon op het gebruik van alcohol, de trofee van de huurmoordenaar : zijn eigen dood. Hij is op een zelfmoord missie. Spencer spreekt dus over de hoge kwaliteit van de gevarieerdheid en zeldzaamheid die het zaad nodig heeft om zo onverteerbaar te zijn voor parasieten die het zaad anders zouden kunnen vernietigen. De gevarieerdheid moet in zijn zeldzaamheid de snelheid van de vermenigvuldiging opwekken om veilig te blijven tegen de parasieten. Er is dus ook een natuurlijke, vertikale snelheid die belangrijk is. De Duitse jongetjes van de alcohol willen aardse snelheid waarmee ze kunnen pronken in hun groep en om hen die niet van hun groep zijn te intimideren, en zo rijden ze zichzelf in de prak, zoals in 1918. Ze zijn op zelfmoord missie. Ze zullen alles wat niet doorleert, alles wat zich niet afzondert, vernietigen, met zich meesleuren. Het is horizontale, aardse snelheid, die niet tegen de hogere demonologische snelheden opkan. De natuurlijke selectie is een proces van afwijking, niet van gelijkvormigheid, niet van 'bij de groep horen.' De natuurlijke selectie of het recht van de sterksten is het recht van degene die afwijkt van anderen, abnormaal is, ongewoon, niet heeft gebogen voor de afgoden van de samenleving en de tijd. Sterkheid was in de oude talen al niet letterlijk, maar werd gebruikt voor alertheid en gevoeligheid, onderscheidingsvermogen, oftewel het behoort toe aan de demonologie. Als je denkt dat sterkheid het vertonen van spierballen is, dan ben je al bedrogen en heb je het al verloren. Dat is de opgeblazen geest van alcohol waarin ergens een steekje loszit. Ze hebben de technologie niet. Hun horizontale, aardse raket technologie mist levensbelangrijke demonologische principes, dus ze zullen gaan neerstorten. Omdat ze het kruis hebben gehaat. Het kruis is het ware leven. Diepte, zinnebeeldig, niet letterlijk en aards. Durf anders tegen dingen aan te kijken, demonologisch en profetisch, zonder dat je in een laffe en luie valstrik terechtkomt, want de strijd moet gestreden worden en je herkent mensen pas echt door hun haat en hun woede, niet door hun liefde. Als je het kwaad te lief hebt is het geen liefde meer. Spencer stelt dat door deze eigenschappen van de plant ook betere adaptie is tot de natuur, en readaptie. Ook dit is een eigenschap van natuurlijke selectie en recht van de sterksten. Dit is niet iets nationaals, maar multi-cultureel, internationaal, het vermogen om je aan te passen aan andere werelden, zeer exogamisch dus. Deze adaptie is zeer indirect, niet direct, door het individu wat juist het verst van hen verwijderd ligt, zich het meest heeft afgezonderd om zulke systemen ook te vernietigen, zodat het contact ook meer abstract is. Er is geen direct contact. Dat zou de strop zijn. Je gaat ook niet direct van A naar B, maar je gaat eerst naar ZXY en dan helemaal langs de andere letters tot B, dus je benaderd het omgekeert, net als op aarde dat je niet direct van locatie A naar B gaat, maar een omweg maakt, van onderen, tot de achterkant, dus je reist de hele wereld eerst over totdat je aan de achterkant of onderkant van locatie B bent gekomen, door het ijs dus, wat zinnebeeldig staat voor : alles benaderen door zorgvuldig onderzoek, niet door snelle, simpele vooroordelen. Ben je bereid iets of iemand echt te leren kennen voordat je je grote mond opentrekt, vaak gevuld met alcohol ? Dat is het enige ware contact. Eerst moet alcohol sterven, zinken als de Titanic. Anders is je contact met iets of iemand slechts een alcohol psychose. Zo hebben wij dit altijd onderwezen, maar er zijn maar weinigen die zich aan dit beeld houden, aan dit model. Geen tijd hebben ze voor. Ze hebben haast, maar voor wat ? Waar is het je nog om te doen allemaal ? Werken voor een psychose en dan pas veel later wakker worden om te moeten bemerken dat je voor niks hebt gewerkt ? Wat een ophef allemaal, en allemaal om niks. Wat een drama. Zorg liever dat je het ware demonologische drama kent in plaats van de alcoholpsychotische nepdrama's uit de roddelblaadjes die mensen daar vanaf leiden. Wat een vooroordelen allemaal. Het is een eigenschap van de natuur, stelt Spencer : vele experimenten, maar slechts enkelen zullen overleven en het ras voorzetten. De grote meerderheid van die experimenten zal falen. Elke plant draagt massa's zaadjes, en slechts een paar van die zaadjes dragen de benodigde eigenschappen om

volwassenheid te bereiken. Een afval race dus ? Ja, maar het is iets zinnebeeldigs. Afwijking is onderscheiding. En dat stopte in de eerste wereldoorlog niet, maar ging verder met Joegoslavië, wat zich maar bleef afzonderen, tot de grote explosieve Joegoslavische oorlog in de negentiger jaren, maar dat was in principe nog steeds de nawerkingen van de eerste wereldoorlog, wat nog nadreunde op aarde. Wat een grote bom was die eerste wereldoorlog. Het moet begrepen worden. Het was een zinnebeeldige code van de natuurlijke selectie, wat de eindeloze afwijking van de natuur is. In alle richtingen moet een plant gaan om te overleven. Veel van wat de plant voortbrengt overleeft het niet, maar het gaat om het unieke, zeldzame deel. Voldoe je aan de voorwaarden ? Variëren betekent ontladen, minderen, maar als je orthodox op één punt blijft, altijd hetzelfde dan is dat opgeblazenheid. Dan ontplof je. Dan ben je een tikkende tijdbom. Kijk maar eens om je heen. Al die jongetjes die als levensdoel hebben zichzelf op te blazen. Ze zijn op een zelfmoord missie. Blijf er ver bij uit de buurt, anders zal de bom ook jou raken. Oh, je ziet iemand dichtbij hen komen ? Ja, de parasieten zullen zeker dichtbij hen komen. Oude mannetjes met stropdasjes die een product willen verkopen. Het is allemaal de alcohol psychose. Hoe verder ze van de natuur verwijderd raken, hoe meer ze zichzelf opblazen. Rijkdom is geen goede vervanging voor intelligentie. Natuurlijke selectie gaat om intelligentie, camouflage vermogen, niet om publiekelijke aandachtstrekkerij van rijkeluiskinderen. Ook Spencer streed tegen de valse macht van rijkdom. Deze macht loopt ook hoog te pronken in de kerken, vreemde bewegingen maken voor de val. Het zijn al stuipbewegingen. De bom is al gevallen. We moeten terug. Terug, want alles is al verknald. Alles wat je om je heen ziet is slechts kanker-parasieten. Spencer stelt dat het van belang is om voor overleving te zorgen terug te keren tot het fijnere gebruik van de zintuigen, zoals betere visie, een beter gehoor, betere reuk, meer timide te zijn als dat nodig is, wat we dan zinnebeeldig kunnen toepassen op de geestelijke zintuigen. Het hebben van visioenen is zeer belangrijk om door het bedriegelijke mijnenveld van het modernisme heen te komen. Vindingrijkheid is natuurlijke selectie, stelt Spencer. Dat is de ware definitie van het recht van de sterksten. Het gaat over de creatievelingen, die eens wat nieuws kunnen maken. Niet hen die alles maar bij het oude laten. Er moet nog zoveel veranderen, nog zoveel verdiept worden. Transformatie vermogen, daar gaat het om. Dat is iets in jezelf. Dat kan de ander vaak niet oppikken, en dat is ook weer vaak voor je eigen bescherming. Het vleselijke kan het geestelijke niet verstaan. Je loopt dan vaak tegen muren op, maar zo vindt je het pad. Zo en niet anders. Zo ontwikkel je grensgevoeligheid. Realpolitik als strategisch systeem, zo werd het ingevoerd in de jaren 1800 in Duitsland, gebaseerd op de grondlegger van de politieke wetenschap, Machiavelli (1469-1527). Dit was een demonologische noodzaak. Er waren teveel gevaren. Realpolitik riep op tot voorzichtigheid en niet tot macht. Realpolitik was de voorloper van de veel gevaarlijkere en corruptere weltpolitik. Als we het over realpolitik hebben, dan hebben we het dus nog over de jaren 1800, over het Bismarck tijdperk. Er moest een balans zijn in het regeringswezen, wat veel gematigder moest zijn, opdat er ook oog zou zijn voor het vreemde, voor het progressieve. Het dogmatisme was gevaarlijk, wat Machiavelli ook al stelde. De mens moest de touwtjes wat laten vieren. Bismarck, de ijzeren kanselier, was in groot gevecht met het katholieke systeem wat Duitsland bedreigde. Ook wantrouwde hij de democratie, want die werd gedreven door alcoholische meerderheden in plaats van daadwerkelijke vaardigheden. Democratie was in zijn ogen een voorbeeld van spijbelen. Er moesten veel hogere eisen gesteld worden aan zomaar regeerders en het verkiezen van regeerders, want er waren veel kapers op de kust. Daarom bracht Bismarck hiertoe een beveiligende bureaucratie. Voordat ik Bismarck echt in diepte bestudeerde had ik dromen waarin ik hem ontmoette, deze Duitse regeerder van de latere jaren 1800. Bismarck kwam tot mij heel speels en vol van humor. Toen ik na deze dromen onderzoek deed over hem kwam ik die eigenschap ook weer tegen. Bismarck leefde van 1815 tot 1898, wat dus in het tijdperk van Nietzsche was (19441900). Na Bismarck verviel Duitsland, zoals Nietzsche had voorspelt. Bismarck had zijn eigen interpretatie van het recht van de machtigsten, en hij noemde het relatie-vaardigheid, het hebben van de juiste relaties met andere volkeren. Hij wilde vrede, en balans, maar was hierin ook koppig

en zeer radicaal, met leuzen zoals 'bloed en ijzer', terugwijzende op de Napoleonitische oorlogen. Ook Bismarck voelde de dreiging die over Duitsland hing, wat er zou komen. Ik kan me herinneren dat in mijn dromen over Bismarck hij ook telkens zijn hoofd schudde, dat mensen hem niet kenden. 'Niet door meerderheidsbeslissingen, maar door bloed en ijzer.' Wat betekent het ? Het is iets demonologisch. Hij streed tegen de criminele organisatie van de democratie van ongeletterden, beunhazen. Er is alleen daadwerkelijke macht, hoewel vaak abstract, door geleerdheid. Hij was hierin progressief opdat er geen corrupte machtsposities zouden ontstaan gebaseerd op fundamentalistische ideologieën. Hij stond dus altijd weer open om te leren, ging niet met pensioen. Maar hierom werd hij in 1890 door Wilhelm II ontslagen, en toen ging het bergafwaarts met Duitsland, zoals Nietzsche al had voorspelt. Hier was ergens een gevaarlijke dimensie overgang, wat leidde tot de eerste wereldoorlog. Nu moest het Duitse rijk wel vallen. Realpolitik : Het doel heiligt de middelen. Moralen en ideologieën zijn slechts codes die verdiept en genuanceerd moeten worden, en in grotere contexten, want er zijn altijd uitzonderingen op de regel, omdat er ook weer hogere regels zijn. Hierin moet de mens grensgevoeligheid ontwikkelen. Dit is enorm complex, met vele gevaren, vandaar de noodzaak van de demonologie, die altijd weer de basis dient te zijn, en die nooit losgekoppeld mag zijn van het profetische en het toetsen. Vandaar dat de mens in het reine moet komen met het vertikale, het geestelijke en zijn verslaving aan het horizontale, en de horizontale alcoholische realiteit moet opgeven. Dit kan alleen door de heilige gebondenheid. Een zware gebondenheid kan alleen overwonnen worden door een hogere zware gebondenheid. We spreken dan van een geestelijke of profetisch-demonologische technocratie. Wil de mens dan niet zwijgen om te komen tot het Socratische beginsel dat de ware kennis is te weten dat men niets weet ? Dit is het fundament van realpolitik. Wordt stil voor de natuur, de hogere gnosis en ga niet wanen en pretenderen. Werk alles goed uit voordat je een stap maakt, anders zul je falen.

VAN REFORMATIE TOT REGRESSIE DE RODENBERGSE CATECHISMUS COAB 2020 DEEL I – INLEIDING RODENBERGSE CATECHISMUS Hoofdstuk 1. de put van 1800 – strike of the underground Hoofdstuk 2. de voortijdse link tussen amos en hosea Hoofdstuk 3. de geestelijke burgeroorlog Hoofdstuk 4. moeder arnhem Hoofdstuk 5. van golgotha tot auschwitz Hoofdstuk 6. moeder tegen moeder Hoofdstuk 7. brave new world, deaf new world Hoofdstuk 8. van de lever naar de longen Hoofdstuk 9. Godsis en de samenvatting en commentaar op van Leeuwen's commentaar op Hosea 1-4 (P.O.T, 1968) Hoofdstuk 10. de strijd om het markermeer – nederland, het land zonder leger en de wijzen uit het westen Hoofdstuk 11. Het antwoord op 1984 : 1988 – samenvatting en bespreking van William Burroughs' 'Wilde Jongens – Een dodenboek' (1969) Hoofdstuk 12. welcome to the deep new world Hoofdstuk 13. Jezus, de wilde jongen en slager

Hoofdstuk 14. gsm of profetie Hoofdstuk 15. de jaren 1800 : kiezen tussen koning of god Hoofdstuk 16. cessationisme : van reformatie tot deformatie – samenvatting en bespreking van kuyper's ' Soevereiniteit in eigen kring' (1880) Hoofdstuk 17. Is er leven na Kuitert ? Hoofdstuk 18. psalm 80 – bespreking van diverse commentaren Hoofdstuk 19. de zonde van desertie Hoofdstuk 20. de dogmatoloog en het verschijnsel van de gedeformeerde kerk DEEL II – TOELICHTING HEIDELBERGSE CATECHISMUS Hoofdstuk 21. commentaar op de catechismus Hoofdstuk 22. de 52 zondagen - natuur vrouwen - het verdere commentaar op de catechismus van heidelberg (z. 13-20) Hoofdstuk 23. bespreking zondag 21-25 van de catechismus Hoofdstuk 24. zondag 26 : Wie de grootste onder u wil zijn zal de kleinste zijn. Hoofdstuk 25. zondag 27-29 : heb je al een geestelijk beroep ? of ben je nog geestelijk werkeloos ? Hoofdstuk 26. zondag 30 : mag jij door tot de volgende ronde ? heb je je huiswerk gedaan ? Hoofdstuk 27. Zondag 31 : van opname tot huisvesting – een woning krijgen in de hemel Hoofdstuk 28. zondag 32-33 : van hemels burgerschap tot hemels agentschap tot hemelse natie Hoofdstuk 29. zondag 34-38 : deserteur of detective ? Hoofdstuk 30. zondag 39-40 : van hemelse natie tot hemelse familie Hoofdstuk 31. zondag 41-45 : zowel progressief als regressief – het hoe, waarom en wat van gebed Hoofdstuk 32. zondag 46-47, 51-52 : zeg nee tegen krakers van het menselijk lichaam – het dogma van vergeving DEEL III - TOELICHTING EN HERZIENING DORDTSE LEERREGELS Hoofdstuk 33. zondag 48-50 van de HC en artikels 1.1-2.8 van de Dordtse leerregels van commentaar voorzien en herzien. Hoofdstuk 34. de herziene dordtse leerregels 2.9 – 3-4.17 met toelichting : uittreden en aftreden Hoofdstuk 35. de herziene dordtse leerregels 5.1 – 5.8 met toelichting : de fantasieologie Hoofdstuk 36. de herziene dordtse leerregels 5.9 – 5.15 met toelichting en zondag 1-2 van de heidelbergse catechismus met commentaar op de nederlandse geloofsbelijdenis uit 1561 van Guido de Bres Hoofdstuk 37. van mk ultra tot jx ultra Hoofdstuk 38. alva en de gekken van april Hoofdstuk 39. de gekken van april Hoofdstuk 40. artikel 28 en de toorn van god

DEEL IV – TOELICHTING PSALMEN Hoofdstuk 41. Psalm 1 : Wat doen we als zondaren ons proberen te verleiden tot zonde ? Hoofdstuk 42. vers voor vers : psalm 1-3 – jozef de dromer Hoofdstuk 43. vers voor vers : psalm 4-6 – artikel 28 : de voortgaande afscheiding Hoofdstuk 44. vers voor vers : psalm 7-9 – saul en goliath Hoofdstuk 45. vers voor vers : psalm 10-12 – de reformatie : als wezen in de wildernis Hoofdstuk 46. vers voor vers : psalm 13-15 – de gave van droom-interpretatie Hoofdstuk 47. vers voor vers : psalm 16 – van reformatie tot regressie Hoofdstuk 48. psalm 1 : de gedeformeerde kerk als geconformeerde kerk Hoofdstuk 1. de put van 1800 – strike of the underground 'Strike of The Underground Bring me back to life, Throw sand in the eyes of slaughters, Cold and lonely, the eastern sky eats faces, Slimy monsters getting their prey, Strike of the Underground Come down louder, further in depth, dive below the wasting, escape the cold bed, Strike of the Underground, No way to escape,

It's coming near, coming coming near' Het was een lied wat ik eens in de onderwereld hoorde, maar het was veel langer. Er waren ook vele versies van. De jaren 1800 is een verborgen laag onder de bedrieglijke jaren 1900. In de jaren 1930 van de grote depressie is een tunnel die terugloopt tot de jaren 1800, waar het onderwijsboek 'de recyclocratie' [1] over gaat. Er is een grote strijd tussen romantiek en realisme, zowel in de jaren 1800 als 1900. Het realisme kwam in de jaren 1800 opzetten als tegenpool van de romantiek. Het realisme ging dwars tegen het hedonisme van de romantiek in. Het realisme wilde weer aandacht voor de onderdrukte mens, voor het kruis, want juist dat had een mens zoveel te vertellen, als een alarm. De mens was aan de drugs van de romantiek in slaap gezonken en moest weer ontwaken, nuchter worden, tot de rede gaan. De mens moest onder ogen komen dat de waarheid naakt, diep en hard was. De mens moest opnieuw opgevoed worden door de realistische literatuur die er geen romantische doekjes meer omheen bond. Om de waarheid te ontmoeten moest de mens lijden, oftewel ervaren. De mens kon niet zonder pijn. De mens had pijn nodig om gelukkig te kunnen zijn. Zonder pijn zou de mens namelijk in slaap vallen. Het realisme beschreef het lijden van de onderdrukte en laagste klasse daarom ook uitvoerig. Als het zou worden overgeslagen dan zou alles verloren zijn, dus had de literatuur hierin een grote taak. In de jaren 1900 werden hier grote betonnen lagen overheen gebouwd, maar in de dertiger jaren is de put terug tot de jaren 1800. Het loopt zo door de twintiger jaren en de eerste wereld oorlog terug. Fjodor Dostojevski (1821-1881), een onderwijzer van Nietzsche, stelde in zijn boek 'Brieven uit de onderwereld' dat mensen zo vrolijk zijn vanwege steekpenningen die ze hebben aangenomen. Ze hebben zich laten omkopen. Hij was ook aanhanger van het realisme. In dit boek (1864) beschrijft hij de ondergrondse, onderwereldse mens, of moddermens. Deze ondergrondse mens is zwaar pessimistisch, strijdend tegen het bedriegelijke positivisme. De ondergrondse mens trekt alles in twijfel, in strijd tegen de valse, overmoedige zekerheden. Daarom is er ook een grote oorlog tussen de psychiatrie en het pastoraat. De psychiatrie noemt haarzelf een bedrijf en haar zorg noemt ze een product. Wie dan nog niet ziet dat hij bedonderd is behoort gewoon bedonderd te worden. De ondergrondse mens in 'Brieven uit de onderwereld' stelt dat de mens daarom ook fenomenaal dom is. Hij stelt dat een intelligent mens niets kan worden, terwijl een dwaas alles wordt, vanwege zijn overmoed. De dwaas ziet geen grotere lijnen, en handelt gewoon op directe impulsen, zonder onderzoek te doen, en verliest de grotere oorzaken uit het oog, en neemt genoegen met kleinzielige kortzichtige reportages. Hij beschouwt bijkomstigheden als hoofdzaken. Dingen die van minder belang zijn acht hij als de belangrijkste. Dit zijn de wezens van directe actie. Ze overdenken niks, of niet diep genoeg, en beginnen direct aan hun instrumenten te rammelen bij het minste of geringste. Altijd maar weer zien ze het tweede voor het eerste aan, en het onmiddelijke is voor hen primair. Het zijn actie-figuren. Dat betekent dat ze gelimiteerd zijn. Het is allemaal voor de verkoop. Ze moeten zo nodig iets zijn. Allemaal voor het oog en de vorm. Ze zijn gemakkelijk geamuseerd, overtuigen zichzelf supersnel. De mens kiest nonsense omdat het het gemakkelijkste middel is tot verondersteld voordeel. De mens is laf en lui. Daarom is er een strijd tussen wil en rede (kennis). Dit zijn treinen tot de wildernis, ondergrondse treinen, terug naar de gnosis van 1800, wat verborgen ligt onder de jaren 1900. De mens moet terug. De mens moet weer een ondergrondse mens worden, een moddermens, obscuur, maar niet te obscuur [2]. Er moet wel een bepaald spoor achtergelaten worden voor de geestelijke reizigers, maar het mag ook niet te duidelijk zijn. Het grote 'eert uw vader en uw moeder' komt aan bod, niet als het noodzakelijk eren van de aardse vaders en moeders, maar van de geestelijke vaders en moeders, van wie wij navolgers zijn, zoals Jezus ook stelde dat niet zijn aardse vader en moeder zijn daadwerkelijke vader en moeder waren, maar zij die de wil van God, van de gnosis, deden. In ons artikel 'geestelijk reizen – de motor voor territoriale strijd' uit 1998 stelden wij als sleutels voor de gaven van het geestelijk reizen :

'Sleutel 5 Zwem niet zomaar in je eentje de wildwaterbaan over. Misschien heeft iemand anders al voor jou de draad gespannen of een brug gebouwd. God werkt door mensen. Neem je hen niet aan, dan heb je God ook niet en verdrink je. Onderwerp je aan Gods mensen, leer van hen, lees hun boeken, zo kom je verder op je reis.' Daarom heeft geestelijk reizen ook alles met studie en literatuur te maken. Vandaar dat we de jaren 1800 niet over mogen slaan, want daar ligt al een schat aan gnosis. Eren wij onze vaders en moeders van 1800 al ? Kennen wij hen, hebben wij hen onderzocht ? Hebben wij aan hun voeten gezeten ? Of zijn wij spijbelaren die alles op eigen houtje doen, en gaan joyriden in hun voertuigen die we niet eens kennen en waarvan we de voorwaarden niet eens kennen ? Daarom stelt sleutel 1 : 'Sleutel 1 Jezelf gaan zien als een pelgrim met zowel een natuurlijk als een geestelijk lichaam. Paulus zei : "Ik ben niet bij jullie, maar in de geest ben ik wel bij jullie". Als je aan iemand denkt, of voor iemand bidt, dan is jouw geestelijk lichaam bij het geestelijk lichaam van de ander. Je hebt dus meerder geestelijke lichamen, want je kan aan meerdere mensen tegelijk denken. Als je je verschillende geestelijke lichamen onder ogen komt, je daarvan bewust wordt, begint je geestelijke reis, want dan ben je in staat specifieke dingen op te merken, en te verrichten vanwege deze rangschikking, dit onderscheid. Als je 10 dia’s plaatjes op elkaar liggen zie je niks, of krijg je een rommelig geheel, maar leg je ze naast elkaar, maak je onderscheid, dan komt er goede informatie. Dit noemen we ook wel "3 dimensionaal denken".' En sleutel 2-4 : 'Sleutel 2 Stel geestelijke bedevaarts oorden, levensdoelen vast en richt je daarop, vasthoudend, als volhardend gebed. Zo krijgt je geestelijk lichaam de kans om stapje voor stapje in dat bereik binnen te dringen. Sleutel 3 Het doel kan je verblinden voor de weg ernaar toe. Als je in het donker loopt en je schijnt je zaklamp recht vooruit, kun je struikelen over de dingen die voor je staan. Laat het doel los, richt je op de weg en je hebt het doel. Sleutel 4 Tank bij, in ieder tussenstation. Daar vind je de sleutels voor je verdere reis. Kom je niet door de deur van de toekomt, reis dan terug naar het verleden. Je hebt ergens een sleutel laten liggen. Wat betekent dat "bij tanken"? Dankbaarheid, aandacht, respect etc.. Op deze basis durft God je meer te geven.' Geestelijk reizen is dus niet eenvoudiger dan aardse raket technologie. Gooi er niet met de pet naar. Het is de motor van territoriale demonologie, en niet anders. Dat mag niet van elkaar losgekoppeld worden, want dan ontstaat er hedonisme, romantiek. De mens moet dus terugkeren tot de fundamenten van het realisme in 1800, als antistof tegen de valse romantiek. De jaren 1800 leiden terug tot de natuur. De varkensvliegen zullen komen. Want dit is een varkens probleem. Het is iets shamanistisch, want de varkensvliegen leidden de indianen in de demonologische jacht (niet de letterlijke, aardse jacht op dieren), en lieten hen zien waar de wilde varkens en zwijnen waren, om

hen tot een doelwit te maken. Zo streken de varkensvliegen op hen neer, als een voorteken van oordeel en doem. De jaren 1900 zijn demonologisch gezien de jaren van de chauvinistische varkens [3]. voetnoten : [1.] coab 2019, 2020, het vervolg op het onderwijsboek 'de contextuologie', als onderdeel van de tweede bijbel. coab als uitgeverij betekent centrum ter onderzoek van de amazone bijbel. de amazone bijbel is een andere naam voor de tweede bijbel. volledige titel van het boek 'de recyclocratie' is : de recyclocratie – YOU WILL BE RECYCLED . De werktitel van het boek is 'geschiedenis van 1900 en 1800'. [2.] 'wees obscuur, niet te obscuur,' is ook een uitspraak van Bismarck na zijn dood. het shamanisme laat voor de geschiedenis en gnosis belangrijke personen dus ook na hun dood voortspreken. vandaar dat shamanen een belangrijke taak hebben. de doden worden zo dus niet 'monddood' verklaard, zoals in de klinische historiek. [3.] chauvinisme = overdreven liefde voor het eigene, overdreven nationalisme. Hoofdstuk 2. de voortijdse link tussen amos en hosea Een oudere versie van Amos bestaat uit vier delen, en is puur metaforisch. Deel 1 gaat dan over de uithuwelijking van Amos. Als we niet meer door de wil leven, maar door de kennis, dan hebben we het dus over een vertikale uithuwelijking door de kennis en met de kennis. Uithuwelijking of profetische uithuwelijking kwam standaard voor in de bijbel. Denk aan de uithuwelijking van Hosea. Dit is dus geen menselijke uithuwelijking, maar een profetische uithuwelijking. Amos raakt in gevecht met een vrouw waarmee hij vervolgens moet trouwen. Als profeet zijnde kunnen dit soort dingen gebeuren. Het geschrift spreekt over een exogame ballingschap. De profeet is op een missie en moet met een vreemde vrouw trouwen, zoals Hosea, als beeld van de relatie die de mens heeft met de gnosis, niet door menselijke wil, maar door kennis. In het tweede gedeelte zien we een andere Amos. Amos wordt meegenomen door een vrouw die twee dochters heeft, en moet bij deze dochters wonen. Weer zien we hoe het profetische werkt. Het werkt niet door de wil, maar door de kennis, en die maakt gebruik van de demonologie. Er is in het tweede gedeelte geen sprake van uithuwelijking. De moeder zorgt ervoor dat Amos een band krijgt met haar dochters. Als we verbindingen aangaan, contact leggen, dan is het belangrijk dat we dit doen door de moeder gnosis, de moeder kennis, dat dit dus een natuurlijk geboorteproces is, dus niet door te sjoemelen. Amos

had ook een gevecht met deze vrouw, net zoals in het eerste gedeelte, wat ook weer terugkomt in het verhaal van Jakob op Pniël die een gevecht had met God, met de gnosis. Zoveel verkeerde banden moeten er verbroken worden en nieuwe banden gelegd. Het staat metaforisch voor het testen van alle dingen, en dat de kennis ons zo tegemoet komt om ons mee te nemen. Dit gaat dus niet zonder het gevecht. Beide delen spreken dus allereerst van een gevecht met een vrouw. Het derde deel gaat weer over een heel andere Amos. Amos groeit op bij zijn moeder, en raakt in hun woning in gevecht met een vrouw die deze woning is binnengekomen, in een tent. Ook raakt hij soms buiten met vrouwen van zijn stam in gevecht. Zijn moeder helpt hem hierin niet. Die is compleet passief, altijd op de achtergrond. Op een nacht wordt hij in hun woning overvallen door een vrouw, in zijn slaap, en zij neemt hem mee, en Amos moet met deze vrouw trouwen. Weer doet zijn moeder niks. Het staat metaforisch voor het feit dat de gnosis meerdere delen heeft die we niet uit het oog moeten verliezen. Denk bijvoorbeeld aan de samenwerking tussen demonologie en profetie, dat zij nooit los van elkaar kunnen opereren. Ook mag het nooit losstaan van het toetsen, en moet de heilige gebondenheid plaatsvinden, anders wordt de mens nog door het vleselijke voortgedreven. In het derde deel zien we dus weer dat Amos uitgehuwelijkt wordt, buiten zijn wil om dus, maar door de kennis. Profetischen moeten dingen doen waar hun wil niet bij betrokken is, maar wel hun kennis. Het is een heel groot verschil. Het gaat niet zo van : 'Wat zal ik vandaag weer eens willen, waar zal ik vandaag voor kiezen.' Neen. Profetischen hebben hun wil allang gekruisigd. Hun wil is allang afgestorven. Het gaat erom dingen te ontdekken en leren en vandaaruit handelen. Hosea moest met een twistzieke vrouw trouwen. Ze was heel moeilijk. Het kruis werd hem niet bespaard. Zo is dat ook met de gnosis, de hogere kennis. Het vlees gaat eraan. De gnosis is diep en streng, en het vlees begrijpt de gnosis niet. Dat is in de huidige samenleving heel anders. Men gaat naar de snoepwinkel en denkt : 'Wat zal ik nu eens voor snoep uitkiezen ?' En zo gaan ze te gronde. Het volk gaat te gronde door een gebrek aan kennis. Daar waar openbaring ontbreekt, verwilderd het volk. 'Niet mijn wil, maar Uw wil geschiede.' In het vierde deel leeft Amos met drie vrouwen, die staan voor profetie, demonologie en het toetsen. Roepia is de demonologie, een hieroglyph van de letterbinding RP. Deze hieroglyph wordt vaak afgebeeld als een fallus met een vrouwelijke anus, waarin de anus de uitgang van de vrouw is, de demonologie, en de fallus is met haar. In de huidige samenleving zijn deze betekenissen niet bekend. Anus en fallus, twee belangrijke lichaamsdelen, zijn of gedemoniseerd of totaal overdreven uit hun context gehaald als nietszeggend. Amos is met de drie en zo overleeft hij. Hij heeft alleen vruchtbaarheid in de drie. Kan een mens meer medisch, shamanistisch, geestelijk omgaan met de lichaamsdelen anus en fallus, door hen in het verband te houden ? Kan men er mee omgaan zonder daar giechelig over te doen of gekke bekken te trekken ? Als je bij de dokter komt en hij moet je van onderen onderzoeken, gaat hij dan ook allemaal lopen giechelen en stom lopen doen ? Nee, want hij kijkt er medisch naar, en heeft het al honderdduizenden keren gezien. Het is allemaal routine geworden. Lichaamsdelen vertellen een verhaal en mogen niet losgekoppeld worden van hun context. Er zijn mensen die de fallus en de anus overgesexualiseerd hebben tot het punt dat ze de gnosis uit het oog hebben verloren, en er zijn dus mensen die de fallus en de anus overgedemoniseerd hebben tot het punt dat ze de gnosis uit het oog hebben verloren, maar het hoort erbij en moet soms genoemd worden want het is er niet voor niets en er is een mk ultra strijd over deze twee lichaamsdelen gaande, dus we moeten er wel wat over zeggen. In het Aramees is de fallus ook een beeld van de man zelf. Het is een mini-uitgave van de man. Het is een plug, een verbindingsmiddel, en elke plug hoort in het juiste gaatje. Het is voornamelijk iets geestelijks. Je moet weten waar het voor staat. Dat betekent niet dat je er een heethoofd over moet worden of een volhoofd, want de ware gnosis komt altijd maar half, anders zou ze haarzelf vernietigen. Je moet dus ook oppassen voor het overrrationaliseren van dingen, anders sta je weer de diepte in de weg. Er is een heleboel kennis die we juist niet nodig hebben, dus daarom moeten we ook leren minderen met kennis, en teruggaan tot de leegte om zo tot de ware kennis te komen. Dat is waar het natuurlijke beeld van de penetratie voor staat. Trek terug, en ga dan dieper. Ga er niet giechelig over

doen. Pas het niet op anderen toe, maar in jezelf, als een principe. De mens oversexualiseerd alles, of demoniseerd al het sexuele, maar het moet juist verdiept worden. Wat is het ? En wat is het niet ? De vrouwelijke anus met een fallus is een hieroglyph die in de voortijd veel voorkwam, maar heeft niet de betekenis die er vandaag aan gegeven wordt. Het gaat om de wedergeboorte door de demonologie, en als waarschuwing voor de mens, de grensgevoeligheid. De anus weert namelijk af, als een uitgang. De vrouwelijke anus is de demonologische gnosis, en dat moet heersen over het brein van de man, over de fallus, anders komen er ongelukken. Het zijn slechts metaforen. Feit is dat het onder hoogspanning staat. De man moet een 'moedermind' hebben. De moedermind is demonologisch, als een hypergevoelig alarm. Kijk wat een hysterisch beest de cobra is. Hypergevoelig. Daar wil je niet mee sollen, en de cobra draagt deze hieroglyph in zich. Het is de fallus die voortgedreven wordt door de vrouwelijke anus, twee innerlijke polen. De man is zowel man als vrouw, zoals de vrouw zowel vrouw als man is. Het zijn principes. Wat moet je met nachtmerries zoals deze ? Een vrouw die als een hysterische cobra om haar overleden zoon heendraaft, alles in orde makend voor de begrafenis. Je zou er maar mee opgezadeld zijn. De mens moet aan zichzelf sterven om terug te keren tot dit principe. Het metaforische sterven is het terugkeren. De mens komt voort uit de moeder anus, uit de baarmoeder, en zal daarnaar terugkeren. 'Nee, ik kwam toevallig uit de vagina,' zullen sommige mensen dan denken. Dat lijkt maar zo. De mens wordt zowel geboren uit de vagina als uit de anus, zowel profetisch als demonologisch, tenminste als het om de wedergeboorte gaat. 'Ja, maar anus, dat klinkt zo banaal,' zullen sommige mensen dan denken. Maar waarom heb je het dan ? Ben je niet door God of de gnosis geschapen dan, en is de anus één grote fout geweest ? Foutje van de natuur ? Wat zou er zijn gebeurd als je geen anus had dan ? 'Ja, ja, okay, maar eh, daar hoeven we het toch niet over te hebben ? De anus is toch meer een privé zaak waar je liever niet aan denkt ?' denken sommige mensen dan. Maar heeft God of de gnosis de mens niet naar haar beeld geschapen ? En is dat beeld niet een metaforische opsomming van diepere dingen ? Laten we het daarom soms over de anus hebben, wat de diepere betekenis ervan is, anders hangt het er maar bij. Hetzelfde geldt voor andere lichaamsdelen. Hevig overstuur werden sommige mensen toen we bijvoorbeeld 'de tepel' bespraken. Dat kon toch echt niet, dat was wel zo banaal. Het ging om mensen die loskwamen van het christendom, en ik kan wel meer woorden herinneren waar christenen van overstuur waren, of mensen die ervan probeerden los te komen. Ik wees ze dan vaak aan waar die woorden ook in de bijbel stonden, en toen waren sommigen gesust. Zoals denk aan de tepel van heerlijkheid in Jesaja 66 en de geile rondzwervende hengsten van Jeremia 5. Ik kan het me nog als de dag herinneren dat een christelijke vrouw helemaal overstuur was over het woord 'geil', maar tot haar schaamte noemde dus onze lieve Heer in de hemel dit woord ook in Jeremia 5, wat een teken was dat ze a. de bijbel niet kende, en b. een letterslaaf was als alleen maar wat in de bijbel staat door de beugel kan en waardig is om genoemd te worden. Als we dan naar de Aramese en Hebreeuwse grondteksten gaan dan vliegen de fallussen en andere sexuele schuttingtaal je om de oren, maar dat is misschien de reden waarom het vrijwel niet genoemd wordt in de vertalingen. Dan sta je als predikant dus voor een groot dilemma. De leken die de bijbel niet kennen, en al helemaal niet de grondteksten, begrijpen je dan als predikant al snel niet meer en worden al snel overstuur of zijn enorm op hun teentjes getrapt, terwijl dit allemaal studie materiaal is. En we gaan het niet ontwijken. We spreken er vrijuit over. Het zijn dan vaak ook weer de mensen die er juist een dubbelleven op nahouden en die zichzelf gewoon in hun nakie gezet voelen, ontmaskerd. Mensen die ach en wee roepen in de kerk over de preek, maar als ze thuis zijn wel door alle vuile kanalen van de televisie heenzappen, en de grootste roddeltantes zijn onder elkaar als de zondag weer

voorbij is. Altijd is Kortjakje ziek (of pervers). Midden in de week, maar 's zondags niet zullen we maar zeggen. Het is allemaal heel hypocriet. Als predikant loop je telkens weer in dat mijnenveld. Maar ja, als collega's onder elkaar kon je elkaar dan opvangen. De strijd is zwaar tegen de kloof tussen leken en geestelijken, tussen luien en leergierigen. De kloof tussen leken en geestelijken. We houden het niet in stand, maar roepen juist : kom hogerop. In dit opzicht liggen Hosea en Amos dus heel dichtbij elkaar, draagt Hosea veel van de voortijdse Amos in zich. Abadja betekent werker, abad, van jah, jehavah, in het hebreeuws, als werker van havah, eva. Hij is in strijd met Edom, wat gewoon Adam is in de Hebreeuwse wortel. Adam betekent roodhuid, als de donkere, ondergrondse natuurmens, van het woord 'dam', bloed. Adamah is een andere vorm van Adam, wat grond betekent, en een vrouwelijk woord is. Hieruit kwam Adam voort (gen. 2:7). Adam is de donkerrode huid van Eva in die zin. Abadja had een strijd met deze obscure, donkere vrouw, met de aarde die zoveel verborgen hield. Hij moest de aarde bewerken, vruchtbaar maken. Hij had een duidelijke missie binnen duidelijke grenzen. Hij had grensgevoeligheid. Abadja is dus in gevecht met de Adamah, de grond, als een test. Hoe keert Abadja terug tot de grond ? Haggai is de ge, de aarde, in het Grieks, ook gaia, godin van de aarde. Haggai gaat over : 'gij draaft allemaal voor uw huizen, maar niet voor mijn huis.' Het volk diende dus de verkeerde goden, de afgod. Het volk stond op verkeerde grond. Het volk was in contact gekomen met lijken en daardoor was alles onrein geworden. De offers van het volk waren onrein (vgl. vlees-industrie ter vervanging van de demonologie). Aan het einde van het boek Haggai wordt gezegd dat de aarde gespleten zou worden, opdat er een exodus zou zijn voor het overgebleven volk, want omdat de aarde gespleten zou worden zouden de koninkrijken van de aarde verzwolgen worden met man, paard en wagen. De mens zou dus door de spleet tussen de moederbillen wedergeboren worden. De mens moest dus niet zomaar de wildernis ingaan, maar de aarde ingaan. Haggai was dus een veel diepere mozes. De mens moest ondergronds gaan. Dat kon alleen door de demonologie, de anus, door de spleet tussen de billen van moeder aarde. De aarde moest gesplitst worden, opdat het oordeel kon komen. De mens kwam voort vanuit de adamah, de donkere baarmoeder, de anus, oftewel uit de demonologie. De mens werd wedergeboren door haggai, door ge, gaia, de aarde, als de wederoprichting van de tent van God, die dus volgens het boek haggai zo een dubbele heerlijkheid zou hebben. (2:10) De mens kan hiertoe niet komen zonder het gevecht, zonder het toetsen. Alleen zo wordt de aarde gespleten, oftewel onderscheiden. Onderscheiding is verscheidenheid. De wereld van Haggai is in deze zin genuanceerd, veelzijdig. In het boek Openbaring komt dit hele verhaal terug. In hoofdstuk 12 vlucht de vrouw tot de wildernis en dan komt de aarde haar tegemoet om een oordeel te brengen over haar vervolger, wat dus Haggaiaanse theologie is, en wat ook weer terugkomt in het Jezus verhaal, waarin Jezus tot de aarde gaat, en door de aarde wordt opgenomen in zijn kruisiging, wat iets heel shamanistisch is. 12:4-6 - En de draak stond voor de vrouw, die baren zou, om, zodra zij haar kind gebaard had, dit te verslinden. En zij baarde een zoon, een mannelijk wezen, dat alle heidenen zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd plotseling weggevoerd naar God en zijn troon. En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats heeft, door God bereid, opdat zij daar twaalfhonderd zestig dagen onderhouden zou worden.

12:14-16 - En aan de vrouw werden de twee vleugels van de grote arend gegeven om naar de woestijn te vliegen, naar haar plaats, waar zij onderhouden wordt buiten het gezicht van de slang, een tijd en tijden en een halve tijd. En de slang wierp uit haar bek water achter de vrouw als een stroom, om haar door de stroom te laten medesleuren. En de aarde kwam de vrouw te hulp en de aarde opende haar mond en verzwolg de stroom, die de draak uit zijn bek had geworpen. In de Haggaiaanse theologie is dit de spleet tussen de billen van moeder aarde, de anus, wat in de tweede bijbel ook beschreven wordt als een verloren hersenklier. In de Egyptologie is dit de peh of peh-t, het bereiken van een plaats of object, wat aan het einde, of in het diepste, van de nacht gebeurt, als de afsluiting van een boek. Het is het wortelwoord van de pehuit, de anus, maar dit komt ook weer terug als de achterkant van de nek, als zijnde een lichaamsdeel in het gebied van het hoofd. Het is ook een woord voor fundament, verbonden aan pehu, beyond, oftewel transcendentie. De pehuit, de anus, is in het Egyptisch ook een aanhangsel, een sleeptouw van een boot. In het Surinaamse bijbel gedeelte van de tweede bijbel wordt de anus beschreven als een klier in de hersenen. Er is ook een ander Egyptisch woord wat gebruikt wordt voor anus en dat is mau-t, wat de kern of moraal van een verhaal is, en de totaalsom, de conclusie. Het is verbonden aan de mahet, de tunnel, de doorgang, en heeft als wortelwoord maha, het achterhoofd, of de achterkant van de nek, en mau, zachtheid. In de Surinaamse bijbel van de tweede bijbel is de anus dus ook een onderdeel van de hersenen, als een hardheids-zintuig wat functioneert door het meten en registreren van zachtheidswaardes, de oeroeboel. De anus als hersenklier is dus ook een zintuig, een meter, een hypergevoelig alarm. Als in de voortijdse hieroglyphen de vrouwelijke anus is afgebeeld met de fallus, dan is dat een alarm om de mens te doen ontwaken. Dit gaat over de anus als hersenklier. Ook Openbaring 12 vertegenwoordigt dus deze hersenklier, waardoor de mens door het splijten van de aarde tot de onderwereld gaat. De moeder anus is in het Sanskrit, de heilige taal van India, de vrucht van het paradijs. In de tweede bijbel gaat het veel over geboortes door de moeder anus. De anus is de poort tot de onderwereld, en het afsterven aan jezelf. Het is het gebied van de verbeelding. Oorspronkelijk was het dus een hersenklier, en die is door buitenaardsen weggesneden uit de hersenen, opdat zij over de mens konden heersen. Zij hebben de mens onderworpen aan de pijnappelklier, het slaap en waak ritme. Het is dus van belang om de anus klier weer te ontwikkelen. Er is een planeet genaamd "Hart en Anus", een zacht rood-roze planeet, die de energie bewaart waarin het hart van de mens verbonden wordt met de oorspronkelijke anus-klier in de hersenen. Het is een zachte substantie in de hersenen die moet ontwaken. Als die verbinding is gelegd kan de mens zich weer aanleren creatief te zijn, creatief te denken. De new age leert de mens zich helemaal blind te staren op de pijnappelklier, als het derde oog, maar het houdt de mens vast in zwaar materiele spirituele systemen van de lagere aardse gewesten, en draait vaak om een markt. De mens wordt zo een slaaf van de new age. Er wordt zo een soort van overmoedige dronkenschap in de mens opgewekt, waardoor de nodige demonologie uit het oog raakt. Het licht vreet alles weg. De anus is een territoriaal demonologisch zintuig wat oorspronkelijk ook in de hersenen lag als hersenklier. Wie heeft er weleens nagedacht over Jezus die tot Annas, oftewel de anus, de hogepriester ging om door hem gebonden te worden. Jezus is de fallus die neergaat en opkomt als onderdeel van het demonologische zintuig. Zo ging Jezus tot Gaia-phas, tot gaia, ge, aarde (Joh. 18:24). Demonologie is geen brute kracht, maar een zintuig. Het wijdt de mens in in de geheimenissen van de onderwereld. De anus heeft hierin als hersenklier een opvoedende functie. Sexuologie mag dus ook nooit losgekoppeld worden van het medische, het demonologische en het

profetische, en ook niet van het toetsen. In mid 1991 moest ik weer een verbinding leggen tussen de sexuologie en het profeto-demonologische, en ik kreeg hier een enorme optater door alsof de bliksem insloeg. Ik was nog heel jong en zag het gevaar van de sexualiteit, en ik bracht het toen bij God, en stelde dat ik nooit buiten God om me met de sexualiteit wilde bemoeien. Het was hoogspanning. Ik heb hier toen acht maanden een enorm gevecht over gehad. In 1992 was deze verbinding uiteindelijk gelegd, en in maart 1993 kwam hierdoor de heilige gebondenheid terug op aarde. Daar waar de sexuologie niet door het profeto-demonologische werkt, werkt het door de vlees-industrie, de alcohol-industrie en de medische industrie, drie hoge heerschappen die je niet op de koffie moet uitnodigen. Haggai komt rechtstreeks van de voortijdse G-hieroglyph, de letter G, ook wel genaamd EGO, de godin EGO, wat overigens niets met egoïsme heeft te maken. Het is een hieroglyph van de demonologie, van de afgrond van Mars, van de anus, als de vrouwelijke Anubis, of dat wat achter Anubis ligt. Soms wordt als locatie ook het stuitje genoemd. De bijbel is een orakel van al dan niet verdraaide stukken gnosis. Oorspronkelijk was het een gnostisch werk waarvan de bijbel een afgeleide was. We kunnen het daarom niet zomaar weggooien. De Israelieten gingen door de zee, het profetische, om het beest van de zee te bevechten, en ze gingen toen tot de wildernis, waarin de aarde, de demonologie, hen tegemoet kwam, en waarin ze een strijd hadden tegen het beest van de aarde. De aarde, als beeld van de anus, de afgrond, oftewel de demonologie, is het boek Leviticus, het boek van de slagers. Ook de richteren zijn slagers in de grondtekst, wat dus het tweede boek van Leviticus is. Slagers zijn demonologen. In principe is dit dus gewoon onderscheid en verscheidenheid. Toen Jezus was opgestaan rees hij ten hemel, oftewel hij ging weer naar de onderwereld. Ook Simson had een opstanding van zijn kracht in gevangenschap, maar ging zo ook tot de onderwereld. Het stopt dus niet bij de opstanding, als beeld van de opgerezen fallus, omdat de fallus verbonden moet worden aan de demonologische hersenklier. In 1991 voelde ik deze verbinding heel duidelijk, een punt in mijn hoofd, en grote bliksemschichten kwamen tot mij, gepaard gaande met grote angst. Het was duidelijk een Simson ervaring of Damascus ervaring, of ervaring als van Jezus die ten hemel voer, wat dus de onderwereld was. Al gauw merkte ik dat ik grote bovennatuurlijke gaven had ontvangen. Simson was al een Christusfiguur in het OT, in het boek Richteren, de tweede Leviticus, wat liet zien dat de demonologie op het zelf toegepast moest worden, op het vlees, als in zelfologie of vleesologie. Ook Jezus liet dit zien. Het zelf moest geofferd worden. Het zelf was de grootste vijand van de mens. Hoofdstuk 3. de geestelijke burgeroorlog De psychiatrie noemt zich ten onrechte geestelijk, want zij verafschuwen het geestelijke. In mijn

werk als predikant heb ik veel met de psychiatrie te maken gehad, die zich ten onrechte geestelijke gezondheidszorg noemt, want het is anti-geestelijk, en ook zwaar, overdreven anti-christelijk. De psychiatrie noemt zichzelf een bedrijf en haar zogenaamde zorg noemt zij een product. Maar ware zorg is geen product. Er is een geestelijke burgeroorlog tussen de psychiatrie en het pastoraat. De psychiatrie is de denk en droom politie zoals voorspelt in het boek 1984 van George Orwell (1949). Als je bijvoorbeeld dromen of visioenen van God krijgt, van de gnosis, dan krijg je een etiket op, want dit wordt door de psychiatrie een psychose genoemd, en als dat vaker voorkomt, dus je hebt een daadwerkelijke charismatische profetische gave dan wordt dit schizofrenie genoemd. Wel is het zo dat de psychiatrie verdeeld is, want sommige werkers zien wel in dat dit systeem niet werkt en dat het de godsdienstvrijheid en vrijheid van meningsuiting aan banden legt, dus of zij vertrekken uit dit systeem vroeg of laat, of ze blijven in het systeem doorwerken omdat het nu eenmaal hun werk is en ze gewoon mensen willen helpen. Er is dus ook een grijs vlak tussen de psychiatrie en het pastoraat. Hier en daar kruist het ook. Het monster van de psychiatrie heeft al vele families uit elkaar getrokken, sectarisch als ze is. Het is een industrie die puur leeft van roddel en op het geld zit. Zij die de psychiatrie een warm hart toegedragen, zoals ouders die hun hoogbegaafd kind niet begrijpen en niet willen begrijpen, functioneren als een NSB. Sommige kinderen worden vanwege hun gave zelfs gedwongen met medicijnen waar ze soms vroegtijdig aan komen te overlijden of van in een rolstoel terecht komen. Soms worden medicijnen uit de handel gehaald omdat er doden bij zijn gevallen, maar dit wordt snel in de doofpot gestopt en men gaat rustig verder. Zo zocht eens een vader van een kind in de psychiatrie hulp bij mij. Zijn kind zat in een rolstoel na medicijngebruik, en ik raadde hem aan de medicijnen te stoppen omdat medicijnen deze macht hebben. Ze stopte en kwam al snel uit haar rolstoel. Ik zal nooit het dankbare gezicht van die vader vergeten. Mensen, het is oorlog. Dit is een geestelijke burgeroorlog tussen de leugenachtige psychiatrie en het pastoraat. Er is geen godsdienstvrijheid in dit land. En vaak mogen de medicijnen ook niet gestopt worden, zoals dat ook vaak in de tandartserij zo werkt, want hun medicijnen zijn hen te heilig. Ze denken dat ze heiliger dan de paus zijn. Ze zijn in de alcohol psychose. Kinderen worden willens en wetens de verwoesting ingeholpen, want och, ziet u, dit land is bezeten door demonen. Demonologie is dan natuurlijk ook wat de psychiatrie als een ziekte bestempeld, want ze zijn bezeten door demonen, en die demonen willen natuurlijk niet ontmaskerd worden. Families die van hun zonden houden werken daarom ook vaak samen met de psychiatrie om hun hoogbegaafd kind te verwoesten, omdat de demonen in hen bang zijn om ontmaskerd te worden. Dit is ook de reden waarom dieren nog steeds willens en wetens de verwoesting in worden geholpen in de vlees holocaust, want het dier staat voor een belangrijk mechanisme in het alarm systeem van het menselijk lichaam, wat dus grote demonologische waarde heeft en dus verwoest moet worden. De demonologie is dus zowel het gevaarlijkste beroep als het belangrijkste beroep. Dit land noemt zichzelf een christelijk land, maar dat is het niet. Ze lezen de bijbel niet en weten niet wat er instaat. Lees het boek Daniel over het hebben van visioenen en hoe zwaar dit kan zijn, en lees over Jezus en de demonen, en over genezingen, maar de psychiatrie vecht hiertegen met hamer en sikkel. Het is een psychiatrisch land. Dit land is bezet, en daarom is het zo'n zooitje. Kinderen worden van hun ouders losgescheurd en gaan zo met bezeten familie leden mee. Soms worden ze ontvoerd naar het buitenland, of worden geofferd in een duivelsmis. In het pastoraat zijn we van deze dingen op de hoogte. De vijand is innerlijk verdeeld en wispelturig. De vijand heeft namelijk schizofrenie, gespleten persoonlijkheid, en projecteert dit op het pastoraat. Er is dus een grote geestelijke burger oorlog gaande. De dieren staan aan de kant van het pastoraat, omdat het pastoraat voor hen opkomt, zoals het pastoraat ook voor kinderen opkomt, want het pastoraat werkt niet om geld, zoals de psychiatrie dat doet. Het pastoraat werkt niet door 'de een z'n dood, de ander

z'n brood,' zoals de psychiatrie. Vecht daarom mee in de oorlog tegen de schizofrene psychiatrie die telkens weer nieuwe bijzondere kinderen vangt en hen etiketteerd, en ook rooft uit het pastoraat. Het zijn kinderrovers en dierenrovers. De psychiatrie is geheel gebouwd op de vlees-industrie wat dus een kanker parasiet is die leeft van het omliggende vlees. We zijn in gevecht tegen een geestelijke kanker die de samenleving teistert. Het is een heel hardnekkig virus. Steeds meer mensen komen bij de psychiatrie terecht vandaag de dag, en de psychiatrie waant zichzelf als god en liegt mensen voor, zonder enig onderzoek te doen. Het zijn korte gesprekjes die gevoerd worden, en ze zijn vol van snelle zelfovertuiging, zodat ze hun medicijnen snel kunnen aansmeren. De psychiatrie plakt valse identiteiten op de mens, dement als ze is, want het is een vervroegde vorm van alzheimer, het vervroegd met pensioen gaan. Vandaar dat het ook een oorlog is tegen zombies. We leven vandaag de dag in de zombie apocalypse. Niets of niemand kan deze gekken stoppen. Het virus grijpt snel om zich heen als een vuur. Het zijn ware pyromanen. De geestelijke burgeroorlog, aan welke kant sta je ? Bestudeer mk ultra en de matrix. De psychiatrie werkt met beiden. Ze hebben een schijn realiteit geschapen, door pure mind control. Je mag zelf niet denken, en ook niet beslissen. Dat mogen alleen zij. Dat ze elkaar tegenspreken schijnt hen niet te hinderen. Ze hebben immers schizofrenie, wat een demoon is, een gespleten persoonlijkheid die zo mensen bedriegt en verward. Ze programmeren mensen door deze gespletenheid. Zo werkt mk ultra : verdeel en heers. Ze zeggen bijvoorbeeld iets, en als je ze dan even later erop wijst dan zeggen ze dat ze dat nooit hebben gezegd. Telkens weer komt dit voor. Ze maken mensen dus helemaal gek want ze kunnen alles zeggen en schelden, en als ze ter verantwoording worden geroepen, en dat kan zelfs een minuut erna zijn, dan zeggen ze dat ze het nooit hebben gezegd. Telkens weer komt dit voor in de psychiatrie. Ze weten niet eens meer wat ze doen. Ze lijden aan zware alzheimer, maar tegelijkertijd gebruiken ze het om hun verwoestende werk voort te zetten. Na kantooruren zijn deze mensen echt niet meer bereikbaar. Ze zijn kortaf, korte gesprekjes, en maken zo hun eigen conclusies over hun slachtoffers, zonder enige nuance of navraag. Zij maken het verhaal. Het slachtoffer mag alleen spreken wanneer zij dat willen. Terwijl in het pastoraat bestaat er niet zoiets als kantooruren. Je leeft gewoon als mens. Daarom is er een geestelijke burgeroorlog. Wij kunnen niet zomaar toekijken zonder iets te doen terwijl zoveel kinderlevens, dierenlevens en families verwoest worden, allemaal door de alcoholische psychiatrie, wat ook vaak kettingrokers zijn. Wist u dat wat ze medicijnen noemen gewoon drugs zijn ? Het is niet de natuur die ze aanbieden, maar gevaarlijke mind-altering drugs. Ook beschuldigen ze mensen die door hun medicinale troep in de rolstoel zijn gekomen, of die door andere redenen in een rolstoel zijn gekomen van simulatie. Ze worden dus gewoon niet geloofd, niet serieus genomen, want ze hebben immers een etiket op, dus ze krijgen geen medische zorg en hulp, en worden soms gewoon weer naar huis gezonden. Daarom is het een geestelijke burgeroorlog, en daarom moet de mens kiezen. Wie zwijgend toekijkt terwijl zijn medemens wordt onderdrukt is de volgende die onderdrukt zal worden. Het is een demonische secte. Ze offeren de hersenen van kinderen aan hun afgoden, proberen kinderen totaal gek te maken, zodat ze weer hun medicijnen kunnen verkopen. Ze proberen dus zelf ook ziektes te maken. Zoals undercover dokters die meer patienten willen en dan op straat mensen in elkaar trappen die dan even later bij hen op spreekuur kunnen komen. U WORDT BEDONDERD WAAR U BIJSTAAT ! SPREEK OP TERWIJL U NOG KUNT SPREKEN ! D.w.z. zaai nog wanneer u kunt zaaien, want als het nacht is kan niemand zaaien. Ga geen gekke dingen doen, maar blijf strategisch. Vertrouw de mens niet, stel je niet kwetsbaar op, want je kunt mensen niet vertrouwen. Wij werken door het kruis. De psychiatrie zal vallen, zoals de tandartserij zal vallen, en zoals de vlees industrie zal vallen. Wij verwachten God, de gnosis. Ga geen gekke dingen doen. Het is geen vleselijke oorlog, maar een geestelijke oorlog. Laat je niet omkopen door de vijand. Bestudeer je vijand, ken hem door en door. Dat is wat de demonologie is. En de strijd begint tegen je eigen vlees. Je bent zelf altijd je ergste vijand (je vlees).

Contact met God is in dit land verboden. Je mag geen charismatische gaven hebben in dit land. De vervolging is hier ten top gestegen. De denk en droom politie is gekomen, zoals George Orwell voorspelde. Het is een geestelijke burgeroorlog. Wij pikken dit niet. Een dier en een kind hebben net zoveel bestaansrecht als een volwassene. Leer de demonologie. Leer wat bezetenheid is. Dit volk is bezeten. In het pastoraat leer je anderen vrij te zetten. Je komt in het pastoraat door jezelf vrij te zetten. Dit gaat door studie en contact met God, met de gnosis. Dit gaat door onderzoek, niet door vooroordelen. De psychiatrie is gebouwd op vooroordelen. Vooroordelen zijn voordelen voor de psychiatrie. Wie ben je in de geestelijke burgeroorlog ? Nazi, nsb of verzetsstrijder ? Kom tot het verzet. God, de gnosis, ziet alles, en maakt van alles notities. God weet het en kent ieder mens door en door, en ieder mens zal persoonlijk verantwoording dragen voor zijn woorden en daden. Is het dan niet beter dat wij vervuld zijn met God, met de gnosis ? Het vlees is gevaarlijk, want het verstoord onze relatie met God, de gnosis, en misleid ons. Daarom moet de mens terugkeren tot het geestelijke. Kom los van je vlees verslavingen. Het vleselijke kan namelijk het geestelijke niet begrijpen. Als de psychiatrie door haar vleselijkheid iets niet begrijpt komt de psychiatrie direct met haar grote etikettendoos. Het zijn gevaarlijke mensen. Ze willen niet met vragen leven, niet met onderzoek, maar met snelle, laffe zelfovertuiging, zeer gemakszuchtig. 'Oh, Henk, we begrijpen iets niet. Haal even de etikettendoos erbij, dan zijn we er weer vanaf.' Het is een boeren echtpaar. Te boers om een eerlijk en integer gesprek mee te hebben. Je trekt altijd aan het kortste eind. In de tweede bijbel staat hierover een verhaal genaamd : De Dropping De Dropping Ze kon de zwarte auto herinneren waarmee ze was ontvoerd. Het kwam telkens terug in haar gedachten. Het verleden was een schaduw die haar achtervolgde, stalkte, altijd weer. Ze kwam maar niet los. Het was als een watermerk in haar leven. Het was ook niet weg te krijgen. Dagelijks dacht ze eraan en dagelijks vocht ze ertegen. Ze namen haar naar het bos, naar een buurthuis, midden in de nacht, en daar moest ze allerlei karweitjes doen. Wat erna gebeurde kon ze zich niet meer herinneren. Alles werd zwart voor haar ogen. Het was uiteindelijk een witte auto die haar vrijzette, maar ze vertrouwde het niet. Ze deden zich voor als haar bevrijders, maar ze had altijd het gevoel dat ze samenwerkten met hen van de zwarte auto. Het was niet echt een auto, maar meer een klein busje. Dat gold ook voor de witte auto. 'Ze zijn niet goed snik,' dacht ze altijd. Er was nooit een zaak van gekomen. De criminelen waren nooit berecht. Ze kon er niet over praten. Ze had het een keer aan iemand verteld, maar die geloofde haar niet. Die dacht dat het een dropping geweest moest zijn. Ze is toen enorm aan haarzelf gaan twijfelen. Ze had het eens nagevraagd aan mensen, en het bleek dat er wel vaak soortgelijke droppings werden georganiseerd. De zwarte auto's namen mensen geblinddoekt mee naar een onbekende plaats, waar ze werden gedumpt. Dan moesten ze hun weg naar huis vinden, alleen of in een groep, en als ze dan te ver afdwaalden en hun weg niet meer konden vinden, dan waren er de witte auto's om hen naar

huis te brengen. Maar alles wat ze nog kon herinneren was dat ze niet was geblinddoekt, en dat ze naar het buurthuis ging waar ze karweitjes moest doen. Volgens haar was er misdaad in het spel. Omdat ze nooit werd geloofd sprak ze er op een gegeven moment niet meer over. Ze had een heel onderzoek gedaan over droppings, en er waren geen gevallen bekend dat mensen ook karweitjes moesten doen. Misschien haalde ze wel dingen door elkaar. Er werd beweerd dat ze eens een tijdje in het buurthuis had gewerkt, en daar kreeg ze ook voor betaald. Ze vroeg zich af waarom ze dat niet meer kon herinneren. Ook had ze eens een verhaal gelezen over een uit de hand gelopen dropping waarin mensen niet alleen ergens werden gedumpt, maar ook werden opgesloten, als een soort boeienkoning. Dan moesten ze dus eerst zien los te komen. Maar dit was slechts een verhaal uit een boek. In dat verhaal werden ze zelfs gevoed met vergif opdat ze hun geheugen en orientatie zouden verliezen. Zij had het idee dat dat met haar was gebeurd. Het leek wel alsof het verhaal de enige was die haar begreep en alle informatie had. Het boek hield ze sindsdien op haar kamer, en ze vereerde het boek, ook al wist ze dat het maar een verhaal was. Ze twijfelde aan de echtheid ervan, maar ze achtte het wel een mogelijkheid. Ze had meer op met boeken dan met mensen. Op een dag kwam ze een meisje tegen die beweerde dat hetzelfde met haar was gebeurd. Ze durfde zichzelf toen weer een beetje te openen, en ze werden de grootste vriendinnen. Eigenlijk was het precies hetzelfde verhaal, en ze leende ook haar boek uit aan haar nieuwe vriendin, en die was er helemaal dolenthousiast over, want dit gaf haar een antwoord wat er met haar gebeurd was. Beide meisjes leefden hier ontzettend van op. Ze besloten niets aan de buitenwereld te vertellen, want die zouden hen toch niet geloven. Ze hadden genoeg aan elkaar. Wel vroegen ze zich af of er meerderen waren zoals hen. Misschien in het buitenland. Ze zouden op de uitkijk staan. Ze besloten eens een anonieme advertentie te plaatsen in de krant, maar daar kwam niemand op af. Dit probeerden ze zelfs in het buitenland, maar zonder resultaat. Op een dag toen ze bij elkaar waren stopte er een rode auto vlakbij hen. De man schoof een raampje naar beneden en gaf hen een foldertje. Het was een uitnodiging voor een dropping. Ze werden allebei vuurrood. 'Een dropping ? Dat nooit,' zei het ene meisje tegen het andere. Toen lazen ze het foldertje verder. 'De deelnemers worden meegenomen naar het buurthuis voor koekhappen en andere leuke spelletjes, en worden daarna gedropt ergens in het bos, voor een leuke tocht.' 'Ja, ja,' zei haar vriendin. 'En dat moeten wij zeker geloven ? Wij werden nooit geloofd, maar wij zullen hen ook niet geloven. We zijn toch niet gek ? Een ezel stoot zich nooit aan dezelfde steen. Koekhappen ? Vergif happen zullen ze bedoelen.' Maar ze waren toch wel erg nieuwsgierig, en op de dag van de dropping gingen ze bij het buurthuis kijken. Het was er een hele vrolijke boel. Er liepen zelfs clowns rond, en een man met een hondje dat kunstjes deed. Ze hadden medelijden met de kinderen die daar waren, maar ze wisten dat er maar eentje de klos zou zijn, zoals eens bij hen, opdat de anderen hen nooit zouden geloven. Arm in arm liepen ze toen naar huis, er vol van overtuigd dat daar een groot kwaad aan het gebeuren was, of misschien juist niet, opdat zij geheel geisoleerd zouden blijven in hun lijden en door niemand geloofd zouden worden. Aan elkaar hadden ze genoeg. De wereld was immers gek geworden. Mensen konden zich niet meer inleven in elkaar. Er was teveel afstand, en teveel grootspraak. Niemand begreep hen beter dan het boek. In de buitenwereld was het allemaal de beste stuurlui staan aan wal. Iedereen had maar makkelijk praten. Met een blinddoek naar koek happen ? Natuurlijk word je dan bedrogen, en door leugen en vergif meegenomen. In hoeverre waren ze nog zichzelf ? Iets of iemand had zwaar met

hen gerommeld. Onschuldige spelletjes noemen ze dat dan. Het andere meisje had ook de herinnering dat er een mes op haar keel was gelegd. 'We laten de mensen de mensen,' zei ze. 'Wij weten wel beter. Als we onszelf niet meer kunnen geloven dan heeft het leven geen zin meer.' Niet lang na de dropping van het foldertje liepen ze samen ergens op straat, en een zwarte auto stopte vlakbij hen. Een raampje ging naar beneden, en een boertje keek hen aan. 'Stap maar in, jongedames. Waar gaat de reis naartoe ?' Plotseling herinnerden de meisjes het boertje. 'Zeg, heb jij ons niet eens eerder meegenomen ?' vroeg het meisje. 'Ik herinner hem ook,' zei haar vriendin. 'Nee hoor,' zei het boertje. 'Ik weet van niets. Stap in, dan kunnen we verder praten, want anders rijd ik weer weg.' 'Nee, nee, rijd niet weg,' zei het meisje. 'Alstublieft, vertel ons alles wat er gebeurd is.' Ze wist dat het boertje haar enige hoop was om aan de informatie te komen die ze nodig had. 'Laten we dat nu maar niet doen,' zei haar vriendin, 'want dan gebeurt weer hetzelfde, en dan moeten we er weer doorheen.' 'Ja, maar ik heb dit nodig, anders blijf ik met die vretende twijfels en onzekerheden lopen,' zei het meisje. 'Ja, maar wat als we het dit keer niet overleven ?' vroeg haar vriendin. 'Het leven heeft geen zin als ik hier niet achterkom,' zei het meisje. Uiteindelijk zijn ze toen maar ingestapt, want ze konden hun nieuwsgierigheid niet bedwingen, en die nieuwsgierigheid was veel en veel groter dan hun angst. 'Vertel op,' zeiden de meisjes die inmiddels op de achterbank zaten. 'Wat heb je met ons gedaan de vorige keer ?' 'Zoals ik al zei,' zei het boertje, 'ik ken jullie niet, maar zou jullie graag een lift willen aanbieden. Waar gaat de reis naartoe ?' 'U heeft ons leven flink in de problemen gebracht,' zei het meisje. 'Alles wat we willen is een verklaring hiervoor.' 'Welnee,' zei het boertje. 'Jullie begrijpen het gewoon niet. Ik zal jullie meenemen naar de boerin dan krijgen jullie lekkere koek met thee.' 'Nee !' riepen de meisjes. Dat herinnerden ze zich ook ineens, dat ze koek met thee kregen van de boerin. De boer reed met het zwarte kleine busje een weiland in, op weg naar een boerderij. Bij een klein boerderijtje stopten ze. 'We willen best meegaan, maar we drinken geen thee en eten geen lekkere koek. Alles wat we willen is een verklaring.'

'Loop maar mee,' zei het boertje ineens een stuk platter. De boerin wachtte hen al op in de deur opening. 'Kom verder,' zei de boerin plat. De meisjes waren nog steeds niet bang, want hun nieuwsgierigheid had alle angst weggevreten. Zo lang hadden ze gewacht op een antwoord, en nu hoopten ze dat eens eindelijk te krijgen. In een kamertje vlak naast de keuken stond een tafel met een tapijt erover en wat stoelen. Daar gingen ze zitten. De meisjes staarden als gehypnotiseerd naar het servies. Dit kenden ze. Ze bestuurden ijverig de patronen van het servies. 'Thee ?' vroeg de boerin. 'Nee, en ook geen lekkere koek,' zei het meisje. 'Wij komen alleen voor het antwoord. Wat hebben jullie met ons gedaan de vorige keer, want ik herken alles.' 'Herinner je de dropping ?' vroeg de boerin. Toen vertelde het meisje alles wat ze nog herinnerde. De boerin schudde haar hoofd. Toen begon ook het andere meisje haar verhaal te vertellen wat er veel op leek, en weer schudde de boerin haar hoofd. 'Lieve meisjes,' zei de boerin. 'Jullie begrijpen er niets van, helemaal niets. Maar drink even wat thee en eet even wat lekkere koek.' 'Dat doen we niet,' zei de vriendin van het meisje. 'Want dan komen we weer bij hetzelfde punt uit, en misschien erger.' 'Ach, doe even gezellig, neem even wat, dat praat makkelijker,' zei de boerin. 'Daar zijn we niet voor gekomen,' zei het meisje. 'Ik ben ervan overtuigd dat dat de oorzaak is van al onze problemen.' De boerin schoot in de lach. 'Het was een dropping, en jullie hebben alles verkeerd begrepen. Maar heus, je hoeft van mij echt niets te eten of te drinken. Als je niet wil, dan houd het op. Dan drink en eet ik het lekker zelf op, en mijn man.' 'Maar krijgen we het antwoord nog te horen ?' zei het meisje. 'Wie niet eten en drinken wil krijgt ook niets te horen,' zei de boerin. 'Wat flauw,' zei de vriendin van het meisje. 'Dan zijn we helemaal voor niets gekomen.' 'Dat zijn nu eenmaal de regels,' zei de boerin. 'Okay,' zei het meisje, 'dan eet en drink ik, maar mijn vriendin niet. Is dat ook goed ?' 'Nee, zo zijn we niet getrouwd,' zei de boerin. 'Samen uit, samen thuis. Of allebei, of niets.'

'Wat is dat voor belachelijk gedoe,' zei de vriendin van het meisje. 'De regels van de dropping,' zei de boerin. 'Welke dropping ?' vroeg het meisje. 'We hebben helemaal nooit aan een dropping meegedaan. Het lijkt wel alsof we ertoe gedwongen waren.' 'Laten we even ter zake komen,' zei de boerin. 'Of jullie eten en drinken nu, of jullie vertrekken nu weer, want ik heb geen zin om nog langer mijn tijd te verdoen met jullie.' 'U eerst,' zei het meisje. De boerin keek beledigd naar het meisje. 'Wat nou : u eerst ? Ik ben hier in mijn eigen huis, en ik laat me niet commanderen door één of andere snotaap. Drink en eet nu, of vertrek.' 'Goed,' zei het meisje boos, en begon van de koek te eten en van de thee te drinken, en haar vriendin ook. 'Nu kunnen we zaken doen,' zei de boerin. Snel vielen de meisjes in slaap. 'Ze zullen elkaar niet meer herinneren,' zei de boerin. Ze werden beiden op een bed in aparte kamers gelegd, en na een tijdje stopte er een witte auto bij de boerderij, die kwam om het meisje mee te nemen. Na ongeveer een kwartier kwam er een tweede witte auto die de vriendin van het meisje mee zouden nemen. Het meisje werd wakker in de witte auto. 'Waar ben ik ?' vroeg het meisje. Een man in een wit pak zei : 'We vonden je ergens slapend in het bos. Was jij van de dropping ?' 'Ik weet het niet meer,' zei het meisje. 'Ik weet helemaal niets.' 'Denk goed na,' zei de man in het witte pak. 'Volgens mij moest ik karweitjes doen in het buurthuis, en ben ik toen gevlucht, en toen vonden jullie mij,' zei het meisje. 'Het begon allemaal toen ik ontvoerd werd in een zwarte auto.' 'Weet je ook door wie ?' vroeg de man in het witte pak. 'Nee,' zei het meisje. Ergens dichtbij haar huis zette de witte auto haar af. Toen liep ze verder alleen naar huis. Op haar kamer was het een enorme rotzooi. Op het bureau lag het boek over de uit de hand gelopen dropping. Ook lag er een kaart van haar vriendin in het boek als een boekenlegger. Op het kaartje stond : 'Ik ben zo blij dat we elkaar hebben gevonden.' Daaronder stond haar naam en adres. 'Wie is dat ?' vroeg het meisje zich af. Het leek een waas in haar geheugen te zijn. Ze kon haar nieuwsgierigheid niet meer bedwingen, en ging direct met de kaart naar het adres toe, maar er woonde een oud echtpaar. Het meisje liet de kaart aan het echtpaar zien, maar ze schudden het hoofd. 'Die woont hier allang niet meer,' zei de vrouw. 'Die woonde hier voordat wij hier woonden, maar toen zij was verongelukt ging het gezin verhuizen.' De rillingen gleden door het meisje heen. 'Misschien is het een hele oude kaart dan,' zei het meisje.

'Dat moet wel,' zei de vrouw. 'Ik kan haar niet herinneren,' zei het meisje. 'Ach,' zei de vrouw. 'Dat kan gebeuren. Je komt zoveel mensen tegen in je leven. Dat kun je nooit allemaal bijhouden, vooral niet als het zo lang geleden is. Wil je misschien binnenkomen voor wat thee en een lekkere koek ?' Het meisje schudde haar hoofd. 'N... nee, ik moet maar weer eens gaan,' zei ze, en rende toen weg. Einde Hoofdstuk 4. moeder arnhem Er is het leken-geloof van mensen die zomaar domweg geloven buiten de gnosis, het onderzoek, het leren, om. Dit leken-geloof is verdeeld. Er zijn leken die niet in demonen geloven, en leken die er wel in geloven maar niet weten wat demonen zijn, want wat zijn demonen ? Demonen zijn gewoon vijanden, slechte persoonlijkheden, slechte zielen, dus mensen kunnen ook demonen zijn, omdat het een bepaald niveau van slechtheid is. Wanneer spreek je van daadwerkelijke demonie ? Dat is iets wat wordt onderwezen in het vakgebied van de demonologie, als onderdeel van het pastoraat. Het pastoraat mag nooit losgekoppeld worden van de demonologie, dus het is één van de belangrijkste vakken van het pastoraat. Er wordt door leken soms veel over demonen geloofd, bijvoorbeeld dat demonen naar de hel gaan en dat ze daar nooit meer uitkunnen en zich nooit meer zullen bekeren, en dat soort onzin. Dat is een grote onwaarheid, een grote leugen, in de demonologie, want zowel mensen als zielen kunnen ook weer veranderen en zich bekeren. Wel is het dus zo dat sommige demonen dit nooit zullen doen, dus in dat geval hebben we te maken met daadwerkelijk verhardde demonen, die de ergste demonen zijn. Demonen worden vaak vals veroordeeld, overmatig, dus vandaar dat de demonologie belangrijk is. De mens moet geen vooroordelen over demonen hebben. Als een mens sterft blijft zijn ziel doorleven, en als dit een slechte ziel is, is het ook een demoon. In het hiernamaals worden de oorlogen dus gewoon voortgezet, als onderdeel van de geestelijke oorlog. De goede zielen die zijn overleden staan aan onze kant, aan de kant van het pastoraat, wat ook wel de wolk van getuigen wordt genoemd in de bijbel. De psychiatrie is ook een leken-geloof. Ze hebben nooit de charismatische beweging en de demonologie bestudeerd. Velen weten niet eens wat het is. Het zijn geestelijke ongeletterden. Toch noemen ze henzelf dan illegaal dokter, en velen tuinen erin. De mens is doortrapt en vaak verzot op titels en uniformen. De mens bedriegt haarzelf graag. De psychiatrie kent het pastoraat niet, en wil het pastoraat niet leren kennen. Ik bezocht eens iemand in de psychiatrie als exorcist, om demonen uit te drijven. Die persoon kwam toen vrij, en iemand anders wilde toen ook bevrijd worden, maar dat mocht niet van de dienstdoende psychiatrische begeleider, en die wilde er al een psychiater

bijhalen. Ik kwam aan hun bezit. Ik moest toen het gebouw verlaten. Iemand anders die met mij was meegekomen zei toen : 'Het is altijd wel een avontuur om met jou mee te gaan naar dit soort dingen.' We wisten beiden dat de oorlog nog niet was afgelopen. Mensen mogen dus niet van demonen bevrijd worden. Dat beslist de psychiatrie die over mensen heerst. Ze geven zichzelf dus zo wel weg, want het zijn juist de demonen die niet willen dat ze een mens moeten loslaten. In de demonologie is dat standaard informatie, wat ook in de bijbel teruggelezen kan worden. Demonen zijn parasieten, en willen hun vlees niet kwijt. De psychiatrie is een pseudo-wetenschap, geen exacte wetenschap, maar een markt van kwakzalverij en beunhazerij. Zij zijn niet onderwezen in de demonologie en daarom dus illegaal bezig en maken veel kapot. Hier op aarde heerst de leugen en de alcohol. Maar wij moeten de dingen zoeken die boven zijn. Boven heerst de gnosis, en de gnosis zal wederkeren. 'Niet mijn wil, maar Uw wil zal geschieden.' De psychiatrie is allemaal natte vingerwerk. Ze delen gewoon mensen in hokjes aan de hand van boeken die ze hebben gelezen. Idioten geschoold door andere idioten. Er is niets persoonlijks bij. De macht die ze hebben kopen ze gewoon van elkaar over. Alles gaat door geld en door hun bizarre etiquette. Ze dansen een dodendans. Ze doen chic met hun bont van geslachte zielen. Het zijn slagers. Ze hebben een obsessie met problemen zonder de problemen op te lossen. Het zijn rampentoeristen. Lekker vervroegd met pensioen gegaan. Lekker rentenieren over de ruggen van anderen heen, met andermans leed. Nee, ze willen het niet genezen, daarom noemen ze hun patienten ook graag ongeneeslijk ziek. Ook willen ze gezondheid bestempelen als ziekte zodat ze met hun mentale en medicinale mishandeling de mens zo daadwerkelijk ziek maken, zodat ze kunnen zeggen dat ze gelijk hadden (selffulfilling prophesy). Papieren profeten zijn het die mensen al denken te kennen van een paar gesprekjes van tien minuten. Zij weten alles. Zij zijn het alziende oog. Ze zijn onfeilbaar. Je mag jezelf niet verdedigen. Je wordt alleen geholpen als je hun medicijnen neemt en hun leugenachtige reportages ondertekent. Ook mensen die geen huis hebben of asielzoekers zijn krijgen soms bij de psychiatrie onderdak en hen wordt vervolgens een ziekte aangesmeerd omdat ze er toch zijn. Het zijn leken, geen geleerden. Psychiatrie is geen intellectueel beroep. Daarom is er een geestelijke burgeroorlog vanwege dit bedrog, want ze maken vele mensen ziek, zodat ze een inkomen hebben. Dat is wel de laagste vorm van bestaan, zoals de kanker werkt. Dit is een realiteit van kanker, en alles is verkankerd. Het zijn leken, geen geestelijken. Daarom zijn ze illegaal waar ze zijn. Ze kunnen zich demonologisch niet verantwoorden. Graag offeren slechte ouders hun kinderen aan zulke systemen, want zo hebben ze een alibi. Een al dan niet sexueel mishandeld kind komt in de psychiatrie en krijgt zo een etiket zodat de criminele ouder wordt vrijgesproken. Dat nemen ze natuurlijk met beide handen aan. De psychiatrie is zo een soort dekmantel voor de georganiseerde misdaad. Stigmatisering is zowel karaktermoord als dwang verpleging. De tandartserij is dus ook onderdeel van de psychiatrie, want tandartserij is ook dwang verpleging, en daarin heb je ook geen godsdienstvrijheid en vrijheid van meningsuiting, want zoals de tandarts het wil moet het gebeuren. En ook hij brengt zijn merktekens binnen in de mens, de merktekens van het beest. De tandartserij en de psychiatrie houden elkaar dus de hand boven het hoofd, als onderdeel van mk ultra. Zo houden ze hun 'behandelingen' clinisch en steriel, onnavolgbaar. Ze laten geen sporen achter, deze smooth criminals. Je kan deze glibberige slangen niet vastpakken. Ze glijden overal geruisloos langsheen en doorheen. Oh mens, ontwaakt toch, en ziet wat er op u is afgezonden. Deze twee industrieën zijn slechts codes van een zeer duister genootschap. Kolonisten zijn het. Demonen die uw hart willen bezitten. Vlees-parasieten. Duivel aanbidders zijn het, al dan niet gemaskerd. Vertrouw de families niet. Vertrouw hun geroddel niet, hun geaai en gepaai. Laat je niet omkopen door hun geschenken. Jezus zei : Laten de doden de doden begraven. Mijn aardse vader en moeder zijn mijn vader en moeder niet, maar zij die de wil van God, de gnosis, doen.

Wat steekt er dan achter als het slechts codes zijn ? Ja, het zijn mk ultra codes. Het is een duistere religie van drugs. Hun etiquette is hun drugs. Ze houden ervan zo te zijn, zodat ze het hulpgeroep van mens en dier niet hoeven te horen, zodat ze niet de strijd aan hoeven te gaan tegen demonen. Ze zijn lui en laf, hebben hun ogen en oren gesloten, hysterisch. Aan de drugs, allemaal. Ze willen de armen niet helpen. Daar zijn ze vies van. Daar hebben ze honderdduizenden excuses voor, allemaal drogredenen. Ze willen rijk zijn en aan de drugs, in de waan dat ze God zijn, dat ze gezond zijn, heiliger dan de paus. Lekker makkelijk toch ? Gemak dient de mens. Het zijn de leugenachtige drugs-profeten die alles weten. En zo niet, dan toch, denken ze. Zo krankzinnig hoogmoedig zijn ze, want dit, mensen, zijn de daadwerkelijke krankzinnigen van de maatschappij, niet hen die ze opgesloten hebben en die vaak juist slachtoffers van hen zijn. Zij zijn de drugs-profeten. Zij weten en zien alles. Zij kennen de mens door en door, vanwege wat iemand anders op een papiertje heeft gezet. Zij kennen de mens van achteren en van voren vanwege hun roddelblaadjes. Alles is hen bekend. Zij kennen je zitten en staan. Is dat niet 1984 ? De denk en droom politie ? Het ministerie van de liefde wat zichzelf voortdurend tegenspreekt, maar wat toch de waarheid is waar iedereen voor moet buigen, en zo niet daartoe wordt gemarteld om alsnog te buigen ? Wij leven nog steeds in 1984, in Brave New World als reageerbuis babies. Drugs profeten, met vreemde, draaiende brilletjes op. 'Ik zie ik zie wat jij niet ziet,' zoals in het tweede bijbelse boek 'De Bibelebonse bakker', deel 3 van de bibelebonse pap trilogie. Drugs monniken, die zich afgezonderd hebben van de waarheid, van de gnosis, van de demonologie, en zo vervroegd met pensioen gingen, als geestelijke en sociale zelfmoord. Sociopaten zijn het. De psychiatrie is het boegbeeld van de zelfmoord, de macht van zelfmoord zelf. En daarmee vermoorden ze zoveel anderen. Je kunt niet met ze redeneren, want ze staan niet open voor rede, dus je trekt altijd aan het kortste eind, en hoe meer je zegt wat ze niet begrijpen en willen begrijpen, hoe meer etiketten ze uit hun doos trekken, dus je moet het demonologisch en strategisch-profetisch aanpakken. Ze zjn immers aan de drugs, een gevaar voor jou en voor henzelf, dus je bent in een mijnenveld. Het is een pensioeneringsdrug die ze gebruiken, waardoor ze zich geestelijk gezond en schoon wanen, zelfs wanen dat ze werken, terwijl ze al met pensioen zijn gegaan. Het is zwaar orthodox atheïsme, m.a.w. je mag alleen van hun drugs nemen en niet je eigen god of gnosis hebben. Zij zijn de enige en hoogste god. Het is een zwaar orthodox atheïsme, wat zo atheïstisch naar anderen toe is geworden dat het godsdienstwaanzin is geworden, als een blok beton, als een woeste, brullende beer in Siberisch landschap, op Siberische ijsvlaktes of Russische sneeuwlandschappen. Dat is wat de psychiatrie is, demonologisch gezien. Deze beer houdt zich vast aan een eeuwige dood. Na het leven is er niks meer, maar nu neemt hij het ervan, pure slechtheid. 'Laten we lol maken, want morgen sterven wij.' Daarom spelen ze doktertje, gewoon voor de lol, want het leven houdt toch op met de dood. Er is geen hiernamaals. Het enige hiernamaals is henzelf en hun ongelooflijk grote, kankerbetweterige ego. Wat een blaaskaken zijn het, zeg. Telkens maar weer meer mensen kapotmaken met hun pseudo-medicijnen. Maar we hebben een strijd te voeren met deze beer. Kom niet te dichtbij. Een scherpschutter moet ermee afrekenen. Deze beer is volkomen dwaas, hondsdol, hysterisch krankzinnig, vliegt iedereen naar de keel die in zijn buurt komt. Dat kreng moet afgeschoten worden. Kom niet te dichtbij. De psychiatrie heeft zichzelf tot god gemaakt, allemaal door inteelt, niet door enige kennis verhinderd. Het heeft zichzelf zelfs in de kerk opgesteld om aanbeden te worden. De mens wil God niet, de gnosis. God mag niet spreken. Alleen het ego van de mens mag spreken. Vandaar dat Nederland een psychiatrisch land is. Nederland is bezeten door psychiatrie. Daarom maken we

onderscheid tussen het psychiatrische Nederland en het pastorale Nederland. Het psychiatrische atheïsme houdt Nederland in een greep als een slang, waardoor Nederland niet verderkomt. Nederland wordt gewurgt. Daarom moet deze slang afgeschoten worden. Dat kan alleen als het profetisch-pastorale Nederland terugkomt, en zo de demonologie wordt geleerd. Vandaar ons onderwijs. De daadwerkelijke reformatie en bevrijding moet nog komen. We kunnen er niet zomaar uit zoals gezegd, maar het moet verdiept worden. In Arnhem was er de christelijke academie voor lichamelijke opvoeding vanaf 1947, oftewel de sport academie. Dat is ten eerste geen intellectueel beroep en ten tweede was het voor gebruik op de dwang scholen. Wij hadden het vroeger ook verplicht. Arnhem was niet bevrijd, en Arnhem moet nog steeds bevrijd worden. Arnhem werd tot centrum van dwang verpleging en dwang school na de zogenaamde bevrijding van de nazi's, maar Arnhem was nooit bevrijd, dus er is nog steeds een strijd om Arnhem. Arnhem moet nog bevrijd worden, maar dan door de demonologie en niet door een sport academie. De sport academie is om de ware demonologie tegen te houden. Het is om de aandacht af te leiden. Daarom is Nederland zo overmatig bezeten door sport, wat vaak gewoon een spijbelgeest is. Ik wil daarbij niet zeggen dat sport per definitie verkeerd is, maar het gaat om de mate en de manier waarop. Er is teveel bedrog in de sport wereld. Ik ken alle hoeken van de sport wereld omdat ik erin opgroeide. Wij werden niet onderwezen in de gnosis maar in de sport. Ik was ook 'voorbestemd' om sportleraar te worden, maar ik werd leraar in de demonologie. Er zijn wel kruispunten. Het kan heel goed met elkaar samengaan op bepaalde punten, als een simulator ook. Arnhem moet nog bevrijd worden, door demonologen, in het geestelijke. Daar is veel om te doen, zoals er in de tweede wereldoorlog veel om te doen was. Alles liep hier namelijk vast. Moeder Arnhem is een donkere vrouw die in de natuur leeft, weggejaagd. Ze wordt door de psychiatrie een psychose genoemd, want de psychiatrie geeft wezens die de psychiatrie niet kan zien geen bestaansrecht. Zo wreed is de psychiatrie, want alle prachtige energieën tussen hemel en aarde worden zo psychose genoemd en moeten uitgeband worden met drugs, giftige drugs, die veel levens hebben vernietigd. De psychiatrie eigent alleen haarzelf bestaansrecht toe, en verklaart mensen ziek om vervolgens te zeggen dat die mensen niet genezen kunnen worden, maar ze moeten wel hun hele leven hun troep aan medicijnen slikken. Waarom noem je jezelf dan dokter als je mensen bij voorbaat al niet wil genezen of zegt dat ze ongeneeslijk zijn ? Ze zijn dokters van de dood, anti-dokters. Alles liep vast bij Arnhem in de tweede wereldoorlog, waar we ook over hebben geschreven. Toen ontstond de zogenaamde honger winter, en toen moest eerst de Schelde bevrijd worden. 'Ja, je moet bewegen, bewegen,' werd er thuis altijd gezegd, want dat was het product wat hij verkocht. En ik moest ook onder de mensen zijn, terwijl ik me altijd terugtrok, omdat ik vanaf mijn veertiende al het pastoraat bestudeerde. Daar kreeg ik boeken van, van een vriendje, en toen werd ik lid van een onderzoeks-tijdschrift in dat vakgebied. Daarom had ik ook altijd een grote voorsprong op leeftijdgenoten in mijn vakgebied, omdat ik al zo vroeg begon, en eigenlijk werd ik als klein kind al in mijn vakgebied onderwezen door mijn nachtmerries en dromen. Het was dus een roeping. Ik trok me vaak terug op mijn kamer om te studeren omdat ik nachtmerries had gehad over wat mijn familie me zou aandoen en het is tot in de kleinste details uitgekomen. De mens moet juist allereerst stoppen met het vleselijke bewegen en gaan tot het geestelijke en allereerst leren geestelijk te reizen en te bewegen. Eerst moet de mens stoppen met al het overmatige, dwangmatige, slaafse bewegen. Het altijd piepende implantaat van nazi Arnhem moet verbroken worden. 'Beweeg, beweeg, beweeg, kom onder de mensen,' zegt de Arnhemse nazi bullebak, maar nee, de mens moet zich terugtrekken en stil worden, teruggaan tot de natuur, tot moeder Arnhem. De mens moet wedergeboren worden in haar schoot. De sportfanaten hebben haar weggedreven, omdat ze de demonologie niet wilden. Ze wilden de geestelijke oorlog niet. Ze wilden met pensioen.

Iedereen moet zoals hen denken, want anders-denkenden zijn ziek. Ja, dat is makkelijk. Zo kan ik het ook. Zo werkt de spijbelgeest. Alles snel afwimpelen. Het zijn opportunisten. Alles draait om hen. Grote egoïsten zijn het, gunnen de ander niks, geen leven en geen bestaansrecht. De christen en zijn demonen is als de psychiater en zijn patienten. Eens een demoon altijd een demoon, denkt de christen, zoals de psychiater denkt : eens ziek, altijd ziek. Waarom ? Omdat het hun inkomen is, omdat ze daarmee een alibi hebben, oftewel een zondebok hebben, een pispaaltje. Dat is wat het is, en niet anders. Kom nou toch eventjes. Zo lust ik er nog wel een paar. In mijn langdurige loopbaan als demonoloog heb ik vele demonen zien veranderen, zien bekeren en genezen zoals ik vele patienten heb zien genezen. Vele ex-demonen hebben mij trouw gezworen en zijn nu verzetsstrijders aan onze kant, en zouden hun leven wel voor mij geven om wat ik voor ze gedaan heb. Welke soldaat zou zijn vijanden niet de kans geven om het goed te maken om hun leven te beteren ? Die zogenaamde christenen en psychiaters geven alleen maar hopeloosheid aan de mensen, en dat is het laagste en smerigste wat je kunt doen. Zijn zij dan zelf niet tot vijand geworden ? Ja, dat zijn namelijk de echte demonen en de echte krankzinnigen. Het is juist een demoon die deze dingen doet. Deze demoon houdt zo van vernietiging dat hij niet wil dat het weer opgebouwd wordt. Hoe kun je jezelf dokter noemen als je niet alles er voor doet om je patient te genezen ? Dat zijn geen dokters. Dat zijn demonen, en wel van het ergste soort. Moeder Arnhem, Ik zie hoe krankzinnig ze zijn, Hoe ze u altijd de schuld geven, Hoe ze u hebben vergeten, terwijl u diep in de natuur bent met uw visnetten, uw zondvloed van de gnosis zal komen om hen allen weg te drijven Moeder Arnhem, Ik zie hoe zij altijd uw woorden verdraaien, Zij kennen u niet Hoofdstuk 5. van golgotha tot auschwitz Ik kan bijna geen ademhalen als ik denk aan hoe smerig dat is gegaan in 1943. Een Israelitische psychiatrische kliniek werd binnengevallen door de nazi's en ontruimd, en vele honderden patienten werden op de trein naar Auschwitz gezet. Dit gebeurde in Apeldoorn. Wie laat mensen in een psychiatrische kliniek alleen ? Er zitten daar oorlogsslachtoffers, incestslachtoffers, kinderen die geen ouders meer hebben, slachtoffers van misdaad, enzovoorts. Ook zitten er overspannen geraakte directeuren, hulpverleners, dierenartsen, enzovoorts, allerlei mensen die door moeilijke tijden heen zijn gegaan. Ik ben er soms naartoe gegaan om ze te omhelzen, om ze hulp aan te bieden, om ze te bevrijden van demonen, ze te genezen, enzovoorts, of soms vroegen ze mij om te komen, en dan kwam ik, en ik probeerde ook altijd anderen om hen heen te helpen, maar dat werd soms niet geaccepteerd door de zogenaamde leiding daar, en omhelzen werd ook niet geaccepteerd. Ik deed het toch, daar niet van. Als de bovennatuurlijke kracht van God, van de gnosis op je rust, dan kun je dat niet tegenhouden. Ik heb verschillende mensen door deze kracht ook uit deze

klinieken gehaald. Jezus sprak in Mattheus 25 : Ik heb honger geleden en gij hebt Mij niet te eten gegeven, Ik heb dorst geleden en gij hebt Mij niet te drinken gegeven; Ik ben een vreemdeling geweest en gij hebt Mij niet gehuisvest, naakt en gij hebt Mij niet gekleed, ziek en in de gevangenis en gij hebt Mij niet bezocht. Dan zullen ook zij Hem antwoorden en zeggen: Here, wanneer hebben wij U hongerig gezien, of dorstig, of als vreemdeling, of naakt of ziek, of in de gevangenis, en hebben wij U niet gediend? Dan zal Hij hun antwoorden en zeggen: Voorwaar, Ik zeg u, in zoverre gij dit aan één van deze minsten niet gedaan hebt, hebt gij het ook aan Mij niet gedaan. Zijn deze woorden niet zo waar ? Maar de nazi's zetten hen die het moeilijk hebben op de trein naar Auschwitz, naar het concentratie kamp. Apeldoorn is hiervan een groot voorbeeld in 1943. Ik heb veel dromen over Apeldoorn gehad. In Uddel, gemeente Apeldoorn, kreeg ik ook een beginopleiding exorcistische demonologie, dus praktijk-demonologie. In mijn dromen daarna was Apeldoorn ook een militair gebied voor de demonologie. Laten we beseffen dat Israelieten die in grote strijd waren, in een psychiatrische kliniek, vanuit hier de onderwereld ingingen, tot Auschwitz, een concentratie kamp. In mijn dromen stond Apeldoorn voor een natuurgebied van hemelse opname, de hemelvaart, wat in principe gewoon het neerdalen tot de onderwereld is. Beekbergen, gemeente Apeldoorn, was de plaats van het zesde klas kamp, als overgang van de lagere school naar de middelbare school. Het is dus belangrijk geestelijk tot Apeldoorn te gaan, tot moeder Apeldoorn, die daar in de natuur leeft. Apeldoorn is een groot lijden. Wij kunnen dit kruis niet omzeilen. Alles gaat terug naar Apeldoorn 1943. Hier is het gat tot de onderwereld. Aan Auschwitz ontkomen wij niet, maar het moet verdiept worden. Zijn wij al in Auschwitz geweest, of staan wij nog te pronken aan de zijlijn omdat we niet vies willen worden ? 'Ik ben in Auschwitz geweest en gij was niet met mij,' zou Jezus zeggen. Maar wanneer was u daar dan ? Voorwaar, Ik zeg u, in zoverre gij dit aan één van deze minsten niet gedaan hebt, hebt gij het ook aan Mij niet gedaan. Zijn wij met Jezus in Getsemane, Gabbatha en Golgotha, of slapen wij zoals zijn discipelen ? 'Ik ben in Auschwitz geweest, maar waar waart gij ?' Het begint in Apeldoorn, tussen de woonwijken, waar een vrouw is, een twistzieke vrouw. Begrijpen wij nu waarom zij twistziek is ? Zij weet van de afdaling tot Auschwitz. Zij is er zelf geweest. Zij is moeder Apeldoorn. Zij is wild en woest als een natuurvrouw, niet op een vleselijke manier, maar op een geestelijke en demonologische manier, op een profetische manier. Zij ging van Golgotha tot Auschwitz. Waar waren wij ? Zij weet dat ze de mens niet kan vertrouwen. Daarom gooit ze haar paarlen niet voor de zwijnen en is zij als een orakel, obscuur. Zij is strijdlustig als de hemelse boodschapper die met Jakob op Pniël streed, en Jakob sloeg, opdat Jakob gevoelig zou zijn voor de boodschap. Aanvaarden wij het als wij geslagen worden door het kruis om de hemelse boodschap te ontvangen ? Of verwerpen wij het kruis ? Ik kan bijna niet ademen als ik denk aan Apeldoorn 1943. Ik klap dicht en kan niet denken. Ik sta aan de grond genageld. We kijken daar rechtstreeks in de put van Auschwitz, maar we mogen ook moeder Apeldoorn zien. Zij werd geplunderd, zij werd verkracht. Wie hoort haar stem in de nacht ? Wie waakt met haar, of slapen zij allen ? Wie hoort haar geroep, wie hoort haar geschreeuw ? Wie kan er door haar boosheid heenprikken ? Wie kan het slaan van haar gesel aanvaarden, waarmee ze haar boodschap brengt ? Ja, ze moet haar kinderen wel wakker schudden. Ze wil dat we het voelen. Zoveel geschiedenis die verloren is gegaan. Een moeder in het zwart, als een obscure monnik. Ze prevelt wat, maar niemand kan het verstaan. Auschwitz zwaar in haar herinnering, de dagen dat ze werd verkracht. Heeft het haar oppervlakkig gemaakt ? Nee. Juist diep. Wie kan haar ontcijferen ?

Leidt de psychiatrie naar Auschwitz ? Apeldoorn heeft het laten zien. De psychiatrie is als het beest van de zee die zijn merkteken, zijn etiket, drukt op ieder mens, en hen leidt tot het beest uit de aarde, de valse profeet. Dit merkteken mag niemand aan tornen. Het is valse canonieke profetie, oftewel onfeilbaar. Zij wanen zichzelf de schrijvers van het boek des levens. Pure godslastering, pure gnosislastering. Dat is waar Auschwitz voor staat. Openbaring 20 4 En ik zag tronen, en zij zetten zich daarop, en het oordeel werd hun gegeven; en ik zag de zielen van hen, die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het woord van God, en die noch het beest noch zijn beeld hadden aangebeden en die het merkteken niet op hun voorhoofd en op hun hand ontvangen hadden; en zij werden weder levend en heersten als koningen met Christus, duizend jaren lang. Openbaring 6 9 En toen Hij het vijfde zegel opende, zag ik onder het altaar de zielen van hen, die geslacht waren om het woord van God en om het getuigenis, dat zij hadden. Dit zijn de onthoofde martelaren van de psychiatrie. Ze mochten geen eigen godsdienst en geen charismatische gaven. Neen. Ze werden onthoofd en kregen een merkteken, wat ze overigens niet persoonlijk ontvingen. Ze hebben dit etiket nooit aanvaard, omdat ze weten dat het vals is. De psychiatrie heeft haarzelf tot een valse canon gemaakt : er mag niets aan toegevoegd worden en niet aan afgedaan worden. Haar woord en wil is wet. We staan oog in oog met één van de grootste monsters van deze tijd. Beesten uit de zee en de aarde die samenwerken, zoals de psychiatrie samenwerkt met de tandartserij en de vlees industrie. De vrouw, moeder Apeldoorn, moest vluchten tot de wildernis. De territoriale machten zullen vallen. Niet zomaar, maar in de verdieping. Ook is er zo in Apeldoorn bevrijding van het merkteken, waar ik ook dromen over heb gehad. Apeldoorn 1943 : Laten we het nooit vergeten. Alles zal gerecycled worden. Het is een canonieke macht in de hoofden van de mensheid, die het denken van de mens heeft vastgezet. Deze canonieke macht moet vallen. Daartoe is de tweede bijbel gekomen. De psychiatrie rijdt hoog op haar paard, een moordend spoor achter haar latend. Overal zaait zij dood en verderf. Zij is gekomen om het canonieke merkteken te brengen. Alleen de psychiatrie is god. Zij wil niet van een ander woord horen, dat is godslasterlijk. Zij waant haarzelf de canon, de bijbel, het canonieke woord, zwaar aan de canonieke drugs, waar ze zwaar voor betaald heeft, en waar ze voor heeft geroofd en geplunderd. Zij is een huurmoordenaar. Zij is een inquisiteur zittende op het paard van Auschwitz. Zij volvoert de Herodes taktiek, en vermoord ieder kind, opdat het kindeke Jezus niet zal ontkomen. Maar het kindeke vindt een schuilplaats in Betlehem's stal, tussen de wilde dieren in de wildernis. Het kind is veilig in de baarmoeder van de aarde. Hoofdstuk 6. moeder tegen moeder

Auschwitz, wat is het ? Daar leidt de psychiatrie naartoe, maar wat is het in diepte ? Het is een beeld van hongerend Afrika, terwijl de rijken in het westen rustig doorleven. Hun grote hysterisch toeterende en piepende ambulances zijn er niet voor de armen, maar alleen voor de rijken. De stem van Afrika is gedoofd, en de rijken worden steeds rijker, chauvinistische varkens als ze zijn, met overdreven liefde voor het eigene, overdreven nationalisme, zo overdreven dat ze doof zijn voor andere landen. Zelfs gaat de scheur dwars door hun eigen land, tussen arm en rijk. Rijkdom is hun natie. George Orwell schreef er een boek over in de tweede wereldoorlog, genaamd animal farm, over varkens die aan de macht kwamen, en zorg gingen dragen voor de slacht van andere dieren. Het is een varkocratie. Maar de samenleving is te goedgelovig. De holocaust van de dieren moet ook allemaal maar kunnen. De vleeseter trekt gewoon zijn schouders op. Moedwillig is hij bezig zichzelf te vermoorden met al dat vlees. En dan maar dure reisjes maken. Auschwitz willen ze niet zien. Het kruis van Auschwitz, van hongerend Afrika willen ze niet dragen. Elke stap die ik zet in mijn leven zet ik voor hongerend Afrika om geen deel te hebben aan de gemeenschap met de clowns in het westen. Ook het eeuwig evangelie spreekt over dit kruis. Wat doen wij met het kruis van de armen ? Hebben wij onszelf al verloochent om dit kruis te dragen ? Of gaan wij ook de woorden van Jezus horen later : 'Ik ken u niet. Gaat weg van mij. Ik heb u nooit gekend.' Het grote probleem met het christelijke westen is dat het helemaal niet meer christelijk is. Het is een karikatuur. Ze eten zelfs het vlees van Jezus bij het avondmaal, wat puur kanibalisme is. Ze drinken zijn bloed, wat puur vampirisme is. Sterke drank bij het avondmaal ook. De alcohol psychose. Moet allemaal kunnen tegenwoordig. Animal farm (1945) is net zoals 1984 (1949) werkelijkheid geworden. George Orwell had de mens al lang geleden gewaarschuwd, net zoals er in de dertige jaren werd gewaarschuwd voor de komende zogenaamde 'Brave New World' waarin je niets anders bent dan een nummer in een steriele reageerbuis, als een laboratorium dier. De mens kent de territoriale demonen niet die macht over hen voeren en wil deze ook niet kennen. De mens wil met pensioen gaan en slapen, feestend de ondergang tegemoet. De mens is op een zelfmoord missie. 'Ja, daar beginnen we niet aan. Dat is allemaal teveel werk. Laten we er maar een einde aan maken, en nog even een laatst groot feest hebben.' Wat valt er te vieren, mensen ? Helemaal niks. We zijn op de animal farm. Iedereen wordt door de ubervarkens gefokt voor de slacht. De rijken hebben alles al opgekocht en dobbelen om andermans leven en bezit. En de fabel van Jezus Christus hebben ze naar hun eigen hand gezet. Overal peperdure reisjes maken in oorlogstijd, en Auschwitz willen ze niet zien, tenzij als rampentoerist. In Animal Farm van Orwell (1945) worden de dieren eerst onderdrukt door de mensen, en zo roepen de dieren elkaar op tot rebellie en hard werk om aan de macht van de mensen te ontkomen. Later in het verhaal zijn het de varkens die de dieren onderdrukken, als een beeld dat luie en laffe mensen liever de onderdrukkers zijn dan de onderdrukten, en dit beeldde destijds het stalinistische, oftewel extreem orthodoxe, fundamentalisch-terroristische communisme uit, wat in principe na de val van Stalin en zijn dood in 1953 werd overgenomen door de psychiatrie als iets wat in onze onderwijs-boeken 'hypercommunisme' wordt genoemd. De varkens in Animal Farm zorgden er eerst voor dat de goede varkens werden omgebracht, en begonnen toen samen met wrede honden te regeren als in een totalitair systeem waarin ze als mandaat hadden : 'alle dieren zijn gelijk, maar sommige dieren zijn gelijker dan anderen'. Dan wordt er een feest gevierd waarin de varkens de boeren uitnodigen, en dan gaan ze gokspelletjes doen waarin ze enorm vals spelen en elkaar vleien en elkaar prijzen tot een alliantie tussen mens en varken. Als de andere dieren dan van buiten naar hen kijken kunnen ze geen onderscheid meer maken tussen mens en varken. Dit is ook waar het boek 'Sobibor – de laatste jager' over gaat in de tweede bijbel. In het boek worden varkens tot mensen. En deze varkens die tot mensen zijn geworden worden dan tot terroristen. Zo worden zij tot honden, roofzuchtig en gierig. Zowel deze varkens als de honden aten mensen, en werden dus

zelf tot mensen. Zij werden de psycho-dentists genoemd, oftewel de criminele alliantie tussen de psychiatrie en de tandartserij, die dus het merkteken van het beest op de mens drukken, zoals voorspeld in het boek Openbaring. Voor het worden van een mens moesten ze een rivier over, en het worden van een mens was dan een roversloon. Het boek gaat ook over Auschwitz en andere concentratie kampen uit de tweede wereld oorlog, maar die zijn gepersonificeerd als vrouwen. Qua thematiek gaat het over hetzelfde als Animal Farm, maar is dan ook weer een diepere laag. We leven vandaag de dag in het psycho-dentocratische tijdperk, wat dus een uit de hand gelopen en ziekelijk geworden hypercommunisme is, een onheilig canoniek contract tussen de psychiatrie en de tandarts-beul. Het verhaal gaat ook over een tijdmachine die dan de mens in dit dwaze systeem tegemoet komt, maar er onbreekt van alles aan de tijdmachine. Telkens weer wordt daarom de tijdmachine onderschept, maar omdat de tijdmachine van kunstmatige intelligentie is en dus telkens zichzelf hersteld en doorgroeit komt het dus telkens weer terug om de mens verder te helpen. In 1994 kwam Toronto tot de aarde, een kracht die mensen in dieren deed veranderen. Mensen begonnen rond te huppelen als kikkers, te grommen als beren, te sissen als slangen, over de grond rollende, in groot spasme, in zware verkrampingen, en lagen soms uren doodstil, geslagen door deze kracht. Het was een bizarre tijd voor een ieder die dit meemaakte. Deze verkramping was een onverschillige verharding naar het kruis. Kenmerkelijk was het uitbundige lachen zonder te stoppen. Het was de goedgelovigheid van een muizenvolk. Ze werden gekieteld en vonden het wel leuk. Ze toetsten het niet. Als predikant heb ik enorm tegen deze beweging gewaarschuwd en nog steeds, omdat dit ding al in 1993 bij mij aan de deur klopte, en ik moest het door vasten, bidden en toetsen overwinnen, door me er ten bloedens toe in heilige vrees tegen te verzetten, want wij mogen niet zomaar blind vertrouwen hebben in alles wat op ons pad komt. Het werd ontmaskerd als een demonische macht. Toen zwoer het naar de andere volkeren te gaan, en zo ontstond 1994. Ik moest in een heilige verharding komen om veilig te zijn tegen dit ding. Ik moest in een heilige verkramping komen die er niet aan zou toegeven, want het was het vleselijke en niet het geestelijke. Ook heb ik toen mensen daarna bevrijd van dit ding, toen het in 1994 massaal over de aarde vanuit Toronto werd uitgestort. Dit was wat George Orwell had gezien. Dit was Animal Farm, mensen die tot varkens waren geworden, en varkens tot mensen. Dit is de strijd waar Sobibor – de laatste jager over gaat. Er is een driehoek van verharding tegen alle goedgelovigheid, naïviteit en onverschilligheid, tegen alle hebzucht en lachzucht en gemakszucht, alle gierigheid. Deze verharding heeft dus nog een hart, en is tegelijkertijd ook zacht. In mijn leven werd ik soms of heel zachtmoedig genoemd, of keihard, of beiden. Als tiener al. Maar ik was radicaal en mocht geen compromissen sluiten. Er stond teveel op het spel. Verhard je naar alle vleselijkheid en leugens op aarde. Volg het niet na. Doe onderzoek. Ontwikkel je heilige hardheid, anders wordt je in een put van verderf meegesleurd. Zo kun je ook tot de ware zachtheid en zachtmoedigheid komen, die van boven komt. Geef niet zomaar toe. Toets eerst alle dingen. Wij moeten wel muren om ons heenhebben. Alles is voorwaardelijk, niet onvoorwaardelijk. Verkramp je als ze je mee willen sleuren. Verzet je, verhard je. Je bent van het verzet. Je bent geen nsb-er, je bent geen muis. Heb je alarm of scherp. 1994 is nog steeds woest. Animal Farm is razende, zoekende wie het kan verslinden. Zoveel dieren dagelijks naar de slacht door deze varkens. Mensen zijn de ergste varkens. Verkramp je. Geef niet toe. Strek je uit naar de heilige verharding tegen de zonde. De zonde heeft je vernietiging op het oog en komt in vele valse gedaantes. Geloof hun vleierijen niet. Ze willen je bezitten en dan meesleuren. Kom tot de dieptes. Ga diepere lagen in de dingen zien waarin je kan schuilen. Kom tot de kernen, voor een nieuwe energie. Doe het voor jezelf en anderen. Strek jezelf uit naar de charismatische en demonologische gaven om corruptie te kunnen onderkennen. Prik er doorheen. De boodschap van het boek Sobibor – de laatste jager, als een vervolg op Animal Farm bijna, is dat iets vanuit de toekomst ons zal helpen. In de toekomst is de kennis namelijk uitgewerkt. De mens moet leren een relatie aan te gaan met de toekomst. Eerst is er een grote kloof tussen het nu en de toekomst en die moet door kennis overbrugt worden en dat

kan niet in één keer. Het is een natuurlijk geboorteproces, als een school, waarover het boek ook gaat. De mens moet terug naar de natuur moeder, maar moet daarvoor eerst de corrupte moeders onderkennen. Dit is de strijd : moeder tegen moeder. Hoofdstuk 7. brave new world, deaf new world Brave New World, Deaf new world, Everything inside a man is just a memory Brave new world, Deaf new world, Everything inside a man is just a scare tactic Brave new world (a brave new world) Deaf new world (a deaf new world) Everything inside a man is just a fantasy Hier werd ik mee wakker vandaag. Een droom dus waarmee ik wakker werd, na een hele lange droom gehad te hebben over de brave new world. Het lied werd in de droom gezongen door Labi Siffre (van something inside so strong) als zijn nieuwe lied. De mens mag vandaag niet kiezen wat hij wil studeren. In mijn geval was het een roeping en het werd niet door mijn familie geaccepteerd. Nee, want zij beslissen dat. De brave new world beslist het. Ik zal u besparen waar ik toen allemaal doorheen moest, maar soms zeg ik er wat over in mijn boeken. Het is een overmoedige wereld. Vannacht had ik er weer een droom over. Weet u wat ze allemaal in ons voedsel pleuren, en hoe dit geestelijk werkt, oftewel subliminaal ? Ze donderen er stoffen in die giftig of zelfs dodelijk zijn en die een subliminale boodschap uitzenden dat de mens die het drinkt ergens naartoe moet bellen voor hulp, om ervoor te zorgen dat deze mens niet sterft. Je moet dan naar een bepaalde oplichter bellen, een soort straat theater groep. Twee mannen (waaronder Trump) waren met elkaar in gevecht. Het was een boks wedstrijd. De winnaar zou zichzelf 'doctor' mogen noemen. (een titel waar ik al helemaal een hekel aan heb, omdat het niks met dokters te maken heeft.) Een man die een proefschrift maakt, en als het door andere geaccepteerd wordt mag hij zichzelf 'doctor' noemen. Dit is brave new world, de overmoedige wereld. Ze slaan allerlei stappen over. Ze leiden op het verkeerde pad. Little boys and their toys.

Nothing is going to work today … I was in my schooldays and I was just a piece of prey … I told it to my parents and they didn't care … I told it to my girlfriend … and we had a life to share … My brother, he came to our home … He took his disciples with him, He couldn't stay on his own … And I didn't really have anything to lose … My mother told me she was on death row so I had to go … To a brave new world, Deaf new world … Everything inside a man is just a memory … Brave new world, Deaf new world, Everything inside a crazy girl is just a mystery … We didn't have anything to share after the party … We laid all dead on our chairs … None of these drugs could save us … But still I stare, I stare … to a … Brave new world (a brave new world) Deaf new road (a deaf new world) Anything to a man is just a work to do … Brave new world, Answering machine … Nothing on the news today … Maybe I should just pray … for this brave new world ... Hoofdstuk 8. van de lever naar de longen (gitaar muziekje) Nu bij ago … (en dan volgt er een verkooppraatje door een stem waarvan je denkt dat al zouden ze die gitaar op z'n kop stukrammen dan zou hij het nog niet doorhebben en zou hij er nog niks van zeggen of er iets van voelen) Ago auto's, de beste keuze … (en dan een soort vrolijk fluitje met vrolijk deuntje) Wij zijn in de brave new world niets anders dan producten. Wij moeten zijn zoals zij het willen, want het is voor de verkoop. Het product moet aan de regels voldoen. Je mag niet anders zijn.

Dus dat is het leven ? Doen wat anderen zeggen en anderen willen ? Wij zijn hier niet om mensen te behagen. Ik wilde de wereld helpen, beter maken. Dat was mijn roeping. Maar dat mocht niet van mijn familie. Mijn studie werd niet geaccepteerd. Zo moet je opgroeien. Ik wilde geen 'ago auto, de beste keuze' zijn. Ren voor je leven. Ren het bos in. Maar dat mocht ook niet. Je moest onder de mensen zijn. Ga je kapot van de koppijn door die vuile giftige vullingen die ze standaard bij ieder kind inbrengen, en dan moet je ook nog glimlachen. Veel glimlachen. Mijn vader hield me voortdurend in de gaten. Als ik niet lachte dan was ik bezig 'de levens van andere mensen kapot te maken.' Ook moest ik meezingen in de kerk. Ik was een 'ago auto, de beste keuze.' Dus dat is het leven ? Leven om de oppervlakkige dromen van je vader waar te maken ? Mijn zoontje zei eens toen hij heel klein was zomaar vanuit het niets : 'papa, waarom heeft u die auto kapotgemaakt.' Ik moest toen wel lachen. Kinderen begrijpen meer dan volwassenen. Helaas wordt dit dan vaak later van hen afgenomen door het systeem, hun vleugels afgekapt. Ren voor je leven. 'Brave new world, deaf new world, everything inside a man is just a memory.' Zo werd ik ook eens wakker in de negentiger jaren toen ik nog in Amsterdam woonde. Ik had een droom gehad over het ijmeer en markermeer waarin een grote monsterachtige octopus-schorpioen lag waarmee ik in gevecht was. Hij had de stem van een leraar van vroeger. Hij had grote, witte hoornige tentakels waarmee hij 'naaide', 'van de lever naar de longen', wat hij ook zei. 'Ik naai je van de lever tot de longen', telkens maar weer, en ik voelde het ook, en zijn stem weerklonk door mijn hele lichaam, en zo werd ik heel langzaam wakker en ik bleef zijn stem steeds horen, steeds hetzelfde zeggende, als een reclame spot, en toen zwakte het heel langzaam af. De lever is de opslagplaats. We moeten studeren. De lever is het geheugen, wat opgebouwd moet worden. Het zuurstof van de longen is voor brandstof, voor vervoer, voor geestelijk reizen. We hebben zowel de lever als de longen nodig, en er is een strijd gaande hierover. De octopus-schorpioen was in verschillende dimensies, en waren meerdere personen, want één heette er Oxtar die over Vlissingen heerste, en één heette er Keo die over Amsterdam heerste. Het was dus een alliantie. De octopusschorpioen veranderde ook telkens in een boot. Ik kwam ook uit een boten-familie of watersport familie. Moest ik ook een boot zijn ? 'Brave new world, deaf new world, everything inside a man is just a mad machine.' Ik was in een zware strijd, en laatst had ik er ook weer een droom over. Wat een bakbeest was het. Ik voelde het slijm gewoon door me heenlopen, en die slijmerige stem, en het naaide van mijn lever naar mijn longen. 'Ago boten, de beste keuze' 'Hey, kom terug. Blijf staan. Je bent van ons. Je doet wat wij willen.' Maar ren voor je leven. Zwem voor je leven. Wat ik zag en meemaakte was iets algemeens hier in Nederland, wat ze in de geestelijke wereld met mensen doen. We zijn in gevecht met de poppenmaker, met de auto maker, met de boten maker, die auto's en boten van mensen maakt. Ren voor je leven. Kijk niet om. Ren naar het bos. Luister niet naar hun drogredenen, naar hun marktverkoop praatjes. Ze willen slechts een trekpop van je maken. Als je dan niet luistert proberen ze op je schuld gevoel in te praten of proberen ze je om te kopen. Trap er niet in. Veel krijgen ze gedaan door hun vleierijen. Trap er niet in. Ik heb door mijn werk veel contact gehad met de medische wereld. Ze gaven op een bepaald punt zelf toe dat het allemaal één groot spel was, en dat er gehandeld werd in patientenlijsten, en dat liefde een product was wat gekocht moest worden in de winkel genaamd de familie. Het zijn allemaal codes. De mens wordt bedrogen. De mens is een product en hoort in de winkel thuis. Dat is wat de medische wereld doet, als de poppenmaker. Naalden van de lever tot de longen. Zij

beslissen wat je opslaat, en zij beslissen waar je naartoe gaat. Prettige dag verder. Nee, we zijn ontwaakt. Nu zijn we in het verzet. We hebben de varkens aan de top gezien : Brave new world, animal farm. In het tweede bijbelse boek Sobibor – de laatste jager gaat het over de strijd tussen de psychodentists en de alienologen. Je mag vandaag de dag geen mensen helpen. Nee, je moet slecht zijn. Het zijn allemaal trollenfamilies. Het goede wordt als een bedreiging gezien. En dan krijgt de goede mens ook nog de schuld omdat hij het goede heeft gedaan. Dat is de wereld van vandaag. Brave new world, deaf new world. We hebben de varkens aan de top gezien en de varkens families. We zijn in het verzet, nog steeds strijdende in de wereldoorlogen. Oh, ze zijn zo belangrijk, die varkens families, met zware, gewichtige woorden op hun schaal wat ze het woord van God noemen. Alles wat ze doen en zeggen is afgemeten canoniek, onfeilbaarder dan de paus, kortaf, na kantoor uren gesloten. Oh zo belangrijk, maar het gaat nergens over. Ze willen niet helpen, alleen hun product verkopen. Ze willen alleen stinkend rijk worden. Kijk ze eens rondrijden met hun grote auto's met hun boten erachter. Allemaal varkens families. Het varkelijke kan het geestelijke niet verstaan. Ze begrijpen niks van ons. Ze willen niet leren. Ze nemen er ook de tijd niet voor. Het is een varkelijke wereld. Het is niet eens meer een vleselijke wereld. Het is varkelijk geworden. Varkens rollende door alles wat vies en smerig is en hen dan schoon wanen als pauselientje in papierotopia, want het staat immers geschreven. Zodra het in hun roddelbladen staat afgedrukt is het de waarheid. Dat is de varkelijke waarheid. Ze hebben een varkelijk verbond gesloten, een varkelijke alliantie met alles wat oppervlakkig, leugenachtig en bedrieglijk is, en maar huichelen en vleien om zichzelf ook nog te overtuigen hierin, zodat ze alle twijfels kunnen wegwimpelen. Dank je de koekkoek. Je gelooft het toch zeker niet ? Het is de varkocratie. Het is allang niet meer menselijk. Meugt heuft a ginder a ma loeka. Wat zeg je ? Ja, dak hoef ik toch nie aan oe uut te laggen. Wat ? Moet je ze zien praten die gasten dan. Ze moffelen en woffelen alles weg. Ze vinden hun weg wel. Ze smokkelen en sjoemelen hun weg door het leven wel. Al zijn ze dood of halfdood. Hak me woefa toch me ganda pokus pas. Wat zeg je ? Huf'k nie an uu uut te laggen. Wat ? Nee, ze leggen ook niks uit. Ze onderwijzen niet. De roddelblaadjes slingeren overal rond, zoals bij ons thuis vroeger. En maar aan varkeren. Er wordt niet geleerd. Alles wordt in de doofpot gedonderd. Zo kun je ze herkennen : Ze onderwijzen niet. Ze hebben geen substantie. Ze sturen je

naar scholen die je niets leren. Het gaat allemaal varkelijk over niks. Het zijn varkens scholen die de mens dom houden, want dom verkoopt. Alles beoordelen ze varkelijk, naar hun varkensoren. Als er muziek is dan spitsen ze hun varkensoren om te zien of het wel dom genoeg is. Zo behandelen ze ook de literatuur. Het moet vooral goed dom zijn. Mensen, ik heb het alweer gehad voor vandaag. In zulke varkelijke families moet je tegenwoordig opgroeien met hun varkelijke kerken waar je bedreigd wordt met eeuwige marteling als je niet doet wat ze zeggen. Eeuwige marteling. En ze doen alsof het de normaalste zaak van de wereld is ! Nee, dit is het leven niet ! Lijken eten iedere dag, voeren ze ook aan hun kinderen alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Het zijn varkens. Varkens families. Punt. Zitten ze voor de tv allemaal te wijzen. Ze leren er niks bij, gaat de hele dag maar door. Als je daar problemen mee hebt dan ben je gek en ziek. Mensen helpen ? Dat kan niet hoor. Je moet een varken zijn, anders ben je ongeneeslijk ziek. Het varkelijke kan het geestelijke niet verstaan. Varken … schuurtje …. varken schuurtje … Zo programmeren ze hun kinderen … Het varken abc …. Kom hier, ga daar, niet doen, doe het …. Je bent varken, help geen mensen, denk niet aan de armen … Eet je bordje vlees, eet je bordje leeg … Vlees is goed en gezond … Varken … schuurtje … lekker van de lever naar de long … Varken … schuurtje … lekker naar oma …. lekker naar oom …. Varken …. schuurtje …. lekker naar oma, lekker lekker snoep …. hoef je niet te leren …. oma maakt soep … hoera hoera …. alle varkens bij elkaar …. oma geeft groot feest …. als oma zullen wij worden …. lekker met pensioen … op ons graf veel poen …. kunnen we lekker veel mee doen, eigenlijk niks, maar dat vergeten we maar … bla bla bla bla bla …. Hoor die demonen zingen …. Hoor die demonen hun rotzooi verkopen …. Maar zij die het geestelijke en demonologische verachten, de profetie niet willen, worden gedreven door het varkelijke … alsmaar meer, meer en meer …. duur duur duur …. alcohol alcohol alcohol …. van de lever naar de longen …. jongens, toe dan …. van de lever naar de …. Wat ? Van de lever naar … Wat ? Waar naartoe ? Van de …. ja, nu weet ik het ook niet meer … Nee, omdat je dement bent …. Waar ging je ook alweer naartoe ? Ik weet het niet …. Naar grootmoeder koekjes brengen ? Ik weet het niet …. Moeten we hier onze kostbare tijd mee verdoen ? Werk zolang het dag is, want als het nacht is kan niemand werken …. De mens heeft genoeg in het varkelijke geleefd …. Laat de mens verder leven

in het geestelijke …. Maar zal de mens luisteren ? Het zijn de dagen van 1994 … We leven nog steeds in Animal Farm …. Toronto blessing …. overal om ons heen …. alzheimer patienten die een optocht houden …. We gaan door totdat …. Het is de varkens nachtmerrie … We hebben deze nachtmerrie nodig, want het geeft informatie … RECYCLE Al die autoverkopertjes …. autoverkopertjes, autoverkopertjes in blik … Wat ? Autoverkopertjes in blik …. Waarom ? Nou, onze leeuwen moeten ook eten … Maar is dat niet een beetje onethisch ? Onethisch ? Waarom moet je nu ineens zo'n duur woord gebruiken ? Waarom zou nu ineens voor het eerst in je leven iets onethisch zijn ? Nou ja, kan toch ook op een andere manier … Nee, zo is gewoon de natuur … Waarom ? Dat moet je gewoon zo accepteren … Autoverkopertjes in blik ? Ja, waarom niet … Leeuwen moeten ook eten … Oh … En opgeruimd staat netjes …. Ja … Okay … Ik denk dat ik maar ga dan …. Waar naartoe ? Naar huis … Naar grootmoeder koekjes brengen ? Nee, naar huis …

Welk huis ? Bestaat het niet meer dan ? Nee …. Is dat niet een beetje onethisch ? Zo is de natuur … Wat ? Leeuwen moeten ook leven … Nou bedankt, tot ziens, ik moet nu gaan, dan word ik wel een zwerver …. Met al die leeuwen ? Ja, moet wel … Nou, succes dan maar … Hoofdstuk 9. Godsis en de samenvatting en commentaar op van Leeuwen's commentaar op Hosea 1-4 (P.O.T, 1968) Wat betekenen de laatste twee psalmen in diepte ? Laat alles wat adem heeft de Heere loven, zegt Psalm 150. Adem is de brandstof, ook als een beeld van het geestelijk reizen, wat de motor is van de geestelijke territoriale oorlogsvoering in ons onderwijs. Dit betekent dat je altijd geestelijke oorlogsvoering moet doen vanuit de context, niet vanuit kortzichtigheid. Als je oordeelt, doe je dat dan vanuit een vooroordeel of heb je daadwerkelijk onderzoek gedaan ? Psalm 149 gaat over de territoriale oorlogsvoering, maar wat betekent het in diepte ? 6. een tweesnijdend zwaard is in hun hand, 7. om wraak te oefenen aan de heidenen de volken te tuchtigen, 8. om hun koningen met ketenen te binden, hunne edelen met ijzeren boeien, 9. om een beschreven vonnis aan hen te voltrekken. Dat is de glorie voor al zijn vromen. Halleluja.

Wat betekent het, want natuurlijk is dit metaforisch ? Het betekent dat je een probleem bij de kop moet pakken, dat je naar de wortel moet gaan en niet aan symptoom bestrijding moet doen, niet dweilen terwijl de kraan openstaat. Het betekent dus dat je oog moet hebben voor nuances. Dat is het daadwerkelijke 'strijden tegen koningen.' Het is dus geenszins letterlijk. Territoriale oorlogsvoering komt dus neer op veel studie en onderzoek. Het zijn dus slechts spreekwoorden, zoals de koe bij de horens pakken, wat ook betekent dat je geen tijd verspilt en je niet met bijzaken bezig houdt, zoals Lenin zei : 'de juiste schakel op het juiste tijdstip.' Dat is dus een veel rustiger beeld van oorlogsvoering. Een leraar zei eens tegen mij dat het innemen van het beloofde land daar ook mee te maken heeft : het leren van de benodigde vakken. Er is heel veel misbruik van geestelijke oorlogsvoering, van de bijbel, van theologie, religie. Vandaar dat Hosea 1:5 stelt : Te dien dage zal het geschieden, dat Ik Israëls boog verbreken zal in het dal van Jizreël. Ook Israel misbruikte de oorlogsvoering en gaf er een verkeerde betekenis aan, een oppervlakkige, vleselijke betekenis. Het ging hier om een vals, vleselijk vertrouwen op eigen wapenmacht. Allereerst moet elk wapengebruik getoetst worden en verdiept worden. De wapenmacht van Israel werd vernietigd vanwege misbruik. Dit stelt C. van Leeuwen, in zijn commentaar op Hosea (1968) in de serie Prediking van het Oude Testament (P.O.T.). Ook stelt hij dat Jeremia later door zijn celibaat een levend teken van God's oordeel over het trouweloze Juda moest zijn, terwijl Hosea juist moest prediken door zijn gezin. C. van Leeuwen zag het OT als wetenschapsgebied. Hij leefde van 1924-2016. Zijn wetenschap richtte zich op het OT en de geschiedenis van de Israelitische godsdienst en theologie. Hij schreef verschillende commentaren voor de POT serie. Ook was hij predikant. Hosea moest met een overspelige vrouw trouwen. Soms ontkomen wij er niet aan een onheilig verbond te sluiten, wat dan profetisch en strategisch is, om een bepaalde boodschap te brengen, om een bepaald gebied in te nemen. Wij mogen dit echter niet vanuit het vlees doen. Dat is een groot verschil. De reden waarom we iets doen kan een verschil tussen dag en nacht zijn, terwijl het ogenschijnlijk hetzelfde is. Zo is het soms ook belangrijk om in het celibaat te zijn (Jeremia 18), wat ook strategisch is. Zo is dit ook met de ouderbanden. Soms moeten we toenadering zoeken, maar soms is het tijd ons van onze ouders af te keren en zelfs onze ouders aan te klagen, zoals in Hosea 2 : 1 Klaagt uw moeder aan, klaagt haar aan, want zij is mijn vrouw niet, en Ik ben haar man niet. Laat zij haar ontucht van haar gelaat verwijderen en haar overspel van haar boezem, 2 anders zal Ik haar naakt uitkleden en haar laten staan als ten dage toen zij geboren werd, haar maken als een woestijn, haar doen worden als een dor land, en haar doen sterven van dorst; 3 en over haar kinderen zal Ik Mij niet ontfermen, omdat zij uit ontucht geboren zijn. 4 Want hun moeder heeft ontucht bedreven; zij, die van hen zwanger geweest is, heeft schandelijk gehandeld. Want zij zeide: Ik wil achter mijn minnaars aan gaan, die mij mijn brood en water, mijn wol en vlas, mijn olie en drank geven. 5 Daarom, zie, Ik ga uw weg met doornen versperren, Ik ga tegen haar een muur oprichten, zodat zij haar paden niet vinden kan. 6 Dan zal zij haar minnaars nalopen, maar hen niet bereiken; hen zoeken, maar niet vinden. Dan zal zij zeggen: ik wil heengaan en terugkeren tot mijn eerste man, want toen had ik het beter dan nu. 7 Zij echter beseft niet, dat Ik het ben, die haar het koren, de most en de olie heb gegeven, die haar het zilver rijkelijk geschonken heb en het goud, dat zij voor de Baäl gebruikt hebben. 8 Daarom zal Ik mijn koren weer wegnemen in de oogsttijd, en mijn most in zijn seizoen, en wegrukken mijn wol en mijn vlas, die haar naaktheid moeten bedekken. 9 Nu dan, Ik wil haar schaamte ontbloten voor de ogen van haar minnaars en niemand zal haar uit mijn hand redden. 10 Ik zal doen ophouden al

haar vreugde, haar feest, haar nieuwemaansdag en haar sabbat, ja, al haar hoogtijden. 11 Dan zal Ik haar wijnstok en haar vijgeboom verwoesten, waarvan zij zeide: Die zijn het loon, dat mijn minnaars mij gaven. Ik zal ze maken tot een woud, en het gedierte des velds zal ze afvreten. 12 Zo zal Ik over haar bezoeken de dagen, waarop zij voor de Baäls het offer ontstak, zich tooide met ring en halssieraad en achter haar minnaars aan ging, maar Mij vergat, luidt het woord des Heren. Dit kunnen ook geestelijke ouders zijn, leiders, degenen die over ons zijn aangesteld, of die ons hebben ontvoerd, in ballingschap hebben geleid, tot slavernij hebben gebracht, in gevangenschap hebben gezet, onze bronnen waaruit wij putten, vrijwillig of gedwongen. Van Leeuwen stelt dat de schuld van de moeder zo wordt geformuleerd : 'Zij is mijn vrouw niet.' Van Leeuwen stelt dat het ook andersom kan zijn, zoals op een kleitablet uit Mesopotamië, midden tweede millennium BCE, uit Hana, staat dat als de vrouw tot haar man zegt : 'Je bent mijn man niet,' dan moet zij naakt zijn huis verlaten. 'Ik zal haar schaamte ontbloten,' vergelijkt van Leeuwen met het akkadische baltu, schaamdelen. We kunnen dus ook denken aan schaamhaar. Hij stelt het is voornamelijk van een vrouw, maar het kan in principe dus ook voor een man gelden. Als dit gebeurt, stelt van Leeuwen, dan staan haar minnaars machteloos en hulpeloos. Van Leeuwen stelt dat het sieraad in vers 12 vergeleken wordt met de welving van de heup in Hooglied 7:1. We kunnen stellen dat de heupen van de vrouw breed zijn, gewelfd, wat ook nodig is voor de bescherming van de vrucht. Als het beeld van de bruid genoeg verdiept wordt totdat het de dualistische aard ervan laat zien, dan kan er ook weer verzoening zijn. 13 Daarom zie, Ik zal haar lokken, en haar leiden in de woestijn, en spreken tot haar hart. 14 Ik zal haar aldaar haar wijngaarden geven, en het dal Achor maken tot een deur der hoop. Dan zal zij daar zingen als in de dagen van haar jeugd, als ten dage toen zij trok uit Egypte. Van Leeuwen stelt dat door de honger ook het feest zal vertrekken. Immers het koren en het most is er niet meer, en dus geen vreugde. Deze feesten waren namelijk niet ten dienste van God, de gnosis. Van Leeuwen stelde al dat het probleem was een 'zondig veronachtzamen van de kennis, da'at.' Dit is wat van Leeuwen ook 'schuldige onwetendheid' noemt. Dit gaat door het hele lichaam heen, en scheurt zo de mens van god af om de mens te grabbel te gooien aan de afgoden. Dit leidt tot een onheilspellende leegte en ontbloting. We kunnen stellen dat dit de ontmaskering is, en door diepte komen wij tot de dualistische benadering van deze teksten, want al deze teksten zijn dualistisch, zoals ook in de Aramese-Hebreeuwse grondteksten. Het Israel van de dagen van Hosea was opgebouwd uit hoereloon, het loon van de afgoden. We kunnen ook stellen dat dit bloedsloon is. Daarom moest het oordeel komen : ontmaskering, verdieping en dualisering. Alles zou dus gerecycled worden, ook dit hele Stockholm syndroom van uithuwelijking. Van Leeuwen stelt dat de sieraden van die tijd ook een bepaalde tekens taal waren om te laten zien of een vrouw beschikbaar was of niet. Van Leeuwen stelt dat het volk God had vergeten, maar dat dit geen onschuldig vergeten was, maar een teken van ontrouw. Het was zondig en schuldig vergeten. Hij definieert deze ontrouw als het volkomen miskennen en negeren van God. 13 Daarom zie, Ik zal haar lokken, en haar leiden in de woestijn, en spreken tot haar hart. 14 Ik zal haar aldaar haar wijngaarden geven, en het dal Achor maken tot een deur der hoop. Dan zal zij daar zingen als in de dagen van haar jeugd, als ten dage toen zij trok uit Egypte. Van Leeuwen stelt dat Achor komt van akar, bedroeven, in het ongeluk storten. Hier was Achan namelijk gestenigd. Van Leeuwen stelde dat het God erom te doen was het hardste hart te breken om zo een band te maken die nooit verbroken wordt. Dit zou gebeuren door overvloedig uitzicht.

Israel moest de geschiedenis overdoen, van de uittocht uit de Egyptische slavernij gaande tot het land van de wijngaarden, door de wildernis, en dat was een periode van het ontstaan van die band. Achan werd gestenigd in het dal van Achor vanwege vergrijp aan de gebannen goederen van Jericho, stelt van Leeuwen. Door de steniging kon Israel verder tot het beloofde land. Van Leeuwen stelt dat wat in het boek Hosea is opgetekend een door God gewilde intimiteit is tussen man en vrouw wat moet heenwijzen op de intimiteit tussen God en mens. Telkens weer komt de dualistiek van Genesis 15:12-14 terug : Toen viel een diepe slaap op Abram. En zie, hem overviel een angstwekkende, dikke duisternis. En Hij zeide tot Abram: Weet voorzeker, dat uw nakomelingen vreemdelingen zullen zijn in een land, dat het hunne niet is, en dat zij hen dienen zullen, en dat die hen zullen verdrukken, vierhonderd jaar. Doch ook het volk, dat zij zullen dienen, zal Ik richten, en daarna zullen zij met grote have uittrekken. In het boek Hosea is er een zware strijd tegen corrupte moeders, corrupte ouders : 2 : 1 Klaagt uw moeder aan, klaagt haar aan, want zij is mijn vrouw niet, en Ik ben haar man niet. Ouders die hun kinderen dwingen hen te zien, van alles mee dwingen, onder bedreiging, onder chantage, want als ze dit niet doen, dan worden ze zwartgemaakt bij anderen, worden ze eigenwijs, ziek, rebels, ongehoorzaam, opstandig genoemd. Je kunt een kind niet dwingen. Er zijn kinderen van hun ouders weggevlucht omdat ze bij hun ouders verplicht naar de tandarts moesten, en de tandarts verplicht rotzooi in hen implanteerde tot aan de zenuw toe, om deze kinderen zo in een coma te brengen en tot kasplantje te maken. Hetzelfde geld met andere gedwongen medicijnen, soms gewoon voor kinderen die een andere godsdienst hadden dan hun ouders. Ik heb hiervan genoeg voorbeelden in mijn werk. Zulke kinderen worden vervolgd. Het is vaak verboden de familie traditie te ontsnappen, op straffe van dood, al dan niet verkapt. Kinderen gedwongen met vullingen laten lopen waarvan ze in een coma raken of erger is alreeds niet meer verkapte moord, maar rechtstreekse moord. Tandartsen die dit doen zijn moordenaars, zoals slagers moordenaars zijn, maar het is nu nog legaal, vanwege dat de landregering vaak een duivelse secte is. Er is geen excuus voor tandartserij en de vleesindustrie. Dat het moord is ligt er dik bovenop, maar criminele organisaties proberen dit goed te praten. Ze willen het slechte voordoen als het goede, en omgekeerd. Het zijn verkoop truken. Al deze dingen zijn dan ook producten, zoals tandartsimplantaten en vlees. Geld is voor hen belangrijker dan waarheid, belangrijker dan gezondheid, belangrijker dan het goede. Het is bij dit soort families kiezen of delen : of je wordt een zombie zoals zij, of je wordt een kasplantje. Al hun macht, rijkdom en kracht hebben ze door het vlees, het vleselijke, het zondige, het schuldige. Daarom : Klaagt uw moeder aan, klaagt haar aan, want zij is mijn vrouw niet, en Ik ben haar man niet. Dat geldt ook voor corrupte vaders. Klaag hen aan. Van Leeuwen wijst op Gordis (1908-1992, rabbi) die stelde dat Hosea zijn huwelijk zag als symbool van het oordeel (hoofdstuk 1) en als symbool van tuchtmaatregelen als medicijn (hoofdstuk 3). (Hosea's huwelijk en boodschap, 1954) Gordis stelt in zijn commentaar op Hosea dat geleerden en intellectuelen al tijden worstelen met het vraagstuk van Hosea's problematische huwelijk. We kunnen stellen dat dit boek een dodenboek op zich is, of een poortenboek, waarin wachters verslagen moeten worden en deuren geopend, zoals in de onderliggende Egyptologie. Van Leeuwen stelt dat er door het hele boek Hosea een strijd ligt tussen vormendienst en de ware kennis van God (gnosis). Zo is er ook een geestelijke burgeroorlog of koude burgeroorlog in dit land tussen de vormendiensten en de gnosis, wat dwars door de families van dit land doorloopt. Van Leeuwen beschrijft de tuchtiging in het boek Hosea wat als

medicijn diende als het temmen van het volk. Van Leeuwen stelt dat het kennen van God niet zomaar verstandskennis is, niet slechts een theoretisch weten, maar een hartskennis die verstaat. We kunnen stellen dat het hier om demonologische kennis gaat. Van Leeuwen stelt dat de ware kennis van God in één adem genoemd wordt met de vreze des heeren. Er kan al snel een enorme kloof komen tussen het gebruik van het woordje god en het woordje gnosis, en wat is er ook veel religieuze angst en mensenvrees over wat mensen hebben gezegd, en daar wordt je als kind mee geprogrammeerd. In het gebruik van het woordje god moeten we heel voorzichtig zijn. Het mag niet zomaar te pas en te onpas gebruikt worden, ook omdat het maar al te snel door traditionele overlevering wordt losgekoppeld van gnosis. Een woord wat deze twee verbindt is Godsis. Gnosis kan zich personificeren als god, als metafoor, als iets in onszelf, maar als gnosis wordt losgekoppeld van god dan kan het ook snel weer clinisch en steriel worden. Het zijn maar woorden, en woorden kunnen misbruikt worden. We moeten daarom naderen tot Godsis, waar gnosis en god elkaar kruizen. Hoofdstuk 10. de strijd om het markermeer – nederland, het land zonder leger en de wijzen uit het westen Hosea 4:5 – Gij zult struikelen bij dag, en met u zal ook de profeet struikelen bij nacht, en verdelgen zal Ik uw moeder. Van Leeuwen stelt in zijn commentaar de vraag : Wie bedoelt Hosea met deze moeder ? Is dat een moeder van een priester, of bedoelt hij het figuurlijk als de leiding van de israelitische gemeente ? Van Leeuwen overweegt dat het om een clan gaat, een familie, n.a.v. de grondtekst. Het oordeel luidt dan : 'Ik zal uw families, of priesterclans, doen omkomen.' De reden hiervan is omdat er een gebrek aan kennis is, aan da'at. Deze families hebben dus de studie van het hogere wederstaan, en hebben aards en vleselijk geleefd, in vormendienst. Van Leeuwen stelt dat de eigenlijke schuld bij de priesters ligt die het niet hebben onderwezen. Zij hadden moeten waken over de kennis, maar hebben dit niet gedaan. Wie zijn deze priesters ? Van Leeuwen stelt dat ze willens en wetens de da'at, de godskennis, hebben versmaad of verworpen en hebben vergeten, overgeslagen. Het onderricht hierover ontbrak. Van Leeuwen geeft als definitie van da'at elohim, oftewel de godskennis : 'het vertrouwd zijn met en het kennen van God's openbaring.' Het niet-kennen van God in die zin is een schuldige onwetendheid, omdat het berust op het 'verwaarlozen, het niet-erkennen, van de geschonken openbaring. (p. 97-98) Wordt het ons duidelijker ? We hebben het dan over de anti-charismatische hoek van de afgeweken reformatorische beweging, en over de psychiatrie, die op veel punten met elkaar samenwerken om de geestelijke gaven te bespotten. 12 Mijn volk raadpleegt zijn hout, en zijn staf moet het voorlichten. Want een geest van ontucht doet hen dwalen, zodat zij zich in ontucht aan hun God onttrekken. Van Leeuwen noemt het het ondervragen van een dood stuk hout, om de toekomst te weten te komen of om zich te laten raden voor het nemen van beslissingen. We kunnen stellen dat het hier om papier gaat. De klinische afgeweken reformatorische theologie laat zich leiden door het dode

papier van de bijbel, en de psychiatrie laat zich leiden door hun dode paperassen. Van Leeuwen noemt het een afgodische cultus als men zich opstelt tegenover de openbaring van God. Hierover spreekt Hosea het oordeel uit : een storm die deze weerspannigheid zal omwikkelen en door zijn wervelingen zal wegvagen. Daarom zegt Hosea in hoofdstuk 5 : hoort, luistert, leent het oor. Van Leeuwen stelt dat het volk in bijgeloof leefde, en in afkoperij. Dit is de reden waarom God zich aan hen heeft onttrokken, als het uittrekken van lichaamsbedekkingen. God is naakt in de wildernis, ver weg van hen, terwijl God hen straft met steriele dorheid. Dit is ook de reden waarom de samenleving is ontwricht, stelt van Leeuwen. Het loopt door de hele kerkgeschiedenis heen. Hij noemt de zonde van het verleggen van de grenzen. 6 Want in liefde heb Ik behagen en niet in slachtoffer, in kennis van God en niet in brandoffers. Van Leeuwen stelt dat deze uitspraak een treffende parallel heeft in de egyptische wijsheid van Meri-Ka-Re (ca. 2100 v. Chr.): 'Aangenamer is in God's ogen het oprechte karakter van hart dan de offer-os van de boosdoener.' (p. 141) Hier begon er een machtige warmte naar beneden te komen en zag ik Van Leeuwen. Hij was woedend op wat de psychiatrie had aangericht. Hij sprak dat het oordeel zeker zou komen. 'De namen zijn bij God bekend,' zei hij. 'Ik droomde van een man. Ze gaven mij een schaal, en ik moest het uitgieten over de psychiatrie. Ik wilde het laten doen door iemand anders. Ik zei : 'Heer, waarom ik ?' Maar de Heer had mij uitverkoren. Ik zag de Heere zitten op een hoog paard. Ik volgde Hem, en Hij leidde mij tot een rivier, en ik moest van de rivier drinken. Ik moest toen mijn mond spoelen en gorgelen. En mijn mond werd rein, en ik mocht spreken van grote dingen. Er gaan grote dingen gebeuren. Er is een brug gelegd tussen de aarde en de onderwereld door deze woorden.' Ik voelde een grote druk toen hij deze dingen sprak. De hele lucht was beladen. Toen voelde ik dat er allerlei dingen werden verschoven in de geestelijke wereld. En ik zag de brug tussen de aarde en de onderwereld. En hij gaf mij een stuk vlees van een demoon, en ik moest het symbolisch eten. Het was heel taai, maar vol substantie. Ik zag toen hemelse bloemen waar zielen uit voort kwamen. Het waren hele grote bloemen met grote hangende kelken, roodachtig. Ik zag een donkere vrouw in een witte vacht van een demoon, en ze deed de vacht uit, en stond naakt. De naaktheid was een beeld van ontmaskering. Broeder van Leeuwen sprak : 'Blijf ontmaskeren.' Er was een waterval van dromen waardoor de vrouw wegdook. Ik kon door de waterval de zee zien. Het was moeder Amsterdam. Amsterdam moest hersteld worden. Amsterdam zou hersteld worden door de exegese. Broeder van Leeuwen gaf me toen een pen en sprak dat ik veel moest schrijven. In het commentaar op het boek Genesis in de P.O.T. serie (1967) stelt de exegeet A. van Selms (1906-1984) als semitisch taalkundige en theoloog dat de schepping, bara, in het zuidarabisch voorkomt als bouwen en in het dialect van het zuidarabische eiland Soqotra het voorkomt als baren. Hij stelt dat het vergeleken mag worden met het Hebreeuwse bana, wat bouwen en nakomelingschap schenken betekent, en in het ugaritisch ook scheppen. Hij ziet ook verbindingen met het Hebreeuwse woord ben, zoon, bar in het Aramees. De schepping is dus in principe gewoon een geboorte in een rivier, door een donkere vrouw, een natuurvrouw. De donkerheid van haar is metaforisch voor de bescherming van het kind, zoals ook de rivier dit is, als het natte van haar baarmoeder. Daarna had ik een droom, vannacht. Ik was bij het Markermeer in gevecht met Keo, een demonische heerser over Amsterdam, het IJmeer en het Markermeer. Hij kwam tot mij in de vorm van een lerares Nederlands van vroeger. Ik vroeg haar of ze enige geestelijkheid had, en ze zei dat ze daar niet aan deed. Ze had twee verschillende kleuren schoenen aan. Ons gevecht leidde tot een soort berging of kelder, en ik zei tegen haar : 'Je kan op scholen geen kinderen onder dwang leren

wat jullie willen. Dat is slavernij. Jullie moeten die kinderen loslaten, en jullie school zal opgedoekt worden.' Ik sprak over hun Markermeer school, waar ze zielen van kinderen opsluiten, op en in het Markermeer. Iedere ziel in Nederland is verplicht om naar deze school te gaan. Deze school regeert alles. Elke ziel wordt telkens opgeroepen door deze school, ondervraagt door deze school, bedreigd door deze school, opgenomen door deze school, enzovoorts. De machten van deze school zullen vallen, en moeder Amsterdam zal hersteld worden. Ze onderdrukken moeder Amsterdam. Wij, als kinderen van de gnosis, moeten voor haar strijden. Richt je energie op moeder Amsterdam. Het is problematisch hier in Nederland. Zaai je zaad, opdat er een oogst zal zijn. Laat je talenten niet renteloos liggen. Ik zag toen een enorm kwallensysteem over het Markermeer, een soort baarmoeder, en er kwamen telkens weer muizenkinderen voort, als een machine. Deze droom had ik ook vele jaren geleden gehad en nu weer. Deze school brengt muizenkinderen voort, die niet kritisch denken maar goedgelovig zijn, vanuit een moeder kwal, vanuit Keo. Het is een slijmerige, vleiende machine, kontenlikkers zijn het, zo pompen ze elkaar op en maken elkaar groot. Dit ding heerst over Nederland in de hogere dimensies. De mensen worden door deze school dom gehouden. Het is een school van D.O.M. Kinderen raken intellectueel en demonologisch verlamd. Het werkt samen met de medische industrie en de tandartsdwang industrie die onder dwang kinderen implanteert met giftige, zenuwslopende troep. Kinderen zijn tegenwoordig niet meer puur natuur maar half plastik door deze vuile gedwongen plastische botchirurgie. Ze willen kinderen plastificeren als muizen. Sta op tegen deze industrie ! Pik het niet langer ! Het zijn de codes waarmee ze je telkens naar het Markermeer sleuren, je ziel, naar school. Je bent niet meer van jezelf. Het is een onheilige alliantie tussen 1984 en 1994. De strijd is nu om het Markermeer. Daarna bracht van Leeuwen zijn moeder bij me die ik zou helpen. Ze helpen kinderen om vroeg dement te worden in de D.O.M., dementen onderwijs markermeer. Bij ons in de demonologie staat Nederland bekend als het land zonder leger. Waarom is dat ? Omdat het muizenvolkeren zijn. Nederland verafschuwt de geestelijke territoriale oorlogsvoering, de demonologie. Lees hierover dit verhaal : de wijzen uit het westen Ze kwamen aan op het Nederlandse strand, drie piratenschepen. Ze hadden schatten geroofd uit Amerika, de indianen geplunderd. Ze kwamen terug uit het grote Indianië met een grote buit. Ze hadden een boodschap te verkondigen, een grote gave te geven. Het was iets waardoor je onzichtbaar kon worden. En deze schurken stonden op het strand, drie piratenhoofdmannen, drie piratenkapiteinen, met hun piratenbendes. En de koning van Nederland werd week in zijn knieën, en de koningin van Nederland pakte haar spiegeltje. En zij werden omgekocht, gechanteerd, bereigd, met mes op de keel, want Nederland had geen legers. Hoe kon het dan dat Nederland geen legers had ? Och ziet u, het waren slechts muizenvolkeren. Maar de koning en de koningin kregen een gave. Ze konden nu onzichtbaar worden. En met de indiaanse schatten die ze kregen moest er een school gebouwd worden, in het midden van het Markermeer, op een eiland, en het eiland en de school moesten totaal onzichtbaar zijn. De wijzen uit het westen waren gekomen. Ze hadden hun evangelie gebracht, een diepe haak in het hart. En zo marcheerde op de scholen het onzichtbare geheim. Zoveel zielen in een fles, opgesloten. De koning liet het er niet bij zitten, maar hij kon niets, want hij was onzichtbaar geworden. Hij was onder een vloek, net als zijn vrouw. En de muizenvolkeren deden niks. Ze lachten maar en dronken

maar de hele dag. Maar op een dag kwamen er wijzen uit het oosten, mirre, wierook en goud. Zij konden de koning wel zien, want zij hadden ogen om te zien, in tegenstelling tot de blinde muizenvolkeren. En zij gaven hun geschenken aan de koning : mirre, wierook en goud. En de koning boog voorover om hun voeten te kussen, maar ze waren weg, onzichtbaar geworden. En de koning greep naar zijn hoofd en riep : 'Ben ik dan blind geworden ?' Maar verder kon hij nog alles zien. Zelfs de onzichtbare school op het Markermeer. En ook zag hij daar de wijzen uit het westen zitten, de piraten met hun bendes. En hij ging naar ze toe met mirre, wierook en goud. En hij zei : 'Pak me dan, als je kan, want het indiaanse goud heeft jullie verblind.' En hij liet de school afbreken, en niemand heeft ooit nog over de school gesproken. Moraal van het verhaal : de wijzen uit het westen kwamen Nederland slechts vetmesten. Betekenis van het verhaal : Uit Amerika waaide al deze troep over. Ze hadden het geroofd van de natuurdemonologen, van de indianen, van de shamanen en verdraaiden toen alles en gebruikten het om Nederland mee te verzieken. Lang geleden had ik een droom over de Markermeer school waar kinderzielen opgesloten werden gehouden. Ik wilde de directeur spreken. Toen ik de directeur aan de telefoon kreeg bleek het een psychiater te zijn. De mens wordt bedonderd. De scholen zijn in handen van de psychiatrie. Hoofdstuk 11. Het antwoord op 1984 : 1988 – samenvatting en bespreking van William Burroughs' 'Wilde Jongens – Een dodenboek' (1969) 'De mens wordt in alles tegengehouden, behalve in zijn groei.' Psychiatrische demonen heersen over de scholen en de bedrijven. Het zijn hersendictators. Ook de tandartserij is psychiatrie. Ze doen alsof ze over je mond regeren, maar ze willen je hersenen regeren. Zij beslissen alles. Door alle beheksingen van de mond besturen en beheersen zij het vocale gedeelte van de hersenen. De tanden en de mond zijn door zenuwen verbonden aan het vocale gedeelte van de hersenen. De tandarts heeft in de demonologie geen legaal recht om de monden van kinderen te verbouwen, te bemetselen enzovoorts, en is dus illegaal. Dit land wordt bestuurd door criminelen. Ze willen jouw hersenen in hun glazen bol. Het geeft hen veel macht. Alleen luien en laffen willen dit niet geloven. Zij zijn daarom de nsb. Muizenvolkeren zijn het, al helemaal platgelegd door fluor en de plastic botopvulling. Plastic is niet weerbaar. Het is speelgoed. Zo wordt je ziel telkens teruggezogen tot het Markermeer, en dan weer uitgezonden om je taak te doen, voor het psychiatrische wereldrijk : dom meelopen. Mijn naam is haas, ik weet van niks, is er wat gebeurd dan, daar weet ik niks van, is het volkslied van de psychiatrie. Allemaal muizenfamilies. En maar kakelen en roddelen, en vrolijk doen, maar daadwerkelijk studeren en

onderzoek doen ? ho maar. Ze houden van leugens. De leugen regeert immers. Dat is de psychiatrische dystopie, de droom, denk en spraak politie. Zij beslissen wat er ingaat en er weer uitkomt, als de douane van de hersenen. En deze dementen gaan dan ook nog schooltje spelen, in de bejaarden polonaise. Verjaardagje hier, verjaardagje daar. Wat is het leven toch mooi. Lekker veel slagroom, tjonge. Nou zeg, je wordt maar weer verwend, dat wordt smullen. Kareltje Koek tracteerd vandaag, daar staan ze allemaal voor in de rij. Muizenvolkeren zijn het, alreeds in de muizenvallen gelopen, maar ze zien het niet. En maar doorsjokken in de straten. Wat is het leven toch mooi. Draait allemaal maar om henzelf. Wat ben je dan een arm mens. Maar zij vinden het mooi. Ze praten alles goed wat krom is. En maar lachen. Stap maar op de fiets, op weg naar het plein. Allemaal woordjes in hun hoofd, waar ze achteraan hollen, denkende dat dat het leven is. Ze verdiepen het niet, zien de geestelijke lagen niet en al helemaal het demonologische niet. Dat woord kunnen ze niet eens uitspreken. Het woord 'koning' heeft een symbolische betekenis. Het betekent de prioriteit, het kern-principe, en daarom ontkomen we ook niet aan woorden zoals koning en god, maar het moet dus in verband zijn met de gnosis. Vandaar dat we ook over Godsis spreken. In Psalm 61 bidt de psalmist voor de koning, oftewel voor de prioriteit : 7 Voeg dagen toe aan de dagen van de koning (de prioriteit), mogen zijn jaren duren als van geslacht tot geslacht; 8 moge hij voor altoos tronen voor Gods aangezicht, beschik goedertierenheid en trouw, dat zij hem behoeden. De psalmist wordt belaagd door vele vijanden die de prioriteiten in hem aanvallen. Daarom zegt de psalmist : 5 Laat mij in uw tent voor altoos vertoeven. Hosea 8: 4 Zij hebben koningen aangesteld, maar buiten Mij om; vorsten, zonder dat Ik ervan wist. Het volk had dus bijzaken tot prioriteiten gemaakt. Calvijn vertaalt als antwoord vers 7 als : Want zij zullen wind zaaien, en zij zullen wervelwind oogsten. Het uitspruitsel zal geen meel voortbrengen. Als het misschien iets heeft voortgebracht dan zullen vreemden het verslinden. Calvijn stelt dat het allemaal nutteloos is wat de Israelieten doen. Ze verontschuldigen tevergeefs hun bijgelovigheden. Toch zullen zij doorgaan, al zou het honderdmaal bewezen zijn dat ze verkeerd bezig zijn en schuldig zijn. Calvijn stelt dat ze zich niet laten overtuigen en gewoon doorgaan hun gal tegen God uit te spuwen. Hij stelt dat wind zaaien niets anders is dan een zekere schijn ophouden opdat ze de ogen van eenvoudigen verblinden. Het gaat hen er dus om nog zoveel mogelijk zielen te bedriegen, om die zo met hen mee te sleuren. Calvijn stopt dan ergens en stelt dat hij het die dag niet meer af kan maken, maar dan bidt hij voor volharding, en stelt hij ook dat in tegenstelling tot de bedriegers die schone schijn verspreiden God de mens aan blijft sporen tot volharding. De huichelende bedriegers zullen niet ophouden, maar God zal ook niet ophouden. Vandaar dat de vijfde zuil van het calvinisme ook de eeuwige volharding is. Wij moeten eeuwig volharden, hoe lang het ook zal duren, totdat God's storm ons opneemt. Wij moeten het kruis ten einde toe dragen en de beker van het lijden tot de laatste druppel leegdrinken. Het is ook mijn ervaring dat sommige mensen zich door niets en niemand laten stoppen, niet door enige kennis of bewijs verhinderd worden. Ze zijn niet voor rede vatbaar. Het gaat hen om hun wil, niet om kennis. Het is omgedraaide wereld, en wij worden erdoor beproefd en getest. Kijk naar de man, naar het theologische lichaam, hoe zijn anatomie werkt. Dit is iets metaforisch, en we kunnen stellen dat het buiten de demonologie geheel verdraaid en verletterlijkt is. Hoe zou het moeten zijn ? Als de demonologische man de wildernis ingaat om alles achter zich te laten en een ontmoeting heeft met God in de vorm van natuurvrouw, donker met grote borsten vol met melk,

om hem van het hemelse woord gegeven, dan rijst zijn fallus op als beeld van de volharding hierin. Zou hij zijn fallus laten reiken naar de afvallige vrouwen van de samenleving, dan is dat een valse volharding in koppigheid naar het woord van God. Dat is een groot verschil. De mens moet in eerste instantie niet tot vrouwen gaan, maar tot de gnosis, die zich dan metaforisch als vrouw manifesteert. Het zijn slechts beelden. De fallus is het beeld van de volharding, maar kan bij misbruik ook het beeld zijn van de verharding. De fallus is dus de vijfde wet van Calvijn, terwijl de vagina de eerste wet van Calvijn is, de noodzaak voor de mens om leeg te worden, te minderen, te hongeren. Dat is de ware, diepere betekenis van de geslachtsdelen. Abraham Kuyper, predikant en minister president van Nederland (1901-1905) stelde in zijn boek 'Dictaten Dogmatiek V' : 'Het Calvinisme is, wel is waar, begonnen met formeel dogmatisch in zijn eersten aanloop te dwalen en over te nemen de gangbare beschouwing der Roomscha Christenheid. B.v. Calvijn zocht in Genève invloed op den raad der stad te verkrijgen, om zoo door de overheidsmacht 't volk te beheerschen. Zoo wilden ook de Pilgrimfathers in Amerika „Christelijke Societates" in 't leven roepen. Toch heeft er van meet af aan in het Calvinisme eene andere kiem gelegen, zij het ook verscholen, die er toe leidde om het Calvinisme niet alleen als theologische richting of kerkelijke openbaring te doen optreden, maar ook als vormende kracht voor 't maatschappelijk leven en dat van rijken en volkeren. Die kiem lag daarin, dat Calvijn aanstonds de tegenstelling tusschen Gratia Comm. en Spec. gevoeld heeft en ze, zij het ook op onvol-komen wijze, dogmatisch heeft uitgesproken. Gevolg hiervan was, dat in het Calvinistisch leven die kiem consequent doorwerkte en in Amerika, Nederland en Engeland vrucht droeg in het breken met de staatskerk en in de rijke en volle ontplooiing van het denkbeeld van een vrije kerk in een vrijen staat.' (p. 21) En : 'In tegenstelling met de Gratia specialis, die rechtstreeks op de zali-ging der uitverkorenen doelt, is onder Gratia Communis te verstaan dat genadig bestel Gods, waardoor Hij na den val in het Paradijs de onverwijlde en volkomene doorwerking van de vernielende kracht der zonde gestuit heeft ; eene menschelijke samenleving ook in deze zon-dige wereld mogelijk heeft gemaakt, ook aan het gevallen menschelijk geslacht eene voortgaande ontwikkeling verzekerd heeft, aldus een terrein heeft gecreërd, waarop zich de bijzondere genade zou kunnen ontplooien en de continuïteit van het paradijs met het Regnum Gloriae heeft gewaanborgd. Deze Gratia Communis werkt van het Paradijs af, maar verkreeg in het Noachitisch verbond vasten vorm en uitwendige sanctie. Ze is als het licht der zon, dat zich te midden der sombere natuur op de nevelen afteekent en daarom in den regenboog gesymboliseerd. Ze heeft vijf stukken : 1 De beteugeling van Satan en de machten der vernieling. 2 De tempering van den vloek, die om der zonde wille op de na-tuur is gelegd. 3 Stuiting van de zonde in den enkelen mensch. 4 Bedeeling van allerlei bestel voor en over gezinnen, volken en staten en uitdeeling van gaven voor alle menschelijke levensuiting. 5 De voorbereiding, die in dit alles ligt voor het Regnum Christien het bestel, waardoor dit alles ook aan het leven der kerk dienst-baar wordt gemaakt.' (p. 22) Luther en Calvijn bestreden het vleselijke, en predikten de geestelijke gaven, en alhoewel ze dogmatisch waren kwam het met de kiem van de natuur, en daarna is de kerk hier vanaf geweken, ook van de demonologie, en zo ontstond 1984, de denk en droom politie, de gevallen kerk van het vlees en de psychiatrie, zoals in het Orwelliaanse visioen. Maar de natuur sloeg keihard terug in 1969 met het 'Wild Boys' visioen (1967-1969) van Burroughs over 1988, oftewel de wilde jongens, die rebels waren tegen het politie systeem wat ze hadden opgericht om ieder mens onder controle te houden. Ze pikten het valse scholenprogramma ook niet meer waarin ze werden gedwongen. Ze waren kunstzinnig, creatief, uniek, niet in hokjes te stoppen. Het was een visioen van demonologie, van opstand. De wilde jongens predikten drugs en geweld tegen het big brother systeem. Dit was iets geestelijks, niet iets letterlijks. Het ging om de strijd tegen de machten van het kwaad om zo te

komen tot innerlijke vrijheid. Het gaat om een jeugd beweging. De westerse beschaving moest eraan gaan. Ook zijn visioen sloeg in als een bom. Het was geen fantasie, maar een andere werkelijkheid, wat ook tot de kleinste details is uitgekomen. We zien nog de echte natuurjongens die ontladen en niet alle aandacht en energie naar zich opzuigen om zichzelf op te blazen zoals vandaag de dag veelal gebeurd. Deze jongens voelden zich niet meer thuis in de maatschappij, en rebelleerden ertegen, schopten tegen alles aan, en hielden zich vast aan hun dromen die grenzen doorbraken. Ze waren niet zoals de ander, maar hadden hun eigen wereld. En ze waren jong, niet met pensioen gegaan. Ze waren levendig, zoekende naar een uitweg, alhoewel ze er daardoor dwars doorheen moesten, maar zo wel een spoor van bloed achterlieten. Ja, het is gewelddadig, omdat dit de demonologie is en de reformatie, maar het is iets geestelijks, iets onderscheidend, iets filterend. Heb je genoeg filters voordat je iets aanneemt en voordat je iets zegt of geeft, of neem je alles maar klakkeloos aan ? De wilde jongens hadden de oude vastgegroeide ordes opengebroken en kwamen tot de Egyptische goden, tot het verborgene (Amen), de oorspronkelijke metaforische fundamenten. Ze lieten zich niet terugfluiten maar gingen de oorlog aan. Ze waren van het verzet. 1988 was het jaar waarin ik alhoewel ik nog op het VWO zat al zoveel met mijn vervolgstudie bezig was van het pastoraat en de demonologie, dat ik bleef zitten. Ik wilde niet meer leren wat anderen zeiden dat ik moest leren. Godsis (god+gnosis) riep mij. Ik was 'a wild boy'. Die strijd heeft lang geduurd, en toen ging ik uiteindelijk met een HAVO diploma naar de vervolg opleiding. En ik bleef een wilde jongen, want toen veranderde ik ook nog van richting. Ik groeide namelijk door. 1988 is het jaar van grote rebellie naar het systeem. In 1990 ging ik op kamers wonen, intern bij mijn vervolgopleiding, en 1992 verliet ik definitief het ouderlijk huis, en trouwde ik. 1988, het visioen van de wilde jongens, zou altijd in me blijven, als antistof tegen 1984. Deze jongens waren van de natuur, waren niet bang voor wat vuil of voor lompen. In de 80-er jaren kwam er een beweging op met gescheurde kleren als teken van rebellie, zoals ook het boek had voorspeld. Dat kon je gewoon in de winkel kopen, of je kon het zelf maken door wat scheuren. Het liet alles meer ademen. De school uniformen gingen uit. Vuile vlekken, ook bijvoorbeeld urine plekken, bleken als je dichterbij kwam visioenen te zijn van andere werelden. Je ging er hele andere dingen in zien. Zulke dromen heb ik ook gehad. Ze dealen in wapens en drugs, oftewel demonologie en profetologie, en ze hebben geestelijke wonden en littekens (kruisologie). Velen zijn naakt en dragen schaamdoekjes (beeld van het natuurvolk), en enkelen zijn zelfs helemaal naakt (niets tussen jou en de natuur), en ze hebben lange messen. Ze staan daar niet volgevreten, maar zijn uitgehongerd. Ze verkopen zich niet als pizza's en broodjes hamburger of worst aan de overconsumerende samenleving, maar komen in een offensief. Ze willen geen verbonden sluiten. Het is oorlog. Sommigen hebben zweren die zich door hun vlees helemaal een weg tot het bot hebben gevreten. Er is de geur van ether en verband, bloed. Als ze krabben verspreiden ze de zweren alleen maar verder. Burroughs stelt dat het nooit de bedoeling was dat iemand het onuitsprekelijke kwaad van deze plek leerde kennen en zou kunnen navertellen. Zelfmoord is de enige ontsnappingsmogelijkheid, oftewel het doden van het vlees, van het ego, want het visioen is symbolisch. Denk ook aan ons artikel 'het leger van zelfmoordenaars' uit ons tijdschrift 'De Orkaan – apostolisch front-nieuws', 1996, wat ook over deze wilde jongens gaat : 'Het leger van zelfmoordenaars Het leger van zelfmoordenaars, het leger van tranen. Komende van boven, vanuit de pijn van Gods hart. Het leger van zelfmoordenaars, komende van boven. Mensen schudden het hoofd. Weer zo'n groep extremelingen. Mensen lachen erom en leven verder. Het leger van zelfmoordenaars, nog weinig vruchten, maar onder de grond sterk geworteld en daarom voorbeschikt om eeuwige vruchten te dragen.

Het leger van zelfmoordenaars, met Jezus, de moordenaar als hun leider. Wat doen ze ? Waar zijn ze mee bezig ? Ze verliezen zichzelf, tellen zichzelf niet. Ze haten zichzelf, ze worden moordenaars. Het leger van zelfmoordenaars, omdat het zondige 'ik' uitgeroeid moet worden. Ze laten geen splinter van de oude natuur heel, ze zijn genadeloos voor het vlees. Ze worden opgeleid tot moordenaars, door de grote moordenaar, Jezus, door de grote vleesmoordenaar, de slager van het paradijs, door de Grote Vader. Het leger van zelfmoordenaars, omdat er bescherming moet zijn, omdat er veiligheid moet zijn. De duisternis wordt vermoord, vermoord door het licht. We kunnen er niets aan doen. Als het licht aangaat, is er geen duisternis meer. Het licht grijpt de dood en brengt hem naar het kerkhof. Het licht grijpt het kerkhof en laat het verdwijnen. Zo is het licht, zo is het leven. Zo is het paradijs van God. De dieren staan op en omsingelen de slang, bedreigen de boom der kennis van goed en kwaad, de valse vruchten worden bespuwd en vertrapt. Weg met de slang, weg met de valse vrucht. Weg met de valse zelfmoord, weg met de valse moord. We richten de moordlust op het kwaad, niet meer op het licht. We richten onze woede op de valse dierenwereld, niet meer op de dieren van God. We slachten het lam niet meer, maar we slachten het beest. We slachten de duif niet meer, we slachten de draak. Het beest en de draak in onszelf, we vermoorden het, het ik-beest en de ik-draak. We worden zelfmoordenaars, we doen het licht aan en de duisternis uit. Het leger van zelfmoordenaars, op weg naar het kruis, waar het beest en de draak hun nederlaag lijden, waar het licht is aangegaan. Een staatsgreep vindt plaats, een kroonwisseling. Het licht heeft overwonnen, heeft de duisternis van zich afgeschud. De graankorrel heeft de donkere grond opgezocht, is de dood binnengetreden. Nu staat er een boom. Een boom van het licht. De dieren nestelen zich erin, eten van z'n vruchten en worden genezen door z'n bladeren. Ja, voelen zich er veilig en weten zich geborgen en geliefd. De boom des levens, omdat de graankorrel een zelfmoordenaar wilde zijn, omdat het zaadje z,n leven weggaf. Het licht heeft de duisternis gehaat, anders zou er geen licht meer zijn. Kijken we nu naar de kerk, komen we daar binnen, wie staat er vooraan ? Een moordenaar, ja, maar wat voor een moordenaar, hij heeft het licht vermoord, de Duif vertrapt, ja gekruisigd. Een andere duif vliegt er nu, dus het valt niet echt op. Voor de één een ander. Ik hoor gesnik, m'n voeten worden nat. Ik hoor gehuil. Sommigen hebben in de ogen van die nieuwe duif gekeken, en zagen zichzelf, zagen de draak. De draak verkleed als duif. Nu huilen ze, smeken ze, schreuwen ze om hulp. Het leger van zelfmoordenaars. Er wordt veel gesolliciteerd. Er wordt veel geklopt op de deuren

van hun kazerne. Nieuwe kandidaten melden zich aan, vol tranen en pijn. Vol zelfmoordlust en zelfhaat. Woedend op de draak, woedend op het ik-beest. Er wordt een deur geopend. Ze worden aangenomen en krijgen hun soldij: een schapehart en duivevleugels. Het lam en de duif tezamen. Het leger van zelfmoordenaars, op weg naar het paradijs, op weg naar het Eeuwig Leven. Laten hun oude leven achter en worden een lam, worden een duif. Het leger van zelfmoordenaars, het leger van christenen, van Godvruchtigen. Nu een bezienswaardigheid voor de wereld. Nu in een kooi, nu in ketenen, achter tralies, achter tranen en verdriet. Opgesloten in satans dierentuin, voor het vermaak van de wereld. De tralies, de fototoestellen, een weerspiegeling van het eigen-ik. Er groeit iets in je hart, je haat het eigen-ik, de zonde-macht waarvoor je hebt gekozen. Je ziet jezelf in de drinkbak van je hok, het is als een spiegel, je walgt ervan. Er groeit iets in je, woede, zelfmoordlust, moordlust. Je richt het op de tralies, op de fototoestellen, ja, op alles wat je benauwd. Je wil weer vrij zijn. Vrij als een vogel, vrij als een duif. Jezus zei: kruisig jezelf. Jezus zei: kruisig je hartstochten en begeertes, je zondige natuur. Jezus zei: pleeg zelfmoord, verlies je leven en haat het. Begin opnieuw. Doe het licht aan. Laat de woede maar ontploffen ! Geef er uiting aan, maar blijf het richten op het kwaad, niet op het goede, Want: Het leger van zelfmoordenaars is ook te vinden in het domein van de duisternis. Ze komen op van onderen en doven elk licht, elk lampje. Ze komen op uit de afgrond, ze komen vanuit de zwarte zee. Ze haten het licht, ze haten Mij, ze haten de Duif. Hun aanvoerder is het beest, hun koning de draak. Ze zijn verkleed als lammetjes en spreken als duiven. Er zijn twee legers van moordenaars, elkaars tegenpolen en nu is het oorlog. Wie gaat het winnen. Het goede of het kwaad ? Er is maar één manier om dat vast te stellen: Ga naar een donkere kamer en doe daar het licht aan en je zult zien wie de sterkste is. Overal waar het duisternis is, kan het licht binnenkomen en is er geen duisternis meer, maar overal waar het licht is, kan de duisternis niet binnenkomen.' Zo eindigt het artikel. Burroughs stelt : 'Ik kan slechts bidden dat de afschuwelijke geheimen die ik heb blootgelegd voor altijd met mij het graf ingaan.' Zo is het profetische. Het is alles of niets. Het is niet om naam mee te maken. Het vlees moet afsterven, geheel, tot op het bot. De wilde jongens maken geen compromissen. Dan is er de uitspraak : 'Sperma maakt vlees.' Het gaat om een wisseltransliteratie van hieroglyphen als een cryptische taal die de wilde jongens gebruiken, wat

uiteindelijk ervoor zorgt dat familie foto's vergelen. Geen vraatzuchtigen, maar de wilde jongens, als uitgehongerde honden, als hyena's, die de samenleving onveilig maken. Er is bijna geen politiemacht meer. Hij stelt dat porno uit z'n verband en context is gerukt en een genre op zich is geworden. Het mochten niet meer op zichzelf staande verminkte fragmenten zijn, maar zoals het in de film te pas komt, als een deel van het leven (zie demonologische sexuologie). Je moet het gevoel krijgen dat je wat geleerd hebt, en niet een gevoel van : hè wat goor. daarom stelt hij ook : vecht tegen de (geestelijke) tuberculose, tegen de overgesexualiseerde maatschappij (sex uit de context, als lust object, voor de verkoop). De wilde jongens, het zijn dunne, jonge jongens, niet vetgemest door de samenleving, maar ze hebben zich afgezonderd en zijn rebels, eigenzinnig, een bepaald soort van autistische en paranoïde gave (wat dus geen ziekte is zoals de psychiatrie stelt en die op zulke wilde jongens jaagt.) Ze zijn dualistisch, niet eenzijdig, totdat de tijdschriften vergelen. Dan gaat het over jongens die dit soort briefjes schrijven : Lieve Mam en Pap: Ik ga bij de wilde jongens. Als jullie dit lezen ben ik al ver weg. Johnny. In heel Amerika verlaten jongens hun erfenis. Het tijdperk van de wilde jongens is begonnen, door William S. Burroughs (1914-1997), een dodenboek. 'Jezus, denk eens aan al die goeie, fatsoenlijke Amerikaanse jongens … Goeie genade, het zou maar zo je kind of het mijne kunnen wezen.' Aan het einde van het boek wordt steeds duidelijker wat er gaande is : 1988 – onder het voorwendsel van drugbestrijding zijn er over de hele westelijke wereld onderdrukkende politie staten gesticht. Het is de exacte technologische programmering van gedachten en gevoelens, en van openlijke zintuig waarneming, en zo ontstaat er een democratisch carnaval. Iedereen die het overheidsapparaat tegenwerkt wordt vanachter dit masker veroordeeld tot misdadiger, verdorvene en verslaafde, met veel tamtam. Ondergrondse legers bestoken de politie met anonieme telefoontjes en brieven van valse informatie, wat allemaal pseudo-politie optrommeld om de mensheid te fouilleren. Zo komen ook de pseudo wegwerkers die de waterleidingen kapot slaan, en de electrische kabels doorsnijden, en infra-geluid breekt de alarmsignalen af, wat de mk ultra toestand van vandaag de dag bespreekt. Maar de wilde jongens vormen een bevrijdingsleger. Hiervoor moet het politie apparaat met al haar archieven vernietigd worden, en ook alle dogmatische verbale systemen. Gezinnen en hun woekerende uitbreiding in stammen, landen en naties moeten bij de wortel uitgeroeid worden, stelt het boek. 'We willen niets meer weten van familiepraatjes, moederpraatjes, vaderpraatjes, plattelandspraatjes, feestpraatjes enz. Om de dingen bij hun naam te noemen. We hebben schoon genoeg van dat gelul.' En zo rijzen de wilde jongens bendes op. Wat zijn hun karakteristieken : volharding. Ze hebben een ongelooflijk uithoudingsvermogen. 75 km per dag. Het zijn shamaan-jongens en droom-jongens, wildernis jongens, die elkaars dromen kunnen zien, stille jongens. Het zijn de gevluchte overlevenden van een schrikbewind. Ze snijden pezen door. Het zijn ruilers van drugs (profetologie) en wapens (demonologie). De rechtstaande fallus betekent bij de wilde jongens hetzelfde als in het Egyptisch : ergens voor staan, iets confronteren en aandachtig onderzoeken. Ze gaan zintuigelijk om met woorden, kunnen woorden zien, voelen, betasten, proeven, ruiken. Het boek zegt erover : Sommige wilde jongens praten helemaal niet. Anderen hebben schreeuwen, liedjes, omgebouwde woorden, koude, vreemde woorden, die als netten over de geest vallen, viruswoorden die de hersenen aanvreten, idiote deuntjes die in de strot blijven steken etc. Het boek eindigt met te zeggen 'Wilde jongens nu dichtbij.' Met in de verte een blaffende hond.

Hoofdstuk 12. welcome to the deep new world Waar moet je denken als je aan psychiatry en dentistry denkt ? tijd politie drugs politie wapen politie geslachtelijke politie voedsel politie charismatische politie doden politie astrale politie geboortebeperkings politie Het zijn de hersenpolitie, twee pseudo-wetenschappen die aan symptoombestrijding doen, slechts de problemen verkapselen, maskeren. Ze gaan niet tot de wortel. Ze gaan niet tot de bronnen. Ze donderen hun lagen beton over de natuur, alsfalteren het. Ze handelen liever dan dat ze studeren. Brave new world, of deep new world ? Al deze nachtmerries zijn er voor om de mens te stimuleren tot de dieptes te gaan, tot deep new world instead of brave new world. Denk je in waarom je op deze aarde bent gekomen in deze nachtmerries. Het is om je wakker te schudden. Psychiatry en dentistry maken hun eigen kortzichtige wereld. In plaats van mensen te onderwijzen donderen ze hun giffen in de mensen en doen ze kortaf. Ze willen de waarheid niet. Zo maken ze hun zondebok, hun pispaaltje. Ze bewaken iets. Het zijn geen leraren, maar spijbelaars die iets geroofd hebben en hun schat met hand en tand angstvallig bewaken. Sociaal zijn deze mensen niet. Ze kunnen hun grijns opzetten, en ze kunnen je proberen te paaien, maar na kantooruren zijn ze gesloten. Daarna wanen ze zichzelf de koning van zowel je identiteit, je ziel (psyche) en je lichaam. Het is pure verkrachting in z'n ergste vorm, want hun implantaat gaat er niet meer uit. Overal laten ze hun sporen van verwoesting achter. Vandaar dat de wilde jongens zijn gekomen, zoals in het poetische visioen van Burroughs (1967-1969) over 1988. 1984 ? Het antwoord is 1988. Medicijnen die uit de handel zijn gehaald vanwege het vallen van doden, wat in principe dus een pharmaceutische aanslag was, een pharmaceutische poging tot massamoord ? Mensen die uit hun rolstoel komen na het verwijderen van hun gevulde kiezen ? Het deert deze criminelen allemaal niet. Ze gaan rustig door met hun facade en hun beleid. Een ezel stoot zich geen tweemaal aan dezelfde steen ? Deze ezel wel. Het is : foutje, bedankt ! En ze gaan rustig door, onverstoord. Hoeveel 'fouten' mogen deze mensen maken ? Hun hele industrie is één grote fout. Als dit soort

dingen in de demonologie gebeuren worden ze uit hun ambt gezet, want ze zijn anders een gevaar voor mensen en voor henzelf. Maar in de pharmaceutische industrie deert het allemaal niet. De mens is immers een proefkonijn. Daar wordt hevig op geexpirimenteerd. Op de keukentafel nog wel. Ze kunnen nauwelijks lezen of schrijven, deze mongolen, en meten zichzelf zulke gewichtige titels en taken aan. En geestelijk zijn ze helemaal ongeletterd. Ze kennen niet eens het beroep van hun buurman. Zoals u begrijpt zijn deze twee systemen de grootste monsters waar wij in de demonologie tegen strijden. Daarom moeten we de dingen zoeken die boven zijn, niet die op de aarde zijn. Daarom is er een pad in de literatuur. Er zal een geestelijke evacuatie moeten zijn, een opname, en die komt dus niet zomaar uit de lucht vallen, maar die gaat door studie, door de literatuur. Deze opname gaat door de profetologie, de demonologie en de kruisologie. Kent u deze vakken ? Er zal een nieuwe schepping komen. De geestelijken hebben uiteindelijk de kiem hiertoe. Daarom worden de geestelijken onderdrukt. Daarom zijn de geestelijken martelaren, omdat zij op lange termijn denken en werken. Geen brave new world, maar deep new world. Het is oorlog. Waarom lijkt het soms alsof God (de gnosis) niks doet ? Natuurlijk doet de gnosis heel wat. De gnosis onderwijst. Maar waarom is de aarde nog steeds in de handen van duivelse systemen zoals de vlees industrie, de dwangscholen industrie, de betaalde rechts industrie, dentistrie, psychiatrie enz. enz. ? Daarop zal dit artikel een antwoord geven. Hoofdstuk 13. Jezus, de wilde jongen en slager Waarom zijn de wilde jongens in het boek van Burroughs homofiel, en kunnen vrouwen die daartoe medisch zijn goedgekeurd alleen maar bevrucht worden door sperma van de zwarte markt ? Er werd zowel gehandeld in babies als in sperma. Ik had eind 2018 [1] een droom. Ik schreef hierover naar een Amerikaanse vriend die dakloos was : 'I had a dream this night about public toilets or in some building that there were curtains around it, and children peeked through it, and guess what ? THEY KEPT BABIES IN THE TOILETS, like cradles. People were like : 'but we have to pee ...' The babies looked like dolls.' Hij schreef terug : 'That dream is inspiring but mostly I got this really interesting feeling. Reading it made a heavy thud in me.' Maar waarom waren de wilde jongens homofiel, en hielden ze vrouwen op zo'n afstand dat die alleen maar als ze daar medisch voor waren goedgekeurd sperma konden krijgen van de zwarte markt ? Als vrouwen toenadering zochten dan renden de wilde jongens van hen weg, en vrouwen vroegen zich af waarom ze 'zo moeilijk te benaderen' waren, zo hard. Waarom ? Waarom ? Het is een homofiele jeugd beweging die de westerse samenleving wil afbreken. Och ziet u, het antwoord is heel eenvoudig : Het is beeldspraak. Het is een visioen. Het is een andere werkelijkheid. Homofiel betekent van het eigene, op zichzelf. Zo was dat in de oude talen al. Je bent tot je eigen identiteit gekomen. Het is dus niet letterlijk. Ik ben ook geen homofiel (Het kan me allemaal niet

schelen). Ik kan me herinneren toen ik heel diep in de put zat en dacht dat ik alles verloren had, en het enige wat ik nog in de buurt had, heel ironisch, was het boek 'Alleen op de wereld'. Ik klikte de tv aan en er was een clip van een jongetje dat zo boos was op het onrecht in de wereld dat hij naar buiten ging en begon te schreeuwen, en iedereen die hem hoorde schreeuwen viel omver. Hij was als een leger op zichzelf, als een war child, een wilde jongen. Hij scheen aan ernstige depressies te lijden waar hij later ook aan overleden is. [2] Maar geslachtsdelen zijn sexueel helemaal uit de context gehaald en overgesexualiseerd, terwijl het oorspronkelijk demonologische zintuigen waren (ook profetologisch en kruisologisch). Het boek Hosea wat over deze onderwerpen gaat is door de tijden heen helemaal uit z'n verband gerukt en verdraaid. Oorspronkelijk was het in de voortijd een boek over een natuurvrouw die een varken vetmestte. Ze was een varkensfokker, wat ook een beeld is van het kruis (dit is geenszins letterlijk), namelijk dat de mens zijn kruis moet dragen, en zo laat God de wereld maar aanrotzooien om de wereld vet te mesten voor de slacht. Dat is er wat achter de schermen gaande is. Het wil dus niet zeggen dat God zich niet bekommert om onze problemen en het onrecht, want hallo ? Zijn we het vergeten ? Het is niet God, maar Godsis, god+gnosis, oftewel de oneindige kennis die met strategie werkt. Als je iets niet kan overwinnen moet je het vetmesten voor de slacht, oftewel fokken, oftewel kruisdragen. Laat maar groeien, want dan heb je later veel vlees. Dit is beeldspraak en mag alleen toegepast worden op de demonologie, maar de luie en laffe mensen hebben dit toegepast op de dieren om hen heen, en vroeger ook op de mensen om hen heen (kannibalisme). Dit zijn dus allemaal afwijkingen, verdraaiingen van de demonologie. Psychiatrie, dentistrie, vleesindustrie etc. zijn allemaal verdraaiingen van de demonologie, afwijkingen. Ze hebben de gnosis verkracht en Godsis mest ze vet. 'Zondig maar raak, vreet maar raak, want je bent op weg naar de slager. Toe maar, neem maar rustig van alles wat je om je heen ziet liggen. Je moet er nog van groeien. Van zaadje tot karbonaatje. Enzovoorts.' God is een slager. Godsis is een slager. Punt. En deze slager werkt met strategie. God is nu de zonde aan het fokken. Dat is waar het boek Hosea oorspronkelijk over ging, maar nu lijkt het meer op wat het boek Amos in de voortijd was. Ik zag vroeger een clipje hoe het jongetje zo blij was dat hij met zijn schreeuwmuziek mocht samenwerken met een bekende rapper. Hij was allemaal dansjes aan het doen van blijheid. Ik hield mijn handen voor mijn gezicht. Ik dacht : waarom ga je je mooie muziek nou vergallen met rap ? Het was een hele talentvolle jongen, met lyrics zoals 'all i want to do is be more like me and be less like you.' Hij was in strijd tegen het systeem als een wilde jongen, en daarom hebben ze hem afgemaakt. Maar in het boek van Burroughs : als er een wilde jongen wegvalt, staat er direct een wilde jongen voor op in z'n plaats. Wild boys never die. Ik had een droom over hem toen ik bezig zou gaan met de voortijdse wortels van Hosea en hij maakte weer die dansjes, en hij was zo blij. Dit keer ging het om de samenwerking met mij waar hij zo over verheugd was. Laten de wilde jongens opstaan die het niet meer pikken. Maar bedenk ook dat het fokkers zijn. Als Jezus je de andere wang toekeert denk dan niet : 'Goedzo, we hebben hem.' Nee, hij heeft jou, want hij fokt je slechts, hij is je zonde aan het vetmesten. Jezus is een slager, een wilde jongen. Als taalkundige weet ik dat Jezus in de Aramese grondtekst een homofiel was, alhoewel dat beeldspraak is. Jezus was dus eigenzinnig, liet zich niet beïnvloeden door anderen. Dat is wat homofilie daadwerkelijk betekent. Wij moeten zorgdragen voor onszelf en onszelf liefhebben (homos, Grieks, hetzelfde). De homo was in de oude talen gewoon de naam voor de mens van superieure intelligentie. Dit ontwikkelde zichzelf steeds door. De mens was in evolutie. Homo betekent gewoon mens (latijns), maar is de mens nog wel een homo ? De psychiatrie die mensen fokt in samenwerking met de vlees industrie die dieren fokt is de wachter van het boek Hosea, van de voortijdse wortels. Zij willen niet dat de mens deze fok geheimen leert, want zij willen de mens fokken. Het zijn fokkerijen. Alleen het kruis leidt terug tot de wortels. Daarom dragen we het kruis om later een oogst te hebben. Het is nu een tijd van zaaien en fokken.

'Kijk, hoe groot en vet die varkens worden.' We klagen erover maar van binnen weten we wel beter dat deze dingen MOETEN gebeuren. Jezus die telkens maar weer zijn andere wang toekeert, en telkens maar weer vergeeft, en soms zijn woede-uitbarstingen heeft, zoals de zweep over de markttafels en het niet willen vergeven van hen die hem een etiket op hebben gedrukt 'nu niet en niet in de toekomende eeuw', is allemaal het werk van de slager. Jezus is een slager. Soms fokt hij, soms slacht hij. Laat niemand zich bedriegen en denken dat ze weg kunnen komen met de zonde. God fokt zonde. De wilde jongens fokken zonde, als wijnstokken in de bloei, en eens zal daar de sikkel zijn, en zal de wereld verdrinken in druivenbloed. Er zal een grote zondvloed komen, algeheel opgespaard. Nu is er nog het fokseizoen. De boer kijkt naar de vruchtjes in zijn planten : 'Nog niet rijp, nog niet rijp.' Wees niet overmoedig, wees niet van 'brave new world', van overmoedige zetten in het schaakspel. Wacht je tijd rustig af, en wees creatief. Het gaat om de nieuwe schepping. Al deze systemen zullen verdrinken, zoals farao en zijn rijwagens in de exodus door de terugvallende zeemuren werd overdonderd. Die tijd zal komen. Zie de tekenen daarvan in de hemel. Het is al gebeurd, en de mens mag het alleen op de juiste tijd ontdekken, als hij diep genoeg zijn wortels heeft om het te kunnen dragen. De grootste oorlog is altijd tegen ons eigen vlees. Daar is de rest slechts een weerspiegeling van. 'Het oordeel begint bij God's huis.' Hoe dan ook : Het kwaad moet gestraft worden. Wat betekent dit ? Het kwaad moet verdiept worden, teruggedraaid worden tot wat het oorspronkelijk was, want het kwaad is slechts het verdraaide goede. voetnoten : [1] begin oktober 2018, nacht van 3 op 4. [2] voorman linkin park (1976-2017) Hoofdstuk 14. gsm of profetie Het lichaam bestaat uit allerlei onderdelen die organisch met elkaar communiceren door prikkels via de hersenen. Dit is een ingewikkeld mechanisme van de natuur, maar nu zijn er gestoorde idioten die hier helemaal niets van weten en die zich tandarts noemen en die de tanden van mensen tegenwoordig plastisch opbakken, waardoor de natuur communicatie volledig verstoord wordt, want de tanden worden zo tot gsm's die hele andere straling oppikken zodat de mens gefrituurd wordt. Shamanen waarschuwen al lang tegen fluor maar ook tegen het opbakken van de tanden door vullingen en wkb's, omdat ze kunnen zien wat er allemaal energetisch misgaat in de mens en de ramp is niet te overzien. Zo wordt de mens onder zware mk ultra mindcontrol gezet met al die dentistriatische gsm's in zijn mond. Vroeger bestond dit allemaal niet en was de mens puur natuur, maar de tandarts is een luxe probleem. Hosea ging in de voortijd over een natuurvrouw die een varken vetmestte, als beeld van de zonde die eerst de maat vol moet maken, tot een toppunt moet rijzen. Dat is ook wat we het kruisdragen noemen. Desalnietemin strijden we tegen deze zonde, maar het kan nog niet geheel vernietigd worden. De slacht van dit beest moet nog komen. Maar dit beest zal op het daartoe aangestelde tijdstip uit de hemel worden geworpen. In principe is dit al

gebeurd, maar de mens moet hiertoe ontwaken. In de decennia voor de 80-er jaren waren er twee grote visioenen over de 80-er jaren, namelijk die van George Orwell in 1949 over 1984 en van William S. Burroughs in 1969 over 1988, over de komst van de wilde jongens. 'We zijn naakt. We hebben niets. We zijn bedekt door de natuur. We hebben het geheim van de eeuwige jeugd gevonden.' Ik kwam dichterbij in de droom, tot de jongen. Heel voorzichtig raakte ik zijn hand aan. Zijn huid was inderdaad bedekt door de natuur, de grond van moeder aarde. 'Open je hand,' zei hij. Hij legde er wat zand in. Ik kon het zand ruiken. 'Hier zijn de jongens wild,' zei hij. 'Niet meer van de mens, maar van God, van de natuur. Alles wat we willen is God, de gnosis, godsis.' [1] Er is geen hoop buiten de theocratie. We leerden het al op de profetische school : geen dictatuur, geen democratie, maar theocratie. Geen menselijke soevereiniteit, maar de soevereiniteit van God, van de oneindige kennis, gnosis, oftewel Godsis. Dat is waar de anti revolutionaire beweging voor stond in de jaren 1800. Zonder God gaan we er allemaal aan. De revolutie had ook zijn goede kanten, dus de anti revolutionaire beweging was niet tegen alle veranderingen, maar dualistisch. Het was niet fundamentalistisch. Het beginsel moest zijn dat de hogere macht de overheid bestuurde, en niet de menselijke macht. Dit is ook het uitgangspunt van de demonologie. Er komen zoveel ongelukken als de mens vanuit het vlees, met de natte vinger, de andere mens wil besturen. De geschiedenis herhaalt zich. We zullen de term 'wilde jongens' vanuit de geschiedenis verder bespreken. Wat is het ? Wat was het ? Het is niet slechts 1988. Het komt van een eerder tijdperk, maar kwam terug in 1988. Wie zijn de wilde jongens, en waar stonden ze voor ? Ze streden tegen volkssoevereiniteit. 'In ons isolement ligt onze kracht.' De kerk kwam onder de koning terecht en er was veel machtsmisbruik. Er kwam een afscheiding van hen die terugwilden naar de bron : God, en de oorspronkelijke doelstellingen van de reformatie, ook voor afhankelijkheid, en toen werden ze vervolgd. Kan iemand dit op diepte schatten ? De wilde jongens werden vervolgd. Zij hadden zich afgescheiden van de koningskerk. Zij wilden een persoonlijke relatie met God, niet via de koning. Kan iemand zich dat voorstellen ? Dit is de strijd van de jaren 1800 geweest, en kwam terug in de jaren 80 toen de profetische beweging op kwam zetten, genaamd de derde golf. Het werd niet door de kerk geaccepteerd. Er mocht geen afscheiding van de kerk plaatsvinden. Families ontploften toen hun kinderen overliepen naar de charismatisch-profetische beweging. Dat kon echt niet. De psychiatrie hebben ze toen ingesteld als een huurmoordenaar om deze kinderen om te brengen, om karaktermoord te plegen. De profetische beweging is ervoor om de mens tot de eigen, kinderlijke identiteit terug te brengen, maar deze eeuwige jeugd werd als een mentale ziekte bestempeld. Groen van Prinsterer stelde : 'De Gereformeerde Kerk is geadministreerd. Zij is een deel der Staatsmachine geworden, een Departement van Algemeen bestuur. Er is een Ministerie van Eeredienst in-gesteld, geheel in den geest van het stelsel van Adminis-tratie dat wij van de Fransche revolutie, in hare liberaaldespotieke ontwikkeling, hadden geerfd. Er is, naar de meening van het bestuur, eene Kerk in den Staat, een soort van Kerk-Staat gevormd, waarin de leeraars bijna als ambtenaren, de ledematen, ook als zoodanig, bijna als onderdanen worden beschouwd; waarin de Koning die, als lidmaat der

Gereformeerde Kerk, geene regten dan die van ieder lidmaat bezit, bijna als Regent en Opperhoofd aangemerkt word. Aldus is eene schroomelijke verwar-ring van attributiën ontstaan.' [2] 'Door het politiek gezag is in 1816 de Gereformeerde Kerk georganiseerd.' [3] 'De toetssteen was, niet, in plaats der Formulieren, Gods Woord, maar in plaats van Gods Woord, ieders meening geworden. De vrijheid werd in de meest onbeperkte losbandigheid gesteld, en strekte zich tot de meest verderfelijke dwaalbegrippen uit.' [4] 'De Kerkelijke historie waarschuwt ons tegen tweederlei gevaar: bijzaken voor de hoofdzaak, de hoofdzaak voor eene bijzaak te houden.' [5] 'De vervolging is ondoeltreffend. Immers wat kan zij bedoelen? De scheiding te doen ophouden, de rust in de Kerk te herstellen. Maar, zoo lang hunne overtuiging niet verandert, is volharden voor de Afgescheidenen pligt; en door dwang, door straf die men ale onregt-matig beschouwt, words men wel verbitterd, niet over-tuigd. Bovendien de zucht naar scheiding neemt toe door de belangstelling en het medelijden dat men voor vervolgden gevoelt.' [6] 'De vervolging zou ook welligt langzamerhand meerde-ren tegenstand ontmoeten. Tot dus ver werd zij door-gaans beantwoord met geduld en lijdelijkheid; dit zou lang plaats kunnen hebben, maar niet altijd. Ten laatste verliezen ook de geduldigsten het geduld; zij worden ook op de grenzen der onderwerping bedacht; zij herin-neren zich niet enkel pligten, maar ook regten to heb-ben; en te dikwerf als dan worden die regten verdedigd op eene onregtmatige wijs. De menschelijke driften raken van wederzijde in het spel.' [7] Hier zien we het wilde jongens aspect verschijnen. 'Dus hebben zij, volgens Art. 193 der Grondwet, regt om in hunne openbare Godsdienstoefening niet te worden belemmerd.' [8] De kerkelijke vervolging, al dan niet met behulp van de (ingehuurde) psychiatrie verstoort een kind ernstig in de uitoefening van zijn jeugd-zijn, zijn spontaniteit en abstracte godsdienstvrijheid. Het is een zware mentale aanval op het kind wat traumatische gevolgen kan hebben voor zijn verdere leven. Art. 190, 192, 193, 19d zijn tegen alle vervolging om der Godsdienst wille gerigt. (…) Art. 190 waarborgt vrijheid, volkomene vrijheid van Godsdienstige begrippen. [9] Aan het einde van het boek stelt Gr. v. Pr. : 'niet door uiterlijke dwang, maar innerlijke gehechtheid.' voetnoten : [1] Ik sprak met Groen van Prinsterer. [2] De maatregelen tegen de Afgescheidenen aan het staatsregt getoetst (1837) – Groen van Prinsterer, p.15. [3] idem, p.16 [4] idem, p.21 [5] idem, p.23 [6] idem, p.41

[7] idem, p.43 [8] idem, p.53 [9] idem, p.56 Hoofdstuk 15. de jaren 1800 : kiezen tussen koning of god De kerkgeschiedenis van de 80-er jaren (en 90-er jaren) was verschrikkelijk. Ik groeide er in op. Iedereen die vanuit de orthodoxe gereformeerde kerk overliep naar de profetische beweging werd voor gek verklaard. Het werd de derde golf genoemd en was gekomen om de kinderen los te maken van de mensenkerk die zichzelf koning waande om zo terug te keren tot de bronnen van godsis. Niet de mens is de autoriteit, maar godsis (god+gnosis). Het is iets wat kinderen vandaag moeten weten hoe zwaar dat tijdperk is geweest en hoe deze strijd er nog steeds is. Het vormde de gezinnen destijds, maar verscheurde ook weer veel gezinnen, want de profetische beweging was een radicale beweging, en zij die zich hierin niet lieten onderwijzen door de demonologie werden weer afgescheurd en kwamen tussen wal en schip, zoals dat ook in mijn gezin gebeurde. Ik was afgescheurd van mijn familie, en later ging die scheur ook door mijn gezin omdat mijn vrouw het niet volhield. Die is in principe gewoon weer teruggegaan naar een tussenvorm, met alle gevolgen daarvan. Zo werden ook mijn kinderen aan deze moloch geofferd. Kinderen zijn altijd weer de dupe van dit soort dingen. Wij moeten daarom volhouden in de strijd voor het goede, niet alleen voor onszelf, maar ook voor onze kinderen. Als je nergens voor staat val je voor van alles. De jaren 1800 herhaalden zich. Er was een afscheiding, maar het werd door hen die zich koning waanden niet geaccepteerd. De profetische beweging werd zwaar vervolgd op allerlei manieren. Daarom moest er ook nog een vierde golf komen, die van de demonologie. Het was hier waar vele profetischen niet verder gingen en dus bleven zitten, en er een nieuwe scheuring kwam : de charismatische scheuring, oftewel de charismatische oorlog, waar wij ook veel over geschreven hebben. Die oorlog is nog steeds gaande. De sleutel ligt in oudere versies van genesis. Er was een oorlog tussen twee landen, waaronder Silphi. Het was een tijd waarin veel kinderen werden geroofd. Kierkegaard schreef over de ontwenning van de moederborst. Eerdere versies van genesis spraken ook over de profetische uithuwelijking. Sisprofeten (profeten van de gnosis) werden op Pniël in hun strijd met de grote vrouwen of moedervrouwen opgenomen, wat je ook kunt vergelijken met de Germaanse valkyrie opnames, strijdgodinnen, amazones. Dit zijn bovennatuurlijke natuurvrouwen die groter zijn dan mannen, en die hen die aan zichzelf zijn gestorven op het strijdveld, de sisprofeten, opnemen tot het valhalla, de hemel. Deze opname wordt ook besproken in het boek openbaring maar was oorspronkelijk beschreven in een oudere versie van genesis : opb 12:4-5 : En de draak stond voor de vrouw, die baren zou, om, zodra zij haar kind gebaard had, dit te verslinden. En zij baarde een zoon, een mannelijk wezen, dat alle heidenen zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd plotseling weggevoerd naar God en zijn troon.

De opname is al geweest, en het is een opname naar binnen geweest, dus het is niet zo dat je letterlijk niet meer rondloopt omdat je met vliegend paard en wagen naar de hemel bent genomen. Neen. Zij die opgenomen zijn lopen nog gewoon rond. Het vleselijke kan het geestelijke niet verstaan. Zij die door de derde golf werden gegrepen en tot de hemel werden opgenomen werden vervolgd door hen die van de aarde waren. Iedereen van die tijd kent deze strijd. Zij van de derde golf zijn de wilde jongens, en zij rezen al op in de jaren 1800 o.l.v. groen van prinsterer en abraham kuyper, die later ook als predikant minster-president van nederland werd, om de wilde jongens aan te voeren. Zij waren de afgescheidenen, die hadden gebroken met de koningskerk. Dit was een onafhankelijkheids-oorlog binnen de kerk, die later als de eerste wereldoorlog en de latere joegoslavische oorlog in de wereld zou plaatsvinden. Ook de kerkoorlogen in de 80-er en 90-er jaren waren onafhankelijkheids-oorlogen, grote kerkscheuringen. De derde en vierde golven gingen terug naar calvijn en luther die de geestelijke gaven predikten en die tegen het vleselijke streden, net zoals de afgescheidenen in 1800. De kerk was namelijk zwaar afgeweken van de bronnen van de reformatie. Zoals gr. v. pr. stelde was de kerk afgeweken tot een valse verlichting van een staatskerk. (De maatregelen tegen de Afgescheidenen aan het staatsregt getoetst (1837), p.65) Deze staatskerk was gezeteld op het staatsbelang en had zich boven het evangelie verhefd. Het ging hier om menselijke soevereiniteit en niet meer van de godsis. Daarom moesten de sisprofeten wel komen, en dit waren de opgenomenen. Jezus zei dat hij niets uit zichzelf kon doen, maar alleen als hij het god zag doen. Dat is wat profetie is : hij was uitgehuwelijkt aan de hogere realiteiten. Hij hing de kennis aan, niet de lagere wil. De kennis was de hogere wil waardoor hij werd voortgedreven. Ook jezus was dus een sisprofeet, een opgenomene, die weer terugmoest naar de aarde. De staat ging na de scheuringen van 1800 de afgescheiden mens, vervolgen. Boetes werden er opgesteld en gevangenisstraffen, enzovoorts. Dit wordt in opb. beschreven als de draak. Dit is een demonologische strijd. De mens moest kiezen tussen koning of god. Hoofdstuk 16. cessationisme : van reformatie tot deformatie – samenvatting en bespreking van kuyper's ' Soevereiniteit in eigen kring' (1880) Abraham Kuyper, predikant en minister-president van Nederland van 1901-1905, en die de leider was van de 1886 scheuring genaamd de doleantie (het klagen, de smart, het kruisdragen dus), om terug te keren naar de bron, de onafhankelijkheid en de openbaring van god, om zo niet onder het gezag van een landelijk bestuur te vallen of een koningskerk. Hij was in die zin een wilde jongen. De reformatorische beweging was namelijk ernstig afgeweken van waar het eigenlijk om ging. Hij stelt in zijn boek 'Soevereiniteit in eigen kring' (dus niet door één ander overheidsapparaat) in 1880 : 'Wie leeft uit de Openbaringssfeer (en in die sfeer consequent leeft), belijdt vanzelf, dat alle Souvereiniteit in God rust en dus alleenuit Hem kan vloeien.' p. 13. Dit is een profetisch

grondbeginsel. Het wil dus niet zeggen dat de profetische beweging pas begon in de tachtiger jaren als de derde golf. Nee, het was er al in de jaren 1800, bij Groen van Prinsterer en Abraham Kuyper, en leidde helemaal terug tot Luther en Calvijn die ook dit profetische principe hadden. Later zijn er honden gekomen die dit hebben weggekapt, om zo de mensen te onderwerpen aan de staat en niet aan God. In dit verband spreken we van de strijd tegen het cessationisme wat beweert dat de gaven of niet bestaan (psychiatrie) of alleen maar in bijbelse tijden bestonden en nu niet meer (kerkelijk cessationisme, zij die met pensioen zijn gegaan in de geestelijke gaven). Kuyper zegt hierover (p.13) : 'Zij daarentegen, die het bestaan van zulk een bijzondere openbaringssfeer niet speuren, en dus loochenen, staan er op, dat men de Souvereiniteitsquaestie absoluut van de geloofsquaestie scheide ;beweren diensvolgens dat er geen andere Soevereiniteit dan die van den Staat denkbaar is; ijveren er dies voor dat de hooge Souve-reiniteitsidée steeds zuiverder in den oppermachtigen Staat tot be-lichaming kome; en kunnen dienovereenkomstig aan de overige levenskringen geen mildere vrijheid gunnen dan zóóveel recht, als de Staat hun laat uit onmacht, of uit zijn volmacht verleent.' Zij die dus kiezen voor het cessationisme en niet het charismatische buigen dus automatisch voor de staat. Ik heb dit telkens weer gezien. Kuyper wilde als wilde jongen het volk losschudden van de politie-staat van het cessationisme. (p.28) Hij stelde dat na de reformatie de deformatie kwam (p.33). De reformatie moest weer terugkomen, als terugkeer naar de springader van God's openbaring, maar Kuyper stelde dat juristen en artsen dit niet moesten versmaden. Is er wetenschap en is het deze naam waard als het slechts vakkennis is die door loketten wordt gescheiden ? stelde hij. Een mens is geschapen naar het beeld van God die de medische wetenschap hygiënisch wil zegenen. Wat spreekt men van een medische faculteit ? Vaccinatie dwingen, terwijl een mens juist gebonden is aan God's Woord ? Verdovende middelen gebruiken voor de zielszieke (hem psychisch verdoven) of hem psychisch leiden ? (p.33/34) God alles en alle mensch niets te achten is het calvinistische credo (p. 39). Want ook Gij kent den drang, de aandrift van een hooger moeten. Bovendien, in één ding mogen we roemen immers: gevaar voor rangstrijd, die pest der faculteiten, is onder ons voorgoed afgesneden. (p.42) Laten we roemen in het kruis, zo beëindigd broeder Kuyper zijn boek. In dat spoor verder. Hoofdstuk 17. Is er leven na Kuitert ? Mensen van eerdere generaties zullen hem nog wel kennen : Kuitert. Hij sloeg in als een bom in de kerk. Hij vernietigde totaal de hel die ze hadden gemaakt voor andersgelovenden en ook hun valse hemel die ze hadden gebouwd op de beenderen en het bloed van de door hen vervolgde medemens. Het geloof is menselijke verbeelding. 'De eeuwige voorsprong van de beul, daar kan geen méns mee leven. Daarom vonden we de hemel uit.' Hij was als predikant een theologische nihilist, met een

oog voor kunst, diepte en kennis. Hij prikte door de hele kermis van kerkelijk geloven heen, en dat was hard nodig. Het moest ook wel vallen zoals het was. 'Ja, als je niet gelooft wat wij geloven, niet denkt zoals wij denken, niet doen zoals wij doen, dan wordt je voor eeuwig gemarteld in een speciaal daartoe gemaakte martelkelder waar je nooit meer uitkunt.' Duh. Zo groeiden wij op. Zo kwamen velen bij de psychiater met dit soort bedreigingen boven het hoofd, als kind al, waar dikke vette munt uit werd geslagen. Kuitert was dus een held voor velen. Iedereen kon ineens weer ademhalen. Nou ja, iedereen ? Nee, de kerk was boos, zeer boos op deze meneer Kuitert, want die had hun gevaarlijk speelgoed afgenomen. God is iets wetenschappelijks, een metafysische taal, iets symbolisch, niet letterlijk, want dan wordt het eng. Het is abstract. Daarom noemen we God ook wel Godsis, want we spreken slechts over kennis die zich beeldend kan personificeren, maar dan als een principe, niet de vage bullshit van het geloven. Het gaat om het weten, om het persoonlijke, om het ervaren, om het bewijs. Niet meelopen met de ongeletterde massa's die zich helemaal blindstaren op cult-woordjes. God letterlijk nemen, afrasteren ? Dan ga je met pensioen. Nee, je moet gaan parelduiken in de dieptes. Het kan altijd weer dieper. Een pensioeneringsgeest is een hele koude geest, onverschillig, een geest van zelfmoord. Wat ze stelen gebruiken ze om hun eigen doodskist te kopen, zei een zanger eens. (1) We zijn in een mijnenveld van zulke magnetische energieën. Ze hechten zich aan een mens vast om op de mens te parasiteren en zeggen 'ik ben lekker dood.' Is er leiding door dit mijnenveld ? De westerse bijbel, wat slechts een zeer selectieve vertaling is, afgeknot en afgekapt, is een gruwel, en vol met zulke energieën. Ook met name de westerse versies van Ruth en Zacharia hebben veel pensioenerings energieën. Daarom moet de mens terug naar de oorspronkelijke mid-oostelijke versies en vandaaruit via de Egyptische wortels terug naar de voortijdse originelen om te zien hoe de lijnen lopen en hoe alles is verdraaid. De bijbel is tot een ingewikkelde matrix geworden, de bijbel matrix, maar er is een pad doorheen, een pad terug. voetnoten : [1] Steve Camp, gospel zanger, Agony of Deceit Hoofdstuk 18. psalm 80 – bespreking van diverse commentaren In de commentaren serie 'De Voorzeide Leer' stelt van Deursen in zijn commentaar op Psalm 80 (1974) dat het niet in het menselijke vlak blijft hangen. Alhoewel het een klaagpsalm is staart het zich niet helemaal blind op de Assyriërs, maar richt de psalmist zijn blik ook er bovenuit op God, de gnosis, ook op God's toorn. Hij zag het werk van God door alles heen, het roken van God's toorn tegen de ongerechtigheid, stelt van Deursen. De mens was in deze psalm onder het ondragelijke juk van de Assyriërs, stelt van Deursen. Het volk was in psalm 80 onder de Assyrische overheersing en moest tranenbrood eten. De psalmist richt zijn smeekbede tot God, maar het volk wordt zwaar bespot. Dit was ook mijn ervaring in de gedeformeerde kerk waaruit ik probeerde te ontsnappen.

Het enige wat je kreeg was bespotting. Alles wat je dacht of droomde werd belachelijk gemaakt. Het maakte mij heel stil, want je kon eigenlijk ook niks zeggen. Het werd gewoon niet geaccepteerd. Ze wilden gedeformeerd blijven, niet vrijgemaakt gereformeerd. De psalmist herinnert zich de exodus, en dacht eraan dat er weer zo'n exodus moest plaatsvinden. Luther stelde dat psalm 80 over de reformatie ging. Nood leert bidden zegt men wel. Ik was de enige in het gezin en in de familie die de charismatische kant opging dus ik stond helemaal alleen, terwijl anderen veelal uit charismatische gezinnen en families kwamen. Ik moest alleen de stap zetten. Calvijn beschrijft in zijn commentaar op psalm 80 ook de scheuring in Israel, en hoe Amos klaagde over de hardheid in de stam van Juda dat er niemand was die over de scheuring van Jozef treurde. Ze bekommeren zich er niet om (Amos 6:6). Ook al heb je mensen om je heen, ben je toch altijd een eenling. Dit kunnen we ook vergelijken met Jezus in de hof van Getsemané terwijl zijn discipelen slapen. Kent u dat gevoel ? Want hoe dan ook moest ik verder trekken. Ik moest veel meer rivieren over. Ik was een vreemdeling in een vreemd land. 7 Gij hebt ons onze naburen tot twist gesteld, en onze vijanden bespotten ons onder elkaar. Maar wij moeten ook dit spotkleed dragen. Calvijn stelt dat door onverhoorde gebeden God ons geduld op de proef stelt. We hebben geen grotere kracht nodig, maar een diepere dood. Geen kracht, maar het kruis, als we op zoek zijn naar God. Teveel kracht verblindt en misleidt, maar het kruis onderwijst ons. Calvijn stelt dat we tot het punt komen dat we zo verzadigd zijn van het kruis dat we niets meer kunnen verdragen, overgevoelig zijn, maar dan gaat de andere wereld juist voor ons open. Alleen door het kruis leert de mens gehoorzaamheid, zoals Jezus die ook geleerd heeft. De blijde feesten waren weggenomen. Het was nu een tijd van honger en tranen, en de naburen zoals de Edomieten hielpen niet, maar roofden slechts, terwijl de vijand spotte met de onmacht van de mens, stelt de Patrik, Polus en Wels verklaring van psalm 80. We kunnen stellen dat toch dit bittere kruid te verkiezen is boven loze vreugde, omdat het ons dichter bij God brengt en onze harten onderwijst en richting geeft. Alleen restricties kunnen namelijk op het pad leiden. De PPW verklaring stelt dat God ver was van de gebeden, en dat de ellende gewoon aanhield en zich zelfs vermenigvuldigde. Voelen wij ons soms niet zo ? Het tranenbrood is een driedubbel lijden, stelt PPW, totdat het sierlijk is op z'n eigen manier. Zo diep gaat het, tot we tot een overvloed van lijden komen, en onrein worden, want er was zoveel valse, vleselijke schoonheid. En dan is de vijand om ons heen die met elkaar wedijveren om wie het wreedste is, ons het meest kwaad kan doen, stelt de PPW. Ze proberen te roven wat ze van ons kunnen roven. Laten we ons herinneren dat de soldaten die Jezus kruisigden ook om zijn klederen dobbelden. Ze lieten niets meer van hem over. Wie zijn leven wil behouden zal het verliezen. Daarom moeten wij het pad van Jezus volgen, niet als van een afgod, maar als van een voorbeeld. Het kan net zo goed iemand anders zijn, als de principes maar duidelijk zijn. De kerk heeft van Jezus een afgod gemaakt, zodat ze de principes niet meer hoeven te volgen. Het kwellen gaat maar door, stelt de PPW, want wij moeten namelijk net als Jezus de dood in, de dood van het vlees. Oh, wat een bitterheid is het leven. Maar zij die inzicht verkrijgen zullen het zoete niet begeren, en toch zal het bittere ook zoet zijn, want voor de hongerige is het rauwe zoet, en het bittere als honing. Het kruis verandert het denken van de mens. Het kruis bevat zware psychotropische middelen om de mens verder te helpen. Ik heb dat altijd zo gezien en ervaren. Heerlijk is de drugs van het kruis, als van de bomen van het paradijs. Maar tot dit punt kom je niet zomaar. Het gebeurt als de slagen maar doorgaan en doorgaan, en niet meer stoppen. Je leeft dan in een andere wereld, en bent één van de opgenomenen, en het vleselijke kan het geestelijke niet verstaan. Je bent dan een eenling. Je leeft dan niet meer op de aarde, maar toch ben je op aarde. Je bent vrijgemaakt, maar toch gebonden. Telkens wordt je uit elkaar gescheurd, want ze trekken aan je, maar je bent ver weg. Je houdt van het kruis als van je man of vrouw. Het is het onderwijs wat ten leven leidt. Zo niet, dan ben je levende al dood. Alleen zij die het kruis dragen reiken tot het

eeuwige leven. Dit is omdat het diep genoeg is om door de eeuwigheid heen te komen. Het heeft diepte nodig, anders kom je nergens. Mensen, kennen wij het geheim van de tuin van God waardoor wij gaan in ons leven ? Houden we ons bezig met die hogere natuur ? Laat jezelf niet afleiden door hen die het kruis en de gesel niet leren. Zij willen immers uw ziel meeslepen in het verderf. Zij zijn loze golven van de zee des doods, van de eeuwige dood, waarin je aan het einde niets dan zeeschuim bent. Oh mens, laat u toch onderwijzen. Het leven kan zoveel meer betekenen. Het kruis is de baarmoeder. De mens die geboren wil worden kan hier niet aan ontkomen. De gesel is de opvoeding, anders zijn wij slechts wolken zonder water. Ik houd mij vast aan uw gesel, oh God, opdat u mij behoedde tegen het kwaad. Uw gesel leidt mij, doet mij ontwaken, en bewerkt het goede in mij. Ja, zalig zal uw gesel mij leiden tot het land der zaligen. Uw gesel is mijn oor oh God, opdat ik zal horen van uw onderwijs, Uw gesel is mijn oog, opdat mij niet zal ontgaan wat u aan mij laat zien. Wanneer ik moede ben, dan geeft uw gesel mij kracht. Uw woord is in uw gesel, en uw herinnering. Het kruis zal zeker de moeder niet versluieren, Ja, bitter is haar melk, om haar kind te sterken. Zalig zijn de zaligen die door dit kruis de goede strijd strijden. Zij zetten zich moedig op uw wegen. Wij moeten het lijden aanvaarden. Er zijn velen om ons heen die veel klagen en geen onderwijs aannemen, en ook het lijden niet aanvaarden. Dachsel spreekt erover dat God slaapt. Er zijn belangrijkere dingen. De mens moet beseffen dat de mens deze tucht nodig heeft. Zij die altijd maar klagen en hun kinderen niet onderwijzen verbitteren hun kinderen. God slaapt en houdt zich doof voor een reden. Er is een diepere wereld. God is in dromen. Oh, hoe wonderlijk. We mogen altijd naar dromen uitzien, naar de slaap, dwars door het lijden heen, want er is een diepere wereld. Wat we om ons heenzien is het ware leven niet. De Heere geeft het zijn beminden in hun slaap. Hoofdstuk 19. de zonde van desertie Was het Mozes die het volk uitleidde, of was het iets diepers ? Egypte was het beeld van de opvoeding, en toen moest het volk tot het beloofde land. De huidige samenleving is gebaseerd op een hoop speculatie. De mens kreeg een driehoeksverhouding met God en Mozes maar dit werd eigenlijk nooit verdiept. De mens vereerde slechts mensen. Kontenlikkers waren het. Nee, de tradities en voorouders moesten in ere gehouden worden, dus het volk ging nooit het beloofde land in.

Kun je iets lezen en de andere realiteit zien ? Daar gaat het om. Misschien wordt je op het verkeerde been gebracht door een woord of een zin, en krijg je doorgang. Misschien duizelt het voor je ogen, en krijg je doorgang, want de mens moet slapen, want het wordt de mens in de slaap gegeven. De mens is namelijk onder zware mk ultra mindcontrole geïnduceerd door zware psychotropische drugs. Daarom slaapt God en houdt zich doof, want het gaat niet eens om deze realiteit. De mens moet de andere realiteit zien. God handelt niet in deze realiteit. Zijn wij zo onverschillig geworden dat we zeggen : 'Het is nu eenmaal zo.' Onverschilligheid heeft de mens nooit verder gebracht, en het is dodelijk in combinatie met speculatie. Spijbelaars speculeren. School is niet iets om onverschillig over te zijn, maar allereerst hebben we te strijden tegen de school van spijbelaars, de pseudo-school van dwang en misleiding. Sisprofeten stellen dat het scholensysteem verrot is. Een sisprofeet is een gnosisprofeet, van de godsis. Er mag niet gespeculeerd worden. Daar mag een samenleving niet op gebouwd zijn, want dat is los zand. Er moet bewijs zijn. Er mag geen zomaar geloof zijn zonder bewijs, want dan ben je een blinde die andere blinden geleid. Dat is de huidige samenleving. Sisprofeten zijn opgenomen in een diepe slaap tot een diepe droom, en er werd bewijs geleverd. Dit bewijs is niet goedkoop. Het is niet voor de dwazen of hen die compromissen sluiten. Dit bewijs kost je alles. Sisprofeten zijn door de exodus tot het beloofde land gegaan. Zij zien problemen die anderen niet zien. Zij zijn namelijk in gevecht met de machten van het beloofde land, terwijl hen die niet ontwaakt zijn gericht zijn op de vleespotten, niet de oorlog. Ze gaan zo op in hun dagelijkse bezigheden dat ze de oorlog zijn vergeten, de roep om het beloofde land in bezit te nemen. Ze zijn afgeleid, niet opgenomen. In zijn commentaar op Deuteronomium (1966) stelt Vonk in de serie de Voorzeide Leer dat de Israelieten niet het beloofde land konden binnengaan vanwege de zonde, de straf en de verharding van de voorouders bij Kades waar ze moesten sterven. In de huidige samenleving worden de voorouders vereerd, onfeilbaar verklaard, en hun tradities in ere gehouden. De mens zal zo het beloofde land niet binnen gaan vanwege samenzwering met de voorouders, vanwege G.B.A., guilty by alliance. Het is een oude opa samenleving. Grootmoeders koekjes verwennerijen om de mens tegen te houden op het pad naar het beloofde land. Deze zogenaamde grootouders zijn zware psychotropische drugs voor de kinderen. Neen. Vonk stelt dat Mozes het volk toe riep te denken aan de zonde, straf en verharding van de voorouders, ook van de ouders. Mozes riep hen op Kades te herinneren. Dat was een stuk kerkgeschiedenis voor de Israelieten, stelt Vonk. Het ging om de zonde van desertie, oftewel het permanent verlaten van de krijgsmacht zonder toestemming, oftewel de verwaarlozing en zelfs belachelijkmaking van de demonologie. Nog steeds zijn er mensen die zichzelf christenen noemen, maar de geestelijke oorlogsvoering loochenen en zelfs bespotten. Zo zullen zij het beloofde land niet in kunnen gaan, want het beloofde land is bezet. Lieve mensen, er is een straf die op desertie staat. Vonk herinnert ons eraan. Hij stelt dat de mens de voorgeschiedenis niet moet vergeten. Zij die in desertie leven hebben vervolgens niets te maken met landverdeling. Zij kunnen het beloofde land niet binnengaan. Zij moeten aan zichzelf afsterven.

Hoofdstuk 20. de dogmatoloog en het verschijnsel van de gedeformeerde kerk Je kan gereformeerd zijn, maar ben je ook vrijgemaakt, en wat houdt het in ? In de charismatische beweging merkte ik hoeveel er van de reformatie was losgelaten, maar toch moest de mens ook verder. Er was zowel teruggaande openbaring als voortgaande openbaring. Er moet een nieuwe definitie komen van wat vrijgemaakt gereformeerd betekent, want na de reformatie ontstond er een grote gedeformeerde beweging die meer losliet van de reformatie dan lief was. Eén ding is zeker : we mogen het kind niet met het badwater weggooien. Dat blijven we zeggen. Als waarlijk vrijgemaakt gereformeerde kom je tot de godsis, god+gnosis, en wordt je een sisprofeet (profeet van de gnosis) die niet meer door het vlees leeft, maar door de gnosis, door profetie, door dat wat van boven komt. De sisprofeet is dus een opgenomene die aan zijn vlees is gestorven, en nu dus in de hemel is, maar tegelijkertijd op aarde. Mensen, dit is goed nieuws. De opname is al geweest. Je moet het je wel toeeigenen. We spreken over een heilsfeit wat gebeurde in 1993, maar je moet dit heilsfeit nog wel tot een ervaringsfeit maken. Ben je al opgenomen ? Of leef je nog steeds aards, door het vlees ? Na 1993 barste de hel los op aarde middels de toronto beweging in 1994, zoals was voorspeld. De mens moet terug naar 1993. Er is een wereld van verschil tussen 1993 en 1994. Probeer een overzicht te krijgen over deze twee energieën en laat je niet bedonderen. Geef niet toe aan een demonische levensstijl. Waarom zou je je leven en brein vernietigen, terwijl je er zoveel mooie dingen mee kan doen, door je hart ? Je mag vrijkomen van de drugs van religie en familie en alle andere drugs. Ken je drugs, ken je vijand, dat is wat de psychotropologie is. Dat is de ware vrijmaking. Sluit je aan bij het psychotropologische verzetsleger, en ga de strijd aan tegen de drugs. Breek los van je brainwash programma's waaraan je werd blootgesteld als kind. Zo ga je een geheel nieuw tijdperk in van de kerkgeschiedenis. Enough is enough. We don't take any bullshit. Know your drugs, know your enemy. Het is tijd te stoppen met spelletjes spelen. Wees geen deserteur. Draag je verantwoordelijkheid. Strijd de goede strijd. Er is tegen je gelogen. Zoals koningin Beatrix stelde : de leugen regeert. Het is tijd voor de waarheid. Waarom je leven laten verpesten door de leugen ? Deserteurs zijn profiteurs, maar ook verraders, en overlopers naar de vijand, en zij zullen onder de voet gelopen worden. Heb geen deel aan ze. Desertie betekent het veronachtzamen van de demonologie. 1993 was een jaar van grote wonderen. Mensen werden van kanker genezen en uit coma's getrokken, uit psychiatrische klinieken gehaald en mensen werden bevrijd van zware demonen. Engelen daalden neer, en mensen zagen blauwe verschijningen, ufo verschijningen vanuit de hemel. De gedeformeerde kerk was woest en toen begon de vervolging. Grote misdadigers werden hiervoor opgetrommeld. Maar God is getrouw. Zijn plannen falen niet. Er is een verschil tussen de vrijgemaakt gereformeerden en de gedeformeerde kerk van deserteuren die een drugs maffia hebben gevormd. Kijk naar die zogenaamd gelovige opa's en oma's die hun kinderen en kleinkinderen niet onderwijzen, maar rond lopen te zeulen met drugs de hele tijd als drugs smokkelaren. Ze verbergen het in hun mond, in poppen, in hun tasjes, onder hun hoedjes. Het groeit in hun tuinen. En het probleem is dat ze niet zijn opgenomen. De walkuren zijn aan hen voorbij gegaan omdat ze niet een harde dood aan het vleselijke zijn gestorven.

De vrijgemaakt gereformeerden zijn een onzichtbare, opgenomen kerk, bestuurd door sisprofeten en psychotropologen. Toch zijn ze op aarde, op het smalle pad, dragende het kruis. Gedeformeerden hebben honderden excuses om door het vlees te blijven leven, omdat het deserteuren zijn. Zij zijn dus al onder heerschappij van de vijand. Zij nemen geen leger ordes van boven aan. Ze zijn onverschillig en ongevoelig. Maar blijf bidden voor de opname. De opname komt niet zomaar, maar alleen door het kruis. Tuchtig daarom jezelf. Disciplineer jezelf. Verloochen jezelf en draag je kruis. Je mag dan belijden dat je opgenomen bent, en danken dat je opgenomen bent. Het is een innerlijk weten. Weet dat je opgenomen bent. Maar zorg dat je je kruis hebt. Volg Jezus in zijn kruistocht en ook in zijn opname. Als je aan jezelf bent gestorven, jezelf hebt verloochend, tot aan het kruis, dan werken deze twee krachten in je : van het pasen en van de opname. Het is een kracht ten eeuwig leven. Je mag anders zijn. Het zal je ook anders maken. 'Gij geheel anders …' Het gaat niet om religie, maar om deze principes. Verberg je niet in de groepen. Zij zijn er om je af te leiden. Maar wees een eenling, doorsta de test, en je zult deel hebben aan een hele andere kracht, namelijk die van boven. Je kunt de mens hier op aarde helaas niet vertrouwen. Ook kun je niet zomaar op een god vertrouwen. Test alle dingen. De duivel is sluw. De vijand is een meestermisleider en had je al bij je geboorte aan de psychotropische drugs. Zo zit nu eenmaal het huidige menselijke lichaam in elkaar, maar je ware lichaam zit diep binnenin je, je ware identiteit. De mens moet nog door veel evolutie heen om daar te komen. Wees hierin volhardend. Begin hierin met het Socratische grondbeginsel : ware kennis is te weten dat men niets weet. Als een opgenomene tot de hemel komt moet hij eerst alles wat hij denkt te weten inleveren, afleggen, om zo leeg te komen voor de gnosis, voor God. Als u niet tot dit punt kunt komen en u vasthoudt aan vooroordelen en veronderstelde theologische kennis, dan bent u niet klaar voor de opname. De ware gereformeerde vrijmaking is dan ook het vrij zijn van pretentieuze en gespeculeerde kennis waardoor de huidige samenleving wordt gedreven en de mens tegenhoudt opgenomen te worden. Wij werken al helemaal niet door geloof, wat overigens een misvertaald woord is, maar door gnosis. Wat moet het erg zijn als blindgelovige om aan het einde van je leven te moeten ontdekken dat al je ongetoetste, klakkeloos aangenomen dogma's slechts produkten waren ? Hoe ontstaan dogma's ? Hoe weet je of een dogma 'waar' en 'legaal' is ? Over deze problematiek en leer gaat de dogmatologie. Een dogma moet eerst bewezen worden. Het gaat dus niet slechts om dogmatiek, want eerst moet het dogma getoetst worden, en dan niet zomaar aan de bijbel, die overigens in het westen ook niet bepaald goed en eerlijk vertaald is. Er is dus een groot verschil tussen een dogmaticus en een dogmatoloog, wat weer een stapje verder gaat. De dogmatoloog bestudeerd het verschijnsel van het dogma en het dogmatische.

Hoofdstuk 21. commentaar op de catechismus Het christendom is een zekere taal die je moet leren begrijpen en leren vertalen. Het is zeker niet iets wat we zomaar overboord kunnen gooien. Kunnen wij de erfenis van de voorouders verdiepen ? Sprak god, de gnosis, ook door de voorouders, en zo ja, waar en hoe ? Omdat de bijbel in het westen verkeerd vertaald werd en er geen goede uitleg was was de heidelbergse catechismus ook een verrot produkt in 1563. Het is weekend. Tijd om daar eens aandacht aan te geven, en een commentaar te geven op de catechismus, waar potentieel toch ook weer zoveel goede dingen instaan, net zoals in de bijbel. De catechismus bestaat uit 52 zondagen, voor elke week van het jaar, als een wekenboek. Ook hierin kunnen we zeker de lijnen van de gnosis volgen, en dat moet ook wel, want dit boek wordt door de christenen veelal als hun derde heilige boek gezien, na het OT en NT. Is het wel zo heilig, en wat kunnen we ervan leren ? Het gaat er voornamelijk om dit boek te verdiepen, want het heerst en het stalkt. D.w.z. de raadsels erin moeten noodzakelijkerwijs opgelost worden, want het gaat niet weg. Wij zien de 52 zondagen als 52 natuurvrouwen, oftewel 52 baarmoeders waardoor de mens wedergeboren mag worden, maar dan wel met begeleiding, want criminelen gingen met dit boek op de loop. Zoals de bijbel werd verdraaid werd ook de catechismus verdraaid, omdat de catechismus voortkwam vanuit de bijbel. Tijd om dingen recht te zetten. Opname houdt ook in dat wij God opnemen, oftewel in ons laten wonen, oftewel de gnosis. Als we kijken naar de Heidelbergse Catechismus uit 1563, een soort extra testament in veel bijbels, en we kijken naar zondag 1 dan zien we het offer van Jezus Christus. Wat houdt dit in ? Er wordt allemaal heel belangrijk over gedaan, en we zien het vandaag de dag in iets waar ook heel belangrijk over gedaan wordt, namelijk de voortplanting, wat pure beeldspraak is, en waardoor wij bestaan. De man offert zijn fallus aan de ingang van de baarmoeder van de vrouw, en stort daar zijn zaad uit als een beeld van het sterven aan jezelf om zo tot nieuw leven te komen. Dat is in principe wat het is. Alles in het leven draait erom en alles komt er uit voort. Het is een mens die alles achter zich laat om tot kennis te komen, dus dit is de ware troost in leven en sterven. Zondag 2 gaat er dan over dat dit offer volledig moet zijn. De mens mag niets voor God achterhouden, het offer mag niet in gebreke blijven. Zondag 2 stelt dan dat de mens hier niet aan kan voldoen, omdat de mens geneigd is zich van God af te keren. Hoe moeten we dit opvatten zonder negatief en dramatisch te worden ? Het is belangrijk dat er allereerst een worsteling plaatsvindt met God, zoals Jakob op Pniël, zodat de mens geen valse, ongetoetste goden volgt. Het gaat niet om goden, maar om gnosis, om kennis, en alle kennis moet eerst onderzocht worden, getoetst, dus de mens mag ook niet zomaar blind vertrouwen en zich blind overgeven. Dat doet de mens ook niet als de mens een vrouw ontmoet. Hij moet haar eerst leren kennen en testen, als in een worsteling. Dit wordt ook bevestigd in Zondag 3, waarin gesteld wordt dat de mens goed is geschapen. Wel wordt er dan gesproken over de zondeval in het paradijs, waardoor de zonde binnensloop en zo ook de misleiding. Daarom moet ieder mens wedergeboren worden. Er is dus een offer van zaad in de ingang van de baarmoeder, en dan is er door de dood nieuw leven, een wedergeboorte, die in de mens zelf mag plaatsvinden. De baarmoeder en haar ingang beeldt dus het kruis uit. In 1944 vond de gereformeerde vrijmaking plaats o.l.v. de verzetsstrijder Klaas Schilder. Hij stelde dat de prediking polemisch moest zijn, oftewel twistend, testend, anders is er geen bekering. Hij stelt dat er vanaf het begin al een worsteling was tussen het slangenzaad (de fallus, het vlees, de wereld) en het vrouwenzaad (de kerk), wat we ook kunnen vergelijken met Jakob's strijd met God op Pniël. De

mens mag zich niet zomaar overgeven. Strijd om in te gaan, oftewel test alles. (schriftoverdenkingen III, p. 35, 1958) Hij stelt in zijn commentaar op zondag 1 dat de mens over dit soort dingen verlicht moet worden, dus van melk overgaan tot vast voedsel. Er ligt een enorme diepte in verborgen, wat ook door de ingang van de baarmoeder als beeld is vastgelegd, en de man moet blijven penetreren om uiteindelijk in staat te zijn zijn offer, zijn zaad te brengen, oftewel hij moet eerst goed onderzoek doen naar de verschillende lagen in deze materie, door blijven te mediteren. Het laatste woord is hier dus ook nog zeer zeker niet over gezegd. De mens moet tot een opname komen, en dan stroomt het zaad en is er wedergeboorte. Zondag 4 gaat over de straf over de zonde, en dat deze straf eeuwig genoemd wordt moet unaniem als volledig opgevat worden, en niet verbonden aan tijd, zoals ook de grondtekst laat zien. Het vlees moet volledig sterven, oftewel geofferd worden, als een middel om tot het inwendige zaad te komen, oftewel de verborgen gnosis. Dit is dus een proces van onderwijs waarin alle onwetendheid wordt uitgebant, ook de onwetendheid omtrend deze dingen. Een straf is in dit opzicht ook positief als een restrictie, een kastijding, opdat de mens niet afdwaald, en in die uitleg mag de straf ook daadwerkelijk eeuwig zijn, opdat de mens het pad vindt. Men raadplege hierover verder de tweede bijbel om een goed beeld te krijgen over deze vaak misbruikte terminologie. Zondag 4 heeft niets met een eeuwige hel te maken, want dat is een belediging naar moeder natuur toe en naar de grondteksten die gewoon stellen dat het om een baarmoeder gaat. Daarom moet de vrijmaking er wel zijn, en stopte deze niet in 1944. Wat is de waarlijke gereformeerde vrijmaking ? De mens moet loskomen van lekenprediking. Letterlijke eeuwige straf is een misdaad die niet thuishoort in de metaforische demonologie, en getackeld wordt door iedere daartoe opgeleide bacterioloog, dogmatoloog en psychotropoloog. Zondag 4 gaat over de geestelijke gebondenheid en verbondenheid aan de gnosis, waarvan de band tussen man en vrouw een beeld is. De vrouw is hierin als kerk ook een moeder tot de man. Zondag 5 : de worsteling tussen het vleselijke en geestelijke heeft een middelaar nodig, want er is wel een kruispunt van verzoening wanneer het vlees sterft. Het vleselijke kan het geestelijke niet verstaan, maar wel als het vlees sterft. Dit moet binnen de mens zelf gebeuren, maar toch moet dit ook iets hogers zijn dan het zelf, wat tevens het hogere zelf is. Altijd weer ligt er in de theologie deze spanning. In de grondteksten worden engelen vergeleken met amazones, en zij worden aangesteld door de moederkerk, en dit is uiteindelijk ook wat de zondagen zijn : natuur vrouwen, natuur moeders, oftewel amazones. In die zin spreken we over het feit dat de ware vrijgemaakt gereformeerde kerk een amazone kerk is, oftewel een kerk waarin de vrouw geëmancipeerd is en de vrouw binnen de godsbeschikking ook in ere is hersteld. Dit betekent dus het einde van het patriarchale tijdperk en het begin van het matriarchale tijdperk. De mens komt immers voort vanuit de baarmoeder. Als er geen moeder is, dan is er niets. Dit zijn realiteiten die zich binnen een mens zelf moeten afspelen. Man en vrouw zijn metaforen, geen daadwerkelijke personen, maar onderdelen van de mens, als principes. Wij mogen in die zin beperkt spreken van een feministische kerk, een feministisch-vrijgemaakte gereformeerde kerk, waarvan de uitleg tevens een nieuwe synode is, als een hervormde visie op de heidelbergse catechismus. Zij die niet tot dit feministische niveau kunnen komen van emancipatie zijn dus nog steeds gedeformeerd en dus niet vrijgemaakt, en ook niet gereformeerd. Zondag 6 gaat erover dat we alleen deel aan deze dingen kunnen hebben door het zoonschap, oftewel door wedergeboorte. Zo kan de mens een nieuw leven beginnen. In Zondag 7 moet ook de zoon ter helle dalen alvorens op te staan. Zondag 8 gaat erover dat God een God van openbaring is, oftewel dat het om de kennis, de gnosis gaat. Het spijbelende kan het geleerde niet begrijpen.

Zondag 9. Alle dingen werken mede ten goede. Het goede is de kennis. Het gaat dus om het pad van onderwijs, van catechesatie dus. Zondag 10. De kennis regeert, niet door directe macht, maar subtiel, oftewel door het lange pad van het kruis, waarop men geduld moet leren, en waarin er dus diepte is en zo alomvattende eeuwigheid. Niets kan ons scheiden van die kennis. Ook kunnen wij niet ontkomen aan die kennis, en die kennis zelfs niet wederstaan. (de onontkoombaarheid en onweerstaanbaarheid van de kennis, zuil 5 en 4 van het vrijgemaakte calvinisme) Zondag 11. Het zaad is een beeld van het zoonschap, van de wedergeboorte, en het beeld van volkomenheid. Het zoonschap is dus zaligmakend en zaadmakend. Zondag 12. Het offer leidt tot het zaad, en zo tot profetie, oftewel de verborgen raad van God. Hierin kan al snel scheefgroei plaatsvinden. Daarom moet de mens strijden tegen de zonde en de duivel, opdat dit beeld niet misbruikt wordt. Zondag 12 is dus een demonologische oproep, oftewel tot geestelijke oorlogsvoering. De gedeformeerde kerk heeft deze oproep verzaakt, en is een inquisitie gestart tegen alle demonologen van Zondag 12. De natuur is zo mooi. We zijn op weg naar de lente, nieuwe tekenen van leven, en wat voor tekenen ? Kunnen we onze moeders zien in de natuur, dwars door alles heen ? Zij zijn de hemelse woorden en gedachtes die ons leiden en corrigeren, voortvloeiende vanuit de bron van eeuwige kennis. Kun je de energieen zien, en ga je ermee in gesprek, toets je ze, of trek je voorbarige conclusies ? Hierover gaat het tweede artikel van deze zaterdag. We gaan verder met de bespreking van die toch wel erg belangrijke heidelbergse catechismus, zowel berucht als beroemd. Hoofdstuk 22. de 52 zondagen - natuur vrouwen - het verdere commentaar op de catechismus van heidelberg (z. 13-20) Zondag 13. De man werd tot zoon, als beeld dat hij een volkomen offer had gebracht, zijn zaad, en zo wedergeboren werd als zoon. Hij was van het vleselijke overgegaan tot het geestelijke, van onwetendheid gekomen tot kennis, van leugen tot waarheid. Daarom is het beeld van de zoon zo belangrijk. Als wij zoon worden is de verbinding met de natuur moeder hersteld. Een man kan niet

slechts een man zijn, maar moet ook zoon worden. Hiertoe is het kruis. Zondag 14 gaat erover dat de mens door het persoonlijke zoonschap terugkeert tot de eeuwige natuur. Zou er iets aan dat zoonschap ontbreken, dan zou de eeuwigheid wegsmelten als een drug. Zondag 15 : De dood kan niet direct en permanent intreden, maar alleen zijn intrede doen door het lijden dat volkomen moet worden door geduld. We spreken daarom ook van het leven als een lijdensweg van hongeren om zo geheel los te komen van de zonde in de diepte van ons wezen en ons bestaan. Kunt gij dan zoetheid proeven zonder eerst diepe bitterheid te hebben geproefd ? Alleen de eeuwige honger leidt tot de honing, als in een geheimenis. Dit is een volkomen honger waarin al de aardse zintuigen en geneugtes zijn afgestorven. Dit is een slopend gevecht wat niet met minder genoegen kon nemen. Zondag 16 : religies en hun verhalen zijn alleen metaforische voorbeelden voor ons om na te volgen, niet om vanaf de luie tv te gaan lopen zappen om naar tv-helden te kijken en die gemakszuchtig te verafgoden terwijl we zelf niet veranderen. Wij moeten in die zin niet 'projecteren' maar 'vereenzelvigen'. Jezus als cultureel voorbeeld, niet als nationalistische afgod met een soort van totalitaire monopolie zoals in de gedeformeerde kerk. Zondag 16 stelt : 'jij ook.' We kunnen het dus niet zomaar allemaal afschuiven op Jezus. Het verhaal is vertelt, nu begint het spel, het avontuur waarin je zelf meespeelt. Zo niet, dan is het slechts kanker, parasiterende op andermans kwaliteiten. Zondag 16 brengt de mens terug tot de eigen verantwoordelijkheid. De mens moet stoppen in allerlei kinderachtige fabeltjes te geloven zoals in de gedeformeerde, demente kerk. Zondag 16 zondert dus af. De mens gaat in de kooi, los van alles, wordt op zichzelf teruggeworpen. Daarom wordt zondag 16 ook wel de kooi genoemd. Zondag 16 zegt ook letterlijk dat we niet slechts aan het kruis moeten, maar ook door de hel moeten gaan, zoals ook Jezus ter helle daalde, opdat we niet denken dat iets vreemds ons overkomt. Zondag 17 stelt dat religie slechts een onderpand is totdat we hebben geleerd het op onszelf te betrekken. Religie is een heenwijzer tot zelf-ontwikkeling. Het zijn de zijwieltjes van een kinderfietsje. De rol van religie mag nooit overdreven worden, en mag de eigen verantwoordelijkheid niet vervangen, want dan is het slechts zieldovende en verstandsuitdovende drugs die schadelijk is voor de algehele gezondheid van het menselijke gestel en bestaan. Zowel roken als religie is schadelijk voor de gezondheid. Gebruik er dus alleen maar hele kleine beetjes van. Zondag 18. Deze zondag stelt dat daar wij het vleselijke onderpand hebben van religie zend God een tegenpand, namelijk het geestelijke, om ons de dingen van boven te laten zoeken. Religie heeft in die zin slechts een dienstbare functie en geen letterlijke autoriteit. Het zijn slechts beelden die weer vervliegen. Het is slechts een tijdelijke toestand, een bepaald bewustzijnsniveau. Daarom moet er een gedegen commentaar komen, zoals nu. De mens mag zo bouwen aan de eeuwigheid, en als het klaar is worden de steigers verbrand. Zondag 18 gaat over de opname. Als de mens geheel aan zijn vlees een harde dood is gestorven wordt de mens opgenomen tot een hoger niveau, een hoger inzicht. Het is dus ook onlogisch om een kerkgenootschap in het midden van dit proces onfeilbaar te verklaren of een bepaalde theologie. Om aan deze valstrikken te ontkomen moet de mens progressieve dogmatologie leren. Hierin mag de mens niet met pensioen gaan, want zulke steigers worden verbrand. Zondag 19 gaat over de geestelijke gaven. Hoe kan het dan dat de gedeformeerde kerk de geestelijke gaven afwijst ? Omdat de gedeformeerde kerk de originele reformatorische beginselen heeft losgelaten. De mens moet dus inderdaad verder, maar ook terug. Waarom haat de gedeformeerde kerk de geestelijke gaven zo, en heeft de gedeformeerde kerk altijd honderden

excusen om deze gaven niet te hoeven gebruiken ? Omdat de gedeformeerde kerk geestelijk met pensioen is gegaan, en het werk niet wil doen. Daarom heeft de gedeformeerde kerk het ook altijd over genade en vergeving, over wat God moet doen, maar nooit over wat zijzelf moeten doen. God is hun wandelstok. De geestelijke gaven zijn de werkinstrumenten die God aan de mens heeft gegeven om zijn koninkrijk te bouwen. Maar de gedeformeerde kerk is werkeloos en leeft van een uitkering. De gedeformeerde kerk is dement en gepensioneerd, wars van de gnosis en alles wat met werken te maken heeft. Daarom heeft de gedeformeerde kerk het ook altijd over geloof, maar nooit over wetenschappelijk en natuurlijk bewijs. De gedeformeerde kerk toetst niets, maar neemt alles klakkeloos aan, onderzoekt niks, maar is er als de kippen bij om hun etiketten uit te delen. lekker makkelijk. Zappen vanuit de oude stoel van achter de geraniums. Werken ? Ho maar. Bedelen is alles wat ze doen. Laat die bedelaars niet binnen. Het zijn parasieten die je hart willen verwoesten. Alles projecteren ze op jou. Jij bent hun pispaaltje en zondebok, en jij moet voor hen werken. Zondag 19 maakt korte metten met hen. Onze strijd is niet vleselijk, maar geestelijk. Deze geestelijk gepensioneerden hebben in het vleselijke vaak vele banen en bezigheden, en grote rijkdommen, maar in het geestelijke zijn ze blut. Ze hebben alles omgedraaid. Zondag 19 rekent met ze af. Hoe ? Het is verschrikkelijk hoe deze zondag is verdraaid en vleselijk is gemaakt. Het is rechtsverkrachting. Wij mogen niet zo boosaardig verbitterd worden naar onze vijanden dat we hen de eeuwige hel toewensen. Neen. Dat is misdadig. Dan ben je bezig je eigen ziel te vernietigen. Geen enkele rechter die nog goed is in zijn hoofd doet dit. Zondag 19 is een goede rechter, die niet overmatig oordeelt, maar rechtvaardig oordeelt, en de eeuwige hel is nooit een rechtvaardig oordeel. Hoe rekent zondag 19 dan af met de zonde en de misleiding ? Door de kennis, door de ontmaskering. De vijand zal blootgelegd worden. De vijand zal onderzocht worden, ondervraagd. Met de vijand zal in gesprek gegaan worden, om te zien of er nog iets goeds in hem over is en hij zich misschien nog wil bekeren. Dit geldt ook voor demonen, die gewoon geestelijke mensen zijn op het slechte pad, zoals overledenen en buitenaardsen, en die ook weer van mening kunnen veranderen. Niets staat vast, maar de kerk heeft te hard geoordeeld door misvertalingen die eenvoudig door taalkundigen getackeld worden, en door etymologen. Zondag 19 oordeelt met een rechtvaardig oordeel gebaseerd op wetenschappelijk en persoonlijk onderzoek, met hoor en wederhoor. Oneindige nuance moet er zijn, zodat er ook oneindige creativiteit kan zijn. De eeuwige hel is verzonnen door kortzichtige, luie en laffe mensen die de dieptes van de demonologie niet willen leren kennen. Het zijn afwimpelaren. Zondag 19 komt ook tegen hen. Zondag 20 : Het geestelijke is eeuwig, en dus ook de geestelijke gaven, de geestelijke werken, wat betekent dat het werk volledig is, en niet ergens halverwege moet stoppen zoals in de gedeformeerde kerk, want halfgebakken werk brengt leugen voort. Zondag 20 komt dus tegen roddel en vooroordeel. Het werk is eeuwig, oftewel volledig, genoeg verdiept. Laat je niet misleiden door genade en geloof die dit werk uitdoven waardoor je een pensioen contract ondertekent van de duivel. Alleen door het eeuwig werk is God voor eeuwig met ons, oftewel de gnosis. Wij kennen eeuwig door eeuwige studie. Als je dit voortijdig en in onvolledigheid afbreekt om tot voorbarige conclusies te komen dan vaagt je ziel weg. Dan ben je een dolende, waterloze wolk, niets dan zeeschuim aan het eind.

Hoofdstuk 23. bespreking zondag 21-25 van de catechismus "Verwacht geen definitie van mij ... Niets zou onredelijker zijn. Om mezelf te definiëren zou zijn mezelf grenzen geven, en mijn kracht kent niemand." Zondag 21 : Door het zoonschap zijn wij uitverkorenen en ontvangen wij de geestelijke gaven om ten dienst gesteld te worden tot anderen. Dit zoonschap kenmerkt zich door afzondering. Deze zondag pleit dus ook voor de geestelijke gaven. Zondag 22 gaat over het kenmerkende van profetie : dat wat geen oog heeft gezien en wat in geen hart is opgekomen. D.w.z. als wij de boodschap verkondigen, dan moet deze boodschap uniek zijn, en niet een boodschap van kudde mentaliteit. Profetie is altijd creatief. Zondag 22 gaat over de uniekheid en diversiteit van de mens. We mogen ons afvragen : bezit onze boodschap zout of is het zouteloos ? Prediken wij om het vlees te behagen, mensen naar de mond te praten, om te bevestigen wat algemeen aanvaard wordt, of prediken we een hemels leven wat gekeerd is tegen het aardse leven om zo scheuring te brengen in de gemeente. Want die moet er volgens Jezus wel zijn. Jezus kwam niet om vrede te brengen, maar scheuring, het vleselijke moest namelijk van het geestelijke gescheiden worden. Per definitie zijn wij daarom pioniers. Wij gaan soms net als Jezus met de zweep door de kerk. Heilige huisjes moeten soms omver getrapt worden. Dankbaar volgen wij hierin de natuurschone Zondag 22. Wat een prachtige natuurvrouw is dit, die zich niet heeft bevuild met de gifgassen van de samenleving, maar bekleed is met het natuurvuil wat ontsmettend is. Kunnen wij deze natuur energie zien en met haar communiceren ? Zij is een energie van de natuur. Zondag 23 gaat over de innerlijke verdeeldheid van de mens, over hoe ingewikkeld de mens in elkaar zit, en over hoe er van diverse kanten aan de mens getrokken wordt. Kunnen wij even stil worden om naar die energie botsingen te kijken ? Het is de innerlijke chaos van de mens, waar uiteindelijk een nieuwe schepping uit voortkomt. Deze laat zich niet afdwingen, maar gebeurt op het juiste daarvoor aangestelde tijdstip. De mens verzint fabels om aan de restricties van de natuur te kunnen ontkomen. Dat zien we ook wel weer in Zondag 23. De mens heeft een grote worsteling te voeren met Zondag 23. Zij is dan ook de worsteling. Smijtegeld, gereformeerd predikant (1665-1739) stelt over deze zondag : 'Wij lezen Filipp. 2: 12. Werkt uws zelfs zaligheid met vreze en beven. Het is een groot woord, een groot werk, en een grote last, die ons elk van God bevolen wordt, om dien, in de naam van God, uit te voeren.' Er moet dus wel degelijk gewerkt worden, ook al is dit werk alleen in en door God. De werken van het vlees moeten uitgeschakeld worden door de geestelijke werken. Smijtegeld stelt dat het geen vergeefs werk is. Hij stelt : 'De goedheid Gods lijdt het niet, dat iemand aan dat werk zijn hand zou slaan, of Hij zal 't hem duizendvoudig vergelden. Zo dan, mijn geliefde broeders! zijt standvastig, onbeweeglijk, altijd overvloedig in het werk des Heeren, als die weet, dat uw arbeid niet ijdel is in de Heere, 1 Cor. 15: 58.' Daarna stelt hij : 'Daar is loon naar werk, Jer. 31: 16. Uw arbeid zal niet ijdel wezen. 1 Cor. 15: 58.' Dit werk is allereerst een werk van toetsen, het zogenaamde worstelen met God op Pniël, zoals Jakob deed. Dat is waar zondag 23 voor staat. Zij is een twistzoekende vrouw. Zij roept de mens op tot werk, een heel vies woord voor de gedeformeerde kerk. Geen vleselijk werk, maar geestelijk

werk. Dit is een werk wat God door de mensen wil doen, door de geestelijke gaven. Zondag 24 valt met recht de vleselijke werken aan, maar richt haarzelf op de gebondenheid en verbondenheid door de gnosis, waardoor er in eerste instantie ook geen werken plaatsvinden, want dit is een leegte, een algehele restrictie, een gebondenheid. Het vlees is geheel uitgeschakeld. Eerst moet het verlam-middel toegediend worden om het vlees te verlammen. In die zin is zondag 24 een giftige pijl. In de nacht zijn er geen werkers, alleen gebondenen, oftewel de slapenden. Maar in de slaap komen dromen met geestelijke werken, door de geestelijke gaven. Veelal als een mens zich richt op geloof, genade en vergeving, dan richt zo'n mens zich ook veelal op het verachten of verloochenen van de geestelijke gaven. Ironisch gezien is Zondag 24 hier tegen uitgezonden, want dit valt ook onder de 'vleselijke werken'. Vandaar dat deze mensen dus naar het vlees vaak enorm bedrijvig zijn en alles in het vleselijke in kannen en kruiken hebben. Ze hebben het geestelijke verruild voor het vleselijke, een aards bestaan wat vroeg of laat als een zeepbel uit elkaar zal spatten. Is u dat opgevallen dat er zo'n grote strijd in de kerk is om de werken ? Wat zou daarachter steken ? Over zondag 25 stelt Smijtegeld : 'U ziet uw roeping, broeders, dat gij niet vele wijzen zijt naar het vlees, niet vele machtigen, niet vele edelen. Maar het dwaze dezer wereld heeft God uitverkoren, opdat hij de wijzen beschamen zou, 1 Cor. 1: 26, 27.' Laten we dit onthouden in vers 25 : Want het dwaze van God is wijzer dan de mensen en het zwakke van God is sterker dan de mensen. Smijtegeld heeft het over de uitverkorenen, de opgenomenen. Het vleselijke kan het geestelijke niet verstaan. Hij stelt : 'Ik kreeg het van God, die kwam en gaf het willen en het werken, Fil. 2: 13' Er is ook nog zoiets als mentale vervolging. De Psalmen staan hier ook vol mee. Maar wie zijn we ? We zijn uitverkorenen. Het zijn krachten die tegen elkaar ingaan. Terecht stelt Smijtegeld : 'Als nu de Geest dat middel gebruikt, neemt Hij dan zachte dingen? Nee. Maar Hij neemt het gehele Woord, het nare en het liefelijke. O,het is zulk een dwaas mens, die zegt: ik wil zachte dingen gepredikt hebben. U moet mij zo maar koeltjes en onaangeraakt laten. Zo wil God niet, Die wil altemet eens een hard woord tot u gesproken hebben. Als u het altijd liefelijk wilt hebben, dat is een teken van het tijdgeloof.' Hebben we dit goed gelezen ? God verkiest het dwaze. Het gelijkvormige zal uitsterven. Alleen het unieke zal overleven. Durf je anders te denken dan de mensen om je heen ? Zo niet, dan heb je een probleem. Het gelijkvormige zal onder de voet gelopen worden door de dwazen van de gnosis. Zij kijken wel beter uit dan gelijkvormig te zijn aan anderen. Heb je nog iets te melden in deze wereld, of zeg je alleen maar hetzelfde als wat ieder ander mens zegt ? Zorg hierin wel dat je niet vleselijk dwaas bent of gewoon dom of roekeloos. Wees strategisch, wees intelligent, en betaal de prijs. Niemand komt zomaar tot zondag 25. Zij gebruikt de massa's als een gesel om je te testen. Alleen de gnosis dwazen zullen tot haar komen. Ze is niet voor een gat te vangen. Ze laat haarzelf niet in een hokje drukken. Laat jezelf dus ook niet in een hokje drukken. Wees de duivel te slim af. Breng iets wat nog niet gebracht is. Wat in geen hart is opgekomen, geen oog heeft gezien. We kunnen denken aan de moeder van Mozes die hem niet kwijt wilde omdat ze zag dat hij anders was dan anderen. Als je er één bent van dertien in een dozijn moet je niet aankomen bij zondag 25. "Verwacht geen definitie van mij ... niets zou onredelijker zijn. Om mezelf te definiëren zou zijn

mezelf grenzen geven, en mijn kracht kent niemand." Hoofdstuk 24. zondag 26 : Wie de grootste onder u wil zijn zal de kleinste zijn. Zondag 26 : Het vlees projecteert altijd, klaagt altijd de mens aan die het goede wil doen, van het vlees afwil. Hoe kom je van het vlees af ? Het vlees is de zondemacht die de mens wil besturen. Wij leven niet door eigen meningen en geloof, niet door het vlees. Veel te gevaarlijk. Wij leven door dromen en visioenen en die moeten getoetst worden. Er is daarom werk aan de winkel. De vleselijke werken moeten sterven opdat de geestelijke werken kunnen regeren, oftewel de geestelijke gaven, en die moet de mens ontvangen. Daarom is de gedeformeerde kerk zo tegen de gaven, en vervolgt altijd de gaven, altijd. Het doden van het vlees gaat niet door een tovertruukje wat ze in de kerk verkopen zoals de doop of het geloven in het bloed van Jezus. Dat is puur metaforisch en je komt altijd weer uit op de demonologie, wat je kunt vergelijken met een varkensjacht op het vlees, op de zonde, die zich als varken manifesteert. Dat is niet letterlijk maar figuurlijk dus. Het vlees verletterlijkt daarom ook altijd alles. De mens is zo schoon geworden dat de mens door deze waan het vlees niet eens meer ziet. Daarom moet de mens zich vervuilen door het werk. Dat is dus een goede, natuurvervuiling. De mens moet weer aan het werk. Niet vleselijk, maar geestelijk. Het vlees probeert dit altijd weer te ontlopen. Je kunt het inderdaad niet zomaar zelf doen, want het moeten de werken in de kennis zijn, anders gaat het nog verkeerd. Daarvoor is dus school nodig. School is ook iets wat het vlees haat, maar het vlees heeft daarom afwijkende pseudoscholen neergezet voor de mens die de indruk moeten wekken dat alles toch okay is, en dat er toch geleerd en gewerkt wordt, maar dit is een grote leugen. Het zijn gepensioneerden die slaven voor hen laten werken. Er is dus een verschil tussen de vleselijke school en de geestelijke school, en zo ook een verschil tussen vleselijk werk en geestelijk werk. Alleen door de gnosis kan de mens in waarheid leven, studeren en werken. Daarvoor moet de mens dus op een soort van varkensjacht tegen het vlees. School en werk gaan dus samen met strijd. Daarvoor is zondag 26, en die moet dus verdiept worden. Er wordt hierin gesproken dat de mens onberispelijk moet zijn, en dat dit kan als de zondemacht afsterft. Het kruis wordt genoemd, en laten we niet vergeten dat het kruis er is om het vlees eraan te doden, het varkelijke in ons. Wat een verschrikkelijk beest is dat, een woest varkelijk zwijn, waar Psalm 80 het ook over heeft. Dit is geen makkelijk zwijn, want het zwijn projecteert, valt ons aan met valse beschuldigingen en draait alles om. Misschien ken je dit zwijn wel in je eigen leven. Wij moeten ons dus juist vuil maken in de strijd tegen dit everzwijn. Het is allereerst iets in ons zelf, ons vlees, onze varkelijkheid, als een schaduw, en die lijkt in eerste instantie onoverwinnelijk, omdat het je met grof geweld zo kan uitschakelen. Zelden is er een meer intimiderend beest geweest dan dit zwijn. Het kan je totaal aan stukken rijten. Het zit in je gedachten, nog niet eens zozeer wat anderen tegen je zeggen, maar de manier waarop je het interpreteert en hoe het je leven beheerst. Het is de lens waardoor je leeft en waardoor je in dit bestaan bent. Het zwijn heeft je gebeten, en je bent erdoor gaan hallucineren. Alles om ons heen is het gevolg van die hallucinatie, van het ijlen van die wond, wat ook wel de matrix wordt genoemd. Dat wil zeggen dat we de aardse realiteit anders

ervaren dan dat het is, en we denken omdat Jantje en Pietje hetzelfde beleven dat het daarom wel waar moet zijn, maar dat is niet zo. Jantje en Pietje zijn vervormd en kunnen wel hele andere dingen zijn. Alles is vermomd, alles is een projectie, een verdraaiing. Daarom moeten we de strijd met het beest aangaan zodat deze wond kan genezen. Allereerst dus niet grijpen naar het schoonmaakproduct, maar naar het vuile werk. Durf je handen maar vuil te maken aan dit varken. Je moet wel, anders rijt het je nog verder in stukken. Als zondag 26 stelt : doop of oordeel, over wat voor doop gaat het dan ? Doop jezelf in de varkensjacht. Durf jezelf vies te maken. Je moet er doorheen. Je kan het nu niet gaan negeren. Dat is wat de doop betekent. Het is niet letterlijk. Het is iets van de natuur. Dompel jezelf onder in de strijd. Dat is het kruis, want zeer zeker dat het varken ons dan zal verwonden en ons zal vervolgen. Je komt er dan niet meer vanaf maar moet er dwars doorheen. Het werkt door je familie, je vrienden, organisaties, de media. Overal zie je dit varken. Maar je moet er doorheen. En zondag 26 is daartoe als een hulp en gids gezonden. Zij is een natuur vrouw die inwijd in de jacht op het vlees. Zij sluit geen compromissen. Zij disciplineert je, en onderwijst je, en laat zien dat er werk aan de winkel is. Dit is een strijd in haar baarmoeder waardoor wedergeboorte kan plaatsvinden. Het komt je niet aanwaaien. Eerst ben je een feutus. Je moet door alle nodige ontwikkelings fases heen voordat je geboren kunt worden. Daarvoor is alles duister. De mens wordt niet zomaar door een middeltje van zonden gewassen. Neen, de mens moet de zonde confronteren en leren kennen. Ken je de strijd met dit zwijn ? Ken je de strategie ? De psalmist moest zichzelf figuurlijk wassen in het bloed van de vijand, wat erop duidt dat je de vijand door en door moet kennen, waar ook de demonologie voor staat. Het vlees heeft deze strijd verzaakt en zo de bedriegelijke vlees industrie opgezet in plaats daarvan, maar dit kan de noodzaak van de geestelijke strijd niet vervangen. Het varken en het zwijn in de natuur zijn onze medeschepselen, en zijn intelligente, vredelievende dieren, geenszins de demonische varianten in de geestelijke wereld die metaforen zijn van de zonde in ons. De mens zelf is dus het varken. De mens moet zichzelf opofferen en niet altijd naar de ander kijken, zoals de Bilha ook stelt. En dan is er de patriarchie die met grote vleeskwabben op henzelf net doen alsof ze tegen het vlees strijden. Ze moeten bij zichzelf beginnen. De mens moet zelf minder worden, en niet vlees bij een ander zien terwijl ze zelf met hun vlees lopen te pronken alsof het iets goeds is. Kijk naar hun dikke armen en protserige borsten waarmee ze het vleselijke en varkelijke verheerlijken, en dan splinters in anderen zien. Het verhaal van de balk en de splinter. Zondag 26 is dan geheel anders en stelt dat dat patriarchische mannelijke aan het kruis moet. Het zogenaamde alfa-heersende mannelijke is een illusie, een drug, uitgevonden door het vlees, wat aan het kruis moet. De eersten zullen de laatsten zijn, en de laatsten zullen de eersten zijn. In dat opzicht was Jezus de alfa en de omega, de eerste en de laatste. Wie de grootste onder u wil zijn zal de kleinste zijn. Meer informatie over de gedeformeerde psychopathische kerk die is als een duivelse cultus en secte die dieren offert aan de buik en kinderen martelt tot een offer aan de moloch. Wat een gruwel en wat een nachtmerrie, en toch moeten we hier leren doorheen te prikken en te zien waar de lijnen van de gnosis lopen, want we zullen gaan zien, ook aan de hand van reportages van de voorouders die onder hetzelfde leden, dat het vleselijke het verdraaide geestelijke is. Het vleselijke zal in die zin ook nooit aan het geestelijke ontkomen. Terug naar de natuur realiteiten achter de aardse beelden,

mensen. Vandaag meer over de dieptes van de zondagen van de heidelbergse catechismus, die als natuur vrouwen zijn wachtende in de wildernis op de ontwakende mens. De moeder roept. Wie hoort ? 'We are in a race between education and catastrophe.' H.G. Wells Hoofdstuk 25. zondag 27-29 : heb je al een geestelijk beroep ? of ben je nog geestelijk werkeloos ? Justus Vermeer (1696-1745) stelde in zijn commentaar op zondag 27 : 'Als bij een eigenaar, die door het ontvangen van een gezegelde overdracht iets ter verzekering in zijn hart krijgt. Zelfs al zou een ander dat zegel roven, die ander zou toch dat gevoel niet krijgen.' Waarlijk bezit is dus altijd iets persoonlijks en kan nooit zomaar overgenomen worden of gestolen, want dan is het niet meer hetzelfde en heeft het geen substantie. We leven in een bizarrocratie vandaag waarin de slachtoffers de schuld krijgen, en de misdadigers vergeving als een dekmantel gebruiken waaronder zij opereren, en kinderen worden gedwongen aan dit systeem deel te hebben door bedreiging met eeuwige hel. Pure chantage. Doop is een beeld van diepte. Als zondag 27 het over de doop heeft dan wijst zij op het bloed van het kruis en de besnijdenis. Dit is een persoonlijk proces waarin de mens loskomt van zonde en misleiding. Het is zeer dualistisch ook. Ineens zie je meerdere culturen, ineens ben je cyclisch. Zonde staat namelijk gelijk aan kortzichtige exclusiviteit. Doop is diepte. Kom tot de diepte, ook de diepte van zondag 27. Het is een hoop christelijk gemelk waar je doorheen moet, maar je moet de taal leren begrijpen, waar het daadwerkelijk voor staat, in de diepte. In de diepte sterft het vlees af. Aan de oppervlakte blijft het vlees je bedonderen. Daarom is zondag 27 'zij die tot de dieptes roept', net als nephthys in de egyptologie. Zondag 28 gaat over het avondmaal. Hoe moeten wij dit interpreteren ? Smijtegeld zei hierover : 'Alle goede gave, en alle volmaakte gift is van boven.' Het is dus een metafoor van het ontvangen van de geestelijke gaven. Dan zegt hij verder over zondag 28 : 'Hij richt Zijn kinderen de tafel toe, voor hun aangezicht tegenover hun tegenpartijders, Ps. 23: 5. Kom, laat Ik u eens verkwikken, zegt God; laat Ik u eens onthalen; eet, vrienden, drinkt, en wordt dronken, o liefste, Hoogl. 5: 1. Mijn gunstgenoten, zegt de Heere, hier heb Ik wat, om u te doen smaken en zien dat Ik goed ben, Ps. 34: 9.' Dan wordt er gezegd : het is het lichaam van Christus wat gegeten wordt, maar dat is het niet. Het is metaforisch en veel dieper. Het lichaam is namelijk een beeld van communicatie, en het is het zaad van de vrouw, wat Smijtegeld ook stelt. Het zaad van de vrouw zou het zaad van de slang overwinnen. Wat is het zaad van de vrouw ? Metaforisch gezien moedermelk. Zo communiceert moeder met kind. Je hoeft maar in de kerk rond te kijken om te zien wat godsdienst-psychopaten hier van gemaakt hebben. Kunnen wij door het psychopatische van godsdienst heenprikken en zien welke gnosis erachter verborgen wordt gehouden ? Het zijn slechts gelijkenissen. Achter het avondmaal ligt een diepere opname verborgen, namelijk de werk opname. De mens ontvangt hier de geestelijke gaven en krijgt zo een geestelijk beroep. Heeft u al een geestelijk beroep, of bent u werkeloos of geestelijk met pensioen gegaan ? Bent u al opgenomen voor werk ? Het is de werk-opname, een zeer belangrijke

opname. Dit is waar zondag 29 voor staat. Zondag 29 is het antwoord van de gnosis op hen die willen werken, als de werk-opname. Zo wordt de wil van de mens om geestelijk te werken, wat de wil van de gnosis is, bevestigd. Door de opname in het geestelijke werk te ontvangen wordt het vleselijke werk en de wil tot vleselijk werken verpletterd. Dit zijn tekenen van het geestelijke van zondag 29. Wij mogen vervolgens deze tekenen ook belijden. Wij kennen hierin de diepte van het kruis die tot zo'n opname heeft geleid. Eerst moet het vlees door dit kruis geheel verscheurd worden. We kunnen stellen dat de vleselijke blijdschap die we om ons heen zien een gebrek is aan informatie en aan geestelijk werk. Het is de blijdschap van een werkeloosheids-uitkering of van een pensioeneringsfonds in het geestelijke. Deze mensen zijn dus veelal wel zeer bedrijvig in het vleselijke om dit te verstoppen. Het lijden, het kruis, de kruisologie, leidt tot gehoorzaamheid, oftewel tot het ontvangen van de geestelijke gaven daartoe en de geestelijke werk-opname tot geestelijk werk. Vanwege het grote gevaar wat er ligt moet dit dus wel beroepsmatig zijn, en geen beunhazerij ergens in een schuurtje. Het mag geen keuken-operatie zijn. Neen. De mens wordt teruggeroepen tot de wildernis, tot de natuur. Daarom is een verletterlijking van het avondmaal gruwelijk, waar ook Justus Vermeer tegen streed. We ontkomen in deze wereld niet aan het christelijke abc, maar dit moet verdiept worden, en de achtergronden moeten besproken worden, zodat deze psychopatische beelden ons niet naar de keel grijpen zoals ze dat bij ons deden als kind. Wurgers zijn het, zelfmoord-dienaren op zelfmoord-missie. Laten we bedenken in wat voor afschuwelijke strijd onze voorouders waren die ook hierin opgroeiden. Ook zoveel informatie die hen bekend was over de dieptes van de christelijke taal is later weer verloren gegaan of op de achtergrond gedrukt om plaats te maken voor het moderne mainstream christendom van het westen, wat al helemaal niet meer christelijk is. Vernieuwing is in sommige opzichten belangrijk, maar in andere opzichten moet men teruggaan. Vermeer stelt dat er als geestelijk mens naar gekeken moet worden als naar een gelijkenis die versluierd is. Dan kun je er iets van zien en vatten. Hij streed tegen de Roomsen die alles hadden verletterlijkt en letterlijk het bloed van Christus dronken en zijn vlees aten, als puur kannibalisme. Vermeer stelt dan dat God niet plaatselijk is, maar alomtegenwoordig. Hij vind het gruwelijk hoe de Roomsen dit ritueel hebben gemaakt om zo de zonden te laten vervangen en wegnemen. Maar waar gaat het dan om ? Het lichaam is een beeld van de geestelijke gaven, van het geestelijke werk, als een werktuig, en in die zin beeld het dus de werk opname uit wat verscholen ligt achter het avondmaal, als een diepere opname. Het is niet genoeg om zomaar opgenomen te worden. De mens moet tot de diepere opname komen, die van het lichaam. Vermeer zegt hierover : '1. Wij zullen eerst het grondbeginsel en de aanleidingen noemen, waaruit dit gruwelijk wangevoelen is voortgekomen. Het allereerste grondbeginsel is toch geweest de verdorven menselijke natuur. Deze hebben al Adams kinderen gemeen en die zit bij alle onherborenen op de troon. Daardoor begrijpt de natuurlijke mens niet de dingen, die des Geestes Gods zijn, en zij zijn hem een dwaasheid en hij kan ze niet verstaan, omdat zij geestelijk onderscheiden moeten worden (1 Kor. 2:14). De mens verheft zijn natuurlijke rede en wil door zijn filosofie en door zijn natuurlijk redeneren alles begrijpen en doorzien, zelfs de verborgenheden des geloofs en de dingen, die des Geestes Gods zijn. En dan maakt hij van alle geestelijke zaken en zelfs van de genaden alles wat hij maar kan, omdat hij vleselijk is en de Geest mist. Maar ja, de woorden staan in de Bijbel, en daaruit volgt dan dat hij er wat van moet maken.' '2. Om nu maar bij het pausdom te blijven, neemt dan als voorbeeld eens de eerste Christenkerk. Toen er veel vuur des Geestes was, was het een dagelijks werk voor de christenen om in hun ongelegenheden in de geest naar hun sterkte te vluchten, namelijk de gekruiste Christus. In alle zaken werkten zij afhankelijk van Zijn licht, van Zijn raad. Zij hadden over zich en over al het hunne Zijn gedurige bewaring nodig. Daarom gebruikten zij Jezus dagelijks tot die doeleinden.

Maar de Geest de kerk verlatende en het dus nacht wordende, en evenwel de woorden des Geestes daar zijnde, zo maken de papisten stoffelijke, houten, stenen, koperen, zilveren en gouden kruisen en vluchten daar nu heen. Zij verven deze op hun goederen, zij maken deze over zichzelf en over hun spijze en goederen. En dus doen zij vleselijk datgene, dat door en in de geest van een christen geschieden moet.' Dit wil zeggen dat het vlees imiteert in de wereld. Alle schatten van de gnosis zijn geplunderd en verdraaid, en hebben dus niet meer hetzelfde gevoel, en is de mens niet tot baat. De demonologie en de geestelijke werk-opname is verletterlijkt in de vlees industrie, de avondmaal industrie en verder vleselijk werk. Ze hebben een hele bijbel met lijsten van vleselijke beroepen, allemaal in een poging de geestelijke gaven te doven. '3. Maar nu de Geest (gnosis) wijkende en de woorden der waarheid blijvende, doen de papisten deze oefening lichamelijk, en als zij de Naam Jezus maar horen noemen, buigen zij hun lichaam.' '4. En daarvan is nu de uitwendige biecht overgebleven, en dat meer om de beurs der mensen dan om hun zielen te behouden. De papen jagen nu de zielen der mensen naar de afgrond, door hen te zeggen dat hun zonden vergeven zijn.' Afschuwelijk is de vergevings-kerk waaronder misdadigers hun dekmantel hebben, wat ook gaat door het avondmaal. 5. En dan kunnen zij naar hun gedachte niet beter doen dan dat zij de lichamelijke genieting stellen in de plaats van de geestelijke. Wij mogen alleen genieten door de gnosis, door de kennis, anders is het geen daadwerkelijk genot. Kennis is dus altijd boven genot, en genot is alleen in de context van genot, dat wij op een bepaalde manier genot ervaren hierdoor. Er is dus een wezenlijk verschil tussen vleselijk genot en geestelijk genot van, door en tot de gnosis. Wij zijn geen zoekers van genot maar van gnosis. Dat is in zekere zin ons genot. Vermeer waarschuwt dan dat de dwaalgeesten hun gruwelen met hand en tand verdedigen, door zowel de bijbel als uitspraken van voorouders die ze vervolgens uit de context halen en verdraaien. Eigenlijk roeien ze gewoon met de riemen die ze hebben, stelt Vermeer. Ze willen het kloppend maken. Zo forceren ze alles om hun gruwelen maar goed en mooi te doen lijken. Vermeer stelt dat het misbruik is, groot misbruik. De verletterlijking van de leer van het avondmaal wordt de transsubstantiatie. Vermeer zegt hierover : 'Tenslotte is de leer van de transsubstantiatie in de dertiende eeuw vastgesteld, namelijk in 1215 in het concilie van Lateranen. Daar is besloten dat iedereen moet geloven dat de verandering in het sacrament een transsubstantiatie is. En in het antichristelijke concilie van Trente, in de zestiende eeuw, in of even vóór het jaar 1550, is op deze leer het anathema gelegd. Toen zijn de dienaren van de antichrist het eens geworden, welke tot hiertoe over dit stuk hadden gedisputeerd, en zij hebben de vloek uitgesproken over al degenen, die dit gruwelijk leerstuk van de transsubstantiatie niet zouden willen geloven en belijden.' Je moest dus religieus kannibaal zijn, anders was je een vervloekte. Zo werd het geestelijke pensioeneringsfonds ingesteld, want dit had de geestelijke werk-opname vervangen. Vannacht had ik een droom over de diepere opname, de werk-opname, verborgen achter het avondmaal. Ik was terug in 1997 waarin ik een ervaring had. Het was de echtscheiding van het vlees waardoor de werk-opname plaatsvindt. Het huwelijk met het vlees is een pensioeneringsverdrag wat een kind al bij de geboorte krijgt, als vleselijke uithuwelijking, en wat verbroken moet worden. Vermeer stelt : “Jezus: zegt : “Want gelijk de bliksem uitgaat van het oosten en schijnt tot het

westen, alzo zal ook de toekomst van de Zoon des mensen wezen.” Met dit alles wil Jezus zeggen, dat er geen andere toekomst van de Zoon des mensen te wachten is dan in de Geest (gnosis), in de voortzetting van het evangelie op een zeer krachtige, heerlijke en schielijke wijze, zoals de bliksem de wereld verlicht. En vooral ook op de jongste dag, wanneer zeer plotseling het teken van de Zoon des mensen in de hemel op de wolken zal verschijnen als een bliksem van het oosten naar het westen. Dan zullen alle ogen Hem zien.” De geestelijke werk opname is dus ook een wederkomst. Verder stelt Vermeer om aan te duiden dat niemand het vlees en bloed van Christus kan drinken : 'De Heere heeft het ingesteld tot Zijn gedachtenis en, naar het zeggen van Paulus, om de dood van de Heere Jezus te verkondigen totdat Hij komt. Nu weet toch ieder wel, dat men geen gedachtenis houdt van dingen of personen, die tegenwoordig zijn, maar van die afwezig zijn. En nu moet men de dood des Heeren verkondigen totdat Hij komt. Dan is Hij er nu niet.' Daarna stelt hij dat het avondmaal in het OT niets anders was dan het drinken uit de geestelijke steenrots in de wildernis, en dat dit iets afbeeldend is. Maar de moderne mens verstaat de zinnebeeldige spreuken van de oudheid niet. De verletterlijking van deze dingen, stelt Vermeer, neemt de waarheid van de hemelvaart (de opname) weg. De woorden die Vermeer aangeeft als opgeborgen in het avondmaal zijn 'gehoorzaamheid' en 'werkende middelen'. Er komt een verbinding tussen kruis en verdienste, oftewel tussen kruis en kracht. Dit is dus de verbinding tussen het kruis wat diep genoeg is gegaan in het verscheuren van het vleselijke voorhangsel dat daardoor de geestelijke gaven in werking worden gesteld en de werk-opname plaatsvindt, de diepere opname. Vermeer stelt : 'Wij moeten dit vasthouden, dat het Avondmaal de gemeenschap met Christus niet geeft waar deze niet is.' Er is dus een dienst-oproep. Het is geen gezellige bejaardenbijeenkomst waar dementen een gezellig glaasje drinken. Het is geen extra uitje van het pensioenfonds. Neen. Vermeer stelt dat het de werkingen zijn van het kruis op een geestelijke wijze, wat dus het onderhouden en het versterken is van het geestelijke leven tot trouw. Trouw aan wat ? Aan de gnosis. Het zijn de werken van de gnosis, versus de werken van het vlees. Vandaag de dag is de mens liever getrouw aan het vlees. Vermeer stelt dat de ware trouw een zaak is van natuurlijke banden die leiden tot kracht, vastheid en zekerheid in het werk. Hij stelt dan : 'Gods volk moet uit dit alles leren geestelijk te verrichten wat de papisten vleselijk doen.' Dat wil zeggen dat de kerk en de wereld het slechte voorbeeld geven, maar dat we dit voorbeeld toch nodig hebben, als een vleselijk voorbeeld van hoe het geestelijk moet. Daarom bespreken we deze dingen ook. We kunnen niet ontkomen aan de talen en beelden om ons heen, maar we kunnen ze wel verdiepen en vergeestelijken, en ook ontmaskeren door te zien wat er verborgen gehouden wordt. Meer informatie over de psychopatische gedeformeerde kerk dus, opdat we zien welke gnosis ze erachter verborgen houden. De leugen kan de waarheid niet geheel verdelgen. Het loopt er nog ergens doorheen, en dat is ook de beste manier van ontmaskering en terechtwijzing. Deze geesten moeten terechtgewezen worden. Er moet hen getoond worden wat ze eigenlijk hebben gestolen en hoe ze het hebben verdraaid, want in principe hebben ze gewoon een atoombom van de gnosis gestolen terwijl ze niet wisten hoe ze ermee om moesten gaan en hoe ze zich daartegen zouden moeten beschermen. En zie : de verklaring van deze dingen is het ontploffen van deze atoombom. Daartoe was het al die tijd geprogrammeerd. Het is een atoombom van de natuur, van natuur principes. Deze biologische atoombom zal geen mens overslaan, want de werk opname is tegelijkertijd een wederkomst, en alle ogen zullen het zien. Hoe gaat dat eigenlijk in zijn werk ? Elke knie zal buigen, elke tong zal belijden. Dat gaat erover wanneer de eeuwige gnosis zal wederkeren in de werk opname. Het is een ontmoeting in de lucht, als een lens. Elk oog zal het zien. Wat betekent dit ? Vermeer stelt : 'O, wat behoorde de dienst van God in geest en waarheid in u, als staande geheel tegenover al dat vleselijke, een glans van zich te verspreiden. En wat behoorden de lichamelijke oefeningen van het pausdom door Gods volk op een geestelijke wijze en in waarheid te geschieden.' Ze zien het dus al in zichzelf. Het vlees is gedoemd om telkens weer de gnosis te zien, maar dan op een vleselijke manier, die heenwijst naar het geestelijke. De code zit er al in, en het is de code van

een atoombom. Ze hebben het al in de hand en lopen er overal mee rond, en het tikt. Dat wat achter het avondmaal steekt, stelt Vermeer, is 'versterking van het geestelijke leven. O, wat zou dat Gods volk sterk en sierlijk maken.' Het gaat om de gnosis die erachter ligt. Wij moeten er door opgenomen worden, en zo komt het telkens terug. Het is de donder en bliksem die we zo nu en dan in de natuur zien, al dan niet gepaard met veel regen. Vermeer stelt dat wij ontdekkers behoren te zijn, en dat we daarin de ongeestelijkheid van de kerk onder ogen moeten komen. Juist daarin valt zoveel te ontdekken, omdat ze zoveel versluierd hebben, achtergehouden hebben. Vermeer stelt dat dit bepaalde kloppingen zijn van de natuur die wij moeten volgen, kloppingen van de geestelijke natuur die erachter liggen. Wij behoren deze kloppingen te koesteren en aan te kweken. Vermeer stelde dat Jezus daarom moest weggaan om zo de Geest (oftewel de gnosis, de hogere informatie) te zenden. Het gaat niet om Jezus. Jezus wijst ergens naartoe. Als een mens Jezus volgt wil dat ook zeggen dat Jezus zelf iets volgt, en dat is in zijn eigen woorden de gnosis. Jezus is niets in zichzelf. Vermeer stelt : 'En ook om er naar te staan veel medelijden te oefenen met onbekeerden en paapsgezinden. Om niet hard van hart te zijn als men hen het brood der kinderen ziet roven. En ook niet tegen het pausdom. Die arme mensen zijn er ongelukkig genoeg aan toe. God heeft hen vast overgegeven aan een kracht der dwaling, om de leugen te geloven (2 Thess. 2:11). En menigeen onder de zogenaamde gereformeerden heeft die leugen ook in zijn rechterhand en gaat daarmede ten Avondmaal. Hij is als die hoer (Ezech. 16:32), die in plaats van haar man de vreemde aanneemt.' Aan het einde van zijn commentaar op zondag 29 stelt hij : 'Ook is de weg om daartoe te komen tenslotte ook veel te zuchten om de verbreking van de antichrist (anti-gnosis, anti-kruis). Dat zijn zinken mocht worden verhaast. En dat in die weg van zijn laatste val die belofte vervuld mocht worden.' Hoofdstuk 26. zondag 30 : mag jij door tot de volgende ronde ? heb je je huiswerk gedaan ? Zondag 30 spreekt over het avondmaal wat in diepte beveiliging betekent, als onderdeel van de immunologie. Je ziet dan een plaatje in de kerk, een kamer, waarin er een broodmaaltijd wordt gehouden, met Jezus en zijn discipelen, maar wat betekent het, of wat wordt er hierdoor achtergehouden ? Er is veel over gespeculeerd en er zijn veel verhalen over de ronde gegaan over geheime codes en tekenen in dit specifieke plaatje en verhaal. De mens komt in een kamer met een tafel met daarop een broodschaal, en er zijn vier deuren, vier opnames : de studie-opname, de werkopname, de lijdens-opname en de strijdens-opname. Dit zijn de geestelijke gaven. Er is dus in die kamer iets aan te nemen, niet dat je het bloed van Jezus gaat drinken. Je moet iets ontvangen, open staan voor iets, niet dat je het vlees van Jezus gaat eten, dus wat is precies dan de afleiding ? Juist dat, en dat is ook de test. Maar dit moet dus ambtshalve verdiept worden, want het is te diep ingebakken al. Daartoe zijn de zondagen, de natuurvrouwen. Laten we beseffen dat we het over het

derde heilige boek van de christenen hebben : de heidelbergse catechismus. Het kwam in 1563 met de reformatie. Er wordt veel uit gepredikt in de gereformeerde kerken, naast de bijbel. Voor sommigen is het gewoon onderdeel van de bijbel, en het staat ook in sommige bijbels. Hoe werkt precies die beveiliging ? De christen die tot de gnosis is gekomen is een gnosten. In de kamer van het avondmaal zijn dus vier opnames. Die opnames beveiligen elkaar. De werk-opname wordt beveiligd door de studie-opname, want anders zou het werk corrupt kunnen worden. Als je geestelijk werkt, maar je volgt daarbij geen geestelijke studie, dan gaat het vlees het overnemen, en dan zit je weer te kanen aan het vlees van Christus. Dan heb je de test niet doorstaan. Dan ben je weer een heiden geworden. Ook moet je dus opgenomen worden in de lijdens-opname van het kruis, om het te verdiepen, anders heb je geen zintuigen om de studie tot je te nemen. Het kruis is dus je zintuig. Maar er moet ook gestreden worden, anders eindig je in de vergevings-kerk, wat een gepensioneerde kerk is. Aan dogma's zijn allerlei regels verbonden. Als ik aan de technische universiteit zou hebben gestudeerd zou ik u hebben uitgelegd hoe een radio of tv werkt, en daar zijn ook allerlei regels aan verbonden, en een computer is tegenwoordig een geavanceerde radio en tv die dus interactief is, en daardoor dus persoonlijk en daardoor dus beveiliging nodig heeft. Daar kun je het mee vergelijken. Het dogma zit dus niet simpeler in elkaar dan bijvoorbeeld raket technologie, wat ik ook heel vaak tegen mensen zeg. Zoals een computer gehacked kan worden kan een dogma ook gehackt worden of mensen gaan er heel simpel mee om, en dan komen er scheuringen omdat de regels niet in acht zijn genomen. In die zin is het aardse een hele simpele en vaak corrupte afspiegeling van het geestelijke, maar met een kern van waarheid, bijvoorbeeld als iemand iets gestolen heeft en die komt voor de rechter, en de dief vraagt vergeving, dan is het daarbij niet af, want hij zal het gestolene moeten terug geven. Doet hij dat niet en wil hij alleen vergeven worden, dan is dat een misbruik van het dogma, en beroepshalve mag geen enkele rechter dat toestaan. En dat geldt voor een heleboel andere dingen. Dat wil niet zeggen dat rechters recht van spreken hebben, want vandaag de dag is rechtspraak een markt, net zoals het medische, maar het gaat even om het voorbeeld. Als mensen vergeven, dan is dat iets persoonlijks. Als een mens die u wat heeft aangedaan naar u toekomt en zegt : 'Kun je mij vergeven. Ik zal alles goedmaken wat ik verkeerd heb gedaan, je rectificeren, het gestolene terugbrengen etc.', ja, dan kun je zo iemand vergeven. Iemand kan vergeven, maar niet altijd vergeten, en dat klopt in sommige situaties als wij heel diep verwond zijn, want het hart en de ziel kan beschadigd raken, en daar moeten we soms doorheen, dat is het pad van het kruis, en wij moeten ook door vervolging heen, om verschillende redenen. Dat is in iedere situatie anders, en hangt af van de diepte. Je kan tegen een nazi zeggen die om vergeving vraagt : 'Ik vergeef je,' of tegen een ander soort crimineel of gevaarlijk persoon die om vergeving vraagt, maar vergeving is niet hetzelfde per definitie als vertrouwen. Iemand kan bijvoorbeeld een oorlogstrauma hebben. Of hij de nazi's heeft vergeven of niet, hij zou denk ik niet meer terug willen naar zo'n nazi kamp. Dat staat daar los van. Met incest slachtoffers of slachtoffers van marteling is het hetzelfde. Er kan in sommige gevallen misschien vergeving zijn, maar dat wil niet zeggen dat een kind zich veilig voelt nog contact te hebben met de misbruiker, ook vanwege flashbacks die dodelijk kunnen zijn (zelfmoord). Daarom behandelen wij deze kwestie's ook met uiterste voorzichtigheid. Een getraumatiseerd mens is nooit meer hetzelfde want die heeft een ingebouwd overlevingsmechanisme. Mensen kunnen opbiechten wat ze verkeerd hebben gedaan, maar soms halen ze dan weer soortgelijke streken uit, dus dan zijn ze een gevaarlijk roofdier waarbij je uit de buurt moet blijven voor je eigen bescherming omdat ze onbetrouwbaar zijn.

Het is dan altijd een beetje zoeken naar een middenweg, maar je moet jezelf ook in bescherming nemen tegen vernielzuchtige types. Over God's liefde kunnen we heel kort zijn : als dat niet verbonden is aan dierenliefde dan is het God's liefde niet meer. Wat ik daarmee bedoel is dat God geen slagers vergeeft die eerst dieren doodmartelen en dan ook nog eens mensen het vlees verkopen, wat pure hormonale drugs is, en zo moeten kinderen vaak opgroeien en ze doen alsof het de doodnormaalste zaak van de wereld is. Ze moeten eerst daarmee stoppen en zich bekeren en dan is er vergeving, niet omgedraaid. Liefde is een strijder tegen onrecht, ook onrecht tegen dieren en kinderen. Liefde beschermt. Zondag 30 is een guardian, een bewaker. Daar kom je niet zomaar langs, en die was aan de kerk gegeven. Deze bewaker moest er wel zijn, want er waren vele gevaren in de reformatie en er was inmiddels al een deformatie gekomen. De anus van een dier bakent zijn terrein af voor territoriale beveiliging, en zo is dat ook met de natuur vrouwen, dat hun anus het terrein afbakent, want de anus is een metafoor van de demonologie, oftewel van de immunologie van de natuur, en de mens heeft niet voor niets een anus. Smijtegeld zegt hierover : 'Ze moeten in de geestelijke strijd gaan. Dat ze de kunst om te strijden hebben, is ook der gemeente goed. De dwaalgeesten moeten zij weten op te zoeken; de valse moeten ze hun dwalingen ontdekken.' De vergevingskerk heeft het altijd over de vergevingsgezindheid van Jezus, maar toen ze Jezus een etiket op probeerden te drukken in het evangelie zei hij dat ze niet vergeven zouden worden, ook niet in het toekomende tijdperk, wat betekent dat het helemaal niet om vergeving gaat, maar om rectificatie. Vergeving doet er niet toe als er geen rectificatie is. Ze hebben het altijd over die suikerzoete, lieve Jezus die geen vlieg kwaad doet, maar Jezus sloeg er soms ook met een zweep doorheen en kon ook flink schelden. Die teksten worden dan vaak overgeslagen of ze houden er een doof oor tegen. De vergevingskerk is corrupt tot het bot, en Zondag 30 komt tegen haar. Het gaat per slot van rekening om het onderzoek, om de studie opname, maar de vergevingskerk probeert deze geestelijke gave te doven, zoals eigenlijk alle geestelijke gaven. Smijtegeld zegt hierover : 'De predikanten zijn der gemeente goed ook in de toepassing van de zaak. Ze moeten niet maar in 't wilde spreken, en maken dat men de dwalingen weet, maar zij moeten ook weten met een ziel om te gaan, en elk zijn bescheiden deel inwendig te geven.O, zij moeten zeggen: onderzoekt uzelf, 2 Cor. 13: 5.' We kunnen niet alleen maar lijden en de andere wang toekeren en onze kinderen gemarteld laten worden, en dan maar deze misdadigers vergeven. Een moeder vergeeft nooit. Ze beschermt haar kind. Dit is ook in de natuur zo. De wilde dieren vergeten nooit, en vergeven ook niet. Ze moeten overleven, hun kinderen beschermen. Ja, het kruis duurt lang en gaat diep, maar daarin is studie die tot werk leidt, en dit leidt tot de strijd-opname. Het is oorlog. Verzaak de geestelijke oorlogsvoering niet. Wij keren vaak de andere wang toe, maar kom niet aan onze kinderen. Dat is wat het avondmaal in diepte betekent : durf die vergevings-grens over te gaan. Kom tot de diepere strijdopname. En misschien dat je dan juist je vleselijke wapens kan laten vallen en kan toekijken als God de ongehoorzamen straft. Juist dan ga je profetische visioenen krijgen. De strijd-opname betekent dus dat een heleboel valse strijd, vleselijke strijd zal afsterven. Het kruis roept juist een diepere strijd op. Smijtegeld zegt hierover : 'Er zijn al zovele dingen afgehandeld, zegt de Onderwijzer, legt er u nu eens naasten ziet wat deel gij daaraan hebt. Als hij dat gedaan heeft, dan gaat hij de ergerlijken in

leer en leven buiten houden totdat ze zich bekeren. De Christelijke Onderwijzer vat de zaak wel terecht op. U zult vinden, dat hij 't ook zo vat in die drie laatste stukjes. Mijn vrienden, zegt hij: ik moet het mes in de hand nemen voor de gemeente, om de waarheid te verdedigen; en hij behandelt het stuk wijselijk. Nu bij het Avondmaal geeft hij proeven, en hij eindigt niet, zonder toepassing daarop te maken. Daarop zegt hij: wij hebben de sleutelen gekregen, om de gemeente te zuiveren, en de ketters buiten te sluiten.' Het avondmaal is een test : Ga je hevig zitten eten en drinken, of ga je tot de diepere opnames. Sommigen komen tot het avondmaal tot hun eigen oordeel. Dus je komt in die kamer, en wat dan ? Het bloed van Jezus en het vlees van Jezus in een kom en een schaal zijn er tot verzoeking, tot verleiding, neergezet, om te zien wat je ermee gaat doen. Het avondmaal is dus tegelijkertijd het laatste oordeel, de voleindiging. Hier kun je niet gezellig gaan lopen eten en drinken, en denken : 'Na mij de zondvloed' en vrolijk gaan feesten. Neen. Het is een beproeving en een ondervraging. Dit is het einde van je leven, of het begin. Mag jij door tot de volgende ronde, of stopt hier alles ? Het vlees komt niet meer uit deze kamer weg. Het vlees kan niets pakken en ermee wegrennen, want zijn armen en benen smelten weg. Tenslotte vergelijkt Smijtegeld het avondmaal ook met het verhaal van Jakob die zijn vader bedroog : 'U zult zeggen: maar waaraan moet een Christen zichzelf beproeven? Legt er uw hart eens bij. U gaat zoal ten Avondmaal, maar beproeft uzelf eens, of gij 't wel waardig zijt, daar te gaan. Hier wil de natuur niet aan; alle onderzoek en proeve heeft een soort van ontroering in zich. Ach, moeder! zei Jakob, zou ik aldus om de zegen gaan? Zo mijn vader mij betast, zo zou ik een vloek over mij halen, Gen. 27: 11, 12.' En : 'Maar zijt gij iemand, die schuw van onderzoek zijt; komt men aan het toepassen, aan de kentekens, wordt gij in 't nauw gezet, dan wringt ge uzelf in duizend bochten. U wordt kwaad op degenen die u eens onderzoeken willen. Zijt gij schuw van onderzoek, dat is het grootste teken, dat gij nog in de natuurstaat zijt. Maar zijt gij een mens, die begerig is naar onderzoek; dat is een teken, dat er enig werk Gods in uw hart is.' Daarna stelt hij : 'Als iemand onrein was in de eerste maand, dan moest hij het Paaslam eten in de tweede maand, Num. 9: 10, 11; Ja, zij mochten in de tempel niet komen, of ze moesten hun voet bewaren; en zal men dan ten Avondmaal mogen gaan, zonder zijn hart en handen te bewaren? Ja, ten laatste. Niemand mag het Avondmaal gebruiken dan die genade heeft.' Lieve mensen, waarom zijn er zoveel mensen die genade willen hebben, maar ze willen geen genade geven aan dieren ? Dat mogen we onszelf afvragen. Wij zullen genade ontvangen naar de mate we genade aan dieren geven. Genade mag nooit misbruikt worden, zoals de vergevingskerk die ook een genade kerk is, en die genade is vaak niet voor dieren. Ze zorgen nauwlettend dat hun kinderen worden gedoopt, maar de dieren worden niet gedoopt. Die horen er niet bij. Zondag 30 komt tegen het misbruik van genade. Een hemel zonder dieren, mensen. Kunnen we het ons voorstellen ? Dat is de valse hemel die ze vandaag de dag hebben gemaakt, een zeer vleselijke hemel. Mensen, nogmaals : dieren zijn metaforen van de onderdelen van het immuun systeem, als werkende middelen, dus als de mens dieren blijft verwoesten, dan gaat de mens met pensioen en heeft de mens op een gegeven moment geen immuun systeem meer over. Het dier werd gegeten voor de vergeving van zonden. Als u nog verslaafd bent aan het eten van dieren dan bent u nog verslaafd aan het grote bedrog van de vergevingskerk. Zondag 30 geeft een vervanging. Kom terug tot haar moedermelk, kom terug tot haar wildernis, haar kamp, waaruit uw vlees niet zal kunnen ontsnappen. En laat uzelf onderwijzen. De studie-opname beschermd de werk-opname, en de werkopname beschermd de studie-opname. Werkgelegenheid biedt dus studie gelegenheid, en studie gelegenheid biedt dus werkgelegenheid. Het wordt verdiept en zintuigelijk gemaakt door de

kruisologie en de demonologie, oftewel door de lijdsens opname en de strijdens opname. Ook deze twee diepere opnames zijn dus belangrijk voor de beveiliging van geestelijke studie en geestelijk werk. Inventariseer deze dingen, en krijg overzicht over deze dingen. Ga het vatten. Ook Ursinus (1534-1583) stelde dat het avondmaal verbonden was aan de engel des doods, de engel van het oordeel : 'Het woord Pascha is afkomstig van het Hebreeuwse woord Pesach, dat een doorgang betekent, welk woord weer ontstaan is uit „Pasach”, dat door- of voorbijgang of overspringen betekent. Dit slaat op de doortocht van de Engel, welke, ziende het bloed des Lams aan de deuren der Joden, is door- of voorbijgegaan en hun eerstgeborenen spaarde, toen hij alle anderen in Egypte ombracht.' Dit is dus niet het letterlijke bloed van een lam, of het letterlijke bloed van Jezus, maar het bloed van het vlees wat gekruisigd moet worden, figuurlijk gezien. Als je je vlees en haar begeertes en wil, en al haar valse kennis, niet hebt gekruisigd, en dat bloed is dus niet aan je voorhangsel, dan zal deze engel des doods dus de eerstelingen van al je vleselijke vruchten moeten slaan en afnemen. Lieve help, mensen, hebben wij in de gaten wat dat voor een bediening is ? Wie zijn die engelen des doods, en hoe gaat dat in zijn werk ? Daarover gaat de demonologie. Zonder deze bediening is er geen exodus, dus geen opname. Vermeer noemt het letterlijk eten van het vlees van Jezus zoals dat gebeurd in de paapse mis een duivelse baring van de meest gruwelijke monsters. We kunnen stellen dat het eten van letterlijk vlees nog steeds iets is van de paapse mis, als iets van de psychopathische, gedeformeerde kerk. Het is een duivelse cultus en secte. Men brengt niets anders dan duivelsoffers. Een mens die hier geen traan over kan laten vallen is nog steeds bezeten door deze geest. Zo'n mens moet eerst tot een diepe verbrokenheid komen. Zo'n mens moet eerst boetvaardig worden, want alle nederigheid is alreeds vertrokken en is slechts vals. Men buigt voor de afgod, telkens weer. Oh, wat zijn we allemaal weer nederig en vergevingsgezind en liefdevol en genadig. Ja, tot de duivel. Zondag 30, de wilde moeder, komt tegen dit soort praktijken met haar gesel. Oh ja, ze wilden haar een heks noemen met een bezemsteel, omdat ze zwaar aan de hormonale drugs zijn, wat letterlijk vlees is. Ze zijn dement geworden door de vele onzichtbare parasieten die in het vlees krioelen. Ze eten gewoon uit een kommetje met maden. Maar zondag 30 is de engel des doods. Het vlees moet sterven, en de ziel wordt opgenomen tot God. Het is de immunologie van de exodus, zij die de exodus op gang heeft gebracht. Zonder haar konden de Israelieten niet de zee overtrekken. Mozes had wat dat aangaat slechts een bijbaantje in vergelijking met het werk van deze engel. Deze engel deed het echte werk, en rekende af met de wortel, de eerstelingen, van de vijand, van het vlees. Vermeer stelt : 'Wij lezen (Jer. 17:5): 'Vervloekt is de man, die op een mens vertrouwt, die vlees tot zijn arm stelt en wiens hart van de Heere afwijkt.' Vermeer hamerde daarom op het zelf-onderzoek, zoals Noach hamerde aan zijn ark omdat de zondvloed komende was. Horen wij het kloppen van deze hamer, mensen ? Deze strijd is allereerst in onszelf. Wij moeten eerst in onszelf deze dingen onderscheiden, in het onderwijs, en daarna kunnen we pas naar anderen kijken. Draaien wij dit om, dan gaan we met pensioen. Dan zijn we als oude opa's met de luie stok die op iedereen wel wat hebben aan te merken, maar zelf niet veranderen, en geen daadwerkelijk en substantieel onderwijs aandienen. Allerlei dingen uitkramen is heel eenvoudig, maar kun je het ook intellectueel onderbouwen, en kan het de toets doorstaan ? Zondag 30 toetst de harten. Is er wetenschappelijk bewijs voor je uitspraken, of zeg je maar wat ? Is het slechts je dogma ? Zondag 30 toetst. Zij laat met haar ogen niet los wat zij heeft gezien. Zij vergeet niet, en vergeeft ook niet zomaar. Het is geen moeder waarbij we met grote misdaden en grove leugens zomaar ermee wegkomen door één of ander dom versje op te zeggen wat we ergens hebben geleerd. 'Ja, dank u voor uw vergeving.' 'Welke vergeving ?' zou zij vragen. Wat heb je er zelf aan gedaan ?

Zijn zulke zogenaamde godsdienstigen die God niet kennen en niet willen leren kennen omdat ze met pensioen zijn gegaan dan niet de grootste en ergste atheïsten, die de gnosis loochenen ? Vermeer zegt hierover : 'Ook opdat wij meer het gevaar mochten zien, dat gelegen is in de omgang met deze afgodendienaars. Bovenal opdat elk onzer er voor bewaard moge worden van ooit op enigerlei wijze zich aan zulken te verzwageren. Want daarmede haalt men de toorn Gods over zichzelf, over zijn goederen en over zijn nageslacht. (…) Maar mochten wij uit de verhandelde stof ook de gruwel van het pausdom in onszelf leren zien, en hoe deze plompe en goddeloze dwaling van de mis voortvloeit uit de grondslag van onze staat van nature, waarin elk onzer van nature ligt en welke over de onbekeerde heerst.' Het gaat dus om de bekering tot de gnosis, tot het onderwijs. Wat is dan het ware offer ? Vermeer stelt : 'En hoe uw offeranden dus als van geestelijke priesters geestelijk moeten zijn, namelijk de offeranden van een verbroken hart (Psalm 51). Dat ge uzelf de Heere ten dankoffer zult offeren (Rom. 13:16).' Zoals de Bilha ook stelt : Wij moeten onszelf offeren. Dit gebeurt dus door een verbroken hart. Dat is het grootste en allerbelangrijkste offer dat een mens moet brengen. Zonder dit offer zijn alle andere offers volstrekt waardeloos. Het dogma is dus verbonden aan een heleboel regels (dogmatologie), en het avondmaal is dus verbonden aan studie. De engel des doods, zondag 30, is een oorlogsengel, die de mens oproept tot dienst, in de oorlog tegen het vlees, wat een studie oorlog is. Informatie, daar gaat het om. De vijand is disinformatie en gebrek aan informatie. Hoofdstuk 27. Zondag 31 : van opname tot huisvesting – een woning krijgen in de hemel Zondag 31 gaat door met het beveiligings-systeem, als een draaiende steen. Er zullen alleen deuren geopend zijn als er voor het vlees deuren gesloten worden. Het gaat over hoe het geestelijk reizen werkt. Het is de motor van de territoriale oorlogsvoering. Wij kunnen alleen geestelijk reizen als ons vlees stopt met reizen. Niemand bepaalt dit. Wie doorgaat en wie niet doorgaat. Niemand. Als een systeem je probeert het medische, het geestelijke of het rechterlijke te verkopen, dan weet je dat je met beunhazen te maken hebt die niets maar dan ook niets te zeggen of in de melk te brokkelen hebben in de grotere context. Je hoeft niet te praten met geld automaten. Laat ze maar met elkaar praten. Ze zijn straal maar dan ook straal bezeten, dronken, en ze zullen alleen maar nog meer bezeten en dronken worden. We hebben van hen niets te vrezen. Als ze wijzen met het vingertje, en dan je vervolgens ik weet niet hoeveel euro voor vragen, dan weet je dat ze de technologie niet hebben, nergens voor. Zelfs toen Elia zelfmoord wilde plegen vanwege al deze systemen liet de

gnosis hem niet in de steek, toen Elia diep in de wildernis was gevlucht. Smijtegeld zegt hierover : 'De raven, zulke wilde en woeste vogelen, als God ze orde geeft, zij doen Zijn bevel. Gaat naar de profeet, zegt God, en brengt hem brood en vlees (van demonen, niet van dieren), zolang totdat het regent, of dat Ik het u anders gebiede, 1 Kon. 17: 4. Wat een orde houdt God ook onder de beesten der aarde! Hoe ordentelijk gingen ze allen naar de ark toe. Wilde en tamme dieren, zelfs de allerwoeste, gingen vanzelf in de ark, Gen. 7: 16. Wat een orde houdt God onder de mensen. Hij wil niet, dat de wereld een spelonk van moordenaren zijn zal, daarom stelt Hij overheden en machten (de zondagen). Aan u, zegt God, geef Ik het mes, gebruikt het wel, om de kwaden te straffen, en de goeden te beschermen, Rom.13: 4. En als u in 't regeren u niet wèl kwijt, zo zal Ik het van uw hand eisen, zegt God. In het kerkelijke moet ook alles ordentelijk zijn: of moet de kerk alleen als een huis zonder deur zijn? Ach nee! De kerk moet zijn als een goed huis, waar deuren en grendels aan zijn; en daar 't alles ordentelijk toegaat. 't Is de stad Gods. De wachters staan aan de poorten, die geheel de dag en geheel de nacht waken, die uit de keel roepen en niet inhouden, om Jakob zijn zonden en Israël zijn ongerechtigheden bekend te maken, Jes.58: 1. Die waken, opdat het er alles ordentelijk zou gaan, zij sluiten het koninkrijk voor al degenen, die vijanden zijn in leer en leven; en zij openen de stad voor de vrienden, voor alle ware gelovigen. Eens predikants bediening is een zware bediening, zij moeten verloren gaan, als er iemand door hun trouweloosheid verloren gaat. Ezech. 3; 18 en 33: 8.' Mensen of het vlees, begrijpen de taak van predikant en demonoloog niet. Als een predikant een fout maakt heeft hij veel bloed aan zijn handen, maar als hij waarschuwt, dan is het bloed aan de handen van de mens die niet luistert. Daarom moet een predikant wel waarschuwen. De predikant weet dat als hij niet de weg afbreekt voor het vlees, dat de mens dan niet verder komt in het geestelijke. Daar gaat zondag 31 ook over. Deze sleutelen zijn geestelijk, zoals Smijtegeld ook stelt. Het medische en rechterlijke wat vandaag de dag verkocht wordt is dus geen sleutel. De sleutels liggen in de handen van de geestelijken. Laat niemand zichzelf bedriegen. Ook zij die het geestelijke verkopen zijn daardoor dus niet meer geestelijk, maar vleselijk. Er is daarom ook een grote pseudo-geestelijke branch, oftewel de psychopathisch gedeformeerde kerk. Ware geestelijken moeten hier dus wel tegen waarschuwen, en mogen hun waarschuwingen ook zeker niet verkopen, anders hebben ze ook bloed aan hun handen, veel bloed. Vandaag de dag worden sleutels verkocht aan criminelen, en gestolen door dieven. Maar och, ziet u, het zijn geen echte sleutelen, en men versteent hierdoor slechts, als in een draaiende steen. Wat voor sleutel gaat het om ? Smijtegeld is er heel duidelijk in : 'U zult zeggen: schikt gij ze niet te veel op; hoe vele sleutelen hebben ze? Twee. Welke zijn die? Een sleutel van kennis of de predicatie des Woords; en een sleutel der tucht of der discipline. (…) Luk. 11: 52. Wee u gij Wetgeleerden, want gij hebt de sleutel der kennis weggenomen; gij zelve zijt niet ingegaan, en die ingingen hebt gij verhinderd. Ze houden niet van Wet prediken of te donderen op de predikstoel. Waarom niet? Omdat ze zelf niet trouw zijn; zij willen zelf niet ingaan.' De ware sleutel van de tucht is niet van de wetgeleerden, maar van de geestelijken, van de gnosis. Tucht is vandaag de dag in de wereld koopwaar geworden. Daarom vertrekken geestelijken naar de wildernis. Ze willen er niets maar dan ook niets mee te maken hebben. Ze onderhandelen niet met die grote geldautomaten. Laten ze maar met elkaar onderhandelen en elkaar dronken voeren en nog meer dement. Het is een groot bejaarden feest, lieve mensen. Heb er geen deel aan. Smijtegeld legt uit wat een predikant daarentegen behoort te zijn :

'Maar hoe moet dan zulk een predikant zijn? Eerst. Hij moet een goede kennis hebben in het Woord. Sommigen hebben geen kennis, veel minder hebben zij verstand, om zielen te behandelen, of gevallen van 't gemoed op te lossen, zij moeten machtig in de Schriften zijn. (…) Hij moet donderende van stem zijn, bliksemende van bestraffing en wandel. Hij moet oprecht en Godvruchtig zijn.' Liefde is een strijder tegen onrecht. Als een geestelijke niet strijd tegen onrecht, en de misdadiger al bij voorbaat vergeeft om zijn kinderen te laten mollen als vrijkaartje, dan is het geen geestelijke. Walgelijk is het als men zo hoog spreekt van liefde en vergeving met een aardappel in de keel, en weent als een mens iets overkomt, maar daarbij geen traan laat om het leed in de holocaust van de dieren, en zo deze pseudo-liefde geen plaats heeft voor dierenliefde. Walgelijk is het. Ze horen op het nieuws dat er een gezin is verongelukt en zijn in tranen en gaan er helemaal in op, maar ze realiseren niet dat dieren aan de lopende band opzettelijk verongelukt worden in de holocaust. Voortdurend worden hele dierenfamilies uitgeroeid om geofferd te worden aan de buiken van dit soort mensen met een walgelijke, godslasterlijke pseudo-liefde. Wat een bedrog. En maar janken als een dierbaar mens iets overkomt, maar ze sluiten hun ogen en harten voor het dierenleed. Wat ben je dan ? Waarom leef je dan ? Dan ben je gewoon een parasiet die een pseudo-realiteit heeft gemaakt. Alles draait om deze parasieten en hun monumenten, alles. Het is allemaal heel egoïstisch. Het is slechts een bacterie. Het is geen echt leven. Waar leef je dan voor ? Vreten, slapen, poepen. Als een varken niet vreet, dan slaapt hij. Smijtegeld stelt : 'Er is overvloed van stof in elke Zondag, die er in deze stad en gemeente gepredikt wordt. Dan nemen zij teksten, en zij prediken dan hier en dan daar tegen. Daar komen uitverkorenen onder, God zegent het Woord, hun hart wordt geraakt, zij willen tot de Heere overgaan. Dan komt zulk een predikant en die richt er zijn predicatienaar, naar de gestalte en de staat van deze mens; en daar begint er een heilige groei te komen, onder Gods zegen.' Het is een figuurlijke taal die we gebruiken, geen letterlijkheid, maar we gebruiken beelden om te laten zien hoe de gnosis werkt. Dat is een technologie. Een geestelijke is dus eigenlijk een technoloog. Er zijn veel regels aan het dogma verbonden. De mens heeft deze tussenlaag nodig. We kunnen niet zomaar wiskundig gaan lopen praten zonder beelden te gebruiken, want dan snapt niemand het nog. Het is een communicatie middel. Denkt u eens in hoe een geestelijke, een opgenomene, met de gnosis communiceert. Dat gaat op een hele andere manier, in veel hogere talen. De mens moet zichzelf begrijpbaar maken zonder paarlen voor de zwijnen te werpen. Hierin moet er dus een middenweg zijn. Een geestelijke mag nooit geheel zijn ziel en zalighied uitstorten en te grabbel gooien, om zo een wilde weldoener te worden. Er zijn regels aan het dogma. Je kunt niet openen zonder te sluiten. Dat is waar zondag 31 over gaat. Zij kwam om de mens geestelijke woningen te geven, als een hemelse woningbouw. Wij komen in deze woningen als wij de woningen van het vlees achterlaten. Na de opname komt er dus hemelse huisvesting. Ursinus noemt zondag 31 de leer van de sleutelmacht, als zijnde een geestelijke concierge. Hij noemt het ook het ambt van de huishouding. Zondag 31 is dus een hemelse huisvrouw, zoals Parvati dat is in de Indische theologie. Ursinus zegt hierover : 'Deze macht of dit ambt der Gemeente wordt aangeduid door de woorden binden, ontbinden, opendoen en toesluiten, omdat ze krachtig en bondig is. Want ze geschiedt door het Woord van God.' Mensen die dus de sleutels verkopen hebben deze geestelijke macht niet. De ware geestelijke rechterlijke macht is dus van de geestelijken, omdat het tot de demonologie behoort. Dit wordt ook wel het kerkelijk recht of de kerkelijke tucht genoemd, en dit is dus

verbonden aan het Woord, oftewel de studie. Hiertoe moet dus de studie opname van Zondag 30 plaatsvinden. Veelal grijpt de vleselijke mens te snel naar werk, zodat het vleselijk werk is, en heeft hierin geen genoeg fundament van studie, van het Woord, waardoor het een valse studie opname is, en een gebrek aan lijdens opname. Dit zijn vaak heerszuchtige mensen die niet kunnen wachten, niet willen wachten. Dit is in de demonologie illegaal, en hier komt de kerkelijke tucht over. Het is dus ook een valse werk opname die dan plaatsvindt. Al met al zijn dan hun sleutelen ook vals, die ze dan proberen door te verkopen in een crimineel netwerk. Ze bouwen hun eigen scholen en eigen regeringen en noemen het dan legaal. Dus deze leugen kent geen einde, maar zal vallen door het kerkelijk recht, door zondag 31, want ze zullen in de hemelen niet worden gehuisvest. Het is slechts geestelijke huisvestiging op grond van een vleselijke opname. Daarom kennen zij ook geen daadwerkelijke autoriteit, maar slechts in vormen en uiterlijkheden die tijdelijk zijn en wegstreepbaar. Ursinus noemt hen die ongeestelijk en wereldlijk het recht hanteren terwijl zij geen hartenkenners zijn 'aanmatigers', en zij dienen zich van zulk 'recht' af te keren. Een geestelijke matigt zich ook nooit recht aan, maar maakt alleen gebruik van recht, omdat deze door God (gnosis) gegeven wordt. Menselijke systemen kennen geen harten. Alleen God kent de harten. Het is allemaal aanmatiging. De mens doet geen of gebrekkig onderzoek en verkoopt dan het recht of veilt het voor de hoogste bieder. Dit is een grote gruwel die het Woord rechtsverkrachting noemt, door het aannemen van steekpenningen. Vermeer stelt dat dit een oorlog is tussen het zaad van de slang en het zaad van de vrouw. De vrouw heeft door het bezit van een baarmoeder daadwerkelijke kwaliteiten van huisvestiging, terwijl de slang bedrog pleegt. Vermeer wijst erop dat Saul het koningschap verloor toen hij op eigen houtje, buiten het Woord om, ging lopen offeren, zonder de regels van het dogma hiertoe in acht te nemen. Samuel bestrafte hem en zei dat hij dwaas had gehandeld en zo niet meer de macht kon hebben, wat toen overgedragen werd aan David (I Samuel 13). Ook noemt hij het voorbeeld van Uzzia die door zijn macht hoogmoedig werd en zomaar buiten het Woord en de regels van het dogma ging lopen offeren op het reukofferaltaar en daardoor zijn koningschap verloor (2 Kronieken 26). Hij werd door zijn valse offer ook nog eens toornig op de priesters. Vandaag de dag worden geestelijken vervolgd door de geest van Uzzia die het altijd beter denkt te weten, zonder de regels van het dogma te kennen. Dit gebeurt door de wereldlijke en gedeformeerde macht. Vermeer stelt dan : “Elk mens toch zoekt heerschappij en rang, en het is een schande, dat kerkelijke personen, die geen aardse rang hebben, deze somtijds evenwel aannemen van degenen, die wel in hoogheid zijn. Ja, die er soms zo spoedig bij zijn om vanwege hun geestelijk ambt uitwendig geëerd te worden. Jezus zegt het anders (Matth. 20:26): "Die onder u zal willen de eerste zijn, die zij uw dienaar." Helaas is er ook in ons beroep een marktmatige 'professie' werkzaam die als een soort NSB samenzweert met de wereldlijke macht. Een voorzichtig mens telt voor twee. Maar als ze u het Woord van God proberen te 'verkopen', dan weet u genoeg. God laat zich niet verkopen als een hoer. Dat zijn allemaal de 'snelle weg piraten'. Het is allemaal de geest van Uzzia. Ze zijn eraan te herkennen dat ze de technologie niet kennen. Wel kunnen ze enorm vleien om lichtgelovige zieltjes dit te doen laten geloven. Iedere schurk heeft wel zijn eigen domkop. Het 'gij geheel anders' is dan van toepassing. Wat kunnen we dan stellen ? Het Woord en de tucht, zoals Zondag 31 ook stelt, wat een doorgang is in het geestelijk reizen, en wat leidt tot huisvesting en huishouding. Er is een vleselijke liefde, die eerst buitengesloten moet worden, voordat de geestelijke liefde kan komen.

Hoofdstuk 28. zondag 32-33 : van hemels burgerschap tot hemels agentschap tot hemelse natie Een bediening kan alleen volkomen worden door het lijden. Het mogen ook geen afzonderlijke bedieningen zijn, zoals bijvoorbeeld het medische nooit losgekoppeld mag worden van het demonologische, anders gebeuren er de grootste ongelukken. Daarom is de medische industrie van afzonderlijke praktijken en branches ook naar de regels van het dogma van de demonologie volstrekt illegaal. Men doet dus maar wat, en allemaal door het vlees. Parasitair leven is geen daadwerkelijk leven, en daarom moeten er dus werken zijn, doelmatigheid, in de context van een studie plan. Door te lijden kan de mens de ander aanvoelen en iets voor de ander te betekenen. In die zin is werken drieledig : studeren, lijden en strijden. Er mag niets buitenom de demonologie gebeuren want dan is het parasitair. Dit is dus een ingebouwde beveiliging. Het werken is een onderdeel van de immunologie. Daarover gaat zondag 32. Werken is zowel de gnosis dienen als de ander. Zonder deze werken is de mens dood. Zondag 32 hamert als Noach op de werken, als zijnde een ark om te overleven. Zonder werken is er geen schip. Zondag 32 stelt dat dit alleen door het kruis kan. Ook de werken zonder kruis zijn dood. Het kruis is wat het werken doelmatig maakt, gericht. In het marktwezen is er geen gerichtheid omdat men de mens niet kent en niet wil kennen, alleen zijn grote zak met geld. Medische koopmannen kijken de mens in de mond voor het goud, maar luisteren niet naar de mens. Wie is uw raadsheer ? Geld of kennis ? Smijtegeld stelt : 'Hij wil, dat men tot de wijsheid zegt: Gij zijt mijn zuster, dat men het verstand onze bloedvriend noemt, Spr. 7: 4. Zo ziet gij dan hieruit wel, dat de vromen grote kennis hebben. Geeft het de vromen dan niet na, dat zij geen wijsheid hebben, zij zijn de aller-wijsten. (…) Paulus stond er zo naar, als hij alle dingen schade en drek rekende om de uitnemendheid der kennis. (…) De praktijk is de ziel van de kennis, een Godzalig hart moet werkzaam wezen niet alleen met zijn hersens, maar met zijn ganse wandel. Dit zijn drie stukken, waar God in Zijn Woord, en Paulus in zijn brieven, en de Onderwijzer hier zo op aandringen, dat zijn de prikkelen en de nagelen, die diep ingeslagen worden van de meesters der verzamelingen, Pred. 12: 11. Mist gij het een of het andere, dan mist gij de gehele zaak; mist gij het ene, gij mist het andere ook.' Zij missen de demonologie, dus is het corrupt en illegaal, en crimineel, en zondag 32 laat zien wat er met hen zal gebeuren als ze zich niet bekeren. Ze zullen niet toegelaten worden in het koninkrijk. Waar dan wel ? Zeker niet de eeuwige hel, want dat is ook onrechtvaardig en onmenselijk. Eigenlijk zijn ze gewoon bezig zichzelf te vernietigen en komen in ziekenhuizen, gevangenissen en scholen buiten het koninkrijk terecht. Wat kunnen we doen als een mens bezig is zichzelf te vernietigen ? We proberen hem te helpen waar we hem nog kunnen helpen, maar we moeten onszelf en anderen ook tegen hen beschermen. Daarvoor is de kerkelijke tucht. Het werk moet dus gekeurd worden, getoetst worden. De mens moet niet alleen in de werk opname zijn, maar ook komen tot de werkplaats, tot het kantoor, en gehuisvest worden in het werk. Is het werk al je woonplaats, en ben je al onderdeel van een werk-familie ? Of ga je nog helemaal op in je aardse familie die misschien al wel gepensioneerd is of werkeloos en hun tijd verspillen met allerlei vleselijk werk om de heiligen af te leiden ? Er zal dus een zondvloed komen die al het vleselijk

werk zal uitbannen, elk werk zal toetsen. Elk pseudo-werk zal uitgeroeid worden door deze zondvloed. En dan lig je in het water, in de zee, die al dan niet woest is, en dan moet je zwemmen tot de werk-eilanden die nog zijn overgebleven, de woonplaatsen van geestelijk werk. Dit is de zondvloed van zondag 32. Zij komt tegen alle valse werken, en toetst elk werk nauwgezet en zal niets door de vingers zien. U bent gewaarschuwd. Zondag 32 komt om velen te ontslaan. Veel werk is namelijk helemaal geen werk. De werkzondvloed zal komen. Wie zal bestaan ? Als het nacht is zal niemand kunnen werken. Werk zolang het nog dag is. Het werk moet volbracht worden. Zondag 32 is één van de natuurvrouwen tot de kerk gezonden om hen uit te leiden in de grote reformatie. Zij draagt een lamskleed. Waar staat het voor ? Een vals lam moest verslagen worden. Zij roept de mens op om waarlijk discipelen te worden, maar discipelen van wat ? Het is beeldspraak natuurlijk. Zij spreekt in kerkelijke taal tot hen die in de kerk vastzitten. Het is net zoals we nog steeds Nederlands moeten spreken, anders verstaat niemand het. Ik ontmoette haar in Assen, in een droom. Ik ben vroeger veel in Assen geweest. Profeten met wie ik bevriend was hadden het vaak over 'de werkplaats van God'. In de droom lag ik in de werk-zondvloed, waar overigens iedereen doorheen moet. Ik was in de zee, en moest naar Assen zwemmen, wat een eiland was, gebouwd op klei. Ik moest tegen kleigronden opklimmen. Ik ontmoette haar toen in de wildernis op het eiland. Zij droeg een lamskleed. Zij was een donkere natuur vrouw, een aspect van God, van de gnosis. Zij speelde een lied op een fluit, en zong. Ze toonde mij een aardappelplant, met vele aardappelen die onder de grond groeiden. Het is het leven van een werker. Het is verbonden aan zoveel aspecten. Wij schreven over Assen in het boek 'De Davidische Zalving' van 2005 : 'Toen wij het eerste deel van de jaren negentig voor Nederland baden voor openbaring over de territoriale machten, toen sprak de Heere over een aardappelveld met een weg daarlangs. Die weg leidde tot een kerk met daarin een wild paard. Het aardappelveld is het beeld van verborgen vruchten en duidt op een diep lijden van Nederland.' Ik houd zoveel van Assen dat het pijn doet. Daar ligt zo'n groot stuk van mijn verleden, en ook mijn ontwaking uit Pinksteren tot de meer profetische beweging en vrijmaking. We waren daar allereerst met praktijk daar voor mijn studie, en ik stond daar met een medestudent in mijn armen voor een hele lange tijd, en ik weet niet waarom. Het gebeurde gewoon. Dat was een hele bijzondere ervaring. Ik had een droom lang geleden dat ik daar was met een Iraanse vriend, en het ging over een boek, en we keken naar buiten en zagen daar op het water de Assense profeten in een roeibootje. De laatste tijd in mijn dromen zie ik steeds meer de zondagen achter die Iraanse vriend, de natuurvrouwen die doorkomen. Over de Assense profeten schreven we in het boek : 'Met praktijk reisden we door het hele land, en al snel kwamen we in Assen waar een man een woord van de Heere kreeg en mij na de dienst eruitpikte. Hij was een profeet, en legde mij haarfijn uit hoe gevaarlijk pinksteren was. Het heeft mijn ogen echt geopend. Hij liet zien dat de pinkstergemeente een marionetten-cultus was, nauw verbonden met de zonnetempel-cultus van de inca's. De groep waartoe ik behoorde was zichtbaar bezorgd om mij. Maar het contact met die man bleef. Het sprak boekdelen tot mij. En zo kwam ik in een kring van oordeels-profeten, en leerde de Heere kennen als iemand die het helemaal niet zo op had met het instituut 'pinkster-kerk'. Een grote uittocht begon. In het profetische leerde ik zelf de stem van de Heer verstaan en niet meer te bouwen op anderen. Ik moest zelf een relatie met God krijgen en los komen van mijn slavenbanden, want ik was in die tijd gewoon een pinkster-paardje. Na mijn theologische opleiding werd ik baptisten-predikant, en dat was net tussen evangelisch en pinksteren in, als een veilige haven voor mij. Bij de baptisten vonden ze de gaven van de Geest wat ongewoon, maar wel interessant. Wonderen en tekenen begonnen te gebeuren, iets wat broeder Richards al tijdens mijn pinkster-tijd

over mij had geprofeteerd. (…) Stijl heb je ook als je wel naar de kerk gaat, maar je niet met hen vereenzelvigt, zoals die pinkster-broeder in Assen die het helemaal niet zo had met pinksteren. Ik herinner me nog goed dat hij op een zondag met een stoeltje en een tafeltje voor de gemeentedeur ging zitten met een klokje. Zo van : tik-tak, tijd is bijna om. Oordeel staat voor de deur.' En ieder geval hebben de zondagen daar doorheen gewerkt, de natuurvrouwen, om de mens terug te roepen tot de natuur. In de droom van de werk-zondvloed liep ook Lelystad onder, en was er een grote oorlog tussen Assen en Lelystad. Ook Amsterdam, Den Haag en andere steden liepen onder. Een medewerker schreef over dromen die hij had gehad in 2020 : 'Ik droomde over mijn zusje. Er was dan een tankstation wat tegelijkertijd een supermarkt was en ze moest een vrachtwagen parkeren in een van de supermarktlanen en als ze dat deed en de eerste was, want er waren ook anderen (gewoon normale vrachtwagenchauffeurs), dan had ze een prijs gewonnen. En die prijs was dan een of ander zwart plastic potje waar een of andere gel in zat. Maar ze moest het nog wel afrekenen dan toch bij de kassa ookal had ze het gewonnen. Die kassa was dan ook weer buiten dus ook weer rare mix tussen supermarkt en tankstation. Ik was daar dus ook bij heel de tijd en keek hoe ze parkeerde en dan naar de kassa ging. Dus toen ging ik naar de kassa om naar haar toe te gaan en toen was ze daar niet meer en was ze verdwaald. En toen was er een groepje jongeren die aan het basketballen waren ofzo en ik wilde hun hulp om te helpen zoeken maar ze hoorden me niet eens ofzo. En toen was daar een stad en dat was amsterdam maar met een hek om heel de stad en dat was dan het hek van de efteling dus het was amsterdam maar ook de efteling. Zo'n hoog metalen hek met van die lange spijlen en gesmeed hek bij de ingang. Ik mocht er eigenlijk niet in maar glipte er toch door ookal zouden er dan bewakers zijn maar die zag ik niet. En er gingen ook ander mensen naar binnen gewoon die wel betaald hadden maar ik vond dat ik het recht had om binnen te mogen zijn want ik was al binnen geweest. Toen was het nacht en ging ik door de straten maar ik was in de dakgoot of rand boven de huizen uitgekomen en wilde terug naar beneden naar de straat en ik kroop door een dakgoot of iets wat er op leek en duwde ook losse stenen weg en uiteindelijk kon ik niet verder en was het weer afgesloten met een hek. Toen keek ik naar binnen in die woning. Dat was een studentenwoning en zag daar een stelletje in de keuken en ik had het idee me daar naar binnen te gaan door het raam en doodleuk te doen alsof ik iemand was die daar een nachte overnacht had bij een van de studenten en dan gewoon naar beneden te lopen en weg te gaan naar buiten. Maar ik ging eerst plassen wat ook weer maf was want die soort van wc kon je inkijken en dan zag je daar de grachten ofzo of een soort ondergronds satorain met groen licht echt vreemd. En toen werd ik betrapt door een van die studenten en die nam me mee naar beneden om me alsnog eruit te gooien. Ik kon me ook nog ineens flarden van een droom herinneren van een tijd geleden dat ik naar compleet andere galaxies ging en nooit meer terug zou kunnen. echt vaag want zit nu echt te denken van heb ik dat nou gedroomd of niet. En ik droomde ook vannacht dat ik mijn eigen ruimteschip had om te (geestelijk) reizen en dan met z'n computer ook waar je tegen kan praten. En als laatste droomde ik dat ik weer bij een familie in barendrecht was op bezoek en dat ze me weer tot het christendom probeerde terug te halen door heel vriendelijk te zijn waardoor ik bijna nog ging denken ook dat ik misleid was en weer terug moest keren naar dat oude wereldje van het eenvoudige geloof van de hemel you know. En toen kwam iemand van hen ook nog langs daar thuis en die wilde iets maken om iets groen te kunnen kleuren en dat kon dan wel volgens mij want dat had ik dan pas ook nog gedaan door snijbiet in een emmer te doen heel geconcentreerd waardoor je een groen kleurstof kreeg. Andere droom : Ik was in den haag of amsterdam samen met vriendin. Ik was haar kwijtgeraakt en liep net buiten de binnenstad toen er een heel groot vliegtuig overvloog, heel laag, een airbus, rood wit geloof ik. Vervolgens maakte hij een draai en ging over de kop en stortte neer op de binnenstad.

er was een enorme explosie. mensen begonnen te rennen en ik dacht weer van die idioten die gelijk in paniek raken en gaan rennen, maar toen dacht ja ok dit is wel heel dichtbij en hoorde de brokstukken om me heen neerkomen dus toen dacht ik de vriendin vind ik later wel, nu maken dat ik weg kom. en dacht ook aan de gassen en brandstof e.d. gekke was dat ik geen shirt aan had dus dacht ik moet nog wel ergens een shirt vinden. Toen ik wakker werd dacht ik dit leek wel zo echt alsof ik op een parallelle wereld was. de droom was compleet met geluid van het vliegtuig en in full color. Ik droomde ook over dromen. Ik droomde over een bacterie. deze bacterie was verantwoordelijk voor 50% van de dromen die we krijgen. Die droom was zonder beeld of wat dan ook. meer alsof je informatie doorkrijgt ineens. Of we dan ik of wij of de mensen in zijn algemeenheid is weet ik niet precies.' En dan van mei 2019 : 'In mijn droom zag ik een beeld van 2 vrouwen weet zeker dat die naakt waren die met elkaar aan het vechten waren/worstelen in soort greep houding tegenover elkaar dat je elkaar vastgrijpt en dat waren documenten.' April 2019 : 'Eerst keek ik van buiten af in een lange donkere tunnel. Daar liep een meisje in. En er was een richel waar om de zoveel meter gevaarlijke aliens lagen te slapen. Dat meisje zag ze niet en ik riep haar van pas op (denk ik niet beseffende dat ik daarmee ook die aliens wakker kon maken) Vervolgens was ik in het Amazone regenwoud en ons ouderlijk huis stond daar. Ik was daar en nog een aantal mensen en het was nacht en we werden aangevallen door hele gevaarlijke zwarte aliens. Ik denk dat ze insectisch waren. Ik zei nog tegen iemand van de code van dat we de code moeten weten zodat we ze konden afweren of weten die alien was en wie niet. Maar ze begrepen me niet en ik begreep het eigenlijk ook niet want ik dacht van wat is de code dan die weten we helemaal niet. En we wilden ze buiten houden maar het ging allemaal zo snel en ze waren heel sterk en toen waren ze al het huis binnengedrongen en begonnen ze mensen over te nemen van binnenuit en dan explodeerde hun hoofd. Je voelde echt angst en dat we weerloos waren. Ik vluchtte via achteren naar buiten de jungle in en zag nog een vrouw die zich in een wanhoopsdaad van een beboste klif naar beneden liet vallen, denk zelfmoord want alles was beter dan in de handen van die aliens te vallen. Ik wist gelukkig te ontkomen en toen werd ik wakker. en dacht wow!' Een vliegtuig die op Amsterdam neerstortte is letterlijk gebeurd op 4 oktober 1992 met de bijlmerramp. Verschillenden van onze medewerkers werden bijna getroffen. Als uitleg werd gegeven dat het het verleden was wat achter het netwerk aanzat. In de droom van de werkzondvloed was Amsterdam gezonken. Een nieuw Amsterdam zou komen via Assen, via het natuureiland Assen wat nog was overgebleven en wat zo'n belangrijke rol in ons netwerk heeft gespeeld, als de fundamenten, en de bevrijding van pinksteren, want we moesten verder. Ook zijn we in het begin door zulke zware demonische aanvallen gegaan dat we hulp zochten bij de Assense profeten. Het zaad van bevrijding werd hier gelegd, en toen zijn we weer teruggegaan naar Amsterdam. Amsterdam zal dus vernieuwd worden door Assen. Assen is een belangrijke sleutel, en zondag 32 die daar is. Door de werk-zondvloed en het huisgevest worden in de werkplaats komt er ook een nieuw lichaam, wat een beeld is van het werk.

Het tank station uit de droom van de medewerker is ook een beeld van het herstel van geestelijk werk. In 2015 had ik een droom over deze medewerker over een tank station wat nog licht op de zaak kan werpen, wat ik deze medewerker in 2016 vertelde : 'Vorig jaar ergens had ik ook nog een droom over een parallele droom-realiteit over jou. De mens is vaak afgezonderd van deze droom-realiteiten waarin ze dan leven zonder dat hun aardse zelf daar vanaf weet, maar het vertaald zich dan wel cryptisch op aarde, dus het loopt op een bepaalde manier dan wel weer synchroon. maar in ieder geval dat was dan in de buitenaardse mierenwereld, (mier = beeld van geestelijk werk, ijverigheid) KUKULKU, in de diepte van MARS. Mars is meer een Romeins woord voor de rode planeet, maar daar wordt de planeet SARAM genoemd, dus mars is dan meer dat woord omgekeerd. In ieder geval daar is dan een dimensie, een bepaalde frequentie, wat dan best wel nauw parallel loopt aan Nederland, en er leven daar gewoon mensen, maar die schijnen dan ook een mieren-dubbel te hebben, een mieren-identiteit, dus het is een twee-spoor realiteit of dubbele realiteit. dat wat de mierenhelft doet vertaald zich dan ook in hun mensenhelft. in ieder geval er was daar nog veel meer natuur. Zwolle was één grote stad samengesmolten met kampen, geintegreerd met de natuur, en nunspeet was ook helemaal samengesmolten met de natuur, dus wel veel huisjes enzo, maar dan gewoon als op een natuur-terrein. De natuur er omheen was overweldigend. in ieder geval werkte jij op een soort van tankstation wat verbonden was aan een witte winkel waar van alles verkocht werd, zoals voedsel en leesmateriaal. Ik weet niet wat jouw taak daar was, kan natuurlijk van alles zijn, maar dat tankstation was ergens op de weg tussen zwolle-kampen en nunspeet. het was een gewone weg, geen snelweg. De brandstof die daar verkocht werd was zuiver natuurlijk, dus geen milieu-vervuiling, en ook de betaalmiddelen was zuiver natuurlijk maar in de zin van "voldoen aan de condities", dus meer de hogere economie. Die droom was in de tijd dat ISIS hier op aarde flink opkwam, en dat was dan als het ware een vertaling van wat er in de mierenwereld in de diepte van Saram gebeurde. Er kwam toen later in een droom een soort van mieren-oorlog, tussen verschillende mieren-soorten, maar in ieder geval werd dat hele gebied toen verwoest, dus zwolle-kampen ging eraan, en ook nunspeet, en iedereen moest geevacueerd worden, ook jij, maar jij werd in veiligheid gebracht, zoals vele anderen. toen een lange periode droomde ik daar niets meer over, maar in deze periode weer wel. alles is in razendsnel tempo weer opgebouwd, en de vijand verdreven, doordat een mierensoort met zwaar geavanceerde technologie zich ermee ging bemoeien. maar nu is het zo dat in de mierenwereld er een bepaalde bruidsvlucht is waar de mannetjes dan een bepaalde bruid uitkiezen die de koningin moet worden, en de rest van die maagden worden dan allemaal vernietigd. maar voor de mannetjes is dit een zelfmoord-missie, want als ze de koningin hebben bevrucht dan exploderen hun inwendige genitalien in haar, en sterven ze. ook zijn er andere soorten van zelfmoord door vele mieren die dan ergens een cirkel vormen, en dan maar blijven cirkelen totdat ze sterven, wat de mieren molen wordt genoemd, wat vaak gebeurd als een groep soldaat-mieren het feromoon spoor van de grote groep verliezen en daardoor geisoleerd raken. dat is dus ook waar het hele ISIS-fenomeen vandaan komt. het zijn buitenaardse mieren die een leven op zichzelf zijn gaan leiden, contact hebben verloren met de grote groep, de koningin. Een verschil tussen aardse mieren en buitenaardse mieren is ook dat de buitenaardsen vaak honingmieren zijn (net zoals buitenaardse wespen en buitenaardse vliegen). ik had een droom dat ik tot een ondergrondse honing rivier kwam op Saram, samen met een lezer, dat was een reusachtige rivier van hele waterige honing, en daarna kwam ik weer tot de mierenwereld, en kwam ik op de hoogte van de veranderingen. in ieder geval is de mierenwereld, zowel de aardse als de buitenaardse, matriarchisch, dus werkt vanuit de baarmoeder, in tegenstelling tot hoe de stadse structuur van de

aarde is in dit tijdperk, want die is patriarchisch, afgekapt van de baarmoeder, wat al deze problemen heeft gegeven, en wat dus mieren zijn die in zo'n mieren molen terecht zijn gekomen, de ondergang tegemoet, los van de mierenkoningin. stukje entomologie dus, insectenleer.' De mieren-oorlog is dus de oorlog tussen vleselijk werk en geestelijk werk. Daarom moet de werkzondvloed komen van zondag 32. Al het vleselijk werk gaat eraan. Zondag 32, de natuurvrouw met het lamskleed, sprak tot mij : 'Het lam van de vleselijke werken van valse kennisloze liefde, genade, en vergeving moet verslagen worden en ontslagen.' Ook Ermelo gaat ten onder in de werk-zondvloed. Er was een grote brand in de geestelijke wereld in Ermelo in 1998 die heel Ermelo deed afbranden in de geestelijke wereld. Maar er zal ook een nieuw Lelystad komen en een nieuw Ermelo. Er zal ook een brug zijn tussen Ermelo en Lelystad. Je bent in de jungle. Onbekende parasieten hebben het op je bloed gemunt. Eén verkeerde beweging en het kan te laat zijn. Demolonologie alleen is niet voldoende. Er kan ook valse demonologie zijn. En op één been kun je niet staan en lopen. Je hebt nog iets anders nodig : toetsologie. Elke demonologie moet streng getoetst worden. Grondig getoetst. Anders ga je eraan. Parasieten hebben namelijk hun eigen pseudo-demonologie. Iemand zei eens tegen mij dat hij daar zwaar paranoïde van zou worden, maar hebben we een andere keus ? Als we onze kop in het zand steken en dus niet leren dan hebben de parasieten ons. Het is oorlog. Je ogen en oren dichtdoen is geen optie. Dan hebben ze je. Je bent nu eenmaal in de jungle en je moet zien te overleven. Dus zie te overleven. Voor nu zit er niets anders op. Zie dat je er doorheen komt. Er valt niets te ja-maaren. Wie niet studeert valt in slaap en gaat eraan, wordt een prooi. Het toetsen moet dus grondig gebeuren, anders ben je nog prooi, want parasieten kunnen oneindig sluw zijn. Vandaar dat het vak toetsologie zo belangrijk is, levensbelangrijk. Je toets moet volkomen zijn, waterdicht. Het moet leiden tot de toets opname, waarin je dingen zo diep hebt doorgetoetst dat de gnosis je tegemoet is gekomen en je opneemt. De gnosis beloont zulke toetsers. Geestelijke werken moeten van boven komen, en niet gebaseerd zijn op voorschriften en tradities van mensen, stelt zondag 33. We hebben dus zowel een toets opname nodig als een profetische opname. Toetsen is niet aanvaarden en vertrouwen, maar worstelen. Er staan teveel gevaren op de loer, ook als we denken in God te zijn. Daartoe is het verhaal van Jakob op Pniël wat één van de basis verhalen is in de toetsologie. Pas als we volharden in het toetsen en worstelen tot het einde zullen we opgenomen worden. Die opname is een verbrokenheid, want Jakob werd gebroken zodat hij gevoelig zou zijn voor de gnosis. De toets opname is dus niet iets zoetsappigs. Jakob kreeg een klap met het kruis. Jakob werd in het toetsen gegeselt opdat zijn vlees zou afsterven. Ik heb zondag 33 ontmoet als een natuurvrouw die haar lippen likt, bloeddorstig is (naar het vlees), vechtlustig, twistlustig, omdat zij wil dat we toetsen en niet zomaar blindelings geloven en volgzaam zijn. De vrouw likte haar lippen, zo van 'kom maar op', want ze wilde worstelen. God of de gnosis eist geen blindelingse gehoorzaamheid, maar wil dat wij toetsen. God gaat met ons in gevecht, om ons vlees te breken. In zijn commentaar op zondag 33 wijst Vermeer op Micha 6:9 : 'Luistert naar de roede en wie haar besteld heeft.' Jakob moest leren naar de roede, naar de gesel te luisteren, want het beschermde hem en leidde hem. Daartoe is pijn in ons leven. Het is niet om ons te vernietigen. De profetologie is dus gebaseerd op de kruisologie. Het vlees mag namelijk de profetie niet in de weg staan. God, wat houdt ik van de gesel, wat houd ik van haar, want zij doet mijn vlees sterven, opdat ik geestelijke profetie ontvang, en geen vleselijke profetie. Maar ligt het zo gemakkelijk ? Neen, wij vrezen haar ook. Wij haten haar ook. Wij worstelen met haar. Wij mogen ons nooit blindelings overgeven. Wij

zijn dus innerlijk verdeeld, en dat is onderdeel van de toetsologie, dus denk niet dat u iets vreemds overkome. Het is heel normaal in de wildernis. Soms worden we verscheurd door onbegrip, klagen en weerstand, vanwege de diepte van het kruis, de snijdende pijn van de gesel wat soms maar niet lijkt te stoppen en alleen maar erger lijkt te worden. Wie kan het dan soms niet uitschreeuwen in woede, en wie kan soms niets anders dan vrezen of zo overgevoelig zijn dat je weg probeert te vluchten ? Soms is het lijden ondragelijk, en de gnosis weet dit. Niks menselijks is ons vreemd. In het leven van een geestelijke kan het zo erg zijn dat we net als Elia suicidale gedachten hebben soms, of onze geboortedag en moederschoot vervloeken zoals Jeremia. Dan willen we niet meer leven, net zoals Job. Dan is het allemaal teveel geworden. Dat wil niet zeggen dat we dan minder geestelijk zijn, maar het kruis gaat soms door dit soort dalen die zo diep gaan dat we wanhopig zijn en het niet meer zien zitten. Dat is het pad van het kruis. Vermeer laat zien hoe diep het sterven van het vlees gaat : 'Dat er zoveel overeenkomst is tussen een natuurlijke dood en dit geestelijke sterven. Want deze afsterving gaat ook niet toe zonder voorafgaande smarten des doods. Het uitsteken der ogen, het afkappen der handen en der voeten is zo pijnlijk. (…) Hij sterft aan het zondige eigen, in al zijn zintuigen en daden. Het oog ergert hem (Matth. 18:9). Daarom zegt David (Psalm 119:37): "Wend mijn ogen af, dat zij geen ijdelheid zien; maak mij levend door Uw wegen." Al de leden worden Gode gesteld tot wapenen der gerechtigheid (Rom. 6:13). (…) Hij sterft aan zijn eigengerechtigheid, aan zijn doen en plichten. Zijn gerechtigheid wordt hem als een wegwerpelijk kleed (Jes. 54:6). Daarom zegt Paulus (Filipp. 3:8), dat het zijn lust was om in Christus gevonden te worden, niet hebbende Zijn gerechtigheid, die uit de wet is, maar die door het geloof van Christus is. Ja tenslotte, zulk één sterft aan alle eigen kracht en vermogen. Hij wordt een werkzame arme, verlegene en machteloze voor God. Hij wordt niet moedeloos omdat hij geen kracht heeft, maar hoe meer hij verliest, afneemt en sterft, en dus al machtelozer wordt, hoe sterker hij in de Heere wordt, ja hoe dierbaarder de sterkte van Jezus hem wordt. Paulus had door bevinding geleerd alzo te spreken (2 Kor. 12 :9): "Als ik zwak ben, dan ben ik sterk." En dan staat er in vers 10, dat hij een welbehagen had in zwakheden. (…) Gelijk de kwaaddoener gevangen werd genomen, tasten zulken de gehele oude mens aan. Ja, zij zoeken, de lendenen des verstands opschortende, de wet van God te gebruiken als een band om de zonden te binden (Ef. 6:14). Gelijk een kruiseling aan het kruis genageld en vastgehecht werd, is het ook de lust van zulk een ziel om alzo met de zonden te handelen. Dat is hun bedoeling, de zonde aan het kruis te brengen, opdat deze daaraan zou worden gebonden en genageld. Gelijk een gekruiste zware pijnen en smarten werden aangedaan, roepen ook zij soms uit vanwege de smart der zonden. O, hoe klaagt Paulus in Rom. 7. Hun hart is vervuld met klachten, en dit is bij Gods volk de gedurige stof voor hun gebeden. Zoals aan een gekruiste het voedsel werd onthouden, handelt in deze ook de ziel, naar het woord van Paulus (Rom. 13:4) het vlees en de begeerlijkheden niet verzorgende. Hij dient daaraan geen voedsel toe, dat wil zeggen, al zulke zaken, personen en gezelschappen snijdt hij af. Hij brengt al die dingen ten onder, welke de oude mens zouden verlevendigen. Gelijk een gekruiste langzaam stierf en allengskens zijn krachten verloor, wedervaart dit ook de oude mens. (…) En gelijk een gekruiste werkelijk stierf, want de kruisdood was wel een langzame, maar het was ook een gewisse en zekere dood, o vrienden, alzo breekt de tijd aan dat ook de gelovigen eens het gehele lichaam der zonden zullen afleggen, zonder ooit meer door het lichaam der zonden te worden verward en beneveld.' Door het kruis wordt de mens dan eindelijk opgenomen uit de vleselijke woning, los van de vleselijke familie banden. Ik had een droom dat er hemelse bacteriën tot de aarde kwamen als lenzen die heel snel nieuwe liturgieën op borden projecteerden, en waarop op het fundament van de toetsologie een nieuwe demonologische kerk werd gebouwd. De oude systemen waren monsters die terug in hun ei moesten, en de eieren gingen naar het museum. Het hemels burgerschap leidt tot een hemels

agentschap wat een hemelse natie schept, als de hesis, hemel+gnosis. Het is zoals zondag 33 stelt niet op menselijke voorschriften gebouwd. Het menselijke, vleselijke fundament moet geheel vernietigd worden. Smijtegeld zegt over deze ware bekering : 'Dan wordt het stenen hart een vlezen hart, die weerspannige ijzeren nek en zenuw wordt afgesneden, Jes.48: 4. (…) Dan is er ook, nog een worstelende bekering. Daar heeft strijd plaats, zij willen niet struikelen, en zij doen het echter wel; en dat zodat ze hebben te worstelen. Het vlees begeert tegen de Geest, Gal. 5: 17, Rom. 7. Hij wordt tot dit en dat getrokken. Maar hij doet niet mee, de genade blijft evenwel. Amalek was wel eens de sterkste, maar dan ook was wederom Israël de sterkste, Exod. 17: 11. (…) De bekering der uitverkorenen, wedergeborenen, is een daad die waarachtig is, zij heeft geen omslag. Waarin bestaat nu de eerste, die der uitverkorenen; en waarin bestaat die der wedergeborenen? Zij bestaat in dat, wat de Onderwijzer zegt, daar is een oude en een nieuw mens; de oude mens sterft, hij neemt af. Maar de nieuw mens staat op. Doet hij dat niet? Kent u dat niet? Dan bekeert gij u niet.' Ursinus stelt : 'Matth. 15 : 9: 'Doch tevergeefs eren zij Mij, lerende leringen, die geboden van mensen zijn.' Ursinus stelt dat er drie soorten vals geloof zijn waar de mens voor op moet passen : historisch geloof, tijdgeloof en huichelachtig geloof. We kunnen niet zomaar een profetietje hier en een profetietje daar ontvangen, tijdens de koffiepauze ofzo, of alleen op speciale gelegenheden. Neen. Dan heeft het vlees teveel ingang. Onze zintuigen moeten opengaan. Het gaat erom profetisch te leven. Het gaat om het hemelse burgerschap. Dit geschiedt door de profetische opname en de toets-opname, want iedere sisprofeet (gnosis-profeet) weet dat er een strijd is tegen geesten van valsheid, die telkens weer proberen de profetische mens te misleiden. Vandaar dat wij in 1993 ook het boekje : 'Profetie – Speelgoed of dynamiet' uitgaven. Ursinus stelt dat de hemelse werken van boven door de mens heen moeten vloeien. Nog een andere droom van de medewerker die ook over de worstelende naakte vrouwen droomde, ook van mei 2019 : 'Ik zat in een droom in een zware strijd in mijn hoofd met het geloof en ik was terug in mijn ouderlijk huis, was denk ik op een zondag misschien net na de kerk en we waren in de keuken en ik ging bijna naar buiten en m'n moeder was ook in de keuken en die hoopte (ze zei niks) dat het gereformeerde geloof het zou winnen en ik alle andere dingen los zou laten en 100% terug zou komen tot het gereformeerde geloof en dan uitverkoren zou worden en iemand zou zijn waar ze trots op zou kunnen zijn en tegenop kon kijken en heel belangrijk zou worden in het gereformeerde geloof. Het was niet zozeer m'n moeder zelf die dat dacht maar die geest erachter. (M'n moeder keek vroeger ook altijd op tegen "de dominee", dan had ze het altijd over van : ga je mee naar de kerk want dominee zus of zo komt dan, maar dat was dan een hele goede dominee volgens haar.)' Er zijn dus verschillende documenten over de reformatie en van de reformatie, zoals er meerdere scheuringen waren en worstelingen, waardoor ook uiteindelijk een gedeformeerde kerk ontstond. We moeten zowel terug als verder. Het kind kunnen we niet met het badwater weggooien, maar we kunnen het kind ook niet in het badwater laten verzuipen. Vandaar dat deze worsteling verder gaat.

Hoofdstuk 29. zondag 34-38 : deserteur of detective ? Detectives in de kerk. Wat is er gebeurd ? Wat voor misdaden hebben hier plaatsgevonden ? Inspectie. Wat hebben ze hier allemaal met kinderen gedaan ? In het aardse moet van alles, ben je tot van alles verplicht. Je moet dit doen, dat doen, en als je het niet doet, trekken ze een blik wijkagenten of schoolonderwijzers of advocaten open. Het zijn slechts vleselijke afschaduwingen van de hemelse natie. In de hemelse natie kun je niet komen als je een dienstweigeraar bent. Zondag 34 gaat over dat je geen afgoderij mag plegen. Afgoderij naar de gnosis toe is zowel schoolverzuim, werkverzuim als legerverzuim, desertie dus. De schoolplicht van de hemelse natie is meer iets abstracts. De hemel is namelijk gnosis, dus logischerwijs als je de gnosis niet hebt ben je ook niet in de hemel. Je woont dus in principe gewoon in wat je bent, en wat je bent, dat leer je, anders ben je er niet meer, en woon je er ook niet meer. Vandaar dat we de vleselijke afschaduwing daarvan, die overigens keihard is, terugzien in Amerika : als je niet werkt, heb je geen huis. Zieken zijn daar dan ook aan de lopende band dakloos, omdat er geen goed zorgsysteem is. Het is allemaal heel abstract. Als je schoolziek bent kom je ook niet in de hemelse natie. De hemelse natie is namelijk een studie. Het vlees wil niet studeren. Het vlees wordt in stand gehouden door bepaalde bacteriën, en daarom moet de mens de bacteriologie kennen. Het is heel simpel : men moet de technologie van de hemelse natie kennen, want zonder technologie is er geen tv. Je kan geen doos pakken en er wat modder ingooien en dan een takje indrukken en er een gaatje inprikken, en dan zeggen dat je een tv hebt. Zo werkt het gewoon niet. Profetologie is ingewikkelder dan raket technologie. We blijven het zeggen. De hemel gaan we dus in door studie : hemelologie. Het gaat dus niet door zomaar te toveren. Het moet steen voor steen gebouwd worden. Hoe werkt een computer ? Hemelologie is niet eenvoudiger. Zo moeten we ook de metaforische teksten in de bijbel opvatten tegen tovenarij. De mens moet niet denken dat alles als bij toverslag gaat gebeuren, lekker lui, maar door studie en werk, heel grondig, gebaseerd op de toetsologie, wat ook het fundament van de hemelologie is. En de hemelse natie in de hemelologie moet zintuigen hebben, anders kan er geen informatie, geen gnosis worden overgedragen, dus daarvoor is de profetologie, en dit moet dus beveiligd worden door de demonologie, zoals computers een goed anti virus programma moeten hebben, en het moet telkens ge-update worden, dus studie en werk is progressief. Niet met pensioen gaan, want dan wordt je computer gehackt, dan gaat je hemeltje eraan. Ons toverend vlees wat niet wil studeren en werken, niet wil lijden en strijden, geen diepte wil, moet dus afsterven. Ook de medische wereld is tovenarij, want ze willen de demonologie niet. Ze hebben de demonologie vervangen door economie, en kopen gewoon hun weg de hemel in, en natuurlijk door veel bedrog en stelen. Het zijn dus oplichters. Het is ook vaak wat ze als eerste vragen : Bent u verzekerd, wat is uw verzekering, wat is uw geboortedatum, spaart u ook zegeltjes, enz. terwijl je ondertussen al bent overleden door deze onzinnige, vleselijke bureaucratie. Het zijn huurmoordenaars. Dat mag je natuurlijk ook niet zeggen, want dan ben je krankzinnig. Het zijn dus sluipmoordenaars. Ze willen niet dat jij het weet. Deze mensen zijn bezeten. Je mag dit niet zeggen, want dan ben je gek in hun ogen, omdat ze ook geen beeldspraak willen begrijpen. Als ze iemand niet begrijpen, dan is zo iemand gek in hun ogen. Dat is makkelijk. Zo kan ik het ook. Dan hoef je niemand te leren kennen. Ze doen geen onderzoek. Ze zijn met pensioen gegaan, hoeven niet meer naar school, hoeven niet meer sociaal te zijn. Ze begrijpen iets niet, dus is de ander direct gek. Ze werken ook voortdurend langs elkaar heen. Ze begrijpen elkaar ook niet, maar collega's houden ze de hand boven het hoofd. Het is immers hun complot. Dit is tovenarij, lieve mensen, waarvan God's

woord zegt dat ze het koninkrijk niet zullen beërven. In de grondtekst gaat dit over medicijnenmengers, heksen. Dat is wat ze zijn : heksen. Het is allemaal drugs. Laat je niet bedonderen door mensen die hun drugs medicijnen noemen en het dan aan je verkopen. Het is vaak levensgevaarlijke troep, en ze willen de mens niet kennen. Heksen, heksen, heksen. Wanneer wordt de mens wakker ? Deze heksen zijn bezeten. Het zijn drugsmengers. Dat kan nooit goed zijn voor het lichaam. Kijk naar alle toverformules die ze opprevelen, want ze willen niet leren. Ze zijn niet voor rede vatbaar. Allemaal bijgeloof noemt zondag 34 het. Ze geloven in hun medicijnen en hun vreemde, onnatuurlijke, mensonterende en lichaamsonvriendelijke formules, niet in de gnosis. Ze verbergen de gnosis, de sleutel van kennis, want het zijn medische wetgeleerden, en zo houden ze de mens tegen binnen te gaan. Dit voorhangsel zal scheuren. De mens moet het kruis verkiezen boven de drugs, de gnosis boven toverij. Er is dus in de hemelse natie een soort van gnosis agentschap, agenten die de mens moeten beschermen tegen de toverijen van het vlees. Dit agentschap is wat zondag 34 is. De mens moet naar school, anders sterft de mens. Vandaar dat de mens eerst de vleselijke realiteit te zien krijgt van deze school. Er wordt door spijbelaars, leken, veel gelogen over de hel. Daarom is hellologie ook zo'n belangrijk vak in de hemelse natie. Het gaat niet zozeer om wetten, want wetten kunnen verkeerd uitgelegd worden, maar om gnosis omtrend deze dingen. Er zijn altijd weer uitzonderingen op de regel, en wetten zijn dualistisch, enz. Ook zijn ze aan tijden en seizoenen onderhevig. Geen simpele materie dus. Wetten moeten vandaag omhuld worden met gnosis, omhuld worden met school, om misbruik te voorkomen. De gnosis is het sieraad van de wet. Zonder de gnosis heeft de wet geen schoonheid. In die zin is de school ook het sieraad van het werk, en bezit het werk geen schoonheid zonder de school. Daarom mogen we ook niet alleen gerechtigheid zoeken in wet en werk, maar in gnosis en school. Gnosis en school zullen wet en werk volbrengen, tot sieraad en eer strekken. Het gaat dus niet per see om orthodoxie, maar om de progressiviteit hierin. Progressiviteit is het sieraad van de orthodoxie. Zonder progressiviteit verliest de orthodoxie al haar schoonheid, en verouderd zo en gaat met pensioen. Zondag 35 gaat over dat de mens geen projecties van de gnosis mag maken in de zin van afwijkende, bedriegelijke beelden om daarmee te spijbelen, want de mens moet gaan tot de bron, en geen deserteur worden die alleen met speelgoed-soldaatjes speelt. De mens moet niet met pensioen gaan en dan alles projecteren op een beeld in plaats van werken vanuit de bron. Projectie is dus potentieel gevaarlijk. Het moet wel legaal zijn, als kanalen die in juiste verhouding staan tot de bron, wat de mens leert in de projectologie. De werk opname brengt een verzachting waardoor het verdichte afsterft. Het verdichte ontstaat door valse projectie waardoor alles dichtslibt. De valse beelden zijn de menselijke geboden die gemaakt zijn, als een afleiding, niet als schakel. Dat wil niet zeggen dat er geen beelden en verbeeldingen mogen zijn, maar ze moeten waarheidsgetrouw zijn en niet liegen en afdoen aan de zaak. Vandaar dat er ook een zeker beeldenagentschap is in de hemelse natie, gebouwd op zondag 35. Dat heeft dus ook allemaal met projectologie of spiegelologie te maken. Zij is de vrouw met de spiegel. Durft de mens in de ware spiegel te kijken, zonder naar de bedriegelijke spiegels van de wereld te grijpen ? Waarom zou je mensen je laten voorliegen met hun vooroordelen ? Dat zijn dan de valse spiegels, de valse beelden. Door valse beelden maken criminelen ook een alibi en dekken ze hun misdaden af. Detectives in de kerk. Wat is er gebeurd ? Wat voor misdaden hebben hier plaatsgevonden ? Inspectie. Wat hebben ze hier allemaal met kinderen gedaan ? Zondag 36. Dit gaat over het misbruiken van het geestelijke voor vleselijke doeleinden. Als er

bijvoorbeeld staat : 'Alle zonde en lastering zal de mens vergeven worden, maar de zonden tegen de Heilige Geest niet, Matth.12: 31,' dan betekent dit dat als we vergeven willen worden dan moeten we geestelijk worden, want zolang we nog zondigen tegen het geestelijke, dus nog steeds vleselijk zijn, dan kunnen we niet vergeven worden, want dan zijn we nog niet veranderd. Een mens krijgt nooit zomaar vergeving maar moet zich van de zonde bekeren en het dan goedmaken, dus eigenlijk van het vleselijke over gaan tot het geestelijke. Dat is in diepte dus waar vergeving daadwerkelijk voor staat : vergeestelijking. Dus logischerwijs als die vergeestelijking nog niet heeft plaats gevonden is er geen vergeving. De zonde blijft dus nog onvergeven zolang de mens het nog niet heeft vergeestelijkt, nog niet heeft gerectificeerd. Daarom zei Jezus ook dat zij die etiketten plakken, oftewel vooroordelen hebben, niet zomaar vergeven worden, en ook niet in de toekomst, want zij moeten stoppen etiketten te plakken. Het gaat dus niet om vergeving, maar om rectificatie. Het slachtoffer hoeft niets te doen. De misdadiger moet wat doen. Dat is alles wat deze teksten kunnen zeggen. De huidige maatschappij heeft het voor elkaar gekregen de mens te doen geloven alsof het slachtoffer de schuld heeft en moet veranderen (vergeven), terwijl de misdadigers vrijuit gaan. Daar zijn alle hedendaagse wereldse systemen op gebouwd. De steden staan totaal onder controle van mk ultra en ze programmeren elkaar door geluid. De mens is verslaafd aan geluid, kan niet tegen de stilte. Dit is allemaal mk ultra. Mensen, realiseer dat deze realiteit een gevangenis is. De beeldendienst gaat dus over systemen in de maatschappij die de mens een valse identificatie hebben gegeven, oftewel een vals beeld, en daaromtrend hebben ze afgoderij opgericht, oftewel desertie, spijbelen. Ze verstoppen zich achter hun valse beelden. Men onderwijst niet, men spijbelt, steelt, verdraaid en verkoopt. Daarom moet de mens tot de ware opnames komen, de werk opname, studie opname, toets opname, profetische opname, het opgenomen worden door de hemelse stormen, van het vleselijke tot het geestelijke. Daartoe zijn zondag 35 en 36 gekomen. Door het vleselijke is er vervalsing. Het vleselijke betekent gebrek aan nuance. Er worden belangrijke kernwaarheden weggenomen, en dan stort alles in, gaat alles zich verdraaien, en zijn het slechts halve waarheden, waardoor de leugen regeert. Alles is vervormt. Zondag 37 gaat erover dat de mens eden zweert op basis van mensenwerk, menselijke tradities, menselijke dogma's, door menselijke goedkeuring, in plaats van eden op basis van de gnosis, en zo is het dus illegaal. Zo is er een valse, criminele samenleving ontstaan, als een onderwereld. Het heeft niets te maken met de daadwerkelijke wereld, de hemelse natie. Ze verkopen alles maar, maar het heeft geen waarde, geen grond. Ze denken als een ander mens het goedkeurt, of één of andere instantie van mensen, dat het dan goed is. Ze hebben de mens tot god verheven. Het mist dus zijn doel en heeft niets te maken met de immunologie en navigatologie van de natuur. Ze schieten er totaal langs en zijn in vrije val. Ze zoeken hun bevestiging in vage beelden, niet in het hemelse Woord. Ze maken zichzelf spijbelbeelden voor hun spijbelschool. Allemaal desertie. Daarom moeten de detectives komen in de kerk. Smijtegelt stelt : 'Ezra deed de oversten, de priesters, de Levieten, en gans Israël zweren, dat ze naar dat woord zouden doen, Ezra 10: 5. En Neh. 5: 12, zwoeren de priesters mede.' Dit heeft dus metaforische waarde, daar de bijbel een metaforisch boek is. Smijtegelt stelt dan : 'Job zei eens : Ook nu, zie, in de hemel is mijn Getuige en mijn Getuige in de hoogten, Job 16: 19, Zo ik het gedaan heb, mijn schouder valle van het schouderbeen, en mijn arm breke van zijn pijp af. Job 31: 22. Wanneer nog?' Hebben wij al een hemelse getuige bij alles wat we doen en zeggen ? Hebben wij al een wachter voor onze mond en onze voet ? Die getuige is zondag 37. Zij noteert alles wat we zeggen en doen, en alles wat we nalaten, en zal het later voor of tegen ons gebruiken. Zij is een detective, een inspecteur. Haar oog ziet alles, haar oor hoort alles. Zij slaapt niet. Zij is een wachter. Ursinus stelt : 'Niet alle eden zijn verboden, maar alleen de lichtvaardige en onnodige eden.' Als voorbeeld noemt hij de farizeeers die Jezus ombrachten door valse getuigenissen.

Zondag 37 is een notaris. Ga daarom ook nooit zonder haar van huis. Zorg dat je legaal bent als je dingen doet, dat je een hemelse getuige hebt, en een hemels agent, een notaris, want anders zal het in de toekomst zware consequenties hebben. Wij kunnen alleen de gnosis zien door de gnosis. Zorg daarom altijd dat je deze spiegel hebt. Er moet een getuige zijn. Er moet een klankbord zijn, een controle, een bevestiging, een inspectie, bij alles wat je doet. Dit is ook belangrijk in het geestelijk reizen, anders ben je prooi. Er staan allerlei vreemde systemen op de loer, en als je dan geen notaris hebt en geen agentschap, dan ga je eraan. Dan nemen ze je mee. Val niet door onzorgvuldige maatregelen in de handen van de ontvoerders. Ga nooit van huis zonder een detective. Vermeer stelt : 2 Kor. 1:23: "Ik aanroep God (de gnosis) tot een Getuige over mijn ziel." (…) Ook van Paulus lezen wij, dat hij zwoer (Rom. 1:9): "God is mijn Getuige" Zondag 38 : De huidige maatschappij kent de spreekwoorden : 'hoor en wederhoor', en 'geen schuld zonder bewijs' niet, maar is gebouwd op vooroordelen. Zondag 38 gaat over de sabbath, wat niet zomaar passieve rust is, maar het gaan naar de bronnen. Hiervan is het gaan naar de kerk een metafoor. Dat hoeft niet letterlijk te gebeuren. Het is een metafoor wat in jezelf kan gebeuren. Smijtegelt stelt : 'Joël 2: 16, Verzamelt het volk, heiligt de gemeente, vergadert de oudsten, verzamelt de kinderkens en die de borsten zuigen.' Het is dus metaforisch het terugkeren tot de moederborst, waar onze bron ligt, wat we nodig hebben voor het onderzoek, om zo niet in vooroordelen, in valse beeldendienst, terecht te komen. Zo mogen wij gaan tot de eeuwige sabbath. Wij mogen leren leven vanuit deze bron. Sabbath betekent : afstand doen van het vleselijke, en terugkeren tot het geestelijke. Het gaat dus om het rusten van de zonden, van het vleselijke. Het moet gaan slapen, stelt Smijtegelt. Ursinus stelt : 'De sabbat heiligen betekent niet: die dag in luiheid en ledigheid doorbrengen, maar op die dag heilige werken verrichten.' De sabbath is dus de werk opname, van geestelijk werk. Op de sabbath is vleselijk werk verboden. Daarom moeten we de eeuwige sabbath ingaan om los te komen van alle werken van het vlees. De werken van het vlees moeten gaan slapen. Zondag 38 is dus een soort sabbath agentschap, een soort slaap agentschap. Laten we bij alles wat we doen de sabbath gedenken. Hoofdstuk 30. zondag 39-40 : van hemelse natie tot hemelse familie zondag 39 Vraag 104: Wat wil God in het vijfde gebod? Antwoord: Dat ik mijn vader en mijn moeder en allen die boven mij gesteld zijn, alle eer, liefde en

trouw bewijs en me aan hun goede voorschriften en tucht met gepaste gehoorzaamheid onderwerp en ook met hun zwakheid en gebreken geduld heb, aangezien het God behaagt ons door middel van hen te regeren. Wat betekent dit ? Smijtegeld (Zeeuws predikant, 1665-1739) had hierover een mooi verhaal te vertellen : 'Er was een man, die een misdaad bij de rechter begaan had. Hij werd veroordeeld om van honger en dorst te sterven. De man houdt het langer uit dan hij naar de loop der natuur leven kon. De rechter geeft de cipier last om te onderzoeken, wat er geschiedde. De man had een dochter die een zuigend kind had, en die dochter kwam elke dag bij haren vader, zij werd wel onderzocht, of zij ook enige spijs of voedsel onderhaar klederen verborgen, bij haar vader bracht. Maar daar werd niets bij haar gevonden. De cipier daarop lettende wat er gebeurde, zo ziet hij, dat als ze bij haar vader kwam, dat ze haren boezem opende en de man de borst gaf. De cipier gaat naar de rechters en maakt dat bekend. De rechters dat horende, werden daardoor zo bewogen, dat zij de man vrij lieten.' Deze dochter had zo het leven van haar vader gered, dus was in die zin een moeder voor haar vader. Iemand's kinderen zijn iemand's ouders, maar dit is zeker niet letterlijk. Het gaat om de vruchten die men voortbrengt die uiteindelijk de mens verder helpen. Familie verhoudingen zijn dus metaforisch. De ouders zijn dus het loon wat we zelf verdiend hebben en wat we kunnen gebruiken voor verder loon. Er wordt veel gesjoemeld met familie en loon. Daarom is zondag 39 een agentschap van familie en loon. De mens moet loskomen van vleselijke familie en vleselijk loon, en komen tot geestelijke familie en geestelijk loon. In dit opzicht zijn de zondagen de geestelijke moeders. Zij zijn nodig om deel te hebben aan de geestelijke familie, door hun baarmoeders, waardoor de mens wederomgeboren kan worden. Ursinus (1534-1583), Duits theoloog en één van de schrijvers van de Heidelbergse catechismus, stelde bij deze zondag : 'En zoals het een wijs zoon is, die de vader verblijdt, zo is het een zot, die zijn moeder veracht en bedroeft, Spr. 10 : 1 en 15 : 20.' De gedeformeerde kerk die de metaforische moeder heeft verworpen is dus een totale zot. Ook Ursinus stelt : 'De geschiedenis van een dochter die haar vader die veroordeeld was om van honger te sterven, in de gevangenis met haar borsten lange tijd heeft gevoed; evenals van een dochter, die haar moeder in de kerker gezoogd heeft is ook zeer beroemd.' Ursinus stelt bij zondag 39 ook zeer terecht : 'Men dient er goed op te letten, dat de Apostel schrijft (Ef. 6 : 1), dat de kinderen de ouders gehoorzaam moeten zijn „in den Heere (gnosis)”, d.w.z. -zoals het in de Catechismus wordt uitgelegd -„met behoorlijke gehoorzaamheid.” Want als de ouders of overheden, of iemand die over een ander gesteld is, zulke dingen gebieden zouden, die in strijd zijn óf met de eer van God, óf met de liefde tot onze naaste, dan moet men hun daarin geenszins gehoorzamen. Want „die vader of moeder liefheeft boven Mij -zegt Christus -, is Mijns niet waardig” (Matth. 10 : 37).' Daarom is het hemels agentschap omtrend familie zo belangrijk, want het kan makkelijk een valstrik worden op het smalle pad. Pas op voor de familiaire werken van het vlees. Dit zijn totaal zowel dode als dodende werken, en velen zijn eraan verslaafd. aan deze familaire drugs. Het is ook een soort vlees, een soort hormonale drug wat in het bloed van de mensen zit, en in de genen. Ursinus stelt weer terecht : 'Daarom wilde zeer terecht Jonathan zijn vader Saul niet gehoorzamen, toen deze hem gebood om David te doden (1 Sam. 19 : 1 en 20 : 33) (...) Men moet Gode meer gehoorzaam zijn dan den mensen (Hand. 5 : 29).' Daadwerkelijke ouders zijn dus niet de aardse ouders, maar de principes, ook de principes van het

kruis en van de tucht, waardoor de mens leeft en beschermd wordt. Ursinus stelt : 'Spr. 13 : 24: „Die zijn roede inhoudt, haat zijn zoon; maar die hem liefheeft, zoekt hem vroeg met tuchtiging”; en 19 : 18: „Tuchtig uw zoon, als er nog hoop is, maar verhef uw ziel niet om hem te doden”; en 23 : 13v.: „Weer de tucht van den jongen niet; als gij hem met de roede zult slaan, zal hij niet sterven. Gij zult hem met de roede slaan en zijn ziel van de hel redden”; vgl. ook Spr. 22, en 29 : 15 en 17. Hebr. 12 : 7-9: „(want wat zoon is er, dien de vader niet kastijdt?) Maar indien gij zonder kastijding zijt, welke allen deelachtig zijn geworden, zo zijt gij dan bastaarden en niet zonen. (…) ”En dit dient met wijsheid te geschieden, Kol. 3 : 21: „Gij vaders, tergt uw kinderen niet, opdat zij niet moedeloos worden.' Het kruis is dus onze ouders. Door het kruis worden wij opgevoed, beschermt en geleid. Ursinus noemt 3 gevaren op het pad van zondag 39 : 1. Al te grote strengheid bij het bestraffen van degenen die zondigen, vooral uit zwakheid en zonder een merkbaar grote kwetsing van hun eigen en anderer zaligheid of welvaren. 2. Slapheid, als men niet straft, of grote gebreken niet te zijner tijd bestraft. 3. Pluimstrijken, als men om iemands gunst of om zijn eigen voordeel prijst hetgeen niet te prijzen is, of aan iemand groter dingen toeschrijft, dan hem toekomen. Genezing van het familiaire vlees is niet zomaar te krijgen, maar alleen in de diepte. Zo mag de mens door het afsterven van het familaire vlees komen tot hemelse adoptie, tot de geestelijke familie of hemelse familie, wat in eerste instantie gewoon principes zijn binnen de mens zelf. Dit vormt de kern en het wezen van de hemelse natie. Zondag 39 is dus een belangrijk fundament van de hemelse natie : het afsterven van het familiaire vlees en het komen tot het geestelijke familiaire. Ik ontmoette zondag 39 als een natuurvrouw in een hemels natuurgebied genaamd Rodenberg, wat ook de naam is van de geestelijke Veluwe, en ook de naam van een hoofdvestiging in dit gebied, en de naam van een geslacht. Uit haar mond kwamen programmaties, krachtige programmaties, want de mens moest gedeprogrammeerd worden en gereprogrammeerd. Het was een prachtige natuur. De vrouw kwam dichterbij en ik zag mijn jeugd, hoe diep ze ook in mijn jeugd was. Van haar borsten droop melk. Ik moest van de melk drinken. Ik kreeg visioenen. Ze sprak dat ik van het hemelse Rodenberg geslacht was. Het was een natuurgeslacht. Ik zag de kerkelijke leeravonden en logeerweekenden, kamp. Het was metaforisch mijn familie. Zondag 40. Vraag 105: Wat eist God in het zesde gebod? Antwoord: Dat ik mijn naaste noch in gedachten, noch met woorden of enig gebaar, en nog veel minder door daden, hetzij zelf, hetzij door tussenkomst van anderen in zijn eer aantast, haat, kwets, of dood; maar dat ik alle wraakzucht laat varen; ook mijzelf geen kwaad berokken of moedwillig in gevaar begeef. De overheid (de engelen) draagt dan ook het zwaard om doodslag te verhinderen. Vraag 106: Maar dit gebod lijkt toch alleen over de doodslag te gaan? Antwoord: Door de doodslag te verbieden, leert God ons ook dat Hij de wortel van de doodslag, zoals afgunst, haat, toorn en wraakzucht, verafschuwt en dit alles voor doodslag houdt. Vraag 107: Maar is het dan genoeg als wij onze naaste, zoals gezegd, niet doden?

Antwoord: Nee, want door afgunst, haat en toorn te verbieden, gebiedt God onze naaste lief te hebben als onszelf en hem met geduld, vrede, zachtmoedigheid, barmhartigheid en vriendelijkheid te bejegenen, wat hem schaden kan zoveel mogelijk tegen te gaan en ook onze vijanden goed te doen. Omdat er het gebod 'gij zult niet doodslaan' is is het dus totaal onmogelijk voor zowel Joden als christenen om dieren te doden en te eten. Zij die dit wel doen zijn dus geen Joden en ook geen christenen. Laten we eerlijk zijn. Joden nemen de offerdienst ook niet letterlijk, omdat in de grondteksten het hier om het vlees gaat, om zonden, die opgeofferd moeten worden. Zo kunnen we die teksten dus ook opvatten. Smijtegeld zegt hierover : 'God, als de mens gezondigd had, slacht Hij beesten (oftewel de zonden, zoals het in de grondtekst ook staat), en trekt hun rokken aan van die vellen; en God stelde ook orde om beesten (zonden) te offeren, zoals u dat doorgaans in het boek Leviticus, meest het gehele boek door, leest. God gaf ook een Sacrament; het Paaslammetje (het zondig vlees) moest geslacht worden, en dat moesten ze eten met hun gehele huis, en als het voor hente veel was, dan moesten ze dat met hun buren eten, Exod. 12: 3,4; daar moest niets van overblijven. De Heere Jezus zei ook: bereidt het Paasfeest, Ik heb grotelijks begeerd, dit Pascha met u te eten, eer dat Ik lijd, Luk. 22: 15.' Een sacrament is altijd iets symbolisch. Er wordt geen letterlijk lam geslacht. De psychopathische, gedeformeerde kerk heeft dit altijd wel letterlijk, en dus vleselijk gedaan, want het vleselijke kan het geestelijke niet verstaan. Dat is de tragedie van de gedeformeerde kerk, dat zo door haar gebrek aan onderwijs kinderen werden grootgebracht met het eten van letterlijk vlees, terwijl het zinnebeeldig was bedoeld. 'Waar kennis ontbreekt verwilderd het volk.' Ursinus stelt bij zondag 40 : 'Evenzo moeten wij vermijden, dat wij door allerlei overdaad van brassen, drinken, hoereren, vleselijke lusten, en zo ook door gevaarlijke reizen, Hand. 27, en door tal van andere soortgelijke dingen,onszelf niet willens en wetens letsel bezorgen, verderven en ten onder brengen.En deze en soortgelijke zonden, die daartoe heel gemakkelijk kunnen leiden, verbiedt God in dit zesde gebod.' Dieren laten doden en dan hun vlees kopen door bloedgeld om dan het vlees te eten en zelfs aan anderen te geven, bijvoorbeeld aan kinderen, is niet alleen dierenhaat en kinderhaat, maar ook zelfhaat, en staat gelijk aan zelfmoord. Vlees is daarnaast ook zware hormonale drugs die onredelijk kan maken naar anderen toe. Vlees programmeert dus met zonden en met dood. En dit allemaal door gebrek aan onderwijs, want deze dingen waren zinnebeeldig bedoeld, geestelijk en niet vleselijk. En op de zonde staat straf. Eens zal de mens voor al zijn zonden moeten betalen. Ursinus stelt dan : 'Omdat de Wet niet slechts gebiedt om de zonden te vermijden, maar ook de daartegen strijdende deugden te doen, zo verbiedt God niet alleen dat wij iemands gezondheid en leven zullen kwetsen, maar gebiedt Hij ook, dat wij die zoveel mogelijk zullen beschermen en onderhouden. Daarom bevat het verbod „Gij zult niet doodslaan”, tevens dit gebod: „Gij zult het leven van uw naaste bewaren.” En het leven van de naaste wordt bewaard óf door het niet te kwetsen, óf door het te helpen.' Er komt dus ook een plicht bij kijken dat we niemand zomaar mogen laten sterven, zij het mens of dier. Wie zwijgend toekijkt naar moord stemt toe. En wie zwijgend toekijkt als zijn broeder of medeschepsel wordt onderdrukt die zal de volgende zijn om onderdrukt te worden. Het zesde gebod komt dus ook met een plicht om anderen te beschermen, anders ben je ook medeplichtig met hen die deze zonde van doodslag begaan. Ursinus stelt : 'Rechtvaardigheid, die niemand in 't bijzonder kwetst,bestaat hierin:als men noch

door een opzettelijk voornemen noch door onachtzaamheid iemands leven oflichaam kwetst, door wie wij niet gekwetst zijn, tenzijGod het gebiedt. Of: Het is een deugd, die alle kwetsingen van ons leven of van dat van onze naaste voorkomt, die of met geweld, of door bedrog of door onachtzaamheid geschieden, Lev. 34 : 17, Ex. 21: 21. Deze deugd wordt in de woorden van het gebod „Gij zult niet doodslaan”uitgedrukt. Hiermee strijden, en worden in dit gebod verboden: 1. Alle kwetsing van ons leven, of van dat van onze naaste, die of moedwillig,of uit onachtzaamheid, in strijd met de wetten, plaatsheeft. 2. Slapheid, wanneer niet gekwetst of gestraft wordendegenen, die behoren gestraft te werden door hen, wier ambt het is. (...) Hiermee is (verder) in strijd: Zachtheid, wanneer men niet boos wordt om zeer grote verongelijking, en die niet straft, of, wanneer men bij het bestraffen veel te zacht is.' Gebrek aan tucht is dus een vorm van doodslag, wat als wortel de desertie heeft, de spijbelzucht. Valse scholen worden dus gebouwd op een fundament van doodslag en zelfmoord. Ook een gebrek aan boosheid hebben over onrecht, oftewel onverschilligheid, is dus een vorm van doodslag, zoals Ursinus stelt. Verder noemt hij als in strijd met het zesde gebod : '1. Wreedheid, en een onrechtvaardige gestrengheid of een onmatige strafheid. 2. Te grote zachtheid of slapheid, wanneer iemand niet bewogen wordt door de dingen, waardoor hij om zijns ambts wil behóórt bewogen te worden. 3. Aanzien des persoons.' Verder noemt hij als strijdig met dit gebod : 'In oneerlijke dingen iemand ter wille zijn.' Dit zijn dus allemaal vormen van doodslag. Verder noemt hij als strijdig : '1. Vreesachtigheid of kleinmoedigheid, wanneer men geen noodzakelijke gevaren durft doorstaan. 2. Roekeloosheid, wanneer men bepaalde onnodige gevaren aandurft.' Verder noemt hij als strijdig : 'Eigenliefde, met verachting of verwaarlozing van de naaste, en het bewijs daarvan.' Ook egoïsme is dus een vorm van doodslag. Verder : '1. Dat men zich over andermans kwaad of ongeluk verblijdt. 2. Dat men geen aandoeningen medelijden heeft.' Verder : 'Lichtvaardig vriendschap maken en verbreken, en pluimstrijken.' Vermeer (Utrecht, 1696-1745) stelt dat deze doodslag niet alleen voor de doodslag van het lichaam geldt, maar ook van de ziel. Vermeer stelt : 'Hier wordt verboden het doodslaan van mensen naar het lichaam, zonder enig onderscheid van godsdienst, ouderdom, geslacht, volk, staat enz., met een kwaad opzet, uit boosheid, of uit lichtvaardigheid. Hier wordt dus verboden het lichaam eens mensen zo te mishandelen, dat de ziel er niet langer in blijven kan, of dit dan onszelf of onze naasten betreft. En ook onverschillig op welke wijze dit geschiedt, door onszelf en onze achteloosheid, of door anderen, en ook door dit niet, waar het ons mogelijk is, te verhinderen. (…) Of het nu geschiedt met gedachten, gebaren, woorden, of zich onnodig in gevaar begeven, of wel door daden, kwetsingen enz. De wet is toch geestelijk (Rom. 7:14) en het gebod is zeer wijd (Psalm 119:96). Hier merken wij ook bij op dat uit dit alles volgt dat ook verboden is het doden van onszelf of van onze naasten naar de ziel. Want hoeveel verschrikkelijker moet het nog zijn een oorzaak te zijn van eigen geestelijke dood of van die des naasten.' Vermeer offert ook een medicijn : 1. Hebt u lust tot doodslaan zonder u schuldig te maken? Leg dan uw hand en al uw macht aan de oude mens, die verdorven wordt door de begeerlijkheid der verleiding. Ziet dat u hem vervolgt met een dodelijke haat. Want het is de moordenaar van uw ziel, en ook menigmaal van uw gestalte, van het nieuwe schepsel. 2. En zie dan dat gij daarmede aan het kruis komt, (…) “het vlees gekruist met de begeerlijkheden.” O vrienden, deze doodslag zal u ruimte geven. Ja hoe meer voedsel gij aan die oude aan het kruis hangende mens onttrekt, hoe eerder hij zal sterven. Hij moet toch doodgehongerd worden. (…) De ouden gebruikten wel het spreekwoord: Wij mogen geen mens, die onze naaste is, doden. Maar onze oude mens, die ons nog nader is, moeten wij doden. (…) O vrienden, al zouden het zelfs de liefste boezemzonden zijn, al is het dan het eigen en alle verkeerde eigenliefde. Daarom roep met

een zeker dichter uit: De bitterheid wijkt van deze dood; Zij nodigt ons te rusten in haar schoot. En dan zegt hij verder: Ei machtig Heer, geef mij de laatste stoot, En doe mij zo ten grave dalen. Vermeer stelt verder over de al dan niet geestelijke zonde van doodslag, het overtreden van het zesde gebod : 'En dit is wel een allerzwaarste en allerverschrikkelijkste zonde wanneer deze wordt bedreven door kinderen ten aanzien van hun ouders, ofwel door ouders ten aanzien van hun kinderen, of door moeders ten aanzien van de eigen vrucht. Hierin is toch een verkrachten van de natuur. Daarom is deze zonde ook zo zwaar ten aanzien van Gods dienstknechten.' Want we hebben dan te maken met daadwerkelijke bloedzonde. Als wortel van de doodslag noemt Vermeer : "Laat ons niet zijn zoekers van ijdele eer, elkander benijdende." En : "Een iegelijk mens zij ras om te horen, traag om te spreken, traag tot toorn; want de toorn des mans werkt Gods gerechtigheid niet." Vermeer stelt : 'Tenslotte wordt nog genoemd de wortelzonde van de wraakgierigheid.Wraakgierigheid is een boze geneigdheid en begeerte om zijn naaste kwaad, ja meer kwaad te vergelden dan men meent beledigd te zijn, of ook wel beledigd is. Hierover beroemde Lamech zich: Voorwaar, ik sloeg wel een man dood om mijn wonde, en een jongeling om min buile. Want Kain zal zevenvoudig gewroken worden, maar Lamech zeventig maal zevenmaal." Dit is zeer gruwelijk. Dan neemt men God het wraakzwaard uit de hand, aan Wie alleen de wraak toekomt (Hebr. 10:3). En deze wordt ook verboden (Rom. 12:19): 'Wreekt uzelf niet, beminden, maar geeft de toorn plaats. Want er is geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, zegt de Heere.' De mens moet stoppen eigen rechter spelen. Er zijn vele regels verbonden aan het dogma. Als de mens deze overslaat dan is het niets anders dan zelf-vernietiging. Als medicijn schenkt Vermeer ons dan nog, als Utrechtse voorouder : 'De Heere Jezus betoonde dit ook in het opwekken uit de doden. Dit bleek bij Lazarus, bij het dochtertje van Jaïrus en meer anderen. Wat bleek dit ook duidelijk toen de discipelen nog zo vol vreemd vuur waren en de Heere Jezus verzochten, dat Hij wilde zorgen dat er vuur van de hemel zou komen en de mensen zou ver-teren. De Heere Jezus, Die geen vreemd vuur had, maar door de ijver van Gods huis werd verteerd, antwoordde daarop: "Gij weet niet van hoedanige geest gij zijt." En dit deed Hij alles als Borg, opdat Zijn volk met al hun vreemd vuur en verkeerde ijver, waaruit een doodslag kan voortkomen, in Hem gevonden zou worden.' Doodslag komt dus voort uit een fundament van overmoed, wat ontstaat door een gebrek aan ware diepte-ijver. Telkens weer slaat de mens stappen over, telkens weer. Daarom stelt Vermeer : 'De Heere Jezus heeft ook Zijn leven niet willen behouden toen Hij het voor Zijn broederen moest geven. Toen heeft Hij het niet dierbaar geschat, maar het voor de Zijnen in de dood overgegeven. En zulks niet alleen opdat zij van de dood zouden worden verlost, maar ook opdat zij in Zijn onbegrijpelijke liefde een schuilplaats zouden vinden met de zonden van het onttrekken van hun leven voor hun broederen. Ja, tot dat doel heeft Hij eens Petrus als een satan weerstaan, die Hem het ondergaan van Zijn lijden en dood afraadde.' Jezus als voorbeeld dus, niet als afgod. Wij moeten zelf als Jezus zijn en die dood sterven aan ons vlees, volkomen, anders zullen wij telkens weer schuldig zijn aan de zonde van doodslag. Ook als de mens de zonde niet goedmaakt, dan zondigt de mens telkens weer.

Hoofdstuk 31. zondag 41-45 : zowel progressief als regressief – het hoe, waarom en wat van gebed zondag 41 Vraag 108: Wat leert ons het zevende gebod? Antwoord: Dat alle onzedelijkheid door God vervloekt is en dat wij daarom, door er een hartgrondige afkeer van te hebben, eerbaar en ingetogen leven, hetzij in de heilige huwelijkse staat of daarbuiten. Vraag 109: Verbiedt God in dit gebod niet meer dan echtbreken en soortgelijke schandelijkheden? Antwoord: Daar ons lichaam en onze ziel tempels van de Heilige Geest zijn, wil Hij dat wij die beide zuiver en heilig bewaren. Daarom verbiedt Hij alle onzedelijke daden, gebaren, woorden, gedachten, begeerten en wat de mens daartoe kan verleiden. Wat betekent het ? Rothuizen (1926-1988) stelt in zijn verklaring van de catechismus (Allemaal Zondagen, 1959) dat echtbreuk ook geestelijk plaatsvindt daar waar man en vrouw elkaar overvragen. Hij stelt dat de mens dikwijls veel meer verlangd van de ander dan God van de ander verlangt. Het is een prachtig commentaar. Hij stelt : 'Als het huwelijk nu iets van God mag uitdrukken dan wel dit, dat de minste de meeste is en dat een kruis ons niet onbekend mag voorkomen en dat het er niet om gaat te winnen, wat er te winnen is, maar te redden wat er te redden valt. Wie hier verwerpt kan wel eens Hem verwerpen die op Golgotha het onmogelijke voor ons heeft mogelijk gemaakt.' Ook zegt hij dat het huwelijk een slagveld is, een zaak van leven of dood, en dat wat God heeft samengevoegd mag niet gescheiden worden. Dit vergeestelijkt hij als een relatie tussen God en mens. Teveel liefde is dan ook weer te weinig liefde. De man groeit dan wel in lengte, maar blijft met hetzelfde lichaam als in zijn jeugd, terwijl de vrouw borsten ontwikkeld en welvingen om haar klaar te maken voor het zogen van kinderen. De man die gewoon gelijk blijft, alhoewel wel wat hariger wordt naarmate hij ouder wordt, of juist ook weer haar verliest, is een beeld van de natuurlijke soberheid van de mens, leren leven met het minste. Dat is ook daadwerkelijk zijn vruchtbaarheid waarmee hij de vrouw kan bevruchten, iets wat een vrouw dan weer niet heeft. Daarom horen zij tezamen, maar dit is slechts een metafoor die zich in de mens bevindt. Zij begrijpen beiden dat minder meer is, niet werelds leven, maar sober, en dus hemels, terwijl de vrouw de voedster is. Door het minderen sterft de man aan zichzelf en komt zo in een andere abstracte werkelijkheid, die van de vrouw, want wat de vrouw hem voedt is het Woord, de kennis, en dus de honger, oftewel het minderen, de soberheid. Een bepaalde tante die ik bijna niet zag hield altijd mijn oom in de gaten. Die oom mocht op feestjes eigenlijk niks eten. Nee, dat mocht mijn oom niet van mijn tante, anders zou hij dik worden. Ze zorgde er dus goed voor dat hij in zijn jeugdige lichaam bleef, en daar gaat het metaforisch om. Dat moet met alle dingen zo

zijn, dat een vrouw de man beschermt tegen de wereld. Zulke levenspartners heb ik ook gehad. De één waarschuwde tegen vlees eten, de ander waarschuwde tegen auto rijden, enzovoort. Ik voelde me dus wel veilig bij dat soort vrouwen. Ze zorgden ervoor dat hun man niet in zonde zou vallen tegen de natuur in. Dat relaties vaak geen stand houden is een ander verhaal, want een man moet blijven minderen, en de gnosis leren kennen. De man die niet mindert om tot de abstracte vrouwelijke werkelijkheid te komen die wordt tot een varken. We zien het om ons heen : protserige, rijke, machtslustige varkens die zichzelf mannen noemen. Ze zijn hierdoor ontmant, gevarkent. Het is een hele jammere situatie, maar het laat zien dat de mens terug moet naar de soberheid, en geen deel moet hebben aan de gedeformeerde kerk. De vrouw is dus de droom in de nacht, alhoewel veel vrouwen nachtmerries zijn. De mens moet diep genoeg slapen om tot de natuurvrouwen te komen, niet tot wereldse tutten. Wat is echtbreuk dan ? Als je belangrijke principes loslaat, die van soberheid, en werelds gaat leven. Dat is verraad naar God en de gnosis. De vrouw is de prediker van soberheid, overvloedige soberheid, en predikt dit aan haar man. Hij is een beeld van soberheid. Soberheid is hun beider sieraad. Zo is er een drievoudig snoer tussen hen en de natuur wat niet snel verbroken wordt. Allereerst en boven alles moet de mens zich toeleggen op zijn huwelijk met God, met de gnosis, en de rest is bijzaak. Dit is niet noodzakelijk iets romantisch, want de gnosis is het onderwijs. De man, het lichaam der zonden, gaat tot de vrouw voor recycling. De man, drager van het lichaam der zonden, gaat tot de vrouw, voor recycling. Het overbrugt de kloof tussen het vleselijke en het geestelijke. Echtbreuk is daar waar die brug er niet is. Daarom is zondag 41 ervoor om die brug te leggen. Het is dus een hemels uitkerings agentschap. Je krijgt het juist door te minderen. De vrouw is dus de oorzaak van alle hemelse genezing en bron van het hemelse lichaam. Zondag 42. Vraag 110: Wat verbiedt God in het achtste gebod? Antwoord: God verbiedt niet alleen het stelen en roven, wat de overheid straft, maar Hij noemt ook diefstal: alle verkeerde handelingen en vergrijpen, waarmee wij het bezit van onze naaste in handen trachten te krijgen, hetzij met geweld of schijn van recht, zoals met vervalsing van gewicht, lengte, maat, waar en munt, met woeker of door enig middel dat God verboden heeft. Hij verbiedt bovendien alle gierigheid, alle misbruik en verkwisting van zijn gaven. Vraag 111: Maar wat gebiedt God u in dit gebod? Antwoord: Dat ik het belang van mijn naaste, waar ik kan en vermag, bevorder en met hem zo handel als ik zelf wilde dat men met mij handelde. Bovendien, dat ik getrouw mijn arbeid verricht om de behoeftigen te kunnen bijstaan. Zondag 42 gaat over de grenzen, de grenzen van iemand's eigendom. Wat wij niet hebben kunnen offeren, geven, kunnen we ook niet bezitten. Geestelijke gaven zijn dus ook altijd dat wat we aan anderen gegeven hebben, anders bezitten we ze niet. Alles komt dus pas via een omweg bij ons. De mate waarin wij geven is de mate waarin wij eigendom hebben. Zondag 42 gaat over de ijver die ons beschermd tegen het stelen. Het legt de grenzen en straft de dieven. Het grijpt daarom diep en is intiem. Het is het hoogtepunt van het hemelse huwelijk. Het is het voortbrengen van vruchten, het hebben van kinderen. Het is het moment van de wedergeboorte. zondag 43 Vraag 112: Wat wil het negende gebod?

Antwoord: Dat ik tegen niemand een vals getuigenis afleg, niemands woorden verdraai, geen kwaadspreker of lasteraar ben, niemand lichtvaardig en zonder wederhoor veroordeel of laat veroordelen. Maar dat ik alle soorten leugen en bedrog als werken van de duivel zelf vermijd, als ik niet de zware toorn van God op mij wil laden. Evenzo, dat ik in rechtszaken en alle andere handelingen de waarheid liefheb, eerlijk spreek en getuig en ook de eer en de goede naam van mijn naaste naar mijn vermogen verdedig en die bevorder. Zondag 43 doorbreekt het glas van de etiketten die geplakt zijn door de medische markt, de rechterlijke markt en de geestelijke markt. Hierdoor kan de mens vluchten tot de wildernis, tot de geestelijke gaven. Hier splitst de gedeformeerde kerk af, ongehoorzaam aan het gebod, en bouwt zo haar muur. De gedeformeerde kerk is compleet samengesmolten met de Mengelers, waar ze ook mee samen werken, die Josef Mengele als furhrer hebben, oftewel het medische onrecht, en ze doen zelfs 'grotere werken dan hem', want daar waar Mengele de engel des doods was, daar zijn de Mengelers, zijn volgelingen, erop gericht mensen in levenslange concentratie kampen te zetten voor experimenten en martelingen, in de psychiatrie en dentistrie. De psychiatrie verbiedt mensen contact te hebben met God en de gnosis, en de dentistrie verbiedt de mens om contact te hebben met de natuur, omdat je gedwongen moet lopen met hun tegennatuurlijke luxe troep in je mond. Je wordt dus gedwongen een modern mens te zijn buiten de natuur. Het is hetzelfde als mensen dwingen de gsm te aanbidden. Zondag 43 komt tegen het Mengelers systeem, doorbreekt dit glas en hun dobbelstenen. Zo vindt de mens weer zijn weg terug tot de natuur en de gnosis. Zondag 43 is een weg uit de bizarrocratie. zondag 44 Wat eist het tiende gebod van ons? Dat zelfs de minste neiging of gedachte in strijd met enig gebod van God nooit in ons hart mag opkomen, maar dat wij te allen tijde en met ons gehele hart alle zonden haten en alle gerechtigheid liefhebben. Zo begint zondag 44. Daarna zal alles overgaan in gebed, vanaf zondag 45 tot de laatste zondag. Zondag 44 stelt in principe gewoon dat het niet om de wil gaat, maar om de kennis. De gebeden zijn er dan voor om de mens af te stemmen om te komen tot de hogere kennis. Is er nog iets van de wil, dan komt de mens bij lagere kennis terecht of bij helemaal geen kennis, en alleen maar wilsdrangen. De mens wil dit, wil dat, maar weet niets, heeft geen grond. De gedeformeerde kerk begint het gebed altijd met onze vader, nooit met onze moeder, want die hebben ze om zeep geholpen. Die bestaat niet. Die zou ook niet sterk genoeg zijn om hun vele vleselijke begeertes te vervullen. Niet sterk genoeg ? Ze heeft de mens het leven gegeven. Maar ze geeft hen inderdaad niet naar hun vleselijke begeertes, maar wat de mens nodig heeft. Niet wat de mens wil, maar wat de mens nodig heeft. Daar zit nogal een verschil tussen, een groot verschil. Als je met iemand communiceert, moet je op die persoon afgestemt zijn, en in dit geval is dat de gnosis, dus het gebed betekent jezelf afstemmen op de hogere principes, opdat je genuanceerd blijft en geen tussenstappen uit het oog verliest. Zondag 45 gaat over het waarom van het bidden. Natuurlijk is het bidden er om de context in de gaten te blijven houden, zodat je niet ten prooi valt aan je eigen wil en begeertes, niet ten prooi valt aan je onwetendheid, je onnozelheid, niet ten prooi valt aan egoïsme. Maar de gedeformeerde kerk bidt altijd het onze vader, en nooit het onze moeder, want de vader is sterk genoeg om de mens zijn egoïsme te doen behouden. De moeder heeft een baarmoeder die allesverwoestend is naar het vlees, dus die ontwijken ze liever. In die zin moet de mens dus ook weer deels terugkeren naar het katholicisme, en zo terug tot Egypte, deels, om fundament te hebben. Er zijn van zovele fundamenten afgeweken. De moeder hebben ze achtergelaten, weggedrukt.

Gebed behoort een offer te zijn, niet voor egoïstische doeleinden. Zoals Ursinus stelt : „Mijn gebed worde gesteld als reukwerk voor Uw aangezicht, de opheffing mijner handen als het avondoffer.” Net zoals de kerk is ook het gebed beeldspraak. Als je het teveel verletterlijkt dan gaat de kracht ervan verloren. Door allerlei menselijke tradities heeft de mens God van zijn kracht beroofd. De mens is een rover die terug moet gaan tot zondag 42 : gij zult niet stelen. 'Ja maar dit, ja maar dat,' zegt de gedeformeerde mens dan. Maar dan kunnen wij zeggen : 'Neen. Geen vals getuigenis afleggen nu, ook niet over God. Geen woorden lopen verdraaien. Ga terug naar zondag 43.' De mens moet dus terugkeren tot de demonologie om los te komen van de werken van de duivel, wat de werken van het vlees zijn. Laat jezelf inlichten hoe dat gaat. Ursinus stelt dat het gebed het hebben van een getuige is, dus je kunt maar beter letten op je woorden en daden en hoe je bidt, want die getuige brengt alles tot God, oftewel tot de gnosis, de hogere kennis. Hij stelt daarna : 'Want door het gebed klimmen wij op in het ware heiligdom voor God, spreken en handelen wij met Hem, dragen wij aan Hem onze nood op, en verkrijgen wij hetgeen Hij ons van eeuwigheid toegeschikt en voor ons weggelegd heeft. Het gebed is dus de sleutel des hemels, zoals Augustinus zegt. Want het gebed vaart op, en Gods barmhartigheid daalt neer.' Deze sleutelen zijn geestelijk, zoals Smijtegeld ook stelt. Een vleselijk mens kan niet bidden. Vleselijke gebeden werken niks uit, die komen niet verder dan de grond. Er is een sleutel van kennis, een sleutel van tucht, en een sleutel van gebed. Deze sleutels werken met elkaar samen. Als er een sleutel ontbreekt, zullen de andere sleutels ook niet werken. Daar gaat zondag 31 over, die stelt : Vraag 83: Wat zijn de sleutels van het hemelrijk? Antwoord: De verkondiging van het heilig Evangelie en de christelijke tucht of uitsluiting uit de gemeente, waardoor het hemelrijk voor de geestelijken geopend en voor de vleselijken gesloten wordt. Dat is beeldspraak, in de kerkelijke taal, en dat gaat over het hart en moet je weten te vertalen. Telkens weer als ik christelijke boeken lees moet ik de beeldspraak ervan kennen en dit doorvertalen om zo geen deel te hebben aan de gedeformeerde kerk. De kerk mag dus niet ergens blijven steken in de reformatie na de middeleeuwen. Het is een bepaalde terminologie die je moet kennen. Dit soort teksten zijn dus potentieel gevaarlijk voor vleselijken die het zouden kunnen misbruiken. In de Heidelberge Catechismus staat ook niet 'voor geestelijken geopend en voor vleselijken gesloten,' maar 'voor gelovigen geopend en voor ongelovigen gesloten', maar dat zijn westerse misvertalingen van de bijbel, die oorspronkelijk in het Aramees en Grieks was. Het gaat om de tegenstelling : geestelijk vleselijk, niet gelovig of ongelovig. Er zijn geestelijke atheïsten en vleselijke zogenaamde gelovigen bijvoorbeeld. Er moet dus een beter woordenboek komen. Er is dus eerder een verschil tussen geletterden en ongeletterden, tussen intellectuelen en onwetenden. Daarom hebben de intellectuelen, de geleerden, ook een grote taak. Wat men vandaag de dag in de wereld geleerden noemt zijn overigens vaak geleerden in het vleselijke. We hebben het dus duidelijk over geleerden in het geestelijke, in de demonologie en de taalkunde. De mens moet bidden om de communicatie met de gnosis in stand te houden, om de nuances blijven te zien, en om de wetten te omhullen met gnosis en dieper uit te werken, opdat ze niet star en dogmatisch worden, kortzichtig en oppervlakkig, ondualistisch, eenzijdig. Daarom moet door het gebed alles uitgebroed worden door de gnosis, op z'n diepte geschat. Als de mens niet bidt, dan gaat de mens dingen over het hoofd zien. Dit hoeft niet traditioneel, via opzegversjes, maar bidden is grotendeels luisteren, mediteren. Ook moet je dus bidden om telkens weer je vlees te offeren, zodat het niet in de weg staat. Het bidden is dus een voortdurend loslaten. Ook bidt de mens als een worsteling met God, oftewel om alle dingen te toetsen. Ursinus pakt deze kwestie ook aan en stelt :

'Bezwaar 1. God weet wel, wat wij nodig hebben(Matth. 6 : 3. Dus is het niet nodig, dat wij Hem door onze gebeden onze nood te kennen geven. Antwoord. Dat volgt daar niet uit. Want niet dit is het doel waarom wij bidden, dat wij God iets zouden willen te kennen geven wat Hij nog niet zou weten, of waar Hij geen acht op zou slaan, maar opdat daardoor onze zorgen a.h.w. in de schoot des Vaders worden neergelegd; opdat wij zelf onze nood recht leren kennen en overdenken, en opdat door die oefening ons geloof worde gevoed en versterkt. Bezwaar 2. God heeft al tevoren, krachtens Zijn Goddelijke voorzienigheid besloten, wat Hij ons wil geven, en dat besluit is onveranderlijk. Dus is het onnodig, dat wij om bepaalde dingen bidden. Antwoord. Weliswaar heeft God inzake onze dingen een besluit genomen en is dat onveranderlijk, maar daarmee worden de gebeden nog niet weggenomen. Want omdat Hij ook besloten heeft, dat niemand Zijn genade en de Heilige Geest ontvangen zal, dan degene die Hem daarom aanroept,wie verstaat dan niet, dat ook wegens het besluit van God, de gebeden voor de Christenen noodzakelijk zijn? Gods voorzienigheid neemt het gebruik der middelen niet weg, maar vereist die. En dat getuigt de profeet David, als hij zegt (Ps. 34 : 1: „De ogen des Heeren zijn op de rechtvaardigen, en Zijn oren tot hun geroep.”Want daarmee geeft hij te kennen, dat Gods voorzienigheid zó zorg draagt voor de zaligheid der Godvruchtigen, dat evenwel het gebed een noodzakelijke geloofsoefening is, waardoor alle onachtzaamheid uit onze harten verdreven moet worden.' Hij pakt dus een beetje aan de bezwaren die onverschilligen en deserteurs gebruiken om niet te hoeven bidden omdat volgens hen alles er toch al is. God weet alles, en kan alles, heeft alles al in kannen en kruiken, dus waarom zouden we bidden ? Het gaat er juist om dat we beseffen dat God de gnosis is als heilsfeit, maar dat dit ook een ervaringsfeit moet zijn, iets wat we persoonlijk moeten ontvangen. Gebed betekent het vol worden met God, met de gnosis, en zo gelijkvormig te worden aan God en aan de gnosis, oftewel gereformeerd te zijn. De gedeformeerde kerk rekent hier niet mee. Terecht pakt Ursinus ze aan. Zien we waar de reformatie is misgegaan, mensen ? Hoe de zogenaamde gereformeerde kerk van vandaag vaak niet gereformeerd is maar gedeformeerd, en weer terug moet naar de grondbeginselen van de reformatie en de Heidelbergse catechismus ? Ja, dit heeft gevaren, en er zitten nogal wat haken en ogen aan. Vandaar dit commentaar. De Heidelbergse catechismus is dus belangrijk, maar moet voorzien worden van een degelijke verklaring, oftewel een exegetische beschouwing. Wij moeten dus zowel progressief zijn als regressief : voortgaande openbaring en teruggaande openbaring. Dit doen wij in profetische en demonologische context. Dat is de ware betekenis van het 'gereformeerd vrijgemaakt' zijn. Het werk van de voorouders was dus nog zeker niet afgelopen, maar moest en moet verdiept worden. De mens moet er voor oppassen de steigers niet voor het huis aan te zien om dan het huis te vergeten. Neen. De steigers zijn slechts tijdelijk. Het waren slechts noodplannen. Het is een taal die de mens moet kennen, niet slechts een taal die de mens moet spreken. Ken uw taal. Ken uw cultuur. Gooi uw cultuur niet zomaar weg, maar pas ook op voor kudde mentaliteit. Ursinus gaat dan verder met zijn betoog over zondag 45, over het gebed : 'Bezwaar 3. De goddelozen ontvangen ook vele gaven van God, waar zij niet eens om bidden. En veel huichelaars ontvangen ook de gaven des Heiligen Geestes. Dus ontvangen ze niet slechts degenen, die erom bidden. Antwoord. 1. De goddelozen en huichelaars kunnen wel vaak bepaalde goederen, zowel aardse als geestelijke ontvangen, maar niet die voorname geestelijke gaven, die aan de uitverkorenen eigen zijn; zoals de bekering tot God, vergeving der zonden, gerechtigheid en heiligmaking.

2. De goederen, die de goddelozen ontvangen, strekken hun niet tot zaligheid, maar tot verderf. Aanhoudend bezwaar. De kleine kinderen ontvangen de Heilige Geest. Maar de kleine kinderen bidden daar niet om. Dus ontvangen ook sommigen de Heilige Geest, die er niet om bidden. Antwoord. 1. Inzake de kleine kinderen geven wij dat toe. Maar voor de volwassenen geldt de algemene regel, die waar is,dat de Heilige Geest niet gegeven wordt dan aan hen, die erom bidden. Want het is hun bevolen, dat zij daarom bidden zullen, en zij kunnen er ook om bidden. 2. Dat de kleine kinderen niet om de Heilige Geest bidden, is niet helemaal waar. Want de kleine kinderen bidden ook op hun manier, n.l. door een genegenheid om te bidden; zoals zij geloven door een genegenheid om te geloven, Ps. 8 : 3:„Uit den mond der kinderkens en der zuigelingen hebt Gij sterkte gegrondvest” Het is van belang dat wij beseffen dat het fundament van het gebed het luisteren is, maar ook het toetsen. Het gebed is dus altijd een worsteling, als een afstemmen en ziften. Zo worden wij net als Jakob tot Pniël geleid, en het gebed moet ons verwonden, want alleen als ons vlees gebroken is kunnen wij tot God komen, en zal het vlees niet meer in de weg kunnen staan. Gebed is dus het uitbroeden van de gnosis in ons, het onderzoeken. Het grond krijgen voor dingen, zodat we later niet bedrogen uitkomen en moeten ontdekken dat we geen fundament voor ons leven hadden en slechts als parasieten hebben geleefd en als parasieten ten onder gaan. Hoofdstuk 32. zondag 46-47, 51-52 : zeg nee tegen krakers van het menselijk lichaam – het dogma van vergeving Het gebed betekent dus : in contact blijven met de bron, in contact blijven met de moederborst, het 'onze moeder'. In de baarmoeder verliezen we ons leven, ons vlees. Daarom haat de mens de geestelijke moeder, en heeft het altijd alleen maar over de vader in de gedeformeerde kerk. De gedeformeerde mens vreest de wedergeboorte, dus omgeeft zichzelf alleen maar met mannen. Van vader tot zoon : allemaal protserig vlees. Ware mannen en ware jongens zijn moeders kinderen, met respect voor hun hemelse moeder, maar ze laten zich niet geven aan de verkeerde vrouwen. Zij worstelen met vrouwen. Het zijn wilde jongens, geen zoete lieve gerritjes die zich vleselijk hechten aan iedere vrouw die ze zien. Ze hebben elk vrouwlievend vlees gedood. Dat zijn ware mannen en ware jongens, en zo niet dan zijn het slechts varkens. Ware mannen en ware jongens zijn sober en trekken zich terug in de natuur. Het zijn kinderen van de gnosis. Ze doen onderzoek en lopen niet met hun opgevoerde bakbeesten te protsen op de straten van 'kijk hoe ik moeder natuur kan verstoren en om zeep kan helpen.' De ware man, de ware jongen is als een ware zoon gewijd aan het gebed, aan het 'onze moeder'. Hij

is geen doetje, hij loopt niet met de massa mee om tegen zijn hemelse moeder te strijden. Hij kan niet tegen onrecht, en is strategisch, intellectueel. Hij roept niet om aandacht voor hemzelf, maar voor het woord, voor de hemelse kennis, die hij predikt. Hij definieert zichzelf niet teveel, keert vaak de andere wang toe, en vaagt weer weg als de golven van de zee. Je kunt hem niet navolgen. Je wordt weer op jezelf geworpen. De ware man, de ware jongen, de ware zoon, is een gekruisigde, een hongerende in de wildernis, altijd in gevecht met zijn vlees, en daardoor stervende. Hij is geen deserteur. Je denkt : Waar is hij ? Hij is op missie. Je helden zullen nooit komen. Je moet zelf op pad. Er zit niets anders op. Zijn wij bewust dat wij kind van de gnosis zijn, of zijn wij te volwassen en daarom niet vatbaar voor de gnosis ? Daar gaat zondag 46 over. Wie is onze ouder ? Wie is onze moeder ? Ursinus geeft het belang aan voor het hebben van een ouder. Hij gaat in strijd met een bepaald bezwaar wat sommigen hebben tegen een hemelse ouder : 'Bezwaar. Een vader behoort zijn kinderen geen enkel ding te weigeren. Maar God weigert ons vele dingen. Dus is God onze Vader niet. Antwoord. Een vader weigert zijn kinderen geen enkel ding, namelijk dat zij nodig hebben en hun tot zaligheid strekt. Maar hij weigert hun alles wat hun onnut, schadelijk en onnodig is, omdat hij hun vader is en hij het welzijn en de zaligheid van de kinderen trachtte bevorderen. Datzelfde doet God ook, door ons alle lichamelijke en geestelijke dingen te schenken, die ons nodig, nuttig en zalig zijn, Luk. 11 : 13, Jak. 1 : 5.' Op Pniël moest Jakob door het goede overweldigd worden, overwonnen, en moest hij het kwade overwinnen, in het toetsen. Vermeer stelt : 'Het is de Heere Jezus zo behagelijk, dat Zijn kinderen van het begin van hun bidden af Zijn Vader overwinnen en Zijn hart als het ware overweldigen met de wapenen, die Hij hun Zelf in de hand geeft. En met pleitredenen, die Hij hun Zelf in de mond legt. Ziet hoe Jezus het er in deze aanspraak op toelegt dat Zijn Vader maar overwonnen zal worden. Hij leert hun Zelf Vader zeggen, omdat Hij weet dat daar niets voor staat. Ja dat hierdoor als het ware vanzelf het hart van God tot Zijn kinderen wordt getrokken en overgaat. Daarom pleit de kerk Jesaja 63:16: "Heere, Gij zijt toch onze Vader", enz. Zo geeft dus Jezus Zelf de wapenen en doet geweld op het hart van Zijn Vader. 6.En ook Zijn Vader wil Zichzelf laten overmogen. Ziet eens met welk een nadruk de Heere vraagt (Jer. 3:19): "Hoe zal Ik u onder de kinderen zetten, en u geven het gewenste land?" En dan antwoordt de Heere Zichzelf dat Hij het zo zal doen en dat daar niets voor zal staan: 'Gij zult tot Mij roepen: Mijn Vader! en gij zult van achter Mij niet afkeren.' Worstel dus met God en overwin, oftewel stop niet totdat je tot de kern bent gekomen. Dit is de volharding in het onderzoek. Stop niet totdat je het vergeestelijkt en vereeuwigd hebt. Dat is wat je zelf bent en daar hangt je eigen heil vanaf. Elk onheil is onwetendheid. Zondag 47 gaat erover dat gebed gebouwd moet zijn op kennis, op juist kennen. We kunnen dus niet zomaar raak gaan bidden. Er moet dus ook voldoende onderzoek zijn, zodat we geen blinde vuistvechters zijn. Onze zintuigen, onze geestelijke zintuigen, dienen dus te openen. Weten wij waartoe wij bidden, tot wie wij bidden ? Moet dat een afgodsbeeld zijn van de voorouders ? De voorouders hadden zeker wijsheid, maar wij zijn de vruchten van de voorouders, dus moeten dit verder uitwerken. De wetenschap moet compleet worden. Al te uitbundige voorouderverering is gemaskerde pensionering. Laten we niet buigen voor de afgodsbeelden van onze voorouders, maar ze verdiepen, opdat ook de voorouders hierdoor geholpen worden die in zoveel dingen nog vast zaten. De voorouders waren in diepe ballingschap. Zij waren slaven van een systeem. Verering van

hun slavenmeesters is dus verraad naar de voorouders toe. Al die ingedutte kerken is dus puur verraad. Zondag 52 is de laatste zondag, waarin de mens mag bidden om stand te houden in de verzoeking, dat die niet boven mate is. Vermeer stelt dat God niet kan verzoeken, want God is te rein en heilig, maar het is iets robotisch, iets automatisch, wat God toelaat voor een reden, ook omdat God niet anders kan vanwege de robotische principes van de natuur, kunnen we stellen. Maar Vermeer stelt dan : "God is getrouw, Die u niet zal laten verzocht worden boven hetgeen gij vermoogt; maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst geven, opdat gij ze kunt verdragen." We kunnen stellen dat dat de voorzienigheid is van de gnosis. Als er een vraag is in de kennis, dan heeft de kennis ook een antwoord. Als er een probleem is in de gnosis, dan heeft de gnosis ook een oplossing. De gnosis is immers de gnosis. Dat is het beste van het beste, alles omvattende en in elkaar vallende kennis. Mensen, dit is een kunstwerk en meesterwerk wat geen oog heeft gezien en wat in geen hart is opgekomen. Dat gebeurt er in de diepte : het lost zich vanzelf op, het vindt vanzelf een uitweg, een doorgang. Waarom ? Omdat het eindeloos en eeuwig is. Je kan het dus zo gek niet bedenken. Het is meesterkennis. Het stijgt boven alles uit, haalt alles in, omvat alles. Vermeer stelt dat die bede dan ook demonologisch is, want de mens die oprecht bidt om verlost te worden van de boze is logischerwijs geen vriend van de boze, van de duivel, zou je denken. Iemand die werelds leeft zou zoiets niet bidden, stelt Vermeer. Hij stelt dan : 'Maar het is de vijandschap, die in het paradijs is gezet tussen het zaad der vrouw en het zaad der slang. Van dat zaad der vrouw wil de wereld wel verlost worden, maar niet van de duivel, niet van haar allerliefste wereld, en ook niet van het hart, dat het toch zo goed meent: En evenwel bidden zij: Verlos ons van de boze. O mensen, oordeelt zelf eens of dit nu het spreken van leugen of van waarheid is.' Hoe hypocriet is de mens dan wel niet ? Zondag 51 gaat over belasting-ontduiking. Ze willen geen geestelijke belasting betalen, dus vragen ze vergeving. Maar er zijn allerlei regels voor vergeving. Je bent in de koepel van zondag 51, in een bol, en daar omheen zijn de belasting ontduikers met hun boortjes. Ze willen dat je ze vergeeft, oftewel toelaat in je te boren, zodat je demonisch bezeten raakt en opdraait voor hun belasting. Zij willen dit verplichten. Hoe kan een verplicht medicijn een medicijn zijn ? Zet daarom ernstige vraagtekens bij dentistrie want daar gaat deze zondag over. Hoe kan een mens niet zien dat hij bedonderd wordt als producten gedwongen worden, zoals in dentistrie, net zoals de gedwongen vergevingsplicht in de gedeformeerde kerken, zodat ze macht over je krijgen en zo hun belasting kunnen ontduiken, omdat jij er immers voor opdraait en zo overbelast raakt. Betaal je eigen schulden. Wees geen belasting ontduiker. Bekeer je en maak dingen in orde. Dat is wat ware vergeving betekent. Daar staan ze met hun boortjes om gedwongen in je te boren, zodat ze gedwongen in je kunnen onderduiken, belasting ontduiken. Het zijn demonen, mensen. Ga zicht krijgen op deze gruwel. Zij doen 'de grotere werken van Mengele,' deze Mengelers. Vergeef ze niet. Jezus zei dat zij die etiketten op de mensen plakken, mensen brandmerken, niet vergeven mogen worden, ook niet in het toekomende tijdperk, want anders zou dat een vrijkaartje voor hen zijn om nog meer mensen en kinderen te slopen. Ze moeten zich bekeren. Het gaat helemaal niet om vergeving, maar om bekering. Dat is waar zondag 51 voor staat. Laat ze er niet langs. Stel je lichaam niet voor hen open. Het zijn demonen die zich niet willen bekeren maar toch in je leven willen wonen, in je willen onderduiken. Vergeef ze niet, maar roep ze op tot bekering. Het zijn krakers van het menselijk lichaam.

Vandaag bespreken we de laatste paar zondagen van de catechismus nog die we nog niet hadden besproken, namelijk zondag 48-50, maar net zoals de commentaren op de bijbelboeken kan verdere bespreking nog volgen. De heidelbergse catechismus is dus van 1563. Daarna kwamen de Dordtse leerregels, ook in sommige bijbels te lezen, als nog een soort vierde heilig boek van de christenen, maar oh oh oh wat stonden daar een gruwelijkheden in, waarin nog steeds veel kinderen moeten opgroeien. Je kan denken dat je zelf niet meer in de kerk zit en het zelf niet zo nauw neemt met de kerk, omdat je de gnosis hebt gevonden als persoonlijke relatie met de oneindige kennis, maar denk aan alle kinderen die nog steeds in deze afschuwelijke nachtmerrie en holocaust leven, en hierin een stockholm syndroom hebben ontwikkeld puur om te overleven. Vandaar dat het nu dan ook weleens nodig tijd is om de Dordtse leerregels van commentaar te zien en waar nodig is te herzien. We hebben het dan over 1618 en 1619 waarin dit geschrift uitkwam en zich overal in de kerken inwortelde. Deze beulen martelen onze kinderen en willen dat ze vergeven worden terwijl ze gewoon doorgaan met het martelen van kinderen en dieren. Vergeving is de dekmantel waaronder criminelen werken. Vergeving is een dogma wat aan vele regels is verbonden. Als je kinderen voor je ogen worden doodgemarteld dan is vergeving wel het laatste wat je moet doen. Dan moet je in actie komen, als een moederbeer of vaderbeer. Als je gewoon vergeeft en je kinderen laat verdrinken voor je ogen, dan ben je niets anders dan een collaborateur, een samenwerker met de vijand, oftewel een verrader. Hoofdstuk 33. zondag 48-50 van de HC en artikels 1.1-2.8 van de Dordtse leerregels van commentaar voorzien en herzien. Zondag 50 kwam tot mij als een natuurvrouw met een lamsvel als rok. Natuurlijk is het metaforisch. Het lam is een beeld van het vleselijke, en wel het immer klagende vlees. Altijd wil dit vlees vergeven worden, maar niks doen om het goed te maken. Vergeving is zo een vrijkaartje om de meest gruwelijke dingen te doen voor dit lam, als het misbruik van het dogma van vergeving. Dit lam heeft het altijd over liefde, maar haat dieren, en eet ook dieren. Deze liefde is dus geen dierenliefde, en ook geen armenliefde, want deze liefde is alleen maar voor de familie. Wat een gruwel is dit lam. Het is een valze nazi liefde, zeer racistisch, zeer selectief, zeer egoïstisch. Zondag 50 is de bede om dagelijks brood, maar wat houdt het in ? Vraag 125: Wat is de vierde bede? Antwoord: Geef ons heden ons dagelijks brood. Dat wil zeggen: wil in alle behoeften van ons lichaam voorzien, opdat wij daardoor erkennen, dat Gij de enige bron van alle goeds zijt en dat noch onze zorg en moeite noch uw gaven ons ten goede komen zonder uw zegen, en dat wij daarom ons vertrouwen van alle schepselen afwenden en op U alleen stellen. Smijtegeld noemt bij zondag 50 Amos 8: 11, Ik zal ze een honger geven, niet naar brood, een dorst,

niet naar water, maar om te horen de woorden des levenden Gods. Er moet bij deze bede dus een honger zijn, een ledigheid, anders kan de mens niet gevuld worden. De mens moet alles voor het woord, voor de kennis opgeven. Het is dus een bede om deze honger. Hiervoor moet men de strijd aan gaan tegen de gulzigheid van het valse lam, de valse christelijkheid, die wel liefde wil maar geen kennis, die wel vergeving wil, maar geen bekering. Zondag 49 Vraag 124: Wat is de derde bede? Antwoord: Uw wil geschiede op de aarde zoals in de hemel. Dat wil zeggen: geef dat wij en alle mensen onze eigen wil prijsgeven en uw wil, die alleen goed is, zonder enig tegenspreken gehoorzamen; opdat aldus ieder zijn opdracht en roeping even gewillig en getrouw mag vervullen als de engelen in de hemel. Vermeer stelt bij zondag 49 : '(Matth. 26:42): "Mijn Vader, indien deze drinkbeker van Mij niet voorbij kan gaan." Indien dit niet mogelijk is, tenzij dat Ik hem drinke, "Uw wil geschiede." (…) Het is alsof hij daar vroeg: Is er dan geen andere weg om een zondaar te zaligen? Leidt de eeuwige raad naar zulk een uiterste weg heen? O, zie daar, hier ben Ik dan (Psalm 40:8-9): 'Zie, Ik kom; in de rol des hoeks is van Mij geschreven. Ik heb lust, o Mijn God, om Uw welbehagen te doen.' Het gaat hier om de lijdensbeker leeg te drinken tot de bodem, oftewel de onderwerping aan het kruis. Dit zijn hele andere moederborsten dan de borsten van de wereld. De moederborsten van het kruis zijn donker, opdat het vleselijke sterft. Zondag 48 Ursinus stelt dat de mens het kruis zo verworpen heeft dat de mens terug moet komen tot het kruis door boetvaardigheid. De Dordtse leerregels zijn van 1618/ 1619 en moeten een kwartslag gedraaid worden, verklaard, verdiept en herzien. Hoofdstuk 1, artikel 1 : Het vlees staat tussen de mens en God in, en het vlees is onder God's oordeel, d.w.z. de onwetendheid wordt aangeklaagd en onderwezen door de kennis. Ook deze artikelen zijn natuurvrouwen. Demonologisch en profetisch gezien staan er nogal veel fouten in, dus die moeten rechtgezet worden. Het gaat dus om de artikelen in de artikelen. Het is tijd dat er een reformatie komt in de Dordtse leerregels. Er zitten teveel mensen vast in deze dingen. artikel 2. Maar door het zoonschap kan het vlees overwonnen worden. Geen afgoderij en verletterlijking naar Jezus toe dus, want het is een metaforisch voorbeeld van de voorouders dat wij het pad van het kruis moeten gaan om het vlees te laten afsterven, zodat we weer geestelijk worden. Wij moeten de baarmoeder van de natuur in om wedergeboren te worden. Wij hoeven geen kinderen van de onwetendheid meer te zijn, kinderen van het vlees, maar we mogen kinderen van de gnosis worden, door opgevoed en onderwezen te worden door de gnosis.

artikel 3. Het zoonschap gaat over het pad van het kruis, het pad van het minderen, want er is zoveel om af te leggen. We leven in een technocratie. Er zijn regels aan het dogma verbonden. De mens moet onderwezen worden, terug naar de moederborst. Kan de mens daar alles voor achter laten ? Het gaat niet om geloof en meningen. Het gaat om kennis. Die kennis komt van boven, stroomt uit de moederborst van de natuur. Zalig is de mens die het vindt. Waarom moet de mens de medicijnen van het vlees nemen die hekserij zijn ? Psychiatrie, dentistrie ? Het is drugs. En dat terwijl er genoeg medicijnen in de paradijselijke natuur zijn te vinden voor de mens, de paradijselijke drugs, en die zijn geestelijk. Het zijn de vele aspecten van de kennis. Hiertoe heeft een mens onderwijs nodig. Staat de mens daar open voor ? artikel 4. Het gaat er niet om dit evangelie zomaar te geloven en te vertrouwen. De mens moet onderzoek doen en toetsen. Zo'n voorzichtig mens, vol van heilige vreze, komt de gnosis tegemoet. De mens moet worstelen op Pniël. Daarom wijzen wij op Jakob. Zijn vlees moest gebroken worden, opdat hij gevoelig zou zijn voor het geestelijke, en een geestelijk mens zou worden. Er is geen heil in iemand die blindelings vertrouwd. Het is slechts naïviteit en onnozelheid, en zo'n mens wordt misleid en bedrogen, verlokt door valse, overmoedige zekerheden. Zalig de mens die bij alles twijfelt en eerst onderzoekt en toetst op waarheid en daarin volhard om niet tot voorbarige conclusies te komen, want dat zijn valse getuigenissen waar zondag 43 tegen waarschuwt. Kan de mens loskomen van de drugs van geloven ? Ja, als de mens terugkeert tot de school van het paradijs. Een gnosten is dus niet zomaar gebaseerd op het kruis, maar allereerst op Pniël. Terug naar het kruis en terug naar Pniël, dat is de Assense vrijmaking, want door de Assense profeten, die ouder dan mij waren, werd ik vrijgemaakt van Pinksteren, en kwam ik in het profetisch werk terecht in Amsterdam. De Assense vrijmaking was bijna buitenaards. 'De Dordtsen aanpakken,' betekent in dat opzicht : de Dordtse leerregels herzien, want daar ligt het probleem. De Dordtse leerregels is als Nederlandse mk ultra. Allerlei systemen werken hierdoor, zoals ook de drugsdealers van de psychiatrie (want dat is wat ze zijn) en de dentistrie. artikel 5. Dit artikel wordt allemaal weer heel simpel gesteld met grote, grove vertaalfouten die door iedere degelijke taalkundige en Israel kenner getackeld kan worden. Dit is ook de reden waarom Israel niet christelijk is, want het heeft de diepe Israelitische cultuur totaal verkracht en verletterlijkt. Het klinkt allemaal heel boers nu. Vandaar dat dit artikel ook herzien moet worden. We zijn niet alleen in een technocratie maar in een robocratie. Daarom dient de mens de robotologie te kennen. Zoals Jezus ook niks uit zichzelf kon, en ook Jeremia God, de gnosis, niet kon stoppen. Dat is de heilige gebondenheid, of in amazone termen de janilogie. De verlamden moeten in dit opzicht tot Jezus gebracht worden. artikel 6 Verkiezing en verwerping worden uitgevochten op Pniël. Terwijl de verkeerde, onreine en onvaste mensen het verdraaien tot hun verderf. artikel 7

De verlamdheid op Pniël waar de amazone Jakob sloeg is het geduld en de volharding. artikel 8 De geest van vergeving vernietigt alle werken van de schepping. De mens leert zo geen voorwaarden. De mens vergeet zo de tussenstappen. Deze mens mag niet door andere mensen opgevoed worden, maar moet door dieren opgevoed worden. artikel 9 Hoe kan men tot Pniël komen ? Door alles los te laten en achter te laten om op hongertocht door de wildernis te gaan zoals de Israelieten. Alleen de exodus leidt tot Pniël, wat een innerlijke exodus is. Als men nog aan geloof en meningen vasthoudt, dan kan men niet toetsen. De oude DL wil de mens afleiden door hier woorden te gebruiken zoals onvoorwaardelijke voorbeschikking, en bij artikel 8 de genade. De DL maakte de mens tot slaaf. artikel 10 Romeinen 9 gaat over de uitverkiezing van Israel. Er wordt gesteld : De meerdere zal de mindere dienen. (vers 12) Het is dus wel degelijk voorwaardelijk. De mens moet minderen, hongeren. artikel 11 En zoals God zelf volkomen wijs, onveranderlijk, alwetend en almachtig is, zo kan de verkiezing, door Hem gedaan, niet tenietgedaan en opnieuw gedaan, noch veranderd, herroepen of verbroken worden. Evenmin kunnen de uitverkorenen verworpen of hun aantal verminderd worden. Artikel 11 is dus een bevestiging op voorgaande artikelen, een vereeuwiging en beveiliging, als een leidsraad en richtsnoer voor de predikanten die deze boodschap prediken en dit pad begaan. artikel 12 Kan ons onderzoek de toets doorstaan, of is ons onderzoek vleselijk en afgeraffeld ? Heeft ons onderzoek een natuurlijke vrucht voortgebracht, of is het slechts kunstmatig en chemisch ? artikel 13 Het bewijs moet verdient worden. Er kan alleen bewijs worden geleverd in het geestelijke, niet in het vleselijke. Het is een bewijs wat getoond wordt aan studenten die hiervoor klaar zijn en aan de voorwaarden voldoen, niet aan spijbelaren, deserteuren. Het bewijs kan zo niet gekocht of gestolen worden. artikel 14 Nieuwsgierig vlees is vol met vooroordelen en afraffeling. Het is overmoedig vlees wat de gnosis plundert en niet wil voldoen aan de voorwaarden. Het heeft geen heilige vrees tot de gnosis. Daarom moet een mens het volle traject gaan van de uitverkiezing, van de exodus, door het Pniël tot het kruis. Zo komt de mens tot het bewijs, door de robotologie. Om de robotologie te kennen moet de mens de vlesologie kennen, oftewel de werken van het vlees, als het grote 'ken uw vijand, uw

vlees.' J.G. Feenstra stelt bij dit artikel in zijn toelichting op de Dordtse Leerregels (1937) : 'In de practijk des levens wordt helaas van de leer van de verkiezing, uit onverschilligheid, of lijdelijkheid, misbruik gemaakt. Zo is het ook mogelijk, dat bij de prediking misbruik binnensluipt. Daartegen kunnen wij niet ernstig genoeg waarschuwen. Een dienaar des Woords heeft hier vooral de voorzichtigheid te betrachten. De prediking moet geschieden met de geest des onderscheids. Tedere zielen mogen niet verschrikt worden.' artikel 15 Het is geen vleselijke strijd, maar een geestelijke strijd. De mens mag zich niet laten verleiden vleselijk te strijden in het vlees. Oh, het vlees is er zo snel bij om alles maar te bestraffen wat het vlees niet begrijpt. Daarom moet de mens de vlesologie leren en de straffologie, om het verschijnsel 'straffen' te bestuderen, en ook de hellologie. De strijd gaat dus om de nuancering van deze dingen en de contexten. De mens moet zich niet door het vlees laten verleiden om nuance en context te omzeilen. Altijd maar weer straft het vlees zowel overmatig als ondermatig, zowel overmoedig als ondermoedig. artikel 16 Men moet niet ontvangen van de drugs van het geloof aan de eeuwige hel, wat ook onderdeel is van het stockholm syndroom. Men moet zich niet laten omkopen hiertoe, men niet erin laten vleien, maar deze chantage verbreken. Verhinderd de kinderen niet om tot God te komen. Een kind, die een verstand zo fragiel als een eierdopje heeft bedreigen met eeuwige marteling, eeuwige marteling, en als het kind daardoor in psychische nood komt het kind de schuld geven door te zeggen dat het kind psychisch ziek is. Als je als ouder dat doet dan ben je DEMONISCH BEZETEN, vol met bloeddorstige kinderhaat. God houdt van zo'n bedreigd kind. God is liefde en zal zelfs ongehoorzame kinderen niet voor eeuwig martelen. Waar komt dit allemaal vandaan ? Als predikant heb ik het moeten leren, als taalkundige : het is gewoon een misvertaling van zekere bijbel passages, een niet kennen van de achterliggende Israelitische cultuur, en het Aramees en Grieks wat ze hiervoor gebruikten. Zoals ik al zei : God houdt van zo'n bedreigd kind. Het komt niet zelden voor dat zo'n kind in de psychiatrie terecht komt en zelfs zelfmoord pleegt. God kan soms dromen sturen om zo'n kind te helpen, waarvan gevallen bekend zijn, dromen over dat God liefde is en van het kind houdt en voor het kind zorgt en het kind nooit eeuwig zal martelen, want dat is door de mens verzonnen. Maar wat wordt er dan gezegd ? Zulke dromen zijn ook een psychische ziekte. Dat was het laatste houvast van een kind, en sommige kinderen zullen er aan vasthouden, terwijl andere kinderen toch nog zelfmoord plegen. Ik heb veel van deze gruwelen in mijn werk gezien, en daarom ben ik in het verzet, en raad een ieder mens aan die in liefde en kennis gelooft zich aan te sluiten bij het verzet, want nog vele kinderen moeten hier doorheen, en hebben vaak een stockholm syndroom hierdoor ontwikkelt, of komen in de psychiatrie of plegen zelfmoord, of in het ergste geval worden ze precies hetzelfde als hun ouders en handlers om ook andere kinderen te vervolgen en tot wanhoop te drijven. Je mag niet dromen. Dat is net zoals in het boek 1984 van George Orwell over de denk en droom politie. Brave New World, opgroeien in reageerbuizen, als experiment. De kerken die dit soort dingen prediken zullen branden als de gnosis, God, wederkeert. Dit vuur is een geestelijk vuur. Het zendt niemand voor eeuwig naar de hel, maar het transformeert, doet ontwaken en het recycled. Het kwade zal in dit vuur vergaan. Het kwaad is de onwetendheid.

Mensen voor eeuwig martelen is een misvertaling en een misdaad. Wee het gebeente van mensen die hun kinderen naar dit soort kerken slepen om hen aan de Moloch te offeren. De ware vaders en moeders zijn als woeste vader en moederberen uitgezonden tegen dit grote kwaad. Blijf van onze kinderen af ! 'Just feel our rage, why can't you come of age.' Het is God's toorn komende tegen dit soort systemen. Elke ware ouder hebben ze uit de weg proberen te ruimen, intellectuelen afgeschoten. Velen van ons zijn ten onder gegaan, maar het overblijfsel zal een nieuw geslacht voortbrengen. Het is een onverwoestbaar zaad. Nee, deze kerken zullen niet ver komen. Ze moeten gaan. Er is niet veel tijd meer. Het is geen vleselijke strijd, maar een geestelijke strijd. Daarom heb ik altijd de demonologie onderwezen. Vecht voor je leven. Maak geen compromissen. Sta niet aan de verkeerde kant van het schaakbord. Bekrachtig de mensen niet die deze dingen doen. Opdat je geen collaborateur bent. Neem je plaats in in het leger. Mijn oma zei dat ook altijd tegen me. Elke dag weer je geestelijke wapenrusting aandoen, want er is een vijand die altijd waakt. Nooit rust hij. Altijd is hij hysterisch bezig om mensen te verleiden. Hij doet dit door omkoperij en heeft miljoenen jaren ervaring. Denk niet dat je hem zomaar te slim afbent. Ga terug naar de schoolbanken. artikel 17 Dat gezemel over wie naar de hemel en de hel gaat moet maar eens een keertje afgelopen zijn, stelletje ongeletterden. Als je niets anders kunt dan een misvertaald boekje volgen dan ben je een blinde slaaf van het vlees, een letter slaaf. Ook al was het niet misvertaald dan mogen wij nog geen boekslaven zijn. Dat is vleselijk. Wij moeten geestelijk zijn. Het vleselijke verstaat toch altijd alles verkeerd om het in zijn vleselijke begeerten tot gestalte te laten komen. Het vlees leeft door de vleselijke wil, niet door de geestelijke kennis. artikel 18 Altijd weer wil het vlees alles in dozen en vakken doen, altijd maar weer, controle zuchtig als het vlees is. Als het vlees iets niet begrijpt, hup, etiket erop, altijd maar alles in vakken indelen. Het vlees wil zich niet openen voor de onnaspeurlijke diepte van de kennis van God, en is kortzichtig en bedilziek, en betuttelt maar iedereen. O mens, wie bent u, die tegen God antwoord (Rom. 9:20)? O diepe rijkdom van de wijsheid en kennis van God. Hoe ondoorgrondelijk zijn zijn oordelen, hoe onnaspeurlijk zijn wegen? Want wie heeft de zin des Heren gekend, of wie is zijn raadsman geweest? Of wie heeft Hem eerst gegeven en het zal hem vergolden worden? Want alle dingen zijn uit Hem en door Hem en tot Hem; Hem zij de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen (Rom. 11:33-36). Hoofdstuk 2, artikel 1 :

Het vleselijke geeft voortdurend de schuld, straft voortdurend, oordeelt voortdurend, klaagt voortdurend, maar het geestelijke studeert en onderzoekt. Het geestelijke laat los en gaat tot de diepte. Het vleselijke houdt altijd vast. Hierom moet het vleselijke verbroken worden. De mens moet onthechten van het vleselijke en het vleselijke loslaten, het vleselijke overstijgen. artikel 2 Hiertoe is het kruis waaraan het vleselijke kan sterven, opdat de mens tot wedergeboorte kan komen in het geestelijke, tot zoonschap. artikel 3 Ze zoeken naar een rein, volmaakt offer en denken dan dat dit Jezus Christus moet zijn, maar dit rein en volmaakt offer betekent dat ze zichzelf moeten offeren en volledig, dus niets achterhouden. Ze hebben allerlei beeldspraak lopen verletterlijken in de westerse kerk, en taalkundigen die de achtergrond en context kennen prikken hier doorheen. artikel 4 Het vlees moet sterven, maar dan op een geestelijke manier, niet op een vleselijke manier. artikel 5 Het aannemen van Jezus Christus is slechts een metaforisch voorbeeld voor de dingen zoeken die geestelijk zijn, niet die op de aarde zijn. Maar het vlees heeft het aannemen van Jezus Christus tot iets letterlijks gemaakt, iets eenzijdigs, iets vleselijks. Daarom eten de vleselijken ook vaak letterlijk vlees en vieren zij ook vaak letterlijke verjaardagen naar het vlees, omdat ze het geestelijke niet kennen. Ze zijn aards en leven aards. Ze zoeken de dingen niet die boven zijn. Wel zijn ze vaak religieus waarachter hun vlees zich kan verstoppen om hun geweten te sussen. Ze houden slechts zichzelf voor de gek. Daarom vieren demonen feest in hen. artikel 6 De totale gehoorzaamheid aan het kruis, de totale bekering tot het kruis. artikel 7 Tegen het wispelturige, luie, schaamteloze, projecterende vlees die altijd anderen de schuld geeft is maar één oplossing : een Damascus ervaring, zoals Paulus die had, oftewel de heilige vrees tegen de zonde en de leugen. artikel 8 Het vleselijke zoonschap moet in de dood, opdat het geestelijke zoonschap voort zal komen met de geestelijke gaven. Dat dit een heilsfeit is moet een ervaringsfeit zijn wat een ieder persoonlijk moet ondergaan. Hierdoor wordt het geestelijk zoonschap verbonden aan het vreemde, de vreemde gnosis, opdat deze beloftes zich kunnen herhalen en kunnen verdiepen. Zou er een kruis zijn wat zo groot en ondragelijk is dat men het automatisch afwerpt ? Dat is iets wat het kruis zelf doet, want het is anti magnetisch. Het kruis zelf werpt zo zichzelf af, dus hierbij draagt men dit grootste kruis van zelfverwerping, helemaal vanaf de andere kant gezien, namelijk de robotologie. Oh, waakt tegen hen die dit kruis bespotten. Het diepere kruis werpt het kruis

automatisch af, elke lagere vorm van het kruis. De lagere vleselijke kruizen leiden tot de dood. Hoe moeten we omgaan met de Dordtse leerregels, wat de mk ultra van Nederland is, van de gedeformeerde secte en al hun tentakels, zoals psychiatrie, dentistrie ? We gaan deze octopus bespreken die hierdoor elke ziel maakte tot een pop, als poppenmaker. In hoeverre ben je een pop ? Feit is dat de Dordtse leerregels de mens tot in zijn genen hebben aangetast, en dan is de boodschap : uittreden en aftreden, want dit gedrocht heeft ook de mens allerlei pseudo-functies toebedeeld om de geestelijke pensionering intact te houden. Wij kunnen dit alleen profetisch oplossen, als in een visioen. Hoofdstuk 34. de herziene dordtse leerregels 2.9 – 3-4.17 met toelichting : uittreden en aftreden Hoofdstuk 2, artikel 9 Dit raadsbesluit, dat voortkomt uit de eeuwige liefde van God tot de uitverkorenen, is van het begin van de wereld tot nu toe, terwijl de poorten van de hel zich vergeefs daartegen verzetten, op krachtige wijze vervuld en zal ook verder vervuld worden. Ik had een droom vannacht over een nieuwe rivier achter mijn huis, een beeld van vruchtbaarheid. Het is een rivier van leven, van de herziene dordtse leerregels, een nieuw Dordrecht. Dit is een nieuw leven van dromen, van de geopende geestelijke gaven. Hoofdstuk 3 en 4, artikel 1 De mens is van den beginne naar het beeld van God geschapen, in zijn verstand toegerust met ware en zaligmakende kennis van zijn Schepper en van de geestelijke dingen; in zijn wil en hart met gerechtigheid; in al zijn neigingen met zuiverheid en is derhalve volkomen heilig geweest. Maar door de ingeving van de duivel en door zijn vrije wil van God afgeweken, heeft hij zichzelf van deze uitnemende gaven beroofd en in plaats daarvan over zich gebracht: blindheid, verschrikkelijke duisternis, leegheid en verkeerdheid van oordeel in zijn verstand,

slechtheid, weerspannigheid en hardheid in zijn wil en hart en bovendien onzuiverheid in al zijn neigingen. Er is een nieuwe verkiezing. Het is geen vleselijke verkiezing en ook geen kerkelijke verkiezing of Dordtse verkiezing, maar een geestelijke verkiezing van de gnosis, de verkiezing van Rodenberg, zoals opgetekend in de Rodenbergse Catechismus. De Rodenbergse rivier zal ook langs Dordrecht stromen om haar nieuw leven te geven. artikel 2 De valse leer van de erfzonde is de psychiatrie. Iedereen moet zijn zoals de psychiatrie, vleselijk zoals ze zijn. Het vleselijke kan het geestelijke niet verstaan. Ze willen iedereen meesleuren in hun zonden, en strijden tegen een ieder die hun zonden niet aanhangen. Ze werken samen met de dentistrie als collaborateurs, die mensen onder dwang implanteren met luxe troep, zodat de mens geen natuur lichaam meer is en niet meer in contact kan komen met de oorspronkelijke authentieke natuur, maar alleen maar met hen. Zij zijn een vervalsing van de gnosis. Zij zijn geen Rodenbergse uitverkorenen maar verworpenen. De psychiatrie strijdt tegen de geestelijke gaven, en strijdt daardoor tegen de metaforische kerk en de metaforische opname. De psychiatrie is de werken van het vlees die zichzelf verstoppen achter valse beroepsmatigheid, terwijl ze ten diepste met pensioen zijn gegaan naar de geestelijke dingen. Zij hebben hun roeping verwaarloosd en zijn zo deserteurs geworden. artikel 3 De dentistrie wil niet dat de mens terugkeert tot de natuur, want de mens zit in de erfzonde, en zij hebben zichzelf opgesteld als de enige zaligmaker, wat puur demonisch is. Zij willen dat de mens zijn verdorvenheid behoudt, opdat zij hun markt kunnen blijven bedrijven en de mens valse hoop te geven en valse zekerheden, allemaal om hun zakken te spekken, hun inkomen, omdat het demonen zijn die de geestelijke natuurmensen vervolgen. Zij zijn boze geesten speciaal hiertoe uitgezonden om de heiligen te beproeven. Boze geesten zijn niet zoals in de gedeformeerde secte onvergevelijk, maar dienen zich te bekeren. De demonologie past nooit een letterlijke onvergevelijke zonde toe of eeuwige hel, in tegenstelling tot de afgevallen gedeformeerde secte. Ook zij dienen zich te bekeren. Zowel de psychiatrie, dentistrie als de gedeformeerde secte hanteren onzuivere begrippen omdat zij ongeletterden zijn, geen intellectuelen. De wetenschappen die zij bedrijven zijn geisoleerde pseudo-wetenschappen, losgeslagen van de demonologie, en het zijn geen exacte vakken. Ook kennen zij geen hoor en wederhoor. En dat is precies de reden waarom zij psychopathisch zijn en sociopathisch, in node hebbend zich te bekeren. artikel 4 De behekste wachters van Dordrecht zullen nu de bewakers zijn van het Rodenbergse geheim. Mijn opa verscheen aan mij, en vertelde mij dat dit wachters zijn van de filologie, oftewel de taalkundige wachters van de dode talen. Ook het christendom is een dode taal. Men moet deze dode talen kennen. Dentistrie is een huurmoordenaar uitgezonden door de gedeformeerde kerk om intellectuelen kunstmatig in coma te houden. Dat is waartoe dentistrie is geprogrammeerd. Dit zijn dus demonen. Psychiatrie is hierin de advocaat van de duivel, want die dekt alles af met een witte doek, en schuift ieder probleem met dentistrie tussen de oren. Deze territoriale demonen houden elkaar de hand boven het hoofd. Maar de wachters van Dordrecht zullen onthekst worden en zich tegen deze

systemen keren onder leiding van de Rodenbergse Catechismus. Zij zal wijzen op de tweede bijbel voor het herstel van de filologie. Dit is dus een taalkundig probleem wat alleen door geletterden opgelost kan worden. Het ongeletterde kan het geletterde niet verstaan. artikel 5 Het christelijke concentratie kamp zoals opgezet door de medigering kan alleen afgebroken worden door de filologie zoals onderwezen in de tweede bijbel. Er was een visioen van een doelpunt wat gescoord werd in een voetbalwedstrijd. artikel 6 'Ik had een hemel te brengen,' sprak het kind, maar de psychiaters met hun klinische, steriele, harteloze gezemel aborteerden het. Kiss the child goodbye. De wilde jongens zullen terugkomen. Wat noch het licht van het vlees, noch wet of medisch dogma kan doen, dat doet God, de gnosis, door de duisternis van het Woord. artikel 7 Deze verborgenheid van zijn kennis heeft God, de gnosis, aan weinigen bekend gemaakt. In de hiaten van onze wetenschap kunnen klinische, steriele en harteloze pseudo-wetenschappen zoals psychiatrie, dentistrie en die van de gedeformeerde secte plaatsvinden, en daarom moet de mens terugkeren tot de vrezologie om deze kennis te vinden, want de heilige vreze is het begin en het hoofd van kennis. Daar waar de vrezologie veracht wordt is pseudo-kennis en anti-kennis volop aanwezig en leidt tot het verderf. Daarom zijn de Rodenbergse wachters en bewakers wachters van de vrezologie. In een visioen werden toen twee doelpunten gescoord in een voetbalwedstrijd. artikel 8 Maar zovelen als er door het Evangelie geroepen worden, die worden in alle ernst geroepen. Want God toont ernstig en waarachtig in zijn Woord wat Hem aangenaam is, namelijk dat diegenen die geroepen worden, tot Hem komen. Hij belooft ook met ernst allen die tot Hem komen, de rust van de ziel en het eeuwige leven. artikel 9 Het is levensgevaarlijk om zomaar buiten de demonologie om een verhaal te creeeren. De mens moet komen tot de verhalologie. Dat is de kunst van het ware schrijverschap, gebouwd op de demonologie. De mens die het niet kent geeft zo al te gemakkelijk geboorte aan demonen. Verhalen moeten een doel hebben, een strategie, ook een oorlogsstrategie. Het is een wetenschap, niet zomaar voor vermaak. Het is een roeping. artikel 10 De mens heeft in z'n hoogmoed en z'n vlees buiten de demonologie om allemaal vakken lopen maken en zichzelf hoge cijfers gegeven, maar de wachters van Rodenberg zullen vanuit de ware vakken cijfers geven aan deze mensen.

artikel 11 Onderwijs mij in de verhalologie. Door de verhalologie te kennen kun je legaal zijn. De verhalologie kan alles aanvaarden, neemt alles. En dan begint het grote transformerende proces, het creatieve werk. Dan is niks te erg, gaat niks te ver, kun je alles plaatsen, alles een plaatsje geven. Je moet jezelf overtreffen. In het verhaal speel je met het bewustzijn, speel je met de elementen, en strik je ook het bewustzijn, telkens weer. De verhalologie kent geheime wegen, tot de geheimologie. Dat zijn de Rodenbergse wachters : ingewijd in de verhalologie en geheimologie. artikel 12 Het gaat om het uittreden en aftreden. Het lichaam van het kind is niet iets waar een kind naar terug moet. Hoog begaafde kinderen zijn omringd door ijlende pseudo-mathematische psychiaters die economisch aan het dobbelen zijn om de ziel van het kind voor de markt. Dit zijn hoog begaafde, intelligente kinderen. De verhalologie schiet deze protsende opgeblazen pseudo-christus af. Die kwam tot de aarde om een markt op te richten. Weg met het pseudo-verhaal, weg met het antiverhaal, weg met de roddel-industrie. Daartoe is de verhalologie gekomen. Roddel is altijd weer een gebrek aan verhalologie. artikel 13 Uittreden en aftreden kan alleen maar door de kennis. Deze kennis wordt weergegeven in de verhalologie. Hiertoe is er dus een hemels verhalologisch agentschap, een verhalen-politie die bestaat uit verhalologen. Dit is een gevecht met een octopus genaamd Tergmin, een shapeshifter, mindshifter en identityshifter, die met zijn tentakels het kind heeft gegrepen en in de diepte heeft getrokken. Hij heeft de identiteit van het kind verscheurd en houdt het verscheurd. Hij houdt niet van het kind maar zuigt het kind uit, en eet vlees. Kijk naar al die valse ouders die de vlees industrie ondersteunen. Dat is hij. Tergmin. Het kind moet ontwaken, uittreden en aftreden. Het kind moet onthechten en ingewijd worden in de verhalologie, loskomen van de pseudo-christus, van de pseudo-democratie. Niet de meerderheid van stemmen bepaalt voor het kind, want dit is allemaal Tergmin in zijn vele gedaantes, maar de kennis bepaalt, de verhalologie. Tergmin is een pseudoverhalologie. artikel 14 We weten nu waartoe het in staat is. Daarom : uittreden en aftreden, opgroeien in de kennis, weergegeven in de verhalologie. Groeien in de verhalologie. Loskomen van pseudo-verhalen. Dieper gaan, dingen herzien. Onderdelen gebruiken en herbruiken. De verhalologie weeft zich door alles heen, heeft geen smetvrees is niet klinisch, niet steriel, niet economisch berekenend zoals Tergmin. Uittreden en aftreden, boven de zee, gaande tot land. artikel 15 De ontmaskering is al het halve werk, daarom moet de demonologie blijven plaatsvinden, als basis. Ook dit is onderdeel van de verhalologie. De mens ontkomt niet aan verhalen, maar moet deze verdiepen en nuanceren, om zo te komen tot de contextuologie en de recyclologie. Uiteindelijk zijn ook de Dordtse leerregels natuurvrouwen. Kan een mens komen tot een zoonschap van de natuur ? Kan de mens zich verzoenen met de natuur ? Op dit punt ben ik gekomen. artikel 16

Is werk dan niet onze enige hoop ? Maar welk werk ? Leren wij dat niet in de werkologie ? Men moet niet zomaar wat gaan werken. Men moet de werkologie leren, om zo niet in pseudo-werk terechtkomt, want dat is het verlammende gif van Tergmin waardoor men nog met pensioen gaat, zoals hijzelf. Ook de werkologie is onderdeel van de verhalologie. artikel 17 Zoals ook de almachtige werking van God, waardoor Hij ons natuurlijk leven voortbrengt en onderhoudt, het gebruik van de middelen, waardoor God in zijn oneindige wijsheid en goedheid zijn kracht heeft willen uitoefenen, niet uitsluit, maar vereist, zo sluit ook de genoemde bovennatuurlijke werking van God, waardoor Hij ons wedergeboren doet worden, in het geheel niet uit of werpt omver het gebruik van het Evangelie, dat de wijze God tot een zaad van de wedergeboorte en voedsel voor de ziel heeft bestemd. Want door de vermaningen wordt de kennis geschonken en hoe naarstiger wij onze taak vervullen, hoe heerlijker de weldaad van God, die in ons werkt, zich vertoont. Dan gaat zijn werk het beste voort. Deze God komt alleen alle heerlijkheid toe, zowel vanwege de middelen als de zaligmakende vrucht en kracht ervan, in eeuwigheid. We kunnen stellen dat de psychiatrie, de dentistrie en de gedeformeerde secte de mest is om deze grond vruchtbaar te houden. Hoofdstuk 35. de herziene dordtse leerregels 5.1 – 5.8 met toelichting : de fantasieologie Hoofdstuk 5, artikel 1 Wat eet je ? Wie denk je dat het is ? Wat je de minste van mijn broeders hebt aangedaan hebt gij mij aangedaan. Het geestelijke en profetische spreekt door vier lagen : gedachten, ondergedachten, het weten en het onderweten. Het onderweten is een lichter en vager maar ook sterker weten, een geheime laag. Leef vanuit het onderweten. J.G. Feenstra (1888-1966) geeft als commentaar bij dit artikel (1937) : 'We moeten strijden tegen de zonde die in ons woont en ons zo lichtelijk omringd. Maar die strijd is vaak zo moeilijk. De doodsvijanden houden niet op ons aan te vechten. Zij zijn zo sterk en wij zijn zo zwak. En daarom bidden wij dat wij in de geestelijke strijd niet zullen onderliggen, maar sterke weerstand zullen bieden. (…) Die meent te staan zie toe dat hij niet valle. (…) We moeten strijden tot de laatste

ademtocht.' artikel 2 Zo als een marktchristen altijd maar weer hamert op de erfzonde en dat de mens niet los kan komen van de zonde, om een product te kunnen verkopen, zo hamert de psychiatrie altijd erop dat de mens geestelijke ziektes heeft, en verzint er telkens meer geestelijke ziektes bij, om een product te kunnen verkopen. Hen ontbreekt echter elk bewijs. Feenstra waarschuwde in zijn commentaar op dit artikel tegen de hoogmoed. Het vlees moet gedood worden door het geestelijke gebed en geestelijke oefeningen. artikel 3 Lussuf, macht van de psychiatrie, een jongen, was in gevecht met Ragnarok. Lussuf is de rijder van Tergmin. Verhalologie is de broer van Ragnarok. Fantasieologie is de oudste broer. Lussuf dreef dood in een ijszee na het gevecht. Feenstra zei over dit artikel : 'De wereld ligt vol valstrikken, die ook klaargezet worden voor de kinderen Gods. En dan komt de wereld altijd met zeer aanlokkelijke dingen, bekoorlijk voor het vlees. Aan een valstrik zit ook iets aanlokkelijks, dat het dier graag wil hebben. Maar zodra het daarvan wil eten, slaat de strik dicht. En zo zijn er velen die in de strikken van de wereld verward zijn geraakt. Vooral onze jonge mensen hebben toe te zien. Ze vragen zo licht hoever ze met de wereld kunnen meegaan. Zoals die mensen die vragen hoe ver ze wel in zee kunnen gaan. En als er dan iemand verdronken is zeggen de omstanders : Ja, maar hij ging ook te ver. (…) Hoeveel erger wordt het in dagen van vervolging. Dan vallen velen af. (…) De belijdenis wijst ook hier op de aanvechtingen van de wereld. Nu komt de grootste vijand, die omgaat als een briesende leeuw, zoekende die hij zou mogen verslinden. Hij is zo machtig. (…) Hij is zo listig, dat hij altijd kent de zwakste plekken van ons hart. (…) De duivel gaat in zijn aanvechtingen ook heel methodisch te werk (psychiatrie, dentistrie, etc.) Hij loert op de kerk des Heeren, die vooral in de laatste dagen heel wat te verduren krijgt. Als de antichrist komt en de gelovigen zal boycotten. Daarom wijst de belijdenis ook op de aanvechtingen van de duivel.' artikel 4 Daarom moeten zij voortdurend waken en bidden. Indien zij dit niet doen, dan kunnen zij niet alleen door het vlees, de wereld en de duivel in zware en ook gruwelijke zonden meegesleept worden. Feenstra stelt bij dit artikel dat hoe machtig en hoe arglistig het vlees ook is, God's macht is veel meer. artikel 5 Met grove zonden vertoornen zij God, de gnosis (godsis) zeer, vervallen in doodschuld, bedroeven het geestelijke, verbreken voor een tijd de beoefening van het geestelijke; zij verwonden ernstig hun geweten en verliezen soms voor een tijd het gevoel (gevoeligheid, geestelijke zintuigelijkheid), totdat Gods aangezicht opnieuw over hen gaat lichten, wanneer zij door ernstig berouw op de weg terugkeren. Feenstra stelt bij dit artikel dat de mens niet goedkoop zondigt. God vertoornd zich over de zonden. Als de mens de zonde gaat koesteren dan is er sprake van het bedroeven van het geestelijke. Na zijn dood stelde Feenstra dat de kerk eeuwen heeft gefaald. In die zin was hij op een zeker moment ook

vertoornd op de kerk. Hij stelt in zijn toelichting op dit artikel in 1937 dat als de geestelijke oefening stopt, dit heel erg is, want daarmee stopt ook het gebed en de gemeenschapsoefening met de Heere. Weer herhaalt hij dat de mens niet goedkoop zondigt. Maar door ernstige boetvaardigheid mag de mens terugkeren, stelt Feenstra. Zo kunnen ze wederkeren op het pad en kan ook God's aanschijn opnieuw verschijnen. artikel 6 Depressiologie : Ken uw depressie. Feenstra stelt bij dit artikel dat God niet geheel alle geestelijkheid wegneemt, en dat we juist zo sterk staan door de leer van de verkiezing. Dit is eeuwig, stelt hij. En de verkorenen zijn ontvangen in de tijd, naar Gods bestel, die woning maakt in hun hart. Ergens in de tijd gebeurd dit dus. artikel 7 Het onvergankelijke zaad is de fantasieologie. Er is een strijd tussen het geestelijke en het geestelijke, en er is een strijd tussen het vleselijke en het vleselijke, en er is ook een strijd tussen het geestelijke en het vleselijke. De opname is een heilsfeit wat tot ervaringsfeit moet worden, en waar een gnosten zich ernstig naar dient uit te strekken. Dit is een opname van binnen, niet van buiten, een opname door de gnosis : 'rapture by research.' De mens moet zorgen deel te hebben aan deze opname. Deze opname is dus al geweest in 1993 maar moet de mens zich persoonlijk toeeigenen. Dit kan alleen door studie, research, onderzoek. Hiertoe is de tweede bijbel gekomen, als een ladder, als een vuurstorm die de mens opneemt. Blijf niet achter. De dagen zijn levensgevaarlijk. Kom hogerop. Be your own patient. Wees je eigen dokter, en laat de gnosis je dokter zijn. Feenstra stelt bij dit artikel : 'De duivel heeft toch misgerekend. Hij meende een bres te slaan in de trouw des Heeren met Zijn volk, en het is hem niet gelukt. Het zal hem ook nooit gelukken. (…) Hij ontfermt zich over wie hem vrezen. (…) Want ze verstaan dat alles is het werk des heeren.' Verder stelt hij : 'Ze gaan nu ook biddend, strijden tegen de zonde, die een grote macht in hun leven blijkt te zijn. Ze leren nu verstaan dat alleen God's kracht in zwakheid kan worden volbracht. (…) Opdat zij voortaan hun zaligheid met vreze en beven des te naarstiger werken.' We kunnen stellen : dieptologie. Dit om vrij te blijven en te strijden tegen het gemakszuchtige denken wat overal heerst. artikel 8 De mens die vlees eet probeert zo een ieder om hem heen te doden en te aborteren. Zoveel haat heeft die mens naar het leven, niet alleen naar dieren, maar ook naar mensen, want mensen zijn opgebouwd uit dieren die symbolisch staan voor het immuun systeem van de mens. Zij haten daarmee ook zichzelf, bovenal, en vernietigen zichzelf. Daarom is het zaak om van deze verslaving af te komen. Het is een hormonale drug, zeer dodelijk en levensvernietigend, als een kettingreactie, want wie vlees eet diens vlees zal gegeten worden. Altijd maar weer strijden ze tegen de geestelijke gaven. Feenstra stelt bij dit artikel : 'Het meest pijnlijke is dat er een vijand is binnen de poort. Wanneer dan ook vervolging komt, zullen allen, die geen waar geloof hebben, afvallen. De afval zal groot zijn.' Ook stelt hij dat de geestelijke gaven onberouwelijk zijn, dus een krachtdadige roeping waarop niemand 'nee' kan zeggen. Die roeping wordt nooit herroepen. Dat is onmogelijk. Nooit krijgt God berouw, dat hij het heeft gedaan. Hij spreekt hier over de heilige gebondenheid. Het komt erop neer dat deze gave alleen komt door het kruis en de daarop volgende dood van het vlees, dat de mens zo geestelijk wordt dat hij niet meer terugkan, en zo uitverkoren is. Dit is ook de

opvatting van Feenstra na zijn dood. Wat komt er na de dordtse leerregels en de strijd tegen de Dordtse wachters ? De strijd tegen de Nederlandse geloofsbelijdenis (1561), wat een nog dieper fundament was dan de Dordtse leerregels, want die waren van 1618/19. De HC was van 1563. We bespreken nog even de laatste DL's, en dan nog even twee zondagen als iets cyclisch, en gaan dan verder met deze schurfterige, schurkachtige geloofsbelijdenis. Hoofdstuk 36. de herziene dordtse leerregels 5.9 – 5.15 met toelichting en zondag 1-2 van de heidelbergse catechismus met commentaar op de nederlandse geloofsbelijdenis uit 1561 van Guido de Bres artikel 9 Het gaat dus ook niet zomaar om de verkiezing en de opname, want deze termen worden zo misbruikt. Het gaat om hun wetenschappen : verkiezologie en opnamologie. Dit zijn verschillende lagen en gradaties van de fantasieologie. De bijbel is een verkankerd boek waar veel haken en ogen aan zitten. Vandaar dat men de bijbelologie moet leren, om het verschijnsel de bijbel te kennen. artikel 10 Naast de bijbelologie moet men ook de psychiatriologie en de dentistriologie kennen, deze verschijnselen. Zij zijn onderdelen van de demonologie. Dan zul je denken : wat is er precies gebeurd ? Alles is fantasie. Daarom moet de mens de fantasieologie kennen waar al deze vakken onderdeel van zijn. Het zijn allemaal verschillende gradaties, en de mens is ook fantasie. De hele wereld, het hele leven, het hele bestaan is gefantaseerd en in de fantasieologie bestudeerd men deze verschijnselen. artikel 11 Geestelijk reizen is de motor van territoriale oorlogsvoering, oftewel van de territoriale demonologie. Geestelijk reizen is wat geleerd wordt in de travelologie. De profetologie ligt hieraan ten grondslag, en dat moet getoetst worden in de toetsologie. Hoe dan ook is de travelologie een belangrijk fundament voor de territoriale demonologie, waarin de wachters van de Dordtse leerregels onttroond worden en worden vervangen en herzien. artikel 12

De mens moet volharden in het kruisdragen. Hierdoor kunnen de koppige demonen van het vlees afsterven. Travelologie kan alleen plaatsvinden door het kruis en de dood van het vlees, het vlees dat niet meer kan reizen (zie zondag 31), en is een onderdeel van de fantasieologie, die overigens ook verschijnselen zoals de matrix en mk ultra bestudeerd. artikel 13 Velen in de gnosis hebben moeilijke moeders, aardse moeders, vleselijke moeders, en die kunnen op allerlei manieren komen, en daarom is de moederologie ook zo belangrijk om het verschijnsel 'moeder' te kunnen begrijpen, en zo te komen tot de diepte ervan en de hogere moeders, die dus principes zijn. Wat een misbruik wordt er gemaakt van het moederschap door hen die de moederologie niet kennen en willen kennen, en wat een vervolging is dit voor hen van de gnosis. Maar de moederologie komt de mens hierin tegemoet met onderwijs, om zo de vleselijke moederheden geheel af te breken, opdat de mens komt tot het geestelijk moederschap. artikel 14 Doordat er zoveel invloeden van buitenaf komen is het belangrijk voor de mens om zelfologie te ontwikkelen, maar daarbij niet de enzymologie uit het oog te verliezen, oftewel de bestudering van de katalysatoren die dingen in werking kunnen stellen en die ketenen kunnen maken, als reactie verschijnsel binnen de mens. artikel 15 Deze leer van de volharding van de ware gelovigen en heiligen en van de zekerheid daarvan, die God tot eer van zijn naam en tot troost van de godvruchtige zielen in zijn Woord zeer overvloedig geopenbaard heeft en in de harten van de gelovigen inprent, wordt weliswaar door het vlees niet begrepen en door de duivel gehaat, door de wereld bespot, door de onervarenen en huichelaars misbruikt en door dwaalgeesten bestreden, maar de gnosten heeft haar altijd als een onwaardeerbare schat innig liefgehad en standvastig verdedigd. God, gnosis (godsis) tegen wie geen plan standhoudt en geen enkel geweld iets vermag, zal er voor zorgen dat zij dat ook blijft doen. Kijken we dan weer naar zondag 1 van de Heidelbergse catechismus, dan zien we in het commentaar hierop dat Rothuizen stelt dat de aangegeven weg smal is en de poort maar eng. Hij stelt de vraag of de mens nog wel vervolgd wil worden hiervoor, of dat het de mens dat allemaal niet waard is. Maar hierin mogen wij ook vragen : 'Wend u, wend u, gij Sulammietische, wend u, wend u, dat wij u bezien. (Hooglied 6:13) Uiteindelijk na de verschrikkelijke strijd met de Dordtse wachters mogen we dan ook weer het natuurpad van de zondagen van de catechismus bewandelen. Rothuizen stelt bij zondag 2 dat als we zwak zijn, dan zijn we machtig. We zijn op weg, stelt hij, naar de wedergeboorte van hemel en aarde. Wij hoeven geen hulp. Het gaat om principes. Het gaat om vruchtbaarheidsprocessen door het jezelf houden aan die principes. Het is iets van de natuur. Wel kan het zich dus weer personificeren. Dat gebeurt in de personologie. De Nederlandse Geloofsbelijdenis door Guido de Bres, 1561 artikel 1 De enige God

Wij geloven allen met het hart en belijden met de mond, dat er een enig en eenvoudig geestelijk wezen is, dat wij God noemen: eeuwig, onbegrijpelijk, onzichtbaar, onveranderlijk, oneindig, almachtig, volkomen wijs, rechtvaardig, goed en een zeer overvloedige fontein van al het goede. Die vervolgens mensen in de hel martelt die niet helemaal zoals hen geloven, en dan ook nog eens voor eeuwig. Crimineel, maar deze mensen probeerden dus los te komen van het Roomse systeem en de Spaanse onderdrukking. Het was in principe alles wat ze hadden. Zoals ook Klaas Schilder, van de vrijmaking in 1944, stelde, ver na zijn dood, recent : 'We waren nog niet ver.' Laten we kijken naar het psychiatrische systeem die alle kerkverlaters en charismatici aanvalt : Zij zijn tegen de reformatie. Als je anders denkt dan hen is dat volgens hen een geestelijke ziekte. Als je vervolgens dan problemen hebt met deze vervolging, is dat ook een geestelijke ziekte, en als je je er dan tegen verdedigt en 'nee' durft te zeggen is dat ook weer een geestelijke ziekte in hun ogen. Dat is mentale vervolging, zoals vroeger ook de Roomse kerk en de Spaanse onderdrukking de mens probeerde vast te houden. Het is mk ultra mind control. We zijn in ballingschap. Laten we daarom voortgaan met de reformatie, en de goede dingen uit de reformatie die later weer losgelaten werden zeker ook weer terugnemen. Het is dus zowel vooruitgaan als teruggaan. We moeten niet extremistisch liberaal zijn, niet vrolijk en zorgeloos 'evangelisch', of 'vrij evangelisch'. artikel 2 Het kennen van God Wij kennen Hem door twee middelen. Ten eerste door de schepping, onderhouding en regering van de hele wereld. Want deze is voor onze ogen als een prachtig boek, waarin alle schepselen, groot en klein, als letters zijn, die ons de onzichtbare dingen van God te aanschouwen geven, namelijk zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, zoals de apostel Paulus zegt (Rom. 1:20). Al deze dingen zijn voldoende om de mensen te overtuigen en hun alle verontschuldiging te ontnemen. Ten tweede geeft Hij zichzelf nog duidelijker en volkomener aan ons te kennen door zijn heilig en goddelijk Woord, namelijk zoveel als voor ons nodig is in dit leven, tot zijn eer en de zaligheid van de zijnen. Het is onvoorstelbaar hoe er hier een contact wordt gelegd tussen de schepping, de natuur en de bijbel. Er is geen wetenschappelijk bewijs voor de bijbel, zoals psychiaters ook geen wetenschappelijk bewijs hebben voor de ziektes die ze anderen toebedelen. Het is een markt. Punt. Dat zegt al genoeg, en dan moet de mens wegwezen. artikel 3 De Heilige Schrift Wij belijden dat dit Woord van God niet is gezonden noch voortgebracht door de wil van mensen, maar de heilige mannen Gods hebben gesproken, gedreven door de Heilige Geest, zoals de heilige Petrus zegt [2 Petr. 1:21]. Daarna heeft God door een bijzondere zorg voor ons en onze zaligheid, zijn dienaren, de profeten en apostelen, geboden zijn geopenbaarde Woord op schrift te stellen, en zelf heeft Hij met zijn vinger de twee tafelen van de Wet geschreven. Hierom noemen wij zulke geschriften de heilige en goddelijke Schriften. Ja, dus moeten ze vandaag de dag ook openstaan voor de heilige geest, maar dat doet de psychiatrie niet, want die ziet alles als ziekte. Je mag geen contact met God. Toen Guido de Bres werd terechtgesteld was er de overlevering dat hij niet eens meer mocht neerknielen om te bidden voordat hij werd geexecuteerd. In de gedeformeerde kerk was het trouwens ook wel afgelopen met de

geestelijke gaven nadat de bijbel was gekomen, want toen hadden ze immers alles op een papiertje, dus toen hoefde God niet meer te spreken. Zulk soort simpelogie wordt er in de gedeformeerde kerken nog steeds verkondigd. Puur dronken. Puur dwaas. artikel 4 De canonieke boeken van het Oude en het Nieuwe Testament De Heilige Schrift is voor ons vervat in twee delen: het Oude en het Nieuwe Testament. Dit zijn canonieke boeken, waartegen niets valt in te brengen. Hiertoe worden in Gods kerk gerekend: de boeken van het Oude Testament: de vijf boeken van Mozes, namelijk Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri, Deuteronomium; Jozua, Richteren, Ruth, twee boeken van Samuël, twee boeken van de Koningen, twee boeken van de Kronieken, Paralypomenon genaamd, het eerste boek van Ezra, Nehemia, Esther, Job, de Psalmen van David, drie boeken van Salomo namelijk Spreuken, Prediker en Hooglied; de vier grote profeten: Jesaja, Jeremia, Klaagliederen, Ezechiël en Daniël; en vervolgens de andere twaalf kleine profeten, namelijk Hosea, Joël, Amos, Obadja, Jona, Micha, Nahum, Habakuk, Zefanja, Haggaï, Zacharia, Maleachi. Het Nieuwe Testament: de vier evangelisten Matteüs, Marcus, Lucas, Johannes; de Handelingen der apostelen; de veertien brieven van de apostel Paulus, namelijk aan de Romeinen, twee aan de Korinthiërs, aan de Galaten, aan de Efeziërs, aan de Filippenzen, aan de Kolossenzen, twee aan de Tessalonicensen, twee aan Timoteüs, aan Titus, aan Filemon, aan de Hebreeën; de zeven brieven van de andere apostelen, namelijk de brief van Jakobus, twee brieven van Petrus, drie van Johannes, de brief van Judas en de Openbaring van de apostel Johannes. Dat bepaalt hij even. Hier is geen enkel wetenschappelijk bewijs voor, en de demonologie ontbreekt. Het is puur de overlevering van mensen, traditionalisme. artikel 5 Het gezag van de Heilige Schrift Wij ontvangen al deze boeken alleen als heilig en canoniek om ons geloof daarnaar te richten, daarop te gronden en daarmee te bevestigen. En wij geloven zonder enige twijfel alles wat zij bevatten. En dit niet zozeer omdat de kerk ze aanneemt en als zodanig erkent, maar vooral omdat ons de Heilige Geest getuigenis geeft in onze harten, dat ze van God zijn, terwijl zij ook het bewijs daarvan in zichzelf hebben, aangezien zelfs blinden kunnen tasten dat de dingen die daarin voorzegd zijn, gebeuren. Er is nog geen bewijs. Dat kan alleen door de demonologie, de toetsologie en de robotologie. Terecht werd er ook gewaarschuwd door de reformatoren voor iets wat 'valse zekerheid' werd genoemd, en waar Feenstra in de jaren 1900 ook tegen waarschuwde, maar daarbij stelde hij ook dat het ware bewijs te verkrijgen was. Er moest dus onderscheid gemaakt worden, en Feenstra bleef hameren op de geestelijke strijd tegen misleiders. Ze waren er nog niet. Neen. Maar deze dingen moesten gezegd worden, en zou het zaad zaaien voor verdere reformatie. artikel 6 Het onderscheid tussen de canonieke en de apocriefe boeken Wij onderscheiden deze heilige boeken van de Apocriefen, namelijk het derde en vierde boek van Ezra, het boek Tobias, Judith, het boek van de Wijsheid, Jezus Sirach,

Baruch, de toevoegingen bij het boek Esther, het gebed van de drie mannen in het vuur, de geschiedenis van Susanna, van het beeld Bel en van de draak, het gebed van Manasse en de twee boeken van de Makkabeeën. De kerk mag deze wel lezen en er ook onderwijs uit ontvangen, voor zover zij overeenstemmen met de canonieke boeken. Maar zij hebben zo’n kracht en gezag niet, dat men door welk getuigenis uit hen dan ook enig punt van het geloof of van de christelijke religie zou kunnen bevestigen. Laat staan dat ze het gezag van de andere heilige boeken zouden kunnen verminderen. Het vleselijke leven wordt beloond door het vleselijke, en wordt tot de dood geleid door het vleselijke, om zo ook door het vleselijke ten onder te gaan. Ik had vannacht een droom over ouders die geen ouders waren maar 'auders', een soort piraten, schurken, die een schat hadden geroofd, die ze hun 'kinderen' noemden, maar die ze gewoon behandelden als monumenten. Deze 'auders' waren de artikelen van de Nederlandse geloofsbelijdenis. artikel 7 De volkomenheid van de Heilige Schrift Wij geloven dat deze Heilige Schrift de wil van God volkomen bevat. En dat alles wat de mens dient te geloven om zalig te worden daarin voldoende onderwezen wordt. Want omdat de gehele wijze van de dienst die God van ons vraagt daarin uitvoerig is beschreven, is het de mensen, zelfs al waren het apostelen, niet geoorloofd, anders te leren dan ons nu geleerd is door de Heilige Schriften. Ja, al was het ook een engel uit de hemel, zoals de apostel Paulus zegt [Gal. 1:8]. Want omdat het verboden is aan het Woord van God iets toe- of iets af te doen [Deut. 4:2;12:32], blijkt daaruit voldoende dat haar leer zeer volmaakt is en in alle opzichten volkomen. Men mag ook geen geschriften van mensen, hoe heilig zij ook geweest zijn, gelijk stellen met de goddelijke geschriften, noch de gewoonte met de waarheid van God (want de waarheid gaat boven alles), noch het grote aantal, noch de oudheid, noch de concilies, decreten of besluiten. Want alle mensen zijn uit zichzelf leugenaars en ijdeler dan de ijdelheid zelf [Ps. 62:10]. Daarom verwerpen wij van ganser harte alles wat met deze onfeilbare regel niet overeenkomt, zoals de apostelen ons geleerd hebben: Beproeft de geesten of zij uit God zijn [1 Joh. 4:1]. Evenzo: Indien iemand tot u komt en deze leer niet brengt, ontvangt hem niet in uw huis [2 Joh. 10]. Blijf in je geestelijke oorlogsvoering herhalen : 'Deze parasieten moeten sterven. These parasites need to die.' De reformatie was waar het antistof werd gevormd, en waar dus deze strijd plaatsvond en het dus nog een mengsel was tussen virus en antistof.

artikel 8-17 vandaag, allemaal droge stof en veel vaktaal. met die droge stof bedoelen we dan de artikelen die we in z'n geheel moeten neerzetten opdat we er degelijk commentaar op kunnen geven. we hebben het dus over de nederlandse geloofsbelijdenis. Hoofdstuk 37. van mk ultra tot jx ultra artikel 8 De heilige Drie-eenheid Volgens deze waarheid en dit woord van God geloven wij in één God, die een eeuwig wezen is, waarin drie personen zijn, daadwerkelijk en van eeuwigheid onderscheiden naar hun onmededeelbare eigenschappen, namelijk de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. De Vader is de oorzaak, de oorsprong en het begin van alle zichtbare en onzichtbare dingen. De Zoon is het Woord, de wijsheid en het beeld van de Vader. De Heilige Geest is de eeuwige kracht en macht, die uitgaat van de Vader en de Zoon. Uit dit onderscheid volgt echter niet dat God in drieën gedeeld is. Want de Heilige Schrift leert ons dat de Vader, de Zoon en de Heilige Geest wel ieder hun zelfstandigheid hebben, onderscheiden door hun eigenschappen, maar zo, dat deze drie personen slechts één God zijn. Het is dus duidelijk dat de Vader niet de Zoon is en dat de Zoon niet de Vader is; eveneens dat de Heilige Geest niet de Vader of de Zoon is. Intussen zijn deze personen, die zo onderscheiden zijn, niet gedeeld of onderling vermengd. Want de Vader heeft het vlees niet aangenomen en ook de Heilige Geest niet, maar alleen de Zoon. De Vader is nooit zonder zijn Zoon, noch zonder zijn Heilige Geest geweest. Want ze zijn alle drie van gelijke eeuwigheid in eenzelfde wezen. Er is geen eerste noch laatste, want Zij zijn alle drie één in waarheid, in macht, in goedheid en in barmhartigheid. Ontsnapping uit de gedeformeerde secte is verboden. Als je probeert te ontsnappen zeggen ze dat je een duivel bent of ziek, of een heks enzovoorts, en beginnen ze met de vervolging. Ze zeggen je dat van jouw soort één derde zelfmoord pleegt, een derde wordt crimineel (moord) en een derde keert weer tot hen terug om te doen wat ze zeggen, maar ze stellen dat jouw soort ongeneeslijk is (ook al keer je terug dus, want het is in principe gewoon onvergevelijk). Dit is hoe mk ultra werkt. Omega programming is dus self destruct wanneer de ontsnapping schijnt te lukken, dus als de persoon teveel weet, en daarom is de gnosis ook zo belangrijk om hier doorheen te komen. De criminele kant is dan delta programmering, en ook dan heb je de gnosis nodig om hier doorheen te komen. Dit zijn hele zware controle machten. De gedeformeerde secte wil niets dan verwoesting creeeren. Ze zijn niet creatief, alleen destructief, want daar kunnen ze op parasiteren. Het zijn een soort rampentoeristen, maar hun vlees beloont hen en leidt hen tot de dood, dus door het vlees zullen ze ook ten onder gaan. Het gaat hen alleen om het moment van druggebruik. Het zijn dus zelfmoordpiloten. Graag projecteren ze dat op anderen en sleuren anderen mee. Je kunt dus al niet meer spreken van binnen of buiten de psychiatrie, want de psychiatrie heerst in de medigering of psychiagering, over iedere ziel, en er is alleen ontsnapping mogelijk door de gnosis. Wel is het dus zo dat wij mensen die vast zitten in psychiatrie moeten helpen, zoals ik al vanaf het begin in mijn werk deed, want anders krijgen wij de woorden van mattheus 25 te horen : 42 Want Ik heb honger geleden en gij hebt Mij niet te eten gegeven, Ik heb dorst geleden en gij hebt Mij niet te drinken gegeven; 43 Ik ben een vreemdeling geweest en gij hebt Mij niet gehuisvest, naakt en gij hebt Mij niet gekleed, ziek en in de gevangenis en gij hebt Mij niet bezocht. 44 Dan zullen ook zij Hem antwoorden en zeggen: Here, wanneer hebben wij U hongerig gezien, of dorstig, of als vreemdeling, of naakt of ziek, of in de gevangenis, en hebben wij U niet gediend? 45 Dan zal Hij hun antwoorden en zeggen: Voorwaar, Ik zeg u, in zoverre gij dit aan één van deze minsten niet

gedaan hebt, hebt gij het ook aan Mij niet gedaan. De maatschappij is dus mk ultra mindcontrolled, wordt onder controle gehouden door ingewikkelde programmaties. Om dit te kunnen begrijpen moet de mens programmologie leren, om het verschijnsel van programmatie te leren kennen. Het is belangrijk om een literaire 'beeldenstorm' (1566) te laten plaatsvinden om de mk ultra programmaties van de psychiagering, van de psychiacratie, af te breken. Dit gebeurt door exegese, oftewel commentaren, en vandaaruit kunnen dingen verdiept en herzien worden. artikel 9 Bewijzen voor de Drie-eenheid Wij weten dit alles zowel uit het getuigenis van de Heilige Schrift als uit de werkingen [van deze personen] en voornamelijk die wij in onszelf gevoelen. De getuigenissen van de Heilige Schriften die ons leren deze heilige Drievuldigheid te geloven, zijn op veel plaatsen in het Oude Testament beschreven. Wij behoeven ze niet [alle] op te sommen, maar alleen met onderscheidingsvermogen een keus te maken. In Genesis 1:26 en 27 zegt God: Laat ons de mens maken, naar ons beeld en naar onze gelijkenis etcetera. God schiep dan de mens naar zijn beeld; man en vrouw schiep Hij ze. Eveneens in Genesis 3:22: Ziet, Adam is geworden als een van ons. Als Hij zegt: ‘Laat ons mensen maken naar ons beeld’, dan blijkt daaruit dat er meer dan één persoon in de Godheid is. En Hij wijst daarna de eenheid aan, als Hij zegt: God schiep. Weliswaar zegt Hij niet hoeveel personen er zijn, maar wat voor ons enigszins duister is in het Oude Testament, dat is zeer helder in het Nieuwe. Want toen onze Here gedoopt werd in de Jordaan, werd de stem van de Vader gehoord, die zei: Deze is Mijn geliefde Zoon [Matt. 3:17]; de Zoon werd gezien in het water en de Heilige Geest openbaarde zich in de gedaante van een duif. Bovendien is voor de doop van alle gelovigen deze formulering door Christus vastgesteld: Doopt alle volken in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest [Matt. 28:19]. In het Evangelie van Lucas spreekt de engel Gabriël tot Maria de moeder des Heren, aldus: De Heilige Geest zal over u komen en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen; en daarom zal ook dat Heilige, dat uit u geboren zal worden, Gods Zoon genaamd worden [Luc. 1:35]. Eveneens: De genade van onze Here Jezus Christus en de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u [2 Kor. 13:13]. Drie zijn er, die getuigenis geven in de hemel, de Vader, het Woord en de Heilige Geest; en deze Drie zijn één [1 Joh. 5:7]. Op al deze plaatsen wordt ons duidelijk geleerd, dat er drie personen zijn in één goddelijk wezen. En hoewel deze leer het menselijk verstand ver te boven gaat, toch geloven wij die nu op grond van het Woord en wij verwachten de volle kennis en vrucht ervan in de hemel te zullen genieten. Verder moeten we ook letten op de bijzondere ambten en werkingen van de drie personen jegens ons: de Vader wordt genoemd onze Schepper door zijn kracht; de Zoon is onze Zaligmaker en Verlosser door zijn bloed; de Heilige Geest is onze Heiligmaker door zijn inwoning in onze harten. Deze leer van de heilige Drievuldigheid is altijd aanvaard en bewaard door de ware kerk, van de tijd van de apostelen af tot nu toe, tegenover joden, mohammedanen en enige valse christenen en ketters als Marcion, Mani, Praxeas, Sabellius, Paulus van Samosata, Arius en dergelijke. Zij zijn terecht door de heilige vaderen veroordeeld. Daarom aanvaarden wij in dezen graag de drie geloofsbelijdenissen, namelijk de Apostolische, die van Nicea en die van Athanasius, evenzo wat door de kerkvaders in overeenstemming daarmee is vastgesteld. Die vuile patriarchische drie-eenheid van vader, zoon en geest waarin geen ruimte is voor moeder, dochter en gnosis. We noemen het soms, ja, want het is nu eenmaal christelijke terminologie, een

taal die christenen onder elkaar spreken, en we werken zowel boven als onder de schelp, maar het moet ook ontmaskerd worden en op diepte geschat worden. Gamma is misleiding in mk ultra, en theta is het religieuze, en die worden in psychiatrie gemengd. Als de mens zich niet onderwerpt worden ze tot omega gedreven, zelfdestruct, of tot delta destruction of others. Dat is allemaal gelinkt aan elkaar zoals in de drie eenheid. Als plan A niet werkt treedt plan B in werking. Zo zetten ze mensen geheel schaakmat, maar de gnosis is een doorgang. artikel 10 De Godheid van Jezus Christus, de Zoon Wij geloven, dat Jezus Christus naar zijn goddelijke natuur de eniggeboren Zoon van God is, van eeuwigheid geboren. Hij is niet gemaakt of geschapen (want dan zou Hij een schepsel zijn), maar één van wezen met de Vader, mede-eeuwig, het uitgedrukte beeld van de zelfstandigheid van de Vader en de glans van zijn heerlijkheid [Hebr. 1:3], Hem in alles gelijk [Filipp. 2:6]. Hij is de Zoon van God, niet alleen sinds Hij onze natuur heeft aangenomen, maar van alle eeuwigheid, zoals ons de volgende getuigenissen leren, wanneer ze met elkaar vergeleken worden. Mozes zegt dat God de wereld heeft geschapen [Gen. 1:1] en de heilige Johannes zegt dat alle dingen zijn geschapen door het Woord, dat hij God noemt [Joh. 1:13]. De apostel zegt dat God de eeuwen door zijn Zoon gemaakt heeft [Hebr. 1:2]. Eveneens dat God alle dingen door Jezus Christus geschapen heeft [Kol. 1:16]. Daarom moet Hij die genoemd wordt God, het Woord, de Zoon en Christus Jezus, er reeds geweest zijn, toen alle dingen door Hem geschapen werden. En daarom zegt de profeet Micha: Zijn uitgang is van het begin en van eeuwigheid [Micha 5:1]. En de apostel: Hij is zonder begin der dagen en zonder einde van leven [Hebr. 7:3]. Zo is Hij dan de ware, eeuwige God, die Almachtige, die wij aanroepen, aanbidden en dienen. De theta, religie, zendt een gamma uit, disinfo, een soort christus, die ook weer afgemaakt kan worden wanneer nodig, als omega. Zelf is hij dus ook moordend als een delta. Zo werken ook de drugs van de psychiatrie. Zo werken ook hun diagnostische systemen, de dsm. artikel 11 De persoon en de Godheid van de Heilige Geest Wij geloven en belijden ook, dat de Heilige Geest van eeuwigheid van de Vader en de Zoon uitgaat. Hij is niet gemaakt, noch geschapen, ook niet geboren, maar uitgaand van beiden. Hij is de derde persoon in de orde van de Drievuldigheid, van eenzelfde wezen, majesteit en heerlijkheid als de Vader en de Zoon, waarachtig en eeuwig God, zoals de Heilige Schriften ons leren. Nee, zoals de voorouders leren, en dat is een groot verschil, en die voorouders waren innerlijk verdeeld en we moeten er progressief mee omgaan, anders is het ook weer verraad naar hen en blijven ze vastzitten. Er zijn ook deprogrammatie systemen zoals in het onderwijs boek de strijd tegen sepra deel 2, als onderdeel van de moederologie : T – filologie – gebruik van lagere, dode talen (disinfo) – wordt gebruikt als wapen tegen disinfo door O J – robotologie – tegen delta O – gnostiek – tegen theta X – leegtologie, hongerologie

artikel 12 De schepping van de wereld en de engelen Wij geloven dat de Vader door zijn Woord, dat is door zijn Zoon, de hemel, de aarde en alle schepselen uit niets heeft geschapen toen het Hem goeddacht. Daarbij heeft Hij aan elk schepsel zijn wezen, vorm en gestalte en verschillende taken gegeven om zijn Schepper te dienen. Wij geloven dat Hij ze ook nu alle onderhoudt en regeert overeenkomstig zijn eeuwige voorzienigheid en door zijn oneindige kracht, om de mens te dienen, opdat de mens zijn God dient. Hij heeft ook de engelen goed geschapen, om zijn gezanten te zijn en zijn uitverkorenen te dienen. Sommigen van hen zijn uit die verheven staat, waarin God ze geschapen had, in het eeuwige verderf gevallen, terwijl de anderen door Gods genade volhard hebben en in hun oorspronkelijke staat staande zijn gebleven. De duivelen en boze geesten zijn zo verdorven, dat zij vijanden van God en van al het goede zijn. Uit alle macht loeren zij als moordenaars op de kerk en op elk van haar leden, om alles te verderven en te verwoesten door hun bedriegerijen. Zij zijn daarom door hun eigen slechtheid veroordeeld tot de eeuwige verdoemenis en hebben dagelijks hun verschrikkelijke pijnigingen te wachten. Wat dit betreft verwerpen en verfoeien wij de dwalingen van de sadduceeën, die ontkennen dat er geesten en engelen zijn; en ook de dwaling van de manicheeërs, die zeggen dat de duivelen hun oorsprong uit zichzelf hebben en van nature slecht zijn, zonder dat zij verdorven zijn geworden. De sadduceeen die niet geloven in het hiernamaals, niet in geesten, demonen, engelen etc. maar alleen in de geschreven wet (hun vervloekte papieren, opgetekend door idioten die allemaal langs elkaar heenwerkten en die geen nuances kennen) IS de psychiatrie en de gedeformeerde kerk die tegen de geestelijke gaven strijd. Het is één pot nat en allemaal verzonnen door MK Ultra. De fantasieologie is hier tegenin gekomen met een verzetssysteem om de mind te decontroleren en deprogrammeren, door JX-ULTRA. Dit is dus opgezet door cult-deprogrammers van het verzet, de geestelijkheid. Mk Ultra was opgezet door zakenlieden. J betekent de robotologie en X betekent de leegtologie en hongerologie, wat tegengesteld is aan het consumerisme van mk ultra. JX Ultra geeft een nieuw profetisch internet waar mensen ingeplugt worden. Er is dus een zware oorlog tussen mk ultra en jx ultra. mk ultra moet gaan. mk ultra moet afgebroken worden. MK ultra probeerde ook altijd het bestaan van demonen te verdoezelen door de psychiatrie, gedeformeerde kerk, orthodox atheisme, scholen-programmatie, verdere medische industrie etc. etc. artikel 13 De voorzienigheid van God Wij geloven, dat die goede God, nadat Hij alle dingen geschapen had, ze niet aan zichzelf heeft overgelaten of aan het toeval of het lot heeft prijsgegeven, maar ze overeenkomstig zijn heilige wil zo bestuurt en regeert, dat in deze wereld niets gebeurt zonder zijn beschikking. Toch is God niet de auteur van de zonde, noch heeft Hij er schuld aan. Want zijn macht en goedheid zijn zo groot en onbegrijpelijk, dat Hij zijn werk zeer goed en rechtvaardig beschikt en doet, ook wanneer de duivelen en de goddelozen onrechtvaardig handelen. En wat Hij doet boven het begrip van het menselijk verstand, dat willen we niet nieuwsgierig onderzoeken, meer dan ons begrip bevatten kan. Maar wij aanbidden in alle ootmoed en eerbied de rechtvaardige oordelen van God, die voor ons verborgen zijn. We stellen ons ermee tevreden dat wij leerlingen van Christus zijn, om alleen te leren wat

Hij ons aanwijst in zijn Woord, zonder deze grenzen te overschrijden. Deze leer geeft ons een onuitsprekelijke troost, wanneer wij er door leren verstaan dat ons niets bij toeval kan overkomen, maar door de beschikking van onze goedertieren hemelse Vader. Hij waakt over ons met een vaderlijke zorg, terwijl Hij zo over alle schepselen heerst, dat niet één haar van ons hoofd (want zij zijn alle geteld), ook niet één vogeltje op de aarde kan vallen zonder de wil van onze Vader [Matt. 10:29-30]. Hierop verlaten wij ons, omdat wij weten dat Hij de duivelen en al onze vijanden in toom houdt, die ons zonder zijn toelating en wil niet kunnen schaden. En hierom verwerpen wij de verdoemelijke dwaling van de epicureeërs, die zeggen dat God zich nergens mee bemoeit en alles aan het toeval overlaat. MK ultra is een pensioneringsfonds. JX ultra is een werk opname. JX ultra maakt de mens weer creatief, en inspireert, in de fantasieologie, terwijl MK ultra niet creatief is, en de gaven van de geest doodt en dooft, aborteert, door een clinische, steriele, onverschillige psychiater hand. MK ultra is het systeem van de psychiagering. Het laat de mens geestelijk met pensioen gaan, zodat de parasieten kunnen komen. Studie mag ook niet. Het zijn allemaal tradities. Iemand heeft iets opgeschreven, daar leven ze naar, als sadduceeen. Dat iedereen langs elkaar heenwerkt zal hen een worst wezen. Ze zitten daar gewoon om hun tijd vol te zitten. Het gaat hen niet om de kwaliteit. Het is gewoon 'filler'. artikel 14 Schepping, val en verdorvenheid van de mens Wij geloven dat God de mens geschapen heeft uit het stof der aarde, en hem gemaakt en gevormd heeft naar zijn beeld en gelijkenis, goed, rechtvaardig en heilig, zodat hij met zijn wil in alles kon overeenstemmen met de wil van God. Maar toen hij in ere was, heeft hij het niet verstaan [Ps. 49:21] en zijn uitnemendheid niet ingezien, maar heeft zichzelf willens en wetens aan de zonde onderworpen, en daarmee aan de dood en de vervloeking, door gehoor te geven aan het woord van de duivel. Want het gebod ten leven, dat hij ontvangen had, heeft hij overtreden en door zijn zonde heeft hij zich losgemaakt van God, die zijn ware leven was. Hij heeft zijn gehele natuur verdorven, waardoor hij de lichamelijke en geestelijke dood verdiend heeft. En doordat hij in al zijn doen en laten goddeloos, verkeerd en verdorven is geworden, heeft hij zijn voortre elijke gaven die hij van ff God ontvangen had, verloren. Hij heeft daarvan niets anders overgehouden dan kleine overblijfselen, die voldoende zijn om de mens iedere verontschuldiging te ontnemen. Al het licht in ons is immers in duisternis veranderd, zoals de Schrift ons leert: het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet begrepen [Joh. 1:5], waar de heilige Johannes de mensen duisternis noemt. Daarom verwerpen wij alles wat men in strijd hiermee leert over de vrije wil van de mens, aangezien de mens niets dan een slaaf van de zonde is en niets kan hebben, tenzij het hem uit de hemel gegeven is [Joh. 3:27]. Want wie is er die zich er op beroemen kan uit zichzelf iets goeds te kunnen doen? Christus zegt immers: Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, die Mij gezonden heeft, hem trekt [Joh. 6:44]. Wie zal aankomen met zijn eigen wil, die begrijpt dat de gezindheid van het vlees vijandschap tegen God is [Rom. 8:7]? Wie zal over zijn kennis spreken, als hij inziet dat de natuurlijke mens niet begrijpt wat van de Geest van God is [1 Kor. 2:14]? Kortom, wie zal een enkele gedachte in het midden brengen, omdat hij beseft dat wij van onszelf niet bekwaam zijn iets te denken als uit onszelf, maar dat onze bekwaamheid van God is [2 Kor. 3:5]? En daarom behoort wat de apostel zegt terecht voor vast en zeker gehouden te worden, dat God in ons werkt het willen en het volbrengen, naar zijn welbehagen [Filipp.

2:13]. Want er is geen verstand en wil in overeenstemming met het verstand en de wil van God, of Christus heeft die in de mens tot stand gebracht, wat Hij ons leert als Hij zegt: Zonder Mij kunt gij niets doen [Joh. 15:5]. Hij heeft het hier over de heilige gebondenheid oftewel de J, de robotologie, ook wel de Janilogie genoemd. Niet door het vleselijke, maar wel door het geestelijke. Niet door de onwetendheid, maar wel door de gnosis. artikel 15 De erfzonde Wij geloven dat door de ongehoorzaamheid van Adam de erfzonde zich over heel het menselijk geslacht heeft verbreid. Zij is een verdorvenheid van de gehele natuur en een erfelijk gebrek, waarmee zelfs de kleine kinderen in de moederschoot besmet zijn en die in de mens, als uit een wortel, allerlei zonden voortbrengt. Zij is zo lelijk en gruwelijk voor God, dat er voldoende reden is om het menselijk geslacht te verdoemen. Zij wordt ook zelfs door de doop niet helemaal te niet gedaan, noch geheel uitgeroeid, aangezien de zonde daaruit altijd als opwellend water ontspringt, als uit een onzalige fontein. Zij wordt evenwel de kinderen van God niet tot hun veroordeling toegerekend, maar door zijn genade en barmhartigheid vergeven. Niet om in de zonde gerust te slapen, maar opdat het gevoelen van deze verdorvenheid de gelovigen dikwijls zou doen zuchten, in het verlangen om van het lichaam des doods verlost te worden. En hiermee verwerpen wij de dwaling van de pelagianen, die zeggen dat deze zonde alleen door navolging plaatsvindt. Brand, brand, brand in de hel voor wat je kinderen hebt aangedaan, totdat je bent opgebrand, moet herhaaldelijk tegen deze parasieten gezegd worden. Wie kinderen misleid, het is beter dat er een molensteen om z'n hals word gedaan en hij in de zee wordt geworpen. En wie een etiket op mensen drukt zomaar zonder bewijs en zonder onderzoek, een etiket van erfzonde of psychiatrische ziekte, die heeft geen vergeving, ook niet in de toekomst. Ze verklaren mensen ongeneeslijk, uit de losse hand, natte vingerwerk, maar dat doen ze zichzelf aan. We moeten dan naar de psalmen om aan deze vleselijke en geestelijke vijanden te ontkomen. Een mens die zondigt moet niet volharden in de zonde, en al helemaal niet dat het een beroepsmatige zonde wordt, zoals slagers, psychiaters en stierenvechters. Dan heb je een probleem. Beroepsmatigheid van zonde, dan wordt het routine, en is het een hoge graad zonde, een hoge graad van verharding waarin mensen hun ziel verliezen en waarin ze geestelijk sterven. artikel 16 De goddelijke verkiezing Wij geloven dat, toen het gehele geslacht van Adam door de zonde van de eerste mens, in een toestand van verderf en ondergang verkeerde, God zich betoond heeft zoals Hij is, namelijk barmhartig en rechtvaardig. Barmhartig, doordat Hij uit dit verderf trekt en verlost, degenen die Hij in zijn eeuwige en onvergankelijke raad, uit loutere goedertierenheid, uitverkoren heeft in Jezus Christus onze Here, zonder ook maar iets van hun werken in aanmerking te laten komen. Rechtvaardig, doordat Hij de anderen laat in hun val en verderf, waarin zij zichzelf gestort hebben. Tegen omega programmatie van mk ultra (self destruct), wat ook gebruikt wordt voor hel programmatie, chantage, etc. komt I-programmatie van JX Ultra. I is het geloof in de hel op een

hele andere manier, namelijk de baarmoeder, waarin het vleselijke sterft en het geestelijke opstaat. I is dus altijd dualistisch en alhoewel I eeuwig is, is I geen eeuwige marteling zoals bij de gedeformeerde christenen. Als we het over I hebben in JX ultra, dan hebben we het over de demonologie : T – filologie – gebruik van lagere, dode talen (disinfo) – wordt gebruikt als wapen tegen disinfo door O J – robotologie – tegen delta O – gnostiek – tegen theta X – leegtologie, hongerologie I – demonologie, hellologie, toetsologie – tegen omega artikel 17 Het herstel van het menselijk geslacht door de Zoon van God Wij geloven dat onze goede God, toen Hij zag dat de mens zich aldus in de lichamelijke en geestelijke dood gestort en zich volkomen ongelukkig gemaakt had, hem in zijn wonderbare wijsheid en goedheid zelf is gaan zoeken, toen hij al bevende voor Hem vluchtte en heeft hem getroost, door hem te beloven zijn Zoon te geven, die worden zou uit een vrouw [Gal. 4:4] om de kop van de slang te vertreden [Gen. 3:15] en hem gelukzalig te maken. Drugs trips gone bad. Ze zullen flippen met hun buit, en moeten loslaten, al die valse ouders, de auders, die kinderen hebben geroofd. Om hier aan te ontkomen is er Y-Z programmering in JX ultra. Y-Z is de profetologie. Het is een belangrijke link in het systeem. T – filologie – gebruik van lagere, dode talen (disinfo) – wordt gebruikt als wapen tegen disinfo door O J – robotologie – tegen delta O – gnostiek – tegen theta X – leegtologie, hongerologie I – demonologie, hellologie, toetsologie – tegen omega Y-Z – profetologie I organiseert invasies om mensen vrij te zetten van mk ultra, en Y-Z is dan een uittocht en opname. Hoofdstuk 38. alva en de gekken van april

artikel 18 De menswording van de Zoon van God Wij belijden dan dat God de belofte die Hij aan de vaderen gedaan had, door de mond van zijn heilige profeten, vervuld heeft door zijn eigen eniggeboren en eeuwige Zoon in de wereld te zenden op de door Hem bestemde tijd. Deze heeft de gestalte van een dienstknecht aangenomen en is de mensen gelijk geworden [Filipp. 2:7] door werkelijk een echte menselijke natuur aan te nemen met al haar zwakheden (met uitzondering van zonde). Hij is ontvangen in de schoot van de gelukzalige maagd Maria door de kracht van de Heilige Geest, zonder toedoen van een man. En [Hij] heeft niet alleen de menselijke natuur aangenomen wat het lichaam betreft, maar ook een ware menselijke ziel, om werkelijk mens te zijn. Want omdat de ziel evenzeer verloren was als het lichaam, was het nodig dat Hij ze beide aannam, om beide zalig te maken. Daarom belijden wij (tegen de ketterij van de wederdopers, die ontkennen dat Christus menselijk vlees van zijn moeder aangenomen heeft) dat Christus het vlees en bloed van de kinderen deelachtig is geworden [Hebr. 2:14]; dat Hij een vrucht van de lendenen van David is naar het vlees [Hand. 2:30]; geworden uit het nageslacht van David naar het vlees [Rom. 1:3]; een vrucht van de schoot van Maria [Luc. 1:42]; geworden uit de vrouw [Gal. 4:4]; een spruit van David [Jer. 33:15]; een scheut uit de wortel van Isaï [Jes. 11:1]; gesproten uit het geslacht van Juda [Hebr. 7:14]; afkomstig van de joden, naar het vlees [Rom. 9:5]; uit het nageslacht van Abraham, aangezien Hij het nageslacht van Abraham heeft aangenomen, en is zijn broeders in alles gelijk geworden, met uitzondering van de zonde [Hebr. 2:17; 4:15]. Zo is Hij in waarheid onze Immanuël, dat is God met ons [Matt. 1:23]. Het is een mk-ultra programmaatje : iemand meetrekken in het vleselijke, iemand fokken, zodat iemand zich voortplant als een beta-voortplanter. Beta is namelijk de straling van voortplanting in de hersenen, door mk ultra. Dit wordt aangewakkerd door reclame, muziek en de media. In de steden wordt iedereen bestuurd door beta, en daarom is het van belang deze straling af te breken. Beta moet afgebroken worden. Het zijn boeren die met pensioen zijn gegaan en zelf niet creatief zijn en zich niet voortplanten, maar anderen dit laten doen in een fok systeem. Zo hebben ze hun 'in het vlees gekomen jezus'. JX ultra, of JX infra zoals het ook wel wordt genoemd, is van het verzet, straling van de gnosis in de gnostrix tegen het beta fok-programma van de mk ultra matrix. De straling die hier tegenover staat is de KUM straling van voortplanting, dat je dus niet meer voortplant door beta, maar door KUM. KUM is natuurzaad. artikel 19 De twee naturen van Christus Wij geloven dat de persoon van de Zoon door deze ontvangenis onscheidbaar verenigd en verbonden is met de menselijke natuur, zodat er geen twee zonen van God en geen twee personen zijn, maar twee naturen in één persoon verenigd, waarbij echter elke natuur haar onderscheiden eigenschappen behoudt. Zoals de goddelijke natuur altijd ongeschapen gebleven is, zonder begin van dagen of einde van leven (Hebr. 7:3) en hemel en aarde vervult, zo heeft ook de menselijke natuur haar eigenschappen niet verloren, maar is schepsel gebleven, dat een begin van dagen heeft, eindig is van aard en alles behoudt wat bij een echt lichaam behoort. En hoewel Hij haar door zijn opstanding onsterfelijkheid heeft gegeven, heeft Hij de echtheid van zijn menselijke natuur toch niet veranderd, omdat

onze zaligheid en onze opstanding mede van de echtheid van zijn lichaam afhankelijk zijn. Maar deze twee naturen zijn zo in één persoon verenigd, dat zij zelfs door zijn dood niet gescheiden zijn geweest. Zo was dus wat Hij bij zijn sterven in de handen van zijn Vader bevolen heeft een echt menselijke geest, die zijn lichaam verliet, maar intussen bleef de goddelijke natuur steeds met de menselijke verenigd, ook zelfs toen Hij in het graf lag. De Godheid hield niet op in Hem te zijn, evenals zij in Hem was toen Hij een klein kind was, hoewel zij zich korte tijd aldus niet openbaarde. Hierom belijden wij, dat Hij werkelijk God en werkelijk mens is. Werkelijk God om door zijn kracht de dood te overwinnen en werkelijk mens om krachtens de zwakheid van zijn vlees voor ons te kunnen sterven. JX ultra of JX infra : T – filologie – gebruik van lagere, dode talen (disinfo) – wordt gebruikt als wapen tegen disinfo door O J – robotologie – tegen delta O – gnostiek – tegen theta X – leegtologie, hongerologie I – demonologie, hellologie, toetsologie – tegen omega KUM – voortplantologie, zaad – tegen beta Beta komt neer op verkrachting. Ze doen dit verkapt, subtiel. Ze lopen er niet mee te koop. Ook ontkennen ze het, en zetten ze mensen tegen elkaar op, werken ze langs elkaar heen om deze verkrachting te verdoezelen, af te dekken. Het zijn sjoemelaars, zoals de psychiatrie werkt. Ze werken samen met andere systemen en doen zich naar de wereld toe voor als oh zo schoon en professioneel, politiek correct ook, terwijl ze anderen politiek vervolgen, maar dit doen ze met schuilnamen en schuilmethodes. Ze zijn niet volkomen eerlijk en hebben dus twee gezichten, zoals we ook in dit artikel zien. Jezus als god en als mens. Zo is de psychiatrie ook schizofreen. Dit projecteren ze graag op anderen. Anderen mogen geen verschillende naturen hebben maar moeten één natuur hebben, maar zij mogen er meerderen, want zij zijn namelijk het elite ras, en dat zie je ook in de gedeformeerde kerk. Alleen de gedeformeerde kerk is zaligmakend, en de rest, de andersdenkenden, de andersgelovenden, gaan voor eeuwig naar de hel. De psychiatrie heeft voor hun ziektes dan geen genezing, dus de mensen worden ongeneeslijk ziek verklaard, maar er zijn wel medicijnen. Natuurlijk, het is een markt. Medicijnen die je niet zullen en niet kunnen genezen. Toch durven ze zichzelf medisch te noemen. Dit is allemaal beta, voor de voortplanting van de markt. Beta neemt de zielen apart en verkracht ze dan, en ontkent het naar anderen toe, en dan wordt het slachtoffer ziek verklaart, ongeneeslijk ziek, en er wordt gezegd dat één derde van hen zelfmoord zal plegen, en er worden dan medicijnen (drugs) toegediend die de patient, client trouwens, niet kunnen genezen en niet mogen genezen, maar zo giftig en gevaarlijk zijn dat ze de persoon daadwerkelijk ziek maken. Self fulfilling prophesy. Daarom moet KUM straling komen om deze gewiekste beta straling af te breken. artikel 20 De wijze van Gods verlossing Wij geloven dat God, die volkomen barmhartig en rechtvaardig is, zijn Zoon gezonden heeft om de natuur waarin de ongehoorzaamheid begaan was, aan te nemen om in haar te voldoen en de straf voor de zonden door zijn zeer bitter lijden en sterven te dragen. Zo heeft God dan zijn rechtvaardigheid betoond aan zijn Zoon, toen Hij onze zonden op Hem gelegd heeft. Zijn goedheid en barmhartigheid heeft Hij uitgestort over ons, die schuldig waren en veroordelenswaardig, door in volmaakte liefde zijn Zoon voor ons in de dood te geven en Hem op te

wekken tot onze rechtvaardiging, opdat wij door Hem de onsterfelijkheid en het eeuwige leven zouden hebben. Volmaakte liefde, ja, oftewel beta. Kinderen worden geofferd aan de beta systemen om hen op te splitsen en hen dan trauma-based te programmeren als fokdieren. Kinderen worden geofferd aan de moloch. KUM is voortplanting door nog dieper te gaan, hen te slim af te zijn, door het kruis en de vervolging te aanvaarden en te verdiepen. Zij willen door het kruis de mens manipuleren en omkopen, door chantage, maar we moeten volharden in het kruis. Vervolging is standaard. We moeten niet ergens stoppen in de stad om bij te tanken, om ons te laten misleiden door een vriendelijke oma die wat hulp offert, ons kruis en de vervolging wil afnemen in ruil voor wat snoep, maar we moeten doorgaan totdat we in de wildernis zijn gekomen, en dan de dieptes daar in : dieptologie. Niet het aas aannemen, maar de leegtologie leren, oftewel de hongerologie, oftewel de X-straling aannemen van de gnosis. De gnostrix is wildernis, natuur. Het kost ons alles om de gnostrix in te gaan. In deze gebieden : Neem niks aan. Beta komt voort uit het grijpen, het consumerisme, maar KUM komt voort uit de X, de hongerologie, de leegtologie, en vanuit het toetsen, het worstelen, de I. Dat is dus het grote verschil tussen kum en beta. Beta is de voortplanting van de gepensioneerden. Het is gepensioneerd, dood zaad. Ze zijn bang voor alles wat met het verbeeldingsvermogen, de fantasieologie, het creatieve vermogen, de geestelijke gaven, heeft te maken. Het enige waar beta goed voor is is als mest. artikel 21 De voldoening van Christus voor onze zonden Wij geloven dat Jezus Christus een eeuwige Hogepriester is, onder ede, naar de ordening van Melchisedek [Hebr. 7:21]. Hij heeft zichzelf in onze naam voor zijn Vader gesteld om zijn toorn te stillen met volle genoegdoening, door zichzelf aan het kruishout op te o eren en zijn kostbaar bloed te vergieten tot reiniging van ff onze zonden, zoals de profeten hadden voorzegd. Want er is geschreven dat de straf op de Zoon van God gelegd is, opdat wij vrede zouden hebben en dat wij door zijn wonden genezen zijn; dat Hij als een lam ter dood geleid is, onder de misdadigers gerekend [Jes. 53:5vv.] en als een misdadiger veroordeeld door Pontius Pilatus, hoewel hij Hem onschuldig verklaard had [Joh. 18:38]. Zo heeft Hij dan betaald, wat Hij niet geroofd had [Ps. 69:5] en heeft geleden, rechtvaardig voor de onrechtvaardigen [1Petr. 3:18], zowel in zijn lichaam als in zijn ziel. Hij ervoer de verschrikkelijke straf die onze zonden verdiend hadden, zodat zijn zweet gelijk werd aan druppels bloed die op de aarde vielen [Luc. 22:44]. Hij heeft geroepen: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? [Matt. 27:46] en heeft dit alles geleden tot vergeving van onze zonden. Daarom zeggen wij terecht met Paulus, dat wij niets anders weten dan Christus en die gekruisigd [1Kor. 2:2]. Wij achten alles voor drek om de uitnemendheid van de kennis van onze Here Jezus Christus [Filipp. 3:8]. Wij vinden alle vertroosting in zijn wonden en behoeven geen enkel ander middel te zoeken of te bedenken, om ons met God te verzoenen dan alleen dit ene o er, eenmaal gebracht, waardoor de gelovigen in eeuwigheid ff volmaakt worden [Hebr. 10:14]. Dit is de reden waarom Hij door de engel van God Jezus, dat is Zaligmaker, genoemd is, omdat Hij zijn volk zou verlossen van hun zonden [Matt. 1:21]. Oh ja ? Dit is mk ultra : 'Ik wens u een goeie middag. Ik wens u een goeie nacht. Lekker met de familie op stap. Lekker eten, lekker drinken, lekker roken, lekker even dit, lekker even dat. Wat is het leven toch mooi en fijn. Lekker etiketten plakken op de intellectuelen. Lekker psychiatertje spelen, lekker doktertje spelen. Ik wens u een goeie middag. Ik wens u een goeie nacht.' (lied, net

zoiets als mijn naam is haas) Jezus was dan de intellectueel die het etiket moest krijgen zodat ieder ander mens niet hoefde in te zien hoe dom ze zelf waren, en zo lekker plezier konden maken. Het zijn bloedoffer religies, zoals de psychiatrie en de dentistrie dit ook zijn. Ze brandmerken mensen voor het leven, en de families die erom heen staan zijn er blij mee, want dan hebben ze een pispaaltje, een zondebok, iemand die alles voor hen draagt. artikel 22 De rechtvaardiging door het geloof Wij geloven dat de Heilige Geest, om ware kennis van deze grote verborgenheid te verkrijgen, in onze harten een oprecht geloof ontsteekt, dat Jezus Christus met al zijn verdiensten omhelst, Hem toe-eigent en niets anders meer buiten Hem zoekt. Want het is één van beide: óf in Jezus Christus is niet alles wat voor onze zaligheid nodig is, óf, als wél alles in Hem is, dan heeft degene, die Jezus Christus door het geloof bezit, zijn gehele zaligheid. Nu, dat men zou zeggen, dat Christus niet genoeg is, maar dat er naast Hem iets anders nodig is, zou een buitensporige godslastering zijn. Want daaruit zou volgen dat Christus maar een halve Zaligmaker zou zijn. Daarom zeggen wij terecht met Paulus, dat wij alleen door het geloof of door het geloof zonder de werken gerechtvaardigd worden [Rom. 3:28]. Maar – om het precies te zeggen – wij bedoelen niet dat het geloof zelf ons rechtvaardigt, want het is maar een middel waarmee wij Christus, onze gerechtigheid, omhelzen. Maar Jezus Christus is onze gerechtigheid doordat Hij ons toerekent al zijn verdiensten en zoveel heilige werken, die Hij voor ons en in onze plaats gedaan heeft en het geloof is een middel, dat ons met Hem in de gemeenschap van al zijn goederen houdt. Als deze ons eigendom zijn geworden, zijn zij meer dan voldoende om ons vrij te spreken van onze zonden. Geloof is mk ultra drugs, of theta drugs. Die drugs verkrijgen ze dus door de zondebok, door omega programmatie, eeuwige hel etc. Daarom zijn ze sadistisch, want 'uw leed is hun plezier', hun drugs, waarmee ze alles kunnen vergeten, hun geweten kunnen doven, tijdelijk. In een droom kwam de verzetspredikant Klaas Schilder tot mij, volledig woest over hoe de kerken nog steeds met dieren omsprongen : 'Ze zouden beter moeten weten. Ze hadden al veel verder kunnen zijn.' Er was een oorlogsmachine bij die sprak over de wapenrusting van Issaschar. In 1936 verbood de synode van de gereformeerde kerk de NSB en NSB-lidmaatschap. 1936 is dus een belangrijk jaar. De NSB is nauwverbonden aan de psychiatrie, die niet wil dat de mens de stem van God leert verstaan, maar dat de mens alleen luistert naar de stem van de psychiatrie. De psychiatrie is jaloers op God, jaloers op de geestelijke gaven, want ze zijn zelf niet creatief, kunnen zelf niet scheppen, maar alleen maar dingen kapot maken. Daarom haten ze God en ieder die God liefheeft. Een kind mag geen dromen hebben, en mag niet verlost worden van depressie door die dromen, want dan verliezen zij namelijk weer een patient. Maar demonische ouders (die vaak ook veel vlees eten als hormonale drug) zien een psychiater hoger aan dan God. Doet het ons niet ergens aan denken wie er zo jaloers is op God en op de stem van God ? Mij wel. Het doet mij denken aan de duivel, de grote tegenstander van God. Psychiaters zijn dikwijls duivels, drugsdealers, die alles als een ziekte zien zodat ze hun medicijnen kwijtkunnen, en jaloerse ouders, die jaloers zijn op de intelligentie en de liefde van hun kind trappen er graag in. Dan hebben ze namelijk een zondebok, een pispaaltje. Dan hoeven ze er niet aan te denken hoe dom en gemeen ze zelf zijn. Zulke ouders, lieve mensen, zijn bezeten door demonen. Demonen willen alles verwoesten, en ze doen zich voor als schapen, maar het zijn wolven : wolven in schaapsklederen. Dit was ook de reden waarom Jezus sprak : Niet wie mijn aardse ouders zijn zijn mijn ouders, maar zij die de wil van God doen zijn mijn ouders. artikel 23 Onze gerechtigheid voor God

Wij geloven dat onze gelukzaligheid gelegen is in de vergeving van onze zonden om Jezus Christus’ wil en dat daarin onze gerechtigheid voor God bestaat, zoals David en Paulus ons leren, als zij verklaren dat het de gelukzaligheid van de mens is, dat God hem de gerechtigheid toerekent zonder de werken [Ps. 32:2; Rom. 4:6]. En dezelfde apostel zegt dat wij om niet of uit genade gerechtvaardigd zijn, door de verlossing die in Christus Jezus is [Rom. 3:24]. En daarom houden wij dit fundament altijd vast en geven God alle eer en wij vernederen onszelf en belijden wie we zijn, zonder ons op iets van onszelf of op onze verdiensten te beroemen. Wij steunen en rusten alleen op de gehoorzaamheid van de gekruisigde Christus, die van ons is, wanneer wij in Hem geloven. Zij is voldoende om al onze ongerechtigheden te bedekken en ons de vrijmoedigheid te geven om tot God te gaan met een geweten dat bevrijd is van vrees, ontzetting en verschrikking, zonder te doen als onze eerste vader Adam, die zich al bevende met vijgenboombladeren wilde bedekken. En zeker, indien wij voor God verschijnen moesten en op onszelf zouden steunen of op enig ander schepsel, hoe weinig ook, dan zouden wij helaas verzwolgen worden. En daarom moet ieder zeggen met David: Here, ga niet in het gericht met uw knecht, want voor U zal niemand die leeft gerechtvaardigd worden [Ps. 143:2]. Gepensioneerd van de vrees, dat is wat deze piraat is, spijbelend in de vrezologie dus, en daarom geen fundament voor kennis, maar wel een fundament voor alzheimer. Dit artikel is een verschrikkelijke geest. Artikel 23 is een verschrikkelijke aborteur. Het is een time shifter cobra die ook kan komen als een verleidster. In gevecht met dit beest maak je antistoffen aan. Wij hebben ons fundament in de vrezologie, niet de familie. Artikel 23 is een familiaire drugs. Het dooft de vrees uit, al die familie drugs. Daartoe is deze geest uitgezonden, opdat zo ook de kennis gedoofd kan worden. artikel 24 Heiliging en goede werken Wij geloven dat dit ware geloof, dat in de mens voortgebracht is door het horen van het Woord van God en de werking van de Heilige Geest, hem doet wedergeboren worden en tot een nieuwe mens maakt en hem doet leven in een nieuw leven en bevrijdt van de slavernij van de zonde. Daarom is er geen sprake van dat dit rechtvaardigend geloof de mensen zou koud maken voor een vroom en heilig leven. Integendeel, zonder dit geloof zullen zij nooit iets doen uit liefde tot God, maar alleen uit liefde tot zichzelf en uit vrees verdoemd te worden. Het is dan ook onmogelijk dat dit heilig geloof in de mens niets zou uitwerken. Wij spreken immers niet van een leeg geloof, maar van een geloof dat de Schrift noemt: een geloof dat door de liefde werkt [Gal. 5:6] en dat de mens beweegt om zich te oefenen in de werken die God in zijn Woord geboden heeft. Deze werken zijn, als zij voortkomen uit de goede wortel van het geloof, goed en voor God aangenaam, aangezien zij alle door zijn genade geheiligd zijn. Intussen tellen zij niet voor onze rechtvaardiging. Want wij worden door het geloof in Christus gerechtvaardigd, vóór wij goede werken doen. Anders zouden zij niet goed kunnen zijn, evenmin als de vrucht van een boom goed kan zijn voordat de boom goed is. Wij doen dan goede werken, maar niet om iets te verdienen (want wat zouden wij verdienen?). Ja, wij zijn aan God verplicht om goede werken te doen en niet Hij aan ons. Aangezien Hij het is, die in ons werkt het willen en het volbrengen, naar zijn welbehagen [Filipp. 2:13]. Laten wij dan letten op wat geschreven staat: Wanneer gij alles gedaan zult hebben wat u bevolen is, zo zegt: wij zijn onnutte dienaren; wij hebben gedaan wat wij schuldig waren [Luc. 17:10]. Intussen willen wij niet ontkennen dat God de goede

werken beloont; maar het is door zijn genade, dat Hij zijn gaven kroont. Verder, al doen wij goede werken, toch bouwen wij onze zaligheid daar niet op, want wij kunnen geen werk doen of het is besmet door ons vlees en ook strafwaardig. En al konden wij er één voortbrengen, dan is toch de gedachte aan één zonde genoeg om dat verwerpelijk te maken in Gods ogen. Zo zouden wij dan altijd in twijfel verkeren, heen en weer geslingerd, zonder enige zekerheid en onze arme gewetens zouden altijd gekweld worden, als zij niet steunden op de verdiensten van het lijden en sterven van onze Zaligmaker. Witte cobra. Geloof door liefde werkend, en wat voor liefde ? Eeuwige marteling voor hen die het niet geloven. Maar dit soort geesten zijn niet voor rede vatbaar. Het is als het proberen te overtuigen van de dronken dorpsgek. Wat je ook zegt, het zal niet baten. Je moet geestelijk oorlogsvoeren. De strijd is niet vleselijk. Het zijn jokers. artikel 25 De vervulling van de Wet Wij geloven dat de ceremoniën en de voorafbeeldingen van de Wet hebben afgedaan met de komst van Christus en dat aan alle voorafschaduwingen een einde is gekomen, zodat het gebruik daarvan onder christenen afgeschaft moet worden. Toch blijft voor ons de waarheid en de inhoud ervan in Christus Jezus, in wie zij vervuld zijn. Intussen maken wij nog gebruik van de getuigenissen uit de Wet en de Profeten om ons in het Evangelie te bevestigen en ook om ons leven te richten naar alles wat betamelijk is, tot eer van God, naar zijn wil. Zware omega demoon die zware angst voor de hel kan brengen als een mens van de familie drugs af probeert te komen. Piraat en witte cobra. De familie is een pensioneringsfonds. Het OT heeft afgedaan, en Christus is gekomen, zodat de christen met pensioen kan gaan. De beelden van het OT zoals demonologie zijn niet meer geldig. Het pensioenfonds, oftewel de familie, ziet dan de mens als bezit. artikel 26 De voorspraak van Christus Wij geloven dat wij geen toegang hebben tot God, dan alleen door de enige Middelaar en Voorspraak, Jezus Christus, de rechtvaardige. Hierom is Hij mens geworden en heeft de goddelijke en de menselijke natuur verenigd, opdat wij mensen een toegang zouden hebben tot de goddelijke majesteit; anders zou de toegang voor ons gesloten zijn. Maar deze Middelaar, die de Vader ons heeft gegeven tussen Hem en ons, moet ons door zijn verhevenheid niet afschrikken, zodat wij een andere, naar ons goeddunken, zouden zoeken. Want er is niemand in de hemel of op de aarde onder de schepselen, die ons meer liefheeft dan Jezus Christus, die, hoewel Hij in de gestalte van God was, toch zichzelf heeft vernietigd, door de gestalte van een mens en van een knecht voor ons aan te nemen en is zijn broeders in alles gelijk geworden [Filipp. 2:6-7; Hebr. 2:17]. Als wij nu een andere middelaar moesten zoeken die ons goedgunstig zou zijn, wie zouden wij dan kunnen vinden, die ons meer liefheeft dan Hij die zijn leven voor ons gegeven heeft, ook toen wij zijn vijanden waren [Rom. 5:8]? En als wij iemand zoeken, die macht en aanzien heeft, wie is er die zoveel macht en aanzien heeft als Hij, die gezeten is aan de rechterhand van zijn Vader [Rom. 8:34] en die alle macht heeft in de hemel en op de aarde [Matt. 28:18]? En wie zal eerder verhoord worden dan de eigen geliefde Zoon van God? Zo is dan alleen door wantrouwen het gebruik ingevoerd dat men de heiligen onteert in plaats

van hen te eren, door te doen wat zij nooit gedaan of begeerd hebben, maar wat zij voortdurend en volgens hun plicht verworpen hebben, zoals blijkt uit hun geschriften. En hier moet men niet inbrengen dat wij het niet waardig zijn, want het gaat er hier niet om dat wij onze gebeden op grond van onze waardigheid aanbieden, maar alleen op grond van de uitnemendheid en de waardigheid van onze Here Jezus Christus, wiens gerechtigheid door het geloof de onze is. Daarom zegt de apostel ons, als hij deze dwaze vrees of veel meer het wantrouwen van ons wil wegnemen, dat Jezus Christus zijn broeders in alles gelijk is geworden, opdat Hij een barmhartig en getrouw Hogepriester zou zijn, om de zonden van het volk te reinigen; want doordat Hij zelf, verzocht zijnde, geleden heeft, kan Hij degenen die verzocht worden, te hulp komen [Hebr. 2:17-18]. En daarna, om ons nog meer moed te geven om tot Hem te gaan, zegt hij: Daar wij dan een grote Hogepriester hebben, Jezus de Zoon van God, die de hemelen doorgegaan is, laat ons deze belijdenis vasthouden. Want wij hebben geen Hogepriester die geen medelijden zou kunnen hebben met onze zwakheden, maar die in alle dingen op gelijke wijze is verzocht geweest, zonder zonde. Laat ons daarom met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid krijgen en genade vinden als het tijd is om geholpen te worden [Hebr. 4:14-16]. Dezelfde apostel zegt dat wij de vrijheid hebben om het heiligdom in te gaan door het bloed van Jezus. Hij zegt: laat ons dan gaan met vrijmoedigheid van het geloof [Hebr. 10:19, 22] etcetera. Eveneens: Christus heeft een eeuwig priesterschap, waardoor Hij volkomen kan zalig maken die door Hem tot God gaan, terwijl Hij altijd leeft om voor hen te bidden [Hebr. 7:24-25]. Wat ontbreekt er dan nog, daar Christus zelf zegt: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij [Joh. 14:6]? Waarom zouden wij een andere voorspraak zoeken, aangezien het God behaagd heeft ons zijn Zoon tot een Voorspraak te geven? Laten wij Hem niet verlaten om een andere te nemen, laat staan een andere te zoeken zonder die ooit te vinden; want toen God Hem ons gaf, wist Hij heel goed dat wij zondaars waren. Daarom roepen wij, naar het bevel van Christus, de hemelse Vader aan door Christus, onze enige Middelaar, zoals ons in het gebed des Heren geleerd is. En wij zijn verzekerd dat alles wat wij de Vader bidden in zijn naam, ons gegeven zal worden [Joh. 16:23]. Dit is een put. Ik had nachtmerries over deze put als kind. Het leidde tot een ondergrondse hal van grote doodsbeenderen en grote schedels. Dit is ook een omega demoon. Ik ging altijd in deze put als ik iets had gedronken. Dan zakte ik door de vloer. Het is een hele lange slang, een wurgslang, de Kamé. In deze put zitten de geestelijke gaven opgesloten. Systemen doen alsof ze christus zijn, de enige weg, zoals psychiatrie, dentistrie, vele ouders. Ze willen dat je naar hun stem luistert, niet naar die van de gnosis. artikel 27 De katholieke of algemene kerk Wij geloven en belijden één katholieke of algemene kerk. Zij is een heilige vergadering van mensen die waarachtig in Christus geloven, die al hun zaligheid verwachten van Jezus Christus, gewassen door zijn bloed, geheiligd en verzegeld door de Heilige Geest. Deze kerk is er geweest van het begin van de wereld af en zal er zijn tot het einde toe; want Christus is een eeuwige Koning, die niet zonder onderdanen kan zijn. En deze heilige kerk wordt door God bewaard of staande gehouden tegen het woeden van de gehele wereld, hoewel zij soms een tijdlang zeer klein en als tot niets schijnt te zijn geworden in de ogen van de mensen. Zo heeft de Here gedurende de gevaarlijke tijd onder Achab zevenduizend mensen voor zich behouden, die hun knieën voor Baäl niet gebogen hadden. Ook is deze heilige kerk niet gelegen in, gebonden aan of beperkt tot een bepaalde plaats of

gebonden aan bepaalde personen, maar zij is verspreid en verstrooid over de gehele wereld. Toch is zij met hart en wil samengevoegd en verenigd in eenzelfde Geest, door de kracht van het geloof. De kerk, het controle middel van mk ultra. De kerk, de stalker code. Alles kunnen ze ermee gedaan krijgen en het ook ombrengen naar believen. Ze spelen graag 'dood'. De mens mag zich bevrijden uit de matrix, uit de psychiatrix van de kerk, om te komen tot de gnostrix. De mens moet afkicken van familie drugs en kerk drugs, want het zijn slechts metaforen. De vleselijke en letterlijke is een familie mens, maar de geestelijke gebruikt familie als metafoor. De kerk is mk ultra alpha programming, oftewel de superieuren die over je zijn gesteld, die het altijd beter weten, je handlers. Alpha is altijd de basis laag geweest voor mk ultra. De mens groeit op onder de alpha. Het is het smeer middel van de mind control. artikel 28 De gemeenschap der heiligen met de ware kerk Wij geloven, aangezien deze heilige vergadering een verzameling is van hen die zalig worden en er buiten haar geen zaligheid is, dat niemand, van welke staat of hoedanigheid ook, op zichzelf behoort te blijven om aan zichzelf genoeg te hebben. Maar allen behoren zich bij haar te voegen en zich met haar te verenigen. De eenheid van de kerk wordt bewaard als zij zich onderwerpen aan haar onderricht en tucht, de hals buigen onder het juk van Jezus Christus en de opbouw van de broeders dienen naar de gaven die God hun heeft gegeven, als leden van een en het zelfde lichaam. En opdat dit des te beter kan onderhouden worden, is [het] de plicht van alle gelovigen volgens het Woord van God om zich af te scheiden van hen, die niet van de kerk zijn en zich te voegen bij deze vergadering, op welke plaats God haar ook gesteld heeft, zelfs al verzetten de overheden en de plakkaten van de vorsten zich daartegen en stond er de dood of enige lijfstraf op. Daarom handelen allen die zich van haar afscheiden of zich niet bij haar voegen in strijd met Gods verordening. Wat een rijkdom, wat een leven, wat een doelpunt scoorde Guido de Bres hier. Het gaat om de innerlijke kern, en men moet zich afscheiden van de buitenstaande alfa kern van mk ultra, want dat is slechts een mestlaag, en die doet toch zijn werk wel, maar je mag er geen gelijk span mee vormen. Ook al proberen ze je met delta (criminaliteit) of omega (zelfmoord) te programmeren : geef er niet aan toe, en ga de weg van de gnosis, het innerlijke pad, dieper, om tot de heilige kern te komen, en scheid je verder van alles af wat daar tegenin gaat : kerken, families, overheden, machten enz. Dit is de kern van de hele geloofsbelijdenis, en de kern van de reformatie. Hier komt Guido de Bres los van de machten die hem vervolgen. Hier is de opname. Hier is 1993. En die opname moet van binnen gebeuren door je af te scheiden. De reformatie was de nodige babylonische ballingschap die moest komen, het vreemde volk, en het volk moest het juk aanvaarden. Konden ze anders ? Het waren slechts kinderen. Guido de Bres werd in de nasleep van de beeldenstorm van 1566 tegen het oude katholieke gezag opgepakt, en moest het met de dood door terechtstelling bekopen. De beeldenstorm leidde tot de tachtigjarige oorlog tegen de Spaanse bezetting. Het was het begin van de Nederlandse opstand, een burger oorlog die vandaag de dag nog steeds loopt en die nog niet uitgevochten is. artikel 29 De kenmerken van de ware kerk

Wij geloven dat men heel zorgvuldig en met veel inzicht op grond van het Woord van God behoort te onderscheiden, welke de ware kerk is, aangezien alle sekten die tegenwoordig in de wereld zijn, zich met de naam kerk tooien. Wij spreken hier niet over de huichelaars die in de kerk onder de goeden vermengd zijn, maar intussen niet van de kerk zijn, hoewel zij uiterlijk in haar zijn. Maar wij bedoelen dat men het lichaam en de gemeenschap van de ware kerk moet onderscheiden van alle sekten, die zeggen dat zij de kerk zijn. De kenmerken waaraan men de ware kerk kan herkennen, zijn deze: dat de kerk de zuivere prediking van het Evangelie brengt; dat zij de zuivere bediening van de sacramenten onderhoudt, zoals Christus ze ingesteld heeft; dat de kerkelijke tucht uitgeoefend wordt om de zonde te bestra en; kortom dat men zich ff richt naar het zuivere Woord van God, alle dingen die daarmee in strijd zijn verwerpt en Jezus Christus erkent als het enige Hoofd. Hieraan kan men met zekerheid de ware kerk herkennen en dus heeft niemand het recht zich van haar af te scheiden. Wat nu hen aangaat die tot de kerk behoren, hen kan men herkennen aan de kenmerken van de christenen, namelijk het geloof en dat zij, wanneer zij de enige Zaligmaker Jezus Christus aangenomen hebben, de zonde ontvluchten en de gerechtigheid nastreven, de ware God en hun naasten liefhebben en niet naar rechts of naar links afwijken en hun vlees met zijn werken kruisigen. Maar niet alsof er geen grote zwakheid meer in hen zou zijn, maar zij strijden daartegen door de Geest al de dagen van hun leven. Daarbij nemen zij voortdurend hun toevlucht tot het bloed, de dood, het lijden en de gehoorzaamheid van de Here Jezus, in wie zij vergeving van hun zonden hebben door het geloof in Hem. Wat de valse kerk betreft: deze schrijft aan zichzelf en aan haar verordeningen meer macht en gezag toe dan aan het Woord van God en wil zich niet aan het juk van Christus onderwerpen. Zij bedient de sacramenten niet zoals Christus in zijn Woord geboden heeft, maar laat er uit weg en voegt er aan toe naar het haar goeddunkt. Zij grondt zich meer op de mensen dan op Christus. Zij vervolgt hen die heilig leven naar het Woord van God en die haar berispen om haar gebreken, geldzucht en afgoderijen. Deze twee kerken zijn gemakkelijk te herkennen en van elkaar te onderscheiden. De valse kerk wordt door Guido de Bres ontmaskert als degene die aan zichzelf meer macht en gezag toekent dan aan het Woord van God, oftewel de gnosis, de hemelse kennis. De valse kerk wil dat de mens naar haar stem luistert en niet naar de stem van God, van het goede, de hogere kennis. Dit is hoe de psychiatrie werkt en de gedeformeerde kerk, want dat gaat allemaal door mensen, door titels. Het zijn mensenvereerders. Ze houden niet van God, het goede en de kennis. Het zijn spijbelaars, gepensioneerden, die anderen de zak geven die niet denken en geloven zoals zij. De ware kerk is dan volgens Guido de Bres zij die de principes van Jezus aanhouden, dus de demonologie en het profetische, want dat is door Jezus ingesteld. God zou hen wel ingeven wat ze moesten zeggen en doen, dat ging niet door mensen. De psychiatrie en de gedeformeerde kerk is allemaal mensenwerk, het vleselijke, en als ze iets niet begrijpen raken ze helemaal in paniek en halen de etikettendoos erbij, want het moet natuurlijk aan de ander liggen. Het kan natuurlijk niet aan henzelf liggen. De zonde moet ook bestraft worden, stelt Guido de Bres, maar in de gedeformeerde secte mogen ze er gewoon op los zondigen, want alles is vergeven, wat misbruik van het dogma van vergeving is. Zo kan ik het ook. Met recht stelt Guido dat kerken die de tucht niet leren sectes zijn. Kerk is overigens een metaforisch woord zoals gezegd. artikel 30

De regering van de kerk Wij geloven dat deze ware kerk geregeerd moet worden in overeenstemming met de geestelijke orde die onze Here ons in zijn Woord geleerd heeft, namelijk dat er dienaren of herders moeten zijn om het Woord van God te prediken en de sacramenten te bedienen. Ook moeten er opzieners en diakenen zijn om met de herders de kerkeraad te vormen en door middel hiervan de ware godsdienst te onderhouden en er zorg voor te dragen dat de ware leer haar loop heeft, dat ook de overtreders op geestelijke wijze bestraft en in toom gehouden worden en dat ook de armen en bedroefden geholpen en getroost worden naar dat zij nodig hebben. Door middel hiervan zullen alle dingen in de kerk in goede orde geschieden, wanneer personen gekozen worden die getrouw zijn, overeenkomstig de regel die de heilige Paulus daarvoor geeft in de brief aan Timotheüs [1Tim. 3]. De tachtigjarige oorlog moest wel komen, want Nederland werd bezet gehouden. Natuurlijk is dit een geestelijke oorlog, tegen demonen, en die gaat nog steeds voort. De geestelijke orde is de demonologie, waar de psychiatrie en de gedeformeerde secte tegen strijden. De tachtigjarige oorlog begon in 1568 met de slag bij Heiligerlee. Het verzet sloeg terug. Alva, de Spaanse bezetter, begon het land toen nog meer te onderdrukken. In 1572 sloeg het verzet terug na een lange tijd van stilte, en namen met hulp van de Geuzen Den Briel in, in de Zeeuws-Hollandse opstand. Vanuit het ingenomen Den Briel kon het verzet verder opereren. Het voorspelde uiteindelijk de val van Alva. Het verzet had eindelijk vaste grond gekregen. Daarom zeggen ze nog steeds : Op 1 april verloor Alva zijn bril (Den Briel). In het Engels wordt dit feest 'April's Fools' genoemd. Op deze dag houdt iedereen elkaar voor de gek, oftewel de gekken van april. Hoofdstuk 39. de gekken van april Ik zal het nooit meer vergeten : Mijn broertje van anderhalf jaar jonger werd door zijn ouders met zijn gymschoenen naar oom Ad gestuurd die twee blokken verder woonde, want hij mocht mee naar de sporthal, want oom Ad moest daar nog wat doen na de zeskamp die hij had georganiseerd. Ik mocht trouwens ook mee, dus we gingen met z'n tweeen met de gymschoenen. We kwamen daar aan, en de ouders van oom Ad deden open, maar oom Ad was er niet. We gingen toen weer teleurgesteld naar huis. Toen mijn broertje toen kreeg te horen dat het om een 1 april grap ging was het huis te klein. Ik heb nog nooit iemand zo woest gezien, en hij smeet met zijn gymschoenen. Hij had het helemaal gehad. Het bracht mij onder een hypnose. Ik kan me herinneren dat ik maar bleef staren naar hem en niet helemaal goed door had wat hier gebeurde. Sindsdien was het in mijn brein gegrifd, en brengt het me nog steeds onder hypnose, zo van : wat was daar gaande ? Gewoon een kind dat boos was omdat er tegen hem was gelogen, of was er meer aan de hand ? Ik was een keer in een spijker gevallen bij de buren, en er zat een gat in mijn been, allemaal bloed. Hetzelfde broertje heeft hier geruime tijd niet door kunnen spreken, alleen stotteren. Hier denk ik ook weleens over na. Hij zag natuurlijk veel meer. Ik heb zelf ook nooit tegen bloed gekund.

Waarom zou je hier tegen moeten kunnen ? Deze wereld kent zoveel horror, en alles moet maar normaal gevonden worden. Ik ben ook bedrogen. Ik heb ook dingen meegemaakt waardoor ik geruime tijd niet meer kon spreken. Maar de wereld leeft gewoon door, alsof er niets gebeurd is. Alleen bij kinderen zie je het nog dat ze oprecht geschokt zijn van iets, dat het hen iets doet, zoals bij mijn broertje. Dat is een puurheid die je bijna niet meer bij volwassenen tegenkomt. En als je die puurheid nog hebt als je volwassen bent wordt je al snel veroordeeld. Normale menselijke emoties zoals angst en boosheid kunnen niet meer in deze maatschappij. Dan vorm je een bedreiging. Dierenliefde en liefde voor mensen, die trouwens altijd samengaan, want je kan bijvoorbeeld niet een dier haten en een mens liefhebben, is ook al verboden. Daarom is er het verzet. Dit begon al bij de reformatie. Het verzet werkt ondergronds, zoals ook Guido de Bres tijdens de reformatie. Hij werd opgepakt en moest het met de dood bekopen. De reformatie was er om los te komen van de tirannie van de katholieke kerk waarin alles om mensenwerk ging. Je moest je onderwerpen aan die en die, maar niet aan God. Zo is dit vandaag ook. Je moet naar hun stem luisteren, en je mag de stem van God niet verstaan. Guido de Bres was een reformator die net als Maarten Luther ook wat stellingen had achtergelaten, genaamd de Nederlandse Geloofsbelijdenis. In artikel 28 stelt hij dat de mens niet naar mensenvlees moet luisteren, ook niet naar wat ze allemaal op hebben geschreven, ook al zou je de doodstraf daar voor krijgen, want deze mensen hebben zich in de plaats van God gesteld. Je moet alleen naar God luisteren, oftewel naar het goede, de hogere kennis (want God is daarvan een metafoor, iets symbolisch, gepersonificeerd, namelijk de liefde zelf). Maar dat mag dus niet en mocht dus niet. Guido de Bres moest hiervoor sterven. Hij ging namelijk, net als Maarten Luther, tegen de markt in van de mensenkerk. Hij vormde dus een bedreiging, en zij die een roeping hebben verzetspredikant te zijn vormen dus ook een bedreiging. Laten we de vijand niet onderschatten. Het was ons al gezegd dat we vervolgd zouden worden, net zoals de anderen. Vandaag wordt het verzet vervolgd door mk-ultra, oftewel mind control. Ik zal een voorbeeld geven. Kinderen met een roeping, die speciale gaven hebben van bijvoorbeeld genezing of mediamieke gaven en hoog begaafd zijn, intellectueel, worden in een kamer gezet, en er wordt hen gezegd dat ze niet mogen dromen (want dan zouden ze namelijk in contact met God kunnen komen), en dat een derde van hun soort zelfmoord pleegt. Ze moeten verder iedereen vertrouwen. Er wordt hen gezegd dat ze iedereen kunnen vertrouwen (om hun immunologie en kritisch denkvermogen te verlammen en uit te schakelen). Er wordt hen ook gezegd dat familie een winkel is, en dat ze liefde moeten kopen. Als ze problemen hebben met hun mond, bijvoorbeeld kiespijn, dan wordt hen gezegd dat ze geholpen zullen worden, en dan krijgen ze een vulling die vervolgens expres tegen de zenuw aan gelegd wordt, dat wordt hen van te voren gezegd dat die er diep in moet. In een tand lopen allemaal zenuwen. Als ze vervolgens willen dat het er weer uitgaat wordt het niet verwijderd. Ze raken van de pijn in coma, krijgen ontstekingen, maar het wordt allemaal op iets anders geschoven, en er wordt hen verteld dat 'verwijdering van het implantaat een product is, en dat product wordt niet verkocht.' Gezondheidszorg wordt dus geweigerd, en gezondheidszorg is allemaal dwang, en een product, en een kind heeft niks in te brengen. Dit gebeurd ook bij volwassenen. Dit is onderdeel van mk ultra. Ze zeggen ook dingen tegen die kinderen, en als die kinderen een paar tellen later er iets van zeggen, dan wordt er ontkend dat het ooit gezegd is. Dat is hoe mind control werkt. Ze proberen hiermee het verstand van het kind te splijten. Vervolgens wordt er dan gezegd dat het kind een gespleten persoonlijkheid heeft. Zo'n kind mag ook niet zelf een studie kiezen of werk kiezen. Dit gebeurd bijvoorbeeld bij kinderen die in het pastoraat willen werken, dus andere mensen willen helpen. Dat wordt niet geaccepteerd. Die kinderen worden vervolgens drugs gegeven (wat deze mk ultra criminelen medicijnen noemen), levensgevaarlijke drugs, in een poging die kinderen in een nog diepere coma te krijgen of wat dan ook. Die zijn gewoon in de handel, maar worden soms onderschept omdat er teveel doden bij vallen. Dit is dus een poging tot moord. Hulpverleners die hiervan weten staan vaak onder zware

bedreiging. Men wordt gedwongen de mond hierover te houden. Is het goed om over deze dingen te spreken ? Neen. Maar is het goed om over deze dingen te zwijgen ? Ook niet. Dus moet er een middenweg zijn. Laten we de woorden van Mattheus 25 niet vergeten : 42 Want Ik heb honger geleden en gij hebt Mij niet te eten gegeven, Ik heb dorst geleden en gij hebt Mij niet te drinken gegeven; 43 Ik ben een vreemdeling geweest en gij hebt Mij niet gehuisvest, naakt en gij hebt Mij niet gekleed, ziek en in de gevangenis en gij hebt Mij niet bezocht. 44 Dan zullen ook zij Hem antwoorden en zeggen: Here, wanneer hebben wij U hongerig gezien, of dorstig, of als vreemdeling, of naakt of ziek, of in de gevangenis, en hebben wij U niet gediend? 45 Dan zal Hij hun antwoorden en zeggen: Voorwaar, Ik zeg u, in zoverre gij dit aan één van deze minsten niet gedaan hebt, hebt gij het ook aan Mij niet gedaan. Dan zul je of u denken : Dat is allemaal geen goed nieuws. Toch is dit artikel niet alleen slecht nieuws. De geschiedenis herhaalt zich. De Nederlanders waren de Spaanse onderdrukking en de katholieke tirannie zo zat dat er een opstand kwam. Nederland werd in die tijd bezet gehouden door Alva. In 1572 op 1 april nam het verzet samen met de watergeuzen Den Briel in, waardoor er vandaag de dag nog steeds wordt gezegd : Op 1 april verloor Alva zijn bril. In het Engels heet deze dag April's Fools, oftewel de gekken van april, de naam van dit artikel. Zoals ik al zei : hoog begaafde kinderen van het verzet die een bedreiging vormen voor het marktsysteem worden soms in een kamer gezet en er wordt tegen hen gezegd dat ze iedereen moeten vertrouwen, dat ze iedereen kunnen vertrouwen, en ze mogen zich niet verdedigen, anders worden ze op straat gezet of moeten ze weg. Ook wordt er tegen deze kinderen gezegd dat als ze het systeem niet gehoorzamen, dan zullen ze voor altijd gemarteld worden. Klinkt je dit niet bekend in de oren ? Iedereen die de gedeformeerde kerk kent weet dat dit soort dingen tegen kinderen worden gezegd als ze niet helemaal denken en geloven zoals de gedeformeerde kerk. Ik maak dus onderscheid tussen de gedeformeerde en de gereformeerde kerk (als vrijgemaakt predikant en hulpverlener) omdat wij als taalkundigen hebben geleerd dat in de oude talen er iets heel anders stond, en dat ze dit verkeerd hebben vertaald. Er is dus een groot onderscheid tussen normale predikanten en taalkundige predikanten. Ook ik was als kind bang gemaakt. Door mijn studie ben ik uiteindelijk van die angst verlost, en ik studeer in mijn vakgebied al vanaf mijn veertiende. Ik weet dat veel predikanten ook nog steeds vastzitten in deze angst, omdat ze van de taalkunde worden afgehouden. Zoals ik al zei worden vele predikanten bedreigd door mk ultra. Mijn collega's staan achter mij. U spreekt met het verzet. Sluit u aan en laat u niet meer programmeren. Velen gaan door hetzelfde martelarenschap als Guido de Bres. Zij zijn niet gemachtigd te spreken. Sommigen leven niet meer. Sommigen liggen in een coma. Ik kan me herinneren in de 90-er jaren dat ik met een collega bij een advocaat kwam die in een vergevorderd stadium lymfeklier kanker was. Hij kon niet meer eten. Spuugde alles uit. Ik kreeg toen een openbaring over iets wat tussen hem en de genezing inzat, en wat wegmoest, en hij handelde ernaar en werd toen genezen, kon weer aan het werk. Nu is advocaat iets vandaag de dag wat door een markt gebeurd, maar mensen zitten gewoon vast. Wij raden ook niemand aan om zomaar naar een advocaat te gaan, maar er zijn uitzonderingen. Soms kun je niet anders en moet je aangifte doen, maar het belangrijkste is om aangifte te doen bij God, de gnosis, oftewel de hogere kennis. In ieder geval toen we bij die man waren geweest zei zijn vrouw dat het leek alsof er twee engelen waren gekomen. De wonderen zijn de wereld nog niet uit, dus er is hoop. Wij raden aan om strategisch te blijven. Ga niet roekeloos te werk, en doe onderzoek. Een gewaarschuwd mens telt voor twee. Gebruik je geestelijke gaven. Vraag om de geestelijke gaven. Laat je niet intimideren. Herstel het contact met God. Ruim je zonden uit de weg.

Guido de Bres stelt verder in artikel 28 om jezelf af te scheiden van hen die niet met het verzet rekenen en maar gewoon mensenvlees blijven volgen. Er zal een steeds grotere scheiding komen tussen het vleselijke en het geestelijke. Waar je mee omgaat wordt je mee besmet. Je kan niet met leugenaars omgaan en denken dat de waarheid in je behouden zal worden. Laat jezelf niet voor de gek houden. Stel voorwaardes voor je contacten. Laat je niet beetnemen. Vertrouw niemand. Toets alle dingen. Hoofdstuk 40. artikel 28 en de toorn van god In 1993 was ik in zware strijd met dat wat in 1994 de toronto beweging zou heten. De gnosis sprak : 'dit geslacht vaart niet uit dan door bidden en vasten.' Ook moeten we vasthouden aan het feit van : 'niet door kracht, noch door geweld, maar door het geestelijke, oftewel door de gnosis.' Het zijn zware slopende gevechten met de demonen van hen die de demonologie niet willen leren. Vaak zijn dat de alfa's van families of andere soorten overheden over ons aangesteld zoals school of werk. Een wilde jongen met een lang lamsvel om zijn heupen, gekruisigd in de wildernis aan zijn beide polsen. Boven zijn hoofd was het nummer 28 van artikel 28 van de Nederlandse geloofsbelijdenis van Guido de Bres, uit 1561, over de noodzakelijke afscheidingen binnen de reformatie om zo niet in de deformatie terecht te komen. Soms veranderde de wilde jongen in een oudere man. De mens moet blijven afscheiden, dat is de kern van de demonologie. Het is de hongerologie, opdat de mens zich bewapend tegen de pensionering. Dit is een grote oorlog tussen de kinderen en de geestelijk gepensioneerde alzheimer-zombies. 'Hier zitten de avondswolven te dobbelen.' Weten wij wat het betekent ? Klaas Schilder van de vrijmaking van 1944, verzetspredikant, stelde in één van zijn preken dat als God zou zwijgen, dan is dat als een Golgotha, en dan kunnen we niet anders dan wachten op de paasmorgen, op de opstanding, waarin dan het profetisch woord komt, en dit is ook hoe de profetologie werkt : Alleen door het kruis. Het vlees moet sterven, opdat het geestelijke kan opstaan, en zo is dat ook met alle vleselijke profetie die moet sterven, opdat de geestelijke profetie zal opstaan. Zo stelt Klaas Schilder ook dat het aardse oog moet sterven alvorens het geestelijke oog kan opstaan, maar wat betekenen deze dingen in diepte ? Wat is dan de daadwerkelijke opstanding ? Het is daar waar het kruis zo diep is gegaan dat de mens tot het diepste kruis komt, het grootste kruis : woede, daar waar het kruis ondragelijk is geworden, en de mens eindelijk de oorlog aan het vlees verklaard, daadwerkelijk, en niet meer als een deserteur is. Deze woede mag niet orthodox zijn en allesvernietigend, maar moet creatief zijn, inspirerend als het

profetische woord, gerichte toorn, geen blinde vuistvechterij, van dolleman's oorlogen en vernietigingswaanzin, roekeloos en grenzeloos. Neen. Het gaat om de strategische woede. Deze woede kan tot een nieuw profetisch huwelijk drijven, want het is niet het afwerpen van het kruis, maar het kruis ingaan, wat ondragelijk is geworden en deze geestelijke woede uitbarsting heeft gegeven. Je wordt zo ingenomen door een dieper kruis, wat zegt : tot hier en niet verder. Je hart begint dan te kloppen. Je hebt weer hart voor mens en dier, krijgt weer oog voor nuance, hebt weer empathie, want lieve mensen, deze hemelse woede is tederheid, en staat haaks op de onverschilligheid van de dorre, klinische wereld vandaag de dag. Je wordt niet wijzer van de woedeloze mensen om je heen. Niets maakt hen nog boos tegenwoordig. Ze hebben die kinderlijke puurheid niet meer dat ze hevig verontwaardigd zijn over onrecht en er iets aan willen doen. Neen. Ze zijn overgegaan tot marktdrijven. Dat is wat het volwassen leven vandaag de dag is. Daarom had ik in 1993 gezegd : Ik wil er niet meer bijhoren. En toen werd ik opgenomen, terwijl ik gewoon nog op aarde was. Het gebeurde binnenin, en ik was een ander, vrijgemaakt mens. Toen begonnen de hemelen open te scheuren en ik zag de demonologie en de demonie, dat alles hier op aarde bezeten was. Dat was een groot kruis tegelijkertijd, en het maakte mij nog bozer, maar tegelijkertijd gerichter. Ik kon de woede kanaliseren, maar woede doet enorme pijn, de demonologische woede, de toorn van God. Het verscheurd je. Terwijl de mensen om je heen slapen. Hun kinderen worden verkracht en gemarteld, en ze doen niks. Ze zijn aan de drugs. Woede moet niet kennisloos zijn, maar een opslagplaats voor kennis. Woede van boven kan je ruim maken van binnen, zodat je meer intelligentie hebt. Woede is wat zich blijft afscheiden, ook binnen de afscheiding, als de ultra afscheiding of infra afscheiding, als een natuur splitsing, een natuur atoom bom. Dit is waar de hongerologie naar toeleidt, als de sluitsteen op de hongerologie. Dan is er bliksem en donder. Dan is de toorn van God gekomen, en dan wordt er gezegd : 'Het is volbracht.' Wat is er dan volbracht ? Mensen die winnen hebben vaak geen woede, maar mensen die verliezen, en die een ondragelijk kruis krijgen te dragen. Ze kunnen niet meer strijden. Het is nacht geworden. Werk zolang het nog dag is. Deze opstanding is een dieper sterven. Het is een huwelijk met de hemelse woede, waarin men niet meer ontkomt, als een uithuwelijking in de hongerologie. De mens gaat zo het kruis binnen. De mens geeft zo zijn zaad. Het is volbracht. Woede is de schoonheid van de natuur, van het blijven doorleren, van het weten dat er iets niet klopt, en daarom onderzoek blijven doen, totdat men erbij neervalt, in woede. Je komt er maar niet doorheen, maar dan is er het moment dat je opgenomen wordt in toorn. Het is volbracht. Je hongert en hongert maar, en voor wat ? Het wordt maar niet beter, en het kwellen wordt erger, en je bent een mens, niet van steen. Je huilt van woede. Dit kan toch niet ? Dit kruis is toch ondragelijk ? Je houdt jezelf niet meer voor de gek. Je bent afgekickt van alle drugs, en het heeft je ogen geopend, en je bent woest. Dat is de ware oprichting van de fallus die de harige vagina binnengaat om zijn zaad uit te storten. Daar waar de mens geen spelletjes meer speelt. De mens draagt hier het ondragelijkste kruis waar hij niet aan kan ontsnappen. Hier is waar de mens opgenomen wordt in de toorn van de gnosis, een grotere verlichting in de demonologie. Je ziet, en bent woest. Waar ben je al die tijd geweest, wat heb je al die tijd gedaan ? Je hebt je leven vergooit. Je hebt je bezig gehouden met ijdele zaken. Je bent niet daadwerkelijk productief geweest. Maar nu wordt het vlees geslacht door je woede, door je nieuwe inzicht. Tegelijkertijd is het vlees ook als een dol zwijn omdat het ontmaskert is. Daarom moet je besneden worden, en de vagina in om je zaad te spuiten, opdat het zwijn geslacht wordt. Het is volbracht. Overal spuit het bloed, en Zippora staat daar met haar mes, zeggende : 'Voorzeker, gij zijt mij een bloedbruidegom.' Bloedbruidegom, zeide zij toen, met het oog op de besnijdenis. Dit was een zaak op leven en dood, want God kwam om te doden (Exodus 4). Maar het muizenvolk kent deze woede niet. Ze zijn egoistisch geworden. Alles draait om hen. Ze zonderen zich niet af, scheiden zich niet af, maar drinken tezamen met de grootste schurken en met de avondwolven. Het recht wordt verkocht. Men neemt steekpenningen aan, en de profeten

profeteren zo vals. Men waant in de avond. Daarom moet deze nacht komen, van de woede van de gnosis. Alleen op het hongerpad zal men deze woede vinden, als een schat. De wilde jongens staan niet keurig met hun haar gekamt, netjes schoon na het zaterdagavond. Neen. Ze zijn in de wildernis onder de modder, en ze zijn woest. Ze zijn op missie. Bent u al net als Jeremia apart gezet in woede, in de toorn van God ? Bent u al opgenomen in deze woede ? Bent u al ontwaakt in woede ? Heeft u al een hemelse woede uitbarsting gehad ? Voor vanavond zullen we psalm 1 bespreken wat ook nog gaat over een mooi oud commentaar uit 1974 genaamd 'de voorzeide leer'. Ik heb altijd een bepaalde obsessie gehad met de psalmen, want het ging over het oud-testamentische kruis van david, nog voor de opkomst van het christendom, en ik heb altijd veel diepte in de psalmen gezien, en zij bezochten mij ook. (Ja, de psalmen zijn hemelse entiteiten) Een voorvader bezocht mij in een droom. Jan heette hij. Ik heb hem tot rond mijn elfde gekend, en ik was er kapot van toen hij overleed. Hij vertelde mij altijd verhalen en deed altijd goocheltruuks, en hij was ook ouderling, en een heel dichterlijk iemand. Hij zei dat het belangrijk was aan het zelf te sterven. Als we bijvoorbeeld het werk zouden doen voor mensen-eer, dat zou dan een vals motief zijn om te strijden tegen onrecht (bijvoorbeeld om als held vereerd te worden ofzo, met naam en faam). Hij sprak erover dat dit heel subtiel ging, en ik kon er alleen maar mee instemmen. Het is belangrijk dat het ik-beest sterft. We hebben allemaal deze worsteling met het vlees te worstelen, en daarom gaat het vandaag weer over het kruis waaraan het vleselijke, wat oh zo bedriegelijk is, en oh zo gecamoufleerd kan komen, kan wegvagen. Er ligt een diepe rijkdom hierover verborgen in de psalmen. Daarom keer ik er ook vaak weer naar terug. Hoofdstuk 41. Psalm 1 : Wat doen we als zondaren ons proberen te verleiden tot zonde ? Psalm 1 : Wat doen we als zondaren ons proberen te verleiden tot zonde ? We moeten een zekere heilige woede naar de zonde hebben, een zekere weerstand, als een boom zijn geplant aan waterstromen. Het draait in psalm 1 om de leer, dus het is tegengesteld aan dat wat geen leer is. Er is dus een oorlog tussen de leer en dat wat geen leer is. Hierin zou het niet best zijn als we niets meer zouden voelen. Het voelen begint altijd met pijn, want dat is het alarm en geeft richting aan. Daarom moeten wij van het kruis houden. Dit houdt in dat de mens wel vervolgd en onderdrukt moet worden, anders is de mens slechts een loos dwaallicht. Daarom verheugde Paulus zich hier ook in, alhoewel dat geen werelds en vleselijk verheugen is. Het zal misschien iets op de achtergrond zijn geweest, maar zeker niet dat Paulus nu een plezierig leven had. Maar hij had wel een leerzaam leven. We mogen dat verdiepen en toch in het leven wat vreugde vinden om te kunnen overleven, en dat is zeker niet oppervlakkig. Mijn vreugde is in die zin het studeren en verdiepen, er telkens weer wat bijleren. Hierin moeten we ook een heleboel dingen ontleren. Hiervoor moet je je dus wel afzonderen. Het commentaar op psalm 1 door de voorzeide leer serie (1974, van Deursen) geeft aan dat dit een kenmerk is door de gehele bijbel heen wat natuurlijk waar is. Zij die zich dus afzonderden van de zondaren om te leren gehoorzaamden ook hun studie. Nu kan gehoorzamen een

heel eng nauw woord zijn, maar niet als je het verdiept. Dat is het mooie van boeken, dat ze op meerdere manieren te interpreteren zijn, en dat je erin kunt groeien. Het boek is dus maar een middel, maar het gaat om de diepere geestelijke niveau's waar je kan komen door een boek te verdiepen. Boeken mogen dus ook met ons meegroeien. Het gaat om het hart wat erin zit, en dat heeft zich alleen maar in een bepaalde taal uitgedrukt, als een code die later meer en meer ontcijferd kan worden. Het commentaar van de voorzeide leer serie stelt dat psalm 1 een psalm is van tegenstellingen. Er is een balans tussen voorschriften en verdieping ervan. De voorzeide leer stelt dat het hier dus gaat over de verbinding tussen de leer en het profetische. Ja, je mag naar een boek kijken, en dit is zo mooi, en dan daar andere, diepere dingen in gaan zien. Je mag dromen en fantaseren. Dat is de bedoeling van een boek. Het mag gaan leven en groeien. Dat is wat het profetische is. Maar de voorzeide leer stelt : Kies je voor het Woord of kies je voor het goud en het zilver, oftewel het geld, oftewel de markt. Het Woord is waar mensen wijsheid uit kunnen putten, als van een bron. Het smaakt beter dan honing. Dat staat ook allemaal in de psalmen. Bij dag en nacht het Woord overpeinzen. Het betekent waakzaam te zijn, verbonden aan het Woord. Het Woord is dus niet zomaar een boek, maar de diepte. Het moet ingeprent worden. Voedt jij al de hongerigen ? Soms is het tijd te zaaien. Wel is het dus belangrijk, stelt de voorzeide leer, om je dan daadwerkelijk af te zonderen van hen die niet op het goede pad zijn en niet willen luisteren, oftewel de zondaren. Want waar je mee omgaat wordt je besmet. En is het dus belangrijk dat je dag en nacht in het goede Woord bent, dus dat je niet lauw bent, onverschillig, spijbelend, want hoe kunnen spijbelaars onderwijzen ? Want hij is als een boom aan waterstromen, d.w.z. hij is vast, niet wispelturig. Hij sjoemelt niet. Hij biedt weerstand aan de wind. Hij heeft de heilige woede tegen de zonde. Hij laat zich niet omkopen. Hij is van het verzet dus. Ook al is iedereen tegen hem, ook al spreekt iedereen kwaad over hem, liegt iedereen over hem, hij zal niet buigen voor de vijand. Hij zal niet aan ze toegeven. Hij is een volharder, als een beeld van de eeuwigheid, en dit, lieve mensen, is wat het eeuwige leven inhoudt. Als we opgeven, compromissen sluiten, dan worden we weggespoeld in een wereld van illusies, die even later als een zeepbel uit elkaar zullen spatten. Psalm 1 laat twee wegen zien. Ze staan lijnrecht tegenover elkaar. Volharders praten niemand naar de mond, verkopen hun ziel niet voor wat tijdelijke populariteit, maar ze dragen hun kruis, worden vervolgd en gaan ondergronds. Wee u wanneer iedereen wel van u spreekt, want zo doen ze met de bedriegers. De mensen haten de waarheid, en als je de waarheid brengt, de pure waarheid, dan zullen ze jou ook haten en je kapot proberen te maken, je vervolgen, op de meest slinkse manieren. Wees niet goedkoop, wees geen hoer, maar wees een goede wachter. De voorzeide leer zegt hierover : 'Destijds moet men in Palestina al stekken van vruchtbomen langs kunstmatig aangelegde greppels hebben geplant, die hun water van grotere waterbeken ontvingen. De wortels van zulke bomen konden dus zelfs in de droge zomertijd drinken naar hartelust, waardoor zij er altijd fris bij stonden en op tijd vrucht droegen. (…) Voor het gewone oog leidden de arme rechtvaardigen in Israel misschien mislukte levens, terwijl de goddelozen ogenschijnlijk de grootste successen boekten, voor het geloofsoog bloeiden er alleen in de levens van de rechtvaardigen mooie vruchten. (…) Talrijk zijn de rampen van de rechtvaardige. (…) En toch rijpten er in deze levens „op zijn tijd” de kostbaarste vruchten voor het Koninkrijk van God.' Maar dan zegt vers 4 : 'Zo niet de goddelozen. Die zijn veeleer als het kaf; de wind stuift het weg.' Goddelozen zijn dus niet zomaar atheisten ofzo, maar meer goedelozen, in die zin. God is een metafoor voor het goede en voor kennis. Als je het goede niet doet en je reikt niet diep, dan zal je afsterven in de eeuwigheid. Dat heeft overigens niks met een eeuwige hel te maken. Veel mensen zullen gewoon komen en gaan als een zucht, als loze wolken. Die drijven gewoon over om de mens te toetsen. Het leven is een illusie. Het gaat om de kennis hierover. Matrixologie. Wat is er gaande ?

Niets is wat het lijkt. De hersenen spelen spelletjes met mensen totdat ze ontwaken tot de hogere, eeuwige realiteiten, en sommigen zullen nooit ontwaken, zoals psalm 1 laat zien. Dit zijn de ondoorgrondelijke contrasten van de natuur, zonder welk geen leven mogelijk is. We hebben nu eenmaal te maken met goed en kwaad, kennis en onkunde, leugen en waarheid. De voorzeide leer zegt over dit vers : 'In Palestina kon je in de oogsttijd op een hoogte boeren bezig zien het gedorste koren te wannen. Als dan 's avonds een koele zeewind opstak stoof hij het kaf bij het koren vandaan. Niemand maalde daarom, want waar zou je kaf nog voor kunnen gebruiken ? (…) Al die harde goddeloze verdrukkers zullen dan als kaf wegstuiven. (…) Kenmerkend voor de vromen was derhalve hun af zijdigheid van de levensstijl en vriendschap der goddelozen. Niet gezocht vanuit een conventikelachtige apartheid om de apartheid, maar opgedrongen vanwege hun leven bij het Woord. (…) Naar de uiterlijke schijn gemeten leidden zij soms mislukte levens, maar in het licht van Gods beloften waren zij pas echt geslaagd en droeg hun leven pas echt vrucht. Omdat ze het geleid hadden op de eeuwige weg. In tegenstelling met de steriele levens van de rijke goddelozen met hun doodlopende levensweg.' We komen steeds dichter bij de lente, waarin alles ontluikt, sluiers worden weggeschoven. Maak er gebruik van. Sommige dingen komen maar één keer. Mis de trein niet naar het paradijs, want je weet nooit wanneer de laatste trein komt. Klinkt dit niet heel christelijk ? Ja, maar wij bedoelen dat heel anders, meer van : voorkomen is beter dan genezen. Als je het laatste schip hebt gemist wil echt niet zeggen dat dan alles verloren is. Neen. Het wil gewoon zeggen dat je dan naar huis moet zwemmen in plaats van met het schip, na een leuk dagje op een eiland bijvoorbeeld. Natuurlijk kun je dan ook zoiets hebben van : 'Nou, ik vind het hier eigenlijk zo leuk op dit eiland. Ik wil helemaal niet meer naar huis,' en het goede nieuws is dat dat ook kan. Hoe dan ook, waar je dan ook bent, en waar je dan ook naartoe gaat : Er is zoveel nieuws te ontdekken. We gaan de psalmen in ieder geval vers voor vers bespreken. Belangrijke literatuur uit Israel. Sommige mensen denken dat de psalmen christelijk zijn, maar dat is helemaal niet zo. Israel is maar voor 2 procent christelijk. De christenen hebben gewoon de psalmen bij hun eigen verzameling gevoegd, en niet zonder reden, maar dan is het dus belangrijk om het in de juiste context te krijgen, of in ieder geval het te verdiepen zodat het persoonlijke waarde kan krijgen en in je leven tot sieraad gestrekt kan worden. Op die manier de lente binnengaan ? Dat lijkt me geen verkeerd idee. Uit onze serie 'Vers voor vers' :

Hoofdstuk 42. vers voor vers : psalm 1-3 – jozef de dromer Psalm 1 1 Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters; We gaan straks zien dat deze mens aan wateren is. Er is duidelijk een weerstand tegen de zonde. De mens moet wel een heilige toorn in zich hebben om aan de zonde te kunnen ontkomen. 2 maar aan des Heren wet zijn welgevallen heeft, en diens wet overpeinst bij dag en bij nacht. Bij dag en nacht is een beeld van volharding, en volharding is een beeld van de eeuwigheid. 3 Want hij is als een boom, geplant aan waterstromen, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, welks loof niet verwelkt; – al wat hij onderneemt, gelukt. In het Hebreeuws : geplant aan zaadstromen. Het gaat hier duidelijk om een phallisch concept. Er is een woede tegen de zonde, en die woede is als de opgerezen fallus, en is zo vruchtbaar. Dit is de toorn van God naar het vlees zodat het vlees sterft, wat we zien in het volgende vers. 4 Niet alzo de goddelozen: die toch zijn als kaf dat de wind verstrooit. De goddelozen hebben geen kennis, en vallen daarom in zonde, en worden daarom verstrooid, want ze hebben geen diepte. De wind kan alles met ze doen. Dit is ook een beeld van de besnijdenis en het hongeren. 5 Daarom houden de goddelozen geen stand in het gericht, noch de zondaars in de vergadering der rechtvaardigen, We hebben niet veel woorden nodig. Je kan een vleselijk grote hoeveelheid van woorden gebruiken om iets te beschrijven voor een markt, voor macht of eer, om jezelf te bedekken, maar het gaat niet om hoeveelheid maar kwaliteit, om het profetische, en dat kan soms heel kort zijn. Woorden kunnen ook weer zoveel verschuilen. Het gaat erom dat de woorden van boven komen, als zaad, zodat het kan groeien. We mogen niet zomaar alles asfalteren, beton over de natuur heengooien. 6 want de Here kent de weg der rechtvaardigen, maar de weg der goddelozen vergaat. De goddelozen hebben alles in kannen en kruiken, regeren ogenschijnlijk in de gebieden buiten het paradijs, maar het probleem is dat er geen natuurbasis is, dus de natuur zal hen niet herkennen en niet erkennen. Het is vreemd materiaal, natuur-onvriendelijk, dus zal de natuur wegen vinden om

hen af te breken. Psalm 2 1 Waarom woelen de volken en zinnen de natiën op ijdelheid? Dat is ook mijn vraag. Het leven is niet makkelijk, en men probeert dan makkelijke medicijnen te zoeken in het lagere als een soort zelfmoord-pillen. Velen zoeken het dan niet hogerop. 2 De koningen der aarde scharen zich in slagorde en de machthebbers spannen samen tegen de Here en zijn gezalfde: Vervolging moet een mens doorheen. Daar kan een mens niets aan veranderen. Vaak als je er tegen vecht wordt het erger. Het is belangrijk zelf geen deel te hebben aan de zonde. Soms is het wijs je mond dicht te houden. Soms is het belangrijk nederig te zijn, kalm te blijven, maar soms moeten we dapper zijn. Als een koning je vervolgt kan dit flink veel schade brengen, ongemak en pijn. Het is onderdeel van de territoriale oorlogsvoering, wat een onderdeel is van de demonologie. Je moet de koningen verslaan, oftewel je moet je niet bezig houden met bijzaken, maar je vasthouden aan de prioriteiten. 3 Laat ons hun banden verscheuren en hun touwen van ons werpen. In de strijd tegen het vlees wordt je soms geheel bedolven. Het vlees wordt zo geleid tot het graf, wat onontkomelijk is, gehuld in lijkwaden. Maar hier stopt het niet. Net zoals Jezus moeten we dan ook als het vlees eindelijk gestorven is de lijkwaden van ons afdoen om op te staan en ons aan de mensen te tonen met een verheerlijkt lichaam. We dragen daar dan de littekenen nog in, en die mogen we ook laten zien, opdat ze zien waar ze doorheen mogen gaan. 4 Die in de hemel zetelt, lacht; de Here spot met hen. Toen Jozef zijn dromen had werd hij bespot, zoals Jozefskinderen vandaag bespot worden door de gedeformeerden en de psychiatrie. Toch was Jozef het lievelingskind van zijn vader Jakob, die een pronkkleed voor hem had gemaakt. Zijn broers die erg jaloers waren ontnamen hem toen zijn kleed en wierpen hem in een put. Later kwam dit terug in het Davidsverhaal en Jezusverhaal : 'Zij dobbelden om mijn kleed.' Jozef werd de aartsdromer genoemd, wat eigenlijk de titel is van God. Wij kunnen soms boos worden als iemand ons iets ontneemt, maar laat het een onderzoekswoede zijn, een verdiepende woede dus, want bij de droom hoort ook de nachtmerrie, en dit is niet zonder redenen. De nachtmerrie is ervoor om de droom te verdiepen. Dat is ook de betekenis van 'het spotten met het vlees', als een verdiepen. 5 Dan spreekt Hij tot hen in zijn toorn, en verschrikt hen in zijn gramschap: Woede mag nooit spijbelend zijn. Door woede op zich zullen dingen nooit veranderen. Het moet een studie woede zijn. De woede moet gericht zijn tegen het vlees, en dat begint bij de mens zelf.

Dat is weer het hele balk en splinter verhaal. Als de woede buiten jezelf omgaat dan is dat een illegale woede. Het oordeel begint namelijk altijd bij God's huis, oftewel bij God zelf. Eerst verscheurt God zichzelf, en dan trekt die verscheuring als een aardbeving door al het andere heen. 6 Ik heb immers mijn koning gesteld over Sion, mijn heilige berg. Koning gaat over de prioriteiten, de fundamenten, de voorwaarden. Hier moet je aan voldoen, anders kom je niet verder en zou alles instorten. Maar de aardse mens vereert letterlijke koningen. Samuel sprak altijd al tot het volk : Kies je voor koningen of voor profeten ? Dat waren hele diepe uitspraken. Hij bedoelde hiermee te vragen : Kies je voor het geestelijke, het genuanceerde, of voor het vleselijke, het kortzichtige ? 7 Ik wil gewagen van het besluit des Heren: Hij sprak tot mij: Mijn zoon zijt gij; Ik heb u heden verwekt. Dit gaat over de weelderige natuur van Israel, niet het klinische, steriele christendom wat ze er later van maakten in de gedeformeerde kerk en de psychiatrie, want dat waren juist vervolgings-organen, inquisitie bureau's, tegen de wijsheden van Israel. Aan welke kant staan wij eigenlijk ? Zijn wij van het verzet, of volgen wij nog steeds mensenvlees. De mens heeft zich als een god opgesteld in God's tempel. Zijn wij nog wel kinderen van God in deze dingen, of zijn wij kinderen geworden van de duivel die hiervoor hun ogen hebben gesloten ? 8 Vraag Mij en Ik zal volken geven tot uw erfdeel, de einden der aarde tot uw bezit. Een ware zoon is een student, en die zal door blijven vragen om zijn studie tot voltooiing te brengen en niet voortijdig met pensioen gaan of verlof. Volkeren innemen betekent studeren, verdiepen. 9 Gij zult hen verpletteren met een ijzeren knots, hen stukslaan als pottenbakkerswerk. Jozef de dromer in de put is een beeld van de verdieping. Uiteindelijk werd hij zo onderkoning van Egypte, van een vreemd volk, en begonnen zijn dromen uit te komen, hem nieuw leven te geven. Hij had in zijn grote honger een groot gat gevonden met verborgen rijkdommen die eertijds altijd van hem werden afgehouden. 10 Nu dan, gij koningen, weest verstandig, laat u gezeggen, gij richters der aarde. Wij kunnen alleen een staatsgreep doen door studie. De strijd is niet vleselijk, maar geestelijk. Wij moeten zelf tot de prioriteiten komen, zelf de voorwaarden onder ogen komen, de prijs die betaald moet worden. Deze staatsgreep vindt plaats in onszelf wanneer het vleselijke niet meer op de troon zit in ons leven, maar het geestelijke. De koning, de richter, is de nuance, en zij is kostbaarder dan het zuiverste goud. 11 Dient de Here met vreze en verheugt u met beving. De heilige vreze is het begin en ook het hoofd van de kennis, in de oude talen. Tegelijkertijd is dit dus ook een verheuging, want de mens komt zo los van het vleselijke. De vreze scheidt namelijk het

geestelijke van het vleselijke. Dit is een onderzoeksvreze dat je niet te snel tot conclusies komt. 12 Kust de zoon, opdat hij niet toorne en gij onderweg niet te gronde gaat, want zeer licht ontbrandt zijn toorn. Welzalig allen die bij Hem schuilen. Kust de zoon, kust de student, wil zeggen dat je je moet vasthouden aan het student zijn, om zo niet overmoedig tot vooroordelen komt vanwege een gebrek aan diepte-studie. Deze student is toornig wanneer de mens van haar afwijkt, van haar paden. De onderzoekswoede houdt de mens op het pad. Dit gaat samen met de onderzoeksvreze. Psalm 3 1 Een psalm van David, toen hij vluchtte voor zijn zoon Absalom. Absalom is het beeld van de overmoedige student. Hij slaat stappen over, en wil in principe gewoon macht en geen studie. Wij mogen hieraan niet toegeven. Er zijn in het leven allerlei mensen die contact met ons willen, dingen van ons willen hebben, maar niet aan de voorwaardes willen voldoen, dus eigenlijk gewoon geen respect hebben voor de grenzen. Ik moet hierbij denken aan bijvoorbeeld familie, zoals ook in het geval van David. Dit liep zo hoog op dat David zelfs moest vluchten voor Absalom omdat de grijpzucht van Absalom zijn leven bedreigde. 2 O Here, hoe talrijk zijn mijn tegenstanders; velen staan tegen mij op; Absalom had zijn eigen legers, en hij had een komplot bedacht tegen David. Uiteindelijk liep het ook op een oorlog uit. Het is dan van belang strategisch te blijven, en niet op de verzoekingen van het vlees in te gaan. Het gaat niet om de hoeveelheid, maar om de kwaliteit. Hierdoor worden wij beproefd. Velen vallen voor het valse recht van de meerderheid. Dit is de grote afval. 3 velen zeggen van mij: Hij vindt geen hulp bij God. sela Als het vlees je niet kan omkopen, je niet kan onderwerpen, dan zal het vlees leugens over je vertellen om je op die manier te breken, en zal je overal belachelijk proberen te maken. Wij moeten standhouden in deze verzoeking. 4 Maar Gij, Here, zijt een schild dat mij dekt, mijn eer, en die mijn hoofd opheft. De psalmist wist dat hij niet bij de mensen moest zijn, maar bij God, bij de gnosis. De mens is bedrieglijk, en is niet te achten. Zij die op mensenvlees vertrouwen komen in strikken. De psalmist ging daarom tot de bron van studie, als een boom geplant aan waterstromen, zoals Psalm 1 toont. Hij durfde te dromen, en nam de nachtmerries op de koop toe. 5 Als ik luide roep tot de Here, antwoordt Hij mij van zijn heilige berg. sela

Dit is het komen tot de studie. Het antwoord is er niet zomaar. Eerst moeten wij de put in net zoals Jozef. Oftewel het verdiepen door de nachtmerrie. Pas als we op de bodem van de put zijn gekomen kunnen wij opstijgen tot de berg. 6 Ik legde mij neder en sliep; ik ontwaakte, want de Here schraagt mij. Als je wil leren moet je eerst ontleren. Eerst moet de mens alle veronderstelde kennis loslaten, om tot de hogere kennis te komen. Dit gebeurt door de slaap. Wij kunnen alleen slapen als we gaan liggen, wat betekent dat we nederig moeten worden, met een open hart, maar niet blindelings vertrouwend. Een mens die alleen maar dromen heeft zonder contrasten, die altijd maar met een roze bril oploopt met dartelende lammetjes en bloemetjes in het haar is misleid. De nachtmerrie is een beeld van onze innerlijke worsteling. Een mens met valse zekerheden past hier niet in thuis. Een mens die zichzelf overbelangrijk voelt past hier niet in thuis. 7 Ik vrees niet voor tienduizenden van volk, die zich rondom tegen mij stellen. De ware student toetst alles door diepere studie. De ware student luistert, maar worstelt, alles brengende tot het Pniël zoals Jakob, want er zijn zoveel gevaren. Het gevaar is kortzichtigheid. Wij mogen niets voor zoete koek slikken. Wees dapper. Durf kritisch te denken. Durf onderzoek te doen. Durf te dromen, verder te gaan dan anderen. 8 Sta op, Here, verlos mij, mijn God. Ja, Gij hebt al mijn vijanden op de kaak geslagen, en de tanden der goddelozen verbrijzeld. Niemand wordt er beter van als je blijft waar de anderen zijn. De vrijmaking gaat over het loskomen van het collectieve ego en de collectieve kennis, om dit te overstijgen. Er is zoveel meer. Het kan zoveel beter. 9 De verlossing is van de Here, uw zegen zij over uw volk. Het gaat om de bron, niet om wat iemand tegen je zegt. Het gaat om het persoonlijke, om hoor en wederhoor, niet om eenzijdige verhalen. Het gaat om de droom die juist de weg heeft gevonden door de nachtmerrie. Zo kon Jozef de dromer uiteindelijk ook het volk redden van de hongerdood. Hier ligt een taak. Hier ligt een missie. Ga niet intellectueel met pensioen. Eerst moet je vluchten, eerst moet je de put in, maar je bouwt de brug ook voor hen. In deze diepte zal het vlees afsterven, en het geestelijke opstaan. Uiteindelijk is dit iets wat in je zelf moet gebeuren. Hoofdstuk 43. vers voor vers : psalm 4-6 – artikel 28 : de voortgaande afscheiding

Psalm 4 1 Voor de koorleider. Bij snarenspel. Een psalm van David. Wees een Israel kenner, en niet zomaar de fabeltjes volger van het christelijke westen, want die hebben alles lopen verletterlijken. De psalmen waren muzikaal en symbolisch, dichterlijk, ook ambigueus, oftewel voor meerdere interpretaties vatbaar. Laat jezelf verlossen van al te nauwe interpretaties, laat jezelf vrijmaken, oftewel opnemen. 2 Als ik roep, antwoord mij, o God mijner gerechtigheid, die mij ruimte maakt in benauwdheid; wees mij genadig en hoor mijn gebed. Dat gebed wordt pas gehoord als ons vlees is gestorven, oftewel op paas morgen. Het antwoord kan alleen opgevangen worden door de receptor van de heilige woede, opdat het antwoord niet vleselijk is. Hieraan vooraf gaat de heilige vrees, opdat de woede niet vleselijk is. 3 Gij mannen, hoelang is mijn eer tot versmading, hoelang hebt gij ijdelheid lief, jaagt gij de leugen na? sela In dit proces zal men over je liegen, je woorden verdraaien, zul je omringd zijn met vleselijke mensen die het geestelijke in je proberen te doden, op wat voor manier ook. 4 Weet toch, dat de Here Zich een gunstgenoot heeft afgezonderd; de Here hoort, als ik tot Hem roep. Alles gaat door afzondering, het verbreken van vleselijke contracten en geen vleselijke contracten aangaan. Allereerst begint dit in onszelf, dat we moeten breken met het vleselijke gedachtenleven. Als we dit niet doen kunnen we niet tot God komen, want dan staat het vleselijke zo in de weg dat we tot een vleselijke god komen. Velen komen zo tot de vleselijke god, en zijn zo in strijd met elkaar over wie het sterkste, beste, meest waarheidsgetrouwe, meest deskundige, meest professionele vlees heeft. M.a.w. als je je niet onderscheid van de vleselijke massa's kun je niet tot God komen, oftewel niet tot inzicht. De ware gunstgenoot leeft afgezonderd. 5 Weest toornig, maar zondigt niet; spreekt in uw hart op uw leger, en zwijgt. sela Je hoeft je niet bij een leger aan te sluiten, bij een organisatie of een kerk, en al helemaal niet bij een familie. David was op de vlucht voor zijn familie, voor zijn zoon Absalom, want die wilde de macht nemen over zijn leven. Het leger en de ware familie is van binnen, zoals ook Jezus zegt : mijn aardse familie is niet mijn familie, maar zij die de wil van God doen, oftewel het goede doen en tot de hogere kennis gaan. Eerst moeten wij zwijgen en de stemmen van mensenvlees tot zwijgen brengen om zo te gaan tot de stem van de hogere kennis. Dit is de stem van de hogere intelligentie. 6 Brengt offers naar de eis en vertrouwt op de Here. Vertrouwen is in het Hebreeuws meer in de zin van voorzichtig zijn (batach), en dapper zijn

tegelijkertijd, wat je kunt zien als de moed hebben dingen te onderzoeken, dingen in twijfel te trekken, op diepte te schatten, kritisch leervermogen dus. Dit komt omdat God een woord is wat onderhevig is aan teveel misbruik, en daarom verwijzen wij altijd door naar Pniël, waar de mens moet worstelen met God om zo niet met een valse god van het vlees mee te gaan. De bedrieglijkheden zijn zo oneindig dat alleen als het vlees volkomen sterft de mens hier doorheen kan komen. Daarom moet de mens offers brengen naar de eis, en dit offer is de mens zelf. Wil je het lagere leven omruilen voor het hogere leven ? Het hogere leven krijg je niet zomaar. Het moet een eerlijke ruil zijn. 7 Velen zeggen: Wie zal ons het goede doen zien? verhef over ons het licht uws aanschijns, o Here. Het lijkt een onmogelijke opgave, maar bij God is alles mogelijk. Het lijkt mission impossible, maar er is een weg, en die weg mag de mens leren. Het is misschien moeilijk, of misschien wel heel erg moeilijk, maar het mag toch een uitdaging zijn. Je hebt niets te verliezen en alles te winnen. Nee heb je, en ja kun je krijgen. Leef alsof je maar één leven hebt. Neem de kans aan alsof je maar één kans hebt. Het is nu de tijd om te kiezen. Van uitstel komt afstel. Wist je dat uitstel ook een keuze is ? Je kiest dan voor lauwheid, onverschilligheid, en dat is ook een soort keuze tegen de hogere kennis. 'Ah, toe nou, nog even, de zonde is zo lekker, of slapen is zo lekker.' Weet je dan niet dat deserteurs, uitstellers, afgeschoten worden door de vijand, omdat ze achter zijn gebleven ? Roofdieren nemen altijd de prooi die van de kudde is afgeweken, die achter zijn gebleven, oftewel de treuzelaars. Daarom zeggen ouders ook tegen hun kinderen : 'Kom op, niet treuzelen, doorlopen.' Maar wat als de ouders zelf ook treuzelaars zijn ? Dan heb je een probleem. Dan heb je een heel groot probleem. En kinderen die dan vanwege hun roeping hun ouders of familie vooruit moeten lopen, als pioniers, worden zonder pardon neergemaaid. Kies dan heden wie gij dienen zult. 8 Gij hebt meer vreugde in mijn hart gegeven dan toen hun koren en most overvloedig waren. De vreugde van inzicht is geweldig, en het is eeuwig. De vreugde van domheid is tijdelijk, en oppervlakkig. De vreugde van inzicht is als het geworpen worden in de Israelitische zee, van een saprijke wildernis. De zee is zo warm en levendig, en reikt zo diep in je hart om je wonden te genezen. 9 In vrede kan ik mij te ruste begeven en aanstonds inslapen, want Gij alleen, o Here, doet mij veilig wonen. Spreek met de verzen van Israel. Het is de natuur van Israel die spreekt. Ik zag dit vers als een jongetje met een prachtige huid. Hij was in het water. Er gleed een rust over mij. Ik kon de stem horen van het jongetje. Hij sprak in een vreemde taal, niet eens Israelitisch, maar voortijds. Hij was niet aangetast door de grofheden van vleselijk bestaan, maar hij was verfijnd. Het was een beeld van het zoonschap en het studentenschap. Het gaat er dus niet om je aan te sluiten bij een familie of school, want het is binnenin je, maar als je dan die innerlijke natuurschool in jezelf hebt gevonden, dan mag je daar ook intern wonen. Dat is ook de definitie van de hemel dat het een geestelijk internaat is, intern wonen bij je studie. Psalm 5

1 Voor de koorleider. Bij fluitspel. Een psalm van David. We gaan later ook zien dat de psalmist al gekruisigd werd in de psalmen. De psalmist heeft vele geheimen te vertellen. Dit doet hij door de psalmen. Het is allemaal beeldspraak dus de mensen moeten er niet te orthodox en fanatiek over worden in hun eenzijdigheid en ongeletterdheid. 2 Neem mijn redenen ter ore, o Here, let op mijn verzuchting. De psalmist is er al naartoe aan het werken om te vertellen over zijn kruiziging, hoe dit is gegaan. Dit wordt pas ten volle besproken in psalm 22, waarop eigenlijk het hele Nieuwe Testament is gebouwd, en wat dan ook de messiaanse psalm wordt genoemd. Soms kan hij niet spreken, maar alleen zuchten, en hij vraagt dan ook op zijn zuchten te letten, want zij spreken. 3 Sla acht op mijn hulpgeroep, o mijn Koning en mijn God, want tot U richt ik mijn gebed. Hij richt zijn gebed niet op mensen, niet op het vlees, maar naar boven, en weer wordt het woord koning gebruikt. In het Grieks heeft koning de betekenis van de voet, oftewel als de psalmist spreekt tot de koning, dan is hij al in het stof gebogen, wat betekent dat hij zich vernederd heeft, alles heeft afgelegd, zijn vlees is in de aarde gestorven. 4 Here, des morgens hoort Gij mijn stem, des morgens leg ik het U voor, en zie uit. Er is hier dus al een paasmorgen. In de nacht zijn al zijn woorden gestorven, maar nu kan hij weer spreken. Ook Jezus zweeg voorafgaande aan de kruisiging en kon pas weer echt spreken toen hij was opgestaan. We kunnen wel wat zeggen misschien tijdens de dagen van Golgotha, maar het gaat moeizaam, want ons vlees is stervende. Soms kunnen wij niet bidden, en mogen wij ook niet bidden, en moeten wij wachten, opdat het vlees zich niet in zal mengen. Wij hoeven ons niet te verdedigen voor het vlees. Jezus sprak niet toen hij door het vlees werd beschuldigd. Hij moest sterven opdat hij niets meer met het vlees te maken zou hebben, want wat je ook zegt tegen het vlees, het vlees zal het altijd verdraaien en altijd tegen je gebruiken. Daarom is het soms beter te wachten tot paasmorgen, en eerst te worstelen met God op Pniël. 5 Want Gij zijt geen God, aan wie goddeloosheid behaagt, geen boze zal bij U vertoeven; Moet je je voorstellen : Jozef droomde, maar zijn familie was als een nachtmerrie die vocht tegen zijn dromen, en zij namen zijn kleed. Zij dobbelden om zijn kleed, hadden zijn dromen verscheurd. Mensen kunnen zo jaloers zijn op de gaven van iemand anders dat ze over lijken heengaan. Zo dobbelen ouders van de gedeformeerden en de psychiatrie om de zielen van kinderen, om de dromen van die kinderen, om het leven van die kinderen tot een nachtmerrie te maken, want het is allemaal een markt, en die kinderen worden net als Jezus overal naartoe gereden om bespot te worden. Dat is waar het evangelie over gaat, wat al bij Jozef de dromer begon en bij Jozef was besloten. En dat was de reden waarom Jozef zijn dromen kreeg, de psalmist zijn psalmen, en Jezus zijn opstanding en opname. De geschiedenis herhaalt zich. 6 de verdwaasden houden geen stand voor uw ogen, Gij haat alle bedrijvers van ongerechtigheid; Er is een gericht tegen alles wat hoogmoedig is. Daarom is het van belang nederig te zijn, en exegese te doen. Daarom is het van belang ons af te scheiden van de goedelozen en goedeloze

systemen zoals de gedeformeerden en de psychiatrie, en hun slachtoffers te helpen. Nog steeds worden kinderzielen dag en nacht door deze systemen gemarteld, en hen wacht zelfs de eeuwige marteling waarmee ze bedreigd worden, en wat een grote leugen is waar het volgende vers over gaat. 7 Gij richt te gronde de leugensprekers, de Here verafschuwt de man van bloed en bedrog. Weer heeft dit niks te maken met letterlijke, orthodoxe, extremistische verwoesting. Het kwaad zal niet vergolden worden door kwaad, maar het zal gaan door de exegese, de verdieping, wat zal gebeuren door eenvoudige studenten. 8 Maar ik zal, dank zij uw grote goedertierenheid, uw huis binnengaan, mij nederbuigen naar uw heilige tempel in vreze voor U. Dit betekent gaande tot het internaat, het wonen, oftewel voor altijd verblijven, in je studie. 9 Here, leid mij door uw gerechtigheid om mijner belagers wil; effen uw weg voor mijn aangezicht. Het kan niet zo zijn dat een mens altijd maar moet lijden, maar de mens mag hierdoor ook geleid worden : lijden en geleid worden. Ook Jezus leerde de gehoorzaamheid, het pad, door het lijden, want het lijden is ervoor om de grenzen te laten zien, waarbinnen zich een visioen ontvouwd. Door het kruis wordt dus het oog verscherpt, oftewel het profetische zicht. 10 Want in hun mond is niets betrouwbaar, hun binnenste is enkel verderf, hun keel is een open graf, zij maken hun tong glad. Waarom kan een mens niet gewoon zien, zomaar per direct ? Eerst moet het valse oog sterven, het oog van het vlees. Eerst moet de mens een confrontatie aangaan met de leugen alvorens de waarheid te zien. 11 Doe hen boeten, o God, laat hen vallen door hun eigen overleggingen, verstoot hen om hun vele overtredingen; want zij zijn wederspannig tegen U. Dit is een gebed om inzicht. Zij bewaken de schat. Zij hebben iets geroofd, en het is een gebed om de geestelijke kaart. Pas dan zullen zij vallen. Je kunt niet zomaar door muren heenbreken, maar je moet het pad zien te vinden. Ware strijders zijn padvinders. 12 Maar verheugen zullen zich allen die bij U schuilen, altoos zullen zij jubelen, daar Gij hen beschermt, en in U zullen juichen wie uw naam liefhebben. Alleen in inzicht kan de mens schuilen, in school, in het zoeken van het pad. Al het andere is slechts tijdelijk, en zal instorten uiteindelijk.

13 Want Gij zegent de rechtvaardige, o Here, Gij omgeeft hem met welbehagen als met een schild. Demonologie is als een detective. Het is geen blinde vuistvechter, maar een padzoeker, bekend met zijn omgeving, bekend met de valstrikken. Het is iemand die zijn huiswerk goed heeft gedaan. Een mens moet dan wel dromen, want alleen komt de mens er niet uit. De mens moet wel slapen, om ook de andere kant van het verhaal te kunnen zien : hoor en wederhoor. Gedeformeerden en de psychiatrie doen hier niet aan, omdat het voor een markt is. Maar het leven is geen markt, maar de natuur, en die is ondoorgrondelijk, en kan niet beschreven worden door een markt. Een markt kan alleen maar gokken, speculeren en voortijdig concluderen, omdat er een martdruk op hen ligt van moeten presteren. Zo is het niet alleen een marktkraam, maar ook een miskraam. Psalm 6 1 Voor de koorleider. Bij snarenspel. Op de wijze van: De achtste. Een psalm van David. We gaan in deze psalm de angsten zien van de psalmist. De psychiatrie probeert munt te slaan uit de angsten en pijnen van de mens, zoals de vleesindustrie munt probeert te slaan uit dierenleed, en de gedeformeerden doen dit ook, met dodelijke, klinische, steriele pseudo-precisie. Zij weten alles het best en bedreigen en chanteren de mens, vaak kinderen, en als die kinderen daar dan bang van worden, dan krijgt het kind een merkteken en slaan ze er munt uit. Het zijn kinderjagers, kinderlokkers. De Israelitische literatuur geeft een veel grotere waarde aan angst, depressie en boosheid, en beziet ze in een veel grotere context. 2 O Here, straf mij niet in uw toorn, en kastijd mij niet in uw grimmigheid. De psalmist veracht zijn visioenen van toorn niet, en herkent hierin de woede tegen de zonde. De gedeformeerden en de psychiatrie rekenen niet met zulke visioenen en met de demonologie, want omdat ze zelf namelijk demonisch bezet zijn en de demonen zulke systemen als schuilplaats gebruiken willen ze niks weten van God's toorn over het vlees en verachten ze de demonologie, en ontkennen deze. Zij maken hun opleiding af en steriliseren dan alles om lekker voortijdig met pensioen te gaan en te gaan rentenieren. Zij worden dan zogeheten woekeraars die van woekerrente leven, oftewel ze vragen van de mens ziekelijk hoge rente. Dat ze zichzelf hiermee ten gronde richten mag duidelijk zijn, want het is een tikkende tijdbom. Ze maken gebruik van kunstmatige hulpmiddelen die geen eenheid vormen met de natuur, en daarom op een bepaald moment uitgeworpen worden door de natuur. De natuur pikt het niet. De woede van de natuur is al heel duidelijk voelbaar. Deze systemen moeten vallen. 3 Wees mij genadig, Here, want ik kwijn weg; genees mij, Here, want mijn gebeente is verschrikt. Hier zien we woede samenwerken met vrees. De woede tegen het vlees zorgt ervoor dat de mens zich afscheidt van het vlees, door verlammende vrees. Dit staat allemaal duidelijk beschreven in de bijbel, die de gedeformeerden en de psychiatrie kennelijk niet lezen. Het is een kenmerk van iedere volgeling van het kruis, wat al in het Oude Testament begon.

4 Ja, mijn ziel is ten zeerste verschrikt, en Gij, Here, hoelang nog? Ook Paulus had zo'n ervaring, ook wel genaamd de Damuscus ervaring wat in principe zijn roeping was. Dit mag niet stoppen voordat het fundament is gelegd. 5 Keer weder, Here, red mijn ziel, verlos mij om uwer goedertierenheid wil. De ziel wordt juist gered als het vlees sterft. Door het vlees te laten leven zou de ziel hopeloos verloren zijn, en dit zijn natuurwetten. Daar kan niemand wat aan doen, zelfs God niet. Dit is de gnosis. 6 Want in de dood is Uwer geen gedachtenis; wie zou U loven in het dodenrijk? Hij moet kiezen tussen het goede en het slechte, tussen boven of beneden, en hij zoekt de dingen van boven, zoals in Psalm 1, en zal zo zijn als een boom geplant aan waterstromen, oftewel vruchtbaar zijn. De gedeformeerden en de psychiatrie zijn zo impotent dat hun macht slechts tijdelijk is. Hun zaad zal uitsterven omdat het ten dode leidt. 7 Ik ben afgemat van mijn zuchten; elke nacht doorweek ik mijn sponde, doe ik mijn bed van tranen vloeien. Wees blij dat je nog kan huilen. De psychiatrie kan het niet meer. Ze zien huilen ook als een ziekte. Ze zien alles als een ziekte. Ze zijn totaal geobsedeerd met henzelf en met geld. Het is een bolwerk van demonie, net zoals de gedeformeerden, en daarom is artikel 28 zo belangrijk van de voortdurende afscheiding van de goedelozen, zoals ook beschreven staat in psalm 1. 8 Mijn oog is dof geworden van verdriet, verzwakt door allen die mij benauwen. Je raakt enorm gedesorienteerd door alle zware aanvallen en vervolgingen, en raakt bij tijd en wijle geheel de grip en controle kwijt op de valse werkelijkheid, opdat je in de hogere context wordt opgezogen, los van alles. Dit is een opname, en dit is cryptisch, omdat het vleselijke valse waarden en definities heeft, genaamd het letterlijke. De mens moet dus wel eerst zwak worden om zo onttrokken te worden aan de zonde, zoals ook Jezus dat was. Zij die sterk willen zijn vallen in een strik. 9 Wijkt van mij, al gij bedrijvers van ongerechtigheid, want de Here heeft mijn wenen gehoord; De psychiatrie heeft voor alles drugs. Drugsdealers zijn het. Zij zijn onder de vloek van het positieve. Ze hebben smetvrees, en dus labellen ze alles al heel snel als negatief en ziek, als een immuunziekte die tegen zichzelf gekeerd is. Ze vreten hun eigen immuunsysteem aan als de geestelijke aids. 10 de Here heeft mijn smeking gehoord, de Here neemt mijn bede aan. Als psalm 1 het gebed is, dan is psalm 6 het antwoord op de paasmorgen.

11 Al mijn vijanden zullen beschaamd staan, ten zeerste verschrikt, zij zullen in een oogwenk beschaamd afdeinzen. Dit gaat over de opname. Ze zullen gaan zien wie ze hebben doorstoken, namelijk het zoonschap en studentenschap, en elke knie zal buigen en elke tong zal belijden. Het vlees zal achterblijven, want hun woekerrentenieren is ten einde gekomen. Het is tegen hen gaan keren, en ze hebben geen vleugels om mee te gaan met het geestelijke, omdat ze altijd de studie hebben tegengewerkt en nu geen 'know how' hebben. Zij zijn niet voorbereid op de toekomst. Zij hebben altijd roddelfabels geloofd. Nu werkt het tegen hen. Ze worden niet doorgelaten door het systeem. De natuur herkent hen niet als haar eigen. Er is iets verschrikkelijks misgegaan. Dan kun je je afvragen ? Wanneer gaat dit gebeuren, en hoe gaat dit gebeuren ? In de studie, waarin leugen van waarheid wordt gescheiden. Alles wordt verdiept en teruggedraaid. Er is een nieuwe werkelijkheid. De oude werkelijkheid is vergaan, is niet meer. De mens heeft inzicht gekregen. Hoofdstuk 44. vers voor vers : psalm 7-9 – saul en goliath Psalm 7 1 Een klaaglied van David, dat hij de Here gezongen heeft om de woorden van de Benjaminiet Kus. Kus komt van het huis van Saul, de oude orde die David vervolgde. 2 Here, mijn God, bij U schuil ik, verlos mij van al mijn vervolgers en red mij, Het is als de droom van Jozef die vervolgt wordt door de nachtmerrie. De redding is dan in droom interpretatie en nachtmerrie interpretatie. Dat is dus de gave van vertolking van vreemde talen. De droom spreekt tot de mens in een vreemde taal, en zo ook de nachtmerrie. David werd erdoor geplet en zag de sleutel nog niet hangen. Er komen dus nooit zomaar redders. Het is een studie proces. 3 opdat hij niet als een leeuw mij verscheure, wegslepe, zonder dat iemand redt. De mens is hulpeloos bij een leeuw. Er gaat zo'n kracht uit van de leeuw, dat een mens dat niet kan verdragen, en dan overweldigd het de mens. Maar de ware kracht is de gevoeligheid en de alertheid. De psalmist moest onder dreiging van de leeuw zelf een zintuig ontwikkelen waarmee hij met God

kon communiceren, maar de leeuw, Saul, de oude orde, zou dat niet accepteren en zou hem zoeken te doden. 4 Here, mijn God, indien ik dat gedaan heb, indien er onrecht kleeft aan mijn handen, De psalmist is in gevecht met de leeuw, en de leeuw projecteerd, beschuldigd hem. Het zijn oorlogstaktieken. De leeuw probeert zijn geweten te verlammen. De leeuw vuurt zijn leugens op hem af om hem te verwarren zodat hij makkelijke prooi is. Het is zoiets als een vals zonde syndroom, wat ook de gedeformeerden gebruiken. Ze projecteren hun zonden op de ander, en vertellen de ander dan dat die nooit van hun zonden kunnen loskomen. De mens is immers zondig en zal altijd blijven zondigen. Hun eigen onzekerheden projecteren ze op de ander. 5 indien ik hem kwaad gedaan heb, die vrede met mij had, – ja, ik heb hem gered, die mij zonder oorzaak benauwde – De leeuw probeert alles om te draaien, zodat de psalmist zijn orientatie verliest. De leeuw probeert zijn ziel en verstand te splijten, te breken, zodat hij dat makkelijker kan doen, en zodat hij makkelijker manipuleerbaar is, als een pop. 6 dan moge de vijand mij vervolgen en achterhalen, en mijn leven ter aarde vertreden, en mijn ziel nederwerpen in het stof. sela De psalmist is hier nog wel in vraagstelling. De leeuw probeert redenen in hem te maken, zodat hij hem kan vervolgen. De leeuw is een meester in zulk soort drogredenen. 7 Sta op, Here, in uw toorn, verhef U tegen de woede van hen die mij benauwen, waak op tot mijn hulp, Gij, die het recht verordent. Maar de psalmist pikt het niet meer langer, en wil zich in woede verheffen tegen de zonde en tegen de valse woede. Hij wil de woede van ontwaking ontvangen, opdat hij door het bedrog heen kan prikken. De hemelse woede is als een inzicht wat boven alles uitstijgt. 8 Dan moge de vergadering der natiën U omringen; keer weder boven haar naar den hoge. De psalmist is alle kleinzieligheid zat, en wil loskomen naar ruimere ideeën, hogere dromen, ook al verbiedt de leeuw zulke dromen. 9 De Here richt de volken. Doe mij recht, Here, naar mijn gerechtigheid, en naar mijn onschuld, die bij mij is. In zijn dromen vindt hij zijn ware identiteit, niet de valse identiteiten die de mensen op hem projecteren. De nachtmerrie heeft de droom verdiept, en de droom verdiept de nachtmerrie. Hij vindt de interpretatie dat zowel de droom als de nachtmerrie delen van hem zijn die hij moet leren gebruiken, als medicijn. 10 Laat de boosheid der goddelozen een einde nemen, maar bevestig Gij de rechtvaardige,

Gij, die hart en nieren toetst, rechtvaardige God. Hij moet de boosheid van de goedelozen eindigen door het als symbolisch medicijn op hemzelf toe te passen, het hem toe te eigenen, want hij kan alleen de vijand verslaan door de vijand te worden, maar dan op een hele andere manier, op een diepere manier, wat ook een indiaans spreekwoord is. Hij moet leren inzien voor wat voor verloren beroep de vijand staat, iets wat hij zelf moet worden. 11 Mijn schild is bij God, die de oprechten van hart verlost; God laat alle dingen medewerken ten goede, ook de vijand. Ook de vijand staat voor iets wat hij in zijn leven nodig heeft, als hij het in zijn hemelse denken leert toe te passen. De mens moet dit leren, leren te integreren en internaliseren zonder een ongelijk span te vormen met de vijand. Hij mag dit alleen van boven doen, niet op een vleselijke, aardse manier. 12 God is een rechtvaardig Rechter en een God, die te allen dage toornt. De woede is een bescherming, want het is het alarm van de mens, en houdt de mens wakker. Daarom past God elke dag deze toorn toe, opdat het vlees niet zal inmengen, geen winst op hem zal behalen. Zonder de heilige woede sluiten de organen zich en sterft de immunologie van de mens, en maakt de mens geen antistoffen meer aan. Psalm 8 1 Voor de koorleider. Op de Gittit. Een psalm van David. Dit lied gaat over de strijd tussen David en Goliath, de Gittiet, oftewel een inwoner van Gath. Goliath was een onbesnedene, oftewel iemand die strijd voerde door het vlees en vleselijk leefde, vleselijke beslissingen maakte, en zich tegen de besnedenen keerde, oftewel de geestelijken. 2 O Here, onze Here, hoe heerlijk is uw naam op de ganse aarde, Gij, die uw majesteit toont aan de hemel. Dit is de majesteit van wijsheid, die altijd van boven komt, die alleen de besnedenen bezitten, zij die aan hun vlees zijn gestorven. Zij kunnen niet anders dan de werken van boven te doen. 3 Uit de mond van kinderen en zuigelingen hebt Gij sterkte gegrondvest, uw tegenstanders ten spijt, om vijand en wraakgierige te doen verstommen. David was nog maar een kind toen hij Goliath moest verslaan. Als kinderen moeten wij al de geestelijke oorlogsvoering leren, vanwege de vele bedreigingen die het kind hebben omringd. 4 Aanschouw ik uw hemel, het werk van uw vingers, de maan en de sterren, die Gij bereid hebt:

Zij zijn niet gericht op de werken van het vlees om hen heen, het aardse, dat wat volwassenen hen vertellen. Neen. Zij hebben hun eigen dromen en hun eigen interpretaties. Zij zijn nog vrij, en kijken naar boven, terwijl volwassenen allemaal naar elkaar kijken en God hebben vergeten. Het kind is een geestelijke reiziger, terwijl de volwassene een vleselijke reiziger is, ontdaan van zijn dromen en daarom de dromen van het kind wil stelen en exploiteren. 5 wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet? De onbesneden, protserige Goliath die zichzelf boven ieder ander mens waant, als God, is wat de mens wil. De mens wil het vlees, altijd maar weer. Een kind als David had niet veel kans. Toch had God David uitverkoren. God kiest altijd voor het kind, niet de vleselijke volwassenen. Volwassenen kiezen namelijk altijd voor andere vleselijke volwassenen, en niet voor God, omdat ze onbesneden zijn. En het ergste nog is dat zij God imiteren, alsof zij God zelf zijn, wat spotten is. 6 Toch hebt Gij hem bijna goddelijk gemaakt, en hem met heerlijkheid en luister gekroond. God had naar David omgezien, dat kleine kind, en zoveel dromen gegeven. Dat was de heerlijkheid van David, veracht door onbesneden volwassenen, want zij hadden die heerlijkheid niet. Zij hadden zich nooit laten besnijden. Zij speelden de spelletjes van het vlees, zoals Goliath, maar zij zouden hiervoor een hoge prijs moeten betalen, want het pad van de zonde leidt tot de dood. Ook het pad van het kruis leidt tot de dood, maar dat is een hele andere dood, namelijk de dood van het vlees, wat de eeuwige zalige dood is die ten leven opwekt. Goliath wilde dat allemaal niet, en liep ermee te spotten. Goliath dacht dat hij alles beter wist, dat het vlees de weg tot zaligheid was, en dat verkocht hij. Hij had een markt waarmee hij naam en faam wilde maken. Hij wilde gevreesd zijn. David was al bijna goddelijk gemaakt en moest deze valse god nog verslaan, deze familiaire macht, deze dromendoder. 7 Gij doet hem heersen over de werken uwer handen, alles hebt Gij onder zijn voeten gelegd: Uiteindelijk zou David Goliath verslaan, dit vleselijke familie systeem, want alleen aan God, oftewel de eeuwige en heilige kennis, zou de eer toekomen, niet aan een onbesnedene. De onbesnedene werd geloofd en geprezen door al het vlees, maar David deed er niet aan mee. David kon er doorheen prikken. David luisterde naar zijn dromen, niet naar de vleselijke wensen van hen om hem heen. 8 schapen en runderen altegader en ook de dieren des velds, Schapen zijn een beeld van kudde volgers. Daar deed David niet aan mee. Dat leidde tot de dood. Runderen zijn een beeld van vleselijke ambachten, werken van het vlees voor het vlees, in plaats van geestelijke werken voor het geestelijke. Het rund is een beeld van de beroepsmatigheid van de zonde, wat een hele hoge graad is van vleselijkheid, namelijk de verharding van het vleselijke, waardoor een mens geestelijk voor eeuwig afsterft uiteindelijk. Beroepsmatigheid van zonde zien we terug in de vlees-industrie, de psychiatrie, het stierenvechten, de dentistrie, en in de scholen en opleidingen voor dit soort instanties. Van al deze dingen is Goliath een beeld. En het werd onder de voet van David gesteld. 9 de vogelen des hemels en de vissen der zee,

hetgeen de paden der zeeën doorkruist. Maar ook kreeg David macht over de dromen, de vogelen des hemels, en de vissen, oftewel het zaad in de oude talen, als een beeld van vruchtbaarheid. David was de boom geplant aan waterstromen, oftewel de vruchtbare. David zou nu de vleselijke dromen en hun dromers stukslaan. 10 O Here, onze Here, hoe heerlijk is uw naam op de ganse aarde. Deze heerlijkheid is een studie, geen letterlijk leger. David was maar een eenvoudige herdersjongen, en hij wilde zelfs de wapenrusting van Saul niet. Die was veel te groot voor hem. Nee, David wilde nederig blijven. Hij wilde niet komen met grootse vooroordelen, maar met nederige, doordachte studie. Hij kwam niet met grootse wapenen aanzetten, maar had een eenvoudige slinger met stenen. De steen is in het Hebreeuws de bouwer, en men bouwt in vreze en beven (eben), niet in hooghartigheid. Daarom is de steen ook de harde, omdat hij zich in heilige vreze hard houdt naar de zonde, zodat de zonde hem niet kan meenemen. Het is een beeld van het verzet, een heilige stijfheid. Daarom zegt de poëzie omtrend het eeuwig evangelie ook dat zachte jongens in de nacht worden tot harde mannen. Hiervan is David een beeld. Er moet een zekere strengheid zijn naar de zonde, een zekere inspectie, opdat de zonde geen voordeel en winst op de mens behaald en de mens daardoor zou falen. Psalm 9 1 Voor de koorleider. Op de wijze van: De dood van de zoon. Een psalm van David. Al onze studie methodes moeten sterven. Het zoonschap, het studentenschap, moet sterven. Waarom ? Omdat wij vleselijke meesters hebben en vleselijke scholen. Het vlees gaat eraan. Deze systemen moeten instorten. Hoe ? Niet door geweld of misdaad, maar door het geestelijke, door te komen tot de hemelse studie. 2 Ik zal U loven, Here, met mijn ganse hart, ik wil al uw wonderen verhalen; Dan komen wij ook tot een hele andere god, niet meer de god van haat en onwetendheid. Oh, wat zijn die mensen die hun ego volgen toch allemaal boos en haatdragend. De hele dag door lopen ze te roddelen en kwaad te zijn omdat hun vlees niet wordt bevredigd. Ze zijn niet boos om onrecht ofzo. Neen. Het draait allemaal om henzelf. Het zijn dromen-aborteurs. Ze bedreigen hun kinderen met eeuwige marteling om gehoorzaamheid af te dwingen tot hun vlees en hun vleselijke familie goden. Daarom sprak Jezus : Ik heb geen familie. Ik heb geen steen om mijn hoofd op te doen rusten. Jezus had alleen volgelingen, en Jezus was maar een druppeltje in de stroom, want hij volgde David, en David volgde Jozef de dromer, en Jozef de dromer volgde de hemelse dromen, de hemelse studie en de hemelse kennis. 3 in U wil ik mij verheugen en juichen, uw naam psalmzingen, o Allerhoogste, Hij verheugde zich puur in zijn studie, niet in één of andere afgod. De mens mag er elke dag weer wat bijleren, en dat is onze vreugde.

4 nu mijn vijanden terugdeinzen, struikelen en vergaan voor uw aangezicht. Door de hemelse studie zal ook het vlees afgebroken en omgedraaid worden. Goliath, de opgeblazen onwetendheid, moet plaats maken voor het weten. 5 Want mijn pleitzaak en mijn geding hebt Gij berecht, als rechtvaardig rechter de rechterstoel bestegen. De rechter is een richting aangever, oftewel een licht op het pad. Alle padvinders volgen hem, want hij is het pad. De richting wordt geopenbaard door het hemelse, niet door het vlees. 6 Gij hebt de volken gedreigd, de goddelozen te gronde gericht, hun naam hebt Gij uitgewist voor altoos en immer; Wij moeten het vlees dreigen, want het vlees bedreigd ons. Wij moeten de leugen door de waarheid verslaan. Dat is een gevecht. Soms moet je stil zijn, soms moet je spreken. Soms moet je voorzichtig zijn, soms moet je dapper zijn. Wij moeten eisen stellen aan het vlees, zoals het vlees eisen aan ons stelt. Wij moeten voorwaarden opleggen aan het vlees, omdat het vlees ons voorwaarden oplegt. In die zin kunnen wij heel veel van de vijand leren, maar mogen wij geen gelijk span met hem vormen. 7 de vijanden zijn weg – eeuwige puinhopen –, want steden hebt Gij verwoest, zelfs hun gedachtenis is vergaan. Als wij eindelijk de les geleerd hebben van de vijand, dan is de vijand niet meer nodig. Dan zijn wij alles zelf geworden ten goede. Alle dingen zullen medewerken ten goede. 8 Maar de Here zetelt voor eeuwig, zijn rechterstoel heeft Hij ten gerichte gezet; Eeuwigheid spreekt van geduld en volharding. Wij mogen nooit opgeven, anders verliest het zijn eeuwigheidswaarde. 9 ja, Hij oordeelt de wereld in gerechtigheid, Hij richt de natiën in rechtmatigheid. Het oordeel is een openbaring die van boven komt, geen dichte baring die van beneden komt. Het oordeel is de verdieping, niet de oppervlakkiging. Het oordeel is symbolisch, niet letterlijk. Hoe kan een vleselijk mens de aarde regeren ? Hoe kan een vleselijk mens die het verschil tussen zijn linkerhand en rechterhand niet weet de wereld oordelen ? Hoe kan een blinde blinden leiden ? Het oordeel is een beeld van de opening van de hemelse zintuigen. 10 Daarom is de Here een burcht voor de verdrukte, een burcht in tijden van nood. Deze burcht is de hemelse studie, waar je alleen maar door je dromen naartoe kunt gaan, en alleen

maar door je nachtmerries. De mens moet de vijand kennen, de mens moet leren van de vijand, om zo op een hemelse en vergeestelijkte manier de vijand te worden, zoals ook Jezus aan het kruis op die manier gelijk werd aan de zonde en de duivel. Wij kunnen de metafoor van de vijand niet zomaar overslaan. Wij moeten komen tot de innerlijke en geestelijke waarde van het begrip vijand. Dit heeft een diepere betekenis. 11 Daarom vertrouwen op U wie uw naam kennen, want Gij hebt nooit verlaten wie U zoeken, o Here. Vertrouwen in de Hebreeuwse zin is de balans tussen voorzichtigheid en dapperheid, niet een blindelings, vleselijk vertrouwen, zoals mensen vertrouwen in hun zonden en de beroepsmatigheid van hun zonden en daardoor afvallen. 12 Psalmzingt de Here, die op Sion woont, verkondigt onder de volken zijn daden; We mogen blij zijn dat het er allemaal is, dat er enige substantie is. Dat deze substantie verdiept moet worden is een feit. Het is een heilsfeit wat tot ervaringsfeit mag worden. De hemelse school werd uitgestort in de Israelitische natuur en literatuur. Dit is door het westerse, ongeletterde christendom uit z'n verband gerukt, verdraaid en vervleselijkt. Daarom moest de reformatie komen, uit Duitsland. Er was werk aan de winkel. Israel : de school. Duitsland : het werk. 13Want Hij, die de bloedschuld wreekt, gedenkt hunner, het geroep der ellendigen vergeet Hij niet. Toen kwam in 1561 artikel 28, de voortgaande afscheiding in de Nederlandse geloofsbelijdenis. Nederland staat dus voor de oorlog, en dit is een koude oorlog, als de hongerwinter. Alleen de mens aan het kruis, die hongert in de wildernis, zich heeft afgezonderd, kan tot God roepen. 14 Wees mij genadig, Here; zie mijn ellende, door mijn haters mij berokkend, Gij, die mij opheft uit de poorten des doods, Nederland is vol met haatdragende families die niet schuwen dieren te martelen en te eten, en dit ook aan hun kinderen geven. Zij hebben de geestelijke oorlog verzaakt, en voeren een vleselijke oorlog tegen de dieren en de natuur, met hun opgevoerde auto's. Maar de mond vol hebben ze van liefde, en vooral God's liefde, maar vervolgens vertellen ze hun kinderen dat die voor eeuwig gemarteld gaan worden in een verborgen martelkelder als ze niet in hen geloven, in hun vlees, en hun vleselijke familie goden. Het zijn deserteuren. Zij hebben de hemelse legerdienst oproep aan hun laars gelapt. In plaats daarvan voeren zij oorlog over bijzaken, dingen die er niet toe doen, allemaal vleselijk. Zij hebben alle richting verloren. 15 opdat ik verhale al uw roemrijke daden, in de poorten der dochter van Sion juiche over uw heil. Wij moeten daarom weer opgenomen worden tot de warme, weelderige borsten van Israel, oftewel terugkeren tot de inzettingen van hemelse studie. 16 De volken zijn verzonken in de kuil die zij dolven; in het net dat zij verborgen, raakte hun voet verward. Wat het vlees ons aandoet doet het vlees alleen maar zichzelf aan. Vlees zal vlees ten onder

brengen. Vlees zal vlees ontmaskeren, opdat de openbaring voortgang heeft. Saul zal in zijn eigen zwaard vallen. Goliath zal door zijn eigen zwaard onthoofd worden. 17 De Here deed Zich kennen, Hij handhaafde het recht; in het werk van zijn handen is de goddeloze verstrikt. higgajon, sela Een kind kan de hemelse moeder alleen maar kennen aan de moeder borst, als het beeld van studentenschap. Zo raken al zijn vleselijke gedachten verstrikt, en kunnen vervolgens gesorteerd en gerangschikt worden. 18 De goddelozen keren om naar het dodenrijk, al de volken die God vergeten. Deserteuren komen niet tot de oorlogs moeder. Zij vergeten de opleiding hiertoe. Het pad van spijbelende pensionsering leidt tot de dood. Alle organen klotten dicht, want er is geen hemelse woede die de kanalen ruim houdt en opfrist, en er is geen hemelse vreze die het samenklotten voorkomt. Zo'n mens is geestelijk ten dode opgeschreven. Zij glijden weg tot de vergetelheid. 19 Want niet voorgoed blijft de arme vergeten, niet voor immer gaat de hoop der ootmoedigen teloor. Tegelijkertijd is dit een alarm voor de wakenden, en zij worden hierdoor niet vergeten. De vijand is dus het alarm, als een school alarm. Het is tijd voor studie. 20 Sta op, Here, laat de sterveling niet zegepralen, laat de volken voor uw aanschijn gericht worden. Die vijand zal niet altijd recht overeind staan. In de studie zal het uiteindelijk ombuigen en tot sieraad gestrekt worden. Het is niet slechts de vijand. Het is iets wat van je gestolen is, en het zal alleen terugkomen door studie. Het is iets wat ten goede zal medewerken. 21 Jaag hun schrik aan, Here, zodat de volken erkennen, dat zij stervelingen zijn. sela Wij moeten allemaal buigen voor de hemelse vrees, want dit is het begin en het hoofd van de studie. Zonder een ervaring te hebben gehad van hemelse vrees, zoals Paulus in zijn Damascus ervaring en Jezus in zijn Getsemané ervaring, kunnen wij niet toegelaten worden tot de hemelse studie. Dit is dus een zeer belangrijke voorwaarde waaraan iedere student dient te voldoen. Wij moeten erkennen dat wij stervelingen zijn, oftewel dat het vlees in ons moet sterven, oftewel de onwetendheid die moet sterven, opdat onze studie zuiver en gericht zal zijn, en wij vandaaruit ook daadkrachtig, oftewel werkkrachtig, kunnen worden. Hierom moest David Saul ontvluchten en Goliath verslaan. Het vlees mag namelijk niet onze richting aanwijzen en een bijzaak mag onze koning niet zijn.

Hoofdstuk 45. vers voor vers : psalm 10-12 – de reformatie : als wezen in de wildernis Psalm 10 1 Waarom, Here, staat Gij van verre, verbergt Gij U in tijden van nood? De boom geplant aan waterstromen van psalm 1 staat helemaal alleen, heeft zichzelf afgezonderd voor studie, als een mens tussen alleen maar een zee van boeken. Waarom ? Omdat een mens alles in zichzelf ontwikkelen moet, zelf vrucht moet dragen, zelf representatief zijn. De mens heeft in die zin een grote verantwoordelijkheid. 2 Over de trots van de goddeloze is de ellendige ontstoken – laat hen verstrikt worden in de boze plannen die zij bedacht hebben. Vleselijkheid komt onder vleselijkheid die ook weer onder vleselijkheid komt, en zo trekken ze elkaar naar beneden als een draaikolk, en dit moet wel, terwijl de geestelijken worden opgenomen, en steeds meer inzicht en overzicht hebben. Deze krachten werken op elkaar in en wakkeren elkaar aan. 3 De goddeloze immers roemt naar hartelust, de woekeraar spreekt zegenwensen, hij versmaadt de Here. Ze zijn druk in de weer hun eigen koninkrijkjes te bouwen, dravende voor hun eigen huis en eigen familie, en de rest kan stikken. Oh, zo druk zijn ze een naam te maken, en faam. Maar dit zijn allemaal de werken van het vlees, en deze werken zijn boos en leiden tot de dood. 4 De goddeloze met zijn neus in de hoogte denkt: Hij vraagt geen rekenschap; al zijn gedachten zijn: Er is geen God. Hij toetst de dingen niet. Natuurlijk heeft hij wel zijn eigen goden, maar er is geen progressiviteit. Hij gaat altijd in cirkels, niemand neemt hem op, en hij klimt ook niet op. Hij denkt dat hij er al is. 5 Zijn wegen zijn voorspoedig te allen tijde. Uw gerichten zijn hem te hoog, hij blaast tegen allen die hem benauwen; Hij begrijpt de oordelen van God niet, ziet die niet in zijn leven aan het werk. Hij kijkt er totaal langsheen, en werpt zo het kruis van zich af. Hij is blij als hij behoort te wenen. Hij is opgeblazen als hij bang behoort te zijn. Hij is vriendelijk en slijmerig als hij boos behoort te zijn. Alles is omgedraaid. 6 hij zegt in zijn hart: Ik zal niet wankelen, ik, die van geslacht tot geslacht niet in rampspoed zal raken.

Voorspoed is geen teken van dat God aan jouw kant staat. Het is het kruis. 7 Zijn mond is vervuld van vloek en bedrog en verdrukking, onder zijn tong zijn ongerechtigheid en onheil, De Goliath van deze tijd heeft zijn eigen valse goden, van eeuwige marteling van hen die niet voor hem neerbuigen. Daarom buigt het volk in angst. Er is iemand die tegen deze Goliath moet opstaan, een nieuwe David, oftewel een nieuwe hemelse studie. 8 hij ligt in hinderlaag bij de gehuchten, in het verborgene doodt hij de onschuldige. Zijn ogen bespieden de zwakke, Kinderen en dieren zijn zijn prooi, altijd weer. Hij is het bolwerk van de gedeformeerden, valse pseudo-volwassenen. Zij zijn het niet waard volwassen genoemd te worden. Het zijn deserteuren. Hun groei is gestopt. Het zijn woekeraars. Geen werkers maar renteniers tegen woekerrente, oftewel abnormaal hoge rente. Ze studeren niet, maar parasiteren, zoals de psychiatrie. Altijd maar weer zijn ze op kinderjacht om kinderdromen te verminken en te mutileren, maar er zal een nieuwe Davidsgeneratie opstaan tegen deze Goliath. 9 hij loert in het verborgene als een leeuw in de struiken; hij loert om de ellendige te vangen, hij vangt de ellendige, hem trekkend in zijn net. Daarom is het zo belangrijk om terug te keren tot psalm 1, je afscheiden van de goedelozen (art. 28) en apart gezet in de heilige woede zoals Jeremia opgroeien als een boom geplant aan waterstromen om vruchtbaar te zijn en die Davidsgeneratie voort te brengen. Trek je terug in studie, want wat ze je aanbieden is het niet. 10 Hij bukt, duikt ineen, en de zwakken vallen in zijn sterke klauwen. De duivel gaat tekeer als een brullende leeuw, zoekende wie hij kan verslinden, maar de duivel komt ook als een engel des lichts, oftewel gecamoufleerd. Daarom moet je alles toetsen aan studie. Als mensen je van je hemelse studie proberen af te leiden is het bedrieglijk. Vriendelijkheid en gepaai is vaak een strategie van de duivel om je te doen indutten. De leeuw loert in het verborgene, om dan toe te springen. Vaak is het dan al te laat. Vertrouw daarom niet, ook niet in allerlei goden, maar studeer en toets. 11 Hij zegt in zijn hart: God vergeet het, Hij verbergt zijn aangezicht, Hij ziet het in eeuwigheid niet. Psalm 1 laat zien wat het is : het is slechts zaad (mayim). Als de boom aan waterstromen zijn zaad verspreidt dan is dat een teken dat hij zijn vlees offert in de aarde, opdat het sterft en er nieuw leven komt. Hierom moeten wij de honger ingaan, de leegte, oftewel de baarmoeder ingaan, opdat wij geen gelijk span vormen met het vlees. We moeten het zaad loslaten om het te laten sterven opdat er door de verdieping ervan nieuw leven kan komen. 12 Sta op, Here! o God, hef uw hand op, vergeet de ellendigen niet.

Dit is weer een phallische tekst in het Hebreeuws. Hand is yad, wat ook fallus betekent. Oh God, hef uw fallus op, uw woede naar het vlees, de lauwheid, opdat het uitgespuwd kan worden om gezaaid te kunnen worden, sterven, opdat er nieuw leven kan komen door verdieping in de aarde. Het zaad springt open en er komen wortels voort, die diep reiken tot de saprijke lagen der aarde. Vergelijk Openbaring 3 : 'Ik weet uw werken, dat gij noch koud zijt, noch heet. Waart gij maar koud of heet. Zo dan, omdat gij lauw zijt en noch heet, noch koud, zal Ik u uit mijn mond spuwen. Omdat gij zegt: Ik ben rijk en ik heb mij verrijkt en heb aan niets gebrek, en gij weet niet, dat gij zijt de ellendige en jammerlijke en arme en blinde en naakte.' 13 Waarom smaadt de goddeloze God, spreekt hij in zijn hart: Gij vraagt geen rekenschap. Je kan je wel eeuwig afvragen waarom, waarom, maar je moet de oorlog tegen het vlees beginnen, want ziet u, het vlees is redeloos. Ze hebben geen reden, zijn niet vatbaar voor reden. Er is dus ook niet echt een antwoord op de vraag waarom, maar meer een oproep tot actie, zoals er in Openbaring 3 ook wordt opgeroepen tot ijver. Het vlees heeft geen reden, en daarom is het slechts zaad wat moet sterven. Het is nog niets. Het is de onschepping. Het heeft nog geen richting. Alleen in de baarmoeder kan het richting krijgen. 14 Gij ziet het, want Gij aanschouwt moeite en verdriet, om het in uw hand te leggen. Op U verlaat zich de zwakke, voor de wees zijt Gij een helper. In het Hebreeuws wordt er voor hand weer yad gebruikt, wat ook fallus betekent, en nathan betekent voortbrengen, zodat er staat : 'moeite en verdriet is als een zaad wat wordt voortgebracht door de fallus.' De fallus is namelijk het beeld van het offeren, het opheffen tot de kennis, opdat de kennis er wijsheid en inzicht over kan verschaffen en het kan laten medewerken ten goede. 15 Verbreek de arm van de goddeloze en boze, straf zijn goddeloosheid, totdat Gij ze niet meer vindt. Het zaad sterft, wordt verbroken, en dan is er nieuw inzicht. Het zaad heeft wortel geschoten. 16 De Here is Koning, eeuwig en altoos. De volken zijn vergaan uit zijn land. De eeuwige koning : de mens moet volharden in de prioriteiten. Dan zal het vlees vanzelf afsterven, de volken vergaan. Het zaad is stromende en zal zijn weg vinden. Het is eindelijk onthecht. 17 De begeerte der ootmoedigen hebt Gij, Here, gehoord: Gij sterkt hun hart, uw oor merkt op, Is er een hemelse lust, dan is het deze lust : zijn leven te offeren, opdat er nieuw leven voortkomt, de ontsluiering. In deze verharding mag de mens zijn : de verharding tot het vlees, opdat het zaad los zal laten om gezaaid te worden. 18 om recht te doen de wees en de verdrukte, zodat nooit meer een aards sterveling schrik aanjaagt. De verdrukte wees heeft zo een adoptie moeder gevonden. De eben, of steen van David, heeft in het Hebreeuws ook de betekenis van adoptie, want eerst moet de vleselijke moeder sterven, opdat de

geestelijke moeder kan komen. Dat is ook wat de reformatie is : Het zijn kinderen die hun vleselijke, aardse moeder hebben verloren, oftewel de katholieke kerk, en die de wildernis zijn ingegaan om hun hemelse moeder te vinden. Psalm 11 1 Voor de koorleider. Van David. Bij de Here schuil ik. Hoe durft gij dan tot mij zeggen: Vliedt naar uw gebergte als vogels? De vijand probeert de mens te verleiden tot het ontduiken van de hemelse belasting die aan alles vooraf gaat. Als de vijand hierin slaagt zal niets wat de mens nog doet geestelijk gezien slagen. 2 Want zie, de goddelozen spannen de boog, zij leggen hun pijl op de pees, om oprechten van hart in het duister te treffen. Ze willen de hemelse belastingssystemen uitschakelen, het fundament, oftewel het offeren. Als de mens namelijk niet zaait, dan oogst de mens ook niet, en wordt zo prooi. Wat de vijand echter niet begrijpt is dat ze een onderdeel is van dit belastingssysteem. Het belastingssysteem is daarbij onmogelijk te vernietigen. Wel is het zo dat de vijand de mens kan verleiden tot belasting ontduiking, en dan is het einde zoek. De vijand wil de mens verleiden van wonde tot zonde te komen. 3 Wanneer de grondslagen zijn vernield, wat kan dan de rechtvaardige doen? Het belastingssysteem of offersysteem is de grondslag voor alle dingen als de leer van zaaien en oogsten. Dit is het fundament van school, werk en oorlog. Als dat er niet is zal niks gelukken op geestelijk gebied, en is er slechts vleselijke misleiding. 4 De Here woont in zijn heilig paleis, de Here heeft in de hemel zijn troon; zijn ogen slaan gade, zijn blikken doorvorsen de mensenkinderen. De duivel heeft valse belastingssystemen, maar die zijn gewoon onderdeel van de hemelse belastingssystemen, wat het kruis wordt genoemd, maar wel wordt de mens beproefd. De mens aan het kruis moet zich niet laten verleiden tot zonde. 5 De Here toetst de rechtvaardige en de goddeloze; en wie geweld bemint, die haat Hij. Overmoedig, overmatig en vleselijk geweld is belasting ontduiking, kruis ontduiking, waardoor de mens onder het oordeel komt. Ieder mens wordt hierin getoetst. Dit oordeel is niet iets wat God

doet, maar het vlees verscheurt het vlees. De mens oordeelt zichzelf, als het zaad dat sterft en wat mogelijk wedergeboorte kan brengen. 6 Hij regent op de goddelozen vurige kolen en zwavel, schroeiende wind is het deel van hun beker. De realiteit is dat de goedeloze dit zelf doet, want het immuun systeem is geprogrammeerd het kwaad af te weren, en dit wordt door het kwaad zelf in werking gesteld. Het is een hypergevoelig alarm. 7 Want de Here is rechtvaardig en Hij heeft gerechtigheid lief; de oprechten zullen zijn aangezicht aanschouwen. Als het zaad is gestorven zullen de ogen openen en zal de mens visioenen zien. Het vlees wat namelijk alles gulzig had verborgen is dan opengebroken, opdat openbaring voortvloeit. Psalm 12 1 Voor de koorleider. Op de wijze van: De achtste. Een psalm van David. Laten we beseffen dat we steeds dichter bij psalm 22 komen waar David het hele verhaal verteld van zijn kruisiging. Alreeds zijn hier de voortekenen te zien. 2 Help toch, Here, want er zijn geen vromen meer; ja, de getrouwen zijn schaars onder de mensenkinderen. Hij bedoeld dan de getrouwen aan het kruis, zij die niet de hemelse belasting ontduiken, oftewel geen kruis ontduikers zijn, maar zij betalen de volle prijs, en laten dit niet iemand anders doen. Het is de verantwoordelijkheid van de mens zelf. Het vleselijke kan dit inderdaad niet, maar het geestelijke in de mens kan dit wel door het kruis. Als we het over de hemelse belasting hebben, waar hebben we het dan over ? Het is een tuchtschool en een gevangenis waarin de mens de grenzen moet leren. Het moet de basis zijn van iedere school, opdat de mens niet stiekem een vleselijke studie volgt. De mens moet gaan tot het centrum van discipline. 3 Zij spreken valsheid tegen elkander, zij spreken dubbelhartig, met gladde lippen. De dosis leugen waar de getrouwen aan het kruis doorheen moeten is een overdosis waar hun vlees aan sterft. Laat niemand zichzelf voor de gek houden. Als je trouw houdt aan het kruis en het hemelse woord, dan zullen al je woorden verdraaid worden. 4 De Here verdelge alle gladde lippen en elke grootsprekende tong; Maar een ieder die standvastig zaait zal een oogst hebben. Geen zaad zal ledig wederkeren, geen woord zal ledig wederkeren, maar zal doen waar het toe uitgezonden was.

5 hen die zeggen: Met onze tong zijn wij sterk; onze lippen zijn met ons – wie is heer over ons? De vleselijke tong is een groot gif. Het gaat tegen het hemelse woord in, en het doodt de hemelse dromen, zonder pardon. Er kan niets tegenin gaan, want de mens moet sterven en tot het verborgene gaan. Alleen het zaad zal er tegen opstaan. Het zaad van de vrouw zal de slang verbreken, voorzegt Genesis 3. 6 Om de onderdrukking der ellendigen, het zuchten der armen, maak Ik Mij thans op, zegt de Here; Ik stel in veiligheid wie daarnaar smacht. De mens moet de baarmoeder in, doorstoten, volharden, in herhaling, opdat het zaad gezaaid wordt en vrucht kan dragen. Dit is diep in de aarde zoals het volgende vers ook stelt. Het is de tuchtschool die de mens nodig heeft om op het pad te blijven. Er is een hemelse gevangenis voor de mens, een centrum van discipline, opdat de mens geen kwade dingen doet. 7 De woorden des Heren zijn zuivere woorden, gedegen zilver, in een smeltoven in de aarde zevenvoudig gelouterd. Hier is het Pniël waar alles getoetst wordt voordat er sprake is van een school. De mens moet de juiste richting opgaan, de geestelijke, niet de vleselijke. Eerst moet de mens hongeren in de wildernis, leeg worden. Er moet eerst een exodus zijn. Er moet eerst scheiding zijn, zoals in psalm 1, waardoor de mens uiteindelijk wordt tot een boom aan waterstromen, een afgezonderde boom. Daarom mag de mens tot de hemelse gevangenis gaan, voor zijn eigen bescherming. 8 Gij, Here, zult ze gestand doen, ons altoos beschermen tegen dit geslacht; Zolang de mens in de hemelse gevangenis blijft is de mens veilig tegen de roekeloosheid en tegen het overmatig consumeren. De mens moet zich toeleggen op de hemelse restricties voor zijn eigen bestwil. Dit zijn de paradijselijke leegtes en afgronden. 9 de goddelozen draven rond, terwijl snoodheid bij de mensenkinderen het hoofd opsteekt. Buiten de hemelse gevangenis gaat alles verkeerd, is er geen hemels zoezicht, rotzooit iedereen er maar op los. Alles kan, en alles mag. Dat kan niet goed wezen. Dit contrast moet er wel wezen om de mens zowel te beproeven als te leiden.

Hoofdstuk 46. vers voor vers : psalm 13-15 – de gave van droom-interpretatie Psalm 13 1Voor de koorleider. Een psalm van David. Hier is David al in Getsemane, in de hongerwildernis. 2 Hoelang, Here? Zult Gij mij voortdurend vergeten? Hoelang zult Gij uw aangezicht voor mij verbergen? Hij moet de leegte in, de aardse banden zijn losgesneden. Hij is een wees. 3 Hoelang zal ik plannen koesteren in mijn ziel, kommer hebben in mijn hart, dag aan dag? Hoelang zal mijn vijand zich boven mij verheffen? Er lijkt geen einde aan te komen. Hij moet leren volharden, om het eeuwigheidsbesef op te wekken wat nodig is om in het bestaan te overleven. Dit komt alleen door volharding. 4 Aanschouw toch, antwoord mij, Here, mijn God! Verlicht mijn ogen, opdat ik niet inslape ten dode; Er is niemand bij hem, zijn naasten lijken te slapen of hebben hem verlaten. 5 opdat mijn vijand niet zegge: Ik heb hem overmocht; opdat mijn tegenstanders niet juichen, wanneer ik wankel. Het hongermes snijdt vleselijke families uiteen, opdat de hogere dingen gezien zullen worden. Een heleboel mensen hebben niet door dat hun familie hen tegenhoudt om in te gaan. Ware families zijn van binnen, en worden door de gnosis gelegd, van hart tot hart, niet door het aardse. Dit zijn de gebieden buiten het paradijs. 6 Ik echter vertrouw op uw goedertierenheid, over uw verlossing juicht mijn hart. Ik wil de Here zingen, omdat Hij mij heeft welgedaan. Er is altijd een andere kant van het verhaal, en ergens kruizen ze, zoals een stilstaande klok ook tweemaal per dag de juiste tijd aangeeft. De tegenstelling die getoond wordt in psalm 1 is een beeld van de vruchtbaarheid. Hier gaat de psalmist doorheen. Het verscheurd hem, maar hij moet wel. Waar kan hij anders naartoe ? Het hongermes gaat overal doorheen, en begint in zijn eigen hart. Psalm 14 1 Voor de koorleider. Van David. De dwaas zegt in zijn hart:

Er is geen God. Zij bedrijven gruwelijke en afschuwelijke misdaden, niemand is er, die goed doet. In het Hebreeuws is dit een stuk genuanceerder. In het Hebreeuws zegt de dwaas in feite : Er is geen kruis, er zijn geen geestelijke gaven. Met andere woorden : de dwazen zijn de vleselijken, maar zij hebben gewoon hun eigen goden. In het Hebreeuws komt het er in feite op neer dat de dwaas zegt : er is geen hemels maaksel of nieuwe schepping. En dat komt omdat de dwazen van het ongeschapene zijn, oftewel het zaad. Dit zaad moet namelijk nog gebruikt worden voor de schepping, en dat kan alleen als dit zaad gezaaid wordt en sterft. 2 De Here ziet neder uit de hemel op de mensenkinderen, om te zien, of er één verstandig is, één, die God zoekt. Dit is de ware uitverkiezing, want het gaat om de mens die God kiest, oftewel het goede, de geestelijke gaven. Niet God kiest de mens uit, maar de mens kiest God uit. En God neemt hen op die hun hart hebben geopend voor de hemelse kennis. 3 Allen zijn zij afgeweken, tezamen ontaard; er is niemand die goed doet, zelfs niet één. De mens is hier nog zo vleselijk dat er nog geen sprake is van een schepping. De mens is nog zaad, en al het zaad is afgeweken, omdat dat de eigenschap is van zaad. Het heeft geen richting. Het moet namelijk nog gezaaid worden en sterven. 4 Hebben zij dan geen kennis, al die bedrijvers van ongerechtigheid, die mijn volk opeten, als aten zij brood? De Here roepen zij niet aan. Het zaad heeft geen kennis. Het zaad is onwetend. Het zaad is vleselijk. 5 Daar overvalt hen de schrik, want God is bij het rechtvaardig geslacht. Ook Paulus was nog zaad en had toen een Damascus ervaring, en toen veranderde zijn leven, kreeg het richting. Wel moest dit nog verdiept worden. 6 Het voornemen van de ellendige kunt gij wel beschamen, maar de Here is zijn toevlucht. Er is niets wat een mens kan doen tegen het kruis, maar de mens kan het wel verdiepen, en aanvaarden, opdat het de innerlijke wijsheid aanboort. 7 Och, dat uit Sion Israëls redding daagde. Als de Here een keer brengt in het lot van zijn volk, dan zal Jakob juichen, Israël zich verheugen. Het kruis brengt vanzelf vreugde voort, door geduld. Er zijn vele vruchten van het kruis, in volharding.

Psalm 15 1 Een psalm van David. Here, wie mag verkeren in uw tent? Wie mag wonen op uw heilige berg? Het wezenlijke aspect van het internaat, oftewel het wonen in de hemelse studie, is het leren herkennen van scheiding als onderscheiding, als de gave van de onderscheiding dus, en dan onderscheiding leren te herkennen als variatie, en variatie leren te herkennen als interpretatie, oftewel droom-interpretatie, als de gave van de vertolking van vreemde hemelse talen. 2 Hij, die onberispelijk wandelt en doet wat recht is en waarheid spreekt in zijn hart, Deze scheiding wordt ook getoond in psalm 1, waardoor in de tegenstelling het zaad gezaaid wordt. Dit zijn dromen dan wel nachtmerries die geinterpreteerd worden als het zaad sterft en wortel schiet. 3 die met zijn tong niet lastert, die zijn metgezel geen kwaad doet en geen smaad op zijn naaste laadt; Wij mogen er vanuit gaan dat het gestorven zaad zo door restrictie richting krijgt, waardoor het woord een licht is op het pad. Door scheiding en onderscheiding komt het tot variatie en interpretatie, waardoor de mens ook als dit tot droom interpretatie leidt in vreemde hemelse talen kan spreken. De mens wordt zo onderdeel van de hemelse culturen. De hemel zal dus komen door dromen en door droom interpretatie. 4 in wiens ogen de verwerpelijke veracht is, terwijl hij hen eert, die de Here vrezen. Heeft hij tot zijn schade gezworen, hij verandert het niet; Hierom volhard hij in het kruis, opdat de droom interpretatie tot volkomenheid komt, tot een gave, tot werk. 5 hij leent zijn geld niet op woeker en aanvaardt geen geschenk tegen de onschuldige. Wie zo handelt zal nimmer wankelen. De droom interpretatie leidt zo tot grens gevoeligheid waardoor hij niet in de valstrikken van het vlees terecht komt.

Hoofdstuk 47. vers voor vers : psalm 16 – van reformatie tot regressie Psalm 16 1 Een kleinood van David. Bewaar mij, o God, want bij U schuil ik. Wat is een studie zonder geschiedenis ? Wat is een studie zonder regressie, het teruggaan naar verloren gegane fundamenten door de modernisering ? 2 Ik heb tot de Here gezegd: Gij zijt mijn Here, ik heb geen goed buiten U. Hoe ver is de mens door alle modernisering wel niet afgedwaald van de dichterlijke fundamenten van Israel die overigens weer hun fundament hebben in Egypte, en Afrika, en wat terugleid tot de voor velen onbekende voortijdse fundamenten ? Daarom moet de reformatie wel leiden tot de regressie, anders wordt het tot een deformatie, oftewel de bedrieglijke modernisering. 3 Wat betreft de heiligen die in den lande zijn: zij zijn de heerlijken in wie al mijn welbehagen is. In het Hebreeuws is lande erets, de aarde, of de onderwereld. Als de regressie komt moeten er regressoren zijn, de opvolgers van de reformatoren. Zij zijn de diepte ingegaan tot dat wat verloren is gegaan in de tijd. Zij hebben de oude fundamenten opgegraven. 4 Vele zijn de smarten van hen die dingen naar de gunst van een andere god; ik zal hun plengoffers van bloed niet plengen, zelfs hun namen op mijn lippen niet nemen. De mens is afgeweken van de bron, en daarom moet de mens terug. De mens heeft meer losgelaten dan lief is. De moderne mens wil alles luxe, en vergeet het kruis, vergeet de wijsheid van de voorouders en de oude vreemde culturen. Die mens spijbelt nog steeds, ook al bouwt hij nieuwe moderne scholen. Als de mens is afgeweken van de boodschap, wat is het dan nog waard ? 5 O Here, mijn erfdeel en mijn beker, Gij zelf bestendigt wat het lot mij toewees. In een droom als kind moest ik van een beker drinken en daalde ik af in een diepe put, terug naar het verleden, tot een dal van doodsbeenderen. Zoals de heilige geest in het Aramees, de taal van Jezus en de oorspronkelijke taal van het nieuwe testament, ruh is, en richting betekent, zo is dit genomen van de Egyptische ruh die door de onderwereld trok, door de baarmoeder, terug tot de oude voortijdse fundamenten, als beeld van de regressie. Ook Jezus ging dit pad. Ook David en Jozef gingen dit pad. Ruh, roe, of oru, is ook de naam van een voortijdse godin, een naam voor het kruis of gesel, roe, roede. Het verleden spreekt door pijn. Het is een taal die de mens moet leren

verstaan. Dit is wat we de gave van kruis interpretatie noemen, of nachtmerrie interpretatie. 6 De meetsnoeren vielen mij in liefelijke dreven, ja, mijn erfdeel bekoort mij. In het Egyptisch betekent Ra, ruh, rw zoiets als de onderwereld ingaan, de aarde ingaan, wat wijst op restrictie, meetsnoeren, en wat duidt op regressie, wat dus de Egyptische betekenis is van de heilige geest. Toen ik de regressie op een nacht ontving werden mijn voeten helemaal heet, omdat de voet als betekenis heeft : het fundament, de oorsprong, het ingaan tot de aarde, en daarom heeft de voet ook met het kruis en de gesel te maken, met de roe, want hierdoor daalde Jezus de onderwereld in. De mens moet dus van reformatie tot regressie komen om aan de deformerende modernisering te ontkomen. Ga de diepte in. Ga terug. Drink van deze beker en heb deel aan het kruis. Dat is de ware betekenis van het avondmaal : de regressie. 7 Ik prijs de Here, die mij raad heeft gegeven, zelfs bij nacht onderwijzen mij mijn nieren. De nieren zijn de filters van het lichaam. Alle valse modernisering moet uitgefilterd worden, en dit kan alleen door het kruis, de nacht, oftewel door de regressie. De mens moet als Jozef de put in. 8 Ik stel mij de Here bestendig voor ogen; omdat Hij aan mijn rechterhand staat, wankel ik niet. Calvijn stelt in zijn commentaar dat wij God niet kunnen zien met vleselijke ogen, maar alleen als we boven het wereldse zijn uitgestegen, en met de ogen zien van het innerlijk weten. Het is dan belangrijk niet te kijken met een modern oog die allerlei dingen overslaat, maar met een regressorisch oog wat terugkijkt naar wat er al gegeven was, zodat er geen belangrijke fundamenten over het hoofd worden gezien. Er ligt zoveel kennis verborgen in de geschiedenis. 9 Daarom verheugt zich mijn hart en juicht mijn ziel, zelfs mijn vlees zal in veiligheid wonen; Regressie betekent dat er een brug wordt gelegd tussen het nu en de geschiedenis, en dat er in die zin, en binnen die context ook progressie kan plaatsvinden, wat de verheuging is waar de psalmist over spreekt. 10 want Gij geeft mijn ziel niet prijs aan het dodenrijk, noch laat Gij uw gunstgenoot de groeve zien. De dood zal de mens nooit eenzijdig kunnen meenemen, omdat de mens ergens anders vandaan komt in in regressie is, dus het is meerzijdig, als een openbaring. 11 Gij maakt mij het pad des levens bekend; overvloed van vreugde is bij uw aangezicht, liefelijkheid is in uw rechterhand, voor eeuwig. Er is altijd een samenhang, een grotere context, waardoor dingen vruchtbaar zijn en leven schenken.

Hoofdstuk 48. psalm 1 : de gedeformeerde kerk als geconformeerde kerk Artur Weiser (1893-1978) stelt in zijn commentaar op psalm 1 (1935) dat het gaat over dat de mens zich niet moet conformeren aan het voorbeeld van de zondaar. We kunnen dus spreken van de gedeformeerde kerk als geconformeerde kerk, geconformeerd aan de zonde, in tegenstelling tot de gereformeerde kerk en de regressorische kerk die zich juist heeft afgescheiden van de zonde, waar psalm 1 ook over gaat. De mens, stelt Weiser, heeft de goddelijke wil nodig, als leidraad en kompas om van de zonden weg te komen, en dit kompas is onfeilbaar. Het reguleert het gedrag en schept tegelijkertijd een band met God. Weiser stelt dat psalm 1 vol is van goddelijke en practische wijsheid, om jonge mensen te initiëren hierin. In deze zin is de eigen ervaring een basis. We moeten niet alles heel steriel en clinisch beschrijven, maar er zelf doorheen gaan, het zelf doorleefd hebben. Weiser stelt dat er wel een tegenstelling moet zijn, een eenzijdigheid, een zekere starheid, om aan te dringen tot het maken van een keuze, wat dus een educatief doel is. We kunnen stellen dat er hierom een balans moet zijn tussen meerzijdigheid en eenzijdigheid.

ragnarok ontsluierd coab 2020 voorwoord hoofdstuk 1. psalm 150, 1, 2 hoofdstuk 2. zefanja en de terreur van de lingiatrie hoofdstuk 3. het hemelse virus hoofdstuk 4. de recobocratie, de recobotische samenleving hoofdstuk 5. een terafim van golems hoofdstuk 6. karl en het valse wereldrijk van romantiek hoofdstuk 7. 1834 hoofdstuk 8. karl de illusionist hoofdstuk 9. karl en de val van icarus hoofdstuk 10. de flutroman : parelduik gebied hoofdstuk 11. 1979 – het hagedissen eiland hoofdstuk 12. het pad van de hagedis door de tuin van eden hoofdstuk 13. het pad van de hagedis tot de kameleon – door het paradijs komen tot de ark van noach hoofdstuk 14. van exorcisme tot exegese hoofdstuk 15. het zaad van orion hoofdstuk 16. driehoek van overeenkomsten : de flutroman, de bijbel en de vur hoofdstuk 17. de indische psalm 1 (van de rig veda) als oorsprong van de israelitische psalm 1 hoofdstuk 18. de indo-israelitische psalmen : 2-6 hoofdstuk 19. de psalmische bloedlijnen : psalm 1 en 2 hoofdstuk 20. het hindoeïsme : de religie van de territoriale oorlogsvoering – de vedische sleutel tot psalm 1 hoofdstuk 21. de rigvedische psalmen : commentaar en parafrase hoofdstuk 22. Exodus 1-4 als parafrasische rijmpsalmen met commentaar hoofdstuk 23. Exodus 5-13 als parafrasische rijmpsalmen hoofdstuk 24. de bijbel in parafrasische rijmpsalmen : numeri 1-5 hoofdstuk 25. parafrase van diverse heilige boeken tot berijmde psalmen van de bijbel, de koran en de rig veda hoofdstuk 26. galaten rijm hoofdstuk 27. bespreking van calvijn's commentaar op johannes 1:1-5

hoofdstuk 28. bardo en ontboorte hoofdstuk 29. Hemelse Psalmen hoofdstuk 30. Psalm 2. Wie zal aan vijand's hand ontkomen hoofdstuk 31. in 't sukki land hoofdstuk 32. de exodus hoofdstuk 33. vorige levens hoofdstuk 34. ezechiël hoofdstuk 35. In de wildernis hoofdstuk 36. In de diepte van de nacht hoofdstuk 37. de patronen van conflicten hoofdstuk 38. de taal der conflicten hoofdstuk 39. ezechiël en de jehovah getuigen hoofdstuk 40. ezechiëlitische psalmen hoofdstuk 41. het kinderkruis hoofdstuk 42. het israelitische fetishisme hoofdstuk 43. een levitische psalm hoofdstuk 44. venus hoofdstuk 45. Hoe kan een mens gelukkig zijn ? E.H.B.O. hoofdstuk 46. Geen kaartje van God gehad vandaag – Wanneer God niet spreekt hoofdstuk 47. de venus ballingschap hoofdstuk 48. de angel en de kus hoofdstuk 49. het geheimenis van de heide hoofdstuk 50. het menselijk lichaam voorgesteld als een bijenkorf – dwalen door de vur hoofdstuk 51. door wind en water – hersenschimmen van de natuur – dwalen door de vur hoofdstuk 52. voor 'bijginners' : de toerusting van de bij hoofdstuk 53. bespreking van calvijn's commentaar op numeri 1-5 hoofdstuk 54. huiskamer rechters hoofdstuk 55. kruis en kroning hoofdstuk 56. de hongerkern – het geheim van het spinnendraad hoofdstuk 57. het geheimenis van de sneeuw hoofdstuk 58. rode sneeuw in de zomer hoofdstuk 59. Dus wat is er daadwerkelijk gaande ? hoofdstuk 60. shamanistische orakels hoofdstuk 61. de vur 1:1-2 hoofdstuk 62. het zoet der dwazen hoofdstuk 63. oorlogsgodin, godin der liefde : veilig vast aan 's hemels banden hoofdstuk 64. rijk door roddel hoofdstuk 65. de taal van de stilte ; het land van melk en drop hoofdstuk 66. sneeuwwitje achter glas hoofdstuk 67. het mormoonse commentaar op psalm 1 hoofdstuk 68. amos 1:1-3 hoofdstuk 69. de sexualiteit als shamanistisch orakel hoofdstuk 70. hoe het shamanistische medicijn van Roodkapje toe te passen hoofdstuk 71. jn-pw hoofdstuk 72. rauwe shamanistische aantekeningen hoofdstuk 73. de open naven matrix – het anti ragnarok

COAB 2020 voorwoord 'Al vele eeuwen buigen geleerden hun hoofd over het ragnarok mysterie, maar de sleutel ligt verborgen. De viking met zijn gehoornde helm heeft het gouden kalf overwonnen. Alleen de viking, oftewel de vuking, hij die het beloofde land, Vuk, heeft gevonden, kent de sleutel.' Vuk wordt in de insectische geschriften beschreven als het land van de rood stekende vliegen, als het bemachtigen en verstaan van de shamanistische orakels. Dezen zijn door alles heengewoven. Ze zijn al eeuwen weg, maar hebben hun sporen achtergelaten. 'Oh hoe de vukingen het land vuk bezingen in hun psalmen, maar gij hebt het niet verstaan, niet gehoord en niet gezien, want deze dingen zijn voor aardlingen verborgen. Bent gij dan klaar voor de reis die leidt tot de diepte van Egyptische mysteriën ? Voor deze reis hebt gij zeker vele dingen nodig, allereerst dat gij het vlees geheel loslaat, en niet meer terugverlangt naar de vleespotten. Want dat zou uw zicht alleen maar vertroebelen, totdat gij geheel blind bent zoals de andere aardlingen. Daar beneden leiden of liever gezegd misleiden de blinden de blinden, maar gij geheel anders … Kiest dan heden wie gij dienen zult. In het grote ragnarok zullen hun namen verdwijnen. Check dan zorgvuldig uw rugzakje om te zien of u alle spulletjes heeft, nodig voor de reis. Deze spulletjes worden als eerste in het boek besproken. Niets hangt er zomaar per toeval bij. Bent gij klaar voor de reis ? Alleen shamanistische wevers zullen de reis verstaan. Of bent gij alleen bezig met eenzijdige draden ? Neen, gij moet weven, weven moet gij, met velerlei stof, om door deze gebieden heen te komen, om het geheim van ragnarok te verstaan. Ragnarok ontsluierd, voor hen met een geestelijk oog, maar zij die het vleselijk benaderen zullen slechts nog meer verstenen en voor hen zal ragnarok nog meer versluierd worden.' Hoe aan de matrix van het valse christendom, van geestelijke pensionering, te ontkomen : de germaanse ragnarok. Als je niet vrolijk meedoet met de christelijke bedriegelijke spelletjes van geloof, genade, vergeving en valse liefde die de mensheid in slaap sussen als lokaas van een monsterlijk gedrocht, dan krijg je al snel het stempeltje moeilijk opvoedbaar opgeplakt als kind. Je luistert niet naar het ritme van hun trommels, je danst niet in de maat, je bent tegendraads. Je hebt namelijk nog germaans bloed in je, en je voelt op je klompen het komende ragnarok aan. Ragnarok is gekomen, door corona, en hoe manoevreer je je hier doorheen ? Daarover gaat dit boek. Er was veel strijd over dit boek en nog steeds. Veel ervan is nog niet in e-mails of op andere manieren gepubliceerd of rondgezonden. Het is een shamanistisch orakel, en bespreekt het ragnarok in de egypto-judeo-shamanistische context. Allereerst worden de nodige voorstappen besproken. Zo worden de energieën van het ragnarok zorgvuldig gewoven door deze tijden van corona heen. De wereld is niet meer hetzelfde. Ragnarok kijkt toe. Wat is het ? Ga je niet pensioneren geestelijk gezien. Er hangt een zoete penetrante pensioneringsgeur in de

christelijke huiskamers. Zo zappen ze door het leven heen, met de oma of opa sloffen aan, en maar oordelen over de ander zonder van enig toeten of blazen te weten. Ze hebben hun gouden kalf opgericht, maar ragnarok is een hemelse industrie van wakker worden en volwassen worden, stoppen met het spelen van spelletjes. Volwassen worden betekent dus niet met pensioen gaan, niet dement gaan doen, maar hemelse industrie bedrijven, de dingen van boven zoeken en uitwerken, weven dus. Maar hoe werkt dit precies, practisch gezien ? Daarover gaat dit boek. Ragnarok is koud genoeg om af te rekenen met de vals brandende eeuwige hel van de christenen. Wel wordt er een ware betekenis van hel gegeven, omdat dit woord letterlijk uit de germaanse mythologie werd gehaald. Het woord hel bestaat niet in de israelitische talen, en de israelieten geloven ook niet in de eeuwige hel van de christenen wat gebaseerd is op zwaar selectieve vertalingen en corrupties. Ragnarok rekent hier volkomen mee af, maar hoe werkt het ? Wie of wat is het ? Hiervoor moeten we een reis maken naar Egypte en naar de voortijd om zicht te krijgen op de context van de germaanse ragnarok. Maar eerst moeten we ons op deze reis voorbereiden. Daarover gaat dit boek. Veel is hiervoor nodig. We kunnen niet zomaar het ragnarok inspringen, maar moeten de nodige fundamenten hiervoor hebben. Al vele eeuwen buigen geleerden hun hoofd over het ragnarok mysterie, maar is er een verborgen of ontbrekende sleutel ? In dit boek worden de sleutels besproken, want je komt niet zomaar tot de geheimen van het ragnarok. Het is als geestelijk dynamiet, en daarom moest het ook wel beveiligd worden. Dit boek zal door vleselijken dus ook niet verstaan worden. hoofdstuk 1. psalm 150, 1, 2 Psalm 150 : Prijzen is in het Hebreeuws een beeld van het knielen, het aan de voeten buigen van de hemelse koning. Koning is in het Grieks de voet, als beeld van de regressie. De mens moet teruggaan tot de bron. Als psalm 1 aan het einde stelt : 'maar de weg der goddelozen vergaat,' dan maakt Kimhi (rabbijn, 1160-1235) in zijn middeleeuws commentaar vergelijking met 1 Samuel 25:29 : 'de ziel uwer vijanden zal Hij wegslingeren uit de holte van de slinger.' Dit is ook weer verbonden aan de strijd tussen David en Goliath. In die zin zijn onze vijanden dus belangrijk, want zij zullen tot de stenen worden waarmee we met onze slinger de andere vijanden zullen verslaan. Wees daarom profetisch

goed merkzaam. Als klein kind maakte mijn vader camera opnames van ons bij onze grootouders, en ik deed voortdurend alsof ik stenen uit de lucht plukte, en maakte er hele vreemde, verbaaste gezichten bij. Ik heb dit later als zodanig kunnen herkennen. Kimhi beschrijft dan de oorlogspsalm, psalm 2, in vergelijking met 2 Samuel 5:17 : 'Toen de Filistijnen hoorden, dat men David tot koning over Israël gezalfd had, trokken alle Filistijnen op om zich van David meester te maken.' God lacht hierover, zittende in de hemel. Het zitten wordt door Kimhi uitgelegd als het geduld en de volharding, als een beeld van eeuwigheid. Als Kimhi het heeft over vers 6 : 'Ik heb immers mijn koning gesteld over Sion, mijn heilige berg,' dan stelt hij dat david die berg had ingenomen en dat daarom de Filistijnen zich verzamelden om tegen hem te strijden. David werd door God uitverkoren vanwege zijn gehoorzaamheid, terwijl zijn broers te ijdel waren, te zelfingenomen. 7 Ik wil gewagen van het besluit des Heren: Hij sprak tot mij: Mijn zoon zijt gij; Ik heb u heden verwekt. 8 Vraag Mij en Ik zal volken geven tot uw erfdeel, de einden der aarde tot uw bezit. 9 Gij zult hen verpletteren met een ijzeren knots, hen stukslaan als pottenbakkerswerk. Kimhi stelt dat dit over David gaat die de uitverkorene was onder zijn broers. We kunnen stellen dat dit ook zo was bij Jozef die de uitverkorene onder zijn broers was. Beiden werden ze koning, wat een beeld is van regressie. Het is de regressie die als een ijzeren knots de modernisering en conformering zal neerslaan. Kimhi stelt dat de zoon ook Israel is : 'Israël is mijn eerstgeboren zoon.' (Ex. 4:22) Psalm 3 is volgens de rabbijnse overlevering en volgens Kimhi geschreven toen David op de olijfberg was in 2 Samule 15 : 30 David nu besteeg de helling van de Olijfberg, en weende onder het voortgaan, het hoofd omhuld en barrevoets; en allen die bij hem waren, hadden het hoofd omhuld en trokken al wenende voort. 31 Toen aan David bericht werd: Achitofel is onder hen die met Absalom samenspannen, zeide David: Verijdel toch de raad van Achitofel, o Here. De profeet Nathan had gezegd in 2 Samuel 12:11 : 'Zie, Ik zal over u een kwaad doen komen, uit uw eigen huis.' N. H. Ridderbos (1910-1981) stelde in zijn commentaar op psalm 1 dat het mogelijk werd opgezegd voor een heiligdom of cultische tent voor rechtspraak, of m.a.w. voor de demonologie. hoofdstuk 2. zefanja en de terreur van de lingiatrie Zefanja 1 2 Volkomen zal Ik alles van de aardbodem wegvagen, luidt het woord des Heren. 3 Ik zal wegvagen mens en dier, Ik zal wegvagen het gevogelte des hemels en de vissen der zee, en de ergernissen met de goddelozen; ja, Ik zal de mensen van de aardbodem uitroeien, luidt het woord des Heren. 4 Ik zal mijn hand uitstrekken tegen Juda en tegen alle inwoners van Jeruzalem, en Ik zal uit deze plaats

uitroeien het overblijfsel van Baäl en de naam der afgodsdienaren met de priesters, 5 en hen die op de daken zich nederbuigen voor het heer des hemels, en die zich nederbuigen en zweren bij de Here en zweren bij hun Moloch; 6 ook hen die van de Here afvallen, en die de Here niet zoeken noch naar Hem vragen. Dit gaat over ouders die hun kinderen aan de Moloch hebben geofferd : aan de psychiatrie, dentistrie, vlees-industrie etc. Zefanja wordt bestempeld als de laatste kleine profeet voor de Babylonische ballingschap. Hij profeteerde in de dagen van koning Josia, de hervormer. Calvijn noemt de diensten tot Moloch bijgeloof. Zo kunnen we die moderne systemen ook beschrijven : Ze hebben geen enkele wetenschappelijke basis. Het is allemaal natte vingerwerk voor de markt. 11 Huilt, gij inwoners van de Vijzel, want al het kramersvolk gaat te gronde en alle geldwegers worden uitgeroeid. Calvijn roept daarom ook op tot soberheid. 15 Die dag is een dag van verbolgenheid, een dag van benauwdheid en van angst, een dag van vernieling en van vernietiging, een dag van duisternis en van donkerheid, een dag van wolken en van dikke duisternis, 16 een dag van bazuingeschal en van krijgsgeschreeuw. Natuurlijk is dit oordeel eerst over Zefanja zelf gekomen, en is hij al opgenomen. Calvijn stelt dat de mens vertrouwen had opgebouwd door vleierij, en dat zou door God weggenomen worden. Zij hadden vertrouwen in mensen, maar Zefanja was teruggenomen tot het hemelse Woord. 17 Dan zal Ik de mensen benauwen, zodat zij gaan als blinden, want zij hebben tegen de Here gezondigd, en hun bloed zal worden uitgestort als stof en hun ingewand als drek. 18 Noch hun zilver, noch hun goud zal hen kunnen redden op de dag van de verbolgenheid des Heren. Door het vuur van zijn naijver zal de ganse aarde verteerd worden, want vernietiging, ja, een verschrikkelijk einde zal Hij alle inwoners der aarde bereiden. Calvijn stelde dat de mens van alles zich had ingebeeld, en deze beelden zouden vernietigd worden. Zefanja 2 15 Dit is de uitgelaten stad, die zo onbezorgd woonde, die bij zichzelf zeide: Ik ben het en niemand anders. Calvijn stelt dat muren die opgezwollen zijn op instorten staan, als beeld van de hoogmoed. Hoofdstuk 3 gaat over het overblijfsel waartoe Zefanja behoort. Een voortijdse versie van het boek Zefanja wordt bewaakt door een Germaanse golem (idool gemaakt van klei) van de gedeformeerde, conformeerde kerk, een gongslager. Vannacht had ik een droom van deze Germaanse golem, de wachter van Zefanja, met als naam Tokkels. Hij stond daar in de gedaante van mijn aardse vader, en moest mij doorlaten en loslaten zeggende : Je was een doorzetter en je kan het ook met anderen (in plaats van met hem). Het voortijdse Zefanja was een veel groter boek, en delen ervan zijn in de psalmen terecht gekomen. Het begin is nu psalm 73, maar behoorde dus eigenlijk tot het veel grotere voortijdse boek van Zefanja. Ik kwam in de zogeheten Zefanja lift terecht naar beneden, die deze golem bewaakte. Psalm 73 is dus oorspronkelijk Zefanja 1 en gaat over het raadsel van de voorspoed van de

goddelozen. 1 Waarlijk, God is goed voor Israël, voor hen die rein van hart zijn. 2 Maar mij aangaande, bijkans waren mijn voeten afgeweken, bijna waren mijn schreden uitgegleden. 3 Want ik was afgunstig op de hoogmoedigen, toen ik de voorspoed der goddelozen zag. 4 Want moeiten hebben zij niet, gaaf en welgedaan is hun lichaam; 5 in de kwelling der stervelingen delen zij niet, en met andere mensen worden zij niet geplaagd. 6 Daarom is de trots hun een halssieraad, het geweld omhult hen als een kleed; 7 hun ogen puilen uit van vet, de inbeeldingen van hun hart lopen over; 8 zij spotten, en boosaardig spreken zij van verdrukking, zij spreken uit de hoogte; 9 ze zetten een mond op tegen de hemel, en hun tong roert zich op de aarde. 10 Daarom wendt zijn volk zich hierheen, en als water in overvloed wordt het door hen geslorpt; 11 zij zeggen: Hoe zou God het weten; zou er ook wetenschap zijn bij de Allerhoogste? 12 Zie, zo zijn de goddelozen, altijd onbezorgd vermeerderen zij het bezit. 13 Maar tevergeefs heb ik mijn hart rein gehouden, mijn handen in onschuld gewassen. 14 De ganse dag word ik geplaagd, mijn bestraffing is er elke morgen. 15 Indien ik gezegd had: Ik zal aldus spreken, zie, dan ware ik afvallig geweest van het geslacht uwer kinderen. 16 Ik tobde erover om dit te begrijpen, een kwelling was het in mijn ogen, 17 totdat ik in Gods heiligdommen inging, en op hun einde lette. 18 Waarlijk, Gij stelt hen op glibberige plaatsen, Gij doet hen instorten tot puin. 19 Hoe worden zij in een oogwenk tot een voorwerp van ontzetting, zijn zij verdwenen, vergaan door verschrikkingen; 20 gelijk een droom na het ontwaken, o Here, versmaadt Gij, als Gij opwaakt, hun beeld. 21 Toen mijn hart verbitterd was, en ik in mijn nieren geprikkeld werd, 22 toen was ik een grote dwaas en zonder verstand, ik was een redeloos dier bij U. 23 Nochtans zal ik bestendig bij U zijn, Gij hebt mijn rechterhand gevat; 24 Gij zult mij leiden door uw raad, en daarna mij in heerlijkheid opnemen. 25 Wie heb ik nevens U in de hemel?

Nevens U begeer ik niets op aarde; 26 al zou mijn vlees en mijn hart bezwijken, mijns harten rots en mijn erfdeel is God voor eeuwig. 27 Want zie, wie verre van U zijn, gaan te gronde, Gij verdelgt al wie overspelig U verlaat, 28 maar mij aangaande, het is mij goed nabij God te zijn, de Here Here heb ik tot mijn toevlucht gesteld, en ik wil al uw werken vertellen. Deze psalm gaat dus over de opname, zie vers 16-20, 23-28, wat ook laat zien dat de opname gewoon van binnen is. Zefanja 1 gaat hierover in het OT : 12 Het zal te dien tijde geschieden, dat Ik Jeruzalem met lampen zal doorzoeken; Ik zal bezoeking doen over de mannen die dik geworden zijn op hun droesem, en die bij zichzelf denken: De Here doet geen goed en Hij doet geen kwaad. 13 Hun rijkdommen zullen zijn ter plundering en hun huizen ter verwoesting. Al bouwen zij huizen, zij zullen ze niet bewonen; al planten zij wijngaarden, zij zullen de wijn daarvan niet drinken. Psalm 88 is Zefanja 2 waar het oordeel eerst over Zefanja zelf gaat en hij de put ingaat : 2 Here, God van mijn heil, des daags roep ik, des nachts ben ik vóór uw ogen. 3 Laat mijn gebed voor uw aangezicht komen, neig uw oor tot mijn geroep; 4 want mijn ziel is verzadigd van rampen, mijn leven is het dodenrijk nabij. 5 Ik word gerekend onder wie in de groeve nederdalen, ik ben geworden als een man zonder kracht. 6 Onder de doden is mijn verblijf, gelijk verslagenen die in het graf liggen, die Gij niet meer gedenkt, en die aan uw hand ontrukt zijn. 7 Gij hebt mij in de diepste kuil gelegd, in duistere plaatsen, in diepten. 8 Uw grimmigheid rust zwaar op mij, door al uw baren drukt Gij mij neder. sela 9 Mijn bekenden hebt Gij van mij verwijderd, Gij hebt mij tot een gruwel voor hen gemaakt; ik ben ingesloten, ik kan niet ontkomen. 10 Mijn oog kwijnt van ellende; dagelijks roep ik U aan, o Here, ik breid mijn handen naar U uit. 11 Zult Gij aan de doden een wonder doen; zullen schimmen opstaan en U loven? sela 12 Wordt in het graf uw goedertierenheid verkondigd, uw trouw in de plaats der vertering? 13 Wordt uw wondermacht in de duisternis bekend, uw gerechtigheid in het land der vergetelheid? 14 Maar ik roep tot U, o Here, des morgens komt mijn gebed vóór U. 15 Waarom, o Here, verstoot Gij mij, verbergt Gij uw aangezicht voor mij?

16 Ik ben ellendig en wegstervend van mijn jeugd aan, ik draag uw verschrikkingen, ik ben radeloos; 17 uw brandende toorn gaat over mij heen, uw verschrikkingen vernietigen mij; 18 de ganse dag omringen zij mij als water, zij omsingelen mij tezamen. 19 Vriend en metgezel hebt Gij van mij verwijderd; mijn bekenden zijn een en al duisternis. De planeet van Zefanja : 60 millioen keer groter dan de aarde, een oerwouds planeet. De aardlingen worden nu geinjecteerd met een geestelijk virus. Dit geestelijk virus zal hen doorzoeken om te kijken of ze klaar zijn voor opname van binnen. Het zijn buitenaardse invasies d.m.v. zulke geestelijke virussen. Er zijn verschillende virussen die ze hiervoor gebruiken. Deze virussen kunnen zowel geestelijke gaven openen of sluiten, oftewel de geestelijke zintuigen. Het virus brengt het hart van de wildernis moeder terug, moeder oorlog, en van haar dochters, studie en werk. Het virus werkt veelal subtiel via omwegen en door codes, en de mens dient deze codes te herkennen. Het is een bepaalde taal die er gesproken wordt. Het zijn vreemde tongen. Deze tongen willen ook de taal veranderen. Er hangt een verschrikkelijke talen terreur op de aarde. Het is een lingiatrie, zoals de psychiatrie geen dromen en visioenen toestaat, geen symboliek, geen eigen gedachten, geen in hun ogen negatieve emoties zoals depressie, angst, etc. zo is er een lingiatrie die geen dialecten toestaat, geen nieuwe taalvormen, maar alleen de orthodoxe zoals zij dit bepalen, en het is een ware terreur hier op aarde. Voortdurend gaan hun alarms af en sluiten ze zielen op als er spelfouten worden gemaakt, grammatica fouten enzovoorts, want dat zou buitenaardse invasies ten gevolge kunnen hebben. Laten we herinneren dat de Egyptenaren hun woorden op vele manieren schreven. De lingiatrie wordt uitgevoerd door het lekenvolk, de ongeletterden die alleen hun eigen taal kennen en smetvrees hebben. Het zijn door zichzelf aangestelde lingiaters die het altijd beter weten, en die door hun spelling terreur de diepere zaken van het leven de toegang willen ontzeggen. Het zijn wachters. (lingua = latijns voor taal, tong) Ze hebben veel kruispunten met de psychiatrie, want als ze symboliek horen dan raken ze in paniek, als ze creativiteit horen raken ze in paniek, en als iemand een andere geloofstaal spreekt, andere metaforen gebruikt dan die van hen, raken ze ook in paniek, en halen ze hun etikettendoos erbij. Daar hebben ze hun beroep van gemaakt, als beroepsmatige zonde, het bevooroordelen van mensen, valse talenrechter spelen, wat een hoge en verhardende graad van zonde is. Zefanja zegt hierover in het OT : 3 1 Wee u, weerspannige, bezoedelde, verdrukkende stad. 2 Zij hoort naar geen roepstem, zij neemt geen tuchtiging aan; op de Here vertrouwt zij niet, tot haar God nadert zij niet. 3 Haar vorsten in haar midden zijn brullende leeuwen; haar rechters zijn avondwolven, zij laten niets over tot de morgen. 4 Haar profeten zijn woordenkramers, mannen die trouweloos handelen; haar priesters ontwijden het heilige, zij doen de wet geweld aan. 5 De Here is rechtvaardig in haar midden; Hij doet geen onrecht; elke morgen geeft Hij zijn recht; als het licht wordt, blijft het niet uit. Doch de verkeerde weet van geen schaamte. 6 Ik heb volken uitgeroeid; vernield zijn hun hoektorens; Ik heb hun straten verwoest, zodat niemand er meer door gaat; hun steden liggen in puin, zonder mensen, zonder inwoners. 7 Ik zeide: Vrees Mij toch, neem tuchtiging aan; dan zal haar woning niet uitgeroeid worden volgens alles waarmee Ik over haar bezoeking zal doen. Evenwel, zij waren er vroeg bij om al hun boze daden te bedrijven. 8 Daarom, wacht op Mij, luidt het woord des Heren, ten dage dat Ik zal opstaan tot de buit; want

mijn vonnis is, volken te vergaderen, koninkrijken te verzamelen, over hen mijn gramschap uit te gieten, heel mijn brandende toorn, want door het vuur van mijn naijver zal de ganse aarde verteerd worden. Het tweede deel van hoofdstuk 3 gaat er dan over dat er een nieuwe taal zal komen, een nieuwe tong. De door zichzelf benoemde, door het vlees aangestelde, lingiaters, leven vaak in het verborgene om vanuit het niets op hun prooi toe te springen. hoofdstuk 3. het hemelse virus De brug tussen slaap en droom is slechts een metafoor van de brug tussen de hongerologie en het hemelse virus dat het opwekt, wat is als een sprankelende droom. Dit is dus iets wat je zowel overdag als 's nachts kunt binnengaan, door de hongerologie, door het hongeren. Zorg ervoor dat je door dit hemels virus wordt opgenomen. Zij die niet hongeren of niet genoeg hongeren zullen niet opgenomen worden en zullen achterblijven. Er zal een scheiding komen tussen het geestelijke en het vleselijke. De lens zal het doorsnijden. Je bent in je lichaam, en toch ben je een opgenomene. Het is zeer belangrijk. De planeet van Zefanja zal komen. Het strijdt tegen hen die niet hongeren. Het strijdt tegen hen die dik zijn geworden op hun droesem, die van recht, het medische en het geestelijke een markt hebben gemaakt. Het strijdt tegen de terreur van de lingiatrie, de letter-politie. De aarde is geestelijk gepensioneerd en heeft alles in kannen en kruiken. Het virus moet het losbreken, opdat de zielen der oprechten worden opgenomen, opdat de geestelijke gaven zullen vrijkomen. Dit virus is zowel geestelijk als lichamelijk, hormonaal. Dit virus is onderdeel van de immunologie van de oprechten. Het profetische is een virus, een hemels virus. Zo is ook genezing een hemels virus. De golems (idolen van klei) die de wereld beheersen door de oude systemen, en die germaans zijn en patriarchisch, vals-mannelijk, zijn heel erg zelfbewust en daardoor protserig en denken dat dit mannelijk is, omdat iemand anders hen dit heeft gezegd. Ze hebben gedachtenpatronen waaraan ze alles toetsen, en dit gaat altijd langs het valse bewustzijn 'wie' ze zijn, 'waar' ze zijn, en 'met wie' ze zijn, en wat die anderen erover hebben gezegd, waarin ze zich ook vasthouden aan hoeveelheden, die vaak puur ingebeeld zijn. 'Ik denk zo, dus iedereen zal wel zo denken.' Of : 'Ik heb het ergens gelezen, dus het zal wel goed zijn, het zal wel standaard zijn, iedereen denkt zo, iedereen vindt dit, dus zal het wel belangrijk wezen, en waar, en goed.' En zo werken deze bedrieglijke gedachtenpatronen een enorme stijfkoppigheid op en dit soort figuren zien we dan ook telkens in de media en om ons heen, maar het hemels virus verstoort deze gedachtenpatronen, dit pseudo-weten, en breekt ze af. Het hemels virus geeft dus allereerst een enorme desorientatie, van het niet weten wie of wat je bent, niet wetend waar je bent en met wie. Zo kom je in een andere realiteit en wordt je opgenomen. En zo vallen deze golems ook die alles zo goed denken te weten, en die zich in de hoofden van de mensheid hebben gezet. De valse, pseudo-zelfbewuste mannelijkheid die zich vlot overal doorheen manoevreerd moet dus plaatsmaken voor het hart van de oorlogsmoeder en haar

twee dochters, studie en werk. Deze golems moeten vallen en hun gedachtenpatronen hebben geen natuurgrond en natuurwortels en zullen als torens omver geblazen worden, waar ook het boek Zefanja over gaat. Het zijn voornamelijk spelletjes die de rijken spelen. Zij hebben deze rijkdom gestolen, dus het is allemaal het goud van de dwazen, en het ligt overal om de mens heen voor het oprapen. Zijn we klaar voor het hemelse virus ? Hebben we er een relatie mee ? We hebben het nodig om te kunnen ontkomen aan de vlees parasiet. De vlees parasiet brengt allemaal z'n eigen virussen voort, en vreet zichzelf tot een oordeel, waardoor het allemaal instort op een zeker ogenblik, en het trekt zovelen mee in z'n val, waar ook het boek Zefanja over gaat. Maar dan wordt er ook gesproken over een nieuwe taal en tong die zal komen, over een heilig overblijfsel van opgenomenen. De mens moet bidden om het hemelse virus en zich ernstig uitstrekken naar het hemelse virus en niet tekort schieten in het hongeren, om aan de val van de goddelozen te kunnen ontkomen. De germaanse gongslagers, golems, zijn waggelende dronkaarden en hun val zal zeker komen. Val niet met hen mee. Bewerk je behoudenis in vreze en beven. Bewerk je behoudenis in het hongeren en het streven naar het hemelse virus. Mis het niet. Dit is een ernstige boodschap. De boze sleurt velen mee in allerlei onzinnigheid. Het parasitaire is subtiel en sluw en heeft een heel arsenaal aan pseudo-bewustzijn gebouwd, maar na de trip zal de illusie doven en zal men met een kater het verderf tegemoetgaan, de vergetelheid, tot de conclusie komende dat ze op wind hebben gebouwd en dat hun leven geen waarde heeft gehad, maar slechts parasitair was, een leugen. Wat we om ons heen zien zijn slechts de stuiptrekkingen hiervan. Het einde en de voleinding is al dichterbij dan de mens denkt en is in wezen al gebeurd. Je kan de geschiedenisregisters er op open trekken. Dit wat we nu zien is slechts illusie, stuiptrekking. Het is al geschiedt. Maar dat de voleinding een heilsfeit is moet ook tot ervaringsfeit worden. De mens moet de voleinding leren begrijpen en verstaan. Het is te vinden in het hemels virus. De voleinding is niet een tijdperk in de toekomst. Het is er altijd al geweest. Het is om ons heen. Het is al gebeurd. Het is een leer. Voor de Israelieten was de babylonische ballingschap de voleinding waar alle profetieën naar toewezen, en ook het boek Openbaring komt allemaal uit het OT. Zefanja was de laatste profeet voor de babylonische ballingschap. Het was een zeventigjarige ballingschap. Ook Jeremia profeteerde erover en ging door dit tijdperk heen, en sprak dat de mens het moest aanvaarden, als een opname. De Israelieten waren inmiddels in het beloofde land gekomen, maar ze waren er nog niet. De voleinding moest nog komen. Voor anderen zou deze ballingschap tot verderf zijn. Het vleselijke zou gescheiden worden van het geestelijke. Dat Babylon, de leeuw, werd tot een rund in het boek Daniel, betekent dat de oorlog werd tot geestelijk werk, tot ambacht, oftewel het omsmeden van de wapens tot ploegscharen. Dit gaat over de balans tussen geestelijke oorlogsvoering en geestelijk werk. Men kan niet alleen maar leeuw zijn, en men kan ook niet alleen maar rund zijn. Daarom was de leeuw verbonden aan het rund. De babylonische ballingschap zou doorlopen tot de terugkeer in Ezra-Nehemia. Babylon omsingelde de steden van Juda en belegerde het door honger. Zo kon Babylon het volk innemen. Dit was ook wat Zefanja had geprofeteerd. Het volk zal in ballingschap gaan, met ketenen om hun nek. Ook Jeremia had ervan geprofeteerd. Ook Egypte werd verslagen. Babylon werd ook een beeld van de zg. diaspora, oftewel de scheuring en verstrooiing van Israel, wat ook behoort tot de voleinding en wat wijst op de scheiding tussen het vleselijke en het geestelijke.

hoofdstuk 4. de recobocratie, de recobotische samenleving De tenengolems zijn germaanse moeders die gekerstend werden, germaanse demonen, en die werden tot rechtsprekende afgoden in de gedeformeerde en geconformeerde kerk. Zij vormden zich tot terafims die over de families gingen heersen. Deze afgoden moeten vallen. De mens moet deze afgoden overstijgen, en daarvoor is het hemelse virus gekomen. De mens moet het juk van de babylonische ballingschap aanvaarden, als het juk van de voleinding. In de droom liet mijn tante mij die wijk zien waar ze naartoe wilde en ook het huis. Het was een natuurwijk en een natuurhuis, maar ze werd dus tegengehouden, en dat had dus ook weer met die tenengolems te maken. Het zit te diep geworteld in de mens. De Israelieten waren in het beloofde land terechtgekomen maar de voleinding was er nog niet geweest. Er was een reformatie gaande door Josia, de Israelitische Luther van die dagen, maar nog was het volk er niet. Er moest namelijk nog een regressie komen. Ze hadden teveel losgelaten en moesten terug naar de fundamenten, naar het kruis, en daarom kwam de babylonische ballingschap. Het boek Ezechiel gaat over die tijd. Ezechiel was een balling. Hij kreeg daar een groot visioen te zien, wat van belang is, over de heerlijkheid van God, wat beschreven werd als een mens, een arend, een rund en een leeuw. Het rund is een beeld van de ambachten, en we zien overal wel ambachten om ons heen, maar het is niet gebouwd op de demonologie, op de geestelijke oorlogsvoering, en daarom is het een markt geworden. Men neemt dus steekpenningen aan en laat zich daardoor leiden, niet door profetie, niet door het toetsen, maar door winstzucht dus, en dit werkt door het geestelijke, het medische en door het rechterlijke. Ook zien we leeuwen om ons heen die verder niet werken, niets van de rund in zich hebben, maar alleen maar oorlog voeren, en zij hebben dus ook geen fundament. De arend is het beeld van de opname. Het is belangrijk om het beeld van de rund en de leeuw geheiligd te houden door de opname, door het geestelijke, opdat het niet ten onder gaat in het vleselijke. Zo begint het boek Ezechiel. Het volk Israel was in de wildernis dus in een illusie terechtgekomen, in een strik van afgoden, en daarom moest de babylonische ballingschap wel komen. Dat Ezechiel later zijn voedsel op rundermest moest bereiden wijst op het feit dat de mens door een tijd moest gaan waarin ze geplaagd zouden worden door allerlei vleselijke ambachten die geen demonologie als fundament zouden hebben, oftewel de link tussen rund en leeuw was verbroken. In zo'n samenleving leven we vandaag de dag. Het zijn deserteurenbedrijven. Het volk moest dieper de honger in. Ezechiel 5 16 Wanneer Ik op hen de boze pijlen van de honger afschiet, die verderven zullen, en die Ik afschieten zal om u te verderven, dan zal Ik de honger over u doen toenemen en de staf des broods voor u verbreken. 17 Ik zal honger en verscheurend gedierte over u doen komen, die u van kinderen zullen beroven; pest en bloedvergieten zullen over u komen, en het zwaard zal Ik over u brengen. Ik, de Here, heb het gesproken. Dit moeten we metaforisch begrijpen. Het volk had namelijk overmoedige vruchten voortgebracht, omdat de leeuw niet was verzoend met het rund. Ze moesten terugkeren tot de bron, zoals Ezechiel een balling was aan de rivier de Kebar, oftewel Geb-Ra, of Kephri, Keb-Oru, de baarmoeder van het kruis, van de gesel, de roe. Het volk moest terugkomen tot de moederlijke natuurtucht, het natuuronderricht, als een medicijn.

Ezechiel kreeg toen gruwelen te zien zoals de babylonische christus en afgod Tammuz, die door vrouwen werd beweend. Hij was een vegetatie god, en net als Jezus een herder, en ook zoals Amos, waar de naam trouwens ook op wijst, en wat uit de voortijd komt, waarin Amos een profetisch Hoseaans werk had, en wat ook weer terugkomt in de Tammuz mythe, waarin hij sterft door zijn huwelijk met de godin. Tammuz is ook een Israelitische maand, wat de maand van het gouden kalf is. Het bijbel virus gaat niet zomaar weg, maar moet ontleed worden. Het is een kruis, een juk, wat de mens moet dragen, om zo tot diepte te komen. Sefanja 1 1 Het woord des Heren, dat kwam tot Sefanja, de zoon van Kusi, de zoon van Gedalja, de zoon van Amarja, de zoon van Hizkia, in de dagen van Josia, de zoon van Amon, de koning van Juda. De zoon van de donkere (vrouw), in de dagen van Josia, de grote reformator, en daarna kwam de babylonische ballingschap. Babylon was een veel ouder volk dan Israel, waar ook Abraham oorspronkelijk vandaan kwam, dus de mens moest na de reformatie van Josia de regressie in, zoals dat vandaag ook moet gebeuren. 2 Volkomen zal Ik alles van de aardbodem wegvagen, luidt het woord des Heren. Dit is gericht tegen het vleselijke leven, opdat de mens in het geestelijke opgewekt zou worden. 3 Ik zal wegvagen mens en dier, Ik zal wegvagen het gevogelte des hemels en de vissen der zee, en de ergernissen met de goddelozen; ja, Ik zal de mensen van de aardbodem uitroeien, luidt het woord des Heren. Er zou niets overgeslagen worden van het vlees, want dat zou tot een valstrik zijn. 4 Ik zal mijn hand uitstrekken tegen Juda en tegen alle inwoners van Jeruzalem, en Ik zal uit deze plaats uitroeien het overblijfsel van Baäl en de naam der afgodsdienaren met de priesters, Dit gaat dus over de komende babylonische ballingschap. Jeruzalem zou branden. 5 en hen die op de daken zich nederbuigen voor het heer des hemels, en die zich nederbuigen en zweren bij de Here en zweren bij hun Moloch; De mens kan geen twee heren dienen : het goede en het kwade, de kennis en de onwetendheid, het geestelijke en het vleselijke, de waarheid en de leugen. 6 ook hen die van de Here afvallen, en die de Here niet zoeken noch naar Hem vragen. Er zou geen plaats meer zijn voor onverschilligheid. 7 Zwijg voor het aangezicht van de Here Here, want nabij is de dag des Heren; want de Here heeft een offermaal bereid; Hij heeft zijn genodigden geheiligd. Het offeren is het vleselijke inleveren om het geestelijke te ontvangen. Het vleselijke wordt zo vertaald, gerecycled. 8 Het zal geschieden ten dage van het offermaal des Heren, dat Ik bezoeking zal doen over de

vorsten en over de koningszonen en over allen die uitheemse kleding dragen. Dit houdt dus in : territoriale geestelijke oorlogsvoering, wat inhoudt het komen tot de prioriteiten en de regressie, het terugkeren tot de bron. 9 Ook zal Ik te dien dage bezoeking doen over allen die over de drempel springen, die het huis hunner heren vullen met geweld en bedrog. De gedeformeerde kerk is een kerk van deserteuren die tot collaborateurs worden, verraders, en zo tot de geconformeerde kerk, geconformeerd aan het vleselijke, de zonde. Dit pad leidt tot de dood. 10 Het zal geschieden te dien dage, luidt het woord des Heren, dat er een luid geschreeuw zal zijn uit de Vispoort en een gehuil uit de Nieuwe stad en een luid gekraak van de heuvels. De vis is een beeld van de studie, de school en het zaad wat terugmoet in de baarmoeder. Blijf niet heen en weer rennen en vals werk voor het vlees verrichten. 11 Huilt, gij inwoners van de Vijzel, want al het kramersvolk gaat te gronde en alle geldwegers worden uitgeroeid. Werk mag niet gebouwd zijn op economie maar op strategische demonologie. Alle valse economie van het vlees zal afsterven. 12 Het zal te dien tijde geschieden, dat Ik Jeruzalem met lampen zal doorzoeken; Ik zal bezoeking doen over de mannen die dik geworden zijn op hun droesem, en die bij zichzelf denken: De Here doet geen goed en Hij doet geen kwaad. Deze mensen zijn niets anders dan vuilnis, en op deze vuilnisbelten groeit een roos. Bloemisten hebben altijd roofbouw op de natuur gepleegd en bloemen voortijdig om het leven gebracht onder het mom van 'bloemen houden van mensen', en alhoewel de vuilnis roos deze muur niet kan afbreken groeit de vuilnisroos er omheen. De vuilnis roos kan de nonsense om hem heen niet afbreken, dus brengt de vuilnis roos een nog grotere nonsense om er doorheen te komen. 13 Hun rijkdommen zullen zijn ter plundering en hun huizen ter verwoesting. Al bouwen zij huizen, zij zullen ze niet bewonen; al planten zij wijngaarden, zij zullen de wijn daarvan niet drinken. De vuilnis zal uiteindelijk niet met de vuilnis roos op de loop gaan, maar de vuilnis roos zal de vuilnis uiteindelijk recyclen, op een cryptische en abstracte manier internaliseren. 14 Nabij is de grote dag des Heren, nabij en hij nadert haastig. Hoort, de dag des Heren; bitter schreeuwt dan de held. Er zijn geen helden op die dag, maar alleen studenten. 15 Die dag is een dag van verbolgenheid, een dag van benauwdheid en van angst, een dag van vernieling en van vernietiging, een dag van duisternis en van donkerheid, een dag van wolken en van dikke duisternis, Zoveel valse illusies dienen er afgebroken te worden. 16 een dag van bazuingeschal en van krijgsgeschreeuw tegen de versterkte steden en tegen de hoge hoektorens.

De mens zal het gaan krijgen. Het is afgelopen met het vleselijke. 17 Dan zal Ik de mensen benauwen, zodat zij gaan als blinden, want zij hebben tegen de Here gezondigd, en hun bloed zal worden uitgestort als stof en hun ingewand als drek. De mens moet de profetologie leren opdat ze niet blind zijn, en daarbij hoort ook de lensologie en de filterologie, om niet misleid te worden. 18 Noch hun zilver, noch hun goud zal hen kunnen redden op de dag van de verbolgenheid des Heren. Door het vuur van zijn naijver zal de ganse aarde verteerd worden, want vernietiging, ja, een verschrikkelijk einde zal Hij alle inwoners der aarde bereiden. Vuur is in de Israelitische talen verbonden aan de urim, oftewel de toetser. Alles zal door de hemelse filters moeten gaan, en het vleselijke zal achterblijven. De economie moet vervangen worden door de demonologie. Demonologie heeft te maken met afscheiding, artikel 28, dus met vertikaal nationalisme, niet horizontaal. Er moet een scheiding komen tussen het geestelijke en het vleselijke. Er worden veel fouten gemaakt in nationalisme, daarom moet het komen tot natiologie. Er worden ook veel fouten gemaakt in het communisme, en daarom moet het komen tot communologie. Deze twee horen bij elkaar als natio-communologie. Als we het dan hebben over atheisme en de eeuwige dood dan is dit gericht op het vlees. De uitverkorenen van de natio-communologie zijn van het geestelijke en zijn robotisch. Het communisme heeft teveel belangrijke principes om zomaar overboord te gooien. We hebben het over de voleinding als het tezamen komt met natiologie, want dan gaat het vlees eraan, zolang het in metaforisch-vertikale, oftewel geestelijke zin is. Dit is een monster machine die vandaag de dag nodig is om de gevaarlijke, subtiele machten van het vlees te doden, die zwaar gecamoufleerd komen, en de mens telkens weer bedriegen. De mens moet daarom opgroeien in de natiocommunologie. De boodschap van de communologie is het matigen, het sober leven, het hongeren, want iedereen is gelijk, en het vlees moet sterven. Overconsumerisme leidt tot de dood. Dit is zowel een studie, als een werk als een oorlog, wat tot de opname moet leiden, de scheiding tussen het vleselijke en geestelijke. Dit is dus niet zomaar politiek, maar een wetenschap. Zoals Machiavelli erop hamerde dat politiek een wetenschap moest zijn, zo streefde Orwell ernaar van politieke literatuur een kunst te maken. Er moet een hoge factor aan anarchie zijn in het communologische systeem, anders wordt het dogmatisch en orthodox en gaat het zich verletterlijken en vervleselijken. Dan kun je stellen dat je een metafoor nodig hebt om het veilig te stellen zoals bureaucratie of economie, maar dit kan ook erg misbruikt worden. Er is een noodzaak van studie : educatie, als metafoor van de voorwaardes, waardoor je te maken hebt met edu-communologie om het veilig te stellen. Uiteraard betrekt ware educatie demonologie erbij als fundament. Communologie is ook contextuologie, en deze sluit ook de geschiedenis in, oftewel regressologie. We hebben dus te maken met een regro-communologisch systeem, anders valt het in de klauwen van de gedeformeerde en gemoderniseerde kerk. Communisme moet dus vertikaal zijn en toegepast op de dimensie van geschiedenis (regressie). Het is dus een reco-systeem. Deze machine is dus tegen de aan het vlees geconformeerde kerk uitgezonden om het te doden en recyclen. Het is geprogrammeerd om illegale modernisering onschadelijk te maken. Het scant de systemen om te zien waar de hiaten liggen in de regressie, waar de regressie niet volkomen is, en gaat dan ten aanval. Dit zijn dus territoriale oorlogsmachines, recobotisch. Het zijn systemen die voortdurend

demonologische foto's maken om de samenleving te monitoren ter ondersteuning van de immunologie. Het heeft op deze manier een hypersensitief puzzelvermogen opgebouwd voor creatieve oplossingen. Het is de kunstmatige intelligentie van de evolutie van de natuur. Dit is ook hoe machinaal gezien de opname werkt. Ezechiel is het boek van de ballingschap, met als dieptepunt het dal van dorre doodsbeenderen in hoofdstuk 37, maar Zefanja is het boek van de opname, van de scheiding tussen het vleselijke en geestelijke. Het is belangrijk de link te zien tussen Ezechiel en Zefanja, dat Zefanja een belangrijke installatie is in het dal van dorre doodsbeenderen, voor de opname. In de voortijdse boeken van Zefanja werd hij eerst met een mes bedreigd. hoofdstuk 5. een terafim van golems In een droom wilde een tante eigenlijk alleen maar weten over economische dingen, al dan niet profetisch, en niet het geestelijke profetische. Ze wilde verhuizen naar een nieuwe wijk, maar in die droom was mijn aardse vader, haar broer, haar man, en die was er niet, en was moeilijk te bereiken en zonder hem zou ze niet kunnen handelen. Ik was bij haar thuis en er stond een soort afgoden altaar, en die afgoden waren porseleinen golems van grote tenen die beschilderd waren en die felle nagellak hadden, diep roze of diep licht blauw, als Nederlandse klompjes. Grote tenen zijn de lichaamsdelen waardoor het lichaam vaststaat, evenwicht heeft, in deze zin als beeld van de valse zekerheden. Deze grote tenen waren raadgevers, als in een soort terafim, en zij plantten zich ook voort in de monden van de mensen door de wortelkanaalbehandelingen en de vullingbehandelde kiezen, die zo tot opgebakken golems in de monden van de mens worden. Deze porseleinen tenen stonden ook voor snelle zelfovertuiging en vals zelfvertrouwene, en waar de valse samenleving op gebouwd is, als de hoekstenen waardoor alles grip heeft en macht. Richteren 1 gaat hierover in de territoriale oorlogsvoering : 4 Toen Juda opgetrokken was, gaf de Here de Kanaänieten en de Perizzieten in hun macht, en zij versloegen hen bij Bezek, tienduizend man; 5 want zij troffen Adonibezek aan te Bezek en streden tegen hem, en zij versloegen de Kanaänieten en de Perizzieten. 6 Adonibezek nu vluchtte, maar zij achtervolgden en grepen hem, en hieuwen hem zijn duimen en zijn grote tenen af. 7 Toen zeide Adonibezek: Zeventig koningen met afgehouwen duimen en grote tenen hebben onder mijn tafel de brokken opgeraapt; naar wat ik gedaan heb, heeft God mij vergolden. En men bracht hem naar Jeruzalem, waar hij stierf. Zeventig is het getal van de babylonische ballingschap die zeventig jaren duurde. De mens moet van de vleselijke babylonische ballingschap komen tot de geestelijke babylonische ballingschap. De strijd gaat dus door, en dat is de strijd tegen de grote porseleinen tenen die als golems over de samenleving zijn aangesteld, als valse moeders. Ik zag er een stuk of vier staan in het huis van mijn tante. De middelste twee waren heel groot, en de twee aan de zijkanten waren iets kleiner en dunner, en ook iets grauwer. De twee in het midden waren spierwit porselein, met nagellak. Jeremia riep op om de babylonische ballingschap te aanvaarden, het juk van babylon, wat dezelfde

boodschap is als het dragen van het kruis, maar het gaat hier om de voleinding. De grote verdrukking was op het volk Israel gekomen. De valse balanzen van de valse grote tenen moeten verbroken worden, opdat de mens nieuwe balanzen kan vinden, tussen studie en werk, tussen studie en oorlog, tussen werk en oorlog. De mens moet dus ook leren aanvaarden, wat ook de boodschap van Jeremia was, maar niet in passieve zin. Het is een onderdeel van iets groters, van een cyclus. De mens moest klaarkomen met het geheim van de babylonische ballingschap. Families leven allemaal in ballingschap tot elkaar, en dat loopt via de grote tenen golems en de opgebakken tanden die dit representeren, als de grote tenen die zich in de tempel zetten, het lichaam, als valse zekerheden, valse zelfovertuiging, vals zelfvertrouwen en ook vals vertrouwen in anderen en de familie. Het hemelse virus, de hogere, hemelse babylonische ballingschap, die Jeremia zag, zal deze banden verbreken, en deze grote tenen zullen verwoest worden, afgekapt. Als een kind zo bewerkt is door zulke golems in de mond, door deze germaanse golems die zo nageslacht maken, dan is zo'n kind slachtoffer en moet er het juiste tijdstip gevonden worden om het te laten verwijderen. Een heleboel golems werken er niet aan mee, want die zijn aangesteld om dit golem-geslacht te waarborgen. Er zal dus een strategisch-profetisch pad opgegaan moeten worden in territoriale oorlogsvoering om hier aan te ontkomen, om hiervan los te komen. Allereerst gaat het erom het juk te aanvaarden, en dan verder kijken. Er is een weg door deze tempel. Er moet een weg zijn door deze tempel. Het is dus gewoon een germaanse tempel die gechristent is en zo gedeformeerd en geconformeerd werd, maar de mens mag terugkeren tot de regressie, tot de diepere fundamenten, in Israel en de babylonische ballingschap. De golems zijn in de mond geinstalleerd als alarms, denk alarms, opdat het kind geen bedreiging kan vormen. maar in hun wereld is het gewoon een natuurlijk proces, want de grote tenen baren deze monden golems. Deze kinderen dragen dus deze golems die op hen parasiteren en hen in de gaten houden. hoofdstuk 6. karl en het valse wereldrijk van romantiek God bestaat niet. Familie bestaat niet. Er zijn veel diepere natuurprocessen. Leven. Dit zijn bloedschakels. God en familie zijn uitvindingen van de mensen, maar het zijn metaforen. Oneindig veel leed brengt het als je er letterlijk in gaat geloven, en dan loopt het al snel genoeg uit de hand en gaat het een eigen leven leiden. Er is leven in Orion. Er is een bloedplaneet in Orion, genaamd Bloed Orion. Het wekt het leven weer op, en het leven is een gevecht en een test. Zonder dat blijft er niets over. Daarom vonden tegengestelde krachten flutromannetjes uit, om dit te doven. Kan je contact maken met je eigen bloed, of is je familie je bloed ? Anarchie en atheïsme zijn van wezenlijk belang in de strijd tegen de krachten die ons bedreigen. En dit is iets van het bloed. Of je vecht voor je eigen identiteit of je wordt opgezogen door de massa. Anarchie is een wezenlijk bestanddeel voor leven, en zo ook atheïsme. Hierin vindt je het Bloed Orion. Je moet komen tot je eigen bloed identiteit. De flutromannetjes zijn projecties, en het zijn de onzichtbare muren van de stad, tussen jou en de wildernis in. Deze muren gaan dwars door je hart heen. De bloedkennis maakt weer een eigen zelf. Je kan niet slechts een kanaal zijn, maar moet het zelf ook worden. Iemand die alleen maar een kanaal is heeft geen substantie, en is afhankelijk. Het

gaat dus ook om het wordingsproces en het zijnsproces. Als dat niet gebeurt speelt religie en familie een spelletje met je. Het gaat erom wedergeboren te worden in Bloed Orion. Het gaat erom de bloed code te ontvangen. Dit is een Orionse code. Het mag je brein recoderen. Anarchie en atheïsme zijn bloedschakels van een sterk zaad, een eeuwig en onvergankelijk zaad, namelijk dat van de afscheiding. Nietzsche en de Cock liepen in die zin gelijk met elkaar op, in de filosofie en theologie, maar hadden zij deel aan het Bloed Orion, aan het oergermaanse ras ? Het loopt helemaal terug tot de voortijdse natuurvolkeren en tot de natuurvolkeren van het Bloed Orion. De muren van de flutromannetjes moeten stukgebroken worden. Wat hebben ze gestolen ? Ook hier lopen meerdere lijnen doorheen, ook van het Bloed Orion en het oergermaanse ras. Was het NT een religieus flutromannetje, met een roze pensionerings-Jezus, hiep hiep hoera, alles is genade ? Anarchie en atheïsme, maar dat vergt ascetisme. Dat vergt discipline. Dat vergt worden en zijn. Wat is ons zijnsgehalte ? Of zijn wij losse flodders ? En wat zijn we dan, want er zijn zoveel gevaren. Daarom kunnen we niet zonder de afscheiding, en behoren we afgescheidenen te zijn. Een stortvloed van flutromannetjes om de mensheid te programmeren. Het kwam, en het was als een giftige slangenbeet. De mens kwam in de matrix van de flutromannetjes. Het ware bloed werd gemaskerd, de mens afgeleid, tot een pseudo-ras, een flutromantisch ras. Het doofde het oergermaanse bloed en zaad uit. Het was een valstrik. Het doofde de Bloed Orion code uit. Er is maar één leven. Alles is zo robotisch, en moet aan hysterische voorwaarden voldoen. Je zou denken : Maar er zijn toch vele levensvormen mogelijk ? Ja, allemaal binnen het ene leven. Je kunt naar een Pleiadisch strand gaan, wat in principe gewoon een charismatisch strand is, en dan wachten op genezing, wachten op profetie. Er zijn daar allemaal prachtige verschijnselen. Je gaat dan naar het strand voor het bovennatuurlijke. In mijn strijd tegen de flutromannetjes kwam er in de nacht een woedend beest op me af. Het was een groot rund, half leeuw, met een mensenkop en een lange babylons-egyptische kroon op die uit twee delen bestond, of eigenlijk drie delen, want het had ook een fundament. Zijn naam was Karl. De mensen willen romantiek, zwijmelen, maar geen demonologie. Het is aan allerlei voorwaarden verbonden, aan het charismatische, anders stort het in elkaar, deze hele matrix, en dat was aan het gebeuren. Het is dan een drugs trip die op een gegeven moment gaat flippen. Daarom is het ook een grote tragiek. Het wereldrijk van Karl was aan het instorten. Je kan je aan een of andere romantische god vasthouden, als aan drugs, maar deze matrix zal instorten, omdat je oorlog nodig hebt, en dan niet zomaar oorlog, maar oorlogskennis, oftewel het kennen van oorlog, wat het is, hoe het gebruikt moet worden. De mens moet terugkeren tot kritisch denken. Het valse wereldrijk van romantiek is aan het instorten. hoofdstuk 7. 1834 Anarchie binnen de gereformeerde kerk is belangrijk, oftewel de afscheiding, artikel 28. Je kan niet zomaar loskomen van de kerk ineens, want a. je kan het kind niet met het badwater weggooien, en b. je kan de kerk ook niet uit je wegkrijgen, uit je binnenste, omdat het te diep zit, en omdat het

vergeestelijkt moet worden, teruggeroofd. Het is dus belangrijk dat we dieper gaan, en niet zomaar met een poep en een scheet er als onverschillige, oppervlakkige 'liberalen' eruitspringen. De vrijmaking is dus in principe de verdieping, de afscheiding, binnen de reformatie. In Nederland begon dit in 1834 o.l.v. Hendrik de Cock die zich afscheidde van de koningskerk van Willem I, en die daardoor ook vervolgd werd en in de gevangenis terechtkwam, vanwege 'ordeverstoring'. Wij mogen dit lichtelijk aanraken en onze eigen invulling eraan geven. Anarchie dus, en daarom houdt ik ook meer van het OT dan het NT, want de Israelieten waren altijd al veel metaforischer aangelegd dan de christenen. Als je kijkt naar de OT profeten dan waren dit allemaal afscheiders, geen schapen die maar met de kudde meegingen. Nee, de massa's zijn gevaarlijk, zoals ook Napoleon tegen de massa's vocht. Als de massa je doel is, en je hebt een massa om je heen vergaard, dan heb je het al verloren, dus blijf in de obscuriteit, wat ook een Napoleon principe is. In deze dagen gaat het erom tot de 'opgenomenen' te behoren, wat juist een afgescheidene betekent. Als we het over de afscheiding van 1834 hebben, over de Nederlandse Luther, Hendrik de Cock (18011842), dan hebben we het over Ulrum in Groningen. Groningen is het gebied van de aardverschuivingen, oftewel de scheuringen, het gebied van de afscheiding. Want, lieve mensen, de mens is teveel gaan 'siamesen' : gsm, vlees-eten, en andere oversociale activiteiten. Het vleselijke scheidde zichzelf niet af, maar vertoonde kudde mentaliteit, elkaar volgend en aan elkaar klevend, en daar betaal je uiteindelijk een hoge, hele hoge prijs voor. Scheikundig gezien kan het helemaal niet, want je ontwikkeld daarmee de hoogst dodelijke stoffen in jezelf, want je vormt een ongelijk span met de zonde. De mens is zo oversociaal geworden dat de mens is gaan vastgroeien, gaan verdichten, gaan materialiseren. Daarom is de opname, oftewel de afscheiding van belang. De reformatie was natuurlijk al een soort afscheiding, maar ze waren er nog niet, en de afscheiding moest wel gericht zijn. Je kunt je niet zomaar van alles afscheiden, want dan scheidt je je af van meer dan lief is. Daarom moest de mens wel leren hongeren, en niet nihilistisch, leeg en vaag worden. Dat was geen doel op zich, maar een middel om tot de gnosis te komen. De mens moet geen zweverig zieltje zonder substantie worden, doelloos dwalend. Maar de mens diende de gnosis niet meer, maar had een gouden kalf gemaakt : de auto. Bijna ieder mens vandaag de dag zweert bij de auto. Daar kunnen ze niet meer zonder. En het maakt de natuur kapot. Ook daarom is er nu het corona virus om de natuur weer rust te geven. De lucht kan zichzelf nu weer herstellen. De mens wordt gewaarschuwd : Kom niet aan moeder natuur. Zij die zich afgescheiden hebben van de orthodoxe, letterlijke gereformeerde kerk zoeken de natuur op, en moeder natuur, want in de reformatie draaide alles om de vader. De vader is vaak een beeld van het vleselijke voor de mens, de vraatzucht, de opgeblazenheid, maar de moeder heeft een heel ander idee over wat de man behoort te zijn, als een zoon. Dit zoonschap tot moeder natuur is door de kerk ontwricht. Daarom moet er een afscheiding zijn. Deze afscheiding mag een verzoening zijn met de natuur, zoals velen nu de natuur intrekken vanwege het virus. De natuur is leven. De systemen om ons heen die mens en dier exploiteerden hebben nu een harde slag te verwerken van de natuur. De natuur eist de mens terug. Wie dan nog denkt met de natuur te kunnen sollen is niet goed bij z'n hoofd. De natuur is één en al ingetogen en geconcentreerde kracht, en de mens kan niet tegen haar op. Een mens die denkt de natuur te hebben bedrogen is alreeds bedrogen door de natuur. De mens leeft in een illusie. De droom is bijna ten einde gekomen. De natuur is slechts een tikkende biologische atoombom. De mens zal niet het laatste woord hebben. Lees het OT er op na : de mens is een verworden geslacht, en de natuur heeft afscheiders gezonden voor een klein overblijfsel. Als je je aan de kant van de grote massa's bevindt, dan weet je dat je niet tot het kleine overblijfsel behoort, en zul je je moeten afscheiden. Telkens weer sterft er een stukje van je zolang je met de grote massa's meeloopt, en het blijft maar druppelen. Oh mens, laat uw ziel

toch niet verloren gaan. De mens is voor zoveel grotere dingen gemaakt, maar de mens mag kiezen, en sommigen kiezen ervoor om hun ziel geheel weg te laten druppelen, de vergetelheid in. Moeder natuur zal blijven kloppen op de harten, totdat ze zich zo verhard hebben dat ze haar geklop niet meer kunnen horen. Laat het zo ver niet komen. Wat betekent dan dat David tot koningschap moest komen metaforisch ? Lieve mensen, het is niet letterlijk. David moest stoppen anderen koning over hem te laten spelen en terugkeren tot het koningschap van de gnosis, de hemelse kennis, maar hiervoor moest hij in gevecht gaan tegen elk vals koningschap, tegen elke valse, bedriegelijke kennis, en daarom moest hij de afscheiding in, de wildernis in, om te hongeren, om los te komen. Dit is in principe ook wat het koningschap van Jezus metaforisch inhoudt. Laat het vleselijke geen koning meer over je zijn. Behaag geen mensenvlees, maar scheidt je af om het ware leven te zoeken, het hemelse leven wat boven is, wat van boven komt. Oh, stromen van zegen, komen als plasregens neer, nu vallen drupp'len reeds neder, zend ons uw stromen, oh Heer, zongen we vroeger. Wat is deze heerschappij ? Het is het hemelse onderwijs. Laten we daar naartoe komen, tot terugkeren. Het is niet te vinden bij een kerk of een mens, maar in je eigen hart, en kijk dan goed om je heen naar de tekenen, want het kan in principe overal doorheen werken. hoofdstuk 8. karl de illusionist Je kent ze misschien wel : de familisten van familie voor en familie na, met het waarheidsgehalte van een flutromannetje. Ze hebben een romantisch familie wereldrijk gebouwd, maar het is onvoorwaardelijk, zonder fundament, of eigenlijk moet je alleen zoals hen zijn. Daarom is het van belang een afamilist te zijn. De flutromannetjes die over de wereld werden uitgegoten in het romantische tijdperk waren allemaal codes om de mens te programmeren tot gesha's, tot stijve, romantische harken die politiek correct en gehoorzaam waren tot dit familie rijk. De gesha's mochten niet dromen, maar wel zwijmelen, omdat ze zo allerlei stijve harken organisaties konden inspireren. Stijf als geisha's moesten ze rondlopen, met hun parapluutjes en hoedjes, knotjes, en ze werden natuurlijk gefokt, gefokt door karl, het monster van dit wereldrijk. Ze hadden hun eigen werk en oorlog, allemaal gebaseerd op de flutroman code : genade, geloof, geestelijke pensionering. Het charismatische en bovennatuurlijke wilden ze niet. Ze wilden alleen het vleselijke, het onvoorwaardelijke, wat zijn eigen voorwaarden kreeg. Je moest immers vleselijk zijn, anders was je een afgevallene en een ketter. Ja, karl was een echte bullebak. Woest was hij op een nacht toen ik tegen dit wereldrijk streed, en kwam er speciaal voor uit zijn hol om naar me toe te rennen. Woest was hij. Het was een enorme bullebak, een bakbeest, half rund, half leeuw, babylons-egyptische kroon op, heel lang. Ik had het gewaagd aan zijn flutrijk te komen. Nou en ? Het mocht weleens tijd worden. Zijn rijk is een robotisch geprogrammeerde code, allemaal heel voorspelbaar. Het is altijd weer hetzelfde liedje, zeer cliché. En het was tijd dat het afgebroken werd. De muur smolt weg en ik zag een prachtige wildernis, een bloed wildernis, van Orion. Ik zag de natuurmensen, en hun oorlog. Ja, want ze hadden te strijden tegen de zonde, tegen het vleselijke. Het was een territoriale strijd. Oorlog moet de mens leren kennen, wat het is. Het is een geestelijke oorlog. Toch is het ook heel lichamelijk. Hoe zijn we gecodeerd ? Hoe werkt profetie ? Hoe werkt het zaad in de ballen ? Het is

vermengd met bloed, veel bloed, als een bloedcode. Je komt geen stap verder als je in de geestelijke wereld niet veel bloed vergiet, want je moet afscheiden, en ze willen niet afscheiden, dus moet je wel snijden. Je moet wel vechten, anders kom je niet los. Je kunt niet zomaar afscheiden. Het is een worsteling. Hierin wordt veel bedrog gebruikt, wordt er veel drugs gespoten. Anarchie, atheisme, afamilisme en aromantisme zijn allemaal onderdelen van het bloed van het oergermaanse ras en van Bloed Orion, van de natuurvolkeren. Het is nodig om de muren van de flutromannetjes te verbreken, als door een code, een bloed code. Sjoemelen met deze attributen laat een mens onherroepelijk in een valstrik van de flutromannetjes lopen. Het zijn gevaarlijke mijnenvelden van een gevaarlijke religie, de religie van karl's wereldrijk van flutromantiek. Het bloed van bloed orion is oorlogsbloed. De vier a's zijn schakels in dit bloed die de oorlogskennis opwekken, de bloedkennis. Dat wat daarbuiten valt zal ten onder gaan in illusies en bedrog. Als de vier bloedwaardes herstelt zijn dan wekt het een oorlogshormoon of oorlogsdrug op, wat het brein reprogrammeert. Het is een bloedhormoon. Het hecht zich niet direct aan onderwijs, maar is kritisch naar onderwijs, anarchistisch, anders zou het vervallen tot 'bluf, buff en muf'. Het bloedhormoon wekt kritisch-strategisch denkvermogen op, waarin het denken soms moet inleveren aan het instinctieve. Waarom is dit ? Omdat het denken levens en levensgevaarlijk is en slechts onderdeel mag zijn van het strategische. Het moet in het bloed zitten. Er zijn tribal codes die in de bloedlijnen liggen. Hoe werkt dat precies ? Het loopt terug tot oorlogspacts die in noodzaak zijn gesloten en die niet allemaal in het denken van de mens geregistreerd liggen, en daarom is de mens instinctief. Wat betekent dat voor Bloed Orion ? Het betekent dat het bloed uiteindelijk de oergermanen met oergermaans bloed terugroept, terugtrekt. Dit betekent dus ook dat de muren van de flutromannetjes vallen. Zij maakten namelijk een geprojecteerde karikatuur van de mens. Kijk eens goed naar de covers van de flutromannetjes. Zijn dat vrouwen met oorlogsbloed ? Neen, het zijn altijd geisha's, geen natuurvrouwen. Wat zijn dat dan voor mensen, zul je je afvragen. Het zijn geen mensen. Het zijn buitenaardse invasies. Ze kwamen om de code te leggen. De mens ging in ballingschap. Laat je niet bedonderen. Het zijn niet zomaar verhaaltjes. Het is levensgevaarlijke drugs, om je te fokken. Ook al heb je het niet gelezen, de vrouwen om je heen wel, en zij hebben het virus ontvangen en geven het door. De mens werd er door aangestoken. Ook al dacht je niet zoals hen, je was in ballingschap. Je was een proefdier. Flutromannetjes ? Neen. Buitenaardse codes, om je brein te programmeren. Het glas werd gelegd, en je ging erachter. Je werd zelf opgezet tot een geisha, een houten klaas, voor het flutromantische wereldrijk. De mens werd tot deserteur, maar moest dienen in de flutroman. De mens werd tot monument. Het waren grafstenen. En het was normaal, zo normaal. De mens was ingenomen. En toen kwamen de grafrovers, en van de buit werden nieuwe flutromans gemaakt. Graven op graven gebouwd. Massagraven, maar de mens zag het niet. De mens was ingenomen, verdoofd, verdwaasd, door het flutromantische wereldrijk. Glitter en glamor, en de mens geloofde het. Het was alles wat de mens nog had. Sta je als een ballerina op je eigen grafsteen te draaien, en de familie kijkt applaudiserend toe. Fans, aanbidders en trouwe lezers van de flutroman in het flutromantische wereldrijk. Zolang het maar flut is verkoopt het goed. Gemak dient de mens. De families om ons heen zijn dus flutromannetjes. Ik had er vannacht weer een droom over. En de mens wordt aangevallen door deze dingen als door wilde honden. Die wilde honden willen de mens verscheuren voor hun flutromannetjes. Daar zijn allerlei boeren voor : de flutroman boeren. Ze kweken het. Ze jagen niet, ze voeren geen oorlog. Het zijn boeren. Maar de mens is opgeroepen de zondemacht te verdrijven. Mijn oma vertelde me vroeger al dat ik elke dag de geestelijke wapenrusting moest aantrekken, omdat het elke dag een oorlog was tegen de zonde, terwijl de rest van de familie totaal het tegenovergestelde was. Die hebben mij ook altijd vervolgd om de demonologie, maar bij mijn oma had ik een schuilplaats. Ook bij mijn opa trouwens, maar die was

al vroeg overleden. Maar die flutroman boeren, wat zijn het ? Ze parasiteren niet op de vijand, maar op elkaar, en op gemakkelijke prooi. Het zijn boeren, komen niet van het land af, hebben hun eigen territorium. Karl heeft overal zulke boeren aangesteld, om zijn produkt te kweken. Karl kan in vele gedaantes veranderen, in vrouwen, oude vrouwen, oude mannetjes, officials, en ga zo maar door. Hij kan het nieuws lezen in je hoofd, een hele familie om je heen creeëren en kan al die typetjes nadoen. Het zijn typetjes die hij doet. Het is allemaal Karl. Het zijn de personages van zijn flutromans. Hij laat ze tegen elkaar praten, en dan denk jij dat het wel wat moet wezen als je dom bent en niet kritisch genoeg kan denken. Nee, het is allemaal dezelfde persoon die met zijn sokpoppen speelt. Allemaal vingerhoedjes op zijn vingers, en dan gaan ze familietje spelen, groepje, kerkje, ziekenhuisje, enzovoorts. Je zou er misselijk van worden, maar het is om een antistof aan te wakkeren, namelijk dat van agroepisme, de vijfde a van het germaanse bloed en van bloed orion. Dan strijdt je als Napoleon tegen de bedriegelijke massa's. Karl is weer zo'n gevallen orionse geest van democratie die de massa's in bedwang houdt door flutromannetjes. Hij IS de massa's. Hij heeft een meervoudig personaliteiten syndroom, laat ze tegen elkaar vechten, en kan via dit systeem alles verkiezen wat hij wil. Dit is dus tegelijkertijd de dictatuur van de democratie. Het is dus een truukje, op basis van de flutroman. De flutroman fokt dit hele systeem, neemt daarvoor zaad af, bevrucht de eitjes enzovoorts. Dat doet Karl allemaal zelf. Het is zijn wereldrijk, en het is nu aan het instorten. Hij is een centaur die niet terugdeinst voor verkrachting, en noemt het vervolgens romance. Hij werkt onder zulke dekmantels. Hij verkracht, en noemt het dan psychiatrie of dentistrie, gebruikt er sjieke woorden voor om de misdaad af te dekken, maar degenen die kritisch denken prikken er doorheen, ontmaskeren zijn bedriegelijke markt. Karl is een verkrachter. Punt. Hij is een deserteur die vervolgens plundert en verkracht om zijn zin te krijgen en zijn wereldrijk te bouwen. De intens bedriegelijke flutroman is hiervoor altijd het verloskundige doekje geweest, of de doek van de matador, waarmee hij alles voor elkaar kreeg, als een goochelaar, een illusionist. Wees een ademocraat, geloof niet in het bedrog van de democratie, van meeste stemmen gelden, maar hecht jezelf aan de oorlogskennis. Alleen de oorlogskennis die instinctief werkt, vanuit totem en tribal pacts, kan tegen het bedrog van democratie op, want dit zijn zeer zware stromen, allesvernietigend, die alles meesleuren wat op hun pad ligt, dus er moet wel voldoende tegenover staan. Om niet ten prooi te vallen aan democratie moet je je al afzonderen van het groepisme, van groepjesvorming. Groepjesvorming legt namelijk de basis van democratie, want waar je mee omgaat wordt je mee besmet. Ze geven het virus aan elkaar door, en zo krijgt Karl macht. Op het fundament van agroepisme kun je dan ook een ademocraat worden, gewoon als onderdeel van de bloedschakels van het oergermaanse ras en de natuurvolkeren van bloed orion. Blijf hierin schakelen. Ondervoed geen van deze schakels. De vijand is op zoek naar zwakke plekken. Het zoekt naar de zwakste schakel en forceert dan zijn weg daardoor naarbinnen. Wat is jouw zwakste schakel ? Werk daaraan. Er zijn dus zo'n zes a's in de germaanse bloedketen om het oorlogshormoon verder op te wekken, om het brein zo nog meer te intensiveren, alert te maken, wat iets van het bloed is. Het brein wordt geleid door het bloed, niet andersom. Het brein moet geleid worden door de oerinstincten die in het germaanse bloed en het bloed van de natuurvolkeren van bloed orion liggen opgeslagen. Sjoemel hier niet mee. Lauwheid is alreeds een zwakke schakel en je kunt erom wedden dat de vijand daar gretig gebruik van zal maken. De vijand is hypergeprogrammeerd. Denk niet dat de vijand ook maar enige lauwheid in zich heeft. De vijand is geprogrammeerd om te winnen. De vijand is radicaal, steriel, clinisch, gewiekst, intelligent, dus op halve kracht zul je hem echt niet overwinnen. oorlogskennis anarchie atheïsme afamilisme aromantisme agroepisme

ademocratisme Weet je wat de oorlog is, of heeft de flutroman grip op je ? Ben je een slaaf van Karl ? Karl is uit de hemel geworpen, uit Orion, en is op aarde gevallen, wetende dat zijn tijd kort is. Als een brullende leeuw gaat hij tekeer, maar ook als een engel des lichts. hoofdstuk 9. karl en de val van icarus Karl bewaakt het germaanse bloedras. Als je dan verstrikt bent geraakt in de flutromantische samenleving en dan ook nog eens daardoor geschoold wordt, uitgedoofd wordt door drugs, dan is het einde helemaal zoek en het feest compleet. Daarom heeft de oergermaanse bloedketen ook het ascholisme als schakel : anarchie atheïsme afamilisme aromantisme agroepisme ademocratisme ascholisme Dit wekt dus het bloedhormoon op van de bloedskennis, oorlogskennis om het oerbrein te activeren, en de mens terug te brengen tot de natuurvolkeren van het bloed orion. Vandaar dus dat Duitsland ook zo belangrijk is na het Israel tijdperk, omdat het op een diepere geschiedenis wijst, die van het oergermaanse ras, die in directe verbinding staat met het bloed orion ras. Wat houdt dit dan in ? De mens moet wedergeboren worden in bloed, wederopgevoed, en wedergeschoold, door het tribal instinctieve, door de bloedkennis van de oorlog. Zonder deze bestanddelen zou het bloed sterven, en zou de flutroman macht krijgen om alles over te nemen. Zo ver is het niet, en zo ver is het ook nooit gekomen, maar de mens is wel in ballingschap van de flutroman. Dit virus heeft ieder mens ingenomen en bewaakt ieder mens hysterisch. Dit is wat Karl doet. Karl bewaakt dus ook de weg tot het bloed orion. De flutroman is alles waar de raszuiverheid is verzwakt, waar compromissen zijn gesloten. De oergermanen lieten zich niet bedonderen door religie, maar waren gebaseerd op totemisme en tribalisme. Ze vielen niet voor het bedrog van personisme, van persoonsverheerlijking, zoals in het flutromantische tijdperk kijkt iedereen elkaar naar de ogen, worden personen aanbeden en van top tot teen bekeken. Oh, daar komt weer iemand langs, die wordt helemaal ingescand. Neen, de oergermanen waren apersonisten. Die lieten zich niet bedonderen en bedotten door wat voor persoonlijkheid dan ook. Daar waren ze helemaal niet op gericht. Vandaag de dag gaat alles om persoontje die en die, en daar wordt dan naar geleefd en zijn ze helemaal vol van, grote foto's, toeters en bellen, maar het is allemaal illusie, groot boerenbedrog van de flutroman die karakters nodig heeft om tot gestalte te komen. Horen we dat goed ? De flutroman heeft personen nodig, karakters, figuranten, enz. enz. Het is allemaal voor de markt en het was aan de oergermanen niet

uitbesteed. Kon hen niet schelen wie of wat je was. Ze prikten door dat alles heen. In de oorlog moest je op je hoede zijn, en niet vallen voor de personistische valstrikken van de vijand. Ze lieten zich leiden door hun rauwe instincten, en personisme stond niet op de lijst. Wie denken ze vandaag de dag wel niet dat ze zijn met al hun beroemde personen ? Beroemde parasieten ? Gewoon een virus wat loopt te ijlen ? Dat is wat een flutroman doet. Ze moeten immers hun tijd vollullen, en dan moeten ze de mens wegpraten van waar het om gaat. Daar worden ze voor betaald. Hup, weer een boek volgeluld, en hup nog eentje. Het is een markt. Het is voor de massa productie. oergermaanse bloedketen : anarchie atheïsme afamilisme aromantisme agroepisme ademocratisme ascholisme apersonisme Het gaat om het leven door oorlogs-instincten, strategische instincten, en overlevings-instincten. Het zijn hormonale oorlogen. Het gaat om het leven door vruchtbaarheids-instincten, welke dingen te doen en te laten om vruchtbaarheid te garanderen. Het gaat om alertheids-instincten, de dingen te doen en te laten om alert te blijven. Het gaat om prioriteits-instincten, instincten die prioriteiten onderscheiden van bijzaken. Het zijn kenmerken van het bloed. De pees is de verbinding tussen spier en bot. Pezig leven betekent te leven door beproefdheid, eer, geldigheid, stamverbond en totemverbond. Een heleboel mensen leven spiers, oftewel onbeproefd, directe actie, in plaats van door pezigheid. Spiers leven maakt opgeblazen en blaast het brein ook op. Vannacht kwam in een droom een dodenschip tot Nederland. Het dodenschip had ook allerlei depressieve liederen meegenomen, zoals Bright Eyes, en deze liederen waren de eindtunes van flutromans. Meer als drugtrips die eindigen met een kater, die flippen, verkeerd aflopen. De mensen op het dodenschip waren grauw, met holle ogen, leeg. Alles had grauwe kleuren. Het waren flutromans van hun illusies beroofd. De drugs was uitgewerkt. Ik zag toen een heleboel flutromans wegvallen, weggescheurd worden, en daarachter lagen rode boekjes, bloedboekjes, van wilden verhalen, over de natuur, over het ware leven. Er was een natuurvrouw die een speciale optooiing had om verbrokenheid te brengen onder het jongens geslacht, om geween te brengen, want ze waren te ijdel, hoogmoedig en stijfkoppig. De typisch Nederlandse man is de man van een flutroman. Als Icarus met nogal knullige en sullige zelfgemaakte vleugels van een berg afspringen en dan hopeloos neerstorten. Wordt je bestuurd door de oer instincten van het bloed orion, of door de flut roman ? Zorg ervoor dat je A waarden in je bloed omhoog gaan, en ook je I waarden, van de oer instincten van het oergermaanse bloed en van de natuurvolkeren van bloed orion. Deze waarden worden opgewekt en aangewakkerd door bepaalde stimuli, die vaak tegengesteld zijn. Het is dus zeer belangrijk ook de S waarden in je bloed te hebben van de oer stimuli van het oergermaanse ras en de natuurvolkeren van het bloed orion. A waarden – anarchieën I waarden – instincten S waarden – stimuli

hoofdstuk 10. de flutroman : parelduik gebied Binnen de context van de beproefdheid, het werk en de functie van de pezen, kan de bloeddrugs zich ontwikkelen die voor allerlei dingen goed is. Voor de verdere val van karl moet de mens de orionse bloeddrug ontwikkelen, wat een natuurlijke een biologische drug is, en wat opgewekt en aangewakkerd wordt door de A-I-S waarden. Als de waarden van de bloeddrug zijn hersteld, dan kan het heilige en hemelse orionse bloedvirus geactiveerd worden, wat een oorlogsvirus is om de geestelijke gezondheid te garanderen. De mens heeft 'strengen', oftewel 'strands' in het Engels van woede, vrees, depressie, psychische pijn, eenzaamheid enz. en die kunnen allemaal in het hemelse bloedvirus geplugt worden om ze te ontcijferen en als brandstof te gebruiken, voor de opname. Over de germaanse opname hebben we voluit gesproken. De mens komt door de oorlog terug tot het bloed orion. Dit gaat door tegengestelden. Die tegengestelden in een mensenleven zijn dus belangrijk, anders zou een mens indutten, en dat zijn dus als 'strengen' die uit de mens gaan en 'woelen en wurgen' totdat je ze als pluggen gaat zien en ze in het hemelse orionse bloedvirus plugt. Eerst zijn het dus gewoon allesverwoestende slangen, omdat ze hun doel, functie en plaats nog niet hebben gevonden. Het zijn rusteloze pluggen die hun ingang nog niet hebben gevonden. Dat is het probleem van de mensheid in de kinderschoenen, en de mens is dan in grote verwarring. Ook die verwarring mag geplugt worden in het hemelse orionse bloedvirus. Al het gewoel en gewurg wekt dus eerst allerlei andere waarden op die je nodig hebt. Je hebt namelijk voldoende pluggen nodig om tot het orionse bloedvirus te kunnen gaan en daar vastheid en flexibiliteit te vinden, 'solidity'. Zoals je kunt begrijpen is dit een groot en ingewikkeld trauma. Het laat niets van de mens over, snijdt door alles heen. Ook het tegengestelde woedt als een virus en mengt zich door alles heen, en er is een grote oorlog, inwendig, waarin alles moet voortduren totdat de oude coderingen van de clinicratie zijn afgebroken. De clinicratie is een zeer typisch en eigenaardig verschijnsel wat zo vol van smetvrees is dat het tegen de oorlog strijd en daardoor dus ook haar eigen oorlog voert, tegen het zintuigelijke, tegen de geestelijke gaven. De clinicratie wil blind blijven, maar heeft hierin haar eigen illusie, en heeft het daarom ook altijd over het oog. 'Het oog wil ook wat.' Alles gaat daarom om uiterlijkheden en vormen in hun illusie, omdat ze bang zijn voor de daadwerkelijke geestelijke gaven en het daadwerkelijke zien. Ze willen zo graag schoon blijven, geen vlekje op de grond, alles moet keurig netjes recht staan, en pieko bello geordend. De hele dag zijn ze in de weer met het vlees, om maar zo goed mogelijk voor de dag te kunnen komen, maar voor wie ? Zit er een scheurtje in hun kleding dan zijn ze helemaal in paniek. Nee, alles moet muf zijn, verdichte stof. Het mag niet ademen. Er mag geen contact zijn met de natuur. Ze zijn bang voor het virus. Ze hebben smetvrees. Dikke pakken hebben ze aan, dichte stof, kan geen lucht doorheen, het is wurgend, maar ze zijn al dood. Alles moet netjes gladgestreken zijn, geen ribbeltje of plooien. Hoei. Nee, dat kan echt niet hoor. En maar die rok gladstrijken in hun flutromans. Lekkere dichte stof wat niet ademt, geen contact met de natuur, lekker stijf zitten en niet verder hoeven te kijken dan de neus lang is. Als je dan een lange neus hebt is het mooi meegenomen want dan kun je ondanks dat nog veel zien. Het lijkt wel alsof ze die lange neuzen gewoon kweken. Lekkere, lange spitse neuzen, dat is toch wel het schoonheidsideaal voor de vrouw van de flutroman. Dat willen ze allemaal wel zijn, want ze mogen niet verder kijken dan

hun neus lang is, dus maar lange neuzen kweken en dan is het leven nog goed, lekker de neusgaten uitrekken. Dat is toch wel iets om naar uit te kijken, al die lange neuzen, en dan maar neuzen staren. Ze hebben overal een lange neus voor als het aankomt op het vleselijke, maar het geestelijke ? Dan trekken ze hun neuzen en ogen op. Het orionse bloedvirus is dus een oorlogsvirus wat nodig is om de onverschillig gapende menigtes te overstijgen. Iedereen moet daar doorheen. Dat is de test. Het oorlogsvirus komt om de coderingen van deze menigtes die de clinicratie hebben opgezet af te breken. Het virus kan het dan allemaal opslurpen en verwerken. Dit is dus een geestelijke oorlog tegen de coderingen van het vlees. Het vlees moet dus weer totaal vergeestelijkt worden. Het moet wijder gemaakt worden, en er moet gezien worden wat het gestolen heeft, dus we ontkomen er niet aan. Je kan net zo goed een flutromannetje pakken en zeggen : 'Dit is de bijbel', omdat er zoveel inzit. Zoals ik zelf eens in een flutromannetje las : 'zelfs slangen hebben een bepaalde schoonheid.' Wij kunnen dus ook niet teveel smetvrees ontwikkelen naar flutromans. Het is en blijft literatuur en er is een werk te doen. Er moeten commentaren opkomen, er moet exegetisch mee omgegaan worden. De flutroman is namelijk de bijbel van de hedendaagse 'gewone vrouw'. Het is en blijft daarom een interessant onderwerp : de flutroman. Je kunt het kind niet met het badwater weggooien. Als Paulus het heeft over de doorn in het vlees en aan het ontvangen van de kroon en de besnijdenis om los te komen van het vleselijke, dan hebben we het over de doornenkroon, oftewel het lijden van mindcontrol. Dit is dus de besnijdenis van het hoofd, waarvan ook Roodkapje een beeld is, wat helemaal terugwijst op de volva, de oergermaanse waarzegsters, ook verbonden aan de vulva of vagina, en wat ook de diepere betekenis van de vagina is, namelijk dat het de mens besnijdt, opdat de mens het vleselijke kan loslaten. Deze onderwerpen komen terug in het boek Filippenzen. De flutroman : het is parelduik gebied. Ik werd vanochtend wakker terwijl ik aan de rand van de wildernis lag in een droom die wegvaagde, en natuurvrouwen riepen vanuit de wildernis tot mij dat ze waren opgesloten in de flutromans. De flutroman : het is als naar een vuilnisbelt gaan om te kijken wat ze wel niet allemaal voor waardevolle spullen hier en daar hebben weggegooid. Ik had vannacht een droom over vroeger, dat ik iets at, maar er bleef wat in mijn keel steken, iets hards, en toen ik het eruit haalde bleek het een kettinkje te zijn. Vroeger las ik ze zo nu en dan, de flutroman, want als ik logeerde bij familie lag het er vaak rondgeslingerd. Ik werd erdoor vergiftigd, maar het had ook een bepaalde magie, iets wat er in opgesloten zat. Vooral de oudere flutromans zijn in dit opzicht dus belangrijk, omdat het de basis legde, en het waren buitenaardse coderingen. Die boekjes werden overal vandaan gehaald en dan vertaald, dus het was niet alleen maar één pot nat. Ook de grote moeder werkt er doorheen, om haar kinderen te bereiken. Het is daarom zeker geen zwart-wit onderwerp. We moeten dus op een bepaalde manier ook weer heel klinisch met de flutroman omgaan, dus voorzichtig, steriel, en dan kijken wat er in opgeborgen ligt, als parelduikers. Net zoals met de bijbel, de flutroman van oudere tijdperken, moeten we dus ook met de flutroman van eind zestiger, zeventiger en tachtiger jaren exegetisch omgaan. Hier ligt het fundament van de hedendaagse samenleving. Telkens weer roepen de oudere jaren tot mij, zoals 1979. Er ligt daar wat verborgen. We gaan ze daarom bespreken. Er ligt een vrouwenbijbel en amazone bijbel in verborgen, allemaal buitenaardse codes. We kunnen dat niet zomaar negeren. De schrijfsters en hun lezers : zij waren onze moeders, schooljuffrouws, buurvrouwen, tantes, enzovoorts. Goede mensen, slechte mensen, wijze mensen, domme mensen, opgesloten mensen, mensen met hun eigen levens, hun eigen verhalen en hun eigen problemen. Wat hebben wij met de erfenis en het overgedragene gedaan ? Als flutroman schrijfsters aangeven dat ze moeten schrijven wat hun lezers willen omdat het anders niet verkoopt en ze daarom hun werk ook deels haten is dat al detective terrein. Dan is het dus tijd voor exegese als ze zich opgesloten voelen en het maar niet weg lijkt te gaan. Wat willen lezers dan,

en waarom willen ze het, en wat is er aan de hand ? Is er meer aan de hand ? Frail sanctuary, wat breekbaar heiligdom betekent, is een boek uit 1970 van Margery Hilton, wat in 1975 in Nederland werd uitgebracht als 'eiland van beloften'. Het boek gaat over het eiland Alzena. Het is een beetje escapism. Het begint met de beschrijving van de oceaan, hoe het afsteekt tegen de verdere natuur van het eiland. Het is een erg poëtisch en prozaïsch beschreven roman. Als eerste persoon wordt een man geschreven die daar staat op de veranda van een huis boven een inham op het eiland. Zoals de golven met bulderend lawaai de inham binnendringen, zo was de ingehouden woede van de man, kil. Er wordt dus een verband gelegd tussen de natuur van dit eiland en het eerste personage. De vogels zijn verdwenen in deze scene, net zoals de zon die is ondergegaan, en zo waren ook hun kreten verstild, zegt het boek, dus weer dat er verschillende verbanden worden gelegd tussen natuur fenomenen. Zo wordt dat eigenlijk een beetje opgebouwd. Midden in de nacht, in een droom, gilden de demonen van de flutroman, en ook weenden ze, zoals : 'Ik werk voor Cundorella', wat een bepaalde reeks is in de geestelijke wereld. Hun wereldrijk was aan het instorten, hun industrie. Ze wilden mij aanvallen, maar ze merkten dat er een soort zwart glas om mij heen was waar ze niet doorheen konden komen. Dit was het exegetische glas. Toen trommelden ze hun huursoldaten op maar die kwamen er ook niet doorheen. Er was een zwarte ruiter, en ook tegen die ruiter vertelden ze over het exegetische glas, dat er geen beginnen mee was. Verder met 'eiland van beloften'. De man had een nare ervaring gehad die dag. Er was een witte jacht gekomen met mensen van de buitenwereld : onbeschaamd, met onverschillige arrogantie en sensatie-zoekend. Het herinnerde hem aan de andere wereld. Hij was zelf ook eens zo geweest, maar niet zo erg als dit, en hij was blij toen ze weer wegwaren. Ze hadden geprobeerd foto's te maken van het reservaat, van vogels, maar zonder resultaat. De vogels waren te zeldzaam. Hij vond dat ze zich veel te duur, hooghartig en aristocratisch gedroegen om de kraanvogels te kunnen herkennen als die zouden komen. Hij kwam even later een meisje tegen die naar het eiland was gezwommen, nog van dat schip, want het bleek een slavenschip te zijn, en ze was ontsnapt, althans dat was haar verhaal. Ze noemde het een nachtmerrie, de nachtmerrie van de zee, en dit was een nieuwe nachtmerrie voor haar. Toen nam hij haar onder zijn hoede. Hij vertelde haar dat het eiland Alzena een vogelreservaat was met zeldzame vogels. Ook werd het beschreven als een kluizenaars eiland. Ze was op de loop voor haar verleden, ook om over het verlies van haar vader heen te komen, en daarom bood hij haar dit aan. Hij liet haar een jonge spotvogel zien. Hij beschrijft ze als nieuwsgierige en hebzuchtige dieren waar ze nog niets van afweet. Ze wil dat hij hem leidt naar het heilige der heilige van het eiland, om de fabelachtige vogels te zien. Door het reservaat komen ze dichter tot elkaar, door de band van hun eigen ellende en teleurstellingen, en het zonnebaden. Ze was eerst heel verbitterd en verloren, maar hij had een snaar in haar geraakt waardoor er een andere wereld voor haar opende. Maar ze realiseerde dat dit puur het tijdelijke noodlot was, een vreemde gevangenis, dat ze hem heel toevallig had ontmoet en eigenlijk niets met hem ophad in diepere zin. Ze was haar identiteit kwijt, en moest gewoon op dit eiland wachten op de volgende boot. Er waren nog een paar anderen op het eiland. Er was ook een meteorologische post, en in haar eenzaamheid ging ze iedere morgen met iemand anders van hen zwemmen, maar in deze vriendschap drong geen persoonlijk element door. Het was een eiland van mannen zonder vrouwen, een afgelegen eiland, en die hierdoor op een bepaalde manier zich tegen haar, als eniggekomen meisje gedroegen. Er was een bepaalde competitie ontstaan, en er kwam een zaad van twijfel in haar en schuldgevoel hierover. Dingen begonnen uit de hand te lopen, en de man begon zich terug te trekken naar zijn films en de aantekeningen daarover, wat alleen zin zou hebben voor de liefhebber en de specialist, stelt het boek. Het maken ervan had een geneeskrachtige werkzaamheid, die zij toen ook onder ogen kwam, en zij realiseerde dat dit eiland vele gevangenen had, en de man stelde dat ze het vogelreservaat niet mochten verwaarlozen. Ook zij werd toen meegezogen in het filmwerk en de aantekeningen, omdat dat gewoon prioriteit was. Er wordt dan door de man gezegd : 'Ik hoop dat de kennis, wanneer je die eenmaal vergaard hebt, niet teveel van je illusies zal vernietigen.'

We zien hier toch een hele duidelijke beeltenis van de gnosis, dat wanneer de mens zich afzondert voor de prioriteit en voor het echte werk in plaats van het sociaal gaan lopen aanrotzooien, dat dan de gnosis ook echt komt, en dat het dan aan de soort van illusies ligt of ze eraan gaan of niet, wat het boekje ook stelt. Hij was naar het eiland gezonden om kraanvogels te bestuderen, ook als onderdeel van revalidatie na een ongeluk, en na een zenuwinzinking na relationele problemen. Het spreekt dus over een soort werk-opname door het kruis, of door de doorn in het vlees, dat alles zo in een goede richting wordt geleid, dat bijzaken en oppervlakkigheden en al hun valse illusies afbreken, en dat kennis zegeviert, waar het eiland van beloften, Alzena, voor staat. Dan is er Dark Star van 1968 door Nerina Hilliard (pseudoniem van Norma K. Hemming, 19281960, dus na haar dood pas uitgegeven), over Leigh die een interesse heeft in indianen en een gave om de indiaanse natuurrealiteit achter alles te zien, maar een heel boosaardig zusje heeft, de donkere ster, wat de titel is van de Nederlandse vertaling en uitgave in 1975. De donkere ster is iets wat haar telkens kwelt, alles van haar afpakt, zoals dat vroeger poppen waren en speelgoed, en later relaties. Zelfs als ze naar Mexico afreist om haarzelf ook in de azteekse cultuur te verdiepen volgt haar zusje haar om haar het leven zuur te maken en ook daar haar relatie af te nemen. Een helderziende vertelt haar dat ze pas echt gelukkig kan zijn als de donkere ster is ondergegaan. Het is iets van de natuur om haar en haar relaties te testen. Ze moet er dus wel doorheen. Het is een verschrikkelijk moeilijk boek, met oppervlakkig, vleselijk taalgebruik, wat een donkere ster is op zichzelf. Echt een flutroman. Er kan je van alles in de nek springen, en ik heb echt met het boek moeten worstelen. Maar het is dus zeer zeker geen boek zonder sieraden. Het loont dus uiteindelijk wel. Toen Paulus door vuisten werd geslagen als de doorn in het vlees, of doornenkroon, was dat ook als een donkere ster. Die mocht dus niet ondergaan voordat het werk was geschied. De mens moet leren wat de donkere ster is. Het zijn de tijdingen van het kruis. Vandaar ook de zeer wrede beschrijvingen van de azteekse cultuur. Naast Stella, de donkere ster, had Leigh ook een ander, jonger zusje, Julie, die op een gegeven moment haar gave ook heeft. Het is dus iets in de familie wat werkt, maar waarover ook een strijd is. Leigh moest leren voorzichtiger om te gaan met Stella, de donkere ster, naarmate het steeds duidelijker werd wat voor soort karakter ze had. Er werd ook met spijt-kaarten gewerkt, maar dat kon juist ook zo bedrieglijk zijn als een nieuwe valstrik, en Leigh wist dat ze niet zomaar kon vergeven en vergeten. Ze moest op haar hoede zijn met de donkere ster en met haar gemengde gevoelens erover. Ik kon soms geen adem halen tijdens het lezen, en ik moest deze energie eerst temmen. Ik moest op zoek gaan naar de handvaten, naar de hoorns van deze rund om het daar te vatten. Het was een enorm gevecht. Ik moest dit ding leren berijden. Aan het einde van het boek blijkt dat de donkere ster de laatste relatie van Leigh toch niet kapot heeft kunnen maken, en dat de relatie na een stormachtige tijd toch eindelijk in de haven terecht was gekomen. De donkere ster was ondergegaan. In de strijd tegen de flutromans en in het parelduiken in deze gebieden, op zoek naar de moeder, moet men ook op de hoede zijn voor een officier van karl, namelijk een afrikaanse flutromangeest genaamd skipsy, die een shapeshifter is, een slang. Toen ik het beest tijdens het onderzoeken van een flutroman ontmoette krimpte het ineen en viel neer. Dit gebeurde overigens in de nacht, aan de rand van de slaap. Men moet beseffen dat de flutroman een mijnenveld is, en dat skipsy overal valstrikken heeft uitgespannen. Hier moet men dus ook rekening mee houden in het parelduiken. ga altijd gewapend op duiktocht. Wees voorzichtig, en zoek telkens weer naar houvast en aanknopingspunten. Laat je niet meezuigen en meesleuren.

hoofdstuk 11. 1979 – het hagedissen eiland Daar was de vrouw dus oorspronkelijk voor, als beeld van de besnijdenis, wat ook de vagina voorstelt, en zo ontstijgt de mens dus het vleselijke. Als een vrouw de man vleselijk wil maken dan is dit dus tegengesteld aan haar oorspronkelijke natuur. Een ander beeld is dus de doornenkroon, wat in principe gewoon een spotkroon is, als de mentale besnijdenis, de doorn in het vlees van Paulus, want in Filippenzen verbindt hij het aan de kroon, en dit is als een prijs, en prijzen moeten betaald worden. In het Eeuwig Evangelie is de doornenkroon ook verbonden aan vogels, wat dus spotvogels zijn. Spot is in principe gewoon een echo effect in de natuur, wat leidt tot vervorming, als de voorbode van vernieuwing. Het eiland van beloften was een natuurreservaat voor zowel kraanvogels als spotvogels. De hoofdpersoon kwam daar om hen te onderzoeken, en moest ervoor zorgen dat hij niet afgeleid werd. Alleen zo kon hij zijn problemen overwinnen. Hij kwam van een verbroken relatie en was herstellende van een ongeluk. Je weet niet waar het vandaan komt. Er worden prachtige energieën gevangen, geframed, in die flutromans als vlinders, achter glas, en dan moet je ze tot leven wekken, ze op waarde terugbrengen. Je mag niet onderschatten en niet overschatten. Je danst op een koord. Ze vielen in de handen van verzamelaars. Het waren trofee jagers. Het ging om geld, inkomen, soms moesten ze, werden ze gedwongen, zaten ze opgesloten. Soms waren het slaven. Vandaar dat het een detective terrein is. Wat is hier gebeurd ? Vrouwen die een schrijvers contract hebben en moeten smokkelen. In 1975 was er het boekje 'Isle of the golden drum' oftewel 'eiland van de gouden trommel' wat in 1979 in Nederland werd uitgebracht als vertaling : flonkerend als kristal. Het ging over een vrouw die met collega's neerstortte en ze moesten een noodlanding maken in de oceaan, waarna ze op een eiland kwamen, een paradijselijk eiland, door toedoen van hun redder die hen had opgepikt, die een auteur bleek te zijn. Het was tegelijkertijd zijn eiland, en hij was dus schrijver van avonturen romans. Er zou pas na twee maanden weer iemand komen, dus ze moesten die tijd op het eiland doorbrengen. Het zou zinloos zijn van het eiland proberen af te komen, en het zou ook zinloos zijn door te dringen in de schuilplaats van deze man door het over te kopen. Deze man was ondoorgrondelijk, had zijn geheimen die hij niet zou prijsgeven, en hij was ze liever kwijt dan rijk. Toch moesten ze dus twee maanden wachten. Er zat niets anders op. Zo konden ze dit prachtige paradijs bekijken. Wel was het wonen ongemakkelijk hier, waar ze over klaagden. Wandelen op het eiland werd hun voornaamste bezigheid tijdens het verblijf. Voor de auteur waren deze indringers of gasten storend, maar ze gebruikten de vrouw om toch informatie van hem los te weken. Heel veel gebied op het eiland was onbereikbaar en onbewoonbaar, dus ze moesten een beetje proberen hun weg te vinden. Eigenlijk draaide alles om een vriendelijke inham waar dan het huis van de auteur stond, en het grootste gedeelte van het eiland was dus onbewoonbaar. De auteur was dus verder vanwege zijn status ook niet omkoopbaar, ook al waren zijn gasten zeer rijk. In die onbewoonbare delen van het eiland huisten dus wel allerlei vogels en kleine groene hagedissen. Toch waagden ze zich in het rotsachtig, moeilijk begaanbare gebied, maar dit liep verkeerd af. De vrouw moest toen alleen weer terug naar begaanbaar gebied, want er waren ook kleine begroeide dalen, zoals bij een waterval, en dan de bewoonbare inham. Ze ging alleen terug om hulp te halen. Ze had toen ook een prachtige ervaring in de natuur hier waardoor ze zich afvroeg hoe ooit iemand dit eiland vrijwillig

zou kunnen verlaten. Het was het meest paradijselijke wat ze ooit had gezien. Ze ontmoette een hagedis, en toen het wegbewoog zag ze iets glinsteren wat een sieraad bleek te zijn. Dit nam ze mee, in de hoop een oude schat te hebben gevonden, maar het bleek slechts van iemand anders te zijn die het daar recent had laten liggen. Ze had er zolang over nagedacht, over de waarde van het sieraad, over de geschiedenis die het mee zou dragen, over hoe het haar opwond, maar de anderen deden er heel gemakkelijk over. Toen ze weer bij de mensen was werd ze van een illusie beroofd. Het houdt haar niet tegen de natuur verder te ontdekken, en door dit alles groeit haar band met de auteur. Ze ontdekt dat hij wel overal kan komen en goed kan klimmen, omdat hij dat nu eenmaal gewend is. Het is zijn eiland. Op een dag wordt ze wakker met een virus, en ze vraagt zich af hoe dat kan in zo'n warm paradijs. De auteur zond haar toen terug naar bed en ze mocht niet bij de anderen in de buurt komen met het virus. Hij wilde niet dat zij de anderen zou besmetten en er was ook geen dokter op het eiland. Haar collega's probeerden bij haar in de buurt te komen, maar de auteur hield hen weg. Alhoewel de auteur boos was had hij een ijzeren zelfbeheersing, zegt het boek. Hij raakte in verbaal gevecht met de collega's om haar, en daarna spraken ze alleen nog met elkaar uit beleefdheid. Hierdoor werd de band tussen de auteur en de vrouw sterker, maar hij leefde alleen voor zijn werk, en zij zou al zijn werkzaamheden verstoren, dus hij moest haar weer laten gaan. De twee maanden waren bijna voorbij. Het schip zou komen om haar mee te nemen. Op het laatste moment wilde hij haar toch niet weg laten gaan, omdat hij anders het gevoel zou hebben geen woord meer op het papier te kunnen krijgen, en zo eindigt het boek. De ontmoeting met de hagedis is dus belangrijk geweest voor dit alles. De hagedis is een beeld van de toetsende onbeweeglijkheid, de leegte, het minderen, het minimalisme. Hierdoor trekt het de krachten aan van de andere wereld, van de hogere natuur en kunnen er wonderen gaan gebeuren. Het boek is natuurlijk zwaar metaforisch. De schrijfster is Rebecca Stratton. 1979 roept al lang naar mij, als een natuurvrouw, als een eiland van onaangetaste natuur. De auteur is niet goedkoop, heeft zijn wereld goed bewaakt. Dit komt ook weer terug in de Vur, in boek 105, de appel : 105. DE APPEL 1. Ik was maar een droom, 2. Mijn spiegel is stukgeslagen, 3. Nu sijpel ik weg, 4. Zij die mij volgen zullen alleen wat appels vinden, 5. En wat verhalen, 6. Om de dag door te komen Dit gebeurt door de wonden van het leven. Je wordt gevoeliger en dieper, kan minder aansluiting vinden, want het vleselijke kan het geestelijke niet verstaan, en je raakt ook je vertrouwen kwijt. Alles komt op andere manieren tot je, niet meer door vertrouwen, maar door de toets. Zo had de auteur zijn eiland ook ingericht. Eerst moest er waardigheid getoond en bewezen worden. Dit ging uiteindelijk door een virus waartegen antistoffen aangemaakt moest worden, om zo in zijn wereld te komen. Al het andere zou hier niet doorheen kunnen komen. Je geeft niet alles meer direct door, geheel ontbloot, want je bent bang voor verdichting en siamezing, bang voor het aantrekken van parasieten, dus alles gaat via omwegen, wat ook de boodschap van de Vur is, en wat een natuurboodschap is. Het rechtstreekse, onverhulde is te gevaarlijk … Alles is gecamoufleerd, ook als je als naakte wilden in de wildernis leeft ben je nog bedekt met moeder aarde. Daarom is alle overmatige hygiene vandaag de dag ook onzin, want je schuurt alle beschermlaagjes zo weg en wordt dan juist vatbaar voor allerlei virussen. Het is juist een ziekte van de aggressieve chemicaliën

die zo goed verkopen omdat het de illusie van schoonheid geeft, terwijl het in de realiteit de ergst mogelijke parasieten aantrekt, want het is niet meer van de natuur, maar het lompe, rechtstreekse van de stad. Je maakt zo meer kapot dan lief is. hoofdstuk 12. het pad van de hagedis door de tuin van eden We zeggen dan wel geestelijke, maar hebben het dan eigenlijk over de diepere wereld die genuanceerder is. Je kunt eigenlijk op alles wel exegese toepassen, want het gaat niet zomaar weg, en er liggen dingen in de muur vastgegroeid. Het is een hele uitdaging. Vaak roepen de zeventiger en tachtiger jaren tot mij. De oppervlakkige mens kan dit niet oppikken. Die leeft maar gewoon door, maar er is een veel zintuigelijker leven mogelijk. De geestelijke wereld is eigenlijk alles wat de gewone mens niet kan zien, niet kan opmerken, wat die mens weg heeft gedrukt, maar het hoort er gewoon bij : prachtige energieën. De mens heeft er het geduld niet voor. De mens is er te lomp voor. Van binnen jank ik als ik zulke mensen zie, maar het maakt me ook creatief, en oorlogszuchtig. Het is lijden en strijden. Kruis en boog. De flutroman : grote tragiek. Buitenaardse energieën raken verstrikt in een vleselijk net van bureaucratie en justitie en worden zo geframed als vlinders achter glas in flutromans voor een markt. Het is gedwongen prostitutie, als een mensenhandel, waarin ze deze vleselijke systemen moeten dienen. Het zijn niet alleen de natuurvrouwen die hier in verstrikt zijn geraakt, maar iedereen is hierin verstrikt geraakt in deze sferen. Iedereen is een trofee van iets geworden. Als je door de flutromans heengaat, wat in principe de levens van mensen zijn, dan kom je een enorme hoop walgelijke vleselijkheid tegen waardoor de mens is omsingeld. Sommige flutromans hebben hier veel van, anderen veel minder, maar het zijn de wachters van deze flutromans die als gevangenissen zijn, als fokkerijen. Je kunt er niet zomaar uit, maar moet het verdiepen, net zoals met de bijbel. Wie zijn de dieven, wat hebben ze gestolen, en hoe bewaken ze het ? Detective terrein. Of zijn ze misschien zelf ontvoerd ? Misleidende gevoelens was in 1990/1991 geschreven door Sally Wentworth, pseudoniem van Doreen Hornsblow (1937-2001), wat in 1992 in Nederland kwam, en wat in het Engels Lord of Misrule heet, over een vrouw die een landhuis erfde van haar overleden man, waar nog steeds de familie van haar man woonde. Als de vrouw daar aankomt is ze erg achterdochtig naar de familie van haar man, want ze mochten haar eens als indringer zien. Ze komt samen met een vriendin, en telkens weer gebeuren er verdachte dingen en ontsnappen ze van het randje van de dood, zoals bijna overreden worden en bijna verscheurd worden door een herdershond, voedselvergiftiging en ga zo maar door. Het zijn misleidende gevoelens, want achteraf zijn er dan allerlei andere verklaringen voor, maar je zou kunnen zeggen dat de overleden man een beeld is van het vleselijke wat is afgestorven, en dat de vrouw zo ingaat tot het geestelijke wat het vleselijke had bewaakt, maar dat toen pas de strijd begon, omdat ze met meerdere wachters te maken had, die niet zomaar hun verborgen sieraden zouden prijsgeven. Hierdoor werd ze dus zwaar paranoïde, zeer voorzichtig en achterdochtig, voor haar eigen bescherming, maar kreeg toen daardoor ook de daadwerkelijke uitleg te horen. Het laat zien dat we overal een prijs voor moeten betalen. Zij moest ook haar eigen

vleselijke leven opgeven. Ook om het boekje zelf is er dan een strijd, omdat het hier en daar wel verschrikkelijk vleselijk taalgebruik is, sexistisch. Maar de boodschap is uiteindelijk dan toch ook de emancipatie van de vrouw, en het tot bloei komen van haar vruchtbaarheid, die dus eerst zwaar getest werd. Je zou dus ook kunnen zeggen dat die elementen dan weer bij het verhaal horen, en dat je daar eerst een worsteling mee hebt. Het is dus zeer zeker geen eenzijdig en oppervlakkig verhaal, en we moeten ook altijd in de gaten houden dat als een schrijver een heel vleselijk karakter laat zien dit in principe niet automatisch ook de schrijver zelf representeert, zoals mij dat ook weleens door Konsalik na zijn dood werd verteld. Het kan ook iets zijn waar de schrijver zelf mee worstelt, en soms moet de schrijver bepaalde dingen zo opschrijven voor een bepaalde reden, maar dat wil niet altijd zeggen dat de schrijver er dan ook achter staat. In die zin moeten we dus altijd ook heel voorzichtig zijn met het oordelen van boeken. Soms is het ook een roep om hulp. De schrijver laat iets zien, dat kan een bepaalde demoon zijn. De context blijft erg belangrijk, en de verborgen motieven. Dat kan alleen een geestelijk mens bepalen. Dat kan alleen de gnosis bepalen. Het is en blijft een interessant onderwerp. Er kunnen zich vele lagen en dimensies in boeken bevinden. Van belang is er genuanceerd mee om te gaan en er niet in door te draaien. Het is een missie. Vrouwen schrijven boeken. Vrouwen vragen ergens voor om hulp. Vrouwen brengen een bepaalde boodschap door, al dan niet verpakt. Vrouwen brengen een preek. Staat de mens er open voor ? Het wordt snel over het hoofd gezien. Het zijn niet zomaar roddelblaadjes. Het is escapisme. Het zijn verhalen. Soms schrijven ze voor hun eigen leven, om te overleven. Soms schrijven ze over hun eigen leven, over hun geschiedenis, om er een ander zicht op te krijgen, om het naar boven te brengen, aan te geven. Misschien dat de lezer er iets mee kan. Het zijn energieën die vrij komen. Je kunt niet altijd de deur gesloten houden. Soms is het een alarm. Soms zijn er buitenaardse invasies en wordt de mens overweldigd, en dan vindt het z'n weg wel. Soms kan dit niet tegengehouden worden. Wat is er gaande ? Waar ben je met je hart ? Het is een worsteling op Pniël. Je mag je niet zomaar overgeven. Ook is er een exodus. De staf van Mozes veranderde in een slang. Wat is het ? Vrouwen schrijven dan literatuur om er diepte aan te geven waar de kerk dat niet doet en waar de kerk dat niet toestaat. Soms gaat het pad dan ergens anders verder, in een ander verhaal, door een andere schrijver. Als we dan letten op de boodschap van de hagedis uit 1979 uit het boek over het hagedissen eiland, het eiland van de gouden trommel, flonkerend als kristal, van Rebecca Stratton (die leefde tot 1982), dan zien we dat we door het minimalisme kleine sieraden krijgen die achteraf helemaal geen sieraden blijken te zijn, of niet wat we ervan hadden verwacht, of van iemand anders wat we weer moeten teruggeven, enzovoorts, maar dat dit juist toch geestelijke gaven zijn die ons inspireren als we maar diep genoeg kijken, zoals in het Assepoester verhaal. Dat is wat de hagedis ons leert : de magie van het waardeloze, van de honger, de magie van het kleine. Het brengt ons het kruis, schopt onze plannen in de war, brengt ons teleurstelling, gaf ons valse hoop, ja, misleidde ons zelfs, maar uiteindelijk was dit allemaal voor inspiratie om de diepere dimensie te laten zien achter dingen, en daar gaat het uiteindelijk om. Het is uiteindelijk dan zeer zeker geen verdichtende ervaring. Het kan juist zo bevrijdend zijn, dat pad van de hagedis, het pad van 1979. Soms geven de schrijfsters zelf al aan over wat voor gevaarlijke materie ze schrijven, alsof ze een mijnenveld beschrijven, zoals het boek Forever Eden uit 1982 van Noelle Berry McCue, wat in Nederland in 1983 uitkwam als Tuin van geluk, gaat over het meisje Eden die in haar hof in aanraking kwam met een man die weleens de duivel in eigen persoon kon zijn, de slang. Hij heette Steven, maar hij zou volgens haar ook Serpent genoemd kunnen worden. Maar ze gaat dan wel op onderzoek uit om niet zomaar tot een eenzijdig oordeel te komen, ook in zijn geschiedenis. Hij had een dronken en geestesgestoorde vrouw die zijn kind bij hem had weggehaald en zij schiep in het hoofd van het kind haar vader als een monster, een sinister figuur die haar haatte, en daarna reed de dronken vrouw zich op een dag in een afgrond, en toen kwam uiteindelijk zijn kind weer bij hem terecht, maar beiden konden ze er maar niet overheen komen. En dan kun je je ook afvragen hoe die

vrouw zo is geworden, maar uiteindelijk kwam Eden om er doorheen te prikken en het te herstellen. Ze kon niet zomaar zwart-wit blijven denken over de schepselen in haar hof, de mensen die ze daar tegenkwam, want ze droegen allemaal geheimen met zich mee. Zij moest bij de verbitterde, introverte, paranoïde man zijn innerlijke kind weer terugbrengen, en zich ook ontfermen over zijn eigen kind, om het contact tussen haar en haar vader weer te herstellen. Wel moest ze hierin dus zo voorzichtig zijn als een hagedis om niet zelf ook slachtoffer te worden. Daarom is het in zo'n gevaarlijk paradijs met zo'n gevaarlijke slang, oftewel de verwondingen van het verleden, belangrijk om hierin het pad van de hagedis te gaan, en dingen niet te nemen zoals ze zijn, maar het te gebruiken voor inspiratie en creativiteit. Het is een mijnenveld en dan kan overmoed fataal zijn. Zij zou namelijk zelf ook door het virus gegrepen kunnen worden als ze niet zou oppassen. Verder is het dus echt een flutroman, verschrikkelijk vleselijk, en wordt ze in allerlei oppervlakkigheid meegezogen. In die zin wordt ze dus prooi van de slang, misschien wel van de slang in haarzelf. Wat wil de schrijfster laten zien ? Is het iets waarvoor ze waarschuwt, of zit ze er zelf ook in ? Waar staat de schrijfster dan ergens ? Dat kun je je ook afvragen als je de bijbel leest. Je kunt je dan ook afvragen : Wat werkt er doorheen ? Wat voor buitenaardse wezens zijn dit ? Dat je in ieder geval niet zelf met allerlei vuiligheid wordt meegezogen. Maar wat is dan precies die vuiligheid ? Sexualiteit of wat tot sexualiteit leidt is niet per definitie zonde, maar de oppervlakkigheid, de zonde zelf, zinloos vermaak, frivole, misschien ook wel sexistische, opmerkingen. Weer wil dat niet per definitie zeggen dat de schrijfster hier achter staat, want ze beschrijft karakters, of ze haar daar nu mee vereenzelvigd of niet. Is het op z'n plaats ? Is het op de juiste tijd, in de juiste vorm, of had er wat anders moeten komen, misschien wat onderwijs, wat diepte ? Is dit een sluier ? Wat is het ? In de strijd, het toetsen, van de flutroman moet je echt als een hagedis zijn anders ga je eraan. Het is en blijft parelduiken, en er kunnen overal roofdieren of andere gevaren zijn, maar dat kan ook gebeuren als je de krant leest. In de literatuur wordt alles vaak maar lichtelijk aangeraakt, en gaat alles vaak snel weer over in andere onderwerpen of komt er wat tussen, dus het is niet zozeer pornografisch, maar meer getemperd in een verhaal, als een onderdeel, en vaak komt het er nauwelijks in voor. Maar het typische gelul van stereotype vrouwen en stereotype mannen was iets van die tijd. Vrouwen waren er vaak voor het aanrecht, en mannen moesten rijk zijn, en dat soort onzin. Vrouwtje moest zwak zijn, en mannetje moest rijk zijn met stropdasje, muf pak wat niet kan ademen, autootje enzovoorts. Dat gaat niet speciaal over dit boek, maar dat kom je in het algemeen soms wel tegen, alhoewel lang niet altijd. De flutromannetjes raken het soms ook weer totaal niet aan en kunnen zo veranderlijk en verschillend zijn als het weer. Maar je kunt het voelen, die slang, waar de schrijfster al voor waarschuwde. En Eden nuanceerde het, maar het was er nog steeds. Ze verdiepte het, maar was er nog steeds mee in worsteling. Het was een vrouwenhaat door wat een slechte of zieke vrouw hem had aangedaan, en dat had een generaliserende werking, en floepte ook op Eden over, dat de vrouw toch weer een ondergeschikte rol had. Het was als een virus, en misschien had ze dit virus al. Hij vernedert haar. Noemt haar klein, 'kleine heks', en hij is groot. Ze praat ook voortdurend kleinerend over haarzelf, en hemelt hem op. En dat terwijl ze in zo'n gevaarlijke situatie is. Maar het blijkt dat ze zelf ook een geschiedenis heeft … Was ze daarvoor al in de greep van een slang ? Waren er meerdere slangen in haar hof ? Alles had een oorzaak, een dieper verborgen fundament. Je moet de boekjes dus een beetje kunnen tackelen. De boekjes geven in principe zichzelf weg. Ze ontmaskeren zichzelf voor de oplettende lezer. Door één zin kan de gehele context en betekenis van het boekje ineens veranderen. Zo kom je door de matrix en kun je het afsluiten, terwijl de rest afbrand. Je moet altijd weer op zoek gaan naar ontsnappingsroutes in boekjes, net zoals in de bijbel. Eden wilde een vakantiepark maken. Dit zinnetje schoot eruit : 'een vakantiepark in een bos aan het meer met getrainde instructeurs, die de kinderen zouden leren hoe ze veilig waren op het water en in de wildernis konden overleven, in plaats van alleen maar gediplomeerde babysitters.' (p. 151-152) Dat was uiteindelijk wat ze een hongerige man wilde voorzetten, en daar was misschien ook alle

strijd over. Het boek stelt dat het niet goed ging tussen Eden en Steven, de serpent. Ze had niet het gevoel dat zij bij hem ergens voor deugde. Het boek stelt : 'Ze wilde er niet op ingaan; ze had al genoeg tijd verspild aan nutteloze spijtige gedachten. Ze kon beter denken aan de veranderingen die ze had gepland voor het park.' Het park was haar hof, de hof van Eden, en daar werkte ze voor, en ze was gericht op dat werk, om mensen er te kunnen laten overleven, in de natuur, in de wildernis. Dat was haar doel. Ze wilde niet afgeleid worden door de slang. Ze had er al genoeg mee geworsteld. Toch wordt er dan weer in verkleinwoordjes over haar gesproken. Die slang is gewoon aanwezig. Je voelt het. Het boek is gewoon geheel doorweekt met die slang. Een vriend heeft dit door en probeert haar te beschermen tegen de slang, maar de slang wordt woedend, en het dreigt totaal te escaleren. Toch weet zij dat de slang veel subtielere en doeltreffende manieren had om zijn ongenoegen te uiten. Er waren andere soorten van mishandeling. Maar dan gebeurt er iets in Eden zelf : Ze accepteert geen verdediging van die vriend, en zend hem weg, na zelf ook boos te zijn geworden. Ze offert haarzelf dan op, en de slang wordt weer enorm groot, de man komt weer op een enorm voetstuk. Als door een virus kwam ze weer in zijn wurggreep. Ze beschrijft dit als dat hij alleen maar het vleselijke wil en niet het geestelijke. Hij wil haar lichaam, niet haar ziel, en dat is een dof verdriet voor haar. Zij had wat meer diepte gewild. Daar was ze immers Eden voor, de paradijselijke hof, die een duidelijk doel voor ogen had. Het is heel tragisch. Eden ziet dat hij alleen maar haar omhulsel wil, maar geeft dan uiteindelijk maar toe, zo van 'het zij zo.' Ze beleeft het als een gevangenis waaruit ze niet kan ontsnappen. 'Vooruit dan maar,' maar ze huilt er wel bij. Ze beschrijft hem dan als een heidense afgod, en als hij dieper wil gaan, dan protesteert ze ineens. Ze kan hem niet toelaten. Ze spande haar lichaam in zwijgend protest zegt het boek. De slang is woedend. De slang begint te schelden, wat ook terugkomt in de bijbel in het boek Daniel en Openbaring. De slang krijgt niet wat het wil. Zij is geschokt en blijft zwijgend onbeweeglijk zitten als een hagedis. Hij noemde haar een kleine idioot. Het hele boek door gaat het over deze knipperlicht relatie. Het is hetzelfde als hoe de mens zit opgesloten in het vleselijke, wel of niet door zijn eigen schuld, en moet daar een gevecht mee voeren, verdiepende, loslatende, en het goede ervan bewarende. Ze komt niet meer los van deze herinnering en moet dan het beste ervan maken en het een plaatsje geven. Ze kan het kind niet met badwater weggooien. Deze slang zit te diep, heeft teveel van haar, dat het niet strategisch is om het allemaal totaal af te kappen, en dat zou ook een mission impossible zijn. Ze zijn dan inmiddels ook al getrouwd. Zij is Eden, hij is de slang, en de tuin gaat door zekere seizoenen om de schoonheid van de natuur tot uiting te brengen. Hoe was dit alles gekomen ? Het boek beschreef de diepere geschiedenis van dit alles. Eden was eens met het dochtertje van Steven, de slang, die veel was pijngedaan door haar moeder. Toen vertelde Eden dat zij ooit eens getrouwd was en ook een dochtertje had, maar dat haar man te hard reed en dat de auto verongelukte. Ze werd toen wakker in het ziekenhuis en kreeg te horen dat haar man en haar dochtertje niet meer leefden, dus ze kon Dawn's pijn begrijpen. Dawn had toen gezegd dat zij toen wel haar dochtertje zou wezen. Dat wilde ze graag en ze omhelsde haar nieuwe dochtertje, en het genas haar, maar toen besefde ze ook dat ze voor altijd hier aan vast zou zitten, ook aan haar vader, Steven, de slang. (p. 69-71) Het zijn ingewikkelde situaties, 'interlocked'. De mens is schaakmat gezet en moet er doorheen. Je kan ergens uit weggaan, maar hoe krijg je het uit je weg ? Er zijn vele onzichtbare contracten, vele onzichtbare navelstrengen en vele onzichtbare belastingen. De mens ontkomt er niet zomaar aan. Het raadsel van Eden moet opgelost worden en van de slang, en zo ook van de staf van Mozes die in een slang veranderde en de exodus veroorzaakte. Heeft de mens de slang nodig ? De slang bood ook de gnosis aan. Het is dus allemaal heel dubbel. Het is een kruis waar de mens niet aan ontkomt. Daarom wees Mozes ook op de slang aan de paal, of aan het kruis, in de wildernis, opdat de mens zou leven. In het boek 'Misleidende gevoelens' erft een vrouw het landhuis van haar overleden man, wat vol geschiedenis zit, genoeg om uit te pluizen. Als het vleselijke is gestorven, dan is er nog

zoveel van over wat nog belangrijk is, zoveel van het geestelijke wat altijd werd afgehouden. Dat is de worsteling met de slang in het paradijs. Om het diepere nog naar boven te brengen voor een doorgang. Deze boeken vullen elkaar dus aan, horen bij elkaar, leggen elkaar uit. Dat het verder gaat met bijbelse thema's is overduidelijk. Hierin dienen we dus te zijn als de hagedis, ons aan de voorschriften houdende, zoals 'Misleidende gevoelens' ook zegt tijdens de voedselvergiftiging : 'Ze houdt zich keurig aan de voorschriften van de dokter en rust op haar kamer.' (p. 137) hoofdstuk 13. het pad van de hagedis tot de kameleon – door het paradijs komen tot de ark van noach In Forever Eden, Tuin van Geluk (1982/ 83) van Noelle Berry McCue is de slang dus een misbruikte weduwenaar met een misbruikt dochtertje waar de hoofdpersoon, Eden, de zorg over heeft genomen, ook om haar eigen gemis op te vullen, omdat ze haar eigen dochtertje door een ongeluk heeft verloren. Het is dus een diepere exegese van het boek Genesis, het paradijs verhaal eigenlijk. Tot Eva werd gezegd in Genesis 3:16 : 'Ik zal zeer vermeerderen de moeite uwer zwangerschap; met smart zult gij kinderen baren en naar uw man zal u moeten terugbetalen (Aramees), en hij zal over u heersen.' In het Aramees gaat het hier over het terugkeren naar haar eigenaar, tot baal in de grondtekst, een ephitet van Hadad, de god die over de hemel, het paradijs, heerst, en zonder wie er alleen maar ellende en hongersnood is. In de grondtekst moet ze zich tot deze god bekeren voor wat ze verkeerd heeft gedaan, en een soort belasting betalen of schuld (pny). Ze moet hem dus grootmaken en groothouden ter bescherming ook van het kind, anders zou hij zich in zijn woede kunnen vergrijpen aan het kind. Dat is ook de tragiek en achterliggende gedachte van de kleinering van de vrouw en de grootmaking van de man. Maar Hadad was ook een oorlogs-orakel, oorlogsprofetie, en in de Hebreeuwse grondtekst wilde zij hem als een beest verslinden, hem overweldigen als een stortvloed. Het gaat dus ook over de worsteling met de slang wat door de gehele bijbel heen doorgaat en ook in het boek. Het oorlogs orakel moet afhandig gemaakt worden door verdieping, door exegese. Haar zaad zou uiteindelijk het zaad van de slang overwinnen, oftewel ontcijferen en oplossen. Afgoderij is dus vaak gedwongen, zowel tot kind als tot vrouw, en ook mannen moeten onder deze systemen buigen. Soms moeten ze wel omdat ze gechanteerd worden, ter bescherming van henzelf en degenen die ze liefhebben, zoals ook in het verhaal. Uiteindelijk wordt de oorlog juist ook gewonnen door de strategie van spionage, van camouflage. Alleen dan heeft de mens overlevingskans, zoals Darwin stelt dat de natuurlijke selectie plaatsvind door aanpassingsvermogen en flexibiliteit, zonder de eigen identiteit te verliezen, maar juist als onderdeel ervan, wat plaatsvindt in de context van oneindige diversiteit. Dit is het pad van de eenling, van de hagedis, van de kameleon. Alleen zo komt de mens veilig door het mijnenveld van het zogenaamde paradijs. Ons boek 'The Dragon Lives Among Us', de draak leeft onder ons, zegt over de hagedis : 'Wanneer we worden aangevallen door de Delilah-geest, kunnen we ons daarin verheugen, omdat

het ons de stenen van de borstplaat brengt. Het zal ons helpen om contact te maken met God en een perfecte bemiddelaar zijn. De stenen leiden ons naar de voeten van Christus waar we kunnen zijn zoals Maria. De voeten van Christus zijn als het koperen altaar, ze verpletteren de vijanden en gebruiken ze als voetenbank. Dit is de plaats van bevrijding. We bidden in deze dagen dat God zijn koperen altaar zal herstellen. In Hebreeuwse wortels is dit de trap van de hemelvaart en orakelinterpretatie. Het verwijst naar het meervoudige karakter van God, de toerusting (zalving) van de kameleon. Het brengt ons in feite hemelse flexibiliteit en creativiteit. Wanneer we dichter bij het koperen altaar komen om ons leven op te offeren en hogepriesters te worden, weet dan dat de betekenis van de wortels ervan in het Hebreeuws is: boeien en kettingen als in rinkelende belletjes. We moeten dienstknechten van God worden, maar eerst worden we als steen, dat is de toerusting (zalving) van Maria of de toerusting (zalving) van de Hagedis. We zijn niet geroepen voor dienst, maar om aan Jezus' voeten te zitten. Hij is degene die door ons heen moet werken, door Zijn Geest, dus eerst moeten we doof worden voor de wereld, onbeweeglijk voor de wereld. Eerst moeten we zwijgen en God gebruikt de geluiden om ons heen om ons te laten zoeken en te verlangen naar deze stilte. Het koper is eigenlijk de lust van de Heer. Lawaai doet pijn, slaven maken lawaai en de wortel van 'pijn' in het Hebreeuws is eigenlijk 'dansen'. Geluid programmeert ons, en God wil ons in Zijn stilte oproepen om uiteindelijk door Zijn Geest te worden aangedreven. Lawaai is een kruis dat ons naar dat doel leidt. Lawaai is een dief, een ontvoerder die veel pijn veroorzaakt, maar eigenlijk 'komen we binnen', komen dichter bij God.' 'De vertaling van de bijbel verborg de grondtekst en de oorsprong ervan is het beeld van het beest, zodat ze allemaal het merkteken zouden ontvangen. Deze beesten zijn de wereldkerken. Wanneer er een beweging van God is, bouwt de mens instituten. Elke kerk heeft zijn eigen bijbel en zijn eigen geest gemaakt, en daarom is het zo belangrijk om terug te gaan naar de wortels. We kunnen deel worden van het beeld, het beeld, van het beest, maar God heeft een veel beter plan voor ons: een Mariabeeld worden, dat aan de voeten van Christus zat. Dit wordt ‘de aankomst (toerusting, zalving) van de hagedis’ genoemd.' 'We worden voor deze baan betaald, door het bloed van Christus en door de ‘telos’, een tijdperk van doel. Christus is de ‘telos’, de prijs, zoals we zien in openbaring 1. De ‘telos’ is de terminator, waarop alle dingen betrekking hebben. De telos is het doel, het voedsel waarmee we leven. (…) Telos is een ingrediënt van het bloed van Christus, het hemelse geld, waarmee we leven. Zonder 'telos' kunnen we niets doen. Christus kocht ons vrij door deze kostbare ‘telos’, door zijn verborgen manna, en het bracht ons in kuisheid, in discipline, door onze oude natuur te beëindigen. Door de 'telos' kunnen we onze oude banden kwijtraken die ons in slavernij houden. ‘Telos’ is als de belasting van de hemelse stad, de ‘polis’, het nieuwe Jeruzalem. Het is onze heilige dronkenschap, ons bedwelmende medicijn om de giftige stromen in ons lichaam te verwijderen, en het houdt ons veilig. Het is onze heilige gebondenheid, de heilige ijzeren kettingen die ons op één lijn houden.' 'Een enorme bron van het (...) bloed van Christus, als een hemelse geldschepper, een hemelse bank Al deze stenen zijn bloedlijnen, ingrediënten van de heilige ketens, het bloed van Christus.' 'Telos is ook gerelateerd aan het 'einde' van de staart, de 'oura', die gerelateerd is aan de slang, de ophis, wat wijsheid en sluwheid betekent. Het is de kracht om pijn te doen (openbaring 9:19), en hierdoor is alles gebonden. Zoals geld de heerser op aarde is, zo is Telos de heerser in de hemel. Het bevat zowel het vuur als de stem van het bloed van Christus. Het komt voort uit de troon van God, ook inclusief de kristallen rivieren van personen. Deze zijn bevroren, want in Griekse grondtekst duidt het op 'vorst', en de balans tussen vuur en ijs die we ook tegenkomen in Ezechiël 1. De Telos heeft daar de perfecte balans voor. Degenen die in vorst leven, hebben de Hagedis toerusting (zalving) ontvangen, de toerusting (zalving) van Maria. De Telos zorgt voor de bewegingen en elke vorm van uiting. (…) De Telos bindt ons aan de heilige bloedlijnen van Gods stammen.'

'De hagedis zal de kameleon voortbrengen, de weg naar de ark van Noach, wat letterlijk 'rustplaats' betekent. Er zal een nieuwe vloed komen: die van vuur en bloed, maar in Noach, het type van Christus de Timmerman, zal er rust zijn.' Tot zover ons boek uit 2006 : The Dragon lives among us' oftewel de draak leeft onder ons. We moeten goed begrijpen dat Christus de tweede Adam is. Het hoort bij elkaar, en we zien hier nog steeds de verplichting van de mens tot de slang. Adam, oftewel Hadad, is het bloed-orakel, het oorlogs-orakel, en de vijand wordt dus in die zin gebruikt als het oorlogs-orakel. Dat is de hele bedoeling ervan. Dit is het leren profeteren door de tekenen der tijden, tekenen lereen te interpreteren, wat allemaal tot het shamanisme behoort. Dit is dus zeer strategisch, op het pad van de hagedis en de kameleon, door het paradijs, langs de bomen van Eden. Ze buigt aan de voeten van Christus, anders zouden die voeten haar vertrappen. Anders zouden die voeten ook haar kind vertrappen. Ze buigt als lezende het oorlogs-orakel, wat ze hem afhandig moet maken, want uiteindelijk behoort zij deze voeten te zijn. Ze is dus niet alleen de hagedis, maar ook de kameleon. Het bloed van Christus is het bloed van Adam, wat spreekt van een diepe geschiedenis die zij niet over het hoofd mag zien. Zij mag namelijk niet eenzijdig zijn in haar oordeel en moet komen tot 'hoor en wederhoor', oftewel ze moet beide kanten van het verhaal horen, en komen tot de verborgen dieptes en bronnen ervan. Zij had zorg genomen over het dochtertje van de slang, die haar al dan niet had ontvoerd. Dit was de vader van het kind, de bron van haar leven. Zou zij daarom zomaar de vader van het kind vernietigen ? Nee, zij ging strategisch te werk, en maakte er het beste van, voor zowel het kind als haarzelf. Dingen zijn niet zwart-wit. Het boek geeft een beeld wat dichter bij de oorspronkelijk dualistische grondtekst ligt om zo af te rekenen met eenzijdige patriarchische misvertaling. Zij brak zo het wereldrijk van de slang af. hoofdstuk 14. van exorcisme tot exegese De relatie tussen mens en slang is een beeld van de relatie tussen de lagere klasse en de hogere klasse, zoals in het gedicht de houthakkersdochter (Woodman's Daughter) uit de jaren 1800, waarin een jongen van stand vruchten aanbied aan een arme houthakkersdochter, die ze dan aanneemt, wetende dat het nooit tot een huwelijk zal kunnen komen vanwege hun klasse verschil. In sommige gevallen is dan eerst een inwijding noodzakelijk, terwijl in andere gevallen dat gewoonweg niet mogelijk is, en in weer andere gevallen dit ook niet aan te raden is. Dit is de duizelingwekkende gecompliceerdheid tussen de klasse verschillen en hun relaties, oftewel van de relatie tussen de mens en de slang in het paradijs. Vannacht had ik hier ook een droom over, dat de slang, de hogere klasse, was gestorven. De jongen van stand die de vruchten aanbiedt is in het gedicht het zoontje van de landsheer van het gebied. Tino Mogo is de technicus van Karl, als een soort pseudo-ragnarok die de flutromans in de mens installeert, de zogenaamde mug-implantaties. Ik had er een droom over vannacht. Dit zijn hele

lange pseudo-egyptische nut-pluggen, als scherven, die in het brein van de mens worden geschoten. Hierdoor wordt de mens verstrooid en afgeleid. Ik zag wat van die scherven of pluggen verwijderd worden, en er kwamen hele lange donkere natuurvrouwen toen door ineens. Dat was meer een technisch effect. Het beeld zou zich vanzelf herstellen. Dat is ook de nut-ervaring, dat alles eerst heel langwerpig doorkomt. Dat heeft te maken met het feit dat het allereerst een soort snoeren zijn. Hoe gaat exorcisme daadwerkelijk ? Niet door lomp alles uit te drijven, maar door exegese. Als je alles zomaar gaat wegsnijden maak je meer kapot dan lief is. De mens moet de filterologie kennen, hoe te filteren, hoe te zuiveren, hoe veilig te verwijderen, een programmaatje om te oninstalleren. Heeft de mens daar wel geduld voor ? De opportunistische prosperity mens in ieder geval niet. Maar gij geheel anders … De slang en de mens in het paradijs, de slang verbonden aan een boom, wat ook weer terugkomt in het Mozes verhaal, de slang en de staf, de slang op de paal of aan het kruis. Het is de mens die van de ene familie in de andere familie komt, door adoptie. Hoe gaat dat in zijn werk ? Er valt iets weg en er komt iets bij, iets nieuws, zoals bij een scheiding of een overlijden. Het is verbonden aan de exodus waarvoor de zee wordt gespleten. De mens gaat eerst door de tragedie van het kruis. Hoe diep gaat dit ? De mens staat er niet bij stil, neemt alles maar in zich op. Deze ongevoeligheid moet sterven. De mens heeft makkelijk oordelen over de slang, totdat de mens zelf de slang is, als beeld van de gekruisigde. Dan piept de mens wel anders, want dan is de mens ineens ook in restrictie, en moet de mens ook vechten voor zijn leven, voorzichtig zijn, paranoïde zijn, soms zelfs hard. De slang is de ingewijde in het kruis. Hij kan niet meer vliegen, staat niet meer op beide benen, maar heeft alles verloren, en gaat door het stof, kan niemand meer vertrouwen. Het is als het ontvangen van een virus en dan het virus onherroepelijk doorgeven. Daar staat de slang voor. Hele families trekt het mee, hele samenlevingen. Het is een soort communicatie paal, een soort opening tot de parallelle werelden. De mens wordt van slang tot hagedis tot kameleon aan het kruis, en channelt zo nieuwe werelden door de oneindige variaties in identiteit, wat een heel darwinistisch principe is om te overleven : de meest gevarieerde overleeft het. De oer-archetypes van het verliezen van de partner, door bijv. scheiding of de dood, zijn heel symbolisch, in de zin dat het kan staan voor het afbreken van vleselijke contracten, maar ook in de zin van het winnen van begrip en uitleg wat betreft de ander, het verkrijgen van inzicht, waardoor de partner dus in principe ontbloot is, deels of geheel, en dit niet op een vleselijke manier, maar in de context van de natuur, waarin de mens diepere principes ervaart. Het is een onderwerp wat telkens weer terugkomt in de vrouwen literatuur, zoals in het boek Glen of Sighs, oftewel vallei van zuchten, uit 1972 van Lucy Gillen, wat in 1979 in Nederland uitkwam als 'als een zoele zomerbries'. Een vrouw bezoekt de familie van een vriend, en komt er al snel achter dat hij zijn vorige verloofde de zelfmoord heeft ingedreven om haar te krijgen, waar ze natuurlijk niet op ingaat, en er dan vandoor gaat met een neef van hem, een schilder, die haar naar de natuur trekt om haar in natuur context te schilderen zoals ze daadwerkelijk is, want die zogenaamde vriend draaide altijd alles om wat ze zei en liet alles heel anders klinken, zodat ze haarzelf ook nog onterecht schuldig voelde. Dat gaat er dan ook over dat de mens niet frivool moet zijn, niet goedgelovig, maar alles moet toetsen, terug naar de natuur. Anne Hampson, die vanaf eind zestiger jaren schreef, schreef in 1971 het boek 'Dark hills rising', rijzende donkere heuvels, wat in 1976 in Nederland vertaald werd uitgebracht als 'de wonden helen', over een vrouw met een dronken partner die hun auto in de prak rijdt waardoor ze onvruchtbaar wordt, en hij dan de verloving verbreekt. Het boek gaat erover hoe zij daar overheen probeert te komen, en zo wordt ingewijd tot een nieuwe familie, een man die ook het één en ander achter de rug heeft tot het punt dat hij vrouwen helemaal niet meer vertrouwd. Hij heeft ook een dochter die geheel ongevoelig is voor pijn, zowel geestelijk als lichamelijk, en die enorm moeilijk in de omgang is. Aan het eind komt die dochter ook te overlijden, en dan komen ook die

man en die vrouw wat dichter bij elkaar, in de zin dat de ongevoeligheid is afgestorven. Al deze gebeurtenissen hebben dus diepere archetypische betekenissen. Het sterven is niet een daadwerkelijk sterven maar een begrijpen. De slang glijdt dus over het bed, over de banken, tussen de kussens, maar het is iets anders. De slang wordt hagedis, dan kameleon, en dan ergens is er een kruispunt, als het winnen van de loterij. Dat is ook wat Pniël betekent, zoals het in ons boek 'the dragon lives among us' wordt beschreven : het draaien van de seizoenen. Juist door de worsteling klikken dingen dan in elkaar, en andere dingen vallen weg, en dat moet ook wel. Het is een tijd van het verkrijgen van inzicht, dus oude zienswijzen worden overboord gegooid of dieper uitgewerkt. Kun je door de dingen heenkijken om de diepere natuur te zien ? Het boek gaat over een vrouw die dus door een ongeluk er littekens aan over heeft gehouden en zich afvraagt of ooit nog iemand van haar zal kunnen houden, met name omdat ze onvruchtbaar is. Als je dit letterlijk neemt wordt je gek, maar je moet het geestelijk nemen. Uiteindelijk zijn die littekens herinneringen die in haar branden, van iemand die in principe gewoon haar brein had verkracht, en juist die innerlijke littekens waren de sleutels om een man te bereiken die ook zo kapot was gemaakt. Het zijn sleutels. Dit is in diepte gewoon de verzoening van je eigen innerlijke archetypes, het verzamelen van de afgebroken stukken van jezelf. De mens voelt zich verwond, onbegrepen, beschaamd. Er zijn muren om die mens gebouwd. Maar in wezen is die mens van zichzelf afgescheurd, en de diepere betekenissen van het paradijs en de vrouwen literatuur kunnen dit dus weer herstellen, door exegese dus. Zou het zo zijn dat er voor vrouwen nog een taak was weggelegd naar de vele patriarchische eeuwen waarin mannen het altijd voor het zeggen leken te hebben ? Vandaar dat de zeventiger en tachtiger jaren zo belangrijk zijn. Maar waak voor de vele valstrikken, want zoals er vele valstrikken waren in het patriarchische tijdperk zijn er ook veel, heel veel, valstrikken in het matriarchische tijdperk. Vandaar de noodzaak van exegese en profetisch-demonologische leiding door deze gevaarlijke mijnenvelden van het paradijs, de worsteling met de slang, de hagedis en de kameleon, tot aan de ark van Noach. Dus wat betekent die combinatie : boom en slang, in het paradijs, of slang en staf in het Mozes verhaal. Dit is de verbinding tussen de slang, de gekruisigde dus, en de hagedis die het wordt, de onbeweeglijke, de paal. De boom is dus het beeld van de hagedis, en deze combinatie geeft dus uiteindelijk toegang tot de kameleon, de camouflage, de strategie, de diversiteit, het draaien van de seizoenen. hoofdstuk 15. het zaad van orion Vannacht had ik een droom van haaien voor de kust van Zeeland. Er was een meisje met een pop in Middelburg en Middelburg werd onderdrukt door rechters en dokteren met zware stemmen, zo ook werd het meisje onderdrukt wat ergens symbool voor stond. Ik ging op onderzoek uit en ik volgde deze lijnen en kwam op een zolderkamer uit bij een jongetje die een zogenaamd kameleon-apparaat had waarmee hij zijn stem kon vervormen, en waarmee hij rechtertje en doktertje kon spelen overal. Ik kon hem toen het apparaat afhandig maken met zijn instemming want het was een heel gevaarlijk apparaat. Hij zei ook dat hij er vanaf wilde, want volgens hem stonk het apparaat (naar vis voornamelijk). Toen ging hij buitenspelen en zong kinderliedjes.

Dat lijnen volgen ging ook allemaal door gesprekken met die zware stemmen, en ik ondervroeg ze. Het had ook allemaal met verzamelaar geesten te maken die dokters en rechters gebruikten om de mens vast te zetten en in een museum als trofee, en van de ingewanden van die mensen werd 'zalm' gemaakt voor de zalm industrie. (Dat is dus daadwerkelijk wat er gebeurt als je naar de dokter gaat) De dokters en rechters industrie zet mensen vast, zet mensen op, zodat ze tot steen worden, en zij zijn uitgezonden als een soort huurmoordenaars of huuropzetter door verzamelaars, al dan niet om te eindigen in flutromans. Om hier veilig tegen te zijn en uit te ontsnappen moet de mens worden als een hagedis. Het is er ook voor om juist deze antistoffen aan te maken. Dat is de betekenis van de slang (gekruisigde) en de boom (hagedis, minimalist). Verder was er een droom over een bekeerde Hitler die boven een zee mensen uit de woeste golven trok. Zijn project heette 'De Redding' en zo kon hij wat terugdoen voor het overblijfsel van de mensheid die hij zoveel schade had berokkend tijdens zijn leven. We mogen zeker niet bij de hagedis blijven steken of het misbruiken als in daadwerkelijke vleselijke verharding, en lagere aardse bevrorenheid, zoals bij Mary Baxter en haar eeuwige hel verhalen. Augustinus wijst op de vuur salamander die in vuur weet te overleven. Nu is de salamander een heel speciaal dier met regeneratieve krachten, die zijn lichaamsdelen opnieuw kan aanmaken als die afgebroken zijn. Ook zijn sommige soorten dimorfisch, d.w.z. er zijn geslachtelijke verschillen buiten de genitale verschillen. Oorspronkelijk wijst het terug op een paradijselijke oogklier, maar sinds de val van de mens uit het paradijs is deze kennis verloren gegaan en ook het bezit van deze klier. Daarom lopen mannetjes vandaag de dag veelal te pronken met hun stropdasjes en vrouwtjes met hun oma-haarknotjes in hun dementie, denkende dat ze zo heel wat voorstellen, wat natuurlijk puur zot is, maar wat een resultaat is van het verlies van deze klier, en op een hele bizarre manier wijzen deze dingen dus terug op deze klier. De mens moet dus weer terug tot het regeneratieve salamander oog, oftewel tot Salomo die de verbinding tussen mens en natuurmoeder herstelde. Dit gaat over het oog van Salomo, over de oorspronkelijke paradijselijke wijsheid. Kikkers ademen veel door hun huid, zoals ook sommige salamanders. Dit is in feite zeer abstract wijzende op het belang van de donkere natuur moeder. Haar donkere huid geeft een bepaalde stof af die de geestelijke mens van de gnosis nodig heeft om te leven. De Vuh onderwijst hier uitvoerig over. De paradijselijke longen zijn oorlogslongen, en zitten anders in elkaar dan de lagere aardse longen : 'De Heilige Geest, de Griekse luchtgod, adem, wilde mensen loskopen uit het paradijs, uit de wildernis, om zo hen tot slaaf van prosperity te maken, van het Babylonische systeem. God zond toen allereerst een simulator Heilige Geest, om de mens terug te voeren tot de wildernis. In Iyowb (Job) 7 : 11 staat dat de RUWACH, de Heilige Geest, de adem, de wind, gebonden zal worden, en nauw gemaakt worden, en de mond gesnoerd. Hieruit zal DABAR, het profetische woord, vrijgezet worden. NEPHESH, ziel, zal bitter, MAR, gemaakt worden, waarvanuit zal worden gemediteerd, geklaagd en gezongen (SIYACH). Dit komt telkens weer naar voren in het boek Iyowb, dat er afgerekend zal worden met de Geest, om over te gaan naar de bitterheid van de ziel. 9 : 18 – God zal mij niet RUWACH (Heilige Geest, adem) laten ontvangen, maar zal mij vullen, verzadigen (SABA) met bitterheid in de ziel. Het hart van het paradijselijk lichaam, de APH, betekent de ademnood, de wurging, maar die heeft

dus de diepere betekenis van de halsketen. Door de zondeval was er de slavernij tot de windgod DOOR ADEM, door GEEST. De paradijselijke APH raakte verloren en in de vergetelheid. En geleidelijk aan werd de Geest over de Ziel geplaatst, en alles begon zijn betekenis te verliezen. De mens verloor profetie en werd gebonden aan vaagheid, prosperity geestelijkheid, loze wolken zonder wateren/ mayim (II Petrus 2). De gevallen aarde is de aarde van spieren, van spierkracht, als een zegel wat ons afhoudt van God. Dit zegel moet doorbroken worden. In de originele teksten wordt het juist duidelijk dat de mens werd geschapen in een gebrek aan adem, de heilige woede, APH. De APH is het paradijselijke hart, als de heilige halsketen waardoor men met God verbonden is. De paradijselijke aarde werd geschapen in de nacht, en het nachtzicht werd gegeven. Wij leefden in het visioen van goddelijk zaad, door het bloed. De APH, de heilige woede, heeft geen adem, maar goddelijk zaad. Vertalers vertaalden 'neshama' heel selectief als de adem die God geeft, om zo mensen te verbinden aan de macht van de lucht. NESHAMA betekent ademnood, ademloos, en dit behoorde tot de vrouw die baarde. Het had te maken met de moederschoot. Ook had het te maken met de heilige woede, als goddelijke inspiratie. Dit is ook de heilige kennis, de gnosis. Het komt van NASHAM, vernietiging als een onderdeel van het scheppingsproces, als het geven van geboorte. Dit is wat God de mens schonk in het paradijs. In het Aramees is dit het zwellingsproces van inspiratie en prikkels, de reflex. Dit zwellingsproces komt niet voort vanuit hebzucht, eetzucht, materialisme, maar vanuit honger, het heilige vasten, in het Aramees. De schepping van de mens gebeurde dus in de heilige moederschoot, in het goddelijke zaad. Dit is in het Aramees ook de geestesvervoering, de heilige dronkenschap (NAPAH).' 'Het paradijs kent geen adem. Zij die in het paradijs leven zijn de ademlozen. Zij leven door bloed en goddelijk zaad. De tweede schaal brengt terug tot het ademloze paradijs, als door een poort. Dit is een jacht. De zee is YAM, JOM, oftewel Jezus, waarover oordeel wordt uitgegoten. De tweede schaal brengt visserij. De NEKROS, de ademloze paradijselijke die de heilige halsketen heeft ontvangen komt met het slachtmes, met het zegel van het rode paard, om een slachting aan te richten in de zee. Dit slachtmes is de stam GAD. Dit is de jagers-stam en slagers-stam. Zij vormen het rode paard van God, de rode steen.' 'Het slachtmes, GAD, is dus in de handen van de ademloze, de NEKROS. GAD, als de rode steen, de bloedsteen, oftewel het rode paard, is in handen van REUWBEN. REUWBEN is dus de ademloze. De stam REUWBEN is dus de halsketen, de APH, het hart van het paradijs. Dit is de tweede schaal, de ademloze.' 'In het heelal zijn een heleboel planeten die de aarde beinvloeden voor zuurstof. Zonder deze planeten zou er geeneens zuurstof zijn. Er zijn hele bloedlijnen van planeten die een ingewikkelde code vormen voor de afhankelijkheid van de mens aan zuurstof. Het zijn zuurstof-planeten, ook planeten die het functioneren van de menselijke long beinvloeden. STRILAR is een boze geest die deze bloedlijnen beheerst. Hieruit zijn ook Jezus en de Heilige Geest voortgekomen, Long en Adem. Deze bloedlijnen houden het heilige, eeuwige zaad tegen. Wij moeten leven vanuit het heilige, eeuwige zaad, en dat moeten we leren. De lucht die we inademen is vol van boze geesten, maar wij kunnen beginnen met het inademen van het heilige, eeuwige zaad. Hierdoor moeten we verbonden worden aan hele andere planeten, en wel in het stelsel van Orion. Wij moeten leren leven vanuit Orion, vanuit het eeuwig zaad van Orion. Zuurstof is de macht van de dood. Orion zal langzaam overnemen. Orion zal de lucht, de zuurstof meer en meer infiltreren. Wij

moeten de strijd aangaan tegen zuurstof, en de jacht erop beginnen. Vaak manifesteert zuurstof zich in visvorm. Tussen de longen in het gnosis-lichaam – longen die overigens door de Gorgonen waren geplaatst – was er nog steeds een orgaan van tepelstof, die het eeuwige zaad kon absorberen. Die longen zullen weggenomen worden door de groei van dit orgaan. In het EE is de tepelstof belangrijk als een basis-stof van het paradijselijke lichaam. De tepelstof kan ook de menstruele cyclus in standhouden voor de vruchtbaarheid. Dit gaat op een hele andere manier dan op de gevallen aarde.' (..) 'De zondeval werd veroorzaakt door de longen, en de mens kreeg longen, om zo afhankelijk te worden aan de luchtgod, de valse leegte, die niet diep gaat. Zuurstof was een zegel over het eeuwige zaad. Wij moeten strijden tegen de longen, en het eeuwige zaad inademen. Onze longen moeten vervangen worden door de paradijselijke afgrond, de heilige leegte. Wij moeten het heilige vlees ontvangen.' 'De longen maken mannen opgeblazen. Ze blazen zich vol met lucht en paraderen dan alsof ze de baas op aarde zijn. Longen zijn de vervloekte creaties van de duivel. Zij maakten ons afhankelijk aan de luchtgod, en die wilde ons trotsmaken. Zodra mensen zich boven anderen willen verheffen pompen ze zichzelf vol met lucht om groter te lijken. Dit is het werk van boze geesten. Qayin versloeg dus Hobel, zuurstof, om zo de Enek, de halsketen te ontvangen en het paradijselijke teken, waardoor hij toegang kreeg tot Nuwd, de paradijselijke afgrond.' 'De longen, het ademende deel, staan dus onder het oordeel. Wij moeten beginnen met het inademen van het eeuwige zaad. Waar een long sterft, kan een verbinding komen met het eeuwige zaad. De long zal afsterven, om plaats te maken voor het paradijselijke genitaal. Door bloed en zaad zal de mens leven. Adem zal sterven, zuurstof zal vergaan. Onderscheiding zal vrijkomen.' 'Om het afgedwaalde volk vatbaar te maken voor Orion, stort God een soort koorts uit : de CHEMAH (Yirmeyah, Yirmehavah (aangesteld door Havah), ASER, 7:20). De CHEMAH dient het volk weer terug te brengen tot de goddelijke verlamdheid, de Heilige Rust (zeven), om vandaaruit de Heilige Arbeid te ontvangen (zes). De CHEMAH is dus een belangrijk instrument van de Heere, de heilige koorts, een heilige brug, om tot ontlediging te komen.' In principe moeten de vleselijke longen afsterven opdat de mens komt tot de geestelijke longen, de oorlogslongen die ook wel in de Vuh de bloedlongen worden genoemd. Hiertoe wordt dus een koorts uitgezonden die dus voornamelijk geestelijk is. Deze longen werken dus door het bloedgas en door het bruine gas, wat afkomt van de huid van de natuurvrouwen : 'De bruine huid van de paradijselijke amazone scheidt een gas af wat noodzakelijk is om te kunnen leven en ademen in het paradijs. Dit wordt wel het bruine gas genoemd. Het paradijselijke gas bestaat nog wel meer uit het bruine gas afkomstig van de paradijselijke amazone dan bloedgas.' Hiervan is de kikker dus een abstract beeld, die veelal door zijn huid ademt, en dan komt ook de betekenis van de kikkerkoning in zicht, want dit is dus iemand die zijn natuurmoeder heeft gevonden, oftewel de innerlijke donkere, verborgen moederkennis van de natuur. Daarom wil de vleselijke mens de huid haast ziekelijk verbergen en verdichten, door de muffe pakken die niet kunnen ademen, stropdasje erbij, en door de logge spieren van de overvleselijke man die als het ware als een tweede huid om de huid is heengegroeid en ook de huid heeft verdicht, om zo de natuurmoeder te bespotten.

Hoe wordt een mens een hagedis ? De mens wordt niet zomaar tot een hagedis. Het kan alleen door het hongeren. De slang is de gekruisigde, en de hagedis is de hongerende. Hier mag het dus niet bij blijven. De mens moet zich uitstrekken tot de gnosis, zoals de salamander en de kikker, om zo terug te keren tot de moeder. Dit kan dus alleen door het toets-proces van de slang en de hagedis. Daarom wees Mozes op de slang aan de paal, en kwamen Adam en Eva tot de slang in de boom, die hen vervolgens de gnosis aanreikte. Zo werd de mens weer aangesloten op de bloedlijn van de natuurmoeder. hoofdstuk 16. driehoek van overeenkomsten : de flutroman, de bijbel en de vur De flutromannetjes kwamen voornamelijk opzetten vanaf de dertiger jaren tijdens de grote depressie. De mens had behoefte aan wat escapisme, want het leven was zwaar. De mens wilde wegdromen, zo goed en kwaad als dat ging, want waar moest de mens naartoe dromen ? Ik heb daarom altijd een haat-liefde relatie met de flutromannetjes gehad, die vroeger bij ons in de familie al overal rondslingerden. Net zoals ik met de bijbel altijd een haat-liefde relatie heb gehad. Het hongeren is belangrijk in plaats van het grijpen. Jeremia riep in het OT op om het kruis te dragen, zoals Jezus dat deed in het NT. In het OT in het Jeremia verhaal ging het dan om het juk van Babylon, waarmee hij overigens niet wilde zeggen dat Babylon noodzakelijkerwijs goed was, want dat was niet zo. De mens moest ook het kwaad hem aangedaan leren te aanvaarden, voor hogere redenen. Toen de reformatie moest afrekenen met de katholieke ballingschap moest de reformatie nog veel van deze ballingschap aanvaarden en het ging niet zonder slag of stoot. Een heleboel dingen was het nog geen tijd voor, en nog steeds werden zij opgeroepen het katholieke juk te aanvaarden. Toen de vrouwen literatuur kwam opzetten in de dertiger jaren konden zij ook niet direct afrekenen met de patriarchische ballingschap, maar moesten het strategisch benaderen. Als de mens profetisch wil worden, oftewel dat de geestelijke ogen opengaan, dan moeten eerst de vleselijke ogen dichtgaan. De mens moet blind worden in die zin, zoals Paulus zijn vlees blindgeslagen werd in Damascus, en ook Simson zijn vleselijke ogen verloor in de filistijnse ballingschap. Over deze strijd gaat The Ivory Cane uit 1977 van Janet Dailey (1944-2013), wat in Nederland werd vertaald als 'Als een licht in het Duister' in 1979, over een vrouw die blind is geworden door een ongeluk en wiens leven daardoor totaal veranderd werd, want eerst woonde ze op haarzelf, maar nu moest ze weer terug naar haar vader en diens vriendin. Anderen beslisten over haar leven, wat ook een soort ballingschap was, zoals dat ook met Simson gebeurde, en Paulus die in principe nadat zijn vlees blind was geworden in de gevangenis belandde hierdoor. Als je het merkteken van het beest niet draagt en je bent blind naar het vlees dan kun je dus niet kopen of verkopen, dan kun je je niet vrij bewegen in de vleselijke wereld. Er zijn dan ineens allerlei restricties, en de blinde vrouw vreest dat ze naar een huis voor blinden moet. Bij de haven ontmoet ze iemand die zeer uitgekookt is en tiranniek, maar later komt ze erachter dat die persoon van een familie is van de oorspronkelijke bezitters van het San Francisco gebied, aan de baai, en ziet ze de zakelijkheid van die persoon als een mechanisme om het familie fortuin te bewaken. Hoe werd de vrouw, Sabrina, blind ? Het gebeurde door een auto ongeluk. Ze viel achter het stuur in slaap toen ze van Sacramento naar huis reed. Letterlijk gezien is dit waardeloos, maar geestelijk gezien moet de mens eerst in slaap vallen om het vlees te verblinden. Sabrina had dus ook een soort Damascus ervaring. Er wordt in het boek ook bij genoemd dat God op de zevende dag rustte. (Ivory

Cane, p. 83) Dat het boek centreert rondom het thema blindheid is om het boze, vleselijke oog te breken wat de mensheid in gevangenschap houdt. Mensen die het altijd maar over uiterlijkheden hebben in vleselijke zin worden gebruikt als gevangenis bewaak implantaten. Dit is dus nodig opdat het geestelijke zich door blijft ontwikkelen en is in boeken daarom ook niet te ontwijken, omdat deze contrasten er moeten zijn, zodat het verhaal richting krijgt. Daarom is het reformatorische verhaal in principe ook nog erg katholiek, wat ten eerste zeer strategisch is en ook weer regressief als terugkerend tot de bron. Als we een verhaal lezen moeten we altijd op deze abstracte patronen letten. Ergens in het boek wordt er tegen haar gezegd dat ze ergens naartoe zouden gaan waar een stevige bries was, en dat Sabrina daarom iets moest dragen wat wel gewoon vies mocht worden. Wij mogen geen smetvrees hebben, ook niet in deze dingen. Als ons vlees wordt verblind mogen we dingen met andere ogen bekijken en zo 'vies worden'. Dat is een mooie uitdaging. Dit komt ook weer terug in de Vur : 109. VUILE PAARSE BLOEMEN 1. Vuile paarse bloemen groeien langs de kant van de grote rivier, Met vuile gezichten staren ze ons aan, Bedekt met modder 2. Zij zijn één met de natuur, Zo is het altijd geweest 3. De brug over de rivier komt nooit aan, maar leidt ergens anders heen, In het midden heerst altijd de mist, Deze twee landen kennen elkaar niet, De brug heeft hen nooit de waarheid over elkaar verteld 4. En vuile paarse bloemen groeien aan de waterkant, Met hun vuile gezichten kan het hen niet schelen, Ze bewaken het mysterie, In de rivier verdwijnt alle tijd Alleen zo kan de mens antistoffen aanmaken, niet als de mens zich van alles afgesloten houdt. 113. NACHTPLANTEN (...) 3. Ik schiep u langs de waterkant, Tussen vuile paarse bloemen, U verstond de boodschap niet 4. Zij trokken u tot de dieptes van de rivier, En op uw vragen was geen antwoord, Zij vertelden u verhalen om u af te leiden van het geheim, Zij cirkelden om uw hart als bijen die de honing bewaakten 5. Een boodschapper was tot u gezonden, maar u begreep hem niet, Hij stak u 6. U probeerde hem om te kopen met bergen goud, Maar onverbiddelijk bleef hij steken,

Want het is de belasting van het raadsel 7. In Mij hebt gij het antwoord, Ik ben Degene Die u leidt, Ik ben Degene Die het loon uitkeert na de belasting 8. Ik ben Die de witte laarzen draagt, Na de grote witte oorlog 9. Nu denkt u misschien : Wat zijn de witte laarzen ? Ik bracht het witte uit het zwarte, Ik draag het nachtzicht in mijn manden 10. Bloemen van de nacht, Uitgestrekt tot grote pracht, Hun uitgestrekte velden dragen het nachtzicht, Allemaal in cirkels 11. Nachtplanten, zij nemen het hart in, Niets duisters kan hen tegenhouden, Zij komen vanuit de nacht tot de ochtendrivier, Het water stroomt sneller, Zij maken hen los die verstrikt zijn in het zeewier 12. Zij doen de harten sneller kloppen, Zij doen de nachtdans, En sluiten de rij 13. Ik schiep u in een wonder, Opent uw ogen 14. Ik schiep u in een bloem vol honing, Met een honingkroon op uw hoofd, De nachtplanten hebben het nooit verstaan, En het zeewier heeft het nooit geweten, Zij gaan alleen in cirkels, Maar zij komen nooit aan 15. Zij draaien om alles heen, En komen steeds dichterbij, Maar zij zullen het nooit aanraken, Het is alleen om te bekijken 16. Oh nachtplant, wonder van het bestaan, Het zeewier zal altijd ontkennen, Oh nachtplant, het ijzer van het hart komt u altijd binnen, Maar u raakt nooit aan, Nog steeds bent u het wonder van het bestaan 17. Oh nachtplant, zee van de eenzamen, Groeiende zo diep, Nooit zult u het geheim aanraken,

Maar voor altijd dichterbij komen, Het omcirkelen van het wonder, Wat u zelf bent 18. U versloeg reus en beest door dit wonder, U greep diep, en alles wat u nam was het zachte, Oh, honing in een holle boom, In de nacht schiep u deze grote droom, Uitgezonden om harten te verzoeten en te genezen, Uitgezonden om ook deze reus te vellen 19. Zij draagt de witte laarzen, Tussen het gebalk van ezels, In een veld waar struisvogels rennen 20. Heb je gehoord wat de nachvlinder sprak ? De nachtplanten hebben het nooit verstaan, Het zeewier heeft het nooit geweten, Zij gaan alleen in cirkels, Maar zij komen nooit aan 21. En het wonder van de eland ? Nee, de schepping kennen zij niet, Zij leven alleen in hun eigen verhalen Het nachtzicht is deze spanning tussen het verblind geraakte vlees en de profetische opening van de geestelijke ogen : 1. Ik schiep u in een paradijselijk mysterie, Ik schiep u met een paradijselijk lichaam, Opent uw ogen 2. Ik schiep u in een bloemenveld, in een tuin, Als sluiers van de wildernis, Opent uw ogen In het boek gaat het ook over dat Sabrina het dek zou moeten schoonmaken op hun boot in de haven. Er is dus ook een werk te doen na het ontvangen van de verblinding van het vlees. Als de werk-opname die komt. Dit kan ook uitgebeeld worden als het komen van de paarden, een thema wat ook terugkeert in de Vur. 1. DE ORKAAN 3. De pijl raakte haar hard, Het was diep, we zagen haar vallen, De pijl bracht haar over de bruggen, Tot de donkere nacht, Tot bruine bloemenvelden 4. Paarden van vuur in de lucht, De geur van kermis overal, Zij zijn gekomen met zoveel soldaten,

Rijs op in de lucht, zeg al uw moeders vaarwel 6. Ik wacht op het schip. Neem me op, neem me mee met jou, Naar een plaats van witte sneeuw en dauw, Ik wacht op het schip, Langs satijnen voorhangsels 7. Ik wacht op mijn schip, Het is mijn schip, Ik heb de hoogste rang, Als je niet doet wat ik zeg, Dan zal je daarvoor gestrafd worden, Want jij bent een lagere rang, En ik ga niet veel uitleggen aan lagere rangen 8. Ze heeft haar speer opgeheven, En dan slaat ze toe, Ze raakt mijn hoofd 9. Hij kan niet komen waar je bent, Vriend, ik zou niet tot je liegen, Ik weet dat je ook met dit trauma vecht, Het is een oorlogs-trauma, Ik was daar, en ik zag je 11. Het schip was belast met deze tragedie, Toen het donkerder werd stierf de kapitein, In de dieptes van de nacht, Het veranderde hun zicht op de wereld en de woeste zee, Het veranderde de manier waarop zij de tragedie behandelden 12. Ja, het witte lijden heeft tot mij gesproken, het is onsterfelijk tot mij, En je weet niet wie de waarheid spreekt en wie niet, Deze herinneringen, vliegende voor zijn gezicht 13. Niemand kan deze vrouw begrijpen, Niemand kan haar voetstappen volgen, Ze vagen gemakkelijk weg in de nacht, Ze vagen gemakkelijk weg in het zand 14. Wilde rozen groeien rondom het paradijs, Niemand kan binnenkomen 16. Ik herinner het schip, Het schip waarmee ze mij oppikte, Zij is een lied in mijn hoofd 17. In haar haar vond ik de sleutel, Zacht en teder trek ik het eruit, En dan opent zij haar ogen,

Alsof de bliksem inslaat, Alsof er nooit iets verkeerd was gegaan 18. Wat deed je ? vraagt ze, En valt dan terug in slaap, Zij is zacht en begripvol 19. Ik ben je slot en sleutel, Ik ben je hart, Ik ben je sieraad, jouw verscheurende, Ik ben je pijn en vreugde, Je nachtmerrie en je paradijs droom 20. Ik zie mijn leger op de muren, Zij marcheren 24. Laat me je geheim zien, Laat me je schepen zien, Ik weet dat je hier ergens leeft, Alles zal wegvagen 25. Laat me de weg van de vis zien, Laat me zien hoe je zwemt, Laat me de pracht van de rivier zien 26. Oh, neem me weg tot het land achter de zee, Een speer door zijn hoofd, Om dieper te komen tot dit land achter de zee 27. Dit is niet het begin van het verhaal, Het is het einde ervan 28. Ik ren, brekende door muren, Want mijn herinneringen zijn naar mij op jacht, Ik ren, en dan val ik, Een herinnering heeft mij geraakt, Een pijl diep in mijn rug 29. En dan kruip ik tot de rode bloemenvelden, Wilde, rode bloemen, als bruggen over woeste rivieren, Zij hangen in mijn haar, als duistere sieraden 30. Ik vond jou in die grot, Jij en je paarden, Schilderijen aan de muren, Dit is een wereld in een schilderij Hier komen de thema's van verblinding ook terug, van de nacht, van de disorientatie, van de pijl door het hoofd, tot het vallen in het water en dan opgepikt worden door een schip, en dan te komen tot de paarden. Het heeft allemaal een diepere betekenis. Ook Sabrina was een schilderes voordat zij het ongeluk kreeg in het boek. De schilderes heeft toegang tot de andere wereld, tot de hogere zintuigen, maar moet zo de lagere en vleselijke zintuigen laten gaan.

Op het schip ontmoet ze dan een dokter, waar ze een afkeer aan heeft want ze heeft al teveel dokters moeten meemaken na het ongeluk en is er zo hypergevoelig voor geworden. Dat is ook zeer zeker niet vreemd. De dokter is meegebracht door iemand, en de dokter merkt op dat Sabrina goed met de anderen kan opschieten, maar Sabrina zegt dan dat er geen andere keus is. Het is duidelijk dat Sabrina in ballingschap leeft door haar blindheid. Ze is afhankelijk geworden van anderen, en alhoewel ze zich noodzakelijkerwijs moet aanpassen blijft ze ook vechten. Het is allemaal om te kunnen overleven. De dokter schijnt een oog chirurg te zijn waar ze haar voor hadden opgezet. Hij wijst ook op de natuur, dat het lichaam een zelfherstellend vermogen heeft. Hij wil haar wel testen of er misschien nog mogelijkheden zijn om haar zicht te herstellen. Ze gaat dan hiervoor naar het ziekenhuis. Ze krijgt na de testen het antwoord dat de dobbelstenen slangen ogen hadden en dat er dus niets meer aan gedaan kan worden. We kunnen dit interpreteren als de eeuwige verblinding van het vlees, die onherroepelijk leidt tot de dood van het vlees. Ze ging toen met iemand zeilen en wist niet of ze moest dagdromen of zeedromen. Toen gingen ze ergens zwemmen. Ze had een beetje een haat-liefde verhouding met het feit dat ze blind was, en met hen die probeerden dichtbij te komen, want het maakte haar onzeker en in de war, gedisorienteerd, omdat ze niet wist waar ze vandaan kwamen en waar ze naartoe wilden en waarom. Hierom moest ze haar innerlijke vermogens ontwikkelen en rust vinden in haarzelf. Als ze dan een hele speciale blindenstok van iemand krijgt, dan weet ze ook niet wat ze ervan moet denken. Ze gaat met iemand mee naar huis, en het loopt uit de hand en ze wil dat die persoon haar weer naar huis brengt, anders zou ze een taxi bellen, maar die persoon bespot haar dan om te vragen waar de telefoon is, wat ze als blinde natuurlijk niet kan weten. Ze raakt dan overstuur over deze arrogantie, en dan vraagt die persoon haar ook nog waarom ze overstuur is, waardoor ze vervolgens nog meer overstuur raakt. Ze voelt dan dat ze in een gevangenis zit opgesloten. Is het zo ook niet met Paulus gegaan, en gebeurt dit vandaag de dag niet nog steeds in de medische industrie ? Ze wordt kwaad en weet zich toch met gemengde gevoelens een weg hieruit te vinden, zich totaal richtend op haar nieuwe werk als beeldhouwer, en er wordt besloten om een besloten kring haar werk te laten zien van zowel schilderijen van vroeger als van beelden van nu. Er wordt gezegd dat ze een gave heeft door haar werk dingen tot leven te wekken. Maar de nectar van deze beker van triomf is niet zoet, vanwege stukgegane relaties. In haar ogen was het allemaal zo leeg als zij was, en ze merkte ook telkens dat ze door haar pijn steeds dingen verdraaide en de waarheid niet durfde te zeggen over haarzelf, wie ze was, wat ze van binnen voelde. Er waren teveel muren, er was teveel angst, ze wilde haar hart beschermen. Dan moet ze ook nog tot de ontdekking komen dat degene die haar kunst shows organiseerde niet alleen kunst vereerd, maar ook geld. En ze wilde ook geen ster worden. Ze voelde zich eenzaam, maar de gaten die er vielen in haar sociale contacten zouden opgevuld worden door haar werk. Oftewel de paarden, ook een terugkerend thema in de Vur dus. 55:1. Strijders op uw paarden, jagers aan de waterkant, komt nader, want de Opium opent zich. 55:44. En de sterren van Opium zullen opgaan, en gij zult haar nachtgezichten zien. 55:45. Want hebt gij niet gelezen in het Boek dat zij de sluiers zijn tot de kennis ? 46:13. Honderd duizelingen, brengen mij tot aan Haar holen. Ik zie haar vogels daar staan. Zij brengen boodschappen van haar. In gouden enveloppen, met het gezuiverde witte. Honderd duizelingen, laten mij dalen, in haar bed, en haar paarden liggen daar, om verhalen te vertellen. 46:14. Als duizend duizelingen, om te dwalen in haar bossen. 46:15. Duizend duizelingen, ik val steeds weer in slaap.

hoofdstuk 17. de indische psalm 1 (van de rig veda) als oorsprong van de israelitische psalm 1 Het pastoraat is in een koude oorlog met de psychiatrie, in een geestelijke oorlog, en dit is niet land tegen land, maar het is burger tegen burger, als in een internationale burger oorlog, een beroeps oorlog, want het is beroep tegen beroep. Het gaat dwars door de landen en de families heen. Het strijdveld is de vrouwen literatuur, vrouw tegen vrouw, moeder tegen moeder. Vannacht had ik een droom over een exotisch woestijn gebied in de wildernis, maar het was vol met paleizen. Ik was aan een rivierkant en er waren daar leeuwen aan de oever, en hele grote krokodillen, groter dan normaal. Die waren in het water en kwamen op uit de rivier om op de oever te gaan. Toen kwamen er ineens hele grote reptiliaanse gorilla's uit het water, en ze gingen naar die paleizen om daar die deuren in te slaan. Ze hadden een ongelooflijke kracht. Niemand kon hen tegenhouden. In de paleizen werden de rigveda's verborgen gehouden, oftewel de Indische psalmen. Ik zag hoe hierin natuurvrouwen waren opgesloten. Mijn geslachtsdelen begonnen toen te tinkelen, alsof vruchtbare kracht vrijkwam, van het oer tijdperk. Het begon met het zien van het heilige avondmaal, Jezus met de drinkbeker, en die veranderde toen in een jongen die op een beest reed. De psalmen van India zijn ouder dan de psalmen van Israel en vormen ook de sleutel tot de Israelitische psalmen. We zagen in de Israelitische psalm 1 dat de psalmist zichzelf moest offeren, als het zaad van een boom geplant aan waterstromen, om zo afgescheiden te worden van de zondaren, opdat hij de hemelse leer zou kunnen onderzoeken en bestuderen, daar al zijn tijd voor zou vrijmaken. Er is daar door dit offer een scheiding tussen het vleselijke en het geestelijke, wat resulteert in de hemelse opname. Ook de Indische psalm 1 van de Rig Veda gaat over het offeren om tot de heilige leer te komen, en over het gebed dag aan dag, als een metafoor van toewijding en meditatie. Ook gaat deze psalm over het groeien in deze dingen. Dit ter voorbereiding op de hemelse oorlog. Dit is ook hoe de uitverkiezing werkt (vers 1), en wat ook weer terugkomt in de Germaanse uitverkiezing van hen die volkomen aan de geestelijke oorlog zijn toegewijd en daardoor hun leven geheel hebben afgelegd. Vers 2 maakt duidelijk dat alleen profetischen dit kunnen zoeken. Vers 3 gaat over de demonologie, het groeien in geestelijke oorlog. Ook deze groei is 'dag aan dag' zoals in de Hebreeuwse psalm. Vers 7 is in dit opzicht belangrijk want hierin gaat het om de toewijding die gepaard moet gaan met eerbied en respect. Weer wordt hierbij gezegd : 'dag aan dag', wat dus ook terugkomt in de Hebreeuwse psalm 1 : 'maar aan des Heren lering zijn welgevallen heeft, en diens lering overpeinst bij dag en bij nacht.' (vs. 2) De Indische psalm zegt in vers 7 ook : bij dag en bij nacht, of in de morgen en in de avond, bij daglicht en bij duisternis. Er is heel duidelijk te zien dat de latere Israelitische psalm 1 heeft geput uit de Indische psalm 1. In de Indische psalm 1 wordt er extra de nadruk gelegd op 'offer en oorlog'. Alleen zo kan de mens kennis tot zich nemen, en zal die kennis profetisch zijn. Zo kan de mens terugkeren tot de exotische weelderigheid van de veelzijdige natuur (vers 3). Zonder dit offer is namelijk alles nog eenzijdig. Dit is ook hoe de mens naar huis terugkeert (vers 8), en waardoor de band tussen natuurmoeder en kind wordt hersteld (vers 9). We hebben het over een hemels offer, wat de mens zelf is, zoals ook de Bilha stelt (Bakroe 56:7). Dit is hoe de mens wordt ingewijd (vers 3). In vers 1 wordt gesproken dat dit een roeping is. Dit offeren van het zelf moet een gewoonte zijn, een cultuur, een natuur, van de mens, zoals van de profetischen die deze natuur en traditie vereren (vers 2). Dit is dus een hongeren voor het hogere

doel, om hemelse kennis te ontvangen. Dat is dus wat profetischen zijn : zij die hongeren in de wildernis, terugkeren tot de natuurmoeder. Ook de pasgeborenen doen dit, de wedergeborenen, in vers 2, wat de bedoeling van het hongeren en terugkeren tot de natuurmoeder is, namelijk door het zelf offeren te sterven en in haar wederomgeboren te worden, om zo wederopgevoed te worden en wederonderwezen. In vers 5 wordt de mens geroepen tot het profetische. Zo krijgt de mens deel aan de hemelse bloedlijnen. Het is de profetie die de opname mogelijk maakt, want de mens leeft door dromen en visioenen die de mens in een steeds hogere vibratie brengen en het leven steeds meer overnemen. Vers 7 gaat erom dat dit in tederheid moet gebeuren, met nuance, in bedachtzaamheid, niet in roekeloosheid. De mens moet met voorzichtigheid te werk gaan, en de context in de gaten houden, het grotere en hogere geheel, bij dag en bij nacht, dag aan dag. De mens moet hierin leren volharden opdat er geen hiaten zijn. Zo zal de mens naar huis kunnen keren. Zo zal de band tussen natuurmoeder en kind in de wildernis herstellen. Dit is als het terugkeren van Shiva (of Sawa) tot Parvati. (vers 8-9) Jezus met de drinkbeker van het avondmaal, aan de avondmaalstafel, met zijn discipelen, maar in mijn droom veranderde Jezus met de beker in de jongen Shiva, Sawa, op een beest wat hij moest overwinnen en temmen, als beeld van zijn vlees, om zo terug naar huis te rijden. hoofdstuk 18. de indo-israelitische psalmen : 2-6 Zowel de indische als de israelitische psalm 2 zijn oorlogs psalmen. Oorlog is weer een metafoor van onderscheiden en exegese, om zo kennis te kunnen opnemen. De mens had zich in psalm 1 afgezonderd en geofferd voor deze oorlog, wat in principe een studie oorlog is. In psalm 2 van de Rig Veda zien we de oorlogsbeker van het hemelse avondmaal. Deze beker is vol met oorlogsoffers. Er vinden zo vele oorlogsgeboortes plaats. Ook de Hebreeuwse psalm 2 gaat over het zoonschap van en door de oorlog. Zo wordt geheugen opgebouwd waarop het bewustzijn kan vermeerderen. En zo kan onderscheiding voortkomen. Vers 2 van de Rig Veda gaat over de verbrokenheid die nodig is in de mens, waardoor het contact tussen de mens en de hemel hersteld kan worden. Door de verbrokenheid kan dan ook profetie vloeien. Deze beker betekent ook weer het terugkeren tot de borst van de natuurmoeder. Dit is dus ook wat het avondmaal in diepte betekent. De psalm gaat over Vayu, de wind, de hemel, ook als een soort indische heilige geest, wat in de oude talen 'richting' betekent, onderscheiding, waartoe een mens moet komen, exegese. Hierdoor kan de mens leven, door de robotologie. Dit zijn dus oogst-principes, zoals in het Oude Israel het pinksterfeest ook oorspronkelijk een oogstfeest was. Vayu doordringt de mens dan met zijn stroom in psalm 2 en neemt de mens op. De Israelitische psalm 3 is een morgenlied waarin de psalmist God beschrijft als iemand die zijn hoofd opheft en antwoord van zijn heilige berg. De berg is een beeld van de opname. In de onderliggende indische psalm 3 van de rig veda gaat het over de asphins, de ruiters, de paardenbezitters, wat een beeld is van de werk opname. Zij zijn ook tegelijkertijd het hemelse medicijn, wat dus nooit passief is, maar het medicijn ligt dus opgeborgen in het hemelse werk. De israelitische psalmist valt in slaap, en zo is er droom werk. Nog steeds gaat het in de rig veda over de oorlogsbeker. Er is dus een oorlogswerk te doen, zoals ook in de israelitische psalm. De goddelozen worden op hun kaak geslagen. Hun woorden worden vertreden. Dit gebeurd vaak door

stilte. Het gebeurt door het kruis. Het werk van de opgenomene is een werk aan het kruis. De opheffing van het hoofd betekent ook teruggaan naar het begin, de oorsprong, rosh (hebreeuws). Het is ook verbonden aan de erectie, de vruchtbaarheid, en het komen tot de context, de som. Als zijnde de vertegenwoordigers van de richting van het werk zijn de asphins beelden van de doelmatigheid. Zij zijn niet zomaar werkers maar mentale activiteit. Zij werken vanuit algehele context. Zij zijn werk-instincten, offer-instincten en oorlogs-instincten. De zelf-offering wordt beschreven als het opgaan op een berg vol van obstakels. No pain, no gain. De zelf-offering moest hierdoor getest worden en volbracht worden. Het is hierin een strijd tussen goed en kwaad, een oorlog. Dit zal laten zien aan welke kant je staat. In het Indisch (Sanskriet) betekent char 'doen', 'werken', als het indische wortelwoord van charisma, het charismatische, de geestelijke gaven of geestelijke en hemelse werken, waar het paard een beeld van is, en zo de asphins. Als dan de israelitische psalm 3 wordt gelezen en God antwoord vanaf de heilige berg, dan moet de psalmist door de slaap die berg betreden en op de berg van het offer, het hemelse werk, de vijanden verslaan. Het werk is dus altijd in de context van de demonologie. Niet de vele woorden zullen de oorlog winnen, maar de stilte, stelt de israelitische psalm 4 : 5 Weest toornig, maar zondigt niet; spreekt in uw hart op uw leger, en zwijgt. sela 6 Brengt offers naar de eis. Ook in de indische psalm 4 van de rig veda is het thema : oorlog en opname. De mens moet geestelijke oorlog blijven voeren tot de opname, en dan is er verdere oorlog. Deze oorlog is abstract. Het zijn profetische oorlogs-patronen die de vleselijken niet kunnen verstaan. De vleselijken zullen deze oorlog dus ook verliezen, omdat ze letterlijk en lineair denken, direct, op korte termijn, dus er is geen ruimte voor iets anders meer. Er kan geen speld tussenkomen in hun denken. Alles is eenzijdig en kortzichtig, en naar vleselijke standaarden kaarsrecht, dus niet flexibel en niet open. Daarom zegt de israelitische psalmist : 2 Als ik roep, antwoord mij, o God mijner gerechtigheid, die mij ruimte maakt in benauwdheid; wees mij genadig en hoor mijn gebed. 3 Gij mannen, hoelang is mijn eer tot versmading, hoelang hebt gij ijdelheid lief, jaagt gij de leugen na? Ook de indische psalmist zegt in vers 5 : 'De mannen die ons bespotten zeggen : Gaat van ons weg, jullie die niets dan de demonologie dienen.' of : 'jullie die werken in de demonologie (indra).' Dit is de oorlog tussen de gedeformeerde psychiatrische kerk en het demonologische pastoraat, oftewel de globale burger oorlog vandaag de dag en de koude oorlog, oftewel de geestelijke oorlog. Vers 7 stelt dan dat het offer de mens in geestelijke vervoering brengt, mind altering, en dat de demonologie (indra) tot de opname leidt. vers 8. Toen gij had gedronken van de oorlogsbeker, van de oorlogsborst, tot honderd werken, werd gij de slachter van de slang.

De slang is de gekruisigde, en men drinkt van de oorlogsbeker om tot de werkopname te komen, oftewel men kan alleen werken door de demonologie, en de demonologie wekt op tot goede werken, door de gave van onderscheiding. Er zijn dus ook gekruisigden die strijden tegen de hemelse werken, tegen het charismatische, en daardoor het kruis vereren als de snelle weg tot pensionering, oftewel dat is wat de valse slang is, en die dient verslagen te worden. Dit kan alleen door de demonologie. Er is dus ook een vals kruis in de omloop waar de mens voor dient te waken. In psalm 5 is het sleutelwoord in de Rig Veda het neerzitten voor de demonologie (indra), wat terugkomt bij de israelitische psalmist als het neerbuigen (vs. 8.) Beiden spreken over het komen tot het hemelse huis. In het hebreeuws is dit neerbuigen of neervallen, neerzitten een beeld van overgave. In de Rig Veda komt dan de mens weer tot de oorlogsbeker of oorlogsborst. Psalm 6 is de psalm van totale verbrokenheid zowel in de israelitische als in de indische. In de indische psalm 6 komt de demonologie, indra, met de storm-goden, de verbrekers. Zij moeten alles afbreken wat stevig staat, oftewel de verdichte dimensie van het vleselijke. Dit maakt dat de mens zich geheel tot de demonologie, tot indra, richt. hoofdstuk 19. de psalmische bloedlijnen : psalm 1 en 2 Agni stelde de offerdienst in India, zoals Mozes dat deed bij de Israelieten. Beiden waren zij uit het water gehaald, wat de betekenis is van de naam van Mozes, en Agni was degene die in water was geboren in de yayurveda, kanda 4, les 3, psalm 1. Er zijn vele overeenkomsten. In de Rig Veda, boek 3, psalm 2 is Agni kind van twee moeders (vers 2), zoals Mozes ook twee moeders had. We zouden kunnen stellen dat de israelitische psalm 1 en 2 exodische verwijzingen hebben. Mozes moest zich afscheiden in de exodus, om zo de hemelse leer te ontvangen, en zijn volk groeide aan de andere kant van de zee toen op 'als een boom aan waterstromen', om verder boven de vijand uit te stijgen, door de exodus. Dit zijn allemaal thema's die terugkeren in psalm 1. Zowel Agni als Mozes moesten het volk redden door de omliggende vijandige volkeren te verslaan, wat een geestelijke oorlog was, een territoriale oorlog, en wat terugkomt in psalm 2. Als er dan staat : 7 Ik wil gewagen van het besluit des Heren: Hij sprak tot mij: Mijn zoon zijt gij; Ik heb u heden verwekt. 8 Vraag Mij en Ik zal volken geven tot uw erfdeel, de einden der aarde tot uw bezit. 9 Gij zult hen verpletteren met een ijzeren knots, hen stukslaan als pottenbakkerswerk. Dan gaat dit over een veel diepere geschiedenis, die terugleidt tot het exodus tijdperk, en tot het

vedische tijdperk van Agni. Mozes is degene die de ijzeren knots had, de staf die in een slang veranderde, om de volkeren te slaan, en zijn volk nieuw land te geven. Mozes was een nog oudere messias dan de psalmist van de israelitische psalmen die naar Mozes terugwees en zo ook naar Agni. Dan staat er : 10 Nu dan, gij koningen, weest verstandig, laat u gezeggen, gij richters der aarde. 11 Dient de Here met vreze en verheugt u met beving. 12 Kust de zoon, opdat hij niet toorne en gij onderweg niet te gronde gaat, want zeer licht ontbrandt zijn toorn. Ook dit gaat over Mozes en Agni, de oudere messiassen. Zij hadden dus beiden twee moeders, staande voor de wedergeboorte en de wederopvoeding, waarvan de oorlog een beeld is. Psalm 2 is zowel een geboorte psalm van Mozes als van Agni, want ook de indische psalm 2 in boek 5 van de Rig Veda, gaat over Agni's geboorte. Zijn jonge moeder houdt hem verborgen, ook voor de patriarchie, de vader. Zij is een dienstmaagd, terwijl een koningin hem leven heeft gegeven, geboorte. Een soortgelijke situatie was ook met Mozes, die verborgen werd, en ging tussen een israelitische dienstmaagd en een egyptische prinses. De moeder moet hem verborgen houden in symbolische duisternis, als door een donkere huid. En hij moest de banden van het volk vrijmaken, zowel in de indische psalm 2 als de israelitische psalm 2. Psalm 2 van de tweede les van de eerste kanda van de yajur veda laat ook zien dat het om de strijd tegen het vlees gaat, tegen het zelf, waarvoor de mens boete moet doen, zich moet toewijden en laten inwijden om dit te overstijgen. De mens moet zich dus afzonderen, en beseffen dat het allereerst om zelf-offering gaat. De boom staat nu, stelt de indische psalm 2, maar moet nu volharden tot de voleinding van de offering. In de vierde kanda, in de eerste les, in psalm 2 wordt Agni ook de vernietiger van dat wat gebroken zal worden genoemd, wat ook voorkomt in de israelitische psalm 2 : 9 Gij zult hen verpletteren met een ijzeren knots, hen stukslaan als pottenbakkerswerk. Dan wordt er in de indische psalm 2 gezegd dat Agni voortkomt vanuit het water, vanuit de steen, vanuit de wildernis, vanuit de planten. Dit wordt de pure geboorte genoemd. De tweede psalm van boek 3 van de atharva veda zegt : 'Dat leger van onze vijanden, o Maruts, dat tegen ons komt met zijn macht, betoogend— Ontmoet u en sla het met ongewenste duisternis zodat er niet één is van hen die een ander kent.' De tweede psalm van boek 19 zegt : 'Aan wateren beter dan artsen zijn onze gebeden gericht.' De wateren zijn de gevarieerde rijkdommen van de natuur wordt gesteld in de tweede psalm van hoofdstuk 1 van boek 9 van deel 2 van de sama veda. Daartoe wordt de hongerende geleid, tot de innerlijke rijkdommen van de hemelse kennis. Dit is de rijkdom van de demonologie, van de oorlogskunde (indra). Boek 3, hoofdstuk 2, in de tweede psalm, gaat over de geboorte van de zoon van de offer godin, Pavamana, wat betekent dat het offer volkomen is geworden. Dit is de zoon van agni. Het zwellen op het hongerpad is als het zwellen van de zee, als een beeld van hemelse

weelderigheid in kennis, niet in vleselijke protserigheid. Van dit zwellen is de zoon van agni, zijn eigen innerlijke kind, een beeld. Het is het komen tot het eeuwige offeren, het eeuwige hongeren. Ook is dit het ontvangen van de stem, profetie. Pavamana is de uiteindelijke opname tot de hemelse restrictie, tot het hemelse juk, de hemelse gespannenheid. Pavamana draagt de heilige hemelse psalmen, is ermee versierd, wat als zijn voertuig en schoonheid is (psalm 2, boek 2, hoofdstuk 2, van de sama veda deel 2). Als de melk zwellen zij op, op een natuurlijke manier, om zo als roependen te zijn, in de wildernis, als krijgers hierdoor opgesteld, als jagers, naderende tot de buit. Zij zijn uitingen van wijsheid, stromende vanuit de bron (surya). (psalm 2, boek 1, hoofdstuk 1, sama veda deel 2) Alleen zij die neerzitten, neerbuigen, zullen gezalfd worden door de heilige natuurmelk op deze manier (sama veda deel 1, boek 6, hoofdstuk 2, psalm 2). In psalm 2 van boek 5 hoofdstuk 2, eerste deel van de sama veda, wordt er al gebeden voor het compleet worden van de werelden, van het offeren, en dat kan alleen door de demonologie, Indra. Er wordt dan ook gesteld dat de demonologie, Indra, koning is. Het natuurzwellen van de kennis gaat door Varuna, de hemel oceaan, de omhuller, oftewel de context. Hiervoor moet de mens door honderd winters gaan om zo zonen voort te brengen, zoals door Ragnarok in de noord-germanologie, wat een beeld is van het volkomen en eeuwig hongeren (vers 8-9). In het eerste hoofdstuk, in de tweede psalm smeed Indra de banden alleen maar door de demonologie, wat zijn wezen is. Dit is ook wat de natuurlijke orde is, alles op zijn tijd, in restrictie, ook de sacrificiale orde, Areta, Rta, soms ritam genoemd, waar ook het woord ritme vandaan komt. Varuna draagt hiertoe een lasso, als een slang, ook als beeld van het ronde, de context, het volkomene. Hiermee bindt hij het kwade, het vleselijke, wat ook terugkomt in de israelitische psalm 2. Als eerste zijn de banden die Indra smeed de psalmische banden, de structuren van de psalmen, oftewel de psalmische werkelijkheid. (sama veda, 1.5.1. psalm 2 :8) In de sama veda gaat ook de strijd tegen de slang door, want er zijn ook een heleboel valse contexten, onnauwkeurige contexten. Er moeten heilige verbanden gelegd worden (mitra). Dit zijn verbanden door het heilige offeren (agni). Dit mag alleen in de hemelse context gebeuren (varuna). Als het offeren gebrek leidt, dan leidt dit tot valse slangen, valse contexten, ongenuanceerdheid. Daarom stellen ook de israelitische metaforische offerteksten dat het offer volkomen moet zijn. Van deze bergen stroomt het water, stelt sv 1.1.2 psalm 2:6, wat een beeld is van het hemelse oerzaad, want dit stroomt vanuit de andere kant van de hemel, net zoals de boom aan waterstromen groeide aan de andere kant van de zee, door de exodus. (sv 1.1.1 psalm 2:10) Ook de Koran is voortgekomen vanuit de psalmen. De Koran zelf is ook een psalmenboek, en hieruit voort kwam de Vur, en de Bilha. Het zijn de stromen van het oerzaad. Als we kijken naar psalm 1 van de Koran, oftewel het eerste boek of eerste hoofdstuk, dan zien we veel overeenkomsten met de Israelitische psalm 1. 5 Leid ons op het rechte pad. 6 Het Pad van degenen aan wie U gunsten heeft geschonken, 7. niet van degenen op wie de toorn rust en niet dat van de dwalenden. zegt de koran. Dit is hetzelfde gebed als de israelitische psalm 1. In de koran is deze psalm gericht op de heer der werelden, oftewel op de context, beide kanten van de oceaan, zodat de boom aan de overkant kan groeien (vers 1). Vanuit die context kan ook de exegese komen, het oordeel, de onderscheiding (vers 3). Daarom volgt de mens hierdoor de demonologie, als het volgen van Indra, waarin zeer zeker het offeren ook niet vergeten mag worden, anders kan men nooit tot de natuur context komen. De slang is hiervan een beeld, gedragen door varuna, de hemeloceaan. Daarom moest de mens in het paradijs ook tot de slang, de lasso, de context, het volkomene komen. Hiervoor is er dus een pad waarvan niet afgeweken mag worden, als een pad door de zee. Ook de

Koran richt zich in boek 1 op dit pad. Toen kwam de Vur : boek 1 of psalm 1 van de vur is de orkaan, die het pad baande, door de zee. Ook wordt er gewacht op het schip, want de zeeen zullen alles overweldigen. Er wordt dus gesproken van een ark, want de zondvloed zal komen. Zoals de israelitische psalm 1 spreekt over de boom geplant aan waterstromen. Die waterstromen zullen alles overweldigen, maar de boom zal doorgroeien, als de boom van behoudenis, waarover het Eeuwig Evangelie ook spreekt. Dit is het boom van de armoede, van het hongeren, van het offeren, van agni. De Witte Steen, Nieuwe Openbaring IV, 8 Behoudenis door de Konijnenboom 63. En allen die de konijnenboom aanroepen zullen behouden worden, als de toorn van Narzia tot de aarde zal komen. Maar velen zullen zeggen : Heere, Heere, terwijl de Heere hen niet kent. Want zij hebben de armoede vergeten die tot zaligheid leidt. 64. Hoe moeilijk zal het dan zijn voor een rijke om het koninkrijk der hemelen binnen te gaan. Het konijn is een beeld van het luisteren, de leegte, en een beeld van het graven. De orkaan is een beeld van de hemelse stormen, de maroetsen in de vedische indologie, die indra vergezellen in de demonologie. Het zijn de ruiters van de rode paarden, zoals de paarden ook worden besproken in boek 1 van de Vur als een beeld van het geestelijke werk. Alleen in de werk opname zal de mens behoudenis hebben, oftewel in de charismatische gaven. Anders zal pensionering en bedrog de mens neermaaien. De maroeten, oftewel de orkaan, brengen de verbrokenheid, en zij doen dit door verwarring, de chaos, een thema wat ook terugkeert in het eerste boek, of de eerste psalm, van de Vur, en ook in de israelitische psalm 1. De orkaan is dus een beeld van de verbrokenheid, zoals psalm 1 van de vur ook zegt : 15. Alleen de orkaan kan haar weg er doorheen vinden, Klaar om steden in te nemen, Zij breekt het glas, En dan is alles brandende, Zij is de slager van de herinnering Als het geheugen verbroken is kan de mens dan het schip herinneren : 16. Ik herinner het schip, Het schip waarmee ze mij oppikte, Zij is een lied in mijn hoofd 17. In haar haar vond ik de sleutel, Zacht en teder trek ik het eruit, En dan opent zij haar ogen, Alsof de bliksem inslaat, Alsof er nooit iets verkeerd was gegaan Psalm 1 van de Bakroe in de Bilha spreekt over het gif in het paradijs wat alles omdraaide, de valse vrucht, wat valse schoonheid bracht, waardoor de mens weer terug moet gaan naar het heilige vuile, de paradijselijke grond en het vuil van de heilige geestelijke oorlog tegen het kwaad. Het zijn al die vruchten die niet op tijd zijn gegeven, dus te vroeg of te laat, die niet rijp waren of reeds bedorven, giftige vruchten, van de valse slang, en een valse boom. De eerste psalm van de Bakroe bezingt deze oorlog. Het is een amazone oorlog, een jacht op een vals lam. Het is de strijd tussen

kortzichtigheid en context. Context voedt zichzelf daarmee. Het is als brandstof. Vandaar dat deze dualiteit er in de natuur moet zijn. De mens moet geen smetvrees hebben. Er moet gemengd worden. De mens moet weer vuilgemaakt worden, de baarmoeder ingaan, tot een nieuwe geboorte. De mens moet al zijn vooroordelen weggooien, al het exclusieve racisme. De mens moet de macht van het geld verbreken en weer de minste zijn, zich weer afzonderen, niet meer de populaire piet uithangen. Dat is het ware wassen, in de natuurrivier. Dit gaat verder in de eerste psalm van de Amalek, in de Bilha, waar de mens de pijl allereerst op zichzelf, zijn eigen vlees moet richten, om zo eerst te verstijven, oftewel een boom aan waterstromen te worden, om waarlijk gewassen te worden. Aan het einde van deze psalm neemt Amalek de jagende mens dan ook mee naar die rivier. Dit thema komt ook weer terug in de eerste psalm van de Thenem in de Bilha, in de 'psalm tot de zwarte heerin' : 17. U doet hen bevriezen die hun speren opheffen tegen U, oh zwarte Heerin. De mens moet eerst het ragnarok in, vertragen, verstijven, tot een boom aan waterstromen worden. Eerst zal er een ijsziekte komen, stelt deze psalm. De ijsstormen zullen komen en de ijszeeën om de wereld te overweldigen. Zij is meedogenloos naar het verleden. Dan volgt er een metaforische beschrijving van het verleden als een groot ijsvarken waartegen zij strijdt : 30b. Ik kijk toe hoe Zij Haar speer opheft tegen het grote zwarte ijsvarken. 31. Het woeste beest drijft Zij in het ijs waar het ten onder gaat. 32. Zij kan het verleden niet laten bestaan. Maar dan mengt Zij alles. 33. Het verleden is nog slechts een tent, als een huid op de achtergrond. 34. Het verleden bloedt leeg in Haar kookpot. 35. Met gemak snijdt Zij door kelen heen. Alles moet veranderen. Dit is ook één van de werken van heracles in zijn dienst tot Areta. Zijn naam betekent dienstknecht van hera, here, wat in het Hebreeuws abad-jah is. Abad-jah strijdt tegen Edom, oftewel de vleselijke Adam en zijn vleselijke vrucht in het paradijs, de vleselijke wijsheid en kennis. Het is een zucht naar wereldse, vleselijke deskundigheid. Een hebzucht naar de valse soort van kennis. In de israelitische psalm 1 wilde de psalmist de hemelse leer daarom bij dag en nacht overpeinzen, om zo geen deel te hebben aan de samenkomsten en vergaderingen van de goddelozen. 1 Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters; 2 maar aan des Heren wet zijn welgevallen heeft, en diens wet overpeinst bij dag en bij nacht. Ook Heracles moest het varken het ijs in drijven, oftewel zijn eigen vlees, opdat hij zou verstijven om een boom aan waterstromen te worden, opdat hij zijn vrucht op zijn tijd zou geven, en ook zijn zaad. De eerste psalm van de jana in de Bilha gaat over het berijden en temmen van het beest. Dit gebeurd door de intens diepe studie, op geen enkele andere manier, zoals de israelitische psalmist al liet zien in psalm 1. Wij moeten dus doorgaan totdat er een stuk naaktheid is te zien, waarvan strippokeren een stadse karikatuur is. Wij moeten komen tot de naaktheid van de exegese, wat een natuurlijke naaktheid is. 1. Er wordt hier iets geopenbaard, wat symbolisch een stuk naaktheid is wat de godin laat zien. Filippi is in de worteltekst de vrouw rijdende op het beest, oftewel haar ware natuur laat zien.

De psalm stelt dan dat zo de mens als zoon wordt geadopteerd door de natuurmoeder. Zij leert hem hongeren. Dit wordt in deze psalm vergeleken met de Germaanse opname. Deze psalm is een commentaar op Filippi 1, wat in het Germaans werd getranslitereerd tot Felua, en later de Veluwe. Dit zijn de beesten rijders, zij die het vlees door studie en exegese hebben getemd. Veluwe ligt op een zandplaats, en zand is een beeld van nuances, stelt deze psalm, waardoor er samenhang en diepte is. Dat is ook tegelijkertijd de schoonheid van de Veluwe, wat een natuurgebied is. De israelitische psalm 2 laat de vijand zien : ijdelheid : 1 Waarom woelen de volken en zinnen de natiën op ijdelheid? 2 De koningen der aarde scharen zich in slagorde en de machthebbers spannen samen tegen de Here en zijn gezalfde. Het volk was hierin opgesloten en daarom moest Mozes komen, moest hij de staf opheffen die een slang werd, oftewel de mens moest terugkeren tot het geheim van boom en slang, de diepte van psalm 1. Dit is een lange bloedlijn, die helemaal teruggaat tot de vedische psalmen, en die exegetisch worden uitgewerkt in de koran, de vur en de bilha, als verlengstukken, als verdiepers. Zo ontstaat er een geheel nieuwe psalmische matrix, of liever gezegd, dit is de onthulling van de psalmische matrix, de ontbloting van de natuurvrouw, haar bevrijding. Het is een openbaring. Dit is onderdeel van een studie proces. De stad heeft hiervan een karikatuur gemaakt en die zal instorten. De staf, de hongerende, de bevrorene in de ragnarok, in de honderd vedische winters, werd tot slang, oftewel kwam tot de context. Het werd tot een lasso. De mens werd geboeid door dit verhaal, en tot de exodus getrokken. De mens moest terug tot de wildernis, tot de vedische wildernis. Mozes had de ijzeren knots om de vleselijke volkeren mee kapot te slaan als pottenbakkerswerk, en oorspronkelijk had Agni, de vedische Mozes, deze staf. De slang staat voor de context, de voleindiging, het volkomene, en daarom wees Mozes in de wildernis tot de slang, en veranderde zijn staf ook telkens in een slang. Daar moest de mens naartoe. De mens moest het geheim van de slang leren kennen. De ijdelheid is verborgen in de vleselijke ambachten van de mens. De mens aanbad een gouden kalf, waar de tweede psalm van de Koran over gaat. Daarom zegt deze psalm als een antistof hiertegen : 25. En verkondig aan degenen, die getrouw zijn en goede werken doen de blijde tijding, dat er tuinen, het paradijs, voor hen zijn, waardoorheen rivieren vloeien. Telkens, wanneer hun van de vruchten hieruit wordt geschonken, zullen zij zeggen: "Ziehier, hetgeen ons reeds voorheen werd gegeven"; en hun werd het soortgelijke gegeven. En zij zullen er reine metgezellen hebben en zij zullen er vertoeven. 43. En houdt het gebed en betaalt de Zakaat (armenbelasting, armenoffer) en bidt met hen, die bidden. 48. En vreest de Dag, dat de ene ziel de andere niet zal kunnen helpen, waarop voor haar noch voorspraak zal worden aanvaard, noch een losprijs zal worden aangenomen, noch zij zullen worden geholpen. 54. En toen Mozes tot zijn volk zeide: "O mijn volk, gij hebt uzelf onrecht aangedaan door het kalf te aanvaarden: derhalve keert terug tot Uw Schepper en doodt uw eigen ik, dat is het beste voor u in het oog van uw Schepper". Mozes wilde het volk terugleiden tot de slang, de context, het volkomene, en niet de vleselijke

werken van ijdelheid. De mens moest zichzelf verliezen in de ware samenhang van de dingen. 78. En sommigen hunner zijn ongeletterd; zij weten niets van het Boek, maar hebben hun valse denkbeelden: zij vermoeden slechts. Het probleem is dus dat mensen werk hebben gegrepen zonder een goed studie fundament te hebben. Zij hebben dus geen geduld gehad. Zij willen wel werk, maar geen studie. Zij houden van het ijdel wanen. Zij hebben een gouden kalf gebouwd. Hier dansen zij als gekken omheen, totaal dronken, zonder houvast in de demonologie. De ijszeeen zullen hen wegspoelen. Er zal een grote ijszondvloed komen. Zij hebben geen ark. Zij hebben niet naar de waarschuwingen van Noach geluisterd. 79. Wee daarom degenen, die een boek met hun eigen handen schrijven en dan zeggen: "Dit is van Allah", opdat zij er een onwaardige prijs voor kunnen nemen. Wee hun dan, voor hetgeen hun handen schrijven en wee hun voor hetgeen zij verdienen. Al hun werken zijn ijdel, opdat zij het kunnen verkopen aan het vleselijke. Het geestelijke heeft geen marktwaarde voor het vleselijke. 84. En toen Wij een verbond met u sloten: "Gij zult uw bloed niet vergieten noch uw volk uit hun huizen verdrijven", toen hebt Gij dit bekrachtigd en gij waart er getuige van. 85. Toch zijt gij het volk, dat uw eigen broeders doodt en een gedeelte van uw volk uit hun huizen verdrijft, elkaar tegen hen helpende in zonde en overtreding. En, indien zij als gevangenen tot u terugkomen, koopt gij hen vrij, terwijl juist hun verdrijving voor u verboden was. Gelooft gij dan slechts in een gedeelte van het Boek en verwerpt gij een ander gedeelte? Er is geen beloning voor degenen uwer, die zulks doen, behalve schande in dit leven; en op de Dag van Opstanding zullen zij de strengste kastijding moeten ondergaan, want Allah is niet onachtzaam betreffende hetgeen gij doet. 86. Dezen zijn het, die het Hiernamaals voor het tegenwoordig leven hebben verkocht. Derhalve zal hun straf niet worden verzacht, noch zullen zij worden geholpen. 87. Voorwaar, Wij gaven Mozes het Boek en deden boodschappers de een na de ander zijn voetsporen volgen. En Wij gaven aan Jezus, zoon van Maria, duidelijke tekenen en versterkten hem met de geest der heiligheid. Telkens als een boodschapper tot u kwam, met hetgeen uw ziel niet behaagde, hebt gij u laatdunkend gedragen, sommigen hunner hebt gij verloochend en anderen gedood. Maar nee, zij kozen voor hun gouden kalf, voor het vereren van de mammon, hun vleselijke werken. 89. En toen een Boek van Allah tot hen kwam, vervullend datgene, dat bij hen was, hoewel zij voordien om overwinning over de ongelovigen plachten te bidden, toen dat tot hen kwam, herkenden zij dat niet en verwierpen het. Gods vloek rust derhalve op de ongetrouwen. 91. En wanneer er tot hen wordt gezegd: "Gelooft in hetgeen Allah heeft geopenbaard," zeggen zij: "Wij geloven slechts in hetgeen ons is geopenbaard," maar zij verwerpen hetgeen daarna is geopenbaard, hoewel het de Waarheid is, vervullende wat zij reeds bezaten. Zeg hun "Waarom hebt gij dan de vroegere profeten van Allah gedood, als gij inderdaad gelovigen waart?" 92. En Mozes kwam voorzeker tot u met duidelijke tekenen, maar gij hebt in zijn afwezigheid het (gouden) kalf genomen (om het te aanbidden) en gij waart onrechtvaardig. 93. En toen Wij een verbond met U sloten en de berg (Sinaï) hoog boven u verhieven, zeggende:

"Houdt stevig vast, hetgeen Wij u gegeven hebben en luistert," zeiden zij: "Wij horen, maar wij gehoorzamen niet"; hun hart was vervuld van het kalf. 99. En Wij hebben u voorzeker duidelijke tekenen gegeven en niemand, dan de overtreders, verwerpt ze. 101. En nu er een boodschapper van Allah tot hen is gekomen, vervullend wat zij reeds bezaten, heeft een gedeelte der mensen van het Boek, Allah's Boek achter zich geworpen, alsof zij het niet kenden. 105. Zij die niet geloven onder de mensen van het Boek, en de afgodendienaren, gunnen niet, dat iets goeds tot u nedergezonden wordt van uw Heer; maar Allah kiest voor Zijn barmhartigheid, wie Hij wil en Allah is de Heer van grote genade. 208. O komt in volledige overgave en volgt de voetstappen van de duivel niet; hij is voorzeker uw verklaarde vijand. Het is absolute noodzaak dat de mens tot volkomenheid komt, tot het mysterie van de slang. 212. Het leven dezer wereld is voor de ongelovigen schoonschijnend gemaakt en zij bespotten de gelovigen. Maar de godvrezenden zullen boven hen verheven zijn op de dag der opstanding: Allah schenkt Zijn gaven overvloedig aan wie Hij wil. 213. Allah leidt naar het rechte pad, wie Hij wil. 214. Denkt gij dat gij de Hemel zult binnengaan, terwijl cle toestand dergenen, die vóór u gingen, nog niet over u is gekomen? Armoede en tegenslagen kwamen over hen en zij werden hevig geschokt, totdat de boodschapper en de gelovigen met hem zeiden: "Wanneer komt Allah's hulp?" Ja, voorzeker, de hulp van Allah is nabij. 216. Vechten (geestelijke oorlogsvoering, demonologie, exegese) is u geboden ofschoon gij er afkerig van zijt; maar het kan zijn, dat gij tegenzin hebt in iets terwijl het goed voor u is en het kan zijn, dat u iets behaagt terwijl het slecht voor u is. Allah weet het en gij weet het niet. 223. Uw vrouwen zijn een akker voor u - komt daarom tot uw akker, zoals het u behaagt en doet goed voor uzelf en vreest Allah en weet, dat gij Hem zult ontmoeten en geef goede tijdingen aan de gelovigen. 256. Er is geen dwang in de godsdienst. Voorzeker, het juiste pad is van dwaling onderscheiden; derhalve, hij die de duivel verloochent en in Allah gelooft, heeft een sterk houvast gegrepen, dat onbreekbaar is. Allah is Alhorend, Alwetend. In dit opzicht is de tweede psalm van de Vur interessant, wat gaat over een indianenvolk die een paal met een varkenskop of runderkop erop aanbaden. Zij aanbaden dus geen gouden kalf, maar het kruis, of de paal, waaraan het vlees was afgestorven. De mens is vol met de vleselijke werken, en daarom stelt de tweede psalm van de bakroe van de bilha dat de mens moet terugkeren tot de heilige slaap van het paradijs, voorgesteld als een moederborst. Van deze melk moet de mens drinken om los te komen van het gouden kalf syndroom. Dit is een oorlog tegen een wilde stier. Deze barkroe psalm stelt dat de vrouw het wapen is. Vers 13 stelt :

'De Heerin zal dit beeld (het gouden kalf) onder Haar Voeten vernietigen.' 14. Zij zal tot de aarde komen om de aarde te oordelen. Zij zal alles aan Haar Voeten onderwerpen. 22. De Heerin had Jakob hard geslagen op Pniel, en maakte hem gevoelig. 23. De Voeten van de Heerin brachten hem zo van de dood naar het paradijs. 24. Net als Jakob dient ook gij geboren te worden vanuit Haar schoot. 27. De vijand wordt profetisch geleid door de valse machten, door valse profetie. Gij staat dus tegenover het vee van valse machten, en zij zullen instructies krijgen hoe gij behandeld moet worden. Zij zullen suggesties in hun hoofd binnenkrijgen. 28. Dit is een strijd tegen het valse oordeel. 29. Naakt zijt gij gekomen uit de moederschoot van de onderwereld, en naakt zult gij daartoe wederkeren. De tweede israelitische psalm spreekt : 4 Die in de hemel zetelt, lacht; de Here spot met hen. Het gouden kalf moet dus bespot worden. Hoe gaat dit ? 11 Dient de Here met vreze en verheugt u met beving. 12 Kust de zoon, opdat hij niet toorne en gij onderweg niet te gronde gaat, want zeer licht ontbrandt zijn toorn. Welzalig allen die bij Hem schuilen. Het is dus van belang dat de mens terugkeert tot het natuur-zoonschap. Anders heeft de mens geen dekking en zal door het gouden kalf of de wilde gouden stier verslonden worden. De mens moet dichtbij de natuurmoeders blijven. In de negentiger jaren had ik eens een hele lange strijd met deze wilde gouden stier, en ik moest lang in bed blijven. Ook in de strijd met het gouden kalf, wat is uitgegroeid tot een wilde gouden stier inmiddels, is het belangrijk te komen tot het ijs, zoals ook de tweede psalm van de Amalek in de bilha stelt : 1. Gij moet uw boog leren gebruiken in het heilige ijs, De ijstijden zullen zeker komen, want er is vals vuur De naam van deze psalm is 'de ijstijden'. Dit is ook een strijd tegen het koppige letterlijke, de ijsbokken, stelt vers 2. Dan in vers 3 wordt gesteld dat in de nacht Amalek nodig is om door de wateren te gaan. De Amalek is het tweede deel van de bilha. Zij is ook een amazone. Het kennen van God gaat door de stilte, stelt de tweede psalm van de thenem in de bilha. Je kent God niet door tot God te spreken of over God te spreken. Deze psalm heet : 'haar woord'. God wordt beschreven als de Heerin van de wereld in deze psalm, als de weter, de enige die haarzelf kent, en de enige die haarzelf kan kennen. Daarom gaat deze psalm over het leren luisteren naar haar. Dit kan alleen in nederigheid, door te buigen, wat ook wordt gesteld in de tweede israelitische psalm. Zij kent

haarzelf door haar grootte, wat een beeld is van de context, het overzicht, het volkomene. De goddelozen sterven af in het uur van haar voeten, stelt vers 17. Dit uur zal ervoor zorgen dat ze niet meer opstaan, zoals vers 18 laat zien. Zij zinken weg in de oceanen van vuur stelt vers 19. Zo zal het gouden kalf en de gouden wilde stier omgesmolten worden. Zij versiert de heiligen met haar woord. Psalm 2 van de Jana van de bilha stelt dan dat de mens aan zichzelf afsterft door 'niet mijn wil geschiede, maar uw wil geschiede.' hoofdstuk 20. het hindoeïsme : de religie van de territoriale oorlogsvoering – de vedische sleutel tot psalm 1 Israelitische psalm 1 : 6 want de Here kent de weg der rechtvaardigen, maar de weg der goddelozen vergaat. In het Aramees : de Here kent de weg der rechtvaardigen sexueel (yada), woont samen met de rechtvaardigen, al dan niet getrouwd. De Veda's zijn een heleboel boeken met psalmen. Deze psalmenboeken zijn ook weer onderverdeeld in vier hoofdboeken. In de Yayur Veda, in de eerste kanda (hoofdstuk), de eerste prapathaka, les, de eerste psalm zien we net als in de eerste israelitische psalm de winden toenaderen. 'jullie zijn winden, jullie naderen toe', en in de israelitische psalm verstrooien zij de goddelozen, het kaf : 4 Niet alzo de goddelozen: die toch zijn als kaf dat de wind verstrooit. 5 Daarom houden de goddelozen geen stand in het gericht, noch de zondaars in de vergadering der rechtvaardigen, En daardoor vergaan hun wegen (vers 6). De winden nemen degenen die zichzelf hebben geofferd op, en geven richting, onderscheiding en exegese. Ze zijn vol van melk, stelt deze indische psalm. Dan staat er : Laat de dieven en werkers van het kwaad je niet leiden, wat ook weer terugkomt in de eerste israelitische psalm. Er wordt in de indische psalm opgeroepen te zijn met de heer van het vee. Het vee, als beeld van het vlees, van het kwaad, moet geofferd worden, en de psalmist wordt opgeroepen niet het vee, het vleselijke, te beschermen tegen het offeren. In de israelitische psalm 1 moet de boom op zijn tijd zijn vrucht geven, en zijn zaad. In de eerste psalm van de tweede les vraagt het water of zij hem voor altijd nat mag houden, dat zij altijd aan elkaar verbonden zijn, wat ook terugkomt in de eerste israelitische psalm als de boom geplant aan waterstromen die zo vruchtbaar kan zijn en zo zijn vrucht en zaad kan geven. Er moet dus wel een verbinding zijn tussen de rivier en de boom. Deze indische psalm noemt de wateren 'moeders', en alles zal zo gelukken, zo als ook de israelitische psalm stelt. Deze wateren beschermen het profetische oog. Het is als melk. Zij dragen de ware symbolische leer van het offeren. Oorlog en

offerande, hemel en aarde, water en planten. In de eerste psalm van de derde les wordt deze psalm beschreven als een vrouw en als het wapen van de demonologie (indra). De eerste psalm van de vierde les wordt de steen van de offering genoemd. Hierop kunnen diepe offers gemaakt worden. Zo zal de oorlogsbeker vol zijn met het zoete en de melk. Deze demonologie (indra) wordt de slachter van de slang genoemd. Dat deze psalm een steen wordt genoemd komt ook terug in de Bilha, in Thenem 22 en 23 : 22. DE ZWARTE STEEN 1. Naakt komt zij vanuit het water, Zij is de zwarte steen, Maar zij is ver weg, Alhoewel zij groot is, En zij wordt steeds groter, Klaar om de wereld te overweldigen 2. Zij ziet alle dingen, Haar oog waakt altijd, Zij kijkt door alles heen, Alles is naakt voor haar 3. In nederigheid buigen zij voor haar neer, Maar zij kent hen niet, Nooit eerder zijn zij tot haar gekomen, En nu is het te laat, Want door hun gebrek aan kennis zullen zij alles verkeerd verstaan 4. Is er dan geen school om hen te leiden, Is er dan geen taal om hen te doen laten verstaan ? De zwarte steen rolt weg en laat duisternis achter 5. Zij komt tot de aarde in grote toorn, Dienstknechten zal zij niet aanvaarden, Allen buigen zij voor haar troon 6. En zij maakt hen tot steen, En doet hen zinken in de aarde, Nooit hebben zij haar stem gehoord, Nooit hebben zij geluisterd 7. Is er dan geen school die hen onderwijzen kan ? Is er dan geen medicijn om hun afvallig hart te genezen ? De zwarte steen rolt weg en laat duisternis achter. 8. De zwarte steen zal spreken tot in eeuwigheid, Maar door ijs en duisternis spreekt zij

23. DE ZWARTE STEEN 2 1. Zij is de roepende, maar niemand luistert, Daarom heeft zij haar boog gespannen 2. Zij zal de aarde weldra verpletteren, Zij is de zwarte steen 3. Wee, oh aarde, wanneer zij afdaalt tot u, Want de pijlen op haar boog zijn een groot kwaad 4. Zij heeft dit tegen u gedacht, Omdat gij naar haar niet hebt willen luisteren 5. Zij is de zwarte steen De eerste psalm van de vijfde les gaat over dat de rivier zijn eigen tranen is, en dit brengt vruchtbaarheid, vee op zijn tijd, alles in de juiste seizoenen, waar de israelitische psalm 1 ook over gaat. Het vee, de vrucht, moet geofferd worden, het zaad moet gezaaid worden. In de eerste psalm van de zevende les moet het vee vetgemest worden. We kunnen niet de hele tijd politie agentje spelen en moraal ridders zijn. Het vleselijke moet namelijk rijp worden voor de slacht. Wij moeten niet gaan toekijken, maar studeren, zoals de israelitische psalm 1 stelt. 'die zijn vrucht geeft op zijn tijd.' In de tweede kanda, in de eerste psalm van de eerste les is de oorlogsbeker gevuld met zaad, en is veel vee hebben een teken van kracht. Hierdoor kan hij nog meer vee winnen, en zo nog meer kracht krijgen. Deze krachten moeten geofferd worden in oorlog en werk, stelt de eerste psalm van de tweede les in deze kanda. In de vierde les gaat het over het overwinnen van de vijanden onder hem, de vijanden boven hem, en de vijanden naast hem, die zijn als de anderen. Het roept op tot afzondering van de vijand, wat voor soort vijand het dan ook is, zoals ook de israelitische psalm deze oproep heeft. De eerste psalm van de vierde les gaat over het overstijgen van de verschillende vijanden door de kennis van het offeren. Het hindoeïsme is altijd de religie van de territoriale oorlogsvoering geweest, wat in het christendom al gauw werd afgedekt door het pensioneringsplan van Jezus, en ook in de boeddhistische aftakking van het hindoeïsme werden zulke plannen uitgedeeld, alhoewel andere boeddhistische stromingen de territoriale oorlogsvoering verdiepten. De Israelitische eerste psalm gaat over het offeren van de eerstelingen, oftewel de kopstukken, de territoriale heersers, oftewel de vleselijke centra, wat ook gebeurde toen de engel des doods de eerstgeborenen sloeg tijdens de exodus, en waar ook het Israelitische pinksterfeest op gebaseerd is. Het is een feest van het gaan tot de berg Sinaï om te leren. Het viert de ontvangst van de hemelse leer. In de vijfde les, eerste psalm, van de tweede kanda, slaat Indra, de demonologie, de koppen af van zijn vijanden, als een beeld van de territoriale oorlogsvoering. De kop is het begin, de diepte, dus het staat voor de exegese. Territoriale oorlogsvoering en exegese zijn nauw aan elkaar verbonden. De hoofden die waren afgeslagen veranderden toen in vogels als een beeld van overstijging. Dit is ook de boom in de israelitische psalm die aan waterstromen staat en zijn vrucht geeft op zijn tijd, zijn eerstelingen, en zo boven alles uitgroeit, alles overstijgt. De zesde les, in de eerste psalm, gaat het erom dat er voor alles geofferd, gezaaid, moet worden, ook voor de morgenstonden van de godinnen. In de derde kanda, de eerste les, in de eerste psalm, wordt er gesproken van boetvaardigheid hiervoor. Hierdoor heeft een mens macht om te scheppen en om nakomelingen te hebben, wat ook terugkomt in de israelitische psalm in het beeld van de boom aan waterstromen. Dit is het geplant zijn aan de leer. Dat is het ware pinksterfeest.

In de eerste psalm van de tweede les van deze kanda wordt het offeren uitgebeeld als het beklimmen van een berg, waarna de mens wordt tot een oorlogsvogel om alles te overstijgen, oftewel door de combinatie van territoriale oorlogsvoering en exegese. Hierdoor gebeurt alles op de juiste tijd, zoals ook in de israelitische eerste psalm. De indische psalm sluit dan af met : 'Hij wordt rijk in vee, en brengt nakomelingenschap voort.' De eerste psalm van de derde les stelt dat het offeren (agni) leidt tot wijsheid. Dit is dus het pad van het hongeren in de wildernis. De eerste psalm van de vierde les stelt dat het offer niet overmoedig mag zijn, niet te groot, en niet te laat. Degene die op tijd offert ontvangt hierdoor vruchtbaarheid. Dit houdt in dat er ook een vals offeren is wat de mens dient te ontwijken. Weer komt dit terug in de israelitische eerste psalm. 3 Want hij is als een boom, geplant aan waterstromen, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, welks loof niet verwelkt; – al wat hij onderneemt, gelukt. 4 Niet alzo de goddelozen: die toch zijn als kaf dat de wind verstrooit. 5 Daarom houden de goddelozen geen stand in het gericht. Voorafgaande aan deze verzen gaat het over het ontvangen van de hemelse leer. Er is dus een hemelse leer omtrend het offeren. In de eerste les van de vierde kanda, in de eerste psalm, gaat het over het juk van het verstand wat nodig is om met het hemelse in contact te komen. Het juk doet de mens offeren (agni). Hierdoor wordt de mens door het verstand tot de hemel opgenomen. Dit kan alleen als het verstand de wijsheid dient, dus door hemels verstand. Door dit juk is de mens dus in zijn verstand ook een afgezonderde, zoals in de israelitische eerste psalm. De hemel is een jachtstrofee, een oorlogsbuit. Het offeren is graven in de aarde, om zo tot het huis van de aarde te komen, belichaamt door deze psalm als een vrouw. De psalm wordt voorgesteld als een vrouw die de schop is, de spade, en de drager. Het is dus niet alleen een leerpsalm, maar ook een werkpsalm. In de eerste psalm van de tweede les moeten er verschillende godinnen-ritmes gebruikt worden. Gayatri wordt genoemd, een gezel van Shiva, om de vijandigheid te overwinnen. Zij slachtte de zoon van de slang (vritra), oftewel het valse zoonschap tot het kruis van pensionering. In het Grieks wijst dit ook op Gaya, de moeder van de aarde, van het Hebreeuwse Chaya, of Haya, Eva, de moeder van het leven, van chay, honger. Zij zou het zaad van de slang verslaan. Zij is dus als gezel van Shiva een vorm van Parvati. Shiva is in het Hebreeuws Esav, wat uitgeroeide tot de Edom stam, wat voortkomt uit de Adam wortel. Adam is dus de paradijselijke Esav, Esau, of Shiva, in het israelitisch, als de gezel van chaya, eva. Zoals Adam van de verboden vrucht nam, zo nam Ezau van de verboden soep waardoor hij het eerstgeborene zoonschap verloor. Ook Adam verloor dit zoonschap, want het was een zoonschap tot de eerdere slang, de vleselijke slang, en hij moest tot de ware slang komen, zoals de slang waar Mozes op wees, de ware gekruisigde, oftewel volkomen gekruisigd aan het vlees, wat reikt tot de geestelijke oorlogsvoering en de geestelijke gaven, het geestelijke werk. Mozes liet het volk niet werkeloos rusten. Zij moesten het beloofde land in bezit nemen en bebouwen. Parvati is de godin van de huistaken. Ook wordt in deze psalm de Jagati meter of ritme genoemd, het ritme van de tentendienst, om de vijand te overwinnen. Daarom zegt de psalmist ook in de israelitische eerste psalm : 2 maar aan des Heren leer zijn welgevallen heeft,

en diens leer overpeinst bij dag en bij nacht. 3 aan waterstromen, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, welks loof niet verwelkt; – al wat hij onderneemt, gelukt. 5 in de vergadering der rechtvaardigen Deze leer wordt gewoonlijks tot de mens genomen in de natuur en in de tenten, om de mens op te roepen tot tentendienst, tot huishoudelijk werk. Vandaar dat ook het ritme van Tristubh genoemd wordt, als het ritme van het paard die tot de oorsprong, bron (surya) leidt. Dit is weer een verbinding tussen studie en werk. Dit is om ongenuanceerdheid, onnauwkeurigheid, te overwinnen. Ook de Anustubh meter is zo'n paard. Het zijn de vedische studies. Anustubh betekent het prijzen en het woord, als een beeld van toewijding en volharding, als een beeld van doelgerichtheid in studie en werk, opdat men het doel niet verliest. Zo wordt de zonde, dat wat we haten, uitgesloten, zoals in de israelitische psalm 1. Zo kan het ware offeren terugkeren stelt de indische psalm, en wordt het vee gemest, als beeld van rijkdom. De ware rijkdom is dus de weelderigheid van het kruis, die de diepte van de gnosis in zich draagt. Zo worden de knopen losgemaakt, de lage, middelste en hoge knopen, stelt deze indische psalm. Het trekt de mens naar binnen, waar de mens bewegingsloos is, oftewel minimalistisch, hongerend, in stilte, als een hagedis. De mens wordt zo aan het kruis gelijkvormig, als een boom aan waterstromen, als de hagedis. Dat is waar de indo-israelitische eerste psalm voor staat. Zo komt de mens tot de moederschoot, wordt de mens geboren uit het water, en uit de berg. Door het leren 'geplant aan waterstromen' zegt de israelitische psalm 1. De indische oorsprong hiervan is in de eerste psalm van les 3 van de vierde kanda : 'Ik plaats u in de stromende wateren; Ik plaats u in de opkomst van de wateren; Ik plaats u in de as van de wateren; Ik plaats u in het licht van de wateren; Ik plaats je in de beweging van de wateren. Ga op de golven zitten als uw rustplaats; zit op de oceaan als uw rustplaats; zit op de stroom als uw rustplaats; zit in de verblijfplaats van de wateren; zit op de schoot van de wateren. Ik plaats u in de schoot van de wateren; Ik plaats u in de woning van de wateren; Ik plaats u in het stof van de wateren; Ik plaats u in de baarmoeder van de wateren; Ik plaats u in het bolwerk van de wateren.' Hierin heeft zowel de indische als de israelitische psalmist een mozaïsche taak, zoals Mozes ook 'de uit het water getrokkene' of 'uit het water geborene' is. De israelitische psalmist van psalm 1 was zichzelf aan het uithongeren om bij dag en nacht te leren, te verdiepen, om zo in deze exegese te worden tot een boom aan waterstromen, tot steen. In de eerste psalm van les 6 van de vierde kanda wordt gesteld : 'in de steen is de honger.' En dan komen de kikkers, die een beeld zijn van het leven door het bruine gas, wat afkomt van de huid van de natuurvrouwen. We hebben al uitgelegd waarom deze huid donker is, namelijk om het kind te verbergen. Hierom wordt de vrouwelijke kikker genoemd als abstract beeld, want zij ademen veelal door hun huid. Dit wordt in verbinding gebracht in deze indische psalm met de oorlog. De donkere huid van de vrouw om het kind te beschermen is een oorlogs strategie. Dit laat de wateren kruizen, stelt de psalm, als het huis van de oceaan. Zij die in het water zijn worden geroepen. Er wordt dan gesproken over het uitstijgen boven de goden, tot het hemelse, wat ook de functie is van de boom aan waterstromen, om zo af te rekenen met alle valse goden. Door het offeren wordt dan met elke vijand afgerekend. Dit is een dieper offeren. In de vijfde kanda, in de eerste psalm van de eerste les is de schop om mee te graven met twee punten, ook als een wapen, want het gaat om studie, werk en oorlog. De schop heeft een gat, opdat

de mens tot de leegte en de verbrokenheid komt, en hierin zijn woonplaats heeft. Ook is de schop bevlekt, opdat het de juiste vormen heeft. De schop moet namelijk in contact met de aarde blijven, want dat is de baarmoeder. De schop, de vrouw, is donker. Dit is belangrijk voor de woonplaats. Zo is het kind beschermd. De vrouw is dus bedekt met de aarde en leeft in de duisternis, ook omwille van haar kind. Ze leeft in het ondergrondse. De schop is als een speer aan beide kanten om licht te winnen, voor leiding, en om contact te blijven houden met beide werelden. Dit is de kracht van de mens. Dan zegt de psalm : de boom die vrucht draagt is sterk onder de bomen. In de eerste psalm van de derde les zijn de asphins, de hemelse ruiters, de medicijn-makers. Ze doen dit door het ordenen van de seizoenen, wat ook weer terugkomt in de israelitische eerste psalm : 'die zijn vrucht geeft op zijn tijd'. Ze rijden op verschillende beesten, ook buffels. Ze hebben het vleselijke overwonnen en getemd. Zij leven in hemelse discipline, een dicipline die ook de israelitische psalmist leert. Ook wekken de asphins zo de winden op. Zij zijn de windmakers, een thema wat ook terugkomt in de eerste israelitische psalm om de vijand te verstrooien en te verdelgen. De eerste psalm van de zesde les van deze kanda stelt : 'Starende naar zowel de waarheid als de leugens van de mens, druppelende honing, rein en reinigende, laat deze wateren teder en goed tot ons zijn.' Ook de israelitische psalmist staart in psalm 1 naar zowel de waarheid als de leugen van de mens, om het te doorgronden, om ervoor te zorgen dat zijn wegen recht zijn, afgescheiden van de vruchteloze werken. Zo is hiuj verbonden aan het water, en groeit op als een boom daar. Dan zegt de indische psalm : Met veelbelovende blik staren de wateren naar mij, Raak mijn huid met een gunstig lichaam aan; Ik roep allen die offeren aan die in de wateren zijn. Zo is er de vergadering van de rechtvaardigen zoals in de israelitische psalm 1 (vs. 5-6). In les 7 zegt de indische psalmist in de eerste psalm : 'laat mij bezeten zijn met honing'. Het is de vrucht van de bloemen, van de tederheid. Er moet ware doelmatigheid in het offeren, in het hongeren zijn, stelt de indische psalm, anders zal hij vallen in het offeren, ten prooi aan de goden. Het vereren van de goden is een metaforisch beeld van de doelmatigheid, het hebben van een toetssteen, als de urim die nodig is voor elk offeren. Tederheid is doelmatigheid, waarvan de honing een beeld is. 'Laat mij bezeten zijn met honing.' Het gaat erom te staren naar de bron (surya), anders is alles nutteloos. De honing is een beeld van de bron. 'Laat mij bezeten zijn met honing.' Zoals de israelitische psalmist zegt in psalm 1 : de hemelse leer overpeinzen bij dag en bij nacht, oftewel een doel hebben. De mens staat voor een dilemma : Of de vrucht van een boom die wordt aangeboden wel of niet aannemen, of zelf die vrucht voortbrengen door zelf als een boom aan waterstromen te worden. In de israelitische psalm 1 kwamen al deze drie dingen terug : de aangeboden vrucht aannemen, niet aannemen, en zelf vrucht te dragen. In de eerste psalm van les vijf van de zesde kanda beschrijft de indische dichter de strijd tussen de demonologie, indra, en de slang. De slang droeg een kracht op hem, namelijk de Ukthya, het oog van het offeren. Elk offerdier volgt dit oog. Dit oog werd aanbeden, en zou de slang op Indra brengen. Indra sloeg de slang driemaal en ontving het oog waardoor de slang zijn macht had. Zo werd de slang verslagen. We zien iets soortgelijks ook terug in het paradijs waar de slang de macht heeft over het oog, en zei dat hij hun ogen kon openen :

Genesis 3:5 – God weet, dat ten dage, dat gij daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden, en gij als God zult zijn, kennende goed en kwaad. Ook in psalm 1 is er de boom, maar dit keer is het de psalmist zelf, en er is een strijd tegen het kwaad, tegen de slang, en de psalmist kan de slang verslaan door de hemelse leer dag en nacht te overpeinzen, oftewel het oog aan de slang ontroven. Psalm 1 is dus een soort paradijs verhaal van de psalmen, als het genesis van de psalmen. In les 6 zegt psalm 1 : De offers met de gaven worden aangeboden voor de wereld van de hemel. Zo stijgt hij op in de hemelen. Daar zal hij zijn klimmen voortzetten. Ga nu op het pad van de heilige geestelijke gaven. Dit is het pad van het offeren, want er zijn geen gaven zonder het offeren. Dit is het pad van hemelse verbintenis (mitra). De geleerde brahmaan is een ziener ontsprongen uit zieners. Hij geeft aan het zelf van het offer (hotr). Hij verbindt het zelf van het offer met de gaven. Dit houdt in dat de mens alleen op het pad van zelfverloochening tot de ware geestelijke gaven kan komen. In de eerste psalm van de zevende kanda in de vijfde les staat : 'De verzen zijn de wereld van de mens; Voorwaar, zij blijven de ene wereld van goden na de andere opbouwen uit de wereld van mensen.' Daarom is het van belang om telkens weer exegese uit te oefenen op de verzen. Dat is de daadwerkelijke strijd tegen het vlees en tegen de territoriale machten van het vlees. Zoals de israelitische psalmist in psalm 1 erop blijft hameren dat de mens moet studeren, moet blijven overpeinzen, in de strijd tegen de boze. Zo kan de wereld van de hemel uiteindelijk gewonnen worden, stelt de indische psalm. De Rig Veda bestaat uit tien boeken vol met psalmen. In het tweede boek stelt de eerste psalm : 1. U, gij die offert (agni), schijnt in uw glorie door de dagen heen, kunst tot leven gebracht uit de wateren, van de steen: Van de bosbomen en kruiden die op de grond groeien, jij, sovereine heer der mensen, kunst is puur voortgekomen. We zien hier dat de mens door het offer, het kruis, verhard, oftewel verhongerd, minimaliseert, tot steen, tot een boom, die wateren, zaad, voorbrengt, leven, kunst, zoals ook in de israelitische psalm 1. Aan het einde van de indische psalm wordt gesteld : 'Mogen we met dappere mannen in de vergadering hardop spreken,' zoals de israelitische psalm 1 spreekt over de vergadering van de rechtvaardigen (vs. 5). De mond wordt in de indische psalm opgesteld als degene die offert, als een beeld (agni). In de eerste psalm van boek 4 van de Rig Veda wordt gesteld dat het hemelse offeren een boodschapper is (agni), die afgedaald is tot de mensheid met wijsheid, die de mens leerde om toegewijd te zijn aan de hemelse bron. Het kan niet anders dan dat de mens daarvoor al het andere moet loslaten, offeren. De mens ontkomt dus niet aan het vluchten tot de wildernis om daar te hongeren, om te zoeken naar de diepere bronnen van de natuur en de wildernis. Daarom moet de mens leren trouw te zijn aan de leer van het offeren, en met haar een relatie aangaan. Dit is als een hemels huwelijk of een hemels verbond (mitra). Zo is het zaad van de mens gezegend voor nageslacht. Het vee, of vleselijke, van de mens, is dan zelfs gezegend, zolang de mens er geen daadwerkelijk deel aanheeft. Hierin moet de mens inzicht krijgen door de Maroeten, de hemelse stormen die tot verbrokenheid leiden. Zij zijn gewelddadig en rijden op rode paarden, als beeld van de territoriale oorlogsvoering, tot de verbreking van het territoriale vlees. Deze winden of stormen komen ook weer terug in de israelitische psalm 1. Zij leiden dus allereerst het eigen vlees tot verbrokenheid. Het zelf moet dus verbroken worden. Dit doen de winden door verwarring,

verstrooiing. In de eerste psalm van boek 5 van de Rig Veda wordt gesteld : 1. Het offeren (agni) wordt gewekt door de brandstof van het volk om de dageraad te ontmoeten die als melk komt. Als jonge bomen die hoog op hun takken schieten, stijgen zijn vlammen op naar het hemelgewelf. Hij die offert wordt dan ingesmeerd met melk. In vers 6 wordt dit beschreven als het terugkeren tot de moederborst. In de eerste psalm van boek 6 wordt degene die offert gelijkgesteld aan het gebed. Men kan dus niet bidden zonder het offeren, zonder het hongeren. Gebed moet dus voortkomen vanuit totale stilte, vanuit de steen, anders staat het vlees van de mens nog in de weg. Deze gebeden leiden de mens uiteindelijk naar huis, op het pad van het hongeren, het offeren, dus. Zolang de mens nog aan dingen vasthoudt kan de mens niet tot steen worden, niet tot een boom, een hagedis. Zolang de mens nog aan dingen vasthoudt is de mens kaf. De mens kan alleen waarlijk bezit vergaren door het loslaten, door het offeren. Zolang dit niet gebeurt strijden de Maroeten op de rode paarden tegen zulke mensen. Daarom moet de mens zij die offert zoeken, oftewel de slagers-godinnen. Deze indische psalm gaat over het leren dienen van haar, de godin van het offeren. Dit zou dan werkelijk betekenen het beloofde land binnen te gaan, het land Kanaan, knn, agni. Het land van melk, zaad en honing. De offer godin is de daadwerkelijke overwinnaar die wijsheid schenkt, want het vleselijke staat niet meer in de weg. Zij bewaakt in de eerste psalm van boek 7 ook de bron van het meest jeugdige. Eerste psalm van boek 8 : Alleen de demonologie (indra) doet het zaad vloeien, en de mens moet gericht zijn op de demonologie (indra), als een doel. Ook de eerste israelitische psalm is een demonologische psalm. De demonologie (indra) wordt in de indische psalm de steen gooier genoemd. Ook de israelitische psalmist was een steen gooier, waardoor hij Goliath versloeg. Dit betekent dat wij de duivel alleen kunnen verslaan door de hagedis, de heilige verstening. Eens had ik een droom over de steen gooiers, die ik ergens aan een rivier ontmoette. Zij waren zeer gewelddadig. Zij waren doelgericht. Zij lieten zich niet afleiden. Er brandde een woede diep binnenin hen. Zij moesten iets heiligs bewaken. In vers 13 komt de indische psalmist tot de personificatie van de demonologie (indra) en spreekt : wij zien onszelf als verworpen bomen die ongeschikt zijn om te branden. Dan komt de indische psalmist tot de rivier en tot de melk wat als een kleed is. Hier wordt de indische psalmist opgenomen in geestelijke vervoering om zo de hemelse gaven te ontvangen. Hier ziet hij legers met strijdpaarden, werkpaarden. Zij dragen allemaal het juk van toewijding. Zij zijn doelgericht. Zij werken niet in het wilde weg. In de eerste psalm van boek 10 als degene die offert, de hongerende, eindelijk is wedergeboren wordt hij overwinnaar genoemd. Dan zijn er nog de psalmen van de Atharva Veda. In de eerste psalm van het derde boek is er een gebed tot degene die offert (agni) om zich tegen de vijand te keren, de valse wil en de onnauwkeurigheid, ook met de vraag om het leger van de tegenstander te bewilderen, te verbijsteren, om ze greeploos te maken. Ook worden de maroeten, de hemelse stormen geroepen om de vijand te overwinnen en te vernietigen, net zoals in de israelitische psalm 1. Ook wordt aan de demonologie, indra, gevraagd de vijand te verstrooien, te bewilderen. Agni moet dan uiteindelijk de ogen van de vijand wegnemen, zoals Indra dit van de slang deed. De eerste psalm van boek 7 stelt dat de zoon die alles zelf geworden is daadwerkelijk zijn moeder kent.

hoofdstuk 21. de rigvedische psalmen : commentaar en parafrase De israelitische psalm 3 gaat over dat de psalmist is omringd door de vijand en dan door God wordt opgenomen op de hemelse berg, door de hemelse slaap. Zo worden de vleselijke stemmen van de vijand in het hoofd van de psalmist gedoofd. Ook Mozes besteeg de berg om de vijanden te overstijgen en de hemelse leer te ontvangen. In de eerste psalm van de rig veda komt de mens door het hongeren tot de moeder, door het offeren (agni). Agni betekent alles achter je laten, leeg worden. Alleen zo kunnen wij tot de baarmoeder gaan. Dit moet een volkomen offer zijn (vers 4). Op de volkomenheid van het offer, van het hongeren, is ook het boek Leviticus gebouwd in de Israelitische religie. Psalm 2 van de rig veda toont aan dat het offer altijd onszelf betreft. We mogen niet projecteren, want dan zouden we niet naakt kunnen staan. Elke keer als we projecteren dan gaat dit tussen de moeder en ons instaan. Ons vlees moet doorboort worden (vers 3). Het gaat niet om familie, wat slechts een metafoor is, maar om de hemelse leer. Het gaat om de innerlijke realiteiten. Hieraan moet al het bedriegelijke afsterven, door het hongeren. De derde psalm van de rig veda gaat over hen die op de beesten rijden, die het vlees hebben getemd. Het mag niet andersom zijn. Dit is het ware zijn op de ark, want de zondvloed zal komen (vers 12). De zondvloed is de doorbraak van het geestelijke wat niet door het vleselijke begrepen wordt. De vierde psalm van de Rig Veda gaat over de werk-opname waardoor de mens terugkomt aan de moeder borst. Ook het lijden is werk, en ook de vergetelheid is werk, waar een kind aan is blootgesteld. Hierin moet volharding zijn. Zo komt de mens onder de zorg van de demonologie, indra. Satakratu is een andere naam voor Indra, als degene die zijn paarden opoffert, oftewel zijn vleselijke werken aflegt. Hierin is de opname, en zo is hij de slangen slachter, in strijd met de slang, wat een beeld is van de besnijdenis. De strijd tegen de slang, en overwinning van de slang, de besnijdenis, is een beeld van de overwinning over de territoriale macht. Psalm 5 : verneder jezelf voor de demonologie, buig voor de demonologie (indra), om zo tot de psalmen van de demonologie te komen, de oorlogs-psalmen. Zo kan de weelderigheid en veelzijdigheid van de demonologie, van de oorlogskunst over de mens komen. Zo komt de mens tot de donkere werkers, de donkere strijders. Zij brengen een juk. Zo drinkt u van hun melk. Zo komt gij tot de wederopvoeding, waartoe gij was geboren. Zo leert gij de demonologische psalmen, de oorlogs-psalmen, kennen. Zo wordt uw offer volkomen. Psalm 6 : Hij die op het rode vee rijdt, als beeld van het offeren, daar waar kinderen sacrificiale namen dragen, daar waar alles wat vast en stevig is verbroken wordt. Het is een plaats om uit weg te gaan, en een plaats om in af te dalen. De mens moet komen tot de demonologie. Psalm 7 : De demonologie (indra) laat de bron zien hoog in de hemel, om ver te kunnen zien, verzicht. Zo komt men tot de moederborst. Door de melk wordt de mens bij elke geestelijke inspanning hoger opgenomen, om verborgenheden te zien. Psalm 8 :

Weelderigheid is weggelegd voor de overwinnaars in de demonologie (indra). Deze oorlog moet ervaren worden, niet van een afstand, niet als een projectie. Demonologie is niet slechts een heilsfeit, maar moet ook een ervaringsfeit zijn. De ware helden in het gevecht zijn de psalmisten die van heilige gedachten houden. Het zijn de psalmen die zwellen als de oceanen, brede stromen van de omtrek van de hemel. Laat geestelijke gaven gewijd zijn aan de demonologie (indra). Zo zijn er ook de Chinese psalmen, in de Sjijing, het boek van psalmen, van oden : Psalm 1 van de Sjijing : Op het eiland midden in de rivier zijn de visjagers verborgen tussen het riet, natuurvrouwen. Zij leven in het verborgene bij de donkere rivier. Zij kunnen alleen gevonden worden door de psalmen. Zij leven in psalmen. In de dieptes ervan. Moet je dan niet alles achterlaten om tot dit natuurgebied te komen, zoals de eerste rigvedische psalm stelt ? En dan gaat het om het leren, het overpeinzen, bij dag en bij nacht, in goede en slechte tijden, in makkelijke dagen en moeilijke dagen, zoals de israelitische psalm 1 stelt. Het zijn visjagers. Zij jagen op het vlees. Opdat het geestelijke tot gestalte komt. Dit moeten wij weten wanneer wij toenadering zoeken. De eerste chinese psalm heet Kan Shu. Shu is ook de Egyptische god van de hemel die hemel en aarde scheidde, oftewel het geestelijke van het vleselijke, het koren van het kaf, zoals in de israelitische psalm 1. Kan is in het Aramees de tuin, verbonden aan Kanaan, knn, het beloofde land, wat in het Hebreeuws nederigheid betekent, onderworpenheid. Laten we dit onthouden als we tot de hemelse natuurvrouwen naderen. Zij zijn beelden van de tucht, van het sterven aan het zelf. Zij zullen jacht maken op ons, op ons vlees. Zij leven in het verborgene en zullen zichzelf niet makkelijk prijsgeven. Alleen door de psalmen komen wij tot hen, als wij psalmisch gaan leven. Dit komt ook weer terug in de eerste psalm van de Koran, de scheiding door Shu : 6. Leid ons op het rechte pad, 7. Het pad dergenen, aan wie Gij gunsten hebt geschonken - niet dat van hen, op wie toorn is nedergedaald, noch dat der dwalenden. Deze scheiding is dus ook aanwezig in de eerste israelitische psalm. Het thema van de onbereikbaarheid komt ook heel duidelijk terug in de eerste psalm van de Vur : 1b. Wanneer ik naar jou kijk, vaag ik weg, Wanneer ik aan je denk, laat ik je wegglijden, Dit is hoe ik mijn boog grijp, Maar ik bereik het nooit 2. Ik kan niets bereiken, en ik denk dat dit nog maar het begin is, En dan bevind ik mijzelf in een bruin bloemenveld, Alleen in de bruine nacht, Een nacht in vele jaren, Kan ik zijn in de bruine bloemenvelden, Deze bruggen tussen jou en mij Dan als hij haar eindelijk ziet : 8. Ze heeft haar speer opgeheven, En dan slaat ze toe, Ze raakt mijn hoofd

9. Hij kan niet komen waar je bent, Vriend, ik zou niet tot je liegen, Ik weet dat je ook met dit trauma vecht, Het is een oorlogs-trauma, Ik was daar, en ik zag je 10. Waar zou ik zijn zonder een goede broek ? De viooltjes maakten het voor ons, Zij lieten de honing er doorheen glijden, Zij brachten ons door bos en woestijn, Volg hen naar de rivieren en de watervallen, Ze zullen hier maar één keer zijn Ook de Chinese psalm 1 stelt dat hij dag en nacht aan haar denkt, hoe hij dag en nacht over haar tobt, zoals de israelitische psalmist in psalm 1 dag en nacht tobt over de hemelse leer. De chinese psalmist draait zich om in zijn bed, de hele tijd, totdat het weer morgen is. Dan moet hij de psalmen leren om tot haar te komen. De vur stelt dat we heel opmerkzaam moeten zijn. Het zal maar één keer komen. Het is één keer opgeschreven. We moeten dus terugkijken wanneer het is gekomen, en het dan overpeinzen, om er diepte in te vinden en haar te leren kennen. De vur psalmist zegt in psalm 1 : 13. Niemand kan deze vrouw begrijpen, Niemand kan haar voetstappen volgen, Ze vagen gemakkelijk weg in de nacht, Ze vagen gemakkelijk weg in het zand 14. Wilde rozen groeien rondom het paradijs, Niemand kan binnenkomen 15. Alleen de orkaan kan haar weg er doorheen vinden, Klaar om steden in te nemen, Zij breekt het glas, En dan is alles brandende, Zij is de slager van de herinnering 16. Ik herinner het schip, Het schip waarmee ze mij oppikte, Zij is een lied in mijn hoofd Er is een verband tussen orkaan en schip. De orkaan is de verbrokenheid die nodig is, en het schip is het lied, de psalm, oftewel de diepere literaire structuur achter alle dingen. De chinese psalmist zegt : 'men moet overal zoeken.' De vur psalmist zegt : 22. Ik staar naar de vissen in de rivier, Misschien is dat beter dan een herinnering, Ik open mijn dagboeken, En plotseling word het zwart voor mijn ogen … Ik kan beter mijn dagboeken verbranden

Ook de zoeker moet op visjacht gaan. De vis is het beeld van het eenzijdige vlees. De vis is ook een beeld van studie. Men moet dus eerst alle vleselijke studie afleggen. 23b. Ik hoor de liederen in de verte, De wind brengt me daar Alleen de verbrokenheid kan de mens tot de psalmen brengen, wanneer eerst de vleselijke psalmen in de mens worden verbroken. Er zijn namelijk ook psalmen tot mammon. 26. Oh, neem me weg tot het land achter de zee, Een speer door zijn hoofd, Om dieper te komen tot dit land achter de zee Dan komen de visjagers ons tegemoet. Een speer gaat door onze hoofden als we te dichtbij komen, om de vleselijke studie en zijn vleselijke eenzijdigheid te doorboren. 28. Ik ren, brekende door muren, Want mijn herinneringen zijn naar mij op jacht, Ik ren, en dan val ik, Een herinnering heeft mij geraakt, Een pijl diep in mijn rug 29. En dan kruip ik tot de rode bloemenvelden, Wilde, rode bloemen, als bruggen over woeste rivieren, Zij hangen in mijn haar, als duistere sieraden Het kruipen is een beeld van verbrokenheid, doorboordheid, van nederheid, het buigen. Ook de pijlen van het verleden worden hiervoor gebruikt. Zo jagen de visjagers. Zij gebruiken de giffen en pijlpunten van het verleden. Psalm 1 van de Thenem in de bilha zegt dat alle valse kennis verduisterd dient te worden, alle overbodige kennis. De mens weet teveel, kent teveel, en moet weer gaan slapen. Daarom zal de valse kennis verstrooid worden. De mens moet verstijven, bevriezen, want de mens gaat te snel, wil van alles. Daarom zegt de thenemse psalmist van de bilha in psalm 1 : 19. Over de ijszeeën roept Uw stem ons. 20. Waar de Walkuren de bevroren zielen opvissen. 21. Zij staan aan de kusten met hun netten. 22. Oh, alleen zij die ijsziek zijn kunnen u verstaan. 23. Zij hebben alles achter zich gelaten. De chinese psalm 2 is dan eigenlijk de boom aan waterstromen die doorgroeit tot in het hart van de vallei, zich overal verspreid met groen, de diepte in, de putten in, vanwege het zoeken naar de moederborst, de bron, de baarmoeder, voor diepere wedergeboorte. De israelitische psalm 2 gaat over het zoonschap, wat volkomen wordt door het hongeren, door het offeren, de oorlog, want het is en blijft een oorlogspsalm. Zoals psalm 2 van de rig veda ook stelt dat het zelf ondergaan moet worden, niet door projectie. De mens moet zelf terugkeren tot het zoonschap, en dit niet allemaal aan een afgod overlaten. Het is de oorlog tegen het vlees, het zelf. De tweede psalm van de Vur zegt dat als alles tot lagere doseringen wordt dan wordt het heilzaam, tot medicijn. De slaap is de melkgevende tepel, stelt de bakroe psalmist in psalm 2. Telkens weer komt de slaap voorbij en mag het benut worden. Twijfelen is ook een slaap, stelt de psalm.

De chinese psalm 1 gaat over het zoeken naar de vrouw, en de chinese psalm 2 gaat over het zoeken van de moeder. Hier moet een balans tussen zijn. De chinese psalm drie gaat over het moe worden van de paarden die afsterven, als het afsterven van het vleselijke werk, wat ook een soort slaap is, waar ook de israelitische psalm 3 over gaat. De mens wordt geroepen vanaf de berg, maar valt dan in slaap, want hij kan de berg niet beklimmen. Het gaat over de verbrokenheid. Deze ontstaat in de onbereikbaarheid. Er kan in de omgang met vrouw en moeder niet te pas en te onpas iets gebeuren. Psalm 3 van de bakroe zegt : 40. Het leven is in de diepte een ascetisch sieraad van nauwgezette discipline, van ijzeren wetten waaraan niemand kan ontkomen. 43. Jakob moest een heilige dodentocht maken door de uiterste dieptes van de onderwereld. Hij moest hierbij door de nodige initiaties gaan, inwijdingen, uitgevoerd door de amazones. Hij moest allerlei wilde beesten in de onderwereld ontmoeten. Telkens weer moet men zich afzonderen van het vleselijke, om het geestelijke te ontvangen. De bakroe psalmist zegt : 49. Wanneer gij tot Bilha komt, moet gij alle bindingen afleggen. Gij moet de kraal van scheiding in uw leven aanvaarden. 50. Toen Jakob het mysterie zag, Bilha met het zwijn van ongehoorzaamheid, bewonderde hij haar met respect en ontzag, als een vorm van aanbidding. 51. Dit was de plaats waar de ziel Jakob naartoe zou leiden. Jakob zou een ontmoeting krijgen met Bilha en het zwijn van ongehoorzaamheid. 52. Hierdoor werd de ziel, de hongerende, gebonden tot Bilha, om niet in de handen van welvaart te vallen. 53. De diepere ziel is de bitterheid van de ziel die terugleidt naar het paradijs. De eeuwige ziel is de heilige honger. 54. Gij zult teruggeleid worden tot de grond van het paradijs, het stof en het vuil van het paradijs waarin gij gevormd wordt. 55. Jakob werd geleid om hier neer te liggen en te slapen. Jakob moest vuil gemaakt worden, anders zou hij in de onderwereld geen wapens hebben. 56. In de paradijselijke ondergrond wordt gij geinitieerd. Hier leert gij de ijzeren wetten kennen, de wetten van het paradijs, de strenge wetten van oorlog en jacht. 57. Gij moet gewassen worden in deze rivieren. Hier wordt gij bekleed met het paradijselijke vuil. 58. Gij wordt gewassen om los te komen van de valse schoonheid van de mensen. Gij moet komen tot de paradijselijke diepte van de natuur van de Heerin. Zo moogt gij komen tot de paradijselijke vloed en overweldiging. Er is ook het gevaar van de overmatige welvaart van familie en huwelijk. Daarom zijn deze principes zo belangrijk. Er is een oorlog om de zielen, en de welvaart is een sluw lokmiddel wat op allerlei gebieden de mens probeert te strikken. Daarom zegt de thenem psalmist van de bilha in psalm 3 : 1. Er is geen rust buiten Haar Voeten. 2. Familie relaties zijn allen vals.

3. Ja, Haar Voeten zijn een schuilplaats voor de heiligen. 4. Zonder de zwarte Heerin vrouw is er geen rust. 5. Zij is Onbereikbaar en Eindeloos. 6. Heilig is Haar Naam en plaats. Zij is het die waarlijk koestert. 7. Haar plaats en Haar Naam zijn onbekend. 20. Aan de ingang van Haar plaats is hij verdoemd als hij op zoek is naar een ander plezier. 21. Hij zal geen schuilplaats vinden. 22. Hij leest Haar boeken, maar verstaat het niet. 23. Ook misleidt hij anderen. 24. Alleen door Haar Woord is er eenheid. 25. Alleen door Haar Woord is er verzoening. 26. Zonder Haar zijn alle goede werken ijdelheid. De voeten zijn een beeld van diepte en bron, waaraan alles getoetst moet worden. Daarbuiten is er dus een schijnrealiteit die weldra door haar voeten vertreden zal worden. De jana psalmist van de bilha zegt in psalm 3 : 1. Moeder Afrika droomt, De watervallen, rivieren en zeeën stromen uit haar lichaam, Zij brengt de genezing der volkeren. 2. Moeder Afrika heeft alles gedroomd, En het emaneert als de zee, En de mens heeft het niet bevat. 3. Zij heeft alles gedroomd, En Zij brengt dromen tot de mens, Om de mens tot Haar te leiden. Afrika is het beeld van de honger, en zonder de honger, het loslaten, kunnen we niet tot het geestelijke komen. Daaromn is de Afrika brug ook zo'n belangrijk beeld. Ook het eeuwig evangelie hamert hierop : de openbaring van de rode steen, 9 11. Zijn tweede ziel zal ons leiden door zijn tweede woord. Oh tweede christus die stierf aan het tweede kruis, de honger in afrika, de gemeente heeft het niet verstaan, maar vanuit het verborgene zal een tweede gemeente voor hem zorgen, hem balsemen met de zuiverste honing, bij zijn geliefden zal hij zijn. laat de leeuw nu spreken, en de cobra. Savaninen 4 13. En de Heere leed in het hongerend Afrika, maar zijn gemeente heeft hem niet gewild. 14. Daarom zal de Heere de eerste gemeente wegvagen en de tweede gemeente behouden. 15. En de Heere zal zijn eerste christus wegnemen om zijn tweede christus te zenden met een nieuwe wet. 16. Ziet dan toe dat gij hem die spreekt niet weggooit, want de Heere Heere is een verderfer der zielen. 17. Doet dan aan de wapenrusting van het tweede bloed, en hangt de tweede Christus aan tot het zaad van de nieuwe Geest. 18. Ja, de tweede gemeente vecht en overwint, terwijl de eerste gemeente zakt in misleiding en verderf. 19. De Heere heeft alreeds een leugengeest gezonden tot hen die het moordend woord in stand houden.

Savaninen 7 9. En zijn tweede engelen kwamen tot Hem om hem op aarde te dienen. Hij stierf aan het kruis van honger in de streken van Afrika, bespot en alleengelaten door de gemeente. 10. En daarom zal de erfenis naar de tweede gemeente worden gezonden, en de eerste zal niet ver zijn van verwijdering. 11. Ja, de Heere kwam naar de aarde als een dier, maar werd geslacht en gegeten door de gemeente. Savaninen 14 10. En er was een plaats genaamd het tweede Golgotha in Afrika, en de Heere maakte deze plaats groot. 11. En vanuit alle hoeken van de aarde werd deze plaats bezocht, maar de apostelen spraken : 'Het heil is niet te vinden in een plaats of een persoon, maar in het hart dat zich verborgen houdt.' 12. En de gemeente werd een volk van eenlingen, en zij die de krachten van het ijs niet konden aanvaarden vielen weg van de Heere. 13. En in die dagen hielden familiaire en sociale geesten velen tegen om behouden te worden. De vierde chinese psalm is een zegevierende psalm van de intocht van de vorstin, de godin. Om de boom aan waterstromen en andere bomen zijn slingerplanten gekomen. De vorstin heeft het gebied ingenomen. Het is een psalm van emancipatie. Psalm 4 van de Koran is genaamd 'de vrouwen' en zegt : 19. O, gij die gelooft, het is u niet geoorloofd, vrouwen te erven tegen haar wil, noch moogt gij haar tegenhouden opdat gij een gedeelte van wat gij haar hebt gegeven, moogt terugnemen, tenzij zij schuldig zijn aan een schandelijk kwaad; en blijft met haar vriendelijk omgaan en als gij afkeer van haar hebt, kan het zijn, dat gij afkeer hebt van iets, waarin Allah veel goeds kan hebben gelegd. 26. Allah wenst u te onderrichten en te leiden naar de paden van degenen die vóór u waren en u Zijn barmhartigheid te betonen. Allah is Alwetend, Alwijs. De amalek psalmist van de bilha zegt in psalm 4 : 1. Bakroe zegt : Dit is mijn zoon, degene die mijn baarmoeder heeft geopend. Met hem ben ik verzadigd. 2. Ik geef je de bakroe-ziel in je binnenste. 3. En hij zegt : Moeder, ik heb u gezocht en ben tot u gekomen. Ik heb uw baarmoeder geopend. Bakroe is de oorlogsgodin. 4. Amalek is de vrouwelijke Osiris, die de doden oordeelt. Zij is in het Zuiden, en Bakroe is in het Noorden. 5. En hij zegt : Oh Bakroe, gij hebt gestreden tegen Amalek en gij hebt Haar overwonnen. Gij hebt het Zuiden ingenomen, oh Moeder. 6. Het geheim van de witte steen is in zijn schouders, want blank en hard is hij aan Haar voeten, waar zich het reukwerk bevindt van psalmen en gebeden. Oh, komt nader, zoon, en zie uw Moeder. Zij komt van een lange tocht en heeft overwonnen. 7. Zij versloeg Amalek in het Zuiden, om een doorgang te vinden in Haar, en zij gaf aan u geboorte. Door u is haar reukwerk vurig, en oordeelt zij de aarde. Ja, Haar vuur heeft Zij geworpen op aarde. In grote donderslagen en aardbevingen heeft Zij u geroepen. 8. En Bakroe sprak : Ja, Ik heb Amalek geheiligd, opdat in Haar de doden worden geoordeeld. Leg u daarom neer aan Haar voeten. En Haar reukwerk is opgestegen. Er is dus verschil tussen het vleselijke amalek en het geestelijke amalek.

16. Hebt gij Amalek gezien ? Zij heeft vele vissersvrouwen die koppen afhakken en nekken besnijden en breken van zielen en geesten en hen tot de slachtplaatsen slepen. Nu heb ik de vis gespietst met de speer. Dit wijst dus ook weer terug als de vervulling van de chinese psalm 1. De thenemse psalmist van de bilha zegt in psalm 4 : 1 De Here sprak tot Mozes in de woestijn Sinai, in de tent der samenkomst, op de eerste dag der tweede maand in het tweede jaar na hun uittocht uit het land Egypte. In de Rabbijnse literatuur stamt de naam Sinai af van sana, sineh, wat haat en vijand betekent, als een beeld van het toetsen. Dit komt vanuit het Egyptische "sunu", de goddelijke jager, en "sun", open maken, open forceren, en "senu", wenen en klagen. Over deze berg daalde God af tot Mozes om de wet te geven. Deze psalm heet numeri 1, als een commentaar op numeri 1. We kunnen stellen dat de hemelse jager haar pijlen van de hemelse leer in het hart van Mozes jaagde. Het wijst ook weer terug op het amazone zuni volk, de amazone realiteit achter china, verbonden aan delilah die simson opnam. Simson is 'shama zuni', oftewel dienstknecht van de zuni. De chinese psalm 5 gaat over sprinkhanen. Sprinkhanen zijn een beeld van honger. Het zijn kaalvreters die honger brengen. Het is ook een apocalyptisch beeld. De mens moet aan zichzelf sterven door honger, door leegte. Dit is een sieraad waardoor de mens tot het hemelse kan gaan, tot de hemelse leer. In deze chinese psalm wordt het besproken als het geheim van de vruchtbaarheid, dat het zoveel nakomelingen zal geven. En het is het geheim van de vereeuwiging, oftewel de volharding. Volharding ligt in verdiepende honger, als men gaat van honger tot honger, wat als een inspiratie kracht werkt. Zij zijn ondoorbroken ketenen. De vijfde psalm van de vur is ook gericht op deze realiteit, dat alles subtiel gaat, niets rechtstreeks, maar door omwegen. Dat is het pad van de honger. Deze psalm noemt dit ook het wezen van het bloed. De psalmist van de jana, van de bilha, zegt in psalm 5 : 1. Het vermindert het zicht, totdat het heeft geleid tot de traan in de nacht. 2. Het maakte hem lang en dun opdat hij door de dagen kon komen. 3. Alles vermindert, totdat het nacht is. 7. Omdat hij vermindert komt hij op. 8. Alleen door paranoia kon hij dieper in zichzelf komen. Shijing psalm 6 (Chinees, parafrase) De man is nu tot een boom geworden, een perzikboom, verstijfd, oftewel verhongerd, en daardoor vrucht dragend. Hij draagt bloemen en bloesem van tederheid. Hij is verjongd en elegant. Hij is een boom aan waterstromen die zijn vrucht draagt op zijn tijd. Nu kan de vrouw, de hemelse leer, tot hem naderen, want er heerst een volkomen ritme van de psalmen. Zij nadert door de psalm, want hij is nu in de psalm. Ook de Vur psalm 6 gaat over de bomen, over een jongen met een boom obsessie

en hij voelde zich ook vaak als een boom, verstijfd, wegvallende. De bakroe psalmist zegt in psalm 6 : 2. Aan de rivier van openbaring werd Jakob ingewijd. Dit is een ondergrondse rivier. 3. Geboorte is een idool die u afleidt van uw eeuwige natuur. Gij moet terugkeren tot de rivier van openbaring, tot de eeuwige kennis. 4. De baarmoeder van de Moeder God bereidt u voor om de valse baarmoeder te overwinnen. 5. Dit is een leidraad door de wildernis. 6. Het is een veld van paradoxale symbolieken, als een onbekende, uitheemse taal waar gij nog geen weet van hebt. Dit is om de zielen te testen. 20. Jakob werd gekweld tot het einde, totdat zijn tong het uiteindelijk begaf, en hij stom werd voor de Heerin, totdat alleen de Heerin nog door hem zou spreken. Zijn tong zou aan zijn gehemelte blijven steken, zodat hij het volk niet zou bestraffen, want het was een weerspannig geslacht. De thenemse psalmist laat zien dat dit ook de visjacht is, zoals de walkuren de bevroren zielen opvissen : 1. Ik viste je verscheurde delen op uit de zee, Je was verscheurd door een slang, Waar Tra je greep, tussen het riet. 2. Ik ben Pali, ik heb dit alles gemaakt, Ik verzoende jouw lichaam, jouw ziel, Ik verloste je van Tra. 3. Tussen het riet was je geboorte, Waar ik je opviste. 4. Door de duisternis viste ik je op. Deze zesde psalm van de thenem is ook het antwoord op de eerste chinese psalm. Zo komt de mens tot het eiland van psalm 1. In de Thenem van de Bilha wordt de slang dus Tra genoemd, en overwonnen door Pali, wat ook een Indische taal is. De overwinning van de slang is ook een beeld van de besnijdenis, als het overwinnen van de territoriale machten. Dit heeft dus allemaal met studie en exegese te maken, niet een lomp overwinnen door één of andere krachtpatser die dit even snel en oppervlakkig doet zonder betekenis. hoofdstuk 22. Exodus 1-4 als parafrasische rijmpsalmen met commentaar Exodus 1

1. Israël in het Egypte land, Ze waren bijna beroofd van hun verstand. Onder onderdrukking vermenigvuldigden zij zich snel, maar de onderdrukker maakte hun leven tot een hel. 2. Nog harder moesten zij werken, En nog meer probeerde de vijand hen in te perken. Zwaar mishandeld waren zij als slaven, en moesten voor andermans huis draven. 3. En als er een jongen werd geboren voor Israel's plezier, Dan moest het geworpen worden in de rivier. Exodus 2 1. Toen werd er een kindje geboren van 't hemels schoon, Zijn moeder zag het als een waarlijk loon, Snel verborg zij het kindje tussen 't riet, Daarom vonden de langsgaande vijanden het niet 2. Maar eens wandelde de dochter van de vijand daar, En zij zag het kind in zijn mandje en het raakte in haar een snaar, En zij sprak : Dit kind is een Israeliet, Maar verdrinken wil ik het niet. 3. En zijn moeder moest hem moedermelk geven, maar daarna zou hij bij de dochter van de vijand moeten leven. Zij wilde het kind adopteren, om hem alle schatten van de vijand te leren. 4. Maar op een dag had hij een overste van de vijand gedood, en moest zo vluchten in hoge gewetensnood. 5. Zo werd hij een vreemdeling in een vreemd land, En vroeg daar aan iemand een dochter's hand. Hij woonde nu nog verder van zijn volk vandaan, Tot een vreemd land was hij gegaan. Exodus 3 1. En de boom was brandende en sprekende, zoals alle hemelse bomen, Als een teken dat zij die verdronken waren door de hand van de vijand tot God waren genomen En hij werd geroepen door de boom, Zijn volk werd nog steeds gehouden in toom 2. En hij moest het volk uitleiden, opdat zij zich in de wildernis zouden verspreiden. 3. En hij vroeg : Hoe moet ik dit doen ? Het lijkt wel een droom. En de hemel antwoorde : Onthoud slechts het wonder van de hemelse boom.

Als ik een boom kan laten spreken, dan kan ik ook het slavenjuk van uw volk verbreken. Exodus 4 1. En toen werd die boom zomaar tot een slang, en hij werd erg bang. En toen keek hij naar zijn hand en die was wit, Het was de dood naar hem op jacht, als een vrouw van veel gevit 2. En zijn vrouw besneed toen haar zoon, Zijn innerlijk kind omringd door haar gehoon, Een bloedbruidegom zijt gij mij, sprak zij toen, Alleen zo kon hij de vijand verdoen Dit gaat erover dat het een innerlijke vijand is die door de besnijdenis overwonnen kan worden, en dit gebeurde door Zippora, zijn vrouw. Psalm 1 staat in verbinding met Exodus 1, want de boom aan waterstromen is dus eigenlijk het volk van de verdronken Israelitische jongetjes, wat ook uitgelegd wordt door de Exodus 3 rijmpsalm. Dit is dus een heel shamaans proces van die sprekende boom, en zo kan ook weer de sprekende slang in het paradijs uitgelegd worden. Het zijn natuurprincipes, dus niet zomaar God die als brandende braamstruik spreekt. Het is dus veel dieper. Mozes moest de berg Horeb op om tot de brandende en sprekende boom te komen, in Exodus 3, wat ook parallel loopt aan psalm 3, waar de psalmist wordt geantwoord vanaf de berg en in zijn slaap wordt opgenomen opdat zijn vijanden die hem hebben omsingeld in grote getalen worden verslagen, als beeld van de besnijdenis, die dan in Exodus 4 verder wordt beschreven. Exodus 4 loopt in die zin ook weer parallel aan psalm 4 : 4 Weet toch, dat de Here Zich een gunstgenoot heeft afgezonderd; de Here hoort, als ik tot Hem roep. 5 Weest toornig, maar zondigt niet; spreekt in uw hart op uw leger, en zwijgt. Weer laat het zien dat het een innerlijke strijd is die door stilte gewonnen kan worden. 6 Brengt offers naar de eis. De besnijdenis is een beeld van het offeren van het zelf, van het vlees en dan speciaal het heersende vlees, als een territoriale oorlog tegen de heersende machten binnen het zelf, de zelf-machten of vlees-machten, vlees-heersers. Dit uit zich dan ook weer in het komen van de verderver die de eerstgeborenen ombrengt, als beeld van deze territoriale strijd. Zo komt de uittocht tot gestalte, de exodus.

hoofdstuk 23. Exodus 5-13 als parafrasische rijmpsalmen Exodus 5 1. Waarom zou ik u laten gaan ? U wilt slechts vluchten van uw baan. En daarom zal ik verzwaren uw werk, U draagt immers mijn merk. 2. Lui bent gij, om in de wildernis een feest te willen vieren, Ik zal tot u brengen de betere manieren, Aan mijn hand zult gij niet ontkomen, Daar zult gij slechts van dromen. 3. De vijand sprak tot Israel, Zij leefden als in een hel, Maar de gedachtenis aan het wonder van de hemelse boom, Hield hen sterk en vroom. 4. Zoveel kinderen verdronken, Als het zaad van waterplanten in de rivieren, Ook al waren ze nu nog vastgeklonken, De boom geplant aan waterstromen zou voor hen de uittocht versieren. 5. Alles stond al vast, Deze kinderen komende vanuit de diepte zouden zich keren tegen hun last. Exodus 6 1. Ik zal u verlossen door een uitgestrekte arm, gepaard met gezonden plagen, Die de vijand niet zal kunnen verdragen. 2. Ik zal u brengen naar een nieuw land, want de boom aan waterstromen is vast en diep geplant, Zevenvoudig stierf zijn zaad, Tot het voortbrengen van deze hemelse daad. 3. Zoveel kinderen gezaaid op de akker van de dood, Maar nu leidt het u terug tot de wildernisschoot. Nee, niet voor niets stierven zij, Hun dood keerde het getij. 4. Zij spraken tot u door de boom,

Zij spraken tot u door een droom, Het brandende zaad nu volwassen gegroeid, Het heeft nu eindelijk uw aandacht geboeid. Exodus 7 1. En bomen veranderden in slangen, En wateren werden tot bloed, Maar de vijand weigerde tegemoet te komen aan Israel's verlangen, en bleef staan bij zijn hoogmoed. 2. Laat mijn volk gaan, om te dienen in de wildernis, Maar gij hebt niet willen horen, En daarom zal uw rivier tot bloed worden, En sterven zal uw vis. 3. En de vijand kon het water niet meer drinken, en overal was er bloed, Maar hun harten waren hard, en koppigheid weerhield hen ervan zich te bekeren in hun smart Exodus 8 1. En toen kwamen er kikkers, in hun huizen en op hun bedden, Ja, ook op hun tafels, en niemand kon hen ervan redden. 2. En toen kwamen er steekvliegen en muggen, die hen deden kuchen. 3. Het volk mocht toen gaan, maar niet te ver, Er moest veel meer gebeuren, Om het juk van de vijand te verscheuren. Exodus 9 1. En er kwam zware hagel die de mensen in hun huizen dreef, En de hemel sprak : Het is donder en vuur wat ik u geef. 2. En de bomen op het veld knapten, en ook het veldgewas werd neergeslagen. Het was meer dan de vijand kon verdragen. 3. Toch verhardden zij hun hart,

Er was geen ruimte voor bekering in hun smart. Exodus 10 1. Toen kwamen de sprinkhanen, de kaalvreters, om het overgeblevene te verteren, En zij vulden de huizen en slaapkamers als nooit eerder tevoren was gebeurd, Maar zou het hen wel deren ? 2. En de dienaren van de heersende vorst spraken : Laat hen toch gaan, want beseft u dan niet : ons land gaat eraan ? Maar de heerser was wispelturig en bedrieglijk zoals altijd, En duisternis kwam over hen in grote vlijt 3. En de heerser sprak : Gaat weg van mij, Laat ik u niet nog een keer zien, want dan zult u sterven, Dit is niet wat ik verdien, En de uitleider van het volk sprak : Dat is juist, ik zal u inderdaad niet meer zien. Exodus 11 1. De heerser zou niet luisteren, opdat alle hemelse wonderen zichtbaar zouden zijn, Tot eeuwige vertellingen, voor een ieder met een hart zo puur en rein 2. Ik zou het kunnen vertellen, Maar heus het zou niet helpen, Een mens moet het zelf ondergaan, Pas zo zou de wond stelpen 3. Ik zie een licht in de duisternis, Want het eerstgeboren kind, Is het vruchtbaar geworden zaad, Wat spreekt tot een ieder die het geheim ervan vindt. 4. Waren het geen gruwelijke verhalen, van draken en slangen in onbegrepen talen ? Als dan het hemelse licht schijnt, en het hemels zaad verwekt, Dan is het vogeltje goed gebekt 5. Het eerstgeboren kind is de verloren kennis die zijn plaats vindt, Stervende als een zaad, is het nu een boom aan waterstromen, dragende de hemelse raad, Oh Egypte land, land van zoveel geheimen, Door het trekkende koord zoveel verloren liederen teruggebracht, Als een eerstgeboren kind verwacht

Exodus 12 1. En zo werd het volk uitgeleid, Als een weg naar binnen, een weg naar huis, Naar verloren kennis in een kluis. 2. Die weg is van de diepte in het hart De kloof van het misverstand overbruggende, Ontcijferende de smart. 3. De plagen waren in het hart, Om het hart te besnijden, De onwetendheid te bestrijden, Opdat het weer regent van boven, Opdat de mens de hemelse kennis weer kan loven 4. Is dit voor ieder mens weggelegd ? Verkocht Ezau niet eens zijn eerstgeboorterecht ? En zullen de eersten niet de laatsten zijn ? En waren de plagen niet een verbijstering van het verstandsterrein ? Exodus 13 1. En de zee werd gespleten, En het oude onderdrukte verstand was niet meer, Maar er was een nieuwgeboren verstand heel teer 2. Ik roep u naar de overkant, De wildernis in, het verleden weggebrand. 3. De brandende boom spreekt, In een wolk waarin de keten breekt. hoofdstuk 24. de bijbel in parafrasische rijmpsalmen : numeri 1-5 Numeri 1 1. En de vreemdeling zal hongerend tot haar tent komen, en het overblijfsel van het volk werd geteld, ze waren tot de sinai wildernis gekomen om terzijde te worden gesteld

2. Zal de vreemdeling die tot haar tent nadert niet sterven aan hemzelf ? Zij zal alleen het overblijfsel tellen, voor eeuwig als haar nageslacht opstellen. Numeri 2 1. Haar stammen zijn in legers opgesteld, Haar aanvoerders geteld. Zo verblijven zij in tenten in de wildernis, Zo nemen zij gebieden in, als een hernieuwde basis. 2. Nomadisch zijn zij, Als oorlogstammen is dat strategisch, Zo blijven ze in de natuur vrij. Numeri 3 1. Het eerstgeboorterecht is van de natuur, niet van de mens, Daarom verkocht Ezau zijn eerstgeboorterecht voor een veel hogere wens, namelijk in tenten te leven, de hemelse tent te dienen was zijn streven. 2. Daarom werden de eerstgeborenen vervangen door de Levieten, Nu konden ze een hemelse strijd voeren, die Israelieten. Daarom zegt een eerstgeboorterecht niet wat, Maar of je de hogere natuurkennis dient, dat is je schat. Numeri 4 1. Wie is er dan niet uitverkoren, degene die de natuurkennis heeft uitverkoren ? Ziet, zij is dienstplichtig, de hemelse te tent te dienen, de natuur te bekoren. Alleen zulken zullen leven wanneer zij tot het allerheiligste komen, Anders hebt gij daar niets te zoeken en moet gij u weer intomen. 2. En de natuur telde hun hoofden, Allen die het geloofden, En liet een ieder zien wat hij te dienen en te dragen had. De mens had gevonden het levenspad. 3. Bent gij rein en puur van hart dan mag gij komen, Besneden van hart, aan waterstromen geplant zijn die bomen. 4. Het volk kende dit diepe kruis, Zo had men een werk te doen, zo werd men geleid naar huis. 5. Een kroning in de nacht is nooit wat het lijkt, nooit wat het zegt te zijn, Het eerstgeboorterecht werd vervangen door geestelijk werk zo rein.

In de wildernis troont het opper gezicht, Een visioen der mensen, waar alle hoop op is gericht. 6. Een stem uit de diepte, als een diep, knagend gemis, Pas in de nacht weet men wat het is, Het is het geroep van een lang verloren volk, Zij verdronken in zondvloed en door vijand's hand, maar nu zijn zij als een boom geplant aan de hemelse kolk. 7. Het geeft zijn vrucht op zijn tijd, Allen weten het, het heeft zijn zaden goed verspreid, Het komt op als een nieuw gewest, een heuse orkaan, Met de oude tijden is het nu gedaan. 8. Er komt iets nieuws, ik heb het gezien, Maar voor degene die het zoekt, het is in een verstandig hart misschien ? Wetende waartoe het dient, wetende waar het hoort, In het heilige der heilige leeft deze psalm ongestoord, Zoveel werk te doen, waar de hemel de aarde raakt wordt de aarde weer groen. 9. Opgaande naar het paradijs, oh mens wordt toch weer wijs, Het eerstgeboorterecht verkopende voor het rode hemelse sap, Wat Jakob heeft gebrouwen, gevende aan de zoekers een map. 10. Wees toch wijs, oh mens, Luister toch naar de tentendienaren, en niet naar hen met een heersers wens. Heb ik deze vijand niet verslagen ? Ligt deze niet in de dieptes van de oceaan tot het einde der dagen ? 11. Man en ruiter stortten neer, Hemelse vloed overweldigde hen, Waar is nu hun eer ? Numeri 5 1. Doet daarom alle onreinheid en leugen uit uw midden weg, En doe boete en betaal uw schulden, Leer van uw fouten, en herstel ze, anders zal ik u niet dulden. 2. Verdeel alles eerlijk onder elkaar, en verdrijft de vijand uit uw hart, Dan zult u zien dat ik nieuw leven baar, Hogere inzichten van een moeder's hart, een moeder's droom, Kijk naar de natuur, en weet dat ik daar uit voortstroom 3. Ik ben de kennis, de hogere macht, die in ieder mensenhart wacht. 4. Mensen verdraaien mij telkens weer, Keer daarom weder tot het hemels heer.

hoofdstuk 25. parafrase van diverse heilige boeken tot berijmde psalmen van de bijbel, de koran en de rig veda Numeri 6 1. In de wildernis werden zij afgezonderd, Opdat zij zich aan de natuur stap voor stap konden opdragen, zonder door een mens te worden bedonderd. Ik gaf hen een nieuwe taal, Ik maakte van hen een nieuw geslacht, het nazireeërschap was door mij bedacht. 2. Leg daarom deze gelofte af, en bedrink u niet meer aan de wijn, Maar draagt uw kruis en blijf rein. 3. Als nazireeër kunt u niet meer vleselijk leven, De gelofte zal u het geestelijke geven. 4. Ik zegen en behoed u, Ik zal een licht zijn op uw pad, Ik wijs u de weg door wildernis, over bergen en door vallei, Ik leid u weg uit de orde van de stad. Numeri 7 1. Wilt gij dan weten wat het ware offer is ? Gehoorzaamheid en stilte, volharding in gemis. 2. Wees dan goed naar mens en dier, Een offer is altijd een gift, nooit een gierige, wegnemende drift. 3. Betaal de armenbelasting aan hen die het nodig hebben, Zo volbrengt gij het ware offer goed, En hebt gij de zegen van de natuur in overvloed. 4. Sommigen kunnen niet spreken,

Wees dan voor hen een stem, Als iemand dan niet kan zien, Wees een oog voor hem. 5. Zo kan het leven alleen tot u komen, wanneer gij het eerst uit u hebt laten wegstromen. 6. Alleen het geluk wat men geeft, is het geluk wat men daadwerkelijk heeft. Koran boek 1, Al Fatihah, in berijmde psalm gezet 1. Leid ons op het rechte pad, Het pad van hen die geestelijke gaven hebben gehad, Niet op het pad van hen die dwalen, Niet op het pad van hen op wie uw toorn komt nederdalen 2. Leid ons op het rechte pad, Leid ons tot de goede gaven van hen die geven, Niet van hen die altijd alles wegnemen, Leid ons op het rechte pad om zelf te geven, Want alleen zo zullen wij leven. 3. Leid ons op het pad van verschillende werelden, Opdat wij van hen leren, Opdat wij in vrede kunnen zijn, Oh neem ons weg van de paden zo onrein Rig Veda psalm 1 berijmd 1. De verkoren priester, geprezen door de oude zieners, Gezegend zij het hemelse heer, Dalende als de late regen op ons neer. 2. Rijzende tot God, opgerezen tot ons hemels lot, Hemelse koorden trekken mij tot u, Alles wordt toch nieuw, nu, Alles komt tot hemelsheid, Alles als een deken uitgespreid, Alles ontwaakt na de aanraking van u, Open de ogen, elk individu 3. Oh de nacht gaat weg van u, bij 't gebed dag aan dag, De duisternis vaagde weg toen ik het zag,

Ik zag de hemelse en eeuwige leer, Toen knielde ik neer, Want ik kon buigen in uw moederschoot, Uw huis binnendringen in hemelse nood, Door wijsheid stierf het vlees een harde dood, Opdat het geestelijke tot een hoger niveau vloot Koran boek 97, de waardevolle nacht, in berijmde psalm gezet, Al Qadr 1. Waarlijk, Wij hebben het boek nedergezonden, in de waardevolle nacht. Wat weet gij er van wat de waardevolle nacht is? De waardevolle nacht is beter dan duizend maanden. Het is beter dan zij die voor mij de weg baanden. 2. Daar dalen engelen en dromen neder in die nacht In alles Vrede, tot het rijzen van de dageraad, om mij te verlossen van laster en smaad hoofdstuk 26. galaten rijm Galaten 1 1. Een uitverkorene en opgenomene, omdat ik de natuur verkoos boven al het andere, daarom ascetisch en een schrandere 2. Het blijft aan mij trekken om mij te leiden, Ik kan het met geen mogelijkheid vermijden, de roeping brandende in mij, in een hemels werk van getij tot getij 3. Daarom hoort mij aan, ook al verdraaien ze mijn woorden, ik maak een rechte baan

4. Behaag niet het vlees van mensen, maar beweegt u binnen de door de hemel opgelegde grenzen, Zij die mensen behagen zullen zich overal wagen, Roekeloos als ze zijn, verscheuren ze ieder voorhangsel en gordijn 5. Nee, ik breng geen boodschap van mensen, maar een hemels woord, door de natuur aangeboord, Ik draag mijn hart op mijn tong, Maar het is slechts een lied wat ik steeds weer zong, Ik leef in het verborgene en men kan mijn hart niet vinden, Eerst zullen zij zich met hemelse koorden moeten binden hoofdstuk 27. bespreking van calvijn's commentaar op johannes 1:1-5 Johannes 1 1 In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. 2 Dit was in den beginne bij God. 3 Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is. 4 In het Woord was leven en het leven was het licht der mensen; 5 en het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet gegrepen. Calvijn stelt dat de mens het zoonschap nodig heeft, en dit is geen vleselijk zoonschap, maar een geestelijk zoonschap tot een andere wereld, die Calvijn noemt 'de wereld zonder begin'. Dit is dus misschien moeilijk voor te stellen, maar er is dus ook een eeuwigheid voordat tijd ontstond. Hoe ver je ook teruggaat, je komt nooit bij het begin, want het is de teruggaande eeuwigheid. Calvijn raadt aan heel bescheiden te blijven over dit mysterie. Calvijn stelt dat het kleine stukje tijd waarin de mens leeft tussen de twee eeuwigheden een tijdperk van grote onwetendheid is waarin de mens is geworpen, en dat daarom de mens de ander daar niet op mag beoordelen, maar alleen maar de ander mag beoordelen op grond van de bron van de teruggaande eeuwigheid. Hierbuiten is alle begrip slechts ijdelheid. De vleselijke mens die uit het hele kleine stukje tijd tussen de twee eeuwigheden in leeft, door zijn ijdele verstand, die laat zijn religie degraderen tot duizenden monsters van bijgeloof, en zijn vervalste geweten verdraaid elke beslissing, om zo ondeugd met deugd te verwarren, stelt Calvijn. hoofdstuk 28. bardo en ontboorte

Probleemstelling : men wordt in het hongeren te snel wedergeboren, neemt te snel vruchten aan. Belangrijk is het je ten bloedens toe ertegen te verzetten om het te toetsen, de worsteling op Pniël. In Tibet is er het bardoïsme. De bardo is de tussenstaat tussen het afsterven aan jezelf en het wedergeboren worden. Er moet een grote afremmer zijn. Je moet niet zomaar in de eerste de beste moederschoot stappen. Als je in meditatie bent, gebed, aan het dromen, aan het minderen, aan het hongeren, of wat dan ook, dan moet je leren in de bardo te zijn, in de tussenstaat, anders kun je misschien te snel verleid worden om op een verkeerde overschakeling, een verkeerd spoor, terecht te komen. Vandaar dat die bardo ook zo belangrijk is. Deze volhardings-bardo is genoemd de zukki in het voortijdse amazonisme. Dit is ook een betere vertaling van calvijn's eeuwigheids principe in de vijfde wet van het exegetische calvinisme. Dit verbindt dan weer aan de eerste wet om de cirkel rond te maken, en de eerste wet ook te vertalen. Honger kan simpelweg niet zonder de bardo, anders laat honger zich misleiden. De bardo is ervoor de volharding en het testen, oftewel pniël of zukki of hoe je het ook wil noemen. Je moet dus door de gevaarlijke bardo gebieden om boeddhaschap te bereiken, wat in het voortijdse amazonisme 'pesa' werd genoemd, wat een toetssteen is (pessa). Dit is ook oorspronkelijk wat geloof, pistis (Grieks), was : pesa-ts, oftewel het juk (ts, aramees) van pesa, wat dus een toets verlichting is. Elke verlichting moet dus ook weer getoetst worden, dus laat je niet uit de bardo trekken. Begeerte dooft altijd het alarm, vrees, uit. Daarom nemen heel veel mensen begeertes graag aan, om de vrees te ontlopen, maar juist de vrees is het begin van de kennis. De mens moet juist met vrees om leren gaan, door de verdeler-steen, de pessa, de toetssteen. Als je de rivier bent overgegaan tot India, moet je later ook de rivier overgaan tussen India en Tibet. Dit is een hele brede rivier, maar het moet, want er zijn vele gevaarlijke slangen in India die overwonnen moeten worden. Die moeten achter gelaten worden over de rivier. In het tweede bijbelse boek 'De hierarchieën van de amazones' staat over de pessa steen : 'Wij moeten de Pessa-steen ontvangen, de verdeler-steen, oftewel de gekraalde tuchtroede, om daar door getuchtigd te worden, en ook om erdoor te tuchtigen. Wij moeten zowel getuchtigden als tuchtigers worden door deze steen. De pessa steen kan alles op diepte schatten en onderscheiden, en is daarmee één van de belangrijkste stenen van het profetische leven. De pessa hebben we nodig om in de onderwereld te leven. De pessa is het loon van onderscheiding. In de gnosis is het belangrijk om tot de onderscheidings-steen, de verdeler-steen te komen. Wij moeten geinitieerd worden in de Pessa. Dit is de gekraalde uiteengespleten staf van Aaron, de tuchtroede, oftewel in Ismaelitische termen de Adbe'el (Ad-Bilha), de derde zoon van Ismael, en in de Koran de Infitar. Wij mogen ons wenden tot de Pessa, die tijdenlang achter de Urim en Thummim verborgen werd gehouden, terwijl deze steen over de Urim en Thummim heerste in de Teheraphim. De Pessa is de heilige gekraalde tuchtroede in de ark, de uiteengespleten staf van Aaron. Hiermee werden in de mythe grote wonderen gedaan en plagen gezonden. Deze tuchtroede kan dus genezing brengen en oordeel. Het kruis-verhaal is hier een slap aftreksel van, en moest de Pessa verborgen houden. Door het kruis-verhaal van het evangelie in vieren te splitsen maakte de kerk haar eigen pessa, een valse pessa, maar alle diepere betekenis ging verloren en werd angstvallig verborgen gehouden. De Koran kwam als een waas over de kerk om juist te verwijzen naar deze diepe verborgenheid. Wij mogen komen tot dit grote verlaten eiland.

Openbaring 12 17 En de draak werd toornig op de vrouw en ging heen om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht, die de geboden van God bewaren en het getuigenis van Jezus hebben; 18 en hij bleef staan op het zand der zee. Zand is HL, HAL, HALA, HEL in het Aramees, wat ook 'sieraden' en 'stof' betekent, 'dust', wat APHAR is in het Hebreeuws. De draak, de URIM, stond op het zand van de rivier. Deuteronomium 33 18 Van Zebulon zeide hij: Verheug u, gij Zebulon, over uw tochten, en gij, Issakar, over uw tenten. 19 Volken zullen zij roepen tot de berg; daar zullen zij offers brengen naar de eis, want zij zullen gezoogd worden met de overvloed der zeeën en met de meest verborgen schatten van het zand der zee. In het Aramees is zand ook : kostbare stenen. Dit is dus een metafoor voor de stenen van de hogepriester. De steen die hen allen heeft onderverdeeld, de breker-steen, de steen van onderscheiding, is de SHEBUW, oftewel de PESSA. In die zin is de PESSA een groot paradijselijk, verlaten eiland waartoe we moeten terugkeren. Door de inwijdingen tot de PESSA ontstaat er communicatie met de PESSA. Zo wordt de Teheraphim hersteld. De Pessa ligt dus diep opgeborgen in het zand, de aphar, van het paradijs. In de KJV, wiens rechten zijn opgeborgen in de kroon van Engeland, is het Johannes zelf die op het zand staat. Johannes betekent het opzetten van tenten en innemen, belegeren en bewonen. In die zin is het een teken dat we de Pessa mogen terugroven en mogen bewonen. Dit is een teken voor de zieners. Johannes mocht tot de gebieden van de apocalypse komen, de gebieden van de Pessa, om daar de hemelse realiteiten te zien. Dit was een grote intocht. Johannes betekent in de wortels belegeraars, innemers (chanah). In het Grieks is zand AMMOS, wat verbindingen betekent in de worteltekst. Ook Gog en Magog in Openbaring 20 worden gelijkgesteld aan het zand van de zee. Hierop rustte de draak, de Urim in het Aramees. Gog betekent berg en is een Rubeniet in het OT. In Ezechiel komt Gog vanuit het Noorden, wat 'verborgen schatten' betekent. Ruben was degene die kwam tot Bilha in haar tent. Ruben staat ook voor het heilige zaad. Magog betekent top, overkapping. Gog en Magog kwamen om het christendom in te nemen. Ook dit is dus een beeld van de Pessa. Pessa is de belichaming van de hogere gnosis, de schat in de eeuwige duisternis. De duisternis is dus niet een doel op zich, maar een middel. Uiteindelijk moeten we tot grotere onderscheiding komen, tot het diepere mysterie van het nachtzicht. In de worteltekst is het Griekse zand van de zee ook het zout. Zo belichaamt de Pessa een geheel nieuwe natuur, van zand, wateren en zout, als een ontdekt verlaten eiland. De Pessa komt dus voort vanuit het Noorden in het OT. Als er over het Noorden gesproken wordt in het OT, dan gaat het in de wortel tekst over het verborgene, duisternis. De Pessa is dus een hoger onderdeel in de Theheraphim, het orakel van Nahum. Dit orakel leidt ons tot in de dieptes van het Ismaelitische paradijs, tot de naakte, oorlogsvoerende stam. Wij moeten de Pessa boven alles eren, want dit is de oorspronkelijke tuchtroede van Bilha, wat werd ondersneeuwt door het kruis van het christelijke geloof. Zonder deze tuchtroede komen we nergens. Wij moeten de valse pessa verslaan door tot de ware pessa te komen. Dit kan alleen door diepe initiatie in de pessa, de hogere gnosis.

In het EE (eeuwig evangelie) bevindt zich ook een kruik met honing in de ark. Honing is een beeld van de piercings, vanwege de stekende bijen die het voortbrengen. Dit gaat over de vertalende kracht. Deze vertalings-steen is in Ismaelitische termen de Hadar, de achtste zoon van Ismael – belegering, omsingelen, bed, plaats van bed, bedden, voorhangsel, achter het voorhangsel, binnenin. Deze steen had een belangrijke plaats in de Teheraphim, en heerste zelfs over de Pessa. De Teheraphim : 1. HADAR 2. PESSA 3. THUMMIM 4. URIM Zoals de Pessa het saffier is, zo is de Hadar het staal. Staal is in de Hebreeuwse worteltekst 'vertaling'. Dit is de reden waarom het volk van de gnosis in de hogere regionen geleid worden door 'Saffier en Staal', oftewel 'Pessa en Hadar'. In de Griekse worteltekst is Johannes een tentenmaker, een gerei-maker, CHANAH, wat verwijst naar HANNAH in het OT, de moeder van Shama-Al. In de KJV staat Johannes op het zand van de zee, op de Pessa. In die zin is CHANAH de Griekse naam van de vertalingsteen. CHANAH rijdt in die zin op de PESSA, als het staal op het saffier. Shama-Al komt op hetzelfde neer als Iysh-Ma-Al. Samuel is in de worteltekst gerei wat tot gehoorzamen brengt. Hannah maakte in de Aramese grondtekst een hogepriesterlijke borstplaat voor Shama-Al, als een soort terafim. De terafim heeft een Assyrisch-Babylonische oorsprong. Hadd, Add, Hat was de Assyrische god van de orakels, om zo de wil van de goden te interpreteren, te vertalen. De terafim was dus een orakel. Het urim en thummim orakel werd later meer en meer gebruikt als stenen, om zo de reflecties op te vangen. De god Hadd, Add, werd door de Israelieten overgenomen als de stam Gad. In het Aramees was Shama-Al de zoon van Had. In de Amazone Mythologie is de dochter van Gad genaamd Amaan. Zij keerde zich tegen haar vader en organiseerde een vrouwenleger, barbaren, tegen de Joodse religie, dat zich verzette tegen alle instellingen. Ze trokken de wildernis in, omdat ze zich tegen de slavernij verzetten. Ze leefden als Amazones. Dochters van Amaan : Jarag – Stichteres van Efeze Kerin – Stichteres van Kolosse en Filippi Amaan stichtte Tessalonica. Sarat, een leider binnen de Amaan-hierarchie, stichtte Galatie en Korinthe. Dit waren van oorsprong Amazone nederzettingen en kampen. Toen verlieten ze hun nederzettingen en trokken naar Amerika in boten. Ze gingen veelal onder de grond wonen in een onderaards rijk. In het Aramees zijn in Psalm 8:3 de tenen en de attributen van de tenen, rituele teenringen, de ware hogepriesterlijke stenen. In Spreuken 7:3 moesten de teenringen als wetten om de tenen gedaan worden. In die zin maakte Hannah dus rituele teenringen van de terafim voor Shama-Al, die zijn voeten moesten bewaren op het pad van de Amazones.

Waar vaak het woordje profeet in de Westerse vertalingen staat om aan te duiden wat Samuel was geworden, daar staat in het Aramees 'vertaler'. In het Hebreeuws is dit in de worteltekst voort laten bubbelen, orakelse dichters en gekken, dwazen, of doen alsof. In de worteltekst wordt dit gelijkgesteld aan spasme. Dit zien we ook in het leven van jakob terug die door de Moeder Amazone op zijn heup werd geslagen, kreupel en spastisch werd geslagen, wat ook een belangrijk onderwerp is in de Amazone Mythologie. Dit gebeurde in de worteltekst ook met Shama-Al die spastisch werd geslagen, zodat hij niet meer door spieren leefde, maar door hogere paradijselijke impulsen. Dit is dus de ware betekenis van een OT profeet of vertaler. Zij waren wilden, raadselachtig, heilige idioten. Zij waren extravagant in hun taal. Er is zoiets als een heilige krankzinnigheid, een heilig delirium in de OT betekenis. Hiertoe werd Shama-Al ingewijd. In het OT stond dit ook gelijk aan woede. Een voorbeeld hiervan was de profeet Habakuk die geweldadige visioenen had en woede-uitbarstingen. Ook was het tegelijkertijd het tegenovergestelde als extatische opgewondenheid. I Samuel 2 3 Spreekt toch niet steeds zo hoogmoedig, geen arrogante taal kome uit uw mond. De Heere immers is een God van kennis en door Haar worden de daden gewogen. Shama-Al sprak recht voor het volk Israel, niet voor geld, maar zijn zoon Abiah begon recht te spreken voor steekpenningen. Abiah liet zich omkopen, en dat is de geest die het hedendaagse rechtssysteem heeft opgesteld. Het is een markt. Boven de Hadar is er de Misma-steen, de steen van esoterische robotica. Misma is de vijfde zoon van Ismael : gehoorzamen, slavernij, shama, als de Ismaelitische vorm van Shama-Al. Dit leidt tot de Kaduma, Kadama steen, teleurstellen, oer, origineel, bewaken, wat de steen van de eeuwige jeugd is, het originele kinderlijke, die boven de Misma steen ligt in de Teheraphim. 1. KADAMA 2. MISMA 3. HADAR 4. PESSA 5. THUMMIM 6. URIM De teheraphim herstelt dus de Ismaelitische inzettingen. Agni, GAN-NU, is de boodschapper van de goden, de grote vertaler. Zoals de SHAMA-drank grote gelijkenissen vertoont met de PESSA steen van onderscheiding, so vertoont Agni, GAN-NU, grote gelijkenissen met de HADAR steen van vertaling in de teraphim. Zoals de Pessa het saffier is, zo is de Hadar het staal. Staal is in de Hebreeuwse worteltekst 'vertaling'. Dit is de reden waarom het volk van de gnosis in de hogere regionen geleid worden door 'Saffier en Staal', oftewel 'Pessa en Hadar'. Deze vertalings-steen is in Ismaelitische termen de Hadar, de achtste zoon van Ismael – belegering, omsingelen, bed, plaats van bed, bedden, voorhangsel, achter het voorhangsel, binnenin. Deze steen had een belangrijke plaats in de Teheraphim, en heerste zelfs over de Pessa. HADAR = GAN-NU PESSA = SHAMA

In diepte is de SHAMA, de SA-MA de SA-MI, de heilige gebondenheid in de gnosis. Ook dit is een aspect van de PESSA steen. Saffier staat voor de PESSA, de steen van onderscheiding. Dit gebeurt wanneer de gnosis van de PESSA, de SHAMA, wordt hersteld, en de gnosis van de HADAR, GAN-NU, de steen van vertaling, waar staal een beeld van is. In Psalm 14 worden de rode paarden, de vurigen, voor de wagen van Agni, GAN-NU, gespannen. GAN-NU is dan de ruiter van de rode paarden. GAN-NU is de grote vertaler, een beeld van de HADAR-steen. De HADAR is dan een hogere PESSA-steen, een hogere onderscheiding. Binnen de PESSA steen zijn er onderverdelingen van hogere levels, de Amazonische hierarchieen. In het Agni, GAN-NU gebied, wordt de SHAMA uitgegoten. Agni, GAN-NU, is de boodschapper van de goden, de grote vertaler. Dit is het gebied van de kreupelgeslagenen. Zoals de SHAMAdrank grote gelijkenissen vertoont met de PESSA steen van onderscheiding, so vertoont Agni, GAN-NU, grote gelijkenissen met de HADAR steen van vertaling in de teraphim. Zoals de Pessa het saffier is, zo is de Hadar het staal. Staal is in de Hebreeuwse worteltekst 'vertaling', wat wijst op spasme en verkreupeling, het sterven van de spier. Dit is de reden waarom het volk van de gnosis in de hogere regionen geleid worden door 'Saffier en Staal', oftewel 'Pessa en Hadar'. Deze vertalings-steen is in Ismaelitische termen de Hadar, de achtste zoon van Ismael – belegering, omsingelen, bed, plaats van bed, bedden, voorhangsel, achter het voorhangsel, binnenin. Deze steen had een belangrijke plaats in de Teheraphim, en heerste zelfs over de Pessa. HADAR = GAN-NU PESSA = SHAMA' Vannacht had ik een droom over een gids of leraar van een jongere broer. Hij was heel lang, en hij had bruine, donkere teenringen, zoals beschreven wordt in het stuk over de pessa steen : 'In het Aramees zijn in Psalm 8:3 de tenen en de attributen van de tenen, rituele teenringen, de ware hogepriesterlijke stenen. In Spreuken 7:3 moesten de teenringen als wetten om de tenen gedaan worden. In die zin maakte Hannah dus rituele teenringen van de terafim voor Shama-Al, die zijn voeten moesten bewaren op het pad van de Amazones.' Ik vertelde hem toen dat hij vruchtbare voeten had. Het is een teken van bezitloosheid. In de bardo gaat het hongeren, het minderen, ook gepaard met het verzetten. Moederschoten om je heen proberen je te lokken, maar je moet je blijven verzetten. Vertrouwen is fataal. De toegangen tot de moederschoten moeten gesloten worden. De moederschoot is binnenin je juist in deze kwaliteit van het hongeren en verzetten. Dat is de enige ware moederschoot. Deze soberheid en dit ascetisme heeft zijn eigen natuur en vruchtbaarheid. Wek het niet voortijdig op. Het is belangrijk om niet tot wedergeboorte te gaan, maar tot ontboorte, terugtrekken uit de moederschoot. Ook als iemand een moederschoot binnengaat is dat al een soort geboorte en wedergeboorte, maar je moet jezelf terugtrekken in de ontboorte. Zo kom je uiteindelijk tot boedhaschap of pesaschap. De mens wordt te snel geboren, komt te snel tot wedergeboorte en komt zo in allerlei illusies terecht. Het zijn allemaal projecties.

hoofdstuk 29. Hemelse Psalmen Psalm 1 : Visser der Mensen 1 Wie mag naad'ren tot uw tent, Alleen wie de volharding kent. Zij die op 't Pniël hebben gestreden, en niet blindelings vertrouwen, zullen uw vesting bouwen. 2 Wie mag op uw berg gaan, Hij wie op 't Pniël heeft gestaan, Niet in overmoedig vertrouwen, Maar alle dingen heeft onderzocht, IJverig het werk gewrocht. 3 Wie mag er komen tot uw tent, Hij die zich op de hemel heeft afgestemd, Niet op de ijd'le dingen der aarde, Niet op het tijd'lijke zonder waarde 4 Wie mag er komen tot uw rivier, Hij die niet leeft voor slechts plezier, Maar in het leren een liefde heeft, En voor de gedachte te zondigen beeft. 5 Visser der mensen is hij, Die mindert bij alles wat hij doet en neemt, Sober zijn woning geleemd. hoofdstuk 30. Psalm 2. Wie zal aan vijand's hand ontkomen 1 De vijand gaat woest tekeer als een brullende leeuw, Dromende van zijn prooi, met woeste manen als hoofdtooi, Zal ik niet slaan die heupwiegers, Zijn zij niet allen bedriegers

2 De vijand roept : vertrouw, vertrouw, Maar ik zeg : strijd en bouw, Wie zal dan aan de vijand ontkomen, die komt met zulk bedrieglijk licht, Slechts hij die zal roepen : ontwaak, ontwaak, Slechts hij die wacht op 't hemels zicht 3 Wie zal aan vijand's hand ontkomen, Zij die de strijd vereerd, Niet de hand onnozel strelend, Niet met de steekpenning heeft gehoereerd 4 Wie zal aan vijand's hand ontkomen, Hij die zich op rechte paden begeefd, Zich niet met de zondaar verweefd. hoofdstuk 31. in 't sukki land Ezechiel, yk-zkl, zkl, was in het voortijds zk-l, zukki-l of sukki-l, sukki-halal. Sukki is een woord voor eeuwigheid, volharden, in de voortijd, onontkoombaarheid, en de letter L, de halal, betekent het hongeren. Ezechiel was een prediker tijdens de babylonische ballingschap, terugwijzend naar de voortijdse sukki ballingschap, waarin het volk Ismael in de wildernis terecht kwam in de wildernis, terwijl de egyptische ballingschap terugwijst naar de hiti ballingschap in de voortijd, besproken in de bilha en de vuh van de tweede bijbel. Zacharia, zkr in het Hebreeuws, zekeryah, komt van het egyptische sokar, skr, de wachter van hel, eeuwigheid en wedergeboorte in de diepte van de wildernis, wat terugwijst op sukki-r, of sukki-oru, het volharden in het kruis, de psalmen : ezechiel – zkl – sukki-l – sukki-halal – het volharden in het hongeren, wat dan het pad is door de wildernis tot : zacheria – zkr – sokar – sukki-r – sukki-oru – het volharden in het kruis Dit komt ook weer terug in de vijf wetten van het calvinisme, in de eerste pilaar van het hongeren die verbonden moet worden aan de vijfde pilaar van het volharden, de onontkoombaarheid. Zkr is ook verbonden aan de Issaschar stam, Ysakar, ys-zkr, zkr. Zakar betekent ook betaling, loon, prijs, wat Lea ook aanhaalde toen ze Issaschar baarde, dat ze eindelijk loon had gekregen. Ook Isaak, ytsk, sk, wijst terug op sukki. Het sukki patroon ligt zo door de hele bijbel heen, wat door sekhmet, sukki-mt, de leer van sukki, en sokar, sukki-r, terugloopt tot het voortijdse sukki, een amazone stam die het volk leidde tot het land Nod. Zacheria en Haggai waren de profeten aan het einde van de babylonische ballingschap. We kunnen stellen dat het pad van getsemane het pad van sukki-l is, of ezechiel, de ballingschap, het volharden in het hongeren, tot golgotha, de sukki-r, oftewel het volharden in het kruis, de voleindiging. Dit is precies hetzelfde als het traject van ra door de restau wildernis tot het domein van sokar voor

wedergeboorte, dus van sukki-l tot sukki-r, oftewel van sukki-halal tot sukki-oru. Dit is het vierde en vijfde uur van de amduat, oftewel van het land van sokar, wat ook terugwijst tot de sukki planeet, die wel ontelbare malen groter is dan de aarde. Sokar wordt in de amduat ook 'hij die op het zand staat' genoemd. Zijn land wordt ook wel het onbereikbare of onbenaderbare land genoemd, wat dus daadwerkelijk is als het gaan door het oog van de naald. Psalm 3 van de regressie : 't Sukki land 1. Ik volhard, in het hongeren, Ik volhard, in het kruis, Ik kom tot het Sukki land, In de wildernis is mijn huis 2. Ik volhard tot een eeuwig leven, Ik volhard door duisternis, dalen, en zee, Ik volhard op de bergen, Mijn dromen zijn mijn schild, In 't Sukki land zo gewild 3. Heb geduld, oh pelgrim, Deze last zal u leiden tot 't goud, Tot de flonkersteen van 't Sukki land, Tot het innerlijke wildernis behoud 4. Oh pelgrim, laat de hoop toch niet varen, Oh pelgrim, houd toch altijd frisse moed, Al mocht de vijgeboom niet bloeien, In 't Sukki land is het toch het ware goed hoofdstuk 32. de exodus Is het corona virus het splitsen van de zee ? Zondert u af van het vleselijke om aan de uittocht deel te hebben, want de zee zal weer dichtvallen. Blijf niet achter, maar kom tot het geestelijke, en maak geen compromissen. Zoals Ezechiel een griffioen of zwarte arend zag, zo was dit het medicijn wat het volk had uitgeleid tijdens de exodus. En Ezechiel zweefde boven het vleselijke en zijn oog zag alles gebeuren en mocht zich niet aan het vleselijke hechten. Hij was een balling in Babylon en droeg een juk van wat mensen hem aandeden, maar had een schuilplaats in het hemelse woord. Dit mes snijdt aan twee kanten, want mensen zijn vaak niet klaar voor dingen. En alles zal eerst door onszelf heengaan. Het shamanisme bekijkt alles van meerdere kanten, dus daar past het christelijke al helemaal niet in,

want dat is daar veel te kortzichtig voor. En dan hebben we te maken met de stadse wet die ons achtervolgt tot in de wildernis, als een stel dolle honden. Het zwarte arend medicijn is dan een schuilplaats. Wie kan er bestaan als de grote zwarte arend tot de aarde komt ? De golven gaan trager, en dan splitsen ze. Er is een pad voor de shamanen uit de christelijke stad, tot de wildernis. Ezechiel zag het dal van dorre doodsbeenderen wat ik ook als kind al zag, en dit waren de doodsbeenderen van de shamanen in een dal van honger, omgebracht door het christelijke bewind. Daarom is er nu de exodus. Daarom moest de grote wolk komen om deze doodsbeenderen weer tot leven te wekken, zoals Ezechiel zag. En toen zag Ezechiel de hemel geopend. Kunnen wij het zwarte arend medicijn op waarde schatten ? Op de zwarte arend gaan we door zee en wildernis, en zo tot het hemelse gebied. Het mes snijdt aan twee kanten, d.w.z. het is karmatisch. Je kan niet zomaar met het geestelijke aanrommelen. Het gaat diep door jezelf heen. Als de zeeën weer gaan sluiten zorg dan dat je inmiddels aan de overkant staat. En dan moet je door de wildernis heen tot de hemelse schuilplaats, en die is ondergronds. De aarde komt de shamanen te hulp. Het is een duister medicijn. De mens moet de balans zien tussen wit en zwart, en niet zwart-wit zijn. Waarom zou een mens zijn gave moeten verwaarlozen ? Waarom zou een mens zijn gave moeten verkopen ? Als je waarlijk een medicijn hebt, dan is dat niet voor de verkoop. Wel is het aan voorwaardes en karma verbonden. Het zwarte arend medicijn hangt als een zwarte sluier voor de mensheid. De mens speelt op het moment russisch roulette. hoofdstuk 33. vorige levens 1 Een boom viel door de bliksem op iemand, het werd de vader van een kind, men leeft verder, niet wetende wie die vader is, een ongeluk in een vorig leven, een groot gemis 2 En dan dat vuur wat door een flat heenging, zovelen omgebracht, werd tot de moeder van een kind, roddelend als een lopend vuur, men leeft verder, niet wetende wie die moeder is, een ongeluk in een vorig leven, een groot gemis 3 Een keten van ongelukken, de hersenen kunnen de vorige levens niet vertalen, maar zetten het om in abstracte ideeën, ze kwamen immers zelf om, ze kennen niet de exacte verhalen

4 Het leven is niet lineair, Alles komt ergens vandaan, Wat om je heenstaat is al geweest, de hersenen overbruggen de gaten, het is wat het brein erin leest, de vertaling komt later wel, wanneer de mens gehoorzaam is aan het levensbevel hoofdstuk 34. ezechiël Het doel van de regressie, van de beweging na de reformatie, die van de eenling is, is om terug te leiden tot de voortijdse natuur. In het voortijds was oru, of de letter r, het kruis, en de psalmen. Zoals job tot de uriya kwam (hebreeuws, aramees), leeuwinnen, grote leeuwinnen, als een beeld van het kruis, zo kwam ook ezechiel tot de uriya al in het eerste hoofdstuk, had hij een ontmoeting met de grote leeuwinnen, als een heenwijzing naar het voortijdse kruis, de oru. 'Het gezicht van een leeuw', of in het aramees is dit gezicht een sluier wat iets bedekt, als een waterval voor een bron. Het was als een griffioen die het vlees diep verscheurd, als een beeld van hevige kritiek, in de hebreeuwse grondtekst. Ezechiel is in het voortijds sukki-l, wortel van het hebreeuwse yechezkel of in het kort ezekel. Sukki betekent in het voortijds volharden, eeuwigheid, en l of halal, de letter l, wijst op het hongeren, dus het betekent in principe gewoon volharden in het minderen. In het Aramees is sukki of sak, saka, sk, soortgelijk als 'einde', 'limiet', in de zin dat je in het volharden tot de limiet wordt gedreven, tot een extremiteit, waardoor de volharding houvast krijgt, getest wordt en zo ook inzinkt. dit wordt in het Aramees ook voorgesteld als een scherpe pin of doorn, of spijker, ook sukki, sekka, skh, sk, wat soms ook wordt voorgesteld als een spade of plug, als een beeld van diepte. Dit komt ook weer terug in het Jezus verhaal en Paulus verhaal, alhoewel er verschillende woorden in het aramees hiervoor worden gebruikt. Jezus werd aan het kruis genageld en droeg de doornenkroon, terwijl Paulus een doorn, of lange pin, door zijn vlees had, wat soms ook een inwijdingsritueel is bij de indianen. In het Aramees stopt het volharden niet totdat je tot de som en limiet van de dingen bent aangekomen. Dit is in het voortijdse het sukki land. Het is zoals Esav (Hebreeuws) of Shiva (Indisch) die met de gebedskom of bedelkom tot de wildernis moest komen, en uiteindelijk tot Parvati. Zo moest ook Jakob als Esav komen tot Izaak, zk, het Sukki land in het voortijds. De volharding tot het einde en tot de limiet, wat ook weer een toets is, wordt dus in het Aramees voorgesteld als een scherpe pin of doorn, wat ook terugkomt in het Jezus en Paulus verhaal, de shk, of skt, sukki, sekka, of sekketa. Shk en skt komt ook terug in de derde pilaar van de islam, de zakat, of zakah, de armenbelasting. In het Aramees betekent skt ook het aandachtig luisteren, ook als beeld van profetie, wat juist komt door de diepe pin door het vlees. Zo betaalt de mens belasting vertikaal en horizontaal, tot god en de naaste. Ook ten grondslag aan Ezekel ligt het Aramese woord skwl, skole, wat school betekent (Syrisch). Dit is uiteindelijk wat het volharden (sukki) in honger (l, halal)

is, zkl. Alle wegen in het boek ezechiel leiden tot het dal van dorre doodsbeenderen, een beeld van het hongerhal, en dan komt de wolk die de mens opneemt tot het sukki land, het land van volharding, de hemel. Dat is dus wat de opname is : de volharding, en dat is wat de hemel is. Hij zag vanaf het begin al een wezen wat deels leeuw was en deels arend, als een griffioen. Veren zijn een beeld van het volharden in het hongeren, wat zijn naam ook betekent als sukki-l. Ezechiel 5 gaat over deze honger, wat ook terugkomt in het boek Openbaring en wat beeldspraak is : 16 Wanneer Ik op hen de boze pijlen van de honger afschiet, die verderven zullen, en die Ik afschieten zal om u te verderven, dan zal Ik de honger over u doen toenemen en de staf des broods voor u verbreken. 17 Ik zal honger en verscheurend gedierte over u doen komen, die u van kinderen zullen beroven; pest en bloedvergieten zullen over u komen, en het zwaard zal Ik over u brengen. Ik, de Here, heb het gesproken. 14 Ik zal u maken tot een puinhoop en tot een smaad onder de volken romdom u ten aanschouwen van iedere voorbijganger. (vergelijk de doornenkroon, oftewel de spotkroon, het spotkleed, en de vervolging van Paulus) 15 Zo zult gij worden tot smaad en hoon, tot een waarschuwing en een voorwerp van ontzetting voor de volken rondom u, wanneer Ik aan u gerichten zal voltrekken in toorn en grimmigheid en grimmige straffen. Ik, de Here, heb het gesproken. 12 Een derde deel van u zal door de pest sterven en door de honger omkomen in uw midden; een derde deel om u heen zal door het zwaard vallen; een derde deel zal Ik naar alle windstreken verstrooien en achter hen zal Ik het zwaard trekken. 13 Zo zal mijn toorn ten volle worden uitgestort en zal Ik mijn grimmigheid aan hen stillen en Mij wreken. En zij zullen weten, dat Ik, de Here, in mijn naijver gesproken heb, wanneer Ik mijn grimmigheid ten volle over hen heb gebracht. (beeld van de volharding) Dit is het hongerpad tot het kruis waarin de mens moet volharden tot opname, tot hemels leven, het sukki land. Ezechiel 6 en volgende hoofdstukken gaan daar verder over door. De mens kan niet ontkomen aan het hongerdal. hoofdstuk 35. In de wildernis 1 In de wildernis, in 't woud, is een pad voor wie het volhoudt, een pad van stilte, honger, duisternis, een smal, eng pad vol hindernis

2 In de wildernis, in 't woud, schuilt wie niet op zijn zekerheden bouwt, altijd op zijn hoede is, de vijand zo dichtbij, maar 't is slechts de geschiedenis 3 Zijn oog priemt door de wildernis, altijd op zoek naar hogere kennis, Daar in 't wilde woeste woud, Waar de mens zich aan nergens meer vasthoudt hoofdstuk 36. In de diepte van de nacht 1 In de diepte van de nacht, Heb ik op u gewacht, Niet voor mijn tijd gesproken, Niet onrechtmatig gewroken, Maar standvastig in uw heil, doe ik uw wil en blijf ik stil 2 Oh u naar wie ik luister, al strijd ik in het duister, uw hemelse geschrift doorzocht, heb ik zond' en leugen overmocht 3 In 't diepste van de nacht, zond u mij uw hemelse kracht, bracht u mij naar hemels' huis, opgenomen aan 't kruis, oh laat mij toch uw dienstknecht zijn, wanneer de nacht spreekt door mijn pijn hoofdstuk 37. de patronen van conflicten Wat is het oorlogsmedicijn ? Oorlog is een taal.

Spreekt door conflicten. Conflicten wekken de innerlijke taal op, profetie, hemelse woorden. Ezechiel zag het oorlogsmedicijn : een leeuw, een mens, een rund, een arend, allemaal tegengestelden, in conflict, maar het was een hogere taal Het oorlogsmedicijn beukt op elkaar in, is tegen elkaar gekeerd, zoals innerlijke strijd, strijd met hen om je heen, om het diepste in je op doen te wekken, de patronen van een hemelse taal. Assimileer het, internaliseer het, integreer het, in jezelf, Accepteer het conflict, blijf strijden, Het conflict is goed, geef dus niet toe aan de vijand, maar gebruik het in het medicijn, pas het van binnen toe, lees het patroon, zie wat het conflict voor signalen oproept Als je toegeeft aan de vijand is er geen conflict meer, en dus geen hemelse taal meer, geen profetie, en drogen al je bronnen op, en wordt je zoals hen, assimileren ze je … daarom is er altijd de samenwerking tussen demonologie en profetie, het oorlogsmedicijn ... hoofdstuk 38. de taal der conflicten 1 Oorlogspatronen in de donkere nacht, waar het licht wacht, Geef niet toe aan de vijand die om je lacht, naar je hand smacht 2 Houd je pijl gereed, Want hij is het die het kwaad smeed … Het kwaad om je met leugens te kelen, met bedrog en omkoperij wil hij slechts met je spelen … de waarheid zal hij je niet vertellen … maar slechts je ziel zal hij afpellen … 3 Oorlogspatronen in de donkere nacht, Conflicten zijn goed, ze houden de wacht, Zonder hen zou je slechts indutten … En wegglijden in allerlei zonde putten …

4 Houd je pijl gereed en lees het patroon … De vijand als onderdeel van je taal … Zo stoot je hem van zijn troon … hoofdstuk 39. ezechiël en de jehovah getuigen Toen Ezechiel in ontmoeting kwam met god metaforisch afgebeeld als een mengeling tussen een rund, een arend, een leeuw en een mens, dan gaat dit volgens de jehovah's getuigen (jg's) over het overblijfsel. Dit overblijfsel wordt bereden door god, de ruiter. (1) Vervolgens wordt Ezechiel tot dit overblijfsel geroepen als een wachter. Ezechiel's naam betekent God sterkt, wat een beeld is van de volharding, sukki in het voortijds, ook een wortelwoord van Ezechiel. In de symboliek van de jg's stelt de arend de wijsheid voor (2), en we kunnen stellen dat dat ook de ware opname van binnen is, dat dit de wijsheid is waardoor je boven alles uitzweeft en overzicht hebt, dus niet zoals bij de christenen dat je alleen maar hoeft te geloven en hup daar is dan de opname. voetnoten [1] wt1991 15/3 blz. 8-13 [2] wt1988 15/9 blz. 10-15 hoofdstuk 40. ezechiëlitische psalmen Ezechiel 1 1 Aan de rivier der ballingschap, genaamd de Kebar, waar ik was, zag ik daar de hemelen geopend, een vrouw met een boog gespannen, ze sprak over vreemde plannen 2 Ik viel toen op mijn aangezicht, toen ze sprak over hemelse plicht, Ik had haar legers gezien, haar hand op mij bovendien 3 Toen keek ik naar omhoog,

dingen die ik niet begreep, ik zag toen weer de boog, het had mijn hemel geopend Ezechiel 2 1 Mensenkind, sta op uw voeten, Kinderen, stug van aangezicht, en verhard van hart, Kijken mij naar de ogen, Brengen mij grote smart 2 Tot hen zal ik spreken, Tot dit weerspannig geslacht, Klaagliederen opgetekend, Nooit verwacht, nooit gedacht hoofdstuk 41. het kinderkruis Er is heel veel om te doen, en het wordt bijna niet genoemd, maar het gaat om het kinderkruis. Steriel omgaan met de bijbel, met religie, letterslaven zijn, is als het offeren van kinderen aan de Moloch en de Mammon. De bijbel moet dus ook cryptosofisch uitgelegd worden, want letterlijkheid is een hoge graad van vleselijkheid. Specialisatie moet dus ook vaak plaatsmaken voor generalisatie voor de grotere context, en dat is wat iedere taalkundige ook weet, want de oude talen van de bijbel waren al in hun aard metaforisch en cryptosofisch, komende van een veel grotere en diepere achtergrond. Alleen met letterlijke archeologie kom je er dan niet, omdat je het over de geestelijke wereld hebt en dat laat zich niet letterlijk en vleselijk vertalen. Er moet dus wel een cryptosofisch commentaar op de bijbel komen. Dat even voorop. De geestelijke wereld is abstract en mag zich niet afmeten aan vleselijke wensen. Toen David Uriah voorop in de strijd zette toen moest hij hiervoor een hoge prijs betalen : zijn kind stierf. Uriah betekent in het Hebreeuws : god (yah) is mij tot verbrokenheid (owr, uwr), in de zin van 'het aanbreken van de dag, de nacht is tot verbrokenheid gekomen'. Het gaat hier om een piekervaring, en dit verhaal kan dubbel uitgelegd worden, maar ook hebben we hier dus te maken met David's kind dat stierf, als een beeld van zijn innerlijke kind wat stierf, tot verbrokenheid was gekomen aan het kruis. Als we weer kijken naar Uriah, uwr-yah, dan is uwr in het hebreeuws als de verbrokenheid ook de openbaringen, als wortelwoord van de urim, het israelitische orakel. Dit is aan elkaar verbonden in de zin dat wij alleen openbaringen kunnen hebben door de verbrokenheid. Het kind is roekeloos, onwetend, en moet daarom wel getuchtigd worden. Er is ook een kruis te

dragen voor het kind, en dat begint al heel jong. Ook moet het kind de geestelijke oorlogsvoering leren al van jongs af aan. Dan is het belangrijk om in acht te nemen dat de uriah ook een Hebreeuws en Aramees woord is voor de leeuw 'urya', wat helemaal terugleidt tot het voortijdse 'oru', het kruis. We zien dat Job kwam tot de urya, de leeuwinnen in de wildernis, en ook Ezechiël kwam tot de urya-leeuwinnen, als een beeld van het kruis. Ook zag hij de rund, als een beeld van de volharding. Deze beelden komen ook weer terug in het boek Openbaring, wat Johannes zag. Nadat David's kind was gestorven, na de verbrokenheid, werd Salomo geboren, die in wijsheid terugkeerde tot de moedergodinnen en die in ere herstelde. De wijsheid is waar de arend voor staat, die ook gezien werd door Ezechiël, en later Johannes, wat ook de ware betekenis is van de opname : tot grotere inzichten komen, waardoor je als een arend boven alles uitstijgt. Dit is ook het ware hongeren : loslaten voor grotere openbaringen. David, Ezechiël, Job, Johannes, ze werden allemaal verscheurd door de leeuwen. Er was geen Daniel in de leeuwenkuil situatie waarin Daniel op wonderlijke wijze aan de leeuwen ontkwam. Neen. Ze moesten aan het kruis verbroken worden. hoofdstuk 42. het israelitische fetishisme In de halal van de Vuh, in de strijd tegen sepra 2 staat : 'Ook 'Daniel in de Leeuwenkuil' is een verschrikkelijk zegel wat verbroken moet worden. In Betelgeuze Mythe SERET is een soort David figuur, die gevangen word genomen door Amazones in het Amazone rijk. Hij wordt in een zwijnenkuil geworpen waar hij moet strijden tegen roofvarkens. Deze verwonden hem zeer. Dan wordt hij uit de zwijnenkuil gehesen en wordt verder door het rechtssysteem gegeseld. De zwijnenkuil is een traditioneel item wat telkens weer terugkomt in Amazone mythe. Het is een middel om een gevangene of slaaf te verzwakken. Ook is het een test middel. Vaak werden kinderen erin geworpen als een rijpings-ritueel, te worden tot volwassenen. Niet elk kind overleefde dit, daarom was het een gevreesde test. De Betelgeuzische zwijnen hadden hoorns. Zij konden groeien tot enorme afmetingen, waarbij ze niet onder deden voor de buffel. Daniel in de leeuwenkuil was er om dit allemaal te verzegelen, het gehele zwijnengevecht, zodat de zwijn Jezus hierin een schuilplaats had.' Het varken of zwijn staat voor de verbrokenheid. Er is ook een valse verbrokenheid, dat men in een vals varken of zwijn veranderd door volharding in het vleselijke en daardoor de vleselijke verbrokenheid ingaat. De buffel staat voor de volharding, en er is dus ook valse volharding, als in verharding. Het kinderkruis is hierin belangrijk. In Betelgeuzische manuscripten in ons archief staat deze volgorde van hieroglieven over Seret, een Betelgeusische David (in verdere Orionse manuscripten komt er ook een Orionse David voor genaamd Ahn) : I – Seret in de zwijnenkuil II – Seret gegeseld

III – Seret voor de amazone troon IV – Seret op de vuur rivier V – Seret voor de tweede amazone troon VI – Seret de gladiator VII – Seret de koning Seret wordt veroordeeld tot de vuur rivier, die tot diep in de woestijn gaat, vergezeld door twee slaven met helmen gemaakt van kalverschedels. Verdere manuscripten vermelden Penia, honger, leegte, als de moeder van Eros. Penia is in die zin onderliggend aan penis, het geslachtsdeel van de man, wat daarom altijd verlamd is, en alleen werkt vanuit deze status van verlamdheid door spasme, volhardend in honger. Zo ontmoette Adam ook Eva, als in een hongervisioen, een visioen van verlamdheid, in de grondteksten, waar de halal van de vuh ook verder over spreekt. Vandaar dat het voor de man ook belangrijk is om in die zin fallisch te leven. De verbrokenheid aan het kruis van het innerlijke kind komen we ook weer tegen in de dood van Absalom, die ook weer een beeld is van David's innerlijk kind, als David's zoon. Hij hing ook aan een boom, vooruitwijzend op Jezus en terugwijzend op de paradijselijke slang in de boom van kennis, als beelden van de gekruisigden. Toen Absalom stierf benadrukte het de verbrokenheid van David's innerlijke kind. Daarom wees Mozes naar de slang aan de paal in de wildernis, als het kind aan het kruis, want er waren zoveel kinderen door de vijand in de Nijl verdronken. Is de Israelitische religie dan gewoon fetishisme, als het terugvinden van het innerlijke kind, het innerlijke zelf ? Mozes leidde het volk over de bodem van de zee, opdat zij hun verdronken innerlijke kinderen zouden terugvinden, en daarvan was de slang aan de paal een beeld. En de slang aan de paal is een beeld van de vruchtbaarheid. Het kind is het zaad dat gezaaid wordt, door de fallus, een beeld van honger en verlamming, wat zo oprijst als een paal, het beeld van de volharding. Zo wordt een vrouw bevrucht. Het is daarom fallisch fetishisme waar Mozes het volk op wees. Ook Jezus aan het kruis, Absalom aan de boom, en de slang in het paradijs is dus fallisch fetishisme. Uiteindelijk leidt dit terug tot het lichaam, en het lichaam staat dus niet op zichzelf, maar is iets religieus, wat niet uit deze context gehaald mag worden. hoofdstuk 43. een levitische psalm Leviticus 1 1 Hoe lieflijk op de bergen zijn de voeten, die een offergave brengen, een gave van hun hart, zo hebben zij in zonde deel noch part 2 Als bloed aan tent ingang gesmeerd, Dan wordt zo de zonde geweerd,

bloed van de leugen en het onrecht, zij worden zo het bestaan ontzegd 3 Trek de huid af van misleiding en verderve, opdat dan de zondemacht sterve, zo rekent gij af met het kwaad, met alle laster en smaad hoofdstuk 44. venus 44.1 – de braamstruik Pinocchio was een boek uit 1883, een poëtisch verhaal, over de boom geplant aan waterstromen die zijn vrucht geeft op zijn tijd, van psalm 1. Pinocchio kwam uit de boom, werd gemaakt van hout, en kwam toen tot leven, wat beeldspraak is van de gekruisigde. Ook de tweede bijbelse poëzie gaat hierover. In de tweede bijbelse poëzie wordt er ook gesproken over de oudere broer van Pinocchio. Pinocchio wilde niet leren, wat een dubbelzijdige betekenis kan hebben, en zo was het ook het geval met de oudere broer van Pinocchio. De fee was zijn moeder. De tweede bijbelse poëzie zegt hierover : 'You grew up as a young tree, a deer in Gepetto's Garden.' Oftewel : 'Je groeide op als een jonge boom, als een hert in Gepetto's tuin.' Er staat dat hij het speelgoed was van elven en feeën, maar hij verbrandde zijn schoolboeken en ging met de piraten mee. Hij werd een rover en een dief. Er staat dan : 'You wrote poetry on the graves of old criminals, you sacrificed your heart to the rats. Your eyes went over the earth to steal, not to give.' Oftewel : 'Je schreef poëzie op de graven van oude criminelen, je offerde je hart aan de ratten. Je ogen gingen over de aarde om te stelen, niet om te geven.' Als we om ons heen kijken vandaag de dag dan zien we dit terug in de rap cultuur, waar het heel normaal is om je lichaam te tattoeëren tot het verheerlijken van oude gangsters. Ja, de rappers zijn een soort dichters, maar er wordt groot misbruik van gemaakt. Dit wordt dus in de tweede bijbelse poëzie vergeleken met de oudere broer van Pinocchio. Er ging dus nog iets aan het verhaal vooraf. Dan richt vader Gepetto zich tot zijn zoon, in de tweede bijbelse poëzie, in het verhaal : 'De geboorte van de panter prins'. Het bleek al dat de vrouw van de broer van Pinocchio zijn kinderen had vermoord. Hij wordt zelf een piraat genoemd, ook door Gepetto, maar Gepetto noemt hem liefkozend 'mijn kleine piraat'. Zijn vrouw vermoordde dus zijn kinderen, en er staat bij dat dit hem lang en slank maakte, omdat het zijn daglicht wegnam. Hij leefde dus in duisternis, wat een beeld is van de moederschoot, die dus haar kind beschermt tegen Billie Turf-achtige toestanden. Het is een beeld van obscuriteit. Dan staat er dat zijn vader hem altijd op schoot nam om hem verhalen van de zee te vertellen. Ook zijn vader's, Gepetto's, huis was gemaakt van de oude boom, die brandende genoemd wordt, en zijn honing was gemaakt van de mond van de zwarte roos. De oude boom is het oude systeem. Het was een brandende boom, waar ook Mozes toe kwam.

44.2 – venus in de bilha In de bilha staan er een twaalftal psalmen over de godin Venus, die in de bilha Bijèh wordt genoemd. De zesde psalm over haar staat in verband met de Israelitische psalm 1, want zij is het die niet wandelt in de kring der spotters, geen compromissen sluit met haat, en niet op de weg van de zondaren gaat. Zij is immers de godin van de liefde. Als het in psalm 1 gaat over de boom geplant aan waterstromen die zijn vrucht draagt op zijn tijd, dan staat er in de zesde psalm van Bijèh, Venus dus dat zij niet alleen geen deel heeft aan de zondaren, maar dat zij in de struiken is, om als een roofdier hen te grijpen in de nacht. Waar de zondaar en zijn supporter de zonde strelen en medelijden heeft met de zonde, zo heeft de godin van liefde, de oorlogsgodin, dit niet. Het liefhebben van de zonde is namelijk de haat zelf. Als alles in brand staat, alles om je heen, en al je herinneringen, als de brandende boom, de brandende braamstruik, dan zal Venus oprijzen. Daartoe mag de mens dan vluchten, tot de morgenster. De psalmen van Venus geven zelf aan dat er een goede Venus is en een slechte Venus, zoals ook de Vuh dit laat zien. Daarom zeggen de psalmen van Venus dat de ware Venus, Bijèh, de oorlogsgodin van de liefde, de valse Venus die ze gemaakt hebben als een kleed zal afwerpen. Er is een parallelle realiteit op Venus, waar de mens naartoe mag gaan, als alles om hem heen brandt, al zijn herinneringen. Zo mag de mens vluchten tot deze parallelle realiteit. 4.3 – de venus exodus Het overwinnen van demonen gebeurt niet zomaar door toverspreuken, maar door de gnosis, en hierin moet onthouden worden : 'every level has it's own devil,' zoals in computerspelletjes. Als je een boss hebt verslagen ga je naar een hoger level waar je een hogere boss moet verslaan. In een droom was er een exodus naar Venus. Die exodus was al een tijdje op gang. Mensen moesten leren leven vanuit contrasten, vanuit hun binnenste en de vleselijke afgoden achter zich laten. Er waren in natuurgebied van Venus grote bejaardencentra gebouwd, flats, om de ouderen op te vangen en een nieuw leven te geven. Er was daar een jongetje op het grasveld voor zo'n flat. Het was een prachtig veld. Aan de zijkant prachtige struiken. Het jongetje groette de bejaarden van de flat, en zei dat de groeten ook voor de andere flat waren, en toen ging hij weg.

hoofdstuk 45. Hoe kan een mens gelukkig zijn ? E.H.B.O. Hoe kan een mens gelukkig zijn ? Als de mens gnosis boven geluk plaatst. Geluk kan juist ook zo heel gevaarlijk zijn, verblindend. Soms leidt dan ongeluk een mens veel verder, tot een dieper geluk van de gnosis. Je kijkt misschien soms om je heen en dan voel je je niet gelukkig als je al die ellende ziet in de wereld. Er is een oorlog te strijden. Dat is ook een oorlog waarin veel beleden moet worden, want waar sta je voor, wat is je belijdenis ? Zomaar geluk uitdelen is niet altijd wijs als het niet met onderwijs gepaard gaat, maar soms is het een eerste hulp bij ongelukken. Elkaar een beetje helpen, een beetje letten op elkaar. Dat is al onderwijs op zich, dan geef je het goede voorbeeld, zoals ook de natuur onderwijst. Hoe kan een mens gelukkig zijn ? Hoe komt de mens tot de gnosis, wat het ware geluk is. Daarvoor heb je dan eerst vals geluk ingeleverd. Iedereen heeft wel een bepaald soort geluksstreven, maar het mag nooit de gnosis in de weg staan. Het mag nooit ten koste gaan van anderen. Het westen is gebouwd op vals geluk, en daarom brokkelt alles af. Het was het geluk ten koste van de ander. Je moet altijd weer betalen om de portemonnees van de hoge heren te spekken. Er is altijd weer baas boven baas, zoals in een computerspelletje. Every level has its own devil. Als je er één verslagen hebt ga je naar een hogere level met een hogere heer. En die heren dienen ze in het westen, en god de heer. Wie is het ? Als gnosis onze heer is varen we wel. Dat is iets symbolisch. Het is iets in onszelf. Hoe kan een mens gelukkig zijn ? Hoe kan een mens rust vinden ? Vraag dan af hoe je dit voor een ander kunt betekenen, en dan weet je dat oppervlakkig geluk de mens niet zal helpen, slechts als een E.H.B.O. Dan onderwijs je de mens al wel wat, maar hoe verder ? Soms moet je dan ook weer verder, omdat er anderen op je wachten, een grotere context. Zo is er een pad, maar wat er zo mooi is in de geestelijke wereld is dat we alomtegenwoordig kunnen zijn. De gnosis, de kennis, het onderwijs, is alomtegenwoordig, misschien niet direct zichtbaar en voor het grijpen. Soms hangt het hoog in de boom en moet je er eerst voor in de boom klimmen. Dit betekent dat we de weg naar binnen moeten vinden. Het pakpapier moet eraf. Houd je jezelf niet voor de gek als je je blindstaart op pakpapier en daar altijd maar mee heen en weerholt en achteraanholt ? Dat gebeurt in de papierocratie, in de papierdictatuur die de aarde is, vooral in het westen. Men volgt papier. De boom is dood. Maar de mens moet terug naar de natuur. Hoe kan een mens gelukkig zijn ? Misschien is dat niet helemaal een goede vraag. Soms leidt al dat geluk nergens toe en moeten we een diepere weg gaan. Soms gaat het er niet om wat we zouden willen maar wat we echt nodig hebben. Soms gaat het niet om geluk, maar om nut. Wat heeft de wereld nu echt nodig ?

Maar een beetje geluk moet je elkaar kunnen geven. Dat hoort bij de gnosis. Als een E.H.B.O. Zo geef je iemand iets mee voor de zware, moeilijke reis door het bos. Wij zijn broodjesbakkers. Een beetje geluk in de broodjes moet er altijd wel zijn. Niet teveel, niet te weinig, maar precies goed, om de broodjes functioneel te maken. Teveel geluk verblindt op het pad. Dan dut men in. Maar te weinig, dan verbitterd het, en verzuurd het. Er is geluk te vinden in alles, als men leert om te gaan met de contrasten. Het goede vinden in alles. Te weten dat alle dingen medewerken ten goede voor hen die open staan te leren. Voor hen die het maar willen zien. En dit is zeker geen goedpraterij, of witwassing van leugens. Daarom is het broodjesbakken een echt vak. Iets wat je dient te leren. Iets waar je in opgeleid dient te worden en zeker niet te makkelijk over mag denken. Want hoe zou het wezen als je een beunhaas zou zijn, en later voor de hoofdbakker dient te verschijnen en te horen moet krijgen dat je het volk hebt vergiftigd ? Dan moet je weer helemaal terug naar de eerste klas. Hoe kan een mens gelukkig zijn ? Ik had eens een droom waarin ik zelf was opgebakken, en zo de winkel uitging. Ik was zelf een koek. Toen moest ik naar een groot kasteel. De koning had mij besteld. Ik heb zulke dromen vaker gehad, vaak over bestaande organisaties, en de leider ervan was in de droom een hoofd banketbakker. Wat bakt men vandaag de dag op ? Zijn het nog wel broodjes die door de beugel kunnen ? Kunnen jouw broodjes door de beugel ? Of zit er zwaar vergif in, en troep ? Wat geef je de ander mee ? Ben je zuiver van leer ? Gelukkig zijn ? Dan dient er eerst zuiverheid te zijn. Ongelukkig zijn wil niet zeggen dat er geen zuiverheid is. Maar een heleboel mensen hangen een vals gelukkig zijn aan. Ze bakken brood van hun vermoorde broeder of zuster. Daarom willen ze ook niets met het geestelijke te maken hebben, want dan zou hen een spiegel voor worden gehouden. Maar religieus zijn is voor hen vaak geen probleem, want dat zijn toch slechts de uiterlijke vormen, de maskers. Dat is toch slechts het pakpapier in de papierocratie. Hoe kan een mens gelukkig zijn ? Ja, nu weten we het wel. Geluk, geluk, geluk. Mag de vraagstelling anders zijn ? Hoe kan een mens zuiver zijn ? Dat is beter. En dan zuivere broodjes leren bakken, want hoe kan een onzuiver mens zuivere broodjes bakken. Oh, het zuiver, dat is toch wel het kostelijkste wat een broodje kan bevatten. Zonder het zuivere erin kun je het broodje wel weggooien. Zuivere broodjes, dat is toch al een geluk op zich. Ik zie de bakker weleens fietsen. Jan Huigen in de ton, Billie Turf, krakt bijna door zijn fietsje heen. Ik durf er bijna niet naar te kijken. Dan denk ik : Man, koop nou eens een beter fietsje, iets groter, en bak wat zuiverdere broodjes, niet teveel, niet te weinig, net genoeg. Overdaad schaadt. Dan kijk ik naar de bakker, en dan herinner ik me al die bakkers van vroeger die er nu niet meer zijn. Alleen deze is nog overgebleven, als de laatste der billebakkers. Wat zijn nu weer billebakkers ? Dat zal ik je uitleggen. Ze doen alles zittend. Je zou ze ook zitbakkets kunnen noemen. Ze blijven bij hun tradities. Ze lopen niet verder. Fietsen doen ze overigens graag, want dan kunnen ze blijven zitten, maar zijn fietsje is nog steeds dat oude fietsje van vroeger toen hij klein was. Maar ja, daar komt het op neer : Telkens maar weer dezelfde broodjes bakken. Er veranderd eigenlijk niets. Er komt niets bij, altijd in de oude cirkeltjes, om geen dankbare, blije en gelukkige klanten te verliezen. De klant tevreden houden, daar komt het op neer. Zo is hij verzekerd van een goed inkomen. Hoe kan een mens gelukkig zijn ? Ok, het lijkt wel alsof de plaat een barst heeft, want weer die vraag. Nee, de plaat heeft geen barst. We gaan nog steeds verder. Kijkt de mens diep binnenin, dan ziet de mens ongeluk, de spiegel. Daarom kijkt de mens liever niet. Maar de spiegel is gebroken, en door de scheur is er een pad, nog dieper binnenin.

Het is niet voor de luien, maar voor de avonturiers. Als dan duizend stemmen je terugroepen ga je toch. De deur staat op een kier. Wie zou niet rennen ? Er is zoiets als gnosis-geluk, het geluk van het telkens bijleren. Het geluk is dan geen basiswaarde, want dat is de gnosis, maar het gnosis-geluk is een toegevoegde waarde, als een brug tussen twee werelden van gnosis, als een lift tussen twee levels in het computerspelletje. Het gnosigeluk is : 'Ja, we mogen naar een hogere klas. Hoera !' En dat, lieve mensen, is wat het ware geluk is. Te horen te krijgen : 'Je hebt je les goed gedaan. Hier is je volgende les.' hoofdstuk 46. Geen kaartje van God gehad vandaag – Wanneer God niet spreekt Oh oh oh, ik heb geen kaartje van God gehad vandaag. Is de natuur dan geen kaartje van God ? Is de adem die je haalt dan geen kaartje van God ? Moet je misschien dan niet wat vindingrijker, creatiever en meer opmerkzaam zijn ? God spreekt op allerlei manieren. Ik weet het : God mag niet spreken in Nederland. Daar weten we alles van. God is als een dood vogeltje opgezet in de kerken en ziekenhuizen. Waag het niet te beweren dat God spreekt, want ze donderen je zo de gevangenis in. Of ze zeggen dat je gek geworden bent, of dat je een leugenaar bent, enzovoorts. Spreek daarom alleen met mensen die hebben bewezen dat ze te vertrouwen zijn, en blijf dan nog alles toetsen. Vaak voelen we ons zo als God niet spreekt. We denken dat God ons heeft vergeten. Maar lieve mensen, God is slechts een woord, een idee, een principe, een werkwoord, iets wat je zelf mag uitvoeren. Spreek tot hen die het nodig hebben als een hemelse banketbakker. Breng hen een hemels woord. Maar wacht even … Gaat dit zo makkelijk ? Nee, dat mag namelijk niet in Nederland. Ze trekken dan direct allerlei blikken militaire wapens open om je eronder te krijgen, op wat voor manier dan ook. Denk aan de geestelijken en intellectuelen die in de oorlog stuk voor stuk door de nazi's werden afgeschoten. Nederland moest namelijk dom blijven, als een schaap voor zijn scheerder. Breng je daarom het Woord, weet dan dat het oorlog is. Je zal moeten strijden om het Woord over te brengen. En lieve mensen, weet u wat nu zo mooi is ? In de bijbel (een gevaarlijk boek overigens voor hen die het niet kennen en die de achterliggende talen niet kennen, maar daarom ben ik ook uitlegger) staat het verhaal van Jezus die op de gnosis wijst als sleutel tot de hemel, in het boek Lukas. En de gnosis is een Grieks woord voor hemelse kennis, hemels onderwijs. Uiteindelijk ging het daar om, maar de mens staart zich vaak liever of helemaal blind op Jezus, of wil helemaal niks van dat

verhaal leren. Dat zijn twee uitersten. Er is hoe dan ook wel een grote strijd tegen misbruik van dit verhaal. Maar in dit artikel, deze boodschap, hebben we 't even nodig. Jezus was niet altijd bij zijn discipelen, maar ging aan het kruis en voer ten hemel. Jezus is een beeld van het zoonschap, het studentenschap, tot het hemels onderwijs. Maar hij zond vanuit de hemel wel het geestelijke tot de mens. Had hij de mensen dan achtergelaten ? Nee, hij had slechts een pad gebaand, maar wie zou volgen ? De atheisten klagen dat de hemel niet bestaat, want de hemel spreekt niet. Ze zijn materialistisch. Ze willen een stuk vlees in hun handen hebben. Ze willen het kunnen vasthouden. Hebben we vandaag de dag niet gezien waar al het vleselijke, het plakkerige, naartoe leidt ? De hemel spreekt in subtiliteiten, en sterker nog : JIJ bent de hemel. Je moet zelf hemels zijn en dan zul je merken dat de tegenstand zo groot zal zijn dat je het Woord niet meer zomaar kunt brengen, en dat het veelal geestelijk gaat. Ieder kind van God wordt namelijk vervolgd. Ben je dan een vleselijk mens of geestelijk mens ? De luie wil het vleselijke, directe, zoals de vraatzuchtige, de Billie of Bessie Turf. Maar de geestelijke mens heeft oog voor de subtiliteiten, het geestelijke, de verborgen boodschap. In oorlogstijd zendt men boodschappen in code, anders wordt het onderschept. Maar verstaat de mens het nog wel, of is de mens ingedut ? Vandaag geen kaartje van God gehad. Dat kan. David riep het ook weleens uit : Mijn god, mijn god, waarom hebt gij mij verlaten. Maar hij kan ook een eigen vader voor hemzelf zijn, want daartoe is ieder mens geroepen, niet altijd om het op een ander te projecteren. Jezus ging ook weg, dus had hij dan de discipelen hulpeloos achtergelaten ? Nee, hij sprak verder door de natuur en het geestelijke, door geheime boodschappen. Staan wij daar open voor ? De vijand wil dit niet, en daarom heet hij vijand, en die vijand is in Nederland. Het is daarom oorlog tussen pastoraat en prietpraat. De wapenen zijn niet vleselijk maar geestelijk, maar dan moeten wij deze wapenen wel leren kennen. Vandaag geen kaartje van God gehad, maar mr. Bean stuurde zichzelf kaartjes. Zo kan het ook. En soms moet het stil zijn. Stilte is het zaad van het Woord. Soms is het tijd om veel te zaaien. Kennen we de seizoenen wel. Of willen we alles nu, net zoals Billie en Bessie Turf ? Grote schrokken, hier en daar, als Holle Bolle Gijs, die altijd zegt : 'Papier hier.' Er is geen einde aan het doorvorsen van vele papieren, maar soms is het tijd te slapen, stil te zijn, opmerkzaam te worden, door eerst eens terug te gaan om tussen de regels door te lezen. Gemak dient de mens. Hoeven we zelf niet na te denken. Billie Turf. Papier hier. Oh, het stond in de krant, dus zal wel waar wezen. Hoeven we zelf geen onderzoek te doen. Dat is wat Nederland is en het is een beproeving. Zul je zijn zoals hen of geheel anders. Nederland, die zijn geestelijken heeft afgeschoten. En nu heeft Nederland zijn geestelijken ineens hard nodig, maar waar zijn ze ? Geen kaartje van God gehad vandaag. Nee, kan gebeuren. Ja, maar gisteren ook niet, en vorig jaar ook niet. Weleens verder gekeken dan je neus lang is ? Er ligt een hele hoop kaartjes waar je nooit iets van hebt willen weten misschien ? Een hoop kaartjes op een kerkhof, hangende aan een waslijn ook soms, want de mens heeft God vermoord, en alle geestelijken die God tot de mens zond. God is dood, ja, vermoord, maar leeft voort in de harten van hen die begrijpen dat alhoewel God weg is, God het geestelijke heeft gezonden, en dan moet je even net iets meer moeite doen misschien om dat te ontdekken, waar het ligt en wat het is. Het is geen voor de hand liggend antwoord. Het wordt niet van de kansel gepredikt. Neen. Er is een honger in het volk zoals de profeet Amos zegt in hoofdstuk 8 : 11 Zie, de dagen komen, luidt het woord van de Here Here, dat Ik een honger in het land zal zenden – geen honger naar brood, en geen dorst naar water, maar om de woorden des Heren te horen. 12 Dan zullen zij zwerven van zee tot zee, en van het noorden naar het oosten zullen zij dolen, om te zoeken het woord des Heren; maar vinden zullen zij het niet. 13 Te dien dage zullen de schone maagden en de strijdbare jongelingen in onmacht vallen van dorst.

Begint het daar allemaal niet mee ? Kijken naar wat er is overgebleven, maar er is niks overgebleven. En dan toch maar kijken, zoeken, maar niets vinden. Het kleinste wat je dan uiteindelijk vindt, ook al is het niks, kan je dan enorm dankbaar laten wezen. Een verzadigd mens vertreedt honigzeem, maar voor een hongerige is al het bittere zoet, zegt het Oude Testament in Spreuken. Dat was immers ook het geheim van het Assepoester sprookje. Honger laat de mens dus ineens alles meer waarderen, zodat je er diepte in ziet. Zo kom je uiteindelijk weer terug bij de bron. Maar heb je uiteindelijk honing gevonden, blijf dit dan wel onthouden, want Spreuken zegt ook in hoofdstuk 25 : 16 Hebt gij honig gevonden, eet zoveel als u voldoende is, opdat gij er niet te veel van krijgt en het uitspuwt. 17 Zet uw voet niet te dikwijls in het huis van uw naaste, opdat hij niet genoeg van u krijge en u hate. Blijf de ander dus ook in gedachten houden. Is de honing voor jou, of is er ook een deel voor de ander ? Neem slechts dat wat je nodig hebt, anders is het als diefstal, als het lastigvallen van je naaste. Leer te delen. Leer delend te leven. Breng het Woord ook tot de ander, ook al moet je daarvoor net als Jezus eerst voor aan het kruis sterven en ten hemel gaan, alles achterlatende, om het zo slechts geestelijk te kunnen zenden, als een verborgen boodschap. Dat is ook weer een test voor de ander. Oordeel je iemand naar het vleselijke, of naar het geestelijke ? Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld worde. Geen kaartje gehad van God, geen kaartje gehad van familie lid A, B, of C ? Misschien leven ze aleens niet meer, en zijn ze al ten hemel gevaren, en hebben ze je net als Jezus al een geestelijke boodschap gezonden, die je maar niet wil zien, omdat je het allemaal de gemakkelijke weg wil, snel en direct, van vlees tot vlees. Kijk om je heen waar die weg naartoe leidt. God spreekt niet meer, of de mens hoort God niet meer ? hoofdstuk 47. de venus ballingschap 47.1 – de banketbakker Wanneer iemand over je liegt dan heeft hij een stukje gnosis gestolen, maar ze kunnen de waarheid niet vernietigen, dus de waarheid wordt met hen meegedragen als een tikkende tijdbom. Al is de leugen nog zo snel de waarheid achterhaald hem wel. 'Hij is aan de bal, hij is aan de bal, en zomaar vanuit het niets komt (onverstaanbaar, want de sportjournalist praat zo snel), en neemt de bal, en dan is er een doelpunt. Gefeliciteerd, gefeliciteerd,

en daarmee is het 3-0 en zijn we aan het einde gekomen van deze wedstrijd.' Dat is iets om te vieren als de waarheid heeft gezegevierd. Je komt dat natuurlijk niet elke dag tegen. Het is meestal de leugen die wint en regeert, schijnbaar dan, want zoals gezegd draagt het de waarheid nog wel mee. Ze kunnen niet aan de waarheid ontkomen. Ze kunnen alleen de waarheid verdraaien. De banketbakker bakt zijn brood, met veel waarheid en een heel klein beetje leugen, verhalenleugens. Hij kan hele grote verhalen vertellen, opgeblazen als hij is. Zo bakt hij zijn brood. Zo schept hij zijn ijs. Het is een opschepper. Hij heeft bij de zeevaart gewerkt, en daar leerde hij deze dingen. Er zijn allerlei soorten banket bakkers. Je moet zo drommels goed uitkijken. Weten wat je eet. Er zijn er ook met veel leugens en weinig waarheid. Waar haal je je broodjes dan ? Het staat immers geschreven, maar iemand heeft het ooit eens opgeschreven, en die heeft het misschien overgeschreven van iemand anders, en die heeft het ook weer overgeschreven van iemand anders. Zo ontstaan al die verhalen, en zo ontstaan ook al die banket bakkers. Ze hebben allemaal hun eigen inbreng, en geven dat weer door aan hun kinderen en hun knechtjes. Ze geven het door aan hun bakkersleerlingen en aan iedereen die 't maar horen wil. Het staat geschreven, staat zo vast als een huis. Dan moet het wel wat wezen. Dan kunnen we er wel van eten, als van het huisje van de heks van Hans en Grietje. Letten de mensen tegenwoordig nog wel op wat ze eten, wat ze lezen, wat ze horen ? Ze schijnen te slapen als Doornroosje, wel honderd jaren. Ze moeten wakker gekust worden, maar wie gaat ze kussen ? Ikke niet. Laten er dan maar doornen omheen groeien. Of laat de rattenvanger hen maar betoveren met zijn fluit. Of misschien kan een banketbakker nog wat regelen. Anders is het een hopeloze zaak. Deze mensen zijn zelf als papier geworden. Geen levende boom geplant aan waterstromen. Ze aanbidden het dode papier waaraan ze gelijkvormig zijn geworden. Ze eten papier. Het wordt van geslacht tot geslacht doorgegeven. Het staat immers geschreven. Ja, iemand heeft het eens zo opgeschreven, en die had het weer overgeschreven van iemand anders, en die weer van iemand anders, en ga zo maar door. Je kan dan niet even met een eigen papiertje naar hen toegaan, zo van : En dit heb ik geschreven, want dat telt voor hen niet. Alleen hun eigen papier is heilig. Je moet deelhebben aan hun bloedlijn van papier, anders kom je nergens. Met veel geld kun je ze nog eens overhalen, maar de armen komen nergens. Alleen rijken kunnen soms met ze aanpappen. En die worden dan zelf ook tot papier. Zo ontstond ook het papiergeld. Helemaal eerlijk is het dus niet. En hoe moeten we onszelf tegen dit soort dwazen beschermen ? Ik ben toen zelf maar broodjes gaan bakken, tegen de klok in. Dat begon met poffertjes bakken. Zo werd ik banket bakker. 'Een broodje honger, mevrouw ?' Ik zorgde ervoor dat de broodjes niet teveel ingrediënten hadden, niet teveel poespas, maar op sommige momenten weer wel. Soms zijn er feestjes. Soms is er daadwerkelijk wat te vieren. Als de waarheid zijn slag heeft geslagen. 'Een broodje honger, mevrouw ?' 'Wat is dat ?' 'Oh, gewoon een simpel broodje met hongerworst.' 'Oh, laat dan maar zitten, dat kauwt zeker niet lekker weg.' 'Jawel hoor, het smaakt naar meer.' 'Ja, haha,' zei die mevrouw toen, 'naar meer, en dat is er dan zeker niet, omdat het een hongerbroodje is.' 'Nou, je moet het zo zien,' zei ik toen. 'Ach laat maar. Ik moet weg. Ik ruik vuur. Ik had er al een telefoontje over gehad, maar ik zei dat ik nog even een hongerbroodje moest afmaken, en dan zou ik komen.'

'Huh wat ?' vroeg die vrouw toen. Ik zei : 'Ja, ik ben namelijk ook brandweer.' 'Banketbakker en brandweer, dat is me ook wat,' zei die vrouw. 'Vandaar die hongerbroodjes dus. Je hebt er zeker niet veel tijd ingestoken.' Maar ja, ik moest gaan. Die vrouw stelde allemaal teveel vragen, en ik moest een brandje blussen. Toen ik er aankwam was het huis al afgebrand. 'Nou, u bent me ook een brandweer,' zei een mevrouw die daar woonde. Ik zei : 'Mevrouw, ik ben ook banketbakker. Ik heb geen dertig armen tegelijk.' 'Brandweer en banketbakker ?' vroeg die mevrouw. 'Hoe haalt u het in uw hoofd.' 'Moet u toevallig een hongerbroodje als troost ?' vroeg ik toen. 'Nee, laat maar,' zei de mevrouw toen. 'Dat hongerbroodje zal dan wel niet bestaan omdat het immers een hongerbroodje is.' 'Het bestond, het bestond,' zei ik, 'maar waarschijnlijk heeft die klant het meegenomen. Ik moest namelijk weg voor het fikkie. Maar ja, dat kan ik me permitteren met die hongerbroodjes. Ik kan ze gewoon doorverkopen omdat het immers niets hoeft te zijn. Maar dat hongerbroodje wat die klant waarschijnlijk heeft meegenomen was wel wat, maar dan is het er nu dus niet meer.' 'Dus ik zou er nog voor moeten betalen ook ?' vroeg die mevrouw. 'Voor niks gaat de zon op, mevrouw,' zei ik toen. 'Maar u heeft net wel lekker mijn huis laten afbranden,' zei die vrouw toen. 'Allemaal om die hongerbroodjes.' 'Daar zijn het hongerbroodjes voor, mevrouw,' zei ik toen. 'Om iemand in de brand te laten zitten ?' zei de vrouw. 'Ik deed het niet expres,' zei ik. 'Het was een ongelukje. Ik moest even een klant helpen.' 'U bent een verschrikkelijke brandweer, en een verschrikkelijke banketbakker,' zei de vrouw. 'Ik kan niet alles hebben,' zei ik. 'U heeft mij geflest,' zei de vrouw. 'U moet of banketbakker zijn, of brandweer. U kunt het niet allebei zijn. Kom nou, daar komen ongelukken van, zoals nu.' 'Ik ben ook dokter en politie agent,' zei ik. 'W... wat ?' vroeg de vrouw. 'Bent u gek geworden ?' 'Nee, ik verkoop gewoon hongerbroodjes,' zei ik. 'Daar leent het zich voor.' 'Nou, ik heb anders geen honger meer,' zei de vrouw. 'En nu is mijn huis weg.' 'Ach, u kunt wel bij mij komen wonen,' zei ik toen. De vrouw keek me toen helemaal stralend aan. Ik nam haar mee naar huis, gaf haar een kamer, en zou haar het vak leren. 'U bent de beste broodjesbakker die ik ken,' zei ze toen. 'Lang leve het hongerbrood.' 47.2 - de banketbakker 2 – het hongerkrantje

Een hele lange tijd geleden deed men het anders dan nu … broodjesbakken. In banketbakkerijen kan het heel stil zijn, dat er nog maar één bakker is overgebleven. Zo is het in ons hoofd soms ook stil, misschien eenzaam. Het kan leuke kanten hebben en minder leuke kanten. Als we onze broodjes bakken is dat iets tussen ons en de gnosis. Daar mag in eerste instantie niemand tussen komen. Of poëtisch gezegd : het is iets tussen God en jou. Er zijn dan ook kruispunten tussen God en jou, of tussen de gnosis en jou. Dat is dan even heel plastisch gezegd. De gnosis, of God, is dan de meester bakker, de hoofd bakker. En daarvoor moet je heel stil zijn, alles achter je laten, anders zijn er stoorzenders. Wat zien we op de gnosis tv, of god tv ? Kan er gezapt worden ? Ja, maar er moet ook gezift worden. Hoe wordt je zapper rein ? Natuurlijk ligt er altijd het gevaar van stoorzenders, ook als we de stilte in zijn gegaan, en het alleen nog tussen jou en de gnosis is, tussen jou en de hemelse kennis. Je drukt op de knop, en kijkt, en dan zie je wat. Je verwacht wat. Er staat dan iemand achter je. Oh, is het zo'n tv ? Holografisch ofzo ? Dat je er zelf ook in bent ? Ja, het is een holo-tv. In je denken kan het ook soms net echt lijken, alsof alles weer opnieuw gebeurd, of dingen die zouden kunnen gebeuren, en daar is de mens een speelbal van. Stoorzenders ? Ja, dat kan, en soms is het een hemelse zender. Maar die bakker, wat bakt hij ? En hoe weet je of het de juiste is ? Er zijn namelijk zoveel nepbakkers, zoveel. Hoe zift je het, hoe houdt je het zuiver ? Nou, de zuivere bakker is ook een beveiligings-agent, al dan niet undercover, zoals we gisteren zagen. En die zuivere bakker verkoopt niet aan de lopende band allemaal dikke taartjes en dikke koeken vol met dit en dat, maar juist ook veel hongerbrood, alhoewel er wel speciale momenten zijn, waarin je bijvoorbeeld een klas hoger gaat. De prijs is altijd meer kennis. Daar gaat het feest over. De zuivere bakker zal je dus wat willen leren en niet je met de massa mee laten marcheren. Nee, het is een hele speciale bakker, die je niet zomaar ergens van de grond kunt rapen, en die niet zomaar ergens met bakken tegelijk in de bomen groeit. Nee, deze bakker is heel, heel zeldzaam. Misschien kom je hem maar één keer in je leven tegen. En wat doe je dan ? Deze bakker gaat ook over je persoonlijke welzijn, dus zijn broodjes zullen ook een medicijn voor je zijn. Het zal je wat afleiding geven, want de mens is zo afgedwaald, zo op het verkeerde spoor geraakt, zo gefixeerd op dingen die er helemaal niet toe doen. Of je ziet die bakker alleen maar een keer op tv, en je weet niet hoe je hem moet bereiken. En misschien besef je dat pas veel later, als iets van heel lang geleden, wat je toendertijd niet doorhad. En eigenlijk was je het alweer vergeten. Hoe ging dat ook alweer ? En dan ga je nadenken en nadenken, en je komt er maar niet achter, en je kunt het maar niet grijpen. En dan ga je erover dromen en fantaseren, en bouw je geheel je eigen verhaal er omheen. Dit om er weer een glimp van op te pikken. Misschien lukt dit, of misschien dat het je net niet lukt, dat je denkt : en toch was het anders. Ik kan er niet meer bij. En dan wil je zijn zoals hem, en ga je ook je broodjes bakken, en bakker zijn, en zet je je tentje in de stad of in het park of aan de rand van een dorp, of aan de waterkant. En dan probeer je hem na te doen. Gewoon om weer dat gevoel van vroeger te hebben. Hoe hou je het zuiver ? Je moet natuurlijk veel studeren. Goede broodjes bak je niet zomaar. Daar komt heel wat bij kijken. Je wil geen ongezonde broodjes maken, of gevaarlijke, of giftige. Dus je leert het vak. Je bent niet alleen bakker, maar ook beveiligings agent, al dan niet undercover. Maar waar haal je goede studie boeken vandaan ? Of moet je die zelf maken ? Het is al om je heen als je goed oplet. Het staat al in de lucht geschreven, in de natuur. Maar hoe lees je het ? Tussen de regels door. Als een verhaal er omheen. Om elk woord wat je ziet staat een heel verhaal. Daar gaat het om, dus laat je niet afleiden. En achter elk woord is weer een ander woord, en daarachter weer één. Zo zwem je in een zee van woorden. Hoge golven nemen je

mee naar een eiland. Gaat het dan om dat eiland ? Neen. Er liggen zoveel eilanden omheen. Achter elk eiland ligt weer een ander eiland, en daarachter weer één. Er liggen dus boeken achter boeken. Als je er één uit hebt ga je naar de volgende. Maar kom je dan wel klaar ? Is hiervoor niet de eeuwigheid ? Maar is dat niet vermoeiend ? Dat kan soms zo zijn, maar je ontdekt dan ook zoveel wat je inspireert en kracht geeft. Er is een tijd om te slapen en te ontwaken. Elke droom is omgeven door zoveel meer dromen, elke ontwaking omgeven door zoveel meer ontwakingen. De bakker, deze bakker, de zuivere bakker, een hele zeldzame, die niet zomaar van de kansel wordt gepredikt. Je vind hem pas na heel lang zoeken, of misschien vind je hem wel nooit, en is hij alleen iets waar je over kunt dromen en wat je zelf kunt zijn. Hoe dan ook is het belangrijk om zuivere broodjes te bakken. Ik zucht diep als ik terug kom van een lange reis, als ik mijn bakkerij weer inkom. Er zijn vele kamers in mijn bakkerij. Ik heb ze het hongerbrood gegeven, en nu wonen ze in mijn bakkerij om het vak te leren. Na mijn reis zijn er zoveel bijgekomen. Ik zucht diep. Dat was een lange reis. Altijd ga ik weer op hongerpad. Hier in de bakkerij woon ik, maar ik ga altijd op zoek naar het verloren schaap, om hen te voeden met het hongerbrood, opdat ze de weg terug zullen vinden naar de bakkerij. Daar begint toch immers alles ? Ik zucht, en kijk om me heen. Alles is anders sinds ik hier voor de laatste keer kwam. En dan ga ik weer broodjes bakken, hongerbroodjes. Die deel ik uit, en neem ik mee voor op reis. Ik zucht, en kijk rond in mijn bakkerij. Alles is stil. Iedereen is op zijn kamer. Terwijl de machines ratelen pak ik mijn krantje en begin te lezen. Ik lees van alles wat er is gebeurd en wat er niet is gebeurd. Het inspireert me een beetje, geeft me een beetje geluk, nut, doel, enzovoorts, van alles een beetje. Ik ben de honger bakker, zodat je het pad nog kunt zien. Van alles een beetje. Niet teveel, niet te weinig, net genoeg. Zodat je het pad nog kunt zien … maar wat als er mist is ? Dan moet alles op de tast af, en wordt je steeds voorzichtiger, voetje voor voetje. Lopen we nog wel goed ? Ja, want ik heb mijn krantje. Geeft me altijd raad op tijd. Van alles heel erg weinig, maar zo kun je de mist nog doorkomen, en allerlei enge poortjes, smalle straatjes. Het is mijn orakel. Er staat eigenlijk heel weinig in, eigenlijk niks, maar ik verzin er allerlei verhalen omheen. Als ik een woord zie, of alleen maar denk dat ik een woord zie, begint het al te stromen. Dan zie ik er verhalen omheen drijven. Het is een hongerkrantje. Dat is mijn lantaarn op het donkere pad. Mijn krantje, ik kan niet zonder, neem het altijd mee als kompas, mijn hongerkrantje. Juist omdat het zo weinig is kan ik er zoveel mee. Het is als een sleutel op de moeilijkste sloten. Het is een wapen tegen de verschrikkelijkste honden. Nee, om mijn krantje komen ze niet heen. Het is mijn eigen waakhond. De waakhond van de bakkerij, die ook altijd met me meegaat. Maar goed, je ziet hem niet altijd, want het is een hongerkrantje, een waakkrantje. Hij is er wel, maar soms undercover. Dat moet wel, hè. Hij moet soms camoufleren en spioneren. Ik voel me daarom soms weleens eenzaam, maar dan is hij er toch. Daarom zucht ik weleens als ik thuiskom van een lange reis en eindelijk mijn krantje zie.

47.3 - honger naar woorden Het hongerbrood leidt je. Soms kun je misschien niet veel zeggen, of helemaal niks. Dan is er misschien een honger naar woorden, misschien naar wat contact, maar je weet dat de honger je eerst dieper leidt. 47.4 - de banketbakker 3 Hoe ga je ermee om als je het kwaad om je heen ziet, hoe de leugen zegeviert ? Er zijn soms zeeën tussen werelden in, als natuurverschijnselen, misschien wel vol met afvalstoffen. Het kwaad is een afvalstof, als de mest, zodat alles goed kan groeien. Vreemd genoeg kunnen we dus niet zonder het kwaad. Soms is het misschien geen tijd om te strijden, maar hier naar te kijken, en het te accepteren. Van een afstand, om te zorgen dat je er geen deel aan hebt. Toch moeten we blijven strijden tegen de leugen. Het is gewoon dat soms je even weer eerst zicht moet krijgen, zodat je ook geen blinde vuistvechter bent, en je er ook nog wat van opsteekt. Het is om ervan te leren. Hoe gaat dat dan als bakker ? Het is soms moeilijk in te schatten. Soms moet je je van alles terugtrekken om even weer de boeken in te gaan. Van een afstand overzicht krijgen. Wat is er precies aan de hand ? Zeeën tussen werelden. Afvalstoffen die verwerkt moeten worden, en dat kost tijd. Mest die alles doet groeien. Maar practisch gezien in de bakkerij ? De muren zijn de restricties, en je begrijpt ze niet altijd. Ze houden het afval buiten. Maar afval is ook brandstof, dus er kan iets van naar binnen worden genomen voor gebruik in de bakkerij. Niet teveel, niet te weinig. Maar brandstof heb je nodig. En daarvoor heb je afval nodig. Zo is er een systeem dat alles werkt door afvalstoffen. Als brandstof. In die zin hebben we het kwaad dus nodig, de leugen. Op de zeeën tussen twee werelden vervormt de gnosis zich als een natuurverschijnsel, regent het afvalstoffen, zodat het gewonnen kan worden en als brandstof gebruikt kan worden. Het moet gekanaliseerd worden, er moeten restricties aanvast zitten. Het is een techniek. Zo werkt de bakkerij. Er moeten middelen zijn en brandstof om te kunnen bakken. Dat wil echt niet zeggen dat je tussen de muren van de bakkerij opgesloten bent. Neen. Je kunt ook naar buiten gaan, naar het plantsoentje. Je kunt daar op het bankje gaan zitten om je krantje te lezen. Misschien staat er nog wel wat in om je te inspireren of op andere gedachten te brengen. Nee, het leven is niet zinloos. Er is wel iets, maar wat is het ? Daar kom je alleen achter als je begint te bouwen, en voordat je kan bouwen moet je eerst veel zoeken en testen. Klopt het wel ? Moeten we die kant niet op, of moeten we een andere kant op ? Er zijn zoveel weggetjes in het bos. En dan kun je met je kraampje op reis als alles klaar is en het brood gebakken. Door stad en land. 'Bakker, bakker, zijn er nog hongerbroodjes ?' 'Ja, kijk maar, een hele rij.' 'Ze zijn allemaal hetzelfde.' 'Kies er maar één uit.'

'Bakkertje, maar krijg ik daar niet nog meer honger van ?' 'Hongeren moet je leren.' 'Het is een leidsraad.' 'Als je je teveel laat verzadigen met wat links en rechts zit, leugentje hier, leugentje daar, te lui om te studeren, te lui om door te gaan, dan kom je niet meer verder.' Als je dan je kraampje hebt ergens, en verderop is het bos, het grote bos, dan kun je ze leren ook het bos in te gaan om het pad te zoeken. Daar zijn de hongerbroodjes voor. Die leiden de weg wel. Het kwaad, een heel ambigieus iets. Je kan er heel veel mee. In sprookjes komt het kwaad altijd weer in een bepaalde vorm voor, en is er ook altijd weer een oplossing voor. Ook de bakker weet er dus wel raad mee. Het kwaad, het loopt langs alles heen, loopt ook om alles heen. Soms is het weg en dan duikt het weer op. Het kan echt niet over bepaalde grenzen heen. Het zijn slechts vormende krachten. Alles werkt mede ten goede. Ook zij zijn ondergeschikt aan het doel. Als ik dan mijn hongerbroodjes bak, dan kijk ik er goed naar. Er moet diepte in zitten. Het mag de mensen niet volproppen. 'Bakker, mag ik een hongerbroodje voor in het bos ?' Soms moet een bakker wat rondkijken en zien of hij dingen anders kan doen en zeggen. Soms moet een bakker wat rondkijken voor inspiratie. Dan kan hij nog wel eens wat bijzonders ontdekken. Soms is het tijd om echt naar binnen te gaan, in je binnenste. De buitenwereld trekt dan soms wel, maar je kunt ook toch naar binnen trekken om zo alles vanuit je binnenste te beleven, ook de buitenwereld. 47.5 - waar werelden kruizen Ik was even in een stad dichtbij, waar ik wel vaker kom. Iemand van de pinkstergemeente sprak mij aan. We raakten in gesprek. Hij had net als mij een familie vol onbegrip, en vertelde dat als je het geestelijke zoekt, dan ben je een eenling. Daar konden we elkaar in vinden. Hij zei dat het altijd weer een strijd was. Maar hij zei dat er ook een familie in het geloof is. Wat is dan het ware geloof, en het ware vertrouwen ? Dat kan er alleen zijn als het getest is. Ik vertelde hem ook even snel over een verschrikkelijke droom die ik had over Auschwitz. Dat is in principe wat die families zijn. Nu, weer een dag later, heb ik een droom gehad over de exodus tot venus. Er is een lager Venus en een hoger Venus. In het lagere Venus spelen ze een vreemd spel genaamd : het chinees oorlogsmeisje, en het is een soort chinees schaakspel, een piratenspel. Als je verliest dan wordt je tot prostitutie gedwongen, en ook als je wint. Het is een spel van leugens, bedrog. De mens zit op

dit schaakbord opgesloten. Welke stap hij ook zet gaat dan verkeerd aflopen. Daarom moet de mens het hogere spel spelen en moet er een exodus zijn tot het hogere Venus. Waar werelden elkaar kruizen. Dat ik in een grote familie strijd kruiste met de man uit de pinkstergemeente die in hetzelfde zat was in wezen dat ik in aanraking kwam met Venus, het hogere venus, en dan was de pinkstergemeente even de cryptische code. In de droom vannacht kwam ik toen in natuurgebied op de rand van de bebouwde kom, en kwam daar een meisje tegen, de parallelle vorm van een vroegere levenspartner. Ze leidde mij de bebouwde kom in naar een auto zaak die van haar was. Dit waren overigens natuurauto's. Er hing dus ook echt zo'n garage lucht. We moesten een auto in, gewoon erin zitten, voor een code. Er waren namelijk overal poorten of weggetjes, ook in die garage, die nog van het lagere spel waren, dus we moesten oppassen. Toen de code was geactiveerd moesten we in een andere auto. Ook hier kregen we een code, en zo werd de volgende stap zichtbaar. We kwamen toen in de wildernis. 47.6 – vervolging van de natuurmens Ik had een droom over een soort Auschwitz, over een gevangenis waar mensen niet konden ademen. Natuurmensen werden hierin opgesloten. Ze mochten er niet meer uit. Het was een hopeloze situatie. Het was één van de akeligste dromen die ik ooit had gehad, en ik werd zwaar depressief wakker. Wat is adem ? Het is niet letterlijk, maar adem betekent dat je dingen naar binnen neemt, en in die gevangenis kon dat bijna niet. Het was slopend. Ik zag direct al wel wat betekenissen. In ieder geval is dit hoe het rijk van de duisternis werkt. Het wil niet dat de mensen dingen naar binnen neemt, zoals God, de gnosis naar binnen nemen, dat kan echt niet, zoals dat in de gedeformeerde kerk gepredikt wordt, dat God niet spreekt en niet geneest enzovoorts, pure hopeloze situatie, en dan die eeuwige hel die een misvertaling is. Pure horror, ook naar dieren, wat ook een misvertaling is. Dus : niet kunnen ademen. Geen dingen naar binnen kunnen halen die je nodig hebt om te leven. En omdat dat dus niet meer kan, wie kan er dan wel naar binnen komen ? Precies, het rijk van de duisternis, als een verkrachting, als gedwongen prostitutie. En je bent dan in principe al dood, dus het is necrofilie. Een necrofilisch prostitutie netwerk, te walgelijk voor woorden. Mensen worden gewoon opgezet als dode poppen, en dan rondgezonden opdat die geesten hun lusten op zulke mensen kunnen botvieren, om dingen in hen te installeren, omdat ze niet meer kunnen ademhalen. is dat niet verschrikkelijk ? Ze kunnen niets goeds naar binnen nemen. Dat wordt hen verboden. Ze kunnen zelf ook niet naar binnen en worden gedwongen buiten te blijven, buiten zichzelf, zodat de vijand troep in hen kan installeren. Walgelijk, is het niet ? Wat moeten we dan doen ? Kennis is verboden. De gaven zijn verboden. De charismatische gaven. We kunnen er niet rechtstreeks bij. Het gaat door omwegen, door het kruis. Door dit kruis. We worden in deze wereld gewoon gesmoord. Je mag jezelf niet zijn, maar je moet iemand anders zijn. Het maakt je heel erg stil. Je kan niet dieper in jezelf, want zij houden je tegen. Alleen zij mogen diep in je gaan, als een verkrachting. Wat moet je dan doen ? Dan moet je buiten op zoek gaan naar tekenen, ook al zijn die heel klein, van code tot code. Op een andere manier je weg zien te vinden, niet rechtstreeks. We moeten het niet letterlijk nemen, we kunnen het niet letterlijk nemen, want dan zouden we gek worden. We moeten afleiding zoeken en erom heen draaien, er omheen weven, er iets anders van maken. Anders wordt je gek. Deze wereld drijft letterlijk gezien mensen stapel en stapel gek vanwege alle medogenloze trauma. Pure horror, eindeloos. En je kunt geen ijzeren keten met handen breken. Er is geen uitweg uit deze gevangenis. Er is alleen maar een weg dieper in. Het

zuigt je ook dieper en dieper in, en je moet zoeken naar aanwijzingen. Het is een raadsel. Ergens zijn er items verstopt hier die van belang zijn. 47.7 – leviticus 1:1-2 Leviticus 1 1 De Here nu riep Mozes en sprak tot hem uit de tent der samenkomst, zeggende : roepen Hebreeuws : kra Egyptisch : qera = het blok waarop de vijanden van Osiris, aser, werden afgeslacht dagelijks qera = schild Mozes Hebr. (Hb) : mshe Egyptisch (Eg) : msha = strijder – dit gaat dus om een oorlog, tegen het kwaad msha = opensnijden van de prooi, vis (als symbool van het kwaad ontmaskeren) m'se = drager van het offer mshi = wond, verwonding m's = voortleiden, binnengaan, uitleiden m'se = dat wat er achter ligt, zinnebeeldig spreken Hb : dbr, dabar Eg : dr = onderwerp vijanden, uitbannen, exorcisme (demonologie dus) dba = versieren, bewapenen db' = vermanen, kastijden here Hb : ieue, yahweh Eg : iua = visser iah-a = jah de grote ua = het verleden, verre geschiedenis ua = bewaker, wachter uaua = het omverwerpen van een regiem (territoriale oorlogsvoering) uai = de dood, vernietiging, voleindiging uauaiu = een stam of volk uah = een kamp opzetten uaha = gaven (charismatisch) uah = promotie ua = afzondering ua = tussenstap ua = een poort ua = eenlingenschap

ua = één, god, de eenling, de bovenste god ua = alleen Ua was een titel van Ra, Osiris, Amen, etc. als degenen die aan zichzelf waren gestorven en goddelijk waren geworden, oftewel één, alleen, afgezonderd, niet meer beinvloed door een ander. uaau = privé ua = speer ua = officieel uaua = oorlog, slacht (tegen het ego) uah = het opofferen van het vleselijke uha (remu) = visser (vgl. jahremia) tent Hb : ohel Eg : hau = tent, tentendienst hau = naaktheid, ontmaskering samenkomst Hb : muod Eg : mu/od/t = moeder, vrouw m'd/t = dood (van het ego) muo'd/t = moederborst, melk mutot = zaad, bloedlijn muti = hel mu/o-t = moeder godin van Egypte, godin met drie hoofden : van vrouw, leeuwin en gier (vgl. Ezechiel's visioen). ze houdt een penis onder haar hoede, als vierde object, wat in Ezechiel's visioen wordt voorgesteld als de rund. De samenkomst is dus heel duidelijk de symbolische samenkomst tussen man en vrouw, wat een diepere betekenis heeft. De man sterft aan zichzelf en wordt wedergeboren. Zo kan heel het boek Leviticus in het kort worden samengevat in de Egyptische context. zeggen (intentie) Hb : amar Eg : amu-her = wachter van de dood, bewaker, tester am-a = afkappen van de armen, rusten van werken m-her = tegenstellen mur = verbieden, honger meru = district inspecteur mera = gids 2 Spreek tot de kinderen der Israëlieten en zeg tot hen: Wanneer iemand onder u de Here een offergave brengen wil, dan zult gij uw offergave brengen van het vee, zowel van het rundvee als van het kleinvee. spreken Hb : dbr, dabar Eg : dr = onderwerp vijanden, uitbannen, exorcisme (demonologie dus) dba = versieren, bewapenen db' = vermanen, kastijden kinderen

Hb : ben Eg : bina = het overblijfsel (fenix vogel), de beproefden, getesten benu = opstandigen, zij die niet zijn gezwicht voor het valse gezag bena = vruchtbaren (door hun rebelsheid) ben = god van de opstand, dapperheid ben = ontsnappen benu = venus (fenix, wedergeboorte) bnn = erectie bnbn = de heilige steen van on Israel Hb : ishral Eg : ser = bevel voeren over leger ser = één van de vormen van re ser = rangschikken serr = schrijven ser = publiceren sariu = brengers, dragers sehuru = bewoners van de hel, beproefden zeggen (intentie) Hb : amar Eg : amu-her = wachter van de dood, bewaker, tester am-a = afkappen van de armen, rusten van werken m-her = tegenstellen mur = verbieden, honger meru = district inspecteur mera = gids iemand Hb : adam, van wortelwoord 'dam', bloed Eg : dm = doorstoken door de slang (vgl. de gekruisigde) dm = een dier doorsteken, steken in de oorlog offergave Hb : qorban Eg : qrb = strijdwagen, het ware offer is de strijd tegen het kwaad, ten bloedens toe (dm, adam). 47.8 – de dauwdruppel 1. Ik schrijf het op rozenblaadjes, maar de regen spoelt het weer weg. Er blijft niets in mijn hoofd zitten. Maar hier is de zee. 2. Ik schrijf tot haar, liefdesbrieven op rozen,

maar ze komen nooit aan, en de rivier spoelt het weg, de regen of de dauw, en wanneer de zee komt. 3. Hier is de zee, het is gemis, groot gemis, maar jij bent bij mij, in mijn hart, als een druppel van dauw 47.9 – de venus oorlog Vannacht droomde ik over een Agatha Christie bijbel, een detective bijbel. Ik zag Venusiaanse woorden zoals gTm en ruem. Venus is ook een verloren kern van Orion, van Betelgeuse, en was het oorspronkelijke alarm van Orion. De Orion kern moet hersteld worden door Venus. Het lagere Venus : de Urk. De mens moet leren een hagedis te zijn om hier doorheen te komen. De mens moet leren een alarm te zijn, een detector. De Urk is een groep moerasgeesten en de naam van een gevangenis, de Auschwitz van Venus. Wat namen van hen : Jehullam, Barbel, Kirraan, Kark, Miska, Ammal, Psachia, Maddus, Jawobbel. Het is een soort fusie van religies en organisaties. De Urk : en je mag de leegte niet in, waar de longen een beeld van zijn. Je kon bijna niet ademen en stikte gewoon. De longen zijn een beeld van het hongeren, het binnennemen van leegte, lucht. Lever : toetsen, Pniël. In het moeras proberen ze dit te doven dus, om je tot een moerasgeest te maken, één van hen, door dwang, door misleiding en door bedreiging en chantage. Het lagere Venus is gevaarlijk moeras gebied. Er heerst hier ook het gevaarlijke virus 'metitit'. Het gebied zit vol met moeras monsters, slaap monsters, die zielen vangen en ze de dieptes van het moeras intrekken. Ik vraag om herstel van de Orion kern. Venus is het geheim van dit herstel, het alarm van Orion. De moerasgeesten en moerasmonsters bewaken glinsterende stenen die ze gestolen hebben en waaruit het alarm van Orion herbouwd moet worden om zo de Orion kern te herstellen. Het is in deze matrix belangrijk te worden als een hagedis, om zo de stenen terug te roven.

47.10 – Het onverklaarbare 1 In de mist speelt een elvenkoning, Hij is geen koning, maar slechts koning in zijn dromen, Hij regeert niet, zelfs niet zichzelf, maar hij heeft een onverklaarbaar goud gevonden, En zo werd hij de elvenkoning 2 Misschien zijn het geen elven, De sprookjes weven slechts een gordijnentaal, opdat het zuivere verborgen blijft, het onverklaarbaar goud 3 Wat is er dan achter het gordijn ? Het onverklaarbare, En als ik het zou verklaren zou het het onverklaarbare niet meer zijn, en zou het niet meer regeren, en zouden er geen elvenkoningen zijn, maar slechts een nieuw gordijn hoofdstuk 48. de angel en de kus 'Het houten huis kraakt onder het getal van de lelies. Hier heeft ze haar woning. Hier voedt zij haar raadsel, haar mysterie, waar prinsen op paarden al eeuwen naar zoeken.' – De Vur 71:11 De boom geplant aan waterstromen in Psalm 1 is degene die volhard aan het kruis. Daar is het een beeld van, zoals ook het verhaal van Pinocchio uit de jaren 1800 daarvan een beeld is, de jongen die uit een boom gesneden is. De fee die daarna een echte jongen van hem maakt is dan het beeld van de vruchtbare magie die het kruis, het verdiepen, met zich meebrengt. Het zijn allemaal symbolen. Overal op aarde zie je daarom ook zowel het Jezus verhaal als het Pinocchio verhaal. Het is iets globaals. Ook Augustinus vergeleek Psalm 1 met het Jezus verhaal. Als je door moerasmonsters, als beeld van de orthodoxe systemen, de diepte in bent getrokken van het moeras, dan mag je je dus verheugen in de vruchtbare werkingen van het kruis, dat je symbolisch als een boom of struik hierdoor het moeras uiteindelijk zult uitgroeien. Vandaar dat in het Mozes verhaal de boom of struik ook spreekt, en het volk uitleidt uit de slavernij in de exodus. Als opgroeiende boom kun je namelijk zoveel anderen met je meenemen, maar leg hen wel deze principes uit. Laten we dit ook beseffen als we het verhaal van Doornroosje lezen, ook een globaal verhaal wat we overal tegenkomen. Doornenstruiken groeiden om het kasteel waar ze honderd jaar sliep om haar uiteindelijk wakker te prikken. Nu denk je misschien : Was het niet de prins die haar wakker kuste ? Ja, maar uiteindelijk was dat de magie van het kruis. Eerst worden we gestoken, en dan uiteindelijk worden we wakker als door een kus. De natuur prikt ons soms om natuurstoffen binnenin ons te brengen, en die zullen dan aan het werk gaan, als een antistof. De natuur prikt ons

om het medicijn in ons te brengen. De doornenstruiken groeiden dus om het kasteel van Doornroosje heen om haar uiteindelijk uit te leiden, als een exodus. Opdat ze terug zou gaan tot de natuur. In de bijgeschriften van de Vur, in het boek 'de pop' zegt de psalmist : 4 Dit kasteel is onder een vloek, Maar de struik heeft gesproken, Er groeien doornenstruiken rondom het kasteel, Klaar om het in te nemen 5 Er groeien doornenstruiken rondom mijn herinneringen, Met witte bloemen 13 Zij doorboren het hart, En maken het nieuw 14 Mijn hart is een struik met witte bloemen, Ik volg de takken door mijn hoofd 15 Als een wonder in de rivier, In de waterlelie gebeurt het, Een trap tot de hemel, En dan allemaal water, In alle lagen, Een trap tot het paradijs 17. Zij komt voort uit het geheim, Zij is een plant, Een brandende struik 19 De struiken omsingelen de stad en vallen het binnen, Zij doorsteken de ramen, en doorsteken dan de poppen, Zij zijn allen planten Tot zover de psalmist in de bijgeschriften van de Vur. Wij moeten dus wel de natuur injectie ontvangen. Dan zegt de psalmist : 23 Doornenstruiken om het kasteel, En dan vallen ze binnen, Doorstekende de poppen, En het meubiliair 25 Zij komen vanuit het zaad van planten, Zij komen vanuit de diepte van de rivier 27 Het zaad verschijnt als wolken over de steden, En dan explodeert het, Het zal zaad regenen, Regen in het paradijs 28 Ik zink dieper weg in de rivier van zaad, Totdat ik begin te veranderen in een struik Tot zover weer de psalmist. De mens is tot een pop gemaakt door valse, lagere aardse systemen, moerasgeesten, dus daarom moet de pop eerst wakkergestoken worden, zodat het gif eruit kan

stromen. De pop moet eerst geinjecteerd worden met een heilzaam en medicinaal natuurgif. Eerst moet de pop afbranden totdat het een brandende struik is, zoals in het Mozes verhaal. Dit is een natuurvuur, het vuur van het hart, het innemende vuur van de boom, van de gekruisigde. Als je hebt volhard aan het kruis, en je bent de boom geplant aan waterstromen, dan geef je vrucht op de juiste tijd, en kun je anderen ook beter begrijpen, want het kruis is namelijk een zintuig. De hemel communiceert door het kruis. Het kruis, oftewel de brandende struik of boom, spreekt, en organiseerd een exodus. Daardoor kon Pinocchio, de uit de boom gesnedene, de volhardende aan het kruis, uiteindelijk ook zijn vader, Gepetto, die hem gemaakt had, redden. Pinocchio is in die zin het innerlijke kind van Gepetto, zijn eigen wedergeboorte door de volharding aan het kruis. De waterlelie is met name een beeld in het plantenrijk van de boom geplant aan waterstromen, die boven het water uitgroeit, wat ook verschillende malen in de Vur genoemd wordt. Daarom zegt de Vur ook in boek 89 : 'De oplossing is in Zij die de lelie draagt.' Al in boek 1 zegt de psalmist van de Vur : 'Ik zal het begrijpen, deze onsterfelijkheid, de lelie, drijvende op de waterstroom, drijvende op de waterdroom.' Het gaat erom meer dromerig met het leven om te gaan. Ga er maar omheen dromen en fantaseren. Ga er maar aan sleutelen om te zien of er diepere poorten zijn. Draai elke steen maar om, elk blad, en lees maar tussen de regels. Neem alles met een korrel zout. De mensen om je heen zijn er om je te testen. Luister je naar hen, of naar de hogere dromen diep van binnen. Dit is natuurlijk heel ambigieus, zoals ook het verhaal van Pinocchio van meerdere kanten bekeken kan worden, en dat is ook de bedoeling. Pinocchio was heel eigenwijs en opstandig, liet zich niet temmen en beteugelen. Het kruis maakt een eenling van je, geen meeloper, geen jaknikker. Boek 79, de lelie, noemt de besnijdenis als de gids door het leven, oftewel het hongeren, het loslaten, het dromerige, vluchtige. Houden we vast aan het kruis, of volgen we het vlees of het menselijk vlees om ons heen ? Paulus had een doorn in het vlees om hem dromerig te houden, oftewel opdat de geestelijke gaven werkzaam zouden zijn. Ook is de lelie in boek 79 een beeld van de subjectiviteit, van het samenspel tussen gezichtspunt en het veranderen van gezichtspunt, want het leven is niet eenzijdig, alhoewel het leven dit soms ook wel is. De psalmist zegt in boek 89 : 'Zij gaven hem een tuin met lelies, Maar hij werd geleid tot de poel van bitterheid. (...) Zijn gebrokenheid zou hem veel verder leiden, Tot haar geheimenissen.' Bloemen zijn zo eigenzinnig en wisselvallig dat ze onverklaarbaar zijn en zo onbereikbaar, wat een terugkerend thema is in de Vur, zoals de psalmist in boek 89 aan het begin stelt : 1 Ik kan de stad nooit bereiken, Ik kom nooit aan in de stad, De stad is een bloem 2 Maar ik kan boeken lezen over de stad, Het gaat er altijd langsheen, Zoveel woorden om tot de stad te komen, Maar het glijdt er langsheen als een golf 3 Bestaat de stad wel ? Of is het alleen maar één van mijn dromen ? 4 Ik zie hen bruggen bouwen naar de stad, Maar zij komen nooit aan 5 De stad ligt op een hoge, onbereikbare berg, Er valt hier niets te graaien, Daar glijdt ik weg, Dieper in het koele water

7 De stad komt nooit meer terug, De weg zal nooit getoond worden 8 Ik zag hen torens bouwen tot de stad, Maar aan hen wordt niet gedacht 9 Ik zag hen diepe gaten graven tot de stad, Maar zij vonden het niet, De stad was gehuld in een mysterie, De stad was een bloem En dan gaat het om het belang van toetsen, dus we mogen nooit luie dromers worden. Houd het dromerig, maar blijf wel toetsen en onderzoeken. Boek 89 heeft vele parallellen met het eerste boek van de Vur. Ook in het eerste boek is het thema onbereikbaarheid en onverklaarbaarheid. Maar dan moeten we de natuur de kans geven en verwachten. De lelie heeft geen haast. Eerst moeten er voldoende wortels zijn, anders kan men niet naar boven groeien. De natuur houdt met alles rekening. Daarom is het vak naturologie zo belangrijk in de school van de vur, in de school van het kruis. Vers 13 zegt : Niemand kan deze vrouw begrijpen, Niemand kan haar voetstappen volgen, Ze vagen gemakkelijk weg in de nacht, Ze vagen gemakkelijk weg in het zand En dan : 14 Wilde rozen groeien rondom het paradijs, Niemand kan binnenkomen 15 Alleen de orkaan kan haar weg er doorheen vinden, Klaar om steden in te nemen, Zij breekt het glas, En dan is alles brandende, Zij is de slager van de herinnering 16 Ik herinner het schip, Het schip waarmee ze mij oppikte, Zij is een lied in mijn hoofd We zien hier hoe het is gaan branden, en hoe het leidt tot het schip, wat een een beeld is van de lelie die boven het water is uitgegroeid, als de boom geplant aan waterstromen. Er is behoudenis in de boom, oftewel in de volharding aan het kruis. 21 De geschiedenis steekt, Ik kan niet over deze berg komen, Maar in mijn dromen kan ik het 22 Ik kan beter mijn dagboeken verbranden, Maar deze herinneringen gaan niet weg, Je hebt me te diep gestoken, Op hoge paarden rijdt je, Oh, wanneer ik je geheimen ken

De prins van Doornroosje was dus niet zomaar zoete lieve Gerritje. Hij kuste haar niet zomaar. Neen. Hij prikte haar ook. Als natuurdokter gaf hij haar eerst een nodige injectie. Zo kon hij de heksenbetovering verbreken. Doornroosje was eerst gestoken door de heks, en nu moest ze dus een nieuw prikje krijgen om het te genezen. 24 Laat me je geheim zien, Laat me je schepen zien, Ik weet dat je hier ergens leeft, Alles zal wegvagen 26 Oh, neem me weg tot het land achter de zee, Een speer door zijn hoofd, Om dieper te komen tot dit land achter de zee 28 Ik ren, brekende door muren, Want mijn herinneringen zijn naar mij op jacht, Ik ren, en dan val ik, Een herinnering heeft mij geraakt, Een pijl diep in mijn rug 29 En dan kruip ik tot de rode bloemenvelden, Wilde, rode bloemen, als bruggen over woeste rivieren, Zij hangen in mijn haar, als duistere sieraden 30 Ik vond jou in die grot, Jij en je paarden, Schilderijen aan de muren, Dit is een wereld in een schilderij Doornroosje was in haar honderdjarige slaap aan het dromen, en ze ontmoette de prins op het paard, wat iets in haarzelf was, iets van haarzelf, haar eigen innerlijke zelf, als de doorn die de roos had voortgebracht, de angel de kus. hoofdstuk 49. het geheimenis van de heide Al in het eerste boek van de Vur zien we de komst van de lelie : 4 Paarden van vuur in de lucht, De geur van kermis overal, Zij zijn gekomen met zoveel soldaten, Rijs op in de lucht, zeg al uw moeders vaarwel 5 Ik zal het begrijpen, deze onsterfelijkheid, de lelie, drijvende op de waterstroom, drijvende op de waterdroom 6 Ik wacht op het schip.

Het wordt hier in verband gebracht met een zekere exodus waar we alles voor moeten achterlaten. Ook kunnen we hierbij denken aan het Noach verhaal. De lelie is een beeld van het schip, als de uiteindelijke overwinning over het moeras. De lelie is vanaf de bodem door veel lijden en honger er bovenuit gegroeid, en spreekt nu. Bijen nemen van haar honing. Er is een nieuwe dag aangebroken na de nacht. Er groeien bloemen vanuit het moeras, bomen en struiken. Deze boom is geplant aan het moeras van de oude orthodoxe systemen. De bloemen weven hun werelden door verhalen. Alles is bruikbaar voor hen, alles heeft meerdere kanten. Daarom worden de bloemen ook als bruggen genoemd over woeste rivieren in vers 29 : 'Wilde, rode bloemen, als bruggen over woeste rivieren, Zij hangen in mijn haar, als duistere sieraden.' Dit is een beeld van het hangen in de herinneringen, in het hoofd, waardoor de mens ook tot de andere kant kan komen. Het is er allemaal al, omdat alle dingen meerdere kanten hebben, geheime doorgangen en ontsluitingen, geheime verhoudingen tot elkaar. Kennen wij deze wereld ? Metaforisch gezien moeten wij hiervoor ons paard vinden, zodat we opgetild worden boven alles uit. Daarom kwam de prins ter paard tot Doornroosje. Zoals de psalmist in boek 1 van de vur spreekt over rode bloemen in het haar, als beeld van de bruggen van de meerzijdige realiteit, kunnen we dit ook vergelijken met de vogels. Er zijn grote parallellen tussen bloemen en vogels. Ook de vogel is boven alles uitgestegen om zo de hogere verbanden te zien. De vogel geeft de metafoor van de bloem handen en voeten, oftewel vleugels en poten, en is zo in vrije vlucht. In psalm 1 van de vur gaat het dus over rode bloemen in het haar, terwijl in psalm 2, of boek 2, van de vur het gaat over rode veren in het haar : 12 Op een dag werd hij naar een indiaanse vrouw gebracht. Zij liet hem ruiken aan wat rode veren, en gaf hem een medicijn. Toen bond ze de rode veren in zijn haar. 13 'Het grote geheim is wat jij moet zien,' zei ze. 'Ik zal jou op een tocht nemen door het bos naar het grote geheim.' 14 Ze gingen heel diep het bos in, langs meren en heuvels, tot een plaats waar de wilde dieren waren. Ook hier was een meertje. Nu zouden ze het meertje overzwemmen. Na een tijdje kwamen ze aan bij een struik die over het meertje hing. Vlakbij was een grot. Ze nam hem diep in de grot. Ook in de grot was een meertje. 15 'Kom mee,' zei ze. Het was een soort tunnel die toen begon te draaien. Ze leken in een heel nieuw bos te komen. Hij voelde een band om zijn hoofd komen, en stralen kwamen naar binnen om zijn hart te voeden. Boek 2 van de vur heet : de rode hei. De kleur rood is een verdiepende, verhalende kracht. Het is een belangrijk thema in de vur, wat telkens weer terugkeert. Rode bloemen in het haar, als bruggen tot andere werelden, meerdere kanten, rode veren in het haar, als een beeld van de opname, en waartoe is de opname ? In boek 1 wordt er gewacht op een schip. In boek 46, rode bloemen velden, spreekt de psalmist ook van de opname door een schip : 1 Ik liep op een pad door rode bloemen velden, (...) Zij voerden mij weg, ik was in een leger, Op een groot schip werd ik gehesen Het meerzijdige betekent dus niet dat je kunt gaan slapen. Neen. Het is en blijft een oorlog. Er liggen namelijk teveel gevaren op de loer. De mens moet het pad vinden door de rode bloemen velden. De psalmist zegt hierover : 8. (…) en namen mij tot een groot spel, Speelkaarten lagen op de grond,

Ik moest het pad verdienen 11. Ik weet niet wie of waar ik ben, Stemmen golven door mijn hoofd, geef mij oorlog in mijn handen. Waar leidt het pad naartoe ? Dichterlijk beschrijft de psalmist het pad tot een vrouw met rode laarzen. Juist omdat alles werkt door subtiliteiten, niet door directe, materiële, dichte energie, komt de vrouw met de rode laarzen om een beeldscherm op te richten. Alles is dan achter glas verborgen, zodat de mens er niet naar kan grijpen. is dit geen goede oplossing in een wereld waar hebzucht schijnt te regeren ? Mensen grijpen meer dan lief is, zodat de ander niets heeft. Maar dat spel is afgelopen als de mens tot de vrouw met de rode laarzen komt in het gedicht. Lieve mensen, deze vrouw is geen doetje. De psalmist zegt in boek 120 : 3 Iemand slaat op je in met vuisten, De vrouw met de rode laarzen richt het beeldscherm op, Nu is alles achter glas verborgen 4 We mogen er alleen naar kijken, maar niet aanraken, Alles is onder Haar hoede Zoals we hebben gezien is dit mysterie tot de aarde gekomen. De mens mocht alleen nog maar kijken, en niet meer aanraken. En hierdoor is de natuur zich aan het herstellen. De vrouw met de rode laarzen is gekomen. Zij heeft met vuisten geslagen, want de mens was natuurgrenzen overgegaan. Zij heeft een streep getrokken en gezegd : 'Tot hier en niet verder.' Zij is een beeld van de rode natuur, het alarm van de natuur. Het rode zicht is gekomen. De vrouw met de rode laarzen is een beeld van het rode pad, oftewel het smalle pad. De boom geplant aan waterstromen : je klimt en klimt, en dingen worden steeds anders, wat ook het thema is van boek 121. Het is als eb en vloed, vluchtig, ruimte gevend. Niets is vast. Soms lijkt alles vast, maar het heeft ook weer meerdere kanten. Dit rode zicht dient de mens te ontwikkelen, als het zicht der bloemen, en van de vogels, hebbende een rode veer. De rode veer is in de vur een groot teken van overwinning over de lagere realiteiten, met name in boek 14, wat ook de rode veer heet. Het pad, soms is het zichtbaar, soms schijnbaar niet, maar daar gaat toch het pad verder. Het is een gids. De boom geplant aan waterstromen, hoe hoger je komt, hoe meer je merkt dat alles om je heen zich versteent, maar het kan zo weer gaan draaien, als een orakel. De lelie spreekt en wordt niet gehoord. Mensen maken er wat anders van. Het grote misverstand heerst, als een mist. De woorden van de lelie zijn namelijk erg duur. Duizelingwekkend zijn de geheimen van het leven. Het leven is een dichter die we niet in een doosje kunnen stoppen. Deze gokkast geeft niet mee. Je moet het spel spelen en leren kennen, en dan winnen. Maar neem geen genoegen met winst anders dan kennis. De kano gaat van het moeras tot de wildernis rivier, als het mysterie van de lelie,

en dan midden in de wildernis zie je haar als een kloppend rood roze hart, en een grot is geopend, waar vele doodsbeenderen opgehoopt liggen. En de wachters van de oude wereld verstenen, en zij in rode gewaden en met paarse gezichten nemen het gebied in. De Vur spreekt over het natuurgeheim van de vuile paarse bloemen. 109 VUILE PAARSE BLOEMEN 1 Vuile paarse bloemen groeien langs de kant van de grote rivier, Met vuile gezichten staren ze ons aan, Bedekt met modder 2 Zij zijn één met de natuur, Zo is het altijd geweest 3 De brug over de rivier komt nooit aan, maar leidt ergens anders heen, In het midden heerst altijd de mist, Deze twee landen kennen elkaar niet, De brug heeft hen nooit de waarheid over elkaar verteld 4 En vuile paarse bloemen groeien aan de waterkant, Met hun vuile gezichten kan het hen niet schelen, Ze bewaken het mysterie, In de rivier verdwijnt alle tijd 113 NACHTPLANTEN 1 Ik schiep u in een paradijselijk mysterie, Ik schiep u met een paradijselijk lichaam, Opent uw ogen 2 Ik schiep u in een bloemenveld, in een tuin, Als sluiers van de wildernis, Opent uw ogen 3 Ik schiep u langs de waterkant, Tussen vuile paarse bloemen, U verstond de boodschap niet 4 Zij trokken u tot de dieptes van de rivier, En op uw vragen was geen antwoord, Zij vertelden u verhalen om u af te leiden van het geheim, Zij cirkelden om uw hart als bijen die de honing bewaakten 5 Een boodschapper was tot u gezonden, maar u begreep hem niet, Hij stak u 10 Bloemen van de nacht, Uitgestrekt tot grote pracht, Hun uitgestrekte velden dragen het nachtzicht,

Allemaal in cirkels 11 Nachtplanten, zij nemen het hart in, Niets duisters kan hen tegenhouden, Zij komen vanuit de nacht tot de ochtendrivier, Het water stroomt sneller, Zij maken hen los die verstrikt zijn in het zeewier 14 Ik schiep u in een bloem vol honing, Met een honingkroon op uw hoofd, De nachtplanten hebben het nooit verstaan, En het zeewier heeft het nooit geweten, Zij gaan alleen in cirkels, Maar zij komen nooit aan 15 Zij draaien om alles heen, En komen steeds dichterbij, Maar zij zullen het nooit aanraken, Het is alleen om te bekijken 16 Oh nachtplant, wonder van het bestaan, Het zeewier zal altijd ontkennen, Oh nachtplant, het ijzer van het hart komt u altijd binnen, Maar u raakt nooit aan, Nog steeds bent u het wonder van het bestaan 17 Oh nachtplant, zee van de eenzamen, Groeiende zo diep, Nooit zult u het geheim aanraken, Maar voor altijd dichterbij komen, Het omcirkelen van het wonder, Wat u zelf bent 18 U versloeg reus en beest door dit wonder, U greep diep, en alles wat u nam was het zachte, Oh, honing in een holle boom, In de nacht schiep u deze grote droom, Uitgezonden om harten te verzoeten en te genezen, Uitgezonden om ook deze reus te vellen 20 De nachtplanten hebben het nooit verstaan, Het zeewier heeft het nooit geweten, Zij gaan alleen in cirkels, Maar zij komen nooit aan 21. En het wonder van de eland ? Nee, de schepping kennen zij niet, Zij leven alleen in hun eigen verhalen Het rode werkt dus samen met het paarse. De vuile paarse bloemen zijn nachtbloemen, nachtplanten. Ook zijn het bijen. Zij kennen het mysterie van de honing. Ook in boek 26 worden zij besproken, als paarse rozen :

1. Ze hebben gestoken, En nu is alles zacht als honing. 2. Ik had geen andere keus, Ik kon niet meer terug. 3. Bij daglicht was ik een golf in de zee, Tot een roze stad, waar paarse rozen bloeien. Paarse rozen groeien aan de wanden van de gracht. 4. Roze muren hebben de kamer, In een groot vuur is de moeder, sterker dan haarzelf. Ze rent om van het vuur los te komen, maar het blijft knagen. 5. Totdat ook de honing haar vindt. Ze heeft honing op haar gezicht, Ze is gestoken door bijen. 6. Het vuur komt terug om te knagen, Maar de honing blust het vuur 7. Bovenop de steden, daar is het roze vuur, Het roze vuur zal je herinneringen genezen, Leg je hand in mijn hand, Ik neem je tot het roze vuur Ook in boek 24, suriname, worden ze besproken : 25 Het paars groeit aan de randen van de rivier, als het paarse vuil. Het zijn paarse bloemen. Diep kijk ik in haar ogen en zie hetzelfde. Het is bijna als een spiegel. Ik probeer de diepte van haar ogen te zien. Het paars bedekt hier alles. Ik heb het gevoel dat ik in cirkeltjes draai. Hetzelfde is mij al eens eerder overkomen. 26 Moed heb ik niet om dit syndroom in detail te bespreken. Ik praat er slechts omheen. Ik ben zo gemaakt. Het is mijn aard geworden. 27. Ik was in Suriname. Alles loopt over in de wildernis in de diepte van de witte stad. Het is een schuimende zee, wild golvend. Ik kijk erna, en het is alsof ik in een coma ben. Niemand kan mij horen. Niemand kan mij verstaan. Het is alsof er nooit communicatie is geweest. Niemand kan iets overbrengen. Ik zink weg in de witte zee. De vuile paarse bloemen hebben een soort verstenende macht, als van een hagedis. De mens wordt tot een boom aan waterstromen, die zijn vrucht draagt op zijn tijd. De vuile paarse bloemen zijn de natuur-restricties. Het zijn afleiders van de grenzen. In de bijgeschriften van de vur, in het boek genaamd 'de grot' wordt dit verder besproken : 10. Ze gingen nog dieper in het bos. Ze liepen ergens naar een paarse bloem. Dit is het geheim. Spreek in de bloem, en je zult je echo horen, maar het zal net iets anders zijn dan wat je gezegd had.

11. Alles wat hij zei werd gewoon door de bloem omgedraaid. Het geheim van de verjonging is over u. Er begon een sap uit de bloem te spuiten. Het was heel kleverig. 12. Hij werd even helemaal warm van binnen, en de warmte begon snel door hem heen te stromen, heen en weer, heen en weer, als bruisende golven. Toen spoot de bloem een boek uit. Neem dit boek mee naar de bovenwereld, en leer hen de spelletjes uit dit boek. 13. Zodra iemand zich ging bezig houden met het boek, dan kwamen de sappen van de bloem in het hoofd van diegene, en dan werd diegene steeds jonger. De situatie is niet uniek. Alles is al gebeurd. Het is slechts een magische steen en het hangt er vanaf vanuit welke hoek je erin kijkt. Het zijn hologrammen. Alles is al versteend en kan sensaties opwekken als je er op een bepaalde manier inkijkt. Het zit allemaal al verborgen in het geheugen. Je kan laagje voor laagje afpellen. Als de vur stelt in boek 89 : 9 Zij komen nooit klaar met het verhaal, Zij komen nooit tot de oppervlakte, Zij geven geboorte aan het spel 10 Ze wordt herfst, ze wordt winter, Maar ze wordt nooit lente 11 Hier sterft het verhaal midden in de nacht, Om plaats te maken voor het spel 12 Het grote nooit zit op de troon, Regerende met ijzeren stok 13 Het grote altijd is een dunne draad hangende over de rivier, Zij die zoeken zullen niet vinden 14 Het raadsel van de ijzeren muur is in de hand van de koningin, Velen hebben getracht het raadsel op te lossen, Maar zij vielen van hun paarden 15 De oplossing is in Zij die de lelie draagt Wie is dan de drager van de lelie, of de dragers ? Wie draagt dan het geheimenis van de lelie ? Het bijgeschrift 'de grot' zegt vlak voor de bespreking van de paarse bloem : 7 Het diepste punt is een heel groot bos, met een heleboel geheimen. Ik zal je leiden tot de bosvijver van geheimen, tot het lelieblad. De lelie kan alleen optimaal groeien door het geheimenis van de vuile paarse bloemen, de natuurrestricties. De lelie is in die zin een zeer orthodoxe en gedisciplineerde bloem in de hogere en hemelse leer. We spreken hier dus van een hogere, profetische orthodoxie met een zeer strenge etiquette. De vuile paarse bloemen zijn dus de wachters, bewakers en dragers van de lelie. Wie kan dit raadsel oplossen ? Als je dichtbij komt begint het ogenschijnlijk te liegen, maar het spreekt van een hogere orde, die dus abstract is. Wie heeft ooit gezegd dat het leven lineair is ? Het leven is duizelingwekkend zinnebeeldig. De mens wordt afgeleid van de bron, omdat ten eerste die bron

slechts ingebeeld was, en ten tweede zijn de vuile paarse bloemen ervoor om de bron te bewaken tegen indringers, dus moeten zij de mens testen en leiden tot de ware bron. Hierin moeten zij dus zowel afleiden als leiden. Alles gaat door omwegen, omdat de mens eerst ingewijd dient te worden in de hogere mysteriën van de natuur. Wie zijn dan de paarse vuile bloemen ? We hebben het dan over heide, wat zich dus ook kan verkleuren. Boek 49, de hei, laat hier wat meer over zien : 1. De zoete tranen van de hei als veldregen, Is het scheppend ? De tranen van de stad leiden tot de dood, Maar de tranen van de hei tot leven 2. Ik zag haar daar wandelen, Met zoete tranen in een schaal, Ze goot het over de lelies 3. Zij is de baarmoeder, tot wie alle lelies leiden, In haar is wedergeboorte, wedergeboorte op de hei Als een pijl is zij afgeschoten, De baan was al bekend voor de grondlegging der aarde 4. De hemel spreekt een andere taal dan de aarde, De dingen om ons heen en de herinneringen zijn cryptogrammen, Wanneer men die taal niet begrijpt gaat men gebukt hieronder 5. Op de hei zag ik haar wandelen, Ze keek niet op of om, Ze leeft langs alles heen, Het enige doel van de traan en de hel is om betekenissen te veranderen 6. Ik was op de hei en het was een hel, De hei was in vlammen, en ik begon dingen anders te zien, Ik begon haar beter te begrijpen, Ik werd wederom geboren 7. Ze danst op de hei met vlammende wapens, Om haar armen en benen, Het lelie-pad leidt tot haar, Het hart van de hei klopt rustig in mij 8. Nee, het is niet afgemaakt, Ergens anders gaat het verhaal verder, De hei is halve verhalen, De onvolkomen pracht, Waar de morgen opkomt, Wachtende op de nieuwe nacht 9. De hei is de armoede, Niets is afgemaakt, Zij hebben alles verloren, om de wildernis te bereiken, Alleen in naaktheid zult gij binnengaan,

De wildernis uw enige bedekking 10. De tocht stopt halverwege, in de oorlog, Alleen in cryptogrammen zal de tocht verdergaan, Het mysterie van de hei 11. Alles is hier half, Alle cirkels zijn verbroken, Om plaats te maken voor hogere cirkels, Ergens anders gaat het pad verder, Het pad eindigt hier in de zee, De regen heeft alles weggewassen 12. Niets zal gaan tot het einde, Alles zal teruggaan tot het begin De hei, de paarse vuile bloemen, is de drager van de lelie. Zij wordt hier beschreven als de armoede, de honger, het onafgemaakte, opdat daarin het lelie pad te zien is. We spreken dan van de noodzakelijke armoede van de natuur, oftewel de ascetische natuur-soberheid, wat een vruchtbaarheidsprincipe is waardoor alles kan leven. De hei is afgeschoten als een pijl, als een baarmoeder voor wedergeboorte. Hei kan naast paars ook meer rood of bruin zijn, wat ook volop wordt besproken in de Vur. Zo begint de Vur in boek 1 al direct met bruine bloemen, als bruine hei. Ook hier wordt de pijl genoemd. De pijl als een stuk hei, wordt op de mens afgeschoten om de mens weer terug te brengen tot de heidevelden, tot de natuur. Deze pijl werkt gewoon door onze herinneringen heen. Boek 19 gaat daar ook verder over, de golf. 1 Wevende de dimensies, het trauma. Het ruist over de zeeen, om de slag te slaan, Neemt hen allen in, en doet alsof er niets aan de hand is. 2 Het wacht, en slaat dan toe, Het maakt een teken, en slaat dan toe, Maar houdt het verborgen. 3 Ik denk dat ik één van hen ben geworden, Ik draag een wapen, Ik sla toe zoals hen, maar ik ken het niet, Het heeft mijn geheugen gewist. 4 De vrouw met de boog kwam tot mijn stad, Zij had vier pijlen op haar boog, die zij gezamenlijk afschoot op mij. Dwars door de ramen gingen ze, en toen dwars door mijn hoofd. Zij nam mij mee, maar waar naartoe ?

5. (...) Het wiste mijn verleden. Het was net allemaal anders, en het kreeg nieuwe betekenissen. Ik was als op de golven van een woeste zee, die mij veranderde. Alles was anders. 7. Hier nemen de religies af, hier lopen de dimensies in elkaar over, als een zwaar vergif. 8. Zoveel pijlen schieten er door mijn hoofd. Ik verlies mijn zicht. Ik kijk naar mijn hersenen, als naar bloesem, Ik ben niet meer in de zee. Dromend glijd ik in een oerwoud, als aan de drugs, maar het brokkelt af in mijn handen, totdat alleen een rode lijn overblijft. 9. Rood zover het oog reikt, die rode lijn, Als een rood pad door de wildernis. Vier pijlen had zij op haar boog, die dwars door mijn hoofd gingen. Ik staar naar de pijlen. Zij hebben mijn leven gered. Ik kus ze, en wikkel ze in. Ze brachten mij over de zee. 11. Ze liet mij de duisternis onder het huis zien, de grotten en de tunnels. Ze nam mij mee naar deze plaatsen, en ik dacht dat het altijd nacht was. Ze liet mij haar dromen zien, en haar leugens. Ze had zoveel gezichten. Deze gezichten wijzen op de gezichten van de hei, zoals in boek 109 : 1. Vuile paarse bloemen groeien langs de kant van de grote rivier, Met vuile gezichten staren ze ons aan, Bedekt met modder 2. Zij zijn één met de natuur, Zo is het altijd geweest Verder met boek 19 : 12. Zij trok mij op de kant. De stad zou branden. Ik mocht niet meer terug.

13. Maar soms kwamen de herinneringen terug, als grote oorlogen. 14. Ik nam alles aan wat ze zei. Zij was mijn religie. Zij was de derde pijl. Maar het was nog steeds in mijn hoofd. Alles draaide. Ik was er niet van overtuigd dat dit echt was. Maar wat was dan wel echt ? Het weefde de dimensies door elkaar, en bouwde een nieuwe wereld. In mijn hoofd brokkelde het allemaal af, alsof het nooit door kon komen. Ik zweefde tussen twee realiteiten. Niets kon ooit echt worden. Er werden gewoon werelden overheen gebouwd. 15. Fragiele draden door mijn hoofd. Het is achter glas, en iedereen voelt hopeloos. Zoveel dromen springen kapot wanneer het langskomt. En men weet nooit wanneer het komt. 16. In een zee van leugens lag ik, maar de pijl maakte alles anders … 17. Mijn hart sterft de hele tijd, totdat ik de rode lijn weer zie, en het grijze wegvaagt, En dan slaapt de stad, bedekt onder sneeuw. 18.Tussen de prachtige bomen staat ze, met prachtige struiken, totdat ik afbrokkel 19. En alles wat ik kan doen is grijpen, maar dan brokkelt mijn arm af, en dan alles om me heen. 20. De zee der leugens spreekt tot mij. Maar ik kan niet terugspreken.

Alles gaat dus achter glas, want het lag er allemaal te dik bovenop. Dat is dus het werk van zij met de rode laarzen, wat ook een aspect van de hei is, de rode hei. Zij heeft diverse kleuren. Ook boek 9 gaat hier verder over, de pijlen. In boek 22 wordt gesteld dat de pijlen ook kunnen komen in de vorm van iets wat we lezen. hoofdstuk 50. het menselijk lichaam voorgesteld als een bijenkorf – dwalen door de vur Het beeld van de bij die honing neemt uit de bloem, en van de vogel die vruchten neemt van de boom of struik, wat is het ? Het is een metaforische beschrijving van hoe het hart, de bron, communiceert met het hoofd. Je mag het geheugen en geweten in het hart hebben en de gedachten die als bijen en vogels in het hoofd zijn kunnen er op neer dalen. De bij neemt zijn honing, en de vogel zijn vruchten. Ook is het een beeld van de ademhaling. De bij daalt neer op de bloem en neemt de honing is een beeld van hoe men ademt. De long verwerkt de adem, zoals een bloem honing heeft verwerkt, wat door de bij wordt genomen. Zo mag de mens honing putten uit zijn geheugen en geweten, als een bij. De mens is dus zowel de bloem als de bij. Het hart is de bloem, het hoofd is de bij. Of de long is de bloem, en de bij de adem, en dan adem je uit, en als je inademt, dan wordt de adem door het hele lichaam verspreid. De longen zijn dus ook de bijenkorf, of de opening ervan. In de bijenkorf wordt de honing verder verwerkt. Boek 84 van de vur is het boek 'wilde honing' waar dit proces ook beschreven wordt. 2. Tranen druipen snel, na al die diepe wonden, Een hart vol honingtranen Het hart is dus als een bloem vol herinneringen, vol honingtranen, en de bij, je hoofd, je gedachten, mogen van die honing nemen, mogen over de bloem zweven, en zo deze honing verder te verwerken. De honingtranen, de herinneringen, mogen dus naar de bijenkorf, mogen verder in de longen en het lichaam verwerkt worden. Daar zijn de longen dus voor. Ze nemen de honingtranen, de herinneringen, op, en werken ze verder uit. Tranen, moet je weten, zijn belangrijke antistoffen die de mens aanmaakt. 3. Je hebt Vur genezing gebracht, Je draagt droefheid van binnen, als de honing van een lange nacht Vur is de natuurkennis, een hemels woord voor god, en die natuurkennis mag door de natuurprocessen in je hersteld worden. Als we veel pijn van binnen hebben dan zal dit uiteindelijk ook honing voortbrengen en de bijen aantrekken die het verder zullen verwerken. Dat is een mooie belofte. 4. Door de bloesem van mijn tranen en van een bloedend hart, Door de scheuren van een verscheurde droomwereld, Door een spotkleed kunstig gelegd tot pracht, Kwam ik tot die andere wereld, door Vur's gedachtes ingebracht,

Ingebrand als door een vuur, in Vur's gedachtes, Het vele bloeden maakte het roze Misschien zijn je dromen verscheurd, is het allemaal niet wat je ervan verwachtte, zijn dingen in je leven anders gelopen, maar weet dat er veel hogere dromen op je wachten. Roze is de kleur van de dromen, hemelse dromen. Soms zijn er veel betere plannen met ons leven dan dat we zelf bedacht hadden. De hemelse orde ruist altijd weer boven denken. 'Wat geen oog gezien heeft, wat in geen hart opgekomen is, wat boven gedachten is uitgegaan.' 5. Als zaad onder de grond, Wortels reikend naar eeuwige heerlijkheden 6. Door tranen kwam ik hier, door een wild vuur wat maar niet stopte, Het is de besnijdenis van de Heerin, een hart uiteen getrokken 7. Niemand kan van jou zeggen dat je de morgen niet draagt, Want lang en teer zijn je nachtgewaden, vochtig je bladeren, Van de tranen van een schone nacht waarin alles werd geregen tot pracht, Zoveel kracht na lange, moeizame dagen, door zwakheid voortgebracht 8. Zij nemen mij mee naar een bloemenveld, Verwilderd door de morgenzon In vers 29 zegt de psalmist dan : 'Met U te zijn, is beter dan met een mens.' Soms gaan we zo op in het sociale leven, met andere mensen en maken we ons allemaal druk over wat ze zouden denken, maar hebben we onze daadwerkelijke taak uit het oog verloren, namelijk te zijn als een bij in de natuur, werkende met de herinneringen en het geweten, er honing uit halende. Het gaat niet om de mensen, maar om God, of met een hemels woord : de Vur. Het gaat om de natuurkennis, niet de lagere, misleidende kennis van de mens. Daarom : Met U te zijn, is beter dan met een mens. Dan sluit de psalmist de psalm af met deze woorden : 30. Over een zee van tranen, Over een rivier van bloed, Je hebt het bos bereikt, In die donkere nacht, Voetstappen in het zand, Bloeden de hele nacht, Je betaalt een hoge prijs, Tot de morgen zul je alles dragen 31. In een brandende nacht, vertoont zich het zachte strand, Een bloedende morgen tot een bloemenveld

32. Honing na een wilde nacht Het blijft niet zoals het is. Eerst betaal je de prijs. Honing zal er zijn na een wilde nacht, wat spreekt over een verdieping, een opname, een verlichting. Dit is zeker geen roekeloze verlichting of een gepensioneerde verlichting, maar je gaat de hogere oorlogen zien, de hogere werken, en dan is er werk aan de winkel. Dan neem je je taak als bij weer op. Nu is de honing er, en moet het uit de bloem genomen worden, en verder verwerkt worden in de bijenkorf. Je moet je gebied leren kennen, je instrumenten en je taken. Dit is allereerst iets in jezelf, waar je lichaam van spreekt. De beginfase van de honing nemen ze mee uit de bloem, om het verder in de bijenkorf te verwerken en bewerken, en om het zogeheten roze vuur eruit op te wekken, de hogere dromen. Hier spreekt de vur ook over in boek 26, het roze vuur : 1. Ze hebben gestoken, En nu is alles zacht als honing. 2. Ik had geen andere keus, Ik kon niet meer terug. 3. Bij daglicht was ik een golf in de zee, Tot een roze stad, waar paarse rozen bloeien. Paarse rozen groeien aan de wanden van de gracht. 4. Roze muren hebben de kamer, In een groot vuur is de moeder, sterker dan haarzelf. Ze rent om van het vuur los te komen, maar het blijft knagen. 5. Totdat ook de honing haar vindt. Ze heeft honing op haar gezicht, Ze is gestoken door bijen. 6. Het vuur komt terug om te knagen, Maar de honing blust het vuur 7. Bovenop de steden, daar is het roze vuur, Het roze vuur zal je herinneringen genezen, Leg je hand in mijn hand, Ik neem je tot het roze vuur Diep in de herinneringen moet het vuur van de hogere dromen worden opgewekt. Dit zal dus ook de herinneringen genezen. Het is een roze hemels vuur. In het eeuwig evangelie wordt dit vuur ook besproken, en ook wel de roze verbinding genoemd : Nieuwe Openbaring V 2/ 12. Moeder, neem mij op in de roze verbinding. Er is geen ander vuur om ons te veranderen. Misschien vinden we haar weer terug. Komt vader nog thuis vanavond, en de Karazuur. 13. Ze lopen buiten, als golven op het veld, golven van de zon. Ik durf niet meer te kijken. Het is alsof alles al is gebeurd, waar ben ik, of ben ik aan het dromen. 14. Neem mij mee, oh Karazuur, en verbindt

mijn wonden, als die van mijn moeder. 4/ De Roze Verbinding na het kruis 9. In de Roze Verbinding, beleven wij, herkennen wij elkaar. Kennen wij elkaar. 13. In de Roze Verbinding konden we elkaar verstaan, drinkende van de tepel van Metensia. 5/ 1. En wanneer gij tot de Roze Verbinding zijt gekomen, dan zijn uw tranen tot sieraden, en gij zult door de tepelen des Heeren zien als door ramen. 2. Kent dan de zeven tranen van Metensia, want zij zijn als wachters over u aangesteld. 3. En zij komen van het sieraad en zullen wederkeren tot het sieraad. 6/ 8. Door vele tranen zult gij ingaan, en zalig zij die vele tranen dragen, want zij zullen vele ingangen en uitgangen vinden. 9. Ziet dan de ark van Metensia besprenkeld met tranen is haar vruchtbaarheid. En door vulkanen zal zij een nieuwe aarde scheppen. 10. En zij heeft dan een ark van tranen, leidende tot onder het roze, zo ook de roze verbinding reikt tot onder het roze, en daar zult gij grote geheimenissen zien. 12. En zo is dan ook de roze verbinding, die als de tepel van Metensia is, vol van haar paradoxen, waarmee zij de aardbodem zuivert, en het heeft de aanblik van een gebroken spiegel, als een brandend edelsteen. 13. En zo is dan de roze verbinding als de ark van tranen en haar schoot, en ook gij kunt opnieuw geboren worden. 14. En elk schepsel is dan geprogrammeerd en zal gericht zijn op het doel dat zijn schepper in hem heeft geweven. 15. Verdoe uw tijd dan niet met ellenlange discussies, maar laat de roze verbinding alles transformeren in eigen plaatsen. 16. Ziet alle dingen bij elkaar dan als het kunstwerk des Heeren. 7/ 1. Gij bent dan door de gordijnen van Metensia gekomen tot haar tranen. 2. Ja, gij bent dan afgezonderd, gij die haar bemint. 3. En zo zijn haar tranen dan als warme vliezen om herstel te brengen. 4. Leert dan de golven van Metensia kennen, want gij zult spoedig op zee zijn. 5. Leert dan de golven van vuur te berijden, en verdraait haar woorden niet, opdat gij niet valle. 6. De Metensia zal dan als een vechtster zijn tegen hen die haar woorden verdraaien, maar in de Roze Verbinding zullen zij naar hun plaats gebracht worden. 7. Voor alles is er dan een plaats. En de heere weet waar elk ding vandaan komt en waar het naartoe gaat. Er zijn dan geen wegen, dan in de Roze Verbinding. 8. En zij is als de vruchtbaarheid en de vulkanen van Metensia. Ziet, gij staat dan op heilige grond. 9. Want alle dingen in de Heere zijn heilig, en worden geheiligd door Hem, om gebruikt te worden. 10. Wijkt dan af van de dingen die ten verderve gaan, want zij zijn door de Heere daartoe geschapen. Maar hangt aan die dingen die eeuwig zullen zijn in de Roze Verbinding. De Nieuwe Handelingen 12/ Onder een Roze Verbond Visioenen geven zij mij, ik ben de rode streep, onder een zacht roze verbinding, een zacht roze verbond, brand ik, als de lont. 24. Rapunzel is mijn naam. Toe, trek je omhoog aan mijn haar. Je zult mijn kop zien branden, en dan zal de toren en het glas in explosie gaan. Onder de Roze Verbinding drijft mijn Naam. De Nieuwe Handelingen II 12/ 26. Draagt dan ook het kruis van anderen, opdat gij uw kunstwerken vormt en hen deel laat hebben aan de Roze Verbinding. 27. Dit dan is het geheimenis van Metensia en Haar Tweede Woord. 28. Laat niemand dan de Roze Verbinding verachten, opdat hun deel niet weggenomen worde. Want er is geen andere vertering dan de Roze Verbinding, en hierin liggen de tijden des heeren weggelegd,

als schatten van het vuur. 29. En gij draagt reeds haar golven als de lijm des Heeren in de dieptes en verborgenheden van uw lichamen. Hermitaten 39/ 12. Want de Heere zal de adem der wereld wegnemen, en allen die van de Heere zijn zullen in Hem ademen. 13. En die adem zal zijn als het drop des hemels. 14. En in de Roze Verbinding zullen de altaren des Heeren hersteld worden, en er zal een Nieuwe Schepping komen, de Schepping van het Tweede. Karazuur 12/ De genezing des Heeren is in de Roze Verbinding. De Nieuwe Openbaring VI 1/ 10. Alles is maar voor even. 11. Stil zal u betekenissen veranderen, en de gezichten der mensen. 12. Rozendoorn, als een koor mij omhult. Rozendoorn, als het raam der liefde. Geen vijanden meer, alles is de naald van de Heer. 13. Oh ja, het steekt me diep, maar U bent het die mij riep. 14. Rozendoorn, als een echo uit de nacht, makende al het harde zacht, zoveel draden van liefde geweven door mijn wonden, totdat alles tot onder het roze zakt. 27. Rozendoorn, geef mij uw stem. Rozendoorn, geef mij uw oog. Ik kan niets meer zien, ik kan ook niet meer denken, alles is doorstoken, door de doornenstruik. 28. Rozendoorn, heb genade in uw liefde, ik brandt helemaal weg, geen tijd meer om iets te doen, alles smal van binnen. 29. Ik kan me niet bewegen. Ben verstrikt in uw twijfel, onzekerheid bevroor mij. Ben nu een boom in uw stad, een bloem in uw weide. 30. Na een harde nacht, makende alles zacht, zoveel draden van liefde en zachtmoed, geweven door mijn wonden, totdat alles onder het roze zakt. De Nieuwe Handelingen 3/ 6. Alleen zij door scherpe doornen doorstoken, worden door het zachte genomen, dalende tot onder het roze. Tot zover het eeuwig evangelie. Het roze is ook van een andere taal, stelt de Vur in boek 115, de regen : 4. Het gezuiverde roze om het rode, Zij spreken een andere taal De Vur zegt hier verder over in boek 46, de rode bloemenvelden : 27. Zij is dan de wever van het roze en dat wat onder het roze is, tot aan het spiegelende roze. En Zij sprak : Ziet dan, de heilige traan is vleesgeworden. En deze traan kwam van onder het roze 28. En zij heeft dan een schip van tranen, leidende tot onder het roze, zo ook de roze verbinding reikt tot onder het roze, en daar zult gij grote geheimenissen zien.

Gij zult dan de paradoxen van Haar kennen. Want zonder hen zou er dan geen vruchtbaarheid wezen. 29. En zo is dan ook de roze verbinding, die als Haar tepel is, vol van haar paradoxen, waarmee zij de aardbodem zuivert, en het heeft de aanblik van een gebroken spiegel, als een brandend edelsteen. 30. En zo is dan de roze verbinding als het schip van tranen en haar schoot, en ook gij kunt opnieuw geboren worden. Laat de roze verbinding alles transformeren in eigen plaatsen. Ziet alle dingen bij elkaar dan als Haar kunstwerk, als een geheime boodschap, wachtende om vertaald te worden en getransformeerd. Het spreekt dus als een herstel van de band met de natuurmoeder. Het kind krijgt zo weer melk. Het kind wordt opgenomen op een schip. Dit roze vuur is dus diep in de tranen te vinden, als opgewekt door de verwerkte en bewerkte honing, na de lange nacht. Dit is spiegelend spul wat weer een nieuwe wereld opbouwt. Vers 43 zegt : 43. Nu ben ik dan in distelzee, de rozen steken mij, totdat ik ontwaak in tederheid, tot het zachte ben ik gedaald, tot onder het roze, waar rozen met spiegelend roze mij betoveren. Hoe belangrijk is het om tot het gezuiverde roze te komen, en niet zomaar tot het roze, want er is ook zoveel vals roze. Mensen hebben ook zoveel valse illusies en valse dromen. Daarom spreken de heilige teksten ook over het gaan tot het bruine, oftewel het donkere, de verborgenheid, als een beeld van de afzonderende, beschermende baarmoeder. Daarom zegt vers 43 verder, en daarna ook vers 44 : 43. Kun je mijn hand raken, er is prikkeldraad tussen jou en mij, ik hoor je gillen, wij zullen alles krijgen, als we onder het bruine zijn gezakt. 44. Plotseling, heb jij dat ook gezien, al die bliksemflitsen. Zij komen ons weer halen, totdat wij onder het bruine zijn gedaald. Ik kan mij niet bewegen, en jij kan het ook niet. Zij zullen ons opnieuw beschilderen, zij zullen ons opnieuw bewaap'nen. 45. Tot onder het bruine zullen wij komen, waar rozenschuim op ons wacht, door de staf van een vierde dood geslagen, waar de ochtend is vergaan, verdronken in een nieuwe nacht, waar iemand onder het bruine wacht. 46. Schilderijen in de nacht, Ik toonde haar mijn wonden, dalen van dauwtranen. 't Was tijd om binnen te gaan, in 't veld van schilderijen, Wij worden hier beschilderd, In boeken zullen wij veilig wonen. En zo is ook hoe de Vur begint, met de bruine bloemen, oftewel de bruine hei :

1. Deze bruggen zijn gemaakt van bruine bloemen, Bruggen tussen jou en mij, Waar leiden zij naartoe ? Wanneer ik naar jou kijk, vaag ik weg, Wanneer ik aan je denk, laat ik je wegglijden, Dit is hoe ik mijn boog grijp, Maar ik bereik het nooit 2. Ik kan niets bereiken, en ik denk dat dit nog maar het begin is, En dan bevind ik mijzelf in een bruin bloemenveld, Alleen in de bruine nacht, Een nacht in vele jaren, Kan ik zijn in de bruine bloemenvelden, Deze bruggen tussen jou en mij 3. De pijl raakte haar hard, Het was diep, we zagen haar vallen, De pijl bracht haar over de bruggen, Tot de donkere nacht, Tot bruine bloemenvelden Vandaar dat het eerste boek ook eindigt met schilderijen, want een schilderij is een beeld van dat het achter een scherm is, oftewel beveiligd, wat dus verbonden is aan de kleur bruin : 27. Dit is niet het begin van het verhaal, Het is het einde ervan 28. Ik ren, brekende door muren, Want mijn herinneringen zijn naar mij op jacht, Ik ren, en dan val ik, Een herinnering heeft mij geraakt, Een pijl diep in mijn rug 29. En dan kruip ik tot de rode bloemenvelden, Wilde, rode bloemen, als bruggen over woeste rivieren, Zij hangen in mijn haar, als duistere sieraden 30. Ik vond jou in die grot, Jij en je paarden, Schilderijen aan de muren, Dit is een wereld in een schilderij Telkens weer komt daarom het thema van het schilderij weer terug in de Vur. Het roze moet dus leiden tot het bruine, het verborgene, om het te beveiligen en te zuiveren, als in de baarmoeder van de natuur. Het komen op een schilderij is daarvan een beeld. Dan is het af. Dan is alles achter glas, op een scherm. Je komt dan op tv. Als iemand het dan niet met je eens is en een steen door z'n tv gooit, dan heeft hij alleen zijn eigen ruiten ingegooid. Je bent wel op meerdere tv's. We spreken dan over een natuur tv. Kun je je voorstellen hoe zwaar het bruine beveiligd is ? Het is het verborgene waar grote geheimenissen zijn, dus er mogen geen indringers zijn. Vandaar dat de mens ingewijd wordt. Roze

en bruin is daarom een prachtige combinatie, maar dodelijk voor het vleselijke. hoofdstuk 51. door wind en water – hersenschimmen van de natuur – dwalen door de vur De Vur, boek 3:4 Red mij van de cirkel. Dan ziet hij een lijn die tot een nieuwe cirkel leidt. Het geheim van de rode hei. 'Red mij van de cirkel,' zegt de psalmist. We kunnen denken aan mensen die altijd maar weer in dezelfde cirkeltjes denken en ons daarin proberen op te sluiten. De psalmist wijst dan op het beeld van de rode hei. Is onze bloem dan de enige bloem ? Nee, er zijn zoveel andere bloemen. De hei is vol met zulke rode bloemen. Misschien voelen we ons opgesloten in het verleden, en gaan we telkens hetzelfde cirkeltje in ons hoofd alsof dat alles is wat er is. Denk dan aan de rode hei, stelt de psalmist. Er zijn nog zoveel meer bloemen, en we mogen van bloem tot bloem gaan. Kunnen wij een overzicht krijgen over de rode hei ? Ik woon vlakbij de hei, in een natuurdorp. De hei heeft mij altijd geinspireerd. We gingen vaak op fietstocht door de hei, van de ene naar de andere plaats. Het is een beeld van dingen op verschillende manieren te bekijken, in verschillende talen te spreken, zonder daarbij onderscheidingsvermogen en kritisch denkvermogen te verliezen, zonder de strijd te verliezen, want de psalmist zegt daarna in vers 5 : 5. De cirkels jagen op andere cirkels door hun lijnen, om hen te maken tot medicijn. Zo rijgen zij hun sieraden. 6. Deze velden zijn woest en wild. Er is dus veel meer gaande. Er is een oorlog gaande op de rode hei. Je moet voorzichtig blijven. Er wordt jacht op de mens gemaakt, een zielenjacht. Er wordt gevist, valstrikken uitgezet. Mensen maken een markt van hun cirkels, en willen je aan hun medicijnen helpen, opdat je zelf ook een medicijn wordt voor anderen, en anderen in hun cirkels kan vangen. Allemaal voor geld. Allemaal voor macht. Er is dus een diepere weg. De rode hei is niet zonder gevaren. Voor veel mensen ben je slechts een monument. Ze willen je vangen voor iets, of ze gebruiken je als aas. Wel is het dus zo dat je dit zelf kunt doen op een hele andere manier, want dit is weer, zoals altijd, een heel ambigieus vers. Je kunt naar de cirkels kijken om je heen, en er iets goeds uit proberen te halen, zonder dat je je besmet met het verkeerde. Pas op met wie je je bevriend, maar je kan zelfs van je vijand leren, honing halen uit iedere bloem, en dan verder trekken om je sieraden te rijgen, van kraal tot kraal. Dat is een hele opgave. De vur, het hemelse boek, legt dit proces uit, laat de gevaren zien, laat het pad zien. Kunnen wij bruggen bouwen tussen de bloemen zonder in de valstrikken te vallen, zonder deel te hebben aan 'de weg der zondaren' (psalm 1 judaïsme) ? De vur zegt in boek 112 dat alleen op de brug er leven is, en dat beide kanten van de brug zullen vergaan. Dat is nogal wat. Het houdt in dat er alleen maar leven is in de samenhang. Je kunt niet gehele culturen en religies bij het oud vuil gooien, want het is symboliek waar we heel veel mee kunnen. Leer als een honingbij honing te

putten uit bijvoorbeeld de bijbel en de koran. Ga niet schrokken grote brokken, maar zoek je kralen zorgvuldig uit en gebruik ze in je sieraden waarin je aandacht geeft aan het brug-principe, want alleen dan zul je leven. 'Er is alleen leven op de brug.' Houd je je cirkels te nauw, dan leidt dit uiteindelijk tot groot verderf. Laat je inspireren door andere cirkels, andere bloemen, zonder 'in de kring der spotters' te zitten. Van alles kun je leren, ook hoe het niet moet (psalm 1 judaïsme). Zo ben je die boom geplant aan waterstromen, aan de rivier, en wordt erdoor gevoed. Een rivier stroomt langs alle dingen heen, en stroomt door alle dingen heen. Het neemt wat mee, en gaat dan weer verder. Het blijft niet stilstaan. Boek 41 van de vur is genaamd 'rivier bloemen' over dit onderwerp. 1. Ik verlies alles in de rivier tussen de rivierbloemen, In eenzaamheid kom ik tot de overkant, Waar ik Haar tegenkom, Zij met de witte laarzen, Ik kom tot Haar met niets, Alles heeft Zij weggenomen Om bruggen te bouwen moeten we eerst alles achter ons laten, anders komen we nooit tot de overkant. 2. Het steekt als de roos, Totdat ik ontwaak in haar armen, Zij is het grote spel, De speelkaarten van herinnering Het loslaten steekt, en we hebben heimwee, maar we moeten wel, want alles zal vergaan, en alleen op de brug is er leven. 7. De rivierbloemen groeien diep, Het water is hier zoet en sappig, De kruidige kelken lozen het verhaal Durven wij zo nomadisch te leven ? Dat hoeft niet extreem te zijn. We hebben ook onze herinneringen, en we laten zoveel achter, zodat anderen straks ook op de brug kunnen komen om ons te volgen. En als we eenmaal een brug van de ene naar de andere kant hebben gebouwd, kunnen we later ook anderen redden. We moeten daarom altijd op lange termijn denken. 8. Ik steek mijn hoofd in zo'n kelk, Ik kan weer ademen, Het kruid van de rivier in mij Durven wij in het water te sterven, om zo te groeien als rivierbloemen, want dat is de enige manier om de brug te kunnen bouwen. Dat is de enige manier om tot lucht, tot adem, te komen. Als we eerst diep kopje onder zijn gegaan en fundament hebben gevonden. Dit houdt in : fundament voor onze beweringen, fundament voor onze oordelen, en dat kan alleen in groot onderzoek. Alles moet zorgvuldig en volkomen getest worden. Wij moeten de rivier leren kennen, en alles wat daarin groeit. 12. Zij kan de nacht niet verstaan, Zij maakt haar eigen nachttaal, tegemoetkomende tot het verhaal Het is onmogelijk alles zomaar te begrijpen en te kennen. Het menselijk verstand kan het allemaal

niet bevatten. Daarom mag de mens leven door verhalen om hieraan tegemoet te komen, een eigen taal scheppen, die slechts symbolisch is, als de taal van het hart. Het is niet het werkelijke, maar wijst op het werkelijke. De mens kan het alleen beschrijven in zijn eigen taal, en niet de ervaring zelf overbrengen, want dat moet de ander zelf ervaren. Alles is zeer persoonlijk. En dat is ook de sleutel. 13. Haar nachttaal kent niet, en zal nooit kennen, Zij schiep dit mysterie eens in een wonder, De nacht dompelt altijd onder, Voelen kan het niet, maar het heeft haar eigen zintuigen, Die stadse kennis is niet voor haar Wij moeten niet blijven steken bij de dode talen die de voorouders hebben gemaakt. Anders blijven we steeds in dezelfde cirkeltjes hollen. Wij moeten tot de andere cirkels gaan en dan bruggen bouwen om alles te verdiepen. 14. Diep wellen de sappen op, De kruidkelken vol onverstaanbaar genot, Ik ben nu dichterbij gekomen, Maar het raakt mij niet aan Je komt zo dus steeds dichterbij, maar het is slechts een kommetje water uit de zee. De mens kan de eeuwigheid niet bevatten. Daar moet veel meer voor gebeuren. De mens moet deze principes van restrictie leren kennen, en waarom deze zo belangrijk zijn, en de mens moet leren leven met die grenzen. 15. Andere zintuigen zijn hier, Haar stem spreekt als een onderverdeling tussen groot en klein, Zonder geluid, maar als de wind Kan de mens leren van afscheidingen ? Kan de mens het accepteren, en ervaren dat dit er is om andere werelden te leren kennen ? De mens leeft op de brug. Beide kanten van de brug zijn vergaan. Wel kan er nog parelgedoken worden. Er zijn nog zoveel sieraden te maken van alles wat afgebroken is. 16. Het grote is de kermis, En het kleine is de speler 17. Kleine speler, verloren geraakt in een ballenspel, Verloren geraakt tussen speelkaarten, Verloren geraakt in de onderverdeling tussen het spel en de speler, Zij leidt tot de kruidkelken, om dieper tot de nacht te gaan, Alles is hier achter glas, Het geheim van de narcis achter de ramen 18. Je komt hier nooit aan, Altijd ronddraaiende, Totdat de wind je wegduwt De kunstenaar, de bruggenbouwer, is altijd een verloren, dwalende ziel. Anders zou hij zijn werk nooit kunnen doen. Nomaden leven dus altijd sober en ascetisch voor het laten doorkomen van de hogere kunstvormen. Durf alles achter glas laten gaan, alles terug laten gaan tot de boeken, tot de

schilderijen, want die donkere, bruine, beveiliging is nodig, als beeld van het verborgene, van de afscheiding, om zo te kunnen onderscheiden, oftewel te rangschikken, wat nodig is voor het sieraad. Het sieraad is een gids op het pad. De afscheiding is er niet daadwerkelijk, want het is slechts een bewustzijnsvorm. In de hogere natuur ligt een zuivere eenheid verborgen. Deze eenheid is zeer eigenaardig, eigenzinnig, parasensitief, met een eigen geheimzinnige etiquette. Dus geen eenheidsworst, maar een strenge hogere orthodoxie, als een natuur-alarm. Alles moet aan bepaalde voorwaarden voldoen, anders zou het zaakje instorten. Zo moet het sieraad ook kunstig kunnen sluiten, anders zou het afvallen. Er heerst hier dus een wind, een orkaan, die je op het juiste moment wegduwt of binnenzuigt. Zo begint ook het eerste boek, de orkaan : In bruine bloemenvelden, als de bruine hei van de verborgenheid van de natuurbaarmoeder. Zij heeft haar eigen steriliteit. Zij is om haar eigen manier clinisch, als van de natuur, opdat het medisch blijft. Het is ongrijpbaar, omdat er nog zoveel meer nodig is, zoveel tussenstappen. De bruggen lijken dus maar niet aan te komen, en gaan altijd weer een hele andere kant op. Het is zeer strategisch, en werkt met schijnbewegingen. Het zijn de hersenschimmen van de natuur. 1. Deze bruggen zijn gemaakt van bruine bloemen, Bruggen tussen jou en mij, Waar leiden zij naartoe ? Wanneer ik naar jou kijk, vaag ik weg, Wanneer ik aan je denk, laat ik je wegglijden, Dit is hoe ik mijn boog grijp, Maar ik bereik het nooit Begrijpen wij dit natuur-medicijn ? Er zijn zoveel andere cirkels van realiteiten, zoveel andere bloemen. De hei is zo groot. Hier is de hei bruin, als het verborgene, en het is onbereikbaar. Waarom is het onbereikbaar ? Omdat er zoveel gevaren op de loer liggen, zoveel illusies zijn er. Er moet eerst zoveel meer gebeuren. We mogen niet in de eerste de beste trein springen. Denk aan het goud der dwazen. 2. Ik kan niets bereiken, en ik denk dat dit nog maar het begin is, En dan bevind ik mijzelf in een bruin bloemenveld, Alleen in de bruine nacht, Een nacht in vele jaren, Kan ik zijn in de bruine bloemenvelden, Deze bruggen tussen jou en mij Een nacht in vele jaren, wat ook weer terugkomt in de koran als de grootse nacht waar alle moslims in de ramadan, de vastenmaand, de hongermaand, naartoe leven, naar uitkijken. Als het komt, dan is het een zuivere ladder tussen hemel en aarde waar engelen opgaan en afdalen, als de jakobsladder. Jakob kwam hier pas toen hij alles had achter gelaten, tussen twee werelden in was. 3. De pijl raakte haar hard, Het was diep, we zagen haar vallen, De pijl bracht haar over de bruggen, Tot de donkere nacht, Tot bruine bloemenvelden 4. Paarden van vuur in de lucht, De geur van kermis overal, Zij zijn gekomen met zoveel soldaten, Rijs op in de lucht, zeg al uw moeders vaarwel

Het is uiteindelijk de pijl die het doet. Het verwart het menselijke verstand, het vleselijke denken, en wekt zo het geestelijke op. De pijl gaat dwars door alle bekrompen vleselijke muren heen die tussen de diverse werelden in zijn gebouwd. Zo wordt de muur tot een brug. Om dit goed te doen is de orkaan nodig, zodat er geen valse, vleselijke bruggen ontstaan van besmetting door verkeerde omgang : 15. Alleen de orkaan kan haar weg er doorheen vinden, Klaar om steden in te nemen, Zij breekt het glas, En dan is alles brandende, 23. Laat me de plaats zien waar je je tabernakel hebt, Ik hoor de liederen in de verte, De wind brengt me daar 24. Laat me je geheim zien, Laat me je schepen zien, Ik weet dat je hier ergens leeft, Alles zal wegvagen 25. Laat me de weg van de vis zien, Laat me zien hoe je zwemt, Laat me de pracht van de rivier zien 26. Oh, neem me weg tot het land achter de zee, Een speer door zijn hoofd, Om dieper te komen tot dit land achter de zee Het gaat er ook om hoe de rivier stroomt, hoe de vis wordt voortgeduwd. De natuur leidt door wind en water. 28. Ik ren, brekende door muren, Want mijn herinneringen zijn naar mij op jacht, Ik ren, en dan val ik, Een herinnering heeft mij geraakt, Een pijl diep in mijn rug 29. En dan kruip ik tot de rode bloemenvelden, Wilde, rode bloemen, als bruggen over woeste rivieren, Zij hangen in mijn haar, als duistere sieraden Het is hei die groeit aan de rivier, en die bruggen vormt. Het komt ook voort vanuit de rivier als rivierbloemen. Zij vormen de sieraden in het verborgene, niet voor uiterlijk vertoon, niet voor de vorm, meer het stille geestelijke. Laten wij opgaan naar die brug. Er is geen leven in het opwitten van de graven. Laten de doden hun doden begraven. Het kan misschien soms heel fragiel aanvoelen als je leeft tussen twee werelden, aan de rivierkant, op de brug die maar niet afkomt en telkens weer afbrokkelt. Maar dan zit je in ieder geval niet vast in de cirkels, en kan je nog zoveel kanten op. 41:13 zegt dus : 'Haar nachttaal kent niet, en zal nooit kennen,

Zij schiep dit mysterie eens in een wonder, De nacht dompelt altijd onder, Voelen kan het niet, maar het heeft haar eigen zintuigen, Die stadse kennis is niet voor haar' Is dat dan niet voor onze eigen beveiliging ? De vur stelt dat er alleen maar half gekend kan worden, anders zou het vernietigend zijn. Er is namelijk ook zoveel valse, overmatige kennis. We moeten niet opgeblazen worden in onze kennis, maar gaan tot het pad van kennis, de juiste kennis, en de rest mogen we vergeten. We noemen dit de logistieke kennis. De natuur van kennis is dat ze haar eigen grenzen heeft. De kennis zelf kent dus ook altijd maar half om deze reden. Hele kennis zou fataal zijn, en dan zou er geeneens leven mogelijk zijn. De vur bespreekt het geheim van de schepping en de eeuwigheid volgens deze natuurprincipes die dus standaard zijn. hoofdstuk 52. voor 'bijginners' : de toerusting van de bij Het kruis wordt in de Vur besproken als de hemelse belasting. Wat is dat precies, en waar is het voor nodig ? Je moet beide kanten van het verhaal kennen, ook al kom je daardoor in een soort culture shock. De hemelse belasting is ook een soort verzekering. Als mensen samen lijden kunnen ze daardoor ook elkaar helpen, als een soort extra zintuig. Daarom hebben we het kruis ook altijd een brug genoemd, een zintuig waarmee je de ander kunt verstaan. Toen de Israelieten uit de stad werden geleid in de exodus kwamen ze in de wildernis, en er was maar weinig te eten. Ze moesten namelijk op zoek gaan naar het hogere voedsel. Hierin begonnen velen te klagen, omdat ze terugwilden naar de vleespotten van de stad. Het zou niet goed zijn als een mens helemaal niet zou klagen, maar het gaat erom waarover je klaagt, en waarvoor je klaagt. Er is ook een vleselijk klagen die tot verderf leidt, een klagen wat terugwil naar het vlees. Maar als je helemaal nooit klaagt dan is dat ook niet goed, want aan het kruis moet de mens wel klagen, anders sterft het vlees niet af. Als het een zacht fluwelen kruis is waarmee de mens gewoon vrolijk door de stad altijd maar loopt alsof er niets aan de hand is is een teken dat er iets niet klopt, want dan sterft het vlees niet. Het kruis moet wel zijn werk doen. Altijd maar vrolijk zijn kan ook een teken zijn van vervroegde pensionering in het geestelijke. Daar red een mens het niet mee in de exodus. De mens moet rake klappen krijgen in het vlees, en zo tot sober leven komen, opdat de hogere geestelijke zintuigen geopend worden. Dit noemen we de hemelse belasting, zoals in de vur beschreven, maar wat is het precies ? Als we een grote gave hebben, dan moet daar ook belasting voor betaald worden. Waarom ? Als een beeld dat de gave ook verdiept moet worden. Een grotere boom moet diepere wortels hebben anders gaat het mis als er een storm komt. Grote gaven zijn dus vaak verbonden aan veel lijden. Als God een groot plan met je leven heeft, dan ga je door veel moeilijkheden heen om je te testen en te zuiveren voor het grote werk, als een beproeving, wat ook nodig is om de gave te doen rijpen en genoeg wortel te laten schieten. Dat is onlosmakelijk met elkaar verbonden. Daarom moeten we ook kennis hebben van de belasting om hier goed mee om te kunnen gaan. Boek 36 van de vur, de tijd, vergelijkt de belasting met een moeder, als een vormende baarmoeder. Ook spreekt deze belasting in ons hart, om ons te onderwijzen. Het lijden, de hemelse belasting, is dus een hogere geestelijke

en hemelse taal die ons onderwijst en die taal dient de mens te leren. Lijden is niet slechts lijden. Er is veel meer aan de hand. Het onderste moet uit de kan gehaald worden. Het is iets van de natuur, en het is zeker niet om je te kwellen, maar om je op het rechte pad te brengen en te houden, zodat er geen misvormingen komen. Het boek stelt dat profetie onlosmakelijk is verbonden met de hemelse belasting. De hemelse belasting is in die zin profetie. Het lijden is namelijk iets cryptisch, als een geheime boodschap. Wat zou er dan gebeuren als we voor onze tijd genezen zouden worden ? Het zou een ramp betekenen. Daarom is er altijd weer de oproep om het kruis te dragen, de doorn in het vlees te aanvaarden, oftewel belastingvaardig te zijn, belastinggewillig. Wij mogen geen geestelijke belasting ontduikers zijn. In boek 115 wordt de belasting vergeleken met regen. Het is om het roze te zuiveren, oftewel dat wat de diepe honing voortbrengt, de bijen. De bijen werken ijverig en nauwgezet, zeer zorgvuldig, en reinigen en zuiveren alles meervoudig, in hun eigen unieke rituelen, tradities en codes, anders zou het een ramp betekenen. Elke dag weer moeten ze hun bijenkorf beschermen tegen virussen en parasieten. Daarvoor is de belasting, die komt als een regen, en dit is een zware discipline. Maar lieve mensen, als wij geen zware discipline hebben, dan zullen zware demonen ons grijpen. Als wij geen strenge, zware discipline van boven in ons leven willen hebben, God's tuchtigende, beschermende hand, dan kunnen wij het leger niet in, en zullen we ten prooi vallen aan de vijand. Waarom leven we dan ? Het leven is een gevecht. Vechten voor het kunstwerk van de natuur. Vechten voor het museum, voor het onderwijs. 1. De regen van de belasting tikt hard, Om het wonder te doen ontwaken, De donder en bliksem van het loon 2. Zo wordt de regen wonderschoon, Het witte zoveel gezuiverd 3. De wolken vertellen een verhaal, Opdat de schat zich zal tonen, Als sluiers bewegen zij weg 4. Het gezuiverde roze om het rode, Zij spreken een andere taal 5. Door een wespenzee zwem ik, Ik zal de overkant nooit bereiken, Maar het is om tot de droom te komen, De diepere wereld Die nare belasting, heeft ervoor gezorgd dat onze dromen werden verscheurd, want we wilden dit en we wilden dat. We wilden groot worden in het vlees, maar God had een ander pad voor ons, een geestelijk pad, van diepte en bezonnenheid. We hoeven geen paardjes van de mensen te zijn. Wat is een mens te achten ? De mens is maar een zucht, en in boek 36 wordt de mens eigenlijk beschreven als die belasting. Het teistert ons telkens weer. En de herinnering is een belasting. De mens moet wel betalen, want anders is het niks waard, maar het boek stelt dat de belasting een hogere communicatie vorm is, en die mogen wij ontdekken. Het is niet letterlijk. Dwars door alles heen mogen wij met de hemel communiceren. Kennen wij deze morse taal al ? Het boek stelt ook dat het leven in de muren is. Kunnen wij honing halen uit onze restricties, de muren op ons pad ? Zij zijn een geheime gids. Boek 115 zegt :

1. De regen van de belasting tikt hard, Om het wonder te doen ontwaken Kennen we de taal van dit tikken ? Wat zegt het ? Er wordt iets in ons hart geprint hierdoor, door deze hemelse regen. Wat is het ? Wat heeft het lijden in ons leven gesproken ? Het is zeker niet voor niets geweest. Kunnen we er doorheen prikken ? Kunnen we de andere kant ervan zien ? 2. Zo wordt de regen wonderschoon, Het witte zoveel gezuiverd De regen komt met haar eigen orthodoxie, op haar eigen tijd, niet wanneer de mens het wil. Bah, wat een harde regen. Of : Wanneer gaat het nu regenen ? Of : Zachte regen is beter. De mens weet het altijd weer beter dan de natuur. Wij bepalen niets, waar het regent, en wanneer. Nee, het is de strategische logistiek van de natuur. Wij moeten hemelse belasting dienaren zijn, de dienaren van het kruis. Wij moeten deze boeken leren kennen, van hemelse belasting, hoe het werkt. Zo kunnen wij ook de opgeblazenheid van de mens ontmaskeren, van het vleselijke. De mens wil het anders dan God. Zo is het altijd weer. De mens gaat dwars tegen de plannen van God in, en toch heeft dat ook weer met de hemelse belasting te maken. Jezus was omringd met zulke mensen. Al zijn gaven werden gekruisigd. 'Kruisig hem, kruisig hem !' riepen ze in grote getale. Zij wilden het profetische niet. Gezang 9 uit het liedboek der kerken (1973) zegt : 'Het is de Heer die doodt, en die de donkre schoot van 't graf weer kan ontsluiten. Waar Hij het leven geeft, die zelve waarlijk leeft, daar is het niet te stuiten. De Here God regeert. Zijn goede trouw fundeert een rijk voor al de zijnen. Zij zijn gerust en stil. Maar wie het boze wil zal in de nacht verdwijnen.' (Mijn hart verheugt zich zeer, Lofzang van Hanna, naar 1 Samuel 2:1-10, Jan de Wit (1914-1980). Jezus kon niets doen vanuit zichzelf, leefde vanuit het kruis, vanuit het graf waarin zijn vlees was gestorven, waarin hij was gevormd, en hier wordt dit 'de donkre schoot' genoemd, de donkere baarmoeder van onze Moeder God dus, om het kind veilig en verborgen te houden, zoals Mozes in zijn mandje verborgen werd gehouden tussen het riet. De mens wilde het niet, en ook vandaag worden de profeten gedood. Het is een onderdeel, hoe dan ook, van de belasting. De prijs is hoog voor zulke gaven. Maar is het geen prachtige belofte, lieve mensen, dat de belasting als een hemelse regen is die zuivert en vruchtbaarheid geeft ? De mens zal het laatste woord niet hebben. God heeft het laatste woord. Zoals gezang 1 zegt : God heeft het laatste woord. Wat Hij van oudsher zeide, wordt aan het eind der tijden in heel zijn rijk gehoord. God staat aan het begin en Hij komt aan het einde. Zijn woord is van het zijnde oorsprong en doel en zin. Dat is onze rustbaken. Daar kan geen mens, geen vijand, geen macht of kracht tegenop. Het is iets van een hogere kennis. Blijf daarom studeren in het hemelse. Boek 115 van de vur zegt : 3. De wolken vertellen een verhaal, Opdat de schat zich zal tonen, Als sluiers bewegen zij weg

4. Het gezuiverde roze om het rode, Zij spreken een andere taal 5. Door een wespenzee zwem ik, Ik zal de overkant nooit bereiken, Maar het is om tot de droom te komen, De diepere wereld Daar is het om te doen. Boek 113 zegt : In Mij hebt gij het antwoord, Ik ben Degene Die u leidt, Ik ben Degene Die het loon uitkeert na de belasting De belasting is dus een heilig werk, en op hemelse tijd zal er loon komen. De belasting is dus een werk-opname. Zij die geen kruis hebben zijn al vervroegd met pensioen gegaan. Houdt je daarom vast aan het kruis, als een leidsraad ten leven. Leer de boodschap te verstaan. Leer omgang met haar te hebben. Het is de donkere moederschoot van de natuur. Boek 44 stelt dat de honing door de belasting wordt voortgebracht. Bijen hebben dus de belasting, het kruis, als hun zintuig en werktuig om de beginselen van de honing uit de bloem te onttrekken. Zij zijn daarom ook beelden van de hemelse belasting. Boek 101 noemt de belasting 'een cryptogram van synchroniteit en harmonie'. Als de bij de hei opgaat dan is hij dus toegerust en bewapend met het kruis, met de hemelse belasting. Zo onttrekt hij de sappen uit de wilde bloemen om die in de bijenkorf te kunnen bewerken en verwerken. Bijen hebben ook weer te maken met de bestuiving en de bevruchting, dus het wijder maken en vermenigvuldigen van de cirkels en de velden, en die hebben we immers nodig. hoofdstuk 53. bespreking van calvijn's commentaar op numeri 1-5 Calvijn merkt op bij Numeri 1 dat het volk verschillende malen geteld moest worden opdat de hierarchieën duidelijk zouden zijn. De Levieten werden afgezonderd als een OT beeld van de middelaren, wat in het NT christus zou zijn, stelt Calvijn. Wij hoeven het middelarenschap niet zozeer op een persoon of personen te schuiven, maar op principes. Door het hongeren, de leegte, komt men tot God, door het afleggen, offeren, van het vleselijke leven, metaforisch voorgesteld als offervee. Calvijn stelt dat de indelingen van groepen in Numeri 2 dienden om twisten te voorkomen. In numeri 4 bespreekt Calvijn de zonen van Kahath, die als wachters, bewakers, zijn aangesteld over het heilige der heilige. Zij zouden het gereedschap wat door de priesters was ingepakt dragen. Calvijn stelt dat er een gevaarlijke taak aan de zonen van Kahath was opgedragen. 'God dreigt immers met de ondergang als zij iets van het verbodene zouden aanraken.' Daarom moest alles bedekt worden. De Vuh zegt hierover in de bespreking van 4:2 : 'Neem het aantal op van de Kehatieten onder de Levieten, naar hun geslachten en families,

Dit is de geslachtslijn van Mozes en daarom belangrijk. De Egyptische kat, kt, wortel van Kehat betekent vreemde, buitenaardse, vijanden of tegenstanders, wat de buitenaardse (Orionse) natuur laat zien van de Mozes mythe. Kd, kt, betekent vormen, bouwen, natuur, het ontwikkelen van de natuur, het cirkelen, de slaap. De Kehat geslachtslijn droeg de Orionse slaap-drugs. De kt-wortel betekent ook vagina (vergelijk het Nederlanse schuttingwoord "kut".) Het betekent werk en constructie, en roep (kit, k't). Ktt, kt, betekent ook meisje. De Egyptische wortels van de Kehat geslachstlijn waaruit Mozes voortkwam waren dus vrouwelijk. Zij moesten de mens in een slaap brengen (kd, kdd, kt, slaap, en gth, kht, moe zijn.) De Kehatieten waren aangesteld over de ark, de tafel, het gerei, dieper in de tabernakel. De Egyptische khe-t wortel betekent leren, literatuur, boeken over de eeuwigheid, oftewel de voleindiging. Het is ook een woord voor rijkdom, bezittingen, dingen, het bestaan. Khet was de god(in) van de dingen die bestaan. De Khaitiu, kht, zijn de goden die de vijanden van Ra en Osiris slachten. Khau-t, khai-t, kht, is het altaar en de offertafel, waarover de Kehatieten waren aangesteld. Khata, kht, is de twee helften van de hemel. Ook is het tuingebied, wildernisgebied (khait), en een plaats van bescherming (khatha), wat ook weer terugkomt in de Mozes mythe. Khat-ta is de manifestatie, het schijnen met kronen. Khaut, de opstanding en verschijning van een god of koning, het oprijzen op de troon, de koninklijke sieraden, halskettingen, en kroon-onderdelen (khait). Khat, inscripties. Het leidt helemaal door tot de slinger, khait (van David). De Khet, kht, waren de treden van de oordeelstroon van Osiris. Khetaa was de grote troon waarop Osiris zat. De Kheti waren de inscripties op de muren. Kha-t, tabernakel. Qa-t-a, kht, was één van de twaalf godinnen die de poort van de aarde opende voor Ra. Qaut, kht, vijanden, bevuild volk. Quit, kht, medicijn, zaad. Qtt, kht, onderdeel van een strijdwagen. Ra veranderde in deze vorm op zijn tocht (qt, kht). Het komt er op neer in de Egyptologie dat het een schepper god is als het overgaan van de dimensies. Uit deze bron putte de Mozes mythe. Dit gebeurt door het draaien van de dimensies. Het komt van de wortel "draaien en slapen", als een kronkelende slang. Mozes wijst ook weer op de slang in de woestijn, opdat de mensen konden ontkomen aan het kwaad wat hen bedreigde. Mozes wees op de Egyptische wortels. Dit wordt ook wel de sluwe kunst genoemd in de Egyptische wortels, als een beeld van strategische kennis van de onderwereld. Kait werd de grote moeder van de goden genoemd, één van de vier elementale godinnen. K-t was een algemeen woord voor moeder en vrouwen, de vagina. Het was ook verbonden aan kahit, terreur en ontzag, als een vruchtbaarheids-principe. Het was een beeld van de baarmoeder van het bestaan. Zij reed op haar strijdwagen om er flink doorheen te hakken om het product klaar te krijgen. De baarmoeder maakte veel gebruik van slachtwapens hiervoor. Dit was het Egyptische beeld van de godin, van Kehat. Zij was de oerschepster van alle dingen. Zij stond aan haar ketel. Zij was een geweldenaar die op haar strijdwagen door de lucht reed, zoals Wodan later bij de Germanen. Alles was door haar onderverdeeld in kooien van restrictie, opdat haar schepping tot stand zou komen. K't is een vreemd volk, een buitenaards volk, waar de bijbel het ook over heeft dat er een vreemd volk zou komen. Het is een deel van de hemel (kht). Het zijn de beelden van Osiris, van de doden, oftewel de herbeleving ervan. 3van dertig jaar oud en daarboven tot vijftig jaar oud, ieder, die dienstplichtig is om werk te verrichten in de tent der samenkomst. Verrichten is bada in het Aramees, wat het maken van de wet betekent en regeren. In Yirmeyah 5 komen de bada-amazones uit Orion met een arrestatie-bevel in de Aramese grondtekst (vs. 16), de ptih.'

We kunnen stellen dat wanneer het vlees het heilige aanraakt, dan zal het vlees sterven. Dit is ook een beeld van de vagina, dat wanneer het vlees, de fallus, de vagina ingaat, dan moet het vlees sterven door zijn zaad te geven. Numeri 5:2 – Gebied de kinderen Israels dat zij uit het leger wegzenden. Calvijn merkt op dat God zich allerminst bezig houdt met het werk van een arts, omdat Hij juist wilde dat melaatsen uit de legerplaats geweerd werden. Calvijn stelt dat Hij door deze uitwendige inzetting en plechtigheid het volk geoefend heeft in de ijverig voor de reinheid, anders zouden ze indutten. Daarom genas God de melaatsen niet zomaar. Anders zou het volk gewoon blijven aanrotzooien en onrein met de legerplaats omgaan, omdat God het toch allemaal wel weer zou genezen. Het was om misbruik te voorkomen. De mens was altijd weer uit op misbruik, stelt Calvijn. hoofdstuk 54. huiskamer rechters 'Ja, zij heeft me dit niet gegeven, zij heeft me dat niet gegeven (of hij), heeft dit niet voor me gedaan, dat niet voor me gedaan,' enzovoorts. De mens klaagt eeuwig over wat hij allemaal niet krijgt en niet heeft gekregen. De mens heeft het daar vaak erg druk mee, en brengt zo een groot deel van zijn leven hiermee door, niet altijd geheel onterecht natuurlijk, want er is heel veel leed, en het is nooit allemaal goed te praten. Maar soms, of misschien wel heel erg vaak, verlangd de mens terug naar de vleespotten van overvloed van de stad. Mozes had hier ook mee te maken. Hij had het volk in de wildernis geleid, weg van de stadse onderdrukking en slavernij, en nu hadden ze niets meer, en leden ze honger. En ze gaven Mozes de schuld, terwijl Mozes er ook niets aan kon doen. Hij wilde de mens het geestelijke bijbrengen, en zo de mens tot het beloofde land leiden, en is dat niet het belangrijkste wat de mens nodig heeft ? Dan lijden we maar honger en hebben we een heleboel dingen niet, als we maar schatten in de hemel hebben. 'Ja, maar zij had best wel een beetje meer dit voor me kunnen doen, en dat voor me kunnen doen, en me best wel een beetje meer kunnen geven van dit of dat (of hij),' en soms is het waar, maar waar vraag je dan om, en waar is het je om te doen ? En weet je wie je beschuldigd ? Mozes had alles opgegeven om de mens uit de slavernij van de stad te kunnen leiden, en ze waren in een prachtige, geestelijke, diepzinnige wildernis gekomen, met groot potentieel, met geheime poorten en gangen tot het beloofde land, het paradijs, maar er waren nog veel vijanden van het vlees te verslaan. Namelijk vooroordeel, hebzucht, ongeestelijkheid enzovoorts. God wilde de mens leren dat ze in een valse realiteit terecht waren gekomen, wat we de matrix noemen, en de mens werd hier ingehouden door mind control, verkoperstruukjes, consumerisme, die de mens laat geloven dat de mens van alles nodig heeft, terwijl de mens het juist niet nodig heeft en het een heel groot gevaar voor de mens zou zijn. We noemen dit ook wel mk ultra. God wilde het volk leren dat hij juist met het volk communiceerde door honger. Honger is een hemelse taal, en wekt veel diepere krachten en verborgenheden op om de mens te leiden en eeuwig leven te geven, terwijl consumerisme de mens geestelijk laat afsterven. Ja, dit is een groot kruis. De profeten werden zwaar onderdrukt en vervolgd, en hadden een zwaar juk te dragen. Ze gingen kapot van de honger op vele manieren,

maar hadden een rijkdom in natuurlijke geestelijkheid, in hun omgang met de hogere kennis. En van wie vroeg je het ? Mozes had zijn eigen problemen, en kon niet zomaar toveren. Toch heeft Mozes ook veel wonderen gedaan, maar alleen op het juiste moment en in de juiste mate. Overmaat schaadt. De rijkdom van het afnemen, het minderen, dat is waar de vur over gaat, want het opent nieuwe natuurpoorten die de mens nodig heeft om te overleven. Soms hebben we recht van spreken. We hebben een strijd te voeren. Onrecht hoeft niet geaccepteerd te worden, maar doe onderzoek voordat je je mond opent tegen een Mozes of een Elia, want je mocht eens tegen God spreken. De mens beschuldigd God de hele tijd, terwijl God ook aan natuurwetten gebonden is, en nog steeds aan het kruis hangt. Ja, God heeft tranen om het lijden van zijn kinderen, en klaagt over het onrecht, en is nog steeds in grote strijd en worsteling. Maar dit zijn dus geen egoïstische tranen, geen vleselijke tranen. Wie wil er nu niet het beste voor zijn kinderen ? Toch weet God dat ook zij het pad van het kruis moeten gaan, en van de honger. Het is daarom heel dubbel. Wie beschuldig je ? En wat kun je er zelf aan doen ? Zijn wij er niet voor om voor elkaar te vechten ? Zijn wij er niet voor om detectives te zijn om uit te zoeken wat er daadwerkelijk aan de hand is ? Mozes zijn handen waren gebonden. Hij wilde het volk onderwijzen van de hogere dingen, maar het volk wilde vlees, want vlees is een hormonale drug die het kruis en de honger dooft. De mens wilde niet lijden en strijden voor God, voor het hemelse koninkrijk, voor het beloofde land. Neen. De mens wilde de gouden straten nu, en gouden grote auto's, om daar veel in te rijden. En we hebben gezien waar dat op uitloopt. Zal de mens er van leren ? God liet te lang op zich wachten. Mozes bleef te lang weg op de berg, dus maakte het volk een gouden kalf. Maar geduld is een weg die veel verder loopt, geduld is een veel hogere taal. Ik wens je toe dat je het geduld zal vinden, het kostbaarste bezit, en dat je haar leert kennen. Geduld is onze ware moeder. Onze moeder van de natuur, van de hemel. Oh, onbekende boodschappen wil zij geven, wonderschone wonderen die nog nooit iemand heeft gezien. Of sjeest de mens te hard op zijn gouden kalf (zijn heilige auto) ? Of is de mens teveel 'stoned' door zijn stukje vlees ? Als je aan de vleespotten gehecht blijft kom je niet verder. Dan plak je aan alles vast. Oh, groot geluk, het geduld, Oh zalige hemel van kennis, het geduld, Heerlijke moeder van de natuur, het geduld, Hemelse wijsheid van boven, boven dromen en denken, boven alles wat de mens gemaakt heeft, gewaand heeft … De mens leeft in wanen, en beschuldigd de Mozessen en Elia's van wanen, wat de projectie van het gouden kalf is. Door de koplampen van de auto, en de schijnwerpers van de stad wordt je er altijd slecht opgezet. Slinkse streken in de stad, ze geloven, geloven maar, maar willen niet weten, Ze oordelen, oordelen maar, maar willen niet leren kennen, Van een lange afstand, vanaf de luie stoel met de afstandbediening, spreken ze hun oordeel uit over wat ze nu weer niet op de tv voorgeschoteld hebben gekregen. Is het niet tragisch, lieve mensen ? Zappen, zappen en zappen, als huiskamerrechters van de ene naar de andere zaak, terwijl ze van toeten noch blazen weten, hun huiswerk niet hebben gedaan, hun zaken niet hebben leren kennen. Het geduld spreekt. De honger spreekt, maar zij willen niet luisteren. De natuur moeder wil spreken van hart tot hart, maar er zit zoveel tussenin. Daarom moest de honger wel komen. Als we dan weer in honger zijn, kunnen we dan afvragen : Wat wil God nu tegen ons zeggen ? Wat heb ik over het hoofd gezien ? Hoe volhard je in geduld ? Door de taal van geduld te leren. Hoe leer je die taal ? Door veel geduld, en geduld is dankbaar met de kleine dingen. Het gaat stapje voor stapje. Soms zit

er een lange tijd tussen. Het geduld stelt ons ook op de proef. Maar als je een stukje hebt ontvangen, een stukje onderwijs van het geduld, dan mag je ermee werken, dan mag je het zaaien op de akker, water geven, licht geven, verzorgen, opdat het vrucht zal dragen. Nee, dat gaat allemaal niet snel snel, en dat is ook de beproeving. Of ga je het opgeven om weer terug te keren tot je gouden kalf ? Tot je heilige stukje vlees of je heilige auto of wat dan ook ? De natuur roept. We hebben gezien waar het overmatige naartoe leidt. Tegenwoordig heeft bijna iedereen wel een gouden kalf in de schuur staan. Het is de normaalste zaak van de wereld. De natuur kan best wel een stootje verdragen, maar het moet niet overdreven worden. Dit is het tijdperk van het gouden kalf en van de huiskamer rechters. Ze hebben het verheven tot een beroep, en beroepsmatige zonde is wel de ernstigste zonde, want dan is het een automatisme geworden, geheel tegengesteld aan de hemelse automatismes, en dooft ook nog je ziel uit, je gevoel, je empathie, je intelligentie. Het is een verschrikkelijke zonde, en de mens is in verschrikkelijke slavernij en er zal dus een nieuwe exodus moeten komen : die van geduld. hoofdstuk 55. kruis en kroning Geduld heeft genoeg aan haarzelf. Je ziet ineens andere dingen, betere plannen. Er gaat dan een wereld voor je open, die anders muurdicht zou zijn gebleven, allemaal dankzij geduld. Het is als een lift naar een hoger level. Je blijft niet bij hoe het was. Geduld : betere wegen, een beter leven. Je wordt afgeleid, want de mens is gewoonlijks toch op de verkeerde dingen gericht. Geduld is dus winst, hernieuwde leiding. Geduld spreekt, wie luistert ? Geduld is de weg uit de matrix, de grote exodus. Je kunt toch niets vasthouden. Alles spoelt weg. Alles gaat voorbij, zowel kleine dingen als grote dingen. Waarom minderen ? Om tot verloren vergeten werelden te komen die je anders niet zou opmerken. We moeten dus tot de hongerkern gaan. Wij moeten de hongerkern ontvangen, erom vragen. Tot de hongerplaneet in de diepere kern van Orion gaan. Alleen zo zijn we veilig, want de rest veranderd in Billie Turf door al het overmatige. Het overmatige is de norm geworden, en we zien waar het naartoe heeft geleid, want de natuur pikt het niet. Kan de mens nu minderen, of gaat de mens weer z'n les niet leren ? Ben je al een roepende in de woestijn, of ben je een Billie of Bessie Turf ? Er is een verloren pad, een vergeten pad, van prachtige natuur. Het geeft alles wat we nodig hebben, maar de mens ziet het niet. Alleen in de kern van geduld zul je het zien. Laat het geduld je ogen zijn. Een heleboel dingen doen er dan niet meer toe, maar diepere dingen gaan er wel toe doen. De hongerkern is zeer krachtig, de geduldkern. Het is de kern van het eeuwig leven. Vergeet het niet. Maar velen willen het eeuwige leven niet. Ze racen gewoon langs als ééndagsvliegen. Het eeuwige leven is kennis,

maar voor sommigen is dat teveel. Toch hebben alle dingen een gebruiksaanwijzing, en dit is nu eenmaal zoals het is, dat als je ergens profijt van wil trekken, je eigen leven in dit geval, dan moet je je aan de gebruiksaanwijzing houden, en dan moet je beseffen dat er vele rovers om je heen staan om een produkt van je te maken, en vaak gaat het dan om een wegwerp produkt. Wat wil je zijn ? Het is tragisch te zien hoe mensen waarvan je houdt hun leven vergooien. Hoe mensen waarvan je houdt bedrogen worden. Je waarschuwt ze, maar ze luisteren niet. Dat is een grote beproeving. Steken we dan ook onze kop in het zand, net als hen, of gaan we door ? We moeten wel verder in de exodus, want de zee zal zich weer gaan sluiten. Soms moet het genoemd worden. Soms moeten andere dingen genoemd worden. Uiteindelijk hoort dit allemaal bij de poëzie, bij het verhaal. Alles bestaat, alle contrasten zijn er. Het leven is niet eenzijdig. Wel is dat heel zwaar dus, maar uiteindelijk is dit het kunstwerk van de kennis. Alles heeft z'n plaats. De hongerkern is creatief genoeg. Als mensen niet willen, nooit willen, dan is dat slechts een verhaal, en in het sprookje vindt alles zijn plaats en oplossing, oftewel wordt alles uiteindelijk wel gerecycled. Dat is het mooie van poëzie en sprookjes, en verhalen, dat alles bruikbaar is. Het leven heeft vele kanten. Kruis en bruikbaarheid. Kruis en kroning. Wij moeten ook komen tot die kroning, tot het meesterschap in bruikbaarheid. Wat ga je doen met al het ruwe materiaal ? Er is dus werk aan de winkel. Wees een schepper, wees een kunstenaar. Maak er iets moois van. hoofdstuk 56. de hongerkern – het geheim van het spinnendraad Wat is de hongerkern dan, oftewel de geduldkern ? Het zuigt je naar binnen als een orkaan, naar je eigen innerlijke wereld. Het is de exodus naar binnen, als een natuur verschijnsel, zeer geestelijk. Daarom worden geestelijken zoveel vervolgd, omdat de marktkoopmannen hen als een bedreiging zien voor hun markt. De marktkooplui willen niet dat de mens tot zichzelf komt, maar dat de mens een produkt in hun handen blijft, en een consumer. Allemaal met een valse, opgelegde identiteit, in de matrix door mk ultra mind control. Maar ze kunnen niet tegen de orkaan op van de hongerkern. De vur spreekt erover. boek (vurpsalm) 1. de orkaan 1. Deze bruggen zijn gemaakt van bruine bloemen, Bruggen tussen jou en mij, Waar leiden zij naartoe ? Wanneer ik naar jou kijk, vaag ik weg, Wanneer ik aan je denk, laat ik je wegglijden, Dit is hoe ik mijn boog grijp, Maar ik bereik het nooit Bruin is de kleur van de verborgenheid. Bruin brengt ons in aanraking met de onbereikbaarheid, niet om ons te plagen, maar om ons geduld te leren waarin een andere, diepere, innerlijke wereld zich kan manifesteren. Geduld is dus noodzakelijk, tot het bouwen van je innerlijke televisie, om de rovende marktkooplui om je heen af te weren, want ze willen je ziel flessen.

2. Ik kan niets bereiken, en ik denk dat dit nog maar het begin is, En dan bevind ik mijzelf in een bruin bloemenveld, Alleen in de bruine nacht, Een nacht in vele jaren, Kan ik zijn in de bruine bloemenvelden, Deze bruggen tussen jou en mij Wij komen niet zomaar tot het bruine, tot de verborgenheid, tot de baarmoeder. We moeten er voor vechten, we moeten er geduld voor leren om ons juist af te stemmen, richting te krijgen. Geduld is ons navigatie zintuig in het oerwoud. 3. De pijl raakte haar hard, Het was diep, we zagen haar vallen, De pijl bracht haar over de bruggen, Tot de donkere nacht, Tot bruine bloemenvelden Het kruis, de pijl, brengt ons geduld. Door het kruis, de hemelse belasting, komen we uiteindelijk tot het verborgene, tot de nieuwe wereld. Het paradijs ligt van binnen. Het kruis, de pijl, is de sleutel. Dit is het honger principe wat daardoor wordt opgewekt, de hongerkern, oftewel de orkaan. 14. Wilde rozen groeien rondom het paradijs, Niemand kan binnenkomen 15. Alleen de orkaan kan haar weg er doorheen vinden, Klaar om steden in te nemen, Zij breekt het glas, En dan is alles brandende, Zij is de slager van de herinnering 16. Ik herinner het schip, Het schip waarmee ze mij oppikte, Zij is een lied in mijn hoofd Dit principe staat beschreven in de psalmen. De hongerkern, de orkaan, is een herscheppende kracht. Het is van de natuur, de hogere natuur. De lagere natuur, het ego, de stad, strijdt hiertegen. Maar juist onder deze druk kan de hongerkern zich ontwikkelen. Het is de kernenergie van de natuur. Niemand kan het tegenhouden. Niemand kan het stoppen. Het komt. 19. Ik ben je slot en sleutel, Ik ben je hart, Ik ben je sieraad, jouw verscheurende, Ik ben je pijn en vreugde, Je nachtmerrie en je paradijs droom Deze kern is bitterzoet. Het is het halve. Alleen het halve kan ons door het gevaarlijke oerwoud brengen. We zitten soms vast, ja, worden doorboort soms, ja, maar dan kunnen we ook die andere wereld zien, de andere helft, de verborgen helft, zo lang van ons afgehouden, als de hemelen die zich openen. Wees daarom blij met het halve en weet dat het absolute noodzaak is, want zonder het halve zou je nooit de andere helft zien, nooit. 21. De geschiedenis steekt,

Ik kan niet over deze berg komen, Maar in mijn dromen kan ik het Wat doet de pijl, wat doet het kruis, wat doet de doorborende speer ? Het doet ons dromen, het geeft ons dromen. Zonder het kruis kunnen we daarom niet. 22. Maar deze herinneringen gaan niet weg, Je hebt me te diep gestoken, Op hoge paarden rijdt je, Oh, wanneer ik je geheimen ken Sommige dingen zijn te hoog voor ons, te groot, te overweldigend, en het gaat maar niet weg, kan maar niet uitgewist worden. De pijl gaat er maar niet uit, of de angel. Onderga deze hieroglieph (want dat is het) als een zinnebeeld van de eeuwigheid. Het laat je 'voelen'. Het opent je zintuigen. Wees blij dat je kunt ervaren. Verhalen kunt ervaren. Ja, je bent gestoken, maar het is slechts het begin. Hier begint het mee, met pijn. Met een schreeuw, met gejank, en dan pas kun je rangschikken, en dat is een langdurig proces. Het is de hongerkern, en alleen deze orkaan kan tot het paradijs gaan. Je moet zelf de hongerkern worden, de orkaan. Geef je daarom niet als een hoer aan de mensen, anders groei je vast, maar wees nomadisch, en bouw bruggen, als een honingbij van bloem tot bloem. Zij die ook honingbijen zijn geworden zullen je vanzelf volgen, of niet. Gaat het er dan om om gevolgd te worden, of geliked ? Neen. Het gaat erom jezelf te vinden en de eeuwige realiteiten en dan zal alles op zijn plaats vallen. Afstand is illusie. Het gaat niet om ver of dichtbij. Het gaat om het hart, om de hongerkern, de orkaan, die alles goedmaakt. Het is al goed. 23. Laat me de plaats zien waar je je tabernakel hebt, Ik hoor de liederen in de verte, De wind brengt me daar 24. Laat me je geheim zien, Laat me je schepen zien, Ik weet dat je hier ergens leeft, Alles zal wegvagen De wind brengt je overal, als je zelf de wind wordt. Je kan niet slechts een kanaal zijn, of een 'lifter'. Je moet het zelf worden. 26. Oh, neem me weg tot het land achter de zee, Een speer door zijn hoofd, Om dieper te komen tot dit land achter de zee Nieuw land, zo diep binnenin. Je hebt niets meer van node. Je bent het nu zelf. En telkens weer moet je het 'niets' worden, want zoveel gevaren staan op de loer, van overmaat, van overwording, overzijn. Blijf minderen, blijf verdiepen. Herinner de speer door je hoofd. Je moet tot de hongerkern gaan, en de hongerkern worden, en daarin is alles te vinden. Het halve, en dat is alles wat je nodig hebt. Het hele zou je vernietigen. Daarom waarschuwt boek 2 tegen het 'teveel nemen van iets.' Er zijn rovers van het vele op de mens afgezonden. Blijf in de hongerken, de orkaan. De hongerkern, de orkaan, zal je leiden. Het zal je de juiste richting aangeven. Het vele zou je slechts misleiden. 'Ja, maar ik wil dit en ik wil dat.' Ja, maar ken je het ook ? Besef je wat voor vijanden er op je afgestuurd zijn, en hoe ze zich hebben gecamoufleerd ? Het gaat niet om het willen, maar om het kennen. Wil bedriegt, kennis onderwijst. Wil maskert, kennis ontmaskerd.

Het is een heen en weer getrek. We worden telkens weer teruggezogen, opdat de orkaan zich kan verdiepen in ons leven. De hongerkern moet een tegenkracht hebben anders valt het als een baksteen naar beneden, dan gaat het te snel en vallen we te pletter. Daarom is de tegenkracht als een rem, als een beproever, en uiteindelijk geeft dit de richting aan, en hoort alles bij het navigatie systeem, zolang je het vanuit de hongerkern blijft ervaren en niet teruggaat naar de vleespotten om het vanuit het vlees te ervaren. Hierover zegt de vur in boek 128, de draaikolk : 2. De draaikolk zuigt mij terug naar de stad, Waar ik een raadsel moet oplossen, Ik kom terug tot de tuinen 3. Draaikolken in de bloemen en struiken, In het bos zuigen ze mij terug Heen en weer gaat het, als een worsteling, van de wildernis tot de stad, en weer terug. Zo moeten we onze weg zien te vinden. Er is zoveel in de stad wat van ons is, gestolen spul. Onthoud het : je bent een honingbij, en ook de stad wordt in de vur beschreven als één van de bloemen. Boek 2 zegt : In hele lage doseringen dient het als een medicijn. Het is dan goed gif. Wij moeten in ieder geval voldoende tegengif hebben om hier tegen bestand te zijn. Boek 9 : Alles zal terugkeren tot de natuur. Alles kwam namelijk voort vanuit de natuur. Een gif heeft de stad gevormd, maar dit gif zal spoedig het medicijn tonen, waarin wij vrij kunnen komen van de stad. Als eerste zal er een simulator stad gebouwd worden. Neem er kleine beetjes van, zodat het medicinaal blijft. Boek 87 : Ik kan de stad nooit bereiken, Ik kom nooit aan in de stad, De stad is een bloem De stad ligt op een hoge, onbereikbare berg, Er valt hier niets te graaien, Daar glijdt ik weg, Dieper in het koele water De stad was gehuld in een mysterie, De stad was een bloem Boek 21 : Gele bloemen groeien langs de kant van de stad, als een stadsmuur. Iedereen die daar gaat wordt verward. Zij vallen in slaap en dromen vreemde dromen. Geen leger komt door de gele bloemenhaag. Allen zullen zij slapen. Nu maak ik mijn tochten in een boot, over de rivieren waarin langs de kanten de gele bloemen groeien. Zij houden mij dromerig, zij houden mij in slaap, in diepe slaap. Zij geven mij sap te drinken De gele bloemen vertellen verhalen, verhalen wonderschoon. En zij leiden tot een wonderlijke tuin, een lusthof. In de straten ontwaak ik, Meisjes met witte bloemen in hun haar, Dan neemt zij mij mee naar het tuinfeest, En ik blijf zeggen : 'Ik ben er nooit geweest.'

We zien hier heel duidelijk het spel van de helften. Dag en nacht weten maar heel weinig van elkaar. Ze leiden totaal verschillende levens, maar er zijn kruispunten. We kunnen vaak onze dromen niet herinneren. Ze zijn zo vaag, zo ver weg. Er is zo'n grote kloof tussen. De helften mogen maar weinig contact. Eigenlijk is er maar een hele dunne draad tussen hen, want anders zouden ze elkaar vernietigen. Het zijn als twee roofdieren, als twee levensgevaarlijke kern energieën van de natuur, die grote werelden in het verderf zouden kunnen sleuren. De vur zegt hierover in boek 66, het roofdier : De nieuwe golf van subtiele energie, Zij overspoelen de tuinen, Zij brengen het rode zicht, Het bloed in de nacht Zij komt vanuit de diepte, Zij spreekt het helende woord, Van de honing komt Zij Wij hebben het morgenrood bereikt, Het spreekt nu tot ons, Als het rode zicht Zij kijkt niet om, Zij draagt geen schuld, Maar zij die Haar niet volgen komen om door Haar gebrul Wanneer zij brult knappen hun oren, Dan breken de ramen, Een grote uittocht uit de stad Zij leidt hem tot het rode zicht, Het rode pad uit de stad, Tot bossen zal zij hem trekken, Tot de wildernis zal zijn eer uitstrekken En kroont zijn hoofd met kennis, Vurig zal zij hem aansporen tot goede werken Deze stoffen zijn te intens om zomaar door elkaar heen te klutsen. Dat kan scheikundig gezien helemaal niet. Daarom is er de subtiele energie, de dunne draad over het ravijn. Wat weet de mens van electrische wetten van de hemel ? De mens moet weer een ontmoeting hebben met de hemelse electricien, en weer een hemelse electricien worden. Boek 3 van de drager van de vur zegt : De struiken omsingelen de stad en vallen het binnen, Zij doorsteken de ramen, en doorsteken dan de poppen, Zij zijn allen planten Kennelijk kennen de planten de energie wetten beter dan de mens. Zij gaan veel voorzichtiger en zorgvuldiger met het leven om dan de mens. Hun communicatie systemen zijn ingewikkeld, subtiel, verborgen. Zij doen alles met omwegen, omdat zo de natuurlijke trajecten tot hun recht komen. Zij kennen deze processen. De stad is overmoed, tegennatuurlijk. Boek 3 : Door de ondergrondse tunnels van de stad kon hij uiteindelijk uit de stad ontsnappen. Hij rende de rode hei op. Dit betekent dat er alleen een weg uit de stad is tot de wildernis, als we de stad verdiepen. De vur noemt de wereld onder de stad 'het mijnwoud'. 'En zij leven in de bossen van het mijnwoud, de

wereld onder de stad. Zij zijn de moeilijk opvoedbaren. (…) Zij wonen in de versjes van gerijmde boekverzamelingen. Zij hebben hun dierbaren gevonden in berijmde gezangen en de oude schoolboeken, waar zij de bewakers van zijn. Zij zijn de bewakers van de oude dialecten. Zij zoeken naar de oude sagen en fabels van het mijn. Hier in het mijnwoud, waar het holle heerst, Hier in het mijnwoud, waar de bomen hol zijn, waar de vorst raast, maar een magisch vuur brand van binnen, en een magische lekkernij vult de magen, Hier in het mijnwoud (…) Hij heeft altijd honger, maar het voedsel bereikt nooit zijn mond. Zijn woorden komen ook nooit aan. Hij spreekt wel, maar niemand heeft het ooit kunnen horen. Hij heeft nog nooit iemand aangeraakt, en niemand heeft hem ooit kunnen aanraken. Hij is nog nooit pijngedaan, en kan een ander ook nooit pijnigen. Jij bent altijd op weg. Nu ga je dan weer naar de oude filmzaak, maar je komt nooit aan. Ik kan niks voor je doen. Ik smelt altijd weg. Zelfs als jij in de spiegel kijkt, zie je niks, alleen andere dingen. Nu staan dan drie voor jouw storm. Waar zal het hen naartoe nemen ? Zij hebben honger. Jij wil hen naar het holle nemen. Zij hebben de stem van de storm nog nooit gehoord, en nog nooit beluisterd. Het regent, siroop om te verzachten, maar om de honger te brengen. Zij zijn op weg naar het holle, zulke diepe putten, de teilen van ivoor. Ik bevond mijzelf op de rug van het Grote Misverstand, een vis in de hemelen. Die kusten zijn te ver om te bereiken. Hier vechten de oude dialecten. Hier strijden de woorden, de uitgangen en de talen om de voorrang en de eer. Oh, hoe gij het klei der aarde veracht hebt, en hem tot een vloek hebt gebrouwen. Maar nu zult gij zelf tot een vloekwoord worden. Gij zult uzelf tot eeuwige schrik zijn. Dan zult gij de aanhef niet vergeten. De oude dialecten, de oude doolhoven en dwaalhoven zullen de oude oorlogen ten ruste brengen.' Je hebt een slapende 'jij' en een wakende 'jij'. Ze weten niet veel van elkaar af, en dat is maar goed ook. Zo kunnen ze elkaar helpen, niet als ze aan elkaar geplakt zouden zijn als een siamese tweeling. De slapende 'jij' leeft in een heel andere droomwereld dan de wakende 'jij'. Voor de slapende 'jij' slaapt de wakende 'jij'. Er is maar een hele dunne draad die hen verbindt. Daarom zegt de vur in boek 89 : 'Het grote altijd is een dunne draad hangende over de rivier, Zij die zoeken zullen niet vinden.' Dit is het geheim van het eeuwig leven, van het grote altijd. De dunne draad tussen alles in. Gedenkt de spin, het spinnedraad. Zo bouwt de spin zijn wereld, een heel slim beestje. Als de draad dikker zou zijn zou het niet werken. Dan staat er : 'Het grote nooit zit op de troon, Regerende met ijzeren stok.' Het vaste, het zekere, het directe, is heel aantrekkelijk voor het vlees. Het vlees wil alles bereiken door grof en lomp geweld, door vaste bruggen, door snelwegen, asfaltering van de

natuur enzovoorts. Hup, grote truck neerzetten, en pompen maar. Dat is het vlees. En zo zul je dus nooit iets bereiken. IJzerdraad werkt. Het is veel te dik. Je kunt de mens niet beheersen met een ijzeren stok. Spinnendraad is veel sterker. Daarom is degene die op de troon zit met al zijn ijzer het grote nooit. Want zo werken dingen immers niet. Het is een karikatuur. Hij zal door zijn vleselijke geweld en zijn vleselijke directheid langs het doel heenschieten, uit de bocht vliegen. Nee, het grote altijd is een dunne draad hangende over de rivier, zegt de vur, oftewel het spinnendraad. Daarom noemt de vur in boek 2 ook het belang van het spinnengif, als een spinnenmedicijn : 19. In hele lage doseringen dient het als een medicijn. Het is dan goed gif. Wij moeten in ieder geval voldoende tegengif hebben om hier tegen bestand te zijn. 20. Wij kweken daarvoor bepaalde spinnen, die wij dan melken voor hun gif. Maar ook dit gif mag niet genomen worden in te hoge doseringen, omdat dat verlammingen kan brengen. 21. Voorzichtigheid is de moeder van de waarheid. Blijf dus zelfs ook weer voorzichtig met het spinnenmedicijn, met het spinnendraad. Blijf voorzichtig met de honger, zodat je geen extremist wordt. Ook de honger zelf moet getoetst worden, want er is ook weer valse honger. Er is dus ook vals geduld. Dan kun je denken aan bijvoorbeeld onverschilligheid. Leer dus werken met het spinnendraad, maar leer ook te doseren. Blijf het toetsen. Er zijn ook valse spinnen. In ieder geval gaat boek 2 over door het minderen het allesverwoestende, allesverslindende varken van het vleselijke te overwinnen. Het natuurvolk diende zo een medicinaal gif toe van de spin aan de kinderen. Het was een zinnebeeldige droom. De kinderen moesten het geheim van het spinnendraad kennen. hoofdstuk 57. het geheimenis van de sneeuw De hongerkern of geduldkern, de kern van het minderen, trekt ons als een storm naar binnen, naar onze eigen innerlijke wereld, als een onthechting. Alles buiten ons bevriest. We kunnen denken aan het verhaal van de tovenaar van Oz waarin het meisje met een storm wordt meegenomen tot een hele andere wereld, de wereld in haarzelf die vergeten was, verloren was geraakt. Door de storm komen we tot de hemelse belasting, stelt de vur, om de prijs te betalen, wat in principe gewoon een soort hemelse verzekering is. Er wordt een communicatie tot stand gebracht, die de mens mag verdiepen. Belasting betalen is dus ook dingen inhuren en met dingen communiceren. Het is een communicatie systeem tussen jou en de hemel. Zie boek 36. De boodschap van de stormbloem is de naaktheid, stelt boek 119. De naaktheid is het beeld van alles loslaten, zodat alles ontmaskert wordt, en er openbaring is. Er zijn verschillende wapens in de vur, natuurverschijnselen, om het proces van de geduldkern te beschrijven. Het heeft een scheppende almacht. Zo wordt het ook beschreven als de nacht van ijs, als het donkere ijs. Hier moet de mens dus doorheen. Anders zou de mens tot kool verbranden. De naaktheid in de natuur is geen daadwerkelijke naaktheid, want de mens wordt ook bedekt met modder, oftewel met de moeder aarde, om de mens verborgen en gecamoufleerd te houden. Daar gaat boek 12 over, de naaktheid. Het is een zwakke plek om over de mens te regeren. Het zijn

verhalen, en we weten allemaal, ook vanuit de bijbel, dat hemelse zwakheid sterker is dan de sterkheid van de mensen. Dat is met veel dingen zo. De mens heeft een rechttoe rechtaan taal gemaakt, maar alles gaat met omwegen. Het is daarom beter dat deze tegenstelling er is, dat het bestaat, anders zouden we nog nergens komen. In de hemel worden dingen niet zomaar van ijzer gebouwd of met steen en cement. Nee, dingen worden met elkaar verbonden door spinnendraad, zo dun, maar zo sterk. Dingen weten niets van elkaar, als een grote slaap, maar dan is er die hele dunne dromendraad tussen hen, en dat is genoeg. Zo kunnen er ook geen ongelukken gebeuren. Het mag niet te dicht bij elkaar op de lip zitten. De hele dunne draad is genoeg, en sterker en wijzer dan het ijzer der mensen. Zo wordt er in de hemel gebouwd, zo worden ravijnen overbrugd. Boek 113 zegt : Nachtplanten, zij nemen het hart in, Niets duisters kan hen tegenhouden, Zij komen vanuit de nacht tot de ochtendrivier, Het water stroomt sneller, Zij maken hen los die verstrikt zijn in het zeewier Ik schiep u in een wonder, Opent uw ogen De nachtplanten hebben het nooit verstaan, En het zeewier heeft het nooit geweten, Zij gaan alleen in cirkels, Maar zij komen nooit aan Zij draaien om alles heen, En komen steeds dichterbij, Maar zij zullen het nooit aanraken, Het is alleen om te bekijken Oh nachtplant, wonder van het bestaan, Het zeewier zal altijd ontkennen, Oh nachtplant, het ijzer van het hart komt u altijd binnen, Maar u raakt nooit aan, Nog steeds bent u het wonder van het bestaan Oh nachtplant, zee van de eenzamen, Groeiende zo diep, Nooit zult u het geheim aanraken, Maar voor altijd dichterbij komen, Het omcirkelen van het wonder U greep diep, en alles wat u nam was het zachte, Oh, honing in een holle boom, In de nacht schiep u deze grote droom, Uitgezonden om harten te verzoeten en te genezen De nachtplanten hebben het nooit verstaan, Het zeewier heeft het nooit geweten, Zij gaan alleen in cirkels, Maar zij komen nooit aan Zij leven alleen in hun eigen verhalen De planten zijn heel voorzichtig, veel voorzichtiger dan mensen. Ze bouwen met hele fijngevoelige draden, en de wind brengt hun boodschappen over. Ze roepen het niet van de daken, doen geen huis-aan-huis. Ze hebben maar heel weinig kennis, en toch is het meer dan de grootste kennis der mensen. Dat komt dus omdat ze voorzichtig zijn en niet met vooroordelen bouwen. De werelden van de mensen zouden instorten als ze eens zouden stoppen te bouwen met al hun vooroordelen. Dan zou er ineens heel weinig overblijven, maar genoeg om de nachten van ijs mee door te komen. Het grootste deel van 's mensen kennis is het vooroordeel. Maar de planten zingen alleen hun eigen

lied. Ze komen op televisie om hun liederen te zingen, en er valt geen speld tussen te krijgen. Dit is het. En dan zijn ze weer weg. Het zijn kunstenaren. Ze leven langs alles heen, en dat is maar goed ook. Ze hebben hun eigen wereld, hun eigen regels. Ze hebben niks te maken met de regels van mensen. De mensen drijven elkaar totaal gek met hun gedoe. Maar dan mag je vluchten tot de vur, tot de natuur, die veel hoger is dan de mensen. Wat is een mens ? Een zucht. Het is een groot kruis, die mens. Ik kan me geen belachelijkere vertoning indenken dan de mens. Ik ben liever bij de dieren en bij de planten. Ik ben liever bij de verhalen, en dan is er nog weleens een hemels wonder dat het kruist met de mensenwereld, maar zijn wij mensen ? De mens is slechts een beeld ergens van, een metafoor. Het zit allemaal veel dieper. De belachelijke mens die maar niet wil leren. Grote schrokken, grote brokken, Billie en Bessie Turf, altijd maar meer, en het stopt nooit. Als je denkt dat ze veranderd zijn zit er altijd wel weer een addertje ergens onder het gras. Pas maar op. Bouw als een spin, zorgvuldig je webben. Wees gevoelig als de prinses op de erwt. Dan pas ben je een echte prinses of prins. Wat heeft de mens zichzelf toch bedrogen. Je komt er niet doorheen met de mensen. Tegen leugens kun je niet op. Er moet veel meer gebeuren. De mens moet het ergens anders vandaan halen. Je kijkt naar de mens en ziet dat het een karikatuur ergens van is. Diep, diep in de nacht, daar verdraaid alles zich. Daar is het kruis, en dan draait alles om je heen. Zoveel gezichten die willen eten, veel eten, veel liegen. Het is een karikatuur ergens van. In de hongerkern begint alles te draaien. En je draait zelf ook. Je wordt in een storm opgenomen. Zij luisteren niet naar het geestelijke. Jij luistert niet naar het vleselijke. Zij willen meer, jij wil minder. Hoe meer zij willen, hoe minder jij wil. Het is een soort rem. En remmen hebben we nodig, anders vliegen we uit de bocht. Denk je eens in als we geen remmen zouden hebben. 'Wat een spelbreker,' zeggen we dan als een mens ons een oor heeft aangenaaid, ons heeft bedrogen of misschien zelfs gekruisigd. Soms hebben we dan het gevoel dat we helemaal terug naar start moeten, of dat we niet eens meer leven door die persoon. Maar je weet dan diep van binnen, dat het een rem is, en een wisselspoor, want je wordt zo wel op het rechte en diepere pad geduwd, een beter plan. Het is natuurlijk niet goed te praten, en we mogen er niet te gemakkelijk over denken, vooral ook niet als een ander het overkomt, want mensen zijn daar ook nogal goed in. Mensen nemen elkaar vaak niet serieus, zijn egocentrisch, onverschillig, zodra het om andermans leed gaat, en dan meten ze ineens met een hele andere maat. Maar alle dingen zullen medewerken ten goede. Soms zie je het niet, en overzie je het niet, maar het is wel zo. Dunne draden tussen de dingen, heel dun. Soms denk je dat niemand je verstaat, terwijl je al zo lang roept. Er is maar een hele dunne draad en vaak zien we die niet. Er wordt op ons gelet. We zijn ergens aan verbonden. Met een dunne draad. Dikker zou fataal zijn. Het verdunt, het hongert, opdat de andere werelden doorkomen. En mensen zijn ook zo laf. Ja, het is lafheid om altijd maar met mensen om te gaan, alhoewel er kruispunten mogen zijn. In een spinnenweb zijn ook kruispunten, maar niks is overmatig. Je balanceert op een dun draad. Durf voor jezelf op te komen, en durf het goede te spreken. Laat de mensen om je heen weten dat je niet besmet wil raken. We zijn allemaal zo bang voor besmettelijke lichamelijke ziektes, maar wat over de besmettelijke geestelijke ziektes, de zonden ? Dat kan ook een grote ramp betekenen als we overal zomaar inspringen. 'Kijk daar staat weer een karretje. Hup naar binnen. Lang leve de lol.' Maar vraag je eerst maar eens af van wie het karretje is en waar het naartoe gaat. Onderzoek eerst maar eens waar het karretje vandaan komt. Als je iets moois hebt gevonden, met wie wil je het delen ? Waarom paarlen voor de zwijnen werpen, waarom je schuilplaats verraden ? Als je een nieuwe wereld hebt gevonden na het vele bruggen bouwen, waarom dan teruggaan ? Heb je niet genoeg sporen achtergelaten ? Moet het dan niet gewoon een keer afgelopen zijn ? Laat het een draadje zo dun zijn als spinnendraad wat je hebt achtergelaten, wat jou nog met de oude wereld verbindt.

Boek 1 zegt : Paarden van vuur in de lucht, De geur van kermis overal, Zij zijn gekomen met zoveel soldaten, Rijs op in de lucht, zeg al uw moeders vaarwel Hij kan niet komen waar je bent, Vriend, ik zou niet tot je liegen, Ik weet dat je ook met dit trauma vecht, Het is een oorlogs-trauma, Ik was daar, en ik zag je Waar zou ik zijn zonder een goede broek ? De viooltjes maakten het voor ons, Zij lieten de honing er doorheen glijden, Zij brachten ons door bos en woestijn, Volg hen naar de rivieren en de watervallen, Ze zullen hier maar één keer zijn Het schip was belast met deze tragedie, Toen het donkerder werd stierf de kapitein, In de dieptes van de nacht, Het veranderde hun zicht op de wereld en de woeste zee, Het veranderde de manier waarop zij de tragedie behandelden Ja, het witte lijden heeft tot mij gesproken, het is onsterfelijk tot mij, En je weet niet wie de waarheid spreekt en wie niet, Deze herinneringen, vliegende voor zijn gezicht Niemand kan deze vrouw begrijpen, Niemand kan haar voetstappen volgen, Ze vagen gemakkelijk weg in de nacht, Ze vagen gemakkelijk weg in het zand En boek 105 zegt : Ik was maar een droom, Nu sijpel ik weg, Zij die mij volgen zullen alleen wat appels vinden, En wat verhalen, Om de dag door te komen Ook het eeuwig evangelie spreekt over deze waarheden : Joringel 7 7. sterkte als een zilverkruis, als dunne draden in mijn ziel. 8. Geen reus kon mij pakken, 'k blijf steeds hopen op u. 9. Dunne draden in mijn ziel, zilv'ren wachters in de verte staan, dunne draden, geen kracht om te vechten, duist're liederen voeren hier de boventoon, op het schip van spinnenwebben, door 't woud van diepe rivieren. 11. U neemt mij mee, tot duist're waat'ren, steeds weer gelden andere wetten. Is dit dan wat ik verdien, al die duisternis, het klagen maakt mijn oog zo moe. Ik heb geen kracht, ik ken alleen uw kruis, alleen uw wonden. 12. Heer, geef mij niet over. Wees dichtbij me. Wees mijn kracht en mijn schild, mijn pantser. Spinnenwebben hebben mij omgeven. Heer, kom thuis in dit tweede huis. Laat mij slapen, sluit

mijn ogen voor eeuwig, ik kan het niet meer geloven, ik kan het niet meer dragen, sluit mijn ziel. Uw maaksel is in diepe paniek, waar handen haar breken, ze kan het niet meer, ze glijdt weg, de nacht is haar tot omhulsel. 13. Laat uw kind niet verloren gaan. Geef haar nu nieuwe dromen, en maak haar tot een hertenkind door de morgen bemint. In zilvergrijze nachten, ze zwemt door duist're grachten, ontdaan van haar krachten, zinkt zij naar ongekende dieptes. 14. Vissen des hemels nemen haar mee, tot het droge achter een grote zee. Aanschouw uw redder, vergeet het niet, in 't spinnenweb vond zij een weg in haar verdriet. Spin des levens, de dood achtergelaten, rozen van genade na een bitt're nacht. Hier worden de spinnedraden van de honger ook het zilveren kruis genoemd. Hermitaten 34 1. Het zicht is als een spiegel. De witte spin heeft gestoken, om beminden tot de mystiek des Heeren te brengen. Als witte sneeuw kende de Heere u, hen die Zijn paarlen dragen. Het schuim van rozen droegen zij als het schuim der rozenwijn. 2. Kostelijke ambachten des Geestes, als platen in zijn boek, hebben de webben reeds geweven, het spiegelende zicht. 3. Hij die de harten schiep, heeft u zijn doornenkroon gegeven, als spiegelend zicht in uw hoofden geweven. Zij droegen de helm, die mannen van zilver. Nu draagt gij 't ook, nu jaagt dan de dood geen angst meer aan, het spiegelt alleen die kostbaarheden van de Heere diep binnenin. 4. Het raakt je niet meer aan. Gij hebt immers het ijs als uw meester, na lange dagen van sneeuw. 5. Het spiegelend zicht, door je hart bemint. Je hebt niets meer te vrezen. Alles is er al, het moet alleen nog ontdekt worden. 6. Is er een wereld buiten mijzelf ? Ik ben toch altijd binnen. 7. Ik kom niet buiten, het is alleen de weerspiegeling. De echo van mijn hart te volgen, buigt en splitst in de wind. Ik kan alleen maar komen tot Hem die mij bemint. 8. Ik ben dan in ketenen, ik ga dan gebukt door het leven. Ik rouw er niet meer om, 't is maar voor even, een weerspiegeling binnenin. Als ik het heb gevonden is het afgelopen. 9. De wond blijft klagen, totdat het is verbonden. 35. Niet Rouwen 1. Ik heb iemand gestoken als een spin. Het was nog wel iemand die ik beminde. Zo rijk, paarlen aan de polsen, zo arm, voeten bloedend in de sneeuw. 2. Ik heb iemand gestoken als een spin. Ik spoot mijn gif zo diep, ik weet niet of het ooit nog naar boven zal komen. 3. Het was nog wel iemand die ik zo beminde. Ik werd beschuldigd van haat. Ik heb niet lang meer te leven. 4. Treur niet om mij, ik ben er geweest. In 't graf van Christus ben ik aangekomen. Waar slangen des hemels rouwen in de kou. Het vuur van haat werd Hem dan aangerekend. 5. Maar Hij opende alleen maar deuren, heeft de kindekens uitgeleid. 6. Hij stak hen als een spin, allen die de deur blokkeerden. Netjes had Hij om doorgang gevraagd. 7. In 't graf van Christus ben ik aangekomen. 't Is hier doodgaan voor een sleutel, gekruisigd worden om een kinderhand te bereiken. 8. Zachtjes leid ik hen tot veiligere paden. Maar 't verleden roept nog steeds : Kruisigt hem. 9. 't Is hier sterven na de dood, als een vuur van gif en liefde. Rouw niet om mij, als de naald van de

koning mijn hart bereikt heeft, ben ik voor eeuwig vrij. 10. Rouw niet om mij. Rouw liever om uzelf, gij gebondenen. Ik zet de kindekens vrij. 11. Het schuim der wijnen drink ik, in 't schuim der rozen zwem ik, waarom zoudt gij dan rouwen ? 'K heb het graf van Christus gezien, ik heb iemand gestoken als een spin, iemand die ik beminde. 12. Rouw niet om mij, maar steek hen die poorten dichthouden, die kindekens misleiden. Rouw niet om mij, maar opent de poorten en laat hen vrij. Hier zien we dat de sneeuw ook een beeld is van de spinnedraden van de honger. Welk verhaal wordt er verteld als het sneeuwt ? Dit verhaal. Wij mogen de sneeuw als zodanig ook leren kennen. Het herbergt een nieuwe wereld, aan elkaar geklonken door de sterke draden van geduld. De sneeuw spreekt : Oh, mindert toch, zolang het nog kan. Oh onderzoek en ontdek toch, en doe afstand van uw snelle vooroordelen, opdat zij u niet laten vastgroeien. Oh, kom toch tot de sneeuw, en houdt haar in uw hand, opdat gij leeft. Het vuur zal tot de dwazen komen, maar in de sneeuw zal uw tong verlichting vinden. De overmoedige tongen der dwazen zullen branden, hun grijpgrage handen zullen eveneens branden, en wie zal het vuur nog kunnen doven ? Och, komt toch tot de sneeuw. Hoort toch naar haar roepstem. Ook het geld wat zij hebben gemaakt zal branden, en al hun afgoden, maar zij die het pad van sneeuw vinden zullen hieraan ontkomen. Weest u innig verrukt wanneer u nog een hand vol sneeuw vindt in deze dagen, want zij is zeer zeldzaam. Luistert toch naar haar, terwijl de dwazen steeds dover zullen worden. Het is misschien de laatste keer dat zij nog spreekt en de laatste keer dat gij haar zult kunnen horen. Zij zal hier maar één keer zijn. Dit is al wel eens eerder gezegd. Deze woorden zijn oud, zeer oud. Het is al in de geschiedenis. De mensheid is de streep al over gegaan, en daarom moet de mens terug. De schat ligt in de geschiedenis, maar zij is duur, zeer duur. Het kost u alles. Weet dat de sneeuw haarzelf niet als een goedkope hoer verkoopt. Gij mocht eens in de gevangenis raken waar gij door haar geteisterd wordt totdat gij al uw schulden hebt betaald. Och luistert nog naar de dienstknechten die zij heeft gezonden, en de mannen van zilver. De Nieuwe Handelingen II 19:10 Laat uw sieraad dan van binnen zijn. De stilte van een vrouw is dan haar sieraad, en zij die tranen hebben en daarbij de tranen der profeten dragen, hebben de sneeuw Gods als sieraad. Hermitaten 3:14 Laat haar Verstand uw sieraad zijn, en haar Wijsheid u omhullen. Zij heeft bliksem in haar ogen, met de sneeuw als haar mantel. 21:24-28 De Heere doet dan Zijn grenzen kennen. Ook heeft Hij zijn tijden en seizoenen en hun grenzen vastgelegd in de sneeuw. Ziet dan toe dat gij acht op Hem geve als op een lamp. Ben ik dan gekomen om u te laten verdorren ? Zeer zeker niet. Laten de dorren elkaar verdorren. Ik ben gekomen om woorden van leven te spreken, als apostel en dienstknecht des Heeren. Ziet, het zwakke is dan tot de tuin des Heeren gekomen als zaad van sterkte. Ik draag dan de wonden des Heeren in mij als schilden. 24:1-3 Zij vonden elkaar in naaktheid, toen ze alles lieten vallen, en bedekten elkaar met wat het bos voor hen losliet. Zij vochten met leeuwen en verloren hun verdriet. Zij waren koningen van de wildernis. Zij vonden het kruis in oeroude tijden, gewikkeld in sneeuw, dat wat de hemel voor hen liet vallen. De Nieuwe Openbaring 5 zegt in hoofdstuk 3 :

Moeder, die tranen zijn zo duur, kostbaarder dan goud, draaien ze mijn maag om. Moeder, die lied'ren zijn zo zoet, als stille regen komen zij. Vader komt nog thuis vanavond, en de Karazuur. Mijn lieve is er weer, met sieraden van de wind en de sneeuw, komt tot allen die haar beminne. Liefde als een vuur, als de roze karazuur. Ik durf niet meer te kijken, vader komt vanavond nog thuis. Moeder staat voor 't venster. Zij staart me aan. Kan ik nu alles vergeten, nu zij het licht heeft uitgedaan. 'T is bijna nacht, ik ga slapen, of is het al weer tijd om te ontwaken. Metensia als de zon in schone velden. De Karazuur wacht stil, daar waar het altijd stil is. Vader komt gauw thuis, de regen valt al. Ik hoor de deuren van de schuur. Nu zijn ze dicht, klaar voor de nacht. Metensia, zij staat op wacht. Haar dier heeft ons meegenomen. Ik heb het echt gezien. Of zijn dit gewoon vreemde dromen. Moeder, heb jij het ook gezien. Of is ze nog niet hier. Er staat een bord voor haar op tafel, en voor de Karazuur, het vlees van hen die haar haten. De bliksem slaat steeds in. Is het uw Geest of de nieuwe morgen, voedsel voor de Karazuur. Gods engelen zijn daar, als landbouwers der hemelen. Welke planten schieten op uit de akker. Ik laat dit huis maar eens weer los, mijn haren zijn wild, moeder, de krachtige beminning, de tempel in de honingraat. Wie staat op de loer. Wie lokt ons nu, in dit heilige uur. Wie maakt woning in ons, en waar maken wij woning. Of ben ik maar alleen, tussen de distels van het veld, zonder de kleur van een kroning, zonder huis, zonder woning, gegrepen door een dier. Wie maakte mij, waarom ben ik hier. Waar kom ik vandaan, waar ga ik naartoe. Ben ik wel wie ik denk ik ben, of ben ik iemand anders. De Karazuur komt naar mij toe, dan lopen dingen toch anders, en schijnen anders te zijn. Kan ik mijn gedachten nog wel vertrouwen, ik leg ze stil in God. De vur zegt in boek 44 : In haar taal hebben ze allen een plaats, Totdat de rode sneeuw het raadsel openbaart, Rode drop om het verstand te genezen Boek 47 : Ik ren door de paarse sneeuw tot de woestijn, Dit zijn vergeten paden, Het gaat dieper en dieper, door in en uit, Het groeit op de markt als een vreemde vrucht, Als een televisie, reflecterende het onbekende, Waar het geheugen de verslaving is Boek 1 : Ik zal het begrijpen, deze onsterfelijkheid, de lelie, drijvende op de waterstroom, drijvende op de waterdroom Ik wacht op het schip. Neem me op, neem me mee met jou, Naar een plaats van witte sneeuw en dauw, Ik wacht op het schip, Langs satijnen voorhangsels Boek 19 : Maar soms kwamen de herinneringen terug,

als grote oorlogen. Het weefde de dimensies door elkaar, en bouwde een nieuwe wereld. In mijn hoofd brokkelde het allemaal af, alsof het nooit door kon komen. Ik zweefde tussen twee realiteiten. Niets kon ooit echt worden. Er werden gewoon werelden overheen gebouwd. Fragiele draden door mijn hoofd. Het is achter glas. Zoveel dromen springen kapot wanneer het langskomt. En men weet nooit wanneer het komt, maar de pijl maakte alles anders … Mijn hart sterft de hele tijd, totdat ik de rode lijn weer zie, en het grijze wegvaagt, En dan slaapt de stad, bedekt onder sneeuw. Tussen de prachtige bomen staat ze, met prachtige struiken, totdat ik afbrokkel Het rode is de meerzijdige realiteit, wat uiteindelijk door de sneeuw wordt opgewekt, als rode sneeuw. Het is de verhalende, poëtiserende kracht, verdiepend en verzoenend. Telkens zullen dingen dus weer rood gaan kleuren. Dat is een hemels teken, als de opkomst van het morgenrood. Je hongert voor het bruggen bouwen, voor de uiteindelijke komst van de rode sneeuw. hoofdstuk 58. rode sneeuw in de zomer De mens zit vastgeklonken door de machten van ijzer. Alles is verdicht, of toch niet ? Alleen door het minderen kan de mens aan deze macht ontkomen, waarvan het spinnendraad een beeld is, en de vallende sneeuw. Boek 69 van de vur, het ijzer, spreekt : Hebt gij gezien hoe de ijzeren wachters vrouwen grepen op hun schepen en hen verkochten ? Hebt gij gezien hoe zij donkere vrouwen in gevangenschap en slavernij lieten gaan ? Hierop rust mijn toorn. Ik was erbij, toen de muur van ijzer werd gebouwd. Ik heb hun schepen zien komen en gaan, en Ik heb vele schepen laten zinken. Oh man, waarom waant u uzelf hoger dan een vrouw ? Waarom waant u uzelf sterker ? Waarom kijkt u neer op de donkere vrouw, en gebruikt haar als een slavin of zelfs lager ? Uw ijzeren staf zal uit uw hand genomen worden. Er is een dag waarop de Vur tegen het ijzer komt.

We weten allemaal wat er gebeurde. De medemens van de natuur ging in slavernij een paar eeuwen terug. Het probleem is dat dit nooit is gestopt. De natuurmens wordt nog steeds vervolgd. Toen de kerk met de charismatische beweging shamanistisch werd en de christen werd tot 'natuurchristen', toen ging de gedeformeerde kerk haar vervolgen. Zij mochten niet afsplitsen. Zij moesten in de kerk blijven. Ze mochten de natuur niet in. Ze mochten god niet ontmoeten, geen geloofsbeleving hebben. De gedeformeerde kerk was immers zelf god. Alleen de gedeformeerde kerk mocht spreken. In boek 94 is de vur hier heel duidelijk over : 'Er kan geen ijzer met handen gebroken worden. Het is een puzzel.' Vandaar dus het spinnendraad, het beeld van het hongeren, van de omwegen, die overigens zeer vast zijn. Er is namelijk ook een hemels ijzer. En het wachten op de sneeuw is om geduld te leren. Dat is een grote oogst. Wat gebeurde er precies ? De vur is hier heel duidelijk in in boek 83, de schedel. Dit werpt nogal wat licht over het nogal wazige boek 69, en de wazige geschiedenis van de slavernij van de medemens in de natuur. Kennen wij die geschiedenis ? Miljoenen afrikanen werden over de oceaan verscheept tot america, waar ze moesten werken. De reden ? Ja, een zeker bijbelvers. Slavernij werd in de westerse bijbel verheerlijkt, omdat ze alles letterlijk hadden vertaald, en het niet symbolisch hadden gelaten zoals in de hebreeuwse, aramese en griekse grondteksten, die overigens het egyptisch als moedertaal hadden, wat ook weer in de context lag van het sanskriet. Oh, gij geleerden, hebt gij u nu zo selectief gespecialiseerd dat gij de context uit het oog bent verloren, de samenhang, het diepgaande generalisme ? Wat is een geleerde dan ? Maar goed, wat bijbelteksten uit het westen, die overigens totaal uit hun context waren gehaald en te selectief vertaald, gebruikten ze om de slavernij van de donkere medemens goed te praten. Het ging allemaal om handel, om geld. Het was een markt. Maar waarom zijn mensen zo dom dit allemaal te geloven, dat dit allemaal kan, zoals ze ook zo dom zijn om te geloven dat je dieren kan eten. Daar hebben ze ook weer bijbelteksten voor, die ook weer verkeerd zijn vertaald. Dus dan moet je je leven bouwen op een boek wat door mensen is gemaakt, en wat je vervolgens helemaal verkeerd uitlegt ? Zeer riskant. En handelslieden hebben ook nog eens vaak geen geestelijke opleiding gehad. Daar hebben ze geen tijd voor. Ze zijn te druk bezig met het handelen, en teveel leren zou misschien roet in het eten kunnen gooien en hun markt ontmaskeren en dan zijn ze blut. Moeten ze een ander vak leren. Nee, ze wilden het de gemakkelijke weg. Maar goed, dan kijken we naar boek 83, de schedel, en dan zien we wat er hier gaande is. Het boek gaat over Hannah, de moeder van Samuël. Hannah zorgde ervoor dat haar zoon, Samuël, al heel jong een geestelijke opleiding kreeg. Zij was een vrouw van de wildernis, een natuurvrouw. 1. In een zwart gevlekte grot ontwaakt Hannah. Sinds ze de zwarte leeuw doodde kon ze alleen nog maar slapen. Nu rent ze door het oerwoud om haar stam het grote nieuws te vertellen. Deze zwarte leeuw had hun verstand zo lang gemarteld. Het was een gedachten-eter, en wanneer hij delen van hun verstand wegvrat, dan was de horror oprijzende in hun lichamen, tragedie na tragedie. Ze wist niet hoe de terreur rees achter de berg van de zwarte leeuw. De zwarte leeuw had zoveel welpen voortgebracht. Ja, de stam van Hannah wist niet welke horror wachtende was sinds de zwarte leeuw was gedood. Het wordt hier duidelijk dat er zwarte leeuwen zijn, al dan niet symbolisch, machten, krachten, verborgenheden, die de mens kortzichtig houden, zwaar selectief. Ze houden de mens dus in het vleselijke. 2. Het ras van zwarte leeuwen was in grote rouw sinds de dood van hun vader. Ze lieten hun gehuil horen in hun verborgen plaats in een donkere grot achter de berg. Niemand wist van hun bestaan af,

want hun vader ging altijd op jacht, en bracht het vlees naar hun geheime plaats. Nee, zij verlieten de grot nooit, sinds er teveel gevaren waren voor de welpen. Maar sinds ze waren opgegroeid en hun vader was gedood, moesten ze hun grot wel verlaten. Zij konden ruiken wat er gebeurd was, en zij konden ruiken wie dat allemaal had gedaan, zij die wezen van hen had gemaakt in hun eenzame en koude jaren : Hannah. Ze konden de patronen van de bloedslijn ruiken, en zij hadden gezworen niet te rusten of eten voordat zij haar naaste stamgenoten hadden gedood. Hannah zelf zou naar hun grot genomen moeten worden … levend. Als we in oorlog zijn tegen het vleselijke, en dit is hele symbolische taal, dan moeten we weten dat het vleselijke ook een eigen wereld heeft met families, met kinderen en hun ouders, dus dan krijg je allemaal dit soort tafereeltjes. Je hebt een bepaalde macht van het vleselijke over je leven verslagen, of over het leven van anderen, en dan gaat het nageslacht van het vleselijke, het overblijfsel, wraak zoeken. De oorlog tegen het vleselijke is dus een zware oorlog. Je vecht tegen clans. Het vleselijke bestaat uit gestructureerde organisaties met hun eigen regeringen. Het is dus allesbehalve simpel. 3. Het was de grootste slachting waar Hannah ooit mee geconfronteerd werd, de dag dat de zwarte leeuwen naar haar stam kwamen om haar naaste stamgenoten af te slachten. Die dag was Hannah naar een ander gebied. Een schedel was gemaakt van zeldzaam gesteente : het gesteente van slavernij, en het beschermde de bezitter ook tegen elke vorm van slavernij. Maar sinds de schedel was gestolen, moest ze het vinden. Ze keerde terug tot haar stam zonder de steen, om het lot van haar stam te ontdekken. Toen ze tot een zekere wigwam kwam stond daar de leider van de zwarte leeuwen plotseling in de opening. Ze werd op haar hoofd geslagen als door ijzer of brons. Ze namen haar toen naar het hol van de zwarte leeuwen in hun grot achter de berg. Ze werd op haar hoofd geslagen als door ijzer. Dat kan symbolisch zijn of letterlijk. In welke zin waren de zwarte leeuwen al menselijk ? 4. In het hol van de zwarte leeuwen ontstond weer een gevecht met Hannah die niet opgaf. Ze slachtte twee zwarte leeuwen, maar was zwaar gewond. Ze moest naar de rivier om haar wond te wassen, maar daar waren de zwarte leeuwen ook. Alles wat ze nu nodig had was de schedel van slavernij. De schedel, het hoofd, is in de oude talen een beeld van het begin, de oorsprong, wat een studie inhoudt over wat slavernij nu precies is en inhoudt. Hoe is het allemaal gekomen ? 5. Zij vond de schedel, maar alhoewel ze er weer vanaf probeerde te komen, vond deze steen een weg dieper en dieper in haar hart. Ze ontdekte meer en meer wat een hoge prijs ze voor de steen moest betalen, en ze kon er niet meer van ontsnappen. Ze was voor altijd de slaaf van de steen geworden. Wat gebeurt er als we komen tot het begin, tot de oorzaak, de bron ? We worden misschien verlicht door wijsheid. We hebben nu inzicht, als een ontmaskering, en dat laat ons niet meer los. We hebben de pijn van de ander ervaren, en het is te sterk, het roept, en dan zijn we gebonden aan een taak. We kunnen in die zin niet meer terug, want we hebben het gezien. Dat gebeurt bijvoorbeeld ook als je door je studie en persoonlijk contact met de natuur ziet hoe stadmensen van de markt de lichtgelovigen hebben bedrogen met zomaar geloof. Dan heb je ineens een basis, en dan kun je niet meer terug. Je hebt nu gezien hoe de mens is bedonderd. Je draagt als natuurmens dan een juk, want anderen slapen gewoon door. Zo kunnen we ook de sprookjes over 'de slaaf van de ring' of 'slaaf van de wonderlamp' verklaren. En dit is ook hoe de engelen werken, want zij zijn dienende geestelijken (Heb. 1:14). Daarom worden engelen ook wel hemelrobotten genoemd. Dit gebeurt door de verlichting van studie en onderzoek. Je hebt iets ontdekt en kunt niet meer terug. Mensen zijn van alles en nog wat slaaf. Maar het beste is om terug te keren naar de oorsprong, naar het

hoofd, de schedel. Dit is ook een beeld van territoriale oorlogsvoering. De mens moet de daadwerkelijke machthebbers van het vlees verslaan, anders is het dweilen met de kraan open. Hannah versloeg daarom ook de vaderlijke vorst van het rijk van de zwarte leeuwen, en niet zomaar één of ander dienstknechtje. Ze ging naar de bron, naar de schedel. Boek 113 zegt : Oh nachtplant, wonder van het bestaan, Het zeewier zal altijd ontkennen, Oh nachtplant, het ijzer van het hart komt u altijd binnen, Maar u raakt nooit aan, Nog steeds bent u het wonder van het bestaan Het niet aanraken, maar omcirkelen, betekent geen vooroordelen hebben, maar onderzoek doen. Wees voorzichtig met je uitspraken. Wees een detective. Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt. Zo komt de nachtplant het ijzer van het hart binnen. Je kunt het niet zomaar van horen zeggen aanvallen. Het gaat om hoor en wederhoor. Hierin moet je kritisch denken, en niet zomaar alles voor zoete koek slikken, want sommigen kunnen goed stoken en kunnen goed hun praatjes verkopen. Maar let dan op hun levenswandel : Een slechte boom draagt geen goede vruchten. Wat betekent dan de prijs betalen ? Volkomen onderzoek doen. Het betekent je huiswerk te hebben gedaan. Het ware hemelse ijzer wordt besproken in boek 65, het opgaan tot de nacht : De ijzeren wachters gaan op tot de nacht. Zij kennen alleen loon. Zij breken poorten open, om kinderen te leiden tot de nacht. Kent gij het geheim van ijzer ? Het gaat uit tot de nacht. Zij vergrendelen de poorten, en komen niet meer terug. Slechts eenmaal gaan zij van u weg. Het gebeurt één keer, als een natuurverschijnsel. Ze bouwen de brug, en zijn dan weg, opdat de mens volgt. Wel hebben ze sporen achter gelaten. Het zijn minimalisten. Ze zijn beveiligd tegen de overmatigheid. Ook boek 1 heeft het hierover : Waar zou ik zijn zonder een goede broek ? De viooltjes maakten het voor ons, Zij lieten de honing er doorheen glijden, Zij brachten ons door bos en woestijn, Volg hen naar de rivieren en de watervallen, Ze zullen hier maar één keer zijn Het eenmalige is dus iets symbolisch, niet dat je dingen letterlijk slechts één keer doet. Het eenmalige is een beeld van het minderen, van de spinnedraad, van de sneeuw. Je moet het aannemen, en als je dat niet gedaan hebt moet je teruggaan, naar de oorsprong. Je krijgt dus geen nieuwe. Dat wat er ligt ligt er al. Het hoeft dus niet voor een tweede keer te gebeuren. Het is al in de geschiedenis. Dat is iets symbolisch, want natuurlijk gaat het zich herhalen en is er een echo, enzovoorts. De wachters gaan op tot de nacht. Het geheim van ijzer. Er is vleselijk ijzer en er is hemels ijzer. Rode sneeuw in de zomer ? Het kan allemaal. Toeristen bezoeken de culturen, van hun buren of verder weg, en zo is er het geheim van de meerzijdigheid. Prachtig vond ik het als kind als er met de vakantie aan zee Duitsers waren gekomen. Dat was zo'n bijzondere ervaring. Als rode sneeuw in de zomer. Denk je dat als je draden dun genoeg zijn, en fragiel als sneeuw, dat het dan juist over die onoverkomelijke rivieren en ravijnen kan komen tot werelden die je eerst niet zag ? Dan kleuren de draden ineens rood, en ook de sneeuw. En dan leidt het je voort. Het is de rode sneeuw sleutel uit de gevangenis. Zo neemt de natuur foto's, echte foto's. De foto's van de mensen zijn fake. Je weet het.

Er zit geen eeuwig leven in. Er zit meer eeuwig leven in eenmaligheid. Het zijn juist de subtielste ervaringen die je er doorheen gaan leiden. Dan weet je dat er een hele wereld schuil gaat achter het verschijnsel 'morgenrood', als rode bloesem, wat overigens ook een boek in de vur is, boek 30 : 'Ik had haar van een afstand gezien, en ze kwam steeds dichterbij. Toen trok ze mij in de sneeuw. Ze trok me diep weg. De sneeuw smolt weg door haar glimlach. En de tuin rood als bloed, verborg haar edelstenen, vastgeklonterd heil. En sneeuwwit kant bedekte haar voeten, en ze was de bloesem van het morgenoog. De tuin had haar schoonheid niet verloren in de winter, maar was gevlochten nu. Ze las rijmpjes voor uit een met goud gedecoreerd boek, een boek met een leren omslag. De tuin was haar trots. De sneeuw sijpelde naar binnen. Het was hierbinnen warmer. 'En nu de tuin in,' zei ze. 'Waarom ?' vroeg ik. 'Je moet werken, werken,' zei ze. 'Wat moet ik doen ?' vraag ik. Rode bloesem omhulde hen, en de schaduwen van de roze nachten omhulden hen beiden. Weer trok ze hem het huis in, en het scheen er flink te tochten. Hij zit op het witte zand. Hier en daar liggen wat bladeren. Het zachte zadel hield ze voor me. Ik ging er op zitten. Ik sloeg het brandend laken om me heen, en het was snel als kant. Ik was de prins van de molen. Ze had gelijk. Ik was dood. Alle rozen in de stad waren blauw geworden, en het sneeuwde. Hij draaide maar in het rond in de tuin. Hij voelde zich goed. Hij klapte het boek dicht, en stond weer met beide benen op de grond. 'Ik moet me van illusies onthouden,' zegt hij.' Telkens als we hemelse ervaringen hebben gehad moeten we het vergeestelijken, tot het symbolische komen, tot de diepere lagen, en sterven we af aan het vleselijke. Er valt nog zoveel af te scheiden en nog zoveel te vermengen. Daarom zegt het boek erna ook, als een waarschuwing bij iedere geestelijke ervaring : 1. Na een tijdje stond hij op, hij keek door het raam, maar alles wat hij zag was duisternis en bliksem. Het donderde en spoedig was het hard aan het regenen. 2. Het orakel was een labyrint. Het leidde helemaal tot onder de grond, maar het was ook een heel gevaarlijk labyrint. Je kon ergens vastraken. 3. Als het orakel op de juiste manier werd behandeld gaf het de juiste antwoorden. 4. Een indiaanse prinses bevrijdde hem eens uit een valstrik. Zij vertelde hem vele geheimen. 5. Het was een orakel van wilden. Het was om de ondergrond te beschermen. 6. Door haar kon hij eindelijk het verleden vergeten. We kunnen de hemelse orakels alleen veilig raadplegen door de natuur. Het moet altijd weer plaatsvinden in de context van de natuur. Dat is wat boek 31 ons leert, genaamd 'de indiaanse prinses.' Het werk stopt dus niet als we wat hebben gevonden, maar begint juist dan. Boek 32 gaat hier nog verder over door, de kroongetuige. Als de mens geestelijke ervaringen heeft, moet de mens komen tot de vur, oftewel de hemelse kennis, opdat het niet verkeerd uitgelegd wordt, niet misbruikt wordt. Wij moeten onze gaven rein, zuiver en heilig bewaren, als iets kostbaars en zeldzaams. We mogen er niet lichtzinnig mee omspringen. De uitleg is niet goedkoop. Het boek zegt : Zijn wij niet allen als blinden geleid door blinden ? Stil kom ik tot de wet van Vur, Zij die de kennis is, Ik zag de kennis hoog zitten op een troon van vuur, In een zaal van marmer en ijs,

Ik zag haar hoog zitten op de traan, Tranen van vuur, op een dag van ijs Ik riep haar, maar zij scheen mij niet te horen, of niet te willen horen, Toen klom ik tot haar op, maar gleed verder weg dan tevoren, In de putten van sneeuw, tot de meren van ijs, Totdat een oceaan mij overstroomde Een golf overweldigde mij, en nu ben ik hier, Wij kunnen niet tot haar naderen, Tot het ijs zullen wij wegglijden Ik smeekte tot de kennis, Maar ik gleed nog verder weg, tot een duister rivieren-gebied Wij kunnen niet tot haar naderen, de afstandelijke is zij, Zij woont ver weg en hoog op de traan, Wees daarom dankbaar met elke traan in uw leven, Zij weerspiegelt haar Wij zagen haar door een mysterie, Als door de spiegels van haar tranen Een mens kan niet tot haar komen, Door de traan, haar stem te verstaan Ik riep haar en ze kwam maar niet, Ik moest eerst dieper gaan, Tot de spiegels van haar tranen Zo draaien de spiegels in hun hoofd, Zij zien haar niet, Alleen de weerspiegelingen van kennis Wij zijn verdwaald in een spiegelpaleis, In een spiegelparadijs, Wij kennen de kennis niet, Oh kennis, doe ons U vinden Hemelse kennis, tronende op de traan, Opgeborgen in de rode traan, In de dagboeken van ijs Zoveel wachters op de muren, Als de wachters van de rode traan, Maar zij is diep in de wildernis U bracht mij naar het Paradijs, in Uw Wil wil ik gaan. Bij Uw geheim wil ik zijn. U doet mijn gordijnen open, tot zachte dromen. U tuchtigt mij met Kennis, om het om mijn hals te hangen, in Uw geheim. U hing het door mijn haren en verzegelde mijn voorhoofd. U liet mij dalen in de putten der nachten. Opent uwe heil'ge weg, een heilig pad vol vreemdelingen. Waak over onze zielen, schenk Uw woord tot een doorgang over bruggen. Laat ons niet in zonde glijden. De rust van uw beminnelijke schuilplaats, onder de putten heeft u het neergezet, wij komen tot u, in bewondering. Wij sluiten onze ogen, en denken aan U. Aan U, die ons leven schonk, aan u die ons opzocht in onze kerkers en putten, en leidde ons tot de diepere weg.

Van onderen kwam u. Laat ons dan dichterbij komen. Neem ons op in Uw lieflijke hand, in Uw paradijs, waar wij in vrede kunnen leven. Genees ons, en leer ons. Dank u dat u tot ons bent gekomen. Ja, diep in uw putten zonken wij, totdat u ons nam tot de dieptes van U. Op de bodem van onze putten vonden wij Uw weg. Leidt ons, neem ons mee. Overstroom mij met uw gloed, een bloeiende, groeiende ochtendvloed. Ik gloei wanneer gij mij aanraakt. Ik sta in brand, wanneer gij aan mij denkt. Ik kom altijd tot uw holen. Ik ben nog nooit zo diep geweest als nu, in de dieptes van uw velden, kom nu, en doe mijn diepste verlangens ontwaken. Tot dit paradijselijke eiland, zij is de veldheerin, de Heilige. Overstroom nu ook mij, vergeet mij niet, wanneer je schrijft. Laat mij binnen in U, ik ben gemaakt aan U gelijk. Bescherm mij tegen de kou. Mijn hart is zo koud, ik ben als een blok hout, tot U mij kust, dan ontwaak ik tot hartelust. Dan voel ik alles in mij branden. Oh, waarom hebt gij mij geslagen ? Tot Uw dieptes ben ik gevlucht, want de vijand zat mij achterna, nu heb ik haar gekust, en vele zonden bedekt. Haar tabernakel bouwde ik, nu heeft zij mij gezien. In haar heb ik mijn troon. Oh, waarom hebt gij mij verlaten. Steeds zoek ik naar U, steeds droom ik over U. Vaak kan ik er niet van slapen, het maakt mij zo moe. Waarom hebt gij mij geslagen ? Heel mijn leven geef ik U, waar moet ik anders naar toe. Zij zitten mij op de hielen. Tot U kan ik vluchten. In veiligheid kom ik, maar ik kan uw huis niet vinden. Nog steeds slaat gij mij, hoelang zal het nog duren. Neem mij aan, ik ben een arme, te zwak om tot U te komen, maar te sterk om door de vijand te worden weggenomen. Neem mij aan, ik ben een arme, ik kan uw huis niet vinden, alles stroomt van mij weg. Toe, leidt mij, breng mij terug op het pad, en bedek mijn zonden. Ik hoor Uw stem in de verte, bij de avondkoelte verlang ik naar de rust, maar gij laat Uzelf niet snel kennen, ik wacht op U. Kon ik maar Uw wonden begrijpen. Zij hebben mij bedrogen, en daarom vlucht ik tot U. Ik ben nog niet tot Uw woning gekomen, maar stil en stap voor stap zal mijn droom uitkomen. Hebt gij mij ooit gehoord, toen ik tot u bad. Hebt gij mij ooit gezien hoe ik naar u verlangde. Mijn hart bonsde reeds toen ik jong was in mijn hoofd, toen ik gedichten tot u zond. Gedichten van volwassen taal, maar gij hebt mij tot de wildernis gezonden. Vorm mij als klei, maak mij sterk in Uw hand. Maar gij hebt mij enkel zwakheid gegeven, in een droomwereld verkeer ik nu. Ik ben te zwak om op te staan, gij heilige heerinnen der nachturen. Een woesteling ben ik nu, op mijn reis heb ik nooit rust. Leer mij Uw wonden zien. Zij genezen niet snel. Ik ben genaderd tot de vulkaan. Voer ons door de donk're dagen, leer ons U beter te kennen, en laat ons tot de uurheerinnen gaan. Ik kan je niet zien, je bent te ver weg. Ik kan je niet horen, je stem is zo ver weg. Ik hoor alleen wat gefluister, maar wie is het, ik weet het niet. Is het Uw boodschapper, of is het slechts de wind. Gij komt overal te laat. Waarom hebt gij ons weggeduwd, in duisternis zoeken wij U. Wij lopen tegen muren op, wij kunnen niets beginnen. Onze stem ketst telkens terug, ten dode opgeschreven. Is daar dan geen andere weg, moeten wij voor eeuwig lijden, is daar dan geen andere ingang ? Toe, vertel me. Is tijd te overbruggen ? Waar de tijd smelt, tot een nieuw begin. Ik ken je nog steeds niet, na deze nacht. Ik zie je nog steeds niet, jou, één en al pracht. Ik hoor je niet, waar ben je gebleven. Hier liggen tranen van het verleden, en mijn deken spreidt zich als de

hel, waar ben jij ? Ben ik dan alweer bedrogen ? Waar kan ik anders heen. Heel zacht in de morgen, verlegen sta jij aan de poorten, met je hand uitgestoken. In lompen gekleed ben jij, als de pracht van het getij. Schoonheid van teed're woorden verspreidt je. Al wat ik nodig heb ben jij, de aarde wil mij verscheuren, bescherm mij, en leidt mij tot jouw putten. Ik wil jouw littekens zien. Laat me je voelen waar je pijn hebt, waar je mij bent vergeten. Zo kent gij ook het geheim der twee ogen. Zij zijn twee wonden. Zo kent gij het geheim der twee lippen, want zij zijn twee wonden. Zo is dan ook het hart een wond. Ook de benen zijn wonden. En zo zijn de vijanden door hun val tot bloemen geworden. En ik zag de mond en de tong, en zij waren als een wond, en als een ingang. En Zij stond op, en sprak haar woorden, en deze waren zeer zacht en teder. En haar organen waren als tranen. En de baarmoeder sprak en zei : 'Jou worden de sleutels gegeven van de geheimenissen van Haar.' En ik zag een woeste, grijze zee voor me liggen, wiens golven traag en schokkerig bewogen. En uit de zee kwamen heerinnen oprijzen, en zij waren de eeuwigen. En toen zag ik traag bewegende wolkenhemelen. En haar keel waaruit haar stem kwam, was ook een wond, en deze wond was diep en groot. En de vruchtbaarheid van de man is een wond. De hersenen zijn ook een wond. Zo komt gij tot de hemelrivier. Als de zee in de woestijn voel ik mij. Nu wordt ik gestoken door de zachtheid. En er zijn zeeen in woestijnen. Aan de woestijnzee zit zij, in het zand. Wil je dieper komen ? Volg haar dan. En ik kwam tot een eiland in de zee. Het boek erna, boek 33, de getuige, gaat over het abstracte, dat niet lineair is, over de heilige fouten en het heilige misverstand. Letterlijk gezien doet de mens wat hij kan, en is het geen exacte wetenschap, en soms is het gewoon gissen, omdat het onmogelijk is alle details bij te houden, maar het gaat erom je hart te volgen. De hemel is abstract, niet lineair. We moeten niet perfect zijn naar de maatstaven van het vlees, van het materiële, het letterlijke, maar naar de maatstaven van het hemelse. Het profetische is voor de wereld dwaasheid, maar de dwaasheid van God is wijzer dan de wijsheid van de mensen. Het profetische is een duister raadsel. Naar aardse wetten zul je falen, maar door het hemelse zul je opgenomen worden. We hebben toch allemaal met verhalen te maken. Het gaat er niet om of het waar is, maar of het waarde heeft. Het is een duistere taal. De mens moet daarom ook leren vergeten. Er is zoveel om te vergeten. Daar gaat het volgende boek over, boek 34, de lijn : 1. Deze momenten komen nooit meer terug. Laat deze herinnering uw eeuwige warmte zijn. U kan niet komen tot enig vuur zonder het eeuwige ijs in u te ontmoeten. Deze krachten moeten elkaar opwekken. Deze krachten leiden u tot het leven in de wildernis. De beschaving eet de natuur weg, en we hebben de woeste natuur nodig om te overleven, om eeuwig te leven.

2. Ze wilde het draaiende wiel in haar hoofd verbreken, door het volgen van de lijn. De lijn zou nooit teruggaan, maar altijd vooruit gaan. Haar geheugen zou genoeg zijn, en vergetelheid zou het beste zijn om holen te openen. Het wiel van geheugen zou verbroken moeten worden om te veranderen in een lijn, een lijn van verandering. Dit was het leven in de wildernis. In haar hart was de honing leidende tot de oceaan van het oer. 3. De lijn zou de cirkel verbreken en de cirkel scheppen, als het pad van de wildernis, in beweging brengende de beide kanten van de nacht, de getijen om te overleven. De wildernis zou naar haar zoeken, en ze zou het niet kunnen stoppen. Dat is dus de abstractie van het hemelse lineaire. Dit hele proces komt ook terug in boek 2, de rode hei : 4. Red mij van de cirkel. Dan ziet hij een lijn die tot een nieuwe cirkel leidt. Het geheim van de rode hei. 5. De cirkels jagen op andere cirkels door hun lijnen, om hen te maken tot medicijn. Zo rijgen zij hun sieraden. 6. Deze velden zijn woest en wild. Dat is een hemelse filosofie, een hemelse wetenschap, die zeer exact is in haar abstractie. Het boek na de getuige, boek 35, de traan, stelt : 1. Haar stem als de donder, Haar stem als de nacht, Zij is op de rivier, zoekende naar mijn ziel, Ze kwam bij me binnen, want ik had de deur op een kier, En nu is het te laat, Vluchten is niet meer mogelijk 2. Zij is op de rivier op een boot, Komende vanuit het vuurnood, De vurige steen, Brengende niets anders dan geween, De traan wekt tot leven, Door de warmte van de traan kun je nog steeds bewegen, De eeuwige traan 3. Ik heb haar gezien, Ze zit aan de zeeen, Zij wekt de golven op, Om hele landen te verzwelgen, Zij zit daar als een pijl op een boog, Om haar boodschap te brengen 4. Vurige stenen tussen jou en mij, Ik kijk er doorheen, En zie jou op een andere manier, Ik zie een andere kant van jou,

En kan het beter plaatsen 5. De Heerin is in de lucht met haar tienduizenden, Zij komt om steden in te nemen, En hen te maken tot wildernis. De traan is ons zintuig, onze taal, en zo zal er genezing zijn, in de zee van tranen, zoals ook in het sprookje van Alice in wonderland in de jaren 1800. De traan wekt namelijk het vuur op, de warmte, die nodig is, voor onderscheiding, en zo voor zuivering en eeuwig leven. Dat is een heilig licht, komende vanuit het water, vanuit de zee in de woestijn. Dat is waar de exodus over gaat. Het boek erna, boek 36, de tijd, spreekt : U leidt ons tot het cryptische woord, En tot de uitleg. U schiep ons in een groot mysterie Profetie is dan heilige belasting, Om de volkeren te leiden Ja, genezing zult gij brengen tot het hart der volkeren Het zijn de muren van de heilige stad, Het raadsel van de wildernis Zij was het schilderij in zijn huis. Maar ze had haar betekenis verloren. De nachten duurden lang, waren diep, waarin hij naar het schilderij staarde. Het was een draaiboek, een boek van rekeningen. Tijd is belasting. De tijd zal ons genezen, De tijds-indelingen en de veranderingen in tijd, Kleine, subtiele veranderingen. Het boek erna, boek 37, panir, stelt : Laat u dan niet verwarren door cryptische beschrijvingen, oh gehoorzame, gij die nadert tot Vur. Gij hebt Haar hierin niet verstaan, maar wanneer gij Haar trouw blijft zal Zij u de oplossing geven. Kent gij dan de raad en poezie van Haar ? Ziet, Zij schrijft in raadselen, opdat alleen zij die Zij de sleutel heeft gegeven het pad zullen volgen. Zo houdt Zij de tempelen rein. Hoort dan deze woorden door de zalige pen van Haar geschreven. Dit opdat gij vol kennis wordt. Haar tabernakel en tent heeft vele voorhangsels waarlangs gij zult gaan om Haar te vinden. Zij heeft uw gebed gehoord, om u die hongert om gerechtigheid tot kennis op te voeden. Zij schreef de Vur met het oog op de paradox, de geheimenissen en de symboliek. Haar wegen zijn wonderbaar en raadselachtig. Hoe zijt gij er toe gekomen uw verstand te vertrouwen en de Vur eigenmachtig uit te leggen ? Is het hart dat Haar dient dan niet meer dan het verstand dat u doet dwalen ? Want zonder verstand kunt gij leven, maar niet zonder het hart en de binnenste organen die Zij u heeft gegeven. Gij dan hebt gehoord over een heilige oorlog, maar gij hebt dit veelal verkeerd begrepen. De heilige oorlog is tegen uzelf, tegen uw ongehoorzaamheid en uw zonde. Die heilige oorlog is in het binnenste en niet in uiterlijkheden. Want wat heeft u eraan als u de mens onderwerpt en zo uzelf daaraan verliest ?

Laat uw kennis u onderwijzen over de wapenrusting, en hef uw speren op. Haar Woord is diep en krachtig. Doet dan aan de kennis van Heiligheid, opdat gij een getrouw dienaar van Haar zult zijn, en aan haar zijde strijdt. Schrijft Haar woorden dan op uw hand en uw voorhoofd, want Haar Woord zij u tot een bescherming. Doorzoekt haar woorden opdat gij leven vindt, en een schild. De verzen van de Vur : Dit dan zijn uw allerheiligste speren en vurige pijlen. Het is een strijd tegen onwetendheid, altijd weer. Daarom moet de mens tot de raadselen der volkeren komen. hoofdstuk 59. Dus wat is er daadwerkelijk gaande ? Deze mensen die doen alsof het de doodnormaalste zaak van de wereld is om hun kinderen dierenlijken te voeden, alsof het doodnormaal is om zwaar giftige alcohol te drinken, lekker bij het avondmaal, het bloed van Jezus drinken, en allerlei andere walgelijke toestanden. Deze secte is zo duivels dat ze hun kinderen met een hypnotisch gif hebben geinjecteerd. Ik wist van niks vroeger, want die familie doet net alsof het allemaal zo hoort. Je weet en voelt als kind dat er iets niet klopt, ook wat ze je bij de tandarts aandoen, en je hebt er 's nachts nachtmerries over, die ook allemaal door de familie worden afgewimpeld. Mijn nachtmerries hebben mij precies verteld wat er aan de hand was. Ook hebben ze de toekomst voorspeld en het is tot in de kleinste details uitgekomen. Mij is verteld dat het shamanistisch was, en charismatisch. Maar dat mocht niet van de familie kerk. het moest zuiver van hun kerk zijn, hun geloof, zo racistisch, want dat zijn het : racisten. Je mocht je niet met andere culturen bezig houden. Dus wat is er gaande ? Dit zijn geen mensen meer. Ze zijn straal en straal bezeten en leven in een parasitaire, racistische illusie, en nog steeds proberen ze ieder nieuw kind in de familie te bedonderen. Ik kwam er al jong achter, ik prikte door hun kermis heen, en daarom werd ik het pispaaltje, het zwarte schaap, want ik had het gewaagd hun geloof aan te vallen wat ze mij nota bene onder zware bedreiging opdrongen. Het is een criminele cultus. Ieder nieuw kind van de familie is de klos daar, is erbij, en proberen ze ook dom te houden, net zoals ze mij dom probeerden te houden. Ze spreken zich zelf ook voortdurend tegen, gewoon om je gek te maken. Zij weten alles. Zij zijn god. Toen kwam er een nieuwe dominee in hun kerk en die stond helemaal aan mijn kant, en was ook charismatisch. Die hielp mij zelfs in mijn charismatische geloof, en liet mij ook kennis maken met andere predikanten van het charismatische geloof, en zo hielpen we elkaar. Dat vond de familie niet fijn. 'De dominee kan het ook mishebben,' zeiden ze toen. Konden ze niet hebben als iemand voor mij opkwam. De dominee moest hun marionet zijn. Eigenlijk komt het er op neer dat zij zelf, die nooit iets van het geestelijke hebben willen weten, de dominee zijn. Het is hun kerk. Zij zijn god. Zelfs de dominee heeft niets bij hen in te brengen, en dat terwijl het gewoon leken zijn. Ze willen gewoon vleselijk en materialistisch leven. En ze spelen graag zoete lieve gerritje naar anderen, alsof het de alleraardigste mensen zijn, en met verwennerijen enzovoorts. En dan maar stoken. Dus wat is er gaande ? Als je het goede wil doen zend de duivel de zwaarste demonen van de hel op je af, ook door familie

leden om je heen, om jouw gaven te smoren, of om je te misleiden. Zolang je gewoon met hen meeloopt is er niks aan de hand, maar als je die secte wil verlaten dan gaan alle alarm bellen af, en dan doen ze er alles aan om je er weer onder te krijgen. Het is een duivelse cultus die voor niets en niemand terugdeinst. Een psychopatische vreetcultus is het. Hun god is de buik. Maar wat is er gaande achter de schermen ? Hoe werken die demonen ? Eigenlijk ben je uit een stripwereld ontsnapt. Die demonen hadden je opgezet om in hun stripalbums te poseren, waar ze hun geld mee verdienden. Zo werd je geprostitueerd. Ze willen dan hun monument niet verliezen. Je bent een karikatuur in hun stripwereld, daar verdienen ze hun geld mee, hebben ze hun roem door, en daar eten ze hun buikje mee rond, die demonen, die valse machten. Maar er is ook een hemelse stripwereld. Je moet even de brug over. Ze dreigen veel, maar laat je niet chanteren. Ga niet terug naar hun kerkbanken. Die vreemde familie is trouwens een wet op zichzelf, want ze hebben het dan wel van mijn oma geërfd, maar volgden niet eens haar geloof. Want mijn oma zei altijd tegen mij dat ik iedere dag de wapenrusting aan moest doen om tegen het kwaad te strijden, en dat verbieden zij. Nogal wiedus. Het eerste wat het kwaad zal proberen te doen is om je niet in het kwaad te laten geloven en om niet tegen het kwaad te strijden, want dan zou het kwaad in zijn eigen vinger snijden. Nee, dat mocht allemaal niet. Je moest gewoon normaal doen, vleselijk leven, vlees eten, kerkje bezoeken op de zondag voor vergeving, en dan kon je er weer op aanrotzooien de rest van de week. Ze gebruiken dat geloof gewoon als een dekmantel. Het zijn allemaal vormen en tradities, maar het geestelijke kennen ze niet en willen ze ook niet kennen. Het zijn stripfiguren. Het is oorlog. Onze strijd is niet tegen vlees en bloed, maar tegen het kwaad in de geestelijke wereld. Je hebt niet zomaar met mensen te maken, maar met de demonen die hen regeren, die hen bespelen. Het zijn gewoon marionetten. En maar roddelen, altijd achter je rug om, in allerlei anti christelijke organisaties inschakelen. Ze gebruiken echt alles om je klein te krijgen. Ze stalken je helemaal kapot. Deze secte kun je niet levend verlaten. Ze spreken een doodsvloek over je uit. Je moet zoals hen denken. Het is bloedwraak wat je dan achter je aan krijgt, in de ergste vorm. Ze spreken hel en verdoemenis over je uit als je vertrekt. Dat beslissen zij allemaal. Zij zijn god en rechter, huiskamer rechters. Hun huiskamer is de kerk. Wat een belachelijke vertoning. Daarom zeg ik : Vecht tegen zulke families. Ontwaak. Ik ben niet de enige. Maar ik weet wel dat velen die in zulke families en kerken opgroeien er nooit meer uitkomen. Toen ik was ontsnapt nam de buurman met zijn gezin ook mijn voorbeeld over en ontsnapte ook, maar velen blijven ergens hangen of keren weer terug omdat het gewoon te zwaar is. Toch moeten we door blijven vechten. We mogen niet opgeven. hoofdstuk 60. shamanistische orakels Mensen worden platgeschoten door isis, komen zo in de onderwereld terecht, en de christenen kan het zoals gewoonlijks geen barst schelen. Nee hoor. Daar zijn ze niet voor. Ze zijn een beetje vies van de doden, dus de shamanen en shamanistische christenen (charismatici) kunnen het weer opknappen. Al die christelijke families hier in nederland zo racistisch als het maar kan. Weten alles beter, ze zijn maar leken, weten alles ook beter dan de dominee. Zij heersen, die families, allemaal door het vlees. Dominees en predikanten worden door hen veroordeeld en afgeschoten. Geestelijken hebben geen bestaansrecht in dit land. Daarom was corona er. Kijk nu naar de natuur, hoe dolfijnen tot de Nederlandse kust naderden en zelfs de rivieren ingingen. En zal de mens daardoor nu eindelijk ontwaken ? Of luistert de mens niet naar de waarschuwingen van de natuur, van de shamanen ? De mensheid is overgeleverd aan de moeraskerkers, en shamanistische orakels leiden de mens nog uit, maar waar zijn ze ?

hoofdstuk 61. de vur 1:1-2 Deze bruggen zijn gemaakt van bruine bloemen, Bruggen tussen jou en mij, Waar leiden zij naartoe ? Wanneer ik naar jou kijk, vaag ik weg, Wanneer ik aan je denk, laat ik je wegglijden, Dit is hoe ik mijn boog grijp, Maar ik bereik het nooit zo begint de vur in 1:1, zo van : 'maar direct met de deur in huis vallen.' Wat een tafereeltje, hè, mensen ? Een brug tussen de dichter en de 'jou' persoon, of liever gezegd meerdere bruggen, en gemaakt van bruine bloemen. Niet dat hij er dan als een gek overheen rent. Neen. Als hij naar de 'jou' persoon kijkt vaagt hij weg, en als hij aan de 'jou' persoon denkt, dan laat hij die persoon wegglijden. Is dat dan onverschilligheid ? Neen. Integendeel. Het is een beeld van tederheid, van voorzichtigheid. Hij wil zich niet schuldig maken aan vooroordeel. Daarom grijpt hij naar zijn boog en gaat er expres langsheen, als een schijnbeweging, want er moeten hele andere dingen gebeuren. Hij strijdt niet tegen de 'jou' persoon, want die schuift hij op de achtergrond, maar als hij zijn boog zou grijpen dan zou hij ergens anders tegen strijden, misschien tegen dat wat tussen hen inzit, of tussen hem en de kennis over de 'jou' persoon. Vers 2 gaat dan verder : Ik kan niets bereiken, en ik denk dat dit nog maar het begin is, En dan bevind ik mijzelf in een bruin bloemenveld, Alleen in de bruine nacht, Een nacht in vele jaren, Kan ik zijn in de bruine bloemenvelden, Deze bruggen tussen jou en mij Hij is dan eigenlijk helemaal niet meer met de 'jou' persoon bezig, want hij heeft die persoon op de achtergrond geschoven, omdat er eerst wat anders belangrijk was, en hij is helemaal gefixeerd op de bruggen, want die moeten goed zijn, natuurlijk, vruchtbaar. De vur stelt daarom ook dat er alleen maar leven mogelijk is op de brug. Dat wat er buiten valt is slechts illusie en zal ten onder gaan. De brug, dat is waar het om gaat, en het gaat hier om bruine bloemen of bruine bloemenvelden die de bruggen voorstellen, als beeld van verborgenheid, en dat bloemenveld is er alleen maar in de bruine nacht, een nacht in vele jaren. Het is dus iets waar je naartoe moet werken, op moet mediteren, in plaats van telkens maar op de ander te mediteren. Er is leven in de brug, en die brug kennen we te weinig. Zonder de brug te kennen kunnen we ook het andere niet kennen. Wat een tafereeltje. De dichter of psalmist staat daar in een bruin bloemenveld, en wordt door de bruine bloemen zo overweldigd, dat hij helemaal geen tijd meer heeft voor de jou persoon, en dat is maar goed ook, want anders zou hij de jou persoon helemaal verkeerd beoordelen. En zo gezegd is het veld van bruine bloemen een pad wat ergens naartoe leidt, of er gaat een pad doorheen. Waar leidt het naartoe ?

hoofdstuk 62. het zoet der dwazen Deze bruggen zijn gemaakt van bruine bloemen, Bruggen tussen jou en mij, Waar leiden zij naartoe ? Wanneer ik naar jou kijk, vaag ik weg, Wanneer ik aan je denk, laat ik je wegglijden, Dit is hoe ik mijn boog grijp, Maar ik bereik het nooit zegt vers 1 van boek 1 van de vur, de orkaan. Ten eerste zijn er bruine bloemen tussen jou en de ander, oftewel de donkerheid, de verborgenheid, niet het oog van de mensen. D.w.z. je beoordeelt de ander niet door de roddels van mensen, maar je gaat terug de verborgenheid in, om je los te snijden van 's mensen invloeden. Het is niet eerlijk een ander mens door de ogen van de liegende stad te bekijken, of door liegende families. Keer terug naar de natuur en houdt je oog zuiver. Het is iets tussen jou en God, tussen jou en de natuur. Zorg er dus voor dat je filters zuiver zijn. 'Wanneer ik naar jou kijk, vaag ik weg' Dit betekent dat je altijd weer de minste bent. Je gaat niet op hoge poten naar de ander toe om eens flink te protsen, en te pretenderen hoe groot je wel niet bent. Neen. Je bent de minste. Je vaagt weg. Je keert je andere wang toe, zonder je kwetsbaar op te stellen. Je blijft op een afstand, want je moet jezelf ook beveiligen tegen het mogelijke gevaar wat de ander kan zijn. Je geeft je hart niet aan die persoon. Je bent voorzichtig. Je vaagt dus weg als je naar de ander kijkt, en dat betekent ook weer : niet bevooroordeeld zijn. Geen grote mond opentrekken terwijl je nooit de moeite hebt genomen die andere persoon te leren kennen. Het wegvagen betekent dus ook : eerst onderzoek doen. Tot de feiten gaan. Niet in sprookjes geloven die de ronde gaan over de ander. Hoe zou jij het vinden als anderen de leugens die over jou verteld worden zomaar klakkeloos aannemen ? 'Wanneer ik aan je denk, laat ik je wegglijden' Je maakt dus niet zomaar een beeld in je hoofd van de ander, maar je laat het wegglijden. Je bent dus niet bevooroordeeld, manipuleerd de ander niet zomaar in jouw beeld of de beelden die anderen van die persoon hebben gemaakt. Je legt bij de ander geen valse identiteit op. Dromen betekent niet dat je tot de leugen moet vlieden. Het is een strijd tegen de leugen. Altijd weer. Kies je voor de waarheid of voor de leugen. De leugen is makkelijk gemaakt, maar voor de waarheid moet je hard werken en grote offers brengen. Je moet geen meeloper zijn, en je zaait in tranen, want als je niet meedoet met de leugen, dan wordt je gekruisigd en liegen ze mogelijk ook over jou. Laat je ook niet omkopen of bedriegen door zogenaamd 'aardige mensen'. Dat is geen goed beveiligingssysteem. Wees je bewust van stokende, paaiende, slijmerige mensen die zo je ziel willen binden aan hun opvattingen en geloofsgoed, allemaal ter inwijding in hun leger. Wees geen huurmoordenaar. 'Dit is hoe ik mijn boog grijp, Maar ik bereik het nooit' Want grijpen wij zomaar naar de wapens, gebaseerd op leugen ? Neen. Ook onze vooringenomen wapens laten we los. Wees voorzichtig. Een wapen te snel gegrepen zal zich tegen je keren. Onderzoek eerst de wapens. Leer over de wapens. Laat je scholen. De onbereikbaarheid leidt veel verder, want dan ga je zien waar het daadwerkelijk om gaat. Dan heb je ineens een heel ander verhaal en een heel ander doel. 'Ja, maar er is een oorlog te voeren.' Neen. Er is allereerst een kruis te dragen, het kruis van het voorafgaande onderzoek. Eerst moet de mens toetsen. De mens moet

niet grijpen, maar loslaten. Zo begint de vur, en dat is een waar fundament, voor alle verdere dingen. Zonder boek 1 begin je nergens in de principes van de vur. 'Waar leiden zij naartoe ?' Niet : waar leiden de mensen naartoe, maar waar leiden de bruine bloemen, oftewel de verborgenheid, naartoe ? Ga uit de stad en kom tot het ondergrondse gangensysteem, om zo uit de stad geleid te worden in het verborgene. De mens in de stad zal je altijd weer proberen te misleiden, altijd je weer proberen om te kopen voor iets of wat. Daarom zegt boek 3, de wilden : 'Door de ondergrondse tunnels van de stad kon hij uiteindelijk uit de stad ontsnappen. Hij rende de rode hei op.' Kun je dingen in de verte laten, zonder als een bezetene te grijpen ? Kun je de natuur zijn gang laten gaan ? Er mag alleen maar een spinnendraadje tussen, wat sneeuw, of wat bruine bloemen, als een brug. Ga geen dikke, vette metalen, ijzeren bruggen bouwen, want dan ga je eraan, dan wordt het te vast. Ga niet als een lompe olifant de porselein kast binnen. Hierover gaat boek 29, de verte : 1. In een steegje verkocht hij drugs, De muren waren wit en kaal, Hij was mijn vriend Wat voor een drugs ? De vur gaat over de paradijselijke drugs van de bomen van het paradijs, poëtische drugs, literaire drugs, geen letterlijke, vleselijke drugs. Het is een zinnebeeld. De muren zijn wit en kaal, onbeschreven, zonder vooroordeel. 2. Hij verkocht drugs op het plein, Zo ver weg, dat de drugs onbereikbaar is Drugs is er niet voor om te grijpen. Er is een bepaalde hormonale, literaire natuurdrugs, maar die is zo dun als spinnendraad en wordt alleen voortgebracht in de context van de natuurvoorwaarden waaraan voldaan is, niet eerder. Het is niet iets waarover geroddeld kan worden. Het is veel te ver weg. Iemand anders kan het niet tegen je zeggen, en dat jij het dan even vanuit de luie stoel noteert. Nee, je moet zelf op pad, zelf onderzoek doen, en dan kom je erachter dat het onbereikbaar is, m.a.w. je zal sterven aan de kusten als zaad, en pas dan kan er iets groeien. Zo groei je als een boom geplant aan waterstromen tot land, als rivierbloemen, als rivierheide. Niets komt zomaar. Je kunt er niet even op je dode gemak naar grijpen zoals een opaatje naar de krant, en dan je leven totaal bouwen op wat anderen hebben gezegd of geschreven. Zo zit de maatschappij in elkaar. Ze willen het mysterie van de onbereikbaarheid van de natuur niet leren kennen. Billie Turf wil op zijn wenken bediend worden. Dat zijn pantoffel-christenen. 3. Ik kan ze niet meer horen, En zij zijn doof Er is dus een natuur-doofheid die ons beschermt tegen het bevoordoordelen door roddel en gerucht. 4. De trein breekt door in mijn hoofd, Het is de nachttrein

We moeten niet luisteren naar wat mensen ons overdag vertellen, want dan worden we onder hypnose gehouden. We moeten wachten op de trein in de nacht, oftewel wachten op de kettingreacties van de natuur, de zuivere natuurschakels, ver buiten de stad. Je kan niet gaan lopen vissen in de plantsoenvijver en dan denken dat je niet bedrogen wordt. 5. Hij komt als de nachttrein, Door bloemenvelden De bloemen cirkelen, kennen de andere kanten van het verhaal, enzovoorts. Het wonder van de bloem is de meerzijdigheid. Het is dus een trein van een totaal andere wereld. Het heeft niks te maken met de krant van de kiosk aan het einde van de straat. Het breekt er dwars doorheen. Het breekt door alle muren heen die mensen hebben gebouwd. De bloemen groeien van de onderwereld tot de aarde, dus die brengen een shamanistische, mediamieke boodschap. Boek 127, het verbodene zegt : 1. Het is niet om te eten, Het is een sieraad, De sleutel is van snoep, Het smelt in mijn hand Maar dat leren ze je in de stad, dat snoep om te eten is, want ze willen geld aan je verdienen. Ze maken het aanlokkelijk, omdat ze rijk aan je willen worden. Je bent slechts een consument in hun ogen. Geld is voor hen belangrijker dan gezondheid. Ze vertellen je de waarheid niet. Ook vertellen ze je dat dieren om te eten zijn, want daar kunnen ze ook veel aan verdienen. Ze maken al die beroepen zelf. Als je een mens bevooroordeeld, dan heb je zo'n mens te snel dichtbij je getrokken, een beeld van ze gemaakt, als snoep of koek, of vlees, en dan heb je zo'n mens dus gegeten, als kannibalisme. Maar vers 1 zegt : Het is niet om te eten. Oftewel : je moet het niet zomaar dichtbij je nemen en je oordeel erover uitspreken. Het is een sieraad, een sleutel, dus daar moet je voorzichtig mee zijn. Verspil het niet. Bekijk het van een afstand. Als je het dan uiteindelijk in je hand hebt dan smelt het, als een verminderende kracht. Dat is je sleutel, door het los te laten, door de touwtjes eens te laten vieren, door het verminderen, niet vermeerderen. Oordeelt niet. 2. Zij hebben een stad gebouwd van snoep, Als een weg tot de wildernis Pas als je het loslaat, er afstand van neemt, dan kun je het op de juiste plaats neerzetten, en dan kun je er een stad van bouwen, en dan zal het als een brug zijn tot de wildernis. Dan is het een natuur stad. Maar het is moelijk genoeg. De mens heeft het oordelen in zijn bloed. Zo is de mens geprogrammeerd. Het is aangeleerd. Al die gedachten en oordelen zijn demonen, misleidende machten van het kwaad, die de mens beheersen. De mens moet van deze wereldbeheersers bevrijd worden. Dat kan juist door de natuur gebeuren, en door een natuurmens te worden, shamanistisch te worden, terug te keren tot de natuurvolkeren, de indianen volkeren. Zij hebben de natuur wijsheid nog. In de stad heeft men het niet meer. Boek 129, het verborgene, zegt : 1. De aarde scheurt open, Ik kan de lagen zien, Hier zijn de veranderingen 2. Het heilige snoep zit op de troon,

De troon is het verborgene Toets door het verborgene, niet door groepen mensen die zo bedrieglijk zijn. Er is een zekere zoetheid verbonden aan het verborgene, een hemelse zoetheid. Het is zo lonend om het tussen God en jou, tussen God en de natuur, te laten, in het verborgene dus, waar de mens niet tussen kan komen. Laat de mens er niet tussenkomen. Je kan niet later voor God's troon komen, de troon van de natuur, en dan zeggen : 'Ja, maar hij zei het tegen me, of zij.' 'Wie ?' zal de natuur dan vragen. 'Maar wat heb ik daar mee te maken ? Je was geroepen om door de natuur te leven, zuiver, niet door het gif der mensen, want die spreken elkaar altijd weer tegen, en wie heb je dan gevolgd ?' Oh, groot bedrog is er gaande, het bedrog der mensen. Het is pure afgoderij, de mens die zichzelf, of de andere mens, tot god heeft gemaakt, tot leidsraad. Daarom : kom terug tot het verborgene, en je zal de ware zoetheid vinden, het minderende zoete van de natuur, die ook ruimte laat voor het bittere. Dan maar wat meer aan het kruis, en dan maar wat langer, maar dan komen we wel tot het diepere natuurzoete, en dat is uiteindelijk beter, medicinaal. Het zoete mindert, zodat we het altijd weer volgen, en zullen vinden. Het zoete is er alleen door het kruis. Het zoete is er alleen in het verborgene. Het zoete van de stad is een truukje. Het is slechts gif. Ze zeggen : Ja, eet maar, eet maar, het is zoet, en goed. En de mens heeft al z'n smaak verloren, en gelooft het. Blindelings. hoofdstuk 63. oorlogsgodin, godin der liefde : veilig vast aan 's hemels banden Deze bruggen zijn gemaakt van bruine bloemen, Bruggen tussen jou en mij, Waar leiden zij naartoe ? Wanneer ik naar jou kijk, vaag ik weg, Wanneer ik aan je denk, laat ik je wegglijden, Dit is hoe ik mijn boog grijp, Maar ik bereik het nooit zegt de vur in boek 1, in de orkaan. Nou, als dat geen spinnendraad is ? Heel dun draad, en dat moet ook, want zo is er de magie van het zelf bedenken en het zelf creeëren. Zo mag je en kun je fantaseren, omdat het anders allemaal al klaar zou zijn. Het mag allemaal niet te duidelijk zijn. Zo kun je er nog vele kanten mee op. De wereld wordt een wonder … jouw wonder. Je bent een schepper. Lieve mensen, als je zelf tot een paradijs bent geworden, een paradijs voor anderen kunt zijn, op bovenstaande manier, en er is een paradijs in je eigen denken, in je fantasie, dan ben jij een schepper van de nieuwe wereld, hoe dan ook. Dan zaai je het zaad, hoe moeilijk je het ook hebt, en hoe groot de gevaren ook zijn die dit paradijs omhullen. Ook al is het maar een heel klein druppeltje paradijs wat je ervaart : houd daaraan vast, en denk ook na wat de betekenis is van het paradijs. Want we weten allemaal wel dat het paradijs geen groot luilekkerland mag zijn, geen groot verjaardagsfeest, maar juist een onjaardagsfeest, zoals in Alice in wonderland. Heel dun spinnendraad dus tussen alle dingen, zodat er ruimte is voor je fantasie. Blijf dat vooral veel doen, fantaseren en dromen, en laat je niet tegenhouden. Wel is het zo dat het niet ten koste van jezelf mag zijn, of van anderen, want er zijn dus wel regels. Denk daarom ook aan de dieren bijvoorbeeld en aan de natuur, anders zal het tegen je gaan werken. Bovenstaand vers heeft ook

ermee te maken dat we elkaar niet in hokjes mogen drukken, geen vooroordelen mogen hebben. Wat heb je van de ander geschapen ? Wie is de ander in je hoofd ? Laat dat eerst los. Vers 2 zegt dan : Ik kan niets bereiken, en ik denk dat dit nog maar het begin is, En dan bevind ik mijzelf in een bruin bloemenveld, Alleen in de bruine nacht, Een nacht in vele jaren, Kan ik zijn in de bruine bloemenvelden, Deze bruggen tussen jou en mij Het bruine bloemenveld is als een bruine heide, een beeld van de verborgenheid, en die is woest, niet stads, dus dan moet je ook niet met de mensen gaan meeroddelen over de ander, want dan zal je fantasie tegen je gaan werken. Wat houdt dat in ? Alles wat je denkt, fantaseert, droomt, toets dat aan de verborgenheid, niet aan de mensen. De mensen in de stad spreken elkaar allemaal na. Is dat niet eng ? Daarom : terug naar de natuur, terug naar jezelf, terug naar de verborgenheid, naar het bruine bloemenveld in de bruine nacht, als nachtheide. Wat een pracht. Wat een schoonheid gaat er dan voor je open. Probeer het maar eens. Dit zijn de ware bruggen, lieve mensen, de bruggen van hart tot hart. Vers 3 zegt dan : 3. De pijl raakte haar hard, Het was diep, we zagen haar vallen, De pijl bracht haar over de bruggen, Tot de donkere nacht, Tot bruine bloemenvelden Als je enig kruis in je leven hebt te dragen is het voor dat doel, als de prijs van deze verzekering, als de hemelse belasting, om een hemelburger te zijn in het hemelse paradijs. Daartoe raken de pijlen ons soms, en dan weten we dat het belasting regent, en dat is nu eenmaal nodig, opdat we ingehaakt worden, veilig vast aan 's hemels banden. Het moet een heerlijk gevoel zijn, maar het begint met een dof gevoel, omdat je niet weet wat het is, en je vlees gaat eraan, en alle valse denkbeelden die je hebt over jezelf en de ander. De pijl brengt je weer terug naar het verborgene. De pijl is een belangrijk thema in de vur daarom, als een beeld van het kruis, een poëtisch beeld. We zien iemand vallen, maar valt die persoon wel echt ? Of lijkt het maar zo omdat wij stegen ? Vers 4 zegt dan : Paarden van vuur in de lucht, De geur van kermis overal, Zij zijn gekomen met zoveel soldaten, Rijs op in de lucht, zeg al uw moeders vaarwel En dan mag je afscheid nemen van het oude leven. Je mag afscheid nemen van de haat, ook de dierenhaat waar veel kinderen tegenwoordig in opgroeien. Het is niet goed, lieve mensen. Als wij scheppers willen zijn, dan moeten we de schepping liefhebben. Dierenhaat is ook een soort racisme. Het enige waartegen we moeten strijden is het kwaad en de onwetendheid, tegen de leugen, en dat is een geestelijke oorlog. Dat Billie en Bessie Turf niet willen stoppen met vlees eten is geen reden voor jou om niet te stoppen. Zeg hen vaarwel. Vers 5 zegt :

Ik zal het begrijpen, deze onsterfelijkheid, de lelie, drijvende op de waterstroom, drijvende op de waterdroom Durf te dromen, maar durf ook je dromen te begrijpen, durf de techniek ervan onder ogen te komen, de hemelse wetenschap. Een dwaas man bouwt zijn huis op los zand, maar een wijs man bouwt zijn huis op goede gronden. Weet wat je droomt. Vraag om de gave van uitleg, ook van de uitleg van dromen. Dat is ook een shamanistische of charismatische gave. Zo leven de indianen ook. Ze begrijpen wat ze doen, denken en dromen. Ze kennen de tekenen. Ze kennen de taal. Maar ze laten altijd weer ruimte voor hogere betekenissen. Daarom volgen ze ook het grote geestelijke, zoals ze dat noemen. De arend vliegt altijd weer hoger. Vers 6 zegt dan : Ik wacht op het schip. Neem me op, neem me mee met jou, Naar een plaats van witte sneeuw en dauw, Ik wacht op het schip, Langs satijnen voorhangsels Zo komen we tot het land van sneeuw, van zomersneeuw, want hierin is het hart gewikkeld. Heb je daar weleens van gehoord, van warme sneeuw ? En dauw is een beeld van het ochtendvocht. De nacht is voorbij, heeft zich verdiept, of het is gewoon een nieuwe droom. De nacht is een brug. De sneeuw is een wereld van voorzichtigheid, van keurigheid, niet van slordig vooroordeel. Trek je terug wanneer je je terug moet trekken. Ga niet daar waar engelen niet durven te komen. Laat de draden dun zijn. Totdat je sneeuw in je handen hebt. Dat zal je leiden en je bewaken tegen overmoed. Wees niet onredelijk hard over zaken waar je geen weet van hebt, maar doe onderzoek, maak verbindingen, probeer de samenhang onder ogen te komen, weest zachtmoedig. Vaak betekent dat veel de andere wang toekeren, maar laat je niet misleiden voortijdig uit je hol te komen om toe te slaan. Weet waartegen je strijdt. Wees geen blinde vuistvechter. De sneeuw is een natuurzachtheid, naar zowel mens als dier. Als je alleen zachtheid hebt naar de mensen en dan niet naar de dieren, dan is dat een valse zachtheid. Vers 7 zegt dan : Ik wacht op mijn schip, Het is mijn schip, Ik heb de hoogste rang, Als je niet doet wat ik zeg, Dan zal je daarvoor gestrafd worden, Want jij bent een lagere rang, En ik ga niet veel uitleggen aan lagere rangen Oh, wat is dit een duister vers. Is het geen nachtmerrie ? De dichter denkt na over het trauma, wat van geslacht tot geslacht wordt doorgegeven : de valse beroepen van de families. Ze wanen alsof ze daarom macht over elkaar mogen uitoefenen vanwege hun papiertjes die helemaal niks zeggen maar alleen bedrieglijk zijn. Nee, nu ga ik ook niet veel uitleggen. Dat heb ik al genoeg gedaan. En wie is er dan de lagere rang ? De dichter worstelt hiermee zoals we in het boek zien. De mensen hebben hun macht opgekocht, door geweld verkregen, en zo verkopen ze hun valse kennis door, hun onkunde. Het is slechts zeer selectieve kennis. Dat is waartegen we strijden. Wie is er dan de lagere rang ? Dat is nog altijd wat de gnosis bepaalt. De eersten zullen de laatsten zijn. Wie de grootste wil zijn zal de minste zijn, en de minste zal de grootste zijn. Weten we wat deze woorden inhouden ? 'Wat gij aan de minsten van mijn broeders hebt aangedaan, hebt gij mij aangedaan.' Wat wij de dieren aandoen … En dan even doordenken … Wie hebben we dat aangedaan ? Wie hebben we gekruisigd ? Wie wordt er telkens weer, dag aan dag gekruisigd voor de vraatzucht van de mens ?

Denk aan de dieren in de holocaust … Vergeet even dat dit de woorden van Jezus zijn, want in het Aramees, de taal van Jezus wordt Jezus de baarmoeder genoemd, oftewel we hebben het moeder natuur aangedaan. Oh, wat een geklaag zal er zijn als de mens dit in gaat zien. Ze hebben hun eigen moeder gedood aan het kruis. Walgelijk, is het niet ? Laten we daarom zo dicht mogelijk bij moeder natuur leven en haar woorden onthouden, in ons hart dragen. 'Ik berg uw woord in mijn hart opdat ik niet tegen u zondige.' Ze heeft haar speer opgeheven, En dan slaat ze toe, Ze raakt mijn hoofd zegt dan vers 8. Nogal wiedus. De natuur moeder is woest. En ze moet een ieder's hoofd wel raken, om ons uit de ballingschap van de stad te halen. Allen zitten vast aan de ketenen van de stad. Kijk de natuur razen op de mensheid. Niemand wordt overgeslagen. Allen moeten ze haar kruis dragen. Ieder kind in de stad wordt getraind om tegen moeder natuur te strijden. Wij worden allemaal grootgebracht als vijanden van moeder natuur. Daarom ben ik al jong uit dit valse leger weggevlucht. Ze had haar boog op me gericht en schoot een pijl af, om mij uit te leiden. Dwars door mijn hart schoot ze haar pijl van liefde. Zo heb ik het kruis ook altijd gezien, het was allemaal liefde, want zij wilde haar hart met me delen, haar pijn, haar verborgen taal. Ja het was hartverscheurende, maar ons hart moest losgescheurd worden van de ketenen van de stad. Moeder natuur is oorlogsgodin, godin van de liefde. Oh, hoe kan een mens nog staan na al die nachten met haar ? Haar liefde is overweldigend als de oceanen. Het breekt je tot in het diepste van je botten en bouwt je dan helemaal opnieuw op. Hij kan niet komen waar je bent, Vriend, ik zou niet tot je liegen, Ik weet dat je ook met dit trauma vecht, Het is een oorlogs-trauma, Ik was daar, en ik zag je zegt vers 9 dan. Het is allemaal een oorlogstrauma. Het is de oorlog van de liefde die het hart verwond, want die liefde gaat diep, en die liefde verscheurd, scheidende het kwade van het goede. hoofdstuk 64. rijk door roddel De bezetters, wie zijn het ? Ze denken overal te kunnen komen, ondervragen iedereen. Ik had een droom vannacht dat ze in een charismatische kerk waren, terwijl ze zelf anti-charismatisch zijn, want God spreekt niet. Ze spreken zichzelf overigens ook graag tegen, en dat doen ze om anderen gek te maken. Niemand in die charismatische kerk durfde de bezetters eruit te zetten. Ik begon de bezetters op hun nummer te zetten, en toen kwam er een vrouw naar me toe, ging naast me zitten, en sprak over dat er een strijd was in de geestelijke wereld, en dat we de goede strijd moesten strijden, gewoon basis-kennis. Ze probeerde mij af te leiden van de bezetters. Ik zei : 'Ja, maar er is ook zoiets als territoriale oorlogsvoering, anders is het dweilen met de kraan open. Ze hebben regeringen en dan moet je bij de hoogste mannetjes zijn, anders kom je nergens.' Maar ze durfden de bezetters niet aan te pakken. Ik zei toen dat ze achter me moesten staan, en toen begon ik het vuur te openen. Wie zijn die bezetters ? Het zijn niet de geestelijken, maar de leken. Ze komen niet voor het geestelijke, maar voor hun stripwereld waarin ze van alles en iedereen karikaturen maken

en het dan verkopen. Ik zag de kaders, de stripkaders, de figuren, de ballonnetjes. Zij bepalen alles. Daarom opende ik het vuur. De bezetters, wie zijn het ? Ik zag de kaders. De kaders waren aan elkaar geschroefde balken voor hun stripboeken. Het zat ook met klemmen aan elkaar vast. En zo injecteren ze zielen, en dan worden die zielen opgezet in hun albums, die ze verkopen, en waarmee ze hun leugens verspreiden. Dat gebeurt er in de geestelijke wereld. Ze hebben stripwerelden gebouwd, karikatuur werelden, en worden rijk door roddels en geruchten, hun valse verhalen. De nacht ervoor droomde ik over een woest everzwijn genaamd Andacht. Ik zag de kaders, waarmee ze hun slachtoffers hadden opgesloten, dikke vette alarmsystemen. Niemand durfde iets te doen. Ik begon te schieten. Ik begon de kaders kapot te schieten. Met vuur, met mitrailleurs. Ik was op sommige punten gefixeerd. Ik kreeg herinneringen van mensen in mijn jeugd die ik voor onbekende redenen heel lang aanstaarde. Dat kon zijn in de sporthal of de trein. Dat ging zo ver dat ze vroegen : 'Heb ik iets van je aan ?' Ik herbeleefde het weer en zei : 'Ja.' Ik bleef maar schieten, bleef me fixeren. Die kaders moesten los. Daar zat alles in opgesloten. Het waren balken met klemmen, schroeven, en vastgelijmd. Ik bleef maar schieten. 'Ja, je hebt iets van me aan, ja,' zei ik. 'Dit is niet van jou.' Zo lopen ze ook rond, hè, alsof alles van hen is. Andacht is een woest zwijn. Wil alles voor zichzelf. Dreigt anderen met 'platspuiten.' Daarom durven ze niks te zeggen. Dreigt anderen met uitzetting. Daarom durven ze niks te zeggen. Andacht is een psychopatisch zwijn van vraatzucht. Alles is van hem, alles is voor hem. Om hem draait alles. Ik bleef schieten. Het moest maar eens afgelopen zijn. Eindelijk lieten de balken elkaar los. Ik kwam toen tot een boerderij, een stripboerderij, waar Andacht stripboer was. Hij kweekte hiervoor plantjes op zijn velden. Hier maakte hij zijn stripboeken van. Hij maakte kasplantjes van zijn slachtoffers. hoofdstuk 65. de taal van de stilte ; het land van melk en drop de stilte spreekt. het is een geheime taal. wacht niet op een woord, maar ontcijfer de stilte. de stilte is een soort honger. je kunt alleen een honger huwelijk aangaan met de stilte. vraatzuchtige varkens die altijd maar lawaai maken hebben hier geen boodschap aan. het kost geduld. het kost tijd, pijn en moeite, maar het is een taal. kun je de hierogliephen zien ? het is als een stripboek. maar wat als het geheel donker is ? duisternis is ook een soort honger. maar duisternis is ook een taal. wacht niet op het licht, maar ontcijfer de duisternis. de duisternis komt in vele graden, heeft zijn eigen ritme, als een morse,

kloppende op de deur. de duisternis spreekt. het licht verdoofd. en als het vastloopt ga je dieper. dan voel je een hand, alleen een gevoel, want je ziet niks. ook hoor je niks, en toch spreekt het, maar op een andere manier, de taal van de stilte, een taal van kennen, en van herkennen … en dan zwakt het gevoel van de hand misschien ook weer af … je bent hier helemaal alleen … maar jij en jezelf is twee, of jij en de kennis, of jij in de honger … en was dit niet al eens eerder gebeurd ? heel lang geleden ? je mag de woorden van de mensen loslaten … die zullen allemaal verdwijnen … alleen jij en de kennis zal overblijven, jij en jezelf, of jij en de honger … als een taal … als een sieraad … en je kan het analyseren en dan heb je je eigen massa … dus alleen ? nee … niet echt … dat is slechts illusie … optisch bedrog … och laat de wereld toch, alles wat ze tegen je hebben gezegd … het zal allemaal verdwijnen … leugens worden verteld door haters, verspreid door dwazen, en geloofd door idioten. vooroordelen over mensen waarvan zulke personen maar een kommetje water uit de zee weten, vooroordelen allemaal voor geld en macht. vooroordelen, omdat het zo gemakkelijk is. zo laf. het zal verdwijnen. mijn oma zei altijd : tegen leugens kun je niet op. koningin beatrix zei : de leugen regeert. een gewaarschuwd mens telt voor twee, dus je bent nooit alleen. en je wordt stil van deze dingen, heel stil, en duister, heel duister, want je wil verborgen zijn, en toch moet je weleens op zoek gaan naar het verloren schaap, en die is juist in duisternis te vinden … het is al lang geleden gebeurd, de geschiedenis herhaalt zich telkens weer … en je gaat een honger huwelijk aan met de natuur om hieraan te ontkomen … we houden misschien aan een heleboel principes vast, maar wat zijn de daadwerkelijke principes waar het om draait ?

je gaat zo dieper en dieper in de natuur, tot de voeten van de natuur, de oorsprong, in de duisternis, in de aarde … je ziet hier niets, hoort hier niets … alleen de wind misschien … je spreekt tot de wind, en de wind spreekt niet terug … het trekt je alleen dieper … waar gaat de reis naartoe ? dieper naar binnen, ik heb het buiten nu wel gezien … ook al is het donker en stil, hier is een pad … duisternis en stilte spreken, als de taal van de honger … het is een geheim wapen, wie kent het ? als je er dan slechts een kommetje water van kent, is het dan niet tijd om tot de zee ervan te gaan ? nee, je kunt het niet drinken … het is zout water … er heerst hier slechts honger en dorst … als het sieraad van een diepere taal, een dieper leven … van dat wat eens vergeten was … verloren geraakt in deze ondoorkoombare wildernissen … je zoekt er naar, maar het laat zich niet zien … hier is slechts duisternis en onbereikbaarheid … maar dit is slechts hoe de natuur spreekt … als je het kunt verstaan is het als stromende melk … nu geven alleen wat spinnendraadjes hoop … volg het, volg het, als een brug over de rivier … zeer dun, het zal allemaal wel wegsmelten … de overkant bereiken we nooit … het is slechts dieper binnenin … zoals de vur zegt in boek 115 : Door een wespenzee zwem ik, Ik zal de overkant nooit bereiken, Maar het is om tot de droom te komen, De diepere wereld je houdt je er aan vast, maar alles glijdt weg … opdat je volgt … het is nooit echt weg … alles is er nog ergens … er is zoveel om te verliezen opdat we kunnen winnen … het honger huwelijk met de natuur … een prachtig sieraad, een prachtige taal … als je het grijpt, breekt het …

waarom ? omdat het geen taal is maar een raadsel … boek 44 zegt : In haar taal hebben ze allen een plaats, Totdat de rode sneeuw het raadsel openbaart, Rode drop om het verstand te genezen Drop komt van het wortelsap van het zoethout kruidplantje. Tot de rode zee gaan we, Het verstand versluierd met rode drop, Het leven is geen gokspelletje, Het leven is geen genade, maar loon, Als honing voortgebracht door belasting Nectar en honing zijn mijn vrienden, Het is de adem van levensgeluk, Plezier om het spel wat is gewonnen, Genot om de aarde die niet meer bedrukt De smaak van drop op mijn tong, Als het nachtzicht wat daar rust, Het speelgoed van de nacht Warme sappen in mijn laarzen, Mijn mond is vol van levensmelk, De aarde verzegelde het verleden Zoveel stormen die de zee dragen, Het bruist met levenssap, Eindeloosheid van de nectar, In stukken gesneden door de paradox Alles gaat in cirkels hier, Het leven houdt op en gaat dan door, De narcis houdt de schepen af van het geheim, Alleen het morgenrood zal het zien De eeuwige nacht van ijs, De leugen overvloeiende in de waarheid, Totdat het rode ontwaakt, Tot rode bloemenvelden ging ik, In het huis van de rode zon De zon van rode bloemenvelden, Als een geheim opwellend in de lucht, Waar zoveel stemmen haar hebben doen ontwaken boek 73 zegt :

Zij (de heerin) had een boek met sleutels. En de sleutels waren van drop. durven wij zo diep te gaan dat we bij de wortels van dingen aankomen om daar van het wortelsap te nemen, van de drop ? mogelijk zien we dan dat we het al die tijd verkeerd hebben gedaan, dat we mogelijk domkoppen hebben gevolgd en zo zelf ook domkoppen waren geworden. mogelijk moeten we hiervoor een heleboel dingen loslaten, om zo de comfort zone uit te kunnen. mogelijk worden we teruggeroepen, verliezen we vrienden en familie. maar we winnen zo wel de geheimen van de hemel, van het paradijs. waar drinken we van ? alleen maar van het voor ons geperste vruchtensap, of zijn we afgedaald tot de wortels om daar van het wortelsap, van de drop, te nemen ? het drop heeft een vooraanstaande taak en positie in de vur. maar het ligt niet voor het grijpen. we komen er alleen door het hongeren, door het honger huwelijk met de natuur, en dan pas zal de natuur ook de wortels laten zien en het wortelsap. boek 77, het plantsoen zegt : Het pasen met zijn versierselen van drop is nog steeds een ingrijpende gebeurtenis. boek 30, rode bloesem, zegt : Hij rook de geur van drop. Hij voelde zich in een lange diepe put wegglijden. Pasen en het afglijden in de diepe put zijn een beeld van menselijke vruchtbaarheid, van de metafoor van de menselijke paring. Door het honger huwelijk met de natuur bereikt de mens uiteindelijk de paradijselijke honger leegte, waarin de mens het overblijfsel, het zaad, offert, opdat het nieuw leven zal geven. De mens gaat zo tot de oorsprong, tot het wortelsap. Daarom zal een mens niet alleen van melk leven, maar moet ook de diepte in, tot het land van melk en honing, of tot het land van melk en het wortelsap, van melk en drop. hoofdstuk 66. sneeuwwitje achter glas Doornroosje is een beeld van de stad. Je kunt het sprookje heel dualistisch bekijken, want het is zeker niet eenzijdig, zoals de vur ook laat zien. Er zijn beweringen dat sprookjes oorspronkelijk horror verhalen waren of sexuele verhalen. Natuurlijk zijn sprookjes heel erg poëtisch en metaforisch beschreven en zijn er veel diepere dingen gaande. Maar laten we eens kijken naar Doornroosje als beeld van de stad, vanuit de vur. In boek 3 van de drager van de vur, de pop, staat : De struiken omsingelen de stad en vallen het binnen, Zij doorsteken de ramen, en doorsteken dan de poppen, Zij zijn allen planten Doornenstruiken om het kasteel, En dan vallen ze binnen, Doorstekende de poppen De vur stelt in boek 20 dat de natuur onuitgenodigd was. Dat is het probleem van de stad, en daarom is er een invasie van de natuur in de stad. Daarom werd Doornroosje ook gestoken. Ook het sprookje van Hans en Grietje wordt hier vanuit de andere zijde besproken : 'Hier in de diepe wildernis had zij haar huisje van snoep geplaatst, en was zij slechts een diepere inwijder. Het harnas van snoep lokte de soldaat tot een diepere strijd, de patronen van de wildernis.

Zij was het lijden van de jongen in zijn jeugd om hem te behoeden voor een veel groter kwaad. De kooi die zij hier had gebouwd was niets vergeleken met de kooi van de stad.' Was het huisje van snoep er wel om gegeten te worden ? Nee, natuurlijk niet. De vur is hier heel duidelijk in, in boek 127 : 'Het is niet om te eten, Het is een sieraad, De sleutel is van snoep, Het smelt in mijn hand Zij hebben een stad gebouwd van snoep, Als een weg tot de wildernis' Het snoep is dus een kunstvorm, wat een verhaal verteld, als de muren van de stad, de muren van de huizen, en zij worden voorgesteld als minderend, omdat dat de aard is van het natuurzoete. De kinderen kwamen in de problemen toen ze als hysterisch van het huisje van snoep begonnen te eten. Doornroosje werd gestoken door de natuur, door het onuitgenodigde, en viel zo in een diepe slaap, om zo weer contact te maken met de droom van de natuur. Zo hebben de struiken dus in principe de stad omsingeld. Boek 21 zegt : 'Gele bloemen groeien langs de kant van de stad, als een stadsmuur. Iedereen die daar gaat wordt verward. Zij vallen in slaap en dromen vreemde dromen. Geen leger komt door de gele bloemenhaag. Allen zullen zij slapen. Zij van de gele bloemen, eens zag ik haar, Ik werd getroffen als door bliksem, en toen viel ik in slaap. Zij van de gele bloemen, Zij is een tunnel naar de onderwereld Eens zag ik haar op haar paard, en ik volgde haar, Zij leerde me de geheimen van de bossen en de wildernissen, Zij van de gele bloemen, zij gaf mij een plaats. Zij leerde mij de kennis, Zij leerde mij lezen en vele talen, Zij leerde mij schrijven en de schoonste kunsten, Zij leerde mij strijden, Zij van de gele bloemen Over het ravijn bracht zij mij, Tot de dieptes van een woud' Geel is de kleur van de paradox, van de weerstand, het tegendraadse, de rebellie, en is dus ook een hele strategische kleur. Zo wordt de onuitgenodigde uit het Doornroosje verhaal beschreven. Zij is tussen stad en wildernis, maar gaat graag de stad in om verloren schapen daar weg te halen. Boek 19, de golf, zegt :

'Wevende de dimensies, het trauma. Het ruist over de zeeen, om de slag te slaan, Neemt hen allen in, en doet alsof er niets aan de hand is. Het wacht, en slaat dan toe, Het maakt een teken, en slaat dan toe, Maar houdt het verborgen. Ik denk dat ik één van hen ben geworden, Ik draag een wapen, Ik sla toe zoals hen, maar ik ken het niet, Het heeft mijn geheugen gewist. De vrouw met de boog kwam tot mijn stad, Zij had vier pijlen op haar boog, die zij gezamenlijk afschoot op mij. Dwars door de ramen gingen ze, en toen dwars door mijn hoofd. Zij nam mij mee, maar waar naartoe ? Vier pijlen had zij op haar boog, die dwars door mijn hoofd gingen. Ik staar naar de pijlen. Zij hebben mijn leven gered. Ik kus ze, en wikkel ze in. Ze brachten mij over de zee. De nachtmerrie brak zij af. Zij was één van de vier pijlen. De vrouw met de boog had zo lang aan haar gewerkt. Dagen en nachten was zij bezig haar te decoreren. Zij maakte de juiste insnijdingen, de juiste bochten. Deze pijl was haar paspoort en sleutel. Ze liet mij de duisternis onder het huis zien, de grotten en de tunnels. Ze nam mij mee naar deze plaatsen, en ik dacht dat het altijd nacht was. Zij trok mij op de kant. De stad zou branden. Ik mocht niet meer terug. En dan slaapt de stad, bedekt onder sneeuw. Tussen de prachtige bomen staat ze, met prachtige struiken' Dit gaat dus over de onuitgenodigde van het Doornroosje verhaal, die toesloeg en stak, als de stekende struiken van de natuur. Zij willen de mens terugbrengen tot hun dromen. Daartoe brengen ze een natuurgif in. De vur is daar zeer duidelijk in wat er met de stad zal gebeuren, zoals in boek 4 van de drager van de vur, het monument : 1. Ik ben geboren uit steen, Nu rijst het leger op, Wij zullen zijn als steen, Harder dan het steen van de stad, Ramen slaan wij in, Gebouwen breken wij af, Hun monumenten, allen in rouw 2. Ik ben geboren uit steen,

Nu rijst het leger op, Het steen van de stad zal smelten, Het steen van de stad zal sterven 3. Ik ben geboren uit steen, Ik ben geboren uit een plant, Ik zag de aarde geschapen worden, Ik zag de aarde voortkomen vanuit een bloem 4. Ik ben de tuinjongen, Ik verwijder de stenen die er niet horen, Geen herinneringen meer aan de stad, De tuinhekken zijn gesloten na middernacht En boek 89 zegt : De stad moet geheel vertaald worden, Voordat wij de tuinen kunnen binnengaan De dingen om ons heen hebben de hersenen zelf aangemaakt om ons daaraan te kunnen vormen. De paradox tussen stad en wildernis is dus noodzakelijk om gevormd te kunnen worden. We moeten er zelf diepte in vinden. Het is ons eigendom. Het is ons leven. We kunnen er verhalen van maken, sieraden van rijgen, stripboeken van maken. Niets is voor niets. Pas toen Hans en Grietje gretig van het snoephuisje gingen eten kwam de heks. Ze moesten juist van het snoep leren en er niet zomaar onbegrensd naar grijpen. Het natuurzoete is een pad, een minderend pad, wat leidt tot de dropwortels, de vrucht van het lijden. Het natuurzoete is je eigen creativiteit. Het natuurzoete is iets bitterzoets. De vur zegt in boek 129, het verborgene : 1. De aarde scheurt open, Ik kan de lagen zien, Hier zijn de veranderingen 2. Het heilige snoep zit op de troon, De troon is het verborgene Er is een bepaalde natuurzoetheid verbonden aan het verborgene, aan het binnenste, waarin je steeds dieper kunt gaan. Alleen dat is je troon, waarin je de verborgen kennis kroont. Geloof de mensen om je heen niet. Het is er voor jou om je aan te vormen, maar ga ze niet kronen. Kroon je innerlijke kennis, maar doe dit niet overmoedig. Het is een zoektocht waarin je eerst aan jezelf moet afsterven. Eerst moet je heel veel valse kennis overwinnen. Kroon het natuurzoete wat hoop geeft, en wat je op het minderende pad leidt. Het natuurzoete zal je nooit teveel geven. Het natuurzoete stelt duidelijke grenzen. Hoe gaat dat dan, die inwijding in het huisje van snoep waar de vur over spreekt ? Allereerst wordt erover gesproken als over een harnas, dus het huisje van snoep is van een natuurvrouw die de mens het lijden en strijden wil leren, maar als de mens dan gaat grissen, graaien en eten, dan zou dat de heks oproepen, maar die heks is natuurlijk ook een wachter van het snoephuisje, die de mens moet verslaan. Het is dus heel dubbel. We mogen niet in de valstrik vallen waar we de natuurvrouw voor een heks aanzien, en ook zijn niet alle heksen slecht, want er zijn ook goede heksen. Boek 20 zegt :

Zij bewapende haar kinderen en ontzag hen niet. Zij tuchtigde haar kinderen reeds vroeg, en daarom moest de heks dood. De stad wilde kinderen verwennen met een allesverblindend licht, verlammend en bemoederend. Het natuurzoete is zeer creatief, zintuigelijk, je ziet van alles, wat een bepaalde zoetheid met zich meebrengt. Ik was van jongs af aan al heel creatief, fantasie rijk, openminded, en mijn bijnaam was vaak suikerzakje of suikertasje, suukerbuultje in dialect. Mensen roken soms ook een soort hemels snoep rondom mij. Ik had ook een beschermengel en gids die 'Drop' heette, of Licorice in het Engels. Er is een bepaalde zoetheid aan verbonden als je de vijand kunt zien, want dat betekent dat je opmerkzaamheid, je alertheid en waakzaamheid goed werkt, als een goed alarm of beveiligingssysteem. Het natuurzoete is een beeld van strategie, als stromende natuursuiker. Natuurlijk is het zoete maar een beeld. Hoe wordt de natuurstad of droomstad dan daadwerkelijk gebouwd, en de huizen ? Je grijpt niet, je eet niet, maar je onderzoekt. Dat is de ware natuurzoetheid. Je leest dus, als beeld van het onderzoek, en daarbij lees je tussen de regels, in de context, en lees je altijd kritisch, meerdere bronnen aanborend, meerdere zijden van het verhaal. Dat is de natuurzoetheid, wat een gematigde en minderende zoetheid is. De vur zegt hierover in boek 23 : Ik houd van dunne boekjes, maar wat dikkere boekjes doen het ook wel goed bij mij. Sommige boeken zijn gewoon echt perfect van formaat en ik kan daar wel uren naar staren en over nadenken. Ik lees veel, maar ben ook veel bezig met mijn geheugen. Sommige boeken benauwen me, en die heb ik liever niet in huis. Ik ben op zoek naar de perfecte boeken. Zo bouw ik mijn stad, mijn land, en mijn huis. En in boek 87 : Ik kan de stad nooit bereiken, Ik kom nooit aan in de stad, De stad is een bloem Maar ik kan boeken lezen over de stad, Bestaat de stad wel ? Of is het alleen maar één van mijn dromen ? De stad ligt op een hoge, onbereikbare berg, Er valt hier niets te graaien De stad was gehuld in een mysterie, De stad was een bloem Tussen vele bloemen staat de stad, Als een steen is zij En zie, zij zullen zijn naam verdraaien, En zijn geheimen zullen verborgen blijven voor hen. Zij had hem opgenomen Ja, tussen haar borsten is hij, als een groot geheimenis Zij zonderden hem af, Het gewicht op hem drukte zwaar Boek 122 zegt : Deze stad is gemaakt van tranen,

En op zoveel pilaren van tranen was deze stad gebouwd, Een verhaal wat je niet kent, Maar je waakt ertoe op Je kunt dus alleen tot het zoete komen door het kruis. Het kruis is ook een beeld van bloed, zweet en tranen, oftewel : er is werk aan de winkel. Het gaat erom door de tucht, de discipline, tot het natuurzoet te komen. Door het snoephuisje is er dus een lijdenspad voor diepere inwijding. 'Zij was het lijden van de jongen in zijn jeugd om hem te behoeden voor een veel groter kwaad.' (20:10) Dit pad is als een kooi (20:10b). 12. Zij was de zwarte koningin des doods, de koningin van het oerwoud, toen het witte haar kinderen en haar schone land stal. En zij beval haar jager het sneeuwwitte om te brengen, want het witte moest sterven, zeven maal. 13. En het sneeuwwitte was jong, oningewijd, omgeven door witte doornen. En zij lokte haar tot de deur van de dood in het oerwoud. En het sneeuwwitte gewaad werd afgedaan, en een zwarte vrouw rees op. Wat betekenen deze verzen ? De mens moet terugkeren tot het verborgene om daar het snoep te vinden, in de aarde, in de wortels. De mens moet zich daarvoor een beetje vuil maken en afsterven aan zichzelf. In deze betekenis is het witte het publieke, de menselijke mening, die afgedaan moet worden voor de geestelijke en hogere betekenis. Kunnen we dit sieraad begrijpen ? Sneeuwwitje in haar glazen kist in het bos. Alles was achter glas. Sneeuwwitje moest een beetje vuil worden, aan haarzelf sterven, de onderwereld in, oftewel de diepte, de diepere lagen van het bestaan, de diepere lagen van betekenis. Laten we niet bij de horror blijven, lieve mensen, maar laten we er diepere, heilzame betekenis aan geven. Het stopt niet bij de sneeuw. De sneeuw moest rood worden, meerzijdig, en de aarde ingaan. Maar Sneeuwwitje stierf niet echt. Het was slechts haar ego. Het was slechts zinnebeeldig. Boek 44 zegt : 14. Oorlogsgeluk, De soldaat op het paard tegen de piraat, Is slechts een bloemenveld die de getijen weerspiegelt, Het geluk van het overvloeien van de seizoenen, Van de leugen tot de waarheid 15. In haar taal hebben ze allen een plaats, Totdat de rode sneeuw het raadsel openbaart, Rode drop om het verstand te genezen Sneeuwwitje viel. Ze moest een beetje vuil worden, tot de andere wereld gaan. En toen was alles achter glas. Zo is dat ook als we een boek lezen : alles is achter glas. Het lezen is als surfen door een andere wereld, als een bootje, en dat is de ware opname door de boot, die beschreven wordt in de vur. Ook boek 20 spreekt hierover : 5 Zij had haar eigen koninklijkheid bewaard. Zij trok ons omhoog op het schip, toen de dauw ging vallen. Zij had haar eigen pad, en wilde niks weten van het verwende gemeentepark.

6 Daarom was zij onuitgenodigd, gehaat door velen, en gevreesd, maar niemand kon haar geheim doorgronden. Zij wist dat slechts hen buiten de kooi gekooid waren. 7 Ze hadden maar een fragment van haar vastgezet. Zij was natuurlijk veel groter. Zij leefde in plaatsen waar zij nooit zouden komen. Zij leefde in een mengsel van vuilheid in de dieptes van de wildernis, als sluiers van haar schoonheid. 8 Deze schoonheid werd geproclameerd door een genetische collage van juwelen. Zij ging over de muren. Zij van de smetvrees zouden daar nooit komen. 9 Hier in de diepe wildernis had zij haar huisje van snoep geplaatst, en was zij slechts een diepere inwijder. Het harnas van snoep lokte de soldaat tot een diepere strijd, de patronen van de wildernis. Lezen is dus ook een soort surfen op het web van de geestelijke wereld. Het is iets wat je moet leren. Je kunt niet alles klakkeloos aannemen. Er zijn vele gevaren in het lezen, in het surfen. Het is een hele uitdaging. Surfen moet je leren. Sneeuwwitje achter glas, omdat we geen vooroordelen mogen hebben. We moeten lezen, leren lezen, tot de hogere shamanistische orakels komen, om zo de zienskunde te leren, leren zien, leren kijken. hoofdstuk 67. het mormoonse commentaar op psalm 1 De Mormonen geloven in voortgaande openbaring, en hebben naast de bijbel ook het boek van Mormon en nog wat andere geschriften zoals leer en verbonden, en de parel van grote waarde. Ook geven ze dus commentaar op de bijbel. Laten we kijken naar hun commentaar op psalm 1 : 1 Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters; 2 maar aan des Heren wet zijn welgevallen heeft, en diens wet overpeinst bij dag en bij nacht. Het Mormoonse commentaar van Brigham Young hierop is dat de mens niet moet stoppen met het strijden tegen het kwaad en door moet gaan totdat God zich een groep mensen heeft geheiligd. Dit strijden houdt in dat er alles gedaan moet worden wat nodig is om het kwaad uit je midden te bannen. Ik kan hier aan toevoegen : Waar je mee omgaat wordt je besmet. Kijk dus uit met wie je omgaat. Vorm geen ongelijk span met zondaren. De mens moet de zonde ernstig nemen, want de zonde vernietigd alles. De mens mag absoluut niet zondigen. Als je in God blijft kun je niet zondigen. Joseph F. Smith stelde bij deze verzen dat het verstand niet alleen kennis moet bezitten, maar de ziel moet deze kennis ook vereren, eerbiedigen en koesteren, als een zeldzame schat, en de ziel moet verlangen naar pure intelligentie die van de kennis van de waarheid komt. Dit houdt dus in dat de mens progressief moet zijn. Als de mens stil blijft staan sterft alles af en wordt alles corrupt. Vandaar ook de nadruk op voortgaande openbaring en het blijven doorleren. Stop niet, want dan grijpen de roofdieren je. Je betaalt een hoge prijs als je op de weg van de zondaren blijft. 3 al wat hij onderneemt, gelukt. Het Mormoonse commentaar hierop is dat de mens gemerkt moet zijn met werken en

progressiviteit. Er wordt gewezen op Leviticus 26 waar dit vers vandaan komt : 3 Indien gij in mijn inzettingen wandelt en mijn geboden nauwgezet in acht neemt, 4 dan zal Ik u te rechter tijd uw regens geven, zodat het land zijn opbrengst geeft en het geboomte des velds zijn vrucht draagt. 4 Niet alzo de goddelozen: die toch zijn als kaf dat de wind verstrooit. Het Mormoonse commentaar van Brigham Young (1801-1877) waarschuwt dat de goddelozen heel aardig kunnen zijn naar je toe, maar dat als ze konden ze een zwaard door je hart zouden drijven. Hiertoe moet een mens onderscheidingsvermogen hebben om dat te kunnen zien. De woorden van de goddelozen kunnen glad zijn als olie om je hart te bedriegen. hoofdstuk 68. amos 1:1-3 Amos 1 1 De woorden, die Amos, een van de veefokkers uit Tekoa, geschouwd heeft over Israël in de dagen van Uzzia, koning van Juda, en in de dagen van Jerobeam, zoon van Joas, koning van Israël, twee jaar vóór de aardbeving. God gebruikt hen die in de natuur leven, hen die arm zijn, die mogelijk in honger leven, omdat zij leeg genoeg zijn opdat God hen dingen kan laten zien. Leegte is een vereiste voor het profetische. Tekoa betekent klap met een wapen. God moet de mens eerst verbreken voordat de mens gevoelig is voor God. 2 Hij zeide: De Here brult uit Sion en uit Jeruzalem verheft Hij zijn stem, zodat de weiden der herders treuren en de top van de Karmel verdort. God is een God van oorlog, door zijn woord, door de exegese. De mens is gehersenspoeld, en daarom moet God wel brullen als een roofdier om dit terug te draaien. 3 Zo zegt de Here: Om drie overtredingen van Damascus, ja om vier, zal Ik het niet herroepen. Omdat zij Gilead met ijzeren dorssleden gedorst hebben. hoofdstuk 69. de sexualiteit als shamanistisch orakel De Germeizen waren atlantische en pre-atlantische voorouders van de germanen en ook van andere volkeren. Nog steeds komt het woord 'meisje' hier vandaan. Hun mythologie draaide om het

archetype 'Dun', wat later in het germaanse rijk tot Odin werd, met dezelfde eigenschappen. Dun was de zoon van god en daalde in de onderwereld af om inzicht en uitleg te verkrijgen over de nachtmerries die hij als kind had gehad, zoals Odin dat deed voor zijn innerlijk kind Balder. Dun is heden ten dage een woord voor het hongeren, en in het atlantische was het ook een woord voor de hongeraar. Het afdalen tot de onderwereld is een beeld van de vruchtbaarheid. Odin ontmoette een dode profetes, een volva, oftewel een drager van de rode kap, om uitleg te verkrijgen over de nachtmerries van zijn zoon Balder, en de volva sprak dat Balder moest sterven, wat ragnarok veroorzaakte. Dit ging over zijn innerlijk kind, over het sterven van het vlees. Hij moest namelijk volwassen worden en eigen verantwoordelijkheid dragen. Dit is een volwassenheidsritueel, dat het innerlijk kind aan zijn ego moet sterven. Het betekent het vleselijke zicht omruilen voor het geestelijke zicht, zoals Odin zijn oog moest opgeven voor kennis. Dun kwam tot de godin Halal, de godin van de honger. Heden ten dage heet zij hel, maar zij komt nog steeds in de islam voor als 'binnen de restricties,' oftewel het grens-gevoelige. Daarom is zij ook een godin van tucht. Odin kwam tot de rode volva. Rood is de kleur van meerzijdigheid en het verhaal, de grotere context, waarvoor men dus moet minderen, plaats moet maken, oftewel hongeren. Rood is daarom een kleur van de honger. Het rode pad is het hongerpad. Ook nu is op het germaanse pad Hel of Halal de moeder godin, of oorlogsgodin, de godin van de vruchtbaarheid. Odin kon alleen tot haar komen door de rode sluiers. De sexualiteit is hier een beeld van. Het zaad moet uitgestort worden en sterven, oftewel het ego van het innerlijke kind, van genade, opdat men tot loon komt en eigen verantwoordelijkheid, tot volwassenheid. De Germeizen waren daarom ook zwaar matriarchisch en matrilineaal. De sexualiteit is dus een beeld van het afdalen tot de onderwereld, door de honger, om zo tot de uitleg te komen. Het is dus een shamanistisch orakel. Man : minder. Ik ben een vrouw, de leegte voor jou. In de leegte is de natuur te vinden, de rijkdommen van de aarde en de kennis. Man : minder, honger, kom niet tot mij in je vleselijke grootte. Heb weer respect voor moeder aarde, want ze gaf je leven. Geef weer terug aan haar, opdat gij tot de grotere context komt en de uitleg der dingen. hoofdstuk 70. hoe het shamanistische medicijn van Roodkapje toe te passen Hoe moeten we omgaan met het shamanistische medicijn van Roodkapje, wat diep Germaanse en Egyptische wortels heeft ? Alle sprookjes zijn diepgaande shamanistische orakels. Roodkopje moest de wildernis in om boodschappen te brengen naar haar grootmoeder, als een beeld van het gaan tot de oorsprong. Op die weg, wat een beeld is van de weg tot de onderwereld, wat een shamanistische taak is, komt ze de wolf tegen, wat vaak negatief wordt uitgelegd omdat de wolf Roodkapje zou hebben bedrogen en opgegeten. Je kunt het ook anders zien, dat de wolf haar gids is om haar te helpen aan haar ego, haar vleselijke leven, af te sterven. Niet alleen dat, maar de wolf was ook uitgezonden om af te rekenen met haar valse identiteiten die ze had opgelegd gekregen in de stad.

Vannacht had ik een droom over een ontmoeting met Anubis, en hij rekende af met valse etiketten waarmee mensen rondliepen, racistische etiketten, etiketten van geloofsvervolging, etiketten die de mens in hokjes hadden gestopt, etc. De demonen die deze etiketten hadden gemaakt stonden er huilend bij, want ze zagen de etiketten die ze op anderen hadden gedrukt waarmee ze hun brood verdienden en hun eigen ego door hadden opgepompt in vlammen opgaan. Anubis is de Egyptische wolf of hond als gids door de onderwereld, die de mens verder aan zichzelf en aan valse al dan niet opgelegde identiteiten te sterven. Vandaar dat Anubis een belangrijk archetype is. In die zin moeten we de wolf dus ook ontmoeten en leren kennen. Nederland heeft nu ook weer wolven op de Veluwe wat hiervan een teken is. We moeten daarom ook veel intelligenter omgaan met dit shamanistische orakel van Roodkapje. Wat wil bovenstaande zeggen ? Er is een diepere schuilplaats binnenin waarin je tot je ware identiteit kunt komen. Odin was op weg naar de germaanse baarmoeder die de onderwereld was, naar hel, om inzicht te krijgen in de nachtmerries van zijn zoon. De germaanse hellehond, 'Rag', ook verbonden aan het ragnarok, komt hem tegemoet als gids. Ook komt Odin aan de rand van de hel in ontmoeting met een volva, een germaanse zieneres of rode kapdrager. Al deze elementen hebben met elkaar te maken. Zijn zoon moet sterven, Balder, die inderdaad gedood zou worden door een pijl van een blinde. De volva die het sprak was ook dood. Het was in de onderwereld, en Odin moest haar tot leven wekken door toverspreuken. Nu, wat houdt dit in ? De zoon staat voor het innerlijke kind, in dit geval van Odin. Worden wij soms door blinden aangevallen ? Ja, want deze wereld zijn het blinden die de blinden leiden, en in het land der blinden is éénoog koning. De hel wordt in het germaans vaak beschreven als koud gebied, als een gebied van onthechting. Balder stierf door de pijl van de blinde god. Hij werd door hel opgenomen, en toen ze hem terugvroegen liet hel hem niet gaan. Intense honger. De zoon kan ook het opgelegde betekenen, valse identiteit, daarom moet de zoon ook in die zin metaforisch sterven om hiervan gezuiverd te worden, tot de schuilplaats komen, want dat is wat hel ook in het germaans betekent : schuilplaats. Het is een verborgen plaats. Balder wordt na zijn dood in zijn schip gelegd, het grootste schip aller tijden, om tot de onderwereld te gaan, maar in pogingen om het schip te water te krijgen vat het vlam, zodat het een brandend schip wordt, en ook de dwerg Litr wordt door de vlammen gedood. Litr is een soort toverdwerg die ook heel groot kan worden, als een reus. In de germaanse geschriften wordt gesteld dat Thor, een andere zoon van Odin, Balder's halfbroer, Litr in de vlammen trapt. Litr verwijst ook naar de letterlijkheid van de dingen die verruild moeten worden voor de symbolische betekenis. In zoveel opzichten moet de mens aan zichzelf sterven. De dood is iets poëtisch, een diepere deur tot het zelf en de schatten van kennis. Nu is het sprookje van Roodkapje nog niet af. De wolf had Roodkapje bedrogen door zich te vermommen als haar grootmoeder. Toen Odin tot de Volva kwam kwam hij ook in een vermomming, omdat je in de onderwereld altijd min of meer gecamoufleerd moet zijn vanwege de grote gevaren. Uiteindelijk kon Odin de Volva tot leven wekken door zijn toverspreuken. In die zin mogen we de levengevende taak van de wolf en de hond, waarmee ook Odin is geassocieerd, niet onderschatten. Ook kwam de wolf of hond Odin tegemoet om hem te leiden door deze gevaarlijke gebieden. Rag, de hellehond, de gids, is dus ook een wortel van het ragnarok, het germaanse hongertijdperk, het tijdperk van restricties, waarin de mens dus geleid wordt. Deze hond of wolf komt van een diep pasen, en wordt soms voorgesteld als met bloed besmeurd, oftewel als een rode hond. Het leidt helemaal terug naar de Anubis mysteries van Egypte. Anubis leidt de 'roden', oftewel de gekruisigden, de aan zichzelf gestorvenen, door de onderwereld, tot de diepere uitleg der dingen, de diepere uitleg van het zelf, waarin de valse identiteiten afgedaan worden, als een grote ontmaskering. Dit is een schuilplaats die door vleselijken niet begrepen kan worden en zij kunnen het ook niet binnen gaan. Het is als het brandende schip van Balder, Hringhorni, waarin al het letterlijke sterft. Zo komt het symbolische op als het morgenrood. Het wordt beschreven in de germaanse geschriften als het grootste schip aller tijden, als een beeld van de uiteindelijke context van de dingen, het grotere plaatje. Zo kwam Roodkapje dus uiteindelijk daadwerkelijk tot de oorsprong van alle dingen, tot de grote moeder.

hoofdstuk 71. jn-pw Anubis is de Griekse transliteratie van het Egyptische jn-pw, als de Egyptische johannes, jn, de doper, pw, want pw is in het Egyptisch de waterput tussen hemel en aarde, tussen stad en wildernis, tussen leven en sterven, waardoor Anubis een gids door de onderwereld is, net zoals Johannes de Doper. In het hebreeuws werd de pw tot peh, met dezelfde betekenis van hol, waterput, mond, het einde, wat ook weer wijst op sokar in de egyptologie, de wachter van de hel, de waterput en de mond, ook als een soort egyptische johannes de doper naast anubis. Sokar komt van het voortijdse sukki-oru, de volharding van het kruis, wat ook een beeld van de eeuwigheid is. Sokar was ook de wachter van de eeuwigheid, wat als skr in het ot ook weer terugkomt als skr, zkr, zekeriah, zacheria. Zukki is overigens een voortijdse amazone stam aan de rivier van de scalpen. Dit wordt ook in de bilha besproken. Het is een stam die het volk leidt tot het land nod, door de wildernis. Al met al is de hond een navigatie systeem en beveiligings systeem door de leegte. De jn-pw is ook de afgrond (pw) van jannah, het paradijs, en wijst helemaal terug op het voortijdse amazone orakel van de jana en de jani, de voortijdse urim en thummim. In de leegte krijgt de mens zijn mond weer terug. In de leegte verstaat de mens de hemelse stem weer. Dit is dus een natuurproces van hoe profetie werkt. De hond of hyena is een camouflage systeem, een soort beveiligings code waardoor de mens tot de schuilplaats komt in het binnenste, in de innerlijke wildernis. Dit is ook de belofte van de herleving van zeeland, de mond van nederland, waar deze sukki amazones nog verborgen zijn. Het is een uitverkiezingssysteem. Alleen zij die volharden worden opgenomen. Zeeland is in die zin de waterput van Nederland, tussen hemel en hel, tussen hemel en aarde, tussen stad en land, tussen stad en wildernis. hoofdstuk 72. rauwe shamanistische aantekeningen de hond is een cryptisch alarm systeem, een soort schaduw van de mens die nooit weggaat. de hond is getrouw en eeuwig, als de zukki. de zk-code komt ook weer terug in izaak, het verhaal over de waterputten. de pw, van jn-pw (anubis), is de waterput, en zk of skr, sokar, is de wachter van de waterput. genesis 26 gaat over asok of izaak en de waterputten : Dus ging Isaak vandaar en hij legerde zich in het dal van Gerar, en woonde daar. En Isaak groef de waterputten, die men gegraven had in de dagen van zijn vader Abraham, en die de Filistijnen na Abrahams dood hadden dichtgestopt, weer op, en noemde ze met dezelfde namen, waarmee zijn vader ze genoemd had. Daarna groeven de knechten van Isaak in het dal en vonden daar een put

met levend water. Toen twistten de herders van Gerar met de herders van Isaak en zeiden: Dit water is van ons. En hij gaf aan die put de naam Esek, omdat zij met hem getwist hadden. Toen zij een andere put groeven, twistten zij ook daarover. En hij noemde die Sitna. Toen brak hij vandaar op en groef een andere put, waarover zij niet twistten. Deze noemde hij Ragobat, en zeide: Nu heeft de Here ons ruimte gemaakt, zodat wij vruchtbaar kunnen zijn in het land. En hij trok vandaar op naar Berseba. En de Here verscheen hem in die nacht en zeide: Ik ben de God van uw vader Abraham; vrees niet, want Ik ben met u; Ik zal u zegenen en uw nageslacht vermenigvuldigen ter wille van mijn knecht Abraham. Toen bouwde hij daar een altaar en riep de naam des Heren aan. Hij spande daar zijn tent, en de knechten van Isaak groeven daar een put. En Abimelek ging uit Gerar tot hem, met zijn vriend Achuzzat en zijn legeroverste Pikol. En Isaak zeide tot hen: Waarom komt gij tot mij, daar gij mij haat, en mij van u weggezonden hebt? Daarop zeiden zij: Wij hebben duidelijk gezien, dat de Here met u is; daarom zeiden wij: laat er toch een verdrag onder ede tussen ons zijn, tussen ons en u; en laten wij een verbond met u sluiten: dat gij ons geen kwaad zult doen, evenals wij u niet aangeraakt hebben, en evenals wij u enkel goed gedaan hebben en u in vrede hebben laten heengaan; nu zijt gij de gezegende des Heren. Toen richtte hij hun een maaltijd aan, en zij aten en dronken. De volgende morgen vroeg zwoeren zij elkander de eed. Daarop deed Isaak hen uitgeleide, en zij gingen van hem heen in vrede. Te dien dage kwamen de knechten van Isaak hem bericht brengen over een put die zij gegraven hadden, en zeiden tot hem: Wij hebben water gevonden. En hij noemde hem Seba; daarom is de naam der stad Berseba tot op de huidige dag. Toen Esau veertig jaar oud geworden was, nam hij tot vrouw Jehudit, dochter van de Hethiet Beëri, en Basemat, dochter van de Hethiet Elon. En zij waren een kwelling des geestes voor Isaak en voor Rebekka. De bronnen zijn dus esek, sitna, ragobat en seba. Bij de derde bron was er pas overwinning. De eerste bronnen hadden te maken met gevechten met herders en moest er volharding geleerd worden, zoals esek de sk, sukki wortel heeft van het voortijdse. Ragnarok is verder geen vloek, maar de honger, de leegte, die ruimte schept, wat de derde waterput is. Rag is in het voortijdse : Oru-Ego, RG, waarin het kruis (oru) overloopt in de demonologie (ego, anus). Het israelitische 'ragobat', de derde waterput, is dan de dochter (bath) van R-G. Denk ook aan de vleermuis, de bat in het engels, wat dus een code is voor dochter in het hebreeuws. puzzelend denken, het is onderdeel van de demonologie. als je het niet kunt volgen moet je ergens terug naar wat je vergeten bent. vleermuis – bat – dochter, waarom dochter ? omdat de vrouwen op aarde ontaard zijn moeten ze terug tot de moeder natuur en weer dochter worden, dochter van de natuur. het heeft alles met emancipatie te maken want nu is de vrouw een slaaf van de stad … er zal dus een exodus voor vrouwen moeten komen … als we naar de egyptische wortels van rag kijken : eraq, raq = tegenovergestelde eraqer = over de grenzen gaan raqeret = tunnel tot de andere wereld, de andere wereld, ook een titel van anubis. raqiu = tegenstander, vijand rages = kaleidoscopische steen rekh = kennis rekhiu = god kennen in het werk, volhard zijn in het werk (brug tussen kruis – werk – demonologie) rekhat = wijze vrouw, titel van isis rekhit = gepersonificeerde kennis, wat dus eigenlijk god is, titel van isis-sothis rekh = godin van de kennis in de onderwereld rekh re = geoefende mond, wijze mond, profetische mond rekh kht = ingewerkt, geleerd, geoefend in volharding

rekhit = voldoende genuanceerd (er zijn geen tussenstappen of voorwaarden overgeslagen) rekhtti = godinnenpaar, zusters of moeder-dochter, bijv. isis-nephthys rekhi = één van de vormen van ra rekes = andere naam van seker, skr, sokar, als overwinnaar over de slang telkens weer gaat de mens door het sokar ritueel van de overwinning over de slang, het vlees, in het parings-ritueel. Het vlees moet sterven opdat het zaad nieuw leven geeft. Daarom is de grot van sokar, en zo wordt dit ook in de egyptologie beschreven in de boeken over de onderwereld, de grot van wedergeboorte. In dit ritueel van de overwinning over het vlees. De slang is een beeld van het eenlijnige, eenzijdige, lineaire, letterlijke, en het is altijd de profetie in genesis 3 geweest dat de vrouw de slang onder haar voet zou vertrappen. de vuh noemt de 4 bronnen van asok : 1. ESEK – Mibsam – woede, arena 2. SITNA – Adbe'el – kastijding, tucht, scheiding 3. RACHAB – TEMA – opvoeding, voeden, uithongeren, slavenmarkt 4. SEBA – Dumah – jacht, slacht, zombificatie, geboorte, kind worden, onmondig als vierde wordt genoemd de wedergeboorte die in de grot van sokar door de waterput plaatsvindt. we hebben het over een zee in de woestijn. dit is in de geestelijke wereld, in de onderwereld. het is in de regionen van de ziel, van de dromen, het shamanistische. de vuh zegt hierover : 'Sokar is in de Egyptologie de god van de woestijnen en de dood, die aangesteld is als de wachter van de poel des vuurs. Zijn grot was op de poel des vuurs. Die grot wordt ook wel de geheime kamer genoemd en is soms een ei. Van de poel des vuurs drinken de gezegenden koel water en voor de verdoemden is het gewoon vuur, dus dat kan nogal verschillen. Ook in de grondtekst van de bijbel is de poel des vuurs niet alleen maar voor toorn, maar ook voor genezing en transformatie. Het is dus heel dubbel. Na de lange reis van het vierde uur van de nacht in de Amduat, het boek van de verborgen kamer, die een reis is door de woestijn van Sokar, komen we aan in het vijfde uur, tot zijn grot, zijn geheime kamer, die de poort en sleutel is tot de poel des vuurs, wat niets anders is dan de poel van verjonging en wedergeboorte. In de verborgen kamer bevindt zich een slang, die een vermenging is van Sokar, Osiris en Ra. Dit is een gevleugelde slang. De verborgen kamer wordt bewaakt door Aker, de dubbele leeuw, een oergod van de aarde. De Aker bewaakt het heilige vlees, waarvan de slang een beeld is, oftewel het oorspronkelijke paradijselijke lichaam. In die zin is de poel des vuurs dus onmisbaar om terug te keren tot het paradijs. Door het nieuwe lichaam wordt het zesde uur bereikt, de grote paradijselijke afgrond waar alle schepping begint : Nun. Ook wordt het in het zesde uur duidelijk dat het verborgen vlees in feite van Nun was. Het verborgen en heilige vlees van het paradijs, het oorspronkelijke paradijselijke lichaam van Nun, wordt bewaakt door negen slangen. Zij bewonen het paradijselijke lichaam, zijn onderdelen van het paradijselijke lichaam, als de vruchtbare delen. Het is hun taak de vijand te roosteren, en de schaduwen van de vijanden in stukken te hakken, en zij vernietigen de geesten van de vijand.' (maskers van de amazones) en: Wij komen tot de vliegende slang in de Amduat, het boek van de onderwereld, het boek van de verborgen grot, waar op de poel des vuurs de grot van de vliegende slang zich bevindt, de grot van Sokar. Hier vooraf gaande is een lange weg door de woestijn van Sokar. Sokar is hij-die-op-hetzand-staat, wat ook een beeld is van de vliegende slang in de apocalypse. Sokar is deze slang samen

met Osiris en Ra, als Sokar-Osiris-Ra. Dit staat dus voor het naakte paradijselijke vlees van de oorlogs-stam. De woestijn die hier dus aan vooraf gaat in het vierde uur is de Restau, de Rosetau, het land van Sokar. Dit wordt ook wel de slangen woestijn genoemd. Alles is in golf bewegingen, golf-patronen, alles gaat tegen elkaar in, als het land van de paradoxen. Alles is een tegenstander van alles. Zo moeten wij dan naderen tot de grot van hij-die-op-het-zand-staat, van Sokar. (…) Het vierde en vijfde uur zijn de Sokar-uren, gewijd aan het vinden van de vliegende slang, oftewel de URIM. Het zesde uur is de paradijselijke afgrond in de Egyptologie, de Nun, als een beeld van de moederschoot. Het paradijselijke geslachtsdeel en de paradijselijke moederschoot zijn de Urim en de Thummim. In de apocalypse zijn dit de rode draak en de vrouw op het beest. Bij de Amazones is de Urim en de Thummim, oftewel JANA en JANI, om het loon te bepalen. De Thummim, JANI, is het loon, en dat kan alleen binnengegaan worden door de toets-divisie, de JANA, oftewel het uur van de toets, de Urim. Zo zal er geen vals loon zijn, geen valse genade. Voor hen die geen JANI verdienen, geen loon, vanwege slechte werken, zal JANI een grote straf op hen zijn. In het Egyptisch is loon 'FEKA', wat ook volledigheid en overvloed betekent, als de Thummim. Wij moeten komen tot het paleis van FEKA, om zo onze vangst te laten zien en neer te gooien, om zo door FEKA beloont te worden. (…) De Urim en de Thummim komen naar voren in het vijfde en zesde uur van de nachtreis. In het zesde uur zien we troon van Osiris verschijnen in de Nun, de paradijselijke afgrond. Zo worden de doden geoordeeld, want dit is de hal van het oordeel. (…) In het zevende uur worden de vijanden van Osiris, de vijanden van eerlijk loon, onthoofd. Dit zijn zij die de valse genade leer aanhangen. Het pad tot de zevende divisie wordt bewaakt door een monster slang genaamd AKHA-EN-MAAT, als KAIN-MAAT, de Wet van Kain.' (balanzen van de amazones) in het zesde uur zien we de vijfkoppige slang als beeld van de wedergeboorte. de slang is dus niet meer eenkoppig, niet meer eenzijdig, maar meerzijdig, als een beeld van de vrouwenvoet die het letterlijke heeft verpletterd. de vijfkoppige slang is dus een beeld van de vrouwenvoet. dit is ook weer een beeld van de wedergeboorte van ra die tot kephri wordt, waarvan rek een afkorting is, of rak, rag. daarom moet een mens volkomen tot het ragnarok gaan. de voet of vijfkoppige slang in de grot van sokar wordt 'vele gezichten' genoemd. oru-ego, oftewel het voortijdse rag, van kruis tot demonologie, is alleen te verdiepen op het hongerpad, het pad van halal, oftewel het pad door de wildernis, en de bilha beschrijft dit als het pad geleid door de sukki, de volharding in het voortijdse, wat ook een voortijdse amazone stam is. hebreeuws voor voet : regel, rag-l, wat in het voortijds oru-ego-halal is, als van het kruis tot de demonologie komen over het pad van de honger. egyptische woorden voor voeten : gep-t, gepaut, uar-t, areta voet : pat, wat ook een woord voor duif is. vandaar ook in het christelijke zoveel nadruk op de duif, omdat het een egyptische code is voor de voet. ret, areta, reth, zij die gevormd zijn van de tranen van ra in de tuat (onderwereld, kruis), ook : de trap, tussenstappen, van sebek, de krokodillengod van de oorlog (demonologie), retu, en ret is ook een woord voor de opvoeding, en de oorsprong (erta). reta = drager van de slang (van mehen, de heilige gebondenheid). reteh : net, valstrik het vlees moet dus vertrapt worden onder de voet van de moeder godin, de moeder kennis, wat een beeld is van de opvoeding, zodat de mens leert het goede van het kwaad te onderscheiden door haar tucht en onderricht.

de voet heeft alles te maken met de wedergeboorte, want de voet vertrapt de vijand, het vlees, zoals in het zevende uur waarin ra en osiris de slang overwinnen, zodat er daadwerkelijke wedergeboorte is. het is het uur van het oordeel over het vlees. dit oordeel is niet zo gruwelijk als men voorstelt, wat meer metaforisch is, maar gaat om de verklaring, verdieping van de elementen. het mag dus metaforisch wel gruwelijk zijn, maar de uitleg is dit niet. Telkens weer als de israelieten wijzen op de ab, hebreeuws voor vader, het patriarchische, dan wijzen ze eigenlijk terug op de egyptische ab, de letter B, de hieroglieph van de voet, van de voleindiging. telkens weer gaat de mens door het sokar ritueel, door het sukki-oru ritueel, van de volharding in het kruis, totdat de mens aankomt bij het rag of reg mysterie, oftewel het oru-ego mysterie, het kruis van de demonologie, de brug tussen het lijden en het strijden. Hierin is grote wedergeboorte zoals de egyptologie laat zien. sokar verandert op een bepaald punt, als een natuur verschijnsel, in rek (rekes, reg-sa, de kennis van het kruis van de demonologie), zoals ook ra in de onderwereld op een bepaald punt veranderd in rek (rekhi). zo bespreken we dus ragnarok in de context van de egyptologie en het voortijdse. we gaan tot ego, wat niet een modern woord is van de zelfzucht, maar een voortijds woord voor de demonologie, want zij was de oorlogsgodin 'ego'. in dat opzicht komen we dus alleen door oru, het kruis, tot haar. juist door het kruis wordt het vlees afgesneden en uitgeworpen. sokar : zijn demonologie en werk is tot een hemelse industrie geworden, om zichzelf te beschermen, om te kunnen overleven. het is dus industrie terrein. hoofdstuk 73. de open naven matrix – het anti ragnarok In het vierde uur van de nacht komt Ra tot de Re-Stau woestijn, wat ook gezien kan worden als ReSeth, Ra, de wilde, sinds Seth de god van de wildernis is, of de woestijn. Ra wordt beschreven als hebbende een slangenboot hier, een boot met de kop van een slang. Deze boot wordt voortgetrokken door vier goden, of vier godinnen. Er komen vlammen uit de mond van de slang, die deze boot leiden door deze woestijn. Dat staat ook geschreven boven de boot. Hij gaat nu tot een verborgen plaats. Er is daar de slang Amen, de verborgene, of omgekeerd Name. De nema is het op en neer gaan van het water van Osiris, als aser-nema, of suri-nema. Nema is ook de roep van de overwinning (nema, nhm). In de Afrikaanse mythologie is Nema, of Nyami, Name, een riviergodin die water in bloed verandert, wat ook een teken is van het sterven van het ego. Dit is dus in diepte waar Suri-Name voor staat, wat ook weer terugkomt in het boek Openbaring en het wonder te Kana. Veel van de Afrikaanse goden zijn overgewaaid naar Suriname. Name of Name Name is in de Afrikaanse wortels water in bloed veranderen. Dit mysterie is het morgenrood na de nacht, oftewel de translucentie, de verlichting door doorzichtigheid. In de diepste nacht ontstaat doorzichtigheid, waardoor dromen worden opgewekt, wat zijn climax heeft in de translucentie, als een soort ontwaking. Name kan ook in een beest veranderen. Name komt ook weer terug in de naam Namebia, een land in het Zuiden van Afrika, West boven Zuid-Afrika aan de kust. Het is ook verbonden aan de Namib woestijn langs de kust van Zuid-Afrika, Namibia en Angola. Omdat de

woestijn vaak gehuld is in mist wordt het ook weleens de mist-woestijn genoemd, wat ook weer een belangrijk Vur principe is. De mist leidt en beschermt, en zorgt dat het niet overvol wordt. In dat verband is er ook de Nama stam die in Namibia, Zuid-Afrika en Botswana leeft, met de Nama taal. Het zijn nomaden die leven rondom muziek, verhalen en gedichten, waardoor ze het translucentieverschijnsel opwekken. Het verborgen manna, mnn, mn, van het Egyptische 'amen', het verborgene, kan zoals in het Egyptisch gebruikelijk is ook andersom gelezen worden, als nm, nema of name. Nms, nhm, name is een Aramees woord voor wet, maar ook voor zintuig. Omdat er zoveel Egyptologie door de tijden heen verloren is geraakt ligt deze verloren kennis gecodeerd in de dochters, de vruchten, van Egypte : het Aramees en het Hebreeuws. Vandaar dat deze twee talen heel belangrijk en ondersteunend zijn om een beter zicht op het verloren gegane Egypte te krijgen, en dat is weer belangrijk om terug te keren tot het voortijdse Afrika. Nahme is ook voortijds Afrika, wat nog deels bestaat als Nahm-ibia, Namibia in het zuid-westelijke Afrika van vandaag. Het betekende 'wet', net zoals in het Aramees, en ook de materie van de informatie, als een boodschap en een leger wat uitgezonden wordt, als het immunologisch systeem van de natuur, wat overigens ook in Egypte de diepere betekenis is van de wet. Het woord 'materie' is dus misleidend, selectief, natuurvrezend, een truuk van het Romeinse wereldrijk. Het Engelse wereldrijk bouwde daar op, allemaal ten koste van de indianen. De 'namerie' ligt dus dichter bij de waarheid, want dan krijg je het totaal-plaatje te zien. Name is het voortijdse Afrikaanse Roshland, het land van de beginne (vgl. Rusland), wat een diepgaande en levengevende filosofie had over de namerie in plaats van materie. Name is het land van het begin, wat tevens ook het einde is. Name staat dus voor de timing van alles, de afmetingen. We kunnen hier ook denken aan de schikgodinnen, of wevers. Zij spinnen de levensdraden, delen het toe, en knippen het weer af. Zij staan voor het scheppen, de groei en de vernietiging. Dit kan op alle dingen van betrekking zijn. De slang Amen of Name is de wachter van de geheime gangen die leiden tot de Aheth kamer, of Hat, wat in de Babylonische context het bloed orakel is, oftewel het demonologische orakel. Alleen door het overwinnen van het vlees kan er dus profetie zijn, stromende gnosis. Het verborgene beeld van de Hat kamer is een driekoppige slang of drievoudig snoer, genaamd MenMenut, als de dubbele verborgenheid die tot het land nod leidt. Deze drievoudigheid duidt ook op de verbintenis tussen de mens en de dubbele godin. In het vijfde uur wordt de boot geleid door herukh, herkhu, R-K, oftewel RAG. Het is een beeld van honger die het kruis verbindt met de demonologie (ragnarok). Rak of Rag, Oru-Ego in het voortijds, is de volharding in het hongeren, de sukki-l of sukki-halal, want door het hongeren wordt sokar uiteindelijk tot rag (rekes, rks, de kennis van rak). Het ragnarok is dan ook het tijdperk van de harde honger, van het volkomen hongeren. Er kan in het ragnarok niet gesjoemeld worden of halfgebakken werk geleverd worden. De mens moet hiervoor loskomen, en ook hierdoor loskomen, van de 'open naven' matrix, de anti-ragnarok, de anti honger matrix die alles snel snel wil, wat in de egyptologie besproken wordt als de tepan slang, de tepan matrix, die zijn zaad overmoedig offert aan de hogere goden, voor sexuele gratificatie, oftewel het hedonisme (vgl. toronto blessing). Altijd dronken gaat deze slang rond.

HET KEHATITISCHE VERSCHIJNSEL 'De gesprekken met het vlees en met de duivelen zijn lang, Als lange, slopende nachten van het ijs, Waarin ik geen rust vind en geen vrede, slechts geweld, Maar in de morgen komt gij langs' (De Bilha, BIJÈH VIII : 2) hoofdstuk 1 de oorlogosofie hoofdstuk 2 de grote zwarte pieten oorlog hoofdstuk 3 voet of varken ? hoofdstuk 4 het kehatitische texas voorhangsel hoofdstuk 5 Zwarte piet, wie bent u ? hoofdstuk 6 het verboden woord – het kehatitische voorhangsel hoofdstuk 7 zwarte piet met roe en zak hoofdstuk 8 de troon van osiris : beelden van sinterklaas en zwarte piet hoofdstuk 9 het kruis in de koran – het kehatitische amalgaam hoofdstuk 10 in de zak van zwarte piet – de terugkeer van suriname hoofdstuk 11 het 1984-1985-1988 enigma van de wilde jongens hoofdstuk 12 het surinamologische natuur amalgaam in strijd tegen het varkens amalgaam van het vlees hoofdstuk 13 gij geheel anders hoofdstuk 14 de eschatologische waarde van de psalmen hoofdstuk 15 theognosische exegesis hoofdstuk 16 sleutel tot de schuilplaats hoofdstuk 17 de vissers oorlogen hoofdstuk 18 pennen door het vlees hoofdstuk 19 calvijn over samuel hoofdstuk 20 het kehatitische verschijnsel hoofdstuk 21 Calvijn over de barmhartigheid en het metaforische oordeel van God – bespreking van zijn zefanja commentaar hoofdstuk 22 theognosische exegese van amos hoofdstuk 23 zelfmoord als hieroglyphisch zinnebeeld – bespreking van ons 1996 artikel : 'het leger van zelfmoordenaars' hoofdstuk 24 de theognosische demonologie hoofdstuk 25 de noodzaak van theognosische demonologie hoofdstuk 26 de theognosische taal der tekenen hoofdstuk 27 leren vissen in de hemel hoofdstuk 28 de betekenis en het belang van het boetelingenschap

hoofdstuk 29 petrus vanuit ander oogpunt in de taalkunde hoofdstuk 30 klopper of inbreker ? hoofdstuk 31 communicatie versus theognosie hoofdstuk 32 de theognosische economie hoofdstuk 33 sinterklaas op zijn boot hoofdstuk 34 zwarte piet : een zaak op leven en dood hoofdstuk 35 de egyptologische theognosie hoofdstuk 36 theognosische exegese van abadja hoofdstuk 37 jezus, een modern gouden kalf hoofdstuk 38 de auto industrie : de doos van pandora hoofdstuk 39 corona en de ontrafeling van het sint en piet mysterie hoofdstuk 40 de ontbloting van noach hoofdstuk 41 de hoge hakken cultus : de val van de vleselijke vrouw hoofdstuk 42 theognosische exegese van hosea hoofdstuk 43 de vier bijbels hoofdstuk 44 sint en piet : inwijding in de gnosis hoofdstuk 45 Yeshua in Israel : een werkwoord, geen afgod hoofdstuk 46 de eeuwige herhaling hoofdstuk 47 de heer is mijn herder – een indianen medicijn hoofdstuk 48 Lunteren in de jaren 30 : De ware liefde is een strijder hoofdstuk 49 Lunteren in de jaren 20 : de morgenregen hoofdstuk 50 van leviticus tot exodus hoofdstuk 51 de theognosische exegese van efeze hoofdstuk 52 van christus tot corona hoofdstuk 53 mammon, ma money hoofdstuk 54 wanted : dead or alive hoofdstuk 55 de beproefde honger hoofdstuk 56 ter gelegenheid van het overlijden van broeder morris cerullo (2 oktober 1931 – 10 juli 2020) – de ontsluiering van het jezus mysterie hoofdstuk 57 naboth's wijngaard hoofdstuk 58 de godin gebed hoofdstuk 59 gebed en gebod hoofdstuk 60 bestrijdt ons vlees hoofdstuk 61 Het laatste Oor hoofdstuk 62 de duivel achtervolgt het nageslacht hoofdstuk 63 de authentieke natuur hoofdstuk 64 de zus van gebed hoofdstuk 65 de corona crisis : een ernstige waarschuwing hoofdstuk 66 de gelijkenis van het offeren hoofdstuk 67 theognosie hoofdstuk 68 verb hoofdstuk 69 de bevrijding van amsterdam

hoofdstuk 1 de oorlogosofie Ra reiste met Heka of Heker door de onderwereld, wat een woord is voor honger en godin van de honger, hongersnood (heqr-t, heqrer, heqrr, heqr). Zij was de godin van de hemelse veerboot van de onderwereld, en in de bijbel was zij Heker, de moeder van Ishmael, als de godin van de honger en de woestijn. Zowel Ishmael als Ra hadden hele lange, uitgestrekte tepels. Heka of Heker beschermde Ra tegen demonen op zijn tocht door de onderwereld. Het Heker feest is ook een vastenfeest, oftewel het feest van de honger, als de voorloper van de islamitische ramadan, waarin de opstanding van Osiris werd gevierd. Heka is de Egyptische wortel van Haggai, over de opstanding en het herstel van de tentendienst. Dat is wat de honger uiteindelijk is, wanneer er in de honger wordt volhard (sukki). Het is een beeld van de vruchtbaarheid. Ra komt in de woestijn tot sokar, oftewel sukki-oru in het voortijds, de volharding (sukki) in het lijden, kruis (oru), tot de slang aan de paal in de wildernis, waar ook Mozes op wees, omdat hij was onderwezen in de egyptologie. In het Egyptisch was dit sokar, seker, skr, en het betekende ook de honger of hongerende, s-heqer, als de kennis (sa) van de honger (heqer), van de godin van de honger. Ra veranderd op een punt ook in skr. In een droom vannacht was ik in de oude orthodoxe kerk, en de gnosis kwam over mij (ruh, wat de christenen valselijk vertalen in heilige geest, maar wat nu eenmaal onderdeel is van hun taal), en ik noemde hen krankzinnigen, heksen en verkrachters, omdat ze op privé terrein van kinderen hun tandartstroep en psychiatrische etiketten drukken, gedwongen, allemaal voor een markt, waardoor deze kinderen ten gronde gaan, en dit zijn vaak kinderen die uit hun secte willen ontsnappen. Dat wordt niet geaccepteerd, want het is allemaal mind control. Ik raakte toen in gevecht met hen, en we kwamen in een zijkamertje of keuken, en daar gebeurde iets met het raam, wat openging of terugdeinsde, en ik ging naar buiten waar ik door islamitische engelen werd opgenomen, en ik kwam zo in de islamitische hemel, wat ook met mijn kinderjaren had te maken, want die kwamen weer terug, alles wat ik toen voelde. In de oude kerk hadden ze mijn kind zijn afgepakt, maar dat kreeg ik nu terug. We moeten van islamofobie teruggaan tot islamosofie. De sofie islam, oftewel de wijsheids-islam is de esoterische islam met hun gradenstelsels, die dus de islam verdiepen tot het punt dat je komt tot Halal, de hongergodin (allah), het leven binnen de restricties, wat ook weer verbonden is aan de ramadan en ragnarok. Asok (Izaak) groef vier waterputten en had daar strijd over met de plaatselijke herders, maar bij de derde waterput overwon hij, en was er vrede, en dit was de ragabath put, oftewel de dochter (bath) van rag, oru-ego in het voortijds, de brug tussen kruisologie en demonologie, die dus alleen door de honger tot stand kan komen, de halal, wat een beeld is van de dochter. Asok werd dus tot een halaliet hier. Het probleem met de orthodoxe christenen is dat ze niet toestaan dat God verder spreekt na de bijbel. Zij wanen zich immers zelf God, en zij zijn dan ook de enigen die de bijbel mogen uitleggen, en dat doen ze geheel vleselijk, dus er mag geen diepte zijn. De islam is dus per definitie voor hen al uit de boze, want dat kwam na de bijbel. Daarom moeten we komen tot christosofie, wijsheidschristendom, in plaats van het orthodoxe westerse christendom, wat al helemaal niks met het oorspronkelijke midden-oostelijke christendom te maken heeft, maar gewoon een rooms truukje is. De oude kerk is dus een verzinsel van het rijke westen. Christosofie en islamosofie gaan goed met elkaar samen als een hemels amalgaam. De slang Amen of Name is de wachter van de geheime gangen die leiden tot de Aheth kamer, of Hat, wat in de Babylonische context het bloed orakel is, oftewel het demonologische orakel. Deze passage in de Amduat wijst helemaal terug naar de voortijdse amazone Hati stam en de Hiti stam,

de stam aan de rivier van het verdrinkingsoffer, waar ook het Mozes verhaal op gebaseerd is. De Amduat is ook wel genoemd het boek van de verborgen kamer. Er zijn verschillende boeken in de Koran die hierop doorweven (boek 11, 22, 57, Hd, Ht). Boek 27 is de Name-L of in het voortijds de Name-Halal, wat de kennis (name) van de honger (halal) betekent, en waarvoor in het Arabisch het beeld van de mieren wordt gebruikt. Mieren zijn matriarchische wezens. Zij volgen allemaal de koningin, en zij zijn ijverig, industrieel. Als het boek vermeld dat het om het onderhouden van het gebed gaat en de armenbelasting, en het gericht zijn op het hiernamaals, dan is het hiernamaals een beeld van voortgaande openbaring, oftewel een doorsprekende God, wat dus niet het geval is in de oude westerse orthodoxe kerk. Daarom moeten wij ook afscheid van hen nemen, want zij hebben geen hiernamaals. Dat willen ze niet. Ze leven in het vlees. Natuurlijk hebben ze hun eigen hemel, maar dat is gewoon hun vlees. Het geeft hen een vals eeuwigheids-gevoel. Deze mensen gaan echt niet eeuwig branden in de hel, maar zullen op een bepaald moment gewoon ophouden te bestaan, want dan is de koek op, is de kaars uitgebrand. Alleen het geestelijke is het hiernamaals, en het geestelijke is het progressieve. Van degenen die niet gericht zijn op het hiernamaals wordt gezegd in vers 4 : Wij doen hun daden hen fraai voorkomen, maar zij dwalen blindelings verder. Zij hebben dus een sluier voor hun ogen, opdat zij niet zullen zien, opdat zij niet verder God's werk kapot kunnen maken. God verdwaasd hen. Ze worden dus afgeleid, en dat is maar goed ook. Ik werd opgenomen in de islamitische hemel, en ik ging door allerlei lagen van mijn kinderjaren heen, wat ze in de loop van de tijd allemaal van mij gestolen hadden. Dan wordt er gezegd in vers 6 dat de mens gericht moet zijn op de wijsheid. Dat is ook wat islamiet betekent, van de slm wortel van Salomo : 'niet voor rijkdom kiezen, maar voor de wijsheid.' Dit loopt helemaal terug tot het jongetje Islam in de voortijd, waar het verhaal van Salomo op gebaseerd is. De islam is dus ook weer veel oudere kennis van de voortijd die toen weer terugkwam, en de christenen hebben het niet herkend, maar wel de christosofen. Ook Koran was een jongetje in de voortijd. Het hiernamaals is dus niet voor later, maar voor nu. Het is het geestelijk leven, het profetisch leven, demonosofisch, als een opgenomene. Het leven om ons heen is horror, maar je moet er naar leren kijken als naar een bloed orakel. Het geeft verborgen boodschappen door dus. Dit is het Hat, Hati of Hiti orakel van Babylon. Dit was ook de reden waarom Irak in de Bilha naar Babylon werd ontvoerd. Het gaat niet om wel of niet aanvaard te worden in de hemel later, want het gaat om het nu hemels leven, niet dat je het gaat uitstellen naar later als een soort van loterij. Nu gaat de roep uit. Nu moet de mens kiezen. Het westerse christendom bedriegt mensen dat er later bepaalt wordt of ze de hemel wel of niet inkunnen, zodat ze vandaag de dag lekker kunnen aanrotzooien, omdat ze immers in Jezus geloven. Je kunt niet je hele leven in het vlees leven en dan verwachten dat je als bij toverslag later wel in de hemel komt. Dan is je kaars al opgebrand. Je moet nu aan jezelf werken, je behoudenis bewerken met vreze en beven, want de mensheid is ingenomen door de vijand. En dit is een heel arm en zielig christendom wat ze in het westen prediken, terwijl ze vleselijk gezien zo rijk zijn. We moeten terugkeren tot het oorspronkelijke geestelijk rijke christendom van het middenoosten. Een klasgenootje had eens een gedicht voor mij gemaakt met sinterklaas op de lagere school, want hij had mijn lootje getrokken, en er stond zoiets als : 'Sinterklaas zijn naam is fijn, hier is voor jou wat marsepein, maar het is niet voor kinderen die arm zijn.' Het eindigde met : 'maar kinderen die arm zijn, krijgen geen marsepein.' Ik was er als kind niet overstuur van, maar het kwam bij mij wel heel zuur over, en ik had medelijden met de arme kinderen. Het jongetje was een echte belhamel vaak, maar toch ook met een heel goed hart. We hadden een soort van haat-liefde vriendschap, soms vochten we ook, en we nodigden elkaar niet uit op feestjes. En na ruzies waren we weer in een soort van koude oorlog waarin we toch toenadering naar elkaar probeerden te zoeken op een hele zakelijke manier, zoals samen langs de winkels gaan om een baantje te zoeken. Maar ik heb altijd over dat zinnetje lopen denken : 'maar kinderen die arm zijn krijgen geen

marsepein.' Kinderen zijn natuurlijk heel abstract en cryptisch. De bijbel zegt : 'Omdat gij zegt: Ik ben rijk en ik heb mij verrijkt en heb aan niets gebrek, en gij weet niet, dat gij zijt de ellendige en jammerlijke en arme en blinde en naakte.' De laatste tijd hebben we de zwarte pieten strijd gehad, of het nu witte piet of zwarte piet moest wezen. Het sinterklaas verhaal heeft me altijd geobsedeerd op verschillende manieren, als symbolisch sprookje, niet als letterlijk orthodox feest. In de Tina, een wekelijks stripblad voor meisjes, las ik, in een uitgave uit 1967, een hele bijzondere benadering van het sinterklaas verhaal, namelijk dat de zwarte pieten de islamitische moren waren die het zwaar christelijke Spanje waren binnengevallen. Zo kwam er in Spanje een islamo-christelijk amalgaam in de jaren 700. 'Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe' gaat over de tuchtiging, dat het vlees moet sterven. Nu al moeten we sterven aan onszelf, en nu al begint het hiernamaals, wat niet alleen onze eigen cultuur is. De oude westerse kerk is zwaar racistisch en islamofobisch, xenofobisch. Daarom is het sinterklaasverhaal nuttig, als symbolisch sprookje : zwart en blank verzoend, samenwerkend, islam met christendom, om het heilige snoep te brengen en de roe, de restricties, de voorwaarden. Dit slaat op het suikerfeest na de ramadan, de vastenmaand. Sint Nicolaas was in vroegere tijden ook de beschermheilige van de zeevaart, stelt de Tina. Als we denken aan het afschuwelijke verhaal van Exodus dat kinderen werden verdronken in de Nijl, dan komt dat uit veel oudere voortijdse verhalen waarin de Hiti amazone stam kinderen verdronk in de rivier van het verdrinkoffer, ook uit voorzorgsmaatregel, maar symbolisch gezien is de verdrinking een beeld van de opvoeding, van het overweldigd worden, van het inzinken van kennis en begrip, stelt de Bilha. De Hiti waren in de Israelitische teksten ook de vrouwen die hielpen bij de geboorte. Kennen we dit beeld ? Moeten wij niet net als Jezus bij de waterdoop het watergraf in om het vleselijke af te leggen en in het geestelijke op te staan ? Het is een beeld van wedergeboorte en wederopvoeding. Daarom moet de mens het bloedorakel leren kennen, want het is iets symbolisch en niet letterlijk. Zo niet, dan komt de mens nooit tot de hemel, en maakt de mens voor zichzelf en voor anderen het leven tot een hel. De Koran is een symbolisch, abstract boek, als een bloed orakel. Boek 22, Hatj, met de voortijdse Hiti en Hati wortel, gaat over de bedevaart. Het gaat over de schok van het uur, en mensen zullen dronken zijn, en vrouwen zullen hun zuigelingen vergeten. Dit wordt ook in de Bilha aangehaald. Waarom laat de vrouw haar zuigeling in de steek ? Om het over te dragen aan de hemelse scholing, zoals ook Hannah haar zoon Samuël moest overdragen aan de tentendienst. Dit is uiteindelijk wat de opstanding is : de hemelse scholing tot werk, door het vleselijke in de honger te verdrinken. Voedt je vlees niet, want het vlees moet sterven, maar groei op in het geestelijke door het hongeren. Halal, of allah, de honger, zal de mens uit het graf opwekken, zegt vers 7. Zij die niet leren maken hun leven en het leven van anderen tot een hel, want er is dan geen begrip en slechts horror en drama, omdat ze het bloed orakel niet hebben. Ze kennen de Hiti niet. Het is dus van belang een Hittiet te worden. Hiertoe is discipline nodig, de ijzeren zwepen, en het wegsmelten van alles wat zich in de maag bevindt, en ook aantasting van de huid, want de huid kan een vleselijke beschermlaag van het kwaad vormen. De mens heeft deze roede van Hiti nodig. Oorspronkelijk waren de Hiti dus de zwarte pieten. Het is de symbolische betekenis van het Exodus verhaal die terugleidt tot de voortijdse wortels. Verdrinking ? Nee, de waterdoop. Zij werden op bedevaart meegenomen. De Hiti's, zij dienden de honger, om de mens het snoep orakel te laten zien. Ga niet gulzig lopen vreten, maar benader het profetisch en demonosofisch. Herinner de roede. Dat is waar de zak van sinterklaas om draait. Snoep is namelijk een vurisch beeld van het verborgene, van uitstijgen boven eenzijdigheid, als een minderende en daardoor mengende natuurkracht. Boek 57, Hadid met de voortijdse Hiti wortel is het ijzer, oftewel de ijzeren roede. God wordt hierin besproken als de eerste en de laatste, als de verborgene en de openlijke, als de dag en de nacht, en God allah, wijst dus weer op halal, de honger. Zij dienen een minderende kracht, die daardoor dus mengt, zodat je op een natuurlijke manier tot het zuivere komt. Niet het vele is goed, maar het goede is veel. Daar gaat het om. Minder is meer. Minder is mengen. Zij die altijd bezig zijn met

meerderen kunnen dus ook niet meer mengen omdat ze vastgroeien, en dan krijg je dus extremistisch orthodox christendom en extremistisch orthodoxe islam. Zij denken slechts rechtlijnig. Boek 57 gaat over het afdalen in de aarde, het inzinken, door de roede van ijzer. Hierdoor is vruchtbaarheid mogelijk, opstanding, opname tot de hemel. Ken dit bloed orakel in vers 25 : En wij zonden ijzer neer, waarin groot geweld schuilgaat en voordelen voor de mens. Het bloed orakel is een beeld van de demonosofie of oorlogosofie, oftewel de symbolieke betekenis kennen van de verschijnselen om ons heen, door dingen heen leren prikken, contexten kennen, voorgeschiedenissen etc. Het bloed orakel werd gestolen door tandartsen en werd ook amalgaam genoemd. Ook de families smeedden hun eigen amalgamen. Zij weten alleen niet hoe het daadwerkelijk werkt. Ze hebben het slechts gestolen en het zal hen dus niet herkennen als de rechtmatige eigenaren en het zal tegen hen keren. Het zal hen dronken voeren. In het bloed orakel zullen zij ten onder gaan. Alleen door het bloed orakel kunnen we het nut van de tucht begrijpen. De spartanen geselden zichzelf voor de altaren van hun godinnen om daar hun bloed en zaad te offeren. Het was voor hen iets sexueels als een vruchtbaarheids-principe : geen accute zelfbevrediging, maar zelfkastijding. Het is geen vleselijke sexualiteit van het botvieren van je lusten, maar demonosofische sexuosofie. Dit houdt dus juist in je vleselijke sexualiteit te temperen, te beteugelen. Het snoep komt namelijk altijd met de roede. De daadwerkelijke sexuele voorlichting van de mensheid moet nog komen. De mensheid wordt geteisterd door verwarrende sexuele driften als een plaag, en de mens weet niet wat het is. Er is alleen ontkoming in de honger en het kruis. Er is alleen snoep in de roede. Het is oorlog in Nederland de laatste jaren. En wel een oorlog om zwarte piet. Ook al meegeweest om te demonstreren tegen zwarte piet ? Beter is het om de betekenis van dit middeleeuwse sprookje te onderzoeken. hoofdstuk 2 de grote zwarte pieten oorlog De mens is zwaar in de war, niet alleen over zijn sexualiteit, maar ook over de zwarte pieten. Heden ten dage slaan ze elkaar de hersens in over of zwarte piet nu wit of zwart moet zijn. Het is wel een heel interessant verschijnsel. De betekenis van dit verhaal is namelijk verloren gegaan in de loop der tijden, en nu is de mens in de war, zwaar in de war. Ik las in de Tina van 2 december 1967, wat een wekelijks stripblad voor meisjes is, dat Sint Nicolaas een beschermheilige was van de zeevaart en ook de beschermheilige van Rusland, oftewel van Roshland, het land van den beginne (Hebreeuws). Zo zijn er ook legendes dat Sint Nicolaas kinderen in een bad kinderen beschermde tegen verbranding. Hij is immers de beschermheilige van het water. Daarom heeft hij ook een groot schip. De Tina maakt een vergelijking met de in Spanje binnenvallende islamitische moren aan het begin van de jaren 700, wat een islamo-christelijk amalgaam ten gevolge had. (Amalgaam is een term gebruikt voor vermenging) Het sinterklaasfeest

doet ook zwaar denken aan het islamitische suikerfeest, maar dit was altijd na de ramadan, oftewel na de vastenmaand. Daarom komt het snoep ook gezamenlijk met de roe. Ik vond het altijd prachtige symboliek, maar ik hield er niet van hoe kinderen ermee werden bedrogen en hoe de betekenis werd achtergehouden. Het werd tot één of ander vleselijk, letterlijk, orthodox feest gemaakt, alhoewel de magie altijd bleef. Ik bleef het dan ook vieren op mijn eigen manier, en het hele jaar door, op aandringen van moeder natuur. Het is een soort feest van tucht en loon. We kunnen het loon niet losdenken van de gesel, en daarom is het verjaardagsfeest al helemaal onzin, en de snelweg tot de pensionering. Het verjaardagsfeest mag alleen bestaan in de symboliek, maar de letterlijke, orthodoxe vorm van het verjaardagsfeest is verderfelijk, want het leert kinderen dat ze beloont worden zonder iets te doen, alleen maar door een jaartje ouder te worden. Er is hierin geen onderscheid tussen goed en kwaad zoals bij het sinterklaasfeest. Het is pure doelloze vleselijke verwennerij, bedotterij, groot bedrog, en ouders die dit hun kinderen leren zijn zwaar schuldig. Oh, kan de mens de roep van moeder natuur nog verstaan ? De mens is zwaar in de war en verstrikt in de valstrikken van de stad. 'Ja, Pietje doet het ook, dus doe ik het ook.' Is dat een goede reden ? Sinterklaas is als een waterdoop waarin je juist je vleselijke leven aflegt, als jn-pw, oftewel Jn de waterput, of de doper in het Egyptisch, wat later in het christendom werd tot Johannes de Doper. Jn de Pw werd in het Grieks getranslitereerd tot Anubis. Het was de hondengids door de onderwereld, omdat de hond of jakhals een beeld was van de navigatie, en die kon de mens brengen tot waterbronnen in de woestijn. Dit waren beelden van verlichting door het afsterven van je vlees. Het waren beelden van het opgevoed worden in de kennis, waar de Bilha ook over spreekt. Sinterklaas is dus na Anubis en Johannes de Doper de nieuwe doper, de doper van de middeleeuwen. Die doop is niet alleen een vermindering, maar ook een vermenging, als het islamo-christelijke amalgaam of orakel, wat leven geeft aan de ramadan en het suikerfeest, betekenis geeft. Hierin zijn de zwarte pieten dus onmisbaar, als een beeld van de islamitische moren, of het zwarte hondenleger van Anubis. Waarom is hij wit ? Denk aan het verhaal van Mozes die als een Israelitische Anubis het volk door de exodus, door het water, door de woestijn leidde. Denk aan het wonder van de witte hand, wat een teken is van ontwaking. Waarom zijn de zwarte pieten zwart ? Anubis is ook zwart. Het is een teken van verborgenheid, van de baarmoeder, ter bescherming van het kind. Sint Nicolaas is dus ook een soort middeleeuwse Mozes. Hij was een man van vasten, en ook beschermde hij de mens tegen demonen. Hij was een man van de demonosofie, oftewel de oorlogosofie, van het bloed orakel, waartoe hij de mens moest inwijden. De mens moet ingewijd worden op zijn schip, door deze betekenissen te leren kennen. Hij was dus ook een soort middeleeuwse Noach. Het valt niet meer weg te denken uit de samenleving. Het enigma is te diep ingeworteld. De verhouding sinterklaas en zwarte piet is dus meer als van de farao en Anubis die hem door de onderwereld leidde, of als van Ra die de zwarte aarde in moest, in zijn moeder Nut, of in Nephthys moest afdalen. In de voortijd baarden de Hiti's in de rivier, als een beeld van de wedergeboorte door water, als het ware beeld van de waterdoop. De gesel, of roede, of roe, was een beeld van de opvoeding. Daarom dragen de zwarte pieten de roe nog steeds. De zak is een beeld van de baarmoeder. Deze baarmoeder is donker en nat, om het kind te beschermen. In de Israelitische grondteksten kwamen de Hiti's nog steeds voor als vrouwen die bij de geboorte hielpen. Dus maar lekker grissen en graaien op het sinterklaasfeest en het verjaardagsfeest ? Neen. Spijbelaars zijn ermee op de loop gegaan, maar gij geheel anders. Kom tot de diepere betekenis. Het is een te mooi sprookje om in je kapot te laten gaan door het vleselijke. Verspil de gave niet. Het sinterklaasfeest gaat over het charismatische feest van de geestelijke gaven, waar je alleen maar kunt komen door het smalle pad van het hongeren in de wildernis, de toewijding aan de gesel, want die gaf de richting aan opdat de mens niet zou verdwalen. Daarom, voor wie het geloven wil : de gaven hangen in de boom geplant aan waterstromen, waarvan ook het kerstfeest een beeld is, om te

laten zien dat de gaven alleen groeien in het kruis. Daarom is de verhouding sinterklaas en zwarte piet ook als de verhouding Gepetto en Pinocchio. Sinterklaas als Gepetto de poppenmaker. Dit loopt ook parallel aan de verhouding Allah (halal, honger, voortijds) en Mohammed. Hierin is een strijd tussen goed en kwaad, tussen geleerdheid en onwetendheid, tussen letterlijkheid en symboliek, want we hebben hier ook met een tijdelijk schaduw effect te maken genaamd het Stromboli effect. We leven nog steeds in het Stromboli tijdperk, waarin Pinocchio door Stromboli werd ontvoerd als zijn valse poppenbaas. hoofdstuk 3 voet of varken ? Hoe gaat dat precies, het afsterven aan het beest van het vlees in het voortijdse ? Stammen van varkenshoeders, mannen stammen. Ze hoeden de varkens, en hebben er hechte relaties mee. Ze verwennen de varkens. Het is een beeld van het vlees. Ze dienen die varkens. De varkens worden op hun wenken bediend. Dit gaat om kleine varkens, biggen, en grotere tot hele grote varkens. De kleinere jongens hebben hun varkentjes, hun biggetjes, en de grotere mannen de grote varkens. Het is een beeld van de gehechtheid aan het aardse, het luie tegenover de kennis. Ze hebben diepe liefdesrelaties met die varkens. Oh, als de varkens ook maar iets is overkomen, dan zijn ze helemaal in paniek en hysterisch, en rollen er dikke tranen van hun wangen. Dan is er het beeld van de amazones, de natuurvrouwen die zulke kampen binnenvallen, om de mannen en jongens gevangen te nemen, in ballingschap, opdat ze leren aan de voeten van de natuurmoeder te dienen, niet meer de varkens. De voet is een belangrijk beeld van de gids, het pad, het profetische, het geleid worden, en tegelijkertijd ook van de oorsprong. In het Grieks is de voet de koningin, en hoe lieflijk zijn op de bergen de voeten die het goede nieuws dragen, oftewel dat wat vergeten is geraakt, uit het oog, zelfs uit het hart. En de varken kwam ervoor in de plaats. De mannen en de jongens zitten bij de varkens, hun vlees, om dat te dienen, hun gierigheid en hebberigheid. Maar dan vallen de amazones de kampen binnen en gaan de mannen in gevangenschap. Denk je dat de amazones ook net zoals de mannen de varkens zullen vertroetelen ? Amazones kunnen zeer teder zijn, maar met een doel. Het vlees moet uiteindelijk geslacht worden. Ook al zullen de jongens en mannen daar zwaar om jammeren, omdat die varkens zoveel voor hen betekenden. En dan zijn er alle avonden en nachten slachtfeesten. Het is feest als het vlees sterft, maar in de steden is het feest als het vlees vertroeteld wordt. Dat is een groot verschil. hoofdstuk 4 het kehatitische texas voorhangsel Lezen : 2 Korintiers 10 3 Want al leven wij in het vlees, wij trekken niet ten strijde naar het vlees, 4 want de wapenen van

onze veldtocht zijn niet vleselijk, maar krachtig voor God tot het slechten van bolwerken, 5 zodat wij de redeneringen en elke schans, die opgeworpen wordt tegen de kennis van God, slechten, elk bedenksel als krijgsgevangene brengen onder de gehoorzaamheid aan Christus, 6 en gereed staan, zodra uw gehoorzaamheid volkomen is, alle ongehoorzaamheid te straffen. Efeze 1 8 Daarom heet het: opgevaren naar den hoge voerde Hij krijgsgevangenen mede, gaven gaf Hij aan de mensen. 9 Wat betekent dit: Hij is opgevaren, anders dan dat Hij ook nedergedaald is naar de lagere, aardse gewesten? 10 Hij, die nedergedaald is, Hij is het ook, die is opgevaren ver boven alle hemelen, om alles tot volheid te brengen. Psalm 142, gebed van een gevangene : 8Voer mij uit de kerker, opdat ik uw naam love, de rechtvaardigen zullen mij omringen, wanneer Gij mij weldoet. 1 Petrus 3 18 Want ook Christus is eenmaal om de zonden gestorven als rechtvaardige voor onrechtvaardigen, opdat Hij u tot God zou brengen: Hij, die gedood is naar het vlees, maar levend gemaakt naar het geestelijke, 19 in welke Hij ook heengegaan is en gepredikt heeft aan de hongerende zielen in de gevangenis, 20 die eertijds ongehoorzaam geweest waren, toen de lankmoedigheid Gods bleef afwachten, in de dagen van Noach, terwijl de ark in gereedheid werd gebracht, waarin weinigen, dat is acht zielen, door het water heen gered werden. Als je deze teksten goed leest, dan gaat het hier om zeer shamanistische teksten. Shamanen gaan altijd in dromen de onderwereld in om zielen te redden en te helpen. Hiervoor hebben ze ook grote strijd. Hierdoor raken ze ook zelf in gevangenschap soms, en dat moet ook wel. Ze komen als kameleonen, spionnen. Het is een soort rollenspel. De afgelopen dagen kwam ik in aanraking met de onderdrukte indiaanse stammen in het Texas gebied, met de zielen in de onderwereld. Die werden eens meedogenloos geruimd. Vannacht had ik weer een droom dat ik in Texas was. Ze vertelden me dat ik vele gevangenen had meegevoerd, en ze gaven mij een appelgaard, als een paradijs, waarin ik als overwinnaar over Texas zou leven, zou regeren. Ze gaven mij de ring van de bewoners, the ring of the dwellers, waarvan ik heer zou zijn, als 'lord of the ring of the dwellers'. Het was een rollenspel wat we moesten uitvoeren. Laten we naar de lettercode van Texas kijken, van T-G-S : T is in het voortijds de letter van het herstel van de tentendienst, als een vrouwelijke Nehemia, als een reformatie. T is ook de letter van overwinning, maar wat houdt die overwinning precies in ? Jakob werd overwinnaar genoemd op Pniël, juist omdat hij een verbroken man was geworden, gevoelig voor de natuur. De oudere voortijdse hiërogliefen van de letter T duiden op gebondenheid, een man met armen achter zijn rug gebonden. De letter G, de Ego, is een oorlogsgodin, oftewel een letter van demonologie. Ook is het in de voortijdse oudere hierogliefen een beeld van de gebondenheid aan een paal, een man die in de onderwereld aan een paal gebonden staat, wat ook weer wijst op de gekruisigde, op het kruis, het juk. T-G-S is dus de kennis (S, sa, Egyptisch) van de demonologie (Ego, voortijds), van de overwinning (T, gebondenheid). Het is dus een volkomen demonologie, als het topje van de piramide. Openbaring 2, aan Efeze : 7 Wie overwint, hem zal Ik geven te eten van de boom des levens, die in het paradijs Gods is.

Deze gebondenheid is een beeld van leiding, van het profetische, en alleen in die context kan de demonologie plaatsvinden. De boom des levens is in de grondtekst de boom van de honger. Alles voorwaardelijk dus, alles door scholing en educatie, niet zomaar met de losse hand verspreid als een wilde weldoener. De New Age, oftewel het tijdperk van Aquarius, de Waterman, heeft een zeer duistere zijde, namelijk die van de onvoorwaardelijkheid, waarin men zich helemaal stukstaart op de leegte en die niet meer toetst. Toen ik de indiaanse zielen van Texas in de onderwereld ontmoetten bleven ze ook hameren op het belang van toetsen. Honger is dus een oorlog, niet een doel op zich. We moeten niet helemaal op gaan in de leegte zodat we leeghoofden worden. Altijd weer is het toetsen het fundament, en dat is wat het ware krijgsgevangenen nemen betekent, zoals 2 Korintiers 10 ook stelt. Ook hadden ze het over het belang van re. Re, oftewel de voortijdse R hieroglyph heeft altijd een belangrijke en centrale rol gespeeld in de Egyptologie, en vanuit deze basis, vanuit Rw, kwam ook de Aramese Rw voort, of Ruh, de richtinggever, het profetische. Dit werd door de christenen vertaald in de Heilige Geest die een centrale positie kreeg. De voortijdse R is een persoon met een mes of gewoon een mes, en de latere betekenis hiervan was altijd het kruis, de Oru, wat ook een voortijdse naam is van de letter R. Ook staat het voor de psalmen. De texaanse indiaanse stammen in de onderwereld noemden Ra de inspecteur. Ra reiste door de onderwereld om de onderwereld te inspecteren, de baarmoeder. Dit is dus de basis voor profetie en zo ook voor demonologie, oftewel de hemelse naaktheid en besnijdenis, waar Deuteronomium 27 over spreekt. Dit zijn de twee pilaren voor het beloofde land. De deuren bleven dicht voor ra in de onderwereld. Altijd had hij Heker, honger, nodig, en Sa, kennis, om de deuren te kunnen openen. Dat is een kehatitisch voorhangsel op zich. Als hij het te vroeg zou aanraken zou hij sterven. Als hij het niet met de juiste sleutels zou aanraken zou hij sterven. Zijn vlees moest sterven, en zijn ziel moest voorwaardes leren om van die duistere onvoorwaardelijke zijde van Aquarius los te komen, de dark side van de waterman, die zo zijn eigen voorwaarden had lopen opstellen, als pseudo-kehatieten, als korachskinderen. Zo had Ishmael ook Hagar nodig om tot Mekka te komen door de wildernis. Zo komt de mens uiteindelijk tot de derde put van Asok, de ragobot, oftewel de dochter van Rag, van Oru-Ego in het voortijds, oftewel de honger als de brug tussen het kruis en de demonologie. Dit was de bron van overwinning. En hierin was er dus eerst volharding nodig, als een beeld van de eeuwigheid, sukki in het voortijds, sk, de eerste bron van Asok, Izaak (esek, sk). Het kehatitische verschijnsel van de levieten was dus wat in de egyptologie de treden van de troon van Osiris (Aser, sr, sara, suri) werd genoemd. In het Israelitische was zij de aartsmoeder Sarah, want ook in de Egyptologie was het Osiris verschijnsel oorspronkelijk vrouwelijk. Dat is ook in het geval van Jezus zo, die in het Aramees de baarmoeder voorstelt. Sarah, of Suri, was de vrouw van Abraham, wat nog steeds in het woord Suri-Name voorkomt, oftewel de voortijdse kennis van Suri. Daarom is het gebied grotendeels oerwoud, onaangetaste natuur. Ook zonder Kehat, K't, kon Ra niet door de poorten van de onderwereld heen. Het Suri geheimenis is omhuld door het Kehat verschijnsel. Het zijn dus de kehat-treden van de oordeelstroon van moeder Suri, of Osiris. Het is heilige grond. Ga je te snel of te langzaam, dan sterf je. Hier wordt geschreeuwd, hier wordt gejoeld. Hier ben je niets dan een gevangene, een krijgsgevangene, een bedenksel, opdat je getoetst wordt, ondervraagd, geinspecteerd (2 Kor. 10). Mag je door of mag je niet door ? Als je te snel doorgaat, dan sterf je, maar blijf ook niet achter. Strijd om in te gaan, maar forceer je wegen niet. Los de raadsels op. Dan ben je een ware kehatiet. Kehat, of Kait, was in de Egyptologie de grote moeder van de goden. Aan haar ontkom je niet zomaar. Je komt niet zomaar langs haar heen.

Wat is dan het grote verboden woord ? We weten het allemaal, en zeggen of denken het allemaal zo vaak, al dan niet met grote schaamte. Waarom zeggen we het eigenlijk ? We komen flink in de problemen, raken ergens in verstrikt, en we zeggen het. Of niet ? Het is iets voortijds. Kut is een voortijds woord voor eeuwig kruis, een situatie waaruit geen ontsnapping mogelijk lijkt, een strik. Het volk van Kut, van de Kuttieten, leefden aan de rivier de Stirv (vgl. sterf). Wanneer een man in een vrouw is voelt hij zich duizelig, alsof hij in een andere wereld komt. Dat is precies de egyptologische betekenis. Qa-t-a, kht, was één van de twaalf godinnen die de poort van de aarde opende voor Ra. Qaut, kht, vijanden, bevuild volk. Quit, kht, medicijn, zaad. Qtt, kht, onderdeel van een strijdwagen. Ra veranderde in deze vorm op zijn tocht (qt, kht). Het komt er op neer in de Egyptologie dat het een schepper god is als het overgaan van de dimensies. Uit deze bron putte de Mozes mythe. Dit gebeurt door het draaien van de dimensies. Het komt van de wortel "draaien en slapen", als een kronkelende slang. Mozes wijst ook weer op de slang in de woestijn, opdat de mensen konden ontkomen aan het kwaad wat hen bedreigde. Mozes wees op de Egyptische wortels. Dit wordt ook wel de sluwe kunst genoemd in de Egyptische wortels, als een beeld van strategische kennis van de onderwereld. Mildheid is intelligenter dan het fundamentalisme. Daarom deden de texaanse indiaanse stammen van de onderwereld een rollenspel. Alleen zo kon er ware regering zijn, ware overwinning. Het rollenspel zal op aarde moeten overnemen. Door het rollenspel kom je in die andere dimensie. De egyptische onderwereld hieroglieven bestaan vaak uit meerdere afdelingen, lagen, verdiepingen als een beeld van meerzijdigheid, nuance en subtiliteit. Hieroglieven van de troon van Osiris hebben vaak een extra laag boven zich van een varken die gezweept wordt door een aap. Het varken of wilde varken is een beeld van het vlees, van de hebzucht en de luiheid, het altijd maar meer willen, het haten van het hongeren, en in de egyptologie is de aap een beeld van de interpretatie en het vreemde (aan), vaak verbonden aan thoth, het woord, wat dan ook een beeld is van de context die de eenzijdigheid zweept, oftewel opent. Zo worden in principe deuren in de onderwereld geopend en gaat men van trede tot trede tot de kehat troon van Osiris in het kehatitische verschijnsel. De aap, als zijnde het natuurverschijnsel van het vertalen, is ook als aau een beeld van het offeren aan Re. De aau waren de aapgoden die re omringden hiervoor, en het vertalen is ook wat het ware offer is, en waarvan de oorlog een beeld is. Men wil betekenis zien, dus men gaat zo zinnebeeldig om op deze manier met de sluiers. Aan, de aap, is ook het gejoel van overwinning en het gejoel tot Re, of het oorlogsgejoel, maar is tegelijkertijd het gegil van het wee, zoals apen verschrikkelijk kunnen gillen, en het is heel dubbel. Wat wil de natuur ons hier leren ? Aana was de apegod die Re dagelijks bezong en aanbad, of de aapgoden in het meervoud, die Re ook leidden door de onderwereld. De aan, de aap, betekent ook de terugkeer, de recessie, tot dingen die over het hoofd zijn gezien, dus het is een dier van nuance, en kan heel rebels zijn tegen de systemen die zoveel stappen hebben overgeslagen. 'Ga terug,' zegt de aap. 'Bestraf het varken, je vlees. Blijf het zwepen, blijf het kruisigen. Bestraf het vlees wat niet wil leren, anders leidt het je tot de dood.' Het vlees wil alles verletterlijken, alles direct en materieel maken, gelijk aan de ordes om zich heen, want dat is het makkelijkst. Het varken aanbidt gemak. Daarom is de aap in de egyptologie ook nauw verbonden aan het zingen, aann. De aanata is een zingende vrouw en aanait is de aapgodin (vaak is er een T toegevoegd om de vrouwelijkheid te benadrukken). De apen zijn ook de dienaars van de dood, in de zin dat het vlees moet sterven (aan). De aanau zijn de vier aapgoden die de doden oordelen, dus ook verbonden aan de oordeelstroon van Osiris, wat dus in wezen gewoon een vertalingsmechanisme is in de onderwereld, als communicatie middel. De aan is ook de tent of wigwam. Hier kwam een man tot zijn vrouw om zichzelf te offeren, oftewel de honger in te gaan om zo tot vertaling te komen van de allerdaagse bezigheden. In die zin is de aan in de egyptologie ook wel een tentenkamp. Laten we ook onthouden dat in de egyptologie de Anit (aapgodin) een vrouwelijke verschijning van Osiris is, of zijn tegenhanger. En dit deel was scherp met een punt, als een mes, dus we spreken over zijn kruis hier (an-t). Hij werd door haar onder de voet gehouden. Zij was ook genaamd de donkere, als beeld van de aarde, de modder, waarmee hij werd besmeerd, en dit was om hem te camoufleren in

de onderwereld (an, anti). Zij hield hem in gebondenheid om hem zo door de onderwereld te leiden (aanu). De hiti's hielden in de voortijd het volk Ishmael in ballingschap aan de rivier van het verdrinkingsoffer, een heenwijzing naar de doop, en waar ook het exodus verhaal over de verdrinking van zuigelingen in de Nijl uit voorkomen. De bilha stelt dat dit symbolisch was. Vandaar ook het beeld van de doop. De mens moet in het water zijn oude, eenzijdige leven afleggen. Het water is voor de meerzijdigheid, de grotere context. De hiti's staan dus ook voor verdieping. In de israelitische grondteksten van exodus zijn de hiti's degenen die helpen bij de geboorte. De hiti's verkochten uiteindelijk de Ishmaelieten aan de sukki's, sukki als beeld van de volharding, wat ook de woordbetekenis is van sukki in de voortijd. Dit is dus ook zwaar symbolisch stelt de Bilha. Het is een beeld van de opvoedkundige tucht en discipline die tot volkomenheid gebracht moet worden. Spreuken stelt dat een ware opvoeder zich hierin niet laat omkopen en zich niet bekommert om het gejammer van de zoon. Spr. 19:18 Kastijd uw zoon, zolang er nog iets van te verwachten valt, en bekommer u niet om zijn gejammer. Het volk jammerde ook in de wildernis. God bekommerde zich er niet om. De honger was veel belangrijker. Het wekte juist soms de toorn van God op als het volk teveel jammerde. In de egyptologie is de hiti de teststeen als de hit-t. Het is het proces, het onderzoek, wat ook naar voren komt in de hita, de putten, de sloten. Het heeft allemaal de zelfde hiti wortel van de voortijd. We hebben het dan om een bloed orakel waaraan het vlees moet afsterven. Ook het egyptische woord hith betekent put. De hit is een aap met een hondenhoofd, als de verbinding tussen thoth en anubis, om zo de mens door de putten van de onderwereld te leiden. Wanneer in de laag boven het trappenstelsel van de troon van osiris de aap het varken kastijd, dan gaat dit om zelfkastijding, de kastijding van het vlees. Waarom is een mens altijd bezig het varken van de ander te kastijden en niet zijn eigen varken ? Een beetje het balk en splinter verhaal. En hoe lang gaat dit door ? Totdat het volkomen is. Het offer moet volkomen zijn, stelt leviticus metaforisch. Dan komt de volharding in het spel, de verharding tegen de zonde, oftewel de sukki. Hiti leidt dus altijd tot zukki. Het vlees moet volkomen sterven. Het geestelijke neemt niet met minder genoegen. Zwart is een beeld van de dood, van de aarde, daarin moet het vlees verzwolgen worden. In het geestelijke vindt dus een vorm van metaforische necrofilie plaats dat de mens tot de moeder aarde nadert en in haar moet sterven om haar tot vruchtbaarheid te brengen. De moeder aarde is dus ook genoodzaakt de mens op die manier te zombificeren. De mens moet volledig sterven, en daardoor zal de mens leven. Hierin komt dus ook weer een diepere betekenis van het zwarte pieten verhaal terug. Zij zijn de zombies van moeder natuur, bedekt met haar aarde. Re was de man die door de onderwereld reiste, de zon van de onderwereld ontmoette, en daardoor zwart was geworden, niet daadwerkelijk zwart, maar als een geheimenis wat zich in zijn ziel afspeelde, als gedekt zijn door de moeder natuur, als een modderman. Dit is dus een belangrijke kaart in het hemelse kaartendek. Speel met de kaarten die je zijn gegeven. Verdiep ze. Hierin is de hiti-stam dus onmisbaar. De Egyptologie gaat diep op deze wortel in, en het is verbonden aan de aap. Het egyptisch is als het hebreeuws gebouwd op medeklinkers, en de klinkers die daaraan verbonden zijn kunnen verschillen terwijl ze toch bij dezelfde betekenis horen. Het is in het egyptisch het draaien, of hethet, en het is ook het boren, als het omsingelen, en het doorboren. De heta is hiervoor een instrument. Hett is één van de vier apengoden die Apep slachtte. Als re de slang aapep moet slachten dan heeft hij hiervoor zijn leger. De slang is een beeld van zijn eigen geslachtsdeel, zijn vlees, wat overwonnen moet worden. Elke nacht weer is er deze strijd. Aan het einde van de nacht heeft re de slang overwonnen. Hett is dus de aap die uiteindelijk de slang dan slacht, als een vorm van re. Wij kunnen het vlees alleen door de verdieping, door de vertaling,

slachten. Dat gaat niet zomaar door toverspreuken of religieuze opzegversjes. Dat gaat veel dieper. Daar staat de aap voor, de harige put. Zoals heta het boor instrument is, zo is hetti-t dit ook. De egyptenaren schreven hetzelfde woord namelijk op verschillende manieren op. Het ging om de medeklinker structuur. Hethti was één van de negen zingende aapgoden, en ook Hetta was een zingende aapgod. Zingen betekent omsingelen, het onderste uit de kan halen, de meerzijdigheid. 'Het' of hethet betekent het onderwerpen. Een ander woord voor apen is ook hettut. 'Het' of he-t is in het egyptisch het metaforische graf. De aap is een beeld van de heilige zombie. Door de dood zwart geworden. De hetu waren tentdienaren omtrend dit geheimenis. De he-t kan ook tent betekenen. Het aau is de tent van de oudere, de volwassene, want dit is ook een belangrijk proces, dat de mens verouderd, als beeld van de volharding. Het zijn beelden, geen letterlijkheden. De veroudering is een beeld dat de mens aan zichzelf is afgestorven, en nauwverbonden aan het zwart worden metaforisch. Re was in de egyptische taal de met modder bedekte. Alleen zo kon hij dieper ingaan tot de natuur moeder of natuur vrouw, dus in die zin is zij metaforisch necrofiel. Ze neemt geen genoegen met de mens die niet aan zichzelf is afgestorven. De mens moet zich dus geheel offeren, en door het gehele inwijdingsproces van hongeren tot de volharding begaan. Zo wordt de mens volkomen hard tegen de zonde en bekommert zich niet meer om het gejammer van het vlees. Dan heeft de mens voldaan aan spreuken 19:18, waarlijk. De letter H is in het Egyptisch het zelf, en in het voortijds is de letter T de overwinning, als de overwinning over het zelf, als we de verbinding H-T bespreken, de hiti. Ook is de H in het Egyptisch de kastijding, dus in die zin ontkomt het zelf er niet aan, omdat de kastijding de betekenis is van het zelf. Je kunt dus nooit jezelf zijn zonder de kastijding. Dit is in het Egyptisch de ware rijkdom, ook een betekenis van de letter H : Egyptische H = zelf-kastijding-rijkdom Hoe diep gaan we ? De oude mysteriën opgelost. Ze moeten nog opgelost worden, die van het oude Egypte, om zo je leven en dat wat om je heen gebeurd beter te begrijpen. hoofdstuk 5 Zwarte piet, wie bent u ? De preek voor deze mooie zondag bestaat uit twee delen. Hoe diep gaan we ? De oude mysteriën opgelost. Ze moeten nog opgelost worden, die van het oude Egypte, om zo je leven en dat wat om je heen gebeurd beter te begrijpen. In deze preek zullen we verder gaan met het zwarte pieten mysterie. We zien de oorlog om ons heen en die is om zwarte piet.

Slechts mal of is er meer aan de hand ? We gaan hiervoor een oud plaatje uit Egypte bespreken, die van Osiris op zijn troon. Waarom is de mens vandaag zo hysterisch over zwarte piet ? De ene zegt hij moet wit zijn, en de ander zegt hij moet zwart zijn, en daar gaan de grote oorlogen vandaag de dag over. Ook zullen we het grote verboden woord in Nederland bespreken. Iedereen zegt het, maar toch is het verboden. Waarom is dit ? Over welk woord hebben we het ? Grote verboden woord ? Daarover gaat deze preek. Een goede zondag allemaal. Blijf leren. hoofdstuk 6 het verboden woord – het kehatitische voorhangsel Het boek numeri, in de woestijn, is het vierde boek in de Israelitische uitgave van het O.T. Numeri is de latijnse naam, maar het kan naar het voortijdse Name-Oru teruggeleid worden, oftewel de kennis van het kruis. In dit boek vinden we het opmerkelijke verhaal van Mozes en de slang terug, in Numeri 21. De slang is aan een paal of aan een kruis, als beeld van de gekruisigde, wat klaarblijkelijk nodig is om die hemelse en voortijdse, oorspronkelijke kennis (Name) te ontvangen. Dit ligt nog steeds in de naam Suri-Name besloten. Daarom is het land Suriname, wat nog grotendeels oerwoud is, nog een beeld van het oorspronkelijke paradijs, en daarom van belang. Mozes wees op de slang aan de paal of aan het kruis, en dat had hij van zijn egyptische opvoeding en educatie overgenomen. Daarom is de egyptologie ook onmisbaar om de context van het O.T. te begrijpen. Wij pleiten er daarom ook voor dat elke predikant een egyptologische scholing ontvangt. De Hebreeuwse naam voor het boek is Bemidbar, in de wildernis, of in de woestijn, wat in de Griekse septuagint werd tot Arithmoi, en in de Latijnse vulgaat tot Numeri. Beiden, zowel de Griekse als de Latijnse naam voor het boek numeri betekenen 'tellingen' of 'getallen'. In de israelitische talen betekent de telling echter de kastijding. De Bilha stelt hierover : 'Tellen is in het Hebreeuws ook kastijden, pkd, van het Egyptische pgd (pega-t, peg), wat doorgang betekent en ravijn, leegte, van pega, het openen van een boekrol.' Als we de betekenis van het boek Numeri willen verstaan, dan komen we dus al snel terecht bij de noodzaak van studie. Kastijding is dus een taal met een bepaalde boodschap, een bepaald onderricht. Daarom gaan wij in het leven ook door veel kastijding heen. Zonder dit zou het niet best zijn. Vandaar dat Mozes al op de paal wees, op het kruis, en de slang is ook een beeld van de gesel, de roede. Het hele boek Spreuken gaat er ook over hoe belangrijk de tucht is. Deuteronomium 27 zegt : 11 Op die dag gebood Mozes het volk: 12 Wanneer gij de Jordaan overgetrokken zijt, zullen zich op de berg Gerizim opstellen om het volk te zegenen: Simeon, Levi, Juda, Issakar, Jozef en Benjamin. 13 En op de berg Ebal zullen zich opstellen om te vervloeken: Ruben, Gad, Aser, Zebulon, Dan en Naftali. 4 Als gij dan de Jordaan overgetrokken zijt, zult gij deze stenen, ten aanzien waarvan ik u heden opdracht geef, op de berg Ebal oprichten en met kalk bestrijken. 5 Ook zult gij daar een altaar bouwen voor de Here, uw God, een altaar van stenen, die gij niet met ijzer zult bewerken. 6 Van onbehouwen stenen zult gij het altaar van de Here, uw God, bouwen, en daarop brandoffers brengen aan de Here, uw God.

De hele bijbel door gaat het erover dat deze offers niet letterlijk zijn, maar geestelijk. Het ware offer is namelijk de gehoorzaamheid en de stilte, om God's stem te verstaan en volgen. In de exodus werd het volk in tweeen verdeeld : De ene helft stond bij de berg Garazim, wat piercings, besnijdenis (kastijding, onderricht, studie) betekent, en de andere helft stond bij de berg Ebal, naaktheid. Naaktheid (profetische openbaring, profetologie) en besnijdenis (demonologie) waren de twee fundamenten voor het volk in het beloofde land. Woord en kastijding (studie) zijn dus onlosmakelijk aan elkaar verbonden. In psalm 102 bidt de psalmist daarom ook ontbloot. Zo is er niks tussen de mens en God. Als we om ons heenkijken zien we een volk afgevallen van God. Ze studeren niet, offeren dieren in plaats van de gehoorzaamheid bedrijven als het ware offer. Ze roddelen en liegen alsof het een lieve lust is, en hebben geen stil hart voor God om zijn woorden te ontvangen. Vandaar dat het volk moet terugkeren tot numeri, de kastijding, de studie, en tot de twee pilaren van deuteromium 27 : de besnijdenis en de naaktheid. Ken deze metaforen. Heb geen bedekkingen tussen jou en God. Verscheur je kleren. Keer weer terug tot de natuur. Het is zeker niet letterlijk. Als je je kleed, kleed je dan eenvoudig, of profetisch. Als je je kleed, kleed jezelf dan sober, of profetisch, want er zijn zeker profetische sieraden. Er is zoiets als heilige en vertellende materie. Het wil niet zeggen dat we daadwerkelijk in een hutje op de hei moeten gaan leven. Er mag heilige kunst zijn, en er is ook zoiets als heilige kleedkunst. Ken de hemelse mode hierin. Ken de profetische mode. Kleed jezelf niet als de afvalligen, maar soms zijn wij kameleonen. Hen van twintig jaar en ouder moesten geteld worden, de mannen, om in het leger te dienen. De Bilha zegt hierover : 'Leger is tsaba, en dit is de geestelijke oorlog, maar ook gewoon tentdienst, tabernakeldienst. Er is nooit een directe oorlog, en ook nooit directe communicatie. Het gaat via de priesterdienst.' Twintig is in de israelitische grondtekst het getal van de opvoeding, van de opstanding ook, en het is verbonden aan het betalen van belasting. Omdat twintig een dubbele tiende is als belasting duidt het op het dubbele kruis : 'de andere wang toekeren', de extra mijl begaan, ook als een beeld van het eeuwige kruis en het geduld (hongeren). Er moest een soort verzoengeld neergelegd worden voor iedere krijgsman, voor iedere tentendienstknecht dus. Dit zoengeld was genaamd de kaphar : Ex 30: 16 En gij zult het geld der verzoening van de Israëlieten nemen en het bestemmen voor de dienst in de tent der samenkomst; het zal voor de Israëlieten tot een gedachtenis zijn voor het aangezicht des Heren ter verzoening voor hun leven. 12 Wanneer gij het getal der Israëlieten bij de telling opneemt, dan zullen zij, ieder voor zijn leven, aan de Here een zoengeld geven. 14 Ieder die tot de getelden gaat behoren van twintig jaar oud en daarboven, zal de heffing voor de Here geven. Het geld is er een beeld van dat de ziel bedekt moest worden met het bloed van het afgeslachte vlees, het ego wat moest sterven. Zo wordt een mens dus in het hemelse leger of de hemelse tentendienst ingewijd, door het kruis. Het is de mens zelf die moet sterven. Dit loopt helemaal terug tot het oude kaphar beeld van Egypte, of van kheper, de kever waarin ra veranderde tijdens de wedergeboorte in de onderwereld, waarin de nacht overging tot de rode dag. Dit is een beeld van vuilverwerking. Dit is de daadwerkelijke betaling van het losgeld, waarin de mens zijn leven aflegt om tot het hemelse leger te behoren, en de oorlog is tegen het zelf. Het is dus oorlogsgeld. Dit geld is in het Aramees zowel een bestraffing van het vlees als de behoudenis van de ziel. Het kan niet losgekoppeld worden. Ex. 21: 30 Indien hem een zoengeld opgelegd wordt, dan zal hij alles wat hem opgelegd wordt, als losprijs

voor zijn leven geven. (prqn) De Levieten moesten zorg dragen over de tenten en dat men zich aan deze voorschriften hield, en natuurlijk is dit symbolisch. In de wereld om ons heen zien we ten eerste dat men dit alles verletterlijkt heeft, en ten tweede dat alles vervaagd is geraakt, zijn betekenis heeft verloren, en ten derde is het zo ook zwaar corrupt geworden. Zo kwam de mens tot afgoderij aan de mammon, vleselijk geld. Omdat de mens het heilige kaphar principe had vergeten. De Levieten waren dus opgesteld over de tentendienst om ervoor te zorgen dat onbevoegden er niet mee weg zouden lopen. Levi moest zich daarom legeren rondom de tenten. C. Vonk beschrijft zo in zijn 1966 commentaar op Numeri in de voorzeide leer de Levieten als een isolatie gordel. De Levieten hadden in die zin een bemiddelende taak. C. Vonk stelt dat het toch een dienende taak was. Het was een beveiligings systeem. Het ging om de inwijding van weerbare mannen, geen mannen die zomaar ruggegraatloos zich aan één of ander systeem overgaven zoals vandaag de dag gebeurd. En door de kaphar werden deze mannen dus ingewijd, door kepher, oftewel ze hadden zich vuilgemaakt. Dit is niet slechts iets geestelijks en afstandelijks. C. Vonk noemde de komende vleeswording van het Woord en de paradijs aarde die zou komen. Toen ra een ontmoeting had met kepher in de onderwereld, en tot kepher werd, bedekt met het morgenrood, was deze opstanding een inwijding in het hemelse leger en de hemelse tentendienst. C. Vonk stelt in zekere woorden dat het kaphar principe niet kan werken zonder de onttroning van Ruben : Genesis 49: 3 Ruben, mijn eerstgeborene zijt gij, mijn sterkte en de eersteling mijner kracht, de voornaamste in hoogheid, de voornaamste in vermogen. 4 Gij, die opbruist als water, gij zult de voornaamste niet zijn, omdat gij uws vaders bed beklommen hebt; toen hebt gij het ontwijd. Hij heeft mijn legerstede beklommen. Als zodanig werd Ruben ingewijd, en kreeg een tweede legerplaats aan de zuidelijke zijde. De mens mag in de onderwereld weer tot een zeker koningschap komen, het koningschap over het zelf, na de onttroning van het vlees, en dit koningschap is gewijd aan moeder aarde, zoals ra ook koningschap verwierf in zijn reis onder de aarde. Hij zwierf net als ishmael samen met heker (godin van honger) door de wildernis, en uiteindelijk kwam ishmael tot mekka waar hij ingewijd werd in de islam. Heden ten dage is Egypte dan ook een islamitisch land. In Israel is 18% islamitisch, dus dat is negen keer zoveel als de 2% christenen in Israel. Het is daarom van belang het rode orakel te kennen, het hiti bloed orakel, ook wel het aten orakel in Egypte, om zo om te kunnen gaan met de drama en horror om ons heen. Wat een gruwel hebben ze van Aäron gemaakt in het westen, terwijl het komt van het egyptische ra-nun, oftewel ra die in de amduat tot de wateren van nun komt waarin hij blijft inzinken tot wedergeboorte. De drie zonen van Levi staan voor drie groepen Levieten : Gerson, Kehat en Merari. We gaan dit bespreken. Laten we beseffen dat het kaphar principe ook op deze manier symbolisch wordt toegepast wetende dat de eerstgeborenen werden vervangen door de Levieten, en dat in principe ook Ezau op die manier zijn eerstgeboorte recht opofferde om zo via de kaphar ingewijd te worden in de tentendienst. Men dient hierin de grondteksten uitvoerig te kennen en te begrijpen en hoe dit terugleidt tot de Egyptische bronnen, maar we zien ook dat bijvoorbeeld in de exodus het eerstegeborene symbolisch moest sterven om zo de zee door te kunnen komen tot de wildernis en daarna tot het beloofde land. De mens moet namelijk niet teren op eerstgeboorterecht, maar op studie en hemelse opname. Het gaat er niet om wat mensen op een papiertje hebben geschreven. Het gaat niet om geboortekaartjes, diploma's en certificate, om wat mensen over je zeggen of hebben

gezegd. Op aarde scholen idioten idioten. De mens op aarde wacht op het woord van een ander mens, maar God's volk wacht op het woord van God en daarom worden ze vervolgd. Daarom wordt ook het indiaanse volk vervolgd, omdat ze zichtbij de natuur leven. Ook Ezau leefde dichtbij de natuur, en daarom achtte hij het eerstgeboorterecht niet. Laat al die eerstgeboorterechten en formulieren van mensen afsterven, want ze zullen toch allemaal vergaan. Het is waardeloos in God's ogen. C. Vonk (1904-1993) maakte deze opsomming over de Kehatieten : Van de Kehatieten was a. het getal: 8 familiegroepen, 600 ingeschrevenen; b. de plaats: aan de Zuidzijde van de tabernakel; c. het familiehoofd: Elizafan, de zoon van Uzziel; en d. de taak: zij hadden te zorgen voor het voorhangsel, dat het heilige der heiligen afsloot, voor de ark, de tafel der toonbroden, de luchter, het reuk- en brandofferaltaar alsmede voor de gereedschappen, die voor de dienst in verband met de genoemde heilige voorwerpen (ark, enz.) nodig waren. Calvijn (1509-1564) bespreekt in Numeri 4 de zonen van Kahath, die als wachters, bewakers, zijn aangesteld over het heilige der heilige. Zij zouden het gereedschap wat door de priesters was ingepakt dragen. Calvijn stelt dat er een gevaarlijke taak aan de zonen van Kahath was opgedragen. 'God dreigt immers met de ondergang als zij iets van het verbodene zouden aanraken.' Daarom moest alles bedekt worden. De Vuh zegt hierover in de bespreking van 4:2 : 'Neem het aantal op van de Kehatieten onder de Levieten, naar hun geslachten en families, Dit is de geslachtslijn van Mozes en daarom belangrijk. De Egyptische kat, kt, wortel van Kehat betekent vreemde, buitenaardse, vijanden of tegenstanders, wat de buitenaardse (Orionse) natuur laat zien van de Mozes mythe. Kd, kt, betekent vormen, bouwen, natuur, het ontwikkelen van de natuur, het cirkelen, de slaap. De Kehat geslachtslijn droeg de Orionse slaap-drugs. De kt-wortel betekent ook vagina (vergelijk het Nederlanse schuttingwoord "kut".) Het betekent werk en constructie, en roep (kit, k't). Ktt, kt, betekent ook meisje. De Egyptische wortels van de Kehat geslachstlijn waaruit Mozes voortkwam waren dus vrouwelijk. Zij moesten de mens in een slaap brengen (kd, kdd, kt, slaap, en gth, kht, moe zijn.) De Kehatieten waren aangesteld over de ark, de tafel, het gerei, dieper in de tabernakel. De Egyptische khe-t wortel betekent leren, literatuur, boeken over de eeuwigheid, oftewel de voleindiging. Het is ook een woord voor rijkdom, bezittingen, dingen, het bestaan. Khet was de god(in) van de dingen die bestaan. De Khaitiu, kht, zijn de goden die de vijanden van Ra en Osiris slachten. Khau-t, khai-t, kht, is het altaar en de offertafel, waarover de Kehatieten waren aangesteld. Khata, kht, is de twee helften van de hemel. Ook is het tuingebied, wildernisgebied (khait), en een plaats van bescherming (khatha), wat ook weer terugkomt in de Mozes mythe. Khat-ta is de manifestatie, het schijnen met kronen. Khaut, de opstanding en verschijning van een god of koning, het oprijzen op de troon, de koninklijke sieraden, halskettingen, en kroon-onderdelen (khait). Khat, inscripties. Het leidt helemaal door tot de slinger, khait (van David). De Khet, kht, waren de treden van de oordeelstroon van Osiris. Khetaa was de grote troon waarop Osiris zat. De Kheti waren de inscripties op de muren. Kha-t, tabernakel. Qa-t-a, kht, was één van de twaalf godinnen die de poort van de aarde opende voor Ra. Qaut, kht,

vijanden, bevuild volk. Quit, kht, medicijn, zaad. Qtt, kht, onderdeel van een strijdwagen. Ra veranderde in deze vorm op zijn tocht (qt, kht). Het komt er op neer in de Egyptologie dat het een schepper god is als het overgaan van de dimensies. Uit deze bron putte de Mozes mythe. Dit gebeurt door het draaien van de dimensies. Het komt van de wortel "draaien en slapen", als een kronkelende slang. Mozes wijst ook weer op de slang in de woestijn, opdat de mensen konden ontkomen aan het kwaad wat hen bedreigde. Mozes wees op de Egyptische wortels. Dit wordt ook wel de sluwe kunst genoemd in de Egyptische wortels, als een beeld van strategische kennis van de onderwereld. Kait werd de grote moeder van de goden genoemd, één van de vier elementale godinnen. K-t was een algemeen woord voor moeder en vrouwen, de vagina. Het was ook verbonden aan kahit, terreur en ontzag, als een vruchtbaarheids-principe. Het was een beeld van de baarmoeder van het bestaan. Zij reed op haar strijdwagen om er flink doorheen te hakken om het product klaar te krijgen. De baarmoeder maakte veel gebruik van slachtwapens hiervoor. Dit was het Egyptische beeld van de godin, van Kehat. Zij was de oerschepster van alle dingen. Zij stond aan haar ketel. Zij was een geweldenaar die op haar strijdwagen door de lucht reed, zoals Wodan later bij de Germanen. Alles was door haar onderverdeeld in kooien van restrictie, opdat haar schepping tot stand zou komen. K't is een vreemd volk, een buitenaards volk, waar de bijbel het ook over heeft dat er een vreemd volk zou komen. Het is een deel van de hemel (kht). Het zijn de beelden van Osiris, van de doden, oftewel de herbeleving ervan. We kunnen stellen dat wanneer het vlees het heilige aanraakt, dan zal het vlees sterven. Dit is ook een beeld van de vagina, dat wanneer het vlees, de fallus, de vagina ingaat, dan moet het vlees sterven door zijn zaad te geven. Numeri 5:2 – Gebied de kinderen Israels dat zij uit het leger wegzenden. Calvijn merkt op dat God zich allerminst bezig houdt met het werk van een arts, omdat Hij juist wilde dat melaatsen uit de legerplaats geweerd werden. Calvijn stelt dat Hij door deze uitwendige inzetting en plechtigheid het volk geoefend heeft in de ijverig voor de reinheid, anders zouden ze indutten. Daarom genas God de melaatsen niet zomaar. Anders zou het volk gewoon blijven aanrotzooien en onrein met de legerplaats omgaan, omdat God het toch allemaal wel weer zou genezen. Het was om misbruik te voorkomen. De mens was altijd weer uit op misbruik, stelt Calvijn. Vonk stelt wat betreft de Kehatieten, 4 : 1-20 dat het om een worsteling gaat in de tent van de samenkomst, binnen de legerplaats, in de voorhof van de tent. Hij noemt het een militia sacra, wijzend op eerdere vertalers en exegeten, als een heilige krijgsdienst. En dit ging door de telling en de dienstplicht in de tent. We hadden al eerder gezien dat deze telling niet buiten de kastijding, de gesel, omging. Het is namelijk een discipline waarvan niet afgeweken mocht worden, en zo was er dus ook richting, wat het doel is van alle restrictie. De mens moet voelen dat hij over bepaalde grenzen niet heenkan, en dit is ook waarvan de sexualiteit een beeld is. De mens moet leiding ontvangen. Zo offert de mens zijn zaad in de tent. Zo werkt de hemelse vruchtbaarheid. Als ze over de grens heen zouden gaan zouden ze sterven. Denk aan hen die onbevoegd de ark aanraakten. Vonk vergelijkt het met een 'militia christi'. Er is dus geen leger zonder dit kruis, zonder deze gesel, deze restrictie. Vandaar dat het Kehatitische verschijnsel van belang is. Daarom stelt Vonk dat het niet zomaar domweg tellen is, maar het vervullen van een dienstplicht. Hij stelt over de taak van de Kehatieten : 'Aan de Kehatieten was de zorg toevertrouwd ,,voor de allerheiligste dingen" vs 4. Gezien de opsomming straks van hetgeen zij te dragen hadden, waaronder ook het brandaltaar uit de voorhof, dat wegens z'n zalving ook allerheiligst was, Ex. 40 : 11, zullen we bij die „allerheiligste dingen" wel niet enkel aan het z.g.n. heilige der heiligen moeten denken.' Hij noemt dan de ark :

'Allereerst de ark. Natuurlijk begint de opsomming met de ark des verbonds. „Bij het opbreken van de legerplaats zullen Aaron en zijn zonen naar binnen gaan en het bedekkend voorhangsel afnemen en daarmee (d.w.z. met het voorhangsel, dat tussen het heilige en het allerheiligste hing) de ark der getuigenis bedekken" vs 5.' (…) 'Misschien was het nodig, dat de priesters de draagstokken der ark een ogenblik uit hun ringen haalden met het oog op het verpakken van de ark in de drie kleden. Maar dan mochten zij toch niet verzuimen deze stokken weer in de ringen terug te doen. Opdat de ark daaraan gedragen kon worden door de Kehatieten. Misschien echter ook wel, omdat de Kehatitische levieten de ark niet alleen niet mochten zien, maar ook niet mochten aanraken, Ex. 25 : 15, Num. 4 : 15, 20.' We kunnen hierbij ook denken aan het mysterie van de boom der kennis in het paradijs, waar men ook niet zomaar aan mocht zitten. De Vuh zegt over 4:4 : Dit zal de dienst der zonen van de Kehatieten in de tent der samenkomst zijn: de zorg voor de allerheiligste dingen. In het Aramees gaat het over de aanbidding. De aanbidding is ook weer sexueel gerelateerd, en daarvoor zijn ook allerlei regels. Kunnen we in de stad zien hoe men al deze regels overboord heeft gegooid, en ook heeft geexploiteerd ? Denk bijvoorbeeld aan de handel in huwelijken. Dat gaat niet meer via God en de demonologie tegenwoordig, maar door de staat. De vuh : De ark is een beeld van de vagina, een opening in het Aramees, wat bedekt is met een kleed van verraad en plundering in het Hebreeuws (beged). De mens komt alleen door de baarmoeder tot wedergeboorte, en dan zal de mens eerst door verraad heen moeten gaan, zoals Hosea werd verraden. Vonk : 'Nogmaals liet God de waarschuwing horen er voor te zorgen, dat de Kehatieten de hun toevertrouwde voorwerpen niet eerder ter hand zouden nemen dan nadat deze door de hogepriester terdege waren ingepakt. Het zou hen anders het leven kunnen kosten.' We hebben dus heel duidelijk ook met tijd-restricties te maken als we het over de Kehatitische taak hebben. Tijd-restricties zijn belangrijk voor drie-dimensionale en meer-dimensionale werkelijkheid en ervaring. Vonk merkt terecht op over de opstand van Korach : 'Juist onder die levieten, die van de 3 groepen tot de meest eervolle werkzaamheden waren verwaardigd, de Kehatieten, is de opstand uitgebroken, waarvan Num. 16 verhalen zal. Een les ook voor ons. Het is meestal niet het eenvoudige kerkvolk geweest, dat met z'n plaats in de gemeenten van Christus ontevreden was, door heerszucht gedreven.' Het gaat hier over pseudo-Kehatieten. Korach was in de geslachtslijn van Kehat, en zij ontwikkelden een heerszucht tegen Mozes, wat ook in de kerken heeft plaatsgevonden en in anti christelijke organisaties. Zij worden om vleselijke redenen helemaal hysterisch als iemand iets van hen heeft aangeraakt, niet denkt zoals zij denken, niet doen zoals zij doen. Zij hadden het oog van de tijger gestolen, maar dit is teruggestolen. Daar had ik een droom over. hoofdstuk 7 zwarte piet met roe en zak

De Egyptische H staat voor het zelf als een gesel. Zonder de gesel is er dus ook geen zelf. De gesel is nodig om het zelf tegen het vlees te beschermen. Zodra het vlees binnen zou komen zou er namelijk geen zelf meer zijn, maar slechts vlees. Vroeger hoorde je het nog wel als je de straat opging en er waren wat Turken of Marokanen, dan hadden ze het over Mohammed, Mohammed dit, Mohammed dat. En de christenen hadden het altijd over Jezus, Jezus dit, Jezus dat, Jezus voor en Jezus na, maar is het u ook niet opgevallen dat je dat vandaag de dag bijna niet meer hoort ? Ik vind het gek, ik hoor mensen tegenwoordig alleen nog maar zaniken over zwarte piet. Je hoeft de straat maar op te gaan tegenwoordig, en er wordt allemaal geroepen : 'Zwarte Piet dit, zwarte piet dat.' En : Nee, dat kan niet, want zwarte piet behoort zus en zo te zijn, en dan moet hij weer wit zijn, enzovoorts. Ik trek dan altijd mijn wenkbrauwen op en loop door, terug naar mijn studie egyptologie. Ik vind het een typisch verschijnsel. De mens is vandaag de dag helemaal geobsedeerd met zwarte piet. Het is alles waar de mens nog over spreekt. Zwarte piet voor, zwarte piet na, en allemaal kerkscheuringen erover, en burgeroorlogen, demonstratie tochten, noem maar op. Het schijnt dat zwarte piet de nieuwe god is hier in het land. Waar komt het vandaan ? Toch wil ik hierbij opmerken dat naast zwarte piet er een andere grotere obsessie bij het volk ligt, namelijk bij het woordje 'kut'. Dat hoor je ook allemaal links en rechts om je heenvliegen in de samenleving. De mens gebruikt het woord te pas en te onpas. Zwarte piet en kut, dat zijn toch wel de nieuwe stopwoorden geworden in dit land, en zoals u al kunt raden heeft dit dus diepe egyptologische wortels. Merkwaardig verschijnsel, en niet voor niets. Heel interessant ook. We hebben het heel even genoemd in de preek van gisteren middag. Het woordje kut wordt door de mens gebruikt als er iets verkeerd gaat, als men in een benarde situatie terecht is gekomen, omdat het oorspronkelijk een woordje was verbonden aan het kruis. De natuur laat dit heel goed zien : mannetje raakt vast in een gat, en kan er niet meer uit, en weent het uit : 'help, ik zit vast.' En dan komen de scheldwoorden : 'kut'. In de spinnenwereld overleeft zo'n mannetje dat vaak niet. Vrouwtje is vaak veel groter, en vreet manlief na de paring op. De kut betekent in die zin dan ook gewoon de dood. Het is een lege holte waarin de mens zijn vlees moet opofferen. Het zijn slechts metaforen. De mens offert zijn zaad daar, en dan is er nieuw leven. Ik zeg weleens : vrouwen zijn magische schepselen. Je vertelt ze een verhaal, en zij maken er iets anders van. En zie, daar is een heel ander schepsel ineens : de baby, een heel ander verhaal. Een mengsel tussen de man en de vrouw. Dat dit vaak niet zonder oorlog gepaard gaat mag duidelijk wezen. Daarom vliegen de echtelijke ruzies en echtscheidingen je ook om de haverklap om de oren. Ja, dat is oorspronkelijk wat 'kut' is. Het is een egyptisch woord voor de doodlopende weg van het kruis die nieuw leven brengt, nieuwe verhalen, waarin de oude verhalen afsterven. Die worden gewoon aan stukken gebroken en verwerkt tot nieuwen. Het mag duidelijk wezen : de pieten die tot Holland, oftewel het land van Hel, het Holle, de vagina, 'kut', komen zijn zwart, oftewel ze zijn aan zichzelf gestorven, want moeder Holle, moeder Holland, is heilig. Ze raken haar aan en ze sterven. Of zoals in de medusa mythologie : ze zien haar, en veranderen in steen, verharden zich tegen de zonde. Daarom wordt een mannelijk geslachtsdeel hard. Zoals de tweede bijbelse poëzie ook spreekt : zachte mannen worden hard in de nacht. Telkens weer komen deze waarheden onverbloemd terug in de israelitische en egyptische grondteksten en hieroglieven, maar het westen heeft dit afgekapt. Er is een scheiding gekomen tussen sexualiteit en religie, en alle betekenis is verloren gegaan en beiden zijn nu gescheiden tot koopwaar geworden, daarom is het tijd de religie weer te verzoenen met sexualiteit als een metafoor. Als taalkundige vliegen de mannelijke en vrouwelijke geslachtsdelen je om de oren in zowel de israelitische als egyptische grondteksten en hieroglieven, dus je moet het wel een plaatsje geven. Er mag niet over gezwegen worden. Sexualiteit scheiden van religie is een grote zonde, want dan verletterlijkt het en dan wordt het corrupt zoals het nu is. Mensen zijn gefrustreerd over hun sexualiteit. Ze weten niet wat ze ermee moeten. Het heeft hen zwaar in de war gemaakt, omdat er op hen wordt gejaagd voor

een markt. De hieroglyph van de Egyptische letter H is een wurgtouw of nekketen, waarmee de Egyptische Kaïn zijn vlees bedwong. De letter H is in de Egyptologie datgene waarmee je tot de achterkant van dingen komt. Hau is naaktheid, als beeld van ontmaskering en openbaring, en haa is het achterste, de billen, ha, wat ook teruggaan betekent, als beeld van de regressie (ha, haha). De haa-t is de achterste, donkerste zijde van iets, en de ha-ti is een gespreid net, een valstrik. Er wordt hier gevist. Mensen praten allemaal heel makkelijk over sexualiteit als over het open en dichtdoen van een tuinhekje, maar hier wordt een jacht gevoerd. De vagina is de dood. Dat is op zich geen probleem, want de tarot kaart van de dood betekent ook slechts een verandering, maar de mens moet wel weten hoe ermee om te gaan, en daartoe is de metafoor van religie belangrijk. Er moet een brug komen tussen religie en sexualiteit anders zal de mens door de sexualiteit daadwerkelijk sterven. Er zijn namelijk voorschriften. Vandaar dat het volk Ishmael in de voortijd in Hititische ballingschap kwam. Dit was om het volk te beschermen tegen veel grotere gevaren. Is de mens zich ervan bewust dat de mens in ballingschap tot God moet komen ? Anders is de mens dwaas en roekeloos, ongebonden. Vandaar dat de letter H een belangrijk fundament is en zo H-T, de hiti. De hati was de traan van Isis die de overstroming veroorzaakt, de nacht van de traan. Dit is ook de godin Tefnut (hait), een woeste leeuwin van het water wat uit de vagina stroomt. Ziet de mens het niet ? Het was iets sexueels wat in de hof van Eden gebeurde, iets metaforisch dus, want sexualiteit betekent verandering, verdieping : Adam kwam tot de boom, zijn verhardde geslachtsdeel tegen de zonde, en kwam zo tot de vrucht van Eva, het water wat uit haar vagina stroomde. Ook is het zijn eigen zaadlozing, het geschenk van zijn tranen. Zij is een woeste leeuwin, strijdend tegen de zonde. De traan van de verbrokenheid is een wapen gericht tegen het vlees (vgl. psalm 1). Er staat een leger van amazones klaar om deze wetten in de mensheid in te printen. Zij komen met hemels gedruis. Het kehat mysterie van egypte, oftewel de treden van de troon van osiris, loopt dus in het boek der poorten in het vijfde uur paralel aan de aap die het varken met een stok slaat. Wat betekent het ? Osiris is natuurlijk openbaring. Het vlees, het varken, moet wel geslagen worden om zo openbaring te kunnen ontvangen. In de egyptologie is de aap ook de kef, kefu, degene die openbaart, degene die ontmaskert, daarom moest hij het vlees, het varken, blijven slaan, want het varken had de openbaring opgeslokt. Het varken moest de openbaring weer uitspuwen, teruggeven wat hij geroofd had, zodat de dode hoger op de tredes kon komen van osiris. Zonder het slaan van het vlees, zonder de gesel, kunnen we profetie dus wel vergeten. 'Ja, maar Jezus dit, Jezus dat, Jezus was altijd zo lief en aardig en vriendelijk.' Neen. Stop. Jezus keerde vaak de andere wang, had groot geduld, maar als er grenzen worden overgegaan, kwam hij met de zweep. Hij is niet alleen het lam, maar ook de leeuw. Mensen willen Jezus graag als zoete lieve gerritje zien, althans dat was vroeger zo. Nu is iedereen geobsedeerd met zwarte piet. Wat vreest men eigenlijk ? Zwarte piet draagt een roede. Laten we dat even goed onthouden. Al die ophef over zwarte piet is om de gesel terug te brengen. En dat is hard nodig. De zwarte man, ra in de onderwereld, met modder bedekt dus, gestorven aan zijn vlees, zijn varken doodgeslagen. Dat zeggen sommige zwarte pietenstrijders ook : laat hem gewoon wit zijn en dan met wat roet op zijn gezicht. Maar het gaat om de metaforen. Wat wordt hier nu precies voor verhaal verteld ? Hij kwam terug uit de doden. Met de schatten van de onderwereld. Hebben we door wat hier gaande is ? Niemand kan tegenwoordig nog om zwarte piet heen. Het is te belangrijk. Ontsluiering, kefa, dat is wat de aap is. Dat is de reden waarom hij het varken slaat. Kennen we die varkensspaarpotjes ? Die moeten opengebroken worden. Het vlees moet sterven. Het varken heeft de schatten van de onderwereld opgeslokt, hebberig als hij is. Dat is iets metaforisch. Het is niet letterlijk. Het is een verhaal. Kefa betekent uitspugen, uitstromen. Dat is wat met het varken moet gebeuren en waar de aap voor staat. Kefa betekent belasting innen. De aap is een belasting inner. Het vlees moet terugbetalen. Het varken is de burger die de belasting betaalt. In het Egyptisch wordt kefa ook anders geschreven, zoals gaf, maar uiteindelijk is de kefa of kaf de

wortel van het israelitische oorlogsgeld of zoengeld, de kaphar, om in het leger of de tentendienst te worden ingewijd. Het ligt dus ook ten grondslag aan de egyptische kaphar, keph-ra, waarin ra tot kepra, de kever, wordt in het dagelijkse proces van de wedergeboorte. Als men hoger wil komen tot osiris, op zijn treden, dan zal de mens allereerst ingewijd dienen te worden in de tentendienst. Dit is dus een religieus belastingstelsel waaraan de mens onderworpen dient te worden. Men kan niet zomaar alles wat los en vastzit aanraken. Heeft men al betaald ? Zo komt men dus ook tot het geheimenis van de herkomst van het spaarvarken. Wat is dan de ark precies ? Waar staat het voor ? In de egyptologie was het een doodskist of een boot, bewaakt door Isis en Nephtys (soms bewaakt door Anubis of Sebek). De Benti waren Isis en Nepthys in aapvorm. Benti is ook de naam van een zingende apengodin, en is soms ook een aap met een hondenkop, wat dan weer verbonden is aan Anubis. Benti komt van het Egyptische bent wat exclamatie van het lijden betekent, een uitroep. De Benti zijn ook de borsten, bent-ti, die dus de ark bewaken. Oftewel de mens wordt tot de ark opgevoed en geschoold door de moedermelk, door de twee zusters Isis en Nephthys. Dus wat is de ark ? In de Israelitische grondteksten komt de ark ook voor als geldkist, iets waartoe je belasting betaald. We hebben het over de vagina van de vrouw. De mens heeft geen idee wat de ark voorstelt. De sexualiteit is ook geheel losgekoppeld van religie en alle betekenis is verloren geraakt. De mens weet niet waar hij mee bezig is. Wanneer de mens de vagina binnengaat is dat het graf voor het vlees. Dat is wat de ark betekent. In de ark liggen de tien geboden waaraan het vlees getest wordt. Ook ligt daar het verborgen manna, of het voortijdse name, de kennis. In het eeuwig evangelie ligt er ook een honingkruik in de ark. Bent betekent namelijk ook de geslachtsgemeenschap, en de mens komt zo tot een hemelse verbintenis en gebondenheid in het egyptisch. Daarom mocht de mens de ark ook niet zomaar aanraken anders zou de mens sterven. Dat is het kehatitische verschijnsel. Het is een stel metaforen die de mens moet kennen en leren gebruiken. Scheidt de mens het van religie en haar strenge voorschriften, dan sterft de mens. Het is iets kehatitisch, en de huidige mens in de gnosis moet tot dit kehatitische niveau doorbreken, om zo een kehatiet te worden. Als we het over het hiti, hit mysterie hebben, dan zien we dit ook terug in het huidige engels : 'to hit' – slaan. Dit is dus een belasting aanslag, en wij moeten geen belastings ontduikers zijn. De mens is voortgekomen uit de vagina en zal daar naar terugkeren. Dit is zowel de hemel als de hel, en er ligt maar een hele dunne lijn tussen. God komt dus niet zomaar alleen maar als je vriend, maar de bentui waren ook de vijanden van het vlees in de onderwereld. God is de vijand van jouw vlees. God heeft jou lief, maar niet jouw vlees. Dat kan immers ook niet, want je vlees wil je doen sterven. Daarom, als we het over religie en sexualiteit hebben, gaat het om een oorlog tegen het vlees. En die oorlog moet je winnen, anders heb je geen bestaansrecht meer. Er is een hemelse belastingsplicht waaraan de mens moet voldoen, een gesel, die het ware zelf van de mens is. Daarbuiten is geen leven en bestaan mogelijk. Vandaar dat zwarte piet een roede draagt, en met de zak komt. Het vlees gaat de zak in, en we weten allemaal wat dat betekent. Het is de egyptische ark, het kuttitische of kehatitische geheimenis. Asten was een incarnatie van Thoth als aap. Het komt van astu wat ook een egyptisch woord is voor ark. Asten betekent ook binden en mummificeren, bekleden, wat ook vaak een taak van Anubis is, oftewel jnpw in het egyptisch, de doper of waterput, als het lakken, inverven, want de dode moest klaargemaakt worden voor het nieuwe leven. Dat is het proces wat in de vagina gebeurd, en de mens begrijpt het niet. Asth Taath was Isis, de bekleder van Osiris, en de mens begrijpt het niet. De asht is een vijgeboom, een titel van ra. In de onderwereld wordt hij namelijk tot een boom. Ra is in die zin de boom geplant aan waterstromen (vgl. psalm 1). Hij is gestorven, gemummificeerd, en komt in een nieuw trillingsgetal, want ast betekent ook trillen en beven. De mens komt zo tot de andere wereld. Dat is er wat er gebeurd in de vagina, en niet alleen de man moet tot de vagina komen, maar ook de vrouw. Wat betekent het ? Het betekent alles achter je laten om de

verborgenheid en eenzaamheid in te gaan, om op zoek te gaan naar de dingen die boven zijn. Dat is het ware 'binnengaan van de vagina' in de egyptologie. Ash-tt is het vlees offer. Vannacht had ik een droom over drie-dimensionele avatars die net echt waren, in een virtuele wereld. Ik kon er gewoon mee praten, alsof ik daar echt was. Ze kwamen uit Australië. Ook was ik in een droom in een goreaans dorp genaamd gimli en er waren allemaal hele schattige aapjes. Laten we niet vergeten over de apen invasie in de ramayana van india om sita te bevrijden. Dat gaat over deze dingen. De egyptologie is hier heel duidelijk in. Het verklaart ook waarom zoveel vrouwen geobsedeerd zijn met kleding, als een heenwijzing naar dit mysterie. Het is een beeld van de mummificatie, het krijgen van een nieuw lichaam in de onderwereld, ook als onderdeel van de wedergeboorte. De Ash-tt is niet alleen een vlees offer, maar ook een drink offer. De mens moet niet alleen zijn vlees offeren, maar ook zijn zaad. De mens moet een volkomen offer brengen. De aap als aa betekent de binder en samenperser, ook als beeld van de vagina, die het offer dus vormt tot iets nieuws. Het houdt dus nooit op bij het offer. De vagina is de pottenbakker. De aa is het graf als de slaap. De aap als de aa in de egyptologie is de erfenis. Altijd gaat het weer om erfenissen en testamenten, omdat eerst het vlees moet sterven. Daarom is de aa in de egyptologie ook de vreemdeling en het spreken in vreemde tongen. Gedane zaken nemen geen keer. Dat bewijzen de babies wel. Je bent er voor je leven aan verbonden als aan een eeuwig kruis in hemels gevangenschap. Er zijn verschillende woorden voor aap in de egyptologie en de mhettut is ook een woord voor de apen die re bezongen in de dageraad. Dit waren apengodinnen. Wat betekent het ? Zij zijn de paring en de barers, de mhu-t. Zij zijn de bewakers van de slang in de gevangenis, de vagina. Dit betekent : je kunt niet de belasting betalen en het dan weer terugnemen. Gedane zaken nemen geen keer. Het is hemels gevangenschap. De godin kut is het eeuwig kruis wat leidt tot het eeuwig leven. Het is allemaal heel dubbel omdat het leven ambigieus is. Doen we het vlees weg om het vervolgens weer terug te nemen. Neen. Het vlees moet de gevangenis in om daar te sterven, om daar nieuw leven te geven, zijn zaad. Dat is wat de wedergeboorte is. De gevangenis is een beeld van de volharding. Het is een beeld van het bewonen, niet even naar binnen gaan en dan er weer uit. Neen. Je blijft er, voor eeuwig. Dat is wat het kehatitische of kuttitische verschijnsel is. Je raakt het aan, en je bent voor altijd verkocht. Het is geen halfgebakken werk. Het vlees gaat eraan. De mens verstijft tot een nieuw leven, komt in een nieuwe vibratie. Het is zaaien en oogsten. Het komt van de wortel meh, het worden tot steen, ingelegd worden met stenen, gevangen worden, om tot eigendom te worden. Uiteindelijk gebeurde dit ook met de wolf van Roodkapje, met anubis. Het eeuwig kruis, het is slechts een metafoor : volkomenheid. De grotere context. Dat is het ware sieraad, en dat is alles waar zwarte piet voor staat. Het gaat komen. De mens moet terugkeren tot de baarmoeder. Wie overwint hem zal het verborgen manna, oftewel het voortijdse name gegeven worden, om zo door name tot osiris, aser, of suri, te komen, het geheimenis van Suri-Name, de paradijs aarde. hoofdstuk 8 de troon van osiris : beelden van sinterklaas en zwarte piet

Suri, sr, is in de orionse taal zij die onderwerpt, tot verbrokenheid leidt, zij die doet knielen. Dat is in de hebreeuwse taal ook wat het ware prijzen inhoudt, en het komt in de islam ook terug, wat overgave betekent. Dit is waartoe het kruis leidt, ook wel vermannelijkt in de egyptologie tot usir en aser, wat in het Grieks dan is getranslitereert is tot de bekende Osiris. Het is niet slechts man, zoals Horus in de oude egyptische teksten ook niet slechts man was, maar ook vrouw. Het vijfde uur in het boek der poorten gaat over de troon van osiris, wat dus heenwijst naar de orionse troon van de godin suri, de godin van de overgave, van de totale onderwerping, het knielen voor de hemelse kennis, metaforisch gezien dan. Wat kan godsdienst de vleselijke mens op het verkeerde been brengen. Vandaar dit onderwijs. We zien de khet of kehat troon van osiris in het vijfde uur, met de kehat trap, wat later ook in de israelologie terugkomt als het kehatitische verschijnsel. Osiris zat op de troon van de Egyptische godin Kut. Zij was erg wreed. Zo is het leven ook, omdat de mens moet leren en niet alleen maar likken. De godinnen van Kut of Khati waren vijandig tot de slechten, tot het vlees, en dat moet ook wel. Boven de kehat trap, de trap van de egyptische godin Kut is er dus een ark te zien met daarop een aap die een varken slaat als beeld van het tuchtigen van het vlees, wat allereerst zelfkastijding is. Hiervan is de sexualiteit een metafoor. De boot of ark stelt de vagina voor, en die perst het vlees samen om zo het zaad ervan te winnen voor nieuw leven. De mens moet nog steeds de geestelijke sexuele voorlichting ontvangen, anders gaat het mis. De mens komt tot de troon van osiris door de vijfde poort, wat in de egyptologie de poort is van de meesteres van het leven, van de eeuwigheid. Dit is een beeld van de voortijdse term voor volharding, sukki. Zo komt de mens uiteindelijk tot overgave, tot suri, die op de troon van de godin kut zit. De mens wordt helemaal warm of koud of beiden als men dit woordje hoort, net zoals wanneer je het over zwarte piet gaat hebben. Dat komt omdat het twee hele zwaar beladen thema's zijn. Het leidt terug tot de egyptologie, en dat moet ook. We hebben het hier over de diepere grondteksten van de bijbel. Hier komt alles uit voort. Zoveel is er verwaterd. Daarom moet de mens terug : van reformatie tot regressie. Suri of osiris, in de diepte van de godin kut, openbaart dan het mysterie, brengt dan profetie, waarvan de naaktheid een beeld is, en dit is dus filosofisch gezien, niet vleselijk. De mens denkt : hoi hoi, ik ben naakt geweest, ik heb sex gehad, maar er is helemaal niks gebeurd. De mens is nooit daadwerkelijk naakt geweest, en de mens heeft nog nooit daadwerkelijk sex gehad, want de mens weet niet eens wat het betekent. De mens heeft gewoon pixelsex, oftewel het is slechts een fantasie van de mens. De mens begrijpt er niks van. De schepping moet nog komen. De mens is nog als een feutus in de oerchaos. Dat wat je om je heenziet zijn geen mensen. Het zijn feutussen. Ook goedemorgen. Weet de mens wel wat sexualiteit is ? Wil de mens door de bliksem getroffen worden ? Het is de dood aan het vlees, het is een oorlog. Het is de ark, en als je die onbevoegd aanraakt sterf je. Denk goed na aan welke kant je staat, en denk goed na wat je doet, opdat je niet door een roofdier wordt gegrepen. Er wordt zowel heel lichtzinnig over gesproken of het tegenovergestelde dat het totaal zondig en uit de boze is. Twee extremen bij elkaar, maar er is een middenweg. Het is iets metaforisch, en de sleutels tot deze geheimen liggen in het oude egypte. Wat een prachtige troon van Osiris, kijk naar de verschillende treden, en anubis staat erbij. Weet de mens dan hoe laat het is ? Anubis is de god van de mummificatie, de gids door de onderwereld. De mens moet onderwezen worden door het afsterven van het vlees. De mens is naakt uit de baarmoeder gekomen en zal er naakt weer in teruggaan. De natuur roept, de natuur is woest. De natuur staat daar met een gesel. Elke tong zal belijden, elke knie buigen, wanneer suri terugkomt tot de aarde. Dan hebben we het over hemelse kennis. Dan hebben we het over suri-name, oftewel de kennis die doet knielen. Dit is een wonderschoon natuurverschijnsel, een nieuw visioen. Maar dit visioen heeft geen genade met het vlees, met de zonde, met het kwaad, en dat hoeft ook niet. Het gaat om de ontsluiering, de ontmaskering. Het gaat om de openbaring.

Als we het over name hebben dan hebben we het over overwinningskennis, het verborgen manna. We zien de wonderschone troon van osiris in het boek der poorten, en daarvoor staat een balans. Kunnen wij mild blijven tussen alle extremen ? Als we goed kijken naar de troon van osiris dan zien wij dat deze troon zwarte poten van een roofdier heeft, m.a.w. om de boodschap te vertalen. Het roofdier komt niet om te verwoesten, maar om te openbaren, te verdiepen. Dat is waar de natuurvrouw voor staat. De moeder is ogenschijnlijk wreed, maar zij brengt slechts diepte aan, en dit heeft het kind nodig om te kunnen overleven. Moeders zonder roede zijn daarom in het boek spreuken van het ot ook geen ware moeders. Daarom komt zwarte piet met de roe, en daarom is de mens vandaag hierover in de war, want de mens kent dat helemaal niet meer. De mens was zo gewend geworden aan alle verwennerijen. En daardoor dwaalde de mens af. De troon van osiris : de troon van overgave, van islam (of salomo, slm : geen rijkdom, maar wijsheid). Het is een troon van openbaring, en zoals de hieroglieven zeggen van het brandende oog, om zo het vlees te verbranden. Alleen de openbaring kan totaal afrekenen met de zonde. Branden jouw ogen al ? Door dit brandende oog, zegt sa, de kennis, zal de godin kut alles innemen. De mens die uit de vagina is voortgekomen zal door de vagina weer verslonden worden. Dan zal er een nieuwe mens zijn, een wedergeboren mens om wederopgevoed te worden. Staan wij daar open voor ? Het is tijd terug te keren tot de natuur moeder. De mensheid is te ver afgedwaald. Anubis is uitgezonden om de vader, de patriarchie, te verslinden. Het leven behoort namelijk tot anubis, het menselijk leven behoort tot jn-pw, tot de waterput, de gids van de onderwereld, wat een ander beeld is van de vagina. De naam van het varken is Am-a, de eter van de arm. De arm staat voor het hemelse werk, en dit is weggevreten door het varken. De mens is lui geworden, leert genade en geloof, in plaats van loon en kennis. Daarom moet de mens dit varken overwinnen alvorens tot de troon van osiris, van sar, te kunnen komen. We zien osiris, aser, sar, zitten op de troon boven op de trap met een anaq teken, een halsketen van overgave, ook wel een beeld van het eeuwig leven. De anaq wordt ook besproken in het boek spreuken van het ot : H1. 8 Hoor, mijn zoon, de tucht van degene die u gebaard heeft, en verwerp de onderwijzing van uw moeder niet; 9 want zij zijn een liefelijke krans voor uw hoofd, een keten (anaq, hebreeuws) voor uw hals. Laat de mens in de onderwereld blij zijn met de halsketen want deze is de gids door de onderwereld. Oftewel profetie. God trekt zijn volk tot zich door profetie. Waar profetie ontbreekt, daar verwilderd het volk. Ook draagt osiris een gesel aan zijn schouder, draagt hij de egyptische mijter, de dubbele kroon van het noorden en zuiden, en draagt hij een staf. Hij draagt dus alle karakteristieken van zowel sinterklaas als zwarte piet. Voor hem staat de god van de balanzen. De staf is in de vorm van een slang, net zoals die van sinterklaas. Hier wees Mozes op in de wildernis. Osiris had de verharde staf of slang in zijn hand, een beeld van vruchtbaarheid, van profetische leiding. Het was zijn eigendom. Mozes wees erop, en ook sinterklaas. Men komt niet zomaar tot sinterklaas. Eerst moet men langs zwarte piet, en die heeft een roe, wat het hele trappenstelsel van de troon van osiris beschrijft. De mens komt niet zomaar tot het mysterie. De mens komt niet zomaar tot het geheimenis. De mens moet verharden tegen de zonde, tegen het vlees, en hierin volharden. Hiertoe moet de mens dus gekruisigd worden. De mens kan het niet vanuit zichzelf. Het kruis moet de mens lossnijden (vgl. psalm 1), en de mens moet tot een kruis worden, als een boom geplant aan waterstromen, met een boodschap te brengen. Dit is een beeld van de exodus, en de

mens moet dus ook weer terug, oftewel de inodus, de regressie. Dat is het plaatje van de balans, van de meerzijdigheid. Hiermee worstelt de mens. Hierin roept de mens uiteindelijk : 'ik weet het niet.' En met die socratische uitspreek kan god daadwerkelijk overnemen. God wordt in het engels met een K uitgesproken. Kod, of Kut. De mens is allang aan de godin Kut, de moederschoot, weer onderworpen. De G in het Nederlands van God is slechts een zachte K. Hiertoe mag de mens langzaam ontwaken. hoofdstuk 9 het kruis in de koran – het kehatitische amalgaam Bij de germanen was hel gewoon een naam voor de baarmoeder, voor de verborgenheid ook. Kijk wat de christenen ervan hebben gemaakt. We zijn deels christelijk natuurlijk, maar moeten ruimte laten voor het grotere amalgaam van de talen. Het legt zich vanzelf uit. Dat is uiteindelijk wat de vagina is, dat het je tot de grotere context leidt, de vermenging. De vagina is een vertalingsmechanisme in de communicatie. Deze verheldering en ontmaskering leidt je dan tot grotere overgave, tot onderwerping aan de hemelse kennis. Dat is wat islam betekent, van het israelitische shalom, vrede, wat betekent dat je er vrede mee hebt, dat je je eraan hebt overgegeven, dat het je heeft ingenomen, waar ook salomo aan verbonden is, die de mens weer terugbracht tot de natuurmoeders. David bracht dit uiteindelijk in zijn grote worsteling voort, en die worsteling moet er ook wel zijn, opdat we ons niet aan het verkeerde overgeven. Suri was in de voortijd een woord voor overgave, wat een natuurverschijnsel was in het toetsen, als openbaring van hemelse heerlijkheid. Je geeft je daar niet zomaar aan over, maar je wordt erdoor overweldigd en onderworpen, zoals Jakob op Pniël. In de volharding van het toetsen is daar dan de verbrokenheid, waarin het vlees af begint te sterven, en je gevoelig bent voor de rest van je leven, als een damascus ervaring zoals paulus die had. Suri is daarom belangrijk, als voortijds woord voor islam, slm, shalom, salomo. Laten we niet vergeten dat Egypte nu een islamitisch land is, dus tot Suri, oftewel tot de troon van osiris, is gekomen. Suri troont in de orionse mythologie boven alle dingen, zoals de heerlijke troon van osiris. Dit is waartoe alle volharding, sukki, leidt. De Suri code is volop in de koran te vinden, zoals in het boek Ashura, SR, Suri, de Raad in het arabisch, boek 42. Het is goed de koran in de grotere context te lezen vanuit profetische leiding, als de wijsheids islam of sophia islam. Het is heel mooi en diep. Het gaat over de dag van de samenbrenging. Een groep zal zich in de wildernis bevinden, de hof, en een andere groep in het brandende vuur, de hel. Wat betekent het ? Het zijn twee seizoenen : zaaien en oogsten. Er wordt duidelijk gesteld dat er leven gegeven zal worden aan de doden. Expres heeft God, allah (halal, honger, ruimte) scheiding gemaakt tussen hen in de natuur en hen in het vuur. Waarom ? Er werd onderscheid gemaakt. Het boek stelt dat dit het raadsel van de vermenigvuldiging is, dat dit paren zijn. Ze zijn niet één, maar toch zijn zij gepaard. De man is de zaaier, het zaaien, en de vrouw is de oogst. Dat zijn metaforen. Er is verschil tussen moeder en kind, zoals er verschil is tussen man en vrouw. Toch vormen zij ook een bepaalde band. Er zijn tekenen van de schepping van de hemelen en de aarde, en over beiden wordt het verspreid, en zij worden samengebracht wanneer het zo

uitkomt. Het heeft een betekenis. Alleen door openbaring kan de mens in contact komen met het hemelse, door een boodschapper, of vanachter een sluier. Dan is er boek 26, Ash-shuara, de psalmisten, ook de suri wortel hebbende van voortijdse overgave. boek wordt er een beeld gegeven van hoe de mens tot overgave komt. De slang van Mozes verzwolg de slangen van de tovenaars die ter aarde werden geworpen en zo zich overgaven aan de heer der werelden. De slang van Mozes is in die zin ook een beeld van de vagina. Juist omdat de tovenaars zich aan de heer der werelden hadden overgegeven, stelt het boek, werden zij gekruisigd. Ook werden hun handen en voeten afgehakt. Er is dus wel heel duidelijk een kruis-verhaal in de koran. De hel, het kruis, wat is het ? Zowel ra als jezus hingen zowel in de hel als aan het kruis, en het is een beeld van de scheppende vagina. De koran is hier ook heel duidelijk in : het is om de dwalenden richting te geven. Dat is ook de betekenis van het woordje ra, wat zowel egyptisch als aramees is, oftewel israelitisch. Dat is wat christenen de heilige geest noemen, maar het is veel meer. Het toetst de mens. De mens komt met al zijn dwalingen en krijgt dan weer richting. Alles wordt in de moederschoot, in de vagina, afgepelt. Dat betekent het behouden worden als door vuur heen. Niks geen dramatische toestanden dus, maar het heeft zijn eigen drama. Metaforiek is de enige geldende drama. Ook de vagina is een slang, zoals de slang van Mozes die de slang van de tovenaars verslond, en waardoor de tovenaars haar volgden, zich overgaven, tot suri kwamen. Osiris was op zijn troon in de amduat omsingeld door de mehen slang, of amen, of omgedraaid name, want de egyptenaren schreven het ook omgekeerd en verdraaiden het als anagrammen. Hij was zo in het verborgene, de betekenis van het woordje amen, en de christenen zeggen het nog steeds na hun gebeden, terwijl het eigenlijk gewoon name is, de kennis van de overwinning, het verborgen manna. Je kan dus net zo goed name zeggen. In het zevende uur van de amduat zien we het tafereel voor de troon van osiris, osiris omhuld door name, waar van vijanden de koppen worden afgehakt, als beeld van de ontmaskering, de besnijdenis, de scalpering. Dit is het moment waarop het zaad geofferd wordt. Isis had ervoor gezorgd dat de apep slang van het vlees in gevangenschap was gegaan. Wat houdt dit in ? 2 Korintiers 10 is hier heel duidelijk in : 3 Want al leven wij in het vlees, wij trekken niet ten strijde naar het vlees, 4 want de wapenen van onze veldtocht zijn niet vleselijk, maar krachtig voor God tot het slechten van bolwerken, 5 zodat wij de redeneringen en elke schans, die opgeworpen wordt tegen de kennis van God, slechten, elk bedenksel als krijgsgevangene brengen onder de gehoorzaamheid aan Christus, 6 en gereed staan, zodra uw gehoorzaamheid volkomen is, alle ongehoorzaamheid te straffen. Het gaat dus om het toetsen. De slang is een onderdeel van Osiris zelf, zijn vlees, en dat moet getoetst worden, zoals het zevende uur zegt dat Osiris dag aan dag geinspecteerd wordt opdat er vrede zal zijn, oftewel overgave. Dat is uiteindelijk wat het testen, de worsteling op pniël bewerkstelligd. De vijanden vallen dan op de grond, zoals ook na de zaadlozing het mannelijk geslachtsdeel slap wordt. Het vlees is verslagen, en het goede zaad is overgebleven om zijn werk te doen. Verslagen is symboliek. Het betekent : begrepen. Het hoort er allemaal bij. Het zijn slechts verhalen. Overwinning betekent je studie tot volkomenheid gebracht hebben, en zo ga je tot de volgende klas. Stop nooit met studeren. Ik had vannacht een droom : Ik was in een dorp vlakbij het ouderlijke dorp in een parallelle natuurwereld. Ik moest vroeger altijd langs dat dorp fietsen naar school, en het was natuurgebied. Er stond ook aan de zijweg waar we altijd in moesten slaan een Italiaans restaurant. In de droom was ik bij Italianen van het dorp, een net iets kleiner dorp dan het ouderlijke dorp. Ik kocht wat bij de Italianen, en een Italiaanse man kocht van mij schoenen, maar we moesten het nog wel gaan ophalen bij het ouderlijk huis. We

gingen op de fiets. Het was prachtig natuurgebied, een prachtig natuurdorp. Het was altijd al een natuurdorp geweest aan de rand van het bos, maar in mijn droom was het groter en natuurrijker, nog prachtiger. Hij had ook een matras meegenomen en wat spullen want hij zou bij mij logeren. Hoe dieper we in het ouderlijke dorp kwamen, hoe jonger hij werd, en op een gegeven moment was hij nog maar een klein jongetje, en hij was moe van het fietsen geworden, dus ik nam hem bij mij achterop de fiets. Hij ging op een tas zitten, zijn logeertas, en ik hield de matras vast, en alles ging heel makkelijk. Hij vroeg nog of het goed ging zo, en ik zei ja. Langs het zwembad was alles veranderd. Er stonden nu allemaal winkels, heel mooi. Het was heel magisch. Zo magisch dat we in een of andere hiaat terechtkwamen, een soort dimensie overgang. Ik werd toen wakker in een bed boven in het ouderlijk huis, wat nu veel groter was. Ik was maar half wakker. Naast mij in een groot tweepersoons bed met twee matrassen lag een Italiaanse vriendin van de rollenspel club te slapen. Er waren heel veel dikke dekens tussen ons, en er waren heksen die in spinnen konden veranderen. Het was een soort nachtmerrie. Het waren roomse heksen, die een vals amalgaam hadden opgericht, een vals mengsel dus, en daar heel bezitterig over deden, zoals we weten van de kerkgeschiedenis. Alles werd er in gemengd, en alles wat buiten het mengsel en hen die het mengsel niet wilden aanvaarden werden vervloekt door hen. Die roomse heksen werden toen protestants en toen werd het nog wel erger, en dat uitte zich in de tandarts met zijn gedwongen amalgaam, wat later composiet werd genoemd maar dezelfde betekenis heeft, om de monden met een valse samenzwering te beheksen en te beheersen, opdat de mens niet tot profetie komt. Moest je vroeger thuis mee aankomen, dat profetie bestond, dan werd je wel als zwaar gek en ziek bestempeld. Dat kon echt niet. Dat was een charismatische oorlog tussen charismatischen en anti-charismatischen, en dan waren er ook nog valse charismatischen, enzovoorts. Ik kwam er in die droom niet door. Maar ik was wel dankbaar voor die nachtmerrie, dat ik het had gezien. Er moest een hemels amalgaam komen, van egyptologie, israelologie, christologie en islamologie, een geestelijk amalgaam, om tegen het valse amalgaam van de tandarts, van de heksen, bestand te zijn, want die braken de communicatie af tussen de hemel en de aarde, en tussen mensen onderling, zodat er oorlog kwam, en de mensen bij de psychiater zouden komen, en dan kon de psychiater daar ook weer lekker aan verdienen. Dat is het valse, vleselijke amalgaam van de markt, van zielenbeheksing. Mijn grootvader kwam toen, en zei : 'Als je blaft dan leidt ik je hier uit weg, tot de wildernis.' Ik blafte, en ik zag ineens een licht, en toen de natuur, en ik volgde hem daar naartoe. Ik had een enorme hoofdpijn, en er verscheen een vrucht in mijn hoofd, een oranje vrucht, heel sappig, en het begon in mijn hoofd te druipen en bood verlichting. Het was de vrucht van het rollenspel, een andere realiteit, die de mens nodig heeft om aan de valse realiteit te ontvluchten. Ik was nog steeds met die Italiaanse vriendin in het grote bed. Onder vele dekens. Ik kon haar niet bereiken, alleen maar door een hele dunne draad. We sliepen beiden, waren beiden in een worsteling met de roomse heksen, woelende in onze slaap. Toen kwam mijn oudtante waar ik vroeger altijd logeerde. Ze omhelsde me. 'Ben je nog steeds boos op me ?' vroeg ze. Ik zei : 'nee.' We waren weer bij de andere oudtante, haar zus, van hetzelfde ouderlijke dorp, die ze altijd bezocht, want ze woonde zelf ergens anders, en dan gingen we daar altijd spelletjes spelen, barricade. Het barricade bord lag weer op tafel, en begon ineens in een tijdmachine te veranderen, en de teller begon te vliegen. Toen waren we ergens op een meer of op een zee, en er waren prachtige, serene eilanden met prachtige, serene natuur en serene bomen. Ergens was een tent, met oranje en blauw. Ik zei tegen mijn oudtante. 'Nee, ik ben niet meer boos. Je bent de beste.' Ik was blij dat ze me had meegenomen, zoals ze me vroeger ook vaak meenam naar haar huis waar we logeerden. Toen belde een Texaanse vriendin op een kleine videofoon, maar ik kon haar niet verstaan. Er was allemaal geruis, en dat zei ik ook tegen haar : 'Ik kan je niet verstaan, want er is teveel geruis.' Er kwam toen een techneut aan te pas, en later een heel team van techneuten, en er werden allemaal een heleboel formulieren bij gehaald, hele ingewikkelde technologie was het. Ik was toen ineens met prachtige wolven. Ze hadden hele prachtige ogen, en hun hoofden draaiden prachtig. Zo werd ik wakker.

hoofdstuk 10 in de zak van zwarte piet – de terugkeer van suriname Denk GOED na. Denk HEEL GOED na. Denk kritisch. Slik NIETS voor zoete koek. De situatie zoals het nu is is onderdeel van een kerk-oorlog. Ze zeggen weleens : twee geloven op een kussen, daar slaapt de duivel tussen. Mijn opa en oma hadden altijd ruzie, sliepen later ook niet meer in hetzelfde bed. Toen ik heel klein was kan ik me nog herinneren dat mijn opa en oma in hetzelfde bed sliepen, en ik lag in een klein reisbedje naast het bed, en mijn opa ging dan soms naar mij kijken hoe het met me ging. Dat is een herinnering in me gegrifd die niet meer weggaat. Toen was het nog goed, of in ieder geval, toen sliepen ze nog gewoon bij elkaar, maar toen ik opgroeide hadden mijn opa en oma aparte kamers. Denk heel goed na over wat ik nu ga zeggen. Mijn opa was zwaar hervormd, en mijn oma was nederlands gereformeerd. Mijn oma zei altijd tegen me dat ik elke dag de geestelijke wapenrusting moest aantrekken om te strijden tegen het kwaad. Zo heb ik mijn kinderen ook altijd opgevoed. Dat is in de voetsporen van mijn geliefde oma, in de voetsporen van het goede, en aan de vruchten ken je de boom. Mijn oma heeft in navolging van mij ook geprobeerd los te komen van die valse traditie van het vlees eten, en dat probeerde ze steeds minder en minder te doen. Mijn opa was toen al overleden net voor de geboorte van mijn oudste dochter. We zochten hem op. Mijn toenmalige surinaamse levenspartner was zwanger van mijn oudste dochter, en hij heeft de geboorte niet meer mogen meemaken. Twee geloven op een kussen, daar slaapt de duivel tussen, zeggen ze weleens. Ik was heel zwaar opgevoed. Ik mocht van mijn ouders geen contact hebben met god, terwijl mijn oma juist tegen mij zei dat dat zo belangrijk was. Ik mocht ook niet tegen het kwaad strijden, want dat bestond niet volgens mijn ouders. Er waren wel kwade invloeden, maar daar moest je verder niet tegen strijden. Mijn biologische vader en moeder waren alleen in naam gelovig, maar kenden het verder niet en wilden het ook niet kennen. Het was gewoon traditie, maar verder leefden ze vleselijk, materialistisch, dus toen ik naar de kerk van de moeder van mijn kinderen ging, waarin je wel contact met god mocht hebben, toen was het huis te klein. Mijn biologische vader is toen

geexplodeerd. Dat was grote oorlog, en ik werd voor van alles en nog wat uitgemaakt, en dat ging hij overal rondvertellen. Omdat mijn toenmalige surinaamse levenspartner al langer in die vrijere kerk zat kon zij ook veel dingen uitleggen die zij had geleerd. Ik was toen nog heel jong, en toen gingen we trouwen en kregen wij kinderen, en ik werd predikant van een afrikaanse gemeente in de bijlmer na mijn twee bijbelscholen (mijn toenmalige surinaamse levenspartner ontmoette ik op de tweede bijbelschool). Twee geloven op een kussen, daar slaapt de duivel tussen. Zo is dat altijd in de familie geweest. Daar ging het artikel van gisteren ook over. De buurman van mijn biologische ouders, en zijn gezin, volgde mij toen na. Die leeft ook niet meer. Maar zoals de situatie van vandaag is, is een resultaat van kerkscheuringen, kerk-oorlogen, ook tussen mij en mijn toenmalige surinaamse levenspartner. Wat moet je hier allemaal mee ? Het is een kehatitisch verschijnsel. Kerk oorlogen of geloofs oorlogen zijn niet leuk, is als de hel, maar we hebben gezien wat de hel is. Het is verborgen kennis, de baarmoeder. De mens is nog niet geboren. Is slechts een feutus in de oerchaos. Het kehatitische verschijnsel : je raakt iets aan, en je sterft, zoals Adam die de vrucht van de boom van kennis aanraakte, en zoals Uzza de ark aanraakte en stierf. De Israelieten waren nooit zo 'hellerig', maar in het NT kreeg dit alles een zeer nare bijsmaak, want daar werd het kehatitische verschijnsel echt een grote BITCH laten we maar zeggen. Man, ik weet er alles van, de worstelingen in mijn jeugd die ik hierover heb gehad, en vele anderen in de zware kerken kennen dit. Dat ging namelijk om de zogenaamde onvergevelijke zonde of zonde tegen de heilige geest. Je zegt iets verkeerd, of doet iets verkeerd, en dan maar hopen dat het niet de onvergevelijke zonde is of zonde tegen de heilige geest, want dan ga je voor eeuwig naar de hel, en dit loopt gelijk op met de uitverkiezingsleer waarin je maar moet afwachten of je wel uitverkoren bent. Dus je raakt al dan niet per ongeluk iets aan wat je niet mocht aanraken, en dan sterf je niet, maar je gaat dan voor eeuwig naar de hel. Dat is nog wel eventjes wat erger dan sterven, maar gelukkig weten we nu wat de hel is, en dat het niet is wat ongeletterde, ongeleerde christenen in hun domheid blindelings geloven zonder onderzoek te doen. Zo wordt het dan ook nog eens een heel INTERESSANT verschijnsel. Als je Calvijn op z'n diepte begrijpt wordt het ook ineens heel INTERESSANT. Weet de mens het dan niet ? Ook Jezus ging naar de hel, en ra, en dit allemaal als een missie. Het was iets shamanistisch. En hel is natuurlijk de germaanse moedergodin, een beeld van de vruchtbaarheid, zoals de gesel in de egyptologie ook een beeld was van de vruchtbaarheid. Oh hoe wij als kind werden banggemaakt met zwarte piet die je als je stout was zou meenemen naar spanje om je tot pepernoten te malen. Een vriendje bij mij op school ging in de zak, en ik dacht : 'oh help.' Maar het verhaal van de hel was nog wel tienduizenden maal erger. Oh hoe wij als kind daar bang voor werden gemaakt. Maar de hel is gewoon een beeld van de volharding. Dat werd er niet bijgezegd, nee, in de hel zou je voor eeuwig vastzitten, geen ontsnapping, en allemaal ellende, ellende en nog eens ellende. Nee, daar wilde je niet eindigen. Ik ben er achtergekomen dat eigenlijk gewoon die zieke opvoeding door die vleselijke mensen de hel was. Ik kom uit de hel, dat was die valse opvoeding. De mensen die die vreemde hellepraatjes verkopen zijn de hel zelf. Maar goed, even doordenken dus : het is een beeld van de volharding. Je raakt iets aan, en hup, je wordt van steen, zoals in de medusa theologie. Je had het niet aan moeten raken, maar toch is het gebeurd. Het was allemaal verboden. Het alarm ging af, en nu ben je van een andere wereld. Leve de rebellen, leve de verzetsstrijders. Leve de charismatischen die uit de kerk zijn ontsnapt. Het is een beeld van volharding. En de volharding leidt tot overgave, onderwerping aan de hemelse kennis : suri-name. De orionse godin troont hoog boven alle domme mensen. Ze lacht en spot, en vertelt het door aan al haar vriendinnen, allemaal heilige roddel. Op aarde zien we er slechts een doffe karikatuur van. Suri-name zal terugkomen en elke knie zal buigen, elke tong zal belijden. Geen godsdienst, maar kennis. Godsdienst is slechts een metafoor. Suri-name is de buitenaardse natuur, de paradijs aarde die zal komen. Dat is iets wat je zelf mag zijn. U bent Suri-name, de kennis die doet knielen. Je mag knielen voor die hemelse kennis. Dat is wat wijsheid is, en het is slechts metaforisch, niet dat je

daadwerkelijk tegen een muur gaat lopen mekkeren. Mensen, ik houd van de hel. Zij is mijn moeder, dat is wat wij germanen geloven. Waarom hebben de christenen ons woordje afgepikt hier in het westen en er zoiets gruwelijks van gemaakt, van ONZE moeder ? De oorspronkelijke christenen in het oosten hebben dit niet gedaan, maar de plunderende markt-christenen in het westen met hun valse heksenfamilies waar ik ook uit voortkom. Het zijn geen echte christenen. Mijn oma zei : Vecht. Zij zeiden : ga met pensioen. Lekker met pensioen gaan, gewoon huisje, tuintje, beestje, en dan je verstand naar de kloten zien gaan ? Die mensen zijn zo verstrooid als gisteren de hele dag, spreken zichzelf voortdurend tegen en denken dat ze je vader en moeder zijn. Nee, ze pretenderen maar wat. Het zijn plunderaars. Het zijn geen christenen, maar mammon dienaren, materialisten, heksen. Mammon is trouwens een aramees woord voor geld. Mijn ware moeder is de hel, of holle, holland, de godin van vruchtbaarheid. Kent men dat sprookje nog wel ? Het is een germaans sprookje. En die put leidt helemaal tot Suriname als we de geschiedenis er op nalezen. Suriname is mijn moeder, oftewel de kennis die doet knielen, en niet die valse heksen families. Scheldende dominees op de preekstoel ? Ik weet waarop ze schelden, namelijk op die families. Het is tamelijk abstract. Die leken denken even de geestelijken op een lagere rang te plaatsen. Hun dominee die charismatisch werd moest het ook ontgelden. Toen hij mijn kant koos, als collega zijnde, toen werd hij ook voor rotte vis uitgemaakt, hun eigen dominee nota bene, want zij heersen, die valse heksen families heersen. Die hebben het voor het zeggen. Domheid heerst namelijk vandaag. De domheid regeert. Jezus kwam met de zweep tegen dit soort marktfamilies. Oorlog ! Maar dat willen ze niet horen. Ze hebben een roze Jezus op de zondag, en een roze Jezus de hele week door. Lekker luieren, altijd snoep, lekker alcohol en vlees. Lekker kip eten. Ik roep : Oorlog ! En het is een geestelijke oorlog. Jezus kwam met de zweep van kennis tegen dit soort tuig. Wat is die kennis ? Zonder jezelf af en studeer ! Zoals mijn oma altijd zei : Je kunt niet tegen leugens op. Ze zijn niet open voor rede. Jezus kwam met de metaforische zweep, zoals osiris in de egyptologie, een geheimenis wat zwarte piet nog steeds in zich draagt. En er zijn invasies van zwarte pieten vandaag de dag, de apenlegers van shiva. Lees de ramayana van India er op na. Dat is heilige mythologie. Twee vechters komen binnen, eentje vertrekt. Dat is het kehatitische geheimenis. Weet waartegen je te strijden hebt ! Het is erop of eronder ! Of je vlees gaat eraan, of jij gaat eraan ! Zorg dat je dit spel wint ! Vagebond-tandartsen beproeven nog steeds hun geluk op kinderen die ze als proefdieren gebruiken. Er wordt op deze kinderen getest met al hun vreemde materialen, en het kan ogenschijnlijk lang goedgaan, totdat de schurk de loterij wint, en het kind door al die testen voor het leven aan de pijnstillers moet, en daar vervolgens teveel van neemt om zo nog meer problemen te krijgen, en dat is allemaal dikke, vette winst voor de ziekenhuismarkt. Deze schoften hebben veel op hun geweten, en ook de heksenfamilies die hun kinderen meedogenloos zonder genade aan zulke systemen offeren. Als we het over de hel hebben dan is dit het wel : de aarde is de hel, met al zijn vreemde systemen, maar daarom zeggen we ook : vlucht tot de natuur. Ga zo natuurlijk mogelijk leven en laat je niet meer beheksen. Vagebond-tandartsen die buiten de natuur en demonologie omwerken zijn een vals heksenpriesterschap, die kinderen aan de mammon offeren en aan hun vreemde materialen, hun amalgaam, het heksen-mengsel, 'om de monden te beheersen', en zo profetie tegen te houden. Zij staan tussen de mens en god in. Daarom moet er een heilig amalgaam tegen hen gesmeed worden. Dit is een kehatitisch amalgaam. Laten we kijken hoe het werkt : De wereld is ingenomen door de J-V code, door yahweh, jehovah, in de israelitische godsdienst en door jove in de romeinse godsdienst van het materialisme waarop de gehele westerse samenleving is gebouwd. Op J-V dus, maar wat is het en waar komt het vandaan ? Ra en osiris werden al jehovah genoemd, jwf, in de onderwereld, wat vlees betekent en het was nog in rauwe vorm. Ook

Job heet trouwens jove in het hebreeuws, maar we moeten die code in de voortijd ontcijferen : Adam werd J genoemd, een rondje met een stip erin. Een oudere hieroglief is een man met een speer. J (voortijdse Adam) moest over een hele lange rivier. Hij kwam zo tot Vuh, de heilige oorlog in de onderwereld, de ziel, wijsheid en vertaling. De voortijdse letter Vuh of V, F, is de moederborst die haar kind tot de oorlog opvoed. Zij is een oorlogsgodin, een streep met drie puntjes eronder of in de oudere hieroglieven een gebondende met afgehakt hoofd, een metafoor van leegte, honger en depressie. Zij is de metaforische koppensneller, scalpeerder, als beeld van het ontvangen van de moeder kennis. Het is dus de hoofdbesnijdenis, de besnijdenis van het verstand, om zo profetie te kunnen ontvangen. De drie puntjes onder de streep stellen drie afgekapte hoofden voor. In de israelitische theologie kwam zij terug als Eva die Adam moest inwijden in de gnosis, kennis, en wat nog steeds terugkomt in het woord Jehovah, Jah-havah (hava = Hebreeuws voor Eva) : J, de voortijdse Adam, die tot Vuh komt. Dat is dus wel een hele andere moedermelk dan die vandaag de dag wordt geschonken. Al van jongs af aan werden kinderen in de oorlog opgevoed. Bij studie van de voortijdse J-V code zullen de 70-er jaren ontsluierd worden, dan de 80-er jaren, dan de 60-er jaren, en dan de gehele 1900 eeuw. hoofdstuk 11 het 1984-1985-1988 enigma van de wilde jongens De voortijdse letters S, de Aso, de proza, een vrouw met een kind aan haar borst, de verhalen verteller, de context, de wever, de sieraden maker. J, de voortijdse Adam kwam tot haar, zoals hij ook tot Vuh kwam. Zoals Jozua het volk leidde, leidde de godin of natuurvrouw Aso ook het volk, wat in Egypte tot sa werd, de gids van Ra door de onderwereld. Als we kijken naar de voortijdse godin Aso, de wortel van Jozua en Sa in Egypte die Ra leidde door de onderwereld, dan is zij niet slechts een gids die de mens door de wildernis leidt, maar ook de opvoedster van de mens. De mens moest in de voortijd in de wildernis heropvoed worden door Aso, en zij leidde tot de grenzen, tot grens-gevoeligheid, oftewel tot halal, net zoals Jozua, waarvan zij de voortijdse wortel is. De mens heeft een moeder nodig, als een gids en opvoedster in de wildernis, om tot het beloofde land te komen. Die moeder is slechts een metafoor van een principe, wat diep in ieder mens ligt. J kwam tot verschillende moeders, zoals de mens ook tot verschillende moeders komt. Denk bijvoorbeeld aan schoolsituaties, de buurvrouw, of een oppas. Denk aan bijvoorbeeld tantes. De mens heeft verschillende moeders en bijmoeders, verschillende opvoeders. J kwam tot Vuh en ook tot Aso, tot zowel de letter V als de letter S. Zien we wat hier gaande is ? We zien de J-V code wat werd tot jehovah, en we zien de J-S code wat werd tot Jezus. Deze lijnen komen allemaal vanuit de voortijd en vertellen een dieper verhaal. Zijn wij gevoelig voor deze codes en de achtergronden, voor het grotere amalgaam van deze dingen, of nemen we het gewoon zoals het is ? Ik puzzel graag. Ik vind de kerk van vandaag maar barsaai. Ze zijn niet echt creatief. Dat laten ze graag aan een ander over. Alles projecteren ze op god, en hun god is helaas zo stijf als henzelf. Afgoden zijn het als het niet meer om de kennis gaat. Alles is afgeweken. In zijn commentaar op Leviticus 3 waarschuwt Calvijn tegen bijgeloof waardoor de mens pure dwaasheid tot een schijn van wijsheid maakt, en henzelf hiermee behagen. Niet God, het goede, de

kennis, wordt behaagd, maar het dwaze mensenvlees, door groot bedrog. Calvijn stelt dat Zij die God willen behagen dit geduldig moeten verdragen, omdat het hen ook zuivert. Alle offer zal gezouten worden, en de mens zal met vuur gezouten worden (Markus 9:49). Calvijn stelt dus in zekere zin dat de mens zelf het offer is in het boek Leviticus. De smaak van het offer moet in het Woord gevonden worden. God eiste het vet op en dat moest verbrand worden, omdat hij zijn dienstknechten matigheid wilde leren. Calvijn wijst erop dat God het vette niet begeerde, maar matigheid verlangde van de Israelieten. In de theologie van Calvijn moest het menselijk vlees geofferd worden, wat uitgebeeld werd door vee, symbolisch, zoals ook de grondteksten hierover spreken. Het offer was de zonde, de zondemacht, en die moest bedekt worden en begraven, en daar moest de mens op zien. Dit stelt hij in zijn commentaar op Leviticus 4. In zijn commentaar op Leviticus 6 stelt Calvijn dat het vuur wat het offer moest verbranden voortdurend moest branden en niet mocht uitgaan. Dat was een toegevoegd gebod, en Calvijn stelde dat vanwege deze voortdurendheid het een hemels vuur was, zodat het geen mensenwerk kon zijn. Er moest een teken van goedkeuring zijn. Het mocht niet naar het oordeel van mensen gebeuren. Al het andere vuur zou vreemd vuur zijn. Calvijn laat hier dus zien dat de offering niet aards was, niet vleselijk. Osiris was op zijn troon in de onderwereld omhuld door de mehen slang, een beeld van de verborgenheid en als een beeld van het richtsnoer. Osiris, in het egyptisch sar, usir, aser, sur of suri, werd beschermd door de mehen slang, of amen slang, name slang, en dat is wat suri name is in de egyptologie. Vannacht werd ik wakker gemaakt door een stem die zei : 'de vader van je moeder is soer.' Soer of Soerh, Soehr, is een egyptische naam voor Osiris, en ik zag mijn opa staan, de vader van de biologische moeder. Hij was altijd een dammer geweest, won altijd vele prijzen. Ik heb nog twee medailles van hem die bij wat egyptische beeldjes zijn. Hij zei een keer tegen me : 'Als je van me wint met dammen, dan krijg je een bekertje.' Dat was zo'n zilverkleurig bekertje wat hij eens had gewonnen op een dam toernooi. Ik kan me herinneren dat hij verschillende bekertjes had. Ik was nog heel jong, want hij overleed toen ik elf was, maar ik won wel van hem. Toen sprong mijn oma tussen beiden. Dat kon echt niet, dat ik dat bekertje zou krijgen, en toen kreeg ik in plaats daarvan een gulden. Maar de mehen was in het egyptisch ook een bordspel. Suri name betekent zoiets als Osiris in de verborgenheid, osiris aan het bordspel, en in het voortijds de kennis van de overgave, de kennis die doet knielen, de kennis van suri, wat door de orionse theologie tot de aarde kwam. Ik was gisteren met het calvijnologische commentaar op Leviticus bezig, en bij hoofdstuk 6 over het hemelse vuur gleed het vuur over me heen en was de hele nacht bij me, en nu nog steeds. Ik werd er mee wakker. De calvijnologie loopt helemaal tot de surinamologie. Ik had een droom over canon en ik zag canaan, oftewel het beloofde land. Canon staat voor wat de mens van de bijbel hebben gemaakt, als papieren paus, dat er niets meer aan toegevoegd mag worden, ook omdat dat zogenaamd geschreven staat, terwijl er in de grondtekst gewoon staat dat er geen eigenmachtige uitleg aan gegeven mag worden, wat dus wel even wat anders is, plus het feit dat deze tekst al voorkwam in spreuken : H30. 5 Alle woord Gods is gelouterd; hun die bij Hem schuilen, is Hij ten schild. 6 Doe niets aan zijn woorden toe, opdat Hij u niet terechtwijze en gij een leugenaar bevonden wordt. Maar goed, het westen stelde de canon op voor een markt. Ik zag dus canaan er doorheen, het beloofde land. Mensen wilden niet wachten, niet strijden voor het beloofde land, dus maakten ze

een gouden kalf, een held, die alles als in toverslag voor hen oploste. Ze waren al in het beloofde land, waanden ze. Canon of canaan was er al. Niemand mocht daar nog wat aan toevoegen, zelfs god niet. Die lekenfamilies hadden het geroofd en geplunderd, die heksenfamilies. De helden waren versteend. Daarom kwam in de mad max mythologie van 1985 de oproep om naar de donderkooi te gaan voor een man tegen man gevecht met het vlees. 'Two men enter, one man leaves. We don't need another hero, we don't need another way home. All we want is life beyond thunderdome.' Dat was een arena, een terugkerend thema in de 80-er jaren. De mens moest zijn vlees namelijk overwinnen, het systeem. 'All our lives hang by a thread. Now we got a man waiting for sentence. But ain't it the truth: you take your chances with the law, justice is only a roll of the dice. A flip of the coin. A turn of the Wheel.' Toen max had overwonnen kon hij zijn tegenstander niet doden, want zijn tegenstander werd ontmaskerd en had het gezicht van een kind. Dat wil ook zeggen dat we niet te zwart-wit moeten worden. Het is slechts metaforisch en niet eenzijdig. We mogen het kind niet met het badwater weggooien. We moeten mensen ook uit het systeem bevrijden. Er is een mentaal virus van eenzijdigheid, en dit kan alleen overwonnen worden door meerzijdigheid. Canaan is inderdaad 'when all is said and done', maar dat is in de geestelijke wereld, in het kruis, waar werelden kruizen dus, en dat is iets waarvoor de mens moet strijden, en het is slechts abstract, 'niet eigenmachtig vanuit je vlees dingen gaan toevoegen, geen vleselijke uitleg geven' maar dingen verdiepen. Dat is ook weer 80-er jaren mythologie (1981). De jaren 80 waren de visitors, de bezoekers (vanuit de buitenaardse wereld). Ik werd in de nacht opgenomen door een calvinologische vuurstorm, boven het metalen mentale virus van eenzijdigheid in de hoofden van de mensen uit. Het had hen allemaal tot robotten gemaakt. Het waren allemaal zombies, totaal gemindcontrolled. En de vuurstorm bracht mij tot de surinamologie, tot osiris (suri) in de slang van verborgenheid (mehen, amen, name). Ik herinnerde me hoe ik als kind bij mijn tante was die surinaamse buren hadden, en een surinaams neefje uit amsterdam kwam daar, en we gingen naar het speeltuintje, en ik had daar hemelse ervaringen. Toen op het college vele jaren later kwam ik bij een surinaamse jongen in de klas die was blijven zitten, en die mij uitlegde over de bijbel en het geloof op een manier dat het mij begon te boeien en ik los begon te komen. Hij gaf mij wat boekjes en tijdschriften mee, en ik werd lid van het tijdschrift, en in het tijdschrift werd er gesproken over een bijbelschool, waar ik toen dus via die surinaamse jongen naartoe ging. Zo kwam ik steeds dieper in de surinaamse cultuur, uiteindelijk ook in een surinaamse charismatische kerk terechtgekomen. Nee, ik was er nog niet. Het was slechts het begin van een tocht door het surinaamse oerwoud, het begin van de surinamologie. Ik zou een heilig amalgaam moeten smeden van calvijnologie, egyptologie en surinamologie om aan het valse amalgaam van canon te kunnen ontsnappen, en velen met mij, want max moest ook een groep met kinderen door de woestijn leiden. Ik moest hiervoor de donderkooi in. 'Two men enter, one man leaves.' Ik tegen canon. En ik mocht het kind niet met het badwater weggooien. Verwacht het niet van iemand anders : Ga de donderkooi in. Houd er geen helden op na, want die zijn slechts metaforisch voor wat je zelf dient te zijn. Pas het dus in je toe. Max is Maks, oftewel Mekka-sa, de kennis van Mekka, de islamologie waartoe Ishmael kwam op zijn hongertocht door de woestijn, tot overgave aan de hogere kennis, suri name, wat een ware afvalrace is in het kehatitische verschijnsel. Mad Max is post-apocalyptisch australië, waarin hij een plaats weet te bereiken in de wildernis waar men nog electriciteit heeft, maar dit wordt opgewekt uit de uitwerpselen van varkens. Zorg dat je door de donderkooi heenkomt. Het is een beeltenis van de strijd tegen je vlees, van de ourobouros, oftewel de slang die zijn eigen staart opvreet, wat ook een fallisch-vaginaal beeld is, dus het minderen, om zo door de enge poort te kunnen komen, tot het verborgene. Dat is wat de mehen slang uitbeeldt. Ook ra was op zijn boot omhuld door de mehen slang, dus sa-ra-name betekent ook de kennis van het demonologische kruis, wat dus ook diepe egyptologische wortels

van ragnarok zijn. Je komt alleen in het verborgene, in amen, name, door aan jezelf af te sterven, en daarvoor is een strategisch plan nodig, moet je het spel spelen (het mehen spel). Wat moet het verschrikkelijk zijn te ontdekken als je al die tijd tegen een kind hebt gestreden, een hulpeloos, mindcontrolled, onschuldig kind, wat Max ontdekte in thunderdome. Ze hebben geen vuur om te offeren, geen hemels vuur. Ze zijn afgeweken van deze calvijnologische waarheden. Je mag alleen offeren door hemels vuur. Zou het hemels vuur een onschuldig kind aanvallen, zou het hemels vuur een onschuldig, hulpeloos dier aanvallen ? Neen, het hemels vuur valt alleen het verdervelijke menselijke vlees aan. Waar zijn al die lieden dan met hun korachspannen, geslagen door corona ? Waar zijn al die valse priesters nu die vreemd, aards vuur hebben gebruikt om hulpeloze dieren te offeren in plaats van hardnekkige kwaadwillige demonen ? Waar zijn ze nu ? Ze staan schuldig volgens de ingegrifde calvijnologische wetten omtrend het offeren. Ze hadden geen hemels vuur, en nu heeft het hemels vuur zich tegen hen gekeerd. Hoe verschrikkelijk moet het zijn te ontdekken dat waar je tegen streed al die tijd je eigen kind was. Jeremia 6 26 Dochter mijns volks, gord u een rouwkleed om en wentel u in as. Bedrijf rouw als over een enig kind, een bittere weeklacht; want onverhoeds komt de verwoester over ons. Zacharia 12 10 Zij zullen hem aanschouwen, die zij doorstoken hebben, en over hem een rouwklacht aanheffen als de rouwklacht over een enig kind, ja, zij zullen over hem bitter leed dragen als het leed om een eerstgeborene. Max was in de problemen. Hij had het kind niet gedood in de donderkooi. Hij had hiermee de wet van het systeem gebroken, dus moest hij als straf tot het wiel van het recht gaan, en wat was dit recht ? Het was een casino, recht was slechts een gokspelletje hier, een spel van dobbelstenen. De dobbelstenen zouden zijn lot bepalen, het wiel. Hij had de deal gebroken. Als hij fundamentalistisch was geweest dan was er niets aan de hand geweest. Als hij eenzijdig, koelbloedig, extremistisch het kind had gedood, dan zou het recht aan zijn kant hebben gestaan, maar Max was anders. Hij had met de traditie gebroken. Het was snel gebeurd. Het rad werd gedraaid, en verbanning was zijn lot. Als je tegenwoordig een kind niet offert aan de vreemde materialen van de vagebondtandarts, en je bedreigt een kind niet met eeuwige verdoemenis, en je ziet ook goede dingen in andere culturen, en je denkt kritisch, eet geen vlees, onderzoekt alle dingen voordat je oordeelt … dan sta je schuldig voor de heersende wet … van de domheid … Want de domheid regeert. Het gemak regeert. Begrijp je iemand niet ? Afschieten die hap. Dat is de wet. En dat verkoopt goed. Begrijp je iemand niet, denkt iemand anders dan jou, dan heb je je vooroordeel al klaar staan. Dat is de gemakkelijkste weg. Dat is de wet. Maar max was een rebel, een verzetsstrijder. Zijn geweten liet hem niet toe. Hem werd gezegd : 'Death has found you, soldier. But he's gonna take you like a lover : hot and slow and full of pain.' Maar in deze woestijn en wildernis waartoe hij werd verbannen vond hij de weeskinderen. Hij zou hen helpen, en zij zouden hem helpen. In die zin was mad max een abstracte messias figuur van de mythologie van de 80-er jaren. Het was één van de wild boys, een leider van de wilde jongens, tegen de systemen van 1984. De oude kerk was een school, een gedwongen school, van DOMHEID, en daartegen was max uitgezonden als één van de bezoekers, one of the visitors. Max moest dit systeem neerslaan in thunderdome. George Orwell had gelijk gehad. 1984 kwam en het was gruwelijk. Maar toen kwam 1985, de arena, het verzet. Thunderdome kwam. Two men enter, one man leaves. Dit is de demonologie. Het verzet liet het er niet bij zitten. De surinaamse jongen pikte mij op en bracht mij tot studie van het kerken probleem. Het was een puzzel, een spel, als het mehen spel. Wij waren wilde jongens. Wij waren tot de wildernis gegaan. Precies zoals het profetische en poëtische zestiger jaren visioen van Burroughs over 1988. 1984-1985-1988. Dat was de arena, dat was thunderdome. We lieten het er niet bij zitten.

Suriname zou terugkomen. hoofdstuk 12 het surinamologische natuur amalgaam in strijd tegen het varkens amalgaam van het vlees Het kehatitische verschijnsel is : 'Two men enter, one man leaves.' Dat is de donderkooi, de arena, van de tachtiger jaren. Wat je dan ook aanraakt, wat je dan ook denkt, zegt of doet, er gaan altijd alarmen af, er wordt altijd wel iemand overstuur van, er zal altijd wel iemand boos over zijn. We zitten opgesloten in een stelsel van tegenstrijdige wetten waarin alles wat je doet verkeerd is, hoe je het ook wendt of keert, en daar moet de mens zijn weg door zien te vinden, in dit mijnenveld, dit hyperhysterische alarmsysteem wat dus ook hyper en hyper gevoelig is. Broeder Johan Maasbach zei eens : 'Als je geen kritiek wil hebben, doe niks, zeg niks, wees niks.' Er is altijd wel iemand die tegen je is, of misschien wel hele massa's. In de matrix is het jij tegen de massa's om er doorheen te komen. Alleen de eenling overleeft het. Dat is de test. De rest wordt tot zombie. Zoals het boek van Mad Max beyond thunderdome uit 1985 zegt : 'Knowledge is survival.' Op zichzelf is het alleen zijn dus niet genoeg. Het gaat om jou en de kennis. Dan pas kun je overleven, en dat gaat door het sterven aan jezelf heen, wat ook weer het kehatitische verschijnsel is, een zeer dubbel verschijnsel. Dat is de donderkooi, en 'there is life beyond thunderdome.' Mad Max won het gevecht in de donderkooi tegen het vlees, maar hij werd gebroken, want hij wilde het kind dat in het vlees wat tegen hem streed zat opgesloten niet doden. Hij wilde de boodschap ontvangen die door het vlees verborgen werd gehouden. Hij gooide het kind niet met het badwater weg. Hij wilde het kind bevrijden uit het systeem. Hij was geen blinde vuistvechter. Hij werkte met nuance, en nog wel in een arena. Daarom haalde hij de woede van het systeem over zich heen, en hij werd veroordeeld tot het rad van recht, het recht als gokspelletje, en dit valse, vuile recht zou bepalen wat zijn lot was : verbanning. Hij was een gebroken man, zoals Jakob op Pniël, ook al had hij het vlees overwonnen. Ja, zijn vlees was geslagen. Hosea moest met een hoer trouwen, en hun eerste kind moest Jizreël genoemd worden. Vonk stelt in de Voorzeide Leer van 1983 in zijn commentaar op Hosea dat dit een symbool was van Israël's boog die verbroken zou worden. Het zou een tijd zijn van grote militaire afzwakking van Israel. Het tweede kind heette Lo Roechama, en het volk hoefde geen ontferming meer te verwachten van Jahweh, stelt Vonk als de betekenis ervan. Over Juda was echter wel ontferming. Het derde kind heette Lo Ammi, niet mijn volk. Vonk stelt dat dit nogal dubbel was. Vonk stelt dat er een verschil is tussen een vonnis en de uitvoering van een vonnis, en ook dat het vonnis niet voor elke Israeliet geldde. Er waren dus uitzonderingen. We kunnen stellen dat dit het kehatitische verschijnsel is wat een mes is dat aan twee kanten snijdt : het vlees gaat eraan, maar het kruis brengt ook vrucht voort. Het kehatitische verschijnsel is dus meerzijdig en genuanceerd. Het kehatitisch verschijnsel is een abstract orakel als een amalgaam : het kehatitische amalgaam, uitgedrukt in de abstractie van de sexualiteit als een boodschap in code. Hierdoor zal uiteindelijk de

wereld vergaan, of liever gezegd : geopenbaard worden. De sluiers zullen wegvallen. De mens zal binnentreden en zijn vlees achterlaten. Wie is die mens ? Het is een hemels zaad, een overblijfsel. Het is een uitzondering op de regel. Wat houdt dit in ? Een woord kan alleen in oneindige stilte ontstaan, en is slechts geschreven, gegrifd, door het kruis. Dit gebeurd in de paradijselijke afgrond van de onderwereld waar de vagina een beeld van is. Osiris is de Griekse transliteratie van het egyptische wsjr, of usir, sar, aser, asur, suri. Hij is de god van de onderwereld en de vegetatie. Als zodanig wijst zijn naam op een ander rijk, parallel lopend aan Egypte, namelijk het rijk van Assur, Assyrië. In Genesis is Assur ook een deel van het paradijs, en vanuit de profetische geschriften van het ot wordt de boom van kennis ook Assur genoemd. Seheru of suhru is in het Assyrisch het jong zijn en jong worden, kleiner worden. Suhurru is de verbrokenheid die kleiner maakt, verminderd, door honger. Helemaal boven op de kehat troon van Osiris, Assur, is de verbrokenheid, de onderwerping, de overgave, suri. Het is het verliezen. Max was de soul survivor, Mekka-sa, de kennis van de islamologie die helemaal terugvoert tot de Assyrische fundamenten, tot Osiris, Assur. In de kerken staan de mensen vooraan om god te prijzen. Daar staan ze allemaal te wuiven. Het was een van de bijwerkingen of afvalproducten van de charismatische beweging. Ik zeg niet dat het helemaal niet kan, maar de mens moet weten wat het ware prijzen inhoudt. Al in de bijbel wordt er gewaarschuwd tegen oeverloos geprijs. De onderliggende assyriologie geeft hier inzicht in. In het assyrisch is prijzen bussuru, oftewel b-assur, in egyptische context de voet, diepte, nuance, van Osiris, Suri, maar in het assyrisch betekent bussuru ook een goede boodschap te brengen hebben, het onderwijzen, dus het gebeurt in studie context. Het is dus een werkwoord. Dat betekent het om aan de voeten van Suri te komen : studie. Dat is de ware 'aanbidding' (een heel metaforisch woord), namelijk het samenwerken met de kennis. Wat gebeurt er als we aan de voeten van kennis komen ? We komen tot god, kuht, de vagina waarin het vlees afsterft, de baarmoeder waarin wedergeboorte plaatsvindt, en daarvoor moet je eerst al je vleselijke, aardse kennis verliezen, opgeven. Suri is opgave, overgave, onderwerping. Daarom ging het volk in Assyrische ballingschap. Het volk was op de kehat trap van de troon van Assur gekomen. Buru in het assyrisch, of in egyptische context de voet (b) van Rw, betekent verhongering. De mens moet de honger in, de stilte, om het profetische woord te ontvangen, in kennis te worden onderwezen. Klaarblijkelijk draaide alles in de charismatische beweging in cirkels, en ik moest verder. De mens wil zingen, zingen en nog eens zingen. Dat doen ze met vlees in de mond en met aggressieve copyrights boeken op de boekentafel achter in de kerk waar de schaapjes voor moeten betalen. Het is alleen voor de rijken, niet voor de armen, zoals mijn oma zei dat vroeger de rijken voorin de kerk zaten waarvoor ze betaald hadden, en de armen zaten achterin. De mens moet zich schamen, ja, schamen. In de afrikaanse gemeente in de bijlmer waar ik predikant was samen met een afrikaanse, ghanese, vriend van mijn eerste bijbelschool, onderwees ik deze principes al. Ik was geroepen door god, niet door de markt. Toen we eens op een zondag door de bijlmer liepen en we zagen mensen volop binnenstromen in de andere kerken, zei mijn collega : 'Kijk, daar gaan ze om hun goden te aanbidden.' We wisten beiden wat er in die kerken gebeurden. Buru is in het assyrisch ook een put, een hol, als beeld van de vagina. Je gaat erin en je vlees komt er niet levend uit, maar moet je zaad offeren. Dan vindt er een vermenging plaats, als een surinamologisch amalgaam. Eenzijdigheid is iets van het vlees, en al die eenzijdige kerken moeten afsterven. Ruimte maken voor iets groters, de grotere context, dieper gaan, tot de voet van Rw gaan, oftewel de voet van het voortijdse kruis, Oru. Buru is een bron in het assyrisch. B-R, denk aan het surinaamse 'bere', de baarmoeder.

Bu-aretu is in het Assyrisch ook bron en put, ook als vissersrivier. Aretu of Areta is de oorlogsoefening, de godin van het oorlogs onderwijs, en in egyptische context is B dan de voet. Als we naar de ark kijken als beeld van de vagina, vissersgebied, dan zien we daarin de tien geboden, oftewel de voeten, de diepte. De mens maakt door de voeten, als beeld van de nuance, contact met de aarde, met de onderwereld. Dat is een shamanistisch mechanisme. De voet van Areta, daar waar de rivier opwelt. De voet is een beeld van de gids op het pad, de profetie. Het surinamologische natuur amalgaam : Want Suriname is een gastvrij land waar alle culturen in vrede samenleven. Nooit ben ik aardigere mensen tegengekomen dan de natuur Surinamers. Ze zijn niet extremistisch of fundamentalistisch tegen andere culturen en geloven. Ze hebben een mengsel, een natuur amalgaam, wat ze mensen niet opdringen, maar ze laten hun licht schijnen. Het zijn geestelijke mensen in een droom wereld. Ze horen niet wat je zegt. Ze maken er geen heisa van. Het zijn dromerige mensen. Ze interpreteren het op hun manier en voegen het toe aan hun mengsel. Het zijn geen oorlogszuchtige mensen die als ze iets niet begrijpen direct in paniek raken. Neen. Ze denken : Het zal allemaal wel. Ze horen gewoon wat ze erin willen horen. Voor hen is alles bruikbaar materiaal. Het zijn geen opgewonden standjes, geen heethoofden met koude harten. Ze zijn niet materialistisch. Ze gaan liever gewoon naakt door het leven in de natuur, maar ze hebben nu eenmaal hun klederdracht, hun tradities. Een vriend van mij zei het ook : Die Surinamers zijn toch zulke gastvrije mensen. Het zijn lieve mensen. Ze kijken niet naar iemands huidskleur of iemand nu arm of rijk is. Ze zijn niet geinteresseerd in materie. Alles past er gewoon bij, in de Surinaamse cultuur. Het is een tropisch oerwoud. Helaas zijn er dan ook Surinamers die van hun natuurbron zijn afgeweken, die verstadst zijn, verwesterlijkt, en die hun eigen kerk hebben gebouwd en waar alles tegenovergestelde wereld is, die twistziek zijn, de hele dag doorroddelen over iemand anders en alles wat je zegt uit het verband rukken en tegen je gebruiken. Ik bekijk Suriname echt niet door een roze bril. Er is nu eenmaal laag Suriname en hoog Suriname, vleselijk Suriname en geestelijk Suriname. Vandaar dat het belangrijk is de surinamologie te kennen, anders wordt je door een roofdier gegrepen in het Surinaamse oerwoud. Surinamologie is de toekomst. Het surinaamse natuur amalgaam moet gesmeden worden. Ik had een droom waarin een jochie zei : 'Ik vind het leuk om mensen pijn te doen. Ik vind het leuk om mensen te laten wachten.' Maar ja, als je dan de uitleg hoort waarom, dan begrijp je het wel. Dat daar dan iets veel diepers mee bedoeld wordt. Wat hebben mensen de dieren wel niet aangedaan ? Het jongetje waarschuwde ook tegen vals medelijden. Hij zei dat rechtvaardigheid veel belangrijker was, en rechtvaardigheid was dan volgens hem leuk. Dan zou je kunnen denken : Moet je daar niet wat milder mee omgaan ? De mens is vaak erg abstract. Er kan een wereld van verschil zijn tussen wat mensen als gevoelswaarde hebben over en voor het woordje 'leuk.' Laat dan je hart spreken en luister naar het hart in plaats van naar de woorden, en dat is ook altijd een eigenschap die ik in de natuurmensen van Suriname heb gezien. Hij had zijn jokerkaarten, hij had zijn streken, en ik begreep hem. In de oorlog is alles geoorloofd. Het doel heiligt de middelen. Hij begon te schelden : 'De dikke boeddha's in het westen, allemaal voor een markt. Verkopen hun yoga oefeningen op elke hoek van de straat. Willen van het kruis af door niet meer te verlangen. Maar een mens zal altijd verlangen. Het gaat er alleen om wat je verlangt. Ja, onthechting is een goede boodschap, maar het kruis moet verdiept worden, vertaald, en moet omgezet worden in oorlog tot het vlees. De dikke boeddha's in het westen hebben hun betekenis verloren en zijn vaak stokpaardjes voor het materialisme, voor een ogenschijnlijke geestelijke markt. Het is een zielenhandel.' Het jongetje vloog zo'n boeddha aan en raakte ermee in gevecht. 'Is dit dan wat een man moet zijn ?' riep hij. 'Vet worden op je droesem ? Man, wees eens wat meer ascetisch, ga de wildernis in, want je bent -beep- een boegbeeld van een restaurant geworden, van een vreetzaak.' Bubutu is een assyrisch woord voor hongersnood, het hongeren, en dat is een soort ontsteking,

ontvlamming, een verzet. Het zijn geen muizenfamilies, maar leeuwenfamilies. Er moet getoetst worden. De bubutanu is een persoon die zwellingen heeft door bijensteken. In zijn honger is hij gekomen tot de honing, en de bijen hebben hem gestoken. Hij zit zich niet vol te vreten als een dikke westerse boeddha in een westers restaurant, in een westerse vreettent. Neen. Hij is niet naar de fitness gegaan om zijn buik en armen op te pompen als een ballondier, want dat is precies hetzelfde. Neen, hij hongert in de wildernis, en is in gevecht met de bijen om de honing. Het boeddhisme heeft ook een duistere kant, vooral daar waar het verwesterlijkt is voor de markt, wat we de dark side of aquarius noemen, de new age. De bitu is in het assyrisch de leider van een stam, oftewel een totem, een fetish. Het is ook een cabine op een boot, dus het is iets progressiefs, iets nomadisch. Het is ook een graf, m.a.w. je sterft aan jezelf. Het is iets kehatitisch. Ermee omgaan is nooit vrijblijvend dus. Moet je dan zo'n bitch of zelfs queen bitch zijn over het leven ? Het leven heeft nu eenmaal regels. De bitu is ook een kamp van nomaden in het assyrisch. Het is een strijd tegen het varken van het vlees. Zo begint het Mad Max verhaal van 1985 en zo eindigt het ook. Bititu betekent in het assyrisch het innerlijk, het binnenste. Dat is waar het uiteindelijk om draait. hoofdstuk 13 gij geheel anders Max, je gemak maakt het niet gemakkelijker. Maak het niet makkelijker dan het is. Zo wordt het niet uitgelegd. Neem me mee naar beneden, Max, Ik zie een geheim. Het komt op ons af, Max, zong Paolo Conte in 1987, een paar jaar na de Mad Max film beyond thunderdome, na de donderkooi. Paolo Conte wist niet goed wat de muziek betekende, dus hij wilde het niet met veel woorden kapot maken. Hij wilde de muziek zelf laten spreken. Het ging over een vriend die met iets gevaarlijks bezig was, waarvan hij wat afstand moest houden, kon om een autocoureur zijn of paardrijder. Het zou ook met een overleden vriend te maken hebben. Het is een heel dubbel lied : Max is gewoon Max, rustiger dan ooit in zijn helderheid. Maar ook : Rem af, Max. In 1984 voor Mad Max beyond thunderdome was er het private dancer album van Tina Turner. De titelsong was geschreven door Mark Knopfler, en die schrijft nooit zomaar wat. Het gaat over hoe het systeem de mens kapot gemaakt heeft, vast heeft gezet, tot slaaf heeft gemaakt, vandaar ook de zucht aan het begin van het lied. Als je goed luistert naar hoe het lied begint, wat pure 80s mythologie is, dan hoor je een hormonaal alarm. En dan is er die dope baseline door het hele lied heen, als een soort exodus, het zaait om later te kunnen oogsten, want Mad Max moest komen. De B-Kant van Private Dancer was 'Keep your hands off my baby,' wat ook al genoeg zegt.

Is het glas halfvol of half leeg ? Confucius gaf zelfs nog minder. 'Elke waarheid heeft vier hoeken. Als leraar zal ik je een hoek geven, het is aan jou om de andere drie te vinden,' sprak Confucius. Confucius deelde dus glaasjes uit die maar voor een kwart waren gevuld, hele kleine glaasjes dus in principe. Daar moeten we het mee doen. De rest moeten we zelf doen. 'We don't need another hero, we don't need another way home. All we want is life beyond thunderdome.' Leven na de donderkooi, leven na het persoonlijk gevecht tegen het vlees. Je kan het niet te gemakkelijk maken. Een ander gaat het niet voor je doen, en een ander heeft het ook niet voor je gedaan. De ander heeft je slechts een glas gegeven wat maar voor een kwart gevuld is, oftewel het Confuciaanse glaasje. De 80-er jaren gaven ons puzzels die opgelost moeten worden. Het werd ons niet in de schoot geworpen. Het was niet kant en klaar. De mens mocht het niet te gemakkelijk maken, want zo zou het niet uitgelegd worden. Dan zou het slechts bedrog worden. Ken je de mythologie van de 80-er jaren ? Ken je haar filosofie ? Ken je haar strategie ? De mens moest de donderkooi in om het vlees te overwinnen, maar niet gemakszuchtig met de botte bijl. De mens moest de verloren schat opgraven. De mens mocht de baby niet met het badwater weggooien. Kunnen we voor het kind zorgen van de tachtiger jaren ? De mens is te volwassen geworden, te financieel, en het is allemaal bedrog. De mens moet terug. Deze moderne tijd heeft de mens genekt. Het raadsel ligt in de tachtiger jaren en zeventiger jaren. De mens heeft een gemakszuchtig oor, snel door zichzelf overtuigd. 'Ja, dit is het,' terwijl het dat helemaal niet is. De mens is in de val gelopen van de matrix. 'Max, rem af. Ik zie het geheim komen. Het komt op ons af. Neem me mee naar beneden.' We moeten terug naar de donderkooi, en weten dat er leven is achter de donderkooi. Gooi die helden die je voor je zelfverwenzucht hebt gekozen weer weg. Het was flut. 'We don't need another hero. Are you one of the living ?' Neem weer dat kleine Confuciaanse glaasje wat Confucius je heeft gegeven. Het was post apocalyptisch australie. Alle systemen waren gevallen, maar er was nog wat van over gebleven. Er was nog één plaats waar electriciteit was, en dat werd opgewekt vanuit varkens uitwerpselen. Het was alles wat ze nog over hadden. Max werd de wildernis ingezonden, de woestijn, als beeld van dat hij alles verloren had, en hij had nog maar een klein confuciaans glaasje over, zonder helden. Zo werd hij geleid tot de woestijnkinderen. En het verhaal begon al in de woestijn, in de woestijn van wanhoop. Deze woestijn had in het verleden ook andere namen toen er nog mappen bestonden, en toen de mensen zich nog druk maakten over wat erin geschreven stond, maar nu was het gewoon de woestijn van wanhoop. Het was een woestijn vol met luchtweerspiegelingen. Er was een atoomoorlog geweest en nu was er slechts verwoesting. De wereld was een ruïne. Zo begint het boek van Mad Max achter de donderkooi van 1985. Er ligt ergens een dood varken in het zand. Mad Max is een totem teken, niet slechts een markering, want dat hoort alleen bij grafstenen. Namen hadden dus nu een diepere betekenis. Hij kwam aan bij een laatste soort van nederzetting wat was overgebleven of opnieuw gebouwd vanuit de woestijn, geregeerd door een vrouw. Het was genaamd ruilnederzetting. Mensen bleven hier in leven door ruil en handel. Je kon er alleen binnenkomen door ontwapening. Er heerste hier een zwaar wapen controle beleid. Er werd geruild : kippen voor graan, graan voor alcohol en alcohol voor sex. Hij kwam toen bij een wegwijzer aan die alle richtingen aanwees die de ruilnederzetting had te bieden, waaronder een plaats voor dieren en dierenproducten zoals pelsen, een smid waarmee je je lichaam kon opvijzelen, een paradijs steeg, tuinen van plezier, en het pad der dwazen, en hij vroeg zich af of hij al op het pad van de dwazen was. Alleen door kennis zou je kunnen leven. Alleen kennis zou overleven. Kennis is overleven. De tandarts hier was ook tegelijkertijd de smid en de slager, en liep er rond met een bebloed schort. De energie van de nederzetting haalden ze uit iets wat ze de onderwereld noemden. Max moest de baas van de onderwereld verslaan. Hij moest de donderkooi in hiervoor. Dat is het verhaal van de 80-er jaren mythologie.

Het was het laatste wat nog van de mens over was na de atoom oorlog, dit vreemde systeem. Max kwam er al snel achter dat de baas van de onderwereld als een drie jarig kind sprak. Dat is ook wat er gaande is : zij die de macht hebben gegrepen in de matrix hebben het als een stuk speelgoed gegrepen. We hebben hier te maken met een gelijkenis. Er wordt in het boek gesteld dat de baas van de onderwereld de onderwereld tot leven had gebracht en toen de ruilnederzetting, en dus zo de eigenlijke heerser was van de ruilnederzetting. Dit zogenaamde leven, deze energie, was roddel en speculatie, vooroordeel, en dat was allemaal machinaal. Deze varkens leefden van hun eigen uitwerpselen. Dat was alles wat ze nog hadden. Tante Entiteit was de vrouwelijke regeerder van de ruilnederzetting die door de baas van de onderwereld werd onderdrukt. Zij was het hart en leven van de nederzetting, en de baas van de onderwereld moest gestopt worden anders zou hij met zijn krankzinnige ego hun hele wereld verwoesten. Daarom werd Max ingeschakeld. Max moet de baas van de onderwereld verslaan in thunderdome. De baas van de onderwereld is genaamd Meester Ontploffer, die bestaat uit een duo, namelijk een sluwe dwerg die Meester heet, en Ontploffer is dan een zwaar gespierde gemaskerde man, de domme helft van het duo. Meester is de enige die de kennis heeft van de machines om stroom op te wekken, dus hij is degene die de overgebleven gnosis bewaakt. Two men enter, one man leaves is 80s mythologie. Het betekent : alles of niets. Je moet geheel met het vlees afrekenen en studeren om slimmer dan de dwerg, de meester van de onderwereld, te worden, anders kom je nergens. The winner takes it all is ook 80s mythologie (1980). M.a.w. je kunt niet sjoemelen. Je kunt niet de kantjes er vanaf lopen en dan denken dat je toch wel doorkunt. We moeten door het oog van de naald, dat wil zeggen geen reserves erop nahouden, maar alles achter ons laten. Een klein beetje zuurdeeg maakt het hele deeg zuur, en een klein lekje kan een groot schip doen zinken. Laten we dat goed in de oren knopen, en ons vasthouden aan de belangrijke boodschap van de 80s mythologie. Het boek stelde dat Mad Max half kreupel was, oftewel leed aan vreemde verlammingsverschijnselen, een bepaald spasme. Hij was zeer onregelmatig en onberekenbaar in die zin, en daarom de juiste kandidaat om Meester Ontploffer uit te dagen en te verslaan. We kunnen ook hierbij denken aan Jakob die door zijn kreupelheid, zijn gebrokenheid, zijn vlees overwon op Pniël. Het is dus een beeld van het kruis dat overwint. Het brengt een bepaalde hemelse gevoeligheid om de juiste strategische keuzes te maken. Pas meerdere lagen toe in het kehatitische verschijnsel, zoals de egyptische onderwereldboeken ook uit meerdere lagen bestond in de hierogliefen. Dat je je afvraagt : wat is hier daadwerkelijk gaande ? Wat is er gaande op een dieper niveau ? Hoe kunnen we dit het beste vertalen ? Dingen komen nooit rechtsstreeks, bestaan ook niet op zichzelf. Dat is slechts illusie. Het bestaat uit meerdere lagen. Zo wordt het gevormd, maar de hersenen kunnen dat nog niet verwerken, dus komt het extreem en direct door, maar het is een code van iets groters. Geef je hersenen ook de tijd om hier aan te wennen, om het te verruimen en te verdiepen. Er is een veel groter wezen dan de mensen die je om je heen ziet. In de matrix ben je omringd door kleinzieligheid. Van belang is om zelf niet aan kleinzieligheid mee te doen. Het grote 'gij geheel anders'. Breek je wereld open. Breek je brein open. Je kan er zoveel meer uit halen. Doe niet mee aan de lafheid van de mensen tegen de dieren. De dieren zullen terugslaan. De natuur zal terugslaan, en zorg ervoor dat je niet als verrader bent bestempeld, als lafaard. Wees dus van het verzet. Niets is voor altijd, niets is eenzijdig, en niets staat op zichzelf, maar is altijd een onderdeel ergens van, van een grotere context. Altijd is dus een metafoor. In het grote alles is alles opgelost, en dit begint in het niets, en eindigt in het niets, als een golfpatroon : alles-niets-alles-niets-alles-niets, enzovoorts, als de golven van de zee. Dit is ook een kehatitisch verschijnsel op de kehatitische trap tot de troon van Osiris. Die troon is niet wat de mens denkt dat het is. Het zal boven en denken zijn.

Het is altijd weer anders dan de mens het zich voorstelt. In de wereld wordt je gestrafd als je zondigt tegen de mammon, als je niet netjes meeloopt met de mammon, wat een kehatitisch verschijnsel is. Je krijgt direct een optater als je iets doet wat verkeerd is. Alles staat onder zware stroom. De mens moet daarom leren smokkelen, leren een kameleon te zijn om deze dingen te omzeilen. Het is niet wijs om altijd maar in wespennesten te springen. hoofdstuk 14 de eschatologische waarde van de psalmen Er wordt in psalm 1 en 2 een duidelijk onderscheid gemaakt tussen het vleselijke en het geestelijke, en ook de consequenties hiervan in de eschatologie, de leer der laatste dingen, waardoor we kunnen stellen dat deze psalmen kehatitisch zijn en op het traject liggen tot de troon van osiris, suri, wat een egyptisch beeld was, een egyptische gelijkenis, van god of godin. Dit gebied lag in de onderwereld, in het verborgene, oftewel omhuld door de mehen of amen, name, slang, vandaar ook de naam suriname. Psalm 2 : 12 zegt : Kust de zoon, opdat hij niet toornt, en gij niet onderweg te gronde gaat, want zeer licht ontbrandt zijn toorn. Dit is duidelijk een kehatitisch vers. N.H. Ridderbos stelt in zijn verklaring van de psalmen (1962) dat psalm 2 een forse psalm is, en waarschijnlijk ook een zeer cultische plechtigheid was bij de troonbestijging. Ook noemt hij de psalm messiaans, en we mogen hierbij ook denken aan de messiaanse taak van osiris. N.H. Ridderbos wees erop dat deze troonsbestijging eigenlijk zoals psalm 2 zegt een bestijging is op de heilige berg van de heere. 6 "En Ik, Ik nog wel heb mijn koning gewijd op Sion, mijn heilige berg" Dit had, stelt NHR, te maken met de ware wedergeboorte, zoals de psalm ook zegt : 7 Ik wil gewagen van de beschikking des heeren; Hij heeft tot mij gezegd: "Mijn zoon zijt gij; Ik, Ik heb heden U verwekt.” We kunnen stellen dat het koningschap symbolisch is, zoals ook de Bilha stelt, voor het overwinnen van de vijandelijke geestelijke machten. Dit is de ware wedergeboorte in het kehatitische verschijnsel waartoe het is aangesteld. Kust de zoon heeft volgens NHR te maken met de voetkus als teken van onderwerping. We kunnen hierbij stellen dat het vlees aan de zoon is onderworpen, zoals de zoon aan de moeder is onderworpen en haar voeten heeft gekust allereerst. Ook dit zal een kehatitisch verschijnsel zijn geweest. Het vlees van de zoon werd zo aan haar onderworpen, aan haar baarmoeder, opdat hij tot een nieuwe schepping zou worden. In religie wordt alles teruggebracht tot de voet. Het wenen van de zondares aan de voeten van Jezus is ook een kehatitisch verschijnsel, wat ook weer terugkomt in het sprookje van de sprekende toren in het eeuwig evangelie. Ook Ruth die in slaap viel aan de voeten van haar losser Boaz is een kehatitisch verschijnsel. Het zijn beelden van de treden tot de kehat troon van osiris, suri. NHR noemt het kussen van de voeten ook in verband met het stof lekken van de voeten. Hij wijst hierbij ook op psalm 110 :

1 Aldus luidt het woord des Heren tot mijn Here: Zet u aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden gelegd heb als een voetbank voor uw voeten. 5 De Here is aan uw rechterhand. Hij verplettert koningen ten dage van zijn toorn; 6 Hij houdt gericht onder de heidenen, hoopt lijken op, verplettert hoofden op het wijde veld. 7 Hij drinkt onderweg uit de beek; daarom heft hij het hoofd op. Hij brengt het in verband met psalm 72 : 8 Hij heerse van zee tot zee, van de Rivier tot de einden der aarde. 9 Mogen voor hem de woestijnbewoners zich bukken, zijn vijanden het stof lekken; 10 de koningen van Tarsis en de kustlanden hem geschenken brengen, de koningen van Saba en Seba hem schatting offeren, 11 mogen alle koningen zich voor hem nederbuigen, alle volkeren hem dienen. NHR spreekt over een ultimatum wat aan het einde van psalm 2 wordt gesteld, wat ook een onderdeel is van het kehatitisch verschijnsel. Als de mens treuzelt omtrend de heilige dingen en heilige taken van god, dan zal de mens ook onder God's toorn komen en sterven. Treuzelaars, spijbelaars, belastingontduikers, dienstweigeraars, zullen niet verder kunnen komen op de tredes tot osiris. Psalm 3, 8 a Sta op, Heere; bevrijd mij, mijn God b. Ja, Gij hebt mijn vijanden op de kaak geslagen, stuk gebroken de tanden van de goddelozen. NHR stelt dat tussen 8a en 8b er een cultisch ritueel plaatsvond. 6. Ik, ik heb mij neergelegd en toen sliep ik in; ik ben ontwaakt, want de HERE — Hij ondersteunt mij. Hebreeuws : De Heere onderdrukt mij, drukt zwaar op mij, is tot mij genaderd, heeft mij neergezet, dreef mij in het nauw, heeft mij gebonden. NHR : 'De nacht is vol van dreiging en gevaar, speciaal in oorlogsomstandigheden; de dichter is weerloos, omdat hij sliep.' In het Aramees geeft vers 6 de indruk dat het hier om een overweldiging gaat door de Heer. Allereerst gaat het namelijk over de strijd van de dichter tegen zijn vlees, en hierin overweldigd God zijn vlees en bindt hem terwijl hij slaapt. NHR spreekt niet slechts van een slaan op de kaak, maar over een verbrijzeling van de kaak, en stelt de vijand ook voor als wilde dieren. NHR stelt dat het een morgengebed is en klaaglied in oorlogsomstandigheden. Zoals ook bij andere psalmen stelt NHR dat deze psalm werd gebruikt bij cultische rituelen die zich herhaalden m.b.t. de tentendienst. 4 Maar Gij, Here, zijt een schild dat mij dekt, mijn heerlijkheid, en die mijn hoofd opheft.

een schild dat mij dekt : Hebreeuwse worteltekst : Maar gij, heer, omhult mij, overweldigd mij, bedekt mij, ganan, als een heg, restrictie, vgl. Aramees : ganna, gan = hof van Eden, beeld van de vagina. 'Die mijn hoofd opheft' betekent 'die mijn geslachtsdeel opheft', in het Aramees : onderwijst. De dichter heeft het hier over zijn vrouw, die zijn heerlijkheid is : 1 Korint. 11 : 7 Want een man moet het hoofd (geslachtsdeel) niet dekken: hij is het beeld en de heerlijkheid Gods, maar de vrouw (vagina) is de heerlijkheid van de man. Het opheffen van het geslachtsdeel, wat de taak van de vrouw is, van de vagina, is in het Aramees een beeld van het onderwijzen. Als Christus, als hoofd van de kerk, als geslachtsdeel, van de doden oprijst, dan is dat ook een beeld van de educatie door de vrouw. De erotische psalm 3 is in de grondtekst dus een psalm van de hemelse educatie. In die zin is psalm 3 dus de sleutel tot de christologie. In het Aramees doet de vrouw dit door het afscheiden van een lichamelijke vloeistof (melk, zweet, vuil, stof van haar voeten, rmrm). Dit is dus zeer kehatitisch want de man zal hierdoor ook zijn vloeistof geven, zijn zaad. Het kehatitisch verschijnsel is dus als een natuurlijke reflex, een beantwoording. hoofdstuk 15 theognosische exegesis Psalm 151 komt voor in de septuagint en de dode zee rollen. Het gaat over de strijd tussen david en goliath. Uiteindelijk onthoofde David Goliath, maar wat betekent het ? Het gaat over David's strijd tegen zijn eigen vlees, en het hoofd is in de oude talen een beeld van het geslachtsdeel, en vlees is in het Aramees ook vertaald als het geslachtsdeel. David besneed dus zichzelf, zijn verstand, of hij masturbeerde om zo zijn zaad, zijn vlees, te offeren. Zo ontving hij profetische leiding door openbaring, wat ook een betekenis is van de Aramese wortel van goliath, gly. Eden werd in het Aramees ook gan, ganna, ganan genoemd, in het Hebreeuws gan, een omheinde tuin als beeld van een bruid en van de vagina. De worteltekst van ps. 3:4 zegt : 4 Maar Gij, Here, zijt een ganan dat mij dekt, mijn heerlijkheid, en die mijn hoofd opheft. Het gaat hier om de hof van Eden, om de vagina, ganan, wat ook kanaan is, het beloofde land. Adam komt van het woord 'dam' in het Hebreeuws, wat bloed betekent, als zaad wat geofferd moet worden in de vagina. Eva komt van het voortijdse woord 'vuh', wat oorlogskennis betekent, het demonologisch onderwijs. Het woordje voor slaaf, abad in het hebreeuws, heeft diepe egyptologische wortels. Het komt van het egyptische abeh-t, de zaaduitstorting, wat ook een beeld is van het offeren. Abut is de gebondenheid, touwen, ketenen, en abbut zijn de netten in de onderwereld die gebruikt worden om de apep slang te vangen, een beeld van het vlees, de fallus. De af-abat is de bij. Afa betekent zaad en vuil, en af-abat betekent dan letterlijk dienstknecht van de zaadoffering voor bevruchting, en

dienstknecht van het vuil. De bij is in het egyptisch ook een honing vlieg of steek vlieg, en in het hebreeuws hebben steekvliegen, ken, de kanan wortel ook. Normaal gesproken is het woord voor bij in het hebreeuws debowrah. De bij is dus verbonden aan kanaan, en dus aan de hof van Eden. In het arabisch is de bij an-nahl, boek 16 van de koran. Er wordt in het boek gesteld : oog om oog, tand om tand, maar dat geduld een hogere weg is, oftewel het hongeren, wat ook het pad van Jezus is. Geduld is dus altijd grotere winst (vers 127). Ook wordt er gesteld dat de mens geen markt moet drijven met de dingen van god, omdat wat bij god is veel beter is (vers 95). En moet de mens geen omgang hebben met varkens, oftewel hebzucht (vers 115). Het varken is een beeld van dat wat uit zichzelf sterft, en niet door het kruis. Het varken heeft door zijn rijkdom en materialisme een valse omheining gemaakt tegen de hemelse tucht, en wilde niet aan zichzelf sterven. Het varken heeft zich dus bevuild met zijn eigen smetvrees, de spijbelarij. Vandaar dat boek 16 in het hebreeuws de af-abat is, de dienstknecht van het vuil van moeder aarde, oftewel degene die zijn zaad aan haar offert, afsterft aan zijn vlees door het kruis, niet zomnaar uit zichzelf zoals het beeld van de varken. Het vlees waartegen de mens moet strijden en wat de mens dient te kruisigen is de duffe onwetendheid. Boek 1 van de Koran, de opening, is te vergelijken met de israelitische psalm 1 : 4. Meester van de Dag des Oordeels. 5. U alleen aanbidden wij en U alleen smeken wij om hulp. 6. Leid ons op het rechte pad, 7. Het pad dergenen, aan wie Gij gunsten hebt geschonken - niet dat van hen, op wie toorn is nedergedaald, noch dat der dwalenden. In het Egyptisch is de opening de aten, wat ook tegelijkertijd een gebondenheid is, een restrictie, zodat het namelijk richting kan geven. Aten is ook de moeder aarde, en in die zin ook ten grondslag liggende aan eden, als zijnde de baarmoeder of vagina, waarin het vlees restrictie ontvangt en richting, zodat het vlees ook aan zichzelf kan afsterven en zaad kan geven. Ook is het een plaats van vetmesting (aten, re). Opening is ook hetgat in het egyptisch, wat ook moedermelk betekent, en een omgekeerde anaq, oftewel een fallusketen, om richting te geven aan de vruchtbaarheid (hetch-t, hetchtchut), en het kan ook witte klederen betekenen, hetch-t, wat direct betekenis geeft aan openbaring 3:5 : 5 Wie overwint, zal aldus bekleed worden met witte klederen; en Ik zal zijn naam geenszins uitwissen uit het boek des levens. Dit gaat dus in de egyptologische context over de moedermelk, en ook opb. 6 : 9 En toen Hij het vijfde zegel opende, zag ik onder het altaar de zielen van hen, die geslacht waren om het woord van God en om het getuigenis, dat zij hadden. 10 En zij riepen met luider stem en zeiden: Tot hoelang, o heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet aan hen, die op de aarde wonen? 11 En aan elk hunner werd een wit gewaad gegeven, en hun werd gezegd, dat zij nog een korte tijd moesten rusten, totdat ook het getal vol zou zijn van hun mededienstknechten en hun broeders, die gedood zouden worden evenals zij. Ook is de hetch-t de witte steen, die ook voorkomt in opb. 2 : 17 Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt. Wie overwint, hem zal Ik geven van het verborgen manna, en Ik zal hem een witte steen geven en op die steen een nieuwe naam geschreven, welke niemand weet, dan die hem ontvangt. Ook dit gaat over de moedermelk, de wedergeboorte en wederopvoeding. Ook is de opening in het egyptisch de goddelijke jager, als de hemelse pijl die een opening maakt, s-un, sunu. Dit is tegelijkertijd een medicijn. Ook in de vur boek 1 wordt er gesproken van een pijl.

Boek 2 van de koran is het rund. In het egyptisch is dit aua, wat het pad betekent. Dit pad kan zowel goed als slecht zijn, daarom heeft de mens profetische richting en leiding nodig, waarover in boek 1 wordt gesproken. De mens moet zijn rund, zijn vlees, overwinnen. Het betekent ook erven, want eerst zal het rund, het vlees, moeten sterven. Ook betekent het teenringen, als beelden van profetische leiding op het pad, auau. De aua is in het egyptisch gewoon onderdeel van het eigen lichaam, van het vlees, als de fallus, dus de mens strijdt tegen zichzelf. In het egyptisch betekent het rund ook het hongeren, het tekort komen (neg, nega). Ook is het het zwak en passief zijn (negeh). hoofdstuk 16 sleutel tot de schuilplaats In het boekje 'de pelgrim naar sion' bespreekt H. A. Minderman (1858-1933) de gevaarlijke tocht vanuit de stad genaamd Verderf tot Sion, wat in de wildernis ligt. Als eerste stelt hij dat we hiervoor alles moeten achterlaten, broeders, zusters, vaders, moeders, vrouwen en kinderen, akkers, alles (Markus 10). De rijke jongeling kwam tot Jezus en viel op zijn knieën en vroeg aan Jezus hoe het eeuwige leven te beërven. Ik zou zelf zeggen : Er moet iemand dood gaan voordat je iets kunt erven, en die iemand dat is je eigen vlees. Dit vlees ligt in een ieder mens verstrengeld, ook in het gedachtenleven, en dit vlees is op de mens afgezonden om de mens tegen te houden op het pad naar Sion, om de mens te beproeven. Iedere gedachte die je hebt is of van het vlees, of van het geestelijke. Waar het op neerkwam ? Minderman stelt dat de rijke jongeling tot een arme kruisdrager moest worden, en dat het koninkrijk alleen toegankelijk is voor een naakte, van alles uitgeschud en ontledigd. De machten van het vlees hebben zich namelijk op de mens gestort, en eerst moet de mens daarvan loskomen, anders komt de mens de poort niet door. Minderman noemt het voorbeeld van het oog van de naald. Oh mensen, hebben wij wel door wat dit betekent ? Ik moet denken aan de woorden : 'Velen zijn geroepen, maar weinigen zullen het vinden.' Wat betekent dit ? Gewoon dat het geen simpel optelsommetje is, of iets wat je bij de geboorte is meegegeven, maar het is een puzzeltocht om tot Sion te komen. M.a.w. het is een gevecht. De mens is nu opgesloten, gevangen, door het vlees, en het zal dus wat kosten om los te komen. Dat is eigenlijk wat ermee bedoeld wordt, dat we er niet te makkelijk over moeten denken. Het gaat dus niet door een schietgebedje. In de grondteksten gingen er pennen door het vlees van de naakte Job opdat het vlees zou afsterven. Ook Paulus had zulke pinnen in zijn vlees. Dat is echt nodig. Je moet het vlees niet verwennen. Anders kom je er nooit van los. Je komt er dus niet alleen door goede werken te doen, maar er moeten ook pinnen door je vlees, en die moeten daar blijven zitten. Is dat dan niet masochistisch ? Ik zou het ascetisch en demonologisch noemen. Kijk om je heen hoe mensen de drangen hebben om hun lichaam te doorsteken met piercings, oorbellen, noem maar op, terwijl het eigenlijk symbolisch is dat er pinnen door hun vleselijke leven moeten gaan, door hun vleselijke verstand bijvoorbeeld, en hun vleselijke wil, enzovoorts. En de hemelse geboden die in de mens ingeprint moet worden, daar kan een vleselijk mens niet bij, dus gaan ze zichzelf tattoeeren. Maar goed, het wijst dus op diepere geestelijke dingen. Aardse mensen doen alles op een aardse manier, nemen datgene wat symbolisch is letterlijk, omdat ze niet geestelijk hebben leren denken. Minderman stelt dat de mens moet loskomen van alle afgodische liefdes, de liefdes tot het vleselijke. Ik kan dan zeggen : vandaar de pinnen. Want het vlees sterft niet zomaar. Het is een strijd en een martelgang, een pad van geduld. Je kan het vlees niet bestrijden met aardse middelen. Het is nog altijd een geestelijke strijd. Natuurlijk zijn er soms kruispunten tussen het geestelijke en het

lichamelijke, maar dat mag alleen profetisch bepaald worden. In de voetsporen van het kruis. Minderman stelt : 'Meestal ging het volgen door woestijnen en woeste plaatsen, in honger en koude.' Hij noemt alle vervolgingen op, en dat zovelen de marteldood zijn gestorven. Wij moeten ook deelhebben aan de vernedering van Jezus, van de kribbe tot het kruis, als de ware wedergeboorte tot het hemelse koninkrijk. Minderman stelt dat wij dus de vernederde moeten volgen, door de woestijn van de verzoeking, en door het donkere, bloedige getsemané. Dit is een heel oud, Israelitisch, symbolisch verhaal, totaal uit het verband gerukt en verletterlijkt door het westen, maar vaak wordt het zo niet meer gepredikt, en is het naar de hemel gaan een simpel opzegversje, schietgebedje of optelsommetje geworden. Men denkt in snelle formules, op snelle paarden, alles snel snel en het geduld is ver te zoeken. Daar is geen tijd meer voor. Het is het moderne vlees die dat allemaal overboord heeft gekieperd, en er ontstond zo een vleselijke religie. Kijk de meeste nederlandse families maar eens in om te zien hoe dat werkt, en onthoud markus 10 ! Minderman stelt dat wij de vernederde te volgen hebben voor het aangezicht van de onrechtvaardige rechters. Wie kent het verhaal niet ? Wat doen deze onrechtvaardige rechters ? Ze werpen ons buiten. We moeten de gehele bloedige kruisweg volgen, stelt Minderman. Dat zijn die pennen door het vlees, en dan moeten we de dood aan het vlees sterven, net zoals in het verhaal. Misschien allemaal heel herkenbaar. Minderman stelt : Weg wereld, weg schatten, maar toch ben je rijk, ook al heb je alles verloren. Wat is die rijkdom ? Contact met de hemel. Minderman stelt dat dit de honderdvoudige zaligheid is. Het gaat alle verstand te boven, en is niet tijdelijk, maar eeuwig. Het is een bewaring. Wel moet de mens dan waakzaam zijn, want er zijn zoveel vervalsingen, stelt Minderman. Zorgeloosheid en slaperigheid maakt makkelijke prooi voor de vijand. Minderman stelt terecht dat het gaan tot Sion betekent zelf Sion te worden, oftewel een schuilplaats voor anderen, en dat kan alleen zo zijn als het voor eeuwig is. De vernederde werd deze schuilplaats door getsemane, en overwon de vijanden door het kruis. Minderman stelt dat deze schuilplaats niet is voor braven, vromen, wetgeleerden, schriftgeleerden, verbondsbrekers en afgevallen zondaren, maar voor hen die als ballingen zonder woning in de woestijn rondzwerven. Het is een schuilplaats met een bloedwreker op de hielen, stelt Minderman, en die schuilplaats moet het doodsvonnis aan het vlees goedkeuren. Het gaat dus helemaal niet om een onvoorwaardelijke schuilplaats, maar een zwaar beveiligde schuilplaats verbonden aan strenge voorwaarden en eisen. Kunnen wij zo'n schuilplaats wel zijn ? Het is de enige manier om de schuilplaats binnen te komen. Deze schuilplaats, stelt Minderman, moet het volk overwinnen en doen buigen. En hij stelt dat het ware volk maar een klein overblijfsel is, arm en ellendig. De schuilplaats is een onderwijzer met een gesel die het volk de zonde leert haten, omdat de zonde terugleidt tot de stad genaamd Verderf. Mad Max was verbannen uit de stad omdat hij het vlees niet had gehoorzaamt, en diens wetten ook niet. Toen kwam hij tot een kindervolk in een woestijn oase die hem als een messias aanzagen die hen zou leiden tot het morgenland, maar Max zei dat het morgenland niet bestond, dat ze moesten blijven waar ze waren, dat de stad gevaarlijk was, want hij kwam er zelf vandaan, maar sommige kinderen wilden niet luisteren, en wilden toch naar de stad gaan. Hij sloeg toen één van die kinderen neer. God meent het. God slaat met kruis en gesel om ons op het juiste pad te houden. Toch hielden sommige kinderen in hun koppigheid vol en gingen naar de stad, en Max moest ze toen wel volgen, om hen tegen henzelf te beschermen, en moest dit uiteindelijk met de dood bekopen, maar zijn legende leefde voort, net zoals het verhaal van Jezus die naar de stad ging om de mens uit te leiden, maar dit met de dood moest bekopen. Minderman stelt : De wereld haat dat volk omdat zij van de wereld niet zijn. En hij stelt dat dan de ware kerk een kruis kerk is, gehaat en vervolgd, niet alleen door de wereld, maar ook door schijnvromen. De mens wordt hier niet voor bespaard, zoals ook Job niet gespaard werd. Toch is de

schuilplaats nodig. Minderman zegt : 'k Wou vluchten, maar kon nergens heen, Zodat mijn dood voorhanden scheen, En alle hoop mij gans ontviel, Daar niemand zorgde voor mijn ziel Daarom is de schuilplaats noodzakelijk, stelt Minderman, en die schuilplaats daarvoor maakt God zijn volk pasklaar, door hen te ontdekken en te ontbloten. De opening tot de schuilplaats is zo eng dat het laatste kleed ervoor ontnomen moet worden, en de laatste grond ons moet zijn ontzonken. Eerst moet het vlees van de mens buiten die schuilplaats omkomen. Deze schuilplaats is een levensbehoefte, als een beek in dorre plaatsen (Jesaja 32). hoofdstuk 17 de vissers oorlogen Gedachten zijn of van het vlees of van het ascetische. Vandaar dat er geestelijke visnetten nodig zijn. In de grondtekst is dit ook een onderdeel van de wapenrusting van Efeze 6. Ons onderwijsboek 'de strijd tegen zaralahm deel 3' uit 2013 zegt hierover : 'Efeze 6:16 neemt bij dit alles het schild des geloofs ter hand, waarmede gij al de brandende pijlen van de boze zult kunnen doven. Schild is thryreos, wat ook 'opening' kan betekenen, als van een valstrik of net. thyreos, valstrik, net.' Er moeten pennen door het vlees, door vleselijke gedachtes, die zich met massa's en massa's op ons storten als vissen. Daarom moeten wij ook jagen met vissperen. Zo niet, dan kom je er in om, en wordt je een slaaf van het vlees. Dit is dus absolute noodzaak. Daarom zei mijn oma altijd dat ik elke dag weer opnieuw de geestelijke wapenrusting uit Efeze 6 aan moest doen, op weg naar het valhalla, de (germaanse) hemel, die alleen maar is voor hen die aan het vlees zijn gestorven op het oorlogsveld, in de geestelijke strijd dus. Dit mag dus geen natuurlijke dood zijn, dat je gewoon maar uit jezelf sterft. Vandaar dat de germanen enorm bang waren voor een natuurlijke dood, en zich soms op hun sterfbed daarom lieten doorspietsen met een speer, uit angst om niet in het valhalla te komen. Maar dit is dus allemaal geestelijk en symbolisch bedoeld. Letterlijk vissen en vis eten is ook een misbruik van de geestelijke wapenrusting. Zwaar misbruik. Ik volgde de principes van mijn oma op. Ze was een goede vrouw die een droom had een weeshuis op te richten voor kinderen die geen ouders hadden. Omdat ik haar goede principes volgde in de strijd tegen het vlees keerde de hele familie zich tegen mij, omdat ze vleselijk wilden blijven leven. Het moest namelijk allemaal op hun manier. Het vlees wil regeren. Zij hebben zich ook nooit laten onderwijzen, leven allemaal door roddel en vooroordeel. Toen hun eigen dominee mijn kant koos moest hij het ook ontgelden. Familiair vlees is verschrikkelijk hardnekkig en koppig vlees. Vandaar dat Jezus het smalle pad op ging in de wildernis, en zich wijdde aan de geestelijke visvangst. Zijn discipelen waren ook vissers. Ik kom zelf ook uit een vissersfamilie. De vader van mijn oma was visser. In navolging van mij probeerde ze hier op latere leeftijd van los te komen en het te houden

op de puur symbolische vorm. Ik groeide ook altijd op rondom het water. Wij zijn echte kinderen van het water. Mijn oma vertelde dat haar vader de laatste vijf jaar van zijn leven in bed doorbracht, en dat hij soms gilde vanwege oorpijn. Ik heb hem nooit gekend als kind, maar toen ik ouder was bezocht hij mij weleens in dromen. Oorpijn staat symbolisch ervoor dat er een hoger woord moet doorkomen. Het is profetische voorbereiding. De voortijdse letter K is een vissersletter, een literair net, structuur-onderwijs. Het geestelijk vissen is dus niet zomaar een opzegversje maar een studie-proces. De voortijdse letter K was eerst een hieroglyph van een persoon met een net, een visserhieroglieph dus, en dit was symbolisch. Zorg ervoor dat je daadwerkelijk netten hebt, opgeleid bent hierin, want de netten komen je niet aanwaaien. De pennen door het vlees en door vleselijke gedachtes wordt symbolisch ook voorgesteld door de doornenkroon van Jezus. Die pennen gaan dus dwars door je verstand en je wil heen. Draag je die doornenkroon al ? Het is een visserskroon. Het is onderdeel van de geestelijke wapenrusting. Daarom moet een mens wel bloeden en hierin geduld leren, anders komt de mens nooit van zijn vlees af. Daarom moet de mens ascetisch zijn. Dit is wat symbolisch wordt uitgebeeld in het huwelijksbed. Dit is pure demonologie. Daadwerkelijke relaties bestaan dus niet. Man en vrouw bestaan niet op zichzelf. Je kunt denken dat je bestaat, maar je bestaat juist in de onderliggende principes, veel dieper, terwijl de materiële realiteit slechts selectief liegt. Wij beelden principes uit, wat verder niet persoonlijk is. De mens is namelijk veel meer dan dat. De mens wordt dus bedonderd door de matrix. De mens is zowel man als vrouw, kind als volwassene, zowel mens als dier, maar de matrix heeft bedriegelijke stempeltjes lopen drukken, en de mens beeldt het zich allemaal maar in wat hij is. De rest is allemaal achter sluiers gegaan, en zo volgt de mens dus het vlees. De mens is slaaf van het vlees. Vandaar dit onderwijs, dit visnet. Dus sexualiteit is slechts demonologische metaforiek, vlesologisch ? Het is allemaal om de strijd tegen het vlees uit te beelden dus ? Ja, want anders zou je zelf in de valstrikken terecht komen. De sexualiteit is dus geen joyride of spijbelklasje. Het is geen sexueel luilekkerland op aarde. Het is een school. Wees dus voorzichtig met je sexualiteit. Ga leren wat het is en hoe het gebruikt moet worden. Het huwelijksbed of bed van sexuele relatie is dus een beeld van de overweldiging van het vlees, zoals in de grondteksten van psalm 3 wordt besproken en dit is allereerst over de relatie tussen god en mens. Waarom zou je intiem met een ander mens gaan als je nog niet intiem met God bent geweest ? Dan sla je stappen over. Leer waar het daadwerkelijk voor staat. Laat je geestelijk sexueel voorlichten. C. de Ridder (een geliefde Nunspeetse predikant, 1931-1980) preekte eens over het koninkrijk der hemelen als een beeld van de visvangst, en haalde daarvoor als preektekst aan : Mattheus 13. 47 Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een net, geworpen in de zee, en dat allerlei soorten van vissen samenbrengt; 48 Hetwelk, wanneer het vol geworden is, de vissers aan den oever optrekken, en nederzittende lezen het goede uit in hun vaten, maar het kwade werpen zij weg. 49 Alzo zal het in de voleinding der eeuwen wezen; de engelen zullen uitgaan en de bozen uit het midden der rechtvaardigen afscheiden, 50 En zullen dezelve in den vurigen oven werpen; daar zal zijn wening en knersing der tanden. Dit is niet iets wat buiten ons plaatsvindt, en dit is ook niet letterlijk, maar het vindt binnenin ons plaats met betrekking tot ons vlees, en het is symbolisch, want Jezus sprak in gelijkenissen en was ook zelf slechts een gelijkenis, dus niets om heethoofderig en koudhartig over te doen. De vis is de vleselijke gedachte en die komt in een net, en gaat de oven in. Wie dit toepast op een letterlijke vis of letterlijk op een mens die misbruikt deze principes. Die heeft het onderwijs dus niet begrepen. Er

wordt hier al gesteld dat er zowel goede als slechte vis is, dus als de mens zomaar vis zou eten, klakkeloos, dan begeeft zo'n mens zich al op glad ijs. Broeder de Ridder stelt dat het net het woord van God is wat de mens zuivert, en dit woord van god is een beeld van de hemelse wijsheid, weer een beeld dus, wat de mens verletterlijkt heeft alsof het om een stapeltje papieren gaat wat je kan kopen in de plaatselijke boekwinkel. Je zou denken : Ja, maar dat is toch wat die predikanten van de geref. gem. prediken ? Nee, want na zijn dood bezocht broeder de Ridder mij in een reusachtige woestijn en gaf mij prachtige esoterische bruine lederen riemen, in een droom (symbolisch dus, niet letterlijk), en hij had zich verdiept in de osirische egyptologie. Maar goed, dat even terzijde, dit werkt ook met terugwerkende kracht overigens, en daarom zijn hun geschriften tijdens hun leven ook nog belangrijk, ook al is het in een bepaalde taal geschreven. In zijn preek over de hemelse visvangst stelt hij ook dat het een geestelijk net is. Zoals een visser in de natuur zijn net maakt van touwen, zo gebeurd dat ook in het geestelijke. Maar hij zegt er dan bij : Het geestelijke net, dat in de zee uitgeworpen wordt om te vangen, wordt alleen gevormd door samenknoping en samenvoeging van Wet en Evangelie, van eis en belofte. Hij noemt er zelfs bij dat hier een zekere dreiging vanuit gaat. De zonde zal namelijk gedood gaan worden, en van die dood werd al gepredikt in Adam, en we hebben allemaal het Adam's vlees. Broeder de Ridder stelt dat daarom de profeten van het OT hier al over spraken en in hun prediking opriepen tot bekering : 'Bekeert u, bekeert u van uw boze werken.' Broeder de Ridder noemt het een bevel en een eis van Godswege, waaraan tegelijkertijd een belofte is verbonden. Het visnet is dus ook een net van hoop. De wetten en inzettingen zullen in de mens geprint moeten worden, en zijn daar niet de pennen door het vlees voor ? Dit alles wordt samengevoegd tot een geestelijk net. Wij hoeven geen aardse netten meer te gebruiken en daar onze tijd aan te verspillen, want het is allemaal ijdel en leidt ten verderve. Zonder de pennen door het vlees kan er geen nieuw hart komen. Daarom is deze visvangst nodig. Broeder de Ridder haalt hier ook Deuteronomium 10 voor aan : 'Besnijdt dan de voorhuid uws harten, en verhardt uw nek niet meer.' Hierbij stelt hij dat van Godswege de opwas in kennis geeist wordt. Hiertoe is wederkering nodig en volharding, en dan zal er ook genezing zijn. Wel moet dit dus een volharding zijn tot het einde, stelt broeder de Ridder. Pas dan kan er een eeuwig verbond zijn. Het net is eis en belofte, wet en evangelie. Terecht stelt deze broeder dat het geestelijke vissersschap een beroep is wat wetenschap en verstand vereist. De levende vis zwemt altijd tegen de stroom in, en daarom zijn er netten nodig, en die moeten uitgeworpen worden. Deze broeder legt de nadruk op de woorden : 'Werpt uw net uit aan de andere zijde.' Dit is een beeld ervan dat het geestelijk en profetisch is, niet naar aardse maatstaven. Als de discipelen het op hun eigen manier deden vingen ze niks. Broeder de Ridder stelt dat het ook betekent dat we daar moeten vissen waar niemand anders vist, dieper in de onderwereld, bij de poorten van hel en verderf, diep in de duisternis, wat in principe toen al een hele shamanistische uitspraak was, maar wat we ook wel kenden van Jezus. Wat is dan precies de taak van de geestelijke visser ? Als we om ons heenkijken dan zijn we hoe de matrix, de materiële realiteit om ons heen, de mens altijd maar weer straft als de mens ongehoorzaam is aan de mammon, altijd weer de mens bedreigt en altijd weer van de mens gehoorzaamheid tot de mammon eist. Broeder de Ridder was zich daarvan ook bewust en zei daarom ook dat het de taak van de geestelijke visser was om het oordeel van godswege aan te kondigen over deze mammonische zonde, want het gaat niet om de eis van de mammon, maar om de eis van het hogere, geestelijke onderwijs, wat de visser moet brengen. Het vlees is juist de duffe onwetendheid en spijbelarij. Hiertoe had Billie Turf altijd een meester Kwel die achter hem aanzat, en Bessie Turf altijd een juffrouw Schimmel die roet in haar eten gooide. Zijn profeten dan spelbrekers ? Zijn geestelijke vissers spelbrekers ? Ze laten het hogere spel zien, en helpen de mens te ontkomen aan de dodelijke netten van de mammon. Ze bewijzen de mens dus een eer en een dienst. Maar zo'n profeet, zo'n geestelijke visser, staat op het menu van de monsterlijke mammon. Mammon betekent overigens geld in het aramees, de taal van Jezus. Broeder de Ridder stelt dat de woorden van de geestelijke visser niet volgens de menselijke wijsheid mogen zijn, maar naar de zin

en de mening van het geestelijke, oftewel het profetische, het door de hemel ingegevene. Mensenbehagers vallen dan al af, stelt deze broeder. Het is een hele zware en moeilijke arbeid. De geestelijke visser heeft maar weinig vaste grond onder zijn voeten, want is vaak in het water of op een bootje, op een golvende zee, die vaak kan bruisen vanwege de stormen. Bezint eer ge begint. Maar hebben we een andere keuze ? Willen wij aan de hogere eis voldoen ? Het gaat niet om ons, of om de geestelijke vissers, stelt deze broeder, maar om de vangst, waartoe het net wordt uitgeworpen. Hiervoor moet de visser kennis hebben van zowel het net, hoe het uit te werpen, en van het water waarin hij vist, en de wind, en hij werkt voor de kroon van zegen die van boven komt. Deze hoop heeft hij. Paulus wilde zelfs wel verbannen worden om een goede visser te kunnen zijn, stelt broeder de Ridder dan. Je moet in ieder geval heel goed weten wat deze vissen zijn. Er zijn eetbare vissen, maar sommige vissen kun je niet eten. Er zijn ook vernielende vissen die schadelijk zijn voor de netten, merkt broeder de Ridder op. Er zijn ook roofzuchtige vissen. Ze verwoesten de netten, en zetten de gevangen vissen weer vrij, of vreten alles op met huid en haar, en ze kunnen ook flink verwonden. Kennen wij zulke vissen ? Daarom, stelt broeder de Ridder, moet de wet ook de dood van het vlees wel prediken. Er zijn eisen verbonden aan de wet. En oh oh, wat gaat deze broeder dan dreigen, als een woest klein jongetje in de wildernis. Zo boos is hij op de zonde. Hij trekt dan echt zijn visserssperen, en is er helemaal klaar voor. Hij zal op jacht gaan. Hij begint dan ook flink te schelden, en ik zou hem hemels gevaarlijk kunnen noemen, en je moet ook wel weten wat hij bedoeld, hoe je dat allemaal moet vertalen. Het is zeer abstract. Terecht merkt hij ook op dat er mammonische vissers zijn van het vlees, die vissen met netten van eigengerechtigheid. We zien hier ook een soort vissers oorlog, oorlogen tussen verschillende vissersstammen, zoals er in vele families ook nog steeds een kerkoorlog is, als geestelijke burger oorlogen, en dat gaat allemaal om vis. Broeder de Ridder stelt dan dat het om de netten gaat van de eisen van de goddelijke gerechtigheid. Laat het ons daarom te doen zijn. Hij kiest duidelijk partij. In deze netten vindt de mens de dood bij zichzelf, bij het vlees. hoofdstuk 18 pennen door het vlees Het kruis, de doornenkroon, pennen door het vlees, door het verstand, door de wil, en in de egyptologie waren er de palen van geb, van de ark, waaraan de vijanden, het vleselijke, afstierf, als een soort zaadlozing en besnijdenis. Osiris werd in een ark opgesloten, in het water gegooid, en kwam uiteindelijk in een boom terecht. Er zijn altijd zoveel verhalen over het kruis geweest. Jezus in de kribbe is ook een beeld van Osiris in zijn ark, en zoveel kinderen stierven met de komst van Jezus, vanwege de vervolging door Herodes. Zoveel kinderen aan kruizen om te wijzen op de ark, de wedergeboorte. Het hart van Jezus werd in stukken verscheurd daar, zoals Osiris in stukken werd verscheurd. En Jezus had zijn eigen ark : de vissersboot. En denk aan het gevangenenschip van Paulus wat schipbreuk leed. De mens is opgeroepen het vlees te kruisigen, oorlog te voeren tegen het vlees. Dat was in de germaanse theologie de enige weg tot het valhalla, de germaanse hemel, waar mijn oma ook over sprak en waardoor ze ook zei dat ik elke dag de wapenrusting aan moest doen in strijd tegen het vlees. De germanen waren dus ook bang voor gewoon een natuurlijke dood, en lieten zich soms op hun sterfbed doorspietsen met een speer. De koran zegt in 16:115 dat hetgeen wat uit zichzelf sterft verboden is en het bloed en vlees van varkens. In deze zin is dat een beeld van de luiheid van de

dienstweigering in de oorlog tegen het vlees. Germanen waren daarom ook altijd met de oorlog bezig. Maar dit was allemaal slechts metaforisch. Dat stelt de Vur ook in boek 40 : 1. De oorlog is alleen in de diepte. 2. De oorlog is alleen symbolisch. 3. Het is niet materieel. 4. Hoe bent u ertoe gekomen de oorlog materieel te zien ? 5. Ziet dan, gij bent misleid door de armelijke stadgeesten. Zij die dus de geestelijke oorlog vervangen voor de letterlijke oorlog staan ook schuldig aan dienstweigering in de oorlog tegen het vlees. Vleselijke gedachtes storten zichzelf massaal op de mens om de mens tot slaaf te maken. Daarom spreken we van het beeld van de visvangst. Zo kan alles gefilterd en getoetst worden. Ik ben een visser. Ik kom uit een vissersfamilie. Nu is dat geestelijk en symbolisch, maar toen was het letterlijk en materieel. Ik ben een geestelijke visser. Nou, nee, dat kon echt niet hoor, voor de familie. Het moest allemaal vleselijk zijn, op hun manier. Maar mijn oma stond achter mij. Ook de dominee van de familie stond achter mij. Ook als zij niet achter mij hadden gestaan had ik nog dit smalle pad bewandeld. Ik wil god dienen, niet de mens. Ik kies voor de hogere kennis, en de strijd tegen de onwetendheid en het vlees. Toch zag ik de oma en de dominee als soldaten gegeven in de strijd. Die valse aardse familie is een familie van dienstweigeraars, van spijbelfeestjes. Ik zie ze niet als mijn familie. Mijn ware familie is degenen die god volgen, naar de woorden van jezus, die ook zei : laat de doden de doden begraven en laat je familie achter, want er is een hogere hemelse familie. Wij moeten de banden van vleselijke families van ons afschudden want het zijn de banden van de dood. hoofdstuk 19 calvijn over samuel In de tijd van Samuel had God zich verborgen, de achterkant naar het volk toegedraaid. God had de mens aan zijn lot overgelaten, greep niet in. Calvijn stelde dat het volk weer tot smekelingen moesten worden, en tot boetvaardigheid moesten komen. De mens moest terugkeren tot het juk om God te gehoorzamen, in plaats van het gehoorzamen van het vlees en mensenvlees, familiair vlees etc. De mens moest de hals buigen onder het juk, stelde Calvijn in zijn commentaar op I Samuel 1. Laten we dit zeker niet letterlijk opvatten, maar metaforisch. Het is een bepaalde taal die we spreken. Hierin wordt de mens beproefd, en hierin moeten we het vlees blijven onderdrukken. God kan niet tegen de zonde. De zonde verwoest levens. De mens moet het vlees blijven kruisigen. Samuel moest overgedragen worden aan Eli voor tentendienst, en Calvijn stelt dat Samuel jeugdig en zwak was. Hij was nog maar net van de moederborst af. Dit kan natuurlijk ook iets metaforisch zijn geweest. Calvijn zegt : Laten wij daarentegen echter, daar wij zullen zien dat de roekelozen van hoogmoed opgezwollen zijn, en ons met hun voeten vertrappen, en met schimp en smaad bezwaren, leren het stilzwijgen te bewaren, zolang totdat God ons tegen hun trots versterkt, verheuging schenkt, en de ware vreugde genieten doet. Calvijn stelt hier met de woorden van Hannah in zijn commentaar op 1 Samuel 2 dat God de god van de wetenschappen is en de god van de kennis, en dat de menselijke wetenschap hiertegen faalt, omdat er nog iets hogers is dan de menselijke wetenschap, wat we dan ook voor het gemak God noemen. Calvijn heeft het dus over een hogere intelligentie die alles overziet, een volkomen energie, die overigens wel aan de hogere wetten is onderworpen, wat dan ook weer een onderdeel ervan is. Calvijn heeft het dan over de bron van alle wijsheid. Er is dus iets aan vooraf gegaan waar de mens nog geen weet van heeft. De mens

kan zichzelf niet vertrouwen. Er is een hiaat gevallen waar de mens naar terug moet gaan. Hierom moet de mens leren bescheiden te zijn. Calvijn stelt dat de mens ten prooi is gevallen aan ijdele meningen. Dan gaat Calvijn verder met de woorden van Hannah : 'De boog van de sterken is overwonnen, doch de zwakken zijn met kracht omgord.' Calvijn stelt dat de stervelingen zichzelf zo aanmatigen in hun overmoed dat ze zich als reuzen van het vlees (nephilim) tegen God verheffen. Maar de rechtvaardigen zijn hierdoor in een jammerstaat terecht te komen, en als ze bijna ineen lijken te storten, en met vurige gebeden toevlucht hebben gezocht tot God, dan worden ze opgericht en versterkt. We kunnen stellen dat hierom Hannah haar zoon zwak en hongerig hield, opdat hij geen deel zou zijn van de nephilim, de reuzen van het vlees, die in hun overmoed en grootspraak tegen God streden. Hannah leerde haar zoon over de leegte. Ze wist dat verwennerij fataal zou zijn. Ze had haar achterkant naar hem gekeerd. We kunnen dus armoede en honger ook als een gave zien. Weer stelt calvijn dat de mens een smekeling moet zijn, zodat er geen kracht wordt aangevuld vanuit het vlees. hoofdstuk 20 het kehatitische verschijnsel De baarmoeder was het kehatitische verschijnsel, met haar mijnenvelden, zoals in de hof van eden had alles wat je aanraakte zijn consequenties. Door de boom van kennis zou je vlees sterven, door de boom des levens zou je voor eeuwig hongeren, in de grondteksten. De germaanse uitverkiezing of predestinatie bestond eruit dat je op het strijdveld van de geestelijke oorlogsvoering aan je vlees moest sterven om opgenomen te worden tot het valhalla. In de calvinistische mythologie ging dit om een eeuwige dood aan het vlees, in de vijfde pilaar, als een beeld van de volharding, wat ook de ware erectie is en ware opstanding van Jezus. De hemelhel is dit missende component waarin dit plaatsvindt, en dit is de vagina, het holle, de germaanse moeder godin, en zij brengt honger. In diepte ging het op het germaanse strijdveld dan ook om de eeuwige dood van het vlees. Tussen dood van het vlees en eeuwige dood van het vlees ligt dus het eeuwige hongerpad. Dat is wat de boom des levens is in de israelitische grondteksten, chay, honger, hebreeuws, en in het Aramees is het ook de boom van de oorspronkelijke natuur, de rauwe, woeste natuur, hy, volbloed, niet corrupt gemaakt, onverdund, fris en snel stromend. Dit was ook een naam voor godin, als boom van de godin. Het is een middelaarsboom in het Aramees. In het Hebreeuws is het ook een boom van scheiding, de afbreker. In het aramees kan het ook een gemeenschappelijk fonds zijn. Deze eigenschappen komen ook terug bij Odin's achtbenige paard, Sleipnir : ongelooflijk snel, brug naar zowel de onderwereld als de hemel. Odin had Sleipnir een keer gewonnen in een wedstrijd tegen een reus, als beeld van het vlees overwonnen. Odin wijst terug op Eden, het vaginale paradijs, wat terugleidt tot de egyptische cultus van de godin Kuth, Kehat, wat dus een kehatitisch verschijnsel is, en het mysterie omtrend de troon van osiris altijd versluierd hield. Sleipnir als beeld van de germaanse vruchtbaarheid en voltooiing van het onderwijs is een beeld van de uiting van de calvinistische mythologie, en komt ook weer terug in de sinterklaas mythologie als de schimmel van sinterklaas. De sinterklaas mythologie is een allegorie over de charismatische gaven. Bessie Turf die altijd maar wilde eten, als beeld van het onbeteugeld vlees, werd altijd in de gaten gehouden door juffrouw schimmel wat daar ook een beeld van is. Het paard staat voor de beteugeling van het vlees. Wel heeft Bessie Turf teruggeslagen door de dwerg Schemmel hiervoor aan te schaffen, een valse juffrouw schimmel. De dwerg Schemmel, de valse juffrouw schimmel,

staat voor een valse orde, en die kan alleen maar overwonnen worden door de oerchaos van het preexistentialisme van Napoleon. Dit wordt ook wel de Brannanse chaos genoemd. De dode komt in de woestijn tot de hongerburcht van sokar in de egyptologie, skr, in het voortijds : sukki-r, sukki-oru, de volharding in het kruis, wat een beeld is van de honger (halal, voortijds). De germaanse oorlogsgoden, de asir (vgl. assur, osiris, suri) bezaten de godenburcht asgard, skr-t, sokar-t, heenwijzend naar de hongerburcht van sokar in de egyptologie, en het voortijdse sukki-orut, overwinning (t) door volharding (sukki) in het kruis (oru), oftewel sukki-halal, sukki-l, volharding in het hongeren, de eeuwige honger (vgl skl, ezekiel). Er was een oorlog tussen de asir en de vanir (wanen, vruchtbaarheidsgoden, die nomadisch waren), en deze oorlog werd uiteindelijk overbrugt door de germaanse messias genaamd kvasir, die door dwergen werd vermoord, maar waardoor hij gedichten kon brengen, metaforiek. Door poëzie werd de oorlog verijdeld. Kvasir bracht door zijn dood deze honing voort, dit zaad. (vgl. eeuwig evangelie mysteriën) Hierdoor werden de paarden beteugeld, als beeld van het vlees wat werd beteugeld, en zo eindigt ook het eerste boek van de vur, met paarden : 30 Ik vond jou in die grot, Jij en je paarden, Schilderijen aan de muren, Dit is een wereld in een schilderij Daartoe werden de pijlen, de eeuwige pennen door het vlees, afgeschoten. Er werd een muur rondom asgard gebouwd, rondom skr-t, sukki-oru-t, de bewakers van de geheimen van het kruis. Dit was waarom de asir in oorlog kwam met de vanir, de wanen, want die wilden gewoon doorgang hebben tot asgard. De muur werd gebouwd door een vorstreus, of steenreus, hrimtur, met een adem zo koud dat alles om hem heen bevroor, en hij maakte gebruik van een beteugeld paard wat sleipnir had verwekt, svadilfari, een reuzenpaard van hard werk. De reus zou als beloning freya krijgen, de vruchtbaarheidsgodin, en de goden dachten dat hij het niet zou halen, want hij zou haar alleen maar krijgen als hij binnen een bepaalde tijd de muur zou hebben gebouwd. Maar door het paard leek het erop dat hij het zou redden. Loki had dit zo bepaald en de goden, wat golems, waren woedend en wilden Loki voor eeuwig laten folteren hiervoor. Loki veranderde toen ook in een beteugeld paard om tegen het paard van de reus te strijden. Zo kreeg Loki het voor elkaar dat de muur niet op tijd beeindigd zou worden, en zo moest de reus dus hongeren, want hij kreeg freya niet. En dat was ook het hele idee, want asgard was immers een hongerburcht. Loki is de germaanse duivel, maar had dezelfde dualistische taak als seth in de egyptologie, en satan in de israelologie, dus meer als beproever. In de gnosis is hij ook een personificatie voor de germaanse logos, oftewel het germaanse woord. Dat er in orthodox calvinisme een eeuwige hel wordt gepredikt voor de duivel en zijn volgelingen is dus een misvatting van dit verhaal, en dit zijn dus ook de golems die het Loki niet hebben vergeven freya op de waagschaal te hebben gezet. In de egyptologie is de letter T typisch een merkteken of litteken als beeld van oprichting, settlement, overwinning, claim (tit, twa), als kroon op het werk, wat ook voortijdse wortels heeft. Het is een bepaalde verstening die plaatsvindt (twt) door de vereeuwiging, volharding, dus na de sukki-oru, oftewel na de volharding in het kruis, na de honger. In de voortijd is de T verbonden aan reformatie, herstel van tentendienst, voleinding. Vandaar skr-t, oftewel asgard. Denk ook aan het griekse 'aletheia', waarheid, L-T, oftewel halal-t in het voortijds, het uiteindelijke brandmerken door de honger, of het griekse lethe, de rivier van vergetelheid, L-T. Het is de uiteindelijke beteugeling. Ik heb veel dromen gehad over skr-t, als paardenhouderij. Dit is ook waar de tandarts-industrie zich heeft gezeteld die hieruit ontworteld dient te worden. Dit kan alleen als we het tandarts mysterie gaan begrijpen, de allegorie ervan, wat namelijk shamanistisch is, bovenstaande.

De centaurs voeren hier oorlog voor, en zijn hierin onderwijzers, en de bewakers van dit mysterie. De centaur is een beeld van de beteugelde mens, geoefend tot areta. Dat was wat heracles was, de dienstknecht (kalos) van here (ionische, efezische amazones hadden als godinnen here en areta). Zo was hij ook aretacles. Areta is R-T, als het voortijdse oru-t, als de geoefendheid door het kruis. Dit is een verbrokenheid, een gebondenheid en beteugeling die volkomen is geworden door de vereeuwiging. De mens is zo tot volmaakte hemelse slavernij gekomen, oftewel tot volkomen hemelse tentendienst, in het kehatitische. Het is de vruchtbaarheid van de eeuwige honger. Het is de paradijselijke verlamming. De mens komt hiertoe niet zomaar, moet eerst sfinx worden : half leeuw, half mens, in het heilige verzetten, tot bloedens, zwetens, tranens en zadens toe. De mens moet eerst de mysteriën kennen van het rund (werk, volharding), en de leeuw (het toetsen, verzetten), wat egyptologisch is. Hoe komt men tot de skr-t ? Door de sleutels van de egyptologie en de voortijdse sleutels van de amazonologie. Zonder dezen wordt het namelijk corrupt. Er is geen paard zonder rund en leeuw. Hierover gaan ook de OT mysteriën. Het gaat dus om het mysterie van skr-t, oftewel sukki-areta, de volharding tot areta, die de volharding tot geoefendheid is. Sleipnir is dit voleindigings-mysterie van Odin. Het heeft hem de shamanistische sleutels gegeven. Dit is wat de diepte van de calvinistische mythologie is. Het leidt terug tot de germaanse oerfundamenten, tot de egyptologie en de voortijdse amazonologie. Dat is uiteindelijk wat het kehatitische verschijnsel is : een beteugeling. Zo wordt de mens tot aretaiet, tot aretacles, met de sleutels tot skr-t dus. Dan is de code van Sleipnir gebroken. Sleipnir is Calvijn, en dat moet de mens leren berijden. De mens moet met deze beteugeling leren omgaan. Het is de beteugeling van zijn eigen vlees. Uiteindelijk is Odin degene die Sleipnir berijdt, oftewel Eden, het Kehatitische verschijnsel, de vagina. Zo is de code van de sexualiteit gebroken. De stad is niet meer, slechts wildernis. Wie er nog leeft heeft het niet goed genoeg verdiept. Stel u nu op als bewakers van het geheim, als sfinxen. Laat hen nu hongeren. Alleen in het hart van de sfinx brandt het geheimenis van de beteugeling, het geheimenis van het paard, van de centaur, de beteugelde mens, beteugeld tot areta. Alleen in het hart van de sfinx zijn de sleutelen tot skr-t te vinden, en alle vlees die het vindt en aanraakt zal sterven in het kehatitische verschijnsel. Dit zijn de onverwoestbare en meedogenloze mijnenvelden van de baarmoeder. Sleipnir : SL-P-NR Aso-halal-pw-nura Aso : de profetische leidster van de opvoeding (aso, voortijds) tot hongerende (halal, voortijds), door de pw (waterput, egyptisch / peh, israelitisch, diepte) tot nura, oud aramees woord voor de urim/ hel/ toetser, als sfinx. De ark : r-k, oru-k, het onderwijs (k) van het kruis (oru), is ook een kehatitisch verschijnsel. Zo velen vielen buiten de ark. Ook toen zacharias de engel ontmoette en een tijd hierdoor niet kon spreken was een kehatitisch verschijnsel, en ook toen johannes als dood op de grond viel toen hij een engel ontmoette is een kehatitisch verschijnsel. hoofdstuk 21 Calvijn over de barmhartigheid en het metaforische oordeel van God – bespreking van zijn zefanja commentaar

Zowel het Evangelie als de Reformatie waren allegorieen. Calvijn bespreekt de barmhartigheid en het oordeel van God. Wat is het ? We mogen er achter komen dat het oordeel over het vlees altijd wordt voorafgegaan door barmhartigheid waarin het oordeel uitgesteld wordt, wat tot verdieping is. Wat is oordeel ? Het is uiteindelijk maar iets metaforisch en er wordt mee bedoeld : exegese, oftewel openbaring van de betekenis van iets. De oorlog is een metafoor van het afpellen van het doorgronden van iets, het vertalen, en dit leidt uiteindelijk dus tot het oordeel, dat je het dan ook daadwerkelijk begrijpt, een eind-oordeel van de definitie van iets. Heel filosofisch dus, en de theologie omtrend dit moeilijke vraagstuk is dus slechts zinnebeeldig, een gelijkenis. Godsdienst als metafoor om filosofie te ondersteunen is altijd weer het motto. Hierin heeft Calvijn tijdens de reformatie een briljant commentaar geleverd op de profeet Zefanja, en daar hebben wij ook weer een commentaar op gegeven. Calvijn studeren wij al vele jaren, deze Mohammed van de reformatie. Het is zeker geen speelgoed om zomaar kinderen te gaan toewerpen, dus vandaar dat een commentaar en exegese op het werk van Calvijn van levensbelang is. Het zijn allegorieën, zoals de koran ook allegorie was, zoals de koran zelf ook stelt. Maar de vleselijke mens kan het letterlijke niet van het geestelijke onderscheiden. En daar de systemen die de mens hebben opgeslokt vleselijk zijn moet dit commentaar er dus wel komen, waar we ook al vele jaren mee bezig zijn in de series van het nieuwe onderwijs. Calvijn was natuurlijk een iconische en canonieke figuur in de kerkgeschiedenis, die niet onderdeed voor een Mozes, Paulus of Mohammed qua belangrijke boodschappen. Dat we Calvijn moeten leren berijden zoals Odin zijn paard Sleipnir is een feit. Daar hebben we veel over gesproken en dat blijven we zeggen. Het gaat erom de mythologie van Calvijn te begrijpen. Het is niet altijd makkelijk om je er doorheen te worstelen. Soms begon ik bij het einde van een boek en werkte zo toe naar het begin, wat ook een goede tip is voor anderen die soms moeite hebben met het lezen van boeken of lange stukken. Begin eens bij het einde van het boek, of sla het boek eens ergens in het midden open. Boeken moet je leren berijden, leren onder de knie te krijgen, en dat gaat niet altijd rechtstreeks. Zefanja 3 (Calvijn's vertaling) 1 Wee de bezoedelde, bevlekte, verdrukkende (of bedriegende) stad. Zij hoorde niet naar de stem, zij nam geen tucht (of terechtwijzing) aan (…) tot haar God naderde zij niet. Calvijn geeft als commentaar : 'De waarachtige godsvrucht begint met de bereidheid zich te laten onderrichten: wanneer wij ons onderwerpen aan God en aan zijn Woord, dan is dat het echte begin van zijn wettige dienst. Wanneer echter de hemelse onderwijzing wordt veracht, ook al vermoeien zich nog zo zeer met hun ceremoniën, dan wordt hun goddeloosheid toch blootgelegd door hun hardnekkigheid.' Calvijn noemt dit ook wel hardleersheid. Tuchteloosheid gaat dus samen met het spijbelen. Mensen doen geen onderzoek, maar leven in vooroordelen en dicteren zelfs God. Zij bepalen dus als leken wat predikanten en ook God moeten doen, want zij, het vlees, het familiaire vlees, zijn de baas. Calvijn stelt dat de mens brandt van hebzucht, onverzadelijk zijn, en elkaar zo naar willekeur beroven en bedriegen. Het vlees is tot zijn eigen god geworden, heeft zijn eigen bittere en dramatische heiligheid geschapen. Het vlees kan zeer heilig doen, oftewel schijnheilig, bijgelovig. Calvijn noemt hen blinder dan mollen, redeloos vee dat verdrinkt in hun eigen lusten. Calvijn zegt dat ze niet eens waard zijn mensen te worden genoemd want dat zijn ze niet. Ze hadden het hemelse onderwijs moeten brengen, maar dat hebben ze niet gedaan. Ze zijn lichtzinnig en trouweloos en hebben het heilige bezoedeld. Calvijn stelt dat God altijd weer het oordeel over het vlees uitstelt, om het volk te toetsen en uit

barmhartigheid, maar dat het volk hier misbruik van maakt. Ook in de Koran wordt gesteld dat God barmhartig is. De barmhartigheid, het uitstel van het oordeel, is het sieraad van God, een liefelijkheid die overigens niet verward moet worden met zwakheid en ook zeer zeker niet losgemaakt moet worden van de dreiging van het komende oordeel over het vlees. Calvijn bespreekt de tederheid van God, maar dat mag geen excuus zijn voor de zonde. Dat zou dwaasheid zijn, stelt Calvijn. 10 Van de overzijde van de rivieren van Ethiopië zullen mijn aanbidders, mijn verstrooiden, mijn offer brengen. Het gaat hier om ballingen, en die moeten zich niet teveel verheffen wanneer God barmhartig is, want waarom zou God niet barmhartig zijn naar ballingen ? Calvijn stelt dat de hoogmoedig juichenden weggenomen zouden worden. Deze leden zouden afgesneden worden en Calvijn zei dat er geen andere manier was om het overblijfsel te bewaren. Calvijn stelt dat het overblijfsel door het kruis wordt bedwongen, om de hoogmoed af te leren. De hoogmoed kan niet verwijderd worden zonder uitgeroeid te worden met wortel en tak door God's geweld. Om de uitverkorenen te bedwingen worden ze onderworpen en in gebrek gehouden. Ze worden geoefend onder het kruis. Om aan aards vertrouwen af te sterven wordt hen alle stof tot roemen ontnomen. Calvijn stelt dat de mens zich altijd meer aanmatigd dan geoorloofd is en zich hierdoor op de plaats van God stelt. Daarom is het noodzakelijk dat zij die zich ook maar het geringste ten onrechte toekennen worden uitgeroeid, stelt Calvijn. Hiermee wordt natuurlijk het vlees bedoeld. Calvijn zegt dan dat God de zijnen op zo'n manier kastijdt, dat door zachtmoedigheid ook alle hoogheid en overmoed geneest. De mens moet dan komen van hoogmoed tot hoopmoed. God stelt de hoop tegenover de hoogmoed die al van tevoren was veroordeeld. Calvijn noemt psalm 59 waarin David God barmhartig noemt. We zien in deze psalm ook hoe David de sterkte van God bezingt, als een nederzetting waartoe hij vluchtte in de dagen van benauwdheid. Deze sterkte is een beeld van de barmhartigheid die het oordeel uitstelt, ook uitgebeeld door de baarmoeder en het sterke, brede lichaam van de natuurvrouw, terwijl de natuurman geen borsten heeft en gewoon dun is. David bezingt dan ook niet zijn eigen sterkte, maar de sterkte van God, van de natuur voorgesteld als donkere vrouw. De baarmoeder is een beeld van de woning van de man, wat in deze psalm wordt besproken. 2:3 roept dan de mens op om deze zachtmoedigheid te zoeken. De zachtmoedigen zijn degenen die het juk hebben aanvaard en baat hebben gehad bij de tuchtiging van God, zegt Calvijn. Zij hebben zich onderworpen. Tegenspoed leidt tot ootmoed, en de zachtmoedigen zijn dus degenen die aan God gehoorzaam waren nadat ze waren gekastijd. Zij zijn de hemels getemden door de roede, zegt Calvijn, net als Jeremia die eerst als een ongetemd kalf was. De vleselijken echter verstoppen zich altijd weer achter hun ceremoniën, hun gepronk en gepraal, alsof God daardoor als een kind zoet gehouden kan worden. God zou het oordeel uitstellen. Daarom begon hoofdstuk 2 met het verzamelen van het kaf, het vlees. Dit is ook onderdeel van God's barmhartigheid. Verzamelt u, verzamelt u, oh onbeminnelijke natie, vertaalt Calvijn. Voordat het besluit baart – zoals het kaf in een dag voorbij gaat – voordat over u komt de gloed van de toorn van de Heer (2:1-2). Er is in die zin nog tijd. 2:11 – Vreselijk zal de Heer zijn tegen hen, want hij zal alle goden van de aarde verteren, razah. en Hem zullen aanbidden ieder uit zijn plaats, alle eilanden van de heidenen (Calvijn's vert.) Calvijn merkt op dat razah 'doen vermageren' betekent. Het vlees zal dus moeten minderen. En dit gaat om het vlees van roem van de afgoden, van ijdele eer.

2:12 – Ook gij Ethiopiërs zult zelf door mijn mes worden gedood. Calvijn noemt ook het loon van de Ethiopiërs, omdat zij het uitverkoren volk hadden bedreigd, en daarom werden zij bedreigd van Godswege. Calvijn waarschuwt voor de ongevoeligheid en zorgeloosheid door rijkdom, want daarover komt God's toorn, vooral als deze rijkdom hen ook wreed maakt, zodat zij het overblijfsel vervolgen, beroven, plunderen en doden. Calvijn noemde Zefanja niet iemand die met eigen verzinsels aankwam, maar een vertolker van de hemelse leer. 1:17 – En Ik zal de mens, of mensen, in het nauw drijven, en zij zullen ronddolen als blinden, omdat zij goddeloos tegen de Heer hebben gehandeld, en hun bloed zal worden uitgegoten als stof, en hun vlees zal zijn als drek. Er zullen pinnen door het vlees van de mens gaan, en hun ogen zullen uitgestoken worden, en zo zullen ze ronddolen. Er zullen kippenveren hangen aan de pinnen door het vlees. De mens zal zijn tot een eeuwige verdoemde, wenend en klagend, hongerend, in ballingschap. Zo zal hun vlees vermageren en hun bloed wegstromen, wat ook symbolisch is dat ze losgesneden zullen worden van hun bloedlijnen waar ze vandaan kwamen. Ze zijn in ballingschap. Met familie banden wordt niet meer gerekend. Die zullen wegbloeden. Deze eeuwige verdoemenis is een heilige verdoemenis over hun vlees, dus niet in letterlijke westers christelijke zin, maar meer allegorisch. De mens was immers zelfverzekerd op de weg van het vlees, en daarom moeten ze nu eerst dwalen. Ze waren wijs in eigen ogen, en daarom moesten ze eerst blind worden, wat een profetische blindheid is. Calvijn zegt dat ze werden overgeleverd aan de diepste spot, opdat ze los zouden komen van alle ijdele roem waarmee ze waren opgeblazen. God is als de wijnpers, de treder van de druiven van het vlees. De voeten begeren zo'n jacht op de varkens van het vlees. Ze zijn roofzuchtig. Laten we beseffen dat het vlees in het Aramees ook het mannelijk geslachtsdeel is, en ook de man zelf is een geslachtsdeel, oftewel zaaddragend. Calvijn noemt het geroep van het geslagen volk wat Zefanja tegenover de stemmen van de profeten stelt, die zij hadden veracht en bespot. 1:15 – Die dag is een dag van verbolgenheid, een dag van benauwdheid en angst, een dag van overrompeling en verwoesting, van duisternis en donkerheid, van bewolking en dichte mist. 1:16 – Een dag van krijgsgeschreeuw en bazuingeschal over de verstrekte steden en hoge hoektorens. Calvijn stelt dat de mens moet ontwaken tot het geklank van de bazuin, tot het onderwijs wat nodig is om afstand te doen van het wereldse vlees. Deze bazuinen worden zowel in het OT als in het boek openbaring besproken, en in de zin van 1:16 gaat dit ook om het horen van het krijgsgeschreeuw. Tevens zullen wij dan het geschreeuw en gegil van het vlees horen, de krijsende varkens. Calvijn zegt dat het dwaas is de wraak van God proberen te verkleinen, zoals geveinsden en goddelozen dit doen. Zij denken alleen maar in gemakkelijkheden en hebben God in hun halsstarrigheid zo getard dat hij als een gewapende vijand tegen hen optrekt. Het vlees put vertrouwen uit het verachten van God, en het vlees is gerust wanneer het schuilplaatsen vindt om zich ver aan het aangezicht van God te onttrekken. Het vlees verlangt geen andere rust dan die voortkomt uit het vergeten van God. 1:14 – Nabij is de grote dag van de Heer, nabij en zich zeer haastende, de stem van de dag van de Heer is bitter. Anderen vertalen : de sterke zal daar luid roepen, of luid gillen, wat een beeld is van het gillende varken als een beeld van het vlees. De Israelieten geloofden niet in de eeuwige verdoemenis zoals in het christelijke westen, en nog steeds niet, zoals ook de eerste christenen dit niet geloofden, omdat zij immers de metaforische talen kenden. Het domme westen heeft alles verletterlijkt voor een markt door gebrek aan

onderwijs, dus het is niet eens meer christelijk of israelitisch te noemen. Wel wordt er soms van een eeuwige verdoemenis gesproken maar die is dus zinnebeeldig in de zin dat wij ons vlees voor eeuwig laten wegsijpelen, dus niet slechts voor korte tijd of door een eenmalig opzegversje zoals in het christelijke westen. Het is het aanvaarden van het eeuwige kruis over het vlees, opdat het vlees niet wederom zal opstaan. Eeuwigheid is een beeld van de volharding en de volkomenheid. 1:12 – Ik zal bezoeking doen over de mannen dik geworden op hun droesem. Let wel : Er staat hier mannen, niet vrouwen. Vrouwen mogen dik zijn omdat ze de natuurlijke beschermers zijn van het kind. Brede heupen om de baarmoeder te beschermen, die donker en nat moet zijn. Vandaar ook de wildgroei van schaamhaar en de donkerheid van de natuurvrouw. In dit vers gaat het over de man. Calvijn zegt dat het hier over de rijken gaat die zich vleiden in hun voorspoed en niet vreesden, waardoor ze dik werden. Droesem ontstaat door teveel overvloed en rust waardoor ze stompzinnig worden en zich van geen enkel onderwijs wat aantrekken. Het is vadzige zorgeloosheid, zegt Calvijn. Het is een dikke stijve massa geworden, ontbloot van verstand en inzicht. Ze hebben hierdoor hun gevoel verloren. 1:11 – Huilt, bewoners van de holen, want het volk van kooplieden is verdreven, alle gelddragers zijn uitgeroeid. Calvijn zegt dat hier God het vlees oproept tot tranen. Het vlees heeft namelijk heel wat uit te huilen. Ook moet hierom het varken gillen, omdat het varken teveel heeft geroofd. Calvijn zegt dat het kooplieden waren die verblind waren door zorgeloosheid. De holen waarin ze zich schuilhouden zijn uithollingen, diepe plaatsen. In de amazone theologie en mythologie lokten de amazones soms mannen of varkens tot eenzame tenten om gemeenschap met ze te hebben, om ze vervolgens in hun verdovende slaap te overmeesteren. Dit zijn strikhuwelijken, zoals ook de spin die na de paring haar man opvreet. Dit zijn zinnebeelden van de verstrikking van het vlees : Huilt, bewoners van de holen, gij die in de vagina's van vrouwen zijt afgedaald om daarin een schuilplaats te vinden, want dit is slechts een strik. De sexualiteit is een beeld van de overwinning over het vlees. De sexualiteit is een metafoor van de demonologie. Daarom geeft de man zijn zaad, het vlees zijn tranen. Calvijn zegt : Zefanja kondigde de kooplieden die in hun schuilplaatsen verborgen zaten een gehuil aan. Zij waren namelijk rijk en dik geworden op hun droesem. Door hun weelde was hun gevoel afgestompt zodat ze niet meer in verwondering waren over de goedheid van God en ook niet meer verschrikt waren over de bedreigingen van het komende oordeel. Ze hadden geen heilige vrees meer, dus daarom werden ze in de val gelokt. Calvijn zegt dat het vlees door mateloze weelde de grenzen overschrijdt. Ik zal bezoeking doen over allen die over de drempel springen. Het over de drempel springen is het binnengaan van andermans huizen en ze plunderen. 1:10 – En er zal zijn op die dag, zegt de Heer, een stem van geschreeuw vanaf de eerste vispoort, en een gehuil vanaf de tweede. Vissen is een beeld van de geduldsstrijd tegen het vlees, van de barmhartigheid, tederheid en zachtmoedigheid van God die het oordeel uitstelt. Het oordeel is niet rechttoe rechtaan, maar er is speling. Calvijn zegt dat er ook gesteld wordt dat het hier in de vertaling om een school gaat. Calvijn zegt dat het ook kan duiden op een vismarkt. Het vers duidt erop dat alle zelfvertrouwen uit de hand wordt geslagen en dat hen er op gewezen wordt dat er voor hen geen ontkoming zal zijn als de Heer zich zal wreken op hun zonden. De mens merkt bij de poorten dat hij vast komt te zitten en niet meer los kan komen, en weent dan, zoals het mannelijk geslachtsdeel na het wrikken in de vagina zijn zaad geeft. Welke man kan eenmaal in de vagina te zijn hieraan ontkomen ? Nee, de man moet zijn zaad geven, het vlees moet huilen. Het gaat hier om de noodzaak van de verbrokenheid. Het mannelijk geslachtsdeel is als een gillend varken in de strik die niet meer kan

ontkomen. Dit offer moet er wel zijn. Calvijn zegt dat God het neerslaan van de goddelozen vergelijkt met een offer. Deze slachting is een welriekend offer, omdat het de heerlijkheid van God laat zien. Dit is dus duidelijk de slachting van het vlees, van de zonde. Maar hiertoe is voorbereiding geweest, oftewel barmhartigheid. Calvijn zegt dat de profeet dit op onaangename wijze moest brengen, opdat het de harten van de volken zwaarder zou treffen. Het oordeel van God moest erkend worden, en dit kon alleen maar als ze in zouden zien dat de wreedheid in deze dingen het priesterschap tot God was, oftewel de ware tentendienst, want alleen door wreedheid zou het vlees onderworpen kunnen worden, zowel door barmhartigheid als wreedheid. Barmhartigheid wordt in balans gehouden door de noodzaak van het hemelse wrede oordeel die uiteindelijk het vlees uitroeid. Er is geen barmhartigheid zonder roede en er is geen barmhartigheid zonder het uiteindelijke slachtmes. De zonde mag niet blijven bestaan. Het kaf zal van het koren gescheiden worden. Vandaar dat er een hemelse wreedheid is, maar die moet dus getemperd worden door hemelse barmhartigheid, anders is het slechts vleselijke wreedheid, waarover trouwens ook het oordeel van God komt. Calvijn zegt dat het oordeel niet voor niets werd aangekondigd, maar dat er rechtmatige oorzaken voor waren. Calvijn noemt het einde van het vlees de slachtbank. De goddelozen, oftewel het goddeloze vlees, zoekt uitvluchten, zegt Calvijn. De bijgelovige, of het bijgelovige vlees, plegen zichzelf te verbergen onder een bedekking van onwetendheid. Calvijn zegt dat het altijd hetzelfde liedje is. De mens wil niet tot de hemelse onderrichting komen, wil dus God niet dienen, en maakt zichzelf daarom een schijn van godsdienst, ook omdat de mens zich voor andere mensen anders zou schamen. Daarom denkt de mens vele ceremoniën uit, en vele vrome feesten, om andere mensen maar te laten denken dat ze zo normaal zijn, alsof het daarom te doen is in het leven. Maar hiermee bevredigen ze hun vlees bigtime. Maar al deze vleselijke, menselijke ceremoniën staan tussen God en mens in, oftewel tussen de mens en de hemelse onderrichting. Calvijn zegt dat de mens al zo diep afgedaald is dat ze de leugen bedekken met God's naam. Ze zweren vals met de naam van God en kunnen zo God veranderen in wat ze willen. De ware eigenschap van God is echter het verborgene te kennen en bloot te leggen en de waarheid te openbaren, zegt Calvijn. Er wordt dus gestreden om de definitie van God tussen het vleselijke en het geestelijke. Het vleselijke wat niks met God te maken wil hebben, heeft de naam van God echter wel nodig om zichzelf achter te verschuilen en om zo alles te kunnen verdraaien wat het geestelijke zegt. 'De gehele wereld moet erkennen dat Ik de ware God ben, en zoals elke knie voor Mij moet buigen, zo moet men zich ook onderwerpen aan mijn oordeel, over het vlees.' Dan gaan de afvalligen nog zo ver om een vals oordeel op te zetten totaal zonder barmhartigheid wat een kenmerk is van elk waar oordeel, en totaal zonder enig geduld. Nooit hebben ze geleerd stil te zijn voor God en Calvijn vertaald het stil zijn als het jezelf onderwerpen aan God. Laten we onthouden dat God voor Calvijn de hemelse wetenschap en de hemelse kennis is, een hemelse scholing, en niet zomaar een persoon op zichzelf. Calvijn verafschuwt het dat de mens zomaar te pas en te onpas het woord God in de mond neemt, dus weet goed waar je het over hebt als je het over God hebt, en bedrieg geen anderen ermee. Verschuil jezelf er niet achter met je vlees. God is geen stel regels, maar een diepgaande leer die het verborgene blootlegt en de dieptes van de dingen openbaart. Het vlees zal dit nooit kunnen zien en nooit willen zien, want dat zou de ondergang van het vlees betekenen. We kunnen dus afwachten wat de natuur gaat doen. De natuur is barmhartig tot het vlees, maar leidt het vlees ook tot de ontbloting. Het vlees heeft bij het noemen van de naam God een excuus, denkt het vlees, en laat hierbij het onderwijs achterwege. Was het maar zo simpel, want het vlees heeft ook om zich in te dekken een eigen onderwijs systeem opgericht, wars van alle demonologie. Calvijn zegt dat het vlees enorm bijgelovig is. Dit bijgeloof is in hun eigen systemen en verzinsels waarmee ze anderen onderdrukken. Kijk hoe de woeste varkens van het vlees anderen aanvallen. Calvijn zegt : De mens moet bescheiden en nuchter zijn in zijn oordeel, en belijden dat de oordelen van God een diepe afgrond zijn. Het oordeel van het vlees zal altijd onbestendig en oppervlakkig

zijn. Het kan een verbazingwekkende ijver hebben, maar daarna verslapt het weer. Voor Calvijn zijn zowel het Evangelie als de Reformatie heilig, maar ontwijd door oppervlakkigheid van vleselijken. Alleen zij die volharden tot het einde zullen het Evangelie en de Reformatie heiligen. Wij weten nu inmiddels dat dit alleen kan door dat wat na de reformatie komt : de Regressie, oftewel de terugkeer tot de bron. hoofdstuk 22 theognosische exegese van amos Amos 1 2 En hij zeide: De Heer zal brullen uit Sion, en Zijn stem verheffen uit Jeruzalem; en de woningen der herderen zullen treuren, en de hoogte van Karmel zal verdorren. De commentaren serie genaamd de bijbel toegelicht voor het nederlandse volk (BTNV), rond 1940, stelt (A. S. Timmers) dat het hier gaat om een honger situatie. De herders treuren vanwege een gebrek aan voedsel voor hun vee. Het is een zinnebeeldige voorstelling van het oordeel van God, namelijk dat het vlees verminderd wordt. Dit is een natuurverschijnsel dat wanneer iets zich blijft opblazen en blijft opwellen, dat het op een gegeven moment instort. 3 Alzo zegt de Heer : Om drie overtredingen van Damaskus, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat zij Gilead met ijzeren dorswagens hebben gedorst. De BTNV (A. S. Timmers) stelt dat het Aramese of Syrische rijk met als hoofdstad Damascus al lang de grootste vijand was van Israel. Ze hadden ze de inwoners van het overjordaanse Gilead op de grond gelegd, en lieten zij de zware dorssledes met scherpe ijzeren messen over de Gileadieten heengaan. Daarom werd er een oorlogsvuur opgewekt om de grendel van Damascus, de dwarsbalk voor het sluiten van de poort, te doorbreken. Het was een zonde-dal, stelt A.S. Timmers. 6 Alzo zegt de Heer : Om drie overtredingen van Gaza, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat zij Mijn volk gevankelijk hebben weggevoerd met een volkomen wegvoering, om aan Edom over te leveren. A.S. Timmers zegt dat de Filistijnen slavenjacht bedreven, die zij uitoefenden aan de westelijke grenzen van Juda. De bevolking van die streken werd tot op de laatste man weggevoerd en verkocht aan de Edomieten, waardoor hun lijdensbeker nog bitterder werd. We kunnen hierbij opmerken dat Edom komt van Adam in het Hebreeuws, met de dam wortel, wat bloed betekent. 9 Alzo zegt de Heer : Om drie overtredingen van Tyrus, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat zij Mijn volk met een volkomen wegvoering hebben overgeleverd aan Edom, en niet gedacht aan het verbond der broederen. A.S. Timmers zegt dat de Feniciërs geen slaven buitmaakten, maar slechts handelden in slaven. Het waren slavenhandelaren. Door hen werd het verbond der broederen geschonden. We kunnen hierbij opmerken dat het hier gaat om familie banden die verbroken werden. Er waren nog slechts de banden van slavernij. Zo kwam de mens ook los van het familiaire vlees. Dit soort volkeren werden door de Heer als een gesel gebruikt om het volk te tuchtigen. Het volk werd uitgehuwelijkt in

krijgsgevangenen huwelijken. Er was geen sprake van natuurlijke selectie, maar van oorlogs selectie, en de mens werd tot koopwaar. Toch waren dit ook hemelse beelden. 14 Daarom zal Ik een vuur aansteken in den muur van Rabba, dat zal haar paleizen verteren; met een gejuich ten dage des strijds, met een onweder ten dage des wervelwinds. 15 En hunlieder koning zal gaan in de gevangenis, hij en zijn vorsten te zamen, zegt de Heer. Vertering is in de Hebreeuwse taal een zinnebeeld van de honger. Het vlees wat onder de voet van God's oordeel wordt geplaatst wordt met gejoel omsingeld, en zal dan in gevangenschap gaan, om zo uitgehongerd te worden door het geestelijke. Het vlees moet dus bespot worden en het vlees moet uitgehongerd worden, anders zal het vlees blijven regeren. Uithongeren is een zinnebeeld van het ontbloten, oftewel van het kennen van het verborgene, het ontmaskeren en openbaren, als onderdeel van de demonologie. Amos 2 2 Daarom zal Ik een vuur in Moab zenden, dat zal de paleizen van Kerioth verteren; en Moab zal sterven met groot gedruis, met gejuich, met geluid der bazuin. 3 En Ik zal den rechter uit het midden van haar uitroeien; en al haar vorsten zal Ik met hem doden, zegt de HEERE. A.S. Timmer stelt dat dit ten gevolge van grafschennis is. Moab zal ten onder gaan in oorlogsgeweld. 5 Daarom zal Ik een vuur in Juda zenden, dat zal Jeruzalems paleizen verteren. A.S. Timmer stelt dat het oorlogsvuur over Juda wordt gebracht, zodat Jeruzalem ten onder gaat. We kunnen stellen dat het hier ook om een oorlogskruis gaat. A.S. Timmer legt dan de nadruk op het volk Israel waarvan de aanzienlijken de armen onderdrukken. Rechters laten zich door geld omkopen om een rechtvaardige te veroordelen en rijken verkopen armen als slaven. Ze doen er alles voor om de arme, hongerende man onder het stof van de aarde te brengen. Ze leiden de weg van de zachtmoedige naar moeite en verdriet, zegt A.S. Timmer. Het leven bestaat uit losse flarden en fragementen waardoor de diepere betekenissen en verbanden zijn gemaskerd. Vandaar dat de mens terug geleid moet worden tot de ontmaskering, waarvan de ontbloting een beeld is, wat op zich erg cru kan zijn, zoals in het verhaal van Jezus, wat overigens uit het OT komt, want dit overkwam David ook al, en we zien het ook gebeuren in het boek Amos als Amos het over de ontbloting van de armen heeft. 6 Alzo zegt de Heer : Om drie overtredingen van Israël, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat zij den rechtvaardige voor geld verkopen, en den nooddruftige om een paar schoenen. 7 Die er naar hijgen, dat het stof der aarde op het hoofd der armen zij, en den weg der zachtmoedigen verkeren; en de man en zijn vader gaan tot een jonge dochter om Mijn heiligen Naam te ontheiligen. 8 En zij leggen zich neder bij elk altaar op de verpande klederen, en drinken den wijn der geboeten in het huis van hun goden. De aanzienlijken wilden de klederen niet meer aan de armen teruggeven, zegt A.S. Timmers. We kunnen stellen dat ze dobbelden over de klederen, zoals ze dat over de klederen van David en Jezus deden. Waarom ? De arme moest immers tot zowel de honger, de aarde, als de ontbloting geleid worden, als een beeld van de openbaring. Zo zou de arme weer profetisch kunnen leven, geleid door de wildernis instincten. De aanzienlijke werd dus door de Heer als gesel gebruikt, maar de aanzienlijke zou hieraan zelf ook niet ontkomen, want zij waren zelf ook een masker van deze dingen. Het raadsel moest dus nog van elkaar afgebroken worden in abstracties en dan opnieuw aan

elkaar toegevoegd worden. De aanzienlijken legden zich dus neer op de klederen van de armen bij de offerplaatsen waar ze ten onder gingen in het drinkgelach, van de wijn die ze hadden opgekocht met het boetegeld van de onschildig vooroordeelde armen, zegt A.S. Timmer. Dit was een diep verval op godsdienstig gebied. Ze hadden er dus plezier in armen in de grootste ellende te brengen, want dat gaf hen winst. 11 En Ik heb sommigen uit uw zonen tot profeten verwekt, en uit uw jongelingen tot Nazireen; is dit niet alzo, gij kinderen Israëls? spreekt de Heer. 12 Maar gijlieden hebt aan de Nazireen wijn te drinken gegeven, en gij hebt den profeten geboden, zeggende: Gij zult niet profeteren. A.S. Timmers zegt dat God de Amorieten verdreef en dat zo Israel na veertig jaar in de woestijn te zijn geweest het land van de Amorieten erfelijk zou bezitten. We zouden ook kunnen zeggen door de dood van de Amorieten, als beeld van het vlees wat is gedood, want voor een erfenis moet eerst iemand sterven. Boven dat alles, zegt A.S. Timmers, heeft God profeten gegeven en nazireërs die door hun voorbeeld leerden wat goed was. Een nazireër is een aan God gewijde. Je mocht geen wijn drinken, geen dode aanraken en je moest je haar laten groeien. Sommige nazireërs waren dit al bij de geboorte, en zouden het hun hele leven zijn. Maar, zegt A.S. Timmers, het bondsvolk heeft hierop een antwoord gegeven van ondankbaarheid, want ze hebben de nazireërs die in onthouding leefden wijn te drinken gegeven, terwijl de nazireërs levende protesten waren tegen de wijnzuiperij. En de profeten hebben ze geboden te zwijgen. We kunnen dit alleen oplossen door van de reformatie tot de regressie te gaan, dus tot de diepere wortels van het nazireërschap. In de voortijd was het n-suri, en n was de letter van de nomaden en van het navolgen, als de navolgers van suri, de godin van de overgave, van de onderwerping. De N duidt alleen maar op dat het nomaden waren, maar het waren gewoon surianen, suriaanen, of surinamers, volgelingen van suri (osiris). Dat ze geen doden aanraakten was het kehatitische verschijnsel, in de zin dat ze geen omgang hadden met het vlees. hoofdstuk 23 zelfmoord als hieroglyphisch zinnebeeld – bespreking van ons 1996 artikel : 'het leger van zelfmoordenaars' Een vrouwelijke groep wilde hyena's, evil, die jagen op mannelijke varkens en runderen. Wanneer ze hen te pakken krijgen, dan vreten ze hun poten eraf, maar laten hen verder in leven, zodat ze kunnen leven van hun bloed en zaad. De hyena's zijn gemeen, bijten de varkens voortdurend in het gezicht. Ze leven van de wonden. Een groep vissende amazones, met mannelijke gevangenen. Ze drijven hun mannelijke gevangenen gek, zodat ze zelfmoord plegen. Dat is weer een reden voor de amazones om een feest te hebben. Weer een man minder. Wat betekenen zulke nachtmerries, want natuurlijk zijn ze zinnebeeldig. Het heeft geen zin letterlijk dieren te slachten, en het heeft ook geen zin letterlijk zelfmoord te plegen, want we zijn in een oorlog tegen het vlees. Hierover gaat ons artikel 'het leger van zelfmoordenaars' uit 1996, over de slager van het paradijs.

Dat gaat om het afmaken van het valse vleselijke ik. Het moet onder de voet vertreden worden. De voet is het verleden, dat wat vergeten is, dus dat moet weer opgehaald worden, en dan kan het vlees sterven, zelfmoord plegen. Telkens als een mannelijke gevangene onder de druk van de amazones, de natuurvrouwen, de natuurmoeder, de baarmoeder, zelfmoord pleegde, dan werden de borsten van de amazones steviger, en hun heupen en voeten, want zo kregen ze weer macht over het mannelijke vlees. Ze werden weer breder en dikker, voller, want dat had de vleselijke man allemaal van hen afgeroofd. De man moet minder worden. Dat is waar de sexualiteit een beeld van is, de man, als beeld van het vlees, of zijn fallus, moet de vagina in, moet zelfmoord plegen aan zijn vlees, om zo zijn zaad te offeren aan de natuurmoeder. Zo komt zijn vlees tot de eeuwige verdoemenis, wat ook zinnebeeldig is. Zo wordt het vlees een slaaf van het geestelijke, van de natuur, niet omgekeerd. hoofdstuk 24 de theognosische demonologie Demonologie, een heel duur woord wat in de theologie gebruikt wordt, maar wat eigenlijk gewoon het hemelse geheel van werktuigen en strategie is om het vlees te overwinnen. En het vlees is in de theologie een beeld van de zonde. Zonde betekent je doel missen, afdwalen van het goede. Ook is het vlees gewoon de onwetendheid, vaak in de zin van stijfkoppige spijbelarij, en daartegen moet oorlog gevoerd worden en dat kan alleen door het hogere onderwijs. Vandaar dat er erg veel op de demonologie gefronst wordt, en dat is dan juist ook het vlees. Het vlees geeft niet mee. Het vlees zal zich niet zomaar gewillig aan je overgeven. Nee, het zal een strijd zijn op leven en dood. Die strijd is dus niet materieel. Je hebt niet te strijden tegen de dieren om je heen. Gemakszuchtige en luie, laffe mensen, die door het vlees bestuurd worden, verletterlijken deze strijd en doden niet het vlees, want dat is hen allemaal teveel werk en te moeilijk, dus doden gewoon de dieren om hen heen. Dat is dus wat het vlees doet. En zoals we weten kan het vlees zich heel geestelijk en vroom voordoen. De oorlog en ook jacht op het vlees is dus geestelijk en moeilijk, niet makkelijk, als een school waarop je leert met bloed, zweet en tranen. Het is een school die je disciplineert en zeker de gesel niet achterwege laat. Daarom willen ook een heleboel vleselijke mensen niet naar deze school, want dan zou hun verwende dierbare vlees zich kunnen bezeren of vies maken. Deze school zendt de mens namelijk ook de natuur in, en de natuur is voor de vleselijke, verstadste mens een vies woord. Als ze maar even in contact zijn gekomen met moeder aarde, dan willen ze ook direct onder de douche of in bad, en trekken ze direct allerlei chemische schoonmaakproducten open, en komen met giftige spuitbussen aanzetten, want het vlees heeft een heel arsenaal. Velen weten dit allemaal wel en proberen het ook wel, maar ze zitten vast. Ze zijn gevangenen van het vlees, van de gemakkelijke weg, als verslaafden, en daarom blijven ze grijpen naar de rookworst, ham, en gehaktballen. Je kunt er alleen vanaf komen als je vervanging hebt. Daarvoor moet je dus de demonologie kennen, of vlesologie, de geestelijke oorlog en jacht op het vlees. Hoe doe je dat ? Het vlees is te snel. Velen geven het al snel op in de jacht, omdat het vlees zich maar moeilijk laat vangen. Er is maar weinig resultaat en dan verhonger je, en grijp je weer naar de biefstuk. De één zal het moeilijk hebben los te komen van vlees eten, en de ander zit misschien vast

aan roken of drugsgebruik, en weer een ander zit misschien weer vast aan iets anders, zoals piercings en tattoeages. We leven in een verkrachtingscultuur, want deze dingen worden ook gedwongen. Bij de tandarts worden je tanden gedwongen gepiercet en getattoeeerd met hun giftige stoffen, vandaar dat we van mond-verkrachting spreken. De ene tandarts zal daar fanatieker in zijn als de andere, en daarom raden we ook aan naar een natuurtandarts te gaan om van die rommel en die dwang af te komen, en ook natuurtandartsen moeten getest worden, want daar zitten ook zeker infiltranten tussen. Er zijn zelfs holistische tandartsen die mensen dwingen en mensen hierover naar de zelfmoord proberen te leiden. We leven in een zelfmoord-cultuur. Dat hoeft niet altijd letterlijk te zijn, maar als je vanwege alle dwang en de spanning die dat met zich meebrengt grijpt naar de alcohol fles, wat gewoon puur een schoonmaakproduct is, en je neemt het in, dan ben je bezig jezelf en je hersenen te vermoorden. De mens pleegt zelfmoord op vele manieren. Letterlijk vlees eten is ook zelfmoord. Daar hebben we al veel over gesproken en uitgelegd. Nee, je kan het vlees niet zomaar vangen. Telkens weer is het je te slim af, geeft niet mee, is te ver weg, ongrijpbaar, in kuddes die zomaar lijken te verdwijnen achter de horizon. Je staat als bevroren aan de grond, komt soms gewoon geen stap verder, of denkt dat je iets hebt, terwijl het daarna toch allemaal illusie bleek te zijn, en het voor je ogen weer wegvaagt. Je leeft in verschillende werelden : de natuurlijke wereld, de geestelijke wereld, de droomwereld en de wereld van het rollenspel, en soms vallen die samen op bepaalde punten. De wereld van het rollenspel is een symbolische wereld van verhalen, die wel zo'n twintig keer minder hard is dan het aardse bestaan. Een klap van een bus kun je dus nog wel overleven, of als je uit een vliegtuig valt. Bij wijze van spreken dan. Maar deze wereld heeft zijn eigen drama : de dood van het vlees. Alleen oorlog en jacht ? Nee. Ook het strikken moet je leren, lokaas gebruiken om je prooi te lokken, in de val. En je prooi is het vlees, de zonde, de oppervlakkige leugen. Dit werkt grotendeels door je verbeeldingsvermogen, wat een gave van de mens is. Het is scheppingscreativiteit, maar het is wel aan regels verbonden. Het is een voorstellingsvermogen waar de mens telkens weer gebruik van maakt. Je kan dit rollenspel alleen doen, of met iemand anders, maar je maakt alleen gebruik van beeldend materiaal, dus niet dat je het daadwerkelijk doet. Het is dus een wereld van woorden, en woorden hebben een bepaalde gevoelswaarde en verbeeldingswaarde, waarmee je kunt bouwen en werken. Je krijgt zo vat op de diepere vermogens van je ziel. Je leeft in de natuur, in een kamp in de wildernis, aan de rivier, aan zee, of een meer. Je moet dus prooi aantrekken door lokaas. Het is een visserskamp. Je maakt een net van touw wat je aan elkaar knoopt. Je kunt ook spieren van prooi hiervoor gebruiken. Botjes. Enzovoorts. Je kan van die botjes ook weer haakjes maken met je mes, of spietsjes, en dan gebruik je kleinere prooi, zoals visjes, als aas. Je doet er het haakje of spietsje doorheen, en maakt het bijvoorbeeld ergens vast aan het net, zodat het grotere vissen aantrekt, grotere prooi. Omdat het haakje of spietsje door het vlees heen is gegaan zal het bloeden en dus sporen afgeven wat de grotere prooi zal aantrekken want die worden aangetrokken door bloed in hun zoektocht naar voedsel. Dan breng je het net vol met kleine visjes naar het water. Je kunt ze er ook gewoon inbinden zonder dat ze bloeden. Zo zul je dan het vlees het vlees laten opeten zodat ze gevangen raken in het net. Vissen zijn een beeld van eenzijdigheid. In dit verhaal is de vis een beeld van het vlees. Om een goede strikker en lokker te worden moet je veel gebruik maken van camouflage, zoals holen in de grond waarin prooi kan vallen bedekken met bladeren, en je kan andere strikken leggen waardoor er een kooi over hen heenvalt of net. Wees het vlees dus te slim af. Je kunt het niet rechtstreeks winnen in de oorlog en de jacht.

hoofdstuk 25 de noodzaak van theognosische demonologie Het leven : ingewikkelde reflectie systemen. Van hoog naar laag, van laag naar hoog. Het is verwarrend, maar 'on topic'. De noodzaak van conflict en contrast, van diversiteit is soms moeilijk te handelen, maar de pijn en moeite is belangrijk anders zou je indutten. Het leven is sarcistisch, ironisch, zwaar abstract, tegenstrijding, en je moet niet zomaar alles op een new age achtige manier aanvaarden. Het valt niet goed te praten. Er is een noodzaak van demonologie, het overwinnen van het vlees. In een verhaal kun je ook niet zeggen : Het is maar een verhaal, dus het maakt allemaal niet uit. Neen. Het is veel meer dan zomaar een verhaal. Het is onderwijs. hoofdstuk 26 de theognosische taal der tekenen Sign language, de taal der tekenen, semiotiek. Er is ook semiotiek van de anatomie, van het menselijk lichaam. Plezier is de geslaagde vangst van prooi (het vlees), en pijn is de jacht en de worsteling met het vlees wat niet toegeeft. Beth is een superdemoon boven nederland, een mondverkrachter. Ik had een droom over een vrouw die allemaal heel moeilijk deed, gemeen, afstandelijk, koud, en die soms ook in een krokodil veranderde om in exotische jungle rivieren boven nederland op jacht te gaan. André van Duin vond haar toen in een bootje. 'Beth ! A'k het niet dacht, a'k het niet dacht !' riep hij, terwijl hij het bootje indook om haar te grijpen, alsof het zijn vrouw was die al heel lang voor hem op de loop was en hem op allerlei manieren het leven zuur had gemaakt. Beth kan ook veranderen in een sissende, woedende witte ratelslang, cobra of een andere soort slang. Ik had een stekende hoofdpijn en keek omhoog, en een slang had zich vastgebeten in mijn voorhoofd. Beth heeft een woning of vesting genaamd Teslib, een soort stad. Ze gaat heen en weer van stad naar wildernis. Veel camouflage gebruikende. De ene keer heet ze dit, de andere keer dat. De nacht ervoor keek ik naar de koran, en ik had wat frustraties, wat gepieker, en er stroomde een licht uit de koran die het gepieker blokkeerde. Ik had een droom dat het wachter zijn basis is van alles. Zonder te wachten is alles waardeloos. Geduld wordt ook vaak genoemd in de koran. Wat ontving Mohammed ? De koran is lang niet zo gruwelijk als de bijbel. Beide boeken claimen dat ze slechts figuurlijk zijn, vol gelijkenissen. Daar moet een mens standvastig in zijn, niet verletterlijken. Ik houd van zowel de bijbel als de koran. Dat de bijbel verkeerd vertaald is, en dat de koran misbruikt wordt wil niet zeggen dat het allemaal onbruikbaar en slecht is. Er is zowel hemel als hel in te vinden, goed en slecht, gebruik en misbruik. Elk boek kan verkeerd gebruikt worden.

hoofdstuk 27 leren vissen in de hemel De eeuwige verdoemenis was in het OT iets heel anders, als de eeuwige tucht, die de mens nodig had om op het rechte pad te blijven (checed olam). Dit was iets heel moederlijks, als een bescherming tegen de werken van het vlees, en niet wat ze er later in de westerse christelijke kerken van hebben gemaakt veelal. Eeuwig betekent volkomen, als de volkomen tucht waardoor het vlees overwonnen kan worden. Om tot de hemel te kunnen komen, kennis, moet je eerst door de hel heen, tucht. Ook Jezus ging door de hel heen om de gehoorzaamheid te leren, en zoals we weten was Hel in de germaanse theologie de vruchtbaarheid, de baarmoeder, de moeder godin. Iemand om te eerbiedigen dus, maar dan zal dit om principes gaan. David zei : Al ligt mijn bed in de hel, toch zal u met mij zijn. Waarom zeggen westerse christenen dan vaak dat de hel een plaats is waar God niet is ? Ook al zou ik tot de hel vlieden, toch bent u daar, zegt David, toch zal ik niet van u kunnen vlieden. Wel is het zo dat we in de hel leren alleen moeten te zijn, alles toe te passen op onszelf, en niet altijd alles op anderen projecteren of op god, want we moeten het zelf worden. Vandaar dat in de germaanse theologie hel ook weer verbonden is aan ijs, maar dat is dus een andere betekenis dan wat de westerse christenen eraan geven. De gereformeerde gemeente predikant J. M. Kleppe (1930) zegt in zijn boekje 'op saffieren gegrondvest' wat in mijn predikanten bibliotheek ligt, een boekje uit 1977 dat Psalm 130: 3en4 gaat over een kermende zondaar die zich bevindt aan God's voeten. 'Zo Gij, Heer, de ongerechtigheden gadeslaat, Heer, wie zal bestaan ? Maar bij u is ontferming en barmhartigheid opdat gij gevreesd wordt.' J.M. Kleppe stelt dat het een ellendige zondaar is, die bekend gemaakt werd met zijn jammerlijke staat, iemand die schuldig is verklaard voor God, voor wiens heilig oog hij niet kan bestaan. Maar deze persoon is geen vreemdeling van God's ontferming en barmhartigheid. J.M. Kleppe stelt dat deze zondaar heeft leren bidden. Zijn smeekbede mag hij neerleggen aan God's voeten. Hij stelt dat de psalm tweeledig is, dat de algemene en algehele verdoemelijkheid van het vlees tot uitdrukking komt, maar ook de vrijmacht van de barmhartigheid van God in het opnemen van de zondaar in de hogere leer. In het boekje staat vooraan dat de persoon die dit boekje eerst had dit op 5 december 1984 van zijn vrouw gekregen had, waarschijnlijk voor sinterklaas dus, en zoals we weten is het sinterklaasfeest het feest van de roede, van de tucht, en dus van de ware eeuwige verdoemenis, wat is tot opwekking van de hogere leer, tot het zaligen van de zondaar. Heel ander verhaal dus. De tucht is iets om lief te hebben, leid je op het ware pad. Het is je gids. Dat is wat de zogenaamde eeuwige verdoemenis is. Je mag het dus zelfs aanroepen : Oh hel, leidt mij, zuiver mij, genees mij. Oh moeder god. Wij mogen een diepe relatie met de hel hebben om zo te genezen van al die flauwe fabeltjes die ze ons altijd over de hel hebben verteld. De hel is daarom een prachtig wezen, wel één van de zeven schoonheden van de hemel en het hiernamaals. Zonder hel geen hemel dus. J.M. Kleppe noemt psalm 130 een drievoudig snoer, een optochtslied, een lied van trappen. Het is een lied van voorbereiding op het ontmoeten van God. Hiervoor moest het vlees sterven, oftewel de offerdieren aan de voet van het altaar waar het bloed moest vloeien, en dat is zuiver zinnebeeldig dus. Ons vlees, de zonde, die tussen God en de mens instaat, is het offerdier. Daarom zegt de bilha ook : 'wat zoekt gij, oh mens, naar een offer. bent gij niet zelf het offer ?' (balk en splinter verhaal) Is dat niet geweldig als een vrouw aan haar man deze woorden geeft ? Als een vrouw haar man echt liefheeft, dan wil zij niet dat hij ten onder gaat in zijn vlees, en zendt zij hem een wapen opdat het vlees gedood wordt, uitgeschakeld. Natuurlijk gaat dit ook andersom van de man tot de vrouw. Een man die zijn vrouw waarlijk liefheeft verteld over deze tucht, en zo is dit ook van ouders naar

kinderen toe. Wel is het zeer belangrijk om de woorden vanuit de grondtekst te vertalen en het niet te houden bij de westerse vertaling. Vandaar dat de boeken van deze predikanten waardevol zijn, maar wel van begeleidend commentaar voorzien moeten worden. Het is zeker geen speelgoed voor de kinderen. Ook hierin mag de mens dus vissen. De mens moet deze vreemde taal leren kennen en waarheidsgetrouw leren vertalen. Laat het niet allemaal renteloos liggen. Zoals J.H. Donner in zijn commentaar op de psalmen ook de blootheid van de bidder bespreekt, zo stelt ook J.M. Kleppe dat de bidder in de psalmen de dingen die zijn misgaan niet voor god wil bedekken, de dingen die tergend zijn niet wil verbergen. De bidder is niet slechts een smekeling, maar belijdt ook de tijdelijke en eeuwige straffen (tucht) die nodig zijn. Eeuwige straffen zijn er dus om de mens te helpen, te leiden, terug te brengen tot het hemelse woord, en dan zal men de straf verstaan als een nederzetting tegen de zonde, tegen het vlees. De oprecht gemaakte zondaar verkleint de zonden, het vlees dus niet, alsof het allemaal niets voorstelt. Ook bedekt hij ze dus niet. Hij is naakt, en strekt zich uit naar god, maar zal zeker niet protsen. Hij weet dat god alle gedachten van verre kent, alles weet en alles ziet. God ziet alle zonden en ongerechtigheden, dus het heeft geen zin het te verbergen. Dat is het heilige oog. Alle overtredingen en schulden zijn ontbloot voor dit heilige oog. Niemand kan het voor de gek houden. Laten we dat alsjeblieft niet doen. J.M. Kleppe noemt deze bidder ook een boeteling, die kennis heeft van de verdoemenis over het vlees, en dat moet wel. Daarom kermt de zondaar, zucht hij, en gaat hij dieper en dieper buigen onder de tucht. Hij leert zo een welgevallen te krijgen in de straffen. Kunnen wij dat doen ? Kunnen wij de straffen gaan zien als de liefdevolle baarmoeders van de natuur ? Zachte heelmeesters maken namelijk stinkende wonden. En wat een afschuwelijke woorden brengt deze prediker dan, maar we hebben ze leren vertalen. Houdt daarom ook altijd de vertaalsleutel bij de hand als je dit soort mannetjes tegenkomt. Vroeger zou je er gillend van weglopen, maar nu ineens is het wonderlijk. Leren lezen, leren vertalen, leren verdiepen, is als leren vissen. Heel veel water spoelt er weer door de netten weg, maar de vissen blijven erin. En dit zijn dus niet letterlijke vissen, maar het is beeldspraak. Ook Jezus sprak over het vissen als gelijkenissen. Kennen wij de betekenissen ? Het moet wel betekenis gaan krijgen, anders blijven we in de vleselijke betekenissen ervan rondlopen. En het vlees leidt tot de dood. Je eet dan zo tot je eigen dood. hoofdstuk 28 de betekenis en het belang van het boetelingenschap Boete : de mens weet niet wat het is. Het is een soort belasting, en belasting is een soort verzekering, waardoor je in een bepaald gebied kunt wonen en ook zorg en bescherming kunt ontvangen, opvoeding dus. Die is permanent, anders zou namelijk het contract aflopen. Daarom zegt J.M. Kleppe in zijn voorbereidings-predicatie over psalm 130 in zijn boekje 'op saffieren gegrondvest' (1977) dat de bidder een boeteling is. We kunnen dus zeggen : een belastingbetaler, om zo een bewoner te kunnen zijn en blijven van de hemelse gewesten. Hoe hemels dat dan is dat valt nog te bezien, want de mens heeft geheel een verkeerd beeld over wat de hemel is. Het is geen luilekkerland of loze zielzaligheid, maar een school. Hard werken, harde strijd, maar voor een goed doel. Niet met pensioen gaan, geen opaatje en omaatje gaan lopen spelen. Je bent militair, en er is nog zoveel te doen. En dat militair zijn betekent dat je militant moet optreden naar je vlees toe, dus niet militairtje over anderen gaan lopen spelen zomaar vanuit de losse hand en op de luie slof (balk

en splinter verhaal). Bovenal ben je student. Vergeving ? J.M. Kleppe noemt het 'doorgeven'. 'Niet het opheffen van God's recht, maar juist het handhaven van God's recht met volle genoegdoening aan God's heerlijke deugden.' Dus niet zomaar vergeven, maar doorgeven. Onderwezen worden en onderwijzen. Laat de mens deelhebben aan dit hemelse belastingstelsel. Dan heb je ingezien wat vergeving daadwerkelijk inhoudt, en heb je gezien waar boete, oftewel belasting, goed voor is. J.M. Kleppe laat deze tegenstelling zien : 'Mijn God, mijn God waarom hebt gij mij verlaten,' wat zowel David als Jezus uitriepen aan het kruis. En dan : 'Opdat wij tot God zouden genomen en nimmermeer verlaten worden.' Je kan alleen ergens komen als je er eerst niet bent. Je kunt alleen toenaderen als je eerst bent verlaten. Het is heel logisch en heel abstract. Hoe moet je anders ervaren, voelen ? Hoe kun je anders leven ? Het leven is het leven vanwege de ogenschijnlijke tegenstellingen, maar toch hoort het ook bij elkaar. Wel moet de mens dat dus leren en er niet mee sjoemelen, het niet gaan misbruiken. J.M. Kleppe stelt dat het er niet zomaar is : verzoening door voldoening. Je kunt alleen naar de hoogte van Sion's bergen opklimmen als je eerst in de diepten bent geweest, want wat valt er anders nog te klimmen ? J.M. Kleppe stelt dan dat ook de gekruisigde een boeteling was. Boete, boete, boete, en altijd moet alles maar, maar waar is het goed voor ? Waarom is dit belangrijk en zelfs noodzakelijk ? De mens schreeuwt ach en wee. De psalmen hebben het er telkens over. Er is een kloof tussen twee werelden. Die werelden horen bij elkaar. Het is heel zinnebeeldig. De kloof : Je kunt er niet omheen. Het is maar goed ook. Het is voor je eigen bescherming. Kijk maar eens in die gapende afgrond. Vis er maar in. Probeer het maar tot sieraad te strekken. En J.M. Kleppe noemt dit uiteindelijk een zoete evangelie-bediening, na al zijn enigszins beleefde en beheerste gescheld en gedreig. Laten we het daar maar op houden. Ik moet dan weer aan het sinterklaas feest denken. Het feest van de tegenpolen. Boete of baiti is een Egyptische godin oorspronkelijk, de dubbele godin van de ziel, als het uitgraven van een hol of grot voor een huis (ba-bait). Vergelijk ook het Hebreeuwse bayith, huis, gevangenis, wat een beeld van de vagina-baarmoeder is. Het oorspronkelijke woord voor huis in Egypte was bait. Het hebreeuws heeft dus allemaal hele herkenbare egyptische moederwoorden, of wortelwoorden, en de studie hiervan is belangrijk. De baahut was de viriliteit ook, en merk op dat dit verbonden is aan vrouwelijkheid. Bat, ook egyptisch voor huis, en dan zie je in het hebreeuws dus bayith voor huis en gevangenis, als beeld van de vagina, waarin kinderen worden grootgebracht, en laten we eerlijk zijn : dit moet ook wel in gevangenschap, want anders zouden de kinderen gevaar lopen. Kinderen moeten dus in boxen gehouden worden, en wij allemaal, want er zijn altijd grenzen en restricties opdat de veiligheid gewaarborgd kan blijven, en dit is iets eeuwigs. Er bestaat dus niet zoiets als roekeloze, oeverloze vrijheid. Er is juist vrijheid in hemels gevangenschap. Leer dit te begrijpen en te verdiepen. Daarom wordt bath ook gebruikt in het Hebreeuws voor 'dochter', wat ook weer de dualiteit tussen moeder en dochter laat zien, tussen hel en hemel. Boete is tweeledig, iets bitter-zoets. Boete was de Egyptische godin van de oorlog en de jacht (bata), en het betekent ook honing en melk (ba-t) vinden in een grot, hol of mijn (ba-t), als een medicijn (bett-t), als de traptredes tot de troon (bet), wat ook het gehele kehatitische mysterie uitbeeldt. Het was de gietvorm waarin osiris in de onderwereld werd gevormd (bet). Boete is allemaal voor vorming, voor het aanduiden van de grenzen dus.

hoofdstuk 29 petrus vanuit ander oogpunt in de taalkunde De V was altijd de zachte B in het Hebreeuws, en in het Egyptisch is de P gewoon een harde B, dus deze letters zijn heel nauw aan elkaar verbonden. Het is daarom ook niet verwonderlijk hoe gerelateerd B't, Boete, is met P't, en dan in verband met Ptah, of Peteh, de god van de ambachtslieden, van de handwerkers en de pottenbakkers, oftewel 'degene die weerstand biedt om zo te scheppen.' Dit was een belangrijk basisprincipe van het testen en beproeven om zo goede fundamenten te hebben. In het NT wordt dit uitgewerkt als het Petrus principe. Hij bood weerstand aan het kruis wat op Jezus afkwam. Dit kan zowel negatief als positief uitgelegd worden. Daarvoor is de bijbel een ambigieus boek met meerdere betekenissen. Ook alle kruizen moeten namelijk getoetst worden. We moeten niet noodlottig worden en zomaar al het lijden op ons pad zonder meer verdragen en altijd maar weer die andere wang toekeren om een soort van voetveeg te worden. Neen. Soms is het tijd om te strijden. Soms kwam zelfs ook Jezus met de zweep. Soms vergaf Jezus ook niet. In dit opzicht streed Petrus tegen het kruis wat Jezus aankondigde. Hij wilde niet dat zijn geliefde meester iets zou overkomen, en we weten dat hij zelfs een oor afsloeg van een soldaat die Jezus wilde laten doden. Petrus slikte niets zomaar als zoete koek. Hij wilde eerst bewijs. En daarom noemde Jezus hem ook de rots, de petra, waarop de gemeente gebouwd zou worden, en aan hem werden de sleutels van de hemel gegeven (Mattheus 16). Dit staat allemaal in één en hetzelfde hoofdstuk beschreven in de bijbel. Petrus bood weerstand, onderzocht alles kritisch, liet niet over zich lopen, en liet ook niemand over zijn vrienden lopen. Hij was geen naloper van Jezus. Hij testte Jezus. Hij was geen blind schaap. Hij was een leeuw. Nee, met Petrus viel niet te sollen. Hij zou die hele nieuwe religie aan diggelen slaan als het moest. Hij zou Jezus, zijn goede vriend, redden en op het goede pad leiden. Petrus wist de weg, en dat had Jezus zelf gezegd. Mattheus 16 18 En Ik zeg u, dat gij Petrus zijt, en op deze petra zal Ik mijn gemeente bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen. 19 Ik zal u de sleutels geven van het Koninkrijk der hemelen, en wat gij op aarde binden zult, zal gebonden zijn in de hemelen, en wat gij op aarde ontbinden zult, zal ontbonden zijn in de hemelen. In het Aramees is de steen, wat in het Grieks de petra is, de kep of kepa, vandaar ook dat Petrus Kephas wordt genoemd. In het Aramees, de taal van Jezus, dus de oorspronkelijke taal van het NT, is de steen die hier genoemd wordt 'de gebaande weg,' 'de volle weg'. Jezus noemde in het oorspronkelijke Aramees Petrus dus gewoon de weg, en de volheid, zoals hij ook zei dat de gemeente, het overblijfsel, naar de volle waarheid geleid zou worden, en dat hij daar toendertijd nog niet over kon spreken (Johannes 16). We hebben hier met een groot, heel groot, mysterie te maken, wat terugleid naar de oorspronkelijke Egyptische fundamenten. De kep of kepa is in het Aramees ook het sieraad, gemaakt van sierstenen. Als we naar het woord Egypte kijken dan is dat een combinatie van geb en ptah. 'Op deze kep (aramees) of petra (grieks) zal ik mijn gemeente bouwen.' Bouwen, bny in het aramees, betekent het construeren van een logisch argument, wat dus op het test fundament gebeurd. Het moet diepte hebben en bewijs. Je kunt niet zomaar wat opgoochelen. Vandaar dat Petrus kritisch was, beproevend, weerstand bood, zoals Jakob op Pniël. Petrus was de NT Jakob die met God vocht. Hij was dus de oude egyptische pottenbakkersgod, peteh of ptah, en hem zouden ze er niet onder krijgen. Uiteindelijk werd Petrus gekruisigd, als teken dat hij zich niet zomaar had overgegeven maar had geworsteld, had getoetst, en zo stierf hij waarlijk aan zichzelf. Petrus is in die zin dus niet kruisloos. Ook hij werd gekruisigd, maar op het fundament van de demonologie, op het fundament van het toetsen. Hij was geen blinde volgeling van Jezus. Wat heeft de kerk met deze boodschap gedaan ? De boodschap is tweeledig, omdat het een gelijkenis is.

Petrus kan negatief uitgelegd worden als waarschuwing, en positief als datgene waarop de gemeente gebouwd zou worden, en daar hebben we het nu over. De sleutel van de hemel werd hem gegeven, de klit in het aramees, wat een pin betekent, en een wapenrusting gemaakt van ringen. Hebben wij in de gaten wat hier gaande is ? Zijn we hier klaar voor ? Petrus is de wapenrusting. Petrus, Peteh of Boete, is de pin die door het vlees gaat. Deze pin moest ook door het Jezus-vlees, het religieuze vlees. Petrus verloochende Jezus aan het kruis. Dat wil niet zeggen dat hij niet voor Jezus had gevochten. Het oor wat hij van de soldaat had afgehakt om Jezus te beschermen werd door Jezus weer genezen. Petrus had het helemaal gehad met Jezus. Hij wilde er niet meer bijhoren en liep boos weg. Dan moesten ze Jezus maar kruisigen, maar hij had part noch deel aan deze zaak. Hij had alles gedaan wat hij kon. Petrus is hier een beeld van het grondig toetsen. Ook het kruis moet getoetst worden, en je moet je niet zomaar overgeven. Je hebt ook een strijd te voeren tegen demonen, dus wees heel voorzichtig naar wie je je andere wang toekeert en voor wie je de extra mijl begaat. Wees voorzichtig aan wie je je kleding geeft en je wapens, en wie je volgt. Er was geen trouwere vriend dan Petrus. Ze moesten niet aan Jezus komen. Hij vloog hen zo in de haren. Hij was geen volgeling van Jezus. Als het moest zou Jezus hem moeten volgen. Hij wilde Jezus tegen elk gevaar beschermen. Hij noemde Jezus een zoon, en hij stelde zich op als een vader. Deze Jezus was zeer ascetisch, maar Petrus was een vechtersbaas. Hij nam niets zomaar aan. En Jezus noemde in zijn eigen taal Petrus het ware pad. Wat was hier gaande ? Heeft de kerk misschien teveel overboord gegooid, het te eenzijdig vertaald ? We houden ook zeker vast aan de negatieve uitleg van Petrus. Maar balans moet er wezen. Het is nu tijd voor de goede kant van Petrus, zoals in de grondteksten wordt beschreven, en wat terugleid tot de Egyptische fundamenten, ter bescherming van het volk, als een wapenrusting. Als we het over de wapenrusting van Efeze 6 hebben dan hebben we het dus over de wapenrusting die Petrus is, want dit is de wapenrusting die Paulus aan de gemeente gaf, en het is een pin door het vlees. We hebben te maken met een veel dieper kruis nog. Petrus was in zijn geheel niet onascetisch. Neen. Integendeel. Petrus was een ware asceet. Hij droeg iets diepers met zich mee. Kijk naar de pauzen. Dat zijn allemaal volgelingen van Petrus, opvolgers van Petrus. Er ligt daar een groot geheim verborgen. Je kan dan kiezen tussen de vleselijke Petrus, en de geestelijke Petrus. De geestelijke Petrus leidt helemaal terug tot de Egyptische fundamenten. Laten we naar de Egyptische wortels kijken : Petit = één van de zeven schorpioenengodinnen van Isis Petr = openbaren, uitleggen Petra = hemelgod Pteh = boete doen, smeken, bidden Pet(it) = hemelgodin Pet-t = de pijl en boog fetish, de jacht pa-hat = medicijn pauti = de prehistorische god, het jezelf maken p'it = partner, zaad pat = mes, meel gebruikt in offeringen, p't, b't Hier wordt het even interessant, want in de israelitische talen in de grondtekst van leviticus wordt hier een uitleg over gegeven : Lev. 2:1 Wanneer iemand de Here een offergave van spijsoffer brengen wil, dan zal zijn offergave bestaan uit fijn meel. Fijn meel betekent dat hij naakt tot de godin nadert om zichzelf over te geven. Hij heeft geen

bedekkingen voor haar. Petrus had geen blad voor de mond. Hij zei waar het op stond. Dit kan een negatieve eigenschap zijn of een positieve eigenschap. Hier gaat het om de positieve eigenschap van niet sjoemelen, geen dingen achterhouden, niet gaan lopen bedekken, maar ontmaskeren, zoals ook de tekst waarop onze bediening gebouwd is zegt : 2 Korinte 10 : 3 Want al leven wij in het vlees, wij trekken niet ten strijde naar het vlees, 4want de wapenen van onze veldtocht zijn niet vleselijk, maar krachtig voor God tot het slechten van bolwerken, 5 zodat wij de redeneringen en elke schans, die opgeworpen wordt tegen de kennis van God, slechten, elk bedenksel als krijgsgevangene brengen onder de gehoorzaamheid aan Christus, 6 en gereed staan, zodra uw gehoorzaamheid volkomen is, alle ongehoorzaamheid te straffen. Dit is een Petrus vers, maar wordt door Paulus aangehaald. Het is een fundamentele tekst waarop de gemeente gebouwd moet worden. Kies je voor Petrus, de opgeblazene, of Petrus, de toetser ? Er zijn twee verschillende Petrussen in de omloop, zoals er ook twee verschillende Jezussen in de omloop zijn. Het gaat erom je gezonde verstand te gebruiken, wat geen kuddementaliteit is, denken zoals de stad denkt, maar juist kritisch denken is, het kritische verstand, wat alles toetst. Alleen de toetser kan gezond verstand gebruiken. De rest volgt slechts na. Waaraan je het toetst is ook belangrijk. Toetsen aan de bijbel is onzin, en al helemaal als je beseft hoe slap dit boek vertaald is. Petrus vloog zelfs Jezus aan, dus het gaat er niet om dingen te gaan lopen toetsen aan Jezus of de bijbel, maar aan het toetsen zelf, het onderzoek, het hogere kritische denken, het profetische. Dat is een school en geen eenmalig 'testje'. Het is een oorlog, een eeuwige oorlog, op Pniël. Pawt = het prehistorische, verbonden aan de leeuwin, pht, zij die krast, schramt. Krab die bedekkende laagjes maar weg. Paht = omdraaien Dan is er duidelijk een R toegevoegd, ook al soms in het Egyptisch. R (err, er) = 'sterker dan de goden' (stronger than the gods) = mooier = onbereikbaar = tegen Dit waren allemaal eigenschappen van Petrus. Het kruist hier dus met de gehele Ra theologie. Petrus had een verschrikkelijk mooi karakter, getrouw, beschermend. Hij deed niet mee met de massa's die Jezus wilde kruisigen ! Nee, hij vocht voor Jezus ! Sloeg het oor af van een soldaat die kwam om Jezus te arresteren. Wat een grote liefde had die Petrus. Hij was geen domme, duffe naloper die vooroordelen had naar Jezus omdat de grote massa's dit ook hadden, omdat het Romeinse systeem dit ook had, het gehele nazi systeem van die tijd. Neen. Hij was een verzetsstrijder ! Wat een prachtige vent was die Petrus. Hij vocht tegen de valse goden van die tijd, en wilde Jezus er tegen beschermen. Hij zag wat er zou komen, wat voor een bedreigingen er zouden opstaan naar het overblijfsel. Het kruis zou een markt worden, waardoor de mens heerlijk met pensioen zou kunnen gaan, geestelijk gezien. Alles maar dan ook alles zou gedoofd worden door geloof, ook het kritisch denken waar petrus voor stond. Petrus stond voor de eeuwige jeugd. Peter wordt hij in het engels genoemd, en toen kwam Peter Pan in de Engelse mythologie van 1900. Peter Pan vocht tegen het piratensysteem en ging terug naar de natuur en de verbeelding, naar de indianen, en verzamelde de verloren jongens, de wilde jongens, het overblijfsel. Pan is trouwens ook de Griekse god van de wildernis. Ook in het eeuwig evangelie komt Peter voor, het vervolg op het NT, wat op kwam rijzen in de zeventiger jaren. Petrus is overal op tegen. Hij wil niet oud worden. Hij wil jong blijven. Hij is de bron van de eeuwige jeugd, de pottenbakker. Hij moet wel kneden. Hij moet wel steken, anders komt het nooit klaar. Hij is de leeuw, de toetser. Hij is een kritisch denker, een onderzoeker. Hij heeft zijn huis niet

op ingebakken vooroordelen gebouwd. Hij gaat in tegen alle heilige huisjes, als de zweep van Jezus. Zien we die dualiteit nu ? Jezus en Petrus horen bij elkaar. Petrus is de zweep van Jezus. Wij moeten niet zomaar zonder meer tot het kruis komen en ons aan allerlei kruizen overgeven, want er zijn ook kruizen waar hen aanhangen die groot willen zijn in het vlees, in de wereld, die daar hangen voor roem en eerzucht. Ook zijn er die er aan willen hangen om er rijk van te worden, voor de markt. Daarom moeten we ook tot de zweep van het onderwijs komen, en dat begint bij het toetsen. Ook Jezus werd eerst gegeseld voordat hij aan het kruis ging. Petrus is heel nomadisch, altijd weer op pad. Hij is een pionier. Hij gaat daar waar anderen niet gaan. Zo groeit hij nergens vast, slibt hij nergens dicht. De valse, kerkse Petrus is opgeblazen, maar de ware Petrus toetst. De ware Petrus zondert zich af, terug naar de wildernis, wat ook de Egyptische betekenis is, van het teruggaan, de regressie, wat zoals gezegd de beweging na de reformatie is. Petrus leidt dus terug tot het woord boete in het egyptische, omdat er maar een hele dunne stippellijn ligt tussen b't en p't, die er eigenlijk dus niet is. En petra of bet-ra, boete-oru als we het in de voortijdse, prehistorische context bekijken, het boete-kruis, de toetsende gesel, is dan een hemels belastingstelsel in de paradijselijke tijd. Alle wegen lopen hier naar terug. We zien het plaatje manvrouw. De man stopt zijn plug in de vrouw en betaalt belasting. Hij betaalt boete, opdat hij met haar kan leven, een gezin kan hebben, een woning, opdat hij in een samenleving kan zijn, kan functioneren, als een beeld van de hemelse realiteit. Dat is wat petrus, petra, of boete-oru voorstelt. Hij is een boeteling, een belastingbetaler, die niet zomaar zijn geld naar de eerste de beste brengt, maar dit nauwgezet en genuanceerd uitcalculeerd. Hij stopt zijn plug niet zomaar overal in, maar komt tot de juiste vrouw. Eerst gaat alles door een heleboel toetsen en tucht heen, en vooral ook worstelingen. Petrus buigt niet zomaar voor de eerste de beste, legt zijn hoofd ook niet zomaar in elke guillotine die hem voorgezet wordt. Neen. Hij vecht. Hij is een leeuw. Petrus is de Jakob van het NT, die het Pniël kent, en daarom draagt hij de sleutel van zowel de gemeente als de hemel. Hij is het overblijfsel, de naakte boeteling. Hij laat zich niet zomaar vangen. Hij onderhoudt de ware toetsprincipes opdat alles eerlijk verloopt. Hij toetst alles aan de hogere kennis. Hij gaat naar school. Hij strijdt voor de waarheid. Hij neemt geen genoegen met snelle leugens en snelle zelfovertuiging. Ook Jezus valt hij aan, omdat hij van Jezus houdt. De wonden geslagen door een vriend zijn oprecht gemeend, stelt Spreuken. Talrijk zijn de kussen van de vijand. hoofdstuk 30 klopper of inbreker ? Jezus was dan nog de netjes kloppende, maar Boete is dat niet. De Bilha zegt over Bijeh, wat uitgesproken wordt als 'bitje' of 'boete' dat zij niet de kloppende is maar de inbrekende. Ook bij Jezus zal het netjes en geduldig kloppen eens afgelopen zijn en hij zal wederkomen als een dief in de nacht. Mensen gebruiken die liefdevolle, goeiege Jezus graag als excuus en vergeten liever zijn andere kant. Zoals de poëzie van de tweede bijbel zegt : Onthoud goed : 'zachte jongens worden harde mannen in de nacht.' En dat is een natuurverschijnsel wat jij en ik niet kunnen stoppen. Daar kunnen we allemaal klagerig over doen : 'Ja zeg, gezegend zij God, krijg nauw wat. Kijk wat die bruten, Jezus en Petrus allemaal doen.' En Jezus zal zeggen aan de hemelpoort dat hij velen niet kent. 'Gaat weg van mij, werkers der wetteloosheid', oftewel hij heeft het hier over de

ongeschoolden, de ongeletterden, die niets van wijsheid en kennis wilden weten, maar alleen maar eenzijdig, traditioneel en vleselijk wilden weten. Ook namen zij alles letterlijk. Zij waren volgelingen van de mammon. Neem Jezus zijn vriendelijkheid, barmhartigheid en geduld niet als zwakheid, want hij is zowel de leeuw als het lam, en dat zijn …. OORLOGSTAKTIEKEN. De Bilha zegt het ook duidelijk dat Boete (Bijeh, de grote liefdesgodin van Venus) een verleidster is. De mens denkt veel te romantisch : huisje, boompje, beestje, maar er is veel meer gaande, en dat hebben we gezien. NU is er een oproep tot ontwaken. De natuur heeft even een glimp laten zien van het komende oordeel, van de komende openbaring, en is nog steeds barmhartig, maar de tijd tikt. Jezus noemde in het Aramees Petrus de weg naar de volheid. Ook kondigde hij die volheid aan in het boek Johannes, maar de mens was nog niet klaar. Eerst moest ook Petrus aan al het vleselijke afsterven, want er lag potentieel een groot gevaar. De Bilha zegt over de godin Boete : De wijsbegeerte is zij, Zij wandelt met mij in de wildernis, En plotseling roept zij mijn naam, Want dieper wil zij gaan Zij klopt niet, maar neemt in, Zij is de verleidster De wijsbegeerte is slechts een oorlog waarin wij sterven. Zij voert een handel in zielen, Nee, romantisch is zij niet, Zij verleid hen allen tot een school, De kennis is haar doel. Zij is de wijsbegeerte, een verleidster, Maar zij leidt altijd weg van haar, Ik moet mijzelf vinden. Het is een psychologisch deel van mezelf, Het is niet iemand anders, Zij is de godin der liefde. Dit is de wortel van Petrus. In de oudheid draaide alles om de letter B, de Egyptische en voortijdse voet, oftewel het pad en de diepte, als beeld van de profetische leiding door de wildernis. Isis en Nephthys die Ra, de zoon van Ptah (Pteh, Peteh), door de onderwereld leiden hadden hiervoor ook de hond Anubis. De Letter B kwam dus met twee gezellen die nauw aan haar verbonden waren, namelijk de V, de zachte B, en de P, de harde B. Vandaar dat Bt komt met Vt en Pt, wat ook weer terugkomt in de Koran. Verschillende boeken zijn gebouwd op de Vt-wortel, op Ft en Ftr, allemaal wijzende op Petrus en de Boete wortel. Is het kruis dan geen oorlogsstrategie ! Kijk naar die domme vleselijken die grijpen naar hun vleselijke wapens en hun tandartsboren en mensen in martelkamers zetten en denken dat ze de oorlog hebben gewonnen ! Is het verdrinken dan geen oorlogsstrategie ! Je verdrinkt en verdrinkt en verdrinkt, totdat je een boom bent geworden geplant aan waterstromen en niemand je nog onder water kan drukken. Nu ben je dan een paal boven water ! Nu is corona er om het vlees een halt toe te roepen, wat een groot kehatitisch verschijnsel is. Slachthuizen worden gesloten en martelkamers worden ontdekt en ontruimd. En dit is nog maar het begin ! Het kruis is ons wapen ! Niet het vlees ! Het geduld is ons wapen ! Want dan heb je tijd om te toetsen opdat het zuiver zal zijn ! Dat is overigens ook wat de koran stelt. God verleent hen uitstel voor een bepaalde termijn, dus wanneer het noodlot komt, dan is God degene die waarlijk immer

zijn dienstknechten ziet. (35:45) Nu, dit zijn de koranitische boeken met de Ft wortel (Bt, Pt) : 1. Fatihah, opening 35. Fatir, voortbrenger 48. Fath, overwinning 82. In-Fitar, scheiding 89. Vetjr, dageraad Hier wordt duidelijk het kehatitische verschijnsel geopenbaard, oftewel het pad waarop het goede van het slechte wordt gescheiden. Dat begint al in boek 1 wat parallel loopt aan de israelitische psalm 1. Hiertoe worden de boete-pijlen van de vur boek 1 ook geschoten en dit haakt verder geheel in in de bilha. Vele boeken in de bilha zijn gewijd aan de liefdesgodin van Venus, van Boete (bijeh), en merk op dat ook Petrus in het NT hier al over begon : 2 Petrus 1 17 Want Hij heeft van God, de Vader, eer en heerlijkheid ontvangen, toen zulk een stem van de hoogwaardige heerlijkheid tot Hem kwam: Deze is mijn Zoon, mijn geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb. 18 En deze stem hebben ook wij uit de hemel horen komen, toen wij met Hem op de heilige berg waren. 19 En wij achten het profetische woord daarom des te vaster, en gij doet wèl, er acht op te geven als op een lamp, die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw harten. 20 Dit moet gij vooral weten, dat geen profetie der Schrift een eigenmachtige uitlegging toelaat; 21 want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken. De morgenster, phosphoros, is venus, als de dageraad, de wederkerende christus (iesous, isis) met de gesel om het pad te leiden, het goede van het kwade te scheiden. Psalm 119:105 Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad. Koran 1:6-7 (fatihah, vetihah) Leid ons op het rechte pad, het pad van degenen, aan wie Gij gunsten hebt geschonken - niet dat van hen, op wie toorn is nedergedaald, noch dat der dwalenden. Het kruis is het wapen ! Boete zal komen ! De bilha zegt : Sluw is de liefde, Dwazen denken haar te kunnen misleiden, Maar altijd eindigen ze in haar strikken. De Liefde is een jager, In de nacht slaat zij haar slag, Wanneer haar prooi slaapt. Ik ken mijn hart niet, Ik ken mijzelf niet, En het verwart me zo, Maar in de morgen komt gij, De godin der liefde De nachten zijn lang,

En ik voel mijzelf als een dode, De gesprekken met het vlees en met de duivelen zijn lang, Als lange, slopende nachten van het ijs, Waarin ik geen rust vind en geen vrede, slechts geweld, Maar in de morgen komt gij langs, De godin der liefde Uw Woord overtuigt mij, Uw Woord laat mij het pad zien, Uw Woord verandert mij, als een sieraad binnenin De koran zegt : De Barmhartige (geduldige, uitstellende) Meester van de Dag des Oordeels. U alleen aanbidden en dienen wij en U alleen smeken wij om hulp. (boete doen) Leid ons op het rechte pad, Het pad dergenen, aan wie Gij gunsten hebt geschonken - niet dat van hen, op wie toorn is nedergedaald, noch dat der dwalenden. (vetihah : 3-7) Er worden ongelooflijk grote psychologische spelletjes gespeeld in de vt-boeken van de koran (bt, pt) : 35, vtr, voortbrenger, baarmoeder :8 Nu laat Allah waarlijk wie het hem behaagt in dwaling en hij leidt in de juiste richting wie het hem behaagt dus laat jouw ziel niet wegkwijnen in verdriet om hen. Hoe ver is de mensheid al wel niet misleid door een stragetische god, die valstrikken heeft gelegd. Aan de vleselijken wordt de waarheid niet getoond, maar zij leven met een bedekking die hen misleid. Dit komt overigens ook in de bijbel voor. De Koran stelt in 35:18 heel duidelijk : Geen belaste ziel kan de lasten van een ander dragen en indien een zwaarbelaste een ander roept tot verlichting van zijn last, zal er niets van kunnen worden overgenomen, zelfs al is hij een bloedverwant; gij kunt slechts hen waarschuwen, die hun Heer in het verborgene vrezen en het gebed onderhouden. En wie zich reinigt, reinigt zich alleen in zijn eigen belang en tot Allah is de terugkeer. Het is dus onmogelijk dat Jezus alles voor de mens draagt en dat de mens zelf niets doet. Het is onmogelijk dat Jezus opdraait voor de schulden van de mens en alle boetes van de mensen betaalt. Het is een fabeltje, en de mens wordt misleid, omdat hij het vleselijke en gemakszuchtige heeft gewild. De mens gebruikt Jezus als zondebok, maar de mens zal bedrogen uitkomen. Het vlees moest namelijk als zondebok gebruikt worden. Weer het balk en splinter verhaal dus. Hoeveel landen zijn er wel niet onder de koran gekomen. Het heeft een duidelijke boodschap. Zelfs Egypte is nu onder de koran. De mens ontkomt er niet meer aan, maar : op naar de vur ! Op naar de bilha ! Boek 82 van de koran, n'vtr, stelt heel duidelijk : 'Jullie noemen het oordeel, de boete, een leugen.' (want zij hebben immers Jezus die alles wel even vergeeft en wegneemt)

Wat is dan de dag van oordeel en boete ? 'De dag waarop geen ziel zeggenschap heeft over de andere ziel.' (vers 19) De vleselijke boete, het vleselijke oordeel, het geroddel, de leugens, de vooroordelen van mensen over elkaar, zullen dus STERVEN op deze dag. Alles wat mensen onrechtmatig over je gezegd hebben zal er niet meer zijn. Ze zullen geen zeggenschap meer over je hebben, alleen de amazones. Oftewel : de baarmoeder, de natuurmoeders, de natuurvrouwen. Het zal een dag van scheiding zijn, wat de naam is van het boek, de dag van de verscheuring. Kinderen zullen van hun moeders weggerukt worden, van hun families. Ze zullen in grote ballingschap gaan. Dat gaat komen ! Hoe dan ? Och, wanneer het kind naar binnen wordt genomen. Wanneer het kind leert dat het in zichzelf is, en niet in de ander. Het kind moet zelf een relatie aangaan met de kennis. hoofdstuk 31 communicatie versus theognosie In de huidige maatschappij is alles gericht op communicatie, zoveel mogelijk. De mens draagt de mobiele telefoon dichtbij het hart, altijd. De mens kan niet meer stil zijn, want het is een markt. De consument moet communiceren en communicatie nodig hebben, oeverloos, en roekeloos, want dat brengt geld in het laatje. Maar in de oudheid ging het om navigatie, en voor navigatie moest er restrictie zijn, anders zou het pad niet zichtbaar zijn. In de oudheid ging het om gidsen. Denk bijvoorbeeld aan de Egyptische gids Anubis, die de reiziger door de wildernissen van de onderwereld leidde. De volhardende reiziger kwam dan aan bij de grotten van Sokar, na een lange, gevaarlijke en vermoeiende tocht door de woestijn. In het OT komt skr terug als Zacharia, over de herbouw van de tempel, oftewel het herstel van de tentendienst, die overigens zeer nomadisch was. Skr werd in egypte ook ptah genoemd, het vormende principe, de loondienst (pteh, peteh), en ptah, oftewel osiris-sokar, was de wachter van hemel en hel. Hij had de sleutels hiertoe. Hel was een onderdeel van de Egyptische hemel, en was niet slechts ter beproeving, maar ook als een verfrissende oasis voor de volhardende reizigers in de onderwereld, de nomadische shamanen. Zij ontvingen dus het boek zacharia, skr, wat dus wees op ptah, peteh, de sleutelbewaarder, wat Petrus was in het NT. Aan Petrus was de sleutel van de hemel gegeven, en op die rots, die petra (of kep in het aramees, dus kepth, egypte), werd de gemeente gebouwd, de tentendienst hersteld. Pth of Bt, boete, is een navigatie systeem. hoofdstuk 32 de theognosische economie Heil putten uit het woord, verborgen schatten gegeven aan diverse landen. Jezus zei over Petrus dat hij een pin was door het vlees, in het Aramees, en daardoor de sleutel tot de hemel. Jezus had het wel vaker over een hemelsleutel, ook over de sleutel van de gnosis, de hemelse kennis, die door de wetgeleerden werd achter gehouden. Jezus wees op Petrus als de rots waarop de gemeente gebouwd zou worden, de petra in het Grieks en de kep in het Aramees, dus op Kep-Petra, oftewel Geb-Ptah in

het Egyptisch, wat ook het woord Egypte zelf is. Op het woord van Egypte zou de kerk gebouwd worden, en daarop was het woord van Israel gebouwd, en daarop zou het woord van Duitsland gebouwd worden, de reformatie, de gemeente, en daarna zou de regressie komen, het teruggaan naar de bron, oftewel het woord van Nederland : Egypte – Israel – Duitsland – Nederland Zo loopt het heilsplan, zoals ook vaak geprofeteerd werd dat Nederland een poortstad zou zijn voor de gehele opwekking van Europa. Nu, dit is iets wat in ieders hart persoonlijk moet gebeuren. Kennen wij dit sieraad ? Het is een prachtig sieraad. Kunnen wij klaarkomen met dit mysterie ? We kennen Petrus van zijn shamaanse uitspraak : 1 Petrus 3:18-20 Hij, die gedood is naar het vlees, maar levend gemaakt naar het geestelijke, in welke Hij ook heengegaan is en gepredikt heeft aan de zielen in de gevangenis, die eertijds ongehoorzaam geweest waren, toen de lankmoedigheid Gods bleef afwachten, in de dagen van Noach, terwijl de ark in gereedheid werd gebracht, waarin weinigen, dat is acht zielen, door het water heen gered werden. Zo maakte iedere dode een reis door de onderwereld om tot Ptah (Pteh, Peteh) te komen (SokarOsiris). Dit was een verborgen navigatie voor de boetelingen, die kwamen tot de godin Boete, wat helemaal terugging naar het voortijdse. Petrus werd door Jezus het stenen pad genoemd in het Aramees, de kep, waarop de gemeente gebouwd zou worden. Het zou een nomadische gemeente zijn dus. De kep is ook een siersteen of sieraad gemaakt van sierstenen, ook als betaalmiddel, als natuurgeld. Petrus stond voor de hemelse economie omtrend een hoger en hemels administratie systeem (boete, belasting). Was het niet Petrus waartegen gezegd werd : 'slacht en eet' ? Dat ging over de strijd tegen het demonische vlees in de hemelse gewesten, als beeldspraak dus. Je kunt alleen slachten en eten door de hogere hemelse economie, oftewel het petrus betaalmiddel, ptah, boete. Daarom kwam een engel ook tot Petrus om hem uit de gevangenis te bevrijden. Petrus gaat over sleutel-theologie. hoofdstuk 33 sinterklaas op zijn boot Sinterklaas op zijn boot, elk jaar komt hij weer om goede gaven te geven. Samen met zijn pieten die allemaal roedes dragen, gesels, en zakken, om daar de stoute, ongehoorzame kinderen in te doen. Wat een oorlogen zijn hier vandaag de dag over in Nederland omtrend dit feest. Je hoeft tegenwoordig de straat maar op te gaan of de krant open te slaan of welk tijdschrift dan ook en de discussies over zwarte piet vliegen je om de oren. Bedreigingen, geruchten van oorlog, alles wordt ervoor uit de kast gehaald. Wat is het ? Herinneren we ons Ra op zijn bootje in de onderwereld. Door de woestijn ging hij helemaal tot Ptah, ook wel Pteh in het Egyptisch, Peteh of Piet, en deze Egyptische Piet droeg ook een roede, als vruchtbaarheids symbool. Ra had dit wel nodig om wedergeboren te worden. De Egyptische Piet of Ptah werd als scheppersgod ook wel Sokar genoemd, of osiris-sokar, en was de wachter van de hel,

als onderdeel van de hemel, de bron van de eeuwige jeugd. Hiertoe had hij de sleutels, net zoals Petrus in het NT en Peter Pan in de Engelse mythologie van de jaren 1900. In de oudheid was de V de zachte B en de P de harde B, dus die drie letters hoorden bij elkaar. P't was daardoor in de Egyptologie verbonden aan de godin Boete. Dat is dus ook nog wat de zwarte pieten voorstellen. Je zou dus kunnen zeggen dat het de zwarte boetes zijn. Het is een soort hemelse belasting die de mens moet betalen, als een navigatie systeem om zo tot de hemel te komen en de hemel te bewonen. Vandaar dat de gesels en zakken dus zo belangrijk zijn, opdat het pad zichtbaar is, en de mens ook op het pad blijft, en deze betekenis gaf Jezus in het Aramees ook aan Petrus. Als we het hebben over Peter Pan, dan kon dat in de oudheid ook gewoon Boete Ban zijn. Ban werd ook in het Aramees door Jezus over Petrus aangehaald als het bouwen, het construeren van een logisch argument (bny). Op Petrus werd immers de gemeente gebouwd, als op de petra in het grieks, pet-ra, van pta-ra in het egyptisch, want ra werd op zijn reis ook tot ptah, oftewel tot piet, tot petrus. Het heeft met de herbouw van de tempel te maken, of het herstel van de tentendienst, wat een beeld is van de wedergeboorte van de gemeente, wat Jezus ook met de herbouw van de tempeldienst bedoelde : de opstanding van zijn lichaam. Het lichaam met al zijn gecompliceerde zintuigen beeldt het navigatie systeem uit, en dat kan dus alleen door het belastingsysteem, het systeem van boetes, oftewel de zwarte pieten die daar een metafoor van zijn, heenwijzend op Petrus. Petrus spaarde Jezus niet, maar ging als het moest recht tegen hem in. Dat is wat een echte vriend is. Overvloedig zijn de kussen van de vijand, maar wonden door vrienden geslagen zijn oprecht gemeend, om te beschermen, zoals Spreuken zegt. Dat is ook het grote verschil tussen Judas en Petrus : Judas was een misleidende kus, en Petrus was een begeleidende gesel. Sinterklaas op zijn boot : ra op zijn boot, om tot ptah, piet te gaan, opdat de tempel, het lichaam, gebouwd zou worden door de gaven ontvangen in harde loondienst, in de slopende tocht door de wildernis. De pieten komen dus om deze tempel te herbouwen, dit lichaam, het kehatitische navigatie systeem door deze moeilijke tijden heen. Daarom zijn de pieten het onderwerp van veel oorlogen. Deze strijd werd al in egypte gevoerd. Jezus ging tot Petrus, tot Peteh, Boete, een groot geheimenis. Zo mogen wij ook tot Boete komen, wat een grote gave is. Hierop wordt de gemeente gebouwd, het lichaam, het navigatie systeem. Het is dus iets in jezelf. Jezus zei dat na hem nog iets groters moest komen. Er zou een charismatische beweging komen, met waaiende gesels, boete als pinnen door het vlees, als hemelse belasting, om zo hemelbewoners te kunnen worden. hoofdstuk 34 zwarte piet : een zaak op leven en dood Vroeger ging de strijd veelal over Jezus en Mohammed, maar nu ? Nu is het zwarte piet die wanneer hij genoemd wordt leidt tot hete hoofden en koude harten. Met gebalde vuisten waarschuwen ze en roepen ze zodra het onderwerp zwarte piet op tafel ligt. Dan heb je wel een gevoelige snaar geraakt. Hysterisch wordt de doorsnee nederlander hierover vandaag de dag. Alsof je op de vleugel van een kip hebt getrapt. Als het onderwerp zwarte piet ook maar even ter sprake komt, dan gaat direct de kogel door de kerk en heeft iedereen wel zijn woordje klaar. Burgeroorlogen zijn er vandaag de dag over, hele volksstammen die met elkaar in oorlog zijn, of elkaar ermee bedreigen. Men pikt niks meer over zwarte piet, alleen nog maar de eigen mening over

de zwarte piet, en daar moet ieder ander mens zich aan houden. Zo heetgebakerd is de nederlander hierover vandaag de dag. Begin je over zwarte piet, dan barst er direct een heel circus los. Zwarte piet dit, zwarte piet dat, zwarte piet zus, zwarte piet zo, alsof het een zaak op leven en dood is. Ja, het ganse leven en de eeuwigheid in het hiernamaals hangt helemaal van zwarte piet af, of niet ? Er is een strijd gaande vandaag de dag over Petrus, wat helemaal terugloopt tot de Egyptische ptah, peteh of piet, ook wel Osiris-Sokar genoemd, de wachter van de bron van de eeuwige jeugd. Op zijn bootje kwam ra tot dit mysterie in de woestijn. hoofdstuk 35 de egyptologische theognosie Wat een prachtig beeld : Ra, rw, op zijn bootje door de wildernis, door de woestijn, door de onderwereld, om zo telkens meer bemanningsleden toe te voegen. Hij leerde er telkens weer wat bij, wat we vandaag de dag terug kunnen zien in sinterklaas op zijn boot met zijn pieten. Jezus zei in het aramees dat ieder mens rw moest ontvangen, want het betekende richting en navigatie. Het was de heilige ziel, of in het westen ook het heilige geestelijke genoemd, of zoals westerse christenen zeggen : de heilige geest, maar in de grondteksten is het gewoon rw, ra. Als een christen dus wil leren wat de heilige geest is, dan is de egyptologie vol met achtergrondkennis om de context van deze dingen te begrijpen. Ra of rw kwam tot de grotten van sokar in de woestijn uiteindelijk, de grotten van ptah, peteh, piet. Deze piet droeg een gesel, als vruchtbaarheidssymbool, zoals de zwarte piet vandaag de dag nog steeds de roede draagt. Oh, zoveel oorlogen zijn er vandaag de dag erover, praat me er niet van. Maar velen kennen de egyptologische context er niet van. In de verborgen woestijngrotten kwam rw uiteindelijk aan bij het hoofd van isis op een pyramideheuvel. Isis is grieks voor het egyptische aset. De tekst hierbij is dat het het vlees van aset is, de jwf, jove van aset, isis. En dit vlees was heilig, als het wedergeboren, opgestane vlees in de onderwereld, of het woord dat vlees is geworden, of verheerlijkt vlees, zoals we dat ook in het christendom terugvinden. Alles draait tegenwoordig om dit vlees, dit goedje, en mensen wanen vaak dat ze het hebben, maar het is kennis. Het is vleesgeworden kennis, en dit vlees is droomvlees, vlees in de onderwereld, in het paradijs. In Israel werd Job Jove genoemd, als de beproefde, de geteste, en hiervan kwam ook het woord jahweh, jehovah, wat terugwijst op havah, eva, als de wording van eva, de godin. Jove werd de hoofdgod van de romeinen, wat dus eigenlijk Jobieten waren, of Evaieten, wat helemaal terugleidt tot de voortijdse Vuhieten, hen die de oorlog leerden. Maar toen Ra hier aankwam bij het hoofd van Isis, en zag dat het haar vlees was : jove aset, of jove isis, toen ging het mis. Dat was te groots. Van de enorme isis cultus in griekenland en bij de romeinen maakten de christenen iesous, oftewel Jezus, als een mannelijke Isis. En Jove of Jehovah, was zijn vader, het hemelse vlees. We kunnen zien hoe het hier fout is gegaan. Boven het hoofd van Isis hing de kepra kever. In het vijfde uur van de amduat zijn we dan aanbeland. Ra voegde niet alleen telkens nieuwe bemanningsleden toe op zijn boot, maar veranderde ook in hen, vandaar dat hij ook in kep of kepra veranderde, als beeld van de wedergeboorte. Dit wijst op Petrus in het Aramees, de Kep, de steen. Door kepra liep het touw waardoor de boot van ra werd voortgetrokken. Kep komt van het egyptische khapa, navelstreng, dat wat het kind aan de moeder verbindt als een stevige band. Kap was de krokodil van seth en betekende camouflage, vuil, duisternis.

hoofdstuk 36 theognosische exegese van abadja Het volk Edom, het volk van Ezau, greep graag naar de wapenen. Dat klinkt ook nog niet zo gek wetende dat Edom komt van het hebreeuwse wortelwoord 'dam', d'm, bloed. Abadja heeft er heel wat mee te stellen, met dit volk. Het boek Bdj (Vetjah, abadjah) wijst terug naar de egyptische boete wortel. J. Overduin (1902-1983) zegt hierover in de serie de bijbel toegelicht voor het nederlandse volk dat het boek over de strijd gaat tussen Edom (duivel) en Juda (Christus), en dat de haat van Edom heel diep lag. Edom was een zeer oorlogszuchtig volk stelde deze predikant. Het volk Edom wilde liever vechten dan toegeven (vgl. Petrus). Het voelde zich sterk in berglandschap. De haat zat zo diep dat Edom altijd wanneer het kon het volk Juda wilde teisteren en treiteren. Het volk Edom had uitbundig plezier in de smaad van het volk Juda en in de nederlagen ervan, leedvermaak dus. De predikant haalt dan Amos aan die aantoont dat Edom ervoor gezorgd had dat het volk elk medegevoel en medelijden had verloren, elke empathie. Edom's toorn en plaag was voor eeuwig. Ze hielden maar niet op. Ze volhardden in het kwaad. Altijd maar weer loerde Edom op het volk Israel, om het volk Israel in een valstrik te laten lopen. De predikant stelt dat het de strijd is tussen de duivel en Christus, en dat begon al met Jakob tegen Ezau, en toen dus Edom tegen Israel en Juda. En de profeet Abadja staat midden in deze strijd. De predikant stelt dat het aanleiden tot het optreden van de profeet Abadja was : Jeruzalem werd door de Chaldeeën veroverd in 587/6 v. Chr. De Edomieten waren er toen spoedig bij om Jeruzalem mee te helpen plunderen en de weerloze vluchtelingen gevangen te nemen of te doden. We kunnen stellen dat Juda het wortelwoord 'yad' heeft wat ook het mannelijke geslachtsorgaan is, oftewel de mannelijke vruchtbaarheid, en dat de bloedzuchtige Edom de gesel is om hier richting aan te geven, als beeld van de vagina waarin het vlees moet sterven, zijn zaad moet geven. Oorspronkelijk was de duivel aangesteld als een beproever, en in zowel israel als egypte speelde de duivel dus een dubbelrol. De duivel was niet per definitie slecht, maar kon ook goed zijn. J. Overduin stelt in zijn commentaar op Abadja dat de Edomieten in de gesteentes van het hoogland woonden waardoor ze een natuurlijke veiligheid hadden en moeilijk te bereiken waren in hun hoofdstad Sela, wat in het Grieks Petra heette (vgl. Petrus, de steen waarop de gemeente is gebouwd). Vandaar dat de Edomieten zeiden : 'Wie kan ons van onze hoogte neerstorten ?' J. Overduin stelt : 'Zo ijverig waren de Edomieten in het helpen van de vijanden van Juda, dat zij weerloze vluchtelingen op de wegkruizingen waarlangs de vluchtenden trokken, opvingen en doodden of als gevangenen aan de vijand uitleverden. We kunnen hierbij stellen dat we toch niet eenzijdig met dit verhaal mogen omgaan, want vers 6 zegt : Hoe zijn Esau's goederen nagespeurd, zijn verborgen schatten opgezocht. J. Overduin stelt dat Edom had meegedaan aan de gruwelijke drinkgelagen van de vijand, op de berg Sion, om de overwinning over Juda te vieren, over de yad dus, het mannelijke vruchtbaarheidsorgaan. We kunnen stellen dat hier de kruisdood van Jezus ook over gaat. Als we het hebben over Esau's gebergte dan kunnen we ook stellen dat het hier gaat om de moederborsten. Esau, en dan vooral de stam Teman, was ook altijd een beeld van de wijsheid. Edom komt van het woord Adam, wat een paradijs woord is, en wat dus een verborgen betekenis heeft, als verbonden aan Eva die de gnosis bewaard. De Evaieten waren amazones die ook weer terugwijzen op de voortijdse Vuhieten. De Vuh zegt hierover : Obadja, oftewel Obadyah in het Hebreeuws, Abad-yah, betekent de dienstknecht van Jehovah,

waarvan Jah een afkorting is. Havah is Eva in het Hebreeuws, wat ten grondslag ligt aan het hele Jehovah mysterie in de gnosis en de grondteksten. Eva is de godin, de interpreterende kennis in de naambetekenis. Obadja is een profetie over het oordeel over Edom, Ezau. Edom betekent rood, wat ook in de Hebreeuwse wortel Adam is, en dam is bloed. Adam kwam in de gnosis tot de godin Eva in Genesis, en moest afsterven aan zichzelf door de boom van kennis, om zo in de onderwereld af te dalen. Jehovah betekent ook afdalen, vallen (hava). Ook betekent het worden. Wij komen alleen in de heilige wording door het afdalen, het vallen. Dit komt ook weer terug in het Ezau verhaal, dat hij moest komen tot de kom met het rode, het bloed, het afsterven aan zichzelf. Adam wordt zo tot een dienstknecht van de godin, oftewel Abad-Eva, de dienstknecht van Eva, de openbaring van kennis (de gnosis). Het boom der kennis verhaal is dus de poort tot het boek Abadja, waarin Adam (Edom) dieper aan zichzelf moet afsterven voor diepere openbaring van kennis. Adam raakt zo verbonden aan de kennis, uitgebeeld door een riem in de grondtekst, als beeld van de heilige gebondenheid door heilige voorzichtigheid (de heilige vreze), de chagowr. Dit verhaal loopt parallel aan het Griekse verhaal van Hercules die de leren riem van de Amazone-koningin, Hippolyte, moest "stelen". Hippolyte wilde hem de leren riem geven, maar de andere amazones stonden het niet toe en bestreden hem, dus er was eerst een oorlog. Calvijn stelt dat het volk Edom een zware en harde beproeving was voor het volk Israel. Hij haalt ook psalm 137 aan : 'Gedenk aan de kinderen van Edom op de dag van Jeruzalem : Ontbloot, ontbloot tot de fundamenten toe.' Calvijn stelt in zijn commentaar op Abadja dat de Edomieten blaasbalgen waren die de woede van de vijanden aanwakkerden. De Edomieten hebben volgens Calvijn de Israelieten met vele mishandelingen gekweld. Calvijn noemde Edom een wreed volk die zonder reden tegen het ellendige en geslagen volk Israel waren ontstoken. Brutaal beledigen en bedriegen zij de Israelieten. Ook Calvijn geeft aan dat zij in gesteenten woonden, in grotten, in de bergen. Hierin hadden zij hun sterkte, wat dus een vaginaal beeld is. Calvijn stelt dat Edom het volk Juda tot de vervreemding leidde, tot de ballingschap, door het volk van zijn vroegere waardigheid te beroven. En de Edomieten verheugden zich hierin. Ze hoonden de ongelukkige Judeeërs. Calvijn stelt dat ze niet tevreden waren met de ondergang van de stad Jeruzalem en de massale aangerichte slachtingen, maar ook hen die heimelijk waren ontsnapt werden gevangen genomen omdat ze de zelfs de uitgangen van de wegen bezet hielden. Ook het overblijfsel op de dag van benauwdheid werd verraden of ingesloten. Calvijn stelt dat door Edom het volk verstrooid werd tot vreemdelingen om zo tot een schouwspel te worden, maar dat dit de prijs was van het zoonschap. Door het bloed van het zoonschap zou de mens ook tot de rust komen die was weggelegd in de hemelen. Edom is dus niets anders dan een boete die de mens moet betalen, als een bloedboete. hoofdstuk 37 jezus, een modern gouden kalf Hoe zeer de hedendaagse talen egypte nog in zich dragen mag duidelijk zijn. We hebben dat gezien met het woord 'boete'. Jezus stelde Petrus aan als de steen waarop de gemeente werd gebouwd, en gaf hem de sleutel, de vleespin in het aramees, en de wapenrusting, als een net van ringen. Jezus stelde Petrus aan als de administrateur van de hemel, als de belastinginner of boete-inner, als het

economische systeem van de hemel, wat een heel ander soort geld was. Het was geestelijk, hemels geld. Aan dit geld kon je zien of iemand werd toegelaten ja of nee. Jezus zou tegen een heleboel mensen zeggen, of eigenlijk gewoon tegen het loonloze vlees wat altijd alles maar gratis wil (genade, geloof) : Ik ken u niet, gaat weg van mij, gij werkers der wetteloosheid. Zij waren dus ook boeteloos. Alleen boetelingen zouden binnen kunnen komen, maar waar binnen komen ? In plezierland of luilekkerland zoals mensen vaak de hemel zien ? Nee, de hemel is het kruis, een school. De hemel is een oorlog. Het is niet voor deserteuren en belastingontduikers. Het is niet voor spijbelaars. Het is voor asceten, hen die nut hebben gezien in het lijden. De hemel is informatie. Laat jezelf niet voor de gek houden. Sluit je je ogen voor informatie, dan sluit je je ogen voor de hemel. Informatie is het tegenovergestelde van het vooroordeel. Vooroordelen hebben niets met de hemel te maken. Heb je de heilige vrees al ontvangen ? Geen vrees voor de valse religie van het westerse christendom, maar vrees om bevooroordeeld te zijn. De heilige vrees is het fundament van de hemel. Alleen vrezelingen zullen binnen kunnen komen. Kom je daar al fluitend op je boerenklompen aanzetten van lang leve de lol, met een dik pak roddelblaadjes onder de arm, dan wordt je teruggezonden. 'Ik ken u niet,' zal er dan gezegd worden. Pinnen gaan er door je vlees, dat is wat Petrus uitbeeldt, dat is de sleutel in het Aramees, in de taal van Jezus. Dat is niet de Engelse Jezus die ze in het westen prediken. Het is niet de materialistische, moderne Jezus die we vandaag de dag om ons heen zien, die als gouden kalf wordt vereerd, overgewaaid vanuit Amerika. Jezus is vandaag de dag een afgod, alhoewel tegenwoordig veelal ondergesneeuwd door de zwarte pieten cultus. Jezus moet vandaag de dag flink het onderspit delven voor de zwarte heerin. Laten we eerlijk wezen. Soms loopt er nog weleens een verdwaalde mohammed ergens rond, maar de zwarte piet is vandaag heer en meester. En dat heeft alles met het petrus mysterie te maken, oftewel met het egyptische ptah of piet mysterie. Het was een mysterieuze maar ook levensgevaarlijke oase in de woestijn, en hier zou het erom spannen : Zou ra erdoor komen of niet ? Van alles sprong hem hier in de nek. Kom je erdoor of kom je er niet door ? En waar kom je door, en waar moet je naartoe ? Allemaal belangrijke vragen. We kunnen het ons nu niet veroorloven om de plank mis te slaan. Er staat teveel op het spel. Welk spel ? In mijn dromen was sinterklaas vaak zwart en een vrouw. Zwarte klaas, wat gewoon de zwarte eklessia is in het Grieks, oftewel de zwarte kerk, de zwarte bruid, en die is dus vrouwelijk. Mattheus 16:18 En Ik zeg u, dat gij Petrus zijt, en op deze petra zal Ik mijn gemeente, ekklesia (kls, klaas) bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen. Vannacht had ik een droom over Benny Hinn die ik tegenkwam op een station, en we raakten in discussie, hij als een soort westerse Petrus en ik als een soort Paulus figuur, en Billy Idol was bij mij. Benny Hinn zei toen : 'Maar Paulus gaf slechts zijn eigen mening op sommige punten.' Ik raakte toen in gesprek met Billy Idol, en ik noemde ook het feit dat hij kwam voor intelligente mensen, wat hij zelf ook altijd zei, voor intelligentie. Ook zei ik dat hij moest programmeren en het zaad moest leggen en dat het vanzelf een oogst zou brengen. Ik had het over de hemelse energie die vanuit hem opschoot, abstracte rebellie tegen het heersende systeem. Ik ben nauwverbonden aan de Amerikaans-Afrikaanse exodus uit het westerse christendom terug tot de Egyptische fundamenten. Het oorspronkelijke christendom was Afrikaans, maar het westerse christendom bracht Afrika in slavernij. Het is dus een prachtig verschijnsel om te zien hoe de Amerikaans-Afrikaanse samenleving terugkeert tot haar wortels en de Egyptologie leert en zo ook het christendom beter begrijpt in de context. Moeder Afrika roept haar kinderen terug. Het is mooi

om te zien hoe vele zwarte mensen vandaag de dag ontwaken en terugkeren. Er was een strijd in het OT tussen Edom en Juda. Het is belangrijk om het dualistisch te zien. Dat doet ook weer recht aan de grondteksten en het Egyptische dualisme wat eronder ligt. Edom is het volk van Ezau, het wildernis volk, die leefde in de grotten, en hun hoofdstad was Petra in het Grieks. Juda, waar Christus uit voortkwam is de yad in de wortels, oftewel het mannelijke vruchtbaarheidssymbool. Het is een schijnstrijd tussen man en vrouw, tussen het vaginale en het fallische. Edom komt van Ezau, en wordt ook wel het volk Teman genoemd, het wijsheidsvolk. Edom komt van de hebreeuwse wortel 'dam', zoals Adam, wat bloed betekent, dm, dam, doem. In de Egyptische wortels is dam, doem, de besnijdenis, de scalpering, oftewel de besnijdenis van het verstand, de scheiding tussen waarheid en leugen, tussen kennis en onwetendheid. Dit is het volk van Doem. hoofdstuk 38 de auto industrie : de doos van pandora Ik werd vannochtend wakker met een lied van moeder Afrika, en met twee gulden. De twee guldens waren rood. Het deed me herinneren aan de tachtiger jaren. Het was gegrifd in mijn brein. Ik zag Petrus, het hemelse geldsysteem, terugwijzend op Ptah in de woestijn van Egypte, het boetelingensysteem. De Ptah of Vtah wortel komt ook terug in diverse boeken van de Koran, o.a. boek 82, n'ftr, waarin het gaat over hen die het oordeel, de boete, de belasting, een leugen noemen. En is dat niet gaande ? Nee, het vlees mag niet aangetast worden, en je moet de heilige auto vereren, anders zondig te tegen de mammon. Mijn zoontje zei eens toen hij heel jong was zomaar vanuit het niets : 'Papa, waarom heeft u die auto in elkaar geslagen ?' Hij kon nog niet weten dat ik een groot strijder was tegen de auto industrie. Ik heb het weleens vaker gezegd : Auto's zijn zielen die tot slaaf zijn gemaakt van de mammon. De auto industrie moet dus afgebroken worden. Ze maken moeder natuur kapot. Er kan ook groen gereisd worden. Maar nee, de heilige auto, het hedendaagse gouden kalf, wordt vereerd, en daarom is corona gekomen. Ook mijn toendertijdse braziliaanse vriendin waarschuwde zwaar hoe zeer de samenleving zou gaan boeten voor de auto industrie. Moeder natuur zou het niet pikken. Wat is dan de dag van het oordeel ? Boek 82 zegt : de dag waarop de ene ziel geen zeggenschap meer heeft over de andere ziel. hoofdstuk 39 corona en de ontrafeling van het sint en piet mysterie Mattheus 16:18 En Ik zeg u, dat gij Petrus zijt, en op deze steen, petra, zal Ik mijn gemeente, ekklesia, bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen. 19 Ik zal u de sleutels geven van het Koninkrijk der hemelen, en wat gij op aarde binden zult, zal gebonden zijn in de hemelen, en wat gij op aarde ontbinden zult, zal ontbonden zijn in de hemelen.

We hebben het hier over de sleutelmacht. Een paar verzen daarna noemt diezelfde Jezus Petrus satan. Dat is dan het komische, dualistische en ironische van de bijbel, zoals het gehele leven ironisch is. Vanuit het Israelitische en ook Egyptische gedachtengoed was dit heel normaal. Ook God veranderde rustig in de satan om het volk te beproeven, te weerstaan, vandaar dat de satan in zowel Israel als Egypte niet noodzakelijk het kwade is, maar gewoon de tester. Maar nu gaat het nog mooier worden. Ik werd vanochtend wakker en de hemelse kennis daalde op mij neer, en ik huilde. God sprak tegen mij : Open het dagboek wat je op het college had, en lees de tekst voor vandaag. Dat was waarom de hemelse huilbui over me kwam. Ik kon al voelen waarover het zou gaan. En ik las : Jeruzalem, Jeruzalem, U doodt de profeten en stenigt de mannen die God u gestuurd heeft. Hoe dikwijls heb ik uw kinderen niet willen verzamelen zoals een hen haar kuikens bijeenbrengt onder haar vleugels. Maar u hebt niet gewild – Matteus 23 vers 37. Dit boekje werd altijd gebruikt voor de dagopening, en dan is het commentaar erop dat Vader kwartel het soms wel moeilijk had met zijn ongezellige gade, maar dat hij zich gewoon in zijn lot schikte. De kinderen schoten telkens weg uit vader's bewaking, en amuseerden henzelf, glijdend en glibberend over grote stenen. Plotseling maakt de moeder zich breed : 'Hup, jongens, binnenkomen. Er dreigt gevaar.' Vader kwartel maakt zich zo druk met het volbrengen van zijn beschermende taak. Eindelijk zijn dan de kinderen veilig beschermd onder moeder. Zo zegt Jezus dat God zijn kinderen wil beschermen. Hij stuurt bewakers tegen het gevaar : profeten. En wat doet Gods volk ? Die profeten doodslaan. De commentator eindigt dan te zeggen dat het best eens goed zou zijn om naar de vogels te kijken. Ik haalde adem. Ik had het al gevoeld voordat ik het las. In mijn hemelse huilbui zei ik al 'Ja, ja, dit is het,' voordat ik het al had gelezen, voordat ik ook maar zelfs het dagboek had opengeslagen. Ik kon het voelen. Ook Jezus had eens zo'n hemelse huilbui. Alle daags heette het boekje trouwens, bijbels dagboek voor tieners. Ik lees er soms weleens wat in, en dan denk ik weer terug aan de dagen van het college. Maar ik zei : Het gaat nog mooier worden. We hadden het over de Petrus tekst. Petrus betekende in de Aramese tekst ook het hemelse, gelouterde geld, het gelouterde goud, het sieraad. Dit is dus beproefd geld. Je kunt niet zomaar meer met geld iets kopen (want corona is gekomen). Alles moet beproefd zijn. Je kunt je niet zomaar meer mooi maken met kleding en make up, want het moet beproefd zijn. Meisjes willen zich mooi maken in de stad. Ze doen make up op, zoeken hun kleren zorgvuldig uit, en daar gaan ze dan, mooi lopen doen. Maar 'mooi' is een oud Egyptisch woord wat waarheid betekent, beproefde waarheid, oftewel een gefundeerd argument. Denk maar eens aan de weegschaal van Maat of Mooi, de godin van de waarheid, die alles toetste. Je kwam er niet zomaar doorheen. Je kon niet zomaar make up opdoen en denken dat je het voor elkaar had. Neen. Het moest beproefd zijn. Het moest fundament hebben. Dames met make up hebben me daarom nooit echt geinteresseerd. Het enige wat ik eigenlijk altijd in mijn hoofd had waren de natuurvrouwen buiten de samenleving die in de wildernis leefden. Ze droegen pijl en boog, en er zat oorlogsverf op hun lichamen. Als een vrouw dit vandaag de dag op haar lichaam smeert wordt ze uitgelachten. Ze moet namelijk de mammon dienen, het vleselijke geld, en niet het hemelse boetegeld van de geestelijke oorlog. Daarom draagt de vleselijke vrouw ook hoge hakken. Zo kan ze geen oorlog voeren. Is het geen belachelijke vertoning ? Deze vrouw kan niet wegrennen. Grote heupproblemen krijgt ze op die hoge hakken als ze er veel op loopt. Maar kinderen wordt het met de paplepel ingegoten. Maar daar mag je niks van zeggen, want dan zondig je tegen de mammon. De vrouw vandaag is slaaf van de mammon, en daarom is corona gekomen. Daarom : nee, stadse vrouwen hebben mij nooit geinteresseerd, maar indiaanse vrouwen die vrij waren in de wildernis, als beeld

van de hemelse kennis. De natuurvolkeren interesseerden mij, als profeet, en daarom werd ik gedood. Ik had gezondigd tegen de mammon. Maar God was aan mijn zijde. De hemelse kennis had mij gezonden. Dus wonder boven wonder : Ik leef nog steeds. God's woord zal niet ledig wederkeren en er is een opstanding en wedergeboorte voor hen die volharden tot het einde. Kinderen worden opgevoed met barbies en hoge hakken omdat ze God willen bespotten, de hemelse natuurvrouw willen bespotten. De hoge hakken, en dat heb ik eens in een droom gezien, zijn gevangenissen voor de vrouwen, om hen slaven van de mammon te houden. Ze kunnen niet wegrennen en krijgen heupproblemen of andere problemen. Hun botten gaan scheefgroeien en ze kunnen zich zo niet emanciperen. Het is pure vrouwenhaat. Waarom haten vrouwen zichzelf zo ? Omdat ze bezeten zijn met de mammon. Maar oh, daar mag je niks van zeggen. De mammon moet vereerd worden, dit gouden kalf. Maar de natuurvrouw overwint dit kalf. Ik zeg : 'Nee' tegen de stadse vrouw, en 'ja' tegen de indiaanse vrouw. Ik heb vele indiaanse natuurvrouwen verstadst zien worden, en het is zeer tragisch. Dit heeft trouwens niets met ras te maken, maar met het hart. We kijken mensen niet naar de ogen. Het zijn slechts metaforen, maar je zendt wel boodschappen uit hoe je je in de stad presenteerd. Soms moet je je inderdaad camoufleren. Soms ben je inderdaad spion. Maar daarvoor ben je profetisch. Wat mooi is het dat donkere mensen vandaag de dag ontwaken uit het westerse christendom en terugkeren tot hun Afrikaanse natuurwortels, tot Egypte, of gewoon tot de indiaanse natuurvolkeren in Amerika. Nu, laten we verder kijken naar het zwarte piet en sinterklaas raadsel wat de massa's opzweept en bezig houdt vandaag de dag : Mattheus 16:18 En Ik zeg u, dat gij Petrus zijt, en op deze steen, petra, zal Ik mijn gemeente, ekklesia, bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen. 19 Ik zal u de sleutels geven van het Koninkrijk der hemelen, en wat gij op aarde binden zult, zal gebonden zijn in de hemelen, en wat gij op aarde ontbinden zult, zal ontbonden zijn in de hemelen. Prachtig, prachtig. We zagen dat Petra ra was die in de dieptes van de woestijn tot Ptah werd, tot Piet. Dit was een boete systeem, een hemels geldsysteem, om de mens te beproeven : Heb je het ware geld ? Is je geld gelouterd ? Of ben je de boel aan het bedriegen, aan het belazeren ? Heb je het ware sieraad ? Dit is innerlijk en profetisch ! Wauw. Nou, let goed op wat ik nu ga zeggen. We gaan het hele zwarte piet en sinterklaas mysterie ontrafelen : Ik had altijd dromen over een zwarte sinterklaas en over sinterklaas als vrouw. Sint klaas is het eigenlijk, en klaas, kls, is de ekklesia, kls, oftewel het Griekse woord voor gemeente, kerk, en dat is de vrouw in de wildernis, de natuurvrouw, die een schuilplaats zou krijgen. Kennen we het boek Openbaring ? Het is belangrijk. Dit is de bruid. Goed kijken. Laat dit plaatje van sinterklaas en zwarte piet tot je doordringen : Zwarte Piet, het boete systeem, of hemelse geldssysteem, de beproeving, de urim steen, waarop de gemeente, ekklesia, sinterklaas, gebouwd wordt, de natuurvrouw, als de opslagplaats van de kennis in de wildernis. Zij geeft dan wedergeboorte. Zie of je daar binnen kunt komen. Heb je genoeg geld ? Is je geld beproefd ? Heb je genoeg boete betaald, genoeg belasting ? Of smeer je zomaar je make up op en denk je het is wel goed. Welk sieraad draag je ? Petrus en ekklesia, Petrus en de kerk, oftewel Piet en Klaas. Hierover gaan de oorlogen vandaag de dag. Dit mysterie gaat ontrafeld worden, tot in de dieptes. Hierover ging de hemelse huilbui. Corona is gekomen. Een nieuw geldssysteem gaat komen, ditmaal vanuit de hemel. Het is je gelouterde innerlijk. Het vlees zal sterven.

hoofdstuk 40 de ontbloting van noach De mens wil snaaien en sex, maar niet hongeren. Nee, want hongeren is saai en niet leuk. De mens haat het kruis, haat de gesel, en wil niet leren waarvoor het nodig is, waarvoor het goed is. En daarom is de mens vandaag de dag in de war over zwarte piet. De mens wordt er helemaal gek van. Het gaat allemaal maar over zwarte piet dit, zwarte piet dat en het is een ware cultus, en de mens dreigt met burgeroorlog. Ja, families scheuren uiteen over zwarte piet. Vergeet jezus en mohammed maar. Het is zwarte piet die vandaag de dienst uitmaakt. De mens wil snaaien, graaien en sex, drugs, niet de roede. Nee, de mens wil het zoete, en de mens denkt dat het lekker is, maar het is vergif. Nu corona is gekomen en op de loer staat bij iedere stap die je zet is het lastiger geworden. De mens moet boeten en de natuur kan zo weer terrein terugwinnen. In de 90-er jaren had ik al dromen over de komst van corona. Het zou in grote golven over de wereld komen en grote paniek zaaien. Ook zag ik hierbij specifieke mensen betrokken en de dromen zijn tot in de kleinste details uitgekomen. Het overblijfsel, de ware kerk of ekklesia kon zo tot de wildernis vluchten, waar het boek Openbaring over spreekt. Ik was als kind zijnde, en ook als tiener helemaal geobsedeerd met dit boek, en ook lid van een tijdschrift over het boek Openbaring. Nou, dat kon allemaal niet hoor, volgens mijn familie. Ik moest alles maar doen met wat ze mij in hun kerk gaven, en niet verder kijken dan mijn neus lang was. En dan wordt je door je eigen familie vervolgd. Zij weten alles beter. Openbaring 12 4 En de draak stond voor de vrouw, die baren zou, om, zodra zij haar kind gebaard had, dit te verslinden. 5 En zij baarde een zoon, een mannelijk wezen, dat alle heidenen zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd plotseling weggevoerd naar God en zijn troon. 6 En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats heeft, door God bereid, opdat zij daar twaalfhonderd zestig dagen onderhouden zou worden. En dan werpt Michael de draak op de aarde. 13 En toen de draak zag, dat hij op de aarde was geworpen, vervolgde hij de vrouw, die het mannelijke kind gebaard had. 14 En aan de vrouw werden de twee vleugels van de grote arend gegeven om naar de woestijn te vliegen, naar haar plaats, waar zij onderhouden wordt buiten het gezicht van de slang, een tijd en tijden en een halve tijd. 15 En de slang wierp uit haar bek water achter de vrouw als een stroom, om haar door de stroom te laten medesleuren. 16 En de aarde kwam de vrouw te hulp en de aarde opende haar mond en verzwolg de stroom, die de draak uit zijn bek had geworpen. De vrouw is een beeld van de ekklesia, de kerk, van kls, klaas. Zij is een vrouw van de aarde, van de wildernis, en daarom was sinterklaas in mijn dromen vaak donker en vrouwelijk. De wederkomst gaat over dat het zal zijn als in de dagen van Noach, en dit keer zal er een zondvloed zijn van vuur, en natuurlijk is de ark er weer, de boot met de heiligen, de boot van de ware kerk. In het boek van Mormon gaat deze boot tot Amerika. Ook in het Eeuwig Evangelie gaat deze boot tot Amerika. De Koran zegt dat de oordeelsdag de dag is waarop de ene ziel geen zeggenschap meer heeft over de andere ziel. Iedereen staat geheel op zichzelf. Op de oordeelsdag is de mens niet meer onderworpen aan menselijke systemen, maar staat bloot voor God :

1. En Noach ontblootte zichzelf. 2. En zijn moeder zag hem in zijn naaktheid. 3. En Noach sprak : 'Oh, mijn moeder, nu hebt gij mijn blootheid gezien.' 4. En Noach's moeder sprak : 'Zoon, gij hebt de waarheid gesproken. Ik heb uw blootheid gezien.' 5. En Noach werd toen zeer bedroefd, want hij had zijn onschuld verloren. 6. En zijn moeder vocht hem aan, en het gevecht duurde verschillende weken. De vrouw is door de mammon op de hoge hak gezet, en het is om God te bespotten, om de hemelse kennis, de gnosis, de vur natuurkennis te bespotten. Het is daadwerkelijk het stomste wat er bestaat, maar de vleselijke vrouw doet alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Laat de mens wel beseffen dat ik hierover een droom heb gehad als profeet. Ik weet precies waarvoor het staat, wat mammon hier aan het bespotten is. Let goed op. De vrouw staat op de hoge hak, zoals Edom in het hooggebergte leefde, in de spelonken en grotten, en Edom zei : 'Let op, ik ben onbereikbaar.' De hoofdstad van Edom was in het Grieks Petra, het gesteente, oftewel Petrus. Mammon valt. Mammon zit op de hoge hak als Edom. Edom werd ook wel Teman genoemd, het wijsheidsvolk, het wildernis volk van Ezau, en ze kwamen om Juda, yad, te onderdrukken, wat een beeld was van de mannelijke fallus. Dat is wat de vrouw wil, ook de vleselijke vrouw. Dat is wat de mammon wil. Uiteindelijk zal mammon vallen, zoals we zien in het boek Abadja. Mammon heeft een karikatuur gemaakt van Edom, als het vleselijke Edom. Alsof je door hoge hakken de duivel kunt overwinnen. Het is allemaal spijbelarij. Wie oren heeft die hore. Ik ga er nu niet meer woorden aan vuil maken. Misschien later nog. hoofdstuk 41 de hoge hakken cultus : de val van de vleselijke vrouw Ze willen een gammele indruk geven, die vrouwen op hoge hakken, ze noemen zichzelf het zwakke geslacht, echt totale waanzin. Ik kots mezelf helemaal leeg als ik weer zo'n vrouw op hoge hakken heb gezien, opdat ik niet onder de invloed van de mammon kom. Ik ken geen enkele ware profeet des heerinnen die onder de indruk is van een vrouw die met hoge hakken rondloopt, want iedere demonoloog weet dat het dezelfde geest is als de chinese voetinbinding : ter mismaking van de vrouw. Het lichaam van de vrouw kan zich zo niet ontwikkelen, en raakt mismaakt. Oh, wat een verschrikkelijke geest is dit, zoveel vrouwenhaat, en zoveel vrouwen haten zichzelf. Als ze ook maar ietsje donkerheid hebben dan moet dit met gif wit gemaakt worden tegenwoordig, maar de vrouw was nu eenmaal donkerder gemaakt dan de man om zo de baby te kunnen beschermen. Maar de vrouw haar schoonheidsideaal (want daar gaat alles om bij zulke mammonitische vrouwen) is zo gammel mogelijk te zijn, zodat haar vrucht geroofd kan worden. Hevig staat ze in de publiciteit en wil alle aandacht trekken met haar zachte stemmetje, opdat haar vrucht geroofd en geofferd kan worden aan de mammon. Het trekt alle parasieten van de onderwereld aan. En dat mogen ware profeten dag en nacht zien totdat ze er gek van worden. Deze wereld maakt mensen totaal maar dan ook totaal gek. Ja, dat moet je relativeren, zeggen ze dan, en dat is ook zo. Daarom hebben wij ons werk en onze creativiteit anders zouden we onszelf allang voor de trein hebben geworpen. Daar valt toch niet mee te leven ? Maar met het slechte zien we gelukkig ook het goede, en dat geeft hoop, en daarom blijven we ons werk doen. Daarom zijn we tegelijkertijd de ongelukkigste en gelukkigste mensen ter wereld, als profeten en demonologen, als predikanten. Ik heb er nooit doekjes om gewonden. Ik

wilde niet zoals Jona zijn, dus ik preekte gewoon wat ik zag. En daarom werd ik door de mammon vervolgd, want ik had het gewaagd zijn koninkrijk aan te vallen, maar ik wil deze vrouwen bevrijden. Ik wil ze emanciperen. Het is moeilijk ze zo in slavernij te zien. Ze denken dat hoge hakken mooi zijn, dat het hun mooi maakt zo gammel te zijn en dat al hun botten zich misvormen, dat dat hun vrouwelijk maakt, net zoals de chinezen hun vrouwen dat wijsmaakten voor duizend jaren tijdens de gruwelijke voetinbinding traditie. Het is allemaal traditie. Geen enkele vrouw verzint zoiets. Ze doen slechts elkaar na. Het zijn allemaal apen. 'Ach, die en die zegt het dus zal het zo zijn.' Ze denken zelf niet na. Ze volgen gewoon verhaaltjes. Het is helemaal niet mooi en al helemaal geen waarheid. Maar zolang een vrouw ten gronde gaat vindt de mammon het mooi. De mammon haat en vreest vrouwen vanwege de vruchtbaarheid, de capaciteit van het schenken van wedergeboorte. En daarom haten vrouwen die met de mammon vervuld zijn zichzelf. Dan staan ze daar op hun staafjes, en ze kunnen het niet eens verklaren. Nou, dan heb je de beker hoor. Ze worden hiervoor zogenaamd door mammon beloond, maar het is pure bedondering. Nee, ze worden tot slaaf gehouden onder de drugs. Stomme idioten zijn het. Maar nee, als je dat zegt dan heb je het gedaan hoor. Ik had vannacht een droom over Benny Hinn, dus ik wist precies hoe laat het was. Ik was daar met Billy Idol. Benny Hinn zei : 'Ja, die Paulus had dan wel veel gezegd, maar het was soms ook gewoon zijn eigen mening.' En het was dan zo'n beetje een strijd tussen Paulus en Petrus. Benny Hinn wilde mij van het Petrus mysterie afhouden, omdat hij een valse Petrus sleutel had, sinds hij van het voorspoeds-evangelie of markt-evangelie is, en die doen alles voor het geld. Dat is het evangelie van mammon. Ik wist precies hoe laat het was. Waarom denkt een vrouw dat hoge hakken iets voorstelt ? Nee, nou dan heb je de beker hoor. Al trippelend gaan ze door de stadstraten, mammon volgend. Gaan de natuurvrouwen met hoge hakken door de wildernis ? Nee, die doen het echte werk. Maar de vrouw op hoge hakken WAANT, is AAN DE DRUGS. Wat doet die halve gekken denken dat het mooi is ? Wat is mooi ? Mooi is een Egyptisch woord voor beproefde waarheid. Het is geen waarheid en al helemaal niet beproefd. Het gaat de oven in. Ik ben die hoge hakken cultus spuug en spuug zat. De mammon houdt ervan profeten te treiteren. En profeten, ware profeten, kotsen van zulke vrouwen. Wat een walgelijke, walgelijke idioterie. Dan moeten wij toekijken hoe ze hun voeten en bottenstelsel kapot maken, hoe gammel ze er op lopen en zo niet weg kunnen komen van de vijand, hoe hun kinderen door de vijand verslonden worden ? Ze maken hun kinderen nog wel erger dan henzelf. Die offeren ze graag aan de mammon. Wat een idioterie, wat een idioterie. Geen wonder dat corona is gekomen. Lekker op hoge hakken door de stad, lekker dom doen, lekker een bespotting maken van het vrouwelijke. Walgelijke mammon. Staan ze daar te waggelen alsof ze elk moment kunnen instorten. Dronken, bezopen lui zijn het. hoofdstuk 42 theognosische exegese van hosea De Duitse bijbel, oftewel de reformatorische bijbel, weeft door op de bijbel van Israel, de exodische bijbel, maar niet zozeer op de bijbel van Egypte, de bron bijbel. De Nederlandse bijbel, de regressorische bijbel, die na de reformatie komt, borduurt op alle voorgaande bijbels verder, ook de Egyptische. Vandaar dat de Nederlandse bijbel, of tweede bijbel, uniek is. Calvijn noemt in zijn commentaar op Hosea de mens ongelovelijk dom wanneer de mens door

erediensten die niet door God werden goedgekeurd zichzelf toch overtuigd God te vereren, en als door een duivelse betovering dan ook nog eens een behagen hebben in hun dwaasheden. Het staat er gewoon zwart op wit. Calvijn waarschuwt de mens, maar de mens luistert niet, want de mens is onder die duivelse betovering waarover Calvijn spreekt. Het is als spreken tegen een muur. De duivels betoverde mens is van zichzelf overtuigd en heeft ook nog eens hierdoor een welbehagen in zijn eigen dwaasheden. Wat kun je dan het beste doen ? Huilen of lachen ? Ik zou de hele dag wel door kunnen lachen of huilen om deze dingen, maar dan is er de noodzaak van onderwijs. En onderwijs heeft een zekere strengheid naar het vlees. Het probeert nog wat van dingen te maken zonder in allerlei lach en huil gezwelg te volharden. Ik zou zeggen : er is voor alles een tijd. Er is een tijd van lachen en huilen, maar veelal is er een tijd voor streng en sober onderwijs. Dat is iets van de asceten. Ze gaan niet al lachend of huilend door het leven, maar het komt zeker zo nu en dan langs. Zeker weten. De asceet lacht en huilt, maar het meeste nog is hij betrokken bij streng en sober onderwijs. Vaak lijdt de asceet in de stilte, om het tot sieraad te strekken, er iets van te maken, het te verdiepen, ermee te werken. Calvijn stelt dat de mens geboeid is door de betovering van de duivel. Hij heeft het over de materialistische mens die ook heel religieus is, en die niet alleen heel onverstandig is maar ook volslagen waanzinnig. Calvijn bidt dan dat de mens wordt teruggeroepen van een boosaardig hart tot een gezond verstand. Hij stelt dat dit een genezingsproces is. Die verlossing, stelt hij, ligt niet in het materialisme, niet in ruiters, paarden, wapens en machten. De mens moet stoppen te vertrouwen in mensenkracht, want daarmee gaan ze het niet redden. Vlees vertrouwd altijd weer op vlees. Maar Calvijn bidt dat de mens het geestelijke zal aanhangen. Hij stelde dat de profeet Hosea spotte met de vleselijke dwaasheid van de mens. De vleselijke mens minachtte namelijk zorgeloos de profeten. Calvijn's vertaling van Hosea 2 :2 Twist met uw moeder, twist. (…) laat zij daarom haar hoererijen van haar aangezicht nemen en haar overspeligheden van tussen haar borsten. hoofdstuk 43 de vier bijbels

We kennen vier bijbels : Egypte – de bron, de hieroglieven Israel – de exodus Duitsland – de reformatie, voornamelijk de geschriften van Calvijn en omliggende reformatorische geschriften Nederland – de regressie, de amazone bijbel of zogeheten tweede bijbel. In die zin is Egypte de voorbijbel, Israel de bijbel, Duitsland (reformatie) de tussenbijbel, en Nederland (regressie, terugkeer, inodus) de tweede bijbel. Calvijn was dan wel niet Duits, maar kwam wel voort vanuit de Duitse reformatie, dus in die zin wel 'van Duitse bloed' zoals we dat allemaal zijn. Geschriften hoeven niet waar te zijn, maar kunnen wel waarde hebben. En deze geschriften hebben veel profetische waarde, als een bijbel. Het zou de domste fout ooit zijn om Calvijn zomaar te negeren, omdat het een belangrijke tussenschakel is. Calvijn noemt Hosea een profeet van strategie. Als wij moeten strijden tegen goddeloze mensen die het juk niet gewillig opnemen, ja, die ons hardnekkig tegenstaan, dan is Hosea, die zo lang onder verschillende koningen heeft gewerkt, een voorbeeld van geduld. De profeet dreigde het volk met de toekomstige wraak toen het rijk Israel bloeide door rijkdom en macht. De voorspoed had het land dronken gemaakt, zoals dat ook met Nederland aan de gang was, en toen kwam corona. Zijn we nog steeds dronken, mensen, of gaan we nu eens eindelijk luisteren ? Nemen we nu eens de natuurgrenzen in acht, of gaan we door met ons roekeloze leven ? Het volk was voorspoedig allemaal vanwege de triomfen van koning Jerobeam. Jerobeam had zich grote schatten vergaard, het volk verlost van de onderdrukking. Hij veroverde vele steden en uitgestrekte gebieden. Het volk leefde in rust en weelde. En Hosea sprak : Gij bent niet het volk van God. Gij bent onechte kinderen uit hoererij geboren. Hosea kondigde aan dat hun rijk hen ontnomen zou worden. Hij sprak dit tot een volk wat niet alleen hoogmoedig was, maar ook waanzinnig, stelt Calvijn. Hosea verklaarde openlijk de oorlog aan het volk en kondigde de ondergang van het volk aan. Calvijn stelt dat hij niet begon met vleiende woorden, en spoorde het volk ook niet vriendelijk aan tot bekering, en hij gebruikt ook geen omwegen om de scherpte van zijn leer te verzachten. Hij

wijst erop dat er niets van dien aard gebeurde, maar dat hij was gezonden zoals met onderhandelaars en oorlogsherauten, om de oorlog aan te kondigen. Waarom ? Omdat het een overspelig geslacht was, een walgelijk bordeel, stelt Calvijn. Zodra de profeet het leraarsambt op zich nam was hij scherp en bitter, stelt Calvijn. We weten allemaal namelijk dat zachte heelmeesters stinkende wonden maken, en dat onomwonden bestraffingen soms beter zijn dan verborgen liefde. Hosea stond tegenover een monsterlijke dwaasheid en verdorven waanzin, tegenover een afvalligheid die de hoogste top van goddeloosheid had bereikt, stelt Calvijn. Door hun duivelse hardnekkigheid waren ze zo verblind dat ze aan hun bijgelovigheden bleven vasthouden. Hosea was hiertegen uitgezonden als een heraut van het hemelse woord. Als een profeet een volk de oorlog verklaart, hoe gaat dat dan ? Antwoord : door profetie en door het kruis. Deze profeet moest het volk zelfs imiteren. Hij moest een hoer als vrouw nemen en kinderen van hoererij met haar krijgen, als een profetisch beeld. Hoe diep gaat profetie dan ? Dit is daadwerkelijke hemelse dwaasheid en er ligt maar een hele dunne lijn tussen profetie en de zonde. De profeet dreef zo door zelfspot de spot met het volk, om het volk geheel te ontbloten, te ontmaskeren. Dat was oorlogsstrategie. Ga heen, neem u een vrouw der hoererijen en kinderen der hoererijen, want ontuchtig en schandelijk heeft dit volk gehoereerd. Je zou zeggen dat dit pure zelfmoord is, zelfverdoemenis. Hosea hamerde hiermee zichzelf aan het kruis. Maar net als Jezus droeg hij het zondige vlees van het volk, en liet hij het kruisigen. Dit is hemelse technologie, oftewel theologie, die de mens niet begrijpt. Het is profetologie. Daarom zijn profeten kinderen van de verdoemenis, omdat ze niet begrepen worden, en ze hoeven ook niet begrepen te worden. Vele discipelen keerden zich van Jezus af omdat zijn woorden hard waren, en ze begrepen het niet. Zo werden de massa's opgezweept die riepen : Kruisig hem, kruisig hem. Maar wee u wanneer een ieder wel van u spreekt. God voert oorlog door profetie en kruis, door camouflage dus, zoals ook de indianen jagen door hun prooi te imiteren, zodat ze diep de kudde in kunnen gaan om hun slag te gaan, en dit is zinnebeeldig. Er is een hemelse jacht, en laat je niet verleiden deel te hebben aan de aardse jacht. Hosea was de meesterspion, de meesterstrikker. De mens strijdt door overmoed, door trots, opgeblazen met wapens en strijdkrachten, denkende alles te kunnen, maar God strijdt door geduld en met strategie. Jezus kwam niet om de Romeinen te verslaan, maar om aan het kruis te gaan. Daarom keerden velen zich van hem af. Daarom ruilden velen hem in voor de mammon. En velen hebben een soort van Mammon-Jezus gemaakt, als een soort superjezus. Vergeet het kruis maar. Ze hebben zelfs een markt gemaakt van Jezus, terwijl Jezus met de gesel door de markt heenging. Marktprofeten zijn geen ware profeten. Ook de mammon heeft zijn profeten. Laten we goed op het teken van Simson letten hoe hij de vijand overwon. Hij werd blind gemaakt en diep in de tempel van de vijand geleid en tussen de pilaren geketend, en moest iets doen wat ook zijn eigen val betekende, namelijk de pilaar waaraan hij geketend was breken. Dat is iets zinnebeeldigs, als een heilige zelfmoord en zelfverdoemenis, van het vlees dus. Hierover gaat ook ons 1996 artikel : Het leger van zelfmoordenaars. Het was in zeer christelijke taal geschreven, maar hier kwam het in het kort op neer : Het leger van zelfmoordenaars Het leger van zelfmoordenaars, het leger van tranen. Komende van boven, vanuit de pijn van Gods hart. Het leger van zelfmoordenaars, komende van boven. Mensen schudden het hoofd. Weer zo'n

groep extremelingen. Mensen lachen erom en leven verder. Het leger van zelfmoordenaars, nog weinig vruchten, maar onder de grond sterk geworteld en daarom voorbeschikt om eeuwige vruchten te dragen. Het leger van zelfmoordenaars, Wat doen ze ? Waar zijn ze mee bezig ? Ze verliezen zichzelf, tellen zichzelf niet. Ze haten zichzelf, ze worden moordenaars. Het leger van zelfmoordenaars, omdat het zondige 'ik' uitgeroeid moet worden. Ze laten geen splinter van de oude natuur heel, ze zijn genadeloos voor het vlees. Ze worden opgeleid tot moordenaars, door de grote moordenaar, door de grote vleesmoordenaar, de slager van het paradijs. Het leger van zelfmoordenaars, omdat er bescherming moet zijn, omdat er veiligheid moet zijn. De duisternis wordt vermoord, vermoord door het licht. We kunnen er niets aan doen. Als het licht aangaat, is er geen duisternis meer. Het licht grijpt de dood en brengt hem naar het kerkhof. Het licht grijpt het kerkhof en laat het verdwijnen. Zo is het licht, zo is het leven. Zo is het paradijs van God. De dieren staan op en omsingelen de slang, bedreigen de boom der kennis van goed en kwaad, de valse vruchten worden bespuwd en vertrapt. Weg met de slang, weg met de valse vrucht. Weg met de valse zelfmoord, weg met de valse moord. We richten de moordlust op het kwaad, niet meer op het licht. We richten onze woede op de valse dierenwereld, niet meer op de dieren van God. Het beest en de draak in onszelf, we vermoorden het, het ik-beest en de ik-draak. We worden zelfmoordenaars, we doen het licht aan en de duisternis uit. Het leger van zelfmoordenaars, op weg naar het kruis, waar het beest en de draak hun nederlaag lijden, waar het licht is aangegaan. Een staatsgreep vindt plaats, een kroonwisseling. Het licht heeft overwonnen, heeft de duisternis van zich afgeschud. De graankorrel heeft de donkere grond opgezocht, is de dood binnengetreden. Nu staat er een boom. Een boom van het licht. De dieren nestelen zich erin, eten van z'n vruchten en worden genezen door z'n bladeren. Ja, voelen zich er veilig en weten zich geborgen en geliefd. De boom des levens, omdat de graankorrel een zelfmoordenaar wilde zijn, omdat het zaadje z,n leven weggaf. Het licht heeft de duisternis gehaat, anders zou er geen licht meer zijn. Kijken we nu naar de kerk, komen we daar binnen, wie staat er vooraan ? Een moordenaar, ja, maar wat voor een moordenaar, hij heeft het licht vermoord. Het leger van zelfmoordenaars. Er wordt veel gesolliciteerd. Er wordt veel geklopt op de deuren van hun kazerne. Nieuwe kandidaten melden zich aan, vol tranen en pijn. Vol zelfmoordlust en zelfhaat. Woedend op de draak, woedend op het ik-beest. Er wordt een deur geopend. Ze worden aangenomen en krijgen hun soldij. Het leger van zelfmoordenaars, op weg naar het paradijs, op weg naar het Eeuwig Leven. Laten hun oude leven achter. Het leger van zelfmoordenaars, van Godvruchtigen. Nu een bezienswaardigheid voor de wereld. Nu in een kooi, nu in ketenen, achter tralies, achter tranen en verdriet. Opgesloten in dierentuin, voor het vermaak van de wereld. De tralies, de fototoestellen, een weerspiegeling van het eigen-ik. Er groeit iets in je hart, je haat het eigen-ik, de zonde-macht waarvoor je hebt gekozen. Je ziet jezelf in de drinkbak van je hok, het is als een spiegel, je walgt ervan. Er groeit iets in je, woede, zelfmoordlust, moordlust. Je richt het op de tralies, op de fototoestellen, ja, op alles wat je benauwd. Je wil weer vrij zijn. Vrij als een vogel. Jezus zei: kruisig jezelf. Jezus zei: kruisig je hartstochten en begeertes, je zondige natuur. Jezus zei: pleeg zelfmoord, verlies je leven en haat het. Begin opnieuw. Doe het licht aan. Laat de

woede maar ontploffen ! Geef er uiting aan, maar blijf het richten op het kwaad, niet op het goede, Want: Het leger van zelfmoordenaars is ook te vinden in het domein van de duisternis. Ze komen op van onderen en doven elk licht, elk lampje. Ze komen op uit de afgrond, ze komen vanuit de zwarte zee. Ze haten het licht. Hun aanvoerder is het beest, hun koning de draak. Er zijn twee legers van moordenaars, elkaars tegenpolen en nu is het oorlog. Wie gaat het winnen. Het goede of het kwaad ? Er is maar één manier om dat vast te stellen: Ga naar een donkere kamer en doe daar het licht aan en je zult zien wie de sterkste is. Overal waar het duisternis is, kan het licht binnenkomen en is er geen duisternis meer, maar overal waar het licht is, kan de duisternis niet binnenkomen.' Je bent niet helemaal goed bij je hoofd als je dit letterlijk neemt. hoofdstuk 44 sint en piet : inwijding in de gnosis Leer zien wat er gaande is : Petrus, de steen waarop de ekklesia gebouwd is, kls, klaas, de kerk. Sinterklaas is dus een beeld van de kerk, van de vrouw, en die is op een boot, samen met de pieten, Petrus, als op het vissersbootje van Petrus. Zij delen zowel gaven uit als haken, oftewel het vissersaas, om de dode zielen op te trekken en tot de hemel te leiden, oftewel tot inzicht. Dat is een shamaanse taak die ook in de bijbel wordt beschreven : 1 Petrus 3 18 Hij, die gedood is naar het vlees, maar levend gemaakt naar het geestelijke, 19 in welke Hij ook heengegaan is en gepredikt heeft aan de zielen in de gevangenis, 20 die eertijds ongehoorzaam geweest waren, toen de lankmoedigheid Gods bleef afwachten, in de dagen van Noach, terwijl de ark in gereedheid werd gebracht, waarin weinigen, dat is acht zielen, door het water heen gered werden. Efeze 4 8 Daarom heet het: opgevaren naar den hoge voerde Hij krijgsgevangenen mede, gaven gaf Hij aan de mensen. 9 Wat betekent dit: Hij is opgevaren, anders dan dat Hij ook nedergedaald is naar de lagere, aardse gewesten? 10 Hij, die nedergedaald is, Hij is het ook, die is opgevaren ver boven alle hemelen, om alles tot volheid te brengen. Sinterklaas en zwarte piet komen tot de kinderen, als een beeld van de onwetendheid, zodat ze hen

kunnen inwijden in de gnosis. Zij zijn dus vissers van mensen. Hierom zijn de kerkelingen woest, want ze willen hun kinderen niet verliezen aan de hogere hemelen. Ze willen hun kinderen DOM houden, zodat ze die kinderen als slaven kunnen gebruiken. Er is dus een groot verschil tussen de hogere kerk en de lagere kerk. Wij moeten wedergeboren worden in de hogere kerk, en dat kan alleen als we de gaven ontvangen, het charismatische, en daar zitten ook de haken in die ons vlees kunnen doden. Dat is dus wat de daadwerkelijke opname is. hoofdstuk 45 Yeshua in Israel : een werkwoord, geen afgod Kimhi was een rabbijn die leefde van 1160 tot 1235 en schreef een middeleeuws commentaar op de psalmen. Psalm 3 1 Een psalm van David, toen hij vluchtte voor Absalom zijn zoon. Kimhi stelt dat David deze psalm uitsprak toen hij de olijfberg beklom. David weende toen hij de berg beklom zoals we kunnen lezen in Samuël. In 2 Samuel 15 gaat het over de samenzwering van Absalom. De profeet had aan David gezegd dat het kwaad uit zijn eigen huis zou komen. Vaak gebeurd dat in een gezin, want als je de Heere dient dan wordt je door je huisgenoten beproefd. Een profeet is niet geeerd in zijn eigen gebied. Dat kan je vrouw wezen, of je kinderen. Het kan je moeder wezen en ga zo maar door, tantes. In David's geval was het Absalom. David vluchtte, zoals ook Jakob vluchtte en Mozes. Het word selah wordt veel gebruikt, samen met amen, en selah betekent voor altijd, het is waar, of het verheffen van het geluid. Kimhi stelt dat David de olijfberg opging om in zijn moeilijkheden God te zoeken en te aanbidden. Maar niet alleen dat : ook om zicht te hebben op de heilige plaats. Profetie te ontvangen dus, hemelse woorden. Kunnen wij in onze moeilijkheden alles achter ons laten om de berg op te gaan en de dingen te zoeken die boven zijn ? Laten we de doden de doden maar begraven. Wat stelt een mens voor ? Waarom waarde hechten aan mensenvlees ? 5 Als ik luide roep tot de Here, antwoordt Hij mij van zijn heilige berg. Selah. 6a Ik legde mij neder en sliep; ik ontwaakte Kimhi stelt toen David ontwaakte was zijn nachtmerrie over, want in de slaap wordt een mens met kwade dromen geplaagd. 6b want de Here schraagt mij. Kimhi stelt : door de profeet Nathan. Nathan had hem namelijk versterkt door de woorden dat zijn zonden weggedaan waren en dat hij niet zou sterven.

7b Zij hebben zich rondom mij gesteld. David kan er doorheen prikken nu. Kimhi zegt dat ze hem bevochten aan de poort, met golven van geweld. Maar David roept God aan. God woont op een hoge berg, wat natuurlijk een beeld is. Van hier stroomt het profetische woord. De psalm eindigt met het zeggen dat God de vijand op de kaak heeft geslagen, maar wie is die vijand ? Het is ook David's vlees zelf. (zie balk en splinter verhaal) Zo moeten we altijd deze gelijkenissen lezen, dat de vijand ook ons eigen vlees is. Het laatste woord van de psalm is weer selah. Psalm 4 : Het is niet zo gek dat Kimhi dit een Levitische psalm noemt, want het gaat immers over de beeldspraak van offers. En dan houdt het dus weer in dat we ons vlees moeten opofferen tot God. Zo kunnen we profetische woorden ontvangen. 2 Als ik roep, antwoord mij, o God mijner gerechtigheid, Weer was dit volgens Kimhi een psalm uitgesproken toen David vluchtte voor Absalom. 4 Weet toch, dat de Here Zich een gunstgenoot heeft afgezonderd Kimhi stelt dat God het vee heeft gescheiden. 5 zwijgt. sela 6 Brengt offers naar de eis. Kimhi stelt dat dit niet de offers van de bozen zijn, maar de offers van gehoorzaamheid. Het zwijgen hierin betekent volgens Kimhi dat de mens op moet houden te rebelleren naar God toe. Zo kan de mens horen wat God te zeggen heeft, en anders niet. Psalm 5 is volgens Kimhi een psalm van bijen, en gericht tegen de vijanden van David. Het is een morgengebed voordat de mens naar het werk gaat. Als de mens dan naar het werk gaat dan is dat als het gaan tot de tentendienst om God te dienen, en hiertoe nadert de mens in dit gebed. 8 Maar ik zal, dank zij uw grote goedertierenheid, uw huis binnengaan, mij nederbuigen naar uw heilige tent in vreze voor U. Dan in vers 9 vraagt David om de profetische leiding van God, en ook Kimhi stelt dat God een beeld is van kennis en wijsheid. De Israelieten waren heel goed op de hoogte dat religie slechts beeldspraak was, gelijkenissen, en dit komt ook in hun poëtische en metaforische taal naar voren. Niets staat op zichzelf. Alles heeft een diepere betekenis. Vandaar dat het belangrijk is als men het christendom wil begrijpen, men de rabbijnen bestudeerd die deze talen machtig waren. Het westen heeft de mens totaal op een dwaalspoor gebracht wat betrefd het christendom. 9 Here, leid mij door uw gerechtigheid om mijner belagers (vijanden) wil; effen uw weg voor mijn aangezicht. Kimhi stelt dat David's vijanden zijn eigen verborgen fouten waren. Ook zijn opzettelijke zonden zijn zijn vijanden. Daarom vraagt David ook om hemelse restrictie. De machtigen, of territoriale

geesten die heersen, moeten daarvoor eerst vallen. We kunnen stellen dat dit de roep is om nuance en het op orde stellen van prioriteiten. Het is dus een innerlijke kwestie, dat de mens in het reine moet komen met zichzelf. Het vlees van de mens zelf zal moeten vallen voorafgaand aan de val van elk ander vlees. Dit is niet zomaar een strijd, maar een oproep tot studie. Het vlees is de onwil en de onwetendheid. 10 Want in hun mond is niets betrouwbaar, hun binnenste is enkel verderf, hun keel is een open graf, zij maken hun tong glad. Kimhi stelt dat het vlees zo bedrieglijk is dat het zich voordoet als je vriend. Maar dit dus bedrog. Pas op voor die valse vriendelijkheid, want daardoor probeert het vlees je te paaien. Iets wat goed lijkt of zelfs goed voelt hoeft niet per definitie goed te zijn. Kimhi stelt dat zij die zich niet hiertegen gewapend hebben en hiervoor niet op de hoede zijn in valstrikken vallen, meegezogen worden met al het gevlei van de vijand die zich als een vriend voordoet. Naïve mensen met een voorliefde voor het gemak van het vleselijke vallen telkens weer in zulke strikken : 'Ja, maar hij of zij doet zo aardig tegen me. Hij of zij is zo lief en vriendelijk. Hij of zij doet geen vlieg kwaad.' En ga zo maar door. Maar daar kopen we natuurlijk niets voor. Vaak is die aardigheid ook heel selectief. Vraag je af hoe ze met anderen omgaan, met de natuur, met dieren, en of ze wel degelijk onderzoek doen voordat ze hun mond openen. Leugens kunnen heel aardig doen, anders verkoopt het niet. De waarheid is hard. De waarheid doet pijn. Dit is geen makkelijke zwart-witte materie. Maar daarvoor is er de demonologie. De mens heeft hierover onderwijs nodig. Wordt dit onderwijs niet gegeven, of proberen mensen dit onderwijs tegen te houden, dan mogen er al wat alarm bellen afgaan. Psalm 6 – Kimhi stelt dat sommigen deze psalm voor de besnijdenis gebruikten, als besnijdenispsalm. Anderen stellen dat het een ballingsschaps-psalm was van de verbrokenheid van Israel. Kimhi stelt dat de mens hier doorheen moet, wat een zwaar werk is, om loon te verdienen voor het hiernamaals. Er gebeurt niks zomaar. Er zijn geen slappe westers christelijke praatjes over dat Jezus alles wel doet. Yeshua was een woord wat David al gebruikte en het betekende de opname of hemelvaart door te sterven aan je vlees op het slagveld. Kristos waren de priesters, wat ook weer een beeld was van het persoonlijk sterven aan het vlees. Vandaar dat de rabbijnse commentaren belangrijk zijn, ant die gebeuren vanuit de grondtekst en niet vanuit de westerse pseudo-christelijke fabeltjes. Kimhi stelt dat het zielenloon is dus geen slappe genade, gratis geloofsgoederen, en ook geen vleselijk loon. De mens moet hard werken, onderwezen worden, om zo op te kunnen stijgen tot de hogere niveau's van het leven. Uiteindelijk werd dit al door de germanen gepredikt, maar het westerse christendom heeft zowel de israelitische als de germaanse fundamenten uitgebannen. Dat allemaal door materialisme, dus daar heeft de reformatie als eerste tegen gestreden, maar toen moest de regressie nog komen om terug te gaan tot de oude natuurfundamenten van Israel en de germanen. Egrabijnen zijn dan egyptologische rabijnen in dit opzicht. In Israel lag het oorspronkelijke christendom al vast, wat meer persoonlijk was, en wat de luie westerse mens heeft gedumpt. Geestelijk lui zijn ze, maar in hun vlees werken ze hard, allemaal voor aardse rijkdom en macht. Het zijn vraatzuchtige monsters die de buik dienen. Wee u als u zondigt tegen die mammon, want dan gaan ze hun stenen gooien en hun stempeltjes drukken. Ik kom zelf ook uit zo'n familie, maar het is geen familie. De ware familie is van boven. De mens moet loskomen van zijn familie in het vlees. Het is het vlees. Hoe ervan los te komen ? Terug naar Israel. Jezus was in Israel een werkwoord, geen afgod. Psalm 6 is een psalm van tranen, van verbrokenheid, van ballingschap. Het is een psalm van de besnijdenis van hoofd en hart. David ging door deze psalm terug naar de Israelitische bronnen. Kimhi noemt de psalm een hyperbool, oftewel door figuurlijk overdrijven ergens de nadruk op te leggen.

hoofdstuk 46 de eeuwige herhaling Laat de rijkdommen van Israel maar zien. Er blijft niets meer van het westerse pseudo-christendom over, want dat was allemaal uit het verband gerukt. Psalm 7 13 Bekeert iemand zich niet, dan scherpt Hij zijn mes, spant zijn boog en legt aan, 14 Hij richt op hem zijn dodelijke wapenen, maakt zijn pijlen tot brandende schichten. Zeer gewelddadig. Kimhi stelt dat deze psalm gaat over David die vluchtte van Saul, en Saul was op een bovennatuurlijke manier zo prachtig als een Cushitische vrouw, en daarom noemt David hem Cush. In de Bilha wordt Saul vrouwelijk genoemd, zoals ook in de grondteksten. Een Cushiet verandert zijn huid niet, en zo veranderde Saul zijn haat naar David niet. David was zijn vijand. 2 Here, mijn God, bij U schuil ik, verlos mij van al mijn vervolgers en red mij, 3 opdat hij niet als een leeuw mij verscheure, wegslepe, zonder dat iemand redt. Kimhi stelt dat Saul de leeuw is. Het is een zwaar dualistische psalm. De mens denkt vaak dat als het oordeel komt dat dan altijd de ander de klos moet zijn, nooit hemzelf, maar het oordeel begint in god's huis, bij de mens zelf. Het oordeel komt altijd op het persoonlijke vlees van de mens zelf (balk en splinter verhaal). 'Ikke niet hoor, ikke niet hoor,' denkt de vleselijke mens, maar juist zijn eigen vlees moet geofferd worden, opdat de vleselijke mens ervan los komt en geestelijk kan worden. Daar is alles om te doen : van onwetendheid tot kennis komen, van afgoden tot werkwoorden. 16 Hij delft een kuil en graaft die uit, maar valt zelf in de groeve die hij maakte. Is dat niet wat de man symbolisch altijd doet in zijn omgang met vrouwen ? Hij kiest er eentje uit, en graaft als het ware ook zo zijn eigen ondergang, van het vlees, opdat er nieuwe geboorte zal plaatsvinden, wedergeboorte, zijn innerlijk kind. Dat is wat er dan daadwerkelijk bedoeld wordt met 'de lul zijn'. In de natuur als het fallus tegen vagina is, dan verliest de fallus altijd (zijn zaad). Vandaar : wie een kuil graaft valt er zelf in. 15 Zie, wie met ongerechtigheid bevrucht werd, is zwanger van onheil en baart leugen. Het kan dus zowel positief als negatief uitgelegd worden. 17 Het onheil dat hij stichtte, keert weder op zijn hoofd, en zijn geweld komt neder op zijn schedel.

Kimhi zegt hierover : Alles herhaalt zich, maar dan met verandering van de voorwaarden en begrippen. Saul is de oude orde, wat zowel goed als slecht kan betekenen, of gemengd, zodat de mens toch terug moet gaan. Vandaar ook dat het een dualistische psalm is. Dit is ook waarover de regressie gaat : om Israel te verdiepen en tot sieraad te strekken. De midrash stelt dat God elke dag boos is en dat overleving alleen mogelijk is door de zegen van het offeren, oftewel de exegese kunnen we dan stellen. Psalm 8 : Dit is de psalm van de onderwerping van het vlees. Adam is als heerser aangesteld, oftewel dam of doem, bloed, wat in de Egyptische moederwortel gewoon de besnijdenis is, van het hoofd, van het verstand, oftewel de exegese. 7 Gij doet hem heersen over de werken uwer handen, alles hebt Gij onder zijn voeten gelegd Kimhi vergelijkt het met Genesis 9 2 En de vrees en de schrik voor u zij over al het gedierte der aarde en over al het gevogelte des hemels, al wat zich op de aardbodem roert en alle vissen der zee; in uw hand zijn zij gegeven. Het beest of vlees heeft weer de vrees geleerd, het begin van de kennis. Kimhi stelt dat de beesten verstrikt worden door de sluwe strategieën van Adam en door zijn begrip en onderscheiding. Adam is het volk van doem, het volk van bloed, in Egyptische context het volk van de besnijdenis. Zij voeren oorlog tegen het vlees, jagen op het vlees, verstrikken het vlees. Dit is een geestelijke strijd tegen de zondemacht, in de hemelse gewesten. Het is niet letterlijk, maar zinnebeeldig. Het westerlijke pseudo-christendom heeft het gematerialiseerd, verletterlijkt en historisch gemaakt tot een markt. Wacht u voor de wolven. Dom verkoopt goed. Maar let goed op wat de d'm wortel oorspronkelijk was in Israel en Egypte. Dom gaat niet weg. Misschien strijd je al jaren zuchtend tegen domme mensen om je heen en veranderen ze maar niet. Verdiep daarom het woordje d'm. Ze hebben gewoon iets geroofd en oppervlakkig gemaakt, bedekt, en dat moet jij terugroven en terugdraaien in de regressie. De geschiedenis heeft wel laten zien dat de mens niet leert van zijn fouten, maar jij moet blijven doorleren. Dat is de beproeving. Psalm 8 : de onderwerping van het vlees, je eigen vlees. Het begint bij jezelf (balk en splinter verhaal). 9 de vissen der zee, Hij doorkruist ook de paden der zeeën. Kimhi stelt dat Adam over de zee gaat in schepen. We kunnen stellen dat in deze zondvloeden over het vlees het geestelijke een ark heeft. Wanneer het vlees sterft wordt de ziel in de ark opgenomen, dat is de Leviticus, oftewel Vayikra in het Hebreeuws, en vergelijk dit met de Germaanse Valkyries die hetzelfde doen. Ze laten soldaten aan hun vlees sterven, opdat ze opgenomen kunnen worden tot het valhalla. De Valkyries zijn de zinnebeeldige germaanse offerdienst vrouwen. In Zuidelijker germanie werden ze ook wel walkuren genoemd. Kun je het geschreeuw en geroep van deze germaanse strijdgodinnen horen ? Ze roepen dat Nederland aan zijn vlees moet sterven. Daarom is corona gekomen. Dit zijn amazones. De mens is maar druk met zijn mannencultus, ook om alles weer op te bouwen in de corona crisis, maar alles is gebarsten. Er moet exegese komen. Nu heeft de mens ineens de geestelijken nodig die ze een tijdje geleden al dan niet hebben doodgemarteld en alles hadden ontnomen, maar waar zijn die nu ? En wat zullen die geestelijken nog zeggen of kunnen zeggen ? Wat voor boodschap denk je dat ze te brengen hebben ?

hoofdstuk 47 de heer is mijn herder – een indianen medicijn 'De Heer is mijn herder, mij ontbreekt niet … Hij doet mij nederliggen in grazige weiden … Hij leidt mij langs stille wateren …' We zongen het vaak voor het slapen gaan. Er waren verschillende versies van dit lied. Ik denk dat het één van de liederen is die wij voor bedtijd het meest hebben gezongen tijdens de jeugd. 'Hij voert mij aan rustige wateren … zelfs al ga ik door een dal …' Mijn predikanten bibliotheek staat ook vol met indianen boekjes. Het boekje 'door indianen opgevoed' uit 1957 spreekt ook over dit lied. Jim was door een beer aangevallen en had toen zeven jaar onder de indianen gewoond. Hij was ernstig verwond geraakt, en werd zo bijna geheel indiaan, maar krijgt dan toch weer heimwee naar de blanken. Dan krijgt hij een brief van zijn bijna vergeten broer Jonnie. Aan het einde van het boek heeft Jim nog maar één ding over, maar het is het belangrijkste van alles, namelijk zijn indianen medicijn. Innerlijk was hij nog steeds een indiaan. Hij had eens een medicijnlied gehoord in zijn droom. En het medicijnlied bevatte bovenstaande woorden uit psalm 23. Ik had vroeger altijd veel nachtmerries als kind, en het lied was altijd een soort medicijn voor mij. Toen hij zijn broer weer had ontmoet maakte zijn broer voor hem het lied af en zei toen : 'Ik zal in het huis des heeren verblijven tot in lengte van dagen.' Dat was het medicijn. Jonnie zei dat het psalm 23 was en dat moeder het weleens voorlas als ze ziek waren. En Jonnie vertelde dat Jim eens ziek was, koorts had door de honger en dat hij zichzelf had verwond. Dat is wat een medicijndroom is, een nachtmerrie. En hij kreeg een nachtmerrie van een beer. Calvijn stelt dat sommigen het hebreeuwse woord voor weiden of grasvelden vertalen in hutten, of we kunnen dan aan tenten denken, indianententen. Dat zijn dus de woningen van de natuurmensen, waar Jim ook een tijd bij geleefd had. 'Hij geneest mijn ziel' betekent letterlijk 'de terugkeer' stelt Calvijn, oftewel de regressie, de beweging na de reformatie. Dit is het tijdperk van de terugkeer van de regressie, want de mens heeft meer losgelaten en verdraaid dan lief was, allemaal door vleselijke smetvrees. De mens moet weer terug naar de natuurvolkeren, naar Israel, Egypte en de indianen volkeren. Vandaar dat mijn predikanten bibliotheek ook vol staat met indianenboeken omdat die erbij horen. De slotsom, stelt Calvijn, is dat God ons niet alleen laat, maar dat we door Hem worden opgevoed. God heeft zijn plicht hierin volbracht, maar wat doen wij ? Ja, maar ik ben atheist. – Dat maakt niet uit. God is ook atheist. God staat voor de kennis, als een zinnebeeld, voor de intelligentie. Ik neem aan dat je als atheist daar juist op gericht bent ? Ja, maar ik ben van een andere religie – Dat maakt niet uit. God is niet van een bepaalde religie, maar spreekt in diverse talen en culturen tot de mens. Daartoe is de terugkeer. Hoe dieper je terugkeert, hoe meer je ontdekt hoe alles aan elkaar verbonden is. Dan kom je tot een hemels amalgaam. Dan proef je honing in je mond. Minder vleselijk zijn, minder eenzijdig, dan kom je er vanzelf wel en zal God je paden leiden. Ja, maar ik houd niet zo van het woord God. Dat klinkt teveel als trucage. – Dat maakt niet uit. Dan vertaal je het gewoon in een ander woord, maar ik spreek nu Nederlands. Het gaat erom wat ik ermee bedoel. Ja, maar ik ben geen fan van Calvijn. – Ik ook niet. Maar toch heeft hij hele belangrijke dingen gezegd voor de reformatie, en heeft God door hem heengewerkt. God slaat ook met kromme stokken recht, net zoals Mohammed hele belangrijke dingen heeft gezegd.

Ja, maar kun je dan misschien ophouden met het opnoemen van God en Calvijn ? – Nee, dat kan ik niet. Want ik heb als predikant de taak om een andere betekenis aan deze algemeen ingeburgerde woorden te geven. Er gaat een nieuw idioom komen, namelijk dat van de regressie. Alles gaat herzien worden. Zoals Kimhi sprak : 'Alles herhaalt zich, maar dan met verandering van de voorwaarden en begrippen.' De Heer is mijn Herder – En zo zijn wij ook als herders aangesteld, om de kudde te beschermen, en als we zomaar God en Calvijn overboord zouden werpen zonder het te verdiepen en te nuanceren, dan zouden de roofdieren komen. Israel en Duitsland, oftewel exodus en reformatie, zijn belangrijke onderdelen van het shamanistische indianen medicijn. Jim had tijdens zijn verblijf bij de indianen de grote medicijndromen van de indianen gehoord die ze vertelden. Jim was door hen geadopteerd en werd door hen opgevoed. Elke indianenjongen moest een indianendroom krijgen. Die krijgt hij pas als hij dagen achtereen alleen is geweest, heeft gevast en zichzelf heeft getuchtigd. In Jim's medicijndroom kwam de beer hem telkens aanvallen en telkens weer moest Jim hem bezweren met de woorden van de Heer is mijn herder. Uiteindelijk verdween de beer en viel Jim in een diepe droomloze slaap. Ik kan mij heel erg vereenzelvigen met Jim, want ik groeide op met natuur Surinamers die mij ook deze dingen leerden, en ging naar een charismatische kerk later en naar een charismatische school, waar ik ook mijn Surinaamse levenspartner van die tijd leerde kennen. Maar dat mocht allemaal niet van mijn familie. Het werd totaal belachelijk gemaakt omdat het niet van hun kerk was. Dat zou je dan kunnen vergelijken met de aanvallen van de beer. De stamleider van de indianenstam waar Jim was geadopteerd was genaamd Scalpenketting, en de scalpen die daar hingen leken erg op het haar van familie leden. Jim voelde zich verscheurd tussen twee werelden. Hij werd gewaarschuwd niet met een indiaanse te trouwen, want die hadden zoveel familie. Ik heb ook de extremen en excessen van de charismatische beweging gezien, en hoe ze daar ook veelal van alles een markt maken, dus ik trok door, en ook ik ben weer deels teruggekeerd tot de reformatie, maar dit keer tot de bron, dus dieper dan waar mijn familie terecht was gekomen, en ik zag hoeveel alles ontspoort was van de reformatie. Daarom kreeg ik dromen over de regressie, dat er daadwerkelijk een terugkeer zou moeten komen, voor degene die zou durven, net zoals Jim terugkeerde maar altijd indiaan bleef in zijn hart, maar dit juist verdiepte door zijn terugkeer, want beide kanten begonnen nu elkaar uit te leggen en te laten zien dat het bij elkaar hoorde als je maar diep genoeg zou gaan. Dus reformatie en regressie gaan hand in hand. Het gevaar ligt dus in smetvrees ergens te blijven steken. Het gevaar ligt er in je hoogmoed en betweterigheid voor het eenzijdige, racistische vlees te kiezen, wat de ander geen ruimte meer biedt. Vandaar dat we psalm 23, het indianen medicijn, meer dan ooit nodig hebben. David ging tekeer tegen de leeuwen en wolven die de kudde probeerden te verslinden. Ook aan het einde van het boek 'door indianen opgevoed' gaat Jim op geestelijke wolvenjacht. Hoe kunnen wij tot de herder komen als wij geen herder willen zijn over anderen ? Ieder stamlid heeft een bepaalde bewaak en bewaar taak, wanneer het aankomt op de bescherming van de ander : een stuk ehbo, en een stuk empathie, ook met een stuk onderwijs. Het gaat dus niet om de herders afgod, maar om het werkwoord : herderen, en dat betekent geherderd worden om te herderen. Vergeven betekent doorgeven namelijk, zoals de ger. gem. predikant J.M. Kleppe (1930) stelde in zijn boekje 'op saffieren gegrondvest' (1977). Calvijn stelt bij ps. 23:5 'gij zult de tafel aanrichten' dat dit ook weer werkwoorden zijn, die ook op het persoonlijke betrokken moeten zijn : iemand voedsel geven, zoals een vader aan zijn zoon. Hij geeft hiermee een vertaling wat het herderen betekent, namelijk ook vanuit mildheid, zonder te klagen, de ander voedsel toe te dienen, vanuit een vrijgevig hart, ook al wordt de gever door vele kwaadwilligen benijd en wensen ze zijn ondergang, en ook al trachten ze deze weldaad van god bedrieglijk voor te stellen. God houdt hierdoor niet op met geven, en zo

moeten de gevers ook niet moede worden te geven. God blijft welwillend en weldadig, en zo dienen wij dat ook te blijven. Dat is wat herderen en geherderd worden inhoudt, want als wij niet vergeven, niet doorgeven, zullen we zelf ook niet gegeven worden, en dat is een natuurwet. Wij zijn namelijk allemaal delen van een lichaam, dus wat je de ander, je naaste, aandoet of onthoudt, dat doe je slechts jezelf aan. Je kan soms in je boosheid zeggen : Ik doe het niet meer. Ze kunnen me allemaal de pot op, of nog erger : Krijg toch allemaal de klere. Maar dan zijn er altijd andere wegen om te geven, of je geeft gewoon aan anderen. Iedereen heeft weleens zulke breekpunten, en dan mag je de koers veranderen. Maar blijf varen. Geef niet op in het herderen. Zoek desnoods weer naar het verloren schaap als je de grote kudde achterlaat die je voor de zoveelste keer heeft bedrogen en verraden, maar blijf zoeken, en blijf herderen. Ga niet met pensioen. Laat egoisme en onverschilligheid je niet naar de keel vliegen. Generaliseer ook niet teveel in je wraak en woede. Je mocht eens meer kapot maken dan je lief is. Wij mogen boos zijn, maar laat de zon niet onder gaan over je boosheid. Wees boos, maar zondig niet, wordt daarmee bedoeld. Wees gericht en heilig in je boosheid. Je strijd tegen een leeuw of een wolf, juist om de schapen te beschermen. Verlies je doel niet uit ogen. Wees gericht in je bitterheid, genuanceerd, opgeleid en geletterd. Laat je bitterheid niet roekeloos en oeverloos zijn, ongeoefend en allesverwoestend. Maar profeten hebben het soms zo moeilijk en dragen zulke lasten dat ze niet meer willen leven, dat ze hun geboortedag en moederschoot waaruit ze kwamen vervloekten. Zo erg is dat kruis, dat het ondragelijk is geworden en ze eronder lijken te bezwijken. Maar alleen zo kan het algemene, collectieve, familiaire vlees dat ze dragen en wat hen stalkt afsterven. Dit is dus iets geestelijks en zinnebeeldigs, en mag als zodanig ook binnen proporties geinterpreteerd worden. Juist in het herderen mag je zo ook leren voor jezelf te zorgen, jezelf te voeden, jezelf te onderwijzen, als je eigen moeder. En op die basis kun je wat voor anderen betekenen. Soms liggen daar hele grote hiaten tussen, hele grote en diepe woestijnen, grote duisternissen, maar daarvoor is psalm 23, het indianen medicijn. Er zal voor je gezorgd worden, ook al zie je dat soms niet. Ook al heb je geen houvast in dat dal van diepe duisternis. Toch wordt je geleid. Toch is er iemand die je vasthoudt. Toch is er iemand die hier al doorheen is gegaan. Die al je noden kent, al je gedachten, al je verwarrende gevoelens en strijd. Het is geen afgod, maar een werkwoord wat uit de diepte komt. Alles is er al. Dit pad is al uitgestippeld in de oneindige en eeuwige kennis. Calvijn stelt daarom worden wij met gematigdheid beteugeld en tegengehouden. Zo niet, dan zouden we in buitensporige rijkdom geheel ten onder gaan. Er is een bepaalde maat voor ons aangelegd, een bepaald ritme. De natuur weet wat hij doet. Daarom spreekt David ook gewoon van een tafel, in plaats van een voerbak voor zwijnen, stelt Calvijn. hoofdstuk 48 Lunteren in de jaren 30 : De ware liefde is een strijder H.J. van Schuppen (1883-1969) was een Lunterse predikant [1], in dat opzicht ook belangrijk, omdat ik zelf in Lunteren heb gestudeerd, na mijn studie in Doorn. In zijn bundel predikatiën

genaamd Leven en Sterven uit 1932 schrijft hij in 'het doel der wet' : 'Wet en Evangelie staan niet vijandig tegenover elkaar. Zodra echter de mens van de wet een verkeerd gebruik gaat maken verzet zich het Evangelie.' Er is volgens van Schuppen, Herv. pred., een onderscheid tussen werkverbond en evangelie-verbond. Het evangelie-verbond zorgt ervoor dat het werkverbond zuiver blijft. Ik vind dit wel mooi gezegd. Zodra er valse, vleselijke wetten op de mens worden gelegd, dan treed het evangelie in werking, maar die verbindt ons wel aan het ware werkverbond. Het evangelie betekent dat door het kruis het vlees afsterft, buiten werking wordt gezet, en dat geldt ook voor het collectieve vlees. Toch is er die druk en die strijd. Er is een strijd tussen het geestelijke en het vleselijke, tussen goed en kwaad. Van Schuppen : De wet dient het Evangelie. De wet is ondergeschikt aan het evangelie. Ik zag een engel hierdoor spreken. De engel sprak : 'Alle valse wetten die door mensenvlees op je zijn gelegd zijn ondergeschikt aan het evangelie, aan het kruis.' Alles moet getoetst worden. Het was een vrouwelijke engel die sprak. Het was een moederlijke engel van Lunteren. Toch wordt de wet ook weer gebruikt om de mens aan zichzelf te laten sterven, stelt van Schuppen. Ik ben door de wet aan de wet gestorven, zegt Paulus. Dat is zeer abstract, bijna als theologische wiskunde. Theologen rollen over elkaar heen over dit soort onderwerpen, over de betekenis ervan. Hoe dan ook : krijg dit modelletje in je hoofd in orde zodat je vlees kan afsterven, en je door het geestelijke geleid wordt, oftewel door het profetische, het woord wat uit de hemel komt, niet het woord van mensen. En zelfs dan kun je de mist ingaan, want je hebt de juiste interpretatie nodig. Vandaar dat wij bidden om de gave van onderscheiding en de gave van vertolking, van interpretatie. En soms krijg je die niet, omdat bepaalde dingen nog voor een tijd verzegeld moeten blijven, en dan gaat het pad langs andere wegen. Hoe dan ook stelt deze predikant dat de prediking van de wet niet gemist kan worden. Er is en blijft een zekere wet, maar die moet dus van boven komen, profetisch zijn. Hij noemt dan ook zondag 44 van de catechismus. Genade komt dan eigenlijk pas wanneer de mens boven de maat werken opgelegd krijgt. Dan treedt het evangelie in werking om het af te snijden. Toch is die druk er. Het is dus heel dubbel. Dat komt omdat de mens ook moet leren lijden en strijden. Er is een lijdensverbond en een strijdverbond. Meer hierover is te lezen in ons boek 'De Calvijn Code.' Er is een punt waarop het kruis het moet overnemen van de wet, om de wet zuiver te houden. Er is een punt waarop de wet kruist met het kruis. Er is een punt waarop de wet zich tegen zichzelf keert om ook de andere kant van het verhaal te laten zien en het te verdiepen, te nuanceren. Zo ontstaat profetie. Zo wordt er getoetst. Zo komt de gave van onderscheiding. Dan noemt van Schuppen Woord en Getuigenis. Wij moeten getuigen zijn van deze dingen door persoonlijke openbaring, dus niet zomaar een 'ik geloof het wel.' Hebben wij al een ontmoeting gehad met de dingen die boven zijn ? Zijn wij al getuigen geweest van deze dingen ? Zo niet, dan mogen wij daar ernstig naar streven. Het gaat niet om de letter en de letterlijke wet, maar de geestelijke letter en de geestelijke wet, die in de hemel is, dus puur zinnebeeldig. Dat is iets waarnaar we toe mogen groeien. Al het luie vlees mag hiervoor afsterven, maar zodra valse wetten zich aan de mens opdringen, wetten door mensenvlees gemaakt, dan mag de mens heilige luiheid hiertegen ontvangen, en dan mag het evangelie hiertegen in werking treden. Dat is waar de eend voor staat. De eend is heilig lui. De eend laat zich niet voor een vleselijk karretje spannen. Het is dus tijd dat de eend gaat terugkomen. Heb je de eend al in je hart ontvangen ? Of draaf je nog steeds ijverig voor het vlees, om allerlei mensenvlees te behagen ? We sterven alleen maar af aan het vlees door heilige vrees, door een damascus. We moeten ons ernstig uitstrekken naar zo'n damascus ervaring. Buiten de heilige vrees is er geen leven en geen eeuwig leven. Als wij van genade willen komen tot hemels loon, dan moeten wij ook leren belonen, en het loon is altijd kennis. We hebben gezien waar genade goed voor is, namelijk voor als er te hoge straffen en valse straffen

werden uitgedeeld. En dan nog hebben we een kruis te dragen. God gebruikt namelijk ook het kwaad om ons te vormen. Het kwaad is een gesel in zijn hand. Nu gaan we zien waar geloof goed voor is. Dit komt in actie wanneer de mens met valse kennis wordt geconfronteerd en wanneer er valse kennis op het kind wordt gedwongen, zoals in het vleselijke gedwongen scholensysteem. Het katholieke systeem van de middeleeuwen legde de mensen valse, vleselijke werken en straffen op, en daarom moest de reformatie wel met een stuk genade komen om dit af te zweren, maar ook programmeerde het katholieke systeem de mens met valse kennis, dus dan moet er wel geloof zijn om dit af te zweren in plaats van dat je daadwerkelijk die kennis tot je neemt. Je kunt dan gewoon zeggen : 'Ja, ik geloof het wel.' Punt. Dan hoef je er verder niet allemaal in te gaan lopen studeren. Zo pak je valse kennis aan. Dit is dus een noodplan van geloof, wat later nog weggewassen moet worden. Het geloof is dan een soort ehbo. Je kiest dan tussen twee kwaden en kiest de minst erge. Je kunt niet anders, want je bent in ballingschap, dus dat geloof is een doorn in je vlees. Als het op valse, vleselijke kennis aankomt kun je beter geloven dan daadwerkelijk kennen, want geloof kun je ook weer draaien tot andere vormen, terwijl als je kent heb je er een dagtaak aan, en komt er veel studie bij kijken. Met geloof kun je het beter afwimpelen : 'Ja, ja, ik geloof het wel.' Daarom komen we in de reformatie nog zoveel geloof en genade tegen, als oorlogsstrategieën tegen het katholieke systeem wat overal nog heerste. Het was een noodplan. Het waren tussenstappen. Kun je je dan berusten in geloof ? Geloof is dan een verzwakte vorm van kennen, omdat er zoveel ook ontkent moet worden, ontleerd, en dan is geloof een verzwakking, om zo tot een bepaalde rust te komen, de touwtjes een beetje te laten vieren. Het geloof is dus al de weg naar de uitgang, als de heilige luiheid. Dit is de theologie van de heilige eend. Geloof activeerd dus in die zin de heilige luiheid, om zo de valse scholen van het vlees te diskwalificeren en te sluiten. Geloof is in die zin het bespotten van die scholen. Je hebt zo geen deel aan die valse studies, maar je gelooft gewoon. Maar dit geloof zal tot het ware studie-verbond moeten leiden, anders wordt het tot een vals en vleselijk geloof en tot vleselijke luiheid. Geloven betekent in deze zin : loslaten, langzaam laten afdrijven. Want het kan niet in één keer, het kan niet rechtstreeks. Vandaar dat het door deze verzachtende werking gaat. Geloof is nu een halve slag gedraaid : Niet meer om binnen te nemen, maar om weg te laten glijden. Door het geloof kan de mens aan valse, vleselijke kennis afsterven, want de mens brengt zo alles in vertraging. Zoals wij moeten sterven aan de wet door de wet, zo moeten wij ook sterven aan het geloof door het geloof. De boeteling : vervuller van de wet en drager van de straf. p. 50 : Ook de natuur is enkel zonde. Zij kan en wil niets anders dan de wet overtreden. Zij heeft nog nooit iets anders gedaan en zal ook nooit iets anders doen. Zo neemt de wet de zondaar en werpt hem dood voor God neer. De mens moet het doemvonnis aanvaarden. Commentaar : Dit gaat dan over de natuur van het vlees. Die moet afsterven opdat de hogere natuur van het geestelijke geopenbaard wordt. Ook de reformatie zit nog vol fouten. Daarom moet de regressie komen, omdat de reformatie nog niet af was. De reformatie is slechts de eerste zet tegen het systeem van de mammon. De regressie is de tweede zet. Er gaan dus regressoren komen die geleid worden door agressoren. De reformatie is slechts een bepaalde taal gesproken, een bepaalde cultuur, en die moet nog verdiept worden, zuivere begrippen krijgen. Dit is de opdracht van de regressoren, de exegeten. Zij blijven dus vissen met de netten van de reformatie. Van Schuppen waarschuwt tegen gereformeerde slaapdrank, zoals broeder M. Jongebreur (18751930, herv. pred.) waarschuwde tegen enghartig kerkisme. H.F. Kohlbrugge (1803-1875) sprak dat ook al hangen er duizend duivels aan je benen : Blijf doorgaan. Het vlees wil zalig worden zonder kruis, stelt van Schuppen. Of door eng wetticisme. Broeder Jongebreur zag de psalmen als de geopenbaarde jakobsladder tot de hemel, dus daar kan een mens

zichzelf verdiepen. Broeder Jongebreur kwam trouwens net als William Branham om in een autoongeluk in Doorn, waar ik ook intern gestudeerd heb. Toen ik me hierin verdiepte kreeg ik steken in mijn hoofd. Wij hebben de bijbel, de profeten en de predikanten van de reformatie, die het Woord van God brachten. Dit Woord is een hemelse bloedlijn, een hemelse familie die gaat komen, opdat de vleselijke familie zal afsterven. De mens mag van slavernij komen tot zoonschap. Als kennis te veel is, of vals, dan moet het eerst op een laag pitje gaan, en dat is dan geloof, waar je later nog alle kanten mee opkan. Je laat dan de touwtjes vieren. Dat is de reformatie. Dat is het tussenplan. Van Schuppen stelt : Verhard je hierin niet, maar laat je leiden. M.a.w. we moeten niet wegrennen van onze verantwoordelijkheden. (p.67) Ook houdt dit in binnen de grenzen te blijven. Van Schuppen stelt dat in de natuur de Heere aan de vissen het water heeft gegeven als een cirkel waarbinnen de vis moet blijven. Zou de vis buiten dit gebied gaan, dus over de natuurgrens heen, dan zou de vis sterven. (p. 68) Wie Hem niet heeft heeft niets. Wie Hem heeft heeft alles (p. 73). p. 83 : 'Ik zal vijandschap zetten tusschen u en tusschen deze vrouw, tusschen uw zaad en tusschen haar zaad; datzelve zal u den kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen'. En Jezus zegt: „Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het wapen". Het wapen tusschen de menschen onderling, tusschen de Kerk en de wereld, het zaad der vrouw en het zaad der slang, den hemel en de hel.' Jezus kwam dus om de geestelijke oorlogsvoering te leren, om de wapenrusting te brengen, maar de mens wil niet deze Jezus. De mens heeft de mammon tot Jezus gemaakt, het materialisme, het grote geld, de markt. Het wapen echter brengt scheiding tussen het vleselijke en het geestelijke. Jezus kwam niet om vrede te brengen, maar scheiding. Maar in deze wereld worden kinderen geofferd aan de mammon. Kinderen worden hierdoor tot of zelfmoord of de criminaliteit gedreven en ik ben er zelf maar ternauwernood aan ontkomen. Van Schuppen heeft het over de brandende liefde van God. Het is de brandende liefde van God die ons heeft bewaard. Deze liefde noemt hij sterk als de dood. Vele wateren kunnen deze liefde niet blussen. Rivieren kunnen het niet verdrinken. Laat je liefde niet verkillen. De vlammen van God's liefde doen de ziel smelten. De liefde vertedert, verbreekt en verbrijzelt. Zo komt de mens tot ware evangelische droefheid en boetvaardigheid en wordt zo geleid naar het verborgene van God's tent. (p. 89) Van Schuppen noemt dit een liefdesopenbaring, een liefdesvrede, wat gebeurt in het hart, ergens in de diepte. Mijn oma sprak hierover dat ze het eens had ontvangen. Ze kon iedereen wel omhelzen. Ook sprak ze over het elke dag weer de wapenrusting aandoen, maar de familie week hier vanaf en ze konden mij alleen maar bevechten. Nee, het vlees wil de geestelijke oorlog niet, en daarom bevecht het vlees de geestelijke soldaten, de predikanten gegeven. Zoals Nathan zei : 'David, je vijand zal opstaan uit je eigen huis.' Als kind had ik hier al nachtmerries over, hoe mijn familie mij omsingelde en hoe ze fluisterden hoe ze mij om het leven zouden brengen. Moord, moord, moord, en het is tot in de kleinste details uitgekomen, en ik ben ternauwernood ontsnapt, maar nog elke dag strijd ik voor mijn leven en is mijn werk mijn enige houvast. Daarom ga ik door, ook al hangen duizend duivels aan mijn benen. Ze willen niet dat de regressie komt, want dat is het einde van het vlees. Dan ontstaat er een liefdeleven, stelt van Schuppen, een liefdedienst. In de oorlog met God moet de mens het eeuwig verliezen. Geeft uzelf gevangen. Gaat met de strop om de hals, stelt van Schuppen. Het vlees moet sterven. De mens moet zich overgeven. De liefde zal uiteindelijk winnen. Geen mens kan daar tegenop. Toen mijn oma deze liefde ontving was ze helemaal in zielsverrukking. Ze

kon wel dansen door de kerk om iedereen te omhelzen. Zo bijzonder was het. Ze had een heel zwaar leven gehad, en toen gaf God haar dit, en haar wens was een huis te hebben voor alle kinderen die geen ouders meer hadden. Daar had ze het altijd over. Dat is de liefde van God. En ik ken deze zielsverrukking ook. Ook ik ben opgenomen in het geheim van God's liefde en daarom doe ik dit werk, hoeveel tegenstand er ook is. Van Schuppen zegt dan : De mens wil het niet, maar God is te sterk. Kunnen wij tegen de liefde strijden ? Uiteindelijk zullen wij allemaal meegesleurd worden met deze stromen. Deze stromen zijn te sterk. Wat over mijn oma was gekomen kwam ook over mij, en het was te sterk. Ik kan daar wel uren over spreken. Van Schuppen stelt dat deze wandel een verborgen omgang is met God. Je hoeft het echt niet allemaal op tafel te leggen en aan anderen prijs te geven. Maar wordt gevoelig voor wat je 'kan' en 'mag' geven. Je mag ook een ander aansteken. Van Schuppen stelt dat God in deze verborgen wandel en verborgen omgang zijn heilsgeheim bekend maakt. „De snoeren zijn mij in lieflijke plaatsen gevallen; ja een schoone erfenis is mij geworden". De Heere spreekt tot de ziel en zij is als opgetrokken in den hemel en hoort den Heere spreken. Zullen wij het herkennen wanneer het komt ? Kennen wij de tekenen der tijden ? Dat mag de mens leren. Zijn wij dwaze of wijze maagden ? Waakt en zorg dat je niet slaapt als het komt. Oefen jezelf, tuchtig jezelf, opdat je die medicijndroom kan ontvangen. Niet alleen voor jezelf, maar ook voor de ander, die een deel is van jezelf. Er zijn ook delen van het vlees en die moeten eraf. De liefde is dus niet wat ze op tv verkondigen, of allerlei duffe, muffe, kleffe romantiek. Neen. De liefde is oorlogsvoering, tegen het vlees. Die oorlogsvoerende liefde wens ik u toe. Wat is dat dan voor een bruiloft ? Het is een oorlogsbruiloft, en alleen zij met heilige sieraden zullen daar binnenkomen. „Die deze hoop heeft, die reinigt zichzelven, gelijk Hij rein is", stelt van Schuppen over deze bruiloft (p. 114). 'Al 't volk, daar 't wreed geweld moet zwichten, Wordt in rechtmatigheid geleid. Leve dan in uwe ziel het gebed van den ziener op Patmos.' En hij eindigt zijn boodschap met deze woorden op pagina 115 : 'Gij dwazen, ook voor u een vermaning. Ziet uwe dwaasheid, uw sluimeren, uw slapen. Wee de gerusten te Sion en de verzekerden op den berg van Samaria. Zonder heiligmaking zult ge een gesloten deur vinden. Gij dwazen, laat u nog wakker schudden. Wij moeten u waarschuwen. Wee onzer, indien we de bazuin niet aan den mond zetten. Luistert naar de bazuin des Woords, eer de laatste bazuin slaat. Koopt nog olie. Straks is de deur op het nachtslot. Gij, die wakker geschud zijt, rust niet. Koopt dan den tijd uit, terwijl de dagen boos zijn. En gij wijzen, laat in uwe ziel de bede leven : voleind uw glansrijk spoor. Amen.' De ware liefde is een strijder. Lunteren in de jaren 30, een hele andere wereld, nog voor de oorlog. Zoals mijn eigen gezin op Lunteren is gebouwd, zo ook mijn werk. voetnoten [1] 'De gaven zullen nooit vergaard kunnen worden door ongevoeligheid' – uitspraak na zijn dood, 13 juli 2020 (shamanistische droom, medicijndroom)

hoofdstuk 49 Lunteren in de jaren 20 : de morgenregen H.J. van Schuppen, Lunters predikant (1883-1969) stelde in zijn boekje 'de geopende fontein' uit 1920 : 'Eerst moet een mens een vermoeide met stof bedekte pelgrim zijn', anders kom je natuurlijk nergens. Ik ben zelf ook gegrondvest op Lunteren, omdat ik daar intern gestudeerd heb. Hij bespreekt de man van smarten die doorboord is, met doornenkroon, bespot, gehoond, met laster en smaad, met spotkleed. Maar dan is er ook een geopende fontein, voor beiden. Het geestelijk Israel mag komen tot die fontein stelt van Schuppen dan. Maar dan gaat hij het nuanceren : Voor wie is de geopende fontein ? Voor het huis van David en de inwoners van Jeruzalem. David was een beeld van de oorlogsvoerende liefde. Deze bron is dus een bron voor de strijders, zouden we kunnen stellen, als een uitleg van deze passages van H.J. van Schuppen. Ik moet dan weer denken aan de woorden van Jezus dat hij niet kwam om vrede te brengen, maar oorlog. De oorlog tegen het vlees. Aan welke kant staan we ergens ? Laten we het vlees zomaar overnemen ? Zijn we muizen of leeuwen ? Waar trekken we de streep ergens ? Bij de fontein knielen vermoeide pelgrims, stelt van Schuppen. We kunnen stellen dat zij vermoeid zijn van de strijd tegen het vlees. Het zijn vermoeide leeuwen, geen vrolijk piepende muizen. Van Schuppen stelt dat ze doodmoe zijn. En van Schuppen stelt dan heel duidelijk dat deze fontein geopend is TEGEN de zonde en de onreinheid. Deze fontein spreekt dus van oorlog en is een oorlogsfontein. Zonde betekent het afdwalen van het rechte pad en het doel missen. We kunnen ook stellen dat de zonde het onprofetische is, het antiprofetische. Hij stelt dan ook dat de put mag worden tot fontein. H.J. van Schuppen stelt dan verderop dat de lelie een beeld is van de schoonheid van de hemelse volharding, de standvastigheid van de Libanon, en dat de lelie voornamelijk in de dalen groeit. 'In het dal van ootmoed is alles tegen je en niets voor. Maar bij God is eeuwige goedertierenheid.' Van Schuppen stelt dat er in de hemel een volk zal zijn wat eeuwig zal zingen van die vrijmachtige goedertierenheid. In dat dal bekleed met nederigheid worden zij door God's oog belonkt, en pralen zij met hun schoonheid. Daar worden God's deugden verheerlijkt, en die schoonheid is die van de lelies, van de hemelse volharding. Dat is een hemelse vrijmoedigheid en spontaniteit, een hemelse stoutmoedigheid, dapperheid. Van Schoppen stelt dat alleen in de diepte hun schoonheid wordt gezien. Alle roem is uitgesloten. De schoonheid van de lelie praalt in het dal. De schoonheid van God's kinderen schittert in nederigheid en ootmoed, oftewel in de hemelse traan, en die is van de oorlogsvoerende liefde. Dit is geen vleselijke schoonheid dus, en geen vleselijk pralen. Van Schuppen licht dit nog wat verder toe. Waaruit bestaat die schoonheid ? Het is een sieraad van gerechtigheid wat ontvangen zal worden op de weg van de heiligmaking. Zo bloeit de lelie. Dit is een heilig vermaak in God's wet, stelt van Schuppen. Israel zal worden gereinigd, het vuil der zonden, van het vlees, worden weggedaan. Het is het reine wit van de lelie. We kunnen stellen dat het het honderd of duizendvoudige gezuiverde witte is. Het goddelijk oog belonkt het. Het is een schitterend bloeiende lelie, en het bloeit onder de doornen. Bloeien in reinheid. Kunnen we dat ? Dat is de ware schoonheid, niet de valse, vleselijke, chemische schoonheid van de stad, de bedriegelijke markt-schoonheid die altijd maar weer in dezelfde cirkeltjes draait. De hemelse schoonheid daarentegen, stelt van Schuppen, spreekt van nieuwe ervaringen, door en voor heilbegerige harten, harten die hongeren naar de dingen die boven zijn. De hemelse schoonheid is de vernieuwde strijd tegen de zonde. Hagar kende wondere uitredding toen haar Ismael versmachtte. De lelie is een bloem van reine pracht en sierlijk wit, stelt van Schuppen. Hebt gij

reeds iets van de schoonheid van de lelie ? Kent gij iets van de vuilheid, van de zonde ? Weet gij hoe walgelijk de zonde is in God's ogen ? Gij zijt diep te beklagen als dat nog niet zo is. Diep rampzalig als dat zo blijft, stelt van Schuppen. Hij roept dan op om te bidden om de schoonheid der lelie. Deze schoonheid is een stille pracht. Niet om te pronken in de stad, maar in het dal. Pronk met die hemelse kennis, in zuivere nederigheid. Dat is de hemelse praal. Het is iets tussen jou en God. In de stad pronkt men met het vlees, en met grote getalen, maar in het dal pronk je juist met het minderen. Niet om de grootste te zijn, maar de minste. Dat is dus een anti-pronken. Je doet het niet om gezien te worden, niet om jezelf, maar om die heerlijke boodschap. Alleen daarin roem je. Niet voor eigen roem, maar voor het roemen van de boodschap, en die bewaar je en koester je. Wij zijn niet slechts eenlingen, want hoe dieper je graaft en wortelt, hoe dichter je komt tot het getal twee, tot het verloren en vergeten andere. Het gaat namelijk altijd om jou en de kennis. De ander is hiervan een beeld. Je bent een dualiteit van één en twee, van het ene en het andere, en dit is slechts zinnebeeldig. Elk vleselijk misbruik wat hiervan gemaakt wordt moet afsterven. Dat gebeurt natuurlijk in het verdiepen. Er ligt al een volmaakte en volkomen kennis voor ons klaar, in de volbrachte schoonheid van de lelie. Dit is het Lunteren van de twintiger jaren van 1900, de fundamenten van mijn leven, gezin en werk. Het Lunterense internaat waar ik studeerde vele tientallen jaren later was eerst een dovencentrum. In de kamers waren daar nog sporen van te zien, de overblijfselen van bepaalde apparatuur voor doven. Dit wijst erop dat wij doof moeten worden naar het vlees, en dat dan pas de profetische gaven zich kunnen openen, niet eerder. We zijn nu inmiddels aangekomen in de twintiger jaren van de nieuwe eeuw. Van Schuppen stelde dat we moeten wachten op de dauw, en dan heeft hij het over de dauw van Palestina, wat een mistregen is, een soort motregen, een morgenregen. Het OT spreekt over de dauw des hemels. Israel was helemaal uitgedroogd door voorspoed en afgoderij, zoals dat ook het geval is in Nederland. Van Schuppen stelt : 'Waar brengt nu die voorspoed ? Wat werken die zegeningen en dat geld uit ? Niets dan dorheid en doodsheid. Het geld wordt de afgod.' Hij vergelijkt Israel met Nederland. Daarom moet de mens wachten op de hemelse dauw. Men moet hiervoor loskomen van de wereldgelijkvormigheid. Hij noemt dit de dagen van geldzucht, waarin de mens buigt voor de mammon. Maar daarom is hun akker droog. Maar de verkwikkende dauw komt in de nacht, alleen in de nacht van vernedering. Alleen in de nacht van boetvaardigheid. Er zal niet meer dauw gegeven worden dan nodig is. Het is een nacht van beproeving en ontdekking, donker aan alle zijden, stelt van Schuppen. Toch is daar dan de hemelse dauw. Maar het volk moet hiervoor het koord om de hals hebben, zodat de zonde kan afsterven en de afgod van het vlees. Elke nacht is het er weer. Maar het zal alleen in de nacht zijn. In de nacht wordt het afgedwaalde schaap opgezocht. Er zal zoveel dauw zijn dat regen niet eens nodig is. Er zal zoveel dauw zijn dat de troost van mensen niet nodig is. Van Schuppen stelt dat het niet nodig is dat een mens er een zegel opdrukt. Op de juiste tijd zal de hemelse dauw komen. hoofdstuk 50 van leviticus tot exodus In zijn boekje 'gelovig wachten' uit 1941 schrijft W. Banning op pagina 8 : 'Laat de hoon maar op ons afkomen. Zij is nodig en gezond.' Hij neemt hier gretig het spotkleed en de doornenkroon van Christus aan. Het is inmiddels oorlog. Hij ziet geen andere weg. 'Maak ruimte in uw hart,' is de boodschap in het Europa van die tijd wat door stormen van oorlog wordt geteisterd. Dit is wat de mens opnieuw moet leren volgens W. Banning : buigen en offeren, zwijgen en bidden, arbeiden en

bouwen. Hij laat zien wat er in deze oorlogsjaren is gebeurd : – de vernietiging van leven – de verwildering van zielen – de verharding der geesten Dit moet de mens herdenken. En dit gedenken moet tot bidden worden. Door dit alles mogen wij tot God's eeuwig huis gaan. Hij stelt : Wij houden van Nederland. Wij willen leven, strijden, bouwen en lijden voor Nederland. Maar wij kunnen dat alleen vanuit het hemelse fundament. Dat fundament komt eerst. Al het zelfzuchtige en hoogmoedige moet eraan gaan. Dat is de ware oorlog : tegen het vlees. Dit is een bittere strijd en bitter leed. Klaas Schilder, de grote predikant van de vrijmaking stelde in zijn preek 'het gericht des verbonds dat ezechiel zag' in 1941 tijdens de oorlog dat het niet zomaar om geloven ging, maar om aan de eis te voldoen. En deze eis is de voorbereiding tot de geestelijke oorlog, de bereiding van de wapenen tegen het vlees. Het was natuurlijk een oorlog, maar broeder Schilder wilde de aandacht richten op de geestelijke oorlog. 'Geen mens komt tot exodus dan door leviticus,' zegt hij in een andere preek in 1941, want het gaat juist door het afsterven van het vlees. De zin van Leviticus is op Golgotha verklaard. Dit moest de mens leren in de oorlog, en dat was de ware vrijmaking. hoofdstuk 51 de theognosische exegese van efeze 29 maart 1979, Harrisburg, Pensylvania, … een grote kernramp … A.A. Leenhouts (1915-2001, profetisch ger. gevangenispredikant, verzetsstrijder) hield op 6 juli 1979 een preek over Efeze. Deze twee lijnen staan tegenover elkaar. De gemeente te Efeze werd gesticht door Paulus, stelt A.A. Leenhouts. Leenhouts had als gereformeerde predikant visioenen en profetieën. Er is altijd een charismatische hoek en bloedlijn geweest door de reformatie. Leenhout schreef o.a. de boekjes 'Mijn Wraak is barmhartig' (1971) en 'Wedstrijd der altaren' (1982). Er was een badhuis in Efeze waar de apostelen en hun leerlingen elkaar ontmoetten en dingen bespraken, stelde Leenhouts. Er is nog veel kennis overgebleven hierover door de apostolische vaderen. Ook Johannes kwam eens daar. Het is mooi dat broeder Leenhouts preekte over Efeze in zo'n duistere tijd als 1979 waarin er een gevaarlijk kernlek was. Ik heb veel dromen gehad over dit kernlek, als kind al. Ik zag hoe het de hoofden en de hersenen van de mens ging misvormen. Broeder Leenhouts predikte over Efeze om de gemeente te beschermen. Vader Paulus onderwees, zoals we weten van Efeze 6, de geestelijke wapenrusting. Hij vertelt ook over de tempel van Artemis te Efeze, oftewel Areta-ma'sa, wat al een heel oud Egyptisch woord is. Het betekent de beproefde geoefendheid. Areta is ook een Grieks woord, en ook Petrus en Paulus volgden Areta, de deugd. Ook broeder Leenhouts noemt Artemis van Efeze, omdat dat zo in Handelingen staat vermeld, maar gaat hier verder niet op in, wel dat het vlees hier onderworpen werd. We kunnen stellen vanuit de geschiedenis dat Efeze oorspronkelijk een amazone nederzetting was. Artemis was de godin van de jacht. Leenhouts stelt dat in de brief aan Efeze de geestelijke gaven ter sprake komen. Hij was een groot

strijder tegen de kerkelijke verdeeldheid. Wij hebben altijd weer gezien hoe de geestelijke gaven in allerlei soorten kerken voortkomen, en in allerlei soorten religies, en ook buiten kerk en religie. God stoort zich niet aan de menselijke muren die er zijn gebouwd. God waait waarheen hij wil. Daarom hebben wij de stelling : godsdienst is slechts een metafoor, een bepaalde taal. En hoe zielig, bekrompen en ongeletterd ben je als je slechts één taal kunt spreken ? Als gevangenispredikant hoor je meerdere kanten van het verhaal, dus dan moet je wel. Leenhouts stelde over het boek Openbaring dat het hieroglieven waren. Zo kunnen we dat van de hele bijbel zeggen, en kennen wij de betekenis ervan ? ’Gij zult verstandelijke verlegenheden niet hanteren als een bijl om daarmee Mijn tafel stuk te slaan’. De kerken zouden een tafelgemeenschap moeten vormen. Het mes zou dwars door de kerken heengaan om het vleselijke te scheiden van het geestelijke, het profetische. God sprak tot deze predikant, maar zijn kerk accepteerde het niet. 'Een zaak voor de psychiater,' werd er gezegd. Klinkt ons dat niet bekend in de oren ? Iedere gereformeerde predikant die het waagde persoonlijk contact met God te zoeken werd doorverwezen naar de psychiater en erger. De psychiater was een huurmoordenaar om de profetische beweging te smoren, te aborteren. Dat mag niet. Neen. Het vlees moest op de troon blijven. Ook als je kritiek had op de tandarts werd je doorverwezen naar de psychiater. Tandarts en psychiater werkten gewoon met elkaar samen, en waren ingehuurd door de GEDEFORMEERDE kerk. DAAROM IS CORONA GEKOMEN ! DE GESEL VAN JEZUS ! De gedeformeerde kerk had namelijk een Jezus gepredikt die niet aan profetie deed, geen contact had met god, een vleselijke Jezus dus. Corona heeft gezegd : Enough is enough. De natuur heeft teruggeslagen. De mens is te ver gegaan. En nog is God's wraak barmhartig. Maar speel niet met God's barmhartigheid. Als je niet helemaal denkt zoals hen, doet zoals hen, hun vlees, dan wordt de psychiater er bij gehaald om je te diskwalificeren met één of ander bogus etiket. Zo brandmerken ze hun schapen. Daarom is corona gekomen. Enough is enough. Die smerige vuile lekenfamilies hebben zelfs hun eigen predikanten naar de psychiater doorverwezen en belachelijk lopen maken, want iedereen moet zich houden aan hun wetten. Zij zijn de baas in die kerken, niet de predikanten. Die hebben niets in te brengen en moeten precies prediken wat het vlees van die smerige lekenfamilies, die vraatzuchtige varkensfamilies wil, anders gaan de sirenes af en worden psychiaters en allerlei criminele organisaties opgetrommeld. Er worden dan allerlei blikken demonen opengetrokken. Mij niet gezien. Deze eenheid is niet roekeloos, onvoorwaardelijk en oecumenisch. Er moet opgepast worden voor de institutionering van valse synthese, stelt Leenhouts. "Te dien tijde deed Jozua deze eed: Vervloekt voor het aangezicht des Heren is de man, die zich opmaakt en deze stad Jericho herbouwt; ten koste van zijn eerstgeborene zal hij haar grondvesten, ten koste van zijn jongste haar poortdeuren inzetten." Jozua 6:26 Hij was een groot profeet. Elia moest komen. Dit is de letter L, halal in de voortijd, wat honger betekent. Alleen het hongeren brengt zoals Maleachi stelt het kind terug tot de moeder en doet het vlees afsterven op de Karmel. Dat is wat het Karmel oordeel is wat over Hiël kwam, waar Leenhouts over profeteerde. Het was een vuur wat over zijn kaken kwam en hij kon het met geen mogelijkheid tegenhouden in 1948. Dieren martelen, kinderen martelen, en bedreigen met eeuwige marteling, dat is wat die priesters van het vlees, de priesters van de mammon doen, die lekenfamilies. Alles wat intelligent is is een bedreiging voor hen. Het moet vooral dom blijven. Maleachi gaat over de terugkeer van Elia, met de M-L wortel. M of ma is in de egyptische context de beproeving, het toetsen (denk aan de weegschaal van Maat, Ma). Maleachi staat dus voor de beproefde honger. Is uw hongeren al beproefd ?

Leenhouts noemt de valse synthese in de kerk een vergeeld bruidsboeket : alles is routine geworden. Dat is ook wat de psychiatrie en de tandarts is : er zit geen leven in. Het is een doods-amalgaam, het wapen van de valse, afvallige kerk van het vlees. En God is barmharig in zijn wraak. God is nooit negatief, maar altijd weer voorwaardelijk, stelt Leenhouts in zijn 6 juli preek van 1979 over Efeze. In de preek 'De schoonheid van christus als hemels bruidegom' stelt ger. gem. predikant A. van Stuyvenberg (1894-1954) : 'Dáár, aan het vloekhout des kruises, werden de zonden van Gods kerk geworpen in een zee van eeuwige vergetelheid.' Zoals we weten is dat een persoonlijke metafoor van iets wat in onszelf moet gebeuren. Wij moeten aan het vlees sterven door het kruis, en dat vlees moet de vergetelheid in, en zal ook de vergetelheid ingaan. Dit kruis moet beproefd en geoefend zijn. Wij moeten dat metaforische verhaal juist kunnen uitleggen, deze hieroglieven. A, van Stuyvenberg zegt verderop in deze preek weer : 'Daar zijn de zonden van Gods kerk geworpen in een zee van eeuwige vergetelheid om nooit meer gedacht te worden.' Deze boodschap geeft conflict, want het vlees wil niet vergeten worden. Maar het vlees gaat vergeten worden, voor eeuwig. De geestelijke en profetische mens zal doof worden naar het vlees. Dit kan alleen in volharding gebeuren als beeld van de eeuwigheid en in die volharding moet beproefde geoefendheid plaatsvinden. Dit is waar het vlees drugs gaat aanbieden om het snel te doen, gemakkelijk, en dus onecht. Dit is waar het vlees gaat liegen om maar niet vergeten te worden. En dan ontstaat er het valse evangelie wat ze in het westen prediken, wat een kern van waarheid heeft. En dan moeten we terug naar de hieroglieven : de regressie, wat na de reformatie komt, als een regressiefgereformeerde gemeente van het hart. Ja, dit is een charismatische gemeente, maar niet van mensenvlees gebouwd. Het is geestelijk en profetisch in de dieptes van het hart, en dit zijn studiedieptes. Dan pas ga je de hieroglieven van de reformatie en het woord begrijpen. Dan is yeshua geen afgod meer, maar een werkwoord. Dan komen we tot een tafel waar ook andere religies en culturen aan zitten. Dan is het niet alleen ons eigen nauwe, enge kerkje. Het opgeblazen ik-gerichte verstand van de mens moet minderen, want dat is het vlees wat zich voordoet als verstand, en het is altijd weer kortzichtig en oppervlakkig. Het moet eraf. Broeder Schilder zei dat we alleen maar door Leviticus kunnen komen tot Exodus. Leviticus is Vayikra in het Hebreeuws wat parallel loopt aan de Noord-Germaanse valkyries die voor hetzelfde staan, de strijdgodinnen die hen opnemen die op het strijdveld hard en volkomen aan hun vlees zijn afgestorven. Aan de tafel zullen ook de dieren zitten. Maar die vleesaanbiddende families die zoveel dieren hebben vermoord en laten vermoorden zullen niet aan de tafel zitten. Zij zullen zichzelf kapot branden aan de tafel, en zij zullen slechts dierenvoer zijn. Zij zullen door de roofdieren des hemels gegeten worden, omdat zij zelf eens roofdieren waren. hoofdstuk 52 van christus tot corona KRST, de Levitische kennis (kra, kr) van ST, seth, het wederstaan (egyptisch). Natuurlijk is ST ook weer verbonden aan aset, oftewel de egyptische naam van Isis, want Isis is slechts de Griekse transliteratie, waar overigens het Griekse Iesous vandaan kwam, Jezus in onze taal. Hoe kan het dan dat vandaag de aandacht verschuift van KRST naar Corona, KRN ? Wat voor een code is hier

gaande ? Ik moet dan denken aan KRSNA en de Koran. Krishna staat in de bhagavat ghita voor de familie oorlog en de burger oorlog, die nodig is om het geestelijke deel te scheiden van het vleselijke deel. Aan welke kant sta je dan ? De reformatie MOET overgaan in de regressie. Religie is namelijk een taal. Het zijn allemaal hieroglieven, oftewel letters. Zo was Oru of R in het voortijds het kruis. Dit was verbonden aan zowel de psalmen als het mes, zoals Jezus later al zei : 'Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het mes.' Oftewel : de scheiding. Krishna was in de bhagavad ghita de begeleider hierin, en dat hebben we wel nodig. Daarom is CORONA gekomen : om SCHEIDING te brengen tussen het vleselijke en het geestelijke. Durf in het gezicht van corona te kijken, en wat zie je dan ? De opname. Het breken van alle mind control van 1984. KRN is de gesel van KRST. Ze hadden Jezus verkeerd voorgesteld, als afgod, als pensioenfonds, terwijl het een werkwoord was in Israel. KRST komt met de gesel, omdat KRST de gesel betekent, KRUIST, het KRUISIGT het vlees. Laat jezelf niet voor de gek houden. Deze dingen gaan niet weg, maar moeten uitgelegd worden. Heilige Geest roept men telkens, oh Heilige Geest dit, Heilige Geest dat. Heilige Geest zus, Heilige Geest zo. Bij de indianen was het Grote Geest. In het Aramees is het de Ruh, de Rw, maar ze blijven zeggen Geest dit, Geest dat, en geven het maar geen betekenis. Nu let goed op : CHECED (Geest) is het Hebreeuwse woord voor de barmhartige wraak van God, de opvoedende gesel. Als de mens zegt : Allah is barmhartig, of L is barmhartig, dan is dat in het voortijds 'het hongeren, het minderen, is barmhartig.' De letter L werd de Halal genoemd. Juist als je niet mindert kom je in het materialisme terecht en in de criminaliteit, namelijk het vlees eten (laten we er duidelijk over zijn : JA, DIT IS CRIMINEEL.), mensen bedreigen met eeuwige marteling (JA, DAT IS IN VEEL GEVALLEN CRIMINEEL ALS HET REDENLOOS EN UITZICHTLOOS IS), en je bent dan ook niet barmhartig naar de natuur (overmatig auto rijden). hoofdstuk 53 mammon, ma money Efeziers 6 1 Kinderen, weest uw ouders gehoorzaam in de Here, want dat is recht. 2 Eer uw vader en uw moeder – dit is immers het eerste gebod, met een belofte – 3 opdat het u welga en gij lang leeft op aarde. 4 En gij, vaders, verbittert uw kinderen niet, maar voedt hen op in de tucht en in de terechtwijzing des Heren. Eer uw vader en uw moeder gaat zeker niet over aardse en vleselijke vaders en moeders. Jezus ontkende hen. 'Alleen zij die de wil van God doen zijn vaders en moeders en zusters en broeders.' Eert uw vader en uw moeder, dat gaat over het eren van je geestelijke bronnen, je hemelse vaders en moeders. 'Vaders, verbittert uw kinderen niet,' staat daar direct achter. 'Martel ze niet met oneindig leed, voer ze geen lijken, druk ze geen levenslange etiketten op als ze niet helemaal denken en leven zoals jij,' enzovoorts. En Jeremia en Job vervloekten de moederschoot en hun geboortedag. Waarom ? Omdat het vlees moet sterven. Dit is een duivelse realiteit. Blijf het daarom vervloeken totdat je in het zuivere geestelijke in je binnenste bent gekomen, je bron, opdat je het eeuwige leven vindt. Wat is je ware geboortedag, je ware verjaardag ? De dag waarop je wedergeboren wordt, en dat moet

elke dag gebeuren, niet eens in het jaar. Je ware verjaardag is de dag waarop je ontwaakt, en dat moet elke dag gebeuren, niet eens in het jaar. Anders ben je slechts een feestvarken en wordt je door de stad gewoon gefokt en bedrogen voor de slacht. Dat is wat vleselijke ouders doen. Ze onderwijzen hun kinderen niet, maar bedriegen hun kinderen, om hen eeuwig leed te veroorzaken, waarmee ze hun buikje rondvreten. Het zijn parasieten die hun buik als afgod hebben. Je bent hun kind niet. Het is de gevangenis van het kruis. Je moet daar aan jezelf sterven, om zo te komen tot het eeuwige leven en de eeuwige waarheid. Jeremia 20 14 Vervloekt zij de dag waarop ik geboren ben; de dag waarop mijn moeder mij baarde, zij niet gezegend. 15 Vervloekt zij de man die mijn vader de blijde boodschap bracht: U is een jongen geboren, waarmede hij hem zozeer verblijdde; 16 die man zij als de steden die de Here onderstboven heeft gekeerd, zonder dat het Hem berouwde; hij hore des morgens geschreeuw en des middags krijgsrumoer, 17 omdat Hij mij niet deed sterven in de moederschoot, zodat mijn moeder mijn graf ware geworden en haar schoot voor immer zwanger gebleven. Oh kinderen, komt toch los van de mammon. De mammon is uw vader en moeder niet, maar een bedrieger die u heeft misleid. Hij heeft zijn koninkrijk gebouwd op de beenderen en het as van uw vermoorde broeder en zuster. hoofdstuk 54 wanted : dead or alive Het is een Orwelliaans kruis van 1984, het kruis van mind control waarvan je vuil wordt, als een pietenkruis, het boete kruis. Met grote koeienletters staat het erop : 1984. Het heeft velen tot zelfmoord gedreven, velen tot de criminaliteit, maar het heeft ook velen tot het verzet geleid. En velen hangen maar aan dat kruis en kunnen niets doen, maar toch kunnen ze van binnen deel hebben aan het verzet, want het is een geestelijke oorlog. Van Leviticus komen tot Exodus, zei Klaas Schilder, de grote predikant van de vrijmaking. Leviticus is Vayikra in het hebreeuws, parallel lopende aan de germaanse valkyries van de opname. Dit zijn de dagen van de opname. Dit zijn de dagen van de grote scheiding. Jezus zei dat hij niet kwam om vrede te brengen, maar de scheuring. 1984 stond er op het kruis. Het waren mijn schooljaren. Ik stond totaal machteloos tegen die leraren, vaak gemene, sadistische mensen. Ze waren op zoek naar macht en werkten voor mind control (mk ultra). Zij moesten de kinderen gedwongen programmeren. De kinderen hadden slechts zeer beperkte vrijheid. Schapen in een hok. Een fokkerij. 1984. George Orwell sprak erover in de veertiger jaren. Zijn visioen was uitgekomen. Zeven dagen duurde de schepping. Na de exodus zou er weer een genesis komen. 1988 : de wilde jongens stonden op. Anarchie. Ze pikten het niet meer, in het zestiger jaren visioen van Burroughs. Ook dit visioen is uitgekomen, ook in mijn eigen leven. Ik ontwaakte. Ik stapte over naar een andere kerk, maar ik werd zwaar vervolgd. Er was geen ontsnapping mogelijk uit de dodencultus. Er was

geen ontsnapping mogelijk uit 1984. Je kunt niet uit deze families weg. Er komt één of andere bloedrwaak over je, net zoals in de orthodoxe islam. They want you dead or alive. 1984 stalkt. Je kunt alleen ontsnappen in de geestelijke wereld. Maar dan aan een kruis, het kruis van 1984, om dan te ontdekken dat je er nog dieper in bent gegaan. Wat een monsterlijke machine. Je hoeft geen genade te verwachten. Elk medelijden is een valstrik. Is dat alles wat je je kinderen kan meegeven ? Het grote ach en wee ? Nee. De vrijmaking gaat door. De exodus is de sleutel tot genesis, de nieuwe schepping. Daar werken we voor, door bouwen we voor. Wie nu zaait zal straks oogsten. Het verzet gaat dwars door alle kerken heen en ook buiten de kerken, dwars door alle door mensen opgezette muren, dwars door 1984, om muren te bouwen niet van mensenvlees. 1984 : de mens kan er niet omheen, maar moet er dwars doorheen. Van leviticus tot exodus tot genesis. En ga je die zee door, dan wordt je vervolgd, net als het volk Israel. Want je mag niet ontsnappen. En ook in de wildernis wordt je vervolgd en blootgesteld aan zoveel gevaren en verzoekingen. Er is niet zomaar een 1988. Het ligt in de dieptes van 1984, op de bodem. Dit kruis moet je tot het einde dragen. Wanted : dead or alive. Er staat een grote prijs op je hoofd, en ze hebben een etiket voor je klaar. Draag het met eer, met geweten, want wij moeten ook het spotkleed en de spotkroon aanvaarden. Draag de pin in je vlees. Natuurlijk doet het pijn. Natuurlijk bloedt het. Natuurlijk voel je je vies. Maar het is 1984. Klaas Schilder (1890-1952) was een verzetstrijder in WWII en rebel tegen de heilige huisjes van de reformatie. Hij was een wilde jongensleider. Anarchie in de kerk. Hij zag de opkomende markt die ze van het christendom zouden maken en streed ertegen. Hij zag hoe de kerk zich steeds meer en meer zou gaan verwereldlijken. Droom ik ? Je bent in 1984. Iedereen is in de greep van 1984. Wat moet je dan doen ? Wat kun je doen ? Je hangt aan een kruis. hoofdstuk 55 de beproefde honger Waarom heeft tegenwoordig iedereen het over allah ? Allah dit, allah dat, allah zus, allah zo. Sommige mensen denken dat de islam nu overal is, en ze zeggen dat de islam de hardst groeiende religie is, vooral ook in deze tijden van crisis, en mensen zijn bang. Maar allah is ook het woord voor God wat midden-oostelijke christenen gebruiken, dus niet slechts islamieten. In het hebreeuws is één van de woorden voor god dan ook weer allahim of elohim, en in het aramees alaha bijvoorbeeld (godin). Ook wordt god wel el genoemd. Het valt op dat vaak de L in het woord god zit, en L is in het voortijds de halal, het hongeren, oftewel het minderen, wat hetzelfde is als het vasten en het geduld. De boodschap van geduld wordt in veel religies gepredikt, en dit is dus de boodschap van L. Als je dan kijkt naar het woord god(in) of goden 'elohim', oftewel L-M, dan betekent dat niet alleen eeuwig (olam), maar ook in egyptische context de beproefde honger, want elke ziel die stierf had een worsteling met M, Ma, Mooi, of Maat in haar hal, en zij is de godin van de beproefde waarheid en wet. Je kan dit gevecht wel een beetje vergelijken met Jakob op Pniël, maar zo werd elke ziel getoetst en gezuiverd.

hoofdstuk 56 ter gelegenheid van het overlijden van broeder morris cerullo (2 oktober 1931 – 10 juli 2020) – de ontsluiering van het jezus mysterie 'Taking the good times and the bad times' De vrouw des huizes hield van hem, want hij zou haar genezen hebben innerlijk na een moeilijke tijd. Tja zeg je dan. Daar valt wel wat voor te zeggen. Ik was nog jong. Ik kwam door bepaalde dingen niet heen, en hij hielp me ook. Als een leraar. Maar dan ontdek je hoe zo'n man de mammon verafgood en volgt, en tja, dan heb je gemengde gevoelens en moet je strijden, om niet meegesleurd te worden. En ik huilde toen hij was overleden, zoveel strijd met die man gehad, maar ook zo van hem gehouden. En hij moest uitspuwen, alles wat hij had gestolen. De hemel zei dat ik moest nakijken hoe het met hem ging, en ik ontdekte dat hij een paar dagen geleden was overleden. Hoe kan dat ? Ik heb namelijk een hotline met de hemel. Hoe kan dat ? Tja, ik heb nog herinneringen van voor de geboorte dat ik in de hemel woonde en naar de aarde werd gezonden. Dat was een verschrikkelijk traumatische ervaring. Mannen met witte gewaden met witte puntmutsen dwongen mij om hele hete ballen te eten, die van het vuur afkwamen, en toen gebeurde het. De hemel ? Wat is de hemel dan ? Is dat wat de mensen zeggen dat het is ? Nee, niet echt. Ik weet wat de hemel is omdat ik er zelf ben geweest, al voor de geboorte. De hemel is een plaats van liefde. Er is geen plaats voor een eeuwige hel en dat dan mensen in de hemel kijken hoe hen die niet helemaal als hen denken en geloven voor eeuwig worden gemarteld, en dan denken : 'Oh, wat fijn', of dat ze vergeten hoe andersdenkenden en andersgelovenden op die plaats voor eeuwig worden gemarteld en dat ze dan zelf voor altijd gelukkig zijn in de hemel, wetende dat hun ouders in de hel zijn, hun broers, hun zussen, iedereen die ze lief hadden. Hoe is dat overigens mogelijk ? Dat is alleen mogelijk als je zwaar onverschillig bent, zwaar sadistisch, zwaar, heel zwaar aan de drugs, of heel zwaar geestelijk gestoord bent. Laten we eerlijk wezen. De mensen die dit geloven kennen de hemel zelf niet, maar halen dit uit een boekje, wat overigens verkeerd vertaald is. Wat is de hemel dan wel ? Een plaats van liefde. Liefde voor mens en dier. Het is overigens geen plaats waar alles maar kan. Het is een plaats van gevoel. Je voelt alles, ook pijn. Bovenal is het een plaats van diepte en kennis. Er worden hier geen spelletjes gespeeld. Hij was dood. Hij moest alles uitspuwen wat hij had geroofd. Ik wenste hem geen eeuwige hel toe, dat wens ik zelfs mijn ergste vijanden niet toe, en de eeuwige hel bestaat ook niet, maar is een verzinsel van mensen. Ik bad voor hem of de Heer goed zorg voor hem wilde dragen. Zo ga je met je vijanden om. Hij was niet mijn ergste vijand trouwens. Er zijn wel ergere vijanden. Ik bad voor hem en weende over hem. Ik droeg hem op in de handen van de Heer. Ik was boos op het vleselijke, de hele vleselijke wereld om ons heen gebouwd. Zo viel ik in slaap. Ik had een droom. Ik probeerde textiel te herstellen, maar het lukte niet. Ik had pinnen in het textiel gebonden, en zo de wasmachine in gedaan. Er waren vrouwen die mij zouden helpen. Zij hadden een bepaald apparaat. Dat had hij overigens eens ingeslikt. Hij was als een mammon op aarde, maar nu was ik hier. Ik zag de pinnen, en met het apparaat herstelden zij het textiel. Het leek op de stad van mijn grootouders, de plaats waar ik was. Ik ging de straat op en kwam een vrouw tegen die leek op een oudtante van mij. Ze was heel aardig en praatte honderduit. Ook deze vrouw had hij eens ingeslikt. Die vrouw wilde mij meenemen naar haar huis. Later kwam ik haar weer tegen in de natuurstad, en toen gingen we naar een gebouw, een soort café. Ik herinnerde me dat ik in een bibliotheek was, en er was een meisje wat mij bij de hand nam. Ik zei : 'Ik ben je vader niet.' Ze zei toen : 'Ja, maar mijn vader heeft barsten in één van zijn brillenglazen.' Ik zei : 'Ja, maar als het erop

aankomt en je zou door een storm in het water zijn geraakt, dan zou je vader er alles aan doen om jou te redden.' Ik droeg haar toen weer over aan haar vader. Ook dat had hij ingeslikt. Oude egyptische apparaten. Ik had stekende hoofdpijn en pijn in mijn mond. 'Dat moet,' zei die vrouw. Natuurlijk, want de hemel is liefde, en de liefde voelt, ook pijn. Zij was Nekbet, de godin van upper egypt, oftewel boven egypte, wat overigens zuidelijk egypte is. Upper betekent gewoon dat zuidelijk egypte hoger ligt. Nekbet is de godin van de wedergeboorte, die zorgdraagt voor de pasgeboren profeten. Ik weet nog wel dat mijn oudtante zo nu en dan kwam en ons boekjes gaf, en toen een keer een hele grote boekenkist die sinds toen altijd op onze kamer stond, als bron van geheimen, en toen we oud genoeg waren mochten we bij haar logeren in Bilthoven. Godin van de zinnebeeldige visvangst en jacht, van het weven. Zij herstelde de dekens. Bovenstaande zijn allemaal verschillende vormen van haar. Dat had hij allemaal ingeslikt en moest hij uitspuwen. De strijd was gestreden. Waarom moet het altijd zo zijn dat mensen pas na hun dood gaan inzien hoe ze zijn bedrogen door de mammon ? Ik voelde contact met hem, zoals met meerdere charismatische voorspoeds-predikers na hun overlijden. Mammonische predikers waren het min of meer. En dan help je ze. Helpen met loslaten, helpen met minderen, helpen met het kruis, want de hemel is het kruis, om weer liefde te voelen, voor mens en dier, en dat begint met het voelen van hun pijnen. Dat is wat shamanen doen. Ze dalen af, om mensen van onderen te helpen, niet hoog vanaf hun troontjes. Ze zijn in diepe wildernis. Nekbet, de moeder der moeders. In Griekenland noemden ze haar Eileithya, verbonden aan aletheia, de godin van de waarheid. Haar naam betekent de verschijnende, de openbaring. Zij voedt en beschermt het kind. Het is een profetische godin. Ze staat ook voor 'barensweeën'. Ook Jezus sprak over haar in de Griekse grondtekst : Johannes 1:14 Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid, aletheia (nekhbet). De waarheid is dus verbonden aan persoonlijke wedergeboorte. Johannes 4:24 God is het geestelijke en wie aanbidden, moeten aanbidden in het geestelijke en in waarheid, aletheia (nekhbet). Johannes 8:32 An gij zult de waarheid, aletheia (nekhbet) verstaan, en de waarheid, aletheia (nekhbet) zal u vrijmaken. Johannes 14:6 Jezus zeide tot hem: Ik ben de weg en aletheia (nekhbet) en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij. Jezus geeft dus toe dat hij de godin is. (een beeld van de godin, metaforisch dus, want het zijn slechts gelijkenissen) Johannes 16:12-13 Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen; doch wanneer Zij komt, het geestelijke der waarheid, aletheia (nekhbet) zal Zij u de weg wijzen tot de volle aletheia (nekhbet).

Zij wordt ook wel de geheime genoemd, en soms de vrouw van Amen, de verborgene. Ook wordt zij de samenbindster genoemd, de vereniger der volken. Dit wijst dus ook weer op het herstel van het textiel, de dekens, in mijn droom. hoofdstuk 57 naboth's wijngaard 'Ik was verblind, verdwaasd, aan de religieuze drugs,' zei morris over zichzelf in een droom. 'Mijn handen branden door de verkoop van het evangelie.' Ik zei : 'We gaan je helpen, broeder. Iedereen moet eens ontwaken. Beter laat dan nooit.' 'Ja, ik had Egypte opgeslokt,' zei morris, 'daarom had ik zo'n macht.' Als we aan Nekhbet of Nebeth denken dan kunnen we denken aan Naboth die zijn wijngaard verloor aan vleselijke mensen. Vleselijke mensen willen altijd meer, en denken dit altijd van anderen te kunnen wegnemen. Ze zijn niet voor reden vatbaar. Dat er in de grondteksten iets anders staat en dat het niet gaat om wat er in één of ander boek staat opgeschreven schijnt hen niet te storen. Ze houden zich niet eens aan hun eigen teksten, want het vlees is god. Als je de godin noemt of moeder wat duidelijk in hun grondteksten staat, dan zijn ze helemaal overstuur. Nee, de moeder hebben ze namelijk gedood, want die is gevaarlijk voor het vlees, vanwege dat ze wedergeboorte kan schenken. En dieren mogen ook al niet. Het is pure racistische liefde die ze preken, heel selectief, wat dus geen liefde is, maar als je hen dat zegt dan zijn ze hevig verontwaardigd. Het mensenvlees waant. Maar dat projecteren ze graag op anderen. Liefde is voor mens en dier, maar zij houden alleen maar heel selectief van mensen, bepaalde mensen die tot hun club behoren. Liefde is voor mens, dier, natuur en kennis, maar zij haten de hemelse kennis, en daarom spijbelen ze. Op een bepaald moment zal al dat vlees eten zich wreken en zullen hun monden branden, zoals de handen branden van hen die het evangelie hebben verkocht. De wereld zal vol zijn met brandende monden, en er zal geen medicijn wezen, want tegen de heere hebben ze gezondigd. hoofdstuk 58 de godin gebed Nekhbet of Nechbed, Gebed of Gebod, ligt nog steeds in de nederlandse taal. Gebed door geboden betekent dat je alles hemels legaal moet laten verlopen, bidden volgens de geboden dus. We hebben nog steeds te maken met de godin Gebed of Gebod.

En het is weer weekend. Blijf je leren en luisteren ? Verdoe je tijd niet. We gebruiken metaforen om het denken makkelijker te maken, ordelijker, dat is voor het overzicht. Het zijn een soort ezelbruggetjes. Zo is dat ook met religie, goden, godinnen en allerlei theologische termen. Dat heeft altijd mijn interesse gehad. Als je de kwaliteit van je denken kunt verbeteren kun je ook de kwaliteit van je leven verbeteren, wat niet altijd wil zeggen dat het dan makkelijker is, want als ineens het licht aangaat in je leven dan zie je ineens hoeveel troep er ligt en hoe hard er nog gewerkt moet worden. Laat het een uitdaging zijn. Onderwijs jezelf over hoe gemeen en laaghartig het pseudo-christendom in het westen is. Naar zowel dieren als kinderen. Maar ook naar andersdenkenden op zich. En dan bieden ze een product aan : geloof en genade. Dat moet je van hen kopen. Vaak hebben ze hiervoor een boekentafel achterin de kerk. Dat krijg je niet zomaar mee vaak. Daar moet je flink voor betalen. Vraag je maar eens af waarom je in veel van dat soort kerken God niet als een moeder mag benoemen, maar alleen als vader. Het is juist omdat de moeder een baarmoeder heeft om ware wedergeboorte te schenken, opdat de mens op een natuurlijke manier vrij kan komen van zulke systemen. Daar gaat het nu volgende artikel ook over. Allemaal een goed weekend, en blijf goed nadenken. Laat je niet bedonderen. Het menselijk vlees is sluw, dus daarom hebben we het over diep geestelijke dingen, die ook weer heel practisch zijn. hoofdstuk 59 gebed en gebod Bidden ? Nee, want je zou maar eens uit het vlees bidden en een ramp veroorzaken. Gebed is een godin. Kom tot de godin Gebed, wat al een hele oude Egyptische godin is, ook wel Negebed genoemd, die vrije toegang had tot de troon van Osiris en waakte over ieder profetisch kind. Niet zomaar bidden, maar zeggen : Kom, Gebed. Zij is een moeder, een baarmoeder, waarin je wedergeboren kunt worden om juist te bidden. Leren bidden is leren omgang met de godin Gebed, oftewel door de geboden leren bidden, hemels legaal alles laten verlopen. Bidden is vaak smeken vanuit het vlees, en de mens moet leren bidden, leren volgens de geboden recht te handelen. Gebed en Gebod zijn dus aan elkaar verbonden. Dat is de godin Negebed of in het Grieks Aletheia waar Jezus het ook over had, dat hij de Waarheid is, de Aletheia, en dat het geestelijke of diepere van de waarheid zou komen om de mens tot de volle waarheid, het volle, ware gebed en gebod, te leiden. Zo wordt het ook weer logisch in deze context waarom Jezus in dit verhaal de middelaar is, als een principe : Gebed en gebod is de weg tot God, het goede. Zo, dan is dat mysterie ook eindelijk opgelost, dus laat je niet meer rondbitchen met nietzeggende Jezus onzin. M.a.w. laat je niet meer 'bejezussen' door domme mensen die van toeten noch blazen

weten, want je weet nu wat het woord Jezus betekent, namelijk het leren bidden door je aan de geboden te houden. Dat is de weg tot God : jezelf verliezen in de baarmoeder van de oude, metaforische godin Negebed, Gebed of Gebod. Is dat niet prachtig ? Weer een hoofdpijn minder. Gebed en gebod. Bidt niet zonder de geboden, en houdt niet het gebod zonder het gebed. Gebed en gebod is je moeder. hoofdstuk 60 bestrijdt ons vlees Rolschaatsen zonder rolschaatsen, en skateboarden met een onzichtbaar skateboard. Ik deed het vannacht in een droom. Ik kon met mijn voeten iets boven de grond over de straten door natuurdorpen en natuursteden heensuizen. Ik moest mijn voeten op een bepaalde manier houden om te kunnen sturen. Ik dacht : Dit ga ik uitwerken. Ik zat er al over na te denken om er hele werkboeken over te schrijven, zodat ook anderen het konden leren, maar plotseling ergens op een natuurkruispunt, wat een beetje leek op de kruizing tussen de Eperweg en de F.A. Molijnlaan in Nunspeet kwam ik een vrouw tegen, een wat oudere vrouw, die kwam in de gedaante van mijn oma. Mijn oma was altijd een heel gastvrije vrouw en wilde ieder kind zonder ouders wel onderbrengen in haar huis. En deze vrouw hier was ook heel gastvrij. Het leek ook wel op andere plaatsen in Nederland, maar ik was heel ergens anders, meer Egyptisch. Hoe dan ook vroeg ze me om mij haar binnen te komen, en dat deed ik. Ze bedankte me ook dat ik haar hielp. Ze zei dat ze de godin Nekhbet was (oh ja, die morris cerullo opgeslokt had). Ze bood me wat worstjes aan. Ik zei dat ik vegetarisch was (in het echt zou ik boos zijn geworden maar dit was een droom). Toen zei ze : 'Ja, maar dit is niet het vlees van dieren. Het is metaforisch. Het is het vlees van het overwonnen kwaad.' Ik zei toen : 'Oh ja, dat is waar ook.' Ik proefte het. Ze leidde me naar de huiskamer en daar was de tv aan met het lied Cannonball van Supertramp. Het was een soort extended version, echt prachtig, ging ook weer over de natuur, en dat de bandleden uit mijn verhalen kwamen, enzovoorts. Ze hadden een brugboot en gingen overal naartoe. Ik was toen in de straat achter de straat van het ouderlijk huis waar ik was geboren, en daar had zij ook een huisje. En ze ging over de straat en het was opwekking. De godin van het gebed was teruggekeerd. En ik zag die oude bijbel, en er was een zegel verbroken. Dit zegel was verbroken omdat broeder Morris Cerullo was heengegaan en tot inkeer was gekomen (gebeurt vaak na de dood pas). De mammon moest alles uitspuwen wat hij had geroofd. Zoals we weten heeft het NT een Griekse grondtekst en een Aramese grondtekst, wat weer voorkomt uit een nog diepere Egyptische grondtekst : Johannes 16 13 doch wanneer Hij komt, het geestelijke der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen. Grieks : zal Hij u de weg wijzen tot de volle aletheia. Egyptisch : zal Hij u de weg wijzen tot de volle ne-gebed, gebed, gebod (met dezelfde nederlandse betekenis, want egyptisch is sterk verbonden met het nederlands)

Leer ons naar Uw wil te handelen, Wat U doet is goed, Oh Gebed, leidt ons, Oh Gebod, bestrijdt ons vlees, om ons op het rechte pad te houden. hoofdstuk 61 Het laatste Oor Heilig Gebed, vul ons en leid ons, Heilig Gebod, bestrijd ons vlees en ontledig ons, Doe ons minderen, opdat wij het rechte pad bewaren, En klein genoeg zullen zijn om door de enge poort binnen te gaan … De poort is eng, slechts weinigen zullen hem vinden … Heilig Gebed, waak over ons, Kom tot ons, opdat wij niet bidden door ons vlees, Er is zoveel valse, verletterlijkte religie om ons heen, Zij moorden in de naam van hun God, Zij martelen de kinderen, de dieren en de andersdenkenden … Oh heilig Gebed, heilig Gebod, leer ons ons kruis te dragen, U bent de authentieke moeder natuur waarin wedergeboorte is … Heilig Gebed, leer ons naar uw wil te handelen, Wat u doet is goed, Wat mensenvlees doet is slecht en bedrieglijk, Altijd maar weer bedriegen zij, en het vlees trapt er telkens weer in … Zij jagen voor een markt, Maar u doet ons ontkomen, Als door vuur heen … Kom met uw vuur, oh heilig Gebed, Dat wij in u mogen zien de hogere openbaringen, Het hogere pad … Want het pad des mensen leidt ten verderve … Zij willen niet leren, maar vervolgen uw dienstknechten … Zij hebben uw kind omgebracht en geaborteerd, En zo ook u … Leer ons daarom het gebed van de oorlog, Want u bent moeder oorlog, U komt om het vlees te doven, En door de dood heen naar uw kinderen te zoeken … U stierf aan een kruis, en zij hebben slechts over u gelogen … Het kruis, we kunnen er niet omheen, Alleen maar dwars doorheen,

Om te ontwaken tot de grotere waarheid, Een grotere liefde … Dat is het doel van elk kruis, van elke oorlog : Te ontwaken tot hogere liefde … Nee, de liefde die ze op aarde prediken is geen liefde, Ze houden niet van kind, mens, dier, en natuur, En bovenal houden ze niet van uw kennis … Zij hebben gespijbeld … U mocht niet spreken … Ze hielden alleen vast aan wat oude brieven, Maar hielden u verder voor dood … En al uw kinderen die de naam hadden nog te leven vervolgden zij … Want die moesten ook dood … Wij naderen tot het vuur van uw liefde … Wij naderen tot het vuur van het herstel van uw openbaring … Door dit kruis heen, dwars door alle vervolgingen … Klinkt uw woord, klinkt uw bazuin … Nee, zij kunnen het woord niet vermoorden … Door de straatstenen klinkt het voort … Halleluja, zij hebben uw woord niet kunnen vermoorden … Nog steeds is het een verborgen geheim … Voor een ieder die het wil horen … Slechts het vlees heeft zijn oor ervoor gesloten … Daarom, kinderen, het is een nieuwe dag … Het scheppingswoord heeft geklonken … De schepping is in het oor dat wil horen … Zullen wij daarom zwijgen wat wij hebben gezien ? Wij hebben gezien wat het vlees niet wilde zien … Wij hebben ervan gesproken voor een ieder die het wil horen … Het woord zal blijven spreken … Voortgalmende door de straatstenen … Op zoek naar het laatste oor wat nog wil horen ... hoofdstuk 62 de duivel achtervolgt het nageslacht Je betaalt heel veel als je wat liefde geeft aan mens en dier. Dat wordt niet door het systeem geaccepteerd. Daarom zitten veel goede kinderen in zichzelf opgesloten, omdat het systeem hen niet toelaat. Ze hebben misschien hun predikantenouders wat geprobeerd te helpen, en nu heeft de duivel het ook op hen gemunt. We kennen dit tafereeltje wel uit de gelijkenis van Openbaring 12 : 'En de draak werd toornig op de vrouw en ging heen om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht, die de geboden van God bewaren.'

Ik zag mijn opa huilen aan tafel toen ik een kind was, terwijl hij las uit de bijbel. Mijn opa leed aan zware depressies vanwege de oorlog en religie. 'Miljarden gaan naar de hel,' zei hij altijd, met grote angst in zijn gezicht. 'Velen zijn geroepenen en weinigen uitverkoren,' zei hij ook altijd. Wat een verschrikkelijk leed moest hij dragen. Als kind wilde ik er wat aan doen, wilde ik hem helpen, en het zal zeker een reden zijn geweest waarom ik theologie ben gaan studeren. Maar toen had de duivel het ook op mij gemunt, want het systeem wil niet dat je anderen in nood gaat helpen. Dat is niet goed voor de markt. Als je dan iemand wil helpen moet het op HUN manier, om alles nog erger te maken. De enige manier is de manier van het systeem, alles voor de verkoop, alles om het nog erger te maken, alles voor bedrog. Maar God of Godin, Gebed, of Gebod, kent dit. De vrouw kreeg een schuilplaats in Openbaring, en daarom was de draak zo woest, en daarom ging hij haar nageslacht vervolgen. Maar de aarde, oftewel moeder aarde, oftewel de natuur, kwam te hulp. hoofdstuk 63 de authentieke natuur Nekabowd, Nechebed, of Gebed, is dan in het Hebreeuws Kabowd, de glorie in de tent van God. Kabowd betekent de authenticiteit zoals mijn droom ook de authentieke natuur was. I Koningen 8:10-11 Toen de priesters uit het heiligdom naar buiten traden, vulde een wolk het huis des Heren, zodat de priesters vanwege de wolk niet konden blijven staan om dienst te doen, want de kabowd (nekabowd, gebed) heerlijkheid des Heren had het huis des Heren vervuld. hoofdstuk 64 de zus van gebed Alleen door de gnosis, alleen door de gnosis, niet door macht of door geweld. Deze wereld probeert de mens gek te maken, tot extremen te brengen zoals zelfmoord en criminaliteit. Maar houdt je vast aan het onderwijs en het onderwijzen. In Egypte was er de djed pilaar, of dd pilaar, als een beeld van de boom geplant aan waterstromen, de volhardende, zichzelf vereeuwigende pilaar van onderwezen worden en onderwijzen. Daar moet een balans tussen komen, wat ook de djed pilaar uitbeeld. Djed of W'djed is de godin van lower egypt, van beneden egypte, oftewel het noordelijke egypte, aan de kust, want dat ligt lager. Zij is de zus van N'gebed, van Gebed, van Gebod. De boom is een beeld van de vis die door het net wordt opgenomen, oftewel de eenzijdige, beperkte kennis, de onwetendheid, die door de grotere context wordt opgenomen. Daarom is de visserij een beeld van onderwijs. Als je dan bent onderwezen mag je zelf ook onderwijzen, een visser van mensen worden. hoofdstuk 65 de corona crisis : een ernstige waarschuwing

In broeder B. Reinders (ger. gem. predikant,1930-2010) z'n prekenbundel uit 1984 genaamd 'God's opzoekende zondaarsliefde' zegt hij in zijn eerste preek : 'We willen altijd maar wat zijn. Hebt u daar ook zo'n last van, om iets te willen zijn ? Het is vaak moeilijk om iets te bereiken in het leven, maar het is ook moeilijk om iets te bereiken in het geestelijk leven. Maar nu kent de Heere de harten, en Hij beproeft de nieren. Hij weet dat ze altijd vleselijke gedachten hebben en altijd zichzelf bedoelen. Hebt u daar zelf ook weleens erg in gehad, dat u zo vaak met uzelf bezig bent ? We kunnen weleens denken dat we een heerlijk leven hebben, dat we een gevoelig en nabij leven hebben en dat we toch vleselijk bezig zijn.' Dit is een goed mes om het vleselijke van het geestelijke te scheiden. Wil dat zeggen dat het altijd verkeerd is om met onszelf bezig te zijn ? Neen. We hebben ook een kruis te dragen. We hebben ook met onszelf te worstelen en moeten onszelf ook toetsen. Dat is het hele balk en splinter verhaal : Begin bij uzelf. Wij mogen aan onszelf werken, maar dit is volgens gebed en gebod (zuidelijk egypte) en woord en onderwijs (noordelijk egypte). Broeder Reinders z'n preek heet overigens : 'Jezus, wandelende op de zee'. Ik moet dan ook denken aan de boom die uit het water groeit en zo geplant is aan waterstromen. Broeder Reinders noemt de eikebomen van de gerechtigheid, maar we moeten zo oppassen dat we ze niet vleselijk vereren. Ja, we mogen onze geestelijke bronnen eren, maar we moeten oppassen dat het geen projecteren wordt en dat we er dan zelf niet door veranderen maar alles een ander laten doen en zijn. Dan is het dus juist wel weer zo belangrijk met jezelf bezig te zijn. Vandaar dat balans ook een sleutelwoord is. De boom des levens geplant aan waterstromen, of de djed pilaar in Egypte, is een beeld van de balans. Heel voorzichtig mogen we bouwen, heel voorzichtig mogen we groeien, en heel voorzichtig mogen we bloeien. We moeten oppassen geen vleselijke koninkrijkjes te bouwen, stelt broeder Reinders. De discipelen moesten alleen naar de overkant. Zo mochten het niet op Jezus projecteren. Ze moesten Jezus vooruitgaan. Dat is wat broeder Reinders de achterlatende liefde noemt : De mens wordt op zichzelf teruggeworpen. De discipelen zijn alleen in het schip en dan wordt het duisternis, nacht, en gaat het stormen, terwijl Jezus op de berg is om te bidden. Terecht stelt broeder Reinders dat het zo moet gaan opdat de mens loskomt van vleselijke godsdienst. Vandaag de dag is Jezus een oeverloze, roekeloze drugs geworden. Zolang je het woordje Jezus maar zegt heb je altijd een excuus en mag alles. Oh, mijn aardse familie is daar ook zo goed in. Zo vroom doen ze, terwijl ze kind en dier verslinden. Misschien is uw familie ook wel zo. Maar het is slechts de familie van het vlees, een valse familie. De ware familie is de hemelse familie. Dat is het goede aan de Jezus verhalen, want die zeggen telkens : Stop met familietje spelen ! Het zijn de werken van het vlees ! Maar toch is er door alles heen die hemelse familie. Toch hebben we verantwoordelijkheden naar elkaar toe. Maar dit is in het geestelijke, niet in het vleselijke. Kindverslindende en dierenverslindende families, daar is Nederland vol van. Daarom is er een koude burgeroorlog tussen deze lekenfamilies en het pastoraat. De lekenfamilies willen niet onderwezen worden en onderwijzen ook niet. Zo kun je ze herkennen. Ze hebben een voorliefde voor veronderstellingen en vooroordelen en de rest geloven ze allemaal wel. Er is een koude burgeroorlog tussen de mammonische marktfamilies en het pastoraat. De wapens zijn voor ons niet vleselijk, maar geestelijk. Het enige wapen is onderwijs. En dit kan alleen zuiver blijven in hemels gebed en gebod. Dit is een verschrikkelijke oorlog, maar Jezus kwam niet om vrede te brengen, maar scheuring. Er moet een scheuring komen tussen het vleselijke en het geestelijke. Daarom is corona gekomen. Broeder Reinders zegt dan in zijn tweede preek : Hebben wij wel genoeg gewaarschuwd ? Eerst moeten we dan zelf gehoor geven aan de waarschuwingen, en dan pas kunnen wij anderen waarschuwen, als we echt van hen houden. De liefde is niet onverschillig, maar waarschuwt, en dat is slechts een seizoen, want er is ook een tijd dat het waarschuwen voorbij is. Dan heb je genoeg gezegd. Je hebt immers het touw al uitgeworpen. En er zal zelfs een moment zijn waarop dit touw teruggetrokken wordt. Dan moet je jezelf beschermen. Dan is de tijd van praten

voorbij. In de nacht kan niemand werken. Werk daarom zolang het dag is. God is vol barmhartigheid voor de zondaar, wat broeder Reinders de brandende liefde van God noemt, maar de mens moet wel tot deze heilige troon komen. Broeder Reinders vraagt zich als predikant af : 'Hoe lang zal de Heere nog barmhartig zijn ? Hoe lang zal Hij nog barmhartig blijven ?' Hij noemt God een heilig, rechtvaardig, onbesmet en onberispelijk goddelijk Wezen. Kunnen wij hiermee spelletjes blijven spelen ? Met het leven zelf ? Iedere oprechte predikant en oprechte werker in het pastoraat weet dat de mens hiermee niet kan blijven spotten. Iedere oprechte predikant en iedere oprechte werker in het pastoraat VOELT de dreiging van heiligheid en rechtvaardigheid. Ja, die is barmhartig, maar niet roekeloos en oeverloos. Ja, die is geduldig, maar verhard je niet in het bedroeven van het goddelijk Wezen van hemelse kennis. Sol er niet mee. Verhard je niet. Doe het niet. Elke oprechte predikant en iedere oprechte werker in het pastoraat kent de ernst van deze dingen. Het leven is niet totaal vrijblijvend. Het moet eens een keer afgelopen zijn, de zonde, al het vleselijke, bedriegelijke gedrag van de mensheid. Daartoe zijn wij als predikanten aangesteld en als wij onze mond houden en de bazuin niet blazen, dan zal het bloed ook aan onze handen hangen. Dat is de ernst van de goddelijke roeping. Daarom is corona er ook : als een waarschuwing. De mens kan de hele dag zeggen wat hij wil, maar nu : corona. Wat gaat de mens nu doen ? Hebt gij het bloed van uw vlees al aan uw deurposten gesmeerd ? Het bloed van Jezus ZAL NIET BATEN. U moet UZELF kruisigen. In de vierde preek stelt broeder Reinders dat het Woord voortkomt uit degene die de strijd heeft gestreden en de hemelse heerlijkheid heeft willen openbaren. Het is dus degene die een hemelse onderwijsdrang heeft. Hij kondigt niet zomaar het oordeel aan, maar geeft onderwijs. Hij is gericht op het eeuwige verbond, stelt broeder Reinders, in de stilte der nooit begonnen eeuwigheid is het opgericht, en dit zal worden geopenbaard. We mogen de zonde niet goedpraten. Er moet tegen gestreden worden. Er moet kennis over komen. Mensen kunnen zo vroom praten dat het heel wat lijkt, maar de zonde moet ontmaskerd worden en aan het kruis wegsterven, anders zal de zonde alles verwoesten. De zonde is een groot vergif. Dat mogen we niet laten voortwoekeren. Dan zouden we er allemaal aangaan. Daar waar we de zonde goedpraten en zeggen dat het erbij hoort daar komt de leugen binnen. Ik heb het in mijn eigen gezin gezien, en ik heb erom gehuild, want als demonoloog zie ik de demonen binnenkomen, om hun werk van verwoesting te doen, en hen die willen zondigen en het vlees verheerlijken zien het zogenaamd niet, en denken dat omdat ze het niet zien het er daarom ook niet is, net als een klein kind wat zijn hand voor zijn ogen doet en denkt dat er daarom niks is. Mensen die het niet zo nauw nemen met de zonde. Het is een verwoestende kracht, als de pest. Daarom is corona er ook, als waarschuwing. Het is een groot alarm. Luisteren wij wel, of gaan wij door met het verzinnen van excusen ? God heeft hemelboodschappers gezonden, stelt broeder Reinders, maar wat hebben wij met ze gedaan ? Zij worden belachelijk gemaakt door de vleselijke families ! En kinderen wordt zand in de ogen gestrooid ! Kinderen worden zo geofferd aan de leugen en de zonden. Daarom is er deze grote geestelijke oorlog, en daarom is er corona, om de mind control te stoppen en de kinderen te helpen los te komen van hun mind controllers die hen ondergedompeld houden in dit bedrog en deze marteling ! Deze brandende boodschap kan niemand tegenhouden ! Het komt recht uit het hart van de hemel. Er is geen leven in de zonde, en al helemaal geen eeuwig leven. Het zal allemaal afbranden, al die zonden. Dat zal een heftig natuurverschijnsel zijn, een heftige confrontatie tussen het vleselijke en het geestelijke. Dan zal het voorhangsel scheuren. Donder en bliksem. De mens is te ver gegaan. Is er dan nog een weg terug ? Wat is er dan nog overgebleven ? Of zal er altijd die heftige reactie van de natuur zijn om zichzelf te verdedigen ? Is er nog iets van te maken ? We mogen niet afdoen aan de ernstige boodschap, maar er zal een nieuwe schepping komen. In die schepping zullen hen die van het vlees zijn niet komen. Die zouden wegbranden. Er zijn nu eenmaal natuurwetten waaraan de mens zich moet houden. Niets komt vanzelf. Er is een gebruiksaanwijzing voor het leven. HOUD JE DAARAAN. Zo niet, dan is er geen leven. Je hebt inmiddels in kunnen

zien dat het leven een bepaalde strengheid heeft en moet hebben om zichzelf te beschermen en stand te houden, en ook om zichzelf te kunnen voortplanten. De vijfde preek van broeder Reinders in deze prekenbundel heet : Gij hebt mijn rechterhand gevat. En dat is gebeurd. Wat ga je daarmee nu doen ? Sta je open voor de gebruiksaanwijzing van het leven ? Dan zul je door God geleid worden tot het heiligdom, stelt broeder Reinders, en dan wordt je onderwezen. In God's eeuwige liefde gaat hij dan je hart openbreken. Dan komt de mens los van alle vleselijke godsdienst. Dit begint met het niets worden en je geen raad weten. Dat is dus in principe het socratische fundament van weten dat je niets weet. En dan gaat je leven opnieuw gebouwd worden. Zo komt de mens tot de levensbron. Dwars door de corona crisis heen. God wil komen met zijn eeuwige liefde. Alleen deze liefde is het leven. In de laatste preek van de bundel zegt broeder Reinders : 'God heeft ons als kinderen God's getrokken met koorden van goedertierenheid en waarheid. Hij heeft ons getrokken uit de diepte der ellende van ons verloren bestaan. Doet aan de liefde, welke is de band der volmaaktheid. God's volk moet terugdenken. Ze moeten teruggebracht worden naar de oorsprong.' En dat is wat de regressie is, de beweging die na de reformatie komt. De mens moet terugkeren, terugkeren tot de levensbron, de bron van de eeuwige liefde die eeuwig onderwijst. 'Door deze oefeningen mag de mens leven,' stelt broeder Reinders, 'en het zal er niet meer om gaan uit welk kerkverband we komen. Alle uiterlijke franjes vallen weg, waar we het misschien zo druk over hebben gehad.' Amen hoofdstuk 66 de gelijkenis van het offeren 'You're telling lies,' zo begint het lied Cannonball van Supertramp uit 1985. Als kind was ik er helemaal door gehypnotiseerd. is het niet waar ? Het is allemaal walgelijk hoe de westerse lekenfamilies de oude hierogliefen hebben uitgelegd, hebben verkracht, allemaal voor eigen winst. Het waren allemaal beelden dat het vlees moest sterven, het eigen zelfzuchtige ik van de mens, maar de westerse lekenfamilies dachten dat dieren moesten sterven voor hen, en hun goden. Niemand sterft hier voor niemand. Ik kan zeggen : 'Ik ben voor je gestorven. Ik heb mijn leven voor je gegeven,' maar doet niet iedere vriend dat ? Is dat niet de ware liefde die elk mens moet hebben ? Maar nee, alles wordt op één of andere afgod geprojecteerd en een zondebok. Het zijn slechts gelijkenissen die men verletterlijkt heeft en ook heel eenzijdig vertaald. Daarom zijn de oorspronkelijke egyptische grondteksten ook zo belangrijk. Psalm 51 zegt ook : 18 Want Gij hebt geen behagen in slachtoffers, dat ik die brengen zou; aan brandoffers hebt Gij geen welgevallen. 19 De offeranden Gods zijn een verbroken geest; een verbroken en verbrijzeld hart veracht Gij niet, o God. Wat blijft er dan nog over van het offer van Jezus en het dierenoffer ? Niks. Het was slechts een

gelijkenis. De mens moet zichzelf offeren. Het zijn slechts voorbeelden. Ik kan zeggen : 'Ik ben voor je gestorven, ik heb mijn leven voor je gegeven,' maar als je zelf niet tot die ware liefde komt en je leven geeft voor anderen dan zal het je allemaal niets baten. Velen weten dit ook wel, maar velen sjoemelen hiermee en hebben de Jezus afgod of een andere zondebok of de vlees afgod. Daarom gaat de scheidslijn dwars door de kerk heen, dwars door de christelijke religie. Wat is dan de ware zuivering ? Ik had vannacht een droom over de geboorte en vermenigvulding van Wepwawet, de broer van Anubis. We waren naakt in het paradijs en we schaamden ons niet. Er was pure onschuld, en de lichaamsdelen waren niet sexueel, maar educatief. Het was een stuk pure, zuivere natuur uit Egypte, en ik zag de zee. Warme golven kwamen. Dat is iets van de hemel, en later werd het allemaal uit zijn verband gerukt. Het werd allemaal sexueel gemaakt en buitensporig, en de mens schaamde zich. De zonde had alles verkeerd uitgelegd. Ik was terug in het paradijs. Er kwamen sappen uit het lichaam en die konden gedronken worden. Het had niets met sexualiteit te maken. Er was pure onschuld. Pure zuiverheid en reinheid. Ik zag de zee. Ik voelde de zoute, warme golven. hoofdstuk 67 theognosie Theologie = het systematisch analyseren en bestuderen van het godsverschijnsel, terwijl theognosie het kennen van god is, ook heel persoonlijk, want de hemelse kennis is niet dood, maar leeft, en je kunt er een relatie mee hebben en ermee communiceren. Vandaar ook dat we spreken van theognogen. Een theognoog is iemand die god kent. Dat zijn dan meer de charismatische theologen. hoofdstuk 68 verb In een droom zag ik een ander woord voor god : verb, wat werkwoord betekent in het engels. Ik droomde ook dat de opvoedingskooi waaruit ik kwam nu stond bij één of andere kinderboerderij waar een restaurant stond. Mensen worden gekweekt als huisdieren : boekjes erbij, familietje, en het gaas heeft scherpe randjes. Ik zag toen ook iemand uit de pinkstergemeente die ook door een moeilijke tijd was gegaan, en we kwamen elkaar weleens tegen. de bevrijding van amsterdam

Over het Old City album : Het is een juweeltje voor het getrainde oor. Het laat de Amsterdamse magie zien, maar ook de monsters die Amsterdam in hun greep hebben, zoals de Saveer-geest van Ferdi E. (de Heijn ontvoerder), dat watermonster uit de Amsterdamned film. Het wisselt zich af tussen aquarium en oorlogs-scenes, en op bepaalde punten wordt je bewapend als een duiker met harpoen. Ook de ondergrondse tunnels en riolen kun je zien door schermen, of kun je zelfs binnengaan als je getrained bent. Het is niet voor het ongetrainde oor. Op een bepaald moment kom je dan in de kindertehuizen en andere gevangenis-achtige ruimtes waar ze kinderen hebben opgeborgen. Dan hoor je de geluiden van oude speeldozen enzo. Het zit boordevol nachtmerries, als een spookhuis, maar nachtmerries zijn voor ons info. Het is gelinkt aan allerlei duikersfilms zoals Duel In De Diepte en Thunderball van James Bond etc. Het gaat over een duikerleger wat verzamelt wordt, en ook een landleger, dus zowel landmacht als zeemacht, om Amsterdam weer in te nemen, te verlossen van het zeemonster. Als je dan door die aquariums loopt dan kom je inderdaad verschrikkelijk grote haaien tegen, bijna zwart, die voor de Saveer-geest werken. En als je dan die riolen en ondergrondse tunnels ziet met die saveer-geesten : die houden bepaalde sleutels verborgen. Er is een leger in het Oosten van het land van "laat ik het maar even engelen en zielen noemen voor het gemak, met buitenaardsen" die dus bezig zijn in een project genaamd "Project Amsterdam", wat een hoop puzzelwerk is. Er zit teveel vast in Amsterdam. Er zijn allerlei belangrijke schatten verborgen in Amsterdam die we nodig hebben om verder te komen. Het is dus niet zomaar met de botte bijl. Het is een heel strategisch spel waarin er gezocht wordt naar items die dieper inzicht geven. Zo zit ook het daadwerkelijke het Old City - Leviathan spel in elkaar (gebaseerd op de Jona mythe). Het gaat telkens weer dieper. Het is een soort zintuig. Je krijgt dus gewoon een kijkje in de geestelijke wereld. Feit is : we zijn allemaal door dit monster opgeslokt en moeten een weg hieruit zien te vinden. Net zoals in de Poseidon film over een zinkend schip wat mensen zo snel mogelijk moeten verlaten. Het zijn shamanen die een prachtig esoterisch kunstwerk hebben gemaakt van de Jona mythe, en ze hebben het kwaad niet genegeerd maar zijn er dwars doorheen gegaan om inzicht te krijgen en het te transformeren tot medicijn. Het is dus heel spiritueel en diep, als een puzzel en een simulator in de strijd tegen het kwaad. Dat is dus tegenovergesteld aan de oogverblindende New Age en het orthodoxe christendom die niet met de vijand bezig zijn, en dat mag ook niet. Over "de duivel" mag niet, of niet teveel, gepraat worden. Het "ken uw vijand" is hen volkomen vreemd. Ze zijn steke en steke blind, en gaan soms zelfs zo ver te beweren dat de vijand allang verslagen is. Ze zijn de hele dag bezig met "zingen" en strijden dus niet. De enige strijd die ze voeren is tegen shamanen, tegen de strijders, tegen ons dus. Wij zijn spelbrekers in hun ogen. Het is te confronterend voor hen. Ze willen door blijven slapen. Ze janken en gillen als hun snoep en drugs wordt afgenomen. Old City - Leviathan gaat dus over territoriale oorlogsvoering en territoriaal puzzelen, als de shamaanse reis door de onderwereld. Zo is Legacy of Kain - Blood Omen ook gestructureerd, en het zit ook heel slim in elkaar, want Kain krijgt dan een zwaard en mag wraak nemen tegen het kwaad maar er hangt wel een prijskaartje aan, dus eigenlijk om te voorkomen dat er misbruik van gemaakt wordt, en dat kan in iedere situatie weer anders zijn. Het is het best om eerst het verhaal een beetje te kennen. Het leidt allemaal terug naar de Spaanse bezetting van Nederland en de Trans-atlantische slavernij. Er was een droom over "de Spaanse link" in Amsterdam, waarin de geest van Amsterdam (Saveer-Beli) was verbonden aan de geest van Spanje, Saveer-Keef. Het was een hyperactieve, hyperpraterige octopus, ook een kinder-ontvoerder. Zowel Spanje als Nederland hebben veel slavernij bedreven, dus negers en indianen moesten het ontgelden. Saveer is dus in verschillende identiteiten gesplitst, als een meervoudige personaliteiten syndroom (MPS), als de machine van democratie, die dan de massa's bestuurt om zo "de meeste stemmen" te laten gelden, in plaats van een technocratie (de hogere techniek van de gnosis). De machine van democratie wordt ook in de Vuh en de Vur besproken. Vandaar dat er nu ook zo'n grote strijd is in Spanje, omdat Catalonië zich van Spanje wil afscheiden vanwege o.a. derde graads

dierenmishandeling (stierenvechten etc.), terwijl Spanje dat gewoon als cultuur en traditie beschouwt, dus is het verantwoord (vreemde logica). Dit staat dus in verband met elkaar en met Leviathan, oftewel de schorpioen van Levi in het Egyptisch, wat weer verbonden is aan het boek Leviticus wat in de grondteksten iets heel anders is. Vandaar dat we ook al heel lang bezig zijn om het boek Leviticus terug te vertalen. Legacy of Kain - Blood Omen gaat dus over de Duitse onderwereld. We gaan ook nog zien wat voor plaats Duitsland heeft in o.a. Project Amsterdam. Het is dus nog steeds een gevecht tegen de Spaanse macht. Nederland is nooit hiervan bevrijd geworden. De zogenaamde bevrijding was gewoon een schijnbeweging, een masker. Er is een kunst gallerij in Amsterdam waar gestolen schilderijen hangen, gestolen kunst, uit bijvoorbeeld Afrika en Amerika. Dat is dus gebeurt tijdens de translatlantische slavernij. De kinderdromen zijn kaarten in het spel die je nodig hebt, zoals ook de dromen die vandaag de dag worden gedroomd hierover, dus die moet je dicht bij de hand houden. Het kan doorslaggevend zijn. Het zijn items in de strijd. Duitsland, de zwarte arend, draagt het verdonkerende geheim, dus als de tegenstelling zwart (Duitsland) en wit (Nederland). Het zijn voornamelijk de kustlanden geweest die volop meededen aan de translatlantische slavernij, zoals Portugal, Spanje, Frankrijk, Britannië en de Nederlanden. De "zwarte schatten" die geroofd werden (donkergekleurde slaven en hun bezit) werden wit gemaakt. Duitsland, het verborgene, is dan weer de sleutel om het te verdonkeren, ook even in de zin dat Europa een spiegeling is van het Midden Oosten. Nederland is als het Europese Israël, en Duitsland is dan als het Europese Arabië, het geheim van de Kaba, de zwarte steen, als het diepere kruis, de islamitische esoterie die diepte geeft in de christelijke mythologie. In Duitsland ligt ook het hele Luther mysterie wat een kwartslag gedraaid moet worden. Die esoterie hebben we dus nodig om veilig te blijven tegen de verblindende New Age Toronto geesten die uit de fles van pinksteren kwamen (die willen geen kruis, en al helemaal geen demonologie. voor hen zijn de enige duivels de demonologen, hen die strijden tegen "de duivel", oftewel "de duivel" ontmaskeren). Duitsland is dus het land van de geestelijke oorlog, waar het hele strijders-arsenaal ligt. Dit is ook weer verbonden aan de esoterische Deuteronomium, de terugvertaling van Deuteronomium, waar we ook mee bezig zijn en waar we nog niet klaar mee zijn. In de Afrika Code gaat het ook over de betekenis van Duitsland. In ieder geval de Spanje-Nederland link is er één van kinderontvoering en kindermishandeling. Het zijn kindermoordenaars in de zin dat ze hun kinderen niet het onderwijs geven wat ze nodig hebben. Ze zingen hun kinderen in slaap met slaapliedjes, en halen dan allerlei belangrijke bestanddelen weg. Dit heeft zich vertaald in dierenmisbruik en misbruik van de gekleurde medemens (Afrikanen, indianen). De slavernij werd in de jaren 1800 afgeschaft in het Westen, maar dieren leven nog steeds in de holocaust. Ze voeden hun kinderen dierenlijken en zijn verbaasd als ze kanker en hartproblemen krijgen. Dat hartspecialisten telkens waarschuwen geen vlees te eten houdt hen niet tegen. Gewoon weer doen, kop tegen dezelfde steen blijven stoten. En dan durven ze ook nog te beweren dat ze van hun kinderen houden. Dat soort leugens kan alleen Saveer verspreiden. De mensheid is bezeten door Saveer. En dit is nog maar het topje van de ijsberg. De mensheid is in de macht van de democratische machine en niet de technocratische machine. Wel is het dus zo dat de technocratische machine de democratische machine gebruikt als een sluier, een wachter, om haarzelf veilig te stellen. Het is een cryptische dualiteit. Vandaar dat we blijven doorpuzzelen. Over Legacy of Kain – Blood Omen : Het eerste deel van Legacy of Kain is de strijd om Duitsland. Het is een verhaal. Er zijn dingen van

de hoofdpersoon (Kain) "gestolen" en die moet hij weer terugstelen : In wezen is hij om zeep geholpen en moet afrekenen met de geesten die dat hebben gedaan. In het verhaal moet hij zo de pilaren van gnosis-dynamieken herstellen in een plaats genaamd Nosgoth. Dit zou gebeuren door de items die hij zou verzamelen in zijn reis door de onderwereld (vergelijk Ra in de Egyptologie). Dit zijn de pilaren : Pilaar van Natuur Pilaar van Conflict Pilaar van Verstand (Gnosis) Pilaar van Energie Pilaar van Dimensie Pilaar van Gedaantes Pilaar van Dood Pilaar van Tijd Pilaar van Balans Het is een mythologie op zichzelf. Het gaat over de dualiteit van vampieren en demonen, dus niet de christelijke versie, maar meer gebaseerd op de Egyptologie en de Griekse filosofie. Demoon is in Klassiek Grieks intelligentie, maar dit kan goed (kalo, eu) of verkeerd (kako) gebruikt worden. Zelfs in Koine (NT) Grieks heeft het deze dualiteit, maar westerlijke christenen hebben die nuances niet. Er is dus een soort van laadplaats en "save" plaats waar Kain telkens naartoe moet om zichzelf op te laden en zijn items op te bergen, als een soort inventory. De inventory is dus altijd het vertrekpunt. Eerst moet je inventory op orde zijn, oftewel je inventaris, waar zich ook de gids bevindt. Het is een soort bibliotheekje waar alle boeken zijn, en waar alle machines staan. In het spel is dat het mausoleum, dus metaforisch ben je dan de "gestorvene aan jezelf". Je start dus altijd vanuit het punt van de zelf-dood. Dit is dus de inventaris, het rustpunt in het spel, in het onderwereldse Duitsland. Het is dus het arsenaal waar je wapenrustingen zich bevinden en andere soorten toerustingen. Het gaat erom de dynamieken goed te krijgen. Het is een diep symbolisch spel met begeleidende muziek. Duitsland, of Duisterland, heeft als symbool de zwarte arend en heeft zwart als beginpunt van haar vlag. Zwart is de kleur van de verborgenheid, van de geheimen, van de schuilplaats. Duitsland is het centrum van Europa. Zwart is ook de kleur van de moeder aarde, dus de verborgenheid en de geborgenheid. Het is de kleur van de onderwereld. Het is verbonden aan de zwarte kaaba, het centrale heiligdom van Arabië. In het Aramees is de Keba de ark, wat een tunnel is tot een dieper gedeelte. In het Hebreeuws is de verdonkering en verborgenheid ook verbonden aan de verzameling, de inventaris dus, het startpunt. Dit moet je dan in contrast zien met Nederland, die de poort van Europa is, oftewel waardoor de mens in en uitgaat. Dus Kain keert telkens weer terug tot de inventaris, en gaat dan ook weer vanuit de inventaris verder met het avontuur. Dat is dus de balans van de Duitsland dynamiek en de Nederland dynamiek. Die balans kun je in jezelf opzoeken. Luther is daar ook aan verbonden in de

Duitsland dynamiek, want die trad op tegen het materialisme van het katholicisme, dus eigenlijk om de chip te zuiveren en te resetten, terug te keren tot soberheid en eenvoud. En in de film "Raiders of the Lost Ark" vinden de nazi's de ark, maar zij kunnen de ark niet verdragen en smelten er door weg. De ark werd gevonden in Egypte. Wel is het dus zo dat in de film de ark in de context van de Egyptologie verbonden is aan Duitsland. Dus laat die energieën maar even balanceren, van het centrum Duitsland en de poort Nederland. Die dynamiek ligt diep verborgen in onszelf als een esoterische switch, een schakelaar, een groot sieraad. Er is dus een Duitsland-Nederland, centrum-poort schakelaar. Hij treedt dus niet naar buiten zonder zich eerst geladen te hebben en zijn gids te hebben geraadpleegd, met de nodige wapenrusting en andere soort toerusting. Hij is dus geen overmoedige reis-gek of roekeloze idioot die bij het minste of geringste zijn zwaard grijpt en naar buiten rent. Het gaat dus om de robotische discipline, om de hogere technologie. Dit hele verhaal komt ook weer terug in de wereldschepen mythologie van Atlantis en het Eeuwig Evangelie. Allereerst is er dus het schip van de duisternis, oftewel in de Egyptologie de godin van de duisternis en de nacht, Nephthys, de zuster (of schaduw) van Isis, die de boot van Ra tot het centrum van de onderwereld trekt, tot haarzelf, oftewel de diepte van alle dingen. Nephthys is dus verbonden aan Duitsland. Nu wordt er ook direct een schaduw van Duitsland opgeworpen, zoals we zeiden : Eerst is er een strijd om Duitsland. Het is niet werken met de botte bijl zoals gezegd, maar zoals wat de boodschap van de Vur is : subtiel, draaiend, fragmentarisch, de cirkel wijder maken en omwegen maken, loopgraven maken. Zoals wij dat vroeger weleens zeiden : Als je ergens naartoe wil gaan op de aardbol, dan loop je juist de tegengestelde richting op om zo eerst de hele wereld over te gaan om het vanuit de andere kant te bereiken. Dat is het principe van ijs, dus niet het rechtstreekse. Zonder ijs is er niets. Dus dan zet je al die "hot items" in de vriezer. Nu weer even terug naar de Vur, naar de tuinen, naar het sprookjesachtige, om alles weer te absorberen. Dat heeft ook weer met de balanzen te maken. Raak alles gewoon lichtelijk aan, en volg je hart, terug naar de tuinen, terug naar het bouwen, zoals een vlinder of een bosvlieg dat doet (wat ook een klier is in de paradijselijke hersenen). Even baden in de rivieren van vergetelheid die tussen de tuinen doorstromen, jezelf versieren met wat poëzie, het tot je door laten dringen, komen tot de proza, het abstracte, het surreëele, en dan even een heel ander pad leggen. Dan ga je vanzelf zien hoe en hoeveel je van het andere erin mag en kan betrekken. Het is werken met fragmentjes, met vuurvliegjes. Daar maak je een ketting van, en als dat nog teveel is, dan haal je wat fragmentjes er tussenuit, en dan doe je het met nog minder, of je gaat op zoek naar de nog kleinere fragmenten, als de miertjes, of nog kleiner. Helemaal terug naar het insectenboek van detail en quantum-technologie (micro/ nano technologie). Leren leven met de kleinste hoeveelheden, of zelfs terug naar "less than zero", minder dan nul. Het is een beetje als het afpellen van tamme kastanjes met die prikkende schillen er omheen. Het zijn de afweermechanismes, en daar ontkom je niet aan. Vandaar dat we het ook in fragmenten doen en er zeker niet te snel meegaan. Maar aan dit soort dingen ontkom je niet. Soms wordt je gestoken in dat proces, maar zie het als iets natuurlijks, want dat zorgt er inderdaad voor dat jouw lichaam

antistoffen gaat aanmaken, dus het is een heel gezond proces, en we hebben geen smetvrees. Wel zijn we dus heel voorzichtig en maken we niet als gestoorde gekken overal slapende honden wakker. Strategie is dus het sleutelwoord. Als we weer even hebben toegeslagen, dan glijden alle soldaatjes weer terug de doos in, en laten we alles weer los, om weer ons voor te bereiden op een nieuwe aanval. RGG – regressief-gereformeerde gemeente 2020

DE VENEZUELA MUUR RGG 2020 hoofdstuk 1 van calvijn tot houdini hoofdstuk 2 de eeuwige verdoemenis – sleutel tot de gnosis hoofdstuk 3 het kruis en het touw hoofdstuk 4 commentaar bij duitse commentaren hoofdstuk 5 de duitse bossen hoofdstuk 6 dieper in de duitse bossen – de duitse zefanja hoofdstuk 7 de duitse amos hoofdstuk 8 de duitse theologie – sleutel tot de regressie hoofdstuk 9 de duitse leviticus hoofdstuk 10 de terugkeer van freud hoofdstuk 11 de freudiaanse theologie hoofdstuk 12 de freudiaanse exegese : absalom als het innerlijke kind van david hoofdstuk 13 de reformatie hoofdstuk 14 de wachters van de duitse bossen ... hoofdstuk 15 het eeuwige onderwijs hoofdstuk 16 het ragnarok verschijnsel in de vur en de bilha hoofdstuk 17 paradijs of pniël ? hoofdstuk 18 de twee jozef's hoofdstuk 19 korte bespreking de evolutie van de hemel hoofdstuk 20 de tachtiger jaren en de aankondiging van het ragnarok hoofdstuk 21 de orkanen van ragnarok hoofdstuk 22 de presenteerbare realiteit hoofdstuk 23 uitleg het kannibalenkamp hoofdstuk 24 het boze papier hoofdstuk 25 de chronische honger – bespreking van het in 2019 verschenen onderwijsboek 'rigil kent ontsluierd – de verloren kern van orion' hoofdstuk 26 het kruis : een eeuwig zintuig hoofdstuk 27 de linguïstische reformatie hoofdstuk 28 freudiaanse psycho-analyse van genesis tot job hoofdstuk 29 de hongerwoede hoofdstuk 30 ragnarok en de komst van fenrir hoofdstuk 31 gone or woke ? hoofdstuk 32 psycho-analyse van de geschiedenis hoofdstuk 33 het goede of het beste ? hoofdstuk 34 het sipaliwini medicijn hoofdstuk 35 de jeugd en hun skeletten hoofdstuk 36 het indiaanse suriname hoofdstuk 37 moeder suriname en de strijd tegen de zoutzombies hoofdstuk 38 moeder suriname en de aanval op het aardse ademen hoofdstuk 39 moeder sipaliwini en de ontwaking van de natuur mens

hoofdstuk 40 de natuurmens vs. de golddiggers hoofdstuk 41 gezichtsbedrog hoofdstuk 42 het leven – een grap van god ? hoofdstuk 43 de strijd om noord-india hoofdstuk 44 van amerika tot europa hoofdstuk 45 de kinder kaarsjes en het zombie wereldrijk hoofdstuk 46 indianen vs. zombies hoofdstuk 47 freudiaanse psycho analyse van de wesp hoofdstuk 48 freudiaanse psycho analyse van spanje hoofdstuk 49 regressie codes in de geschiedenis hoofdstuk 50 linguïstische codes hoofdstuk 51 INGU hoofdstuk 52 de noodzaak van ragnarok hoofdstuk 53 de mens als gevangenis hoofdstuk 54 jana en jani hoofdstuk 55 verklaar de zinnen van je lichaam de oorlog hoofdstuk 56 het kindervuur hoofdstuk 57 de voortijdse bron van shiva en de tocht naar het nibana (nirvana) hoofdstuk 58 het orionse zoonschap hoofdstuk 59 Ezechiel in het huis der schorpioenen – het shamanistische schorpioenen medicijn hoofdstuk 60 de matriarchische en matrilineaire oervormen hoofdstuk 61 grebbeberg nu, grebbeberg, de slag om nederland, de slag om je ziel hoofdstuk 62 1939 hoofdstuk 63 1492 hoofdstuk 64 moeder colombia hoofdstuk 65 leven vanuit de bron hoofdstuk 66 de wereld van de waarde-heid hoofdstuk 67 ik lijd, dus ik ben hoofdstuk 68 kinderen van venezuela – verjaardagsfeesten of feesten van armenhulp – leven na corona hoofdstuk 69 anderhalve meter afstand hoofdstuk 70 het sprookje van de zwarte beer hoofdstuk 71 christelijke vazen hoofdstuk 72 venezuela en de piraten van spanje hoofdstuk 73 de slag om berlijn hoofdstuk 74 het monster van berlijn hoofdstuk 75 het slaat 'kant noch freud' hoofdstuk 76 moeder venezuela hoofdstuk 77 geestelijk reizen naar amerika

in deze serie zijn inmiddels verschenen : 2017 1 de calvijn code 2 de afrika code 3 de egypte code 2017/2018 4 de india code 2018 5 de twaalf kleine profeten 6 het plumares mysterie 7 de afrika brug 8 de amerika brug 2018/ 2019 9 de filosofie van het voortijdse afrika 2019 10 rigil kent ontsluierd - de verloren kennis van orion 11 de logistieke filosofie 12 de aretaitische filosofie 13 de contextuologie 2019/ 2020 14 de recyclocratie 2020 15 van reformatie tot regressie - de rodenbergse catechismus 16 ragnarok ontsluierd 17 het kehatitische verschijnsel 18 de venezuela muur

hoofdstuk 1 van calvijn tot houdini We kennen allemaal de hongerput van Calvijn, zijn eerste wet : De mens is totaal verdorven, totaal verdoemd, tot niets goeds in staat, totaal afgeweken en ongenezelijk in zijn natuur. Gelukkig zijn er dan nog wel meer wetten die weer een sprankje hoop geven. Calvijn is natuurlijk een mythische figuur. Het is de mythologie van de jaren 1500 net na de reformatie. Wat een verschrikking, wat een wanhoop, en wat een puinhoop, want de mens moest eerst het katholieke systeem onder ogen komen, en Calvijn stelde dat het niet veel waard was. Er moest een uittocht zijn, en de mens mocht geen enkel beroep meer doen op het katholieke systeem. Bekend is dat Calvijn zijn eigen systeem totaal verkeerd heeft uitgelegd, maar hoe dan ook was het een paard wat nodig was om de wilde rivier over te steken. Het droeg alle gnosis diep in haar. Is dit dan het kehatitische verschijnsel ? Het is natuurkrachtige kernenergie. Als je er fout mee omgaat dan wreekt het zich, en wreken doet het zichzelf toch wel want de mens is totaal, maar dan ook totaal afgeweken. Calvijn zag het mysterie, maar legde het te letterlijk uit met alle gevolgen ervan. De mensheid was nog niet klaar. Een andere mythe was Houdini, in de jaren 1800 en begin jaren 1900. Hij was een boeienkoning die zich liet opsluiten in politie gevangenissen en in dwangbuizen om vervolgens te ontsnappen. Het is een beeld van het aanvaarden van de boeien in ons leven, net zoals het aanvaarden van het kruis, om er zo vervolgens doorheen te komen, te ontsnappen, tot een diepere realiteit en een diepere uitleg. De houdini's zijn dan ook een soort van wilde jongens, en dit speelde zich dus ook af in de reformatie, dat de gereformeerden nog steeds rondliepen met de katholieke boeien en gebondenheden. Ze waren dus nog niet vrij, en moesten er eerst dieper in, het kruis aanvaarden. Er zijn dus ook theologische boeienkoningen. We spreken hier van het houdini verschijnsel, een soort van exodus die moet plaatsvinden. Dit kan alleen gebeuren als je blijft hongeren, als je blijft vasthouden aan je boeien. Je kunt niet zomaar pretenderen dat je er vrij van bent. Calvijn stelde : Nee, de mens komt niet vrij van boeien, maar zal tot de hemelse boeien moeten gaan. Boeien zijn slechts verbondenheden. Je ontkomt er nooit aan. Ook Houdini wist dit. Ontboeien heeft dus altijd weer te maken met boeien. Dat is het Houdini verschijnsel. Soms lukte het Houdini niet om los te komen. Altijd weer gaat het om het hongeren, nog dieper gaan, oftewel het geduld. Exodus staat niet los van Leviticus, en ook niet van Numeri. Een Houdini in het OT was Jeremia die opriep het slavenjuk te dragen, en Hosea nam de boeien van een huwelijk met een twistzieke vrouw voor lief, als beeld van het hongeren. Hongeren betekent : dieper erin. Dieper in het kleine wat je hebt gekregen, het moeilijke. Niet zomaar kiezen voor snelle oplossingen. Het probleem ligt namelijk veel dieper en je kunt niet zomaar weg, want dan zou je teveel achterlaten. Houdini is Had-N, oftewel het nomadische bloed-orakel. Het is een profetisch orakel, en dit orakel is datgene wat je op je levenspad hebt gekregen. Werk ermee, kijk ernaar, staar ernaar. Had-N wijst ook op de hiti, oftewel het verdrinkingsorakel, zoals Houdini ook water marteling onderging, zich in waterkisten liet stoppen om zo te ontsnappen uit onderwater kooien, net zoals Osiris eigenlijk. Ook Ra onderging dit in de onderwereld. De wilde jongens verdrinken in de onderwater kooien, zoals ook in het boek Exodus. Het zijn martel-valstrikken met banden waarin de varkens van het vlees verstrikt raken. Het vlees sterft niet zomaar. De zonde moet doodgemarteld worden en dat vergt geduld. Kruisig het vlees, aanvaard het slavenjuk, zegt de bijbel. Wees een zelfkastijder. Doe dit niet zomaar bij een ander en doe dit al helemaal niet letterlijk. Doe het bij jezelf zoals een ware Houdini. Als je de hele wereld hebt gewonnen en onderworpen, maar je ziel hebt verloren, wat heb

je dan ? Wees een Houdini, een wilde jongen. Dat is wat het zijn bloedslaven, want het vlees moet helemaal leegbloeden, doodbloeden. Dat is waar het boek Abadja over gaat. Het gaat recht door Juda heen, deze pinnen, oftewel door yad, de fallus. Het mannelijke geslachtsorgaan moet gepiercet worden en dan pas is het vruchtbaar. Er moet eerst geofferd worden. Het offer is het zelf. Je bent in amazone land. Meisjes hebben speciale vaginale versieringen, want zij staan voor de honger. De fallus gaat het gat in en zo sterft het vlees. Dat is wat sexualiteit is. Het is een beeld van de demonologie, de verhongering van het vlees, opdat de mens kan terugkeren tot de moeder, als een kind. hoofdstuk 2 de eeuwige verdoemenis – sleutel tot de gnosis De eeuwige verdoemenis, een interessant onderwerp. Velen weten niet wat het is en komen tot de bizarste verbeeldingen. Laten we er geen doekjes omwinden : het is iets sexueels, en dan niet in de letterlijke, hedonistische zin, maar in de literaire, metaforische zin. We komen allemaal voort uit sexualiteit, uit een stuk vlees wat vast kwam te zitten in de vagina, de hongerput, en wat zijn zaad moest offeren, zijn leven moest geven. Zo kwam je vrij. Mensen denken allemaal heel makkelijk over sexualiteit of te moeilijk. Sexualiteit is een taal en de mens weet niet wat het is. Je gaat niet de stad in zo van : 'ik ben een jongen, en ik ga op zoek naar een meisje om sex te hebben. Lekker leuk.' Neen. Het is een kehatitisch verschijnsel. Het kan je je leven kosten. Zo moet je sexualiteit zuiver demonologisch en zinnebeeldig beschouwen, allereerst als iets geestelijks, om iets uit te beelden, en kan het best zo zijn dat je in de natuurlijke wereld hierom tot het celibaat wordt gedreven voor een bepaalde tijd of zelfs voor lange tijd. De mens weet zich geen raad met sexualiteit, en als je gaat begrijpen wat sexualiteit is dan ga je er eerst van wegrennen. Er ligt groot hoogspanningsgevaar in aardse sexualiteit. Als kind was ik bang voor de eeuwige verdoemenis. Ik had een obsessie met indianen en touwen. Ik kreeg er vreemde gevoelens van in mijn buik, als van een andere wereld, alsof ik er aan vast zat. Het was meer een spel, the thrill, sensatie, wetende dat als het spel was afgelopen dan was je weer vrij. Maar ja, dat mocht niet hè. Indianen waren te creatief. Ja, voor verhaaltjes mocht het, maar je mocht je er theologisch niet mee bemoeien, want dan was je op het verkeerde pad. Nee, de eeuwige hel moest aanbeden worden, geen hoop voor de ongelovigen, eeuwige marteling. Wat een criminele, duivelse secte was het, en ik had langzaam het gevoel alsof ik gek werd, opgroeiende met een huilende opa aan tafel, gebukt over de bijbel … Wat een tafereeltje. En de rest was allemaal zo vrolijk over hun eeuwigdurende hel. Mijn opa had nog een hart. Hij was bang dat er miljarden naar de hel zouden gaan. Later in mijn jeugd begon de angst me steeds meer te beknellen. Ook nog een oudoom die er verschrikkelijk bang voor was, tranen, denkende de onvergevelijke zonde te hebben gepleegd. 'Mijn zonde kan niet meer vergeven worden,' zei hij weleens. En dan schrijf je zo'n man een lieve brief als tiener om hem zo goed mogelijk te helpen. Dat God goed is, en dat als je om hulp vraagt je echt wel geholpen zou worden. Maar die eeuwige hel wordt in dat soort kerken gepreekt en het is het onmenselijkste wat je je maar kan voorstellen, want die hel eindigt nooit. Altijd maar weer. Ik dacht dat ik gek werd. Dat kon toch niet ? En er was geen ontsnapping mogelijk uit deze duivelse secte, want de familie oudsten hadden allerlei vervolgings truukjes hiervoor en werkten met zware chantage en repressailes. Zelfs dominees moesten voor hen buigen. Want ja, ze waren koster geweest of ouderling, lid van de kerkeraad, en dan heers je over dominees he. Het schandelijkste tuig was het. Dan staan ze daar met hun stropdasjes op zondag een grote bek

hebbende en door de weeks zijn ze postambtenaar of sportleraar. Ze weten van toeten noch blazen als het op het geestelijke aankomt, en dan toch maar geestelijken die de hele week door zich kapotstuderen en kapotwerken in het geestelijke de ballen intrappen. Ze gaan over lijken en voor hen is er geen brug te ver. Deze mensen kennen geen grenzen in hun gemeenheid. En als kind kun je hier niet tegenop. De eeuwige verdoemenis betekent een eeuwig verbond waarin je vlees voor eeuwig is afgezworen, als een soort verzekeringscontract. Het is dus positief. Het gaat juist verkeerd waar we niet dit contract aangaan. In het OT gaat het over de eeuwige verdoemenis als een eeuwige opvoedende tucht, als verbintenis tot de moeder, en dit is iets vaginaals. Waarom ? Omdat het niet zonder de verhongering gaat, oftewel het verdunnen, waarvan de vagina een beeld is. De mens denkt hier niet over na. Oh ja, loopt vrouwtje, mannetje erachter aan, stokje erin, klaar. Neen. Zo gaat dat niet. De mens heeft van sexualiteit iets verschrikkelijks achterlijks en goedkoop gemaakt. Walgelijk gewoon. Daarom moet er een hele andere soort sexuele voorlichting komen waarin gelijktijdig het eeuwige verdoemenis mysterie wordt opgelost. De man geeft zaad, en er komt een kind. Dit kind zal weer eigen kinderen voortbrengen, als een beeld van de eeuwigheid. De eeuwige verdoemenis is dus een beeld van het hebben van nageslacht, een overlevingsdrift en instinct. Dit doet ieder mens naar zichzelf toe, nooit naar de ander. Dit doet de mens niet letterlijk, maar geestelijk, tot het vlees, en het vlees is onwetendheid. De eeuwige verdoemenis is dus een school. Daarom houdt ik van de eeuwige verdoemenis. Het is een natuurvrouw, een natuurprincipe. Het is de navelstreng tussen moeder en kind. Wij hebben de eeuwige verdoemenis dus nodig, om ons vlees te bedwingen. Het is een vertalingsmechanisme, om geheime boodschappen te ontcijferen. De eeuwige verdoemenis is het toetsen en dat doe je op jezelf. Als je jezelf niet toetst dan kun je niets anders toetsen. De eeuwige verdoemenis is een verhaal, een status van 'sexuele opwinding' als voortplantingsdrang, filosofisch gezien, dus niet plat sexueel dat je allemaal heel letterlijk gaat nadenken en verlangen naar de aardse sexuele daad. je kunt het op een hele andere manier beleven, meer demonologisch als het hongeren, niet om je lusten te bevredigen, maar zijn er dan helemaal geen lusten ? Er zijn ook de lusten van het hongeren, dat je dan juist recht tegen de aardse lusten ingaat, met de lusten van het kruis, en dan kom je in een soort van anti-orgasme, uiteindelijk. Alles moet tegendraads. Wetten zijn ervoor om verbroken te worden. Je moet alle aardse wetten van sexualiteit leren verbreken anders wurgen ze je als wurgslangen. Je bent boeienkoning en je moet ontsnappen. Dat wil niet zeggen dat je dan geheel anti-sexueel bent, of asexueel. Neen. Daar gaat het niet om. Maar de mens moet weer weten wat het is, dat het een geestelijke en territoriale oorlog is tegen het vlees. Je bent een strateeg. Je bent er niet voor om mensen te plezieren of aardse lusten (geesten) te plezieren. Je bent ervoor om de hogere filosofie en theologie te vinden en die heeft haar eigen orgasmes. Het is dus belangrijk geen sex politie te worden maar juist een pionier in sexualiteit om te zien wat het daadwerkelijk is, deze krachten. Het heeft haar eigen plaats binnen de regressieve theologie. Je bent er niet voor om je zaad te geven aan de sexuele machten die op aarde regeren, en trouwens die zijn helemaal niet sexueel. We kunnen niet van sexualiteit spreken, maar van bedrog, van pretentie in één of ander pensioneringssyndroom. Zorg ervoor dat je geen hoer of legbatterij voor de vijand bent, voor het vlees. Je kunt niet zomaar toegeven aan allerlei drangen. Het is oorlog. Ook de vijand zou maar wat graag je zaad willen gebruiken. Dat tappen ze af voor hun reageerbuizen, en zoveel aardse mannen denken dan : Hoi, hoi, ik heb een meisje, terwijl ze gewoon gefokt worden, en het is allemaal steriel. Er zijn geen meisjes. Ze worden gewoon gebruikt. Hup, plug in de bil, en ze gaan hallucineren. Veel aardse sex is puur waanzin. En de mens is vaak slechts een sexuele ziekte. Geef mij een wapen, geef mij een goed wapen. Waar komt Calvijn ergens bij kijken in deze strijd ? De mens is in de hongerput, in de baarmoeder. De mens kan niets, nek gebroken. En dan is er

volgens Calvijn de volharding van de heiligen, een macht wat alleen kan ontstaan in geduld. 'Ja, ik kreeg een stijve toen ik die en die vrouw zag,' zeggen mannen in de stad om op te scheppen. Maar weten ze wel waar ze het over hebben ? 'Ja, en toen ging ik naar haar toe, en nam ik haar mee naar huis, en toen ben ik er overheen gegaan.' M.a.w. toen hadden ze het gedaan. Weer een trofee erbij, lekker opscheppen naar vrienden, terwijl ik als kind al wist dat het iets was om je over te schamen. Ik dacht altijd : 'Waarom schamen mensen zich niet ?' Hoe durven ze dat zomaar te zeggen ? Zoals mijn opa altijd overstuur werd als mijn oma over 'Jezus Christus' sprak, want hij zat in een veel zwaardere kerk dan mijn oma. 'Mens, hoe durf je dat te zeggen.' Maar waar hebben ze het over als ze het over de mannelijke fallus hebben die opzwelt voor de sexuele daad ? Dat is niet iets overmoedigs en oppervlakkigs. Neen. Het is de vijfde wet van Calvijn van de macht van de volharding van de heiligen die ontstaat in geduld, zwaar geduld, tot eeuwig leven. Hoe durven ze deze dingen zomaar te grabbel te gooien ! Deze zwijnen ! Hoe durven ze zo over sexualiteit te praten wat door God geschapen is om de hemelse principes uit te beelden alsof het iets goedkoops is en iets om over op te scheppen. Het zijn vagebonden, rovers. Toch moet je dan geduld hebben, elkanders zwakheden verdragen, de andere wang toekeren, het maar weer aanhoren, of gewoon weglopen. Calvijn zegt : Het is maar voor enkelen, voor de uitverkorenen, en we weten inmiddels wie dat zijn. We weten inmiddels dat dit puur principes zijn. Calvijn beschrijft dit als hemelse touwen. Als kind droomde ik vaak over deze touwen, die van een andere wereld kwamen. Theologie is een zinnebeeld van aandacht, vaak verwaarloosd. Gebed betekent dat je niets zomaar uit jezelf zonder principes doet. Je richt je eerst tot het principe, de nuance. Je bent dus eerst een boeteling, een bedelaar, anders gaat het mis, vergeet je bepaalde dingen. Kunnen we dan zien hoe belangrijk het is een eeuwige boeteling en bedelaar, een eeuwige smekeling te zijn ? Anders zou je sjoemelen, zou je te snel grijpen. Gebed is dus de weg tot het hongeren, het verdunnen. Oh gebed, help hoe ha, roept de orthodoxe atheist. Klinkt allemaal weer zo theologisch, religieus, zo christelijk, maar het is een belangrijk zinnebeeld. Was de atheist maar wat meer bezig met het zinnebeeldige, maar nee, de atheist wil alles direct, alles materialistisch, alles star. En zo is het orthodoxe, extremistische, atheologische atheisme ook een gevaarlijke hedonistische en materialistische cultus en religie, als een gebed tot de mammon. Het atheisme heeft zichzelf tot god gemaakt. In de 40-er en 50-er jaren was er het commentaar van de bijbel toegelicht voor het nederlandsche volk. W.H. van Zuylen (1909-1989) schrijft in zijn commentaar op Hosea dat Gomer een volleerde was, want haar naam betekent de voleinding. In die zin kunnen we stellen dat zij verbonden is aan Areta die de geoefendheid is, een godin die ook door Petrus en Paulus werd vereerd in de grondteksten. Van Zuylen stelt dat zij volleerd was in hoererij. Gomer was in die zin ontrouw. Hij vraagt zich af of dit echt heeft plaatsgevonden of slechts in een visioen, zoals ook Calvijn hierover schreef. Gomer was de dochter van Diblaim, waarvan van Zuylen stelt dat het met de offerdienst te maken had. Hosea 1 2 Het begin van het spreken des Heren door Hosea. De Here zeide tot Hosea: Ga heen, neem u een ontuchtige vrouw en kinderen uit een ontuchtige geboren, want het land wendt zich in schandelijke ontucht van de Here af. 3 Toen ging hij heen en huwde Gomer, de dochter van Diblaïm, en zij werd zwanger en baarde hem een zoon. 4 De Here zeide tot hem: Noem hem Jizreël, want het zal niet lang meer duren of Ik zal de bloedschuld van Jizreël bezoeken aan Jehu’s huis, en een einde maken aan het koninkrijk van het huis Israëls. 5 Te dien dage zal het geschieden, dat Ik Israëls boog verbreken zal in het dal van

Jizreël. We kunnen stellen dat hier flink gedreigd wordt, maar toch ook nog een zeker uitstel, een zeker geduld, een zekere barmhartigheid wordt hier getoond. Is dit een voorwaardelijke of onvoorwaardelijke profetie ? Soms helpt het bangmaken, maar we zien dat het hier in principe ook al aangekondigd wordt. Hoe dan ook : Israel's boog zou verbroken worden, zijn vlees. Is dat ook niet wat de geslachtsgemeenschap uitbeeldt ? En de geslachtsgemeenschap beeldt de relatie tussen God en mens uit. Van Zuylen stelt dat Hosea dit moest uitbeelden in zijn verhouding met Gomer. Omdat Gomer volleerdheid en voleinding betekent kunnen we ons vervolgens afvragen wie nu wie is. Er is in de grondteksten zeer zeker geen eenzijdige uitleg. Het eerste kind werd aangesteld om te dreigen, bang te maken. 6 Zij werd wederom zwanger en baarde een dochter; Hij zeide tot hem: Noem haar Lo-Ruchama, want Ik zal Mij voortaan niet meer over het huis Israëls ontfermen, dat Ik hun iets vergeven zou. Van Zuylen stelt dat dit kind verwerping bracht : het volk had zowel de gaven als de liefde van God verloren. Het volk gaat in ballingschap. 8 Nadat zij Lo-Ruchama gespeend had, werd zij zwanger en baarde een zoon. 9 Toen zeide Hij: Noem hem Lo-Ammi, want gij zijt mijn volk niet en Ik zal de uwe niet zijn. Van Zuylen stelt dat God de verkiezende liefde hier tenietdoet. Zij zijn niet meer het uitverkoren volk. We kunnen stellen dat hier het volk metaforisch gezien 'voor eeuwig verdoemd' is. In de context van Hosea is dit niet letterlijk. Ook zijn kinderen waren slechts beelden. De laatste twee kinderen staan voor de eeuwige verdoemenis, die alleen maar over het vlees van Israel komt. Het is een verbrokenheid die de mens nodig heeft, en staat dus niet op zichzelf. Voor eeuwig betekent voleinding, volleerdheid, oftewel waar Gomer voor staat. De eeuwige verdoemenis is dus een eeuwige verbrokenheid die Hosea ontving. Als we naar Samuel kijken dan moest hij L of Eli dienen in tentendienst wat in het voortijds de honger is, oftewel de halal hieroglief, en Eli is slechts deel van hemzelf en zou achterover vallen om zijn nek te breken. Dit gebeurt dus in Samuel zelf, in zijn vlees. Dat is waartoe de honger leidt. Zo gaat de mens de eeuwige verdoemenis in, opdat zijn vlees niets meer kan beginnen, wat ook de hongerput van Calvijn is. In deze staat moet de mens zijn alvorens door de valkyries te worden opgenomen, of in de geheimen van het boek Vayikra, hebreeuws voor Leviticus. Klaas Schilder zei : Er is geen exodus zonder leviticus. Wij moeten ons dus ernstig uitstrekken naar de eeuwige verdoemenis. Dit is het doel van al het testen. Alleen de eeuwige verdoemenis kan de test volbrengen. Ook de Germanen aanbaden de eeuwige verdoemenis, omdat het een vruchtbaarheidsprincipe was, en de sleutel tot de verborgen kennis, wat de betekenis is van de naam Hel, en dit is inderdaad een huwelijk, en ook was zij de godin van de kinderen. De wilde jongens zijn de kinderen der verdoemenis. Dat is ook altijd wat de gereformeerde gemeente mensen waren : zij waren kinderen der verdoemenis, en kinderen van de verdoemden. Zij hadden geen deel aan de hedonistische schranspartijen van de stad, maar leefden altijd in grote twijfel en angst. Zij waren verdoemd, zij waren verbroken, zoals Jakob op Pniël, zoals David en Jezus die aan het kruis uitriepen : Mijn God, Mijn God, waarom hebt gij mij verlaten ? Waarom ben ik een voor eeuwig verdoemde ? Eli, Eli, riep Jezus, en de mensen dachten dat hij Elia riep. Hij riep tot L, de hongerhieroglief. Daarom draait alles ook in de islam om L, om allah. De hele koran gaat om het beoefenen van geduld en de hongerprincipes. Maleachi zei : Elia, L, zou terugkomen om de kinderen terug te brengen tot de moeder. De L is in die zin de hemelse navelstreng. Daarbuiten is geen leven mogelijk. Je bent of eeuwig verdoemd, of je bent gewoon dood. De eeuwige verdoemenis is ervoor om los te komen aan al die aardse afgoden die de mens tot de pensioneringsfondsen leiden en tot de dood. Wil je eeuwig dood zijn of eeuwig verdoemd ? De eeuwige verdoemenis is de sleutel tot de gnosis.

Hosea 2 1 Twist met uw moeder, worstelt met haar, want zij is mijn vrouw niet, en Ik ben haar man niet. Laat zij haar ontucht van haar gelaat verwijderen en haar overspel van haar boezem. Hosea is in een gat gevallen. Hij is in een hemelse school gekomen, en hij moet testen. Hij worstelt met Gomer op Pniël, ook omdat er zoveel vleselijke Gomers zijn. Hij moet tot zijn eigen Gomer komen. Hier roept hij zijn kinderen op om tegen zijn vrouw te strijden. Van Zuylen stelt dat er teveel verharding is. Het volk luistert niet. Ze hebben brutale gezichten, stelt van Zuylen. Ze hebben geen schaamte. 14 Ik zal haar aldaar haar wijngaarden geven, en het dal Achor maken tot een deur der hoop. Dan zal zij daar zingen als in de dagen van haar jeugd, als ten dage toen zij trok uit Egypte. Van Zuylen stelt dat het dal Achor het ongeluksdal is, waar Achan werd gestenigd. In de Talmoed werden commentaren gegeven op commentaren, dus er werden kaders omheen gebouwd met kanttekeningen, en zo zal dat ook in de regressie moeten gebeuren, dat er regressieve commentaren worden gegeven op de gereformeerde commentaren. We kunnen stellen dat het dal Achor een beeld is van de eeuwige verdoemenis, die overigens nooit letterlijk door de Israelieten werd gepredikt, en ook niet door de Egyptenaren. In Germaanse context, en de context van de grondteksten, is de eeuwige verdoemenis de baarmoeder of vagina, zij die bedekt, zij die verbergt, zij die verdiept, waarin het menselijk vlees verstrikt raakt. Zij heeft haar valstrik gezet, en die is eeuwig, opdat het vlees niet meer zal opstaan. De mens wordt verbroken, zoals Jakob voor eeuwig op Pniël werd verbroken. De steniging van Achan is een beeld van het hard worden van de fallus, opdat de fallus zijn zaad geeft voor nageslacht, opdat de boodschap dus verder gaat. Het is een beeld van voortgaande openbaring. Gepensioneerden kunnen dit niet, dus zullen ook altijd aan de bijbel vasthouden als afgesloten geheel. Hosea bracht kinderen voort en zij stonden voor de metaforische eeuwige verdoemenis, de eeuwige verbrokenheid van het vlees. Hij was in het dal van Achor geweest en het werd tot een deur der hoop, en er zal gezang zijn. Niet voor eeuwig toornt de Heere, stelt het OT. De reformatie heeft alles dodelijk verletterlijkt. Vandaar dat er de regressie is. Overledenen van de gereformeerde gemeente en andere gereformeerde kerken bezoeken mij vaak in shamanistische dromen, en ik bezoek hen en help hen, om hen in te wijden in de regressie die na de reformatie komt. Ik weet dus dat ik niet zomaar boekjes schrijf. Zij zijn deel van de wolken der getuigen die aan onze zijde strijden. Enkelen van hen heb ik tijdens hun leven gekend. De eeuwige verdoemenis leidt tot hemelse ballingschap, wat een goede ballingschap is, die van studie. Er moet een zekere verdunde gehechtheid zijn, als vrucht, anders kun je niet leven. Wat gebeurt er als een fallus opzwelt ? In het Aramees is de fallus het vlees of de man. Het is een soort arrestatie. De eeuwige verdoemenis komt zo over de mens en wordt zo tot hemelse ballingschap geleid. Alleen door die paradijselijke verlamming, de paradijselijke verbrokenheid, kan de mens zijn zaad geven. Dit is een hemels spasme. Het vlees is ontmaskert in de demonologie, en moet sterven in het dal van Achor. Het vlees wordt daar gestenigd. Het vlees verstijfd zo, raakt geisoleerd en onthecht, en geeft zo zijn zaad. Wat is deze sexualiteit ? Angst. Het is een kehatitisch verschijnsel. De heilige vreze is het begin van de kennis. 15 En het zal te dien dage geschieden, luidt het woord des Heren, dat gij Mij noemen zult: mijn man, en niet meer: mijn Baäl. De eeuwige verdoemenis is dus uiteindelijk een huwelijkscontract tussen God en mens. Het is in sommige gevallen een navelstreng, en in andere gevallen een huwelijksstreng. De mens komt er nooit doorheen. Zoals Calvijn stelt : Er is geen ontsnapping mogelijk van hemelse realiteiten. Hij heeft het dan over kennis, principes. De mens kan er niet van vluchten. De volharding van de

heiligen, de vijfde wet, ontstaat in de hemelse ballingschap van de vierde wet, waarin de mens in gevangenschap gaat. God neemt de mens op tot school, of tot opvoeding, en dit is ook waar het huwelijk een beeld van is. De vrouw of moeder is een hemelse machine. Hoe zou een mens daarvan kunnen vluchten ? David zei dat zelfs in de hel God met hem zou zijn. Hoe kan het dan dat ze in de reformatie vaak zeggen dat de hel een plaats is waar God niet is, en dan eeuwig ? Ja, verstoten door God. Is het niet slechts een deelwaarheid ? Zo zijn er huurmoordenaars afgezonden op de mens. De mens mag niet ontsnappen uit deze secte. Ingewikkelde bloedwraak. Vandaar dat de regressie moet komen om deze dingen te verdiepen anders zou je gek worden, compleet stapelgek. Wij vechten voor ons leven met de reformatorische erfenis. Het is een gevangenis-implantaat wat bij het minste of geringste hevig begint te piepen. Zie daar maar eens uit weg te komen. Je kunt eruit gaan, maar het zit nog steeds in je, en het stalkt. Dus : regressie, verdieping, teruggaan naar de contexten zodat het een plaats krijgt. Het kan niet weg. Het hoort erbij. Het is je leven. Het is je bloed. Geweldig dan : eeuwige verdoemenis. Halleluja. Alle oude profeten gingen er doorheen, en Jezus, en het was heel iets anders. De Germanen aanbaden haar. Hosea aanbad haar. Zij was Gomer. Hij onderwierp zich niet. Hij worstelde met haar, maar zij onderwierp hem. Ze hadden kinderen : de eeuwige verdoemenis, in het dal van Achor, die tot een beeld van hoop werd. Zo mag dit een korte beschrijving zijn van de kerkgeschiedenis, van de reformatie, waarin ze hun moeder, de katholieke kerk, maar niet los konden laten. Ook was het hun vrouw. Zij waren in deze ballingschap. Zij waren eeuwig verdoemden. Op weg naar de deur van hoop, maar waar is het, en wat is het ? Zij zijn de wilde jongens, door het kehatitische verschijnsel gegaan, op zoek naar het houdini verschijnsel. Van reformatie tot regressie. hoofdstuk 3 het kruis en het touw 'Mul wuf, meuf,' zegt de stadse man met de opa sloffen aan. Boers taaltje. 'K heb et ma wak neu ?' Wat ? Kun je ook normaal praten ? 'Ach wik mie de fund of', zegt de stadse man dan. Ik trek mijn wenkbrauwen op. 'Ja da kump ik hab net mien sloavinke ingedrinkt,' zegt de stadse man dan ineens een stuk vriendelijker. 'Oh, je drugs,' zeg ik dan. 'Ja, ja.' De stadse man wil atletisch zijn. Dat vinden ze een mooi woord. Pronken met vlees. Ze willen het ascetische niet, het kruis. Ze willen het vleselijke, niet het profetische, en al helemaal niet het demonologische. Nee, ze doen zaken. Het zijn boeren, en gepensioneerd. Zie, 't lijkt net alsof ze werken, 'warken'. Oh, hard wark, zo hard gewarkt, maar ze kennen het geestelijke niet. Ze werken in het vlees, en dat is een parasitair mechanisme wat alleen maar doet net alsof het werkt. Het zijn allemaal truukjes, van leprechauns, gelddemonen. 'Ja waf ha'k gezegd ma gesk ak meu,' zegt de stadse man dan ineens weer minder vriendelijk, maar

afgeleid, geirriteerd, maar onder bedwelming, en slaat dan rustig op tilt, en gaat dan door berg en dal. Op zoek naar drugs. Ja, atletisch zijn, een droom voor de stadse man, de dommere soort dan, want de slimmeren weten dat je met een stropdas veel verder komt, en veel geld. De atletische man vult zichzelf op met demonen, hardwerkend boerenvolk. Dat wat ze niet in de hersenen hebben verspreid zich over hun lichaam om de aandacht te trekken. Velen prikken er doorheen. 'Weer zo iemand die niet wil leren, en maar snel resultaten wil zien.' Atletisch of ascetisch ? Wilde jongens zijn ascetisch. Ze gebruiken veel camouflage. Ze houden van het kruis en de touwen. Ze zijn houdini's, touwenkoningen. Ze houden zich keurig aan de natuurrestricties, en daarom zijn ze niet oeverloos en roekeloos atletisch maar ascetisch. Dat is een groot verschil. 'Ja, moarah,' zegt de stadse man. 'Ma'k ook effe wa zaggen, ik hak genoe ma der ok nie van dage loos.' Ik zeg : 'Wat ?' 'Ja, ha'k uu gehouwen ma da kon ik ma nie zaggen wan da ka'k nie,' zegt de stadse man. 'Wat ?' 'Da ka'k nie,' zegt hij weer. Ik zeg : okay, maar je moet weten waar je mee bezig bent. Je bent zwaar aan de drugs. Je bent bezig jezelf te vernietigen. Allemaal opgehoopt opa-vlees. De wilde jongens willen niet opgroeien. Het zijn de verloren jongens van Peter Pan, de eeuwig verdoemden.' 'Ja, ha'k oe al ezagt da'k nie an da zuugen mal da vandri kehat ?' zegt de stadse man dan. 'Ja, wat ?' vraag ik dan. 'Jongen, hoor eens wat je zegt. Je bent zo aan de drugs dat je jezelf niet meer verstaanbaar kan maken.' En dan een heel verhaal over atletiek, stierengevechten en varkensvalstrikken, nertsen, nagellak, lippenstift. Ik zeg : 'Hou maar op.' 'Ok, dan mok goan,' zegt de stadse man dan. Hij is echt zo'n stadse boer. Platteland natuurlijk, maar van de stad, niet de wildernis. Zegt dat hij geen potentie heeft vanwege de drugs, maar dat de drugs hem een handje helpt, met hallucinaties. Hij is impotent, ook geestelijk en mentaal, dus moet zijn lichaam al het harde werk doen, dus is hij atletisch, bij gebrek aan beter. Ascetisch wil hij niet zijn. Hij wil het recht voor zijn raap. Niet zeuren, niet moeilijk doen. Hij is atletisch, krijgt dingen snel voor elkaar. Slaat met de vuist op tafel. Maar het is allemaal een droom. Hij leeft in zijn eigen eng, nauw wereldje. Allemaal door de drugs. Steroiden uitgezonden om de hogere visioenen te blokkeren. Het is allemaal opstopping. Allemaal trombose, en daar loopt hij mee te pronken. Ja, het kan, want dit en dat boek zegt het, en die en die meneer. Oh, die meneer heeft toevallig een stropdas, is toevallig wereldberoemd, dus moet het wel waar wezen. Jahaa, hij heeft een groot onkruis te dragen. Niet ascetisch, maar atletisch. Niet profetisch, maar atletisch. Hij heeft zijn eigen profetieen. Hij heeft zijn eigen kerk, kark. Kom je bij zo iemand thuis, zit zijn vrouwtje aan tafel in klederdracht met een zuur gezicht

hangende over een bakje met wat komkommerschijfjes, helemaal uitgehongerd, helemaal stijf en bibberig van gebrek aan vast voedsel. 'Ja, ze moet lijnen,' zegt hij dan. En hij zit de hele dag aan de hamburgers, want hij is immers man en atletisch. Vrouwtje moet ascetisch leven, en vrouwtjes moeten aan de lijn. Ik wordt zo moe van deze dingen. En dan heeft hij een heel verhaal over zeugen. Zeugen dit, zeugen dat. Vrouwtje kijkt niet op of om. Dat durft ze niet. De vreze is voor de vrouw, niet voor de man. Zo redeneert hij. Ze heeft een wit boerinnenkapje op, bijna als een soort boerse islam. Nou, mij niet gezien. Vrouw aan het kruis, man aan de hamburgers. Zo gaat dat nu eenmaal in die boerse families. Nou wat, dan ga toch lekker diep de stad in waar de mens uniformgeil is ? Als het goed voelt moet het toch wel goed zijn ? De mens laat zich graag bedonderen door aas. Goedkeuring van anderen, statussymbolen, het is drugs voor de mens. 'Ons is overeengekomen dat het allemaal kan en mag en goed is voor de mens, want dat heeft ons zo bepaald, en dat staat ook opgetekend in dit en dat boek van zus en zo die heel veel geld heeft en beroemd is en zoveel aanzien heeft en … en … en …' En wat ? --- Nou ja, eh … dat is eigenlijk wat ik bedoel en wat ik te zeggen heb … Kan er niet veel meer aan toevoegen ... Ja, en dan ? --- Nee, dat was het. Oh, zeg ik dan. Man, moet ik dan hier allemaal mijn tijd mee verdoen ? Atletisch … Ad leed eens … Nu niet meer ? Nee, hij heeft eraan gelikt aan dat kruis, en toen ging hij weer terug aan de drugs … Atletisch … Oh, in het atelier ? Nee, verderop … Oh … Ascetisch dan ? Van het egyptische sekhet ? Oftewel sekhmet, de leeuwinnengodin … van de oorlog en de wijsheid … Niet de muizen … nee, niet de muizen … die zijn van de atletischen … ja, een zekere griekse religie … niet echt stoicijns, meer hedonistisch … niet van areta, maar van kakia … oh, die heks ? ja, als het huisje van hans en grietje … aas dus … Ah … aha … okay … Nou, dan loop ik nog even door … Worden we bedrogen ? Kom, kom maar, het is goed … je bent dom … stropdassen en rijkdom is niets voor jou, want je kan niet leren … het boerenwerk dan, lekker vlees eten … lekker vleselijk zijn … atletisch … atletisch … Ad leed eens, nu niet meer … want hij is aan de drugs nu … Lekker over zeugen praten de hele dag, met de kippen op stok … Oh … Ja, asceten leven in de wildernis … hutje op de hei … Worden we bedrogen ?

hoofdstuk 4 commentaar bij duitse commentaren we zien het houdini verschijnsel optreden in het kehatitische verschijnsel houdini overleed in 1926, vlak voor de grote depressie, de dertiger jaren als je naar een olifant kijkt dan heeft hij een slurf, als een touw of wachter voor de mond hier zitten geheime boodschappen in voor hen die oren hebben het communisme origineerde in de duitse verlichting, eerst fichte, toen marx het is een beeld van belasting, een gevangenis, een beeld van principe waar niemand aan ontkomt we kunnen dit terugvoeren naar de hongerput van calvijn waar ieder mens in was geworpen ieder mens was verdoemd en moest hier doorheen het was de eerste wet, en daarna waren er nog vier anderen die ervoor moesten zorgen dat het vlees zou sterven en het geestelijke zou ontwaken er zijn hemelse touwen, waarvan de olifant een beeld is in de duitse bossen ligt dit geheimenis die bossen zijn de duitse gereformeerde commentaren waarin de sleutels liggen tot regressie durven wij deze bossen in te gaan ? kennen wij deze bossen en de amazones die daar leven ? Vrouw en man tezamen : Wat wil de vrouw zeggen ? Wat betekent de paringsdrang ? De vagina omsluit de fallus, oftewel de vagina is dik, en de fallus is dun. De fallus gaat de leegte in, de honger. Wil je weer kind worden, wil je je innerlijke kind vrijzetten en teruggeven aan de moeder ? Man en vrouw dragen zorg voor elkaar, zijn ook elkaars ouders. De stad heeft alles verdraaid. Maar als de man tot de vrouw komt, of de vrouw tot de man, wat zijn dan de geheime boodschappen ? Wat zegt de vagina tot de fallus, en wat zegt de fallus tot de vagina ? Alleen shamanen kunnen dit horen. Lichaamsdelen spreken en geven voortdurend signalen af. 'Hey dunne,' zegt de vagina tegen de fallus. 'Hey dikke,' zegt de fallus tegen de vagina. De vagina bedekt dan de fallus, en dringt door tot zijn innerlijke kind, zijn zaad, om het een nieuwe opvoeding te geven, als een medicijn. Dan is het kind geboren, een wedergeboorte, en dan zegt de vagina : Hey kleine, en de fallus zegt : Hey grote. In de sexualiteit worden voortdurend geheime boodschappen gegeven. Het is een worsteling en het is vrijen, als toetsen, en de vangst binnenhalen. Het verloren schaap wordt gevonden. Daar hebben ze alles voor achter gelaten. Het is iets tussen hem en haar. Het is iets geestelijks, tussen god en mens, of tussen kennis en mens. Wat betekenen deze termen ? Ze zenden een diepere boodschap uit. 'Hey dunne,' betekent de hongerende, de geisoleerde, de afgezonderde, en deze is stijf geworden, als beeld van de volharding van het geduld. Alleen dan kan het zaad geofferd worden, want anders is het slechts pretentie. De fallus is ook stijf geworden van heilige vreze. Dit zijn allemaal voorwaarden. Het is de boom geplant aan waterstromen. In psalm 4 gaat het verhaal verder : 2 Als ik roep, antwoord mij, o God mijner gerechtigheid, die mij ruimte maakt in benauwdheid; wees mij genadig en hoor mijn gebed. Alleen in benauwdheid komt God ons uiteindelijk tegemoet, omdat we dan nergens anders meer op bouwen. De Duitse theoloog Hans Brandenburg (1895-1990) stelde in zijn 1958 commentaar op de

psalmen dat ale buitenste en binnenste noden benauwenissen zijn van het smalle pad. Het kan onze adem weghalen. Hij vergelijkt het met Job 36:16 : Zo lokte Hij ook u uit de muil van de angst, naar wijde, onbeperkte ruimte. Eerst moet er angst zijn als basis, en dan wordt de mens naar binnen gehaald, tot de leegte. H. Brandenburg stelt : Vrees, beef, en geef de zonde geen ruimte. Wees stil. In een slapeloze nacht ontvangt de mens inzicht. Zwijgen is de voorwaarde voor het horen en begrijpen. Aan het einde van mijn jeugd was ik bang dat ik de onvergeeflijke zonde had gepleegd en eeuwig zou worden verdoemd, voor eeuwig naar de hel zou gaan, zoals veel mensen deze angst hebben in de zware kerken, maar ook in de lichtere kerken. Ook anderen op de bijbelschool worstelden hiermee. Ik had ook wat ervaringen gehad die ik niet begreep. Het leek alsof er zoutzuur over mijn hoofd werd uitgegoten. Ik begon enorm te zweten en ik liep naar de kraan. Was dit de eeuwige verdoemenis ? Ik was nog heel jong. Ik begon te beven, een soort hyperventilatie, en op andere momenten was ik totaal stijf, en weer op andere momenten totaal slap. Deze toestand ging op en neer voor zo'n acht maanden, en was een zware beproeving, maar ik begon in deze periode zware geestelijke gaven te ontvangen. Het was zware depressie en angst afgewisseld met hemelse ervaringen. Ik kijk er soms nog weleens op terug en realiseer me dan weer hoe belangrijk die periode is geweest. Dat dit het fundament legde van heilige vreze. Zo kon ik teruggaan tot de baarmoeder. Zo kwam ik tot daadwerkelijke wedergeboorte. H. Brandenburg stelt dat bijna een derde van de psalmen klaagpsalmen zijn. Klaarblijkelijk is het klagen dus belangrijk, een smekeling te zijn, een boeteling en een klageling. Als de mens te voorspoedig en gelukkig is dan kan God de mens vaak niet bereiken. Brandenburg noemt het een unieke gebedschool. Er zijn militante biechtmoeders in God's leger waartoe de mens moet gaan. Hij stelt ook dat uit een klaagpsalm luide lofprijzingen kunnen komen, omdat zij die biechten ook tot de verborgenheid worden gebracht als onder oorlogsschilden. In de psalmen is er zowel inwendige als uitwendige nood, stelt Brandenburg. De psalmist werd door allerlei zwakheid geteisterd, en daar maakt de vijand gebruik van, want die valt graag de verzwakten aan om hen uit te buiten. De psalmist kreeg het dus dubbelop. Het is een beeld van het leven. In zijn commentaar op psalm 6 zegt hij dat de psalmist werd geteisterd door uitputting, lichamelijke ziekte, en emotionele druk. En dan is er de vijand die meedogenloos hiervan misbruik maakt. In zijn commentaar op psalm 7 stelt hij : God's oordeel gebeurt nooit in het geheim, maar in het openbaar. Dit is een oordeel over het vlees, en zij die het vlees overwinnen zullen dan triomferen in de hemel na het gevecht. Bij de indianen is de geslachtsgemeenschap een beeld van de verdrinking die nodig is om visioenen te ontvangen. hoofdstuk 5 de duitse bossen We kennen de dertiger jaren van de depressie, daarna de veertiger jaren van de oorlog, en dan de vijftiger jaren van de wederopbouw. Dit patroon komen we ook tegen in de psalmen. De psalmist

was in grote depressie gekomen, totaal uitgeput en uitgehongerd, en hij voelde zich lichamelijk ziek, en in die situatie, juist in die situatie, viel de vijand aan. Roofdieren zijn altijd weer op zoek naar verzwakte, achtergebleven prooi, zij die van de kudde zijn verwijderd. Ook H. Brandenburg schrijft hierover in zijn commentaar op de psalmen. Psalm 8 3 Uit de mond van kinderen en zuigelingen hebt Gij sterkte gegrondvest, uw tegenstanders ten spijt, om vijand en wraakgierige te doen verstommen. Brandenburg stelt dan dat het niet om welsprekendheid gaat, maar om de waarheid die juist door stamelende kinderen en hemelse dwazen wordt gebracht, oftewel de wilde jongens die in de wildernis leven. De Duitse Theoloog Hans-Joachim Kraus (1918-2000) stelt dat juist de zwakke, verloren mens die onder de hoge hemel leeft het dichtst bij God is. God is immers bij de verbrokenen, de verdoemden. Je loopt rond als een verdoemde, omdat je dingen hebt gezien die anderen niet hebben gezien. Je waarschuwt als een Noach, en ze lachen je uit. Daarom ga je terug tot de natuur, leef je als een wilde jongen in de wildernis, als een asceet, en kom je tot de amazones. Dit is een verschijnsel in de Duitse bossen. Brandenburg stelt bij psalm 8 dat het niet om liegende welsprekendheid gaat, maar om het vertellen van de waarheid, en dit gebeurt door kinderen en dwazen aan het kruis. Stamelend wordt zo God's vesting gebouwd. We kunnen opmerken dat de boeken in de stad vol zijn van welsprekendheid met dure woorden om zo juist dingen achter te houden. Hij wijst hier op Luther. De mensen zien aan wat voor ogen is, maar alle dingen zijn onder de voeten van God gesteld. Men zegt : Ja, het oog wil ook wat. Maar God spreekt : de voet wil ook wat. Hoe lieflijk zijn op de bergen de voeten die het goede nieuws brengen ? De voeten staan voor de verdiepte boodschap. Wij gaan juist zien door het verdiepen, door de voeten. Luther zegt in zijn commentaar op psalm 8 dat de ziel van de mens nog steeds opgesloten zit in een donkere kerker en het daarom niet kan zien. Dit is ook de reden waarom de mens onder de voeten van God moet komen. Luther stelt dat de sterkte wordt gevestigd door de allerzwaksten en onmachtigsten die er zijn. De volgelingen van Jezus waren slachtschapen. God stuurt niet allerlei sterke engelen die even orde op zaken stellen om de vijand te verslaan, stelt Luther. Als de Assense profeten het over demonen hadden, dan noemden zij die demonen vaak 'sterke engelen'. Wij moeten extreem oppassen met allerlei superhelden en supermannen, want dat is meer disney, en niet het kruis. Er worden teveel belangrijke stappen door deze superhelden overgeslagen en Luther waarschuwt ertegen. Juist de duivels waren zeer machtig terwijl de geestelijken hun slachtschapen waren. Zo heeft de rooms katholieke kerk ook grotendeels de gnostische beweging uitgeroeid. Luther stelt : de machtigen gaan te werk met geweld en geld, de duivel met list, maar God gaat op een hele andere manier te werk. God verkiest zwakke, arme, geringe mensen om de dwaasheid van de op geld en macht beluste heersers te beschamen, te laten zien hoe nietig het allemaal is. Laten we beseffen dat het allemaal aas is. De amazones zijn aan het vissen. De mens hapt gretig toe. 'Ha, lekker. Lekker volvreten met macht, geld, atletiek, oppervlakkige, zinloze dingen, hedonisme, genot.' Toe, kom maar, zegt de amazone verlokkend. Neem maar, eet maar. Het is aas. Zo vangt de amazone grote vissen, en grote varkens. De amazones moeten wel, want deze mannen zijn naar hen op jacht, om hen tot slaaf te maken, waarover de Gor boeken uit de zestiger, zeventiger en tachtiger jaren ook gaan. De amazone lokt, stelt de man op de proef. God roept een leger van wilde jongens, stelt Luther. Het zijn mensen die geen huis hebben, maar vreemdelingen en dwazen in deze wereld zijn, nauwelijks kunnen schrijven. Waar anderen pochen met hun macht en wijsheid, daar komen de wilde jongens met louter zwakheid. God komt niet met zwaard, buks of harnas, stelt Luther, maar met de zwakheid van een kind, en natuurlijk is deze zwakheid slechts ogenschijnlijk. Het is een oorlogszwakheid van de natuur, als een natuurstrategie,

want deze hemelse kinderen zijn allesbehalve zwak. Luther zegt : 'In vergelijking met de apostelen waren de Romeinen zeer wijze en geleerde mensen; immers, de apostelen waren de meest dwazen die er waren: vol dwaasheid, onverstand en onbegrip ten aanzien van de wijsheid van deze wereld. Zij waren even kinderlijk als het kind Jezus, toen het in de tempel vertoefde. Vergeleken met de wijzen van deze wereld, die vanwege hun grote macht en weldadigheid alles en iedereen verachtten, waren de apostelen echte kinderen. Maar de Heere zegt: Roemt en pronkt nu maar zoveel u kunt, voor Mij is het alles enkel drek; gewis Ik zal u verderven en nog wel door zulken die door u voor nog minder dan kinderen worden gehouden: die zullen, in weerwil van u, met hun prediking voor Mij een koninkrijk oprichten dat lijnrecht staat tegenover al uw wijsheid en macht en dat u tot dwazen, ja dwaze kinderen zal maken.' Waar is deze Luther nu ? Hij doolt door de Duitse bossen als een wilde jongen. Ingewijd in de geheimenissen van de amazones. Hij was vader van de reformatie, maar moest kind worden van de regressie. Dan zegt hij : 'Het ontbreekt de paus waarlijk niet aan geleerden, daarin overtreft hij ons verre. Maar bij ons gaat alles anders dan bij hem. Bij ons gaat alleen het Woord zijn gang, worden het Onze Vader en de Geloofsbelijdenis gebeden en gepredikt, maar er wordt geen zwaard getrokken. Verder gebeurt er niets, dan alleen dat onze kinderen het Woord van God wordt voorgehouden. En toch is dit Woord alleen een zo doeltreffende macht gebleken dat het keizers en koningen verschrikt heeft. Wij trekken niet met wapenen tegen de paus ten strijde, alles komt enkel voort uit de mond van jonge kinderen en van zuigelingen, dat wil zeggen: uit de dwaasheid der prediking die door hen van generlei waarde en voor ketterij wordt gehouden. Dit kan niemand God nadoen, Hij blijkt veel machtiger dan de duivel te zijn. Juist wanneer Hij geen macht heeft is Hij op Zijn machtigst -dit is een kunst die alleen Hij verstaat. Hij begint met zwakheid en onmacht, maar naarmate die onmacht toeneemt wordt Hij sterker en machtiger.' Als dit standaard-christelijke theologie is, waarom houden zo weinigen zich hieraan ? Ze hebben Luther in de doos geprobeerd te stoppen. Toen kwamen de mokerslagen van Calvijn om een volk der verdoemden op te richten. Luther en Calvijn waren anti-helden. Calvijn was zeer zeker geen mannetje die je ergens 's avonds laat zou moeten tegenkomen ergens in de Duitse bossen. Neen. Hij greep nogal graag overmoedig naar de wapens. Een messentrekker was het, en zwaar aan de drugs en de alcohol, geestelijk gesproken dan. Hij was een bruut, dreigende met eeuwige marteling. Hij was de Mohammed van de reformatie, en zijn boodschap zou eerst verdiept moeten worden. Luther : 'De profeet heeft, zoals ik al zei, dit reeds zien aankomen, hij zag dat de kinderen en zuigelingen met boze vijanden en wraakgierigen, mensen die door de duivel in hun hoogmoed bezeten zijn, te doen zouden krijgen. Al wat zij verzinnen is hier op gericht: de monden der kinderen te stoppen. Doch vóór ze hiermee ook maar voor de helft mee klaar zullen zijn, zullen zij geveld ter aarde liggen. Want boven in de hemel is iets anders besloten. Daar heeft Paulus over geschreven: Ik heb de Heere hierover driemaal gebeden, opdat hij van mij zou wijken; en Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht(2 Korinthe 12: 8 en 9), met andere woorden: Dit moet u genoeg zijn dat Ik een zeer machtige Heere ben, neem er genoegen mee dat Mijn kracht volmaakt is, Mijn manier van doen is deze, dat u zwak moet zijn en moet wachten en dat u niet zelf de hel mag willen uitroeien, want dat zal Ik doen, namelijk door kinderen. Als dit zo is, laten dan hel en duivel toornen wat zij willen, want Hij, Die ik aanhang met heel mijn hart, zal mij gewis sterken.' Dit is een zware beproeving. Dan zegt Luther : 'Daarom zegt Jesaja over de kerk: Ik zal de volkeren tot u brengen, zij zullen aan uw voeten liggen, gij zult met hen versierd worden en zij zullen allen rondom u staan (Jesaja 60).' Hij stelde dat de mensheid oog in oog stond met de apotheek van de

duivel, en die apotheek is vol met vergif. Daarom stelde de Duitse theoloog Jakob Kroeker (1872-1948) dat de waardigheid van het zoonschap alleen bevestigd kan worden door het kruis. We kunnen stellen dat het kruis de navelstreng is tussen moeder en zoon. Is Calvijn dan de vader van het communisme, omdat hij het calvinistische communisme predikte van de hongerput van de verdoemenis voor ieder mens om los te komen van het materialisme en de zelfverzekerdheid van de rooms-katholieke kerk ? Dit waren geestelijke calvinistischcommunistische concentratie kampen. En neemt de mens dit eerst allemaal letterlijk omdat de stof te verdicht is en de hersenen het niet kunnen verwerken ? Pas in het ascetische wordt de mens meer en meer symbolisch, want dan gaat alles zich verdunnen en vermengen. Dat is wat de regressie is. In de reformatie werd hiertoe het zaad gezaaid. De mens moet tot verbrokenheid geleid worden. Deze principes komen ook terug in de islam. We spreken dan over de jaren 700 en de vijf zuilen van de islam. De derde zuil is het betalen van de armenbelasting, het islamitische communisme, en de vierde zuil is de hongerzuil van de ramadan, en de vijfde zuil is de bedevaart naar mekka, de hadj of hat, hiti, wat ook weer verbonden is aan het bloedorakel. De mens stort uiteindelijk zijn zaad uit in de vaginale hongerput, zijn bloed, zijn tranen, want boek 12 in de nieuwe onderwijsserie over de regressie, de aretaitische filosofie zegt : 'Wanneer de mens huilt dan maakt de mens contact met het vreemde. De mens voelt zich vreemd en zwak, kwetsbaar, wanneer de mens huilt, maar het kan ook heel veilig voelen en vreemd, buitenaard. De mens wordt dan soms zelfs opgenomen tot een andere sfeer. Het is ook niet zo vreemd. Bakah, het vreemde, de oorspronkelijke naam van Mekka, het smalle pad, betekent in het Hebreeuws 'huilen' zoals in de passage waarin Ezau huilt in Genesis 29:38 wordt dit woord in het Hebreeuws gebruikt.' (hoofdstuk 27) Alles komt in Mekka tot een hoogtepunt, en hier wordt de mens verbroken. Ook Jakob had een Mekka of Bakka ervaring op Pniël uiteindelijk. Het is altijd een hongertocht tot Mekka. Zo wordt de mens opgenomen door de valkyries in de Duitse bossen, door de amazone strijdgodinnen, of gewoon door de indiaanse natuurvrouwen daar. Nog steeds rust het geheimenis van de voortijd daar. Dat is de uitverkiezing. De mens wordt door hemelse touwen getrokken. Dat kan een mens niet tegenhouden, stelt Calvijn, want het is onweerstaanbaar. En hierin is dan de volharding van de heiligen, de laatste wet van Calvijn, de vijfde. De aretaitische filosofie zegt dan verder : 'Ezau werd getooid door zijn tranen als een welgevallig geschenk voor de natuurgodin, voor Rebekkah. De diepte der kennis wordt door tranen gedragen en is een welgevallig offer voor de godin van het leven, de levensbron. H.27 (…) Ook het binnengaan van Bakkah, Mekka, is een groot feest. Dit zijn allemaal nuttige, symbolische feesten binnen de mens zelf. Dat hoeft niet op gezette tijdstippen, zoals deze kalender dus ook een schuivende kalender is, de zogeheten maan-kalender. We mogen het metaforisch, filosofisch toepassen. (…) Wat is het een mooi en feestelijk moment als de enkeling die tot het einde toe heeft volhard dan een andere enkeling vindt, zoals Jakob en Ezau elkaar na lange tijd vonden en elkaar kusten onder tranen. De betraande kus draagt dan de gehele natuur van kennis met zich mee, en ze konden elkaar versieren met de hemelse filosofieën die ze hadden geleerd. Dan is de bedevaart tot Bakkah, Mekka, tot zijn doel gekomen. H.28

De mens komt dus niet tot het suikerfeest door een jaartje ouder te worden, zoals het bespottelijke verjaardagsfeest stelt, maar alleen door het proces van de ramadan, de tocht door de wildernis, volledig te begaan. Hierin mag de mens dus niet sjoemelen, niet afrafelen, niet spijbelen, zoals bij het verjaardagsfeest. De mens moet stoppen de feesten van Kakia te vieren en moet terug keren tot de natuurfeesten van Areta in de wildernis. Dit zal geen letterlijke, vaste kalender zijn, maar een symbolische, logistieke natuurkalender. De uittocht door Mozes tot de wildernis ging maar half de wildernis in, en raakte toen vast in Kakiaitische afgoderij. Daarom stelt de Bilha dat de ware exodus behoorde tot het volk van Ismael, die in diepe verworpenheid tot het vreemde land kwam (Bakkah, Mekka), in de diepte van de wildernis, de ramadan, oftewel de hongertocht, volledig volbracht. Dat is het ware suikerfeest. H.30 Ismael moest terug naar de tenten, om daar dienst te verrichten, terug tot de diepere wildernis, tot Rebekka, bakka, mekka, in de dul maanden van de islamitische kalender, om zo weer eigendom te worden van de moeder wildernis. Dit komt ook terug in het verhaal van Samuel, sml, dezelfde wortel als Ismael, sml, en wat ook een typologisch beeld is van Ismael. Samuel werd door zijn moeder verkocht aan de tabernakel dienst, oftewel de tentendienst. Telkens weer zijn de verhalen van het OT beelden van Ismael. (…) Ook David die zijn psalmen opstelde voor Batseba, de badende godin, is een typologie van Ismael. Uiteindelijk kwam Ismael tot een wildernis rivier in zijn hongeren, waar hij de godin zag baden, als in een honger visioen. Zij is een grote oorlogsgodin, ook beschreven in het eeuwig evangelie en in de verdere amazone filosofie. Haar naaktheid is het symbool van de openbaring en de ontmaskering, zoals ook in de grondteksten. Daarom gaat een man die haar naakt ziet in ballingschap, als een beeld van de heilige gebondenheid. Dit is een literaire, filosofische naaktheid, waarin de mens diepte gaat zien, dus geen oppervlakkige, letterlijke, stadse naaktheid, want die is bedrieglijk. Naaktheid is iets metaforisch. De mens heeft het niet begrepen. De mens grijpt maar raak. Hevig verrukt is de mens als hij pornografische naaktheid ziet, op de reclame borden van de stad en verder overal en nergens, maar het is allemaal om de mens te bedriegen en om het oordeel te brengen. De naaktheid van de vrouw is het oordeel. Laten we duidelijk zijn. Het toetst de mens, het brengt het hart van de mens naar boven. De mens zou er van weg willen rennen als de mens de ware naaktheid van god zou zien, in grote vreze, want het komt om de mens te tuchtigen en zijn ego te verwoesten. Kijk de mens eens rennen van de naaktheid van God. Heuvelen val op mij, roept die mens, bergen bedek mij. Daar durven ze niet meer met hun handen op te slaan. Ze kijken dan recht tegen een woeste amazone aan die haar speer op hen gericht houdt. H.40 In de Germaanse mythologie ging het over de tocht tot hel om dingen van haar gedaan te krijgen, maar de mens werd meer onderworpen aan haar. De mens verliest zijn eigen controle en wil, want het gaat om 'uw wil geschiede', en niet de wil van de lagere mens. Hel is het verborgene, de verborgen kennis, en de mens moet van wil komen tot kennis. Hel's wil is dus ook onderworpen aan kennis. Hel loopt via el en allah in het midden oosten helemaal terug tot het amazone ila principe van de eenling, en is een afkorting van de amazone godin lasso, haar eerste letter, wat een bijnaam is van de amazone godin rebekkah, vgl. bakkah, mekka, het vreemde. Uiteindelijk kwam Ishmael tot haar, na zijn lange ramadan-tocht door de wildernis. Het vreemde is dus het hoogtepunt van de ramadan. H.42 (…) Ishmael kwam na zijn lange tocht door de wildernis tot Allah in mekka, tot El, of Ila, maar in het westen volgde men al snel een eigen transliteratie, en werd er meer aandacht geschonken aan vertalingen in de eigen taal dan aan de grondtekst, want to werd El als Hel gedemoniseerd, en dat terwijl Hel een belangrijke Germaanse godin was, en ook Arabische christenen god Allah noemen omdat dat nu eenmaal het woord voor god is in de Arabische taal. Veel westerse christenen, niet gehinderd door enige kennis, denken nog steeds dat Allah puur de god van de islamieten is. Ishmael

kwam dus tot Hel. Laten we daarover duidelijk zijn. Het betekent het verborgene in het Germaans. Ishmael was zo diep in de wildernis doorgedrongen, zo ver weg van zijn eigen land, dat hij tot Bakkah kwam, tot Mekka, waar hij samen met Abraham een heiligdom voor Allah maakte, in de islamitische mythologie. Ook Jezus ging tot Hel in de westers-christelijke mythologie, zoals ook Odin en Heimdal tot Hel gingen in de Germaanse mythologie. H.43 We kunnen hierbij stellen dat de hongertocht leidt tot de eeuwige verdoemenis of eeuwige verbrokenheid, het uitbarsten van de mens in tranen. Zo kan de mens zijn vlees wat hij in zich opgekropt heeft verliezen om zo tot ware wedergeboorte te komen. Daarom huilt een kind ook altijd als het geboren wordt. Het boek zegt dan : Het vreemde houdt de eenling op het pad van de eenling. De massa's verachten het vreemde en willen alleen het bekende. Daarom is het vreemde een belangrijk fundament, wat al door Jeremia werd gepredikt, de komst van de zuwr, of in het Arabisch het zuhr gebed, het gebed van de middag. In wezen is dit het zaad, wat alleen komt door het minderen, het aser gebed van de late middag, en het geduld, het maghreb gebed van de avond, de duisternis. Dit is een heilige driehoek in de islam. Het is verbonden aan het betalen van de zakaat en aan de ramadan. Dit is het ware terugkeren tot bakkah, oftewel de bedevaart tot mekka, als het terugkeren tot rebekkah. H.10 De tweede zuil van de islam is de zuil van het gebed. Het beschrijft een soort van religieuze wiskunde van de natuur. Deze natuur is geestelijk, en Calvijn heeft hieruit geput voor het calvinistische communisme van de hongerput van de eeuwige verdoemenis. Er is dus voor het communisme een belangrijke brug tussen Mohammed en Calvijn. Deze brug wordt ook besproken in het eerste onderwijsboek van het nieuwe onderwijs over de regressie, genaamd de Calvijn Code. Deze brug is een zaak van leven of dood. Ga deze brug voelen in je hart. Als de zuilen in ons leven zijn hersteld dan kunnen we tot de eerste zuil van de islam gaan, namelijk de zuil van de belijdenis. Islam en reformatie horen bij elkaar. Deze brug ligt in Duitsland, in de Duitse bossen. Zij leiden tot de regressie. Wat is de eeuwige verdoemenis ? De mensen om ons heen proberen ons tot 'eeuwige verdoemenis' te leiden, wat natuurlijk abstract is in de zin dat de mens om ons heen ons wil laten betalen en werken voor zijn dromen. Deze mens wil voor eeuwig zijn wil en kenvermogen in ons printen, hoe gebrekkig dat ook is. Maar mensen kunnen ook weer veranderen, zoals goden dat ook kunnen. Toen Rebekkah Jakob en Ezau kreeg was haar baarmoeder een arena. Jakob en Ezau vochten al in de moederschoot. Ezau is in het boek Amos een beeld van de eeuwige verdoemenis : Amos 1 11 Zo zegt de Here: Om drie overtredingen van Edom, ja om vier, zal Ik het niet herroepen. Omdat hij zijn broeder met het zwaard heeft vervolgd en zijn medelijden heeft verstikt, zodat zijn toorn eeuwig verscheurt en hij zijn gramschap immer blijft koesteren. 6 Zo zegt de Here: Om drie overtredingen van Gaza, ja om vier, zal Ik het niet herroepen. Omdat zij een gehele bevolking hebben weggevoerd om die aan Edom uit te leveren, 7 zal Ik vuur werpen binnen de muur van Gaza, zodat het zijn burchten verteert, 8 en zal Ik de inwoners uit Asdod uitroeien en de scepterdrager uit Askelon, en zal Ik mijn hand keren tegen Ekron, zodat de rest der Filistijnen te gronde gaat, – zegt de Here Here. 9 Zo zegt de Here: Om drie overtredingen van Tyrus, ja om vier, zal Ik het niet herroepen. Omdat zij een gehele bevolking aan Edom hebben uitgeleverd en aan geen broederbond hebben gedacht,

10 zal Ik vuur werpen binnen de muur van Tyrus, zodat het zijn burchten verteert. Abadja zegt dan : 8 Zal Ik niet te dien dage, luidt het woord des Heren, de wijzen uit Edom doen vergaan, en het inzicht uit het gebergte van Esau? 9 Ook uw helden, o Teman, zullen verschrikt staan, opdat alle man van het gebergte van Esau door moord worde uitgeroeid. 10 Wegens de gewelddaad aan uw broeder Jakob zal schande u bedekken, en gij zult voor altoos worden uitgeroeid. In Mekka of Bakka werd Ishmael onderworpen aan de eeuwige verdoemenis, had hij een gevecht met de eeuwige verdoemenis, met Ezau. De eeuwige verdoemenis is een kehatitisch verschijnsel om de mens te testen en te zuiveren. Het is een metafoor van de exegese dus. Boek 22 van de Koran is de bedevaart, de Hadj, of Hat, Hiti, het bloedorakel, wat dus iets profetisch is, en die bedevaart is de hongertocht tot Mekka, tot Bakka oftewel Rebekkah, waar de mens in de arena komt met de eeuwige verdoemenis, met de regressie. Dit zijn dus niet zomaar ogen, maar voeten. De mens wordt geperst als druiven. Weet de mens dan wat de eeuwige verdoemenis is ? Nauwelijks, maar hier zal de mens geschoold worden. Boek 22 gaat over de opstanding. Geloven wij in de opstanding ? Wat is de opstanding ? De opstanding is de volharding van de heiligen, oftewel de vijfde wet van Calvijn. Wij zien dat zonder de eeuwige verdoemenis over het vlees te hebben ontvangen we geen profetie kunnen ontvangen. De eeuwige verdoemenis over het vlees breekt het vlees zodat de mens tot de hemelse gebondenheid kan komen, de hemelse touwen waarover Calvijn sprak. Hebben wij deze eeuwige verdoemenis al ontvangen, en hoe voelt deze aan ? Wat is er nodig opdat het vlees niet meer de kop op zal steken ? Of is dit een eeuwige jacht ? De indianen noemen het hiernamaals : de eeuwige jachtvelden. Voor de christenen is het hiernamaals vaak een pensioneringsfonds wat al op aarde begint. En wat ga je dan in de hemel doen ? Lekker luieren en soms wat liedjes zingen in de kerk ? In het hiernamaals begint het pas. De mens is nu nog maar slechts een feutus. De schepping moet nog komen. Doem is gewoon een Egyptisch en Israelitisch woord voor bloed en besnijdenis. Het verdoemd zijn betekent gewoon dat je vlees besneden is. Ook Jezus was een verdoemde, en de oude profeten. Zij waren de kinderen van de verdoemenis, de kinderen der verdoemden, oftewel de kinderen van de besnijdenis van het vlees, van het kruis. Zij waren de wilde jongens, en door L (Elia, halal, honger) kwamen zij tot de wilde moeders en de wilde vrouwen, en die zijn in de wildernissen van Duitsland, in de wildernissen van de reformatie. hoofdstuk 6 dieper in de duitse bossen – de duitse zefanja Psalm 10 1 Waarom, Here, staat Gij van verre, verbergt Gij U in tijden van nood? De Duitse theoloog Brandenburg stelde : 'De gelovige voelt zich vergeten of verwaarloosd door God. Jahweh lijkt ver weg. Hij verbergt zich in tijden van nood, wanneer zijn hulp zo nodig is. Gods aanwezigheid is vaak zo geheim dat zelfs het oog van het geloof het niet meer ziet.'

Luther stelt in zijn commentaar op psalm 11 dat ook de duivel heimelijk werkt : 'Want ziet, de goddelozen spannen de boog.Zie hier een ontwijfelbaar getuigenis dat de duivel nergens anders toeslaat dan waar Gods Woord is. Waarhij de mensen reeds in zijn macht heeft, strijdt hij niet meer. Maar waar ook maar één vonkje van het Woord Gods brandt, daar past hij op zijn tellen. Want hij wil graag heer en meester over de ganse aarde zijn. (…) In het donker schieten zij naar de oprechten. In het donker, dus heimelijk ja, want dat is de taktiek van de duivel. Als het midden op de dag was, dan was het niet zo moeilijk om te strijden tegen de duivel en de sekten. Maar de duivel neemt een woord uit de Schrift, neemt mooie woorden over God en over de Heilige Geest op zijn lippen.' Het is dus geheim tegen geheim. Het is de oorlog van de geheimen. Deze oorlog vindt plaats in de Duitse bossen van de reformatie. Hier moet de regressie geactiveerd worden. Het is een puzzel die de mens moet oplossen. Psalm 15 1 Een psalm van David. Here, wie mag verkeren in uw tent? Wie mag wonen op uw heilige berg? Brandenburg stelt : 'De tempel wordt een tent met het oog op de woestijnmigratie.' We zijn niet meer in de stad, maar in de wildernis. 2 Hij, die onberispelijk wandelt en doet wat recht is en waarheid spreekt in zijn hart, 3 die met zijn tong niet lastert, die zijn metgezel geen kwaad doet en geen smaad op zijn naaste laadt. Brandenburg : 'Wie een geschenk als rechter aanneemt, gaat vooraan tot het oordeel.' We moeten oppassen met geschenken. Het mogen geen steekpenningen zijn, geen omkoperij. Het mag niet onverdiend zijn, want dan wordt het tot valstrik. Er wordt gevist en er wordt aas gebruikt, en de mens neemt gretig het aas aan. Brandenburg stelt dat er een veel hogere orde was dan de aardse rechters, machthebbers en marktkooplui, namenlijk die van de profeten van Israël. Brandenburg stelt in zijn commentaar op psalm 17 dat alleen het ontwaken van het gebed ons doet ontwaken uit de doodsslaap. Psalm 18, stelt Brandenburg, is een biechtpsalm waarin de psalmist zowel zijn kwellingen belijdt als zijn opnames. De mens gaat door loyaliteit de tent binnen, en dan is er nog steeds een groot gevaar van eigengerechtigheid. Maar de strijd hiertegen mag niet leiden tot onverschilligheid. Er zijn vele verleidingen. We kunnen stellen dat de mens hier tot opstanding moet komen, tot volharding. Brandenburg stelt bij psalm 19 dat het er hier om gaat los te komen van eigengerechtigheid door het boetelingenschap en het smekelingenschap, het vragen om vergeving, door de bekering. Psalm 22 begint met verschrikkelijk gegil, stelt Brandenburg. De bidder ziet zichzelf van God verlaten. De bidder is tot verdoemde geworden. Brandenburg stelt dat het gebedsgegil geen brug is tot de verre God. Dag en nacht gilt de bidder en hoort geen antwoord. Waarom ? Omdat God in het geheim werkt, en de mens moet visioenen ontvangen. Deze mens is bespot, veracht, ontdaan van alle menselijke waardigheid, en uitgekleed. Maar het geheime woord van God heeft de mens omsingeld. Deze psalm loopt over in psalm 23, over een veehouder.

Kreven is een verjaardagsgeest, een vaderclown, die aanbeden wordt. Iedereen zingt voor hem. Kreven, Kreven, de holen in de Kreven. Het is een verjaardagsmachine om de mens aan de psychische drugs te houden. Laten we beseffen dat dit een geest van steekpenningen is voor moord. Moeten we dan allemaal op de wc gaan lopen zitten wachten op het oordeel van God ? Zijn wij dan wc-christenen met de verjaardagskalender erbij ? De drama is altijd verbonden aan bepaalde grenzen, want het is een literaire kunst, maar wc-christenen zijn overdramatisch, extremistisch dramatisch, en daarom gebruiken ze verjaardagskalenders ook als wc-papier. Ze vegen hun gat met je af. Ze geven geen ene donder om je. Je staat er gewoon met je naam alleen bij in het toilet en daar staren ze naar als ze op de wc zitten. Verder niks. Je bent namelijk gewoon een monument, gaat er verder niet om wie of wat je bent, maar om wanneer je jarig bent. Deze mensen hebben geen geweten. Is de verjaardag voorbij, dan is de pret weer voorbij en trekken ze weer een zuur gezicht op en gaan weer het hele jaar de wc op om naar de verjaardagskalender te staren. Het zijn gewoon grafmonumenten. Ze proberen je geestelijke leven en kwaliteiten te wurgen. Zo worden kinderharten en zielen van het leven ontdaan. Je naam staat gewoon op een graflijst. Allemaal door mensen verzonnen, door grote, dikke vette clowns. Het is gewoon de hel. Ze lachen zich dood om hoe ze de mens bedonderd hebben. Het is groot feest voor hen. Ze vieren hun overwinning over de mens. Brandenburg stelde in zijn 1982 commentaar op Zefanja : De profeten waarschuwden tegen de sterrencultus en alle astrologie. De mens wordt gewoon in vakken verdeeld op basis van hun geboortedag. Astrosofie is dan iets heel anders, want dat heeft niets met geboortedagen te maken, maar meer met hoe planeten de mens beinvloeden. Het gaat er niet om onder welk teken je geboren bent. De mens is gemakszuchtig en wil alles op de geboortedag projecteren waarmee ze zich identificeren, terwijl er elke dag de noodzaak van wedergeboorte ligt. Je kunt dus niet teren op alleen maar oud succes, wat overigens niet eens succes was, maar gewoon dat je in de wereld kwam. Moeten we daar blij om zijn ? Moet dat allemaal hoog van de toren worden geblazen, of moeten we laag profiel houden ? Paulus achtte in die zin alles wat hij bereikt had als vuilnis. Verjaardagsfeest vieren is als een bokser die midden in de wedstrijd de handdoek in de ring gooit, of een hardloper die vlak voor de finish ermee stopt en erbij gaat zitten. Filippenzen 3 2 Let op de honden, let op de slechte arbeiders, let op de versnijdenis! 3 Want wíj zijn de besnijdenis, die door de Geest Gods Hem dienen, die in Christus Jezus roemen en niet op vlees vertrouwen. 4 Ofschoon ik voor mij wel reden zou hebben om ook op vlees vertrouwen te stellen. Indien een ander meent op vlees te kunnen vertrouwen, ik nog meer: 5 besneden ten achtsten dage, uit het volk Israël, van de stam Benjamin, 6 een Hebreeër uit de Hebreeën, naar de wet een Farizeeër, naar mijn ijver een vervolger van de gemeente, naar de gerechtigheid der wet onberispelijk. 7 Maar alles wat mij winst was, heb ik om Christus’ wil schade geacht. 8 Voorzeker, ik acht zelfs alles schade, omdat de kennis van Christus Jezus, mijn Here, dat alles te boven gaat. Om zijnentwil heb ik dit alles prijsgegeven en houd het voor vuilnis, opdat ik Christus moge winnen, 9 en in Hem moge blijken niet een eigen gerechtigheid, uit de wet, te bezitten, maar de gerechtigheid door het geloof in Christus, welke uit God is op de grond van het geloof. 10 Dit alles om Hem te kennen en de kracht zijner opstanding en de gemeenschap aan zijn lijden, of ik, aan zijn dood gelijkvormig wordende, 11 zou mogen komen tot de opstanding uit de doden. 12 Niet, dat ik het reeds zou verkregen hebben of reeds volmaakt zou zijn, maar ik jaag ernaar, of ik het ook grijpen mocht, omdat ík ook door Christus Jezus gegrepen ben. 13 Broeders, ik voor mij acht niet, dat ik het reeds gegrepen heb, 14 maar één ding doe ik : vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen vóór

mij ligt, jaag ik naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven is, in Christus Jezus. Het gaat dus niet om de uiterlijkheden, zoals de verjaardagsfeesten, de gewitte graven, maar om de innerlijkheden. Wij zijn niet onze geboortedag. We moeten oppassen niet het mensenvlees te behagen of ons eigen vlees, want zo zullen we contact met het geestelijke verliezen en verdwaasd raken, bedwelmd. Worden we door het vleselijke geleid of door het profetische ? Durven we dan niet meer op te staan tegen de gruwelen van deze tijd ? Staan we er dan gewoon tandenloos bij als onze kinderen door de mammon worden gearresteerd ? Nee, het is oorlog. We moeten het vlees ontmaskeren en terechtstellen. Ook moeten wij onze kinderen opvoeden in de geestelijke oorlogsvoering. Brandenburg stelde dat de astrologie een grote verleiding was voor de mens. Dat is ook zo, want de mens houdt nu eenmaal meer van goochelen dan daadwerkelijke geestelijke oefening. De mens is lui. Oh, die doet het, nou dan zal het wel goed zijn, doe ik het ook. Lekker makkelijk. De mens is in slaap gesust door de grote drugs geesten van luilekkerland. Lekker niks doen, gewoon anderen volgen, anderen het grote denkwerk laten doen. De worst en de kaas groeit ons gewoon in de schoenen. Lekker makkelijk. Nou, mooi toch ? Brandenburg stelt dat het volk twee goden diende : god en de sterrenafgod. De mens was wispelturig. Daar gaat het boek Zefanja over. Moeten we daarom dieper in de Duitse bossen opdat deze dingen kunnen afbranden ? Zeer zeker. De mens leeft door mensenvrees en sterrenvrees. De mens kent de gnosis niet. Brandenburg stelt dat Elia eens zei : "Wat hink je aan beide kanten?" De mens is lauw en lui. De mens heeft geen onderscheidingsvermogen. Wat is er overgebleven van het heilige overblijfsel ? De mens is wereld geworden zonder principes. Wat zal de buurman of buurvrouw wel niet denken ? Zo laat de mens zijn leven leiden door de buren. De mens wil de spotkroon niet aanvaarden, wil het spotkleed niet. God moet alleen lijden in de Duitse bossen. De mens wil het geroep van God niet horen. Samuel riep : 'Dien god alleen ! Doe alle vreemde afgoden van u weg !' stelde Brandenburg. Dat bleef en blijft het evangelie van de bijbel. Het verjaardagsfeest is zo goedkoop als het kwartjesevangelie van de christenen waar je niets voor hoeft te doen. Wordt dan niet je ziel gedood ? Het is een loze kermis attractie geworden. Waar is Johannes de Doper vandaag de dag. Hij was de Elia of de L van die tijd, oftewel de hongerprediker. Maar het verjaarsfeest is het feest van mammon. Het is een feest van de wc-christenen die alles uitpoepen. Zij vreten en dan poepen zij, en dan slapen ze. Geen tijd om te studeren. Ze zitten op de wc naar de verjaardagskalenders te staren. 'Oh, morgen is ook die en die jarig. Nu, wat zal ik eens voor ze kopen ? Dan ben ik er weer voor een jaar vanaf.' Kreven, de grote god van het verjaarsfeest die zij vereren en te vriend houden. Een territoriale clown is het, met een mitrailleur, en de mens is zwaar aan de drugs. De mens laat zich chanteren en omkopen door deze clown. Offer je kinderen maar aan Kreven, dan zal het je wel gaan. De mens heeft een goedkoop, zeer goedkoop evangelie gevonden : het verjaarsfeest. Zo kunnen we lekker met z'n allen gelukkig worden, oftewel deserteur, want het kruis en bijbehorende discipline en oorslogsoefening wordt niet meer geleerd. Efeze 6 is als wc-papier gebruikt door de wc christenen. Brandenburg stelde dat Amos predikte dat de dag van het oordeel geen vreugde zou brengen. Is geluk en vreugde dan ineens de hoogste prioriteit ? Neen, dat is de hoogste prioriteit van het vlees, en daarom moet de dag van het oordeel komen. Maar de amazones zijn op jacht en hebben hun valstrikken gelegd. Ze werken met aas. Toe maar, neem maar. Dat is de grote beproeving. Je kunt het eten omdat het goed voedsel is, lekker ruikt of lekker smaakt ? Ben je de grote haak die erin zit vergeten ? Brandenburg stelt dat de dag van het oordeel duisternis is, waarin leugen van waarheid wordt gescheiden, zonde van gerechtigheid. Die dag, stelt Brandenburg, is geen kalenderdag. Worden wij geleid door de verjaardagskalender of door profetie ? Brandenburg stelt dat het oordeel over hen komt die zeggen dat God niet goed is en niet slecht, oftewel lauwe mensen, die niet koud of warm zijn. Ze zullen huizen bouwen maar er niet in wonen, gaarden planten, maar er niet van drinken.

Het probleem met de assyrische sterrencultus was dat hierdoor de uniekheid van god werd ontkend, stelt Brandenburg. Want je wordt in vakken ingedeeld. Je bent dan slechts vee van de vijand in een hok gestopt. Ze bezitten je. Ze hebben geen oog voor je karakter. Ze hebben geen oog voor je persoonlijkheid. Je bent vee. Ze hoeven je niet te kennen. Ze kennen je naam. Dat is alles wat je nodig hebt. Ze kennen je geboortedatum. Zo is het ook bij de dokter en in het ziekenhuis. Je bent een product. Je bent geen uniek levend wezen voor hen. Ze willen je niet kennen. Dat is de verjaardag voor je. Wat is uw geboortedatum ? Spaart u ook zegeltjes ? Brandenburg noemt het stellen dat God niet goed is en niet slecht, oftewel lauw gedrag, een naakte afval van God. Ben je als mens niet te herkennen aan je principes, dan ben je geen mens. Dan ben je gewoon andermans bezit. Brandenburg stelt dat als je van God een soort zoete, lieve man maakt, dat dat nog wel erger is dan de ontkenning van God. Hij waarschuwt dus in principe tegen het new age gevaar. Brandenburg stelt dat de zogenaamde neutralen God niet eens zo serieus nemen als zijn vijanden. Hij zegt : 'Voor hen is het slechts een krans in plechtige uren - van de bruiloft tot de doopceremonie tot de begrafenis.' Het zijn allemaal slechts de overleveringen van de mensen. Het zijn mensen die rust zoeken in het materialisme, stelt Brandenburg. Zij zoeken dus de pensioneringsfondsen op. Brandenburg : Maar Jezus zegt: “Jij Dwaas, vanavond zal je ziel van je worden gevraagd. En wat zal dan zijn wat je hebt verzameld ?” (Luk. 12: 20.) De zonde wordt onderschat, gebagetaliseerd, en daardoor is er misleiding. Hij stelt dat de mens onwetendheid wil, omdat de mens zo overmoedig kan zijn en daardoor aanmatigend, als god willen zijn. Is dat ook niet wat het verjaardagsfeest is ? De mens wil zichzelf zo verhogen, zonder enige basis. Een jaartje ouder worden is een basis van niets. Iedereen wordt een jaartje ouder, ook de dwazen, de gekken en de criminelen. Geef je de hoofdprijs aan de zot ? Dan heb je het goud der zotten gewonnen. Dan krijg je een lintje met een plakkertje. Steekpenningen worden aangenomen. Het is bloedgeld. Ook dokters vieren zo hun verjaardagen. Ze wijzen op hun grote diploma, oftewel het certificaat van hun pensionering. Je naam eindigt op de wc bij de wc-christenen. Je naam in de stank. Het is het boek van de dood, niet het boek des levens. Je naam en je geboortedatum wordt vermeld, net zoals bij de medische klinieken, en alles is dan ook klinisch. Verder is er niets vermeld. Ze offeren cadeautjes op je graf. 'Heb ik toch nog even aan je gedacht.' Het zijn geesten van moord en zelfmoord. Mensenverering om alle verkeerde redenen. Kreven wordt aanbeden. Wie of wat is Kreven ? Hij wordt papa genoemd. Hij leidt hen allen door de fluit van de dood, als een muizenvanger. Alleen de leeuwen kunnen aan deze hypnose ontkomen. Kennen we elkaar dan aan geboortedatums, aan uiterlijkheden ? Is er nog leven in ons ? Stroomt de lethe nog in ons, de rivier van vergetelheid waarin we alle zielige bekrompen feestjes en tradities van de mens vergeten ? Luther is ook Lethe-rw, of LetheOru, als de vergetelheid door het kruis, diep in de Duitse bossen. Daar stroomt de Lethe nog steeds door de onderwereld, voor hen die er zijn gekomen door het kruis, door de oru, een voortijds woord voor het kruis, en voor de letter R. Alleen de honger, L, lijdt tot ware overwinning, T, wat de elixer van vergetelheid is. Ons studieboek 'Het Kehatitische Verschijnsel', boek 17 in het onderwijs programma van de regressie, uitgegeven door de rgg (2020), zegt : 'T is in het voortijds de letter van het herstel van de tentendienst, als een vrouwelijke Nehemia, als een reformatie. T is ook de letter van overwinning, maar wat houdt die overwinning precies in ?

Jakob werd overwinnaar genoemd op Pniël, juist omdat hij een verbroken man was geworden, gevoelig voor de natuur. De oudere voortijdse hiërogliefen van de letter T duiden op gebondenheid, een man met armen achter zijn rug gebonden.' (hoofdstuk 4) 'In het voortijds is de letter T de overwinning, als de overwinning over het zelf. (hoofdstuk 4) 'In de egyptologie is de letter T typisch een merkteken of litteken als beeld van oprichting, settlement, overwinning, claim (tit, twa), als kroon op het werk, wat ook voortijdse wortels heeft. Het is een bepaalde verstening die plaatsvindt (twt) door de vereeuwiging, volharding, dus na de sukki-oru, oftewel na de volharding in het kruis, na de honger. In de voortijd is de T verbonden aan reformatie, herstel van tentendienst, voleinding. Vandaar skr-t, oftewel asgard. Denk ook aan het griekse 'aletheia', waarheid, L-T, oftewel halal-t in het voortijds, het uiteindelijke brandmerken door de honger, of het griekse lethe, de rivier van vergetelheid, L-T. Het is de uiteindelijke beteugeling.' (hoofdstuk 20) hoofdstuk 7 de duitse amos In het boek Abadja is er de strijd tussen Juda, yad, de fallus, en Edom, het volk van Ezau, wat een beeld is van de eeuwige verdoemenis (Amos 1). Er is een heilige, metaforische eeuwige verdoemenis in het oude testament die het vlees nodig heeft om zo zichzelf te kunnen offeren, soms als een beeld van de vagina, of als beeld van de voeten die een goede boodschap brengen. Doem of dam is in het hebreeuws en egyptisch een beeld van bloed en besnijdenis. De voet is de treder van de pers, als beeld van diepte en exegese. Ieder mens strijdt met de eeuwige verdoemenis. Brandenburg stelt dat er een diep contrast ligt tussen Israel en Edom. Ook Jeremia en Amos treden op tegen Edom. Brandenburg stelt in zijn commentaar op het boek Abadja : 'Abadja kreeg een goddelijke openbaring. Niemand zal de profeten in enige mate kunnen begrijpen, tenzij ze een onmiddellijke inspiratie van God erkennen. Hier faalt alle psychologische uitleg. Want wat hier gebeurt, gaat alle experimentele wetenschap te boven. Deze inspiratie wordt hier een spektakel genoemd, een visioen. (…) Theman maakt deel uit van Edom in het noorden. De inwoners werden geprezen als bijzonder wijs. Jeremía (49: 7) zegt: “Is er geen wijsheid meer over Theman? Is er geen advies meer van de wijzen? Is hun wijsheid zo leeg geworden?” Een van Job's vrienden, Eliphas, komt ook uit Theman (Job 2:11). Er lijkt een algemene anarchie plaats te vinden in Edom. Moord en doodslag regeren in het land.' Ook Job was dus in gevecht met de eeuwige verdoemenis. Dit leidt de mens tot verbrokenheid. Dan zegt Brandenburg : 'We moeten niet vergeten dat Herodes en zijn familie tot de Edomieten behoorden. Wat er gebeurde in de dagen van de kindermoord op Bethlehem is een voortzetting van onze duistere verzen.' Ook Jezus was dus vanaf zijn geboorte al in gevecht met de eeuwige verdoemenis.

Luther stelt in zijn genesis commentaar dat Kain pretendeerde het beloofde zaad van de vrouw te hebben omdat hij de eerstgeborene was. Hij zag in Abel een bedreiging, dus wilde hij Abel ombrengen, net zoals Saul David wilde ombrengen. Kain deed een beroep op zijn geboorterecht, zoals mammonieten een beroep doen op hun geboorterecht door de verjaardag. Dit zijn geen legale middelen om gaven te krijgen, om loon te verkrijgen, maar dit gaat dus door boerenbedrog. Dit was de reden waarom Ezau afstand deed van zijn geboorterecht. Het bloed was voor hem belangrijker, dam in het hebreeuws-egyptisch, of doem, de besnijdenis. Zo ontving Ezau de eeuwige verdoemenis om hem af te zonderen. Ezau zocht toen tevergeefs de zegen onder tranen. Kain deed een beroep op zijn verjaardag, en vermoordde zo zijn broeder Abel. Luther sprak dat tot Kain het geboorterecht behoorde en de belofte van het gezegende zaad. En dan gaat Kain zijn zonde ook nog eens ontkennen. Luther stelt dat de ontkenning van zonde een dubbele zonde is. We kunnen ook stellen dat als de zonde niet wordt goedgemaakt, dan wordt de zonde telkens weer opnieuw gepleegd. Luther wijst op het feit dat Kain zijn broeder in het geheim vermoordde, toen ze alleen waren. Dit is hoe de verjaardagsgeest werkt. Het komt als een engel des lichts. Kain werkte door de slang, en deze zou vertrapt worden door het vrouwenzaad, door de vrouwenvoet, en hiermee was Kain in worsteling en verloor. Luther : 'Het vlees, nog steeds gehoorzaam aan de wet van zijn aard volgt de dingen van het vlees, terwijl het de dingen van God tegenspreekt. Het resultaat is dat het herstel van dergelijke gaven in ons in het beginstadium is ; maar de volledige tiende van deze soort zal in al zijn volmaaktheid worden weergegeven in het toekomstige leven, wanneer het zondige vlees zal zijn vernietigd door de dood.' Uiteindelijk zal Kain, de slang, als beeld van de fallus, zijn tiende moeten geven, zijn zaad, onder de druk van het vrouwenzaad, wat als een nieuwe geboorte zou zijn. Dit gaat over de onderwerping van het vlees. Luther stelt dan dat het beloofde vrouwenzaad de zonde zou verzwakken. Dit gebeurt door gehoorzaamheid aan het vrouwenzaad, oftewel door de onderwerping van het vlees, van de fallus. Luther : 'Johannes 18: 36: "Mijn koninkrijk is niet van deze wereld." De dienaren van het Woord worstelen met honger, en ze werken onder de haat van alle klassen. Als gevolg kunnen ze geen tirannie uitoefenen; maar zij die koninkrijken bezitten, die staten regeren, die kastelen bezitten en domeinen, zijn uitgerust om tirannie uit te oefenen. (…) God ziet het voor ons onmogelijk om hem in zijn eigen natuur te kennen. Want hij leeft in een ontoegankelijk licht, en wat we kunnen verstaan en begrijpen heeft hij verklaard. (…) "De mens zal mij niet zien en leven", daarom geeft hij een representatie van zichzelf waarin hij zich zo aan ons manifesteert dat we het kunnen grijpen. (…) Zijn onthulde majesteit, dat is God zelf. Hiervan moeten onze ogen worden afgewend. Het kan niet worden vastgegrepen; want in God is niets dan goddelijkheid, en de essentie van God is zijn oneindige wijsheid en almachtige kracht. Deze zijn absoluut ontoegankelijk voor de rede: wat hij heeft gewild volgens de wil van zijn welbehagen, dat hij heeft gezien van eeuwigheid. (...) God heeft geen verlangen gehad om het in dit leven bekend te maken. Hij wenst het te tonen onder bepaalde tekenen of bedekkingen.' Luther noemt vervolgens het zoonschap de weg tot de geestelijke gaven. Alleen de zoon die tot de moederborst komt kan haar melk ontvangen dus. Luther : 'Evenzo Samuël - wat doet hij niet voor Saul? Hij huilt en smeekt met zo'n hevigheid dat God gedwongen is hem in bedwang te houden: "Hoelang zult u rouwen om Saul, aangezien ik hem heb verworpen als koning over Israël?" 1 Sam 16: 1.'

Luther zei dat de Israelieten een legende hadden dat Lamech blind was en in de bossen joeg op beesten, en zo niet doorhad dat hij Kain had geschoten. Dit komt ook weer terug in de Germaanse legende van Balder die door zijn blinde broer Hod of Hodr werd doodgeschoten. Balder was zo een soort van Christus figuur bij de Germanen, als de zoon van Odin. Luther vraagt aandacht voor het martelarenschap van Noach, die veel langer leefde dan de mens vandaag en omringd was met zoveel slechterikken voor zo'n lange tijd. En Noach verbond twee werelden door zijn werk. Slechts een klein overblijfsel ging tot die nieuwe wereld. De aarde was zo corrupt en slecht en het duurde zo lang dat God sprak : 'Ik zal niet verder strijden tegen de mens. Ik zal niet altijd strijden met de mens.' En zo werden de dagen van de mens afgesloten, en ging de nieuwe wereld open door de zondvloed. God had het helemaal met de mens gehad. Het was afgelopen. Het was volbracht. Als er een diepe pijl of speer door iets heen gaat dan roept het om verdieping, zoals ook in boek 1 van de Vur. De zondvloed kwam om de krachten van de mens te verminderen, stelde Luther in zijn commentaar op Genesis. Ook werd de rijkdom van de mens en de aarde in waarde aangetast. Ik had een droom over de clown Kreven, de verjaarsgeest van het rooms katholieke rijk. Hij was als een reus op rigil kent, en maakte de mens tot siamezen, en ze zochten een schuilplaats in hem, in de holen van Kreven, waardoor ze kwamen door hun verjaarsfeesten te vieren. Zo werden ze door hem opgenomen. Hij had een heleboel wachters, ook reuzen. Natuurvrouwen hadden slavenjukken om hun nekken. Zo waren ze door de slavenjukken aan elkaar verbonden, twee aan twee. Ik had een bijl, en ik wilde die slavenjukken kapothakken, maar toen dacht ik : 'Kunnen hun nekken dat wel verdragen ?' 'Hak het los !' riep een natuurvrouw of amazone toen, en ik rende naar ze toe en begon die jukken die om de nekken zaten in het midden door te hakken, zodat de natuurvrouwen los van elkaar begonnen te komen. Luther waarschuwde : In de laatste dagen zal het zijn als in de dagen van Noach : men eet, men drinkt, men huwt. Luther zag het wel aankomen, wat ze met de reformatie zouden doen. Hij noemde de huidige aarde het duisterste tijdperk, nog wel duisterder dan na de zondeval en voor de zondvloed. De besnijdenis was een teken van het uitverkoren volk van God. Zij hebben het vlees niet liefgehad. Luther stelde dat deze besnijdenis werd voorgesteld door de rode zee. Het is een strijd tegen piraten. Verjaarsgeesten zijn rovers. Ze krijgen verjaarsbeloning in plaats van werkbeloning. Het is dezelfde truuk als onverdiende genade en blind geloof. Elke dag trekken ze hun schoenen aan. Elke dag staan ze op, en elke dag lopen ze te zaniken. Het is een strijd tegen rigil kentse piraten. Ze verblinden de mensen met hun bedriegelijke verjaarslichten, en roosteren hen. Het zijn kannibalen. En de wc christenen zitten daar met hun gouden kruizen, en hup poepen alles weer uit. Het ruwhouten bebloede kruis kennen ze niet. Ze hebben een new age kruis. Ze kopen zo alles af, als bij de aflaat. Even flink de buidel opentrekken en dan hebben ze het weer gehad. Het is toch allemaal gejat. WC christenen hangen aan een gouden kruis. Oh het vlees mag niks overkomen. Geen schrammetje op het vlees hoor, want dat is zielig. Het gouden kruis zorgt er goed voor dat de wc christen comfortabel hangt, met de nieuwste luxe producten aan zijn zij, mobiele telefoon erbij aan het kruis, stukje vlees in de mond. Koekjes, gebak, koffie, en chips erbij. Het ontbreekt de wc christen aan het gouden kruis aan niets. De Heere is mijn slager, eh herder, mij ontbreekt niets, hij doet mij nederliggen in grazige weiden om mij vet te mesten, eh ik bedoel om mij, om mij … even overnieuw … ik ben het vergeten … Hij voert mij naar de slachtplaats … eh voert mij, naar rustige wateren, hij verkwikt mijn ziel, ah ja, dat was het … Het vlees is heilig voor de wc christen … Verjaardagskalender in de hand, ik bedoel de bijbel … En

dan maar strijden tegen het geestelijke en de nuance … de grote vijand … Strijden tegen het smalle pad, de hemelse loondienst, want dat is saai en duurt veel te lang … We willen het nu … Het vlees wil altijd alles nu, wil geen geduld leren … Nee, aan gouden kruizen hangen zij, op gouden wc's zitten zij, met gouden verjaarskalenders … of zijn het grafstenen ? Met de lift gaan ze de grond onder … Nou, ik ben er weer geweest, heb het weer gezien, mij niet gezien … En zo verdichten ze, siamezen ze, hokken ze, om zo nog meer vlees voor de rigil kentse grootmeesters voort te brengen … Koptelefoon besteld voor aan het kruis … Hang hier wel lekker zo … Dat is wat Kreven is, van het engelse 'to crave', smachtend verlangen, vurig wensen. Het is het verlanglijstje van het vlees. Luther heeft de antistoffen tegen rigil kent, maar met moet nog beter genuanceerd worden. Daarom is er de regressie. Luther stelde dat het zoonschap leidt tot de geestelijke gaven. Wat gebeurt er als een zoon van zijn geestelijke natuurmoeder wegloopt ? Dat is zelfabortus. Luther stelt : 'de beker van de duivel is zoet, maar het leidt naar de eeuwige dood.' Luther : 'God verscheen naakt aan Adam ; maar na zijn zonde toonde hij zichzelf in een lawaai, Gen. 3: 8, waaronder hij was bedekt als met een sluier. Dus ook later in de tabernakel werd God versluierd door het heiligdom; en in de woestijn door de pilaar van een wolk en door de pilaar van vuur. Daarom noemt Mozes deze dingen ook "verschijningen" of "schaduwen" van God, waardoor hij zich vervolgens manifesteerde. En Kaïn noemt dat het "gezicht" en de "aanwezigheid" van God waar hij eerder was en zijn offers bracht, Gen. 4:14. Want onze natuur is zo misvormd door zonde, ja verdorven en verloren, dat zij God naakt niet kan begrijpen en verstaan wat hij werkelijk is. Daarom zijn deze bedekkende voorhangsels absoluut noodzakelijk. (…) Degenen die ernaar streven God te bereiken zonder deze sluiers en bedekkingen, proberen de hemel te beklimmen zonder ladder.' Het mag duidelijk zijn dat de gedeformeerde kerk is teruggekeerd tot het rooms katholieke materialisme slechts met een schijn van reformatie. Daarom moet de regressie komen. Luther stelt dat de schepping voort gekomen is uit het licht gevormd van duisternis, dus eigenlijk uit de duisternis zelf. De mens kan niet zonder duisternis, maar moet er van maken wat er van te maken valt. Het is duidelijk dat de mens in Amos 1 strijdt met de eeuwige verdoemenis. Bij Amos 3, stelt de Duitse theoloog P. Schegg (1815-1885) dat het gaat om de aankondiging van straf. God gaat door met dreigementen. Amos was gezonden tot het Noordelijke rijk, ook wel het huis van Jakob genoemd, stelt Schegg, en het noorden betekent in het israelitisch het verborgene en het sieraad. Dit is waartoe Jakob uiteindelijk kwam door zijn strijd op Pniël, oftewel door het toetsen. Uiteindelijk werd Jakob ook Israel genoemd, toen hij tot de grotere hoogten van Pniël kwam. Amos 4 2 De Here Here heeft gezworen bij zijn heiligheid: Voorwaar, zie, dagen zullen over u komen, dat men u met angels zal optrekken en wie van u overblijven met vishaken. 3 Door de bressen zult gij uitgaan, elk recht voor zich heen, en gij zult weggesleept worden naar Haharmon, luidt het woord des Heren. Schegg stelt dat de stukken vlees door spiesjes worden meegesleurd. Hij wijst op sint Jerom die het verbindt aan de moeilijke uitdrukking dat je wordt meegesleept aan het spit en in pannen. Als krijgers, waar ze een kudde grijpen, de beesten in stukken hakken en ieder zijn deel neemt, zo zal

het Israël overkomen, op spiesjes of in potten. Over Amos 6 zegt Schegg : 'De toevoeging lammeren uit de kudde en kalveren uit het midden van de stal begrijpen de meeste uitleg van bijzonder geselecteerde malse dieren. Ze haalden de kalveren uit het midden van de meststal geeft aan dat ze zorgvuldig de lekkerste hebben uitgekozen.' Er zijn verschillende soorten zonden : erf-zonde (heel iets anders dan erf-schuld) gedwongen zonde gebondenheids zonde wilszuchtige zonde verwondheids zonde verharde zonde Zonde is het vlees, onwetendheid, demonie. De mens is erdoor gebrandmerkt, maar er is een duidelijk verschil tussen zonde en schuld, alhoewel er ook weer kruispunten kunnen optreden, wanneer een mens zijn wil verhard, en zelf voor de zonde kiest. Hoe dan ook moet er straf zijn om de restricties uit te beelden en restricties gevoel en persoonlijkheid te geven, zodat een mens zich daaraan kan ontwikkelen. Dat is ook de boodschap van amos en de duitse commentators. Gustav Baur, duitse theoloog (1816-1889) 'Maar de waarheid was volkomen zeker en Amos sprak deze waarheid eerst met volledige duidelijkheid uit, dat Jehovah getrouwe naleving van zijn wet eiste als voorwaarde voor de vervulling van de beloften die aan het volk waren gedaan. Straf voor al hun overtredingen was als ernstige bedreiging.' Baur laat zien dat Amos 3 de verhouding is tussen roofdier en prooi. Metaforisch gezien is dit waar het leven telkens over gaat, en dat heeft een bedoeling, namelijk dat het vlees telkens weer onderworpen moet worden. Het is een fundamentele eeuwige dualiteit van het leven zonder welke geen leven mogelijk is. Om het vlees zover te krijgen wordt er in Amos 3 gebruik gemaakt van lokaas en valstrikken. Hier ontkomen wij niet aan in het geestelijke leven. Het leven is daarom niet rechtlijnig, maar abstract in die zin, tegendraads, en de mens is aan hogere wetten onderworpen dan zomaar het concrete. Baur : 'Met het geestelijke vervulde profeten hebben een zeer onweerstaanbare drang om de goddelijke waarheid te prediken, zelfs wanneer hij met onverschilligheid voor zijn woord wordt geconfronteerd of wanneer brute kracht hem gebiedt te zwijgen en naar de waarschuwing van de profeet niet wil luisteren.' We kunnen dus zien dat de terugkerende verhouding tussen roofdier en prooi en hun patronen er voor zijn om de geestelijke mens te programmeren, tot een onweerstaanbaar ritme. Dat is ook de vierde calvinistische wet. Dit is wat gebeurt in de diepste duisternissen van de duitse bossen, in het diepste van de reformatie. Hier worden de hemelse touwen van regressie geboren.

hoofdstuk 8 de duitse theologie – sleutel tot de regressie Zoals Luther stelde dat het licht werd gevormd van de duisternis, zo stelde de duitse theoloog en rabbijn Benno Jacobs (1862-1945) dat er in het begin geen strijd was tussen licht en duisternis, maar dat het licht werd gevormd vanuit het niets. De zee zal ook nooit over de grenzen van de hemel, de lucht, kunnen komen. Zowel dag als nacht zijn eeuwig. De schepping bestaat uit het zichtbaar worden van de restricties, stelt Jacobs. Jacobs noemt de vrouwen uit het tijdperk tussen de zondeval en de zondvloed uit Genesis 6 eerder sterke vrouwen dan mooie vrouwen. Zij waren de goddelijken, en de mannen die zij voortbrachten, de reuzen waanden slechts dat ze goddelijk waren. De vrouwen waren hemels, terwijl de mannen die ze voortbrachten vleselijk waren. De duitse theoloog en orientalist P. van Bohlen (1796-1840) stelde ook in zijn commentaar op Genesis dat de duisternis werd gescheiden in licht en duisternis, met de duisternis zelf dus als bron en het materiaal van licht. Hij stelt dat al het schaven, afvlakken en scheiden een beeld van voortplanting is. Dit is ook wat natuurlijke selectie is. Er is ware vruchtbaarheid als het vlees wordt afgescheiden en als men wordt besneden. Omdat hij orientalist is noemt hij e.e.a. ook in verband met de winterslaap van Brahma. Er is scheiding tussen water en water, omdat er ook in hetzelfde scheiding moet zijn, vanwege het vlees. In Leviticus staat beschreven hoe het vlees behandeld moet worden : het is voor de slacht. De duitse theoloog August Knobel (1807-1863) schreef in zijn commentaar op Leviticus dat de offeraar het vlees moest slachten, villen, snijden en wassen. Ook werd bloed gebruikt om te besprenkelen. Hij stelt dat de betekenis van het offeren het minderen is, het vasten. Het is een soort betalen van belasting, van tienden. Het gaat niet om vertrouwen, maar om testen. No trust, but test. Vertrouwen is meer de trofee die de vijand over iemand bemachtigd, en dan is de vijand daarover verheugd. Als de vijand de mens kan doen vertrouwen dan is zijn plan geslaagd. De mens heeft een stockholm syndroom en wordt onder druk gezet. De mens wordt verzorgd door de vijand tot het punt van zijn slacht. Het wordt de mens gedwongen de vijand te vertrouwen door chantage. De mens denkt dan dat dit vertrouwen echt is, maar het is slechts opgelegd. De vijand 'bondt' met zijn slachtoffer. De vijand krijgt zo een relatie met het slachtoffer, waardoor de vijand het slachtoffer beter kan manipuleren. De vijand martelt zijn slachtoffer totdat het slachtoffer de vijand vertrouwt, als overlevingsstrategie. De vijand is er altijd en zorgt voor het slachtoffer. De vijand is het enige wat het slachtoffer nog heeft. Dat is hoe het stockholm syndroom werkt. De saturnische sluiers moeten afgebroken worden, opdat de mens de indiaanse wildernissen binnen kan gaan. Deze sleutels liggen opgeborgen in de duitse theologie. Ik had een droom dat ik in een stad woonde, en ik kwam terug van boodschappen doen met een boodschappenkarretje, maar de boodschappen waren halverwege er allemaal uitgerold. Dat is een beeld van het minderen. Er waren in de stad allemaal heuvels met parken, en in die parken werden natuurspelletjes gespeeld. Het waren indianen-parken, met kampen, en die heuvels en kampen hadden omheiningen. Het is een beeld van de duitse theologie die een sleutel zal zijn tot de regressie.

hoofdstuk 9 de duitse leviticus In de jaren 1800 was er het Duitse commentaar van de duitse theologen Keil en Delitzsch (KD) op het Oude Testament, in 1864, waarin ook het commentaar op Leviticus was. De eerste openbaringen tot de mens in de tent waren openbaringen omtrend het offeren. KD stelt dat het offeren een leidend deel was in het aanbidden van God. Dit werd offer-aanbidding genoemd, sacrificial worship. Zo moesten zij Mozes volgen, dieper de wildernis in. Ook jonge mannen hadden hier deel aan, stelt KD. Ook zij offerden brandoffers en slachtoffers. Dit zijn gelijkenissen over het vlees zoals de grondteksten ook stellen. Knobel geeft aan dat de eerste mens namelijk geen vlees at, ook wijzende op de Griekse filosofen die dit stelden, zoals Plato, Plutarchus en Porphyrius. En hier ontsprongen deze zinnebeeldige verhalen, en de latere mens verletterlijkte het. Daarom is de regressie ook belangrijk voor dierenwelzijn. Er werden brandoffers op de altaren geofferd tot God in deze verhalen als een noodzaak om het vlees af te leggen. Zo kon God, het geestelijke, verschijnen. Dit belichaamde het gebed tot God, als iets ceremonieels, niet als iets letterlijks. Het zou omschreven kunnen worden als een rollenspel. Het belichaamde de zelfopoffering en zelfovergave tot God, stelt KD. Het brandoffer stelt dat dit een volledig offer is. Zo is er waarlijke hemelvaart in de rook. Alles wordt door God opgenomen, omdat het vuur alles heeft verteerd. Het slacht offer beeldt dan de relatie uit tussen God en mens, want als het vlees is geslacht, dan is er ineens de geestelijke band. Dit is een verbondenheid en gebondenheid. Het geslachte offer is een verbondsteken stelt KD. We kunnen stellen dat wanneer een mens letterlijk een dier gaat slachten in plaats van filosofisch en theologisch gezien zijn eigen vlees, dan is dit een verbondsteken tussen de mens en de mammon, degene die alles verletterlijkt. De mens moet dus met deze beelden aan de gang en ze terugvoeren tot de oorspronkelijke betekenis. Alleen zo kan de mens de mammon overwinnen. De mammon is het verdichte, verletterlijkte vlees. Hosea 14:3 – Komt met woorden van schuldbelijdenis, bekeert u tot de Here, zegt tot Hem: Vergeef de ongerechtigheid geheel en al, en wees genadig; wij bieden als offerstieren de belijdenis onzer lippen. KD stelt dat gebed een soort van offering was. Het offer was een soort gebed. Gebeden waren geestelijke offers en offers waren symbolische gebeden. Vele theologen en predikanten worden hiervoor afgehouden, en hun lekenpubliek helemaal. Daarom moet de regressie komen. Het is een ijzeren gordijn wat neergehaald moet worden. De mensen worden van kinds af aan bedrogen, ook in de theologische scholen waar alle kennis wordt uitgezifd, beknopt en populair wordt gemaakt, omdat het bestuurd wordt door het marktwezen. Mensen worden moedwillig bedrogen, allemaal voor geld. Als je van mens, dier en kind houdt : sluit je dan aan bij de regressie, de beweging die na de reformatie komt. Daarom is er de rgg, de regressief-gereformeerde gemeente, als onderdeel van de profetische ondergrond. Dit is een charismatisch project. KD stelt dat in hun tijd er een wijdverspreide leer was dat het offeren stond voor het doen van boete, dus als boete-offering die uitbeeldde dat de zondaar de dood verdiende in de heilige tegenwoordigheid van God.

hoofdstuk 10 de terugkeer van freud Het duitse Keil-Delitzsch commentaar (KD) op Leviticus (1864) stelt dat de offers een beeld waren van de afhankelijkheid van de mens aan God, oftewel aan de kennis. Dat dit zo uitvoerig en gedetailleerd wordt beschreven was volgens KD een beeld van zorg. Zo kon de relatie tussen God en mens hersteld worden. Het had allemaal een speciale betekenis in verband met de Israelitische economie, stelt KD. Het vormde het centrum van al hun aanbidding. We kunnen stellen dat het afleggen van het vlees een hemels betaalmiddel is. KD stelt dat het ook staat voor het aangeboden werk aan God. Alles wat tussen de mens en God instaat moet weg door het offer, wat dus ook een werkoffer is. De orionse planeet 'Duitsland' is een kinderplaneet, reusachtig groot, die alleen door de orionse kern, dieper in de kern, bereikt kan worden. Het is dus kernachtig Orion. Er zijn op deze wildernis planeet vele grote zeeën waarop piratenvloten zich bevinden, met piraten die hybrides zijn tussen mens en varken, alle gradaties. Er zijn wel wat steden en dorpen, en die worden bewaakt door duitse wachters in paarse gewaden, als een soort monniken. Het zijn een soort spoken. Zij bewaken ook de poorten tot de wildernis. Deze wachters moeten ontmaskert worden. Kennen wij het Orionse ijs ? Deze gebieden kunnen alleen binnengegaan worden door de Orionse ijssleutels. Dezen moeten verdiend worden. Het is belangrijk dat de mens zo één wordt met het minderen, de honger, dat het tot een zintuig wordt, zelfs als geslachtsorgaan. Het zintuig van de honger of van het halve. Daarom gaan we op aarde door ervaringen waarin alles afgekapt wordt. Ik werd vannacht wakker en er waren allemaal grote buitenaardse katholieke natuurvrouwen om mij heen. Ze hadden lang opgesloten gezeten in katholieke kerkers. Ze waren vrijgekomen en namen mij op. Ze noemden mij Jozef. Ik moest denken aan Jozef die zo lang in de gevangenis had gezeten door valse beschuldigingen en toen onderkoning van Egypte werd, want alles draaide natuurlijk om moeder natuur. De katholieke kerk was zo afgeweken van Israel, maar nu moest het teruggebracht worden tot de wortels, tot een israelitische katholieke kerk, een ikk. Kunnen we dit doen ? Kunnen wij de katholieke bron zuiveren ? De sleutel was de rgg, de loopgangen en loopgraven in de profetische ondergrond, en het heeft ons hier geleid. Ik werd opgenomen. Ik zag prachtige buitenaardse wezens. Ik raakte in een soort hemelse vervoering. Alsof alles goed was en er nooit iets fout was gegaan. Ik was omringd door overleden vrienden en overleden familie leden. Zij waren israelitische katholieke soldaten. Ook zij hadden dit ontvangen. 'Bloed en ijzer,' zei Bismarck. Waar gaat het nu om ? Toronto was zo fout gelopen, en daarom moest de mens terug. De mens moest leren afscheiden, minderen, hongeren, om terug te keren tot de kern, tot het zintuig. Het is een honger zintuig. Het is ook een geslachtsorgaan opdat het zich kan voortplanten, en weer gaat dit via darwinistische principes dat de mens zich hiervoor moet afscheiden van de massa's. Voortplanting is iets filosofisch, iets theologisch, iets israelitisch-katholieks. Duitsland leidt dus terug tot het ware, minderende katholieke : het israelitisch-katholieke. Jozef de dromer, zo dromerig, oftewel minderend. Katholiek betekent algemeen, oftewel de context, wat dus inclusief de regressie is, dus moet men wel terug naar Israel. Israel is Jakob, en die

worstelde met god op pniel om te minderen. Zo kwam hij tot het honger zintuig. De katholieke kern wordt zo gezuiverd. Het ligt te diep in de mens om zomaar te negeren. Men moet klaar komen met het katholieke mysterie. Ook de reformatie en de regressie is iets katholieks : terug naar de context. 'Bloed en ijzer', zei Bismarck, terugwijzende op de Napoleonitische oorlogen. Napoleon scheidde zich altijd van de massa's af en had oog voor de context. Wat stellingen van Napoleon : 1. Terug naar de moederborst 2. godsdienstvrijheid 3. Val van het medische rijk 4. komen tot de logistiek (profetische leiding) 5. komen tot je unieke individu, niet de massa productie 6. terug tot de natuur en de natuur limieten 7. afschaffing van de marteling om gedwongen informatie te winnen (afschaffing eeuwige hel) Het katholieke had ook goede principes : 1. loon naar werken 2. het vagevuur (het toetsen) Dit werd zonder pardon door de reformatie overboord geholpen. Katholiek is een grieks woord (katholikos). Rome had Israel ingenomen en plunderde aldaar, en maakte zo de katholieke kerk tegen de oorspronkelijke israelitische inzettingen. Maar daarvoor was er het griekse wereldrijk van alexander de grote, en dat moeten we allegorisch nemen. Hij nam ook Israel en Egypte in, en dat betekent dat we studie moeten maken van Israel en Egypte. Alexander de Grote maakte een Grieks amalgaam van deze culturen. Toen kwam het Roomse amalgaam, en toen het Duitse, en nu moet het teruggevoerd worden tot Israel om het cirkeltje rond te krijgen, dus we hebben te maken met een cyclus van een israelitisch-katholiek amalgaam. Ook het allegorische pinocchio verhaal moet teruggevoerd worden tot israel. Pinocchio kwam uit de wonderboom van Israel oorspronkelijk, als een beeld van de boom geplant aan waterstromen. Ik had een droom dat het Pinocchio verhaal verder uitgediept moet worden. Ik heb altijd grote interesse voor het Pinocchio personage gehad. Pinocchio is een beeld van het honger zintuig en het honger geslachts orgaan, en heeft dus een Davidische oorsprong. Het Davidische geslachtsorgaan leidt terug tot de kinderen die verdronken waren in de Nijl, wat ook het geheim was van de exodus, opdat ze bomen zouden worden geplant aan waterstromen. Zij groeiden in de bomen, waar ook de tweede bijbelse poëzie over spreekt. Zo kwamen zij uiteindelijk voort uit de bomen, net als Pinocchio. De boom is een beeld van de visvangst. Alle taken en bladeren vormen de netten waarin het vlees verstrikt raakt en sterft, opdat het geestelijke wordt geboren. De boom is de fallus die verstrikt raakt in de vagina, en dit is het geheim van de voortplanting. Hier beuken het kehatitische verschijnsel en het houdini verschijnsel op elkaar in, en het is daadwerkelijk als een stockholm syndroom. Het is dus zwaar psychologischfreudiaans. Wat is er daadwerkelijk gaande. Het is niet wat de mens denkt dat het is. De mens kan het niet in hokjes stoppen. De mens mag komen tot de hemelse psycho-analyse opdat het verhaal zichtbaar wordt en uitgelegd. Freud zal terugkeren. Kan de mens Freud verslaan, Freud verstaan ? De mens staat recht tegenover Freud op het strijdveld van Pniël. Oh, de mens denkt alles zo goed te weten. 'Dit is dit en dat is dat.' De mens heeft alles al in hokjes en vakjes als een hamster fokkerij. De mens denkt alles al in kannen en kruiken te hebben,

en het is gewoon allemaal overgenomen van anderen. De mens denkt zelf niet. Daar is de mens te lui voor. Maar nu staat de mens recht tegenover Freud. Zie daar maar eens langsheen te komen. Nog steeds zo'n grote mond over wat sexualiteit wel en niet is ? Het is iets diep psychologisch, en de mens loopt maar wat te gissen en met wat kinderachtige natte vinger werk denkt de mens wel eventjes alles te kunnen vertellen erover, gewoon vanuit boekjes. Freud prikt door al die fabeltjes heen. De mens zal plat gaan. De mens heeft dingen aangeraakt die het niet mocht aanraken en staat nu onder hoge stroom. Kabels beginnen door te branden en om te wisselen. De mens heeft er een rotzooi van gemaakt in zijn zwakzinnige snelle zelfovertuiging. 'Nak', zegt de mens. Weer een snelle conclusie gemaakt, en de mens is er maar wat tevreden mee geweest. 'Zo, mooi opgelost, alles weggekieperd in de vuilnisemmer,' maar die vuilnisemmer is zo overvol geraakt dat het is ontplofd, en Freud kwam eruit, en nu staat Freud rechtstreeks tegenover de mens. En wat nu ? De mens komt niet zomaar langs Freud heen die overal doorheen prikt. Nee, de mens komt niet zomaar met zwakzinnige en belachelijke ideeën weg die de mens zomaar uit allerlei roddelblaadjes heeft gehaald, die overigens puur voor de verkoop waren, niet voor de waarheid. Freud prikt er doorheen. Freud prikt door de vleselijke mens heen. De mens denkt een groot Rome te hebben gebouwd, maar Alexander de Grote is teruggekeerd. Het katholieke wordt gezuiverd in Israel, aan Israel getoetst, en alleen het israelitisch-katholieke zal overblijven. Waar blijven de praatjes van de mens als hij tegenover Freud staat ? Wie was Freud ? Hij had Israelitische ouders en kwam uit Oostenrijk-Hongarije (1856-1939). Hij was grondlegger van de psycho-analyse en beschreef de menselijke verschijnselen in de diepte. Laten we beseffen dat Freud een veel dieper buitenaards enigma is. Freud zal terugkeren. Kan de mens Freud misleiden, of heeft Freud de mens alreeds misleidt ? Is hij een visser van mensen ? Het vlees van de mens zal verstrikt raken in de hogere buitenaardse netten, of is dat al lang geleden gebeurd en is de mens daartoe aan het ontwaken eindelijk ? Laten we kijken hoe een man zijn sexualiteit beleefd, in de stad : als het even kan dan beleefd de man dit door geld en zijn stropdas, die overigens het honger orgaan heeft vervangen. De dommere man die geen geld of stropdas kan bemachtigen doet dit door veel te vreten, of door zichzelf op te pompen. Bovenstaande methodes zorgen dat de zintuigen dichtslibben, dus er is geen kruis meer, maar drugs, en dit geeft oppervlakkige, verdwaasde gevoelens die niet diep gaan, zinloos genot dus, waardoor de man geestelijk sterft. Daarom is bovenstaand verhaal nodig. Het honger orgaan en zintuig opent de kanalen van dromen en visioenen weer. De man wordt weer gevoelig, kruisdragend, en zo weer nomadisch. Zo kan hij gaan tot de boom des levens. Laten we denken aan Absalom, de zoon van David, oftewel zijn innerlijke kind, die verstrikt raakte in de boom, als een vis in een net. Het innerlijke kind zocht het vaderlijke vlees te doden, opdat het tot de moeder zou kunnen komen. In die zin moet het kind zijn eigen vadervlees die het altijd beter weet verslaan. Hierdoor raakt het kind verstrikt in hemelse netten om opgenomen te worden. Dit is dus een hele diepgaande allegorie van de boom des levens in het paradijs, als verdieping van het pinocchio verhaal. De mens moet terugkeren tot Freud. De mens staat oog in oog met Freud op Pniël. Raakte Alexander niet zelf verstrikt in het Israelitisch-Egyptische net toen hij het probeerde te veroveren, te doorgronden ? Net als Absalom, net als Pinocchio, net als Adam die verstrikt raakte in de netten van de boom van kennis, de boom van ra. Hij verdronk in haar, in Eva. Zo ontving hij zijn visioenen. Als we kijken naar het verhaal van Simson en Delila, dan werd Simson door Delila gechanteerd in de grondteksten. Ik dacht altijd : Hoe dom kon Simson zijn om zijn geheim prijs te geven, maar in de grondtekst werd hij gechanteerd. Hij was verslaafd aan delila, en zij zou hem haar lichaam, haar sexualiteit onthouden als hij zijn geheim niet zou prijsgeven. Dan nog is het dom, want hij wist waar zij op uit was, maar er was iets veel diepers gaande. Simson was helemaal onder haar hypnotische macht, als in een stockholm syndroom. Delila is D-L. De L is de voortijdse letter van de honger, de halal, en de D is de hangende vis, of een persoon met een hangende vis, als een beeld van de opname, wat door de honger gebeurt. De honger is een visnet. 'Simson, de Filistijnen

over u'. Zo ging hij in gebondenheid. Zo werd hij in de grondtekst bij zijn fallus gegrepen, en zo werd hij blind gemaakt. Hij kwam op een plaats waar hij aan zichzelf stierf door aan het collectieve zelf te sterven. Hoe duister is dit ? Hoe freudiaans is dit ? Wie dit gaat lopen verletterlijken doet het puur voor de verkoop, niet voor de waarheid. Maar hoeveel moet de mens betalen om tot de waarheid te komen ? Freud zal wederkeren om orde op zaken te stellen in een verwaarloosde katholieke keuken. Freud zal terugkomen om dit Italiaanse corrupte pizza restaurant onder handen te nemen. Wat voor een duistere zaken zijn hier wel niet gebeurd ? Wat is hier wel niet allemaal verdraaid en weggemoffeld door de maffia ? 'Ja, nee, wij zijn hedonistisch', zegt de mens dan. 'Leven allemaal voor de sex. Sex dit, sex dat, weten precies wat het is. Hup nog een keer, en nog een keer, kan niet op,' maar de waarheid is dat de mens nog nooit sex heeft gehad, omdat de mens helemaal niet weet wat het is, en als de mens het zou weten zou de mens bang worden van sex en ervoor op de loop gaan. De mens is slechts een ijlende feutus. Wat een vleselijk gedram, allemaal als goedkope drugs om de diepere zintuigen van het kruis te doden. De mens wil graag oppervlakkig blijven. Mens ? Nee, het zijn geen mensen. Het zijn parasieten. De mens bestaat helemaal nog niet. De schepping is er nog niet geweest. Napoleon heeft gelijk gehad. De mens moet nog geboren worden. De aarde is een verknipt sex-restaurant of bdsm-restaurant. De mens is een geslachtsziekte. Je bestaat nog niet. Deze realiteit is opgedrongen. De mens waant maar wat. Maar nu heeft de mens een ontmoeting met Freud. De zweep gaat door de katholieke keuken, dit maffia restaurant. Tafels worden omgekeerd, kooien worden geopend. Wat heeft de mens aan al zijn geld nu corona is gekomen ? De mens wordt gemonitord door corona. Freud is niet zonder zweep gekomen. Sex in de stad staat voor snelle zelfovertuiging, overmoedige verbindingen, snel conclusies trekken, lekker aan de drugs, niet eerst toetsen, maar vertrouwen, vertrouwen, snel vertrouwen, blind geloof. Dat is wat stadse sex is, en is dus helemaal geen sex want zo wordt juist de verbinding niet gemaakt. Zo springen alle zintuigen van de mens kapot, en parasieten eten en drinken hun buikjes vol. Geloof het niet, als je sex in de stad ziet. Het is een valstrik, een reclame spot. Ze willen je laten denken : 'Jij kan het ook doen, want zij doen het ook.' Dat wil niet zeggen dat sexualiteit op zich verkeerd is, maar je moet eerst de geesten van valse, stadse sexualiteit overwinnen. Hoe durft een mens dit allemaal op te noemen als de mens niet eens naar Pniël is gegaan om het te toetsen ? De mens speelt graag met de knopjes, en is trigger happy. De mens besteld maaltijd na maaltijd en kijkt niet naar wat er inzit. Zo vreet de mens tot zijn verderf, en sexuele en religieuze vraatzucht leidt ook tot verderf. Er zijn in die zin vele wegen die tot Rome leiden. De mens is een vleselijke tovenaar, grijpt te snel naar de stokjes. Het kruis wil de mens niet. De mens wil niet hongeren. Alles moet snel snel. Hup, slik de hamburgers maar in, je bent er nu toch, en ieder ander mens doet het ook. Maar de mens wordt bedrogen, door reclame spotjes. Ze lokken je ergens in. Het is allemaal kudde mentaliteit. De mens : een dom fokschaap. Je kan er uren naar staren in de hoop dat het veranderd, maar het zal niet veranderen. Jij moet zelf veranderen, en jezelf afscheiden. Napoleon maakte de massa's tot zijn vijand. En Napoleon was een belangrijk fundament voor Nietzsche. De mens is een sexuele vraatzuchtige. De mens is spekdik hierdoor geworden. De monsters van sexuele vraatzucht zijn gedrochten. Ze vreten alles wat los en vast zit. Ze willen niet studeren en onderzoeken, maar snelle conclusies maken, snelle verbindingen, ook als het helemaal niet past, en allerlei nuances nog ontbreken. De mens brandt zichzelf af. Totaal, door deze sexuele vraatzucht. De mens gaat graag naar allerlei sexuele restauranten. Hapje hiervan, hapje daarvan, maar heeft de mens door wat de mens eet ? Nee, de mens is stekeblind. De mens moet juist filosofisch en demononologisch met sexualiteit omgaan, en niet rechtstreeks, hedonistisch. De mens kan alleen ascetisch met sexualiteit omgaan, anders is het geen sexualiteit meer maar bedriegelijke zelfsabotage. Wat voor een karma zal er hierover gaan komen ? De mens is zichzelf hiermee aan het vernietigen. Zelfmoord is een verslaving geworden. De stijfkoppige mens wil gewoon niet leren, en nee, het zal niet veranderen. Je moet zelf veranderen. Het beest, het vlees, zal zich niet bekeren,

stelt openbaring, ook niet als de grote plagen komen. Openbaring 16 8 En de vierde goot zijn schaal uit over de zon en haar werd gegeven de mensen te verzengen met vuur. 9 En de mensen werden verzengd door de grote hitte en zij lasterden de naam van God, die de macht heeft over deze plagen, en zij bekeerden zich niet om Hem eer te geven. 10 En de vijfde goot zijn schaal uit over de troon van het beest, en zijn rijk werd verduisterd, en zij kauwden op hun tong van pijn, 11 en zij lasterden de God des hemels vanwege hun pijnen en vanwege hun gezwellen, en zij bekeerden zich niet van hun werken. Zo was het ook in de dagen van Sodom en Gomorra en de dagen van Noach : men at en dronk, en men huwde. Men rotzooide sexueel en religieus maar wat aan. Sexuele vraatzucht, de wormen van de aarde komen om de mens te verslinden. De mens denkt dat hij het zelf is, maar het zijn de wormen die in de mens gevaren zijn. Deze wormen worden groot, zeer groot, door al hun vraatzucht. Zo walgelijk is de mens. En er is helemaal niets. De verbinding is niet gelegd, maar er kwam juist meer afstand. Het was als de nieuwe kleren van de keizer. Dit is de apocalypse. De mens is zombie. De mens is geen mens. Parasieten vieren feest in de mens, om de profeten te teisteren. hoofdstuk 11 de freudiaanse theologie Israelitische kinderen werden van jongs af aan onderwezen in de Israelitische leer. Ze konden het wel dromen, en ze konden het opzeggen zoals ze hun namen kenden, stelde de katholieke exegeet George Lee Haydock (1774-1849) in zijn commentaar op psalm 1. Dit was het Israelitische zaad en in de grondteksten dit zaad was bloed. Het waren bloed-kinderen. Als wij tot de natuur moeder komen om haar ons zaad te geven, laten we dan bedenken dat dit bloed is. Alleen als het vlees sterft komt er leven. Kijk hoe ze dit in de stad hebben verdraaid. De varkensmannen komen tot de vrouw met hun dikke vette buidel geld, met hun stropdassen en dikke vette auto's. Voor hen die niet op deze blitse manier kunnen protsen met hun vlees is er nog altijd de manier van het vele vreten of hun lichaam op een andere manier op te blazen, om zo met gedoste veren te pronken voor de stadse vrouw, die al op jonge leeftijd oma is en met de oma sloffen rondloopt, hevig is gepensioneerd, en de man alles laat opknappen. Zij is de schoonheid van oma, en hij moet met een dikke buidel thuiskomen, met zijn viezigheid en smerigheid om te laten zien dat hij gewerkt heeft. Nee, dat is niet voor de vrouw. De vrouw in de stad is niet geemancipeerd. Dat laten ze allemaal aan de man over, en zo is alle sexualiteit verdraaid. De man denkt dat het leuk is om met opgeblazen parasieten te pronken. Geld en stropdas is een eerste keuze altijd maar weer, want de stadse vrouw is belust op macht. Dikke auto's willen dan ook nog helpen, maar zij die dan niet begenadigd zijn om een fletse bureaucraat te kunnen zijn die moeten het doen met andere lompe, logge truukjes. Holle bolle gijs is in de stad gekomen : en maar schrokken, grote brokken, een koe en een kalf en een heel paard half, een os en een stier, en als dat allemaal niet wil lukken, dan is sexuele vraatzucht ook een oplossing, want dan krijgt oma nageslacht in ieder geval : een leger van oma's, en opa's natuurlijk. Heerlijke verwennerij, en goed voor de cosmetica industrie. En daar marcheren ze hoor, stekeblind en doof. Dat geven ze gewoon toe. Het honger orgaan kennen ze niet. Minder is meer kennen ze niet. Er is

geen ware vruchtbaarheid, maar oma werkt met reageerbuis truukjes. Die parasieten planten zichzelf wel voort op andere manieren. Maar laat de mens beseffen wat de zaadlozing is voor de voortplanting : bloed. De Israelieten waren bloed-kinderen. De boom aan waterstromen is volgens Haydock een palmboom, als beeld van een lang leven, ook als beeld van de eeuwigheid. Haydock noemt het een psalm waarin de bokken worden afgescheiden, als beeld van de afscheiding van de zonde. Als je dit allemaal letterlijk moet nemen wordt je stapel en stapel gek. Als je het leven letterlijk moet nemen en alles wat mensen zeggen wordt je ook stapel en stapel gek. Het is allemaal allegorisch. Daarom moet Freud terugkomen, de psycho analyse. Als er geen psycho analyse is, dan is alles psychopathisch. Kijken we naar Kain, dan hebben we het over het land Nod, wat ook nog ritmisch gezien in het woord India ligt, nd. Dit is in principe gewoon een Israelitisch-katholieke vertakking die op de context wijst. Kain was de landbouwer, oftewel hij werkte met de bomen, de planten, die beelden zijn van de visvangst. De boom stelt een vis voor die in de netten verstrikt is geraakt, zoals het vlees verstrikt raakt in de hemelse netten. Zo raakte Hobel verstrikt in de Kainitische netten van Nod. Hobel is in de worteltekst de ijdelheid, het ijdele protsende vlees, die zich volgeblazen heeft met adem, en daar staat hij te protsen, alsof het iets voorstelt. Ieder weldenkend mens prikt er doorheen, alleen hijzelf niet. Het is een heel treurig schouwspel. Het trekt de parasieten aan, en het vlees waant het als een vrouw. Dan waant het vlees dat hij sex heeft en zichzelf voortplant. Als dan toch de ogen van de stadse mens opengaan, wat zal de stadse mens dan schrikken. Krioelende parasieten. Geen vrouwen, geen sexualiteit, geen voortplanting, maar krioelende parasieten in zijn vlees die hem levend wegvreten. Alles is slechts een illusie geweest, en hoe vaak moet ik nog waarschuwen ! Profetische kinderen moeten dit dag en nacht op hun netvlies zien hoe de mens maar zo oliedom is en niet wil luisteren en zo weggevreten wordt door deze parasieten. Hiermee worden de profeten dag en nacht geteisterd. Maar als ze het niet zouden zien, dan zou het ook hun lot worden. Daarom vallen ook vele profeten af, want ze verwennen liever de mensen met zoete, bedriegelijke woorden van voorspoed en vrede, opdat ze ook nog een duit in het zakje krijgen. Het zijn gewoon hoed-profeten, die gewoon met de hoed rondgaan, bedelende als honden naar een kluif. Ze moeten altijd wat te kanen hebben. Ze willen de honger niet, ze willen de diepte niet, willen altijd weer naar een feestje. 'Het moet weer,' zeggen ze dan, en ze gaan gewoon. Als muizenvolkeren de ondergang tegemoet. Ze strijden niet, en willen ook niet lijden. Waar leef je dan voor ? Is al dat zoete goed voor de mens ? En zichzelf maar bedriegen alsof ze zichzelf aan de voorwaardes hebben gehouden, verdwaasd en verblind als ze zijn, leugenachtig. Alles draaien ze om, van alles trekken ze hun eigen snelkookpan conclusies, zeer luxe. Overmoedige, laffe zelfovertuiging. Zo van zichzelf overtuigd zijn ze. Hobel, Abel, was de ijdelheid in de worteltekst, en daarom moest Kain er aan afsterven. Hij moest de ijdelheid vangen in het net, net als de boom waarin Absalom verstrikt raakte. Dat is niet letterlijk. Dat is Freudiaanse allegorie, psycho analyse. IJdelheid is altijd weer de broer van de mens. De mens moet het overwinnen en tot Nod gaan. Dat is ook waar het simson verhaal over gaat. Delila, D-L, oftewel de visvangst door de honger. Waarom denk je dat de islam zo groot is geworden ? Dat draait allemaal om de L, allah, de honger. De mens wordt nu in deze netten gevangen, want de mens was afgedwaald. Nu moet de mens sterven, opdat de geestelijke mens tot leven zal komen. Daartoe is Freud gekomen, en Freud meent het. Absalom, het innerlijke kind van David, moest aan het kruis, want er was ook nog zoveel kinderlijk vlees. Sommigen willen gewoon niet opgroeien en komen tot een valse, luie vorm van kinderlijkheid, kinderachtigheid. Daartoe moest Absolom verstrikt raken in de boom, oftewel in de hemelse netten. In de grondtekst gaat het hier over exegese, en dat gebeurt door het hongeren. Zo komt de mens tot de Freudiaanse allegorische betekenissen. Ook het kindervlees moet geofferd

worden. Daarom wordt er soms ook zinnebeeldig gesproken over jong vee. Er is namelijk ook een heleboel kinderdrugs en kinderpensionering. Uiteindelijk stierf Absalom, het kindervlees, door de speer van Joav (Yowab), een generaal van David's leger. Dit wijst weer terug op Jehovah, Havah, Eva, en de voortijdse letter Vuh, of V/F, een oorlogsgodin, als beeld van de demonologie. Zij geeft ook het oorlogsonderwijs in de tweede bijbel. Al van jongs af aan moeten kinderen hierin opgevoed worden. Leidt kinderen op in de Vuh, laat hun kindervlees eraan sterven. Absalom moet vergaan door de speer van Joav, Vuh, door de kennis van Eva. Dit spreekt over de opname. Als psalm 4 zegt : 1 Voor de koorleider. Bij snarenspel. Een psalm van David. Dan zegt Jerome : tot het eind, overwinning voor hem die overwint. Haydock stelt dat het hier over vrouwen ging die zongen, om de overwinning over Absalom te vieren, oftewel over het kindervlees. Het bedriegelijke verjaardagsfeest, wat een feest is van het kindervlees, ging dit vervangen. Wij moeten dus weer teruggaan tot het feest van de overwinning over Absalom, het kindervlees, wat een profetisch feest is. Dat kun je niet zomaar elk jaar bij de geboortedag vieren. Neen, de profeten vervloekten hun geboortedag, omdat ze tot veel hogere geboortes moesten komen. Ze achten hun geboortedagen als vuilnis. Haydock stelt dat de kruisiging van Jezus ook weer terugwees op dit feest, want net als Absalom raakte Jezus aan het hout, aan de boom, verstrikt, en zo stierf zijn vlees, zijn kindervlees. Haydock stelde dat de mens wel moest offeren, anders zou de mens ten prooi vallen aan afgoderij, want in principe is het gewoon zo dat het vlees de mens misleid, dus daarom moet het geofferd worden zodat de misleiding wordt afgebroken en profetische leiding kan komen. Maar de mens komt tot God om met zijn vlees te pronken, niet om het vlees te offeren. De mens wil niet minderen. Haydock stelde in zijn commentaar op Leviticus 1 dat het offeren belangrijk was om hemels onderwijs te ontvangen. Stel je voor als een mens zijn vlees niet zou offeren, of gewoon kriskras om hem heen anderen zou offeren zonder acht te geven op het balk en splinter verhaal, dan zou vals onderwijs hem grijpen, en dat is wat er gebeurt is in deze wereld en dat is een grote verzoeking. De mens wordt zo beproefd. Als je je vlees niet offert of niet voldoende offert, dan wordt je met de grote golven van misleiding meegezogen. Het offeren is volgens Haydock een beeld van het afzonderen, zodat de mens rechtvaardigheid kan dienen. Zo zou de mens dieper ingewijd kunnen worden in de christelijke mysteriën, waarvan de aardse wet slechts een schaduw is. Leviticus 2:11 11 Geen spijsoffer, dat gij de Here brengt, zal gezuurd bereid worden, want van zuurdeeg noch honig zult gij iets als een vuuroffer voor de Here in rook doen opgaan. Geen zuurdeeg of honing, stelt Haydock, want er mochten geen compromissen gesloten worden. Je mag het kruis niet te zoet maken, het vlees niet verwennen, want dan kan het kruis zijn werk niet doen. Het boete doen wordt uitgedoofd door de toevoeging van honing, dus dan kan de mens niet meer aan God betalen. Herodotus stelde dat de Egyptenaren echter honing gebruikten in hun offers. Als bijvoorbeeld de mens te bitter wordt en boven de maat offert, dan moet er juist weer honing toegevoegd worden. Als voorbeeld kunnen we noemen de letterlijke eeuwige verdoemenis. Dan moet er weer daadwerkelijk weer honing toegevoegd worden om tot de allegorische betekenis ervan te komen. Honing wordt gebruikt om de verletterlijking te verbreken, maar teveel honing kan dus ook een valstrik zijn, zoals het verjaardagsfeest. hoofdstuk 12 de freudiaanse exegese : absalom als het innerlijke kind van david

Jozef was in de gevangenis door valse beschuldigingen van de vrouw van Potifar. Hier verdronk hij, en werd als een boom geplant aan waterstromen, om opgenomen te worden, als door hemelse netten. Zo kwam hij tot de inwijding in de egyptologie. Zo wijdde hij het gehele volk Israel in die hij tegemoet kwam in hun hongersnood. Moet je dan nu planten ? Ja ! Joav, Yowab, was de basis van de Romeinse cultus, in hun god Jove of Jupiter, die als attributen had : de eik, de arend en de bliksemschicht of zijn speer. Dit is het proces van Absalom, het kindervlees, wat aan zichzelf stierf, maar kijk wat ze ervan hebben gemaakt ? Het kindervlees wordt aanbeden in het Romeinse rijk en de katholieke kerk die daaruit voortkwam. Daarom moet de mens teruggaan tot Israel, als afscheiding van de katholieke kerk in de israelitische katholieke kerk. Dat is een absolute must ! Dan is de vur van levensbelang in dit proces. Boek 1 gaat over de pijl die het kindervlees doorboort, het vlees wat weigert op te groeien, en zo gaat dus ook de pijl door het moedervlees : 4. Paarden van vuur in de lucht, De geur van kermis overal, Zij zijn gekomen met zoveel soldaten, Rijs op in de lucht, zeg al uw moeders vaarwel 3. De pijl raakte haar hard, Het was diep, we zagen haar vallen, De pijl bracht haar over de bruggen, Tot de donkere nacht, Tot bruine bloemenvelden In vers 8 zien we de speer van Joav terugkomen (Eva, Vuh) : 8. Ze heeft haar speer opgeheven, En dan slaat ze toe, Ze raakt mijn hoofd 16. Ik herinner het schip, Het schip waarmee ze mij oppikte, Zij is een lied in mijn hoofd Dit is het overwinningslied over Absalom, over het kindervlees. 13. Niemand kan deze vrouw begrijpen, Niemand kan haar voetstappen volgen, Ze vagen gemakkelijk weg in de nacht, Ze vagen gemakkelijk weg in het zand 14. Wilde rozen groeien rondom het paradijs, Niemand kan binnenkomen Heel duidelijk gaat het hier om het verstrikt raken in netten. 17. In haar haar vond ik de sleutel, Zacht en teder trek ik het eruit, En dan opent zij haar ogen, Alsof de bliksem inslaat, Alsof er nooit iets verkeerd was gegaan

Het haar, zoals Absalom met zijn haar in de boom verstrikt raakte, maar het haar van de vrouw is tegelijkertijd ook een beeld van de visnetten. Dan wordt de bliksem inslag genoemd, wat weer terugwijst op Jove, Jupiter, de god van de romeinen, die dus is afgeleid van Joav, de generaal van David, degene die het kindervlees doorboorde. In het Aramees gooide Joav drie bliksemschichten in het hart van Absalom, drie speren, of drie plagen (demonen). Absalom raakte hierdoor in een bepaalde slaap, moest aan zichzelf sterven. 18. Wat deed je ? vraagt ze, En valt dan terug in slaap, Zij is zacht en begripvol 19. Ik ben je slot en sleutel, Ik ben je hart, Ik ben je sieraad, jouw verscheurende, Ik ben je pijn en vreugde, Je nachtmerrie en je paradijs droom 20. Ik zie mijn leger op de muren, Zij marcheren 22. Ik staar naar de vissen in de rivier, Misschien is dat beter dan een herinnering, Ik open mijn dagboeken, En plotseling word het zwart voor mijn ogen … Ik kan beter mijn dagboeken verbranden, Maar deze herinneringen gaan niet weg, Je hebt me te diep gestoken, Op hoge paarden rijdt je, Oh, wanneer ik je geheimen ken De vissen worden genoemd, als beeld van de opname, en ook de arend van jupiter is een beeld van de opname. Beiden zijn het beelden van de visserij, wat dus aan bomen verbonden is, en aan haar. Dit zijn allemaal onderdelen en schakels van het Absalom verhaal, het sterven aan het kindervlees. 25. Laat me de weg van de vis zien, Laat me zien hoe je zwemt, Laat me de pracht van de rivier zien 26. Oh, neem me weg tot het land achter de zee, Een speer door zijn hoofd, Om dieper te komen tot dit land achter de zee Absalom was als het innerlijke kind van David in die zin een soort van Oud-Testamentische messias. 28. Ik ren, brekende door muren, Want mijn herinneringen zijn naar mij op jacht, Ik ren, en dan val ik, Een herinnering heeft mij geraakt, Een pijl diep in mijn rug

29. En dan kruip ik tot de rode bloemenvelden, Wilde, rode bloemen, als bruggen over woeste rivieren, Zij hangen in mijn haar, als duistere sieraden 30. Ik vond jou in die grot, Jij en je paarden, Schilderijen aan de muren, Dit is een wereld in een schilderij Exegese is als het rijgen van sieraden, waar ook boek 3 van de vur over gaat. Exegese is een jacht op diepere betekenissen, en het is van belang tot de freudiaanse exegese te komen. 5. De cirkels jagen op andere cirkels door hun lijnen, om hen te maken tot medicijn. Zo rijgen zij hun sieraden. Om het valse kindervlees te kunnen doen laten sterven moet ook dus het valse moedervlees sterven, waar boek 1 van de Bilha over gaat, in deel 1. Hiervoor moet de mens tot de Vuh komen, de oorlogskennis. Dat is ook waar Joav voor stond, de generaal van David. Boek 2 gaat over de paradijselijke slaap. hoofdstuk 13 de reformatie De islam is een israelitisch-katholiek amalgaam. Het heeft diepe indische wortels. Het was altijd een hysterisch amalgaam. Door de onderdrukking van moslim's op de hindu's ontstond het sikhism rond de jaren 1500, een soort reformatie in het hindoeisme, voorafgaande aan de europese reformatie. De reformatie ontstond in Noord-India, in Punjab. Het sikhisme is een amalgaam van het hindoeisme en de islam. Het gaat in het sikhisme om godsdienstvrijheid, want elke godsdienst heeft dezelfde god, en het gaat om het loskomen van materialisme, van maya. hoofdstuk 14 de wachters van de duitse bossen ... Hel, de moeder godin van Duitsland, is een mysterie in de Duitse bossen. Als we kijken naar Delilah, D-L, dan is dat in het voortijds de visvangst oftewel opname, D, door de honger, L, hell of allah. De Hel helpt in het minderen. Dat is wat de baarmoeder doet. Nu, de katholieke kerk wilde als maar meer : meer macht, meer dit, meer dat, meer geld ook voornamelijk, en daarvoor bedachten ze allerlei systemen. Als kind zijnde flitste er altijd badkamers door mijn gedachten als ik aan de katholieke kerk dacht, ook badproducten, en piepende eendjes. Dat wordt er verkocht in de geestelijke wereld, door buitenaardse wezens. Als je dan zegt : de eeuwige hel of eeuwige vuilheid, dan denken mensen : we hebben een heel goed bad nodig, met goede badproducten, het liefst zo veel mogelijk om zo een goede bad ervaring te krijgen tegen de

eeuwige hel. De eeuwige hel laat mensen dingen kopen, grissen, want ze zijn ervoor op de loop. Helemaal omgedraaid natuurlijk, want moeder Hel was iets heel anders, namelijk de noodzaak om te minderen. Het is dus belangrijk om tot het mysterie van moeder Hel te komen in de duitse bossen om van al deze drangen los te komen. Het christendom op zich is een autohandel, en dit staat dus in verband met de badkamerhandel. Je hebt namelijk een goede auto nodig om naar de beste badkamerfilialen te kunnen gaan om zo een goede katholieke klant te zijn. Deze katholieke kern moet dus gezuiverd worden. Hel is de inwijder in de geheimenissen van de wildernis. Hel betekent oorspronkelijk het raadsel, het geheim, en dit moet opgelost worden, in een persoonlijke relatie met Hel, met Halal in het voortijds. Het is de letter L, het hongeren, wat dus ook voorkomt in het Delilah mysterie. Bando, bandolo, badkamertje kopen ? zo komen die aliens. Badkamertje kopen ? Omdat jij het bent voor de halve prijs. Badkamertje kopen ? Wat badproducten erbij, shampoo, badschuim, borsteltje, piepend eendje. Rigil Kent aan uw deur. En smeer je die troep op jezelf, dan ben je er geweest, want het zijn kannibalen. Ze eten je vlees. Wat moddervet worden ze ervan, grote gedrochten, door alles wat ze aan je verkochten. Bando, bandolo … bij u aan de deur … badkamertje kopen, meneer ? Zal zo goed staan in uw huisje … Lekkere geurtjes … zo fris zo fris …. En dan zoveel gemis, want we stelen alles leeg … Zeg maar dag naar je brein als je deze clowns binnenlaat. Daarom moest de reformatie komen, wat al diep in de katholieke kerk begon … de regressie … terug naar Israel … terug naar de natuur … terug naar Duitsland, naar moeder hel … Bando bandolo, badkamertje kopen ? Tandenborstel … tandenborstel … lekker je huisje boenen … anders komt de eeuwige hel … snel producten kopen … heel veel nodig … krijg je badtasje vol … kun je overal op gebruiken … op uitproberen … zie maar hoe het werkt … Badkamertje kopen, meneer ? Dan kunnen wij parasieten binnenkomen door al die smetvrees … eeuwige hel staat op de loer … De eeuwige hel werkt dus met hen samen om deze producten te verkopen … de mens staat onder druk … 'Ja, Jan, laten we het maar nemen, want we willen niet naar de eeuwige hel.' Grote paketten inkopen … Badkamertje kopen ? Nou, waar ruikt het hier toch naar … Typisch … Het lijkt wel een soort olie … En nu staat alles in de brand …. Hebben we benzine gekocht ofzo ? Alles staat in de fik … En dan komen de clowns binnen voor het verjaarsfeest … Weer een jaartje ouder … Nee : weer een jaartje weggebrand … badkamertje lopen spelen … De oma sloffen staat paraat … Lekker met eendjes piepen in het bad … Het echte werk wordt niet geleerd … Lekker religieus lopen doen op zoveel manieren … Oh alles is goed, zo goed …. Maar de ware moeder Hel is in de Duitse bossen … Als een hongerschool … Wat een gevecht … de germanen tegen de romeinen …. Het is grote oorlog … Die romeinen zijn stapelgek … Ze drinken uit lood, en verkopen hun badkamer rituelen … Hun valse religies … Maar moeder hel leidt je terug tot jezelf … Ze vist je op voor de opname, uit de rivier … Daarom D-L, Delilah … Een grote oorlog : germanen tegen romeinen … de romeinen hebben de germaanse hel verdraaid … Maar hel opent haarzelf, neemt haar kinderen op …. In haar baarmoeder worden zij wederomgeboren …. wederverlicht … als een wederverduistering … Licht is slechts wat ontstaat in de verschillende vormen en gradaties van duisternis … Een scheppingsmysterie …

Badkamertje kopen, meneer ? Gouden toilet, gouden bad, gouden kruis … Wordt je zo schoon van, zo schoon … Je ziet er niets meer van … Liefde maakt blind … Badkamertje kopen, mevrouw ? Wordt er zo schoon van, zo schoon … Je ziet re helemaal niks meer van … Liefde maakt blind … Goed voor de kindertjes ook … Zo schoon, zo schoon, dat je niks meer ziet … Alles is weg … Zo werken die dieven … Badkamer maffia, de katholieke inquisitie … Nog steeds diep in het brein van de mensen, in het bloed … zoals de badkamers je om de oren vliegen … Dat willen ze verkopen … Gouden toiletpapier … Kijk wat er op staat geschreven … Een heuze bijbel, alle zonden afgekocht … Het geweten afgekocht … door 't gouden wc papier … Hier stinkt het niet meer …. want onze neuzen zijn al weggerot … Pinocchio op 't toilet … de ene na de andere leugen, en de neus is zo door de heg gegroeid …. Nu stinkt het niet meer … Wij ruiken onszelf niet meer … want onze neuzen hangen immers in de bomen …. Wat een tragische optocht … Pinocchio met z'n lange neus, en al die pieten in witte gewaden met puntmutsen … ook wit, allemaal wit, zo schoon, zo schoon … Door al die badkamer middelen … en badkamer rituelen … Zo hebben ze ook sex en dan planten ze voort … Dit schone, schone ras, met kop en schouders boven alle anderen … Zij hebben het gemaakt … Zij ruiken niet hoe zij stinken … Hun neus hangt in de bomen, hun ogen uitgestoken …. De filistijnen over u, simson … De katholieken zijn gekomen … De medischen met hun apparaten … Want je moet aan hun normen voldoen … Hup, het bad in … En als hun producten er niet aan te pas komen, dan ga je naar de eeuwige hel … Wat een tragische optocht …. wat een pinocchio's …. Badkamertje kopen ? Nee, dank u … Wat bad artikelen dan ? Nee, dank u … Waarom bent u hier dan nog ? Hup naar de eeuwige hel … Het kan u allemaal niet schelen … Maar wij gaan tot de ware moeder hel in de duitse bossen … Zij wast ons in het hongeren … Luxe badkamers te koop …. Laat maar … Luxe badkamers te koop … Ik zei laat maar … Wat ? Oh, ben je soms doof ? Pinocchio's oren zijn gegroeid … Hangen ook in de bomen … Dat komt door het vele luisteren naar leugens en ze blindelings geloven … Geen neus meer, geen ogen en geen oren … Bam … allemaal door de badkamers … Wat een goed idee … Wat een gat in de markt … Badkamer spoken in het huis … paarse gestaltes van de katholieke inquisitie … Zij bewaken de poorten tot de wildernis … Er glijdt iets lichts over mijn nek … badkamer prinses … badkamer prinses … Heb ik die reclame niet eerder gehoord ? Alsof je de hoofdprijs hebt gewonnen ... Ze zit hoog op de troon, hoog hoog … En dan rollen ineens de koppen …

Badkamer prinses … En haar moeder is nog erger … Nee, geef mij dan maar moeder hel in de duitse bossen … Ik heb genoeg van alle spaanse spoken en italiaanse spoken … katholieke spoken die mij hun producten aansmeren … badproducten … badkamers …. altijd maar weer … terwijl er een zwaard boven je hoofd bungelt, boven je nek … dan glijdt er iets lichts over … badkamer prinses … badkamer prinses … Dat is wat die cobra's fluisteren … slangen koninginnen … Neem je de prinses, dan ben je gewaarborgt dat je niet de eeuwige hel inhoeft … En dan hok je met haar en dan krijg je babies … En die kunnen allemaal meemarcheren … In deze badkamer dynastie … Je zaad wordt afgetapt door al deze glijmiddelen … Badkamer producten … So smooth … En dan wordt je zaad er ook voor gebruikt, opdat je deze middelen voortbrengt … Je bent niets anders dan een machine in hun fabriek … Hup druk de knopjes maar in … Ah, daar komt mijn badkamer prinses … Spons erbij, piepend eendje, hup daar gaan we weer … En de demonologie wordt niet geleerd … nee, nee nee … Geen ogen meer, geen oren, geen neus meer om mee te ruiken … Wij zijn kinderen van pinocchio geworden … Leugens maakten ons zo … Is dat niet verschrikkelijk ? Daarom terug naar moeder hel in de duitse bossen, want deze hemel is bedrog … maar hoe komen we daar ? Kijk al die spaanse spoken eens draaien … Hoe komen we door deze mijnenvelden heen ? Woest en haastig draaien de messen … En zo leerde ik een nieuwe dans … Ik was een slaaplied danser … Want de mens was te vroeg opgestaan … Verlangende naar zijn bad, zijn badkamer prinses, badjas en ochtend krant … Ik was een slaaplied danser … In het leger … Terug tot de duitse bossen … Terug over de heg … De duitse spoken achtervolgden mij … En een roepende badkamer prinses … Kom terug, kom terug, want in het bos zul je sterven … Daar is de eeuwige hel … En daar wilde de badkamer prinses mij voor besparen … Wat een lieve, goede badkamer prinses … Met haar oma sloffen …

De oorlog kende ze niet … Alleen bedrog op bedrog … Op de dikke boterham … Dikke vette plakken ham … Boter erbij, goed voor het hart … Badkamer prinses badkamer prinses … Bij jou was ik toch wel een prins in een fles … Ik ben uit dit koningshuis gevlucht … Heb het brandende schip verlaten … Kijk haar eens schreien en roepen … Oh geliefde prins, denk toch aan je kinderen … Denk toch aan de badkamer keten die we hadden … Denk toch aan de business … Aan al het geld waarin we zwommen … Dat was toch een bad op zich … Nee, ik denk liever aan de armen … Ik ben liever in de duitse bossen bij moeder hel … Och lieve prins, denk toch aan al onze cliché's … Lekker makkelijk Nee, nee, ik denk liever aan de armen … Oh bah, wat saai … Hebben we dat al niet eens eerder gehoord ? So what ? Ik kan het niet genoeg horen … Al moet ik het de hele dag horen … Oh bah, wat een saaie prins … Nou, ga dan het bos maar in … Met jou ben ik klaar … Ik neem wel een nieuwe prins die minder saai is … (moet je opletten hoe hier het woord armen niet genoemd wordt … dat kunnen ze niet door de strot krijgen … dat wordt welbewust genegeerd) Brieven uit de hel … En zo was ik alleen in het bos, op zoek naar moeder hel … Als een germaan strijdende tegen de romeinse bedriegelijkheden … Zoveel spoken op de loop … Ik ging van boom tot boom … En ergens werd ik opgenomen ...

hoofdstuk 15 het eeuwige onderwijs Wat betekent het geven van tienden ? Het betekent je zaad geven, oftewel je innerlijke kind, als een kind tot God komen. Doem betekent gewoon besnijdenis in het Egyptisch. De eeuwige verdoemenis is de eeuwige besnijdenis van het vlees, eeuwig in de zin van volkomen. Toen Hosea tot Gomer kwam, de volkomenheid in het Hebreeuws, was dit als een eeuwige verdoemenis, oftewel volkomen besnijdenis voor hem, van zijn hart. We noemen dit ook wel het eeuwige kruis, als een beeld van de volharding. Geduld heeft zijn eigen oogst, op zijn eigen tijd. Volkomenheid is ook thummim in de israelitische talen, en zoals we weten was dat een toetssteen. Dat is alles wat de eeuwige verdoemenis is. Het ligt diep in de mens om alles te toetsen. Leviticus is een kruis in het OT. Dit boek gaat vaak over het volkomen offer, als een volkomen overgave. Ook het kind is hiervan een beeld. Merk op hoe het kind in verbinding staat met de eeuwige verdoemenis. Abraham moest zijn innerlijke kind offeren : Izaak, wat ook het sukki woordritme in zich heeft wat volharding betekent in het voortijds. Abraham moest zijn innerlijk kind offeren, als een beeld van het geven van tienden, zijn zaad, om zo tot God te kunnen komen. Hij moest Ismael overleveren aan de honger, de tocht door de wildernis. In de islamitische theologie bouwden Abraham en zijn innerlijke kind, Ismael, zo Mekka, of Bakkah, de oorspronkelijke naam van Mekka. De eeuwige verdoemenis is dus het rondmaken van de cyclus, als een cirkel, als een lasso, een strop. We kennen allemaal het anaq teken van Egypte wat een kruis is met een rondje erop als beeld van de strop waaraan het vlees moet sterven. Het is een beeld van de eeuwigheid, en de anaq komt ook weer voor in het boek Spreuken, waarin het een lieflijke krans van hemels onderwijs is om de hals. Ook Jezus moest deze tienden betalen. Hij werd verraden, verstrikt door Judas, en Judas is Grieks voor Juda, waaruit Jezus voortkwam, als zijn innerlijke kind, en Juda komt van yad, de fallus, oftewel de zaadgever. Judas, Juda, of de yad, eindigde aan de strop, oftewel werd van zijn vlees besneden. Jozef, het innerlijke kind van Jakob, moest de put in, werd ook verraden, vals beschuldigd, verstrikt, en kwam zo de gevangenis in, wat ook allemaal een beeld is van de vagina binnengaan. Toen Noach de ark binnenging ging hij ook de vagina binnen om zijn zaad te offeren, om te komen tot de besnijdenis, waar ook de wijngaard een beeld van is waar hij toen tot kwam, na de zondvloed. De man is de iysh in het Hebreeuws, ook een woord voor dienstknecht, de geleide, en de vrouw is een beeld van de provider, de leider, de verschaffer van kennis, zoals Eva in het paradijs (eva, jahavah, god). Het is allemaal heel logisch. De man is de plug, en de vrouw is de opening waardoor het signaal gaat. De plug pikt het op en geeft het door als kanaal. Het zijn allemaal technische termen. Theologie is een model van hemelse technologie. Dit kan op verschillende manieren weergegeven worden. Ook visnetten zijn beelden van de eeuwige verdoemenis, en de boom beeldt uit dat een mens hierin verstrikt raakt om zo opgenomen te worden nadat hij dus voor eeuwig aan zijn vlees is gestorven. Hij wordt dus opgenomen door de valkyries, en het is niet zo vreemd dat het boek leviticus Vayikra heet in het Hebreeuws. Opname na eeuwige verdoemenis van het vlees dus, na eeuwige besnijdenis, als door een lasso. Het vlees moet hiertoe verstrikt raken. Dit is een mysterie in de duitse bossen, waar de valkyries leven, ook wel de walkuren genoemd. Zij brengen de mens terug tot odin, of eden, oftewel het paradijs, wat een omheinde hof betekent. Eden, van de aramese dn wortel : marteling als beeld van de exegese, inwijding in de geheimen.

Het kruis waar Jezus aan hing had aan de bovenkant de doornenkroon, als een beeld van het afsterven van alle vleselijke gedachten, ook weer terugwijzend op de anaq, het egyptische kruis, en de salomonische krans van hemels onderwijs, als het ware beeld van de eeuwige verdoemenis, waartoe Jezus afdaalde, om door zijn voorbeeld de gevangenen vrij te zetten. Dit is een eeuwig onderwijs. hoofdstuk 16 het ragnarok verschijnsel in de vur en de bilha Het grote mysterie : Adam, dam, hebreeuws voor bloed, of dam, doem in het egyptisch als de besnijdenis, komt tot de boom van kennis, waar Eva staat met de vrucht. Eva, of havah, of yahavah wijzende op joav, david's generaal die de hangende absalom had gespietst, als beeld van het kindervlees van david. Zo komt de kennis vrij als vrucht. Deze boom was dus brandende, en denk dan aan de brandende braamstruik waartoe Mozes kwam, en aan de boom geplant aan waterstromen in psalm 1, wat allemaal beelden zijn van de opname. De boom is de verbinding tussen hemel en aarde. Elia of L zou terugleiden tot de moeder, stelt Maleachi, oftewel de honger die terugleidt tot de natuurvrouw. Ragnarok, een jongen met grote oren, prachtig kereltje, zo magisch, terugwijzende op de exodus die leidde tot sukki, de volharding. Het komt aan op deze link tussen honger en volharding. Zo kun je de diepte in gaan om alle realiteiten die op je geprojecteerd zijn te ontvluchten. Soms raak je vast, en dan moet je weer hongeren en volharden, en dan kun je weer verder verdiepen. Ook als je vastraakt kun je altijd verdiepen. Dat is de boodschap van Ragnarok en exodus. In de bilha wordt dit ook wel de tahulen genoemd. Laten we kijken naar de psalm van ahn tot de zwarte godin in het derde deel van de bilha. Ahn is een orionse david : 1. PSALM TOT DE ZWARTE HEERIN 1. Psalm van Ahn tot de zwarte moeder godin 2. Oh, zwarte Heerin, die woont in de zwarte tabernakel van de wildernis, in het diepste van de woestijn, daar waar de woestijnzee is, verduister onze valse kennis, al onze overbodige kennis, opdat wij terugkeren naar de ware kennis. 3. Verduister de vijand, ja, verstrooi hen, oh zwarte moeder godin. Ik kom tot U. Uw wil geschiede. 4. Ik laat alles achter. In het ijs sterft mijn lagere wil af. 5. Oh, nachtgodin, u bent de godin van het zwarte ijs. 6. In het Ragnarok kwam ik tot u, in het grote Tahulen. 7. Ik spreek slechts van een schilderij. 8. Het is alles wat er nog over is tussen U en mij. 9. Ik ken uw ijs-theologieën. Ik heb vele boeken erover gelezen. Nu leef ik slechts in een droom. 10. En zie dan, het ijs kwam om te vertragen. En ik raakte onthecht van de materialistische realiteit. 11. Ik viel in een slaap, en ging door het schilderij. 12. Nu ben ik weer terug, en alles is slechts een herinnering.

13. Uw kunst museum wil ik weer bouwen, opdat ik dichtbij u zal zijn. 14. In de ijsziekte herschiep gij mij. 15. U laat werelden ten onder gaan in ijs, voor een nieuwe schepping. 16. U doet alles bevriezen om uw schilderijen te maken. 17. U doet hen bevriezen die hun speren opheffen tegen U, oh zwarte Heerin. 18. U bent de ijsgodin. 19. Over de ijszeeën roept Uw stem ons. 20. Waar de Walkuren de bevroren zielen opvissen. 21. Zij staan aan de kusten met hun netten. 22. Oh, alleen zij die ijsziek zijn kunnen u verstaan. 23. Zij hebben alles achter zich gelaten. 24. Zij kijken niet meer om. 25. In de ijsziekte wordt alles gemengd tot een nieuwe schepping. 26. Het verleden is niet meer. 27. Haar ijsstormen woeden over de werelden voor deze reden. 28. En haar ijszeeëen zullen zeker overstromen, om werelden in te nemen voor Haar. 29. Meedogenloos is Zij met het verleden. Zij laat er niets van heel. 30. Ik kijk toe hoe ze te werk gaat. Ik kijk toe hoe Zij Haar speer opheft tegen het grote zwarte ijsvarken. 31. Het woeste beest drijft Zij in het ijs waar het ten onder gaat. 32. Zij kan het verleden niet laten bestaan. Maar dan mengt Zij alles. 33. Het verleden is nog slechts een tent, als een huid op de achtergrond. 34. Het verleden bloedt leeg in Haar kookpot. 35. Met gemak snijdt Zij door kelen heen. Alles moet veranderen. Dit komt ook weer terug in het vierde werk van Heracles. Jezus spreekt ook over dit ijs om los te komen van allerlei kleverige familie banden. In deel 2 van de Bilha komt tahulen terug in het boek Kutta : 12. KUTTA 1. Nahum rijdt op zijn buffel, In Kutta is zijn woonplaats, Waar de hyena's jagen 2. De lucht is vol met bloed, Als het grote Tahulen, Op haar waterbuffel gaat zij over de ondiepe rivier, Nahum volgt haar 3. Zij leert hem de jacht, Hij moet hierin leren aanhoudend te zijn, Om zo het kwaad te overwinnen 4. Wanneer u uw vijand achtervolgt, geeft dan niet op, Maar probeer een beter zicht op uw vijand te krijgen, Want is de vijand wel wat u denkt dat het is ? 5. Houdt vol wanneer u de vijand bestrijdt,

Maar weest hierin geen vijand van de Heerin, Laat Bosse uw hand leiden en uw voet blokkeren In de psalm van Ahn werd het tahulen al gelijk gesteld met het ragnarok. Ragnarok is rag-n-rag, wat ook goed voet na voet kan betekenen, want ragal is een hebreeuws woord voor op de voet gaan, en rag is dan gewoon een afkorting ervan (regel betekent voet in het hebreeuws). Het betekent onderzoek doen in het hebreeuws, dus van onderzoek tot onderzoek gaan, en het is verbonden aan spionnenwerk. In het voortijdse is dit ook wel het pad van halal, het hongerpad, wat een hongertocht is, waar ook ramadan voor staat, rama of abraham, die terugkeert tot eden, oftewel de terugkeer tot odin, wat door de valkyries gebeurt. Eden of de aramese dn wortel staat voor de marteling als een symbool van exegese en we zijn allen martelaren in deze nacht. De laatste kerk, het overblijfsel, is een kerk van martelaren. Het enige wat je dan kan doen is exegeet worden, anders blijf je in die realiteit van letterlijke eeuwige verdoemenis. Pijn is nooit een doel op zich. Het draagt een boodschap, als onderdeel van een taal. Wat is ragnarok ? We kunnen het zien in het eerste boek van de Vur : 1. Deze bruggen zijn gemaakt van bruine bloemen, Bruggen tussen jou en mij, Waar leiden zij naartoe ? Wanneer ik naar jou kijk, vaag ik weg, Wanneer ik aan je denk, laat ik je wegglijden, Dit is hoe ik mijn boog grijp, Maar ik bereik het nooit Ik had een droom dat ik in een boekenkamer was … Ik liep naar de boeken toe en zodra ik een boek wilde pakken gleed mijn hand weer terug, en dan deed ik het weer en weer gleed mijn hand terug … Dat is wat ragnarok is … We mogen alleen boeken benaderen door de honger … Zo zien we de grotere contexten … Zo kunnen we de dieptes zien … Deze oorlog is niet letterlijk … We grijpen onze wapens maar onze handen glijden weer weg … Dan grijpen we weer naar de wapens, maar onze handen glijden weer weg … We bereiken deze wapens nooit, want we zijn in ragnarok, in ramadan … Wij wachten op de bijzondere nacht … de grootse nacht … Zo komen we in een betere oorlog, meer gericht … Alles wordt zo beter afgestemd … 2. Ik kan niets bereiken, en ik denk dat dit nog maar het begin is, En dan bevind ik mijzelf in een bruin bloemenveld, Alleen in de bruine nacht, Een nacht in vele jaren, Kan ik zijn in de bruine bloemenvelden, Deze bruggen tussen jou en mij Dit is wat de zondvloed is … We grijpen ernaar, en weer en weer, maar we bereiken het niet … Het regent en regent maar om alles weg te spoelen, en dan zijn we in de zondvloed waarin al het vleselijke losgetrokken wordt … De nacht in vele jaren … waar de koran ook over spreekt …. De koran ging vooraf aan de reformatie, kwam eruit voort, en toen kwam de vur … het verhaal gaat verder … Uit klei zijn wij gemaakt, zoals de koran stelt … Uit de donkere, bruine aarde … Dit zijn de ware natuurbruggen tussen alles in … Kijk ze eens hangen … in de wildernis … Het zijn touwen … Wat een prachtige bruggen, en wat een prachtige natuur …

3. De pijl raakte haar hard, Het was diep, we zagen haar vallen, De pijl bracht haar over de bruggen, Tot de donkere nacht, Tot bruine bloemenvelden We worden getroffen door pijlen om ons af te pellen, want dit is allemaal onderdeel van de ragnarok, van de ramadan … Marteling is in het aramees een zeer duister beeld van de exegese, van de vertaling. Zijn wij geworteld in de islam ? Dit was het antwoord op het katholieke materialisme en literalisme. De koran sprak dat het symbolisch was. Als Jezus zegt : trek je oog uit, hak je hand af, nemen we het dan letterlijk ? Deze dingen staan ook in de koran. Nemen we het letterlijk ? Nee, natuurlijk niet, want zowel Jezus als de koran zeiden dat het gelijkenissen zijn. Waarom zouden we de eeuwige marteling dan wel letterlijk nemen ? Letterlijkheid is een tentakel van de mammon. Het moet afgekapt worden. Maar help, het groeit gewoon terug en wordt nog erger. Daarom moest de vur komen. We moeten gaan tot het hart van de mammon. We moeten de klieren van mammon kennen die deze tentakels telkens weer laten teruggroeien. Dit beest is niet makkelijk te verslaan. 28. Ik ren, brekende door muren, Want mijn herinneringen zijn naar mij op jacht, Ik ren, en dan val ik, Een herinnering heeft mij geraakt, Een pijl diep in mijn rug 29. En dan kruip ik tot de rode bloemenvelden, Wilde, rode bloemen, als bruggen over woeste rivieren, Zij hangen in mijn haar, als duistere sieraden Hier hangt absalom, want het kindervlees moest sterven. Zoals freud zegt : er is niet alleen ego en superego, maar er is ook een id, de onmiddelijke gratificatie, de snelle zelfbevrediging die grenzeloos is, het 'het'. Dit is het onopgevoede kind, als een ongetemd beest. Dat is wat mammon diep van binnen is. Het is het willen, niet het kennen. Allen kennis kan de mammon overwinnen. De vur is de natuurkennis. 30. Ik vond jou in die grot, Jij en je paarden, Schilderijen aan de muren, Dit is een wereld in een schilderij We moeten het beest weer leren berijden. Het vlees kan niet zomaar vernietigd worden, maar moet getemd worden. In andere bewoordingen : het moet vertaald worden. Dat is wat exegese doet. Er moeten commentaren op komen. Boek 2 gaat dan over een varkenskop of beestenkop op een paal. Het beest, de mammon, is dus onthoofd, oftewel zijn territoriale macht is verbroken. Dit gebeurde in een indianenstam. Zij overwonnen de mammon en de stedelijke hallucinaties die het met zich meebracht door vermindering. Voorzichtigheid is de moeder van de waarheid, stelt het boek. En dat is het geheim in het bos. Boek 3 gaat over de ontsnapping uit de stad die niet rechtstreeks kan gaan. Je kunt niet naar de

poorten van de stad rennen en dan weg zijn. Neen. Het gaat door de ondergrondse tunnels van de stad, oftewel door het leren minderen in de stad, het leren verdiepen in de stad en dan leren vertalen, oftewel de exegese van de stadse realiteiten. Dit moeten we dus toepassen op zowel de bijbel als de koran. Zo komt er ook exegese van de vur, en die leidt tot de bilha. Belangrijk is in die zin dat de oren van de mensen besneden worden. Boek 4 gaat over de ragnarok, de ijszee, die komt om het zicht te verscherpen. De mens wordt door de afzondering en eenzaamheid van de mammon losgetrokken, en door de afstand gaat de mens weer zien. De mens komt uit een diep moeras waarin de mens verblindt was geraakt, omdat alles te dicht op de mens kwam. Verdichting is een gevaarlijk gif tegen de profetische gave. Mammon wil alle profetische gaven opslokken. De mens moet zwemmen tot de overkant van de ijszee. Deze overkant zal nooit bereikt worden, maar alleen ontstaan in de ijsziekte. Het is een natuurproces. Alles zal ontstaan in onbereikbaarheid, niet in bereikbaarheid, stelt de vur. hoofdstuk 17 paradijs of pniël ? De vur 1:30 Ik vond jou in die grot, Jij en je paarden, Schilderijen aan de muren, Dit is een wereld in een schilderij We moeten het beest, de mammon, het id (het 'het') leren berijden, leren beteugelen en temmen. Het gaat niet zomaar weg, en mag niet zomaar weg. Het is de kunst om het weer op het schilderij te krijgen. De reformatie heeft islamitische grondvestingen. Dezen zijn terug te vinden in de duitse bossen, wanneer men diep genoeg gaat. Dit heeft zijn pijlers in de ramadan, of de germaanse ragnarok. Rahman is boek 55 in de koran, wat erbarmer betekent en een afkorting is van de ramadan, want de ramadan is het pad van het hongeren en het geduld, ook in het oordeel, als de uitstellende barmhartigheid. Hierover gaat boek 1 van de vur ook. Er wordt niet snel naar de wapens gegrepen, maar er wordt op gevast. Er wordt juist ontwapend, maar niet op een roekeloze manier. Het vlees wordt ontwapend. De mens wordt aangesloten op de geestelijke bron door het hongeren. Het boek vertelt over de natuurgrenzen. Boek 109 van de koran is het afscheid nemen van de grenzen van mensen om zo te komen tot de grenzen van God, oftewel de natuurgrenzen. In boek 113 zoekt de mens zijn toevlucht in het ochtendgloren, wat ook de naam van het boek is. Falaq heet het boek, oftewel Vuh-loki of Vuhlogos, het woord van de oorlogskennis, wat het oorlogsonderwijs is. Wij zijn allen hongersoldaten, hongerjagers. Laten we kijken naar boek 100 in de vur : 100. DE MORGEN

1. Ze nodigde mij uit door haar ogen. Ze namen me op hun schip. Uit de duistere golven van duivelse zinspelingen wordt de mens getrokken op de ark van Noach in de zondvloed. De ogen zijn een beeld van profetische leiding, niet de leiding van mensenvlees. Mensenvlees wordt volgens freud geleid door het id, de onmiddelijke zinsbevrediging. Het id kent geen restricties maar is roekeloos. Alles draait om het zogeheten plezier principe, altijd kiezen voor plezier, en lijden en tucht, moeite en ongemak ontvluchten, uit de weg gaan. 2. Ze gaf mij een boek van vreemde verhalen, psychedelisch. Deze verhalen hadden geen verhaallijn. We komen dan in een nieuwe soort chaos. We zien nog niet wat het betekent. Het is profetisch, wild, nog onvertaald. Maar het leidt ons. 3. 'Wetten zijn zo slecht,' zei ze. 'Alles zou moeten kunnen gebeuren, want alles is een boodschap, een raadsel.' Dit betekent de andere wang toekeren in het honger proces, want alles heeft een diepere boodschap, en zo halen we dingen naar binnen, die misschien allereerst en op het eerste gezicht slecht zijn, en dat is ook wat het kruis is. Je gaat de tweede mijl. Het is hier niet oog om oog, tand om tand, maar je werkt via het honger principe van de ramadan, niet volgens het plezier principe van klakkeloze gratificatie. Je doet dus afstand van snel oordelen. Zoals ook boek 1 van de vur stelt. Je grijpt niet snel naar de wapens, maar laat het wegglijden, omdat je eerst tot het kruis moet komen. Eerst moet je komen tot de leegte. 4. Het is een plaatje van een warme dag op het strand, Je kijkt naar de golven en doet in eerste instantie niets. 5. En dit boek voelt zo goed, er is iets in mijn handen, Als we met lege handen komen tot god, dan zal hij onze handen vanzelf vullen. 6. En ik kan weer ademen, warme adem van het oerwoud, Dan zijn we niet in de bedriegelijke verdichtingen van de stad meer, maar in de wildernis, en omdat we de leegte hebben liefgehad kunnen we ademen. 7. Als de genezende aanraking, er was een brug, een brug in mijn hart, Alleen in de honger worden de ware bruggen gelegd, tot de diepere wereld. 8. In een zachter oerwoud rijst de morgen Door de honger ontkluwd het bos, en wordt alles losser, minder dicht, en verzacht alles, tot een zachtere wildernis, die ook dieper ligt in de duitse bossen. 9. Haar gezicht vertelt me meer dan honderd boeken, en nog steeds is ze een mysterie voor me.

In de honger komen we niet tot snelle, overmoedige conclusies, maar blijven de dingen vaag en dromerig, opdat de diepere werelden en diepere betekenissen kunnen doorkomen. 10. Ik zag dit geschreven op een muur, en ik begreep het niet. Je komt ook niet tot snelle definities in de honger, maar laat ruimte voor het onbegrip. Geboorte kan niet geforceerd worden, want dat is als het in de buik trappen van een zwangere vrouw. De verdichte werelden zijn gebouwd op miskramen. Hoe begint de bilha die na de vur komt ? Het valt direct met de deur in huis en is zeer duidelijk : vrouwen werden onder de man gesteld door duivelsverzen. De geest septus wordt besproken. Het is een gif wat mannen sterker maakt en vrouwen zwakker. Het is een fundament van de valse kerk. Het heeft te maken met de zondeval. Mannen wilden niet meer hongeren, maar wilden de mammon dienen voor snelle gratificatie en zelfbevrediging. Zo werden zij tot zwijnen. De bilha bespreekt dit proces en roept daarom op tot de filosofische zwijnenjacht. De vrouw was namelijk tot slaaf gemaakt van de zwijnenman. Wat een verschrikkelijk verhaal van de zondeval. De zwijnenman doet zich ook voor onschuldig als een lam, dus daarom is het ook een lamsjacht. De mens moet hiertoe de oorlogskunst en jachtskunst leren. Deze is filosofisch. De mens moet dit niet materialistisch opknappen. De wapens liggen in het verborgene, stelt de bilha. Dit wapen is de vrouw, dus de mens moet het goedmaken met de vrouw. Niet zomaar met elke vrouw, want er zijn ook vleselijke vrouwen, maar met de godin, met de natuurvrouwen. Dezen leven in de mens zelf, in de dieptes van zijn eigen hart, in de dieptes van zijn eigen verstand. De mens mag wanneer de mens slaapt teruggaan tot het paradijs, stelt de bilha. Telkens als de mens slaapt komt de mens weer in contact met de oorspronkelijke orde. De slaap is de moederborst. Jakob viel in slaap op Pniël en kwam zo terug in het paradijs waar hij opnieuw geboren werd. Hier ontving Jakob de wapens en moest leren het zwijn van hebzucht te verslaan. Dit zwijn was altijd ongehoorzaam. Jakob moest lang zoeken naar deze wapens en de plaats waarin ze verborgen lagen. De eerste twaalf boeken van de bilha gaan over Jakob. Daarna gaan veel boeken over Ismael. Deze verhalen vormen de basis van de bilha in het eerste deel. Jakob werd ook Israel genoemd, dus het gaat over Israel en Ismael, oftewel Israel en de Islam. De bilha begint niet met een paradijs situatie, maar valt direct met de deur in huis en begint over de zondeval. Geen adam die zomaar van de vrucht van kennis neemt, maar Jakob die op Pniel strijdt. De vur begint direct met de honger. Er is eerst honger. Zo zien we eerder een beeld van ragnarok. Er kan niet zomaar iets gegeten worden. hoofdstuk 18 de twee jozef's Spaarzaam leven. Het verhaal van Ezau en het verhaal van Jozef komen met elkaar overeen. Ezau is trouwens in het Hebreeuws Esav, dus ze hebben al vrijwel dezelfde naam. Esav was de eerdere Jozef. Beiden hadden een soort eerstgeboorterecht, en bij de tweede Jozef was dat heel symbolisch, omdat hij boven de anderen was gesteld. Beiden hadden hierdoor een soort pronkkleed. Jozef werd vervolgd vanwege zijn dromen en vanwege zijn hemels symbolisch eerstgeboorterecht, omdat hij boven de anderen was gesteld. In het Egyptisch hebben we het dan over Geb of Seb als de

Egyptische Jozef. Hij was de god van de aarde. Ook Jozef moest terug de aarde in, zoals Ezau terugmoest in de wildernis, want hij was een verstotene. Hij had zijn eerstgeboorterecht onheilig geacht, en koos voor een kommetje rode soep, en later betreurde hij die keuze. In tranen zocht hij zijn eerstgeboorterecht maar kon het niet meer vinden. In het NT werd dit een beeld van de verdoemenis. Ook Jezus ging door deze verdoemenis heen. Er is tucht en verdoemenis, en beiden zijn nodig om het vlees te doen afsterven. Er moet een verstoting zijn van de zonde. Dat er meerdere wetten dan karma zijn is duidelijk, want er is ook de wet van de metaforiek. Dit zijn dus metaforische dingen die zeker niet letterlijk genomen mogen worden, dus meer als in een rollenspel, een hemels spel. Waarom is de mens om ons heen zo verdwaasd dan ? Ze nemen alles letterlijk. Als Jezus zegt trek je ogen uit, en hak je hand af, dan neemt niemand dit letterlijk, maar waarom nemen ze dan wel de eeuwige marteling in de hel letterlijk ? Ezau was de verstotene. God hield van Jakob, maar haatte Ezau. Ezau moest dwalen door de wildernis, en in sommige verhalen kwam hij toen tot Egypte, net zoals Jozef. “Waarom geeft u ons de overwinning niet, Heer ?” God is zeer, zeer duister, zeer abstract. Laten we niet vergeten wat de Bilha over God zegt : I/ 3:37. De Heerin is als een wild dier, als een groep roofdieren, de stam van grote vrouwen, de duistere kennis. II/ 7:1-2. De Moeder is niet om zomaar mee te spreken. Zij is wild, als een beest. Het grote gemak waarmee mensen tot God gaan is vals. Mensen gaan lineair met God om. God moet zich aan hen aanpassen. Ze willen God in een hokje stoppen. Het moet op hun manier. God is voor hen een soort suikersinterklaas die precies als hen denkt, geheel op hun niveau is. Laten we beseffen dat Egypte vandaag een moslim land is. In de koran boek 112 wordt gezegd dat niemand gelijk is aan God (:4). Ook in het boek Efeze wordt dit zo gesteld. God is boven alle dingen. Mensen kunnen allerlei ideeën en filosofieën over God hebben, maar het is altijd weer anders. Zowel Esau als Jozef moesten loskomen van hun zogenaamde eerstgeboorterechten of hoogstgeboorterechten. Ze moesten hiervoor diep de put in, diep de wildernis in, totdat ze in Egypte kwamen, waar een prachtig Egyptisch-islamitisch amalgaam ligt. Ze moesten geheel aan zichzelf afsterven. Ze moesten god ontmoeten als een duister, wild, abstract beest. Esav was dus de eerste Jozef, maar er was dus ook al een Egyptische Jozef. Het komt allemaal van diep. Hoe diep ging die put van Jozef ? Hij werd slaaf in Egypte, en toen vals beschuldigd, omgedraaid en kwam door leugens in de gevangenis. Maar hier kon zijn gave rijpen. Hier konden zijn dromen opgroeien. We hebben misschien geen fijne levens, maar wel diepe levens. Uiteindelijk zal de wildernis tot een zekere bloei komen. Kunnen we dit alles doorzien ? Jozef was de verstotene op zoveel manieren, zoals ook Ezau dat was, de eerste Jozef. Hij gaf alles op voor de wildernis. Hij probeerde niet in te passen. Hij zei soms dingen die men niet begreep, en daarvoor werd hij veroordeeld. Zijn woorden waren soms hard. Soms begreep hij zichzelf niet, maar er was een zekere soevereiniteit over hem. Denk je dat God een wild beest is en dat zijn volgelingen dan netgekamde, stropdasdragende fletse zakenmannetjes zijn met aktenkoffertjes en ga zo maar door ? Nee, wij zijn ook wilde beesten. Ik groeide op in de tachtiger jaren en er was een beweging wilde jongens, en ik was bekeerd tot het meer charismatische, en predikte over de liefde van God. De tachtiger jaren is

het tijdperk van de scheuren in de broeken, en hanenkuifen. Er was een grote oorlog gaande tussen de wilde jongens en hun mk-ultra handlers, de leraren. Stoelen en tafels op de scholen werden omver geworpen. Het waren moeilijk opvoedbare kinderen, zoals ik ook moeilijk opvoedbaar was, want ik boog niet voor de oude orde. Ik buig niet voor bedreigingen van eeuwige marteling en dierenmisbruik. Dat moesten we allemaal op ons bord krijgen, en ik pikte het niet. Ik verscheurde mijn klederen. Ik nam de nazireeersgelofte, en toen liet ik voor een bepaalde tijd ook mijn haar groeien, als een soort van verzet naar de maatschappij in die dagen. Ook mijn jeugdvrienden waren op dit pad. Het was een grote exodus in de tachtiger en begin negentiger jaren. Het was waar flower power kruiste met de punk beweging en de profetisch-acetische beweging. Deze mengeling was de wilde jongens. Dan hebben we het over de Ezau's en de Jozef's van de tachtiger en begin negentiger jaren. Zij gingen terug naar Egypte om Israel te verdiepen. Dat is waar de islam ontstaat en uiteindelijk de vur en de bilha. In boek 111 van de koran gaat het over het afbranden van de handen die naar rijkdom hebben gegrepen. Telkens weer komt dit in dromen terug. En lasteraren zullen een touw om hun nek krijgen. In de bijbel wordt ook verteld wat er gebeurd met hen die kinderen misleiden : een molensteen zal om hun nek gaan en ze zullen in de zee geworpen worden. hoofdstuk 19 korte bespreking de evolutie van de hemel Sa was een zekere koninklijkheid die de poorten opende voor ra in de onderwereld. Sa-L of Saul heeft in de koran en de bilha een meer positieve betekenis. De kennis (sa) van de honger (l) is wat saul betekent in diepte. Als we naar de bol van leven kijken, de wild brandende bol van eeuwig leven, dan heeft het zo zijn schaduwen, en emanaties. Dan zijn er daar omheen de zombie volkeren, zombie steden. Daar moet je je weg doorheen zien te vinden. Daar gaan ook de boeken 'het metalen ei' en 'de evolutie van de hemel' over. Ragnarok gaat zeker komen om deze zombie steden in te nemen, over te nemen. De natuur zal de mens terugnemen, want de mens is afgedwaald van de natuur. Als we naar de bol van leven kijken, en naar de wild brandende bol van eeuwig leven, dan is dat een bol van het vuur van de natuur. Het gaat er niet om voor een mens om wild om zich heen te grijpen en zichzelf te bevredigen, al die drangen die de mens heeft. Nee, het gaat erom dat de mens leert, en deze drangen zal beteugelen. Zombie mensen volgen gewoon hun drangen, roekeloos, zonder restricties. Ze willen er niets bij leren. Ze hebben hun eigen scholen al gebouwd en denken dat ze alles al weten. Als ragnarok terugkomt zal alles branden. De koran spreekt over een vuur wat boven het hart uitstijgt. Het komt tegen hen die denken dat rijkdom de bron van het leven is. Belangrijk is de thriller 'de evolutie van de hemel' over de komst van het zombie virus op een schip vol met zombies wat tot de aarde komt, genaamd de Pilatus. Pilatus is een beeld van de lauwen en de laffen. Zij hebben van het medische en justitie een markt gemaakt, dus zullen nooit opkomen voor het ware recht en de ware genezing. Ze zullen ergens tussenin blijven staan om de touwtjes te

vieren en compromissen te sluiten. Ja, het gaat over de komst van corona. Het is dus heel dubbel. Het is uitgegeven in 2018, anderhalf jaar voor de komst van corona. Het boek gaat over de zware strijd tegen mind control. Wie of wat is de veluwe ? Het schijnt het heilige boek van de zombies te zijn, een gedwongen godsdienst. In 'de evolutie van de hemel' ligt er voortdurend de spanning : wie is er allemaal zombie geworden en wie nog niet ? Deze lijn trekt eigenlijk door het hele boek. Met de komst van de laffe, luie, lauwe zombies, gaat het ook over de komst van de amazones, die oorlogszuchtig zijn. Het gaat over de terugkeer van de natuur. Deze krachten beuken op elkaar in. Het boek gaat over het verstaan van de tekensystemen, van de semiotiek, zoals de poppenmaker van hiroshima daar ook over gaat. Beiden zijn ze poortboeken van de tweede bijbel. hoofdstuk 20 de tachtiger jaren en de aankondiging van het ragnarok Happiness is a warm gun zeiden de beatles. De 80-er jaren waren een buitenaards pistool, de aankondigers van ragnarok, germaanse mythologie. Er waren drie hanen die het ragnarok aankondigden : De rode haan Fjalar is er om de reuzen op te wekken. De gouden haan Gullinkambi zal de goden opwekken en de roestrode haan zal aan de tralies van de hel de doden opwekken. Dit is ook de reden waarom de wilde jongens hanenkammen, hanenkuifen hadden in de tachtiger jaren. Zij waren de vechthanen, straatvechters, die het ragnarok aankondigden. Met gel maakten ze hun haar als dat van de hanen, rechtopstaand. Het was oorlog. Ze hadden een buitenaards pistool, maar hoe werkte dat ? Dit wapen wordt ook in de vur en de bilha besproken en ik heb er veel dromen over gehad. Gullinkambi zou de goden van de aesir doen ontwaken in de hallen van Odin, oftewel de oorlogsgoden. We hebben het dan over de demonologie, en die begon op te leven in de negentiger jaren. De tachtiger jaren waren voor het herstel van de profetische bediening. De Gullinkambi haan staat ook op de top van de wereldboom, de Ygdrassil die alle werelden met elkaar verbindt. Wat betekent het ? Als we het over reuzen hebben die ontwaakt worden door de rode haan Fjalar, dan is dat een beeld van de grotere contexten. Als we het over de goden hebben die worden opgewekt, de germaanse oorlogsgoden en godinnen van de aesir, dan gaat dit over de prioriteiten. Als we het over god hebben dan hebben we het over iets territoriaals en territoriale oorlogsvoering, wat een metafoor is van de prioriteiten. Als we het over de doden hebben die worden opgewekt dan gaat dit over de missing links, de nuances die nodig zijn. Dit gaat dus allemaal over freudiaanse psycho analyse. Het buitenaardse pistool wordt besproken in de vur en de bilha. Hoe werkt het ? Als je het grijpt zal het eerst van je wegglijden, en eerst zul je zelf eraan sterven, je vlees, je ego, je 'id'. De vur boek 1 1. Deze bruggen zijn gemaakt van bruine bloemen,

Bruggen tussen jou en mij, Waar leiden zij naartoe ? Wanneer ik naar jou kijk, vaag ik weg, Wanneer ik aan je denk, laat ik je wegglijden, Dit is hoe ik mijn boog grijp, Maar ik bereik het nooit 2. Ik kan niets bereiken, en ik denk dat dit nog maar het begin is, En dan bevind ik mijzelf in een bruin bloemenveld, Alleen in de bruine nacht, Een nacht in vele jaren, Kan ik zijn in de bruine bloemenvelden, Deze bruggen tussen jou en mij 3. De pijl raakte haar hard, Het was diep, we zagen haar vallen, De pijl bracht haar over de bruggen, Tot de donkere nacht, Tot bruine bloemenvelden 4. Paarden van vuur in de lucht, De geur van kermis overal, Zij zijn gekomen met zoveel soldaten, Rijs op in de lucht, zeg al uw moeders vaarwel 5. Ik zal het begrijpen, deze onsterfelijkheid, de lelie, drijvende op de waterstroom, drijvende op de waterdroom Het wordt beschreven als een lelie. Het zal eerst de valse moederbindingen doorsnijden. Het wapen, het buitenaardse pistool zal eerst onszelf grondig onder handen nemen, en er valt hier niets zomaar snel te grijpen. Alles moet geestelijker worden, minder dicht. Het wapen bereik je nooit. Je steekt je hand dus in een bol en er gebeuren hele andere dingen. Wat is het dan ? Een muziekinstrument ? Een keyboard ? Een type machine ? Je mag geen blinde vuistvechter worden. Er moet dus psycho analyse gebeuren. Iedereen is god en moet god zijn, wat diep binnenin ligt. Dat kun je niet op iemand anders projecteren, maar je vlees moet ervoor buigen, dus je bent niet zomaar 'god' zoals in de new age. Het gaat om de prioriteiten waar je al het anderen voor op moet geven. Dit is het wapen : 7. Ik wacht op mijn schip, Het is mijn schip, Ik heb de hoogste rang, Als je niet doet wat ik zeg, Dan zal je daarvoor gestrafd worden, Want jij bent een lagere rang, En ik ga niet veel uitleggen aan lagere rangen 8. Ze heeft haar speer opgeheven, En dan slaat ze toe, Ze raakt mijn hoofd

9. Hij kan niet komen waar je bent, Vriend, ik zou niet tot je liegen, Ik weet dat je ook met dit trauma vecht, Het is een oorlogs-trauma, Ik was daar, en ik zag je Het wapen verbreekt onze eigen territoriale geesten. Het is totale onbereikbaarheid, want er moeten nog zoveel nuances komen. Daarom is er nu trauma. We moeten eerst voelen. Dan voel je eerst verbrokenheid en gemis. Dit is het wapen : 11. Het schip was belast met deze tragedie, Toen het donkerder werd stierf de kapitein, In de dieptes van de nacht, Het veranderde hun zicht op de wereld en de woeste zee, Het veranderde de manier waarop zij de tragedie behandelden 12. Ja, het witte lijden heeft tot mij gesproken, het is onsterfelijk tot mij, En je weet niet wie de waarheid spreekt en wie niet, Deze herinneringen, vliegende voor zijn gezicht 13. Niemand kan deze vrouw begrijpen, Niemand kan haar voetstappen volgen, Ze vagen gemakkelijk weg in de nacht, Ze vagen gemakkelijk weg in het zand Het witte lijden of witte kruis is dat je het eerst zelf ondergaat. Happiness is a warm gun, en ironisch genoeg kwam John Lennon door een pistool om het leven. We stierven allemaal op die dag in 1980, de dag dat John Lennon werd doodgeschoten. Dat was het witte lijden. Een konijn met een pistool, en iemand ging aan het witte kruis. Hij was de Jezus van de tachtiger jaren. Hangen wij wel aan het witte kruis ? Voordat we iets doen moeten we eerst onschuldig zijn en eerst zelf gereinigd voordat we anderen willen reinigen. Het is iets metaforisch. Het is zeer wrang. 14. Wilde rozen groeien rondom het paradijs, Niemand kan binnenkomen Willen wij de tachtiger jaren begrijpen ? 16. Ik herinner het schip, Het schip waarmee ze mij oppikte, Zij is een lied in mijn hoofd Kennen wij het lied van de tachtiger jaren ? Het was zeer profetisch. Het was een lied van de wilde jongens. 19. Ik ben je slot en sleutel, Ik ben je hart, Ik ben je sieraad, jouw verscheurende, Ik ben je pijn en vreugde, Je nachtmerrie en je paradijs droom

29. En dan kruip ik tot de rode bloemenvelden, Wilde, rode bloemen, als bruggen over woeste rivieren, Zij hangen in mijn haar, als duistere sieraden 28. Ik ren, brekende door muren, Want mijn herinneringen zijn naar mij op jacht, Ik ren, en dan val ik, Een herinnering heeft mij geraakt, Een pijl diep in mijn rug Er jaagt iets op ons : nuance, de doden, iets uit het oog verloren. Er jaagt iets op ons : context, de reuzen, iets wat niet was overzien. Er jaagt iets op ons : prioriteiten, de goden, dat wat we hebben omgeruild voor bijzaken. Ragnarok is gekomen. Zij zijn ontwaakt. Boek 2 zegt : 18. Het was een geladen nachtmerrie, wat betekent dat het je langzaam in een tragedie zou zuigen. 19. In hele lage doseringen dient het als een medicijn. Het is dan goed gif. Wij moeten in ieder geval voldoende tegengif hebben om hier tegen bestand te zijn. 20. Wij kweken daarvoor bepaalde spinnen, die wij dan melken voor hun gif. Maar ook dit gif mag niet genomen worden in te hoge doseringen, omdat dat verlammingen kan brengen. 21. Voorzichtigheid is de moeder van de waarheid. Het wapen, het buitenaardse pistool, leert ons voorzichtigheid : het kehatitische verschijnsel. We mogen het niet teveel en te snel gebruiken. Boek 3 zegt : 5. De cirkels jagen op andere cirkels door hun lijnen, om hen te maken tot medicijn. Zo rijgen zij hun sieraden. 6. Deze velden zijn woest en wild. Dat is wat Ragnarok doet. Boek 4 zegt : 35.Hij begon het materiele meer en meer als een gevangenis te zien ... Hij begon meer en meer de verwoestende gevolgen van materiele communicatie in te zien ... Hij voelde de duistere krachten van licht en geluid ... die hem opgesloten wilden houden in deze aardse gevangenis ... Hij begon meer en meer te leren van de natuur, die hij zag als doorgangen naar het meer-dimensionale ... Hij zag hoe bomen met elkaar communiceerden, planten en bloemen ... Hij zag hoe dieren communiceerden .... dat was niet materieel ....zoveel werelden met elkaar verbindende .... En ja, dit was een fijnere materie ... met een diepere sensitieve inslag .... dit was ervaren ... dit was contact hebben ... dit was leven .... Je kan het wapen, het pistool, niet direct gebruiken, niet materieel, maar er is een veel diepere communicatie via andere wetten. De mens is geprogrammeerd : zo moet het. Maar er zijn veel diepere programmaties waar de mens naar terug moet. Daartoe is het pistool gekomen. Boek 5 zegt :

9. Het rode zicht is eigenlijk altijd in zijn ogen aanwezig, en hij noemt het een eeuwig visioen. 10. Het is het zicht van het bloed. 11. Leer van het Bloed : De eerste wet : Niets komt rechtstreeks. Alles komt met omwegen. De tweede wet : Je kunt alleen iets gemaskerd bereiken. De derde wet : De leugen bezit vaak meer waarheid dan de waarheid. De vierde wet : Alles wordt gebouwd op vele raadselen. 12. De vijfde wet : Niets kan de sleutel beter dragen dan een goed en meesterlijk verhaal. 13. Het ging veel over subtiele energie. De energie was zo fijn dat het niet zichtbaar was, maar het kon wel allerlei dingen veroorzaken. Zij zou gedachtes kunnen veroorzaken, beslissingen, en verschillende weersgesteldheden. 14. Zij bewaakt dan ook de stenen tabletten van de leer van het Bloed. 15. De sieraden van het lijden zijn verzegeld met boze machten, en deze moeten eerst verslagen worden. Het pistool is dus niet gekomen om te doen bloeden en doden, maar om te analyseren, om te leiden, te verdiepen en te vertalen, oftewel het is een exegetisch pistool. Zo begint boek 5 : 5. HET BEEST 1. Hij voelde zich weer zweven tussen hemel en aarde. Hij had gewoon weer dat vreemde gevoel dat hij geen controle meer had over dingen. Vroeger voelde hij zich altijd zo machtig, alsof hem niets kon overkomen. Hij wist altijd alles bij anderen klaar te spelen. Maar nu ... hij voelde zich ontzettend machteloos. 2. De dag erna is hij ziek, en blijft op bed liggen. Hij voelde zo heet aan, en was zelfs een beetje aan het ijlen. 3. Een paar dagen later is hij weer beter, maar het ijlen is er alleen maar erger op geworden. Hij kon alles weer doen, maar hij zei telkens dat hij nu ergens anders was. 4. Robotten zijn wij, machines, en wij moeten de aarde klaar maken voor de installatie. 5. Hij gaat vaak tekeer als een woest beest. Hij is onberekenbaar geworden. 6. 'Wat heb ik toch met al die malloten te maken,' gromt hij in zichzelf. 'Ik wil niet langer deel zijn in die poppenkast ... Ik ben alles en niets.' 7. Na een tijdje valt hij uitgeput tegen een boom in slaap. Als hij wakker wordt vraagt hij zich af waar hij is. Hij kan zich niets meer herinneren. Het laatste wat hij kan herinneren is dat hij van zijn werk terugkomt, alsof hij zweeft tussen hemel en aarde. Deze thematiek wordt verder uitgewerkt in de vur en ook in de bilha. Laten we kijken wat de bilha over het wapen zegt : deel 2 1. DE KIPPENJACHT 1. Hij houdt zijn boog gespannen, met een pijl gericht op een kip, Maar dan beseft hij dat hij de kip zelf is, Hij stort neer in vreze en beven 2. Een ander houdt ook zijn boog gespannen, zijn pijl gericht op een kip, Maar ook hij beseft dan dat hij de kip zelf is, Hij verstijft helemaal, en kan zich niet meer bewegen, En stort dan neer

3. Ook een derde houdt zijn pijl gericht op een kip, Maar dan ineens staat Amalek voor hem, Zij neemt hem mee naar de rivier om hem te wassen 2. DE IJSTIJDEN 1. Gij moet uw boog leren gebruiken in het heilige ijs, De ijstijden zullen zeker komen, want er is vals vuur 2. Gij moet uw speer leren werpen, Want de zwarte ijsbokken zullen komen, En uw velden kaalvreten 3. En wanneer de nacht komt hebt gij Amalek nodig, om de kusten van nieuwe morgens te bereiken, Ja, gij hebt Haar nodig om door wateren te gaan Dit gaat over ragnarok. De mens kan niet zomaar vuren, maar moet eerst het ijs in. Dit moet volkomen gebeuren als in een eeuwig ijs. Het security systeem moet hersteld worden, de demonologie, waartoe de haan Gullinkambi kwam, en die bevond zich ook op de top van de ygdrasil. hoofdstuk 21 de orkanen van ragnarok Vannacht werd ik bezocht door het voortijdse ragnarok, de tahulen, in de vorm van een natuurvrouw. Ze sprak met een stem die ik eerder had gehoord, heel subtiel, traag en kalm. Ragnarok/ tahulen staat voor het loslaten van wereldse dingen. Het wereldse zal namelijk vergaan. Tahulen gaat terugkomen. Het is een baarmoeder. De huidige schepping is een miskraam. De mens moet terug de baarmoeder in. Overdag zag ik haar weer in een visioen. Ze was prachtig, zo prachtig dat ik mijn ogen moest afwenden. Ik kon alleen maar zeggen : 'Je bent prachtig.' En toen ik mijn ogen had afgewend zag ik haar weer in een ander visioen, waarin ze bij een waterval stond. Alles wat waarlijk prachtig is kun je slechts minderend tegemoet treden, en je er niet als een dwaze gestoorde gek op neerstorten. Dit was de pracht van de toorn van God, de wraak op de zonde, dus

niet één of ander vleselijk iets van de stad waardoor het vlees van de mens wordt bevredigd en dan zegt : 'oh wat mooi', of 'oh wat leuk'. De haat en woede van god naar de zonde is de ware pracht. En die tempert altijd weer, omdat de gezichtspunten draaien. God is altijd minderend, en we kunnen ook alleen minderen met God omgaan. Dit is de schoonheid van de gevechtstaktieken van god. Het is altijd draaiend en afleidend, want er is zoveel meer te zien. De doden die in het ragnarok zullen opstaan zijn de nuances, de reuzen de contexten en de goden de prioriteiten. We moeten niet als roekeloze gekken grenzeloos en extremistisch, fundamentalistisch gaan lopen minderen, want we moeten ook weer minderen op het minderen, en dan ook weer daarop minderen, totdat we in het ultra minderen, de ultra honger komen. We mogen maar hele kleine beetjes van de realiteiten nemen, niet te lang en niet teveel. We zijn niet in een strijd tegen vlees en bloed, maar tegen camera's van de matrix, zoals ook in het boek 'het metalen ei'. De hoofdpersoon werd achtervolgd door camera's en moest zigzaggen om er van los te komen, oftewel draaien, zodat er ook weer wordt gehongerd op het hongeren en vervolgens daar ook weer op, zodat er een ultra honger ontstaat, zeer turbulent. Deze wekken de orkanen op van de ragnarok, van het grote tahulen. Heilige honger, stort uzelf uit op ons. De heilige honger is het centrum van de aanbidding, en deze is turbulent, draaiende, ook hongerende op zichzelf, en daar weer op hongerend, waar vanuit de orkanen komen. Alle kennis ligt verborgen in de heilige honger. Deze gooit zichzelf niet te grabbel als een hoer. De strijd is niet tegen pistolen, maar tegen camera's, stelt 'het metalen ei'. Het zijn geen mensen waartegen je strijdt, maar camera's van de matrix die in je hoofd zitten. Het zijn de monitors van de matrix. Alleen de ultra honger, die turbulent is, draaiende, tegen zichzelf gekeerd, en daar ook weer tegen gekeerd, is de weg hier doorheen en de weg eruit. Dat is het raadsel van de islam, want ze aanbidden allemaal de grote L, de grote allah, de voortijdse honger. Daar draait hun leven om. Het zijn ramadanieten, ragnarokieten. En ze wachten allemaal op de grote nacht van de honger. Telkens weer gaat de koran over het vasten en het geduld. Ook de Israelieten zijn volgelingen van L. Maar ook moet er dus gehongerd worden op L en ook daar weer op, zodat men in de ultra L komt, wat helemaal terugloopt tot de voortijden, door het ragnarok en de tahulen. Dan wordt de mens tot tahuleniet, en moet terug de baarmoeder in. Dan bereikt de mens de grote wereldboom, de ygdrasil, en raakt erin verstrikt als absalom, opdat het kindervlees sterft. De zoon moet sterven, opdat hij in de baarmoeder tot wedergeboorte komt. De zoon moet sterven. De grote wereldboom is de vis die vastgeraakt is in het net, wat ook op de paring duidt, voor een nieuwe schepping. En bovenop die wereldboom staat de gouden haan Gullinkambi, het raadsel van de 80-er jaren. Hij wekte de goden op, de prioriteiten, die zichtbaar zullen worden in het ultra hongeren. De mens wordt dan volkomen tahuleniet, als een sleutel tot de nieuwe wereld, opgebouwd uit subtiliteiten. Het gaat om het oppikken van deze fragmenten. De rest mag men vergeten. Bijen raken alles maar lichtelijk aan en trekken dan weer verder, om hun ultra honger honing te maken. Ook vliegen raken alles maar lichtelijk aan. In 1954 was er het verhaal 'Heer der Vliegen' van William Golding (1911-1993) over een groep jongens die door een vliegtuig ongeval op een onbewoond eiland terecht gekomen waren en daardoor helemaal verwilderden, tot wilde jongens werden. Het is een zeer duister en abstract boek. De wilde jongens waren in strijd tegen de varkens, en ze vereerden een paal met een varkenskop erop die was omgeven met vliegen. Hun paranoia draait om iets wat ze 'het beest' noemen, en wat ergens op het eiland zou moeten zijn. Ze zweren dat het beest afgemaakt moet worden, en zo beginnen ze de jacht op een wilde varken op het eiland. Ze zijn zo bang voor het beest dat ze hun lichamen met oorlogsstrepen beginnen te verven en aan het beest offers brengen met hele bizarre rituelen. De varkenskop de paal vertelt hen dat er helemaal

geen beest is waarop ze kunnen jagen, maar dat ze zelf het beest zijn, en dat het in henzelf is. Dat is in principe ook de boodschap van de bilha. Ze noemen de varkenskop de heer der vliegen. In de bohemian rhapsody van queen uit 1975 gaat het over een jongen die een man heeft gedood met een pistool, waardoor zijn leven voorbij is en hij zijn moeder moet verlaten. Het is een boodschap aan zijn moeder. Het is een hele arme jongen, een hongerende jongen, en hij moet voor god verschijnen, bismillah, in de naam van allah, oftewel in de naam van L, de honger. Dan moet er over hem beslist worden of hij door mag. Sommigen willen hem doorlaten, maar anderen willen hem niet doorlaten. Hij wil erdoor omdat de heer der vliegen, beelzebul (een filistijnse god) een beest op hem heeft afgezonden wat op hem jaagt (iets in hemzelf), of iets waarop hij jaagt. Dit gaat dus allemaal weer over dit verhaal uit 1954, over de wilde jongens op het eiland. Bohemian betekent het nomadische leven, oftewel het loslaten, de ultra honger, en de rhapsodie is een dualistisch lied met contrasten. Dit komt dus uiteindelijk allemaal weer terug in de bilha. Het is één van de kopstukken van de zeventiger jaren mythologie. Het begint met iemand die in de matrix is opgesloten. 'Is this the real life, is this just fantasy, caught in a landslide, no escape from reality' Dan is er de profetische boodschap : Open your eyes, look up to the skies and see, I'm just a poor boy. Hier komen de wilde jongens en de honger in zicht. 'Little high, little low' is ook weer een thema in 'evolutie van de hemel', en komt weer terug in de tachtiger jaren mythologie van 'hunting high and low' over het ontsnappen uit de zombie matrix. 'Zij (de bosvrouw) leerde hem nieuwe verzen die hij moest leren rijgen. Ze leerde hem hoog schieten en laag schieten. Ze leerde hem welke zombies verslagen konden worden met welke verzen. Ze zei dat hij wakker zou worden telkens als een zombie vers hem geraakt zou hebben. Maar het zombie vers zouvanzelf weer sterven, opdat hij weer zou dromen. Ze zei dat er een strijd om hem gaande was. Hij moest de verzen ook overdag leren gebruiken.' Any way the wind blows, doesn't really matter to me We mogen niet teveel van de realiteiten nemen, moeten het met een korreltje zout nemen want in de hogere contexten betekent het niet veel. Daarom moeten de reuzen van ragnarok ook komen. 'Zoals de wind waait' is ook een belangrijk thema in de vur. Het eerste boek is hier heel duidelijk over, want dit gaat over de ultra honger die is opgewekt en de mens als een orkaan terugleidt tot het paradijs. De wind doet alles wegvagen. 14. Wilde rozen groeien rondom het paradijs, Niemand kan binnenkomen 15. Alleen de orkaan kan haar weg er doorheen vinden, Klaar om steden in te nemen, Zij breekt het glas, En dan is alles brandende, Zij is de slager van de herinnering 16. Ik herinner het schip, Het schip waarmee ze mij oppikte, Zij is een lied in mijn hoofd 17. In haar haar vond ik de sleutel,

Zacht en teder trek ik het eruit, En dan opent zij haar ogen, Alsof de bliksem inslaat, Alsof er nooit iets verkeerd was gegaan 23. Laat me de plaats zien waar je je tabernakel hebt, Ik hoor de liederen in de verte, De wind brengt me daar 24. Laat me je geheim zien, Laat me je schepen zien, Ik weet dat je hier ergens leeft, Alles zal wegvagen 25. Laat me de weg van de vis zien, Laat me zien hoe je zwemt, Laat me de pracht van de rivier zien 26. Oh, neem me weg tot het land achter de zee, Een speer door zijn hoofd, Om dieper te komen tot dit land achter de zee Boek 7 53.Witte roos, tederheid na de steek, wonden veelvoudig gestoken, nu spiegelt het dan in de wind, al die gezichten die ik was vergeten. 54.Laat dan het woord in u oprijzen. En het eerste gebod is te lijden met uw moeder. En het tweede gebod is met Haar te strijden. Het is om te leren en te onderrichten, en het is om u te heiligen en reinigen in ijs. Het is om te luisteren naar het jonge. En gij zult de wet vervullen. De ultra honger is de bron van de eeuwige jeugd. Wel is het belangrijk dat het kindervlees afsterft, want er zijn vele valse bronnen van eeuwige jeugd die gewoon gemaskerde pensioneringsfondsen zijn. Boek 41 15. Andere zintuigen zijn hier, Haar stem spreekt als een onderverdeling tussen groot en klein, Zonder geluid, maar als de wind 18. Je komt hier nooit aan, Altijd ronddraaiende, Totdat de wind je wegduwt Boek 102 56. Dieper in de grot waren meerdere jongens. Ook zij waren ijsjagers. Dagau was een jongen van mijn leeftijd, erg behendig in het jagen. Ze leerden mij de kneepjes van de jacht. Ik had mijn geheugen nog steeds niet terug. We trokken dieper onder de grond, waar het warmer was, maar we gingen nog vaak terug om op de ijsvarkens te jagen. Ook onder de grond bleek er een gierende wind te zijn, die bijna tot ons leek te spreken. Hier hadden de jongens hun tenten.

Boek 99 1. Hij had dwang neuroses. Hij had zichzelf niet in de hand, en zei alles wat in zijn gedachtes opkwam. Vaak was hij stil, maar dan kwamen de buien ineens opzetten, als stormen, als de winden van bloed. Hij had een duister verleden wat hiervoor verantwoordelijk was. Hij was vroeger gedwongen, en telkens weer speelde dit in zijn hoofd af. Hij hield geen blad voor de mond. Dit was zijn leven. 2. Hij was een vechtersbaas, en hij wekte een speciale angst op bij de mensen die hem zagen. De buien maakten hem achteraf erg moe. 3. Als hij zulke dwang neuroses had, dan was hij wreed, ook in zijn taalgebruik, ook naar hemzelf toe, en dan vertelde hij weer wat ze hem hadden aangedaan. Aan het einde van het lied bohemian rhapsody moet hij weer terug tot het wiel, loskomen van al die realiteiten, tot de ultra honger gaan om een wilde jongen te zijn. Het doet er niet toe. We mogen het maar heel lichtelijk aanraken en moeten dan verder, als een bij, of als een vlieg, gaande tot alles wat verloren is geraakt, verworpen is, tot de onbewoonde, onaangeraakte eilanden. Ook in de freudiaanse psycho analyse komt het beest voor als het 'id', het 'het', en het moet leiding krijgen, wat ook de paringsdrang weer uitbeeldt. Het beest moet terug de baarmoeder in. Het beest moet sterven en wedergeboren worden, wederopgevoed. Het beest raakt beknelt tussen vaginale muren, als beeld van de restrictie. We raken deze realiteiten maar nauwelijks aan. Het is zeer freudiaans. Het wordt vastgelegd op hele andere camera's, namelijk de natuurcamera's van de ultra honger. Dat is wat de bomen zijn. Als de mens de vrouw ingaat komt de mens op de foto van de natuur. De stad heeft dit helemaal lopen omdraaien. Er marcheren clowns door de stad. Zij monitoren de stad. Houden alles hysterisch bij met hun camera's. Een dodelijk gif spuiten zij, opdat niemand uit de matrix ontsnapt. hoofdstuk 22 de presenteerbare realiteit De camera's van de stad, van de matrix, al dan niet samenwerkende met agenten en discipelen van de matrix, zorgen ervoor dat niemand uit het stadsgebied ontsnapt. Je wordt er geheel opgezet, en deze camera's stalken en ondervragen. Zo zetten ze de mens vast. De bomen in de wildernis zijn de natuur camera's die de mens op een veel eerlijkere manier vastleggen, de ware natuurlijke identiteit van de mens terugbrengen, en zij beschermen de mens ook tegen de matrix camera's. We mogen daarom nooit te licht denken over bomen. Ze hebben een heleboel goede invloeden om de mens te beschermen tegen stadse invloeden. Hoe kun je die ondervragingen onderbreken ? Deze camera's zijn hyper en hyper gevoelig, veel gevoeliger dan mensen, alhoewel ze wel door mensen heen kunnen werken. Vaak gaat het via geprojecteerde identiteiten, dat ze de vorm van een mens aannemen en zo op je gedachten inwerken. Ze zetten zo graag ook mensen tegen elkaar op, terwijl deze camera's beesten zijn. Ze zijn ook hyper actief. Het lijkt wel alsof ze nooit rusten. Altijd zijn ze weer op jacht. De mens is opgesloten in primitieve nachtmerries waarop nog freudiaanse psycho-analyse toegepast

moet worden. De schepping is nog niet gekomen. Dit is nog de chaos van het id, het beest. Het ego en superego spelen hier op in met hun valse structuren om het presenteerbaar te maken, als een drugs. De massa's volgen het. De eenling moet zijn innerlijke ragnarok en innerlijk tahulen aanwakkeren. Dit is de ultra honger. Er zijn in de stad allemaal valse karikaturen van de ultra honger gemaakt, zoals de eeuwige verdoemenis. In de griekse mythologie was dit oorspronkelijk de eeuwige honger, de mythe van tantalos. Wat hij wilde aanraken gleed van hem weg. Zo kon hij nooit eten en drinken en moest zo voor eeuwig hongeren. Als hij zijn mond naar het water bracht zakte het water weg. De ultra honger is een gelijkenis. Dit is de ware vruchtbaarheid van de mens. Uiteindelijk zal hierin de ware schepping plaatsvinden. Daarom is de mens geobsedeerd door de genitaliën, omdat de mens weet dat het daaruit moet voortkomen, maar de mens weet niet wat het is. De mens kijkt en kijkt. 'Wat is het, wat is het ?' Ze kennen Freud niet. Ze denken niet dieper. De camera's van de stad, je staat er zo op, en je komt niet meer weg. Het sleurt je mee, en ze bemoederen je, en zijn bemoeizuchtig. Daarom moet de mens terug de wildernis in, tot de wildernis camera's, de bomen. In de bomen is er nieuw leven voor de mens. Boven op de ygdrasil zit gullinkambi om de goden op te wekken, de prioriteiten, oftewel het profetische pad. In de stad zijn er verzwakte spiegelingen van het gericht zijn op bijzaken, allemaal karikaturen van de mens. Het verkoopt goed. Daar moet je niet wezen. Je moet tot je eigen innerlijke natuurcamera's komen, tot tahulen, de ultra honger. Het moet van binnen aangeboort worden, en van binnenuit moet het je overstromen, als een tahuleniaanse opname, als de opname van ragnarok. Het brengt je tot het raadsel van de tachtiger jaren, de haan op de top van de ygdrasil, en dan moet de mens de freudiaanse psycho analyse leren want het is niet de bedoeling dat de mens helemaal wegzinkt in de primitieve nachtmerries van het oer. Er is een profetisch pad doorheen. Dit is zowaar een ascetisch pad, maar het lijden heeft het laatste woord niet. In de zestiger jaren was er de flower power beweging, wat kwam uit San Francisco, California, een beweging die de mens aanspoorde om terug te gaan tot de natuur, rassenverschillen en geloofsverschillen achterwege te laten, en het kwam voort vanwege de enorme pijn van de vietnam oorlog (1955-1975) waarin zoveel mensen hun kinderen verloren. De flower power was ervoor om mensen weer te richten op het geestelijke. Alcohol werd gezien als bewustzijnsverdichtend, bewustzijnsvernauwend. Het was een groot protest tegen materialistische oorlogen en de markten waarmee het gedreven werd. De Vietnam oorlog kwam ten einde, en men begon weer in te dutten. Ook overmatig drugsgebruik heeft deze beweging gekeeld. Maar het had een fakkel aangestoken, en die fakkel ging nog steeds van artiest tot artiest. Met de dood van John Lennon was deze beweging definitief ten einde gekomen (1980), en werd de mens onderworpen aan de gruwelen van 1984, totale mind control. Latere artiesten zoals Michael Jackson en Freddie Mercury konden de beweging niet meer redden, maar zaaiden wel een krachtig zaad voor latere opwekkingen. Wat kunnen we leren van de tachtiger jaren, en de flower power jaren die hieraan vooraf gingen ? Het is belangrijk om terug te keren om de camera's van de matrix uit te schakelen. Hier was iets canonieks van de natuur aan de gang. Dit kunnen we niet zomaar achterlaten of overboord gooien. We moeten terug gaan naar de grondtekst. Wat werd hier eigenlijk gezegd ? Wat was de diepere exegese ? Vietnam was een oorlog tussen het communisme en het kapitalisme. Twee markten tegen elkaar, en de flower power sprong tussenbeiden. Er was een diepere weg. Het was een artistiek pad, maar drugs greep velen weg. Kunnen wij alsnog tot freudiaanse psycho analyse komen ? Dit is een diepte analyse. Onderzee boot analyse. De camera's van de matrix bewaken hysterisch deze exegese. Wat moeten we dan doen ? Terugkeren tot de innerlijke tahulen, of hebben we onze harten aan aardse vrouwen gegeven ? Wat betekent ying yang ? We kennen allemaal de aardse betekenis : zwart tegen wit, slecht tegen goed, en daarin worden we gevormd, en er is altijd een goed punt in het slechte en een slecht punt in het goede, maar dat is de eenzijdige betekenis van de matrix. Helemaal waar, maar er wordt iets achter gehouden, namelijk de diepere exegese. De illuminati

heerst door : verdeel en heers. Zwart is immer en altijd het symbool van het kwaad, en het heeft een duistere geschiedenis. Maar zwart is de moeder aarde, de moeder natuur, en haar kind, haar zoon, is wit, als beeld van de gezuiverde door de baarmoeder. Dit laat zowel een goed punt zien, als een slecht punt, als de gave van onderscheiding, wanneer de zoon is teruggekeerd tot zijn moeder, de mens tot de wildernis dus. Zo zien we de betekenis een kwartslag draaien en is er een goed zwart deel, en een slecht zwart deel, en kan er ook een goed wit deel en een goed slecht deel zijn, omdat je het dus van beide kanten kunt bekijken. Er zijn twee verschillende punten, een witte en een zwarte, en één ervan is slecht en de ander is goed, maar de kleuren op zichzelf zijn goed. Ze kunnen alleen verkeerd gebruikt worden, en dat wordt juist geopenbaard in deze samenstelling. Zo wordt de macht van de aardse matrix camera van de stad verbroken. Waar gaat de oorlog van vietnam daadwerkelijk over ? Gullinkambi kwam tot de oppervlakte, om ragnarok aan te kondigen. Het was een haan. Die kraaide in de tachtiger jaren en liet zijn hanenkam zien. Het was een echte vechthaan. Maar abstract, zeer abstract. De materiele oorlog moest sterven. De vietnam oorlog was een langdurige oorlog, waarin het zaad van de flower power werd gezaaid. Zoveel kinderen waren aan deze moloch geofferd, en het bloed van de martelaren schreeuwde tot de hemel. Het schreeuwde om filosofie, om freudiaanse psycho-analyse. Daarom hadden de profetische artiesten van de tachtiger jaren ook een zwaar sexueel karakter, maar dit was niet letterlijk, maar abstract. Hanen zijn altijd weer symbolen van de vruchtbaarheid. Ze streden nog steeds tegen de moloch van de vietnam oorlog die nog in zoveel breinen waren gegrifd. De oude orde wilde niet loslaten. Dit was een profetische beweging, de tachtiger jaren, niet alleen in de kerk, maar ook in het kunstmuseum. Waar ging het om ? Absalom was met zijn haren in de takken verstrikt geraakt. Hij hing aan zijn haren en die stonden recht overeind, als een hanenkam, om het ragnarok aan te kondigen, het grote pniël. Tahulen zou wederkeren. De mens zou teruggaan tot moeder natuur. Dat is wat de ying en yang inhoudt : Jakob strijdende met moeder natuur, strijdende met de gnosis, om het te zuiveren, om te onderscheiden, waarin de demonologie geboren zou worden, een nieuw tijdperk : de negentiger jaren. hoofdstuk 23 uitleg het kannibalenkamp School is een allegorie van de tandarts. Er moet iets in en dat mag er niet meer uit. Zo is dat altijd gegaan en daar komt geen enkele tandarts of schooltherapeut meer onder uit. Ze hebben allemaal lopen dwingen, en als er nog eens eentje zegt dat er niks werd gedwongen dan is dat een leugen want ze werkten nog steeds in dat systeem en hebben niet geprotesteerd. Wie zwijgt stemt toe. Vannacht had ik een droom over de geest van de droomscholen van het vlees die dezelfde dwang hadden als de tandarts en deze man kwam ook in tandartsvorm. Hij liep nog vrij rond en klaagde tegen mij waarom ik hem beschuldigde, want hij was immers onschuldig en had van alles op papier geschreven, maar het raakte kant nog wal. Het was nauwelijks leesbaar, en wat hij had geschreven was daadwerkelijk allemaal om de hete brei heendraaien en ging niet eens over het onderwerp. Het was gewoon klinkklare onzin, gebazel, en ik leidde hem achter een soort gaas, en ik dreef hem steeds verder erin tot het punt waar alles achter gaas was. Er stonden ook kinderen voor het gaas waar ik me bijvoegde, en we lazen het allemaal hoe hij zijn papieren had achter het gaas. Ik dacht : opgeruimd staat netjes want dit gaat zoals gewoonlijks weer nergens over. Ze proberen die kinderen gewoon af te leiden van waar het daadwerkelijk om gaat.

Als kinderen uit de valse schoolmatrix proberen te ontsnappen waarin ze gedwongen implantaten krijgen die niet natuurvriendelijk zijn, en ze proberen te ontsnappen dan komen die camera's ook met valse schuld. Maar het is niet goed onderbouwd. Je kunt er zo doorheen prikken. Ze raffelen alles af. Ze leiden mensen om de tuin, maar nu werd deze geest achter het gaas geleid waar hij thuishoort. De indianen joelen. Joelende indianen is een allegorie van het natuur-alarm van de wildernis. Het is zeer hormonaal. Het gaat tegen de valse schoolalarmen van de stad in. De valse schoolgeest moet wel vallen. Hij zit doktertje te spelen op de verstanden van kinderen, tandartsje. Van alles moet er in en het is hartstikke giftig. Die geest was al zwaar aan de drugs. Hij was ook zichzelf aan het vergiftigen als Jim Jones. Het was gewoon pure zelfvernietiging en zelfmoord. Hij had hele dikke brillenglazen. Zijn gedrag was verschrikkelijk wazig. Ze hebben overal blinde vlekken. Als je medelijden met zo'n man hebt vreet hij je hele familie op, je kinderen. De mens moet genadeloos zijn naar het vlees. Het vlees moet overgeleverd worden aan de kannibalen in het bos. Geen genade – joelende indianen : het is een allegorie. Als je in hun handen komt, dan gaat het vlees eraan, onherroepelijk, hoeveel je ook jammert. Spreuken zegt : tuchtig je zoon (het vlees) en bekommer je niet om zijn gejammer. Het eeuwig evangelie waarschuwt voor vals medelijden met het vlees. Het vlees is uit op totale vernietiging door totale verletterlijking. En die verletterlijking is zo aan het afbrokkelen hierdoor dat er hier en daar een moertje mist. Daarom zijn die machines zo gammel en waardeloos in de stad. Voortdurend laten ze steken vallen. Er gaat van alles mis, en zo bouwen ze hun verrotte scholen op de puinhopen. Ze haten het leven en willen dood, en willen zoveel mogelijk meeslepen. Dat is hun drugs. Hoeven ze niet na te denken. hoofdstuk 24 het boze papier In een droom waren de stadsdelen verbonden door teleporters, en die gaven zacht licht waardoor je op trappen onder de grond kwam. Zo zagen die bushokjes eruit. Er reden dus geen bussen. Je kwam door die teleporters in spelen terecht. Ik ging zo'n teleporter in. Er hingen ook kaarten met regels en info maar ik had het niet gelezen. Ik kwam op een trap onder de grond terecht en volgde een donkere vrouw. Ze zei : 'Kom maar mee,' maar ik wist dat er iets niet klopte. Ze leidde mij naar een ruimte waar ze hun schoolboeken verkochten. Het was boos papier, want als je er verkeerd mee omging, dan werd er een rechtssysteem ingeschakeld en het was allemaal heel duur. Ik had hun systeem al snel beledigd, dus ze kwamen allemaal al met hoge prijskaartjes zoals over de 1100 euro voor het beledigen van hun papier. Ik zou er dus niet meer wegkomen. Zo trokken ze hun klanten binnen. Het was ook verboden om er iets niet te kopen, dus je moest wat kopen, anders zou het je ook weer in rechterlijke problemen brengen. Het was immers het boze papier. Het papier moest gehoorzaamt worden. Het bleken surinamers te zijn. Ik zei dat ik ook meer of minder surinaams was vanwege dat ik deels surinaams ben opgegroeid, en ik zei ook direct : 'Ja, ik weet hoe het gaat. Ik ben zelf ook wel surinaams in die zin, en dan mag je je afvragen of het normaal is als je kinderen bedreigt met de eeuwige hel om ze je karweitjes te laten opknappen.' Ze reageerden totaal niet op wat ik zei, maar gingen gewoon door met hun kermis. Maar zo is het in de stad : Ze praten je van

allerlei dingen aan, schuldcomplexen, en zo kom je er niet meer weg, want de rest van je leven moet je hen allemaal betalen voor wat je wel en niet doet, en voor hoe je met hun papieren bent omgegaan, en het papier is altijd boos. Het houdt je in de greep. Het zijn de scholen van het boze papier, en iedereen die er ook maar bij in de buurt komt wordt hun gevangene, en zo praten en schrijven ze je dieper hun fuiken in. Papieren worden erbij gehaald, en nog meer papieren, en het rechtssysteem, allemaal als onderdeel van hun schoolsysteem, een gevangenis. Je hebt hier geen rechten, alleen maar plichten, en dat is de aanbidding van het boze papier, en hoe je het ook wendt of keert : het zorgt altijd dat je moet betalen. Alles moet, niks mag. In hun systemen wordt je altijd te licht bevonden. Suriname is altijd een mengsel geweest met Afrika, deels. Afrika is vur-k, oftewel de school (k) van de natuurkennis (vur) in de voortijdse taal. De K hieroglyph us een persoon met een visnet boven het hoofd, als een literair net, een onderwijs-structuur. De K is een vissers hieroglyph, en is ook een naam voor god (iku) en staat voor de middelvinger. Waarom steken mensen vaak de middelvinger op als hen iets niet zint ? Iemand probeert hen de les te leren, en dan doen ze een beroep op de voortijdse natuurschool. Afrika is een allegorie van het minderen, het hongeren. hoofdstuk 25 de chronische honger – bespreking van het in 2019 verschenen onderwijsboek 'rigil kent ontsluierd – de verloren kern van orion' Ze denken dat ze van goud zijn in de stad. Mannen protsen met roem, macht of rijkdom, en als dat niet haalbaar is pronken ze met hun opgepompte spieren, als al het andere heeft gefaald, wat heel tragisch is. Van binnen is er iets niet, dus dan moeten ze van buiten maar zoveel mogelijk om die leegte heenrollen zodat niemand het ziet, als een kwal die zijn prooi heeft gegrepen. De stadse camera's ondervragen de mens, en dan moet de mens vluchten tot de natuurcamera's, de bomen. De boommannen pronken niet met bovenstaande dingen. Ze hebben hun aura waarin ze hun duisternissen manifesteren, hun obscuriteiten. Hoe verbreek je de camera's van de matrix ? Allereerst is het belangrijk om terug te keren tot de dertiger jaren van de honger-depressie, want nu is de samenleving 'overloaded', opgeblazen, en staat op het punt te ontploffen. Vannacht had ik een droom over de beren bisdommen. De beer staat voor het atheisme, dat wat kern mist, dus ze houden zich bezig met bijzaken, en zo handelen ze, ook al kunnen ze de naam religieus hebben. De rode kern van rigil kent, je mag het maar heel lichtelijk aanraken, want het moet in verhouding komen tot de andere kernen van orion, zoals venus. Er moet dus een brug komen. Als je er teveel van neemt dan ontplof je. De mens moet leren tot de juiste proporties en verhoudingen te komen, in het minderen en hongeren. De mens moet tot de eeuwige honger komen en beseffen dat dat de ware vruchtbaarheid is, de ware schepping. De mens moet dus juist zijn geslachtsdelen uithongeren, en geen sexuele veelvraat worden. Juist in het uithongeren van de geslachtsdelen, de kastijding, ligt de ware sexualiteit.

Om de camera's van de matrix te verbreken moet de mens dieper de orion kern in. Daar ligt deze keten : eeuwige honger – ultra honger – gevarieerde honger – soevereine honger – geleide honger – profetische honger De boom des levens in het paradijs is in de israelitische talen de boom van honger. De boom van kennis van goed en kwaad, de boom van onderscheiding, is de boom van de demonologie. Adam komt van de egyptische wortel 'doem', wat besnijdenis betekent. Alleen door de besnijdenis kunnen wij tot deze bomen naderen. De hongerende mens is omringd door de vraatzuchtige mensen van de stad, en de vraatzuchtige camera's die hiervan gebruik maken. Daarom moet de mens terug tot de orion kern. Vanuit de orion kern is namelijk alles geemaneerd, tot lagere vormen gegaan. Zo leert de mens hongeren en zo wordt het hongeren ook beproefd. In de stad houdt men zich bezig met bijzaken, met het spekken, kleffen en klotten. De mens is dus in een honger oorlog. Er zijn veel machten die de ziel willen vernietigen. Het zijn machten van zelfmoord. Camera's hebben de mens omsingeld om de mens gek te drijven, tot waanzin, tot zelfmoord, en dit gaat heel subtiel. De mens vreet zichzelf tot zelfmoord, op allerlei manieren, en dit is geestelijke zelfmoord. Het is een psychopatische werkelijkheid. Het psychopatische ligt in het vreten tot geestelijke zelfmoord, wat een zielmoord is. De honger is de enige uitweg. Honger de mond uit, en honger de geslachtsdelen uit, je ogen en je oren. Het psychopatische ligt in het overbelasten. De mens moet tot een meer gevarieerde honger komen, en zo tot de gevarieerdste honger. In de ultra honger gaat het erom niet dogmatisch te worden in het hongeren, niet extreem, want men moet ook weer hongeren op het hongeren, en daar ook weer op, en zo ontvangt de mens de honger leiding, de profetische honger. Dit is een kompas voor de mens. In de diepte van orion, in de orion kern, ligt dit verborgen voor de mens. Het gaat niet om het wel of niet, maar om het hoe. De leegte op zich is ook niet de oplossing, en al helemaal niet het einddoel. De leegte kan namelijk ook zo bedrieglijk zijn, en een drugs op zich. Er ligt diepte in de honger. De mens moet altijd dieper en niet in allerlei leegtes blijven rondhangen. De mens moet ook weer hongeren op leegtes, en daar ook weer op hongeren. Hongeren is meer een strijd ook tegen de leegte. De honger is niet hetzelfde als de leegte. De honger is oorlogszuchtig, toetsvaardig dus, geaard in de demonologie. Daarom horen de boom van honger en de boom van demonologie bij elkaar, en Adam, oftewel de egyptische doem, de besnijdenis, is hiertoe de sleutel. In deuteronomium 27 werd het volk in tweeen verdeeld : De ene helft stond bij de berg Garazim, wat piercings, besnijdenis betekent, en de andere helft stond bij de berg Ebal, naaktheid. Naaktheid (profetische openbaring, profetologie) en besnijdenis (demonologie) waren de twee fundamenten voor het volk in het beloofde land. Toen Jozua Ai had verslagen bouwde Jozua een offerplaats op de berg Ebal, wat naaktheid betekent. Naaktheid is een metafoor voor openbaring. Ai is in het Hebreeuws de perversie, de verdraaiing. Jozua was dus ook al in strijd met de matrix. Naaktheid is een beeld van ballingschap en honger. Deze krachten werken op elkaar in, wekken elkaar op, als een weg door de wildernis, terug de orion kern in. Kortsluiting, hoogspanningsgevaar ? Zeer zeker. De mens moet zich hierin oefenen, op het pad van areta. De mens moet tot een geleerde worden in het hongeren. Het hongeren is niet vrijblijvend en geen doel op zich. Het ligt aan andere schakels verbonden in een keten. De honger plant zich voort door de eenzaamheid. Dit zijn gaven gegeven door de natuur. De rest loopt allemaal te spekken, kleffen, klotten, totdat het hele zaakje opblaast. Alles is uit proportie, totaal bizar. Ze zijn op een joyride. Dit feestje zal niet eeuwig duren. 'Ignorance is bliss followed by death.' Ze zijn op zelfmoord-missie voor één of andere demoon. Ze plegen harikiri. Saul viel in zijn zwaard. Zo eindigde zijn feest. Het einde. Ze verrichten een pad van vernietiging

naar de zelfvernietiging. Natuurlijk. Dat wat je een ander aandoet doe je slechts jezelf aan. Het zijn harikiri's, een hoge laag in de bonzai cultus van rigil kent. Ze weten het, diep in zichzelf weten ze het. Ze houden van de drugs van zelfvernietiging en sleuren anderen er in mee. Lekker slapen, lekker vreten, lekker illusies hebben, voor niets verantwoordelijk zijn. Het moment vereeuwigen. Het is allemaal een moment opname voor hen wat ze vereeuwigd hebben, wat ze aanbidden. Ze draaien er omheen. Alles, maar dan ook alles, draait om henzelf, om de bevrediging door zelfmoord. Ze verheerlijken zelfvernietiging. Ze staan ermee te pronken op de bergen : kijk eens naar mijn dikke geldbuidels, kijk eens naar mijn opgeklotte spieren, en het hart is ook een spier, wat op ontploffen staat door al het vet en de steroïden. Niets kan hen stoppen. Ze zijn immers al dood. De harikiri's hebben het tot een kunst gemaakt, een oorlogskunst. En ze doen dit lachend. De eerste oorsprong is filosofie, de tweede oorsprong is de natuur, en pas de derde oorsprong is het muzikale. De stad heeft deze volgorde omgedraaid, en dat heeft toegang gegeven aan verschrikkelijke demonen van Rigil Kent. Het muzikale mag nooit op zichzelf staan, en is dus ook nooit de hoogste kunst, want dat is de filosofische literatuur die zich als eerste uitdrukt in de natuur, de wildernis. De zogeheten 'overmuziek' of 'muzikale suprematie' zorgt ervoor dat er allerlei belangrijke tussenstappen worden weggevreten. Daarom moet Anubis, oftewel jn-peh, de testende honger, de mens terugleiden tot de natuur, waarin de mens verder kan afsterven aan de stad. Dit egyptische mysterie leidt terug tot de orion kern. Dit wordt besproken in ons onderwijsboek 'Rigil Kent ontsluierd – De verloren kern van orion' uit 2019. Het is een siamees mysterie wat in de stad plaatsvindt onder invloed van de rigil kent camera's van de matrix. Die hebben de aarde al lang geleden ingenomen. De stad is dus een siamees verschijnsel. Het egyptische mysterie gaat hier recht tegenin. Er is dus een honger oorlog, en deze oorlog toetst. Er zijn veel valstrikken. Alles is al tot fossiel geworden. We leven dus in een fossilische matrix. De stad loopt machinaal te klotten, kleffen, spekken en siamezen, en ze hebben hiervoor hun eigen messen, hun eigen besnijdenissen. Extreem illegaal. De mens is in de kannibalenklauwen van de camera's van rigil kent. Deze camera's menen het maar zijn zwaar bezopen, zwaar aan de drugs en lijden aan alzheimer, zware verstrooidheid. Het zijn trolse zombie-camera's. Ze moeten terug het ziekenhuis in, en de gevangenissen. Ze hebben zichzelf helemaal volgespekt. Ze verheugen zich in zelfmoord, als zelfmoord clowns. Kannibalen zijn het, deze harikiri's. Ze hebben deze macht omdat ze voortdurend foto's maken, die ze voortdurend mixen en fotoshoppen. Het is een cameradictatuur. Ze verkopen het en chanteren ermee, en zo hijsen ze zich op tot de hoogste posities, tot monitors. En ze zijn zeer trigger-happy. Druk de knopjes maar weer in. Het is een klik-verslaving. Ze kennen geen medelijden, en klikken de hele dag door. Klik, klik, klik. Zwaar dement zijn deze camera's, want klikken is alles waar het bij hen om draait. De harikiri's menen het : alles moet dood. In de dood verheugen ze zich. In hun drugs pretenderen ze dat dat het eeuwige leven is. De harikiri's kennen geen liefde. Het is allemaal haat, en allemaal voor de verkoop. Ze verkopen hun zelfmoord-drugs op alle hoeken van de straat. En maar klikken : Klik, klik. En maar draaien, oh het boze oog is op zoek naar fouten, naar hen die niet helemaal zoals hen denken en doen. En maar patrouilleren, want iemand zou maar eens anders zijn als hen. Iemand zei eens : 'Ze lachen me uit omdat ik anders ben. Ik lach hen uit omdat ze allemaal hetzelfde zijn.' Het boek stelt dat de bonzai cultus een sport is. Ze zien het als kunst. Het gaat dan om de randen van rigil kent, de buitenste lagen, want er is een rode kern in rigil kent waar de mens naartoe moet. We spreken dus over het lagere rigil kent, en de mens moet tot het hogere rigil kent komen, om zo verbinding te maken met de orion kern. De mens zit totaal vast in rigil kent. Hierin ligt een missie voor de mens. De mens moet hiervoor terug naar de dertiger jaren van de honger-depressie. Daarna

ging alles mis, kwamen de moderne tijden, en de mens ging zich onder invloed van rigil kent steeds meer volvreten en siamezen, en zo ontstond ook de smerige bonzai kunst. De mens is geheel tot product gemaakt. De families ook : denk niet dat het ware liefde is. Het zijn machines, en jij bent het product. Brave New world. En zoals het boek zegt wordt er geleerd dat het volkomen normaal is. Kinderen kijken vreemd op als je iets anders zegt. Ze zijn helemaal gebrainwashed. Maakt het je niet kwaad ? Dat is een teken dat je nog leeft. Het boek zegt dan : 'Het zijn een soort bacterische aanvallen waar de mens nog niet mee heeft afgerekend, en wat de mens vaak ook niet eens heeft gedetecteerd. Het diepe Rigil Kent is de rode kern wat er uiteindelijk toe zal leiden dat Rigil Kent een rode planeet zal worden. Er ligt een grote zee tussen het lage Rigil Kent en de kern van Rigil Kent. Allereerst kruizen stad en natuur in de kern, en dan dieper in de kern loopt alles over in de wildernis.' Het alarm systeem moet herstellen, stelt het boek dan. In principe moet je gevoeliger worden dan die hysterische, hypergevoelige camera's van rigil kent, die zich alleen maar druk maken om henzelf en niks om een ander geven. In principe moet de empathie herstellen. Als je alleen jezelf beveiligd en niet iemand anders, wat zijn je beveiligingssystemen dan waard ? Dan is het alleen maar hebzuchtige, egoïstische vraatzucht aan het fluwelen kruis van rigil kent. Dan zegt het boek : 'In de buizen systemen van Rigil Kent aan de zeekusten zijn speciale insecten die dit alarmsysteem kunnen aanwakkeren, door hun steken. Zij komen de mensheid dus tegemoet. Zij steken om een antistof te brengen. Er is een prachtige wereld binnenin Rigil Kent. De mens moet terugkeren tot moeder Rigil Kent. (…) Hoe Rigil Kent te zuiveren ? - Terug in de Orion kern, Betelgeuse. Dat waren de oorspronkelijke lagen er omheen. Rovers namen het weg, en zo kwamen de bonzai en siamese lagen van Toronto rondom Rigil Kent. (…) Op de Rigil Kent - Orion basis kan de spiegelmetrie geleerd worden, het meten en verklaren van de spiegel effecten van het bestaan. Dit is op demonologische basis. Alle verschijnselen om ons heen zijn een resultaat van ingewikkelde spiegel effecten in de natuur, die zich heel diep kunnen emaneren, ook tot tegenstellingen, en die zullen uiteindelijk in het spookhuis terecht komen, oftewel in het demonologisch museum. (…) Om te kunnen overleven moest Orion een afval product lozen waaraan Orion zich ook zou kunnen ontwikkelen. (…) Vervormende spiegeling, oftewel emanatie, van hogere tot lagere vormen, is een natuurverschijnsel, en kan opgelost worden door de spiegelmetrie, want de mens kan ook terugkeren tot de kernspiegel, de oerspiegel, die de baarmoeder is. Het zijn dus noodzakelijke stappen waar stralen doorheen gaan, om zichzelf te zuiveren en zichzelf te richten en te verfijnen. Zo kan de mens terugkeren tot de natuur. (…) Dan kan de mens dieper de rode kern in, het laag voor laag afpellen van de bonzai systemen. Dit is een diepgaand proces. Op dat traject wordt de mens ook weer verbonden aan Orion. Het is een hypermagnetisch scherm waardoor de mens heenmoet, wat bewaakt wordt door strikte codes die de mens moet kraken, anders is er geen doorgang mogelijk. Het eeuwige leven is alleen voor de puzzelaars, de zielen die van verfijning tot verfijning gaan, en die door systemen heenprikken, en blijven prikken. Het eeuwige leven is kennis, die op de pieken robotisch is en vandaaruit naar beneden vloeit. Het eeuwige leven is voor de pioniers. De rest is al dood. Het zijn slechts vervormingen, en zij vormen de literaire toonladder zodat er balans is en daardoor creativiteit. Elke toon heeft een cryptische waarde en een kern. Het eeuwige leven is voor hen die tot de kern gaan, en geen genoegen nemen met bedriegelijke laagjes die er omheen zijn gevormd. Zij komen tot het mysterie van de oorlogsgodin van Rigil Kent, de oorlogsdynamiek van de demonologie, van de immunologie van de natuur. Ze hebben hun huizen verlaten, en hun piraatse praktijken, om in de natuur tot wilden te worden, los van alle stadse conditioneringen. Het mysterie van de Vur is op hen neergedaald.' Want dat is waar boek 15 van de vur over gaat : van piraat worden tot wilde. Het terugkeren tot de wildernis.

Door geduld komt de mens uiteindelijk tot een meer chronisch kruis, tot meer chronische honger. hoofdstuk 26 het kruis : een eeuwig zintuig Ergens op het pad tussen de rigil kent kern en de venus kern van orion, om de orion kern in betelgeuse te herstellen, begint de mercuriale matrix weg te vallen. Wat houdt dit in ? Het is een sluier. De zielevlam die opgesloten zit in de mercurius matrix wordt opgewekt, als een mercuriale vulkaan-uitbarsting, en dit is een natuurverschijnsel. Zombie-clowns beginnen weg te vallen. Ze moeten het geheimenis loslaten. De mens moet tot pniel komen diep in de venus kern. Dit zijn de honger oorlogen. Er is een bepaalde hongergeweldadigheid. We kennen misschien de spreuk : 'Niet door kracht, noch door geweld,' en dan gaat het om vleselijk geweld, maar er is ook de spreuk : 'Sinds de dagen van Johannes de Doper tot nu toe breekt het Koninkrijk der hemelen zich baan met geweld en geweldenaars grijpen ernaar,' uit Mattheus 11, en dan gaat het om heilig geweld, opgewekt in honger, wat een geestelijk geweld is, hongergeweld of toetsgeweld. Dit is weerstand geven, en alle gedachten als krijgsgevangenen nemen om te toetsen, zoals Paulus zegt. Er staat verder : 13 Want al de profeten en de wet hebben geprofeteerd tot Johannes toe; 14 en indien gij het wilt aanvaarden: Hij is Elia, die komen zou. 15 Wie oren heeft, die hore. Elia of L was in de voortijd de hieroglyph van de honger, en in Maleachi zou hij het kind terugbrengen tot de moeder, de bron. In het Hebreeuws betekent Elia 'mijn god is jhvh' oftewel jove, vuh, wat in de voortijd de oorlogskennis was die gebracht werd van moeder tot kind. In de diepte van de honger worden zware robotische impulsen afgegeven. De mens wordt in de diepte van de honger, in de hongervolharding, opnieuw geprogrammeerd. Zo is het zuiver van de natuur. Dat kan alleen als de mens volledig toetst, en in het toetsproces wordt gebroken, opdat het vlees geen inmeng meer heeft. De mens raakt in de hemelse verlamming, en wordt zo opgenomen tot ware wedergeboorte. Waarom zou de mens dit proces onderbreken ? Men doet het telkens weer : kiezen voor het compromis, kiezen om de volharding los te laten, allemaal voor tijdelijke bevrediging. Men houdt niet van het kruis. Men beseft niet dat het kruis een eeuwig zintuig is wat men nodig heeft om te kunnen overleven. Men wil het niet beseffen. Maar ergens valt de mercuriale matrix weg op dit pad. Ergens ontwaakt de vlam van de ziel, een opgesloten orionse vlam. De bilha laat het proces zien van de terugkeer tot de venus kern, wat bijèh wordt genoemd, uitgesproken als bidje. hoofdstuk 27 de linguïstische reformatie In de diepte van de honger ligt de hongeroorlog, de oorlog tegen de oorlog tegen de oorlog, wat een ultra oorlog is. Hier ligt het hongergeweld. Mattheus 11 spreekt erover : 12 Sinds de dagen van

Johannes de Doper tot nu toe breekt het Koninkrijk der hemelen zich baan met geweld en geweldenaars grijpen ernaar. De veertiger jaren zijn een zwaar verwrongen allegorie van de hongeroorlogen. In de veertiger jaren wordt het grote Pniël symbolisch zichtbaar. Het is de decade van de honger concentratie kampen. De mens moest het ervaren. Het staat op het netvlies van de mens gegrifd. Ik tuchtig mijn lichaam en houdt het in bedwang, zegt Paulus. Dat houdt ook in dat de mens zich niet te buiten moet gaan aan allerlei zachte leegtes. De mens moet Pniël in, de honger oorlogen. Keil-Delitzsch merkt goed op dat de schepping voortkwam vanuit de duisternis die op de diepte lag, wat in het Hebreeuws woede en gebrul betekent, duidende op de woeste golven of wateren, de zondvloed. De aarde was verloren in hongerende, afgezonderde dorheid en droogte. We hebben het dan over de honger oorlogen van Pniël. Wij mogen in meerdere werelden leven. Wij mogen dromen. Dit soort thema's worden ook gebruikt door de dichteres Hélène Swarth (1859-1941), die tot de schrijversgroep 'de tachtigers' behoorde, een vernieuwende beweging in de literatuur die de nadruk legde op het naturalisme en het impressionisme. Het naturalisme is een darwinistische stroming terug naar de natuur, ook gericht op het minimalisme van Marx. Het naturalisme laat weer ruimte voor de kwetsbaarheid van de hoofdpersoon, zijn zwakheden en ziektes. Het gaat om de natuurgetrouwheid, dus niet idealiserend, dus in wezen komt het kruis en de honger centraal te liggen. Deze stroming komt voort uit het realisme. Hierbij worden ook sexuele taboes doorbroken, omdat sexualiteit nu eenmaal bij de natuur hoort, zonder welke geen bestaan mogelijk is. Ook worden de diepere lagen en structuren van de natuur blootgelegd, de hogere wijsbegeerte van de natuur. Het impresionisme gaat om het schetsmatig weergeven van subjectiviteit en niet objectiviteit. Het ging om de mogelijkheden van het werk en niet om het vastgelegde. De schrijversbeweging van de tachtigers bestond aan het eind van de jaren 1800. Mevrouw Swarth stelde in haar bundel 'Morgenrood' (1929) dat het leven een strenge leerschool is die de mens levensleed moet leren. Stille, blijde droomkinderen worden bleek en stroef gemaakt. Ze vraagt haarzelf af : Is pijn beproeving, straf ? Ze stelt dat ze een donker medicijn dronk. Ze werd groot en bleef vruchteloos zoeken, en alle boeken gaven weer andere antwoorden, en hoe ze ook peinsde, het ware vond ze niet. Ze werd hier moe van en moest haarzelf toen in slaap zingen met slaapliedjes voor kinderen met klein verdriet. En zo droomde ze van andere dingen, een andere wereld. Ze heeft het vaak over het kinderparadijs, of het kinder Eden. Het impressionisme houdt zich niet aan de bestaande taal, maar maakt nieuwe talen om beter de gevoelens en emoties uit te drukken. Het is dus progressieve linguïstiek. Er moest naar nieuwe beeldspraak gezocht worden, en naar nieuwe uitleg ervan. hoofdstuk 28 freudiaanse psycho-analyse van genesis tot job De boom : de fallus van adam. Het eten van de boom : de besnijdenis. De slang : het touw, de bedwinger van de fallus, van het vlees. Eva : de honger, want als de moeder des levens is zij in de israelitische talen ook de honger.

Noach : de fallus, het vlees. De ark : de vagina. De zondvloed : de besnijdenis. De wijngaard van Noach : zijn zaad. Abraham : de fallus Izaak : zijn zaad wat hij moest offeren. Ismael : de besnijdenis. Ezau : de besnijdenis van Jakob, de vernedering en verdoemenis. Job : de verdoemenis als beproeving Samuel komt tot Eli, tot L, de honger. Eli breekt zijn nek, wat een beeld is van de hongerende Samuel wiens nek gebroken wordt. Het betekent de verbreking van trots en dominantie, van het vlees. hoofdstuk 29 de hongerwoede De toetswoede van alles tot krijgsgevangene maken, elke gedachte, elk bedenksel, elk idee, is belangrijk om geen muis te worden. Dit is de hongerwoede. Het mag niet op zichzelf staan. Er is ook weer een woede naar de woede, en daar ook weer een woede op. Het zuivert zichzelf uit, opdat het niet gaat pronken en eenzijdig wordt. Het wordt ook wel de hongeroorlogen genoemd. Je kunt niet zomaar de leegte ingaan en daar je tuinstoeltje in neerzetten en dan denken dat het klaar is : 'Lekker vakantie.' Nee, er moet ook een toetswoede naar de leegte zijn, want de leegte kan zoveel verbergen, zo bedrieglijk zijn. Er zijn zoveel valse leegtes die de mens alleen maar tegenhouden, aan de drugs houden. Jakob had de hongerwoede op Pniël om door al die goden heen te prikken. Het is de hongerwoede van nomadisch leven, van progressief zijn. Je gaat de diepte in tot de bodem, en dan ga je nog dieper. Je hebt ook toetswoede, hongerwoede, naar de bodems. Bodems kunnen namelijk ook vals zijn. Bodems kunnen gemaakt zijn door je eigen luie vlees. Het vlees houdt van zulke illusies. Het vlees wil snel klaar zijn, vroegtijdig aanraken, tuinstoeltje neerzetten, pijpje in de mond, en dan lekker de krant lezen. Koran 84 zegt : 1. Wanneer de hemel vaneen splijt. 2. En zijn Heer gehoorzaamt zoals het hem betaamt. 3. En wanneer de aarde wordt uitgerekt. 4. En alles zal uitwerpen wat in haar is, en leeg wordt. 5. En gehoorzaamt aan haar Heer en naar haar Heer luistert en geschikt gemaakt wordt. 6. O mens, gij moet u met grote inspanning ijverig inspannen om uw Heer te bereiken, dan zult gij tot ontmoeting komen. Het boek is genaamd de splijting, het uitbarsten, oftewel de hongerwoede die alles uitwerpt om leeg te maken, want eerst moet het geweten leeg zijn en moet alles eerst de twijfelzone in. De mens mag niet te snel weten. Daarom is het scheppingsverhaal ook zo belangrijk waarin alles van elkaar afgescheiden wordt. Ismael had ook een hongerwoede. Hij was de vijand van iedere man. Toets grondig, en toets het toetsen ook, en dat ook weer, totdat je in de heilige gebondenheid raakt, in de opname. Dan is er een onverbrekelijk touw tussen jou en de waarheid. Het oude verstand moet afbreken en hier is

technologie voor. Theologie is slechts een metaforisch stelsel om die technologie te beschrijven. Het is dat wat van generatie tot generatie werd overgedragen, en wat in de moderne tijden corrupt is geworden juist vanwege alle luiheid en gemakszucht van de mens. Daarom moet de mens terug. Het draagt nog steeds diepe principes in zich. Als de toetswoede of hongerwoede er niet is, dan wordt de mens niet door de valkyries opgenomen, ook niet als deze toetswoede niet volledig is. Wel wordt de mens dan opgenomen door allerlei andere dingen, en er zijn ook valse valkyrie opnames. Het boek Leviticus gaat daarom over volkomen offers. In het Hebreeuws heet dit boek Vayikra, wat een opvallende overeenkomst heeft met het woord valkyrie. Ezau was woest en had honger, en gaf zijn eerstgeboorterechten hiervoor op. Hij wilde tot het rode komen, tot de hongerwoede, tot de toetswoede, en gaf hier alles voor op. Het is een verhaal wat al in India bestond. Esav, of SV, is het in het Hebreeuws, wat in India al Siva was, SV, en Siva is de oorlogsgod van de schepping. Hierdoor werd hij opgenomen door de oorlogsgodin, die op zijn lichaam stond. David was de hongerende tegen de gulzige, schrokkende Goliath … Goliath was een beeld van zijn consumerende vlees waartegen hij hongeroorlogen moest voeren. Zo was dit ook in zijn strijd tegen Saul en Absalom. Zonder de gnosis kunnen we deze hongeroorlogen niet voeren, maar we kunnen alleen tot de gnosis komen door het hongeren en de hongeroorlogen. Ook de veertiger jaren zijn een allegorie van de hongeroorlogen. Het is de aloude strijd tussen Ra en apep, tussen Osiris en Seth en tussen Siva en de buffel. Hiervan is ook het stierenvechten in Spanje een hele wrange en corrupte emanatie. Dit is waarom de mens terugmoet naar de bronbetekenis. De hongeroorlogen zijn ook weer op zichzelf gericht, en daar ook weer tegen. Het gaat immers om de ultra honger, en niet ergens in een bepaald honger-niveau vast te groeien, want dan verdicht het zich en wordt het corrupt, allemaal voor een markt, want dat was wat de tweede wereldoorlog was en de stieren holocaust in Spanje. De mens moet loskomen van dit soort terrorisme door het juist nog meer te verdiepen en er nog meer in te hongeren om tot diepere betekenissen te komen zodat het kan veranderen. De mens moet terugkeren tot de hongeroorlogen, tot deze hongerwoede. De amazones jagen op de zwijnen van hongerwoede, op de buffels van hongerwoede ook. Dit is geen echte jacht, maar exegese. Er zijn twee soorten hongerwoede : vleselijk en geestelijk, oppervlakkig en diep. Het is een schilderij. Het is een serie schilderijen. Letterlijkheid is een zware nachtmerrie waarvan de mens moet ontwaken. Letterlijkheid is zwaar extreem en zwaar fundamentalistisch. Het is terrorisme in de geestelijke wereld. Soms worden hele zware nachtmerries ook wel nachtterreuren genoemd. Alleen de hongerwoede kan de mens doen ontwaken. Zo wordt de mens met de amazones meegenomen, opgenomen tot de eeuwige jachtvelden, de velden van eeuwige exegese. Dit zijn de velden waar theologie, filosofie, psychoanalyse en technologie elkaar ontmoeten. De valkyries rijden op zulke beesten. Zij rijden op de hongerwoedes. De golven van hun zeeen zijn ook allemaal hongerwoedes. Hun planeten zijn ook vol van hongerwoedes. Het zijn hongerplaneten, hongeroorlogen. Het zijn manifestaties van het toetsen. Uiteindelijk ontstaat er een droomwereld in de hongerwoede, en dus ook een droomwoede. Boek 1 in de vur zegt : 28. Ik ren, brekende door muren, Want mijn herinneringen zijn naar mij op jacht, Ik ren, en dan val ik,

Een herinnering heeft mij geraakt, Een pijl diep in mijn rug 29. En dan kruip ik tot de rode bloemenvelden, Wilde, rode bloemen, als bruggen over woeste rivieren, Zij hangen in mijn haar, als duistere sieraden De pijl zorgt ervoor dat we leeg worden, door de pen in het vlees, maar dan moeten we ook komen tot de hongerwoede zodat we niet verdichten of vastgroeien in de leegte. De leegte heeft verdieping nodig, en daarom moeten we tot de hongerwoede komen, dus van de dertiger jaren tot de veertiger jaren, en daarin moet een goede balans zijn. We moeten gaan tot de woeste rivieren, en tot de wilde, rode bloemen die er langs en erin groeien, als duistere sieraden in het haar. En dan moeten we deze beesten van hongerwoede leren berijden, want er moet ook weer woede zijn naar de woede, om het te testen. Woede betekent dus weerstand bieden, toetsen, niet zomaar je erdoor mee laten sleuren, maar critisch denken, erin prikken, elk bedenksel tot krijgsgevangene maken. 30. Ik vond jou in die grot, Jij en je paarden, Schilderijen aan de muren, Dit is een wereld in een schilderij Hier gaat het om de beestenrijder, als beeld van de hongerwoede. Dit is een dualiteit. De bilha begint met het verhaal van Jakob. Jakob vocht op Pniël als beeld van de toetswoede, de hongerwoede. De honger is uiteindelijk een wapen en is gericht tegen ons eigen vlees, als een pen er doorheen. De hongerwoede is een strenge en ijzeren wet : bilha I/ 3:56. In de paradijselijke ondergrond wordt gij geinitieerd. Hier leert gij de ijzeren wetten kennen, de wetten van het paradijs, de strenge wetten van oorlog en jacht. hoofdstuk 30 ragnarok en de komst van fenrir Het boek Amos verscheen in de vorm van een vrouw. We kennen het boek Amos van de profetie over de komst van de honger : Amos 8 11 Zie, de dagen komen, luidt het woord van de Here Here, dat Ik een honger in het land zal zenden – geen honger naar brood, en geen dorst naar water, maar om de woorden des Heren te horen. 12 Dan zullen zij zwerven van zee tot zee, en van het noorden naar het oosten zullen zij dolen, om te zoeken het woord des Heren; maar vinden zullen zij het niet. 13 Te dien dage zullen de schone maagden en de strijdbare jongelingen in onmacht vallen van dorst, 14 die zweren bij wat de schuld van Samaria is, die zeggen: Zo waar uw god leeft, o Dan. en: Zo waar de bedevaart naar Berseba leeft. Ja, zij zullen vallen en niet weer opstaan. Amos 5 gaat over de rechtsverkrachting :

10 Zij haten in de poort wie opkomt voor het recht, en verafschuwen wie spreekt in oprechtheid. 11 Daarom, omdat gij de geringe vertrapt en hem geschenken in koren afperst, – ook al hebt gij huizen van gehouwen steen gebouwd, gij zult er niet in wonen; ook al hebt gij kostelijke wijngaarden geplant, gij zult er de wijn niet van drinken. 12 Want Ik weet, dat uw overtredingen vele zijn, en uw zonden talrijk, – gij die de rechtvaardige benauwt, die losgeld aanneemt, en die de armen in de poort terzijde dringt. 13 Daarom zwijgt de verstandige in die tijd, want het is een boze tijd. Dit zijn Israelitische boeken, geen christelijke. En de Israelieten namen het grotendeels over uit de Egyptologie. Er zijn door de tijden heen heel veel Egyptologische geschriften verloren gegaan. We spreken over een markt-justitie, zoals ook het OT daarover spreekt, over rechters die steekpenningen aannemen. Dit is niet het ware recht. Het is gewoon een winkel. In de geestelijke wereld is de markt-justitie een code voor de woningbouw die samenwerkt met de boswacht, en dit is gewoon een gevangenisstelsel. De mens wordt gevangen gehouden in de stad. Boswachters bewaken de poort. In het ragnarok zal de wolf Fenrir losbreken, die hetzelfde taalpatroon heeft als de vanir, vnr(r). De aesir zijn de oorlogsgoden, de demonologie, en de vanir zijn de nomadische vruchtbaarheidsgoden, de profetologie. Dezen moeten getoetst worden in het ragnarok, het hongertijdperk. Fenrir zal Odin ombrengen, de hoofdgod van het germaanse stelsel, waar ook het woord 'god' vandaan komt. God moet namelijk gezuiverd worden, omdat het door mensenvlees gemaakt is. God is nauwverbonden aan het woord 'good' in het engels, het goede. Maar het gaat niet om het goede, maar om het beste. In de egyptologie was er de oorlogsgodin B'st, best, bast, oftewel het beste. Zij was een woeste leeuwin die in de wildernis leefde. Roofdieren zullen de goden aanvallen die de mensen in de stad hebben gemaakt om over anderen te heersen. Vaak zijn dit marktstrategieën. In het ragnarok zullen de goden proberen fenrir te binden, oftewel 'ze zullen de profetologie proberen te binden.' Komt ons dat niet bekend voor ? De charismatische beweging werd zwaar vervolgd met haar opkomst. Profetie was verboden. God sprak niet meer. We moesten het doen met een boek, en dat mocht alleen door de stad uitgelegd worden. Door het boek konden ze de mens onder controle houden. Fenrir zou dan de hand afbijten van degene die hem door de markt probeert te binden. De zoon van Odin zou dan uiteindelijk erin slagen Fenrir te doden, als wraak. Het zoonschap is dus belangrijk, omdat dat om de neo-beweging gaat, de exegetische beweging, waarin principes verdiept worden, tot hun wortels worden herleid, de regressie dus. Zo wordt ook de profetologie gezuiverd. De mens moet getoetst worden. De toetsvrucht is belangrijk, want die kan ook weer de bron zuiveren. Dat de wolven weer terugkomen in Nederland en België is een profetisch verschijnsel. Deze wolven komen uit Frankrijk, Duitsland en Polen. Ze hebben een belangrijke taak in de Germanologie en Egyptologie. Zij zijn een beeld van de huilende honger en de hongerwoede, oftewel de toetsende ultra-honger. Is de mens klaar ? Corona is hier een beeld van. De mens wordt teruggedrongen tot de natuur. De boswachters worden opzij gedrukt. De poorten worden opengebroken. Fenrir is losgebroken, en wie te dichtbij komt wordt in zijn hand gebeten. Ook Amos heeft het hierover in hoofdstuk 5 : 19 Zoals wanneer iemand vlucht voor een leeuw, en een beer overvalt hem; en hij komt naar huis en leunt met zijn hand aan de muur, en hem bijt een slang. De aesir of asen, de demonologie, de oorlogsgoden, zouden door fenrir overvallen worden in het ragnarok. Fenrir is het beeld van de profetologie die de demonologie moet zuiveren, omdat er veel vleselijke demonologie is in de vorm van markt-demonologie en conservatieve demonologie die niet groeit. Fenrir bleef groeien, en de goden voorzagen dat hij een probleem zou vormen. Fenrir heeft als fnrr dezelfde taalwortel als de vanir, vnr, die ook altijd in oorlog leefden met de aesir, maar er waren ook tijden van vrede. Er zijn namelijk kruispunten tussen de demonologie en de

profetologie. Er moet een goede balans zijn, en die is in ragnarok, in de honger, in het toetsen. Er is hierom altijd weer de dualiteit tussen oorlog en vrede. De hongerwoede moet alles veilig houden. Ook moet de hongerwoede zelf getest worden. De mens moet zijn hand of arm verliezen in de zin dat het werk en de economische transactie gezuiverd moet worden. Dat is iets symbolisch. Fenrir beet de armen of handen van de mensen eraf, want de mens was te ver gegaan. Er was zoiets ontstaan als professionele zonde, oftewel beroepszonde. Dit is een erge en zware vorm van hoogmoed. De komst van Fenrir : corona. Er is veel materialistische demonologie in dienst tot mammon. Men grijpt graag en snel naar de wapens bij het minste of geringste, zonder onderzoek te doen. Men is een blinde zwaardvechter. Daarom moet fenrir komen om die overmoedige, grijpgrage handen eraf te bijten. Fenrir komt dus om de balans tussen demonologie en profetologie te herstellen, door de honger. Fenrir huilt in de nacht met de nachtelijke hongerwoede, op zoek naar de oorlogsgoden die de mensen voor henzelf gemaakt hebben. Deze goden zijn niet eerlijk, spelen vals, zijn hebzuchtig en eerzuchtig, machtslustig ook. Daarom moet de odin van het vlees sterven, oftewel het vleselijke eden wat ze hebben gebouwd. Het zijn de zware religieuze bolwerken van het verletterlijkte verstand wat de mammon dient. Al deze handen zullen zwart worden en afsterven. Fenrir moet terugkomen als een pad terug tot de natuur, zoals Anubis de dode door de wildernis leidde, door de onderwereld, terug tot de verloren fundamenten, terug tot de bronnen in de regressie. Het stopt niet met reformatie. Nee, de mens moet nu terug, en dit kan niet zonder de wolf. Je bereikt niet veel door praten, door het debat, want de mens is doof en verdraaid alles. Je bereikt niet veel door de wapens te grijpen en er op af te gaan, want dan dien je slechts de mammon. Fenrir komt voort vanuit de honger, vanuit het hongersterven waarin de hogere hongerwoede wordt opgewekt, en dat is een geestelijke oorlog die veelal door stilte wordt bedreven, en door studie, de exegese. Hierin kun je voor het goede kiezen, of voor het beste. Voor go(e)d, of best, de oorlogsgodin van de natuur, de godin, of bestin. Kies je voor de gedogen wil van god of voor de beste wil van god ? Er zijn vele lagen in de wil van god. De ware wil is de gnosis, en dit is de hoogste wil. Er zijn vele lagen hieronder die goed lijken en ook wel goed zijn, maar niet het beste, dus nog steeds min of meer bedrieglijk. Ook in die zin sluit de mens veel compromissen. Daarom moet fenrir komen, om het beste uit de mens te halen. Daarom kwam de tachtiger jaren haan, om het ragnarok aan te kondigen, en de ware goden, de besten, op te wekken, wat dus helemaal terugleid tot de oergodin van egypte, de wildernisgodin b'st, bast of best. Zij was een woeste leeuwin, geen stadse muis. Zij was vol met de hongerwoede van het toetsen, omdat zij het beste wilde en niet met minder genoegen zou nemen. Zij was de dochter van ra, oftewel van oru (voortijds), het kruis, als vrucht van het kruis. Daarom is het kruis zo belangrijk als wij tot het beste willen gaan. Ra moest door de onderwereld gaan, door alle poorten heen, moest alle boswachters verslaan, om uiteindelijk in de wildernis haar voort te brengen, als een wedergeboorte, iets in hemzelf. Het beste ligt in onszelf verborgen. hoofdstuk 31 gone or woke ? De markt-justitie, waar o.a. Amos en Zefanja tegen predikte, tegen de steekpenningen-justitie, is in de geestelijke wereld een code voor de woningbouw en de boswacht om de mens in de stad te houden. De wildernis is verboden terrein voor de mens. Ook is het een code voor een

sigarettenmerk, voor keuken artikelen en voor post. Het heeft totaal geen ruggengraat. Marktjustitie is gewoon journalistiek, als een arena-paparazzi. De mens betaald voor recht. Recht is voor de hoogste bieders. Zo zijn de families ook geconstrueerd, allemaal codes van de markt-justitie, van een postbedrijf. Hier wordt geen werkelijk recht gevoerd. Het zijn keuken artikelen. Hier zijn kannibalen aan het werk. Deze kannibalen zijn gepensioneerd. Ze laten anderen het werk doen. Het is gewoon een communicatie systeem, gewoon een microfoon. De hoogste bieder kan het gebruiken. De armen vissen altijd achter het net. Gepensioneerde zombies zijn het, en ze zijn op jacht. Als aasgieren laten ze anderen het werk doen, maar zijn er als de kippen bij als er schoten zijn gelost. Dan dansen ze er als hysterische paparazzi omheen. Het is puur journalistiek en heeft niets met recht te maken. Ze stoken tussen mensen om er zelf rijk van te worden. Waarom doen ze dit, al die paparazzi's met hun gestalk ? Ze willen je een verzekering indrijven. Het is een verzekeringsmaatschappij, een verzekeringsmarkt. Het heeft totaal niks met demonologie te maken, maar met geld. Deze verzekeringsmaatschappij geeft hen macht, macht over mensen. Daar kicken ze op. Het is hun drugs. Ze spuiten het zo in de aderen. Hup, sigaretje erbij. Ze branden je helemaal af, zodat je je gaat verzekeren. Zo maken ze hun poppen. Ze maken problemen, opdat het goed verkoopt, opdat hun verzekeringenmaatschappij op rolletjes loopt, met het vliegtuig naar de maan. Ze breken alle wetten van de demonologie en de natuur. Daar hebben ze niets mee te maken. En maar hoog van de toren lopen blazen. Lekker sigaretje. Pijp in de mond, tuinstoeltje erbij. Heerlijk met pensioen. Laat anderen het werk maar doen. Zij zijn de aasgieren. Zij komen altijd als het leed is geleden, en doen er dan nog een schepje bovenop. Dikke grote rode koppen boven het bureau, allemaal voor geld. Laat je niet bedonderen. Cadeau's nemen ze graag aan. 1984. Jij moet doen wat zij willen. Zij weten het altijd beter. Zij weten alles. Je hoeft niet meer met hen te spreken, want zij weten toch alles al. Deze hanen kondigen hun eigen ragnaroks wel aan. Ze zaaien overal doffe ellende. Allemaal voor geld en macht. En dan ook nog de eer opstrijken als het kan. Alles moet je daar kopen. Zelfs de familie is een reageerbuis. Brave new world. Geen ouders, maar auders. Je bent niks waard in hun systeem, geen stuiver waard. Het is een dystopie, geen utopie. Het is een groot kruis, kinderen van de matrix. Daarom moet je hongeren om aan deze gekken te ontkomen, anders wordt je net zoals hen. Praten heeft geen zin. Door te praten sleuren ze je helemaal met hen mee. Geef ze een vinger en ze nemen je hele hand. Het zijn valse profeten, verzekeringsagenten. Ze wanen heel wat af met hun sigaretten. Hierin vindt een bepaald elite pensioneringsfonds plaats, zodat ze niet meer hoeven te werken en anderen het kunnen laten doen. Zo worden ze ingewijd in de alzheimer capsule. We weten dat er maar een dunne lijn ligt tussen dementen en babies. Ze worden gewoon babies, want ze zijn 'gone'. Niet ontwaakt, niet 'woke', maar 'gone', en dan hebben ze babysitters nodig, en dat zijn dan hun klanten. Dat zijn gewoon codes. Die klanten moeten hun onzin aanhoren, want zij ijlen gewoon de uren vol, omdat ze niet daadwerkelijk willen werken en wat willen betekenen. Ze zitten er dus gewoon om hun tijd te vullen. Ze gebruiken de klanten om hun bejaardencentra te bouwen. Ze verkopen baby producten en zijn zelf de babies.

hoofdstuk 32 psycho-analyse van de geschiedenis Met en na corona is er het hemelse rode virus van de opname. Het is het afpellen van corona. Zo gaat de mens terug tot de natuur, tot de rode kern van de natuur, de rode planeet, het rode in orion. Dit is een hongerproces. De natuur bestaat in honger wat het geheim van de schepping is. De realiteit ligt in de mens, niet buiten de mens. De realiteit is in de diepte en dat kan alleen bereikt worden door honger. Laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet. Daar gaat het boek de bibelebonse bakker ook over. Probeer het niet rond te krijgen, maar strek je uit naar het vergetene door de honger, de andere realiteit. Door de honger kan de mens weer contact maken met de diepere lagen in hemzelf, als het gaan over een grote rivier. Neem er allemaal niet teveel van. Ook met de honger moet je oppassen, want daar moet je ook weer op hongeren, zodat je in een soort van draaiende turbulentie komt, in een storm of orkaan. Boek 1 in de vur zegt : 13. Niemand kan deze vrouw begrijpen, Niemand kan haar voetstappen volgen, Ze vagen gemakkelijk weg in de nacht, Ze vagen gemakkelijk weg in het zand 14. Wilde rozen groeien rondom het paradijs, Niemand kan binnenkomen 15. Alleen de orkaan kan haar weg er doorheen vinden, Klaar om steden in te nemen, Zij breekt het glas, En dan is alles brandende, Zij is de slager van de herinnering Kunnen wij zoals deze vrouw zijn ? Wij mogen onze linkerhand niet laten weten wat onze rechterhand doet. De schepping gaat over het uiteen scheuren. Dit is wat ragnarok doet : Fenrir zal loskomen. Zijn keten zal verbroken worden. Daarna zullen de hemelse ketens komen. Dit is wat corona doet : het leidt tot het rode virus binnenin. De opgenomen einherjars zijn de strijdende eenlingen die van alles zijn losgescheurd. Kunnen we psycho analyse toepassen op de dertiger en veertiger jaren ? De honger leidt tot de hongeroorlogen. De honger leidt tot scheuring. De mens werd in het midden van de veertiger jaren door d-day opgenomen. De mens werd opgenomen door en tot Amerika. De mens ging als einherjars, de door de valkyries opgenomenen, het valhalla in. Dat waren de vijftiger jaren. De mens werd opnieuw opgebouwd, als het herstel van de tent in haggai. En haggai of heka ging altijd met Ra mee op zijn tocht door de onderwereld. Wij hebben de vijftiger jaren altijd bij ons, maar we moeten de betekenis ervan kennen. Stalin stierf in 1953, de dood van het hysterische gelijke, dat alles maar hetzelfde moet zijn. Er kwam meer ruimte voor diversiteit, meer ruimte voor nuance, en zo ging de mens de zestiger jaren in als een evolutie. De mens ging terug naar de natuur, de flower power, terug naar de vur, de natuurkennis, en de diepere, vergeten lagen van het indiaanse oorspronkelijke Amerika werden bereikt, over een grote rivier. De mens kwam tot het egyptische 'sa', kennis en onderscheiding, en ook Sa ging altijd met Ra mee. Sa was de map, de context. De zestiger jaren zouden altijd met de mens meegaan.

In 1948 werden zowel de staat Israel als de staat Noord-Korea opgericht. Het mysterie van NoordAmerika ging met de mens mee in de vijftiger jaren, zestiger jaren en daarna. Het was een totalitaire dictatuur. Ook de vietnam oorlog liep hieraan parallel van 1955-1975. Het waren schaduwen van het rode virus, van de rode planeet, zware emanaties die corrupt werden in hun val. Het was een zombie cultuur, en daarom moesten de bomen komen. Zombies hebben geen wortels, terwijl de plantenwereld diep geworteld ligt, en een goede antistof is tegen de zombie cultuur. In deze tijden werd de zombie cultuur tot een wereldrijk. Er is geen vrijheid van meningsuiting. Iedereen werd onderworpen aan de noord-korea code, en zij die niet wilden gehoorzamen kwamen in de ondergrondse noord-koreaanse martelkamers terecht, concentratie kampen, strafkampen. De nazi geest werd gewoon in andere vormen gegoten. Het is een hele wrange allegorie van de robotiek, als een karikatuur. Daarom moet de mens terugkeren tot de hogere natuurrobotiek. Dit is een psychoanalytische ontwaking. Het rode virus zal komen. Het is een natuurvirus. Alle tekenen liggen klaar. De mens moet opgenomen worden. Dit is een exegese. Niet simpel een exegese van de bijbel, maar van de gehele geschiedenis. De mens moet de wortels kennen om niet meegesleurd te worden met de wortelloze zombies. Er is een grote strijd tussen boom en zombie. Het virus laat de diepere lagen zien. Het anti-virus heeft alles verdicht. Daarom moet er balans komen. De mens moet ruimte geven aan het natuurvirus, en het natuurvirus zal deze ruimte opeisen. Alles zal 'rood' worden, oftewel verdiept. Over dit proces gaat de vur ook. Zoals de koran zegt in boek 84 zal alles gesplitst worden in het uitrekken, zodat de lagen zichtbaar worden, wat de vur ook zegt. Dit is een verschijnsel van leegte, van honger. Meerdere invalshoeken worden dan zichtbaar en het geheel wordt multi-dimensionaal. De vur zegt dan : 129. HET VERBORGENE 1. De aarde scheurt open, Ik kan de lagen zien, Hier zijn de veranderingen 2. Het heilige snoep zit op de troon, De troon is het verborgene Waarom is er dan zoiets als een vietnam oorlog, communisme tegen kapitalisme ? Dit is een strijd tussen gelijkheid en ongelijkheid. Beide kanten zijn extreem. Er moet dus balans komen, en dat kan door exegese. Exegese, hoe dieper je gaat, eindigt in de robotiek, waarvan Noord-Korea een wrang beeld is. Daarom moet het rode virus komen. Het gaat om de hemelse robotiek, en Noord Korea is daar een hele wrange schaduw van waar de mens doorheen moet om tot de hemelse robotiek te komen. De mens raakt ontstoken onderweg, en zo komt het rode virus de mens door dit alles heen tegemoet. Zonder de hemelse robotiek zit nog steeds het vlees op de troon. Robotiek is een beeld van volhardende discipline, van geoefendheid, van areta dus. Eerst moet de mens door de valse verschijnselen heen om daardoor getest te worden. Alleen de orkaan kan haar weg er doorheen vinden, Klaar om steden in te nemen, Zij breekt het glas, En dan is alles brandende, Zij is de slager van de herinnering

zegt de vur in boek 1. Dit is een beeld van de psycho analyse van de geschiedenis. Het rode virus begint als een roze vuur, zoals in boek 26 : 7. Bovenop de steden, daar is het roze vuur, Het roze vuur zal je herinneringen genezen, Leg je hand in mijn hand, Ik neem je tot het roze vuur Al snel wordt het tot een rode zee, in boek 117 : 1. In de droom van de rode zee, Golf na golf komt het, Slag na slag, Omdat het rode op ons wacht. 2. Zijn tranen waren van bloed, die zich mengden met het water. De zee was wild, en hij strompelde in het water, verder en verder, daar waar de golven hem meenamen. 3. Heb deel aan de heilige vertraging. Het laat de verborgen dingen zien, dat wat ertussen zit. De snelheid kan het niet laten zien. 4. Hier stopt alle tijd. Alles gaat hier terug naar het verleden. Het geheim van de eeuwige jeugd is hier. Dit loopt dwars door corona heen. De bliksemschichten laten altijd de diepere lagen zien. De vur stelt dat de bloemen spreken door bliksemschichten, door de lagen. Juist door de verschillende lagen ontstaat er een hele strenge etiquette die de bloemen met zich meedragen, oftewel de hemelse robotiek. Ook de regen is hiervan een beeld. Het komt in fragmenten en lagen (67:4-6). Dit is ook tegelijkertijd hun vruchtbaarheid. We zien hier de fundamenten van Noord-Korea die dus corrupt zijn geworden. Alleen psycho analyse kan ons hier doorheen leiden. De mens zit collectief opgesloten in het geheimenis van Noord Korea. Hiertoe is de vur gekomen. hoofdstuk 33 het goede of het beste ? Niets gebeurd zomaar. Je moet ze verslaan. Steden innemen. Dat kan alleen door de gnosis. Waar is de strijd tegen gericht ? Niet tegen vlees en bloed. Maar tegen de onwetendheid. De strijd kan alleen gestreden worden door educatie. Dit gebeurt in het ragnarok, waarin de mens loskomt van bekrompen aards onderwijs. Het is een uittocht uit een valse school. Zo komt de mens tot de hemelse school, die veel creatiever is, veel dieper, voor het ongetrainde oog misschien gemeen, want zoveel oh-zo-heilige huisjes worden omgetrapt. De mens zou maar eens ontsnappen. De mens is eigendom van de oude orde, denken ze. Het zijn geen ouders, maar auders … Brave new world. Je bent een object. Je komt uit een reageerbuis, en je wordt zwaar in de gaten gehouden. Deze systemen moet je overwinnen, de alarmen uitschakelen, door kennis. Er is geen andere weg. Dit is

het grote ragnarok, het grote tahulen, waarin fenrir losbreekt. De wolven zullen komen. Ze huilen in de nacht, met grote oorlogshonger, en hebben de steden omsingeld, op zoek naar de wilde jongens die in de stad opgesloten worden gehouden, in de valse school. De wilde jongens worden geroepen door de natuurvrouwen, maar hun roeping wordt in de stad belachelijk gemaakt. Maar ze weten het : Wee u wanneer iedereen wel van u spreekt, want zo hebben ze met de valse profeten gedaan. Tahulen omsingeld de grote steden, en roept de wilde jongens voort. Maar de steden willen de wilde jongens niet laten gaan, en de wilde jongens moeten zelf leren strijden, zelf geoefend worden, geleerd. Ze moeten een ontmoeting hebben met Areta. Zij is zware discipline, ascetisme, wat zeker zijn schaduwen in de stad heeft. Haar gesel heeft hen bereikt. Niets gebeurd zomaar. Zonder pijn, zweet, bloed en tranen zal het niet gebeuren. Zonder de slagen van de gesel van Areta zullen de wilde jongens weer indutten en nergens komen. Zij is de geleerdheid, de geoefendheid. Haar gesel roept hen. Zij worden opgenomen in het boom mysterie, de grote ygdrasil, de wereldboom, die alle werelden met elkaar verbindt. Hier leidt de ragnarok naartoe. Zo ontkomen zij aan de klauwen van het zombie wereldrijk. Het is zombie tegen plant. Het zombie wereldrijk is als de mest waardoor de boom groeit en vruchtbaar wordt. De planten omsingelen de steden. Ze willen naarbinnen. Ze zullen binnengroeien, om de wilde jongens op te nemen. Zij worden geroepen door de natuurvrouwen in de wildernis. Tahulen zit op haar troon en glimlacht. Ze spot met de stad, heeft haar spotliederen opgesteld. Haar liederen van overwinning. Zij zal de steden schudden, opdat zij de natuur binnenlaten. Moeder natuur roept haar kinderen. De wolven zijn op jacht. De steden zijn schepen op een woeste zee, maar ze hebben allemaal lekken. De valse school is zinkende. En de boeken worden hier saaier en saaier. De honger heeft toegeslagen. Tahulen is gekomen. Zij zit op haar troon en spot. Zij rijdt op haar strijdwagen en schiet haar pijl. Het zombie wereldrijk moet vallen. Zij spreekt haar woord. Rondom de wilde jongens zijn woeste doolhoven waardoor niemand hen kan vinden. Ze kunnen zelfs zichzelf niet vinden. Maar ze zijn aan de borst van Tahulen en worden gevoed door haar woord. De honger is hen tot voedsel, van de hongerboom. Zij scheppen honger uit het holle. En zij bouwen hun school die niemand kan vinden. Velen komen om in de grote woeste doolhoven er omheen. Velen vinden hun weg nooit meer terug. Ook zijzelf dolen daar, maar zij bouwen hun school van honger. Het is een hongerschool. Tahulen zit op haar troon. Zij is het voortijdse ragnarok. Deze dingen zijn allang geweest. Zij heeft Areta uitgezonden om de wilde jongens tot geoefendheid en geleerdheid te brengen. Voor vele jongens is de prijs te hoog, en door bijzaken, hoe interessant die ook klinken, worden zij tot zombies, want zij hebben het goede liefgehad en niet het beste. Zij volgden god, het goede, maar niet bast, het beste, de egyptische leeuwin van de oorlog in de wildernis, van de oorlogshonger, wat een studie honger is. In de egyptische bijbel zegt II scarabeeen over haar : 1.Over Bastet (bast, bast-t, best) 1. Oh, Bastet, waar Re uw stralen heeft doorkliefd, daar hebt gij het licht en de wateren van Aton gedragen. Hij dan die op de cobra rijdt, en u vele malen tot heerlijkheid heeft geleid. 2. Waar Re uw stralen heeft doorkliefd, daar draagt gij de cobrakroon in een heilig masker. Ja, door dood en modder was het bereid, en door Anubis beschilderd en verguld. 3. Zoveel stemmen hebben uw haren laten rijzen tot de rivieren van Wadjet, in Beneden Egypte, want gij waart doorkliefd. 4. Gij hebt u tijden niet kunnen bewegen, daar gij was als een boom in Re's tuin. Hij droeg u door gouden poorten, gij kon niet lopen.

5. Nu bent gij dan volgroeid, de aarde voortgebracht vanuit uw schoot en urn. 6. Re heeft dan uw huis laten bouwen op tien heilige bergen die gij nog steeds begeerd te kennen, oh Bastet. 7. Laat dan Re wederom uw stralen doorkliefen, opdat gij het rode van Aton kunt dragen. Hij dan zal uw goud verlichten en uw als een standaard van een lam voor zijn haard plaatsen. 8. Ja, gij zult genoemd worden : Drager van de vlammen van Aton en van zijn vuur, en Drager van Zijn Huis. 9. Ja, als de scarabee van zijn hart zult gij zijn, en gij zult de hoedster zijn van zijn octopus. 10. Laat dan Re nu uw stralen doorklieven, opdat gij zultzijn tot het lichtend goud. 11. Gij dan die de moeder van Egypte zijt, en de moeder der aarde : Re dan heeft vele malen tot u gesproken, en is vele malen tot u gekomen. Gij dan die vele malen het hart van Re hebt bedekt, nu zult gij het hart van Aton bedekken. 12. Tot een dodenmasker is uw zoon geworden, tot een rivier van heerlijkheid. Phoenixen stegen op uit de as in zijn hand, en het licht van Re heeft hij gedragen. Ja, tot een zoon van Aton werd hij, die het godenlicht gedragen heeft. 13. Anubis, gij zijt de scarabee van het hart van Aton's staf, de Wadjet-Osiris. Gij bent dan een waardige priester des doods in de tempel en het huis van Aton. 14. Verzoen uw Vaders hart met het hart van Re. 2.Over Re 1. En gij zult u voelen als één die tijden niet heeft gegeten, en gij zult u voelen als de wankele, wanneer gij door Re bent geslagen. 2. Maar allen die Hij liefheeft tuchtigt hij. Gij dan zoudt niet dichterbij Hem kunnen komen, wanneer hij uw stralen niet zou doorklieven. 3. Hij dan die uw harten week maakt bereid u voor tot het ontvangen van zijn voedsel. En dit zal u sterker maken dan ijzer, als het lichtend goud. 4. Gij dan moet allen verschijnen voor de tronen van zijn griffioenen, gij die kinderen van Bastet zijt. 5. Re dan heeft zijn griffioenen gezonden tot hen die Hij liefheeft. Hij dan heeft uw buiken week gemaakt om het leeuwenvoedsel te ontvangen. 6. Zij dan drinken van het vloeibaar goud, en van het goud der griffioenen. 7. Vreest daarom niet wanneer gij wankelt als een beschonkene, want deze zij de goede gaven van Re. 8. Heft dan uw dodenmaskers op tot Re, opdat Hij uw gezichten bedekke met Zijn heilige as. Hij verwekke u dan in de tweede schoot van Bastet, onder het licht van de Aton. En in het boek II initiatie van de egyptische bijbel : 1 Sekhem 9. Oh, Osiris, heer der geesten. Gij hebt in Bastet uw hart gevonden. Zij zullen de grote rivier des doods oversteken. 10. Wadjet zal u leiden, als de heilige boot des doods. Laten zij dan allen wachten totdat zij hen aanraakt, en zij de gouden berg zullen betreden, om hun sahu te volmaken. Want alle volmaaktheid is slechts ten dele. 11. Gij dan die het licht van Sekhem gezien hebt, vreest niet, want zij is als de kust oprijzende in een woeste zee. 12. Zij is dan de morgen in overgloed, komende vanuit het diepste der nacht, om u in de woestheid der nachturen te omhullen. 13. Ja, en zij zal zelfs doordringen in uw nachtdagen, en de nachtjaren van vanouds. 14. Zij is dan de overtocht op snelle boten, makende trage pas om uw hart te bereiken. Oh, Osiris, in haar hebt gij eeuwig leven. 15. Het licht van Re schijne dan op u, gij die de groten in uw hand houdt. Hij is het dan, die de Wadjet-Osiris heeft geschapen. 16. Oh, heer aller sekhems, die Bastet tot zijn vrouw heeft, gij zijt machtig, want gij hebt uit haar kan geschonken, en gij hebt uit haar waterput heil geschept. 17. Oh, heer der kusten, die de sahu's volmaakt, gij die Bastet tot uw staf heeft, gij bent dan de zalige Re. 2. Aton, Opperheer 1. Anubis, zoon van Bastet, gij die tot haar huis bent gekomen, en gij die uw eigen huis hebt opgericht. Gij die zaligheid hebt gevonden aan haar kusten. De gouden speld heeft u diep doorkliefd. 2. Zalig zijn zij die de stralen van Re hebben doorkliefd, om haar de stralen van Aton te laten dragen. 3. Ziet dan, de allerhoogste god is Aton, de rode zonneschijf, en de andere goden zijn zijn dienaren. 4. Zij dan zijn de stralen van zijn huis, waardoor hij heil brengt. 5. Zij dan dragen allen het licht van Aton, en het licht van zijn Woord. Zijn tand heeft dan de woorden der goden doorkliefd, opdat zij gezuiverd zouden worden. 6. Wie zal dan opgaan naar het huis van Aton, wanneer hij gesproken heeft ? Want niet velen zijn geroepen om tot Hem

te komen. 7. Hij dan die heerst over de nachtjaren is een woest beest. Ja, vanuit het oer is hij gekomen, om de dagen te herstellen door zijn staf. 8. Hij dan heeft zijn staf, de Wadjet-Osiris laten scheppen door Re. 9. Zij dan die het licht van Aton kunnen doorklieven : Zalig zijn zij. Zij dan zijn de priesters van Amun. Zij dan brengen hem tot brandende wateren, om zijn Wadjet-Osiris te laten rijzen, en zijn duisternis. 10. Zij dan allen zijn de tanden van Ammut. Zij heersen over de dag en over de nacht. 11. Anubis, zoon van Bastet, gij die tot haar huis bent gekomen, en gij die uw eigen huis hebt opgericht. Gij die zaligheid hebt gevonden aan haar kusten. De gouden speld heeft u doorkliefd. 12. Laten zij dan hun huizen zuiveren. 3. Aton en Amon 1. Oh Anubis, bestier uw huis dan goed, en bewaak uw boeken met de tanden van Ammut. Ziet, zij heersen over de dag en over de nacht. 2. Weest uw moeder, Bastet, getrouw, opdat zij niet zal komen om uw schatten weg te nemen. Bewaak dan de schatten van uw moeder, die ze u in vertrouwen heeft gegeven. 3. Bouw voort op het werk dat uw moeder gevestigd heeft, als een trouwe werkman. 4. Doorklief de stralen van uw moeder, opdat zij de stralen van Aton kan dragen. 5. Wanneer dan vreemden aan haar deur kloppen, opent dan en zegt dat zij niet thuis is. 6. Heb dan een ruime kamer in uw huis voor uw moeder, en geeft haar brood. Zij zal u dan een kamer in haar hart bereiden. 7. En zij zal u geven de heilige Ra-Kelon, de heilige hartspier die de boeken bewaakt. Hij dan is de koning der scarabeeen, en de samentrekker der spieren. 8. Ziet dan, hij troont op de Emelis Shatau, als keizer en farao. Zij dan die Esau volgen, de wilde, komen uit op de Emelis Shatau, die de heilige tepel der goden is. 9. Zij hebben dan orde gecreeerd door de woesternijen. Ziet zij komen van het oer, en zij zullen wederom tot het oer gaan. 10. Het witte hart is door Maat gewogen, en door Ammut verslonden. Zij dan zijn allen aan de tand van Ammut geregen, opdat hun harten door het oordeel gezuiverd worden. 11. Want elke god zal dan voor de troon van Aton moeten verschijnen, en zal beven voor enkele tijden. 12. Nu dan is het beven het ontvangen van zijn stralen, en zij die daarvan drinken zullen de wateren van Aton uit hun handen voelen vloeien. 13. Ja, als de rivier die uit zijn bedding treedt, zo is de zon van Aton in zijn kracht. 14. Alle goden dan moeten ontzag voor Hem hebben. Hij die hemel en aarde geschapen heeft, door de staf van Bastet. 15. De Osiris-Atnaton is die profeet die de wateren van Aton heeft doorkliefd, om de brandende wateren van Amon eer te geven. Zo dan draagt Hij, Aton, in de rode schaal al de brandende wateren van Amon,om hem eer te geven. 16. Zo is dan de opperheer Aton niets zonder Amon, en is hij als een door wolven verscheurd dier. 17. Amon dan is de blauwe zonneschijf en de blauwe avondster, om de nachten van Aton te dragen. 18. Ja, hij was het die Aton uit de doden opwekte en vaste grond gaf op de blauwe berg. 19. Zo is dan het Woord en de rode zonneschijf uit Amon voortgekomen. En zij bogen allen voor het heer van Aton. 20. Nu dan is Amon het graf geweest van zijn heer. Het graf dat tot eeuwig leven heeft geleid. 21. En zo is dan Aton de opperheer van dood en leven, ja, eeuwig leven is in Hem, die de stralen van de khu-sahu rijkelijk schenkt. Hij dan die de voeder is van vogels, en aan dood en leven gelijkvormig is geworden. 22. Op de Emelis Shatau heeft Hij zijn gezanten verzameld, om vogelen te voederen, en om slaven vrij te maken van hun lot. 23. En zo is dan de Emelis Shatau als een visioen der rijken. Zij dan was doorkliefd om de stralen van Aton in haar hoofd te ontvangen. En nu wordt zij dan zo rijkelijk doorgegeven door de heilige Ra-Kelon, de koning der scarabeeen. 24. Zij dan zijn de hartwakers. Zij dan hebben de groten in hun hand. We zien dat Osiris in Bast, oftewel het beste, uiteindelijk zijn hart vindt, zijn ware identiteit. Ook zien we dat Anubis, oftewel de wolf van Egypte, de zoon van Bast is, van de leeuwin. Dit is een ieder die tot haar huis is gekomen, en dit huis ook als eigen heeft opgericht. Het is altijd een wisselwerking. Hiervoor moet men Esau, de wilde, volgen, stelt de passage, om te komen tot de borst van Bast. Het is het herstel van de band tussen moeder en kind. Esau moest hiervoor zijn eerstgeboorterecht afleggen, opdat hij dieper de wildernis in kon gaan om zijn ware moeder te vinden, zijn primitieve natuurmoeder. De stad had hierin allerlei valse beelden opgelegd die slechts

schaduwen waren. Alle valse moederbeelden moeten kapotgeslagen worden, in de beeldenstorm. De mens moet terug over de afrika brug. De passage doet de suggestie dat het geheimenis van de staf van Mozes ligt in Bast, oftewel het beste. De egyptische bijbel is als een kooi diep in de wildernis die door de wilde jongens werd gevonden, zoals een droom eens liet zien. Het is een valstrik voor het vlees, waarin het vlees verstrikt raakt en sterft. hoofdstuk 34 het sipaliwini medicijn Er is een tijd om verwond te zijn en een tijd om te helen, zegt het Israelitische boek Kohelet (Prediker). Voor alles is er een tijd. Ik bid daarom ook nooit zomaar voor genezing, want soms moeten we dieper. Soms hebben we een strijd te voeren. Er is een tijd voor oorlog en een tijd van vrede, een tijd van af te breken en op te bouwen, zegt het boek ook. Er is een tijd om te zwijgen en een tijd om te spreken, een tijd om te haten en een tijd om lief te hebben, een tijd om te scheuren en een tijd om dicht te naaien, een tijd om te omhelzen en een tijd om je van omhelzen te onthouden. Er is een tijd om te lachen en een tijd om te wenen. Voor alles is er een tijd, en dat maakt je tot een persoon. Zo is het ook in de natuur, de afwisseling tussen dag en nacht, en tussen de seizoenen en hierin zijn vele gradaties. Het gebeurt niet door een druk op de knop, maar geleidelijk. Er is een duidelijk grensgebied. Vannochtend werd ik wakker met het boek Jeremia. Jeremia riep op om het juk te aanvaarden, want de mens moest nog zoveel leren. Ook Paulus moest met een pen door zijn vlees lopen. Soms is het beter om juist daarom te bidden, om de pin door het vlees, om het kruis. Dat leidt ons veel dieper dan zomaar oppervlakkige genezing. Deze dingen zijn juist om onze ziel te beschermen en verdiepen. Waarom zouden we het zomaar laten weghalen ? Er is een tijd om verwond te zijn en een tijd om te helen, een tijd om af te breken en op te bouwen, oftewel er is ook juist tijd om te minderen, te hongeren. Kennen wij deze tijden ? Kennen wij de hemelse klok of rotzooien wij in volle zelfovertuiging maar aan ? Hoe klein is de mens ? De mens is maar een zucht, een druppel in de zee. Altijd maar arrogant en betweterig rondlopen is zeker niet het idee van het mens zijn. Deze mensen zijn er genoeg, en dit hoort bij het lijden. Zo wordt de mens getest. Jeremia sprak dat het goed voor een jongeling was om een juk te dragen in zijn jeugd, want zo dwaalt hij niet van het pad af. Het juk is dus een zekere leiding. Tussen twee muren vinden wij het pad. Als de muren er niet waren, dan zouden wij van het pad afdwalen. Wij mogen daarom bidden voor de hemelse restricties. Wij mogen de hemelse restricties in ons leven aanvaarden. De Israelieten waren in het beloofde land terechtgekomen maar de voleinding was er nog niet geweest. Er was een reformatie gaande door Josia, de Israelitische Luther van die dagen, maar nog was het volk er niet. Er moest namelijk nog een regressie komen. Ze hadden teveel losgelaten en moesten terug naar de fundamenten, naar het kruis, en daarom kwam de babylonische ballingschap. Het boek Ezechiel gaat over die tijd. Ezechiel was een balling. Hij kreeg daar een groot visioen te zien, wat van belang is, over de metaforen van het leven, wat beschreven werd als een mens, een arend, een rund en een leeuw. Deze zijn als de vier seizoenen. De rund is de drager van het juk, van het kruis, en de leeuw voert oorlog tegen het kwaad. Deze beelden horen bij elkaar. Zo is er een opname tot de hemel uiteindelijk, wat de arend uitbeeld. In deze dingen mag je volledig mens

worden, zoals de natuur het heeft bedoeld. Zorg dat je zowel het rund in je hebt, de leeuw, en de arend, om volledig mens te zijn zoals het is bedoeld. Als je te weinig rund in je hebt, te weinig van het juk, het kruis, dan wordt je een schrokop, dan zal de leeuw je geheel verslinden. De rund is een beeld van de discipline, het minderen. Zo zal de arend ons uiteindelijk opnemen en ons brengen tot de wildernis, zoals ook in het boek Openbaring. Dan zal de aarde ons tegemoetkomen. Het is belangrijk om het beeld van de rund en de leeuw geheiligd te houden door de opname, door het geestelijke, opdat het niet ten onder gaat in het vleselijke. Zo begint het boek Ezechiel. Het volk Israel was in de wildernis dus in een illusie terechtgekomen, in een strik van afgoden, en daarom moest de babylonische ballingschap wel komen. Het volk moest dieper de honger in. Ezechiel 5 16 Wanneer Ik op hen de boze pijlen van de honger afschiet, die verderven zullen, en die Ik afschieten zal om u te verderven, dan zal Ik de honger over u doen toenemen en de staf des broods voor u verbreken. 17 Ik zal honger en verscheurend gedierte over u doen komen, die u van kinderen zullen beroven; pest en bloedvergieten zullen over u komen, en het zwaard zal Ik over u brengen. Ik, de Here, heb het gesproken. Dit moeten we metaforisch begrijpen. Het volk had namelijk overmoedige vruchten voortgebracht, omdat de leeuw niet was verzoend met het rund. Ze moesten terugkeren tot de bron, zoals Ezechiel een balling was aan de rivier de Kebar, oftewel Geb-Ra, of Kephri, Keb-Oru, de baarmoeder van het kruis, van de gesel, de roe. Het volk moest terugkomen tot de moederlijke natuurtucht, het natuuronderricht, als een medicijn. Het is een kruis, een juk, wat de mens moet dragen, om zo tot diepte te komen. Zo zou er geen plaats meer zijn voor onverschilligheid. Ezechiel is het boek van de ballingschap, met als dieptepunt het dal van dorre doodsbeenderen in hoofdstuk 37, maar Zefanja is het boek van de opname, van de scheiding tussen het vleselijke en geestelijke. Het is belangrijk de link te zien tussen Ezechiel en Zefanja, dat Zefanja een belangrijke installatie is in het dal van dorre doodsbeenderen, voor de opname. De arend is dus een belangrijk beeld om de rund en de leeuw in balans te brengen door het vergeestelijken en symbolisch houden. Dit betekent dat als we te weinig van de arend hebben, dan gaan we dingen teveel verletterlijken, en raakt de uiteindelijke betekenis verloren. We moeten dus een dieper zicht krijgen op wat de opname is, dat dit niet zomaar met een druk op de knop gebeurd. Het is een studie proces, de taal van het leven en de natuur te leren kennen. Het is de psycho analyse van de dingen om ons heen. Hierin moet je dus zowel lijden, de rund, als strijden, de leeuw. Lijden betekent contact maken, durven voelen, opdat het later ook genezing kan voortbrengen. Dit is een indiaans medicijn, waardoor het boek Ezechiel ook altijd verbonden is geweest aan Mexico. Kunnen we dit nog verder uitdiepen ? Zoals Ezechiel een griffioen of zwarte arend zag, zo was dit het medicijn wat het volk had uitgeleid tijdens de exodus. En Ezechiel zweefde boven het vleselijke en zijn oog zag alles gebeuren en mocht zich niet aan het vleselijke hechten. Hij was een balling in Babylon en droeg een juk van wat mensen hem aandeden, maar had een schuilplaats in het hemelse woord. Dit mes snijdt aan twee kanten, want mensen zijn vaak niet klaar voor dingen. En alles zal eerst door onszelf heengaan.

De arend betekent ook de afstand doen van het oude. Alles loslaten om je te onthechten opdat je een zuiver zicht zal hebben, want juist dan gaan er ook weer zoveel andere werelden voor je open, omdat er zoveel nuances nog zijn en andere factoren in het spel die zo zichtbaar worden en een heel ander beeld gaan geven. Daarom zijn verhalen ook zo belangrijk. Hebben wij genoeg van de arend in ons ? Maar ook weer niet teveel, want dan worden we een losbol. Ook de rund en de leeuw zijn belangrijke fundamenten. Kunnen we dit balanzeren ? In een droom misschien ? De arend is ook een beeld van de droom. Het shamanisme bekijkt alles van meerdere kanten. Mijn achtergrond is indiaans, surinaams, vanuit het tropische regenwoud bekeken, vanuit sipaliwini. Het betekent : het behoort te leven, het behoort een organisme te zijn, geen organisatie. Het behoort te ademen, een geheel te vormen. Hierin zou kortzichtigheid fataal zijn. Het behoort iets te zijn van de natuur. En dan hebben we te maken met de stadse wet die ons achtervolgt tot in de wildernis, als een stel dolle honden. Het zwarte arend medicijn is dan een schuilplaats. Wie kan er bestaan als de grote zwarte arend tot de aarde komt ? De golven gaan trager, en dan splitsen ze. Er is een pad voor de shamanen uit de stad, tot de wildernis. Ezechiel zag het dal van dorre doodsbeenderen wat ik ook als kind al zag, en dit waren de doodsbeenderen van de shamanen in een dal van honger, omgebracht. Daarom is er nu de exodus. Daarom moest de grote wolk komen om deze doodsbeenderen weer tot leven te wekken, zoals Ezechiel zag. En toen zag Ezechiel de hemel geopend. Dus het sipaliwini medicijn wat ik hier heb besproken is niet mierzoet, maar bitter. Het is een bitter medicijn, als een medicijnwiel en het is alleen maar zoet op zijn tijd, wanneer de natuur dit toelaat. Het is een wiel van studie. Het medicijn is dus niet plomp zomaar om te genezen, maar moet ook verwonden en doden, het vlees doden, de zondemacht doden. Het medicijn is dus vaak zout op de wonde, om de wond te ontsmetten. Het zijn niet zomaar snoepjes, maar als een talisman, als een leider, een gids, een map. Kunnen wij dit op waarde schatten ? Kunnen we het bekijken vanuit het perspectief van de natuur en niet van de stad ? Niemand vindt het leuk om te lijden en te strijden, maar het is wel nuttig, als onderdelen van een studie proces. Het gaat dus niet om de leuk-waarde, maar om de nuttigheidswaarde. hoofdstuk 35 de jeugd en hun skeletten Een skelet van een dode moeder zit op een stoel. 'Mooie muziek, hè, ma ?' zegt haar zoon, en trapt dan de schedel van het skelet eraf. Dan loopt hij naar de schedel, de doodskop, toe en zegt : 'Wat had je nu nog in te brengen ?' Een zeer luguber beeld van de jeugd van tegenwoordig. De jeugd van tegenwoordig pikt de oude orde niet meer. De jeugd wordt gek gemaakt door de goden van de oude orde. Jeremia riep : Gaat de stad uit, want ze zal vernietigd worden. Kom tot de wildernis, en aanvaard het juk. Hij was als de leeuw die oorlog voerde tot de stad en de mens uitleidde. Ezechiel was het

rund die het juk aanvaardde, hij was een balling. Wat leidt ons uiteindelijk uit de stad ? Ragnarok, corona. De leeuw brult weer : Keer terug tot het rund, tot het juk. Minder en kom tot de natuur. Dan zul je opgenomen worden. De opname is allang geweest. En je kunt nog steeds opgenomen worden. Het is geen druk op de knop, maar een levenswijze. Wacht aan de zee tot de arend je oppikt. Heb geduld. Volhard in het lijden en strijden. hoofdstuk 36 het indiaanse suriname Cornelius van Coll (1842-1922) was een missionaris in Suriname die over Suriname schreef. Hij schreef over de oorspronkelijke bewoners van Suriname, over de indianen, maar dat er later ook afstammelingen van de Afrikanen bijkwamen, en ook Israelieten. Hij noemde Suriname het land van de indianen. De indianen noemden zichzelf de kalienja in het Caraïbisch, en in het Arrowaksch loekoenoe, wat mensen betekent. Zij waren waarlijk mens want zij leefden nog gewoon in de natuur. Er kwamen ook wat blanken bij in Suriname, die kwamen van over het water, de Europeanen, die ze in het caraïbisch paranokili noemden, wat betekent : de mannen van over het water, en in het Arrowaksch werden zij faleto genoemd, kundigen. Ze wisten niet of de Afrikanen nu mensen waren of iets anders, en die werden in het caraïbisch mati of mekro genoemd, wat zwarten betekent, en in het Arrowaksch djoeli of konoghoedoe. Van Coll stelt dat bij de Arrowakken de Israelieten werden aangeduid met een naam die op de besnijdenis heenwijst. Er was in het Arrowaksch een woord voor besnijdenis. Van Coll stelt in zijn boekje 'Gegevens over land en volk van Suriname' uit 1903 dat Suriname oorspronkelijk werd bevolkt door een indianenstam genaamd de Surinen, waaraan ook de naam Suriname is ontleend. Hij stelt dat er ook vele stammen in het Zuiden waren die botoeoedo's werden genoemd. Die naam zou heenwijzen naar een plug die sommige indiaanse stammen door hun onderlip hadden. De Arrowakken en Caraïben waren hele grote stammen, en de Caraïben stonden bekend om hun bloeddorstigheid, waarmee ze de slavernij konden uitbannen, want de blanke kolonisten voerden een handel in roodhuidige indianen. De blanken noemden de Caraïben menseneters, oftewel kannibalen. Van Coll laat het in het midden of dit werkelijk zo gebeurde. Wel noemt hij een brief in het zendingsarchief van Pater Fredericus van der Hofstadt uit 1684 dat zendelingen voor hun werk door indiaans grondgebied moesten gaan. Velen werden gevangen genomen en wreed vermoord. Langzaam verbrand en gebraden om zo half levend door de indianen te worden opgegeten. Het was oorlog, en de indianen wisten waartoe de blanken in staat waren. De indianen gebruikten giftige pijlen om henzelf te verdedigen, strijdknotsen en schilden, tigiboro. Van Coll stelt dat de Arrowakken beweerden dat ze boten hadden die wel driehonderd indianen konden vervoeren. Deze boten werden kanoa's genoemd. Van Coll stelt dan dat Paramaribo oorspronkelijk de hoofdplaats was van de Arrowakken. Hun opperhoofd Arimoribo woonde daar. Hier komt ook de naam Paramaribo vandaan, wat dus een Arrowakse, indiaanse, naam is. Een rivier bij de hoofdplaats heette Parimoribo, oftewel de rivier van Arimoribo. Arimoribo betekent jongeling, waardoor Paramaribo als betekenis heeft de rivier van de jongeling of van het opperhoofd. Arimoribo had veel oorlogslieden die op zijn bevel de wapenen grepen, maar dit mocht alleen gebeuren als de piaai-man was geraadpleegt en de beschermgeestelijkheden gunstig waren gestemd. De piaaiman is de medicijnman, de natuurprofeet of demonoloog. Ze wilden dus niet buiten moeder natuur omleven. De Arrowakken zijn vreedzamer, meer open voor godsdienst, stelt van Coll, terwijl de Caraïben

woester zijn van aard, met ruwe zeden. We kunnen stellen dat de Arrowakken meer staan voor de profetologie als fundament, en de Caraïben zijn een heenwijzing naar de demonologie, als een allegorie. Dit zijn twee grote stammen die Suriname hebben bepaald en gedefinieerd. Dan is er nog de warauen stam, stelt van Coll, die hij ook heeft ontmoet, maar velen trokken naar het Engels Guiana aan de linkerzijde van Suriname, en anderen vermengden zich met de Arrowakken. Van Coll stelt dat zij erg open stonden voor het christendom. Ook in de talen komen deze dingen terug : Arrawaks is een zachte taal, en het Caraïbisch is een harde taal, ruw, door de vele keelklanken. De eerste zou oneindig moeilijker zijn dan de tweede, stelt van Coll. Het zijn levende, creatieve talen die zich makkelijk vermengen met andere talen om het uit te breiden. Zo hebben ze ook het Spaans erin opgenomen. Dit gebeurde zowel bij de Arrowakken als bij de Caraïben. Van Coll stelt dan ook dat de Caraïben God Tamoesi noemen, wat Heer of Heere betekent, en die naam gebruiken ze ook voor hooggeplaatsten. De Arrowakken noemen hen Ebebé. Er zijn woorden die alleen door vrouwen gebruikt mogen worden en niet de mannen. Als voorbeeld geeft van Coll dat het woord 'ja' voor Arrowaksche mannen ehé is, en voor vrouwen taré. De arrowakken en caraïben bouwden soera's, woningen met meerdere verdiepingen of woningen op palen, omdat ze voortdurend in oorlog waren. De soera's zijn ook de hoofdstukken of boeken van de koran in verzen ingedeeld, maar in deze context zijn het dus surinaams-indiaanse woningen met meerdere verdiepingen, of paalwoningen. Ook de islamitische talen op orion zijn dubbelgeslachtelijk, dus in twee lijnen waarin de vrouwen soms andere woorden gebruiken dan de mannen. Van Coll stelt dat God altijd goed is en de indianen leerde soera's te maken. Van Coll stelt over de indiaanse tucht van de arrowakken : 'Van de Arrowaksche jeugd kan niet gezegd worden, dat zij zoo gansch straffeloos blijft. Vroeger heerschte er zelfs zeer strenge tucht bij dezen stam. (…) Aan de kinderen werd de tuchtroede niet gespaard. (…) Er werd les gegeven — en gevoelig ook — in de Indiaansche tucht. (…) Er werden makwali's (d. i. roeden van eene soort riet, sangrafóe, Costus) uitgedeeld. Allen schaarden zich naast elkaar, mannen naast mannen, vrouwen naast vrouwen. Op commando moest de een den ander op het scheenbeen slaan; voor jonge lieden waren tien zweepslagen bepaald, voor volwassenen ging men tot dertig toe. (...) En dit alles gold bij hen niet als hardheid, maar als noodzakelijke oefening, om tucht en orde te handhaven. Kleefde een gegronde verdenking op de vrouw, dan werd ze duchtig gekastijd. (…) Vrouwen, die zich aan ontrouw schuldig maken, worden bij hen gegeeseld.' Hij stelt dat bij een huwelijk de jongeman gewoonlijk verhuisd naar het dorp van zijn schoonfamilie en daar voor hen werkt, bijna als een soort betaling. Hij stelt over het huwelijk in die tijd : 'Niet zelden kiest de volwassen Indiaan zich een vrouw in den persoon van eene zuigelinge. In dit geval moet hij haren ouders mededeelen van zijne jacht tot aan den tijd harer huwbaarheid. Wonderlijke verhoudingen worden hieruit geboren. Ook omgekeerd wordt soms door weduwen de opvoeding aanvaard van een ouderloos jongetje, dat te bekwamen tijde haar tot echtgenoot zal dienen en tot steun des ouderdoms. Zoo kenden wij een jongmensch van 25 jaar, gehuwd met eene vrouw van boven de zestig.' In het Arrowaksch worden Suriname en Paramaribo zo genoemd : 'Suriname, Arr. Soelinama = woonplaats van het opperhoofd Sueh eigenlijk Soefi en die met hem, zooals in 't negerengelsch bv. Brooskondre enz. Soeli zelf ontleende zijnen naam aan eenen aldus genoemden rooden vogel.

Paramaribo noemen de Arrowakken Simarabo, samensmelting van simara, pijl en aio boog, misschien naar aanleiding van het Surinaamsch wapenschild.' Ik had vroeger eens een droom dat ik aan een woeste zee stond waarover een grote woeste rode vogel vloog die me kwam ophalen om me over de zee te brengen. De reis naar de plaats des geluks is zeer moeilijk: het gaat door dichte bosschen, over steile bergen, langs diepe valleien met meren en poelen. Men moet om er te kunnen komen over een groote rivier, die wel overbrugd is, maar nacht en dag bewaakt wordt door eene godheid, wier bediening het is de zielen van alle vlekken te zuiveren, welke haar van het leven aankleven. hoofdstuk 37 moeder suriname en de strijd tegen de zoutzombies De gelijkenis van Absalom draait de machtsverhoudingen om. Soms is dat goed, en soms is dat niet goed, vandaar ook dat het een dualistische gelijkenis is. De gelijkenis van Kain en Abel is ook dualistisch in de zin dat je het van twee kanten kunt uitleggen en het is zeker niet letterlijk. In sommige versies was Kain een landbouwer en Abel een schaapherder. Abel had verantwoordelijkheidsgevoel vanwege zijn herderschap, terwijl Kain meer egoïstisch was in deze versie. Kaïn had voor alles wel een kruid, als een soort drugs, terwijl Abel net als David de wolven, beren en leeuwen moest afvechten om zijn kudde te beschermen. Kun je zo bezeten en geobsedeerd raken met kruiden dat je oog voor al het andere verliest, bijvoorbeeld voor zoiets als verantwoordelijkheidsgevoel en dienstplicht ? Je kunt zo egoïstisch worden dat je dan ook nog je kruid gaat verkopen, en om het dan te kunnen verkopen ga je ook nog heel veel liegen en probeer je je concurrent zwart te maken als je al je empathie hebt verloren. Vroeger in de bosstammen had iedereen zijn eigen taak en specialiteit, en je gaat zeker je hulp niet verkopen. We leven nu, vandaag de dag in dit hypermoderne tijdperk in een koude economisch krankzinnige samenleving, maar natuurlijk mogen wij dit als geestelijken niet zeggen, als predikanten, want dan zijn wij ineens krankzinnig. Abel had contact met God, en Kaïn kon door zijn zelfzucht en bedrog niet in contact met God komen, dus Abel moest maar dood. Daarom werd ook Martin Luther King in 1968 vermoord, als een hedendaagse Abel. Kun je verder kijken dan je kruidentuintje, want er is een wildernis achter je tuin waar je een verantwoordelijkheid hebt, en waar mensen zijn met verantwoordelijkheden. Hoe hebben wij hen behandeld ? Hen die met leeuwen hebben gevochten en misschien nog steeds, en helemaal bebloed thuiskomen, misschien wel niet eens meer in staat om even naar je kruidentuintje te komen kijken. Waar gaat het nu om in het leven ? Hoe hebben wij hen behandeld die daar zijn gegaan waar zelfs arenden niet durven te komen ? Hoe tref je ze dan aan ? Velen kunnen het niet eens meer navertellen. In Amerika worden mensen die gedwongen in de Vietnam oorlog moesten vechten en daardoor invalide zijn geraakt zonder pardon uit hun huis gezet omdat ze niet meer meedraaien en hun rekeningen niet meer kunnen betalen, en dit soort dingen gebeuren zelfs in Nederland. Invalide mensen in rolstoelen die dakloos zijn, of verwonde veteranen die in opvangcentra terecht komen en dagelijks door vernederingen heen moeten gaan vanwege onbegrip voor hun situatie en zich vervolgens niet mogen verdedigen anders worden ze er ook weer uit gezet.

Ja, maar mijn kruidentuintje dit, en mijn kruidentuintje dat … Misschien is het tijd om eens verder te kijken dan je kruidentuintje ? Althans als je geen hedendaagse Kaïn wil zijn … Iedereen draaft maar voor zijn eigen huisje en tuintje … boompje en beestje … maar er is zoveel meer te doen … Er is een wereld buiten het oude vertrouwde tuinhekje. Durf je de wildernis in te gaan, of laat je dat liever aan anderen over ? Durf je je oude vertrouwde drugs los te laten om te ontwaken ? Teveel kruiden overal voor gaat tegen je liegen, want overdaad schaadt, en laten we eerlijk zijn : Het zijn altijd weer dezelfde kruiden, altijd weer dezelfde verhaaltjes, de cliché's die iedereen kent, en waar de mens geen steek mee verder komt, en ook de uitleggingen ervan zijn cliché. Het gaat van cliché tot cliché, altijd maar weer hetzelfde cirkeltje, in je oude, vertrouwde tuintje. Misschien van je oma geerfd ? Durven wij het los te laten ? Het kruid groeit ergens in de woestijn. Je hebt er een oase gevonden misschien, en je huisje daar gebouwd en je tuintje, en leeft van dezelfde kruiden, iedere dag weer. Durf je verder te trekken ? Of je hebt misschien ontdekt dat er geweldige kruiden groeien op de duinen aan zee, of misschien wel op de zeebodem. Misschien dat je daar je drugs wel heb gevonden, en dat je dan verslaafd raakt aan iets anders wat de zee biedt : zout. Een beetje zout is nodig inwendig, maar niet teveel. Het zoute water van de zee kan heilzaam zijn voor je huid maar slik er niet teveel van in. Het tweede bijbelse verhaal 'De Hoogvliegers' zegt hierover : 'Zo is mijn huis een boot, een zielenboot, op de zielenrivier van mijn dromen. Ik ken beide kanten ervan, hoe het mes snijdt aan twee kanten, hoe de zielenrivier mij altijd opneemt, mij leidt tot de zielenzee, waar ik wordt opgenomen door de zielenzon. Het zout van genezing, een snijdende, scheidende pijn tot hogere vermengingen, de vreemde talen van het hart van de onderwereld, van de baarmoeder van de natuur.' Zout is belangrijk voor de vochtbalans en de zenuw prikkel geleiding tot de hersenen. Zout is belangrijk voor de motoriek. Het is een electrolyt, een stof die bij het oplossen en smelten splitst in ionen om zo de electriciteit te geleiden. Het is dus een medium tussen de cellen. Echter als de mens teveel zout binnenkrijgt kan er van alles misgaan, en dit gebeurd door de voedsel-industrie voornamelijk die veel te veel zout toevoegt aan bewerkt voedsel. Dit gebeurt ook in de geestelijke wereld. Deze wereld is een hallucinatie door zout-vergiftiging. De mens ijlt. Het is de zout matrix, waarin allerlei complexe zoutverbindingen tussen allerlei planeten ingewikkelde sloten op de mens hebben gemaakt, en als monitors functioneren. De mens staat erop door de zout-camera en wordt door de zout-alarmen in de gaten gehouden. Zout is immers zenuwcommunicatie. De mens wordt gemanipuleerd door overmatig zout. Planetaire zoutverbindingen reguleren deze wereld, als een buitenaardse zout industrie. Ze verdrinken de mens in zout. Ze kunnen zo alles met de mens doen, allerlei hallucinaties opwekken, zowel collectief als individueel. Zo kunnen ze ook samenlevingen tegen elkaar opstoken, inwendig en uitwendig. Deze wereld wordt niet bestuurd door de staat, maar door bedrijven, zout-industrieën. De mens is al op sterven na de dood door zoutvergiftiging. Dat klinkt als een horrorfilm hè ? Maar de mens kan uit zijn kruidentuintje gaan, en uit zijn zouthandeltje, om de wildernis in te gaan. Dan kan de mens ontwaken uit de zout matrix. De mens zit in een zeekooi onderwater, maar de mens weet het niet, want de mens droomt. De mens weet niet dat hij een virtual reality bril op heeft en denkt dat alles echt is. De zeekooien worden bewaakt door haaien en orca's, slechts tekenen van zout-vergiftiging. Dolfijnen zullen de mens uitleiden. Dolfijnen staan voor het paradijselijke brein. De mens mag zo uit de zee ontwaken om weer vaste grond te krijgen aan land. Daarom geloven de Surinaamse indianen ook in een gematigd paradijs, een hongerparadijs waar de mens verder mag groeien in het minderen … Er is hier niet te weinig, maar zeker ook niet teveel …

De mens moet vechten om te overleven in het paradijs … Je komt er alleen door dichte bossen, over steile bergen en langs diepe valleien met meren en poelen, oftewel je komt er alleen over het smalle pad door de enge poort. Zou je daar dan ineens een brede weg zien ? Zou je daar terechtkomen in luilekkerland ? Wat leert de natuur ? De honger, het minderen, is je zintuig, je onderscheiding en je alarm, zodat je niet weer in de zoutvergiftiging komt en wordt teruggezogen in de dieptes van de zee tot de zeekooien om weer door overmatig ingepompt zout te gaan hallucineren in een gesimuleerde werkelijkheid om één of ander bedrijf te promoten. In Orion is het zout gewiekst, in het lagere orion. Het maakt hysterische zoutverbindingen en dringt zich aan de mens op, openlijk of subtiel. Het maakt jacht op mensen, en zo ontstaan de families. Families zijn vaak creaties van de zout-industrie, als resultaten van zoutvergiftigingen, hallucinaties diep in het brein. Het zijn zout-implantaten van een gevangenis. Deze zoutvergiftiging heeft alles omgedraaid of probeert alles om te draaien. Denk aan de vrouw als het zogenaamde zwakkere geslacht, wat een racistische leugenhallucinatie is van een kritieke zoutvergiftiging. Zo zijn er nog wel meer bijwerkingen van zoutvergiftiging. De baarmoeder is voor wedergeboorte, dus daarom worden er leugens over verspreid zodat de mens niet tot wedergeboorte kan komen. De stad is een zoutsyndroom en liegt. Daarom moet de mens terug naar de natuur, over het tuinhekje heen. Ren voor je leven, want de zoutzombies zitten achter je aan. Eens vielen de zoutzombies suriname aan, en exploiteerden haar, maar moeder suriname zal haarzelf herstellen. hoofdstuk 38 moeder suriname en de aanval op het aardse ademen In de zout matrix wordt de mens bedolven onder het zout. De voedselindustrie brengt vaak overdreven veel zout aan in bewerkt voedsel. Zo gaat de mens nog meer consumeren, want zout maakt dorstig. Zo wordt de mens gemaakt tot een consumerende trekpop die geld in het laatje moet brengen. Zout is een middel waarmee de mens wordt geprogrammeerd, ook in de geestelijke wereld door buitenaardsen. Dieper in de zee vindt de mens zijn zoutmijntjes, zijn zouttuintjes, en raakt er helemaal mee geobsedeerd, omdat ze daarmee anderen kunnen manipuleren en de macht kunnen krijgen, en de mens is vaak helaas totaal machtsgeil. We hebben het dan ook niet meer over mensen, maar over zoutzombies. Duikers hebben hun duikersparadijs gevonden, maar ze hebben wel zuurstof nodig, en zuurstof is schaars. Zo richten ze zich op de zuurstofhandel, want zonder hun zuurstofflessen kunnen ze niet leven. Zuurstof is een produkt waardoor de mens leeft, maar dit is buiten het paradijs. In het paradijs leeft men door hele andere gassen. Zuurstof houdt de mens in de lagere regionen, in hallucinaties, net zoals zout. De mens mag zich uitstrekken naar de hogere gassen, maar komt dan in gevecht met de duikers. Hier gaan ook veel films over. Het zijn zuurstofzombies, zuurstofhandelaren. We kunnen niet leven zonder zuurstof, dus het is een groot kruis. De zuurstof van de natuur is beter dan de zuurstof van de stad, die zwaar bewerkt is. Maar de mens mag terugkeren tot de paradijselijke gassen. De mens leeft in een zuurstofmatrix die deze wereld is, als een kruis, een stof die de mens in de kooi houdt. Je kunt die stof niet zomaar wegkappen, maar je mag streven naar de paradijselijke gassen van de natuur. Zo kan de zuurstof gezuiverd worden en overgaan in andere stoffen.

Het tweede bijbelse verhaal 'de groene verlichting' gaat hierover : 'Pedro vond uit dat de ademhaling niet alleen door zuurstof, de oxygene, ging, maar ook wanneer de longen waren ingesteld op de boom-energieen die daarvoor bestonden. Het bleek dat elke long daarin uniek was, en vaak scheen het dat er wel middelen waren om de long op dat gebied te verfijnen. Zo waren er ook boom-electriciteiten die zo ontwikkeld waren dat ze andere boomelectriciteiten konden opvangen voor bijvoorbeeld de ademhaling. Het lichaam kon zo klaargemaakt worden om een zogenaamde boomcapsule te ontvangen, die zich in de longen vestigde, of erop, en zo de benodigde adem-energieen van de bomen kon opvangen. Dit ging dan door het instellen als een tuner op de golflengtes van die energieen en niet eens zozeer door de pomp der longen, het inademen. Zo kon de long ook werken als een ontvanger, als een soort radio, naast het hele pompgebeuren. Die boomcapsules konden soms zo krachtig zijn dat er gewoon mee onder water geleefd kon worden voor een lange tijd, zonder dat dat schade toebracht aan het lichaam of fataal afliep. Zo waren er ook capsules die door bomen werden afgegeven om zich in het hart te vestigen voor een zo natuurgetrouw mogelijke hartslag. Pedro had een boomlaser ontwikkeld waarmee hij dit soort capsules eenvoudig kon installeren in de verschillende lichaamsdelen voor optimaal functioneren. Ook had hij daarvoor een scanner laten bouwen, zodat de capsules in beeld gebracht konden worden. Vaak liet hij degenen die op die manier behandeld waren terugkomen om te kijken of de capsule nog steeds aanwezig was.' Overmatig zout en zuurstof brengt de mens in een zware hypnose. Het wekt een magnetisch veld op wat de mens bestuurt, ook het brein. De mens wordt zo van belangrijke informatie afgehouden. Ook in magnetica wordt gehandeld. De mens leeft zo in een magnetische matrix, en die is overmagnetisch, waardoor de mens helemaal vast komt te zitten en wordt gezombificeerd. Daarom moet de mens terug naar de natuur om het te zuiveren. De mens zit in de stad geheel onder magnetische rotzooi. En wil de mens uit de stad ontsnappen over rivier of zee, dan krijgt men de duikers achter zich aan, met overmatige zoutpistolen, zuurstofpistolen en magnetica pistolen, die harpoenen zijn om de mensen weer terug te trekken de stad in. Het zijn de wachters van de overmagnetische, hypnotische zout en zuurstof matrix. Het is een magneto matrix, en de mens is geheel gebombardeerd door pluggen. Zo reageert de mens als een magneto-zombie op alle magnetische prikkels. Consument moet de mens zijn. Er is dus al helemaal geen sprake meer van een staat, maar van een bedrijf. De staat is gewoon een medium wat door de bedrijven wordt gebruikt. De geestelijkheid roept : het kan ook anders, maar er wordt niet geluisterd. En daarom trekt de geestelijkheid de kaart van de demonologie. En de geestelijkheid zelf is een kaart getrokken door moeder natuur, door moeder suriname. Suriname wordt nog altijd het paradijs van Nederland genoemd. De natuur van suriname kan alle magnetische rommel die onder dwang in ons is geimplanteerd neutraliseren. Het tweede bijbelse onderwijsboek 'de strijd tegen lazar' (2013) zegt hierover : 'Toen Adam door de boom ging, door de tuchtplaats, in de wortel tekst de galg, of hangpaal, ging hij door hetzelfde proces. Het zou hem terug leiden naar zijn Adamitische natuur, door de Adamitische mysterien. Hij was bereid om Eva te ontvangen. Ze was de heilige moeder, een dualiteit. In het heelal zijn een heleboel planeten die de aarde beinvloeden voor zuurstof. Zonder deze planeten zou er geeneens zuurstof zijn. Er zijn hele bloedlijnen van planeten die een ingewikkelde code vormen voor de afhankelijkheid van de mens aan zuurstof. Het zijn zuurstof-planeten, ook planeten die het functioneren van de menselijke long beinvloeden. Deze bloedlijnen houden het heilige, eeuwige zaad tegen. Wij moeten leven vanuit het heilige, eeuwige zaad, en dat moeten we leren. De lucht die we inademen is vol van boze geesten, maar wij kunnen beginnen met het inademen van het heilige, eeuwige zaad. Hierdoor moeten we verbonden worden aan hele andere planeten, en wel in het

stelsel van Orion. Wij moeten leren leven vanuit Orion, vanuit het eeuwig zaad van Orion. Zuurstof is de macht van de dood. Orion zal langzaam overnemen. Orion zal de lucht, de zuurstof meer en meer infiltreren. Vaak manifesteert zuurstof zich in visvorm. Op de gevallen aarde leeft men niet alleen door zuurstof, maar ook door onschuldig bloed. Dit komt ook voort vanuit bloedlijnen van planeten die dit beinvloeden, planeten die gebaseerd zijn op onschuldig bloed, valse bloedsplaneten, die zeer vampiristisch en kannibalistisch van aard zijn. Deze bloedlijnen gaan heel diep het heelal in. Er zijn dus enorme stelsels van planeten die op elkaar inwerken, en die de aarde onder een enorme vloek houden. De mensheid is door deze planeten-stelsels onder een zware hypnose geplaatst. Zuurstof was dus een creatie van onschuldig bloedvergiet. (Laten we ook beseffen dat het aardse geld een creatie is van onschuldig bloedvergiet. Het heeft geen letterlijke waarde, maar alleen symbolische waarde. Vandaar dat de Arowak indianen in Suriname ook alles symbolisch nemen.) De luchtgod is de valse leegte, die niet diep gaat. Zuurstof was een zegel over het eeuwige zaad. (Zo wordt iedereen dom gehouden, oppervlakkig, en zo tegen elkaar opgestookt. Zo worden ze naar de winkels gedreven.) Adem was gemaakt voor de mens om de mens gebonden te houden aan de afgod van de lucht. In het paradijs leefde men door het heilige zaad. In het paradijs leefde men door heilige spasme. Dit is de Griekse definitie van zaad, van het zesde zegel. Spasme is verbonden aan hoe het geslachtsorgaan werkt, als bouwstenen van het lichaam. Spasme is hoe het hart werkt. Dit kun je niet onder controle houden, en werkt door de hogere natuur. In heilig spasme verlies je jezelf. Het zaad geeft visioen, als de betekenis van de stam Reuwben, het kind van visioen. Adem houdt dit tegen. Dit is waarom veel oordeels-profeten door vormen van ademnood heen gaan. Dit is tot de opwekking van het eeuwige zaad. Adem is een soort steroide die mensen opblaast. Wij worden in het paradijs geboren door SPORA, door onderscheiding en visioen. Dit is een proces. Als wij in het paradijs geboren willen worden dan MOETEN wij kennis krijgen van de hogere natuur, en van de vijand.' De strijd tegen sepra deel 2 stelt dan terecht deze vraag : 'Zijn er andere bronnen dan adem waar je uit kunt leven ? Is er een energie die je in en uit kunt ademen, in plaats van zuurstof ? Is er een vervanging ?' Ik heb dromen gehad over een zondvloed die kwam, en er zwommen overal haaien, en vanuit de grond werd er een gat geopend waaruit een nieuw gas stroomde waaruit de mens kon leven. In de negentiger jaren had ik een droom over een beest vanuit de zee die de longen van de mens aanviel, en de wereld werd overspoeld met golven die de adem weghaalden, maar er kwam iets anders voor in de plaats. Soms moet de natuur het onderbreken, want we zijn helemaal verkeerd gecodeerd. Ga bewust en gematigd om met zuurstof en geld, en ook met zout. Dan kunnen er misschien andere vormen van leven in je doorbreken. Noach heeft een ark. hoofdstuk 39 moeder sipaliwini en de ontwaking van de natuur mens ‘Moet dat nou, al dat bloot ?’ vroeg zijn vader toen hij meer en meer ging tekenen. ‘Ja, open en bloot,’ zei hij. ‘Ik laat ze niks meer verbergen. Dieren zijn toch ook bloot ?’

‘Het is een onderwaardering van het vrouwelijke geslacht,’ zei vader. ‘Zie jij vrouwen als dieren ?’ ‘Bomen staan toch ook bloot ?’ zei hij. ‘Het is onze enige redding.’ ‘Nee,’ zei vader, ‘je weet wie onze enige redding is.’ Maar hij wist het niet meer. Hij was gefixeerd op de boom. De noot moest gekraakt worden, gepeld, tot aan de pit. ‘We hebben lang genoeg gewacht, vader,’ zei hij. ‘Jij groeit op voor galg en rad,’ zei vader. ‘En jij groeit op voor de kus van de engel des doods,’ zei hij tegen vader. Uit : Roze Zwanen, Proza van de Vuh 1 Petrus 1 23 als wedergeborenen niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en blijvende woord van God. 24 Want: Alle vlees is als gras en al zijn heerlijkheid als een bloem in het gras; het gras verdort en de bloem valt af, 25 maar het woord des Heren blijft in der eeuwigheid. Hier wordt gesproken over eeuwig zaad. Zaad is SPORA in het Grieks, wat ook scheiden betekent, onderscheiding. Dit komt van SPAO, spasme. Spasme is de biologische robotiek van de natuur, waardoor het hart werkt en de geslachtsdelen bijvoorbeeld. In het Aramees is zaad 'zera' (vgl. suri), en het is het levende zaad, wat in het Aramees het hongerzaad is, dus het leven vanuit het minimale, wat in principe gewoon het leven door de natuur is, door het minderen. Door het minderen is er meer ruimte in je voor de paradijselijke bronnen. Bij de Surinaamse indianen was het huwelijk eenvoudig, en als een man een vrouw wilde trouwen, dan ging hij naar haar bloedverwanten om zich sober te tonen, hoeveel armoede hij leed en ontberingen, hoeveel honger hij had, oftewel hij toonde zichzelf ascetisch om in aanmerking te komen om met de vrouw te trouwen. Zo gaat dat in de natuur, terwijl in de stad alles vaak omgekeerde wereld is dat de man protst met zijn rijkdom en bezit en allerlei andere valse grootsheden om een vrouw en haar familie te paaien. Het materialistische stadsleven heeft alles omgedraaid. [1] Dit alles wijst ook weer op de zoon van God die aan het kruis moest om zo tot de moeder aarde te kunnen komen. Hij moest al het aardse afleggen. De indianen van Suriname hadden soortgelijke verhalen. Assid, afstammeling van de Caraïbische indianen van Suriname, en zelf ook in de binnenlanden, het oerwoud, van Suriname geboren, schreef in zijn boek 'De Eeuwige Cirkel' (1946) over de Surinaamse indianen. Hij stelt dat de mens jaloers werd, de ander niets meer gunde, hebzuchtig werd dus, naijverig, en dat zo het grote geestelijke werd verstoord. Men begon alles wat symbolisch bedoeld was te verletterlijken. Dit had vreselijke gevolgen, namelijk dat zij elkaar letterlijk gingen offeren. Dit wekte vurige tongen op uit de schoot van de aarde waardoor ze in verwarring raakten en elkaar niet meer konden verstaan. Er kwam een spraakverwarring en een boze geest, een yawaku, nam bezit van hun gedachten. Zo grijpen ze de wapens en beginnen elkaar te bestrijden, stelt Assid. En zo gaan ze door met hun bloedoffers aan de hemel. Maar als deze vlammen hun hoogtepunt hebben bereikt dan stort er water vanuit de hemel om die vlammen te doven. Een cycloon breekt los waardoor zij moeten vluchten. Een vloedgolf stijgt uit de zee omhoog, en zet hun gehele land onder water. En dan moeten zij op zoek naar hun verloren mazuano, hun verloren paradijs. Assid stelt dat het kruis in Orion zetelt, en op de aarde zou neerdalen om de kinderen van de rode aarde, van het grote geestelijke, de weg te wijzen tot het verloren mazuana, het verloren paradijs. Hij noemt dit de ontwaking van de natuurmens. Hij schrijft over wat de blanke christelijke kolonisten de surinaamse indianen hebben aangedaan, maar dat dit zich ging verplaatsen naar

Europa tijdens de tweede wereldoorlog. Er is geen excuus voor bijbelaanbidders. De bijbel is de basis geweest voor de slavernij van negers en indianen. In de bijbel wordt slavernij goedgekeurd en het slaan van slaven. Door de eeuwige cirkel verplaatst dit verschijnsel zich en verandert, stelt Assid in zijn boek. De schrijver W.F. Hermans (1921-1995) van de donkere kamer van Damokles (1958) en het behouden huis (1952) die overigens in 1969 met zijn Surinaamse vrouw naar Suriname ging om daar lezingen te geven zei in een interview dat hij één van de meest kwalijkste eigenschappen van mensen in het algemeen hun grootspraak en onbetrouwbaarheid vond. Hij stelde ook dat de wereld volstrekt chaotisch is. Het letterlijke drijft de mens totaal gek zouden we kunnen zeggen, en daarom leefden de Arowakken ook symbolisch. Hoe symbolischer je leeft hoe dieper je in het geestelijke komt om zo een weg terug te vinden naar het symbolische paradijs. Alles bevindt zich in de mens zelf, ook alle tegenstrijdigheden en ze hebben een diepere betekenis. Assid stelde dat vreemde machten de mens opjaagt tot hongertochten, en dat dit overwaaide van Suriname tot Nederland, want in de tweede wereldoorlog waren deze hongertochten over de verlaten en eindeloze Veluwe. W.F. Hermans stelde dat het universum sadistisch is, omdat het onkenbaar is en de mens volkomen machteloos is. De mens heeft er geen grip op. In zijn boeken komen zijn personages steeds weer in deze valstrikken terecht en dan gaat het van kwaad tot erger, van misverstand tot misverstand, van mislukking tot mislukking, totdat ze het tegenovergestelde bereiken van wat hun doel was. Zo maken ze kennis met hun duistere zijde die ze in eerste instantie niet wilden kennen. Toch gaat het dan magie krijgen als je er psycho-analyse op gaat toepassen. De wereld wordt niet alleen bestuurd door de wetten van karma (oog om oog, tand om tand), maar ook door de abstracte en vaak onbekende wetten van symboliek. De mens denkt nog te nauw, en overziet de grotere contexten en stromingen van de natuur niet. Eerst moet de oude wereld deels stukgeslagen worden, opdat de mens uit zijn kom kan komen om contact te maken met de grotere werkelijkheid. Dit zijn ook thema's in de eerste bijbel en tweede bijbel. Het ligt er niet dik bovenop. Je moet er echt naar zoeken. Er zit altijd wel weer een addertje onder het gras. Het onderste wordt dus uit de kan gehaald. Ogenschijnlijk gaat alles mis, maar we mogen er op een andere manier naar kijken en mee omgaan. De werkelijkheid is meer het subtiele, het vluchtige. Het is er ineens en dan is het ook zo weer weg. Je kunt het niet grijpen en bezitten. Het is meer iets wat jou bezit. Het laat je niet los, als een vormende baarmoeder. Het wil het beste in je naar boven brengen. Maak er een studie van. Ook al lopen alle wegen dood. Ook al worden je plannen niet afgemaakt, blijft alles ergens in het midden hangen. Het leven is geen rechte lijn, maar een lijn die telkens weer knakt, opdat het zijn ware en diepere richting vindt, waar de Vur ook over spreekt. Het gaat dan cirkelen en ook de cirkels worden weer doorbroken, opdat het pad wordt gevonden. Alles is hier maar half. Dit is ook een beschrijving van Suriname waar nooit iets echt van de grond komt. Alles is altijd halverwege ergens onderbroken. Het is de wildernis van het onafgemaakte. Probeer dingen niet overmoedig rond te krijgen, maar ga op zoek naar de ontbrekende stukjes, de vergeten en verloren paadjes waar niemand meer komt, waar niemand durft te komen. Daar is ergens de magie, de opname. Maak het niet te bot, te letterlijk, maar blijf tussen de wereld en de droomwereld in, tussen waken en slapen. Kom niet tot snelle zelfovertuiging, maar laat ruimte voor de diepere betekenissen. De verhalen breken ergens in het midden af, en dan moet je vechten voor je leven, vechten om je hoofd boven water te houden. Het antwoord glijdt van je weg, geen zicht op het verhaal meer, geen geloof, en je bevindt jezelf in het spel. Maar op sommige punten breekt dat ook af, totdat je geheel alleen bent in de wildernis. Waar zijn de anderen ? Waar zijn de regels ? Je bent dan op een hongertocht, en je maakt ogenschijnlijk verkeerde beslissingen, begrijpt dingen verkeerd, enzovoorts enzovoorts. Het kan saai zijn of moeilijk, of zelfs slopend. Je komt in het tegenovergestelde van waar je had willen zijn, en dan ontmoet je je duistere zelf, dat wat je nog niet van jezelf kende, alsof je door een spiegel bent gegaan, maar kun je dat dan ook op waarde

schatten ? Alle dromen waaien hier weg om plaats te maken voor veel diepere dromen, veel wiskundiger, ook al lijken die duisterder. Begrippen en definities van de mens storten hier in elkaar om plaats te maken voor veel hogere definities en begrippen. En ja, dat is een strijd, en ja, dat kan verkeerd gebruikt worden. Het is dan oorlogstijd. Je bent in strijd met jezelf en alles om je heen wat zich aan je opdringt, en dan weer moet je beseffen hoe machteloos je bent en hoe onkenbaar alle dingen zijn. Maar kun je dat deel van jezelf accepteren ? Hier kun je mee werken. voetnoten : [1] J. Wolbers, Geschiedenis van Suriname, 1861, p.19 hoofdstuk 40 de natuurmens vs. de golddiggers C.H de Goeje (1879-1955) schreef in 'de inwijding tot medicijnman bij de arawakken' (een surinaamse indianenstam) in zijn boek 'Bijdragen tot de Taal-, Land-en Volkenkunde' uit 1942 dat het middelpunt van het geestelijk leven van de indianen de openbaringen of ingevingen staan die komen in een toestand van geestverrukking, extase of trance (p.211). Hij stelt dat de indiaan dan een droom beleeft die heel levendig is. Hij werkte in Suriname waar hij ook indianenstammen heeft bestudeerd in expedities. Veel indianen hebben een natuurlijke aanleg tot extase stelt hij, maar in de regel moet het opgewekt worden door de lichaamsfuncties te verzwakken, oftewel door het minderen, het hongeren, door vasten en onthouding op allerlei gebied, door zelfkastijding, ascese. Tegelijk moet het karakter gezuiverd worden en de toewijding verhoogd, dus er mag zeker geen lauwheid zijn. We zien dit terug in de charismatische beweging, dat de mens door beproevingen en het kruis in contact komt met de geestelijke gaven en waar allerlei voorwaarden aan zijn verbonden ook wel heiliging en demonologie genoemd. Als kind had ik al indiaanse dromen of shamaanse dromen terwijl ik nog niet wist wat de charismatische beweging was. Ik had al voorafgaande een surinaamse en natuur inwijding gehad. Dit was veelal niet makkelijk, want het waren vaak nachtmerries. Maar het gaf duidelijke info, info die tot op de dag van vandaag heel gedetailleerd is uitgekomen, daarom zie ik mijn kinderdromen als een grote leidsraad. Een totemteken van de caraïbische indianen van suriname is het kruis met de eeuwige cirkel erin. Het kruis wijst naar de vier windstreken. Hieruit voort komen de stromen des levens. Het kruis is gezeteld in Orion. Deze totem wijst de weg terug tot het paradijs, en dit komt ook voor in het christendom. In tegenstelling tot de surinaamse indianen die symbolisch leven hebben de westerse christenen alles verletterlijkt. In zowel het indiaanse westen als het midden-oosten zijn nog de ware bronnen van het gnostische christendom te vinden. Dit is dus een natuur christendom. De hoofdbesnijdenis staat centraal bij de indianen, oftewel de besnijdenis van het verstand. De mens moet weer terug naar het paradijselijke verstand, want de mens heeft alles verkeerd begrepen. Assid beschrijft in zijn boek de eeuwige cirkel dit hele proces. De dubbele slang is ook een totemteken wat ervoor zorgt dat de mens tegen het kwaad strijdt. Ook dit teken vinden we terug in Israel, in het verhaal van Mozes en de slang in de woestijn. Zonder deze slang zou de mens sterven in de woestijn. De slang wijst op het hemelse touw, als een beeld ervan. Het is als de navelstreng tussen de mens en moeder wildernis. Het is een gids door het leven. Assid noemt het probleem van het westen waardoor het paradijs verloren is geraakt : goudkoorts.

En zo werd de westerse wildernis geasfalteerd, en ook sranang (een indiaans woord voor suriname) en palina (een indiaanse naam voor paramaribo) moesten hiervan klappen opvangen. Het stadse suriname, of verstadste suriname, heeft alles verletterlijkt en leeft niet meer door het profetische, begrijpt het geestelijke niet, omdat het vleselijke het geestelijke niet kan verstaan. Er is dus een groot verschil tussen de stadse surinamer en de natuur surinamer, en hierin zitten allerlei gradaties tussen. Palina, oftewel het oorspronkelijke paramaribo, betekent oorsprong, bron. Verstadste surinamers, zo zeggen de indianen, zijn meegenomen met een yawaku, een boze geest. Sommigen werden ontvoerd, en sommigen deden dit uit vrije wil vanwege dat het gelukszoekers waren, goudzoekers, oftewel de zogeheten 'gold diggers'. Ze zoeken niet naar moeder wildernis, naar moeder sranang, maar naar het goud, oftewel het goud der dwazen. Ze gaan geheel op in het materialisme wat hen door de blanken werd aangeboden, en hebben de geheime indiaanse paden in de wildernis vergeten. Veel indianen die ik ken en kende klagen hierover hoe veel indiaanse jeugd zich heeft laten misleiden door alcohol en drugs van de blanken, wat gewoon truukjes zijn van de kolonisten. Onoplettende indianen namen van de verboden vrucht in het surinaamse paradijs en kwamen zo in een wereld van illusies, soms gedwongen, soms omdat ze verwond waren, en soms uit vrije wil, uit hebzucht. Er is verschil tussen wonde en zonde. Velen kennen de surinaamse natuurkennis niet meer. Vele ouders leren het hun kinderen ook niet meer. Zij die nomadisch bleven kwamen in vruchtbaar land, stelde Assid. Ze zagen een grote adelaar komen vanuit de hemel. Met de adelaar was een slang van smaragd, een teken van water en regen. De vogel daalde in een vallei en er vond een wonder plaats. Een maagd werd zwanger en baarde de dubbele slang, oftewel het dubbele touw. We kunnen denken aan het visioen van Ezechiel, want die plaats is inderdaad Mexico waaraan Ezechiel in mijn dromen altijd verbonden was. De mens hield het niet meer uit met de leeuw, de oorlog, en het rund, het lijden. Het had de mens totaal gebroken, en toen kwam de adelaar, zoals ook in het visioen van Ezechiel, als een beeld van de opname. Het is als een touw uit de hemel. De geboren dubbele slang had ook vleugels. Het visioen van Ezechiel werd verbonden met het visioen van Mozes in de wildernis. Zo kwam er vruchtbaarheid. We kennen misschien ook nog wel het dal van dorre doodsbeenderen, het andere visioen van Ezechiel, waar ik als kind zijnde ook veel dromen over heb gehad, en ook later. Op een dag is het dan volbracht, en dan is er de opname. Dit is een ontwaking, in het binnenste van de mens. Het is een inzicht, een exegese, een psycho-analyse. Assid stelt dat het dorre dal van doodsbeenderen ook in Mexico was na de inval van Spanje. De Spaanse veroveraars begonnen het te ontbossen maar ze konden niet tegen de raadselachtigheid van de natuur op. Deze gebieden bleven groots, stelt Assid, door de eenzaamheid van de ruïnes en de pyramide van Teotihuacan, het centrum van de natuur-religie. Hij noemt als geheim van Mexico een catacombe waar zich een dodenleger bevindt in Guanajuto. Hij stelt : 'De echo's van de stemmen van de oude indiaanse stammen spreken in hun kinderen over een verloren grootheid.' (p.159) Assid stelt dat dezelfde jaren van de nazi bezetting van Europa Amerikaanse kolonisten de atoombom ontwikkelden (1942-1945) in plaats van diepere natuurkennis te zoeken. Ze waren in een goudkoorts op zoek naar wereldheerschappij in plaats van hun moeder wildernis te zoeken. Dit heeft de gezinnen uit elkaar gerukt. De stemmen van het verleden werden gemengd met de stemmen van het nieuwe tijdperk (veertiger jaren). Hij noemt het monsterachtig. Zijn boek kwam uit in 1946. Hij waarschuwde dat de bezetter het op de jeugd had gemunt. Hoe waar zijn deze woorden gebleken.

hoofdstuk 41 gezichtsbedrog Ik was in een droom op een grote natuurplaneet met wat natuursteden. Ik ging naar een centrum voor geestelijke hulp. Het was een prachtig centrum. Op een bank vroeg een surinaamse vrouw aan me : 'Denk je nog in de toekomst contact te hebben met – en toen noemde ze de naam van een meisje dat ik kende – ?' Ik zei : 'Ze is dood.' Ze zei : 'Ja, en ?' Ik zei : 'Misschien geestelijk, ja, shamanistisch. Ik noem het niet altijd op, want sommige mensen geloven daar niet in.' Maar zij geloofden daar wel in. Het waren immers surinamers. Het waren geestelijke helpers, en dan bedoel ik echt geestelijke helpers. Trouwens de naam van het meisje was ook de naam van een wildernisplaneet die ik kende. Aan een tafeltje zaten neef en nicht te eten. Ik zei : 'Geen dierenlijken eten, want daardoor is corona gekomen.' Ze keken zwijgzaam op naar mij. Ik keek naar nicht, en haar ogen begonnen helemaal te draaien. Haar haar was rossig. Ik keek nog eens beter. Ze was bijna als een hond. Ik keek recht in de ogen van een bacterie. Toen eindigde de droom. Het leven gaat niet altijd zoals we willen omdat er hogere wetten zijn van de natuur. De mens wordt meegesleept met de natuur en heeft niets in te brengen, want mensen zijn babies die niets weten. Alles bestaat uit vele laagjes, alles is kaleidoscopisch. Alles wat de mens ziet is gezichtsbedrog omdat hij nog niet in de diepte kan kijken. In het ragnarok brak de wolf Fenrir los van zijn keten om op zoek te gaan naar de afgoden van de mensen om die te verslinden. De wolven zijn naar de mens op jacht. Toevallig beginnen de wolven ook weer terug te komen in Nederland, en ze zijn al tot de Veluwe gekomen. De wolf kent de geheime paden die bedolven zijn onder de illusies van de stad. Hij kan ze weer opgraven en vinden en je er doorheen leiden. Boek 3 in de vur zegt : 1. Door de ondergrondse tunnels van de stad kon hij uiteindelijk uit de stad ontsnappen. Hij rende de rode hei op. De indianen noemen de steden glitterwerelden van illusie, van gezichtsbedrog, want er ligt zoveel van de indianen nog verborgen onder deze steden. De mens bouwt er altijd weer lagen overheen. De wolf brengt de mens weer terug naar de verborgen lagen van de natuur. De wolf totem is dus een gids. Mensen hebben elkaar misleid en vastgezet, en daarom moeten deze banden doorbroken worden. Het is ter beveiliging van de geestelijkheid van de mens. De wolven beeldden de geestelijke voorouders en oorsprongen uit, en breken de muren tussen leven en dood, tussen het weten en vergeten. Je hebt misschien wat goeds gevonden, of denkt dat je iets goeds hebt gevonden. – Een mens maakt bezwaar, en probeert het misschien zelfs kapot te maken. Je moet dan de strijd aangaan. Het goede wat je hebt gevonden in veiligheid brengen, koesteren, beschermen, en misschien zelfs voor je eigen leven vechten. Misschien dat het niet klopt wat de mens die bezwaar maakt zegt of doet, maar het is een teken dat datgene wat je hebt gevonden gezuiverd moet worden en verdiept, en dat er een verbinding met nog wat anders moet komen, of misschien een nuance. Daarom moet je er de echo van volgen, de wolf, want oorspronkelijk komt het van de bron. Iets roept je terug, iets roept je verder, iets roept je dieper, en deze echoes vervormen in de wind. Maar je moet strijden. Je moet er doorheen prikken. Je kunt niet in ontkenning of goedpraterij gaan leven, maar dit zijn hulpmiddelen waarvoor de wolf staat, en de wolf leidt ook in de strijd. Alles komt oorspronkelijk uit de hemelse kennis, en het valt

neer als een waterval, en de mens, het brein van de mens, gaat het vervormen. Daarom moet de wolf komen. Er was een eeuw van de wolven, een tijdperk van de wolven, maar de mens is afgedwaald of ontvoerd. Er is wonde en zonde. Ben je verwond, zondig dan niet, maar keer terug tot het wolvenmedicijn van de natuur. Moeder natuur zendt haar wolven om haar kinderen terug te halen, te doen ontwaken. De wolf kent de tijden om te strijden, verwond te zijn en te helen. De wolf kent ook de gidsen hiertoe. De wolf heeft de kennis hiertoe en de moderne mens heeft de wolf als zodanig niet herkend, maar de indianen en germanen hadden deze kennis wel. hoofdstuk 42 het leven – een grap van god ? In de wereld heerst het kwaad. Laten we daar heel eerlijk over zijn. Het is de wereld buiten het paradijs waar het materialisme god is. Het is één grote verkleedpartij. Mensen liegen, bedriegen, stoken, manipuleren, chanteren en drijven elkaar tot waanzin, helemaal gek. Je terugtrekken mag ook niet. Je moet meedoen met deze krankzinnigheid, anders martelen ze je, en bedreigen je met eeuwige marteling zelfs als je niet helemaal doet of zegt wat ze geloven. Dit is de wereld van de duivel die zichzelf als god heeft lopen verkleden. Met sinterklaas mogen de kinderen dan hun schoen zetten als schrale troost, en ik zette zelfs mijn schoen nog toen sinterklaas allang weer was vertrokken. Daar houdt je je als kind dan aan vast. Het is beter nog dat je in Spanje tot pepernoten wordt gemalen als je niet helemaal zoet en lief bent geweest dan de gruwelijke bedreigingen die je in de kerk te horen krijgt. Je kunt beter de zak van zwarte piet ingaan dan in de handen te vallen van de griezels van de kerk. Wat een waanzin. Waag er iets van te zeggen en je hebt het gedaan. Je komt er nooit meer mee weg. Ze schrijven iets op, en trekken hun blikken van bijgeloof open om je verder eronder te krijgen. Wat een walgelijke vertoning. En de kinderen maar zingen : de zak van sinterklaas, sinterklaas, sinterklaas. Ga je dan de zak in, dan valt alles nog wel mee, want daar zitten meestal de cadeau's, misschien nog wat technisch speelgoed voor de kinderen om eruit te komen. Er is dan ook nog wel leven na de pepernootmolen als je alles geheel hebt verknald in de ogen van sinterklaas en zwarte piet. In veel gevallen zullen ze gewoon zeggen : 'Het was maar een grapje.' Maar wat gebeurt er met de echte belhamels die verantwoordelijk zijn voor het grote kwaad in deze wereld wat alsmaar doorgaat en niet valt te stoppen ? Als we aan de hemelpoort komen zullen we dan ook te horen krijgen dat alles maar een grapje was ? Al die dood, marteling, ziekte, holocaust, afschuwelijke misdrijven, rampen en ga zo maar door ? Was alles maar een grapje ? Een grapje van god ? Ik kan er in ieder geval niet om lachen. Als ze dat mij aan de hemelpoort vertellen dan heb ik ook nog een grapje voor hen. Is het leven dan maar een grapje ? En moeten we daar allemaal aan het einde van de grap hard om lachen ? Ach ja, het was maar een grapje … Of worden we misschien dan wel heel boos, zo van : Nou, al dat afschuwelijke leed van al die eeuwen noem je een grapje ? Wat voor een grap mag dat wezen ? Waar was het allemaal goed voor ? Is het hele bestaan maar een grap ? Ja, sorry, het was maar een grapje. Hoe zou jij je voelen ? Als je al woedend zou zijn om één april grappen dan zou je helemaal ontploffen als je hoort dat dit hele zware, ondraaglijke leven maar gewoon een grapje was, of zou het je juist opluchten, zo van : gelukkig maar, het is niet echt ? Wat een flauwe grap, zouden sommigen misschien zeggen, maar wat als de anderen ook maar een grap zijn, en alleen jijzelf echt zou bestaan ? Dat je aan het einde van de grap moet ontdekken dat alleen jezelf nog bent overgebleven ? Zou je daarmee kunnen leven ? De ander bestaat misschien wel,

maar niet in dit universum, of niet op de manier zoals jij het altijd gezien hebt. Je hebt misschien beelden van de ander gemaakt, maar wie zijn ze echt, of wat zijn ze echt ? 'Ja, maar ik zie het toch,' zou je kunnen denken. Ja, maar wat als het gezichtsbedrog is, als de hersenen het hebben vervormd in voor de hersenen begrijpelijke patronen ? 'Ja, maar ze spreken tot me,' zou je kunnen denken, maar de hersenen ordenen alles tot het punt dat het werkelijke er niet meer is. Dan is alles anders. Alles gaat in je hoofd door trechters. Alles wordt tot pepernoten gemalen, of tot andere dingen. Wat als alles een grap is ? Of dat nu een goede grap of een slechte grap is. Zaak is dat we achter de schermen gaan kijken. Zijn we in een spel, een verhaal, een grap of nog iets anders ? Eén ding is zeker : We kunnen niet vertrouwen wat mensen tegen ons zeggen, en al helemaal niet als een organisatie dat doet waar flink geld aan wordt verdiend. Is het misschien een uitdaging om te zien hoe deze grap werkt ? Alles werkt door tegenstellingen. Wat voor rol je dan ook speelt, er wordt altijd op ingebeukt. Je zult je eigen partij hebben, en andere partijen gaan er tegenin. Het is belangrijk dat je van de waarheid geen markt gaat, want dan is het slechts geldwaarheid, economische waarheid, oftewel dat wat gewoon goed verkoopt, en helaas is dat vaak boerenbedrog, want de mens wil vaak de echte waarheid niet zien omdat die te moeilijk en te hard is, en dan koopt de mens wat valse schijnwaarheid, oftewel wat leugens hier en daar. De echte waarheid is dan niet zozeer waargebeurde feiten die meetbaar zijn en dat je die dan opsomt en zegt : zo, dit is de waarheid, als in een geschiedenisboek, want daar gaat het helemaal niet om. Het gaat om de waarde, de diepte, de boodschap, de les die je van iets opsteekt, dus ook verhalen kunnen hierin dienstbaar zijn. Er zijn zoveel verschillende dimensies waarin dingen gebeuren, maar de mens is zo pietluttig dat alleen zijn eigen dimensie hem opvalt en dat wat anderen zeggen, zoals het in zijn hoofd binnenkomt. Bam, dat is de waarheid. En de geschiedenis leert dat de mens niets van de geschiedenis leert, en het wordt van kwaad tot erger. Dan zeg ik : Bam we zitten in een verhaal. We worden op de proef gesteld. Leren we onze les ? Dan moeten we tegen honderden en duizenden in die hun les niet willen leren, en dan zijn we een eenling. Alleen zo zullen we zien of we het daadwerkelijk menen. Zo worden de sluiers ook weggeschraapt. En is dit spel makkelijk ? Nee, want de ander zal je proberen te bedriegen, om te kopen of te chanteren. Als je niet meedoet wordt je uitgelachen of bedreigd of doodgenegeerd, enzovoorts enzovoorts. Ze zullen je leven maken tot een hel, totdat je intrede doet in hun valse waanhemel, en dan hebben ze je. Daar zijn zij namelijk god. Wat een onzin allemaal. De grootste onzin troont, dat heb ik wel gezien, en dat is aan beide kanten zo. Om hier doorheen te kunnen komen moet je gekker zijn dan de doorsnee gek om je heen. Je moet daadwerkelijk de gekste zijn om dit spel te overleven. Ze maken gehakt van je. En dan heb je misschien je stockholm syndroom dat je geen kant uitkunt, of dat je afhankelijk bent van anderen, en ga zo maar door. Ze melken je helemaal uit. De natuur geeft dan ook niet mee. We zouden allemaal wel in het oerwoud willen wonen, maar dat is ook zo onpractisch, maar dan kun je ook zeggen dat je al in het oerwoud leeft. Als je maar diep genoeg wil kijken. Dit is een asfalt oerwoud, een sigaretten oerwoud, het oerwoud van de mobiele telefoons of hoe je het dan ook wil noemen. Een boek wil soms nog weleens een gids zijn. De zak van sinterklaas. Hij komt er weer aan. Misschien is het leven wel beter in een pepernoten molen. 'Gefopt,' wordt er dan gezegd als je eruit komt. Het was maar een spookhuis. Het was maar een kermis attractie. En zo zal dat ook gebeuren als je bij de hemelpoort komt. 'Gefopt.' Is dat zo ? Ligt het zo makkelijk ? Veel dingen die de mens in zijn hoofd heeft wel, ja. Nu leeft de mens in het spookhuis. Er wordt gegild, er wordt gebruld, messen en bloed overal. Mensen laten elkaar schrikken. Kermis attractie ? Hebben we hier voor betaald, en waarom dan ? Misschien om iets te leren ? Is bloed dan maar gewoon tomatenketchup ? Zijn die afgehakte koppen gewoon van plastic ? De zak van sinterklaas. Als je erin gaat kom je bij de cadeau's, misschien wat technisch speelgoed

om je weg er doorheen te vinden. Misschien dat het helpt, misschien ook niet. Je moet dan een echte Houdini zijn. Of misschien als je dan bijna bij de pepernotenmolen bent, dat een zwarte piet je er weer uit haalt en zegt : 'Gefopt.' De mens vertelt grappen als tijdverdrijf, en soms kunnen die grappen heel ver gaan, of misschien wel uit de hand lopen. De mens houdt ervan de ander te bedotten. Waarom eigenlijk ? In Duitsland waren grappen een soort sprookjes. Vaak ging het over schelmen die één of meerderen te slim afwaren. Het kan zijn om het ijs wat te breken, maar het kan ook veel kwalijker zijn, als valstrikken. In ieder geval hadden de grappen altijd een verrassing en waren ze bedoeld als raadsels om mensen aan het denken te zetten. Het stimuleerde de mens om creatiever te zijn, om betere uitwegen te vinden, en waren daarom min of meer therapeutisch. Als we uitgaan van het beeld van de mens als zwaar bewaakte gevangenisbewoner die niet zomaar rechtstreeks bevrijd zou kunnen worden, dan werken de bevrijders met omwegen en met cryptische codes. Dan komen we een beetje in James Bond achtige taferelen terecht : zestiger jaren. James Bond moest geheime opdrachten vervullen, en moest zorgen dat hij gecamoufleerd bleef, en niet zou opvallen. Hij moest dus ook worden zoals de gebieden waar hij spioneerde, zoals de bewakers van die gebieden, anders zou hij door de mand vallen. Herkennen wij onze bevrijders ? Ze zijn niet geheel geconformeerd, maar net iets anders. Er zijn duidelijke verschillen voor de oplettende. hoofdstuk 43 de strijd om noord-india De honger is iets van de natuur, van de wildernis, het geheim van vruchtbaarheid en wijst op de ascese, de restrictie, het kennen van de natuurlimieten, dat alles voortkomt vanuit de leegte, het minimaliseren, en is dus niet letterlijk. We spreken dan over de heilige honger of moeder surinaamse honger, over moeder honger. Uit haar voeten stromen de rivieren, het tranensap, wat een andere wereld is. Als de mens weent of drinkt van het tranensap, dan maakt de mens contact met de andere wereld diep binnenin. Het is een natuurverschijnsel. De mens traant als de mens contact maakt met de honger, wat in principe dus gewoon een schakelaar is. De voeten van de honger zijn een beeld van de regressie, het gaan tot de bron, ook als gids. Het symbolisch gaan tot de voeten van de heilige honger zegt dus : Heere, leidt mij. En dan drink je de stromen van het levenswater, van het levenssap. In het Hebreeuws betekent leven de honger. Buiten de honger om is er geen leven mogelijk, maar slechts bedrog. De honger heeft genoeg aan haarzelf. De honger is een scheppende macht. We leven nu in hongermerries. In de bijbel van de sikhs in India draait het geheel om het mysterie van de heilige voeten. Deze godsdienst ontstond rond de jaren 1500 in Punjab, in Noord-India. Het kwam voort uit het hindoeisme, en is ook een mengsel van andere godsdiensten zoals de islam. We kunnen daarom ook spreken van het Suriname van India als we het over Punjab hebben, over het sikhisme. Het leidt terug tot de sukki stam van de voortijd, oftewel de volharding, de eeuwigheid. De bijbel van de sikhs is een psalmenbijbel. In de Sohila, wat wijst op de tijd voor het slapen, wordt er gezegd : Mijn verstand is onder hypnose door het honingzoete van de voeten van de natuur. We kunnen dit vergelijken met Jesaja's uitspraak in 52:7 waarin hij zegt : 'Hoe lieflijk, of in het Aramees : hoe mooi, hoe smaakvol, hoe goed om te proeven (ya'e), op de bergen, of in het Aramees : op de wilde

velden, of op het balkon, of op de brug, zijn de voeten, of in het aramees ook het voetpad of oorlogspad, en de melk en het voer ervan, van degene die de tucht verkondigd in het Aramees, oftewel de discipline, de honger, (prkn) als de prijs die betaald moet worden. In het Hebreeuws : Hoe wordende, hoe groeiende, wassende, als een woord voor mooi, zijn in de promoties zijn de voeten van de Heere die preekt over de seizoenen, oftewel die de natuurgrenzen aanlegt van de getijen, die binden. In het hebreeuws staat er ook 'die yeshuwah brengt', wat in het Aramees prkn is, prkana, de tucht, wat dus de Aramese betekenis van yeshua of jezus is. In het hebreeuws wijzen de voeten op de heilige gebondenheid, waardoor direct het afschuwelijke raadsel van de duizendjarige chinese voetbinding wordt opgelost. Ze hadden deze hebreeuwse inzettingen verdraaid, verletterlijkt, op een afschuwelijke, vrouwenonterende manier. Na de afschaffing hiervan kwam het tandartsenrijk opzetten die vervolgens de tanden, het tandbot en de tandzenuwen, dwangmatig en obsessief gingen opbinden, omdat oorspronkelijk symbolisch gezien de moedervoeten de voedselbron van het kind waren. Openbaring 12 zegt : 16 En de aarde kwam de vrouw te hulp en de aarde opende haar mond en verzwolg de stroom, die de draak uit zijn bek had geworpen. 17 En de draak werd toornig op de vrouw en ging heen om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht, die de geboden van God bewaren en het getuigenis van Jezus hebben; 18 en hij bleef staan op het zand der zee. De bron konden ze niet meer aantasten, de voet, maar toen gingen ze hen vervolgen die tot de bron wilden komen om daarvan te drinken, wat dus een orale oorlog was. Ze konden de vrouw niet meer vervolgen, dus gingen ze het kind vervolgen. Deze dementen hebben de israelitische poëzie verkracht. De Sohila avondpsalmen zeggen : Mijn verstand is onder hypnose door het honingzoete van de voeten van de natuur. Dag en nacht honger ik voor hen, honger ik naar hen. Het is het hongeren voor en naar de honger. In de Siree Raag van de sikh bijbel staat : 'De meditatie op de natuur voeten van de Heer is mijn kleed van eer.' Dit komt ook uit het hindoeisme, waar er al telkens werd gemediteerd op de voeten van de natuur, oftewel de bronnen van de natuur, als een gids. Zo wordt de moeder van de wildernis daadwerkelijk geeerd, als wij in regressie terug gaan tot haar bronnen, oftewel de hongerbronnen. In de israelitische bijbel werd de mens gemaakt uit voetenzweet, voetenstof. In de bijbel van de sikhs wordt gezegd : 'Oh, gij van bestemming, van uitverkiezing, wordt als het voetenstof.' Dit gebeurt namelijk als wij luisteren naar de voeten van de natuur waaruit de watervallen komen en de gehele schepping. Dan kunnen wij ook denken aan Maria die aan de voeten van Jezus, oftewel van prkn in het aramees, zat, oftewel aan de voeten van de tucht, van de honger (discipline). Dit leidt tot heilige gebondenheid. In de Siree Raag staat dan verder : Je kan de geneugten hebben van honderdduizenden vrouwen en over de negen continenten van de wereld heersen, maar zonder de ware geestelijke gids zal er geen vrede zijn, en je zult telkens weer reïncarneren. Zij die de ketting van de Heere rond hun nekken dragen en zich richten op de voeten van de voeten van de geestelijke gids, heerlijkheid en bovennatuurlijke geestelijke gaven zullen hen volgen, maar zij geven totaal niet om deze dingen. In de sikh bijbel is het namelijk de bedoeling om je te offeren aan de natuurvoeten, oftewel je moet al je bijzaken afleggen om te komen tot de hoofdbron en je daardoor laten zuiveren en toetsen. Er

wordt ook gewaarschuwd voor voeten die niet komen tot de hoofdvoeten van de geestelijke bron, want die zullen wegglijden. Er wordt dus gewaarschuwd voor vleselijke voeten, want dat zijn valse bronnen. Er moet teruggekeerd worden tot de voeten van de natuur. De vleselijke voeten zijn van hen die niet gericht op God leven. Ze leven maar raak en zijn niet bezig met de hemelse kennis. In de komende wereld zullen zij dus ook geen rust vinden en geen plaats, want hun voeten hebben geen diepte en vastheid, en zij zullen wegglijden. Het sikhisme gaat ook veel over 'Ik herken de god in jou, en val aan de voeten van de god in jou, als een offer, waardoor ik in de wil van god kan wandelen.' Want hoe kunnen we god dienen als we god in elkaar al niet eens kunnen herkennen ? We mogen elkaars vlees niet dienen. Nee. Maar we moeten wel leren elkaars hogere geestelijke identiteit te dienen, want God werkt door mensen. Daar zijn ook genoeg bijbelteksten van. Verder stelt het sikhisme dat als je dat niet toetst, dan is het waardeloos, want dan wordt je hierin nog bedrogen. Het gaat om te komen tot de waren die getoetst zijn in het gerechtshof van de waarheid. Dat is iets geestelijks en dat mag zeker niet overdreven en verletterlijkt worden. het moet in goede samenhang blijven, anders ga je siamezen met iemand, en dan wordt je meegesleurd met het lagere, plakkerige rigil kent, en dan ben je nog verder van huis. Dit is volgens de sikhs ook de weg om los te komen van maya, oftewel van de illusies van de sluierwerelden en bedriegelijke glitterwerelden die de zielen in valstrikken lokken. Mensen zijn trukendozen die moeten vallen aan de voeten van de ware geestelijke gids. Deze gids brengt de map van de natuur in een visioen (ru), een visioen van het pad. Hierin moet de mens volharden, vasthouden aan de voeten van de natuur, wat de betekenis is van sukki in de voortijdse taal. Het is een beeld van de eeuwigheid, van voorbestemming en uitverkiezing. Hierin is de ware vruchtbaarheid te vinden. De mens moet zijn truken afleggen en de natuurvoeten vastgrijpen. Alle menselijke en vleselijke schema's moeten hiervoor ingeleverd worden. De mens mag zich er niet meer aan vasthouden anders kan de mens de natuurvoeten niet vastgrijpen. De mens kan geen twee heren dienen, niet van twee walletjes eten. Dit is dus niet voor de lauwen en de wispelturigen. Dit is niet voor hen die er nog reserves op nahouden. De mens is gemaakt naar God's beeld. De voeten ondersteunen en dragen de rest van het lichaam en zijn daarom een belangrijke gelijkenis. Het is als een verzekering. De natuurvoeten geven die ondersteuning aan de ziel van de mens, en geven de mens ware rust. Hierdoor kunnen de ziektes van het ego uitgedreven worden. De sikh bijbel stelt dat het geheim van het vasten, van de honger, van de tucht en zelfdiscipline gewaarborgd en verborgen liggen in het stof van de heilige voeten van de natuur. Het heilige voetenstof is een geestelijke gave. Het sikhisme stelt dat deze dingen allemaal in de mens zelf zijn : Je bent zelf de vis, je bent zelf het water, en je bent zelf het net. Je werpt zelf het net uit, en je bent zelf het lokaas. En zo kom je tot de voeten van het water, en de voeten van de zee. (Vaar Siree Raag) Zo bevrijd je hen die tot je komen, maar je laat ze ook weer los, want zij moeten tot zichzelf komen en zelf deze principes ontdekken en toepassen. De mens moet zo het zielenhuwelijk leren kennen, wat een huwelijk is tot de hogere principes, binnen de mens zelf, tot de hogere identiteit. De zee laat geen ruimte voor het siamezen, want de zee predikt de honger. De mens moet tot de watervallen van de geestelijke innerlijke gids komen. Zo zal ook het vlees aan de voeten van degenen die deze principes volgen vallen. De mens moet leren dit voetenstof op zijn gezicht te smeren, de stof van het paradijs, als camouflage, en zo zal de mens van het hemelse nectar drinken. Dit is het ware huis van het zelf. De voeten van de Heere maken alles transcendent. Er is geen weg tot God dan door de heilige voeten in het sikhisme. In het Hebreeuws betekent Jezus het neervallen in de oorlog tegen het vlees om zo opgenomen te worden, wat in het Aramees de tucht wordt genoemd, de disicipline, de honger (prkn, prkana). In die zin kan dan weer verklaard worden wat het betekent dat Jezus de enige weg is, waar het vandaan komt en hoe dit is verdraaid. Jezus is oorspronkelijk een beeld van de voeten of het vallen aan de voeten. Zo wordt de mens heilig gebonden en opgenomen, waarvan de duizendjarige

chinese voetbinding en de daaruitvoortvloeiende mondbinderij (demonische tongentaal) demente beelden zijn, oftewel zombie exegese. Hoe smerig en verkankerd zijn op de bergen de voeten van hen die het zombie evangelie brengen. Het duizendjarige rijk van de chinese voetbinding mafia en haar demonische vruchten zoals de tandartserij en de psychiatrie die de zielen van kinderen binden. Zonder genade. Na het duizendjarig rijk werd de duivel op de kinderen losgelaten, na duizendjarige marteling van hun moeder. Dat is het zombie evangelie, dat dat allemaal zo goed en geweldig is. Daarom moet de mens terugkeren tot de ware voeten die de macht hebben om deze banden te verbreken. Dit zijn niet zomaar voeten. Het is een voetpad. Hier ligt namelijk het geheim van de honger die de heilige banden brengt. De mens kan hier baden in nectar en erdoor gewassen worden. De heilige voeten zijn de vernietigers van de zonde, en deze voeten moeten gediend worden, stelt het sikhisme. (Maajh) De mens wordt geheiligd door het stof van deze voeten. Zij die kwaaddoen worden door deze voeten tot zwijgen gebracht en omgebracht. De mens kan alleen puur blijven als de mens verbonden blijft aan de heilige voeten. De mens moet gehuwd worden met deze voeten in zijn innerlijk, wat een huwelijk is met zijn hogere, diepere natuurzelf. Dit zal de mens tot geestelijke gids wezen. Dit is het primitieve wezen en zelf van de voortijd. De mens moet hierdoor overweldigd worden, stelt de sikh bijbel. Dit zijn geen aardse voeten, maar de voeten van een hemels visioen. Het zijn geen verletterlijkte voeten, maar de voeten van de rijke en diepe symboliek van de natuur. Deze natuur is voortijds, niet gemoderniseerd. God is de ondoorgrondelijke en onbenaderbare. Alleen smekelingen komen binnen. Deze voeten zijn een sieraad die de mens over de bedriegelijke en afschuwelijke wereldoceaan kunnen brengen. Het zijn de voeten van de waarheid. Het voetenstof is een beeld van nederigheid. De sikh bijbel zegt dat deze voeten een beeld zijn van de vreze des Heeren. (Vaar in Maajh) Het is niet zomaar iets wat je kunt grijpen. De sikh bijbel stelt dat de geestelijke innerlijke gids een ijshuis is. Het heilige voetenstof op je gezicht gesmeerd laat je door deze beproevingen heenkomen. Het is het voetenstof van het bos. Er is een bepaalde glans op hun gezicht als ze in de hemelse gerechtshof moeten verschijnen. Bestemming is op hun gezichten. Zij die het voetenstof op hun gezicht hebben ontvangen worden door Maya, het bedriegelijke materialisme, verstoten. Maya laat hen niet dichtbij komen. Maar het voetenstof is alles wat de mens nodig heeft. Het is het voetenstof van de honger die nederig maakt. Het is het sieraad van de mens. Het is een hemelse stof die de mens onderwijst en waarin de mens gewassen wordt. De mens heeft hierin de waardeloosheid van het vlees en het ego opgemerkt, en wordt zo opgenomen. Dit is het ware dharmische geloof bij de sikhs (Pali : Dhamma ; Egyptisch : dam, doem : besnijdenis). Als de mens het voetenstof van de heilige geestelijke innerlijke gids op zijn gezicht smeert dan wordt het vleselijke intellect daardoor verbroken en verwijderd. Het is belangrijk voor de mens zijn eigen intellect en verstand van het ego en vlees te offeren. Het ware verstand moet verbonden zijn aan de heilige voeten, anders is er geen bron en geen diepte, en is het verstand gidsloos. De heilige voeten zijn de voortijdse primitieve zeeën. Zonder deze wateren kan de mens niet leven. Het verstand moet in aanraking komen met de heilige natuurvoeten door met het voorhoofd deze voeten aan te raken. Zo kan het voetenstof al de vette, smerige trots van het ego wegwassen. Deze initiatie is een zegen die de mens met nieuw werk bezadeld, en waardoor de mens vruchtbaar wordt. Deze voeten zijn de enigen die de weg weten, als een natuurkompas. De sikh bijbel noemt dit de bron van de eeuwige jeugd (raag gauree gwaarayree). Het als dood vallen aan de voeten van God is ook een thema in de bijbel, als de weg tot het ontvangen van openbaring. Zo is dat ook in de sikh bijbel. Het is de sleutel tot theofanie (darshan, godsverschijning). Telkens weer stelt de sikh bijbel dat de heilige voeten in het hart ontvangen moeten worden, zoals de bijbel telkens stelt dat Jezus in het hart ontvangen moet worden. Deze betekenis is dus in het hebreeuws en aramees : het vallen aan de voeten en de voeten zelf, wat we in ons hart moeten ontvangen om terug te keren tot de bron. Dit is een gebed en een psalm. Het is een visioen.

De sikh bijbel stelt dat de mens niet moet verlangen naar hemel en paradijs, maar om het stof van de voeten van mannen te zijn. Zo komt de mens tot God. Ik had een droom dat ik in noord-india was, in Punjab, en er stond een vrouw, een heks, een demoon op een toren en ze bewaakte daar iets, en ik raakte met haar in gevecht. Ze wilde het niet loslaten, maar ze moest. Er kwam allemaal vreemde bliksem in allerlei kleuren van haar af, en toen veranderde ze in een slang, een cobra, een naga, oftewel een bewaker van geheime kennis. Ze is toen de bergen ingetrokken, en ik kreeg de toren in mijn bezit, en kwam via een luik onder de grond. Hier lag allemaal verborgen kennis. Er waren daar nog meer wachters, maar die moesten ook vertrekken. De sikh bijbel stelt : Het verstand moet verbonden zijn aan de voeten van de boogschutter als een beeld van het toetsen. Dit is wat het verstand moet zijn : het stof van de voeten van alle mannen, want anders gaat het zich verheffen. Het voetenstof moet als een sieraad in de ziel gehouden worden. Zo kan trots en gehechtheid afgebroken worden en worden verwijderd. Voor de sikhs is de definitie van de heilige : hij die het stof van de voeten van elke man is geworden. hoofdstuk 44 van amerika tot europa Hitler viel op 10 mei Nederland binnen in 1940. Laat niemand denken dat de bevrijding al is geweest. Al snel werd koningin Wilhelmina en de regering naar Engeland geevacueerd. Het landbestuur werd toen overgedragen aan generaal Winkelman. Op 16 en 17 december van 1940 deed Engeland luchtaanvallen op Duitsland : De codenaam voor de aanval op de industriestad Mannheim was Abigail Rachel. Er werden ook andere aanvallen gedaan op Duitse steden zoals Bremen en Dusseldorf met codenaam Abigail. Assid stelt in zijn boek 'de eeuwige cirkel' dat de jaren van de duitse bezetting kwamen overvliegen vanuit Amerika, de jaren van de kolonistische bezetting vanaf 1492, dus dat is al over de vijf eeuwen, en dat werd omgezet in de jaren 1940-1945. De geschiedenis herhaalt zich dus, verplaatst zich, en hergroepeerd zich. Laten we niet vergeten dat Europa zo groot, rijk en machtig werd door de slavenhandel. En het sprong hen toen als een wedergekeerde boemerang in de nek. hoofdstuk 45 de kinder kaarsjes en het zombie wereldrijk De mensheid is ontvoerd door criminelen en wordt onder een zware hypnose gehouden. Die criminelen lopen ook onder de mensen. Alles is zwaar aan het muteren. De mensheid is onder deze hypnotische toestand totdat de schoolbel gaat. Dan waakt de mens op, en dan ziet hij dat de noodzaak om geschoold te worden niet iets is voor de markt, maar voor een oorlog, een geestelijke oorlog wel te verstaan. Deze oorlog is om je eigen ziel. Waar mensen niet deelnemen aan deze oorlog worden zij al snel tot zombies. Zombies draaien alles om. Het gaat hen niet om de waarheid, maar om de autoriteit, en dat doet men door liegen en bedriegen, door alles om te draaien. Zo

grijpen zij de macht, maar deze macht is een illusie. Dus moeten zij hypnose gebruiken om de mens erin te laten geloven. Ze hebben iets gegrepen wat al in hun handen afbrokkelt, en hen zelf ook doet afbrokkelen, dus daarom moeten ze liegen, veel liegen, om het nog wat te doen lijken. Daarom moeten ze dwingen, veel dwingen, zodat ze zelf kunnen blijven geloven dat het wat is. Als dan de schoolbel gaat, dan ontwaak je. Maar je ontwaakt gillend, want je ziet dan wat er aan de hand is. Al die mensen om je heen waren slechts zombies en aten je vlees. Ze hielden je onder hypnose. Jij was een onderdeel van hun illusie. Als je niet gillend ontwaakt, dan mag je je afvragen of je wel echt ontwaakt bent. Nee, ze zullen je niet geloven. Vergeet het maar. En dat hoeft ook niet. Je moet rennen, rennen. Weg uit die zombie stad. Sommigen zullen misschien net doen alsof, maar vertrouw ze niet. Als ze met je meerennen, help ze dan, maar bouw er je leven niet op. Sommige zombies zullen lang met je meerennen, en zullen net doen alsof ze aan jouw kant staan. Zo erg is het al. Wat zou de vijand doen ? Verplaats je eens in de vijand. Zou de vijand lekker lui blijven zitten, denkende : Oh, het zal wel loslopen ? Zou de vijand allemaal eerlijk tegen je gaan lopen doen, zo van : Ja, ik ben nu eenmaal slecht ? Nee, de vijand zal gebruik maken van list en bedrog, van paaierij, en zal een eind met je meelopen, en je zelfs helpen in je ontsnapping. Dit zodat je hem misschien gaat vertrouwen als je het aas neemt, zodat hij je nog dieper in de fuik kan laten gaan. Vele ontsnappingen hier zijn slechts bedrog. Zo erg is het al. Laten we er geen doekjes omwinden. De geestelijke strijders moeten op de hoogte zijn van de camouflage strategieën van de vijand. De vijand ging door de baarmoeder net als jij. Die parasieten hebben hier ook gebruik van gemaakt om 'mens' te worden, maar ze zijn nog steeds parasiet, gewoon met een menselijk laagje er overheen. Ook de baarmoeders zijn vaak zombie baarmoeders. Welkom in het zombie wereldrijk. Er is wel een weg doorheen, maar dan moet je goed luisteren. Als de schoolbel gaat, dan ontwaak je. Je gilt, en je bent in angst, want nu zie je het. Als je niet gillend en in angst ontwaakt, dan mag je je afvragen of je wel daadwerkelijk ontwaakt bent. De zombie stad kijkt neer op angst, want angst is juist je alarm, je voorzichtigheid, je zicht. Als je die angst nog niet hebt, dan zie je nog niks. Dan ben je nog niet ontwaakt. Ook als je geen boosheid hebt als je ontwaakt dan mag je je afvragen of je wel echt ontwaakt bent. De zombie stad kijkt ook neer op boosheid, want ook boosheid is je alarm en je gids. Het is je creativiteit. Dat wil niet zeggen dat je telkens alleen maar boos kijkend rondloopt, maar het gaat hier om een strategische boosheid. De boosheid is je verzet, opdat je niet conform wordt aan de zombie stad. Dit verzet is listig en vindingrijk. Maar zo herkennen we elkaar. Onder zombie hypnose ben je, totdat je ontwaakt door de schoolbel. Je ontwaakt gillend, in angst, boos en verward, en dan gaat het erom goed te luisteren. Niet naar de zombies, maar naar je eigen hart, de diepere natuur. De schoolbel zal je terugleiden tot jezelf en tot de diepere natuur. Die kruizen daar ergens. Het gaat dus om je natuur zelf. Dat is ook wat een engel in de grondteksten betekent. Misschien dat je weleens hebt gehoord van het smalle pad door de enge poort om tot de hemel te gaan, of het paradijs ? Zo kun je het onthouden : Wij moeten als een engel zijn, oftewel de enge-l, de enge laan. Dat betekent leven in minimalisme, opdat de natuur zich ten volle kan openbaren. Als de schoolbel gaat dan ontwaak je, en dan let je op. Het was maar een nachtmerrie, maar je moet nog steeds op je hoede zijn. Blijf daarom nuchter en waakzaam. De vijand gaat tekeer als een brullende leeuw en komt ook bedriegelijk als een engel des lichts als het moet. De vijand houdt van verkleedpartijtjes, omdat het vaak succesvol is gebleken. Denk aan de jacht, hoe dit gaat met aas en valstrikken. Je bent in het oerwoud. Elke stap kan je laatste zijn. Het gebied ligt vol met mijnen die zo in je gezicht kunnen ontploffen, en waar ben je dan ? Wat weet je als klein mens van de gevaren van dit oerwoud ? Wat heeft het voor zin om hoog van de toren te blazen zoals we dit om ons heen zien bij mensen die belust zijn op macht en eer ? Het is het zombie wereldrijk.

Probeer dan dieper in dit oerwoud te komen, om de geheimen van dit oerwoud te leren kennen. Een beetje angst, boosheid, depressie en eenzaamheid heb je dan nodig om op het rechte pad te blijven, om door de enge poorten te kunnen. Het is een beetje als het boek tien kleine negertjes, of tien kleine indiaantjes, en telkens valt er weer eentje weg, totdat er nog maar eentje is overgebleven. Het was om kinderen tellen te leren. Maar geestelijk tellen is veel moeilijker. Het betekent geestelijk te leren onderscheiden. Ook in de zombiestad tellen en onderscheiden ze, maar daar gaat alles verkeerd. Daarom moet de mens terug naar de natuurschool diep in het hart. Als de schoolbel gaat dan ontwaak je uit je hypnose. Je leert waarlijk tellen en onderscheiden. Je leert overleven in deze barre wereld. Heb je je huiswerk gedaan, of loop je naar de pijpen te dansen van de zombies om je heen ? Ze willen graag met je drinken, graag met je roken en allerlei vreemde spelletjes spelen. Ren voor je leven. Blijf niet treuzelen, want dan plak je vast. Als de schoolbel gaat, dan ontwaak je. Als de schoolbel gaat, dan wordt je opgenomen. Dat kan ook een heerlijk gevoel zijn. Want je ziet dan het daadwerkelijke sieraad. Je kan dan je oude zombie sieraden die je in de dood lieten losmaken. Wat waren ze vreemd geknoopt, hè ? En wat hadden ze ingewikkelde sloten, hè ? Deze sieraden waren gedwongen. Ze waren als lijkwaden. Je mag helemaal naakt terugkomen tot moeder natuur, en dan geeft zij je nieuwe sieraden, ware sieraden. Dit zijn sieraden die een daadwerkelijke boodschap dragen, dus niet zomaar voor de sier of om indruk te maken. Het gaat er niet om indruk te maken, maar om je uit te drukken. Dit gaat niet zonder het onderdrukken van je zombie zelf. De strijd tegen het vlees, tegen je zondige ik moet blijven, opdat je kan groeien in het paradijs : een nieuw leven, met nieuw inzicht. En dit inzicht is ook een doorzicht, en een overzicht. Je komt tot de landkaart van het paradijs. Piraten en zombies vechten erom. Ze willen de vlam doven, en alles in hun dodelijke handen krijgen. Aan welke kant sta je ? Aan welke kant zou je willen zijn ? Als de schoolbel gaat dan ontwaak je. Dan zie je de juffrouw in de excursie, op het schoolreisje. Het hoort bij de les. De kinderen hebben hun kaarsjes aan, en zijn blij met elk kind dat ontwaakt. Met hun kaarsjes gaan ze over het smalle pad door de enge poort, als engelen, als kinderen van de natuur. 'Laat de kinderen tot mij komen. Verhinderd hen niet, want voor hen is het eeuwig leven en de bron van het eeuwig kind zijn.' hoofdstuk 46 indianen vs. zombies Ik volg al zware geestelijke trainingsprogramma's voor geestelijke oorlogsvoering door het verzet sinds mijn veertiende. Ik werd toen zwaar door mijn vleesetende en alcoholdrinkende familie vervolgd, omdat het niet van hun kerk was. Je krijgt de meest malloterige etiketten opgedrukt en alles wat je zegt wordt omgedraaid en tegen je gebruikt. Ze trekken er blikken duivelse organisaties tegen open, want je mag niet anders zijn dan hen. Dat ken echt niet. Iedereen moest zoals hen denken en zijn. En dan zetten ze iedereen om je heen tegen je op. En maar roddelen en stoken. Mensen jarenlang martelen over de pijngrens heen moet bij deze organisaties ook allemaal kunnen, want je mag niet uit deze cultus ontsnappen. Het is een duivelse cultus, ook al noemen ze zichzelf christelijk. Zij beslissen alles, en zijn al vroeg aan het dementeren. Zij zijn totaal niet in deze materie opgeleid. Ze lezen eens ergens wat en denken dan de beker te hebben gewonnen. Dat is het zombie wereldrijk.

De openbaring van Johannes sprak er al over. De hoer zit op het beest aan vele wateren en drinkt van het bloed van de heiligen en de profeten. De martelaren die waren gemarteld om hun getuigenis zijn onder het altaar om te roepen om wraak, maar hen wordt geboden te rusten en geduld te hebben. We zien de schalen van oordeel uitgegoten worden over het zombie wereldrijk, en nog bekeren zij zich niet van hun boze werken. Nee, want ze halen hun getallen en hun registers erbij, maar over het geestelijke wordt niet gesproken, hoogstens het religieuze, want de zombie is hiermee ook wel vertrouwd. Bij de surinaamse indianen was er het initiatie-ritueel, de marake, waarbij de wespenproef ondergaan moest worden, je laten steken door honderd tot honderden wespen die op een mat zijn wat tegen je borst en rug wordt aangedrukt. Het matje is dan wel mooi versierd met allerlei veren, maar het zit vol wespen en sommigen vielen er flauw van. Daarna moeten ze in afzondering en vasten. Ook zijn er rituelen waarbij er pennen door de borsten van hen het mannelijk geslacht gaan. Heeft het allemaal hier iets mee te maken ? Hierdoor zou de indiaan visioenen krijgen, op zogenaamde vision quest gaan, openbaringen van de natuur. Vision quest betekent visioenentocht om zo de geestelijke wereld of onderwereld in te gaan. Is dit wat er gaande is ? Is dit martelarenschap een vereiste om tot de hemel te gaan, of het paradijs, en wat is het paradijs dan ? Ogenschijnlijk waren die rituelen ervoor om de zintuigen van de indiaan te openen, de hogere zintuigen van de ziel, om zo in contact met moeder natuur te komen en te blijven, maar daar werd niet lichtzinnig over gesproken. De tweede bijbelse poëzie, oftewel de poëzie van de grote surinaamse bijbel spreekt ook over een 'wespen televisie'. Moet de mens voor zijn overleven blootgesteld worden aan de zombies ? Alleen zo zal de mens ontwaken en trainingsprogramma's ondergaan, anders weet de mens niet eens dat hij een vijand heeft, en moet vechten voor zijn leven, voor zijn bestaan. Alleen in kennis is eeuwigheid, dus zo moeten we het paradijs ook zien, als de opslagplaats van de natuurkennis, en we moeten onze romantische beelden van het paradijs loslaten, want dat is gewoon niet waar. De zombies hebben hun eigen paradijs van pensionering. Dat is het zombie paradijs. Hierin zijn al je zintuigen afgestompt, is al je creativiteit gestopt, en ben je gewoon conform aan de massa's. Dan leef je niet meer. hoofdstuk 47 freudiaanse psycho analyse van de wesp Bij de wajana of ojana indianen van suriname was er de wespenproef als een soort diepere initiatie in de natuur, waarin er matjes met veren en wespen op hun borst en rug ging. Sommigen vielen flauw. Er waren wel meerdere rituelen bij de indianen van suriname zoals pennen door de borst heen, om in dieper contact met moeder natuur te komen. Het werd allemaal erg letterlijk gedaan, terwijl het allemaal symbolisch is. Zo is drugs gebruik ook niet de beste manier om met moeder natuur in contact te komen, maar we moeten de planten en dieren juist leren kennen. Metaforiek is de kracht en het bestaan van de natuur. Het letterlijke is slechts illusie als een afschaduwing ervan, een slap aftreksel. Vaak gaan de diepere boodschappen verloren en verletterlijkt het zich, met alle gevolgen ervan. De wesp draagt de code van internalisatie. Hij draagt strepen op zijn onderlijf die vijf dimensies uitbeelden, vijf ringen. Het zijn meerdere strepen maar het gaat nu even om vijf dimensies. 1. contact maken met moeder natuur 2. contact maken met de zuster van moeder natuur 3. contact maken met de vriendin van moeder natuur

4. contact maken met de dochter van moeder natuur 5. contact maken met de tweede dochter van moeder natuur Waarom is dit zo belangrijk ? Omdat moeder natuur verschillende facetten heeft. De vriendin staat dan voor de vreemdeling, het onbekende, omdat er zoveel is van moeder natuur wat de mens nog niet kent. hoofdstuk 48 freudiaanse psycho analyse van spanje De koran is een buitenaardse code van buitenaardse parallelle werelden. De koran staat voor 'keren', oftewel de christelijke mens was te ver gegaan en moest weer terug naar de natuurbron, oftewel de regressie. De mens luisterde niet naar deze code. De mens stak niks op van de koran, en daarom is er nu corona, wat weer zegt : 'keren'. De mens wil niet leren, de mens wil niet keren, dat is een feit, ook nu corona er is wil de mens niet leren en keren. De mens is het meest stijfkoppigste wezen wat er bestaat. In hun stijfkoppigheid weten ze alles beter. Ze willen niet luisteren naar het geestelijke, dus de geestelijke mens krijgt een etiket op, en is zo in hun ogen een 'ondermens', een spelbreker. Spanje was van 711-1492 een islamitisch land, door de binnenval van de moren. Dat is een klein millennium geweest van meer dan 700 jaren. Een klein duizendjarig rijkje. Nog steeds wijst het sinterklaasfeest terug op deze periode. Sinterklaas komt ook uit Spanje, en komt met zijn moren, oftewel zijn zwarte pieten. Hij komt met de zak en de roe om de mens mores te leren. Maar daar is de materialistische mens compleet vies van. De materialistische mens die waant over de geestelijke mens te heersen wil alleen het snoepgoed. Ja, anderen mogen de zak in, naar de pomp lopen, of naar de maan lopen, zolang hij het maar niet zelf is. Anderen kunnen de zak in en de zwarte piet krijgen. Hij waant zichzelf sinterklaas. De christenen hadden teveel van Israel weggekapt, en dus ook van Egypte, maar dat kwam met de islam weer terug. De moren waren gekomen. In een parallel universum waren dat de humoren. Humor is een vorm van wijsheid. In het benauwende westerse christendom is weinig ruimte voor humor. hoofdstuk 49 regressie codes in de geschiedenis Het communisme komt oorspronkelijk uit de Duitse filosofie (Fichte, Marx), en is ook wat oorspronkelijk de naam germaan betekent, van het Latijnse germanus, wat 'hetzelfde' betekent. Die lijn loopt dwars door alles heen. In Rusland werd het communisme uiteindelijk zwaar verletterlijkt en corrupt, dwaalde het door onkunde te ver af van de Duitse en Germaanse filosofie. De wereld kwam onder betovering van een heks. Het communisme was versteend. Het was orthodox geworden, als een valse religie. Eerst was er in Rusland een veel milder communisme met Lenin, wat met de eerste wereldoorlog kwam opzetten. Rusland is Roshland in het Rossija in het Russisch, en Rosh betekent begin in het Hebreeuws, wat ook in de hebreeuwse naam voor genesis is : beroshit.

Van 711-1492 waren de moren in Spanje met de koran code van 'keren', en vanaf 1917 met de october revolutie werd Rusland in 1922 een communistische staat. Dit was een code vanuit een parallelle wereld wat aantoonde dat de mens na het 'keren' door de regressie, waarvan de moreninvasie, oftewel de koran, een code was, eindelijk tot het begin was gekomen. De moren invasie vond plaats in Spanje. Spanje werd een islamitisch land en toen de moren weer waren verdreven zo'n zeven eeuwen later maakte Spanje het Spaanse wereldrijk van 1492-1898 waar ook Nederland bijhoorde van 1556-1715. Spanje droeg het zaad van het 'keren', en in de beginperiode van 1900 kwam de mens eindelijk in de regressie tot de bron, het begin, tot rosh. Maar omdat Rusland was afgeweken van de Duitse bron moest Duitsland terugkomen, en dat gebeurde door de tweede wereldoorlog, helemaal corrupt, want dit was alles behalve de Duitse filosofie. Dit was Duits hedonisme. Het was Duitse machtswaanzin, maar het droeg wel de code van de parallelle wereld in zich, dat de mens tot Duitsland moest terugkeren. Duitsland betekende 'hetzelfde', maar dit werd zwaar verletterlijkt en corrupt. De mens moet dus de geschiedenis leren verstaan. 1. Spanje (morenland, andalus, paradijs, hemel) 2. Rusland (roshland, het begin) 3. Duitsland (germanie, hetzelfde) We zien dus dat het paradijs, of de hemel, de weg is tot het begin. Het is een pad. Als wij deze sleutel begrijpen van Spanje-Rusland-Duitsland dan kunnen we door deze codes de parallelle wereld binnengaan. Dit zijn natuurchemische signalen. Dit komt ook weer terug in het sinterklaasfeest : 'Eerlijk zullen we alles delen.' Minimalisme is de sleutel tot regressie, die terugleidt tot de bron, en dan die bron zuivert. In Spanje is er een ware sinterklaas cultus, en het feest van de moren en de christenen wordt er ook gevierd. Ook in het Wilhelmus komt de verbondenheid met zowel Spanje als Duitsland terug. Nederland is ten diepste Spaans-Duits. Zware insectische chemische signalen worden afgegeven. We mogen psycho-analyse toepassen op deze drie oorlogen. hoofdstuk 50 linguïstische codes Rosija, of Rusland, is een code van de parallelle wereld voor 'parousia' wat in de bijbel wordt gebruikt voor de wederkomst. De russen zijn dus een code voor de parousia's, de wedergekomenen, die deelgenomen hebben aan de regressie, het keren (koran, moren, Spanje), en zo tot het begin zijn gekomen, de bron, roshland, wat een code is voor het land van parousia, van de wederkomst. Duitsland was de bron van het communisme. Zowel de reformatie als de Duitse filosofie toonden aan dat dit het minimalisme was. Duitser is een anagram van Duister, wat wijst op de gotterdammering, de godenverduistering, oftewel het Duitse woord voor ragnarok. Het zijn dus ragnarokieten. Duits is ook een anagram van dots, wat punten betekent in het Engels, wat een beeld is van het minimalisme.

hoofdstuk 51 INGU Een kinderkamer meegesleurd met een ijszee. Het gebeurt in het ragnarok. Het kind was namelijk ontvoerd. Bij de surinaamse indianen was er het initiatie-ritueel, de marake, waarbij de wespenproef ondergaan moest worden, je laten steken door honderd tot honderden wespen die op een mat zijn wat tegen je borst en rug wordt aangedrukt. Het matje is dan wel mooi versierd met allerlei veren, maar het zit vol wespen. Amerika is een code van de marake die komt uit een parallelle wereld. Ook de mark waarmee de Duitsers betalen is er een code van. Met corona komt er ook een verschrikkelijke geest aan de oppervlakte, van een zwarte markt, een mensenhandel en handel in gestolen goederen. Ik had een droom over een grote bruine spin, en ik voelde me even helemaal verlamd. Ik kon me even helemaal niet bewegen. Eén van de nachten daarop kreeg ik de naam door van deze spin : INGU. Corona is namelijk zowel de ontmaskering van een demoon als iets van de natuur. Het is 50/50. Er is ook een strijd gaande, want deze demoon heeft zich gemanifesteerd. hoofdstuk 52 de noodzaak van ragnarok INGU : zwarte reisbureau's waarbij je betaald met onschuldig bloed. De mens moet terugkeren tot ragnarok om aan deze spin te ontkomen. Als je niet vrolijk met hen meedoet, geen vlees met hen eet, geen alcohol neemt, je kinderen niet offert aan de molochen van kerk en het medische systeem enz. enz. dan kom je dus geen stap verder met deze zwarte reisbureau's. Je moet het merkteken van het beest ontvangen, anders kun je niet kopen of verkopen. Daarom moet ragnarok komen om hieraan te kunnen ontsnappen. Zij hebben het merkteken van het beest al ontvangen, en er zijn tralies voor hun ogen, en ze willen zoveel mogelijk meeslepen. De vrouw en haar kind echter vluchtten naar de wildernis, waar de aarde hen tegemoet komt. INGU jaagt op allen die achterblijven. Het leven van een materialist bestaat altijd uit vele plezierreisjes in het vlees. Daar hebben ze het de hele dag over. Je komt er niet met een breekijzer doorheen. Je moet naar het ragnarok. Dit reizen in het vlees gaat via de mobiel. Mobielgebruik is een parasiet in de lucht, als een bol waarin de wereld is opgesloten. Deze parasiet blijft maar vreten. De mens heeft geen natuurhart meer, maar een mobiel. Alle natuurevenwichten zijn nu uit balans door deze parasiet. Alles moet snel, alles moet veel, en ze willen telkens meer. Er is niets meer over van de zeventiger en tachtiger jaren door de mobiel. Alles is kaalgevreten. Overal in de wereld hangt er nu een naargeestige sfeer. Een tand zit vol met zenuwen, en doordat er vullingen tegen de zenuwen aan worden gelegd is dit een hint van de mobiel industrie. Er wordt ook via de mobiel gespioneerd. Mensen kunnen zo gevolgd worden. De mens is zo eigendom van de mega industrieën. Dit speelt ook in de hersenen van de mens, en zo wordt de mens tot een robot gemaakt. De mens denkt dan zelf te leven, terwijl het een parasiet is die in de mens leeft en de mens de illusie geeft dat hij het zelf wilde en zelf deed. De mens wil dit niet horen. Alles wordt in de doofpot gestopt, en dat doet deze parasiet ook. De mens is geheel electronisch en digitaal vergiftigd. Ook de familie is een beeld van de mobiel. Je draagt het altijd bij je. Het is de bloedlijn. En de etiketten die de medische industrie kriskras op mensen plakken zijn ook beelden van de mobiel. Het is altijd bij je, als een opgelegde identiteit, als een nummer op je geplakt, als een brandmerk.

hoofdstuk 53 de mens als gevangenis De mens zit in de gevangenis van de mensheid. Mensen zijn de ergste demonen die er bestaan. Niet iedereen is zich daarvan bewust, want de demoon kan ook gewoon een zelfbedrieger zijn. Demonen bestaan er in verschillende groepen. Er zijn de brullende leeuwen, de engelen des lichts en de zelfbedriegers. Demonen kunnen zich ook helemaal voldrinken tot het punt dat ze niet eens beseffen dat ze op demonen niveau zijn. Niet iedere demoon vindt het leuk te horen dat hij zelf een demoon is. Niet iedere demoon gelooft dat ook. Wat alle demonen gemeen hebben is dat ze spijbelaars zijn. Ze nemen het niet zo nauw met de gnosis, of ze lopen zwaar de kantjes er vanaf. Natuurlijk bouwen ze hiervoor wel hun eigen scholen. hoofdstuk 54 jana en jani In het jaïnisme, een religie voornamelijk in het westen van india, is tijd een cirkel die bestaat uit twee helften, en dus geen begin of einde heeft. De ene helft gaat naar beneden, het groeiende leed, en de andere helft gaat omhoog, de groeiende kennis. Ascese en kennis zijn de sleutel tot de eeuwigheid. Het komt voort uit het voortijdse jana en jani orakel van het toetsen aan de eeuwige kennis. Als je in het jaïnisme in de hemel bent gekomen dan ben je er nog niet, want je moet naar het topje van de hemel, de moksha, de verlichting waarin je onthecht raakt, wat in het boeddhisme het nibana is (Pali) of nirwana (Sanskrit). De hel is om het slechte karma weg te branden, en als dat gebeurt is dan reïncarneer je ergens anders. De hel is geen straf maar een natuurlijk gevolg van slecht karma. Jaïnisme is transtheistisch in de zin dat het boven het spel tussen theisme en atheisme uitstijgt. Er zijn 24 geestelijke leraren die het moksha hebben bereikt, verlicht zijn dus, 24 tirthankara's, zij die een pad door of over de zee gemaakt hebben of gevonden hebben die anderen kunnen volgen. Het jaïnisme is ouder dan het boeddhisme, en liep gelijk op met het hindoeïsme hieraan parallel, met veel kruispunten, en we zien dat het Mozes verhaal uit het jaïnisme komt, en ook het verhaal van de 24 oudsten in de hemel in openbaring tijdens het openen van de zegels, en zij waren met verschillende dieren (leeuw, vogel, rund) die ook weer terugkomen als de attributen van de tirthankara's. Het zijn zij die boven de cyclussen van dood en wedergeboorte, boven het wiel van reincarnatie, samsara, zijn uitgestegen. Zij zijn als gidsen van de mens. Een tirthankara kan alleen diegenen leiden en helpen die oprecht op zoek zijn naar moksha, door ascese en de dhamma, de leer. In het egyptisch is damma, dm, doem, de besnijdenis van het hoofd, oftewel van het verstand, waar ook het israelitische woord adam vandaan komt, en dam, bloed. Onder de tekenen van de leeuw en het rund (buffel) werd Mahavira geboren, de vierentwintigste verlichte wereldleraar. Zijn moeder had die droom, en in die context zien we ook in openbaring dat een vrouw een kind baart. Ook werd er gedroomd van een bloemenzee, zoals dat terugkomt in het eeuwig evangelie en de vur. Het is een plaats waar de heiligen komen door de wereldschepen en waar ze elkaar met verhalen

versieren. De bloemen doen hen ontwaken in dromen, wat ook een belangrijk thema is in het tweede bijbelse verhaal van het paarse complot. In het Jainisme zijn de bloemenwateren een beeld van de onthechting en de verlichting in moksha, of het nibana. Ook droomde de moeder van Mahavira voor de geboorte van haar zoon van een zee van melk, en andere attributen die voorkomen in het boek openbaring. Mahavira was een prins in de krijgerskaste. Hij verliet al zijn werelds bezit en werd een asceet om vervolgens de mens over de verlichting door onthechting en ascese. Hier komen ook de Jezus verhalen weer uit voort. Ook de goden moeten door deze dingen heen om niet zomaar in de hemel te blijven, maar om tot de top van de hemel te gaan, de moksha. Hier worden mensen en goden jina's (vergelijk jana, jani, jannah), oftewel verlichten die boven alles zijn uitgestegen. De Jina is dus hoger dan zomaar een god. Jina is hoger dan God. Jaïnisme is dus atheïstisch, maar ook weer niet. Dat wat Boeddha is voor het boeddhisme, Jezus voor het christendom, is Mahavira voor het jaïnisme. De mens moet in het jaïnisme leren niets te doen, opdat eerst inzicht ontstaat en het pad. De mens is namelijk veel te gehaast en maakt daardoor fouten. hoofdstuk 55 verklaar de zinnen van je lichaam de oorlog Boek 1 in de Vur is een reis door de natuur, zoals ook het boek de bibelebonse wijn dit is. Het loopt gelijk met elkaar op. Beide boeken eindigen met een vrouw die paarden heeft en in het geval van de bibelebonse wijn heeft Joost een paard van deze vrouw gekocht. Dit paard bracht hem diep in de problemen, maar het bleken allemaal dromen te zijn, of nachtmerries. Het was immers een droompaard, of slaappaard. Zo eindigt dus ook boek 1 van de vur, de orkaan : 29. En dan kruip ik tot de rode bloemenvelden, Wilde, rode bloemen, als bruggen over woeste rivieren, Zij hangen in mijn haar, als duistere sieraden 30. Ik vond jou in die grot, Jij en je paarden, Schilderijen aan de muren, Dit is een wereld in een schilderij Heel herkenbaar als we de bibelebonse wijn lezen, want Joost kwam diep in de natuur, diep onder de grond tot het wijnbos waarin een wijnhuis was. Hierin was ook een gangenstelsel met schilderijen aan de muur, en één daarvan was een meisje die hij later herkende als de paardenverkoopster. De omgang tussen man en vrouw heeft in die zin betekenis als het leren paardrijden, en dat kan allerlei bedoelingen hebben, ook als een beeld dat we ons vlees moeten leren temmen. Joost was flink in de problemen gekomen en alle dromen en werkelijkheden liepen door elkaar heen. De schilderijen laten zijn toekomst zien, wie hij moet worden, maar de toekomst moet nog getemd worden. Het zijn slechts flitsen. Voor Joost zijn dit mogelijkheden. Hij raakt met de schilderijen in gesprek, en moet hen verdiepen. Zo komt hij verder op de gangen. Het lijkt het wonder te zijn van dingen die vaststaan, maar die toch nog kunnen draaien. Telkens zijn er weer diepere verbanden waardoor dingen toch blijven verschuiven. De mens moet in dit gebouw zijn. Het zijn de grotten waar boek 1 van de vur over spreekt. De mens moet de schilderijen van het leven leren begrijpen. Deze schilderijen spreken. Boek 35, de traan, spreekt over vurige

stenen : 2. Zij is op de rivier op een boot, Komende vanuit het vuurnood, De vurige steen, Brengende niets anders dan geween, De traan wekt tot leven, Door de warmte van de traan kun je nog steeds bewegen, De eeuwige traan 3. Ik heb haar gezien, Ze zit aan de zeeen, Zij wekt de golven op, Om hele landen te verzwelgen, Zij zit daar als een pijl op een boog, Om haar boodschap te brengen 4. Vurige stenen tussen jou en mij, Ik kijk er doorheen, En zie jou op een andere manier, Ik zie een andere kant van jou, En kan het beter plaatsen 5. De Heerin is in de lucht met haar tienduizenden, Zij komt om steden in te nemen, En hen te maken tot wildernis. Alles wat we hebben opgebouwd wordt soms weer ingetrapt, opdat we de natuur zien die erachter ligt. Al het versteende zal spreken, als vurige stenen. Zo kunnen we hogere contexten blijven zien, diepere verbanden. Het is niet genoeg om alleen maar steen te zijn. Het gaat om de vurige stenen, de levende stenen. Er ligt een verhaal verborgen in de grotten, waar zowel de vur over spreekt als de bibelebonse wijn. Dit was ook het geheim van het tovenaarsgeslacht waaruit Joost was voortgekomen, het laatste tovenaarsgeslacht van Nederland. Het was iets in hun bloed. Als wij wijsgerig geschoold zijn dan kunnen wij dit aanwakkeren en een beetje toveren, namelijk doordat we door dingen heen kunnen prikken en dingen anders kunnen zien dan ze zijn voorgeschoteld, vanwege het geheim van de vurige stenen. Er ligt een vuur verborgen in de gebouwen. Het hangt aan de muren, en het spreekt. Kunst is onze enige hoop. Vandaar het museum. De bibelebonse wijn waarschuwt tegen de wijnverslaving. Daardoor is ales misgegaan : mensen die maar drinken en drinken, terwijl de bibelebonse wijn een metafoor is. Er moet iets mee gedaan worden. Je kunt het niet bereiken, maar er alleen door kijken. En dan is alles anders. Ekolijn zei : 'Rode, donkere wijn, vloeiende vanuit het geheim. Het geheim wil je niet weten, en iedereen is het vergeten. Er komt altijd iets tussen, het springt altijd weg. Het kan nergens komen, en je hebt altijd pech. Onbereikbaar is dit geheim, waar de brug verdwijnt in de eeuwigheid. Het strekt zich uit, en brandt dan af, het draait rond, en dan is alles anders als je dichterbij komt. Voor eeuwig zul je dwalen. Nooit zul je de Bibelebonse wijn behalen.' Wat kunnen we daar nog aan toevoegen of afhalen ? Zij die teveel aten of dronken kwamen in de gevangenis of het ziekenhuis terecht in het rijk van de bibelebonse pap. Het voedsel en de drank kon voor hele andere dingen gebruikt worden. Het was o.a. een leger. Het waren raadsels. Joost dook in dit verhaal, en werd erdoor getest. Dit was de reden waarom hij het wijnpaard moest leren berijden, temmen dus. Hij moest de restricties leren kennen van de natuur, de voorwaarden. Dat kan

voelen als een gevangenis, zoals ook de brief van Paulus aan de Filippenzen hier over gaat, en Filippi betekent ook paardrijder. Het kan soms zelfs zo aanvoelen als een vleespin, maar die had Paulus ook. Het ging niet zomaar weg, maar deze woorden werden tot hem gesproken : 'Mijn genade is u genoeg.' Datzelfde hoofdstuk gaat over de geestelijke vervoering, de opname tot de hemel, en dat kan zo uit de hand lopen of buitensporig worden dat de doorn in het vlees meer dan nodig is (2 korinte 12). In de bibelebonse wijn wordt de wijnverslaving gezien als een droom van de bovenwereld, de valse realiteit. De wijn is een beeld van de uitstorting van het geestelijke en charismatische juist om de materialistische en aardgebonden vraatzucht uit te bannen, maar het kan ook weer een probleem op zich zijn, en daarom moest Joost het leren berijden, en dit was de enige manier om tot het wijnbos te gaan en om zo tot het wijnhuis te komen waar al die schilderijen waren. Alles splitst daar en alles wordt omgedraaid. Dit natuur mysterie wordt ook in de vur besproken. We kunnen niet achterblijven. We kunnen niet blijven spelen met de schimmen en spiegelbeelden achterna blijven hollen, maar we moeten het raadsel oplossen, tot het geheim gaan, en hierin niet de mist ingaan. Het is en blijft een gevaarlijk pad, en Joost moest goed oppassen. Ekolijn was hierin zijn gids. Van welke wijn heb je gedronken ? Het is nog niet zo eenvoudig. Loopt er iets door je bloed wat er niet behoort te zijn ? Kun je het leren berijden en tot nut maken, ten goede laten medewerken ? De bijbel zegt in spreuken 23 : 20 Verkeer niet met wie zich te buiten gaan aan wijn en vlees. 31 Zie niet naar de wijn, wanneer hij roodachtig fonkelt, wanneer hij in de beker parelt; vlot glijdt hij naar binnen, 32 ten slotte bijt hij als een slang en spuwt gif als een adder. 33 Dan zien uw ogen vreemde dingen en uw hart spreekt wartaal; 34 gij zijt als een, die in het hart der zee ligt, als een, die op het uiteinde van een ra ligt. 35 Men heeft mij geslagen, ik voelde geen pijn, mij gebeukt, ik merkte niets; wanneer zal ik wakker worden? Dan zoek ik hem weer op. Wijnverslaafden voelen niets meer. Ze hebben geen empathie. Ze zijn onverschillig door de wijn. Ze gaan helemaal op in hun eigen beleving en hebben het verheven tot de maatstaf. Het kan ze allemaal niets schelen. Het heeft hen in slaap gebracht. Ze zijn hard en koud. Er is geen vuur in hun steen. Ze zijn orthodox. Ze zijn niet open voor het andere, het vreemde. 1 Wanneer gij bij een heerser tafelt, bepaal dan uw aandacht alleen bij wat vóór u staat, 2 en zet u het mes op de keel, als gij een gulzig mens zijt. 3 Begeer zijn lekkernijen niet, want het is bedrieglijke spijs. 4 Tob u niet af voor rijkdom, zie van uw voornemen af; 5 richt gij uw oog erop, hij is er niet meer; want plotseling maakte hij zich vleugels, als een arend vliegt hij ten hemel.

13 Onthoud de tucht niet aan de knaap; slaat gij hem met de stok, hij sterft er niet van; 14 gij slaat hem wel met de stok, maar redt zijn leven van het dodenrijk. Wijnverslaafden en eetverslaafden willen alle pijn ontwijken. Ze voelen het niet meer, willen het niet meer. Zij hebben het wijnpaard niet leren berijden. Zij tuchtigen zichzelf niet. Paulus sprak : Ik tuchtig mijn lichaam en houd het in bedwang. De mens is in oorlog met zijn lichaam. Dit lichaam, als de mens eraan zou toegeven, zou de mens ten verderve leiden. Ik zeg het nogmaals : De mens is in oorlog met zijn lichaam. Zijn lichaam heeft de oorlog aan hem verklaard. Daarom moet de mens strijden, en zijn lichaam leren berijden. In de bibelebonse wijn is het wijnpaard een zeer woest beest. Dat is wat het lichaam is. Vreemde wijn vloeit er door zijn aderen. En dit paard had Joost eens gekocht bij een vrouw. De mens krijgt het mee in de baarmoeder, en de mens moet het leren berijden. hoofdstuk 56 het kindervuur We moeten met het minste leren leven. Dat geldt ook voor het geestelijke, woord voor woord, en veel stiltes er tussenin. Het gaat er niet om telkens machtige geestelijke ervaringen te hebben. We mogen sieraden rijgen van de kleine kraaltjes die we krijgen. Accepteer het kleine, het weinige. Vraag niet om meer, maar om minder. Werk met het weinige wat je hebt. Het weinige heeft een echo die je dieper leidt. Het vele houdt je aan de oppervlakte. Als je om diepte vraagt vergeet dan niet om om het mindere te vragen. Een kind kan loslaten en zich verwonderen over het subtiele wat niemand anders ziet. Het kind heeft geen behoefte aan volgelingen. Daar is het kind te vergeetachtig voor. Het kind heeft andere dingen aan zijn hoofd, die niemand anders in zijn hoofd heeft. Elk kind is hierin uniek. Geen kind is hetzelfde, maar volwassenen zijn allemaal hetzelfde. Zij hebben geen oog meer voor het mindere, maar alleen voor het meer. Een kind ziet andere dingen, want het kind is nog steeds in contact met de hemelse bron. Het creatieve vuur van het kind zijn is niet hetzelfde als het verwoestende vuur van de volwassenen. Het kindervuur is een vuur van liefde en openbaring, liefde voor het leven, bewondering van het leven. Een kind is niet vraatzuchtig, maar nieuwsgierig en avontuurlijk, vindingrijk. De taal van het kind wordt door volwassenen niet verstaan. Het kind stoort zich daar niet aan want hij is immers kind. Zijn belevingswereld is zijn leven en de bewondering voor het leven. Zijn belevingswereld is mooi omdat het uniek is en spontaan, ongedwongen, terwijl de belevingswereld van de volwassene een verschrikking is omdat het opgelegd is en voor geld is, en hierin zijn ze allemaal hetzelfde. De volwassene heeft geen respect en bewondering voor het leven. Hij weet alles al, denkt hij. En zijn weg is de enige weg. Zo zijn ze allemaal hetzelfde, als een zakenverbond. Het zijn saaie, laffe hufters. Ze durven niet anders te zijn. Het volwassenenvuur verteerd hen, maar toch gaan ze door. En als het kind volwassen is geworden, dan is zijn leven eigenlijk al over. Maar er zijn ook kinderen die altijd kinderen blijven. Laat het kindervuur je daarom vullen en wees als de kinderen, en verhinderd hen niet, want voor hen is het paradijs en de schat van de kennis weggelegd, en het

eeuwige leven. Is het hemelse dan een kind ? Ja, een kind leeft het dichtst bij het hemelse, en is een beeld van het hemelse. En de hemel zendt het kindervuur om het volwassene te beschamen, want het volwassene is het vleselijke. Het kind heeft dan ook maling aan de rekensommetjes die de volwassenen hebben gemaakt, al hun financiele en religieuze onzin. Het kind heeft dit allemaal niet nodig, en heeft ook niet van node dat iemand anders hem gelooft, want hij houdt alles voor zichzelf, en stoort zich niet aan hen die het niet geloven, want voor hem is het waar, en dat is alles wat telt. Voor het kind staat hijzelf centraal, als alles wat er is, en niet op een verkeerde manier, maar op een magische manier, als een hemels kindervuur van liefde en openbaring. Bewondering voor het leven, dat is alles wat telt. Het kind schreeuwt het niet van de daken, want hijzelf is alles wat er is, en alles is er al. Het kind leeft geheel in zijn eigen wereld, nog in de hemel. Alles is al goed in de belevingswereld van het kind. Het kind heeft voor alles een oplossing. Een kind hoeft zich dus ook niet boven de ander te stellen, want hij is al het centrum van alle dingen en alles wat bestaat. Alles is in het kind zelf. Het kind hoeft dus ook niet ijdel te zijn. Alles is al goed. Het kind heeft al voor alles gezorgd. In de liefde is alles gelijk. En de liefde openbaart een nieuw pad : het pad van het kind. Dit is een onafgemaakt pad. Het kind is te snel afgeleid. Het kind heeft altijd te weinig, maakt niks af, want er zijn nog zoveel andere dingen. Het kind is zorgeloos. Het kind ziet gevaren die anderen niet ziet, en pakt ze op een hele andere manier aan dan anderen zouden doen. Het kind blijft niet bij het gevaar, maar is al snel weer op pad. Het kind heeft oog voor dingen waar een ander geen oog voor heeft. Het kind vergeet niks, maar vergeet ook weer snel. Het kind heeft teveel dingen aan zijn hoofd. Daarom is er de droom ook in het kinderhoofd, de droom van het kindervuur, het brandende weinige. Bewondering voor het weinige, want voor een kind is het kleine groot, en het weinige veel. Een kind ziet iets, en ziet er iets heel anders in dan iemand anders. Een kind kijkt met ogen van de hemel. Geld, macht en eer speelt geen rol, want voor het kind draait alles om hemzelf, en hij is alles wat er is, en in zijn belevingswereld is alles goed. Het kind heeft niet veel nodig. Het kind kan leven met het weinige. Het kindervuur brandt in zijn hart om hem te beschermen tegen vraatzucht. Het kindervuur heeft nergens tijd voor, want het heeft andere dingen te doen van een andere wereld. Het kind kan geen aandacht houden, want het kind ziet andere dingen die volwassenen niet kunnen zien. Zou je niet alles loslaten om het kindervuur te ontvangen ? Zou je het geen kans willen geven ? Is het niet alles wat je wil ? Kinderen met hun kaarsen in hun hart, kunnen ook gemakkelijk anderen aansteken, hen die ervoor open staan, die hebben gezien hoe bedrieglijk het volwassen leven is. Stoor me niet met je ingewikkelde wiskunde. Ik ben een kind. Ik bekijk dingen van een hele andere kant, vanuit de hemel, met het hemelse kindervuur. Altijd weer wordt ik opgenomen om ver weg te zijn. Als een vuurstorm vanuit de hemel komt het. Het steekt al mijn uitgeblazen kaarsen aan, telkens weer. Probeer mij niet te volgen. Ik ben een kind. Ik ben uniek en onnavolgbaar. Zodra ik hetzelfde als iemand anders zou zijn, zou ik geen kind meer zijn. Het kindervuur heeft mij apart gezet. Het kindervuur bewonderd het subtiele. Dat wat niemand anders ziet, dat wat niemand anders weet. Het kindervuur draagt datgene wat anderen zijn vergeten.

hoofdstuk 57 de voortijdse bron van shiva en de tocht naar het nibana (nirvana) Heilige Shu kom, zouden we kunnen zeggen. Shu of sw is in het Egyptisch de leegheid, de hemelvaart, god van de hemel, als een archetype van het minderen. In de onderwereld kon Ra alleen de poorten door met sw, of sa, deze sleutel van het hongeren. Dat is ook waar de lucht een beeld van is, de hemel, en hij wordt ook wel voorgesteld als een leeuw. Een leeuw neemt niet zomaar aan, maar verzet zich tegen alles om te toetsen. De honger is dus een strijdende kracht. Als we zeggen : Heilige Shu kom, dan vragen we dus om het mindere. Zo komen we in contact met de hemel, niet door het meerdere, want het meerdere is bedrieglijk. Sw komt ook in het hindoeïsme voor als Siwa (Javaans) en Siva (Sanskrit), sv, en in het Aramees, suw, en in het Hebreeuws esav, sv, in de tanak, oftewel Ezau. We kunnen ook denken aan yeshua die dezelfde wortel heeft, shu. Al deze archetypen in diverse culturen zijn dus aan elkaar verbonden. Ra op zijn bootje door de onderwereld, met shu, sa, als zijn gids, die hem door de diepte van de honger leidt tot de wedergeboorte en de opname, zijn samen shu-ra, s-r, oftewel usir, aser, osiris (suri). Als ra shu ontmoet, sa, dan is daar verbrokenheid, want shu is de leegheid, de honger, en zo is er diepte in de onderwereld, maar tegelijkertijd is dit ook de opname, de opstanding. Boek 26 in de Koran draagt dezelfde naam ash shu'ara, ash shu-ra, de dichters, en gaat over dat de massa's, de mensen om ons heen, niet zullen geloven, en dit brengt verbrokenheid tot de boodschapper, maakt de boodschapper ziek. Het vernauwt de borst van de boodschapper. Ze wurgen hem, zoals farao het volk israel wurgde in de dagen van de slavernij. Toch zal er een teken van de hemel worden gezonden, en zal er een uittocht zijn. Ook Noach ging hier doorheen. De mensen geloofden hem niet. Toch moest Noach blijven waarschuwen. De zondvloed kwam, en voor hem was er een uittocht. De shiva cultus is groot in india. Het wijst terug op de voortijdse godin swi op de wolk, een waterval in de lucht, als een andere wereld. Shiva is de vernietiger en de schepper in india, met de si wortel van doordringendheid, en va, belichaming. Swi is ook een voortijdse afkorting van swihili en zwoel, ook benamingen van voortijdse godinnen. De L wijst hier zoals gewoonlijks weer op het minderen, het honger fundament van de natuur. Swi werd ook in de voortijd afgebeeld als een geriemde godin, als beeld van discipline en geleerdheid. Shiva is in india een beeld van de allerhoogste kennis, van de geleerdheid, de geoefendheid. Daarom is hij een beeld van transcendentie. Shiva is de leegte, het niets, en het minderen, wat dus zeker geen passieve, toetsloze leegte is. Het is de paradijselijke afgrond waarin de hebreeuwse sv, esav (ezau) al zijn eerstgeboorterechten en status aflegt, om te strijden met Jakob, oftewel te toetsen, waarin hij net als ismael een vijand is van iedereen. De strijd die Ezau heeft met Jakob is een strijd tegen de oude orde, een strijd tussen wildernis en stad, een strijd tussen waarheid en leugen. Dit is de strijd van Shiva, van het voortijdse swi. Shiva is dat wat alles is en wat in alles is, om het te toetsen. Zo krijgt alles weer betekenis. Het is het worden van atma, de bezieling, komen tot het zelf. Het stijgt boven alles uit. Hij is het kruispunt tussen het oneindige en het niets. Wanneer de hindoe chant : namah shivaya, dan betekent dit het buigen voor shiva, sinds 'name' in het voortijds de oerkennis betekent, waartoe regressie nodig is, het teruggaan tot de bron, waarvan het buigen een beeld is. De mens moet terugkeren tot het transcendente zelf. Dat is wat shiva is. Namah swi is dan in het voortijds de oerkennis van swi, van de transcendente godin, het transcendente zelf. Daartoe buig je, want het heeft deze dualiteit nodig. Heb je het dan niet getoetst, dan kom je nog nergens, dus het is niet passief. Het is het strijdende, toetsende zelf, wat Esav

(Ezau) is. De mens moet komen tot het opgenomen zelf, en tot het opnemende zelf. Shiva is het kruispunt tussen alomtegenwoordigheid en onthechting. Het is het kruispunt tussen allesdoordringendheid en het niets. Het is het kruispunt tussen het grootste en het kleinste. De hemel is lucht, leegte, maar dan moet de mens ook verder onthechten, in een tocht tot nibana (een pali woord wat in het sanskrit nirvana is, of wat de hindoe's ook wel moksha noemen), de staat van onthechtheid. Er is hierin een kruispunt tussen de onthechtende en de onthechter. Deze dualiteit blijft nodig. In het nibana moeten we dan komen tot het punt van no return, geen terugkeer, wat de nibana deeksha is, oftewel de initiatie in nibana. Nibana wordt zo een automatisme in de mens. De mens moet nibana zelf worden. Dit wordingspunt is wat swi is, waar shiva voor staat. hoofdstuk 58 het orionse zoonschap De Egyptische cultuur is een edele en subtiele cultuur stromende vanuit het hogere Orion. Het zijn buitenaardse culturen die zich op aarde projecteren. We hebben geen behoefte aan plomp en plat. Zo is er een hogere Orionse cultuur genaamd Jakara. Het is een subtiele en edele moedercultuur. Namen van godinnen zijn Ananka en Jakira. Er zijn in de Jakara cultuur ook palmboomcultussen en balspelcultussen. Jakara betekent ook balspel. Restricties worden spelenderwijs geleerd door balspelen. Het balspel wordt niet gezien als iets aards, maar als iets geestelijks. Het is een orakel, een gids. De godin Ananka kwam tot me in een droom, omdat ik op zoek was naar het hogere Orion. Zij sprak : 'Wij vinden het fijn met jou te communiceren. Onze cultuur is gebaseerd op geestelijke journalistiek, een profetische journalistiek. Wij kunnen veel dieper in de dingen zien dan de aardse culturen. Wij kunnen er ook veel meer uithalen. De hogere Orionse cultuur communiceert, maar op een veel diepere, geestelijke en profetische manier dan de aarde. Wij dromen, wij leven in een droom, en wij leven door de droom. Er zijn hier veel gangenstelsels onder de grond om onze geheimen te bewaren. Het is niet genoeg rechtstreeks te zijn. Het is van belang subtiel te zijn. Zo kun je putten uit de meer verborgen energieën, van de orions-aardse energieën die van belang zijn voor de geestelijke groei. Wij zien ook het belang in van de rivieren als vruchtbaarheidsbronnen, en daarom ligt onze cultuur ook tussen de rivieren in. Wij blijven in contact met de rivier, opdat de dingen door ons heen blijven stromen en niets vastraakt. Wij zijn kinderen van de rivier. Wij kennen de dieptes van de rivieren, de geheimen die hier verborgen liggen, waar de aardse mens niets van weet. Blijf op een afstand, opdat het subtiele kan ontwaken. Er is geen heil in plakkerigheid. De afstand kent zijn eigen 'dichtbij', want verzoening ligt in een droom, en die droom gaat steeds dieper. Het ontwaakt in het ijs, als een ijsbloem. De aardse mens forceert teveel, teveel contacten, te oppervlakkig, en zo missen zij hun geestelijke doel. De aarde is afgeweken, mijn zoon. De aardse gaat nu door een reeks zondvloeden heen om de aarde te zuiveren. Dit is om de zielen op te nemen, terug naar het hogere orion, want zij waren verstrikt in het lagere orion. De aarde is van het lagere orion, maar de natuur wijst op het hogere orion. Droom de gangen en de tunnels tussen de dingen in, en verdiep ze. Wij zien de oorlog die er is terug in jullie. Richt je op het balspel waarop onze cultuur geworteld is. De bergen branden op de top, en de mensen hebben het niet verstaan. Het water stroomt naar beneden en het is als lava. Dit is een vuur vanuit de natuur opgewekt, niet door

de mens. Het is ook in geen mensenhart opgekomen. Het wil nog wel eens voorkomen dat een mens de geheimen ervan doorziet, en dan komen wij zo'n mens tegemoet, als zijn ziel zich uitstrekt naar het hogere. Waarom zoekt de lagere aardse mens telkens weer het lagere aardse ? Er is allerlei soort te vinden op aarde. Daar zijn wij niet rustig over. Er is een oorlog om voort te bestaan, een oorlog om te overleven. Elke cultuur kent deze overlevingsdrang, en zo ook de onze. Alle culturen worden gezuiverd door het natuurvuur, en zo ook de onze. Dit vuur onderscheidt, scheurt delen weg die er niet horen te zijn. Dit vuur onderwijst en verdiept. Zo is er een draaikolk van de natuur in ons hart, waarin alles wordt meegezogen. Het komt van een hogere orde. De mens van de aarde ziet het niet. Nu is alles chaos. Waarom is de wereld van de aarde een wereld van wilsdrang en niet van kennisdrang ? De mens kent alleen om te willen. Alles is omgedraaid, en daarom moet het balspel komen. Het teken van het balspel ligt diep in de rivier, want is de rivier zelf niet als een balspel ? Het is een wilde en woeste natuur, om datgene naar boven te brengen wat verborgen ligt. De mens begrijpt het niet, en loopt achter de verkeerde ballen aan. Daarom moet het hogere orion komen. De mens is kwaadszins, voor het eigen ego. Waarom kan een mens zich niet aan het hogere overgeven ? Ik wens met je te communiceren. Op de rivier van tijd. In het balspel ligt de sleutel, de hogere patronen van mijn boodschap, of kijk naar de wilde, woeste rivier die de patronen draagt. In het balspel ligt het zoonschap. Volg de hogere ballen, niet de lagere ballen. Volg de hogere bal tot het doel. Velen dwalen doelloos rond, omdat ze lagere ballen volgen, bijzaken, aardse dingen, die er niet toe doen. Hun doel is hun eigen ego. Maar wees anders. Je bent er niet voor om in een dozijn terecht te komen. Het doel is gematigdheid, gematigde energie, waarin er ruimte is voor het andere. Zo wordt de hoogste energie opgestuwd. De mens speelt met energie, niet volgens de regels, en zo is electrocutie hun lot. Maar jij bent anders. Jij bent zoon, geen afvallige. De natuur roept. Het zoonschap is een tocht van vele nuances. Er is geen tijd voor roem. Het zoonschap is een analyse. Droom je wereld, ga het parallelle bestaan in. De analyse is niet altijd een antwoord, maar kan ook veel nieuwe vragen oproepen. De analyse boort nieuwe werelden open. Dan is er werk te doen, dan moeten er bruggen gebouwd worden. Jij bent een bruggenbouwer. In het zoonschap vind je hierin leiding.' Dit waren ongeveer de woorden. Op diverse punten in de droom was ik op een bepaalde manier 'bang', omdat het een soort geestelijke kernenergie was. Ik ging er dus heel voorzichtig mee om. Het was kernenergie van de natuur. Het was een systematische natuurgids, een soort leidraad en gebruiksaanwijzing door nieuw gebied. hoofdstuk 59 Ezechiel in het huis der schorpioenen – het shamanistische schorpioenen medicijn Ezechiel was een prediker in ballingschap aan de rivier de Kebar. Hij werd door de natuur geroepen, en het juk van de ballingschap in Babylon was al een roeping op zich, want Jeremia had ertoe aangedrongen het juk te aanvaarden, zoals Yeshua in het NT oproepte om het kruis te dragen. Dit is zeker niet iets passiefs en gehoorzaams, want het roepingsvisioen van Ezechiel ging over een rund en een leeuw. De rund is de drager van het juk, maar de leeuw is van het verzet. De mens is niet geroepen om zomaar schaap of rund te zijn, maar de mens is ook geroepen leeuw te zijn, te vechten. Ezechiel kreeg te horen dat hij onder schorpioenen was gezonden. Die waren overal om hem heen. Hij woonde bij schorpioenen. Vandaag de dag wonen wij ook bij schorpioenen. Als Ezechiel dan te horen krijgt dat hij tegen hen gehard zou zijn, dan gaat dit in de grondtekst ook over het verzet. Het betekent ook volharding, wat ook de betekenis is van de voortijdse wortel van Ezechiël : sukki-l, de

volharding in het hongeren, minderen. Wanneer ontwaken we uit de nachtmerrie ? In het roepingsvisioen van Ezechiël gaat het niet alleen over de rund en de leeuw, maar ook over de arend, die door Calvijn het vermogen tot het doordringen van de hemel wordt genoemd, en een beeld is van de voorzichtigheid, oftewel de gezonde dosis natuur vreze. Calvijn bespreekt de vijanden van God, of de vijanden van de natuur kunnen we wel zeggen, de vijanden van de kennis, van het hongeren, en hij stelt dat deze vijanden de geestelijken ketters noemen, schismatieken, honden, en het uitvaagsel van de wereld, maar Calvijn stelt dat het ons genoeg is dat God, oftewel de natuur, de kennis, ons kent. Wij kunnen niet met iedereen vrienden zijn, en dat mogen wij ook niet. Vriendschap met het vlees, met de wereld, is vijandschap tegen de natuur, tegen de kennis. De Ezechiëlitische psalmen van de regressie zingen : Ezechiel 1 1 Aan de rivier der ballingschap, genaamd de Kebar, waar ik was, zag ik daar de hemelen geopend, een vrouw met een boog gespannen, ze sprak over vreemde plannen 2 Ik viel toen op mijn aangezicht, toen ze sprak over hemelse plicht, Ik had haar legers gezien, haar hand op mij bovendien 3 Toen keek ik naar omhoog, dingen die ik niet begreep, ik zag toen weer de boog, het had mijn hemel geopend Ezechiel 2 1 Mensenkind, sta op uw voeten, Kinderen, stug van aangezicht, en verhard van hart, Kijken mij naar de ogen, Brengen mij grote smart 2 Tot hen zal ik spreken, Tot dit weerspannig geslacht, Klaagliederen opgetekend, Nooit verwacht, nooit gedacht Als het over Ezechiël's ontmoeting met de leeuwin gaat, als beeld van de volharding, in het voortijds 'sukki', dan mogen we ook denken aan de egyptische oorlogsgodin, de leeuwin sekmet, of sukkimet, de discipline of leer van de volharding. Ook Job kwam in de wildernis tot de leeuwinnen om door hen in het volharden onderwezen te worden. Ergens op het pad van de volharding is de verbrokenheid. Dan houden wij het niet meer vol, en worden wij opgenomen in een diepere wereld. Dan kan het kind niet meer, en dan is het volbracht. Dan komt de arend om het kind over de zee mee te nemen, zoals ook in het roepingsvisioen van Ezechiël. Dit is een cyclus. Vandaar dat Ezechiël ook de wielen zag. Zoals de regressie psalm zingt :

Ezechiel 1 1 Aan de rivier der ballingschap, genaamd de Kebar, waar ik was, zag ik daar de hemelen geopend, een vrouw met een boog gespannen, ze sprak over vreemde plannen 2 Ik viel toen op mijn aangezicht, toen ze sprak over hemelse plicht, Ik had haar legers gezien, haar hand op mij bovendien 3 Toen keek ik naar omhoog, dingen die ik niet begreep, ik zag toen weer de boog, het had mijn hemel geopend Als wij opgenomen zijn is dat geenszins de hele tijd een gevoel van absolute gelukszaligheid. Neen. Het trauma is nog steeds diep in ons, en steekt. Het maakt je boos, depressief, verdrietig, bang. 'Hoe hebben ze dit kunnen doen, en dat ? Waarom ik ?' En je hongert weer, want de hemel is de leegte. Je hebt niet als bij toverslag oneindige kennis. Alles is hier maar half, en alles is vaag en subtiel. Je bent nog steeds op aarde, maar van binnen ben je opgenomen. De doorn in het vlees. Mijn genade is u genoeg, of zoals Calvijn het zegt : Het is genoeg dat God je kent. Het is genoeg dus door de natuur gekend te worden. De mensen kennen je niet. Je bent onder schorpioenen. Je woont bij hen. Ook al ben je van binnen opgenomen. Wat denken we dat de opname is ? Het is een verdieping. Je wordt niet zomaar uit alles weggenomen. Je komt niet in een loze zaligheid terecht. We worden geleid tot de wildernis. We worden opgeroepen tot een hemelse plicht, een hemelse oorlog. De opname is dus een dienstoproep. Dan begint het pad. De dagen in het vlees zijn dan voorbij, en je gaat in het geestelijke verder. Het is niet iets om uit te stellen. Wij moeten nu opgenomen worden. Wij moeten nu tot de hemel gaan. We zijn onder schorpioenen. Ze wonen bij ons. Ze liegen over ons, draaien alles om wat we zeggen. Ezechiël ging er ook doorheen. Hij was een vreemdeling in een vreemd land. Ze kunnen flink steken, deze schorpioenen. En dan duizelt het ons voor de ogen. En dan moeten we volharden tot het einde. Jezus moest de lijdensbeker tot de bodem leegdrinken. Hij zei : Niet mijn wil, maar uw wil zal geschieden, oftewel de wil of hogere kennis van de natuur. Wat weet een mens ? Als wij tot de hemel komen moeten wij al onze eigen kennis afleggen. Al onze eigen kennis moeten wij als vuilnis beschouwen. De engelen zien hier nauwlettend op toe. Wij mogen er geen eigen theologieën op nahouden. Dan komen we weer op de voorzichtigheid van de arend, de vreze van de natuur. Neem niets zomaar aan. We dragen het kruis, we dragen de doorn in het vlees, zoals de indianen bij hun natuurinwijdingen pennen door hun vlees dragen. We dragen het zolang het nodig is. Dat is wat het ascetisme is. Dat wil niet zeggen dat we helemaal nooit klagen of nooit boos zijn. Integendeel. Het boos zijn is een groot lijden. We komen dan bij de kern van het kruis, de leeuw. Wie kan niet boos zijn op een wereld als deze ? Dan ben je aan de drugs. Dan zou er goed wat mis zijn. En die mensen zijn er genoeg. Ze zijn nooit boos, alles moet maar kunnen. Het is pure onverschilligheid. Ook naar de dieren toe. Laf eten ze hun stukje vlees, terwijl ze dat alleen zichzelf aandoen. Zij eten zichzelf per slot van rekening. Het zijn zelfhaters. Ze zijn bezig zichzelf op te hangen. Dieren zijn belangrijke symboliek, belangrijke lessen, maar die eten ze op, omdat het spijbelaars zijn en deserteuren. Zij zijn opgenomen door het vlees. Dat is een zwarte opname, een duivelse opname. Zij hebben hun zielen aan de duivel gekocht. En maar bier drinken en wijn, en dan anderen de zak geven. Zij

verheerlijken het vlees, niet het geestelijke, en daarom eten ze ook vlees. Het laat zien wat ze diep van binnen koesteren. En dit soort smerige mensen stellen zich op de tronen van de aarde om over anderen in het vlees te regeren. Wij leven onder schorpioenen. Wees waakzaam als een arend. Wijdt jezelf toe aan het doordringen van de verborgenheden van de hemel. Er is geen vrije meningsuiting. Je betaalt een hoge prijs. We leven in een Noord Koreaanse dystopie. Net als Ezechiël leven we onder de schorpioenen, oftewel monitoren van de matrix die elke stap die we zetten controleren, of het wel helemaal volgens het boekje gaat, oftewel hun boekjes. De mens leeft in diepe ballingschap, net zoals Ezechiël. Job ging zijn innerlijke wildernissen in om op zoek te gaan naar de leeuwinnen van de volharding, oftewel hij kwam tot sekmet die hem de hogere oorlogen leerde. Er is geen pad van buiten, maar er is een pad van binnen. De mens leeft in een camera dictatuur. Alles wat de mens doet wordt op een gouden weegschaaltje gewogen en wordt vastgelegd. De mens is omringd door schorpioenen. De mens wordt voortdurend gestoken, tot op het bot. Openbaring 9 5 En hun werd gegeven, dat zij hen niet zouden doden, maar dat de mensen zouden gepijnigd worden, vijf maanden lang; en hun pijniging was als de pijniging door een schorpioen, wanneer hij een mens steekt. 6En in die dagen zullen de mensen de dood zoeken, maar hem geenszins vinden, en zij zullen begeren te sterven, maar de dood vlucht van hen weg. 3 En uit de rook kwamen sprinkhanen op de aarde te voorschijn en hun werd macht gegeven, gelijk de schorpioenen der aarde macht hebben. Lukas 10 19 Zie, Ik heb u macht gegeven om op slangen en schorpioenen te treden en tegen de gehele legermacht van de vijand; en niets zal u enig kwaad doen. Lukas 11 11 Is er soms een vader onder u, die, als zijn zoon hem om een vis vraagt, hem voor een vis een slang zal geven? 12 Of als hij om een ei vraagt, hem een schorpioen zal geven? 13 Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader uit de hemel de heilige Geest geven aan hen, die Hem daarom bidden? Deuteronomium 8 15 die u deed gaan door de grote en vreselijke woestijn, met vurige slangen en schorpioenen en dorstig land zonder water; die uit de harde rots voor u water te voorschijn deed komen, 16 die u in de woestijn met het manna voedde, dat uw vaderen niet gekend hebben, om u te verootmoedigen, u op de proef te stellen en u ten laatste wel te doen. I Koningen 12 11 Welnu, mijn vader heeft u een zwaar juk opgelegd, maar ik zal uw juk nog verzwaren; mijn vader heeft u met gesels getuchtigd, maar ik zal u tuchtigen met schorpioenen. In die dagen waren er ook bepaalde gesels met scherpe punten die schorpioenen werden genoemd. Het waren geknoopte gesels.

Het is belangrijk om te gaan tot de egyptische context. Serket was de schorpioenengodin, 'zij die de adem wegneemt'. De schorpioenensteek bracht verlamming. Ook kon zij adem geven en de beet genezen. De steken van de schorpioen zijn giftig, en doen de mens verstijven, wat ook een beeld is van de volharding. Serket was belangrijk in het beschermen van de doden in de onderwereld. Wij krijgen schorpioensteken om ons te beschermen tegen de machten van het vlees. Door de schorpioensteken kunnen wij onthechten, zoals ook Jezus door zijn lijden aan het kruis was losgesneden van de zonde macht. Wij moeten daarom het schorpioenen medicijn leren kennen. Het is om het vlees te doven en te doden. Zij werd ook wel de vrouw van de tent genoemd. Zij moest het voedsel bewaken om de mens af te houden van de vraatzucht. Daarom stak zij ook, als een natuurlimiet overtreden dreigde te worden. Zij hield de mens binnen de restricties van het minderen, opdat ze niet teveel zouden nemen. Als de slang Apep, oftewel de aardse gehechtheid, Ra in zijn tocht door de onderwereld probeert te strikken, dan is Serket aan zijn zijde om de slang te steken, opdat hij Ra niet wurgt. Ook beschermde zij het horus-kind hiertegen als bijmoeder. hoofdstuk 60 de matriarchische en matrilineaire oervormen Als de mens het boek Nahum leest dan is het belangrijk tot de voortijdse wortels te komen. Het komt van het voortijdse woord Nahme, Name, wat oerkennis betekent. In de voortijd waren er verschillende woorden voor kennis die min of meer kruispunten hebben. Vur is de natuurkennis, en vuh is oorlogskennis. Halal is de kennis van het hongeren, als grensgevoeligheidskennis. Nahum was in strijd met Assur, maar ook dit heeft een diepere voortijdse codering, want Assur is sr, suri, wat overgave betekent. Dit ontstaat vanzelf op het pad van de oerkennis, en dit is ook de codering van Suri-Name. Deze namen spreken en wijzen terug op de voortijd. Als tussenlaag zou Egypte erbij gehaald kunnen worden, want Assur of Aser is Osiris die bovenop de troon in de onderwereld zit, en dit heeft ook een vrouwelijke kant, ook weer verbonden aan Suri, als een moeder. Het is het punt van verbrokenheid waarop de mens de baarmoeder ingaat en de mens grensgevoeligheid ontwikkeld. Laten we niet blijven bij slechts het ogenschijnlijke. Het pad beschrijft ook de volharding als een weg tot overgave en verbrokenheid. Verbrokenheid is iets wat in de charismatische kringen uitvoerig geleerd wordt en beschreven. Zo was er altijd de noodzaak tot verbrokenheid, en dit gebeurde door de volharding in gebed, en volharding in het kruis. Gebed is geen praterigheid, maar stille meditatie. Ook gebed moet uit de hemel komen, als de gave van gebed, niet iets wat je zomaar vanuit je vlees moet doen, en weer hebben we te maken met gebed als metafoor van het contact met de natuur. Alles moet getoetst worden, ook gebed. Sukki is het woord voor volharding in de voortijd. Er was ook een natuurvolk genaamd de sukki. Er zijn dus ook andere combinaties zoals Sukki-name en Sukki-suri. Door volharding (sukki) komen we tot de oerkennis, en door volharding komen we tot verbrokenheid, overgave, waardoor er opname plaatsvindt, want dan sterft het vlees. Ik heb ook onderzoek gedaan over de indianen in Equador en Venezuela bijvoorbeeld, de Waorani en de Sanema. Deze natuurvolken wijzen terug op de stammen van de voortijd en de bovenstaande principes, en waar deze principes er niet zijn daar verstadst alles, wordt alles lui, en wordt alles geasfalteerd. Auto aanbidding bijvoorbeeld is een regelrechte aanval op moeder natuur. Wel kun je dus de auto zien als een metafoor. Auto gedrag moet zwaar beperkt worden, en daar zorgt corona ook voor. Er is in de stad een ware auto cultus. Zo is de mens geen natuurmens meer, omdat de mens de natuur om zeep heeft geholpen, maar dit is altijd deels, en de rest van de natuur zal de mens overweldigen. Laat niemand denken met succes tegen de natuur te

kunnen strijden. Alle boeken wijzen daarop. Het is onderdeel van een verhaal. Goudzoekers en asfalteerders zijn vagebonden en te dom om als overwinnaars uit de strijd te komen. Dat wat ze van de natuur hebben geroofd is maar een druppel, omdat ze niet ver komen. Ze kennen de natuur niet. Aan welke kant wil je staan ? Nahum streed tegen Assur. Dachsel (1818-1901) stelde dat Assur, Assyrië, het eerste wereldrijk was, en dit volk werd als een stok gebruikt door God. God moest wel. Het moest tot nut gemaakt worden. Alles moest meewerken ten goede, anders zou de vijand teveel voordeel behalen. God werkte er dus gewoon doorheen. Maar dat wilde niet zeggen dat Nahum zich niet tegen Assur verzette. Integendeel. Hij was in geestelijke strijd met dit wereldrijk wat alles had ingenomen. Weer is er de balans tussen rund en leeuw : het lijden aanvaarden, het lijden gebruiken, en het strijden in het verzet. Dat is ook de filosofische wet van de dialectiek : stelling, tegenstelling en samenstelling. Er mag geen samenzwering zijn, geen verbond met de vijand, maar er moet mee gewerkt worden. Dan komt de arend in het spel : het verdiepen van de boodschap, komen tot de verborgenheden van de hemel, en zo ook van het kruis. Kun je de vijand omdraaien en tot nut maken zonder dat je een verrader wordt ? Velen gaan hierin de mist in en worden tot deserteuren, verraders. Gebied jezelf om te ontwaken. Blijf balans houden tussen rund, leeuw en arend, opdat je mens zult blijven, natuurmens. Nahum 1:2 – Een ijverig God en een wreker is hij voor zijn tegenstanders. Vol van grimmigheid blijft hij toornen tegen zijn vijand. Hier zien we dus de ijverzuchtige leeuw, en het volk moet ook ijverzuchtig zijn in gerechtigheid, anders ligt onverschilligheid op de loer om de mens te ontvoeren. Dat is wat de oerkennis is. Als je tot de oerkennis komt wordt je ingewijd in de oeroorlog, dus als je tot name komt wordt je ingewijd in de vuh. Nahum was verschrikkelijk aan het schelden en dreigen tegen Assur. Het loog er niet om. Er werd niet om de hete brij heengedraaid, maar het ging recht van voren. Ninevé waartegen hij predikt was de hoofdstad van de Assyrische wereldmacht. Name is de oergodin van de oerkennis. Het laat een diepere oorlog zien. Het Name volk was in een grote oorlog met het Suri volk, en het Suri volk won deze oorlog uiteindelijk, als een beeld dat de oerkennis tot overgave leidt, tot de verbrokenheid, suri. Ook het Sukki volk was in oorlog met het Suri volk, en Suri overwon, en werd tot een groot wereldrijk. Dit is waar het Assyrische wereldrijk op terugwijst. We zien deze coderingen nog steeds, want ook de heerschappij van Usir, Osiris, wijst op de voortijdse heerschappij van Suri. Er was het bada wereldrijk, en toen kwam het zuni wereldrijk, waar de beweging van het boeddhisme (bada) ging tot china (zuni), en toen kwam het name wereldrijk wat ingenomen werd door suri. Toen ik onderzoek deed in de oorlog tussen name en suri, en hoe het suri wereldrijk ontstond door haar overwinning van name, toen zag ik hoe tandarts industrieën begonnen in te storten, omdat zij de zegelen waren op deze voortijdse geschiedenis. En toen besefte ik ook hoe fataal het zou zijn geweest als ik maar een gewone banketbakker zou zijn geworden. Nahum streed dus met Assur, zoals in de voortijd het volk Name streed met het volk Suri. Assur was de stok waarmee God Nahum tot verbrokenheid leidde. Nahum 2 gaat over de komst van de auto cultus : 4 Langs de wegen razen de wagens, zij vliegen over de vlakten; hun aanblik is als van fakkels, als bliksemschichten schieten zij voort. 13 Zie, Ik zal u, luidt het woord van de Here der heerscharen, Ik doe uw wagens in rook opgaan; uw jonge leeuwen zal het zwaard verteren, en uw roof zal Ik van de aarde verdelgen; en de stem van uw

gezanten zal niet meer gehoord worden. Waarom moet de mens verbroken worden ? God is dichtbij de verbrokenen van hart, d.w.z. ze krijgen leiding, anders heeft het vlees teveel inmeng. De verbrokenheid is de weg tot de geestelijke gaven. In de voortijd leidt alles terug tot de matriarchische en matrilineaire oervormen, terwijl het moderne tijdperk het patriarchische en patrilineaire tijdperk is. De patriarchie heeft de vrouw op een lager plan gezet, en zo is er geen wedergeboorte meer. De mens is in een parasitaire valstrik. Daarom is het van belang vat te krijgen op de voortijdse geschiedenis. Al in de Egyptologie, wat vooraf ging aan de Israelologie in het huidige tijdperk waren de godenstelsels veel meer vrouwelijk, en ook in de Israelitische grondteksten is dit nog terug te vinden. Daarom spreken wij ook over de verborgen godinnen van de bijbel. voortijdse wereldrijken : 1. Bilhaieten 2. Vurianen 3. Doemieten (Adam) – hoofdbesnijdenis (besnijdenis van het verstand) 4. Vuhieten (Eva) – oorlogskennis 5. Amalekieten 6. Bakroeieten 7. Hiti's – wedergeboorte 8. Sukki's – volharding 9. Halalieten – honger 10. Bada's – verduistering 11. Zuni's – ontbloting 12. Name's – oerkennis 13. Suri's – overgave, verbrokenheid hoofdstuk 61 grebbeberg nu, grebbeberg, de slag om nederland, de slag om je ziel Dus kunnen we dan het spel zien wat er gespeeld wordt ? Parasieten proberen de nieuwgeboren mens tot een varkentje en dan een varken te maken. Daarom moet de mens rebels zijn naar deze valse opvoedingssystemen. Ouders die hier niet aan meedoen worden zonder pardon uit de weg geruimd. Kinderen die er niet aan meedoen krijgen zonder pardon een stempeltje opgerukt. Ze worden GEIMPLANTEERD, en als ze het er niet netjes meelopen kunnen ze zo omgelegd worden door de chip. Al die troep die ze onder dwang in het lichaam willen implanteren zijn buitenaardse gevangenisimplantaten. Laat niemand zichzelf voor de gek houden. Al tijden werden we hiervoor gewaarschuwd in de profetieën, maar wat doet de mens ? Niks hoor, ze lopen gewoon netjes mee. Maar de nieuwe generatie pikt het niet meer. De oude orde loopt alles systematisch te ontkennen en te verdraaien, en als ze dan ontmaskerd worden dan is het : Ja, wir haben es nicht gewust, maar ze gaan er gewoon mee door ! Denken ze dat we gek zijn, dat we stront in onze ogen hebben ! Dit zijn de dagen van het grote verzet. Denk goed na aan welke kant je staat, want de natuur kent geen excusen.

Zien we welk spel ze spelen ? Zo niet dan moeten we nog ontwaken. Ze zijn bezig varkentjes te fokken. Je bent geen persoon voor hen, maar een varken. Dat is het spel wat ze spelen, en dan moet je er niet aan toegeven. Ontkom aan deze programmatie. Je bent geen domme consument die alles maar slikt wat ze je voorschuiven. Natuurlijk zullen ze liegen dat het goed voor je is, natuurlijk zullen ze alles ontkennen en verdraaien, want ze willen hun rotzooi kunnen blijven verkopen ondanks alles, en als het even kan is het gedwongen. Bedrijven worden groot door bedrog en dwang, ook door intimidatie. Ze hebben er allerlei middelen voor. Ze laten hun 'varken' niet zomaar ontsnappen. Ze gaan over lijken. Ze dragen allemaal maskers. Het is tijd om het masker af te rukken. Varkens hier, varkens daar. Overal varkens. Het is een varkens spel. Doe er niet aan mee. Dans ze niet naar de pijpen. De chip is allang in ons, gedwongen. Dat is wat deze hele zogenaamde realiteit waard is. Het is allemaal gemanipuleerd. Het is allemaal verzonnen. Straks zijn het slechts tekenfilm figuren die tegen hun eigen muren aanlopen. Ze zullen op hun eigen ramen slaan en wegsmelten. Tekenfilm figuren zijn het. Grebbeberg wordt nog steeds gevochten, de slag om Nederland, de slag om je eigen ziel. Aan welke kant sta je ? Laat het niet zo mogen zijn dat je later onder de NSB-ers wordt gerekend. Kinderen in Nederland groeiden op als NSB-ers. We leven in het NSB tijdperk, het tijdperk van de onverschillige Pilatus, maar de nieuwe generatie pikt het niet meer. We vechten nog steeds op Grebbeberg. Met Paulus kunnen we zeggen dat we elke dag sterven. We zijn nog steeds als Ra op een tocht door de onderwereld, onze weg zoekende, hangen nog steeds als Jezus of de Jezusin aan het kruis, lopen nog steeds als Jeremia en Ezechiël met een juk op onze schouders. Het is nog steeds Grebbeberg. Bewaak je poorten. Soms kun je niets anders doen dan lijden, en soms kun je niets anders doen dan strijden. Maak gebruik van de situatie, van de gelegenheid. Laat het niet renteloos liggen. De nazi's zijn op zoek naar hun varkens. Wees niet één van hen. Ontsnap ! Leg al je vooroordelen en vooringenomen theologieën af. Zoek je weg door de wildernis. De stad zal branden. De ark zal komen, de zondvloed zal komen. Grebbeberg is hier. Zo namen de Duitsers destijds Nederland in. Maar je kunt het veranderen. Je kunt van de geschiedenis leren en ervoor zorgen dat de geschiedenis zich niet herhaald. Moet het zich dan telkens herhalen ? Leren we onze les dan niet ? Vecht voor je leven. Vecht voor je kennis. Wie zitten er achter de schermen ? Het zijn buitenaardsen. Grebbeberg betekende de val van Nederland. Het was het begin van het einde. Het spel is nog niet uitgespeeld op Grebbeberg. De bevrijding is nooit gekomen. Men werd drugs gevoerd, alsof alles nu goed is. Me hoela ! Dut niet in. De mens is slechts aan het ijlen. Ze zitten zwaar onder de gsm straling. De chip zit diep, voer voor de parasieten. Ze kunnen je via de chip overal traceren. Het is een buitenaardse chip. Het is een code. Van geslacht tot geslacht wordt het doorgegeven. Zij die protesteren of het ontmaskeren worden zonder pardon omgelegd door die chip. Er zit een explosief in de chip. Die chip is heilig voor hen. Waag het aan te raken. Er zit een zwaar alarm op, met weerhaken. Je trekt jezelf helemaal kapot. Het is hun inkomen. Nog steeds wordt er gestreden op Grebbeberg, dag en nacht. Nederland is allang in de golven verdwenen. Alles wat je ziet is stuiptrekkingen en krioelende parasieten. Als je ogen hebt tenminste ! Nederlanders zijn goed in het bedonderen van zichzelf en anderen ! Maar de nieuwe generatie pikt het niet meer. Op Grebbeberg worden smoesjes verkocht, broodjes gebakken, maar koop hun troep niet, want je verkoopt je ziel. Vecht voor je leven. Lauwheid is fataal in het NSB tijdperk. De mens leeft niet meer. De chip ligt diep, houdt mensen aan de drugs, geeft hen de illusie nog te leven, maar ze zijn al dood en opgezet in het nazi museum.

Nederland werd verkocht op Grebbeberg. Het was een zware beproeving. De nazi's namen het land over niet lang daarna. Machtslustige wolven. Die wolven gingen zich toen vervormen, en die wolven heersen nog steeds, ondanks alle fabeltjes die de Nederlanders op hun drugstrips hebben gemaakt. Nederland ging telkens dieper de put in om uit elkaar getrokken te worden. De mens moet teruggaan naar de Grebbeberg om daar de puzzel af te maken. Kunnen de tijen nog keren. De strijd is om Grebbeberg. Op de Grebbeberg kwam de naald, en Nederland moest slikken. Op de Grebbeberg werd Nederland gebeten door een slang. En Nederland herstelde niet, maar ging eraan door deze ratelslang. Nederland werd geinjecteerd met drugs en ging toen ijlen. De bevrijding is er nooit geweest. Dat was allemaal onderdeel van de drugs. Nederland is een junkie. En maar liegen en belazeren, er komt geen einde aan. Het is een groot spel van parasieten. Deze parasieten tutten zich hoog op alsof hun woorden ook maar enige waarde hebben. Dat wat niet aangenomen wordt dat rammen ze er wel in. Oorlogsveteranen die alarm durven te slaan worden door eigen vuur verslonden. Zo erg is het in Nederland, zo diep is de vijand doorgedrongen. Het is een verziekt auto-immuun systeem wat zichzelf aanvreet, als de kanker. Maar de nieuwe generatie pikt het niet meer, zijn de fabeltjes van de alsmaar doorratelende dementen van de oude orde zat. Grebbeberg. Wat moet je dan ? Wat kun je ? Is het geen water naar de zee dragen ? Nu is het een tijd van zaaien. Het maakt niet uit hoe klein de zaadjes zijn. Mosterdzaadjes zijn ook heel klein, maar de mosterdplanten kunnen wel verschillende meters groot worden. Als je maar zaait, daar gaat het om. Dat is alles wat er straks zal overblijven, en als je dan niet gezaaid hebt zal er ook geen oogst zijn. Werp je zaad op de Grebbeberg. Daar is nog veel te zaaien. Daar waren immers de Duitsers doorgebroken om vervolgens heel Nederland in te nemen. Op Grebbeberg werd iedere Nederlandse ziel verkocht. De Duitsers voerden het uit, maar ze werden door een duivelse macht gedreven. Die macht had hen bezeten. Het was een buitenaardse parasitaire macht die in de aarde was doorgedrongen. Deze parasitaire macht speelde een spel, wilde zijn eitjes kwijt om zijn gebied te vergroten. De eitjes werden geinjecteerd in de Nederlanders, zodat deze zielen door de eitjes overgenomen konden worden. De zielen van de Nederlanders werden gedood en verruild, als wisselkinderen. Deze duivelse machten waren Nederland binnengekomen, hadden Nederland verkracht, in dit gruwelijke spel. Grebbeberg werd tot een duivelsberg. We hebben te maken met criminele spelletjesmakers. Zij maken deze spelletjes puur om hun gebied uit te breiden. Niet dat deze spelletjes enige diepte hebben. Het is slechts een spelletjesverslaving voor landuitbreiding, en ze roken het als sigaretten. Het is een rookverslaving, meerdere pakjes per dag, en daarom zien ze niks, want hun brilleglazen zijn bedolven onder rook. De spelletjes die ze spelen zijn dus dodelijk. Hup, weer een sigaret, en hup weer ééntje, en maar paffen, zodat ze niet hoeven te zien wat ze hebben aangericht. Spelletjesmakers zijn het, sigarettenfabrieken. Wel hele vreemde spelletjes. Je krijgt er een nare smaak van in je mond, maar het deert hen niet. Dan steken ze gewoon gerust een nieuwe sigaret op. Het is een atoombom die ze ergens hebben neergegooid, een grote kernramp in het universum, op Grebbeberg. Het is een grote natuurplaneet met een relatief klein industrie terrein met kernfabrieken. En toch hebben ze het voor elkaar gekregen, en toch moet de mens rennen voor zijn leven, en vechten, terug de wildernis in, net zoals in het boek 'de evolutie van de hemel'. Spelletjesmakers op de Grebbeberg, kijk ze eens marcheren, maar marcheer niet met ze mee. Ze hebben niet veel goeds in zin. Hun geweten hebben ze geheel weggepaft, verpatst, voor nog meer sigaretten. De kanker woekert voort. Alleen de natuur kan het doven, die grote natuur op de planeet

Grebbeberg. Het is een oerwoudsplaneet, een wildernis planeet. De natuur zal alle valse spelletjes overweldigen. Is het dan het doel van de mens om in een sigarettenfabriek te werken ? Dat is wel een hele lage standaard dan. Maak je eigen spelletjes. Laat een ander je spelletjes niet maken. Ga tot de hogere spelletjes van de natuur. Wat heb je eraan om duf met de anderen mee te lopen. Ze roddelen achter je rug. Als ze spreken is het geheimtaal, om je ondergang te calculeren. Kijk naar hun uitgekookte bewegingen. Luister naar wat ze fluisteren. Het is allemaal geprogrammeerd. Ze spelen spelletjes. Ze onderhandelen in het geheim met elkaar over jouw ziel in de deep state. Ze proberen je aan de drugs te houden, in slaap te sussen. Ze willen niet dat je ontwaakt, dus daarom zullen ze het ook niet diepgaand over dit soort dingen hebben, want dan zouden ze zichzelf ontmaskeren. Bouw je eigen spelletjes. Voor hen ben je slechts een sigaret. Voor de één de ander. Blij dat je komt, en blij als je weer gaat. Er is iets veel diepers gaande op de Grebbeberg. Mensen die hun leven hebben gegeven omdat ze het kwaad zagen aankomen, en het kwaad hebben geconfronteerd. Oorlogsveteranen. Zij leven nu in een diepere wereld onder de Grebbeberg, in een virtual reality. Zij hebben toegang gekregen tot de natuurplaneet van de Grebbeberg, ontsnapt uit de bizarre kerncentrales, kerngevangenissen. Ontsnapt uit zieke spelletjes. Ontsnap je daar zomaar rechtstreeks uit ? Neen. Door het puzzelen, door elke steen om te draaien, achter elk blad te kijken. Nee, natuurlijk willen de grote apparaten dit niet horen. Zij willen jouw dromen beheersen. Je kunt niet praten met deze alarmsystemen, maar zij hebben ook tot een bepaalde grens hun slijmers en meepraters. hoofdstuk 62 1939 September 1939 kwam het grote kwaad de wereld binnen, toen Nazi Duitsland Polen binnenviel en daar de vernietigingskampen oprichtte. Dat begon al direct op 1 september. De rest is geschiedenis. Ook in ons netwerk vond er op 3 september een ontvoering plaats, omdat we demonen aan de kaak stelden en dat was niet goed voor de markt. We stopten er niet mee, dus vonden de ontvoeringen plaats, en nee, het kwaad mag van die mensen niet ontmaskerd worden. Dan zouden ze in eigen vingers snijden. Nee, dat mocht de mensheid niet aangedaan worden dat God de demonen zou ontmaskeren die mens en dier martelden. Arme, arme mensheid, maar dat de mensheid werd bedreigd met eeuwige marteling daar kraaide geen kip om. En dat soort dingen waren wij aan het ontmaskeren. Goed doen tegenwoordig wordt gestrafd. Je mag niet goed doen. Je moet slecht zijn, en je kinderen bedreigen met eeuwige marteling en ze lijken voeren. Dan pas ben je een goed mens. Hoe hypocriet kan je zijn. Wij werden bedreigd met vernietiging, net zoals de vernietigingskampen van Polen die de nazi's hadden gebouwd nadat ze Polen hadden verkracht. Dat gebeurt allemaal door de dementen van de oude orde. Mensen die niet willen doorleren maar markt willen drijven met mens en dier in slavernij. Het is een duivelse cultus. September is daarom een zwarte maand. Toen begon de tweede wereldoorlog in 1939, wat ook nog eens doordreunde in ons netwerk. En de Poolse vernietigingskampen werden tot een massa media machine, de machines van de Poolse media. Die waren onder dwang geimplanteerd. Het was iets buitenaards, iets parasitair. Dit ging nu in de hoofden van de mensen spelen en zich vervormen. De media stookt de mens tegen elkaar op, door leugens, allemaal goed voor de markt. Ook goed voor de wapenmarkt, en dat terwijl er een

geestelijke oorlog is te voeren, maar dat brengt geen geld in het laatje voor hen. Daar wilden ze niet over horen. Dat was ons werk, maar dat mocht niet. Geestelijken zijn de paria's van de samenleving, de ondermensen. Er is geen markt voor, tenzij je religieus wordt, maar dat waren wij juist ook aan het ontmaskeren. Er ging teveel geld rond in religie, dus wij vormden een grote bedreiging. Alles maar dan ook alles draait om geld. De mens telt niet meer, en een dier al helemaal niet. Geestelijken worden of de ziekenhuizen ingedreven, of de gevangenis, als politieke gevangenen, of ze worden om zeep geholpen of via een andere manier van mk ultra ingesloten, totaal ingesloten, tot het punt dat ze geen kant meer opkunnen. Met bedreiging en chantage komen de systemen erg ver. Telkens weer als mensen het oude systeem willen ontmaskeren, zoals John F. Kennedy, Martin Luther King, John Lennon en Michael Jackson, worden ze om zeep geholpen. En dan moet je onderduiken. Dan moet je laag profiel houden. Dan moet je niet hoog van de toren blazen. Je kunt het dan beter subtiel doen. Hoge bomen vangen veel wind. De Poolse media machines regeren alles. Ze zijn het fundament van justitie vandaag. Zij vormen alle beelden. Moeder Polen was verkracht door de nazi's, en nu loopt ze met deze dingen in haar hoofd. Het gaat dan niet om de Poolse media op zich, maar om een geestelijke media die voortkomt vanuit de vernietigingskampen. Het is een buitenaardse media. Het is een media die leeft van bloedvergiet. Die media is overal. Die machines staan overal. Het zijn robotten zonder genade. Met deze robotten is de mens in gevecht. Hoeren flirten met deze robotten als NSB-ers. Krijgen ze een roddel in hun hoofd, of horen ze iets van iemand, dan geloven ze het direct, vooral als meerdere mensen het zeggen, want ja, de meerderheid regeert hè, dan moet het wel waar zijn. Zo testen ze niks, terwijl de bijbel zegt, en dat is een waar woord : Gij zult de meerderheid in het kwaad niet volgen. Maar de vleselijke mens is gevoelig voor meerderheden, want hij heeft niets anders. De meerderheid is belangrijker voor hem dan de waarheid. Lekker makkelijk. Eentje trommelt een heel leger op voor een ontvoering, door leugens, en door goedgelovigheid werken velen met zo'n zaak mee, en zo worden ontvoeringen gerechtvaardigd. 'Ja, die zegt het ook, en die, en die heeft ook meegedaan.' Ja, een heel Duits nazi volk ging Polen binnen om vernietigingskampen op te zetten. Dan moet het wel goed zijn. De mens is zo dom. Hele massa's riepen : Kruisigt hem, kruisigt hem. Dan moet het wel goed zijn, toch ? De meerderheid spreekt toch immers de waarheid ? Hoe gekker moet het nog worden ? Lekker lui in de meerderheid geloven in plaats van in de waarheid. Lekker makkelijk. De mens heeft geen empathie. De mens zit vol met aangepraatte vooroordelen. Ze steken allemaal elkaar aan, en hebben het dan gemunt op de geestelijke mens. Typisch is dat ze vaak vlees eten, alcohol drinken, roken, de armen hebben vergeten, materialistisch leven, niet leven om mens en dier te helpen, maar een markt hebben gebouwd van iets of wat, gewoon puur voor zichzelf leven. De criminelen met stropdassen laten ze allemaal vrij rondlopen, maar nee, de geestelijke mens die goed leeft, die geen vlees eet, niet rookt, geen alcohol drinkt, altijd met de armen bezig is, altijd mens en dier helpt, en daarom sober leeft, zoals de natuurvolkeren, tegen racisme strijdt, enzovoorts, die mens, juist die mens, proberen ze om zeep te helpen, want die mens is hen een doorn in het oog. Het verstoort hun slapende geweten. En daarom zijn de Poolse media machines er om de mens in slaap te sussen. Het is gebouwd op het bloed en de beenderen van hen die zonder pardon in de tweede wereldoorlog zijn omgebracht omdat ze anders dachten, van een ander ras waren, één of ander vals etiket hadden, enzovoorts. En die machines zijn er nog steeds. Het vlees wordt altijd weer tegen het geestelijke opgestookt. In hun ogen heeft het geestelijke geen bestaansrecht. Dit is een duivelse wereld. De tweede wereldoorlog zei al genoeg, en deze gruwelen zijn er nog steeds. Als monsters liggen deze media machines in de oostzee, als zwarte haaien en andere zeemonsters, en ze gaan vandaaruit de gehele wereld over. Alles controleren ze, alles ontwrichten ze. Het is een zwarte, duivelse media van de dood. Nee, wij mochten geen demonen ontmaskeren die de mensheid bedreigen. Een zware prijs moesten we ervoor betalen. Ondertussen bedreigden deze systemen de mens met eeuwige marteling, en dieren

worden voor hun buiken gemarteld. Wat een stel hypocrieten. Je kunt geen normaal woord met ze spreken. Praten helpt allang niet meer. Hoe kunnen ze 's nachts slapen. En maar net doen alsof er niks aan de hand is. Duivelse vampieren zijn het. Het zijn nazi implantaties. Ook Amerika wordt erdoor bestuurd. Alle getuigenissen worden stelselmatig ontkend. Druk worden er etiketten geplakt op mensen die nog durven te spreken. Het is een etiketten machine. Wat een duivels virus. 1939 was een onjaar. Het is nog steeds 1939. De mensheid is nog geen stap verder gekomen. Wat een duivels jaar. Het was het begin van het einde. Ik moest naar Polen in een droom, jaren geleden. Ik zag de monsters in het water liggen, in de Oostzee. Ik moest naar één of ander eiland. Er stonden daar oude gebouwen. Plotseling werd de hemel geopend en kwamen er zoveel legers neerdalen. Wij moeten strijden tegen de media machines die alles verdraaien, deze buitenaardse Poolse media machines door de nazi's geinstalleerd. Wij moeten diep naar binnen gaan. Het is ons leven. Zij hebben er niets over te zeggen hoe of wat. Wie denken ze wel niet dat ze zijn ? Alleen de grote natuurkennis heeft alles over ons leven te zeggen, niet hen. Ik stond voor deze zwarte, donkere machines, deze robotten, waar zoveel onheil uit voort was gekomen. Het zijn robotische gevechten. Eén verkeerde beweging en je gaat eraan. Daarom moeten we robotisch zijn. We leven in een camera dictatuur van het poolse media machine wereldrijk. De vernietigingskampen hebben zich gewoon lopen vervormen hierin. Het zijn nu media machines. Ze liegen. Fake news, deep state. Het springt van familie op familie. Het gaat allemaal zeer snel. Alles wordt op formulieren gezet en er komen steeds meer leugens bij. Ze doen geen onderzoek. Ze pikken wat op en maken er hun eigen verhalen van. Ze luisteren niet goed en zo onstaat hun onzin, allemaal voor geld. Voor geld maakt het niet uit of het leugen of waarheid is, als het maar verkoopt. Hoe meer leugens, hoe beter, hoe groter de vreugd. De mens wil de waarheid niet. Dat is te confronterend. Veel mensen willen alleen nu leven. Dood is dood. Zo hoeven ze ook geen verantwoording te dragen. In religie hebben ze dan nog een ingebeelde hemel waar ze later allemaal naartoe gaan, maar daar zijn ze nog nooit geweest en daar houden ze zich ook niet mee bezig. De hemelologie ontbreekt. Ze zullen teruggaan tot de aarde, teruggaan tot stof. Het eeuwig leven heeft voorwaarden en daar voldoen ze niet aan en dat willen ze ook niet. Als hun karma is volbracht dan zullen ze gewoon niet verder bestaan. Dat hoeft ook niet. Niemand wordt gedwongen om eeuwig te leven. Velen vinden dit leven gewoon genoeg. Dan heeft het verder ook allemaal geen zin. Wat ze anderen aandoen doen ze zichzelf aan. Ik stond voor de duistere Poolse media machines. Het leken soms op Amerikaanse journalisten. Een vrouw begon op me te schelden en vloog me aan. Ik raakte met haar in gevecht. Wat een monster was het. Ze wilde de hoofden die ze bezat niet kwijt. Ze verzamelde zielen. De lijnen voeren dus helemaal terug tot de Poolse media machines van 1939 die daar begonnen te ontstaan, tot de in Polen opgestelde en opgerichtte vernietigingskampen van de nazi's. Mensen werden tot voer gemaakt voor deze grote machines. Mensen werden tot brandstof voor deze media machines. En nu hebben deze machines nog steeds een verschrikkelijk grote bek. Zij zouden het allemaal wel even weten, allemaal voor geld. Ze doen net alsof. En maar fluisteren en roddelen, onderhandelen over de ruggen van anderen. Een zielenhandel is het. Zij die niet geestelijk genoeg zijn worden door deze machines bezeten en meegesleurd. Het is een dodendans die ze opvoeren. Als kind had ik er nachtmerries over en de nachtmerries vertelden me precies wat er zou gaan gebeuren, wat tot in de kleinste details is uitgekomen. Het was iets shamanistisch, want er is ook een shamanistische media, de media van de natuur, en die komt er tegenover te staan, en die zal ons niet opgeven als wij ook voor de natuur strijden en goed zijn voor moeder natuur. Moeder natuur spreekt tot haar kinderen, door dromen, visioenen, door tekens, door gedachten, door geheime boodschappen. Leer deze tekensystemen kennen, deze natuur semiotiek. Wees goed

gewapend tegen 1939. 1939 gaat nog steeds rond als een woeste leeuw en als een bedriegelijke en valse engel des lichts, als een agent van de Poolse media matrix. 1939 is een geestelijke atoombom die op de aarde werd gegooid. Een media bom. Het begon met vernietigingskampen, en het heeft zijn sporen overal achtergelaten. Deze vernietigingskampen zijn er nog steeds. Kijk maar eens naar de slachthuizen, de ziekenhuizen en de gevangenissen en soortgelijke plaatsen, en denk maar eens aan wat er in het geheim in families gebeurd waar niet over gesproken mag worden. 1939 leeft. 1939 waakt en is op jacht. Stuk voor stuk moeten deze Poolse media machines vallen, stuk voor stuk moeten ze ontmaskerd worden, met man en paard benoemd worden. Dat is het werk, en we mogen niet met minder genoegen nemen, want dan zullen deze machines ook ons meesleuren. Het aardse leven is niet vrijblijvend. Het is niet leven maar overleven. Elke dag weer is het een beproeving. Je zou er moe van kunnen worden, en daarom is er het robotische leven wat voor ons klaar ligt, wat overigens niet wil zeggen dat het makkelijk is. Er is een chip tegen de media chip. Er is een natuurchip. Zwaar aan de alcohol zijn de poolse media machines. Moet allemaal kunnen. Er valt niet met ze te praten. Er valt alleen geestelijke oorlogsvoering te doen. Die is verbonden aan allerlei voorwaarden. Als de mens die voorwaarden niet kent en er niet aan voldoet, dan is die mens nog steeds een deserteur. Ook de poolse media machines hebben hun legers, hun leden, hun fans. Ook zij hebben hun families en hun clans. Fake news, deep state. Hier hebben ze veel moorden voor gepleegd om deze raket te kunnen lanceren. Het is een bloed media. Het is allemaal bloedgeld wat aan hun handen en tong hangt. Hun rechterhand is vol met steekpenningen. Hoeveel moorden worden er gepleegd voor een leugen, en hoeveel leugens worden er verteld voor een moord ? Deze machines halen alles uit het verband, en dragen geen verantwoordelijkheid. Dan zijn ze niet thuis. Je kunt niet bij ze aankloppen voor verheldering. Ze zullen je alleen nog meer in verwarring brengen tenzij je je door hen laat paaien. Neem hun steekpenningen niet aan. Draag hun medailles niet. Het is slechts bedrog. Ze assimileren je. Laat je niet voor hun karretjes spannen. Rijdt niet op hun stokpaardjes. 1939 is een sluwe hartenverzamelaar, de koningin der harten. 1939, het begin van de tweede wereldoorlog, het begin van het einde. Begin september kwam het, als de septemberontvoeringen, die wij ook gekend hebben. Deze machines zijn niet alleen van de media, maar ontvoeren ook, allemaal gebaseerd op leugens, verdraaiingen, allemaal gebaseerd op racisme, betweterigheid, elitair gedrag. Hoog opgetut zijn deze machines, als Amerikaanse journalisten. Als tekenfilm figuren, als stripfiguren, zullen ze tegen hun eigen muren oplopen, hun eigen wanden. Zij hebben deze glazen stad gebouwd, en ze kunnen de wildernis zo niet bereiken, omdat ze zichzelf hebben ingesloten. Wat ligt er verborgen onder deze machines ? Wat proberen ze zo angstvallig geheim te houden ? Waarom mochten wij nooit spreken ? Alleen hun media telde, niet de geestelijke media, niet de natuurmedia. Nee, het ging om hun chip, en daar moest men nog voor betalen ook, voor deze dwang-implantatie, alsof ze de mens een grote gunst deden. Hoe ziek kun je zijn ? Hoe hypocriet en bedrieglijk ? Maar de mens eet het als worst en kaas. Lekker ham op 't brood. Laten we feestvieren, want morgen sterven wij. Het is als in de dagen van Noach, zoals ook geprofeteerd. Aan het einde der tijden zou er een zondvloed komen van vuur, van het virus. Overal brandt het. De stad is brandende. In de natuur is nog leven, maar voor hoe lang ? We moeten dieper de geestelijke wereld in. We moeten de valse realiteiten en beeldvormingen achterlaten. Laten we dit doen zolang het nog kan. In de nacht kan niemand werken. Werk zolang het dag is, zolang je het nog kunt. Het leven is niet vrijblijvend en vanzelfsprekend. Er is hoge natuurtechnologie aan verbonden. Velen kiezen ervoor om het bij dit leven te houden. Wat doe jij ? Als zombies gaan ze naar de afgrond, de liegende media machines achterna, en dan zullen ze verslonden worden door hun eigen systemen. Het zijn misschien soms mensen waarvan je houdt of hield, en over wie je hebt gehuild, maar het is hun keuze. Ze hebben het bedrog lief boven de waarheid, en gebruiken de 'meerderheid' als excuus. Dat deze meerderheid ingebeeld is spreekt voor

zichzelf. Een stom mens kan zelfs uit een blok hout een meerderheid scheppen. Idioten hebben hun meerderheid in een hand zand. We moeten op een bepaald punt afscheid nemen van de luien en de laffen. Het is niet makkelijk om stoeten zombies naar de afgrond te zien gaan, zien ondergaan in feestgejoel. En toch doen ze het, jou achterlaten met een trauma. Ze hadden je misschien beloofd altijd met je op te trekken, altijd aan jouw kant te staan, altijd voor jou zouden strijden, maar toen werden ze afgeleid door iets anders : het schitterende, glitterende, verlokkende goud der dwazen. Ze hebben ergens licht gezien, en daar hebben ze alles voor opgegeven. Laat ze dan gaan. Je kunt ze niet meer tegenhouden. Het is hun keuze. Niemand wordt gedwongen te leven. Niemand wordt gedwongen te overleven. Op het laatst zijn ze nog een zwart puntje en dan zijn ze weg. 1939 : aan welke kant sta je ? Nazi, nsb-er of natuurmens ? 1939 : wat ligt er onder ? Wat houden die poolse media machines verborgen die uit de vernietigingskampen kwamen opzetten ? Je kunt diep de grond onder door al die gangenstelsels en trappenstelsels. Het ligt daar allemaal nog. De wil van kennis, de wil tot kennis. Emancipatie, want na 1939 was dat allemaal afgelopen. De wereld werd vergast, ondergelopen. De zondvloed van vuur was gekomen, van het virus. De mens had het niet eens door, ontkende zowel holocaust als het virus. Het is moeilijk voor een levensgenieter om te erkennen dat er een vijand bestaat. De enige vijand is misschien dan degene die hem probeert te doen erkennen dat er een vijand is. De poolse media machines zijn tot de jacht getrainde honden. Een ongetrained mens maakt geen kans, heeft geen schijn van kans. hoofdstuk 63 1492 Waar kwam 1939 vandaan ? Als we diep onder Polen gaan. Wat komen we daar tegen ? 1939 is een echo van het verleden, overgewaaid uit Amerika en wel de ontdekking van Amerika in 1492. Het heeft de oorspronkelijke bewoners van Amerika, van Indianië, niets dan onheil gebracht : genocide, hun cultuur verwoest, slavernij, roof. Kolonisten waren gekomen, piraten. Het was het begin van het moderne tijdperk. Zoveel van de natuurvolkeren is verloren gegaan. De Spanjaarden waren gekomen, en daarna sprong heel Europa erop. Ze namen het mee naar huis, en zo ontstond 1939. Ze hadden geplunderd in de natuur. 1939 was het definitieve einde van het Germaanse tijdperk en toen sloeg de modernisering ook in Europa toe. 1492 was dus al het begin van het einde. Die twee jaartallen horen bij elkaar. Ze lopen parallel aan elkaar als de twee brillenglazen van het demente kolonisme. Dit waren ook media machines. Waarom gebeurde het, en hoe kon het gebeuren ? Amerika moest aangesloten worden op de hogere cirkel, op een geestelijke cirkel. Daarom zei Paulus ook : Daarom heb ik een welbehagen in zwakheden, smaadheden, noden, vervolgingen, benauwenissen, want als ik zwak ben, dan ben ik vruchtbaar (goed). (2 Korinte 12:10, Aramees) Wij moeten het dus weten te vertalen. Ja, het zijn piraten, maar we moeten er boven leren uitstijgen,

zoals in een nachtvisioen wat ik eens had dat ik een piratenschip zag in een hele moeilijke tijd en toen steeg ik er bovenuit en zag ik de prachtige zee met de zon (bron) die erin scheen. Daarom zei Paulus ook : 'omwille van de baarmoeder' (chasma), 'omwille van het ontvangen van de geestelijke gaven' (chrio), wat Griekse wortelwoorden zijn van het woord Christos, wat dus onderdeel is van een shamanistisch natuurproces. In het westen heeft men dit niet diep genoeg uitgelegd, en is men vast blijven haken in afgevlakte woordbetekenissen, dus denkt men dat Christus gewoon een persoon is die je moet volgen als een soort van wachtwoord. Dat werd ook de indianen toen opgedrongen. Een ander wortelwoord van christos is chraomai, wat betekent : 'iets tot nut maken, gebruik van iets maken'. Omwille daarvan had Paulus een welbehagen in honger en lijden, omdat het hem een andere wereld liet zien. Hij kon er gebruik van maken. Het shamanisme ontwijkt deze dingen niet. Ook de indianen geloofden in het kruis. Gaan we diep genoeg onder Polen, dan komen we dus terecht onder Amerika, bij de indianen in 1492. Polen is dus de sleutel, oftewel 1939, en zo kunnen we komen tot het precolumbiaanse Amerika, oftewel tot Indianië, want sinds 1492 heeft Europa er zoveel lagen overheen gebouwd. Meer en meer gingen de natuurvolkeren ten onder, maar het ligt er nog ergens. Indianië moet dus herontdekt worden, en dan ben je beter aan de kant van de natuur. 1492 was een gedwongen implantatie in het hart van Indianië. Iedereen moest mee met de moderniseringen. En zo werd dit natuurhart verwoest. Het was een verkrachting, maar Paulus liet ondanks dit grote onheil het uiteindelijke nut ervan zien, namelijk dat de geestelijke gaven, oftewel de diepere geestelijke wereld, hierdoor aangewakkerd zou worden. Ook Amerika had destijds namelijk een missing link. Het was het gebied buiten het paradijs. Dingen waren zich al aan het verletterlijken en verdichten door de zondeval. De mens moest weer terugkeren tot het geestelijke Indianië. Het kolonisme was een roversbende, als een teken van de zondeval, en hierin was alles verdraaid, en het moest weer teruggedraaid worden. Daarom bespreken we de piraten, verdiepen we het. 1492 brandt in ons hart, zoals 1939. Hier ligt de Amerika brug, een groot kruis. De natuurmens werd overdonderd, daalde af in de onderwereld, om zo tot diepere geestelijke maatstaven te komen. In het Aramees zegt Paulus : omwille van msyh, het messiaanse, wat overigens hele diepe Egyptische wortels heeft, want het Egyptische msa betekent 'dat wat erachter ligt', en maaiu su (msu) betekent 'bewoners van een andere wereld'. Daar was het Paulus om te doen, en daarom droeg hij zijn kruis en hongerde hij, en had hij hierin een ascetisch welbehagen in, omdat hij het doel zag. Daar werd hij naartoe gezogen, daarin werd hij opgenomen, in deze wolk, want in hetzelfde hoofdstuk heeft hij het over deze geestelijke vervoering, over de opname. Mss (maa-sas) was een vorm van Hathor, de Egyptische baarmoeder, ook als een wortelwoord van de Aramese msyh, het messiaanse. Per slot van rekening ging het daarom : wedergeboorte, bewoner worden van een andere, betere wereld, de nieuwe wereld. De mes was in het oude Egypte de geboorte van de goden, van Osiris, Isis, Set etc. als bewoners van de goddelijke wereld, de diepere geestelijke wereld, en dat ging ver boven het religieuze uit, want de Egyptenaren hadden diepe filosofische metaforische stelsels en hieruit was ook hun cosmologie opgebouwd. Msah was de opname, als het openbreken, het openscheuren, opdat het diepere zichtbaar zou worden, en dat was iets in de mens zelf, een goddelijke gewaarwording. Omwille daarvan droeg Paulus het kruis en de honger. M's betekent in het Egyptisch een brug, een passage, een sleutel, ergens komen. De m'sha is de tocht, de ontdekkingstocht. Als wij tot Amerika komen, dan komen wij tot onszelf, tot ons natuurhart, en hoe gaan we daarmee om ? Laten we de dingen zoeken die boven zijn. Onze schat is niet in aarden vaten. De messiu als Egyptisch wortelwoord van het Aramese msyh, het messiaanse, betekent : kinderen. Daar was Paulus alles om te doen, om zijn innerlijk kind terug te vinden. Hierom gaan wij door veel lijden en verdrukking. Het zijn messiaanse barensweeën. Mesu betekent in het Egyptisch : geboorte geven aan je hogere moeder, oftewel je eigen diepere innerlijke moeder. Mesu is ook de Egyptische naam voor Mozes, en dit is ook wat de exodus daadwerkelijk betekent, als een ontdekkingstocht terug naar je diepe, moederlijke zelf, je levengevende natuurzelf.

hoofdstuk 64 moeder colombia Polen was het zwaartepunt van de tweede wereldoorlog, waar de vernietigingskampen werden opgericht door nazi kolonisten. Het ging in de hoofden van de mensen parasiteren, als Poolse media machines. De kolonistische geest van 1492 had geboorte gegeven aan september 1939 waarin de Duitsers Polen binnenvielen. Tot overmaat van ramp viel ook Rusland Polen binnen in september 1939. Toen Duitsland viel in 1945 aan het einde van de tweede wereldoorlog nam stalinistisch Rusland over. De Poolse media machines werden gewoon doorverkocht in stalinistische vormen, want iedereen moest nu hetzelfde zijn, en hetzelfde denken. Er was geen plaats voor andersdenkende intellectuelen en geestelijken. Het was het kruispunt tussen hyperkapitalisme en hypercommunisme. Het gaf geboorte aan het ijzeren gordijn in 1945 als een teken van de koude oorlog. Het waren gewoon twee kanten van dezelfde munt. Dit systeem had twee gezichten. Het was een complot tegen de natuurmens. Ook staan hiervan profetieën opgetekend in de bijbel, over het ijzeren beest wat alles verslindt. Het ijzeren gordijn staat er nog steeds in de geestelijke wereld en het moordt, plundert en verkracht. 1492 en 1939 vormen de Amerika brug, in de dieptes van Polen, maar er is dus ook een andere link hieraan verbonden : Rusland. Boek 8 van de nieuwe onderwijsserie, de amerika brug, zegt hierover : 'Hoofdstuk 50. De Colombia-Schakel als het Amerikaanse Rusland De traan van diepte doet er niets aan om 'in te passen', maar leidt tot het fragmentarisme in het hogere Rusland. Daartoe is ook het Ragnarok-traject aangelegd. Vandaar dat Rusland parallel loopt aan Colombia, omdat dat ook een fragmentarisch land is. Alles hangt als los zand aan elkaar en allesgaat tegen alles in. Rusland is op een andere manier fragmentarisch in de zin van het ijsprincipe. Beide landen zijn allegorieën van het fragmentarisme op hun eigen manier. Er moet dus een sterke binding met het abstractisme zijn, anders gaat een fragment zich zwaar verletterlijken met alle gevolgen daarvan, en verletterlijking brengt verdichting en daardoor overmoedige, valse symbiose, oftewel de zombie werkelijkheid, een terroristisch visioen, al dan niet subtiel. IJs moet genomen worden als allegorisch, dus dan kom je toch weer in de wildernis uit, zoals Rusland onder de aarde is en in de Betelgeuse kern. Cryptografisch gezien moeten we stellen dat zoals de boom van kennis in de bijbel Assur was, SR, ook als een paradijselijk gebied, zo werd dit door de zondeval omgedraaid tot RS. Rusland is dus ten diepste gewoon Assur, de boom van kennis, een paradijselijk gebied, SR (Aser, Suri), als onderdeel van Suriname, wat dus ook Colombia is in de diepte, omdat Colombia (naast New Je-rosh-ey, New Jersey) het Amerikaanse Rusland is.' Het boek zegt verder over Colombia : 'Colombia is een land van drugsoorlogenen van de chaos van paramilitaire groeperingen die het recht in eigen hand nemen en op tilt slaan met ontvoeringen en keukentafel-executies.' 'Colombia met haar chaotische straffeloze cultuur waar alles door elkaar heenloopt en alles elkaar afbreekt en overneemt.' De mens wordt vastgehouden door een hysterische parasiet. Altijd als de mens ontwaakt dan is hij

in een nachtmerrie, het bewustzijn. Het bewustzijn is overrated. Teveel bewustzijn is niet goed. Het onderbewustzijn is ook een soort bewustzijn maar dan gematigd. Zo is er ook een onderleven, een ondergevangenis, een onderoorlog en een onderjacht. Het geheugen sloopt de mens, en daarom is er ook een ondergeheugen. De mens mag tot de onderwereld gaan om waarlijk te ontwaken. Het is een gevecht tegen de hysterische parasiet van overbewustzijn en overgeheugen die de mens heeft vastgezet. Alles heeft zich hierin verdicht. Daarom heeft de mens moeder Colombia nodig, het hart van de aarde. hoofdstuk 65 leven vanuit de bron Euritmie is een Grieks woord : bewegen vanuit het hogere geestelijke. Mensen bewegen vaak vanuit het lagere aardse, het vleselijke, en daarom is de euritmie belangrijk, want de mens moet leven door de oerbronnen van de hogere intelligentie. hoofdstuk 66 de wereld van de waarde-heid 'Uw sieraad zij niet uitwendig: het vlechten van haar, het omhangen van goud of het dragen van gewaden, maar de verborgen mens uws harten, met de onvergankelijke tooi van een zachtmoedige en stille geestelijkheid, die kostbaar is in het oog van God.' 1 Petrus 3:3-4 Er is een oorlog tussen wilden en piraten. Wilden zijn van de natuur, piraten zijn van de stad. De steden zijn misleidende glitter werelden. Toch zijn het ook puzzels en moet er veel gepuzzeld worden. Er moet een zekere afstand zijn, en je kunt niet met de botte bijl er op loshakken. Dat zou niet strategisch zijn, en de puzzels geven ook zeker niet mee. Het heeft met veel verfijning te maken. Heb je een detail over het hoofd gezien ? Ga dan terug, anders kom je niet verder. Je moet de slotenmakers leren kennen, en de puzzelmakers. Heb je de gebruiksaanwijzingen goed gelezen ? Zo niet, dan moet je eerst weer terug. Sla geen stappen over in het spel, want dat komt je duur te staan verderop. Dan moet je weer helemaal terug. Zie niets over het hoofd. Wees niet laf en lui. Voldoe aan de voorschriften. Toch zijn er ook vele valse voorschriften die maar al te gemakkelijk kunnen inmengen, wat een onderdeel van het spel is, want de piraten hebben zo ook hun voorschriften. De oorlog is een puzzeloorlog. Het is een harde oorlog met ijzeren regels. De spelmakers zijn onderdelen van de hogere kennis. Dingen worden duidelijk hogerop. Soms vindt je een belangrijke missing link waardoor er een wereld voor je open kan gaan. De sloten zijn verdichtingen. Op elk slot past een sleutel. Het slot is de piraat, en de sleutel is de wilde. Het verhaal is hierin belangrijk, want dat leidt je door het spel. Elk spel heeft z'n eigen verhaal. Het verhaal is het tegenovergestelde

van de verdichting. Het verhaal vergeestelijkt. Het verhaal toont de techniek van de sleutel, de verfijningen, de ingewikkelde, uitgestippelde paden door de mijnenvelden. Deze zijn niet recht, maar kronkelig. Het gaat alle kanten op. De kaarsrechte monniken met hun rechte paden en rechte gebouwen zouden een misleiding kunnen zijn. Ook zij zijn sloten. Zonder de bestudering van de sloten kun je nooit de sleutels vinden. Zouden sommige monniken een sleutel verborgen houden ? Er zijn geen shortcuts en hotlinks naar de natuur. Het gaat door vele omwegen. Er moet met vele personages gesproken worden die bepaalde kennis bevatten die je nodig hebt, al dan niet verdraaid. Neem hiervoor de tijd. Doe het niet haastig. Er zijn geen superbruggen en snelwegen tot de natuur. Die hebben de piraten wel gebouwd, maar daar kom je bedrogen op uit. Ze hebben het snelle goud gesmeed, het goud der dwazen, waardoor je versteent. Hoe kom je dan verder ? Soms moet je juist trager gaan om verder te kunnen, en soms moet je zelfs wat stappen terugnemen, of helemaal teruggaan. Velen zijn in de ban van het snelle goud. Maar het zijn sloten, geen sleutels. Het zijn verdichtingen, geen verfijningen. Nee, het is niet leuk als je in een kerker terechtkomt. De monniken pakken je op als je niet helemaal rechtloopt zoals hen. Maar alles begint in de gevangenis. Als je de sleutel wil leren kennen moet je eerst het slot leren kennen. Vaak is dan het slot een verdraaiing van de sleutel. Het slot bezit daarom ook het geheim van de sleutel. Zo leer je vindingrijk te worden, andere wegen te zoeken, creatief te zijn. Zo leer je waarlijk te verbeelden en je eigen schepper te zijn. Zo leer je zelf een spelmaker te zijn. Teveel ruimte leidt tot verdichting, want zo blijf je gericht op de realiteit die aan je aangeboden wordt, en de vrijheid sleurt je er in mee en versteent je. Terwijl als je ruimte beperkt is, je het in andere werelden gaat zoeken, de werelden van je eigen verbeelding. Je hebt dan geen andere keuze. De mensen hebben het altijd over hetzelfde, alles gaat in dezelfde cirkels, en daardoor verdicht het. De mensen zijn van steen. Ze worden onderdeel van de stadsmuren. Ze worden overal voor gebruikt door de piraten. En alles herhaalt zich. Het zijn de sloten, en die sloten zijn hypnotisch en magisch, als verkeerslichten. Ze willen je manipuleren, meezuigen in de verstening. Ze willen steden en boten bouwen van je onderdelen, en sieraden voor de piraten van je maken. Je kop als een kaarsenstandaard. Ze willen je voor eeuwig laten branden. Ze willen je laten zingen in hun koren. Lachen moet je voor de foto, je mond wijd opendoen bij het zingen, om hen gelukkig te maken. Ze willen een mensenbehager van je maken. Piraten hebben vele hulpjes. Nee, het is niet leuk als je in slavernij leeft bij de piraten. Maar je moet eerst het slot door en door leren kennen voordat je de sleutel door en door kunt kennen. Zo ben je een boeienkoning, een Houdini, en dien je het houdini verschijnsel te ontdekken. De boeien geven niet mee. Ze zijn niet aardig. Ze zijn gemeen, wreed. Ze trekken je mee tot de absolute puinhopen. Ze noemen het liefde, zoals in het boek 1984 van George Orwell. 'Het zombificeert je,' zegt een lied uit 1982.[1] 'Het ministerie van de liefde,' wil je voor eeuwig laten branden, voor eeuwig laten zingen voor hen. Meelopen met de gezombificeerde monniken, kaarsrecht. Nee, de boeien geven niet mee. 'Het is vals en onvriendelijk,' zegt het lied. Het neemt je mee in een auto. Het verleidt. Het neemt je ver weg. Het is een obsessie. Dat is de ontmoeting met het slot. Alleen door kunst kan het gedraaid worden, maar kunst moet je leren. Er is ook piraten kunst. Er is een zwarte kunst. Wie heeft al deze werelden gemaakt ? Feit is dat je je weg er doorheen moet zien te vinden door kennis. Het is een beetje als het verhaal van tien kleine negertjes of tien kleine indiaantjes waarin er steeds één afvalt. Dat was ook het thema in de tachtiger jaren.[2] De monniken marcheren. Het houdini verschijnsel komt dichterbij. De wereld ligt opgesloten in een onderwater kooi. Maar wat ligt buiten de kooi ? Grote haaien, orca's en andere monsters. Moeten we daarom in deze kooi zijn ? Is er een weg in de kooi ? Hierover gaat ook het boek 'de bibelebonse bakker'. Dingen gebeuren met een reden. Dat wil niet zeggen dat die dingen goed zijn, maar het is

om het goede omhoog te brengen, als een katalysator. Als de woningen klaar zijn worden de steigers verbrand. Veel dingen die gebeuren zijn niet goed, maar hebben wel waarde. Als je merkt dat iets de waarheid niet is, wil het niet zeggen dat het geen waarde heeft. Als we zoeken naar waarheid, dan zoeken we dus eigenlijk naar waarde-heid. Meneer waarde-heid, wie bent u ? Hij heeft zijn domeinen. Het is een vreemde man. Hij is klein en heeft een platte hoed op, en kan zich heel breed maken, en tot een box worden. Hij leeft in kistjes en laatjes. Hij floept er zo uit. Hij gaat in en uit, en verandert erin. Meneer waarde-heid, wie bent u ? Hij kan heel dun worden en heel dik, heel lang en heel klein. Zijn domein is een puzzeldomein. Hier wordt gepuzzeld. Hier is het stil. Shhh, heel stil moet je zijn. Verdwalen doe je, veel verdwalen, om vervolgens je weg te vinden. Eerst moet je verdwalen, want je was niet op het juiste pad. Je groeide op op het verkeerde pad, dus het is maar goed ook dat je afdwaalde, en nu ben je hier. Meneer waarde-heid is vrede-heid. Het is een vreemde vrede, een vreemd geluk. Het is een puzzelvrede, een spelvrede. Meneer waarde-heid is een spelmaker. Het is slechts een sieraad van moeder natuur wat ze tot ons heeft gezonden. Het sieraad is natuurlijk en subtiel. Het sieraad is ingetogen. 'Uw sieraad zij niet uitwendig: het vlechten van haar, het omhangen van goud of het dragen van gewaden, maar de verborgen mens uws harten, met de onvergankelijke tooi van een zachtmoedige en stille geestelijkheid, die kostbaar is in het oog van God.' 1 Petrus 3:3-4 Sieraad is in het Aramees sbat, verbonden aan de sabbath, oftewel het rusten in God. Wij mogen rusten in het sieraad van de hogere kennis, van de hogere puzzelkennis. Hierin ligt de ware schoonheid, en alle schoonheid die daarbuiten valt is vals en ijdel. Er ligt alleen schoonheid in de waarheid, in de waarde-heid. Dat is ook in de Egyptologie wat het woord 'mooi' betekent : de wet en de waarheid is de schoonheid. Dat is de hemelse esthetica. Je mag komen tot de natuurlijke, hemelse schoonheid van de puzzel en van het puzzelen. De valse schoonheid van de stad leidt slechts tot verderf. Wat is dan in het Aramees 'het vlechten van het haar' ? In de grondtekst spreekt het over een bepaalde demoon die alsmaar in cirkeltjes gaat. Probeer je cirkeltjes te doorbreken. Dat is wat Petrus oorspronkelijk zegt, en wat de ware schoonheid is, namelijk die van verbeeldingskracht, van progressiviteit en innovatie, het doorbreken van de cliché's. Schoonheid is dus 'anders zijn'. Zo ontstonden ook de supersterren van de tachtiger jaren, omdat die anders durfden te zijn. Ze kwamen uit een andere wereld. Ze gaven een nieuwe definitie aan wat schoonheid was. Als Petrus het heeft over het omhangen van goud dan heeft hij het in de grondtekst over het valse goud van de fabricaties, van ijdele verbeeldingen zoals we in de stad tegenkomen, van vooroordelen en roddel, van dingen uit het verband rukken, oftewel het samensmeden van afgodsbeelden die afbreuk doen aan de waarde-heid. Dit afgodsbeeld, stelt Petrus, is het materialisme, en geld. Als Petrus het dan over gewaden heeft, dan heeft hij het in de Aramese grondtekst over extremisme. Als Petrus het dan over de verborgen mens heeft, dan heeft hij het over de mens die dingen in het geheim doet, die zijn linkerhand niet laat weten wat zijn rechterhand doet. En de stille, zachtmoedige, nederige geestelijkheid omschrijft Petrus in de Aramese grondtekst als de geestelijkheid van een kind, de kinderlijke verbeeldingskracht die niet gelijkvormig is aan dat van de aarde. In een kind vinden we daarom nog vaak de oorspronkelijke hemelse schoonheid van de waarde-heid terug. In de volwassene is schoonheid vaak bedrog en ijdelheid, allemaal voor het oog van de ander. God openbaart de ware schoonheid van de waarde-heid alleen maar aan kindekens. Lukas 10:21 Gij hebt deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen, doch aan kinderkens geopenbaard. voetnoten :

[1] love is a stranger – eurythmics [2] welcome to the pleasure dome – frankie goes to hollywood hoofdstuk 67 ik lijd, dus ik ben Cirkeltjes draaien, als de bijtjes leven, om door het ingewikkelde leven heen te komen. Balans houden. Balans tussen school en feest, tussen oorlog en vrede, tussen slapen en waken, tussen leren en onderwijzen, tussen het verborgene en het openlijke. Het leven is een systeem van tekens die begrepen moeten worden, oftewel wat semiotiek wordt genoemd. Er zijn telkens weer hogere uitleggingen. Sommige situaties veranderen niet. Het spreekt van hogere dingen. Niemand kan zomaar deuren forceren die niet openkunnen, zelfs God niet. Ook God moet zich aan de natuurregels houden. God is dus niet één of andere superman, dat is een belachelijke opgeblazen karikatuur van God en God is niet opgeblazen. God werd mens als wij. God is onder ons, God is in ons, God is ons. Dat kan geen duivel tegenhouden. Maar wij moeten een zuiver begrip krijgen wat deze dingen betekenen. Een heleboel Godsbeelden die mensen van God hebben gemaakt kunnen dus de prullenbak in. Geen oude man op een troon die alles kan. Dat zou heel bitter zijn, want waarom doet hij niks aan alle oorlogen, al het leed, ziekte, marteling, misbruik, corruptie ? Die God bestaat niet. Er is geen simpele oplossing. Die kan zelfs God niet bieden. God hangt aan het kruis, ook vandaag. Het lijden is allemaal geheimtaal, en daar is de eeuwigheid voor om het uit te puzzelen. God is vaak een projectie. Je hebt zelf een verantwoordelijkheid, die je niet op God kunt afschuiven telkens. Je moet zelf groeien. God is vaak een excuus. God is vaak een stokpaardje voor de luien die hem voor hun karretje hebben gespannen. God voor je karretje spannen, God die al het werk doet, en jou op je troontje moet aanbidden. 'God, doe even dit, kietel me even hier, kietel me even daar.' De mens heeft een grote bek over God. Maar de mens is nog nooit in de hemel geweest om te zien hoe het werkelijk zit. Ze praten allemaal elkaar na. Deze duivels zijn van geslacht tot geslacht doorgegeven en ze hangen rond in de hoofden van de mensen. Ze moeten voortdurend gevoed worden, met raad eens wat ? Vlees. Dit is niet God. Het is de God van de buik. Hun hele leven zuipen ze alcohol, wat een schoonmaak middel is, geen levensmiddel, en hun hele leven eten ze vlees, en zo worden de parasieten gevoed, en die draaien alles, maar dan ook alles, om. Je zou er moe van worden. En daarom rennen we weg, naar de wildernis, om alles af te leggen, om een nieuw leven in te gaan. Je laat je poppenhuis in de steek, en je poppenkast, want dat is wat de huidige samenleving is. Door corona is hier flink de fik in gegaan, dus je moet nu wel rennen. Weg van de afgoden van de stad, de verziekte make up tasjes. Ren, ren, houdt er geen reserves op na. De stad houdt de mens onder hypnose, en die wordt afgebroken door corona. Ren, nu je kan. Schudt de doodsgewaden van je af, de lijkenbanden. De steen is weggerold door corona. Het graf is geopend. De klauwen van de grafdelver zijn afgebroken. Ren, ren. Kom tot je ware identiteit in de natuur, niet de karikatuur die de stad van je heeft gemaakt.

Ren, ren. Jeruzalem is brandende, sprak Jeremia, en de mens moest het juk van de wildernis aanvaarden, terugrennen naar de natuur, want alles was corrupt geworden. Ook de zombies komen uit de graven, en ze proberen alles goed te praten, vrede, vrede, terwijl er geen vrede is. Ze eten het vlees van hun afgod bij het avondmaal en drinken zijn bloed, en ze willen ook jouw vlees eten en jouw bloed drinken. Met sterke drank erbij, want dat wordt ook gegoten bij het zombie avondmaal. Daarom zei Jeremia : Ga terug tot de natuur waarvan je vervreemd bent geraakt. De stad is een leugen, en als de plagen zouden komen, dan zou de mens zich nog niet bekeren. Het is volbracht, zegt dan een stem. Telkens weer kruisigden ze hem, telkens weer verscheurden ze hem en aten van zijn vlees, dronken van zijn bloed, met sterke drank, bij het avondmaal, om alles te verdraaien. Ze bouwden hun toren van Babylon om alles te verwarren. Wie heeft de sleutel tot deze toren, wie heeft de sleutel uit deze toren ? Het is volbracht. Er is een weg tot de natuur. Die weg loopt door je eigen hart, door je eigen lijden, en bevat de sleutel. Hier sterft de arm van de zombie af, van de grafdelver, hier brokkelt zijn klauw af, die je in een wurgende greep hield. Nagels gingen diep. Ze vierden hun feesten. Zo diep gaat het lijden. Niemand overkomt iets bijzonders, want alles was al opgetekend, en alles gebeurde al ergens anders. Niemand lijdt in eenzaamheid, want het is God's lijden, het lijden van het universum, en het bestaan. Ik lijdt, dus ik ben. Kun je nog voelen ? Kun je nog ervaren ? Als je altijd met een tandpasta glimlach rondloopt mag je je afvragen of je nog daadwerkelijk leeft. Leven is lijden, voelen, ervaren, en soms is alles dood, en ijs, en zo heb je de sleutel tot God aan wie hetzelfde lijden is toegemeten. Zou je God willen missen ? Die loopt niet ergens met een brede tandpasta glimlach rond in de hemel de hele tijd. Die zit niet op een hoge troon neerkijkende op de lijdende massa's met een glaasje wijn of bier. Wie lijdt kent het geheim van de eeuwigheid. Toch is het ook volbracht. Alles is al volbracht. De wegen zijn al uitgestippeld, en het reikt uit naar ons. Juist door het lijden, door het lijden. Het komt je niet aanwaaien. Het wordt niet overgebracht door handoplegging, de doop of een papiertje. Je gaat er zelf doorheen, om zo ook zelf tot de opstanding te komen, niet één of andere parasiet in je. Ik lijdt, dus ik ben, is dus ook : ik lijdt, dus ik ken. En soms kennen we niet in het lijden, en moeten we nog dieper, maar het zaad wordt hier gezaaid. En de natuur dan ? Hoe gaat dit, leven in de natuur ? Door het lijden wordt er een tunnel gegraven, een hol, van de stad tot de natuur, en daar zijn de beren. Daar zijn de slangen, en andere roofdieren. In de natuur is het zeker geen luilekkerland. Je moet zien te overleven hier. Het lijden vergezeld je ook hier, als een totem. Het lijden spreekt. Koning leeuw denkt dat hij de koning van de natuur is. En ook de wolven maken jacht. Sommigen rennen dan weer terug naar de stad. Alles veilig hier, tussen de zombies ? Maar de stad is brandende ? En telkens wordt je weer wakker in de stad. Of liever gezegd : Telkens heb je weer nachtmerries over de stad. Je bent in de natuur. Hoe doe je dat dan, leven in de natuur ? Jeremia zei : Neem het juk van de natuur, neem het kruis van de natuur. Kom tot het vreemde, laat het gelijkvormige achter. Er zou een vreemd volk komen. Kun je komen tot je vreemde zelf ? Alles wat normaal lijkt is namelijk niet normaal, want je bent gehersenspoelt in de stad door de zombie systemen. Ze hebben je zogenaamd een normaal zelf gegeven, en je laten vervreemden van je ware natuurzelf. Daarom moet je komen tot je vreemde, hogere zelf. Hoe doe je dat ? Telkens weer wordt je teruggezogen tot de stad. De Vur zegt hierover in boek 128 : 128. DE DRAAIKOLK 1. En ik word weer tot steen,

IJskoude kennis en ijskoud loon, 2. De draaikolk zuigt mij terug naar de stad, Waar ik een raadsel moet oplossen, Ik kom terug tot de tuinen 3. Draaikolken in de bloemen en struiken, In het bos zuigen ze mij terug Wij moeten dus komen tot de natuur in de stad, om zo een weg terug te vinden tot het bos. We moeten de tekens van de natuur in de stad leren kennen en leren ontdekken. Je kunt dan denken aan de tuinen en de parken in de stad, stukjes natuur om je heen. Zij vormen de sleutels tot de natuur. Zij waren gekomen tot de stad, tot je bed, om je terug te leiden tot de natuur. Zij kwamen vanuit de natuur. Wij zijn niet alleen gelaten. De natuur is met ons, dwars door alles heen. Hier mogen je ogen toe openen. De bloemen groeien wel, en ze groeien vanuit de natuur de torenraampjes binnen, heel hoog. Ze weten hun weg wel over de stadsmuren heen om jou te vinden. hoofdstuk 68 kinderen van venezuela – verjaardagsfeesten of feesten van armenhulp – leven na corona Jakobus 1:27 Zuivere en onbevlekte godsdienst is: omzien naar wezen en weduwen in hun druk en zichzelf onbesmet van de wereld bewaren. Verhongerende kinderen in Venezuela, terwijl vrouwen in rijke verstadste landen met felle nagellak lopen, terwijl ze niet hun oorlogskleuren op hebben gedaan. Gelukkig spreek ik dan over heel weinig vrouwen die dat doen. De mens is zeer wijs geworden door corona. Veel vrouwen lopen nu als natuurmensen door de stad met pijl en boog, en hebben hun oorlogsverf opgedaan, en zijn geen zwaar opgetutte hoeren meer. Verhongerende kinderen in Venezuela, Nee, vrouwen hebben nu hun verantwoordelijkheid op zich genomen, en prediken het evangelie op straat. Het evangelie is geen theologisch gezwam waarbij de onbegrijpbare doctrines je om de oren vliegen. Nee, het evangelie is zeer simpel : Jakobus 1:27 Zuivere en onbevlekte godsdienst is: omzien naar wezen en weduwen in hun druk en zichzelf onbesmet van de wereld bewaren. Het ware evangelie is het helpen van mens en dier in nood, het helpen van de armen, de zieken en

de zwakken. Daarvoor doe je je oorlogskleuren op, niet zoals de dames in de stad, maar zoals de natuurvrouwen. Daarvoor neem je pijl en boog, en sta je niet de hele dag voor de spiegel om te zien of je haar nog wel goed zit. De natuurvrouw werkt voor een betere wereld en dat is haar sieraad, en dat brengt ze tot uiting in alles, ook in haar lichaam, ook in de manier waarop ze zich kleedt en siert. De natuurvrouw is niet zomaar iets wat je 'ziet', maar iets wat je voelt, een visioen, een droom. Het is iets wat je ervaart als een geestelijke gave, als geestelijk loon, want alleen de geestelijken zullen haar verstaan. Verhongerende kinderen in Venezuela, terwijl ze in de stad grote verjaardagsfeesten vieren, maar wat valt er te vieren ? Nee, dat kan niet meer nu corona is gekomen. Corona heeft een grote streep getrokken. Nu wordt eindelijk alles eerlijk verdeeld. Het gaat toch niet om ons ? Het gaat toch om de arme kinderen die het meer nodig hebben dan ons ? Als we ze helpen dan pas hebben we wat te vieren, en dan vieren we het geluk van zo'n kind, de redding van zo'n kind. Waarom vieren we dat niet in de stad ? De stad is een groot egoïstisch monster. Ik had vannacht een droom over Venezuela. Het was een parallelle wereld. Mensen die waren overleden leefden hier nog, en de mensen die ik kende waren hier heel anders. Er was een andere familie hier. Een oom zei : Het gaat over vrijheid winnen, en de kennis van vrijheid. Ook een vader zei iets, en een moeder zei iets, wat ik me niet meer kan herinneren, maar ze hadden het over een oma, en ik zei : oma is overleden. Maar nee, die leefde nog steeds volgens hen. Natuurlijk, want in andere dromen zoek ik haar soms op, of zoekt ze mij op. Hoe kunnen we de armnen helpen ? Vertel hen van de andere wereld. Verhongerende kinderen in Venezuela, Terwijl in de grote rijke steden de auto's zwaar roken, dure, grote auto's, en de mens 'mooi' loopt te doen, alsof hun 'mooie' dure kleren iets voorstellen. Wat is mooi ? Predik het evangelie. Hoe liefelijk op de bergen zijn de voeten van degene die het goede nieuws brengt. Laat je ene hand niet weten wat je andere hand doet. Doe het niet voor de eer van mensen. Doe het ook niet om mensen te behagen. Er is een geheime wereld. Het is een boodschap die de mens niet wil horen. De mens wil graag gezien worden. Verhongerende kinderen in Venezuela, terwijl de mens dure champagne drinkt in de stad op de puinhopen gebouwd, alsof die mens heel wat heeft bereikt. Nee, je hebt niks bereikt, maar de champagne smaakt bitter na corona, en je bent alleen zelf nog overgebleven, op anderhalve meter afstand.

Goed, goed, allemaal opdonderen, Kunnen ze ook geen kinderen meer verkrachten, en geen kinderen meer implanteren, geen kinderen meer aan de drugs helpen en aan de alcohol, geen verjaardagsfeesten meer, maar feesten van armenhulp, voor de kinderen in Venezuela. Die moeten toch ook leven ? Maar de mens heeft honderdduizenden excusen, Alleen corona luistert niet … Ze gunnen kinderen het licht in de ogen niet. Ze halen kinderen bij hun ouders weg, en gaan dan over die ouders liegen en stoken. En wat waren die ouders ? Je raad het al : activisten, predikers van het evangelie, armenhelpers, die geen verjaardagsfeesten vierden, maar armenhulp feesten. Venezuela is een corrupt land. Activisten worden zo in de gevangenis gegooid. Daarom durven veel mensen niets te doen. Doe daarom je oorlogsverf op. Je kunt in het klein beginnen. Het hoeft niet groots. Het begint met luisteren. Het gaat om de zaadjes, om het subtiele, Soms kunnen we alleen maar bidden, of heel stil zijn, Soms kunnen we alleen maar lijden, verafgelegen aan een kruis, Soms kunnen we alleen maar gebukt gaan onder een slavenjuk, Soms kunnen we alleen maar sterven. Maar de hemel ziet al het kleine. Wij zijn maar klein, wij sterven als zaadjes in de grond. Wij zijn maar druppels in de zee, met onze grote monden, Wat hebben we in te brengen ? Wie zal luisteren ? De hemel ziet al het kleine. Het grote is door de hemel niet gezien. Het kwam net langs, waar is het ? 't Is veel te groot, Het past er niet in. Vrijheid is een kunst, Je moet klein genoeg zijn

hoofdstuk 69 anderhalve meter afstand Anderhalve meter afstand ? Goedzo, dan blijven ze in ieder geval van andermans kinderen af en van de dieren. Op naar de twee meter ! En dan drie, en dan vier, en dan vijf, totdat ze het universum zijn uitgeschoven ! hoofdstuk 70 het sprookje van de zwarte beer Mattheus 25 42 Ik heb honger geleden en gij hebt Mij niet te eten gegeven, Ik heb dorst geleden en gij hebt Mij niet te drinken gegeven; 43 Ik ben een vreemdeling geweest en gij hebt Mij niet gehuisvest, naakt en gij hebt Mij niet gekleed, ziek en in de gevangenis en gij hebt Mij niet bezocht. 44 Dan zullen ook zij Hem antwoorden en zeggen: Here, wanneer hebben wij U hongerig gezien, of dorstig, of als vreemdeling, of naakt of ziek, of in de gevangenis, en hebben wij U niet gediend? 45 Dan zal Hij hun antwoorden en zeggen: Voorwaar, Ik zeg u, in zoverre gij dit aan één van deze minsten niet gedaan hebt, hebt gij het ook aan Mij niet gedaan. Dat iedereen in dit stinkende rijke gedeelte van de wereld schaamte mag voelen over hun hebzucht, alsmaar meer willen, terwijl er kinderen zijn die amper kunnen bestaan, doodhongeren vanwege de feestjes van het stinkende rijke gedeelte van de wereld, de onverschillige wereld. Ze gaan naar peperdure restauranten en hun terrasjes en halen hun neus op als er een dakloze voorbij komt. Daar lopen ze te protsen met hun tasjes en hun elitaire gedrag. IJskoude ogen en ijskoude harten. Onverschilligheid is een grote zonde en ziekte. We zijn maar heel beperkt in ons lichaam en in ons denken, maar het hart gaat boven denken. Als de elementen instorten, dan blijft alleen het hart over, en velen hebben geen hart. Wat blijft er dan nog van je over ? Werk dus nu al aan het hebben van een hart, want al het andere is slechts illusie. 'Wat gij een dier hebt aangedaan hebt gij Mij aangedaan.' Hoe gaan wij met de dieren om die naar de gelijkenis van God gemaakt zijn, en dus ook als onze gelijkenis ? Zij zijn onze organen. Ik kan daar wel uren over praten. Moord op een dier is dus puur zelfmoord. Je doorsteekt je eigen hart en je snijdt in je eigen pols. Annie Lennox van de Eurythmics zei in 1984 : 'Als ik mensen vlees zie eten, dan ben ik me bewust van de slacht die heeft plaatsgevonden. Dus in plaats van het eten van vleestaart doe ik er afstand van als ik honger heb. Vanuit een karmische manier van kijken - en ik weet dat mensen zullen denken dat ik nu een complete idioot ben - loopt men heel wat zeer slecht

karma op door het eten van vlees.' Linda McCartney (1941-1998, God hebbe haar ziel), de vrouw van Paul McCartney, sprak dat ze "niets at met een gezicht ... Als slachthuizen glazen wanden hadden, zou de hele wereld vegetarisch zijn". Brian May, de legendarische gitarist van Queen, sprak : '"Het eten van dieren heeft ons op onze knieën gebracht. Het is tijd om onze wereld opnieuw te onderzoeken op een manier die geen misbruik maakt van andere soorten van levende wezens. Dat is hier een centraal punt, deze pandemie leek te komen van mensen die dieren aten en het wordt steeds beter bekend dat het eten van dieren niet het beste is voor onze gezondheid." Volgens de religie van Freddie Mercury, het zoroastrisme, is het vlees eten (carnivorisme) uitgevonden door de duivel en is de mensheid voorbestemd voor vegetarisme. Door bovenstaande kunnen we ook vaststellen dat het carnivorisme uiteindelijk zelf-kannibalisme is, het eten van jezelf, en dus zelfvernietiging. Uiteindelijk doen alleen degenen die geen hart hebben dit. Als je geen hart hebt zul je dus uiteindelijk niet meer bestaan, omdat het hart de enige werkelijkheid is. Alleen het hart is eeuwig, en hartelozen zijn slechts tijdelijk. Als kind kun je er niets aan doen, maar als je uiteindelijk volwassen bent geworden dan heb je zelf de keuze en moet je zelf verantwoordelijkheid nemen. In zijn twintiger jaren wordt de mens volwassen. Alleen maar denken aan je gezondheid is niet genoeg. Je moet denken aan de gezondheid van een ander, aan de gezondheid van het dier zelf. Alleen maar denken aan zelf genoeg te eten hebben is niet genoeg. 'Ja, maar we moeten eten,' is niet geldig, want het dier moet ook eten. De mens denkt altijd vanuit zichzelf, nooit vanuit de ander en het dier, en dit wordt de mens fataal. De mens denkt nog steeds dat hij een supernazi is die boven alle andere levensvormen is gesteld. Hiervoor hebben ze geen bewijs, het is totaal ongegrond, een overgeleverd sprookje. Paulus sprak : 'want wij hebben niet te strijden tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten.' (Efeze 6) In de grondtekst is de bespreking van de wapenrusting tegen het kwaad wel uitgebeeld als de jacht en de visserij, maar dit is iets symbolisch. De ongeletterde, onintellectuele mens heeft dit verletterlijkt en in zijn eigen vleselijke hartstochten verdraaid. De literatuur spreekt over 'de jacht op het zondige vlees, op de zonde', en dit is ook niet letterlijk, maar een studie proces. 'Ken uw vijand. Ken de semiotiek, ken de exegese.' Uiteindelijk komt het er dan op neer dat de mens een spion is in vreemde landen, als een James Bond. Daarom spreken die verhalen ook zo tot de verbeelding. Liefde regeert. Liefde is profetisch, als de hogere wegen van de hemel, en daarom kunnen vleselijke mensen het geestelijke ook niet begrijpen. Altijd strijden ze er tegen. Een profeet is in zijn eigen woonplaats niet geliefd. De liefde onderzoekt en verdiept, en komt tot de veel hogere wetten van het heelal. Zo zal de liefde de eeuwige dood overwinnen. Aan welke kant sta jij ? Je mag zo komen tot het grote liefdesverzet, en weten dat je tegen een valse liefde strijdt, een kennisloze liefde van het vleselijke systeem wat alles heeft verdraaid, zoals ook in het boek 1984 van George Orwell. Deze macht heeft het altijd over liefde en vergeving, maar dit is een zelfliefde, want ze verwoesten dier en natuur, en zijn materialistisch, hebben alles verdraaid en bedreigen kinderen met eeuwige marteling als ze niet doen wat ze zeggen. Kinderen durven zo niet critisch te denken. Ze zijn verlamd. Ze zijn bang gemaakt dat wanneer je anders bent, dan zul je voor eeuwig gemarteld worden in de hel. We hebben te maken met zwaar duivelse cultussen waar deze families in zijn geraakt, en ze sleuren alles mee wat ze mee kunnen sleuren. We praten over de volwassenen, de oudjes, die zich hierin hebben verhard. Zij slepen hun kinderen en kleinkinderen mee naar dit soort gedrochtelijke kerken waar zulke dingen worden gepredikt. Daarom gaat de oorlog verder. Ware ouders en ware grootouders worden door het systeem uitgeschakeld. Op ware liefde en goede daden staat zware straf in dit duivelse systeem. Kinderen worden psychisch doodgemarteld en eindigen zo aan de drugs en met tatoeages, ring door het oor. Het zijn slaven. Totaal en totaal gebrainwashed. En die families vinden zichzelf oh zo normaal. Normaler kan het niet. Zo hoort het, en wat de boer niet kent dat vreet hij niet. Wij moeten elke dag de geestelijke wapenrusting aandoen, en elke dag op

jacht, niet tegen vlees en bloed, niet tegen onze naasten, niet tegen de dieren, maar tegen het zondige vlees, want het is uitgezonden te liegen, stelen en moorden. Paulus sprak : Spoor elkaar aan tot liefde en goede werken. Daarom blijven we dit herhalen. De tegenstander programmeert namelijk door herhaling, en daarom moeten ook wij herhalen. Herhaling is een grote sleutel, opdat wij niet indutten. De tegenstander rust nooit, en heeft een groot arsenaal aan bedrieglijkheden. Indutten nu kan fataal wezen. Het leven is niet vrijblijvend, ook het eeuwige leven niet. Niemand wordt gedwongen eeuwig te leven. Velen kiezen ervoor niet meer te bestaan. Ze willen de moeite allemaal niet, al die studie, al die regels. Ze willen de eeuwige dood, op de rug van de zwarte beer. Dat is eigenlijk wat ze zeggen in de ingedutte kerken : 'La me toch slapeh. Ik ben op de rug van de zwarte beer. Mijn god is de buik en een goede nachtrust. Ik laat het denken over aan andere mensen. Ik lees het wel in de kranten en de roddelblaadjes. Lekker makkelijk, lekker kip eten. Ik zit hier goed op de rug van de zwarte beer. Ik ben mijn eigen god, en als de rekeningen komen ben ik er toch niet meer. Lekker joyriden, lekker verjaardagen vieren over de ruggen van anderen heen. 'k Zit hier goed zo. Mijn god is de dood. Lekker makkelijk. De eeuwige dood, hoef ik nooit meer te ontwaken. Een hart heb ik niet nodig. Het zwarte brein van de zwarte beer is mij genoeg. Ik ben lekker selectief. Lekker supernazi zijn, heerlijk toch ? De zwarte beer brengt mij overal naartoe. Lekker reisjes maken … Kerkelijk verkapt atheïsme naar kennis en het goede toe is toch wel het beste.' – Maar corona is gekomen … 'Nou, dan kan alles toch lekker zich verspoedigen ? Heerlijk en zalig die eeuwige dood, de eeuwige rust …. Zalig, zalig, zalig, lekker aan de drugs ….' Wat een sprookje, hè ? Lekker de boel bedriegen. Niks hoeft, alles mag, en dan toch de supernazi spelen. Allemaal op de rug van de zwarte beer. Die draagt alle schuld wel, die is voor hen gestorven. Die gaat hen voor in de eeuwige dood. Wie oren heeft, die hore. hoofdstuk 71 christelijke vazen De Jezus Christus cultus, wat een bedrog. Wij als vrijgemaakt predikanten prediken ook wel over Jezus zo nu en dan, maar niet als een afgod en als een obsessie, maar als een voorbeeld en metafoor. Jezus is altijd weer hun excuus. En maar aanrotzooien, want Jezus is voor hen gestorven, en die heeft alles volbracht. Jezus is hun geluksmedaille, geen pad om te volgen. Ze lijken in de verste verten niet op Jezus. Hun Jezus is een zwarte beer. Maar de zwarte beer waarop zij rijden is een moordenaar en een zelfmoordenaar. Het is een kinderlokker en een kindermoordenaar, en dit beest kwam in de tweede wereldoorlog aan de oppervlaktes. Er is wel veel aan vooraf gegaan. De literatuur waarschuwt ervoor, en is het altijd een paar stappen voor. Daarom is het belangrijk in de boeken te leven. De literatuur is een parallelle wereld. Aan beide kanten van de brug staat de boel in brand. Beide kanten zijn twee extremen. Vandaar dat de boeddha zei : Bega het middenpad. De vur stelt dat er alleen leven mogelijk is op de brug. Op de brug gaat zich dan een muur vormen tussen de geestelijke mens en de vleselijke mens, en tussen de natuurmens en de stadmens.

In 1921 waarschuwde de Duits-Luxemburgse schrijver Norbert Jacques (1880-1954) al tegen het opkomende fascisme door zijn boek dr. Mabuse, de speler, over een gokkende, psychopatische dokter die gebruik maakt van mind control en hypnose om zo zijn poppetjes te laten dansen, en die verschuivende persoonlijkheden heeft. In 1922 kwam het op film en leidde in 1931 ook tot het uitbrengen van de film 'M' over een kindermoordenaar. Ook Randy Newman wijst hier op terug in zijn little criminals album in het lied 'In Germany before the War' (1977). In principe gaat dit hele scala van pijlers van de tweede wereldoorlog over bezetenheid. Je kunt niet zomaar iets of iemand de schuld geven, want er zit iets achter het mengpaneel. Je moet bij de poppenmaker zijn, degene die aan de touwtjes trekt, en dat wordt in de charismatische beweging de territoriale oorlogsvoering genoemd. Anders is het dweilen met de kraan open. De zwarte beer waarop zij rijden is hun drug. Het is een zwarte Jezus en die wordt wit geplamuurd als gewitte graven, alsof er niets aan de hand is. Er gaat een doek over het mes. Er gaat een doek over de haak, zodat niemand het ziet. Hoe werkt dat dan ? Na de eerste wereldoorlog werd Duitsland als schuldige aangewezen en zij moesten reparatie kosten betalen, en Duitsland kreeg zo een grote economische klap. Uiteindelijk ontstond zo de tweede wereldoorlog als de wraak van Duitsland, maar het ligt veel dieper. Het is over komen waaien vanuit Amerika. De kolonisten hadden de indianen onderdrukt, en slaven uit Afrika gebracht. Europa nam Amerika over, wat dus eerst Indianië was. Vandaar dat de eerste en tweede wereldoorlog kwamen. Dit zijn afscheidingen. De tweede bijbel spreekt over een meisje met rode laarzen in de literatuur, en zij moest de muur brengen tussen de lezer en de schrijver, tussen de lezer en het boek. Zij moest de muren van de bibliotheek brengen, van het museum, opdat alles een verhaal zou worden. Dit is een muur van rode doorzichtigheid. De oorlogen ontstonden toen ze haar rode laarzen verloor. Dit wil zeggen dat 'het bloed van Jezus' zijn oorspronkelijke betekenis verloor, waar het oorspronkelijk voor stond in de grondteksten, en dat het verdraaid en verletterlijkt werd tot de gruwel van de zwarte beer, van een zwart giftig bloed wat mensen dronken als een drug. Hierdoor ging hun persoonlijkheid zich splitsen, werden ze hypocriet, terwijl ze geestelijken hiervan beschuldigen omdat die niet met hen meedansen. Het zijn bloemisten. Al het geestelijke kappen ze weg en laten ze sterven in de vazen. 'Oh, wat mooi, ja, oh wat mooi,' en ondertussen steken ze het dood. Hier komt psycho analyse van pas. Wat is het ? Kijken we naar de eerste wereldoorlog waarin Duitsland geld drukte waar ze geen schatkist voor hadden, en gingen lenen om hun wapentuig te financieren voor de eerste wereldoorlog, dan zien we daar een inflatie opkomen, een prijsverhoging, die al snel wordt tot een hyperinflatie die grote economische paniek en onrust veroorzaakte. Zo ontstond de muur, en wat leert dit ons uiteindelijk ? Want wat we op aarde zagen waren slechts verletterlijkingen en verdraaiingen van belangrijke geestelijke principes : psychologische inflatie. Dit wil zeggen dat we niet meer de goedkope hoer moeten spelen en ons niet meer makkelijk moeten laten omkopen. We moeten onze geestelijke 'prijzen' verhogen, wat wil zeggen dat we de lat hoger moeten leggen voor onszelf, opdat we niet bedonderd worden. Het wil zeggen dat we betere en hogere voorwaarden voor onszelf moeten zetten. Bouw de muren. Alles moet weer achter glas. Geestelijk gezien moeten we onze winkel oprichten. Het vereist onderzoek voordat we iets doen. Waai dus niet zomaar met alle winden mee. Geestelijke inflatie moet er dus wel zijn. Wij zijn duur betaald.

hoofdstuk 72 venezuela en de piraten van spanje Het hongeren is een beeld van het onderzoeken, niet tot voorbarige conclusies komen. Het hongeren schept dus een muur, om ons te beschermen tegen het vooroordeel en de verletterlijking. Dit is de hongermuur, waardoor alles genoodzaakt achter glas komt, waar ook corona een beeld van is. Alles komt weer achter glas, in de boeken, in het museum. Door het lijden en hongeren neemt de mens afstand, en dan veranderen de betekenissen en kan de mens contact maken met een parallelle realiteit. Ik fietste altijd over een lange weg naar school genaamd de parallelweg. In mijn dromen ging ik hier vaak naar terug en werd ik opgenomen tot hogere dromen. Kunnen we de hongermuur liefhebben ? Venezuela is Venus-L of Venus-el, Venus-allah, oftewel de liefde tot het hongeren, wat een studie liefde is. In 1522 werd Venezuela gekoloniseerd door de Spanjaarden. De hongermuur werd gestolen en kwam in een verletterlijkte, corrupte en verdraaide vorm tot Europa in de wereldoorlog. De muur tussen lezer en schrijver, tussen lezer en boek. Zo kan de mens afstand nemen en het tot hogere betekenissen laten komen. Dat is waar Venezuela, of Venus-L voor staat. De piraten van Spanje hebben dit geheim omsingeld. Niet zomaar tot de scholen gaan, maar afstand nemen, je afvragen : waarom. Komen tot de hogere betekenissen, de hogere scholen. Laat je niet onderwijzen door kolonisten. Laat je niet onderwijzen door de piraten van Spanje. Ga terug naar de bron. Leer niet zomaar, maar vraag je af : waarom. Kom daarom tot de hongermuur. We zien de armoede in Venezuela als een wrang beeld van de hongermuur, de studiemuur. De situatie veranderd niet zomaar, maar er moet psycho-analyse op toegepast worden. Is Venezuela in je hart ? Heb je haar stem gehoord ? Weet je wat het betekent ? Zij was verkracht door de Spanjaarden. Geplunderd en naar Europa gebracht, opdat zij een karikatuur van de muur zouden bouwen. De tweede wereldoorlog roept nog steeds naar de hemel, zij dobbelen met de tranen van Venezuela. De kaarten worden geschud. Aan welke kant van de tafel zit je ? Hier wordt het boek gebouwd. Alles gaat weer terug in de boeken, achter glas. De literatuur wordt opgericht. Daartoe is corona gekomen. Het is niet voor de verkoop. Je mag er alleen naar kijken. Een pop achter glas, een etalage pop. Ze spreekt niet meer. Maar haar verhalen spreken boekdelen. hoofdstuk 73 de slag om berlijn Ze verfden haar haren goud, en verfden haar huid wit, daar in een duistere Italiaanse steeg, en toen werd ze aan Duitsland verkocht, de tweede wereldoorlog … En ze noemden haar Vanille, de sa weggekapt, de kennis, van toen ze nog Venezuela was. En ze trokken haar diep, ze was nog maar een kind. Slechts een pop was zij in hun handen, als bouwende de Berlijnse muur. Waarom spreekt zij niet, waarom horen wij niet haar stem ? Ze is slechts een oorlogsboek. De hongermuur is belangrijk om de gave van contexten te ontvangen. In de context bevriest alles, gaat alles achter het glas, gaat alles terug in de boeken. Context kennis is dus van levensbelang, en die komt in de verhalen.

Ze maakten van haar … nazi jeugd … Bruin brood belegd met vanille … Mocca taarten bedekt met vanille saus … Soms herinneren alleen nog bruine ogen aan haar … Er draait een wit hek in een Duits weiland … Heel traag met trage muziek … Je kunt er niet overheen, maar alleen maar dieper in … Het leven stroomt ergens … Het eeuwig leven stroomt ergens … De Venezuela muur draagt dus een duister geheim, toen ze samensmolt met Berlijn, een Orionse vorst … Het nazi rijk staat of valt met de slag om Berlijn … Hier drong het rode leger van Rusland binnen … Rood, de kleur van verhalen en context … Terwijl het nazi rijk een beeld was van de kortzichtigheid … Een beer drong door in het hart van Berlijn, een rode beer … om Venezuela terug te halen … Hier zonk het nazi rijk en het rijk der kolonisten … van Spaanse piraten … weg in de dieptes … Onder de papieren van een geestelijke … Het eeuwige woord werd opgericht … De slag om Berlijn duurt voort, want het laatste woord is er nog niet over gezegd … En velen hebben het woord niet gehoord … Een spaanse nar zit op zijn troon … spreekt woorden van zijn hoge troon, maar niemand luistert … Zij zijn allen aan de drugs … onder hypnose bespelen zij hun violen … Venezuela als dochter van een bloemist … Haar moeder is een kapster, zij knipt de koppen kaal … opdat zij niets meer herinneren, van wat Venezuela is aangedaan ... Het rode leger strijdt fel … Berlijn, Berlijn, Berlijn, om al die verhalen te brengen eens verloren …. tot het hart van Venezuela, om sneeuwwitje te doen ontwaken … Het sneeuwde vanille die dag … Ik kijk nog steeds tegen deze muur … Een hongermuur van de natuur … De dromen gaan nog steeds in de nachten diep … Spaanse piraten op de kusten … als bijen die de honing brengen, van land tot land … Een spaanse nar op zijn troon die lacht … En Venezuela gehuld in bloemenpracht … Dit zijn de dagen van Venezuela … de dagen van diepe kennis … Zo diep, zo diep, dat het begint te draaien en te duizelen … Zo diep, dat ze haarzelf vergat … Er is een plaats waar kennis begint te duizelen … Daar bij het witte hek … In een weiland in Duitsland … Het draait en trekt je steeds dieper …

Trage muziek en onweer …. Een rode beer brullende in de nacht … Ze namen haar mee over zee … Ze spraken leugens over haar … Orionse vorsten dobbelden over haar … Wie kent het geheim van Venezuela … De bijen vliegen om deze bloem … Strijden een hevig gevecht … Om haar honing te nemen … Een lachende spaanse nar op zijn troon … Hij lacht door de gehele nacht … Ik kijk nog steeds naar de hongermuur … Een dijk in de nacht … Welke hand greep haar ? Welke hand doorstak haar dijk ? Welke hand brak haar in de nacht ? De poppenmaker van Berlijn had zijn poppendieven gezonden … Stelende kindjes 's nachts uit hun bedden … Om hen tot poppen te maken voor de grote oorlog … Spaanse zeerovers aan de kusten van Venezuela … De slag om Berlijn, een grote … Klokken tikken hier niet meer … Een poppenmaker valt van zijn paard … Ik heb in zijn poppenmakerij rondgekeken, Grote magazijnen met kinderen … Bevroren en bedrogen … Kinderen van Venezuela … En ik werd zelf tot pop … Maar alleen poppen kunnen poppenmakers worden … Zij komen van diep, zij hebben de lijm … Ik keek naar de poppenmaker, En ik duizelde … Hij had zijn kinderen gedrild tot een leger … Gestolen kinderen … Kinderen van Venezuela … Kinderen van de diepte … Van de hongermuur … Kinderen van kennis … Kinderen van de natuur … En ik begon nieuwe poppen te maken … Door mijn woorden te spreken …

De hongermuur, een muur van het misverstand, van een parallelle wereld … Het was een talenmuur … Op de toren van Berlijn, kunnen wij het overstijgen, maar wat is Berlijn ? Alleen zij de slag van Berlijn hebben gestreden kunnen dit vertellen … Ik was hoog op de toren en ik viel, in een bloemendal … Ik was hoog op de toren en ik viel, en ontwaakte Je komt alleen hoger door dieper te gaan … Er is geen weg dan met de kinderen van Venezuela … hoofdstuk 74 het monster van berlijn Mensen zijn de ergste roofdieren … Wat je ze verteld dat draaien ze om, en maken ze hun eigen verhalen van, om er een markt mee te bedrijven … Europeanen gingen graag naar Zuid-Amerika om daar te plunderen, om van de buit hun eigen koninkrijkjes te bouwen … Ze hebben Zuid Amerika verkracht … De prachtige, esoterische religie die het christendom eens was in Egypte en Israel hebben ze ook geplunderd en verkracht. Europa is een hol van rovers. Alles gaat achter glas … dat is aan beide kanten zo … als etalage poppen … En de poppen zijn duur, zo duur … Alles is uit de hand gelopen, deze oorlog … Alles moet terug tot de speelgoedwinkels … Het wordt weer december … De zwarte pieten oorlogen zijn weer in volle gang … Het was hetzelfde als de dopenoorlog vroeger : volwassendoop of kinderdoop … Het gaat niet om wel of niet, maar om hoe, want het zijn slechts metaforen … Maar deze metaforen zijn verbonden aan de speelgoedwinkel, aan de poppenmaker … Alles is uit de hand gelopen … De zwarte pieten herinneren aan Venezuela … Hoe zij eens tot Europa werd gebracht, tot Spanje …

Als sprookje heeft het sinterklaasfeest heel veel waarde, niet als religie … Het is maar net wat je ermee doet … Voor beide kanten is wat te zeggen … De samenwerking tussen zwart en wit is goed … Maar het moet niet zwart-wit worden … Wat houdt dit in ? Nuances zijn goed, maar ze moeten wel in de context blijven. Waar de context weg is worden nuances gemaakt die helemaal niet bestaan, zoals in de roddel industrie, en zoals dokters die ziektes inbeelden om hun medicijnen te kunnen verkopen … ze praten mensen ziektes aan die helemaal niet bestaan … De dokters van de medische markt zijn GEEN liefdadigheids organisaties … ze jagen op je geld … het is een medische media die liegt voor het geld … ze geven valse hoop en valse info … dokters verkleden zich als criminelen om mensen dieper het ziekenhuis in te brengen … ze maken problemen om zo hun oplossingen te kunnen verkopen … en die oplossingen zijn nieuwe problemen opdat ze weer oplossingen kunnen verkopen, die vervolgend weer nieuwe problemen zijn … KASSA ! dat is de vicieuze cirkel van het geld … Zo roofden ze ook kleine Venezuela … De dokters van de medische markt zijn NIET je vrienden … Je bent in duistere handen, en daar beginnen ze al vroeg mee … Spuitje hier, spuitje daar, implantaatje hier en daar, Om de poppetjes te maken en te laten dansen … Alles wat er hier is overgebleven is een museum … Alles wat er hier is overgebleven is een speelgoedwinkel … En de poppetjes zijn zo duur, zo duur, dat je zelfs jezelf niet kunt kopen … Hoor je het goed ? Je kunt jezelf NIET kopen … Je staat daar in de etalage als een etalage pop … Niet voor de verkoop … Je kunt alleen maar kijken … Je bent bezit van de poppenmaker … Het materialisme is kortzichtige nuances uit de context gehaald, een contextloze schijnwerkelijkheid, gestolen, verdraaide nuances, het monster van berlijn … De zwarte pieten oorlog die elk jaar weer opgetrommeld wordt gaat allemaal om speelgoed … Het gaat allemaal om de etalages, de poppetjes … Ruiten worden ingegooid, politie erbij en de dokter … En waar is de poppenmaker ? De poppenmaker woont in Berlijn … met zijn maskers op gaat hij door het hele land … Overal heeft hij zijn vakantie huisjes … Hij staat op elke hoek van de straat,

Hij kan zich met gemak in een lantaarnpaal veranderen … shapeshifters … mister morph … Daar gaat hij over de straten …. hij verslindt mens, kind en dier … Met make up verbergt hij een heleboel … Snel doet hij de schuld verschuiven … Oh kijk dit monster eens gaan, sluw glijdend door het gras … De mens is een veel erger virus dan corona … Wat het morona virus wordt genoemd … hoofdstuk 75 het slaat 'kant noch freud' Aristoteles stelde dat de kennis die ons tegelijkertijd zegt dat iets is en waarom iets is veel genuanceerder en uitmuntender is dan de kennis die het dat en het waarom van elkaar gescheiden leert. Veel mensen hebben alleen maar 'dat'-kennis, oftewel 'dat' het zo is, en geen 'waarom'-kennis, en zo versteent en verdraaid die kennis omdat het geen diepte heeft, geen kern. 'Waarom'-kennis is de kern. Aristoteles stelde dat het niet slechts om een verhouding ging tussen mens en kennis, maar dat kennis door herhaling een gewoonte moest worden, en zo de natuur van de mens. We spreken dan over de epistemologie, over de natuur van de kennis, het kennen van het kennen, het worden van kennis. Het gaat dan ook om het kennen van het kennen van het kennen van het kennen van het kennen van het kennen, enzovoorts, totdat het kritische denken ontwaakt, en dat was wat de mens na de reformatie nodig had, en waartoe ook Immanuel Kant kwam in de jaren 1700 (1724-1804). Hij was de grote verlichter in Duitsland, door Joodse profetie voorspeld, aangekondigd. Hij sprak dat de mens alles wat de mens geloofde en dacht te kennen maar eens in twijfel moest brengen. Hij bracht het relativeren en de metafysica terug in Duitsland, en verdiepte het, als een spoor na de grote reformatie. De reformatie was nog maar het begin om los te komen uit de greep van het materialisme. Immanuel Kant kwam om alles te vergeestelijken. De mens leefde religieus in bittere verletterlijking. Aristoteles volgde de godin Areta, de godin van de geestelijke oefening. Deze geoefendheid leefde alleen in de natuur van kennis, ging dus niet buiten de gewoonte en de natuur van de kennis om. Het was een cultuur waaruit ook Paulus en Petrus voortkwamen, want in de grondteksten van het NT volgden ook zij Areta, iets wat uit de pseudo-vertalingen van het westen werd geschrapt, wat een groot schandaal was, want zij wilden niet dat de patriarchie werd aangetast. De mens vreest de geestelijke matriarchie, want deze leidt tot daadwerkelijke wedergeboorte. Immanuel Kant was een geestelijke vuurtoren in Duitsland geplaatst na de reformatie, om de mens uit de woeste golven van extremistisch denken te halen wat ontstaan was door chantage. De mens zat helemaal vast in de dat-kennis, en het bedreigde de mens. De mens ging niet voor de waaromkennis, maar voor domweg geloven. Ruimte en tijd kwamen vanuit veel hogere bronnen dan de materiële, stelde Kant. Zij kwamen vanuit de verborgen bron, en worden intuitieve vormen, profetisch. De realiteit was contextueel geestelijk, en werd aangedreven door de obscure krachten van de diepere natuur. Toen kwam Freud in de jaren 1800-1900 (1856-1939). Hij deed niet aan symptoombestrijding maar richtte de psycho-analyse op, om tot de diepte van de problemen te gaan. Freud moest hierom vluchten voor de Nazi's. Hij predikte de psycho analyse als de vruchtbaarheid

van de natuur, als de ware wedergeboorte. Je kunt het niet simpel en lui door geloof doen. De psalmen hadden het al aangekondigd : God zou verder spreken door de monden van babies. Kant en Freud waren maar babies vergeleken met de oude profeten van Israel. Ik had een droom vannacht over de oorlog tegen het monster van Berlijn, en een kind riep naar het monster : You're fired. (Je bent ontslagen) Symptoombestrijding is een markt. Telkens weer wordt het gras gemaaid. De mens blijft zo verdienen, want het is alleen maar dat-kennis, en geen waarom-kennis. Het probleem wordt zo niet ontworteld. Daarom was voor de nazi's de psycho-analyse een doorn in het oog. Freud's boeken werden door de nazi's verbrand, en hij moest vluchten en onderduiken. Ook in Evangelische kringen worden Kant en Freud nog bommen genoemd, want hun simpele en luie manier van geloven ging eraan. Ook Jung moest het ontgelden met zijn shamanistische droom-interpretatie. Kant, Freud en Jung gingen voor de grotere context, waren van het geestelijke 'rode leger' om Berlijn binnen te vallen en in te nemen, om de venezuelaanse prinses te redden. Areta, R'T, draagt ook de 'rood' code in haar. Er was nog veel werk te doen. Er moesten nieuwe poppen komen, nieuw speelgoed, ditmaal vanuit de hemel, vanuit de psycho-analyse. Deze hebben een Kant-Freud chip. Jung (1875-1961) kwam toen om op dit fundament de mens terug te brengen tot het rijk der dromen. Het zijn slechts codes van de natuur. Het zijn tekensystemen die hogere uitleg nodig hebben, in de semiotiek (tekenleer) van de natuur. Psycho-analyse neemt geen genoegen met datkennis, maar gaat om de waarom-kennis. De Assense profeten stelden in de negentiger jaren dat de mens niet zomaar moet vragen om het waarom, maar om het waartoe. Moeder natuur is in strijd met het monster van berlijn. Aan welke kant staan wij ? Er is geen overwinning dan in de psycho analyse, in het waarom-vraagstuk, of waartoe-vraagstuk. Ware overwinning betekent het komen tot begrip, in de epistemologie, de natuur van de kennis. Is het iets waar we soms een beetje aan likken om dan weer ons eigen pad te gaan, of wordt het een gewoonte, onze natuur ? Ik had vannacht een droom over de vos. De vos is een beeld van het geheim. Hij was half mens, half vos, en zijn woorden waren wreed, maar het was slechts dichtkunst, verhalenkunst, en ik omhelsde hem. Begrijpen wij de oorlogsstrategie van de natuur kennis ? Dit gaat allemaal om het leren herkennen. We kunnen niet zomaar naar muziek luisteren voor de 'leuk' en 'lekker' factor. We moeten oorlog voeren, en recht doen aan de geestelijke wiskunde. Zo is dat ook met voedsel. We kunnen niet zomaar voedsel gaan eten voor de 'leuk' en 'lekker' factor, maar wij moeten onszelf oefenen in geestelijkheid, in psycho-analyse. Iedereen moet deelnemen aan de strijd om Berlijn, en zorg dat je aan de juiste kant komt. Er zal een nieuwe poppenmaker komen. De ware opname is wanneer de mens de weg terugvindt naar Amerika, naar Venezuela. Kunt u ons de weg naar Venezuela vertellen, mijnheer ? Ach ziet u, we waren onder betovering van de berenvanger van Berlijn. Alleen een rode beer kon aan hem ontkomen. Je moet het pad volgen over de Amerika brug. hoofdstuk 76 moeder venezuela Je kan schelden tegen de sloten, en ze slaan : 'Ga los, ga los.' Maar ze gaan alleen los door psycho

analyse. Het zijn de sloten van je onwetendheid. Je moet dus een Einstein worden. Er worden niet zomaar mensen in de hemel aangenomen. Alleen Einsteins. Laat niemand zichzelf voor de gek houden. De hemel is een wetenschap, van psycho analyse. 'Alleen Einstein zal naar de hemel gaan.' Freud moest vanuit Wenen voor de nazi's vluchten, en vluchtte naar Engeland, in 1938. Engeland is als het 'kleine amerika' van Europa. Je zou Spanje-Portugal nog het kleine zuid-amerika van Europa kunnen noemen. Als de Einstein van de psycho analyse ging hij naar het paradijs, het amerika van Europa : Engeland. Amerika zou samen met Rusland de sleutel vormen tot het einde van het nazi rijk. Freud stierf in 1939 in Londen, en gaf de mens hiertoe de enigmatische sleutel. Allen zouden het metaforische pad van Freud moeten begaan. Alleen Einstein zou naar de hemel gaan. Waarom was Freud zo belangrijk ? Hij liet zien dat individuele problemen verbonden waren aan collectieve problemen. Hij deed aan wortelbestrijding, niet aan symptoombestrijding aan de oppervlakte. Problemen konden alleen besproken worden vanuit de grotere context. In het pastoraat wordt dat de territoriale oorlogsvoering genoemd. De markt is hier woedend op, want de markt leeft juist van de problemen van de mens, en probeert de mens om de tuin te leiden. Daarom is het pastoraat en ook het psycho-analytische pastoraat van Freud altijd door de nazi's vervolgd. Vandaar dat de Amerika brug zo belangrijk is : Terug naar Venezuela, terug tot de natuur limieten, de hongermuur, om aan het monster van Berlijn te ontkomen. Voor Freud en de psycho analyse was 1938, vlak voor het losbreken van de tweede wereldoorlog, al de d-day. In 1923, voordat Hitler aan de macht kwam, deed Hitler een staatsgreep in Munchen, die mislukte, en waardoor hij tot eind 1924 in de gevangenis zat. 1924 was dus het jaar van de gevangenschap van Hitler. Een profeet sprak eens tegen mij over mijn overleden opa die gedwongen voor de nazi's moest werken en daardoor een oorlogstrauma had. De profeet sprak dat het getal 24 verbonden was aan mijn opa, en ik heb nooit begrepen waarom. Ik heb me altijd ongemakkelijk gevoeld sindsdien bij het getal 24. Ik kreeg later ook contact met Hitler in dromen. De eerste keer was dat een hoop gescheld van zijn kant, de tweede keer was hij stil, en de derde keer kwam hij met gebogen hoofd, in tranen, zeggende dat hij grote fouten heeft gemaakt. Alhoewel 1924 het begin is van het nazi rijk is het ook het einde van het nazi rijk. Daarom moet er ook zoveel psycho analyse op toegepast worden. Uiteindelijk zal het gegrepen, oftewel begrepen, worden. Hitler zat in 1924 in Landsberg am Lech in de gevangenis, wat een stad is in de deelstaat Beieren. Hier schreef hij ook zijn beruchte boek 'Mein Kampf'. Aan het begin van de jaren 2000 kreeg ik dromen over het belang van Beieren. Een kruizing tussen een hond, een rat en een haai, een feutus die ook weer nieuwe feutussen voortbrengt, in de hoofden van de mens, de geest van valse onschuld, terroriseert de samenleving. De wortels liggen diep in Orion. Dit zijn Orionse vorsten. 'Mego' is zijn naam, zwaar rokende en aan de drugs, en toch willen heersen, heersen in de hoofden van mensen met leugens. Als geestelijke kun je bijna niet spreken, je bijna niet verdedigen, anders ben je erbij. Geef ze een vinger en ze nemen je hele hand. Je kunt niet met ze in discussie want je verliest het altijd, en zo hebben ze ook je ziel. Het kind Venezuela moet weer aan moeder Venezuela overgedragen worden en de hulp van Ecuador moet ingeroepen worden. Zodra een mens uit de kerk probeert te vluchten gaat alles in het leven "mis". Dat wordt niet

geaccepteerd door die parasitaire energieën die daar heersen. Die hebben alles onder controle. Daaroim blijven een heleboel mensen gewoon in de kerk zitten en komen nooit verder in hun leven. Ook al gaat alles "mis" : Als de mens maar tot de ware kennis komt, want het heeft geen zin om compromisen te sluiten. Er is maar een klein percentage van mensen die in een bepaalde kerk of religie opgroeien en daar van loskomen, maar dan beginnen die parasieten dus wel een klopjacht. En dan is er vaak "de familie" die hun kerkgenootschap goed probeert te praten, terwijl het niet goed te praten valt. De mens wil graag bedrogen worden. Onwetendheid is zaligheid zeggen ze weleens, "ignorance is bliss", dus dan hebben ze parasitair geluk wat niet het ware geluk is. Het is een geluk wat in cirkeltjes draait, waardoor de mens een zombie wordt, als een doodlopende weg, een joyride die naar de vernietiging leidt, een "bad trip" drug. Dat wordt ook wel "het gekkengeluk" genoemd, of "het goud der dwazen". Ze hebben zich letterlijk doodgeamuseerd. En dan doen ze zich onschuldig voor, valse onschuld, maar het is de geest van de dood. De terugkeer naar Orion is van belang, het belang van de Orion Nebula als het hogere bewustzijn. Dit is het proces van "structural coloration", aan de hand van veren die door de cellulaire patronen de golflengtes van het licht refracteren om hun unieke kleur te creëeren, als een soort "illusie" effect, wat dan weer min of meer tegengesteld is aan pigment. Deze techniek wordt ook veel door insecten gebruikt. Ook de Orion energie heeft de qualiteiten van structural coloration en dialectische fusie, en is daardoor de paradijs poort. Gedichten zijn de taal van het hart, van een andere vibratie, om jezelf te bewapenen met een andere dimensie, om dingen even van een andere kant te bekijken. Ook de Tweede Bijbel staat boordevol gedichten. Ook dit is een groot lezers-arsenaal. Voor nu : "Arms of Sandman" gaat over iemand die in een "onderwater-gevecht" is met dingen die hem/ haar naar beneden proberen te trekken. De persoon weet niet eens wat het is dat hem/ haar zo naar beneden trekt, en is in verwarring, en komt uiteindelijk tot de conclusie dat hij/zij datgene wat hem/haar kwelt moet loslaten en overgeven "in de armen van de zandman" (In het Nederlands is dit ook wel vertaald als "Klaas Vaak", die zand strooit in de ogen van de kinderen om hen te laten slapen). De hoofdpersoon draagt aan het einde van het gedicht het probleem op metaforisch aan de zandman, de koets van de slaap. Is dat niet soms het beste te doen in zo'n situatie ? Wachten totdat het probleem, het beest, slaapt, zodat we stilletjes er tussenuit kunnen glippen ? Het bleek maar een nachtmerrie te zijn geweest. Ook in het "Arms of Sandman" gedicht wordt de hoofdpersoon aan het einde van het gedicht wakker om het probleem in de slaap achter te laten. Het was slechts een monster van slaap. Slaap wordt soms ook vergeleken met een zee waarin we wegzinken, en als we wakker worden, dan stijgen we uit de zee. Laat dat wat tot de zee behoort in de zee blijven, oftewel wat tot het rijk van de slaap behoort. Het zijn mysterieën. Arms of Sandman (Taken from the Second Bible) Something is eating me, Something is growing inside of me, Something is choking me,

Something wild And I don't know, I cannot see, Cannot hear, only feel, And I don't know how to get it out, No way to escape, I'm dying here Monsters, killers, green machines, No pillows, Something is taking me underwater, No one hears, no one sees, Can anyone feel me then, Or am I too far away already, Monsters, ghosts, killers, green machines, babies are born here, Little robots, What are you doing, doing now, Why are you playing, playing me down, Is it just a game, Why don't you tell me your name, Type your name in the tagline on the screen, What is your age, and what is your dream, Are we drowning here together, Our ashes mix into each other, But my ghost will leave this ride, I will never bother you again, You're safe in the arms of sandman Moeder Orion : "Ja, ontwaak." En dit zegt zij ook in haar eigen ontwaking. Zij is de diepe natuur achter alle dingen, dat wat helemaal terugleid tot de Egyptische hieroglyphen en verder tot de buitenaardse Orionse hieroglyphen. "Ja, ontwaak," zegt ze met een slaperige stem, omdat zij ook wakker wordt. We leven in een spiegelrealiteit die parallel loopt aan Orion, maar wij mogen ontwaken in Orion, dat wat achter alle dingen is. Door Orion's baarmoeder kwamen we op aarde, als in haar onderwereld, vol met raadselen. Als we goed kijken kunnen we hierin de Orionse hieroglyphen zien, van de diepe natuur. Dit is een kolkende natuur, terwijl alles op aarde is verdicht, vastgelopen. De Orionse natuur is overal om de mens heen, als de mens daar oog voor heeft. De aarde zelf is een nachtmerrie. "Ja, ontwaak." Ontwaken is een proces, maar val niet weer in slaap. Probeer niet "meer" te worden, want dan wordt je misleid, maar wordt "minder", opdat je het pure aanwakkert.

hoofdstuk 77 geestelijk reizen naar amerika Je kunt alleen ergens komen door er psycho-analytisch te komen, anders is het slechts illusie. Veel geestelijk reizen en al helemaal aards reizen is dus illusie omdat het niet diep geworteld is in de psycho-analyse. Veel geestelijk en aards reizen is slechts 'sense-gratification', oftewel loze zelfbevrediging. 'Oh, ik wil naar Suriname.' Ja, maar weet je ook wat het betekent ? Ben je al door de smalle poort gegaan om tot het ware, geestelijke Suriname te komen, tot moeder Suriname ? Als wij in het geestelijk reizen de Amerika brug over willen tot Amerika, hebben wij dan de nodige voorbereidingen getroffen ? We moeten diep Israel en Egypte binnengaan om de juiste sleutels te ontvangen, en ook in andere landen, zoals Duitsland, anders is onze reis ongegrond en slechts loos. Als je geestelijk gaat reizen naar Amerika, doe het dan niet voor de 'leuk en lekker' factor, maar voor de missie. De strijd om in te gaan tot het continent van de natuur volkeren is geen letterlijke strijd, maar psycho analyse. Als je over de Amerika brug bent heengegaan, ook de naam van één van onze onderwijs boeken, dan kom je onherroepelijk voor het mysterie van de Venezuela Muur te staan. Vroeger werd weleens gezongen : 'Een kind onder de evenaar wordt later vaak een bedelaar.' Ga je dan zomaar om vakantie of ga je de kinderen helpen ? Een kind is ook jouw kind. We hebben een verantwoordelijkheid. We hebben misschien niet veel, maar we hebben gezien in de geschiedenis dat de kolonisten voor hele andere dingen naar Amerika gingen. De koloniale periode is een gruwel, en die moet ten einde komen. De bijbel predikt slavernij, het kolonisme, dus daarmee was alles goed gepraat, en daarmee praten ze vandaag de dag ook alles goed. 'Het staat in de bijbel, dus …' Ze hebben van de bijbel een afgod gemaakt. En waag eens iets over de bijbel te zeggen. Dat kan echt niet. Ik predik uit de bijbel, ja, maar het is voor mij geen afgod, en niet onfeilbaar. Ik predik ook uit de koran en het Egyptische dodenboek. Zelfde verhaal. Ik kan zelfs uit de Donald Duck prediken of uit de Suske en Wiske. God is overal, maar de mens stopt hem graag in een potje. 'Out of the mouth of babes …' Wij zijn zelf geroepen om het Woord van God te zijn, ook al zijn we maar klein. Laat je hierin nooit stoppen, laat niemand je tegenhouden, verhinderd de kinderen niet. En kinderen prediken in hun eigen taal, mysterieus, niet gelijkvormig aan de wereld, en daarom houdt God van hen, en heeft hij hen geroepen voor een speciale taak. De natuurvolkeren zijn niet gelijkvormig aan de wereld. Ze hebben hele andere religies, filosofieën en rituelen, die van de natuur. Zij zijn als de kinderen van de aarde. Laat de kinderen tot mij komen … Zij zijn gastvrij, maar niet dom. Zij hebben ook het christendom geadopteerd, maar wat doen wij ? Hebben wij hen geadopteerd ? Een kind onder de evenaar is ook jouw kind. Ze kunnen iets voor jou betekenen, en jij voor hen, zomaar in je dromen, in het geestelijke reizen. Dromen zijn van de ziel, de soul world, en je kunt ook dagdromen. Zolang het waarde heeft is het waar. Ben je klaar voor de reis, of heb je dingen overgeslagen, misschien meer weggegooid dan nodig was ? Als je iets niet begrijpt wil het niet zeggen dat iets verkeerd is of niet goed. 'Uit de mond van kinderen en zuigelingen hebt Gij sterkte gegrondvest,' zegt psalm 8. Wie zijn wij dan om het af te wimpelen ? Een baby spreekt in zijn eigen taal. De mens wil het niet leren. 'Laat de kinderen tot mij komen en verhinderd hen niet …' Wie zijn wij dan om ze te verhinderen ? De mens heeft zich op gods troon gezet als wachter aan de hemelpoort, en je moet precies als hem praten en denken, anders kom je niet binnen. Puur kindermisbruik, ja, kindermarteling. En toch grondvest God sterkte door deze kinderen. Hebben we de stem van de natuurvolkeren verstaan ? Zij leven dichter bij de natuur en god dan menig mens.

RGG – regressief-gereformeerde gemeente 2020

leven op de paradijs aarde rgg 2020/ 2021 overzicht boeken van de paradijs aarde hoofdstuk 1 de argentijnse tunnel hoofdstuk 2 'de hipste mondkapjes voor het hele gezin' hoofdstuk 3 mijn koninkrijk is niet van deze wereld hoofdstuk 4 uw koninkrijk kome – het boek jesaja in een notedop hoofdstuk 5 thanksgiving day : rouwdag voor de indianen en ieder natuurmens hoofdstuk 6 volwassenen : duveltjes in doosjes hoofdstuk 7 europa : your opa hoofdstuk 8 russische kinderliefde hoofdstuk 9 de russische poppenmaker hoofdstuk 10 dj's van de hemel hoofdstuk 11 orionse voortijdse beesten hoofdstuk 12 tarwemonden hoofdstuk 13 god in de mond en in de kont, maar niet in het hart ... hoofdstuk 14 diepere uitleg van de dromen van jozef hoofdstuk 15 het brood schandaal hoofdstuk 16 getuigenis in ons netwerk hoofdstuk 17 1993 hoofdstuk 18 vissers van mensen hoofdstuk 19 kerstfeest : een dieper pasen hoofdstuk 20 de zondvloed van ijs hoofdstuk 21 de put van vrouw holle hoofdstuk 22 kleine samantha – het nieuw psalmenboek hoofdstuk 23 het mengele wereldrijk hoofdstuk 24 apen op de dam hoofdstuk 25 de zeeplaneet hoofdstuk 26 het droomgeheugen – een geschiedenis van dromen hoofdstuk 27 anything for money hoofdstuk 28 geef mij wat van dat witte, dat witte daar hoofdstuk 29 rustig roddelen hoofdstuk 30 terwijl mensen in venezuela ... hoofdstuk 31 bodemloos hoofdstuk 32 zonder top en bodem hoofdstuk 33 het feest van charis hoofdstuk 34 nigeria hoofdstuk 35 de hemelse zondvloed hoofdstuk 36 waar eeuwigheden elkaar kruizen hoofdstuk 37 nemen of laten ? hoofdstuk 38 vluchten kan niet meer hoofdstuk 39 de innerlijke waterval

hoofdstuk 40 terug naar de zestiger jaren hoofdstuk 41 mozes en de egyptische prinses : het hiernamaals, het hiervoormaals en het hierdoormaals hoofdstuk 42 de goede herderin hoofdstuk 43 een lamp voor mijn voet hoofdstuk 44 jona : van communisme tot communologie hoofdstuk 45 psycho analyse van het boek jona als sleutel tot de flower age (jaren zestig) hoofdstuk 46 zoals jona de diepte in hoofdstuk 47 de grote bloemen oorlogen hoofdstuk 48 de spiegel van psyche : het griekse wereldrijk hoofdstuk 49 de vur – leidraad door het corona tijdperk – de hemelse dementie hoofdstuk 50 het pistool van mark david chapman hoofdstuk 51 subliminale boodschappen – de wildernis kerk hoofdstuk 52 natuur gist hoofdstuk 53 glitch in het systeem hoofdstuk 54 symbolisme of literalisme hoofdstuk 55 'En Aaron zweeg stil.' – bespreking van calvijn's commentaar op leviticus 10-11 hoofdstuk 56 archeologische detective in het werk van calvijn – bespreking van calvijn's commentaar op leviticus 16 hoofdstuk 57 d-day in de kerk hoofdstuk 58 venezuela moet in de vuilnisbakken leven om de dure hobbies van de zich oh zo belangrijk voelenden te bekostigen hoofdstuk 59 1944 en de drie vrijmakingen – de kerkelijke d-day en de godin van de vrijmaking hoofdstuk 60 de theologische en psychologische dialectiek hoofdstuk 61 … en geld was niet meer – leven op de paradijs aarde hoofdstuk 62 leven op de paradijs aarde 2 – geen geld dan liefdesgeld hoofdstuk 63 leven op de paradijs aarde 3 – jona en de genezing van het geheugen hoofdstuk 64 leven op de paradijs aarde 4 – de traumageleide hond hoofdstuk 65 leven op de paradijs aarde 5 – anubisologie : de wetenschap van het hogere zelf hoofdstuk 66 leven op de paradijs aarde 6 – anubis als abstract model van het hogere zelf

overzicht boeken van de paradijs aarde Corona en de avondklok laten de mens zien : Dit kan zo niet langer. Kijk wat jullie de dieren en de natuur hebben aangedaan, en wat jullie de kinderen hebben aangedaan. Keer terug tot de paradijs aarde. Hierover gaan deze onderwijsboeken. 2017 boek 1 de calvijn code Het is een gegeven in het calvinisme, dat de mens niets kan. De mens is in de calvinistische leer totaal afhankelijk van God, zelfs in het maken van keuzes. In het calvinisme is een mens totaal machteloos, een robot zonder vrije wil. De mens sterft hier af aan enige mogelijke persoonlijkheid. Alles is onpersoonlijk. De uitverkiezing is als een casino waarin je maar net geluk moet hebben dat je wint. Maar hoe ga je dan met de verliezers om ? Toch is de leer van Calvijn een allegorie van de heilige gebondenheid, de totale discipline, het totale afsterven van de mens aan zichzelf. In die zin is het dualistisch. Het letterlijke calvinisme strijdt met het esoterische calvinisme. Alles leeft voort. De mens moet daarom terug keren tot school, om alle lessen te leren die nodig zijn. Het paradijs is niet alleen maar voor een bepaalde religie weggelegd, zoals velen denken. Zij stellen zich op als de poortwachters van het paradijs en vragen om een wachtwoord. Alle religies spreken over het paradijs in hun eigen taal, met hun eigen voorbeelden, als de verschillende zijden en hoeken van een diamant. De mens moet zelf het paradijs worden. Dat kan alleen als de mens oog heeft voor alle zijden en hoeken van de diamant. De mens mag zelf tot die diamant komen. Zo mogen de verschrikkingen van de kerkgeschiedenis op een andere manier bekeken worden. Het zijn duistere raadsels en de mens mag ontwaken tot de diepere betekenis. Hierover gaat het nieuwe boek : De Calvijn Code. boek 2 de afrika code Het vervolg op "De Calvijn Code". De Egyptologie ligt ten grondslag aan het christendom. Het christendom is er een verdraaide vorm van. De Egyptologie is een dualistische en metaforische filosofie voor het symbolisch verwerken van problemen in het dagelijks leven. Het gaat om het afleggen van het oude leven en het aandoen van het nieuwe leven, als een reis door de onderwereld. Het christendom, de verdraaiing van de

Egyptologie, werd groot op aarde om veel hiervan te versluieren. Vandaag de dag is er een grote exodus van Westerse Afrikanen terug naar de Egyptologie (Egypte is ook een Afrikaans land), om zo los te komen van de christelijke slavenbanden : emotioneel, mentaal, fysiek, spiritueel, religieus, economisch, educatief. pedagogisch, sociologisch, filosofisch enzovoorts, op allerlei gebied. Zij claimen dus hun identiteit terug, maar ditmaal een nieuwe identiteit. Wij mogen dit allemaal doen, en ook deel hebben aan deze reis door de onderwereld, terug naar de bron. 3 de egypte code Het vervolg op de Calvijn Code en de Afrika Code. Het derde boek in deze serie. Een vredesduif vliegt hoog in een kerk. Overal zijn ramen. De vredesduif begint te krijsen en de ramen worden rood. Even later is de hele kerk ommuurd met rode glazen wanden. Hier binnen speelt het leven van de kerkelijke mens zich af, en van de mens die uit de kerk is ontsnapt, want je kan wel de kerk uitgaan, maar hoe krijg je de kerk uit jezelf weg ? De vredesduif is een belangrijk symbool van de christenen, namelijk van de Heilige Geest, maar die duif brengt helemaal geen vrede. Het bedreigt andersdenkenden met de eeuwige hel. Niet metaforisch, maar leterlijk. Althans ... bekeken door de Arcturische lens, de lens waardoor de mens het aardse beleeft. De vredesduif van de christenen brengt dus een valse vrede, een verdraaide vrede, heel selectief. 2017/2018 4 de india code Het vierde deel in de serie "De Put van Calvijn". Het heelal heeft een cryptografische structuur. Alles heeft een diepere boodschap. Daarover gaat dit boek "De India Code", zoals ook de voorgaande boeken : de Calvijn Code, de Afrika Code en de Egypte Code. Het boek vangt aan met deze woorden, teksten uit de Tweede Bijbelse poëzie : "Deze vissen steken zacht, Ik zwem dieper, Tot de zeeen van vanille, Tot haar tempelen, Nooit kan ik daar iets aanraken, Maar het verandert mij, Mijn gehele verleden, Alles is nu anders. Gij bent het cryptische en het surreele, Ja, gij bent de zachte, het draaien van het verleden, Tot dromen brengt gij ons."

2018 5 de twaalf kleine profeten Theologie zonder demonologie is waardeloos, zoals ook de demonologie zonder etymologie (taaloorsprongen) waardeloos is, want alles heeft een diepere wortel. Omdat taal practisch moest worden om de communicatie gesmeerd te laten verlopen was de taal genoodzaakt gebruik te maken van cryptogrammen. Zij die hier geen rekening mee houden komen in het materialisme terecht. Het "oordeel" over het materialisme is allang geweest, en draagt de buitenaardse codes hiervoor in de twaalf kleine profeten. Het "oordeel" is het herzien van het ego in de diepte, het opnieuw rangschikken van dat wat er verdraaid was aan de oppervlakte. Hierover gaat dit boek. 6 het plumares mysterie Het vervolg op het boek "De Twaalf Kleine Profeten" Plumares momenten zijn momenten van verwarring en verwerping, waarin je je plaats niet kent, en ronddoolt. Het zijn lege tabletten die hoger inzicht nodig hebben, die nog geplaatst moeten worden. Deze plumares stenen of tabletten zijn dus belangrijk om het huis te bouwen. Wij mogen de plumares stenen dus niet zomaar verwerpen, omdat ze groot potentieel hebben. Dit is ook weer een stukje van het aanvaarden van het kruis, de kooi en het touw. Forceren helpt niet. We zijn in een labyrint. Alles moet op een natuurlijke manier gaan, de tijd krijgen om te groeien. 7 de afrika brug Dit boek bespreekt de semiotiek, het begrijpen van de tekensystemen om ons heen, waardoor de samenhang tussen alles zichtbaar wordt. Alles zal dus in de diepte worden besproken voor hen die open zijn voor deze hogere samenhang. We nemen het dus niet letterlijk, maar plaatsen het als onderdelen van een hogere taal. Dit doen we met alle religies en ideologieën, zelfs met het atheïsme, met de bedoeling dat misverstanden en muren die door het taalverschil ontstonden uit de weg geruimd worden door een veel hogere taal waarin alles zijn plaats heeft. Voor de wereldvrede en de verdere ontwikkeling en het behoud van de multi-cultuur is dit proces dus essentieel. Vandaar dat de semiotiek een belangrijk vak is op de school van de gnosis. We gaan dingen dus niet eenzijdig bekijken, maar veelzijdig, wat ook de schoonheid is van de mens, het sieraad van de

gnosis (eenvoud en veelzijdigheid). Zo mogen de muren die door taal zijn ontstaan ook weer afgebroken worden door taal. Voor mij is dit het wonder van de literatuur. De pen is nog steeds de meest vaste brug. Dit boek, de Afrika Brug, is het vervolg op "Het Plumares Mysterie". Zoals gewoonlijks ontmaskert dit boek, en herziet, dus het geeft ook esoterisch commentaar op de wereldreligies. We gaan wat dat aangaat niets uit de weg, en ontleden en beschrijven zo de stokpaardjes van de mensheid, de mysterieën. Dit is een buitenaards werk. Het is een roeping. Het is weer een prachtige shamanistische gids geworden die de reis door het Ragnarok bespreekt en waar het naartoe leidt. Op deze reis worden de verschillende dieren-medicijnen en totems besproken om op deze reis leiding, genezing en bescherming te bieden. De reis gaat ook door de verschillende culturen heen die op hun diepte en knooppunten worden besproken. 8 de amerika brug Dit boek is het vervolg op de Afrika Brug De Amerika Brug betekent de exegese van de Amerikaans-Europese geschiedenis, en wordt in dit boek ook in de buitenaardse context besproken, de ruimere context. De sleutel is te vinden in het kruis van de studie van de gnosis. Het is de sleutel tot de Amerikaanse ondergrond. Je komt er niet als kolonist, want die zullen vergaan in de oceaan, maar je komt er als een wilde, oftewel als een natuurmens. Je komt niet zomaar tot de geheimen van Amerika. Eerst moet je diep het Oosten ingaan voor de juiste fundamenten, waar het onderwijs ook over gaat. Je wordt geen wilde natuurmens als je nog in de stad blijft pronken. Je moet het pad van de armoede gaan, het smalle pad, door de enge poort, zoals de Franciscanen, de minderbroeders. Je moet 'de minste' willen zijn. Als je blijft vasthouden aan je zogenaamde 'rijkdom' en je 'status' dan kan dat weleens ervoor gaan zorgen dat je door de poort niet binnen kunt komen. Amerika is een beeld van het oorspronkelijke paradijs, maar het latere kolonistische Amerika heeft alles verdraaid en geasfalteerd. Diep in de natuur mag de mens terugkomen tot de oorspronkelijke paradijselijke bronnen, in het oorspronkelijke indiaanse Amerika. Daar ligt voor de mens een rijkdom die niet met geld te betalen is, die je niet kunt erven of stelen. De Amerika brug betekent : terug naar de natuur, terug naar indianië, door als eenling alles achter je te laten. Voor deze eenling is dit boek geschreven. 2018/ 2019 9 de filosofie van het voortijdse afrika Afrika is zo'n beetje doodgenegeerd. Het Westen houdt zich hysterisch doof, al een hele lange tijd. Dit komt omdat ze de opgeslagen kennis van Afrika niet willen kennen. Het zou de val van het Westerse droom-imperium betekenen. Maar Afrika zal de val van de huidige wereld betekenen, van het huidige systeem. De mens kan niet sollen met de natuur. De mens denkt dat hij het kan, en lacht

erom. 'Kijk wat een macht ik heb over de natuur. Kijk wat ik allemaal met de natuur kan doen.' Maar de mens onderschat de strategie van de natuur. Telkens weer. De natuur neemt de tijd. Bij de tijd dat de mens dat door gaat krijgen is het al te laat. De mens is een parasiet, en de natuur heeft de mens al geheel ingesloten. De diepere mens zal teruggaan tot Afrika. Wat betekent dit ? Daarover gaat dit onderwijs-boek. Het is de basis voor het komende onderwijs. 2019 10 rigil kent ontsluierd - de verloren kennis van orion Er zijn duistere buitenaardse geheimen waar de mensheid nog niets vanaf weet. De mens is te gejaagd om het te kunnen oppikken. Achter het gejaagde leven ligt een veel langzamere natuurenergie. De lens tussen de mens en deze energie versnelt alles vanwege gebrek aan tussenstappen. De versnelling leidt tot verdichting, en zo ontstond de materiele wereld, wat in de climax nazisme wordt. Het ontbreekt de mens dus aan een stuk geestelijke technologie, wat in dit boek wordt besproken. De snelle, gehaaste, gejaagde wereld om ons heen is een karikatuur. Het is niet reëel. Ook de grote massa's zijn niet reëel. Dit gebeurt in het versnellingsproces, dat het veel lijkt, terwijl het maar weinig is. Je gaat dan gewoon dubbel zien alsof je dronken bent. Het is een truuk. Iedereen raast gewoon door, omdat het door een lagere lens wordt geprojecteerd. De mens moet dus teruggaan tot de diepere natuur-lens binnenin, wat een heel ingewikkeld natuurverschijnsel is, een dieper verhaal, een documentaire. Deze natuurlens is de verloren kern van Orion waar dit boek over gaat. Het is een buitenaards natuurverschijnsel wat begrepen en herkend kan worden door de naturologie. 11 de logistieke filosofie Dit is de sluitsteen van de kainitische bijbel, van het nieuwe onderwijs, wat tevens het fundament zal zijn van het verdere onderwijs, het komende onderwijs over de aretaitische filosofie. De kainitische bijbel begint met de boeken van het calvinistische dodenboek over het mysterie van calvijn, en dan wordt langzaam het diepgaande mysterie van Kain besproken, de mythe van Kain en Abel, wat overloopt in de mythe van Heracles, Kakia en Areta. Heracles moest dus een keuze maken, zoals we allemaal een keuze moeten maken. Hij was op een kruispunt gekomen in Boeotia. Heracles kwam in Boeotia tot de tweesprong, het kruispunt, waar Kakia en Areta hem opwachtten. Ieder mens moet een keuze maken. Dat bepaalt verdere doorgang. Deze mythe zal ook de basis zijn voor het verdere onderwijs. Het was een mythe die voorafging aan de opkomst van het christendom. De Aretaieten waren stoicijnse filosofen, en alhoewel die lijnen nog steeds in de bijbel zijn terug te vinden, werd het christendom meer en meer verletterlijkt, ontdaan van haar filosofische rijkdom en werd zo overreligieus, als een reli-nazi koninkrijk wat de wereld overnam, en waarop de rassennazi's hun gruwelijke rijk bouwden, wat toen later werd overgekocht door de medi-nazi's. Kakia was de verleidster op het pad. Een heleboel mensen hebben niet door wat er met hen gebeurd. De

mens is als een intergallactische computer, maar de mens kent de bedreiging van virussen niet, en update zijn virus scanner niet genoeg. Wij zijn als een demonologisch en alienologisch anti virus centrum, wat gezonden is door de hogere buitenaardse natuur en filosofie als een verzetsfront. Ook al zijn wij roependen in de woestijn, want het gaat om het eenling principe, de natuurlijke selectie. Dit boek is geschreven voor de eenling. Voor hen die de mythe van Heracles, Kakia en Areta nog niet kennen of dit nog eens door willen lezen is er een korte samenvatting, tegelijkertijd een kort uittreksel van de strekking van het boek. Dit boek is dus een belangrijke mijlpaal in ons werk, als afsluiting van het vorige onderwijs. 12 de aretaitische filosofie Wee de ouders die hun kinderen niet onderwijzen over wat er gaande is. Wee de ouders die niet tot de hemel zijn doorgedrongen om een weg te bereiden voor hun kinderen. Wel is het zo dat de ouders die de goede boodschap brengen door het systeem worden tegengehouden, de mond worden gesnoerd, en zelfs van hun kinderen worden achtergehouden. Het systeem onderwijst de kinderen wiskunde, economie en aardrijkskunde, maar niet de diepere achtergronden ervan, geen logistiek en demonologie. Wee de ouders die zomaar alles van het systeem voor zoete koek slikken, en daarna als hun kinderen in de problemen komen zeggen : 'Wir haben es nicht gewusst.' Wel zijn ze namelijk al die tijd aan de vlees-drugs geweest en hebben alle hoeken van het hedonisme bezocht, opdat ze konden blijven doorslapen terwijl hun kinderen werden doodgemarteld. Vele ware ouders zijn al doodgemarteld of zijn op andere manieren monddood gemaakt, maar dit boek is van de natuur. Niemand vecht met succes tegen de natuur. Wie aan andermans kinderen zit heeft op een dag de verkeerde familie te pakken, en heeft ineens een vaderbeer of moederbeer achter zich aan, en wat doe je tegen een woeste beer aan wiens kinderen je hebt gezeten ? Ze spelen met de grote machten van de natuur en trekken waarempel aan het kortste eind. Is er een urgente boodschap in de islam verborgen die de mens niet wil horen ? Is er urgent ook een brug nodig tussen het christendom en de islam om verdere problemen te voorkomen ? Lees het in dit boek. 13 de contextuologie Context is een belangrijk woord om op te mediteren, want de mens leeft in tunnelvisie. Daarom zeiden de Germanen al dat de reuzen moesten komen in het ragnarok. De goden hadden de mensen bedrogen. De reuzen zijn een metafoor voor de grotere contexten. In dat opzicht is de contextuologie van belang. Daarom wachtten de germanen op het natuurverschijnsel van de oranje zon, of oranje natuurbron van de reuzen, waardoor je door de grotere contexten de diepere symbolieken en abstracties zou zien. Dat gebeurd dus in het afstand nemen, opdat je meer overzicht krijgt en meer inzicht. Surtr zou komen, de wilde oranje reus, om de oude ordes af te breken, als het losbreken van de context die mensen in hun bekrompenheid, kiesheid en kuisheid hadden opgesloten. Dit zou alleen

kunnen gebeuren op het hoogtepunt van de ragnarok, de tijd van ijs, oftewel van minderen en hongeren. De oranje zon wordt ook wel de plaats van de martelaren genoemd, van de gevallenen en de afgeslachten, oftewel zij die volkomen aan de wil zijn afgestorven en daartoe werden opgenomen door de valkyries, de germaanse oorlogsgodinnen, ook wel walkuren genoemd. Het is dus geen echte zon, maar meer een bron, maar soms zon genoemd omdat het een centrale plaats is voor de germanen. We komen het tegen in alle religies : Ieder mens moet symbolisch tot de wildernis gaan om te minderen, om zo het hogere te zoeken, de hogere contexten, bij de germanen is dat de ragnarok, bij de islamieten is dat de ramadan, bij de christenen is het het volgen van Jezus in de wildernis, het achterlaten van de kudde om het verlorene (de context) te vinden, en bij de Israelieten is het het volgen van Mozes in de exodus, de uittocht door de hongerwildernis, om zo tot het beloofde land (de context) te gaan. Het behoort dus allemaal tot de contextuologie. Er hoeven geen religieuze oorlogen over godsdienst te zijn. Het is allemaal hetzelfde, in verschillende talen en termen. 2019/ 2020 14 de recyclocratie De recyclocratie – YOU WILL BE RECYCLED. De werktitel van het boek is 'geschiedenis van 1900 en 1800'. Ik zeg het zo nu en dan tegen mensen : 'Krijg een goed beeld van wat mk ultra betekent en de matrix.' Dit is een mind controlled wereld, totaal gezombificeerd. Er is een weg uit, als je maar diep genoeg in de biologie en de geschiedenis gaat, om onderzoek te doen, te ontmaskeren. Als je een gebondenheid hebt aan het kwaad dan kan alleen een nog sterkere gebondenheid aan het goede deze keten doorbreken, maar hoe gaat dat ? 'Het is niet eenvoudiger dan raket technologie' zeggen we vaak. We leven in een robocratie en moeten gaan tot de hogere robocratie. Het is robot tegen robot, of de robot oorlog. Aan welke kant van het schaakbord sta je ? Weet wel dat wanneer de robot invasies zullen plaatsvinden - en ik heb daar heel veel dromen over gehad - dan zullen de onderdelen van robotten vervangen worden, en de oude onderdelen van de robotten zullen gewoon teruggaan naar het laboratorium om ge-update te worden. Ze worden in ketels uit elkaar getrokken, en er komen nieuwe schakels, nieuwe onderdelen worden ervan gemaakt. We kunnen daarom niet het kind met het badwater weggooien want het is allemaal bruikbaar op een bepaalde manier, maar neem voldoende afstand. Ken de regels van het recyclen. YOU WILL BE RECYCLED. 2020 15 van reformatie tot regressie - de rodenbergse catechismus Het was een lied wat ik eens in de onderwereld hoorde, maar het was veel langer. Er waren ook vele versies van. De jaren 1800 is een verborgen laag onder de bedrieglijke jaren 1900. In de jaren 1930

van de grote depressie is een tunnel die terugloopt tot de jaren 1800, waar het onderwijsboek 'de recyclocratie' over gaat. Er is een grote strijd tussen romantiek en realisme, zowel in de jaren 1800 als 1900. Het realisme kwam in de jaren 1800 opzetten als tegenpool van de romantiek. Het realisme ging dwars tegen het hedonisme van de romantiek in. Het realisme wilde weer aandacht voor de onderdrukte mens, voor het kruis, want juist dat had een mens zoveel te vertellen, als een alarm. De mens was aan de drugs van de romantiek in slaap gezonken en moest weer ontwaken, nuchter worden, tot de rede gaan. De mens moest onder ogen komen dat de waarheid naakt, diep en hard was. De mens moest opnieuw opgevoed worden door de realistische literatuur die er geen romantische doekjes meer omheen bond. Om de waarheid te ontmoeten moest de mens lijden, oftewel ervaren. De mens kon niet zonder pijn. De mens had pijn nodig om gelukkig te kunnen zijn. Zonder pijn zou de mens namelijk in slaap vallen. Het realisme beschreef het lijden van de onderdrukte en laagste klasse daarom ook uitvoerig. Als het zou worden overgeslagen dan zou alles verloren zijn, dus had de literatuur hierin een grote taak. 16 ragnarok ontsluierd Ga je niet pensioneren geestelijk gezien. Er hangt een zoete penetrante pensioneringsgeur in de christelijke huiskamers. Zo zappen ze door het leven heen, met de oma of opa sloffen aan, en maar oordelen over de ander zonder van enig toeten of blazen te weten. Ze hebben hun gouden kalf opgericht, maar ragnarok is een hemelse industrie van wakker worden en volwassen worden, stoppen met het spelen van spelletjes. Volwassen worden betekent dus niet met pensioen gaan, niet dement gaan doen, maar hemelse industrie bedrijven, de dingen van boven zoeken en uitwerken, weven dus. Maar hoe werkt dit precies, practisch gezien ? Daarover gaat dit boek. Ragnarok is koud genoeg om af te rekenen met de vals brandende eeuwige hel van de christenen. Wel wordt er een ware betekenis van hel gegeven, omdat dit woord letterlijk uit de germaanse mythologie werd gehaald. Het woord hel bestaat niet in de israelitische talen, en de israelieten geloven ook niet in de eeuwige hel van de christenen wat gebaseerd is op zwaar selectieve vertalingen en corrupties. Ragnarok rekent hier volkomen mee af, maar hoe werkt het ? Wie of wat is het ? Hiervoor moeten we een reis maken naar Egypte en naar de voortijd om zicht te krijgen op de context van de germaanse ragnarok. Maar eerst moeten we ons op deze reis voorbereiden. Daarover gaat dit boek. 17 het kehatitische verschijnsel 'De gesprekken met het vlees en met de duivelen zijn lang, Als lange, slopende nachten van het ijs, Waarin ik geen rust vind en geen vrede, slechts geweld, Maar in de morgen komt gij langs' (De Bilha, BIJÈH VIII : 2)

18 de venezuela muur In 1522 werd Venezuela gekoloniseerd door de Spanjaarden. De hongermuur werd gestolen en kwam in een verletterlijkte, corrupte en verdraaide vorm tot Europa in de wereldoorlog. De muur tussen lezer en schrijver, tussen lezer en boek. We zien de armoede in Venezuela als een wrang beeld van de hongermuur, de studiemuur. De situatie veranderd niet zomaar, maar er moet psycho-analyse op toegepast worden. Is Venezuela in je hart ? Heb je haar stem gehoord ? Weet je wat het betekent ? Zij was verkracht door de Spanjaarden. Geplunderd en naar Europa gebracht, opdat zij een karikatuur van de muur zouden bouwen. De tweede wereldoorlog roept nog steeds naar de hemel, zij dobbelen met de tranen van Venezuela. De kaarten worden geschud. Aan welke kant van de tafel zit je ? Je kunt alleen ergens komen door er psycho-analytisch te komen, anders is het slechts illusie. Veel geestelijk reizen en al helemaal aards reizen is dus illusie omdat het niet diep geworteld is in de psycho-analyse. Veel geestelijk en aards reizen is slechts 'sense-gratification', oftewel loze zelfbevrediging. 'Oh, ik wil naar Suriname.' Ja, maar weet je ook wat het betekent ? Ben je al door de smalle poort gegaan om tot het ware, geestelijke Suriname te komen, tot moeder Suriname ? Als wij in het geestelijk reizen de Amerika brug over willen tot Amerika, hebben wij dan de nodige voorbereidingen getroffen ? We moeten diep Israel en Egypte binnengaan om de juiste sleutels te ontvangen, en ook in andere landen, zoals Duitsland, anders is onze reis ongegrond en slechts loos. Als je geestelijk gaat reizen naar Amerika, doe het dan niet voor de 'leuk en lekker' factor, maar voor de missie. De strijd om in te gaan tot het continent van de natuur volkeren is geen letterlijke strijd, maar psycho analyse. Als je over de Amerika brug bent heengegaan, ook de naam van één van onze onderwijs boeken, dan kom je onherroepelijk voor het mysterie van de Venezuela Muur testaan. 2020/ 2021 19 leven op de paradijs aarde De wereld waarin we leven is geen moeder wereld, maar de moeder aarde, de paradijs aarde is diep in de wereld opgesloten, diep in de natuur. Daar ligt zij opgeborgen als een geheim, als een hemels oor. Waarom is de vrouw donker ? Het is niet zomaar obscuriteit. Omdat ze de paradijs aarde voorstelt. Het kind sterft in de aarde om haar te vinden, om in haar wedergeboren te worden. Zo wordt het oor van het kind besneden, doorboort, om het hemelse oor te ontvangen. We zijn op de paradijs aarde, als we goed gebruik maken van ons hemels oor en onze hemelse neus. Als we goed overal doorheen kijken, doorheen prikken. Diep in jezelf is de paradijs aarde, waar de paradijs mensen leven. Bouwen aan een nieuwe aarde, aan de paradijs aarde, begint in jezelf, bouwen aan je perspectief. De paradijs aarde komt niet zomaar, maar ligt verborgen in de psycho analyse.

overzicht : 1 de calvijn code 2 de afrika code 3 de egypte code 4 de india code 5 de twaalf kleine profeten 6 het plumares mysterie 7 de afrika brug 8 de amerika brug 9 de filosofie van het voortijdse afrika 10 rigil kent ontsluierd - de verloren kennis van orion 11 de logistieke filosofie 12 de aretaitische filosofie 13 de contextuologie 14 de recyclocratie 15 van reformatie tot regressie - de rodenbergse catechismus 16 ragnarok ontsluierd 17 het kehatitische verschijnsel 18 de venezuela muur 19 leven op de paradijs aarde RGG – regressief-gereformeerde gemeente

leven op de paradijs aarde rgg 2020/ 2021 hoofdstuk 1 de argentijnse tunnel Filosofie alleen is niet genoeg. Na Kant kwam Freud met de psycho analyse wat intens betrokken is bij zowel de nuances van de individuele als de collectieve psychologische verschijnselen en die de verbanden daartussen onderzoekt. Dit is de puzzelologie, het leven als puzzel avontuur. Niets is wat het lijkt, maar we worden hierin wel op de proef gesteld : Zijn we betrokken studenten of worden we onverschillig. Ook moeten we leren onderscheid te maken tussen hoofdzaken en bijzaken. Toen de Vietnam oorlog in 1975 ten einde kwam tussen het communisme en kapitalisme begon er al snel een nieuwe oorlog, namelijk die van Argentinië. Argentinië zag wel dat het extremistische communisme en kapitalisme geen goed deden. In Argentinië was het zogeheten peronisme ontstaan, een derde weg tussen communisme en kapitalisme in, een middenweg. Maar op deze middenweg ontstond links en rechts, en die streden om de nuances. Links staat dan vaak voor gelijkheid tussen burger en staat, en rechts staat vaak voor vrijheid. Er moet een zekere balans zijn, maar de echte oorlog is die van het geestelijke tegen het materialisme. En de demonologie kan vertaald worden als psycho analyse, oftewel de puzzelologie. Altijd weer is het dus een oorlog tussen het studentenschap en het spijbelaarsschap. Als we in het geestelijke reizen over de Amerika brug tot de Venezuela muur zijn gekomen, de hongermuur, dan moeten we daar niet zomaar overheen, maar er juist dieper in, en dan komen we tot de Argentinië tunnel, de vuile oorlog van 1976-1983. Een vuile oorlog is een oorlog waarin ontvoering en marteling wordt gebruikt om een bepaald doel te bereiken. Dit ging dus diep, heel diep. Activisten werden opgepakt zoals ook in Venezuela. Links en rechts zijn in principe gewoon verkappende termen van communisme en kapitalisme. Over wat de balans was waren ze het niet eens. Het vleselijke zal het geestelijke nooit verstaan. Juan Peron (1895-1974), grondlegger van het peronisme, wilde een tunnel bouwen tussen links en rechts en tussen burger en staat. Hij predikte dus net als Boeddha de derde weg, oftewel de middenweg. Maar er waren vele oorlogen over dit geloofsgoed van deze Argentijnse messias. Wanneer wordt hongeren onverschilligheid ? Er is altijd een gevaar in het minderen, vandaar dat elk minderen getoetst moet worden. Minderen moet altijd strategisch zijn, en onderworpen aan de eeuwige kennis. Het kind met het badwater wegwerpen is bijvoorbeeld extremistisch minderen, spijbelend minderen, als een joyride drug. Dit is het valse minderen van de deserteur. Er staan dus allerlei gevaren op de loer als wij tot de hongermuur van Venezuela naderen, en daarom is er de Argentinië tunnel, oftewel de toets-dynamiek, Jakob strijdende op Pniël, strijdende met God. De Venezuela muur doet alles achter glas verdwijnen, in de bibliotheken en de museums, om onderscheid te maken tussen lezer en boek, om zo ook een muur te plaatsen van bescherming en

veiligheid tussen de lezer en het verhaal. De spel factor brengt de lezer dan weer terug in het verhaal, wat de missie van de Argentijnse muur is. Ineens wordt de mens in het boek gezogen, door de Argentijnse tunnel, en beleeft dan ook het boek. De mens komt zo tot het spel. Wanneer het nodig is is er weer de Venezuela muur die scheiding maakt. Zo mogen we deze dynamieken psycho-analytisch begrijpen. Die landen met hun geschiedenis liggen er niet voor niets. Het zijn principes in het brein van de mens. In Argentinië was er een oorlog tussen burger en staat, symbolisch gezien de oorlog tussen mens en God. Dit kan zowel positief als negatief uitgelegd worden. Zeer zeker zijn wij ook net als Jakob opgeroepen om te worstelen met God, om te toetsen dus. Daar omheen ontstaan schaduw realiteiten wat zich uit in de huidige toestand van de wereld, wat alleen psycho-analytisch bruikbaar is. hoofdstuk 2 'de hipste mondkapjes voor het hele gezin' 'De hipste mondkapjes voor het hele gezin', 'de schattigste mondkapjes voor je kinderen,' wordt er geadverteerd in het corona tijdperk. Kinderen groeien vandaag de dag op met mondkapjes, iets wat de mens een paar jaar geleden totaal bizar zou hebben gevonden, maar nu kijkt men er al niet meer van op. Michael Jackson droeg in de tachtiger jaren al vaak een mondkapje. Kwam hij vanuit de toekomst ? Voorzag hij het corona tijdperk al ? Nu groeien de kinderen dus zo op, en tegenwoordig is het compleet normaal. Corona is immers gekomen. Maar of de mens hier ook iets van leert ? Niks hoor. Ik was gisteren in de winkel en er werd nog steeds vlees verkocht van vermoorde dieren ter consumptie. De schappen lagen er nog steeds vol mee. De mens heeft hiermee laten zien dat hij niks maar dan ook niks van corona heeft geleerd. Er is iets goed mis met deze wereld. Och ziet u, het is de wereld buiten het paradijs, een parasitaire schijnwerkelijkheid. Oh, druk zijn ze bezig familietje te spelen, druk zijn ze bezig voort te planten om aan nog meer parasieten geboorte te geven. Hun hele leven zijn ze met bijzaken bezig, hun hele leven is gewijd aan vreten. De kerstdagen komen er weer aan. Maar wacht eens even ? Corona heeft flink veel roet in het eten gegooid en familietje spelen is ook niet meer wat het is geweest. Het menselijk bestaan heeft een flinke deuk opgelopen. Is het nog wel leuk om te leven zo ? Leuk ? Was het leven daarvoor dan wel leuk ? Voor parasieten gaat het leven om de leuk-factor. Maar je kunt alleen geluk ervaren in het geluk wat je hen die het het moeilijkst hebben geeft. Dan niet van hoog bovenop een troontje dat je iets naar beneden gooit voor de hond, maar je helpt hen altijd van onderen. Daar gaat het sprookje over. De mens in nood krijgt geen touw toegeworpen vanuit een helicoptertje, maar er komt iets vanuit de diepte. Van onderen wordt je door stevige armen vastgegrepen die je niet meer loslaten. Voordat ik met Argentinië bezig ging kreeg ik dromen over dit land, en riepen zielen tot mij vanuit het water. Dat is ook niet zo vreemd. De vuile oorlog van 1976-1981, wat begon met het Videla bewind van 1976-1983, was een oorlog van staatsterrorisme, van marteling, ontvoering en verdwijning. Lichamen van gemartelde activisten en politieke tegenstanders werden vanuit helicopters in de rivieren geworpen opdat ze nooit meer gevonden zouden worden. Er heerste een militaire dictatuur in Argentinië die zijn weerga niet kende. Ook ontvoerden ze kinderen van activisten en politieke tegenstanders. Is er een rijk onder de zee ? Is het dan echt afgelopen met activisten en armenhelpers die in de rivier

zijn geworpen vanwege hun goede werk voor de rechten van mens en dier ? Zal het onrecht zegevieren ? In het vervloekte land genaamd Nederland worden activisten, geestelijken en armenhelpers in een coma gelegd, geheel volgens de dictatuur van de vuile oorlog van Argentinië. Van goede ouders worden hun kinderen maar al te vaak afgepakt door criminele systemen. Zo groeien deze kinderen totaal gehersenspoeld op voor galg en rad, raken aan de drugs, alcohol, aan het materialisme verslaafd, en raken veelal in de psychische problemen. Net zoals in Argentinië is dit pure kindermarteling. Het kind werd uit het verzet gerukt, om tot een consument te worden, een poppetje in een poppenkast. Natuurlijk wordt dit allemaal schoongepraat door de bezetters, met leugens en bedrog, de kinderen worden omgekocht, en het wordt allemaal als de normaalste zaak van de wereld voorgeschoteld, net zoals de kolonisten dit eens deden in Amerika. Dit alles is zoals gezegd overgewaaid naar Europa. De Argentijnse vuile oorlog van 1976-1983 legde na de vietnam oorlog het fundament voor 1984. We weten allemaal wat 1984 is : totalitaire mind control. Zeg maar dag met je handje naar vrijheid van meningsuiting, want die is er niet. Is er een rijk onder de zee ? Moeten we hier eventjes doorheen ? Of zal het kwaad het laatste woord hebben ? Parasieten hebben geen creatief vermogen. Ze kunnen alleen maar nazeggen en verdraaien. Peron stond aan de kant van het volk en de arbeiders, waardoor het peronisme dus populistisch was. Ook was het isolationistisch en nationalistisch, want het volk had teveel te verduren gehad van andere landen en we mogen daarbij ook denken aan de koloniale periode vanaf de jaren 1500. Het isolationisme houdt andere landen op een afstand om conflicten te voorkomen. Het nationalisme kan al snel uit de hand lopen als dit niet in balans is met andere factoren, en daarom spreken we ook liever van natiologie waarin ook op de gevaren wordt gewezen. Een ideale situatie was het zeer zeker niet. Het uiteindelijke doel is het terugkeren tot de natuurvolkeren, hen die oorspronkelijk in Argentinië woonden, toen alles nog andere namen had, en Amerika geen Amerika heette, maar toen het nog gewoon Indianië was. De mens en de natuur waren één. Alle landen van Zuid Amerika zijn schakels in het brein van de mens. Om dit te begrijpen is er de psycho analyse. hoofdstuk 3 mijn koninkrijk is niet van deze wereld Demente ouders die hun kinderen dieren lijken voeden vormen al snel een soort van NSB tegen geestelijken. Vlees is een zware psychotropische drug, oftewel een drug die iemand mentaal beinvloed, waardoor zulke ouders leugens gaan lopen vertellen over geestelijken. Het is een feit dat mensen die vlees eten niet helder denken, gaan dementeren, omdat alle kanalen dichtslibben. Zeg maar dag met je handje tegen je verstand en kritisch denken als je investeert in een vlees verslaving in zowel jezelf als je kinderen. Het zijn vaak zwaar rechtse, kapitalistische families, dus een beetje links en communisme kan dan geen kwaad, want er moet gelijkheid komen tussen mens en dier. Vandaar dat er een middenweg is, oftewel de derde weg. In een gesprek wat ik eens met een communist had vroeg ik haar of ze extreem communist was of gewoon mild. Ze zei toen : 'Mild is intelligenter.' Zij had dus een soort tussenweg gevonden. De kapitalistische-fascistische rechtse mens denkt aan welvaart bereiken, nationalistisch en opportunistisch, maar vergeet daarbij gelijkheid en het kruis. Alleen door het kruis te dragen kan er

gelijkheid komen, maar deze mens is zo liberaal geworden dat hij kruis en gelijkwaardigheid heeft verworpen en zo ook elke vorm van recht voor mens en dier. Maar dit kon allemaal in de vuile oorlogen van de zeventiger en tachtiger jaren in landen zoals Argentinië en Chili, en het waaide over naar Europa. De vuile oorlog is nog niet afgelopen. Daarom zei Christus al : 'Mijn koninkrijk is niet van deze wereld.' Zij die niet naar de macht grijpen moeten altijd weer het onderspit delven, en dat zijn de ware christenen. Zij lijden voor een veel hoger doel dan tijdelijke aardse macht. Altijd weer delven dieren, armenhelpers en geestelijken (geen pseudo markt-geestelijken) het onderspit. Altijd weer delven ook kinderen het onderspit, en de armen. Maar 'mijn koninkrijk is niet van deze wereld.' Wat baat het je als je de hele wereld wint, maar je ziel verliest ? Wat we om ons heen zien zijn overdreven karikaturen. Je kunt het zo gek niet bedenken. Het zijn parasitaire afbuigingen. De mens wordt ermee geconfronteerd en erdoor getest. Zo wordt het duidelijk dat veel mensen gewoon leven als parasieten. Parasieten nestelen zich ook in de baarmoeder om zo mens te worden, opdat ze nog meer kunnen parasiteren. Heerlijk vinden parasieten het om 'mens' te worden. Dat is toch wel het ultieme uitstapje voor een parasiet. Boeddha wees op het middenpad, en Christus wees erop dat dit een smal pad was, leidende tot een koninkrijk wat niet van deze wereld was. Hij wees op het isolationisme, het afstand doen van alle dingen, om over dit pad te kunnen volgen. Freud wees op de psycho analyse, het leven als puzzel avontuur. Wat zijn de Zuid Amerikaanse landen ? Ze laten een groot kruis zien van corrupte dictaturen, van militaire bewinden, van mensen die kolonisme bedrijven op andere levenssoorten, op andere visies dan die van henzelf. Het laat een vuile oorlog zien van marteling, ontvoering en verdwijning, een vuil kruis. Volgens de psycho analyse van Freud is het individuele verbonden aan het collectieve, en daarom gaan we hier allemaal doorheen. Zuid Amerika leeft dus diep in ons, als een monsterlijk raadsel wat alleen een oplossing vindt in onszelf. Zuid Amerika heeft een geschiedenis van mensen die de macht grepen om van deze wereld hun koninkrijk te maken, dwars tegen de uitspraken van Christus in. Wij moeten ons richten op het kruis en de opname, niet om ons gelijk te krijgen in deze wereld, niet om macht, geld en aanzien te hebben in deze wereld, niet om ons loon te hebben in deze wereld (want dan hebben wij geen loon in de hemel, omdat we ons loon al hebben gehad.) Wij moeten ons richten op de psycho analyse van de hemel, niet op de dingen die op de aarde zijn. Wat een vuile oorlog was het in de zeventiger en tachtiger jaren in Zuid Amerika, en vandaag de dag nog steeds, als we bijvoorbeeld denken aan Venezuela waar activisten worden opgepakt. Ook in Europa is deze zware vuile oorlog gaande. 1984 leeft als een hongerige beer, zoekende wie hij kan verslinden. Ook vandaag. Het is een oorlog tussen de machten van het vlees en de hemel, het grote Armageddon. Daarom predikt Christus (en iedere ware christen) het isolationisme : Laat af van de mens, want wat is hij te achten ? Laat het mensenvlees je niet tot een arm zijn. Waak ervoor geen mensenbehager te zijn. Er zijn grote misdaden tegen de mensheid gepleegd door de grote beer, en grote misdaden tegen de dieren. Daniel sprak al in zijn dagen over de komst van dit aardse koninkrijk in hoofdstuk 7 : 5 En zie, een ander dier, het tweede, geleek op een beer; het richtte zich op de ene zijde op, en drie ribben waren in zijn muil tussen zijn tanden; en men sprak tegen hem aldus: sta op, eet veel vlees. Eet veel vlees. Nou, dat is wel uitgekomen vandaag de dag. Na deze droom was Daniël er helemaal naar van geworden. Vleeseters leven door lage, aardse energie. Ze willen alles in hokjes stoppen, drukken op iedereen een etiket. Zij ontspringen natuurlijk elke dans, want zij wanen zichzelf god. Paulus sprak dat als de duivel zou komen, dan zou hij zich opstellen in de tempel als god. 2 Tessalonica 2 3 Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der

wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, 4 de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is. 9 Diens komst is naar de werking des duivels met allerlei krachten, tekenen en bedrieglijke wonderen, 10 en met allerlei verlokkende ongerechtigheid. De tempel van God is het menselijk lichaam zelf, en dat is onder handen genomen door kolonisten, want je bent niet meer van jezelf, en ze hebben zich in deze tempel geplaatst met hun materialen om als god over je te regeren. Ze hebben je vlees gevoed, ze hebben je botten gevuld met troep, om je zo een marionet te maken van dit circus. Hiep hiep hoera. Weer een jaartje ouder in dit systeem. Echt iets om te vieren. De mens bedriegt zichzelf, waar Paulus al voor waarschuwde. De god van deze wereld, de god die ze in hun kerken aanbidden, is de duivel die zich gemaskerd heeft. Armageddon is in volle gang, de vuile oorlog, waarin geen middel wordt geschuwd. En Christus zegt : Aanvaard het vuile kruis. Er is geen andere weg, maar heb geen deel aan hun boze werken. Hang het isolationisme aan. Houd ze op een afstand. Anderhalve meter afstand a.u.b. Maar nee, nog wel verder : een paar kilometers, een paar zeeën ertussen, grote zeeën, paar woestijnen, paar bossen, en dan zullen we nog wel verder zien. Er is een rijk onder de zee, een rijk onder deze bedriegelijke wereld van glitter en glamor. Mijn koninkrijk is niet van deze wereld. Je wordt geboren in je familie, en je denkt misschien : 'This is it. Oh, wat zijn mijn vader en moeder lief voor mij. Ik krijg allerlei spullen, en lekker vlees, en zoveel snoep van de oma's, en de opa's zijn ook zo lief voor mij. Jippie, ik ben in de hemel gekomen. Zoveel lekker vlees en spullen, en een mobieltje waarmee ik een ieder als de wiederweerga bij de hand heb, iedereen van wie ik houdt : neefjes en nichtjes, wat een geweldige, heerlijke familie. Ik dank God dat ik niet hoef te lijden zoals de armen in Venezuela en Afrika, en dat ik niet vervolgd wordt zoals de activisten en de geestelijken, de armenhelpers en dierenhelpers. Ik ben zo blij, ik dank God hier op mijn blote knieën voor dat zij het zijn in plaats van ik. En al die mensen die geen familie hebben. Verschrikkelijk. Gelukkig dat dat mij niet is overkomen …. bla bla bla.' MIS ! Paulus sprak : 'Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs.' Eerst zou de leugen zich dus openbaren voordat de waarheid zich zou openbaren, om de mens op de proef te stellen. Wees dus gewaarschuwd. De waarheid is doodgemarteld en in de rivier geworpen opdat niemand haar zou terugvinden. Zij spreekt alleen nog door raadselen. Gedenk Chili en Argentinië. hoofdstuk 4 uw koninkrijk kome – het boek jesaja in een notedop 'Ik dank u dat zij sterven in plaats van mij.' Wat ????? Hoor ik dat goed ? En dan bidden ze ook nog aan tafel om het vlees van de vermoorde dieren te zegenen, allemaal om hun buik te dienen. Dit zijn geen ouders, deze griezels. De wereld is een totaal spookhuis, maar het wordt als normaal aan de kinderen voorgeschoteld. 'Zo hoort het.'

Zowel Jesaja als Jeremia predikten tegen het vlees eten, tegen de afgoderij van de buik : Jesaja 1 10 Hoort het woord des Heren, bestuurders van Sodom; neigt uw oor tot de onderwijzing van onze God, volk van Gomorra. 11 Waartoe dient Mij de menigte uwer slachtoffers? zegt de Here; oververzadigd ben Ik van de brandoffers van rammen en het vet van mestkalveren, en aan het bloed van stieren, schapen en bokken heb Ik geen welgevallen. 12 Wanneer gij komt om voor mijn aangezicht te verschijnen – wie heeft dit van u verlangd mijn voorhoven plat te treden? 13 Gaat niet voort met huichelachtige offers te brengen – gruwelijk reukwerk is het Mij; nieuwe maan en sabbat, het bijeenroepen der samenkomsten – Ik verdraag het niet: onrecht met feestelijke vergadering. 14 Uw nieuwemaansdagen en uw feesten haat Ik met heel mijn ziel, zij zijn Mij een last. Ik ben moede ze te dragen. 15 Wanneer gij uw handen uitbreidt, verberg Ik mijn ogen voor u; zelfs wanneer gij het gebed vermenigvuldigt, hoor Ik niet; uw handen zijn vol bloed. 16 Wast u, reinigt u, doet uw boze daden uit mijn ogen weg; houdt op kwaad te doen; 17 leert goed te doen, tracht naar recht, houdt de geweldenaar in toom, doet recht aan de wees, verdedigt de rechtszaak der weduwe. God is niet zo blij met de feesten van mensen, stelde Jesaja. Wat valt er te vieren ? Ga de armen maar eens helpen, dan heb je wat te vieren, stelde Jesaja. Ze vermoordden dieren en vroegen er ook nog een zegen over. 'Heere, zegen deze moord, amen. Opdat het vlees lekker mag smaken.' Dit maakte het tot afgoderij aan de goden van de buik. Jesaja noemde het een gruwel. Zo begint het boek van Jesaja in hoofdstuk 1, en zo eindigt het ook in Jesaja 66 : 1 Zo zegt de Here: De hemel is mijn troon en de aarde de voetbank mijner voeten, waar zou dan het huis zijn, dat gij Mij zoudt bouwen, en waar de plaats mijner rust? 2 Dit alles heeft immers mijn hand gemaakt en zo is dit alles ontstaan, luidt het woord des Heren; op zulken sla Ik acht: op de ellendige, de verslagene van geest en wie voor mijn woord beeft. 3 Wie een stier slacht, verslaat een mens; wie een schaap offert, breekt een hond de nek; wie spijsoffer brengt, offert zwijnebloed; wie wierook ten gedenkoffer ontsteekt, prijst een afgod. Zij hebben hun eigen wegen verkozen en hun ziel schept in hun gruwelen behagen. 'Gij zult niet doodslaan,' zegt de hemelse wet, maar doodslaan doen zij graag, allemaal voor de buik, het doodslaan van onschuldige dieren, die ook, net als hen, schepselen van God zijn. Schuldig zijn zij aan dit verbod. Zij eten van verboden vruchten. En zij leren het ook aan hun kinderen. Je kunt je liefde voor God en de naaste alleen maar afmeten aan je liefde voor de dieren en de armen. De rest is allemaal illusie, parasitaire dromen die als ballonnen zullen knappen als ze te vol met lucht zijn geraakt. Er is zoveel smerige valse, selectieve liefde. Natuurlijk houden criminelen onderling van elkaar, maar wat is dat voor een liefde ? Dan zegt Jesaja verder in hoofdstuk 1 : 22 Uw zilver is met onzuivere bestanddelen vermengd, uw edele wijn is met water vervalst. 23 Uw vorsten zijn opstandelingen en metgezellen der dieven; ieder van hen is belust op geschenken en jaagt beloningen na; aan de wees doen zij geen recht en de rechtszaak der weduwe vindt bij hen geen gehoor. Dit zien we om ons heen. Ze hebben van hun misdaad een markt gemaakt. Het gaat allemaal om het geld, ook in ziekenhuizen en gerechtshoven. Ze nemen steekpenningen aan, en alleen zo komen de grote machines in actie. Het zijn clowns, automaten. Jesaja predikte tegen deze systemen. We kunnen om ons heen zien dat de mens niet veel van Jesaja heeft geleerd. De mens is een typische en eigenaardige soort van parasiet. Jesaja zegt daarom in hoofdstuk 2 :

22 Laat toch af van de mens, wiens adem in zijn neus is, want wat is hij te achten? Wij bidden daarom : 'Uw koninkrijk kome.' Wij bidden daarom : 'Niet mijn wil geschiede, maar Uw wil geschiede.' Wij worden dan opgeroepen tot geduld, maar die hoeft niet passief te zijn. Het betekent dat wij intens betrokken mogen zijn bij de bouw van dit koninkrijk. Jesaja spreekt over dit koninkrijk. Het zal een vegetarisch koninkrijk zijn van vrede tussen dier en dier, tussen mens en dier, en tussen mens en mens, en bovenal zal er vrede met God zijn. Jesaja 11 6 Dan zal de wolf bij het schaap verkeren en de panter zich nederleggen bij het bokje; het kalf, de jonge leeuw en het mestvee zullen tezamen zijn, en een kleine jongen zal ze hoeden; 7 de koe en de berin zullen samen weiden, haar jongen zullen zich tezamen nederleggen, en de leeuw zal stro eten als het rund; 8 dan zal een zuigeling bij het hol van een adder spelen en naar het nest van een giftige slang zal een gespeend kind zijn hand uitstrekken. 9 Men zal geen kwaad doen noch verderf stichten op gans mijn heilige berg, want de aarde zal vol zijn van kennis des Heren, zoals de wateren de bodem der zee bedekken. Jesaja 65 25 De wolf en het lam zullen tezamen weiden en de leeuw zal stro eten als het rund, en de slang zal stof tot spijze hebben; zij zullen geen kwaad doen noch verderf stichten op gans mijn heilige berg, zegt de Here. Hoe zal dit gebeuren ? Want we kennen allemaal dit verhaal wel. Jesaja sprak dat het door een nieuwe generatie zou komen. God zou iets in de schoot van deze criminelen werpen, een vergelding : 2 De ganse dag breidde Ik mijn armen uit naar een opstandig volk, dat volgens eigen overleggingen wandelde op een weg, die niet goed is; 3 een volk, dat Mij bestendig openlijk krenkt door te offeren in de hoven en offers te ontsteken op de tichelstenen; 4 die in de graven zitten en op verborgen plaatsen overnachten; die vlees van zwijnen eten en in wier vaatwerk verfoeilijk voedsel is; 5 die zeggen: Blijf daar, nader mij niet, want ik ben voor u ongenaakbaar. Dezen zijn een rook in mijn neus, een vuur dat de ganse dag brandt. 6 Zie, het staat vóór Mij geschreven, Ik zal niet zwijgen, voordat Ik het vergolden heb; ja, Ik zal hun de vergelding in de schoot werpen 7 voor uw ongerechtigheden en de ongerechtigheden uwer vaderen tezamen, zegt de Here; omdat zij offers hebben ontstoken op de bergen, en op de heuvels Mij hebben gehoond, daarom zal Ik hun allereerst het loon in hun schoot toemeten. Je bent dus geboren voor een missie. Het paradijs moet je zelf bouwen en zelf zijn, door dierenliefde en armenliefde toe te gaan passen, door zelf het goede voorbeeld te geven. Het begint allemaal in jezelf. Wat je zaait zul je oogsten, ook al gaat alles eerst door de vier seizoenen heen. Het zaad zal eerst sterven. Eerst zul je teleurgesteld zijn, wanhopig, 'want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs.' Eerst moet je de prijs betalen en je goud gelouterd worden. Dit is dus geen wachtend geduld, maar werkend geduld. Werk aan jezelf. Dat waar je doorheen gaat is niets vreemd. Het is het lijden van de martelaren van Chili, Argentinië, Venezuela en andere landen van Zuid Amerika. Jesaja sprak : 20 Wee hun die het kwade goed noemen en het goede kwaad; die duisternis voorstellen als licht en

licht als duisternis; die bitter doen doorgaan voor zoet en zoet voor bitter. 21 Wee hun die in eigen oog wijs zijn en in eigen oordeel verstandig. 22 Wee hun die helden zijn in het drinken van wijn en dapperen in het mengen van bedwelmende drank; 23 die voor een geschenk de schuldige vrijspreken en de rechtvaardige zijn gerechtigheid ontnemen. (Jesaja 5) Voor het kind wat zou komen was er geen plaats in de herberg. Hij werd geboren in een voederbak, tussen de dieren en de arme herders. Hij was bij de armen. De rijken hadden geen plaats voor hem. Het was ook niet zijn wereld. Hij was een vreemdeling. Hij was op doortocht, van de hemel tot de hemel, en daarvoor moest hij door een diep dal. Maar wat groeiden hier een prachtige, medicinale bloemen en planten, zoals in het oerwoud van Venezuela. Hij was bij de natuurvolkeren, aan de borst van moeder natuur, want in de herberg was geen plaats voor hem. Voor ziekenhuizen en gerechtshoven was er geen geld. Die werken alleen maar door steekpenningen. Die hebben geen hart. Nee, er was geen plaats voor hem. Er was geen steen waarop hij zijn hoofd kon doen rusten. Altijd was hij rusteloos, opgejaagd door de goudzoekers en asfalteerders. Jesaja was er woedend over, maar wat kon hij doen ? Hij kon alleen maar prediken over het komende koninkrijk, de wolf met het lam, de stro etende leeuw. De komende hemelse leeuw had geen behoefte om vlees te eten. Nee, hij zou stro eten, oftewel tot de nuance gaan, psycho analyse uitoefenen. Dat was hem genoeg. Hij zou de zegels verbreken. 27 En het zal te dien dage geschieden, dat hun last van uw schouder afglijden zal en hun juk van uw hals, ja, het juk zal vernietigd worden op uw schouder. (Jesaja 10) Wij worden alleen bevrijd, waarlijk bevrijd, in het bevrijden van anderen, oftewel in het vrijzetten van de waarheid, de verklaring, de psycho analyse, het verbreken van de zegels. Johannes 8:32 zegt : 'gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken.' Het boek Daniel zegt hierover : 1 Te dien tijde zal Michaël opstaan, de grote vorst, die de kinderen van uw volk (de nieuwe generatie) terzijde staat; en er zal een tijd van grote benauwdheid zijn, zoals er niet geweest is sinds er volken bestaan, tot op die tijd toe. Maar in die tijd zal uw volk ontkomen: al wie in het boek geschreven wordt bevonden. 2 Velen van hen die slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, tot eeuwig leven. 3 En de verstandigen zullen stralen als de glans van het uitspansel, en die velen tot gerechtigheid hebben gebracht als de sterren, voor eeuwig en altoos. 4 Velen zullen onderzoek doen, en de kennis zal vermeerderen. Jesaja zegt hierover : 16 Dan zal er een heerbaan zijn voor de rest van zijn volk, die in Assur overblijven zal, zoals er voor Israël geweest is ten dage, toen het optrok uit het land Egypte. (Jesaja 11) Er zal dus een nieuwe exodus zijn voor de studenten van de psycho analyse, de waarheidszoekers, de verbrekers van de zegelen, oftewel de verstandigen. Ons gebed mag dan zijn : 'Ik dank u dat ik stierf in plaats van hen,' want dat is de ware liefde, die zijn leven geeft voor zijn vrienden. De ware liefde geeft leven in plaats van leven nemen. En deze liefde is sterker dan de dood en sterker dan de hel. Deze liefde gaat altijd door diepe dalen, maar dan tot de hoogste bergtoppen der hemelen.

Jesaja sprak dat omdat de mens deze liefde niet waardeerde en liever goud en zilver boven deze liefde stelde : 17 Zie, Ik wek tegen hen de Meden op, die zilver niet achten, noch in goud behagen hebben; 18 hun bogen vellen knapen: zij kennen geen erbarming met de vrucht van de schoot en zelfs kinderen ontzien zij niet. (Jesaja 13) Zoals bij Mozes in de woestijn : 'Zij willen toch vlees ? Dan zullen ze zoveel vlees krijgen dat het hun neusgaten uitkomt.' Het vlees ligt dan door de hele stad heen, ook hun eigen vlees. Dat is het loon van de mens. De mens heeft er zelf om gevraagd. Er komt dan iets wat geen belang heeft in goud en zilver, wat niet om te kopen is. Dan moet de mens zijn karma uitzitten. De mens wil toch zo graag vlees ? Dan zetten ze ook de tanden in hun eigen vlees. 20 het zal niet meer bewoond worden, noch bevolkt zijn van geslacht tot geslacht; geen Arabier zal daar zijn tent opslaan, geen herders zullen daar legeren; 21 maar hyena’s zullen er legeren en hun huizen zullen vol uilen zijn; struisvogels zullen daar wonen en veldgeesten daar rondhuppelen, 22 wilde honden zullen huilen in de burchten en jakhalzen in de paleizen van wellust. Met corona smaakt het pilsje niet meer zo lekker, en je kunt dan nog je champagne glas heffen met oud en nieuw, maar op anderhalve meter afstand van andere glaasjes. Hyena's bewonen nu de huizen, en zij planten zich wel voort. En het is duidelijk : de mens bekeert zich niet. De mens roept tot de heuvelen en de bergen : Bedekt mij. De mens zal doorgaan met uitvluchten te zoeken tot het bittere einde. En daarom sprak Jesaja : 11 Maar gij die de Here verlaat, die mijn heilige berg vergeet, die voor Gad een tafel aanricht en voor Meni mengdrank schenkt: 12 Ik zal u voor het zwaard bestemmen en gij zult allen moeten neerknielen om geslacht te worden, omdat gij niet geantwoord hebt, toen Ik riep, en niet gehoord hebt, toen Ik sprak, maar gedaan hebt wat kwaad is in mijn ogen en verkozen hebt wat Mij mishaagt. (Jesaja 65) Want zij die leven door het zwaard zullen door het zwaard sterven, en zij die leven door de slacht zullen zelf geslacht worden. In de stad zijn wij als lammeren. Daarom spreekt Jesaja : 1 Heersers des lands, zendt de lammeren van de rotsen de woestijn in naar de berg der dochter van Sion. (Jesaja 16) De stad zal namelijk zichzelf slachten met al dat geslacht. Het zal een keer goed mis gaan. Daarom mogen wij nu al komen tot de hemelse berg Sion in de wildernis. Daarom mogen wij bidden : 'Uw koninkrijk kome,' want de aardse koninkrijken zullen vergaan. Jesaja stelde dat het iets van de natuur is : Als de dag ten einde komt, dan zal de avond zeker komen. Het zal niet altijd dag blijven. 12 Wee, een rumoer van vele volken, die rumoer maken als rumoerige zeeën, en een gebruis van natiën, die bruisen zoals geweldige wateren bruisen. 13 Natiën bruisen zoals geweldige wateren bruisen, maar dreigt Hij ze, dan vluchten zij ver weg en worden opgejaagd als kaf op de bergen vóór de wind uit en als een werveldistel vóór de storm uit. 14 Ten tijde des avonds, zie, daar is verschrikking; voordat het morgen wordt, zijn zij er niet meer. Dit is het deel van hen die ons plunderen, en het lot van hen die ons beroven. (Jesaja 17)

En als een zinnebeeld hiervan ging Jesaja naakt en barrevoets voor drie jaren. Profeten zijn hemelse zinnebeelden. Zij laten zien wat er met de aarde zal gebeuren. In deze zin weer een psycho analytisch verband tussen het individuele en het collectieve. 21 Want zie, de Here verlaat zijn plaats om de ongerechtigheid der bewoners van de aarde aan hen te bezoeken; dan zal de aarde het op haar vergoten bloed aan het licht brengen en haar verslagenen niet langer bedekken. (Jesaja 26) En dat moet ook wel, als we zien hoe nauwkeurig Jesaja de situatie van de mensheid beschrijft : 7 En ook dezen waggelen van wijn en tuimelen van bedwelmende drank: priester en profeet waggelen van bedwelmende drank, zijn verward door wijn, tuimelen van bedwelmende drank, waggelen bij een gezicht, wankelen bij een rechtspraak. 8 Ja, alle tafels zijn vol walgelijk braaksel, geen plek is er over. 9 „Wie wil hij kennis leren en wie wil hij een openbaring doen verstaan? Hun die van de melk gespeend, aan de borst ontwend zijn? 10 Want het is wet op wet, wet op wet, eis op eis, eis op eis, hier wat, daar wat.” 14 Daarom, hoort het woord des Heren, gij spotters, heersers over dit volk in Jeruzalem. 15 Omdat gij zegt: Wij hebben een verbond met de dood gesloten en met het dodenrijk een verdrag gemaakt; wanneer de voortstormende gesel doortrekt, zal hij ons niet bereiken, want wij hebben leugen tot onze schuilplaats gesteld en in bedrog ons verborgen – (Jesaja 28) Zij willen de profeten niet, zij willen de tucht niet, zij willen de waarheid niet. Zij hebben gekozen voor de dood en de leugen. Zij slachten om zelf geslacht te worden. Zij liegen om zelf bedrogen te worden. Hoe kun je leugen zaaien en waarheid oogsten ? Nee, als je leugen zaait zul je leugen oogsten. Als je slacht zaait, zul je slacht oogsten. 5 Maar de menigte uwer vijanden zal worden als fijn stof en de menigte der geweldenaars als wegstuivend kaf; onverwachts, plotseling zal het geschieden. 6 Gij zult door de Here der heerscharen bezocht worden met donder, aardbeving en geweldig gedreun, wind, storm en verterende vuurvlam. 7 En als een droom, een nachtgezicht, zal de menigte van al de volken worden, die ten strijde trokken tegen de Vuurhaard, ja, allen die hem en zijn verschansingen bestreden, en die hem in het nauw brachten. 8 En het zal zijn, zoals wanneer een hongerige droomt, dat hij eet, maar als hij ontwaakt, is hij nog onverzadigd; en zoals wanneer een dorstige droomt, dat hij drinkt, maar als hij ontwaakt, is hij nog uitgeput en dorstig; zo zal het zijn met de menigte van alle volken, die tegen de berg Sion ten strijde trekken. (Jesaja 29) Het is slechts een droom, een illusie, een nachtmerrie. Het zijn tekenfilm figuren die tegen hun eigen muren kapotlopen. Deze ballonnen zullen allemaal knappen als de berg Sion vanuit de hemel zal nederdalen. Jesaja laat precies zien wat het is : 9 Want het is een weerspannig volk, leugenachtige kinderen, kinderen die de wet des Heren niet willen horen; 10 die tot de zieners zeggen: Gij zult niet zien; en tot de schouwers: Gij zult voor ons de waarheid niet schouwen, spreekt tot ons aangename dingen, schouwt begoochelingen; 11 wijkt af van de weg, buigt af van het pad, doet de Heilige Israëls weg uit onze ogen. 12 Daarom, zo zegt de Heilige Israëls: Omdat gij dit woord verwerpt, op onderdrukking en slinksheid vertrouwt en daarop steunt, 13 daarom zal deze ongerechtigheid voor u zijn als een losgeraakt brok steen, dat op vallen staat en overhelt aan een hoge muur, die plotseling, onverwachts, ineenstort. 14 Hij zal hem stukbreken, zoals een pottenbakkerskruik stukgebroken wordt, die meedogenloos wordt vergruizeld, zodat onder zijn gruis geen scherf wordt gevonden om

vuur van de haard te nemen of water uit de vijver te scheppen. 15 Want zo zegt de Here Here, de Heilige Israëls: Door bekering en rust zoudt gij verlost worden, in stilheid en isolatie zou uw sterkte zijn, – maar gij hebt niet gewild. 16 Gij hebt gezegd: Neen, op paarden zullen wij voortvliegen –; daarom zult gij vlieden; en: Op snelle rossen zullen wij rijden –; daarom zullen uw achtervolgers snel zijn. 17 Duizend zullen er vluchten voor het dreigen van één, voor het dreigen van vijf zult gij vluchten, totdat gij overblijft als een seinpaal op een bergtop en als een banier op een heuvel. Kunnen wij net zoals Jesaja 38 zeggen als wij deze dingen hebben verstaan : 'mijn bittere beproeving werd tot heil.' ? Voor de verstandigen zal God alles laten medewerken ten goede, in de verdieping van de psycho analyse kan de mens tot nieuw land komen. 'Men neme een vijgenkoek en legge die op de wond, dan zal hij genezen.' De vijgenkoek is in het Hebreeuws een beeld van het rondmaken, het verklaren, en ook een beeld van het ontvangen van een woning. Het is een beeld van het beloofde land. Zo kon Jesaja zeggen : 3 Hoor, iemand roept: Bereidt in de woestijn de weg des Heren, effent in de wildernis een baan voor onze God. 4 Elk dal worde verhoogd en elke berg en heuvel geslecht, en het oneffene worde tot een vlakte en de rotsbodem tot een vallei. 5 En de heerlijkheid des Heren zal zich openbaren, en al het levende tezamen zal dit zien. (Jesaja 40) Deze exodus gaat door tot het beloofde land, tot het paradijs : 13 Ik werk, en wie zal het keren? 16 Zo zegt de Here, die door de zee een weg baant en een pad door machtige wateren; 17 die wagen en paard doet uittrekken, krijgsmacht en helden; tezamen liggen zij neder, zij staan niet weer op, zij zijn uitgeblust, als een vlaspit uitgedoofd: 19 zie, Ik maak iets nieuws, nu zal het uitspruiten; zult gij er geen acht op slaan? Ja, Ik zal een weg in de woestijn maken, rivieren in de wildernis. 20 Ik geef water in de woestijn, rivieren in de wildernis om mijn uitverkoren volk te drenken. (Jesaja 43) 3 Ik zal water gieten op het dorstige en beken op het droge; Ik zal mijn geestelijke uitgieten op uw nakroost en mijn zegen op uw nakomelingen. 4 Zij zullen uitspruiten tussen het gras, als populieren langs de beken. (Jesaja 44) Dat mag een wedergeboorte zijn in het water, want na de nacht komt altijd de morgen, zoals na een tijd van droogheid ook weer een tijd van het ontspringen van water is. Zo mag er een wedergeboorte zijn in de rivier, en mag je zelf als Mozes zijn. Ken je de Egyptologie ? Ken je de weg door de wildernis naar het beloofde land ? Ook Jesaja spreekt over deze weg. 1 Hoort dit, gij huis van Jakob, die u noemt met de naam Israël en die uit de wateren van Juda voortgekomen zijt. (Jesaja 48) Maar zijn we er dan al ? Neen. Ook na de wedergeboorte zijn er beproevingen : 1 Hoort dit, gij huis van Jakob, die u noemt met de naam Israël en die uit de wateren van Juda voortgekomen zijt; die zweert bij de naam des Heren en die de God van Israël belijdt – maar niet in waarheid en niet in gerechtigheid – 2 ja, zij noemen zich naar de heilige stad en steunen op de God van Israël; Here der heerscharen is zijn naam.

'Maar niet in waarheid en niet in gerechtigheid.' Er is dus een verschil tussen de psycho analyse en gewoon maar domweg religieus zijn en religieus praten. De ware godsdienst, de ware religie, is de armenhulp, en dit houdt ook in : het onderwijs. Jesaja zegt : 17 Zo zegt de Here, uw Verlosser, de Heilige Israëls: Ik ben de Here, uw God, die u leert, opdat het u welga; die u de weg doet betreden, die gij moet gaan. 18 Och, dat gij naar mijn geboden luisterdet; dan zou uw vrede zijn als een rivier en uw gerechtigheid als de golven der zee; (Jesaja 48) Kunnen wij het rondmaken, en dan ook echt rond ? Kunnen wij de hemelse cyclus laten zien en in ons en door ons uitdrukken ? Dat kan niet als we selectief liefhebben alleen maar in ons nauwe kringetje. Dat is geen waarlijke cirkel. Het geheim van het ware cirkels maken, de cirkel rondmaken, ligt in het water. Wij mogen kinderen van de hemelse rivier zijn, die door ons heen laten stromen. Die rivier slaat niks en niemand over. Dan is het afgelopen met het kortzichtige nazi leven. Er zijn ook een heleboel religieuze nazi's. Jesaja zegt : 26 En Ik zal uw verdrukkers hun eigen vlees doen eten, en van hun eigen bloed zullen zij dronken worden als van jonge wijn; en al het levende zal weten, dat Ik, de Here, uw Redder ben, en uw Verlosser, de Machtige Jakobs. 3 Hij maakt haar woestijn als Eden en haar wildernis als de hof des Heren. (Jesaja 51) 11 Om zijn moeitevol lijden zal hij het zien tot verzadiging toe; door zijn kennis zal mijn knecht, de rechtvaardige, velen rechtvaardig maken. (Jesaja 53) Door kennis zal er dus rechtvaardigheid zijn, stelt Jesaja. Ook in het Nieuwe Testament wijst Christus op de kennis als het geheim, als de sleutel. Zonder kennis is er geen hoop, geloof en liefde. Zonder kennis is er geen waarlijke bevrijding. Alleen de waarheid maakt vrij. De mens heeft zichzelf allerlei fabeltjes verzonnen, ook over Christus, om hieraan te ontkomen. Zoals Jesaja sprak : Ze zweren bij de naam des Heren en die de God van Israël belijdt – maar niet in waarheid en niet in gerechtigheid. Hoe zal het dan gaan in het beloofde land waar wij nu al naartoe mogen gaan, wat we nu al mogen bouwen ? 1 O, alle dorstigen, komt tot de wateren, en gij die geen geld hebt, komt, koopt en eet; ja komt, koopt zonder geld en zonder prijs melk. 2 Waarom weegt gij geld af voor wat geen brood is en uw vermogen voor wat niet verzadigen kan? Hoort aandachtig naar Mij, opdat gij het goede eet en uw ziel zich in overvloed verlustige. (Jesaja 55) Dit gaat over de dimensie van de kennis, van de psycho analyse, de dimensie van de zinnebeelden. Hier wordt met een heel ander soort geld betaald. Er is een verschil tussen vleselijk, aards, letterlijk geld, wat een kloof maakt tussen de armen en de rijken, en geestelijk, hemels geld. Jesaja wijst dan op het vasten als de weg, het minderen, en legt ook uit wat dit vasten is :

6 Is dit niet het vasten dat Ik verkies: de boeien der goddeloosheid los te maken, de banden van het juk te ontbinden, verdrukten vrij te laten en elk juk te verbreken? 7 Is het niet, dat gij voor de hongerige uw brood breekt en arme zwervelingen in uw huis brengt, ja, als gij een naakte ziet, dat gij hem bekleedt ? (Jesaja 58) Dit is een kruis van je leven geven, opdat er gelijkheid zal zijn, als sleutel tot het beloofde land. Isoleer je van de samenzweringen met de rijken en de goddelozen, de vleeseters, de aardse verdrukkers, en help de armen. De armen zijn je familie. Dat is de sleutel tot het paradijs. hoofdstuk 5 thanksgiving day : rouwdag voor de indianen en ieder natuurmens De vreetfeesten zijn weer begonnen. Dat begint met thanksgiving day in november al. Nu met corona smaakt de kalkoen niet meer zoals voorheen. Waar is de mens met al zijn verjaardagsfeesten gebleven ? De mens waant maar wat aan met die feesten, terwijl in Venezuela de armen uit de vuilnisbakken eten. De mens heeft het maar goed voor elkaar. Jeremia vervloekte zijn geboortedag. Zoals thanksgiving day een rouwdag is voor de indianen zo was de verjaardag voor Jeremia een rouwdag. Dan kun je een zwarte verjaardag vieren, met de achtergrondmuziek van corona. Hier in Nederland zijn ze met zwarte vrijdag, de dag na thanksgiving en de aftrap van het kerstseizoen, ook massaal de steden ingegaan recht tegen alle waarschuwingen in. Lekker corona krijgen. Dit is de reden waarom wij minimalistisch en sober leven. Wel is en blijft de kunst belangrijk. En de literatuur blijft belangrijk. Educatie en creativiteit is per slot van rekening datgene wat de wereld kan veranderen en dat begint in jezelf, en je mag op zoek gaan naar de tekenen hiervan om je heen, als een detective. Daar gaat het artikel van vandaag over. De vreetfeesten beginnen al in November met thanksgiving day, en familie en vlees staat dan altijd weer centraal. Familie wordt opgezocht, een stuk moeilijker met corona nu, en de armsten uit Venezuela die uit de vuilnisbakken eten worden vergeten. Wat een tegenstelling. Oorspronkelijk was thanksgiving day oftewel dankdag het feest van de pelgrimsvaders die in Amerika waren aangekomen als religieuze vluchtelingen vanuit Europa, en die door de indianen werden geholpen in de nieuwe wereld (1621). De indianen moesten hen wegwijs maken. De indianen waren hun gidsen. Maar kijk wat er van is geworden. Het is om je kapot te schamen. Wat hebben ze van Amerika gemaakt, wat hebben ze met de indianen gedaan, en hoe gaan ze met de allerarmsten om ? Ik had een droom over een plant met eigenaardige slakken die leken op geslachtsorganen (fallussen). Ze gingen heel traag. De planten zelf waren gevaarlijk, ze brachten vergifting en verwoesting, als vleesetende planten ook. Het is een beeld van dat de mens moet afremmen. Er werd een financieel spel gespeeld waardoor de mens spaarde door te zondigen, eigenlijk door te roven. Zo leeft de mens. De mens is een financiele spaarrover. Zo spaart de mens, door van de ander te nemen, door de ander niets te gunnen, door oneerlijkheid. Er lagen boekjes van een detective Thijs die deze mysterieën onderzocht. Er was een bepaald gesteente wat brandde als een kaars, en wat heel lang duurde voordat het afgebrand zou zijn. Het gesteente leek op een soort karbiet. De

mens verspilt alles te snel. Er waren ook camera's waarop je die verhalen kon bekijken. Het waren een soort dia's als bij viewmasters. Er werd ook een speciaal soort plastic verkocht voor deze camera's, voor de dia's, als een soort screenfilters. Er komt dus een heleboel kijken voor het zien van het geheim, het gaat om groot geduld en planning. Dit is zoals gezegd geen passief geduld. Waarom ? Je kunt er lang over nadenken, maar je kunt ook bij jezelf beginnen. Waarom hebben ze in het rijke westen zulke verschrikkelijke vreetfeesten terwijl ze in Venezuela uit de vuilnisbakken eten. Waarom ? Waarom gooit de rijke mens alles zo snel weg, en moet alles pico bello zijn voor het oog, anders beginnen ze te klagen en te morren en moeten er weer zo snel mogelijk nieuwe dingen aangeschaft worden. Ze hebben de koopziekte. Hun hart is niet verbonden met de armen. Wel is kunst en creativiteit belangrijk. Wel is symboliek belangrijk. Het is belangrijk niet in kunstarmoe terecht te komen. Ik was in een dichtbijzijnde natuurstad, een magische stad, wat ik al kende vanaf mijn jeugd. Ik houd dan altijd mijn ogen goed open omdat het buitenaards is, en het is een echte kunststad, en ik kom daar ook voor de kunst en de inspiratie. Door kunst kan de wereld veranderen. Ik ben daarom een kunstenaar in hart en nieren. Ik zag een bord wat zei : 'Een leven lang leren.' En er liepen twee vrouwen voor me die het over puzzels hadden. Ik voelde me als een detective. Wat was er in de wereld gebeurd ? Ik zag een vrouw die me aan het paarse complot deed herinneren. Ik kreeg er tranen van in mijn ogen. Het paarse complot gaat over problemen die bedoeld zijn om de mens dit te laten opmerken en zo aan zichzelf te werken, als een bepaalde vorm van pedagogiek. Alleen zo kan de wereld beter worden. Het haalt het onderste uit de kan, terwijl als alles goed zou zijn zou de mens in slaap sussen. Moeten we opnieuw vluchten naar de indianen van Amerika, naar Indianië, op het schip de Mayflower, net zoals de pelgrimsvaders destijds ? Want armen activisten worden vervolgd in Europa. Als je niet vrolijk meedoet, dan worden alle machten van de hel over je uitgestort. Moeten we komen tot de oorspronkelijke betekenis van dankdag en thanksgiving day ? Veel indianenstammen zien dankdag als de aftrapdag voor een hoop ellende in de nieuwe wereld, want hun land werd geroofd en hun bevolking werd uitgemoord. Ze voelden zich bedrogen en verraden. Daarom zien ze thanksgiving day als een rouwdag. Het rijke westen heeft een hoop goed te maken. Dat zullen ze niet doen, maar jij moet het doen. hoofdstuk 6 volwassenen : duveltjes in doosjes Pim vertelde die moppen over Ethiopiërs, altijd maar weer, en wij vertelden ze door, als kinderen, omdat het constructieve verhaaltjes waren over Ethiopiërs, zoals : Wat is een luxaflex ? Een stapelbed voor Ethiopiërs. Als kind heb je een hele andere beleveniswereld en zie je daar geen kwaad in. Het is meer een creatieve oplossing en bewustwording, want zowel Pim als ik gingen later in de ontwikkelingshulp werken. Als kind zie je die energieën en dan moet je er wat mee, en als kind ben je zelf ook een Ethiopiër. Maar de volwassenen konden het niet waarderen, je weet wel, die lui die ons voerden met dierenlijken, en zichzelf helemaal volspekten met materialisme en andere troep. Nee, die konden het niet waarderen. Die zagen niet dat kinderen op hun eigen manier aan de noodbel trokken. Ik zou zeggen als ik een kind dat soort verhaaltjes hoorden vertellen : Nou,

creatief bedacht. Maar wij kregen van de volwassenen te horen dat het gemeen was. Volwassenen hebben geen oog voor kunst en creativiteit en bewustwording in het beeld van de belevingswereld van een kind. Kinderen denken er niet bij na. Ze horen wat en zeggen het door, op hun eigen manier. Kinderen kennen echt niet het verschil tussen henzelf en een Ethiopiër, want een kind wordt zelf ook arm en dom gehouden op allerlei manieren door de volwassenen. Pure kindermishandeling. En ik kan het weten, want ik heb als klein kind zelf die moppen van Pim doorverteld. Voor ons waren het gewoon sprookjes, en de Ethiopiërs waren sprookjesfiguren die in verhalen meespeelden, en zo waren wij dichtbij de Ethiopiërs, en wij waren de Ethiopiërs zelf. Maar het bedreigde natuurlijk de vraatzucht van de volwassenen die liever niet aan de Ethiopiërs herinnert wilden worden. Pim zat een klas hoger dan mij, bij mijn neefje in de klas, en het was ook de buurjongen van mijn neefje. Je weet als kind niks, en dingen hebben een andere gevoelswaarde. Er is niet dat onderscheid wat volwassenen hebben gemaakt, zoals de kloof tussen arm en rijk, allemaal door een markt. En die territoriale volwassenen die hun gebied niet kwijtwilden voelden zich natuurlijk bedreigd. Zij kenden de kindertaal niet. Ze kennen geen symboliek, geen tekentaal. Ze zijn alleen maar letterlijk en serieus, humorloos, en dat is het allergrootste kwaad. Je spot pas echt met de armen als je ze negeert, en dat is wat zij doen, met hun zotte thanksgiving days, black fridays en verjaardagsfeesten en andere soorten feesten van armenhaat, allemaal egoïstische feesten die vraatzucht adverteren. Nee, die duivelse corporatistische cultussen van de volwassenen die kinderen aan hun draken offeren zijn pas gemeen, die armen activisten en ontwikkelingswerkers in een coma leggen opdat hun markten niet bedreigd worden zijn pas gemeen. En daarom vertellen kinderen graag moppen over zulke volwassenen. Kinderen zijn het zat om doof en blind gehouden te worden door weetniks-weet-alles-beter volwassenen. Al die zogenaamde 'volwassenen' zullen terug de kinderboeken ingaan, zoals een kinderboek van vroeger al zei : 'Grote mensen ? Je kunt er beter soep van koken.' Volwassenen ? Bah ! Ze hebben er wel een potje van gemaakt, en ze vinden zichzelf oh-zobelangrijk. 'Wie het koninkrijk niet binnengaat als een kind zal het niet binnengaan,' zegt Marcus 10. Wat is dan het koninkrijk ? Alleen de armenhelpers en armenactivisten zijn ware koningen, zij die hier bewustzijn in brengen. Je kunt hen herkennen aan het feit dat ze vervolgd worden, dat alles wat ze doen en zeggen omgedraaid wordt, over gelogen wordt, want ze staan op de dodenlijst van het kwaad. Ik heb dit zelf aan levende lijve ondervonden. En daarom heb je het kind zijn nodig om hieraan te ontkomen. Er is hulp, en die wordt door dromen gegeven, die alleen een kinderhart kan ontvangen en kan verstaan. Je leeft dan in een andere wereld waar volwassenen niet kunnen komen. Oh, als ze zouden kunnen zouden ze je willen kapotslaan, maar je bent veilig achter glas. Dit is de ware godsdienst : die van de kinderen, niet verstaan door de volwassenen. De volwassenen zijn veel te druk bezig met hun markten om naam te maken. Ze worden graag vereerd, staan graag in de belangstelling. Maar kinderen zoeken altijd weer het verborgene op, en spreken altijd weer in een verborgen taal. Het kan een kind niet schelen hoe iemand anders over hem denkt. Een kind gaat een andere weg, de weg van de hemel. De volwassenen, dat smerige, criminele tuig, gaan weer terug de kinderboeken in. Het is afgelopen met hen. Het zijn duveltjes in doosjes, en ze gaan weer terug de dozen in, de kasten in, achter slot en grendel. De volwassene : een duveltje in een doosje, een lachzakje. Zonder zijn batterijen is hij nergens. Wat een belachelijke vertoning is het geweest. Kijk wat ze er van gemaakt hebben. Maar kijk ook waar ze terecht komen : In de kinderboeken. Ze horen in het museum thuis, achter glas, met uitleg. Opgeruimd staat netjes. Allemaal anderhalve meter afstand, mondkapjes op. Kijk goed naar het museum.

hoofdstuk 7 europa : your opa De kwaliteit van liefde wordt afgemeten aan je dierenliefde en armenliefde. Alleen zij die dierenliefde en armenliefde hebben kunnen ook daadwerkelijk van zichzelf houden, want de mens is zowel dier als arm. Met dierenliefde en armenliefde mag niet gesjoemeld worden. Ik droomde vannacht dat in de avondlucht grote wereldkaarten verschenen als een atlas. Ik zei het tegen mijn broertje, maar die keek niet eens. Toen kwamen er ruimteschepen, prachtige ruimteschepen. Ze maakten geen lawaai. Het ging allemaal zo smooth. Weer zei ik het tegen mijn broertje en weer keek hij niet op of om. De mensen hebben het niet eens door als de buitenaardsen komen. Ze zijn er al, en de mensen kunnen de tekens ervan niet opvangen. Toen ging de droom verder dat ze een clip hadden gezonden naar de aarde. Er stond een jongen voor een tunnel systeem van een tuinierdersbedrijf, in de avond, met wat tekens erbij. Ik ben toen in dat tunnel systeem gegaan, wat als een soort schuur was, en toen ging ik door verschillende hekken, en kwam ik bij een traktor aan in de buitenlucht achter het tunnelstelsel. Er was veel werk te doen. Er is een nieuwe industrie. De mens mag leren met, in en door de natuur te werken. De mens is zo trots. Ze denken dat zij de enigen zijn in het heelal. Ze denken dat hun frequentie de enige frequentie is. De mens waant zichzelf oh-zo-belangrijk, oh-zo-alwetend. Zij weten zoveel, daar ga je van duizelen. Ook weet de mens alles over jou, tenminste dat denken ze. Het is allemaal pretentie, allemaal rollenspel, over de ruggen van anderen heen, wat vaak de armen, de dieren en de activisten zijn. Dat is wat Europa is : your opa, oftewel je opa. Ze hebben heel Europa verkankert, en ook Amerika en de gehele wereld met hun oude, demente opaatjes gedrag, lekker vroeg met pensioen. Daarom moet er een nieuwe wereld komen, en een nieuwe industrie. De nieuwe wereld : er moet iets in je hart gebeuren. In de bijbel zien we dat dwars door de plagen de nieuwe wereld in zicht komt. Blijf goed zaad zaaien want je zal namelijk de optelsom van de oogst zijn. Als je op de akker van het vlees blijft zaaien, dan kun je het geestelijke nooit oogsten. Er zijn nu eenmaal natuurwetten waar de mens niet omheen komt, ook niet met een toverstokje. Er zal geen supersinterklaas zijn straks die alles wel even normaal zal toveren terwijl de mens zijn hele leven heeft lopen aanklooien. Ga daarom nu al naar de goede school, en doe daarom nu al het goede werk. Wat je zaait zul je oogsten. Er is geen supersinterklaas, zoals de mens god graag voorstelt, die alles wel even door de vingers zal zien, al het gespijbel en al het werkverzuim. Er hadden nooit beroepen buiten het geestelijke om mogen zijn. De mens is dus zwaar afgedwaald, en daarom moeten wij als geestelijken blijven waarschuwen. De mens heeft hier vaak geen idee van. De geestelijke wordt vaak als een spelbreker gezien, vooral bij de materialistische mens. Geen supersinterklaas dus, geen sjoemelend, spijbelend toverstokje. 'Nou, schiet me dan maar dood,' zouden sommige mensen zeggen, of ze rennen hard weg naar hun glaasje. Zijn geestelijken dan spelbrekers ? Geestelijken laten een veel hoger spel zien, een veel eerlijker spel dan wat er op aarde gespeeld wordt. En nogmaals : we hebben het dan niet over de marktgeestelijken, maar over de kluizenaars-geestelijken die zich hebben afgezonderd, de wilde geestelijken in de natuur, de shamanen. We hebben het over de wijze gidsen in de natuur, zij die op de smalle paden, door de enge poorten zijn gegaan. Het is vermoeiend werk, want de mensen luisteren niet. En toch moeten zij prediken. Het is als de dagen van Noach, maar nu is de zondvloed gekomen, corona. Ben je op

het schip ? Heb je naar Noach geluisterd, of heb je de roddels van de mensen over hem geloofd ? Ben je in de ark, of zwem je er ergens buiten ? Noach staat voor de dierenliefde. Twee aan twee is een beeld van volkomenheid. Ben je volkomen in je liefde, of heb je lopen spijbelen en sjoemelen ? De ark is onzichtbaar, want het is iets van het hart. Het is het belangrijkste wat er is, je prioriteit. Als je hart in orde is, dan kun je daaruit leven, en zal het je leiden tot het hogere leven. Denk hier niet te gemakkelijk over. God is als een gevoelig dier. Als je hem eens onnodig pijn hebt gedaan, dan zal hij op een afstand blijven, en dan zal zijn vertrouwen niet makkelijk te winnen zijn, als een vogeltje wat bang is weggevlogen. Veel mensen hebben zo'n soort verwonde relatie met God al. Once bitten, twice shy. Een heleboel mensen accepteren dat niet van God en maken het zo nog wel erger. God laat zich niet dwingen. In veel gevallen heeft de mens het vogeltje al de nek omgedraaid. Dan is het een dood vogeltje, een dode god. Zo erg is het al met de wereld, dat de wereld God al heeft vermoord, en denk je dat God de wereld nog vertrouwd ? Nee, God is zo paranoide als een geschoten dier. Vinden we het gek ? En dan wordt God ook nog beschuldigd dat hij er nooit is. Zo gaat de mens ook om met de geestelijken die ze zelf kapot hebben gemaakt. Wij geestelijken blijven op een afstand. Ze bekijken het allemaal maar. De wereld is een mijnenveld. De mens is de geestelijkheid helemaal niet waard. Daarom hebben ze nu hun eigen nepgeestelijken en marktgeestelijken. Die kunnen ze zo ergens kopen in een feestwinkel, en die worden dan op de schoorsteenmantel gezet, maar de ware geestelijken zijn weggevlogen het bos in, weggevlucht naar een andere wereld. Ze bekijken het maar. Een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen. Wel laten de geestelijken een spoor achter in de literatuur voor de puzzelaars. De opname is al geweest, en het schip staat nog steeds klaar. De martelaren zijn al onder het altaar in de hemel. Ze zijn in actief geduld, geen passief geduld, totdat het getal van de martelaren vol is, zoals ook de bijbel laat zien in het boek openbaring. Boek 105, de appel, zegt hierover : 105. DE APPEL 1. Ik was maar een droom, 2. Mijn spiegel is stukgeslagen, 3. Nu sijpel ik weg, 4. Zij die mij volgen zullen alleen wat appels vinden, 5. En wat verhalen, 6. Om de dag door te komen God is weg, en de ware opgenomen geestelijken en activisten, de martelaren van deze wereld, zijn weg. Iedere geestelijke en activist zal zijn eigen lijdensverhaal hebben. Het wachten is op het vol worden van het getal. De weg ligt open, en die weg is smal. De poort ligt open, en die poort is eng. Men kan alleen volgen door het oog van de naald. Deze naald zal eerst als een pijl door de mens gaan. Daarom zegt de vur ook in boek 1 : 1. DE ORKAAN 1. Deze bruggen zijn gemaakt van bruine bloemen, Bruggen tussen jou en mij, Waar leiden zij naartoe ? Wanneer ik naar jou kijk, vaag ik weg, Wanneer ik aan je denk, laat ik je wegglijden, Dit is hoe ik mijn boog grijp, Maar ik bereik het nooit

2. Ik kan niets bereiken, en ik denk dat dit nog maar het begin is, En dan bevind ik mijzelf in een bruin bloemenveld, Alleen in de bruine nacht, Een nacht in vele jaren, Kan ik zijn in de bruine bloemenvelden, Deze bruggen tussen jou en mij 3. De pijl raakte haar hard, Het was diep, we zagen haar vallen, De pijl bracht haar over de bruggen, Tot de donkere nacht, Tot bruine bloemenvelden 4. Paarden van vuur in de lucht, De geur van kermis overal, Zij zijn gekomen met zoveel soldaten, Rijs op in de lucht, zeg al uw moeders vaarwel 5. Ik zal het begrijpen, deze onsterfelijkheid, de lelie, drijvende op de waterstroom, drijvende op de waterdroom Zij leven in een droom, in de wereld van de ziel, waarin ze zijn gekomen door de pijl, door de doorboring. Zij hebben een diepere wereld gevonden, de onderwereld, of de bovenwereld. Het is een buitenwereld, buitenaards en bovenaards. De pijl is deze wereld, en het heeft maar een heel klein oog, het oog van de naald. God is in een trauma. Elke ware geestelijke kent dit trauma. Daarom is God defensief. Daarom vlucht God altijd weg bij het minste of geringste, als een eerder geraakt dier. Daarom zegt de vur : 8. Ze heeft haar speer opgeheven, En dan slaat ze toe, Ze raakt mijn hoofd 9. Hij kan niet komen waar je bent, Vriend, ik zou niet tot je liegen, Ik weet dat je ook met dit trauma vecht, Het is een oorlogs-trauma, Ik was daar, en ik zag je 11. Het schip was belast met deze tragedie, Toen het donkerder werd stierf de kapitein, In de dieptes van de nacht, Het veranderde hun zicht op de wereld en de woeste zee, Het veranderde de manier waarop zij de tragedie behandelden 13. Niemand kan deze vrouw begrijpen, Niemand kan haar voetstappen volgen, Ze vagen gemakkelijk weg in de nacht, Ze vagen gemakkelijk weg in het zand 14. Wilde rozen groeien rondom het paradijs,

Niemand kan binnenkomen 16. Ik herinner het schip, Het schip waarmee ze mij oppikte, Zij is een lied in mijn hoofd De ware geestelijke is net zoals God al gestorven, vermoord, en leeft nog slechts door liederen en literatuur. De ware geestelijke leeft alleen nog maar in de boeken, in verhalen, is aan zichzelf gestorven. Er is geen leven buiten de boeken voor de ware geestelijke. Er is geen leven voor de ware geestelijke buiten school en werk. De ware geestelijke is een hemelse machine, om zo veilig door de mijnenvelden van de wereld te komen. Denk niet dat je zulke machines zomaar even kunt begrijpen. Denk ook niet dat je zomaar ongestraft etiketten op zulke machines kunt plakken. Je kunt niet zomaar ongestraft en zonder gevolgen roddelen over zulke machines en hen vals beschuldigen van allerlei dingen. Zulke machines gaan een profetische weg. Je kunt ze niet in je hokjes drukken. 24. Laat me je geheim zien, Laat me je schepen zien, Ik weet dat je hier ergens leeft, Alles zal wegvagen Het zal altijd weer anders zijn. De ware geestelijken draaien als planeten in een ander universum, een hemels universum met hele andere wetten. Ze zijn niet te volgen. Ze voeren een vreemde dans uit. De mens kent deze dans niet, en heeft direct zijn oordeel klaar. Maar alles zal wegvagen. De mens probeert het te grijpen, maar het glijdt weg als water tussen zijn vingers. De mens strijdt tegen de hemelse oceaan, en de mens is hierin maar een druppel. De mens denkt dat hij heel wat heeft, maar hij heeft niets. Heeft God wel tijd voor de mens nu de mens nooit tijd voor God heeft gehad. 'Geen tijd, geen tijd, hoezeer het me ook spijt, geen groetje kan eraf, te laat, te laat, te laat,' riep het witte konijn naar Alice. Als God maar eens tijd voor de mens zou hebben en nemen, maar de mens heeft nooit tijd voor God genomen. Als we een relatie met God willen dan moeten we om ons heenkijken hoe dat in de natuur gaat. Springt een man zomaar bij een vrouw naar binnen zonder afspraakje, zonder haar toestemming, zonder eerst een tijd van leren kennen en onderzoeken ? Als dat allemaal niet gebeurt dan zou het verkrachting wezen. En dat heeft de mens bij God gedaan : De mens heeft God verkracht, keer op keer, als een houten pop. Daarom moet de mens in het spel naar de gevangenis, en terug naar start. God is immers kennis. Om een relatie met kennis te krijgen kun je niet gaan lopen forceren, maar moet je leren. hoofdstuk 8 russische kinderliefde 'Jongeman, kunt u uw mondkapje op doen ?' kreeg ik te horen van een conductrice op het station. Het was immers 1 december, en nu is het verplicht. Later in de trein was er op de intercom nog een soort verontschuldiging, dat de regering het nu eenmaal zo beschikt had dat het nu ook echt in de

stationshal moest. Dat was op de terugreis. Het was drukker dan de heenreis, want toen was er bijna niemand, en zat ik alleen in een coupé. Toen de trein ergens op een tussenstation stopte was het er zo stil dat het het einde van de wereld leek. Ik had vannacht een droom dat ik in Venezuela was, en we hadden zaad geplant voor allerlei soorten fruit wat begon te groeien. Er was ook al wat oogst. Er waren ineens een heleboel kleine beren, en ik vroeg me af waar ze vandaan kwamen. Ergens verderop bleek een hol te zijn waaruit ze kwamen. Er waren er enorm veel en het kon dus heel goed zijn dat de moederbeer daar ook was. Eerst ging ik het hol niet binnen, maar toen later begon ik nieuwsgierig te worden naar de moederbeer, en ging toen het hol binnen. Ik werd overspoeld met beren energie, en de droom eindigde met het lied Russians van Sting, maar dan zonder zijn gezang, en het was een soort hemelse en langere versie waarin ik engelen zag marcheren als soldaten, en ook engelen van Sting, die op Sting leken maar Sting niet waren. Het was een nummer wat ik in mijn jeugd grijs had gedraaid. De beer is een zwaar communistisch dier, gebaseerd op gelijkheid, en is daarom obscuur. Qua communisme of gelijkheid is het belangrijk dat alles eerlijk verdeeld is onder de armen, en dat iedereen een basis inkomen heeft. Als dat er niet is, en er zijn rovers die zoveel hebben dat anderen niks hebben, dan valt de beer aan. De beer zal komen. Is corona deze beer ? Of is de natuur deze beer ? Kruizen de natuur en corona ergens ? Corona heeft het voor elkaar gekregen om de nertsen fokkerijen te sluiten bijvoorbeeld, wat natuurlijk zeer goed is, want deze dieren werden gefokt voor hun huid. Ik werd wakker met een herinnering van een schilderij van Maria van vroeger. Ik moest dus met de trein weg, en ik moest ook even langs een winkel, en ik zag een klein schilderijtje van Maria. Toen ik weer thuis kwam deed ik onderzoek naar de 1985 single van Sting waarover ik gedroomd had, over de engelen die marcheerden. De B-side was Gabriel's message wat ook over Maria gaat. Hij moest Maria bezoeken met een boodschap. Hij kondigde een geboorte aan. Ons onderwijsboek 'de afrika brug' uit 2018 zegt : 'Shamanen weven de nachtmerries tot dromen door het beren-medicijn. Zij ontmaskeren niet alleen de religies, maar zij verzoenen de religies ook door de context. De beer is het symbool van de 'missing link', de ontbrekende schakel. Zo rijst de zwarte beer dan wel eerst heel hoog en dreigend, maar als het dan het werk van verzoening heeft volbracht, dan zal de beer opgelost worden in het enigma van de golven. Het beren-medicijn is het slot van een langdurig sprookje wat we door de geschiedenis heen gezien hebben. Leer dit medicijn te gebruiken en leer het aan anderen door te geven mocht de gelegenheid daartoe zich voordoen.' Oh ja, kerstfeest alleen maar eind december ? Elke dag is het kerstfeest, elke dag moet je wederomgeboren worden, elke dag moeten de armen geholpen worden, elke dag moet er gelijkheid zijn, niet alleen eind december. Het is een mooi sprookje, net als sinterklaas, maar zo uit zijn verband gerukt, zo verletterlijkt en verstart. Is 'Russians' het einde van een sprookje ? Eindelijk marcheren ze voor gelijkheid, geen kloof meer tussen arm en rijk. Daarom moeten de beren komen. Het waren Russische engelen die ik zag in mijn droom. Het was donker. Ze marcheerden voor gelijkheid voor rijk en arm, financieel communisme. In het lied probeert Sting een kind te redden van dodelijk speelgoed, en is volgens hem Russische kinderliefde het antwoord. Dit is gelijke liefde naar een rijk en een arm kind. Wanneer gaat de wereld deze liefde eens toepassen ? Misschien wel nooit. Daarom moet jij het doen.

hoofdstuk 9 de russische poppenmaker De nertsenfokkerijen worden heden ten dage afgebroken door corona. Nertsenfokkerijen, wat zijn het ? Denk maar niet : 'Oh, het zijn maar nertsen, geen mensen,' want dat is al helemaal theologische onzin. Nertsen worden voor hun huid gefokt, en de betekenis is heel simpel : In Venezuela worden vrouwen gehouden voor hun huid in de gedwongen prostitutie, human trafficking. Ik had er vannacht een droom van, van een gebonden vrouw. De nertsen laten dit zien. Zij beelden iets uit en vragen er de aandacht voor. Het zijn zielen die het pad van het vrouwenkruis begaan. 'Het is maar een nerts,' is dus dom gezwets, waar mensen nogal goed in zijn met hun superioriteits-syndroom. En dan ook nog durven te spreken van God en liefde ? Dan heb je schizofrenie, oftewel een gespleten persoonlijkheid, niet zomaar als een ziekte, maar als een zonde. Ze eten van twee walletjes. Dit projecteren ze graag op anderen. Want je moet hen volgen, en als een kind van hun paadjes afwijkt en niet helemaal meeloopt, dan projecteren ze hun eigen gespleten persoonlijkheid op het kind. Het kind mag geen contact met God hebben, maar moet in volledig contact staan met hun vleselijkheid. Het kind wordt als een nerts gefokt voor zijn huid. Dat wordt door hen gedragen. Het kind is niet van zichzelf. Het kind wordt gestalkt, als door een paparazzi. Ze willen het kind geheel uitzuigen als een nerts. Het is geestelijke verkrachting. Het kind draagt het lijden van vrouwen en kinderen in Venezuela. Daarom zijn wij blij dat nertsenfokkerijen door corona worden gesloten. Het is een begin. Allemaal anderhalve meter afstand, mondkapjes op. Zo kunnen ze niet meer aan de dieren en de kinderen komen, en worden hun leugenachtige etiketten van mind control afgebroken. Ik had er vannacht een droom van : Een gebonden vrouw in Venezuela die voor haar huid werd gehouden, net als een nerts. Handen achter haar rug, en ze kon niets beginnen. Maar wij hebben het gezien, en God heeft het gezien, en wij rusten niet voordat dit probleem is opgelost. Zoveel kinderen en vrouwen worden op deze manier gevangen gehouden in Venezuela, en het gebeurt ook in andere landen. Deze oorlog is niet materieel, maar geestelijk. Daarom moeten de beren komen. Daarom moet er gezaaid worden. De materialistische schizofrenen, oftewel hen met een gespleten persoonlijkheid, hebben twee gezichten. Ze bedriegen mens en dier om hen in een val te lokken. Hier is ook het 'aardige mensen syndroom' aan verbonden. Als je dit syndroom hebt dan probeer je mensen goed te praten omdat ze goed en aardig voor je zijn, ook als ze dit niet naar anderen toe zijn. Je meet dan met een dubbele maat. Het is ook een soort van favoritisme. Schijnbaar wordt je voorgetrokken, en je hebt niet door dat dit een lokstrategie is en omkoperij. Vrouwen en kinderen in Venezuela worden vaak gelokt tot banen die achteraf vals blijken te zijn, en dan komen ze in de gedwongen prostitie terecht, een netwerk van human trafficking, als een fuik waarin ze steeds dieper verstrikt raken. Ze zijn arm, dus ze zijn extra kwetsbaar, en nemen grote risico's, en het begint vaak met 'aardige mensen'. Oppassen geblazen dus. De aardige schizofrenen hebben een breed arsenaal om je eronder te krijgen. Vleien is hen niet vreemd. Ze hebben twee gezichten. Kop en munt. Ze leren niet. Ze doen 'kop of munt' spelletjes. Gespleten persoonlijkheden, zo aardig kunnen ze zijn, als je net als hen bent en geen weerstand biedt, maar ze zijn wreed naar dieren en naar andersdenkenden. Smerige schizofrenen. Je kan er nooit van op aan. Ze zijn niet te vertrouwen. Het is een zonde die bekering eist, maar ze bekeren zich niet. Ze zijn immers schizofreen, wisselvallig als het weer. Pas op voor die schizofrenen, want ze willen je fokken voor je huid. Pas op voor gespleten persoonlijkheden, voor lauwe figuren. Ze zitten vol met wisselvalligheid. Het zijn valstrikken. Maar ze zullen altijd anderen de schuld geven. Dat is hoe schizofrenie werkt : het is een zonde. Ze doen

de zonde, en om het veilig te stellen projecteren ze het op iemand anders. Zo hebben ze altijd een alibi, omdat ze anderen vals beschuldigen. Altijd hebben ze een zondebok, zoals ook in dat geloof van ze. Prikt een kind hier doorheen en probeert zo'n kind uit zo'n valse identiteitsgevangenis te ontsnappen, dan wordt dat niet geaccepteerd, en vaak wordt het kind dan ziek verklaart, zoals autistisch, schizofreen, noem maar op. Hele generaties moeilijk opvoedbare kinderen die niet als een braaf pavlov hondje geprogrammeert willen worden krijgen dit soort valse etiketten opgedrukt, en ze worden geintimideert dat hun ziekte ongeneeslijk is en dat een x aantal procent van hen zelfmoord pleegt, waardoor wordt gesuggereerd dat deze kinderen hun eigen verstand en alles wat er aan info binnenkomt nooit meer kunnen vertrouwen. Ze maken kinderen hiermee helemaal gek en zijn zelf er de oorzaak van als zo'n kind zichzelf verwond of om het leven brengt. Dat moet gezegd worden. Deze mensen weten van geen toeten noch blazen. Het pastoraat zal beslissen wat een kind wel of niet heeft, en wat zij zelf hebben, want het pastoraat is voorzichtig, en doet nooit krasse uitspraken dat iets ongenezelijk is, want God geneest, en God roept kinderen tot zich en zegt niet zomaar met de natte vinger in de lucht dat een kind geestelijk ziek is omdat hij niet op de maat meeloopt. Wat een bizarre onzin allemaal. Wij zullen geoordeeld worden voor elk vals woord wat we over anderen hebben uitgesproken, en we weten inmiddels dat deze mensen door geen enkele kennis verhinderd worden, omdat het hen ook niet om de waarheid gaat, maar om de mind control van deze kinderen voor de markt. Als nertsen worden ze gefokt voor hun huid. Dat wat binnenin hen zit is niet belangrijk. Naar deze kinderen wordt niet geluisterd. De narcistische, schizofrene, aspergistische mind controllers zijn oost indisch doof naar het hulpgeroep van die kinderen, zoals een nertsenfokker doof is voor het hulpgeroep van een nerts. Totale aspergers zijn het, zij zijn de autisten die wereldvreemd en onverschillig zich niks van het leed van een ander aantrekken. Welcome to the real world. Dus allemaal anderhalve meter afstand houden en mondkapjes op om je tegen deze imbecielen te beschermen. Kinderroven is hen ook niet vreemd, maar nu moeilijker met corona. De beren zullen zeker komen. Iedereen die oren heeft hoort ze brullen in het bos. Waar is ergens het huis van de poppenmaker die deze kinderen zo heeft gemaakt ? Ze worden gefokt voor hun huid, voor hun materie. Wat er binneninzit scheelt de poppenmaker niet. Niemand hoort hun hulpgeroep. Ze zijn er alleen maar voor om de verlangens van de poppenmaker te bevredigen. Daarom is er een stuk gezond communisme nodig die de kloof tussen pop en poppenmaker overbrugt. Daartoe komen de beren. Als er ergens geen gelijkheid is, dan vallen de beren aan. Ze zijn op weg naar het huis van de poppenmaker. Oh, zij weten wel waar hij woont. Ze hebben het zelf in hun dromen gezien. De poppenmaker typt weer een brief naar wat ouders : 'Ja, uw kind heeft dit en dat. Het is ongeneeslijk, dus uw kind zal zijn leven lang onze medicijnen moeten slikken.' 'Oh ja,' denken deze schizofrene ouders, want als er iets misgaat en als ze iets verkeerd doen, dan kunnen ze altijd het kind de schuld geven die immers ziek is. Want de poppenmaker heeft het gezegd, en die kan het weten, en die verdient er lekker geld aan. Wat een zotte wereld zijn we in. En daarom is corona gekomen. Er zal een nieuwe poppenmaker komen. Bij de russische poppenmaker gaat het niet om de huid, maar om wat er binnenin zit. 'Het kind is niet helemaal zoals ons, loopt niet netjes in de maat, loopt niet netjes mee, een gat in de markt. Hier kunnen wij veel aan verdienen. Het kind is ziek, ongenezelijk, en zal voor altijd onze medicijnen moeten slikken.' Uit welk circus ben je ontsnapt ?

hoofdstuk 10 dj's van de hemel Vannacht had ik een droom over buitenaardsen met neuzen zo breed als hun hoofd, als kappen die wegdraaiden, de 'wegdraaiers', en die zaten in de families, en houden de natuurvolkeren weg, en opgesloten, geketend. Deze wegdraaiers zijn dus de zegels op de natuurvolkeren en de natuur. Het wegdraaien is een ras, een buitenaards ras, van afwimpelaars, van wegwuivers. Ze luisteren niet en nemen niemand serieus. Het was een puzzel waarin iets wegvalt. Het leven is als een kaleidoscopische steen die reageert op je eigen bewegingen. Je doet het dus allemaal zelf, en er zijn allerlei soorten om je heen, vanwege je eigen bewegingen die de steen op een hele eigenaardige manier reflecteert. Daarom gaat alles ook dwars tegen je in, of gaat met je mee op een afgezwakte manier, of doet het even net iets anders. Het is allemaal de steen. Daarom moeten wij deze steen leren ontdekken. We moeten het raadsel van de steen oplossen. Daar zijn we voor op aarde : voor het puzzel avontuur. Onderstaand verhaal over een predikant is niet letterlijk gebeurd, maar het zou maar zo kunnen gebeuren. Er zit een grote kern van waarheid in dit verhaal : 'De top-10 lijstjes van het afgelopen jaar vliegen je weer om de oren. Ik heb even geluisterd, maar het is pure programmatie, domme, lege stemmen zonder diepte. Dat mensen daar voor vallen is mij een raadsel, maar als je nergens voor staat, dan val je overal voor. Het zijn bezeten stemmen. Er gebeuren daar hele duistere dingen in de muziek, dus oppassen geblazen. Het is al erg genoeg als ze die rommel in de supermarkt draaien, want je wordt gewoon gedwongen ernaar te luisteren. Vroeger was die rommel er allemaal niet. Vroeger was het nog zinvol naar de radio te luisteren, maar vandaag de dag niet meer. Ik was zo kwaad de vorige keer in de supermarkt. Ik hoorde zoiets als : 'Yea, yo bitch, gonna take my clothes off, gonna use some drugs and get drunk bla bla bla,' en ik stapte naar de bedrijfsleider : 'Ik ben predikant. Die muziek kun je de mens toch niet aandoen ? Er komen ook kinderen. Dan kun je beter wat van mijn preken afspelen.' Ja, nee, dat kon dan niet, want ze werden dan weer gesponsord en die muziek was dan ook weer reclame enzo. Tja, ik weet hoe het gaat. Ik zei : Daar zit je mooi aan vast dan. Maar nee, dat was het dan ook niet, want hij ging dan weer naar huis, en het zou hem allemaal een rotzorg wezen. Ik had echt de indruk dat hij overwerkt was. Ik zei toen : Okay, ik heb niks gezegd. Ik doe de volgende keer wel oordoppen in. Ik loop nu toch al met een mondkapje. En dat van die preken meende ik niet eens, want ik ben al helemaal niet van de dingen aan de grote klok hangen. Nou, dat liedje ging mijn hoofd maar niet uit. Bij mij blijven vaak de verkeerde liedjes in mijn hoofd rondhangen. Het zijn stalkers, paparazzi, reclame, en ik boycot het dan. Ja, wat kun je anders doen. Ik wil die rommel niet in me. Maar het dringt zich gewoon aan je op, en dan moet je ermee zien te leren leven. Het gaat met je mee naar huis, zit in je herinnering, maak je je extra kwaad en druk om, en dan maar weer van je afschrijven. Maar ja, het is nu met corona beter dan vroeger, want voor de helft van de tijd spelen ze nu die corona clips met een corona voorlichtster af in de supermarkten, en telkens wordt die rot muziek zo onderbroken. Die corona clipjes mogen ze van mij ook wel songificeren, want dat is beter dan dat we gezombificeerd en gemummificeerd worden door die rot muziek van vandaag. Op youtube leren ze het ook niet. Kinderen kopiëren andermans opmerkingen massaal en bedanken dan voor de miljoenen likes. Ze zijn er maar druk mee. Daarmee verdoet een kind zijn tijd, als een pavlov hondje op naar de likes. Het gaat niet meer om de waarheid, maar om de likes. Ja, ik had miljoenen

likes, maar waarvoor ? Waar is het je om te doen ? Dat vraag ik me ook af als ik mensen op straat tegenkom : Waar leef je voor ? Waarom ? Waarom ? Wee u wanneer iedereen u liked. Aan populariteit kan je niks afmeten. Het is vaak allemaal het tegenovergestelde. Populariteit is alleen goed voor de markt. En als je voor de markt leeft dan ben je een bedonderd mens, als je nog van mens mag spreken. Ze kopen hun likes ook in tegenwoordig. Die kun je bestellen, bijvoorbeeld een pak met 250 likes. En wat heb je dan ? Voegt dat meerwaarde aan je leven toe als je geliked wordt door duizenden andere zombies ? Ze sleuren elkaar mee. Het is allemaal fake news and fake likes, maar dat maakt de mens niet uit. Maar steek die likes eens in je achterste en ga leven. Ja, die en die vindt mij leuk of wat ik zeg, whatever it is, zulke goeie vrienden. Moet je dan contracten met de duivel sluiten ? Een wond door een vriend geslagen is oprecht gemeend, maar de kussen van de vijand zijn overvloedig. De kus van judas, zijn we het vergeten ? Nu is dit : de like van Judas. Ik like, jij liked, jij hebt geliked, enzovoorts. Wie kan het nog volgen ? Of heb je teveel tijd aan je handen ? De mens is er maar druk mee. Je mag best wel liken, maar doe het dan bewust. Je mag best wel geliked worden, maar wees eerlijk. Het moet wel ergens over gaan natuurlijk. Doe je het voor de boodschap of voor de likes ? Je moet mensen niet naar de mond praten. Dat doen anderen wel. Er mag best wel wat sociale media zijn, maar het mag niet ten koste gaan van de boodschap en het doel. Prioriteiten gaan voor, en bijzaken zijn bijzaken. Laten we dat zo houden.' Tot zover het verhaal. Zijn predikanten, geestelijken, verzetsstrijders en activisten dj's van de waarheid, dj's van de hemel ? Ze zijn erweer jongens, de dj's van de hemel, prachtige vogels. Ze zingen hun liederen in je hoofd, ze trekken je boven de woeste zeeën en het woeste leven uit, om je tot andere werelden te brengen. Het is als tropische regen in je hoofd, en ze zijn ook zo weer weg, en dan mag je met de herinneringen leven, en mag je het zaaien, als een pad, om hen te volgen, en ook zelf een dj van de hemel te worden. Wat een prachtige opdracht. Luister goed, hoor je hun stem ? Ze komen vanuit de hemel en banen een pad. Sommigen zullen hier maar één keer zijn, en dan heb je de rest van je leven een puzzel. Puzzel het maar uit, en volg hen maar, ook al vaagt alles weer weg, want uiteindelijk moet je tot jezelf komen. Je mag zelf een dj van de hemel zijn. Draai je plaatjes maar. De wegdraaiers, wegwuivers, afwimpelaars luisteren niet naar een mens of dier in nood, of luisteren maar met een half oor om vervolgens hun neus weg te draaien. Deze buitenaardsen zitten in de families. Ze hebben geen empathie, of slechts halve empathie wat wil zeggen dat ze je ergens halverwege als een baksteen laten vallen. Ze hijsen je op tot hun toren en als je er bijna bent dan laten ze je los zodat je het hele roteind naar beneden dondert en te pletter valt. Het zijn afraffelaars. Ze zijn niet volkomen in hun werk. Hun platen hebben een kras, waardoor je telkens hetzelfde hoort. Het is de lagere, vleselijke, valse mens. Het zit in ieder mens. Ieder mens moet het persoonlijk overwinnen, een weg te vinden uit deze golven. Wacht daarom op de hemelse vogels, de dj's van de hemel. hoofdstuk 11 orionse voortijdse beesten De sleutel : beer en leeuw, losgeslagen stukken van de hemel. De beer is de gelijkheid, de leeuw is

de strijd, dus de strijd voor gelijkheid, en dan is het luipaard de strategie, en dit gaat over bergen en door dalen. Hierin wordt je eerst geconfronteerd met een corrupte vorm, zoals in het boek openbaring, want 'eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren.' Natuurenergie komt dus vanuit een wetboek. De mens kent dit wetboek niet, en rommelt maar wat aan. De mens weet alles beter, is beer en leeuw geworden in het vlees, omdat hij niet wil wachten op de hemelse kennis. De materialistische mens wil alles nu. 'Nu' is de sleutel voor de materialistische mens, en die sleutel leidt ten verderve. 'Ik wil, ik wil, ik wil,' en niet 'Uw wil geschiede'. De leeuw is ook het werk. Er moet gestreden worden en gewerkt worden voor gelijkheid. Perspectief is het probleem. Bekijk je het vanuit de hemel of vanuit de aarde. Doe je het voor het geld, voor eer en macht, of voor het hogere doel. De mens is dus ook in strijd met beer en leeuw. Daarom moet het luipaard komen voor inzicht, voor hemelse sluwheid. Een kat in het nauw maakt rare sprongen. Het luipaard is profetisch, dus rebels naar de aardse, religieuze politiek. Je mag niet gelijkvormig worden. Het luipaard gaat tekeer, maar kan niet veel doen zonder de beer en de leeuw. Daarom moet het luipaard door deze corrupte systemen heen, als door een mijnenveld. Je kan niet veel doen. Je hebt schakels nodig, de juiste schakels, en dan wordt je eerst geconfronteerd met de valse schakels, de ketenen. Het luipaard vecht, als een kat, maar kan niet veel doen zonder de beer en de leeuw. De beer is de gelijkheid, en de leeuw is de strijd voor gelijkheid, heel kapitalistisch, want er moet ook een strijd zijn tegen de valse gelijkheid, oftewel de gelijkvormigheid. 'Weest niet gelijkvormig aan de wereld, want gij kunt geen twee heren dienen.' De mens mag niet van twee walletjes eten. De beer zondert zich af voor hemelse gelijkheid, en de leeuw zondert zich af om voor deze hemelse gelijkheid te strijden. Zonder deze afzondering wordt het corrupt. Het luipaard wordt als spion gezonden, als verkenner. Dit is een groot lijden, totdat het antistof er is, een amalgaam tussen beer, leeuw en luipaard. Het antistof wordt alleen in de diepte opgewekt. Ouders die het altijd over uiterlijkheden hebben, vleselijkheden, wat ze willen zijn er veel. Het is moord van het kind. Levenspartners kunnen er ook wat van. Graag gaat dit allemaal gemaskerd met religie, maar ook religie is moord op het kind. Het gaat om de droomualiteit en religie is slechts een metafoor. Religie en materialisme gaat makkelijk samen, want door religie proberen ze hun materialisme goed te praten, want ze hebben immers een zondebok waarop ze alles kunnen projecteren, en dat is gewoon de aard van veel religies. Ja, Jezus heeft de schuld gedragen, zeggen ze dan, en zo kunnen ze blijven aanrotzooien. Ze zeggen niet : Uw wil geschiede, maar ze hebben het altijd over hun eigen wil, en ze willen nog zoveel. Het zit in de mens, en ieder mens moet dit persoonlijk overwinnen. Ze hebben het niet over de armen en over de dieren, maar over zichzelf. 'Wat gij de armen hebt aangedaan hebt gij mij aangedaan, dat wat gij een kind hebt aangedaan hebt gij mij aangedaan, wat gij een dier hebt aangedaan hebt gij mij aangedaan,' zou Jezus zeggen. Het is een sprookjesfiguur met een boodschap. Het zijn sprookjes, fabeltjes met een betekenis. Het heeft geen betekenis op zich, maar alleen in de diepte. Maar velen hebben er de tijd en het geduld niet voor. Kijk wat ze van het Jezuskind hebben gemaakt. Kijk ook wat ze van Roodkapje en Hans en Grietje hebben gemaakt. Als Kate Bush het over Jezus, God en Noach had, dan had het altijd een hele andere lading, dan kwam het vanuit een andere wereld, vanuit de natuur. Het was dan wiskundig verantwoord in een hele andere context. Je voelde je dan niet bejezust en bedonderd. Ik bestudeer het boek openbaring al vanaf mijn veertiende, en was ook lang lid van een tijdschrift geheel eraan gewijd. In mijn talenstudie kwam ik erachter dat het boek tweezijdig was, dat het van beide kanten bekeken kon worden. 2 En het beest, dat ik zag, was een luipaard gelijk, en zijn poten als van een beer en zijn muil als de muil van een leeuw. (Openbaring 13)

Wie de bijbel goed kent weet dat dit al uit het Israelitische boek van Daniël kwam. Het kwam opzetten uit een zee. Het is een koninklijk beest, en het komt uit de wildernis, uit het verleden. Het is een natuurvolk, en we weten dat daar lagen overheen gebouwd zijn. Deze volkeren zijn omgebracht door religie, dus geen wonder dat het beest woest is. Het beest kan een beeld zijn van de lagere natuur, de vleselijke, zondige natuur, maar het kan ook een beeld zijn van de hogere, onbegrepen natuur. Deze teksten zijn poëtisch van aard, met meervoudige betekenis, soms heel tegenstrijdig. De beer wijst nog terug op deze realiteiten die uitgestorven lijken te zijn. Er was een koninklijk ras, een vrouwelijk ras, een natuurras, en mogelijk was dit volk tegen zichzelf verdeeld. Het leven is conflict. Als je opstaat dan begint het conflict alweer. Het gaat altijd door. Het was dus een majestueus ras, deels luipaard, deels beer, deels leeuw. Ik had er een droom over. Het leefde in de diepe wildernis, en de wildernis kwam tot de aarde, en de mens begreep het niet. In de grondtekst had Johannes een ontzag voor dit ras, en vereerde hij dit ras, dus het was niet slechts negatief. Het was zowel een goddelijke als ongoddelijke natuur. De mens begrijpt dit niet. De mens wil dit niet begrijpen. Ik bestudeer dit boek al vanaf mijn veertiende. Het is iets waar de mens liever niet over spreekt. En juist daarom is het onderdrukt en woest, en juist daarom bestaat dit boek en moet erover gesproken worden. In de droom was er duisternis, de grote verdrukking, maar het bracht een antistof voort, puur vanuit de natuur. Dit antistof is dus niet in de stad te vinden, in het gebrabbel van de hoofden van de mensen. Wat kunnen mensen brabbelen. Je kunt het zo gek niet bedenken, en het komt allemaal uit een steen, en het gebeurt allemaal als je opstaat, als je beweegt, dan reflecteerd het in de steen en begint het te brabbelen. Het zijn allemaal je eigen reflecties. Het zijn allemaal kettingreacties. Het beest is op jacht naar je. Zowel God als de duivel. 'I am not a whore, Laura, just a cheap boy,' las ik ergens op een tegeltje. Mondkapjes op, oordoppen kunnen ook wel in, vanwege de verschrikkelijke muziek die ze tegenwoordig vaak in de winkels draaien. Je kunt het geen muziek meer noemen. Waar is de jeugd van tegenwoordig toch mee bezig ? Dus mondkapjes op en oordopjes in, lijkt me een goed idee. Vroeger luisterde ik nog graag naar de radio. Nu niet meer. Het heeft me niets meer te zeggen. Oordopjes in dus, en mondkapjes op. 'Jongeman, uw mondkapje op,' zei een conductrice op het station, ter bescherming tegen het corona virus. Moeten we dan straks ook echt oordopjes in verplicht om ons te beschermen tegen rommel op de radio ? Ik zou er niet van opkijken. Er is een veel erger virus dan corona, en dat is de mens zelf, en de mens heeft dat nog niet zo goed door. Het verkoopt immers zo goed. Is God's schepping dan een mislukking ? Heel veel mensen denken dat dit God's schepping is, maar dit is helemaal God's schepping niet. We zijn hier in het gebied buiten het paradijs. Deze wereld is van de duivel, maar de natuur wijst nog terug op het paradijs. Daarom ben ik graag in de natuur en denk ik graag aan de natuur. De mens heeft vaak wel door dat deze wereld waar we in leven niet alles is, en daarom verlangt de mens vaak naar het paradijs, en sommige mensen hebben het vaak over de opname, oftewel dat je uit de wereld getrokken wordt tot de hemel. Het is allemaal beeldspraak, want de hemel is wat je zelf mag zijn, wees goed naar mens en dier. Je mag mens en dier opnemen tot de hemel. Misschien doen we dat ook, maar waarom is er dan zoveel ellende in de wereld, nog steeds ? Waarom zien we alleen maar glimpen van de hemel en is de rest nog zo slecht ? Je hoeft de kranten maar open te slaan en daar begint het al. Omdat we moeten zaaien, ook wanneer het moeilijk is, juist wanneer het moeilijk is, zodat ook die woestijnen zullen gaan bloeien. Er is iets op de achtergrond wat telkens rommelt, een zwaar duivelse wereld, maar onder deze druk mag je de droomualiteit ontwikkelen. Het paradijs, en ook God, zijn namelijk metaforen van het dromen. Je kunt er niet even op je fietsje naartoe fietsen, en je kunt het ook niet even kopen bij de hema of de plaatselijke speelgoedwinkel, maar het is iets wat je mag leren dromen.

hoofdstuk 12 tarwemonden Ik weet het al heel lang : de mens zit opgesloten in de brood matrix. Wie had dat durven dromen ? Ons heilige brood, de beste mondjesmaat van kind en volwassene. Niemand heeft daar ooit aan durven twijfelen. Brood dulde geen kritiek op zijn gezag, geen twijfelaars. Het moest gewoon aangenomen worden, en gegeten, want brood is goed, en brood moet. Brood, daar zit wat in. Ja, verdichtende stoffen, om de mens in de brood matrix te houden. Daarom kwam ook de tweede bijbelse trilogie 'de bibelebonse pap' tot de aarde, als een poortboek van de tweede bijbel, want de strijd is om de bakkers. De mens wordt hier op aarde aangekleed als een broodje. De mens eet zoveel brood, een echte dikmaker, om zo zelf ook een broodje te zijn voor buitenaardse parasieten. En nu ? Huilende demonen. In Rotterdam zitten de territoriale brood machten, en die zeggen met hun gepensioneerde reclame stemmen : 'brood moet.' En : 'brood is de heer.' En : 'Nederland, broodland.' Het zijn de machten van de oude orde. Belachelijk, zal menig mens denken. Brood is de bouwsteen van het bestaan. We zijn allemaal grootgeworden door brood, zeer groot, en het is nodig er de armen mee te voeden. Maar ze vergeten erbij te zeggen dat brood de kanalen laat dichtslibben. De mens is erdoor verdicht. De mens is erdoor versteend. Allemaal versteende piraten, broodpiraten. Alle profetische tekenen wijzen erop. Eén op de zes Amerikanen vraagt zich af waar zijn volgende maaltijd vandaan zal komen. Is er een brood complot ? Kunnen we alles in de natuur zomaar eten ? Ik wijs erop dat dit de wereld buiten het paradijs is, van genetisch gemanipuleerde voedselbronnen door zowel buitenaardsen als de landbouw industrie. Dit is een verdichtende werkelijkheid met stoffen die ons verdichten. Variatie is de sleutel, en dat is ook het hebreeuwse wortelwoord van wat naaktheid in het paradijs betekent : creativiteit, variatie. Dit is dus de daadwerkelijke naaktheid zoals het bedoeld is. We moeten eten om te kunnen overleven, maar we moeten ook op bepaalde stoffen minderen zodat we niet ergens blijven vastplakken. Er zijn bepaalde natuurgrenzen waar we niet overheen mogen gaan, en sommige stoffen zijn nu eenmaal veel gevaarlijker dan andere stoffen. Wat kunnen we wel eten en wat kunnen we niet eten ? En welke hoeveelheden zijn dit dan ? Het is belangrijk dat een mens zich daar heel ernstig mee bezig houdt, want in de matrix, in de brood matrix die deze wereld is, wordt er jacht op de mens gevoerd en wordt gebruikt gemaakt van valstrikken. Het vertrouwen van de mens is zijn probleem, het stijfkoppige, demente vertrouwen in de samenleving en de ingebakken industrieën om de mens heen die de mens telkens producten aanbieden en de mens er totaal onder houdt. Lekker makkelijk. Vertrouwen is het doodscontract in deze regionen. Het is de luie en daardoor ook laffe mens die liever niet over de matrix wil nadenken, hetzelfde als vroeger in de christelijke wereld dat er mensen waren die liever niet over de duivel wilden praten. Het komt allemaal uit hetzelfde laadje. In dit land moeten zowel vlees als brood van de troon gestoten worden. Daarom huilen de demonen. Dit zijn namelijk de twee ijzeren klauwen waarmee Nederland in de grip gehouden wordt, en teveel suiker en zout zijn dan nog de aandikkers ervan. 'Bread and games' of 'bread and meat' was altijd een middel voor de romeinse elite om het volk onder controle te houden. En brood en vlees zijn nog steeds de heiligste huisjes in Nederland : Nederland, broodland. Ik had ook dromen vroeger van tandarts-organisaties waarvan de leidinggevende tandarts een banketbakker was, en mensen liet opbakken tot levende broden die dan naar de hoge koninklijke huizen werden gezonden ter consumptie. De macht van de tandartsen is dus verbonden aan de brood-verslaving. Zo hangt er nog steeds een grote waas over Nederland en de gehele wereld.

De broodtarwe is al lange tijd door de industrie gemodicifeerd en bewerkt, gemanipuleerd door het kruizen van soorten, allemaal voor winst. Deze technieken nemen ze van elkaar over, als één grote brood machine. Er zijn ook stoffen ingekweekt die de eetlust opwekken, als opiaten, als een soort doping of drugs, wat natuurlijk ook weer gunstig is voor de industrie. De industrie staat onder verkoopdruk. Daarom hebben dit soort stoffen ook een verdichtende en verdikkende werking, en slibben zowel de lichamelijke als de geestelijke vatenstelsels dicht. De moderne broodtarwe is een snelsuiker, oftewel die vanwege het gebrek aan een goede rem te snel in suiker wordt omgezet, waardoor er al gauw een suikeroverdosis komt, wat zich dan in vet gaat omzetten. Suiker brengt overgewicht en is niet goed voor hart en vaten. Er moet dus een eerlijkere industrie komen die gezondheid op de eerste plaats heeft staan, met een rein geweten. Als er teveel suiker in je lichaam is dan krijg je daarvan je energie en verbrandt het lichaam geen vet meer, en de suiker die niet wordt gebruikt als energie wordt omgezet tot vet. Mensen worden zo in een vicieuze cirkel meegetrokken, goed voor de medische markt ook, en natuurlijk voor de voedsel markt zelf, maar niet voor je daadwerkelijke gezondheid en je mentale gezondheid. Als je eerlijk bent zeg je dan tegen jezelf : Wees niet gelijkvormig, maar varieer, oftewel ga naakt leven in het paradijs. Als mensen eenzijdig worden en traditioneel dagelijks hun boterham en vlees eten, en hun overmatige zoetigheid en zoutigheid, dan wordt dit tot hun kleren. Ze proberen zich te bedekken voor God, en ze roepen hiermee : Bergen en heuvelen val op ons, om ons te beschermen tegen de geopenbaarde kennis. In de profetische wereld is er dus het verschijnsel van de tarwemonden. Hedendaagse broodtarwe is zo geklutst op allerlei manieren en zo gemuteerd dat het allerlei andere stoffen heeft opgewekt en het is zo chemisch geworden en hallucinogeen dat het het immuunstelsel van de mens als individu en als collectief tegen zichzelf opzet, als de heilige graal van stad en markt. Het zijn de wuivende, misleidende bomen van het valse stadse paradijs. Een mens aan deze drugs verslaafd geeft dus ook niet snel mee. Brood wordt in dit land aanbeden. Brood geeft macht en kracht, illusie, waan, en ook een grote verwaandheid en betweterigheid. Daarom spreken we van tarwemonden, de grote bekken van de Nederlandse broodkinderen. Het is een gif wat hun monden bestuurt, een verslavend gif. Het zijn contracten met de dood. Maar nogmaals : dat betekent niet dat je helemaal niks meer kunt eten, maar doe het met mate en in grote variatie. Ben je een broodpop, zoals de meesten worden grootgebracht, dan moet je ergens van afkicken. We spreken dus ook van brood-mongolen, en de brood-tarwe, vooral ook de modernere brood-tarwe bewerkt een soort hart-dystrofie. De demonen en buitenaardsen die betrokken zijn bij de brood industrie zijn al dan niet genetische chirurgen. Zo groeit de mens vast en wordt helemaal ingesloten door zijn hart-dystrofie, tot een stijfkoppig, betweterig wezen zich niet van goede kennis bewust, allemaal door brood. Daarom spreken we ook van brood-hoofden. Hart-dystrofie zet mensen tegen elkaar op, en leidt tot hete hoofden en koude harten, allemaal overtuigd van hun gelijk, wat het brood-syndroom is. Zo bouwt de mens zijn valse hemeltje waarin alleen hijzelf is en waarin hij altijd gelijk heeft, als een zere teen. De brood-dystrofie maakt de mens kleinzerig en pietlutterig, laat zichzelf in waarde stijgen, terwijl de ander waardeloos wordt. Mensen worden zo nerveuze zenuwlijders van een heel akelig en naargeestig soort : de brood nachtmerrie. Daarom is de bibelebonse pap ook een belangrijk openingsboek van de tweede bijbel. Wat we moeten begrijpen is : 1. aliens hebben deze werkelijkheid genetisch gemanipuleerd, het terrein buiten het paradijs, dus ook delen van de natuur. niet alles wat in de natuur groeit is zuiver. 2. de landbouw industrie heeft daar bovenop ook nog eens de al door de aliens genetisch

gemanipuleerde broodtarwe nog eens extra gemanipuleerd. dit zijn dus de twee grote problemen in de brood industrie. hoofdstuk 13 god in de mond en in de kont, maar niet in het hart ... Kerstdagen komen er weer aan. De kerken zullen zich dan weer volvreten en wedstrijden doen wie het duurst en mooist gekleed is. Oh ja, ook met corona ? Ze zullen het zeker proberen. God in de mond is altijd een excuus. Ze kunnen daarvoor iedere afgod gebruiken. Het gaat niet om je mond maar om je hart. Je kunt je liefde voor God afmeten aan je liefde voor de armen en de dieren. Als je niet van hen houdt, dan houdt je ook niet van God. Houden van betekent ook hen durven te voelen, hun pijn, hun nood. Je kunt je liefde voor God afmeten aan je liefde voor kennis. Mensen steken de neus op. Ze hebben het al zo vaak gehoord. God zegene je ! roepen ze je van verre toe, vanuit hun hoge, veilige, heilige huisjes. Ze hoeven de armen niet te zien, en de slachthuizen. Ze willen zich niet vies maken. Sommigen durven nog te roepen : God houdt van je, maar hoe kun je iemand zeggen dat God van hen houdt als je niet zelf van hen houdt ? Het rijke westen heeft het voor elkaar gekregen God te vervangen voor een brutale duivel die zichzelf God noemt. Eerst zou de mens van de wetteloosheid komen om zich in de tempel neer te zetten als een god. De tempel is het menselijk lichaam. De mens wordt gevoed, vergiftigd en tot een pop gemaakt door genetisch gemanipuleerd voedsel. Het rijke westen wilde de armen niet voeden, en nu is hun eigen voedsel daardoor vergiftigd. Zo worden kinderen totaal corrupt en crimineel groot, opgroeiende voor galg en rad. De mens der wetteloosheid heeft zich als een afgod in hun tempel, hun lichaam gezet. Is er een weg terug naar het paradijs ? Ja, als je dit maar in je oren knoopt. Eerst moet de mens der wetteloosheid komen. Eerst is er een gevecht tegen de leugen. Wees dan geen deserteur. Je kan zeggen : Ik heb contact met God gehad, want ik heb een arme gevoeld en een dier. Ze hebben God in hun mond, en in hun kont, maar niet in hun hart, want ze hebben de armen en dieren uit hun hart geweerd, en God zegt : wat u de armen en dieren hebt aangedaan hebt gij mij aangedaan. Prettig kerstfeest ! roepen ze, en schieten voor miljoenen de lucht in, laten extra hun haat naar

dieren zien met het vele vlees wat ze eten, en ze laten de armen extra donderen met hun dure mooie kleren en zeer uitbundige feesten. Prettig kerstfeest ! Gelukkig nieuwjaar, hup voor vele miljoenen de lucht in schieten, zodat de armen het in de derde wereld kunnen horen, de feestelijke blijdschap van het rijke westen. Of toch niet ? Nee, dit keer misschien niet, want nu is corona gekomen. Kunnen de armen eindelijk rustig slapen aan het einde van de feestmaand. hoofdstuk 14 diepere uitleg van de dromen van jozef Het waarschuwen is allang voorbij. De mens wil niet. Wat we nu nog horen van de stem van God zijn slechts echo's. Alleen wat enkelingen luisteren nog. De rest heeft zichzelf afgoden gemaakt die hun vleselijke verlangens dienen, afgoden die alleen maar zeggen wat ze willen horen. De opname is allang geweest, in 1993, en dat is een opname naar binnen toe. Het is een heilsfeit, maar een ieder die nog gehoor geeft aan de roepstem van de natuur mag de opname ontvangen diep binnenin. Je wordt dan niet zomaar uit de problemen getrokken. De kerk gaat dwars door de grote verdrukking heen. Dat moet ook wel : Er is geen weg dan door het kruis. Door het kruis wordt de opgenomen mens verbonden aan de natuurkennis. Door het kruis is de opgenomen mens aan elkaar verbonden. Het stopt niet na de ontvangst van het heilige geestelijke, want dan moet je ook nog de heilige opname ontvangen. Het heilsfeit vond plaats in 1993, maar het moet ook tot een persoonlijk ervaringsfeit worden. Wat betekenen de dromen van Jozef ? Elf korenschoven bogen voor Jozef. Jozef is een beeld van de opname. Hij werd in de put geworpen en toen als slaaf verkocht, en kwam door valse beschuldigingen in de gevangenis terecht, omdat hij niet deed wat hem werd opgedragen. Uiteindelijk werd hij onderfarao omdat hij de dromen van de farao uitlegde. Ook de dromen van farao gingen over koren wat door ander koren verslonden werd. De dromen van Jozef staan duidelijk in het teken van koren. Er is hierom een strijd gaande. Elf korenschoven bogen voor de korenschoof van Jozef. Ook de droom van de farao ging over koren, en toen Jozef in de gevangenis was ontmoette hij daar de overste van de bakkers die later opgehangen werd. Er is iets lugubers aan de hand omtrend gebakken brood. hoofdstuk 15 het brood schandaal Mensen willen deze boodschap niet horen. Je mag ze deze boodschap niet vertellen. Ze willen er niet mee geconfronteerd worden, en willen ook niet dat hun kinderen ermee geconfronteerd worden. Wel stellen ze hun kinderen bloot aan chantage dat als hun kinderen hun geloof niet gehoorzamen

dan worden ze voor eeuwig gemarteld en andere soort onzin. Wat denk je dat dit psychisch met een kind doet ? Alsof God een lugubere sadist is die niet overweg kan met andersdenkenden, en die dan dat soort criminele dingen gaat doen. We hebben het dan over die duivel die over zulke hokken heerst. Je mag je eigen kinderen geeneens geld sturen voor voldoende voedsel als je niet bij die duivelse secte hoort, en je mag geeneens vragen of ze wel voldoende te eten hebben, want dan wordt je een stalker genoemd. En dan heb ik het nog niet eens over de leugens die ze verkondigen en de verdraaiingen als je niet bij hun duivelse secte hoort. Je moet slechte dingen doen, anders hoor je er niet meer bij tegenwoordig. Als je goede dingen doet, zoals mensen in de gevangenis bezoeken en een hart onder de riem te steken, dan gebruiken ze het tegen je, want dan gaan ze rondbazuinen dat je in de gevangenis hebt gezeten. Jezus ging om met de hoeren en de tollenaren om ze te helpen, en het werd tegen hem gebruikt. Er zitten trouwens ook heel veel mensen onschuldig in de gevangenis, en er zijn ook veel politieke gevangenen. Maar daar wordt ook niet naar gekeken. Mattheus 21:31 – Voorwaar, Ik zeg u, de tollenaars en de hoeren gaan u voor in het Koninkrijk Gods. Marcus 10:31 – Maar vele eersten zullen de laatsten zijn en de laatsten de eersten. Mattheus 25 43 Ik ben een vreemdeling geweest en gij hebt Mij niet gehuisvest, naakt en gij hebt Mij niet gekleed, ziek en in de gevangenis en gij hebt Mij niet bezocht. 44 Dan zullen ook zij Hem antwoorden en zeggen: Here, wanneer hebben wij U hongerig gezien, of dorstig, of als vreemdeling, of naakt of ziek, of in de gevangenis, en hebben wij U niet gediend? 45 Dan zal Hij hun antwoorden en zeggen: Voorwaar, Ik zeg u, in zoverre gij dit aan één van deze minsten niet gedaan hebt, hebt gij het ook aan Mij niet gedaan. Jezus was een personage wat in de oudheid vaak voorkwam om algemene wijsheden te verkondigen, zoals Confucius in China, als de Mark Twain van de middeleeuwen en het tijdperk wat daarvoor lag, en wat al in Egypte begon. Oorspronkelijk begon het in het Egyptisch en het werd toen door het Aramees overgenomen, maar in de westerse vertaling is de betekenis vaak verloren gegaan. In Egypte ging Rw door de onderwereld, elke nacht, om te strijden met een slang, en elke ochtend werd hij weer wedergeboren en opgenomen. Het Aramees nam dit over, want Rw werd tot het heilige geestelijke, of in de christelijke westerse taal : de heilige geest, de heilige Rw, wat gids betekent, richtinggever, in de bijbel. In de Egyptische geschriften wordt deze dagelijkse reis van Rw beschreven. Zo groeide Rw of Ra op, en kwam tot Sa, kennis, intellectualiteit, en Hu, creativiteit, en Heke, of H'k, Ka, het medicijn, dus deze letters, K,H,R,S, werden tot charis, de geestelijke gaven, het wortelwoord van Christus. Al deze elementen vergezelden Rw, of Ra, op zijn tocht door de onderwereld. Sa, kennis, onderscheiding, ging vooraan. Sa, soms als een lus voorgesteld, is de beschermer van het jonge leven, van de kinderen, en het symbool van de nijlpaard godin Taweret. Toen Ra tot Sa kwam werd het Sa-Ra, kind van Ra, zijn eigen innerlijk kind en zijn geestelijk lichaam, ook vaak voorkomend in de vorm van Aser en Assur, wat ook in de bijbel voorkomt. In het westen wordt deze vorm vaak Osiris genoemd. Zoals Aser in de bijbel was verbonden aan de vegetatie (gen. 49:20), zo was Assur verbonden aan de boom van kennis, oftewel aan kennis en onderscheiding (ezech. 31). Ook de oorspronkelijke egyptische vorm stelt de vegetatie voor. Osiris was de god van de landbouw. In het zevende uur van het boek der poorten bestraalt Ra het lichaam van Osiris opdat het graan in de onderwereld groeit. Wanneer Osiris zou opstaan en Ra, dan zouden ook de groene planten opstaan. Deze combinatie van Sa-Ra of Aser, Assur, Osiris, wordt ook wel de wonderlijke god genoemd, de volkomenheid van god, daar waar kruis en kennis tezamen komen. Dit is het proces van zaaien en oogsten.

Hu, soms voorgesteld als een gedaante met een tong boven zijn hoofd, wat ook terugkomt in de bijbel op de pinksterdag, vergezelde Rw in zijn tocht door de onderwereld en stelde het scheppingswoord voor, wat ook in de bijbel terugkomt in het scheppingsverhaal. Rw zweefde boven de duistere wateren in de onderwereld, en toen werden de scheppingswoorden gesproken (gen. 1). De onderwereld verbindt door Hu het hiervoormaals met het hiernamaals. In het derde uur ging Ra door de poel des vuurs waar graan in groeide. Hier werd het graan gezuiverd en werd het brood gebakken, wat ook later in het zevende uur terugkomt in de vorm van twaalf goden met broodmanden op hun hoofd, en daarna twaalf goden met veren of tongen op hun hoofd. Re of Ra (Rw) komt hier tot Hu dus, het scheppingswoord, de creativiteit, vandaar ook het telkens terugkerende woord Heru, Hu-Rw, oftewel in het westen bekend als Horus, de zoon van Osiris, of de opstanding van Osiris. Dit komt ook nog terug in het woord Here voor God. De landbouw is dus een metafoor van dit proces. Maar we leven hier in het gebied buiten het paradijs waar alles verdraaid is. De broodtarwe is genetisch gemanipuleerd door buitenaardsen, en de moderne broodtarwe is genetisch gemanipuleerd door de industrie voor meer winst, want ze hebben soorten met elkaar gekruist waardoor er ook stoffen in zijn gekomen die de eetlust opwekken en de mens verslaafd maken als een opiaat, een drugs dus. Daarom is het zo belangrijk zo gevarieerd mogelijk te eten en te minderen op brood om eens wat anders te eten. De bijbel spreekt over het levende brood, het paradijs brood, wat komt uit de eerdere Egyptische geschriften. Dit is dus niet het brood wat de mens op aarde eet. Om los te komen van brood verslaving kan de mens andere granen proberen, en andere voedselsoorten, zoals durum (couscous, bulgur), quinoa etc., en goed variëren. hoofdstuk 16 getuigenis in ons netwerk Dingen lopen gelijk met elkaar op want de wetenschap gaat ook steeds verder, en dat gaat dan kruizen. Dingen liggen dus helemaal niet zo simpel. Ik heb bijvoorbeeld al heel lang geleden een droom gehad over het gevaar van fluoride om maar eens een voorbeeld te noemen. Ik kon zo zien wat het in de hoofden van kinderen deed, en ik stopte toen met fluoride en werd dus zelf ook van allerlei chronische hoofdpijnen verlost, en er komt steeds meer in de wetenschap aan het licht hoe gevaarlijk die troep is. Ik heb toen ook dromen gehad over gevaar van brood en macaroni. Ik neem dit bloedserieus want als ik dat niet zou doen zou het mijn leven kunnen kosten. Ik ben toen met beiden gestopt, en vanuit de wetenschap kwam er dus ook steeds meer bevestiging dat er veel gevaren aan brood zijn verbonden. Daar is ook een hele beweging over gekomen, met bestsellers vanuit amerika enzo. Als je daar niets van weet dan vergt dat al allereerst wat onderzoek, zelfde als in die tandartsdingen en dat is nog maar het topje van de ijsberg. Als bakkers dus al waarschuwen voor de gevaren van brood, net zoals tandartsen waarschuwen voor de gevaren van hun producten soms, wat al een stuk eerlijker is, dan is dat al een alarm, en dan zou je kunnen beginnen eens in die broodput af te dalen met kritisch onderzoek. De mensen die er in werken en erin hebben gestudeerd weten dus veel beter wat er fout kan gaan, zoals ik ook iemand kende die in een hamburger fabriek werkte en alleen daarom al geen hamburgers at omdat hij wist wat daar gebeurde, dus zowiezo al voor ons een fout beroep en foute omgang met dieren, maar daarnaast was er dus veel meer gaande, dat mensen gewoon liepen te snotteren over die hamburgers, en die man werd daar zo ziek van dat hij het daarom alleen al niet meer at, omdat hij

dat dagelijks moest zien hoe werkers met die hamburgers omgingen, dat het echt een smerige bende was. Dat is even een voorbeeldje. Het punt is dus : studie, studie, studie en nog eens studie en niet met snelle conclusies komen, niet voor zijn tijd alles rond gaan maken, want er zitten dus telkens weer addertjes onder het gras. Demonen zijn dus ook niet zomaar verslagen, niet zo van ja het duurt nu al zo lang, nu moeten ze wel verslagen zijn een keer. Nee. Het is nog maar het begin. Hoofdpunten voor nu is dat mensen uit die industrie zelf aan de bel slaan en dat cardiologen, hartspecialisten e.d. ook waarschuwen. Dus hoe zit dat ? we hebben het dan over jarenlang onderzoek in deze materie. Dus niet even iemand die snel een reportage erover maakt. Het heeft allemaal een geschiedenis en ze ontmaskeren de voedsel industrie, want die industrie is er op gericht de oogst te bevorderen en de winst. De landbouw bewerkt en modicifeerd de tarwe, wat al tijden aan de gang is voor winst, dat ze rassen met elkaar kruizen enz. ook zodat het sneller geoogst kan worden. Het is allemaal genetisch gemanipuleerd. De mens eet tegenwoordig dus voornamelijk bewerkte en gemodificeerde, genetisch gemanipuleerde, en gemuteerde tarwesoorten. In de wetenschap en in de wetenschappelijk-medische wereld is er dus een vraagstuk over hoe weer terug te kunnen naar de oorspronkelijke planten, en hoe deze gewoon volgens de natuur te laten groeien, zo biologisch mogelijk, maar dan nog is dit een groot probleem, want volkoren tarwe verhoogt slecht cholestrol, naast het feit dat de moderne tarwe een chronisch gif is wat de mens dikmaakt en juist de eetlust opwekt, want in de jaren zestig en zeventig hebben ze er een nieuw proteine ingekweekt die functioneert als een opiaat en die de eetlust dus opwekt. Hierdoor kan het brood ook beter rijzen, voor het eindproduct. dit soort stoffen gooien het immuunsysteem in de war, zodat het immuunsysteem zichzelf gaat aanvallen. Dat is ook weer goed voor de medische markt. Het is allemaal een groot complot. We zijn hier buiten het paradijs, in de matrix, en brood en vlees is het fundament van de moderne mens, en daar hebben alle machten van het kwaad zich op gestort in deze industrie waarmee de poppetjes worden gemaakt. 'Bread and games' was altijd al de romeinse versie van het illuminati mandaat 'verdeel en heers', want aardse tarwe heeft altijd al die sluimerende vermogens gehad. Dan kun je ook nog in allerlei graancirkel theorieen gaan en children of the corn etc. Als je dan missing links hebt vanwege die hiaten dan zie je ook de context niet meer en dan ga je het ook romantiseren. Dan hebben we ook nog het kruizende probleem van buitenaardse krachten/ demonen die dus brood gebruiken, territoriale machten, die al hun troeven erop hebben ingezet. Niet leuk om te horen, zeer zeker niet, maar we zijn in oorlog. dus dan zijn er territoriale machten in rotterdam die dan protesteren : 'nederland broodland', en 'brood is de heer', met van die oude, gepensioneerde, betuttelende reclame stemmen. Ik zeg niet dat je dan helemaal geen brood meer kunt eten, en er is altijd verschil tussen slecht en slechter enzo, maar minderen op brood is zeer belangrijk, dus eigenlijk meer variëren. Ik zeg het nu weer : varieer. Je kunt zeggen dat er met ander voedsel ook veel aan de hand kan zijn, en ja, dat is zo. ook met voedsel is het parelduiken, profetisch, hoe door dit mijnenveld heen te komen, en het is dus vaak kiezen tussen twee slechten, maar als er dan hele duidelijke gevaren worden aangewezen zoals brood, macaroni, suiker, zoutoverdosis etc. dan wordt je wel voorzichtig en denk je twee keer na voordat je iets pakt. Je kunt dus gaan voor het 'goede' of voor het beste. Daar heb ik een tijdje terug ook over geschreven, wat het dan betekent als een mens 'het goede pad' opslaat in plaats van het beste. Heleboel mensen zijn brave, goeie, gehoorzame sullen. Maar om dan nog even terug te komen op rotterdam. vanuit gereformeerd rotterdam was er de aanval gekomen op de tweede bijbel dat het zo langdradig was, en dat terwijl calvijn ook een hele bibliotheek aan dikke pillen heeft geschreven, en mensen lezen ook hun krantje iedere dag van ik weet niet hoeveel pagina's, dus er wordt met dubbele maten gemeten, en het is maar net wat je prioriteiten zijn, want ze horen dan wel hele lange smartlappen dagelijks aan van moeder de vrouw. Toen na mijn scheiding toen ik nog probeerde te redden wat er te redden viel geestelijk, ook wat betreft mijn kinderen, klaagde mijn ex er ook over dat de brieven zo lang waren. Het komt telkens

weer terug, terwijl ze daarvoor duidelijk om adviezen had gevraagd. als ik een advies geef ben ik noodgedwongen alle beveiligingen toe te voegen en funderingen, zodat ze niet met die adviezen op de loop gaan in de zin dat het een eigen leven gaat leiden los van de bron. hoofdstuk 17 1993 Jezus was een personage wat in de oudheid vaak voorkwam om algemene wijsheden te verkondigen, zoals Confucius in China, als de Mark Twain van de middeleeuwen en het tijdperk wat daarvoor lag, en wat al in Egypte begon. Oorspronkelijk begon het in het Egyptisch en het werd toen door het Aramees overgenomen, maar in de westerse vertaling is de betekenis vaak verloren gegaan. Er zijn goede verhalen van Jezus en minder goede verhalen. Het is in ieder geval een bron waaruit wij zo nu en dan putten. Belangrijk is het als gelijkenissen te zien, zoals ook de gelijkenis van de vissers van mensen. Dit is een beeld van de opname. De opname gebeurde in 1993, maar dit was een opname die van binnen gebeurde. Van binnen moet je opgenomen worden. Het is een heilsfeit, maar een ieder die nog gehoor geeft aan de roepstem van de natuur mag de opname ontvangen diep binnenin. Je wordt dan niet zomaar uit de problemen getrokken. De kerk gaat dwars door de grote verdrukking heen. Dat moet ook wel : Er is geen weg dan door het kruis. Door het kruis wordt de opgenomen mens verbonden aan de natuurkennis. Door het kruis is de opgenomen mens aan elkaar verbonden. Het stopt niet na de ontvangst van het heilige geestelijke, want dan moet je ook nog de heilige opname ontvangen. Het heilsfeit vond plaats in 1993, maar het moet ook tot een persoonlijk ervaringsfeit worden. Zo kwam er een scheiding tussen de opgenomenen en de klinischen en de volgelingen van de klinischen, of de scheiding tussen de intellectuelen en de klinischen. De klinischen hebben een markt gemaakt van schijnkennis, maar hebben de opname niet ontvangen. Ben jij al opgenomen, of leef je nog in het vlees ? Verlang je naar een uiterlijk teken, of richt je jezelf op het binnenste ? Als je bent opgenomen, dan leef je vanuit de hemel, en de hemel is waar kennis en kruis tezamen komen, en waar de mens creatief wordt, levende door je dromen van God gegeven, niet door wat de mensen zeggen. Ook de tegenstander vist, en werpt zijn aas uit met een haak erin. Wees dus voorzichtig. Zoals het boek openbaring zegt is de opgenomen mens geen goedgelovig en goedgelukkig, dartelend zieltje. Neen. Het zijn de martelaren onder het altaar die om wraak roepen maar die een wit kleed krijgen om nog even te rusten totdat hun getal vol is. Het zijn de vervolgde armenhelpers, activisten, dierenhelpers, intellectuelen, kunstenaren die voor hun werk zijn gestorven, in een coma zijn geraakt, of op een andere manier zijn opgenomen. Zij leven als Peter Pan in Neverland. Er is altijd een muur tussen hen en de aarde, of ze nu nog leven of al dood zijn. Het is iets van binnen. Ze dragen het kruis en zijn vertrouwd met het lijden van God. Ze zijn opgenomenen en gaan over de ladder van de hemel tot de aarde en terug, en ook dieper tot de onderwereld. Draag het lijden maar, je bent een visser van mensen. Al het lijden komt ergens anders vandaan, uit een ander hart, wat je mag dragen. Het lijden is niet voor niets. Durf te lijden, het is beter dan vals en onverschillig over de ruggen van anderen heen 'gelukkig te zijn.' Het ware geluk is in het kruis, een veel dieper geluk en een veel diepere vrede, namelijk die van de eeuwigheid. 'Mijn genade is u genoeg.' Dat is ook de boodschap van de dieren. De dieren durven te lijden. Ze zijn niet laf. Ze houden zich afzijdig en hebben geen deel aan de werken van de zondaren, zitten niet in de kring der spotters (psalm 1).

De visser van mensen gaat langs. Heb je het gehoord ? Heb je zijn roepstem gehoord ? Hij neemt de mens op als vissen, en maakt hen ook tot vissers van mensen, opgenomen om op te nemen. Wat ben ik blij dat ik dit goede nieuws kan verkondigen. We zijn opgenomen om op te nemen. Dat hoeven we niet heel letterlijk te nemen, maar figuurlijk, als een gelijkenis weer. We mogen de kennis die we van de hemel hebben gekregen verspreiden. Dat zijn de hemelse vissersnetten. Wij zijn vissers van mensen. Er is dus een doel in het leven. Het leven is nuttig. De hemelse visser wordt soms aangevallen door haaien, of door andere gevaarlijke vissen, zoals piranha's misschien. Het is niet makkelijk een hemelse visser van mensen te zijn, van zielen, want de roofvissen zullen zich bedreigd voelen. Het is hun plek, en ze denken dat het hun vissen zijn waarvan ze leven. Ook zullen ze je proberen te verzoeken, zoals Jezus door de duivel werd verzocht in de woestijn. Toen Jezus het heilige geestelijke had ontvangen ging het helemaal niet zo goed, want nadat hij het had ontvangen werd hij 'gedreven naar de woestijn om daar verzocht te worden door de duivel'. Zo is dat ook als wij de opname hebben ontvangen. In 1993, na de opname, brak alle hel los op aarde. Daarom spreken we ook van de martelaren onder het altaar. Wat er gebeurde is met geen pen te beschrijven. Maar ook begonnen er wonderen te gebeuren. Het was iets bitters en iets zoets. hoofdstuk 18 vissers van mensen Vissers van mensen … Wat betekent het ? Het is een beeld van de opname. Je bent opgenomen om op te nemen. Je mag een kaarsje zijn om andere kaarsjes aan te steken. De visser van mensen gaat langs … Er zijn bijna geen mensen meer … Velen hebben hun hart gesloten en zijn geen mens meer … De visser van mensen gaat langs de deuren … Velen doen niet open … Er is geen plaats voor de visser van mensen, En toch vist hij … Er is geen plaats in de herberg, Maar in de natuur is er plaats, Waar de herders zingen … Vissers van mensen … Wat betekent het ? Het is een beeld van het komende koninkrijk … Wie zijn de koningen ? De eersten zullen de laatsten zijn … Wie zijn de koningen ? Het zijn de goede herders van de mensen,

En de goede vissers van de mensen … Zij zorgen dat alles eerlijk verdeeld is … Zij durven nog te roepen als het niet eerlijk verdeeld is … Zelfs 's nachts roepen zij als iedereen slaapt … Dan bonken ze op de deuren en op de ramen … Het is een bevel van de koning … De mens moet wakker worden … De mens moet opgenomen worden … Want het koninkrijk komt … Uw koninkrijk kome … Uw wil geschiede … Gelijk in de hemel als op de aarde … De visser van mensen is op zoek naar zijn discipelen, maar zij slapen, Ook hebben ze hem verloochend … Daarom zoekt hij naar de enkeling … Opgenomen om op te nemen … Geschoold om te scholen … Om niet heb je het evangelie ontvangen, Geeft het om niet … In de wildernis is een poort geopend, Maar de poort is smal en brandende … Nee, door zo'n enge poort wil de mens niet, En het pad er naartoe is zo smal … Maar de visser der mensen kan de mens er doorheen trekken, Als wij zijn aas maar aannemen. Vanuit de hemel gezonden. En het aas maakt vissers van mensen … De goede visser van mensen woont in de hemel, Hij is de barmhartige visser van mensen, Hij woont daar samen met de barmhartige samaritaan en de goede herder … De Heer is mijn herder, De Heer is ook mijn visser, Hij vist mij op uit diepe nood, En leidt mij tot de hemelpoort Ik ben opgevist om op te vissen, Dat kost geduld, dat kost je alles, Om de visser der mensen te volgen, moet je alles achterlaten …

hoofdstuk 19 kerstfeest : een dieper pasen Kerstfeest was oorspronkelijk een dieper pasen, van het kruis van afzondering en minimalisme om van het materialisme af te komen. Het was oorspronkelijk het kruis van het kind worden, om te stoppen met het stomzinnige vals volwassen gedoe. Ga spelen ! De autoriteit die volwassenen zich toeeigenen is vaak slechts pretentie en egoïstisch. Heerlijk vinden ze het om anderen te onderdrukken met één of andere zelf aangematigde titel. Het kerstfeest was oorspronkelijk om hiervan los te komen. Er was geen plaats in de herberg, nee. Er was alleen plaats in de natuur. Corona helpt het kerstfeest terug te brengen tot de oorspronkelijke soberheid die het voorstelde, maar de kerken en families zullen blijven proberen aan hun valse gewoontes vast te houden, zolang ze kunnen, zoveel ze kunnen, om te redden wat er te redden valt in deze zondvloed, want zij aanbidden de mammon, het materialisme. Ze haten het geestelijke, ze haten kind en dier, en houden van hun valse, opgekochte en gestolen volwassenheid. Bah, wat een walgelijk en bedrieglijk feest hebben ze van het kerstfeest gemaakt. Maar nu is corona gekomen. De kinderen staan nu allemaal onder stroom. Waag het niet ze nog eens aan te raken. En blijf ook met je tengels van de dieren af. Mensen zijn de ergste monsters die er bestaan. Het zijn geen mensen, maar monsters. Daarom is corona er. De mens is te ver gegaan. Ze hebben dingen aangeraakt die ze niet mochten aanraken. Ze zijn op verboden privé terrein gegaan, ondanks waarschuwingen, en daarom worden ze nu teruggedrongen. Maak dat je wegkomt ! Kerstfeest, een dieper pasen, een dieper kruis, van de verborgenheid, van afzondering en minimalisme. Er is geen plaats in de herberg, maar alleen in de natuur, geen steen om je hoofd op te leggen. Deze volwassenen hebben geen plaats in hun hart voor jou. Ze doen maar net alsof. Je kunt het zien aan hun dierenhaat, hun kinderhaat en hun haat naar andersdenkenden, hun haat naar de armen en de natuurvolkeren. Iemand doodzwijgen en negeren, iemand medische hulp ontzeggen, iemand niet serieus nemen is ook haat. Het is dodelijke haat. Ze stoppen alles in de doofpot. Er wordt niet over gesproken. Kerstfeest, een dieper pasen. Naar de hulproep van de armen wordt niet geluisterd, en daarom verstaan zij ook de roepstem van God niet. Ze negeren de armen, de dieren en daardoor God dood, maar ze hebben hun eigen afgoden. Hun vleselijke verlangens en vleselijke, egoïstische begeerten verstaan ze goed. Daarom is het kerstfeest een groot lijden. De plagen zijn gekomen, corona is gekomen, en nog luistert de mens niet, nog bekeert het monster zich niet. Het monster is verslaafd aan bloed. De kloof tussen arm en rijk wordt bewust in stand gehouden door het monster, want dit monster laaft zichzelf aan het bloed van de armen. Daarom wil het monster niet leren, en daarom onderwijst het monster niet. Het is de lagere natuur van de mens. Maar als wij vast blijven houden aan het kruis, dan zal het monster niet dieper in ons hart kunnen doordringen, dan zal het monster los moeten laten en beginnen af te brokkelen. Blijf daarom volharden aan het kruis. Alleen zij die volharden zullen overleven. Dat is een grote beproeving. Corona is de opstanding van de natuur. Nertsen werden vergast voor hun huid, zoals Joden vergast werden in de tweede wereldoorlog. De nertsen dragen het lijden van vrouwen en kinderen in de mensenhandel die misbruikt werden. Nu is corona bezig de industrie van nertsenmoord af te breken. Mensen stoppen er dus niet mee vanwege liefdadigheid naar dieren, maar door corona. Het boek openbaring sprak dat er bliksemstralen zouden komen, en stemmen en donderslagen om de stad in drie delen uiteen te scheuren door een aardbeving, en de steden zouden instorten, want ze hadden zich niet bekeerd na de plagen. Wat een arrogantie hebben de mensen. Het zijn geen mensen, maar monsters. We hebben het er vaak over gehad : Eerst was er een zondvloed van water, maar er zou

ook nog een andere zondvloed komen. Waar is de ark ? Die is binnenin. De opname zal van binnen zijn. Deze opname vindt niet plaats vóór de grote verdrukking, maar de mens moet dwars door de grote verdrukking heen, om het geheim van de opname van binnen te vinden. De mens moet aan het kruis om te ontdekken dat de opname is tot de martelaren die onder het altaar zijn en roepen om wraak om vervolgens te horen dat ze geduld moeten hebben, en zoals we zagen is dit geduld niet passief. De martelaren moeten het diepere kruis leren kennen, opdat hun getal vol zal raken. Wat is de ark dan ? Het boek openbaring is er duidelijk over. De vrouw en haar kind hebben de wildernis als hun schuilplaats. Er zal een plaag komen van hagel. In de grondtekst is dit ook ijs, oftewel afzondering en minimalisme. Dit is de oorspronkelijke betekenis van het kerstfeest, en hierin ligt de wedergeboorte van de mens. De vrouw moet haar lagere natuur overwinnen, de valse, materialistische vrouw die leeft van het bloed van de armen en de profeten. De vrouw moet haar lagere beest natuur overwinnen, het monster in haar. De hagelstenen zijn ook de stenen waarmee na het afbreken van het lagere, valse koninkrijk, het koninkrijk van de hemel wordt gebouwd. Dat is de ware betekenis van het kerstfeest, als het feest van het komen van de lagere, vleselijke gaven tot de hogere, geestelijke gaven. hoofdstuk 20 de zondvloed van ijs De christenen dreigen onredelijk en extremistisch, ongegrond en crimineel wanneer je hun afgoden niet eert. Ze dienen de god van de buik, en meten daar alles aan af. Ze meten met twee maten. Het is allang niet meer wat het oorspronkelijk was in Israel en Egypte. Ze hebben moderne afgoden gemaakt die niets meer met authentieke natuur te maken hebben, ver van de originele grondteksten vandaan die verhalend en poëtisch waren, gelijkenissen, zeer figuratief. Paulus waarschuwde er al voor. Hij waarschuwde zijn geestelijke zoon, Timotheus hiervoor. 2 Timoteus 3 1 Weet wel, dat er in de laatste dagen zware tijden zullen komen: 2 want de mensen zullen zelfzuchtig zijn, geldgierig, pochers, vermetel, kwaadsprekers, aan hun geestelijke ouders (bronnen, hun geestelijke wording) ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig, 3 liefdeloos, trouweloos, lasteraars, onmatig (genot zoekers), onhandelbaar (brutaal), afkerig van het goede (minachting van het goede en het geestelijke, de scheiding van het geestelijke, en van God), 4 verraderlijk, roekeloos, opgeblazen, met meer liefde voor genot dan voor God, 5 die met een schijn van godsvrucht de kracht daarvan verloochend hebben; houd ook dezen op een afstand. 6 Want tot hen behoren zij, die zich in de huizen indringen en vrouwtjes weten in te palmen, die met zonden beladen zijn en gedreven worden door velerlei begeerten. 9 Maar zij zullen het niet veel verder brengen, want hun onzinnigheid zal aan allen overduidelijk worden, zoals ook bij genen het geval was. 10 Gij daarentegen hebt volle aandacht geschonken aan mijn onderricht, wijze van doen, bedoeling, studie en onderzoek, lankmoedigheid, liefde, volharding, 11 vervolgingen en lijden, zoals mij getroffen hebben te Antiochië, te Ikonium en te Lystra. Al die vervolgingen heb ik doorstaan en de Here heeft mij uit alle gered. 12 Trouwens, allen,

die in de geestelijke gaven (charis) godvruchtig willen leven, zullen vervolgd worden. 13 Maar slechte mensen en bedriegers zullen van kwaad tot erger komen; zij verleiden en worden verleid. Paulus zei dat de mensen in de laatste dagen koud en onverschillig zouden zijn. Hij waarschuwde Timotheus, zijn geestelijke kind, hiervoor. Timotheus, wordt niet zoals hen. Het oorspronkelijke Aramees spreekt er ook over dat de mensen zich zouden laten scheiden van God en van de geestelijken. Paulus zag die tijden komen. Daarom sprak Petrus dat de eerste zondvloed van water was, maar dat er ook nog een tweede zondvloed moest komen, van bliksem, als een virus in de grondtekst (2 Petrus 3). Het zou weer zijn zoals in de dagen van Noach. De mensen zouden slechts leven voor het eten en drinken en het huwelijk. Daarom spraken de oude germaanse profeten over de komst van ragnarok, de zondvloed van ijs, waarin alle afgoden van de mens waarmee ze elkaar terroriseerden zouden vergaan. Ook de goden die de mensen hadden gemaakt om hun eigen vleselijke, egoïstische, machtslustige begeerten te bevredigen zouden weer verdwijnen, ook alle etiketten die ze op anderen hadden geplakt in hun bekrompenheid, de leugenachtige markten die ze hadden gemaakt van elkaar's leed. Zijn wij klaar voor het ragnarok, oftewel de zondvloed van ijs, of willen wij nog vasthouden aan dingen waar we niet aan zouden moeten vasthouden ? Volharden we in het geestelijke of volharden wij in de zonde, in het vlees ? De ark in het ragnarok is de ygdrasil, de wereldboom, oftewel de natuur, de wildernis. Hierin zou de vrouw met haar kind een onderkomen hebben. Het is de dag waarop de bruggen die de mensen tot de afgoden hebben gemaakt zullen instorten. Er zou hiertoe een reus komen op zijn schip, met zijn wapen van bliksem en virus, en hij zou samen komen met de germaanse vrouw genaamd Hel, een beeld van vruchtbaarheid en beproeving. Hel regeerde over Niflheim, de wereld van ijs, de onderste wereld van de wereldboom. In de verste diepte van Niflheim was Niflhel, waar zij woonde. De ingang van haar woonplaats is Rotshol, bewaakt door de hond Janker. Hel wordt ook wel Hulda genoemd of Holle, waar ook de naam Holland van komt. Juist in de wereld van ijs staat de bron van wijsheid, van Mimir. De mensen konden alleen tot deze bron komen als ze hun vleselijke zicht zouden verruilen voor geestelijk zicht. Als de reus van ragnarok komt om de bruggen van de afgoden van de mens, de goden van de buik, te doen instorten, dan is dat een beeld van het komen van de context. De werelden worden dan opengebroken om hen ruimer te maken. De moderne mens is te kortzichtig, te klinisch, bevooroordeeld, komende tot snelle zelfovertuiging, omdat de mammon dit eist. Hij houdt de mensen blind. Zo kan hij de mens blijven bedriegen. Daarom moet ragnarok wel komen. Ook toen Ezechiel zijn visioen had over God zag hij God zitten in een uitspansel van ijs. Het schip van ragnarok zou komen met de doden, oftewel met alles wat de mens had weggedrukt en onderdrukt. Er zou weer een brug komen tussen het leven en de dood. De muur tussen leven en dood zou afbrokkelen. De bijbel spreekt over de wolk van getuigen die de mensen bijstaan als gidsen, maar de mens houdt de dood voor de dood : dood is dood. Is het misschien geen omgekeerde wereld, dat de mensen die denken te leven dood zijn ? In de hemel is het ware leven, en de hemel is in je hart. Je kunt daar alleen komen dwars door de zondvloed van ijs heen. De reus zou komen samen met de vrouw Hel, en haar hond Janker. Horen wij de wolven janken in de nacht ? Hebben wij verstaan waarom zij janken ? De mens heeft iets over het hoofd gezien. De mens heeft zich gescheiden gehouden van de andere werelden, van de tweede wereld en de derde wereld, de wereld van de hongerenden, de armen. De mens heeft koud en onverschillig zijn hart gesloten naar het hulpgeroep van de armen en de dieren. De mens heeft ook geen diepere betekenissen willen zien van de dingen, de diepere boodschap niet willen verstaan, maar alles materialistisch, oppervlakkig gehouden. Dan is zo'n mens al levende dood. Daarom zal Janker de mens overweldigen wanneer het grote ragnarok zal komen.

hoofdstuk 21 de put van vrouw holle De yggdrasil of wereldboom zou een schuilplaats of ark zijn in de grote zondvloed van ijs, maar daar moest je dan wel eerst doorheen, want de boom lag in het centrum van de ragnarok. Deze boom was ook het germaanse kruis, want odin hing aan deze boom om te komen tot de bron van wijsheid, de bron van Mimir. Het kruis was ervoor om je in de ander te kunnen verplaatsen, zodat je niet tot snelle en gemakszuchtige vooroordelen zou komen. Dat de mens snelle bruggen tot de afgoden van voordelen had gemaakt, tot snelle verzekeringen om markt te drijven over anderen, wat ook een valse, verwaande zelfverzekerdheid bracht, was een reden waarom het ragnarok moest komen. Toen Amos naar het Noorden ging om zijn boodschap te prediken was dit ook een beeld van de verborgenheid en het ijs in het Hebreeuws. Wij moeten niet om genezing vragen, maar om de verborgenheid, om het diepere kruis. De paradijsvogels spelen geen politietje in de stad, maar zij zijn boven alles uitgestegen en spelen een heel ander spel. Zij zijn de opgenomenen. Het kruis is de ark. Het kruis is de opname naar binnen toe. Dan ben je als een paradijsvogel. Dan houdt je je niet meer bezig met de lagere dingen van het vlees. Het is een boodschap van ijs. Jaren geleden had ik een droom en nachtvisioen over papegaaien en bergen met ijstoppen. Op de toppen is alles ijs, en daaruit stroomt kennis. Zorg ervoor dat je niet teveel weet. De Heere geeft het zijn beminden in de slaap. Eerst moeten we een heleboel ontweten, want er is zoveel valse kennis. Valse kennis wordt er in de steden aan de mens opgedrongen als giftige pap. Daarom heeft de mens het diepere kruis nodig om eraan te ontkomen, een diepere verborgenheid. Odin hing aan het germaanse kruis, de wereldboom, om tot de bron van Mimir te komen, en dat was in de wereld van ijs. Dit was de bron van wijsheid. Wij moeten komen tot het kruis van de vrouw, van het kind en van het dier, want zij worden onderdrukt, vervolgd. Zo is dat altijd geweest. De man moet hierin tot zoonschap komen. Mannen met hun valse volwassenheid hebben deze wereld kapot gemaakt, en zij hebben valse vrouwen voortgebracht, valse kinderen en valse dieren. Zij hebben alles vals gemaakt. Alleen op een hele kinderlijke manier kun je waarlijk man zijn. Peter Pan was een ware man omdat hij niet wilde opgroeien. Hij was altijd weer op zoek naar het verlorene en het vergetene, want hij was zelf verloren en vergeten. Hij was op zoek naar de lost boys, omdat hij zelf een lost boy was. Er is een heleboel te ontweten. Odin moest zijn aardse, vleselijke oog inruilen voor het hemelse oog. Zo kwam hij tot de bron van Mimir, de bron van wijsheid, in de wereld van ijs. Odin moest diep afdalen in de put om tot Hel, Holle te komen, Holland, de moeder van alle verlorenen, van alle weeskinderen. Hiertoe moest hij eerst haar hond, Janker, ontmoeten, die hem tot haar leidde. Hol is ook een put, een waterput, zoals in het sprookje van vrouw Holle, en zij geeft goede, geestelijke gaven aan hen die goed doen. Zij maakt de sneeuw door het uitkloppen van haar kussen, als een beeld dat het ijs alleen maar door de slaap, door de verborgenheid, kan komen. De mens wil niet naar bed, maar wil laat opblijven, om feest te vieren en slechte dingen te doen. Maar de Heere geeft het zijn beminden in de slaap. De geestelijke gaven is het beste waar je je als mens naar kan uitstrekken, en de vleselijke gaven van de zonde is het slechtste.

De hond van vrouw Holle, Janker, ook wel genaamd Karma, is het je verplaatsen in de ander, oftewel het kruis, de put of een waterput, wat ook de betekenis is van Anubis in het Egyptisch, jn-p, jn-peh. De hond beeldt dus de waterput uit, en die put jankt als een wolf, omdat er zoveel diepte in zit, zoveel wat de mens nog niet weet en niet begrijpt. Het is een natuurverschijnsel. Die put is bodemloos en eeuwig, en ook het verschijnsel 'nooit', never, zoals neverland van Peter Pan. Nooit is een abstract iets wat ook besproken wordt in de vur. Altijd is maar een hele dunne draad. Aan het kruis, in de put, mag je deze metaforen leren kennen. De mensen weten niet wat het geblaf van honden inhoudt, maar de hond stelt het verlorene voor, het vergetene, het weggedrukte en het onderdrukte. De hond stelt de put voor, en daarom moest Odin hierin afdalen. Wat wil dit hele verhaal zeggen ? Dat je alleen maar geestelijke gaven kunt ontvangen in nuance en context. Vrouw Holle was hiervoor een spinster en weefster. De vur zegt dat het grote altijd maar een hele dunne draad over een rivier is. De mens grijpt en grijpt maar, en wil het overal en altijd. Maar het altijd is maar een hele dunne draad, zoals ook in het tweede bijbelse sprookje de driesprong de eeuwige slaap maar een heel klein spinnetje is, want de mens kan niet altijd slapen. De mens moet ook dromen. Daarom is het belangrijk tot het land van nooit te komen, opdat de mens niet teveel neemt van het altijd. Altijd is maar een dunne draad, als de draad van een spin. De mens moet dus oppassen met het begrip 'eeuwig' en zeer zeker ook het begrip 'nooit' leren kennen, wat dus beiden abstracte begrippen zijn die de mens moet leren toepassen. Wil de mens hiertoe de put in, de waterput ? Wil de mens tot vrouw Holle gaan ? Of zal de mens van vrouw Holle weghollen om zo onder de pek te komen ? In het nooitland groeien de bloemen van het altijd, en dit zijn hele tere, tedere bloemen die zomaar kunnen wegvagen. Het is slechts een droom, en de mens moet voorzichtig treden. In de waterput van de wereldboom, onderaan het kruis, moet je losraken van het valse altijd en het valse nooit van de stad. Zij gebruiken dit allemaal heel letterlijk en zij overvoeren en ontvoeren de mens. Zij zijn de ontvoerders van kinderen en dieren, en ook van vrouwen, die in de stad gefokt worden. Allemaal voor hun vlees, allemaal voor hun huid. Zij zijn diep in het broodhuisje van de heks van Hans en Grietje gekomen, waar Hans wordt vetgemest voor de heks, en waar Grietje voor de heks moet werken. In bovenstaand verhaal kunnen we ook de lijnen terugzien van Roodkapje en de wolf, die uiteindelijk leiden tot het sprookje van de put van vrouw Holle. Deze sprookjes horen dus bij elkaar en leggen elkaar uit. In de put van vrouw Holle is er een weg uit de kooien van de stad. Dit pad wordt ook in de vur besproken. 'De put van vrouw Holle, Hans,' zei Grietje tegen Hans. 'Vooruit, hollen. Zo komen we tot het nooitland, in de wereld van ijs, opdat we aan de heks kunnen ontkomen.' 'Deze heks, welke heks ?' vroeg Hans slaperig. 'Ben je het dan vergeten ?' vroeg Grietje. 'Ik weet niks meer,' zei Hans. 'Ze heeft me waarschijnlijk vergiftigd.' 'Wie ?' vroeg Grietje. 'Weet jij het dan ook niet meer ?' vroeg Hans. 'Nee,' zei Grietje. 'We zijn in een waas. Alles is zo wazig. We zijn in de put van vrouw Holle. Zij neemt ons tot haar.'

hoofdstuk 22 kleine samantha – het nieuw psalmenboek 'Ik hoor iemand roepen, de engel van de nacht. Deze kinderen hebben niemand, niemand die op hen wacht.' Kleine Samantha haar moeder verkocht tweedehandsboeken, en gaf ze ook gratis weg aan hen die het nodig hadden. De opbrengst ging naar hulp aan de zieken. Voedselhulp. Ik had wat boekjes van een oude verhalenserie besteld, want ik zag er psalmen in verborgen. Ik kon dwars door de letters heenkijken, en ik kreeg veel meer boekjes dan ik had besteld. Ik legde wat boekjes in een rieten mand, en anderen lagen nog in een grote envelop. De boekjes hadden prachtige voorkanten, heel sierlijk. Bij elkaar hadden de boekjes een waarde van 81,15 euro, maar ik hoefde niet te betalen. Ik heb toen uiteindelijk toch betaald. Nee, dit ging niet om echt geld. Het was slechts een droom. Het ging voornamelijk om kleine Samantha. Haar moeder was op de achtergrond. Kleine Samantha regelde het meeste. Haar moeder was namelijk … ziek. Die lieve kleine Samantha, die spaarde zelf kinderboekjes over prinsjes en prinsesjes. Ik zag wat van die boekjes en ze waren heel schattig. Ik kon me zelf ook nog wat van die boekjes herinneren van vroeger, van Doornroosje bijvoorbeeld. Ik had even een gesprek met de moeder van Samantha. Samantha was meestal heel zoet, lief en rustig, maar soms was ze rebels, als het nodig was. Ik zei dat ik vroeger ook zo was. Soms moeten we strijden, tegen oneerlijke regels. Soms moeten we helpen, om alles naar een hoger niveau te brengen, voor een betere wereld. En daarom had ik ook de boekjes, en ik zou ze allemaal lezen, en de psalmen die ik erin verborgen zag optekenen. Ik ben een dichter en psalmist in hart en nieren. Ik kan overal psalmen uithalen. Ik kan ergens naar kijken en er een psalm inzien. Dat is een gave. Het helpt mij om het beste ervan te maken. Het helpt mij om het pad te zien, en anderen over dit pad te vertellen. Het is een hemels pad. Wij kunnen het niet met de botte bijl doen. Het is een pad, geen muur die we moeten afbreken. We kunnen er omheen werken, want er dwars doorheen kunnen we niet. We kunnen er omheen dromen. Alles zal veranderen. Betekenissen zullen veranderen, zich verdiepen. We zullen een nieuwe wereld zien. En kleine Samantha zou voor altijd in mijn hart zijn, en haar zieke moeder. Ik ga bescheiden om met muziek. Het is voornamelijk literatuur. Vaak willen de psalmen stil blijven, stille psalmen, en ze spelen zich af in het hart. Het is telkens weer anders, telkens weer nieuw. Ik leg deze energieën niet teveel vast. Muziek is een taal, een hemelse taal, maar muziek is vaak stil en luisterend. Er is ook literaire muziek, die altijd weer anders is. Je ziet er telkens weer andere muziek in. Het is obscuur en dromerig, varierend, camouflerend. Ik heb het nooit verkocht en nooit van de daken geschreeuwd. Het is voor hen met een verborgen hart, een best bewaard geheim. Psalm 1 1. Wij weten waarom zij honing eten. Wij weten waarom het ijs van de bergtoppen stroomt. Ragnarok is gekomen.

2. Wij weten waarom zij honing eten. Zij scheppen het uit het ijs. 3. Heft uw wapens op. Blijf daar niet staan. Ragnarok is gekomen. 4. IJs is getrouw, Haar plannen falen niet. Zij overziet verleden, heden en toekomst. 5. Wij weten waarom zij kennis scheppen uit ijs. Heft uw wapens op. Blijf daar niet staan. Ragnarok is gekomen. Psalm 2 1. De opname is alleen in ijs, in een verborgen hart, Want hoe kun je door eerzucht en machtszucht boven alles uitstijgen ? Dan ben je nog geplakt aan de aarde. 2. Ik zie de hemelen geopend in blokken van ijs, waaruit water stroomt, om de verborgenen op te nemen. 3. Zij zijn de weggedrevenen, en zij zijn gevlucht, vanwege de leugens. 4. Ik zie de hemelen geopend in blokken van water, en ijs stroomt voort van hen, om de verborgenen op te nemen. 5. Water en ijs, een kolkende massa, om de boze droom te beëindigen. 6. Water en ijs, want de nachtmerrie steekt. 7. In het woud groeien kalmerende kruiden, gewassen en bomen met bloesem. In het woud en het veld groeien hallucinogene verschijnselen, waar de boottochten tot de dageraad toe leiden. 8. De rivier is breed en meedogenloos, Hoevelen van ons zijn nog in de arken ?

9. Ik hoor iemand roepen, de engel van de nacht. Deze kinderen hebben niemand, niemand die op hen wacht. 10. Ik neem hen in mijn armen, maar een pijl doorboort mijn rug, Nee, in de nacht kan niemand werken, Alleen in de dageraad hebben we alles terug. 11. Ik kan het bijna niet geloven, Ik zink weg in de rivier, De nachtmerrie is nog maar net begonnen, De dageraad ligt verborgen op de bodem van de rivier. Psalm 3 1. Het is koud hier, Ik heb geen klederen om mij te warmen, En ik ben weggerend van het vreemde vuur, want dat zal hen allen verslinden. 2. Ik ben maar een arme jongen, Ik heb geen bezit, geen steen om mijn hoofd op te leggen, Maar tijdelijke rijkdom is een vreemd vuur, wat hen allen zal verslinden. 3. Er zit iets in mijn hoofd, Het spreekt tot mij, Het zijn mijn herinneringen. 4. Ik zag de bruggen branden op die dag, En ik rende tot het bos, Ik zag de steden afbrokkelen, En niemand weende om mijn verlies. 5. IJskoude harten, dobbelende om mijn hart, Het vreemde vuur waaraan zij zich warmen, zal hen weldra verslinden. 6. Zij willen mijn boodschap niet horen, en ik spreek niet meer. Zij lachen, opdat ze kunnen geloven dat ze iets hebben, Maar ze hebben niks meer, Slechts ijdelheid in de wind.

7. En ik droom, het is alles wat ik heb, En iedereen draait maar in cirkels, Slechts ijdelheid in de wind. 8. Ze zijn aangestoken door een vreemd vuur, Waarmee ze hun ijskoude, onverschillige harten bedekken, Ik heb liever een koud lichaam dan een koud hart, En het vreemde vuur liegt tot hen, Slechts ijdelheid in de wind. 9. Nu ben ik in het woud, Mijn lichaam bedekt met mos en aarde, En dieren verwarmen en verzoeten mijn lichaam. Ook al is alles weg als ik ontwaak. 10. Waar de rover loert, Zij verscheurden mij, Opdat ik niet meer terugkon naar het vreemde vuur, Deze roofdieren ben ik beter gaan kennen. 11. Waarom sterft het geluid in de nacht, Waarom leidt kou mij altijd weg, De rijkdom is maar tijdelijk, Het ebt altijd weg na de slag. 12. Armoe is een eeuwige vriend, Het liegt niet, bedriegt niet, Verdeelt alles eerlijk, Brengt een boodschap sterk genoeg, om tot de overkant te komen. 13. Honger is eerlijk, Een honing zo rijk, om nog waarlijk te kunnen dromen. 14. Ik heb geleerd dat de honger voedt, als een ware moeder, het voedsel van het hart 15. De rijken hebben stenen harten, als tijdbommen, wachtende … 16. De rijken zijn hun eigen prooi … Beesten … die zichzelf verslinden …

hoofdstuk 23 het mengele wereldrijk Wie zijn die dokters die mensen zieker en zieker maken allemaal voor geld ? Families tuinen er allemaal in, want 'de dokter zal het wel weten.' Wat ze medicijnen noemen vandaag is wat ze hebben gemaakt op basis van dierproeven, dierenmisbruik dus. Ze hebben voor deze zogenaamde medicijnen een pact met de duivel gemaakt. Daarom zijn wij geestelijke dokters om dit soort dingen aan de kaak te stellen. Moet je je kennis krijgen van het mishandelen van hulpeloze dieren die zich niet kunnen verdedigen ? Wat een arrogantie heb je dan, en wat een zielig mens ben je dan. Je bent dan geen mens meer, maar een lafhartig en lui monster. Wij krijgen onze kennis van GOD. Liefde is het ware medicijn, en dat wordt ook niet verkocht. Al het geld in de medische industrie is bloedgeld vandaag de dag. Ze leven van het leed van zowel dieren als mensen, want zo houdt deze parasitaire industrie zich draaiende. Ware kennis kun je alleen maar krijgen in je relatie met God, en God is liefde. Deze dokters met hun dierproeven krijgen dus een hele andere soort kennis die geen kennis is, maar bedrog, voor de markt. Het zijn geen dokters, maar criminelen. Al God's kinderen zijn activisten en verzetsstrijders, omdat dat is wat God is. Ik had vannacht een droom waarin ik de Spaanse vervolgingen van indianen in Amerika zag, en de gemene spelen van de Spanjaarden tegen dieren, en ik zag de concentratie kampen in de tweede wereldoorlog in Polen, door de Duitsers opgericht, en God sprak : Kijk dieper. Ik werd toen in de geestelijke wereld opgenomen tot Afrika, waar de Duitsers vroeger ook kolonies hadden. Ik zag toen de oerwouden van Zambia, en er waren daar buitenaardse spinnen, zeer bloedlustig. Er is niet alleen een media, maar ook een gamia, oftewel een netwerk van spelletjes, en ze spelen wrede spelletjes met mens en dier, als experimenten, om kennis te krijgen van de wereld, om macht uit te oefenen, een mensenmarkt en dierenmarkt te hebben, enzovoorts. Dit gebeurt in de geestelijke wereld, want God sprak dat deze spinnen onzichtbaar waren voor het menselijk oog. Ze konden heel klein worden of heel groot. Zij doen dus mens en dierproeven. Ze floepten over op de Duitsers die ook in Afrika waren, en werden zo geimporteerd in Duitsland waardoor toen het nazi rijk ontstond als een code, of liever gezegd : het Mengele wereldrijk, want Mengele deed mensproeven. Daar is de medische industrie op gebouwd. Het is de gamia, ze spelen wrede spelletjes met mens en dier, omdat ze bloedlustig zijn, hongerend naar pseudo-kennis om de mens nog dieper mee te zuigen in verderf. Het zijn buitenaardse jagers, roofspinnen, valstrikken. Ik was toen in mijn eigen huis, en ik zag ze daar ook. Ze waren overal in het westen. Het was een plaag. Ze martelen zowel mens als dier, zowel mentaal als lichamelijk, eindeloos, allemaal voor hun zieke plannen. Die spinnen hielden zich heel stijf, stokstijf, en camoufleerden zich, gingen helemaal op in de omgeving, en als iemand dan dichtbij kwam, dan floepten ze heel snel op zo'n persoon en deden hetzelfde in de persoon, alsof ze niet in de persoon waren. Het zijn camouflage spinnen, dus wees gewaarschuwd. Je ziet het niet als ze op een stoel zitten, want ze doen net alsof ze één zijn met de stoel. De gamia, het zijn niet zomaar spelletjes dus, maar boor eilanden. Ze tappen mens en dier af. Het is een pseudo-wetenschap. Met dit soort demonen zijn hedendaagse marktdokters bezeten. Ze doen allemaal zo hoog over hun medicijnen en vaccins, maar het is gebouwd op veel bloed, op dierproeven, en dan willen ze hun geluk beproeven op mensen. Ziektes zijn in eerste instantie gekomen door dierenmisbruik, dus nog meer dierenmisbruik om een medicijn te krijgen maakt het alleen maar erger. Daarom spreken we van het menselijk geslacht als dement, totaal dement. Denk niet dat die families en kerken en wetenschappelijke clubjes wat voorstellen, want het zijn gewoon dementen verenigingen die hun bingo avonden hebben. Weest dus gewaarschuwd. Geloof in de

medische industrie is dus alleen maar een placebo effect, denken dat je er beter en gezonder van wordt, terwijl het tegendeel het geval is. Vandaar wat nieuwe psalmen : Psalm 4 1. De dromen verdichten zich hier, De honger is een vriend, die niet tegen je liegt, maar rijkdom is een bedrieger. 2. Ik zag de rijkdom hoog op een toren, en hij viel, en zijn val was diep, Als zaad groeide hij in de grond, en bloesem was alles wat nog van hem over was. 3. En honger ontfermde zich over de gevallen rijkdom, iets wat de rijke nooit tot de hongerige had gedaan, want de honger is een trouwe vriend, die nooit tegen je liegt. 4. En de rijkdom was slechts bloesem nu, groeiende in het water, en de honger was zijn wortels. 5. En ik keek, en zag, de rijkdom op een muur, maar het was slechts bloesem, opdat de hongerigen dromen dromen … Psalm 5 1. De kou is een eeuwige vriend, leidt veel verder, tot de velden der waarheden achter de muren der leugens. 2. De kou maakt de harten warmer, een boot door de nacht. 3. Waarom moet je sterven als je een kind probeert te helpen ? Je kunt hier geen kind helpen, Je kunt alleen maar zaaien, opdat zij dromen zullen dromen …

4. Niemand kan deze kinderen redden, ook zij moeten hun weg vinden tot de bodem van het bestaan, hun schepen van dromen verbroken … 5. De engel van de nacht roept, de engel van de nacht strijdt, Deze strijd wordt alleen in het hart gewonnen ... Psalm 6 1. Komt tot de nacht, Laat het daglicht achter, het licht der dwazen … 2. De nacht, een vriend die waarheid brengt, Het daglicht een waas die de dwazen leidt … 3. Een boot door de nacht, een stem in de hemel, Wie weet waar de dageraad echt aanbreekt ? 4. Op de bodem ligt zij verborgen, van put en rivier, Op de bodem van de zee, zo verloren, zo vergeten, zo weggebannen … 5. De overkant is slechts een weerspiegeling, Gij moet op de bodem zijn … Een pijl in uw rug, omdat gij de kinderen probeerde te helpen … 6. Met hen die op de bodem zijn wordt niet gerekend … Maar over wie spreken wij ? Op de bodem groeit een struik die alles omdraait, de eersten zullen de laatsten zijn 7. In de golven zink ik weg, Het schip der dromen is verbroken, Op de bodem ligt mijn ware zieleheil … 8. Het ligt niet in de boeken, het ligt niet aan de overkant, het ligt in de vergeten en verloren bodem van je eigen hart

Psalm 7 1. Gaat weg van mij, gij werkers der wetteloosheid, gij dwazen die het licht der dwazen volgen, Ik heb u nooit gekend, Wat gij een dier hebt aangedaan hebt gij mij aangedaan, Wat gij een hulpeloos kind hebt aangedaan hebt gij mij aangedaan … 2. Verdwijn, gij dwazen, Waarom leeft gij nog ? De zieke hebt gij niet geholpen, de gevangene niet bezocht, Het is een eeuwig wee … 3. Oh, gaat toch weg van mij, gij drammers aan de hemelpoort, want de hemelpoort is de bodem van de zee, Een zee van armen die gij nooit hebt gewild ... hoofdstuk 24 apen op de dam Ze zullen kwaad blijven doen zolang ze kwaad kunnen doen. Ze zullen blijven liegen zolang ze kunnen liegen. De mensheid is totaal maar dan ook totaal gestoord. Daarom is het belangrijk het heilige geestelijke te ontvangen, en daarna de heilige opname, om terug te keren tot het paradijs, in je binnenste. Wees geen vriend van deze wereld, want dan ben je metterdaad een vijand van God. We zijn slechts op doorreis. De spinnen waarover ik het had in het vorig artikel zijn genaamd de beozienen. Vannacht ging ik naar beoziene instituten in een droom, waar proeven op apen werden uitgevoerd. Ik moest een zwaar gevecht leveren tegen de spinnen, en nam de bevrijdde apen mee naar mijn huis. Mijn hele huis was vol met apen. Ze waren zo schattig en lief. Het waren buitenaardse apen. Zo lang hadden ze opgesloten gezeten in de beoziene instituten. De beozienen zijn erg hypocriet. Ze doen net alsof het allemaal heel normaal en goed is, zelfs voor een goed doel. Ze draaien overal omheen. Zo is de mens ook. De mensheid is bezeten met zulke beozienen. Daarom was de boodschap altijd : ontvang het heilige geestelijke, in de negentiger jaren. De oude kerken waren zo boos, want je mocht geen contact met God hebben. Wij werden zwaar vervolgd, en ook ieder ander mens die het heilige geestelijke had ontvangen. Want dat kon echt niet. Je mocht wel in God geloven, maar je mocht geen contact hebben met God. Waarom niet ? Omdat je in het vleselijke moest blijven. Dat was goed voor de markt, en goed voor de macht van de oude orde. De oude orde was immers God. Wij kregen toen een nieuwe familie in het hemelse, maar toen moest de

heilige opname komen, en dit was zelfs te veel voor velen van hen die het heilige geestelijke hadden ontvangen. Dat kon echt niet. Want zij die het heilige geestelijke hadden ontvangen waren vaak lauw en wilden het vaak allemaal zelf invullen. Ze wilden nog deels in het vlees blijven leven, dus een heilige opname ging te ver. Ze wilden nog hun macht en eer behouden op aarde. Ze voelden er niets voor om terug te keren tot de wildernis. Velen hadden ook een markt gemaakt in het heilige geestelijke, als boeren. Ze wilden op het platteland blijven. Daarom kwam er ook een scheuring in de hemelse families. Het waren veelal hen die de geestelijke strijd niet wilden leren. Het was hen wel goed zo. En zo vervolgden ze hen die de heilige opname hadden ontvangen, zoals Jezus ook had gezegd dat zij die God volgden vervolgd zouden worden, en dat er scheuringen in de families zouden komen. Markus 13 12 En een broeder zal zijn broeder overleveren ten dode en een vader zijn kind; en kinderen zullen opstaan tegen hun ouders en hen ter dood brengen. 13 En gij zult door allen gehaat worden om mijns naams wil. Maar wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden. 19 Want die dagen zullen zulk een verdrukking brengen als er niet geweest is van het begin der schepping, die God geschapen heeft, tot nu toe, en ook nooit meer wezen zal. Dit gaat over de opname. Ze kunnen niet tegen hoogbegaafde kinderen, zijn jaloers, en gaan dan die kinderen kleineren om hun gaven kapot proberen te maken en om beter over zichzelf te voelen. Zo werken ook de beozienen. Ze willen criminele kennis, door roof, door plundering, door dierproeven. Ze willen kennis buiten God om, zodat ze er zelf de macht over hebben. Laat het je niet tegenhouden de heilige opname te ontvangen. Het is onze enige hoop. De heilige opname kun je een relatie mee krijgen als met een persoon, maar het is kennis. Het is hogere kennis. Die kennis krijg je alleen aan het kruis, niet door dierproeven. Toen ik wakker werd voelde ik de apen nog steeds bij me. Ze hadden macht over het weer en over de geluiden. Ik hoorde hele mooie geluiden van stoomtreinen en het was prachtig weer. Het scheen zo naar binnen, en gaf een zalig gevoel, zo hemels. Deze apen hadden grote gaven. Mijn huis was vol met buitenaardsen. Ben je al een opgenomene ? Zo niet, streef er dan ernstig naar te worden opgenomen. Streef er ernstig naar om de heilige opname te ontvangen. Je mag een relatie aangaan met de heilige opname, met de heilige opname spreken. Luister naar de heilige opname in je hart. De beoziene spinnen vertalen alles op hun eigen manier, verdraaien het. Ze draaien om alles heen zodat ze niet hoeven te luisteren. Ze luisteren alleen naar zichzelf, niet naar hun slachtoffers. Er zitten grote glazen muren tussen hen en hun slachtoffers, zodat ze die slachtoffers niet hoeven te horen, en dan doen ze hun proeven. Ze komen uit het oerwoud van Zambia en hebben zich over de hele wereld verspreid. Ze komen oorspronkelijk van een planeet. Ze zijn overal, maar ook God is overal, en daarom is de opname belangrijk. Terugkeren tot God zoals God werkelijk is, niet tot de zelfgemaakte god van de mensen. Er is een beoziene afgod die harteloos is, zielloos, alles verdraaid, en die heerst op aarde. Daar moet de mens van loskomen. Dat kan alleen door de opname, een ervaring van binnen, waar de mens ernstig naar dient te streven. Deze opname is onderdeel van het kruis, een put in de diepte. De hemelpoort ligt op de bodem van de zee, de zee van armen. Alleen door onder alles te dalen kun je boven alles uitstijgen. Dat is wat de opname is. Is de opname iets eenmaligs ? Nee, het moet telkens weer gebeuren, dieper en dieper, hoger en hoger. Maar het moet ergens beginnen.

hoofdstuk 25 de zeeplaneet Een zeeplaneet met zo'n 13 of 14 eilanden. Het zijn oerwouds-eilanden, nog wel tamelijk groot. Sector woont in de zee, een reuzenzeespin die zich ook in een octopus kan veranderen. Het is een verschrikking. Uit hem zijn de beoziene spinnen voort gekomen en die gingen aan land om zich verder voort te planten. Zij planten zich voort door dierproeven. Zo houden de beoziene spinnen zichzelf in leven. hoofdstuk 26 het droomgeheugen – een geschiedenis van dromen De aarde is een gevangenis. Binnen die gevangenis kun je je eigen wereld maken. De aarde is een fokkerij, die maar genadeloos door en doorgaat en waar je niet veel tegen kunt doen. Maar binnenin die fokkerij kun je je eigen wereld bouwen. Het coronavirus muteert en die fokkerijen muteren, maar je kunt zelf ook muteren in je dromen. Je bent niet zoals anderen je op de foto hebben gezet. Je bent geen nummer of stuk speelgoed. Het is een zware strijd. Zij die deze strijd strijden zijn moe, maar krijgen ook telkens nieuwe kracht. Dat is een contrast in de kunst. De strijders zijn kunstenaren. En kunst lijdt. Het is lijdende kunst. Daarom heeft de kunst van het verhaal van het kruis en van pasen mij altijd aangesproken. Je hebt er als kunstenaar een haat-liefde verhouding mee, en dat is ook een contrast in de kunst die nodig is. Een kunstenaar moet zeer kritisch zijn en oorlogszuchtig. Daarom heeft de kunst van de natuurvolken, de indianen, mij altijd aangesproken, en zag ik ook altijd een verbinding tussen natuur en kruis, die mij rust gaf, maar dan zijn we er nog niet. Het zijn verhalen. Het zijn puzzels. Je moet wel verhaalzuchtig en puzzelzuchtig zijn om hier doorheen te kunnen komen. Verhalen en puzzels zijn ook kunst. Kunst moet betekenis en diepte hebben, anders is het geen kunst meer, maar verkapt materialisme. Kunst en materialisme liggen dus soms heel dicht bij elkaar. Kunst moet verrassend blijven, escapisme, maar je moet ook geheimen kunnen bewaren. Wie zijn paarlen voor de zwijnen werpt wordt zelf een zwijn. Zo droom je je leven weg in geheimen, want wat anderen van het leven hebben gemaakt om je heen is niet zo best. Soms moet je het negeren om te kunnen overleven. De aarde is een camera dictatuur. Maak het daarom zo donker mogelijk. Wees obscuur naar de aarde. Wees een kunstenaar die spreekt door zijn kunst. Meer kun je niet zijn helaas. De waarheid is dat alle ware kunst er al is en altijd was, en dat je alleen maar kunt puzzelen. De kunstenaar is dus altijd een puzzelaar. En de kunstenaar moet zijn kunst ook zelf worden. Maar wat gebeurt er met de aarde ? Door de opname gaat alles terug in de boeken, en terug naar het museum. 'Kijk, zo was het vroeger.' Door de opname ben je een mens van de toekomst die nog steeds in het verleden leeft, maar als in een museum, in een bibliotheek. Elke dag lees je er weer een stukje in. Elke dag gaan weer je haren overeind staan, maar blijf dan doorlezen, zodat je de parels erin vindt. Dat is de bedoeling van elk verhaal, hoe moeilijk het verhaal ook is, want aan het einde van de dag heb je parels in je hand. Het is een excursie, je gaat op safari. Blijf dicht bij de les. Luister naar de meester of juffrouw. Ligt het zo gemakkelijk ? Nee. Op safari kom je er dan achter dat ook de meester en de juffrouw soms wilde dieren zijn, roofdieren die naar je op jacht zijn. Wat een nachtmerrie. Je kunt hier

niemand vertrouwen. Maar de ware meester of juffrouw is een beeld van de opname. Verwacht niet dat mensen blij zullen zijn als je tot de opgenomenen behoort. Dan ben je namelijk voor hen iemand die uit de gevangenis probeert te ontsnappen, uit de fokkerij. Maar je weet dat mensen vaak monsters zijn. Pas ook op voor hen die dan ineens slijmen en aardig doen, alsof ze je willen helpen, want dat kan ook een alarm zijn. Ze zijn sluw. Sluwer dan jij bent. Ze hebben hier generaties lange ervaring in, terwijl jij nog maar een kind bent. Je komt net kijken, dus luister goed. Je moet sluw worden om te kunnen overleven. Stealth noemen ze dat in het Engels. Dit woord wordt in het Hebreeuws ook gebruikt voor de naaktheid in het paradijs. De paradijselijke naaktheid is sluwheid, vindingrijkheid, dus geen ziekelijke aanhankelijkheid en goedgelovigheid, want dat is als een verstikkend kleed. Wordt weer naakt in het paradijs dus. En dan heb ik het niet over de smerige naaktheid in de stad, niet de protserige naaktheid in de magazines waar vrouwen als een stuk vlees poseren en wat dan gekocht kan worden. Altijd als ik dit zag dan riep ik in mezelf : 'Nee, nee !' Dat was niet de naaktheid van het paradijs. Dit was domheid. De ware naaktheid is natuurnaaktheid, de naaktheid van de geheimen, en die is niet goedkoop. Meer een naaktstrand dan een naaktstad. De naaktstad is een spookstad. Hoort ook bij het verhaal natuurlijk, maar het maakt je boos en verdrietig. En dan zijn er oude vrouwtjes, buurvrouwtjes, buurmannetjes, die met hun spuitbusjes overal rondlopen om te spuiten. 'Weg, weg, de stad is vol van spoken.' Het zijn naaktspoken die de naaktheid hebben verdraaid, hebben verletterlijkt, tot koopwaar hebben gemaakt, en dan moet je bedriegen. Het is oorlog in de stad, tussen de naaktspoken en de smetvrezenden, maar ga dan terug naar de natuur. We hebben het over de paradijselijke naaktheid die sluwheid is, escapisme, vindingrijkheid, die zeer obscuur is, bedekt met zand, tussen de bladeren. We spreken over een hele donkere moeder, heel breed, om haar vrucht te beschermen, heel nat ook. En de mannen zijn slechts kinderen of gewoon kinderlijk, geen bedreiging naar de donkere, brede, natte moeder, omdat zij uit haar voortkomen. Welke man durft hier tegen te protsen ? Dan ben je geen man meer, maar een monster. Sexisme en racisme is een nachtmerrie in de spookstad. Spoken die zichzelf opblazen om de donkere moeder natuur, het natuurras, te verdrijven. Wat heeft het allemaal voor zin ? Juffrouw Helderder met de spuitbus, en de volwassenen die van de hasselbramen hebben gegeten, van een bijna dode plant van een kluizenaar, worden weer kinderen en gaan weer spelen. Zo ging dat in het boek van Pluk en de Petteflet uit 1971, van Annie M.G Schmidt, en zo zal het zijn. We kunnen er op wachten totdat al deze volwassenen kermissen zullen instorten. Is corona de hasselbraam ? Of komt er nog iets na corona ? Nu al zijn vele van hun kermissen ingestort. Zullen de volwassenen terugslaan, of is het nu echt gedaan met ze ? Nog steeds proberen ze dingen. Christenen wachten op de wederkomst van Christus om deze duivelen te stoppen, zij wachten op de opname, en op het komende vrederijk. Allemaal hele mooie dingen die wij ook verwachten. Blijf in verwachting, actief, dromend. Zal Christus wederkomen ? Christus komt van het woord charis, oftewel de geestelijke gaven. Er zijn ook gaven van de opname, van de wederkomst. De christenen wachten al 2000 jaar, en wij wachten ook. Daarvoor waren er christenen in Israel en Egypte die al 3000, 4000, 5000 jaar wachten, en wij wachten met hen. 'Spoedig' werd er altijd gezegd. 'Spoedig zal het koninkrijk komen.' En het is altijd waar geweest, want duizend jaar is slechts als een dag. Wat moet er allemaal gaan gebeuren voordat die hasselbramen gaan werken. De politie die tikkertje op straat spelen, de bakkers die gaan hinkelen. Wanneer worden jullie kinderen ? 'IJscoman, ijscoman, vertel ons een verhaal,' roepen de kinderen. 'Ik verkoop alleen maar ijs,' zei toen de ijscoman, in een show van Hans Teeuwen. Maar wanneer zal de ijscoman verhalen gaan vertellen ? Wanneer komen die hasselbramen nu eens echt ? Annie M.G. Schmidt zou het toch niet allemaal verzonnen hebben ? Kinderboeken zijn toch waar ? Nu Annie M.G. Schmidt dood is zijn er nog niet echt tekenen van de komst van de hasselbramen. Corona is nu wel gekomen, maar de mensen zijn nog steeds geen kinderen. Nog steeds lopen ze duur te doen en oh zo belangrijk, oh zo zwaarwichtig, belangrijke woorden op een gouden schaaltje, weten niks maar weten alles. Hen

hoef je niks meer te vertellen. Wanneer komen die hasselbramen ! Zeg op ! De hemelen lijken wel van koper, en zelfs als het dan een keertje regent dan is de regen van ijzer. De mens zit muur en muurvast. Waar zijn de hasselbramen ? De kluizelaar (kluizenaar) woonde in Hasselerwaard, en Pluk ging daar naartoe, want meneer Pen had gezegd dat hij zou kunnen helpen, want de volwassenen zouden de Torteltuin, een stuk natuur, tot een tegelpleintje maken met hun bulldozers. Het enige wat de kluizenaar Pluk meegaf was een bijna dood plantje. Dat is Pluk toen maar gaan planten en daar groeide een bramenstruik uit voort met de hasselbramen. Een bijna dood plantje, de natuur die bijna dood is, daar mag je naar terug gaan, en zo komt het tot leven in jezelf. Je moet namelijk zelf kind worden, en zelf de kinderwereld, het kinderparadijs, binnengaan in je binnenste, in je dromen. En het vermogen tot dromen heeft iedereen. Je moet zelf weer kinderlijk worden, met kinderlijk zicht, en vindingrijk en puzzelrijk worden, oftewel naakt in het paradijs. Dat wil niet zeggen dat je dom gaat worden en met je kop in het zand. Er zijn zeker ook monsters te verslaan in de kinderwereld, maar dit gaat op een kinderlijke en dromerige manier, zeer creatief, niet zoals in de naakte spooksteden. Zo mag je een zaaier worden van de hasselbramenstruiken. Vecht voor je dromen ! Bouw je eigen droomwereld. Heb maling aan wat anderen zeggen. Elke droom heeft zijn eigen monster. Zij zijn die monsters ! Vereenzelvig je niet met hen. Loop niet achter ze aan. Maak je eigen droompad. Hoe kun je deze monsters herkennen ? Deze monsters willen niet dat je het over monsters hebt. Huichelachtig en hypocriet als ze zijn zijn zij alleen degenen die over monsters mogen praten, en bepalen zij wat de monsters zijn. Deze monsters zijn corrupt en sluw, sluwer dan jij bent. Daarom moet je opgenomen worden. Zorg ervoor dat je niet in de dromen van de monsters terecht komt, want ook monsters hebben hun dromen. Wees sluwer dan zij zijn. Ook al noemen ze je gek. Je moet gekker dan deze gekken zijn om hier te kunnen overleven, om er doorheen te kunnen komen. Wees maar gek, want dat wat ze normaal noemen is het gekste wat er ooit is geweest, en dan moet jij ze laten zien wat echt gek is. Net zoals Michael Jackson in de tachtiger jaren het ironische album BAD maakte, zo moet je dan nu net als Michael Jackson een album maken genaamd GEK, of CRAZY in het Engels. Ben je zelf nog een stijfkoppige, stijfhartige en stijfzinnige 'volwassene', dan is het tijd om zelf van de hasselbramen te eten. Wordt maar gek, want wat het nu is is niet normaal. Je kunt er niet als een viking met een botte bijl doorheen slaan. Je kunt alleen maar dromen. En waarlijk dromen is een vermogen van de opgenomenen. Droom jezelf maar boven alles uit. Zolang je nog kunt dromen mag je blij wezen. 'Gelukkig dat we nog kunnen dromen,' zei iemand vroeger eens tegen mij. En dromen heeft te maken met vergeten, veel vergeten. Wat is het geheugen ? Belangrijk is het om een droomgeheugen op te bouwen. Leven door je dromen, je geschiedenis is je dromen. Zijn alle dromen dan legaal ? Kun je er zomaar op losdromen ? Nee, natuurlijk niet. Ook dromen hebben hun regels, en daarvoor moet je naar de dromenschool, want zoals gezegd hebben de monsters ook dromen. Op de dromenschool leer je hoe te dromen, en wat de droomgrenzen zijn, om je voor te bereiden op de dromenoorlog.

hoofdstuk 27 anything for money Vannacht had ik een droom dat de mensen om ons heen schoonmaakproducten waren van een bepaald merk. De bloedlijnen zijn betalingscontracten. Het is een schoonmaak-industrie tegen de natuur, zeer aggressief, zeer kortzichtig, zeer giftig. Het is een chemische industrie, niet zomaar vanwege smetvrees, maar voor het geld. Ze willen dus dat mensen schoonmaken, ook als er niks schoon te maken valt. Door de samenstelling van het schoonmaak product komt er weer sneller vuil, trekt het meer bacterieen aan, zodat mensen nog meer smetvrees krijgen en nog meer en sneller schoonmaken. Ze willen geld, en liegen voor geld, sterven voor geld. Ze maken zich druk om materiele dingen, omdat dat alles is wat ze hebben. Zo'n menselijk schoonmaakproduct zat te foeteren op bepaalde techniek, een geluids-installatie, want er gingen dingen mis. Ik zei dat ik er geen zin in had, dat ik het aggressieve gedoe zat was. Ze konden dingen niet op een normale manier uitpraten, en ze gaven altijd de ander de schuld van wat ze zelf hadden aangericht. Ik zei dat ik er klaar mee was en zou vertrekken. Maar dat is wat ze willen : De schuld projecteren op een ander, zodat die hun schoonmaakproducten aanschaft, om vervolgens nog dieper in de problemen te komen, zodat ze nog meer van die troep nodig hebben. Het is een vicieuze cirkel. Ik was inmiddels in Zuid Afrika aangekomen, en hier waren al die fabrieken. Wat je om je heen ziet zijn de codes daarvan. Mannen maakten reclame voor de schoonmaakproducten door contracten, en waren aan het protsen met hun lichamen, om anderen te laten denken dat ze niet zo geweldig als hen waren, dat ze een beetje vies waren, dus hebben ze hun schoonmaakproducten nodig. Het is een strategie van reclame om de mens te laten denken dat ze iets missen, iets niet hebben, dus dat ze dan een bepaald product nodig hebben. De reclame moet ook een hoge graad aan belofte hebben. Zo strikken ze de mens. Dat is wat al die mannen waard zijn die zich boven anderen wanen, boven andere mannen, boven vrouwen, boven kinderen en boven dieren, opdat iedereen het schoonmaakproduct koopt waarvoor zij marcheren. Vrouwen op hoge hakken, felle oogverblinde lipstick op : zelfde verhaal. Ze willen je laten denken dat zij hoger staan, dat ze schoner zijn dan anderen, dus moet je hun schoonmaakproducten kopen om net zo schoon als hen te worden, als je het gelooft, want het is natuurlijk idioterie. Het is een industrie. Ze geven niet om je, maar alleen om het geld. Ze geven voortdurend seintjes naar anderen om hen heen dat die viezer zijn dan hen, dat die iets nodig hebben, iets wat zij hebben, en daar moeten ze dik voor betalen. Het zijn lopende schoonmaakproducten, en ze maken reclame, dus daarom zijn ze zo, daarom bewegen ze zoals ze bewegen. Ze willen met kop en schouders boven anderen uitsteken, om de aandacht te trekken, voor hun geweldige schoonmaakproduct. Dat het daardoor alleen maar erger wordt vertellen ze er niet bij. Het moet juist ook erger worden, want dan heb je juist nog meer van hun schoonmaakproduct nodig. Kijk goed in hun ogen : Wat voor spelletjes zijn hier gaande. De manier waarop ze hun ogen houden is deze reclame taktiek, om de massa's te bedonderen. Ze liegen voor geld, en sterven voor geld. Apartheid in Zuid Afrika, de rassenverdeling, allemaal gebouwd hierop. Denk niet dat het weg is. Het sluimert nog steeds, overal. Witte mensen die neerkijken op hun donkere medemens, vanwege de schoonmaak industrie. Het is een code. De witten wanen zichzelf schoner dan het vieze zwarte ras, opdat dit ras hun schoonmaakproducten koopt. 'Jij bent zwart, jij hebt mijn product nodig. Kijk hoe het werkt, ik ben schoner dan jij.' Jezus noemde het de gewitte graven, de farizeeers die zichzelf altijd beter en schoner achten dan anderen die niet tot hun club behoorden, die er niet net zo uitzagen als hen, die niet om dezelfde manier leefden en geloofden als hen. Dan komen de etiketten tevoorschijn, worden de schapen gemerkt, opdat iedereen hun product koopt om te zijn als hen. Wat voor boodschap zendt je uit ? Wat is je lichaamstaal, wat zegt het ? Werk je ook voor één of ander schoonmaakproduct of heb je een diepe, profetische boodschap te brengen ? Ben je gezonden door God of door de duivel ? Welk schoonmaakproduct verkoop je ? Hoeveel krijg je ervoor ? Liegen voor geld, en sterven voor geld. Als ze het zelf niet voor elkaar krijgen, dan sturen ze anderen op je

af, dan gaan ze stoken, een klimaat creeeren van karakter moord, want je moet zoals hen zijn, hun product kopen, en ze hebben klanten nodig, anders worden ze ontslagen, dus ze gaan over lijken. 'Kijk, wij zijn populair, van het schone, witte ras, door onze producten. Werk hard voor ons, dan krijg je het misschien ook. Of je ervoor in aanmerking komt bepalen wij. Er zit een prijskaartje aan. Dit is reclame. Daarna volgt het nieuws, en daarna zijn we weer bij u terug. Blif luisteren, wij zijn erg belangrijk. Wij zijn zo belangrijk dat je leven er vanaf hangt. Dus wees niet dom, maar luister naar het slimmere ras, naar ons. Je ziet er vandaag een beetje slecht uit, een beetje vies. Dat komt omdat je van het viezere ras bent. Je hebt echt ons product nodig. Je ziet er vandaag een beetje moe uit, een beetje onpopulair, niet wit zoals ons, niet schoon zoals ons, dat komt omdat je uit een donkerdere familie komt dan wij, een iets viezere familie, dus je hele familie heeft ons product nodig. Het komt omdat je met viezere mensen omgaat, een viezere partij, een viezere ideologie, een beetje zwart. Je vriendenkring deugt niet. Waar je mee omgaat wordt je besmet. Ze hebben ons product nodig.' En dan volgt er meestal een hoop intimidatie wat er met je gebeurd als je het product niet koopt. Liegen voor geld, sterven voor geld. Ze hebben hun ziel aan de duivel verkocht voor geld. In de droom begon ik hun bewegingen na te doen voor een vriend. Ik begon het te bespotten. hoofdstuk 28 geef mij wat van dat witte, dat witte daar Oh, dat walgelijke witte superieure nazi ras, vooral als je dan ook nog dokter bent, 'arts', want dan ben je extra wit met je witte pak, en dan zweef je wel tien tot twintig meter boven elk ander mens uit. Hoe gaan we met de donkere medemens om ? Gaat het dan allemaal om rassen, om wit te zijn of zelfs extra wit zoals de dokter ? Gaat het daar allemaal om ? Nou, dan heb je wat bereikt zeg, als je dokter bent geworden, medicijnen hebt gestudeerd, allemaal op basis van dierproeven, wat geen onderzoek is maar misdaad. Het gaat allemaal om geld, en ze geven hun leven voor geld. Zoals we zagen gaat hier een buitenaardse schoonmaak industrie achter schuil. Daarom doen ze wit omdat wit verkoopt, de illusie geeft dat dan alles schoon is, en daarom hebben ze zo de pik op hun donkere medemens. Laat niemand denken dat er geen discriminatie meer bestaat. En het heeft allemaal hier mee te maken. Laat niemand denken dat de nazi's niet meer bestaan. Er zijn genoeg witte jongetjes die agressief worden zodra er ook maar iets in de buurt komt wat donkerder is. Dan worden ze paranoide en beginnen met dingen te gooien. Dat is die buitenaardse schoonmaak industrie waarvoor ze werken. Ze verkopen een bepaald product. Ze maken er reclame voor. Wat als iedereen gewoon kleurenblind is ? Ik ben blij dat het mondkapjes tijdperk is begonnen. Dan zien de mensen elkaars kleuren ook niet meer. Iedereen staart nu naar de mondkapjes, of zal er straks ook discriminatie komen over mondkapjes ? 'Ik heb een veel beter mondkapje dan jij', en 'ha ha, zij die een groen mondkapje dragen zijn gek. Ik heb lekker een blauwe en jij lekker niet.' Laten we het niet hopen. Maar trends kunnen zich inderdaad verschuiven. Met kerst gaat het er misschien nu om wie het hipste mondkapje heeft ? Waar zijn we mee bezig ? is dat de toekomst van de jeugd ? Gaat het nu allemaal om wat voor mondkapje je gebruikt ? Zullen zo de groepen zich vormen en gaan ze elkaar daar op discrimineren omdat het nu allemaal om mondkapjes gaat als de nieuwe mode ? Niemand heeft het gewild, maar het is er. Je bent nu een lopend mondkapje. Wat een gedoe allemaal. De materialistische mens zemelt altijd weer over uiterlijkheden, totaal wars van elke

kennis. Het is alles wat ze hebben. Ze hebben niet geleerd diep te kijken, en ze willen het ook niet. En wat als de mens kleurenblind is ? Waar is dan alles goed voor geweest ? Nu, dan ben je van het zelfgewaande superieure ras, en wat dan ? Is dat het doel in je leven ? Wit tegen zwart, mondkapje tegen mondkapje, waar zijn we mee bezig ? Oh ja, die schoonmaak fabrieken. Er moet dan wel vuil zijn anders verkoopt het niet. Te goed schoonmaken zou dan ook weer fataal zijn voor die industrie, dus moeten ze ook bepalen wat vuil is, en als ze het niet zien, dan verzinnen ze het gewoon. Dat is de laffe, bedriegelijke macht van het grote geld. We zitten er allemaal onder. Wat een bluffende, blaffende leugens verkoopt het grote geld, allemaal voor meer geld. Geld, ja, geld, geld, daar gaat het in het leven om. Dat maakt een mens gelukkig. Daar doen ze alles voor, zelfs hun medemens een slechte naam geven. Bah zeg ik dan. Als er iets vies is, dan is dat het wel die smerige, laaghartige schoonmaak industrie. Goede genade, zeg. Maar deze industrie kent geen genade. Nee hoor. De mens is maar een stelletje imbecielen bij elkaar. Niet leuk om te horen, maar laten we eerlijk zijn, en laten we ons vooral er niet mee vereenzelvigen. 'Ik hoor er niet meer bij, geef mijn portie maar aan Fikkie.' Niet dat het de schoonmaak industrie stopt. Ze willen geld. Nu. Niet later. Nu. Ook al moeten ze daar veel voor liegen. Ook al moeten ze daar overmoedige producten voor maken die het alleen maar erger maken. Zo, nou, geweldig. We hebben ons zo schoongepoetst dat we helemaal niet meer bestaan. De hele natuur is weggepoetst, en wat heb je dan ? Zijn we nu blij ? Geen wonder dat corona er is. Maar de mens blijft overmatig poetsen en boenen met de gevaarlijkste middelen, graag met flinke scheuten, want daar verdient de schoonmaak industrie goed aan. Zo giftig mogelijk, zodat het de parasieten aantrekt. Depopulatie willen ze. Bah, we drinken het. Het zit overal in. De mens is tegenwoordig door en door vergiftigd door alle afvalstoffen en fijnstoffen en chemische troep. Het verspreidt zich door de lucht maar de mens ziet het niet. Het zit ook al diep in het bloed. Daarom : leef dichtbij de natuur, wees gematigd en zuinig. Waarom is de mens zo geobsedeerd met de kleur wit ? Wit is toch wel alles, en alles moet wit of helemaal niets. Wit is de boodschap. De mens lust er wel worst en kaas van. Alles moet wit. Waarom ? Het is heel, heel simpel : schoonmaak industrie. Het is zoiets als je kop in 't zand steken, dan hoef je ook niets te zien. We hoeven het niet te zien. Alle armen van de wereld. Zoveel honger, al het dierenmisbruik. We hoeven het niet te zien. Geef me nog wat van het witte. Laten we onze harten sluiten. Ezau zei : Geef mij eens wat van het rode, de kleur van het hart. We zijn allemaal gelijk, niet wit of zwart. We zijn allemaal gelijk, misschien wel kleurenblind, dus waarom zouden we ? Ik kan wit of zwart zijn, maar mijn hart is rood. hoofdstuk 29 rustig roddelen Denkt niet aan de armen. Loopt met hoge hakken twee meter boven haar donkere medemens uit. Ze wil niet vies worden, geen contact met de aarde. De natuur is vies, dus hoog lopen, op hoge hakken, boven de donkere medemens, wil tot het schone, rijke, witte ras behoren. Oh, die denkt niet aan de armen, roddelen de oude vrouwtjes in de stad. Oh, wat een schande. En ik denk : Laat maar roddelen. Er is nog veel te roddelen. Ik denk : Laat maar rustig roddelen. De waarheid moet geroddeld worden.

hoofdstuk 30 terwijl mensen in venezuela ... Bomen achter het huis verwijderd. Heb je dat aan mij gevraagd ? Nee, want wij zijn van de gemeente. Daar is alles mee gezegd. Ze zijn van de gemeente, dus … Heus, het zal heel mooi worden … Ja, ja … Niet gestoord door corona, nee hoor, niks aan de hand … Kan allemaal, dragen geen verantwoordelijkheid, want ze zijn van de gemeente … Lekker rookworst eten thuis, gehaktbal en de leverworst … Terwijl mensen van Venezuela uit de vuilnisbakken eten … 't Begint al goed … Holladijee wat is het leven toch mooi … Ze doen alles maar … Bal was in, bal was uit … Wat weet je nu van tennis ? Wij zijn van de gemeente ... hoofdstuk 31 bodemloos Ja, wij zijn van de bodemloze put … Er was er nog één voor ons, dus … Bodemloos, b.b.bodemloos … Ja, mijn hoed is ook bodemloos … Ja, wij zijn van de bodemloze put, Hoe raadt u het zo … Bodemloos, b.b.bodemloos … Hoezo ? Waarom ? Waarom niet ? Ja, wij zijn van de bodemloze put, Zo dansen we nu eenmaal, Ik versta het liedje niet … Het dringt allemaal niet door in m'n kop …

En mijn hoed is bodemloos, b.b.bodemloos … Wat wil dat zeggen ? Kun je het niet verstaan ? Wij zijn van de bodemloze put … Mensen uit Venezuela eten uit de vuilnisbakken, Mensen uit het rijke westen eten rookworst … Geen bodem om op te staan … B.b.bodemloos ... hoofdstuk 32 zonder top en bodem De torens hier zijn toploos en de putten hier zijn bodemloos … Als ik hen was zou ik het wel weten, maar wie ben ik … Ik dans wel op de maat, Maar de maat die ken ik niet … Vraag me niet waarom … Ik ben bodemloos en daarom toploos … Het duurt al veels te lang … hoofdstuk 33 het feest van charis Laat mensen maar praten. Als je het goede doet heb je een loon in de hemel, en het goede doen doe je vaak in het geheim. Zij die het voor het oog van de mensen doen hebben hun loon al. Als je het goede doet zullen mensen het altijd verdraaien, anders uitleggen. Je kunt geen gevangenen bezoeken, je kunt geen zieken in het ziekenhuis bezoeken, want ze zullen het tegen je gebruiken. Ook als je kinderen helpt gebruiken ze het tegen je. Het goede doen is verboden vandaag de dag. Er hangt een hoog prijskaartje aan. Je eindigt aan het kruis. Toch stopt het ons niet het goede te doen. Laat mensen maar praten. Ze hebben niets anders te doen. Dit leven is alles wat ze hebben, de materie, de dingen van het oog. En maar kwetteren de hele dag om het werk van de goeden te bespotten en kapot te maken. Als je echt het goede wil doen en doet dan kom je niet ver. Je kunt dan alleen nog maar ondergronds, en in de nacht kun je niet werken. Maar dan heb je een hemels loon, geen aards loon, maar niet dat het je om loon te doen is. Het moet je aard en je natuur zijn, of je ervoor betaald wordt of niet. Het goede is een loon op zich. Het gaat om de kennis en het dienstbaar zijn tot de kennis. En die kennis willen ze op aarde niet. Nee, ze hebben het veel te druk met het bouwen van hun eigen koninkrijkjes, het bouwen van een naam, allemaal voor het oog van de mensen.

Ze dienen dat allesverwoestende grote vleselijke oog van de mensen, het oog van het monster, wat alles wat los en vastzit opvreet. Het oog is iets heel moois. We hebben het dan over het hogere oog, het profetische oog, het oog van God, maar de mensen hebben gekozen voor het lagere oog van de zonde, het oog wat alles verdraaid voor aanzien, macht en geld. In de dienst van het oog der mensen staan zij hun hele leven. Daarvoor marcheren zij, daaraan wordt alles afgemeten. Dit oog raakt snel in paniek als het niet helemaal is zoals dit oog wil. Help, paniek, paniek, en dan worden de giftige schoonmaakproducten gegrepen. Laat de mensen maar praten. Ze vieren hun kerstfeestje en verjaardagsfeestje allemaal zonder inhoud, allemaal voor het oog der mensen. Oh, ik moet nog dit, oh ik moet nog dat. Tradities der mensen hebben het werk en woord van God krachteloos gemaakt. Marcheren voor het oog der mensen. Met een schoonmaakproduct om de geestelijke gaven om zeep te helpen, want daar zijn ze vies van. Ze zijn tegen charis, het eigenlijke oorspronkelijke woord van Christus. Traditie tegen charis. Het oog der mensen tegen charis, het hemelse oog. Het oog der mensen tegen het oog der waarheid. Laat de mensen maar praten. Het is slechts de mond der mensen, maar wij leven door de hemelse mond. Wanneer God spreekt is het vanuit het hemelse oog. Wanneer de mens spreekt is het vanuit het oog der mensen. Heb je het hemelse oog ontvangen en de hemelse mond ? Dat is wat charis is en dat is een loon op zich. Het is een hemels loon, geen loon voor het oog der mensen, geen loon voor aanzien. Mensen werken voor het oog der mensen en ontvangen een monsterlijke mond, allemaal voor aanzien. Dat is een monsterlijk loon. Oorspronkelijk was het kerstfeest het feest van charis, van de geestelijke gaven, en dit is een eeuwig feest in je hart. Wij moeten altijd door het hemelse oog en de hemelse mond leven. Daarbuiten is geen leven mogelijk. Daarbuiten heerst de dood. Daarbuiten wordt alles verdraaid. Ga daarom naar binnen, in de ark, en vier het feest van charis, het hemelse feest. Ontvang het feest van charis. Buiten woeden de golven van leugen hard, om een ieder tegen elkaar op te stoken. hoofdstuk 34 nigeria Ze slaan stappen over, en draaien dan dingen om, waardoor er een verkeerd beeld ontstaat wat goed en kwaad is. Het goede noemen ze dan het kwade en het kwade noemen ze het goede. Ik had er een droom over. Toen had ik een droom dat ik in de dieptes van Afrika was gekomen, de donkere dieptes. Ik kwam toen in Nigeria en kwam al gauw in het gebied van de Nigeriaanse scammers. Dat waren industrie terreinen. Het waren vliegen, buitenaardse vliegen, met gemaakte stemmen die maar niet stopten. Het waren machines. Deze hele wereld is een Nigeriaanse stem, en de mens heeft gedachten die hen telkens overhalen om dingen te doen, dingen te kopen, dingen te

hebben, dingen te denken, maar het zijn de Nigeriaanse scammers stemmen. Ze besturen deze wereld als een poppenkast achter de schermen. Alles op deze planeet is gesimuleerd, een illusie. De mens slaat stappen over, en zo ontstaan die illusies. Het is niet echt. Het is verdichte, gemaakte energie. Leugens. We kennen allemaal de Nigeriaanse liefdesscammers, maar het gaat veel verder. Denk aan de Nigeriaanse familiescammers. Familie is ook vaak een scam, een leugen. Daarom moet je op zoek naar je hemelse familie. Mijn oma zei altijd : 'Dominee Lindeboom zei altijd : Goede mensen moet je met een lampje zoeken.' Ze zei ook altijd : 'We zullen vreemde gezichten zien.' Ik moest dan altijd denken aan aangeklede eenden met hoeden op als kind, als mijn oma dat weer zei. Er zijn verschillende manieren waarop de mens in deze wereld komt, op deze planeet : 1. door de zonde, de zondeval, door jezelf of door de zonde van iemand anders. 2. door ontvoering 3. door een opdracht, een missie 4. doordat je gered bent van iets ergers en op deze planeet bent geplaatst als een schuilplaats, wat dus niet wil zeggen dat je in luilekkerland bent gekomen en alles maar kunt geloven wat je ziet. Nee, je kunt niet alles geloven wat je ziet. Dit is een planeet van illusies, en toch zijn er ook schuilplaatsen, maar die zijn vol gevaren, en je moet ook zeker doorgroeien. Veelal zijn de bloedlijnen hier gemaakt door Nigeriaanse scammers, buitenaardse vliegen. Ik was in mijn droom op die Nigeriaanse scammers industrie terreinen. Ik was met een team en we moesten hen ontmaskeren. We hadden hier heel lang voor gevochten om hier te kunnen doordringen in dit domein. Hier stonden al die apparaten. Ze konden stemmen hier opwekken, gedachten, om in de mensen te plaatsen, om mensen te intimideren. Ze werkten veelal door angst. Angst is een programmatie middel, bijvoorbeeld angst dat je er niet bij zult horen, angst dat je iets ergs zal overkomen als je iets niet doet, enzovoorts. Daar is deze wereld op gebouwd. Dit terrein was in de diepten van de Nigeriaanse oerwouden. 'We zullen vreemde gezichten zien,' zei mijn oma altijd. Dat had ze dan ook weer van de dominee gehoord. Ik moest dan altijd denken aan mensen die half eend waren, met hoeden op, of mensen die half hond waren met hoeden op, en die dan voorbijliepen langs oma's huisje. Altijd als ze dat zei dan keek ik naar buiten en dan leek het net alsof ik ze zag. Dan deden ze ook hun hoed af even, en dan liepen ze weer verder. Het waren slechts voorbijgangers. De Nigeriaanse scammers bedreigen als je hun producten niet neemt, hun gedachtes niet aanneemt, hun geloofdsgoed niet ondersteunt. Ze sturen zo een heel leger op je af, maar het is allemaal bedrog. De mens moet door deze oerwouden heen. De gehele samenleving rust op deze fundamenten, bedrogen door Nigeriaanse scammers. Ze hebben stappen overgeslagen. Stap, stap, stap, slag, stap, stap, stap, slag. Je wordt bedonderd terwijl zij hun sigaretjes roken en op de monitoren naar je staren, op je wijzen en erom lachen. Ha ha ha, ha ha ha, weer één ingetuind. Ze komen samen om hun complotten tegen je te smeden. Daar hebben ze generaties lang hun ervaring in, dus denk niet dat je hen wel even onderschept en dat het dan klaar is. Je zult echt de dieptes in moeten gaan. Je zult echt moeten studeren in deze materie anders kom je er niet doorheen. Velen raken vast. Velen zijn gewoon marionetten van de Nigeriaanse scammers. 'You have been scammed' is iets wat de mens liever niet hoort. Het is makkelijker een mens te bedriegen dan een mens te overtuigen dat hij is bedrogen. Ook moet je nooit met een idioot in discussie gaan, want hij zal je slepen naar zijn niveau en je verslaan met ervaring.

hoofdstuk 35 de hemelse zondvloed Tekst van vandaag : Prediker 7 1 De dag des doods is beter dan de dag van iemands geboorte. 2 Het is beter te gaan naar een huis van rouw dan te gaan naar een huis van feestgelag; want dat is het einde van ieder mens en de levende neme het ter harte. 3 Verdriet is beter dan lachen, want bij een treurig gelaat is het met het hart goed gesteld. 4 Het hart der wijzen is in het huis van rouw, maar het hart der dwazen in het huis van vreugde. 5 Het is beter te horen naar de berisping der wijzen dan dat men hoort naar het lied der dwazen. 6 Want als het geknetter van dorens onder een pot, zo is het lachen van de dwaas. Ook dit is ijdelheid. 7 Voorzeker, afpersing maakt een wijze dwaas, en een steekpenning bederft het hart. De huidige maatschappij is op het niveau van een ordinair roddelblaadje, op het niveau van een Nigeriaanse scam. De glazen schoonmaakmiddel (alcohol) worden weer geheven en men doet zich weer tegoed aan veel lijkenvlees, wat ze even later allemaal weer uitkakken op de wc. Nou, hun buikjes zijn weer rond, en Venezuela moet uit de vuilnisbakken eten, en in de armste delen van Afrika eten ze helemaal niets. Blij nu ? Het witte, rijke, superieure westen kotst alles weer uit in de wc na de kerstdagen. Zitten aan tafel met een brede glimlach. Oh, wat hebben wij het goed. Truth is … Corona is aan het muteren. De wereld is gehackt door buitenaardsen. Wat voor wereld was het ? Een wereld van spam, malware, ransomware en phishers. De wereld was allang gehacked door Nigeriaanse scammers. Corona hacked het nu. Zitten breed glimlachend aan tafel met hun Nigeriaanse scammers glimlach. Nou, wij hebben het wel gemaakt zeg. Dure kleding aan bij het kerstfeest, lekker duur en belangrijk lopen doen. Mijn andere oma wilde geen dure jurken vanwege de derde wereld. Altijd was ze sober. Ik denk nog vaak terug aan haar. Dat is wel een groot contrast met dat wat je om je heen ziet … Of zag ? Corona is nu gekomen, en corona muteert. Het laat niet los. De wereld is gehacked, teruggehacked, uit de klauwen van Nigeriaanse scammers. Blij, blij, oh wat zijn we blij. Maar het is de blijheid over een Nigeriaanse scam. Kleine kinderen maken hun lichaam kapot met tattoeages en steroïden. Oh, wat zijn we blij. De kinderen worden volwassen. Wat worden ze al groot, hè ? Allemaal blijheid van Nigeriaanse scammers, brede glimlachen. Wat zijn we goed bedonderd, en wat bedonderen we goed. De mens houdt ervan bedonderd te worden. Lekker op de foto met onze brede glimlachen. De armen zien het toch niet, want die hebben geen internet. Alles draait om ons. Als wij maar gelukkig zijn. Ikke ikke ikke en de rest kan stikke. It's me, myself and I. Wat nu ? De golven van corona veranderen het DNA van de mens. De mensheid wordt geopereerd. Verbreek de bloedcontracten die je hebt met Nigeriaanse scammers. Het zit in je bloed, het zit in de lucht. Wees er klaar mee. Strek je uit naar de hogere mutaties van de hemel. Wees klaar met het bedrog, met het zinloze kerstfeest wat de mens viert, en ga het feest van charis weer vieren. Kom tot

de ark van Noah, oftewel van Know, de ark van kennen dus. Er is een grote zondvloed gekomen. Grijns niet mee met de Nigeriaanse scammers om je heen. Wordt weer sober. Spuug hun vreemde drankjes weer uit. Het zijn vreemde wezens, vreemde gezichten. Ze komen om je te bedonderen. Dit leven is bedrog, maar van binnen ligt de waarheid verborgen voor hen die hun leven niet hebben geteld. Wie zijn leven tracht te behouden zal het verliezen. Er is een dieper leven. Alleen je ziel is van eeuwige waarde. Je bent een ziel, en je ziel moet geestelijk gevoed worden en opgenomen worden. De zondvloed is gekomen. Er zijn ook een heleboel valse arken waar de mens uitmoet, arken gebouwd door de Nigeriaanse scammers, en dan de hemelse zondvloed in. Kom uit de valse Nigeriaanse scam arken, eet niet hetgeen wat ze je voorschotelen, want je wordt geprogrammeerd. Kom tot de hemelse zondvloed. Laat je opnemen. Laat alles achter je. Ga een nieuw leven beginnen. Ga dieper in de Nigeriaanse oerwouden, dieper dan de scammers ooit zijn gegaan, en laat je genezen door de natuur. Kom tot de weldadige bronnen van de natuur. Laat je dna hierdoor recoderen. Het ware vaccin ligt in de natuur, om je te beschermen tegen de Nigeriaanse scammers. Dat is niet iets wat je eet of wat in je geinjecteerd wordt, maar wat wordt ontwikkeld door onderzoek en groei in de natuur. Het ware vaccin is kennis, geen goedje wat je op de markt kunt kopen. De steden zijn valse arken. Buiten in de natuur zijn de hemelse zondvloeden. hoofdstuk 36 waar eeuwigheden elkaar kruizen God zegt : De wereld luistert niet. Maar heb een luisterend hart. De wereld bedriegt, om de mens weg te houden van kennis. Kennis is Mijn wezen. Ze bedriegen om god over de mens te kunnen spelen, want ze weten dat de mens alleen maar tot zijn doel kan komen door de hemelse kennis. Dat is wat mijn hart is, het hart van een moeder, van de natuur. Ik ben van een hogere natuur. Niet iets vaags. Ik ben zowel de toekomst als het verleden. Waar eeuwigheden elkaar kruizen, het hiervoormaals en het hiernamaals. Dat is wat de opname is. Het komt uit de diepte van jezelf, en het roept. De goddelijke kernen in mens en dier zullen zichtbaar worden als de vleselijke sluiers worden weggescheurd. hoofdstuk 37 nemen of laten ?

Neem me mee op het schip, maar als het schip erger is dan het water, laat me dan maar in de golven zinken, de hemelse zondvloed mij opnemen … Neem mij mee naar een eiland, maar als het eiland erger is dan de zee, laat mij dan maar wegzinken in de golven … of ben ik hier voor een reden ? De nachten zijn meestal het ergst, en dan komt de morgen als een hemelse zondvloed … Maar wat als de morgen erger is dan de nacht ? Laat mij dan maar in de nacht zijn, of ben ik hier voor een reden … hoofdstuk 38 vluchten kan niet meer Het is aan te raden je niet altijd met de mensen bezig te houden, maar met de surreële realiteit. De mensen om je heen zijn reflecties van de kennis van zwak tot sterk, van slecht tot goed tot best. Het zijn verschillende gradaties die het hele palet laten zien, als een trappenstelsel, maar je moet het binnenin je vinden. Sommige mensen laten zien hoe je niet moet zijn, en weer anderen laten je zien hoe je moet zijn, maar als dat niet in jezelf gebeurt dan is het niks waard. Zo is dat ook met God. Je kunt het wel telkens over God hebben en in God geloven, maar als je niet aan je eigen goddelijke karakter werkt dan is het niets waard, want dan heb je God slechts voor je karretje gespannen. De mens vertoont vaak vluchtgedrag, zoals Jona, maar de mens kan van God niet vluchten. God is ook geen sadist, maar er zijn zekere symbolen om ons heen die op diepere dingen wijzen. Het is de surreële realiteit. God, oftewel kennis, is overal, dus daar kun je ook niet van vluchten. Als de mens ontrouw is, dan is God nog steeds getrouw. Altijd zijn er weer voorzieningen voor de mens. Dat houdt nooit op. God is er tot op het laatste moment van iemand's leven. Ook dat is slechts surreeel. Alles is surreeel. Er is een veel grotere realiteit. Het is dan tijd om de touwtjes te laten vieren. Dan is het tijd voor verhalen. Je kunt helemaal opgaan in een verhaal, helemaal jezelf verliezen in een verhaal. Dat is de uitdaging van het leven : Boven alles uitstijgen als je onder alles bent gegaan, als je het gevoel hebt dat je ten onder bent gegaan. Corona stond naast me in een wit astronauten pak, met een witte helm op, bewapend, als een storm trooper. Dit was de hemelse corona. Er zijn twee corona's, een goede corona en een slechte corona. Ik had er dromen over in de negentiger jaren van zondvloeden die over de aarde kwamen en dat waren zowel goede als slechte zondvloeden. Er was een groot beest in het water, als een witte octopus-schorpioen met vele tentakels die de mensen aanviel in de longen vanuit de lever. In de stad was er een ondergrondse trein die door alles heenbrak, door kerken ook, en er was een blauwe reus

die door de straten ging en heel snel kon lopen. Er zijn zowel uitstortingen van de hemel als manifestaties van het kwaad. Het kwaad wordt ontmaskerd en grijpt om zich heen. De octopus schorpioen met zijn witte tentakels was als een poppenmaker. Hij naaide mensen van de lever naar de longen. Dat zei hij ook telkens weer. Hij had de stem van een leraar die ik kende. Zelfs toen ik wakker werd bleef die stem nog doordreunen even, zo sterk was die droom. Corona draagt de code 'Keren' in zich. De mens is te ver gegaan en moet terugkeren. Corona stond naast me in een wit astronauten pak, witte helm op, bewapend. Het was het hemelse corona, een hemels virus. Het was creativiteit. Het spoot op vanuit mijn hart. Ik werd geinjecteerd in mijn arm en in mijn hart. Het was het hemelse vaccin tegen de valse scam realiteit. Het was een ervaring in de verre diepten van het Nigeriaanse oerwoud. Ik zag mensen die geen onderarmen en geen onderbenen hadden, en die probeerden te vluchten, maar ze konden niet vluchten. Er waren overal hyena's. Ook was er vetgemest en uitgehongerd vee, ook zonder onderpoten, dus eigenlijk met stompjes, en ze probeerden te vluchten, maar ze konden niet vluchten. De mensen en het vee, een beeld van de mensen, waren in een soort spasme gekomen waar ze niet meer uitkonden. Corona maakt de mens spastisch, brengt de mens in een nieuw ritme. hoofdstuk 39 de innerlijke waterval Ga op zoek naar de eeuwige waarden in jezelf. De kennis heeft van alles een puzzel gemaakt. De kennis kun je niet doorgronden, maar de kennis doorgrondt jou. Haal het beste eruit. Laat het niet zo zijn dat je van het leven bijvoorbeeld een vaas maakt, en dat je later te horen krijgt dat het gebouwd was op het bloed van dieren, of op onverschilligheid naar armen, of dat je iets anders wat belangrijk was over het hoofd hebt gezien. Maak het beste van het leven, want de kennis heeft voor ons het beste weggelegd. De kennis kent genoeg om het leven niet fatalistisch te maken. Wij hoeven dus ook niet fatalistisch te zijn. Laat het niet zo zijn dat je van je leven een illusie maakt. Bouw met eeuwige waarden. Dan moet je soms even wat in de modder graven, maar dan is het werk gegrond in de diepte, en heb je contact met moeder aarde. Alle dingen werken mede ten goede en het begonnen werk zal ook afgemaakt worden, als wij in de kennis blijven. Einstein zei eens : Blind geloof in autoriteit is de grootste vijand van de waarheid. We moeten onze eeuwige waarden dus ergens anders in zoeken dan in het drijfzand van blind geloof en vertrouwen. Durf je een pionier te zijn ? Durf je daar te gaan waar niemand anders gaat ? Eeuwigheid is een figuurlijk begrip. Het betekent volkomenheid. Het wil zeggen dat je niet sjoemelt. Eeuwige waarden, het is het fijnere werk, het subtielere, maar zeker geen illusie.

Het is niet iets waar nou rechtstreeks menselijk loon op zit. Het komt ergens anders vandaan. Het stroomt door het hart. Je kunt het niet grijpen met je vingers, want het is als water. Je moet het ontwikkelen in je hart. Het is een innerlijke waterval. hoofdstuk 40 terug naar de zestiger jaren Een paar dagen geleden had ik een droom dat er iemand was gekomen in een wit astronauten pak, met een witte helm op, bewapend, als een storm trooper. Dit was een hemels virus tegen het nigeriaanse scammers virus. Het was creativiteit. Het spoot op vanuit mijn hart. Ik werd geinjecteerd in mijn arm en in mijn hart. Het was het hemelse vaccin tegen de valse scam realiteit. Het was een ervaring in de verre diepten van het Nigeriaanse oerwoud. Vannacht had ik een droom dat er een groot schip kwam van het hemelse virus, en zielen werden er in opgenomen. Het bracht een diepere slaap, en deze slaap ging zo diep en was zonder dromen, totdat het het hemelse virus opwekte in de mens. Er was een poort geopend tot de zestiger jaren, de flower power tijd, waarin mensen terugkeerden tot de natuur, tot soberheid, ook wel het tijdperk van de liefde genoemd, zorg voor elkaar en de natuur. Het was ook het tijdperk van anarchie, van rebellie, naar de ingebakken leugens en verordeningen van het menselijke vlees. In de zeventiger jaren stierf deze beweging weer langzaam uit, want er kwamen allerlei moderniseringen en de mens werd verwend. Maar in mijn droom was er een poort geopend tot de authentieke energie van de zestiger jaren als een uiting van het hemelse virus. Op het schip ontmoette ik Janis Joplin, een karakteristieke en toonaangevende zangeres in de flower power tijd (1943-1970). Ik had haar al wel eerder in dromen ontmoet en kende haar eigenlijk al vele jaren. Het schip was reusachtig groot. Er waren ook bossen op het schip. Ze liet mij ook conferentie centrums zien in deze bossen, en toen leidde ze me naar een engine, een machine, die allerlei vormen van contacten liet zien, als in een virtuele realiteit, en dat moest ook wel, want alleen in het hemelse virus was het veilig. We hielden elkaar vast in die machine en knuffelden even. Het was wel bijzonder. Ook communiceerden we door deze machine. Het ligt dus al verborgen in de geschiedenis. Het schip van het hemelse virus, de zestiger jaren, ontstond in de woeste golven van de dertiger jaren, de jaren van de grote depressie, het tijdperk van honger. Het hemelse virus kwam al opzetten in de veertiger jaren in de kinderboeken van Pippi Langkous door de schrijfster Astrid Lindgren (1907-2002) uit Zweden. De veertiger jaren waren symbolisch : oorlog en bevrijding, het virus en het vaccin, wat een hemels virus is. In de zestiger jaren was dit schip gekomen. De zestiger jaren zijn nog niet tot hun recht gekomen. Er was veel drugsmisbruik vanwege missing links. Wij moeten het tot zijn recht laten komen, door terug te gaan naar de zestiger jaren en de puzzel compleet te maken. Toen ik wakker was ging ik onder de douche en de douchekamer was vol met zestiger jaren energie.

In de jaren veertig beukten dus het Nigeriaanse scammers virus en het hemelse virus op elkaar in, en er was een groot kruispunt in het midden van de veertiger jaren, maar de mens begreep niet wat het was. In de vijftiger jaren was er de wederopbouw, maar toen begon ook de oorlog in Vietnam, waar ook Amerika aan deelnam. Vele kinderen werden aan dit monster geofferd, de oorlog tussen kapitalisme en communisme en de oorlog tussen links en rechts, en als een protest hiertegen kwam het flower power tijdperk in de zestiger jaren, want er waren teveel levens vernietigd in deze oorlog. Deze oorlog eindigde in 1975 en iedereen begon weer in te dutten. De modernisering kwam en het 1984 tijdperk waarvoor Orwell had gewaarschuwd. De mensheid kwam toen in het Orwelliaanse tijdperk, wat in deze dagen zijn hoofdpunt heeft bereikt en aan de toppen aan het afbrokkelen is. Zowel extreem kapitalisme is niet goed, en extreem communisme is ook niet goed, want dat is in principe gewoon weer onderdrukkend kapitalisme. De waarheid ligt ergens in het midden, de waarheid ligt ergens hogerop, erachter, en daarom moeten we terug naar de zestiger jaren. Hierin ligt de antistof, het verzet. Dat wil niet zeggen dat je het zestiger jaren tijdperk kunt nemen voor wat het is. Neen. Je moet puzzelen. We zijn er nog niet. Het was allemaal nog ruw materiaal. Daarom moest en moet de tweede bijbel komen om het te sorteren. Daarom was het schip met het hemelse virus gekomen. hoofdstuk 41 mozes en de egyptische prinses : het hiernamaals, het hiervoormaals en het hierdoormaals Vannacht had ik een droom dat Pippi Langkous aan het kruis hing, en ik hing er naast. Het was het kruis van de zestiger jaren. Ze was een beeld van de vervolgde hoogbegaafde kinderen die rebelleerden tegen het corrupte systeem van de volwassenen. Ze zei : 'Wacht maar totdat de ijsberen komen.' De zestiger jaren waren als een ragnarok tegen de volwassenen die dachten alles in kannen en kruiken te hebben. De nieuwe generatie rebelleerde tegen de haat en de financiele oorlogsmachine. Dure pakken moesten plaatsmaken voor veel eenvoudigere kleding waardoor de kloof tussen rijk en arm werd overbrugt. Het was een ragnarok omdat de jeugd zich afscheidde van hun ingedutte families om zo de natuur in te gaan. Hiervan was Pippi Langkous een beeld. Maar de volwassenen sloegen hard terug. Pippi, en alle andere hoogbegaafde kinderen, gingen aan het kruis. 'Wacht maar totdat de ijsberen komen.' Toen Mozes door de Egyptische prinses werd gevonden in de rivier was dat het beeld van Moeder Isis die de mens vond. Moeder God vond de mens, en voedde de mens op. Mozes groeide op en leerde de Egyptologie. Egypte is een belangrijke schakel terug naar de voortijd. Als we het over Ragnarok hebben dan hebben we het niet alleen over het hiernamaals, maar ook over het hiervoormaals. Hierin kan de mens zich ontwikkelen. In een droom haalde Moeder Isis mij uit de rivier. Ze had een doornenkroon op. De doornenkroon is ook een beeld van Serket, de schorpioenenmoeder van Egypte. Het gaat over de verstandelijke strijd om tot het beloofde land te komen. Om het puzzelen. De mens is zwaar vergiftigd, en daarom is er deze realiteit om de mens. De mens kwam door deze vergiftiging buiten het paradijs, door een ontvoering, voor een missie, of

gewoon om te puzzelen. Een wat meer voortijdse naam van Isis is Kraal, waar ook nog het woord kra inzit, wat een Surinaams woord voor ziel is. Kraal, of Kraa-L, betekent dan de hongerende of puzzelende ziel. Er is een strijd tussen het vleselijke virus van de mensen en het hemelse virus, de warmte van Moeder God. Dit is meer een puzzeltocht en onderzoek dan dat het een daadwerkelijke strijd is. De strijd is dus geestelijk en symbolisch. Op de bodem van de put is zij te vinden, Moeder Isis, Moeder God, op de bodem van de zee. Moeder God kent de weg en leidt de weg, omdat zij een beeld is van wijsheid en kennis. Voor een materialistisch ingesteld mens is het dus zeer moeilijk om dit contact te hebben, omdat ze snel afgeleid zijn door verlangens naar materie. In het contact met Moeder God, Moeder Isis, komt de mond vanuit je binnenste. Dit houdt in dat je een hemelse mond hebt, en in een hemelse taal spreekt. Hoe kan het ook anders ? In het beloofde land zijn alle dingen nieuw. De exodus was een beeld van het tot de voortijd gaan door de Egyptologie. De mens moest door de Egyptologie terug naar de wildernis. Dank u, Moeder Isis, dat u mij uit de rivier hebt gehaald, zoals Mozes, en dat u mij heeft gebracht tot de wildernis, om Uw paden te leren, net als Mozes, terug naar het beloofde land. Moeder Isis is een bron-facet van ons zelf, ingebouwd in de universele kennis. Wees een moeder voor jezelf, en wees een moeder voor elkaar. In de materie geeft het namelijk een heleboel parasitaire, giftige moeders, en de mens is hierin zwaar vergiftigd. Daarom is het herstel van het moeder beeld in jezelf belangrijk. Dit kan alleen tot uiting komen als je ook een moeder bent voor anderen, en hen leert een moeder te zijn. Zo kan het moeder probleem in deze wereld zich vanzelf oplossen. Wij hebben altijd een hemelse moeder die over ons waakt, die ons ook beschermt tegen de verwarrende schaduw-moeders op aarde. Onze moeder die in de hemel woont, Uw naam worde geheiligd, uw koninkrijk kome, Uw wil geschiede, gelijk in de hemel als zo ook op de aarde. God is getrouw, haar plannen falen niet, Die 't heden kent, de toekomst overziet, Laat van haar woorden geen ter aarde vallen, Zij die een goed werk in jou is begonnen, zal ook getrouw zijn het te vervullen Moeder Isis, de egyptische prinses, nam mij uit de rivier, en leidde mij tot het oer, tot het hiervoormaals. Het ijs van het hiervoormaals, oftewel het voortijdse ragnarok, verbindt zich met het ijs van het hiernamaals, het natijdse ragnarok, en zo is de cirkel rond. Maar hiervoor heb je wel het hierdoormaals nodig, en het ijs van het hierdoormaals. Er loopt een lijn van ragnarok dwars door alle tijden heen.

hoofdstuk 42 de goede herderin Wanneer je wakker wordt dan is het direct lijden en onrecht in deze wereld. De realiteit waarin je wakker wordt is daarom een beeld van het kruis. Misschien dat je denkt dat het soms ook wel goed gaat, maar denk dan aan mens en dier om je heen. Zowel mensen als dieren lijden onrecht in deze wereld, veel onrecht, en als één lid lijdt, lijden alle leden. Als je wakker wordt en je met deze realiteit wordt geconfronteerd dan denk je misschien : 'Hè bah, daar begint het allemaal weer, weer allemaal hetzelfde liedje, lijden en onrecht. Ik wou dat ik nog gewoon sliep en droomde, want dit is echt niks.' Maar toch moeten we dit kruis dragen. Het is een school. De contexten en nuances zijn in deze wereld totaal in de vergetelheid geraakt, maar deze worden teruggebracht door de innuendo's, de zinspelingen, en daar mag de mens gevoelig voor worden. De innuendo's zijn de bruggen tussen de contexten en de nuances. Dan gaat het pas echt leven. De mens mag daarom begrijpend leren lezen en begrijpend leren leven. Leven moet je leren, en er is niks makkelijks aan. Niks komt zomaar. Mensen grijpen naar de drugs om door het moeilijke leven te komen, of naar de sigaretten tegen stress, maar je kunt ook gaan naar de geestelijke opiaten van de ideeën. Het is moeilijk om zomaar algehele en aanhoudende troost te hebben, want het is iets wat we in onszelf moeten ontwikkelen. Wees een moeder voor jezelf, als de moeder van de ideeën, en ook de moeder is een idee. Waar je je van bewust moet zijn is dat dit een schaduwwereld is. Mensen variëren van heel slecht tot heel goed, en zo is dat ook met de dingen die gebeuren. Er gebeuren hele slechte dingen en ook hele goede dingen. Het wijst ergens naartoe. Het zijn slechts innuendo's. Er zijn veel hogere wegen. Er is niet op alle vragen direct een antwoord. Je moet het doorleven, ontdekken en ontwikkelen. Dit gaat door diepgaande natuurlijke processen die de mens allereerst niet begrijpt. De mensen om ons heen zijn roofdieren die complotten maken voortdurend. Het zijn opportunisten. Het is daarom een mijnenveld, en daarom heb je ragnarok nodig als gids. Je bent in een visioen en het visioen is intelligent. Het is vaak moeilijk om de nuances en de contexten te zien. Let daarom goed op de innuendo's, de zinspelingen om je heen. Niets is voor niets. Door de innuendo's kun je je wereld bouwen, en door de innuendo's is ragnarok je gids. Innuendo's zijn richtingaanwijzers. Let goed op de taal van het leven. Leer de regels van het verkeer. Religie is ook een innuendo. Het is niet letterlijk. Het wijst ergens naartoe. Ook gebed is een innuendo, om ingewikkelde contexten en nuances te overbruggen. We mogen bidden : Oh God, hemelse, hogere kennis, U kent ons lijden en onze strijd. U bent zelf ook dit pad gegaan. U kent dit ragnarok waardoor wij heengaan, Omdat u er zelf ook doorheen bent gegaan, En u heeft ons ragnarok gegeven als gids.

God, hemelse, hogere kennis, u kent onze nood, onze pijn en onze angst, Ook kent u onze depressie en eenzaamheid, omdat u ook daardoor heen bent gegaan, maar het was ook een gids. We mogen naar deze innuendo's kijken als een weg door de wildernis naar het beloofde land. De mate van leven is de mate waarin je jezelf verplaatst in mens, dier en natuur. Het zijn namelijk delen van jezelf. Dit is een belangrijke basis van het gebedsleven, het gedachtenleven en studie leven. Het is niet genoeg alleen maar boos te zijn over het lijden en onrecht van de naaste, van mens, dier en natuur, maar het is ook belangrijk jezelf in hen te verplaatsen. 'Elkanders lijden dragen wij.' Het is dus belangrijk dat wij niet alleen maar strijders zijn, maar ook lijders. Alleen in het lijden is er openbaring. Ik had een droom of nachtgezicht over een hond met een bril op. De hond is een beeld van het lijden en meelijden, en de bril is een beeld van openbaring. Het is belangrijk hier op een pastorale manier naar te kijken, oftewel een betrokken manier, en niet klinisch, niet onverschillig. Daar komt het beeld van de goede herder bij kijken, een beeld wat al in Egypte bestond, namelijk dat de herder voor zijn schapen en zijn andere dieren strijdt, en daardoor soms ook flink verwond kan zijn door roofdieren. Ook draagt hij zijn schapen en zijn andere dieren, als beeld dat hij met hen meelijdt. Wij kunnen alleen contact hebben met de goede herder als beeld van leven in de mate waarin wij als de goede herder zijn naar anderen, naar mens, dier en natuur. Dit is wat zachtmoed en zachtmoedigheid is. We hebben het dan niet alleen over de goede herder, maar juist ook over de goede herderin. Gaat lijden en onrecht zomaar weg ? Kun je er van vluchten, naar een soort eiland waar lijden en onrecht helemaal niet bestaat ? Nee. Je moet er dwars doorheen, totdat je in de verhalende realiteit erachter komt, en dan mag je je weg leren vinden in het verhaal. Het lijden, meedragen en meelijden brengt ideeën, en met deze ideeën wordt je wereld gebouwd, door het beeld van de goede herderin. hoofdstuk 43 een lamp voor mijn voet De wereld is een schouwspel van archetypen die een hoger filosofisch model vertegenwoordigen. We kunnen denken aan de schoorsteenveger als een beeld van het lijden aanvaarden voor een hoger doel. Mensen zijn machines. Denk niet dat ze zomaar wat verzinnen. Er zit een mechanisme achter. Overwinningen zijn uitpuzzelingen van deze dingen. Er is geen daadwerkelijke overwinning door het gebruik van brute kracht. Johannes, of Yohanan in het Hebreeuws, van het wortelwoord Hannah, de moeder van Samuel die een profetenschool had, leidde de mens tot de wildernis, en door de wildernis. In het Egyptisch was dit JN-P, oftewel Johannes de Put, als beeld van de gids door de onderwereld, ook wel Anubis genoemd, de zwarte hond. Op dit pad mogen we niet omkijken door het vlees, want dan zouden we net als de vrouw van Lot in een zoutpilaar veranderen. In de gnostiek stond hierom vaak ook Johannes de Put centraal, als gids, en ook Jezus kondigde aan dat het niet zomaar om hem ging, maar dat de mens moest wachten op de gids, het heilige geestelijke, en die kwam voort uit

Johannes. Johannes, of Yohanan, als gids, zoals Noach en Mozes dit waren in het Oude Testament, en zoals JN-P of Anubis dit was in de Egyptologie, als de godin van de zwarte honden. In de poëzie van de tweede bijbel staat de onderwereld vol met machines genaamd de bakkerman's gezichten, totaal zonder empathie, totaal onverschillig, want alles waartoe ze geprogrammeerd zijn is het bakken, het maken van producten. Daar leven ze voor en niets anders. Ze hebben geen meelijden en ook geen meestrijden. Het zijn ijskoude zakenlieden, bakkers, die je komen opbakken zonder genade. Ze kunnen veel dwepen, en ook heel aardig en vriendelijk zijn, maar dit is allemaal uitgecalculeerd, niet om je te helpen, maar om je te strikken en te bedriegen, om een product van je te maken. Daarom ben ik zo blij met het innuendo van religie om hier doorheen te komen. Het is goed iemand tegen te komen met ware empathie, maar dat zal niet veel gebeuren. Anubis kwam tot mij in de vorm van een zwarte kat, en we gingen samen door weilanden op een bepaalde planeet waar Anubis mij had gebracht. Er moesten nieuwe hervormingen plaatsvinden. Johannes is dus JN-P, oftewel Anubis, in de oorspronkelijke Egyptologie, de gids van de onderwereld, en Johannes, Yohanan, nam Jezus mee naar de rivier de Jordaan, wat de afdaling betekent in het Hebreeuws. De Jordaan is een lange rivier die door het meer van Galilea stroomt en in het zuiden de dode zee instroomt. De rivier is genoemd naar één van zijn bronnen, de rivier Dan, van Eden, het paradijs. DN betekent in het Aramees ook de exegese, of exegese (openbaring) door het kruis. Zo loopt de rivier de Jordaan waartoe Jezus door Johannes werd geleid van kruis, Dan, tot kruisdood, de dode zee. Het hele Jezus verhaal ligt dus ook in deze rivier verborgen. Het is een groot mysterie. Deze dingen vonden plaats in Egyptische context. Je kunt de Israelologie niet begrijpen zonder de Egyptologische context. Dit zijn buitenaardse, paradijselijke waarden. Ik was in een droom in het ouderlijk huis, en aan de rechterkant woonden altijd veel gereformeerde gemeente gezinnen, zoals ook onze buren. Ik werd door hen geëvacueerd en werd ondergebracht in één van hun huizen verder weg aan de rechterkant. Ze hadden ook de Venezuelaanse indianen ondergebracht, en ik kwam op een kamer met verschillende meisjes. Hun voeten waren heel mooi. Ik moest denken aan : 'Hoe teder op de bergen zijn de voeten van hen die goed nieuws brengen.' De gereformeerde gemeente waren hen die afgedaald waren. Ze leefden heel sober. Maar dit was een diepere kern : de regressie. Zij leefden vanuit het innuendo, oftewel als de regressief-gereformeerde gemeente (rgg). Dat was een hervorming die had plaatsgevonden. Wij mogen ook afdalen in de Jordaan om tot de dode zee te komen, tot de kruisdood. Ook de kruisdood is dus slechts een innuendo. Het vertelt een verhaal, het laat een pad zien. Daartoe was Johannes gekomen. Johannes was een wilde jongen die in de wildernis leefde, of in de worteltekst was het Hannah die de Samuels moest brengen tot de profetenscholen van de natuur. En deze Anubis, of JN-P, is een grote Egyptologische wachter van het nieuwe religieuze goed, niet als een letterlijkheid, maar als een innuendo. Religie is namelijk goed voor beeldspraak, en daar moet het bij blijven. Het is dieper in je binnenste, en deze bron spuit ook op dieper vanuit de binnenste. Dat is waar de totem van de zwarte hond naar wil leiden. Een hond is een beeld van het meelijden en meestrijden. Is Johannes dus eigenlijk de gids die Jezus beloofde ? Sommigen zouden zeggen : Ja, maar de gids was toch het heilige geestelijke ? Ja, maar oorspronkelijk betekende het richting in het Aramees, dus dan kom je nog bij Johannes uit, of de Egyptische richtinggever Anubis. Religie is dus altijd weer dubbellaags. Ook Jezus putte dus in dit verhaal uit deze bron. We kunnen daarom ook zeggen dat het ook om deze bron gaat, om Johannes, als we kijken naar het innuendo van 'Laat de kinderen tot Mij komen, en verhinderd ze niet.' We kunnen ook zeggen : Laat de kinderen tot het mysterie van Johannes

komen, oftewel tot Anubis. Ieder kind heeft een hond nodig, wat betekent dat ieder kind een gids nodig heeft. Ieder kind heeft een lamp nodig voor zijn voet. hoofdstuk 44 jona : van communisme tot communologie Jona moest prediken tegen Ninevé, maar hij vluchtte. We kennen allemaal het verhaal. Hij werd opgeslokt door een vis, waardoor hij uiteindelijk toch in de goede richting kwam, want de vis spoog hem uit op het droge. In het Hebreeuws is de vis 'dag' en in de worteltekst is het een beeld van de donkere, grote moederschoot, als moeder God die hem opnam. Ik had een droom over Sebek, de Egyptische krokodil totem, wat slechts één van zijn vormen is, want in mijn droom was hij een tedere vader die een kind in een rugzak op zijn rug droeg om het kind over sneeuw en ijsbergen naar Mekka zou brengen. Mekka was eerder genaamd Bakkah, verbonden aan Rebekkah en Se-bek, de kennis (sa) van Bakkah. Sebek was hier vandaan uitgezonden om het kind te halen, en het was zeker niet de eerste keer dat ik over Sebek droomde als zijnde een menselijke gedaante, en dit is overigens vaak het geval met Egyptische archetypen dat ze zowel dier zijn als mens. Dat is ook niet zo vreemd, want het dier is een symbool van de menselijke karakteristieken. Mens en dier horen dus bij elkaar. Het is een deel van jezelf. Sebek, de tedere vader, moest het kind dus terugbrengen tot Mekka, Bakkah, tot Rebekkah dus, als een beeld van het hemelse woord. Het mooie is dat de Israelologie, de Egyptologie en de Islamologie elkaar aanvullen. Ze horen zeker bij elkaar. Moeder Rebekkah is een belangrijke aartsmoeder en archetype. Ze staat voor de gelijke verdeling, want ze wilde niet dat Jakob onder zou doen voor Ezau alleen maar omdat Jakob jonger was, zoals Mekka, oftewel Bakkah, een beeld was van de zakaat, de armenbelasting, waardoor alles eerlijk verdeeld werd. Dit was het natuur-communisme, en alles moet ook eerlijk verdeeld worden onder de religies, want het zijn zinnebeelden, en de ene cultuur kan niet boven de andere cultuur gesteld worden in de zin dat ze elkaar totaal gaan demonizeren, want daar komen alle oorlogen van, en daarom is het ook zo'n rotzootje in de wereld. Wel is het belangrijk om het te nuanceren, en te komen tot de hemelse volgordes en hiërarchieën. Rebekkah komt op voor de minderheden. Een meerderheid is niet per definitie een waarheid, want 'gij zult de meerderheid in het kwaad niet volgen.' Daarom is democratie potentieel ook zo gevaarlijk, en moet zoals Plato het stelde het een filosofocratie zijn, een gnosocratie, waarvan de theocratie een beeld is. De meerderheid als maatstaf aan te dragen als argument is een drogreden. Daarom moet de mens komen tot Rebekkah die opkomt voor de armen en de zwakken, de hulpelozen en hen die geen stem hebben. Zij kwam op voor Jakob die onder zijn broer Ezau was gesteld. Er is veel misbruik gemaakt van het communisme als orthodox systeem, en het is veelal extreem geworden, ongenuanceerd en onredelijk, dwars tegen het natuur-communisme in. Daarom is het ook beter om over communologie te spreken, als de gnosis van het communisme. De mens moet weer leren kennen wat het zuivere natuur-communisme inhoudt, wat allereerst als de zakaat was bedoeld, de

armenbelasting, de overbrugging van de kloof tussen rijk en arm. Dit is de boodschap die de bloemen laten zien : alles in een cirkel van natuur-communologie. Vandaar dat de mens moet terugkeren naar de flower power, naar de zestiger jaren. Toen was iedereen nog gelijk. Sebek was in de droom buitengewoon teder en zachtmoedig, wat een beeld is van genuanceerdheid en ook voor gevoeligheid voor context, waarin de innuendo's als bruggen dus onmisbaar zijn. Vandaar dat ragnarok ook de weg is tot Rebekkah. Kennen wij de communologie, of zijn wij terecht gekomen in een star religieus communisme waarin ieder zoals ons moet zijn en zoals ons moet denken, als een zeer corrupt beeld van selectieve gelijkheid ? Een ieder moet wedergeboren worden in Rebekkah, opdat Jakob en Ezau gelijk zullen zijn. hoofdstuk 45 psycho analyse van het boek jona als sleutel tot de flower age (jaren zestig) Communologie mag zo ook leiden tot communicatie, want extreem, ongevoelig, orthodox communisme is aangekoekt en dichtgegroeid, als dove oren die niet kunnen luisteren. Communicatie moet altijd van twee kanten komen, zowel luisteren als spreken. Hiervoor moet een eerlijke, gelijke basis zijn, oftewel de communologie. Dat wil zeggen dat ook het kapitalisme tot kapitalologie moet komen, om ervoor te zorgen dat het kapitaal eerlijk verdeeld wordt, en zo kunnen er kapiteinen ontstaan, kapitalologische leiders, die dit vorm kunnen gaan geven. Dit is allemaal als onderdeel van de communologie. Daarom moest Sebek ook wel komen om Jona op te nemen. In sommige oudere plaatjes van Jona staat het dan ook afgebeeld als een krokodil die Jona met zich meeneemt. De krokodil is een beeld van de recycling van elk vleselijk communisme en kapitalisme, elke extreem en corrupt geworden vorm, dus de verslinding van alles wat buiten de communologie valt. Zo is de communologie dus ook de weg tot profetie, want daar waar de mens niet de andere mens en het dier als gelijke en gelijkwaardig beschouwd, daar kan ook geen profetie wezen, of wordt profetie corrupt. De archetypen van de Egyptologie dragen de oer-energieën in zich, en zijn daarom van groot belang voor het herstel van het religieus-filosofisch model. Zij zijn archetypen, innuendo's van psycho analyse. Zowel extreem kapitalisme als extreem communisme zijn klauwen van hetzelfde monster die een elite hebben gemaakt die over de anderen heersen. Dit monster is verstikkend. Je mag niet spreken, want alles is al door dit monster opgetekend, en ze aanbidden slechts dode vormen, oftewel het materialisme. De gnosis echter kent het overblijfsel van de communologie, waarin er tot de beginselen van het natuur-communisme wordt gegaan. Hiertoe is Sebek dus belangrijk, die ook een archetype is van de hulp bij de geboorte. Hij waakt ook over het kind, waar mijn droom ook over ging. Dit is grotendeels ook geestelijke bewaking. Hij leert het kind de ware principes, en is betrokken bij de ziel van het kind. Juist in die betrokkenheid kan ook verpersoonlijking zich ontwikkelen, wat een belangrijke karakter-eigenschap is van empathie en betrokkenheid. Het clinisch communisme en kapitalisme is zo steriel dat het elke persoonlijkheid doodt, en mensen en dieren zijn slechts nummers. Miserabel voel je je erdoor. Zo werken die monsters. Het zijn geen mensen, maar monsters. Wel kunnen ze dwepen, vriendelijk doen en aardig wanneer het hen

uitkomt, om de schone schijn te wekken, en om te lokken en te houden. Zo ontwikkelen hun slachtoffers een stockholm syndroom. Mengele zei eens : 'Hoe meer we het bij je doen, hoe minder je erin schijnt te geloven dat wij het doen.' Het thema van 'de poppenmaker van hiroshima' over de jaren na de tweede wereldoorlog is ook : "Nee, zij sliepen allemaal, en zouden het altijd ontkennen, Wat de poppenmaker van Hiroshima tot hen had gedaan …" Als Sebek dan komt, dan is dat een ontwaking, zoals ook bij Jona. Hij was drie dagen in Sebek. In het Aramees staat dat hij in de Nun was, wat in het Egyptisch de oerafgrond en de oeroceaan was, als beeld van de baarmoeder. Ook Jezus was drie dagen in deze verschijning, en een ieder mens zal in deze verschijning moeten zijn. Hier vindt namelijk de wedergeboorte van het verstand plaats, van de communologische ziel. Jona was dus in Se-bek, de kennis (sa) van bakkah, rebekkah, om te ontwaken tot de baarmoeder van de aartsmoeder Rebekkah, een beeld van gelijkheid, wat zeker niet hetzelfde betekent. Er is namelijk in de communologie een samenspel tussen commune, gelijkheid, en het kapitaal, de vrijheid, de uniekheid. Hoe kun je hier balans in vinden ? Dat leer je in Sebek. In de communologie leer je ook de balans tussen het individu en het collectief. Dat is wel belangrijk. Wanneer moet je afscheiden, afzonderen, en wanneer toenaderen ? Iets kan zo psycho analytisch en filosofisch zijn dat het een soort religieuze ervaring wordt en persoonlijk, niet als iets orthodox, maar als een natuur verschijnsel. Dan heb je een geestelijk opiaat, en heb je de drugs van het materialisme niet meer nodig. De statenvertaling zegt in Jona 2:6 Ik was nedergedaald tot de gronden der bergen; de grendelen der aarde waren om mij henen in eeuwigheid; maar Gij hebt mijn leven uit het verderf opgevoerd, o Heere, mijn God. Dit was terwijl Jona nog in de vis was, in Sebek. Hij had hierin namelijk een hele dubbele ervaring. Hoofdstuk 2 stelt dat hij in de tehowm was afgedaald, in het Hebreeuws, de oerafgrond, een woord wat ook genoemd wordt aan het begin van de schepping. Dit is in de worteltekst een brullend en verwoestend dier, wat ook weer een beeld van het gebed is. Jona 2 is het gebed van Jona, en in het Aramees gaat Jona het lichaam van de oervrouw in, tot haar billen, wat een beeld is van de baarmoeder en de grondvesten van de natuur. Dit komt uit de Egyptologie, want ook Ra ging het lichaam van de oervrouw in om hierin tot wedergeboorte te komen, en soms werd dit ook voorgesteld als het gaan in de krokodil. Ra moest ook de oerafgrond in, de Nun, waar Jona ook in moest in het Aramees. De Nun is ook de vis die daar een beeld van is, of het sterrenbeeld Vissen. Letterlijk staat er in de Aramese grondtekst dat Jona tot een andere planeet kwam. Hij werd opgenomen. In de Aramese grondtekst wordt het duidelijk dat de grendelen waarachter hij terecht was gekomen een raadsel waren wat opgelost moest worden. Dit waren eeuwige grendels, maar eeuwigheid is een symbool van context en nuance, en daar is het innuendo voor nodig, het raadsel. Het boek Jona gaat over een oer situatie. Wij zijn allemaal in de eeuwige diepte getrokken. Dit is de diepte van het hiervoormaals, en zoals Jona ook weer werd opgetrokken, zo worden wij ook uit de hiervoormaalse eeuwigheid en oneindigheid opgetrokken, om zo tot de eeuwigheid van het hiernamaals te gaan, wat dus beeldspraak is. Er is geen letterlijke eeuwigheid, en niemand zit ook vast in een letterlijke eeuwigheid voor altijd. Het was voor Jona een bitterzoete situatie waarin hij was gekomen. Zo is dit voor de gehele mensheid. Het bestaan is bitterzoet, gaat over bergen en door dalen, en als het moeilijk is, en men komt in de hopeloze eeuwigheid van het hiervoormaals terecht waarvan men denkt er nooit meer uit te kunnen, dan gaan de hersenen een zogeheten personificatie syndroom opwekken, waardoor alle grendels en moeilijkheden worden omgezet in personen. Dat zijn de mensen om je heen. Het zijn personificaties. De hersenen kunnen dit heel sterk opwekken om te overleven, anders zou de eenzaamheid de mens verscheuren. De hersenen maken dus dit

stockholm syndroom zelf aan, om er het beste van te maken, maar dit heeft dus ook nadelen, want het wordt zo ook persoonlijker, en persoonlijker doet ook veel meer pijn, omdat je er dan emotionele betrokkenheid bij krijgt, en alle gevolgen daarvan. Maar de hersenen willen het ondragelijk lijden van de eeuwigheid van het hiervoormaals romantiseren, en daarom verpersoonlijken ze alles, en is de mens dus omringd met een overvloed en overdosis aan personen. De mens moet dit weer leren te balanceren. De mens moet leren omgaan met het personificatie syndroom, en dit leren te reguleren. Veel persoonlijkheden om de mens heen zijn dus gewoon verzonnen om te kunnen overleven, maar het zijn dus grendels, sloten en zelfs pinnen door het vlees, de raadsels van het hiervoormaals. Hierin was Jona terechtgekomen als een Oudtestamentische boeienkoning, als de houdini van die dagen. Hij was een wilde jongen. In de Egyptologie staat de eindeloze en eeuwige diepte van de Nun ook voor de verjonging. De mens moet oppassen met overmoedige en overmatige verpersoonlijking. Het mag nooit ten koste gaan van de principes en van het zicht. Maar in zo'n situatie is de mens terecht gekomen : van extreem personisme en persoonsverheerlijking. En juist in het extreme, orthodoxe, oppervlakkige personisme verliezen mens en dier alle waardigheid, want dan is het vlees alles waar het om gaat en niet meer het geestelijke. In het personisme ben je dus slechts een nummer geworden, een stuk vlees, en ben je te verwaarlozen, wordt je met gemak vervangen. Het personisme is het kind van het extreme kapitalisme en extreme communisme van de jaren 1900. Het personisme is een grote tiran, want iedereen moet zijn zoals een bepaald persoon die al deze regels heeft gemaakt. Daarom moet de mens afrekenen met het personificatie syndroom, en zoals Jona het raadsel oplossen. In het Aramees was Jona in de krs terechtgekomen, in de baarmoeder, wat je kunt vergelijken met de charis, de geestelijke gaven, juist door deze kruiservaring. Hij kwam namelijk in contact met moeder God. Hij kreeg niet zomaar geestelijke gaven, maar hij werd er in wedergeboren, in opgevoed, zodat het een gewoonte zou zijn, zijn natuur. In het Aramees kwam hij tot een andere wereld. Hij was een opgenomene geworden, maar hij werd dus ook weer teruggezonden, waardoor hij in twee werelden zou leven. Vindt de balans tussen principe en persoonlijkheid, zoals in de zestiger jaren, de flower age. Toen de vis Jona uitspoog staat er in het Aramees dat aan Jona geboorte werd gegeven, en hij werd gezonden tot een doof volk, een volk wat hardhorend was, droge grond. De flower power kinderen stonden oog in oog met de oude orde, de volwassenen, die niet open stonden voor vernieuwing. Zo gebeurde dat in de zestiger jaren. De volwassenen sloegen keihard terug met 1984 voor het Orwelliaanse tijdperk van totalitair personisme. Maar het boek Jona is hierin een sleutel. hoofdstuk 46 zoals jona de diepte in De hersenen zijn grafische tricksters. Ze zijn geprogrammeerd om te overleven, en daar doen ze alles voor wat nodig is. Geloof daarom niet teveel aan de vormen die je om je heenziet maar ga de diepte in, zoals Jona.

hoofdstuk 47 de grote bloemen oorlogen Vannacht had ik weer een droom over de brein parasieten de nigeriaanse scammers. Het was oorlog. Ik kotste een magneet uit die ze in me probeerden te krijgen. Toen zag ik ook een telefoon waarmee ze codes overseinden, een nigeriaanse scammers telefoon, en ik moest de telefoon verwoesten. De brein parasieten waren meesters in camouflage. Ze konden in een vrouw veranderen of in een man. Hoe kun je ze herkennen ? Ze geven geen onderwijs, maar commanderen alleen. Als ze onderwijs geven is dit vaag, ongenuanceerd, zonder context, en zonder empathie. Als er empathie is is dit selectief, oppervlakkig. En de nigeriaanse scam brein parasieten zijn al ver, heel ver : speech control, geen vrijheid van meningsuiting, geen vrijheid van godsdienst, geen vrijheid van beroepskeuze, enz. enz., waarvan Noord-Korea een beeld is, oftewel 1984. Hoe ver denk je dat het al is ? Of zal het wel loslopen ? Nee, de mens is al geheel ingenomen door de scam. Het brein van de mens is gehacked. Daarom kun je je gedachten niet zomaar vertrouwen. Je wordt bestuurd, gemanipuleerd, tot consumerisme. Groeit er iets aan de bomen wat ons zou kunnen verlossen ? Nee, je moet studeren, op een wetenschappelijke en verantwoorde manier contact maken met de andere wereld, de wereld 'buiten de box', 'buiten de matrix', oftewel de buitenbox, of de buitenmatrix, of bovenbox of bovenmatrix. Leren denken buiten de box. Kennis is een verharder, want heel veel roze dromen van de roes dat alles wel goed is en waar worden erdoor verbrijzeld. Kennis is ook een verzachter, want het geeft veel creatieve oplossingen. De mens heeft veel ijs nodig om los te komen van de scam. Het is niet goed om te blijven bij allerlei nachtmerrie achtige taferelen, maar er moet kennis komen. Ook de nachtmerries moeten weer bevriezen, en kennis geeft duidelijkheid over wat deze codes zijn, waar het naartoe wijst. Daartoe moet de mens tot de ijsberen gaan. De mens moet leren om te gaan met de ijswapens. Dit zijn allereerst wapens van kennis, en die zijn genuanceerd en gebruiken innuendo's en zijn altijd verbonden aan de context, want anders blokkeren ze. IJswapens zijn bouwers. Ze leggen de vergeten en verloren hoekstenen. Dan is er ineens een heel ander zicht. IJswapens doen van alles afstand, opdat er ruimte komt, ruimte voor nieuw en beter zicht. Het is zoals de vur zegt in boek 1 : 1. Deze bruggen zijn gemaakt van bruine bloemen, Bruggen tussen jou en mij, Waar leiden zij naartoe ? Wanneer ik naar jou kijk, vaag ik weg, Wanneer ik aan je denk, laat ik je wegglijden, Dit is hoe ik mijn boog grijp, Maar ik bereik het nooit 2. Ik kan niets bereiken, en ik denk dat dit nog maar het begin is, En dan bevind ik mijzelf in een bruin bloemenveld, Alleen in de bruine nacht, Een nacht in vele jaren, Kan ik zijn in de bruine bloemenvelden, Deze bruggen tussen jou en mij 3. De pijl raakte haar hard, Het was diep, we zagen haar vallen,

De pijl bracht haar over de bruggen, Tot de donkere nacht, Tot bruine bloemenvelden IJswapens bereik je dus nooit, omdat het een innuendo is. Je kunt het alleen verdiepen. Dat is dus hoe het wapen werkt. Het is surreeël. De letterlijke realiteit is niet waar omdat het geen waarde heeft. Het gaat alleen maar om geld, en dat is valse waarde. Ze houden de schone schijn. Het is een sluier van de surreeële wereld. Je moet er doorheen prikken om er te komen. IJsberen hebben geleerd met de ijswapens te leven. We zien hoe de vur met bloemen begint, als beelden van de context. Dan staat er verder : 6. Ik wacht op het schip. Neem me op, neem me mee met jou, Naar een plaats van witte sneeuw en dauw, Ik wacht op het schip, Langs satijnen voorhangsels 8. Ze heeft haar speer opgeheven, En dan slaat ze toe, Ze raakt mijn hoofd 9. Hij kan niet komen waar je bent, Vriend, ik zou niet tot je liegen, Ik weet dat je ook met dit trauma vecht Het is het trauma van de onbereikbaarheid. Je kunt het niet pakken en vasthouden, want dat is een eigenschap van de ijsnatuur. Je hebt niks, maar je kunt er wel steeds meer kennis over verkrijgen, wat dan een hele andere soort van hebben is, namelijk 'het ijs hebben', wat surreeël is, dieper, want het letterlijke hebben is slechts oppervlakkig. Het ijs herinnert ons eraan dat we niks kunnen bezitten, maar dat we wel kunnen kennen, en zo veel waarlijker kunnen leven. Telkens strijden we ervoor dingen te hebben die we niet krijgen, en dat is een oorlogs-trauma wat verdieping brengt. 9b. Het is een oorlogs-trauma, Ik was daar, en ik zag je 10. Waar zou ik zijn zonder een goede broek ? De viooltjes maakten het voor ons, Zij lieten de honing er doorheen glijden, Zij brachten ons door bos en woestijn, Volg hen naar de rivieren en de watervallen, Ze zullen hier maar één keer zijn Alles komt maar één keer en glipt dan tussen onze vingers weg, en dan is het in het rijk der herinneringen, niet het rijk der hebberijen. Waarom is dit ? Opdat we het zullen volgen, opdat we gevoelig worden, opdat we leren weven, leren bewegen, en niet vastgroeien in hebbedingen. Deze dingen leiden ons altijd terug naar een grotere context. Het komt maar één keer, en dan is het weg, opdat wij erover zullen leren. Dat is de tijd als een rivier. Het komt langs, en gaat dan de geschiedenis in. Al deze momenten zullen dus ook weer vergaan. Momenten kun je niet vasthouden, maar kun je wel leren kennen. Je kunt momenten wel volgen, naar een grotere samenhang, om tot de watervallen te gaan. Momenten kunnen dus wel een heleboel honing brengen. In onze herinneringen kunnen we daaruit putten, leren weven, leren spinnen, leren

bouwen, verdiepen. Dat is de kracht van de ijswapens. Het is surreeële kracht. Dan staat er verder : 28. Ik ren, brekende door muren, Want mijn herinneringen zijn naar mij op jacht, Ik ren, en dan val ik, Een herinnering heeft mij geraakt, Een pijl diep in mijn rug 29. En dan kruip ik tot de rode bloemenvelden, Wilde, rode bloemen, als bruggen over woeste rivieren, Zij hangen in mijn haar, als duistere sieraden 30. Ik vond jou in die grot, Jij en je paarden, Schilderijen aan de muren, Dit is een wereld in een schilderij Altijd als we geraakt zijn door een herinnering, een bijtende herinnering, iets wat ons onrechtmatig en onterecht is aangedaan, of iets wat we hebben verloren, dan kunnen we gaan tot de bloemen, de contexten, de grotere kringen, opdat het duidelijk zal worden, opdat we zullen zien wat daadwerkelijk verloren en vergeten is, om dit zo in onze kennis toe te voegen. Vaak zijn we gewoon verdwaald en lopen we achter de verkeerde dingen aan, en hebben we juist de andere wereld nodig om te zien waar het nu echt om draait. Van bijzaken komen tot prioriteiten. Kom tot de bloemenvelden als een bij als iets je achtervolgt, zodat je vele raadgevers hebt, en vele perspectieven. De honing is het surreële. Laat hiervoor alles in de steek, je parasitaire, giftige brein bloemen en hun valse bloemenvelden. De vur spreekt ook over de strijd tussen de bloemen, de strijd tussen de contexten, de cirkels, want je moet altijd tot de hogere contexten komen. Cirkeltjes moeten doorbroken worden om tot de hogere cirkels te komen. Dat is een ontwaking en een wedergeboorte. De vur spreekt over de grote bloemen oorlogen. Daarom moet je als bij ook niet te lang bij een bloem blijven, maar altijd verder trekken. hoofdstuk 48 de spiegel van psyche : het griekse wereldrijk Wat is het ijswapen ? Het is niet zomaar iets wat je kunt grijpen en waarmee je er op los kunt schieten. Het is namelijk onbereikbaar. Het is surreeël en dat is maar goed ook. Het is een ijskruis. Al je roze dromen van 'alles is wel goed' brokkelen er aan af. Men gaapt over het lijden van anderen, van mens en dier, en men gaapt over de verwoesting van de natuur. Wat zijn het ? Het zijn zombie bloemen in de bloemen oorlog en dit zijn geeneens echte bloemen, maar namaak. Ze denken rechttoe rechtaan, zonder innuendo's, want ze kunnen niet met

innuendo's omgaan, alleen maar het letterlijke, het verdichte, het gemakkelijke en gemakszuchtige, oftewel het luie denken. Snel willen ze geld verdienen, al is het door boerenbedrog. Maar dit namaak is alleen maar tijdelijk, want het heeft geen bodem en geen wortels. Ze hebben veel macht in de materiële wereld waar het hen om te doen is, maar deze macht vervliegt. Het kan geen koers houden. Het komt niet door de nacht. Het heeft geen reserves. Het zijn maar eendagsbloemen. Het zijn zelfmoordbloemen, zelfmoordterroristen, zelfmoordbommen. Ze storten neer om nog zoveel mogelijk met hen mee te sleuren. Ze willen niet leven, want leven is kennis. Ze willen alleen de dood, want dat is namaak kennis. Het is lui denken. Ze komen in dit leven gewoon om te nemen wat ze willen, om hun goedkope verlangens te bevredigen en zijn dan weer weg. Dat was het dan. Geld, oftewel valse waarde, regeert alles, en het teken van geld is de stropdas, wat al zo dik er boven opligt dat het de macht van zelfmoord is. Het is een zelfmoord cultus. Wie gaat er nu met een stropdas – de naam zegt het al – rondlopen alsof hij weet ik veel wie is, de paus in Rome of wat dan ook, en dan denken dat het normaal is. Nee, het is niet normaal. Het is ziek. Maar zij die zelfmoord hebben gepleegd weten al niks meer. Voor hen is de dood het leven, en dat betekent ook dode kennis. Dat is de wereld waarin wij leven, een wereld bestuurt door grote bedrijven, niet eens de regeringen, want die zijn slechts poppetjes in de poppenkast, aangestuurd door de handen van de poppenmakers, de grote bedrijven. Blijf ver bij de stropdassers vandaan, want het zijn zelfmoordenaars, en ze sleuren in hun zelfmoord terrorisme nog zoveel mogelijk mee. Iemand zei eens : de stropdas is de slang uit het paradijs. Helemaal waar. Pas er mee op. Genesis 2 7 toen formeerde de Here God de mens van stof uit de aardbodem en blies de levensadem in zijn neus; alzo werd de mens tot een levende ziel, nephys. In het Egyptisch was dit nepthys, de godin van de afdaling. Het Hebreeuwse nephys is ook de stilte, de innerlijke rust. Ze kwam vannacht bij me, en nam mij mee naar een tropische planeet. Er was hier geen temperatuur schaal van snijdend koud tot stekend heet, maar horizontale warmte van oppervlakkig tot diep, als diepe innerlijke warmte. Wij moeten een hele andere dood sterven, namelijk de dood aan het vlees, aan de zonde, en dat is waar nepthys voor staat. Wij kunnen god alleen dienen met onze gehele ziel, oftewel met onze gehele nepthys, het geheel afsterven aan de zonde, en zo pas vindt de mens echte innerlijke rust. Dit is dus niet de valse rust van het verstandelijk met pensioen gaan en dan met een stropdasje gaan rondlopen om iedereen vanuit dementie te gaan lopen commanderen als politie corpsje. Nepthys of Nephys, nph-s, is de kennis (sa) van Noph, oftewel de voortijdse Job. Noph is de gekruisigde in de wildernis. Het oudere, voortijdse boek van Job, oftewel Noph (of Nob), begint met een overstroming. En Noph moest op zijn bootje dieper de wildernis in. Het heeft ook verbindingen met het Noach verhaal. In de Egyptische context was het zo dat de mens over allerlei rivieren in de onderwereld moest zwemmen om zo tot profetische kennis te komen. Dat is ook waar de godin Nephthys weer aan verbonden is, die ook het woordje navi (hebreeuws) en nefu (egyptisch) in zich draagt, als Nefu-thys, als zij die de rivieren van de onderwereld heeft overgezwommen, tot de dieptes is gegaan, of zij die uit de diepte van de onderwereld kwam, en zij trok ook Ra tot deze dieptes. Het profetische is dus ook het leren werken met het Nephthys medicijn. Als we kijken naar het Hebreeuwse woord voor profeet, nabi, navi, wat komt van het Egyptische nefu, wat zeevaarders zijn, of riviervaarders, en van nubiu, wat de zwemmers zijn over de rivier van het dodenrijk, de onderwereld, de tuat, zij die dus aan zichzelf gestorven zijn, van het woord nubi, zwemmen, zeevaren. Dit leidt helemaal terug tot de voortijdse Job, Jove, die Nob, of Noph werd genoemd, de gekruisigde in de wildernis. We hebben dan een diepe innerlijke ark gevonden in nepthys, een oer energie, een oer instinct. Zij leidt ons voort door deze diepte, als een opname. Ik werd vannacht door haar bezocht en opgenomen. Ik was omringd door roofdieren die zelfmoord hadden gepleegd en zo een zelfmoord commando waren om ook anderen mee te slepen. Ze hadden alleen beperkte en dode kennis, en dit

was geen levende, creatieve intelligentie. Toen nam Nepthys mij op. Ze was ook gekomen met wat anderen. Ik wilde hen mijn verhaal vertellen, maar ze zeiden dat ze het al wisten. Ik werd wakker in een soort euforie, en danste door het hele huis. Er zijn wezens om ons heen die ervoor gekozen hebben hun bewustzijn te laten verlagen tot zelfmoord, omdat ze het ware leven niet willen, het kruis niet willen. Dat hebben ze er niet voor over. Ze leven liever in wanen en roes dan dat ze de harde waarheid onder ogen komen. Zij gaan dus voortijdig de rust in, maar ga nooit zomaar de rust in. Zoek naar de hemelse kennis, want dat is de ware rust. Die wezens willen het ware leven van kennis niet, en worden zo een gevaar voor anderen, want ze nemen velen mee in hun verstandelijke zelfmoord, in hun geestelijke zelfmoord. Maar in nepthys is er een ark. Dien god met geheel uw nephys, zegt de hebreeuwse bijbel, met nepthys in het egyptisch, waar vele verhalen over zijn. Telkens weer zegt de hebreeuwse bijbel : dien god met geheel uw nephys, wijzende op de symbolische middelaar tussen god en mens, een belangrijk principe : de stilte van de ziel, de ware hemelse rust waarin de zinnen van de zonde zijn uitgedoofd. Het is de rust van de hemelse kennis. Deze ontwaking is allereerst bitter, zoals we in het boek Job zien, maar dit is een levendmakende bitterheid van de natuur. Teveel zoet verdwaasd en verblind. Denk goed na over hen die zich trots opa en oma noemen, met trots zeggen dat ze gepensioneerd zijn, en dan de kleinkinderen overmatig gaan lopen verwennen. Denk goed na. En waar verwennen ze de kleinkinderen dan mee ? Met hemelse kennis ? Niks hoor. Denk goed na. Ze sleuren de kleinkinderen mee in verstandelijke zelfmoord en geestelijke zelfmoord. Daarom is nepthys gekomen als antistof en medicijn. Job 3:20 Waarom geeft de heere rampspoedigen inzicht, het leven aan hen die bitter in ziel, nephys, zijn ? Het komt als een vloed, zegt het hebreeuws. Maar het Griekse wereldrijk kwam opzetten, en nepthys werd ondergesneeuwd door psyche, de griekse ziel. Psyche was in de griekse mythologie een meisje die zichzelf schoner en mooier waande dan ieder ander, en waande dat anderen viezer waren, alsof daar alles om draaide. Ze waande haarzelf witter dan wit, zo'n 'slanker dan m'n dochter' type. Daarom raakte ze ook in oorlog met de godin van de liefde, aphrodite. Psyche heeft namelijk psycho als wortelwoord, wat het verkillen van de liefde betekent. Het betekent ook onverschilligheid, als de steriele koudheid van de psychiatrie die waant. Dat is wat een daadwerkelijke psychose is : een gebrek aan empathie. Het is een teken van zelfmoord. Marcus 8 37 Want wat zou een mens kunnen geven in ruil voor zijn ziel ? De ziel was het oorspronkelijke betaalmiddel, zoals de mens zijn gehele ziel als betaalmiddel aan god gaf, als hemels geld. Je mag stukjes van je ziel op deze manier zaaien, in goede aarde, om je voort te planten, het goede, de kennis, voort te planten. De latere griekse psyche, de griekse ziel, is gebouwd op vleselijk, materieel geld, en hierop is de gehele samenleving gebouwd. Het heeft een vals medicijn gebrouwen van hekserij, om de ziel van de mens te binden, en de mens vermoord zichzelf door een contract te maken met geld. We moeten weer terug naar de natuur bron in israel en egypte : nephys, of nephtys, wat een hemels loon is, een hemels geld, van het hart, wat symbolisch is. Psyche is de macht van spiegeltje spiegeltje aan de wand, allemaal voor geld, macht en eer, terwijl

ze het belangrijkste hebben vergeten. Hoe kan dat ? Ze zijn al dood. Simon Carmiggelt (1913-1987) suggereerde al in zijn literair werk dat de medische industrie een beeld was van zelfverhanging. Ze zijn al dood. En de dood kent niet. Graaien doet de dood, grossieren in bijzaken. Het is namelijk alles wat ze nog hebben en alles wat ze nog kunnen. Het vliegtuig heeft geen motor en stort naar beneden. Waar het terechtkomt richt het niets anders dan rampage aan. Geld maakt niet gelukkig, maar toch draait hun hele leven erom. Hoe kan dat ? Het zijn slechts de stuiptrekkingen van zelfverhanging, een stropdas bewegende in de wind. Hun wereldrijk is gebouwd op psyche, de ver-waan-dheid van geestelijke en verstandelijke zelfmoord, allemaal voor geld. Ze sterven voor geld. Laten we eerlijk wezen : het griekse wereldrijk verkrachtte en verpletterde israel en egypte door sjiekheid, uiterlijk vertoon en machtswaanzin, allemaal gebaseerd op psyche. Laten we eerlijk wezen : de ascetische, sobere wildernis profeten van israel en egypte moesten plaats maken voor de volgevreten, protsende goden van griekenland, van het materialisme, de boodschap van het grote geld, allemaal door de spiegel van psyche. De donkere, breedheupige oergodinnen die het kind moesten beveiligen in de baarmoeder moesten plaatsmaken voor de witte, hyperslanke griekse godinnen van psyche, zeer schoon in de stad, niet vies in de wildernis. Dat was het superras van verwennen door verwanen. Verwaandheid kent geen strijd. Het is al dood, en overheerst. Deze dood is de gemakkelijkste weg, maar ergens onderweg spat het uit elkaar als een zeepbel. De donkere medemens werd toen onderdrukt door het witte superras van psyche, en ook lijdende andersdenkenden vaak als politieke gevangenen in de psychiatrie. Dit vond zijn hoogtepunt in de transatlantische slavernij na de middeleeuwen. Miljoenen afrikanen werden naar amerika overgeplaatst als een zwarte opname, want ze moesten daar als slaven werken, allemaal door deze leugens. Psyche is een verzin machine, die altijd met uiterlijkheden bezig is, en niet nadenkt, en dan toch de denk politie speelt : 1984. Het zwaard van psyche is onrechtvaardig. Waarom ? Omdat ze geestelijk en verstandelijk zelfmoord heeft gepleegd, voor geld, voor gewaande schoonheid. Dan is ze niet zo vies als de anderen. Ze rijdt geblinddoekt door de stad, zodat ze zichzelf en anderen niet hoeft te zien, en alleen maar kan wanen. Allemaal voor geld. Geld is makkelijk, geld is macht. Geld is de pijnloze zaligheid van zelfmoord. Daar rijdt ze door de stad, geblinddoekt met lijkenwaden om en iedereen gelooft haar, want ze zijn zo blind als zij. Wat een monster. En niemand ziet het, want ze willen het niet zien. Ze willen alleen geld zien, en wanen. Geld is de pijnloze zaligheid van zelfmoord. En anderen lijden om haar. Wat een tragisch plaatje. Ze wilde het zo zoet, zo zoet. Het bittere was niet voor haar. Dat liet ze aan anderen over, minder bevoordeeld dan haar. Ze had haar gouden gelukslot in de loterij gewonnen. Zij die dichtbij komen mogen van haar geluk proeven, maar voor een hoge prijs. Wees gewaarschuwd. Dit monster is totaal op tilt geslagen en onberekenbaar. Als een tikkende tijdbom rust het onder de huizen van de slapende mensen. Noemt haarzelf graag opa en oma. Geld is de pijnloze zaligheid van zelfmoord. Totaal verwennende en verwanende, verdwazende de kleinkindertjes. 1984. Wee hen wanneer er één ontwaakt. 'Oh, maar dat kan mij niet overkomen hoor.' Het is ons al overkomen. Kijk maar eens om je heen. Nu is het een kwestie van ontwaken uit 1984, ontwaken uit de gevangenissen van psyche. Nepthys, de hemelse ziel, neemt de mens die daarvoor open staat hieruit op. Dat verklaarde mijn euforie, en deze euforie roept op tot strijd. Het is oorlog. Een geestelijke oorlog om je ziel. Strijdt deze strijd naar eer en geweten. Laat jezelf goed inlichten, en denk niet dat je alles al weet, want dat is een leugen van psyche. Psyche is het levensbeginsel van het wereldrijk van materialisme, mammonisme, als een valse

opname. De mens voelde zich prinsheerlijk in dit valse wereldrijk voordat corona kwam. De mens had het wel gemaakt zeg, maar het waren allemaal de stuiptrekkingen van geestelijke zelfmoord. Met de komst van het griekse wereldrijk begon het tijdperk van materialisme. De mens kwam in een nieuwe, dichtere dimensie, nog verder verwijderd van het paradijs, en het ging meer en meer bergafwaarts. De mens kon niet meer terug. Er was een muur gebouwd van het griekse wereldrijk in de tijd, de muur van psyche, een paar honderd eeuw BCE. Het is een hele uitdaging om terug te gaan over deze muur, de muur van psyche. Het is van noodzakelijk belang om terug te keren tot de oer-natuur. Hierin helpt Nepthys, de stilte van de oerziel. Het is van belang helemaal terug te keren, niet halfgebakken. God dienen met je gehele nepthys, met je gehele ziel. hoofdstuk 49 de vur – leidraad door het corona tijdperk – de hemelse dementie Lezen : de vur – boek 8 – de droom de vur – boek 46 – rode bloemenvelden de vur – boek 35 – de traan de vur – boek 42 – wespenzeeën de vur – boek 109 – vuile paarse bloemen de vur – boek 107 – witte bloemenveld de vur – boek 101 – witte laarzen de vur boek 8 – de droom 1. In tuinen zullen zij voor eeuwig wonen, Waarin zij tot de laatste bloem zullen gaan, De bloem zal over hen waken, De bloem zal tot hen spreken en hen leiden, De hekken houden hen veilig 2. Tot de wateren der bloemen zullen zij gaan, Opdat zij dromen zullen dromen De laatste hemelse bloem op aarde, waar zal die zijn ? We moeten terugtrekken tot de natuur, tot de tuinen en wildernissen, al is dat vaak alleen maar in onze gedachten en in ons hart. Wat houdt je bezig ? Hebben de bloemen een soort hemelse siroop die ons zouden helpen ? Ja, want het zijn de contexten. De zestiger jaren flower power age zat nog vol met drugsmisbruik. We moeten terug naar de hemelse, geestelijke bloemen. Wat is de laatste hemelse bloem ? Het is een idee. Corona groeit als bloemen door de straten, om de mens terug te roepen tot de natuur. 'Kom terug. Jullie zijn te ver afgedwaald.' In de pinksterbeweging ging het telkens over : Heb je het heilige geestelijke al ontvangen ? Nu gaat het over : Heb je de heilige opname al ontvangen ? Je wilt namelijk niet blijven steken in het lagere, vleselijke geestelijke. De vur bespreekt de moeder, de baarmoeder, voor wedergeboorte. De natuur moeder neemt ons op,

maar dat kan alleen als ons hart en ons denken vol is van haar. Dat gaat niet buiten de bloemen om, want die staan voor de cirkelmatige samenhang. Daarom hamert de vur ook telkens op het belang van de brug. Aan beide kanten van de brug zal namelijk alles kapotbranden, en we zien dat corona daar mee bezig is. Corona is de terugkeer van de natuur, groeit als bloemen door de mensenharten, en de mens moet nu op zoek gaan naar de diepere bronnen in zichzelf. Bloemen trekken de mens dieper, verleiden de mens, achtervolgen de mens, stalken de mens. De mens kan er nu niet maar aan ontkomen. Het rijk van psyche is ten einde gekomen. In de nachten werd ze altijd psycho, en daarom is er ook psycho analyse. De vur laat de strijd tegen de piraten van psyche zien. boek 46 – rode bloemenvelden 1. Ik liep op een pad door rode bloemen velden, Plotseling was daar donder en bliksem, Grote angst greep mij aan, Zij voerden mij weg, ik was in een leger, Op een groot schip werd ik gehesen 2. Tegen piraten werd er gestreden, Vleesetende bloemen, Het lam van grote terreur 3. Grote vrees was tot de aarde gekomen 19. Tussen jou en mij is niets meer, alles weggebrand. Morgen is er ijs, de prijs van de herfst, de winter komt. Sterker dan vuur, de klauwen laten los. 20. Het huis van dokters, na het gevecht, geen weg meer terug, op weg naar nieuwe kusten, nieuwe morgens, maar zij zullen ook vervallen, als snippers in de regen, weerspiegelen vreemde gezichten, bakkergezichten tussen jou en mij. 21. Niemand zal zaken doen, er is niets meer, alles is voorbij. Alles gaat voorbij, ik tuur door het raam, naar vage herinneringen, ik ken ze niet eens meer bij hun naam. Als wezen spelen zij daar, ze zien mij niet, ze zijn te ver weg, als de morgen nu maar komt, dan ben ik voor altijd weg. 22. We kunnen niets voor altijd dragen, aan het einde der dingen zijn we vrij. Herinneringen draag ik bij me, ook zij zullen vergaan. Waar grijp ik naar ? Ik voel me spastisch, niets kan ik bereiken. Alles gaat voorbij. 23. Ik kan niets vasthouden. En als ik het doe, doet het pijn. Nee, ik laat alles los, voordat het mij loslaat. Ik ben te bang om nog eens te vallen. Ik ben nu ver weg, niets kan me meer raken. Ik kan niet meer grijpen, ik ben verlamd, maar nog steeds sta ik stijf,

Snippers aan het einde van de dag, schaduwen van het verleden en toekomst. 24. Een huis bouwen kan ik niet. Niemand kan ik verstaan. Ik ben als doof en blind, alles zal vergaan. 25. Ook nachten gaan voorbij, en dingen worden kouder, Een nieuwe vogel vliegt, achterlatende zijn pasgeboren jongen. Alles gaat voorbij, en scherpe dingen worden zachter, alles gaat voorbij, ook de herinnering tussen jou en mij. 26. Ik kan er niets aan doen. Zij regeren daar met vuur en vlam. Het is te laat, niks meer te blussen. De rode bloemen velden hebben mij gevonden, hun verloren kind, hun boodschapper zo lang geleden uitgezonden. 27. Zij is dan de wever van het roze en dat wat onder het roze is, tot aan het spiegelende roze. En Zij sprak : Ziet dan, de heilige traan is vleesgeworden. En deze traan kwam van onder het roze 29. vol van haar paradoxen, waarmee zij de aardbodem zuivert, en het heeft de aanblik van een gebroken spiegel, als een brandend edelsteen. 32. U staart diep, zo fragmentarisch. Zoveel woorden van elkaar gebroken. Ik weet niet waar zij mij leiden. Ik kan het niet verstaan. Moeder, bent u dan eindelijk gekomen, uw kind heeft zolang op de uitkijk gestaan. 33. Moeder, ze hebben mij alles afgenomen. Zelfs mijn dromen, zij zien me niet meer staan. Ik heb mezelf zo vaak verminkt. Ik kan het niet meer aan. Zoveel wazen voor mijn ogen. Als 't vallen in een diepe put. U heeft mij opgevangen. 34. Ik ben verstrikt in U. Geen weg eruit, ik zal hier moeten blijven. Ik weet niet alles, maar ik ken het leven. Alles is maar voor even. 35. Het steekt me diep, maar U bent het die mij riep, Als een echo uit de nacht, makende al het harde zacht, Zoveel draden van kennis geweven door mijn wonden, totdat alles tot onder het roze zakt. 36. Ik weet niet hoe ik het moet afleggen. Het steekt zo diep, en trekt mij steeds weg, en alles doordringt mijn ziel en bed. 37. Ik voel mij zo zwak, ik kan niet staan. Ik beef en alles draait om me heen. Heeft U mij tot U genomen, of ben ik heel vreemd aan het dromen. 38. Ik voel mij ziek, de dood nabij. Ik ben al weg, mijn schaduw is nog hier.

39. Ik heb de moed verloren om nog terug te gaan. Als het spotkleed hingen zij over mij, met een speer in mijn zij. Aan mij gegeven, de erfenis van het verleden. Ik weet niet waar ze mij leiden, ik kan het niet verstaan. 40. Ik zit in hun vurige karren, zij zijn mij voorgegaan. Het is allemaal al doorleefd, alles is al opgetekend. Als het lichtend schuim der rozen, werd ik meegenomen. Ik moest wonen op een brug waar twee legers elkaar bevochten, totdat het vuur der rozen steeg, en de zoete honing en de zwijm begon te stromen. 41. Als liederen versmolten, ik kon haar niet bereiken, zoveel trauma's kende zij. Zij kon niet meer spreken, zij kon mij niet vertrouwen. Zij kon alleen maar steken, als een roos in een diepe vallei. Op mijn benen kon ik niet meer staan. 42. Ik kan ook niet meer denken, alles is doorstoken, door de doornenstruik. Ik kan me niet bewegen. Ben verstrikt in uw twijfel, onzekerheid bevroor mij. Ben nu een bloem in uw vallei. Na een harde nacht, makende alles zacht, zoveel draden van kennis en zachtmoed, geweven door mijn wonden, totdat alles onder het roze zakt. 43. Nu ben ik dan in distelzee, de rozen steken mij, totdat ik ontwaak in tederheid, tot het zachte ben ik gedaald, tot onder het roze, waar rozen met spiegelend roze mij betoveren. Ik ga nooit meer terug, maar een diepe koorts overvalt mij, als een zwarte brandende deken, waar hun ogen mij hebben bekeken, in hun boeken schilderden zij mij, onder het gele. Kun je mijn hand raken, er is prikkeldraad tussen jou en mij, ik hoor je gillen, wij zullen alles krijgen, als we onder het bruine zijn gezakt. 44. Plotseling, heb jij dat ook gezien, al die bliksemflitsen. Zij komen ons weer halen, totdat wij onder het bruine zijn gedaald. Ik kan mij niet bewegen, en jij kan het ook niet. Zij zullen ons opnieuw beschilderen, zij zullen ons opnieuw bewaap'nen. 45. Tot onder het bruine zullen wij komen, waar rozenschuim op ons wacht, door de staf van een vierde dood geslagen, waar de ochtend is vergaan, verdronken in een nieuwe nacht, waar iemand onder het bruine wacht. 46. Schilderijen in de nacht, Ik toonde haar mijn wonden, dalen van dauwtranen. 't Was tijd om binnen te gaan, in 't veld van schilderijen, Wij worden hier beschilderd, In boeken zullen wij veilig wonen. Tot zover de fragmenten van boek 46. Dit gaat over corona. De oude muren worden afgebroken en er komen nu de muren van de natuur. Het is een strijd tegen piraten. Zij hebben alles geroofd. De

vur is een oorlogsgids en leidraad in deze dingen. Corona is het tijdperk waarin velen alleen nog maar door ramen kunnen turen. We zien de oude wereld voorbijgaan. Het neemt zijn hoed af, groet even en is dan weg. De mens staart nu als naar schilderijen. Alles gaat terug naar de schilderijen, alles gaat terug naar de boeken, achter slot en grendel. boek 35 – de traan 2. Zij is op de rivier op een boot, Komende vanuit het vuurnood, De vurige steen, Brengende niets anders dan geween, De traan wekt tot leven, Door de warmte van de traan kun je nog steeds bewegen, De eeuwige traan 3. Ik heb haar gezien, Ze zit aan de zeeen, Zij wekt de golven op, Om hele landen te verzwelgen, Zij zit daar als een pijl op een boog, Om haar boodschap te brengen 4. Vurige stenen tussen jou en mij, Ik kijk er doorheen, En zie jou op een andere manier, Ik zie een andere kant van jou, En kan het beter plaatsen 5. De Heerin is in de lucht met haar tienduizenden, Zij komt om steden in te nemen, En hen te maken tot wildernis. Ook dit gaat over corona. Er zijn nu vurige stenen tussen de mensen. De oude muren zijn afgebroken, en de hemelse vurige hagel is gekomen om nieuwe muren te bouwen, want de mens was bevooroordeeld over elkaar en over de dieren, over de natuur. Nu komt er een nieuwe lens. De oude gezichtspunten en perspectieven brokkelen af. In afstand krijgt de mens beter overzicht, beter inzicht en beter doorzicht. boek 42 – wespenzeeën 1. Het moet vooral vaag blijven, Als je het te duidelijk maakt, raak je er in opgesloten, In vaagheid kun je altijd door blijven groeien, En kunnen de betekenissen veranderen 2. Dit is de vaagheid van de bloemen, Zij spreken, maar zij worden niet gehoord 3. Zij vangen alleen fragmenten op, En geven er hun eigen betekenis aan, Hoe meer woorden je gebruikt, Hoe meer je ook weer versluierd

5. Terwijl ondergrondse treinen door de muren van de stad heenbreken, Door de muren van je hoofd, Dan zingen de bloemen weer 6. Het zal wel ingewikkelder zijn dan wat ik nu denk, Teveel op dezelfde plaats gestoken 7. Ze hebben me stijf gespoten, maar ik draag nu de bloemen van het lijden. Ze hebben me stijf gestoken met angels, maar 'k draag nu de honing van het lijden. Ik heb sieraden in mijn haren, als de sieraden van de tucht. Ze hebben me gestoken, die bijen des hemels, en nu ben ik dan honing van het lijden, teveel verbroken, teveel op dezelfde plaats gestoken. 8. Ze schiepen daar een wond in een wond, als een waterig trauma, geen kracht meer om op te komen. En de laatste steek was dan om te doden, om mijn ogen te openen. Ze stak mij diep. 9. Gij eet dan honing nadat gij teveel bent gestoken. Neem hen mee tot de velden, Wij gaan van kooi tot kooi, en wie draagt de sleutel ? 10. Teveel staken ze mij, maar nu zijn ze dood. Ik wacht nu op het avondrood, om mij op te wekken. Hebben wij macht over de dood, als wij teveel zijn gestoken, als bloed tot nectar wordt. 11. Ik kom tot het morgenrood, om alles terug te draaien, Zij hebben mij teveel gestoken, Zij hebben mij teveel gebroken. Alles deed pijn, maar van het lijden zingt zij, als van zoete dromen. Bloemen zijn een beeld van dromen, en dromen laten altijd de grotere contexten zien en de dieptes, omdat het boven de kortzichtigheid van de mensen uitstijgt. Daarom moet een mens goed luisteren naar dromen, en die zijn allereerst vaag, de vaagheid van de bloemen. Ze blijven cirkelen. Alles gaat om cirkels, en die vagen weg. De mens moet tot een ander peil van concentratie komen. Bloemen groeien er in de dieptes van de mensen. Letterlijkheid en concreetheid is een vorm van materialisme, maar de bloemen breken dit af. Dromen zijn dus de nodige, innerlijke vaagheid van de bloemen, bijna als een vuilheid, een hemelse vuilheid. Vaagheid is een brug, een belangrijk thema in de vur, want de vaagheid zorgt er niet voor dat één kant overgeaccentueerd wordt. De brug zorgt dat er geen overmatige verdichting plaatsvindt, maar laat ruimte voor de andere kanten van het verhaal, de andere vergeten facetten. Daarom is de vaagheid van de bloemen, als een bloemenmist, zo belangrijk. Het is ter bescherming en correctie. Daarom wordt de mens door de hemelse bloemen ook gestoken, en dan plotseling zo'n vaagheid in je hoofd, zo'n waas, zo'n mist. Het is een prachtig natuurverschijnsel van de hemel.

Het is een bepaalde vijandigheid van de bloemen wanneer wij te eenzijdig worden en niet meer op de brug zijn : boek 109 – vuile paarse bloemen 1. Vuile paarse bloemen groeien langs de kant van de grote rivier, Met vuile gezichten staren ze ons aan, Bedekt met modder 2. Zij zijn één met de natuur, Zo is het altijd geweest 3. De brug over de rivier komt nooit aan, maar leidt ergens anders heen, In het midden heerst altijd de mist, Deze twee landen kennen elkaar niet, De brug heeft hen nooit de waarheid over elkaar verteld 4. En vuile paarse bloemen groeien aan de waterkant, Met hun vuile gezichten kan het hen niet schelen, Ze bewaken het mysterie, In de rivier verdwijnt alle tijd In de oude talen betekent het vuile ook vaak het mengen. Men is zo eenzijdig geworden dat men het verheerlijkt als schoonheid, wat pure smetvrees is. Daarom moeten de vuile bloemen komen. Corona groeit door de straten, door de huizen, over de muren. De vur is hierin een leidraad. Deze bloemen breken door muren heen. Het zijn de treinen van de andere wereld die door de stadsmuren heenbreken. De stad van psyche gaat ten onder, want deze was over de natuur heengebouwd. Deze treinen zijn ondergronds. Er was teveel druk. Nu explodeert het. Niemand kan het nog vasthouden. Het is losgebroken. Ze gaan ook weer verder, deze treinen. Ze blijven niet : boek 107 – witte bloemenveld 7. Het leidde mij tot de overkant van het witte bloemen veld, Waar ik jouw sieraden zag, Zij sluiten alle deuren en ramen, Zij sluiten de gordijnen, Zij nemen afscheid en vertrekken, Als een witte bloem die vaarwel zegt, Als een geheim achter de schutting 3. In de stad noemen ze alle dingen anders, Daarom ben ik tot het witte bloemen veld gegaan, Ik kan hier waarnemen hoe dingen echt zijn 1. Ik loop met haar over een pad door de witte bloemen velden, Het trauma heeft geen plaats hier, Want er is diep zicht, Wij kijken door de herinneringen heen Dingen houden plotseling op, of je hebt alleen nog maar een stukje ervan in je hand ? Het is de

vaagheid van de bloemen, om je te openen voor een andere wereld, een grotere context. Het is de opname. Heeft je leven kleur verloren ? Zie je alleen nog maar witte bloemenvelden om je heen ? Het is de vaagheid van de bloemen die tot je spreekt over verborgen dingen, over grote geheimenissen. Zijn je vermogens aangevreten ? Voel je je gehandicapt, beperkt, invalide ? Zelfde verhaal. Er is een veel grotere wereld waar wij uit mogen putten. Je bent tegen een muur van de natuur opgelopen, en al die muren vormen een pad, een tunnel, waar treinen rijden om je op te nemen tot de wereld van de vur, een bloemenwereld van de vaagheid van bloemen. Het is als een wedergeboorte. Je bent in de baarmoeder van de natuur moeder. Leer dit te zien, dwars door corona heen. Open je ogen. boek 101 – witte laarzen 1. De rozen groeien hier aan de muur, Er stroomt sap uit hun kelken. Zij prediken het woord met subtiliteit. Ze spreken psychedelisch en surreeel, en benaderen alles in cirkels. 2. Een brug van bloemen over de wilde zee, bloemen groeien vanuit de zee 5. De steek bracht haar slaap, waar de bloemen zo warm zijn, waar zij spreken over oceanen, waar zij nieuw zand brengen tot de bodem 6. De steek is er om ons dieper te brengen, De steek is er om een diepere droom te brengen 7. Afstand maakt alles weer zacht, Terwijl cirkel-benadering nieuwe kleuren maakt 9. Zij verzamelt hen allen in haar grote mand, In zeeen van bloemen, Met al deze golven van tanden, De doornen van de roos 12. Een stap verwijderd van het zomerveld, Het maakt je hoofd zo nat, Als druipende bloemen, Alsof miljoenen deuren sluiten 13. Door zomerdagen zullen de treinen aankomen, Het verlies van de herinneringen, Een poort van verandering, De laatste regendruppel, Niet om aan te raken, Maar alleen om te bekijken 14. De ramen van de bakkerij zijn allen gebroken, Deze schilderijen zijn allemaal beschermd door haar wetten, In het kunstmuseum

16. Door aandacht werden dingen te groot 18. De vrouw met de witte laarzen zal je initieren, Een zachte mond, Zij weet hoe je verleden te spreiden, Zodat je je speelgoed en spelletjes vind 19. Het is een schilderij 22. Vandaag hoorde ik van de vrouw dat het een speelgoedfabriek is waarin ik werk, Ik wist dat niet, Ik dacht dat ik het spel had verloren 23. Zij maakte dit om me te beschermen tegen iets ergers, Deze vrouw is gevaarlijk, Maar het was allemaal om mij te beschermen tegen iets ergers 27. Ik kijk naar het schilderij, Daar staat ze in de wildernis, En de lucht is donker 29. Waar zijn de wilde jongens nu ? Ze opent een boek, waarin wat plaatjes zijn van hen, Jouw pijn was hun pijn, Het was een boek in je hoofd, maar het kon alleen wegvagen als je het boek zou openen Deze bloemen komen uit de zee, uit de oerafgrond, om de mens terug te nemen. Hiervoor moeten ze de mens afbakenen van een heleboel dingen. De mensen worden de treinen ingesleurd. Ze moeten terug. De natuur roept de mens om prediker van de vur te zijn, van de natuur kennis. Hiertoe moet de mens vol worden met de natuur kennis, met vur, om zo eerst zelf opgenomen te worden. Zo kan de mens dan ook anderen opnemen. De mens is opgenomen om op te nemen. Dat is wat de hemelse dementie is. Er is een aardse, vleselijke dementie van psyche, en een hogere, hemelse dementie van de vur. Het is het terugkeren tot het oer. hoofdstuk 50 het pistool van mark david chapman Wat ging er mis in de flower power ? Het was een protest beweging tegen de vietnamese oorlogsmachine waaraan zoveel kinderen werden geofferd. Maar de flower power ging ten onder in drugsmisbruik. En de anti natuur sloeg keihard terug met 1984, big brother is watching you. Hysterische stalkers van totalitarisme. Er moest iets komen om boven deze machine uit te stijgen, en dat was geen drugs. Geestelijk gezien worden kinderen nog steeds spreekwoordelijk naar

vietnam gestuurd in de eeuwigdurende oorlog tussen het communisme en het kapitalisme. Waar liep het ergens vast ? De flower power was ervoor tot herstel van de natuur volkeren. De bloemen van context en samenhang moesten worden tot veren van overzicht en missing links. Je kunt niet eeuwig in cirkeltjes gaan, want je moet ook opstijgen, opgenomen worden, tot de veren komen. Bloemen worden tot veren. Daarvoor staan de indiaanse volkeren symbool. Het is niet letterlijk. De vur laat dit symbolisch zien als het komen tot de rode veer. Dit was een gebod (14:23). Bloemen worden tot vlinders, en dan tot veren. De vur zegt in boek 7, de diepte : 4.Van jongs af aan heb ik gestreden. Nu ben ik rijp het wapen te smeden. Veel bloemen heb ik zien sterven. Veel bomen heb ik zien wegzinken. De pijlen op mijn boog zijn scherp, terwijl er liederen branden op mijn tong, komend van een stil huis. Tijdenlang heb ik gezwegen, en Eeuw'ge woorden aan elkaar geregen. 5. U doorsteekt mijn wonden tot verdoving. Mijn haren staan in vlam. Laat ons tezamen zijn, en baden in de koele melk van rozen. 9. Waar zij de honger stierven, zo vol van honing zijn zij nu, veilig bij de bijen en bloemen des hemels. 10. Kom vlucht met mij. De dagen van de honger hebben honing voortgebracht. Kom waar zoete waarheid dwaalt, in 't hart van de diepte. Kom, haar armen wijdgespreid, als zoete honing op haar dekens, als open boeken rijzen zij, van het woord op haar tong. Kom, grotere diepte is zij, door daken heen breekt zij, om de kinderen naar huis te brengen. 11.Door bloemen heen, de waat'ren van grote diepte, boeken van honing openen zich voor u, als de spelers van de nacht, om hen allen thuis te brengen. 12.Om naakt tot het paradijs te gaan, omhuld wordend door het woord. Kom, de honing volgt zij, druipende van haar mond en tepel. Komt, de melk van 't woord, dat is zij. 20.Uw woord druipende van honing, totdat de nachtvlinder oprijst. 21.Met mijn hoofd in bijennesten raakte mijn tong het zoete, om eeuwig in u te sterven, totdat de nachtvlinder oprijst. 48.Draden van de honger gesponnen, vanuit Temet is het heil gekomen. 49.In een doodstrijd bevond ik mij, alles wat scherp en hard was plette mij, tot tederheid mij vond. 50.Witte roos, tederheid na de steek, zachtheid na de dood, in bitterheid waar ik bezweek, van honger tot honger ging ik, in Temet vond ik heil. 52.Een veer raakte mij aan, 53.Witte roos, tederheid na de steek, wonden veelvoudig gestoken, nu spiegelt het dan in de wind, al die gezichten die ik was vergeten. 54.Laat dan het woord in u oprijzen. En het eerste gebod is te lijden met uw moeder. En het tweede gebod is met Haar te strijden. Het is om te leren en te onderrichten, en het is om u te heiligen en reinigen in ijs. Het is om te luisteren naar het jonge. En gij zult de wet vervullen. Het proces bloem – vlinder – veer wordt hier beschreven en gaat diep. Wonden worden hiervoor veelvuldig doorstoken, en wat fragiel is wordt verplet, aan het kruis en in de oorlog waar we doorheen moeten, waar de stampende machines van 1984 zijn. Het is totaal genadeloos. Het is het lijden van de natuur moeder, en zo is er zowel een lijdensoproep als een oorlogsoproep en hierin mogen we geen deserteuren zijn, naar de drugs grijpen. Het kruis heeft haar eigen medicijn. En aan dit zakje medicijn hangen veren. Kennen wij het geheim van de veer ? De tweede bijbel spreekt er veelvuldig over. Wij moeten diep doordringen in de bloemenvelden totdat de vlinders ons opnemen en ons inwijden in het geheimenis van de veer. Ook vlinders zullen dus weer de cocon ingaan, opdat zij worden tot veren.

Wat zijn dan de veren ? Boek 2, de rode hei, spreekt erover : 10. Op een nacht kon hij niet meer verder. Hij moest hier weg. Hij rende het bos in, zijn huis achterlatende. 11. Na een lange tijd rennen kwam hij aan bij de indianenstam. Hij smeekte of hij daar kon wonen. 12. Hij voelde zich verscheurd tussen twee werelden. Hij leek steeds depressiever te worden, en er bleek geen kruid tegen opgewassen te zijn. Op een dag werd hij naar een indiaanse vrouw gebracht. Zij liet hem ruiken aan wat rode veren, en gaf hem een medicijn. Toen bond ze de rode veren in zijn haar. 13. 'Het grote geheim is wat jij moet zien,' zei ze. 'Ik zal jou op een tocht nemen door het bos naar het grote geheim.' 14. Ze gingen heel diep het bos in, langs meren en heuvels, tot een plaats waar de wilde dieren waren. Ook hier was een meertje. Nu zouden ze het meertje overzwemmen. Na een tijdje kwamen ze aan bij een struik die over het meertje hing. Vlakbij was een grot. Ze nam hem diep in de grot. Ook in de grot was een meertje. 15. 'Kom mee,' zei ze. Het was een soort tunnel die toen begon te draaien. Ze leken in een heel nieuw bos te komen. Hij voelde een band om zijn hoofd komen, en stralen kwamen naar binnen om zijn hart te voeden. 16. Als je er teveel van neemt, dan ga je dus echt dorpen en steden hallucineren als nachtmerries. 17. Het is een hele zware stof, die jarenlang in het lichaam kan blijven doorwerken. 18. Het was een geladen nachtmerrie, wat betekent dat het je langzaam in een tragedie zou zuigen. 19. In hele lage doseringen dient het als een medicijn. Het is dan goed gif. Wij moeten in ieder geval voldoende tegengif hebben om hier tegen bestand te zijn. 20. Wij kweken daarvoor bepaalde spinnen, die wij dan melken voor hun gif. Maar ook dit gif mag niet genomen worden in te hoge doseringen, omdat dat verlammingen kan brengen. 21. Voorzichtigheid is de moeder van de waarheid. Voorzichtigheid is de moeder van waarheid dus. De veren zijn een beeld van die voorzichtigheid, de afzondering, niet zomaar in cirkeltjes meedraaien. Er is een angst die boven alles uitstijgt, de angst van voorzichtigheid, van de waarheid. Temidden van zoveel leugens is zij, dus moet zij hen wel overstijgen, als beeld van de transcendentie. De veren zijn zo de switches, de schakelaars tot de andere wereld, de planeten, en elke planeet heeft zijn eigen energie en functie, zijn eigen frequentie, en zo wordt alles kaleidoscopisch. Daarom zijn de indianen de regenboog mensen. Ze zijn niet eenzijdig maar veelkleurig, als beeld van flexibiliteit en tederheid. Indianen en zij met een indiaans hart durven bijna niet te spreken over hun dromen en visioenen, want het wordt niet geaccepteerd. Je wordt voor gek verklaard en vervolgd, door 1984, degene die de flower power heeft vermoord, het pistool van Mark David Chapman, en we weten allemaal wel wat dat betekent. In principe hebben we het dan over 1980 die 1984 voortbracht. 1980 is de vader van big brother. 8 december 1980 was al het einde van de wereld. 1980 verhing zichzelf en bracht een dood geboren kind ter wereld : 1984, nog steeds met het pistool van Mark David Chapman in de hand. Vandaar dat de mens veren nodig heeft. Zo diep doordringen in de bloemenvelden totdat het veren worden, en dan opstijgen en wegwezen. Indianen en hen met een indiaans hart, de shamanistischcharismatische beweging dus, is het meest gehaatte en vervolgde volk ter aarde. We zijn allemaal slachtoffer geworden van het pistool van Mark David Chapman. Al deze bloemenvelden werden platgemaaid door de vietnamese oorlogsmachine waarvan dit pistool de vlag op de modderschuit is, de hoeksteen. Als je goed luistert kun je dit schot nog steeds horen. De wereld zou nooit meer dezelfde zijn. De flower power was over. Mark David Chapman was de catcher in the rye, zijn favoriete boek, een boek uit de 40-er en 50-er jaren, als een kindervanger tussen het graan. De kinderen mochten niet dromen, mochten niet symbolisch zijn, maar moesten onderworpen zijn het pistool van Mark David Chapman, de vader van big brother, oftewel 1980. Nog steeds strijden wij tegen dit pistool, en nog steeds dalen wij af in deze putten om de slachtoffers van dit pistool tot

leven te wekken, John Lennon en de indiaanse stammen die hij met zich droeg, alle kinderen van het flower power tijdperk en hen die tot de veren waren gekomen. Hij is daarom ook een soort Renok die in het eeuwig evangelie de stammen droeg, de verzetsstrijder die naast Jezus hing aan het kruis, en waarvan Jezus zei : 'heden zult gij met mij in het paradijs zijn.' Boek 86, het halssnoer, zegt hierover : 1. Jij zou mijn hoofd vasthouden zoals niemand ooit kon doen, en als ik de kloppingen van jouw hart hoorde, kon ik mijn hoofd laten rusten en veilig slapen. De dingen die jij me vertelt kalmeren mij, het is als staande op een heuvel van dromen. 2. Ik ben wachtende op de dag dat ik je weer zal vinden. Plaats van veren, nemende de lasten weg van mij, je leidt me naar de zachte, zachte rivier, als het slaaplied dat je zingt. 3. Oh, stem van veren, alsjeblieft laat me in. Als het ritme van een lange verloren droom, dring je zacht door. Maar ik ben op de vlucht. 4. Roos, zo traumatisch, de herinnering buigt. 5. Ik kan hun geuren ruiken. 6. Het heeft me gebeten, nu draag ik het merk, een fragiele stroom glijdt diep naar binnen, het houdt nooit op, het trilt als de ziel van de bloem. 7. En het bijt me lager, ‘k heb nu nog een merk, als een vreemd litteken onderwater. Mijn visioenen verdrinken hier, mijn gevoelens trillen weer. 8. Als de bliksem stond ze voor me, als de roos. Maar het is allemaal maar een herinnering, 9. Het breekt, en dan gaat het terug in de geschiedenis, als een plaats waar het schuilt, als een plaats waar het brult. 10. Ik zit vast in een gevangenis, kan me niet bewegen, er is zoveel dat ik mis, maar een steen in mijn hand leidt me door dit dromenland. Door het geluid van de stilte, en de kleur van duisternis, hoor ik altijd jouw zachte stem als een fluistering, of verbeeld ik me het maar. 11. Zij die als de gele morgen is, Zij is dan het raadsel van de oude tijden, de hoeder der tranen en de leidsvrouwe der heiligen en gezuiverden. 12. Hij is de woedende traan, en de traan van oorlog. 14. Buiten staan zijn geweren in standaarden op het gras, gewoon tussen de huizen, en pakte hij jou, maakte hij jou. 15. Kijk naar omhoog en vang de regen op, wanneer de zwarte regen tegen je heeft gestreden. 16. Al die soldaten tegen jou, zij zullen altijd tegen je strijden. 17. Altijd heeft hij tegen je gestreden, totdat je het verborgene ontdekt. 18. Ik weet, je leeft in bevroren dromen ... ik weet je leeft in stenen verborgen … 19. Op de muren loopt hij, naar binnen kijkt hij niet. 20. Leidt mij tot het rode, door de ruiten heen, dieper in de kasten. 21. Kom tot mijn kasten, mijn geweren in standaarden tussen de ruiten en de huizen. 22. Loop rondom mijn muren, loop eroverheen, kijk niet naar binnen, maar naar mij, als het harde in de straten valt, wie bracht jou naar de overkant. 23. De littekenen zijn als vuur. Wie heeft jou gevonden en wie sloeg jou stuk ... wie gaf jou de kus

des doods ... wie offerde jou ... Wie ligt naast jou, wie heeft er verdriet ... die kus van pijn die geeft mij verdriet ... een litteken … 25. Zij bracht mij tot een leugenstrand, mijn woorden verbrand ... Het as nam zij van mijn edelstenen ... Zij heeft mij vermoord door een kus ... Zij raakte mij aan in moedertaal .... Zij bracht mij naar een leugenstrand, de aarde is verboden, tot een toren steeg ik op, over brandende treden, kokende ... Zij bracht mij naar het leugenstrand, Zij brengt mij tot de dieptes van het bestaan ... 26. Ik hoor je woorden met mijn hart, en ze cirkelen door mijn lichaam, het maakt me duizelig ... je woorden zijn als vuur ... Mijn hart bloeit en groeit ... en dan neem je me mee ... 27. Op de rozen heb ik verhalen geschreven ... naar de overkant van de tuin van het lijden ... 28. 'T is maar waar de dromen bloeien ... Op de rozen hier heb ik verhalen geschreven .... de letters traag, en draaien in allerlei golven … 29. Zij hebben mij gestoken .... in grote letters schreef je mij ... op een nachtvlinder vluchtte ik .... Toe, nachtmerrie ga snel voorbij ... ik zwom tot het eiland ... op de zomer wacht ik ... tot de boze droom geheel is uitgewaaid ... Ga snel voorbij oh nachtmerrie, ga snel voorbij, oh pot met vergif, want tot de woning ben ik gekomen ... met haar boeken als bomen, als hoge dromen .... door de vogels zal ik daar komen ... zij komen in mijn dromen … 41. Ik heb u geleidt tot de ramen, en de visioenen. Gij zijt vrij. 42. Ik breng boodschappen van verleden tijden naar boven, en ziet, zij borrelen en dragen genezing, kennis en kracht. Ik spreek tot de bergen en de heuvelen, en zaad dale op hen neer tot nieuw gewas. Een nieuwe schepping zal komen, geheel nieuw. 43. De duidelijke zin van het woord zal hersteld worden, en de taal. 44. Mijn woorden zijn kracht en kennis, als het rode dat van de heuvelen druipt. 45. Zij was het dan die sprak : Laat dan de kinderen los, want gij kunt ze niet dragen. Bouwt dan de brug, opdat zij eens kunnen volgen, en zij niet vergaan. Zij leidde tot het Rode. Het Eeuwig Evangelie zegt in het boek Joringel : 3:2 Er groeien veren binnenin waar ik te vaak ben gestoken, veren binnenin waar ik de moed opgaf. Van binnenuit hebben ze me opgegeten, ben ik nu dan net als hen ? Ben ik één van hen, sinds zij dan in mij woning maakten, veren groeien tot elkaar, diep binnenin, terwijl zij ernaar staren. De naald is veer geworden. Telkens als zij steekt wordt zij dan zachter. Grote veer, toe maak dan in mij woning, een zachte hand, een grote pijn, als bliksem tot je komende, als de melk van 't reine. In een doodstrijd, tot onder het zachte gedaald, een nieuwe pijn bevrijdde mij, in zacht vuur te ontwaken, tussen rozenschuim en lelieschuim, waar een donk're nacht het op heeft gegeven, tot onder het donk're gezakt. Van veer tot veer ga ik. Ons onderwijsboek 'de uitverkiezing des geestes' uit 2004 beschrijft de veer als een hemels loonsysteem, een hogere geestelijke economie. Ook wijst de veer op de hemelse bloedbanden, in het tweede bijbelse verhaal 'het visioen'. De veer kan ook de aardse, vleselijke bloedbanden verbreken. De indiaanse bijbel van de tweede bijbel zegt over de veer : I, 3:9 Vangt de veren op die zij tot u zenden. Op vogelen zult gij niet binnentreden, maar door hun veren.

Acht daarom de veer hoger dan de vogel, want zulken heeft de Heere lief. Eert echter de vogel als een voertuig. Gij mocht hem nog eens nodig hebben. I, 4:12 De waarheid zal u vrijmaken, en zal tot u komen als vogels. Neemt de veer die de waarheid tot u laat neerdalen, en kom tot de hogere en verdere waarheden. I, 6:2 Maar zou de Heere het bovengeestelijke uitstorten, dan zou er geen weg meer terug zijn, want dan zou het bovengeestelijke in gevangenschap leven. De Heere is gekomen om het geestelijke vrij te zetten. Daarom : Zij die in een uitstorting geloven : Zet nu het geestelijke vrij, en kom tot het bovengeestelijke. Hij is de vogel des Heeren, en Hij zal u meevoeren, en u helpen in uw klimtocht. Maar Hij zal niet in u uitgestort worden. Hij zal u alleen een veer schenken. Houdt daarom vast aan het kleine dat Hij u geeft, en weest dankbaar, want meer hebt gij niet nodig. Waarom zoudt gij uzelf verzwaren om zo niet meer te kunnen reizen ? Zo zou u de heerlijkheden des Heeren zeer zeker mis lopen. Daarom : Zij die in een uitstorting geloven : Komt hiervan terug, en laat uw harten hierdoor niet meer verzwaren. Gij zijt immers opgegroeid. Zet uw gevangenen vrij, en kom tot het bovengeestelijke. De christenen moesten het heilige geestelijke ontvangen in de vorm van vurige tongen op hun hoofd, maar dit verhaal komt oorspronkelijk uit de egyptologie, en was het ontvangen van de veer van de waarheid op het hoofd. Iedere ziel moest een tocht maken tot deze veer, om de veer te ontvangen. De veer zou onderscheid maken tussen het geestelijke en vleselijke. Dit proces staat o.a. beschreven in ons onderwijs-boek 'de essentiële egyptologie'. Ons onderwijsboek 'de egypte code' uit 2017 zegt over de veer : 'De heilige veer is zoals de vogel hoog boven alle dingen, verbonden aan de hemel. De heilige veer staat in die zin voor de nomadische inspiratie, als een doorgang, een poort. De wijsheid communiceert de kennis, door de wet (Oeloe, Orions-Afrikaans), en laat de details en contexten zien vanwege het grote overzicht, en is daarom een wezenlijk deel van de kennis. Dit is hoe Jèsoe haarzelf voortbracht, door haar Ajawoe-deel, door de heilige veer, als het gnostische autogenes principe van zelf-geboorte. In die zin is de heilige veer ook het symbool van de vruchtbaarheid. Het is de metaforische sleutel tot evolutie, revolutie en ascensie. De indianen communiceerden door veren met de onderwereld en de hogere werelden. Vogels wisselen vaak hun veren en krijgen dan nieuwen. De indianen verzamelen de afgeschudde veren die ze dan weer kunnen gebruiken voor het communiceren met de hogere dimensie. Ook is het bij de indianen een beloning-systeem. Ook zijn veren een symbool van gebed wat zij gebruiken.' hoofdstuk 51 subliminale boodschappen – de wildernis kerk Als je naar een film kijkt of naar muziek luistert zorg er dan voor dat je het niet voor vermaak doet,

maar voor de diepere boodschappen die erin zitten. Doe het voor educatie, niet voor vermaak, anders val je in vele valstrikken, het hele rigil kent probleem, want dan is het puur materialisme en plezierzucht. Kijk dus nooit zomaar films voor vermaak. Zoek naar de diepere subliminale boodschappen. Educatie is het ware vermaak, dan heeft het meer substantie en diepte, in plaats van achter goedkoop geluk en plezier te hollen. Zoek niet naar het goud der dwazen. Educatie heeft genoeg aan zichzelf. Je bent hier op excursie, en er zijn vele valstrikken als je te ver afdwaalt. Je bent hier niet op eet vakantie. Het is hier geen luilekkerland waar je alles zomaar van de bomen kunt pukken wat glimt. Neen. Er zitten slangen in elke boom, en er zijn beren achter elke boom. Doe het ook niet voor de mensen. Wat heb je eraan als je een mens wint, maar educatie verliest ? Als je het de mensen naar de zin wil maken, dan werk je gewoon voor demonen en duivels. Ja, de mens is een valstrik in deze gebieden, een grote valstrik. Denk na over het woord 'mensen'. Ja, de mensen dit en de mensen dat. De mens wil oh zo graag geliefd zijn en vereerd worden, en ze vergeten de educatie. Wat heeft het dan voor zin ? Denk aan het woord 'mensen'. Het zijn gewoon parasieten. Zeg het woord maar heel vaak : 'mensen, mensen, mensen.' Het is een parasieten soort. En dat zou je dan moeten volgen ? Nee, ren voor je leven. Je weet waar je heil ligt, niet in een mens, niet in mensenvlees, of het behagen van mensenvlees, maar je heil ligt in de educatie. De mens is verstrikt in rigil kent, plezierjachten, goedkoop genot. Wees niet één van hen. Wees speciaal. Wees een geeducateerde. De mens is op excursie. Er is geen tijd voor iets anders. De excursie heeft genoeg aan zichzelf, en alleen zo kom je er veilig door. Teveel wezens willen je grijpen, en ze grijpen ieder kind wat van de educatie afdwaalt. Dit is geen educatie door mensen, maar educatie door de natuur. Niet de vleselijke, lagere, verdichte natuur, maar de hogere natuur. Kom hogerop, blijf niet plakken. Wees een opgenomene van de hogere educatie, van het hogere woord wat ver boven de mensen uitstijgt. Kijk je naar een film voor vermaak, lees je een boek voor vermaak, of luister je naar muziek voor vermaak, dan ben je 'easy prey', gemakkelijke prooi voor parasieten. Nee, die parasieten kun je niet zien, die zijn goed gecamoufleerd. Ze laten die parasieten niet zien op het nieuws of het jeugdjournaal. Er wordt niet over gesproken. Ze houden zich heimelijk verborgen. Ze kunnen ook niet gezien worden door de moderne apparaten van de mens. Die zijn namelijk allemaal voor bedrog en achterhouding van feiten. Ze kunnen alleen gezien worden door een geeducateerde. Kijk je naar een film, lees je een boek, of luister je naar muziek, gewoon voor vermaak, dan ben je levende al dood. Dan hebben ze je al. Dan groei je gewoon vast in de domkop naast je of na je, en dan ga je dertien in een dozijn, en wat heb je dan ? Dat is wat het rigil kent probleem is van de verdichting, een siamese schijnwerkelijkheid. Allemaal glitter, maar geen inhoud, en ze kunnen nergens meer naartoe. Ga niet lopen siamezen, maar ren voor je leven. Het siameze monster heeft honger, en bekleed zichzelf met je huid, doet zich tegoed aan je inhoudt, en dan wordt je één met het monster. Het voert oorlog tegen de geeducateerden, maar is zwaar aan de drugs. Laat deze oorlog je passie zijn. Allemaal voor de educatie. Dat is het ware vermaak. Het heeft genoeg aan zichzelf. De siameze schijnwerkelijkheid zal weer instorten want het is tegen zichzelf verdeeld, en vreet zichzelf naar de ondergang. Te zwaar om op te stijgen. Geen veren om het vlees te doen zwijgen. Zit niet aan tafel met plezierzuchtigen, stelt psalm 1, want ze eten je vlees. Ze weten niet eens wat ze eten, en je bent er zo bij. 'Kip, ik heb je.' Plotseling draaien ze zich naar je toe, en heb je een mes in je buik. Dat komt ervan als je samen met ze eet. En dan ben je één van hen. Zit niet aan tafel met hen die vlees eten. Er is een veel hogere oorlog, een veel hogere educatie. Wees hoog opgeleid, niet door de mensen, maar door de hogere natuur. Het rigil kent probleem is een groot probleem, niet te onderschatten. De indianen en natuur mensen zijn op de hoogte van dit probleem. En zij dragen het medicijn. Als door geduld en volharding in educatie je bloemen tot veren zijn geworden, ga dan tot

de hemelse watervallen. Zie de hemel zuiver als iets van de natuur, niet iets van de mens. De valse hemelen van rigil kent zullen allemaal weer instorten, omdat ze slechts door mensenvlees waren gebouwd en bedacht. Als deze parasieten steken dan sterven ze een langzame dood. Je bent dus niet zomaar van hen af, want ze haken zich in je vast, en planten zich voort in je, zodat je vlees bent voor hun kinderen. Ze sterven in je en richten nog zoveel mogelijk ravage in je aan. De 1800-se predikant H.F. Kohlbrugge (1803-1875) sprak : ook al hangen er duizend duivels aan je benen : Blijf doorgaan. Het is niet leven, maar overleven. De boodschap van educatie is : leren overleven. Ze komen gecamoufleerd. Wees dus op je hoede. Ze kennen je zwakke plekken. Werk dus aan je immunologie. Ze zullen het blijven proberen. Ze zullen nooit opgeven, en zijn hierin radicaal en gewiekst. Jij bent hun laatste strohalm. Zij zijn zich van geen kwaad bewust want ze zijn zwaar aan de drugs. Ze zullen alles goedpraten, de grootste misdaden. Voor hen is het kwade goed. Alles is omgekeerde wereld. Kun je daarin overleven ? Alleen op excursie kan dat. Alleen de geeducateerden zullen overleven, ook al sterven ze elke dag. Paulus zei in 1 korinte 15 : 30 En waarom lopen wij dan elk uur gevaar? 31 Ik sterf elke dag. Hij zei dit om leven en educatie te geven aan anderen. Hij kent ook de opwekking, want dan zegt hij : 32 Als ik, naar de mens gesproken, tegen wilde dieren heb gevochten in Efeze, wat voor nut heeft dat dan voor mij, als de doden niet opgewekt worden? Laten wij dan maar eten en drinken, want morgen sterven wij. 33 Dwaal niet: slecht gezelschap bederft goede zeden. 34 Word op de juiste manier nuchter en zondig niet, want sommigen hebben geen kennis van God. Tot beschaming zeg ik u dit. 'Ik sterf elke dag,' zei Paulus, en in het Aramees staat er 'ik blijf elke dag verborgen totdat ik verdwijn.' Dat spreekt over de opname. Er is een schuilplaats als je dagelijks aan jezelf afsterft, oftewel de dingen in het verborgene zoekt, de diepere lagen, in plaats van de onbenullige dingen waar mensen zich mee bezig houden. Zoek de verborgen lagen in de films die je kijkt, de muziek die je draait en de boeken die je leest, tot een schuilplaats, opdat je niet één bent met de massa's die zich in de afgrond zullen storten door hun pietluttigheden. Wees diep. Alleen in de diepte is er ontkoming. Dat was waar Paulus over schreef. De grote verdwijningstruuk. Maak jezelf maar onzichtbaar. Toen Jezus was gestorven was dit ook om te verdwijnen in de opname. Het pad van het kruis leidt tot het pad van de hemelvaart. Niemand kon hem nog vinden, alleen maar in het hart. Niemand kon hem nog vinden, alleen hen die de dingen zochten die boven waren. Wees niet goedkoop. Verlaag je standaarden niet voor de mensen. Houdt de lat hoog. Sterf iedere dag, zoals Paulus en Jezus, en ga iedere dag tot het verborgene, opdat je kunt verdwijnen, en de parasieten je niet meer kunnen vinden. Er is een schuilplaats voor de kerk in het verborgene, voor de ondergrondse kerk, zij die het getuigenis van de educatie bewaard hebben. Dit is de wildernis kerk, het overblijfsel. Ben je een uitverkorene ? Dat zijn alleen degenen die de educatie hebben uitverkoren. Ze hebben geen verkiezingen gehouden om datgene wat het beste vermaak geeft uit te kiezen, maar datgene wat het meest educatief is. Vergeet daarom de bedriegelijke democratie van de meeste stemmen gelden en van het volgen van de meerderheid in het kwaad. Geen democratie maar educatie. Het water is de bron, spoelt alles af, laat de diepere lagen zien, geeft dromen en visioenen. Daartoe

leiden de veren. Daarom zegt de vur ook : 'Plaats van veren, nemende de lasten weg van mij, je leidt me naar de zachte, zachte rivier, als het slaaplied dat je zingt. Oh, stem van veren, alsjeblieft laat me in. Als het ritme van een lange verloren droom, dring je zacht door.' (86:2-3) Zo kunnen de herinneringen afbuigen, wat het water ook doet (86:4,9). Het blijft tegen je strijden als zware regen totdat je het verborgene hebt ontdekt (86:14-17). hoofdstuk 52 natuur gist Wat is dat dan precies, het rigil kent probleem ? We hebben er veel over geschreven. Het betekent de sabotage van het immuun systeem. Als je bijvoorbeeld overmatig of verkeerde medicijnen of drugs neemt, dan kan het het immuun systeem gaan nabootsen, terwijl het in principe gewoon het immuun systeem verzwakt en bedriegt. Zo wordt je afhankelijk gemaakt aan één of ander middel en raak je verslaafd, terwijl het niet je daadwerkelijke natuur immunologie is. Ik had een droom dat ik een oude computer wegbracht om gemaakt te worden bij een winkel. De computer reparateur was al naar buiten gekomen en begon het ding direct al buiten te onderzoeken. Toen nam hij het mee naar binnen en wij volgden hem. In de winkel was ook een soort ruime huiskamer. Eerst zaten we even aan de voorkant, en toen gingen we naar achteren, ik en een indiaanse vriendin. Er was achterin de huiskamer ineens een hele kleine rode schorpioen. Ik ging toen weer terug naar de voorkant, naar de deur van de huiskamer, maar het beest kwam toen achter mij aan en wilde mij aanvallen. Ik stampte het beest toen kapot. Het beest begon zich te splitsen de hele tijd, heel snel, en de afzonderlijke delen begonnen zich ook te splitsen vliegensvlug, en weer nieuwe delen te vormen, allemaal in het klein, en toen splitste en vormde het zichzelf tot hele kleine meubeltjes, en hele kleine poppetjes als een familietje, en ze spraken allemaal heel snel, en maakten hele snelle bewegingen, allerlei familie tafereeltjes, wat dan hun leven was. Het was bijna niet te volgen, zo snel ging het. Toen kwamen er letters uit het familietje, ook heel snel, en het ging over verwennerijen. Toen kwamen er andere letters, en toen stond er : 'geen god nodig.' En toen : 'you won.' Toen verdween het familietje met hun meubels in het niets, alles vaagde weg en toen was de droom afgelopen. Ze voerden dus gewoon kleine poppenkastjes op. Ze hebben geen geduld, alles gaat snel snel, en geen god nodig, oftewel geen principes, geen bron, maar gewoon leven voor vermaak, niet voor educatie en kennis, niet voor het diepere, vastere leven. Daarvoor had ik een droom van de kern van orion, van het minderen als een soort planeet of maatstaf, een schuimende kern waarin het hongeren aan het gisten was. Het was een hemels gistingsproces, de oogst van geduld. Het wwas heel liefelijk en teder, waardoor er een enorme ruimte zichtbaar werd, steeds dieper, omdat daarvoor alles achtergelaten was, alles opgegeven. Het was het gisten van het kruis, van het chronische kruis, van volharding in het lijden en strijden dus, en het bracht de hemelse traan voort wat de diepere zintuigen opwekte. Het was een hemelsere gist dan wijngist of broodgist. Een heleboel mensen geven het op halverwege het gistingsproces en keren weer terug naar de vleespotten, naar rigil kent, en nemen hun placebo's, hun kunstmatige middelen van vermaak, heel goedkoop en onnatuurlijk. Veel middelen hier op aarde aangeboden en overmatig en overmoedig genomen breken het hemelse fermentatie proces af.

Hoe kun je aan het materialisme ontkomen ? Doe alles wat je doet, zegt, uitbeeld en denkt met een betekenis, dus de manier waarop je je kleed en siert, de manier waarop je jezelf presenteerd, in je doen en laten, de manier waarop je je woning inricht, enzovoorts. Laat het een diepere boodschap hebben want als het zonder betekenis is, zonder boodschap, alleen voor vermaak en gemakszucht dan is het materialisme. Dan wordt het je tot strik. Materialisme is snelheidsfreaks, geen tijd voor de boodschap, alleen tijd voor vermaak, powerjunkies, geldjunkies. Je kunt alleen van het materialisme afkomen door profetisch te leven. Rigil kent toetst niet, maar het ware profetische toetst altijd, omdat het de demonologie als basis heeft. Dit is een beveiligingssysteem. Het is een alarm systeem. Rigil Kent grijpt snel naar de wapens, maar het profetische matigt het wapengebruik, omdat er allerlei voorwaarden aan vooraf gaan, anders ben je een blinde vuistvechter. De gisting van de natuur, van orion, is het mooiste wat er is. Het is het gisten van het minderen, van de leegte, wat zijn eigen schepping heeft. Als Paulus zegt : ik sterf elke dag, dan zegt hij in het oorspronkelijke aramees : ik scheid mijzelf af iedere dag, ik zonder mijzelf af iedere dag, totdat ik verdwijn, oftewel tot de opname. De opname is het resultaat van het gistingsproces van de natuur. Dit komt regelrecht uit de egyptologie, want ra stierf ook iedere dag, als de dag die afliep om plaats te maken voor de nacht. Dit is dus geen passieve leegte, maar een actieve leegte, want ra streed tegen de slang, tegen de beesten van de onderwereld. We hebben het dus over het gistingsproces van pniel, van lijden en strijden, toetsen. Het is als een spelcomputer zoals in mijn droom. Zorg ervoor dat je te horen krijgt : you won, zoals ook Jakob dat op pniel te horen kreeg, terwijl hij eigenlijk verloren had. Je kan vele rondes verliezen, en je moet je oude leven verliezen, opdat je god wint. Je computer kan kapot gaan, maar het kan weer gerepareerd worden. hoofdstuk 53 glitch in het systeem Wat zijn de zogeheten death deals ? De steden zijn grafsteden, en op elke hoek van de straat springt wel een grafsteen open, en komt er een skelet uit met een contract, een death deal, om het de voorbijgangers aan te bieden. Wat zijn die death deals ? Gij zult geen vals getuigenis spreken over uw naaste. Het is het negende gebod waar vele organisaties schuldig aan zijn, en het gebeurt op grote schaal, als massa productie, want ze verdienen er dik aan. De oude profeten waarschuwden er al voor : gij zult geen steekpenningen aannemen, geen geschenken voor uw rechtspraak, oftewel laat je niet omkopen. Maar death deals worden goed, heel goed betaald, en de mens denkt het nodig te hebben, een leugentje voor bestwil, om er goed van te kunnen leven, over de ruggen van anderen heen. Ja, de mens gaat over lijken. Als je geen aandacht geeft aan de death deals dan gaat het tollen voor je ogen, en dan begint de oorlog, want ze geven niet op. Dan moet het maar op de harde manier. Dan komen de skeletten met hakbijlen achter je aan. Ze sluiten je op. 'Wil je nog steeds de death deal niet ?' Gij zult geen vals getuigenis spreken tegen uw naaste, wat ook betekent geen vals getuigenis over uw naaste te spreken. Sluit geen death deals. Alle ware profeten worden vervolgd. Je kunt het niet

dubbel hebben, je kunt geen profeet zijn en ook nog eens death deals sluiten en death deals aanbieden. Daarom leefden de oude profeten afgezonderd. Ze waren niet bang om heilige huisjes aan de kaak te stellen en omver te trappen, maar ze betaalden hier vaak een hoge prijs voor. Toch is er ook overwinning over de death deal, en de death dealers, de skeletten die met graf en al uit de grond opspringen telkens. Zaai in goede aarde, dan is er op een dag een goede oogst. 'You won,' krijg je dan te horen, net zoals Jakob op Pniël. Dan heb je de goede strijd gestreden. Deze machines zijn namelijk niet onaantastbaar. Het zijn slechts gimmicks. Die komen en gaan. Als ze uit de grond springen trap er dan niet in. Ze houden vanzelf wel weer op. Het is maar tijdelijk, maar geef niet aan ze toe. Anders zou je ook een death dealer worden. Waar je mee omgaat wordt je mee besmet, en je besmet er ook vele anderen mee. Dat is een erger virus dan corona : het corrupta virus, het death dealer virus. Er is een kink in de kabel. Er is water in de reageerbuis gekomen. Er is een glitch in het systeem. Deze systemen staan op instorten. Ze proberen het weg te wassen, maar het gaat maar niet weg. Het wordt alleen maar vuiler, hoe meer ze het wassen. Dat komt omdat het nooit echt was geweest. 'You won, you won, you won,' krijg je dan te horen. hoofdstuk 54 symbolisme of literalisme Leviticus 7 27 Alwie enig bloed eet, die zal uit zijn volksgenoten uitgeroeid worden. Calvijn stelde bij dit hoofdstuk dat de mens in soberheid diende te leven om zo niet de door de natuur aangestelde limieten te overtreden. Het was een symbolisch boek, maar het westen bouwde er een walgelijke, letterlijke vertaling overheen, waardoor ze niet meer in soberheid leefden en zo de natuurlimieten overtraden. Met alle gevolgen ervan : van Calvijn tot corona. Calvijn was een enigma. Verletterlijkingen waren in die tijd al gaande, waar Jesaja en Jeremia tegen optraden. Ze streden tegen de leugenschrijvers van de priesterlijke ordes. Priesterlijke ordes kunnen al snel corrupt raken. Al snel kan het tot marktbedrijf worden, zelfverheffing en weelde. Calvijn zei : Blijf sober. Oh, hoe de reformatie van deze soberheid is afgeweken. Alle natuurlimieten werden doorbroken, vooral van het negende gebod : Gij zult geen vals getuigenis spreken tegen uw naaste, en ook niet over uw naaste. Vandaar : van calvijn tot corona. Nu is het cirkeltje rond. Nu is de natuur weer aan het woord. Het boek Leviticus is een beeld van het offeren van geloftes, van belijdenissen, zoals Calvijn ook laat zien. We kunnen ook denken aan Hosea 14 : 3 Komt met woorden van schuldbelijdenis, bekeert u tot de Here, en zeg : wij bieden als offer de belijdenis onzer lippen. Natuurlijk mag dit geen lippendienst zijn, en daarom wordt er ook gesproken van bekering als het ware offer. Het gaat dus veel dieper, zoals in Hosea 6 :

6 Want in liefde heb Ik behagen en niet in slachtoffer, in kennis van God en niet in brandoffers. Dat is de ware soberheid. Het woord vertaald in liefde is in het hebreeuws checed, wat zowel zorg als tucht betekent. Zorg voor jezelf, maar tuchtig en disciplineer jezelf ook, oftewel wees sober. Dat is ook de daadwerkelijke zorg naar anderen toe. Het is het grootste offer om jezelf op te stellen in dienst van het zorgen voor de natuur en voor anderen, wat begint met het zorgen voor jezelf. Als je voor jezelf zorgt kan dit ook doorstromen naar anderen, en die zorg is ascetisme, jezelf onderwijzen, niet jezelf te buiten te gaan. Je bent als moeder aangesteld over jezelf. Zo kan dat ook doorstromen naar anderen. Dat is het ware offer. Calvijn stelde in zijn bespreking van Leviticus 7 dat Mozes zijn kinderen soberheid leerde, en daarom allerlei limieten stelde om hen te beveiligen, zodat ze niet aan eerzucht ten prooi zouden vallen. Daarom beroofde hij ze ook van waardigheid. Er stonden teveel gevaren op de loer. Ook stelde Calvijn dat de zonen van Mozes werden geleerd het niet voor aards loon te doen, geen kooplieden te worden, want dan zouden ze het voor winst doen en God bedriegen. Calvijn stelde dat de profeten hen verweten dat 'er niemand was die het vuur om niet aanstak'. En het is waar. Waar zijn vandaag de dag nog mensen die het werk van God om niet doen ? Om niet hebt gij het ontvangen, geeft het om niet. Dat is altijd onze doelstelling geweest. Leviticus 8 23 en Mozes nam een deel van het bloed en streek het aan Aärons rechter oorlel. Het bloed is d'm in het Hebreeuws, en in de Egyptische wortel betekent het de besnijdenis, voornamelijk de besnijdenis van het verstand. Dit is ook weer de wortel van Adam, 'hij die besneden is in zijn verstand, in zijn kennis'. Calvijn merkt hierbij op dat de psalmen zeggen : 'Brandoffers en slachtoffers hebben u niet behaagd, maar hij hebt mij de oren doorboord.' We kunnen hierbij opmerken dat dit iets geestelijks is, als de besnijdenis van het oor, het leren luisteren. In de Egyptische context betekent Leviticus 8:23 dan ook : en Mozes bracht de besnijdenis, d'm, aan op Aaron's oor. hoofdstuk 55 'En Aaron zweeg stil.' – bespreking van calvijn's commentaar op leviticus 10-11 Leviticus 10:3 En Aaron zweeg stil. Zoals Hosea 14:3 laat zien is het boek Leviticus een beeld van het mondoffer, het offer van onze lippen : 'Komt met woorden van schuldbelijdenis, bekeert u tot de Here, zegt tot Hem: Vergeef de ongerechtigheid geheel en al, en wees genadig; wij bieden als offer de belijdenis onzer lippen.' Geenszins een letterlijk boek dus. Calvijn stelt bij zijn bespreking van Leviticus 10:3 dat Paulus had gezegd dat de woorden van God ons gegeven waren om ons geduld te leren (Rom. 15:4). Als onze hartstochten teveel zijn opgewekt dan is dat het beste geneesmiddel om ze te onderdrukken en te beteugelen, stelt Calvijn, om ze aan God te onderwerpen, zoals ook David sprak in Psalm 39:10 : 'Ik ben verstomd, ik zal mijn mond niet opendoen, maar gij hebt het gedaan.'

Al met al zien we dat het boek Leviticus een boek is van beeldspraak over het offer van de mond, wat ook het offer van het zwijgen is. Stilzijn om te kunnen luisteren. Onze woorden kunnen namelijk tussen God en ons inkomen. Er moet leegte komen tussen God en ons, opdat wij naar God kunnen luisteren, en niet met ons gekwetter de woorden van God missen. Daarom stelde Calvijn dat onze oren doorboort moesten worden, als een besnijdenis van zowel de mond als het oor. Waar dit niet goed gebeurt daar worden zowel het oor als de mond roekeloos, en dan zal de mens vreemd vuur offeren, wat overigens ook in de kerk is gebeurd toen ze al deze dingen gingen verletterlijken, terwijl het om hun eigen mond en oor ging. Het hart kan zeer bedrieglijk zijn, zoals we ook zien in Leviticus 10:1 : En de zonen van Aäron, Nadab en Abihu, namen ieder zijn vuurpan, deden daar vuur in en legden daar reukwerk op; zo brachten zij vreemd vuur voor het aangezicht des Heren, hetgeen Hij hun niet geboden had. Mozes had hen onderwezen, maar de zonen van Aaron draaiden de hele orde om, stelde Calvijn, alsof ze nooit iets gezien of gehoord hadden. Mozes had ijver noch moeite gespaard om hen te onderwijzen en hij had ze gewaarschuwd, maar het werpt dus niet altijd directe vrucht af, en daarin moest Mozes ook geduld hebben. Hoe goed de leraren ook zijn, als de leerlingen niet luisteren en geen goed geheugen hebben, dan is het niet altijd iets wat vrucht voortbrengt. Het inscherpen door God is dus geen overbodige moeite, want de mens vergeet alles snel, en dwaalt snel weer af, stelt Calvijn. Daarom worden er ook zulke beelden gebruikt in Leviticus, maar het is dus van belang te weten wat het betekent. In de grondteksten is dit zeer duidelijk, maar de westerse bijbels hebben de mens op een dwaalspoor gebracht, vreemd vuur ontstoken, zoals de zonen van Aaron. De geschiedenis herhaalt zich. Calvijn biedt als medicijn dat er tegen vleselijke gevoelens gestreden dient te worden. Ook stelt Calvijn dat er soms angst en pijn is, en dat we elkanders zwakheden moeten verdragen en ook meedragen en meelijden, net zoals Mozes dit deed tot Aaron. Hebben wij een koud, religieus hart, dan is het slechts allemaal bijgeloof, maar ware kennis doet liefde kennen. God is veel groter dan de regeltjes die mensen gemaakt hebben. God is veel groter dan het vleselijke geharrewar van de mensen over dingen die er helemaal niet toe doen. God's woord is altijd weer anders, veel groter, en altijd verrassend. Daarom is het belangrijk dat de mens leert wat Leviticus daadwerkelijk betekent : de besnijdenis van het oor en de mond. Dit geeft ook richting aan het oor en de mond. Leren te openen en te sluiten, en te weten dat God altijd groter is. Leviticus 10:4 En Mozes riep. Het was verkeerd afgelopen met Nadab en Abihu, want ze kwamen om door het vreemde vuur wat ze nagelopen hadden, wat een beeld is dat het vleselijke tot verderf leidt. Het loon van de zonde is de dood. Dat is zeker niet iets letterlijks. Het waren gelijkenissen. De Israelieten waren sprookjesmakers, en zij hadden veel van deze sprookjes overgenomen uit Egypte en bewerkt. Deze sprookjes werden van geslacht tot geslacht overgedragen, en het westen heeft ze totaal uit hun verband getrokken. Het is iets geestelijks, en het vleselijke kan het geestelijke niet verstaan, en ook niet uitleggen. Aaron en zijn overgebleven zonen mochten niet rouwen over Nadab en Abihu, opdat het gedenkwaardige waarschuwende voorbeeld waardoor de godsdienst op indrukwekkende wijze bevestigd was niet door hun rouwmisbaar verduisterd zou worden, stelt Calvijn. We kunnen daardoor stellen : we mogen niet rouwen over het afgedane vleselijke, anders zou het de ernstige boodschap en waarschuwing tegen de zonde teniet gedaan worden. Het rouwen over de weggedreven zonde is een soort van met pensioen gaan, want er zijn juist zoveel andere dingen te doen. We mogen rouwen over mensen, maar niet rouwen over de afgelegde zonde, want we moeten er juist verheugd over zijn als we loskomen van de zonde. We mogen niet zo gehecht zijn aan de zonde dat we er om rouwen als het van ons losgemaakt wordt. De mens die rouwt over het

vleselijke wat hij heeft verloren is nog steeds een verslaafde aan de zonde. Dit is een zwaar verouderende, pensionerende macht, van oude vrouwtjes die zeer veel rituelen hebben om over de gedode zonde rouw te bedrijven. Ze gaan in het zwart, met zwarte panties aan en nauwzittende schoenen, en daar dansen ze, en wenen ze. Het zijn de nakers. Het is een rouw cultus, allemaal van en voor het vlees, de zonde. Wil je daaraan deelhebben ? Mozes verbood het aan Aaron en zijn overgebleven zonen. Dit staat ook in verband met het boek des levens in het eeuwig evangelie : 'Ook kwamen er vrouwen vanuit de zeeen en strekten zich uit naar de hemelpoorten, maar voor hen werd niet opengedaan, omdat de Heere met Zijn oordeel gekomen was. En zij droegen een vreemd zegel op hun voorhoofden, en vreemde tekens op hun handen. En een groot gehuil steeg op, maar de Heere opende de deuren niet. En de vrouwen kleedden zich als arme vrouwen en begonnen op de hemelpoorten te kloppen, en sommigen maakten zich op als oude vrouwen, maar de Heere opende voor hen niet. Zo was dan het oordeel over de rijken en hen die de lusten der wereld aanhingen. En zij begonnen te smeken en te klagen, of de Heere hun namen wilde optekenen in het boek des levens, maar de Heere luisterde naar hen niet. En de vrouwen brachten enkele gezalfden op die niet van de Heere waren, maar de Heere verteerde hen door vuur. En enkele van de vrouwen die nog overwaren ontdeden zichzelf van kleding, en trachtten de Heere te verleiden, maar het vuur van de Heere kwam in grote verbolgenheid over hen, en hun ogen smolten in hun kassen weg. En de laatste vrouw die over was was genaamd de koningin der haaien, en zij was als een skelet, en ook werd zij heks genoemd. En zij vroeg de Heere om toegang, en haar macht was zo groot dat zij ware het mogelijk de Heere zou kunnen verslinden, maar door Zijn beker kon zij het niet, en moest zij op afstand blijven. En zelfs de verheerlijkte engelen durfden haar naam niet uit te spreken, en brachten geen oordeel over haar uit. Zij hielden hun mond, terwijl de Heere het boek des levens nam, wat in een zwaard veranderde. En zo had de Heere een gevecht met haar wat duizend dagen en nachten duurde. En na dit gevecht nam de Heere haar op, en wierp haar in de poel des vuurs. En de prometheus, de hades, de tantalus en de atlas moesten hun zielen uitspuwen.' (boek des levens, 2:7-8) Wij mogen medelijden hebben met mensen, en over hen rouwen, maar als wij van de zonde zijn verlost dan mogen wij niet rouwen over de zonde en over het vlees, en wij mogen geen medelijden hebben met het kwaad. Dit komt ook naar voren in het eeuwig evangelie in het boek de nieuwe openbaring III : 'En vele heiligen kregen medelijden met het lam, ook enkelen die van de Heere waren. Maar de toorn des Heeren ontbrandde tegen het lam en hen die medelijden hadden, en de grote oven verzengde hen allen. En grote angst viel op de rest van de profeten, en zij waren ziek voor enige tijd en kregen visioenen.' (2:7-8) Natuurlijk is dit beeldspraak. Het zijn sprookjes met een diepere betekenis. We zien dat de wereld om ons heen een rouwcultus is. Ze rouwen als hun materialisme wordt afgebrokkeld, ze rouwen om oppervlakkige dingen. Het zijn oude dames in het zwart, met zwarte panties, met vele rituelen om hun dierbare zonden en vleselijkheden te bewenen. Zo voeren ze 's nachts hun heksendansen op in een poging het weer tot leven te wekken. Daarom riep Calvijn de mens op om in soberheid te leven, niet verslaafd te raken aan nutteloze, onzinnige dingen, en wees daarbij op de woorden van Mozes hierover. Hij noemt het rouwen over afgedane vleselijke dingen bezoedelingen die de mens dwingen hun hemelse taak in de steek te laten of te onderbreken. De wereld is geheel in de ban van de vleselijke rouwcultus van nachtvlinders die hun hemelse taak overboord hebben gegooid. Dit is waar ze hun tijd mee verdoen, het klagen over het ten onder gaan

van hun dierbare materialisme, hun dierbare mammon en bacchus. Daarom wordt er in Leviticus 11 figuurlijk een scheiding gemaakt tussen het reine en het onreine, het geestelijke en het vleselijke. De mens mag het dus niet verletterlijken. Calvijn wijst hierbij op Noach, die figuurlijk het reine tot de ark moest brengen. Calvijn stelt dat hij dit niet had kunnen doen als hij geen verborgen ingeving had gehad, en als het slechts een overlevering van mensen zou zijn geweest. Calvijn stelt dat Noach een mens was die door God was onderricht in het verborgene, anders had hij dit nooit kunnen doen. Er waren hier volgens Calvijn grote kenmerken van onderscheid, zodat de waarneming vanuit hemels perspectief zou blijven, en niet vanuit aards perspectief, en zo kon er geen overtreding in onwetendheid binnensluipen. Daarom moest Noach ook eerst tot de sabbat gaan om door God onderwezen te worden, als een beeld van rust en luisteren. Geduld betekent het vlees tot rust brengen. Wij mogen de hemel niet in de weg staan. Het vlees moet losgelaten worden, en men mag er ook niet meer om rouwen. De zondvloed moest komen. Calvijn stelt dan ook dat de sabbat het fundament van de hemelse wet is. Er was eerst de sabbat en toen de hemelse wet. Er is geen hemelse wet zonder de sabbat, zonder het luisteren. De mens is verdwaald in overleveringen van mensen, van dogma's en drogredenen, omdat hun oren niet doorboord zijn, en ze geen zwijgoffers hebben gebracht. Daarom is Leviticus in diepte ook zo belangrijk, zoals broeder Klaas Schilder altijd al opmerkte : Er is geen exodus, geen uittocht uit het vleselijke, zonder Leviticus. Calvijn stelde dat het reine van het onreine werd gescheiden door hun namen en hun kentekenen. Adam moest in het paradijs ook alles een naam geven. Natuurlijk is dit figuurlijk, en Calvijn merkte al op dat deze opsomming in letterlijke zin nutteloos is, omdat de mens in het westen het allemaal niet kent, en een hele andere taal heeft. We leven ook in een heel ander tijdperk. Calvijn gaf al aan dat de Israelieten die in die afgelegen plaatsen geboren waren en daar hadden geleefd met gemak begonnen te fantaseren. Deze verzinsels moeten dus ook niet letterlijk geloofd worden, stelt Calvijn. Calvijn bestrijdt dan ook de opvattingen dat dit gezondheidsvoorschriften zijn alsof God een arts aan het woord is hier. Dat zou een goddeloos verzinsel zijn om de kracht en het nut van deze passages teniet te doen door het te verdraaien. Calvijn zag namelijk iets veel groters en diepers in deze teksten, wat ook in de grondteksten naar voren komt. In letterlijke zin zouden we het niet mogen toepassen, ook al zouden deze volkeren vroeger daadwerkelijk zo hebben geleefd, stelt Calvijn. Calvijn staat dus ook voor een diepe en innemende relativering van deze teksten, en roept de mens op tot nuchterheid. Terecht stelt hij dat het slechts schaduwen zijn van hogere, hemelse dingen, en wij behoren deze dingen ook te zoeken, niet de aardse afschaduwingen, niet de verdwaasde letterlijkheden die de mens van deze dingen heeft gemaakt. Het komt er op neer dat we deze dingen geestelijk op onszelf moeten leren toepassen. Het beeld gegeven in Leviticus 11, het verschil tussen rein en onrein, was volgens Calvijn ook belangrijk om een ruw en ongetemd volk restricties te leren, tot soberheid, als een manier waarop God hen bracht tot luisteren en gehoorzamen, en zodat zij een afgezonderd vok zouden zijn, niet in gemeenschap leefden met de vleselijke volkeren, zoals ook psalm 1 het gebiedt dat wij niet zouden moeten wandelen in de raad van de goddelozen en aan de tafel van onrechtvaardigen zitten. Het gaat dan niet om daadwerkelijke volkeren of rassen, maar geestelijk gezien. Het westen heeft hier haar nazisme en racisme op gebaseerd, maar God bedoelde het als natiologie van de hemelse natie, niet naar het vleselijke bekeken. Het gaat om hen die God's hemelse bezit zijn. We hebben het dan niet zoveel over personen als dat het over principes gaat. Paulus stelt dat wij zelf een gode welgevallig offer behoren te zijn, niet gelijkvormig aan de wereld, maar hervormd in de vernieuwing van het denken, om de wil van god te kennen (Rom. 12:1-2). Calvijn wijst er nadrukkelijk op dat God geestelijk is, en alleen maar geestelijk gediend wil worden, en als de mensen dat allemaal doorvoeren in vleselijkheden dat het dan allemaal bijgeloof is.

hoofdstuk 56 archeologische detective in het werk van calvijn – bespreking van calvijn's commentaar op leviticus 16 Stel je voor : een nieuwe Suske en Wiske genaamd Suske en Wiske in het paradijs, waarin ze uitgezonden worden tot het calvinisme van de jaren 1500 en 1600 toen het allemaal begon, de fundamenten van het huidige nederland, waarin ze wat raadsels moesten oplossen om zo tot het verborgen paradijs hierin te komen. Stel je voor, dit is een hemelse Suske en Wiske, zoals in mijn droom. En dat is precies wat we aan het doen zijn, als archeologische detectives. Ik had een droom vannacht over een hemelse Suske en Wiske genaamd Suske en Wiske in het paradijs. Op de voorkant van het stripalbum was een paradijselijk woud, en Suske en Wiske zaten op paarden met pijl en bogen. Ik had vier ringen om van heel bijzonder metaal aan de onderkanten en bovenkanten van twee vingers, en die ringen moesten omgesmolten worden. Ik moest toen langs wat mensen die ik hielp en ik sliep bij hen op zolder. Eén van hen sliep daar ook, en alhoewel het een man was was hij een kind en zwaar geestelijk ondervoed, maar een prachtig kind. Hij voelde zich onzeker over zichzelf met heel veel twijfels. Toch was dit een regressief-calvinistische wereld waarin het calvinisme een kwartslag was gedraaid, als een wereld van de eeuwige sabbatsrust, een wereld van de natuur, alhoewel het niet passief was. We waren al in een soort paradijs wereld terechtgekomen. En ik was bij mensen van de regressief gereformeerde gemeente, wat een verborgen en geheime kern is binnen de gereformeerde gemeente, die eindelijk opgenomen was in een gezuiverd calvinisme. Daartoe reden Suske en Wiske op paarden met pijl en boog. Al deze dingen liggen opgeborgen in het werk van Calvijn. Ik heb het daarom ook niet losgelaten, maar verdiep het. Het waren schatten die de natuur gegeven had aan de mens in de reformatie, in de afschuwelijke strijd tegen de katholieke inquisitie en het katholieke materialisme. De reformatie begon al in en binnen het katholieke zelf. Het is nooit eenheidsworst geweest. Er waren verschillende armoedskloosters die niet achter het katholieke bestuur stonden. Calvijn moest op waarde geschat worden, zijn werk gezuiverd, maar na Calvijn werd het allemaal nog erger. Er liggen paden door de theologie van Calvijn waardoor je tot een heel ander beeld kunt komen, wanneer je in het geestelijke en de opname tot diepere betekenissen gaat komen, maar het probleem is dat de mens van vandaag zo afgedwaald is van het werk van Calvijn dat ze zijn boeken niet eens kennen, en dat ze ook niet eens beseffen hoe belangrijk die boeken zijn, ook al noemen ze zich calvinist. Ook de boeken van Calvijn zijn figuurlijk, net zoals de boeken van de bijbel. Het is de overlevering van de voorouders, met inmeng van de natuur, dus het moet gezift worden, geoogst worden, gezaaid worden, maar waar zijn de werkers ? Oh nee, ze willen zich niet vies maken. Ze hebben smetvrees. We doen de voorouders een grote dienst als we hun werk op waarde schatten en hier en daar door wat exegese verdiepen en verbeteren, want anders blijven we in deze gevangenissen zitten, en zij ook. We moeten werken met datgene we hebben ontvangen. De sleutel is al gegeven in het werk van de voorouders, maar het zit nog slechts opgeborgen en opgesloten. Ik zie het als een uitdaging. Ons land is nog steeds calvinistisch. Daar ontkom je niet aan. Het is een erfenis die je met geen mogelijkheid uit je botten krijgt, zei een prediker eens. Het heeft voordelen en nadelen. Het is niet de bedoeling dat we orthodoxe calvinisten zijn, als getrouwe patriotten van ons land. Neen. Wij zijn parelduikers in deze gevaarlijke zeeen, goed bewapend. Zo mogen wij komen tot het regressieve, figuurlijke calvinisme, werken met de schatten gegeven, de ringen omsmeltende zoals in mijn droom. Er ligt een enorme potentiële natuurlijke magie verborgen in het werk van Calvijn die in deze moderne tijd totaal verloren is gegaan. Tijd om terug te keren dus en

de puzzel af te maken. Tijd voor de regressie, want na het tijdperk van de reformatie kwam men in de deformatie terecht. Er werd meer overboord gegooid dan lief was. Dus stel je voor : een nieuwe Suske en Wiske genaamd Suske en Wiske in het paradijs, waarin ze uitgezonden worden tot het calvinisme van de jaren 1500 en 1600 toen het allemaal begon, de fundamenten van het huidige nederland, waarin ze wat raadsels moesten oplossen om zo tot het verborgen paradijs hierin te komen. Stel je voor, dit is een hemelse Suske en Wiske, zoals in mijn droom. En dat is precies wat we aan het doen zijn, als archeologische detectives. Leviticus 16:2 De Here nu zeide tot Mozes: Spreek tot uw broeder Aäron, dat hij niet te allen tijde kome in het heiligdom binnen het voorhangsel voor het verzoendeksel dat op de ark ligt, opdat hij niet sterve; want in de wolk verschijn Ik boven het verzoendeksel. Dit betekent dat het niet goed is dat we ons altijd maar hemels voelen, maar dat we ook uitgezonden worden in de dieptes om op zoek te gaan naar de verloren schapen, de verloren geheimen, anders sterven we geestelijk gezien. 3 Slechts op deze wijze zal Aäron het heiligdom binnengaan: met offers. De Levitische offers waren zwijgoffers zoals we zagen, oftewel het stilzijn, zoals Maria aan de voeten van charis stil was om te luisteren. Alleen zo kunnen we tot de geestelijke gaven komen, en deze gaven aanwakkeren. Onze mond moet sluiten, besneden worden, opdat ons oor geopend kan worden. Calvijn wijst op de hemelse seizoenen. De priester gaat slechts eenmaal per jaar het heiligdom in op het feest van de verzoening in de maand september, stelt Calvijn, anders zou de eerbied verloren gaan. De mens is ook veel dankbaarder als iets minder gebeurt, want dan gaat de mens het ook meer waarderen. Daarom schaadt de overdaad ook zo. Daarom is een leven van soberheid en minderen ook zo belangrijk, anders wordt de ziel verwoest. Calvijn stelt dat het een jaarlijkse plechtigheid was om de harten van het volk te verheffen. Goede dingen komen dus niet vaak, maar weinig, dus daarom leeft de mens in de wildernis. Ook stelt Calvijn dat de eenmaligheid van het feest van verzoening per jaar een beeld is van de eeuwigheid, van het 'eens en voor altijd', van het heilsfeit, maar let goed op dat het ook een ervaringsfeit is waar men dagelijks uit mag putten. Alles is al gebeurd, en alles staat al vast, maar de mens mag dit persoonlijk eigen maken en doorleven, gaan toepassen vanuit die bron. Omdat het niet vaak gebeurde werd het kostbaarder en ging de mens er voorzichtiger mee om, stelt Calvijn. Calvijn stelt dan ook dat het zwijgoffer de wildernis in werd gezonden, wat in principe gebeurd als wij zwijgen dat wij contact maken met de wildernis, met de natuur. Juist als wij ons afzonderen van de stemmen van de stad kan ons oor beter naar de natuur luisteren. Het zwijgoffer leidt tot de wildernis, waardoor het ook een ooroffer is, een luisteroffer. Beide offers worden in Leviticus besproken. Deze offers zijn symbolisch en het zijn zelf-offers. Calvijn blijft dit benadrukken. Het is dus van belang door te blijven lezen in deze passages en er doorheen te prikken, telkens weer, want Calvijn zegt in zijn commentaar op Leviticus 16 dat het offer een belijdenis-offer was wat diende om het volk te veroormoedigen als een prikkel voor de ijver van boetvaardigheid. De formules die we er telkens tussenzien zijn katholieke formules van het westerse christendom, die telkens uitgesproken dienden te worden, anders zou de dood erop volgen in de inquisities. Calvijn moet dus voor zijn eigen leven die formules herhalen, maar geeft daarna wel de uitleg en diepere betekenis. Wat is dan het ware offer ? Calvijn noemt Psalm 51:19, het offer voor God is verslagen te zijn in je ziel :

'De offeranden Gods zijn een verbroken geestelijke te zijn; een verbroken en verbrijzeld hart veracht Gij niet, o God.' Alleen in dit licht kunnen wij Leviticus begrijpen en toepassen, één van de moeilijkste boeken in de bijbel. Deze formules gaan niet zomaar weg. Je ziet het overal om je heen. Daarom moet je de hemelse, diepere betekenis kennen. Er is dus een goed leviticus en een slecht leviticus, en die voeren oorlog met elkaar. Zoals het eeuwig evangelie zegt in het boek hermitaten hoofdstuk 25 : 1. En ik zag een slang genaamd Leviticus, en zijn vel was grijs en hoornig. En hij had gruwelijke dingen gedaan. Hij was van de zee gekomen om de heiligen te misleiden en te verdrukken voor een lange tijd. 2. En velen werden bitter tot God, en anderen begonnen God om hulp te roepen. Maar de Heere hield Zijn poorten gesloten. 3. En Leviticus droeg een heilig zwaard, wat Hij uit de tempel des Heeren had gestolen. 4. Maar een engel des Heeren kwam uit de hemel dalen, om de slang te slaan en in een afgelegen put te werpen. 5. En zij sloot de put boven het hoofd van de slang, en bracht de sleutel tot een allerheiligste tempel. 6. En Leviticus begon luid te roepen, en het geluid was zo hard, dat hij nog vele heiligen kon verleiden. 7. Maar zij die de Heere bleven dienen joeg hij schrik aan in de nacht. 8. Na een tijd echter zond de Heere een vuur tot de put, en Hij noemde de put het Tweede Gehenna. Ook de Israelieten, die per slot van reden het boek Leviticus gemaakt hadden gebaseerd op de Egyptologie, namen het boek Leviticus symbolisch. In de grondtekst staan er ook hele andere dingen, veel diepere dingen, waar de tweede bijbel ook over spreekt. Calvijn stelt dat een mens alleen vrijgesproken kan worden als hij het vleselijke zelf uit eigen beweging veroordeeld. Daarom gaat het zwijgoffer ook gepaard met schuldbelijdenis. De zonden moeten genoemd worden, erkend worden, anders blijft de mens oppervlakkig en lichtvaardig, stelt Calvijn. Calvijn heeft het over een hemels formulier wat ingevuld dient te worden, en dit mag zeker niet iets eenmaligs zijn. Telkens weer dient het te gebeuren. Als de mens zijn zwijgoffer tot de wildernis brengt moet de mens zich ook wassen in de wildernis rivier, stelt Calvijn. De stilte heeft dus een reinigende werking zoals die van natuur water. Ook dit is slechts een symbool, stelt Calvijn, om de mens te leren hoe verfoeilijk zijn zonde is, en dat daardoor sidderende voorzichtigheid wordt opgewekt. Calvijn merkt op dat in het Jezus verhaal, oftewel het charis verhaal van de geestelijke gaven, er voor Jezus (charis) geen plaats was in de stad onder de mensen, maar dat hij geboren werd in de natuur. Zijn ouders gingen niet al kletsend en roddelend de stad in om in een overvolle, luidruchtige herberg tussen dronkaarden geboorte te geven aan het kindeke Jezus. Neen. Zij moesten een zwijgoffer brengen in stilte, en waren onder de dieren in de natuur, waar Jezus werd geboren en in een voederbak werd gelegd, in een kribbe. Aan het einde van zijn bespreking van Leviticus 16 stelt Calvijn dat de verslagenheid van het hart het ware offer is en de ware verzoening met God, opdat zij zich des te ijveriger in een ernstige overdenking van boetvaardigheid zouden oefenen. Uitwendige ceremonie zou slechts een teken zijn van bedrog. Vers 31 zegt dan in de vertaling van Calvijn : Dat zal u een sabbat der rust zijn, opdat gij uw zielen verootmoedigt; het is een eeuwige inzetting. De series dromen vannacht begonnen met een standbeeld die tot leven was gekomen. Paljas was een standbeeld in het plantsoen van de stad van mijn oma, wat ik met haar vaak bezocht, en dan was ik bij Paljas. Hij had altijd een soort fluit in zijn hand. Hij kwam tot leven als een donkere man en bezocht mijn huis. Verderop in de series dromen had ik een hemels album van Elton John. Alleen al als ik over die muziek sprak kon ik mijn tranen niet bedwingen. De Paljas is een vogelverschrikker en clown om andere clowns na te doen en te bespotten, wat een manier is om dingen te verwerken en te verdiepen, wat ook dit hele proces is waar we mee bezig

zijn. hoofdstuk 57 d-day in de kerk Calvijn's werk is een wereld op zich, zeker niet zonder gevaren vanwege de vele roofdieren die op de loer liggen, dus je moet je geestelijk ook zeker goed bewapenen en bewaken. Calvijn's werk bestaat uit prachtige tuinen en prachtige wildernissen, maar vol met roofdieren, zowel katholiek als calvinistisch, dus je moet zeker op je hoede zijn. Het is als het teruggaan naar de jaren 1500 en 1600. Dit is het fundament van het huidige Nederland. Niemand komt dus zomaar om Calvijn heen. Er moet mee gewerkt worden. Er moet aan gebouwd worden, en er is al veel gebouwd. Veel moet afgebroken worden, veel moet veranderen, en op veel moet gewoon verder gebouwd worden. Je komt in een geestelijke wereld op zich, een woeste zee met eilanden en landen. Calvijn had zijn roofdieren ingezet om tegen het katholieke dwangbewind te strijden, wat een materialistisch, eenzijdig, nationalistisch dwangbewind was. Nederland kon er niet omheen. Het was slechts de eerste stap van de reformatie, en daarna zou de regressie moeten komen. Dat Calvijn een gevaar op zich was is bekend, maar we moeten het zien in de context van die tijd. Zowel in de bijbel als in het werk van Calvijn liggen grote gevaren, maar dat neemt niet weg dat we ermee moeten werken, om het tot sieraad te strekken, want cultuur kun je niet zomaar wegwerpen alsof het nooit heeft bestaan. Er ligt een grote buitenaardse druk. De draak met zijn vele stemmen had zich in de hoofden van de mens genesteld, maar in mijn droom was de draak verslagen. Wel lagen de overblijfselen van de draak nog overal, dus moest het verwerkt worden. Ik was op zolder bij iemand, een grote donkere, prachtige zolder, en ik lag aan de ene kant en de andere persoon lag aan de andere kant, en we spraken. Het was de regressief gereformeerde gemeente, en de wereld was regressief calvinistisch, het calvinisme een kwartslag gedraaid, gezuiverd, gezift, en de wereld was in de eeuwige sabbatsrust gekomen. Wel lagen de overblijfselen van de draak nog overal, en het kon de mens nog flink teisteren. Daarom was het werk nog niet afgelopen. De persoon op het zolder worstelde nog met veel onzekerheid en twijfels. Ik kan me herinneren hoe ik uitzag naar de nieuwe dag in dit dorp. Het was een prachtig dorp. Elke dag was een belevenis. In 1944 was de vrijmaking in Nederland o.l.v. Klaas Schilder om zich los te maken van dwangmatige synodale bevelen van de oudere gereformeerde kerk. Klaas Schilder wilde geleid worden door het hemelse woord, en niet wat allerlei kerken besluiten. Deze vrijmaking was dus zeer belangrijk, en hij kreeg tegelijkertijd ook een schop onder zijn kont, want hij werd hierdoor in de ban gedaan. Vanwege de oorlog was het al een moeilijke tijd, en moest hij ook onderduiken. Hij kreeg het dus dubbelop. Ik heb vaak dromen over een woeste Klaas Schilder, woedend op de kerk, woedend op zijn eigen spul, en wat hem was aangedaan. Hij zei dat hij niet anders kon. Vandaar om Klaas Schilder en de nederlandse vrijmaking te helpen is het ook van belang een exegese op zijn werk te stellen, enigszins te verbeteren en te verdiepen, om ook hem te doen kalmeren. Hij is nog steeds een belangrijke predikanten-vader. De woede van Klaas Schilder is niet te onderschatten, want het is de woede van God, oftewel de natuurwoede, als een natuurverschijnsel. Het roept om uitleg. Lang heeft Klaast Schilder niets meer van zijn eigen werk willen weten omdat het te

gevaarlijk was. Hij moest het offeren, als vuilnis beschouwen, net als Paulus, om zo verder te kunnen komen. Hij staat aan onze kant, als ingewijde in de hemelse gnosis, en wil tot de regressie behoren. Hij voelt zich in een gevangenis. Ook voor de voorouders is het dus van levensbelang het mysterie van Calvijn op te lossen. Ik zei hem dat ik hem zou helpen. Hij komt zeer krachtig door. In de dromenserie van vannacht was ik in een weiland ergens bij schuren en ik zag tussen twee schuren in het pad in het gras twee biggetjes. Ik kwam dichterbij, en zag dat de biggetjes veranderden in nertsen, maar dit waren demonische nertsen. Ze vielen mij toen aan en ik moest rennen en gelukkig kon ik wegvliegen, zoals zovaak in mijn dromen, want dat is een gave mij gegeven sinds rond mijn twintigste. Wel schoten ze toen kogels af, maar het kon me niet treffen. Het was alsof er glas was tussen hen en mij, een wand. In een kerkblad uit 1915 schreef Klaas Schilder een overdenking over Zacharia 11:9 : Wat sterft, dat sterve. Kunnen we dit samen met Zacharia en Klaas Schilder zeggen ? Wat sterft, dat sterve. Want er is zoveel wat moet sterven. Wij moeten iedere dag sterven, sterven aan onszelf. Er is zoveel wat voorbij moet gaan, zoveel wat verdiept moet worden, wat als zaad in de grond moet sterven. Dat is ons offer. Wij moeten niet blijven stilstaan bij alles hoe het is. De natuur is zowel teder als meedogenloos en onverstoorbaar in rechtvaardigheid, stelt Klaas Schilder, en op zijn advies gebruik ik het woord natuur dan even, omdat hij los wil komen van de goden van de oude kerk. We hebben het dan over de hemelse natuur als we het over de natuur hebben, wat dan de ware god is, als een karaktereigenschap, als kennis, wat calvijn de wetenschap van de hemel noemt. In tegenstelling laat Klaas Schilder dan Genesis 1 zijn : 'wat wordt geschapen, dat zij zo.' Dit contrast kan de mens zwaar verwarren, maar dan moeten we weer terugkeren tot de natuurdogmatiek, stelt Klaas Schilder, dat de hof van de wereld een ontwerper heeft, of ontwerp. Er is een onderhouder, of een onderhoud. 'Wat sterft, dat sterve', zegt de Heere. 'Hij doet, wat goed is in zijn ogen', antwoorde de mens,' zegt Klaas Schilder dan. Dit is het punt waarop schuldbelijdenis komt, waardoor we weer terugkomen bij het belijdenisoffer van Leviticus, het offer van de mond, wat ook verbonden is aan het zwijgoffer, het luisteroffer, een belangrijk onderdeel in de calvinistische dogmatiek, en het profetisch beginsel. Zo werd de muur tussen de mens en het geestelijke afgebroken, oftewel de muur tussen God en mens, niet door allerlei hocus pocus truukjes van geloofschristenen. Aan het einde stelt Klaas Schilder dan ook : 'Om onzentwil: Wat sterft, dat sterve Maar om zijnentwil: Wat gestorven is, dat leve... een leven tot in eeuwigheid.' Kunnen wij dit met Klaas Schilder zeggen ? Wat sterft, dat sterve. Wat wordt geschapen, dat zij zo. Wat gestorven is, dat leve, een leven tot in eeuwigheid. Dat is wat de goedheid van god is, een rechtvaardige goedheid, een tedere goedheid, als van een moeder. Telkens weer moet de vrucht verder gevormd worden en de oude vormen moeten symbolisch gezien sterven, afgedaan worden. Kinderen worden groot. Ook met de vrijmaking is dit zo, die mag komen tot regressie, oftewel terug mag keren tot de oermoeder om dit proces te kunnen

doorleven en meemaken, tot ervaring te komen. Dit is het doel van de schepping en de natuur. Ik heb grote dromen gehad over Klaas Schilder, dat hij een natuurkerk bouwde, maar na zijn heengaan verloederde alles. De vrijmaking is iets heel moois, als een natuurmoeder die de mens opzoekt in de stad en de mens een bevrijdend zicht van de natuur zendt om de mens terug te brengen tot de natuur. De vrijmaking van Nederland kwam in etappes, want het begon al in 1834 met de afscheiding van de koninklijke hervormde kerk die andersdenkende predikanten vervolgde. Toen kwam in 1886 de doleantie, de klacht, als nieuwe bevrijdende kerkscheuring om los te komen van het gezag van de koninklijke hervormde kerk. Deze beweging was o.l.v. Abraham Kuyper. Toen kwam de vrijmaking in 1944 en al snel werd het de d-day van de kerkelijke bevrijding genoemd. Het liep gelijk op met de bevrijding van de Duitse bezetting. Het probleem van de kerken in Nederland was nog steeds dat ze de mens wilde onderwerpen aan haar gezag. Daarom moest de vrijmaking komen. Schilder had lak aan al die kerkelijke regels, goedkeuringen en afkeuringen, en wilde geleid worden door het woord van de hemel, van de hogere natuur, zoals Calvijn ook stelde in zijn commentaar op Leviticus 18 dat het dwaas zou zijn de daden van mensen te volgen, de regels van mensen, in plaats van de natuurwetten. De vrijmaking was dus de terugkeer van de natuur moeders. Nou dat kon echt niet hoor. Schilder werd als predikant afgezet, maar begon toen zijn eigen natuurkerk te bouwen. Hij wilde gehoorzaam blijven aan het woord van God, niet het woord van de kerken. Hij gaf wel toe dat God door het woord van de kerken zou kunnen spreken, maar het was niet de bron. Hierin nam hij een moedige stap, een stap waarop wij voortbouwen, en nu na zijn dood is hij nog steeds open voor verandering en regressie, oftewel de wederkeer tot de bron, de natuur. 'Wat de kerk vandaag voorstelt is te belachelijk voor woorden,' stelt hij nu na zijn dood. Hij is nu onderdeel van de wolk van getuigen die het volk voortleidt in de exodus tot het beloofde land. Calvijn stelt dat de natuur in bovenstaande dingen meer een leermeester van ingetogenheid is dan een snelle medicijnmeester. Hierin is het zaak door matigheid terug te keren tot waardigheid. Calvijn stelt dat de vleselijke mens in zijn dwaasheid zichzelf goden maakt, waardoor door hun bijgeloof in die verzinsels de ware godsdienst vervalst wordt. Godsdienst is in de theologie van Calvijn gewoon natuurdienst en kennisdienst, als de wetenschap van de hemel. hoofdstuk 58 venezuela moet in de vuilnisbakken leven om de dure hobbies van de zich oh zo belangrijk voelenden te bekostigen Leviticus 19:14 Een dove zult gij niet vloeken en voor een blinde zult gij geen struikelblok leggen, maar gij zult voor uw God vrezen: Ik ben de Here. Calvijn zegt hierover : 'Aangezien de Wet onder het woord moord alle fouten begrijpt waardoor mensen onrechtvaardig worden benadeeld, moest die wreedheid vooral worden veroordeeld waardoor die ellendige personen worden gekweld, wier rampspoed eerder ons mededogen zou moeten verzoenen. Want als er nog maar één druppel van naastenliefde in ons werk, zullen we, wanneer we een blinde man

ontmoeten, bezorgd zijn dat hij niet struikelt of valt, en als hij verdwaalt, zullen we onze handen naar hem uitstrekken en proberen hem terug te brengen op de weg. We zullen ook de doven sparen, want hen beledigen is niet minder absurd of barbaars dan stenen met verwijten bestormen. Het is daarom grove, onmenselijke wreedheid om de kwalen te vergroten van degenen voor wie ons natuurlijke gevoel ons ertoe aanzet om ze te verlichten, en die al meer dan genoeg last hebben. Laten we dan uit deze woorden leren dat hoe zwakker mensen zijn, hoe veiliger ze moeten zijn tegen alle onderdrukking of verwondingen, en dat, wanneer we de weerlozen aanvallen, de misdaad van wreedheid enorm wordt verergerd, terwijl elke belediging tegen rampzaligen totaal ondraaglijk is voor God.' Wie zijn dan die mensen met dure stropdassen en dure jurken, die steeds grotere en duurdere auto's willen, duurdere klederen, duurdere dit en dat, die de kloof tussen rijk en arm niet overbruggen, die met harde hand heersen over kwetsbare dieren, kwetsbare kinderen en volwassenen ? Met het vlees nog in de mond zitten ze met hun mobieltjes te klooien alsof dat het belangrijkste van de wereld is. Calvijn zou het zwaar verdwaasd vinden. Venezuela eet uit de vuilnisbakken, maar nee hoor, de kapitalisten zijn liberaal en willen nog rijker worden en duurder lopen doen, en hun zware gewichtige woorden spreken puur voor de markt, oh zo belangrijk lopen doen, maar niets doen voor een ander in nood. Calvijn liet al zien dat God er niet meer tegenkon. En na Calvijn waarschuwden ook vele andere theologen, filosofen en naturologen dat het niet zo langer meer kon. 16 Gij zult onder uw volksgenoten niet als een lasteraar rondgaan; gij zult uw naaste niet naar het leven staan: Ik ben de Here. Calvijn zegt hierover : 'Het kwaadspreken wordt veroordeeld, en veel meer zouden we ervan moeten worden afgeschrikt, omdat we erkennen dat onze tong erdoor gewapend wordt om op wrede wijze onschuldig bloed te vergieten. Sommigen veronderstellen dat het hier metaforisch om kooplieden gaat, omdat de sprookjedrager of fluisteraar niet minder druk bezig is met het zoeken naar valse rapporten, die hij later kan verspreiden, dan de handelaar ijverig is gericht op het kopen en verkopen. Ik begrijp het als mannen van bedrog, of bedrieglijke personen, die tegen de goeden samenspannen om hun vernietiging te bewerkstelligen. (Ezechiël 22: 9.) Sommigen vertalen het ook als spionnen. Ondertussen betwijfel ik het niet, maar dat Mozes in deze passage die vagebonden aanduidt, die te gretig heen en weer rennen, en in hun kwaadaardige nieuwsgierigheid doordringen tot ieders geheimen, om stille mensen in moeilijkheden te brengen. Kortom, ons wordt geleerd dat ze voor God als valse getuigen worden beschouwd, die door de giftigheid van hun tong hun broeders in gevaar en ongemak brengen.' hoofdstuk 59 1944 en de drie vrijmakingen – de kerkelijke d-day en de godin van de vrijmaking Er waren verschillende vrijmakingen in Nederland, kerkelijk gezien. In de jaren 1800 was er de vrijmaking van de koninklijke macht in 1834 en 1886, maar toen kwam de kerkelijke macht opzetten, de synodale macht, dus de vrijmaking was nog niet klaar en nog maar net begonnen. Daarom kwam de daadwerkelijke vrijmaking in 1944 o.l.v. verzetsstrijder en predikant Klaas Schilder, want hij wilde niet onderworpen zijn aan koninklijk gezag noch kerkelijk gezag, maar

alleen aan het hemelse woord, de hemelse natuur, en zo bouwde hij zijn natuurkerk van de vrijmaking. Het liep gelijk op met de strijd tegen de duitse bezetting, die in 1944 tot een piek was gekomen. 11 augustus 1944 werd toen ook de kerkelijke d-day genoemd, voorafgaande aan de bevrijding van nederland van de duitsers in 1945. De vrijmaking kwam dus in etappes. Het is een mooi wezen, een natuurwezen, een natuurgodin, of hoe je het ook wil noemen, natuurkennis. Klaas Schilder werd door zijn vrijmaking verschrikkelijk vervolgd, net zoals de vrijmakers van de eerdere vrijmakingen. Na het heengaan van deze radicale man, deze Nederlandse reformator en regressor, dutte de kerk weer in, na zijn sterven in 1952 (1890-1952). De kerk onderwierp haarzelf aan andere machten dan god, namelijk de familie en de medische macht. Maar is god dan ook geen afgod ? Dat kan heel goed mogelijk zijn. Het is een neutraal nederlands woord wat maar al te snel verkeerd gebruikt kan worden. Mensen rennen al weg als ze het woord god horen, of kerk, maar we moeten het abstract en symbolisch een plaatsje geven, omdat de natuur nu eenmaal rustig door de talen en culturen heenwerkt. We komen dan ook bij de theologische dialectiek uit van stelling – tegenstelling – samenstelling, niet slechts van het ja, niet slechts van het nee, maar van het ja en het nee, en dan vooral het hoe en wanneer. dat is een oefening, als een oorlogsdans van het verzet. Ik had eergisteren een droom dat ik een indiaanse vriendin mijn lucky luke beeld wilde laten zien, maar toen ik het haar liet zien was het ineens een beeld van een krokodil gehuld in een pij of mantel. Ik keek toen beter en zag het gezicht van Michael Jackson, en hij begon te dansen. Door de snelle, niet na te volgen danspasjes werden de sluizen van de hemelse wateren geopend en ik kon mijn tranen niet bedwingen. Zo moet dit ook zijn in onze relatie met god, dat we de wetenschap hiervan kennen en beoefenen, als een hemelse oorlogsdans van verzet. God ? Kunnen we dat woord niet beter schrappen vanwege de potentiele bedrieglijkheid ervan door mensen die van geen toeten noch blazen weten ? In de theologische dialectiek zeggen we zowel ja als nee. Ik ben er niet voor om het woord geheel en al weg te werpen, en wel om deze reden : Het wijst terug op israelitische en egyptische wortels. Laten we denken aan het levitische kehat mysterie van voorzichtigheid, ingetogenheid, nauwgezetheid en bezonnenheid, waarover gelezen kan worden in ons onderwijsboek 'het kehatitische verschijnsel'. Het leidt helemaal terug tot de egyptische godin 'kut', wat een voortijds woord is voor het eeuwige kruis, de godin van de vruchtbaarheid. Als we het woord god horen of noemen, dan gaat het niet om het woord zelf, maar hoe we het gebruiken, in welke betekenis, en waar het naar terug wijst. Woorden zijn slechts metaforische, geestelijke mediums, dus het gaat niet om het woord op zich, maar als wegwijzer, anders val je in materialisme of religieus materialisme, zoals mensen die van god een soort paswoord of paspoort hebben gemaakt en als je het niet gebruikt, dan kom je niet binnen, zoals atheisten of mensen van een andere religie die weer een ander woord ervoor hebben. Dan ben je een farizeeer. Dat is papierdictatuur, of taaldictatuur. We strijden nog steeds tegen deze machten. De kerkelijke d-day van 1944 moet nog in ons hart uitgelegd worden. Er moet voor gestreden worden. Nog steeds plakt de mens vast onder de machten van de koninklijke kerk en de menselijke kerk. 1800 was er voor om los te komen van de koningskerk, en 1900 was ervoor om los te komen van de mensenkerk, maar dan zijn we er nog niet, want dat dit heilsfeiten zijn neemt niet weg dat het nog een ervaringsfeit moet worden in ons persoonlijk leven. Kortom : wij moeten de godin van de vrijmaking ontmoeten, deze natuurgodin. Zomaar midden in de stadsgevangenis kan zij verschijnen en dan krijg je nieuw zicht, zie je de hemelse natuur dwars door alle stadsmuren heen. In mijn dromenserie van eergisteren was ik in een weiland ergens bij schuren en ik zag tussen twee schuren in het pad in het gras twee biggetjes. Ik kwam dichterbij, en zag dat de biggetjes veranderden in nertsen, maar dit waren demonische nertsen. Ze vielen mij toen aan en ik moest rennen en gelukkig kon ik wegvliegen, zoals zovaak in mijn dromen, want dat is een gave mij gegeven sinds rond mijn twintigste. Wel schoten ze toen kogels af, maar het kon me niet treffen. Het

was alsof er glas was tussen hen en mij, een wand. Deze twee machten waren de koninklijke macht en de kerkelijke macht waartegen de vrijmaking zich had verzet in de jaren 1800 en 1900 (1834, 1896, 1944), tot een kerkelijke d-day. De wand was gebouwd. In dat spoor verder. 1984 sloeg hard terug : de familie waande zichzelf koning en kerk. De familie waande zichzelf god en dokter. Big brother is watching you, en kijk uit voor zijn vader : big father, en dan is er ook nog een moeder die achter de muziek aanmarcheert. Het zijn de machten van 1984. Deze hebben dus hun wortels in de kerk van het koninklijk gezag en de kerk van het kerkelijk gezag. Klaas Schilder zei : Daar gaat het allemaal niet om. Het gaat om het hemelse woord. Wat is dat hemelse woord dan ? Begint het allemaal niet met het zwijgoffer, het luisteroffer, zoals in leviticus ? Ook god zelf moest dit offer brengen, en moet dit offer brengen, dus het is niet eenvoudig. De draak met zijn vele stemmen had zich in de hoofden van de mens genesteld, maar in mijn droom van eergisteren was de draak verslagen. Wel lagen de overblijfselen van de draak nog overal, dus moest het verwerkt worden. Ik was op zolder bij iemand, een grote donkere, prachtige zolder, en ik lag aan de ene kant en de andere persoon lag aan de andere kant, en we spraken. Het calvinisme was een kwartslag gedraaid, gezuiverd, gezift, en de wereld was in de eeuwige sabbatsrust gekomen. Wel lagen de overblijfselen van de draak nog overal, en het kon de mens nog flink teisteren. Daarom was het werk nog niet afgelopen. hoofdstuk 60 de theologische en psychologische dialectiek Na de bevrijding van het Franse bewind in 1813 en 1814 werd Willem I de koning van Nederland en werd ook koning van de kerk. Predikanten die zich hier niet aan onderwierpen konden vervolgd worden of zelfs in de gevangenis gezet worden. Daarom was er in 1834 de zogeheten afscheiding o.l.v. H. de Cock. De mens zat vast in een kerkelijk apparaat vanuit koningshand opgezet. H. de Cock kwam er als predikant achter dat hij diepgang miste en ging de geschriften van Calvijn bestuderen en zag dat er een groter natuurzicht was waarvan de kerk was afgeweken. De mens moest wedergeboren worden in een hogere natuurkennis en moest terugkeren tot het geestelijke, en kon niet zomaar vanuit vleselijke, aardse inzettingen handelen, vanuit toeeigening door geloof. Er kwam dus veel meer bij kijken. Calvijn beschreef dit hele mechanisme. Hij wijst dan ook op Jakobus die stelt dat het geloof zonder werken dood is. Het heeft dus een natuurmechanisme nodig, een natuurproces. In de stad is men te eenzijdig. je kan dus ook niet zomaar door gevoel gaan leven, of door je gemoed, in de aandoeningen en bewegingen van je hart. Uiteindelijk komt het aan op de openbaring van de hemelse natuurkennis. In deze evolutie is de mens. [1] Daar begon het grotere natuurzicht zich te openbaren dwars door alles heen. Ook Klaas Schilder werkte voort. Het was allemaal veel te zoetsappig geworden, veel te gemakkelijk, er werden allerlei belangrijke dingen over het hoofd gezien waar Calvijn op hamerde, dus moest de vrijmaking wel komen, in die dagen de afscheiding en de wederkeer genoemd. De mens moest terug naar de fundamenten gegeven in de reformatie, niet om die orthodox te volgen, maar om het uit te diepen. Het was dus heel dubbel. Er werd toen dus al gesproken van de regressie, de wederkeer, de beweging na de reformatie. Ook werd het werk van filosofen bestudeerd. Nederland moest weer intellectueel worden. Dat bepaalde formules gevaarlijk waren is bekend, maar deze moesten door exegese geneutraliseerd worden. Dit was de eis van de voorouders. Dit was immers gebouwd, en er moest naar teruggegaan worden niet als voorouder-verering, maar als voorouder hulp. Daarin kwam dus ook de theologische dialectiek, de theologische tegenstelling naar voren. Het ging zo goed en

kwaad als het ging. Het is zeker geen tijdperk om te verheerlijken, maar om te verdiepen, te verbeteren en zo te gebruiken. Deze mensen zaten vast en vochten voor hun leven. De materialistische kerk joeg op hen. Ze moesten terug naar de wildernis kerk. Ze moesten vechten met de beren van het voorgeslacht. Wij zijn hierin geen kerkgangers. Neen. Die tijd hebben we gehad. Want wij groeiden op gebonden in zulke instituten en werden gedwongen om naar de kerk te gaan. Maar wij zijn archeologische detectives in de kerkelijke geschiedenis van Nederland, en wij komen voort vanuit het fundament van de vrijmaking, een fundament wat we aan het verdiepen en verbeteren zijn, want hier loopt ons bloed. Het is een erfenis die we niet zomaar uit de botten krijgen, maar waarmee we moeten puzzelen. Klaas Schilder zegt over dit proces in zijn boek 'Christus in zijn lijden – deel 1 – christus aan de ingang van zijn lijden' : 'In het koninkrijk der hemelen vooràl zijn ‘hoogtepunten’ ook altijd ‘zwaartepunten’. En zoo dikwijls wij op Christelijk-mystieke wijze ‘den introitus’ van het lied van Christus' lijden willen zingen, komt het er op aan, niet te vergeten, dat hoogtepunten ook zwaartepunten zijn. Want er is valsche mystiek en er is ware mystiek. De valsche mystiek worstelt alleen maar naar het hoogtepunt toe, en ze rekent er op, dat, zoodra zij het bereikt heeft, daar een rustbank staat en een effen vlak er ligt. Maar de ware mystiek weet, dat, zoodra zij een hoogtepunt gevonden heeft, er ook is de worsteling, en de steen des aanstoots, en het kruis, dat zij opnemen moet. De valsche mystiek neemt op den reisweg alleen een wandelkaart mee van de helling van den berg, en zij hoopt op elk plateau daarboven te kunnen rusten. Doch de ware mystiek treedt in de schaduw van het kruis, zoodra zij een hoogtepunt bereikt heeft.' Klaas Schilder waarschuwde tegen de pensionering in deze dingen, tegen het gezapige, zoetsappige alsof men het luilekkerland had ontdekt. Tijdens het lezen van het boek kreeg ik ineens een visioen over een valse bruid, een materialistische bruid, van de mammon die zich als god had aangesteld over nederland, die god om zeep had geholpen, iets waar de vrijmaking tegen opstond. Toen las ik ook even later dat Klaas Schilder over de valse bruid sprak. p.11 'Dat de Satan, die in eeuwigheid verdorven is, den walm der zonde den Zoon des menschen in het gelaat laat slaan, dàt is voor Jezus erg. Maar dat Zijn bruid satanisch doet en spreekt; dat een mensch, voor wien Hij het leven geeft, instrument van Satan wordt; dat op het hoog-geestelijk moment van Jezus' profetie, het vleesch in Simon Petrus wakker wordt, om zijn woord te spreken van verzet tegen de hemelsche wet van verzoening door voldoening, - dàt is voor Jezus wel tot nu toe het zwaarste leed geweest.' Dit is een natuurproces. We hoeven het niet altijd Jezus te noemen, maar we kunnen het ook de gekruisigde noemen. H. de Cock (1801-1842) van de 1834 afscheiding en wederkeer sprak dat de kerk blind was geworden door gebrek aan het mechanisme wat tijdens de reformatie was gegeven door de voorouders. Er was teveel losgelaten en daarom was de kerk materialistisch geworden, onder het gezag van een aardse koning, en niet meer de hemelse kennis zelf. De mens was afgedwaald van de hemelse natuur. Ja, de reformatoren hebben veel fouten gemaakt en zaten in veel dingen vast, maar dan moet er aan hen hulp geboden worden, en het werk verbeterd worden, anders zal Nederland de afgrond ingaan. Zo is dat ook met de bijbel. Er is geen excuus om het zomaar

allemaal overboord te gooien. Dat is een brug te ver. Het is luiheid, puzzelluiheid. Ik heb in het werk van Calvijn hemelse bronnen gezien, die leven geven, als fonteinen in de natuur. In de theologische dialectiek spreekt God, de natuur zowel door het woord van God als het woord van mensen. God kan spreken door onfeilbaarheid en feilbaarheid, en met kromme stokken rechtslaan. Het is maar goed ook dat God door de aarde spreekt, want anders waren we hopeloos verloren. We moeten alleen gevoelig worden voor de patronen, voor de semiotiek, de taal en vertaling der tekens. voetnoten : [1] De Schaapskooi van Christus aangetast door twee wolven, en verdedigd door H. DE COCK. ulrum, 1834 – p.13 hoofdstuk 61 … en geld was niet meer – leven op de paradijs aarde Theologie is de sluiers van de psychologie, de beeldspraak van de ziel, de kunstvorm van de ziel. Theologie is dus niet het wezenlijke, maar een uitdrukkingsvorm, een taal, als een medium om dieper in de ziel door te dringen. Theologie is het voorhangsel van de psychologie. Psyche is een gevaarlijke macht op zichzelf, en daarom is de psychologie van belang, de wetenschap van de ziel, maar we hebben gezien hoe corrupt de markt-psychologie is. De markt-psychologie is de oorzaak geweest van de totale vernietiging van de ziel. Daarom is de opname in de psychologie zo belangrijk, maar wat is de opname ? De opname is een d-day in de psychologie. De daadwerkelijke opname en d-day is de psycho-analyse, waarvan Freud een enigma is. Het gaat dan niet zozeer om Freud als persoon, maar als abstract model, een model wat wij ook gebruiken. Freud staat voor vr-d, oftewel vur-day, de dag van de natuurkennis. De ware d-day is dus Freud, psycho-analyse. De opname is dus niet zomaar een loze ervaring. Het is niet zomaar een gevoel. Ook de watersnoodramp van 1953 is hiervan een beeld, waardoor de mond van Nederland, Zeeland, werd doorboort, besneden, oftewel als beeld van het zwijgoffer, wat tegelijkertijd een luisteroffer is. We kunnen wel allemaal hocus pocus gaan doen, en abracadabra zingen, maar d-day is iets heel practisch : psycho analyse. Ook op de theologie moet psycho analyse toegepast worden. De zegels moeten verbroken worden, het voorhangsel moet scheuren. Psycho-analyse is geen zoetsappige bezigheid. In grote woede komt psycho analyse tot stand, zoals Jezus ook woedend kon zijn om de markt-religieuzen uit te drijven, en ook Jeremia werd apart gezet in grote toorn. Woede is een beeld van passie. Zonder hemelse woede kun je de schapen niet tegen de leeuwen, de beren en de wolven beschermen. Ook David had deze hemelse passie. In de naam van de hemelse woede zijn de geestelijken geroepen het vleselijke uit te drijven. Ze kunnen daar niet zomaar onverschillig blijven staan. Psycho analyse is een oorlog. In het oude testament was het heilige geestelijke, ruwach in het hebreeuws, of ruh in het aramees, de hemelse en profetische woede, oorlogszuchtig en inspirerend. De kern van het evangelie is niet alleen maar berouw en boetvaardigheid over de zonde, maar woede tegen de zonde, het oorlogvoeren tegen de zonde. Dat is wat het verzet is.

Vannacht had ik weer een droom over de paradijsaarde. Geld bestond niet meer, het aardse kopen en verkopen, maar er was nog wel hemels geld, wat iets heel anders was. Ik was bij een gezin in huis en zou iets van ze kopen, en kopen betekent 'kennis maken met'. Ik zou bij het gezin logeren, en het scheen dat ik er al eerder gelogeerd had. Het kopen ging dus niet buiten het kennismaken en verplaatsingsvermogen en invoelingsvermogen om. Aards geld is onverschillig, koud, harteloos, meedogenloos ook, die de kloof tussen rijk en arm in standhoudt. Dat doet het aardse, vleselijke geld zelf. Geld is een grote vijand, en net zoals de talen is het nog een bepaalde omgangsvorm, maar de mens zit in deze gevangenis opgesloten hier op aarde. Ik moet dus iets hemels kopen bij deze mensen, met hemels geld, een geld wat invoelingsvermogen voorstelde. Het ging om een videoband ofzo. Ik kreeg er ook nog extra dingen bij, heel zorgzaam. Hemels geld is een beeld van zorgzaamheid, tederheid. Er was geen koude afstand zoals bij het aardse geld. Er zou ook een groepje komen, en we lazen uit een Duits boek, en ik zou ook een stukje voorlezen, een stukje over procenten. Bij alles wat je neemt richt jezelf tot de hemel en vraag je of hoeveel procent je ervan mag nemen, want leven is energie om te verdelen. Je mag niet meer procent nemen van iets dan je toegewezen is, anders neem je het deel wat van anderen is. Wees daarom gevoelig voor de hemelse procenten. Ontwikkel dit zintuig in jezelf, zodat je niet de strepen over gaat. In de hemel gaat het om : een beetje minder. Terwijl op de aarde gaat het over : 'een beetje meer dit en een beetje meer dat.' Dit was oorspronkelijk een liedje uit 1983, vlak voordat 1984 kwam, maar de tekst was : 'een beetje van dit en een beetje van dat,' als een beeld van variatie, en niet 'een beetje meer dit en een beetje meer dat,' want dat is het volkslied van de schrokoppen, van de pannenlikkers en tafelschuimers. We gingen toen in de droom ook naar de winkel in het dorpje. Het was een prachtig natuurdorp in de eeuwige sabbatsrust. Ook de winkel was een woning, en moest je logeren om er iets te kunnen kopen, omdat geld dus : invoelingsvermogen, kennismaking, betekent. En dit voelde goed, en waar. Er waren onder de huizen veelal nog extra kamers, als woonkelders. Het was er wel erg gehorig, want je kon gewoon het gepraat bij de buren horen, en ik hoorde een oom van de stad van mijn grootouders, en het gaf een heel warm gevoel, waar hemels geld dus voor bedoeld is. Na een tijdje was ik weer terug bij het gezin waar ik eerst was. We liepen dus ook telkens over. De vrouw van het gezin waar ik veel mee sprak en die alle zaken regelde had het over een ruitenjasje waarvan ze dacht dat het van mij was, maar het was nu nog bij iemand anders. Dat had ik eens laten liggen. Ze wilde me dat weer geven. Vroeger als kind had ik inderdaad een ruiten jasje, dus die herinnering kwam weer terug. Het was een prachtig jasje. Er kwam weer een stuk van mijn jeugd terug. De jeugd is nog niet vleselijk financieel zoals de volwassenen, maar werken abstract met het hemelse geld. Door de volwassenen wordt dit allemaal afgenomen. Op de paradijsaarde krijgen we alles weer terug. hoofdstuk 62 leven op de paradijs aarde 2 – geen geld dan liefdesgeld We hebben gezien dat het hemelse geld, in tegenstelling tot het menselijke geld, tederheid is, invoelingsvermogen, het ter kennis nemen, oftewel liefde is, en het is zeer besmettelijk, als een hemels virus. De volwassenen hebben een rotzooitje van deze wereld gemaakt. Ze hebben het geld uitgevonden om een kloof te maken tussen arm en rijk. Geld is een koude bedoening. De hemel haat

daarom geld, maar heeft een hemels geld van liefde, het liefdesgeld. Dit is geen zoetsappige liefde, maar een oorlogszuchtige liefde, de hemelse woede tegen de zonde. Dit is niet zomaar een onredelijke, roedeloze woede, maar een passie voor hemelse studie. Het is geen praterige woede, maar een luisterwoede. Ons zwijgoffer moet zich vereeuwigen tot een eeuwig luisteroffer, om zo de eeuwige sabbatsrust in te gaan, de paradijs aarde, maar wat is het hemelse oor ? Ik heb het oor van de mensen gezien. Het is koud en onverschillig. Het wijkt af bij het minste of geringste, keert zich weg. Het hoort wel, maar luistert niet. Daarom is het hemelse oor zo belangrijk. Maar wat is het ? De mens wil altijd maar praten in de samenleving. Gesprekje hier, gesprekje daar, en het is allemaal voor geld. Grote organisaties moeten ook altijd weer 'praten', maar er wordt helemaal niks gezegd, en je wordt geheel uitgemolken. De mens heeft niet goed door dat de mens verhoord wordt door deze dingen, in de gaten wordt gehouden, als een gevangenisapparaat. Dat is wat de sociale controle meestal is. Alles moet. Dit moet, dat moet, en het gaat nergens over. Dat komt omdat dit de paradijs aarde niet is. Met volle borst zingt de mens over de aarde als god's schepping, maar dit is de aarde van god niet, maar de aarde van de duivel. Dit is de aarde van de tegenstander die de mens in gevangenschap houdt, en de mens wordt daarom verhoord, en daarom moet er altijd gepraat worden. Denk maar niet dat ze iets om je geven. Er wordt niet gewerkt met het liefdesgeld, maar met koud, aards geld. Er wordt gewerkt met bloedgeld, om de kloof tussen arm en rijk nog groter te maken. Het oor van de mens is een gevangenis implantaat. De mens is er goed bij. Wat is dan het hemels oor ? Ik had er een droom over. Mij werd verteld over het hemels oor, en ik zag een donkere vrouw. Het was in de natuur. Het hemelse oor is het moederschap. Kunnen we het nu begrijpen ? Het zuivert zich vanzelf uit. De mens is nog in de baarmoeder. De mens is nog niet geboren. De mens is nog in baarmoeder nachtmerries, de nachtmerries van de feutus. Waarom was de vrouw donker ? En wat houdt het moederschap van het hemelse oor in ? De weg door de baarmoeder is heel ingewikkeld. Het hemelse oor stroomt voor eeuwig als een waterval in hemelse leegte. Het hemelse oor is als de navelstreng tussen moeder en kind. Het is de oor van het hemels moederschap. Het laat het kind niet los. Het hemelse oor is diep binnenin, om aan het koude oor van de volwassenen te ontkomen. De wereld waarin we leven is geen moeder wereld, maar de moeder aarde, de paradijs aarde is diep in de wereld opgesloten, diep in de natuur. Daar ligt zij opgeborgen als een geheim, als een hemels oor. Waarom is de vrouw donker ? Het is niet zomaar obscuriteit. Omdat ze de paradijs aarde voorstelt. Het kind sterft in de aarde om haar te vinden, om in haar wedergeboren te worden. Zo wordt het oor van het kind besneden, doorboort, om het hemelse oor te ontvangen. De donkere vrouw is dus het pad van het kruis. Alleen zo gaat het hemelse oor open. Het is de opname van het oor, de d-day van het oor. En het hemelse geld is als de hemelse wateren om het te zuiveren. Alles is doorzichtig. Het hemelse geld is de hemelse neus. Als een waar hemels beveiligings apparaat en alarm. Hierop mag de ware communicatie ontstaan, de hemelse mond geopend worden. We zijn op de paradijs aarde, als we goed gebruik maken van ons hemels oor en onze hemelse neus. Als we goed overal doorheen kijken, doorheen prikken. De draak is verslagen, maar de roofvarkens zijn nog steeds op jacht. Er is nog een grote oorlog over de hemelse principes. Overal liggen nog stukken van de draak in het rond. Het teistert de mens in het geheugen, het klaagt de mens aan. Corona is gekomen. De praterigheid van de organisaties is gehalveerd, in stukken gevallen. De zeeen zijn aan het splitsen voor de grote exodus, waarvoor leviticus zo belangrijk is, het brengen van het eeuwige luisteroffer, tot het ingaan van de eeuwige sabbatsrust. Waarom is de vrouw donker ? Zij is de paradijs aarde. Zij is de wildernis. Het is de orde van het moederschap. Zijn wij klaar om het hemelse oor binnen te treden ?

hoofdstuk 63 leven op de paradijs aarde 3 – jona en de genezing van het geheugen Jona moest toetsen, worstelen met de natuur, met het leven, in een soort pniel-situatie zoals Jakob, en in dat proces kwam de hemel hem tegemoet. De hemel zond een beest tot hem om hem op te nemen. Dit is een natuurverschijnsel. Jona moest tot de piek komen, tot de bodem van de put. De mens heeft deze piek-ervaring nodig om verder te komen. Ook de vijand zond een beest. Het was heel dubbel. De opname gebeurt als het zwijgoffer rijpt, tot een piek komt. Het heeft dus ook alles met de Levieten te maken, als beeld van het toetsen waarin de hemel de toetsende mens die volhard in het zwijgoffer tegemoet komt. Vandaar ook de dubbele betekenis van het beest de Levi-aten, of Leviatan. De aten is de hemelbron die de mens opneemt in de egyptische kosmologie, zoals de aten werd afgebeeld als een schijf met armen in de lucht. Aten of ten is ook een andere naam voor de schorpioenenmoeder van Egypte, serket, als een beeld van de baarmoeder. Eerst moet de mens hemels verslonden worden door de hogere realiteiten. Ook het Eeuwig evangelie gaat diep in op de verslinding, en het is heel dubbel. Het offer wat de Levieten brachten was een zelfoffer in de grondtekst, en zo werden ze zelf door het beest verslonden, door de urim, wat een toetsorakel is. Zo werden ze zelf verdiept. We zien dit ook terug in het verhaal van Job, waarin Job in de grondtekst tot de Leviatan wordt geleid, tot de krokodil, zoals ook Ra tot de krokodil werd geleid, tot Sebek, in de egyptische verhalen. Ra werd door Sebek verslonden in de onderwereld, en werd zo zelf tot Sebek. In de oudere, voortijdse geschriften van Job, de geschriften van Nob of Noph, moet Noph tot de wildernis vluchten vanwege een overstroming. In dit verhaal wordt hij ook door een beest gegrepen en verslonden. Zo komt hij tot de onderwereld, de daadwerkelijke wildernis. De opname is heel dubbel. Je ene deel wordt hoger opgenomen, en je andere deel moet dieper de diepte in. Twee beesten strijden om je. De opname is een opdracht, zoals ook bij Jona. Hij had een werk te doen. Als je denkt dat de opname betekent van je pensioentje genieten, dan is dit een valse opname. Laat je niet overhalen een pensioenfonds te ondertekenen. Dat is niet wat de eeuwige sabbatsrust is, of het vrederijk. Het betekent komen tot de innerlijke vrede en rust in het hemelse werk, en dat is maar deels. Je kunt rusten in en door het hemelse werk, maar het is tegelijkertijd niet passief. Frivoliteit is een valse opname, een drugs die velen hebben genomen. Velen hebben het aas van de valse opname genomen. Je kunt het zien aan hun hardnekkige, koppige onverschilligheid. Ze zijn veelal verslaafd aan het harde, koude, aardse geld. Het heeft hen hard gemaakt, eenzijdig. Ze zijn verdicht. Het vleselijke kan het geestelijke niet verstaan. Dit soort beesten zijn er op de mens afgezonden en het scheurt je uit elkaar. We leven daarom in een kleptocratie. Wees niet één met de dieven. Geef je hart niet aan hen. Diep in jezelf is de paradijs aarde, waar de paradijs mensen leven door andere regels. Ze gaan dwars tegen de wereld om ons heen in. Het zijn twee realiteiten die op elkaar inbeuken. Kun je de paradijs aarde dwars door alles heen zien ? Er zouden beesten komen uit de zee en uit de aarde, om de mens te verscheuren, om de mens te onderwerpen. Ook komen er beesten vanuit de hemel om de mens tegemoet te komen : de beesten uit het paradijs. Kun je dat dwars door alles heenzien ? Ze komen. Ze zijn al gekomen. Ze leven diep in ons. Heel diep moeten we de waterput indalen, in de put van vrouw Holle, waar beesten ons aanvreten, totdat we zelf beest zijn geworden. Roodkapje werd verslonden door de wolf, totdat ze zelf wolf werd. Al deze beesten hebben diepere betekenissen. In de wereld om ons heen worden we

voortdurend bestookt met reclame. Ze willen telkens weer dat we van alles kopen. Maar je kan het je ook laten inspireren. Een oud indiaans voortijds gezegde luidt : Je kunt alleen iets verslaan of begrijpen als je het zelf wordt. Het wordingsproces is zo belangrijk. Maar dan wel anders : gij geheel anders. Er is verschil tussen wolf en wolf, tussen beer en beer. Je hebt het slechte voorbeeld gezien, maar je kunt ook het goede voorbeeld geven, het ten nut draaien. Al deze totems hebben een medicinaal potentieel. Je moet de twee polen kennen. De paradijs aarde, misschien zie je het niet, maar kijk dan naar binnen. Herinner je dromen, het dromen geheugen. In de diepte zijn de beesten medicijnen. Daarom moeten we leren leven in gematigdheid en variatie om daar te komen. Het beest is een abstracte werkelijkheid. Bouwen aan een nieuwe aarde, aan de paradijs aarde, begint in jezelf, bouwen aan je perspectief. Dit houdt ook in dat eenzijdigheid afgebroken moet worden. De natuurstad van mijn grootouders aan beide kanten was voor mij als kind een paradijs aarde. Er was een groot contrast daar. De grootouders van mijn achternaam woonden in het boerse gedeelte, meer het natuurgedeelte, en de andere grootouders woonden in het stadse gedeelte. De grootouders van mijn achternaam waren wat speelser, terwijl de andere grootouders, die ook wat ouder waren, strenger waren en meer ingetogen, en het stadsdeel waarin zij woonden was ook islamitischer. We gingen altijd heen en weer en dat kon je merken, als de golven, en die overgang vond ik altijd heel wonderlijk, alsof het in mijzelf gebeurde. Het was een soort schakelaar, een verschil tussen dag en nacht. De herinneringen blijven groeien, als een tuin, als een wildernis. De paradijs aarde kan ook heel practisch zijn, ergens in je geheugen, waar het zich blijft vormen en vervormen. Je leert steeds meer schakels te zien. Het is belangrijk zulke plaatsen in jezelf te ontdekken, en eraan te werken. De mens moet leren werken met zijn geheugen, met zijn dromen en dagdromen. De paradijs aarde komt niet zomaar, maar ligt verborgen in de geheugen analyse. Dingen in het geheugen kunnen steken. De mens kan geheel door zijn geheugen opgevreten worden als door een beest, maar zo komt de mens wel dieper, en ziet andere schakels. Daarom is Jona ook een beeld van het herstel van het geheugen, de genezing van het geheugen. Het zal ergens in het begin van de tachtiger jaren geweest zijn. Een neefje uit de natuurstad van mijn grootouders was gekomen. Ik was een tekening aan het maken van een beest, een soort hond, met een bek die de opening was van een tunnel waar men doorheen moest, als een reis door de onderwereld. Ik was diep in gedachten verzonken, en had het liedje : 'Wanna be startin' somethin' van Michael Jackson in mijn hoofd, van het thriller album uit 1982. Het liedje zelf werd in 1983 uitgebracht : 'It's too high to get over, Too low to get under, You're stuck in the middle, And the pain is thunder, you're a vegetable, still they hate you, you're just a buffet, they eat of off you, wanna be startin' somethin' We zouden naar een groottante gaan die in de buurt van Utrecht woonde, de boekenstad. Daar gingen we soms logeren. Het is een beeld dat alles in de boeken terecht zal komen.

hoofdstuk 64 leven op de paradijs aarde 4 – de traumageleide hond Vannacht had ik weer een droom over de paradijs aarde. Mijn verstand was heel zuiver en rein. Ik had nog wel twijfels en onzekerheden, maar die konden maar tot een kwart in me doordringen, alleen aan de oppervlakte, en ik was in een paradijselijke waas, heel zuiver. Ik was in een paradijs stad. Ik was daar met een meisje en we gingen naar een openlucht restaurant bij een zwembad. Het was tropisch weer. Het was er heel druk. Maar alle tafeltjes waren heel ver van elkaar verwijderd. Normaal gesproken vindt ik restaurants vreselijk, en druktes kan ik ook niet altijd waarderen, maar op de paradijs aarde is alles anders. We zouden daarna gaan zwemmen, naakt. Er was geen perversiteit of schaamte. Het was de paradijs aarde. Het meisje had de menu lijst in de handen, en zou een menu uitkiezen voor ons. Het was een zuiver menu van de paradijs aarde, dus een paradijselijk menu. Ik moest ondertussen plassen, dus ik stond op en zei dat ik zo terug was. Bij het zwembad aan de achterkant was een opvangcentrum met de slaaphutten. Ik liep door het gangpad op zoek naar een badkamer. De slaaphutten of slaapkamers kon je van voren gewoon naar binnen kijken, en in iedere kamer was wel iemand. De slaapkamers waren prachtig, ook de bedden. Die waren uit één soort materiaal gevormd. Aan de andere zijkant was toen een badkamer toen ik verder liep, maar daar stonden velen onder de douche. Ze schaamden zich niet voor elkaar. Iedereen was lief en aardig voor elkaar. Er was geen perversiteit. Niemand deed onder voor de ander. Er was alleen liefde en gelijkheid. Zo prachtig. Het was de paradijs aarde. Maar ik moest dus plassen en ik kon maar geen lege badkamer vinden. Ik liep door het gangpad verder, het zwembad uit, weg van het restaurant en ging de buurt in op zoek naar een plasgelegenheid, maar die kon ik niet vinden. Het was zo druk. Het was een prachtige omgeving. Het was overal druk. Maar op een goede manier. Het was paradijselijk. Ik raakte de weg kwijt. Het duurde allemaal heel lang, en ik dacht dat het meisje wel op me aan het wachten was, dus ik wilde haar eerst laten weten dat ik er nog niet in geslaagd was een plasgelegenheid te hebben gevonden. Ik vroeg toen aan een meisje in de drukte waar het zwembad was. Ze wees toen met haar vinger naar een bord in de verte waarop 'SAVE' stond, en toen herinnerde ik het me weer, want zo kwamen we daar ook aan. Ik ging toen op het SAVE bord af, want daarachter was het openlucht restaurant. In het paradijs zijn openlucht restaurants en zwembaden plaatsen waar je herinneringen kunt opslaan, 'saven', waar je jezelf kunt opladen. Maar nu komt het : Wie waren die mensen waarbij ik me zo goed voelde ? Het waren de dieren. Dieren zijn ook mensen. Juist dieren zijn de ware mensen. Zij waren hier omdat ze op de aarde waren afgemaakt. Daarom was er ook een opvangcentrum bij het zwembad ingebouwd, want deze dieren, die dus ook mensen zijn, zijn getraumatiseerd op aarde. In nauwe hokken moesten ze leven, op elkaar gedrukt, en ze voelden het aan dat en wanneer ze zouden worden afgemaakt. Ik hoorde prachtige jongetjes bij de slaapkamer afdeling kreunen en wenen als ze het allemaal weer herbeleefden. Kun je de zielen van de dieren zien ? Het zijn mensen. Ze waren alleen veel tederder en intelligenter, veel zachtmoediger. Ik was in het dieren paradijs. Daarboven worden ze allemaal goed opgevangen. Beneden op de aarde spelen de mensen gokspelletjes om vlees mee te winnen. Die gokmachines worden geregeerd door gokkoninkjes, kleine dwergjes, zeg maar gerust gnoompjes, zoals

bijvoorbeeld in het Suske en Wiske verhaal Crimson en Jack Potfees. De mensen beneden zijn hun gokverslaafden, die door die gokmachines zelf tot vlees worden verwerkt. Voordat deze droom begon was ik in een droom met Anubis, oftewel jn-p. Ik dacht na over de hogere zelfnatuur. Anubis is de p-jn, oftewel de zeeput van Jona, de diepte waarin de mens weer tot zichzelf dient te komen, niet afhankelijk zijn van iets anders want dat is bedrieglijk. Anubis waakt in die zin ook over de mens. Het komt uit de egyptische en voortijdse psychologie, als een getrouwe hond van de ziel, die de ziel tot het hogere zelf moet leiden, om niet in de valstrikken van 'afgoden en zondebokken' te vallen. Die zijn allemaal verzonnen door de projecterende luiheid en lafheid van de mens. Vandaar dat het om de hogere zelfnatuur gaat. Daartoe was ik gekomen. Ik werd wakker en het was prachtig weer. Het was een dromen serie geweest. Er was ook nog een droom tussenin over dat ik in het natuurdorp was van mijn kinderjaren. De buurman van de gereformeerde gemeente had een nieuw hondje. Hij is inmiddels overleden en hij is nu van de RGG, regressiefgereformeerde gemeente, de paradijselijke vorm dus. Toen ik wakker werd na de dromenserie dacht ik aan een boekje wat ik eens bij mijn grootouders las. Het was een boekje over het paradijs met prachtige plaatjes van het paradijs erin. Die plaatjes waren heel groot, met prachtige paradijs natuur. Ik had nog nooit zoiets gezien en het maakte grote indruk op me als kind. Ben je getraumatiseerd op aarde ? Op de paradijs aarde heeft je ziel een traumageleide hond om je er doorheen te leiden en helpen. Op de paradijs aarde zijn zeker opvang centrums voor de zwaar getraumatiseerden. hoofdstuk 65 leven op de paradijs aarde 5 – anubisologie : de wetenschap van het hogere zelf Buiten de paradijs steden en paradijs dorpen zijn de weilanden, de tuinen en de wildernissen. Anubis leidt, zoals in de bijbel in de vorm van Mozes, Jona en Johannes. De mens moet komen tot de hogere zelfnatuur. Elk paradijs heeft zijn eigen slang, zo ook de paradijs aarde. Er is een verboden boom, genaamd de boom van breure. Het is de boom van het verachten van het zwijgoffer, en de boom van het verachten van het hogere zelf. Als de mens van deze boom neemt, dan verschuilt de mens zich achter god en schuift al zijn verantwoordelijkheden op god. Het hogere zelf is het god zelf, om het lagere zelf te overwinnen. Het gaat niet buiten jezelf om. Het gaat om het wordingsproces. Je kunt niet alles afschuiven op iets wat zichzelf god noemt. Je moet tot je eigen god zelf komen, het pure zelf in het paradijs. Dit wordt het hogere zelf genoemd of hogere zelfnatuur. Als je lui en laf alles maar op iemand anders telkens projecteerd en niet op de paradijs bron in jezelf, dan bedrieg je jezelf, en dat is wat breure is. Breure is de witte slang, een lange witte cobra, van de verachting van het hogere zelf, want als je het hogere zelf veracht, dan heeft deze slang nog steeds macht over je. Wel is het zo dat we ons lagere zelf, ons vleselijke zelf moeten verloochenen. Juist als we het hogere zelf verachten en komen tot één of andere god die we voor ons karretje kunnen spannen, dan is die god slechts een masker van het lagere zelf, het vleselijke zelf, en dat is wat zelfzucht is. Het is een geest van valse vroomheid. Alleen door het hogere zelf kunnen we aan deze slang ontkomen, en deze slang heeft iedereen al gebeten, en iedereen is erdoor in slaap geraakt. Dat is wat deze wereld is, en daarom moeten we terug naar de paradijs aarde, waar we door het hogere zelf deze slang en zijn boom kunnen overwinnen.

Ik ken deze slang al sinds kind zijn, alleen wist ik toen zijn naam nog niet. Het probeerde me te wurgen. Toen later begon hij telkens zijn naam uit te spreken en te sissen. Ik had dan het gevoel alsof ik stikte. Anubis leidt in het gevecht tegen deze slang. Het is een zware geestelijke strijd. Deze slang werkt met omkoperij, verwennerij. Deze slang is erger dan de draak. Het bereed de draak. Het werkt met valse cadeau's. De mens trapt er graag in. Een hysterische koninginnen cobra is het, werkt graag door de bloedlijnen heen. Wurgt haar kinderen met de navelstreng. Ze eet haar kinderen, en leidt hun zielen tot valse paradijsen. Waakt op, ze noemen het god. Kom tot de paradijsen van de hogere zelfnatuur. 'Ja, maar je kan het zelf niet. Je hebt die en die nodig,' zeggen ze dan. Ze zijn totaal aan de drugs. Je lagere zelf kan het niet, maar je hogere, geestelijke zelf kan het wel. Daar zit een groot verschil in. Ze hebben dit soort verhaaltjes gemaakt om de zonde mee goed te praten. Alles zit al in je zelf, alles is al in jezelf, maar er is verschil tussen lager zelf en hoger zelf, tussen het vleselijk zelf en het god zelf. Ben je dan zelf god ? Niet op de manier van de mensen. De mensen weten helemaal niet wat het betekent. Ze hebben van god een titel gemaakt, maar het is een principe. De god van de mensen is machtszuchtig en eerzuchtig, en is gek genoeg altijd op hetzelfde niveau als wat deze mensen geloven en denken. Ze hebben het zelf gemaakt. Ben je zelf god dan ? Ja en nee dus, niet zoals de mensen zeggen dat god is. God is geen popie jopie of ander soort aandachtstrekker. Het is de bron van al het leven, en het betekent 'wording', het betekent 'het zijn', het betekent 'het hogere zelf' en het is diep in je binnenste. Daarom mag de mens loskomen van de boom van breure, van de valse godziekte waar men ziekelijk aan afhankelijk is, en de mens mag komen tot de boom van het hogere zelf, de boom van de hogere zelfnatuur. Kan de mens die omschakeling wel maken ? Breure is op jacht. Het is een zware strijd. Een hysterische hissende, sissende koninginnen cobra die graag door de bloedlijnen werkt om de vrucht te doen verstikken. Doodgeboren in de baarmoeder, en als er ook maar één teken van leven is, dan snelt ze haar scherpe pinnen door het hart van het kind. Nee, het kind mag niet ontkomen. Breure ziet het kind als haar eigendom. Het zijn de zware nachtmerries van de feutus in een worsteling om geboren te worden op de paradijs aarde. Iedereen moet dit ding voor zichzelf overwinnen dus. Een ander kan het niet doen. Maar anubis helpt, als een hulphond, als een steunhond, een traumageleide hond, om door deze nachtmerries van de feutus heen te komen, om zo geboren te worden op de paradijs aarde. Laten we kijken naar wat psalmen van de regressie, de beweging na de reformatie : Psalm 8 : Exodus 1 1. Israël in het Egypte land, Ze waren bijna beroofd van hun verstand. Onder onderdrukking vermenigvuldigden zij zich snel, maar de onderdrukker maakte hun leven tot een hel. 2. Nog harder moesten zij werken, En nog meer probeerde de vijand hen in te perken. Zwaar mishandeld waren zij als slaven, en moesten voor andermans huis draven. 3. En als er een jongen werd geboren voor Israel's plezier, Dan moest het geworpen worden in de rivier.

Breure verdrinkt haar kinderen. Nooit hebben ze rust. Altijd moeten ze werken voor haar dromen. Zo kunnen ze nooit tot hun hogere zelf komen. Het is een hele droevige psalm, een klaagzang, als een gebed tot het hogere zelf, een roep om hulp. 'Hogere zelf, wees mijn gids.' Anubis is een beeld van het hogere zelf. Psalm 9 : Exodus 2 1. Toen werd er een kindje geboren van 't hemels schoon, Zijn moeder zag het als een waarlijk loon, Snel verborg zij het kindje tussen 't riet, Daarom vonden de langsgaande vijanden het niet 2. Maar eens wandelde de dochter van de vijand daar, En zij zag het kind in zijn mandje en het raakte in haar een snaar, En zij sprak : Dit kind is een Israeliet, Maar verdrinken wil ik het niet. 3. En zijn moeder moest hem moedermelk geven, maar daarna zou hij bij de dochter van de vijand moeten leven. Zij wilde het kind adopteren, om hem alle schatten van de vijand te leren. 4. Maar op een dag had hij een overste van de vijand gedood, en moest zo vluchten in hoge gewetensnood. 5. Zo werd hij een vreemdeling in een vreemd land, En vroeg daar aan iemand een dochter's hand. Hij woonde nu nog verder van zijn volk vandaan, Tot een vreemd land was hij gegaan. Wij moeten daarom geen smetvrees hebben. Wij moeten de wereld kennen, om anderen te kunnen helpen. Het kindje kon zo ook de dochter van de vijand helpen die daar ook in gevangenschap leefde. Zo kon hij uiteindelijk de vijand vernietigen. Nog steeds kon hij niet terug naar zijn volk, want hij had alweer een nieuwe opdracht. De wegen van het hogere zelf zijn ondoorgrondelijk. Het hogere zelf leidt ons over vreemde paden van nooitgedacht. Psalm 10 : Exodus 3 1. En de boom was brandende en sprekende, zoals alle hemelse bomen, Als een teken dat zij die verdronken waren door de hand van de vijand tot God waren genomen En hij werd geroepen door de boom, Zijn volk werd nog steeds gehouden in toom 2. En hij moest het volk uitleiden, opdat zij zich in de wildernis zouden verspreiden.

3. En hij vroeg : Hoe moet ik dit doen ? Het lijkt wel een droom. En de hemel antwoorde : Onthoud slechts het wonder van de hemelse boom. Als ik een boom kan laten spreken, dan kan ik ook het slavenjuk van uw volk verbreken. Dit is de boom van anubis, van het hogere zelf. Hij was nu diep genoeg geworteld, en kon zo terug naar zijn volk om het uit te leiden. In bijbelse taal is dat ook de boom van jona. Het is het kruis waaraan ons lagere zelf sterft, opdat het hogere zelf opstaat. Psalm 11 : Exodus 4 1. En toen werd die boom zomaar tot een slang, en hij werd erg bang. En toen keek hij naar zijn hand en die was wit, Het was de dood naar hem op jacht, als een vrouw van veel gevit 2. En zijn vrouw besneed toen haar zoon, Zijn innerlijk kind omringd door haar gehoon, Een bloedbruidegom zijt gij mij, sprak zij toen, Alleen zo kon hij de vijand verdoen Dit gaat erover dat het een innerlijke vijand is die door de besnijdenis overwonnen kan worden, en dit gebeurde door Zippora, zijn vrouw. Hij is hier in gevecht met Breure. Het zelf moet besneden worden, opdat het hogere zelf voortkomt. Hij moet loskomen van de valse afgoden die hij heeft gemaakt. Psalm 12 : Exodus 5 1. Waarom zou ik u laten gaan ? U wilt slechts vluchten van uw baan. En daarom zal ik verzwaren uw werk, U draagt immers mijn merk. 2. Lui bent gij, om in de wildernis een feest te willen vieren, Ik zal tot u brengen de betere manieren, Aan mijn hand zult gij niet ontkomen, Daar zult gij slechts van dromen. 3. De vijand sprak tot Israel, Zij leefden als in een hel, Maar de gedachtenis aan het wonder van de hemelse boom, Hield hen sterk en vroom. 4. Zoveel kinderen verdronken, Als het zaad van waterplanten in de rivieren,

Ook al waren ze nu nog vastgeklonken, De boom geplant aan waterstromen zou voor hen de uittocht versieren. 5. Alles stond al vast, Deze kinderen komende vanuit de diepte zouden zich keren tegen hun last. Breure wilde het volk niet laten gaan, en daarom moesten de plagen komen, zoals vandaag corona is gekomen omdat de oude orde de nieuwe generatie niet wil loslaten. Wij mogen dan denken aan de boom van anubis, de boom van het hogere zelf. Wij zijn door Breure verdronken, maar als zaad van waterplanten zijn wij nu de boom geplant aan waterstromen zoals in de israelitische psalm 1. Deze boom zal ons tot exodus wezen. Breure is een psychiatrische markt-macht die recht tegenover de psycho analyse van het hogere zelf staat, de psychologie van het hogere zelf. Jung (1875-1961) stelde dat het 'zelf' een archetype is van heelheid, volkomenheid. Je mag in de psychiatrie geen zelf hebben, geen eigen identiteit, maar je moet totaal onderworpen zijn aan de ideeën van deze nazi's, de handlangers van Breure. Het is een totaal verknipt moederschap waarin het kind slechts een slaaf is van de wanen van de moeder. Er wordt een complot tegen het kind gemaakt op basis van roddelblaadjes. Alleen anubis, als beeld van het hogere zelf, kan deze ketenen verbreken. Het is in de bijbel het pad van Mozes, Jona en Johannes. Denk niet dat er in de psychiatrie daadwerkelijke psychologie wordt bedreven. Het is een bedrijf. Zorg wordt een product genoemd, en het slachtoffer een klant. De klant is daar geen koning, maar een gevangene, een slaaf, onderworpen aan hun zieke ideeën. Zij wanen zichzelf god, het god ras, en het hogere zelf hebben ze verboden. Psalm 13 : Exodus 7 1. En bomen veranderden in slangen, En wateren werden tot bloed, Maar de vijand weigerde tegemoet te komen aan Israel's verlangen, en bleef staan bij zijn hoogmoed. 2. Laat mijn volk gaan, om te dienen in de wildernis, Maar gij hebt niet willen horen, En daarom zal uw rivier tot bloed worden, En sterven zal uw vis. 3. En de vijand kon het water niet meer drinken, en overal was er bloed, Maar hun harten waren hard, en koppigheid weerhield hen ervan zich te bekeren in hun smart Daarom is corona gekomen, maar Breure bekeert zich niet. Ze wil het volk niet laten gaan. Psalm 14 : Exodus 8

1. En toen kwamen er kikkers, in hun huizen en op hun bedden, Ja, ook op hun tafels, en niemand kon hen ervan redden. 2. En toen kwamen er steekvliegen en muggen, die hen deden kuchen. 3. Het volk mocht toen gaan, maar niet te ver, Er moest veel meer gebeuren, Om het juk van de vijand te verscheuren. Corona heeft deels geholpen om deze mind control te breken, maar het wil niet zeggen dat alle vijanden al plat zijn. Psalm 15 : Exodus 9 1. En er kwam zware hagel die de mensen in hun huizen dreef, En de hemel sprak : Het is donder en vuur wat ik u geef. 2. En de bomen op het veld knapten, en ook het veldgewas werd neergeslagen. Het was meer dan de vijand kon verdragen. 3. Toch verhardden zij hun hart, Er was geen ruimte voor bekering in hun smart. Het corona virus is aan het muteren. Het drijft de mensen naar binnen, maar Breure verhard haar hart. Psalm 16 : Exodus 10 1. Toen kwamen de sprinkhanen, de kaalvreters, om het overgeblevene te verteren, En zij vulden de huizen en slaapkamers als nooit eerder tevoren was gebeurd, Maar zou het hen wel deren ? 2. En de dienaren van de heersende vorst spraken : Laat hen toch gaan, want beseft u dan niet : ons land gaat eraan ? Maar de heerser was wispelturig en bedrieglijk zoals altijd, En duisternis kwam over hen in grote vlijt 3. En de heerser sprak : Gaat weg van mij, Laat ik u niet nog een keer zien, want dan zult u sterven, Dit is niet wat ik verdien,

En de uitleider van het volk sprak : Dat is juist, ik zal u inderdaad niet meer zien. Wat zal dan Breure verslaan ? De mens moet tot de boom van anubis komen, van het hogere zelf, opdat de mens uitgeleid wordt en de vijand wordt verslagen. hoofdstuk 66 leven op de paradijs aarde 6 – anubis als abstract model van het hogere zelf De avondklok is ingesteld. Het is nu zo rustig op de straten en de natuur kan doorbreken. Vannacht had ik een droom dat ik midden in de nacht de gang opging naar de voordeur om die open te doen omdat ik naar buiten wilde. Er stonden en zaten allemaal mensen uit het midden oosten bij de voordeuren van de huizen aan de overkant. Ik had een bekertje in mijn hand met wat drinken en ik zette het neer in de deuropening. Ik keek even, en nam toen het bekertje weer op en sloot de deur weer, om weer naar binnen te gaan. Ik vroeg me af wat er gaande was. Even later ging ik weer de gang op naar de voordeur, maar dat was toen de voordeur van de sociale dienst, doorzichtig en in gebogen vorm. Het was een prachtige deur. Ik ging er doorheen en was toen ineens bij de sociale dienst zelf. Ik was op de paradijs aarde. Iedereen staat onder zorg bij de sociale dienst van de paradijs aarde. De sociale dienst verleent ook zorg. Ik zei toen tegen die mevrouw, een hele aardige mevrouw, dat ik de formulieren al had ingevuld, en dat alles al geregeld was, maar dat ik telkens weer automatische telefoonberichten kreeg met hetzelfde, alsof het weer moest, terwijl ik wist dat het al gedaan was. Die mevrouw wist ook niet wat het was. Het voelde niet verkeerd aan, maar juist het tegenovergestelde dat er gewoon niks aan de twijfel werd overgelaten dat iedereen zorg zou krijgen, en die zorg werd voortdurend aangeboden, ook al had je het al. Het was dus voor de sociale zorg bereikbaarheid, zodat niemand het gevoel had aan zijn lot te worden overgelaten. Zo kon je ook dieper opgenomen worden. Het was een natuur verschijnsel van zorg op de paradijs aarde. Ik was toen weer thuis, en ik ging naar bed. Midden in de nacht wilde ik naar buiten. Ik ben toen in mijn pyama het bos ingerend achter het huis, en ik bleef doorrennen totdat ik daar Anubis tegenkwam. Anubis sprak met een hele snelle stem. Anubis is een abstract model van het hogere zelf, van de paradijs mens, en van het zelfgenezend vermogen. Ik was ineens in de paradijs zee met paradijs vissen, in de zelfnatuur. RGG – regressief-gereformeerde gemeente 2020-2021

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
  85. 85
  86. 86
  87. 87
  88. 88
  89. 89
  90. 90
  91. 91
  92. 92
  93. 93
  94. 94
  95. 95
  96. 96
  97. 97
  98. 98
  99. 99
  100. 100
  101. 101
  102. 102
  103. 103
  104. 104
  105. 105
  106. 106
  107. 107
  108. 108
  109. 109
  110. 110
  111. 111
  112. 112
  113. 113
  114. 114
  115. 115
  116. 116
  117. 117
  118. 118
  119. 119
  120. 120
  121. 121
  122. 122
  123. 123
  124. 124
  125. 125
  126. 126
  127. 127
  128. 128
  129. 129
  130. 130
  131. 131
  132. 132
  133. 133
  134. 134
  135. 135
  136. 136
  137. 137
  138. 138
  139. 139
  140. 140
  141. 141
  142. 142
  143. 143
  144. 144
  145. 145
  146. 146
  147. 147
  148. 148
  149. 149
  150. 150
  151. 151
  152. 152
  153. 153
  154. 154
  155. 155
  156. 156
  157. 157
  158. 158
  159. 159
  160. 160
  161. 161
  162. 162
  163. 163
  164. 164
  165. 165
  166. 166
  167. 167
  168. 168
  169. 169
  170. 170
  171. 171
  172. 172
  173. 173
  174. 174
  175. 175
  176. 176
  177. 177
  178. 178
  179. 179
  180. 180
  181. 181
  182. 182
  183. 183
  184. 184
  185. 185
  186. 186
  187. 187
  188. 188
  189. 189
  190. 190
  191. 191
  192. 192
  193. 193
  194. 194
  195. 195
  196. 196
  197. 197
  198. 198
  199. 199
  200. 200
  201. 201
  202. 202
  203. 203
  204. 204
  205. 205
  206. 206
  207. 207
  208. 208
  209. 209
  210. 210
  211. 211
  212. 212
  213. 213
  214. 214
  215. 215
  216. 216
  217. 217
  218. 218
  219. 219
  220. 220
  221. 221
  222. 222
  223. 223
  224. 224
  225. 225
  226. 226
  227. 227
  228. 228
  229. 229
  230. 230
  231. 231
  232. 232
  233. 233
  234. 234
  235. 235
  236. 236
  237. 237
  238. 238
  239. 239
  240. 240
  241. 241
  242. 242
  243. 243
  244. 244
  245. 245
  246. 246
  247. 247
  248. 248
  249. 249
  250. 250
  251. 251
  252. 252
  253. 253
  254. 254
  255. 255
  256. 256
  257. 257
  258. 258
  259. 259
  260. 260
  261. 261
  262. 262
  263. 263
  264. 264
  265. 265
  266. 266
  267. 267
  268. 268
  269. 269
  270. 270
  271. 271
  272. 272
  273. 273
  274. 274
  275. 275
  276. 276
  277. 277
  278. 278
  279. 279
  280. 280
  281. 281
  282. 282
  283. 283
  284. 284
  285. 285
  286. 286
  287. 287
  288. 288
  289. 289
  290. 290
  291. 291
  292. 292
  293. 293
  294. 294
  295. 295
  296. 296
  297. 297
  298. 298
  299. 299
  300. 300
  301. 301
  302. 302
  303. 303
  304. 304
  305. 305
  306. 306
  307. 307
  308. 308
  309. 309
  310. 310
  311. 311
  312. 312
  313. 313
  314. 314
  315. 315
  316. 316
  317. 317
  318. 318
  319. 319
  320. 320
  321. 321
  322. 322
  323. 323
  324. 324
  325. 325
  326. 326
  327. 327
  328. 328
  329. 329
  330. 330
  331. 331
  332. 332
  333. 333
  334. 334
  335. 335
  336. 336
  337. 337
  338. 338
  339. 339
  340. 340
  341. 341
  342. 342
  343. 343
  344. 344
  345. 345
  346. 346
  347. 347
  348. 348
  349. 349
  350. 350
  351. 351
  352. 352
  353. 353
  354. 354
  355. 355
  356. 356
  357. 357
  358. 358
  359. 359
  360. 360
  361. 361
  362. 362
  363. 363
  364. 364
  365. 365
  366. 366
  367. 367
  368. 368
  369. 369
  370. 370
  371. 371
  372. 372
  373. 373
  374. 374
  375. 375
  376. 376
  377. 377
  378. 378
  379. 379
  380. 380
  381. 381
  382. 382
  383. 383
  384. 384
  385. 385
  386. 386
  387. 387
  388. 388
  389. 389
  390. 390
  391. 391
  392. 392
  393. 393
  394. 394
  395. 395
  396. 396
  397. 397
  398. 398
  399. 399
  400. 400
  401. 401
  402. 402
  403. 403
  404. 404
  405. 405
  406. 406
  407. 407
  408. 408
  409. 409
  410. 410
  411. 411
  412. 412
  413. 413
  414. 414
  415. 415
  416. 416
  417. 417
  418. 418
  419. 419
  420. 420
  421. 421
  422. 422
  423. 423
  424. 424
  425. 425
  426. 426
  427. 427
  428. 428
  429. 429
  430. 430
  431. 431
  432. 432
  433. 433
  434. 434
  435. 435
  436. 436
  437. 437
  438. 438
  439. 439
  440. 440
  441. 441
  442. 442
  443. 443
  444. 444
  445. 445
  446. 446
  447. 447
  448. 448
  449. 449
  450. 450
  451. 451
  452. 452
  453. 453
  454. 454
  455. 455
  456. 456
  457. 457
  458. 458
  459. 459
  460. 460
  461. 461
  462. 462
  463. 463
  464. 464
  465. 465
  466. 466
  467. 467
  468. 468
  469. 469
  470. 470
  471. 471
  472. 472
  473. 473
  474. 474
  475. 475
  476. 476
  477. 477
  478. 478
  479. 479
  480. 480
  481. 481
  482. 482
  483. 483
  484. 484
  485. 485
  486. 486
  487. 487
  488. 488
  489. 489
  490. 490
  491. 491
  492. 492
  493. 493
  494. 494
  495. 495
  496. 496
  497. 497
  498. 498
  499. 499
  500. 500
  501. 501
  502. 502
  503. 503
  504. 504
  505. 505
  506. 506
  507. 507
  508. 508
  509. 509
  510. 510
  511. 511
  512. 512
  513. 513
  514. 514
  515. 515
  516. 516
  517. 517
  518. 518
  519. 519
  520. 520
  521. 521
  522. 522
  523. 523
  524. 524
  525. 525
  526. 526
  527. 527
  528. 528
  529. 529
  530. 530
  531. 531
  532. 532
  533. 533
  534. 534
  535. 535
  536. 536
  537. 537
  538. 538
  539. 539
  540. 540
  541. 541
  542. 542
  543. 543
  544. 544
  545. 545
  546. 546
  547. 547
  548. 548
  549. 549
  550. 550
  551. 551
  552. 552
  553. 553
  554. 554
  555. 555
  556. 556
  557. 557
  558. 558
  559. 559
  560. 560
  561. 561
  562. 562
  563. 563
  564. 564
  565. 565
  566. 566
  567. 567
  568. 568
  569. 569
  570. 570
  571. 571
  572. 572
  573. 573
  574. 574
  575. 575
  576. 576
  577. 577
  578. 578
  579. 579
  580. 580
  581. 581
  582. 582
  583. 583
  584. 584
  585. 585
  586. 586
  587. 587
  588. 588
  589. 589
  590. 590
  591. 591
  592. 592
  593. 593
  594. 594
  595. 595
  596. 596
  597. 597
  598. 598
  599. 599
  600. 600
  601. 601
  602. 602
  603. 603
  604. 604
  605. 605
  606. 606
  607. 607
  608. 608
  609. 609
  610. 610
  611. 611
  612. 612
  613. 613
  614. 614
  615. 615
  616. 616
  617. 617
  618. 618
  619. 619
  620. 620
  621. 621
  622. 622
  623. 623
  624. 624
  625. 625
  626. 626
  627. 627
  628. 628
  629. 629
  630. 630
  631. 631
  632. 632
  633. 633
  634. 634
  635. 635
  636. 636
  637. 637
  638. 638
  639. 639
  640. 640
  641. 641
  642. 642
  643. 643
  644. 644
  645. 645
  646. 646
  647. 647
  648. 648
  649. 649
  650. 650
  651. 651
  652. 652
  653. 653
  654. 654
  655. 655
  656. 656
  657. 657
  658. 658
  659. 659
  660. 660
  661. 661
  662. 662
  663. 663
  664. 664
  665. 665
  666. 666
  667. 667
  668. 668
  669. 669
  670. 670
  671. 671
  672. 672
  673. 673
  674. 674
  675. 675
  676. 676
  677. 677
  678. 678
  679. 679
  680. 680
  681. 681
  682. 682
  683. 683
  684. 684
  685. 685
  686. 686
  687. 687
  688. 688
  689. 689
  690. 690
  691. 691
  692. 692
  693. 693
  694. 694
  695. 695
  696. 696
  697. 697
  698. 698
  699. 699
  700. 700
  701. 701
  702. 702
  703. 703
  704. 704
  705. 705
  706. 706
  707. 707
  708. 708
  709. 709
  710. 710
  711. 711
  712. 712
  713. 713
  714. 714
  715. 715
  716. 716
  717. 717
  718. 718
  719. 719
  720. 720
  721. 721
  722. 722
  723. 723
  724. 724
  725. 725
  726. 726
  727. 727
  728. 728
  729. 729
  730. 730
  731. 731
  732. 732
  733. 733
  734. 734
  735. 735
  736. 736
  737. 737
  738. 738
  739. 739
  740. 740
  741. 741
  742. 742
  743. 743
  744. 744
  745. 745
  746. 746
  747. 747
  748. 748
  749. 749
  750. 750
  751. 751
  752. 752
  753. 753
  754. 754
  755. 755
  756. 756
  757. 757
  758. 758
  759. 759
  760. 760
  761. 761
  762. 762
  763. 763
  764. 764
  765. 765
  766. 766
  767. 767
  768. 768
  769. 769
  770. 770
  771. 771
  772. 772
  773. 773
  774. 774
  775. 775
  776. 776
  777. 777
  778. 778
  779. 779
  780. 780
  781. 781
  782. 782
  783. 783
  784. 784
  785. 785
  786. 786
  787. 787
  788. 788
  789. 789
  790. 790
  791. 791
  792. 792
  793. 793
  794. 794
  795. 795
  796. 796
  797. 797
  798. 798
  799. 799
  800. 800
  801. 801
  802. 802
  803. 803
  804. 804
  805. 805
  806. 806
  807. 807
  808. 808
  809. 809
  810. 810
  811. 811
  812. 812
  813. 813
  814. 814
  815. 815
  816. 816
  817. 817
  818. 818
  819. 819
  820. 820
  821. 821
  822. 822
  823. 823
  824. 824
  825. 825
  826. 826
  827. 827
  828. 828
  829. 829
  830. 830
  831. 831
  832. 832
  833. 833
  834. 834
  835. 835
  836. 836
  837. 837
  838. 838
  839. 839
  840. 840
  841. 841
  842. 842
  843. 843
  844. 844
  845. 845
  846. 846
  847. 847
  848. 848
  849. 849
  850. 850
  851. 851
  852. 852
  853. 853
  854. 854
  855. 855
  856. 856
  857. 857
  858. 858
  859. 859
  860. 860
  861. 861
  862. 862
  863. 863
  864. 864
  865. 865
  866. 866
  867. 867
  868. 868
  869. 869
  870. 870
  871. 871
  872. 872
  873. 873
  874. 874
  875. 875
  876. 876
  877. 877
  878. 878
  879. 879
  880. 880
  881. 881
  882. 882
  883. 883
  884. 884
  885. 885
  886. 886
  887. 887
  888. 888
  889. 889
  890. 890
  891. 891
  892. 892
  893. 893
  894. 894
  895. 895
  896. 896
  897. 897
  898. 898
  899. 899
  900. 900
  901. 901
  902. 902
  903. 903
  904. 904
  905. 905
  906. 906
  907. 907
  908. 908
  909. 909
  910. 910
  911. 911
  912. 912
  913. 913
  914. 914
  915. 915
  916. 916
  917. 917
  918. 918
  919. 919
  920. 920
  921. 921
  922. 922
  923. 923
  924. 924
  925. 925
  926. 926
Home


You need flash player to view this online publication